MAGAZYN VAN STUKKE N TOT D Ë MILITAIRE JURISDICTIE BETREK KELYK hoor FR. ADR, VAN DER KEMP. III. DEEL. Te UTRECHT, By B. W I L p , Boekverkoper. MDCGLXXXIIL   MEMORIE OVER P E MILITIE van den STAAT, TOEGESCHREVEN A E N Mr. S. VAN SLINGELAND.   INHOUD DER HOOFDZAKEN VERVAT IN DEZE MEMORIE. EERSTE CAPITTEL. Van de verfcheide foorten van Militie en van de relatie, welke de Militie heeft tot de Generaliteit; en by die gelegentheit van den Eed , van de oude wys van Betaling, en van de aanfiellïng der Officieren. ; , 1 g]adz< ^ TWEEDE CAPITTEL. Van de Relatie, welke de Militie heeft tot de Betaals Heeren en tot de Hooge en Laage Overheden van hit Terntoir, waar op de Militie zich bevind. 1 « t 45- * 3 EER-  INHOUD. DERDE CAPITTEL. Van hst Gezag van de Staten Generaal en van de Raad van Staten over de Militie. . . , Bladz. 56, VIERDE CAPITTEL. Van de Gedeputeerden te Velde. . 68. V Y-F DE CAPITTEL. Van het Amt der Stadhouders' als Provinciale Caplteins Generaals. . 86. SESDE CAPITTEL. Van 'f Ampt van Capitein Generaal over de Militie van den Staat. . 100. SEVENDE CAPITTEL. Van het Ampt van Veldmarfchalk. 115.. AGT-  INHOUD, AGTSTE CAPITTEL. Van hei Aannemen en Afdanken van de Militie en by die gelegenheid van de jaarlykfche vryheid der Confenten. . . . Bladz. 131, NEGENDE CAPITTEL, Van de Aanftelling van de Hooge Militaire Officieren, of Generaals Perfoonen. . . , jAvt TIENDE CAPITTEL. Van de Patenten, en of, en hoe ver de Provinciën die mogen ophouden. 1544 ELFDE CAPITTEL. Van de Militaire Verloven. . 176. TWAAFDE CAPITTEL. Van de Monflering. . t 197, DER,  1 N H O U D. DERTIENDE CAPITTEL» Van de Militaire Jüjlitie, en van de Krygsraden. Bladz. 209* VEERTIENDE CAPITTEL. Van het verkenen van Pardon en Gratie. 240; BYLAGEN A. B. Memorie van Informatie fpeciaal over den Hoogen Krygsraad. . „ 249; C. Memorie over de Monftering. . 26fé MA-  ' M ■ A G A Z Y N VAN STUKKE N, TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETRËKKELY K. MEMORIE over de M I L I T IE van den S T A A Té EERSTE CAPITTEL, Vm de verfcheide foorten van Militie, en van de' relatie , welke de Militie heeft tot de Generaliteit ; en by die gelegentheid van den Eed, van de oude wys van betaling, en van de Aanftelling der Officieren. Het gezag over de Militie is in de Vereerd?* de Nederlanden van het begin foo verdeeld geweest tusfehen de Provinciën en de Generaliteit; en in de Prfncen van Oranje, welke altvd een groot deel gehad hebben aan 't Militair Commandement , hebben foo verfcheide Amptcn geconcureerd, en de tyd heeft ongevoehVfföo groote veranderingen gemaakt in dit ftuk, gelyk in andere: dat het vry difficil is, wat gezag over de Militie toekomt aan de eene zvde aan ue Generaliteit, of (om klaar te fpreken) aan de Provinciën in 't gemeen, en uit derfelver naarn aan de Ordinaris vergadering van de Staatcn Generaal, en aan den Raad van Staten, " foo  a VERZAMELING van STUKKEN ècc. foo gefamentlyk als affonderlyk, mitsgaders onder beide aan de Hooge Generaliteits Officieren, en aan de andere zyde aan de Provinciën yder affonderlyk, en aan de Subalterne Provinciale Overheden. Geen wonder dat doorgaarts verfchillende gevoelens, over dit tr.uk geweest zyn in de Republicq, en zelfs meermaal hevig daar over getwist; nuttig dan, is het te onderfoeken , en te wyferi uit de Registers, en andere Pubhcqe Aften, hoe het is begrepen en geregulcert van het begin af, en wat veranderingen van tyd tot tyd daar omtrent zyn gevallen. Hier te lande is, of kan zyn dnederlei loort van Militie als t . • 1. Die geheel en alleen Provinciaal of Ste- delyk is. 2. Die de Generaliteit of de Provinciën in het gemeen aangaat, fondcr de minfte relatie tot deze of gene in het byfonder. Die in verfcheide refpecien te houden is voor Generaliteits , en in andere voor Provinciale Militie. Dat 'de Provinciën van ouds gehad, en dooide Unie van Utrecht niet verloren hebben ; t Recht om Militie te houden tot haar particulieren dienst, bovenhaar quota in de gene die gehouden wort by gemeen content van de Bondgenoten , heeft de Heer de Groot onwederfprelelyk bewezen in het 10. Capittel van zyn Apologie • En de zaak is foo klaar, dat men in het iaar 1618. doe beftaan wierd van Generaliteits wegen af te danken de Waardgclders, eerst te Utrecht, en dat gelukt zynde , in verfcheide Steden van Holland, fchroomdc het Recht van  memorie over de Militie. 3 de Provinciën opentlyk en onbepaaldelyk tegen fce fpreeken. Want als de Gedeputeerden van Holland den 12 July ï6i8. Verfogten dat de Staten Generaal wilden defifteren van de deliberatie over de Waardgelders, vermits de refpective Steeden dezelve hadden aangenomen tegen de Populaire Commotien tot haar verfekering, op welke zy fodanige ordre mogten fteÜen, dis haar goed dacht, en dat zy niet gehouden wetaren, daar van aan ymand te re* pondeeren , en dat in die zaak noch ftemmen noch bverjlemmenplaats had: (a) Liet men zich niet verder daar tegen uit, als dat, de Waardgelders (Ne* ta)/?z DIE TYD waren tegen de ordre, dienst, en welvaren Van het JLand, en ftrekien tot onrust en diffidentie van de gemoederen der lngefetenen , en dat D/1AROM zoude gecontinueerd worden in de üangevange devoiren om dezelve met gevoegelyke middelen te licentïéren. Als den 2o^en die zaak Weer in deliberatie was, gingen de Gedeputeer* de van vier Provinciën, die op het afdanken der Waardgelders drongen, niet verder als dat zy vcrclaarden dat, dewyl (Nota) delndutlien, om tot af danking Van de Waardgeldcrs te komen, beter door bezendingen als brieven konden gefchieden, men behoorde by de Heer en Staten van Utrecht te Continueeren in de aangevange befending (b~). En deconinrisiïevandeHeeren, den stiften Gecommitteerd na Utrecht, gaf geen andere Last of Authorifatie als, om met de beste, gevoegelykfie, en bequaamfe middelen de Hecrcn Staten van Ut'reclit te disponeren tot afdanking van de geligfe Wdard' Ca) Staten Generaal 12 July 1618. Staten Generaal s^-Jüfy 161?. a %  4 VERZAMELING van STUKKEN", Waardgelders in conformiteit van de boven gemeide Refolutie van den \%dc. Sonderdat men dorst opening geven van die middelen, fchoon daar op geilaan wierd, door de Gedeputeerden van Holland. Hoe wel deze eerste foort geheel en al Provinciaal of Steedelyk is, heeft het cgter bedenken of de betaling der zelve niet kan gebragt worden tot laste van de Generaliteit, wanneer zy by fchielyk opkomende nood geligt word tot defcncie van een Provincie. In het jaar 1665. wierd dit poincl gebragt ter deliberatie van de Staten Generaal, door Vriesland en Stad en Lande, die ijder eenige Militie aangenomen hadden boven 't confent van de Generaliteit, om den fchielykcn inval van den Bisfchop van Munster: men confidereerde, dat het artikel 23. van de lnftruftie van den Raad van Staten zegt. Balde Raad van Staten zal laten by 't gebruik van in tyde van nood, en als de zaaken geen uitftel lyden zich te water te wapenen (fc. tot laste van den Lande (V)> En dat in gelykheid van reeden de Militie in gelyk geval geligt by de Provinciën mede behoorlyk gebragt moge worden tot laste van de Generaliteit. Daar tegen is opmerkelyk, dat de dispofitie van 't artikel tot fundament heeft het gebruik , waar in het fegt dat de Staten waren, van zich te waater te wapenen by opkomende nood : En voor al dat de bepaling van 't artikel tot de armaturc te waater en 't geen daar in volgt van de Judicature van de collegien ter Admiraliteit over de opgcbragte Perfonen &c. geen . zin (<-•) Advys Raad van Staten-C4. December 1665.  MEMORIE over de MILITIE. f zin heeft, indien de zin was, dat men zich foo wel te lande als te waater mogte wapenen tot hste van de Generaliteit. Egtcr verftonden de Staten Generaal , dat het Surplus der Waardgelders of ander Krygsvolk by de bovengemelde twee Provinciën boven baar quota aangenomen tot laste van de gezanientlyke Provinciën gebragt, en aan de twee Provinciën goed gedaan zoude worden in de Liquidatie tegen de Generaliteit (d). Uyt deze Refolutie is genoegfaam te zien, dat fe niet fteunen op een recht 't welk de Provinciën hadden ; dewyl te gelyk een conferentie met de Raad van State gedccerncerd is, of en hoever in het toekomende de refpective Provinciën geautlwrifetrt foude mogen worden, om in cas van hoogdringende nood , en Invafie van vyanden ecnig Krygsvolk te Lande tot laste van de gefamentlyke Provinticn aan te mogen neemen. Waar by het federt gebleven is, misfehien om dat het geval niet geëxteerd heeft, want of wel Holland in het voorjaar van 1672. (e) eenige duizend man affonderlyk aannam, lbo deed Holland het niet als om tyd te winnen, terwyl ter Generaliteit gedelibereerd wierd over het verfterken van de Militie en in verwagting deiPetitie door de Raad van Staten gedaan den 28^ April. De tweede foort is, die van ouds Ongerepartilieerde genaamt is, hoedanige hier na getoond zal worden, dat de geheele Militie geweest is , tot na het vertrek van den Graaf van Lyces- tcr: (d) Staten Generaal 29 December 1665. ' (?) Staten Generaal 8 en 21 April 16,-2. A 3  ê VERZAMELING van STUKKEN, ter: En hoedanigc (om van geen andere to fpreeken, die de Staat op verfcheide tijden heefi gehad) ettelijke Duitfche en Walfche Regimenten geweest zyn, in den oorlog van 't jaar 1702, tot 1713., over welke, als betaaldzynde uit de kas van de Unie, geen Provincie in 't hyfondei? eenig gezag of fuperioriteid gehad of gepretendcert heeft, verder dan het Territoriaal recht geeft, over alle Militie , die zich bevind op het Souveryn Territoir van een Provincie. Het derde fqort, die in deze verhandeling principaal te pas komt, is die, welke byde Provinciën refpeclivelyk betaald word, volgens de Confenten op de jaarlykfe Generaalc Petitie en Staat van Oorlog. Off deze Eigentlyk Generaliteits Militie is; foo egtcr datfe in verfcheide opzigtcn een particuliere betrekking heeft tot haar Refpective betaals Hceren, die fe niet heeft tot andere Provinciën, dan of fe Militie is van de Provinciën waar door fe betaald word ; foo egtcr dat die Provinciën gehouden zyn, die te gebruiken , en te laten gebruiken tot de gemeene Defenfie, verdiend naaukeurig onderfock, om dat de gevoelens feer verfchillen en yder pretendeert het gy.ne met Refolutien en exempelen goed te maken. Het gefchil was uit, foo men volgens de gronden van den Heer de Groot in 't 4. Cappittel van zyn Appologie te werk ging. Alwaar hy zegt: Dat de Soldaten by ons hebben tweederlei verbintenis , de eerste van wegen haar Krygs-Ampt, t,cn welken aanzien zy ftaan onder de Generaliteit. En ten anderen van wegens het Territoir, daar zy haar houden, ten welken aanzien zy Jlam onder de ffooge  MEMORIE over de MILITIE, 7 fïooge en La'age Overlieden van dat Territoir: Zonder anders gewag vandc Repartitie cn betaling, en van't Recht dat daar uit foudefpruitcn te maaken, als dathy , na geadftrucerd te hebben , het Territoriaal Recht van de Provinciën en Steeden, daar by voegt, dat de Staten van de Provinciën tot meerder verfekering van haar goed Recht, jegens alle Ufurpatie ('t geen veel vcrfchilt van daar uit ecnig Particulier Recht af te leidjn ) ivee dingen gefuftineerd , en gcpraclifeerd hebben, waar van de Repartitie een is, zyndc gclyk hy zegt, de mecnlng geweest, dat in elke Provincie, foo veel doenelyk, die zouden worden gelegt, 'die by dezelve Provincie betaald wierden. Welke woorden tooncn, op wat wys dc Repartitie diende tot verfekerirg van het Territoriaal Recht: En hy fluit het Capittcl , dat de Krygslicden, zyndc een ordinaris Dienst (ter onderfcheiding van Waardgelders) fchuldig zyn in zaken van 'Oorlog {[die nogthans, foo ver 't verleggen van de Garnizoenen aangaat, behoor en beleid te worden met 'a:h:ys van de Staaten van de Provinciën of haar ge* committeerde Raadcn ) te obcdiëren de Staaten Generaal en R.aad van Staaten , en voorts de particuliere Gouverneurs en Bevelhebbers: maar (Nota) in zaaken van de Provincie dat zy moeten gehoorzamen de Staaten haare betaals Heeren, in* dien ( Nota ) zy in de Provincie van haar betaaling logeren, of anders de Staten van de Provincie daar zy logeren, en voorts de Regeerders van de Steden en Plaatzen, daar zy Garnizoen houden, Woorden,de gehoorfaamheid aan de betaals'Heeren notoir bepalende : Eerstelyk tot Provinciale zaken, in tegenftelling van de zaken van Oorlog, teq tweeden tot het A&ueel aanwezen A 4 cp  S VERZAMELING van STUKKEN, op het Territoir van haar betaals Heeren, met het vertrek van waar de Heer de Groot leerd , dat de verplichting van gchoorfaamheid overgaat van de betaals Heeren tot anderen. En by gevolg dat eigentlyk niet de be taling, maar 't Territoir Recht geeft, zoo dat de betaals Heeren een middel meer hebben om zich te doen gehoorfamen , door die van haar Repartitie, wanneer die zich bevirid op haar Territoir, als andere Provinciën. Doch de verfchillcn veelc jaren daar na tusfchen de Provinciën over de Casfaüe cn Reductie van de Miiitie en daar na over de aanItelling van een Veld Marfchalk, hebben verfcheide Provinciën gebragt in een begrip, veel verfchillende van de Heer de Groot, cn doen fustineren, dat ds Provinciën nooyt de dispojitie over en omtrend de Miiitie gedefcreert hebben aan 't gemene lichaamvan de Generaliteit: dat de Provinciën over zulks ten opzigte van dien moeten geconfidereert worden, als zeven Souvereine, en van den anderen abfolut Independente Staten : Even gelyk als zeven fouvereine Koningen, die met den anderen in een Verbond off Ligue getreden , en in kragte van dien,gehouden zouden mogen wezen, tot Mutuele asfifientie en defencie , haar respective Krygsmachten te contribueren en te laten gebruiken: welke Koningen den een over des anders Militie niet zoude competeren eenlg Recht, gelyk ook niet zoude vermogen ,by pluraliteit van ftemmen,daar over eenige de minste Acte van Superioriteit te exerceren. (ƒ). Tot (ƒ) Deduftie van Holland 17 Mey 1657. Artikel 109 en 110. p. 16. ed. Fol.  MEMORIE over de MILITIE. 9 Totbewysvan dat gefustineerde, zyn in debekende Dcduclie van 17 Mey 1657. exempelen en Refolutien bygebragt, die of niet bevvyzen het geen waar toe zy by gebragt worden, of alleen toonen, dat de ordere van liet Land niet altyd even flipt gevolgd is, in de eerste tyden van de Republiek, doe de regering nieuw was, en presfante nood menigmaal deed flappen over die formc. Exempli Gratia, daar in is , als een voornaam bewys, bygebragt dat Prins Mauritz en Graaf Willem Lodcwyk rcfpcétivelyk te veld trokken met de Militie van de Repartitie der Provinciën, waar van zy Stadhouderen waren,fonder genocgfamc reflectie te nemen op deze 3 zaaken. Eerst, dat de Provinciale Capiteins Generaais of de Stadhouders, aangemerkc in haar Militaire qualiteit, in de eerste tyden,en voornamentlyk tusfehen de jaren 1588 cn 1625. gedurende welke tyd 'ergeen eigentlyk gezegt Capitein Generaal van den Staat geweest is, een fbnderlinge relatie hebben gehad, gelyk fe noch hebben tot de Generaliteit, van wie zy Commisfie hadden, enin wiens Eed zy waren, gelyk Capittel 5. getoond zal worden. Ten tweeden, d*at Graaf Willem Lodcwyk boven dien noch gehad heeft, ccn fpetiale Commisfie van de Generaliteit als Chef (y Colonel de tous les geus de guerre taai a Chsyal qua Piedétant au Pais de Frife,bJykende by Refolutie van den Raad van State van 4 November 1586. by welke die Commisfie vernieuwt is-. En ten derden, dat de Stadhouders wel te velde trokken , yder met de Militie ter befoldiging van de Provinciën, waar van zy Stadhouders waren, maar dat daar uit niet kan worden beA 5 flu-  lo VERZAMELING van STUKKEN, floten, dat Prins Mauritz niet gecornmandeeit heeft,het geheel Leger uit naam van de Generaliteit, boven'Graaf Willem Lodewyk. Schoon het waar is , dat Prins Mauritz geen Commislie vanCapitcin Generaal van den Staat gehad heeft, noemen de Staten Generaal in verfcheide Publicque Aftens Prins Mauritz Generaal van haar Legers, (g) hy ftaat bekend in de Staten van Oorlog van 't jaar 1598. & feqq. als Veld-Overfte. In een Refolutie van Holland van 26. Augustus 1595. werd hy in tcgcnftclling van Graaf Willem Lodewyk, genaamt Chef van den Oorlog,(h) na het uitgaan 'van deTreves, door de Scatcn Generaal verfogt, met het Leger te veld te trekken. En de Raad van State de Provinciën daar van by aanfehryving te adverteer en: en dat de Commisfie'van de Gedeputeerden te velde, gc^ duurende zyn leven altyd heeft ingehouden, om zyn Exelentie, en niet de Heeren Stadhouders te adfifttrenmetraad en daad: al 't welke geen of een oneygentlyken fin moet hebben; Indien Prins Mauritz niet gecornmandeeit had de geheele Militie uit naam van de Generaliteit, maar alleen die van de vyf Provinciën, uit naam van de Rcfpcftivc betaals Heeren, cn Graaf Willem die van dc twee andere Provinciën uit derzelver naam , met gclyke magt en zonder andrc fubordinatic, als die misfehien, welke den ouderdom in den dienst geeft. Tot bevestiging van die Illatic, welke fchynd gemaakt te kunnen worden uit de aangetoogc Aften en Refoluticn,diendfeer, dat alle Provinciën (g) Sic Cnpittel 6. (/;_) State Generaal 18 Augustus 1621.  MEMORIE over de MILITIE. n eien ionder Vriesland cn Stad en Lande uit te fonderen, op het overlyden van Prins Mauritz; en de aanftelling van Prins Fredrik Hendrik tot Capitein Generaal van de Staten in die meening waren, datfe niet anders deeden als begeven een Ampt open gevallen door de dood van Prins Mauritz: gelyk klaar blyktuit de Refolutie van aanftelling, en de aanteekening daar agter infonderheit uit de commisfie van den 23 April 1625. daarernogthans geen eigcntlyk gezegt Capitein Generaal van Staat geweest was federt het vertrek van de Graaf van Lycester, gelyk nader Capittel 6. getoond fal worden. Tot gelyk bewys dat de Gcrcpartieerde Militie eigendyk Provinciaal is, worden in die deductie by gebragt Refolutien van de Staten Generaal waar by de Provinciën verzogt worden de Militie na buiten uit te zenden op haar Provinciale Patenten. Maar behalven dat onder die Refolutien meer als ecne is, fprekende van Compagnien van de Repartitie van andere Provinciën als aan welke het verfogt wierd , en dus niet dienen tot bewys van ?t recht der betaals Heeren : Schynd men zich niet herinnert te hebben dat de ordere van hetCommandcmcnt in oude tijden ccnigfints verfchilde van de hedendaagfehe. Want, in plaats dat de Generaliteit, jegenwoordig als 'er Militie moet getrokken worden uit een Provincie, een Patent met een open naam voegt bij den brief die gcfchrcvcn word ten dien einde aan de Staten en die den naam of naamen inhoud , plagt men te vooren veeltydsfimpelyk te fchry. ven, aan de Stadhouders cn in derzclver afwezen aan de Staten of Gecommitteerde Raden, wel-  12 VERZAMELING van STUKKEN, welke daar op de Militie deden trekken opbaar Patenten uit de Provincie, na de plaats in 't aanfchryven genoemt: hoewel de Generaliteit cok veeltyds directclyk Patenten gaf aan de Militie in de Provinciën en het by geenverfock of aanichryven liet, als blyken kan uit een groot getal Refolutien. 't Verdiend infonderheid zyne opmerkinge, dat van ouds foo weinig begrepen is, dat de Provintien bevoegd waren , Militie na buiten te zenden, zonder goedvinden van de Generaliteit, dat 't tegendeel moet gepasfeerd hebben voor eene onweerfprekelyke zaak. Want is 't anders te bedenken, dat in 't jaar 1698, de Raad van Staten , geïnformeert door een Monfter Commisfaris, dat de Staten van Zeeland de Compagnien haarer Repartitie, leggende te Oftende, "daar uit geligt en andere in de plaats gezonden hadden, buiten weten en Patenten van Prins Mauritz en van den Raad , aanftonds zoude gcrefolveerd hebben, dat wel ernstig aan die van Zeeland Joude worden gefchreyen, dat zyn Excellentie en de Raad wel vreemd vonden, dat ze buiten haare Provintie het zelve hadden gedaan op eigener authoriteit, met ernstige aanmaninge van hen te vsrmyden jldks meer te doen, ne maar de verandering van 't Garnifoen binnen Ojlende te laten ter dispofitie van zyn Excellentie en van den Raad, op dat alles met orde mogt gefchieden; /onderling wyl men aan den Gouverneur van Ojlende had gefchreven geen verandering van Compagnien toe ie laten dan op patenten van zyne Excellentie of de Raad (0: Dat de Gouverneur van (7) Refolutie Raa"d Van Staten 30 July 1596.  MEMORIE over de MILITIE. f3 van Oftcnde in October daar aan volgende geweigert hebbende in te neemen twee Compagnien , die de Staten van Zeeland hem hadden toegezonden, op 't gerugt, dat de Vyand 't oog hacit op Oftende, zonder Patenten van Prins Mauritz of van den Raad van Staten, de Raad alleen by Explicatie van haar voorigordrc zoude gefchreven hebben aan den Gouverneur dat 't zelve zich verjlond van de Ordinaris verandering van 't Gdrnifoen aldaar, cn niet in fuiken hoogen nood van den Vyand (k); zendende ter zei ver tyd aan de Staten van Zeeland twee Patenten met oope naamen , om daarop nog twee Compagnien te fchikken na Oftende, dat dc ütatea van Zeeland, verre van daar op tc zeggen te vinden, zouden verzogt hebben by Misüvc van den 15 J'anuary des volgende jaars, authorifatie, cm in tyd van vyands noot, eenige van de Compagnien op haare repartitie ftaande , te fchikken binnen Oftende, en dezelve wederom, de nood dringende daaruit te nemen (/): Dat Prins Mauritz, aan welken 't de Raad van Staten communiceerde, foude van advis geweest zyn, dat die van Zeeland zouden mogen, in tyd van Vyands nood eenige compagnien binen Oftende fchikken zonder Patenten van Hem of van den Raad, dog niet dezelve wederom daar uit mogen nemen, dan by Patenten van Hem of van den Raad, ten ware wederom in zeer urgente nood $ en dat de Raad vervolgens zoude gerefolveerd hebben te antwoorden aan die van Zeeland, nopens het veranderen van Garnifoenbinnen Oftende, foo veel de Compagnien aanging op haar (£) Refolutie Raad van Staten 10 Oclober 1502. (Tï Refolutie Raad van Staten 3 February 1599.  J4 VËtZAMÉtlNG van STUKKEN, laar lieder Repartitie ftaande, dat men niet verftond dat ze *t ordinaris Garmfocn aldaar 'zoude op eigene autoritdt hebben te veranderen, maar wel in tyd van nood, Jaar nog eenige Compagnien in te fchikken, mits zyn Excellentie en den Raad daar yan adverterende Qin). Uyt deze Haakjes ten naasten by kan geoordeclt worden, van de foliditeitder gronden vaii de fustenue; egter kan niet ontkent worden t dat 'er verfcheide Refolutien geallegueerd worden, die dezelve begunstigen, maar queeritur ,• of uit die Refolutien op particuliere 'voorvallen ka;, befloten worden , wat dé ordre van hei Land 'mede brengt, of in tegendeel dat de ordre niet alcyd even flipt gevolgt is? Dus zal 't Vet ondienstig zyn , aan të wyfen , hoe het gelegen is geweest van den aanvang van de Republicq en vervolgens met den Eed en Betaling van de Militie, mitsgaders de aanftelling der Officieren:' Drie zaken onder meer Waar uit zal kunnen met zekerheid befloteri worden, of, en hoe ver, van ouds begrepen isi dat de Militie Provinciaal is, en of de Heer de Groot, het fuik wel of kwalyk heeft gevat in Loco Citato. Wat dan Eed belangt, het 7de artikel Van d« Unie fpreckt van tweederlei Eed, de Generale Eed, Waar door ongetwijfeld den Eed van de Staaten Generaal van de vereenigde Provinciën gemeend word, en den Eed aan de Stceden en Provinciën waar in de Militie gelegt zal worden. De Refolutie van de Staten Generaal van 2.4 September 1582. waar by het beleid van den Oorj (*) Sie KefoJOtie Raad van Staten 12 February 1599.  MEMORIE over de MILITIE. 15 Oorlog gefield word ter dispófitie van den Hertog van Anjou, brengt te gelyk mede dat het Krijgsvolk zoude Eed doen foo wel aan de Landschappen, dat is aan de vcreenigde Provinciën, als aan zyn Hoogheid. Uit het eerste Formulier van den Krygs-eed, dat gevonden word den 10 September 1584, gearrefleerd by den Raad van Staten en gciniereert in de Refolutien van Holland van den 12 dito blykt, dat al 't Krygsvolk toen Eed gedaan heeft/aan de Generaliteit. Swcerende getrouwigheid aan de Staten Generaal, en aan Graaf 'Mauritz, en de Raad van State, by de Staten Generaal gecemmitteert ten Gouvememente van de vereenigde Provinciën; Mitgaders de Provinciën, Steeden, en Sterkten, daar zy in Garnifoen gcle"t zullen worden. Sonder gewag van de betaals Heeren, om dat de Militie doe betaald wierd 'by de Generaliteid als aanftond blyken zal. Hoewel de Graaf van Hohenlo fterk aanhield by de Staten van Holland, (n) ten einde dat de Provinciën van Holland en Zeeland, en ook de andere , des begerende mogten uitdrukkende genoemd worden in het Formulier van den Eed, werdt daar in zwaarigheid gevonden by de Staten , welke daar over communiceerden'met den Raad van Staten , waar op de Refolutien van Holland cn van den Raad van Staten kunnen naar gezien worden , waar in, om aan den Grave van Hohenlo contentement te geven. eerst de Generale Staten der Vereenigde Provinwem, als Brabant, Gelderland &c. Vervolgens ±raap Mauritz,en den Raad van State Gecommit- te.ert O; Holland 24 Oétober. Raad van Staten 25 dito 1584.  \é VERZAMELING van STUKKEN, teert ten Gouvernementen der voorfchreve Vtreenïg* ie Provinciën. En in de derde plaats de Provincien, Steden en Sterkten waar in de Militie in Garnifoen gelegt zal worden, genoemt worden. Ten tyde van 't Gouvernement van den Graaf van Lycefter den 6 February 1587. resolveerden de Staten van Holland met de Gedeputeerde van Zeeland, beide in ongerustheid en wantrouwen geraakt, ter oorzaak van hetonverwagt overgeven van Deventer, en van de Schans op de Veluë, tegen over Zutphen, door de Engelfche Gouverneurs, dat de Officieren die in de Steden en Sterkten van Holland , Zeeland, en Vriesland lagen, en nog zouden gelegt worden. Eed van getrouwheid en van gehoorfaamheid zouden doen aan Prins Mauritz,als Gouverneur en Capitêin Generaal, cn 't Formulier daar toe gearresteert den 20. dito houd in dat de Officieren belooven en fweeren , gehouw en getrouw te wec~cn den Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden en noemelyk (dat is daar onder met name) de Staten van Holland, Zeeland en IVestvrieslund: dezelve vromelyk &C. (0). Na het vertrek van den Gravc van Lycester en't arrëfterén van de Repartitie van het Krygsvolk, is een nieuw Formulier van Eed gearresteert, geinfercert in het register van de Staten Generaal den 1. Juny en van Holland den 14. September 1588. volgens welken de Militie getrouwigheid moet zweercn aan de Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden, en namelyk, aan de Staten van die Provincie tot welker laste zy bc- (V, Si. ge*ke foEeekwyze Art. 9 Patificato van Gent Raad van Holland fa Jaouary I5.~5-  MEMORIE over de MILITIE. j? betaald worden, mitsgaders aan de Staten van de andere Provinciën , daar in zy gebragt zal worden, en ook aan de Regenten van de Steeden , foo binnen de Provincie van haar Repartitie als daar buiten, daar in zy in Garnifoen gelegt zal worden. Waar uit is te zien , dat doe geen ander onderfcheid gemaakt wierd tusfehen de Betaals Heeren, cn de andere Vereenigde Provinciën, als dat de Betaals Heeren met name genoemt wierden in het Formulier , na datfeeerst gecomprehendeerr. Zyn met de andere Provinciën onder de gemelde benaming van Staten Generaal. Het felve Formulier is van nieuws gearresteert door de groote vergadering den 16. Juny 165 r .alleen met by voeging van eenigeClaufuIen, gefchiktna de gelegenheid van dietyden, particulitrlyk na de order op 't ftuk van Patenten. Soo dat de Bontgenoten, ioo voor, als in 't jaar 1651. eenparig van verftand geweest zyn , dat de eerste en generale verplichting van de geheële Militie,en waar toe een yder in militaire dienst tredende zich by Eede moet verbinden, is de getrouwigheid en gehoorfaamheid aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, of aan de Generaliteit, en het is opmcrkelyk , dat de verplichting van de Militie aan de betaals Heeren begrepen is in den Eed welke fe gehouden is te doen aan de Generaliteit. Ten tweeden, wat aangaat de Betaling, de Staten van de Provinciën plagten in de eerste tydenjaarlyks te comenteren een e zekere forn tot Huur van den Oorlog. Waar uit de Land Raad, en naderhand de Raad van Staten onderhielden, 't noodig getal Krygsvolk, met raagt om het te vermeerderen en verminderen naar eisch vanzaken, B mitZt,  it VERZAMELING van STUKKEN &c. mitz blyvende binnen de geconfentecrde fom,cri gevende aan da Provinciën Ordonnantiën of Decharges op de Quotes van foo veel foras, als de Garnifoenen in andere Ordiftaris Lasten van den Oorlog, by dezelve Raden toegelaten en geavoueerd , in de refpe&ive Provinciën bedroegen. Dit bleef in train tot na het vertrek van den Grave van Lvccster, welke meerder Militie, dan betaald konde worden uit de Confenten, aangenomen, onbetaald gelaten, cn de Provinciën in haar Territoir Recht over de Militie benadeeld hebbende, vonden dezelve goed,om niet meer fubiea te zyn, aan diergelyke inconvementcn,de betaling der Militie te doen verdeden over haar refpeftive Quotes. Doch die verdeeling, zedert bekend onder den naam van Repartitie was niet als een bloote asfignatie der foldyen, fondcr voor de rest eemg rechtte geven of te nemen; want de Militie wierd foo wel gerepartitiecrd op de Middelen en Contributicn van 't Overquartier van Gelderland, Brabant, cn Vlaanderen, Lm genen andere Ouartiercn, die geen deel hadden aan de Hooge Regcering, als op deftemmendeProvinciën in de jaarlykfe Generale Petitiën, en in de Confenten wierd geen gewag gemaakt van de Repartitie. De Raad van State bleef in tegendeel iaarlyks verfoeken en de Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en Utrecht, Contribuerende van ouds genaamt , bleven jaarlyks Confcnteren 200 gulden ter loopende Maand voor hetOrdinaris, en agt of 900 guldens eens, en fomtyds meer voor 't Extraordinans boven de oncosten van het Veldleger, Fortificatiën, en diergelyke, waar toe apartefommemngewil-  MEMORIE over de MILITIE. io; ligt Wierdén : daar Stad en Lande by kwam na de reductie van Groningen met een geproportioneerde Quota, de twee overige Provinciën confenterende meer of min , na dat fe het ccne jaar meer het andre min te lydeH hadden van den Vyand; en na dat de Provinciën ten einde van elk jaar geliquideert hadden, wierden de Soldyen cn Tractementen by haar betaald aan 'c Krygsvolk harcr Repartitie, verandwöord in de reckening van den Ontfanger Generaal, even öffe direclelyk door hem betaald waren, felfs wierd de Staat van Oorlog, die de Repartitie der Militie inhoud, niet overgegeven met de Generale Petitie, maar foo wel na, als voor hef'over1 leveren defzélve gemaakt. In het jaar 1599. heeft men wel begonnen de confenten te veffoeken en te dragen op het net beloop van den Staat van Oorlog, maar de Ontfanger Generaal bleef verandwoorden in zyn rekening de foldijen en tractementen dooide Provinciën betaald aan de Militie op haar Quote Gerepartitieerd: tot dateindeling de Provinciën zoo traag wierden in 't liquideren, dat den Ontfanger Generaal nietkohdé daarna wagten met rekenen, en dat vervolgens de Soldyen door de Provinciën direct verandwoord wierden aan de Generaliteits Rekenkamer in haar Liquidatien. Dit blykt onwedef fprekelyk uit de Inftructien Van den Landraad van den 13 January 1581. en van de Raad van State van 18 Aueustujs 1584-uit dejaarlykfc Generale Petitiën cn Confenten , uit de Staten van Oorlog, en de rekeningen van de Ontfangers Generaal in de tyd,na welke men genoodzaakt is den Lezer te renvoyeren, als te lang zyndc, om hier plaats te' B* 2 klHK  2o VERZAMELING van STUKKEN &cv Kunnen vinden. Zie hier eenige andere bewyfen hier en daar yerfpreid in de registers. Men vind by Holland in'tjaar 1580 .(p) (want de Registers van de Staten Generaal van die tyd zyn niet de Registers van die van denader Geünieerde Provinciën maar van die, begrepen in de Generale Unie of Pacificatie van Gent, en daarom in dezen deele leer defectueus) (_q) dat by die van de nader Unie gerefolveert was, dat de Repartitie van de betaling der Knegten ever de Provintien cgsfëreh joude: maar dat yder Proviniie,betalende zyn Quota, zoude mogen volftaan, mits betalende de penningen in handen van den Thefaurier Generaal, die binnen elke Provincie overfchieten zoude boven de betaling van de Garnifoenen in elke Provincie. En den 16 December 1580. rcfolveerdc Holland dat de Procuratien van haar Gedeputeerden tot de vergadering van de Staten Generaal (want in die tyd doen de Staten Generaal maar nu en dan by een quamer , gaven de Provinciën aan haar Gedeputeerden een Procuratie tot elke vergadering) onder anderen zoude inhouden , dat de inkomsten van de verpagte Middelen en Convoijen tot behoef van de Generaliteit zouden komen i mits dat alvorens uit de gemelde Middelen betaald zoude worden de Knegten leggende in de Garnifoenen binnen Holland,en ftaande tot laste van die van "Holland, waar van de Staaten haar brieven van obligatienen verbant gegeven hadden. Stellende voorts in July van 't volgende jaar, nadat de middelen en confenten in January overgegeven waren, in handen van den Landraad,met lbo brec- den (ƒ>) HdMand 14 Octuber ttfol & Nota de Repartitie was gemaakt 's jairs te vooren, Holland 16 Mey 31 Au* gssttti en 23 Üetober 1579.  MEMORIE over de MILITIE. 21 .- ;n macht als boven gefegt is (r), een Thefau- rier ofPenningmeester, die uit de penningen dienende tot fournisfement van de Maandelyke Qiiota van die van Holland betaling doen joude over alle de Garnifoenen binnen Holland en daar buiten, ftaande tot laste van die van Holland, ter ordonnantie van de Gecommitteerden van de Staten, en de reft erende penningen in -handen van den Ont fanger Generaal, En de Staten Generaal rcfolveerden op de vergadering gehouden tot Utrecht in de maand April 1583. dat alle de penningen komende van de Ordimris Maandelykfe Quota cn Extraordinaire Contributiefoude komen in handen van den Ontfanger Generaal aan dess zydc der Maze, wel ver ftaande, dat, alvorens eenige penningen uit de refpective Provinciën fouden mogen gaan, betaald zoude worden de Garnifoenen in yder Provincie en andere tot haren laste ftaande (V). Tot verftand van welke Refolutien voor zo veel die fpreeken van de Betaaling der Garnifoenen en wel fpccialyk van Militie ftaande.. ten laste van die Provincie diend ,dat in dien tyd ,de 'Staten vanflolland (/;) en misfehien ook van andere Provinciën genoodfaaktzyn geweestin te ftaan voor de betaling der Garnifoenen van die Steel mwaar aan haar meest gelegen was, om dat anders zwarigheid gemaakt werdt by de Magiftraat om de noodige bezetting in te nemen : foo dat de verbintenis der Staten ophield met het uittrekken der Militie uit het Garnifoen, en dat de (/•) Holland 17 July 1581. State Generaal 23 dito. (.«) Sic ook Refolutie State Generaal 1 Pebraary 1583. (/) Holland 13 .Maait 26 Mey, 25 Augustus 1581. lil Jaunuary, S Aptil, 5 ju'y 1583. 18 Jaunuary, 16 February 1585. B 3  22 VERZAMELING van STUKKEN &c. de betaling niet gedaan wierd, als onder decharge van den Ontfanger Generaal van alle de Provinciën. (11) Sonder hoedanige Decharge de penningen verftrekt tot betaling des Krygsvoiks, by deduclie van haar Maandelykfe Quota niet gepasfeert wierden. Doch deze wys van betaling der Garnifoenen was van geen langen duur: want na dat nog in 't jaar 1583. (v) ter deliberatie van de Provinciën gebragt was, alle de Cantributien te doen komen in eenen buidel, en die te ft ellen ter dispofitie van de Hooge Regeering welke nogthans van de gereedfte penningen uit elke Provincie repectivelyk zoude contenteren de Garnifoenen van de-< zelve, wierd het in 't jaar 1584. (w) vastgeftcld by de Inffcructic van Prins Mauritz en den Raad van Stahe, die na de dood van Prins Wik icm Gecommitteerd wierden tot het provifioneel Gouvernement en Regering der Vereenigde Nederlanden , waarvan het 7 Artikel onder anderen behelst. Dat de Staten te famen of van de particuliere Provinciën, of de Regenten van dc Steden of Ojiartieren geen kennis, onderwind, authoriieid, of dispofitie zoude mogen behouden, aannemen of tot hen trekken van de middelen , die by de Staten in het generaal tot onderhoud van den Oorlog waren of fouden worden ingewilligt: maar dat zyn Genade en de Raad van Staat, daar uit het Krijgsvolk eenpariglyk zoude doen betalen, behoudelyk, dat eerst en vooral op de betaling van de for- (ti) State Generaal 23 July 1581. en art. 23. van 't reces wan ric Stare Generaal tot Utrecht reeds gemeld . gcinfereert by Holland 15 Juny 1583. (<■) Holland p December 1583. Qa:) 15 Augustus 1584.  MEMORIE over de MILITIE, 23 forgelyke Plaat/en en de Front leren, daar de meeste nood zyn zoude, voorfeen zouden worden. Gelyk vervolgens de betaling van de Garnifoenen cn Militie dire&elyk is gedaan by de Raad van State tot na het vertrek van den Gravevan Lyeestcr,'t geen bcwefcn word by verfcheide Refolutien van den Raad van State. Selfs blykt uit die van den 10 en 21 April 27 Augustus en 29 September 1586. dat de Militie te Amftcrdam dircétclyk haare betaling ontving van den Raad van State: 'Holland heeft den 13 February 1586, gefchreven aan alle de Ontfangers in Holland, dat, dewyl de Graaf van Lycester aangenomen had de Authoriteit als Gouverneur Generaal der Geünieerde Provinciën , en overfulks de betaling van het Krygsvolk, mitsgaders de tractementen van dien, gevallen na den 10 January daar be < vorens, voortaan door de overhand zal moeten worden gedaan, de Staten revoceren al haar lieder generale ordonnantiën en attien van betaling op de Comp ■ toiren van de Ontfangers refpeÜive verleend, tet zake van eenig traktement en betaling van de Garnifoenen, gemerkt dezelve betaling alleen zal ft aan ter ordonnantie en dispofitie van zyn Excellentie en de Raad van State: En de Staten van Holland en Zeeland zeggen in een Rcmonftrantie van 'tjaar 1586. aan den Grave van Lycester (w), dat de betaling van de Garnifoenen der Frontierfteden in Holland, Zeeland en Vrieslandin de naaste 9 Maanden foo foberlyk was gedaan, dat deRegeer~ ders van dezelve Steden , aan de Remonstranten daar- (x) De Remoniïrantie is te vinden 'm 't Register vaa Holland 1586. fol. 375. en Bor 21. Boek. B 4  £4 VERZAMELING van STUKKEN &c. Haar over zich ten hoogften hadden beklaagt. Dat ontrent een vierdepart van de Cohtributien van Holland tot betaling van alle de Garnifoenen van de Frontier Steden en Sterktens van Holland, wel fuffifant was, cn in Zeeland ontrent de helft. Er! daarom baaden, dat zyn Excellentie belief de op de betaling van de zelve Garnifoenen zulke goede ordre te feilen, dat alle inconvenienten en perykelen in dezelve niogtcn verhoed worden: alfoo de andre Provinciën behoorde genoeg te wezen, dat ontrent drie vierde parten van de Cohtributien van Holland, en de h elft van Zeeland in en voor de defentie van haare Provinciën wierden geëmployeerd. Dat de Repartitie van 't jaar 1588. voor niets anders gehouden wierdtals voor een bloote assignatie, gelyk boven gezegd is, kan afgenomen worden, uit Haar Hoog Mogende Refolutien van den 10 Juny en 21 July van 'tjaar 1588. medebrengende, dat de lasten, in den Staat van Oorlog op de refpsctive Provinciën gefield, zullen of'Orden voldaan op de Ordonnantiën van den Raad, enDechargienvan den Ontvanger Generaal, bchoudelyk, dat die zullen gegeven worden eenpaarlyk van maand tot maand: of dat in geval van zwarigheid , de Provinciën haare betaalingen zullen liquideeren, van drie tot drie maanden in prcefenlie van eenige Heeren van den Raad, en dat 'hen luiden als dan van dezelve drie maanden by den Raad zat gegeven worden eene generale Decharge. Wat nu aangaat, 't geen gezegt is van 't overleveren der jaarlykfche Generale Petitiën (onderden Staat van Oorlog, felfs nadat de betaaling der Militie in 't jaar 1588. geasfigneerd was op de Quotes van de Provinciën, om andere exem. pc.  MEMORIE over de MILITIE. 25 pelen voorby te gaan , in 't jaar 1592. f» is de Generale Petitie den 7 December gezonden aan de Provinciën, en eerst den 10. daaraan volgende , getreden tot het refnmeren van den Staat van Oorlog, en vervolgens den 22. geresolveerd, die te laten tot de naaste vergadcrinovan de Staten Generaal, zoo als ze doe ingefteld was, na verfcheide communicatien tusfchen Haar Hoog Mogende en de Raad van Staten, en dat de Gedeputeerden van de Provinciën denzelven zouden mogen by de Staten communiceeren, met alle discretie, na occurrentien en gelegenheid ten meesten dienste van den Landen (z) zonder dat ze van Generaliteits wegen gezonden wierd aan de Provinciën om daar over te delibereeren Het geen ten eene maal overeen kwam met de' gewoonte van dien tyd, wanneer men foo zorg vuldig was met 't fecreet houden van den Staat van Oorlog dat de State Generaal 1 May i cgc onnodig vonden exhibitie te hebben van den Staat van Oorlog, en daar by verklaar den, dat by foo verre dies niet te min, de Raad 't zelve uiterlyk [oude begeren,in dien gevalle dezelve Staat zoude werden gezien tn de vergadering, zonder daar af cop'* te geven , en op gelofte van dezelve fecreet te houder en dat in 't jaar 158S. wanneer communicatie van den Staat van Oorlog' moest gegeven worden aan de Prpvintien, om dat die móesten ' kennis hebben van de Repartitie van het Krygs volk, welke in dat jaar werut ingevoerd, gelyk • CÖ Zie MisfiveRand van State 14 December i?i6 aan «0 hxrraordinans vergadering van Haarl loog Mor. (z\ ™ Refolime State Generaal 26, 27, 28, 3o November. 7, il Oj 22. December 1502. ' ™ - ' b 5  s6 VERZAMELING van STUKKEN ecc. gcfegd is, in deliberatie gelegd werdt, of men den Slaat van Oorlog zoude fecreet houden, die latende onder de Heeren Raden van Staten, of de Thefaurier Generaal, mits aan de Heeren Gedeputeerden van iedere Provincie leverende hxtraü, voor foo veel iedere Provincie mogt raaken , of dat men aan dezelve Gedeputeerde van ieder Provincie daar van dubbel zoude leveren (a), en dat na onderlinge communicatie en verfcheide confideratien daar op gemoveert by de aanwezende Heeren Gedeputeerden der Heeren Generaale Staten, (alvorens daar op verfogt en gehad het advis van de Heeren Raaden van Staaten) goed gevonden werd, dat aan de Gedeputeerden van ieder Provincie dubbel van den zeiven Staat zoude worden geleverd , onder belofte dat dezelve Gedeputeerden hunne principalen ten hoog ft e zoude vermannen dezelve Staat onder eede fecreet te houden (b). Soo verre was 't van daar, dat in die tyd de Staat van Oorlog jaarJvks met de Generaale Petitie aan de Provinciën gezonden , en de Confenten daar op verfogt zouden zyn geworden. Van de oude wys van betaling der Militie, foo voor als na derzeive verdeeling over de Provinciën, zouden meer exempelen konnen hu. gebragt worden, maar, om niet te vervelen, lal men overgaan tot het derde poinft, rakende de aantreding der Officieren , daar van met word sefproken in de Inflruftie van den Landraad maar dewyl het 2^ artikel authonfeert tot het M Raad van Staten 28 May 1588. (*) Deze RefoJe i na de gewoonte van dien tyd g=enmden Raad van Staten, daar Gedeputeerde van de Staten Generaal pro leut waren.  MEMORIE over de MILITIE. 27 panne-menen casferen van Krijgsvolk fonder andre bepaling, als dat fe niet zouden mogen excederen het inkomen der Confenten en Generale Middelen, zoude men daar uit mogen bcfluiten , dat de aanftelling der Officieren begrepen was in die Authorifatie. Wat daar van zy, de Prins van Orangc, is kort daar na, den 21 Juny 1581. door de Staten Generaal geautborifeert, als Capitein Generaal om te doen expediëren en depecheren alle commisficn voor Capiteinen en andren den Kryg belangende , tnitz itifererende, de Claufule, na voorgaande Refolutie van de Generale Stalen, of, daar toe expresfelyk geauthorifeert van Generaliteits wegen (c). En na zyn overlyden, zyn Prins Mauritz en de Raad van State geautborifeert, om m plaats van de afgedankte ,gecasfccrde en aflyvige Over ft en, Collonellen , Capiteinen en andere Officieren en Krygsvolk, te voet en te paard, andere te moogen aannemen, behoudens datje daar in niet zoude moogen excedeeren de mate van 't iucomen van de Confenten en Generale middelen. Wyl het oogmerk in dit Capittel niet is te ipreken van de aanftelling der Officieren in 't generaal, maar foo veel daar uit kan befloten worden of de Militie in 't begin van de Rcpublicq gehouden is voor Provinciaal of niet, behoord de aanftelling der Generaals, welke apparent in de Inftruclic door Ovcrjien gemeend worden , niet tot deze verhandclinge,dcwyl derfelver Ampt niet raakt, deze of gene Compagnien, Regimenten, noch Provinciën in 't byzonder, maar tot de geheclc Militie en gehec Jeu (0 Iniïruelie iG Augustus 1584. Art. 10,  58 VERZAMELING van STUKKEN &c; len Staat; cn zy niet anders konnen derhalven aan gefield worden, als by de Generaliteit, fchoon de Militie Provinciaal was. Om dezelve recden behoort dc oude wys van aanftelling der Collonels, cn andrc Rcgimcnts Officieren niet tot dit fubjeft. (e) Want in 't begin en felfs nog na het jaar 1625. was de Militie , immers dievan.de Nederlandfchè Natie, in geen Regimenten verdeeld, maar wanneer het Leger te veld trok, wierd het Voed volk voor die tyd verdeelt, in Collonelfchappen,er\ de Ruitery in Escadrons; (0 en aan dc Collonels yder een Collonelfchap of een zeker getal van Compagnien aangewezen, gelyk heden de Regimenten verdeeld worden in Brigades , en een Brigade gegeven aan yder Brigadier. Dit was nog in gebruik in 'tjaar 1625. Hetgeen derhalven de Heer de Groot, fchryfl in fyne Jaarboeken op 't einde van 'tjaar 1588. van de vcrdeeling der Militie, foo te paard als te voet in Regimenten, moet verftaan worden van geene andere verdeelinge als voor de tyd van dc Campagne. Want den 9 September 1625- advifcerdc de Raad van Staten, aan dc SateriGcneraal, dat alvorens te begeven 't Collonelfchap van den Heer van Liques , waarover de Provinciën oneens waarcn,foudc dienen in deliberatie gelegt te worden. Of f ooknoodig zoude' mogen bevonden worden.de Nederlandfchè Compagnien, in Regimenten te verdeelenden onder Collonels te Jtellen, en of ook zoude geraden zyn daar van formele Regi- men- (V) Raad van State 19 Maart 1557- en "2 November 1599. (O Tot 31 July 1597- H en 3^ December I5SPI4jannuary 1600. 9 September 16.15.  MEMORIE over de MILITIE. 29 meniën en Collonels te maken: dan vf het niet beter waare, dat men zage dit fl.uk te houden, als tot daar toe, en zoo de traktementen van de Collonels te geven , alleenelyk te velde zynde. Dan 'tgeen oppoiitie vond in 'tjaar 1625. is naderhand doorgegaan. Want de Ruitery is op eenmaal by Refolutie van de Staten Generaal van 21 Juny 1635. in Regimenten verdeeld, en 't Voetvolken verfcheide tydcn : dus word gevonden het Gelders Regiment geformeertin 'tjaar 1628. 2 Vriesland 1633. Hollandfche Gardes 1643. (ƒ) Over-Ysfel 1647. 2 Groningen in het zelve jaar. Maar dewyl uit de eerste(g>an de voorfchreevc Refolutien van Haar Hoog Mogende fchynt te kunnen befloten worden, dat. 'er al van ouds een Friesch Regiment geweest is, zo dient tot informatie, dat het niet anders verftaan moet worden, in die Refolutie door het Friesch Regiment, als al het Voetvolk, dat betaald werd by de Provincie van Friesland, gelyk af te nemen is uit cene Refolutie van den Raad van Staatc van den 4 December 158Ö. waar by de Commisfie van Graaf Willem Lodcwyk als Chef £f Colonel de tous les gens dc guerre tant a Cheval qtia Pied eftant en fervice du Pais de Frifc vernieuwt is. Nu moet overgegaan worden tot de oude wys van aanftelling der Capiteinen, want dc mindere Officiers plagten aangefteld te worden door de Capiteinen, het geen des noods kan bewezen worden. (/;) 't Is overtollig meer bewyzen aan te halen tot adftructie, dat de Generaliteit de Ca- 00 Staten Generaal 10 Mey 1633. 10 en 16 November ÏP43- (g) Refofutie Staten Generaal 5 Maart 1633. (li) Raad van Staten 19 en 23 Mey en 19 en 25 September 104Ó. 21 Jannuary en 2Fcbrnary 164-.  $é VERZAMELING van STUKKEN &ê'. Capiteinen aangeftcld heeft voor dat de Militie in't jaar 1588. gerepartitiecrd wierd op de Quotes van de Provinciën: de registers van den Raad van Staten van die tyd zynvol exempelen van de aanftelling van Capiteinen : en in die van Holland, de Provincie die de meeste Militie betaald, word geen exempel (dat men weet) van de aanftelling van Capiteinen gevonden, tusfchen de opregting van den Landraad in 't begin van 'tjaar 1581. en de Repartitie van 't Krygsvolk in 't jaar 1588. als alleen, dat in 'C jaar 1584. na de dood van Prins Willem, en' voor de inftelling van de nieuwe regering een Capitein of twee door de Staten aangeftcld zyn. De reeds aangetoge (z) Refolutie van Holland, met Gedeputeerden van Zeeland van 6 February 1587. brengt mede, dat dc Officieren die doe lagen en die verder zouden gelegt worden, in' de Steeden en Sterkten van Holland, Zeeland en Vriesland, Commisfie van Prins Mauritz ontfangen en aan de Staten, en zyn Excellentie Eed van getrouwigheid en gehoorfaamheid doen zouden: Maar die woorden zyn notoir niet te verftaan van' de aanftelling der Officieren , dcwyl de Refolutie fpreekt van 't geven van Commisfien niet aan Officieren, die zouden aangeftcld worden, maar aan Officieren, die doe lagen en verder gelegt zouden worden in dc Garnifoenen van Holland cn Zeeland, welke boven dien maar ontrend een vierde gedeelte uitmaken van de Militie welke betaald wierd uit de Contributien van Holland en de helft van die van Zeeland alsin de bovengemelde Remonftrantie van de State» (/) Bor xxi. Boek. De Groot Apol. Cap. 11.  MEMORIE over de MILITIE, $i tèn van beide Provinciën aan de Graaf van Ly» Ccfter gezegd word. Behalven dat cie voorfebreve Refolutie, genomen toe verfekering van bet Land, in een tyd, dat de Staten vol kommer en ergwaan waren, w.egens het onvcrwagt overgeven van twee voorname Plaatfén door Engcliche Gouverneurs, maar zouden bewyzen dat de Staten, in die gevaarlykc conjuncture, van de nood een deugd makende, goedvonden aan zich te trekken, dat anders aan de Graaf van Lyeefter en de Raad van Staten toekwam. Gelyk de Staten les dagen te voren op de tyding van het overgaan van Deventer, aanjïonds nodig vonden, die van den Raad van Staten te infinueren, dat zy Heden geene kennis Kilden tinnen cp de verandering van de Garnifoenen linnen den lande van Holland, (k) Hoewel fe anders toeRonden , dat zulks toekwam aan den Raad van Staten, mitz addresferende het geen dat de Raad, foude verftaan daar ontrent te "moeten gefchieden, aan Prins Mauritz als Stadhouder om geëffectueerd te worden, met Advys van de Staten of van de Gecommitteerde Raaden zoo als blykt uit de Refolutie felve van 6 February 1587. cn uit de verklaring van de Staten onder anderen tot juftiücatie van dc voorfchreve beide Refolutien by Bor 22 Boek fol. 921. Het is wel waard te onderzoeken, hoe het gegaan is na de Repartitie van het Krygsvolk met de aanftelling der Capiteinen en hoe die met de daad van den Raad van Staten aan dc betaals Heeren gekomen , en alleen een fchaduwe van aan- (j) Holland 3ijannunry 1587.  3a VERZAMELING van STUKKEN &c, aanftelling aan de Raad van Staten gelaten is. Men vind geen Refolutien in de Registers van de Staten Generaal, nog van Holland, waarby verandering gemaakt is ontrent de aanftelling van Officieren by gelegenheid van de Repartitie van't Krygsvolk :'t ge :n niet te verwonderen is, om dat daar Holland al in 't jaar 1589. becon die aanftelling aan te zien, als een gevolgvan de Repartitie en de Raad van Staten daar op verfogt te verftaan, het goed dunken van de gefamentlyke Provinciën. Want men vind by de Staten Generaal den 13 Maart 1589. dat de Raad van Staten, by occafte van de vacature vaneen Compagnie, verfogt heeft te verftaan: Be goede meening van de Heeren Staten, wie dat de Hopman foude ft ellen en committeren, 't zy dan de Heeren Staten Generaal, de Raad van Staten of de Provincie daar op dezelve is Gerepartitieerd, als de Heer Bameveld van wegens d*e van Holland fuftiheerde, voegende de Raad daarby, dat, hoewel de Raad fulx niet ambieerde, dat zy nonhans de Heeren Staten wel wilden vermanen, en bidden, te willen letten opdezorgelykeconfequentien, die daar in gelegen zyn, dat het ft ellen van Capiteinenfoude gedaan worden, by de 1 rovinci n by fonder onder andere redenen overmitz dc Gouverneurs refpettive van dezelve Provinciën het feilen tot hun fullen willen trekken, om daar van te disponeren na haar lieder goeddunken en affettie,dat daarom de Raad raadfiam zoude agtcn, dat men het liet by de Autlmiteit die zy Nota in dezen tot nog toe gehad hebben, ftellende niet te min alles ter discretie °an de Heeren Stalen. . Soo 'iRegifcervandeRaadvan Staten van tjaar 1 c So.niet verloren wasfoyde men kunnen leggen J J wie  MEMORIE over de MILITIE. 33 Hf ie den Succesfeurvan den Capitein, by wiens over* lyden de vraag gefchiede, aangefteld heeft; maar üit de Refolutien, in 't vervolg by te brengen, is meer als waarfchynelylc, dat het de Raad van Staten geweest is, te meer, om dat uit de Regifters van de Staten Generaal of van Holland., geen Deliberatie, veel min Refolutie gevonden word 't zy over de begeving van de Compagnie of over die materie in 't generaal: hoewel uit de Refolutie van de Staten Generaal van den 12 Mey 1589. blykt,dat de Compagnie doe al met een ander beitelt was. Uit een ander Voorval van 'tjaar 1589 kan befloten worden, dat men ter Generaliteit niet eens was, over de begeving der Compagnien, en dat Holland doe al begon te fuftineren, dat dë Nominatie der Capiteinen, aan de Betaals Heeren toekomt: de Ritmeester Wolf, wiens Compagnie Rond op de Repartitie van Holland, overleden zynde, verfogten de Onder-Officieren en Ruiters by Rcqueste aan den Raad van Staten de Compagnie voor den Luitenant: (i) de Raad fond den Requefte aan de Staten Generaal , ten einde die van de Compagnie fonds gelieven te disponeren. Doch die waren niet eens over de begeving. Want, na dat den 18 Augustus gefield was te Disponeren op 't vergeven der voorfchreve Compagnie, wierd den 21 gerefolveert by pluraliteit van ftemmen, dat men de Heeren Staten van Holland foude verfoeken de Compagnie van hunnen t'wege ook te gunnen den Grave van Overflein : ,, Dus is „ klaar, dat de Pluraliteit begreep, datdeBe- „ taal? (/) Staten Generaal 15 Augustus 1589. C  34 VERZAMELING van STUKKEN &c. „ taais Heeren alleen de begeving niet hadden* Maar Holland, van een ander begrip zynde, „ gaf Antwoord aan de Gedeputeerden van de „ Staten Generaal, dat alfo de voorfchreve ,, Ruiteren alleene voor fes maanden op de Re„ partitie van die van Holland waren gekomen, „ die in Oclober zoude Expireren, endaar bo„ ven van wegen de voorfchreve Ruiteren de „ Luitenant tot Ritmeester wierd verfogt, met „ het Nomineren en Hellen van de voorfchre„ ve Ritmeester voor het eerste als nog gefu- percedeert foude worden : te meer, gemerkt „ de voorfchreve Nominatie gedaan foude moe„ ten worden byzyn Excellentie, ingeval de„ zelve Ruiteren op den Staat van die van Hol„ land foude worden gecontinueerd: Sonder „ dat men heeft kunnen vinden, of, en door 5, wie de Compagnie naderhand begeven is." Maar zo er geenc Refolutie gevonden worden in de Registers van de Staten Generaal, noch in die van Holland, waar uit kan gezien worden , hoe en wanneer de.Betaals Heeren gekomen zyn aan de aanftelling van Capiteinen. De Registers van de Raad van Staat toonen, dat de Raad heeft blyven de Compagnien begeven , na 't Arreftcren der Repartitie van het Krygsvolk, gelyk te voren: maar datfe doorgaans ( want daar zyn ook in 't begin contrarie Exempelen) voor af, daar op ingenomen heeft het advys van Prins Mauritz, die als een Lid van den Raad , eene ftem in de begeving en de meeste kennis van de bekwaamheid der Officieren had, of ook wel van de Betaals Heeren , welker beide Advyfen en Recommandatien in korte jaren verandert zyn in Aclcn,' of brieven yan  MEMORIE over de MILITIE. 35 van Nominatie waar op de Raad Commisfie verleende gelyk noch gefchied, fond er in die Commisfien gewag te maken van die Aften of de Betaals Heeren anders te noemen als in de Clanfule fprekende van 't verleenen van Attafche op de Commisfien. Om eenige bewyfen by te brengen: men vind hy de Raad van Staten den 8 en 17 Augustus 1588. dat Dr. Fr. van Malfem binnen ftaande, en daar na den Advocaat Barneveld, recommandeerden , dat het de Raad gelieve den Luitenant van ds Capitein Haastregt, die zyn Vendel begeert te quiteren, te houden voor Gerecommandeert. En dat de Raad refolveerde, dat de Requefte Joude gecommuniceert worden met den Heer Graaf Mauritz van Nasfauw en vervolgens dat de voorjehreve Luitenant Joude hebben de Compagnie, waar van hem gedepecheert Joude worden Commisfie den 19 September , dat de Capitein TV. Murray, zyn Compagnie gefield hebbende in handen van den Raad, om daar van te Disponeren, gcrejolveert werd, dezelve te geven, aan Alexander Murray. den 26 dito verzogt den Graaf van Nieuwen aar , dat aan den Grave van Overftcin Commisfie mag gegeven worden , van Capitein over de Compagnie Paarden van wylen de Ritmeester Groencvcld. En de Raad Antwoord , dat men rcfolveeren zal en zien wat men met dezelve Compagnie fal te dom hebben, den 19 Ociober verklaart den Advocaat van Holland Barneveld en rapporteerd , dat de Graaf van Meurs hem gefchreven heeft ter recommandatie van den Capitein Giftelles , fulks dat hy zoude goedvinden, dat de Compagnie van Cleerhagen aan Giftelles gegeven wierd: daar op werd gezegt, dat men Advys begeert heeft van die van C % HoU  36 VERZAMELING van STUKKEN &c. Holland; de Advocaat Antwoord, dat het Adyys niet noodig is , maar dat men 'er mede doorgaan foude. En dat daar op de Compagnie gegeven is, aan Giftelles, die nog ten zeiven dage Eed deed: den 19 en 24 December Prins Mauritz recommandeert feer en houd aan by den Raad, dat ter eerster gelegenheid Commisfie van Captein over een vaceerende Compagnie Voetknegten rnogt verleend worden aan Justinus van Nas* fauw, vice Admiraal van Zeeland: den 6 Oftober 1589. op den Requefie van Adriaan van Liencn, en recommandatie van zyn Excellentie, is Commisfie van Capitein over de Compagnie van den Capitein Olthojf aan den Supliant geaccordeert, den 15 November, op 't aangeven van Gedeputeerden van Utrecht, dat de Soldaten van de Compagnie van wylen den Graaf van Nieuwenaar begonnen te Muitinercn, met begeerte, dat de Raad daar in zoude willen voorzien, wierd gerefolveert, dat men de Commisfie voor Chr. Nikkel als Capitein over de Compagnie fal depecheren. Qï) den 29 dito, dat de Compagnie van wylen de Graaf van Nieuwenaar ter Repartitie van Overysfel na Communicatie met de Staten Generaal en op recommandatie van de Gravin van Nieuwenaar gegeven word aan Willem Schram, en zyn die van Overysfel daar van geadverteerd, den 18 February 1590: dat op de Propofkie van Gedeputeerde van Overysfel, dat zyn Excellentie geliefde te aanvaarden fekere Compagnie, dezelze verclaarde daar toe willig te zyn , by aldien het den Raad goed vond. En dat het alfoo goedgevonden wierd, den 9. 13. en 16 Maart 1590. dat (<-) Staten Generaal 29 Koveraber 15S0.  MEMORIE over de MILITIE. 37 dat op den Requefte van de Luitenant van de Compagnie van Capitein Trail, verfoekende desfelfs Hopmanfchap, goed gevonden wierd, te verftaan aan de goede geliefte van zyn Excellentie, alfoo de Compagnie ftond op de Repartitie van Holland, dat daar op een brief van zyn Excellentie ingekomen is, in faveur van den Capitein Willem Brog, geantwoord wierd, dat men dezelve feer gaarne foude willen feilen als Capitein over de voorfchreve Compagnie,maar dat men gaarne zonde zyn Excellentie goeddunken verftaan. Op een bedenking rakende dc Pcrfoon van ■voorfchreve Brog, als mede op verfoei, van voorfchreve Luitenant (Nota) om daar na'wyders gedisponeert te worden, foo men tot meesten dienst van den Lande foude bevinden te behoor en. En dat vervolgens gerefolvcerd wierd, de Compagnie te prefenteren aan gemelden Brog, den 17 en 18 April 1590. dat op het aangeven van twee Gedeputeerde van de Staten van Utrecht, dat de Staten goedgevonden hadden de Luitenant Rykfe aan te ftellen cn te nemen tot Capitein over'een Compagnie aldaar tot haren Laste, en begeren , dat de Raad daar toe Commisfie wilde Depecheren , na Communicatie met zyn Excellentie als Gouverneur van dat Quartier ,• welke Commisfie verleend wierd aan gemelde Luitenant Rykfe, maar met een aangezegt aan de Gedeputeerde van de Staten van Utrecht, dat gelyke last en Commisfien by haarniet behoor en uitgegeven te worden , maar dat fulks behoorde te gefchieden by den Raad (Nota) met Advys van zyn Excellentie , als Stadhouder: den 16 Juiy 1590. dat de Commisfie van een Compagnie op de Repartitie van Zeeland op het fchryven van zyn Excellentie C 5 Ge-  38 VERZAMELING van STUKKEN &c. Gcdcpecheert, en te gclyk goedgevonden wierd te febryven aan zyn Excellentie, dat het gefchiede op goede recommandatie van die van Zeeland , en ckwyi zyn Excellentie daar voor is fchryveude en zyn woord gegeven heeft: den 24 April 1591. dat den Raad het verfoek van een Capitein ter Repartitie van Utrecht, om ontflaging, toegedaan hebbende aan de Staten fchryft, datje twee a drie bequame Perfonen wilden Nomineren om een van dien met het Capiteinfchap verfien te worden: den 28 July 1592. dat ter recommandatie van de Graaf Philip van Nasfauw, Generaal der Nederlandfche Compagnien in Vrankryk, en van den Collonel Baljfour ook in Vrankryk wezende, een Commisfic van een Capitein over een Compagnie verleend word ; enden 14 Augustus een op 't favorabel voorfchryven van zyn Excellentie: den 5 en i4Novcmber 1592. dat, geiien de Brieven van de Nominatie aan zyn Excellentie by de Staten van Holland gefebreven , van twee Perfonen tot de Compagnie van wylen den Overften Dorp, en daar benevens de Brief van zyn Excellentie daar by dezelve verkiest Mathieu Helt, by mondelyke Communicatie met zyn Excellentie en Rade en met Pluraliteit van Stemmen gerefolveerd won Osmmisjïé op den felve Mathieu Held te Depecheren: En te antwoorden aan de Hecren Gecommitteerde Ragden van't Noordcr Quartier, die zich beklaagden dat de Compagnie gegeven was aan een ander als de Luitenant, dat men de [aak niet konde veranderen; maar dat de Luitenant zal gehouden worden voor gerecommandeert om ter eerjler gelegenheid voor fien te mogen worden: den 18 en 23 dito, dat op de Ernftigc Recommandatie van die  MEMORIE over. de MILITIE. 39 die van Westvriesland en het Noorder Quartier, en gefien het voorfchryven van zyn Excellentie en de redenen daar in verhaald , een Commisfie als Capitein verleend word: den 26 February 1593. op 't voorfchryven van zyn Excellentie met Advis van de Heeren Staten van Holland : den 20 Maart op Recommandatie en Nominatie van de Heeren Staten van Utrecht: den 22 Oclober , dat op een Brief van Graaf Willem Lodewyk waar by die Recommandeert de Luitenant van fekcre Compagnie over welkers begeving de Raad aan hem gefchreven had, als mede deden de Gedeputeerde Staten van Vriesland , en ook op de vorige Recommandatie van zyn Excellentie , Commisfie aan denzclven Luitenant verleend word: den 16 February 1594. dat op den Requefte van den Hopman Hendrik van Hemert desfelfs broeder in zyn plaats gefield word. Gehoord het goedvinden van zyn Excellentie en 't geen de Amptman van Bommel van hem gerapporteert had. Den 5 July gclyk verfock toegeftaan mits datfulks ware ten Contentcment ven zyn Excellentie., welke na gchoude Communicatie met Graaf Willem Lodewyk, verklaarde voor goet te vinden, dat de Compagnie aan den Suppliant verleend wierd: den 10 Mey en 20 Juny 1595. dat den Raad op voorfchryvens van Graaf Philip van Nasfauw , cn van de Luitenant Collonel Giftelles, en op de goede Atteftaue van alle de Officieren van de Compagnie van wylen den Hopman Drapcr in Vrankryk geflagen , deed aanzeggen aan zyn Excellentie. Datfe goed vind Commisfie te geven aan de Luitenant', ten waar dat zyn Ex* cellentie anders beter vond, welke antwoorde, dat wel goed zoude vinden, dat de voorfekreve en C 4 cerj  4 o VERZAMELING van STUKKEN &c. een ander Compagnie in één gereduceert en aan den jongen Graaf' van Solms gegeven wierd, en dat die van Holland zulks ook wel zouden goedvinden , en daar op gerefolveert, zyn Excellentie daar in te believen, mits dat agt genomen word op den vBorfchreven Luitenant. Den 8 Augustus 1596. Dat op Acte van zyn Excellentie daar by ter de Nominatie van die van Holland word voorgefchreven. (Hier uit blykt dat den Raad de Acten van Prins Mauritz hield maar voor Brieven van voorfchryvens ) Hendrik van Meyenberg, aan dezelve Commisfle als Capitcin verleend word : den 7. 15. en 21 November, dat zyn Excellentie in den Raad levert een Brief van den Capiiein Willem van Nasfaüw , waar by hy verfoektzyn Ontflaging,en Recommandeert Zyn Ven-, drig, en dat zyn Excellentie verklaart, dat hy tenen genaamt Pyl, gaat ne met dezelve Compagnie zag voerfien: dat daar op goed gevonden word, de zaak eenige dagen in Jlate te houden , en middeler tyd te doen vernemen na de gejleltenis van de Compagnie en na de qualiteit van den Vendrig, dat vervolgens op 't goedvinden van zyn Excellentie, welke de Raad daar over had doen fprcken ,die Compagnie gegeven word aan een derden, en dat zyn Excellentie en den Raad doen aanzeggen aan den Vendrig , welke overgegeven had een Opcne Aéïe, waar by de Luitenant, Eevelhcbberen en gemecne Soldaten van de Compagnie hem recommandeerden tot het Capiteinfchap, dat men de Raad geen mate heeft te zetten, wien zy met het Capiteinfchap fullen voorzien. 19 February 1597. Dat, twee Requesten aan de Raad geprefenteert zyn Je, om de Compagnie van den Hopman Hemert, de Raad fchryft  MEMORIE over de MILITIE. 4t fchryft aan de Gedeputeerden van het Nymeegfche Quartier, datje willen letten op een beqaaam Perfoon, om in des Plopmans plaats gefurrogeert te worden, en den Raad daar van te adviferen , om daar na met Commisfie voorfien te worden. Den 13 Mey, dat gezien het fchriftelyk Advis van de Heeren Staten van Hollanden West-Friesland een Commisfie als Capitein verleend word. Den 1 r January 1599- op de recommandatie van zyn Excellentie: En den 12 September op de Rehominatie en Recommandatie van die van Utrecht. De Registers van den Raad van die tyd zyn opgefteld by Forme van korte Notulen, omtrend Saken, die geen Particuliere Extenüen behoefden, anders kon men meer bybrengen : doorgaans is geen andere Aanteekening van Begeving van Compagnicn als de volgende Op het Schryven, of op de Nominatie, of op Act: van' de Nominatie van zyn Excellentie, of van wezen de Staten Fiat Commisfie, of wel fimpeJyfc Fiat Commisfie zonder gewag van Schavers of Nommatie te maken. Doch de meening van die korte Aantekeningen moet gehaald worden uit de breeder Geëxtendeerde Refolutien, waar vaneen genoegfaam getal is bygebragt, om buiten tegenfpraak te ftellen, dat de Raad van State heeft blyven de Officieren aanftcllcn , na dat de Mditie in 't jaar 1588 gereparütieerd jj over de Provinciën. Volgende niet te min doorgaans- het Advis, Recommandatie of de Aommatie (woorden Van eenerley betekenis 111 deze _ materie uitwyfens de verwisfeÜne derfelve m aangetoge Refolutien) van de Betaais Heeren of van Prins Mauritz en daar door voet en aanleiding gevende aan dezelve, c 5 om  4a VERZAMELING van STUKKEN &c» om aan zich te trekken de Aanftelling of het esfenticelfte deel van dien en alleen aan de Raad van Staaten te laaten de Aan gefielde Perfoonen in Eed te nemen , en te voorfien van Commisfie beide op de naam van gefamentlyke Bondgenoten ; in welken Reguard de Pro • vinciale Aanftelling eigentlyk niet meer is als deDefignatiè, of, na de Taal van die tyd, de Denominatie van de aan te ftcilen Perfoonen, Daar uit is ook af te nemen, dat de woorden Stellen en Committeren ,. by Continuatie gebruikt zyn , na'tjaar 1588. als te voren en nog dagelyks gebruikt worden in de Commisfien, welke van Gencraliteits wegen verleent worden aan de Officieren fonder daar in gewag te maken van do Provinciale Aanftelling, gelyk aan de andere zyde verfcheide Provinciën zich nog lang bediend hebben, of nog bedienen van het woord Nomineren , in de Brieven waar by zy de Officieren addresferen aan den Raad. Waarom ook de Staten Generaal den 17 July 1619. antwoorden aan den Raad van State, die derfelver goeddunken vraagde op een Brief van de Staten van Overysfel , waar by den Raad verfogt wierd Commisfie te verleenen aan D. van Roetcnberg als Ritmeester in plaats van W. vart Oldenbarneveldt. Dat de meening van de Staten Generaal was, dat de Raad daar in zoude doen gelyk fe gewoonis op de (Nota} Nominatie van de Provinciën tot Ritmeester en Capiteinen van de Compagnie op kaar Repartitie flaande.' ' , De Heer de Groot ftcmt hier mede over een in zyne Jaarb. wanneer , gezegt hebbende auo Paratius Expedircntur Jïipendia , certas co1 hor-  . MEMORIE over de MILITIE. 43 hort es turmafque Nationes fingulcs in fe receperunt, quibus cere de fuo numerant, ftraks daar op doet volgen, Cceptum et hoe ufurpari (een aanmerkelyke fpreekwys) ut tribunos ordimim que Dutiores ipfi defignarent. Alleen heeft Vriesland zich in dezen lang onttrokken aan de Generale ordre , (/) maar , om voor by te gaan de ernftigc Devoiren daar tegen gedaan door de andere Bondgenoten , Vriesland heeft by trappen haar 011'gelyk erkent, door in ■ % jaar 1Ó33. toetelïaan , dat de Hoofd Officieren van de Regimenten , en in 't jaar 1653.0) dat de Ritmeesters en Capiteinen van haar Repartitie meede Eed zullen doen aan de Generaliteit en van dezelve Commisfie ontfangen. Uit dit alles blykt niet duifterlyk, dat de Militie is van het begin van deRcpublicq geweest in Eed van degefamentlyke Provinciën: dat de Eed aan deBetaals Heeren is begrepenin denGeneralen Eed, even gelyk den Eed aan de Territoriale Overheden: Dat de Militie van't begin betaald is, door of van wegen de Generaliteit: dat de Repartitie van de Militie over de Provinciën niet anders is als een betaling by Asfignatie : Dat de Raad van State de Capiteinen aangefteld heeft met alleen voor de Repartitie, maar ook cenige tyd daarna, encigentlyk ze nogaanfteltde aanftelling van de Betaals Heeren met opzicht tot de Generaliteit; maar eene denominatie zynde , en de Raad van Staten de Genomineerde Perfoonen aanftellende en Committerende op den naam (0 Raad van Staten 21 en 22 Juny 1633. en isFebruary IO37. <,k) Van 2 ju!y e.i 30 September 1653.  44 VERZAMELING van STUKKEN &c. naam van de Staten Generaal of van de gezamenlyke Provinciën. En by gevolge is de Gerepartitieerde, foo wel als de Ongerepartitieerde eigentlyk in Dienst van de gefamentlyke Provinciën , of (gelyk de Heer de Groot) de Soldaten /laan ten aanzien van haar Krygsampt onder de Generaliteit. De Redenen op dit Subjeft en Difputen voor en tegen geallcgueerd zyn te zien aan de eene zyde in de Deduóïie van Holland van den 17, Mey 1657. Propofitie door de Gedeputeerde van Vriesland gedaan aan de Staten Generaal van den 1. October 1678. en de Deduftie door dezelve gefonden aan de Staten Generaal by Misüve van 7. November deszelven jaars mitsgaders Refolutie van den 16. Mey 1684. Geinfereert by de Staten Generaal iójuny feq. en aan de andere zyde Staten Generaal 28. October en 29. December 1678. TWEE-  MEMORIE over de MILITIE. 45 TWEEDE C A P I T T E L. Van de Relatie., welke de Militie heeft tot de Betcals Heeren en tot de Hooge en Laage Overheden van het Territoir, waar op dg Militie zich bevind. JEIet gezag van de Generaliteit over de Militie is niet voillagen en onbepaald, dewyl verfcheide deelen daar van toekomen aan de Betaals Heeren, mitsgaders aan de Staten en Magiltraten van de Provinciën en Steden, waar in zy gebruikt word. Die Relatie tot de Betaals Heeren en tot de Staten en Magiftraten van het teritoir, waar op ze fucceshvelyk legt is begrepen in de Formulieren van Eed den 1 JUDV1588. en iöjuny 1651. Gearresteert by de gefamentlyke Bondgenoten , welke gewilt hebben, dat dc Plichten van de Militie , ïpruitende uit de Relatie tot de Betaals Heeren en de teritoriale Overheden fouden haar grondflag hebben in den Eed en Verpligting van de Militie aan de Generaliteit. Waarom fe ook opgelegt hebben aan • den Raad van Staten, foo by de nieuwe Inftructie, (n) als dc oude beide Gearrefteert, ontrend ter zeiver tyd met de voorlchreve twee Formulieren van Eed, te bezorgen , dat de Militie Eed doende aan de Generaliteit by denfelven Eed Getrouwigheid belooven aan de Staten van de Provinciën, en Magiftraten van de Steden waar in dc- 00 Inftruaie 12 April 1582. Artikel 18. 18 Tuly 1651. Ai eikel 27.  46 VERZAMELING van STUKKEN &e. dezelve gebruikt en tot wiens Lasten of Repartitie zy betaald werden. In plaats dat de Provinciën zich fouden hebben onderling verplicht gehad, om yder de Militie van haar Repartitie te doen getrouwheid zweren , niet alleen aan Haar, maar ook aan de Staten Generaal, en aan de Staten van dc Provintien , en Magisftraten van de Steeden waar in die zal gebruikt worden ; indien in dc jaren 1586/en 1651. het begrip van de Provinciën geweeft ware, dat de Relatie van de Militie tot' de Betaals Heeren , de eerfte en voornaamfte is. - Om van deze generale Remarque over te gaan tot het onderfoek van 't Regt profluerende uit de voorfchreveRelatienj^derin hetbyfonder: men vind niet, dat by het Arreftercn der Repartitie, de grondflag van de Relatie van de Militie tot de Betaals Heeren, eenig ander voorrecht geattribueerd is aan de Betaals Heeren , als dat die na de Staten Generaal fouden uitgedrukt worden , met name; in den Eed van dc Generaliteit. Maar by vervolg van tyd hebben de Betaals^ Heeren recht gekregen tot dc volgende faaken. 1. Om van de Militie van haar Repartitie te vorderen een Particulieren Eed van Getrouwigheid boven den Generalen Eed, welke de Militie gehouden is te doen aan de Generaliteit, van welken Eed niet fonderling tc zeggen is , als dat uit een Rcfolutievan de Grootc Vergadering van den 25. Maart 1Ö51. blykt, dat de Provinciën aangenomen hebben , onderling te doen communiceren in het Befoigne, by dic^Rcfoiutie aangefteld tot het Concipiëren van den Eed , door dc Militie te doen aan dc gemeene Bondgenoten, de Formulieren van de Eeden te doen  MEMORIE over de MILITIE. 47 doen aan de Betaals Heeren, aan de Provincie, daar de Militie zal g 'ëmployeerd worden, aan de Magiftraten van de Steden en de Officieren ten Platten Lande : Ongetwyfeïyk om te kunnen onderling gerust wezen , dat die Particuliere Eeden, ingeenendeeieContrarieerden aan den Generalen Eed. Doch uit het Register blykt niet dat dc Communicatie gedaan is ▼oor of na 't Arrefleren van den Generalen Eed van den 16 Juny. 2. Tot het aanftellen der Officieren over de Militie haarer Repartitie , zoonogthans, dat zy die by Misfive of Aéïe (0) (want om Exact te fpreken, kan men geen anderen Naam geven aan de Provinciale Commisüen) addresferen aan den Raad van Staten om aangeflekl en Gecommitteert te worden, by opene Brieven van Commisfie op de Naam van de Staten Generaal. 3. Volgens het Placaat op de Monfteringom te doen Monfteren dc Militie haarer Repartitie, waar ter plaatfe' die ook legt, mitsgaders die van andere Repartitie leggende in het zelve Garnifoenmetdehaare, (p) totvoorkominge van Fraudes in de Monftering. 4. Om wanneer de gefamentlykc Bondgenoten goedgevonden hebben,eenige Compagnien te Casferen, (q) op te geven de namen der Officieren, welker Compagnien op haar Repartitie Lullen gecasfeert en uit den Eed van de Generaliteit ontflagen worden, by aanfehryvens van den Raad van Staten. 5- Om kennis te nemen van alle Verfchillen en CO Capittel 1. G>) Capittc! li, ( Nademaal de Heeren Burgemeester en en Raad der Stad Groningen ons by derfelver Misfive van den 21 December laastleden Stilo Loco gereprefenteer d hebben &c. Soo ist dat wy by rypen rade overwogen hebbende de Importantie, en de Regtmatigheid van '£ voorfchreve verfoek, en ter harte nemende de Confervatie van. den welftant en ruste van meergemelde Stad tegen alle onverhoopte toevallen, en genegen zynde} ingevolge van onfe Solemnele belofte aan de wel gemelde. Heeren Burgemeesteren en Raden te meermalen, en Specialyk den 23 Maart 1663. gedaan, van) voortaan de goede en fterke hand te houden aan ds volkomen handhaving van de Authoriteit dezelve wettelyk Competerende, ook gelei hebbende op dê goe- (c) Groote verg: 25 Maart 1651. Staten Generaal 24  £4 VERZAMELING van STÜKKEN&c, goede Intentie en Salutaire Refolutien, by de Heeren Staten vdn de gefamentlyke Provinciën in den jare 1651. op de Groote Sak 's Hofs van Holland yergadert , op het ftuk van de Militie genomen, mitsgaders op den Bed voor dezelve gearrefieert tot meerder gerustheid van de meer wel gemelde Heeren Burgemeester en en Raad, wel hebben willen verclaren, gelyk wy ver [laan en verclaren by dezen, dat alle Militaire Hoge en Lage Officieren, met hun onder hebbende Compagnien te voet en te paard, tegenwoordig in de Stad Groningen Garnifoen houdende en die namaals daar binnen gehouden zullen worden ingevolge van de voorgenoemde Refolu* tie, en 'uit kragte van den Eed by haar zoo aan den Staat en de Provinciën van Stad en Lande in 't ge. meen, als byzonderlyk aan de meergemelde Burge>meesteren en Raad , by 't intrekken in de opgemelde Stad Groningen gedaan, gehouden zullen zyn dezelve Stad tegen alle uitwendige Invafien en inwendige Beroerten , na uiterfte vermogen te befchermen, zonder zich daar van om eenigerhande redenen van ymand, wie het ook zoude mogen weezen, te laten diverteren: tot welke einde zy lieden promtelyk enfonder ha eer.ige andere Ordre te vertoeven zullen hebben na te komen en prejifelyk zullen hebben te Executeren , al het geen haar, by de Heeren Burgemeesteren en Raad der voorfchre* ve Stad Groningen, of van den Prcefiderenden Burgemeester in der tyd, zal worden gelast en bevolen tot behoudenis , dienst en ruste van dezelve Stad, en van de goede Ingefelenen van dien , enbifonderlyk tot voorkoming en wering van allerhande machinatien, disorder, oproer, en feditie van den Volke, alle welke bevelen de voorfchreve Officieren , Rulleren en Knegten , fimpelyk en abfolu*  MEMORIE over de MILITIE. 55 ielyk ,fonder zich om eenigerhande oorfaak van te Excuferen, of eenigfmts daar in te vertragen ,fullen hebben te agtervolgen, en daar in te continueren, foo lang hun Lieden gecne Ordres het voorfchreve Subjett rakende, by de Heeren Staten van de Provincie en van de Stad Groningen en Ommelanden of derfelver Geauthorifeerden zullen worden gegeven: En zullen de voorjlhreve Officieren j, Kuiter en en Knegten hun na de voorfchreve onfe goe~ de meeningen en Intentie Punttuelyk hebben te gedragen en dezelve in alle deelen getrouwelyk nakomen [onder daar van eenigfmts in gebreken tc blyven, op Pcene van daar over als Wederhorigen en Meineedigen, anderen ten Exemple } geftraft te worden-, ï> 4 j)ËK-  $6 VERZAMELING van STUKKEN &c. DERDE CAPITTEL Van 't Gezag van de Staten Generaalen van de Raad van Staten over de Militie. N u is gehande!t, hoe ver het gezag van de Generaliteit bepaald is door 'tRecht, dat de Repartitie aan de Betaals Heeren en het Teritoir aan de Staten en Magiftraten geeft, nu zoude men konncn overgaan totde particuliere Poincten waar in 't gezag beftaat: doch voor af ftaat te onderfoeken, door wie de Generaliteit of de gefamentlykc Provinciën van 't begin af en vervolgens geoeffend hebben , 't gezag over de Militie. Waar in te letten is, eerst by wat Vergadedering of Collegie het Oppergezag over de Militie uit naam en van wegens de gefamentlykc Provinciën Gerefideert heeft. Ten tweeden door wat Hooge Officieren die Vergadering dat uitgevoerd heeft. Wat het eerfte belangt na de affwering van den Koning van Spagnien, is de Generale Regeering in faken rakende de Defenfie en verfekertheid der Geünieerde Provinciën, of gelyk men naderhand fprak) de Dispojitie en Dircttie van de Saken en over 't Vilk van Oorlog , geweest in handen van den Landraad, niet lang te vooren ingefleld; de Prins van Örange ondertusfehen 't voornaam beftier der faken hebbende, lbo onder de Regering van den Hertog vanAnjou als naderhand: waar toe veel gewigt by bragt, dat dc Staten van Hol-  MEMORIE over de MILITIE. 57 Holland en Zeeland, voor de overkomste van den Hertog van Anjou opgedragen hadden aan de Prins de Hooge Óverigheid of de Exercitie van de Souvereiniteit, ten minsten van'tRegt van den Graaf, waar op in Holland, na het vertrek cn Overlyden van den Hertog van Anjou, de Delatic van de Graaflykheid 1'clve, zoudegevolgt zyn, indiende Prins niet ongelukkig omgekomen waare, doen men bezig was de laatfte hand daar aan te leggen. Nadesfelfs Óverlyden fyn PrinsMaurits, doe nog geen Stadhouder vaneenigeProvincie, (Y) onder den naam van eer/ie Raad in de Regeering, en de Raad van Staten gecommitteerd tot het Provifioneel Gouvernement met een veel breeder Gefag over de Saken en 't Volk van Oorlog, als naderhand in 'tjaar 1588. gegeven is aan den Raad van Staten als blykt by vergelyking der Inftructie van den 15 Augustus 1584. en 12 April 1588. Dit Provifioneel Gouvernement duurde maar omtrent 1^ jaar , wanneer het overgedragen wierd aan den Grave van Lycester, in Qualiteit van Gouverneur en van Capitein Generaal over de Geünieerde Provinciën, met volle, Macht enAbfoluit gebied in 'tftuk van den Oorlog en het geen daar aan dependceri, zoo te Land als te Water, of, (b) (lbo als de Commisfiezegt, met het Hoogfte Gebied en Abfolute Opperfte Authoriteit in Krygsfaken. Welke Macht zich ftrekte over alle de Geünieerde Provinciën^ Ste- (V) Staten Generaal 15 Augustus 1584. (b) Staten Generaal io Jaimary Acte eu Commisfie I Febriiary 1586. t) 5  £8 VERZAMELING van STUKKEN &a Steden en Leden van dien, met haare Geassocieerde, en over alle de Particuliere Gouverneurs der Provinciën, en voorts over alle de Generale en Particuliere Hoofden, Admiraals &c. welke alle moesten Eed doen , van in 't geen voorfchreve is en daar van dependeert, metter daad te zullen bewyfen volle gehoorfaamlieid aan den Grave Van Lycester. De Graaf van Lycester, zich verdragen hebbende by Aèle van 17 December 1587. aan 't Gouvernement cn Capitein Generaalfchap der Geünieerde Provinciën, is by RefoluticenPlaccaat van den 12 April I588. De Generale Regering dezer Landen in de Saken de gemeene Bejeherming en Unie derfelver aangaande, gefield ter bediening en adminiftratie van den Raad van Staten. En by Artikel 6. der Inftruétic, ten zeiven dage Gcrcfolveerd en Gearrefteert, is aan den Raad van Staten gegeven de Dispofitie in de Sd* kén van den Oorlog en over 't Volk van Oorlog. Eh, wanneer den Raad in Juny (c) daar aari volgende betuigde te vreefen voor Confufie uit de Diverfiteit van Commandementcn, om dat den Eed van de Gouverneurs van de Provinciën mede bragt, dat zy fouden nacomen de" Ordonnantiën en Bevelen van de Staten Generaal en van de R.aad van Staten tot de Generale Regering der Vereenigde Nederlanden Gecommitteerd'4 of nog te Committeren, in het Generaal, en van de Staten van de Provinciën van 'haar Gouvernementen in 't Particulier; antwoorden de Staten Generaal onder anderen, dat de Heeren van den Raad mogten verfekert zyn, dat de Staten int Gene- Qc') Staten Generaal 4 Juny 1588.-  MEMORIE over de MILITIE. 59 neraal èn Particulier hen het Ccmmanchme?it van jut Volk van Oorlog niet zullen-,bemoeijen, ten zy de Nood en Confervatie van den Lande fulks zal komen te' vereisjchen. En gewis; cle Staten Generaal konden in die tyd geen Intentie hebben om te Concurreren met de Raad van Staten in 't Commandement over de Militie , dewyl fe van voornemen waren , na 't reguleren van de betaling van de Militie by wege van Repartitie op de Quotes .van de Provinciën, en na 't arrefteren van een nieuw Formulier van den Eed, beheliende alle de onderlchcidene Relatien en Verpligtingcn van dc Militie , mitsgaders van een nieuwe Infl.rucr.ie voor de Raad van Staten (d) haar vergadering te fcheiden en niet weder by een te komen als op dc Befchryving van de Raad van Staten , gelyk blykt Artikel 24. der Ini.truct.ie van den Raad van April des felvcn jaars , en infonderheid dat dc Vergadering den 6 September fchcide, en niet als ruim drie maanden daar na by een kwam op befchryving van den Raad van Staten. ■ Doch, fchoon 't gelag van de Militie overgegeven was in handen van den Raad van Staten, en dc Staten verklaart hadden zich daar mede niet te fullen bcmoeijen, zoo lieten Zy en hare Gedeputeerden niet na kennis te nemen van de Krygsfaken , en daar over te Delibereren met de Raad van Staten oordeelende Qe) om woorden van Staten van Hol- (7/) Staten Generaal i September 10 December 1538. Raad van Staten 17. 20. 30. September 8. en 20 Oiftober lo December 1588. (V) Gedrukt Register 151)2. fbl. 50.  6o VERZAMELING van STUKKEN &c. Holland cc gebruiken) dat, niet tegenjlaande de Ordinaris Directie van den Oorlog zyne Excellentie , en andere Heeren van de Raad van State is bevolen ,• de Staten niet mogen ledig jiaan daar op rypelyk te letten: de Commoditeiten tegen de Incommoditeiten en andere Poincten daar toe dienende , rypelyk te overwegen, op dat gedaan en gelaten mag worden, het geen voor de Landen best en de minfte periculen fubject is. Enclewyldc Vcrgaderinge van dc Staten Generaal niet lang na 't jaar 1588. een permanent Collegic wierd , in welk de Provinciën te meer goedvonden dat de groote Saken van het Land zouden verhandelt en gefloten worden , om dat men was genoodfaakt geweest te admitteren Engclfche Raden in de Raad van Staten , welke Raden men fogt te houden uit het beflier der Saken, verloor de Raad van Staten daar door veel van haar Authoriteit en Directie, cnParticulicrlyk mede ontrent Krygsfaken. Waar van de Vergadering van Staten Generaal metter tyd het geheel beltier aan zich trok3 fonder dat gevonden wordt, datdeRaad daar over opentlyke klagtcngedaan heeft, foo lang dc Ambasfadeur van Engeland fesfie had in den Raad: Maar na dat die geëindigt was in 't jaar 1625. (ƒ) door 't vertrek van de Ambasfadeur Caiicton, die lange in den Raad gezeten hebbende , daar in was gebleven , by gedoogen van de Staten , na de losling der Verpande Steden, fchreef de Raad, ziende dat fe by Continuatie gehouden wierd buiten het bellier der Saken den 18 Maart 1628. een (JT) Zk Attsftia B. 40.  MEMORIE over de MILITIE. Ci een nadrukkeiyken Brief aan de Provinciën: En alfo dc Staten Generaal, waar aan de Raad den 15 April Copie van den Brief zond , verfogten opening van redenen van de Poincten in den Brief verhaald, fchrecf dc Raad den swafte in't breede aan de Staten Generaal, en onder anderen dat de Saken van den Oorlog, welke den Raad fpeciaal bevolen zynde meer endeek niet Gecommimiceert wierden dan na genomene Refolutie , en dat hoewel de Raad voor deze altyd Collegialiter met zyn Excellentie plagt in 't Leger te gaan tot Adfiftentie van zyn Excellentie , en beleid van 's Lands Saken, ncgthans deze Sake doe anders beleid wierd , alfo de Raad in eenige jaren Collegialiter niet iu 't Leger was geweest, En den 15 July 1632. Antwoordc dc Raad aan de Staten Generaal, welk Advis van den Raad verfogt hadden over het fpocdig ligtcn van eenige duizend Man by wege van Recrutcring der Franfche, Engelfche en Schotfe Regimenten, dat de Raad met fundament daar niet in joude kennen adviferen, alfoo het eigentlyk was aangaande het uitvoeren van 'f geen daar toe de Staten Generaal goed gevonden hadden, dat jaar 't Leger te cmployeren, waar van in 't begin aan den Raad geen kennis was gedaan geweest, noch van de Deliberatien die daar op gevallen waren. Waarby gevoegd moet worden ccn extraóhiit een Brief van den Raad van Staten aan de respeótive Provinciën van den 7 Oélober 16^3. de voorfchreve lnftructie ( van den 12 April 1588!) is met verloop van tyd en verandering van faken in veel deelen tot verandering en buiten practyk geraakt, want hoewel het 24. Artikelva'i dezelve ïnJiructie fegt, dat de Raad , de Staten Gener aalfalhe- jchry-  62 VERZAMELING van STUKKEN &c. fchfyven; foo is nogthans meest van die tyd af een 'Vergadering van Heeren Gedeputeerden uit de respeitive Provinciën gebleven, die alfo metter tyd een continueel Collegie hebben gehouden, over de meeste inportani jh Zaken delibererende net den Raad, desfelfs Advïfen en Confideratien daar over hoorden-, 'en alfoo met Correfpondentie alles dirigeerden,: na verloop van eenige tyd, is het Tractaat met Engeland in de Inftructie vermeld komen te ceffercn, en de Cauiionarifche Steden gelost, des weder verandering in 's hands faken caufeerde, evenwel is de Inftructie nooit verandert, maar gebleven foo als die lag, die de Raai in de verdre Poincten heeft ge, praüifeerd, tetVbcsten dienste van den Lande blyyende mede Delibereren, Jdviferen, en Dirigerende faken rakende den Oorlog en Finantie met het geen daar van dependeert, als de twee hoofdzaken, daarop de Raad was geformeerd : dan eenige jaren na 'i uitgaan van de 12 jarige Treves , zyn van tyd tot tyd eenige faken alleen by de Staten Generaal aangehouden als deliberatini op de Employen van de %'gers, en 't uitvoeren van dezelve daarvan ook dependeerde een goed gedeelte van de Directie der F& nmtien, daartoe ,\>u tot diergelyke zaken noodig* des by mangel van volkomen kennisje, die meest by de Raad was , en niet gehoord wier de niet altyd in de la fi en gpcompasfeerd is, na H vermogen van de Landen , daar uit feer groote ten agterheeden en fchuldvi %yn ontftaan, waar van en van de disorder die de Raad daar uit bedugte te volgen, als men de Provinciën kennis 'gaf in \t jaar 1628. om ü'j voorjhning te denken, ook de Raad van een ander Inftructie te willen voorfien, is in plaats van iets vrugtbaarlyks daar op te volgen, de Raad dat d -vnir zeer aualyk afgenomen. Qok contnbueer-  MEMORIE over de MILITIE. tf3 de niet weinig tot vermindering der Authoriteit en Directie van de Raad van Staten, ontrend Krygszaken, 't groot Credit van Prins Maurjtz, (g) IVELKE liever had het gehcele he/lier derjèlve onder de Staten Generaal, als het te partageeren met den Raad van Staten: geJyk ook-het gebruik, welke Prins Frcdrik Hendrik , die na doodc van Prins Mauritz, verheven wierd tot Capitein Generaal, na dat die hoogc Charge opengeftaan haddefedert 't ver, trek van den Grave van Lyccster, en Prins Willem, zyn Zoon, maakten van de Autboriteit aan haar Competercndc aan de eene zyde als Stadhouders en Capitein Generaals van" de meeste Provinciën en uit dien hoofde niet alleen" Sesfie hebbende in dc Raad van Staten, maar ook de Difpofitie over de Patenten binnen de Provinciën van haar Gouvernement, met Ad\ 7is van de Gecommitteerde Raden, cn aan de andre zyde als Capiteins Generaals van den Staat, en in die qualiteit het Leger commandecrende en de Patenten gevende in het diflricfc van de Generaliteit, Dit kon gejlluftreérd worden uit de Registers, maar,om niet buiten noodfake op te halen, % geen Joude mogen te zeggen vallen op de PrinJen, waar aan de Staat groote vcrpligting heeft; in 't jaar 1651. wierd in de groote Vergadering, befchreven by occafie van 't overlvden van Prins Willem H, den 13 Februa'ry in Deliberatie gebragt, (//) of men in de Generale Directie én Dis. pofitie van Oorloge by gemeen Advis van de Mond-, Cp 23 April 1625, (<70 IVefolutie Groote Vergadering 13 t.cbruary 165;.  64. VERZAMELING ^an STUKKEN &c. genoten gedefereerd aan de Raad van Staten, goedvinden fal eenige verandering te doen. Waar ontrend de Advifcn in 't begin vry verdcelt waren: Holland, met welke Zeeland lig voegde, van verftand wefende, dat daarin geen verandering behoorde gemaakt, maar die directie aan den Raad gelaten te worden. Gelderland, Utrechten Överysféj in tegendeel inclineerden om die Directie over te brengen aan de de Ordinairis Vergadering van de Staten Generaal , daarfe gelykc ftem hadden met de meest Contribueerende Provinciën, (i) En Vriesland en Stad en Lande geen (onderlinge infigten hebbende, ontrend dat ftnk als die het intrest van haar Stadhouder raakten. Eindelyk wierd het werk tot onderling genoegen ingelchikt, dat de Raad van Staten met en benevens de Vergadering van de Ordinaire Gecommitteerden ter Generaliteit zoude hebben en gebruiken de Authoriteit om te difponeren in faken van Oorlog, en over het Volk van Oorlog. (£) In voegen dat dc Directie en Dispofitie, te voren affonderlyk aan de Raad van Saten, federt het jaar 1651. in 't gemeen heeft gecompeteert aan de Vergadering der Ordinaire Gedeputeerden ter Generaliteit en aan dellaad, zonder dat men uit de woorden van het Artikel afnemen kan , dat de Bondgenoten eenig meerder gefag daar ontrent hebben willen defereren aan den een als aan den ander. Dan het gebruik heeft ingevoerd, dat de Refolutien over dc Militaire zaken mcercndeels ge- (/) Grote Vergadering 16 en 21 Juny LÓ51. (i) Iuftruciie Raad van Staten 18 Ja y 16,51. Artiker 5.  MEMORIË over de MILITIË. 6$ genomen worden door de Staten Generaal na gehoude Conferentie met Gecommitteerden uit de Raad van Staten. Uitgefondert dat in de Secreete Militaire Cohferentien gerefolVeert word op de naam van de' Heeren StatenGeneraal by meerderheit van Hemmen van de Commisfarisièn Uit de Vergadering en uit den Raad over zaken van importantie, en welker üitflag afhangt van de fecrettesfe. Sic dc Secrete Registers van de jaren 166S. J6/I. 1672. 1702 & feqq. Werdende de Refolutien, op de eene of r,ndre wyze genomen doorgaans gezonden aan den. Raad, om te geven aan de Militie de Ördres^ Welke daar uit proflueren. Tusfchen de jaren 1651. en 1672. werden teer weinig Exempelen gevonden van de Or~ dres door de Staten Generaal direéïelyk, of aaders als door 't Canaal van de Raad van Staten gegeven aan de Militie. Ontrent de Patenten, (hprincipaalfte Ordresaaii de Militie, is bekent, dat de StatenGeneraal die moeten fenden aan dc Raad van Staten, om door defelvemedegeparapheert, geteekent, gezegeld en vervolgens voort gezonden te worden. Maar met het geven der andre Ordres,is het ontrend op de eyge wys gegaan ; by voorbeeld 3 vonden dc Staten Generaal goed, dat de Officieren zich fouden begeven na haar Garnifoenen, dat de Militie foude tegen fekefé tyd compleet zyn of iet diergelyks: de Raad van Staten wierd verfogt luiks aan te fchryven. Uitwyfende de Refolutien Van de Staten Generaal van den 27 April. (I) 4 Ju- (/) Misfive 4 Tnly. i$> Augustus. E  $6 VERZAMELING van STUKKEN &c. 4 Juny. 10 Augustus 1651. 13 January. 21 Maart. 20 cn 27 April. 7 en 8 Juny. 24 November 1652. 15 January. 20 November 1653. 17 en 28 Maart. 29 December 1654. !5 Mey. 12 en 15 Juny 1655. 18. Maart 1656. 22 Maart en 28 September 1657. 28 January en 28 Augustus 1658. 9 Juny 1661. 25 Ottober 1662. 15 Mey en 31 December 1663. 6 Mey en 30 December 16Ó4. 30 July 16Ó5. 10. 13 February. 9 Maart. 12 Augustus 1666. 22 February 1669. 21 April. 2 September. 20 October 1670. 10 July. 11 November 1671. en 29 February 1672. Verftonden dc Staten Generaal, (m) dat de Militie behoorde gemonftert tc worden, de Raad wierd verfogt daar toe Ordre te Hellen. Hadden dezelve iets tc ordonneeren aan de Gouverneurs of Commandeurs van de Frontieren, de Raad wierd verfogt zulks te doen als blykt by de Refolutien van de Staten Generaal van den ri January 23 November 1652. 13 January 17 Mey iSOétobcr 18 November 1653. 26 Maart 7. 10. November 1654. 3 July 1655. 29 February 1756. 6 September 20 October 1660. 28 January 1661. 10 Mey 1663. 25 January 4 en 3 Mey 1664. 11 Maart 5 Augustus 29September 2. 19Oclober 31 December 1665. 2. 9. 25 January 4. 6. 11. 16 February 30 October 1666. 5 April 1667. 25 Maart 1668. 5 January 1670. 5 February 6 Maart 30 April 10 November 1671. 17 February 12. 14 April 1672. mitsgaders de fcccetc Refolutien 12. 13. 16 April 18 Juny 1672. Doch Cm) Staten Generaal 27 January 1666.22 en 25 Maart 1672*  MEMORIE over de MILITIE. 67 Doch of de Staten Generaal, affonderlyk delibererende op de Advifcn geconfirmeerd in de Confercntien over faken, begrepen in 't voorgenoemde 5de Artikel der Inftructie van de Raad van Staten, bonnen daar van afgaan, in hare Refolutien, fonder weder Commisforiaal temaken met denRaad de bedenkingen op die Advifen, is gedifputeert in 't jaar 1739. de redenen vooren tegen zyn te zien in de Brieven van de Raad Van Staten van 6 en 13 April 1719. en by Refolutien van Staten Generaal van 11 dito: dc laatste Brief is Commisforiaal gemaakt met den Raad , maar de Conferentie niet gehouden. Hoe wel deze difpolkie gemeen gemaakt is Volgens het geallcgueerde 5de Artikel der Inftructie van den 18 July 1651. tusfehen de Staten Generaal en de Raad van Staten , en het gebruik aan dat Artikel gegeven heeft een uit* flag, volgens welke dc eigentlyke gezegde dis^ pofitie by na geheel competeerd aan de Staten Generaal, zyn egter verfcheide Poincten, annex aan de Generale Difpofitieover de Militie,gebleven aan dc Raad van Staten, en worden door de Raad geëxerecert, het zy met of fonder Concurcntie van dc Staten Generaal als de Executie der Refolutien tot het aannemen en afdanken van Krygsvolk , Militaire Juftitie , en Krygsdiscipline, de Monftcring en andre Poincten, waar van brecdcr in het vervolg lal gefproken worden» t % VIER,  t>8 Verzameling van stukken &c, VIERDE CAPITÏEL, Van de Gedeputeerden te Velde.- D e haast, welke Deliberatien overKrygs*faken doorgaans hebben en de abfentie der Generaals, waarmede fe overlegt moeten worden, niet toelatende den Oorlog van verre te bellieren plagt de Raad van Staten met de Legers nevens den Generaal, te Velde te trekken , of wel zich te vervoegen in de naastgelegen Plaatfen,ommet meerder promtitude ten dienste van de Landen haar bevelen tc doen executeren ," 't zyn de woorden van Holland , in de aangetogene Deduélie van 30 January 1651. Ook hebben de Staten Generaal by fonderlinge voorvallen , zich en Corps of door een aanlienelyk getal van Gedeputeerden begeven na de Plaatfen, al waar van na by konde gedelibereert worden over Krygs-operatien. Soo ging de Vergadering in 't jaar 1600. doe Prins Mauritz de togt na Vlaanderen ondernam, die men aanzag voor hagchelyk, en Corps na Ooftende, (a) en refolveerde, dat de Gedeputeerden van de Raad van Staten voor de tyd dat de Heeren Staten in het Leger fouden zyn, met dezelve zouden befoigneren onder de Provincie , waar van fy in de Raad waren gecommitteerd. Soo gingen de Staten Generaal en de Raad van Staten in 't jaar 1602. in Juny, July en Sep- Staten Generaal 16 Juny idoo.  MEMORIE over de MILITIE. 69 September en in het jaar 1604. in April en September na 't Leger , en bclbignecrden te femen , op de naam van dc Generale Staten, door welker Griffier de Notulen voor Beide gehouden wierden : liet daar op de Registers van de Staten Generaal en Raad van Staten. Soo gingen Beide in 't jaar (f) 1629 doe de Vyand doorgebroken was op de Veluwe, en Amersfoort ingenomen had, eerst na Utrecht, en vervolgens na 't Leger voor s' Bosch, van waar fe niet keerden na den Haag, voor dat de fcad veroverd was. Soo fonden de Staten Generaal den 2 Augustus 1635. op de tyding, dat de Vyand Schenken fchans vermeester d had, en dreigde den Rbyn te pasfeeren, het geen een generale verflagenheid in 't Land veroorfaakte, de gefamentlykc Heeren Gedeputeerden, die daar bevorens gcbefoigneert hadden over de Franfche faaken /na Arnhem , 07?? met de Heere Prince van Orange tot wiens Adiiftentie reeds 14 Heeren in Mey te Velde Gecommitteert waren , te helpen delibereren en refolvereii, fonder eenige rugfpraak 't geen zy tot meesten dienst , welftand en verfekering van den Staat en refiftentie van den Vyand repomferenen afbreuk van dien, fouden bevinden te behooren , en fouden de Refolutien by de gemelde Heeren met zyn Excellentie te nemen, zyn en blyven van fodanige kragt en vigeur als of dezelve in der Staten Generaal Vergadering waren genor.ini, doende alleenelyk van de te nemene Refolutie Notificatie aan de Staten Generaal, voor zoo veel den dienst van 't Land toeliet. Soo (7>) Staten Generaal 14 Augustus 11 en 21 September 16-29. E 3  f * VERZAMELING van STUKKEN &c. Soo refolvecrden de Staten Generaal of eer de Heeren Gedeputeerden uit derfelver Verga-* dering en uit dc Raad van Staten tot de fccrete Militaire bcfoignes, uit kragte van de Authorifatie op haar verleend den 7 en 11 April 1Ó72. den 4 Juny 1672. op een ingekomen Brief over het mahuinercn of verlaten der Rctranchementen langs den Ysfelftroom, dat de Staten Generaal met en nevens de Raad van Staten haar te famen en Corps fouden vervoegen bin-nen de ffad van Arnhem, en aldaar gehoord de Ouverture ,Propofitie, Voorftellingen en Sentimenten van de Heeren Gedeputeerden van de Staten Generaal en Volmagtigde te Velde, en 't Advis van den Heere Prince van Orange, als Capitein Generaal over de Legers van den Staat voor de (doe) jegemvoordige Expeditie te Velde, Jodanig te delibereren, en refolveren, als dezelve ten mecsten dienste van den Lande joude oordeelen te behooren. En vertrokken vervolgens ten getale van tien, fes uit de Vergadering van de Staten Generaal, met den Griffier, en twee uit den Raad van Staten met den Secretaris na de voorfchrcve ftad, alwaar fe den volgenden avond Staats wyzc namen ecne fcer importante Refolutie: den 13 derfeive maand, doe de Vyand in de Betuwe doorgebroken was, wierd andermaal gerefolvcert, dat de Staten Generaal en de Raad van. Staten haar, en Corps, zouden vervoegen na Utrecht, en aldaar fouden werden gereprefenteert door feven Heeren uit de Vrrgadering en Wee uit den Raad: Alle in die Refolutie genoemd, en dat dien volgende 4e gemeldeHeeren op den naam van de Staten Generaal cille Refolutieji, dienende totDefenfievan den Staat, mst de liaaa] van Staten voornoemd zouden nemen. fa'  MEMORIE over de MILITIE. 71 Patenten na ingenomen Advis van den/elven Raad depecheren : en voort alles refolveren, Executeren en doen Executeren, 't geen dezelve tot defenjle en bescherming van de Landen fouden oordeelen te behoorcn Doch buiten foodanigc extremen nood zyn doorgaans met het te Veld brengen van 't Leger, eenige Heeren Gedeputcert, om den Veldtogt by te vvooncn, en den Generaal te adfifteren met raad en daad, woorden die doorgaans gevonden worden in de oude Refolutien, waar by de Deputatie te Velde gedecerneerd wierd. De Heeren Staten van Holland (Y) zyn lang van verftand geweest, dat de Raad van Staten behoorde, als van ouds, tc Velde te gaan, in plaats van Gedeputeerden uit dc Staten Generaal en den Raad. Niet dat de mecning van Holland was, dat de Staten Generaal zich nooit behoorden te vervoegen na 't Leger, 't zy en Corps of by Gedeputeerden, integendeel verftonden zy, dat het zelve behoorde te gefchieden. (d) f Eiken male wanneer eenige importante Deliberatien, of Occurentien dat zouden vereisfehen, maar zy fuflineerden, dat, als de Refolutie genomen was , Staten Generaal of derfelver Gedeputeerden , behoorden weder uit het Leger te vertrekken, en de Executie van dien aan zyn Excellentie, met de Raad te bevelen. Doch dit hadt zoo weinig ingang ter Generaliteit, dat men niet vind, dat na het uitgaan van de (f) Holland 27 September 1623. 16. 17 en 18. July 1626. 30 Juny 1 en 2 July 1627. 20 December 1645. \d~) Holland 27 September'ie^. E 4  ?2 verzameling van stukken &e, de 14 jarige Treves, ooit Gedeputeerden uit den Raad alleen te Velde geweest zyn, maar wei verfcheiden malen alleen uit de" Vergadering, hoewel mcerendecls uit Beide. 't Getal der Gedeputeerden te Velde en de Proportie tusfehen die uit de Staten Generaal, en de Raad van Staten, heeft uitermaten ge, varieerd. Om ouder Exempelen voorby tc gaan ; in 't jaar 1621, (e) na hec uitgaan van dc Treves , hebben de Provinciën 6 Heeren te Velde Gedeputeerd , daar onder 4 uit de Raad van Staten < (ƒ ) welke 4 de Raad daags daar aan verfogt wierd daar toe te deputeren, in 't jaar 1623. (g) wierd by pluraliteit van Hemmen verftaan van de Vergadering een uit elke Provincie te Committeren, maar men vind niet, dat 'er meer, als drie, en daar on: der een uit de Raad van Staten gecommitteerd zyn. In 't jaar 1624. (70 wierd maar een Heer gecommitteerd uit de Vergadering, en een uit den Raad, beide door de Staten Generaal. In de jaren 1625. 1627. en 1629. (/) zyn 'er 8 Gecommitteert uit de Vergadering en' is de Raad verfogt 2 a 3 daar by te voegen. In.'t jaar 1631. (k) 9 Heeren uit de Verga, . > ; 5\ C ' d$ Ce) Staten Generaai 24 en 25 Augustus. 1621. (ƒ) Rnad yan Staten 30 dito. (J) Staten Generaal 14 en 23 Augus, W 'Ó23- "(*) Kaad van Staten 24. 25.'28 July 1624I O) Staten Generaal 5 April 1Ó25. 1 Hy .'627. 13 April 1629. Raad van S;aten 3 July 1^7. 18 Apql 16^. IA fctaten Generaal 8 April 7. 8. 16'Mey 1631. Raad var; Suten 9 en Jo Mey 1631, '  MEMORIE over de MILITIE. 73 dering 3 uit Holland en 1 uit yder der andere Provinciën en 4 uit den Raad. In 'tjaar 1633. (/) de 16 Heeren Gecommitteerden uit de Vergadering, tot de handeling met die van de andere zyde', met magt om te fubdelegueren , waar by naderhand nog 4 Hce, ren gecommitteerd wierden, maar niemand uit dc Raad van Staten. In 't jaar 1635. (vi) twee uit elke Provincie mits maar een van beide te gelyk te Velde gaande , en niemand uit den R'aad. In 'tjaar 1664. (n) op de togt na de DeL Ier Schans, drie uit de Vergadering, waar by (des noods) noch 4 fouden bygevoegt worden maar niemand uit de Raad. In 'tjaar 1666, Co) 4 Heeren uit de Vergadering, en 1 uit den Raad met byvoegin.r in de Refolutie van den 28 January, dat tegen t Voorjaar uit alle de Provinciën na ouder gewoonte Gedeputeerden genoemd zouden worden 't «een egter niet gefchiede. ö In 'tjaar 1ÓÓ8. (p) 8 Heeren uit de Vergadering en 2 uit den Raad. In 't begin van 'tjaar 1672. (q) fchynen de gedagten daar heen gegaan tc hebben , om te yolgen den voet van 'tjaar 1666. maar den 4, February wierd verftaan en verklaart dat tel aanfien van de Deputatie te Velde niet zal mogen worden gerecedeert van de oude en gewone* ly. (/) Staten Generaal 25 April 19 Augustus 1621 Cr,\ Staten Generaal 13 April 3. 4. Mey 1635. i>> Staren cl p«i ^ Mey : 664. Co) Staten GeLaafe j~G^ ï-ebruary 1666. Raad van Staten 5 Maart 1666 M&i ren Generaal 7. 11. 14. April «558. Cq\ Staten Generaal gé February 17 Maart 1Ó72. ■ J uen§raaj $5  74 VERZAMELING van STUKKEN ócc. lyke voet in de voorgaande Spaanfche Oorlogen gebruikt, anders dan by een gemeene concurentie en eenparige bewilliging van alle Bondgenoten , en wierden vervolgens 8 Heeren uit de Vergadering en een uit den Raad gecommitteerd. Doch in 'tjaar 1702. & feqq: is de voet van 'tjaar 1666. gcvolgten heeft de Deputatie, dien conform, bel taan uit een Heer van Holland en drie van de fes andere Provinciën by tourbcurten tusfchen Gelderland en Overysfel, Zeeland en Utree it, en Vriesland en Stad en Lande, en pen uit den Raad van Staten. En gelyk 't getal der Gedeputeerden feer gevarieerd heeft, foo zyn ook niet regulier van jaar tot jaar Gedeputeerden met het Leger prefent geweest, felfs heeft de Staat twee zwaarc Oorlogen gevoerd, waarin men geen Gedeputeerden in 't Leger gezien heeft; zyn Maje.Jieit van Groot-Brittanien Glorieufer gedagtenis fodanig aan zich getrokken hebbende het geheel "beflier der Krygszaken van den tyd af dat het Capitein Generaalfchap aan hem gedefereed wierd by Refolutie van den 8 July 1672, met foda~ nige vrye macht over de Patenten, en andere Saken tot de Militie fpecterende , als de voorgaande Pr ineen van' O range geëxcerceert hadden, dat de Staten Generaal en de Raad van Staten zich geduurende her. leven van zy ne Majcfteit daar mede niet of weinig bemoeit hebben. UitdeRaad van Staten ging wel jaarlyksfedert het jaar 1672.een Heer te Velde, maar die was eerder een ioort van ccnlntendant, als Gedeputeerd  MEMORIE over de MILITIE 75 teerde van Staat: en die welke dc Heeren Gecommitteerde Raden vanHolland jaarlyks fonden met een fomme gelds, geleek nog minder na een eigenlyk Gedeputeerde te Velde, als hebbende felfs geen Commisfie van Generalitcits wegen ep gelast fyndcby Refolutie van Gccommitteerde Raden van den 13 Juny 1675. geen betalingen tc doen, aan wie het foude mogen wezen, als met Confent en Communicatie van den Raad van Staten. Wat aangaat het gefag of de last en authori' fatie van Heeren Gedeputeerde tc Velde dezelve heeft altyd beftaan, in 't asfifteren met raad en daad, van den Generaal het Leger Commanderende. Doch deze generale woorden hebben niet altyd gehad een even breede bcteekening: in dc In, ftruftie gearrefteerd den 13 july iöco. voor de Heeren welke doe gecommitteerd wierden, cm fyn Excellentie met raad en daad te adftfiercn, word gezegt, dat zy aangaande de exploictcn van oorloge fig zullen refereren ter discretie van zyn Excellentie, en dat, daar op haar Liecler Advis gevraagt zal worden , Zy 't zelvefullen verklaren na haar beste gevoe-> lentenmeesten dienste van den Lande; alledc overige Articulen van die Inftmcrie fpreekende van de forg over de Vivres, Schepen , Contribiitien en uiergelyke. Den 24 Augustus i62i.wierde den Gedeputeerden te Velde gegeven voor Last en Inflruftie zyn Excellentie in 'i Leger by te wezen en met raad en daad te adfifieren, miisga' ders opzicht te nemen op de Wagens, Schepen, Trekpaarden &c. dat alles met de beste ordre en penage mag toe gaan. De Commisfie in 't volgen*  76 VERZAMELING van STUKKEN &c. gende jaar legt in veel breeder Termen, alfoo zy daar by gecommitteeit worden (r) om zyne Excellentie te accompagneren en dezelve met raad en daad by te wezen en te asfifteren en na voorgaandg Deliberatie zonder rugfpraak aangaande de voorfchreve Krygs Expeditie te Delibereren, refolveren , en doen effectueren ook werkelyk ter Executie fielten 't gene dat na gelegenheid en vereisch der voorvallende Saken in t Leger , tot meesten dienst, welftand en verfekering van dezen Staat , afbreuk en ruïne van den Vyand by zyn meer Hoog Gemelde Excellentie, en de prefente meer Hoog Genoemde Heeren, bevonden Jal worden te behoren. Verklarende de Staten Generaal voor goed, vast en van waarde te houden, 't geen dezelve zyn Excellentie en meer Gemelde Heeren Haare Hoog Mogende Gecommitteerden al bereids tot bevordering van het voor genome en voorhanden zynde Togt en Krygs Expeditie hebben gedaan, belovende ook te zullen houden &c. al 't geen by Haar Hoog Gemelde Excellentie en de Gemelde Prefente Heeren in 't Leger gedaan en geëffectueerd zal worden. Maar tusfchen de jaren 1650 en 1672. houd de Commisfie Claufulen in, die de Gedeputeerden, en (gelyk men fe doe noemde) Ge volinagtigdcn van Haar Hoog Mogende tc Velde (s) genocgfaam tot Capitcins Generaal gemaakt heeft, als gevende aan dezelve volkomen macht en fpetiaal bevel, om fonder ruggefpraak aangaande het Employ der roorfchreve Militie na ingenomen Advis van den Heere Prins Mauritz van JSfasfauw , ook, zo zyfulksgoedvonden,'van andere Hoa- (/•) 16 Mey 1(131. 19 Augustus 1633. 4 Mey 1635. (s; Sic 20 Mey 1664. cS Jan. 1666. en 12 April 166^  MEMORIE over ds MILITIE. 77 Hooge of Mindere Officieren alles te Rejolvenn en Effehueren, of doen Effectueren , wat na gekgentheid en eisch der voorvallende Saken ten mees* ten diëtiste van den Staat en afbreuk van den Vyand bevonden zal worden te behooren. En wanneer in 't jaar 1672. de nood aan de man qüam, wierd de Authorifatie nog merkelijk gcëxtcndecrt, eerst in opzicht van de twee Gedeputeerdeen Gevolmagtigde te Velde tusfchcn de Maafe en de Schelde, aan welke den 15 Mey volkomen Authorifatie gegeven wierd o/n, na voorgaande Advis van de Gouverneurs van de Steden , in welke zy haar zouden mogen bevinden of van andere Krygsverflandigen, by haar te asfumeeren, te disponeren van de Militie , mitsgaders van de Magajynen aldaar wefende, de Compagnien, naar Occurentie van Saken en inebmende advertentien , met Advis als voren ïn* dezelve plaatje Garnifoen houdende , uit de eene plaats na de andere te mos:en trekken, of ook elders verjamelen, Joo zy Heeren Gedeputeerden tot Secours van de voorjehreve plaatjen , of tot afbreuk van den Vyand zullen oordeelen best en bcquaamst te zyn; uit de Oiiartieren van Vlaanderen te ligten foodanige gedeelte van de Militie, aldaar Garnijoen houdende, als zy zullen oordeelen, datjonder ondienst van 't Land van daar Joude kunnen worden op ontboden, mitsgaders ook om, in cas van nood, na Vlaanderen als mede in de Provincie van Holland en van Zeeland te mogen Jenden een gedeelte van de Militie, behoudelyk dat geen van de voorjehreve Militie gejonden zal mogen worden in Hoog Genoemde Provinciën, dan na voorgaande over gijte, en Acten, by forme van Patent van de Heeren Staten van Hoog Gemelde Provinciën, medebren- gen*  7 8 VERZAMELING van STUKKEN C\c> gende, dat de Militie, die alfo in de Htog gê* melde Provinciën zal wefen gefonden, ten allen tyde van daar Wederom by Patent van Haat ttoóg Mogende of Ordre van Gemelde Heeren Haar Hoog Mogende Gedeputeerden te Velde te rug ontboden fal mogen Worden , fonder daar toe eenig ander Patent Van de meer Hoog Gemelde Hëtren Staten van nooden te hebben: En naderhand by fecrete Refolutie van den 7 Juny iri opligt van alle de gefamentlykc Gedeputeerden en Gevolmagtigden te Velde cn daar onder van den Prince van Orange, die doe ter tyd boven zynPrceadvis als Capitein Generaal een item bad in de Krygsdeliberaticn in qualitcit van mede Gedeputeerde en Gevolmagtigde, nevens de 8 Heeren uit de Vergadering van Haar Hoog Mogende, en een uit dc Raad van State,welke aangefchreve wierd , dat nademaal de Sa-. ken van Oorlog alle dage en uurennotabele verandering fubject fyn, daar na de mefures als dan teU kens' fpoediglyk moeten worden genomen , en dat mitsdien dezelve Saken van Oorlog van verre niet kunnen worden gedirigeert, veel min met pofith'e Refolutien gereguleert wel expresfelyk aan '£ oordeel , conduite en abfolute dispojitie Van de Heeren Haar Hoog Mogende Gedeputeerdenen Gevolmagtigden te Velde,na ingenomen Advis van den Heer Prince van Orange, is en als nog werd gelaten, om na de opkomende veranderingen , occu" renden en voorvallen van Saken, prore nata, telkens te refolveren, met de macht van het Land te ageren, die in 't geheel of ten deele te employeren, ofte verbrengen, foo als dezelve naingenomen AiU vis van zyn Hoogheid fullcn bevinden te behoren. Den il Augustus 1702. iscene lange Inftructie  MEMORIE ovbr de MILITIE. 79 tic gearrefleerd voor dc Heeren Gedeputeerden te Velde, welke in de volgende jaren nog Geamplieerd is met eenige Articulen, maar welke, zoo veel aangaat het ftuk der Krygsopcratien de Gedeputeerden Authorifeert om met den Commanderenden Generaal te befluiten al 'i geen de Krygsoperatien de fubfifientie en cónfervatie van de' Troepen en de bevordering van den dienst van den Staat betreft, tnitz brengende ter deliberatie van Haar Hoog Mogende alle Saken van gewicht, foo wanneer de tyd het kan lyden, en de Saken zyn van die Natuur, dat daar op hier gerefolvtert kan worden : een veel bcpaalder magt, als de Heeren Gedeputeerde te Velde , voor dezen gehad hebben. Daar tegen hebben de Gedeputeerden te Velde federt het jaar 1702. fchoon dc Inftru&ie daar van niets zegt, niet alleen aangefteld provifionele Commandanten in de Steden, die gewonnen zyn met de wapenen, maar ook Gedisponeert van alle Ampten van Politie cn Finantie, op approbatie van de Staten Generaal, welke approbatie te minder Gediffilculteert wierd, om dat de Staten Generaal en de Raad van Staten onder haar oneens waren over het recht tot de begeving van verfcheide van die Am p ten. Hoe weinig die begeving over een komt mee het oud gebruik is af tc nemen uit dc Refolutie van de Staten Generaal van den 24 Augustus 1629. wanneer dezelve, na dc verovering van Wezel, vermoedende, dat de Heeren Gedeputeerden fouden mogen difponeeren van de Ampten van Commisfaris van de Monftcring, Ontfangers van de ticenten en Serviesmeester  U VERZAMELING van STUKKEN &a 'ter aldaar, aan defelve fchreven, Steden en Sterkten van Holland en Westvriesland geleid of geligt en word of marcheert, ten zy 't felve by zyn Excellentie als Gouverneur tn (7) Staten Generaal 4 Juny 1583,.  MEMORIE voor de MILITIE. 93 in Capitein Generaal van de voorfchreve Landen , of by de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland op den naam en van wegen zyn Excellentie by Patenten bevolen worde, en btyft zyn Excellentie en de Gecommitteerde Raden 'van d& Staten van Holland vry , om in gevalle zy hen in eenige bevelen van de voor'chreve Raad van Staten bezwaart vinden , dezelve te verloonen, en daar op redres te verwagten: en insgelyks blyft zyn Excellentie vry , op zyn Ordinaris Auihoriteit als Gouverneur en Capitein Generaal der voorfchreve Landen met advis van de voorfchreve Gecommitteerde Raden van dc Staten voornoemd of in gevalle van abfentie van dezelve Gecommitteerde Raden , haar Advis te verfoeken niet gelegen is, fonder Advis derfelve hei 'Folk van Oorloge in de voorfchreve Landen, Steden, en Sterkten van dien, felfs te veranderen en tot afbreuk van de Gcmeene Vyandtn, en Dienst der Landen te gebruiken , en daar van in fuiken gevalle zyn Excellentie^ den Raad adverteerd lot houdinge van goede Correspondentie , en een weinig laager , item overmits die van de Raad van Staten voornoemd voor een Principale reden van haar zwarigheid, waarom zy hare Bevelen en Ordonnantiën niet konden altyds addresferen en doen extcuteeren, aan, cn door de Gouverneurs van de Particuliere Provinciën, voorftelUn, dat de Gouverneurs dikwyls verre van de hand waren, en de Saken fomtyds geen uitfiel konden lyden, foo is H zelve, daar mede gcremedieert, dat in fulke gevallen de Bevelens Geaddresfeert worden aan de Gecommitteerde Raden van de Staten voornoemd die als dan nok op de naam van zyn Excellentie op de Executie  #4 VERZAMELING van STUKKEN &c. iie van dezelve Bevelen voorzien na bahocren, en daar van houden goede Correfpondentie met zyn Excellentie , en in cas van merkelyke zwarigheden adverteren eerst daar van zyn Excellentie, fulks dat als nu in alle de voorfchreve Saken met volkomene Kennis en goede Correfpondentie tusfchen de Raad van Staten en zyn Excellentie met de Gecommitteerde Raden van de Staten voormemd tot der Landen dienst Geprocedeert word. Hier uk volgt, dat wanneer Holland zeggen in de Deductie van den 30 January 1651. overgegeven aan de Groote Vergadering, dat de Capiteins Generaal van de Particuliere Provinciën gehad hebben liet opperjie gezag over de Militie, en hst beleid der Oorlogsfaken binnen de refpettive Provinciën , by Advis van de Staten of haar Gecommitteerde Raden voor foo veel aangaat de verfekertheid van yder derfelve Provintien in het Particulier , het iclve niet abfoluit en onbepaaidelyk verftaan moet worden,maar alleen met Relatie tot dc Capiteins Generaal van de Generaliteit, van welke daar tcrplaatfe gezegt word, dat dcrfelver Charge beftaan beeft in. het Opferfte Commandement van dó Legers of Militie huiten de Provinciën te Velde zynde, cn welke nooit hebben konnen lbo ver brengen de authoriteit van haar Charge, felfs niet in delaastleden jaren, dat deMilitie leggende in de Provinciën, waar van zy niet te gelyk Provinciale Capiteins Generaal waren, op andere Patenten gemarcheerd heeft, als gedepecheert volgens de Ordre van 'tjaar 1651. Voorts dient dit extract niet alleen , om te toonen, waar in eigcntlyk 't gefag van de Generaliteit over de Stadhouders van de Provinciën  MEMORIE over de MILITIE. 9S eicn beftaatj en hoe ver het zelve zich extendeert, maar ook om een begrip te geven van 't Recht en Macht der Stadhouders ontrent het Militaire, 't ecnenmale overeenkomende met het Antwoord (m) van dc Staren Generaal van den 10 Mey 1589. op het Rapport van den Ambasfadeur Caron, gekomen uit Engeland, dat namelyk, de Orders, Last, en Authoriteit van Gouverneurs van de RefpeÜive Provinciën altyd geweest is met de Staten, of haar Gecommitteerde Raden te voorzien op de dcfenfie en de Verfekering van de Provinciën, en Qjiartleren, Steden, Sterktenen Havenen van dien, den Vyand afbreuk te doen , jegens de Muiterie en wederhorigheden der felve, of by Ordinaris wege van firaffe, of met de Overhand en Maym Militairi te doen voorfien. Doch 't Regt cn Macht der Stadhouders, in Q-ualiteit der Provinciale Capiteins Generaal, zyn loo Ampel en kragtig gededuccert en geadftrueerd, in een Refolutie van Holland van 6 February 1587. en infonderheid in de bovengemelde Deductie van den 30 January 1651. die in elks handen zyn, dat onnodig is daar van meerder te leggen. Alleen verdiend opmerking, dat dc Macht van de Stadhouders, immers van Holland, niet altyd even groot is geweest, ontrend het ftuk der Patenten, gelyk aangewcfen is in het tweede poinct van de aangetoge Deduétie, en noch blykt uit de vergelyking der felve met de Refolutie van Holland in January 1593. op de klagten van den Grave Van Hohenio gedaan in Juny £»0 Sie het Antwoord ia \ Register van Holland 20 Vey 1519.,  otS VERZAMELING VA* STUKKEN &c. Juny 1592. over 't geVen van Patente door dfc Gecommitteerde Raden, tot wegneming van welke klagten verftaan wierd, dat de Patenten in abfcntic van Prins Mauritz fouden gegeven worden op desfelfs naam door den Grave van Hohenlo, als Luitenant van zyn Excellentie met advis van de Gecommitteerde Raden en onder derfelver Paraph'ure, Schoon uit dit alles kan afgenomen worden, dat de authoriteit van de Stadhouders, zoo in het Militair als Politicq bepaalt is, binnen het Territoir van de Provinciën van haar Gouvcrneraent> foo is een notabel onderfcheid tusfchen de tyden wanneer de Generaliteit is geweest zonder Capitein Generaal, of met een , als dat, wanneer 'er geen was, dc Stadhouders of Provinciale Capiteins Generaal 't opperfte gefag in 't Leger van den Staat gehad hebben , yder over de Militie ftaande ter Repartitie van de Provinciën waar van zy Stadhouders waren , gelyk bewefen word in een Dedudie van Holland van den 16 Mey i6$-f. Artikel 81 & fsqq. hoewel niet buiten allé fubordinatie , zynde bovenCapittel i.verfcherde bewyzen bygebragt, waar uit men fchynt té mogen befluiten, dat dc Stadhouder van Vriesland en Stad cn Lande met de Troupen, die hy te Veld bragt en commandeerde, is geibbordincert geweest aan Prins Mauritz, die geen Capitein Generaal van den Staat geweest is by Commisfie. Van dit onderfcheid van tyd («) worden merkwaardige voetftappen gevonden in de Coitï- Qi) 13 February j6o~.  MEMORIE over de MILITIE. 97 Commisfien van de fuccesfive Veld-Marfchalken: wordende Graaf Ernst Cafimir by de zyne, gegeven in een tyd, dat den Staat geen Capitein Generaal had, en de Stadhouders of Provinciale Capiteins Generaal 't Öppergefag in 't Leger yperdetl,aan dezelve gefubordineert fonder eenige Limitatie: (e) maar Graaf Willem en den Heer van Brederode , in een tyd dat de Staat een Capitein Generaal had, niet anders als met by voeging van de woorden , voor foo veel belangt de Landen van haar Gouvernement en verder niet j ongetwyffeld om dat het Ampt van Capitein Generaal van den Staat geheet en al bepaalde dat van de Stadhouders of Provinciale Capiteins Generaal binnen h°t Territoirvan de Provinciën van haar refpective Gouvernementen* Maar hoewel de Provinciale Capiteins Generaal doorgaans 't Leger gecommandeert hebben , wanneer de Staat geweest is fonder Capitein Generaal, kan daar uit niet befloten worden, dat het Oppercommando aan haar toekomt, als een Rechte gevolg van haar Ampt: Het tegendeel blykt uit een Notabel exempel van 't jaar 1610. wanneer de Staten Generaal, Graaf Hendcrik gedeftineert hebbende tot het Commandcment der Troupen, welke gezonden wierden na dc Landen van Clcef en Gulik, Prins Mauritz, die dc Staten niet goed vonden, dat buiten 's Lands gaan foude, uit vrees dat de Aardshertogeniets mogten ondernemen ,terwyl de meeste Troupen buiten 's Lands waren, zich gelicdeert hield in zyn Eer, en Reputatie , eri geen (V) co Mey 16t34. 31 fufy to^s, G  9-8 VERZAMELING van STUKKEN &c geen genoegen nam met al wat de Staten Generaai en de Raad van Staten konden by brengen o:n hem te vreden te ftellemmaar hoewel de Prins zyn ongenoegen opentlyk liet blyken, en niet koude verduwen, dat hy foo veel jaren de Landen trouwelyk gedient en derfelver Legers gecommandeert hebbende, ah nu foude t'huis blyven, daar de meeste en prïncipaalste Farces van dezelve uit trekken, met verfock, dat de Heeren Staten daar op fouden gelievende letten, foo voegt hy 'er niet een woord by van.'t Recht om te commanderen , hem als Capitein Generaal van de vyf Provinciën toekomende , gelyk hy fekerlyk zoude gedaan hebben, indien hy geweest was van het begrip , waar in de queftie over de aanftelling van een Veld-Marfchalk naderhand eenige Provinciën gebragt heeft, (p) dat hy namelyk als Provinciaal Capitein Generaal, recht had , om de Militie of het grootfte deel derfelve te commanderen , buiten het Territoir van de Provinciën van zyn Gouvernement. Het oogmerk hier alleen zynde aan te toonen hoe ver de Stadhouders Gcneraliteits Officieren zyn in qualiteit van Capiteins Generaal van de Provinciën van haar Gouvernement, behoort daar toe eigentlyk niet het onderfock , hoe ver zy geregtigt zyn, tot dc begeving deiMilitaire Charges, waar van de Betaals Heeren de Difpofitie hebben, te min, omdat hetzyn bedenken heeft, of 't Recht welke zy daar toe hebben, haar niet eerder competeerd in haar Politique als Militaire qualiteit. . De (_p) Staten Generaal en Raad van Stuen 5. 6. ~- 8. July 1610.  MEMORIE over de MILITIE. o9 De Staten van de Provinciën , die begeving aan zich trekkende, hebben daar in de cene meer, de andre min deel gegeven aan de Stadhouders. De Staten van Holland (q) om van gcene andere te fpreeken, behielden aan zich onder de vorige Stadhouders, de Nominatie van drie Perfonen, waar uit de Stadhouders ElecHcdeeden , en ie gaven aan defelve boven dien de begeving der Compagnien van dc vreemde Natien , en van die in 't Vela openvallende. Waar uit in het voorbygaan aangemerkt kan worden, (?•) hoe de Staten Generaal tweeonderfcheide Ampten famen mengden , als zy in 't jaar 1633. ftaandc liielden tegen Vriesland en Stad en Lande, dat de begeving der Compagnien in 't Veld open vallende, toekomt aan den Capitein Generaal van den Staat. Maar in't jaar 1672 (s) gaf Holland de Nominatie mede over, defcrerende aan den Stadhouder, by prorifie, cn tot anders foude wezen gcrefolveerd , de Collatie en begeving van alle de Charges van, en over de Militie van haar Repartitie, van Vendrig totColonel, beide inciuJivc. O) Holland 9. 17 November 1Ó18. (rj Staten Generaal 26 january 1633. CO Holland 27 Augustus 1672. G 2 SES-  ioo VERZAMELING van STUKKEN SESDE CAPITTEL. Vm 't Ampt van Capitein Generaal over de Militie van den Slaat. _f)c Titul van Capitein Generaal, die door dc tyd een-particuliere betekenis gekregen heeft, plagt voor dezen gegeven te worden aan de eerste en commanderende Officier van een aanlienelyk getal van Militie, 't zy te Velde of in eenig Diftricr. Om maar weinige Exempelen by te brengen: dc Graaf van Hohenlo, die in 't jaar 1584. het Leger voor Zutphen gebood, en 't gebied afllond aan den Grave van Meurs, word by de Staten Generaal den 10 Augustus gezegt, aan dezelve gecedeert te hebben, 't Opper Veldheer^ fchap over 't Leger, en den 11 dito-, 't Capiteinfchap Generaal. Graaf Philip van Nasfauw in 'tjaar 1594. met Troupen gefonden na Vrankryk tot hulp van Hendrik de vierde, draagt in zyn Commisfie vanden 5 0clober, den Titel van Capitein Generaal. Pietcr Picters Hein is by Commisfie van den 28 Maart 1626. gezonden na West-Indien,met de Titel van Admiraal en Capitein Generaal, in de Limiten van de West-Indifche Compagnie. Graaf Johan Mauritz van Nasfauw by Commisfie van 23 Augustus 1636. na Brazil, els Gouverneur Capitein en Admiraal Generaal. Selfsis de Titul van Capitein Generaal by Commisfie van den 22 November 1623. 14 Juny 1630  MEMORIE over de MILITIE. zoi 5630 en 18 September 1636. gegeven aan de Commandeurs, gaande na Gaine. Dc Stadhouders zyn met een altyd geweest Capiteins Generaal van de Provinciën van haar Gouvernement, en is altyd verftaan, dat niemand buiten haar vermag dircótelyk eenige Ordres tc geven binnen de Paaien van haar Gouvernement aan de Militie, tot wiens befolding die ook ftaan mag, felfs niet een Gouverneur Generaal: (a) gelyk Holland beweert heeft, tegen den Graaf van Lycester. Daarom vonden de Staten Generaal in't jaar 1584. (b) niet geraden te laten influeren de Titul van Capitein Generaal in de Commisfie van den Grave van Mcurs, als Stadhouder van Gelderland, foo lang de Graaf van Hohenlo, die 't Leger voor Zutphen commandeerde, dat Commandement niet goedwillig afgeftaan had. En als de Raad van Staten den 5 Mey 1590. Acte van Commisfie verleende aan Prins Mauritz , om te gebieden over 't Krygsvolk , dat tc Veld getrokken wierd , foo de dienst van het Land rnogt vereysfehen , dat men 't in de Qjiartieren van Gelderland en Zutphen foude emptoiecren, word daar by gevoegd in de Refolutie, als zynde jegenswoordig geen Stadhouder van die Provincie. Waar in 't Ampt van Capitein Generaal over de Militie van den Staat cigcntlyk beftaat, is niet lbo gemakkclyk aan te wyfen uit de Pubheque Registers, als omtrent een zaak van die natuur behoorde. De .() Raad van Staten 17. September en ; Oétober 1588. II 2  ïi6 VERZAMELING van STUKKEN &c, geftaan , in welke gisfchen tyd de directie over de Militaire Juftitie daar van afgenomen is dbor de aanftelling van een Hoofd, of Super Jntendent van de Militaire Juftitie naderhand genaamt Prcefident van den Hooge Krygsraad. Dat 'er van ouds geen Hoofd van de Militaire Juftitie geweest is buiten den Vcldmaarfchalk, blykt uit eene Refolutie van de Staten Generaal den iö July 1596. waar in het als een reden bygebragt word , waarom de Staten Generaal bedenken hadden om te treden tot de verkicfing van een Hoofd van de Militaire Juftitie. Ook wierd daarom in 't jaar 1597. (c) alleen een provifioneel, Hoofd aangefteld 3 en wanneer 't Ampt van Vcldmaarfchalk weder begeven wierd in 't jaar 1607. aen Graaf Ernst Cafimir, werd gezet in deszclfs commisfie dat d'e Jntendent Warnart Du Bois niet te min by provifie en tot anders zoude wefen geordonneert, foude blyven in de direÜie van Saken in den Krygsraad. Naderhand doe men 't Ampt van Hoofd of Super Jntendent van de Militaire Juftitie coniidereerde als een Permanent ampt, wierd ook verandering gemaaktin de commisfie van denVeldmarfchalk , en , in plaats van de bovenftaande woorden,gefet in die van twee volgendeVeldmarfchalken, dat niet te min de Charge van Prcefident van den JJoogen Krygsraad foude biyven onverkort of inbaar geheel zonder dat zich de Vddmarfchalk daar mede nu of namaals zal mogen te bemoejen , fonder expresj'e last en ordre. Doch hoe leer ook de directie van de Milieu) Staten Generaal 18 July 1597. Raad van Staten 28 uito.  MEMORIE over de MILITIE. n? Etaire Juftitie fchynt door die claufulen benomen te wezen aan de Veldmarichalken, foo heeft egter altyd geftaan,en ftaatnoch in dc commisfie van denPrafident van den Hoogen Krygsraad dat de commisfie van de Marfchaiken verftaan word niet in het minste geprejudiccert, of vermindert, te worden door defelve, maar dat de Prcefident van den Hoogen Krygsraad gehouden is , foo wanneer de Veldmarfchalken prefent zyn, alles te doen met derfelver kennis en weten. Gelyk ook in die van den Fiscaal van dc Generaliteit , dat hy zich mede zal laten vinden in 't Leger, om te asfifteren den Veldmarfchalk, of Hoofd van de Militaire Juftitie in het beleid van de Saken voor de Krygsraad vallende. Waar uit af te nemen is , dat de fuperdircétie over dc Militaire Juftitie in het Leger altyd verbleven is aan de Veldmarichalken, aangcfien de aangetoge Prohibitoire claufulen in de commisfie van Graaf Ernst Caiimir cn van de twee volgende Veldmarfchalkcn. Het geen jegenwoordig met te meer grond kan gefustineerd worden , om dat gecne fodanige Prohibitive Claufulen zyn in die commisfien van de Veldmarfchalkcn in en federt het jaar ió68. aangefteld. Boven 't gefegde van 't poiiici van de Juftitie fchynt van ouds de.beftclling van de wachten in het Leger en al dat by vervolg van tyd verrigt is door dc Generaal , of Generaal Majoor , directclyk gefpeétoerd te hebben tot het Ampt van Vcldmaarfchalk; gelyk af te nemen is uit de forg welke gedragen is by de cornmisficn van Graaf Wiilem en van den Heer van Brederodcals Veldmarfchalkcn, voorden GeneH 3 raai  li8 VERZAMELING van STUKKEN &cf raai Major van H Leger in gelyke Termen als voor den Prceftdent van den Krygsraad. Zulks het Origineel Devoir van 't Ampt van Veldmarfchalk niet qualyk befchreven word by de Staten Generaal den 23 April 1633. waar in gefegt word nodig tc wezen, weder een Veldmarfghalk aan te Rellen in plaats van Graaf Ernst, om alle goede ordre in de Krygsfaken des %e gevoegclyker te onderhouden, ook de Commandementen van zyn Excellentie in't werk te ftellen, en te exploicteren. Doch. federt die Funérien zyn verricht ge-worden door den Prafident van den Krygsraad, en door de Generale Majoors van 't Leger, moet men bekennen, dat het Ampt van Veldmarfchalk van natuur verandert is, invoegen dat 'tdifficiel zoude vallen te zeggen , waar in het eigentlyk beftaat, en dat een Veldmarfchalk niet anders kan aangefien worden als voor een van de eerste Perfonagien in 't generaal Commandement van 't Leger, Mep fegt een van de eerste, want uit de Refolutien van dc Staten Generaal den 13 en 15 Juny 1587. blykt, dat de Veldmarfchalk doen de derde Perfoon in lt Commandement was, en de Generaal van de Ruitery heeft rang gehad voor den Marfchalk foo lang Prins Hendrik en Prins Willem geweest zyn Generaals van dc Ruitery , uitwyfens de commisfien van Graaf Ernst Cafimir/en de twee volgende Veldmarfchalken. Ook zyn de Veldmarfchalken , gelyk boven getoond (d) is altyd gefxibordineert geweest (i) Capitttcl 5.  MEMORIE over de MILITIE 119 weest aan de Provinciale Capiteins Generaal, te weten, fondcr bepaling, foo lang die de Legers commandeerden ; maar na de aanftelling van een Capitein Generaal uit de naam van de Generaliteit, is de fubordinatie der Veldmarfchalkcn aan de refpe&ive Capiteins Generaal, wel uitdrukkelyk bepaald by de Commisfien tot het Territoir van de Provinciën of Landen van haar Gouvernement. Doch 't zy dat de Veldmarfchalken meer of min zyn geiübordinccrt geweest , zy hebben nooit kunnen pretenderen het eerste Commandement uit hoofde van haarc Commisfien , welke altyd ingehouden hebben , in wat tyden zy ook gegeven zyn, dat zy het Volk van. Oorloge als Veldmarfchalkcn fullen commanderen, onder al fulke Veldoverften als Haar Hoog Mogende van tyd tot tyd fullen gebruiken. Voorde rest is de Veldmarfchalk buiten functie wanneer 'er geen Leger te Veld is, tot zoover , dat dc Staten van Holland leggen, in de meer aangetoge Deductie van den 17. Mey 1657. dat de Vel dmarfch alken uit kragte van haar Commisfien niet bevoegd zyn in vredige tyden , iets ten dienfis van den Staat te doen , of te contribueren, noch ten opfigte van de Deliberatieu, die over de Militaire Saken aangefteld werden, nocli ten Kegardevan de Militaire Commandementen, die geduurende de vredige tyden gewoon zyn gedecreteert te worden : daar Jjy voegende dat het Ampt federt de Vrede met Span jen niet anders geweest was dan een bloote Naam en Eer-titul fonder eenige esfentieele Realiteiten: En zich dien aangaande beroepende op het begrip vandeandcH 4 re  $20 VERZAMELING van STUKKEN &c. re Provinciën, welke'in de jaren 1651 en 1652. na Examinatie der Commisfien van de Veldmarfchalkcn zich gekant hadden tegen de propoütien wegens Holland ter Generaiiteitgcdaan om den Veldmarfchalk te qualificeren tot het nemen van kennis van de Conftitutie der Frontieren en Garnifoenen, en van 't devoir der Officieren en Soldaten. Alleen word by het 5. Artikel der Nieuwe Inftructie van den Raad van Staten gefegt, dat de Raad, na vereisch van Saken , zal innemen dc Confideratien van den Veldmarfchalk , dog immediatelyk word 'er bygevoegd , en andere Voorname en Hooge Officieren, waar door de Diftinétie in dezen declc tusfehen den Veldmarfchalk en mindere Generaals zeer vermindert word. Na de Vrede van Utrecht, is ccn faak voorgevallen , die het de moeite waard is hier by te brengen, als dienende tot Eclairiisfemcnt, en bevestiging van het gezegde nopende het Ampt der Capiteins Generaal en nopende het cesferen van 't Emploi der Veldmarichalken , niet alleen in Vredens tyd, maar felfs wanneer 'erin tyd van Oorlog geen Leger in het Veld is. De Staat had al federt vier a vyf jaren geen Hooger Officier als de Generaals van de Ruitery en Infanterie, waar van de Graaf van Tilly de derde in rang was: doch dewyl de Heeren van Obdam, en Slangenburg, die bemin rang voorgingen, niet geëmplojeerd waren, de ccrlte na 't jaar 1703. de tweede na 't jaar 1705. had de Graaf van Tilly , federt het overlyden van den Heer van Ouwcrkerk, Veldmarfchalk van  MEMORIE over de MILITIE. i2r van den Staat, voorgevallen in 't laast van 't jaar 1708 en Chef gecommandeert de Troupen van den Staat te Velde, en in de Buitenlandfche Garniibenen. Welk Commandement ophoudende door de Vrede en de distinctie tusfehen den Graaf van Tilly en de andre Generaals van de Ruitery cn Infanterie daar door weg genomen zynde, verfogt de Graaf van Tilly, meenende wel eenige distinctie voor het toekomende verdient te hebben , dat de Staten Generaal (e) geliefden hem te begunstigen met Acte of CaraÈier van Veldmarfchalk of'foodanige andre Acte van diftinitie als de Staten Generaal zouden goed vinden, cn weinig dagen daar na, dat hy ondertusfehen dat dc Provinciën delibereerden op zyn verzoek, (f) by Refolutie mogte worden gecontinueerd in zyn Charge van Generaal Commandant der Troupen van dezen Staat, gelyk hy, die tot dim dag toe geëxerceert had, op expresfe Ordre , en confecutive Refolutien van de Staten Generaal, en dat de te neme 'Refolutie aan de Generaals van de Cavallery en Infantery mogt worden geinfinueerd, ten einde zy zich mogten conformeren aan Haar Hoog Mogende intentie. Doch bemerkende, dat de Provinciën geen genegentheid hadden tot het aanftellen van een Veldmarfchalk, deed hy den 18 July 1714. een nader verfoek , tenderende in generale termen , ten einde , dat hy mogt worden bekleed met een permanente Acte, Commisfie of Caracter, uit hoofde van welke hy fuo wel by de Troepen van den Staat als by de vreemde Mogentheden mogt (e) Staten Generaal 23 Oclober 1713. (ƒ") Staten Generaal 2 November iftg. H 5  122 VERZAMELING van STUKKEN &c. mogt worden erkent voor Commandant en Generaal en Chef van de Troupen van den Staat. De Gedeputeerden van de meeste Provinciën verklaarden zich binnen .twee dagen favorabel daar op: (g) maar alfo Vriesland en Stad en Lande, daar by voegden eene Conditie , dat alvorens zoude overlegt worden met de Raad van Staten, hoedanige Commisfie en InjiruÜie aan den Graaf van Tilly foude behoor en gegeven te worden, gaf dit aanleiding aan den Raad van Staten, in eene Conferentie daartoe aangefteld, omin ftede van te Adviferen over de Commisfie en Infiructie, de Gedeputeerden van de Provinciën tc informeren van de redenen waarom 't verfoek niet behoorde tocgeftaan te worden, en om onder anderen aan te wyfen, dat door het toeftaan van 't verfock , meer gcfag foude gegeven worden aan den Graaf van Tilly als na de Ordre van de Regering toekomt aan een Veldmarfchalk, en fclfs aan den Capitein Generaal , doende in de Conferentie inbrengen 't volgende Advis ,, De Graaf van Tilly verfoekende te mogen bekleed worden met een parmanente Acte, Com,, misfie of Caracter, uit hoofde van welke hy ,foo „ wel by de Troupen van den Staat, als by vreemde" ,, Mogendheden moge erkend werden, voor Commandant en Generaal cn Chef van de Troupen van dezen Staat, fchynd wel niet anders te ,, verfoeken, als de continuatie van defelve eer, 5, digniteid en Caracter die hy gehad heeft in den Oorlog, en de Provinciën , welke zich verklaart Qr) Staten Generaal 20 July 1714.  MEMORIE over de MILITIE. 123 'fi klaart hebben voor dat vcrfoek, zyn ongop, twyfeld van dat begrip. ,, Maar wanneer men 't vcrfoek wel infict, „, zal men bevinden. „ 1. Dat de Graaf van Tilly een geheel an- „ dre en nieuwe faak verlbekt. „ 2. Dat zyn jegenwoordig verfoek veel ver* ,, der gaat als 't vorige om 't Veldmar„ fchalk Ampt. s, 3. Dat het verfoek foo ver gaat, dat, het ,, toegeftaan wordende,de Graaf vanTil,, ly in der daat, hoewel ondereen andre naam foude wezen, Capitein Generaal ,, van den Staat, cn felfs met ampelder ,, macht, als geattribueerd is aan dat Ampt, ,, bylnftruflie van den 24 February 1672. ?, 4. Dat het Caracter, het welk de Graaf van „ Tilly verfoekt, incompatibel is met het „ Ampt van Provinciale Capitein Generaal, en over fijlks niet extenübcl tot de Mi,, litie, leggende op 't fouverain Territoir ,, van Vriesland. 5, 5. Dat het verfoek niet kan toegeftaan „ worden, foo als het legt, als met praju„ ditie van den dienst van den Staat,felfs ,, buiten opzicht tot eenige van dc boven,, ftaande Poincfen, „ Tot bewys van 't eerste dient: de Graaf van s, Tilly heeft geen ander Commandement gc„ had in den Oorlog als over een bepaalt, en met namen uitgedrukt getal van Regimenten te „ Voet en te Paard; welke van iaar tot jaar zyn geordineert geweest, om te Veld te gaan, cn om, na 't fcheiden van 't Leger; buiten 33 's Lands tc overwinteren: fonder dathy het 3? mins-  124 VERZAMELING van STUKKEN & 5, minste commandement gehad heeft over de „ Militie, niet alleen binnen de Provinciën , maar felfs niet in het Resfort van de Ge- neraliteit. Of men moest Commandement noemen, „ dathy vermogens de Claufule, ten dien cin„ de gezet op den voet van dc Patenten, by „ aanfehryvens kennis gegeven heeft aan de „ Regimenten binnen 's Lands leggende, en by Patent geordonncert om te Veld te gaan, „ van den dach , wanneer zy fouden uitmar«, cheren, en van de Rendevous van het Lc„ ger, die niet wel kan uitgedrukt worden in de Patenten. ,, Maar nu verfoekt de Graaf van Tilly een „ Commandement over alle de Troepen, fon- der onderfcheid, en mitsdien foo wel binj, nen de Provinciën, en 't Resfort van de Ge„ neraliteit, als daar buiten. ,, Tot bewys van 't tweede: een Veldmar„ fchalk is volgens zyne commisfie geen Gene„ raai en Chef, maar een fubaltern Generaal, „ gelyk de commisfie uitdrukkelyk mede brengt, datfe 't Volk van Oorlog fullen commande- ren onder al fidke Veld-Overften, als de Sta„ ten Generaal van tyd tot tyd fullen gebruiken: ,, behalven dat derfelvcr Commandement geen „ permanent Commandement is, maar geheel ,, en al cesfeert met het einde van elke ex,, peditie, of anderen dienst, waartoe zy ge„ commandeert worden , in plaats dat de Graaf ,, van Tilly verzoekt een Permanent Comman„ dement en Chef. ,, Tot bewys van het derde dient, dat het 9, Ampt van Capitein Generaal van den Staat niet bc-  MEMORIE over de MILITIE. 125 „ heiraat in het begeven der Militaire Ampten, „ 't zy in Campagne of daar buiten , als depen- derende van de refpective Betaals Heeren , „ en van de authoriteit welke dezelve daar om,, trend geven aan haar Stadhouders of Prcr ,, vintiale Capiteins Generaal. ,, Noch ook in het geven der Patenten , ex,, presfelyk daar van uitgefloten by het 2. Arti„ kei der Inftructie van 24 February 1672. de ,, eenige die ooit gearrefteerd' is voor een Ca„ pitein Generaal, en wel naderhand geconfe,, reert aan zyn Majefteit van Groot-Britta,, nien by de Staten Generaal den 8 July ,, 1672. dog fodanig, dat uit de Refolutie blykt, ,, dat men zich om eenigen fchyn aan de zaak „ te geven, genoodfaakt vond te confunderen ,, het Ampt van Capitein Generaal met dat van „ Stadhouder, uit hoofde van welk Ampt en „ niet van dat van Capitein Generaal de overige „ Prihcen van Orange de Patenten gegeven ,, hadden uit de Provinciën van haar Gouver,, nement; (h) de Refolutie medebrende, dat ,, aan fyne Hoogheid, byampliatie van deszelfs In,, jiructie (hoewel in de daad by vernietiging ,, derfelve) geconfereerd word 70 T KENNE„ LTK WÈDÉKSEGGEN TOE , fodanige ,, vrye magt over de Patenten, en andere faken tot „ de Militie fpecterende, als de voorgaande Heeren ,, Princen van Orange, als Stadhouders en Capi,, teins Generaal, ten refpectevan de Militie gee'x„ cerceerd hadden. „ Maar dat het Ampt vanCapitein Generaal of ,5 't gefag en authoriteit (om te gebruiken de woor- (K) Sié Oapittei 6.  i26 Verzameling van stukken „ woordenvan de Heeren Staten vanHolland in j, deDeduótie den 30 January iósi.aandeGroo„ te Vergadering overgegeven) van de Capiteins Generaal der Geünieerde Provinciën, gefield by de i, Staten Generaal, in qualiteit als foodanige, niet j, verder heeft geftrekt, nog ook kunnen Jïrekkcn, i, als over 't Volk van Oorlog, of de Legers bui„ ten de fiemmende Steeden of Provinciën of te }J Vüd zynde: 't geen fekerlyk veel minder is, ,, als Permanent Commandant en Generaal en Chef ,, van de Troupen van den Staat: in Vrede gelyk ), in Oorlog, en binnen foo wel als buiten's Lands* „ Waar by nog komt ,dat de Commisfie en Aéte j, van Authorifatie den 24 February 1672. „ geaxreftcert voor den Capitein Generaal uit- drukkelyk medebrengen dat de Capitein Ge~ j, neraal 't elkenmale als een Leger zal in Veld „ bragt worden, fal moeten van nieuws geautho„ rifeert worden door een fpeciale Acte, by con5, currente delatie van de Provinciën , om 't felve ,, te commanderen en daar mede te ageren. „ Soo dat de faveur van de tyd maar behoeft 't zy nu of namaals, de naam te voegen by ,, de daad, om den Graaf van Tilly of een an,, der, bekleed met de authoriteit> Welke de ,, Graaf van Tilly nu verfoekt, te maken een „ Capitein Generaal met meer gefag als vol„ gens de aangetoge Deductie en Inftruftie be,, hoort tot dat Ampt. „ Tot bewys van het vierde diend, dat de ,, Stadhouders,in qualiteit van Provinciale Capi: „ teins Generaal, wel moeten volbrengen dc „ bevelen van den Raad van Staten, in Con,, formiteit van't 5. Artikel der Inftructie van ,5 den Raad, maar dat het zoo ver van daar » is  MEMORIE over de MILITIE. 12? 5, is, dat een Militair Officier buiten den Stad„ houder foude kunnen hebben eenig Com„ mandement over de Militie, leggende op het „ Territoir van een Provincie of Provinciën ,, welke een Stadhouder of Provinciaal Capi„ tein Generaal hebben , dat felfs de Veld' marfchalken, welke aangefteld zyn in tyden, ,, wanneer alle de Provinciën Stadhouders had,, den, uitdrukkelyk gefubordineert zyn aan ,, dezelve, by haar Commisfien; als blykt uit die „ van Graaf Ernst Cafimir van den 13 Februa- ry 1607. van Graaf Willem van den 20 Mey „ 1634. en van den Heer van Brederode van „ den 31 July 1642. „ En wat belangd het vyfde pointj't heeft mis* ,,'fchien zyn bedenken, wat van beide beter ,, is voor den dienst van den Staat, de zorg en toefigt over de Militie te verdeelen tus„ fchende Generaals van de Ruitery, en van „ de Infantery refpeótivelyk , in conformiteit „ van elks Ampt en Commisfie, daar by voe„ gende 't geen, dat foude mogen geoordeelt ,, worden daar aan tc deficieren, of aan een „ van haar te geven een Superioriteit over zyn „ Confraters , fchoon gelyke Commisfie met „ hem hebbende, en delelve daar door te di„ ftingueren : maar in , alle gevallen, fchynt het „ accorderen van het caracter van Permanent „ Commandant en Cheff over de Troepen van den „ Staat aan de oudfte van de Generaals van „ de Ruitery en Infantery voet tc leggen tot „ eene fecr bedenkelyke Confcquentie en den „ Staat tc prejudiciëren omtrend de Vryheid, ., welke Defelve, wanneer zy geweest is fondcr ?, Capitein Generaal, gehad en laatst in de Per- „ foon  Ï28 VERZAMELING van STUKKEN &c- „ foon zelve van den Graaf van Tilly geex* cerfeert heeft, foo menigmaal-hy en Chéff „ gecommandcert heeft, van namentlyk, het ,, Leger te laten commanderen door Dien van „ haar Generaals, welken zy van tyd tot tyd ,, oordeelt de bekwaamlte om daartoe gebruikt „ te worden: hebbende den Staat, tot het ein: ,, de van den Oorlog toe , gehad twee ou- der Generaals van gelyke caracter als dc „ Graaf van Tilly , welke thuis gelaten zyn , „ terwyl dat hy gebruikt is als Generaal en Chcjf, het welk den Staat befwaarlyk in het toe- komende zoude konnen practizeren: Indien „ eens ingevoert was, een gedistingueerdeTi„ tul te geven aan een van meerder Generaals „ van eguale caracter. „ Boven dien kan de Graaf van Tilly, door „ het verkrygen van het Caracter welke hy „ verfoekt, niet verkrygen zyn oogmerk, foo veel het ftrekt om by vreemde Mogenthc,, den erkend te worden voor Commandant en „ Generaal en Chef van de Troupes van den Staat, „ dewyl die qualiteit wanneer die niet gepaart ,, is met die van Veldmarfchalk of van een an,, der bekent Militair cmploi, foo weinig opc- reert by vreemde Mogentheden, dat men in den laatsten Oorlog Generaals Perfonen , ,, bekleed met de qualiteit Van Commandant cn „ Chef van de Troupen van Koningen, cn Princen, in 't Leger heeft zien rouleren, niet „ alleen met de Generaals van de Ruitery en In,, fantery,maarookmetdcLuitenantsGeneraals en Generaal Majors, na 't Ampt, waarmede ,, zy buiten die qualiteit van Commandant pi Chef „ bekleed waren. Om  Memorie over de militie. 129 „ Om alle deze redenen word geoordeclt , i, dat het ongeraden is aan den Graaf van Til„ ly te accorderen zyn verfoek van een permanente Acte commisfie 'of jarattes, uit ïwefde van welke hy zo wel by de troupen van den Staat als by vreemde Mogent heden, moge worden erkend voer Commandant cn Generaal en Chef, van de Troupen van den Staat. ., Dog fo niet te min mogt geoordeclt wor„ den, dat de dienst van den Staat en de ge„ danc diensten van den Graaf van Tilly ver,, eisfehten, dat eenige meerdere Authoriteid „ aan hem gegeven worde,-"als zyne commisfie „ van Generaal van de Ruitery mede brengt, ,, foude men kunnen by Provific, en tot an„ ders foude gcrefolveert worden , hem autho„ riferen by Refolutie, maar niet by Acte of „ Commisfie, en voor al fonder aan Hem te „ geven de Character van permanent Commanj, dant, en Generaal en Chef, van de Troupen „ van den Staat, om buiten prejudicie van het „ Ampt cn commisfie van de Generaals van de „ Ruitery cn Infantery, tocfigt tc hebben o„ ver de gehecle Militie van den Staat, en te „ beforgen, dat dezelve behoorlyk geëxcrceci c „ en in goede ordre en Krygsdifcipline gehou„ den worden , en dat de Ördres en Reglemen„ ten, lbo daar op, als op de verdere deelen van „ den dienstgemaakt en nog te maken, precifelyk werde nagekomen, met Macht om ten „ dien einde de Garnifoenen , in het geheel of ten deelen , voor hem de Revue te doen pas„ leren, loo menigmaal als hy 't zal noodig vin„ den, mitsgaders om aan hem te doen over„ leveren Lysten van de fterkte en conftitutie der  l3o VERZAMELING van STUKKEN &c; „ der Regimenten, cn van de prafenten en ab„ fenten,enal wat hy verder nodig heeft, om „ ten allen tyde te konnen rekenfchap geven „ aan de Staten Generaal en Raad van Staten 3, van de Conftitutie der Militie, en te kun3, nen adviferen , wat van tyd tot tyd behoord „ geordineert en gedaan te worden, om de Mis, ïitie te houden buiten verval." Dit Advis vond foo veel ingang , dat de Gedeputeerden van Haar Hoog Mogenden fiende dat men mis getast had, met zich tc verklaren voor het nader verfoek van den Graaf van Tilly, zich conformeerden met den voorflag, welke den 21 Augustus 1714. aan de Staten Generaal gerapporteert, en door alle Provinciën over genomen is, fonder dat den Graaf van Tilly federt de faak vervolgt, of eenige Provincie haar Advis ingebracht heeft. AGT-  MEMORIE over de MILITIE. ff i AGSTE CAPITTEL. Van het Aannemen en Afdanken van de Militie en by die gelegenheid van de jaarlykfche vryheid der Cvnfenten. JSi"u ondcrfogt is, door wie de Generaliteit of de gefamentlykc Provinciën van 't begin af, en vervolgens geoeffend hebben het gefag over de Militie , fal men nu by de hand nemen dc voornaamfte Poincten, waar in het gefag over de Militie bcftaat, die gebragt kunnen worden tot de fes volgende 1. De Werving, Recrutering, Reductie, cn Casfafie. 2. De Aanftelling der Hooge Officieren, en Generaals. 3. Dc Patenten. 4. De Verloven. 5. De Monftering met de aankleven van dien. 6. De Militaire Discipline. Omtrent het Aannemen en Afdanken van 't Krygsvolk zyu twee Saken in agting te nemen. 1. Het Recht of dc Macht om het aan te nemen cn af te danken. Ten 2. de Executie der Refolutien ten dien einde genomen. 't Is buiten tegenfpraal:, dat geen Werving kan gedaan worden, fondcr voorgaande confent van dc Provinciën, maar omtrent dc wyze van daar toe confent dragen , is niet altyd defelve voet gehouden, en in het begin conI 2 fen-  t32 VERZAMELING van STUKKEN &£ Tenteerden de contribuerende Provinciën, van jaar tot jaar , een fekere fomme, waar voor de Regering gelyk men doe fprak , onderhield de nodige Militie , dezelve vermeerderende en verminderende na vereisch van Saken, gelyk te zien is in het eerste Capittci. Na het vertrek van den Graaf van Lyccstcr , is geen Militie aangenomen als op fpe> ciaal confent van de Bondgenoten , welke ten tyde van desfelfs Governement ondervonden hadden , hoe leer dc palen van de jaarlykffe geconfenteerde fommen konden worden te buiten gegaan door die generale Authorifatie. En, eer dat dc confenten daar toe verfogt en gedragen wierden , wierd de noodfakelykheïd van 't verfterken van de Militie , foo wel als het fonds of dc wyfe van betaling, overwogen met de Raad van Staten ; 't welke zoo eene vaste gewoonte was, dat, het overgeflagen zynde ontrend dc Werving van ioooo Man, gerefolvecrd den 14 Maart 1628. (hoewel dc Refolutie medebragt, dat fe genomenis na Deliberatie van zyn Excellentie en de Raad van S'taten daar op gehouden) de Raad begreep foo feer daar door verkort te weien , dat fe, ten zei ven dage ter Vergadering van Haar Hoog Mogende gevprdert, cn om Advis oveide manier van 't effectueren der Werving gevraagt zynde antwoordt', dat, dewyl de geheele Saab daar toe beleid was, fonder eenige Communicatie met de Raad, welke daar van geen kennis als by praatgerucht gehad had, men alles voorts fielden ter discretie van haar Hoog Mogende, daar by Perfifierende fodanig , dat de Prins van Orange, welke waarfchynlyk den Raad vervangen  MEMORIE voor de MILITIE. 133 had in de Deliberatie , genoodfaakt was het ook te doen in de Executie, doende dooreen Commis van de Financiën maken een Repartitie van de geworven Militie, welke de Staten Generaal Tonden aan de Provinciën, verfockendete gelyk zyn Excellentie en de Raad van Staten , daar over aan de Provinciën nevens Haar Hoog Mogende te willen fchryven, dog löndcr effeét., als dat de Raadom tc toonen , dat zy zich niet w>kle met de Saak bemoejen , fimpeij-k lchreef aan de Provineien, dat alfo Haar Hoog Mogende , de Heeren Staten Generaal (a) aan den Raad gefonden hebben, een Refolutie ran den 24 dezer de Raad niet heeft mogen laaten copie van dezelve aan de Provincie te zenden. Maar 't geen infonderheid ontrent dit ftuk diënd geremarqueert (b) te worden, is, dat de confenten tot Verfterking van de Ordinaris Militie, welke de Staat in dienst had, lelden gedragen zyn niet alleen in den Oorlof met Spanjcn, maar felfs ook lang daar na ,°voor langer tyd als vier maanden van 42 dagen , of voor een halfjaar, als blykt uit de Beiluiten, en dc generale Petitiën van die tyd. Welke generale Petitiën boven dien aanwyfen , dat men in den Oorlog met Spanje byna van jaar tot jaar delibereerde , hoe veel Volk men foude Extra Ordinair aannemen voor het iomer Saifoen na gelegenheid van Saken, dat men O) RaaJ van Staten 25 Maart 162R. (£) Staten Generaal 14 Maart 1628. 4 Maart 1629. 31 December 1630 14 Maart, 19 April 1645. 24 Ju!v Secrete Refo¬ lutie 24 September 17 cn 20 October 16Ö-. 20 Deeemb" ij5. o. 7 Maart 1671. cn 2" Maart 1^--. I 3 .  134 VERZAMELING van STUKKEN &c. men vervolgens meest alle jaren aannam eenige Duifend Waardgelders of Garnjfoen houders , voor drie of vier lange Maanden, om de Steden te bezetten, ondertusfchcn dat de Militie daar uit in 't Veld getrokken wierd. En dat men de vyftig Compagnien van 200 Koppen aangenomen in 'tjaar 1628. en federt gecontinueerd nu hield op 200 des Somcrsen op 100 des Winters, en dan weder het gehecle jaar door op 150 of op 120. Dit dient (gelyk gefegt is) infonderheid aangemerkt, om dat de Maxime van 't vry coni'ent 't welk de Provinciën jaarlyks fouden hebben ontrent het getal van de Militie, (c) dat in 't volgende jaar fal aangehouden worden daar uit ïchynd gefprotcn. Een Maxime - welke in dien zin genomen fcer raifonnabel is , maar welke in de onbepaaldcn zin die door velen daar aan gegeven word, niet alleen ftryd met de grondregels van alle Sociëteiten, maar ook met een gevoelen , dat altyd gepuevaleert heeft in de Republicq (d) te weten dat geen Provincie mag verminderen als met gemcene bewilliging haar aandeel in de Militie ,welkemet gemeene bewilliging aangenomen is: zynde altyd hoog opgenomen wanneer het tegendeel beftaan is. Om te fwygen van latere tyden, en van de verfchillen over deze Materie gerefen na de Vrcede van Munster, doe een Saak, die misfchien in zyn felve goed was, quaad gemaakt wierd, (c) Sie Generale Pititie voor 1709. waarin deze Materie in het breede verhandelt is , Grotius de Jure belle ; e pacis Lib. 2. Cap. 5. v. 17. Cd) Staten Generaal 4 February 1716.  MEMORIE over de MILITIE. 135 wierd, door 't gebruik van onverfchoonelyke middelen. Men vind dat de Staten Generaal den 1 November 1623. op de gegeve Advertentie van 't afwyfen door eenige Provinciën van Compagnien van haar Repartitie verftaan hebben met Advis van zyn Excellentie cn de Raad van Staten , dat geen Provinciën vermogen eigener Authoriteit eenige Compagnien af te wyfen , zonder voorgaande Communicatie 'en Refolutie van de Staten Generaal en de Raad van Staten, en dat ter contrarie gefchiedende , daar tegen met Authoriteit behoord voorfien te worden, en den 9 February 1626. op de gedane Propoütie , dat Zeeland gerefolveert zoude hebben de Compagnien, op haar Repartitie llaande , te reduceren op 100 Man dat aan de Commandeurs van de plaat [en, daar in de Zeeuwfche Compagnien leggen,fal wordengefchre* ven , dat zy in haar Garnifoenen , fodanige Rfiductie niet zullen hebben toe te laten, tot nader ordre van Haar Hoog Mogende en dat daar benevens de Heeren Staten van Zeeland zullen worden befonden door Gedeputeerden uit Haar Hoog Mogende , en ook door zyn Excellentie felve , indien de difficulteit meerder mogt worden bevonden , als men niet mcend om aan dezelve voor te dragen, dat fodanige Refolutien zyn firydende directelyk tegen de Unie, en by eene Provincie alleen niet kunnen genomen worden, ook fchadelyk. cn ruïneus voor den ftaat vaii't Land, met liaar Jiepende niet dan confufie en foodanige fchadelyke Confequentien die zonder everfie van de goede order niet konnen getolereerd worden. In 't jaar 1630. (e) wierd op dc eeritc bekend- (V) Staten Generaal'27. 30. September 1630. 14  136 VERZAMELING van STUKKEN &e, kendmaking dat Vriesland gercfolvccrd had , af te danken 8 Compagnien op haar Repartitie ftaande van de 50 aangenomen in 't jaar 162^, by dc Staten Generaal ter prefentie van de Prins van Orange en de Raad van Staten, niet alleen gerefolveert tefchryven inzeer nadrukkelyke Termen aan de Provincie, maar te gelyk een bezending aan dezelve Gedecernecrt, die voortgaan foude , foo 't fchryven niet hadde aanftonds het gewenschte cffecl:, en hoewel de inhoud van den Brief niet kan gezien worden uit de Refolutie van de Staten Generaal, fo blykt uit de notulen van Raad van Staten van den zeiven dag dat fe daar heen ging: om aan de Provincie van Vriesland te vertoonen de onbehoov lykheid van haar Proceduuren,en den ondienst, die de gemene Saak zoude komen te lyden,foo wanneer by gevolge van dien, een yder' Provincie zoude Procederen tot Casfatie van eenige Compagnien van haar Repartitie, zonder kennis van de Generaliteit, welke dus doende noit zoude kunnen verfekert zyn, van 't getal van 't Krygsvolk in 's Lands dienst dat de Compagnien , hoewel op de Provinciën gerepartitieerd zynde, evenwel zyn , der Qeneralfteits Krygsvolk, en dienvolgens niet mogen gecasfeert nog gereduceert worden fonder kennis van de Generaliteit en van zyn Excellentie, dat over eenige jaren by de Provincie van Zeeland^.mede icis diergelyks gedaan was , maar dat hm haar abuis vertoond zynde , 2,3/ 't zelve heeft g\redresfeerd Doch om niet onderworpen te zyn aan de queeftie, hoe lang de confenten tot het aannemen van de Militie gedragen, de Provinciën ver-.  MEMORIE over de MILITIE. 13? verbinden, en aan de ongemakken, welke daar uit kennen volgen, is in't jaar 1672. gepracfifeert, dat de comenten tot verfterking van de Militie, lbo by Reqrütering als by Werving, gedragen wierden, niet alleen voor een bepaalde tyd, gelyk te voren, cn niet onbepaaldelyk na de hedendaagfehc wyze, maar dat boven dien daar by gevoegd wierd, dat de tyd geëxpireerd zynde, het gedragen confenl IPSÓ F ACT O fal komen te ces/eren, en het aangename Volk door aanfehryving van de Raad van Staten aan de rejpeclive Capiteinen , wederom gelicentieerd fal worden , en de Provinciën in geen verdere betaling gehouden wêfen: gelyk ook geen continuatie of aanhouding van het aangenomen Volk gedaan zal worden , als by voorgaande nieuw conjënt van de gcfamentlyke Bontgenoten, fullende in allen gevalle de Provincie of Provinciën , niet cónfenterende in de continuatie , ook in de betaling van dien 'niet gehouden wezen, maar zich des noods zynde, van het voorfchreve Folk efectivelyk mogen dechargeren , gelyk blykt, by de Staten Generaal ïccrete Refolutie 24 July 1652. 20 September 1658. 9 April cn 20 December 1670. 7 Maart 1671. 4 February en 28 Maart 1672. Maar hoe wel deze Claufule in dc confenten van dat Effect is, dat dc Provinciën niet verder verbonden zyn , uit hoofde van yder particulier confent, als gedurende de tyd waar voor 't gedragen is, foo neemt dat niet weg de generale verpligting , waar in de Provinciën zyn, uyt kragte van de Unie lbo wel in Vredenstyd als van Oorlog, om gefamenderhand te onderhouden , zoo veel Militie, als by geI 5 roéqn,  138 VERZAMELING van STUKKEN &c. meen overleg gcoordeelt word nodig te wezen tot defenfie en verfekertheid van den Staat na tyds gelegentheid. Doch het is te verwonderen, hoe vreemd de Regenten van die tyd, immers van Holland geraifoneerd hebben, over de verplichting fpruitende uit de Unie, cn uit de confenten tot het aanhouden van de noodige Militie tot de gcmeene defenfie; wordende gevonden in het fecreet Register van Holland den 15 January 1 ( 69. dat de Heeren Gedeputeerden van Holland aan die van Utrecht, welke haar ferieufelyk verfogten, rypelyk te willen overwegen of de Provincie van Holland niet onbevoegd was, fonder voorgaande gemeen onderling confent met haar Bondgenoten, op het fchadelyk exempel van de Provincie van Zeeland , (ƒ) de Generaliteits Militie voor een gedeelte feparatelyk te Casferen, onder andereu tot Antwoord gaven , ,, dat de Heeren van Zeeland, in haar voornemen volhardende, alle de andere Provinciën voor eerst mede van felfs, na adveuant van haar refpective Qiiotes , met regt worden gedechargeert , alfoo geen confenten van Lasten, Obligatien zyn , dan die by alle de Provinciën bewilligt, cn ook ejfetlivelyk gedragen worden,en dat niemand van de andre Bondgenoten verobligeert is de Lasten van den Staat en van de gemeene befcherming voor die van Zeeland op zich te nemen, verklarende wyders wel te konnen begrypen, dat de gemeene defenfie door fodanige Proceduren van Zeeland in deze tyden, meer Jchynd te worden verwaarloost als 't wel behoord. In plaats, dat na Regten klaar is, dat de ver- plich- (/') Zeeland had 3 Compagnien gecasfe'ert.  MEMORIE over de MILITIE. 13,9 plichting van dc gefamentlykc Bontgenoten niet ophield door de defectueusheid van Zeeland, en dat dc defectueusheid geen ander Recht gaf aan Holland, als om gefamentlyk met dc andere Bondgenoten Zeeland te houden, tot Pneftatie van haar confent. Wat nu in de tweede plaats betreft dc Executie der Refolutien, welke genomen worden door dc Bondgenoten tot het aannemen en afdank cn van Krygsvolk, om daar van een net begrip tc geven,moet affonderlyk gohandelt worden, van de Werving, Rccrutering, Reductie en Casfatie. Na dat de Bondgenoten tot aanneming van Krygsvolk haar confent hebben gedragen zyn wy, (g) fegt de Raad in een Brief van 20 February 16Ó5. aan de Staten Generaal, volgens Conf ante praktyk tot nog toe geobferveert, als Executeurs van de Unie bcvoegt om volgens de confenten, de Werving te doen, doch hoewel dit waar is van de Werving en die voor 't jaar 1665 gedaan zyn , met die uitfondcring alleen , dat dePrmcen van Orange de Officieren genomineert hebben, foo kan het egter niet gefegt worden, van dc Wervingen gedaan in dat in volgende jaren, als in een fecr bepaalden fin. Want in'tjaar 16Ó5. doe twee wervingen , in September en October gcrefolvecrt zyn , zonder voorgaande Repartitie van de te werven (?) Sie een Brief van Holland aan de andere Provincteii 27 juiy 1650. Staten Generaal 24. Maait 1ó29. 31 Decembe: 1639. H Maart en 19 April 1645. Raad van Sraton «c Maarr 1629. 2. 3. 4. January 164q. 17 Maart ttf. 2j. : April 1645,  ï4o VERZAMELING van STUKKEN &e. ven Militie op de Provinciën , hebben de Staten Generaal de Collonels, en die der vcrdre Officieren aangefteld, en 't jaar i668 en 1672. doe de Repartitie te gelyk gearrefteert is met de Wervingen, hebben de refpective Provinciën de Officieren genomineert, en aan dc Staten Generaal opgegeven, welke foo in 't een als ander geval de Raad verfogt hebben , dezelve in Eed te nemen , cn te voorfien van Commisfien , {/;) mits hebbende de vereyschte quahficaticn en de capitulatien waar op de Wervingen gedaan worden , door defelve te doen onderteekenen, haar te honden tot nakomingen der felve , cn te procederen, tegen de gcbrekigen by Casfatie , of anderlints na gelegenheid van faken. De Recrutering word na dc oude Order geëxecuteerd , by aanfehryvens van den Raad aan de Capiteinen, waar toe geen ander bewys nodig is, boven de Refolutien van de Staten Generaal, van den 9. 16 cn 20 December 1670. ais dat, de Staten Generaal den 9 Augustus 1658. gefchreven hebbende, aan de Betaals Heeren van de Compagnien, leggende te Embden, ten einde dat die wilden ftcllen de vcreischte Ordre, om dezelve weder te brengen op haar oude fterkte, de Raad den ïy'i* fchreef aan de Staten Generaal, dat altyd, alle verfterking en Reductie van het Krygsvolk na de genomene Refolutie van de Staten Generaal, by den Raad zyn geëffectueert geworden, dat de Raad niet konde ber CJi) Staten Generaal 24 September en 20 Oftober 1665. 3. 10. iï. April \669. 7 Maart 1671. 4 February. 22.25, 28 Maart, 1672.  MEMORIE over de MILITIE. ia1 bedenken, waar om de oude geobserveerde Ordre w erd verandert, en dat de Raad verfogt, dat de Staten Generaal daar geliefde op te letten, en van den ouden Voet niet aftegaan, met dat Effect, dat de Staten Generaal den 20^' reiblveerden een generale Recrutering van 25 Man per Compagnie , en den Raad verfogten die Refolutie ter Executie te ftcllcn, zynde het aanfehryven aan de Capiteinen in die gelegenheid gebruikelyk te vilden in't Register van den Raad van Staten den 22 September 1658. De Reductie word op gelyke wyze als de Recrutering geëffechiecrc, door de Raad van Staten, waar op men na kan zien by de Staten Generaal den 18 en 20 Mey 1609. 22 January, 3 Maart en 1 Mey 1643. 24 en 25 November 1650. 4C119 July 1654. 9 September 1660. 16 February 1661. 25 September 1668. 9 April 2 July cn 6 Augustus 1670,'mitgadera de Refolutien van den Raad van Staten 1 February cn 19 Maart 1643 - en't Formulier vanaanfchryvens aan de Officieren den 23 February lóói.en 29 September 1668. welke laatste geregistreerd is in 't Register der uitgaande Brieven. Tot bewys van dit poinct, zyn te meer Refolutien bygebragt, om dat daar over gefchil gerefen is in 'c jaar 1649. CO Wanneer de Staten van Holland een particuliere Reductie gedaan hebbende , fustineerden dat de Heeren Gecommitteerde Raden-op goede gronden wel waren bevoegt geweest, de aanfehryving van de Reductie te doen, foodanig egter, dat zy evenwel om goede confideratien konden 0") Holland 25 en 30 November en den 3 December J640.  iA2 VERZAMELING van STUKKEN écc, den toeflaan, dat fulks van nieuws wierd gedaan, door de Raad van Staten. Maar in 'tjaar 1650. (k) doe de Qua?stie geëindrgt, en dc Prins overleden was, verftond Holland den 10 November , dat de Executie van de Refolutie over Casfatie en ReduEtie, breedcr gemeld in de Refolutie, de Raad van Staten diende aanbevolen te worden, welke 't felve werk eigentlyk is competercnde. Deze Refolutie dicnd met een tot bewys, dat de Casfatie mede 't werk van de Raad van Staten is, waar op boven dien de Staten Gcncaal den 12 Mey 1644. 18 October 1645. 10 November 1646". ti September 1647. 25November 1Ó50. 16 February jöüi. 17 Augustus cn 25 September 1668. konnen nagefien worden, wordende de Provinciën verfogt by dc laatste op een na, de Casfatie van de Compagnien , jiaande op derfelver Repartitie, in het toekomende te laten gefchieden door de Raad van Staten, volgensen in conformiteit van de Ordre van't Land. Gelyk ook de Staten van Holland, wanneer zy den 10 en 11 February 16Ö7. de Gecommitteerde Raden Authorifeerden om de nieuw aangenome Militie, voor fo veel die ftond op haar Repartitie, tc licenticcren, by foo ver geen Order daar toe gcIteld wierd door de Staten Generaal voor half April, te gelyk befloot, datdeSaak daar henen gedirigeert foude worden, dat de Raad van Staten by Haar Hoog Mogende verfogt mogte worden, de voorfchreeve Licentieering volgens de Ordre van 't Land, in gelyke gelegenheden gebruikelyk, tenfpoc- dig' (£) Sie ook Holland van 24 November 1650.  MEMORIE over de MILITIE. 143 digften , en op de gevoegelykfte manier te effectueren. Doch hoe wel de Casfatie geëffectueerd word door den Raad van Staten , lbo Haat het niet tc min aan de rcfpcctive Betaals Heeren , de naam op tc geven van dc Ritmeesters en Capitëinen, welker onderhebbende Compagnien lullen gecasfeert worden door dc Raad van Staten, (7) ten welken einde de Raad, wanneer 'er tusfehen de jaren 1650 en 1Ó72. Militie is gecasfeert geworden , na gemelde verdeeling aan de refpeétive Provinciën fchrcef, om die namen aan haar op te geven, of aan dezelve fond , (m) zoo veel Brieven van aanfehryvens, met open namen als 'er Compagnien moesten gecasfeert worden op elke Repartitie, om gevuld, en aan de Officieren voort gezonden te worden. Doch't fchynt, dat dc Betaals PIceren zyn gewoon geweest, de Casfatie mede aan te fchry ven, aan de Officieren van haar Repartitie , immers hoewel de Staten van Holland toeftond en (gelyk bewefen is) dat de Licenticering van de Militie , volgens dc Ordre van 't Land, moet geëf- • feétueerd worden door de Raad van Staten , foo leggen feniet te min in eenPropofitie ter Generaliteit den 2r December 1668. tot juftificatie van het afdanken of onderfteken van eenige Compagnien , dat haar met bevreemding voorgekomen is, dat zy van haar gedane aanfehryvens aan de Officieren by Misfive, als voorheen , en na ge- woon- (/) Raad van Staten 22 February i<56i. 6 Oftober, 26 November en 5 December iööb'. fw) Holland 26 en 3» November i6C2.  *44 VERZAMELING van STUKKEN •woonte, flflw de Raad van Staten Notificatie gegeven hebbende, dezelve Raad daar omtrent van haar zyde mede niet na gewoonte geprocedeert, en gclyke aanfehryvens aan de Officieren gedaan heeft, foo als de genoemde Raad eenige weken te voren op gelyke Notificatie wel en te regt gedaan had , cn wanneer Zeeland in 't laatst van 't jaar IÓ6S. drie Compagnien gelicenticcrd had, leggen de Staten Generaal by Misfive van den 15 January 1669. waar in zy aan Zeeland aanwelen de onordentelykheid van die ieparate casfatie onder anderen, dat aan den Raad van Staten felfs geen directe advertentie daar van was gedaan , veel min verfogt geworden om aan de voorfchreve drie Compagnien van wegen de Unie mede gelyke aanfehryving te doen. Deze voet van het effectueren der Refolutie cn Confenten van de gefamentlykc Bondgenoten foo tot het Ligtcn als Afdanken van *t Krygsvolk is gevolgd tot het jaar 1672. toe, 't zy dat de Staat een Capitein Generaal had, of niet; hebbende de Heeren Princen van Orange voor die tyd nooit gepratendeert , dat luik een Prerogative van hun Ampt foude wezen, maar na 't jaar 1672. hebben de Staten Generaal dc Executie daar van aanbevolen aan zyne Majefteit van Groot-Brittanien als Capitein Generaal, met uitfluiting van de Raad van Staten en in dc jaren 1678. en 1684. 00 gefustineerd tegen Vriesland: dat. de Casfatie en Reductie altoos gefchied is , of door de Capitein Generaal van de Unie of door d^n Raad (11) Staten Generaal e8 October en 29 Deccnber 1678. Holland 17'November 1718.  MEMORIE voor de MILITIE. 145 Raad van Staten, en dat als de Provinciën dezelve Executeerden aan de Unie, in den Perfoon van den Capitein Generaal van de Unie ongelyk geinfligeert wierd , (0) fchoon dat niet zal aangeVvefen worden , dat de voorige Princen van Orange ooit, fondcr den Raad van Staten, eene Casfatie of Reductie geëffeétueert hebben, felfs niet in 'tjaar 1Ó50. doe by Refolutie van den 18 Augustus vastgefteld wierd, met eenparigheid van Advifen van alle dc Provinciën, dat de Casfatie of ReduEtie van liet Krygsvolk foo te Paard als te Voet foude worden gcéffeÜueerd door zyne Hoogheid , zyn Excellentie Stadhouder en de Raad van Staten volgens de ordre van H Land, Uit welke woorden / boven dien, niet duifterlyk af te nemen is , dat de Prins niet als Capitein Generaal, maar als Stadhouder , cn in die qualiteit Sesfie hebbende in de Raad van Staten, geauthorifeert is tot hët helpen effectueren van de Casfatie en Reductie, om dat; anders de Stadhouder Van Vriesland niet nevens de Prins genoemd zoude zyn geweest. Doch men had in het jaar 1678. eene foo vreemde bevatting van het Ampt van Capitein Generaal van de Unie, dat in de aangetoge Refolutie van den 28 October gezegt word , dat door den Capitein Generaal van de Militie van de Unie en den Raad van Staten van jaar tot jaar, of, zoo wanneer de opkomende nood fulks komt te vtreisfehen, de Petitiën tot onderhouding van 't Vtik van Oorlog gedaan worden. Schoon dat het zoo ver van daar is, dat de Capiteins Generaals zouden Sesfie hebben in den Raad vart Sta* CO Staten Generaal 16 Oftober 1684. K  i46 VERZAMELING van STUKKEN &c, Staten in die qualiteit, dat, wanneer de Prins van Orange in 't jaar 1672. aangefteld wierd tot Capitein Generaal, de Staten Generaal nodig oordeelden by Refolutie vast tc Hellen , L(J>) dat de Prins tot Capitein en Admiraal Generaal verkoren v/ej'ende , onaangefien't voorfchreve zyn Emploi Joude blyven behouden de Sesfie en Stem in de Raad van Staten 3 hem op den 31 Mey 1670. gedefereert.- (ƒ>) Staten Generaal 24 February 1672, NE-  memorie over de militie. i4? NEGENDE CAPITTEL. Van de Aanftelling van de Hooge Militaire Officieren, of Generaals Perfoonen. H et is altyd buiten dispuit geweest, dat de Generaals door niemand anders konnen aangefteld worden ; als door of van wegen de Generaliteit , als zynde gedeftineert tót het Commandement van de Militie in 't generaal, en niet van die, Maande ter befoldiglng, of leggende op het Territoir van deze of gcenc Provincie in 't byzonder, gelyk de Provinciale Capitein Generaal; van welke oude wyze van aanftelling gefproken is, Capittel 5. en daarom Joude men in deze Verhandeling hebben voorby gegaan de aanftelling der Generaals, indien met twee Saken daar omtrent qtlamen in conüdcratic , welke verdienen wat nader geëclaircisfeert te worden ^ uit de Regifters. 1. Of en hoe ver daar omtrent overftemminff plaats heeft. 2. Wat Recht de Provinciën hebben tot het aanftellen van eert Chef, om te gebiedên alle de Militie fondcr onderfcheid van Repartitie, op haar fouvercin Territoir. Over het eerste Poinét is, zoo veel men weet, voor de eerstemaal verfchil gevallen in 't jaar 1633 wanneer, de Survivance van het Ampt van Capitein Generaal den 22^ April, op de Propofitie van Holland, met de Hemmen van vyf 1 winden gegeven, zynde aan Prins Willem K 2 tart  148 VERZAMELING van STUKKEN &c van Orange, daaruit gelegenheid genomen is, om den volgenden dag, met de Hemmen van fes Provinciën en daar onder van Stad cn Lande , waar aan daags te voren geen tyd gelaten was, om te fchryven aan haar Principalen, Prins Fredrik Hendrik van Orange te authoriferen , tot hetcligeren van een Veldmarfchalk , in plaats van Graaf Ernst vanNasfau dic'sjaars te voren gefneuveld was, fonder tyd te willen geven aan de Gedeputeerden van Holland, om ftaande de Vergadering tc notificeren aan haar Principalen Staatsgewyze by den anderen zynde , de intentie van de andere Provinciën. De questie , hier uit gercfen, duurde omtrent drie jaren, wanneer Holland eindeling refolveerde (a) aan Graaf Willem, door de Prins geëligcert uit kragte van dc boven gemelde Authorifatie, toe tc ftaan de Qualiteit en het Traclement van Veldmarfchalk, onder expresfe Verclaring van het Recht van de Provinciën van Holland cn Westvriesland te houden ongepreejudiceert en in zyn geheel. 't Waare te wenfehen, dat gefienkondc worden uit de Registers , waar in eigentlyk het Recht van Holland beftaat, dat de Staten verRonden gekrenkt tc weien door de voorfchreve Authorifatie, doch'c fchynt dat dezelve daar door niet anders gemeend hebben, als de vryheid van deliberatie op een Saak, die onverwagt, hoewel op 't exempel van daags te voren, ter Generaliteit gebragt wierd; want den 20 Mey 1634. doe de commisfie van Graaf Willem gearresteerd, en hy daar op beëedigt was, refol- vcer- (V) Hojland 2 February 24 Mey 1(136.  MEMORIE over de MILITIE. 140 veerde Holland harent wege te doen verklaren, dat de Proceduuren van de andere Provinciën onbevoegelyk waren, en dat de Commisfie aan Graaf Willem gegeven was buiten ordre en gewoonte van de Regering, fondcr iets meer daar by te voegen , en de Gedeputeerden van de Staten Generaal, welken in July 1635. (£) gefonden wierden aan de Vergadering van Holland, om defelve te brengen in 't fentiment van de andere Provinciën, rapporteerden mede niet anders als dat Holland, alvorens begeerde contentement en fatisfactie ten regarde, dat men aan de Heeren derfelver Gedeputeerden geen tyd had begeert te geven om met de Heeren haar Principalen te fpreken, die ten Landdage vergadert waaren. In 'tjaar 1657. doe ten tweeden male verfchil rees tusfehen Holland (c) en de andere Provinciën over de aanftelling van een Veldmarfchalk in plaats van den Heer van Breederode, quam het met foo zeer aan op de manier, waarop fommige Provinciën getragt hadden , dieSaak door te dringen, als op het Recht, t welk Holland beweerde te competeren aan de Provinciën elk in het byfonder, over dc Militie van haar Repartitie, ten dien cffefte, dat het niet zoude wezen in 't vermogen van de StatenGeneraal, byoverftemming,aan te fteh Jen een Overhoofd over de Militie van de Vercemgde Nederlanden gefamentlyk, welkers gelag zich mede foude extenderen over de Militie ftaande ter befoldiging van eene Provincie of ProCé) Staten Generaal 7 en 12 Mey ^35. Holland 12 Mey Iö35- i^O Holland 23 Januarv 1657. K 3 ,  iSo VERZAMELING van STUKKEN &c. Provinciën, niet geconfenteerd hebbende inde aanftelling van dat Opperhoofd. Om dit goed te maken, wierd een Deductie opgefteld , dienende principalyk tot bewys, dat de Militie Provinciaal is, en dat de Provinciën geen meerder Recht over dezelve gedefereert hebben aan 't gemeene Lichaam van de Generaliteit, als feven Souvereine en van den anderen Independente Staten , welke in een verbond getreden, en uit kragte van dien gehouden fouden wezen,haar Krygsmagten tc- contribueren tot mutuele asfiftentie en defenfie; een gevoelen waar van boven Capittel i gehandeld is dog dat, het zy gegrond of niet, foo veel ingang vond, dat de aanftelling van een Veldmarfchalk agtef bleef tot het jaar 1668. wanneer 'er met gemeene bewilliging, twee te gelyk aangefteld wierden, en dat in't vervolg niet getreden wierd tot de aanftelling van een Capitein Generaal, hoe zeer ook verfcheide Provinciën daar toe inclineerden, voor dat de Provinciën doormiddel van een Advis Conciliatoir gebragt wierden tot eenparigheid in bet begin van 't jaar 1Ö72. Sulks dat men fchynd te konnenrekenen voor een faak, waar over de Provinciën, na langtwistens ,eens geworden zyn, dat ontrend de begeving der Hooge Militaire Ampten, voortaan niet gegaan zal worden by overftemming, hoewel die overftemming wel zoo conform fchynt te wezen aan 't 9*te Artikel van de Unie, dat men in de Saken het beleid van deze Confeedratie en 't geen daar aan èependeett en uit volgen zal aangaande, waar onder het Commandement van Militie, by een gebragt wordende tot gemeene defenfie, notoirlyk begrepen is, hem zal reguleren na 't geen geadvifeert n  MEMORIE over de MILITIE. 151 en gefloten zal worden , by de meeste Jlemmen van de Provinciën met uitfondering alleen van Bsjland, Peis, Oorlog, Imposten of Contributien. tot geen van welke uitgefonderde Poincten, de begeving der Hooge Militaire Ampten kan gebragt worden. Wat belangt het tweede Poinót, namelyk het Recht van de Provinciën, tot het aanftellen van een Chef, om te gebieden alle de Militie fonder onderfcheid van Repartitie op 't fouverein Territoir. Alle de Provinciën hebben Stadhouders gehad, tot het jaar 1650. welke te gelyk waren Provinciale Capiteins Generaal, en in die qualiteit hadden het bevel over de Militie foo nogthans , dat zy fubjeét waren aan de Ordrcs van de Generaliteit , als bewefen is Capittel 5. Maar naderhand hebben fommigc Provinciën, welke geen Stadhouders hadden, voor een tyd aangenomen andre Officieren , om onder de Staten en derfclver Gecommitteerde Raden,of Gedeputeerde Staten tc voeren het Opperbevel over de Militie, welke moest by een getrokken worden op haar Territoir. Gelyk Holland daar toe gecommitteerd heeft den 20 December 1664. den Heer van Beverwaard,Sergeant Major van het Leger, enden 11 Maart 1665. vermits desfelfs overlyden, den Heer van Noordwyk, Collonel en Gouverneur van Sluis: authoriferende den Laatsten byRefolutie van den 5 Mey 1665. en by commisfie (onder anderen) om tot fecuriteit van den Staat in 't generaal en van de Provincie van Holland en Westvriesland in 7 Particulier, alle behoorlyke Ordre te Jlellen. (d) mits- , (d) Raad van Staten 5 Mey en 16 July i^-e. K 4  352 VERZAMELING van STUKKEN &c. mitsgaders om de Militie te commanderen, te gelei' den en te doen ageren, foo als hy na gele gentheid en exigentie van faken fal oordeelen te behooren. De Staten van Overysfel eerst den Gollonel Anthony van Haarfolte en naderhand den Collonel Diderik Steek; en Stad en Lande den Luitenant Generaal Rabenhaupt. En is dit Recht van de Provinciën in 't jaar 1666. erkent by de Staten Generaal, wanneer, op't aanhouden van Gelderland, gefecondeert door Overysfel, ten einde dat gedurende de winter een bequaam Perfoon gedespicieerd mogt worden, die, als Chef, zoude mogen commanderen over de Militie, garnifoen houdende in de gemelde Provinciën endaar ontrent, en op 't vertoog, dat de voorfchreeve Provinciën, volgens de Ordre van de Regering, oude en dagelykfe Obfervantien, bevoegd waren , om daar toe de Gerequir eer de Orders te ftellen ,• gelyk fy dan de oogen hadden geflagen op de Perfonen in de Refolutie genoemd; maar dat zy vrefende, dat het aan te ftellen Chef niet zoude gerefpeéteerd worden door de auxiliaireFranfcheTroupqnen door de Commandeurs onder 't Resfort van de Generaliteit, wanneer eenig fecours van haar mogt gerequireerd worden , daar op verfogten, de goede genegentheid en het fentiment van Haar Hoog Mogende , gerefcribeert is aan de Staten ^van Gelderland, dat Haar Ed. Mog. fodanigen Chef ever de Militie, in den haren Garnifoen houdende, v-ïlden aanjiellcn , als zy zullen vinden te behooren , als ook dat dezelve met onderlinge Correspondentie van Overysfel, het voorfchreve Hoofd zoo wel Offencive als Defencive tegen den Vyancl Wet de voorfchreve Militie wilden doen ageren , a!s  MEMORIE over de MILITIE. 153 als breeder by Staten Generaal den 11 en 15 January 1666. Ook wordt een concept Inftructie voor een Provinciaal Over Hoofd!gevonden in 't Register van Holland den 27 January i6$j. maar waarin Articulcninflueren, welke fchyncnfoo weinig over een te komen met de Ordre op het Militaire Commandement, gearresteerd by de groote Vergadering in 't jaar 1651. dat geenfin ts te verwonderen is, dat de Staten feerforgvuidig zyn geweest om het fecreet te houden, en dat bet gebleven is buiten conclufie. Doch bchalven dat Holland (?) verftaan heeft bevoegd te zyn , tot het aanftellen van een Provinciaal Overhooft,om de Militie op haar Territoir tc gebieden, hebben zy in 't jaar 1667. en 1668. wanneer de Deliberatie over de aanftelling van Veldmarfchalken en andre Hooge Officieren, langer traineerde ter Generaliteit, als de Conjuncture van tyd en Saken na haatoordeel konden lyden, gemeent by langer uitftel te konnen procederen tot EleStie van foodanige Provifionele Hoofden over de Militie ter harer befoldiging ftaande, ah waar ontrend ten aanfien van de verkiefing^ der Perfonen tusfehen haar en de andere Provinciën geen merkelyke discrepantie bef peur d of te gemoet gezien wierd, een fuftinue welke niet apparent is, dat de andre Provinciën foo ligt zullen toeftaan als de vorige. O) Holland 21 December 1^67. 12 1553. Febr, K 5 TIEN-  154 VERZAMELING van STUKKEN &c. TIENDE CAPITTEL Van de Patenten, en of, en hoe ver de Pro-vincien die mogen ophouden. X3e Patenten of de Ordrcs, op welke de Militie marcheert van de eene plaats na d'anderc, zyn van ouds gegeven door den Raad van Staten niet alleen buiten het Territoir van de refpeótive Provinciën , maar ook daar binnen, en dat niet alleen om de Militie daar in en uit te doen trekken, maar ook om fe in de Provinciën te verleggen van de eene Plaats na de andere , addresfefende dc Raad haare Patenten, aan de Stadhouders cn Capiteins Generaal van de Provinciën , ten einde om daar by te voegen haar Patenten , zonder welke geen Militie binnen de Provinciën leggende ooit heeft mogen marcheren, of ook wel haar Refolutie en intentie by aanfehryven bekend makende aan de Stadhouders, om door dezelve geëxecuteerd te worden, zonder Patenten daar nevens te zeilden, zodanig egter datdc Stadhouders (a) bevoegt waren, om aan den Raad by Refcriptic te vertoonen de fwarigheden die zy vonden in de Exëcutien van de Refolutien en Ordres van den Raad, om by den Raad daar op gelet en nader gerefolveert te worden. Dit kan bewezen worden met een lange reeks van exempelen uit de Registers van den Raad van (a) Sie Cnpittel 5.  MEMORIE over de MILITIE. 155 van Staten , maar het is buiten dispuit, uifgefondert voor zoo veel aangaat het verleggen van de Militie van de eene plaats na de andere in de Remmende Provinciën, waar ontrent Holland in 't jaar 1651. geweest is van een ander begrip,'gelyk af te nemen is uit de Deductie van den 30 January overgegeven aan dc groote Vergadering. 't Zal niet ondienftig zyn , dat poinét. wat nader tcadftrueren,en wel principalyk uit de HollandIche Refolutien , waar in men vind, dat dc Staten den3iJanuaryi587.opdeingekomentyding van "t verlies van Deventer en de Schans voor Zutphen , gerefolveerd hadden, den Raad van Staten te inftnueren , dat zy Liedengeene kennis willen nemen van de verandering van de Garnifoenen binnen de Landen van Holland , gemerkt zyn Excellentie met de Staten van Holland, daar inne van meening waren te voorfien 't har er meeste verjekertheid, om alle confufie en onverftand te verhoeden, dezelve niet alleen by de latere Refolutie van den 6 February het zelve fodanig gecxpliceert of gercdresfeert hebben , dat van doe voortaan al het geen zyn Excellentie van Lycester, als Gouverneur Generaal der Vereenigde Nederlanden of de Raad van Staten in regard van de bezetting van de Steden, en Sterkten, van Holland , Zeeland, en Vriesland, verandering van de Garnifoenen, Inlegering of Doortochten, in hlolland, Zeeland en l riestdnd, zouden verftaan te moeten gefchieden , geaddresfeeri zal worden aan zyn Excellentie van Nasfauw , (b) om by denjelven , by Advis van de Staten of haar Gecommitteerde Raden 't zelve «c- OO «or £2 Coek fbl. 925.  i5<5 VERZAMELING van STUKKEN &c. e[fcttueerd te worden : Maar boven dien in haar verklaring, overgegeven tot juftificatie van haar conduite tegen fekere Remonftrantie van den Ambasfadeur van Engeland,gezegt te hebben, dat zy aan den Raad van Staten op den laatjhn January (a's de tydingen quamen van het Verraad van Deventer en de Schans over Zutphen, binnen Arnhem, en andere quade geruchten) verfogt hebben voor eenige dagen te willen fuperfed."ren, van eenige Patenten te geven over de Garnifoenen van dezelve Lauden, maar dat zyn Excellentie van Nasfau baren Gouverneur met hen Lieder Advis daar in foude voorfien, en dat by dg Raad van Staten daar in is bewilligt en geconfenteerd, daar mede kan immers de Authoriteit van het Gouvernement van de Raad van Staten niet wezen verkort, 't felve gefchiedendemet haar confent, en in 'tjaar 1590. zeggen de Staten in haar Advis, op een propofitie van den Ambasfadeur van Engeland,en van de EngelfcheRaden van Staten , dat de Refolutien, Ordonnantiën, en Decreten van den Raad van Staten, nopende het leggen en verleggen van de Garnifoenen en 't ligten van 't Volk van Oorlog zullen worden geaddresfeert en geëxecuteerd door de Gouverneurs van de refpeclive Provinciën, met Advis van de Gecommitteerde Raden van Staten derfelver, volgens het oude recht eu gebruik van dezelve Gouverneurs, en den last daar op zy haar rej'peiïive Gouvernementen zyn bedienende. Waar by men nog maar fal voegen, dat wanneer eenige kleine Steden op de Vcluwe, en in (0 Refolutie van de Vergadering van September 1590.  MEMORIE over de MILITIE. 157 in de Provincie van Utrecht in 't jaar 1589. weigerden in te nemen eenige Compagnien Paaiden , de Raad van Staten Repraffenteerde aan de Staten Generaal , dat deze weigering zeer dangereus cn van quaad Exempel , en meerder Confequentie was , ftrydende tegen de algemeene Unie van de Provinciën, met verfoek dat de Heeren Staten daar in zouden willen voorfien, en de Raad van Staateu in de Authoriteit, denzelven gedefereerd, ftyven en flerken na behoor en, ten dienJte van den Landen, ten einde de voorfchreve Ruiteren in de voorfchreve Steden ontfangen mogten worden of dat anderfints alle zaken zouden komen in verloop, (//) waar op de Staten Generaal refolveerden , dat wegens het gebrek van ruuw voeder de voorfchreve Compagnien elders fouden gelegt worden , vcrjlaande niet te min , dat die van den Raad allefints zouden hebben te gebruiken de Authoriteit, Haar Ed: gtconj'ereert, daar in dat zy, voor foo veel hun Lieden aangaat, dezelve ook zullen helpen mainteneren naar haar vermogen. Het geen aanleiding gegeven heeft tot het fentiment, waar in Holland geweest is in 'tjaar 1651. dat de Stadhouders altyd gehad hebben dc Macht om de Garnifoenen te verleggen, zonder voor kennisfe van de Raad van Staten, met Advis van de Gecommitteerde Raden,of Gedeputeerde Staten van de Provinciën van haar Gouvernement, mitz adverterende daar van dc Raad van Staten , als aangewefen is, Capittel 5. Doch dit ftryd geenfints , met het geen dat nu 00 Staten Generaal ;S December 1580. voor en na da. uiditaf.  158 VERZAMELING van STUKKEN &c, n'u getoond is, daar ontrent van ouds gccompeteert te hebben aan den Raad. De Princcn van Orange, Provinciale Capiteins Generaal zynde van byna alle de Provinciën, mitsgaders van Braband en Vlaanderen, en de Landen van Overmaze , gelyk aangewezen is Capittel 6. en in die qualiteit by na over al bevoegt zynde tot het geven van Patenten, trokken het zelve met de tyd geheel en al aan zich ,en maakten daar van een R>danig gebruik, dat de Staten van de Provinciën, na doode van Prins Willem, noodig vondert daar in te voorfien tot haar fekerheid , door de bekende Ordre, op het ftuk van de Patenten, van den 15 Juny 1651. in gefield met veel omzichtigheid, tegen alle verkeert gebruik, dat gemaakt kon worden van de Militie, maar ook zodanig belemmerende 't goed en nodig emploi derzelve, dat men daar van heeft moeten afgaan in veel gelcgentheden, als hier na brceder fal getoond worden. 't Zal niet ondienftig wezen voor af te onderzoeken. 1. Wat gefag de Staten Generaal zederthet jaar 1Ó51. hebben ontrent het Huk der Patenten, en hoe ver de Raad van Staten daar aan deel heeft. 2. Of, en hoe ver de Provinciën gcregtigt zyn , om de Militie op te houden tegen de Patenten van de Staten Generaal. Op het eerfte; de dispofitic over het geven der Patenten, te vooren aan dc Raad van Staten competerende, is wel den 16 Juny 1651. gedefereerd aan de Staten Generaal, maar ten felven dage is medegearreftcert een InflrucliCj waarna de Heeren  MEMORIE over de MILITIE. 159 ren Gecommitteerden ter Vergadering van de Staten Generaal zich fouden reguleren in 't geven der Patenten , mitsgaders een Formulier van Eed, volgens welke dezelve moeten beloven en zweeren, niet alleen, dat zy haar pracifélyk zullen reguleren na den inhoud van de Inftructie , en van yder Artikel van dien, zonder dezelve in eenig gedeelte te buiten te gaan oj'daar tegens te doen> directelyk ofindirefttelyk, nog te gedogen dat daar tegens gedaan worde, maar ook dezen aangaande by Eede renuncieerende van alle particuliere correfpondentie het zy met de Provinciën, Steden of Leeden van dien, of Private of- Particuliere Perfonen, voor foo veel dezelve ten gemeenen beste hinderlyk zoude mogen wezen, en dat fonder aanzien 'van de Provinciën of Steden daar uit zy geboren of verboren zyn, of het particulier profyt. derfelver, van hem zeiven, of van ymand anders, en beloven alleen voor oogen te zullen hebben de welvaart en eonfervatie der Voorfchreve Landen , en van de gemeene Saken, en voorts dezen aangaande doen , dat goede en getrouwe Gecommitteerden gehouden en fchuldig zyn te doen. Wordende zy boven dien by dezelve Refolutie gedispenfeert, voor foo veel het ftuk der Pa* tenten aangaat, van den Particulieren Eed, die dezelve by 't ontfangen van hare RefpeÜive Commisfien of anderzints aanhaar Heeren Committenten gedaan hebben, of nog doen zullen. Zulks dat de Staten Generaal ontrent het ftuk van de Patenten zoo wel als de Raad van Staten befoingeren op een Inftruétie van de g^lamentlykeBondgenooten, en gehouden zyn in even fterke Termen , als gevonden worden m de Inftructie van den Raad van Staten, onder'  iCo VERZAMELING van STUKKEN &c. der Eede te renuncieren aan alle Provinciale en Particuliere infigten en intresfen. Waar uit notoirlyk volgt, dat de intentie van de groote Vergaderinge geweest is , dat geen last van Principalen, geen overnemen, geen aantekenen of tegenfpreken van concluflé zoude plaats hebben, omtrent het ftuk der Patenten. En gelyk de Refolutie en Inftructie van den 16 Juny 1651. zedert het jaar 1672. gehouden is, voor een voornaam Bolwerk van de Vryheid cn van de Independentie van de Provinciën , foo is gedurende die tyd het afleggen van den Eed op dezelve aangefien, voor foo noodig , dat niet alleen eens, en andermaal verftaan is, den 13 Juny 1655. en 11 January 1659. dat alle de Heeren , alvorens Sesfie te nemen in de Vergadering den/elven zouden moeten afleggen, (want fommige meenden te konnen volftaan, metzig te onthouden van de JBefoigncs over het ftuk van de Patenten,) maar dat, om fekerder daar omtrent te gaan alle Heeren , by 't afleggen van den Eed, hebben moeten de lnftru&ie onderteekenen in een Boek dat nog ter Griffie van de Staten Generaal is. En allbo de Raad van Staten fwarigheid maakte omtrend het afleggen van den Eed, op dc nieuwe Inftruclie vóórhaar gearrefteerd, cn by gevolg mede op de Artikelen , die dc Patenten raken, verftonden de Staten Generaal den 23 Juny 1653. dat de Heeren Raden van Staten in handen van den Heer in den RaadprccMerende doen Jouden den Eed gein/oreert in de Infitüüie op het flak van de Patenten, oordcclcnde ge  MEMORIE over ife MILITIE, -iet gëwisfclyk, dat dc Raad van Staten om deel te hebben aan dc deüberaticn over het iritk vari de Patenten, moest gebonden wezen aan den Eed cn rmlrucne daar op gearrefteert. Het deel , dat de Raad van Staten heeft aan de Delibcraticm over het ftuk van de Patenten, beftaat daar in } dat gecne Patenten mogen gedepecheert worden door de Staten Generaal , als na ingenomen Advis van den Raad van Staten en dat fe , gedepcchccrt zynde $ moeten gefonden worden aan den Raad om na te zien of fe conform zyn aan de ordre van den 16 Juny 1651. enfe, zodanig bevindende, te paVapheren, teekenen cn zegelen , en vervolgens af te zenden , met dc brieven aan de Provincie, tot de Patenten behoorende,welke moeten open aan den Raad gezonden worden , oiri nageficn zynde gefloten te worden met het cachet van den Raad. Doch het verdient zyne opmerking, dat het Advis van den Raad moest fchrifteiyk- gegeven worden aan dc Staten Generaal, cn niet mag by monde geuit worden door Commisfarisfen ineen conferentie, waar van de reeden gegeven word in eene Refolutie van Holland van den 9 Juny 1654. dat indeConferenliengebefoingeert werd hoofd voor hoofd , 't geen"zoo veel tc zeggen is,als dat,wanneer de Raad advifcert aan dc Vergadering, gedelibereerd word op het Advis van den Raad , in plaats dat gedelibereerd word op het Advis van de meerderheid der Commisfarisfen uit de Vergadering en uit den Raad, wanneer de Advifen op het ftuk van dc Patenten geformeert worden in eene Conferentie.  16*2 VERZAMELING van STUKKEN &c. En gelyk de Staten Generaal op den voorfehreven 9 Juny 1654. rclblveerden, dat de text van de Refolutie, den 16 Juny 1651. op de groote Saai genomen rakende het ftuk van de Patenten , met den gevolge en aankleven van dien, pertiaentelyk gevolgt zal worden, indebefoinges over dat ftuk te houden, (a) waar toe de allegatic van den Heer prrefiderende, dat jegenwoordig daar omtrent gebefoingeert wierd door Commisfarisfen van Ptaar Hoog Mogende met Gecommitteerden van den Raad van Staten hoofd voor hoofd, occafic gaf, zoo vind men aan dc anderen kant, dat dc Raad van Staten in 'tjaar 1658. wanneer de Staten Generaal een Conferentie gedeccrnccrt hadden, over'tverfterken van verfcheide Garnifoenen, in de Conferentie deed voordragen, (/>) dat bevonden word by de Refolutie den 16 Juny 1651. op de groote Saai genomen , dat de Vergaaering van de Staten Generaal op het verleggen van Compagnien en 'i geven van Patenten zal nemen 't Advis van den Raad van Staten, dat ook het zelve ftaat in de Inftructie voor den Raad, dat de Raad daar op aan Haar Hoog Mogende Vergadering zelfs zal adviferen., dat wel waar is, dat gedurende den Engelfchen Oorlog daar van wat is afgegaan om de haastigheid, als anderJints, en Conferentien over 't geven van Patenten zyn gehouden , dan dat de Staten Generaal daar na by Refolutie van den 1 Juny 1654. hebben verklaart, dat men weder zal blyven by den voet, begrepen in de voorfchreve Refolutie van den 16 Juny 165ï. En dat de Raad in 't jaar 1660. (Y) haar (ö) Refolutie Senten van Holland 9 Juny 1.654. o") Ra:K' van Staten 15 Augustus 1658. (c) Raad van Staten 22 November 1660.  MEMORIE over de MILITIE. fcïjj haar Gecommitteerden tot fekere Conferentie gelaste , verdagt te zyn niet te Adviferen op het geven van Patenten, atfo het zelve by 't Collegie van den Raad moet gedaan worden volgens de trdre van 't jaar 1651. en verfcheide Refolutien daar op gevolgt. Ook is nu en dan contestatie gevallen tusfehen de Staten Generaal, en den Raad van Staten over de Communicatie van de redenen, dienende tot verandering van de Garnifoenen, of de Marseh van de Militie, waar over het Advis van de Raad van Staten gevraagt wierd, 't geen de Raad van Staten den 19 July 1666. deed refolveren, dat in 't toekomende niet ge dient zal worden van Advis op eenige Generale Propofitie, tenderende tot verandering van de Garnifoenen , en 't verkenen van Patenten, maar al ■ leenlyko!)fodanige , dewelke bekleed zullen zyn met eenfpecijl[ueexpresfie van de redenen,op dat in 't formeren van 't Advis gekt mag worden op den dienst van 't Land, cn den 12 November 1666. fchrcef de Raad van Staten aan de Staten Generaal , dat de Raad , ond r rt verentte, meende haar Advis niet te beftaan in een aveu van 't geen albertids is gedaan, noch in een jimpleformaliteit tot Executie van een gearrefleerde zaak maar na de fondamentek ordre van de Regering in een Prceadvis, 'f welk in zyn Natuur, en volgens de gemelde ordre moet gaan voor alle dispofitie, infonderheid in het ftuk van de Patenten , cn in zaken van Oorlog, en over 't Volk van Oorlog , en den 14. December 1666. dat by de Raad op het Emploi van 's Lands Militie logerende omtrend de grenfen van Oostvriesland niet kende geadvifeert worden , by manpuement van kennis van de Conftitutie van SaL 2 ' ken  if54 VERZAMELING van STUKKEN &c. ken in 't voorfchreve Landfchap mitsgaders Van de Traclaten van Alliantien, welke van wegen dezen Staat jongst gefloten zyn, het zelve noch na-' der adftruërende by Misiïve van den 19. en de Patenten niet doende parapheren , teekenen „ zegelen, en afzenden, voor dat de Raad , die op den 21. verfogt wierd, en Corps te komen in de Vergadering van de Staten Generaal, aldaar door monde van den Heer Prcefident, mitsgaders uit de Advifen van de refpeStdve Provinciën kennis bekomen had van de conftitutie van de Saken in Oostvriesland, en oordeelde dat daa? door voldaan was? aan de ordre op het ftuk van de Patenten gearre* fieerd. Hoewel daar van (tot verwondering) geen aanteekening gevonden word in 't Register van de Staten Generaal, aan welke de Raad den 8. September 1667. by een andere gclcgentheid fchreef, dat de Raad by manquement van de nodige informatien , in het formeren van haar Advifen zich doorgaans niet konde acquite7en , als ten besten van de gemeene zake misfchien wel foude worden gerequireerd, zynde daar door onbekwaam om haar Advifen te bekleeden, met de redenen en motiven naar gelegenheid van faken ter materie dienende, met verfoek, dat Haar Hoog Mogende geliefden , voor het toekomende , aan den Raad de eer te doen van Communicatie, te"1 geven van zaken, zynde van die natuur, over' welke aan de Raad by Inftructie, of de Directie. of de Executie is aanbevolen , gelyk zedert de Eretïie- van den Raad fuccesfivclyk genoegfaam tot deze laatfte jaren loffelyk is geprattifeert geweest Belangende het tweede poincl, namelyk of» en hoe ver de Provinciën geregtigt zyn, om 4e Militie op te houden tegen de Patenten van de  MEMORIE over de MILITIE, 165 de Staten Generaal; de Staten en Stadhouders hebben altyd het recht gehad, om te vertonen de fwarighcden, welke zy vonden in de ordres van de Raad van Staten, doe de Militie op de Patenten van den Raad , of op het aanfchryven van dezelve aan dc Stadhouders, marcheerde, en daar op redres of nadere Refolutie te verwagten , als Capittel 5. vertoond is, en het is ongetwyfeld op dat fondament, dat Holland en Zeeland in het jaar 1651. (d) van Advis waren , dat het geven van de Patenten behoorde gelaten te worden aan den Raad van Staten , daar by voegende, dat de Staten of Gecommitteerde Raden, redenen hebbende om de Compagnien niet te laten volgen op de Patente n van de Raad, daar van in allen haast aan den Raad Advertentie zullen geven, cm by den zeiyen Raad daar over geoordeelt te worden, en de redenen niet fuffifant vindende, dat op het tweede verfoek van de Raad de Compagnien, in de Provintie 'leggende, en niet zynde van dezelve Repartitie, zullen moeten volgen, en die van de Repartitie niet, dan met Expres Confent en Patent van de Betaals Heeren zullen mogen werden ge ligt. Maar in dc Refolutie den 16 Juny 165- r, genomen op 't ftuk van de Patenten, word'niet gerept van dc macht van de Provinciën om de Patenten onder de bovenflaande of andere bepalingen op te houden , niet dat foo een important Poinct zoude by Inadvertentie overgeflagen wefen in eene Refolutie , welke met ry, per overleg genomen is, als eenige Refolutie van 00 Groote Vergadering 30 en 3I January 1651, & 3  ï66 VERZAMELING van STUKKEN &e, van dc groote Vergadering;noch dat de Bond-r genoten, defererende aan de Vergadering van de Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit het geven der Patenten op voorgaande Advis van de Raad van Staten zoude gehad hebben, foo volkomen vertrouwen in de Dispofitie van de Vergadering, dat zy zoude onnodig gCr acht hebben, aan de Provinciën tc referveren haar oud Recht omtrend het ophouden der Patenten, in cas van merkelyke fwarigheid,maaide recde daar van is, dat de voorfchreve Refolutie mede brengt, (e) dat tusfehen de Bondgenoten met gemeen Advis zoude worden beraamd, hoe veel Compagnien binnen yder der Geünieerde Provinciën zullen worden gelaten, tot befettin'gvan de Steden en Forten van dien, mitsgaders tot Ast jifientie van de Overheden, in het uitvoeren van haar Politique Bevelen, welk getal door uitligting niet zoude mogen worden vermindert als in tyd van nood, en met Expres Confent van de Staten van dezelve Provincie of derzelver Geauthorifcerden , mits, dat de nood voorby zynde, defelve wederom zullen worden gelegt in haar vorige Garnifoenen, of anderen, in plaatfe van dien, 't welk aan de eene kant aanwyst,dat de Staten Generaal met Advis van den Raad zoude hebben volle Dispofitie over de Militie, welke zoude leggen in de Provinciën , boven 't getal't welk zoude worden beraamd tot een vaste cn permanente bezetting van yder Provincie, zonder dat die foude mogen opgehouden worden, en aan de andere kant dat de Staten Generaal geen dispofitie ■ (c) Sie ook Inftructie van de Raad van Staten 18 July . 1651. Artikel 10, 13.  MEMORIE over de MILITIE. 167 fitie altoos zoude hebben over dat beraamd getal van Militie, als in tyd van nood, en met voorgaande Confent van de Provinciën refpeetivelyk. Maar dewyl fodanige lyst van vaste bezetting niet gearrefteerd wierd, om dat de Provinciën , met welkers gemeen Advis die fouden beraamd worden , malkanderen daar over niet konden verftaan, zoo is al den 20 December 1652. eene commisfie gcdecernccrd by dc Staten Generaal om tc examineren , hoe ver de Provinciën bevoegt zyn uit kragte van de meer gemelde Refolutie van den 16 Juny 1651. of niet om te mogen weigeren het uittrekken van Compagnien op Patent van de Staten Generaal, doch daarvan is geen Rapport foo men weet. Dan de reeden cn natuur der Sake brengen mede, dat wanneer 'er geen lyst van dc vaste bezetting, die gelaten moet worden in elke Provincie , gemaakt is , pndertusfehen de oude ordre ontrent dit ftuk moet blyyen ftand grypen, dewyl de ordre van den jare 1651. een fodanige lyst onderfteld. Ook fchreef den Raad van Staten dien conform aan de Staten Generaal den 24 Mey 1656". dat haar dacht ten allerhoogfïen nodig en dienstig te zyn,dat eene vaste Refolutie wierd genomen, dat geen van de Provinciën het ophouden van Compagnien meer voorneme, maar dat ingevolge van de ordre op het geven van de Patenten, de Provinciën na het ontfangeu van de Patenten voor Compagnien in de Provintienleggende, de reden-, die foudtnmeefien te zyn om die niet te laten volgen, als het de .tyd lyden kan, dadelyk over ie fchryven,- om te word.n geexamineert, en niet aangenomen werdenL 4 de,  ï68 VERZAMELING van STUKKEN &q. de, op de refcriptie ierftond zonder nalaten dezelvt laten volgen,, doch daar kwam al mede geen finale Refolutie, gelyk ook niet op dc Refolutie Commisforiaal van den 17 January 1662. en 2 July 1667. en 18 April 166$, alle tenderende , om té beramen een voet en ordre waardoor de Provinciën gedisponeert zouden kunnen worden tot het pareren en deferereii aan de ordre den '16 Juny 1631, ($ het fiuk' van Patenten op de groote Zaal van Hof gearrefleerl tot voorkomin'ge van confuficn in den Staat, waar by in de laatfte Refolutie zeer wysfclyk gevoegt wierd, als het ware middel om de ordre bp de Patenten te doen nakomen, en te beramen hoe veel Cmpagnien binnen yder der Geünieerde Provinciën zoude bchooren te worden gelaten tot bcfetting van de Steden en Forten, mitsgaders tot Asjiftentie van de Overheden in het uitvoeren van haar. Politike Bevoelen, foo als breeder in 't 6 Artikel, van de voorfchreve Refolutie uitgedrukt [laat. Maar wanneer cindclyk den 4 February 1672, een fodanige lyst gearrefteerd wierd, met by voeging , dat het getal der Compagnien ten voorfebreven einde gedestineerd, door uïtligting niet zal mogen werden vermindert &c. zoo. wierd te gelyk vastgefteld, dat de verdere Militie die lfven de voorfchreve beraamde bezetting in eenige Provinciën, ftem in Staat hebbende, zoude mogen leggen , *t allen tyden tot Emploi vaardig gehouden zal voorden, en fulks de Provinciën gehouden zyn dezelve op'de gewonelyke Patenten abfolutelyk ie Uiten volgen. Doch dewyl men in de Refolutie van 16 Juny 165r. op 't ftuk van de Patenten principajyk beoogt had , de fckerheid van de Provin-' 'cien  MEMORIE over de MILITIE. i6g cien tegen het misbruik, dat konde gemaakt worden van de dispofitie over de Patenten, fondcr veelte reflecteren op de onfckerheid,langfaamhcid cn andere inconvenicnten , waar aan de Marsch van de Militie gefubjecteerd wierd, door de menigvuldige Prrecautien in de Refolutien vervat, kwam 'er geen gelegentheid voor, om ecnig getal van Militie te doen marcheren , of men wierd die inconvientcn gewaar, cn fogt die, foo veel mogelyk was, weg te nemen, gelyk gezien kan worden uit het Advis van dc Raad van Staten van den 21 December 1657. cn Van Holland van den 5 April 1658. over 't Redres van de Militie, beide genoegfaam van denfefvep inhoud; waar "n verfcheide Inconvenicnten aangewefen won den, welke men ondervonden had , in 't fa^ mentrekken van het corps , gedestineert tot het apuieren der devoiren, die dc Staten Generaal deden aanwenden door Gedeputeerden uit haar Vergadering en uit de Raad van Staten tot het wegnemen der verfchillen tusfehen den Bistchop en de Stad van Munster. Maar particulierlyk wierden om te remediëren aan die Inconvenicnten , verfcheiden formulieren van Patenten cn Acten van authorifatie gearrefteert in den jaren 1666. 1668. 1671 en 1672. waar by in erTefte de ordre op het ftuk van de Patenten voor de tyd van dc Expeditie of Campagne, en in regard van de Militie daar toe by lyste gedestineert, opgefchort en buiten effect gefield worden in faveur van de Gedeputeerden te Velde , en dc Gommanderenden Generaal. En namelyk een formulier van Patenten U i voor  jjo VERZAMELING van STUKKEN &c. voor Compagnien, om te marcheren op ordre van de Heeren Gedeputeerden en Gevolmagten te Velde , na ingenomen Advis van de gene, die het Commandement van de Militie al bereids is, of noch aanbevolen zal worden. Een te depecheren by de refpeftive Provinciën voor Compagnien ftaande op de lyst van emploi, om gedurende dc Expeditie te Pareren aan 't Patent, te geven door de Staten Generaal , of door de Heeren Gedeputeerden en Gevolmagtigden tc Velde. Een te depecheren by dc refpeétive Provinciën voor Compagnien ftaande op de lyst van emploi, om gedurende de Expeditie in, en door dc refpeótive Provinciën te trekken op Patent, van de Heeren Gedeputeerden en Gcvolmagtigde te Velde. Een te depecheren by de Heeren Gedeputeerden en Gevolmagtigden te Velde voor de Compagnien ftaande op de lyst van emploi. Een formulier van Acte van authorifatie, waar by gelast word aan de Ritmeesters en Capiteinen van de Compagnien, liggende in zekere Plaatfen,tc marcheren, wanneer zy op ontboden worden door den Generaal of Hoofd-Officier in de Acte genoemt. En eindclyk een formulier van Acte te pasferen by de Provinciën, om de Compagnien door fodanig Generaal of Hoofd-Officicr of wel door dc Gedeputeerden te velde te zenden in haar Provincie, ten allen tyden zonJer Provinciaal Patent weder te laten uittrekken, op desfelfs Ordre of Patent van dc Staten Generaal. Alle welke formulieren gevonden worden by dc  MEMORIE over de MILITIE. 171 de Refolutie der Staten Generaal den 14 February 1666., 18 en 23 April 1668., 14 December 1671. 17 April en 15 Mey 1672. de drie laatfte in het fecreet Register. Ook hebben de Staten Generaal fomvvylcn aan particuliere Provinciën verleend Aften van authorifatie, by forme van Patenten, om te ligten eenige Militie uit de plaatzen van het Diftricr. van de Generaliteit, het zy tot haar defenfie, gelyk te zien is, by de Staten Generaal den 5 en 20 Mey en 20 Juny 1672. of tot bemanning van de Vloot, by de Staten Generaal den 4 October 1651. 15 Juny 1652. 26 Juny 1664. 2 April en 6 Oélobcr 16Ó5. doch hoewel zodanige Acten van authorifatie niet gegeven wierden als met by voeging, dat de Provinciën uit kragte derfelver eenig Volk trekkende aanftonds zouden daar van de Staten Generaal en de Raad van Staten adverteren, foo lieten fe daarom niet na dangercus te wezen, voor de verfekertheid van dc Fronticrcn, gelyk zy daarom ook op de reprefentaticn van den Raad van Staten van 3 Mey 1666. en 11 February 1667. ingetrokken fyn by Refolutie van de Staten Generaal van 16 February 1667. Voorts was de ordre van 'tjaar 1651. op 't ff.uk van de Patenten van te deheilder Executie, om dat de Patenten gedepecheert wierden , niet Regimentsgewyfe,maar voor yder Compagnie afibndcrlyk ,'boven 't welk nog aan de Hoofd-Qfficierèh van de Regimenten een aparte ordre gefonden wierd door dc Raad van Staten,op Refolutie van de Staten Generaal, wanneer goed gevonden wierd, dat die zich zouden vervoegen by de Regimenten, gelyk onder anderen af te nemen is uir  172 VERZAMELING van STUKKEN &c. uit de aangetoge fecrete Refolutien van de Staten Generaal van den 17 April '1672. en uit die van den 28 April 1664. en 9 April 1668. want tot het jaar 1672 toe, zyn de Hoofd-Officieren gedispenfeert geweest ,"van, buiten fpetiaal aanfehryvens, zich op te houden by de Regimenten, uitwyfens-de Refolutien van de Staten Generaal van 30 Mey 1668, en 6 Augustus 1670. en van de Raad van Staten van den 15 January 1653. en 24 Mey 1657. Op deze wysis gehandeltmethet werk van de Patenten tot het jaar 1672. wanneer de gehcele Dispofitie daar van overgegeven wierd aan den Capitein Generaal van den Staat, voor zoq veel die competeerde aan de Generaliteit of aan de Provinciën in 't gemeen, want, hoewel uitdrukkelyk geftatueerd enbevoorwaard wierd by het2..Artikul der Inftructie van den 24Fe^ bruary 1672. voor den Capitein Generaal, inhoudende niet foo feer het devoir van desfelfs Ampt , als de Conditiën waar op de Provinciën malkander na lang twistens verftonden, om de Prins van Orange daar toe aan te ftellen, dat den Capitein Generaal op den Eed zal verbooden wezen zich E ENIGS INTS aan te matigen het geven van Patenten aan 't Volk van Oorlog, maar dat de Patenten gedepecheert zullen worden volgens de ordre en forma daar toe op de groote en folemnele Vergadering van, den 16 Juny 1651. gearrefteerd. Zoo is by Refolutie van den 8 July 1672. aan denfelven , geconfereert TOT KENNELTK fVEDERSEGGEN TOE, zodanige vrye macht over de Patenten en andere Saken tot de Militie fpecterende als de voorgaande Hu-  memorie over de Militie i73 Heeren Princen van Orange, als Stadhouders en als Capitcinen Generaal ten refpecte van dc Militie geexcerceert hebben, waar door niet alleen twee vcrfchillende Ampten met malkander geconfundeert zyn, maar boven dien een onbepaalde macht over de Militie aan den Capitein Generaal gegeven is. Alfoo de Refolutie niet fimpclyk ïpreekt van de macht, welke aan de vorige Princen van Orange WE TTELTKgecompeteerd heeft, maar van de macht welke dezelve geëxcerceert hebben, en het bekend is, fat dezelve niet allefints gebleven zyn binnen de palen van hunne commisfie. En heeft vervolgens het afleggen van den Eed op dc Inftructie op het ftuk van de Patenten ter Vergadering van de Staten Generaal opgehouden , hoewel dezelve nog nu en dan immers in dc eerfte jaren , by voorvallende gelegentheden Patenten gegeven hebben, gelyk (onder anderen) blykt uit de Refoiutien van de Staten Generaal van den 13 en 21 Mey 1676. gelyk ook Vriesland en Stad en Lande nooit Militie hebben laten marcheren uit haar Territoir als op Patent van de StatenGeneraal. Zyn Majefteit van Groot-Brittanien, Glorieufer Gedachtenis, in het jaar 1702. overleden zynde, is geen het minste bedenken gevallen by de Staten Generaal noch by den Raad van Staten, of de directie en dispofitie van de faken van Oorlog, cn over 't Volk van Oorlog, en fpcciaalyk mede de dispofitie over 't verleenen der Patenten, weder gevallen waren in handen, waar m de gefamentlykc Bondgenoten die gefield hebben in het jaar 1651. Doch de Heeren Gecommitteerden ter Verga-  ï?4 VERZAMELING van STUKKEN gadering van de Staten Generaal hebben zich blyven dispenferen van te Befweren de Inftructie op het ftuk van de Patenten, fchoon dat die Eed voor dezen zoo nodig geacht is, als boven is aan geweien. „ Dat dit niet overeenkomt met de ordre van „ 't jaar 1651. die gerevifeertis, met het over,, lyden van Hoog Gedachte zyne Majefteit, „ lydtgeen bedenken, maar 't verdient zynere,, fleclie, of het niet van een gevaarlyk gevolg „ is , dat een zoo wefentlyk deel van een gene„ rale order, door de Bondgenoten met lbo veel ,, omfigtigheid cn overleg, cn op foo een plechtige wyzc gedecreteert ,als de ordre op 't ftuk van de Patenten kan geaboleert, of buiten „ practicq gefield worden , zonder expresfe „ Refolutie van de Bondgenoten, cn of de Vergadering van dc Staten Generaal zeerbequaatn is, om te disponeren over dc Patenten , fon„ der Eed gedaan tc hebben op de Inftructie." Immers de Heeren Staten van Holland oordeelden in "tjaar i65i.(/) voor dat de Inftructie en Eed op het ftuk van de Patenten gearrefteerd waren, dat de Saken van de direEtie van Oorlogsmet het geen daar van dependeert van die natuur zyn, dat dezelve inde Vergadering van de Staten Generaal niet vrugtaarlyk en fulks als de dienst van de gemeene bescherming vereischt , verhandelt konden worden, doordien de Heeren in dezelve Vergadering comparerende , zynde inden Eed van de particuliere Provinciën daar van dezelve gefonden zyn , en niet in den Eed van de Generaliteit, door de interessen van haar particuliere Provinciën, ligtelykfodanig kon- (f) Sie Deduaie 30 January 1651.  MEMORIE over de MILITIE. 175 konden worden ingenomdn, dat daar door de nodige befcherming van het gemeene Lichaam van dm Staat veragtert zonde kunnen worden, om welke redenen Prins Willem, 'HoogLoffelykerMemorie, O verGrootvader van den jegenwoordigen Prins vaji Orange , in zyn tyd ferieusfelyk heeft aangehouden, en eindeling mede de zaake foo verre gebragt, dat by goedvinden van de gemeene Bondgenoten, de voorfchreve directie is gedefereert aan foodanig Collegie (te weten de Raad van Staten) in het welke de Gedeputeerden van wegen de refpective Provinciën aldaar comparerende wel zyn in ongelyk getal ten opzigte van de ongelyke contributie en intrest dat dezelve hebben in de confervatie van de gemeenen Staat, maar alle by Eede verplicht te renuntieren van alle particuliere correfpondentie 't zy met de Provinciën, Steden , of privative offarticuliere Perfonen, voor foo veel dezelve den Gemeenenbeste mogten wezen hinderlyk , en dat fonder aanfien te nemen op de Provincie of Steden, daar uit defelve zyn geboren of verkoren , of particulier prof yt derzelver van hun zelve of van ymand anders, zy lieden allecnlyk voor oogen zullen hebben de eere Godes en de welvaard en confervatie der voorfchreve Landen en gemeene Saken. ELF-  ffè VERZAMELING van STUKKEN kéi ELFDE CAPITTEL Van de Militaire Verloven- J3it Poinft fch'ynd gcnocgfaam van dezelve natuur met dat van de Patenten, fuiks dat het niet wailvoeglyk zoude wezen, en gewisfelyk Veel confuüe voorkomen , zoo de dispofitie over beide gepaard gingj Van ouds heeft het geven der Verloven geftaan niet alleen aan de Staten Generaal , maar ook aan de Raad van Staten, en aan de refpective Provinticn. Om van de Jaatfte te beginnen , 't blykt klaar uit het eerftc Artikel van het Placaat van den 4 February 1599. op het ftuk van de Monftering; en uit de Refolutie van de Staten Generaal van den 5 July 1637. dat de Provinciën van ouds zyn gequalificcert geweest tot het geven van Verloven. Maar 'tis niet even klaar welke Provinciën daar door verftaan worden , die, op welker Territoir de Regimenten cn Compagnien leggen, als welke voor die tyd hebben 't hoogfte cn immediaat gezag over de Militie, of de BetaalsHecren, of Beide. Maar, die discusfie aan een zyde Treilende, Prins Willem de Tweede van Órange, welke met zyn Heeren Vooronders allengskens het geven der Verloven aan ZICH GETROKKEN had, was niet overleden in 't jaar 1650. of men merkte het nadeel, dat de gemeene zaak leed en  Memorie over de militie. 177 by vervolg lyden zoude door de Provinciale Verloven. Want zouden de Seven Provinciën yder afzonderlyk , en vooral, zouden de Betaals Heeren aan de Officieren van de Militie haarer Repartitie , leggende buiten haar Territoir, Verloven geven , zo zoude noch de Generaliteit, noch de Provinciën , op welkers Territoir Militie van de andere Repartitien quara te leggen, kunnen Haat maken op de Militie, dewyl de refpective Betaals Heeren die zouden kunnen Rellen buiten Raat van activiteit door 't geven van Verloven aan de Officieren. En daarom is den 12 July 1651. een formulier van Verloven by de Staten Generaal gearrefteerd, waar van het oogmerk was, dat dé Staten Generaal en niemand anders zoude Verlof geven , maar dat daar op attaché zoude moeten verfogt en ook geobtincert worden van de Betaals Heeren , lbo wel als van de Provincie, waar in het Regiment of Compagnie legd. Doch dit formulier gearreRcert zynde by de ordinaris Vergadering van de Gecommitteerden ter Generaliteit op een tyd ('t geen wonder fchynd) wanneer de Provinciën Extra Ordinaris en Staatsgewyze in den Haag Vergadert waren, fchynt weinig ingang gevonden tc hebben. Want niet alleen Relden de Staten Generaal den 2 Augustus 1651. een Conferentie aan met de Gecommitteerden van de Raad van Staten , onder anderen, om te letten , of de refpective Provinciën zouden dienen aangefchreven te worden, dat dezelve agtervolgens het forM mu-  373 VERZAMELING van STUKKEN &c raulier van Verlof, ter Vergadering gearrcfteert, geen abfoluit Confent aan de Militaire Officieren voor het toekomende wilden verleenen, maar alleenlyk attaché op het verkregen Confent van de Staten Generaal, maar den 6 September wierd een nadere Conferentie aangefteld , tot het beramen van een generalen Voet cn ordre op het vcrleenen van Verloven. In die nadere Conferentie zyn verfcheide voorflagcn gedaan , zoo van de zyde van dc Staten Generaal als van die van de Raad van Staten, welke niet als th generale Termen . gevonden worden, in derfclver „Registers; maar zeer net aangeteekend zyn in dat van de Staten van Holland op den 20 September (a) en beftaan in de fes volgende. „ Dat de Verloven zoude worden gegeven „ by de Staten Generaal, ook hy de Raad van Staten, mits doende den een den anderen „ daar af Notificatie-, en de beide Collegien fou,, den houden pertinent Register van dezelve, „ fonder nogthans dat het een Collegic ver,, löf zoude mogen geven aan den genen , die ,, by het andere Collegic afgewefen zyn. „'Dat de Verloven fouden werden verfogt, ook verleend by beide de Collegien, doch „ dat geen Verloven van waarde zullen wefen hetenzy dan bezegeld van beide Collegien. „ Dat de Staten Generaal alleen, naar voor- gaande advys van den Raad, de Verloven „ zouden geven, 't welk dan mede bezegeld i, zoude worden van den gemclden Raad, zon- „ der Sie ook Heirftëïcfe Leeuw, folio 19a.  MEMORIE over de MILITIE. 170 „ der dat dezelve de onderzegeling zullen mosj, gen weigeren , en dat dicnsvolgende de Raad „ van Staten alleen de Requeste, die ten dien einde aan haar mogte worden geprafen„ teert, zullen hebben te renvoieeren aan de „ Staten Generaal. „ Dat een dach in de week zoude worden „ vastgefteld , om door de Gecommitteerden j, uit de beide Collegien , dc Requesten van „ Verloven te doen examineren, cn de Staten „ Generaal adviferen of de i^erfogtc Verloven „ fouden kunnen toegeftaan , of geweigert „ worden , en dat dan dc Verlox^en fouden „ worden uitgegeven op den naam van de Staten Generaal, gehad hebbende daarop het „ Advis van den Raad van Staten, met de on}, derzcgcling van den gcmelden Raad. „ Dat gelyk getal van Gecommitteerden uit „ beide Collegien zouden kunnen worden ge„ authorifcert op de Requesten van Verloven „ te disponeren cn dat dan de Vérloven , na „ voorgaande rapport daar van gedaan, op de „ naam van beide Collegien met de onderze„ gchng van dien worden geaccordeert. „ Dat geen Verloven zouden mogen worden „ verfogt dan van de Staten Generaal, die dan „ fulks zullen kunnen afllaan of anclerfmts „ renvoieeren aan de Raad van Staten, om te „ disponeren, en in geval 't zelve bydcRaad m mogte toegeftaan worden, dezelve dan op „ den naam van denRaad alleen uitgegeven,zon„ der nogthans dat dezelve van waarde zullen ,, weefen, zy en zyn dan eerst gezegeld van i, de Staten Generaal." Deeze fes verfcheide voorfiagen onderftellen M 2 al-  tta VERZAMELING van STUKKEN alle, dat de Provinciën voortaan geen Verloven zouden geven , maar zich genoegen met het geven van Attachés , 't welk onwederfprekelyk blykt uit de voorfchreve Refolutie van Holland , waar in immediatelyk volgt agter de voorfchreve zes voorflagen, en wanneer de een of andere voorflag mogte worden aangenomen , dat ah dan aan de rejpective Provinciën zoude worden aangefchreven en verfogt by haar geen V>rJoven, maar alleen te geven Attaché van de Verloven, by de Staten Generaal of de Raad van Staten, zoo ah men dan fal goedvinden , verleend , om te verhoeden confufie en disorder die dezelve anders zoude na haar flepen. Doch niet alleen de Staten Generaal, en de Raad van Staten hebben in 't jaar 1651. begrepen dat de Provinciën geen Verloven behoorden te geven : Maar Holland is van 't zelve verftand geweest, want hoewel die gefluctueerd heeft in de keufe tusfehen de bovengemelde voorflagen, verklarende zich den 28 September voor de laatfte en den 7 October en 8 December voor de derde, foo heeft fe in beide gevallen duidelyk gcconfentccrd, dat de Provinciën zullen uitgefloten zyn van het geven van Verloven , want de Refolutie van den 28 September brengt uitdrukkelyk mede dat ter Generaliteit zal ingebragt worden. Dat de refpective Provinciën zal worden aangefchreven en dezelve verfogt geen Atten van Verloven in forma , maar alleenlyk te willen geven Attaché op de Virloven, op de naam van de Raad van Staten als voren gedepecheert, die dezelve Officieren ook zullen gehouden wezen te verfoeken. En de Refolutie van den 7 Oc- to-  MEMORIE over de MILITIE. 181 tober dat Haar Ed. Groot Mogende in haar geheel öngeprajudicieert zullen gehouden wezen om haar Attaché te mogen geven of weigeren aan de genen, die Vtrloven zullen hebben geobtineert, en niet te min de Attachen daar op zullen moeten verfoeken cn vervolgen. Maar 't fchynd dat de andere Provinciën niet geweest zyn van hetzelve begrip, dewyl gecne zich verklaart heeft op de voorfchreve voorflagen, niet tegenftaande dat Holland den 8 December 165x. gcrcfolvcert heeft, dat ter Generaliteit zal worden gearbeid , dat de refpeÜive Provinciën haar confirmatoire Refolutien, Staatsgewyfe genomen, daar op ter Generaliteit mede mogen laten bekent maken. En hebben vervolgens dc Provinciën gecontinueerd in 't geven van Verloven , tot foo grooten ondienst van den Staat, dat de Raad van Staten zich den 24 Mey 1657. heeft genoodfaakt gevonden aan de Provinciën voor tc dragen , dat het meerendeel van de Frontieren, ja de voomaamfle ontbloot waren van Officieren, 't welk daar door ten deele wierd gecaufeert, overmits van de refpective Provinciën, daar op elk is gereparlitieerd, wisten te verkrygen Verlof van hun Betaals Heeren, en daar op jaren cn dagen bleven buiten haar Garnifoenen , zonder kennisje van de Generaliteit\en tot merkelyken ondienst van yt Land, 't geen wel eens een quaden uitflag zoude kunnen hebben, by aldien daar in niet tydelyk wier de geremedieert: en te verfoeken dat de refpective Provinciën geliefden de Officieren in haar Provinciën zynde te gelasten , dadelyk na haar Garnifoenen te vertrekken , en alle Verloven fpaarfaam te geven, of die Haar Edel. Mogende accorM 3 de-  182 VERZAMELING van STUKKEN &c. deren te addresferen aan den Raad, op dat men konde weten waar elk te vinden is, en alle onheilen foo veel doenelyk mogt voorkomen, en adviferende den 21 December op verfcheide poincfen , dienende tot voorkoming van alle Inconvenicnten , cn tot hcrftclling van 's Lands Militie , luifter cn Disfipline, heeft dc Raad in 't Advis onder anderen laten influcren het volgende. Ten vierden hebben wy bevonden omtrent de V"sloven , die Uwe Hoog Mogende en de Staten van de Provinciën nu én dan geven aan verfcheide Officieren ,dat daarvan geen kenisfe niet allen aan ons gegeven word, daardoor wy dan in defenlaatfte expeditie met geen fekerheid hebben kunnen adviferen óp het Emploi van derfelve, niet wetende óf zy in hun Garnifoenen, zelfs niet of zy btnr vens Lands waren, en daarom ook by abuis tot dat Emploi, zodanige voorgedragen , die daar na bevonden zyn met verlof van Uwe Hoog Mogende over Zee te zyn, waar in onfes oordeels ook wel diende gercmedieert, 't zy met Attaché, die deimpetranten van fodanige Verloven van, ons zouden moeten halen, of immers by eenige expresfie in *t formulier daar by dezelve zouden gelast zyn, hare Verloven in onfe Secretarie te doen regijireren. Hier op is wel weder niets finaals gevolgt, maar deStaten van Holland,hoe zeer zy in die tyd y verden voor het Recht van de Betaals Heeren, én hoe zeer zy ook daar omtrent geinteresfeerd waren boven de artdcre Provinciën, als betalende alleen meerder Militie dan de andere te famen, was zoo geperfuadcert van dc noodfakelykhcid van te volgen 't Advis van dc Raad yafi Staten, omtrent het ftuk van dc Verloven  MEMORIE over de MILITIE. 183 ven , dat zy het felve van woord tot woord overgebragt heeft, in haar Provinciaal Advis van den 5 April 1Ó58. op 't redres van de Militie. Eindelyk hebben de Staten Generaal den 23 December 1669. gelchreven aan dc Provinciën, datfe geen Verloven willen geven aan de Officiers van 'haar Repartitie , leggende onder het resfort van de Generaliteit of in een van de andere ftemmende Provinciën , jbnder alvorens gezien te hebben '2 Confent en Verlof van de Staten Generaal , en in te trekken de Verloven van die natuur , welke reeds mogten verleend wezen, (&) by welk verfoek of voorflag het geven der Provinciale Verloven bepaald word tot dc Betaals Heeren , cn dat noch maar wanneer de Militie van haar Repartitie legt op haar Territoir. Hier boven is gezegt, dat het oogmerk van 't formulier van de Verloven gearrefteerd by dc StatenGeneraal den 12 July 1651. was, dat de Staten Generaal cn niemand anders zouden Verlof geven, 't geen zo ver ging, dat, hoewel de Raad van Staten , tot die tyd toe, niet min dan de Staten Generaal Verloven verleend had, egter geen de minste mentie in 't formulier gemaakt is van de Raad van Staten , zelfs niet by wege van Advis, Regiftratic of anderfin ts. En hoewel de Staten Generaal om (na 't fchynd) eenig genoegen te geven aan den Raad den 18 dito rcfolveerden, dat de verfoeken om Verlof, alvorens daarop te disponeren, zouden Qj) Sie ook Raad van Staten 16 Juny 16^0. M 4  i«4 VERZAMELING van STUKKEN &e, den gezonden worden aan de Riiüd van Staten,om Advis, en dat de Alten van Verlof, in het toekomende by Haar Hoog Mogende te verkenen, aan den wel gemelden Raadfuccesfivelyk foude worden bekent gemaakt, foo liet dc Raad niet na te klagen over liet ongelyk dat haar door de Staten Generaal wierd aangedaan , reprafenteerende by Misfiye van den 2 September dat de Raad van alle oude tyden, fa, van 't beginfel dezer' Regering, en zelfs by het leven van Zyn Hoogheid; Hoog Loffelyker Memorie, altyd hebben gedisponeert over het geven van Verloven, gelyk fulks ook fpeciaalyk is toegelaten uit kragt van 'i Placaat,op 't ftuk van de Monstering geëmaneert, en dat zy daar van in volkomen posfesfie waren, zonder 'dat haar fulks was afgenomen by de Vergadering van de Staten van de refpective Provinciën alhier op de Groote Zaale geconvoceert, en mits* dien daar in te minder behoorde geturbeert ie worden. Waar by de Raad had kunnen voegen, dat de Staten Generaal het regt van den Raad uitdrukkelyk erkend hadden by Refolutie van 18 December JÓ26. en 5 July 1637. zynde eigentlyk Reglementen op het ftuk der Verloven. Op die repnefentatie van den Raad volgde de nadere Conferentie en dc wederzydlche voorflagen van infehikkingen , waar van boven gefproken is , doch dewyl gecne van dc voorflagen van wederzyden aangenomen wierden , en de Raad ondertusfehen voortging met het geven van Verloven , fchrevcn de Staten Generaal den 30 November aan de refpective Provinciën , bewerende dat zy waren bevoegt geweest, om den Raad uit tc fluiten van het geven van Verlof, ich prin-  MEMORIE over de MILITIE. 185 principalyk beroepende op dc Refolutie den 16 Juny genomen op de Groote Zaal, volgens welke aan de Staten Generaal eigentlyk zoude incumberen de voornaamfie zorge, gefag, en direttie over de Militie van den Staat, als zynde daar by de dispofitie over 't verkenen van de Patenten, cn liet bezorgen van de Frontieren van den Staat met de gevolgen en aankleven van dien aan haar ten principale gedefereert , alleen op voorgaande. Advis van den Raad, het welk zy ook verfionden dat in deze zaak geobferveert zoude worden. Doch, om voorby tc gaan, dat de Gedeputeerde van Vriesland tegen den Brief van nulliteit geprotefteert en die van Stad en Lande verklaart hebben ongelast te zyn, is het te verwonderen dat de Staten Generaal zoo ras vergeten hadden den draat der deliberatien van dc Vergadering van dc Groote Zaal, want uit het Register van die Vergadering blykt, op eene onwederfprekelyke wyfe, dat de Advifen in het eerst vry verdeelt waren, omtrent het Poinct van de direttie en dispofitie van Saken van Oorlog, en over het Volk van Oorlog , en dat cindelyk het werk tot fodanig onderling genoegen ingeïchikt wierd, dat men blyvende by het onderfcheid, welk 13 February, wanneer het Po'mcl in formele deliberatie gelegt wierd, gemaakt was , tusfehen de dispofitie over 't verkenen van de Patenten, en de Generale direclie en dispofitie van de Saken van Oorlog en over 't Folk van Oorlog, op verfcheide dagen befloot, dat het eerfte ftaan (c) zoude aan de ordinaire Fergadering van de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit met CO 16" Juny 1651. U s  186 VERZAMELING van STUKKEN &c. met voorgaande Advis van den Raad van Staten, cn het tweede (V) aan de Raad van Staten met en nevens de Vergadering van de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit. Uit dit verhaal is af te nemen, met wat fondament de Staatcn Generaal in de voorfchreve Misfive voorby gaande het 5. Artikel van de Inftructie van den Raad van Staate, uit dc Refolutie van den 16 Juny op het ftuk van de Patenten halen darde voornaamfie zorge, gefag, en directie over de Militie aan haar ten principalen gedefcreerd is, alleenlyk op voorgaande Advis van den Raad van Staten, en dat zy derhalven bevoegd zyn om aan den Raad te benemen het geven van Verlof. De voorfchreve Brief had noch eenige andere redenen in , gelyk als, dat het ftuk van de fecrete Correfpondentien , by Refolutie van gemelde Groote Vergadering van den 21 July privativelyk gefteld is in handen van de Staten Generaal, welke daarom alleen met genoegfame kennisfe van faken zouden konnen disponeren op de Verloven: dat het Placaat op dc Monftering gearrefteerd is by de ordinaris Vergadering , en niet by de gcfamentlyke Provinciën, Staatsgewyfe, of na voorgaande Poincten van befchryving vergadert: en dat het 50. Artikel van dc Inftructie van den Raadmede brengt, dat alle zaken, by de Inftractie niet exprcsfelyk gefteld ter dispofitie van de Raad , zullen biyvcn ter dispofitie van de Staten Ger.eraai, de Staten van de particuliere Provinciën , de Ma- 00 18 July 1651.  MEMORIE over de MILITIE. 187 giftraten van dc Steden , en andere Wettelyke Overheden, elk in haar reguard, cn dat in tegendeel by het fchciden van de Groote Vergadering alle faken cn Bcfoingcs aldaar niet afgedaan , gelaten zyn aan de Staten Generaal en aan niemand anders. Doch daar tegen Haatte confidcreren, dat het argument genomen van 't Poinct van dc fecrete Correfpondentie ver gefogt is, en te veel bewyst, dewyl daar uit zoude volgen, dat de Raad by gebrek van genocgfame' kennis van faken onbequaam is, niet alleen om tc disponeren, maar ook om te adviferen, op het Ruk van de Patenten , zoo wel als op dat van dc Verloven ; dat het Plakaat van den 4 February 1599- op het ftuk van dc Monftering, en dat van 't jaar 1623. niet hebbende kunnen in praélyk gebragt worden niet gcömanecrt is by de Staten Generaal, maar op derfel ver naam, door de Raad van Staten, gelyk uit het flot van de onderteekening blykt: dat het zyn bedenken heeft wie door de Staten Generaal gemeend worden in het 50. Artikel der nieuwe Inftruólie van den Raad van Staten , dewyl Haare Hoog Mogende in die Inftructie doorgaans bekend zyn met de naam van de Vergadering van {de or dinar is Gecommitteerden ter Gcntraliteit, cn dat de Provinciën geenfin ts zouden toeftaan, dat alle Poincten , welke niet afgedaan zyn , by de Groote Vergadering, die men weet dat verfcheide van de importantftc poincten onafgedaan gelaten heeft, om dat de Provinciën malkander daar over niet konden verftaan , zouden gelaten wezen aan de ordinaire Vergadering, om daar op te disponeren zonder  188 VERZAMELING van STUKKEN &c. der last van principalen: behalven, dat het Poinct van dc Verloven niet kan gerekent worden onder de onafgedane Saken , waar van gefproken word in de Refolutie, by het fcheiden van de Groote Vergadering genomen , om dat dc ordinaris Vergadering van de Staten Generaal al den 12 July daar over gedisponeerd had , als over eene Saak, waar toe (zoo de Brief zegt) Haar Hoog Mogende begrepen bevoegt te wefen uit kragte van de Refolutie van den 16 Juny. Ook had de Brief niet het beoogt Effect, want geen van de Provinciën werden gevonden zich verklaart te hebben ter Intentie van Haar Hoog Mogende als alleenlyk Holland, zodanig egter, dat uit haar Refolutie van den 8 December 1651. niet duifteriyk af tc nemen is, dat dezelve begreep , dat Provinciale Refolutien vereischt wierden , om aan den Raad van Staten te benemen de dispofitie over de Verloven , die Refolutie uitdrukkelyk medebrengende , dat ter Generaliteit zal worden ge1arbeid, dat de Refpective Provinciën, haar Confirmatoire Refolutien , Staatsgewyfe genomen daar op ter Generaliteit mede mogen laten bekent maken , ten einde dat de Raad van Staten des te beter tot nakoming van de voorfchreve Refolutie moge worden gedisponeert. Maar alzoo daar op niets volgde, is de Raad van Staten gebleven in de Posfeslie, waar in zy van dc Rcpublicq geweest was, van 't geven van Verloven, gelyk als van jaar tot jaar zoude kunnen bewefen worden door verfcheide exempelen , zonder dat de Staten Generaal fchynen federt het jaar 1651. te hebben willen ftaan»  MEMORIE over de MILITIE. 189 ftaande houden haar gcfuftineerde tegen den Raad van Staten, hebbende alleen nu en dan, en onder anderen den 22 April 1660. en 26 Maart 1669. eene Conferentie gedecerneert tot het remmeren der voorheen geëntameerde Befoinges en tot het beramen van een generalen voet en ordre op het ftuk der Verloven, mitsgaders 't meer gemelde formulier van 23 December 1669. daar mede geamplieert, dat de Verloven zullen moeten worden geregiftreert in den Raad van Staten op poene van nulliteit. Men zal voor befluit hier by voegen 't concept van een Reglement op het ftuk der Militaire Verloven, gerapporteerd in Haar Hoog Mogende Vergadering 2 October 1713. en waar op de Gedeputeerden van de Provinciën aangenomen hebben zich te zullen verklaren in weinig dagen , doch zonder dat iets daar op gevolgt is (e). „ Niemand zal zich mogen abfenteren van „ zyn Regiment of Compagnie, zonder be„ hoorlyk fcbriftelyk Verlof, nog mogen uit„ blyven na de expiratie van 't zelve, zonder verkregen te hebben prolongatie van dien, „ welke het Verlof verleent heeft, alles op „ verbeurte van zyn gage , (ƒ) ten behoeve „ van het Regiment, en voorts op pcene van „ arbitraire correctie , en zelfs van lyfitraffe 3, na exigentie van het geval. „ De (V) Refolutie Staten Generaal 2 O&ober 1713. (ƒ') Articulbrief Art. 38. Plaeaat 4 February 1509. op het ftuk van de Monftering Art. 2. Regiement van zyrre Majclteic van Groot-Brittanien den 25 April 170 j. Art. 13,  ioo VERZAMELING van STUKKEN Sec. ,, Dc Gouverneurs, Commandeurs, enMa„ jors, niet alleen in de Plaatfen van de Bar„ riere, maar ook in het Deftrict van de Ge„ neraliteit, zig abfenterende zonder behoora, lyk Verlof, of boven het Verlof uitblyven„ de, zullen verbeuren het dubbelt van haar „ Traétcment belopens tyds (g). „ Dc Gouverneurs, Commandeurs, die in „ een rond jaar langer fullen abfent zyn als j, zes maanden, het zy in een of in meerder „ ryfen, fchoon met bchoorlyk Verlof, zul- len niet min misfen haar Traélement voor >? de tyd, welke zy boven de zes maanden ab3, fent zyn , ten ware dat zy by ordre van de 5, Generaliteit ontboden , (/O of binnen's Lands „ elders gcëmploiecrd wierden. „ Geen Verloven , om buiten 's Lands te „ gaan zullen gegeven worden voor langer ,, tyd als voor twee of uiterlyk drie Heere „ Maanden : (i) en , indien, om fonderlinge redenen, continuatie van Verlof verleend „ mogt worden , lullen de gecnen, welken „ de continuatie verkregen hebben , voor den „ overigen tyd geen Traélement genieten , „ maar 't zelve moeten uitkeeren ten profyt van de Rcgiments kas. „ De Officieren , welken tusfehen den i „ April en laatften Oétober abfent zyn van n dc Regimenten of Compagnien, lullen bclo- -„ pens Ojt) Refolutie Staten Generaal 24 Mey 1713. ui) Refolutie Staten Generaal 24 Mey 1713. (V) Refolutie StatenGeneraal 18 December 1626. en 5 July 1637. Refolutie Staten van Holland September 1658. 8 Maart ióó~3.  MEMORIE over de MILITIE. 191 „ pens tyds van haare abfentie, haar Tractcment misfen ten profyte van de Regiments„ Kas, (£) 't zy dat het Leger te Veld is of ,, niet, van wie zy ook het Verlof zouden mogen bekomen hebben, fonder dat eenige exceptie of excufe, boe die ook zoude mo,, ge zyn, daar tegen fal geadmitteerd worden. ,, De Gouverneurs en Commandeurs fullen geen Verloven geven aan de Officieren van „ haar onderhebbende Garnifoen, als na voor„ gaand fchriftelyk Advis van den Colonel of „ commanderend Officier van 't Regiment, (/) „ en voor geen langer tyd , als uiterlyk 14 da„ gen, zonder dat zy zullen mogen toeftaan, S Prolongatie van Verlof, of dat zy zullen ,, mogen in het geheel Verlof geven , wanneer ,, het getal der Officieren van een Regiment, daar door foude vermindert worden beneden het getal van twee derde parten en daar onder een Hoofd-Officier. „ De Generaal van 't Leger, zal geen Ver,, loven geeven , voor langer tyd als voor een ,, maand, en niet dan na ingenomen fchrifte,, lyk Advis van den Colonel of commande„ renden Officier van het Regiment, (m) en „ zal boven dien geen Verloven geven, te„ gens het fcheiden van het Leger, waar door „ Hooge of Laage Regiments-Officieren gedis„ penfeert worden van te marcheeren met de „ Regimenten naar de Garnifoenen. „ Als (/) Refolutie Staten Generaal 5 july 1637. (/) Plaeaat 4 February 1599. op de Monltering Artikel 1. Reglement van zyne Majeiteit van Groot Brittdnje 25 April. Refolutie Staten Generaal 31 Maart 1706, O) Refolutie Staten Generaal 31 Maart 1706.  192 VERZAMELING van STUKKEN &g, „ Als er Gedeputeerden te Velde in 't Le„ gei grjEeïerit fyn, (?z) Lal de Generaal van het ,, Leger geen Verloven geven aan Hooger Officieren, als Coloncls , dan met derzelver ,, approbatie. ,, Een Generaal, commandeerendc een De„ partement, cn by fpeciale Refolutie geau- thorifeert zynde tot het geven van Verlo„ ven, fal daar op moeten innemen het Ad- vis, niet alleen van den Colonel of corn„ mandeerenden Officier van het Regiment , „ maar ook van den Commandant van de Plaats „ van het Departement, alwaar het Regiment ligt, en geen Verloven verleenen (o)voor „ langer tyd ais voor twee maanden, fonder „ die termyn te mogen prolongeren, en fal „ voorts, ten opfigte van het getal der Oili- eieren , waar aan hy fal mogen Verlof geven, ), gebonden fyn, aan het geen hier boven ge„ ftatueert is omtrent de Gouverneurs en Com- mandeurs. ,, En fal al hetzelve geobferveert worden, ,, door wie ook Verloven Verleend worden , ,, met dat onderfcheid alleen , dat op dc ver,, foeken der Officieren der Switzerfche en „ Grifonfche Regimenten , om verlof voor lan,, ger tyd, als voor een maand of zes weeken, het Advis van den Colonel of Generaal in- genomen fal worden, welke by zyn Advis ,, zal voegen , dat van den Colonel of com- mandeerenden Officier van het Regiment. „ De («) Refplutfe. van de Staten Generaal 15 Maart 1706. Artikel. 10. («) Refolutie Staten Generaal 31 Maart 1713.  MEMORIE voor de MILITIE. 193 „ De Advifen op het ftuk van Verloven, fullen onder anderen inhouden deoorzaaken, waar op het verzoek gefundeert is,metbv„ voeging van redenen van wetenfehap, mits„ gaders expresfie van de tyd, welke de ver„ foeker is preefent geweest in 't Garnifoen, f/f) „ en eindelyk, welke en hoedaanige Officie„ ren nog fullen blyven by het Regiment en ,, Compagnie. „ So lang als een Regiment te Velde geé'm„ ploieerd word, of legt in een Departement, ,, waar over een Generaal commandeert met „ Authorifatie om Verloven te moogen ver„ leenen, invoegen als boven, fullen geene „ Verloven gegeven worden aan de Officieren, „ als door den Generaal van het Leger of van „ het Departement refpeófivelyk. „ Aan de Officieren van de Militie , leggen„ de op het fouverain Territoir van de ftem„ mende Provintieil, zullen de Verloven ver„ leend worden , door , of van wegen de Sta„ ten van dc Provincie, (q) op welkers Ter„ ritoir het Regiment of Compagnie legt, of, „ verleent zynde van Generaliteits wege, fuL „ len de Verfoekers daarop moeten obtineren „ Attaché van dezelve Provincie. En zal „ voorts gefchreven worden aan de relpefti„ ve Provinciën , ten einde, dat ze geen Ver„ loven zullen geven aan de Officieren haarer „ Repartitie, leggende in eene van de andere „ Hemmende Provinciën, in 't Resfort van de „ Ge- (» Refblutie Staten Generaal 6 February 1671. _ (Ó Placaat 4 February 1599. op de Monllering. Refolutie Staten Generaal 12 July 1651. en 23 Deeember 1669,  394 VERZAMELING van STUKKEN &c. ,, Generaliteit, in de Plaats van de Bardere, of elders buiten s'Lands. „ De Verloven, die alleen uitgefonderd , „ welke in voegen als boven fullen verleend „ worden, door den Generaal van het Leger, „ door den Generaal commanderende in een „ Departement, en door de Gouverneurs en Commandeurs, zullen moeten geregiftreerd ,, worden, ter Secretarye van den Raad van ,, Staten, (r) op peen e van nulliteit. Den Raad van Staten zal geen Verloven „ mogen doen regiftreren , dan die verleend zyn, conform dit Reglement, (Y) en zal „ vooral letten, of de Regimenten daar door „ niet ontbloot worden van meer als een der„ de part der Officieren, en van de Hoofd„ Officieren gerekent onder de twee derde parten , welke altyd moeten prrefent zyn ; ,, mitsgaders of de Verloven inhouden , dat „ daar op Attaché verzogt en verkregen zal 3, moeten worden van de Betaals Heeren , aan welken het vry zal ftaan, de Attaché te wei- geren. „ De Ritmeesters en Capiteinen, (t) zul,, len geen Verloven mogen geven aan haar ,, onderhebbende Ruiters of Soldaten, als met 3, kennis en confent, niet alleen van den Co- ,, lo- (V) Refolutie Staten Generaal 23 December 1669. en Advis van Holland 5 April 165Ó'. (s) Refolutie Staten Generaal 12 July 1651. Refolutie Staten van Holland 28 September 7. üftober 1651. (ƒ) Placaat op de Monftering 4 February 1599. Artikel 15. Reglement van zyne MajeÖeit van Groot'Brktannie 25. April 1701. Artikel 3. h. .9 & io.  MEMORIE over de MlLITIÊ. 195 ,5 lonel, of commanderenden Officier van 't ,, Regiment; maar ook van den Gouverneur „ of Commandeur, en dat voor geen langer ,, tyd als Voor een maand of fes weeken , nog ook aan meerder, als drie of uiterlyk „ vier Ruiters of Soldaten, te gelyk: en zul„ len de Pascedullen niet alleen aangetekend )} worden op het Boek van den Ritmeester of „ Capitein, en op dat van den Major van het „ Regiment; maar ook op 't Boek van den >, Auditeur Militair van de plaats, (u) alwaar fe mede op de wederkomst van de Ruiters ,, en Soldaten zullen moeten gefuiverd wor- den, alles op pcene van nulliteit der Ver„ loven , van verbeurte der Leeningen , en „ van arbitrale correctie, en dat 't zelve zal „ gezet worden in den text der Pascedullen. „ De Colonels of commanderende Officie„ ren van de Regimenten zullen viermaal in „ 't jaar, namelyk tegen den 1 January, 1 „ April, 1 July en 1 October, fenden aan den „ Raad van Staten f» een diftinfte Lyst van „ alle de prajfente en Abfente Officieren en „ gemeene Ruiters en Soldaten van haar on„ derhebbende Regimenten, met de aanteke„ ning niet alleen nevens de naamen der „ abfenten Officieren ; maar ook van die , „ welken abfent geweest zyn binnen de £e„ pasfeerdc drie maanden, van wie ze daar „ toe Verlof gehad hebben, en voor hoe lang; ,3 item (.7) Inftructie voor de Auditeurs Militair Artikel 9. (r) Advis van den Raad van Sta en op het Redres van de Militie 21 december 1657. Artikel 4. Provinciaal Advis van Ho!la:d 5 April 1^58. N 2  iqö~ VERZAMELING van STUKKEN &c. „ item wanneer zy gercverteerd zyn of nog „ moeten reverteren, in conformiteit van de „ Verloven, en zullen die Lyst doen onder„ tekenen door den Major van het Regiment „ by forme van Extract uit zyn Boek, cn in „ abfentie van de Major, door den Officier, „ welke het Boek houdt." Dit concept is gebleven buiten Conclufie, en alleen den 31 Maart 1714. tot ftuiting der disorders, die dagelyks toenamen door de abfentie der Officieren , by de Staten Generaal vast gefteld, dat de Gouverneurs en Commandeurs geen Verloven aan de Ritmeesters en Capiteinen van haare Garnifoenen zullen mogen geven , als op fchriftetyk Advis van den Colonel of commanderenden Officier van 't Regiment, en voor geen langer tyd als voor twee maanden, binnen het Resfort vm den Staat, en voor drie maanden, in de Plaatzen van de Barrière, en andere buiten 's Lands; dat dezelve geen Prolongatie van Verloven zullen mogen geven ; en dat in 't geheel, geen Verloven zullen mogen geven, wanneer geen twee derde parten van de Officiers proefent zyn, en daar onder een Hoofd-Officier, dat alle de Verloven, alzo verleend wordende, zullen moeten worden geregiflreert door den Auditeur Militair, op poene van nulli. teit- en dat den Raad van Staten zal procederen, niet alleen tegens de Officieren, welke fonder of boven haar Verlof abfent zyn, maar ook tegens de Gouverneurs en Commandeurs, welke Verloven zullen geven tegens de Ordre. Waar by den Raad van Staten eenige nadere Pracautien voegde, den 7 Juny eii £i Augustus des zeiven jaars. TWAALF-  MEMORIE over de MILITIE. 197 TWAALFDE CAPITTEL. Van de Monftering. H°t 7L,e Artikel van dc Inftructie van den Raad van-Staten van den 18 Augustus 1584, zegt, dat om te voorkomen de frauden die men tot daar toe gepleegt had, in het getal van het Krygsvolk, de Staten Generaal en de Raad, eenige getrouwe Experte en Gequalificeerde Perfonen zoude ftellen tot Commisfarisfen , op zulke Inftructie als zyn Genade en de Raad daar op zouden maken. By het 11 de Artikel der Inftruétie van den 12 April 1588. en hy het 19^van die van den 18 July 16-5.1. (af word aan den Raad van Staten opgclegt, Ordre te ftellen op de Monftering, en op de discipline Militair, over het Volk van Oorlog , en dat het zelve betaald worde , hoofd voor hoofd, zoo veel het doenelyk zal wezen. En als de Raad, kort na het arresteeren der Inftruétie van 'tjaar 1588.eenige vragen deedover verfcheide Poinétcn van de Inftruétie, aan dc Staten Generaal, (/;) antwoorden dezelve, behangende het Poinét van de Monftering, dat het beleid aan dezelve toekomt aan de Raad van Stac -n, behoudens, dat de Provinciën zal vry ftaan , van haren t' wege mede Volk van Oorlog tot haren Laste ftaande, te doen monfteren, byaldienzy daar («) Sie ook Artikel 32 Inftruaie 15s8. Artikel 50 van 1651. (_!>) Staten Generaal 21 july 1588. N 3  193 VERZAMELING van STUKKEN &c. daar in eenig abuis vinden, als 't hen Lieden zal believen. De Raad van Staten heeft, uit kragte van de vorenftaande Delatie, gemaakt, de Placatèn van den 8 Maart 1589. 4 February 1599. en 17 Augustus 1623. op het ftuk van de Monftering, om te fwygen van die, welke den 10 January en 20 September 1587. gemaakt zyn dooide Grave van Lycester en de Raad» Wordende 't Placcaat van den 4 February 1599. tot nu toe gevolgt in het ftuk van de Monftering; want dat van 17 Augustus 1623.(0 veroorfaakt foo groote opfchudding onder 't Krygsvolk, dat men genoodzaakt was het te laten buiten Executie. Zedert is wel ter Generaliteit gedelibereerd, over een nader Placaat op het ftuk van de Monstering, en namentlyk in 'tjaar 1651. (d) by de Groote Vergadering , doch de Raad van Staten wees doe , eh by een nadere gelegcntheid in 'tjaar 1655. zoo klaar aan de fwarigheden , waar om het best was, het te laten by 't Placaat van 't jaar 1599. zoo lang als de Provinciën niet beter pasten op de betalinge der foldyen, dat het tot nog toe daar by gebleven is, Zynde 't federt alleen eenige nadere Orders beraamd, op 't Effectueren van de Monftering, en op het zuiveren der Rollen (e). Voorts (e) Raad van Staten 4. 6. 19 December 1623. Holland 29 November 1623. («/) Brief van den Raad van Staten san de Staten Generaal 10 July i65r. cn 6 January 1655. 0') Raad van Staten 2 Juny JÖ28. 8 December 1637. 19 Japuary 1638. 12 April 1645.  MEMORIE over de MILITIE. i99 Voorts heeft den Raad van Staten, van tyd tot tyd doen Monfteren de geheele Militie van den Staat, waar van de ordinaris cn fecreteRegisters ,en een menigtcyan Rollen, bewaart wordende ter Finantie van de Generaliteit, getuigen zyn. En dat zonder onderfcheid van Garnifoenen, en onder anderen mede in den Haag, alwaar de Raad (ƒ) (om ouder tyden voor by te gaan, wanneer onder anderen de Garde van de Princen van Orange meermaals door den Raad in den Hage gemonfterd is) verfchciden Monfteringen gedaan heeft, tusfehen de jaren 1650 cu 1672. zelfs over de Garde van de Staten, fchoon de Provincie van Holland in dien tyd zeer jaloers was, van 't Recht, haar als Betaals Heeren coinpeterende, over de Militie harcr Repartitie. Den 31 Maart 1655. zyn door Ordre van den Raad van Staten , in den Hage gemonftert de Compagnien , van de Capiteinen Heer van Starrenburg, Paauw en Perchevalden 21 February 1667., die van den Ritmeester Heer van Langeveld den 29 Mey 1670., die van de Collonel van Beaumont, Luitenant Collonel de Bondt, St. Major, Buis en Capitein van Treslong, item die van den Sergeant Major H. van Langeveld ,cn van de Ritmeester Heer van de Leek. En hoe zeer 't werk van de Monftering plagt den Raad (g) tc occuperen, is onder anderen daar uit af tc nemen, dat in 't jaar 1628. gere. (ƒ) R.aad van Staten 7 July 1625. 2 December 163r.cn ïó April 1Ó32. (#) Raad van St,\ten 1 November 1Ó28. N 4 '  zoo VERZAMELING van STUKKEN &c. refolveert is, dat twee Heeren, laatst gepr^fideert hebbende, met den Thefaurier-Generaal en twee Commifen, een dag ter week fouden beioingneeren, over het examineren en fluiten der Rollen, en in 't jaar 1637. dat de Raad (7/) zelrs daar toe fouden vaceren alle Maandagen, als zynde, het fluiten der Monfter Rollen, een jan de importantfte befoingnes van den Raad, ** geen ook een gommen tyd gcpraStifeert is. De Staten Generaal zyn ongetwyffeld gequabficeert tot het Monfteren, doch(gelyk zy zelve zeggen , in de aangetogc Refolutien van den 10 Juny en 21 July 1588., dat het beleid van de Monftering toe komt aan den Raad van Staten, zoo hebben dezelve ook het beleid daar van aan den Raad gelaten: wordende, dat men weet, geen Exempelen gevonden, van Monsteringen door de Staten Generaal gedaan,maar wel, dat delelvc, nodig vindende.het doen van Kevuc of Monftering haar meening aan den Raad hebben bekend gemaakt , als onder anderen tc zien is, in dc Registers van de Staten Generaal5 Augustus 1588. 23 November 1592, 4 October 1600. r8 January 1605. i9 October 1622 23 Juny 14 July 3 November 162?. 28 September 1627. 250ctober 1629. 30 October 1635 2 January 1650. 27 January 1666. 22 cn 25 Maart 1672. Dat dc Staten van de Provinciën en derzclvcr Gecommitteerde Raden of Gedeputeerde Staten msgelyks bevoegd zyn te doen Monfteren, niet alleenlyk het Krygsvolk harer repar- ti- JJ Rsad van Stnfon l9 November 1637. Holland 8 Mey  MEMORIE over de MILITIE. 201 tltie , maar al het Krygsvolk, fonder uitzondering , leggende ter zelvcr plaatfe met dat van haare Repartitie, leidt' geen bcdenkinge: en is ten overvloede den 19 July 1662. door den Raad van Staten op verzoek van de Provincie van Holland in ernftige Termen aangefchreven aan de Gouverneurs en Commandeurs van alle Frontieren. Maar dit aanfehryvens gaf aanleiding ter Generaliteit, om te onderzoeken of de Provinciën bevoegd zyn , tot het Monfteren van het Krygsvolk van de andere Repartitien, wanneer geen man van de haare zich daar by bevind. De Raad van Staten (i) wiens Advis daar over veriogt wierd, was van gevoelen , dat de Provinciën daar niet toe bevoegd zyn, en °-af daar van in fubftantie de volgende reeden. & Dat de Staten Generaal,referverende by'het 32. Artikel der Inftruétie van de Raad van Staten van den 12 April 1588. en by het 50. van den 18 July 165r. voor zich en voor'dé Staten van de Provinciën in 't narticulier, 't Recht en de Macht, om by tyde van nood, of als de zake van den Lande fulks zullen vereisfchen, zelve te mogen ordre ftellen in de zaken,gefteld ter dispofitie van den Raad van Staten en daar onder op het doen van de Monftering, uitdrukkelyk die rcfervatie bepalen met de woorden elk zoo veel hen aangaat. Dat het tweede Artikel van 't Placaat van de Monftering, voor foo veel het fpreekt van dc particuliere Provinciën notoirlyk alleen fiet op (0 Staten Generaal 7 Öclofeer ,<5S3'. AoWvari de Raad van Maten 13 dito. 1 N-T  2o2 VERZAMELING van STUKKEN &c. op de Militie van derfelver refpective Repartitien, om dat anderfmts het 6. Artikel authoru feerende de Provinciën tot het Monfteren der Ruiteren en Knegten, ftaande tot lasten van de Generaliteit of op de Repartitie van een andere Provintie, geen zin hebben zoude , in plaats dac het een zeer bequame zin heeft, wanneer men ondcrftcld, dat de Provinciën eigentlyk maar recht hebben om te Monfteren de Militie van haar refpective Rcpartitien , en dat het tweede Artikel van het Placaat alleen daar van fpreekt: maar dewyl 't oogmerk van de Monftering zeer ligt geëludeert kan worden, als maar een gedeelte van een Garnifoen gemonfterd word, zonder te mogen kennis nemen van de rest van het Garnifoen, dat daar om 't 6. Artikel de Provinciën authorifeert tot het Monfteren van alle dc Militie zich bevindende ter zeiver plaats met die van haar Repartitie. Dat de Staten Generaal van geen ander begrip geweest zyn in het jaar 1651. 't Nader Placaat op de Monftering, doen geconcipieert, doch ongearrefteert gebleven, gelyk gezegd is, authoriferende de Provinciën, om in dc Steden cn Plaatfen zoo van 't diftriét van de Generaliteit als van de Geünieerde Provinciën, te Monfteren alle Ruiters en Knegten, aldaar Garnifoen houdende , foo die van haar eigen Repartitie, als ook die van eenige andere Provinciën zoude mogen zyn. En ten laatften dat nooit van wegen eenige Provinciën aan de Raad voorgekomen is, dat dezelve zoude meencn bevoegt te zyn , om allefints in dc Frontieren zoo binnen als buiten de Provinciën te doen Monfteren in Plaatfen daar  MEMORIE over de MILITIE. 203 daar geene Compagnien van haar Repartitie leggen. Waar by de Raad had mogen voegen , dat dc boven aangetoge Refolutien van den 10 Juny en 21 July 1588. de Monftering van de Provinciën uitdrukkclyk bepalen tot het Volk van Oorlog tot haren laste ftaande. Voorts ftaat omtrend dc Monftering van de Provinciën in acht te nemen 1. dat dezelve niet alleen geauthorifcert zyn om te Monfteren alle de Militie, welke zich bevind in dezelve Plaats met eenige van haar Repartitie, maar dat het altyd aangcficn is voor een abuis in de Monftering , wanneer dc Provinciën alleen hebben doen Monfteren de Militie van haar eigen Repartitie , als te zien is by de Raad van Staten den 3 January 1633. 23 Maart 1634. en 15 February 1652. mitsgaders uit het Advis van den Raad, aan de Groote Vergadering van den 10 July 1651. 2. Dat de Provinciën, zullende Monfteren uit kragte van het 6 Artikel van 't Placaat, (k) den Raad van Staten fecretelyk daar van moeten Adverteren om Confufie te fchouwen , 't geen noch cxactelyk gepraéHfeert word, door de Gecommitteerde Raden van Holland, misfehien om dat dezelve in 'tjaar 1662. te Rhynbcrk gehad hebben een proeve van de Confufie fpruitende uit het niet geven der voorfchreve Advertentie. 3. Dat dc Provinciën volgens meer gemelde 6. Artikel moeten zenden aan den Raad van Staten de Rollen van de Monftering, om te m Holland 21 July 1662,  204 VERZAMELING van STUKKEN &c. te bevelen, dat de betaling daar ra werde gedaan. Dit foude wel mogen fcbynen maar te zien op de Monftering waar van in 't 6. Artikel principalyk gefproken word namelyk van de ■ Kuiteren en Knechten ftaande tot laste van de Generaliteit of op de Repartitie van een andere Provincie , als die welke heeft gedaan Monfteren : doch uit het verfchil in't jaar 1626. gcrefen tusfehen de Raad van Staten , en de Provincie van Holland , over het fluiten der Rollen blykt, dat men doe over en weder van verftand was, dat, volgens het Placaat, alle Rollen van de Monftering, door de Provinciën gedaan ,fonder uitfonderingc moesten gezonden worden aan den Raad om gefloten te worden. _ Want als de Raad zich beklaagde dat de Provincie van Holland aan zich getrokken had het fluiten der Rollen van de Militie haarer Repartitie, en aanwees de Inconvenienten, die daar uit zouden volgen, beweerde Holland niet daar toe geregtigt te zyn, maar refolvcerde alleen ter Generaliteit te doen inbrengen, (/) dat haar meening niet was, aan den Raad van Staten te onttrekken 't gefag over 't Krygsvolk , over de Commisfarisfen , of over de andere Officiers, die zy zullen kunnen bevinden qualyk te doen, oft Land te verkorten, gelyk mede niet aan dezelve te onthouden de kennis van de fterkte der Compagnien, dewyl aan haar Edele van alle Monfteringen Rollen moeten geleverd worden , en dat die van Hollland te vreden zyn , • van alle goed doening op de Rollen, den wel gemelden P.aad van tyd tot tyd Per- (/) Holland 25 Juny 1626;  MEMORIE over de MILITIE. 20$ Pertinente Notificatie te doen, maar dat de Provincie daar in niet anders heeft gedaan, dan 't geene diverfe andere Provinciën altoos gedaan hadden , en niet tcgcnftaanclc de Inftructie van den Riad, aan haar gehouden hebben, behalven, dat de Heeren van Holland te vreden zyn, en altoos wezen zullen, dien aangaande te agtervolgen al '£ geen by de gefamentlykc Provinciën tot beter order geaccordeert en over een gekomen zal worden. En na dat dit vérfchil lang geduurt had, (m) en verfcheide vrugteloofe devoiren gedaan waren, om de Provincie van Holland te bewegen, om de Rollen weder te fenden aan den Raad , om gefloten te worden,hebben de GecommitteerdcRaden in 'tjaar 1662. 't zelve aangenomen , als conform aan het meer gemelde 6. Artikel en de Staten het geapprobeert, gelyk te zien is in de Refolutie der Staten van Holland 21 July 1662. enbyde Raad van Staten 19 dito daar in geinfereert. Het Landfchap Drenthe niet Geautboiïfeerd zynde by de voorfchreve Placaten om te doen Monfteren, en in 't jaar 1636. (n) gezonden hebbende een Commisfaris om te 's Bosch en elders te Monfteren, fchreef de Raad van Staten daar over aan de Landfchap als over een onbehoorlyke zaak, die daar op twee Gedeputeerden zond aan den Raad, op welker Vertoog gerefolvcert wierd , dat de Landfchap zoude mogen aanftellen een Major op eenTractementvan ƒ 600:- tot het geleiden van het pasfeiend Krygsvolk,die ook van 'sLands wege zou- 00 Raad van Staten 23 Maart 15 Oftober 1637. "5 November 1639. Staten Generaal 12 Mey 1637. («) Raad van Staten 25 April, 7 en 9 Juny 1636.  io6 VERZAMELING van STUKKEN &c, zoude gebruikt worden tot de Monftering op Commisfie van den Raad. Zeeland , om niet fubjeér, te wefen aan de moejelykheden , die dc Provinciën quamen nu en dan te ontmoeten in het Monfteren van Compagnien , niet zynde van haar Repartitie, heeft in den jaren 1634. en 1650. (0) zich voorfien van een open Acte van de Raad van Staten waar by aan alle Govemeurs , Commandeurs , Majors, en anderen belast word te gedogen, cn de behulpfame hand te bieden, dat alle de Compagnien van wat Repartitie die zoude mogen zyn, by de Commisfarisfen van de Provincie Zeeland Gemonfterd worden , mits dat de Commisfarisfen de Rollen van de gedane Monftering zouden hebben over te zenden aan den Raad van Staten. Dat andere Provinciën (p) zich zouden voorfien hebben van gelyke Aéten word niet gevonden, maar alleen dat dezelve zich aan de Staten Generaal of den Raad van Staten geaddresfeert, (q~) en redres verfogt hebben, wanneer haar in 't Monfteren eenig belet bejegende , gelyk Holland in 't jaar 1637. wanneer haar Gecommitteerden te Grol, en in 't jaar 1662. (?) wanneer te Maastricht oppofitie ontmoet hadden, en van 't jaar 1665. (s ) wanneer een Commisfaris door haar gezonden, om te Monfteren in den Brielle, en van 't jaar 1663. (0) 25 Oétober 1624. 2 January 1650. O) Raad van Staten 29 September 1 en 15 Octob. 1637. (7) Holland 5 October 1637. (;•) Holland 14 en 21 July 1662. Raad van Staten 2» Juiy 1062. (?) Staten Generaal 2 en 19 Jan'ucry 1655.  MEMORIE over ee MILITIE. 207 1663. (t) wanneer een te Vlisfingen ingelyks oppofitie ontmoet had, ter occafie van welk laatfte voorval de Staten Generaal nadrukkelyk fchreven aan de Heeren Gecommitteerden Raden van Zeeland, dat zy niet anders konden oordeelen, als dat de voorfchreve Weigering of Refus is eene pure nieuwigheid, direltelyk ftrydende jegens den ouden voet, en de practyke, omtrend het ftuk van de Monftering van ondenkelyke jaren, hier te Lande geobferveert , dat daar uit dan fchadelyke en ruineuze Confequentien te verwagten zouden wezen , in cas de andere Provinciën dat exempel mede fouden willen volgen, en in den haren in train brengen. De ordres op 't ftuk van de Wapening van de Militie, en de Lysten van de Soldyen hebben zoo veel gemeenfchap met het ftuk van de Monftering dat hier moet aangetoond worden , dat beide altyd gearrefteerd, en foo aan de Betaals Heeren als aan de Militie gezonden zyn , door den Raad van Staten den 19 Augustus 1588.26 Juny 1589. geinfereerdinde Hollandfche Refolutien 4 July 1689. 2 January 1598. 6 January en 6 February 1599. 2 en 14 April 1615. 3 November 1622. 17 Augustus 1623. 20 October 1639. 15 Mey 1656, 22 Mey 1665. cn by de Staten Generaal 7 Maart 1671. en op de Lyst van de Soldye boven dezelve Refolutie van de Staten Generaal Raad van Staten 19 Augustus 1588. 6 February 1599. 17 Augustus 1625. 17 en 18 Augustus en 3 November 1648. en 9 December 1650. 20 October 1668. en 12 February 1071. Men (0 Staten Generaal 17 en 19 Mey 1663.  2o8 VERZAMELING van STUKKEN &cV Men zoude misfchien kunnen vragen of en hoe ver de Provinciën bevoegt zyn, om Plakaten en Orders te maken op het ftuk van de Monftering 00 maar, 't regt daar latende, Holland heeft daar op geëmaneert verfcheide Placaten en Ordres relatief tot die van den Raad van Staten op de naam van de Staten Generaal den 4 February 1599. en 17 Augustus 1623. en daar van niet of weinig discreperendc als in eenige Precautien tot wering van Fraudes in 't Monfteren en in 't zuiveren der Rollen. Ziet verder de Bylagen, hier agter, zynde eene Memorie dienende tot Informatie op 't ftuk van de Monftering Gequoteert Letter C. 00 Holland 17 Mey 1638. 27 January i662. 19 July DER.  MEMORIE over de MILITIE. zop DERTIENDE CAPITTEL V'in de Militaire Juftitie, cn van de Krygs* raden. nn JL wee voorname Polncr.cn komen in Confideracie in de Verhandeling van de Militaire Juftitie. 1. Aan wie de Adminiftratie competeert. 2. Over wat Perfonen cn Saken die zich uitftrekt. Op het cerfte, het blykt uit de volgende bewyfen dat de Adminiftratie van de Militaire Juftitie door de Bondgenooten gedefereert is, en dienvolgens competeert aan den Raad van Staten. Het 10. Artikel van de Inftrü6t.ïe van den 18 Augustus 1584. Authorifeerd den Raad van Staten , cm over het Krygsvolk , mitsgaders over alle Generale en Particuliere Overfien, Bevelhebberen , Commisfarisfen en Officieren van Oorloge te ftellen en te onderhouden alle goede ordre en difcMine , ook mede daar over Straffe , Recht, en Juftitie te doen , cn doen doen, zulks zy bevinden zullen te behcoren. De volgende Inftruccien van 12. April 1588. en 18 July 1651. (V) fbreken foo klaar en omftandig niet van het ftuk van de Militaire Juftitie; ongetwyfeld, om dat de Saak eens in train zynde, geen zoo breede uitflag behoefde, als in 't jaar 1584.; wordende by die In- ftruc- Artikel 11. 12 April 1588. 18. 10 Tuly O  Ho VERZAMELING Van STUKKEN ftru&ien in 't Generaal aan den Raad van Staten aanbevolen , het ftellen van ordre op de discipline Militair, en over 't Folk van Oorlog, en omtrent het einde derzelve, H houden van dis-cipline Militair, en 't ftraffen van alle exces/en, gefteld onder de Saken, 'welke gefteld zyn ter dispofitiejvan de Raad van Staten, zodanig nogthans , dat de Staten Generaal refervcren voor zich, en voor de Staten van de refpective Provinciën, yder voor foo veel haar aangaat, 'c Recht, om in tyden van nood, of, de Saken van 't Land zulks vereifchende, zelve te mogen daar op ordre te ftellen, en hebben de Staten Generaal dienvolgens den Raad altyd erkent voor den opperften Militairen Rechter en dezelve gehandhaaft in de oeffening van hare JurisdicJ tie. 't Geen niet alleen daar uit blykt, dat de Heeren Staten Generaal aan den Raad gefteld of' geren vojeerd hebben', de Judicaturcover de Militaire Saken , die haar voorquamen ; uitwyfens de Refolutien van de Staten Generaal van 20 Maart 1590. 9 December 1595. 14 en 18 November 1625. 16 Augustus 1629. 3 December 1633. 27 April en 6 December 1635. 15 cn 20 April 1636. 17 July en 20 Augustus 1638. i2Novemberi<539.9 February 1644. 27 July 20 November 21 December 1645. 12 january 21 February 1652. 29 October 26 November 11 December 1653. 29 January 18 December 1654. 2. 20. 28. Augustus 1658. 21 en 26 January 2 Augustus 1666. 1 Mey 1668. en 22 Maart 1672. Maar infonderheit mededcaar uit, dat de Staten Generaal nodig oordeelende het «emaneren vaia  MEMORIE over de MILITIE 2U van Plakaten tegen de excesfen van 't Krygsvolk en over andere diergelyke Poincten dert Raad van Staten daar toe verfogt hebben als den io Juny 1588. 29 Juny 1641. 18 February 1645. 26 Augustus 1648. 5 Mey 1649; 15 Juny 1667. en 14 April 1668. En den 3 Maart 16Ó8. gefchreven hebben aan de refpective Provinciën, ten einde dat die wilden defereren aan H geen den Raad van Staten zoude ftatueren tegen de Militaire Officieren, excesfen begaande, op dat de Militaire discipline mogt kerfteld en exattelyk geobferveetd worden. De Provincie van Holland zeer omfigtig in ai watde Juftitieen Jurisdictie raaktj Q) heeft mede altyd den Raad van Staten erkent, voorde opperfte Krygsraad, gelyk onder anderen daaruir blykt, datfein'tjaar 1589. gerefolveerdheeft te doen aanhouden ter Vergadering van de Staten Generaal, ten einde by Acte, de Raad van Staten emftelyk werde vermaand de excesfen van ') In de Vergadering van Oftober. (/) 23 July 1621?. O %  sia VERZAMELING van STUKKEN &cV ij, of noch is, den Raad te temmen de kennis en judicature over het Krygsvolk, Servicien, of iets anders , dat daar van dcpcndeert, noch ook van de Sterkte van de Compagnien , Garnifoenen of Legers, maar vel lyden mag en gaarne verftaan, dat by de Raad daar in met een exacte kennis en foo dat behoort volgende de Plakaten van den Lande worden geprocedeert. Dat dezelve by Refolutie van den 8 Juny 1654, getoond heeft, haar genoegen aan den Heer van Brederode, Veldmarfchalk van den Staat, ter zake van twee Refolutien, door Hem by denRaad uitgewerkt, bchelfende een ftilfwygende erkentenis van den Krygraadt welke Hy by Refolutie der Heeren Staten van Holland den 14 Augustus 1653. en 5Mcy,i654. geauthorifeerd was te formeren uit Officieren, Garnifoen houdende in den Hage, en uit andere vande Repartitie van Holland aldaar pra?fent, om Juftitie te Adminiftreren over Militaire Delicten in den Haag en elders binnen de Provincie van Holland begaan wordende. En eindclyk dat dezelve den 30 November 1669. geordonneerd heeft aan de Heeren Gecommitteerden Raden in de beide Quartieren, alle Sententien, die by den Raad van Staten agtervolgens haar Inftructie , tegen eenige Militaire Officieren en Soldaten in dienst van den Lands zynde , en op de Repartitie van Holland ftaande, al bereids zouden mogen wefen, of in het toekomende nog worden nitgefproken; aanftonds op de eerfte aanfehryving of bekendmaking van den Raad na hare Forme en Inhoud te Executeren zonder fodanige Sententien of de Meriten van de zaak te examineren veel min eenige klagten van de Gecondemwerden daar tegen te admitteren. Uit  MEMORIE over de MILITIE. 213 Uit dit alles blykt, dat de Bondgenoten gerefereerd hebben aan den Raad van Staten de Adminiftratie van dc Militaire Juftitie, zonder in het minfte te melden, 't zy van Hoogen Krygsraad, 't zy, van de Krygsraaden in de Frontieren. Dewyl egter zoo de eene als dc andere van ouds bekent zyn, kan gevraagt werden na de oorfprong en inftelling van die Krygsraden , en na de Relatie, welke dezelve hebben tot de Raad van Staten. 't Is te verwonderen, dat niets gevonden word in de Registers van derfel ver inftelling, anders als dat in eene Refolutie van den Raad van Staten den 9 Augustus 1.647. aIs e-215 ontwyfelbare zaak gefteld word, dat de Generale Staten van alle de Geünieerde Provinciën gedefereerd hebben aan den Raad van Staten de Jurisdictie over het Krygsvolk , en dat die wederom by den Artikelbrief en andere Militaire Ordonnantiën gedefereerd heeft aan den Krygsraad eenige Jurisdictie over de Delitten cn Mefufen van het Krygsvolk zonder dat de Krygsraad van ymand anders eenige Jurisdictie heeft. En dit fchynd bevestigd te worden door 't boven aangetogen 10. Artikel der Inftructie van den 18 Augustus 1584. Authoriferende den Raad van Staten, om over 'i Krygsvolk mitsgaders over alle Generale en Particuliere O verft en, Straffe, Recht, en Juftitie te doen {Nota] en te doen doen, fulks zy bevinden zullen te behooren. Gelyk mede daar door, dat de Raad altyd aangefteld heeft meest alle de Officieren van de Militaire Juftitie, en namentlyk de Advocaten Fiscaals over 't Krygsvolk in verfchei- O 3 de  si4 VERZAMELING van STUKKEN &c. de Provinciën, mitsgaders de Auditeurs Militair en geweldige Provoosten in alle de Frontieren, foo ftem in Staat hebbende als andere, om te zwygen van den Provoost Generaal cn andere, welker aanftelling gefludtuecrd heeft, of door de tyd geraakt is uit handen van den Raad van Staten. En eindelyk daar door, dat de Raad den 22 April 1606. op het aangeven van den Fiscaal by Acte geordonneerd heeft, aan alle Collonellen , Rithmeesters en Capiteinen, ter maninge van den Intendant der juftitie Militair, zich te vergaderen om Juftitie te plegen en Krygsraad te houden, het geen als een vernieuwing is van de inftelling van den Hoogen Krygsraad. Doch hoe het ook gelegen zy met de inftelling der|Krygsraden , dit is zeker, dat de Hooge Krygsraad niet anders is, in haar oorfprong als een Krygraad te Velde. Want in de Deliberatien gehouden in 'tjaar I597- 60 over de aanftelling van een Prcefident van de Krygsraad , of, gelyk men doe lprak, van een Hoofd van de Militaire Juftitie a word uitdrukkelyk gewag gemaakt, van een. Hooft van de Juftitie over 't Krygsvolk in 'i Leger. En het verdiend zyn opmerking, dat het Ampt, na de dood van denPrtefident vanHoutcn,voorgevallcn kort voor den twaalfjarigeTre-» vcsopengeftaan heeft tot het jaar 1621. (e) wanneer 't met het uitgaan van den Trcvès ge, eonfereerd is op den Heer Gofewyn van Stralen ^ (V) Staten Generaal 16 July 1597. CO Sr-atcn Generaal 11 Mey 1*621,  MEMORIE over de MILITIE. len , want daar uit fchynt te mogen befloten worden , dat het Ampt onnodig geoordeclt wierd , wanneer 'er geen Leger te Veld ging, en by gevolg, dat de Krygsraad in die tyd niet anders was als een Krygraad te Velde. En het fchynd nergens aan toe te fchryven te wefen, als aan het credit van Prins Mauritz, die wel begreep, hoe veel hem gelegen lag aan de directie van de Militaire Juftitie, dat de Hooge Krygsraad een Permanente Rechtbank geworden is, welke haar refidentie gehouden heeft in den Haag, buiten tyde van Expeditie , onder den naam van Groots of Hooge Krygsraad , of van Krygsraad nevens zyn Excellentie , en waar aan geappelleerd is, van de Vonnisfcn der Krygsraden in de Frontieren , zoo wel als direélelyk aan den Raad van Staten (ƒ). Zonder dat gevonden word dat de Raad zich heeft gekant gehad tegen 't Appel (g) aan den Hoogen Krygsraad , hebbende alleen zich gevoelig getoond , wanneer de Hooge Krygsraad heeft willen voeren de naam van Krygsraad der Vtreenigde Nederlanden , of gepretendeert te wyfen by Arrest, waar van hier na breeder zal gehandelt worden, En daarom is het ook geen wonder dat de Hooge Krygsraad van felfs, en fonder een formele affchaffing, opgehouden heeft te wezen •en Permanente Rechtbank, en een Hof van Ap- (ƒ) Raad van Staten 7 Mey 1624. (#) Raad van Staten 21 November i6%6. 23 Me? J1652. 1 Febjuary 1666. O 4  2i6 VERZAMELING van STUKKEN &c. Appel, te gelyk met het cesferen van 't gefag der Pnncen van Orange , door het affferven van Prins Willem in 'tjaar 1650. want, hoewel gezegt word by de Raad van Staten den 16 December 1Ó65, dat de Hooge Krvgsraad gemortihceert is door dc Bondgenoten , zoo word egter geen expresfe Refoldtie van Mortmcatie gevonden en word in tegendeel ge-r zegt in het confent van Holland op de Generale Petitie en Staat van Oorlog voor 't jaar 1655- 00 dat de Pracfidents of Super Intcndents plaats van den Hoogcn Krygsraad be^ boord afgefchaft en gemortihceert te worden, t welke nadien de Hoogs Krygsraad althans hemt te cesjerm, (en gelyk 'er by gevoegd word in 't Confent van 'tjaar i<564.) . in geen gebruik is, woorden welken eerder infercren een Rit zwygende als een expresfe affchafung van den Krygsraad. ö Wordende voor de rest tusfchen de jaren Ti j eu Jf?2' ® niet anders gevonden, als dat by^ 't formeren van een Veldleger ook een Krygsraad geformeerd wierd voor den tyd van de Expeditie; welke Krygsraad geen kennis nam als van Saken in 't Leger voorvallende, en ophield met het fcheiden van t zelve , zonder naderhand te kunnen termineren de onafgedane zaken, (k) waar van een notabel exempel is, in de zaak van den Heer van Qi) 4 Mnart 1655. (0 Placaat cn Ordonnantie van de Raad van Staten iS April 166S. Artikel 12. Ck) Acte van de Heeren' Gedeputeerden te Velde <; Mev 3 Juny 16.68.. " ' 7  MEMORIE over de MILITIE. 21? van Langerak, welke in 'tjaar 1665. in 't Leger te recht gefteld zynde, als pligtig aan de dood van de Zoon van den Rhyngraaf, (T) en 't Leger gelchcidcn zvnde, voor dat de Krygsraad had kunnen de Saak afdoen , addresfeerde de Rhyngraaf zich by Requefte aan de Staten Generaal verfoekende Juftitie, welke den 21 January 1666. den Raad verfogten een Hooge Krygsraad te formeren , om den Heer van Langerak te recht te ftellen. Waar op de Raad den 1 February antwoordt , dat de Krygsraad niet meer in wezen was, vermits het fcheiden van 't Leger, en dat mitsdien deszelfs Macht cn Authoriteit V eenen male was komen te Cesf ren, en dat de Raad in deze zaak zoude Recht doen, zelfs , of door de Krygsraad by haar te formeren. De Relatie van de Krygsraden tot den Raad van Staten, of liever de Subordinatie derfelve onder den Raad, beftaat in de volgende Poincten. 1. Dat dezelve Recht doen na den Artikelbrief en andre militaire Ordonnantiën, en Placaten, door den Raad van Staten (m) geëmaneert,. uit kragte van dc bovenftaande generale Delatie van order te fielten op de Militaire (O Raad van Staten 29 January i February 1666. t»(ÏL^ T St3teu 20 AugUStUS l7 September 15RS. io Augustus:4 September 12 November 1590. r4 December 1600. 28 April 15 December 1622. 28 Mev 2 Seo temberi624. 25 Juny 1Ö25. 3 Maart 1627. 7 February" 1637. 3 Maart 1Ö40. 3 July ,641. n December 1640. Val fc.  fti8 VERZAMELING van STUKKEN &c. re Discipline en alle Excesfen onder 't Krygsvolk te Jlraffen. Zonder dat ergens gevonden word, dat Macht gegeven is, aan de Capiteins Generaal tot het emaneren van Placaten, Reglementen en Ordonnantiën , op het ftuk van de Krygsdiscipline,en dat zelfs buiten kennis en deliberatie van den Raad van Staten, 't geen men egter dezelve heeft zien praéliferen, voornamelyk de laatste. 2. Dat van de Vonnisfen van de Krygsraaden Appel valt aan den Raad van Staten (ra) die van den Hoogen Krygsraad niet uitgefloten , hoewel de Heeren Princen van Orange verfcheidemalen getragt hebben te beletten, het verkenen van Mandamenten in Cas d'Appel van Vonnisfen van den Hoogen Krygsraad. In 't jaar 1624. (0) als 't Dispuyt vry hoog ging, is ter Vergadering van de StatenGeneraal voorgeflagen, dat Vonnisfen, gewefen in 't Leger , den Raad niet prefent zynde , niet fouden Appellabel wefen aan den Raad, foo in Civile als Militaire Saken, dat de Hooge Krygsraad buiten 't Leger geen kennis nemen fouden van civile Saken, en dat van civile Saken in 'i Leger, aangevangen en naderhand gedecideert, Appel vallen zouden aan den Raad, (/>) doch de Raad nam geen genoegen met die Voorflag,en ging voort met de Saak, doe in queftie, doende den 21 November 1026, te niet het Vonnis van den Krygsraad. Twee («) Do Regifters en Partye Boeken van den Raad van Staten, zyn vol van Exempelen. CO 9 July 1624. O) Raad van Staten 14. 15. Juny en 27 July 1624, «s 21 November 1626.  MEMORIE over de MILITIE. 219 Twee jaren daar na verfogt Prins Fredrik Hendrik (q) wederom de intrekking van een Mandament in Cas d'Appel, van een Vonnis van Hoogen Krygsraad, doch allegeerde alleen, dat de Impctrant revifie verfogt en gcobtineerd had van den Krygsraad, voor het doen van verfoek om Appel zonder de qualificatie van den Raad in dispuit te trekken. In 't jaar 1647. CO maakte dc Prins het dispuit weer levendig , doch de Raad maintineerde haar Recht, en ging voort met de Proceduuren. 3. Beftaat de Subordinatie van de Krygsraden onder den Raad van Staten daar in, dat dewyl de Militaire Juftitie cigentlyk gedefereerd is aan den Raad van Staten, en de Krygsraden geen andre Jurisdictie hebbende als die door den Raad van Staten aan haar gedemandeert is, waar van de bewyfen boven bygebragt zyn, de Raad van Staten bevoegd'is, om ter eerster inftantie kennis te nemen van Saken, ftaande ter kennis van de Krygsraden. Dit zoude kunnen bewefen worden, met menigvuldige exempelen, uit de Registers en Partye Boeken van den Raad van Staten, maar het zal genoeg zyn , daar toe by te brengen , de rects aangetoge zaak van de Heer van Lange, rak, waar over de Raad verfogt zynde , te formeren een Hooge Krygsraad, antwoordc daar in te zullen recht doen, of zelfs, of door den Krygsraad by haar te formeren; en de Saak van een Monfter Commisfaris, waar van aanftonds naCO Raad van Staten 21 July 1628. Me i6°0Mey 7' e"9 Au£uscus l647' J3 Augustus 1648.17  Z20 VERZAMELING van STUKKEN &cs nader zal worden gefproken, welke, een Manflag begaan hebbende te Heusden, en daar over gcapprchendeert zynde door den Commandeur, op ordre van den Raad afgehaald, en voor den Raad te recht gefteld is. Zonder dat gefegt kan worden tegen dit laatfte exempel, datter misfehien geen genoegfaam getal Officieren van een behoorlyk Caracter te Heusden , Garnifoen hielden om"te zitten over de Saak van een Monftcr Commisfaris. Want de Raad had kunnen dc Krygsraad te Heusden verfterken, door te doen Commandederen de nodige Officieren uit dc naaste Garnifoenen , gelyk de Raad menigmaal gedaan heeft in andere gevallen , zendende zelfs nu cn dan in gewigtige voorvallen , den Fiscaal van dc Generaliteit na de Frontieren tot Adfiftentie van de Krygsraden (s). Eindeling ftaat noch aan te merken , omtrent het eerste Poinct,dat gelyk dcDelatie van Jurisdictie na Rechten notoirlyk bcgrypt, de De, latie van al 't gecne, zonder 't welke de Jurisdictie niet kan geëxcerceerd worden en 't ap, prehenderen der Delinquanten een wefentlyk deel van de criminele Jurisdictie maakt, de Raad van Staten van ouds al omme in de Provinciën heeft doen Apprehendecreir, dc Militaire Delinquanten, zonder daar toe Territoir of Pcrmisfie van ymand verfogt te hebben, zoo als overvloedig blykt, uit de Refolutie van den Raad van Staten ' (>) Raad van Staten 24 January 22. 23 Maart 1599. 3 January 15 April 1600. 5.7.13 January 5 December 1604, so February 1606. 3 September 1645. 22 November 1653, 98 Juny 1600. 14 July i<568.  ■MEMORIË over de MILITIE. 221 ten 21 December 1588.. 12 September 1589. 4 Mey 20. 22. 23 November 1690. 28 October 1593. 21.. 22 April 6 Mey 1595. 13 February 1598. 6 February 1599. 21 December 1600. 5 December 1602. 20. 22 September 7 October 1603. 12 February 1604. 18 Augustus 1613. 17 February 3j"ulyi6i4. 24 Maart 1615. 28 July 1616. 17 Augustus 10 Oclober 4 December 1618. 15 February 13. 14 December 1619. 25 February 1620. n November 1621. 1. 2 Maart. 29 September. 5 OtStober 1622. 5 Maart 1 April 17 Oétober 13.18 November 1625. 12 Juny 162Ó. 6 February 18 Maart 12 Juny 1627. 28 February 1629. 20. 22 September 1635. 31 October 1636. 19 Mey 1637. 15. 21 January 1638. 21 February 21 Juny 1640. 2. 4 February 19 Juny 1642. 4. 29. 31 Augustus 4 September 1643. 24.26 Juny 5. 24 July 1645. 15 February 6 November 1647. 30 Maart 6 Juny 10 December 1648. 7. 10 April 27. 28. 29. November 1653.; 15 November 1658. Dc reden van zoo veel bygebragte Refolutien of Exempelen is, op dat men zoude kunnen oordeelen , niet alleen uit de boven geallegecrden regel van Rechten , maar ook uit de Posfesfie of Praéticq, of de Provinciën gelyk gehad hebben, welke na't jaar 1658. hebben beginnen te fuftineren , dat den Raad van Staten niemand kan doen Apprehenderen op haar Territoir zonder voorgaande permisfie. 't Tweede Hoofd-Poinét, zyn de Perfonen. en Saken, waar over de Militaire Juftitie zich uitftrekt. En  u% Verzameling van stukken &c. En wat ccrstelyk de Perfonen aangaat, de Militaire Juftitie is zoo zeer bepaald tot de Krygslieden, dat Burgerlyke Perfonen in geene gevallen , (f) en zelfs niet over H begaan van Militaire Delicten, kunnen betrokken worden van de Militaire Rechter. Eh gaat dit zoo ver, dat den Raad van Staten den 30 July 1643. verftaan heeft, dat een Militair Gedagvaart zynde voor de Krygsraad door een Burger, geen Reconventie doen mach. Aan den andrcn kant is te remarqueren, dat onder de Krygslieden, waar over de Militaire Juftitie zich uitftrekt , gefield worden in het 10 Artikel van de Inftructie van den Raad van Staten van 10 Augustus 1584. niet alleen, alle generale en particuliere Oversten, Bevelhebberen, en Officieren van Oorlog , maar ook de Commisfarisfen , waar door ongetwyffeld de Commisfarisfen van de Monftering gemeend worden; En word gevonden in 't jaar 1632. dat een Monfter Commisfaris te Heusden,een Capitein' neder gelegt hebbende , de Heeren Gecommitteerde Raden van Holland, waar aan de Commandeur kennis gaf van 't voorval, haar Inftructie nagefien hebbende, .deeden weten aan den Raad, (u) dat de kenïlis niet aan haar, maar aan den Raad toe kwam, welke vervolgens den Gevangen deed afhalen en te Recht. Relden. Ds (/) Staten Generaal 5 July 16-1. 30 öétober 22 December "1673. 13 Mey 1675. Holland 11 April 1658. (jï) ilaad van staten 9. 14. 10 en 12 Oc'tober 1632,  MEMORIE over de MILITIE. ït% De Saken waar over de Militaire Perfonen kunnen in Recht betrokken worden voor de Militaire Juftitie fchynen wel alleen te wezen de Militaire Delictenen mcfufen, maar de Militaire Rechters, zoo na als voor het jaar 1653. hebben kennis genomen , niet alleen van 'gemeene Delicten, maar ook van civile Saken, waar van de exempelen menigvuldig zyn, en waar van de grondflag moet gefogt werden in het Roomsen Recht , welk omtrent dit ftuk' hier te Lande aangenomen en gevolgt is (V). Om dit met drie woorden te toonen en eerst in opfigt van Gemeene Delicten , Profesfor Voet heeft in het breede bewezen zoo in zyn Traclaat de Jure Militari, als in zyn Comment over de titul D. de Jiidiciis , dat, na het Roomfche Recht, de Krygslieden nergens kunnen te recht gefteld worden, zoo wel over Gemeene, als over Militaire Delicten, als voor, den Militairen Rechter. En dat het Recht hier te Lande over een komt met het Roomfche omtrent dit ftuk s leerd niet alleen dezelve Profesfor in de byge-, bragte Comment over den titul de judiciis'No. I04. maar ook van dc Sande decisL. 1. T. 1. def. 4. Groenewegen de leg. abrog. ad L. 6. C. de* Tunsd. Omnium Judic. en Anth. Mattheus de Jure Gladii Cap. 34. Alleen met dat onderfcheid, dat alhier te Lande, volgens de Leer van Voet, Preventie plaats heeft, in gemeene Delicten gelyk het ook zich zelfs wyst, en over een komt met de hier (v) Sie Brief van den Raad van Staten, aan de Statea Oeueraai 30 October 1719.  524 VERZAMELING van STUKKEN ècd, bier nevens aangetoge Texten van 't Roomfche Recht, dat de Militairen , Deüquerenden buiten de Legers, Garnifoenen, öf daar zy elders fungeren in haar Militair Emploi, ook kunnen te recht gefteld en geftraft worden, daar zy Dclinqueeren even als andere Delinquanten. , En wat in de tweede plaats aangaat, Civile Saken, de Raadsheer van de Sande zegt, decis L. j; T. i.def. 4. Inter AliaPrivilcgia& hoe Militibus indultum effe , ne. alibi quarri apud Magifiros Militum conveniantur & hoe in caufa civili indU ftintte verum effe, en de Profesfor Voet ad tit. D. de Jud. No. ioj. en No. 108. In caufis cfr yilibus ac Pecuniariis a Jure Romano mores magnopere receffffe hand invenio adeoque Jive Miles a Milite, Jive Miles a Pagano conveniatur, non nificoram Müitari Judice lis agitatida eji, ipfo id defiderante, met die uitfondering egter, dat de Militairen, welke hier te Lande gehuist en gehooft zyn, of een Jixtim domicilium hebben, ook moeten te Recht ftaan over civile Saken vóórhaar domiciliairen Rechter. En 't is minder te verwonderen , dat het Roomfche Recht met dc bovenftaande bepalingen hier te Lande aangenomen is omtrent dis Ruk, om dat het groot getal van Engelfche , Schotfche, Franfche en andere vreemde Officieren, die den Staat van het begin af heeft in dienst gehad , hier te Land niet gehuisd , noch gegoed zynde, en van den eenen dag tot den anderen van Garnifoen veranderende, altyd hebben gemakkelyker kunnen in Recht betrokken werden voor den Militairen, als voor den bureerlykeq Rechter, zoo in opfigt van het Rechtsbedwang, als in opzicht van 't vervolg  MEMORIE over de MILITIE. 22$ volg der Proceduren , en van de Executie der Vonnisfen , by veranderinge van Garnifoenen de geheele Militie en alle de Krygsraden te famen, resforterende onder eenfuperieuren Rechter , wiens gefag en regtsbedwang aan geen plaats bepaald zyn, namelyk onder den Raad van Staten. Echter is een zeer aanmerkcnswaardigé uitfondering van die gemeene Recht gemaakt, in faveur van de Steden fiem in Staat hebbende by de bekende Refolutie van de Groote Vergadering van den 25 Maart 1651. ftatuereude, dat de Commandeurs met den Krygsraad in de gemelde Steden niet verder zullen mogen gebruiken, noch extenderen de Militaire Jurisdictie als over de nalatigheid , en overtreding in Tochten en Wachten, overgaan aan den Vyand, defertie van Compagnien^ of vwloop van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, mitsgaders over Excesfen en Delicten , die de Officieren en Soldaten onderling of den een tegens den anderen zullen komen te begaan en VERDER ArlE T; waar door, zoode Jurisdictie der Krygsraden in de Steden, Item in Staat hebbende , gereftringeerd is tot de bovenftaande gevallen, (wj die van de Krygsraden in alle andere Plaatfen ftilfwygende geconfirmeerd isj zodanig als ze in pracücq was. 't Verdiend alhier geremarqueerd te Worden, dat hoe wel de bovengemelde Refolutie van den 25 Maart 1651. in generale en onbepaalde termen teld, onder de zaken welke ftaan ter Jurisdictie van de Krygsraden, in de Steden ftem in Staat hebbende, de Excesfen en Delicten die ) nb 00 •••rcfj* . ii (V) Staten Generaal 23 July 1660. P  226 VERZAMELING van STUKKEN &c. de Officieren en Soldaten onderling of den een tegen den anderen begaan , egter Holland by twee Refolutien van den 30 September 1654. cn 16 Mey 1668. verftaan hebben en wel na refumptie van de bovengemelde Refolutie van de groote Zaale, dat alle DeliEten, begaan by Mi. lltaire Perfonen , niet pnurlyk Militair zynde , maar chocquerende de gemeene ruste, of de 'Bürgerlyke Sociëteit, gemeenelyk genaamt communia delicta, in haar natuur ftaan, tot kennisfe Judicature en correCtie , van de ordinaris juftitie, of van de civile en politiquen Rechter. Doch met hoe weinig fondament kan afgenomen worden, uit de Brief van den Raad van Staten, aan de Magiftraat van Zwol van den 2 November 1714., welke Magiftraat zich bediende van die twee Refolutien, om te bewyzen , dat de Judicature over een Soldaat van het Garnifoen, die een andere Soldaat had dood geftoken , en geaprehendeert was door de Krygsraad, toekwam aan Schepenen. „ Wy hebben ter zyner tyd ontvangen UE. „ Refcriptie op onze misfive van den 18 September laatsleden, rakende de Judicature, „ over Excesfen en Delitlen, die de Officierenen „' Soldaten, of de een tegen den anderen begaan; „ en zyn geïurpreneert geweest, daar in te „ vinden, dat UE. bybrengen tot bewys, dat de Judicatuure daar over niet foude toeko„ men aan de Krygsraden, uitgezondert wan,, neer de Exceslen en Delicten, welke de Mi„ litairen onderling begaan, Krygszaaken raa„ ken , dat de confidcratien door de Provincie „ van Overysfel in 't jaar 1651. op de Groote n Vergadering uitgebragt, de Judicatuure der jj Krygs-  - MEMORIE over de MILITIE. 227 5, Krygsraden in 't voorfchreve geval, bepa,, len tot Krygszaakcn : want wat is klaarder, „ als dat die bepaalingen, door eene Provincie „ gemoveert, en echter gelaten, zynde buiten „ de Refolutie van de gezamentlyke Provin„ cien van den 25Maart deszelven jaars, waar„ by de judicatuure der Krygsraden in crimi„ neelc Saken gereguleerd is; de gezamently„ ke Provinciën moeten geoordeclt hebben , dat de judicatuure over de Delicten door Mi,, litairen onderling begaan wordende, behoor„ den te^ blyven aan de Krygsraden, fonder , onderfcheid of die Delicten de Krygszaa„ ken raaken of niet, cn dat de Provincie van ,, Overysfel, zich daaromtrent moet geinfor„ meerdhebben, met het fentiment van de an„ dere, dewyl geene de minste contradictie s ii of aantekening gevonden wordt in het Re- gister. „ Tot zoo klaare en zoo folemneele Rcfo„ lutie, als die Van den 25 Maart 1651. by „ te brengen, gelyk UE. in haar misfive doen „ de Refolutien van de Heeren Staten van Hol„ land cn Westvriesland van den 30 Septem„ bcr 1654. cn 16 Mey 16Ó8, wat is 't an„ ders als te laxeren de Refolutien van de Groo„ te Vergadering, en dezelve te doen afhan» gen van de explicatie (zoomen anders Re>i folutien , zoo weinig ovcreenltcmmende met „ den klaaren letter van die van den 25 Maart „ 1651. kan noemen eene explicatie derzeivej „ van ieder van de zeven Provinciën, in 't „ byzonder ! want wy vertrouwen niet, UE. „ van begrip zyn, dat de Provincie van Hol„ land en Westvriesland hier omtrent eenig P a it Voor-  228 VERZAMELING van STUKKEN &e. „ voorrecht heeft boven de anderen, en wy 3, zyn zoo verzekerd, dat UE. niet zoude ac„ quiesceren in de explicatie van eene Provin» cie in het byzonder, het zy Holland of eene „ andere, wanneer zy voor zich hadden den „ klaaren letter van eene Refolutie van de gc„ zamcntlyke Bondgenonten, en de Provintia„ le explicatie daar tegen aanliep, dat wy ons „ dien aangaande wel durven beroepen op UEd. „ eige verklaaring." Ook zyn de Staten Generaal notoirlyk geweest, van 't zelve begrip, wanneer zy den 18 Augustus 1655. 't verfoek van Johan Fredrik Schellaert van Oppendorp, zynde in Militairen dienst van den Hertog van Lotteringen, tenderende ten einde, dat geordonneert mogt worden, aan den Raad van Braband de crimineele citatie tegen hem verleend, af te doen, affloegen, met by voeging, 'dat het Delict by den Supliant geperpetreert niet was een Militair, maar gemeen Deli£t, ook niet geperpetreert in 't Leger, of Garnifoen, mitsgaders niet {Nota') ly den eenen Soldaat tegen den anderen. In het jaar 1714. viel 'er een Verfchil voor tusfchen de Magiftraat en de Krygsraad te 's Bosch, dat aanleiding gaf aan den Raad van Staten, om 't onderfcheid tusfchen de Jurisdictie der Krygsraden in dc Steden flem in Staat hebbende, en andere , op zyn dach te ftellen , in een Brief aan de Staten Generaal van den 12 February 1714. (V) „ De Krygsraad te s' Bosch heeft aan ons ,, ken- (V) Sie ook de Brief van den Raad van Staten, aan de StaJen Generaal van 30 October 1710.  MEMORIE over de MILITIE. 229 „ kennis gegeven, dat Uw Hoog Mogende ,, aan haar gefonden hebben, om bericht,een „ misfive van de Magiftraat der Stad, welke „ aan hun difputeert het ftellen van een Cu- ratcur in den boedel van wylen Gcrard van ,, Poelgeest, in zyn leven Sergeant Major ten ,, dienfte dezer Landen, binnen die Stad, al,, waar hy in Garnifoen was, overleden: ver„ foekende onze ordre, wat zy fullen refcri- beren aan Haar Hoog Mogende, nopende ,, dat conflict van jurisdictie, waarop hebben„ de gedclibercert, hebben geoordeclt best te „ wezen, dat wy zelve U Hoog Mogende in„ formeren van de gelegenheid der zaak. ,, U Hoog Mogende gelieven dan gediend te wezen, dat, dewyl de Militaire Officie- ren doorgaans geene de minste Relatie hebj, ben tot de Steden , waar in fe Garnifoen ,, houden, en het Garnifoen een lichaam maakt, ,, gefepareerd van dat der Burgers, welke ieder ,., hebben haar aparte Rechter,hctGarnifoen den , Militairen, de Burgers den Burgerlyken, van „ ouds af geufeerd is , dat gelyk de Burgers „ te recht ftaan over alle Saken voor den Bur„ gerlyken Rechter, foo ook de Krygslieden ,, voor den Militairen; zoo nogthans, dat Of„ ficieren, welken hier te Lande gehuist en gegoed zyn, moeten te recht ftaan, over ci„ vile Saken, voor hunnendomiciliairen Rech- ter, waar heen ze ook mogen in Garnifoen „ gezonden worden , maar niet voor den Bur„ gerlyken Rechter van de Garnifoensplaats. ,, Dat geene verandering gemaakt is in deze ,, oude en generale Ufantic by de bekende Re„ folutie van den 25 Maart 165Ï. genomen op r 3 » dc  23° VERZAMELING van STUKKEN &c. „ de groote Saai van 't Hof , als alleen in „ opfigt van de Steden ftem in Staat hebben„ de; welke Refolutie diensvolgens notoir>, lyk dient tot confirmatie van die Ufan5, tie, in opfigt van alle andere Steden: ge„ lyk dezelve Ufantie, dan ook' federt alom s, m vigeur gebleven is: waarom wij, kort„ heidshalven jegenswoordig geenjandcr bewys », zullen by brengen,als dat in het jaar 1666. „ wanneer men van de fyde van den Churfurst „ van Brandenburg wilde brengen in het Trac. „ taat, 't welk den 16 February van dat jaar „ gefloten is, een Artikel, volgends 't welk ,t de Militie van U Hoog Mogende, leggen,j de in de Steden van 'tLand van Cleef * fou„ den te recht moeten ftaan, onder de Cleeffche Politique Overheid, in zaaken, die de Militie 33 met concerneren , gelyk zulks in U Hoq* 3, Mogende eigen ftaat zoude worden geobferveert, 33 deze Raad, wiens Advis U. Hoog Mor> gende, daar over innamen, advifeerde, (y) „ dat *t zelve om zeer importante redenen foude „ belmoren gelaten te worden, by 't jegenswoor33 dig gebruik: dat wel waar is , dat in de ftaat „ der vereenigde Nederlanden, de Steden ftem in „ Staat hebbende, in eenige gevallen, over de Mi3, Utie-, in den haar en logerende, hebben en, oefc33 nen jurisdictie : maar dat te confedereren ftaat, 3, dat de macht, haar daar omtrent competerendc, „ komt te deflueren uit 't Recht van de Souverai3, niteit over de Militie, in welk Recht de gemel„ te Steden, als integrerende Leden, zyn par5, ticiperende; en dat om die redenen hetzelve ,, Recht O') Q«n ii January 1666.  MEMORIE over de MILITIE. 231 s, Rechtaan de Steden in de refpective Provinciën, „ o-een ftem in Staat hebbende niet word toegeftaan, „ veel min aan de Steden reforterende onder de „ Generaliteit, waar van het gevolg was, dat „ het voorfchreve Artikel gebleven is bui„ ten het Traftaat, het welk onwederfpreke„ lyk bewyst. „ 1. Dat de Refolutie van den 25 Maart „ 16si. in 't jaar 1661, dat is in een tyd, wan„ neer niet te breede loop gelaten wierdt, aan „ deMilitaire jurisdictie, geen plaatfe in de Ste„ den, geen Rem in Staat hebbende, gehad „ heeft of men moest zeggen, dat de Raad „ van Staten niet wist, wat ze aan U Hoog „ Mogende fchreef, en ten 2. dat U Hoog „ Mogende zoo wel als de Raad van verftand „ waren, dat die Refolutie geen plaats behoor„ de te hebben in de Steden , geen ftem m „ Staat hebbende. m „ Dat onder de Refolutien , door de Magi„ ftraat van s'Bosch, bygebragt in haar mis„ five aan U Hoog Mogende, wel een of „ twee , en namelyk, die van 21 January 1704, „ zyn, welke favorifcren het gefuftineerde van „ de Magiftraat; maar dat de Refolutie van de „ folemneele Vergadering van de groote Saai, „ welke een foort van een Wet of Reglement „ is, en welke, gelyk fe confirmeert de oude „ Ufantie, ten opfigte van de Steden geen ftem „ in Staat hebbende , geconfirmeert is door „ opgevolgde practyk, zoo voor als naa de „ verandering, in de Regeering gevallen in 't „ jaar 1672, behoort te overwegen, een of „ twee Refolutien , genomen op particuliere P 4 » Se'  332 VERZAMELING van STUKKEN &c. „ gevallen, en by welke het zoo ver van daar is , dat de Refolutie van de groote Saai ,en s, eeneUfantie foo oud als de Republiek voor„ bedagtelyk foude wezen ingetrokken , en verandert, dat felve daar van niet gerept 3, wordt in de Refolutien, door de Magiftraat „ van s'Bosch bygebragt, tot een klaar be„ wys, dat U Hoog Mogende , waar aan leb 3, den zaaken van die natuur, geen gemeen„ fchap hebbende met de Staats dcliberatien, voorkomen,niet zynverdagt geweest in hctne„ men derzelve,op het onderfcheid tusfchenSte„ den ftem in Staat hebbende en niet hebbende. ,, En dat ook, om wat nader te komen tot „ het geval in quajftie, veel gevoegclyker , en „ te gelyk onkoftelyker is, wanneer e;n Offi„ cier, die niets gemeens heeft met de Stad, „ waarheen hy door U Hoog Mogende in Gar„ mfoen gefondenis, aldaar komt te oveiiy„ den, dat deszeivs equipagie , en wat hy ver„ der by zich heeft, gadegeflagen en gëbene„ hceerd worden, door den Krygsraad en Com„ mrsfaris van dien, beftaande uit perfonen , „ die allen een gemeen interest hebben , om 3, het voordeel en menage van den overleden 5, te betrachten, als door de Gerechten , cn „ dat menigmaal van flechte Garnifoen's piaat„ zen, het zy dat maar provifioneelyk moet geforgt worden , voor de nagelatene equi5, pagie en meubilen, wegens de abfentie der 3, naastbeftaanden, of erfgenamen van den over„ leden , of dat die moeten te geld gemaakt, 5, en het provenu onder dc crediteuren gedisT 5, tribyeerd worden. « In  MEMORIE voor de MILITIE. 233 ,, In voegen, dat U Hoog Mogende fien, dat de fuftenue van de Magiftraat van s'Bosch ,, in defen aanloopt tegens de oude ufantie, „ geconfirmcert door een feer folemneele Re„ folutie, kracht van wet hebbende, cn door „ de opgevolgde practycq, mitsgaders tegens ,, de billykheid en het intrest van U Hoog Mo„ gende Militie , welke het fundament fyn van „ dc voorfchreve Ufantie en Refolutie: en fon„ der dat de Magiftraat ergens in vei kort ,, wordt, alfo de Bondgcnooten niet hebben ,, behoeven te onderwerpen aan haare Judi,, cature de Militie, welke U Hoog Mogende van tydtottyd fouden lenden nas'Bosch, ,, niet om te maaken een gedeelte van het lic„ haam der Ingezetenen der Stad , nog om „ eenige relatie te hebben tot dezelve, maar ,, alleen, om fich daar op te houden voor den „ dienst van U Hoog Mogende , van den „ cenen dag en uure tot de andere, en fub,, jeét te wezen zoo wel aan het recht als aan „ het Krygsbedwang van de Officieren, door „ of van wegen U Hoog Mogende over haar „ geftelt. Dezen Brief commisforiaal gemaakt, en nevens die van dc Magiftraat en de Krygsraad in een conferentie geëxamineerd zynde , wierd de Magiftraat by Refolutie van 2*3 Maart in 't ongelyk gefteld, en de directie over den boedel van wylen den Heer van Poelgeest gelaten aan den Krygsraad. Maar hoe\vel uit dit alles genoegfaam blykt, dat de Krygsraden, uitgefondert die in dc Steden ftem in Staat hebbende, kennis nemen van allerhande zaken, en niet maar alleen van MiP 5 %  234 VERZAMELING van STUKKEN &c. litaire Delicten, R>o Raan egter de volgende cxeptien aan te merken. 1. Dat de Militairen (2) moeten te recht ftaan voor den Burgerlyken Rechter over Delicten en andere Saken die voorgevallen zyn , voor dat zy zich begeven in Militairen dienst. 2. Dat de Militairen (V) moeten te recht ftaan over Saken rakende de Gemeene Middelen voor Gedelegeerde Rechters, tot de Judicature over de Gemeene Middelen , zonder dat de Krygsraden mogen daar van kennis nemen. 3. Dat de Militairen (è) welke hier te Lande Gehuisd en Gehoofd zyn, gelyk men zegt , of welke een Fixum Domicilium hebben, behalven haar Garnifoen, moeten te recht ftaan, voor haar Domiciliairen Rechter over Saken niet rakende den Militairen dienst, fonder dat men egter vind gedecideert te wefen of fodanige Militairen gedagvaard wordende voor den Krygsraad over Saken van die natuur kunnen proponeren exeptie van Incompetentie en Renvoi of niet. 4. Dat de Krygsraaden geen kennis mogen nemen (c) van de qua?stien tusfchen de Officieren en Solliciteurs Militair, fchoon dat die eenigermaten zyn te houden voor MiCs) Raad van Staten 24 January 10 Maart 1636. (V) Refolutie Raad van Staten 13 Mey 4 en 6 Scpt. 1631. 26 February 1641. 23 Mey 1646. 29 Jan. 1648. 10 Juny 1649.4 January en 5 February 1657. (f) Voet ad Pand. tit. de Judie. 107. 108. (e) Raad van Staten 1 Augustus 164Ó. 13 January J654.  MEMORIE over de MILITIE. 235 Militaire Perfonen , als ftaande op dc Rollen van de Compagnien , onder dc naam van Schryvers en in die qualiteit 's Lands gagie trekkende. Op deze wyfe heeft het gegaan met de Militaire Juftitie tot het jaar 1672. toe,wanneer de laatstoverleden Koning van Groot-Brittanien , Gloricufer gedachtenis, doe Prins van Orange, aangefteld zynde tot Capitein Generaal van den Staat, en zich bedienende van het faveur van den tyd, niet alleen den Hoogen Krygsraad deed herleven , en wel haast het zoo verbragt, dat NIEMAND DURFDE Provoceren aan den Raad van Staten , het zy van de Subalterne Krygsraden , of van de Hoogen Krygsraad, maar boven dien ZOO VER extendeerde, buiten de vorige palen , de Jurisdictie der Krygsraden binnen de Provinciën, Qd) dat daar uit, menigvuldige disputen voorvielen met de Ordinaris Rechters , zoo ten aanfien van 't Civil als van 't Crimineel, gelyk erkend word in den Brief welke de Prins den 19 Mey 1675. fchreef aan de Staten of aan de Hoven van Juftitie van verfcheide Provinciën, doende daar by de vol- (V) In een der Handfchriften na welke ik dezen druk heb ,docn vervaardigen vond ik de volgende Note met eene jongere, hand gelchreven. Men heeft gefustineert van wegen zyn Hoogheid, Succesfeur van Willem de 3de, dat de gedane voorliagen in 't jaar 1675. (tot welke men niet bevoegd was,) tot voorkoming der menigvuldige disputen (welke men eerst verwekt had) niet fynde geaccepteert de furisdiêiie over alle Militaire Perfonen zoo in 't Crimineel als Civil, den Militairen Rechter competeerde dr.c is; om dat gy my van myn goed beroofd, en naderhand aan UE d. om 't gedeeltelyk te rug te geven, en ik zulks weigere, uit hoofde dat gy tot niets zyt gerechtigd ,dn:i vcrkrygt gy door myne weigering 't recht om alles tcbelv/nclen.  236 VERZAMELING van STUKKEN &c. volgende voorflagen , tot provifionele wegneming van die difputen, even als de Militaire juftitie geheel en alleen van hem dependeerde. „ Dat geen Politique of Burgerlyke Perfo„ nen, noch in Civile of in Crimineele Sa- ken, zouden worden geconvenieerd of aan„ gefproken voor de Krygsraad, ten ware de „ voornoemde Criminele Saken, fodanigen de„ liét impliceerden en met zig bragten , dat „ alleen tot kennisfe van den Krygsraad zou„ de behooren te fpeóteren. „ Dat in civile Saken alle Politique of Bur„ gerlyke Perfonen iets te eisfchen hebbende „ van Militaire Perfonen , hare AcRe zouden „ moogen inftitueren voor den Ordinaris Civi- len Rechter cn. dat de Militairen haar aldaar „ zouden moeten verantwoorden. „ Dat de Militairen, over Civile Saken elk „ van den anderen te eisfchen hebbende zulx ,, mede zouden moeten doen voor den Ordi„ naris Civilen Rechter , maar zoo wanneer „ Militairen eenige questie zouden mogen heb„ ben over haar foldy of gagie , dat zelve „ zoude behoren tewordengetermineert van den „ genen, die van ouds daar toe zyn gequalifl„ leert geweest. „ En zoo wanneer eenige Militairen zouden ,, komen te begaan eenige Delicten, die men „ nocmd gemeene Delicten, dat daar omtrend „ preventie zoo voor de Burgerlyke als Mili„ tairen Rechter behoorde plaats te hebben, ,, zoo wanneer die Delicten zyn begaan aan „ of omtrent Burgerlyke Perfonen , of hare ,, Goederen cn Familien, invoegen dat de Rech„ ter , 't zy Burgcrlyk, 't zy Militair, die 53 eerst zoude mogen hebben gepra?vcniecrt, „ conu  MEMORIE over de MILITIE. 237 j, competent zoude behoren te wefen , zoo nogthans dat de Militaire Rechter , nooit tegens Politique of Burgerlyke Perfonen zou„ de mogen Procederen , uitgenomen alleen ,, in Delicten, die als voorfchreven is, gantfch „ en t'eenemale Militair zoude wefen. Dat „ ook, zoo wanneer in materie van Duël zou„ de mogen voorvallen tusfchen een Militair „ cn Burgcrlyk Perfoon , de Rechtspleging „ over dc Burgerlyke Perfoon voor den Qrdi„ naris Rechter zoude behooren te worden „ voltrokken, maarzoo wanneer quacstie in't „ Crimineel zoude mogen voorvallen tusfchen ,, twee Militairen , fonder dat Burgerlyke Per,, fonen daar mede zullen wezen geinteres„ feert, of over Delicten die by den Rechter „ genaamd en gehouden worden voor Mili,, tair, dat als dan de Judicature daar over al„ leen zoude behooren te competeren aan de „ Militairen Rechter. 't Hof van Holland, waar aan de Brief onder anderen geaddresfcerd wierd, antwoorde daar op met veel voorzigtigheid in fubftantie dat de Wettenen Privilegiën van 't Land, ([e) en van de goede Ingezetenen van dien, haar verhinderden te kunnen opvolgen den inhoud des Briefs, en dat het Hof de eere had niet van Wetten te maken , maar zich te reguleereu na de gemaakte Wetten. De Staten van Utrecht in tegendeel zonden copie van den Brief aan 't Hof Provinciaal en aan alle de Subalterne Rechtbanken , om zich daar na te reguleren (ƒ). Wat effect de Brief elders gedaan heeft weet men niet. Maar (0 33 Mey 1675. C/) Refolutien 2 Juny 1675.  238 VERZAMELING van STUKKEN &c. Maar hoe veel ook mag te zeggen vallen op de voorflagen,daar by gedaan, 't gezag, dat die attribueren aan den Militairen Rechter, is gewisfelyk veel kleinder als dat, welk men den Hoogen Krygraad, geftyft door de authoriteit van den Capitein Generaal, zedert heeft zien exerceren. Men kan vermoeden dat het niet weinig gecontribueerd heeft (g) om den Prins te doen aan zich trekken de geheelc directie van de Militaire Juftitie , met uitfluiting van den Raad van Staten, dat de Staten Generaal daags na zyn aanftelling tot Capitein Generaal hem verfogtcn, zich te willen informeren over 't overgeven van de Steden Zwol en Deventer aan den Vyand , en voorts tegen de fchuldigen te doen Procederen als na behooren , niet tegenftaande hetoeftcnen van ftrafte over het onbehoorlyk overgeven van Steden en Sterkten, expresfelyk aanbevolen is aan den Raad van Staten, by de Refolutie in 't begin van dit Capittel bygebragt en dat de Raad om andere Exempelen voorby te gaan in 't jaar 1629. (//) had te recht gefteld niet alleen de Officieren , welke Amersfoort hadden overgegeven , maar ook de Schout en Magiftraats Perfonen die daar aan fchuldig waren, en dat de Staten Generaal zelve noch maar weinig weken geleden den 22 Juny 1672. Holland door haar Gedeputeerden ter Generaliteit verfogt hadden , ten fpoedigftcn te recht te ftellen, en na behooren te Procederen tegens de Officieren fchuldig aan het overgeven van Or- (j) Staten Generaal 9 July 1673. OO Staten Generaal 16. 21. 22 Augustus 1629,  MEMORIE over de MILITIE. 239 Orfoy, Rynberk en andere Plaatfen, in dezelve geapprehendeert, of wel anderfints die te doen ftellen in handen van den Raad van Staten, ten einde dat de gemelde Raad daar tegen mag Procederen en doen Procederen als na behooren. Zyne Majefteit van Groot-Brittanien in 't jaar 1702. overleden zynde, deed den Raad van Staten door Commisfarisfen nazien de Retro Aéta op het ftuk van de Militaire Juftitie, en van den Hoogen Krygsraad , welke den 9 February 1703. na dat den 18 January provifioncle ordre op het werk van den Krygsraad gefteld was rapporteerden dat haar niets zekers voorgekomen is nopende de inftelling van den Hoogen Krygsraad als &c. Videatur de Refolutie met een Memorie dienende tot Informatie op het ftuk van de Militaire Juftitie hier agter en Speciaal van den Hoogen Krygsraad , Gequoteerd Letter A en B. VEER.  S4ö VERZAMELING van STUKKEN &c veertiende capittel Van het Verkenen van Pardon en Gratie. Het Pardonneren der Militaire Delicten , maar met de vinger aangeroert in de boven gemelde Refolutie , is te wefentlyken deel van 't gefag over de Militie , om niet wat breeder uitgehaald te werden. De Militie zynde in dienst van de Generaliteit, of van de gefamentlyke Provinciën, ge^ lyk bewezen is Capittel i. en de Militaire Delicten by gevolg begaan wordende tegen de Generaliteit, fchynd het verleenen van Pardon alleen toe te komen aan de Staten Generaal, als weefende een Acte van Souvereiniteit, cn het is op die grond, dat de Raad van Staten , wordende in 't jaar 1605. (y) door Prins Mauritz verfogt, om Gratie voor den Rithmeester Reyhoven, antwoorde, dat door de Raad recht gedaan zynde, de Gratie Jiond by de Generale Staten , en in 't jaar 1607. (b) op gelyk verfoek van den Ambasfadeur van Vrankiyk voor den Cornet Tarrieres, dat by haar Juftitie geadminiftreert word, en geen Gratie, (c) Hoewel men veel exempelen vind van Par- don- (a) Raad van Staten 7 February 1605, (li) 7 November 1607. (c) Sie ook de Raad van Staten 29 December 1604, 15 July 1605. 27. 28. 29 Juny en 24 July 1607. 2. 5. 4 January 1619. 10 July ié':'', en 17 Mey 1631.'  MEMORIE over de MILITIE. 241 donnen en Gratiën door den Raad van Staten verleend. Men zie de Refoltie van den Raad van Staten 19 November 1588. 5 en 6 February, en 13 April 1591. 16 Oótober 1596. 17 Juny, 15. 16 Augustus 1603. 31 January 1605. 20 December 1606. 14 February 1609. 20 July 1611. 24 Augustus 1Ó12. 7 September 1613. 5. 8. 25. 27. February 1 Maart 1616. 23 Mey 28 November 5 December 1618. 16 Mey, 4. i4September 1619. 17 February 1626. 4 December 1627. 24 Maart 1628. 21 January 1630. 17 April 1631. 24 November 1638. 21. 28 Augustus 1643. 4 Augustus 1645. 23 January en n Mey 1646'. En voort vanouds altyd gepra&ifeert, dat de Staten Generaal geen Pardonnen verleend hebben aan Militairen als na ingenomen Advis van den Raad van Staten, uitwyfens onder anderen de Refolutie van de Raad van Staten van den 11 February 1603. 24 July 1604. 9 en 13 February 16.0. 30 September 1612. 25 Juny en 19 Oclober i6T8. 8 January 1619; 17 Mey 1631. Uit het Recht, dat de Staten Generaal hebben tot het verlecnen van Pardon aan Militairen daar in gegrond zynde dat de Militie in dienst van de Generaliteit is , en dat de misdaden, web ke de Militairen als fodanige begaan, begaan worden tegen dc Generaliteit, aan welke diensvolgens alleen toeftaat die te ftraffen, of de ftraf te remitteren, fchynt te volgen, dat het recht van de Generaliteit, of van de Staten Generaal om te Pardonneren niet Extenfibel is tot de gemeene Delicten door Militairen begaan wordende. Q Maar  242 VERZAMELING van STUKKEN &c. Maar hier tegen ftaat te confidereren, dat het recht van Pardonneren zoo ver gaat als van ftraften, en dewyl in 't voorgaande Capittel bewefen is, dat niet alleen de Krygsraaden in Steden, geen ftem in ftaat hebbende, kennis neemcn van gemeene Delicten , begaan wordende door Militairen , maar felfs in de Steden ftem in Staat hebbende , zoo wanneer gemeene Delicten begaan worden door Militaire Perfonen, onderling of de een tegen den ander, zoo volgt dat dc Staten Generaal, uit welker:;naam de Krygsraden recht doen, bevoegt zyn om Gratie te veiieenen , van gemeene Delicten door de Militairen begaan wordende in de Plaatfen en Gevallen waar in de Krygsraden bevoegt zyn daar over recht te doen. Niet te min hebben de Heeren Staten van Holland in 't jaar i658.begrepen , dat het aan haar itond Pardon te veiieenen van gemeene Delicten, begaan op het Territoir van de Generaliteit, door Officieren van haar Repartitie en haar Onderdaanen. Want als Frederik d'Hinoiofa Vacndrig van een Compagnie, ftaande ter Repartitie van Holland, zich geaddresfeert had aan de Staten Generaal om Pardon van een Manflag te Maastricht , de Plaats van desfelfs Garnifoen, begaan aaneen ander Officier, leide Holland (d) in deliberatie of niet by haar zoude kunnen wettelyk cn validclyk gedisponeert worden op dat vcrfoek cn andere van gelyke natuur; (e) en ordonneerde vervolgens, dat hy zoude hebben 00 Holland 5 October i'èfc. CO Holland ii October 1658. Advis van % Hof li dito.  MEMORIE over de MILITIE. 243 ben 't voorfchreve verfoek by Requeste aan haar Edele te doen, hoewel 't Hof wiens A dvis de Staten daar over innamen, advifeerden, dat het gevoegelykst zoude zyn, datby de Staten Generaal gedisponeerd wierd op het verfoek van dc voorfchreven Vacndrig; zoo om dat de Jurisdictie van de Staten Generaal infonderheid was gevioleerd, door 't Delict, als om dat het zyn bedenken had , of de Remisfic , welke Holland foude mogen veiieenen aan den Vacndrig hem foude kunnen praftcren volkomen fecuriteit buiten derfelver gefag, en infonderheid op het Territoir van de Staten Generaal , oordeelende niet te min dat de Staten wel bevoegd waren om te disponeren op het verfoek om dat de voorfchreve Frederik d'Hinoiofa wefende geboren onder derzelver gehoorfaamheid , voor dezen daar onder gewoond hebbende en als nog in derfelver Befolding cn Eed wefende moest gehouden worden als een Onderdaan van Holland, en als noch onder derfelver gehoorfaamheid te hebben zyn Domicilium als wezende niet anders als ReipnMica Caufa abfens. Doch hoe ver dit na Rechten beftaan kan s cn of dc Staten Generaal, en de andere Provinciën behoefden diergelyke Pardonnen van waarde te houden , word gelaten aan wyfer oordeel. Noch is 'er eene bedenking omtrent de macht van de Staten Generaal om te Pardonneren, of die namentlyk zoo ver gaat dat de Staten Generaal kunnen Pardon veiieenen aan de Delinquanten gecondemneerc by Sententie van den Raad van Staten. Het geen aanleiding geeft Q_ a li  244 VERZAMELING van STUKKEN &) Refolutie van de Staten Generaal 16 Augustus 1620. \q) Refolutie van de Staten Generaal 12 January j652. (v) Refolutie van Haar Hoog Mogende i Mey 166;!. F (Y) Refolutie van Hiar Hoog Mogende 10 Juny 1588. 29 jttly 1641. 18 February 1645. 26 Augustus 1648- g Mey 1649. 15 July 166-. en 14 April 1668. (0 Refolutie van den Raad van Staten 24 Maart 1624.  MEMORIE over de MILITIE. 257 Öoof eenige Ruiters en Soldaten, by den Raad gefentontieerd, de Requefte gefteld hebben in handen van den Raad , om daar op na Communicatie met zyn Excellentie zulks te letten, als zy fouden te rade vinden voor den dienst Van 't Land. Dat in bet jaar 1639., ^0 wanneer met yvér gedisputeerd wierd, over het Appel van Sententien van den Raad, Haar Hoog Mogende felve geexcipieerd hebben van het Appel, 'de Criminele Sententiën op confesfie gewezen, de Sententiën in het ftuk der gemeene middelen, en die tusfchen Militairen in Saken de Militie rakende. En eindeling, dat Haar Hoog Mogende by Misiïve van den 3 Maart 1668. de refpective Provinciën verfogt hebben, te defcreren aan het geene de Raad van Staten zoude ftatueren tegen Militaire Officieren, Excesfen begaande, op dat de Militaire discipline mogt herfteld en exactelyk mogt geobferveerd worden. 't Is waar , dat deevengemelde Exceptien in de Saken van het Appel gefproten zyn uit een Voorflag,(v)door Gedeputeerden van Haar Hoog Mogende, met tusfehenkomirig van den Heer Prince van Orange , gedaan tot wegneming van het dispuit, over het Appel van Sententien van den Raad. En dat den Raad, (V) géenftnts te vreden was, met dien Voorflag, allegeerende onder anderen, dat het ftuk van' de gemeene middelen en 00 Refolutie van Haar Hoog Mogende 18 January 1639. Cvj Refolutie Raad van Staten 12 January 1639. 00 Refolutie Raad van Staten 12 january 1639, R  ac8 VERZAMELING van STUKKEN en de Judicature over Militaire Perfonen, een partie van des Raads oude en ordinaire Functie is, die niet kan worden gecontroverteerd. Maar daarom laten die Exceptien niet na tg bevestigen, dat Haar Hoog Mogende altyd gelaten hebben aan den Raad de Militaire Juftitie. De Provincie van Holland en Westvriesland, zeer omfigtig in al wat de Juftitie en Jurisdictie raakt, heeft mede altyd den Raad van Staten erkent voor de Opperfte Krygsraad, en fpecialyk tusfchen de jaren 1650 cn 1672. Gelyk onder anderen daar uit blykt, (V) dat dezelve bevordert heeft, dat de Saak van den Commandeur der Stad Wezel, en van den Sergeant Major Copesj boven aangeroerd, gefteld is aan de Judicature van den Raad. Dat dezelve by Staats Refolutie getoond heeft, haar genoegen aan den Heer van Bredcrode , Veldmarfchalk van den Staat, ter fake van twee Refolutien, door hem by den Raad uitgewerkt, behelfende een ftilfwygende erkentenis van dc Krygsraad, welke by by Refolutie der Heeren Staten van den 14 Augustus 1653. en 5 Mey 1654. (y) geauthorifeert was te formeren uit Officieren , garnifoen houdende in den Hage, en uit andere van de Repartitie van Holland aldaar Prefent, om Juftitie te adminiftreren over Militaire Delicten in den Hage begaan werdendc. Maar infonderheid daar uit, dat dezelve by Re- (x) Refolutie van de Staten van Holland 10. 11 en 12 January 1652. 0) Refolutie van de Staten van Holland 8 Juny 1654.  Memorie over de militie. 259 Refolutie vatï 30 November 1669. geordonneert heeft aan de Heeren Gecommitteerde Raden in de beide Quartieren, alle Sententien , die by dm Raad van Staten agtervolgens haar InftrUBiè tegen eenige Militaire Officieren of Soldaten, in dienst van den Lande zynde, en op de Repartitie van de Provincie van Holland ftaande , albereids zoude mogen wefen, of in het toekomende noch worden uitgefproken, aanftonds op de eerste aanfchryving of bekendmaking van den Raad, na haar forme en inhoud te executeren, fonder foodanige Sententiën , of de meriten van de Saak te examineren, veel min eenige klagten van de gecondemneerden daar tegen te admftieeren. De Militaire Delicten en Mefufeh fchynen wel alleen te wezen het object van de Militair re Juftitie, cn vervolgens van de Judicature der Krygsraden. Doch de Krygsraden hebben, zoo ha als voor het jaar 1650. kennis GENOMEN, niet alleen van gemeene Deliften , maar ook van Civile, en zelfs Matnmonicele Saken, waar van de exempelen menigvuldig zyn. ; Zonder dat verder daar tegen blykt voorzien te wezen , als ten opzigtc van de Steden ftem in Staat hebbende, by Refolutie van de groote Zaal van den 25 Maart 1651. ftatucrende , dat de Commandeurs met de Krygsraad in de gemelde Steden niet verder zullen mogen gebruiken , noch extendefen de Militaire Jurisdictie, als over dc nalatigheid en overtreding in Tochten en Wachten^, overgaan aan den Vyand, deftrtie van de Compagnie, of verloop van de eene Compagnie onder de andere fonder Paspoort, mitsR 3 ga*  2Öo VERZAMELING van STUKKEN &c*j gadersover Excesfen en Delicten, die de Officieren en Soldaten onderling , of de een tegen den anderen zullen komen te begaan, cn VERDER NIET. Misfchien, dat de Provinciën yder in den Baren noch nadere ordres opdat Po in ét gefteld hebben, tot Ruiting van Indracht in de ordi naris Juftitie , gelyk dc Prorincie van Holland gedaan heeft, by Refolutie van den 30 September 1654., doch daar van kan men niets zekers zeggen. ZynMajcftcitvan Groot-Bnttanje Gloricufcr Gedachtenis, heeft in het jaar 1675. gefchreven, een Brief aan dc Heeren Gecommitteerde Raden , of Hoven van Juftitie , zoo niet van alle, immers van verfcheide Provinciën en onder anderen op den 19 Mey deszelven jaars aan het Hof van Holland, behelzende Voorflagen tot wegneming van disputen, over de Judicature van den Burgerlyken Rechter, over Militaire Perfonen , zoo in het Civiel als Crimineel. Wat efteét deze Brief elders gedaan heeft weet men niét. Maar het antwoord van het Hof van Holland, kwam daar op uit, (z) dat dc Wetten en Privilegiën van 'tLand, en van de goede Ingezetenen van dien , haar verhinderden van te kunnen opvol D d«n inhoud des Briefs, en dac het Hof de eer bad, niet van Wetten te maken, maar van zich te reguleren na de gemankte Wetten. Doch dewyl de brief vry net diftingueert, de gevallen waar omtrend de disputen konnen ryzen tusfchen den Burgerlyken en Militairen Rechter, en Voorflagen inhoud, die onverge- iy- (3) 30 M«y 1675-  MEMORIE over de MILITIE. 261 fyker minder gefag laten aan den Militairen Rechter , als men den Hoogen Krygsraad zedert heeft ZIEN excerceren , is zy gcinfereerd aan het einde dezer, kunnende cenigermaten dienen tot een Plan van de deliberatien, welke hier na fouden mogen gehouden werden over de Jurisdictie der Krygsraden. (V) De Raad van Staten confidcrerende, dat de Saken door dc dood van zyn Majefteit van Groot-Brittanje, weder gevallen waren in de Termen van voor het jaar 1672. heeft den 18 January cn 9 February 1703., genomen de volgende Refolutien op het beleid van de Militaire Juftitie. Donderdag den 18 January 1703, Op het Rapport van de Heeren Groeninx, van Heeck, Thefaurier Generaal Hop, en de Secretaris van Slingeland, gecommitteerd by Refolutie van den 25 November laatstleden , tot het nazien der Retro-Acta, op het ftuk van den Krygsraad , is na deliberatie goedgevonden cn verftaan, dat tot Expeditie der Saken, jegenswoordig Litispendent hangende voor den Hoogen Krygsraad, ondertusfehen, dat gedelibereerd wordt over het werk van den Krygsraad, dezelve zullen afgedaan worden, gedurende de Winter door een Krygsraad Extraordinaris te convoceren door den Prefident Unkel, zonder dat dezelve Krygsraad zal mogen aannemen, de kennisfe van -eenige nieuwe Saken, het zyrauwelyks, of by Appel, endatde Raad O) Dezen Brief van den 19 Mey 1675. is reeds geplaetsf tn 't voorige deel op 19 Mey 1675. R3  i6i VERZAMELING van STUKKEN &c, Raad nader zal disponeren, over de afdoeninge der Saken, welke niet zullen getermineerd wefen, op het aangaan van de Campagne, werdende de bovengemelde Heeren Gecommitteerden verfogt te fpreken met den Praefident Unkel, over de Executie dezer Refolutie^ en Rapport te doen. Vry dag den 9 February 1703. De Heeren Groeninx, vanHeeck, Thefauricr Generaal Hop, cn Secretaris van Siin'geland, gecommitteert tot het nazien der RetroAfta, op het ftuk van de Militaire Juftitie, en particuücrlyk, nopende den Hoogen Krygsraad, hebben gerapporteert,dat haar NIETS ZEKERS voor gekomen is, nopende de Inftelling van den Hoogen Krygsraad, als alleen, dat ineen Refolutie van den Raad van den 9 Augustus 1Ó47. als een ontwyfelbare zaak gefteld word, dat den Hoogen Krygsraad geen andere Jurisdictie heeft, als by Deiarie van den Raad van Staten: doch dat uit zeer veel Refolutien en andere Aften blykt, dat 'er veele jaren voor het jaar iöyo. ,ecn Krygsraad geweest is, welke onder de naam van Groote , of Hooge Krygsraad, of van Krygsraad nevens zyn Excellentie, haar Sofie gehouden heeft, hier in den Hage, buiten tyde van Expeditie, cn waar aan geappelleerd wierd van de Vonnisfen der Krygsraden in de-Frontieren, zoo wel als aan den Raad van Staten, zynde verfcheide Mandamenten in Cas d'Appel, met de Claufulen van Inhibitie by den Raad verleend, en Vonnisfen van den zeiven Krygsraad gecorrigeert, hoe»  MEMORIE over de MILITIE. 263 wel de Heeren Princen van Orange het ongaarne fagen, en meermalen verfogt hebben , dat zodanige Mandamcnten niet mogten verleend werden : dat tusfchen de jaren 1650 cn 1672. geen Hooge Krygsraad bekend is, het zy, dat fe gemortificeert is door de Bondgenoten , gelyk gefegt word, in een Refolutie van den Raad van 16 December 1665., of dat zy in haar begin niet anders zynde, als een Krygsraad te Velde, cn alleen door het gefag der Heeren Princen van Orange een Permanente Rechtbank geworden zyndc, gecesfeert heeft, zoo lang dat gefag cesfeerde, en het Militair Commandement,buiten tydevan Expeditie, geëxerceerd wierd door den Raad van Staten, met communicatie, cn vcelfints op Refolutie van Haar Hoog Mogende, wordende in die jaren niet anders gevonden, dan dat by het formeren van een Veldleger, ook een Krygsraad geformeert wierd, voor dc tyd van de Expeditie, welke geen kennis nam als van Saken in het Leger voorvallende , en ophield met hét fcheiden van het zelve, zonder naderhand te konnen termineren de onafgedane Saken , welke, ofbyden Raad afgedaan wierden, of by een extraordinaire Krygsraad , daar toe beroepen door Haar Edele Mogende: dat voor de rest, niet alleen de Raad van Staten, als Oppërfte Krygsraad, maar alle dc Subalterne Krygsraden bevonden worden, van over zeer vele jaren, kennis GENOMEN te hebben,nietalleen van de Mefufes cn Deliften begaan, tegen den Artikul Brief en andere Militaire Ordonnantiën en Placaten, maar van allerhande civile cn particuliërlyk mede van Huwelyks zaken, en van R 4 In,  364 VERZAMELING van STUKKEN &c. Infolvente Boedels van Militairen, en dat daais in gecontinueerd is na het jaar 1650, zonder, andere befnoejing, als dat by Refolutie van den 25 Maart 1651., genomen by extraordinaris Vergadering van de Bondgenoten, gehouden op de Groote Zaal van 't Hof van Holland, verftaan is, dat de Commandeurs met de Krygsraad in Steden ftem in Staat hebbende, niet verder zullen mogen gebruiken noch extenderen, de Militaire Jurisdictie als over de nalatigheid en overtredingen in Tochten cn Wachten , overgaan aan den Vyan'd, defertie van de Compagnien of verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, mitsgaders over alle Excesfen en Deliften, die de Officieren en Soldaten onderling , of de eene te- fen de andere zullen komen te begaan , en VER-r )ER NIET: datnahetjaar 1650. alle de Vonnisfen van de Krygsraden, zoo in criminele, als andere Saken geweest zyn, zonder dc Clauiüie van Approbatie en alleen behoudens het middel van Appel, in Saken, die Appellabcl Zyn, na de gemeene Rechten: cn eindelyk,dat zy wel verfcheide exempelen gevonden hebben van Pardonnen cn andere Gratiën, door den Raad verleend aan Militaire Delinquanten, zelfs op verfoek en intercesfie van de Heeren Princen van Orange, doch geen Refolutie cf anderen grond, waar op het veiieenen derzclve gefundeert is, waar op wezendc gcdelibercert, zyn gemelde Heeren bedankt voor de genomen moeite, en verfogt te formeren een Memorie van Retro Afta ,byhaar nagezien,en daar van te doen drukken een goed getal Exemplaren, om te dienen tot informatie van de Heeren van de-  MEMORIE over de MILITIE; 265 dezen Raad, en tot facilitcring der Dcliberaticn welke by vervolg zouden mogen vallen, over het ftuk van de Militaire Juftitie, en is voorts goedgevonden en verftaan, datby Provifie, en zoo lang geen ordre zal gefteld wezen by dc gefamentiyke Bondgenoten, op de Militaire Juftitie gevolgt zal worden de voet, die daaromtrent gehouden is, tusfchen de jaren 1650. en 1672. gelyk alomme gedaan word in meest alle andere gelegentheden, en dat diensvolgens de Krygsraad welke zal geformeerd worden by het famentrekken van het Leger, geen kennis zal nemen als alleen van Saken die in het Leger zullen voorvallen, cn dat de Griffier van de Krygsraad aanftonds na het fcheiden van het Leger zal moeten overbrengen aan den Raad alle dc Criminele Proccsfen, welke niet hebben kunnen in het Veld getermincerd worden, ten einde om te ftellen de vereischtc order op het vervolg en afdoe? ning derzelve, en dat tot prompter Expeditie van alle onafgedaane Saken, dezelve met het fcheiden van het Leger zullen devolveren aan de Ordinaris Krygsraad van de Plaats, alwaar, de gedaagde Garnifoen gaat houden , of zoo daar geen behoorlyke Krygsraad is, gelyk gebeuren kan in Forten en Schanfen, aan de Krygsraad van het Gouvernement, of Commandement, waar onder dezelve refortcren, of zoo ook daar geen genoegzaam Garnifoen is tot het formeren van een Krygsraad, aan de Krygsraad van de naast gelegen Plaats, aan welke de bovengemelde Griffier zal hebben met het fcheiden van het Leger geëvangclifeert over te zenden de notulen en'dingtalen met R 5 da  -66 VERZAMELING van STUKKEN &et de Rukken die onder hem zullen gefourneerd wezen: en eindcling dat aangefchrevcn zal worden en gelast, gelyk gelast word by dezen, aan de Commandeurs en Krygraden in de Steden Hem in Staat hebbende, prefifelyk te agtervolgen dc bovengemelde Refolutie van de gczamcntlyke Bondgenoten, waar van Copie aan haar zal gezonden worden , en aan alle Gouverneurs, Commandeurs cn Krygsraden, indiftinclclyk , dat zy voortaan in alle Saken, fpefterendc te haarer kennis , zoo Criminele , als anderen, recht doen zoo als zy zullen oordeelen in goede Juftitie te behooren, zonder haar Vonnisfen te zenden ^om Approbatie, als ftrydig met het oud gebruik , en met de gewoone wys van Rechtspleging, voor behoudens niet te min, het middel van Appel in air le Saken die Appelabel zyn na de gemeene Regten, en is op het ftuk van de Pardonnen ea Gratiën geen Refolutie gevallen. C«m  MEMORIE over de MILITIE. 26? Letter C. Memorie , dienende tot informatie op het ftuk van de Monftering. (a) JJet 7de Artikul van de Inftructie van den Raad van Staten van den 18 Augustus 1584. zegt, dat om te voorkomen de franden, die men tot daar toe gepleegd had in het getal van het Krygsvolk, zyne Genade en de Raad eenige getrouwe , experte, en gequalificeerde Perfonen zouden ftellen tot Commisfarisfen op zulke InftruÜie als zyne Genade en den Raad daar op fouden maken. Byhet 11 de Artikul der Inftructie van den 12 April 1588. Qb) en by het 19de Van die van den 18 July 1651. word aan den Raad van Staten opgelegt ordre te ftellen op de Monftering, en op de Discipline Militair over hei Volk van Oorlog, en dat het zelve betaald worde hoofd voor hoofd zoo veel het doenelyk zal -wezen. En als den Raad kort na het arrefteren der Inftructie van het jaar 1588. eenige vragen deed («) Geformeert na liet overlyden van zyne Majefleit Willem de III. in het jaar 1702. In de Misfïve van den Raad aan Stad en Lande van den 8 Mey 1706. word fe amgehaald. (f) Sie ook Artikul 32. van de Inftru&ie 1588. en Artikul 50. van die van 1651.  £?8 VERZAMELING van STUKKEN&c, deed aan Haar Hoog Mogende over verfcheide Poinéten van de Inftructie, antwoorde dezelve belangende 't zelve Poinct van de Monftering, (d) dat het beleid van dezelve toekomt aan ds Raad van Staten, behoudens dat het de Provinciën zal vryftaan , van harent ivege mede het Volk van Oorlog tot haren laste ftaande, te doen monfteren by ahtien zy daar in eenig abuis vinden, als het hen luiden fal believen. Welke woorden te meerder opmerking verdienen, om dat dp aangetoge Refolutie van 10 Juny en 21 July 1588, moeten gehouden worden voor een gedeelte van de Inftructie van den Raad, als genomen tot elucidatie van dezelve by de eigen Extra Ordinaris Vergadering, die in April te voren d'Jnftruélie gemaakt had, want dat fe niet genomen zyn by de Vergadering van de Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit, zoo die doe al gefeten beeft, gelyk het apparent is, blykt daar uit, dat die Vergadering op den 3 Augustus 1588. liet aanzeggen aan den Raad door den Griffier, dat de Heeren Staten Generaal (e) van mecning waren in weinig dagen hare Vergadering te fcheiden en te vertrekken, na haar refpeftive principalen. Waar op den Raad verfogt (f) dat zy zouden gelieven haare Vergadering noch voor weinig dagen te continueren. Den Raad van Staten heeft uit kragte van dc vorenftaande Delatie gemaakt de Placaten van (J) Refolutie Staten Generaal 10 Juny en 21 July 1588. fYj Refolutie Staten Generaal 3 en 6 Augustus 1588. (F) Sic pok Refolutie van Staten Generaal van 25 ApriJ I588.  MEMORIE over de MILITIE. 269 van 8 Maart 1589' 4 February 1599. en 17 Augustus 1623. °P hct ftuk van de Monftering , om te zwygen van die welke den 10 January en 28 September 1587. gemaakt zyn door de Graaf van Lycester cn den Raad. Wordende het Placaat van den 4 February 1599. toC nu toe g^olgt in neC ft Lik van de Monftering , want dat van den 17 Augustus 1623. (g) veroorfaakte foo groote opi'chudding onder het Krygsvolk , dat men genoodzaakt was het te laten buiten executie. Sedert is wel ter Generaliteit Gedelibereert over een nader Plakaatop het ftuk van deMonfteiïng namentlyk in 't jaar 1651. (//) by de Groote Vergadering, doch de Raad van Staten wefen doe, en by een nadere gelegenheid in het jaar 1655. Q) foo klaar aan de fwarigheden, waarom het best was het te laten by het Placaat van 't jaar 1599. f°° ^anS a^s de Provinciën niet beter pasten op dc betaling der Soldyen, dat het tot nog toe daar by gebleven is. Zynde federt alleen eenige nadere Orders beraamt op het effectueren van de Monftering en op het fuiveren der Rollen. Voorts heeft den Raad van Staten van tyd tot tyd de gehcele Militie van den Staat doen Monfteren, waar van de Orders , en Secrete Re- Qr) Refolutie Raad van Staten van 4. 6. en 19 December 1623. (Jt) lirieven van den Raad van Staten aan Haar Hoog Mogende den 10 July 1651. en 6 January 1655. («') Refolutie van den Raad van Staten 2 January 1628. 8 December 1637. 19 January 163S. 12 April 1645.  l?o VERZAMELING van STUKKEN &c, Registers en een menigte van Rollen , bewaard wordende ter Finantie van de Generaliteit getuigen zyn. En dat fonder onderfcheid van Garnifoenen j zelfs in den Hage (£) alwaar den Raad (om ouder tyden voorby te gaan, wanneer onder anderen de Garden van de Princen van Orange, meermaal door den Raad in den Hage Gemonfterd is) verfcheide Monfteringen gedaan .heeft tusfchen de jaaren 1650. en 1672. (/) zelfs over de Garden van de Staten , fchoon de Provincie van Holland in dien tyd feer jaloers was van het recht, haar als Betaals Heeren competerende over de Militie haarer Repartitie. Tot het doen van Generale Monteringen die meest alle jaren eens of tweemaal gedaan wierden, is nooit vaste tyd gefteld geweest, (?«) hebbende den Raad van Staten die gedaan , wanneer zy het nodig agten of des verfogt wierd door Haar Hoog Mogende, of ook wei door (/!■) Refolutie Raad van' Staten 7 July 1625. 2 December 1631. en 16 April 1632. (I) Den 31 Maart 1655. zyn door order van den Raad van Staten in den Hage Gemonfterd de Compagnien van Capitein Heer van Stairenberg, Paauw, Beanmont en Percheval Den 21 February 1667. die van den Rithraeestef Heer van Langeveld. Den 29 Mey 1(170. die van den Collonel van Beauraontj Luitenand Collonel dc Bond, Sergeant Major Buis en Capitein van Treslong. Item die yaii Sergeant Major Heer van Langeveld en van den Rithmeester Heer van de Leek. q») Sie de Refolutie van Haar Hoog Mogende folio en het Secreet Register van den Raad van Staten byna v'art jaar tot jaar tot 1673. incluis.  MEMORIE over de MILITIE. 271 door particuliere Provinciën gelyk in de jaren 1632. en 1655. (n) door Holland. Om beter de tyd van de Generale Monfteringen fecreet te houden , (0) is de directie derzelver, en het doen cn afzenden der nodige Depêches, dikvvyls aanbevolen, aan twee of drie Gecommitteerden by de Vergadering van den Raad van Staten. De Heeren fuccesfivelyk gaande wegens den Raad (p) op de Verpagting van de Generaliteits middelen , cn op de Vifitatie van Fortificatiën en Magafynen zyn eens voor al Geautborifeert om de Militie Monstering of Revue te doen pasferen, het geen ook altyd in practy gebleven is. De Commisfarisfen die eengeasfigneertQuartier hebben , moeten, volgens dc ordre op het effectueren van de Monftering by den Raad van Staten gearrefteerd den 14 April 1599. ten minsten alle maanden monfteren. De order is by den Raad vernieuwt in 't jaar 1625. (q) in conformiteit van Haar Hoog Mogende Refolutie van den 23 July en 14 July desfelven jaars, mitsgaders op verfoek van dc Provincie van Holland. En f» Sie Register van den Raad van Staten i December 1632. Sie Refolutie 18 Maart 1655. O) Secrete Refolutien van den Raad vad Staten 29 October 1642. 10 December 1643. 20 April 1645. 9 January, 16 July en 13 December 1646. 1 September 164!]15 April 1651. 13 November 1652. 27 April 1656. 7 July 16Ö2. 1 February 1Ó70. en 15 April 1671. O) Secrete Refolutie' van den Raad van' Staten 15 July 1656. 3 April 1657. ürds. Reg. 5 Maart 1 660 " CO Refolutie Raad van Staten 12 December 1625.  ijl VERZAMELING van STUKKEN && En naderhand wederom in hctjaar 1629. (?) Doch gelyk de ordre van 'tjaar 1599. buiten practyk was in 'c jaar 1625. (Y) zoo zyn de voorlchrevc nader orders mede niet lang in practyk gebleven , waar van de-flegte betaling, die met geen Extra practyk van dc Monftering bcftaan kan , oorzaak was. Sonder dat den Raad daarom nagelaten heeft de Militie feer dikwils te doen Monfteren, gelyk als onder anderen daar uit af te nemen is, dat dezelve in 't jaar 1628. (0 gcrefolvecrd heeft, dat twee Iiccrch gepraifidecrr hebbende met denThefauricr Generaal, en twee Commisfarisfen van de Finantic,een dach ter week fouden befoingceren over het examineren en fluiten der Rollen, cn in het jaar 1637. (u) dat de Raad felfs daar toe foude vaceren alle maandagen,' als zynde het fluiten der Monfter Rollen een van de importantfte Befoinges van den Raad, hetgeen ook een geruimen tyd gepraótifeerdis; Tot het effectueren van de Monftering, heeft den Raad niet alleen Heeren uit den haren en de Commisfarisfen van de Monftering gebruikt, (r) en ten dien ^inde voor dc laatItc gemaakt de Inftructie en Orders van den 14 April 1599. waar op alle de Commisfarisfen (7) Ilefolutie van den Raad van Staten 14 February 1629. (s) Sie Refolutie van den Raad van Staten 10 Oftober X63-7. 13 July 1651. 6 January 1655. Refolutie Staten Generaal 16 February 1661. (/) Refolutie Raad van Staten 1 November 1628. («) Refolutie Raad van Staten 19 November 1637. (y) Refolutie Raad van Staten 28 Maart 1614. 24 January 1615. 30 December 1637. ei1 7 January 1638.  MEMORIE over de MILITIE. sfj fen van de Monftering noch ten huidigen dage Eed doen, maar ook nu en dan den Fiscaal van de Generaliteit, en de Commifen van de Generaliteits Finantic, welkers Bcfoinges volgens de Inftruétie ten grootcn dcclc beftaan in het Vifiteren en fluiten van de Monfterrollen. De Generale Monfteringen gefchieden fómtyds op een dach alomme, fomtyds op verfcheide dagen , fodanig egter , dat geheim gehouden wierd (w) wanneer, cn waar, eerst of laatst zoude Gemonftert worden. Dat Haar Hoog Mogende gequalificeert zyn tot het doen van de Monftering lyd geen bedenken ; doch, gelyk dezelve zeggen in deaangetoge Refolutien van 10 Juny cn 21 July 1588. dat het beleid van de Monftering toekomt aan den Raad van Staten, foo hebben dezelve ook het beleid daar van aan den Raad gelaten. Wordende , dat men weet, geen exempelen gevonden van Monfteringen, die Haar Hoog Mogende gedaan hebben , (x) maar wel dat dezelve noodig vindende het doen van Revue of Monftering haar meening aan den Raad hebben bekent gemaakt. De Staten van de Provinciën en derzelver Gecommitteerde Raden of Gedeputeerden Staten (h1) Sic Secrete Refolutie van den Raad Van Staten 29 October 1642. 10 December 1ö43. 20 April 1645. 9 January 1646. en 15 April 1651. (x) Refolutie Staten Generaal 5 Augustus 1580. 2s Juny, 14 July en 3 November 1625. 28 April 1627. 25 October 1ó29. 30 October 1635. 2 January 1650. 27 January 1666. 22 Maart 1ó72. S  274 VERZAMELING van STUKKEN &c, ten zyn insgelyks bevoegt te Monfteren, niet alleen het Krygsvolk harer Repartitie waar toe de meergemelde Refolutien van den 10 Juny en 21 July 1588. de Monftering van de Provinciën bepalen, maar al het Krygsvolk ter zeiver plaats met dat van haar Repartitie , foo in de Provinciën als in het Dijïricï van de Generaliteit als zynde daar toe Geautborifeert by het 6de Artikul van het Placaat van den 4 "February 1599. cn by het 9de van dat van den 17 Augustus 1623. De Landfchap Drenthe daar toe niet geautborifeert zynde by de voorfchreve Placaten , en in het jaar 1636. gezonden hebbende een Commisfaris om te 's Bosch en elders te gaan Monfteren, (y) fchreef de Raad van Staten daar-over aan dc Landfchap als over een onbehoorlyke Saak, die daer op twee Gedeputeerden zond aan den Raad, op weikers Vertoog gerefolveert wierd , dat de Landfchap zoude mogen aanftellen een Major op een Traftement van ƒ 600 : - tot het geleiden van hetpasferend Krygsvolk, die ook van'sLands wege zoude gebruikt worden , tot de Monftering op Commisfie van den Raad. Doch hoewel de Provinciën bevoegd zyn tot het Monfteren van alle de Militie, foo fchyncn dezelve vecltyds maar gemonftert te hebben die van haar Repartitie. Want de Raad allegeerde in haar Advis (z) van O') Refolutie Raad van Staten 25 April en 7 cn 0 Tuny 1638. * 3 (*} Sie ook Refolutie Raad van' Staten 3 January 1633 . 23 Maart 1652. en 15 February 1652.  MEMORIE over de MILITIE. 275 Van den 10 July 1651. aan de Groote Vergadering, als een abuis in het ftuk van de Monftering, dat eenige Provinciën Commisfarisfen zendende in Garnifoenen daar veel Compagnien leggen van verfcheide Repartitien , dezelve alleen Monftering doen van de Compagnien ftaande op de Repartitie van de Provincie van waar zy gezonden worden. En de Gouverneur van Maastricht gaf in 't jaar 1662. (a) voor reden waarom hy fwarigheid maakte vari te laten Monfteren door Gecommitteerden van de Provincie van Holland, dc Compagnien ftaande op de Repartitie van andere Provinciën, ciat dusdanige Monftering buiten praótyk was. De klagte van Hoog Gemelde Provincie (b) bragt te wege over dit voorval, dat de Raad van Staten aan de Gouverneurs en Commandeurs van alle de Fronticren en Garnifoenen foo buiten als binnen de Provinciën aanfehreef, dat zy voortaan haar pra?cife zouden hebben te regulecrcn na het 2. cn 6. Artikul van het Placaat van 4 February 1599. op het ftuk van de Monftering , cn over fulks tc rcfpeclcren de Commisfarisfen van de Monftering, en andere die tot de Monftering by de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden , den Raad van Staten , en de Staten van dc rcfpcób've Provinciën of haar Gecommitteerde Raden zullen zyn gelast, en by dezelve vermaand zynde , om Monftering en (V) Sie Refolutie van de Staten van Holland 14 July 1662. (O IQ July 1662. S a  276 VERZAMELING van STUKKEN &£. en Revue te doen , terflond zonder eenige weigering daar toe gereed te zyn, met het geheele Garnifoen, zoo van Ruiteren als Knegten , en fonder eenige exceptie of diftinctie, van wat Repartitie dezelve zouden mogen zyn, op poene van casfatie en verdere arbitraire correctie , als zynde de Staten en Gecommitteerde Raden van de Refpective Provinciën by het 6. Artikul van het voorfchreve Placaat expresfelyk daar toe geauthörifeert. Dit aanfehryvens voldee'd de Provincie van Holland , (c) maar die van Utrecht twyffelden, na het fchynd, of het Recht van de Provinciën niet noch te veel daar by befnoeit was, (d) om dat het fcheen te impliceren, dat dc Provinciën niet mogten Monfteren, als daar Volk van haar Repartitie legt , (O en deed derhalven door haar Gedeputeerden ter Vergadering van Haar Hoog Mogende verfoeken Elucidatie en Interpretatie op het 2. en 6. Artikul van het Placaat van het jaar 1599. De Raad, Wiens advis (ƒ) Haar Hoog Mogende daar over innamen , advifeerde in fubftantie dat de Monftering van de Provinciën , eigentlyk maar ziet op het Volk van elks Repartitie, en dat het Monfteren van dat, van de Repartitie van anderen, maar alleen gefchied, om te voorkomen , of te ontdekken de Fraudes die begaan kunnen worden , wanneer maar een gedeelte van een Garnifoen Gemonfterd word. Be- (e) Refolutie Staten van Holland 21 July 1662. (d) Refolutie Staten Generaal 7 Oflober 1662. (O Refolutie Staten Generaal 5 Otfober 16Ö2. (ƒ) Advis van den Raad vau Staten 13 October 1662-.  MEMORIE over de MILITIE. 277 Bevestigende het zelve met verfcheide redenen, genomen uit de Inftructie van den Raad, uit de meergemelde Placatcn, uit dc Inftructie van de MonRer Commisfarisfen, uit dc practyk en uit het concept van een nader Placaat op het ftuk van de Monftering, ontworpen by de Groote Vergadering in hen jaar 165L Waar by de Raad had mogen voegen de meergemelde Refolutien van den 10 en 21 July 1588. reftringcrende dc Monftering van de Provinciën uitdrukkclyk tot het Volk van Oorlog tot haren laste ftaande. De Provincie van Zeeland (g) om niet fubject te wefen aan dc moeilykheden die de Provinciën quamen nu en dan te ontmoeten in het Monfteren van de Compagnien niet zynde van haar Repartitie, heeft in 'tjaar 1634. en naderhand weder in 't jaar 1650. zich voorficn van een opene Acte van den Raad van S.taten, waar by aan alle Gouverneurs, Gom; manders, Majors, cn andere belast word te gedogen , en de behulpfame hand te bieden, dat alle Compagnien, van wat Repartitie die zouden mogen zyn, by dc Commisfarisfen van de Provincie van Zeeland gemonfterd worden, mits dat de Commisfarisfen de rollen van de gedaanc Monftering zouden hebben over te zenden aan den Raad van Staten. In het jaar 1632. (//) kort na dat eene Generale Monftering door den Raad gedaan was, maakte een Monftcr Commisfaris bekend, dat hy Orders had van dc Gecommitteerde Raden van (.<:) 25 October 1634. 2a- Jannary 1650. (?) Refolutie Raad van Staten van 30 April 1632. S 3  S78 VERZAMELING van STUKKEN &c, van het Noorder Quartier om te gaan Monfteren, en verfogt diergelyke Afte als de bovenftaandc , doch de Raad weigerde fe, om dat weinig dagen te voren een Generale Monfteriflg gedaan was, permitteerende alleen, de Compagnien die niet by het Noorder Quartier betaald wierden, in de wapenen te brengen , en fchreef daar over aan de Gecommitteerde Raden. Dat andere Provinciën zich voorfien hebben van gelyke Aclen word niet gevonden, maar alleen , dat dezelve zich aan Haar Hoog Mogende of aan den Raad van Staten geaddresfcert en redres verfogt hebben , wanneer haar in het Monfteren eenig belet bejegende. Gelyk dc Provincie van Holland in 't jaar 1637. (i) wanneer haar Gecommitteerden te Grol, én(in het jaar 1662. wanneer dezelve te Maastricht oppofuie ontmoet hadden. En die van Vriesland in 't jaar 1655. (k) wanneer een Commisfaris, door haar gezonden om te Monfteren, in den Briel, cn in het jaar 1662. wanneer een ander te Vlislingcn insgelyks oppofitie ontmoet had. Voorts ftaat aantemerken, dat het 6. Artikul van 't Placaat van het jaar 1599. en het 9. van dat van 't jaar 1623. uitdrukkelyk mede brengen, dat de Provinciën fullende, Mon- fte- 0') Sie Refolutie van Raad van Staten 29 September 15 October 1637. Refolutie Staten van Iloiland 5 Ouober 1637. en 14 en 21 July 1662. Refolutie Raad van Staten den 19 July 1662. Refolutie Staten Generaal 2. 19 January 1655. cn 17 en 19 Mey 1665,  MEMORIE over de MILITIE. 279* fleren , den Raad van Staten, fecretclyk daar van moeten adverteren , om confufie te fchouwen, cn de rollen zenden aan den Raad, om te bevelen, dat de betaling daar na gedaan worde. Doch dit fchynt al vroeg in onbruik geraakt te zyn , immers de Provincie van Holland, wanneer zy in 't jaar 1626. (0 refolveerde zelve te doen fluiten de rollen van dc Monfteringen , van harent wege gedaan, in plaats dat fe tot die tyd toe waren gefonden geweest aan den Raad , beriep zich op dc practyk van de Provinciën van Zeeland, Utrecht, en Vriesland. Dc Raad kennis krygende van dit voornemen , (pi) tragte wel de Provincie van Holland daar van te doen afzien , toonende by Brieven zoo aan dezelve, als aan Haar Hoog Mogende de quade gevolgen , die te duchten waren , zoo de Militie zoude betaald worden, (11) op rollen, die anders als van Generaliteits wegen gefloten wierden, doch bragt niet anders te wege voor die tyd, als dat de Hoog gemelde Provincie by refcriptie verklaarde niet van meening te zyn aan den Raad te onttrekken dc kennis van het getal van het Krygsvolk. In 't jaar 1637. deed de Raad nieuwe Inftantien over dit fubject cn wierd daar in geholpen door Prins Fredrik, Hoogloffelyker Ge- dach- (/) Refolutie Raad van Staten van 31 Maart en 23 April 16:6. Qn) Refolutie Raad van Staten 22 en 23 April 20 Juny 6 en 21 July 1626. («) Refolutie Raad van Staten 2A July 1626, S 4 '  aSo VERZAMELING van STUKKEN &c. dachteriis: De zaak , die doe infonderheid daar toe aanleiding gaf, was, dat de Provincie van Holland, op den 12 Juny 1636. gerefolvecrt hebbende de betaling van dc Militie harcrRepartitie te asfigneren op de refpective Comptoiren, met intentie om fe voortaan gereed te doen betalen , (0) het werk van de Monftering met ernst by dc hand nam i verfoekende niet alleen zyne Excellentie op het fericulte, dat voortaan exacteiyk mogte gemonlterd worden, maar zelfs daar op ordre Rellende, (p) fonder de Rollen te zenden aan den Raad van Staten , om gefloten te worden: welk exempel de Raad vreesde,dat meer en meer gcvolgt zoude worden by de andere Provinciën. Waar op de Raad in bedenken gaf aan Haar Hoog Mogende (g) of dezelve 'niet fouden goedvinden een Befoinge te maken, om de Monfter Rollen wederom onder den Raad te laten komen, ten minsten geen abfenten goed te doen op Atteftatien als anderlints, dan met Communicatie van den Raad. Kort daar aan droeg de Prins voor, (r) aan Haar Hoog Mogende, dat hy ten dienfte des Lands fonderling nodig achte te zyn, dat by den Raad van Staten , volgens desfelfs inftructie, de Monftering van het Krygsvolk gedaan en de Rollen gefloten wierden, tot welken cin, de de Provinciën hier in gebrekkig, of van deze ordre afgeweken zynde , zoude behooren ver- f» Refolutie Staten van Holland 8 Augustus 1636. (/>) Refolutie Staten van Holland 23 September 1636, (q) Refolutie Raad van Staten 23 Maart 1^37. , (/■) Refolutie Staten Generaal 12 Mey 1^37^  MEMORIE over de MILITIE. 281 verfogt en beweegt te worden , dat Haar Edel Mogende , om velerhande dagelykfe abuifen voor te komen, de gemelde Monftering, 't fupleren en fluiten van rollen. willen laten, ten dienste van de Generaliteit,tot de dispofitie des Raads van Staten. En als de Provincie van Holland in September (0 daar aan volgende klaagde over het belet , haar Gecommitteerden te Grol omtrent de Monftering bejegend, en een fcherp aanfehryvens van den Raad aan dc Commandeur verfogt, ten dien einde dat hy zoude hebben aan haar te obedieren in het ftuk van de Monftering, antwoorde de Prins, wiens advis de Raad daar over innam, dat Holland (0 geen gelyk hadde, om alle de.Garnifoenen te Monfteren en de Rollen te fluiten, en dat aan den Commandeur van Grol niet behoorde dienthaiven gefchreven to worden. De Thefaurier Generaal Brasfer, (u) die, ondertusfehen dat de Raad wagte na het antwoord van de Prins , ontboden wierd in de Vergadering van Holland, vertoonde wel dat het urgeren op het fchryven aan den Commandeur van Grol, fchoon gefchiedende uit een goede meening, ftrekte tot ondienfte van den Lande van Holland, en dat het beter waar , dat tot zoodanige Monftering werde gebruikt, een Commisfaris van wegen den Raad van Staten , en de Commisfarisfen van wegen dc Heeren Gecommitteerde Raden gefamentlyk; doch dit CO Refolutie Raad van Staten 29 September cn 1 Oc> tober 1637. (.') Refolutie Raad var. Staten 15 October 1637(«) Refolutie Staten van Holland 8 October ióVi  282 VERZAMELING van STUKKEN &c. dit vond geen ingang , en de Saak bleef voor die tyd daar by. Twee jaren daar na wierd een Conferentie gehouden tusfchen Commisfarisfen van den Raad, en van Gecommitteerde Raden , op de kamer van zyn Hoogheid, cn voorgeflagen de Monftering te laten doen volgens het 6. Artikul van bet oude Placaat van de Monftering, mede brengende dat de Provinciën en haar Gedeputeerden of Gecommitteerden Raden (V) mogen doen Monfteren ook Compagnien ftaande op andere als op haar Repartitie, mits den Raad daar van fecretelyk adverterende, en dat de Rollen by den Raad gefloten en de bctaiinge daar op gedaan worde. Doch op die voorflag volgde niet anders als dat de Commisfarisfen van de Gecommitteerde Raden aannamen de Saak te brengen aan de Vergadering -van de Staten , waar van egter niets gevonden word in dc Registers. Eindeling is het verfchil ('t welk uit de voorfchreve voorflag en verdere Retro-Acta blykt eigentlyk maar geilen te hebben op het fluiten der Rollen) in 't jaar 1662. jngefchikt, wanneer de Staten van Holland by Refolutie van 21 July geapprobcert hebbende de Conduite van de Gecommitteerde Raden, welke ter occafie van het bovengemelde aanfehrvens van den Raad van den 19. daar .bevorens, aan de Gouverneurs en Commandeurs aangenomen hadden te obfervcren het meer gemelde 6. Artikul van het Placaat van den 4 February 1599. ten ('■•) Rcfohuie Raad van Staten 25 November 1633.  MEMORIE over de MILITIE. 283 ten opfigte van het zenden der Rollen aan den Raad om gefloten te worden. In het het jaar 1654. f» deed de Provin- • cic van Holland errrftige lnftantien ter Generaliteit , ten einde dat vastgcfteld mogte worden , dat dc Provinciën fouden refpe&ereq de rollen van elkanders Monfteringen (x) het geen te voren nooit gepractifecrd was, cn met opzicht tot de Generaliteit .verder ging, als dat de Provinciën betaalden op haar eigen Rollen. Doch de faak bleef buiten Conclufie op het Vertoog van den Raad , van de Inconvenicnten in die voorflag fteekende (y). Dat de Krygsraden geen kennis kunnen nemen van Abuiien en Fraudes in het ftuk van de Monftering, maar dat de kennis daar van toekomt aan den Raad van Staten, wanneer de Monftering gedaan word van Generaliteits wege , is klaar en met een menigte exempelen te bewyzen. En den Heer van Haultain Gouverneur van Sluys (V) maakte daarom zwarigheid van kennis te nemen van de Saak van eenige Soldaten die hy aldaar had gedaan arrefteren, om dat fe dc Monftering gepasfeert hadden , onder een andere Compagnie, als waar onder zy dienden , fchoon hy daar toe gcauthoriicert was, door de Betaals-Hecren, cn fond aan den Raad de Re- ('i') Refolutie Staten van, Holland 10 December 1654.. Refolutie Staten Generaal 11 December 1654. (» Advis van de Rand van Staten aan "de Grote Vergadering den 10 July 1-651. Gy) Advis van de Raad van Staten 6 January 1655. CO Sie Refolutie Raad van Staten 23 Maart 1634.  284 VERZAMELING van STUKKEN &c Requeste by de Soldaten geprefcnteert, fchryvende daar nevens dat de Saak de Hoogheid van het Land, en daarom den Raad van Staten raakte. Maar het fchynd voor dezen disputabel geweest te zyn , wie kennis nemen moest, den Raad van Staten of de Gecommitteerd Raden van de abuifen of fraudes in het Ruk van de Monftering , wanneer dezelve door last van dc Provinciën gedaan werd. Waar van een notabel exempel is in de Saak van Capitein Pieck, welke door de Gecommitteerde Raden van het Noordcr Quartier zyn Betaals Heeren op Fraude in de Monftering bevonden , en ter dier zake gecasfeert zynde, (a) liet Prins Fredrik, Hoogloffclyker Gedachtenis, daar van kennis aan den Raad geven , met byvoeging, dat de Saak voor den Raad behoorde te hebben gedient, en hoewel hy tegen de Saak zelfs niet had, dewyl nogthans de behoorlyke form daar in niet geobferveert was , dat hy meende dat den Raad behoorde daar van kennis te nemen. Waar op de Raad (b) den Secretaris van dc Gecommitteerde Raden van het Quartier, die zich in den Hage bevond, voor haar ontbood, cn refolveerde te fchryven aan dc Staten van Holland. Doch het zy dat dc Brief niet afging, Cc) of dat daar op geen Refolutie volgde, de Prins liet (a~) Refolutie Raad van Suten van 24 Maart 1634. en <:.(•> April 1634. (£) Refolutie Raad van Staten 24 en af! Maart 1634. (c) Refolutie Raad van Staten 26 April 1634.  MEMORIE over de MILITIE. zSs liet omtrent een maand daar na aan den Raad aandienen , dat hy meende dat de Saak van gemelde Capitein zoo niet behoorde te pasleren , maar dat aan de Heeren van Holland als noch devoir daarom behoorde gedaan te worden , pre/enterende het zelve te feconderen, ah zeggende , mede een van den Raad te zyn. Waar op gerefolveerd wierd Cd) de faak, als zynde van importantie, collegialiter met zyne Excellentie te gaan voordragen aan de Heeren Staten van Holland. En wanneer de Staten van Zeeland in het volgende jaar, (e) by zeker voorval verfogten te weten hoe de Raad gewoon is te handelen met Capiteinen die de Monftering weigeren, wierd maar alleen geantwoord, dat de meening van zyn Excellentie was, dat de kennis daar van behoorde te komen aan den Raad. De Provincie van Holland de meeste Militie betalende , fchynt zich ook meest te hebben laten gelegen zyn aan het ftuk van de Monftering, (f) hebben niet alleen boven anderen geurgeert op een exacte praktyk van de Monftering, maar felfs daar op geëmaneert verfcheide Placaten en Orders relatif tot die van den 4 February 1599. en 17 Augustus 1623. en daar van niet of weinig discreperendc , als in eenige praecautien tot wering van Fraudes in-het Monfteren, cn in het zuiveren der Rollen. Voor (7/) Refolutie Raad van Staten 5 Mey 1Ó34C#1 Sie Refolutie Raad van Staten I September 1635, (ƒ') Placaat Staten van Holland 7 Mey 1638. 17 January 1668. en 19 July.1673.  286 VERZAMELING van STUKKEN &c. Voor befluit dient aangemerkt te worden, dat uit veeie van de bygcbragte Refolutien blykt, dat de Monftering meer of minder in obfervantie geweest is, na dat de Provinciën beter of flegter betaalden, dat altyd geoordeclt is, dat een exacte practyk van de Monftering onmogelyk beftaan kan met een trage of incomplete betaling, en dat die de eenige oorfaak is waarom het Placaat van 17 Augustus 1623. Schoon beter als dat van 4 February 1599. "iet heeft kunnen in train gebragt, noch het concept van een nader Placaat by de Groote Vergadering in het jaari65i. ontworpen, gearreftcerd worden.  VERHANDELING VAN HET FORUM MILITARE. T   VERHANDELING 00 VAN HET FORUM MILITARE. Jndien iemand nieuwsgierigheid en lust heeft, om te weeten , hoe het ftuk van de Militaire Jurisdictie van den'eerften aanvang van de Republicq tot het overlyden van fyn Majefteit van Groot-Brittannien Wilhelm de derde, glorieufer gedagtenis, hier te Lande behandelt is, zal die weetlust completelyk voldoen kunnen met het leezen van het Rapport in den beginne van het jaar 1703. (b) door de Heeren Groeninx , van Heek , Thefaurier Generaal Hop, (V) Wy hebben deze Verhandeünge, welker gronden door voorige Refolutien te onderfte boven gekeerd worden, geene piaetfe willen weigeren, om dat wy voorneejnens waren , de Misfive van den Heer Mr. Waelwyk in 't jaar 1749. en de Memorie door Z. H, Willem de V. in het jaer 1772.bekend geworden insgelyks eene plaets te gunnen ; fehoon het even onbetwistbaer is , dat 'er nimmer aen den Militairen Rechter zulk een ongelimiteerde Jurisdictie is opgedragen ; dat de Refolutie der Bondgenooten van 25 Maart 1651. univerfeel is;blykens de Gelderfche, Utrechtfche en andere zo anterieure als pofterieure Rtfolutien , ah dat in die Refolutie niets nieuws geftatueert is, blykens de Zeeuwfche Refolutie van 23 Mey 1597. die van H. H.Mog. van 15 en i7Febnv ary I594.30 May 1598. en 21 Jan. 1704. (0)9 February 170;, T 2  290 VERHANDELING van hei* Hop , en Secretaris van Slingeland , by den Raad van Staaten gecommittecrt tot bet nafien van de Retro-Ach op het voorgemelde fubjeét gedaan ; als meede met eene Memorie , welke ingevolge van het felve Rapport, en Refolutie van den Raad daarop genomen, opgeftelt en uytgegeeven is. By gemelde Memorie en Rapport word namelyk in het breede aangewcefen , eerftelyk, dat den Raad van Staeten altyd is erkent voor denQpperften Militairen Regter, en door Haar Hoog Mog: gehandhaaft in de oeffening van haare Jurisdictie; ten anderen dat den Raad van Staaten en de Krygsraaden , fo na als voor het jaar 1650. kennis genomen hebben van gemeene delicten en allerley civile faaken. Het beftek van defe jegenwoordige Verhandeling bepaalt fig eeniglyk en alleen in de laastgenoemde, namclyk in Civile Saaken, en het oogmerk in defen is alleen, om een weynig nader te bevvyfen , en te adftrueercn, dat aan het Forum Militare gehoort en eygen is de Judicature in alle Civile Saaken tusfchen twee Militairen, en tusfchen een Burger, Aanlegger off Eysfcher zyndc, en een Militair gedaagde off Verweerder. Ten anderen , datinden jaare 1651. van dien generalen ï'egul alleen gemaakt is een uitsondering voor de Steden Item in Staat hebbende (a). En ten derden, dat van den beginne van de RepublicqafRtotopdcn huydigcn dag in allcdeSteeden van de Generaliteit generalyk alom de Judi- ca- (.?) Men/zie dc Refolutie van 25 Maert 1651, metdeantaiicure en .pofterieure keiuiutien in het tueède Deel van dit Magazja. .  FORUM M I L I T A R E. 291 caturë van de Kiygsraadcn in Civile Saaken in gebruyk en obfervantie is geweest, en nog is. Het bewys, dat tot bet Forum Militare gehoort en eygen is het kennis neemen van Civile Saaken, tusfchen twee Militairen , of tusfchen een Burger, Aanlegger "off Eysfchcr cn een Militair Verweerder zynde, werd géhaalt uyt het befchrecven off gemeene regt; wy meencn het Romeynfche, het welk in de eerRe opkomst van de Rcpublicq, in ib hooge agting was , dat in verfcheyde Actens van Staat het felve met naame aangetoogen word, als een gemeen Regt, na het welke de Regters hier te Landen verpligt worden fig te reguleeren, by gebrek van Placatcn, Ordonnantiën , bff oude coftumen en herkomens, ten eynde om een rigtfnoer te hebben, waar na een iegclyk Regter fig zöude moeten regulceren , cn, om uyt de Regtshoven , en Geregten uyt te fluyten eene arbitraire Juris-prudehtie , cn imaginaire billykheid ; welke na de verfcheyde begrippen, concepten, cn byfondere interésfen der menfehen gewoon zyn te variceren: Het gefegde behoeft geen bewys. Wy bonnen egter niet af zyn hier aan te haaien de Inftructie van de Fiscaal van de Generaliteit, die, gelyk bekent is, en uyt desfelfs Inftructie nader kan blyken, belast is geweest ,, om voor ,, den Raad van Staaten , cn byfonderlyk voor ,, den Hoogen Krygsraad, de Juftitie Militair ,, in het Crimineel , en in het Civil te beley,, leydcn;" om dat uyt defelve Inftructie, die gemaakt is den 15 Novemb. 1602. blykt, dat de Juftitie Militair beleyd en geoeffent heeft moeten worden na de Roomfche Wetten: want T 3 in  %9% VERHANDELING VAN HET in het 6. Articul van die Inflructie werd uytdrukkelyk gefegt: „ dat do Fiscaal zal Pro. „ cedceren volgens den teneur en inhoude „ van de Placaten, Ordonnantiën en Refolu„ tien, offby faute van dien, volgens de be„ fchreeve Regten." Dat nu volgens de befchreeve Regten de Militaire Regters oordeelen tusfchen Militairen , en tusichen een aétor privatus en Reus Militaris, vint geen het minfte bedenken ; want dat word genoegfaam woordelykgeleertinLeg. 6. Codic: de Jurisdi&ione omnium jfudicum, et de fora competenti, alwaar gefegt word „ Mai) gifteria poteftati inter MiLitares viros, yel pru ,, vatum aclorem et reum Militarem etiam Civi„ Hum queeftionum audiendi concedimus faculta„ tem, prafertim cum id ipfum de more litigan„ tium effe videatur, conftetque Militarem reum ,, non nifi h fuo Judice exhiberi pojfe , nee fi in culpafuerit, coërceri:" de woorden de more Litigantium, welke in de aangehaalde Wet voorkomen, verdienen fyn aanmerking, om dat men daar uit fien kan, dat het Forum Militare in Civilibus inter privatum actorem et reum Militarem fyn fource by de Romeynen heeft gehad ex more Litigantium, fonder eenige delatie aan den Militairen Regter, en felfs tegen de dispofitie van het Oude Roomfche Regt aan , gelyk ligtelyk te bewyfen zoude zyn uyt de Romeynfche Wetten, welke anterieur zyn aan de voorgemelde aangehaalde Wet , welke ia van de Keyfcrs Honorius en Theodofius van den den jaare 413, Na de voorengemelde Wet heeft geen Rcgtsgeleerde oojt de voorgemelde Jurisdictie en Judicature der Milk tai*  FORUM M I L I T A R E. 293 taire Regtevs in twyfFel getrokken ; Jacobus Cujacius, die onder de Moderne Regtgeleerde met de Eertituls van princeps Juris Confuliorum, Pater rediviva Juris prudentie, en wat diergelyke meer is, bekent is, lcbryvende de Officio Magiftri ^Militum in paratitlis ad titul. Cod: de Officio Magiftri Militum, expliceert fig nopende het Forum Militare indeeter voegen: „ qua „ poteftas eft Prafetti Pratorii in privatos et in „ Praft.des Provinciarum , eadem eft Magiftri „ Militum Jive Equitum, Jive peditum , Jive utri„ ufque Milities in Milites, et interprivatum atto,, tm et Reum Militarem.'''' Den vermaarden Interpres Codicis Theodofiani , Jacobus Gothoftidus ad L: 2. Cod: Thcod: dc Jurisd: en ad L. 9. cod: Thcod: Cod: fegt duydclyk , Civilium etiam caufarum cognitie Militaribus judicibus delata, inter Militares fcilicet viros et reum Militarem: En fo leeren alle deRegtsgeleerden, geene uytgefondert, foo veel ons bekent is; en daarom zal hier alleen maar tot befluyt nog bygevoegt worden een Pasfage uyt het Traccaatje , het welk den Profesfor Voet gefchreeven heeft de Jure Militari, (c) om dat defelve Pasfage kort en klaar is, hy fegt in 't 7. Capittel „ in„ ter alia privilegia et hoe Müitïbus indultum , „ ne alibi quam ad Magiftrum Militum con„ veniantur et hoe in caufa civili indiftincte vc,, rum eft; in caujis civilibus etiam fatis ampla „ Judicum Müitarium potestas ; omnium enim „ civilium controverjïarum , qua inter Milites ven* (d) gande deeif. Lib. t. tit: 4. def. 4. T 4  294 VERHANDELING van het „ ventilantur,peneseoseft decifio, five comilitoni „ Miles litemmoverit L. 2. §. 2. ff. de Re Mili- " %r n 'at£ 6" CoL de 3urhll: omnium Judicum, „ Jive 1YB. paganis de re factove quopiam ad„ verjus Milites inftituerit aÜionem d. L. 6. Cod„ de Jurisdiclione omnium Judicum, cum, ut „Jupra dixi ') aclor rei forum fcquatur L 2 5, Lod: eodcm. Het boven gefegde oordeelt men genoeg te zyn om te dienen tot een nader bewys en adRruóhe, dat na befchrecve Regten, welke gelyk hier vooren is aangehaalt, in de eerfte opkomst van de Republicq de Rigtfnoer zVn geweest, waar na de verfcheyde Regters hier te Lande fig moesten reguleeren , het eene incontestable waarheid is, dat aan den Militairen Kcgter de kennis in civile Saaken tusfchen Militairen en een actor paganus en Reus Militaris toekomt, ten ware aangetoont konde werden, aat de gefamentlyke Bondgenoten die Judicature aan den Militairen Regter hier te Lande hadden benomen, het geen gewisfelvk niet te vinden is in de Inftruétien , Wetten off Placcaten door de Bondgenoten door den Raad van Staaten , als Opperfte Regter in Krygsfaakcn, off op de Juftitie Militair"gemaakt; men zal in tegendeel, behalven de generale authoriteit, die aan den Raad van Staaten , by defelvcr refpective InftrucHen gedefereert is, om te dis. poneeren in Saaken van den Oorlog al fecr vroeg en namelyk by het 3. Articul van de Inftru&e van den 18 Aug. 1584. gewaar worden, dat de Raad van Staaten geauthorifeeit is, om over het Krygsvolk, mitsgaders over alle generaie en particuliere Overiten, Bevelheb-  FORUM MIL1TARE. 295 hebberen , Commisfarisfen en Officieren van den Oorlog te ftellen, cn te onderhouden alJe goede ordre en discipline NB. ook meede daar over Straffen, Regt en Juftitie te doen , en doen doen , fulks fy bevinden zullen te behooren. De Militaire Regters zyn door het gefag van de Princen van Orange ([d) tot den jaare 1650. (e) in de voorgemelde Jurisdictie , conform aan dc vooricbrceve Inftructie en dispofitie van het gemeene Regt, alomgemaintineert en gehandhaaft. Dog in den jaare 1651. is door de gefamentlykc Bondgenoten op de groote Zaal van 't Hoff alhier extraordinair vergadert , in de voorgemelde generale Jurisdictie en Judicature gemaakt eene notable exceptie en limitatie in faveur van de Stccden ftem in Staat hebbende, in welkers opfigt by Refolutie van den 25 Maart 1651. geftatueert is: „ dat de Coir,, mandeurs met den Krygsraad in de gemelde ,, Steeden niet verder zuilen gebruyken mo- gen nog extendceren de Militaire Jurisdictie, als over de nalaatigheid en overtrceding in ,, togten en wagten, overgaan aan den vy„ and, defertie van Compagnien ofte verloop ,, van de eene Compagnie in de andere fonder ,, Paspoort, mitsgaders over excesfen cn de,, lieten , die de Officieren en Soldaten onder» ,, ling, off de eene tegens den anderen zullen ,, komen te begaan cn verder niet." Dit is de eerftc (f) en eeniglte innovatie, be- (V) Deze zinfiiede bevat eene c'uidelyke waarheid. 14 -9 April 1589. Ref. St. (ƒ) »- Aentek. p. a8p. T 5  206 VERHANDELING van het bepaaling en exceptie, welke de Bondgenoten in faveur van de Steeden, Rem in Staat hebbende, gefamentlyk hebben gemaakt tegen het Forum Militare hier te Lande, voorvloeyende uyt het gemeene Regt, en de voorgemelde InftrucRe van den Raad van Staaten, als hier vooren getoont is, en, gelyk een exceptie den Regul confirmeert, fo kan de voorgemelde Refolutie dienen tot bevestiging van het gefegde, en is defelve Refolutie even daarom niet ten onregten federt dien tyd angemerkt en bygebragt als de grond en bafis, waarop federt den jaare 1651. in het diftrilftvan de Generaliteit aan de Militaire Regeer gebleeven is dc Judicatuure en Jurisdictie, foo als defelve by den Militairen Regter van den eerften opkomst van de Republicq gcoeffent is geweest, fio in Criminalibus als Civilibus. Om fulks in opfigt tot de laastgenoemde, welke alleen het onderwerp defer Verhandeling zyn , wat nader te bewyfen , fo zal men fig een weynig breeder uytlaaten omtrent de tyd , welke verkropen is tusfchen den jaare 1650, en 1672. om dat hetfelve tydperk gemeenlyk in het oog gehouden, en in andere gclcegenheeden opgevolgt is federt den jaare 4702. dat is, federt het affterven van den Koning van Gropt-Brtttannien, Glorieufer Memorie. In die tusfehentyd vind men voor eerfi een generale Refolutie van den Raad van Staaten van 29. April 1661. houdende „ dat, fo iemand ,, op Soldaten in 's Lands dienden zynde, ietwes ,, teprretendecren meent te hebben,dat die 1110e- ten betrokken en aangefproken werden voor den  FORUM M I L I T A R E. 297 „ den Krygsraad van haar Guarnifoen , als haar „ Competente Regter." Hctisaanmerkclyk, dat de voorfchreeve Refolutie , genomen ter occa» fie , dat een Soldaat van het Guarnifoen van Oostburg over eene Civile fchuld voor de Magiftraat aldaar in Regten betrokken wierd , by de Regtsgeleerden van die tyd, als gegront op het gemeene Regt, en als onbetwistbaar in de practyk geallegeert werd: Siet onder anderen een advys van Regtsgelecrcle, die in den beginne van 't jaar 1672. gefchreeven hebben , geinfereert by P. Bort in desfelfs Tractaat van Crimineele Saaken tit. 1. Num. 50. van gely. ke word fulks geconfirmeert by een generale Refolutie van den Raad van Staaten van den 17. December 1664. „ dat de Judicature, Di- reftie en opfigt over de Weduwen, Weezen j,, en Boedelen van Militairen aileeniyk en pri„ vative competeert aan den Militairen Regter „ even en in diervoegen, als voor de Perfonen „ van de Militairen felfs , en dien volgende de- felve voor Perfoneele fchulden nergens anders „ konnen werden geconvenieert, dan voor den „ Militairen Regter." Ten anderen word fulks nader bevestigt met •een notabel geval in den jaare 1666. voorkor mende, het welk hier met de eygen woorden van een Misfive van den Raad van Staaten, gefchreeven aan Haar Hoog Mogende van den 12 February 1714. aangehaalt zal worden. ,, Dat geen verandering gemaakt is in defe oude ende generale ufantie by de bekende „ Refolutie van den 25 Maart 3651. genomen „ op de groote Zaal van 't Hoff, als alleen in opfigt van de Stceden Item in Staat hebben-  298 VERHANDELING VAN HET ,, de, welke Refolutie dienvolgens notoirlyk „ dient tot confirmatie van die Ufantie in ops, figt van alle andere Steeden, gelyk defelve „ Ufantie dan ook federt alom in vigeur ge„ bleeven is , waar van wy kortheids halve „ geen ander bewys zullen bybrengen als dat „ in het jaar 1666. wanneer men van de fyde van den Cheurfurst van Brandenburg wilde „ brengen in het Tractaat, het welk den 16 „ Febr. van dat jaar gefloten is, een Articul, „ volgens het welke de Militie van U Hoog ,, Mog:, leggen in de Steeden van het Land ,, van Cleev, (g) zoude te regt moeten ftaan „ onder de Cieeffche Politicque Overheid, in ,, Saaken die de Militie nietconcernceren, ge„ lyk fulks in U Hoog Mog. eyge Staat zou„ de werden geobferveert, dele Raad, wiens „ advys U Hoog Mogende daarover innamen, „ advifeerde , dat het felve om feer impor» tante reedenen zoude behooren gelaaten te „ worden by het jegenwoordig gebruyk: dat 5, wel waar is , dat in den Staat defer Ver,, eenigde Neederlanden de Steeden, ftem in „ Staat hebbende, in eenige gevallen over de ,, Militie in den haaren logeerende , hebben ,, en oeffenen Jurisdictie , maar dat te confide„ reeren ftaat, dat de magt haar daar omtrent competeerende komt te deduceren uyt het ,', regt van Souvcrainiteit over de Militie , cn welk regt dc gemelde Stecden , als in,, tcgreerende Lcedcn zyn participeerende en ,, dat om die rcedenen het felve regt aan de ,, Stecden in de refpective Provinciën geen „ ftem (<0 11 Jnmiary 1666.  FORÜ M MILITARE. 299 „ ftem in Staat hebbende, niet word toegeftaan , veel min aan de Steeden resforteeren,, de onder de Generaliteit; waarvan het ge-,, volg Was, dat het voornoemde Articul ge,, biceven is buyten het Traftaat: Hetwelk on,, weder fprcekelyk bewyst: Eerftelyk dat dc Re,, folutievan den 25 Maert 1651. in'tjaer 1666. ,, datis in een tyd, wanneer niette breedeloop ,, gclaaten wierd aan de Militaire Juftitie, geen ,, plaats had in de Steeden , geen ftem in Staat hebbende, off men moet zeggen , dat de Raad „ van Staaten niet wist, wat fe aan U Hoog ,, Mog. fchrecv: En ten anderen, dat U Hoog ,, Mogende fo wel als de Raad, van verftand ,, waren, dat die Refolutie geen plaats behoor,, de te hebben, in de Steeden geen ftem in ,, Staat hebbende. „ Dat onder de Refolutien van de Magiftraat „ van 's Bosch bygebragt, in haare Misfive aan U Hoog Mog. wel een of twee zyn , en „ namelyk die van den 21 January 1704. wcl,, ke favorifeeren het géföstineefde van dc ,, Magiftraat , maar dat de Refolutie van de folemneele Vergadering van de groote Zaal, welke een foort van een Wet off Regie* ment is , en welke, gelykfe confirmeert de „ oude Ufantie ten opfigte van de Steeden ,, geen ftem in Staat hebbende, geconfirmeert ,, is door de opgevolgde practyk, fo voor, ,, als na de verandering in de Regeering ge,'j vallen in het jaar 1672. behoort tc over,, weegen een off twee Refolutien genomen ,, op particuliere gevallen , en by welke het ,, foo ver van daer is , dat de Refolutie ,, van dc groote Zaal, en een Ufantie fo oud a's  3oo VERHANDELING van het j, als de Republicq, Qi) zoude wefen inge„ trokken , en verandert, dat felfs daarvan „ niet gerept werd in de Refok. door de Ma3, giftraat van 's Bosch bygebragt, tot een „ klaar bewys, dat U Hoog Mogeride, waar aan felden faaken van die natuur, geen ge„ meenfchap hebbende met Staats deliberatien, „ voorkomen , niet zyn verdagt geweest in „ het neemen derfelve op het onderfcheid „ tusfchen de Steeden ftem in Staat hebbende, „ en niet hebbende." Ten derden kan in materie van faiten, gelyk is het vcorgeftelde point, dat den Militairen Regter in Civile Saaken tusfchen het jaar 1650. en 1672. regt gedaan heeft tusfchen Burgers en Militairen, de laatfte Gedaagdens zynde , geen klaarder en overtuygender bewys bygebragt werden, dan dc Registers cn Partyboeken in den voorfchreevcn tyd voor den Raad van Staaten gehouden, welke vol zyn van exempelen, dat den Raad Judicature en Jurisdictie geoeffent heeft in allerley Civile Saaken, daar de Militaire Gedaagdens zyn geweest, en namelyk over fchulden tot lasten van Militairen; over concurrentie en prceferentie van Crediteuren in infolvente Boedels van Militairen , en felfs over Trouwbeloften cn Matrimoniecle Saaken; fonder dat ergens gevonden word , dat des wegens eenige de minfte oppofitie of contradictie is gefchiet; fulks, dat (ft) Zynde die van II. IJ. M. van 26 Febr. 1649, 25 Maart 1654. l7 Ja"- 1674. -2 Decèmb. 1702. en 21 Jan. 1704. Item van Staaten yaii Holland van 25 February 1678.  FORUM M I L I T A R E. 5or dat tot het bewyfen van het voorf. fait geruste posfesüe, en ongeinterrumpeerJe exercitie van de voorgemelde Judicature van den Raad van Staaten en Krygsraden , felfs met kennis cn voorvveetcn van Haar Hoog. Mog. gelyk uyt het aangehaalde geval van den jaare 16Ó6. onwederfpreekelyk blykt, niets klaarder en overtuygende bygebragt zoude konnen worden. Men vertrouwt, dat niemand, wie eenige kennis heeft van het gepasfeerde tusfchen den jaere 1672 en 1702. in fyne gedagten zal komen, dat onder het VEEL VERMOGEND gefag van den laatften Capitcyn Generaal en Militair Opperhoofd, de voorgemelde Militaire Jurisdictie der Krygsraden zouden zyn vermindert; want het is fo verre van vermindering in de voorgemelde tusfchen tyd , dat in tegendeel de GROOTE TOELEG van Prins Wilhem de derde geweest is. de Jurisdictie der Krvgsradcn te VERMEERDEREN, (O EN SÈLFS in de Provinciën en Steeden, ftem in Staat hebbende , wederom te doen revoceeren en intrekken de voorgemelde Refolutie van den 25 Maart 1651. by de Solemneels Vergadering der gefamentlyke Bondgenoten genomen ; welke Refolutie den voorgemelden Prins feer te. gen de borst fchynt geweest te zynwaarfchynelyk om geen andere reeden , als, om dat by experienüe bevonden was in wat fchrikkelyk verval de Militie in de Provinciën tusfchen de jaaren 1650 en 1672. geraakt was; onder andere reedenen, om dat de Magiftraten (0 Niemand , die ter goede trouwe handelt, kan dit betwisten.  3c2 VERHANDELING van het ten in de Provintien door de Refolutie van de groote Zaal al de authoriteit en geiag over de Guarnifoenen in haare Steeden lig hebbende aangemaatigt , de discipline Militair daar door tot de uyterftc laagte vervallen is: die aanmaatiging van gezag over de Militie, in Steeden Hem in Staat hebbende , gaat nog ten huydigen dage fo verre, dat de Militie niet in de wapenen komen of exerceeren mag, fonder permisfie van de Magiftraten, en met een woord, dat de Magiftraten fig gedragen als Gouverneurs, waar van mogelyk het abuys in vervolg van tyden nog beklaagt zal worden, en in het droevige jaar 1672. maar al te veel gevoelt. Dog om by ons ftuk te blyven, dat de Prins al in den jaare 1Ó75. de voorgemelde folemneele Refolutie der Bondgenoten in de Provintien gaarne te niete gedaan fag , blykt klaar uyt de voorflagen tot verfagting der Jurisdictie der Magiftraten over de Militie gedaan in desfelfs bekende Misfive van den 19 May 1675. aan het Hoff van Holland, (k) en aan de Staaten van Utrecht, welke laatfte de voorflagen aannaamen by derfelver Refolutie van den 2 Juny 1675. geinfereert by Anthonius Matthaeus Jure Gladii Cap. 34. Dog het Hoflf van Holland maekte daarin fwaarighdid , en vond niet raadiaam omtrent een point, de Jurisdictie, en fulks de Hoogheid van de Provintie rakende, het minfte toe te geeven in een tyd, wanneer het noodfaakelyk was, dat de Prins in de hoogwigtige de- li- (Jt~) Deze feelydems van een ieverig Voorflander der ongelimiteerde Militaire Jurisdictie tteit de vues van Willem III. in een nieuw Ccht.  FORUM M I L I T A R E. 303 liberatien, welke omtrent die tyd by de Staaten van Holland op 't tapyt waren, geen oppofitie ontmoete , en antwoorde daarom generaiyk: „ Dat de Wetten en Privilegiën van „ het Land, en van de goede Ingefeetene van „ dien haar verhinderden van te konnen op„ volgen den inhoud der voorfz. Briev, het „ Hoff de eer hebbende niet van Wetten te maken, maar van lig te regulecren na de „ gemaakte Wetten." Buy ten de Provintien, daar de Prins geen oppolitie te wagten haddc, handhaafde hy niet alleen de voorigc Jurisdictie der Krygsraaden, maar VERMEERDERDE die merkclyk , en, om onpartydig de waarheid te erkennen, al te veel Q). . Want behalven de groóte authoriteit, (m) die de Hooge Krygsraad onder gemelde Prins gcoffent heeft, vind men een Ordonnantie van Hooggemeiden Prins, houdende, dat de Krygsraden zouden wyfen by arrest in alle Crimineele Saaken ; gelyk meede by arrest in Civile Saaken niet excedeerende eene fomma van honderd guldens, fo verre was het 'er van daan , dat Hooggemelde Prins de Civile Saaken zoude willen onderworpen hebben aan den langen en kostclyken train van de Ordinaris Juftitie in de Generaliteits Steeden. Nahetoverlyden van Hooggemeiden Prins (n) heeft de Raad van Staaten een Refolutie ge- no- (/) Hoe duidelyk moet eene waarheid wezen, om zulke bekentenis derzelve beftryders uit den mond te wringen. (ni) 24 February 1687. (O 18 Tanuary 1703. V  304 VERHANDELING van het nomen , waar door de Hooge Krygsraad is vervallen, (o) en confidereerende dat de faaken door de dood van lyn Majefteit van GrootBrittanien weder gevallen waren in de termen van voor het jaar 1672. , is op het beleeft! verfoek van de Militaire Juftitie by den Raad van Staaten genomen een Refolutie : „ om fo lang by de gefamentlyke Bondgenoten geen „ andere ordre geftelt zal worden op het voorn, fubjecl, te volgen de voet die daar „ omtrent gehouden is tusfchen den jaare „ 1650. en 1672. gelyk dien volgende ook „ aangefchreeven is aan de Krygsraden in de „ Steeden ftem in Staat hebbende, p'raecife„ lyk te agtervolgen de boven gemelde Refo„ lutie van de gefamentlyke Bondgenoten van „ jaare 1651. waarvan copie aan defelve gej, fonden is." Sedert die tyd is by de Krygsraden in de Gene- (0) Dit is 't juiste woord die Krygsraad behoefde niet afgefchaft te worden, uit hoofde dat ze nimmer Wettiglyk aangefteld of by eenige Staats-llefolutie totidem verbis expresfelyk erkend was. Hier toe is noodig, gelyk Haer Ed. Mog. de Heeren van Zeeland in hunne Misflve aan H. H> Mog. van 14 April 1645. zig uitdrukken „dat „ daer over alvorens STAETSGEWYSE deliberatien en „ CONSENTEN van de Provintien zyn gegeven — by gelegenheid , dat eenige Scheeps-Kapiteinen van wegen wandevoir voor den Hoogen Krygs-Raed in den Haag waren gedagvaert , 't. geen by de Staeten werdt gerefufeert , Sie II. D. BI. 24. Extraft uit de Notulen der Heeren Staten van Zeeland — en de verdere deliberatien over deze zaek 5. April fol. 172. der gedrukte Notulen, 7de fol. 179. de advifen der Leden 14 April 1645. fol. 197. fynde de conclufie, waer uit de gemelde Mislive aen H. H. Mog. is geprollueert.  FORUM MILITARE. 305 neraliteits Frontieren ter eerRen inftantie , en by den Raad van Staaten in cas d'appel in alle Civile Saaken weder Juftitie gcadminiftreert, op defelve wyfe als van den jaare 1650 en 1672. gefchiet is; in de Registers en party Boeken van den Raad zyn 'er ook exempelen van, en het felve is fo een bekende Saak , niet alleen in de practyk van de Raad van Staaten , maar is generalyk in alle Generaliteits Frontieren fo een gerecipieerde ufantie, dat men alom aldaar, gelyk hier by den Raad van Staaten , feer niéuw en vreemd zoude ophooren , indien fujks in tvvyffel getrokken word. De Refolutien welke federt den voorfz. jaare 1702. tot nu toe, en fulks byna wederom den tyd van byna een derde part van een eeuw genomen zyn, bevestigen defelve practyk. Op de 8 October 1705. is by den Raad van Staaten, conform aan het oud gebruyk, geen fwaarigheid gemaakt te refolveeren en te verklaaren , dat de Judicature over de Boedels van Militaire Perfonen , fchoon overlydende in Borgerbuylbn, cn het Schouwen van derfelver Lyken, fchoon verongelukt op Steedelyke grond, toekomt aan de Krygsraad, in conformiteit van Haar Edele Mogende Refolutie van den 24 Juny 1659., en van oude en ongeinterrumpeerde practyk in dc Generaliteits Frontieren. Sonder dat het accoord off transactie welke Graaff Jan van Hornes, Commandeur van Hulst in het jaar 1693. zoude mogen aangegaan hebben met de Magiftraat der Stad , hier tegen kan komen in confideratie , als zynde gemelde Commandeur niet gequalificeert V 2 ge-  3c6 VERHANDELING van het geweest tot het aangaan van fodanig een accoord off transactie. Haar Hoog Mogende , fonder felfs daar op ingenomen te hebben het advis van den Raad van Staaten, hebben op den 19. September 1713. gerefolveert „ dat Militaire Perfonen „ ftervende haare goederen, in cas van pu„ blicque Verkooping , door Auditeurs Mili,, tair, alwaar fy Rerven, en niet door de „ Vendumeesters verkogt moeten werden." En in den 1714. de Magiftraat van den Bosch formcelyk, by fchriftelyke deduftie gecontesteert hebbende aan den Krygsraad aldaar de kennis van een infolvente Boedel dooreen Officier, aldaar Guarnifoen houdende nagelaaten, en den Raad van Staaten by Misfive den 12 February 1714. daar op geantwoort hebbende , is by Haar Hoog Mog. na volkomen kennis van faaken , het voorgemelde different den 23 Maart daar aan volgende afgedaan in voordeel van de Krygsraad, en derhalven de voorfz. faak aan defelve gelaaten, de faak afgedaan zynde by Haer H. Mog. kwam het Officie Fiscaal van Braband voor den dag, en voorgeevende by Couranten kennis gekreegen te hebben , dat voor de Krygsraad te 's Bosch concurrentie en prafferentie zoude gehouden werden over den voorfchreeven Infolvente Boedel, addresfeerde fig aan den Raad van Braband, die aan het Officie Fiscaal van Braband verleende een Mandament Poenaal, maar, fo dra de Raad van Staaten daar van kennis gekreegen, en aan den Raad van Braband gefchreeven haddc, dat de Raad van Staaten niet  F O R U M M I L I T A R E. 307 gefint was aan dat Mandamcnt te dcfereeren , acquieceerde de Raad van Braband daaraan: maar het voorfz. Officie Fiscaal bende, dat by den Raad van Braband niet te doen was, meende, dat het nog eens by H. H. Mog. moest werden gewaagt; praefentecrende aan defelve een Memorie in iübftantie bevattende defelve reedencn, welke by de Magiftraat van 's Bosch bygebragt , en door den Raad van Staaten wederlegt waren, en waar op de faak by voorgemelde Refolutie van Haar Hoog Mogende van den 23 Maart 1714. was afgedaan, het geen verder in de gemelde Memorie is gealle. geert, boven het geen door de Magiftraat van 's Bosch albcreyts gcavanceert was, toont foo klaar aan dc onkunde van 't voorfz. Officie Fiscaal in dcfe Materie, en is van fodanige doorReekende ongefundeertheid , dat het niet verdient aangeroert, veel min wederlegt te werden; ook diende dit gehcclc na- off klugtfpel van het Officie Fiscaal nergens anders toe, dan om de voorgemelde Memorie pro forma Commisforiaal te doen maken, en Commisforiaal te laaten blyven, fonder dat in festien jaaren, welke federt verloopen zyn, cn geduurende , welke tyd door een goed getal Officieren, federt in haar Guarnifoen overleedcn, de Jurisdictie der Krygsraadcn in gelyke gevallen meer en meer bevestigt is, ooit ietwes daar omtrent, het zy van den Raad van Braband, het zy van het Officie Fiscaal, het zy van eenige Generaliteits Stad gerept, geroert off geklaagt is, als alleen van de Magiftraat van Bergen op Zoom, welke in den jaare 1720. meede ietswes diergelyke begon op te vatten , dog welke kort V 3 daar  308 VERHANDELING van het daar na het fagtjes weer liet fakken. Uyt het gelegde is dit op te maken, dat de Krygsraad in de Generaliteits Stceden by derfelver Turis. dictie in Civile faaken zyn gebleeven en gemaintineert niet alleen onder en door het ge-, fag van llluftre en veel vermogende Opper» hoofden der Militie, maar felfs ook in die tyden , wanneer de Militie geweest is fonder fo» danige hooge Protecteurs, wanneer men van de oude gronden afgaande de Militie meer en meer heeft willen fubject maken aan de Magiftraten van de Steeden, en foogenaamde Gouverneurs en Commandeurs in derfelver Stceden, gelyk hier voorcn gefegt is, en ovcrfulks de tyden , waarin de Militie onder de Princen van Oranje is geweest, dat is van desfelfs eerfte opkomst tot den jaare 1650., en wederom van 1672. tot 1702., gevoegt werdende by de tyden waar in de Republicq hg fonder defelve Princen heeft bevonden, daz is van 1650. tot 1672., en wederom federt; den voorfz. jaare 1702. fo word uyt die famenvoeging opgemaakt een gebruyk , een deugdelyk herkomen en ongeinterrumpeerde posfesfie van geen off weynig minder oudheid , dan de Republicq felfs. En alfo nu de quaistie over het Forum Militare in Civilibus hier te Lande eens gebragt word tot eenige prcecifie, foo kan qualyk met waarheid daar van anders ietwes gefegt worden, als het volgende, namelyk Dat de Inftructien van den Raad van Staa» ten aan denfelven hebben gedefereert de Jurisdictie over de Militie in generale termen, fondgr dat daar uyt off voor off tegen het  FORUM MILITARE. 309 Forum Militare in Civilibus hier te Lande anders , dan in generale termen geargumenteert kan worden. Dat eygentlyk het Romeynfche Regt, en het gebruyk daar op gcfondeert de generale termen van voorgemelde Inftructie hebben gefixeert, geëxpliceert en doen verïtaan invoegen dat de Raad van Staaten als OpperRegters, en de Krygsraden van oud her tot nu toe Recht hebben gcocffent, en nog oeffencn over de Militie in Civile Saaken , fonder andere bepaaling , dan die by de gefamentlyke Bondgenoten gemaakt is by derfelver bovengemelde Refolutie van de folemneelc Vergadering op de Groote Zaal. Om nu fo oude paaien te verfettcn, en fo oudelyke dcugdelykc herkomen, en generale gerecipieerde gewoonte te niet te doen, daar toe zoude gcvvisfclyk al feer fterke en pragnante rcedenen moeten by gebragt werden , en gcwisfelyk geen mindere als de Raad van Staaten , en de Krygsraden (p) quaad recht doen , dat daar van bittere klagten ingebragt worden, dat daar tegen off geene remedie te vinden is , off gevonden zyndc, niet geholpen heeft, en dat het by de Magiftraten en Ordinaris Burgerlyke Rechters beeter zoude gaan, en daar door de remedie gevonden zoude zyn ; want het geen feer aanmerkelyk in defen is, en daarom altoos in 't oog gehouden (/>) Men toetze de Jurisdictie des Militairen Richters aen deze vereischten. 1) Of ze kwaed Recht doen. 2) Of over deze bittere klagten ingebragt worden &c. &c. v4  3io VERHANDELING VAN HET den moet worden ; bier is geen qua?stie off deliberatie van een Forum Milüare: maar hier is de qusstie en deliberatie, (q~) off het ingsftelde Forum Militare moet verandert! Off een oude Coftume welke met Privilegiën en Grondwetten van den Lande doorgaans ega» lyk geconfidereert, geconferveert en gcmaintineert worden, geaboleert en te niete gedaan moet worden! En off een ingebeelde en arbitraire billykheid , gefundeert op onkunde en vooroordeel, dan off het gemeene Regt in delen prarvaleeren moet. Men oordeelt niet noodig een Apologie voor de Judicature van den Raad van Staaten en van de Krygsraden hier te maken, dog men kan met waarheid leggen , dat , gelyk Jure Romano het Forum Militare is geintroduceert mere Litigantium , gelyk hier vooren uyt de L. 6. Cod- de Jurisd. omnum Judicum is aangemerkt, fo ook meenigmaal de Raad van Staaten met praeteritie van den Domiciliairen Regter (vvaar van in het vervolg gefproken zal werden) en ook met pretentie van andere Ordinaris Regters door middel van arrest by de Burgers, pretenfien hebbende ten laste van Militairen , is aangefogt geworden, om de faak voor den Raad van Staaten te brengen , de gewoonte daar van zynde, alvoorens dat eenig Mandament verleend word, de partyen tot accoord te induceeren, waar door gemeenlyk geëffe&ueert word , dat de faaken in der minne werden afgedaan, en dat op (O Dit moest bewezen worden, zo dra men 't Forum Müitarc verder uitbreid dan tot delicla pure Miliiaria%  FORUM MILITARE. sir op meenigvuldige Requesten welke van Burgers tegen Militairen over civile fchulden geprffifenteert worden, feer felden een provifie van Juftitie verleent word, behalven dat de lange train van Procedeeren voor de Ordinaris Regters, de meenigvuldige onkosten die daar door veroorfaakt werden , en de impresfie, welke de Borgers niet fonder reeden hebben, dat de Officieren niet gaarne over deugdclyke fchulden voor den Raad van Staaten compareeren, recdenen zyn welke veeltyds de Burgers uyt haar eyge verkiefing doen addres feeren aan den Raad van Staaten , gelyk fulks aldaar dagelyks voorkomt. Doch het geen de gepretendeerde hardigheid, welke tegen dat Privilcgium Fori, in Regten bekent, onder de naam van praifcriptio Fori, werd ingebragt , fo niet geheelyk wegneemt, ten minsten veel verfagt, is. Voor eerst, dat een Burger nooit met een Militair behoeft aan te gaan eenige handeling , dan onder renunciatie van het Privilegium Fori, fiet onder anderen Voet de Jure Militari Cap. 7. Ten anderen, dat de Militairen, welke hier te Lande gehuyst en gehooft zyn, off fixum domicilum hebben, ook te regt liaan over Civile Saaken voor haaren Domiciliairen Reg ter- De eerfte van de voorfz. twee aanmerkingen doet fien, dat een Burger, aan wicn het Forum Militare niet aanlraat , cenig contrael: van importantie willende aangaan met een Militair, fig altoos daar tegen pracautioneeren kan: de tweede doet fien, dat V $ bet  312 VERHANDELING van het het Privilegium Militare hier te Lande nooit een obftacul zynde aan den Domlciliairen Regter om een Officier gehuyst off gehooft, off fixum domicilium hebbende over Civile Saaken voor hem te regt te doen ftaan eygentlyk de geheele gepretendeerde hardigheid van het Privilegium Militare , daar op zoude uitkomen, dat de Militairen overal in haare Guarnifoens plaatfen niet ook gefubjecteert worden aan de Judicature van de Magiftraten van alle die Plaatfen , alwaar fe Guarnifoen moeten houden , tot welke Magiftraten en Plaatfen de Militie geen andere relatie altoos heeft , dan alleen dat fe daar voor een korten tyd Guarnifoen houd. De grootfte , fo niet de eenigfte objecie, welke tegen de Judicature der Krygsraden gemaakt word is , dat de Krygsraden gecompofeert zynde uyt Officieren, welke GEEN KENNIS HEBBEN VAN CIVILE SAAKEN: dit is fcckcrlyk een fwaarigheid van die natuur, dat daaraan niet genoeg geremedieert is, door het ftellen van een bcquaam en ervaaren Praélifyn tot Auditeur Militair by de refpective Krygsraden , welke volgens haar Eed cn Inftructie verpligt zyn de Krygsraden te dienen van haaren raad cn advis; dog de meermalen aangehaalde Profesfor Voet de Jure Militari Cap. 7. geeft aan de hand een middel, waar door het voorfz. inconvenient geremedieert kan worden , quod fi forte, fegt hy, Militum prcefecti fint Juris imperiti et ignorant plane Legifiatorum placita, reperiuntur Juris-Confulti, ab Mis, confi.Ua pojiulent, il.  FORUM MILITARE. 313 illörum feqmntur nixam legibus, exemplis , rebusque Judicatis fidtam fententiam , non id_ indecorum, non vüio vertendum &c. en het dient hier tot volkomen wegneeming van de voorgemelde fo populaire fwaarigheid , fyne byfondcre opmerking , dat de voorgemelde Raad in de praftyk gevolgt wierd , fodanig, dat gcnoegfaam nooit een faak van eenige importantie by de Krygsraden werd afgedaan, dan met advis van 's Lands en andere Advocaten, en dat mitsdien tegen de Krygsraden dc voorgemelde fwaarigheid met geen meer fundament geallegcert kan worden, dan tegen een groot deel van de Ordinaris Regters hier te Lande, welke op gelyke wyfe regt doen. Dele Verhandeling is albereyts te lang gevallen , dan dat men fig nu hier nog breed zoude uytlaaten omtrent de reedenen welke voor het Forum Militare in Civilibus in het Roomfche Regt, en by de Regtsgcleerden te vinden zyn , als meede omtrent de inconvenicnten , welke het fubmittccren der Militie aan de Burgerlyke Magiftraaten van haare Guarnifocns plaatfen ongevoelig na fig fleept, welke bereyds hier vooren met de vinger zyn aangeroert. Men kan egter met ftilfwygcn niet voorby gaan eene reede, (?•) welke van den beginne af aan veel gecontribucert heeft, om het Forum Militare , volgens de Roomfche Wetten met de voorfz. notabele uytfondering van het Forum Domicilii hier te Lande te introducee- ren, (Y) Pveeds brecder aengehacld in de Memorie over de Miiitie van den Staet, Ilaoidn. XIII. BI. 223.  314 VERHAND, van het FOR. MIL. ren, en welke nogheeden ten dage het voorfz Forum Militare noodfaakelyk maakt, namelyk, dat het groot getal van Engelfche Schotten, Franfchen en andere vreemde Officieren , die den Staat van het begin af heeft in dienst gehad hier te Lande niet gehuyst of gegoed zynde, en van den eenen dag tot den anderen van Guarnifoen veranderen altoos gemakkelyker in Regten betrokken hebben konnen worden voor den Militairen dan Burgerlyken Reg. ter, fo in opfigt van 't vervolg der Proceduren, en voornamelyk van de executie der Vonnisfen by verandering der Guarnifoenen ; de geheele Militie en alle de Krygsraden famen , resforteerende onder een Superieuren Regter, wiens gefag en Regtsbedwang aan geen Plaatfen bepaalt zyn, namelyk onder de Raad van Staaten. DRUK-  DRUKFEILEN. De afgelegenheid van de Pers, en de fpoed om dit Magazyn in 't licht te brengen, zynde alles in ruim 3 Maenden afgedrukt, beletten 't wegnemen en aenwyzen der ingeflopene Drukfeilen voor tegenwoordig. Een groove is my by 't ontvangen der fchoone bladen onder 't oog gevallen. III. D. BI. 235. in de Noot reg. 3. van beneden, en naderhand aen U £d. lees, en naderhand AENBIEDT.