REQUEST E N POINCTEN VOOR DE BURGERS DER STAD U T R E C H 5T, TOT REDRES VAN DE SCHUTTERYE, Geprefenieert den 10. February 1783.   (3 ) AANDEED. GROOT ACHTB. Heeren Bur* gemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Cjeven met fchuldigen eerbied te kennen, de ondergetekende Burgers dezer Stad , dat van de oudfte tyden af, deze Stad heeft gehad eene geregelde Schutterye, bekwaam om de Burgeren en Ingezetenen te beveiligen en te befchermen, tegens alle geweld van binnen en van buiten, en tot goede verzekering van de rust en vrede, van en voor een iegelyk. Dat de refpe&ive Ordonnantiën en reglementen , betreffende de Burgerwagt en Schutterye, zo dezelve geplaatst zyn in dezer Stads Placaatboek, beginnende met July 1581, en uitmakende .het voornaamfte gedeelte van het eerde Deel der vyftiende Titel, ten duidelykften vertonen , hoe men ook alhier zedert de erectie dezer Republiek na het afwerpen van het Spaanfche juk van dwingelaridye, met alle mogelyke zorge wel degelyk is bedagt geweest, om door de Wapens van de Burgers de Fryheid, tegens binnen en buitenlandsch geweld te befchermen , te beveiligen en te verzekeren, en tot dat hoofdeinde de Schutterye dezer Stad almede hebben gebragt in een zodanigen (laat, dat dezelve niet alleen aan eenen Spaanfchen dwingeland het hoofd heeft konA & • . een  (4) aen bieden , maar by volgende ongelegenheden» waar in de Republiek door aanvallen van Vyanden is ingewikkeld geweest, hunne naburen tot hulpe hebben konnen verftrekken ; in zo verre dat de Schutterye dezer Stad altyd voor eene der voornaamfle en "aanzienlykfte door het geheele Land is gereputeerd geweest; welk aanzien deze Burgerye ook heeft behouden , zo lange als men alhier begrepen heeft, de oude en vorige Ordonnantiën en reglementen op de Burgerwagt en Schutterye gemaakt punctelyk te hebben doen nakomen ; het welk geduurd heeft tot in het begin van de tegenwoordige Eeuw, wanneer nog en wel op den 21. December 1702, een nieuwe Ordonnantie op de Schutterye en Schutters Wagten binnen deze Stad door de Vroedfchap is geëmancert geworden, welke zo dezelve in alle hare declen was geobferveert, het oude en aanzienlyke weezen der Schutterye alhier , tenderende tot de bovengemeke eindens zoude hebben konnen bewaren; dan men is binnen deze Stad, voornamentlyk zedert het fluiten van den Vreede van het jaar 1713» van tyd tot tyd afgegaan van de Ordonnantie van de Schutterye, in zoo verre, dat men in het jaar 1747 , niet dan met zeer gróote kosten dezelve maar voor een kortftondig ogenblik onder de Wapenen heeft konnen brengen, en daar dezelve als toen op den vorïgen ouden voet te houden en te bewaren zoude konnen zyn geweest, heeft men na het fluiten van den Vreede in het jaar 17483 alwederom gezien, dat de  (5) de Sehutterye dezer Stad tot het vorige verval is wedergekeert, het welk geduurt heeft tot het jaar 1766, wanneer de Burgerye dezer Stad almede voor een kortflondig ogenblik onder de wapenen heeft geparadeert, doch ook al ras na dien tyd tot den vorigen zo niet tot erger flaat van verval wedergekeert. De Supplianten vertrouwen, dat men op de boven aangeroerde gronden , de noodzakclykheid eener welgeregelde Schutterye in de refpective Steden van ons Land, geenzints onder chimères of onverfchiliigheden hebbe terangplaatzen, maar wel onder die aller noodwendigfte vereyschten welke in alle gevallen en omftandighedea behoren te dienen, als de nood zulks vordert, om onze zo duurgekogte Vryheid, Privilegiën en voorregtcn beter te verzekeren en befchermen , dan men van loontrekkende krygsknechten, die in hunne beweegingen te veel van willekeurige bevelen afhanklyk zyn, immer verwagten kan. Waar by komt dat het geval waarin onze Republiek met den Engelfchen Oorlog zich zedert nu twee jaren bevonden heeft, en de ongelukkige inactive directie, welke door de uitvoerende magt aan onze zyde, daarinne gehouden is, alle regtgeaarde Burgers cn Vaderlanders heeft moeten overtuigen, van de volfïrekte noouzaaklykheid die er is, om Vrylieid^ Privilegiën en vonrregicn , meer dan ooit onder eigen Burger-bcfcherming en Wapenen te nemen, en zich in flaat te ftellen , om dezelve naar de letter van de refpective Ordonnantiën op onze SchutA 3 te-  C 6 ) têrye gemaakt, te konnen beveiligen tegens alle geweid, oproer, moedwil van binnen en van buiten , en tot verzekering van de rust en vrede dezer Stad, jegens alle die dezelve kwaad willen. De Supplianten zyn van oordeel dat daar toe een opbeuring der Schutterye uit het diep verval, waarin dezelve jegenwoordig als verzonken ligt volftrekt nodig is, en dat tot een grondflag van die opbeuring zoude konnen dienen, de-nieuwe invoeringe vari de boven aangehaalde Ordonnantie op de Schutterye en Schutters van den 21. December 1702, onder zodanige dresfementen als de tegenwoordige tydsomflandigheid vereischt, waartoe de Supplianten de vryheid hebben genomen eenige poincten , die zy vermeinen tot nodig redres te konnen dienen dezen annex aan UEd. Groot Achtb. met verfchuldigde achting te prefenteren , in die vastflelling dat UEd. Gr. Achtb. het zuivere en opregte oogmerk, waaruit dit adres voortkomt zullen billyken, en ter bereiking van het zelve de hand daar aan bieden, op dat de Schutterye dezer Stad eens uit het diep verval , waarin dezelve zedert een zo langen tyd , en als by aanhoudenheid tot' hier toe is geweest, werde opgebeurd, en op dien aanzienlyken voet , en ten einde als in de vorige tyden werde herfleld. Waarom de Supplianten zich keeren tot UEd. Gr. Achtb. eerbicdiglyk verzoekende, dat UEd. Gr. Achtb. ten fine van het voorfz. herftel en het redres in dezer Stads Schutterye , dit der Supplianten adres cn bygevoegde poio&ea  ( 7 ) poincten in deliberatie zullen gelieven te nemen > en dat ten effecte van het zelve, daar over werden gehoord het advies van de Heeren Collonel en Hoofdmannen, nevens de refpective Officieren van de Compagnicn , om na verhoor van een ieders Corporaalfchappen, aan UEd. Groot Achtb. te raporteren, om voorts op het voorfz. verlangde redres , zodanige poincten te beramen en vast te Hellen, als UEd. Gr. Achtb. ter bereiking van het bovengem. einde zullen oordelen by vernieuwinge en ampliatie te behoren, 't welk doende &c. A 4. Poincten  C ? ) Poincten by de Burgers der, Stad Utrecht, ondertekenaars van het Request tot herftel der Schutterye ont* worpen , en aan Haar Ed. Groot Achtb. met verfchuldig. de achting ten fine als by het zelve Request jgeprefenteert, D e Burgers leggen tot een grondflag van hun verioek, de wederinvoering en vernieuwing van de Ordonnantie op de Schutterye en Schutters wagten, geftatueert den 21. December 1702. En om met effecT: de Burgerye haar vorig weesen, te doen weder verkrygen, dat by die vernieuwing als ampliatie poincten in aanmerking, werde genomen. I. Dat de kleine prys welke'er tegenwoordig voor de uitkoop van de Wagt onder de Trom word betaald, geheel veranderd word, en wel in dezer voegen: ÏI, Dat de uitkoop gelden van de Burger Wagten in alle de Compagnien op een even gelyken voet zullen worden bepaald, te weten: IJL  t 9 ) III. Dat die van de Wagtvryheid zal willen profiteren, daar voor Jaarlyks zal betalen zes Ducatonnen. JV. Te betalen niet aan de Scriba's van de Compagnien; maar in een generale Burger Casfa, op een daar toe te onderwerpen Inftruclie of Reglement. V. Dat de Officieren of Bevelhebbers voortaan als van Ouds verpligt zullen zyn de Wagten in Perzoon op te brengen ; en nevens de Burgers zo lange te blyvea tot de Wagt word afgelost, VI. Dat de Rotten ieder zullen moeten fteïk ' zyn, ten minften festim, zo niet twintig mannen. VII. Dat niemand in een Compagnie tot uitloper zal mogen worden toegelaten , zo lange de Rotten tot dat vastgefielde ge• tal niet compleet zullen zyn. VIII, Dat by de Rotten geen uitkoop hoe ook zal vermogen te gefchieden, maar zal ieder Schutter als van Ouds gehouden zyn, in perzoon de Wagt te moeten betrekken. (X, Dan zullen de Wagt hebbende Rotten de A 5 over-  overcompleete manfchappen vermogen af te dobbelen , tot op het getal} dat om op de Wagt te verblyven vereischt word, en zullen zy die vrydobbelen ten behoeven van de wakende betalen ieder fes ftuivers. X. Dat voortaan niemand van de Wagt zal geëxcufeert zyn, als de Leeden van Staat en Stads-Regering, de Raden van den Hove Provintiaal, derfelver Sr.cretarisfen en Griffiers, de Profes foren en Studenten aan de Academie, en Predicanten van alle Gezinden en de Pastors, nevens de Diaconen mede van de refpective Gezinden , voor die tyd dat zy in bediening zullen zyn ; en voorts alle die den Ouderdom van festig jaren zullen hebben bereikt; zonder dat buitendien, iemand wie hy zy, en ook onder wat voorwendzel , of ter zaken van eenige Bediening hoe ook, van de Wagt zal geëxcufeert zyn. XI. Dat dienvolgcnde ook alle Weduwen en Ongehuwde Dochters, van wat flaat of conditie, op haar zelve wonende of geëtablisfeert, en zynde beneden de festig jaren ; mitsgaders alle Menonieten die zwarigheid maken wapenen te voeren , als  (II) als contribuanten in de Wagt zullen worden aangefchreven ; de Menonieten tot bet beloop van de bovengemelte fomme , en de voorfchreve Weduwe en Ongehuwde Dochters tot een te bepalen convenable fomme. XII. Dat de refpective uitkoopgelden (behalven tot het natcmeldene gebruik) zullen worden geëmployeert , om daar uit aan de wakende Burgers, alle nagten een zekeren bepaalden penning "tot vertering, invoegen zy zullen goedvinden, te verfchaffen. XIII. En nadien de Burgers by dit redres verwagten, dat men even ajs van ouds de exercitiën weder zal uitvoeren , en dat daar toe moge verkoren worden de Maanden May , Jttny , Jirfy en Augustus in ieder jaar, en daar toe ook eens in het jaar op een bepaalden dag een generale Wapenfchouwinge zal gefchieden ; ten welken einde de Burgers in dat uitzigt verferen, dat aan hen even als in de vroegere tyden, behoorlyke plaatfen tot die exercitie rullen worden gefixeert; en de reglementen van exercitie worden ontworpen. XIV.  C 12 ) XIV. Dat na het aflopen van de exercitie, en de generale Wapenfchouwing, zal in plaatze van de gewoone fchutters penning welke van ouds aan de Burgers dezer Stad vereerd wierd , als nu op die tyd, de helft van het overfchot der uitkoopspenningen van en in iedere Compagnie, en zulks aan ieder Rot of Corporaalfchap evenveel werden uitgedeelt, om by de Burgers in hun oirbaar , het zy by vertering of verdeling te employeren; en dat de andere helft in de generale Casfa zal verblyven, om te worden gebruikt tot het aankopen van Wapenen, en het aanleggen van een Burger Wapenkamer, ten nutte en gebruik van zodanige Burgers welke zich buiten flaat mogten bevinden de vereischte Wapenen aantefchaffcn, XV. En voor zo verre die generale Gisfa daar toe uit de voorfchreve helfte van het provenue der uitkoopspenningen niet zeer toereikende (immers by den aanvang) zoude konnen zyn , vertrouwen de Burgers dat tot eenig lbulagement zoude konnen verftrekken, ingevalle de Leges van het Burgerregt voortaan van vyf en twintig tot veertig Guldens wierd verhoogt; en dat op de regten van Inwoning voor ieder  ( 13 3 der Perzoon wierd gefield , twee Ducatonnen; te betalen aan den Heer Tbefail* lier dc?er Stad, om de fomme van die verhoogde Burger Jiira, nevens die voor 8e regten van Inwoning , in de voorgemelde uitkoop Casfa van de Burgerye, alle jaren voor het doen zyner Rekening overtebrengen. XVI. Dat de Burger Krygsraad voortaan zal geconflitueerd worden uit de Heeren Collonel , acht Hoofdmannen, mitsgaders de Luitenant en Vaandricli van iedere Compagnie, en by afwezigheid van de Luitenant of Vaandrich , de Oudflen Sergeant, of by abfentie van beiden de twee oudfle Sergeants van die Compagnie. XVII. Dat de Rekening van de voorfchreve generale Casfa, alle jaren voor den 12. Octobër , en dus voor het afgaan van den gefungeerd hebbende Heer Collonel, zal moeten gefchieden met opene deuren, in een daar toe te fixeren Burger krygsraadskamer, ten overftaan van den Heer Col- lonel, Hoofdmannen, en alle de refpective Officieren van de Burger Compagnien;waar toe alle de ingefchreven Wagt doende Burgers het regt zullen hebben , om tegenwoordig te komen, en hunne coa-  C 14) confideratien, (zó zy eenige hebben) daar op door hunne aanwezende Officieren-te konnen doen voordragen en opgeven. XVIII. En dewyl men een algemeen herflel in de Schutterye beoogd , zouden de Burgers ook zeer gaarne zien, dat men voortaan in het bevorderen van Lieden tot Officiers; verkoos de zodanigen die effeftive Burgers waren ; en zo mogelyk van de oudfte, gequalificeerdfte; immers ook gegoedfte Burgers, met uitfluiting van vreemdelingen; en voor al van hen die immer levery bediendens van eenig Heer of Vrouw geweest zyn, en die bewezen konnen worden zulks geweest te zyn, dat zy als Officiers zullen moeten afflaan of gecongedieert worden. XIX. En laastelyk dat het Corps de Guarde voor de Burgerye in een behoorlyken flaat zal gefield en onderhouden worden. Dit alles onder fubmisfïe van en aan Haar Ed. Groot Achtb. hoog wys beter oordeel.