ALMELOSCHE OUDHEDEN, ^ EERSTE STUK. BETREFFENDE VERSCHEIDEN MERKWAARDIGHEDEN OMTRENT DE HEERLYKHEID ALMELO, °ï; Se'en.» ,haar^ oprfprong, als ook den oorfprong ^HrÏLSte, eken/!me^ en de gefteldhcld van deszelfl den /r«n4' ^ oud™&™d°ni der Heeren van Almelo van ™rS n deezer Heerlykheid; het recht deczer Heeren detph W3te.ren hunner Heerlykheid; het bewind ™l cn,w« Qe wapening in het Land en Stedeken alvnn \ tntBl ? uder 'bezetenen van het Landgericht van Almelo ten behoeve van den Huize Almelo; en de Pammomeele vrybeid zo wel van de ingezetenen deezer HeenykheidI als van den Heer ten opzigte van de ProrvCérknochSrer7Sfel' W3araande Heerlykheid Almelo MET BYLAGEN, Nevens een byvoegfel van eenige ftukken, als naamlyU cene kelolutie van de Heeren Staaten van overyslel, van den 25 Octob. 1785, een Protest tegens dezelve Retölutie door de Vryvrouwe van Almelo, en eene aanfpraak daar over aan Burgermees teren en Gemeentslie- den van Almelo. ^ door Mr. J. W. RACE &£ Te C A M P E N, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, MDCCLXXXK   3 % h Soewe^ vee'e uitmuntende rechten der Hee& 4 ren vaa de Heerlykheid Almelo en van é-S-Sh-j- $• derzelver ingezetenen doorgedrukte (tukken bekend geworden zyn; nogthans zyn verfcheiden zaaken van gewigt aldaar niet aangeroerd, waar van ik eenigen thans melden zal. De byzondere gefteldheid van het Patrimonieel bezit der Heeren van Almelo hunner Heerlykheid, en de natuure deezer Heerlykheid zelve, alszynde niet uit den boezem van Overysfel voordgekomen, maar ten tyde der Bifchoppen van Utrecht aan Overysfel verknocht, hebben aan onkunde, die veel' tyds tot onderlinge vergelyking van zaaken, hoewel in grondbeginfelen verfchillende, haaren toevlugt neemt, menigmaal oorzaak tot dwaaling en zelfs tot lastering, aangaande her gene men niet verftond, gegeeven. Een voorwendièl van vryheid, of de thans veelerley gedaante aanneemende vaderA 2 lands- ALMELOSCHE OUDHEDEN, EERSTE STUK.  4 Almclofche Oudheden. landsgezindheid, begint nu door veelen aangevoerd te worden , om de Patrimonieele rechten der Heeren van Almelo tebeftryden, en om de genen, die van een ander begrip zyn haatelyk doorteftryken. Dit heb ik in de verdediging deezer rechten , ichoon het werk van myn beroep, zelf ondervonden. Het is bedenkelyk, of iemand in deeze tyden zich tegen lastering verdedigen rnoete. Want dewyl het eenc in zwang gaande gewoonte fchynt te zyn, om fommige Periodyke ftukken met ichotfchriften, als of zulks ongeftraft gefehieden mogt, te voorzien; zo is het gevoelen niet ongegrond, dat men dezelven flechts voor gewoone en geen beantwoordens waardige lasteringen te houden hebbe. Althans dit kwam my zo voor, toen ik in een zeker fchotfehrift myn naam zag aangetast; en uit een byfehrift van den uitgeever van dit lasterihik bevond , dat hy voorgaf, zyn oordeel hier omtrent te zullen opfchorten. Weinig kon ik hem hier in gelooven. Want onbeweezen lastering onder eene opfchorting van oordeel te verfpreiden is geenszins het werk van een weldenkend voorzigtig man, die niet eerder iets tot oneer van zyn evenmenfeh alom bekend zal maaken, dan na dat hy niet meer noodig heeft te oordeelen wat hy oordeelen zal; en dan na dat hy tevens reden meent te hebben om te onderftellen, dat hy het Publyk door die verfpreiding dienst zal doen. Ik had voorgenomen om tegen deeze lasterfchim niet te vechten; was het niet dat byzondere redenen my hadden aangefpoord, om eenige merkwaardige zaaken aangaande de Heerlykheid Almelo te verhaalen, en tegelyk myn gedrag in de verdediging van de Patrimonieele rechten van Mevrouw de Gravin Douariere van Rechteren, Vryvrouw deezer Heerlykheid, open te leggen. Dit ontmoet echter deeze zwaarigheid: naamlyk dat een Advocaat geen vryheid heeft, om zich door terging, met wat listig oogmerk dezelve ook zy uitgedacht, te  Almelofche Oudheden. S te laaten beweegen tot eene ontydige ontvouwing van zaaken aan het Publyk, voor dat hy dezelven in het Gericht verhandeld heeft. Ik zal derhalven my vergenoegen met alleenlyk het weezenlyke van het gene, welk aan de zydevan Mevrouw van Almelo reeds is gehandeld , aan het Publyk medetedeelen. Hier door zal men voor eerst zicli een genoegzaam denkbeeld van die zaaken kunnen formen. Het moet dus niet vreemd fchynen, dat fommige lasteringen s waar onder ook gevonden worden, die door getuigen in hun eigen zaak zyn bezwooren , onaangeroerd gelaaten zyn; waar van. de onwaarheid ter zyner tyd, daar zulks in het Gericht zal voorkomen, zal worden aangetoond. Door de hier bygevoegde ftukken wordt elk genoeg in ftaat gefteld, om te kunnen overweegen, of een Advocaat de vryheid hebbe, om de zaaken daar by gemeld, terwyl de bellisfing van dezelven aan den Richter moet overgelaaten worden , in rechte te bedienen, dan niet. Ik meen echter, dat men kan beweeren , dat het gemeen geen recht noch belang heeft om tegen Advocaaten, volgens hunnen eed geen pleitzaaken, dan die zy gegrond achten , mobgende bedienen, eenen geweetensdwang intevoeren, veel weiniger om hen als onwaardige leden van de maatfchappy uittekryten > wanneer zy in het aanneernen van pleitgedingen niet aan de verwachting van veelen voldoen. Het ftaat aan de Overheid om Advocaaten over kwaade bediening te ftraffen. Wil het gemeen zich daar van meester maaken; zulks zou ftrekken tot ondermyning en bederf der algemeene vryheid , die voornaamlyk door eenen onverhinderden loop van de Juftitie in de Competente Gerichten (de groote zaak, waar over onze voorvaderen tegen de Spaanfche dwinglandy zo zeer geyverd hebben) moet behouden worden. Vooroordeelen, inzonderheid met verfmaading en onteering verzeld, door het Publyk tegen een Advocaat ingezoogen, als of hy deeze of gene pleitzaak aiet zou bedienen moogen, A 3 z^u-  6 Almelofche Oudheden. zouden kunnen oorzaak geeven, dat hy, tegen de ophitfing van het gemeen zich niet beftanct bevindende, de rechtvaardige zaak van zyn Principaal niet zou durven bedienen. De verftandigen ondertusfchen , die zich door bedaardheid en gemaatigdheid doen kennen en de dwaasheid van de genen, die, onder fchyn van Vaderlands gezindheid, het verderf van de goede zaak zoeken uittebroeden, ten hoogften verfoeyen; zullen diergelyke affchuwelyke handelingen aanzien als kunstgreepen ten dienfte van eene kwaade zaak bedacht, om dezelve aan de vrye behandeling en aan het oordeel van den Richter te ontwringen. Ik herinner my, onder twee in dit opzigt tegengeftelde Keerkringen geleefd te hebben. Want voor deezen heb ik meermaalen onaangenaamheid ontmoet, door pleitzaaken te bedienen tegen lieden van het toen heerfchende gevoelen. Het zelfde bevinde ik nu van eene tegengeftelde party. Terwyl het te wenfchcn is , dat geen meer voorbeelden van dien aart bevonden moogen worden, waar in men zich aan gebreken, te vooren in anderen verfoeyd zelfs fchuldig maake. Een zeker denkbeeld van vryheid, 't welk ik niet genoeg gevierd zou hebben , gaf aanleiding om my te lasteren. Veelen ook houden het voor onverdraaglyk , dat ik , in navolging van andere Rechtsgeleerden, de rechten en de gerechtigheden der ingezetenen van de Heerlykheid Almelo aan de Patrimonieele rechten van derzelver Heer gebonden achte: terwyl ik tevens ftelle, dat zo wel de Heer van Almelo als de ingezetenen van deszelfs Heerlykheid onder de Souverainiteit van Overysfel behooren. Ik houde het daar voor, dat en de Heer van Almelo en de bewooners van deszelfs Heerlykheid beide, met hunne rechten, voor ingezetenen deezer Provincie te houden zyn, welken hun recht, om over deeze Patrimonieele rechten met eikanderen te contracleeren, gelyk zy dit van den beginne af gehad en geoeffend hebben, nooit  Almelofche Oudheden. ? nooit hebben verlooren; en dat hy, die dit recht zou willen fchenden, de Naarder Unie en andere grondftellingen van dit Gemeenebest, in dit opzigt, den bodem zou inflaan, door verzinning van eene hier tegen ftrydige onderwerping van den Heer en de ingezetenen deezer Heerlykheid aan de Provincie. Dewyl nu, zo als gezegd is, de Heer en de bewooners der Heerlykheid Almelo ingezetenen deezer Provincie zyn, zo moet ook wyders volgen, dat, zy onderling het jus privatorum o£ Privaat burgerrecht genieten ten aanzien van hunne wederzydfche Patrimonieele rechten. Al het recht, welk de Heeren van Almelo aan het Stedeken Almelo meer dan aan het Land van deeze Heerlykheid verleend hebben, komt in geringe vergelyking met het recht, 't welk deeze Heeren aldaar behouden hebben. In weinig zaaken oeffenen de Burgermeefteren aldaar eenig bewind zonder de Heeren van Almelo; waar van breeder in de hier bygevoegde ftukken is gemeld. Hier uit volgt, dat het Stadrecht, door de Heeren van Almelo oudtyds aan dit Stedeken verleend, en door wederzyds goedvinden, of verjaaring van gebruik, naarder bepaald, niet zeer aanmerkelyk zyn kan; als was het ook dat dit Stedeken zelf zyne Burgermeesteren en Gemeentslieden aanftelde; waar aan echter zeer veel ontbreekt, g'elykuitde bygevoegde ftukken is te zien. Doch van den anderen kant, daar het op de uitwerking, de noordftar der vej-ftandigen, aankomt; hebben de ingezetenen van het Land en Stedeken van Almelo eene uitmuntende vryheid behouden, die men elders zelden in kleine gewesten ontmoet. Indien zy meenen door den Heer bezwaard of in eenigen opzigte niet wel behandeld te worden gehoeven zy niet tegen den Souverain, noch tegen deszelfs gevolmagtigden of Reprefentanten,alszyn de Ambtlieden van de Provincie, maartegen den Heer van Almelo, hunnen mede ingezeten, over Patrimonieele rechten en het gebruik van die, als A 4 de  H Almelofche Oudheden. de meo et Uw, te pleiten, en hebben daar in voor geen Staatkundige belemmering, te duchten: terwyl zy tegen de Provincie, omtrent nieuwigheden, die hun door dezelve zouden voorgefchreeven worden, door deeze Patrimonieele rechten beveiligd zyn. Dit is het ftuk, waar in de ingezetenen van Almelo door fommigen, die gaarn, ter voldoening aan Aristocratifche grondbeginfelen, de Heerlykheid Almelo gefnuikt zagen, om die aan eene onbepaalde beheerfching te onderwerpen , misleid worden; tot bederf van hun gereede middel tegen bezwaar, en ondergang van het Patrimonieel recht van den Heer en van de ingezetenen deezer Heerlykheid; 't welk geen onderwerp van Staatkundige veranderingen is , maar waar in het meum et tuum aller nauwkeurigst moet in het oog gehouden worden. Zelfs mag geen Heer van Almelo dit zyn Patrimonieel recht geheel noch gedeeltlvk aan iemand , al was het ook aan de Provincie, aiftaan, tot nadeel of verandering van het recht der ingezetenen. Hoe zeer men ook het denkbeeld van dit uitmuntend recht der Heerlykheid Almelo door kracht van Ariftocratie heeft gezocht uit te wisfehen, kon echter zulks nooit gefchieden ; en zo lang de grondbeginfelen van dit Gemeenebest behouden blyven, zal dit ook niet gebeuren. Hierom kon de aanneeming van de nieuwe Statuten van Overysfel, in de laatst verleeden eeuw door Jan van Rechteres , Heer van Almelo, de ingezetenen deezer Heerlykheid niet verpligten, om zich daar aan te onderwerpen (i). De Statuten van Almelo zvn van ouds door den Heer van deeze Heerlykheid" nevens de ingezetenen van het Land derzelve, en nevens de Burgermeefteren in het Stedeken, gemaakt, gelyk elders is gezegd (2): en de verdere Statuten, het koftelyk bewys der Almelofche vryheid, door de Hee- (1) Ovtrysf. Gedenkft. 11. Stuk, bl. 148. 149. (2) Aldaar, 11.147. £fV.  Almelofche Oudheden. 9 Heeren van Almelo met het Stedeken van tyd tot tyd opgericht, zyn hier bygevoegd onder A en aldaar N°. 2. & 3. Zo 'er ooit iets bevonden wordt 't welk de ingezetenen van Almelo te deezer tyd, daar elk om de vryheid dingt, moest aanfpooren om te fpreeken; dan behoorde voornaamlyk hun oog te vallen op de handhaving der voorzeide Conftitutie deezer Heerlykheid , welke Conftitutie hun Patrimonieel recht is; een recht, 't welk tegen de voortreiïelykfte vryheid mag worden opgewoogen : naamlyk het recht, zo wel der ingezetenen als van den Heer van Almelo, om zich door niemand nieuwe wetten of nieuwigheden te laaten voorfchryven. Eik is thans bezig om voor de vryheid van zyn vuur en haartftede optekomen. Veelen in de Heerlykheid Almelo, om ook niet ftil te zitten, gaven zich de moeyte van te bedenken, of hun ook iets te doen ftond en welken weg zy zouden inflaan. Ik verwondere my aan de eene zyde over het verkeerd begrip van deeze lieden , en aan de andere zyde over de Staatkundige hoewel niet pryswaardige fchranderheid der genen, die deeze menfchen, om hen van derzelvcr uitmuntende vryheid te doen afzien , op den dwaalweg hebben gezocht te brengen ; hen door eenen ydelen fchyn en gedruis', als van klatergoud, verbyfterende, en door een verkeerd denkbeeld omtrent het Patrimonieel recht der Heeren van Almelo, dat is, omtrent het punt, 't welk de bron van hunne vryheid is, van het fpoor hunner vryheid hen verwyderende. De inboezeming van Ariftocraten mag veele ingezetenen van cle Heerlykheid Almelo vervoeren, om deeze Heerlykheid als iets vreemds, 't welk met de tegenwoordige verbeelding niet meer zou ftrooken, te bevechten, en zich daar over op de Vryvrouw van Almelo te wreeken: doch dat zy wel toezien, lat het op 't laatst hen niet gaa als het edelmoedig lier, 't welk tot een diergelyk oogmerk zich liet A 5 be-  TO Almelofche Oudheden. beryden, en met laat berouw zyn ongeluk betreurde. Doch laat ik de verdere betrachting deezer ftoffe liever aan het wyder doorzigt van kundiger ingezetenen van Almelo overlaaten, en eindigen met eene korte aanhaaling der bylagen, die hier nevens zyn gevoegd ; als naamlyk eene Exceptioneele conclulie tegen twee Klaagrequeften van burgeren van het Stedeken Almelo, onder de letter A. In dezelve wordt voornaamlyk gehandeld van den oorfprong en gefteldheid der Heerlykheid Almelo en van het recht der Heeren van Almelo omtrent dezelve Heerlykheid; den oorfprong van het Stedeken Almelo en de gefteldheid van deszelfs Stadrecht en het behouden gezag der Heeren van Almelo in dit Stedeken, byzonder met betrekking tot het Stadgericht en aanftelling van Burgermeefteren en Gemeentslieden; het recht der Heeren van Almelo omtrent den grond van het Stedeken en verdere Heerlykheid ; een zeer aanmerkelyk vonnis aangaande 'de tollen en andere gerechtigheden omtrent de wateren in deeze Heerlykheid ; het recht der Heeren van Almelo omtrent den wapenhandel in het Stedeken en verdere Heerlykheid; waar toe ook behoort het Addres aan de Heeren Staaten, van Overysfel onder de letter B. Einde-, lyk is hier bygevoegd een Gerichtlyke eifch en aanfpraak over het bezit der Heeren van Almelo van dienften der ingezetenen van het Landgericht van Almelo, onder de letter C. Ik twyffel niet of eene beredeneerde overweeging van alle deeze ftukken zal elk, die waarlyk de vryheid en het welzyn van dit Gemeenebest behartigt, te meer overtuigen, dat het een onrecht van zeer nadeelige gevolgen zou zyn; indien men Patrimonieele rechten, met welken het Gemeenebest kan beftaan, geheel of gedeeltelyk zou willen vernietigen of veranderen. De verkeerde Staatkunde, door welke dit zou gefchieden, zou geen fchvn 'of  Almelofche Oudheden. of fchaduw van Patriotisme bezitten , maar veel eer het werk van eene Spaanfche dwinglandy zyn. Wel verre dat ik ooit zou durven denken, datHun Ed. Mog. Ridderfchap en vSteden aan zulk een onrechtvaardigheid, en aan ftoffe van beroerte voor het toekomende, zouden toegeeven: houd ik integendeel my verzekerd, dat Hoogstdezelven zodane wyze maatregels-zotten neemen , dat'aïïe reeds opgeworpen gefchillen, en die nog verzonnen mogten worden-; aangaande de rechten» van den Heer van Almelo, van de ingezetenen der Heerlykheid Almelo, en van de Provincie Overysfel, omtrent deeze Heerlykheid, voor behoorlyke en onpartydige Rechtbanken, naar den gewoonen loop van Juftitie, in het Landrecht voorgefchreeven, zullen beflist en afgedaan worden.  12 Almelofche Oudheden. A. Exceptioneele Conclufie voor Vrouw SopHia Carolina Florentina Gravin Douariere van Rechteren, Vryvrouw der Heerlykheid Almelo , origineele beklaagde Excipiente in deezen, ter eener tegen Jacobos Revius cum fuis, zich noemende Gecommitteerden van het pretenfe grootfte en notabelfte gedeelte der wydre burgery van het Stedeken Almelo, origineele klaageren en in deezen Excipienten ter andere zyde. Edele Moogende Heeren Myn Heeren Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overysfelf Sophia Carolina Florentina Gravin Douariere varrRECHTERÉN , Vryvrouw der Heerlykheid Almelo, heeft de eer omtrent de hier by teruggaande twee Requesten van eenige burgeren van het Stedeken Almelo te berichten, dat alle de Questien, aldaar voortgebragt. van dien aart zyn, dat dezelven betreffen het recht de-meo et tiw> en derhalven tot de gewoone Gerichten, die ter beflisfing van gefchillen der ingezetenen van deeze Provincie zyn vastgefteld, behooren. Want dewyl de Heerlykheid Almelo, oirfpronglyk niet onder het vareldlyk gebied van den Bifchop van Utrecht, ;naar van de Heeren van Almelo hebbende behoord, oud-  Almelofche Oudheden. oudtyds door deeze Heeren, behoudens hunne Patrimonieele rechten, zo groot en aanzienlyk als dezelven zyn, en dat zy by hun bezit omtrent deeze Heerlykheid, zonder hun daar tegen iets nieuws voortefchryven, gelaaten moeten worden, is Geasfocieerd aan de Provincie Overysfel onder eene en dezelfde Souverainiteit met dit gewest, waar van breeder is gehandeld in de gedrukte DeduSiie van de rechten en gerechtigheden der Heerlykheid Almelo, enby Racer Overysf. Gedenkft. II. Stuk , hoofdd. 6. Zo moet volgen, dat Excipiente met alle deeze haare rechten, die zy over deeze Heerlykheid Almelo heeft, als een mede ingezeten deezer Provincie moet worden aangemerkt; en dat daar over naar het Privaat recht, dat is, het Landrecht, voor het dagelykfch Gericht moet gepleit en gevonnisd worden. Oude en laatere Rechtsgeleerden , gewoon om eene ongetwyfelde zaak gevoelig uir te drukken , melden daarom aangaande den Patrimonieelen Rechtsdvvang, hoe groot en aanzienlyk die ookzy, dat die ten aanzien van deszelfs eigendom, bezit en gevolgen, niet anders dan een pecus et ovile, datis, niet anders dan het geringde, waar over naar Landrecht moet gepleit en gevonnisd worden, aantemerken zy. Derhalven kan de rechtvaardigheid van U Ed. Mog. aan Excipiente niet verweigeren, dat zy ten aanzien van de by Requesten gemelde punten, waar in zy zich tot partye ziet gefield, als zyn het recht van Excipiente omtrent de keur vanBorgermeefteren en Gemeentslieden te Almelo , het graaven en bewallen van zekeren grond, en eindelyk het recht van Bxcipiente om geen fchuiten met turf uit de Boerfchap Geefteren te behoeven iaaten vaaren door eenen privaaten Sloot, indien zy zulks niet goedvindt, en dus om voor die toelaating zo veel te neemen als zy wil &c.: dat zy, zeggen wy, ten aanzien van de by Requeften gemelde punten zich bediene van de Exceptio fori incompetentis en van Renvoy naar denCompetenten Richter. Deeze Exceptie wordt derhalven, ten aanzien van deeze  *4 Almelofche Oudheden. punten te famen en elk deezer punten in het byzonder in de beste forma van het recht mids deezen door Excipiente eerbiedig Geobjicieerd. De Excipiente is bereid om over deeze Exceptie van Renvoy voor de Bank van U Ed. Mog. een Ordinaris Proces, als naar Landrecht tot Duplyk befchreeven wordende, te voeren, om vervolgens geflooten en aan onzydige Rechtsgeleerden , om daar in te advifeeren, verzonden en op derzelver Advys door U Ed. Mog. daar in Gedecideerd te worden. Terwyl Remonftrante eerbiedigst en te gelyk ten krachügften protefleert, dat zy zich alleenlyk op voorwaarde van deeze te houden form, welke de Ordinaris pleitorder voor de Bank van U Ed. Mog. is, voor Hoogstderzelver Bank over deeze Exceptie inlaat. Echter wil Excipiente zich uitdrukkelyk hebben voorbehouden, om zo veel van het recht der zaaken zelve, doch enkel en alleen Narratyf en dus niet om daar over Decifie te verwachten, te moogen melden, Tds zy oordeelt haaren diepen eerbied voor U Ed. Mog. te vereifchen, en als ftrekken kan om te toonen, dat zyniet fchroomt haare rechten en vryheden in een "helder licht te ftellen. Onder dit beding heeft Excipiente de eer te verhaaien, dat die van het Stedeken Almelo geen andere rechten, wat hun Stadsweezen betreft, hebben, dan zy van de Heeren van Almelo ontleenen eenigermaate tot bezwaaring op den Rechtsdwang der Heeren van Almelo over hunne Heerlykheid, waar van het Stedeken Almelo eene kleine" plaats beflaat: zo dat alle rechten van dit Stedeken uit eene caufa impofititia zyngebooren en in der waarheid niets anders zyn, dan een fervituit op het Territoir of Patrimonieele Rechtsdwang der Heeren van Almelo over hunne Heerlykheid. De Rechtsgeleerde Ulpianüs, (in L. 5. §. 9 ff.deop. nov. nunc.) befchryft zodane caufa impofititia, cum quis postquam jus fuum diminuit, alterius auxit, hoe est postquam fervitutem csdibus fuis impofuit etc. Hier van zal Ex- cipi-  : Almelofche Oudheden. 15 cipiente de dooruaandfte blyken optellen; zy zyn, onder anderen deeze: ■ * - y »■ imo. Dat de Heerlykheid Almelo reeds veel eeuwen aan de Heeren van Almelo heeft toebehoord voor en aleer een blyk bevonden wordt, dat eenige plaats in deezen oort een Stadrecht zou verkreegen hebben. Van geen eene plaats in Overysfel toch wordt voor de dertiende eeuw een Stadrecht ontdekt: terwyl alle Stadsbrieven der Steden van die Gewest, van welke Stadsbrieven veelen nog voorhanden zyn, niet ouder dan van de dertiende eeuwe en fommigen zelfs van de veertiende eeuwe bevonden worden: en byzonder dat Almelo in de dertiende eeuwe nog geen Stedeken was, zal door een Direct bewys beneden worden aangetoond. Ondertusfchen is het ganfche Stadrecht van het Stedeken Almelo zeer veel minder dan het recht, welk de Heeren van Almelo over het geheele Territoir hunner Heerlykheid van ouds af gehad hebben. Bygevolg is dit Stadrecht eene zekere vermindering van het recht der Heeren van Almelo ten aanzien van dien weinigen grond, alwaar dit Stedeken gelegen is. Niemand kon dit recht verminde, ren dan die het toekwam en by wyder gevolg kon niemand aan dit Almelo dit Stadrecht geeven dan de Heeren van Almelo ,• zo dat dit Stadrecht een bezwaar of fervituit is op. den Patrimonieelen Rechtsdwang en Territoir der Heeren van Almelo, ofwel op eene kleine plaats van dit Territoir. Terwyl de Heeren van Almelo, ook zelfs op dit plaatsjen hunner Heerlykheid, hunnen oorfpronglyken Rechtsdwang en verdere rechten en vryheden behouden hebben, zo veel dezelven niet eenigermaaten door het Stadrecht van dit Stedeken zyn bezwaard geworden. Trouwens ook hoe zou in eene Heerlykheid , die oorfpronglyk niet aan den Bifchop van Utrecht noch tot deszelfs andere Landen, gelegen aan deeze zyde van den Ysfel, neen maar aan de Heeren van Almelo heeft toe-  £Ö Almelofche Oudheden. toebehoord: hoe zou, herhaalen wy een Stedeken daar in gebooren kunnen worden, zonder dat het. door de Heeren van Almelo zou zyn geprocreëerd? odo. Ook wordt deeze waarheid beweezen door het wapen der Sead Almelo , 't welk het aloude wapen is van het Edel geflagt der Heeren van AL melo , en alsnog op Publyke gebouwen van dit Stedeken, nevens het wapen van de Familie van Rechteren, wordt vertoond. Ten blyke dat Almelo derzclver Stedeken en door dezelven met een Stadrecht begunftigd is geworden , te zien in de voorz. Deduttie der Heerlykheid Almelo bladz. 39. «tip Men voege hier bv, dat de Heeren van Almelo zyn Origineel Grondheeren van de Heerlykheid Almelo, als hebbende niet alleen voor honderden van jaaren daar van een Terrain van eenige uuren gaans in het ronde aan die van Friefenveen ten opgang, zo als men het noemt, voor jaarlykfche pacht , fchatting of tins voor altoos uitgedaan, volgens den Conftitutie brief van 1420, by Dümbar, Analect. torn. 1. bladz.. 423 en in de Deductie der Heerlykheid Almelo bladz. 151,169: enin 1406 de wildernis Sibkelo, in derzelver Heerlykheid gelegen, gegeeven om het Kloofter van dien naam aldaar'te ftichten, als te zien in de voorzeide Deductie .bladz 294 etc. maar ook, ten b.ewyze van deezen origineelen eigendom des gronds hunner Heerlykheid, blykt, dat de Heeren van Aimelo van alle vaste goederen, zo in de Stad als m het Landgericht van Almelo, den naarderkoop als van oudeisen goederen hebben; als te zien in de voorz De~ ducti» bladz. 66,-etc. en de aldaar aangehaalde Jtukken, waar van ook nog meerblyken op den Huize Almelo voorhanden zyn. Zelfs is blykbaar, onder anderen , uit een gedenkftuk hier bygevoegd onder No 1 ter Secretarie van het Stedeken Almelo m een pergamenten Stadsboek geplaatst, dat de Hce-  Almelofche Oudheden. 17 ren van Almelo ook van de onbebouwde tot gemeen gebruik liggende gronden in het Landgericht van Almelo , (waar op derhalven alle aldaar geërfden een zeker recht hebben) iets door toelaating van den Heer van Almelo verkocht wordende, nevens andere rechten , ook den naarderkoop hebben ; fchoon anders in deeze Provincie de naarderkoop £een plaats heeft. Hier toe dient ook, dat in het .andgericht van Almelo geen Markengericht der Goedsheeren immer is geweest: wyl uit eene oudtyds van tyd tot tyd door Heeren van Almelo gedaans vervreemding van goederen , aldaar gelegen , geen genootichap van Markengericht van zelfs kon gebooren worden. Terwyl ook meer voorbeelden van zodane Heerlykheden, waar van de Heeren niet alleen den Patrimonieelen Rechtsdwang hadden, maar ook Origineel Grondheeren waaren, te zien zyn by Racer, Overysf. Gedenkjl. IJ. Stuk, hoofdd. 1. §. 5. 4to. Dit blykt ook uit het recht van den Heer van Almelo over dit Stedeken , 't welk van ouds geene Stads wilkeuren dan met en nevens den Heer heeft kunnen maaken, als te zien onder N°. 2. en 't welk nauwlyks eenige aélevan Stads Policye zonder den Heer, of zyn Richter in naame van den Heer, oefFenen kan, gelykallen in Almelo kennelyk en ook meerendeels blykbaar is uit het aangehaalde ftuk onder No. 2. Zo dit Stedeken nog eenigen fchyn vertoonen zou, als of het niet van de Heeren van Almelo herkomftig was, dan zou die moeten doordraaien in de breuken en Judicature. Maar hier ook wederom draagt het de duidelykfte blyken van het tegendeel; wyl dit Stedeken geene breuken meer dan half geniet, en geene Judicature daar over anders dan met en nevens den Richter van den Heer; gelyk ook niet over Particuliere en Generale opbadingen, ofconvocatien van de ingezetenen, ten dienfte van de Stad of Land by klokkenflag of anders, noch over nieuw getimmer, ?o B mio  13 Almelofche Oudheden. min ten Petitoir als ten Posfesfoir, alles breeder te verneemen uit de ftukken by de voorzeide De. dudtie gevoegd, onder anderen, de Conventie van 1660, aldaar onder Ssdo. Ook de Policy over den wapenhandel van dit Stedeken behoort aan den Heer en de Burgermeesteren, als te zien onder No. 3 & 4. En het register van alle Stads bedieningen , die Excipiente geheel of gedeeltelyk begeeft zou te lang vallen om hier gemeld te worden. Derhalven zal Remonftrante zich hieromtrent, en aangaande den verderen reeks van andere rechten van de Heeren van Almelo in dit Stedeken, kortelyk gedraagen tot de voorzeide Deductie, welke rechten alle te famen bevestigen, dat niemand dan de Heeren van Almelo een zeker zeer gering Stadrecht, door hunnen Patrimonieelen Rechtsdwang over de plaats van dit Stedeken ccnigermaaten te verminderen , aan het zelve gegeeven hebben, wiens Schepenen ook den eed van getrouwheid aan de Heeren van Almelo moeten doen, als te zien in de voorzeide Deductie bladz. 56". en hierby onder No. 5. ytó. Dit wordt ook uitgemaakt door den brief zeiven, waar by Egbert, Heer van Almelo in den jaare 1420 aan dit Stedeken deszelfs Stadrecht gaf, gevoegd by de gedrukte Contraconfideratien van den Heer van Almelo onder N°. 1. die ook Origineel ter Secretarye van Almelo, als een kostelyk juweel tot deezen dag toe wordt bewaard. Daar zegt de Heer Egbert : lek Egbert Her toe Almelo mdke kund efide kennelick allen ludens de desfen bref folen fien of horen lefen, dat ick vor my vor myne erfgenamen ende nakomen hem toe .Almelo GEGEVEN ende GEMAKET Jiebbe GEVË ende MAKE mits defen brieve den Scepenen ende gemeynen borgers toe Almelo ALSODANE RECHT VRTETende WILKOER, als hyr na bedreven fteet &c. De Requeftranten, dieditStede'ken met de Overysfclfche Kleine Steden gaarn zoeken te vergelyken , zullen derhalven aan geen trotfeh vcrwyt van de geringheid van deszelfs recht,  Almelofche Oudheden. 19 recht, maar aan eene wettige verdediging van het Patrimonieele recht en gezag van Excipiente, door Requeftranten te zeer veracht, te wyten hebben , dat Excipiente dit Stedeken, 't welk thans zo hoog zyn kruin opfteekt, tot zyne echte gefteldheid, als een van weinig recht voorzien Stedeken van Excipiente te rug roepe. Hoe fmaadelyk voor Excipiente en derzelver recht betoonen Requeftranten in hun Request, dat het hun te veel is, dat de gemelde brief van Egbert van Almelo een Conftitutie brief genaamd worde: in plaats dat dezelven, voor en aleer zy aan hunnen mond, tot kleinachting van Excipiente, den vryen teugel vierden , hadden moeten inzien de aangehaalde Conventie van 1660, door Gecommitteerden van de Staaten tusfehen partyen ingefteld , en gevoegd by de voorzeide Deductie onder S2do. alwaar deeze brief wordt genaamd Concesfie brief van Egbebt Heere van Almelo 't welk immers het zelfde betekent met Conftitutie brief, waar by de Heer van Almelo aan dit Stedeken een Stadrecht heeft gegeeven, als het te vooren niet had: en, daar het hier op aankomt, uit deezen brief blykt overvloedig, dat dit Stedeken deszelfs geringe Stadrechten van de Heeren van Almelo, uit wier bron van Jurisdictie dezelven alleenlyk konde voordvloeyen, heeft ontvangen; zo dat het zelve daar door naar eene Stad begon te gelyken en daarom met den naam van Stad in den gemelden Conftitutie brief vereerd word. Te vooren was het een Vlek, alwaar Schepenen bevonden wierden, gelyk oudtyds op meer andere plaatfen, hoewel geene Steden zynde. Want, om geen meer andere voorbeelden van dien aart uit de oudheid op te haaien, zullen wy thans alleenlyk UEd, Mog. eerbiedig voorftellen den Stadsbrief van Zwolle, van het jaar twaalfhonderd en in de dertig, by Mr. van Hattum gefchied, der Stad Zwolle deel 1. bl. 125 alwaar voor en aleer Zwolle van eea Dorp of Vlek (villa') tot een Stad was gemaakts reeds gemeld wordt van Schepenen, als toen reeds 13 2 daar  20 Almelofche Oudheden. daar aanweezig, in de woorden: cum igitur dilefti nostri milites, SCABINI et univerfus populus VILLM de Swolle; waar op aldaar wyders volgt: ipfis liberam concedimus potefiatem de prmditla villa Swollenfi oppidum faciendi, en voords : prafatum oppidum perpetuo Jiberamus, oppidanis ipfius oninia jura, qu gelyk als noe Ook ÏSdie^A" 7n Almel°reëedsinhetng nn^f r i,-?5 Fnefenveen, op eene boete van tien oude fchildcn en, by herhaaling in het jaar 1600 op eene boete van twintig goudguldens en den mudden haver met den turVby Publicatien ver booden Geesterfehen turf en iooK dien .Schipfloot te vaaren. En in het jaar 1742 verzoet ten eenige ingezetenen van Friefenveen, def Vader van Excipiente, om den doorvaart van GeesTerfchen turf te verbieden: gelyk hun dit verzoek on den 23 Oclob. 17421S toegeftaan geworden DoS S7lle,nW1rTd°01'J'yn H(3°ggeb., om aan Se ötad Almelo plaifir te doen ; wier burgeren zich ever van Geesterfehen dan van WnlceJfcheï turf, hoewel turf m overvloed op Friefenveen te bekomen, bedienen, op den 30 ^" 74" weder om ingetrokken. Maar ter zelfder tyd als Fxc " pientes wylen Vader goed vond om aan iic van A melo hier door gedienftig te zvn, haalde hy zich het ongenoegen van die van Friefenveen, dfe, zo wel als fixcipientes wylen Vader zelf, in derzelve? turfFabryk op Friefenveen, hierdoor nadeel ee den op den hals; zodanig, dat zy, naar de ftand vastige gewoonte van deingezetenend7r H e et Iykheid Almelo, wanneer zy zich verbeelden door den Heer verkort te worden, zich daar te-en kan teden, en een tweede Slot, 't welk nooi'te 4"" llllll\ëlTMelMsin deezen SchipHoot was geweest, hebben gehangen, en dezelve Sluis daar mede geflooten en ontflootcn, en dus het voeren van  Almelofche Oudheden. 45 van turf uit de Boerfchap Geesteren door deezen floot naar het Stedeken Almelo en elders belet. Die van het Stedeken en verdere Heerlykheid Almelo, als geen het minfte recht hebbende, konden zich hier tegen niet verzetten. Daarom ook bemoeyden zy zich geenszins met de zaak en Procedure, die toen door Excipientes wylen Vader langduurig en kostbaar tegen die van Friefenveen over deeze behandeling, voor het Gefurrogeerde Gericht van Delden, wierdgevoerd; en dieeindelyk, by Sententie, op Advys van de beroemde Rechtsgeleerden Mr. J. van Hattum en Mr. H. Hubert, in den jaare 1755 daar in met de kosten heeft Getriumpheerd. Deeze Sententie, waar uit de waarheid van dit verhaal, zo als het door de voorzeide Advifeurs uit de wederzydfche Stukken is bevonden waar te zyn (want de opgave van de wederzydfch pleitende Advocaaten kan hier niet zo zeer, Immers niet verder dan het bewys zich uitftrekt ,in aanmerking komen) volkomen blykt, is hier by gevoegd onder N°. 20. Dus is hier uit openbaar, eendeels, dat deeze Schipvaart is een Private gegraaven Sloot en geenszins een Publyk vaarwater; en anderdeels , dat al het recht van bewind , 't welk iemand ter wareld over deezen Schipfloot zou kunnen hebben, berusten zou alleen by Excipiente en de verdere ingelanden van Friefenveen; zo niet dit recht van bewind, als voorgemeld, van ouds alleen door de Heeren van Almelo was geoeffend en bezeten. Maar dit raakt eenderde, gelyk hier die van het Stedeken Almelo, niet. Dus moet het aan die van het Stedeken Almelo onverfchillig zyn, wie het recht heeft over eene zaak, waaraan zy geen part noch deel altoos hebben. Naderhand, en wel voor ongeveer twintig jaaren, heeft Excipientes wylen Vader, onder anderen , ten einde om de Friefenveenfche Turffabryk van de Heeren van Almelo en van die van Friefenveen te bevorderen , geen Geefterfche turffchuiten door dien fchip-  $6* Almelofche Oudheden. fchipfloot willen laaten vaaren, dan mids betaalende voor elke groote lchuit zestien en voor elke kleine fchuit negen ftuivers, waar van te vooren betaald wierd zes of drie ftuivers refpeótive, boven en behalven den riviertol van zes ftuivers van eene groote en drie ftuivers van eene kleine fchuite, als van ouds wegens het doorvaaren van den tolboom, liggende in de rivier in de Heerlykheid. ongeveer een half uur van het Stedeken Almelo. Doch dewyl dit alsnog aan het oogmerk niet voldoet, en alevenwel zeer veel Geefterfche turf door dien fchipfloot, tot merkelyk nadeel der Frieienveenfche Turffabryk, in het Stedeken en verdere Heerlykheid Almelo wordt gevoerd; zo zal het om deeze en andere redenen meer gebeuren kunnen, dat Excipiente in het geheel geen Geesterfche turffchuiten door den gemelden fchipfloot zal laaten Pasfeeren; alle het welke haar vryftaat, ■en waar over zy aan eiken een yder, die haar zulks zou willen betwisten, voor het Competente Gericht zich ten goeden rechte biedt. Wat aangaat de twee overige punten van bezwaar en klagte, ten Requefte gemeld, betreffende eensdeels de ftem des Richters van het Landgericht en Stedeken Almelo, over zaaken van getimmer in het voorz* Stedeken, waar in hy van wegen den Heer, nevens de Burgermeefteren van Almelo, Gericht houdt en vonnist; en anderdeels de aanftelling van zogenaamde Zetters, welken gebruikt worden om, nevens de Burgermeefteren en Gemeentslieden , de Redemtie middelen te helpen uitzetten: deeze punten raaken eigenlyk, of onmiddelyk, de Functie van den Richter en Burgermeefteren, waarom de Excipiente verwacht, dat de Requeftranten, indien zy zulks te raade worden, die punten met den Richter en Burgermeefteren, coram competenti zullen uitmaaken, indien zy zich daar over onderling in der minne niet mogten kunnen verdraagen, En wat byzonder betreft de aanftelling van de zoge-  Almelofche Oudheden. 47 genaamde Zetteren, als lieden, die door Burgermeefteren en Gemeentslieden gebruikt worden, om hun behulpzaam te zyn in hetKeguleerenderQuotes, welke yder ingezeten in de Redemtie middelen jaarlyks zal betaalen: is de Excipiente zo zeer daar op gefteld, dat dit evenredig, billyk, en tot het minfte bezwaar van de min vermoogenden, gefchiede,- dat zy, uit hoofde van haar wettig gezag, gaarnaan de Burgermeefteren en Gemeentslieden gebieden wil, om zorge te draagen, dat tot Zetters of Asfiftenten in de Zettingen genomen worden zulke lieden, welken het best en onpartydigst kunnen oordeelen over de omftandigheden van de genen, in hunne wyken of buurten, die daar in moeten Contribueeren en dus op de zetcedels als Contribuenten Gedebiteerd moeten worden. Ondertusfchen betoonen Requeftranten hier ook wederom derzelver verregaande verachting van her gezag van Excipiente in dit ftuk van Policye over het Stedeken Almelo; als hebbende Requeftranten over dit punt hunne kiagte aan de Excipiente zelve moeten Addresfeeren, om door Excipiente daar op naar behooren Gedisponeerd te worden; gelyk van ouds plagt te gefchieden, als breeder te zien uit een Request van de voornaamfte burgeren van het Stedeken Almelo van het jaar 1711, en daar op gegeeven order van den Heer van Almelo, hier by onder N°. 21 & 22. Doch de Requeftranten zouden zich ook hier in gaarn van het wettig gezag van Excipiente willen ontdoen, niet langer denkende, dat het Stedeken Almelo, 't welk zich nu wel by de Overysfelfche Kleine Steden durft vergelyken, alleenlyk met eene zeer geringe foorr van Stadrecht door de Heeren van Almelo, wier nakomelingen thans wederrechtlyk door Requeftranten worden verfmaad en uitgetart, is begunstigd geworden. Was het niet dat Excipiente gemeend had, beter te zyn, U Ed. Mog. overtuigende blyken van haare, al was het ook al te groo-  4& Almelofche Oudheden. groote, gemaatigdheid te geeven, dan zou nog eene ruime ftoffe van Narrative aanmerkingen op zeer veele haatelyke en zeer hoonende verdichtleien van Requeftranten voor de Excipiente overig blyven. Doch 't welk de Excipiente thans, zonder daar door iets nadeeligs te erkennen, daar zal laaten. De Excipiente inbedingt hier by de bekende hier vooren meergemelde gedrukte Deductie der Heerlykheid Almelo, nevens de daar op in druk uitgegeeven Confideratien en Contraconfideratien, om by het fluiten deezer Proceduie gevoegd te worden. Terwyl zy, om hier mede te befluiten, ex diStis dicendis, nobiliterque in omisfir fupplendis, omni meliori modo. Concludeert tot Admisfie der Exceptio fori incompetentis en van Renvoy ad competentem ten aanzien van alle de vyf Gelibelleerde punten, te famen en elk in het byzonder, naamlyk de Keur van Burgermeefteren en Gemeentslieden te Almelo, de Stem van den Richter aldaar &c. de voor veele jaaren gedaane opgraaving, de vordering van geld, zonder 't welk de Excipiente geen Schuiten, met Geesterfehen turf gelaaden, door den Privaten gegraaven Sloot van Friefenveen, gedenkt te laaten Pasfeeren; en het punt aangaande de Zetters : met Condemnatie van de Requeftranten in alle de kosten deezer Exceptioneele Procedure ofte &c. Wyders verzoekende, dat in deeze Exceptionele Procedure tót Duplyk, als naar Landrecht mooge worden Geprocedeerd, en daarin, na voorgaande fluiting en verzending van de Aften der Procedure ter beleering , op Advys van onpartydige Rechtsgeleerden , door U Ed. Mog. mooge worden Gedecideerd, waar over ook Excipiente, zo als hier vooren ten Libelle , herhaaldelyk zeer eerbiedig Protefleert. Gelyk ook Excipiente ten krachtigften en tevens zeer eerbiedig Protefteert tegen het Attentaat van Requeftranten, waardoor zy ten Requeste verzoeken, dat de twee, tegens de meer dan  Almelofche Oudheden, «9 dan honderd jaaren fubfifteerende Regeeringsform en bezit van Excipiente, in eenen opftand dooreen groot getal burgeren verkooren Burgermeefteren zouden in den eed genomen worden; tegens dat yerzoek insgelyks de Exceptio fori incompetentis by deezen Objicieerende, en tot Admisfie van dezelve Concludeerende met wyder verzoek, als hier vooren gemeld en met herhaalden eifch van kosten, P. HüBERT, Dr. J, W. RACER, Dr, No;  5°. Almelofche Oudheden. N°. i. £x*j-öcZ «ö eew Sffl(fi ioe£ der Stad AhneU van pargament, berustende ter Secretarye aldaar. Copia. Alfoe die jngefettenen der Heerlicheit Almeloe ioe huysluiden alfs borgeren een merckeücke foiame by den ontfanger van Twenthe ten achteren waeren, hebben die felve by den WelEd.Geftren. Johan van Rechteren, tot Rechteren ende Bredenhorst Heer tot Almeloe ende Vrieienveene&c. haeren Heeren langhduerichlicken aengeholden , omb tot fublevatie ende dempinge der voorfs. fchulden (gehck in andere naebuerige marcke allenthalven zodaenigen eenen toeflagh in der Gemeynte te moegen vercoepen waer van die jngefetenen defs Gerichtes twie deelen, .en die Stad Almeloe een derdendeel folden hebben toe genieten daran dan het huyfs te Almeloe nae older gewoente de naerder coep wafs Competerende, foo ist dat wel°-emelten Heeren van Almeloe op voorfs. fyner Wel Edele onderdanen inftantelick verfoeck den verfochten ende uytgefchenen toeflach achter Bulcks arve den Heere van Almeloe toebehoerigh uyt fonderlinghe reden geaccordiert geconfentiert, ende voer ditmael van den naerder koop afltant gedaen heft, omb die pareden an den meeften pryfs toe brengen, midts conditiën, dat Welglt. Heeren daer en tegenfs eenen redelicken toflagh ten minften fchaeden, fall hebben toe proflteeren en naemaels by nyemantvan qualiteit hy zy in der Heerlyckheit eenige anflaegen fall moegen gemaket worden, waer van meergemelten heeren by poene van hondert goltgl. en verbott in der kercke ende Executie tegens den transgresfeuren fonder eenige Conniventie doen fall,  Almelofche Oudheden. st fall, Twelk wy ondergef. Heere tot Almeloe ende die Borgemeifteren ter Stadt Almeloe minnelick ende vriendelick fynnen overcomen ende dieszen ten onfen Prothocollen doen telkenen, Actum Almeloe den 21 November anno dufent feeshondert vier en dertich Stilo veteri ende was met verfcheiden diverfe handen ondertekent J. van Rechteren. Andries Torck Borgemefter. Johan Mever Borgemr. Swier Funkem Borgemr. Arent Lieffers Borgemr. accordat originali fuo me tefte Schoito Averstege Secretaris Pro vero Extractu uit een gefchreeven pargamentenboek, ter Secretarye van de Stad Almelo berustende E. Dull Rigter. Dat het Pergamenten boek in quarto, waar uit de voorenftaande copye , is geëxtraheerd berust ter Secretarye der Stad Almelo, zulks betuige mits deezen Actum Almeloo den 24 September 1785. D. J. Lamberts Secret. D s No.  5* Almelofche Oudheden. No. 2. Wilkeuren der Stad Almelo, door Ree. ren van Almelo en de Schepenen aldaar gemaakt. Volgens het oorfpronglyke op het Stadhuis te Almelo. Jtem dyt fynt die infaten die myn Juncker van Almelo Ende wy Schepenen hebben ingefaet nae orber ende nutticheit onfs alynger menthe ende onfs Stat beste als wy hapen ende meenen in dien iaereons heren dufent vierhondert ende neghen tachteDtich acnaaende op iunüe Peters dach ad Cathedram des hilligen Apoftels Jtem foe fynt voerwerde dat eyn yttelick die daer backet ende brouuet die fael dat gheuen alsmen dat gheuet boeuen ende beneden vuile mathe ende fuuaere ghenoech vaen gheuechte ende dat bier falmen gheuen voer . .. bontfche maete ende neement fal tappen die kaenne en fal ghewroeghet wefen myt der Stat teyken by eynre pene van vif poende ende wie waene mathe gheuet ende bekoert woert die fal ghelden vyff punt ende wie dat broet toe licht backet die fael ghelden vyff punt Jtem wee hoemborger bier tappen wyl die mach dat tappen dat jaer doer ende des gheliken bremer bier ende gheuen die quaerte als dat boeuen ende beneden ghelt oick die bontfche mathe vul by enen punde Jtem wee botter harinck oly ende keefe flyren wil die follen dat gheuen als dat boeuen en beneden ghelt ende een follen dat oeck nyet toe ïlaen eer fie dat wt gbefleeten hebben by XX punden diehelfte minen joncker ende die ander hellefte deerStadt ende men mach dat wt fliten voir alfulcken cocp als hie dat op floch ende gaff fonder brocke Jtem  Almelofche Oudheden. 53 Jtem wert oeck faeke dat daer yemant weer die fyn voer niet een raekede ende waerde Ende ghenghe vaen deer weer ofte vatede bouen dat voere ende die Schepenen offte die voerheren quemen ende voenden dat huis woeste ende dat voere ongeraket dat weere we dat weer die fael dair omme gelden V punt al weren daer kinder die beneden oeren tuuellef iaren allikeuuael folie fye gelden deen feluen brocke voerlT. Oeck foe een fael nymant gaen achter of voer buten huus myt bernen kerfen foender luclite ofte voer halen foender klumpe ofte anden vaete by dreen punden Ende oeck en fal nyemant onder boeten omme to brouwen by nachte then fy tvvye ure na myt nacht Ende des gelicks niet in den oeven boeten voer vyer uren des mogens by dryen punden fo vaecke fye bekoert worden. Ende weert oeck faecke dat hyr twist inne voele tusfehen deen gheenen die daer bekoert woert die fael liaen aen kauelinghe myns Jonkeren ende der Schepenen Jtem oeck foe een fael niemant backen ofce meiten daer vuur van in wefen mach in den aeuent of in deer daer nae deen dat onfs leuer Vrowen kloeke gheluet is by eenen punde foender argelysc noch nyemant fael meiten des moergens voer dreen uren by eenen poende oeck foe een fael nimantfinen oeuen ofte daer fetten in fyn huus teen fye myt deer Schepenen rade by ene pene vaen dren punden Jtem oeck foe een fael niemant vaen onfen borgheren copen ofte vercopen oep deen market dach hye fael dat eer/ten deen marekede beden ende prefenuren meer op ander daghen niet by X punden deen coper ende deen vercoper elck, Voert een foellen alle die inder herfchop vaen Almelo woennengheenreleye dynck alfe by naemen hoenre gaenfe voeghele eyere verfche boeter vyfche toerf ende alle dat men op die meente vaeDghet ende wynt copen oftce vercopen daen binnen Almeloe oep deen maereket ende meen fait niet voert uter herfchoep van Almeloe brenggen by eenre pene vaen X punden bynnen D 3 deer  £4 Almelofche Oudheden. deer Stadt vreiheic Ende ghefchutet buten deerStadt vreyheit die fael myn Joncker daer umme gelden vaen elliken ... enen oelden fchilt toe verftaen foe mannig hoen gans voegel eyer verfche boeter vyfche ende voder toerfs fie vercopen dat fie daen foe mannig olden fchilt omme gelden follen wt ghefecht dat die boergere moghen alle daghe copen wes fie vaen defen voerghefchreuen waer in oeren hufen behoeven behoeltlick die market tfedele in hoerer macht te blyuen ende wy dat' aen brenghet die fael daer vaen hebben III punt foevaeke als dat ghefchuet ende woe heet inder herfchop bliue foe yst foender brocke ende alle buten luden mogen copen ende vercopen op onfen marcket dach fondcr broeke ghelick onfe borgers. Jtem foe en fael niemant fyn rogghe offte ienich kom vvt voeren ofte vercopen fie hebbet erften bynnen Almelo opt markt veyle gheueylet by enre pene vaen X punden bynnen ons vryheit ende fchudet hutten deer vryheit die fal myn Joncker daer umme gelden enen olden fchylt. Jtem oeck fyt voer woerde wert fake dat yemant queme hye weer wy hie weer ende woende yemande op deen fynen die hem dat fyne affhendich woelde maken dat weer oeck wat dattet were mysdede hy hem dat folde wefen fonder brocke ende foelde allike wael ftaen tot myns Jonckeren ghenade ende der Schepenen wes fie daer mede beden die fal gelden dre olde fchylde. Jtem foe een fael niemant die ghefeten is onder der doeken van Almeloe in oft wt meten meet ander mate dan myt eenen Scheppel dat myt ons Stadt ende ons Jonckeren braende ghebraent is by dreen punde Jtem oeck foe fynt vorwerde wert facke dat die Richter ofte die Schepenen folden doen een aeneuanck ende dar vaen toe lafte quemen foe dat fie yemande woendeden daer een follen fie ghenen brocke vaen ghelden want fie dat van der Stadt wegen  Almelofche Oudheden. SS gen hebben ende omme dat recht toe ilerken ende des gelikes myns Jonckeren ghefynne. Jtem oeck heft myn Joncker ende die Schepenen inghefaet weert fake dat daer yemant were als vaen mannen ofte vrouwen die by malkanderen feten ofte legen als echte luden ende gene echte lude een weren dat van malkanderen follen fcheiden als myn Joncker ofte die Schepenen ghebcdetofftedoerdeer icercken wul by hundert punt ende der Stadt hoegefte kuir, Ende daer toe follen fie Stadt of re herfchop niet langher bruken ten wer facke dat fie dien Kerckeren om abfolucie prefentyrden Jtem een ygelick fael die hilligen dage viren woe kleine fie oeck fient die vaender hilliger kerken gheboeden weerden toe vyren by eere pene vaen X punt den ten weer dat onfe Kereneer ons oerlof gheue tot ghemenen deenfte Jtem weer iemant vaen ons borgheren hie fy wie dat hie fy die wil hebben eene eeth van den anderen die fael daer voer legghen den Schepenen eenen fwaerten iluuer eer men die eeth fael ftauen oder ontfangen van yemande ende foe vro als die eeth ghedaen is foe fael dat geit daer by legghen. Jtem oeck foe fynt vorworde dat die poerteners fullen fluten die poerten der fomer toe neghen uren ende des wynters toe fefs uren Ende benamen foelen fie wefen eene ure eer dat fie fluten bye deer poerten namelick toe fene wie daer in en wt gheit Ende wert fake dat fe des nicht een deden foe fullen fie daer umme gelden foe dyeke ende foe vake des ghefchede een punt ende oeck foe een follen fienymande in offte wt laten des nachtens by tuueen ponden Teen fie faecke dat fie orloif hebben van deen Schepenen Ende alle nachte foellen fie die floetele brenghen deen naeften Schepen wanneer die poerte ghefloeten is. Jtem oeck heeft myn Joncker ende die Schepenen inghefaet dat ellick huuffheer feluen fael waeken ende buerwerken ofte eenen alfo goed fetten als hie feluen is by eenre pene vaen eenen punde Ende wie D 4 niet  50 Almelofche Oudheden. niet up die waeke een is toe neghen uren heent toe dreen uren die fael daer umme gelden een punt ende des anderen nachtes allyke wael toe wacken. Jtem wee rugghen broet veile backet die mach icnoen brcet ende weyten broet backen toe myns Jonckeren ende der Schepenen oep feggen Ende die wechte fael wefen foe fwaer als böouen ende beneden ende men fael oem gaen al achtedagheende weghen dat broet Jtem die yemant bekoert in der herfchop van Almelo inder herfchop neet woenachtich een is die daer vysfchet ofte voegele vanft ende hoelthoennen Ende deen bekoerde ende bregget dat daen aen heimehck ofte apenbaer die fael hebben dat deerdendeel van deen brocke Ende hie fael mechtich wefen hem toe befaeten van myns Jonckeren weghen. Jtem wee Tune brenghet in die Staet die fael beuifen dat fye fyns felues fynt ende een kaen hie des nyct beuuifen foe fael hie gelden twe punt Jtem alle brocke die an dat hogefte gaen ende horen ist faeke dat men hem ghenaede wil doen foe ist der Stat hoegefle koer ende dat is eenen buten manne dubbelt. Jtem wee der Staet fegel behoeuet die fal gheuen van eenen hanghens fegel eene tacke wyns ende van eenen plccker des breeff ene quuarte wyns Jtem wie yenighe oeplatinghe doet voer de Scepenen die fael gheuen ene take wyns Jtem wie vlaes drogen, in deen oeuen offte by deen vuer die des bekommen fael gelden vyff punt Ende niemant fael des nachtes by kerfen offte voer fwynghen. ofte braken by vyf ponden ende oeck niet hekelen by derfeluer pene. Jtem oeck fynt voerwerde wert fake dat jemant pandinghe dede de pande fal men oep beden voer die Schepenen ofte voer den Richter eDde roepen iie langhes die Straeten wert facke dat daer weebouen dede foelde daer umme gelden tue punt dateer, llepacnt lael ftaeo dre daghe toe vercopen Ende daen dre  Almelofche Oudheden. 57 dre daghe eert verloeren woerr ende foe fael oeck dat lefte Jtem oeck fynt voirwerde dat nae defen daghe nyemant fael op dat huus gaen wanneer hie voer gheboet is dan myt fynder vrenden vier ofte vyue Ende daer een fael ter tyt niet meer dan ene fake op ghedaen worden als een ytlick by enen punde mer een ytlick fael doen fyns felues «voerde fonder behael Ten wer dat hem die Scepene oirloff gheuen dat een ander fyn woert vor hem doet. Jtem oeck fal een ytelick fyne fake ende fyn verwyn laten teykenen ende daer van falmen deen Scriuer gheuen ein mengelen wins den Schepenen, een kanne wins wedes niet teykenen laet daer een wylt die Schepenen gheen gheyth op doen of aff doen Jtem foe heeft myn Joncker den borgeren ghegeuen tot fynen opfegghen dat die Schepenen moghenalle vier hoechtyde copen dre vathehomborgcrbeers ende tappen deen bocrgheren die tyns vry Ende gheuen die quaerte nae deen dat fy dat tughen moghen ende legghen die up dat raethuis Ende fie follen fye copen mit der Staet gelde ende Uiten fy ghelike ende niemant befunder Jtem alle brocke fynt eenen buten manne dubbelt wt ghefecht van deen market Jtem alle brocke die bynnen der Staet van Almelo fcheen fullen die Schepenen inwynnen bynnen fefs, wecken nae deen daghe dat fy hem anghebracht fynt fonder argelyst Ende ten yrfien dat daer brocke ghefcheen foe fal men hem die groeten ende die dan brockachtich is die fael van Honden aen boerghe fetten voer datt geit. Jtem niemant fael neerynghe doen in der Stadt die daer woent hye een fy boerger gheuerden als by tien gohg. Jtem ellick fael eene balie myt water al den fommer voir fyn huys ftaende hebben wee des niet D 5 een  55 'Almelofche Oudheden. een doet die foelt ghebrocket hebben tue pont wan» neer die Scepenen dat ghebedet Jtem eyn ytelyck man die toe huys is wanner men gheboet toe buerdenften die fal feluen toebuerdenfleu koemmen als by tien ponde offte hie fal daer eenen alfoe guet fenden als hie felven is oep dat market want die Schepenen uitgaen die fael daen gelden de poene van uyf pont foe vake als dat ghefchiet Jtem malck fal fyne flrate maken wanneer men hem dat gheboet als by V' ponde Jtem we in den hagen gheit ongheorlerTt der Schepen die fal gelden twe pont ende wedaer jenich hoelt inne houuet fal gelden vyff pont Jtem we borger woert die fal bynnen iaers gheuen twee goltg. ende een leeren emmer der Stat ende den Scepenen een tacke wyns ende der Stat ghilde een pont wasfes den Scriver een mengelen wyns Jtem oeck hebben myn Joncker ende die Scepenen inghefat dat niemant fal wonen inder herfchop offte bynnen Almelo die fich van den Droesten offte eerghent van ghekoeft van deuerie offte dergelyke by tyen clde fchylde ende fullen allike wal wt deer heerfchop ende wt der Stat myt der wonynghe varen ende wt der herfchop ende daer niet weder in toe kommen ende wee fich fchuldich keent die kume noch bynnen XIIII daghe als wt der Statt ende wt der herfchop opidat hie geen fchaden een kryge want myn Joncker ende die Schepenen wylt boeren den brocke ende die pene voirghs, Jtem oeck foe een fael nyemant hoelt voeren opt market die dat langhêr liggen fal ketenende oep deen werue dan dree daghe by enen ponde ende foe me. nighen dach als dat daer nae licht foe mennich pont Jtem we dubbelde hocppe brouwen wyl die fal die allene fonder Ewelde daer van toe kom. men ende wee Enuelde hoppe- browet die een fael daer ghene tunnykens of dubbelt bier wt emen brou-  Almelofche Oudheden, 59 brouwelick brouwen by eenre pene van tyn ponden kern want die Scepenen upt Raedthuis toe rechte fetten of van rechtes wegen daer fynt, wat brocke daer in hoer tegenwoerdicheic ghefcheen, follen dubbelt wefen ende gheuen daer die ene den anderen ontidighe rudighe kyff woerden die onfe Stadt broecke alfoe toefamen nychtgheteikenof ghefchre.» uen een ftaen fal dar um gelden XXX pont Jtem wer daer iemanc die fyn beer nae defen daghe by fyck feluen oepfacte buten concente der Scepenen die fael daerumme gelden XX punt foe vaeke als dat ghefchut offce gheboeden woert Jtem oeck foe hebben myn Jöncker ende die Scepenen ingefaet dat daer nymant fal indraghen roggen gaeruen ofte gerflen garuen klacloes ghene garuen voer foeuen uren ende des auendes nae foeuen uren by eenre pene van vyff ponden Jtem want men alle fentber faken nycht befchriuen kaen foe mach men alle die ghenre die fentber faeken onder fich hebben daer voert niche van inghefeet is corrigeeren tot hondert pont nae gheleghenheit der faeken die hondert pont toe vermynderen ende toe vermeren tot goet duncken ons Jonckeren ende der Schepenen die faken moghen foe groet ende lelick wefen dat onfe Joncker ende die Schepenen die wth deer heerfchop ende Stadt van Almelo leggen mogen ende wee alfoe offte um eynighe faken wth deer Stadt ende herfchop vorg. ghelecht woerde die een falmen nycht huyfen of houen by daghe noch by nachte eïlick dach ende nacht in der Stadt vryheit by XX pont ende wt der Stadt vryheit inder herfchop ellick dach ende nacht by enen olden fchylt foe vake dat ghefchet. Jtem wee fyn brocke nycht beborget noch pande voer fetten kan, ende die brocke niet betalen den mach men wter Stadt ende herfchop van Almelo leggen ende we um eynigheid faeken wt onfer Stade ende de herfchop van Almelo ghelecht worden, dan nycht een rumeden ende die gheboeden niet ghehoerfam weren, den mach men in die ghéÜèn- ke-  °*0 Almelofche Oudheden. kenisfe leggen ende heelden toe water ende toe broe. de hent ü oren broke betalt hebben ende eene oer. vorde beborghet hebben daer men mede toe we. voorg. 5 SUdC eDde herfch°P rumen al8 hefe ^JDr J°n.cker mytten ghemenen Schepenen hebben mgefath dat alle die ghene die onwyllig fyn- nen TJ,U^hV ^^oirdicheit defSchepedes dnJr iaerdf^e a°ders gelick Die ghene die des doet die fael dair um gelden die hoegefie fcaedt ulte™ uyr Joncker ende ghemeynen Scepenen heb. ben inghefaet dat alle de gene de worden voergeooet umme ein getuchnisfe te geuen ende de folffte voer bodmghe vcrimade ende niet te rechte queme fal dair omme gelden X punt 4 fa/helmri°Dcker mit d,eQ S,chePPen hebben iniath dat al de genne de brockaffcich werden ende voruallen, follen den ierften rechtdach na deme als de brocke gefceet ist befetten ende beborgen en. de na demme bynnen acht dagen betalen, ib veer hrnrLUyet e?, Schede « defelue in dubbelden genade. VOruallen ^ end gebuert worden funder w^r?1Kn3ynJ[onckel*nietden Scepenen hebben ingnelatn dat als wanner iemant worde angefpraeken vor fcult ende de felue fich vermete te beween betalt te wefen , ende dat bewys na fyn vormetten met in en brochte , fa] daer omme gelden vyff punt ionder vortoch te betalen by dubbelder pe- Van lier to brouwen ■ J^ofck hebben myn Joncker ende de Scepnen StS?dnh£lï h d£ ëTC d£ b,10U,Wen wi'len?nPoPnf? btadt dubbelt beer off eynuolt, follen dat moeen brouwen dat iaer uth dan fe follen by eynrelfve blyuen datjaer lang ende follen dat kefen op Scte Petri  Almelofche Oudheden. tf- Petri ad Cathedram weer dubbelt off eynuolt ende we dair bouen dede, by eynre pene van tyn ponden , fo vake dat gefceet Jtem wye nae den anderen worpt offchouwt,myt eyne byle fal daeromme gelden XX punt ende des nachtes dubbelt. Jtem myn Joncker ende de Sceppen hebben ingefath dat alle brocke de geuallen met verhael de fal de handdadigen gelden na inholt der Stadt boeck ende de dat vorhael doet fal den feluen brocke dubbelt gelden. Jtem we eyn wapen geruchte macket by dage fal dair omme gelden twyntich punt dat onnodych is. Jtem we den anderen eyfcet uth den hufen op de ftraete of op dat velt fal dair omme gelden twvntich punt 1 Jtem we den anderen wondet corber fal dair omme gelden veertich punt Jtem wye eynen kannen worp doet by daghe fal dair omme gelden tyen pont ende des nachtes twintich punt Jtem dye nae den anderen werpt myt fteenen dye fullen gelden tyen pont ende by nachte twyntich pont ' Jtern weert oeck facke dat iemant tappede veyle beer offt brandewyn dewyle godts woirt worde verkondigt, de fal daer omme gelden vyff punt benoltlykene eyn withuyfigt man mach men vercopen ende tappen eyn kanne biers; we dair boeuen dede fal den feluen brocke gelden alle foe vacke fulcks wo vorfr. ghebuert. Jtem we pantkeringhe doet de fal ierften den Stade baden betaelen eyn Stadt punt vor fyn brocke ende io langhe de brocke onbetalet is fal dair gheenpantkirmghe gheftaen dan de bade fal voert varen na dat verwyn Jtem oeck hebben myn Joncker endede Sceppen mgelath omme ongelucke te vermyden dat nemact m onls Stade met enyghe roer fal fceeten by XX punt  óa Almelofche Oudheden. punt we he oeck fy het gefche dan vor, ofF achter den huyfe Myn Joncker ende de Sceppen hebben ingefath dat we borgher wert ende man ende wyff beyde van buten incommen follen gelden . . . i2goltg. ende eynen leren emmer der Stadt den Sceppeneynetacke wyns ende den Joncker eyn mengelen wyns Ende fo oick eyn uthheymfs hylikede an eyn borgers kindt fo fal he ... vor fyn borgefcop veer goltg. ende eyn leren emmer ende eyne roede toe ftraeten waer hem dye Scepen wyfen daert nodych ys Sint oick vorwcrde by den felven fo vurfs. dat alfo daer eyn beroep ghebuerde van demme enyghe wyfinghe to natreffede de dat beroep doet lal an handen der Sceppen by der fonnen befturen veer goltg. Ende fo he des nyet en dede fal dat beroep van gener werden fyn. Jtem myn Joncker ende die Scepenen hebben ingefaet ende geordineert dat men voer geleent geitdat becant ys falmen moegen penden van ftonden aen alfye offt weer verdyent Ioen offt magenaes. Jngelycken falmen oeck van ftonden aen moegen penden voer botter broet wyn bier dat in toyken offte kannen uth eyns mans hues gheborghet offt ghehaelt wort, oeck gelyck als magenaes weefen fal Ende oeck ys bewyllet ende geordineert dyewyle mannyger eynen eedt tho doene offte toe nemen omme cleynheyt der boeten foe lycht achten, falmen den Scepenen geuen van eynen eet eyne kan wyns. Jtem oeck foe heffe myn Joncker ende dye Scepenen ingefaet als yemandt kompt mytten baeden omme pande toe haelen op eine verwonnen faecke foe lal de baede den Cleger pande doen ende wyfen, daer die Cleger mede toe freden endebewaert ys, ende die gepandet wort en fal den baeden niet fetten wat pande dat hye nemen fal dan dye baede fal feluest thoe tasten ende offte hyr yemant the- gen  Almelofche Oudheden. 63 gen dede fal daer aen gebrocken hebben nae utwyhnge onfer Stadt boeck. Jtem myn frouwe van Almelo ende dye Scepenen hebben ingefadt wanneer eyn utheyms man eyn borger hefft angefpraeken dan fal hye aver XIIII dagen komen ende laeten hem eychenen an dye pande. Jtem noch hefft myn ffrouwe van Almelo ende dye Scepenen ingefaet alsmen dye Scepen wyl kyefen dye falmen kyefen uth der ghefwaeren gemeente offt dye inder ghefwaeren gemeente geweest ys nae older gewoenten Jtem noch hefft myn frouwe van Almelo ende die Scepen iDgefaet foe daer yemant twysten omme den anderen toe nae toe tymmeren Ende andere daer dye Scepen woerden by ghehaelt omme toe befy'ohtigen wye dair inder onrechte beuonden wort fal dair dan omme gelden eyne kanne wyns Jtem myn Joncker und die Schepen hebben ingefaet fo ene den anderen fiilzuigende ofte gluipende wondede corbar dye felue deder fal dair myt fyne borgerfchap verlaren hebben und diefelue nicht weder genieten eer ten tyden dat dye felue tot des Jonckeren unnd den Schepenen benogen fyne upgelachten broicke vol uth betalt hefft ende den lollen fy fo cleyn off groit nemen als fy wyllen Jtem myn Junckeren und de Schepenen hebben geordineert und ingefaet fo wie den anderen fchulde vor einen dieff fchellem offte dergelichen anders und konde dat nicht dem rechte genoechfam bewyfen de fulbige fal verbrocket hebben hucdert punt und fal den fulbigen ter nochte anftunt upleggen und betalen edder he fall in dubbelden poenen ueruallen fien. 1586 Anno tachtentich fess upf. Petri ad Cathedram hebben myn Juncker und de Sceppen geordineert, und umb der groten unkosten der gansfen underfaten tho vermyden, ingefaet, dat nemant van unferin burgeren wie he oick fie indesfen turbulenten ti-  64 Almelofche Oudheden. tiderj, jenigen win noch brenden win, oder enych frombt bier in unfer Stade folie inbrengen, viele hebben offte uth tappen, by der Stadt hogefte keur und by priefemachunge des fulbigen gedrenckts fo vaicken fulks gefchuet, Myn Juncker und die Scheppens hebben ingefatt datt fo wie den anderen up fynen grundefloge houwe offte flekke die felbe fall vorbrocket hebben der Stadt hogefle keur, thott myn Junckerens und der Scheppenen guitdunckens, na gelegenheit derfaecken &c Myn Juffer unde de Scheppenen hebben ingefatt dat niemandt den anderen fal upt lyff lopen off to druwen met einen gefpannen roere tho fchieten (noch umme tho drouwen) umb alle ungeluckedesfals tho vermyden, der Statt hogefte Keur Jtem myn Juffer und de Scheppenen hebben geordiniertt dat nemant met waden fall fïfehen lenger als met vier vadem, und funder kuell, und geine an malkanderen gebunden und niet ter visfeheryen by eyn pene van der Stat hogefte koer na olden gebruicke (und vorberte der netten) up Petrie ad Cath. 1607 Myn juffer und de Scheppen hebben ingefaet und verordeneert dat nemandt fall geen bier veile hebben off uth tappen hoeger als anderhaluen ftuiver de kanne by poene der Stat hogefle Keur geduirende dit geheele jaer etc. und fo vaicke fulckesgefchiet fie pronunciatum up Petri anno 1607. Dat harlemer bier dit jaer gefat up een ftuver 1 ort, het inbrouwen bier op 1 ft. Myn Juffer und de Scheppen ingefatt, dat niemant vor dit jaer van den Borgeren enigen torf uth der herlicheit Almelo met Schuiten off met wagens en foere, noch Schuiten offt wagens daer toe verhuire, offt lehne, by de pene van yder riefe tho verboeren XXXX punt etc. fic pronuncirt up dach Petri 1608 Die frouwe van Almeloe undede Scheppen hebben verordineert datt men partyen uphaer begeren van  Almelofche Oudheden, 6$ van uthgefpraekenen Sententien, copien verlenen fall. Und war van tho appelleren follen pa tien der fonnen genieten, nae erlegginge der koften na olden gebruicken 1608 Oick hebben de frouwe van Almelo met den Scheppen ingcfat, dattmehn datt harlemer bier dit jaer nicht hoger de kanne dar van fall geuen als voir II St. etc. by poene der Stat hogefte etc. Anno 1611 up Petri heft die frouwe van Almelo unde die Schepen ingefat unde verordinert dat wee den anderen hetet legen, unde kan dat niedt betugen , fal darumme gelden twenticti punt, Jtem heft de frouwe van Almelo unde Schepen ingefadt: dat wie den anderen overfalt fal darumme gelden dubbelde brocke, tho weeten 40 punt Jn anno 1618 heft mvn Her van Almelo unde die Schepenen up Petri ad Cathedram ingefat dat ein ider foe gewondet edder geflaegen wert vaneinen anderen dat die feluige foc leet gefcheet, fyn leet dat hem gedaen is fal angeuen, offte hie fal alfoe fchuldich fyn, als die deder. Jtem heft myn herr van Almelo unde die Schepenen ingefat umme dat die underfaeten alle boesheid follen vermieden, unde in frede endeenicheic moegen leuen, dat myn herr van Almelo unde die Schepenen alle brocke foe in unfer Stat gefcheen na discretie unde kentenisfe mines heren unde die Schepenen willen buiren, allent nae groetheid unde kleinheit der faeken — up widere unde negere verclaringe van allen articulen. Anno 1622 up St Petri ad Cathedram hefft die gemeinte ingewilliget ter prefentie des herr Richters dat die brouwers ende tappers, nae guetheit des biers haer bieren mogen verkoepen vor anderhalff ftuuer twie ftuuer een ortven min offt mer na dat het duchtigh, dan fo inualle van krigslueden ofte belettinge gefchiedde, fall niemant van tapperen ofte brouweren dat hoger geuen als vor anderhalf ftuuer, unde niemant fal mogen tho rugge E bol-  66 Almelofche Oudheden. holden mee tappen als dan by poene van een punt groot. Anno 1625 up Petri ad Cathedram heft myn heer van Almelo unde die Schepenen geordineeret ende ingefat unnd dat van wegen veluoldige ouerloop oft infal van krigsfuolck dat niemant enich bier veile hebben fall ofte durder uth tappen als vor twie ftuuer de kanne, unde dat ingebrouwen bier nicht durder als vor twie ftuuer min een ordt by poene der Stadt hogefte koer geduirende dit geheele jaer unde fo vake unde mennichmael dat gefcheet van jder tunne den brocke als vorgefcr. te betae- len, te wetten met hundert punt tot 5 daller 10 ft. gerekent. Anno 1626" hebben myn herr van Almelo ende der Schepenen ingeftelt, dat Deventer bieren getappet ende verkoft follen worden, die kanne vor twie ftuuer een ordt, harlemer bieren vor twie ftuuer als oick die ingebrouwen bieren wen fie dair guet vor erkent worden 't welck tot proeue fall ftaen, funstvor twie ftuuer myn ein ordt die kanne ofte na die werdie by poene einer priefemakinge des biers ende vor die armen eenen goltg. van elcke tunne verbrocket hebben. Actum up Petri 1626 ut fupra &c. Anno 1631 up Petri die Gemeinsiuden wegen die gemeinte geven voer ende verfoecken fer dienstelick, alfoe daer voelle anflagen op die gemeinte tot grote naediel van die gemeinte gefcheen ende gefchiet fyn: dat fodanige anflaege by myn . . , Heer van Almelo to nichte gemaecket ende affgefchaffet mochten worden. Die anflaege fo men tegenwordich weet onbehoerlick angemaecket tho fyn: zynt by Bulshoeue byGraeven Wicher: Hindrick Volckerinck: fi.ubbenh.aer: Boeuedam: Anno 1634 up Petri ad Cathedram js bymyn heer van Almelo ende Schepenen ingeftalt dat geen brouwer offte tapper hoeger jennigen vrembden byeren iall vuyt tappen als die kanne dubbelt bier vor een fto-  Almelofche Oudheden, 67 ftoter ende eockelt vor twie ftuuer een ordt. Ingebrouwen bier vor twie ftuuer fo iemaht daerenbauen deede fall vorbrocket ende vorboert hebben 25 olde Schilden. No. 3. Extract uyt het Keur ProtQcol der Stad Almeloe. Ordonnantiën Statuten ende Reglementen waer nae zig de Jngcleetcnen der Stad Almeloo zullen hebben te reguleeren. 1. Sal men blieven by het Reglement Ao. 1663 by den fleer en Burgemeesteren opgericht, nopende het optrecken, met den verftande dat het accoord voor den afgeloopenen Jaere 1664. gemaekt met de Mennisten, lal lyn van nul en van geender weerden, maer dat een ieeder foo wel Mennisten als andere burgers in mora blivende van het optrecken Hooft voor Hooft zullen verbeuren ende reëlyck geexecuteert worden voor een Reyxdaler van dat vaendel off Compagnie daer fe onder geftelt zyn, Ende fal de Ordonnans optocht 14 daegen te vooren van de Rotmr. worden aengefegt. 2. Sullen alle die ghene foe tot Burgemeesters worden gepromoveert oock de Capiteins plaetfen terftonds aanveerden, en by het optrecken of andeie occafie de Compagnien 'leyden , ten waere fulx door Lieves iwackheyd muchte koomen nae te blieven. E 2 3,  6S Almelofche Oudheden. 3- Sal alle jaer dit Reglement den Burgemeisteren en Meensluyden ten overftaen van den Richter voorgeleefen worden, op dat jder Capitein, Lieutenants en Vaandricks fulx aan haer Rotmeesters lullen hebben bekent te maaken ten eynde niemant ignorantie zal hebben te pretendeeren. 4- Niemant zal vermoogen fich te opponeeren thegens boovengenocmde Executie, het fy met "ewelt of anders, by de poene van dubbelde breu\an de, Tïïmme3 of Vaandel, metlvoorbehalt nochtans den Heer ende Burgermeesteren Haer actie, als men als dan nae Examinatie en bevindingne van zaeken zal bevinden te zyn gefchaepen. 5- Het marscheeren der Compagnien toe weetcn avantgarde Batalie ende arriergaerde, fal gefchieden per vices, m 't Gerichte de Compagnien vanHuvsluyden ende in de Stad die vier Compagnien van Borgerie voor, fonder eenige tegenftreevinehe bv de Breucke als voeren, die bevenden wort hyr vtwes tegen te doen. 6. Oock zullen de Lieutenanden en de Vaendricks •Ampten van niemant becleedt worden als van Meensluiden, mits fich daer toe bequaemende met lcharpen en gheweer daer toe pasfende Pro vero Extraclu D. J. Lameerts Secrets. No. 4,  Almelofche Oudheden, 69 N°. 4. Copia van de authentique copy, berustende in het archyf des Huizes en Heerlykheids Almelo. A°. 1663 den z-jen. July Met ee'npaerich confent van den ghebiedenden Heer tot Almeloe ende de Borgul's». der feluer flede worden ghecoeren Jan Swam de jonghe, als Meens Mm en Vaendrager. Gerrit Hindrixen Bulck, als Meens Man ende Vaendricb. Jan Princen, als Meens Man ende Bevelhebber. Sullen de voornoemde perfoenen gheholden wefen de fergien en plaetfen te accepteeren, by poene van 25 carl. gil, gelyck mede alle anderen die hyr in weygerich fullen bevonden worden. Onderft. met verfcheyden handen Z. van Rechteren 16153. Jan Gerritsen Bulck, Borg Mr. Coert Lephorts, Borg Mr. Jan Swam, Borg Mr. Steven Lucas, Borge Mr. Accordat (getekent) Pr. Georg. Herkel Sec. pro verci Copia E. Dull Rigter. E 3 No.  J^s? Almelofche Oudheden. Copia van het Origineel berustende in hel archyf des Huizes en Heerlykheids Almelo. Gemeinsluiden Eedc Wy prefente Gemeinsluiden, welcke by hetloth to gefallen is, tkeefen twee Stadts Borgermeifteren , getuigen, belouen ende fchweren, Einen Eedt tot Godt Almachtich, dat wy, na onfe beste wetentfchafft, follen keefen offte erwellen, tot het Borgermeifters ampt t bedienen, twe Godtffefende fromme Mannen , fyende van goeden naem ende faem, daer die Stadt am beften mede gedient ende verwaart is, fo waerlick helpe ons Godt &c. Borgerm™. Eedt Wy Borgermin. getuigen belouen ende fchweren Einen Eidt, tot Godt Almachtich, dat wy in onfe beropinge, angaende hetBurgerni . Ampt, oprecht ende froemlick follen bedienen , Ende onfen Gebiedenden Heere van Almelo &c. in alle fyn Recht ende gerechticheit treuw ende holt tfyn, gelickfals die Stadt int haere, ende vort in alles ons holden ende dragen, als Ehrlicke fromme Borgermm. fchuldich ende geholden fyn tdoen, fo waerlick helpe ons Godt. &c. Aldus voor my ondergefchr. geprefteert in Curia Almeloenfi 22 Febr. 1668, (getekent) H. v. Rechteren Richter Pro vera Copia E. Dvll Rigter. No,  Almelofche Oudheden. 71 N°. 6. Brief van Otto den derden, Bifchop van Utrecht, toeftaande aan Hendrik van Almelo en de aldaar woonenden, om eene Kapel in het dorp Almelo te moogen ftichten, van het jaar 1236. Uit het oorfpronglyke op den Huize Almelo. Otto dei gratia trajeftenfisEleótusomnibus,fcriptum prefens infpecturis falutem in domino. Quoniam plurima pericula ficuc ex clamore pauperum intelleximus. in villa Almelo propter difficultatem viarum fepius acciderent. In viatiquo videlicet baptisterio. et in aliis ecclefiasucis facramentis. propter evitanda tanta pericula Animarum. Henrico de Almelo et hominibus ibidem manentibus. Capellam in ipfa villa conftruendi licenciam dedimus. in qua baptifterium fepulturam et alia ecciefiastica habeant facramenta. Ita tarnen ut facerdoti in Otmerfchem annuatim annariam misfalem ficutanteaconfueverant perfolvant. & fepem matricis ecclelïe reparent. et fynodum fuam celebrent in ecclefia Otmerfchem memorato (*) Datum Swolle anno domini millefimo CC. XXX fexto in feria octava pentecostes. Aan deezen brief hangt een roode zy den Staart, waar van het Zegel afgevallen is. De copy in karakters, volgens het Origineel gefchreeven, en door den Richter van Almelo geautlientifeerd, is by de Schrifture, aan Hun Ed. Mog. overgegeeven, gevoegd. (*) Ufum parochie communis territorii jurisdictionemmi. nime concludenter probare, vid. Hertius , cmnment. vol. 2. torn. 2. de Ecclcfn; füialibus. jj. 11. E 4 No.  7a Almelofche Oudheden. No. 7. Extract uyt het Keur Prothocol van AU meloo. Alfoo voor deezen in den rades Keur tot Almeloo, veele abuifen en disorders zyn ingekropen, foo heeft het zyn Hoog Ed. Geftr. den Heere van Almeloe en Vriefenveen etz. belieft met de JBorgemeefteren op 't poinct van kiefen der felven eene goede ordre tot ruste en beste van 't gemeen, te , beraemen, in manieren als volgt, Eerftelyk zal het getal der age Meensluyden vermeerdert worden met nog vier bequaame perzoonen, uit de Borgerie ofte Gemeente by Hoogge.melte Heer van Almeloo ende die. Borgemeesters half ende half te kiefen,' Dinvolgerits zullen die i" Gemecnsluyden, feeven uyt haar uitmneken , by -Lounge welke leven doen fullen deezen navolgenden Eed. ö Wy feven Gemeensluyden tot de keur Uitgelotet Joven ende fweeren eenen Eedt tot Godt Almach,tigh, dat wy fonder anfins van perzoonen, nog om haat offnyt, of om andere inlichten, giften ofte gaeven ofte verwandfehap het zy uyt ons of uyt de gantfche Borgerfchap de nutften bcquaamften perfeoonen , weefende van de waare GerefoVmeerde Kehgie , ende Voorftanders van defelve , zullen kiefen naer onze beste gevveeten zoo waarlyk helpe ons God. ' Voorts is ook by Hooggemelte Heer van Almeloo, en de Borgemeifteren gewillikeurt dat dages voor Petri fyn Hoog Ed. Geftr. ende de Burgemeefteren fullen overweegen off het dienft> en boodig was , eenige van de Gemeensluyden te'houden of te veranderen. Ook is by den Heer van Alme.oo en de Borgemeifteren verftaen, dat nae dee- fen  Almelofche Oudheden. 73 fen geene Inkomelingen, in deefe Stadt zullen aangenoomen worden ten zy zaake dat zy aan de Burgermeifteren vertoond zullen hebben eerlyke getuigenisfe van haare afkomfte en Comportementen foo fy haar op andere plaatfen hebben gedraegen, ende waer mede fy voorders haer met de haeren willen geneeren, ende onderholden; maar zulke teftimonien of het eene of ander ontbreekende zullen de Borgemeefteren dezelve belasten te vertrekken ende zullen tot deezen einde van de Borgemeifteren twee perzoonen uit de Gemeente gelleld worden, om opligt op de inkomelingen te neemen, en den Borgemeifteren het zelve bekend te maaken. •Ende zal een jegelyk nieuwen Borger van nu voortaen voor zyn borger recht betaelen 10 ggl. met een roede ftraete, en een Leederen Emmer,. Aldus gerefolveerd, gearreftiert op het Raethui» deezes, den 21 February 1663. , (was geteekend) Z. van Rechteren 1663. Johan Meyer Borgemeefter. Otto Engels Borgemeefter. Jan Gersen Bolk Borge^i-. Jan Swam Borgemeefter. (Lager ftond) Deezen voorf. Willekeur den Gemeensluyden voorgeleefen zynde, heeft hun wel behaegt ende tot bevestinge ondertekend. Actum ut fupra (was getekend) h leert Ruïne k. ' Jan Ten Cate. V Steeven Luickas. Hendrick Schuitemaeker. Coortt Leffers. H. Swam. Hendrik Peters. E 5 Omme  74 Almelofche Oudheden. hSr?ue dat J?n Bu,ck niet fchriven ea konde heeft begeert fyn naam te fchryven ' Jan Bdlck. Pro vero ExtraStu O. J. Lamberts Secret. No. 8. £°n .'Kift&S fan^^ °ftraen Gemeenslieden dffli^ g^ftsSS archyfen te vmden of voor handen is, tuSfc^n de Jaeren 1665 en 1697. dienen ae «n5 KeraAis% der waer"eid hebben wy deefen met onfes Stadts Zeegel, en des Secretaris onderteeke Ter Ordtie. D. J. Lamberts Secreis. © No.  Almelofche Oudheden. 75 N°. 9- Extract uit het Keur Protocol d»r Stad Almeloo. 1697 den 21 Febr. fyn door dc Richter Swam uit naem van zyn Wel Gebr. Geftr. de He ere van Almeloo tot Gemeensluyden vercoorn. Hermannus Swam. Gerr. Berteling. Gert. van Eep. E. W. Cramer. Jan deStoevelaer. Warr. Alofs. Eod. dato door de famentlicke Burgemcefteren wegens de Stad gekoom.. Jan Muller. Herm Spyker. Lamb. Lucas. Her. Holtman. Egb.Rompclman. Herm. ter Bruggencate. 1698 Den 21 Febr. fyn aan fyden van Rigter Swam wegens zyn Wel Gebr. Geftr. d' Heer van Almeloo etz. etz. tot Gemeeirslieden vercoorn. Herm. Swam. Gerr. Bartelink. Gerr. van Eep. E. W. Cramer. Ward. Alofs. R. Ad. Hend. Van Raelte. Eod. dato aan fyden van de Stad door de vier Borgemeefterefl gecoorn Henr. Spyker. Henr. Holtman. Egb. llompelman. Henr. ten Bruggencate. Jan Bulck. Henri te Getcate. 1698 den 22 Febr. fyn door de Rigter van Almeloo Henr. Swam uit naem van zyn Wel Gebr. Geftr.'dc üeere van Almeloo, tot Burgemn. vercoorn. D. v. Haarst. Lamb. Hagedoorn. Eod.  ■ ?S Almelofche Oudheden. Eod. dato an zyden van de Stadt, J. van Lochem. Henr. Bulck. Dit gedaen zynde, heeft de Rigter Swam int •naem van de Heer van Almeloo, bekent gemaakt, dat voor deeze reife de keur van J. V. Lochem en ±iulck als Oom en Neeff om redenen zal laeten pasleren, edogh zonder confequentie in het toekomende. 1699 Den 21 Febr. zyn door de Rigter Swam weegens zyn Geftr. d' Heere van Almelo &c. &c (xc. tot Gemeenslieden vercoorn. Herm. Swam. Lamb. Rompelman. Ger van Eep. E. W. Craemer. Wander Alofs. A. H. van Raeke. Eod. datum door de vier Burgem. voor de Stad tot Gemeensluiden vercoren A. Spyker. H. Holtman. Egb. Rompel-. man. Herm ten Bruggencate. Henr Getcate. Gdurt Geurf. 1699 den 22 Febr. fyn door de Heer Rigter Swam ,we.gens iyn Geftr. d' Heere van Almeloo &c. &c ccc. tot burgem. vercoren. ' D. V. Haerst. L. Hagedoorn. Eod. dato door Gemeensluyden J. V. Lochem. & Herm. Bulck. . De keure gedaen zynde heeft de Rigter Swam weegens zyn Geftr. de Heer van Almeloo beként gemaekt, dat alnog voor deefe reife, de gedaene keur , van J. V. Lochem & Bulck, als Oom "n heef om redenen zal laeten pasferen, dog zonder Gonfequentie m toekoomende. '1, den 2/,Fébr- fyn,aan zvden van zyn Geftr. d Heer van Almeloo, door de Rigter Swam tot Gemeenslieden vercooren. 6 Herm.  Almelofche Oudheden. 77 Herm. Swam. L. Rompelman. Ger. rvan Eep. E. W. Craemer. Wand. Alofs. Ad. Henr. van Raalte. An fyden van de Stad door de vier Burgemeefteren Hen. Spyker. Hen. Holtman. Hen. ten Bruggencaten. Jap ter Stochler. Jannes Braemer. Henr. Hegier. Ao. 1701 den 21 Febr. fyn aan fyden van zynH. W.G. Geftr. vry Heere van Almeloo, door d'Hl Rigter Swam, tot Gemeensluiden van Almeloo vercooren. Egb.Rompelman. Woltr. Baerfcher. Herm. Peters. Jan Braemhaer. Jan Prinfe. A, Barrevelt, alias panftel. Aan fyden van de vier Burgemeefteren, fyn tot Gemeensluiden van Stads wegen vercooren Herm. Holtman. Herm. ten Bruggencate. Jan ter Stochler. Herm. Heyler. Luc. Prinfe. Herm Spyker. 1702 den 21 Febr. zyn aan zyclen van zyflH.W. G. Geftr. d' Heer van Almeloo, door de Heer Rigter Swam tot Gemeenslieden der Stad Almeloo vercooren. Egb. Rompelman. Woltr. Baerfcher. Herm. Peters. Jan Braemhaer. Herm. Barreveltt. Herm. Swam. Aan fyden van de- vier Burgemeefteren van Almeloo zyn tot Gemeensluiden vercoren Herm. Holtman. Herm. ten Bruggencate. Jan Stochler. Herm. Heyler. Luc. Prinfe. Herm. Spyker. 1703 Den 21 Febr. zyn aan fyden van H. Wel Gb.  73 Almelofche Oudheden. Gb. Geih-enge.de Heer van Almeloo, door de Heer Rigter Swam tot Meensluideo der Stad Almeloo verkooren. Egbert Rompelman. Wolter Baerfcher. Hermannus Swam. Jan Brunehaer. Hermen Barvelt. Arent Swam. an fyden van 4 Burgemeefters van Almeloo, zyn tot Gemeensluiden verkooren Henrick Holtman. Dirck Sleenacker. Henrick Higelaer. Jan ten Stoekerlaer. Lucas Prinfen, Hermen ten Bruggencate. 1704 den 21 February fiende aan fiende van fien Hoogh. Wol geboren Geftrenge Heer van Almelo, door de Heer Rigter Swam, tot Gemeenslieden der Stad Almeloo verkooren deeze navolgende Arent Swam. Hendrieck Sweerfen Swam. Wolter Baerfchers. Jan Braemhaer. Zeiger Peters. Jan Frerikfen. An fiden van de Burgemeefteren van Almeloo fien tot Gemeensluiden gekooren deefe navolgende Hendrick Holtman. Derk Sleenacker. Henderick Heggeler. Jan ten Stockier. Lucas Prinfen. Gerrit Helgerinck. 1705 den 21 Februari zyn aan zyden van de HoogE. Wel gebr. Geftrenge Heer tot Almeloo door de Rigter Swam, tot Gemeensluiden der Stad Almeloo aangefteld Arent Swam. Hendk. Zwierfen Swam. Wolter Baerfchers. Jan Bruin ehaer. Zeiger Peters. Jan Frerikfen. aan fyden van de Stad door de tegenwoordige Borgemecfteren. Hendk. Holtman. Derk SJeenakker, Hendk. Heg.  Almelofche Oudheden. 79 Heggeler. Jan ten Stokler. Lucas Prinlen. Gerrit Hilgericnk. 1705 den 22 Febr., fyn aan fyden van deHoogh. Welg. Geftrenge Heer tot Almelo, door de Heer Rigter Henr. Swam,tot Borgemeefteren der Stad aangefteld. Derk van Haerst. Lamb. Hagedoorn. Aan fyden van de Stad door de feven Gezwooren Gemeenslieden tot Borgemeefteren Herm ten Bruggenkaete. Herm. Bolck. 1706 den 21 febr. zyn aan fyden van fyn Excellentie de Hoogh. Gebr. Grave van Rechteren Vryheer van Almeloo en Vriefenveeu etz. etz. etz. tot Gemeensluiden aangefteld Arent Swam. Hendk. Zwierfen Swam. Wolters Baerfchers. Zeyger Peters. Jan Freric. Gerrit van Epe. Aan fyden van de Stad Almeloo door tegenswoordige Borgemeefteren Derk Sleenakker. Hend. Heggelaer. Jan ten Stokkelaer. Lucas Prinfen. Gerrit Hilgerink. Gerrit Vaetman. 1707 den 21 Febr. is door de Rigter Swam, weegens zyn Excellentie de Hoogh. Gebooren Graave van Rechteren, Vryheer van Almeloo en Vriefenveeu etz. etz, etz. tot Gemeensluiden aangefteld Arent Swam. Seiger Peters. Hendrick Holtman. Jan Frericks. Wolter Baerfcher. Gerrit van Eepe. En fyn fyde van de Burgemeefteren van Almeloo aangefteld, tot Gemeinsluiden Hendrick Heggelaer. Lucas Prinfen. Jan  8o Almelofche Oudheden. van Lochem. Evert Cremer. Eghbert Rompelman. Jan Bolck. 1708 den 2i Febr. is door den Verwr. Rigter Herm. Schuytmaker, wegens fyn Excellentie de Hoogh. Geboren Graaf van Rechteren Vryheervan Almeloo en Vriefenveen, etz. etz. etz. tot Gemeensluiden aangefteld Arent Swam. Henr. Holtman. Joan Freric. Berent Hagedoren. Weitor Baer. fchers. Gerrit van Eep. En aan fyden van de Burgemeesteren van Almeloo, wegens de Stad Almeloo Luyckas Prinfen. Joan van Lochem. Evert Cremer. Egbert Rompelman. Joan Bolck. Joan Berentfen Bolck. 1709 Den 21 Febr. is door de Verwalter Richter Hendl;. Schuytmaker wegens fyn Excellentie de Hoogh. Gebr. Graef van Rechteren Vryheer van Almelo en Vriefenveen etz. etz. etz. tot Gemeensluiden aangefteld. Hendk. Holtman. Berent Hagedoren. Wolter Baerfchers. Hend. Stokkelaer. Mr. Henr. Ruinck. Joan Oonk. en aan fyden van de Burgermeesteren van Almeloo wegens de Stad Almeloo. Lucas Prinfen. Joan van Lochem. Evert Cremer. Egbert Rompelman. Joan Bolck. Joan Berentfen Bolck. 1710 den 21 Febr. is door den Riehter Joh. Hend Schmid wegens fyn Hoog Graaff. Excellentie dé Hooggebooren Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo en Friefenveen &c. &c. &c, tot Gemeenslieden aangefteld. Henr.  Almelofche Oudheden. 83 Henr. Holtman. Berent Hagedoorn. Gerrit Voelers. Jan Capitein. Jan Kolmfchate. Henr. Roelofs. - En aan fyden van de Burgermeesteren der Staö Almeloo, wegens de Stad Almeloo, Jan Baarltaal. Derck van Borckum. Egbert Rompelman. Frerick Bolck. Gerrit van Eepe. Egbert Cremer. 1710 den 22 Febr. zyn aan fyden van zyn Hoo^; Graafflyk Excellentie, de Heer Graaf van Rechteren, door de Richter Jo\nHknr. Schmid tot Borgemeesteren der Stad Almeloo aangefteld. Derk van Haarst. Lambert Hagedoorn. Aan fyden van de Stad door de feeven Gcfwooren Gemeenslieden tot Burgemeesteren. Henr. Swam. Lucas Bruins. (Onderftond) J. H. Schmid Richter 1711 den 2t Febr. fyn door ordre van fyn Hoog graff. Excellentie de Hoog Gebooren Heere Henrick Adolph desH. R. RyksGraef van Rechteren a als Gemeenslieden gecontinueert geworden, de navolgende , als hy Egbt. Rompelman van nieuws van fyn Hoog Geb. Excel, verkooren, Egbert Rompelman. Berent Hagedooren. Gerrit Voelers. Jan Capitein. Jan Colmfchate. Hendrick Roelofs. Van fyden van de Stadt zyn gecontinueert geworden door de vier Burgemeesteren Derk van Barkum. Egbert Cremer. Ende van nieuws aangefteld Henr. Holtman, Jan Bolk by het huis van van  82 Almelofche Oudheden. van der Horst. Arent Swam. Willem Muller. (Onderftond) in fidèm fulfcriptimus (was getekend) J. H. Schmidt Richter D. V. Haerst Lamb. Hagedorn 171 i den 22 Febr. op Petri dag fyn door ordre van,fyn Hoog Geb. Excellentie de Hoog Gcbooren Heer Adolph Henrick des H. R. Ryks Grave van Rechteren, etc. etc. etc. als Burgemeesteren gecontinueert geworden Derck van Haerst. Lambert Hagedoorn. En aan fyden van de Stad door de feeven uitge-looten Gemeensluiden wederom tot Burgemeesteren verkooren. E. Willem Cramer. Hermen ten Bruggencate (Onderftond) in fidem' ■ (was getekend) J. H. Schmid Richter 1712 den 21 Febr. zyn op order van zyn Hoog Graan Excellentie, door my geauthoril'eerde ondergeichrcevcne aan zyden van zyn Hoog Geb. iioogg. Excellentie gecontinueert geworden Egbert Rompelman. Berent Hagedoorn. Gerrit Voelers. Jan Capitein. Jan Colmenfehaete. Herm. Roelofs. An fyden van de Stadt zyn door de Burgemeesteren-deels gecontinueert en deels van nieuws aangefteld. Hendr.' .  Almelofche Oudheden. 83 Hendr. Holtman. Evert Cremer. Derk van Barkum. Arent Swam. Jan Prinfen Baarsfael. Hermen Spyker. (Onderftond) in fidem fubfcr. (was getekend) J. H. Scmhid Richter. 1712 den 22 Febr. op Petri dag fyn uit order van fyn Hoog Graefflyk Excellentie als Burgemeesters gecontinueert worden. Lambert Hagedoorn. En van nieuws daar toe aangefteld. Henrick Holtman. En aan fyden van de Stad door de feven uitgelooten Gemeenslieden wederom tot Burgemeesters verkooren. Ernst Willem Cramer. En in plaats van de Overleedene Herm. ten Bruggencate, aangefteld Arent Swam. (Onderftond) in fidem fubferipf. (was getekend) J. H. Schmid Richter. 1713 den 21 Febr. hebbe ik ondergefchreven als daar toe geauthorifeerde uit ordre van fyn Hoog Graan. Excellentie, van fyden van Hooggem. fyn Hooggf. Excell. als Gemeensluiden gecontinueert. Berent Hagedoorn. Jan Capiteyn. Gerrit Voelers. Henr. Roelofs. Jan Colmfchate. En van nieuws aangefteld Theodorus Glisfenberg, F 2 an  S4 Almelofche Oudheden. an fyden van de Stad zyn door de 4 Burgemeesteren deels gecontinueert en deels van nieuws verkooren. Evert Cremer. Derk van Barkum. Hermen Spyker. Berent Holtman. Octo Lindeman. Frerick Bolk. (Onderftond) in fidem fubfcripci. (was getekend) J. H. Schmid Richter. 1713 den 22 Febr. op Petri dag zyn uit ordre van fyn Hoog Graefl. Excellentie, door my ondergefchreeven^, en daar toe geauthorifeerde van wegen Hooggem. fyn Hoog Graefl. Excellentie als Burgemeesteren gecontinueert geworden. Lambert Hagedoorn. Henrik Holtman. En van fyden van de Stad door de feeven uitgelootte Gemeenslieden , gecontinueert als Borgemeesters Arent Swam. en van nieuws gekooren Arent Mulleerus. (Onderftond) In fidem fubfcripfi (was getekent) J. H. Schmid Richter. 1714 den 21 February heb ik ondergefchreevene uit ordre van fyn Hoog Graeflyk Excellentie als daer toe geauthorifeerde, de ouden Gemeenslieden gecontinueert, als Berent Hagedoorn. Jan Capitein. Gerrit Voelens. Jan Kolmfchate, Henr. Roelofs. ïheodorus Glisfenborg Ea  Almelofche Oudheden. 85 En van fyden van de Stadt, zyn almede door de vier Burgermeesteren gefamcntlyckhaere oude Gemeenslieden gecontinueert geworden Derk van Barkum. Frerik Bolk. Hermen Spyker. Berent Holtman. Otto Lindeman. en in plaats van Evert Cremer op 't nieuw aangefteld geworden Wolter Baerfcher. (Onderftond) in fidem fubfcr. (was getekend) J. H. Schmid Richter. 1714 den 22 Febr. op Petri dag zyn door zyn Hoog Graeflyk Excellentie, in de Magiftraet gecontinueert geworden. Lambert Hagedoorn. Hendrick Holtman. als mede door de feven uitgelootte Gemeenslieden van zyden van dc Stad haere oude Burgemeesteren gehouden geworden. Arent Swam. Arent Mullerus. Aldus gedaen in Curia in dato als boven. (was getekend) J. H. Schmid Richter. 1715 den 21 February zyn van zyden van zyn Hoog Graaflyk Excellentie als oude Gemeenslieden gecontinueert geworden. Berent Hagedoorn. Jan Capiteyn. Jan Colmenfchaete. Herm. Roelof. Theod. Glisfenberg. en in plaats van de Overleedene Gerrit Voelers van nieuws aangefteld Johannes Verfchaegen F 3 Ver-  80 Almelofche Oudheden. Verders fyn door de 4 gefamentlykc Burgemeesteren weegens de Stad gecontinueert geworden. Derk van Barkum. Frerik Bolk. Berent Pastoor. Otto Lindeman. Wolter Bae. fcheis. en van nieuws verkooren in plaats van Henrick Spyker Tymen Muller. (Onderftond) f in fidem (wrfs getekend) J. H. Schmid Rigter. 1715 den 22 Febr. fyn uit ordre en uit naamevan fyn Hoog Graeflyk Excellentie, als Burgemeesteren gecontinueert geworden. Lambert Hagedoorn. Hendrik Holtman. En van fyden van de Stad is door de feven uitgelootte Gemeenslieden gehouden geworden als oud Burgemeefter Arent Muilerus. en in plaats van Burg1'. Arent Swam gekooren geworden. Jan Bolck. Ende vermits naer examinatie van de Verwandfchap van deeze twee laafte Burgemeefteren van de Stad is bevonden geworden,dat zy beide voorfchr. als Oom en Neef malkanderen waaren beftaende' foo is deeze Circumftantie door de Richter Schmid aan Haer Hoog Graeflyke Excellentie voorgedraegen, geworden, dewelke dan voor deeze reifezodaene keur heeft laeten pasfeeren (gelyk voor deeze zyn Hoog Graeflyk Excellentie om redenen heeft laeten pasfeeren) edog dit fonder Confequentie voor het toekoomende (On.  Almelofche Oudheden. 87 (Onderftond) Aldus gedaen in datum als boven en geregistreerc door my ondergeYchreeven hier toe geauthorifeert. (was getekend) J. H. Schmid Richter. 1716 den 21 Febr. fyn door ordre van fyn Hoog. Graeflyk Excellentie door my ondergefchreevene als oude Gemeenslieden gecontinueert geworden, Berent Hagedoorn. Jan Capkeyn. Jan Colmenfchaete. Herm. Roelofs. Theodr. Glisfenberg. Theodor. Verfchaegen. En van fyden van de Stadt, zyn door de vierBurgemeefteren als oude Gemeenslieden by Continuatie gehouden worden. Derk van Barkum. Frerick Bolck. Berent Pastoor. Otto Lindeman. ' Wolter Baerfcher. Tymen Muller. (onderftond) in fidem fubfcripfi (was getekend) . J. H. Schmid Richter. 1716 den 22 Febr. fyn uit ordre van zyn Hoog Graeflyk Excellentie als Burgemeefteren gecontinueert geworden. Lambert Hagedoorn. Hendek Holtman. als mede van zyden van de Stad door de feeven uitgebotte Gemeenslieden , haare oude Burgemeesteren gehouden worden Arent Muilerus. Jan Bolk. Hebbende haer Hoog Graeflyk Excellentie de F 4 keur  g8 Almelofche Oudheden. (Onderftond) Actum in atria in dato als boven ende geregiftreert door my (was getekend) J. H. Schmid Richter ï'717 den 21 Febr. heb ik ondergefchreeven uit ordre en naeme van zyn Hoog Graeflyke Excellentie deeze oude Gemeensluiden gecontinueert Berent Hagedoorn. JanColmfchaete. Theodr. Glisfenberg. Jannes Verfchaegen. ende in plaats van Jan Capiteyn en de Overleedene •Hermen Roelofs van nieuws aangefteld. Jannes Ruink. Hermen Jooh'nk. Van fyden van de Stad zyn door de vier Bureemeefters deeze oude Gemeenslieden gecontinueert geworden als, Berent Holtman. Frerik Bolk. Tymen Muller. Wolter Baerfcher. en in plaats van van Barkum en Otto Lindeman van nieuws aangefteld. Hermen Spyker. Jan Ber. Bolk. (onderftond) Alium in curia in dato als boven (was getekend) J. H. Schmid Richter. l°1l7 ,de~ 22 Feb- zyn van zyden van zvn Hoog OraeftyK Excellentie in de Magiftraet als' Burgemeeiters gehouden geworden Lam-  Almelofche Oudheden. Lambert Hagedoorn. Hendk. Holtman. Ende insgelyks door de feeven uytgelootte Gemeenslieden, haere oude Burgemeefteren gecontinueert geworden Arent Muilerus. Jan Bolk. Synde deeze keur van de twee laafte Burgemeefteren als Oom en Neef wederom door haar Hoog GraeflykfExcellentie,foo als in de twee voorgaende jaeren, gepasfeert geworden, ende almede onder proteftatie van Confequentie voor het toekoomende (Onderftond) gedaen op het Stadshuis in dato als boven (was getekend) J. H. Schmid Richter. 1718 den 21 Febr. fyn aan fyden van fyn Hoog Graeflyk Excell. de Heer van Almeloo tot Gemeensluiden gecontinueert Berent Hagedoorn. Jan Scholmfchot. Theodorus Glisfenberg. Jannes Verfchaegen. Jannes Ruink. Hermen Jolink. An fyden van de Stad zyn door de vier Burgemeesteren deeze Gemeensluiden gecontinueert. Berent Holtman. Hermen Spyker. Jan Berendfen Bolk. En in plaats van FrerikBolk, Timan Muller en Wolter Baerfchers van nieuws aangefteld Evert Cremer. Derk van Berkum. Willem Boom. 1718 den 22 Febr. zyn aan zyden van zyn Hoog Graeflvk Excellentie, de Heere van Almeloo, in de Magiftraat als Borgemeefteren gecontinueert. 1 F 5 Hen_  90 Almelofche Oudheden. Henrik Holtman. En in plaats van de Overleedene Lambert Hase doorn, van nieuws gekooren Jannes Ruink. En door de feeveni uitgelootte Gemeenslieden gecontinueert ° Jan Bolk. En in plaats van Arent Muilerus van nieuws gekooGerrit Bolk. C,lZ*9idf 2I„Fel?r- zyn aan fyden van fyn Hoog Giaaflyk Excellentie de Heere van Almeloo? tof Gemeenslieden gecontinueert Berent Hagedoorn. Jan Colmfchot. Jannes Verfchaegen. Hermen Jolink. En in plaats van de Burgemeefter gewordene Jannes Ruink, en de overleedene Theodorus Gl sfen berg van nieuws gekooren ^usien- Albert Ruink. en Albert Prinfen. ■An fyden van de Stad zyn door de vier Eurgemeefteren gecontinueert -^urge- Berent Holtman. Jan Berentfen Bolk. Evert Cremer. Derk van Berkum. En m plaats van Hermen Spyker en Willen Boom van nieuws gekooren. vviaenuoom, Jan Bolk. en Hendk. Tusvelt. (Onderftond) in fidem (was getekend) J. R. Liens Secret J7xo den 22 Febr. zyn aan zyden van zyn Hoog Graefl.  Almelofche Oudheden. 9f Graefl. Excell. dc Heere van Almeloo, in de Magiftraat als Borgemeefters gecontinueert Hend;. Holtman. en Jannes Ruink. En door de feeven uitgelootte Gemeenslieden gecontinueert Jan Bolk. en Gerrit Bolk. (Onderftond) in fidem , (was getekend) J. R. Liens Secret. Ao. 1720 den 21 Febr. zyn aan zyden van zyn Hoog Graefl. Excell. de Heere van Almeloo tot Gemeensluiden gecontinueert Berent Hagedoorn. Jan Colmfchot. Jannes Verfchaegen. Hermen Jolihk; Albert Runks en Albert Prinfen. Aan fyden van de Stad fyn door de vier Burgemeefteren gecontinueert Berent Holtman. Jannes Berentfen Bolk. Evert Cremer. Derk van Berkum. Jan Bolk. en Hendrik Tusvelt. (Onderftond) in fidem (was getekent) J. R. Liens Secret. 1720 den 22 Febr. zyn aan zyden van zyn Hoog Graefl. Excellentie den Heere van Aimeloo,in de Magiftraat als Burgemeefteren gecontinueert Hendrik Holtman. en Jannes Ruink. En door de feven uitgelootte Gemeenslieden gecontinueert Tan Bolk en Gerrit Bolk. 3 ' ■ (On-  02 Almelofche Oudheden. (Onderftond) in fidem (was getekend) J. R. Liens Secret. 1720 1721 den 21 Febr. zvn aan zyden van zyn Hoog Graefl Excellentie de Heere van Almeloo, tot Gemeenslieden gecontinueert Berent Hagedoorn. Jan Colmfchot. Jannes Verfhaegen. Hermen Jolink. Albert Prinfen. Albert Ruink. An fyden van de Stad zyn door de vier Burgemeefteren gecontinueert fa Berent Holtman. Jan Berentfen Bulk Juniril * „ o Cfemer- Derk van Berkum. Jan Bolk Senior en Hendrik Tusvelt. (Onderftond) in fidem (was getekent) j- R. Liens Secret. 1721 rvl7*1 4en 2m jeb» zyn aan fyden van zyn Hoog Graefl. Excell. de Heer van Almeloo in de Magutraat als Burgemeefteren gecontinueert Henrik Holtman en Jannes Ruink. En door de feven uitgelote Gemeenslieden gecontinueert b Jan Bolk. en Gerrit Bolk. (Onderftond) in fidem (was getekent) J. R. Liens Secret. f\r,7fl2 drT 2]I,Fe1br-zyn aan zyden van zyn Hoog rl3 Wh de Heere vaQ ^lo, etz. tof Gemeensheden gecontinueert Be-  Almelofche Oudheden. 93 Berent Hagedoorn. Jan Colrnfchaete. Jannes Verfchaegen. Hermen Jolink. Albert Prinfen. Albert Ruink. An fyden van de Stad zyn door de Borgemeefteren gecontinueert Berent Holtman. Jan Berentfen Bulk Junior. Evert Cremer. Derk van Berkum. Jan Berentfen Bolk Senior. Henr. Tusvelt. (Onderftond) in fidem Thf.od. Bruins Secret. 1722 den 22 Febr. zyn aan zyden Hoog Graefl, Excell. de Heer van Almeloo in de Magiftraat gecontinueert Henr. Holtman. en Jannes Ruink. En door de feven uitgelpote Gemeenslieden gecontiuueert Jan Bolk. Gerrit Bolk. (Onderftond) in fidem (was getekent) Th. Bruins Secret. Anno 1723 den Ü&». Febr. zyn aan zyden yan zyn Hoog Graefl. Excell. de Heer van Almeloo tot Gemeenslieden gecontinueert Berent Hagedoorn. jan Colmfchot. Jannes Verfchaegen. Hermen Jolink. Albert Prinfen. Albert Ruink. An fyden van de Stad zyn door de vier Burgemeefteren gecontinueert Berent Holtman. Jan Berent Bolk Juinor. Evert Kremer. Derk van Berkum. Jan Be-  94 Almelofche Oudheden. Berents Bolk Senior. Hendryk Tusvelt. (Onderftond) . l in fidem (was getekend) Georg Henrick Hein Secret' • Anno 1723 den 22 Febr. zyn aan zyden van fyn Hoog GraefJ. Excellentie de Heere van Alme 00 «de Magiftraat, als ïüi&efiS&rSfiS Hendryk Holtman. en Jannes Ruink. En door de feeven uitgeloote Gemeenslieden gecontinueert &c Gerrit Bolk. En in plaats van-Jan Bolk van nieuws gekooren Jan. Bouw. (Onderftond) in fidem (was getekend) Georg Hendi;. Hein Secrets. ^,An"°_[724 den 2r Febr. aan zyden van fyn Hoos Graefl. Excell. de Heer Graeve van Rechteren Heer tot Almeloo etz. tot Gemeensluiden gecontinueert Berent Hagedoorn. Jan Colmfchot. Jannes Verfchaegen. Hermen Jolink. Albert Prinfen. Albert Ruink. Aan zyden van de Stad zyn door de vier Burgemeefteren gecontinueert ö Berent Holtman. Jan Berentfen Bolk junior Derk van Berkum. Jan Berentfen Bolk fenior. Hendrik Tusvelt. meeïnSlr13 Evert Cremer wederom tot Gemeearman gekooren Jan Schuytemaeker. (on-  Almelofche Oudheden. 9? (onderftond) in fidem (was getekend) Georg Hendrik Hein Secretaris 1724. Anno 1724 den 22 February zyn aan zyden van Hoog Graefl. Excell. de Heer van Almeloo in de Magiftraat als Burgemeefteren gecontinueert H. Holtman en Jannes Ruink. en door de feeven uitgeloote Gemeenslieden gecontinueert Gerrit Bolk en Jannes Bouw. (onderftond) in fidem (was getekend) Georg Hendk. Hein Secret. Anno 1725 den 21 Febr. an fyden van fyn Hoog Graefl. Excell. de Heer Graef van Rechteren Vry heer van Almeloo, tot Gemeenslieden gecontinueert . _ ■ Berent Hagedoorn. Jan CoJmfchaet. Jan .nes Verfchaegen. Herm. Jolink. Albert Prinfen. Albert Ruink. An fyden van de Stad zyn door de vier Burgemeesteren gecontinueert Berent Holtman. Jan Berentfen Bolk junior. Derk van Berkum. Jan Berentfen Bolk fenior. Hendrik Tusvelt. Jan Schuitemaeker. (Onderftond) in fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. Anno  9& Almelofche Oudheden. Anno 1725 den 22 Febr. zyn aan zyden van zyn Excell. den Heere Graeve van ;Rechteren , Vryheer van Almeloo in de Magiftraat als Burgemr. gecontinueert. Jannes Ruink. Ende in de plaatfe van wylen Burgemeester Hendl;. Holtman, wederom tot Burgemeester eekooren de b Rentmeefter Gerh. Boom. ende door de feven uitgeloote Gemeenslieden, als Burgermeesteren gecontinueert Jan Frerik Bouw. ende in plaats van wylen Borgemeefter Gerrit Bolk, wederom tot Burgemeefter gekooren Jan Bolk. (Onderftond) in fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. 1726 den 21 February zvn aan zyden van zvn Excellentie de Heer Graeve van Rechteren Vryheer van Almelo &c. &c. &c. gecontinueert de na. volgende Gemeenslieden Berent Hagedoorn. Jan Colmfchoft, Jannes Verfchaegen. Hermen Joolink. AL bert Prinfen. Albert Ruinck, Ende aan fyden van de Stad zyn door de vier Burgemeesteren gecontinueert Berent Holtman. Jan Berentfen Bolk junior. Derk van Berkum. Jan Berentfen Bolkfenior. Hendk. Tusvelt. Jan Schuitemaeker. Anno 1726 den 22 Febr zyn aan zyden van zyn Excel. de Heer Graef van Rechteren, als Vryheer van Almeloo etz. etz. in de Magiftraat van Almeloo ak Burgemeefter gecontinueert r T Jan-  Almelofche Oudheden. 97 Jannes Ruink ende Gerhr. Boom. Ende door de fecven uitgelootte Gemeenslieden in plaats van Burgermeefter Jan Frerik Bouw en Jan Bolk tot Burgemeefteren verkooren Albertus Bastiaan ende Hendk. Jan Bruins. . (Onderftond) In fidem (was getekend) G- H. Hein Secrc: Vermits voorgedraagen is dat Hendrik Jan Bruins den Competenten ouderdom nog niet hadde, bereykt, zoo zvn nae voorgaende ingenoomen advys van fyn Hoog Graefl. Excellentie de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot een nieuwe keur getrecden en hebben in deszelfs plaetfe tot Burgemeefter gekooren Hermen Joolink. (Onderftond) in fidem rei geft- Colmfchot?;^ JV^nTnllkQr' Abraham Nyhof. Hen. S-rSjW" °lk' }*nHen- En-  Almelofche Oudheden. 107 Ende in plaats van de Overleedene Jollet Hulsman wederom in deszelfs plaetfe tot Gemeensman verkooren Lucas Hagedoorn. 1740 den 22 Febr. aan fyden van fyn Hoog Graan. Excell. Vryheer van Almeloo als Burgemeesteren gecontinueert Jannes Ruinx ende Gerh. Boom. An fyden van de feven uitgelootte Gemeenslieden, als Burgemeefteren gecontinueert. Hendk. Jan Bruins ende Jannes Bolk. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1741 den 21 Febr. aan fyden van fyn Hoog Graefl. Excell. Vryheer van Almeloo, ende Vriefenveen etz. als Gemeensluiden gecontinueert Jannes Verfchaegen. Pieter van Haerst. Lambert ten Bruggenkate. Wolter Jan Keevink. Coenraed Colmfchot ende Mr. Gerrit Kuiper. An fyden van de Borgem. zyn van de Stad tot Gemeensluiden gecontinueert Jan Schuitemaeker. Abraham Nyhof. Henrik van Lochem. Jan Henrik Bruggink. Lucas Hagedoorn. ende in plaats van de Overleedene Gemeensman Berent Bolk wederom als Gemeensman aangefteld Jacobus Revius 1741 den 22 Febr. aan zyden van zyn Hoog Graafl. Excell. Vryheer van Almeloo , en het Vriefenveen als Burgen, gecontinueert Jannes Ruinx ende Gerh. Boom. Aan fyden van de feven uitgelootte Gemeenslieden als Borgemeefters gecontinueert. Hen-  IO$ Almelofche Oudheden. Henrik Jan Bruins ende Jannes Bolk. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. PvJI? drenu21 Febr-aa" fyden vanzyn Hoog Graefl. fh cl'J1^ V3n Almel0°' en het Vriefenveei"; ais (jemeensheden gecontinueert Jannes Verfchaegen. Pieter van Haerst. Lambert ten Bruggencate. Wolter Jan Keevink. Coenraet Colmfchot ende Mr. Gerrit Kuiper. Aan fyden van de Borgen. zyn van de Stad t G meensluiden gecontinueert Jan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Henrik van Lochem. Jan Hendrik Bruggink. Lucas Hagedoorn. Jacobus Revius. ^/.7^2idenn2,Fe^'- aan zvden van zYn Hoog graefl. Excell. Vryheer van Almeloo ende het Vrielenveen, als Burgemeefteren gecontinueert Jannes Ruinx ende Gerh, Boom. Aan zyden van de feven uitgelootte Gemeenslieden als Borgemeefters gecontinueert CI"eensuecien Hendl;. Jan Bruins en Jannes Bolk. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1743 den 21 Febr. aan zyden van zyn Hoog Graefl Excell. Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen ' als Gemeenslieden gecontinueert Jannes Verfchaegen. Pieter van Haerst Lambert ten Bruggencate. Wolter Jan Keevink. Coenraet Colmfchot en Mr. Gerrit Kuiper. Aan fyden van de Borgem. zyn aan zyden van de btad tot Gemeenslieden gecontinueert,  Almelofche Oudheden. i°9 Tan Schuitemaeker. Abraham Nyhof. Jan Henrik Bruggink. Lucas Hagedoorn. Jacobus Revius. Ende in plaats van de Overleedene Gemeensman Henrik van Lochem is in deszelfs plaets wederom aangefteld Warnar Hobes. 1743 den 22 Febr. aan zyden van zync Hoog Graefl: Excell. Vryheer van Almeloo ende het vriefenveen als Borgem. gecontinueert. Jannes Ruinx ende Gerh. Boom. An zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden als Borgem. gecontinueert Hendrik Jan Bruins ende Jannes Bolk. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1-7aa den 21 Febr. aan fyden van zyn Hoog Graefl Excell Vryheer van Almeloo ende het \ nefenveen, als Gemeensluiden gecontinueert Tannes Verfchaegen. Pieter van Haerst. J Lambert ten Bruggencate. Wolter Jan Keevink. Coenraet Colmfchot ende Mr. Gerrit Kuiper. An fyden van de Borgem. zyn van de Stad tot Gemeensluiden gecontinueert Tan Schuitemaeker. Abraham Nyhot. jan Henrik Bruggink. Lucas Hagedoorn. Jacobus Revius. Warnar Hobes. ziaa den 22 Febr. aan zyden van zyne Hoog Gralfl Excell. Vryheer van Almeloo, ende het Vriefenveen, als Borgem. gecontinueert Jannes Ruinx ende Gerh. Boom. An fyden van de feven uitgelootte Gemeenslieden, als Borgem. gecontinueert "eQ"  Almelofche Oudheden. Hendrik Jan Bruins ende Jannes Bolk. (Onderftond) in fidem ï-m* A CWtS g-° G- H' Hei^ Secret GraeTExceJl. de Heer Gmf fydeS Van zvn Hoog fen^^ Jï«e2Sïï^^H^ tan, vink^Coenr^^ -efe4dSfet^ van de Stad tot Ge- van Almeloo ende het vSefëïveenC& Vryheer continueert: "cicnveen als Borgem. ge- Jannes Ruinx ende Gerh. Boom yÏÏ^ 'ÏÏZSg^ Gemeenslie. gen, H. J. Br8uinns Sj^^ Va° de Cur- GlSk. ^ ^ H°rst ende Hermen jo- (Onderftond) me pra>s rfeerGrSk^R, SeSf?^ ZyDe E***lo ende het Vriefenveen - Sf, r^heer,van ^Gecontinueert. tlJveen. ais Gemeensluiden geJannes Verfchaegen. Piecer van Haerst Wol.  Almelofche Oudhtden. in Wolter Jan Keevink. Coenraed Colmfchot Mr. Gerrit Kuyper. ende in plaats van Lambert ten Bruggencate, tot Gemeensman verkooren Henricus Aartfen. aan fyden van de Burgemeefteren zyn van de Stad tot Gemeenslieden gecontinueert Jan Schuytemaker. Abraham Nyhof. Jacobus Revius. Warner Hobes. Ende in plaats van Jan Hend1;. Bruggink Willem Jolink , ende in plaats van Lucas Hagedoorn Willem Kok' 1746 den 22 Febr. aan zyden van Hoog Graaft, zyne Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo als Burgemeefteren gecontinueert Jannes Ruinx ende Gerh. Boom. Aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Borgemeefters gecontinueert Gerrit Jan van Horst ende Hermen Jolink. (Onderftond) me prafente (was getekend) G. H. Hein Secret. 1747 den 21 Febr. aan fyden van fyn Excell. de Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen, als Gemeensluiden gecontinueert Jannes Verfchaegen. Pieter van Haerst. Wolter Jan Keevink. Coehraud Colmfchot. Mr. Gerrit Kuyper. Henrick Aarfen. Aan fyden van de Borgem. zyn van de Stad tot Gemeensluiden gecontinueert Jan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Jacobus Revius. Warner Hobes. Willem Jolink. Willem Kok. i747  112 Almelofche Oudheden. .1 1747 den 22 Febr. aan fyden van zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo, ende het Vriefenveen, als .Borgem. gecontinueert Jannes Ruinx ende Gerh, Boom. aan fyden van de feven uitgelootte Gemeensluiden als Borgemeefters gecontinueert Hermen Jolink. Ende in plaats van Gerrit Jan van Horst tot Burgemeefter aangefteld. Jannes Bolk. (onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1748 den 21 Febr. aan fyden van zyne Excell, den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen, als Gemeensluiden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Conraed Colmfchot. Herman Aarfen. in plaets van Jannes Verfchaegen aangefteld Albert Bartels. Ende in plaats van de Overleedene Gemeenslieden, Pieter van Horst aangefteld, Hendrik van der Scheer ende in plaats van wylen Mr. Gerrit Kuyper Gerhardus Swam. Aan fyden van de Borgemeefteren tot Gemeensluiden gecontinueert Jan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Jacobus Revius. Warner Hobes. Willem Jolink ende Willem Kok. (onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1748 den 22 Febr. aan zyden van zyne E cell. den  Almelofche. Oudheden. 113 den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen tot Burgem. gecontinueert jannes Ruinx ende Gerh. Boom. Aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeensluiden als Borgem. gecontinueert Hermen Jolink ende Jannes Bolk. (onderftond) f72 fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1749 den 21 Febr. van fyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen als Gemeensluiden gecontinueert. Wolter Jan Keevink. Conraed Colmfchot. Henrik Aarfen. Albert Bertels. Hendrik van der Scheer. Gerhardus Swam. aan zyden van de Burgemeefteren tot Gemeensluiden gecontinueert Jan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Warner Hobes. Willem Joolink. Voorts in plaats van Jacobus Revius tot Gemeensman Mo. Ruinx ende in plaats van Willem Kok tot Gemeensman Lucas Hagedoorn. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1749 den 22 Febr. door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo als Borgemeefters gecontinueert. Jannes Ruinx ende Gerh. Boom. aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden als Burgemeefters gecontinueert Hermen Jolink endej Jannes Bolk. H (On-  ii4 Almelofche Oudheden. (onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1750 den 21 Febr. fyn van zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo, ende het Vriefenveen, als Gemeenslieden gecontinueert. Wolter Jan Keevink. Coenraed Colmfchot. Henricus Aarfen. Henrik van der Scheer. Gerhardus Swam. ende in plaets van de Overleedene Albert Bertels, weederom tot Gemeensman aangefteld Engelbert Hanekamp. aan fyden van de Borgem. tot Gemeenslieden gecontinueert. Jan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Warner Hobes. Willem Joolink. Mr. Ruinx. Lucas Hagedoorn. (onderftond) in fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. 17 50'den 22 Febr. fyn aan zyden van fyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen, tot Burgemeefters gecontinueert Jannes Ruinx. ende in plaats van Gerh. Boom, ter oorzaeke Hoog gemelte zyne Excell. zyn Wel Edg. Aght. tot Rigter van deeze Heerlykheid Almeloo, na het overlyden van zyn Wel Ed. G. den Heer Richter Jan Frer. Nylant te defpicieren ende aen te.ftellen wederom tot Borgem. verkoren. Adolf Hendk. Boom. Aan  Almelofche Oudheden. n$ Aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden als Borgem. gecontinueert Hermen Joolink ende Jn n e Bolk. (onderftond) me prafente (was get.) G. H. Hein Secret, 1751 den 21 Febr. zyn van zyn Excell. den Heet? Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende hei: Vriefenveen als Gemeensluiden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Conraet Colmfchot, Henricus Aarfen. Henrik van der Scheer. Gerhard5. Swam. Engelbert Hanekamp. Aan fyden van de Borgem. tot Gemeensluiden gecontinueert. Tan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Warner Hobes. Willem Joolink. Mr. Ruinx, Lucas Hagedoorn. (onderftond) in fidem (was get.) G, H. Hein Secret. 17V1 den 22 Febr. zyn aanzyden van zyn Excell, den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo , tot Burgemeefteren gecontinueert. Jannes Ruinx ende Ad. Henrik Boom. an fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden, als Burgem. gecontinueert Hermen jolink. Ende in plaats van Borgem. Jannes Bolk, wederom aangefteld als Burgemeefter Oud B. Albertus Bastiaan. (onderftond) in fidem (was get,) G, H. Hein Secret, Hi *7J»  ii 6" Almelofche Oudheden. 1752 den 21 Febr. zyn van zyn Excell. de Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almelo als Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Coenraed Colmfchot. Henrik Aarfen. Henrik van der Scheer. Gerhardus Swam ende Engelbert Hanekamp. An fyde van de Burgem. tot Gemeenslieden gecontinueert Jan Schuitemaker. Abraham Nyhof. Warner Hobes. Willem Joolink. Mr. Ruinx. Lucas Hagedoorn. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1752 den 22 Febr. zyn aan zyden van zyne Excell. de Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo, tot Borgem. gecontinueert Jannes Ruins ende Adolf Hend1;. Boom. Aen fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden als Burgemeefters gecontinueert Hermen Jolink ende Albertus Bastiaan. (Onderftond) in fidem (was get.) G. H. Hein Secret. 1753 den 21 Febr. zyn van zyne Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almelo, als Gemeensluiden gecontinueert. Wolter Jan Keevink. Henricus Aarfink. Henrick van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp. ende in plaats van Coenraed Colmfchot tot Gemeensman angefteld Pr. Jan Willem Harwig. Aan fyden van de Burgemeefteren tot Gemeensluiden gecontinueert Jan  Almelofche Oudheden. II7 Jan Schuitemaker. Warner Hobes. Willem Jolink. Mr. Ruinx. Lucas Hagedoorn. ende in plaats van Abraham Nyhof tot Gemeensman aangefteld * Ulrik Jan van der Horst. (onderftond) in fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. 1753 den 22 Febr. zyn aan zyden van fyne Hoog Graaft. Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo tot Borgemeefters gecontinueert Jannes Ruinx ende Adolph Hend^. Boom. Aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden als Borgemeefters gecontinueert Hermen Jolink ende Albertus Bastiaan. (onderftond) in fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. 17 54 den 21 Febr. fyn van fyne Excell. den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van Almeloo als Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Henricus Aarfink. Hendrik van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp. Pr. J. W. Herwig. . Aan fyden van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert. an Schuitemaker. Warner Hobes. Willem Jolink. Lucas Hagedoorn. Ulrick Jan van der Horst. Ende in plaats van de Overleedene Gemeensman, Mr. Ruinx wederom tot Gemeensman verkooren zyn Zoon Jannes Ruink. (onderftond) in fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. H 3 1754  ■Almelofche Oudheden. 1745den 22 Febr. zyn aan fyden van fyn'Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo tot Burgemeesters gecontinueert Jannes Ruinx ende Adolph Hendrik Boom. Aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden, als Borgemeefters gecontinueert Hermen Jolink ende Albertus Bastiaan. (Onderftond) in fidem (was get.) G.- H. Hein Secret. 1755 den 21 Febr. zyn van Tyn Excell den Heer Graat van Rechteren Vryheör-van Almeloo, als Gemeensluiden gecontinueert Wolter Jan Keevink. -Henricus Aarfmk. Hendrik van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp. Pr. )an Willem Harwig. , J Aan fyden van de Burgemeefters als Gemeenslieden gecontinueert Jan Schuitemaker. Warnar Boobes. Willem Joolink. Lucas Hagedoorn. Ulrick Jan van der Horst. Jannes Ruinx. (onderftond) ih fidem (was getekend) G. H. Hein Secret. 1755 den 22 Febr. zyn aan fyden van zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren .Vryheer van Almelo, tot Burgemeefters gecontinueert Jannes Ruinx ende Adolph Hendk. jBoom. Aan fyden van de feeVenuitgelöotte ^wet. Adolf Hendk. Boom ende Johannes Bolk. Hermen Jolink ende Albertus Bastiaan. (onderftond) in fidem (was get.) Jan FnEpk. Hein Verw. Secret segeeven fynde een Refolud!van fyn Excel? den Heer Graaf van Rechteren, Vryheer van i?if ^Fe& ï?SrtH°P F6 S-elSdS 20iLf Recht£ren Vryheer van Almeloo ende het Vneienveen tot Burgemeefters gecontinueert Adolf Hend!;. Boom ende Johannes Bolk. Aan zyden van de Stad door de feven uitslootte Gemeenslieden tot huTBem^Om^SjSm Alb'. Baïtiaen. Ende in plaats van de Overleedene Burgemeefter Hermen Joolink tot Burgemeefter wedeSm aange' Willem Joolink. (onderftond) in fidem "(was get.) Jan Fredk. Hein Secret. het Wenveen tot Burgemefefters gecontLeen? Wolter Jan Keevink. Hendk. Aarfink. ' Ë k Vf diGrr Sc?eer' • Ger^rdus Swam. Hanvig6 HanekamP -ende Willem den" gStInaLe?tBUrSemeefterC11 t0t . Jan Schuitemaker. Warner Hobes. Ulrick Hend"BtfrSt- Jwas*Rufack- ^ Ende iu plaats van Willem Jolink foo in het gepas- feerde  Almelofche Oudheden. 125 feerde jaar tot Burgemeefter is verkooren tot Gemeensman aangefteld Claas Troost. (onderftond) in fidem (was get.) Jan Freb*; Hein Secret. 1761 den 22 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo, tot Burgemeefteren voor dit jaar gecontinueert Jannes Bolk. Ende in plaats van Adolf Hend". Boom tot Burgemeefter verkooren Unico Willem Cock. Aan fvden van de Ssad door de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefteren gecontinueert Albs. Bastiaan ende Willem Joolink. (Onderftond) in fidem (was get.) Jan Fubp*. Hein Secret 1762 den 21 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen tot Gemeensluiden gecontinueert. Wolter Jan Keevink. Hendriks Aarfen. Hendk. van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp ende Jan Willem Harwig. Aan fyden van de Burgermeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Jan Schuitemaker. Warner Hoobes. Jannes Ruynck. Jan Hend". Boom. Claes Troost. Ende in plaats van Ulrick Jan van der Horst, tot Gemeensman aangefteld Hendrik van Helderen. ^  126 Almelofche Oudheden. (Onderftond) in fidem (was get.) Jan YkedK Hein Secret HcevSCrïl¥2 FeDbr-uzyn door Excellentie den ende lSl v/T Rechtcren Vryheer van Almeloo, Sneer? Vmlenveen> tot -Burgemeefteren gecon- Johannes Bolk ende U. W. Koek t^J^^^^ burgemeefteren gecontinueert Willem Joolink. Jacobus Revius. (Onderftond) in fidem (was get.) JAN FredI;. Hein Secret. HeJr Graaf v2^ERbr;Zyn d£or z^n Exce,!- ^ luiden gecontinueert t0C Gemeens- Wolter Jan Keevink, Henricus Aarfen Hend". van der Scheer. Gerhardus Svvam' Engdbert Hanekamp ende jan Willem Jan Schuitemaeker. Warner Hobes. Jan. nes Ruynck. Jan Hend , Boom. CJaas Troost, ende Hend , van Helderen. (Onderftond) in fidem T„*« ^ CTlgCt° JAN FrED';' Hein S^ret. 1753 den 22 Febr. zyn door zyn Excell den Heer Jo-  Almelofche Oudheden. J27 Johannes Bolk ende U. W. Koek. Aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert. Willem Jolink ende Jacobus Revius. (Onderftond) in fidem (was get.) Jan Fredu. Hein Secret. 1764 den 11 Febr. zyn door zvn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer .van Almeloo ende het Vriefenveen &c. &c. &c. tot Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Hendks. Aarfen Hend':. van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp ende Jan Willem Harwig. aan fyden van de Borgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Warnar Hobes. Jannes Ruinx. Jan Hend\ Boom. Claas Troost. Hendk. van Hel- deren. Ende in plaats van Jan Schuitemaker tot Gemeensman aangefteld Albert Stenberg. (onderftond) in fidem (was get.) Elias Dull Secret. (764 den 11 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo en het Vriefenveen etz. &c. &c. tot Burgemeefteren gecontinueert. Johannes Bolk ende U. W. Cock. Aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefteren gecontinueert Willem Jolink ende Jacobus Revius. (Onderftond) in fidem (was getekend) Elias LVll Secret.  128 Almelofche Oudheden. i7p den 21 Febr. fyn door fyn Excell den Herr hcTvrrefenReChCTn VryheC1" van aSS?^ geeoSeen611 ^ t0t Gemeenslieden Wolter Jan Keevink, Hendrikus Aarfen. Hend , van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp & Jan Willem Harwig. aan zyde van de Burgemeefters gecontinueert Warner Hobes. Jannes Ruinx. Jan Hendk. Boom Claas Troost. Hend*. van Helderen & Albert Stenberg. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secrets. 1765; den 22 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo &C' te &C- £0£ WemeeS Johannes Bolk et U. W. Cock. aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert emeenslieden Willem Jolink & Jacobus Revius. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. Vriefenveen &c. &c. ^tot^eS^^ Wolter Jan Keevink. Henricus Aarfen Hendrik van der Scheer. Gerhardus' ^wam. Engelbert Hanekamp en Jan Willem Herwig. Aan fyden van de Burgemeefters gecontinueert Warner Hobes. Jannes Ruinx. Jan Hendu Boom.  Almelofche Oudheden. 129 Boom. Claas Troost. Hendk. van Helderen en Albert Stenberg. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dmx Secret. 176Ö den 22 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende Vriefenveen &c. &c. &c. tot Burgemeefteren gecontinueert Johannes Bolk en Unico Willem Cock. aan fyden van de feeven ukgelootteGemeensliedea tot Burgemeefters' gecontinueert Willem Jolink-en Jacobus Revius. (onderftond; in fidem (was get.) E. Dcll Secret. 1767 den 21 Febr. zyn van zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen &c. &C. &c. tot Gemeensluiden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Hand*." van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Ende in plaats van de Overleedene Hendricus Aarfen tot een nieuw Gemeensman aangefteld Pieter Willem Bartelink. Aan fyden van de Burgemeefteren ;tot Gemeensluiden gecontinueert Warner Hobes. Jannes Ruynx. Jan Hendk. Boom. Claas Troost. Hendk. van Helderen, en Albert Stenberg. (Onderftond) in fidem *(was get.) E. Dvll Secret. " 1767 den 22 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo, I en-  13° Almelofche Oudheden. ende het Vnefèöveen&c. &c. &c.< tot Burgemees. . teren gecontinueert {^meesje-hannes Bolk en U. W. Cock. an fyden van dé feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert '. CJntensiieden Willem Joolink. Salan|pf laC°bUS Reviu?t0t BurgcmeesJan Hend*. Boom Lambz. ' - (onderftond) in fidem (was getekend) É. Dvll Secret.1 ' Heer Graaf ^MtöM ^ ExcdL de* endeheVriSv echtere" ^eer van Almeloo nueeit V"efenveen tot Gemeensluyden geconti- Wolter Jan Keevink.' Hen« van der beheer. GerbardSwam. "Engelbert Ha- aan fyden Van de Burgemeefters tot Gemeenslieden gecontinueert wuieensneaen Warner Hobes. Jannes Ruinx. Claas Troost • Hend^ van Helderen;' Albert SteS gen. En in plaats van Burgemr. Jan Hendt. Boom tot niéflw Gemeensman aangefteld , m. ■ U. J. van der Horst. (Onderftond) in fidem > (was get.) Êv Dow, Secret. 1768 den 22 Febr. zyii door zyn Evcell den elide £avVaf ReCh4n V^eefv^ Almeloo ende het Vriefenveen &c. &c. &c. tot Buree. meefteren gecontinuëert ■ ' ■■ J ^UIge Joh. Bolk en U. W. Cock. Aan  Almelofche Oudfoden. 131 Aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert. Willem Boom en Jan Hend's Boom Lambz. (onderftond) in fidem (was getekend) E. Dull Secret. 1769 den 21 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo, ende het Vriefenveen &c. &c. &c. tot Gemeensluiden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Hendi;. van der Scheer. Gerh.. Swam. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Har wig ende Pieter Willem Bartelink. Aan fyden van de Burgemeefters tot Gemeensluiden gecontinueert Warnar Hobes. Jannes Ruynx. Claas Troost. Hendk. van Helderen. Albert Stenberg en U. Jan van der Horst. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1769 den 22 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen &c. &c. &c. tot Burgemeefters gecontinueert Johannes Bolk en U. W. Cock. aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Borgemeefters gecontinueert Willem Jolink en Jan Hendk. Boom. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull. Secret. 1770 den 21 Febr. zyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo ende het Vriefenveen &c. &c. ccc. tot Gemeenslieden gecontinueert 12 Wol-  132 Almelofche Oudheden. Wolter Jan Keevink. Hend'-. van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp. Bartetok HarWig 60 Pieter Wille™ Aan fyden van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert wuiccubuc Warner Hobes. Jannes Ruinx. Claas irpost. Hendl;. van Helderen. Albert Stenberg en U. J. van der Horst. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1770 den 22 Febr. is door zyn Excell. den Heer Graai van Rechteren Vryheer van Almeloo ende eert enveen tot Burgemeefteren gecontinu- U. W. Cock. en in plaats van den Overleedenen Burgemeefter Johannes Eolk aangefteld de Coopman Derk Bruins. l3n ft V3D de/eeven u^gelootte Gemeenslieden tot Burgemeefteren gecontinueert Willem Jolink en Jan Hend*. Boom. (onderftond) 'in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1771 den 21 Febr. zyn door zyn Hool' Graifi Excel . de Heer Graaf van Rechteren ^heer' van Almeloo en het Vriefenveen tot Gemeenslieden gecontinueert at Wolter Jan Keevink. Hendk. van der Scheer. Gerhardus Swam. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Pieter Willem Bartelink. aan fyden van de Burgemeefters tot Gemeenslieden gecontinueert War_  ƒ Almelofche Oudheden. 133 Warner Hobes. Johannes Ruink. Claas Troost. Hendk. van Helderen. Albert Stenberg. Ende in plaats van de Overleedene Gemeensman Ulrich Jan van der Horst tot Gemeensman aangefteld. Jan Colmfchate. (onderftond) in fidem (was getekend) E, Dull Secret. 1771 den 22 Febr. fyn door zyn Excell. den Heer Graaf van Rechteren Vryheer van Almeloo en 't Vriefenveen &c. &c. &c. tot Burgemeefters gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruins, en aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefteren gecontinueert Willem Jolink. en in plaats van de Overleedene Burgemefter Jan Hend,;. Boom tot Burgemeefter aangefteld Warner Hobes. (onderftond) in f,dem (was getekend) E. Dull Secret. 1772 den 21 Febr. zyn namens de Hoogheiddes Huizes en Heerlykheid Almeloo, tot Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Engelbertus Hane. kamp. Jan Willem Harwig. Pieter Willem Bartelink. en in plaats van de Overleedene Gerhardus Swam tot Gemeensman aangefteld Johannes Revius. En in plaats van Hend". van der Heer, Derk van Wasfenaer. Aan fyden van de Burgemeefters tot Gemeensluiden gecontinueert. Johannes Ruink. Claas Troost. Hend". I 3 van  134 Almelofche Oudheden. van Helderen. Albert Stenberg. jan Colmfchate. en in plaats van Warner Hobes tot Gemeensman aangefteld Otto Lindeman. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1772 den 22 Febr. zyn namens de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo, tot Burgemeefters gecontinueert Unico Willem Cock en Derk Bruins. En door de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert Willem Jolink* en Warner Hobes. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1.773 den 21 Febr. is namens de Hoogheid des ■Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Derk van Wasfenaer en in plaats van de Overleedene Pieter Willem Bartelink tot Gemeensman aangefteld Berent ten Bruggencate Izaacz. dp, aan zyden van de Borgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Johannes Ruynk. Claas Troost. Hend*. van Helderen. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1773 den 22 Febr. aan zyden van de Hoogheid des  Almelofche Oudheden. 135 des Huizes en Hcerlvkheid Almeloo en Yriefen- _ veen tot Burgemeefteren gecontinueert U, W. Cock en Derk Bruins, do. aan fyden van de fee ven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert Willem Jolink en Warnar Hobes. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1774 den 21 Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen, tot Gemeenslieden gecontinueert. Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Dirk van Wasfenaer en Berent ten Bruggencate. Do. aan zyden van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Johannes Ruink. Claas Troost. Hend\ van Helderen. Albert Stemberg. Jan Colmfchate en Otto Lindeman. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull. Secret. 1774 den 22 Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo tot Burgemeefteren gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruins, do. aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert. Willem Jolink en Warner Hobes. (onderftond) in fidem . '(was get.) E. Dull Secret. 1775 den 21 Febr. zyn aan zyden de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo tot Gemeenslieden gecontinueert. . . I 4 Wol-  136 Almelofche Oudheden. Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Derk van Wasfenaeren Berent ten Bruggencate Isz. do. aan zyden van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Joh Ruink. Claas Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman. en in plaats van de overleedene Hend". van Senderen tot Gemeensman aangefteld Jan Selhorst fenior. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1775 den 22 Febr. zyn aan zyde de Hoogheid des huizes en Heerlykheid Almeloo tot Borgemeefters gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruins. do. aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgeme.eftcrs gecontinueert Willem Jolink en Warner Hobes. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1776" den 22 Febr. aan zyden de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Johannes Revius Derk van Wasfenaeren Barent ten Bruggencate Iz. 6 cK aan zyden van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Jannes Ruink. Claas Troost. Albert Sten. berg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst fenior. (On-  Almelofche Oudheden. 137 (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1776 den 23 Febr. zyn aan zyden de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vrieienveen tot Burgemeefters gecontinueert. U. W. Cock en Derk Bruins, do. aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefteren gecontinueert. Willem Jolink en Warner Hobes. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. I777den 2lFebr. aen zyde de Hoogheid des Huizes én Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Derk Wasfenaer en Berent Ten Bruggencate Iz. do. aan zyden van de Burgemeefters tot Gemeenslieden gecontinueert Johannes Ruink. Claas Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst fen. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1777 den 22 Febr. zyn aan zyden de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Burgemeefters gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruins. d. aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslie. den tot Burgemeefters gecontinueert. Willem Joolink en Warner Hobes. (On- I 5  J3S Almelofche Oudheden. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. des Hniiecn 21 uCbr', ZJ,a aan zvden de Hoogheid veen to M Heer >'kheid AI™1°° en Vriefenveen tot Lremeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. J0h\ Revius. Derk van Wasfenaer en Berent ten Brutencate Iz. ° fcff,? fyden. van dc Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert ccus Johannnes Ruinck. Claas Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst fen. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. hJllS du 22 Febr- ZVD aan zyden *an de Hoogheid des Huizes en HeerlykheiS Almeloo en Vrifienveen tot Burgemeefters gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruins. d°. aan zyden van de feeren uitgelootte Gemeens heden tot Burgemeefteren gecontinueert Willem Jolink en Warner Hobes. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1779 den 21 Febr. zyn aan zyden de Hooo-heiVl des Huizes en Heerlykheid Almeloo en VrElenVeen tot Gemeenslieden gecontinueert "««iveen Wolter Jan Keevink. Engelbert Hanekamp. Jan Willem Harwig. Joh. Revius. Derk van Wasfenaer en Barent ten Brutencate Iz. öö B"^m«(1«=» »t Gemeen Jo-  Almelofche Oudheden. 139 Johannes Ruink. Claas Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst fen. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1779 den 22 Febr. zyn aan zyde de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Burgemeefteren gecontinueert U. W. Cock en Derk Bruins, do. aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden als Burgemeefters gecontinueert Willem Joolink en Warner Hobes. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1780 den 21 Febr. zyn aan zyden de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo tot Gemeenslieden gecontinueert. Wolter Jan Kevink. Jan Willem Harwig' Joh. Revius. Derk van Wasfenaer. Berent ten Bruggencate Iz. ende in plaats van de Overledene Engelb. Hanekamp tot Gemeensman aangefteld. Jan Mollink. dn. aan zyden van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Johannes Ruinck. Claes Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst fen. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1780 den 22 Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo, tot Burgemeefters gecontinueert u.  14 o Almelofche Oudheden. U. W. Cock en Derk Bruins, do aan zyden van de feeven uitgelootte Gemeens lieden tot Burgemeefters gecontinueert V*emeens* Willem Jolink en Warner Hobes. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1, *1B} dernT21 Febr- zyn aan zyden van de Hooe- fenveeftn1? M Almeloo en Fr°l ïenveen tot Gemeenslieden gecontinueert Wolter Jan Keevink. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Derk van Wasfenaer. Berent ten Bruggencate Iz. en Jan Mollink. dc. aan fyden van de Burgeïm. tot Gemeenslieden gecontinueert vxwueLiiMieuen Johannes Ruinck. Claes Troost. Albert Stenberg Jan Colmfchate. Otto Linde, man en Jan Selhorst fen. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1781 den 22 Febr. aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Borgemeefters gecontinueert CiCIJveen U. W. Cock en Derk Bruins. liedeanaDrnZryRen Van d* feeven ^g^otte Gemeens, lieden tot Burgemeefters gecontinueert Willem Jolink en Warner Hobes. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1782 den 21 Febr zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriffenveen tot Gemeenslieden gecontinueert Wol.  Almelofche Oudheden. 141 Wolter jan Keevink. jan Willem Harwig. Joh. Revius. Derk van Wasfenaer. Barent ten Bruggencate Iz. en Jan Mollink. do. aan zyden van de Burgemeefteren tot Gemeensluiden gecontinueert Johannes Ruinck. Klaes Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst fen. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1782 den 22 Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen tot Burgemeefters gecontinueert Derk Bruins, en in plaats van den Overleedenen Burgem. U. W. Cock tot Burgemeefter aangefteld Dr. W. H. Lamberts. do. aan fyden van de feeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueert Willem Jolink. en in plaats van Warner Hobes tot Burgemeefter aangefteld Dr. K. Cock. (Onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1783 den 2t Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almelo en Vriefenveen tot Gemeenslieden gecontinueert. Wolter Jan Kevink. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Derk van Wasfenaer. Ba-  142 Almelofche Oudheden. Barent ten Bruggencate Iz. en Tan Mollink. l1eHpnn^yden- Van de Burgemeelters tot Gemeenslieden gecontinueert ]oh\ Ruinck. Klaas Troost. Albert Stenberg. Jan Colmfchot.' Otto Lindeman en Jan Selhorst Sen. (onderftond) in fidem (was getekend) E. Dull Secret. 1783 den 22 Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo tot Burgemeefters gecontinueert Derk Bruins en Dr. w. H. Lamberts. do aan zyden van de zeeven uitgelootte Gemeenslieden tot Burgemeefters gecontinueerf W. jolink en Mr. K. Cock. (onderftond) in fidem (was get.) E. Dull Secret. 1784 den 2i Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almelo en Vrillenveen tot Gemeenslieden gecontinueert Wol ter Jan Keevink. Jan Willem Harwig. Johannes Revius. Barent ten Bruggen" cate Iz. Jan Mollink. en in plaats van Derk van Wasfenaer tot Gemeens, man aangefteld Barthold Santman. do aan zyde van de Burgemeefteren tot Gemeenslieden gecontinueert Johs. Ruinck. Klaes Troost. Albert Sten-  • Almelofche Oudheden. 143 Stenbergen. Jan Colmfchate. Otto Lindeman en Jan Selhorst Sen. (onderftond) in fidem (was get.) D. J. Lamberts Secret. 1784 den 22 Febr. zyn aan zyden van de Hoogheid des Huizes en Heerlykheid Almeloo en Vriefenveen, tot Burgemeefteren gecontinueert Derk Bruins en Dr. W. H. Lamberts. do. aan zyden van de feeven uytgelootte Gemeenslieden gecontinueert W. jolink en Mr., Cock. (onderftond) in fidem (was getekend) D. J. Lamberts Secret. Pro vero Extractu D. J. Lamberts Secret. N°. '10. Copia.- Alfoe op Petri avondt des afgewekenen Jaers 1663, tusfehen fyn Hoog Ed. Ghebor. ende Geftr. Zeygher van Rechteren Heer tot Almeloo en Vriefenveen etc. ende de Burgemeefteren der Stadt Almeloo, een feecker order is beraemt op 't poinct van kiefen der Burghemeefteren ende Ghemeensluyden , contineerende onder anderen , dat in de plaets van 8 Ghemeensluyden foudlren nog bygevoegt wordhen 4 bequaéme perzoonen tot Ghemeensluvden half en half te kiefen: dewyl dan door het overlydhen van wylen Jan ten Caet als ghewee- fen  144 Almelofche Oudheden. fen Gemeensman, mitsgaeders Borgmr. Johan Meier ende Otto Engels,zynde afgetreedene Burgerm. des verloeph. Jaers 1663 waer door dan 3 plaetfen inde Ghemeente fyn vacant ghewordhen, foo fvn de Heer Richter Gotz ende. de Burghermeefterén tot nieuwe verkiefinge op 'tRaethuys alhyrophuyden dato onder Tr. vergaedert ert. Ende heeft de Richter Gotz gemelt, uit naem ende last 'van de Hoogh. Gheftr. Heer van Almeloo , genoemt en gecooren tot Meensman de perzoon van Hendrik van Kaelt, ende hebben de it tl Burghemeefteren eenpaeriglyck angenoemen voor Ghemeensman Jan Coppers is voorts van Richter en Burghermeefteren op de derde Ghemeensman gheftemt, namentlyck de perzoon van Jan Janfs Muller te Caet: waer mede dan het getal van 12 Ghcmeensluyden gecompleteert is: waer oever nogthans egalyck gedelibereert is: ende geconcludeert , dat, indien ten eenigen tyde moegte gebeuren, dat onder de 7 Ghemeensluyden die tot de keur fich ingelotet hebben bevonden mochten worden, twee perzoenen die in naebloet verwantfehap off nae maegtfchap malcanderen beftaen , foo fal eene van de beyoe weederom afgelot worden, ende uyt de andere 5- etst afghelott'e een wederom door lot intredhen Aldus ghedaen op 't Raethuys binnen Almeloo, Ende hebben wy boevengemelte desfen onder handteeken op den 20 Febr. Au. 1S64 Pro vera copia uit het berustende ter Secretarii der Stad Almeloo voor foo ver Leesbaer . ia'1 ■ • tsiboni ca 1 . i itn D. j. Lamberts Secrets. •• abu9iMfêïflo3 robvfll (in dorfo ftond) ■, Acte wegen die Keur der Gemeensluyden. No.  Almelofche Oudheden, i45 N°. 11. Extraiï uit het Keur Protocol der Stad Almelo, Reglement en Ampliatie op de Keur als anders. 1. Op den dag Petri als men de keur zal doen, zullen de Meensluiden tydelyck en profyc te 8 uyren, hun altemaal op 't Raethuys laeten vinden, alwaar den Richter dan meede verfchienen zal, neffens de Burghemeefteren om de fleutels averteleeveren nae oldergewoonte. Dat gedaen zynde fullen de Burgemeefteren Weederom van het Raethuys keeren, ieder nae Huys, off daer het Haar zal goetdunken. 3- Dien volgents fal die Richter de keur van des Heeren wegen doen. 4- Sulx gedaen zynde, fullen de gefworene Meensluiden met haer keur voort vaeren, en fal de Richter nog Meensluiden niet moogen fpargeeren wat voor een Burgermeefter of Burgemeefteren den Heer van Almelo gechoren heeft, voor en aleer de Stade de haere ook hebben gedaan. 5- Vorders zullen de Borgemeifteren ordentlyck op het Raethuys gehaelt worden, om den ghewoontlycken ende daer toe ftaenden Eedt in Forma te prsfteeren. K wes van 't geen in off omtrent de keur, beraetflaeget, geiecht offomgegaen muchte zyn, uit te brengen of aan iemand bekend te maaken, by poenna van fyn Meensmansfchap, ende fal daer en boeven arbitraiyck ende een ander ten exempel als een meeh üdigher geftraft worden. Aldus; comtnuni Confenfu ghearresteert, en geanprobeert van zyn Hoog Ed. Ghebr. van Alme- loo,  Almelofche Oudheden, 24? loo, neffens Burgemeefteren en famentlycke Ghefwoorne Ghemeente. Gedaen op 'c Raethuys den 21 Febr. 1665. (onderftond) me prefente was getekend Pr. Georg Herkel Secret. Pro vero Extraclu D. J. Lamberts Secret. No. 12. Copia van het Origineel beruftende in het Archyf des Huizes en Heerlykheids Almeloo. Ik ondergefchreven authorifere mits defen die E. Henrick van Rechteben Richter des Lantgerichts Almelo, om mynent wegen en uit myn naeme fich te vervoegen op het Raethuys en aldaer voor myn keur de Meensluiden, te ontfetten Goossen Lephars , Lambert Löickas , Peter Backer, Zeyger Peters, en Berent Ruinck, en wederom in derfelver plaats te kiefen, Gerrit Lüickas, Jochem Peters, Jan Hilgerinck , Henr. Swam Glaefemaecker, en Gerrit van Rhaen, gelyck mede te Continueren Daniël Weermans Actum op Petri avont den 21 Febr. 1683. (getekend) A, H. V. Rechteren Almelo Pro vera Copia E. Dull Rigter, K 2 No.  148 Almelofche Oudheden. No. 13. Wy Burgemeefteren Scheepenen en Raeden der btad Almeloo, Certificeeren kragt deefes , dat de uytlpraek of Convenant van den 8 November i6öo tusfehen den Heer van Almeloo en de Stad Almeloo, mede gewaegende van het doen der keur van Burgemeefteren en Gemeenslieden , jaerlyks op l'etn by de verkiefinge van Burgemeefteren en Gemeensheden, ter prefeutie van Burgemeefteren en Gemeenslieden , geheel en van woord tot woord wordt voorgeleezen, en dat wy verftaen hebben dat zulks ook van ouds is gefchiedt Jn kennisfe der waerheyd hebben wy deezen met onies Stads Zegel, en des Secretaris ftibferiptielaaten Corroboreren. Actum Almeloo den 5 Septemb. 1785. D. J. Lamberts Secret. e No. 14. Wy Burgermeefteren Schepenen endeRaaden der btad Almeloo Certificeren kragt deezes, dat in de maand Maart deezes jaars de burgerye deezer Stad by lromilag, en voorleezinge van een briefjen op deeze en geene plaatfen waar in (zo als men gezegd heeft, hebbende wy zelfs zulks niet verftaan) de ■Burgers, met bepalinge echter van hoedienige, opgeroepen wierden, om ten huife van We.'sel Kui.  Almelofche Oudheden. 149 Kuiper twee Stads Burgermeefteren te kiefen, te zaamen geroepen en een groot gedeelte aan het huis van voorn. Wessel Kuiper geweest is. Tn kennisfe der waarheid wy Burgerm. deezen eigenhandig getekent en met onfes Stads Zegel gefegeld hebben. Actum Almelo den 5 Octob. i785- Dirk Bruins Burgemr. W. H. Lamberts Burgemr. Nood Gericht gehouden den 14 Octobr. 1785". r-Dr. W. H. Lamberts Cosf. < en l Pr. J. W. Harwig. Vraagarticulen^ om daar op ter inftantie van haar Excellencie de Hooggebr. S. C. F. Gravin van Rechteren, Vryvrouwe der Heerlykheid Almelo gerichtelyk, onder eede, te hooren. ;, r De Heer Richter E. Dull Nom. test. < en IB. TEN BrUGGENKATE Getuiges ouderdom en verwantfchap. K 3 Op N°. 14. 2do.  I5o Almelofche Oudheden. Op art. r. verklaart de eerfte getuige vier en veertig jaaren oud en niet verwant te zyn ia-Sn 2l U Sfe de ti7eede Setui§e ruitó 50 jaaien oüd en onverwant te weezeu 2. Of getuigen voor weinig dagen uit den mond van Ottq - Lindeman , Gemeensman deezer Stad,/gehoord hebben, dat hy en nog zeven andere Gemeentslieden van Almelo, nevens de Gecommitteerden uit de burgery, op vrydag avond Jaatstleeden op het Stadhuis vergaderd zynde, om-een-Request te tekenen, houdende verzoek aan Ridderfchap en Steden, dat het ge'fchil over de keur niet bepleit, maar door Hun Ed. Mog. bellist mogte worden: en dat hy en de verdere Gemeentslieden uit het voor- leezen van dat Request vernomen hadden, dat daar ingefteld was, dat zV Gemeentslieden de keur van twee Bur germcefteren , in Maart laatstleeden door de burgery gedaan, by onder tekening goedgekeurd hadden: doch dat zy Gemeentslieden daarop hadden ver klaard die- keur nooit goedgekeurd te hebben : en dat zy Gemeentslieden geweigerd hadden dit Request te tekenen • ' en dat daar over bevige woorden waaren gereezen: en dat daar op Jacobus Revius op zyn borst had geflagen en gezegd , zo waarachtig als gy dit niet tekent. krygt gy eene acïie: en dat zy Gemeentslieden daar op getekend hadden 9 Of zo ais m hethoofdzaaklyke de voorz' Ge meentsman Otto Lindeman aan getuigen heeft verklaard. 6 -Op art. twee verklaard de eerfte getuige, dathy op  Almelofche Oudheden. IS1 op laatstleeden zaturdag, den 8 deezer ten huize van Procr. Kevink uit de mond van de Gemeentsman Otto Lindeman gehoord heeft, dat hy en andere Gemeentslieden deezer Stad, zonder het getal te bepaalen nevens de Gecommitteerden uit de burgery den voorigen avond ten huize van Klaas Troost vergaderd zynde, hun voorgeleezen is een Request aan Ridderfchap en Steden, houdende verzoek, dat het verfchil over de keur niet bepleit, maar door Hun Ed. Mog. bellistmogteworden: dat hy, Albert Stemberg, Johs. Ruink, Bertholt Santman, Jan Mollink en Jan Selhort, alle Gemeentslieden deezer Stad, uit het voorleezen van dat Request vernomen hebbende, dat daarmgeiteid was , dat de Gemeentslieden de keur van twee tfuro ermeefteren , in deezen jaare door de Burgery gedaan, by ondertekening goedgekeurd hadden, met malkanderen buiten gegaan zyn en hy, Albert Stemberg, Bartholt Sandman en Jan Mollink met volle zekerheid, doch Joh*. Ruink en JanSelhort met eenige twyfeling verklaard hadaen, die keur nooit goed gekeurd te hebben, en daarom geweigerd dat Request te tekenen, dat daar over hevige debatten waaren gerezen en dat daar op Jacobus Revius op zyne borstgeflagen en gezegd hadde, zowaarachtte als gy dit niet tekent, krygt gy eene attie, en dat zy daar op dat Request getekend hadden. Op art. i, verklaart de tweede getuige, als dat hv getuige-voor eenige dagen uit denmondvanden Gemeentsman Otto Lindeman gehoord heeft ,|als dat zy Gemeentslieden, met eenige der gecommitteerdens uit de Burgery zyn vergaderd geweest, en dat toen haar Gemeentslieden door de Gecommitteerdens uit de Burgery een Request ter tekening was geprefenteerd, inhoudende verzoek aan Ridderfchap en Steden, dat het verfchil over de keur deezes jaars niet bepleit, maar door Hun Ed. Mog. mogte bellist worden, èn dat zy Gemeentslieden, Otto Lindeman, Jan Mollink, Albert Stemberg en Bartholt Sandman ontdekt hadden onder K 4 het  15* Almelofche Oudheden. het voorleezen van voorn. Request dat HP nmeentslieden deezer Stad de keu? van de twee bÏ' Sfef' in dee/en jaare door de Burgen van Almelo gedaan, zouden goedgekeurd hebben nnar da zy Gemeentslieden niet bewust waaren! cl zy ooit een Request van dien inhoud getekend 1ebben waar by zy de voornoemde keur van la Vstleeden Maart zouden geapprobeerd hebben, maafdatjS Golmschate en Jan Selhorst , zynde ook Ge SSl/lden d,eCZf,r Stad' hier over"in twvfelge: ftaan hebben, ofzulksalof niet in dat Request gefttan t^VJ? dfZl Gemeentslieden daar opfewdfevf h f dlt ReqUest te ^kenen en dat daafoTer hevige debatten waaren voorgevallen en dat dair Et tezTgJf lSnedelwdaesReqUeSt d°°r h- GemeenlS 9(-?iAiBur,gemecfleren Schepen ende Raaden der Stad Almelo certificeeren kragt deezes, dat ter in ftantie var.haar Excelencie de Hoog Gebr S C t>?' vin yan Rechteren, Vryvrouw der HeedvkSid Almelo, na voorgaane wittige citatie,"fletSonlv? voor ons in den Gerichte erïcheenen'z|dcHeeï Richter h. Dull en Berent tenBruggenkateIsz de welke na evennering van de zwaare ïtrX dll meineeds en daar op iS forma gepreftêerSn^ëd op voorenftaande vraagarticulen hebben gedeno' ÏSS' a° e" 3lS- °ndcr yder van de zelvf in Eet' breede ftaat geregistreerd mlrn^^f0 del mhcid hebben wy deezen met onze Stadszegel en des Secretaris fubfcïipS ten corroboreeren. Actum Almelo, datumutfuprï ©Ter ordtic. D. J. Lamberts Secrets. No.  Almelofche Oudheden. 153 No. 15Copia. Refolutie. Den Edelen Krygsraad ter ooren gekomen zynde, hoe dat zig hier ter ftede verfpreiden zeeckere gerugten, als dat het Edele Vrykorps zoude zyn ingericht om zig te opponeeren tegen het Huis te Almelo, als mede ter te rugneeming van de zogenaamde Reute, ter vernietiging van de belasting op de turffchuiten en dergelyken, zoo ook de verfpreiding van Lafterfchriften en pasquillen, en inzonderheid van zeker onlangs voor de Bank van Leening aangeplakt Libel, al het welk door kwaalyk geinformeerde of gefinde Lieden word ten laste gelegd van gemelde Vrykorps: Zo ist dat de Krygsraad , tot voorkoming van alle zulke geruchten, en daar fomtyds uit kunnende voortvloeijen nadeelige gevolgen, goed gevonden heeft te declareren, dat dit een en ander niet alleen onwaar is, maar daar en tegen te gebieden, zo als dezelve gebied by deezen, aan alle de Leeden deezes Corps, zich te zullen onthouden van alle zodanige discourfen, die tot fuftenue van het hier boven gemelde zouden aanleiding geeven en dat wat aanbelangt het formeren en verfpreiden van pasquillen , de Krygsraad zo veel mogelyk onderzoek zal laaten doen naar de Aucteurs derfelven , en dezelve ontdekt zynde , zullen geftraft worden met volftrekte Casfatie uit dit Corps en verklaaririg van onbequaam te zullen worden verklaart, oojt wederom onder het zelve dienst te kunnen doen. Ter ordonnantie des Krygsraads (was getekent) G. H. Koster Secretaris Pro vera -Copia E. Dull Rigter. K 5 No.  154 Almelofche Oudheden. No. i6\ o wy..BurSermeefteren Schepenen ende Raadender btad Almelo Certificeeren kragt deezes, dat de zogenaamde Reute, leggende bezyden de Allée voor t Huis Almelo, en voor ongeveer thien jaaren voor Rekeninge van den Huize Almeloo aangegraaven, in het Landgerigte der Heerlykheid Almeloo gelegen is ö Jn kennisfe der waarheid wy deezen eigenhandig ben Cn raeC °DfeS Stads feSel gelegeit heb- . Actum Almeloo den 3 Odlob. 1785. Dirk Bruins Burgmr. W. H. Lamberts Burgemr. (lTs) No. 17. Copia. Memorie van fodane penningen, als door de Gecommitteerdens van zyn Excell. het Gerigte en de Stad weegens die in den jaare 1759 ver kof te Velt gronden zyn op het Stadhuis gebragt, en by tellinge zyn bevonden. in  Almelofche Oudheden. 155 in verzegelde zakjes de f' van ƒ 1331 —8 — * 1759 den 1 Octob. hier uit aan de Heer Rigter Hein voor Rekeninge van zyn Hoog Graafl. Excell. vooreen derde part provifioneel bet. ƒ 35o * * - ' nog aan zyn Wel Ed. voor het Gerigte -— 350 - * - * nog aan de Stad — 35° - * - * nog aan Proc. Harwig bet. 3 .12- * 1760 den 3 Maart aan de Kerkmeefter Aersen tot een beenhuisfen provifioneel bet. ƒ 100 - * - * aan Hermen Grobben wegens meten van de aanllagen bet. ï - 6 - 9 —/ "54 — 18 " afgetrokken blyft nog in casfa voor het gemeen te verdeelen de B van ƒ 177 Dus voor zyn Excell. hier van een derde part -—— ƒ 59 - * - " Voor het Gerigte — ƒ 59 - * Voor de Stad ƒ 59 - - * ƒ 177 -.'*•* Accordeert met het ónder de aan my zeer wel bekende hand van wylen de Heer Rigter Jan Êrederik Hein aan my vertoonde E. Dülx Rigter. Nb.  *56 Almelofche Oudheden. N°. 18. Copia. De Geconnnitteerdens wegens de Stad Almelo als Burgemeefter Jannes Bolck , Lucas Hagedoorn en Ulrik Jan van der Horst tot verkoopmge van de onlangs uitgeftokene aenflaegen en gronden werden verfegt, om aen de Koopman Bernardus Spyker te willen overtellen haer gerechte Contigent, ot derde aandeel uit de kooppenningen van de yerkogte aenflaegen geproflucert, en tan de Stad Almelo voor dat derde deel Competerende en dezelve tot afbetaelinge uit kragte van eene Obligatie, fo gemelte Spyker ten mynen laste, en lfe ten behoeve van den opbouw, 'der Almelofche Kerk van den zeiven hadde genegotieert, en welke penningen door de Burgermeefteren, en Gemeenslieden der Stad Almelo, aan my als Heere en Coliator der Kerke alhier ten dien einde zyn geconfereert, en opgedraagen, foo quitere ik in deezen aan gemelde J3ecpmmitteerdens. Actum op den Huize Almelo den i3M December 1756. (Onderftond) A. P. Z. GraafF van Rechteren Almelo Ingevolge voorenftaande asfignatie bekenne uit handen van de Heeren Gecommitteerden daer by vermeit ontfangen te hebben de fommavan zestien hondert achtien Car. guld. Dieswegens quitere bv deel en. Almelo den 14 December 1756. (was get.) ƒi5i8 - * - f Bern. Spyker Pro vera copia van het ter Secretary der Stad Almeloo berustende D. J. Lamberts Secrets. No.  Almelofche Oudheden. 157 No. 19. Wy Burgermeefteren, Schepenen en RaadendeiStad Almelo Certificeeren .kragt deezes, datonsuic de ftukken op het Stadthuis alhier berustende gebleeken is, dat allbdane penningen als van de aanHagen in den jaare i777 &1778, aljuer verkogt, fyn geprovenieert, en welke in driedeelen , alsnamelyk; Een deel voor de Heer van Almelo, Een deel voor het Landgerichte der Heerlykheid en Een deel voor de Stad Almeloo, hadden kunnen en moeten verdeelt, alle gecmploieert en uitgeteld zvn tot betaalinge van de kosten van den opbouw der Spitfe op den Kerktoren en tot reparatie van de Kerk alhier „ , Tn kennisfe der waarheyt wy Burgerm. deezen eigenhandig ondertekent en met onfes Stads Zegel gefegelt hebben. Aftum Almeloo den 5 Oftob. 1785- Dirk Bruins Burgmr. W. H. Lamberts Burgem. N°. 20. In faaken van arrest voor my Carol. Frederic Cramer Richter van Delden, ende in defen gelurrogeert inftede van den Richter van Almelo allnoch  158 Almelofche Oudheden. ftrydig ende ongedecideert hangende tusfehen den Secretaris Gerhard Boom in qualiteit a!Fi«Sa?Z 5SS! dC^°°rghCy4 ^ HnueseSeH^ eWykh yd Almelo en Vnefenveene Klaeger en Imoetrant ter eenre, endeAlbert Fb^iks Jo»ii°PoffiS bv reasfumtie naa desfelfs overlyden , Lucas Tonker de rato gaverende voor fyne'abfente, Broede? el Susters Engelbert Timmerman, HermaÏsmew ofFnu by gelyke reasfumtie deszelfs weduwe, Ses Janszen Sange, Berend Janszen Berkhoff enS ^Z°7zy7e\ Gedaagde" eDde G-petreerdens Alwaar de Fiscaal Klaeger by juftificatie van Ar rest in dato den rjdep. December 1742 "ede vooï' draagen, dat desfelfs Hoge Fleer Pn?nemt)7^ Excellentie de Heere Graaf vX5 b„v ten eemge Conteftatie Vryheer end^SferVyS foude van de Heerlykheyd Almelo en Vriefenveene, dat ook uyt dien hoofde mede aan zyn Hoog geboren het recht van de rivieren/water ende E men met derfelver Sluyfen en Zielen als eene der cSeeteredna.er ™ mollen foudt Dat daaromtrent met deszelfs Heeren Predeces feuren met alleene een plenair ende volkomen recht van eygendom foude hebben, maar daer van teffens ook foo by de verpagtingen als anders, de vrugten pro venues ende opkomften van dien alltoos vry ende onbefpi^rt geprofiteert ende genoïn foude hebben, ende dus daarvan altoos in efne ge- l^P°!i SÖe' fU]US mitii non extat memoria, feweest ende tot hier toe gebleven foude fyn Dat fu\kr m voegen voorfchreven ook mede dusdaniï gelegen foude fyn, omtrent de Ziele of Sluisfe if den ftroom ofFfchipbeekeen vaarwater op hë vriefenveene by het Huis van den Koyker gelegen, fynen oorfprong nemende uit de Bavesbeke Inde de m de Blanke meer en verder Vreede wateren en Pu-  Almelofche Oudheden. 159 Publyke ftroom van Hooggemeldten Heere van Almelo ende het Vriefenveene. Dat voortsjin reguarde ,van de Sluyfe offZiele ende over defelve fo wel de vorige als tegenswoordigen Heer van Almelo teffens van ondenkelyke jaaren herwaards vry onbefpiert naa hun believen ende goedvinden .vryelyk foude hebben gedisponeert. Dat hier van daan ende ten bewyfe van dien daar toe eenig ende alleen en alltoos eenen Sluyfcwagter off Sluyter foude hebben gedispicieert ende aangefteld , die dan vervolgens ook altoos ende daagelyks des morgens voor, ende des avonds naa fonnen op-en ondergang de voorfchreve Sluifemetden Sleutel, hem'daar toe van den Huife Almelo gegeven, loss- ende wederom toegeftoten, ende uit de naame van desfelfs Heer Principaal de provenue en opkomften, daar toe ftaande ende van de Schuiten aldaar pasleerende, vry ende onbelemmert, fonder de minfte oppofitie, contradictie, offte infpieringe geprofiteert ende genoten foude hebben, gelyk dat onder anderen de bygaande Acte van den Sluyfenwagter Gerhard Bartelikk in dato den afcften. July 1699 zyne relatie hebbende tot de anterieure acte van desfelfs Prsdecesfeur, ende Conform met die van den' tegenswoordigen Sluyfer off Sluyfewagter Ad. Henr. Barteltnk foude uytwyfen. Dat des alles onaangezien evenswei nogh eenige oproerige menfchen, mede jngefetenen van het Vriefenveene ende onderdaanen van gemelten haaren Heer, fpecialyk ende in perfoon de gearrefteerde is met hunne verdere complicen figh niet ontzien hebben fouden,maar tot dieonverfchonelykeftoutheyd ende niet te min ftraffbaare feitelykheyd overgegaan ende vervallen zyn zouden om op den 4Je». en 5de". defer, dus in twee diverfe reifen op hunne eigene authoriteit, ban en boete, aan de voorfchreven Ziele off Sluisfe (waar aan quod probe notandum, voor heen nooyt een ander Slott als dat van den Huize Almelo geweest fyn foude, nogh ook voorheen  i6o Almelofche Oudheden. niemand anders een Sleutel gehad foude hebben, als die van welgemeldten Heer van Almelo daar toe fuccesllvelyk aangeftelde Sluyfewagter) hun eigen flott en ketting voor te flaan ende aan ce hangen , maar die ook in weerwille van den tegenswoordigen Sluifewagter te fluyten, ende te ontfluyten, hem in desfeifs functie empechement infpieringe ende belet te doen, ende figh fo doende van dele Sluyfe ende het Heerlyke recht van Hooggemelden Heer van Almelo daaromtrent op eene ganfch ftralFbaare bykans ongehoorde ende niet te min feycelyke wyfe te vermeefteren , ende vollkomen meefter te willen maeken , niet tegenftaende de iterative waarfchouwinge hier tegen van voorfchreven Sluyfewagter aan hun in der minne gedaan omme figh van diergelyke ongeoorloofde attentaten te onthouden. Jaa, het geene nogh meer te verwonderen ende bykans onbegrypelyk fyn zoude, onder defe onbefchaamde all vry ltoute en anftotelyke, dogh niet te min belachlyke redeneringen , dat het hunne ftroom en fiele of fluyfe was, dat zy daar eygenaren van waaren, en fe wilden fluyten, en de Geesfterfche Turff niet wilden laaten pasfeeren. Dat dit infaSto waarheyd zynde ratione juris van felfs foude fpreeken , ende peremtorie volgen moeten dat dus dan ook hierdoor deefeBeklaagdensfigh aan de uiterfte violentie, des obediëntie ende enormfte feytelykheden aan hunnen Heer, des felfs gefagh ende Heerlyke regt fouden hebben fchuldig gemaakt , ende dies wegens naa bekende Dispofitie van regten ende Conftante practyque, fonder de minfte verfchoninge punibel en ftrafbaar fyn fouden. Invoegen dan ook den Klaager nomine Fisci ac ratione Officii in reguarde van dele fo grote excesfen ende begaene delicten, ende tot maintenuevan het gefagh, regten en privilegiën van desfelfs Hooge Heer Principaal niet foude hebben kunnen ledig ftaan tegens defe Bellhamers in regten te yveren, . en  Almelofche Oudheden. 161 cn defelve door Competente middelen zoo veel moogelyk te beteugelen, ende tot betere gedagten te brengen, hebbende tot dien einde dezelve op gisteren alhier praefent vindende, laaten arresteeren, ende vervolgens tegens huiden binnen den tyd van vier en twintig uiren laaten citeren, om tegens defelve van Justificatie van Arrest te dienen, doende overfulks ex diStis dicendis nobiliterque judicis officio fupplendis omni meUori modo via ac forma Juris eontendendo concludeeren. Dat de Gearrefteerdens alle en een jeder in het byfonder, ter caufe van de gepleegde violentien en faytelykheden, by Decifie van delen Wel Edelen Gerichte ten profyte van de Hoogheid voornoemt fullen worden gecondemneert in eene boete van Duifent daalders offte in zodane andere arbitraire poene en ftrafTe, als de anltaende Heer Referent ex caufa meritis fall oordeelen te behooren, met Condemnatie van hun Beklaagdens in de kosten defer Proceduire ofte foo en als omni melioro modo fal» vis &c. Waar tegens de Gearrefteerdens by Andtwoord van den 28llen. Maert 1743 in fubftantie deden regereren. Dat by de Justificatie van Arrest haar foude te laste gelegt, ende voor eene misfedaet angerekent worden , het gene naar rechten alle Eygenaarea omtrent het haare te doen gepermitteerd zyn zoude, ende in allen deele vryftaan, alfo het een bekend, en onbetwistbaar fundament van rechten fyn foude, quod nemini faciat , injuriam, qui jure fuo utitur, juris enim executio non habet injuriam L. 13. ff. de injur. fulks dat by nootfaakelyk gevolgh niemand foude misdoen, die alleen zyn recht gebruikt. Dat fe dit dan tot een regtmatige grondtfiag van defenfie aangemerkt hebbende verklaaren, dat zy als jngefetenen van het Vriefenveene fyn Excellentie den Heere Graave van Rechteren als haaren Heer erkennen, dogh vertrouwen, dat fyne Excellentie geensfins foude ontkennen, dat in den jaare L 1420  IÖ2 Almelofche Oudheden. 1420, door den doenmaligen Heer en Vrouw van Almelo zy gegeven aan de bewooners van t' Vrieienveene een Brief tot haare gerustheid, hoe zy dat Veene fouden mogen gebruiken , onder uitdrukkelyke beloffte hen te willen helpen mit rade ende dade, daar zy dat Veene beteren , waar des te doene is, (dus fouden de woorden felfs luiden) des voorgefchreeven Veens mit fynen vrven opgang gunnen te bruyken , alfo fe dat va'n oldes hebben gehad an defen dag to in befitthener weer geweefen &c. Vort meer den vorgh. Buren op den Veene horen vryen watergang van Bauwers beken hen an Wederder Voort vry ende kommerloos, wert dat eemgen man of? menfche den bekommerde, foo fullen wy voet-ftandes , wanneer zy ons dat klagen op den Huife Almelo um die watergang ontruimen laeten, ende ruime genoeg doen maken: m voegen der watergang van Bauwers beke tot aan Wyrderner Voort een vrye watergang, van de jngeletenen van het Vriefenveene zynde, derhalven zeer belachgelyk zyn foude het geene van Regalien gebeufelt wierde, waarover men figh niet breeder foude uytlaaten. En dewyl tot eene vermeinde befchuldiginge van de Gerequireerden in den 29'ren. articul ter neder was geftelt, dat defelve gezegt fouden hebben, dat het hun water en Ziele off Sluvfe was, dat fy er Eygenaars van waren, ende fe w'ilden fluvten en den Geesterfehen turff niet wilden laten pasfeeren, io hadden fe dienftig geoordeelt, om de toekomltige Heeren Referenten eene klaare bevattinge der iaake tc geeven , voor eene onwederfpreekelvke wai-rheid voor te draagen. Dat op het Oostereinde van het Vriefenveene gelegen fyn fouden een groot getal Akkers , die Hoevenakkers genaamt fouden worden, welke fituatie, en dat daar een dyk rond om levd uyt Oculaire mfpeftie ten vollen foude blvken kimncn , hoedaane Hoevenakkers geen gemeêne maar particuhere landen zyn foudtn, welker Eygenaars ook Hoe-  Almelofche Oudheden. 163 Hoevenaars fouden worden genaamt, ende als een foorte van maatfchappye onder haar fouden hebben. Dat die ten besten van haar felfs, en ook mede tot commoditeit van alle de jngefetenen van t'Vriefenveene in haare eygendomelyke akkers een fchipfloot fouden hebben gegraaven, "om haarTurff daar door naar het Vriefenveene aff te vaeren, hebbende zy twee Sluyfen in haaren gegraaven fchipfloot gefet, om het water by droogte te kunnen behouden voor haar Vee, dat op die Hoevenakkers geweidet word, ofF in natte jaaren by overvloed hec water te kunnen laaten affloopen. Dat dit alles waaragtig , ende eene volflrekte waarheyd fynde , gelyk uit de Oculaire infpectie all mede foude blyken kunnen, het buiten contradictie wefen foude, dat den felven Schipfloot en Sluyfen de haaren zyn , ende tot haare dispoiitic ftaan, als een effeftus dOmihii zynde, met haare eygen landen te handelen naar welgevallen, daar in Slooten te graaven, foo als fy goedvinden, ende het water, dat in die Sloten is, te behouden, of te laaten afloopen, foo als zy het meest dienftig oordeelen, En wanneer haar Turff door de Schipfloot en haare Sluyfen gevaren (gegraven ftaat abuiive in het andtwoord) is, fo fouden de Schuiten komen in den vryen watergang, die aan de jngezetenen van het Vriefenveene by de voorgemelte brieff in den Jaare 1420 door den doenmaeligen Heer en Vrouw van Almelo gegeven fouden hebben , ende geaccordeert, ende dat ook noyt gedoceert foude "kunnen worden, dat ooyteen Heer van. Almelo en het Vriefenveene de voorfchrevenSluysfen fouden hebben gedaan maken ende bekostigen , maar dat die altoos fouden zyn gemaakt ende onderhouden door de Hoevenaars, gelyk fulks notoir zyn foude, en uit de verdeelinge der lasten off Hoeven Cedule aangetoont foude worden. Soo foude des Fiscaals opgeraapte aftie ten eenenmaal van zelfs vervallen moeten; door dien de L 2 Ver-  TC4 Almelofche Oudheden. Verweerderen buiten alle redenmaatige contradictie bevoegt ende berechtigt fouden fyn geweest, om haare eigene Sluyfen te doen fluyten, om dus voor te komen, dat den Sluyter tegens der Hoevenaren goedvinden geenen Geesterlchen turf door haaren Schipfloot en de Sluyfe vorder mogt laten pasieren. Dat hier by, zo als het zelve met eene Condfchap van veertien Getuigen foude beweezen fyn, komen foude tot meerdere bevestiginge, dat zy als Eygenaaren defelve Sluyfen op haare kosten louden hebben onderhouden, ende nieuwe Sluyfen laeten maeken, welke kosten dan over alle de Hoevenakkers wierden verdeelt, die door de Scholtus van het Vriefenveene fouden worden ontvangen, als uyt de overgelegte Hoeven Cedulen van de jaaren 1729. 1^732. 1738 foude confteren, van welke lasten uit Confideratie, het welke opmerkelyk zyn zoude, de Heer Graave van Rechteren die eenig Hoevenland foude hebben, gehooredde onder eene Vicarye, gelyk ook den Armen altyd vry gelaaten zyn fouden. Dat daar mede dus overvloedig beweezen ende aangetoond zynde, dat de Hoevenaars als wettige Eygenaeren van haare landen, Schipfloot en Sluyfen , uit hoofde van het eygendoms regt ten vollen bevoegt iouden zyn geweest, omme haere Sluvfe met een keten en Slott te mogen fluyten, ten einde tegens haar goedvinden geen Geesterfehen TurfF daar door gevoert mooge worden; c-verfulks de Verweerderen dat Factum ook niet fouden hebben ontkend, gelyk de Fiscaal in den 29. 'art. der pratenfe justificatie foude hebben ter neder eeftelt. to Dat zo men nu het vermeinde bewys van den Fiscaal by het ligt befchouwt, het zelve voornamentlyk foude beftaan ende berusten op eene geproduceerde pagt cedule van den 22^". julyi699, volgens dewelke Gerhard Barteling gewefen onder Scholtus op het Vriefenveene, die van de Hoeve- nae-  Almelofche Oudheden. 165 uaeren tot Sluyter van haare Sluyfe foude wefen aangeftelt, fonder eenige de minde kennis van haar, apparent om particuliere redenen ende infigten van hem Barteling , die Sluife quafi in pagt genomen foude hebben, van den doenmaligcn Heer van Almelo en Vriefenveene, maar dat fodaene vermeinte verpagtinge buiten kennis ende wetenfehap van de waare Eygenaar'en ondernomen aen haar geea naedeel foude kunnen toebrengen , noch aan den Heer Verpagter eenig regt geeven, gelyk uit het vooren gededuceerde notoir wefen, ende dus geene adftructie noodig hebben foude; dat by de Fiscaals Condfchap Jub E. de eerlle Getuige Reint Bruins op den £4. L. M. N. O. P. Q. R. S. T. U. X. Y. en Y^o. z. en Zzao. ge'ëxhibeert den 26 Octob. waar byeene Kaarte/ró. Num. 7.Duplycq geëxhibeert den 17 July 1749.cwk Documentis fub A en B. fub. Num. 8. inbedongen ftukken voor de Gedaagden geëxhibeert den 17 Septemb. 1750 fub. Num. 9. twaalff inbedongen ftucken voor den Aanlegger fub. Num. 10. Rekeningen van de Bediendens van den Aanlegger en hem felfs (op den Inventaris ftaat met een andere hand desfelfs) fub.Num. 11. Rekeningen van der Verweerderen Bediendens en haar felfs fub. Num. 12. alles conform den Inventaris daar vanopgerigt, en door Bediendens ten wederfyden ten overftaan van den Heer Richter Cramer in dato den 26 October 1752 betekent. Voorts gelettet waar op in defen tot adminiftratie van onlydige Juftitie eenigfints te letten ftonde, infonderheid; Dat alhier over twee poincten gedecideert zal moeten werden, Eerftelyk over de principaale faake, ende dan ten tweeden over fekere dages koften volgens verfoek ende Conventie van wederzyds partyen, daar van in de protocollaire Recesfen.van  168 Almelofche Oudheden. den 27 Maert 1749 et ante, enden 8 May 1749 ervin dlyk. Dat, wat het eerjle betreft, het partyen, fpecialyk den Aanlegger behaagt heeft om deeze proceduire met eene meenigte van veelvuldige ende veele onnodige Documenten, welkers lecture en examinatie ons geen geringe moeite en tyd gekost heeft, boven maeten te overlaeden, ende uit alle dien omflagh fodanige verfchillende en teffens extravagante illatien te maaken die het verfchill poinct, fchoon anders, ende eenvoudig op figh felfs aangemerkt, ganfch niet bezwaarlyk te decideeren, met den eerften opflag niet weinig duister komen te maken. Want daar den Fiscaal Klaager met alle magt poogt te beweeren allhier eene lo verre gaande misdaat te wefen begaan, waar door zvn Heer Principaal als wettige Posfesfeur van de Heerlvkheid Almelo en Vriefenveene op het aller fenfibélfte in fyne hoge regten, ende de rullige posfesfie van fyne all oude Regalien ende praeeminentien door fyne eigene onderdanen met kwaad opzett zy gcfioort ende gevioleert, jaa in eigener perfoon,'en in fyne affgegevene ordre door dezelvejnjurieufelykgevilipeiideert, hoedaenige misdaat in opfigte van den Heer begaan feekerlyk eenefeeratroceinjurie ende foo veele te ftrafbaarder geweld impliceert, als alle diergelyke delicten bekendelyk ratione perfonm patiemis. plegen meerder off minder punibel te wefen, DD. adtit. % et ff. de injur. et ad L.juliam de ft puhlwa adde Replycq art. 99. et feqq. Soo hebben daar en tegens de Beklaagdens, erkennende iubmisfelyk den tydelvken Heere van Almelo en het Vriefenveene "voor haaren wettigen Heer ende Posfesfeur van alle de Hoogheden , praarogativen ende Regalien aan dezelve Heerlykheid toeftendig, fonder denfelven offte nu offte immermeer in de vrye oeffeninge van alle defelve te willen offte te hebben willen ftoren, alle haare vermogens aan de andere kante in het werk geffelt, om-  Almelofche. Oudheden. *69 «mme aan te toonen, dat alle het geene in deezen dC haai verrigtet is, haer luiden yryelyk te doen Sonde, iuftinerende als privative Eygenaere, alleenlyk haar regt te hebben geëxerceert ende alfo nogh niemand ter wereld,men gefwvge haaren Heere te hebben verongelykt, welkcis Regalien derhalven ook geenfints ten procesie in confideratie behoorden te worden gelegt, woedaamgen daat wederom ten eenemaal naa de bekende dispofitie van regten, die will, quod quimrejuo utitur, nemini injuriam faciat. L. 13. §. 1. ff* de in)u,*L p. de R f.confer. *t Antwoord 10 pr et Duphcque art.,* ftraffeloos zyn kan. Dat wy defe faake op eene foo feer van weerkanten verfchillende voet vindende behandelt te wefen, overfulks gememthebben, onfe groote forge in de eerfte plaatfe te hebben moeten wefen, omme ons van het factum meeftei te maaken, ende fodoende nauwkeurig toe te hen, SaïtoMn ten nadeele van de Beklaagden» door den Klaager wiens onvermydelyken post, ais i\aniptr^er, dit, lbnderlinge in caufa hoe ïiscali, geweest is, bevonden wordt te zyn beweefen, volgende daar in de lesfen van Frederik a Szms3quiconfü 1 ■?<■>. pr. dicebat, congruum refponfum a JunsLonfulto darinonposfe, nifi fa£tum percipiat. van jEgid. Wurm. conjil. 48. num. 1$. qui docebat> quodjijactum non est eer turn t Juris Confultus non potestrejpondere; van vader Baldus, en anderen by Koesen. Thes. loc. comm. lib. 6. Cap. 7- num. ii. et 12. Dat wy dien te gevolge dan de hinc inde geappliceerde ftukken ende daar uit gededuceerde railonnementen in eene attente overweginge genomen hebbende, bevonden hebben ten genoegenregtens alhier te zvn geprobeert. Dat in het Oosteinde van het Vriefenveene verfcheidene Akkers leggen, die de Hoeven Akkers cenaamt worden, ende aan particuliere Eygenaaren foebehooren, waar door eene gegraavene vaart de Schipfloot offte Schipbeke genaamt, heenenloopt, foo dat het water beneden het Papenvonder uyt de L 5 *3a"  J7o Almelofche Oudheden. Bavesbeke daar in komende figh door defelve bv langs de Peters wal! in de Blankemeer ontlast Dat op dien Schipfloot onder anderen buiten de Hoeven eene Sluyfe legt, by het Koykershuys! het welke den Heer van Almelo toebehoort, dat over die Sluyfe van alloude tyden een Sluyfe wagter de directie, om defelve te fluyten ende te ontfluvten, gehad heeft, ende allnog heefft, die van de Schuiten daar door willende alitoos ook Sluyfe geld 'genoten heeft, en wel van de Vriesfenveensfe ee- Tnen ftuiver, maar van de Geestersfe Schuiten eenen icnelling. Dat deeze Sluyfewagters fuccesfivelyk zyn aangeftelt door de Vryheeren van Almelo en Vriefenveene, die daar voor jaarlyks aan pagt betaalt hebben ende ah nogh aan deezen tydelyken Heere betaalen vyfftien Guldens Immers dat eenen Wesscher deefe: pagt betaalt heeft, ende ook door den Heere van Almelo aangeftelt is, blykt duidelyk uit de Reproductoire Condfchap van eenen Tan Janssen oud 74jaaren, by Replycq fub D. adinterr. 13. gevoegt met Swier Lamberts , oud 80 jaaren lub O-, adinterr 2. 3. 4. 5. en de oude blaffers van den huile Almelo ƒ«* K. alle by Replyque. En dat het even ioo met fyne auccesi'euren "wylen den Onderfcholtus G. Bartelink, die op den 22 July 1600 aangeftelt wierde, en tot 1723 gebleeven is, mitsgaauers met deszelfs Zoon den tegenswoordigen Sluyter gelegen is, kan gedeeltelyk uyt opgemelde Documenten, ende verders uyt de Condfchappen fub A. by Replyque gevoegt met de Acte van Verpagtinge by Aanfpraake of Juftificatie van Arrest fub C. en fub D. confteren. J Dat voor dele Sluyfe van alle tyden herwaarts, fo lange jemand heugt, maar een enkelt flott gehangen heeft, waar van de fleutel altoos bydefenSluvfewagter in bewaannge is geweeft, die ook alitoos guiten onderfcheyd de Geefterfche Turfffchuiten ioo well, als de Vnelenveensfe, mits maar betaaiende, gewoon was, door te laaten, fonder datjemand  Almelofche Oudheden. mandooyt, behalven dés Heeren verbod, daaromtrent eenige beletfel heeft gemaakt oftte-geleden, en fonder dat ook figh de Beklaagden;; offte Hoeveis met de Sluyle en het fluyten oftte ontfluyten Eebben bemoeyt, integendeel dat den Heere van Almelo ende het Vriefenveene figh niet alleen het bellier van defe Sluyfe, maar daar en boven ook de directie over de geheele Schipbeke, loo verre heefft aangemaetigt, dat lchoon wel oe Vrieienveners, voltens haare Condfchap by Duplyque overgelegt, het fchouwen van defelve aan Gelwoprens mogen hebben aanbevoolen, egter ook zyn Excellentie omtrent het opruimen van defelve, io wen, als van de Bavesbeke en den weg van^het Super, olus, fyne ordres niet alleene heeft aftgegeeven, en die gene, die in het opruimen tegens haar land waaren gebleven in gebreeke, gebreukt heeft, met verdere ordre, aan het Gerichte, omme fyne aangeftelde luiden, de behulpfame hand te bieden,gelvk uit de Condfchap van eenen ]an Berkhoff en Gerrit Lucas fub F. ende haare aanftellinge van den 21 July 1731 en 20 Aug. 1731 Sf L-ZeZ°tf met de elucidatoire ftukken fub L. M. en O.alleagter de Replyque op het klaarfte geblykt, maar dat hy daar en bovenden Vriefenveeners bereets m den iaare 1687 op eene boete van tien oude Schilden, en by inname in den jaare 1690, op.eene: boete van twintig Goldgulden en tien mudde Haver met den Turff verboden heeft Geefterfchen Turff en Kolen er door te vaeren, gelyk mede het Document.fub M. daar defe Schipfloot den gemeenen Scnipiloot genaamt, ende met het Document ƒ«& IV. wederom by den Replycque bewefen word; daar den Heere defelve, als by ratiocinie ligt aff te leiden is, onder de wateren van fyne Jurisdictie bevat, om dat den Schipfloot het voornaame water, en deeleSluyfe de eenigfte pasfage was, om den Turft ende kolen uit Geefteren te kunnen vervoeren. Dat defe ordres niet Clandeftme zyn aft-gegeven, immers dat die van 1687 ende 1690 Jub M  Almelofche Oudheden. £E« of* eenige de minfle beweging bevonden' worden te hebben gemaakt, voor den iaare i^o als wanneer het gebeurt i« • J • ?42' nen van v gepeurt is, dat eenige ingelete- Heer ?n • VnefeDveene de° tegenswoordigen « f fvi m,wie,n zy daar mede defe directien niet onduidelyk erkenden, hebben verfoec Se den doorvaart van den Geeftersfen Turff teverbie- Het welke deefe luiden ook well in den eerfren op den 23 Oetober :742 geaccordeert Ys, utifub dit ïerbodyCquir f * ^P'Kcque.dandenHéï w lkS, aanmerkinge van het nadeel, het welJce gebleeken was, door de Stadt ende het Ge ende i R5P'ycque annex, kort daar aan, h J>L f ?n dato, den 3o November i742 weder ïl,^nde inZetrrokke»> foo zyn daar op defbBe It tlTeX1^ gaa"de Sew°rde°> en§e nebben via jacli ende eigener auctor teit, op eene fnfiV ÏÏÏ'rfr"^ ^genaars, Heeren eTde Meefters" van defe Sluyfe waaren, voor defelve in weerwT Lr30!?611 S1"7fewagcer ni« alleene een tweede flott het welke er noyt te vooren was aan S? weest, gehangen, dezelve geflooten ende ontflfo. ten, nae welgevallen, maar fulks ook in fuiken violenter1 geftalte ende fterke omftandigheden gedaan plnofeei .nt^'""6 derez,es «ySchreven, heeft gepoleert, ende met verfcheidene Getuigen fndaa mg heeft bewefen, dat de BeklaagSs get ievaT zoo als h^md, gebeurt is, ,„et exemtie al efnvan btx*^^^0^'i,,atien' Co™ oei waar, by hun and woord wel verre van te ontfesfee?engen0eêfaam CDde voIImoDdiS komen te con- Dat  Almelofche Oudheden. i?3 Dat wy ons op defe wyfe de fpecies fatti in desfelfs faakelyke pofiture ende de bewefene omftandigheden hebbende voorgeftelt, ter werek geene fwaarigheden hebben gevonden, om met alleen den Heer van Almelo en Vriefenveene voor zo verre allhier nodig, voor Posfesfeur van het recht, ende de directie op en over defe Sluyfe, maar omme ook dien ten gevolge de Beklaagdens in defen voor die gene aan te zien , die figh aaa fpohe voor leker hebben fchuldig geftelt, ende uyt dien hoofde alfoo behooren te worden geftraft. Want dogh alle de Sluyfewagters, voor zo verre er geheugen van is, zyn door den Heer, fonder eenige iudicieele of extrajudicieele oppofitie, offte bekende proteftatie, fuccesfivelyk aangeftelt, ende hebben aan den felven hunne jaarlykfe pagt voldaan, felfs foo, dat in den oudften Pagtcedul, die voor handen ls , van 1699 uytdrukkelyke relatie tot voorige aanftellingen van fulke Sluyfewagters gemaakt word; waar uyt men voor den Heer uyt kragte niet alleen van de ftatutaire, maar felfs van eene immemoriale prasfcriptie tot de beftendigheyd fyner posfesfie veilig heeft kunnen raifonneeren, immers voor foo verre het ftukke allhier, omme ter Condemnatie te kunnen komen, van aanmerkinge heeft wefen moeten. Souder dat de praatenfe aanftellingen, daar de Beklaagdens, als door haar gedaan fyn fullende, van gewaagt hebben, defelve eenigermaateh heeft kunnen vitieeren. Want fchoon het well de waarheyd.zy, dat er door de Beklaagdens by hun andtwoord onder haare veertien Vriefenveeners fub B. defe en gene Getuygen zyn hervoorgebragt, die verklaart hebben, dat niet alleen den ouden Wesscher , ende Gerrit Barteling door de Hoevenaaren fouden zyn aangeftelt, ende de jonge Wesscher, offte Jan Lucassen volgens fyne eygene verklaannge, hoewel! hy eenige jaaren de plaatfe voor haar ail bedient hadde, maar dat ook eenen Jan Hogen, fchoon hv feide de Sluyfe van den Heere van Almelo ge- pag-  174 Almelofche Oudheden. pagtet te hebben, geen Sluyfewagter gebleven, offte gelyk eenige zeggen weggejaagt zy, foo is het evenswei fulks, dat foo men diefelve Condfchap , ende der Getuygen depofitien , met het geene zy vervolgens ter requifitie van den Fiscaal by reproductie gefegt hebben, gaat confronteren figh datelyk ontdekt, dat aan de eene kante het inftrument felven ende die geheele depofitien geene vim probandi alitoos hebben , alfoo defelve voor den Scholtus Johannes Cruis op den 15 Maart 1743 belegt zyn , die notoir ende uitwyfens de Documenten by Replycque fub liter. T. geinteresfeert in de Oofter hoeven gegoedet, ende om die redenen tot het affhoren van defe Getuigen alfo weinig, als een Richter inpropria caufa admisfibel was, als overvloedig met de redenen ende aucf,orireiten van regte uyt Stryck de fufpic. cap. 3. num. 13. Brunnem. proc. civ. cap 7. num. 19. Maynard. dec. Tol. libr. 1. dec. 88. num. 1. & 3. et Hartm. Pist. praSt. obferv. libr. 2. tit. 15. obferv. 15. num. 12. ter Replycque aangetoont is, terwyl aan de andere kante de Getuygen offte verwandt off geinteresfeert zyn, of van horen feggen fpreeken, off in het onfekere , fonder beftendige redenen van hunne wetenfehap te geven, fchoon daar naa by Reproductie gevraagt, en fonder te weeten op wat tyd, off wat plaatfe, off op wat voorwaarden die aanftellinge verrigt zy, gedeponeert hebben,- der geftalte dat zoo men uyt alle dien hoop ejwie omflagh het geprobeerde , ende alle het waarfchynelyke uytfoekt, het onfes eragtens, daar op alltemaal uytloopt, dat de Hoevenaars onder figh over de aanftellingen, door den Heer gedaan, niet zeer te vreeden zyn geweest, ook onder figh in hunne byeenkomften wel hebben gefuftineert, fulks eygentlyk haar werk te wefen, ende dat ook den aangeftelden Barteling, om 'dezelve in ruste te houden ,haar well fall mede gefolliciteert hebben,maar datfe deswegens tegens den Heere nooyt opentlyk zynde uytgekomen, over fulks voor zo verre het we-  Almelofche Oudheden. STf wefentlyke van hunne pogingen in delen reguaisde rangaac , in effecte anders met hebben, gedaan dan in de aanftellinge van hunnen Heer in het einde van zaaken, fagtjes te berusten, ende aldus lynl Excellentie , die in dekntanquam posfidens mftó Utulo, et bonafide de praamde van ignorantie aliefints voor figh heeft .rasta Menoch. libr. 6. dep af. en kennisfe3deleöhaare beweegingen, ende fuftenues well kunnen gebleven zyn, gelyk ook niet; ea geblykt defelve ooyt ter fyner kennisfe gekomen te Ivn, in de vrye exercitie van dit recht vreedig enSe buyten eenige rechtelyke interruptie van tyd tot tvd te laaten Continueeren ende hem foo doende in eene oiwrikbaare en fuccesfive posfesfie immemoriaïter te doen begroeven, daar het ter Contrarie, ende wanneer fe hun gefuftineerde recht hadden willen levendig houden, offte eemgfms confereren, haaren onvermydelyken post geweest was, om in ftede van alitoos te fwygen, hunnen Heer oft n der minne, offte by ontftentemsfe van fulks langs behoorlyke wegen van regte aanftonds in den begfnne ter belett van alle prejudicie door bequaame tydige ende Gerichtelyke proteftatien , ende interpellatien tegen te komen, Landrecht part. x.tit. jTart.1 confer.L. io. C. deacq. yel amitt posfesj L 2s « j.dehcered.petit. et L. 2. 0. deprefcr.longi tem^'CoVARROV. Rei C. Posfesfor p. 2. §. 12. pag. Hopp. ad lnftit. libr. 2. Ut. 6. §, 7. » ■ WüRMS. tit. 45- obfi 8. num. 2. Gail. libr. i. obf. 74. Zm. 20. 21. DD. ad tit. deufurpat. et ^. Schrassert ad Reform. Velav.pag.31%- num.7. *-add/SJa± recht van Deventer part. 3. tit. 15. art. 1 2. 5.6. van welken Pli"t haar ook geenfints hun feggen, hoe Teer zy heften andtwoorde aanbieden, met Eede te bekragtigen, van datfe alitoos van die aanftellingen cffie nrpagtinzen onkundig zyn gebleeven , heefft kunnen releveeren, om dat fodane onkunde met relatie Tot fuik eene langte.van jaaren, ^^^g vacaturen, ten eenenmaal Jupme, ende »«cuia-  i76 Almelofche Oudheden. bel, jaa ook ten eenenmaal onwaarfchynelyk is, door dien immers de Sluyfewagter by de hand was, dienfe daar naa hadden vraagen kunnen, waar toe haar fonderlinge het gevall van Jan Hogen, dien fe willen, dat opentlyk daar van zoude gewaagt hebben, aanleidinge heeft geeven kunnen, gelyk ook de Wesscher fulks niet heeft gefwegen, uti fub G. by Replycque art. 6. nochte ook hy offte eenige ander der Sluyfewagters fulks te fwygen geblykt ooyt gelast te wefen, behalven dat den Heer felfs , foo fe er iets tegens gehad hadden, hadde konnen jaa ook hadde moeten gevraagt worden, die immers niet vi, clam nee precario, neen maar onder haar eigen gefigte ende tegenswoordigheyd, ongeachtet haare Schouwe, ende ongeagtet die door haar aangeftelde Gezworens, by openbaare Publicatien poenale interdictien, ende qualificatien van Opfigters, figh de directie ende het beftier over deefen geheelen Schipfloot, aanmaatigde, gelyk we hier boven bereets hebben gefien, jam vero ignorantia faEti jufla & probabilis , quidem excufat, de qua loquitur C. 13.de Reg. jur. offertata vero, vincibilis, craiïa, improbabilis, feu fuprina minime excufat p. LL. £f DD. apud Tabor. Tlief. libr. 9. cap. 6. num. 12. ne nunc dicamus adverfus prasferiptionem longi vel longisfimi temporis, femel rite impletam, prijlino Domino non effe dandam ex caufa ignoranties reftitutionis auxilium, vix enim eft, ut illafatis probabilis fit, atque infuper idvetat, de ufucapione L. uit. C. de longi temp. prcefcript. qua cantum est, nullam fcientiam expeftandam effe, ne altera dubitationis in extricabilis oriatur occafio de prefcriptione temporis longisfimi. L. 4. C. de 30. vei 40 ann. dumillic fancitum, ne ullum jus privatum vel publicum in quacjunque caufa vel quacunque perfona, quod quadraginta annorum exfiindtum est jugi filentio, moveatur, gelyk dus fpreekt Frofesfor Voet in tit. ff. ex quib. cauf. maj. num. 12. waar uit we meenen allhier ter applicatie te moeten volgen, dat wanneer de ignorantie in cas van eene Roomfcheverjaaringe van  Almelofche Oudheden. 177 van tien, twintig en veertig jaaren, niet en verfciioont, derhalven defelve nogh ioo veele te minder allhier behoort te excuferen, daar men aan de eene fyde in materie van de ftatutaire prsfcriptie, die nogh titul nogh bona fides erkent, Matth. par. 9. mm,2. 3. Jaa in de termen van eene immemoriale posfesüe, ende in een.gevall daar nieten Confteert, den Sluyfewagter ooyt offte immermeer door iemand anders, dan door den Heere van Almelo en Vriefenveene in functie te zyn geftelt, betig is, en de aan de andere kante alle apparentien defe onkunde ten eenenmaal onwaarfchynelyK. ftellen1 , ende aldus defelve in die pofiture brengen, dat ie ab alïeganitbus moet worden bewefen, waartoe bet aanbod van den eed allhier all foo weinig, als een testimonium in propria caufa helpen kan. L.3. pr. ff.as jute jur. ifc/u« Barclay, torn. 3. thef. Otton. pag. £.924. Schomak. adv. p. X. cap.,o. num 15. qmn> auam enim ignorantia in animo confiftit, adeoqueestex lumero eorum, qua juramentoprobari debeant, hmitatur tarnen lm regula, quando_ alleganti adverfetur prcefumtio aliqua juns. per LL. &uu.ap. Tabor. d.traSt. libr. 9. cap. 6. num. 7- qualts estprafumptio, que procedit averifimili, adeout unum verijimile additum alteri inducant legis prxfumtionem, quu aue ar guit a verifimiH, dicatur ar gum a ratione naturali, B e contra, quodnon est verifmile, prcefumatur falfum, qüód ideoque nee credendum est, necattendide bet per LL. & DD. ap. Tab. de traB. libr. I9. cat>. j r> Mom. 5. cum omnis prcefumtio legis fundato ft Juper verifimiïi uti bene Alciat, tr. de prxfumt. part, 3; num *3 pa", m. 30. pr. Dat we aldus deefe der Beklaagdens voorgewende aanftellingen, ende ganfeh onwaarfchynelyke ende allenthalven irrelevante ignorantie gepasleert hebbende, wel verders hebben bevonden, dezelve haare voomaame jaa alleenige defenfie in het recht van Evgendom op defe Sluyfe ende Schipfloot, die fe alleene, en fonder dat den Heer daar toe eenen penning Contribueert, bekostigen, gefogt te hebr M , Pen»  178 Almelofche Oudheden. ben, dogh dat ook dit poinct ons is te vooren gekomen, van geene meerdere Confideratie te zyn Want voor eerst, foo is het nogh ganfch geene foo leekere faake dat de Hoevenaars juist privative delen vaart gegraven, ende deefe Sluyfe gelegt hebben, immers haare Getuigen deponeren, van deezfn hunnen eigendom niet feer diflinct, ende van elft Getuigen, die alle feer hooge jaaren, tot verre in de feventig en by de tachtentich hebben, en door den Klaager hier over te regte fubZ. by de Replycque gevraagtfyn, weet niemand op dit flukkemet feekere weetenfchap verklaaringe te doen, feggende onbepaaldelyk van eene Sluyfe, daar er meer zyn, terwyi er onder zyn, die uitdrukkelyk feggen, datfe van deefe onderhavige Sluyfe by het Xoykershuys geen geheugen altoos hebben, ende niemand van de particuliere bekostinge, die ook eene Getuige, met het Origineele graven aan de geheele gemeente geeft, foo als de gemeente ook allnogh, wel duifend fchreeden van 't Koykershuis afF, den vaart opruimt, iets faakelyks gedeponeert heeft; Maar voor het tweede, foo men haar all eens voor Eygenaars, en die gene, die alle de bekostigirgen alitoos doen moeten, ende uytwyfens haarece uls, by het andtwoord geannecteert, met vrylatinge van den Heer, fchoon mede Ingelande, ook gedaan hebben, komt aan te zien, foo kan het immers naar regten wonder wel te faamen gaan, dat de Beklaagdens, wettige Eigenaaren , ende daar en tegens den Heere van Almelo en Vriefenveene wettige Posfesfeur zy van 't regt over defe Sluyfe, mhil enim proprietas commune habet cum posfesfioné, L. 12. §. ï.ff. de acq. vel amitt. posfesf. fieiique adeo potest, ut alter posfesfor fit, Domtnus non fit, aller Dominus quidem fit, posfesfor. vero non fit, ju ta UlpiAN. in L. i. §. 2. ff. utiposfidet. addeL. 35 ff. de acq. posfesf. gelyk het mede wel kan waar zyn , dat de Beklaagdens den Eygendom met den geheelen last van de reparatie ende onderhoud defer Sluyfe op hun-  Almelofche Oudheden. ff$ hunne fchouders hebben genomen, ende den Heer daar en tegen alleen het regt toekoomt om daar een Sluyiewagter op te fetten, ende de Emolumenten te genieten, te meer, daar hy ca/u quo non prorfus, disfimili het weggeld, ende den Toll geniet, niet tegenftaande de Vriefenveners den weg van hei. Vriefenveene naa Almelo tot aan de Aabrugge maeken moeten uti fub S. by Replycque art. tf. 12.13. 14. waar toe in cas fubject verfcheide faaken kunnen oorfaake gegeeven hebben, als by voorbeeld, de Beklaagdens, off wel de Hoevenaeren konden deefen floot niet vaarbaar krygen, off fe hadden mede nodig het water uit de Bavesbeke, die een flumen publicum was, ende aldus fonder confent van den Heere van de Heerlykheyd, onder wiens Regalien de publycque Stroomen, buiten eenige bedenken, behoren. Sixtin. de Regal. libr. 1. Cap. 3. niet vermogtc elders gederiveert te worden. Voor het Confent derhalven, om defen Vaart te graven, ende den publycquen Stroom daarin te leiden, kunnen fe den Heer dit recht op de Sluyfe hebben affgeftaan, gelykfe den felven tot het doorgraaven van den Dyk offte weg van de Paters wail van het Oosteinde van Vriefenveene döor de landen tottaan het Westereinde en de Stouwe gaande, ook permisfie gevraagt, ende voor agt honderd Guldens, óffte een prefent bekomen hebben, ende die felfde permisfie wederom, naa dat zy de Slooten, die fe door dien weg gegraven hadden, wederom wilden toedempen, verfogt hebben, als met vyrT Getuygen by Replycque fub diSta litera S. bewefen, ver* ders den Heer kan ook gefuftineert hebben, dat defen Schipfloot, nu er fyn flumen publicum doorliep, mede onder de publycque wateren behoorde, waarop, ende over de Sluyfen daar in zynde, hem düs de directie foo wel ipfo jure toequam, als over dè Bavesbeke felfs, daar geen contest allnóg over is. Eindelyk, kunnen er andere redenen, dié dè oudtheid, uyt het geheugen der menfchen, fonder daar eenige Overblyffels off vestigia van te heb. M 2 ben  l8o Almelofche Oudheden. ben gelaeten, beeft weggenomen, toe geweest zyn, althans met een woord, niemand weet tegenswoordig, immers daar van is ten Procesfe niets feeckers beweezen, op wat wyze eigentlyk den Heer in den aller eerflen beginne aan dit recht is gekomen, hec welke fekerlyk ten eenemaale fingulier is, ende om de waarheyd te zeggen, ex jure Regalium, hoefpecieus daer uyt ook ten Replycque geredenkaveld zyn mag, onfes erachtens, feer befwaarlyk goed te maaken is, te minder, daar alle fulke Kegaïia, foo deefen Sc hipfloot all eens onder de felve en dus onder de flumina publica, hoe est talia, qua pertinent ad dominium domini getelt moeite worden, het welke we fullen daar laaten, den gemeenen regul van regten, qua: fecundum naturam esfe docet commoda cujusque rei eumfequi, quem fequuntur incommoda in L. io. ff. de R. J. fo weli fubject ftaan, als andere dingen, fonder dat wy ons weeten te erinneren elders in de regten te worden geleert, dat well den Heere van den Lande offte de Heerlykheid de Tollen , Brugge, Sluyfe ende Wegg-gelden, ende dus de voordeden van fyne Regalien foude nae fig trekken, maar de kosten tot onderhoud van foodaane Bruggen, Sluyfen, Wegen ende vaarbaare Stroomen op der onderfaeten fchouderen foude leggen kunnen, in tegendeel foo wil Keyfer Justinianus in het algemeen, in L. un. C. de tod. toll. §. 4. quod ferendus non fit is, qui lucrum quidem ampleclitur, onus autem, ei annexum, contemnit, adde L. 14. C. de fufpect. En de Rechtsgeleerden hebben daar uit ook pp deefe ftoffe geinfereert, immers op het ft.uk van Jurisdictie, dat mede onder de Regalien behoort. Bort van de Domeinen 11de Deel. fchryft Cardinaal Tusch. pr. concl. torn. 2. Ut. O. concl. 13. in deler voegen, quod Episcopus, qui non fujlinet onera jurisdi&ionis, non debeat, habere emolumenta ejusdem jurïsdiEticnis. En wat aanbelangt de Tollen, Sluyfegelden, Baakgelden, in Zee, en diergelyke, derzelver rationaliteyt word voornamenelyk mede uyt de billykheyd van defen regul afgeleyd per ca qua- ha-  Almelofche Oudheden. i8e habet, Grot. dejure belli ac pacis libr. 2. cap.^.num. 14. Bort d. I. cap. 5. num. 10. ö? n. Gelyk er ook in der daac in deefe Provincie, en overall niets bekender is, dan dat die geene in hec allgemeen hec Sluysgeld offte den Toll trekt, die de Sluyfe onderhoud , en foo voort. . . Dan geconfidereert, dat men uit generale pnncipien op fpeciaale gevallen geenszins aïgumenteeren kan. Eensdeels, ende anderdeels, dat het geval in fynefinguliere omftandigheden allhier met een twepde gevall nopens het Weggeld in deeze Heerlykheid van Almelo en Vriefenveene evenswei well duidelyk ende bewefen daar ligt, foo dat alitoos de Hoevenaars deeze Sluyfe hebben bekostigt, ende daar en tegens den Heer alitoos de Emolumenten onbefpiert en buiten eenige interpellatie heeft genoten, fonder dat ergens uit geblykt, hét by Menfchen geheugen ooyt anders te zyn geweest, fonder dat men ook de waare redenen, ende hoe het is toegekomen, om der oudheyds wille, meer weet, alles by enkele conjectures ende onfekere w larfchynlykheden moetende laaten berusten, foo is er naer regten niet anders op, dan by den tegenswoordigen ftaat te verblyven, ende den Befitter, fonder eenigen anderen titul te mainteneren in fyn immemoriaal befitt ter tyden en wylen toe hem den regten Eygenaar duydelyk koomt aan te toonen, dat het begin fyner posfesfie vitieus is; Quod fi enim aluujus posfesfio tam diuturna est, ut kominum vi 'entium memoriam excedat, nee adverfarius inittum ejus vitiofum, vi clam vel prxeario oftendere queat, ipfa naturalis ratio jubet, posfesforem abfolvi quamvis abfolutaproducantur inftrumenta, ex quibus conftat rem, aut jus illud prifco tempere apud alium fuisfe Nulla enim justior videtur reddi posfe dominii aut alterius juris retinendi ratio, quam posfesfio temporis, cujus initii non extatmemoria; id enim certumest, hunc posfidere, 'ncerta autem est posfesfionis injuflitia, uti egregie ratiocinatur amplisjimus Everh. Otto in preef. ad Tom. . num. 10. Leyser. ad ff.fpec. j9i. vol. 9. op deefe wyfe kan worden aff- ge-  Almelofche Oudheden. 187 gedaen; dan ook feker defe fpolie off geweld, invoegen met de intentie , om fynen gefuftineerden Eygendom te defenderen, op deeze Sluyfe gepleegt, ende het leed daar mede den Heere van Almelo en Vriefenveene aangedaan , geproportioneert genoeg betaalt word, als fe daar voor jeder opleggen de voornoemde fomme met alle de kosten deezer Procedure, waar in dezelve om hunne oppofitie naar Landrechte part. 2. tit. 23. art. j. in verb. De Droften zullen &c., altoos gecondemneert hebben moeten worden; onder defelve koften mede begreepen die , waar partyen 27 Meert en 8 May 1749 quffistieus zyn gebleeven, ende dewelke, agtervolgens het hier boven gemaakte beftek, het tweede onderwerp defer Deciueuitmaaken, om dat by Collatie van het ten wederfyden gerecesfeerde met het Reglement van 1692 art. 13. genoegfaamgeblykt, hetzelve Reglement door de Beklaagdens niet te zyn nageleeft, nogte van noodzaakelykheid van hetuitftel te zyn blyk gedaan, veeleweiniger, dat het zelve by refcriptie foude fyn geaccordeert. Dogh omtrent welke taxatie men in agt heeft moeten neemen dat de Gearrefteerden geenfints met dubbelde falarien van twee Advocaaten over het zelve fubject gegraveert hebben mogen worden', gelyk mede by gevolg niet met de reife kosten van den Fiseaal naer Zwoll. Om welke en andere redenen meer, ick Gefurrogeerde Richter voornoemt, met toegetrocken Advys van beide ondergeteikende Rechtsgepromoveerden tusfehen partyen regt doende, condemneere de Gearrefteerdens ende Beklaagdens jeder hoofd voor hoofd in eene boete van twintig filveren Ducatons ten profyte van de Hoogheid des Huizes ende Heerlykheyd Almelo en Vriefenveene, als mede in alle de kosten deezer Proceduire, werdende ten dien einde de Rekeninge van wylen den Advocaat Balth. Muntz, volgens ons vooren gemelde prajfuppoost, getaxeert op negen en tachtentig Guldens, van de Advocaat Dor. een hondert en vieren der-  i88 Almelofche Oudheden. dertig Guldens negentien ftuivers, van Procurator Kevtnk op een hondert en fes en twintig Guldens agt ftuivers, van de Fiscaal Boom op twee en twintig Guldens twaelf Huivers, mits doende de drie laatfte haare verklaaringen des gerequireert. Aldus by ons geadvifeert in Zwolle den io Maart getekent J. van Hattüm. H. Hober. Pro vera Copia C. F. Cramer. No. 21. Exhibitum den 4April 1711. Hoog Gehoor en Heer, Myn Heer Adolph Hendrik Graaf van Rechteren , Heere van Almelo en het Friefenveen, Land Drost van Sal. land etc. etc. etc. D' ondergefchrevene burgeren der Stad Almeloo in een behoorlyke deliberatie hebbende genomen, hoe dat fy in gemelte Stad Almelojaerlvks meerder moeten opbrengen als de Heeren Staaten deezer Provincie haar komen op te leggen, en dat daaromtrent in allen deele niet word zodasig geprocedeerd als wel tot gerustheid der gefamentlyke Burgeren word gerequireerd, hebben hoognoodig geoordeeld haar mits deezen aan Ü. Excell. t'addresferen, en met alle foorte van refpect voor te draegen, dat zy aan de eene zyde haar geenszins willen onttrrecken d'opbrenginge van het geen het interesfe en wclwefen der Stad noodzaakeJyk komt te  Almelofche Oudheden.. 189 te vereifchen, doch dat fy aan de andere fyde met goede redenen fuftineren, dat daar in fodanig behoort te worden gehandelt, dat de Burgeren volkomen fecuir konnen wefen , dat die penningen gcëmployeerd worden tot dat einde, waar toe defelve worden gecontribueerd, en verzoeken derhalven dat U Excell. by Appoinftement in margine defes wil gelieven te yerftaen, Eerftelyk , dat den Ontfang der middelen , lal worden geadmrniftreerd by perfoonen nog in Raad nog in Gemeente fynde. Ten tweeden, dat de rekeninge daar van jaerlyks zal worden gedaen ten overftaen van Burgermeelteren en Gemeentsluiden, nevens agt perfoonen uit de. Burgery, uitjeder Quartier twee onder haer te kiefen. Ten derden dat alle extraordinarisfe uitfettingen buiten de lasten door Ridd. en Steden ingewilligd, fullen moeten gedaen worden ten overftaan van twaalf perfoonen van de gequalificeerften envermogenften uit de Burgerye uyt yeder Quartier drie te êligeren en te committeren. Ten vierden, dat omtrent dc Provinciale middelen fal worden gehandeld als in andere plaatfen van Twente Ten v'yfden, dat op de jaarlykfche dag van rekeninge fullen moeten ingebracht en overgegeeven worden-alle'rekeningen tot laste van de Staditaande. En ten laatften, dat de refpective Ontfangers of Colledteurs, voor haar ontfang fuffifante Borgen fullen hebben te Hellen.' Dit doende Jan Costers. Jan Muller. Berent Costers. Jan Schimmelpenning. Andries van Lochem. Gerlof Warners. Herms. ten Cate. Herman ten Caethe jun. Jan Hendrik Bolk. JanFrerix. Hendk. ten Cate. Joanr.e.* Warnaars. Gerrit Schimmelpenning. Jan Coster dejon- ge.  i9<* Almelofche Oudheden. ge. Joannes Ruinx. Berent Holtman. Fre. rik Bolk. Willem Boom. Albert Ruinx. Jan van Oinck. Enkerjuryn. Jan Berentfen Bolk. Hendrik Runincks. Hendrik Holtman. Hendrik Stokeler. Dit is het merk M van Evert Cremer. Wolter Barfcher. Berent Hagedoorn. Jan van Lochem. Thomas Schimmelpennink. Hendrik Bavink. Hermen Meyer. Tan Boerman. Hendrik Swiervonke. Gerrit Bolk. Chriftopher Prinfen. C. P. Hendrik van Lochem. Johannes Bolck. Jan ten Ca-, the. Gerrit Hilgerink Cuvper. Jan Brugginck. H. t.Bruggenkate. Dit is het fff merk van Jan Koppers. Hendr. ten Cate. Jan Bolk. ZwebertSovefchen. Jan Valk. Hendrik Warners. Henr. Schuetemaeker. Eerdewyn van der Horst. Pro vera Copia d J. H. Schmid Richter Pro vera Copia van de in het Archyf van het Huis en Heerlykheid Almeloo berustende E. Dull Rigter» N°. 22. Copia. Jck Adolph Henrick des Heyligen Roomfen Rycks Graave van Rechteren, Vryheere van Almeloo ende Vriefenveen etc. etc. Doe cond en Certificeere mits deefen, dat ick in overweeginge genomen hebbende de dachten of bezwaar my door verfcheyden Burgeren der Stad Al-  Almelofche Oudheden., 191 Almelo voorgebragt, als offce omtrent het uitzetten der Lands fchattingen en verdere lasten van de Stadt, mitsgaders herinnen derzelve, ende het employ of hefteden der penningen uit zodane uitzettingen proflueerende, niet wierde geprocedeert met zulk een egaliteit, ordre en ceconomie als wel tot gerustheid der gefamentlyke Burgeren wierde gerequireerd, ende het verfoek by gefeide Burgeren gedaan , dat ick daaromtrent wilde voorzien, foo ist dat , om in toekomende lbo omtrent het uitzetten der Landsfchattingen en andere lasten van de Stad, mitsgaders het inbeurea der voorfchr. uitfettingen, ende het goed employ van de penningen daar uit proflueerende, gerust te kunnen en mogen zyn , ick ondergefchreeven góedgevonden hebbe te beraamen een vaste voet en ordre in manieren als volgt : 1. Dat van nu voortaan ingevolge de ordre en Placaten van den Lande, alle Schattingen zullen moeten worden uitgezet, ieder in zyn natuir óf refpect, om het montant van dien , waar mede de Stad van Almelo aangeftagen is, daar uit te vinden, als by exempel de verpondinge en Contributie uit de huizen en Landeryen in de Stad Almelo gelegen, naar proportie der waardye van dezelve: het vuurftedegeld naar proportie van het getal der vuirfteden, foo figh in voorfchr Stad bevinden; den 500 penning, als die gheven wert, door die geene die huifen of andere rykdommen fyn hebbende : de paerden, reliqua, hoorne beesten endebefaayde landen , door de geene die voorfchr. fpecien in voorfchr. Stadt zyn hebbende: het foutgeld door die geene , die daar toe ingevolge Ordonnantie fyn verpligt, fonder dat tot het dragen van voorlchreven Schattingen ymand zal mogen worden aangeftagen en op de Registers gebragt, die daar toe niet is gehouden. 2.  192 Almelofche Oudheden. . 2. • . Dat verder aanbelangende de verpachte middelen , als dezelve door de Stad werden getrokken, daar van ook insgelyks het montant waar voor die getrokken zyn, zal moeten gevonden worden yder uit zyn natuir of refpecc, als by exempel het montant, van het hoofdgeld naar proportie der hoof» den die in Almelo woonen, exempt dan nog de Ari men en die gene die volgens ordonnantie vry zyn, het montant van het. gemaal uit het gemaal , het montant van het gefiagt van diegene die nachten, het montant van het Dienstboden geld van die gene die Dienstboden houden. 3- Dat van alle die voorfchreeven byzondere middelen, ook byzondere registers zullen moeten werden gemaakt, ende het montant , waar mede de Stad van Almelo is aangeftagen, in voegen als boven werden uitgezet, yder in zyn nature of 1'pecie. 4- Dat een particulier boek op het Raadhuis zal worden aangelegt, waar in eerst zal getekend worden, hoe veel de Stad van Almelo voor den jaare 1710 voor's Lands fchattinge, van yder fpecie als boven gefeyt zal moeten betaalen, en vervolgens die Registers die daar tegens ieder in zyn nature of fpecie zyn uitgefet om zodane Schattingè te voldoen,zullende de uitzettinge genomen moeten worden naar proportie van de fchuld. 5- De Landsfchattingen in manieren als boven zynde uitgefet, zoo zal ook verder een pertinente ftaat werden geformeert, van de obligatien en * boek fchul-  Almelofche Oudheden:. fchulden, die de Stad van Almelo is hebbende, als mede van de ordinaris lasten, welke dezelve jaarlyks en alle jaar moet draegen, en zullen voorfchr. obligatien en boekfchulden, mitsgaders de ordinaris lasten die jaarlyks en alle jaar betaald moeten worden, mede in voorfchr. boek werden aangetekend. 6. Zal tot betaelinge der interesfeti van zodanéobligatien, mitsgaders van boekfchulden en ordimris lasten, insgelyks moeten uitgezet worden eencouvenabel fonst van penningen, waer uit voorichr. interesfen, boekfchulden en ordinaris lasten zullen kunnen werden voldaan, en zodanige uitzettinge moeten gefchieden nae proportie van ymands vermogen, zo hy aan huizen of andere Rykdommen is bezittende, zonder dat hier in zullen moogen getrokken worden foodane Menfchen, die geen huizen of andere Rykdommen zyn bezittende, maar van haar handen moeten leeven, en zal zodane uitzettinge insgelyks in voorfchr. boek moeten wer« den geregiftreerd. . mpsn 7. Tot het formeeren van de Registers der uytzettinge, zo om te betaalen de Landsfchattinge als de particuliere fchulden en lasten van de Stad zullen nevens de Burgermeefteren en Gemeenslieden geasfumeert werden acht van de bekwaamfte en des verftandige perfonen uit de Gereformeerde Religie, namentlyk uit jeder vierendeel twee, by de Burgermeefteren te nomineren, en zo omtrent de bequaamheid of uit andere redenen tegens de genomineerde perfoonen eenige klagten mogten vallen, zal daaromtrent door my na behooren werden voorzien. 8. De Provinciale als particuliere lasten der Stad N Al*  194 Almelofche Oudheden. Almelo, ende die daar tegens gedane uitzettinwm m manteren als boven, ffnde gëformeert e"de te boek gebragt, zo zal vervolgents cx ■ '; : ■ • 9. ''fj'V- Den Ontfang of Collecte van zodane Regifters geconferreert en opgedragen werden aan bequaml perzonen, geen Burgemeefter of Gemeensmanzm de en ftaende ter goeder naem en S, we e ." uilege en renqua te doen van haeren ontfanc/ pn [.,* ten o^erftaen d Urgern.ee^eren en Gem e en ts lied en, ten overitaende van vier bequaeme perzoon en uk de Burgerye zynde van de Gereformeerde ReLe narnentlyk mt jeder Quartier eene mede als vooren by de Burgermeefteren te nomineeren [■■: rjb ii;. , nsiymrd* iiA t>- Verders referveert zig den ondergefchreven m dieni nood,g, zodane interpretatie of amp iade ?ë doen a s men naer occurentie van faeken eri tvrfS zal bevinden te behooren yden < Aldus gedaen op den Huize Almelo den 6 April (was get.) GfaefFvAN Rechtere^ Pro vera Copia uit het berustende ter Secretary der Stad Almelo. J. LrAMBERTs Secret. B  Almelofche Oudheden. 195 B. Bericht van de Hooggeb. Pryvrouw der Heerlykheid Almelo omtrent haar recht van Approbatie van Schutters of Exercitie genootfchappen.Edele Moogende Heeren • Myn Heeren Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel. Sophia Carolina Florentina Gravin Douariere van Rechteren , Vry vrouw der Heerlykheid Almelo geeft zeer'eerbiedig te kennen, dat zy door U Ed. Mog. Refolutie van den 15 April 1785 is gelast , om haar recht van Approbatie der Corplen van Schutters of Exercitie genoodfchappcn alsmede van derzelver veldtekenen, aan haar nevens de Burgermeefteren in het Stedeken Almelo Competerende, te bewyzen; als ook dat zy uyt Hoogstderzelver voorzeide Refolutie verftaan heeft, dat U Ed. Mog. die genomen hebben op een Request van K. Kock Commandant en G. H. Coster Secretaris van het Excercitie genootfehap te Almelo; en inmiddels Provifioneel op het voorzeide Request Gedisponeerd, en ook goedgevonden, om op een Request van die van Friefenveen derzelver Exercitie genoodfehap aldaar te accordeeren, na dat Remonftrante genoodzaakt was geworden, om by het doen der Publicatie van U Ed. Mog. van den 9.4 Maart 1785, ten aanzien van de wyze der uitvoering van het gene bv die publicatie door u Fü. Mog. is gelast, aangaande haar recht te protesteeren omtrent de Approbatie der Corpfen van Schutters of Exercitie genootfehappen en derzelver veldtekenen, als aan Remonftrante nevens den Magiftraat in het Stedeken Almelo, en in de verdere N 1 Heer-  I9Ö Almelofche Oudheden. Heerlykheid Almelo, waar onder Friefenveen mede behoort, aan Remonftrante alleen Competeerende. Op al het welke de Remonftrante , ingevolge van de voorzeide Refolutie van U Ed. Mog. dè eer heeft, aan te merken, dat U Ed. Mog., gelyk Remonftrante niet anders kan vertrouwen, nietbyzonder onder het oog gekoomen zy het Patrimonieel recht van Policy der Remonftrante omtrent den wapenhandel, zo in de geheele Heerlykheid Almelo, als byzonder ook in het Stedeken Almelo, wanneer U Ed. Mog. in het algemeen in de voorzeide Publicatie hebben gefteld, dat de Approbatie der Exercitie genootfehappen door de Magiltraaten in de Steden en door ü Ed. Mog. of Hoogstderzelver Gedeputeerden ten platten lande zou gefchieden; en voords dat aan fub- en obreptie der Requeftranten is toe te fchryven, dat daar op eene Dispofitie van ÜEd. Mog. is gevallen , zonder dat die Requeften voor af met een termvn van bericht in handen van Remonftrante zyn gefteld geworden. Eene ramp, die aan Remonftrante nooit meer, zo veel zy weet, is overkomen. De Remonftrante zal niet behoeven te melden, dat, volgens alle rechten, geene gewapende genootfehappen in een Gemeenebest, zonder goedkeuring van de Competente Overheid, aan welke het toekomt de rust in derzelver Diftrict te be ^a^fnnï ™°°gei\ verfchynen. Dit toch betoonen U Ed. Mog. by Hoogstderzelver heilzaame gemelde Publicatie. Wyders vertrouwt Remonftrante, dat het buiten alle bedenkelykheid is gefteld, dat zo ooit iets tot de Ordinaris Policy behoort, als' dan zekerlyk deeze Approbatie daar onder is beereepen. Dit ook betoonen UEd.Mog. daar door, dat Hoogstdezelven, den Patrimonieelen Rechtsdwang en daar toe behoorende Policy, in de overige Steden in Overysfel, geenszins willende benadeelen , daarom by de gemelde Publicatie deeze Approbatie van Exercitie genootfehappen , met den aankleeve vaa dien, aan de Magiftraaten dier Ste.  Almelofche Oudheden. *97 Steden geenszins hebben onttrokken , maar aan dezelven, naar behooren, laaten behouden. Trouwens het voorbeeld van alle nabuurige gewesten bevestigt ook, dat dit ftuk van Policy door de jurisdi&ions Heeren en door de Magiltraaten in de Steden, als een deel van derzelver Patrimonieelen Rechtsdwang, wordt geoeffend. Derhalven kan Remonftrante , onder eerbied , volkomen vastftellen, dat deeze goedkeuring, aan iemand, die, gelyk Remonftrante, eenen Patrimonieelen Rechtsdwang heeft, waar onder het houden van goede Policy of order, volgens alle rechten, mede behoort, niet mag onttrokken, en door den Souverain zelve uitgeoeftend worden; éven zo min als U Ed. Mog het Gericht van de Magiftaaaten der Steden , aan defelve Steden Patrimonieel toebehoorende , en even zo min als U Ed. Mog. het Patrimonieel Gericht van Remonftrante zouden moogen bekleeden. Gevolglyk dat, naar den aart van alle jura fubordinata van Jurisdictie , die Patrimonieel bezeten worden , dan eerst het Hoog gezag van U Ed. Mog. omtrent deeze gemelde Approbatie plaats heeft, wanneer de Gefubordineerde Competente Overheid deeze goedkeuring 't onrecht geweigerd of kwaalyk befteed heeft. Dus blyft dan alleen nog over, dat Remonftrante de eer hebbe U Ed. Mog. kortelyk te herinneren , dat Remonftrante zelve het voornaamfte gedeelte van den Magistraat van het Stedeken Almelo uitmaakt, als hebbende de Burgemeefters van Almelo geen recht om zaaken van Juftitie in het gemeen, maar wel fommigen, doch althans geen zaaken van Policy in het voorz. Stedeken zonder Remonftrante of derzelver Gedelegeerde Richter, te befchikken; zo als Remonftrante dit breedvoerig heeft betoogd in haare op heden aan U Ed. Mog. ingediende Exceptionecle Conclufie tegen Jacorus Revius cum fins, waar toe Remonftrante, om U Ed. Mog. met geene herhaaling te verveelen, zich eerbiedig gedraagt. Byzondcr ook is alN 3 daar  IQ$ Almelofche Oudheden. daar beweezen, dat de Heeren van Almelo nevens den Magiftraat in het Stedeken Almelo het bewind over den den wapenhandel van ouds gehad heeft waar toe aldaar de ovemiigendfte bewysftukken zyn gevoegd, onder N. 3 & 4. uit welken en uit het verdere, by die Exceptionele Conclufie Gededuceerde , U Ed. Mog. kunnen overtuigd zyn , dat het Stadrecht van het voorz. Stedeken zeerVring en by dat van de Zallandfche, Twentfche en Vollenhooffche Steden niet te vergelyken is ; ia zelfs dat in weinig zaaken en althans in zaaken van Fohcy of goede order geen Magiftraat in het Stedeken Almelo zonder Remonftrante bekend is. -terwyl wat aangaat het verdere Territoir der Heerlykheid Almelo, buiten het Stedeken, daar over behoort aan Remonftrante alleen de Patrimonieele Rechtsdwang en het daar toe behoorende bewind van 1 olicy; gevolglyk ook de meergemelde Approbatie. Zelfs, fchoon het naar rechten geen verder bewys noodig heeft, zyn nog overvloedige bewyzen voorhanden , dat het bewind over den wapenhandel niet alleen binnen het Stedeken Almelo , gelyk boven reeds getoond is , maar ook buiten dit Stedeken, in de verdere Heerlykheid. aan.de Heeren van Almelo toekomt; als te zien is uit het vooraangehaalde by Exceptioneele Conclufie gevoegde Stuk onder No.33 alwaar de Heer van Almelo met de Schepenen heeft vastgefteld, S1Jfnf« c'e Ergeren te gelyk met Ie,huis1 eden in flagorder moeten optrekken. Dit doet aldaar de lieer van Almelo, om dat hy nevens de Schepenen over de burgeren, doch oVer de huislieden alleen den Patnmonieelen Rechtsdwang aangaande den wapenhandel in de Heerlykheid Almelo bezit. Een ander voorbeeld, juist ook in deeze Provincie, dat dit Stuk van den Patrimonieelen Rechtsdwang, aan Heeren van Heerlykheden toe komt, is te zien m de Heerlykheid Dort by Racer Overysf.Gedenkst. III. Stuk, k 322-328. zelf* is clit recht reeds van ouds byde Frankehen andere Duit- fche  Almelofche Oudheden. 799 fche volkeren in gebruik geweest, volgens welker recht het bewind óver de wapening aan den Rechtsdwang, ais een .gedeelte van dien, was verknocht. Montesquieude l' esprit desloixliv. 30. chap. 18. Van dit jurisdiftioneel bewind over den wapenhandel van alle de ingezetenen van het Diftrict is dus niet uitgeflooten de wapenhandel van een gedeelte derzelven; die zich, als een kleiner genootfchap van wapenhandel, zouden begeeren te vereenigen. De Remonftrante verzoekt derhalven, dat U Ed. Mog. uit het voorgemelde gelieven te overweegen, voor eerst, dat (zo als U Ed. Mog. zelfs ook vasftellen) in een welgeregeld Gemeenebest geene genoodfchappen van wapenhandel zonder goedkeuring der Overheid moogen ftandgrypen; entenanderen, dat deeze goedkeuring is een ftuk van Jurisdictie , voorbehoudens echter aan den Souverain het recht van voorziening, indien de Jurisdictions Heer of Magiftraat zich in deezen onbehoorlyk zou gedraagen; en eindelyk ten derden, dat de Magiftraat in het Stedeken Almelo geen bewind van Policy, byzonder niet ten aanzien van den wapenhandel zonder de Remonftrante bezit, en dat Remonftrante buiten de Stads Jurisdictie van Almelo in de verdere Heerlykheid alleen het bewind van Policye heeft; terwyl niet blykt dat het bewind van Policy over den wapenhandel daar van zou zyn uitgeftooten; maar ook, ten overvloede, het tegendeel hier vooren is beweezen: zo houdt Remonftrante zich, onder eerbied, verzekerd, dat U Ed. Mog. thans overtuigd zullen zyn, dat Remonftrante bevoegd en verpligt is geweest, om by het doen der voorz. Publicatie, te protefteeren over haar gemelde recht van Approbatie, ten einde om in de verfchuldigde uitvoering van het bevel van U Ed. Mog. tevens haaren Patrimonieelen Rechtsdwang ongekreukt te bewaaren. Hier van is het Exercitie genoodfehap in het Stedeken Almelo ook zo wel overtuigd, dat het zelve, ten einde om Geapprobeerd te worden, in den N 4 be-  200 Almelofche Oudheden. beginne zich by Remonftrante en de Burgermeefters vervoegde; doch in welke Approbatie Remonftrante in den beginne zwaarigheid maakte, omdatzy in het zekere verftaan had, zo als naderhand ook werkeiyk gebleeken is, dat 'er eene feitelyk Revolte door de Burgeren van Almelo in het gemeen, en gevolglyk ook mede door de leden van dit Exercitie genoodfchap , tegens de ïubfisteerende form van Regeering in het Stedeken Almelo, en dus tegen het Patrimonieel recht en bezit van Remonftrante ,< zou gepleegd worden. Deeze en dier, gelyke verfpreide geruchten,die ook de Krygsraad van dit genoodfchap by deszelfs Refolutie, gevoegd by de meergemelde aan U Ed. Mog. op heden door Remonftrante ingediende Exceptioneele conclufie onder No. 15. heeft erkend, moesten derhalven van zelfs een tegenzin in Remonftrante tegen dit Almelo! che Exercitie genoodfchap verwekken: en dit gaf oorzaak dat Remonftrante, tot haar leedwee? zen , hoewel zeer onverdiend, even als min Vaderlandfch gezind wierd uitgekreeten. Doch na dat dit genoodfchap aan Remonftrante de voorz. verzekering tegen deeze openbaare en algemeene geruchten, by de aangehaalde Refolutie, had ge^ee-ven, heeft Remonftrante zich niet daar tegen verklaard, maar in tegendeel eene bekwaame plaats, om zich te kunnen oeftenen, in een van haar eigen gebouwen, aan dit genoodfchap aangebooden. Of echter de Leden van het voorzeide genoodfchap U Ed. Mog. overeenkomftig met het geene voorgemeld bericht hebben, is aan Remonftrante onbekend, om dat hun Request, zo als reeds gezegd is, niet door U Ed. Mog. aan haar wicrd ter handen gefteld. Ondertusfchen vermoedt Remonftrante, dat daar in iets ftrvdigs met de waarheid, of met verberging van dezelve, zy gezerd: wyl zy door de uitwerking van dit Request zulks meent te hebben befpeurd 5 te meer om dat ook zedert dien tyd de laster is aangegroeid. Daar in tegendeel de zaak onbevooroordeeld befchouwd zynde, elk  Almelofche Oudheden. 20X elk zal moeten erkennen, dar. die van het Stedeken Almelo, tot oneer van een rechtfchapen Patriotisme, onder deezen naam gezocht hebben, om het recht en meer dan honderdjaarig bezit van Remonftrante aangaande de Regeering van het Stedeken Almelo feitelyk den bodem in te Haan, en tegen dit zo oud begroeyd en begrysd recht en bezit van Remonftrante, onder handtastelyk verdichte Uucanes, oaverfchoonlyk via faÜi opteftaan. Want niet alleen op Petri jongstleden weigerden de meeste Gemeentslieden, om met de Remonftrante Burgermeefteren NB op den ouden voet (want dit zyn de eigen woorden hunner ter Secretarye aangetekende verklaaringen) aan te Hellen; waar door de Keur en de goede order in het Stedeken Almelo alstoen wierden gcturbeerd; en zelfs zocht men de Remonftrante te verhinderen, om tegen deeze verftooring naar behooren te verzien; gelyk breeder m de boven aangehaalde Exceptioneele Conclufie is betoogd : maar ook op den 9 Maart daar aan volgende attroupeerde de Burgery op den tromflag van het Exercitie genoodfchap, zo dat honderd acht en veertig Burgeren, waaronder die van het Exercitie genootfchap geene van de minften waaren, zich onderftonden aan het verkiezen van Burgermeefteren te gaan, zeggende in hunne handeling te hebben goedgevonden namens de Stad twee Burgermeefteren aan te Hellen voor dit jaar, en wel hunne voorgangers Tacobus Retius en Gerrit Dake. Het flot van deeze flrafwaardige handeling, luidt aldus: de ondergetekende As fesforen bekennen mids dezen dat by MEERDERHEID DER VOLKS STEM is bevonden tot twee Burgemeefters namens de burgery zyn verkooren en aangefteld, de Wel Ed. Agtbare Heeren Jacobus Revius 'en Gerrit Dake : elk genoodichap onder de Souverainiteit van Overysfel, fchoon in rechte maar voor een Privaat perfoon gehouden wordende, is by hun een volk, heef teen volks Hem, en wat meer diergelyke tot oproer aanleiding geevende beuzelingcn. Dus bevond RemonHraute, dat N 5 'er  Almelofche Oudheden. 'er geen ftaat op de verzekering van de Leden van dit Exercitie genoodfchap te maaken was, en dat ook alle gedaane verzekeringen niet in ernst waaren gemeend. Zy gedroegen zich geenszins als Burgeren, inzonderheid ten opzichte van hunne wettige Overheid, toen zy.op deeze wyze eene veel langer dan honderd jaaren ftandgrypende Regeenngsform in het Stedeken Almelo om verre wilden werpen; ende Remonftrante uit het bezit derzelve verdry ven; te minder daar ook zelfs by de aangehaalde Lxceptioneele Conclufie, ten overvloede is beweezen, dat geen middelen van het recht gevonden worden, om de Remonftrante hieromtrent door een pleit ten Petitoir uyt haar recht te Hellen. TT%R^monftrante vloekt verfchooning, datzy U Ld. Mog met een verhaal van alle deeze omftandigheden en verre gaande feitelyheden heeft moeten ophouden, 't welk zy had gewenfcht te moogen doen, voor dat eenige Dispofitie van U Ed. Mog op het gemelde Request was gevallen. Terwyl Remonftrante, aangaande het geen 't welk hier eigenlyk het ftuk is, eerbiedig vertrouwt, U Ed Mog. getoond te hebben, dat de Approbatie van genoodfchappen van wapenhandel met den aankleeve van dien , door Remonftrante nevens de Burgemeefteren in het Stedeken Almelo, door Remonftrante alleen in de verdere Heerlykheid Almelo , en dus ook in het daar toe behoorende dorp Friefenveen, moet gedaan worden; voorbehouden*aan U Ed. Mog. de Faculteit om, over het doen of weigeren van zodane Approbatie, door Remonftrante gelchied, cafu quo te oordeelen en te Disponeeren, zo als U Ed. Mog., als Souverain toekomt. Vertrouwende Remonftrante, dat U Ed. Mog , naar derzelver beroemde rechtvaardigneid, zfch hier over gunstig zullen gelieven te verklaaren. Doch zo U Ed. Mog. ganfch onverhoopt hier in mogten Difficulteeren, in dat geval acht Remon- ftran-  Almelofche Oudheden. 203 ftrante zich ten hoogften verpligt, om UEd.Mog. zeer eerbiedig te verzoeken. Dat dit gefchil van Remonftrante met deeze Provincie voor een onzydig Gericht, als naar Landrecht, ten aller fpoedigften mogen worden bepleit en beflist. 'T welk doende J. W. Racer qqa. C. Gerichtelyke aanfpraak van de Hoog Geb. Vryvrouw der Heerlykheid Almelo, betreffende de Spandienften van ingezetenen in het Schoutambt van Almelo. Eifch en Aanfpraak voor de Hooggeb. Sophia Carolina Florentina Gravin Douariere van Rechteren Vry vrouw der Heerlykheid Almelo, Aanleggerfche ter eener. tegen de boeren Hendricus Goosen, Barent Princen, Jan Witvoet, en Gerrit Soeteman in het Landgericht van Almelo, Gedaagdan ter andere zyde. Hoogwelgebooren Geftrenge Heer Myn Heer A. Baron van Raesfelt Heer van Elfen Drost van Haaxbergen en Diepenheim &c. &c. &c. gefurro» geerde Richter in deezen. 1. Dat de kwalyk beraaden Gedaagden de Vrouw Aanleggerfche zeer wederrechtelyk in het bezit van Span-  a°4 Almelofche Oudheden. Spandieften tot behoef van den Huife Almelo door de ingezetenen des Landgerichts van Almelo door verweigering van dezelve hebben geturbeerd, en dat zy dies wegens in de conclufïe, op het einde deezes genomen, behooren te worden veroordeelddaar toe doet de Vry vrouw van Almelo, onder gebruik van alle dienftige middelen van het recht uitdrukkelyk protest tegen den last van overtollig bewys, voordraagen. fa 2. Dat de Heeren van Almelo over derzelver Heerlykheid niet alleen hebben den Patrimonielen Hoogen en Laagen Rechtsdwang, en dat deeze Heerlykheid ooriponglyk afgefcheiden van Overysfel is geweest, als breeder is te zien in de gedrukte Deductie van de rechten en gerechtigheden der Heerlykheid Almelo en in quantum pro ook in de gedrukte: Overysfel fche Gedenkftukken van f W. Racer II Stuk, hoofdd. 6. J 3- Maar ook dat de voorzeide Heeren oorfponglyk Grondheeren van deeze Heerlykheid zyn. 4. Gelyk zy in zulken aspeóte niet alleen voor eenige honderd jaaren daarvan een terrain van eenige uuren gaans in het ronde aan die van Friefenveen ten opgang, (zo als men het noemt) voor jaarlvkfche pacht, fchatting of tins voor altoos hebben uitge daan en voords op zodane Voorwaarden als verder va den Conftitutie brief van 1420 zyn vastgefteld met wyder beding, dat wy (zo zegt aldaar de Heer van Almelo) ende onfe nacomelingen haven desfendime ende vorwerde, die hier voer bef er even jlaet, niet meer van eifchen en zullen noch begeren, te zien by Dumber Analect. torn. 2. bi. 423. en in de gedrukte Deduc. tie der Heerlykhied Almelo hl. rji. ij0. maar ook nog in 1400- de wildernisfeSibkelogegevenihebben om het kloofter van dien naam aldaar te ftichten aldaar bl. 294. &c. ' 5..Deeze oorfpronglyke eigendom de: grondsvan de Stad en het geheele Schoutambt van Almelo olykt onder anderen, inzonderheid, ook uit het recht van naderkoop, welke fchoon anders aldaar geen  Almelofche Oudheden. 20$ geen plaats hebbende, echter aan den Heere van Almelo toekomt van alle vaste goederen, in de Stad en Schoutambt van Almelo gelegen, gelyk getoond is in de voorzeide Almelofche Deductie hl. 39. 66. 6. Zelfs wanneer van de onbebouwde, tot gemeen gebruik liggende gronden in het Schoutambt van Almelo (waar op derhalven alle aldaar geërfden een recht hebben) iets door toelaating van den Heer van Almelo verkocht wordt, komt, nevens andere rechten, ook aan hem daar van het recht van naderkoop, als te zien onder anderen fub. A. 7. Dat ook de Goedsheeren in het Schoutambt van Almelo geen afzonderlyk genoodfchap van Markengericht ; geheel anders, dan elders plaats heeft', uitmaaken; is uit dien zelfden bron, en oorzaake afteleiden. Want, offchoon oudtyds van tyd tot tyd door Heeren van Almelo eene vervreemding van eenige goederen, aldaar gelegen is gedaan , zo kon echter uit diergelyke alienatien zulk een genoodfchap of Markengericht niet gebooren worden. 8. Meer voorbeelden van Heerlykheden, waar van de Heeren niet alleen den Patrimonielen Rechtsdwang hadden , maar ook Grondheeren daar van waaren, zyn te zien by Racer Overysf. Gedenkst. II. Stuk, Hoofdd. 1. §. 5. 9. Uit alle het welke derhalven blykt, dat alle goederen, in de Stad en Schoutambt van Almelo gelegen, zo veel den Heere van Almelo thans niet meer toebehooren, oorfpronglyk van den Heer van Almelo zyn. 10. Welke goederen echter in het Schoutambt van Almelo veel geringer zyn dan de goederen, die aldaar aan den Heer of thans aan de Vrouw van Almelo in eigendom toekomen. li. Indien nu een Heer eener Heerlykheid, aan wien derhalven de rechtsdwang en alle het gezag, 't welk hy over dezelve heeft, patrimonieel toebehoort ; een Heer eener Heerlykheid , die tevens ori-  206 Almelofche Oudheden. origineele Grondheer is van derzelver terrain, verplicht geacht kon worden, (des neen) om eenige reden te geeyen van dienften, door de ingezetenen zyner Heerlykheid, welken op zynen eigenen , of oorfpronglyk eigenen, grond woonen, yan ondenkelyken tyde geprefteerd. 12. Dan zouden de Heeren van Almelo hierdoor meer dan in zaaken, waar van de jiafpooring zich in de gryze oudheid verliest, ooit van hun gevergd zou kunnen worden, de oorzaak der aan hun toe-, behoorende Servituit van dienften van goederen,. zo veel dezelve in het voorzeide Schoutambt van Almelo gelegen, niet aan het Huis Almelo in eigendom behooren, om door de bewoners van die goederen geprefteerd te worden, hier mede reeds hebben aangeduid; te meer daar tinfen of fchattingen in oude ftukken meermaalen met dienften verwisfeld bevonden worden. 13. Want wat aangaat de bewooners van de eigen goederen van den Huife Almelo, dezelve zitten op jaarhuure, zonder eenig ander recht aan diegoederen te hebben. 14. En dus behooren de dienften van deezen tot d ehuure, als gebruikende goederen in huure, op voorwaarden als de vorige huurders van die goe-. deren die altoos geld enz. en dienften daar van geprefteerd en gedaan hebben: Trouwens het is in rechte onmogelyk, 'dat deeze huurders van de Heeren van Almelo deeze dienften uit hoofde van dienst baarheid van den grond aan de Heeren van Almelo zouden kunnen doen: wyldegrondbeginfels van het recht ons leeren, quod nemini res fua fervit. L. ü6. ff. de fervit. prtzd. rust. 15. Doch wat de anderen, die op goederen van andere eigenaaren, dan der Heeren van Almelo, woonen, betreft, (welke goederen wy aan gemerkt hebben gering te zyn in vergelyking van de goederen der Heeren van Almelo aldaar) omtrent deezen •daar het hier alleenlyk zou op aankoomen, en met welken wy enkel en alleen in deeze procedure te doen  Almelofche Oudheden. 207 doen hebben ; achten wy den on'gineelen eigendom, of, zo als men het noemt, oudeigendom dier goederen der Heeren van Almelo , de oorzaak te zyn van den gemelden naarderkoop , en van de fervituit van deeze dienften, op dezelve goederen liggende; welke dienften van ouds dooide bewooners of gebruikers deezer goederen aan de Heeren van Almelo zyn gedaan. 16. De Bifchoppen van Utrecht hadden ook op fommige plaatfen van Overysfel zulke huishoudelyke dienften , anders genaamd hofdienften , die insgelyks haaren oorfprong uit oudeigendom fchynen gehad te hebben, waar van is te zien by Racer Overysf. Gedenkjï. IV. Stuk, eerfte afdeeling, §. 15. 16. 17. Desgelyks vindt men van de Graaven van Holland en veel andere Heeren, dat dezelven uit fommige plaatfen diergelyke dienften genooteii , die men, te meer, om dat ze niet over alle derzelver landftreeken gingen, aan oudeigendom kan toefchryven. Men zie aldaar §. 9. 18. Of meent iemand de dienften der ingezetenen des Schoutambts van Almelo, zo, veelen op goederen van anderen aldaar woonen, ten-behoeve van de Heeren van Almelo te doen, daar uit afteleiden , dat de Heeren van Almelo hunne ingezetenen van ouds hebben gevryd van de Heeren en Landsdienften van Overysfel, als te zien in de voorz. Almelofche Deductie bl. 199 205. of aantemerken als eene aloude opkomst elders meer door Heeren van Heerlykheden , Graaffchappen enz. met of zonder meer andere opkomften, in geld of andere fpecien , van derzelver ingezetenen, als emolumenten van hunnen Rechtsdwang en Territoriaal gezag, genooten ; wy zullen aan elk de vryheid laaten, om zulks te beoordeelen en om zelfs nog meer andere waarfchynlyke oorzaaken deezer dienften uit de oudheid op te delven. 19. Maar, hoe het ook zy; deeze dienften moeten naar oude gewoonte gedaan worden. Gelvk Bis.  20S Almelofche Oudheden. Bisfchop Frederik in eenen brief, betreffende de Stad Zwolle, van 1411, aangaande zodaene dienften, aan hem toekomende, fpreekt: zulken dienst, als ons iemand fchuldich is te doen van rechts wegen, OF NAAR OUDE GEWOONTE. Overysf. Gedenkft. IV Stuk, eerfte af deeling, §. 15. 20. Als welke oude gewoonte, volgens ons bekende Vaderlandfche recht, gaat voor zegel en brieven 21. Inzonderheid tusfehen ingezetenen onder* ling, die te famen onder den Souverain van Overysfel behooren, gelyk de Heeren van Almelo met alle hunne rechten, hoe aanzienlyk ook dezelven zyn , niet minder ingezetenen deezer Provincie zyn, en onder de Souverainiteit derzelve behooren, als de ingezetenen hunner Heerlykheid. 22. Zelfs zou eene prsferiptie van een derdendeel van honderd jaaren alhier, volgens het Overysfels Landrecht, deel i.tit. 10. art. 1. genoeg zyn om den eigendom deezer dienften te verkrygen. 23. Daar echter in deezen maar alleen over de posfesfie (want ten petitoir gedenkt Mevrouw de Aanleggerfche zich hier geenszins in te laaten, en wil al het voorzeide alleenlyk maar ten overvloede, en, hoewel onverpligt enkel narratyf hebben aangevoerd) wordt geageerd. 24. Dat nu geen menfeh anders geheugt , dan dat door de bewooners van Goederen, ook aan anderen dan aan de Heeren van Almelo toebehoorende, gelegen in het Landgericht van Almelo, fpeciaal ook door Gedaagden en voorige bewooners dier erven, ten behoeve van den Huize Almelo, beurtelings of by rondgang, onder anderen, wagendienften gepresteerd zyn , ontkennen de Gedaagden niet ; anderszins zou zulks overvloedig beweezen kunnen worden. Men zie echter by provifie ten overvloede hier by fub B en de aldaar bygevoegde atteftatie. 25. Welke posfesfie ook nog daar benevens wordt geftaafd 4 onder anderen, hier door : dat het  Almelofche Oudheden. 209 het eenmaal voor veel langer dan een eeuw in het jaar 1661 gebeurd is , dac de Boeren van Jonker Goderï van Bellinkhof, in hec Landgericht van Almelo, verweigerd hebbende, deeze van ouds gewoone Spandienften te doen, dieswegens door den tydelyken Heer van Almelo op den 13 May i66r zyn gepand geworden. 26. Waar over de voorz. Heer van Bellinkhof den Heer van Almelo by Ridderfchap en Steden beklaagde, zo dat Hun Ed. Mog. dit Request meteen appoinóf.ement van den 3 July 1661, ftelden in handen van den Beklaagden Heer van Almelo, om op de aanltaande vergadering, zo doenlyk hier op bericht te doen, anders op den derden dag van de volgende vergaderinge. 27. Hier op heeft de Heer van Almelo, by zyn Bericht de verkeerde befchuldiging van den Heer Klaager aan Ridderfchap en Steden onder het oog gebragt, en voords door eene atteftatie van den 19 Sept. 1661 van alle Geërfden, zyn bezit van deeze dienften getoond. 28. Verklaarende dezelve aldaar: dat (deeze zyn de eigen woorden) onfe refpective meyeren, in de Heerlt. Almelo wonende, van oldes her neffens de meyeren van den Huife Almelo allentyt ongeweygert extraordinare dienften {genoemd Boerdienften) met waagen ende paerden, in alle voorvallende gelegentheid, foo dikwyls als uit last van den Heer van Almelo deur den Onderrigter hun wordt aangezeeht, hebben gedaen, en nogh int toecomflige niet fullen verweigeren den Huife Almelo met waegen ende"paarden naar older gewoonte te dienen: Wheeten ook niet dat by iemant in deezer Heerlykheid wonende ooyt fulcke vagendienften geweigerd zyn, als alleene dat dit jaer by Jonker Goeden van Bellinchaves meyers is gefchiet op verbot van zyn Wel Ed., maar hebben' voor deezen neffens andere vrywilligh fodaene dienften gedaan, en nu aver fulck verweygeren, als wy hebben ver (laan, ten verzoeke van de andere famptelyke Huysluyden (*) ge- pandet (*) Hier uit blykt ook dat de dienften van elk Huisman O niet  210 . Almelofche Oudheden. pandet zyn: in kennisfe van deezen belooven u-y Atteftanten, defe onfe verklcironge des noot ende verzegt zynde, t allen tyden nader dn den Gerichte te laaten uytgaan ende te folemniferen als rechtens 29. 'Twclk van die uitwerking was, dat de voorz. Heer van Bellinkhof zyne verdere actie Haakte en den Heer van Almelo met verder turbeerde 30. Trouwens zo hy eenig bedenk had gemaakt aangaande de waarheid van dit geattesteerde: dan zou hy met nagelaaten hebben om de verklaaring verdol ' ^ in leeven zynde , te dei -31. Eene attestatie, gedaan doorheden, die zelfs belang hadden om van deeze dienften bevrydtezyn, en die dezelve atteftatie in een toen rechthangiè S^nTJAT26,^60 afg3aven, kan niet inders dan dit ftuk volmaakt voor de Heeren van Almelo voldingen. 32. Niets toch kon hier toe meer ftrekken, dan eene yerklaaring, die zy zelfs in eene twistzaake over het recht dier dienften afgaaven; en welke yerklaarmg, zo wel als de erkentenis deezer dienften, door de opgevolgde Acquiefcentie van den Heer van Bellinkhof, die zyne meyeren wederom met dienen heeft moeten laaten voordvaaren, wierd bevestigd Dus wierd hier door het bezit dèr Heeren van Almelo volgens het bekende recht, op de volkomenfte wyze geftyft en gefterkt. P 33- Alles te zien onder C. cum adjunaisA.B CD j4;n \™ .eerder da" negentig jaaren daar'na en In r ue LjarV7T51' verzon de toenmalige Heer van Bellinkhof F. L. van Thouars, om eens wederom hier over aan Ridderfchap en Steden te klaa- 35. Welke klagte in handen van den Heer van Amelo wierd gefteld, en door zyn HooggeT Ge ftr., by bericht op dezelve, wederlegd, en de lastering SLtn°ftueDtZeke^geta' waaren bepaald; maar dat van ouds gedient heeft moeien worden 20 veel de Heer van Almelo van rjooden heeft.  Almelofche Oudheden. 211 tering van zyne party, nevens het wettig bezit deezer dienften getoond ; en wyders met recht be* weerd , dat de zaak niet behoorde ter vergadering van Ridderfchap en Steden, maar tot het ordinaris Gericht; 36. Welk bericht en klaagreqüest dsor Hun Ed. Mog. ten einde van Rapport op den 16 April 1751 commisforiaal gemaakt zynde, zo is op den 22 daar aanvolgende daar op door deeze commisfie aan Ridderfchap en Steden voorgebragt, dat by examinatis van dezelve Stukken niet hadden gevonden /hoeveel diensten welgem. Heer van Almelo van de boeren of meyeren onder de Heerlykheid Almelo vcoonende, komt te preienderen , dat overzulks van advife fouden wezen dat van welgem. Heere van Almelo voor en aleer opdebovtngem. requejte en bericht-te disponeren, foude behooren te worden gerequireert, om aan de Heeren ordris. Gedeputeerden m te zenden eén memorie of fpecificatie van de diensten die van gem. meyeren fufiineert aan 'hem te competeren, of geprejleert te moeten worden, 'en hy aldien dezelve meerder mogten zyn, als die aan de Provintie door de huislieden worden geprejleert, als dan teffens aan te toonen op wat fundament dan fuik regtmoge funderen en fulks in de maand funy aanftaande. 37 Doch waai- op de Heer van Almelo bvmisfive van den 28 Juny 1751, onder protest van zich nier. intelaaten, wederom den aart deezer dienften , en derzelver onderfcheid van de toen nog in zwang zynde gepretendeerde Provinciale dienften, door de Heeren Drosten genooten, aan Hun Ed. Mog. onder het oog bragt; en verder te. kennen .gaf", dat deeze dienstpligtigheid zich extendeerde tot fo verre hét huis Almelo diergelyke dienften van nooden heeft &c. 38. Alles breeder te zien uit de Stukken hier bv gevoegd onder Dimo. D2do. Dyio, Da^o. Éifffa. D. 6to. 39. Hier in beruste de voorz. Heer Thoda'rs tot Bellinkhof: hy beruftte in deeze openbaare verdediging van den Heer van Almelo, gedaen voor den O 2 'Sob*  2ï2 Almelofche Oudheden. Souverain en onder het oog van alle ingezetenen des Landgerichts Almelo, by dewelken de Heer Tholtars geen onderfteuning kon verwerven: om zyne onrechtvaardige onderneeming in het a'llerminfte goedtekeuren: hy berustte daar in nazynen yergeeffchen aanval, gelyk ook elk en een yder daar in acquiefceerde , hoe zeer ook anderzins de ingezetenen van de Stad en verdere Heerlykheid Almelo, altoos gewoon geweest zyn, om telkens tegen de Heeren van Almelo te pleiten. Na dit alles had men moogen vastftellen, dat alle tegenipraak en verweigering deezer dienften voor altyd zou gezweegen hebben, en nu niet wederom, na meer dan een derdedeel van honderd jaaren, op de baan zyn gebragt geworden. Althans zo men het Landrecht van Overysfel, het recht de meo et tuo, welk hier, als tusfehen ingezetenen en ingezetenen deezer Provincie, ftand moet grypen, raad pleegt; dan is te letten, dat wederom federt het voorz. jaari75i tot 1785, toen de Gedaagden begonnen deeze dienften te weigeren, meer dan een derde deel van honderd jaaren is vervlooten, waar in deeze dienften, als verfchuldigd zyn gepresteerd, en dat daar door het bezit niet alleen , maar ook zelfs de eigendom deezer dienften gewettigd is. . 4i. Al was het ook dat alle tegenfpraak niet reeds in 1751 door een verloop vsn negentig jaaren, dat deeze dienften als verfchuldigd waaren geprefteerd, wasgemdigd, des ja; en al was het dat deeze diensten niet reeds in 1661 van ouds alzo gedaan waaren; en dat 'er geen reden (als welke een bezit van eenderde deel van honderd jaaren, volgens onze landswetten, met vereifchO meeropgelpoord zou kunnen worden, waar uit dezelve dienften gefprooten zouden zyn: van alle het welke echter het tegendeel hier vooren is gebleeken. 42. Of moet, om over deeze klaare zaak meer licht te verfpreiden, dieper in de oudheid getreeden worden? dan zou de brief van 1407, waar by de  Almelofche Oudheden. 21$ de Heeren en Vrouwen van Almelo den grond en weere cum annexis, om het Kloofter van Almelo daar op te ftichten hebben uitgedaan, hier toekunnen dienen, gevoegd by de voorz. gedrukte Deductie der Heerlykheid Almelo bladz. 296. &c. 43. Daat ftaat met ronde woorden: fo fyn des een. drachtelyk toe rade geworden, omme den dienfte Goddes toe vermeren, dat wy de vrouwen perjoenen, die daar op woenen fullen Goede te deenen, als voerfch.is , gevriet hebben ende vrienende quyt holden (uilen van allen dienst, van fchattinge, volginge voer Richters gebodt ende allen onrade, die wy ofte onfe erfgenamen > ofte onze nakomelingen van rechte ofte gewoonte (*) aen hem hebben &c. 44. Want dewyl niemand zo verkeerd kan zyn, dat hy zou denken, dat de Heeren van Almelo iets van het gene aan de communiteit der ingezetenen of aan den Lande toekwam, zouden kunnen wegfchenken, en zulks ook ftryden zou tegen de woorden : die WT OFTE ONZE ERFGENAAMEN ofte onze nakomelingen van rechte ofte gewoonte aan hem hebben 6fc zo volgt, dat hier verftaan worden dienst, fchatting, volging voor,RichtersgeBod} en verder onraad den Heeren van Almelo zelfs toekomende. 45. Zy ontfloegen dus de Kloosterlingen, wegens dit goed, van dienften aan de Heeren van Almelo, en van fchatting of bede, by fommige gelegenheden aan zodane Heeren betaald wordende ; van opvolging van Richtersgebod, dat is, van den Rechtsdwang des Richters, zo dat zy niet onder het Gericht des Richters van Almelo zouden ftaan. 46. Om alle deeze redenen had Mevrouwde Aanleggerfche niet kunnen te gemoet zien, dat Gedaagden in de weigering deezer dienften zouden heb» ben (*) Hier fprcekt de Heer van Almelo in diergelyke bewoording als Bifchop Frederik in den Zwolfchen brief van 1411, hier vooren art. 19. O 3  214 Almelofche Oudheden. ben volhard, toen zy tot prestatie Van dezelve door haar Gerichtiyk wierden Gefumnieerd. 47- Veel weiniger had men kunnen denken , dat Gedaagden hunne defenüe, by contrainfinuatiezouden hebben gefteld daar in, 48. imo. dat Mevrouwde Aanleggerfche geen Vrv vrouw der Heerlykheid Almelo zou zyn, maïr ilecnts zich zo zou noemen : hoedane ftelling uit verachting en om de ingezetenen der Heerlykheid Almelo tegen Mevrouw dë Aanleggerfche on te hitfen, door Gedaagden of die van hunnen raade 111 deeze zaak is bygefleept 49- Daar ondertusfchen elk weet, dat niemand anders dar. Mevrouw de Aanleggerfche de Heerlykheid Almelo bezit, waar van, bv wyder ontbergen^" ^ ™ n00digi hie" by Word in" 50. 2do. pat deeze tot het Patrimonium van Mevrouw de Aanleggerfche en niet aan de Provincfe behoorende dienften door de Publicatie, van den 25 February 1783, van Ridderfchap en Steden geëmaneerd, tot afïchaffing der pretenfe dienften die door Drosten en wel als aan de Provincie ole fcMftgenooten' mede zouden zyn afge- 1 ^EeAV?01'geeven,' zo onbezonnen en ongegc°ïïhdt'wdordehm gCen beandwoord^s waardig^» • 52. Trouwens de valsheid van dit verdichtfel is niet a leen uit het voorgemelde, en de daar by aan gehaalde ftukken, en uit den eigen inhoud dier Publica ,e, ipreekende alleen van de zogenaamde Drosten dienften, en welke Publicatie aan een in? gezeten deszelfs bezit van zyn Patrimonieel recht niet beneemen kan, openbaar. 53- Maar ook is de ondeugendheid van dat on^eraapt uitftrooyfel handtastelvk uit de meergemdde uitdrukkelyk beroept; alwaar getoond is, wat die zo-  Almelofche Oudheden. 2i£ zogenaamde Drollen dienften waaren , en dat dezelven met dienften der Heeren van Almelo geen fchyn, of fchaduw van gelykheid hebben- 54. Nimmer ook hebben de Leden derGezwooren Gemeente van eenige Hoofdftad, veel weiniger in hec begin der verleeden eeuwe, noch ook vervolgens, zich daar mede bemoeyd; noch ooit is daar van ter Vergadering van Ridderfchap en Steden gerept, dan eenmaal in 1661 en nog eens wederom in 1751 op ongegronde klagten van particuliere Heeren van Bellinkhof, waar van boven is gezegd, die zy hebben moeten ftaaken. 55. Nimmer, veel weiniger in 1631, is over den afkoop van deeze dienften der Heeren van Almelo gehandeld, of zelfs daar aan gedacht, veel weiniger een afkoop daar van geflooten. 56. Nimmer, veel weiniger in 1695, is eenig verfchil over deeze dienften aanweezig geweest, hoe naamelyk dezelven voor den Munfterfchen oorlog waaren gepresteerd. 57. En nimmer eindelyk, veel weiniger in de jaaren 1709, 1710. 1717. 17:8 & 1725 is daar over door Ridderfchap en Steden gehandeld, hoeveel dienften de Heeren van Almelo (trouwens het was geene zaak der Provincie) genooten hadden of zouden genieten. 58. Maar dit alles bevindt men alleenlyk te zyn gebeurd ten aanzien der zogenaamde Droften dienten , gelyk te zien is in het meer aangehaalde IV. Stuk, eerfte af deeling der Overysfelfche Gedenkftukkenl, §.14-46. 59. Om wyders niet te melden, dat deeze diensten aan den Huize Almelo op eenen ganfch anderen voet en wyze, dan omtrent de zogenaamde Drosten dienften plaats had, zyn gepresteerd geworden, als met meerderen te zien onder B. 60. En dit behoort, onder eerbied, genoeg te zyn om zelfs een Tertullus de mond te fnoeren. 61. Of zal men 'er nog by voegen? dat de zogenaamde Drosten dienften, berusteden op eene pre- O 4 tenfe  2i6 Almelofche Oudheden. tenfe Publyke huislyke dienstbaarheid van doorgaans alle land goederen, in deeze Provincie seleegen, aan de Souverainiteit zullende comnetee ren: doch dat de dienften van den Heer van Almelo zyn eene private zaak, aan iemand onder de Souverainiteit deezer Provincie gezeten , en dus aan een ingezetenen, gelyk de Heer van Almelo vooreTgTmeir^' enzovoord> breeder hier rP6nn,5ieikwaadaartigh^id van Gedaagden en hunne oprokkers loopt ook niet weinig in het oog , van Tn W Un gCdrag met de" onfterflyken nafm van den Baron van der Capellen in hunne Contrainfinuatie zoeken te bemantelen. 63. Die echter al te wars was van kwaad te doen welkPnVHe,n0iderIegd aangaande deeze dfenften; ! £cnd«w bewooners in het Landgericht van AU melo, van goederen van anderen (die in vergelymXi g°ederen fan den Huife Almelo aldaar tuft ZTP^' Ve,d minder ee» Sérvi- IZ 'a. F de °P dle g^deren, worden gepres*S d^e, zeggen wy, daar van al te zeer overtuigd was , dan dat hy zich voor dezelve lieden zou hebben kunnen interes/beren ; maar integendeel heeft hy deeze Almelofche dienften altoos gewet- ƒ4. Zelfs deed hy dit in het openbaar, toen hy msflve °ver d™ aart en oerfprone der DROS TEN en ANDERE dienften in Oviy fel door een kenner der Vaderlandfche regten en oudh d n l Sfhrevenaan Johan Derk Baron vm der C?pfllS tot den Pol en door zyn Hoogwelgeboren aan lm Pu. Mek medegedeeld, uitgaf, hier by fub E 65. Alwaar hy bladz. 3. aan het publiek mede vel nl¥ g TU d?arr toe-oorzaak hebben gegeevm* Doch memand, geloof ik, is in ftaat om dewaa. re  Almelofche Oudheden. 217 re oorzaak daar van te bewyzen, en ik Uvyfel, of die overal Jezelf de zou zyn geweest. Alleenlyk meen ik, om reden boven (te weeten bladz. 1 & 2.) gemeld, dat zodane dienften in l'aater tyd, aldaar en elders meer, zyn opgekomen. Ten aanjlen van 'Lalland zal ik eenig bewys bybrengen , dat jlechts fommigen aldaar zulke dienften fchuldig zyn geweest. Dus verre de woorden die ons Capellen mededeelt. 66". Den onfterflyken naame van deezen kundigen en zeer geleerden Heer zou veel te kort gelchieden, wanneer men hem zou willen berispen (gelyk fommigen thans ftoutelyk onderneemen) dat hy zich maar zo iets in de handen zou hebben laaten ftoppen; en dat hy, hoewel ten eenenmaale rechtskundig, een van ondenkelyken tyde erkend recht, waartoe veele omftandigheden, en middelen van verkryging, oorzaak kunnen gegeeven hebben, voor een recht heeft gehouden, offchoon de juiste oorzaak daar van niet blykt. 67. Ook kon Capellen , hoe groot een Voorftander van de vryheid hy ook was, niet ftellendat de dienstbaarheden , aan den eenen ingezetenen van den anderen competerende , zouden moeten vernietigd worden; noch dat de hofhoorige lieden in deeze Provincie Gemanumitteerd zouden moeten worden; 't welk in allen gevalle by geen Rechstgeleerde eenig geloof verdienen zou. 68. Doch dewyl deeze eifch en aanfpraak niet gefchikt is, om dit ftuk uitgebreider te verhandelen ; en het gefchil hier maar alleen de posfesfie, die hier vooren genoeg getoond is, betreft, zonder dat Mevrouw de Aanleggerfche zich ten petitoir wil hebben ingelaaten , maar integendeel al wat verder dan tot het posfesfoire zou vereifcht worden, hier is aangevoerd , alleenlyk narrative en, zo als men het noemt, ad colorandum posfesforin?n wil gezegd hebben. 69. Zo houdt Mevrouw de Aanleggerfche hier mede tegen de wettig geciteerde Gedaagden {fub F.) gediend van eifch en aanfpraak , en conclu- O 5 deert  818 Almelofche Oudheden. pïendü SX mÜ dkendÜ nobiliterque in omisfis fup- Dat de Hooggebooren Vrouw Aanleggerfche . aan het hoofd deezes gemeld, in de posfesfie of quafiposfesfie der gehbelleerde wagendienft.cn, door Gedaagden , aan het hoofd deezes gemeld • als voorheen ten behoeve van haar Hooggeb. of Huis Almelo te presteren , by vonnis van UHWGGe mooge worden gemaintineerd; en dat de Gedaas" den mogen worden gecondemneerd, om de gelibelleerde turbe en indragt, door verweigering van prestatie der voorzeide dienften begaan, kost- en icnadeloos aan Mevrouwde Aanleggerfche te moeten beteren, met condemnatie van de Gedaagden m alle de kosten deezer procedure, of conclucieert zo en als omni meliori modo. P. Hubert Dr. J. W. Racer Dr. A. ExtraB uit een Stadsboek der Stad Almelo van pergament, berustend: ter Secretary aldaar. Copia. ■ Alfoe die jngefettenen der Heerlicheit Almeloe foe huysluiden alfs borgeren een merckelicke fom. me by den ontfanger van Twenthe ten achteren waeren hebben die*felve by den Wel Ed. Geftren Tohan van Rechteren, tot Rechteren ende bSdenhorst Heer tot Almeloe ende Vriefenveene &c haeren Heeren. langhdurichlicken aengeholden omb tot fulevatie ende dempinge der voorf Sul' den Cgehckm andere naebuerige mareke allent a ven zodaemgen eenen toeflagh in der Gemeynte te ™egen vercoepen waer van die jngefeteSn deff Ge-  Almelofche Oudheden. 219 Gcrichtes twie deelen, ende die Stadt Almeloe een derdendeel folden hebben toe genieten daran dan het huyfs te Almeloe nae older gewoente de naerder eoep wafs Competerende, lbo ist dat welgemelten Heeren van Almeloe op voorsf. fyner Wel Edele onderdanen inftantelick verfoeck den verfochten ende uytgefehenen toeflach achter Ëulcksz arve den Heere van Almeloe toebehoerigh uyt fonderlinge reeden geaccordieret geconfentiert, ende voer ditmael van den naerder koop afftandt gedaen heft, omb die parcelen an den meesten pryfs toe brengen , midts conditiën , dat Welglt. Heeren daer en tegenfs eenen redelicken toflagh ten minsten fchaeden, fall hebben toe profiteeren en naemaels by nyemant van qualiteit hy fy in der heerlicheit eenige anllaegen fall moegen gemaket worden , waer van meergemelten heeren by poene van hondert goltgl. en verbott) in der kercke ende Executie tegens den transgresfeuren fonder eenige Conniventie doen fall, Twelk wy ondergef. Heere tot Almeloe ende die Borgemeisteren ter Stadt Almeloe minnelick ende vriendelick fynnen overcomen ende diesfen ten onfen Protocollen doen teikenen, Aftum Almeloe den 21 November anno dufent feeshondert vier en dertich ftilo veteri ende was met verfcheideu diverfe handen ondertekent j. van Rechteren. Andries Torck Borgemefler. Johan Meyer Borgemr. , Swier Funken Borgemr. Arent Lieffers Borgemr. . accordat originali fuo me teste Schotto Averstege Secretaris. Pro vero Extra&u uit een gefchreven pargamenten Boek, ter Secretarye van de Stad Almelo berustende E. Dull Rigter. Dat  220 Almelofche Oudheden. Dat het Pergamenten Boek in quarto, waaruitde vooren (taande Lopie, is geëxcraheert berust ter Secretary der Stad Almeloo, zulks betuyge mits deezen. Aftum Almeloo den 24 September ^85. D. J. Lamberts Secret. B. Vraagartïculen om daar op ter inftantie van de Hoog Geboren S. C. F. Gravin Douariere van Rechteren Vryvrouw der Heerlykheid Almelo,nae voorgaande Citatie enerinnering van de zware ftraffe des meineeds genchtelyk ondereede te hooren Frans Harmem Monnink Onderrigter des Landgerichts Almelo 1. Getuiges ouderdom en verwantfchap ? ad art. 1. Verklaart Getuige oudt te zyn ongeveer vyfcig jaar en onverwant. & 2. Het Gericht word gerequireerd om de hier by vertoonde verklaring van den Getuige, door hem ondertekend , met het vidimus te tekenen en dezelve nauwkeurig aan Getuige voor te leefen en dan te vragen of hy die verklaringe naar waarheyc heeft gegeven ? a£„t. 2. Verklaart Getuige, na dat hem de afgegeven attestatie befcheidentlyk in den Gerigte is voorgelefen, dat hy die nae waerheit heeft afgegeven. ö Ik  Almelofche Oudheden. ~~l Ik J. VV. Harwig wegens de Hoogheid des Huifes en Heerlykheid Almelo, Verwalcer Rigter van gefeide Heerlykheid, Certifkere kragt defes, dat voor my en Ceurnoten als waaren Gerrit Huinen en Gerrit Jan Pannen , nae voorgaande wel en wettig gedaene Citatie en fcherpe erinneringe van de fwaere ftraffe des meineeds, de boven genoemde Getuigen onder folemnelen geprefteerden Eede op jeder articul heeft gedeponeert als onder dezelve in het lange ftaat geregiftreert. In waarheids oirconde hebbeik Verw. Richter defes eygenhandig getekend en gezegelc. Actum Almelo den 24 Sept. 1785. J. W. Harwig Verw. Rigter. Vidimus injudicio Almelo den 24 Sept. 1785. in fidem J. W. Harwig Verw. Rigter. Ik ondergefchrevene Onderrichter van Almelo relatere en verklaare mids deezen ter inftantie van Haar Excellencie de Hooggeb. Vryvrouw van Almelo, dat ik thans in het vier en twintigfte jaer Onderrichter van Almelo zynde, in al die jaaren de dienften aan het Huis Almelo, door die van het Landgericht van Almelo te doeri, op order van de tydelyke Rentmeefters van het huis Almelo, befteld heb, byzonder ook de boeren van de erven Goo«en, Pbincen, Witvoet en Soeteman. en dat van geene boeren plaatfen, aan anderen dan aan het Huis Al-  222 Almelofche Oudheden. Almelo behoorende, van deeze dienften zyn vrv geweest, dan alleen de bewoners van ReyVrs huis, te weten op het rechte huis; en dat eene der toten der dienften waar na ik beftelluig, op order voorgemeld, hebbe gedaan, luidt als volgt: Deeze moeten den kleinen loopdienst doen. Het Hoekhuis Het Velthuis. De Brantryk, DriSeSï Dn KSniDS- -^lteaa- brinkhuis £ Yoele. Steffenshuis. Reu- vekamp. De Konmk. Het kleine Hag. Het fen°huif 3gV WrefS^'s- *** Beverdam' Alennuis Voerhuis. Kleine Bokhove. Het Heilenhuis. Schuttenhuis. Deeze moeten den binnen dienst doen, zo het aan den tiuije Mmelo behoort. HtinkeIRnfhn0f'pH0fflee} Vre™°- Houdehof 'MnnU5C[- irugg'"Dk- Aalderink. Kolt- R?tónk y Tyhof* FïieliDk- Abbi°k- Deeze moeten den grooten loopdienst doen. Schapedyk; Bokhove. Krommendyk. -Ruink. Deeze moeten den verren boerdienst doen. Hinnevelt Getkate. Robbenhaer. De Boer — Holsbnnk. Ibbenhorst. Hietbrink. Knoef Z Hofftee. De Bolks. De Grever. NyeSes Z -RnevDi;^elenre7fTf; Kleitfe- Hondebrink. ■— Revmkboer. Nilant. De Booms Arrni-c vCet-~Fvi^ DePc™fe- GooLAwfc yoet. — Wondeman. Sueteman. Braakman Joosteman. — Het Stokhelder, Pefie S' ^\HTmu\nk- - Rouwl of, BSggink; be f AaïTbeshuis- — Koltnof. Grrni berg• Hindnk Hemmink. Hindrik Hemmink. — Jan Rengehnk Tyhof. Noordyk. Rotjannes. Vriëlink. Volkerink. Abhink. Ren-  Almelofche Oudheden. 223 Renfink. — Grobbe. Schelfshorst. Lankamp. Schapedyk. — Krommendyk. Weerman. Hambrugge. Dat die genen, die volgens de voorzeide lyste, den Kleinen loopdienst, als ook die den binnen dienst, zynde deeze laasten wagen diensten, doen , alle zyn meyers of huurlieden van den Huife Almelo, op erven en goederen van den Huife Almelo wonende; en dat drie van de genen, die, den grooten loopdienst doen, zyn meyers van het Huis Almelo; en dat de genen, die den verren boer dienst doen, met hun vieren met eenen wagen, met vier paerden, doch de drie laatfte erven met eenen wagen met drie paerden befpannen, dienen, zo als daar by met ftreepjes is afgedeeld; en dat van deeze boeren drie en dertig en een half behooren tot het Huis Almelo, en de overigen een en twintig en een half behooren aan andere eigenaren; voords dat hier by nog aan te merken is, dat by fouamigen van de vier nog een vyfde als ook een zesde boer, zo lang my heugt, is by geweest, fchoon op de voorenftaande lyfte niet aangetekend, die echter, even als of er maar vier boeren waaren, eenen wagen met vier paarden befpannen uitmaaken; als ook, dat tot de laatfte op de voorz. lyfte genoemde wagendienst van drie paarden, zo lang my heugt, vier boeren behooren, fchoon maar drie op de lyste zyn aangetekend, welke vier evenwel volftaan met. éé.n wagendienst van drie paarden; en dat de vooren gemelde lyste van alle de hier voorgemelde dienften afgeloopen zynde, alle deeze voorgemelde dienften wederom van vooren af aan beginnen , zo dikwyls vereifcht wordt; en eindelyk, dat alle de boeren, welken tot den voorzeiden Grooten boerendienst behooren, nog daar en boven den Kleinen hoer- of zogenaamde zanddienst, zynde wagendienst met twee paerden, volgens befte'lling, op order voorgemeld door my edaan wordende aan den Huife Almelo doen, en y nd g"ew psk zynde wederom van vooren aan be„:„neii dikwyls vereifcht wordt. gm Wy«  224 Almelofche Oudheden. Wyders dat de volgende boeren 's jaarlyks ieder twee voeren turf, volgens myne beftelling, op order voorgemeld, uit het veene bezorgen, op den Huife Almelo, naar de hier volgende lyste myner beftelling. Gerrit Jan Getkate. De boer Getkate. Holfebrink. Hietbrink. Ibbenhorst. De GreverKleisfe. Ulenreef. Revenboer. Peppelman. Nyland. De Booms. Arend Arendfeh. Fikkert. De Prince. Goofen. Witvoet. Wondeman. Sueteman. Braakman. Joosteman. Het Stokkelder. Pefie. Scholenberg. Bolshoeve. Krabbeshuis. Grimberg. Hindrik Hemmink. Hindrik Hemmink. Jan Rengelink. Rotjannes. Vellekate. Volkerink. Lankamp. Grobbe. Schelfshorst. Schapedyk. Bokhoeve. Den Mighoop, anders Krommendyk. Van der Aa. Ruink. Weerman. Hambrugge. Dat alle deeze voorgemelde e!k hunne twee voeren turf op den Huife Almelo bezorgd hebbende, als dan de navolgenden den overigen op den Huife Almelo nog vereifcht wordenden turf bezorgen moeten, naar de hier na volgende lyste myner be« Helling. Hinneveld. Knoef. Hofftee. Vreeman. Nyereest. Lambert Hondebrink en Berend Hondebrink. Rouhof. Bruggink. Schutteman. Hammink. Aalderink. Kolthof. Noordyk. Tyhof. Vriëlink. Abbink. Hendrik Renfink en Albert Renfink. Dat van de genen, die de turf op den Huife Almelo volgens de voorgemelde eerfte lyste bezorgen, zyn een en twintig meyeren tot den Huife Almelo behoorende, en een en twintig aan andere eigenaaren toebehoorende; doch dat alle, die, volgens de laastgemelde lyste, turf op den Huife Almelo bezorgen, zyn meyeren, behoorende tot den Huife Almelo. Dat  Almelofche Oudheden. 225 Dat wat aangaat de handdienften dezelve volgens de rotcedel, op order bovengemeld, door rny'zyn befteld en door de ingezetenen van het Landgericht van Almelo gedaan. Dat dit alles, gelyk voorgemeld, altoos, zolange ik Onderrigter van het Landgerichte van Almelo geweest ben, aldus tot het begin van deezen jaare toe is gedaen en gebeurd , als ook dat ik van myn wylen Vader Jacobus Monnink, die insgelyks Onderrigter van het Landgericht van Almelo geweest is , hebbe gehoord. dat dit ten zynen tyde ook aldus gefchied is, zulks betuige ik met myne ondertekening en ben bereid zulks met eede te bevestigen. Almelo den 23 Sept. 1785. F. H. Monnik Onderrigter. C. Copia. Edtle Mogende Heeren, Myn Heeren Gedeputeerden van de Staaten van Overysfel. Die Heer van Almelo ter handen gekomen zvnde twie diverfe Requeften van Jor. Goderï van Bb£linkhoff beftaande in pure Calumnien en onwaarheyden bevindt; Dat of wel fchoone U Ed. Mogende op de d' eerfte van d' 3 July 1661 hadden believen te Apostilleeren, dat defelve den Heeren berigtgever ter handen gefteld zynde, fyn hoog Edel daar op op die aanftaande fo doenlyk, en anders op den 3den. dagh van de daar aan volgende fynde deeze vergaderonge Bericht zoude doen ut patet alhier fub A. dat niet tegenftaande dezelve en de fonder het voorfcr. berigt aff* te wagten,UEd.Mogh. alevenwel op het fubreptive anholden van den ReP moe-  226 Almelofche Oudheden. Hionftrant post dato by Apoftille van den - Scn tembr. heft gelieven te verftaan, dat zynHoogEd op den 3 dagh van deeze vergaderonge peremptoxie behoorde te Compareren en ondertusfchen die bereyts gedistraheerde panden te reftkueeren Om dan nu fonder fig nogtans in defen hier door U Ed. Mog. judicature en fubfequente redenen, te fubmitteren, de quo expresfe proteftatur , kortelyk te Kemonltreeren hoe onbedagt en temerair die Remonftant m deefen procediert, en met wat groote geexpractifeerde onwaarheiden hy U Ed. Mog. bejegent, dient dat die H. Berigtgever ende fyn HoogEd. voor Olderen tot foodanige diensten niet alleene alle tyd beregtigt (gelyk men met diverfe Documenten foude konnen en fuo loco et tempore'mdien noodig zal weeten te doceren) maar ook ondenkelyke jaren herwarts daar van in rouwelyke (*) posfesfie geweest zyn, gelyk fulcx blykt uit die hier Jub B. bygaandc Attestatie van alle die in die Heerlykheid van Almelo eigen geërfden felves, verklaarende aldaar dat zy en haare Meyers lödanige dienften (boerdienften genaamd) telkens williglyk op het aanzeggen van den onderrigter door last der Heeren Bengtgeveren fonder die geringfte contradictie, gelyk zy ook nog te doene eerbiedig zvn geerne hebben geprsesteert, als alleene dat des Remonftrants meyeren door desfelfs last, dezelve nu dit jaar hebben geweigert met hoedanige verweigeronge alzo die Remonftrant fig niet zo zeer op zyn recht als familie (het welke dog met meerder dankbaarheid ende den huife Almelo als daar van diverfe favoren genoten hebbende waar van alleene hier van een ftaaltjen wordt vertoond fub C. ende nog diverfe zouden konnen vertoont worden, behoorde verpligt te zyn) fchynende fyn fundament te maaken, den H. Berichtgeever in fyn langduurige ende rouwelyke posfesfie fochte te turbeeren, heft (*) Het woord rouwelyke betekent r'ijlige en is thans fcy ons niet meer in gebruik.  Almelofche Oudheden. 227 heft zyn HoogEd. die recufanten daar voor naar ouder gewoonte gerigtelyken doen penden, ende die panden publykelyken doen diftraheeren, fulx dat die Heer Berigtgeever tot maintenue van fyn recht ende posfesfie het middel van jufiitie gebruikt hebbende by de Remonftrant valfchelyk van gewalt ende onrcdelykheid (van hoedanige atroce ende enorme injurien men by deezen wel expresfelyken wil hebben geprotefteerd, ende zyn actie tegens den Remonftrant fuo loco et tempore gereferveert) wordt béfchuldigd cum is qui pure Juo utitur nemini facit, injuriam, gelyk mede van denzelve valfchelyk is erdagt ende wordt voorgegeeven, dat die relaxatie der panden onder genoegzaame Cautie zyn verweigerd, 't is wel waar dat op den dagh van dift.ract.ie in den gerichte is verfcheenen eenen Advocaat Huysken, dewelke aldaar uit des Remonftrantsnaame eenige telle quelle prasfentatie heft gedaan, dan dat den zeiven zyn qualilicatie afgevordert fynde, fonder bruylofs kleed is bevonden, zo dat het gerechte in Confideratie genomen hebbende dat niemand by machte is, een ander ende derde mansgocr fonder fpeciale qualificatie te verbinden, desfèlves prsfentatie niet heft willen ofte connen accepteeren , ut alhier fub D. deeze dan alleenigh dienende tot een korte demonftratie, hoe bros des Remonftams clagte ende ongefundeerd derzelver narraten zvn, feght die Heer Berigtgeever falvo tarnen quo decet refpeSlu tot confirmatie van fyn gedane protest, gants ongeholden te fyn, in hoe /oramteconfenteeren, ende fig U Ed. Mog, judicature in deezen re fubmitteeren geremarqueert , die Remonftrant in deezen voor eenige buren des Almelofchen Land gerigte fubject ende met den welken albereyts voor denzelven gerigte die proceduure is quafi geintrc duceert, komt intervenieren, ende alzoe diefelve procedure ock aldaar moet vervolgen, cum interveniens litem in eo jlatu, in quo eam reperitfusceptare debeat , nee forum declinare potest, Gail. 'kb. 1. tit. 71. n. l. et 2. 't welk bv U Ed. Mogh. in confideratie P 2 ge-  223 Almelofche Oudheden. genomen fynde, twivelt men niet of zal by U Ed Mog mede met anders konnen geoordeeld worden! dan dat by den onbedachten Remonstrant, fynongefundierde klagte qualyk is geinftitueerd ende ind en dezelve figh muchte bezwaard engeintresfiert vinden, iyn actie daar van voor des Almelofchen berichte behoorde te vervolgen. Accordeert met het origineele in het Archief van den Huize en Heerlykheid Almeloo berustende. E. Dull Rigter. A. Copia Edele Mogende Heeren myn Heeren Gedeputeerde Staaten der Landtfchap van Overysfel. Remonftreert met behoorlyken refpect den WelEd. Godert van den Bellinkhoff fio onredelyke dat de Remonftrant wordt getemtiert enonfatfuenlyk aengetastet tegens Refolutien deezer Provincie van Overysfel van den HoogEd. Zeyger van Rechteren Heer van Almelo en Vriefenvenne ende Remonftrants meyeren buiten recht wil holden met gewalt fyn HooghEd. alletyds oft korte dagen agtermalkanderen fullen ten dienfte ftaan niet gedenkende dat zy moeten fo fwaere lasten ende Heeren middelen opbrengen ende daer in boven haere pachten f0 dat fodaenige dienften fyn buten redenen ende tott uitmergehnge der onderfaten foo is fulx verbooden van den Remonft. ende fyne meyeren niet  Almelofche Oudheden. 229 niet te zullen dienen buiten confent des Remonftrants waar over den HoogEd. Heer van Almelo tegens alle redenen, met gewalt desRemonftrants meyeren laten penden, ende dezelve panden heeft laaten verkoopen, alhoewel den Remonftrant verfogt defelvige onder borgtocht te losfen ende geprefenteert alle fyne goederen in die Heerlvkheit liggende daar voor 't onderpande te willen itellen voor fyn pratenfie op Remonftrants goederen ofte meyeren maér is afgefhgen ende finnen onder borgtocht niet losbaar geweest, fo is het oetmoedelyk verzoek des Remonftrants dat UËd. Mogende doch gelieven te gedenken des Remonftrants familie deezer Provincie ende zyn HoogEd. Gefte. gcordonneert worde van U Ed. Mogende fodane panden onder bogtogt mogen gereftitueerd worden ende fyn HoogEd. pratenfie voor U Ed, Mog. als Remonftrants Competente Richtereninftitueeren waar op Uw Ed. Mog. regtmatige en favorabele Apostille verwagtende. 'T welk doende Volget de copia van de Apoftille in mar - gine des Request gefteld Zy gefteld in handen van den Heer van Almelo omme aanftaande vergaderinge fo doenlyk hyr op bengt te doen anders op den derden dag van de volgende vergaderinge Actum Zwolle den 3 Tulv 1661. J J y (lager ftond) was geteykend A. H. V. Raesfelt (onderftond) Ter ordonnantie van de Gedeputeerden D.' Roelink P 3 (be-  230 Almelofche Oudheden. (benedeuftond) Datt bovengen. Copie Verbotemis met haar origineele is accordeerende Credatur teste me (was get) J. Krop Secr. Jud. Oetmers. Accordeert met de copy in het Archief van den Huize en IHeerlykheid Almelo beruftende. E. Dull Rigter B. Copia Wy ondergefchreven geErvete ende gegoedere in de Heerlikheyt Almelo attclteren ende verklaren voor die waarheit mits deefen , ter inlfantie van fyn Hoogh. Ed. Geftr. de Heer van Almelo, dat onze refpettive meyeren in de Heerlykheid Almelo wonende van oldes her neffens de meyeren van den huize Almelo allen tyt ongeweygert'extraordinare dienften (genoemt Boerdienften) met wagen ende paerden, in alle voorvallende gelegentheyt foo dikwyls als uyt last van den Heer van Almelo deur den Onderrichter hun word aangefeght, hebben gedaen ende noch int toecomftige niet zullen verweygeren den huyfe Almelo met wagen ende peerden naar oldergewoonte te dienen. Wheeten ook niet dat by iemand in de?zer Heerlykheid wonende , oovt fulke wagendienften geweygert fyn, als alleene dit jaar by Jonker Godert van Bellinkhaves meyers is gefchiet, op verbot van zyn WelEd. maar hébben voor deezen neffens andere, vrywillig zodane dienften gedaan, ennuaver tW verweygeren als wy hebben verftaan, ten verfoeke  Almelofche Oudheden. 231 ibeke van dc andere famptelyke huysluyden, gepandet fyn: In kennisfe van deezen belooven wy Atteflanten, deeze onze verclaronge des noot ende verfogt fynde 't allen tyden nader in den Gerichte te laaten uytgaan ende te folemnifeeren als Rechtens , fonder arglist, Actum Almelo den 19 September ao. 1661. (was getekent met verfcheiden handen en handmerken) Arnold Adolf de Reiger. H. Swam als eygener van het Erfe Rengelink. Hendrik ten Getkatte fyn merk (f). Berent derkfen op 't goed ter mollen Èygen geërfde. Jan ten Getkate fyn merk. Signum Jan Rubbenhaer. Signum Albert Ibbenhorst. Signum van Derk Peters hag eygen geërfde. Suster Aelken ter Weene Moeder. Evert ter Brugge als Rentm1'. Maria Vonck dochter tou Stockel gênant bribach alfoe minen man niet fcrif can. Albert Nylant Eigen geërfde. Signum Jan Kluppels eigengeerfde. Signum Lambert ter Brake als eigen geërfde. Hindrick Yanfen Kraebshuis. Accordeert met het origineele , in het Archief van den Huize en Heerlykheid Almeloo berustende. E. Dull Rigter. C. Copia Jck Junker van Rechteren Heer tot Almelo, ende (|) Dit en alle de óverige hier gemelde merken hebben niet gevoeglyk in druk gebragt kunnen worden. P 4  232 Almelofche Oudheden. ende JufFr. Walraven van Rossum Vrouwe tot Almelo beyde Eheluyde bekennen vermits deezer onfer beyder handfcrift, dat gecommen is Otto van Bellinchave ende jufFr. Gertruidt fyn Eewyff ende hebben ons gebeden puer om Goddes willen toe behoeff oeren beyden Soonen, der Godt ter Heer daer bequaem toe maket mit oeren Christelyken namen benoemt, Aloeft ende Koert omme die Vicarie de falige Heer Johan Duersterbeke by fynen leven plach toe hebben, met allen olden ende nye toebehoor met erven ende renten, met Landen ende hoymaden , mit gaerden ende weyden, nicht uytbefcheyden, dat felus Jk Junc- ♦ ker Hindrik van Rechteren Heer toe Almelo ende Juffr. Walraven van Rossum Vrouw tot Almelo den zeiven Otto van Bellinghave ende fyner huysvrouwen voorf. alle foedaenige bede verhoort hebbe ende die Vicarie voorf'. om Goddes willen gegunt ende gegeevcn , toe behoeff oer beyden Soenen als voorf; By alfoo dat die Goddes dienst fall Eerlick vcrwaert ende bedient worden , toe weeten ter weeken vier misfen ende andere Choordienften ter Coddes Eere ter tyt dat kindcr voorfchr. einer bequem wort als dan Godt ter Heer dat einer van beyden toefoeget mit geleerdheydt older ende vérftant dat hy die vicarie in eigen perfoon felveren befjtt ende bedient , als dan na zynen dootliken afgank fal die voorfcr. Vicarie wedder commen an joncker Hendrik van Rechteren Heer toe Almelö ende an Juffr. Walraven van Rossum frouwe toe Almeloe ofte oer erffgenamen, als dat anders nicht en behoort ende fall wefen verbetert, ende nicht verergert, Dit alles toegefcheene ende vaster te holden, fo laue Jck Juncker Hendrik van Rechteren Heer toe Almelo ende Juffr Walraven van Rossum Vrouw to Almelo dit alles voorfr. voor ons ende onfe Erffgenamen toe ffaene ende toe waeren, ende altyt daar better waerfchop daer van toe doene , of dat noott weere , dit allents voorfr. funder alle argelist, noch tot meerder Veste-  Almelofche Oudheden. 23$ tenïsfe ende vollencommentlick toe holden fo hebbe Jck Juncker Hknderik van Rechteren Heer to Almelo ende JufFr. Walraven van Rossum Vrouw tot Almelo deeze tegenwoordige handfchrift voor ons ende voor onze erfgenaamen als Eheluyden voorf . met onze eigen handt ende Christelicken name byfonder gefchreeven , noch des toe meerder ftarckheyt defer handfchrifte foo hebbe Jck Juncker Hendrik Heer van Almelo voorfr. myn eigen angeboren Zegel opt fpacium deezer handfchrift gedrukt, gefchienint jaaronfes Heeren duifent vyf hondert ende vier ende vyfftich den elfden dach februarius (lager ftond) was onderteikend Henrick van Rechteren. Walraven van Rossem gênant van Rechteren. (in mergine onderftond) Dat deefe copïe met deOriginale acte in alles gelyckluydende ende de handteykinge my feer well bekent is, wordt by my ondergef. Verwalter Richter geatteftiert, en in fidem geteykent defen 16 Augufti 1661 was geteykent R. Götze mprüt ( Locus \ \ Sigilli J Accordeert met de Copie in het Archief van 't Huis en Heerlykheid Almelo berustende E. Dull. Pj D.  234 Almelofche Oudheden. D. Copia. Extract Landtgerichtelicken Prothocols Almeloe Noetgerichte geholthen den 13 May 1661 Verwalther Richter Reinhardt Göïze Ceurnoten Joan Hermsen en Joan Joansen Johan van Gulich ende Arent Pauls Refpeccive Dienneren van 't Hooghe Gerichte des Huizes Almeloe prefenteren nha coftume locael van uitroepinge uit den nhame des Heeren van Almeloe, nhae volgende pande, ter caufe die eigenaren van die felve geweigert hebben, den gewoentelicken bourdienst, met waegen ende peerden te presteren, als vanoldes gedaen, ende by niemant anders in die Heerlicheit Almeloe, noit ofte oyt geweigert is worden. Defen tho gevolge wort geprefenteert (een cocperen pott gepeindet ten einde als voerfchreven) van Joan te Pesie jngefet by-Joan van Gulich voor een gulden 10 ftuivers noch by Joan van Gulich verhooget met 10 ftuivers. Nog eenen pot van Hinsen velt gepandet Is in-' gefet by Joan Wanscher voer twie gulden, noch by Joan van Gulich verhoeget mit vyff ftuver nog eenen kettel gepandet van Exoe is ingefet by Joan Hermsen voor twie gulden 15 ftuivers Joan van Gulich verhoeget mit 5 ftu. Jan Wanscher verhoeget mit 5 ftu. arent Pouls verhoeget mit 5 ftu. Joan Wanscher verhoeget mit i\ ft. Joan Hermsen verhoeget mit i\ ft. Joan Joansen verhoeget mit i\ ft. Joan Wanscher verhoeget mit i\ ft. Ende alfoe niement van voorfchreven parcelen meeder gehoeget heeft fyn die refpeclive verhoe- gers  Almelofche Oudheden. ^35 gers elck van 't fyne copers geworden voorbeholtelycken den eygener die loefe nha Landtrecht. Jo". Bellinkhof per Advocatum Sluisken protefteert wel expresfelyk tegen den verkoop der panden van fyn meyeren, ende nulliteit van dien, vermitz oock gien decifie wegen die faeke, waeromme hy gependet is gegaen ende alfoe noch controvers is, prefenterende diefelve pande onder cautie te lichten , tot dien fine zyn eigendoemlyke Erve, jn defen E. Landgerichte gelegen Hellende. Het E. Gerichte het gedaene protest in deliberatie genomen ende gemelten Advocaat, die Qualificatie afgevorderd, ende niet heeft connen vertoent worden, nimpt het protest nietahn viele min het vervolgh van dien. (Onderftond) Pro concord. Extraftu (was get.) H. Busch Secret. Judicii in Almelo Accordeert met het authentique Extract in 't Archief van den huife en Heerlykheid Almelo berustende. E. Dull Rigter. D. Copia. Edele Mogende Heeren, de Heeren Ridderfchap en Steden de Staten van de Provincie van Overysfel. De ondergetekende Heere van Almelo en Vriefenveen, door de Novelles boode ingelevert fynde feker Request op de naam van de Heer van Bellinkhof aan UEdelemogende geprefenteert, met het daar op, verleende appoincfement in dato den 19 Maart deezes jaars, houdende om daarop tebe- m  *3é Almelofche Oudheden. ïagne£°,P tweede dag van het aanftaande reces van de Landdag, heeft niet willen afweezen daar op reverentelyk berigts wyze te feggen , dat het eene onftrafbaare waarheid zv, dat die dè jnïezS le?Hn JanJe Heerlykheid Almelo ende daar onder mede de Meyeren van den Bellinkhof van alle oude tyden lchuldig geweest en alnog zyn den Uuize Almelo de eene op deefe en de andere wederom op een andere wyze, te dienen, gelyk U Edelemogende uit de annexe Registers/^ N. I. 2 en <ï (*) gelieven te verneemen, en waar van de Origineewordenn00dS Zynde [°üdCn kunnen SeProduceert Dat ookdie dienften op dien voet altoos door de ingezetenen van de Heerlykheid Almelo gedaan zyn uit jub> j\o. 4 im>. fonder dat dien aangaande ooyt door delelve ingezetene eenige verweigeringe is of heeft mogen gefchieden veel weiniger dat zy daar tegens m oppolitie zouden gekomen zyn, dan alleen dat twee meyeren van den Bellinkhof met namen de rtlie en Hinfenvent die dienften in den jaare 1661 op ordre van haar Landheer geweigert hebbende daar over zyn geexecuteert ende panden gerichtelyk verkogt, uii fuh No. 4 ado. dat de doenmalige Heer van Bellinkhof fig des tyds daar over wel by Requefte aan de Heeren ordinaris Gedeputeerden hebbe geaddrcsfeerd gehad uti fub No. 5. door de tydelyke Heere van Almelo ter felver tyd daar op is gediend van Berigt waar by zyn Hoog Welgeboren Geftrenge zegt hieromtrent wefende aan getoont uti fub No. 6. (f) is zulks van dat gevolg geweest dat den Heer van Bellinkhof daar op heeft geacquisceert en vervolgens desfelfs meyers de dienften nae ouder gewoonte geprasteert hebben fonder eenig tegenfeggen blykelykuit de Edelyke kondfehap van de tegenswoordige onderrigter Jacobus Monnik fub No. 7. als alleen dat de boer (*) Zie hier vooren het Document B. (t) Zie ducze bovengemelde documenten hier vooren onder C. cum adjunSis A. B. C. D.  Almelofche Oudheden. 237 Pesie zyn verfchuldigde dienften fo hy fegt op ordre van fyn Landheer de tegenwoordige Heer van Billinkhof in den voorleden jaar geweigert hebbe , ftilx den Heer Berigtgever na dat daaromtrent alle mogelyke patiëntie gebruikt was fig tegens de boer Pesie, ten einde om hem tot fyn pligt te houden heeft moeten bedienen van dat fèlve middel waar van fig fyn Hooggeboren Heer Prcedecesfeur in den jaare 1661 bediend heeft Gelyk dan nu Edele mogende Heeren het regt en inmemoriale posfesfie van den Heere van Almelo aangaande deeze dienften, hier boven niet alle mogelyke kortheid is opengelegt en daar uit als van zelfs voordvloeyt de ongegrondheid van des Heer van Belunkhofs gedane klagte, zo zoude de Heer Berigtgeever wel veel ftoffe hebben ter wederlegginge en debatreringe van zo vee onbetamelyke uitdrukkingen en onwaarheden waarmede het Request van voorfcr. klager van het begin tot het einde toe aangevult is, dog heeft het zelve liever alhier willen pasfeeren en aanmerken als een groote onkunde van dien Heer of door hem verzonnen, om waare hetmogelyk als neen, den Heer Berigtgeever in zyngeregtigheden te verkorten, en de meyers onder den Bellinkhof van een dienstpligtigheid vry te maaken die zy van alle oude tyden verpligt geweest zyn te pra?fteren, ondertusfchen nogthans, heeft den Heer Berigtgeever als in 't voorby gaan niet willen afweezen aan te merken, dat by meergemelte Requeste onder andere mede tegens alle waarheid voorgegeeven wordt dat de Heer Berigtgeever des Heer van Hellinkhofs meyeren onder den Bellinkhof gehoorende, foude hebben willen forceren en dwingen hein pro lubitu en na lust en welgevallente dienen, gelyk de eigen woorden van het zelve Request mede brengen, daar dog de Heer Berigtgeever van die meyeren geen verdere dienften heeft gevorderd als waar toe van ouds verpligt waaren en wel in gelykheid van de andere dienstpligtige huislieden der'Heerlykheid Almelo, zonder dezelve  238 Almelofche Oudheden. ve eenigzins meerder te bezwaaren als andere Ja zelfs als des Heeren Berigtgevers eigen dienstpligtige meyeren, gelyk te vernemen uit het voorgeallegeerde document, fub No. 7. ad artic. uit. En zal ook boven dien den Heer van Bellinkhnf nooit kunnen aantoonen dat deeze dienstpligtigheiddoor de Heere van Almelo tegens zyn meyeren oovt zo verre zyn geextendeert dat zelfs de minfte fchyn zoude gegeven hebben om daar door deszelfs meyeren op een indirefte wyze voor den eigenaar onnut te maken, maar in tegendeel daaromtrent altoos alle bedenkelyke moderatie gebruikt, gelyk des noods zoude kunnen daar gedaan worden. Eindelyk nu betreffende het voorgeeven van den Heer van Bellinkhof als of de Heer Berigtgeever geen het minfte recht van dienstbaarheid, nog op de Havezate den Bellinkhof nog op de goederen en meyeren daar onder gehorende foude hebben, fo is het tegendeel van dien hier voor overtuigent aangetoont, als mede dat de Heer Berigtgeever daar van is, in een gerufte immemoriale posfesfie, wien ten gevolge de HeervANBELLiKHOFdedienstvryheid van fyne voorfcr. meyeren en goederen willende fuftineeren, het zelve "niet anders na regten als per aStionem negatoriam fal kunnen doen, die buiten alle tegenfpraak eene zaak is, welke na Landrecht coram ordinario judice moet verhandeld worden, alwaar de Heer Berigtgeever vaardig is dat point met dezelve na Landr. te demeleren. Weshalven ook de Heer Berigtgeever in* dat volkomen vertrouwen is, Dat UwEdele Moogende deeze zaake wel zullen gelieven te renvojercn aan zodanen Rigter en Rechtbank als in deezen na Landr. competent is. 5Ï welk verwagtende. Accoïdeert met het in het Archief van den Huize en Heerlykheid Almelo berustende E. Dull Rigter D2d0.  Almelofche Oudheden. #39 D2do. Copia. Afgezonden Thoonder deezes Jannes Jacobs, met een brief en daar by gevoegde ftukken houdende aan Haar Edele Mogende de Heeren ordinaris Gedeputeerden van de Staaten vin de Provincie van Overysfel tegenwoordig vergadert te Campen, met verfoek om hier onder te willen doen blyken van recipisfe Actum op den Huize Almelo den 8 Maart 1751, (was getekend) A. P. Z. Graeff van Rechteren Almelo (hier onder ftond) Bovengem. beflotene misilve ontfangen in Campen den Thienden meert 1751 (was get.) Joan Rouse Accordeert met het in 't Archief van den Huize en Heerlykheid Almelo beruftende. E. Dull Rigter Ü3tio. Copia. 1751 April 16 js ter vergaderinge gelezen eea fchriftelyk berigt van den Heere Graaft van Rechteren Héér van Almelo en Vriefenveen uitgezonden ingevolge en tot voldoeninge van hetapoinctement verleend op de Requeste den 19 Maart deezes jaars r aan  54* Almelofche Oudheden': aan Ridderfchap en Steden gepraefenteerd, door F. L. Thouars tot Bellinkhof houdende dat het eene onftrafbaare waarheyd, zy, dat alle de jngezetenen van de Heerlykheid Almelo, ende daar onder mede de meyeren van den Bellinkhof, van alle oude tyden fchüldig zyn geweest, en nog fyn, den Huyze Almelo de eene op deze ende de andre wederom op een ander wyze te dienen, gelyk uit de Registers/ai Ar. i. 2. 3. foude fyn te verneemen, waar van de Origineele des gerequireerd fullen kunnen worden vertoond. Dat ook de dienften op die voet altoos door de jngezetenen van de Heerlykheid Almelo gedaan zyn uti fub No. 4 imo fonder dat dien aangaande nooit door dezelve ingezetenen eenige verweygeringe is of heeft mogen gefchieden, dan alleen dat twie meyeren van den Bellinkhof die dienften in den jaare 1661 op order van haar Landheer geweygert hebbende, daar voor zyn geëxcuteert en de panden Gerigtelyk verkoft uti fub N. 4 zdo. Dat de doenmalige Heer van "Bellinkhof zig des tyd daarover welaan de Heeren Ordris Gedepp. hebbende geaddresfeerd gehad uti fub Ar. 5. en door den tydelyken Heer van Almelo daar op zyn berigt uti fub No. 6. met dat gevolg dat de Heer van Bellinkhof daar by heeft geacquiefceert, ende dewyl de Heer Berigtgeever in een geruste posfesfie is van de dienften van de meyeren gehoorende onder de Bellinkhof, is dezelve in dat volkomen vertrouwen dat haar Edele Mogende deeze zaake zullen gelieven te renvoyeeren aan zodane Richter en Rechtbank als na Landregte Competent is. Waar op gedelibereerd fynde is goedgevonden de Heeren van Coeverden tot Rande De Drosten van Twente en Vollenhove Henrick Podt , B van Marle en Egbert Scrieverius , refpettive Burgermeefteren van Deventer Campen en Zwol, mits ■deezen te verzoeken en te Committeeren, om de voorz. Requeste en Berigt met de bylagen nader te examineeren , en Ridderfchap en Steden daaromtrent te dienen vaü derzelver Confideratie. Ac.  Almelofche Oudheden, 2ai Accoïdcen met het in 'n Archief van den Huize en Heerlykheid Almeloo berustende E, Dull. . D. 410. Cppia. Extract uit het Register dar Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staten van Q~ verysfel, Campen den 22 April ijst. De Heeren de Droste van Twenteen andere Haai? Edele Mogende Gecommitteerden tot het exami? neeren van de Requeste aan Ridderfchap en Steden gepraefenteerd door F. L. van Thouars Heer van. Bellinkhof den 19 Maart deezes jaars neffens het berigt van de Heere van Almelo, daar op ingevolge en ter nakominge van het apoindtement op dec zelve Requeste, ingezonden, met de bylagen var; dien, hebben ter vergaderinge gerapporteerc, da£ by examinatie van dezelve ftukken niet hadden ger vonden hoe veel dienften Welgem. Heere van Almelo van de boeren of meyeren onder de Fleer!;!;, heid Almelo wonende komt te pretenderen, dar. overfulks van advife fouden weezen, dat van welgem. Heere van Almelo voor en «leer op de boven* gem. Requeste en berigt te dispopperen, zopdeba,. hooren te worden gerequircerd, om aan de Heerei» Ordlis Gedeputeerden in te lenden eeq memorie of fpecificatie van de dienften dia van gem. Meyeyefj. fuftbrefiK aan hem te Compctepren pf gegr^ftepfj. f;e moeten worden, en by aldien dezjelyp rnepfdey mogtea zya* sli dis m de Prgymk 4§qv Ü9 hgw»  242 Almelofche Oudheden. luyden worden geprafteert, als dan teffens aan te toonen op wat fundament dan zülk een recht mooge fundeeren: en zulx in de maand juny aanflaande Waar op fynde gedelibereerd, is goedgevonden het voorlcr. rapport mits defen te agreëren. Accordeert met het voorz. register (was getekent) Joan Rouse Accordeert met het in 't Archief van den Huize en Heerlykheid Almelo beruftende E. Dull Rigter. D. 5to. Copia. Edele Mogende Heeren. Ik hebbe de Eere gehadt te ontfangen eene Refolutie van Haar Edele Mogende Ridderfchap en Steden de Staaten deezer Provintie genomen den 22''" April deezes jaars over het different tusfehen my en den Heer van Bellinkhof, ter zaake van de dienstpligtigheid, van zyn Meyeren in de Heerlykheid Almelo wonen'e, waar by worde gerequireerd om aan UWEdele Mogende in deeze maand Juny in te lénden een memorie of fpecifïcatie van de dienften die van gemelte Meyeren aan my Competeeren of geprafteert moeten worden, endatbyaldien dezelve, meerder mogten zyn als die aan de Provinck door de huyslieden werden gepra;steert als d,:n teffens aan te toonen op wat fundament dan zulk een recht mogte fundeeren. Ik hebbe niet willen afweezea daar op by deezen >  Almelofche Oudheden. 243 zen, doch alleen narrative en zonder daar over in eenige verdere discusfie of regt geding te willen treeden, te dienen, dat ik by myn berigt op hec Reces van de Landdag aan de Tafel van Ridderl'chap en Steden ingezonden onder No. I. 2. en 3. bereets hebbe gevoegt de Registers van de dienften volgens welke de Ingezetene van de Heerlykheid Almelo en daar onder mede de Meyeren van den Bellinkhof in dezelve Heerlykheid de eene op deeze en dc andere wederom op een andere wyze, fchuldig en gehouden zyn den Huvze Almelo te dienen, waaromtrent nog verder avanceeren moec dat die dienstphgtigheyd niet tot zeker getal van dienften bepaald zy, maar zig extendeert tot zo verre den huize Almelo diergelyke dienften van noden heeft, invoegen daar uit van zeiven voordvloeyd, dat de verpligtinge van de ingezetene der Heerlykheid Almelo om haaren Heere van Almelo op vérfcheyde» wyze te dienen, geen de minfte gemeenfehap heeft, met die dienften welke de huysluyden, waar van in Haar Ed. Mog. vooraangetoogene Refolutie gefprook-en wordt, gewoon zvn aan de Provincie te prsfteeren, als weezende dé dienstpligtigheid d-r ingezetene van de Heerlykheid Almelo , aan den huize in der daad niet anders, als een Servituitdrri Heere op die goederen Competeerende, hoedaanr Servituten in de gemeene Keyferlyke rechten en naburige Landen niet onbekend zyn , Ik hebbe ook reeds by myn voorfcr. Berigt gedeeltelyk aangetoond en ben in ftaat het zelve nog met een 011. eyndig geral Getuigen te kunnen daardoen, dat ik en myne Heeren Praxiecesfcuren van ondenkelvke jaaren die dienften van de ingezetenen der Heer Iykheid Almelo zo veel het huis Almelo of deszelfs bezitter die noodig hadde onbepaaldelyfc hebben genoten, en dus daar van in dier voegen voor mv ben hebbende een immemoriale ppsfeefie fulks dadén Heer van Bellinkhof ten aanzien van zyn Meyeren het Contrarium willende fuftineeren , vorens de fündamenteele wetten deezer Pro vinc'e. ver. Q * piigr  244 Almelofche Oudheden. pligt is, het zelve door de ordinaire wet regten?, te doen: biedende my alnog aan ("gelyk by myn berigt gedaan hebbe) dezelve daar over ter goeder regte te ftaan, en nadien het different tusfehen my en de Heer van ThoUars is eene zaak van ordinaire Juftitie verwagte ik ook alnog niet anders of Haar Edele Mogende Ridderfchap en Steden, zullen dezelve aan de Competente Rechtbank en ordinaris juftitie renvojeeren. Waar mede UWEdele Mogende in Gods heylige protectie beveelende, met diep refpect verblyve Edele Mogende Heeren UWEdele Mogende Seer ootmoedige dienaer Op den Huize Alme'o den 28 Accordeert me t het in 't Ar- Juny 1751 chief van den Huize en Heerlykheid Almelo berustende E. Di'll Rigter. D. 6to. Copia. Afgezonden thoonder deezes Hendrik Waaghals met een beflootene misfive , houdende aan Haar Edde Moogende de Heeren Ordinaris Gedeputeerden van de Staare.n van de Provf cie van Overysfel tegenswoordig vergadert te Campen met verfoek om hier onder te willen doen blyken van recipisfe Actum op den Huize Almelo den 28 Juny 1751. (was getekend) A. P. Z. Graeff van Rechteren Almelo. (on-  Almelofche Oudheden. ^45 (onder ftond) Bovengem. misfive ontfangen in Campen den 3often Juny 1751. (was getekend) Jan Rouse. Accordeert met hec in 't Archief van den Huize en Heerlykheid Almeloo berustende E. Dull Rigter. E. Is de gedrukte Misfive, aangehaald in den Eisch en Aanfpraak, art. 64. F. Memorie voor den Onder- Fiat infimiatio . r . ,. Almelo den 5 oct. 17s5. rigter of gerigts'dienaar e. Dull Rigter. d" Landgerichts Al. melo. Dezelve wordt door Haar Exceüencie de Hoog geboren S, C. F. Gravin Douariere van Rechteren, Vry vrouw der Heerlykheid A'melo, na voor af hier van ten overvloede kennis te hebben gegeven aan Haar Hgebc Richter van Almelo, gerequireerd, om het hier annexe Request en Appoinctement van citatie van den 28 September 1785 te infinueren aan de boeren Hendricus Goosen, Barent Prinsen, Jan Witvoet en Gerrit ó'oeteman, in het Landgericht van Almelo met overgave van een dubbeld aan elk dezelven, en daer van op het origiQ 3 ned  246 Almelofche Oudheden. rieel te relateren, om te (trekken als naar rechten Den 30 September 1785. H. Rattinck qqa. Relatere ik dat ik deeze ftukken hebbe an Goosen Boer en de Prince en Witvoet en Soeteman hebbe gemfinueert en het dubbeld dezes an elk een overgegeven. Almelo den 5 October 1785. Abraham Vrilink Verwalter Onderrigter. T)q citatie word door my gelurrogeeide Richter tegens den 14 October ten huife van de Ventalter Rigter ter Raa binnen Diepenhcim 's mqjgens by UIimmender ionne gcaccotdecrd , en liet Gerichte van Almelo verzogt die in Ju:;("iium 1'. 'u- te doen cxplo'rtf ren Actum dqn ;3 7ber A. van Raesfblt,- Hoog Welgebooren Geftrenge Heer, Myn Heer A. Baron van Raeskelt Heer van Elfen , Drost van Haaxbergen en Diepenheim &c, ccc. Sec Geeft zeer eerbiedig te kennen Sophia Carolina Florentina Gravin Douariere van Rechteren Vryvrouw der Heerlykheid Almelo , dat Remon. itrante genoodzaakt is geworden wegers verweigering van dienften ten posfesfoir te ageren tegen de boeren Hindricüs Goosen, BarentPrincen, Jan Witvoet en Gerrit Soeteman in het Landgericht van Almelo, en dat, daar in, tegen dezelven het Drosten Gericht van Haaxbergen in plaats van het Gericht des Huifes en Heerlykheids Almelo by Refolutie van Hun Ed. Mog. de Heeren Grdinaris Gedeputeerden, van den 18 July 173y, is Gefurrogeerd geworden. Weshalven RemohItrante eerbiedig verzoekt Dat de voorzeide vier boeren tegens vrydag den veertienden October deezes jaars in het Hoogade- Jyks  Almelofche Oudheden. 24? lyke Drosten Gerigte van Haaxbergen, gehouden wordende by klimmender zonne tot Diepenheim ten huife van Steven ter Raa moogen worden geciteerd , om als dan aldaar ter zaake voorgemeld tegen hen te zien dienen van üifch en Aanfpraak. 'T welk doende H. Rattinck qqa. Q 4 BY-  H% Almelofche Oudheden. byvoegsel VAN E-ENIGE STUKKEN, Ah naamlyk eene Refolutie van de Heeren Staaten van Ovoysfel van den if Ottob. 1785, een Protest tegen dezelve door de Vryvrouwe van Almelo, en eene aanfpraak daar over aan Burgermeesteren en Gemeentslieden van Almelo. Extract uit het Register der Rcfolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel. Zwolle den 25 October 1785. De Heeren de Droste van Ysfelmuiden en andere hunner Edele Mogende Gecommitteerden, ingevolge en ter voldoening Van derzelver Refolutie Cömmisforiaal van den 19 deezer hebbende geëxamip.eert de Requeste van de Gecommitteerden van de Bürgerye der Stad Almelo, houdende, om daar FY geallegeerde redenen, verzoek, dat ongepra> Jüdiceert een ieders recht, iemand door RidderIchan en Steden mogt worden gequaliflceert, om de tw?edoor de Burgerve verkooren Burgermeesteren in de Stad Almelo Jacobus Revius en Gerrit DakF ten eerflen in den eed te neemen; a's mede de Requeste van Jacoèüs Revius cumfuis, als Burgers en Ingezetenen der Stad Almelo en Gecommitteerden van het groottte en notabelfte gedeelte der wy.'ere Bürgerye, houdende om daar by Gedetailleerde redenen verzoek, dat Ridderfchap en Sce» Btin4 als aan wfehj ingevolge accoord en uitfpraak Van  Almelofche Oudheden. 249 van ï66o. de Interpretatie van dat accoord of uitfpraak alnqco ftaat, gelieven te verftaan dat Mevrouw de Oravinne Douariere van Rechteren of het Huis Almelogemelte accoord ftiptelyk aalmoeten naurKomen, en dien ten gevoigx-, naar den tweeden >*rtikul van dien alleenlyk zal nebbeu te kiezen twee Burgermeesteren van Almelo, en dat de andere twee of Stadsburgermeesteren ingevolge die zelfden artikel zullen worden gekoren door de bürgerye of die gene, welke daar toe door dezelve zullen worden gequalificeert; en dat de verkiezing van Gemeentslieden al mede zal moeten gefchieden ingevolge den zeiven artikel en wel niet meerder als tot agt in getal: en dat Burgermeefteren van Almeo, in zo verre zich almede hier naar zullen gedraagen en dit accoord of Convenant ftiptelyk naarkomen. Dat voorts ook den Richter van Almelo in het vervolg dit accoord of uitfpraak ftiptelyk zal moeten naarleven, en ingevolge van dien, in zaaken naar den derden artikel van het zelve, ter Judicature van den zei ven en de vier Schepenen of Burgermeefteren ftaande, geen verdere inzaage zal hebben, dan voor een vyfde perfoon, en dus daar in geen wydere dan een vyfde ftem zal moogen uitbrengen. Dat ook aan de bürgerye voortaan het visfchen op het vlakke als van ouds vry zal ftaan, zo als by den 6tten art. van dat accoord is vastgefteld; en dat dien ten gevolge de zogenaamde Reute en de gronden daaromtrent welke door het Huis Almelo tot particuliere Vislcheryen worden geprastendeerd en daar toe opgefmeeten zyn, ten dienfte der bürgerye, om daar te moogen visfchen en Reuten als van ouds, los en open zullen moeten blyven lig» gen, of in voorigcn ftaat hcrfteld moeten worden. Dat wyders TJ Ed.Mog. die voorziening moogen gelieven te doen, dat de burgery van Almelo niet langer willekeurig bezwaard worde met zogenaamd Zvl-, Tol- of Sluifengeld; en dat in het byzonder Q 5 OP  55^ Almelofche Oudheden. op Vriefenveen , van een Schuite met turf, uit Geefteren komende en na Almelo gaande, niet meer der zal moogen worden gevorderd, als eenen fchelling, gelyks van ouds. En dat cindelyk U Ed. Mog. omtrent het verkiezen van Zetters of Taxateurs, van het middel van Schatting m Almelo, zodane beraaming, tot voorkooming van wyJere klagten, mogen gelieven te maaken, als U Ed. Mog. na derzelverHoogewysneid , zullen vermeinen te behooren. Als mede nog een Request van Mevrouwe de Gravinne Douariere van Rechteren, zich qualifïceerende Vry vrouwe van de Heerlykheid Almelo, daar by overgeevende de Exceptioneele Conclufie tegens Jacobus Revius cum fins, zig noemende Gecommitteerden van het pretenfe grootfte en Notabellte gedeelte der wydere burgery van het StedeKen Almelo , houdende om daar by gealleeeerde redenen verzoek en Conclufie tot admisfie der Fxceptio jon incompeteniis en van Renvoy ad Competcntem, ten aanzien van alle de vyfgelibelleerde punten te zamen, en elk in het byzonder, naamlyk de Keur van Burgermeefteren en Gemeentslieden te Almelo, de ftem van den Richter aldaar &c • de voor veele jaaren gedaane opgraaving, de vórdering van geld, zonder het welk de Excipiente eeen fchuiten met Geefterfchen turf gelaaden, door den privaten gegraaven floot van Friefenveen «-edenkt te laaten pasfeeren, en het punt aangaande de Zetters; met Condemnatie van de Requeftranten in alle de kosten deezer Exceptioneele Procedure ofte ótc, wyders verzoekende, dat in deeze Exceptioneele Procedure tot Duplyk, als naar Landrecht mooge worden geprocedeert, en daar in na voorgaande fluiting, en verzending van de aften der Procedure ter beleering, op advys van onpartydige Rechtsgeleerden door Ü Ed. Mog. mo^e worden gedecideerd, waar over ook Excipiente, zo als hier vooren ten libelle herhaaldelyk zeer eerbiedig protefteert, gelyk ook Excipiente tenkrag- tigften  Almelofche Oudheden. 251 tigften en teevens zeer eerbiedig protefteert tegen het attentaat van Requeftranten, waar door zy ten Requeste verzoeken dat de twee tegens de meer dan honderd jaaren fubfifteerende Regeeringsform en bezit van Excipiente,in eenen opftand dooreen groot getal burgeren verkooren Burgermeefteren zouden in den eed genomen worden, tegens dat verzoek insgelyks de Exceptio fori incompetentis by deezen objicieerende en tot admisfie van dezelve Concludeerende, met wyder verzoek als hier vooren gemeld en met herhaal den Eyfch van kosten. En eindelyk nog de Requeste van Klaas Troost, Johannes Ruinck, Jan Colmschate , Albert Stt.enhengen, Otto Lindeman, Jan Selhorst, Jan Mollink en Barthold Sandman, Gemeentslieden der Stad Almelo, mitsgaders Jacobus Revius, Gerrit Dake, Jacob RoetersvanLennep, Gerrit Schimmelpenning W. Z. Abraham Buisant des Amorie, en Joan Leonard Ernst als Gecommitteerdens van verre het meefte en Notabelfte gedeelte der burgery van dezelve Stad; houdende verzoek, dat U Ed. Mog. na het inkomen van het bericht van de Vrouwe van Almelo, de gekooren Burgermeefteren willen gelieven in functie te ftellen ten waare tegens alle vermoeden in dat bericht eenige redenen waaren bygebragt die U Ed. Mog. daar in voor een ogenblik zouden doen hsfiteeren wanneer zy onderdanigst verzoeken dat het zelve aan hun onder Cachet der Provincie tot refutatie mag worden toegezonden; immers en in allen gevalle, dat U Ed. Mog. de Judicature over alle poincten in het voorige Request vervat, zei» ver willen oeftenen, of een Commisfie uit Hoogst derzelver midden op den voet als in den jaare 1660 ten fine van asfopiatie of uitfpraake benoemen en dien ten gevolge verftaan, dat de Requeftranten zig voor geen ander Gerichte over die poincten nog ten petitoiren nog ten posfesfoiren zullen behoeven in te laaten: en eindelyk dat U Ed. Mog.wel. gemelde Vrouwe van Almelo willen gelatsen, zig in  ö52 Almelofche Oudheden. in hec vervolg van dergelyke en andere attentaatea toe bezwaar der burgeren te onthouden: Hebben ter Vergadering gerapporteerd dat met relatie tot dit verlchil over de Keur te Almelo, het hun is voorgekomen, dat de Supplianten thans willende reclameren de conventie en decifie van den 8 Nov. 1660 tegens eene naardere fchikkinge daar omtrent gemaakt op den 21 Febr. 1663 en die het Hun Heeren is voorgekomen zedert te zyn agtervolgt, tegen zo een lang gebruik zig zeiven niet eigenwillig hadden moogen richten, maar daar hunne zo wel als voor in den jaare 1660 den weg tot den Souve' rain heeft opengedaan, dezelve ook voor af hadden moeten kiezen en de nadere Üecilie van den zeiven inroepen en afwagten, ook volgens het flot van voorgemelde Conventie en Uitfpraak van den jaare 1660. En dat daar zy dit niet gedaan hebben de Keur voor dit jaar had Je moeten laaten zyn gang gaan, zo en als die in veele voorige jaaren, zonder eenige infpiering of klagte daar over is gedaan, en dus Ridderfchap en Steden zouden behooren te yerftaan dat de Keur tot Almelo voor dit loopende jaar alnog ten eerlten zal worden gedaan, volgens het voorfcr. gebruik. Doch dat voor hec vervolg dezelve Keur wederom zal behooren te worden gedaan conform gem. Conventie en Uitfpraak van Heeren Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden van den 8 Novemb. 1660 gegrond op het voorgaande gebruik als onder anderen te zien uit de Keur van 1645, en niet naar de naardere fchikking daar omtrend gemaakt door den zeiven Heere van Almelo met de Burgermeesteren , en daar op gevolgde Approbatie van de Gemeensluiden van Almelo. Terwyl vermeinen, dat, die eerfte Conventie en Uitfpraak, gemaakt en gedaan zvnde tusfehen de Heere Zeger. van Rechteren Heere van Almelo ende Vriefenveen ter eene, ende die Burgermeesteren met die gemeene Ingezetenen der Stad Almelo (en niet die Gemeenslieden) ten overftaan van Ge-  Almelofche Oudheden. z53 Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden, als Richters daar toe gecommitteert, die Conventie en Decifie niet wederom willekeurig door welgemelde Heere van Almelo nevens de Burgermeefteren en approbatie van de Gemeenslieden aldaar zonderkennisfe en toeftemming van de gemeene ingezetenen, die daar door onverhoord in hun wel en wettig verkregen recht wierden benadeeld, in den jaare 1663 heeft mogen worden veranderd; en zulks op een voorwendfcl , dat 'er veele abuifen en disordres voor defen in die Rades keur zouden zyn ingeflopen, daar dezelve zo onlangs, te vooren nog waaren uit den weg geruimd en de hooge Decilie van den Souverain, door derfelver Heeren Gecomro. daar over tot wegneeming van alle abuifen en vordere weering van alle kostbaare Procedures die daar over waaren gevallen of geëntameert, tot weder^yds genoegen waaren uit den weg geruimt era. finaal beilist, maar zo hun daar nu, of in het toekomende nog eenig abuis of misverftandmogt voorkomen daar in en omtrent te refideren of plaats te hebben, zig daar over volgens het flot van die Conventie en Decifie rader hadden moeten addresfeeren aan Ridd. en Steden of derzelver Heeren Gecomm. om daar over naadere uitfpraak te doen , zonder daar over wederom den gemeenen weg rechtens in te ftaan, en zich op nieuws met kostbaare Procedures te bezwaaren. Dat wat de overige pointen betreft waar over zig de Supplianten in deezen mede aan Hidd. en Steden hebben geaddrcsfeerd, zy Heeren Gecomm, geen tyd genoeg overig gehad hebben om hunne gedagten naar behooren en merites van z iakendaar over te laaten gaan, zodanig dat daar overeen volleedig rapport hebben kunnen uitbrengen , maar dat, terwyl ook die zaaken dien fpoedniet fchynen te vereifchen als wel het voorgemelde verfchil Or ver de Keur, zig tegen den aanftaanden Ordinaris Landdag daar toe zullen zoeken te bekwaamen, hoopende dat Ridd. en Steden daar in wel genoeg gei?  254 Almelofche Oudheden. gen zullen willen neemen, en wel willen goedvinden, dat in middels alle de Procedures , zo daar over of reeds geëntameert mogen zyn, of men van de eene of andere zyde nog voorneemens mogte zyn te entameren, het zy ten posfesfoiren of ten petitoiren, zullen worden gefurcheerd of gelaaten in ftaat tot de naardere dispofitie van Ridderfchap en Steden daar omtrent. F Waar op zynde gedelibereerd , hebben Ridd meen ^ voorfcr- RaPPort geconfor- Accordeert met voorfcr. Register, in plaats des Griffiers D. QlTEYSEN. Protest van de Vryvromve van Almelo tegen de voorenjlaande Refolutie. .lk SopHiA Carolina Florentina Gravin Douariere van Rechteren, Vry vrouw der Heerlykheid Almelo, doe mits deezen U Burgermeesteren en Gemeentslieden van Almelo Convoceeren om ot» morgen voormiddag de klok negen uuren, en dus ?n ^rr^USr-geW00n,t1e' ^ kiimmender Zonne! op het Stadhuis van Almelo te compareeren , op dat alsdan aldaar de Keur van twee Burgermeefteren door de Gemeentslieden als van ouds worde gedaan, en dezelve te kiefen Burgermeesteren door mynen Richter alsdan datelyk in den eed worden genomen; alles onder protest van in geenen deele vZ ruyn ffePrejudiceerd door de Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 25 Octob. iongstleeden, en dat ik hier door de voor-reide Refolutie rin^T" deJIe W!l houden g^ettigd, maar, als door dwang daar toe genoodzaakt, dezelve proviaoaeel zal opvolgen, en wyders daar tegen doen en  Almelofche Oudheden. 255 en handelen naar raade. Actum op den Huize Almelo den 4 Nov. 1785. S. C. F. Douariere Gravin van Rechteren Gebr. Gravin van Rechteren Almelo. Relatere ik ondergefchreevene Vervvaiter Stadsdienaer dat ik het voorenftaande aan de Burgermeesteren en Gemeentsluiden van Almelo od order van Haar Excellentie hebbe geïnfinueerd met overgave van het dubbeld. Almelo den 4 Novemb. 1785. Roelof Zwierden. Aanfpraak aan Burgermeesterên en Gemeentslieden van Almelo over de Refolutie van êe Heeren Staaten van Overysfel van den 25 Oftob. 17.85. Wel Edele Achtbaare Heeren Burgermeefteren Wel Edele Heeren Gemeentslieden, en waarde Burgeren der Stad Almelo, zo veelen hier tegenwoordig zyt ! Dezelfde reden, die Ulieden bewoogen heeft.» om thans alhier te vergaderen ; die zelfde reden ook heeft my uit naame van de Hooggeb. Vryvrouwe der Heerlykheid Almelo hier doen verfchyncn, om eenige woorden, die ik wenfche dat uwen aandacht moogen bezig houden, tot U lieden refpreeken: de reden naamlyk is eene op Rapport van Heeren Gecommitteerden, den 25 üctober jongstleden, genomen Refolutie van Ridderfchap en Steden, de Heeren Staaten van OvervsfeJ. Ik  25^ Almelofche Oudheden. Ik fpreeke tot Burgeren eener Stad van dc vryg en aan Overyffel in veelen met gelykheid van recht Geasfpcieerde Heerlykheid Almelo, die van ouds met den naam van VRYHEID (i) is vereerd; tot Burgeren van een gewest, wiens vryheid (zo men maar betrachte, wat waare vryheid zy) voor die van veele andere oorden en plaatfen van Overysfel niet behoeft te zwichten; en wiens naam van VRYE Heerlykheid niet alleen voor deszelfs Heer maar ook voor de ingezetenen deezer Heerlykheid, behoudens wederzyds rechten en het geéne men wederzyds aan eikanderen is verfchuldigd , gefchapen is. Wat gewest toch deezer Provincie mag zich boven de Heerlykheid Almelo beroemen , dat niemand aan deszelfs Heer en ingezetenen nieuwe wetten en inzettingen, ftrydig met de ouden, waar van dezelve Heer en ingezetenen in gebruik en bezit zyn , voorichn ven raag , 'indien "ze niet door den Heer en door de ingezetenen worden aangenomen: ook met dat evenredig gevolg, dat zodane aangenomen wetten en ihzett ogen alhier niet wederom door den .Souverain kunnen veranderd of weggenomen en anderen daar voor in plaats gegeevenworden zonder eene nieuwe aanneeming. Stellingen die ik vertrouwe in myne uitgegeeven Overysfel' fche Gedenkftukkeil (z) v'ojkbmen bew.eezen te hebben , (i) Zo leest men in alle Leenbrie ven deezer Heerlykheid. Zie ook Overysf. Gedenkft. II. Smk, bl. 22. 54.1, (a) tl; Stuk, bl. 110, &c. i47«^,I49, 155. Hier vooren bl. 14—,—52. heb ik getoond, dat Almelo deszelfij Stadrecht aaa de Heeren van Almelo verfchuldigd is, , fjet algemeenp bekende oogmerk van Bisfchoppen, Graavenen Heeren, in het maaken van Steden, was, orn, tegen eenü ge vermindering van hun recht, derzelver magt en aanzien, Öoor bevolkingen bloey van hun Territoir, en revpns hunne opkomften van den Rechtsdwang Sc, te vermeerderen, Ooi geen meenigvuldige voorbeelden buiten deeze Unie op (9  Almelofche Oudheden. 257 ben > en die aan niemand vreemd kunnen voorkomen, dan die zich zeer verkeerd mogt laaten voordellen, dat de naardere Unie en andere grondde!lingen van dit Gemeenebest welken zo wel voor U, als voor U lieder Vryvrouwe deezer Heerlykheid dit uitmuntend recht van vryheid hebben behouden , integendeel uwe gelukkige Conftitutie veranderd zouden hebben; als ook die zich verkeerd mogt laaten beduiden, dat dit recht deezer Heerlykheid, hoe zeer gewettigd en in eene waa- re ie haaien, zal ik alleenlyk by brengen dat van de Stad Wyk by Duurftede, wier Heer Gysbert van Abkoude, hoewel 2yne Heerlykheid uit den boezem van het Sticht, dus anders dan de Heeren van Almelo de hunne, hebbende bezeten,in. het jaar dertien honderd, Wyk van eenePllta, dat is, dorp of vlek , tot een Oppidum of Stad maakte en dezelve me' Stadrechten befchonk. Deeze Stad wierd echter daar door geen Lid van het fticht van Utrecht in gelykheid van de andere Steden aldaar; gelyk de Stad Almelo, om dezelfde reden, alsnog geen Lid van Overysfel, geheel anders dan de Kleine Steden , is. Zie boven bl. 21 £fV. Doch de Heer van Gaasbeek droeg Duurftede, ten tyde van Bifchop Rudolf van Diepholt, aan het Sticht op. De Bifchop gaf toen aan deeze Stad het recht, dat zy zou zyn een Lid van het Sticht van Utrecht, gelyk de andere Steden aldaar. MatThveus dejure Gladii cap. 24. Zulk een voorrecht zou volgens het recht deezer Provincie aan de Stad Almelo niet verleend kunnen worden dan met eenpaaiigheid van Stemmer, van Ridderfchap en Steden, en dan nog niet anders dan onbenadeeld het recht der Heeren van Almelo. De Statuten van de Stad Almelo, door de Heeren van Almelo en dc Stad gemaakt, zyn, met aantekeningen, te zien in de Overysf, Gedenkst. V. Stuk, bl. 288. fcfc endeConcesfiebrief'vanEgbert Heer van Almelo van 10,10 aldaar bl. 317, Dat ook de Heer van Almelo een zeker aandeel van de breuken en andere opkomsten van zynen Rechtsdwang, in de Stad vallende, eertyds aan de Stad gegeeven heeft, getuigt de brief van 1508 by DumbaR , Anateü. torn. 2. pag. 442. &c. Dit ftrekt wederom tot bewys, dat dc Stad Almelo haar Stadrecht aan dc«i H$er van Almelo verfchuldigd is, R  258 Almekfclie Oudheden. re ftaatkunde gegrond, een onbettaanbaar/möeriawi tn^lmpeno of Oppermagt in eene Oppermagt zou Nooit op eene meer verderflykè en, om de AriItocratie te voeden, meer gefchikte wyze kan de waarheid uit het oog verlooren worden, dan wanneer men aan het Karakter van Souverain alle volheid van magt over de ingezetenen, even als tot ditKarakter zullende behooren, toefchryft. Dan toch zoudt gy lieden den naam van vrye ingezetenen niet meerder verdienen kunnen dan de genen, die onder eene onbepaalde Monarchie gezeten zyn. Eezeft derhalven, dat de vryheid van uwe Vryvrouwe en van U geenszins eene Souverainiteit is, zo min als zodanige zou zyn het bezit van uwe have en goederen en van andere uwe rechten; maar eene uitmuntende vryheid van een deel eener Republyk, naamlyk dat aan het zelve geene nieuwe wetten door den Souverain moogen worden voorgefchreven, indien het niet goedvindt om die aan te neemen; en dat het als dan by zyne oude wetten en inzettingen gelaaten moet worden. Diergelyke vryheid heeft zelfs reeds onder het oude Roomich gebied aan veele plaatfen toebehoord f q) Eene vryheid, waar by deeze Heerlykheid , dié deeze vryheid voor de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest gehad heeft, moet verblyven. Betracht derhalven, dat het tot hetweezen en beftaan van een Souverain niets af noch toe doet, dat deszelfs macht over de ingezetenen nauw of ruim bepaald zy; dat ze zich tot de uiterfte grenzen van beheerfching uitftrekke of in de nauwfle paaien van bellier beperkt zy. In dit Stuk, gelyk ik begon te zeggen, van vryheid, van waare Volks vryheid, munt de Heerlykheid Almelo byzonder uit. Eene vryheid (f) by . (3) Ezech. Spanhem. orb. Rom. Exercit. i. cap.™ ExerCit. 2. cap. 9 17. 1 (t) Van deeze vryheid, byzonder ook met betrekking tot  Almelofche Oudheden. 2^9 onze Voorvaderen ook zeer hooggefchat; doch die door drogreden en verkeerd begrip van het woord Souverain, zo men niet tegen zodane misvattingen zyn hoede is, ligtelyk verdonkerd worden kar!.1 Een Souverain is verpligt om het nooit aan hem afgedaan Patrimonieel recht van het volk of van een deel of lid des volks, en van dien, welke eetiik bewind over het zelve onder den Souverain heeft ^ ongekreukt te bewaaren; even als een Vader of als een Voogd het goed zyner kinderen of pleegkinderen trouwhertig behoeden moet. Wy hebben de Heerlykheid Almelo in haare betrekking tot den Souverain van Overysfel en dus van buiten befchouwd. Daar bevonden wv eene zeer voortreffelyke conftitutie en vryheid vandit ge • west. Met even zo veel genoegen kunnen wy onstot de betrachting van derzelver inwendige gefteld beid begeeven. Want aldaar ontmoeten wy een deel des volks, 't welk van ouds met zyne Heeren inzettingen heeft gemaakt, die, zonder eenig vereifch van goedkeuring van den Souverain, aldaar ah wetten geëerbiedigd en nagekomen zvn. Zelfs de nieuwe wetten of Landrechten, door den Souverain van Overysfel vasgefteld, zyn in de Heerlyk heid Almelo niet dan met goedkeuring van het völk aangenomen. Aldaar bevindenwy eenenHeer, diewel zeer aanzienlyke rechten bezit en groot gezag oeffend, welke rechten en gezag hy in eigendom bezit; doch die geen hairbreed hier te buiten treedén kan, zonder dat hy tevens door behoorlvke middelen van het recht, niet als een Souverain nóch als een Ambtenaar, en dus als een Reprefentant varden Souverain, bezwarlvk; maar als een mede ingezeten, met welken men over het myne en het . uwe tot den Heer en ingezetenen van de Heerlykheid Almelo, al* zonder dezelve geheel onderworpen , zal breeder gehande!;* worden in de inleiding voor het V\ Stuk der Qyeryrf.'Gedenkst. R %  2°° Almelofche Oudheden. uwe pleit, gemakkelyk tot reden gebragt zou kunnen worden. Men mag daarom van deeze Heerlykheid, wat de uitwerking betreft, niet zonder reden beweeren, dat het voor de ingezetenen; als welken een volmaakt recht en magt hebben om hun recht te doen gelden, en werkelyk uit te voeren; onverfchilhg fchynt te zyn of zy zelfs dan of hun tleer Regeert., Zodanig eene gelukkige geftelheid hebben andere gewesten van dit Gemeenebest eenen geruimen tyd ontbeeren moeten, ter zelfder tyd als gy U over uw byzonder en onverlicsbaar geluk in deezen verheugdet, en de ingezetenen van andere gewesten, over' een gemis van dit onwaardeerbaar genot, met medelyden beklaagdet. Ik heb U de byzondere vryheid van uwe Landitreek, van wat zyde ook men die befchouwe, naar myn gering vermoogen, inhetkortgefchetst. Doch wat baat het vry te zyn, zo men evenwel de vryheid niet bewaart en behoudt. En dit gebeurt inzonderheid, wanneer men, de byzondere grondbegmfelen van zyne vryheid uit het oog verliezende, de vryheid van andere plaatfen, wier vrvheid op eene andere wyze beftaat, met de zvne v'ergelykt; en, by navolging, gelyke middelen om die te behouden, in het werk Helt. Dezelfde "eneesmiddelen zullen het 'eene lighaam vergeeven • terwyl zy aan het andere eenen gewenfchten wefftand zullen toebrengen. Even zo is het gelegen, indien gy heden de Kleine Steden van Zalland, Twente en Vollenhove, in het gene zy in deezen tyd, voor haare vryheid aanwenden, zoudt na wandelen. Zy betoogen haare verknochtheid aan de Provincie, ten einde om een mede gezag in Provinciale zaaken en om het gebruik van veel meer andere rechten en vryheden weder te bekomen; als gelyk zy van ouds tot aan de naarder Unie gehad hebben. Gylieden daar en tegen, dit .zelfde voetfpoor inflaande, en deeze JUeme Steden daar in volgende, zult Uaan alle zyden bedroogen vinden. Want van de eene zyde zoudt gy daar door uwe byzondere Conftitutie doen ver-  Almelofche Oudheden. 2t>r veranderen, en dus niet weinig van uwe Patrimonieele vryheid deezer Heerlykheid aan de Provincie opofferen: terwyl gy aan de andere zyde niets van zulk een doelwit, noch tegen de Provincie, noch tegen uwen Heer, met wiengydaaromtrent, als uw mede ingezeten deezer Provincie , zoudt te doen hebben, zoudt kunnen bereiken. Ik vermeen ondertusfchen, dat 'er zouden zyn, die U dit anders zoeken in te boezemen, het zy uit onkunde of door beweegreedenen, die ik aan hunne inzigten overlaaten zal. Maar uwpligtvereilcht om alles naarder te beproeven en zorg te dragen , dat deeze myne hoewel misfchien geringe woorden U niet 'teeuiger tyd tot verwy t en onaangenaame nagedachten kunnen verftrekken, van U door eenen yalfchen fchyn te hebben laaten misleiden. Zo ik in het tot hier toe gezegde niet van het fpoor der waarheid en van een goed vooruitzigt afdwaale; dan komt het my voor, dat gy lieden thans als met eene verdervende hand tegen U zeiven gewapend zyt. Daar in tegendeel het belang uwer vryheid vordert, dat gy U met U lieder Vryvrouwe deezer Heerlykheid in deezen tyd in alle vriendelykheid vereenigt en met eenen eenpaarigen fchouder de vryheid deezer Heerlykheid onderfchraagt, en dezelve aan alle laagen, die uit Aristocratifche grondbeginfelen door fommigen zouden moogen gelegd worden, voorziglyk onttrekt. Onzydigen zullen ter zyner tyd oordeelen, of gy lieden met de vereifchte bedachtzaamheid hebt geraadpleegd omtrent de zaak, die thans aanleiding heeft gegeeven tot het gene hier nu te verrichten is: naamlyk de keur van twee Burgermeeften buitentyds, volgens Convenant van 1663 en dus op den ouden en zedert veel meer dan honderd jaaren ftandgrypenden voet te doen uit noodzaake eener Polityfce Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 25 October jongftleeden , genomen opeen Rapport van Gecommitteerden van Hun Ed. Mog. Terwyl dezelve Refolutie voor het toekomende wil, dat R 3 de  26a Almelofche Oudheden. de Keur volgens een voorgaand Convenant van den jaare 1660 zou moeten gelchieden. 'T is thans de tyd niet om alles op te haaien, waar in Mevrouw van Almelo, door de voorzeide Polityke Refolutie zeer is bezwaard 'geworden. Ik zal evenwel iets met een woord daar van zeggen, J)e Heeren Gecommitteerden erkennen in hun Rapport , dat de keur van Burgermeefteren en Gemeentslieden alhier zedert het jaar 1663 tot heden toe is gefchied volgens een Convenant , tusfehen den Heer van Almelo en de Burgermeefteren, met Approbatie der Gemeentslieden, als toen gemaakt; en dat de Burgery , die tot aan het voorzeide jaar 1663 , het jaar van het Convenant, zelve tweeBurgemeefteeren had verkooren, toen eensklaps, volgens dit Convenant, daar mede heeftopgehouden , en daar in tot heden toe altoos berust, Hier uit blykt, dat deeze Burgery, hebbende zedert 1663 de keur niet meergedaan, en dus aanftonds volgens dit Convenant dezelve nagelaaten, noch tegen dc toen en vervolgens door de Gemeentslieden gedaane keur der twee Burgermeefteren immermeer iets ingebragt, veel weiniger daar tegen pleit gevoerd, fchoon dezelve noch ruim twee jaaren te vooren te weeten in. 1660, over haare rechten met den Heer van Almelo, gepleit had, in dit Convenant aller duidelykst heeft bewilligd. Ik herhaal e: waarom heeft deeze Burgery van Almelo ten tyde toen dit Convenant voor Petri 1663 wierd gemaakt, en op Petri als toen uitgevoerd, niet tegen den Heer van Almelo gepleit; daar ze noch maar ruim twee jaaren te vooren over veele punten, en, onderanderen, ook over eenige gefchillcn aangaande de Keur, fchoon men eigenlyk niet meer weet, waarin deeze gefchillen beftaan hebben, met den voorzeiden Heer had pleitgevoerd, welk pleit by Convenant en Decifie v.an den 8 Nov. 1660 is bellist? Is het wel te vermoeden of te verzinnen, dat deeze voor haare vermeende rechten en vryheden zozeer IOX pleit altoos gereede Burgery dit om andere rede-  Almelofche Oudheden. 263 denen zou gelaaten hebben, dan om datze daar in aanftonds bewilligd heeft? Trouwens ook de Gefcwooren Gemeente, dit Convenant goedkeurende, deed zulks op den naam der Burgery, ais welke zy Reprefenteert, en in Convenanten, met den Heer van Almelo voor en na ingegaan, te Reprefenteeren gewoon is ; en dit is zedert 1663 altoos door de Burgery Geratihabeerd. Ook zou eene tegenkanting der Burgery moeten beweezen worden. Dus is deeze form van Keur ook door het voorzeide gebruik en bezit van veel meer dan honderd jaaren beveiligd. Dat dit volgens het recht meer dan drie dubbeld genoeg is, om vast tc ftellen,dat de keur nimmer anders behoort tegefchieden, heb ik m de Exceptioneele Conclufie, die aan HunEd. Mog. hier over ingediend is, doch die gy lieden niet eens gezin hebt, overvloedig getoond (4). I erwyl ook noch gy noch de welgemelde Heeren Gecommitteerden (want de waarheid hier van is te kennelyk; 111 twyffel trekken, dat, zo min na als voor de nieuwe oprichting deezer Republyk, eene bewilliging van den den Souverain tot zodane Convenanten wordt vereifcht. Hy zou degrondftellingen van de nieuwe oprichting van dit Gemeenebest willen doen waggelen, die dit anders zou willen leeren. Zo niet door verfnelling en vervanging, uit fuben obreptie der Party van Mevrouw van Almelo gefprooten, de gewoone weg van het recht in deezen afgefneeden was geworden, dan zouden wy, by vervolg van het pleit, onder anderen, ook noch tot overboodige ftaaving der rechtvaardige zaak van Haar Hooggeb., hebben bygebragt, dat m den jaare 1683, naar luid van het Accoord en Conventie, gevoegd by de Gedrukte Deductie der Heerlykheid Almelo onder Aa 3«o. (jj gefchil was (4) Zie boven bl. 22 33. ^' (5) Dit Accoord en Conventie luidt woordolyk al* volgtAlfoo , eenigen tyd herwaerts gefchil was gereefen tusfehen R + de  2Ö4 Almelofche Oudheden. gèreefen tusfehen de Heer Adolph Henrik van Rechteren Heer van Almelo en Vriefenveen, ter eenre, en de de Heer Adolph Henrick van Rechteren Heer van Almelo cn Vriefenveen ter eenre; en d' Brm. en die van Gemeente van het Stedeken Almelo ter anderen fyde, foo over den Accys op de Wynen en Brandewynen, als het heffen van werffgelt, en daar uyt andere toevallen waeren gevolgt , waer uyt verfebeyden en fwaere procesfen bereets waaren en nog ftonden te ryfen , fo ist dat tot voorkominge van fulx door tusfehenfpreeken van d' Heeren Joost Christoffer van Bevervuerde tot Oldemetile, Droste van Haxbergen, Johan Jordens Burgem. der Stadt Deventer, beyde ordinaris Gedeput. en Rutger van Breda, Griffier defer Provintie, als djer toe fpeciaal gecommitteert, 't felve gefchil met't geen ten aanfien van particulieren daer uyt was gevolgt, is geasfopicert en weggenomen, op conditiën, dat die van het Stedeken , aen den Heer van Almelo, gedurende desfelfs leeven jaerlix fullen komen te geven en uyt te keren vierentwintig Car. guldens over het heffen van den Accys van des Wynen en Brandewynen , en dat het ontlosfen en 't pondgek van de waeren en het heffen van het weiff geld fal blyvcn op den voet foo en als van ouds aen en op beyde de. werven , altyt is gepra&ifeert geworden ; en dat voor de verdere pretenfien van Breuke en anders Brn. en ingefetenen aen den Heer van Almelo foo ten aanfien van het geen voorfchicve, als ten aenfien van de faeke of het gepleegde van Uirich Jan van der Horst, fullen geven een fekeren Tantum; ter discretie van die hier boven gemelde Heeren Gecommitteerde. Sullende hy van der Horst verders aen den Heer van Almelo verfoeken dat het geene mogte fyn voorgevallen hem ten besten moge worden gehouden; dat Henrick Keifer die ter occafie van 't voorgevallene in 't voorfchr. gefchil was in bewaringe gcftelt en by het Stedeken gerelaxeert, aen den Heer van Almelo fal worden overgeleverd hebbende de Heeren Gecommitteerden aengeno;nen , den Heer van Almelo daer heen te induceren , dat. hy aldaer niet fal worden opgehouden, maar gerelaxeert, Waar meede dan alles fal worden gehouden voor affgedaap,.ep dit ten wederzyde buyten prejudicie; fullende allo vonrgaende accoorden en conventlen tusfehen de tydelicke Heren van Almelo, en het Stedeken ingegaen, in haer volle  Almelofche Oudheden» 265 de BRM. EN DIE VAN GEMEENTE (6) VAN HET STEDEKEN ALMELO ter andere fy de, foo over den accys op de wynen en brandewynen, als het heffen van Werf geit, en daar uyt andere toevallen waeren gevolgt, waer uyt verfcheiden en fwaere procesfen bereets waeren en nog ftonden te ryfen; en dat deeze gefclïillen door tusfchenfpraak van Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden, die door Partyen hier in als goede mannen wierden gebruikt (anders toch was het ondoenlyk de rechthangige zaaken van de Competente Gerichten af te trekken) zyn Geasfopieerd geworden; en eindelyk, dat in het flot van dit accoord en Conventie tot bevestiging eener goede hermonye is geftipuleerd en vastgefteid, dat alle le weerde verbtyven; en zyn hier van twee alleens luydende contracten opgericht, die ten wederzyden fyn beteykent. Aldus gedaen binnen Almelo den 14 July 1683. was getekent: A. H. V. Rechteren d' Almelo, H. Swam, Steven Lucas, G. Luxfon, D. Rolofs , Jan Gcr. Bulck, Berent Ruinx, Daniël Weerman. Lagerftond. Ingevolge van de hier boven gereferveerde claufule tot begrotinge van het Tantum over gepretendeerde Breuken, foo van het Steedeken als Particulieren, foo hebben wy ondergefchreve 't felve geftelt op een fomma van drie hondert ducatons. Waar mede alles fal worden gehouden afgedaen In oirconde defen by ons geteykent, binnen Zwol den 4 Augufti 1683. Was getekent Joest Ch. V. Beverforde , Johan Jordens, R. van Breda. Onderftond: Pro vera et coüata copia, Getekent: J. F. Nilant Rigter. In dorfo ftond: De breuke ad drie honderd ducatons, aen de andere zyde vermeit, fyn door het Stedeken voldaen; en heeft Van der Horst daar in betaelt 100. ducatons. Was geT tekent: A. H. V- Rechteren. (ó) Of, zo als beneden in dit zelfde Accoord gezegd wordt, ingezetenen, ten blyke dat hier door Gemeente niet verdaan worden Gemeentslieden, zo als ook niet in het Convenant van 1660 en elders meer. R 5  i66 Almelofche Oudheden. alle voorgaande accoorden en Conventien tusfehen de tyde lyke Heeren van Almelo, en het Stedeken ingegaan CT). m haare volle weerde zullen verblyven. Hier uit blvkt voor eerst , dat de .Burgery van Almelo zo min na als voor het jaar 1663 heeft ftil gezeten, om met den Heer pleit te voeren, wanneer dezelve maar eenrgszins meende verkort te worden. Zyzou derhalven toen ook niet hebben nagelaaten, om tevens tegen het toen reeds federc i66"3 dus twintig jaaren, ftandgrypende en in het Stads Keurprotocol geboekte meergemelde Convenant van 1663 op te komen; indien zy het zelve niet overvloedig door haare bewilliging had bevestigd. Trouwens ook zy kon ligt begrypen, dat, omredenen, beneden naarder te melden, aan de eene zyde dit Convenant voor deeze Stad heilzaam is, en aan de andere zyde f7) Zie zodane Accoorden en Conventien van 1462 en 1508 by DuMa. AnaleU. torn. 2. pag. 439 .444. van ,66o Deneden not. 10. van 1663 hier vooren bl. 72. en anderen meer, waar toe ook de Concesfie brief van 1420 behoort, ie zien by de Gedrukte Contraconfiieratien, betreffende de HeerIjklmd Almelo onder No. 1. en Overysf. Gedenk]}, y. Stuk bl 317. Ook moeten hier toe gebragt worden de van tyd' tot ryd door de Heeren van Almelo met de Stad gemaakteStads Wdfceuren. De boven aangehaalde brief van 1462 is inzonderheid opmerkelyk wegens het recht van naderkoop van alle vaste goederen in Almelo, zonder onderfcheid, aan den Heer van Almelo toebehoorende, waartoe ook dient de brief van 1520 by de Geèukte Almelofche Deduüie onder \<$io. De boven aangehaalde brief van 1508 is te meer opmerkelyk, wegens het daar in gelegen bewys, dat het Stadrecht van Almelo door den Heer van Almelo gegeeven is om dat de Heer van Almelo aan de Stad een gedeelte der breuken en andere opkomften van zynen Rechtsdwang heeft gerenonken m de woorden: Item tenderden, fo fullen die Schepenen en Borgers voirfcreven oir anparth van den broick ende an. iisrs, hem van den joncker van A'.msloe erdagen gegeven kyren ende wenden tot nutticheyt der Stadt Almeloe; als to wetten ^T,j' hn'SGen> flraetm. mdt werfF mede to maken ende te onuethttldem aljoe dat joncker Adolph ofte fyne erfgename voirfcrevin des geen beclagen en hebben.  Almelofche Oudheden. 26? zyde dat het tot gene weezenlyke vermindering van gezag der Almelofche burgery verftrekt. En ten anderen is ook hier uit zonneklaar, dat de Burgermeefteren en die van de Gemeente, welken vervolgens in dit zelfde Accoord en Conventie worden genoemd Burgermeefteren en ingezetenen (8): het meergemelde Accoorden Conventie van 1663 daar by wederom hebben bevestigd, wanneer in dit Accoord en Conventie van 1683, ten overvloede en uitdrukkelyk, met Adhibitie der goedeOfHcien van Heeren Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden, is bedongen, dat ALLE VOORGAANDE ACCOORDEN EN CONVENTIEN, tusfehen de tydelyke Heeren van Almelo en liet Stedeken ingegaan, in haare volle waarde zouden blyven; dus ook zou in volle waarde blyven het meergemelde Accoord en Conventie van 1663, tusfehen den Heer en deeze Stad ingegaan, in het Keur Protocol geboekt en toen werkelyk reeds twintig jaaren ftand gegreepen hebbende, en ook vervolgens altoos tot heden opgevold. Of wierd van dit beding uitgezonderd een Accoord en Conventie, als dat van 1663; een Accoord en Conventie, 't welk toen, naamlyk in 1683, noch door meeft alle de perfoonen, die het gemaakt en bevestigd hadden, wierd overleefd, en 't welk ook werkelyk wierd nagekomen? Dit, vertrouw ik, zult gy lieden, zonder het redelyk vernuft geweld aan te doen, niet kunnen en derhalven ook niet willen ftellen; te minder om dat de uitwerking , naamlyk dat het ook altoos en tot heden toe is opgevolgd, nog zo veel te meer bevestigt, dat het onder het voorzeide beding begreepen wierd. U lieder voorzaaten wisten, wat de by herhaaling jaarlyks aan de Heeren van Almelo duur gezwooren eed zeggen wil. Gy lieden, die ik voor niet minder Godvruchtig houde , zult derhalven , indien gy, volgens het gene U opligt, de zaak naarder over- (8) lo als ook in het Convenant en Decifie van ióco, Veseden Bot, *o te zien,  2<58 Almelofche Oudheden. overweegt, gelyk is vast vertrouwe, nimmer uwe gemoederen gerust bevinden kunnen, voor dat gv uwen pligt, aan den Huize Almelo verfchuldigd waar van geen ander U ontflaan kan, betrachten' de, de Keur voordaan met anders laat gefchieden. dan volgens het voorzeide Convenant van ió6t tot heden toe heeft ftand gehonden. Men kan ook niet dan aan fub- en obreptie, die den Heeren, tot het Rapport Gecommitteerd, is aangedaan, toefchryven, dat dezelven die van Almelo in ongeiyk Hellende over eigenrichting, tegen een veel langer dan honderd jaaren ftandgryptnd bezit van de form van Keur gepleegd, en daarom . j uruLnog d,c Jaar °P deezen ouden voet wil. lende hebben verricht; evenwel goedvinden, dac de Keur in het vervolg naar een voorgaand Convenant en Decifie zou moeten gedaan worden. Het onbevattelyke van den famenhang deezer denkbeelden meen ik door onze duidelyke Landrechten voor oogen gefteld te worden; volgens welken de Continuatie van een bezit van een derdedeel van honderd jaaren, hoe veel te meer van meer dan hondert jaaren, een volkomen recht tusfehen ingezetenen en ingezetenen , gelyk hier Mevrouw van Almelo en de Burgeren van Almelo, te wege brengt voordkoomende uit het bezit van de eene zyde en uit de nalaatigheid van de zyde des genen, die zvne Actie niet in tyds heeft Geinftitueerd: daar de Burgery van Almelo dit had kunnen doen, als waar in dezelve geen het minfte wettig belet ter Contrary heeft durven aanbaalen, veel weiniger kunnen bewyzen. By gebrek van zulk een algemeen recht en Landrecht zouden doorgaans meest alle onze bezittingen op losle fchroeven ftaan: in plaats dat dit lang bezit onderftelt, dat het recht in den beginne wettig is Geconftitueerd, fchoon ook^een bewys meer van het gene tot de wettigheid vandeszelfs Conftitutie behoort, mogt gevonden worden Nooit (9) Zie boven bl. 81. 82. Te meer om dat de rechten , door  Almelofche Oudheden t6$ Nooit ook had men kunnen denken » dat de Heeren, tot het Rapport Gecommitteerd , omtrent dit klaare en gegronde recht en aloude bezit der keur, zo het fchynt, niet dan by gisting, als iets van duistere bevatting zouden 'hebben gelieven aan te merken: dat in het Convenant van 1663 wordt gezegd, dat er veele abuifen en disordres voor deefen in die Rades keur zouden zyn ingekroopen, terwyl dezelven zo kort te vooren nog uit den weggeruimd zouden zyn geweest door de Conventie en^Decifie van Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden van 1660, welke Decifie gedaan zou zyn tot wegneeming van alle Abuifen eu verdere weering van alle kostbaare Procedures, die daar over waaren geval len of Geëntameerd. Want dat dit door de Heeren , tot het Rapport Gecommitteerd , niet wel is begreepen, blykt, als men de Conventie en Decifie van 1660 zelve inziet (10), alwaar niet wordt gedoor de Heeren van Almelo aan de Stad afgeftaan, eenServituit zyn op het Territoir der Heerlykheid. Zie boven bi. 14. (10) Dezelve luidt in haar geheel als volgt: Alfoo wederom op 't nieuwe eenige misverftanden ende qua:stien waren gerefen tusfehen die Hooch Ed. Geb. Geftreng. HeereZeyger van Rechteren Heere van Almelo ende Vriefenveen ter eenre, Ende die Borgemeisteren met die gemeeneingezetenen der Stadt Almelo ter ander fyde, welke misverftanden ende quasstien bereits occafie tot verfcheydene costryekeproceduiren hadden gegeeven, ende gefchapen was, dat noch meerdere ongelegentheden by vervolch van dezelre totverwyderinge van goede intelligentie tusfehen den Heer ende onderdanen bovengemelt ende tot ondraeglyke costen ende genoegfame ruine der Borgeren van Almelo ftonden te be. vreefen. Soo its dat tot voorkcininge van fulx ende con. fervatie van noodige eenicheyt, refpect ende liefde tusfehen die Heere ende onderdanen meergedacht, tot wechneminge van de misintelligentien, over derzelver reciproque rechten ende Gerechtigheden, tot vastftellinge van een goeden voet int toecomftige ende verhoeding van dergelyken inconveni- en-  Almelofche Oudheden. gefprpken van Abuifen enDisordres, veel weiniger van alle Abuifen en pisordres, maar vanmisverftan* den enten, ende meerdere fcbadelyke ofte verdei-flyke onhey.' len, ten overftaen van de Heeren Adolf Henrik van Raês-i velt toe Twickelo Fleer toe Lage, Drost des landes Twen. ihe, Hendrik Nilant ende Wilhelm Royer der rechten Doctoren en refpective Borgemeisteren der Steden Deventer ende Zwolle , van Ridderfchap ende Steden als Richters in defen Gecommitteerd, ende van Haer Ed. Mog. Gedeputeerden tot beflisfinge defer quasstien verfocht, nae eenige preliminaire conferentien met parthyen ende verhoor van derzelver refpective fuftenuen en debatten eindelyk geaccordeert, ende voor foo veele noch questicus fcheen uitgefproken. Eerftelyk, dat die concesfie-brief van Egbert Heere van Almelo met het duplicaet offi.e reverfael van de'Stadt van den jaere 1420. als mede die brief van Hendrik van Rechteren de anno 1504. ende vervolcblyk die Concordaten ofte accorden van de jaren 1649 ende 1657. Voorts alle andere brieven ende Accorden by voorige ende tegenswoord.'ge Here van Almelo met die van de Stadt opgerichtet fullen fyn ende blyven in volle waerden. Ende (ongeachtet andere afffonderlyke jnfettingen gebruiken of abufive gewoonten tegen die voorfchr en tegenwoordige overeenKomften inge. croopenj punctuelyken agtervolget worden. Ten Twieden, de keure van die vier Borgemeefteren competeert half den Heer van Almelo, half de gemeente] ende die keur van die agt meensluiden die faraentlyke bor' gemeefteren, mits die Borgemeefteren van den Heere, met voorgaande Communicatie van haeren Heere, daar toe' fullen treden. Ten Derden, dat die faken van Juftitie over breucken -, injurien, particuliere ende generale opbadingen, ofte convocatie van de ingezetenen ten dienfte van de Stadt of Landt, by klockenflag, ofte anders; Jtem van nieuwe getimmerte volgens die Concesfie-brief van Egbert van Alme> lo hier voor gementioneert, ftaen ter judicature van den Richter ende den vier Schepenen te famen, over alle ande. re civile faken den Ingezetenen rakende, comt den vier Schepenen alleen, nae het oude gebruik die lege jurisdictie,, fo well in perfonele als reale acden; fonder dat nochtans die  Almelofche Oudheden. 271 den en queflien, als ook van Abufive gewoonten , TEGEN VOORGAANDE CONVENANTEN; dus van die famenl. meensluiden offte eenige van dezelve int eene offte andere van 'tgeene voorfcr. fulien mógen worden geconvoceert,gekent,gehoort,off[eop het Racdthuis toegelaatea op de poene van een olden fchilt, telkens hy ieder contraventeur te verbeuren, lullende de gemeente daer nae in laken van befwaar ende belastingen van de Stadt behoorlyk gekendt, ende haare tufage offte deliberatien voorbehouden blyven. Ten Vierden, dat die civile breucken in de vryheit van Almelo voorvallende, fo tusfehen den Heer ende de Stadt gemeen fyn, in de tyt van een maant nae derzelver vervall aut interim by den Richter en Schepenen afgemaakt en gegeinnet fullen worden. Ten Vyfften, dat de Richter ende Schepenen vry fal Haan foo dick het haer belieft fo well ingebrouwen als vreerede bieren te proeven en tc priferen. TenSeften, dat die ingefetenen Borgeren van Almelo fullen mogen visfchen opt vlacke , conform het oudegebruick ende praefcript van netten, mits latende den Heere fyne well bekende ende by die van Almelo felfs angenomene ende geconfesfeerde vrede-wateren in privativegebruik , ende eygendom fonder eenige infpieronge. Ten Sevenden, die voorfcr. Borgeren van Almelo fullen mede berechtiget fyn opt Broeck te fchieten Entvogels, Krieken, Vincken, Crayen en ander gevogelte, maar geen Heeren wilt, Hafen, Patrylen, Courhoenderen, Swanea ofte'andere dergelycke, oock gheene Endvogels ofte het ander voorfcr. gevogelte op te Erven ende goederen van den Heer van Almelo, offte omtrent desfelfs koyen, van de Grimberger mate tot an Schut Roelofs huis, op pee ne var» twie olde Schilden by ieder Contraventeur voor die eerde reife te verbeuren, ende verbeurte van 't roer, Ende dia tweede reyfe op arbitrale correctie van den Heere, mits dat de Borgeren niet te min vry fall daen tusfehen die voorfr. bepaünge te beyden, weyden, plaggen, visfchen ende roten als voor defen. Ten Achsten, dat die ingefetenen neringe doende met uit ende incoop, gelyckte gewichte, mate ende el!e fullen moe-  2?* Almelofche Oudheden van misverftanden en Abufive gewoonten tegen de berechtigdheid tot de keur &cf Hier tegen ftrydt m geenen deele, dat 'er evenwel, gelyk inde Conventie van 1663 gezegd wordt, Abuifen en Disordresm de behandeling der keur, hoewel tot daar aan toe door de burgery &c. volgens het Indispu- ta- moeten gebruyken ende die vuyr-Heeren ten minften twie-' maal des jaars defelve fullen vinteren, ende fulks voor henen den R.chter ende Schepenen bekent maken, om daer IL™^ Tl' te Tgen fvn ■ fo het haer mo^te believen, Ende die bevonden worde, te licht gewichte, te cley' rfftlt£ C°rte elle te gebruyken, fullen voor die Tl JFï thyl goItSulden- voor die tweedemael tmn. t,ch goltgld. verbeuren, half voor den Heer en half voor ™,wfpenenl.en1Sten derden™ele in gebrek bevonden worden ^ 6 a"ene arbitrali<*en gecorrigeert «Tf°i N„egenden E'ntlich is tot nader elucidatie van 't accoort de Anno 1657. by uitfpraeke gedetermineert nopende vfLmHo' ,Van/e ?ua=stieu'e Arresten, dat alle Arreften op vreemder luyden beweechlyke ende dryvende goede.en, ende op perfonen, fullen voor den Richter, ende op on beweechlyke ende gerealifeerde goederen offt penn. in de Stads vryheit onder dte Borgemeesteren aangelecht en ver. vo get worden met vorder beding en ftipulatie dat in cas, in toecomene tyden eenige misverftant over die teneur in! tenue ende interpretatie van dit verdrach offte conven'ient onvermoedelyck mochte erriefen, dat fulx allefins fal ver. blyven tot uitfpraeke van de Heeren Gecommitteerden bo. InKf h' ali.f0"der arch of list. In waerheidsoirconde ™„ ? !f «ge Vant geene voorfr' hebben d''e boven gementioneerde Heeren Gecommitteerden ntffens die Hee llnnA ,BA0,rRe?e!?,ere„Vxr -Aimei0 defen b^eykent en betegelt Act. Almelo den 8 Növ. i66o. ware ge^ Z van Rechteren A. V. Raesvelt,Henr. Nilants W.Royer Joh " Meyer Borgemeester, Jan Geertfen Bulck Borgemeefter Henr. Scmtemaker, Otto Engel Borgemr. Jan Lamber'i Albert Ruunikx, Steven Lucas? Avurdt Leffers HendHk SeSd"- S™' Dit ht'