D E 'GESCHIEDENIS PER GEWAPENDE BURGERCQRPS.E Nt   fi Ë GESCHIEDENIS ö E R GE WAP ENDE feÜRGERCORPSË& GËRRiT PAAP E, i N NEDERLAND? fi o o R EERSTE DEE'.. T È DELFT, nv GERARDUS VERBEEKj jdocciixx Hij   VOORBERIGT. Xn den hachlyken toeftand, waar in dé Vryheid der Nederlandi'che Burgers zig gebragt zag, door het toedoen vanEenen , die altoos met weldaaden opgehoopt en meteereoverlaaden werd, door eenoverboodig dankbaar Volk, — doch welke Eenen,moede om langer de Liefde en Lust der Naiie te weezen, verkoos om erdea Vlo k en de Afgryzing van te worden, -jin deezen hachlyken toefland ontwaakte de Heldenmoed der Weldcnkenden en deed hen van paffe, by het opkoomende gevaar, de wapens aangrypen. De uitkomst leert nog daaglyks, dat de Wapenoefening der Burgers, naast de zigtbaare Hulp der Godlyke Voorzienigheid, het middel geweest zy, om dè Dvvinglandy in haaren vaart te ltremmeA en te beteugelen; terwyl het te voorzien l\r, dat zy het middel zal bïyyen, om, indien de Vryhe;d immer verlooren ga, dezelve niet ongewrooken te verliezen * 3 De  vi ' VÓOilBERIG ï\ De gefchiedenis der gewapende Ëtifgercorpfen derhalven kan niet r dan welgevallig zyn aan hen, die belang {tellen in de behoudenis der Burgerlykè Vfyheid. Uit die gefchiedenis zal mén zieii welkë eenvoudige middelen de Almagtige en Algoede Befchermer van Nederland bezigde om de Shóoden en Afglistigen* die op onzen val loerden, in hunne helfche Raadflagen te verydelen, en hen te doeti vallen in den ilrik j die hunne booslieid"voor den Rechtvaardigen'ch Onfchuldigen fpandc ! —- Men zal er de Vloekwaardige handelingen en bedoelingen Van zpmmigeri uit • leef en kennen, die op de Stoelen der Ëere gezeten, verpligt zyn en gezwoorcn hebben het welzyn der Burgers te behartigen ! Men zal eruit zien wat geduld, bedaardheid en ftandvaftigheid vermag, en hoe zeer deezen beftand zyft tégen een woest geweld , en koppige Heerschzugt. De Leezer reekene niet op eene lengte van Boekdeelen* wanneer hy de me--  YOORBERIGT, v« nigre van gewapende Burgercorpfen in opmerking neeme! Veeien derzcl ven zullen niet veel omllags behoeven. Die Corpfen, welke, het zy van het Gemeen of van de Grooten en Aanzienlyken, een g.dugten tegenfland ontmoet hebben, vere.iohen alleen eene eenigzins breedvoerige befchryving, doch die nog merkelyk bekort kan worden, door, wanneer men eenmaal een vervolgd en verdrukt Corps befchreeven heeft, in een ander de herhaalingen te myden. Kleinigheeden zal men er ongetwyffeld in aantref, fen, om dat de meefte Corpfen uit kleine beginzels ontfprooten zyn, en zie daar teffens de reden, waarom het noodzaak. ïyk is, dezelven, (de voornaamften althans, ) te melden. Het werk zal met dicnfpoed, als men mooglyk verwagt, niet voortgaan. Onze tyd gaat van groote gcbeurtenisfen zwanger; de gewapende Burgercorpfen hebben er een groot, zo niet het grootite aandeel in: hunne gefchiedenis der. * 4 hal-  vin VOORBERIGT. hal ven word dus hoe langer hoe belangd ryker; waarom wy, om ook ons werk belangryker te maaken, den loop der gcbeurtenisfen verpligt zyn aftewagten. Dit is verfchooning genoeg, wanneer wy den Leezer, volgens beloften geen twee Dee» len in elk jaar leveren. Zulke Corpfen welke hunne gefchië. denisfen in het vervolg verlangen geplaatst te z'en, gelieven dezelven by den Schryver van dit werk te bezorgen! Men zy echter bedagt, dat er van geene Stukken gebruik gemaakt zal worden , dan die egt zyn, en door geloofwaardigePerfoonen-^ of wettige Cclle gien, 't zy Krygsraaden » Comm'sfien van Directien of anderz'ns, worden opgefteld of toegezonden; ten einde onze Leezers op de waarheid der vernaaien zig volkomen verhaten kunnen. En hier mede achten wy voor dit maal den Leezer genoeg gezegd te hebben. GE-  GESCHIEDENIS i VAN HET SCHUTTERLYK GENOOTSCHAP Van WAPENOEFFENING3 T E DELF Ti Onder de Sprecik: Tot Her {iel der Delftfche Schuttery; vóoir Fryheid en Vaderland. EERSTE STUK.  ■  GESCHIEDENIS van het GENOOTSCHAP van WAPENOEFFENING, t e DELFT. T oen Nederlands Vryheid door de Heerschzu.gr, belaagd, en door het heimelyk aangeftooke Oproer openlyk werd aangevallen; toen eene verderftyke Staatkunde zo verre gedaagd was in haare eerlooze oogmerken , dat zy zig zelve reeds de Zegepraal, op den uitgeteerden Bur» I. deel. A a gef-  4 GESCHIEDENIS VAN HET gerftaat, te bcloovcn fcheen ; toen verfcHeidenSteden, in Nederland, Burgers opleeverden, die kloekmoedigheid genoeg bezaten , om der Heerschzugt en Dwinglandy onder 't oog te zien, en die Wapens op te vatten, die de ConlHtutie, de Natuur en de Rechtvaardigheid hen aanvveezen, werd ook de Geest van Vryheid wakker in eene Stad, waar zig alles tegen diers geest fcheen te zullen aankanten. . Eenige Burgers van Delft , uitgelokt door het voorbeeld hunner Nabuuren , wilden de laatften niet weezen, in het daadlyk betoon eencr hoogst verfchuldigde Vaderlandliefde; zy begreepen te wel de noodzaaklykbeid der Wapenoefening, om niet, by het denkbeeld van de bewaaring en herftelling hunner Vryheid en Voorrechten , bedagt te weezen , op de gefchiktiie middelen, die hen in deeze edeJe oeffening de vereischte vorderingen konden doen maaken. De Schuttery deezer Stad was tot ecne fchandelyke laagte verzonken; de hertelling-van dezelve werd dus eene der eerfte Hoofdoogmerken. Hoe zeer deeze Vryheidminnende Burgers begeerd en gepoogd hadden, om een herftel der Schuttery te zien daargefteld , door hen , die 'er ten fterkften toe verpligt waren, zagen zy echter zig in deeze billyke verwagring bedroogen. 't Is waar, dat zy, over deeze onwilligheid eti ortverfchilligheid van veelen hunner, wier pligt hen de tegenovergeltelde deugden gebood , zig in dien tyd verwonderden; doeh deeze verwondering hield weinige maanden daarna geheel op , toen men ren allcrduidlykftc befpeuide, dat eene voldoende herftelling der Schut-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 5 Schuttery, de groote oogmerken der Heerschzugt en de veelbeloovende uitzigten ran het eigenbelang dwars in den weg ftond. Veelen derzulken, die in den beginne overtuigd waren van de volftrekte nuttigheid en noodzaaklykheid der Burgerwapenoeffcning, en die derzelver invoering begunftigden , deinsden met eene verbaazende fnelheid agtcr uit, toen het willekeurig Gezag hen beduidde, dat de wapens der Burgers het volk eenen geest zouden inboezemen, die den trotsch der Grooten zou vernederen ; die rekenfchap van onverantwoordlyke daaden zou vorderen; en de onm.aatige, de fchandlyke inkomften der fchrapende Heerschzugt zou tragten te belhoeijcn. Deeze toon roerde hec hart van allen, die in den eerften opflag de reden en billykheid gehoon geeven, doch die op de ftem van het eigenbelang daadlyk de billykheid en reden vaarwel zeggen! En zie daar eene reden, waarom verfcheiden aanzienlyken in deeze Stad, die, op het eerfte denkbeeld van herftel , zo greetig waren in hec beloovcn van alle mooglyke onderfteuning, op de laaghartigfte wys zyn terug getreeden. Deeze bekrompen zielen kunnen echter gerust zyn! wy verzekeren hen, dat wy, met hunne naamen, ons papier niec bennetten zullen. De Burgers, wier beftian van den arbeid hunner handen afhing, konden zo gemaklyk door deeze reden, hoe gewigtig ook voor den Moogmoedigen Grooten, niet afgebragt worden van een voorneemen ter algemeene verbeetering. In Delft verfpreide eene zigtbaare, eene doodlyke kwyning zig over alle Neeringen, Fabriquen en Handwerken; in veele opzigten trof dit onheil A 3 ' haar  6 GESCHIEDENIS VAN HET haar boven veele andere Steden; en, by bet gevoel van deezen byna algemeenen Burgerlyken ramp, was 'er geen uitzigt van verbetering, zo lang men het werkloos verwagtede van een kant, waar men op niets anders bedagt fcheen te zyn , dan om eigen grootheid en welvaaren, op de verneedering en het gebrek van het algemeen, te bouwen. Wat toch deeden de poogingen uit van zo veele braave en edelmoedige Burgers, om door vernuft en vlyt, de Fabriquen en Handwerken aantemoedigen en te verbeteren ? Zo lang de Ambagtsman niet voor minder loon kon werken ; zo lang de Meesters hunne waaren de vereischte verbeeteringen niet konden byzetren, gelyk zy niet konden doen, om dat de eerfte niet dan een fober beitaan van den arbeid zyner handen vond, en de laatften niets van eene maar zeer maatige winst konden misfen , wilden zy zig op den been houden; zo lang waren alle voorfchriften, ontwerpen, prysvraagen en dergelyken volltrekt onnut. Men mogt dezelve bewonderen , beantwoorden en bekroonen $ voor 't meerendeel waren 't onuitvoerlyke herfenfchimmen. Het Burgerlyk vermand overtrof in dit opzigt meer dan eens den diepstdenksnden Wysgeer. Hoe ! vroeg de eerlyke, de openhartige Werkman, die de leiddraad van het gezond verftand volede : Waarom eene verbetering srezogt in de bejnoeijmg onzer magere Werkloonen ? waarom niet liever de onnutte uitgaaven der verkwistende Heerschzugt befnoeid; de kostbaare Oorlogen voorgekoomen? den weerloozen Koophandel tegen trouwlooze Bondgenooten ; tegen geweldige Roovers befchermd? om  GENOOTSCHAP TE DÊLFT. 7 om langs dien weg, de ontzaglyke uitgaaven van den Staat te befpaaren ! en onze belastingen te verminderen! Wanneer wy met een derde onzer winsten beft aan zouden kunnen, zouden wy gaarne een derde beter koop willen arbeiden ! dan zouden wy een derde kunnen opleggen , of daar door de voorige Verliezen^ vergoed zien; en de Staat zou 'er niet te minder door weezen; integendeel, zou dezelve zig een hoope fchande, onaangenaamheeden en moeilykheeden uitwinnen. Soortgelyke gedagcen waren dikwils in het hart van deneerlyken, den doorzigtigen Burger opgekoomen ; 't onbrak echter aan genoegzaame geleegenheid , om deeze gedagten tot de mooglyke werkzaamheid te brengen. Men had tot nu toe naar een begin van herliel gewagt, doch te vergeefsch; elk begreep, dat de taak te groot, te moeilyk was, en bleef in de hoop berusten, dat anderen dien op zig zouden neemen. . Het tydftip evenwel verfcheen , waarin de Delftfche Burger zig op hec toneel der Vryheid zou vercoonen ! — Wy achten ons verpligt, om de beginzelen, hoe gering op zig zelve, alhier aanteltippen. In den Nazomer van 1783 had een der Hoofdman Lieutenants onzer Schuttery , Gerardus Verbeek , by zekere geleegenheid, een ernftig gefprek met den Heer Kapitein zyner Compagnie. G. Verbeek, met recht zig ftootende aan de haatlyke uitdrukkingen, van Soldaatje fpeelen enz., met betrekking tot de Burgerlyke Wapenoefening, bleef niet in gebreeken, omgem. Kapkein, fchoon vrugteluos, van A 4 de  ? GESCHIEDENIS VAN HET de noodzaaklykheid der Burgerwapening, en vooral in dien tyd. te overtuigen. Dit gefprek naderhand rugtbaar gewordenzynde, vervoegde zig een Schutter uit eene andere Compagme, Johannes Sanders, by eerst genoemden Verbeek, en onderhield hem over 't zelve pnderwerp. Zy bedagten, of'er geen middel zou te vinden zyn, om de Schuttery haare behooriyke werkzaamheid tegeeven; zy vermeenden het gevonden te hebben, en verbonden zig onderimg om het te bewerkllelligen. Het middel, dat deeze twee Vryheidsvrienden hadden uitgedagt, bertond daarin, om, op hunneWasbeurten, hunne Medefchutters, op het nadruklykfte de hoogfïe noodzaaklykheid eener welgeoefende Schuttcrv onder het oog te brengen; hen tot eene Vry willige Wapenoefening uitte nodigen en om verder te bezorgen, dat zodanig een voorfrel, doormiddel van weldenkende Schutters, van wagt tot wagt gedaan werd. Dit middel werd nog dien zei ven avond, den 2 Dec. door den Lieucenant Verbeek , toen de wagt hebbende, m t werk gefield, met dat gevolg, dat'er, van de omtrent dertig wagthebbende manfchappen, zes of zeven gevonden werden , die zig voor eene vrywillige wapenoefening verklaarden, terwyl de overigen her in bedenking namen. Zodanig een Voordel kon niet verhooien blyven, Hy, die het gedaan had, en zy die by alle voegelyke geleegenheden het zelve aandrongen pndervonden wéldra de tegenwerking der bevreesdwprdende Heerschzugt, en alles voorbelde hen een gedugten tegenfhnd. Zy bleeven echrer niet zonder medehelpers; de volgende Schutters F: (V. Buyfer x J. Vermaas, % Vry-  GENOOTSCHAP TE DELFT. O Vrydag, de Lieucenant A. van der Poth en C. van den Berg vervoegden zig by hen. Zy hielden hunne geregelde byeenkomsten, en vervaardigden eene naamlyst, waarop al zulke Schutters zig konden aanteekenen, die de hand aan hec noodige Herstellingswerk wilden leenen. Men was voorneemens een Requesc te vervaardigen , en de op de lyst geteekenden zouden 'er, wanneer zy een genoegzaam gecal uitmaakten , de eerfte Tekenaars , ten voorbedde van anderen, van weezen. Het getal deezer Vryheids Vrienden groeide echter niec fpoedig of fterk aan. Hunne magcige Tegenltreevers gebruikten de verachtlykfte kunstgreepen, om hunnen aanwas te beletten! Het kwam met dat alles evenwel tot veertig, en de zeven Voorilanders beflooten, om eene vergadering deezer Schutters te beleggen, in het Wynhuis de Vergulde Zon. Alhier gaven zy " kennis van hunne maatregelen, met opening der grond?n en ingrediënten van het voorgenoomen Request, ter legalifatie van hun Genootfchap, dat door deeze byeenkomsc in 't begin van December 1783 was gevormd geworden, en thans ten fpreuke voert: Tot her (lel der Delftfchc Schuttery voor Fryheid en Vaderland. Men fmaldeclde ook aldaar het getal der Leeden, om inrusfehen, aan de byzondere huizen van deeze en geene der Leeden, die daar toe gefchikte geleegenheid hadden , zig onderling, by voorraad, in den Wapenhandel te oefenen. De voornaamfte Oprigters van dit Schucterlyk Genootfchap befchouwden, gelyk wy reeds van ter zyden aangeduid hebben,, de Schuttery deezer Stad, als verre af van dien Haat, waarin A 5 4e »  10 GESCHIEDENIS VAN HET dezelve behoorde te weezen , byaldien zy aan de heilzaame oogmerken haarer oprigting beantwoorden zou. De verwaarloozing van den Wapenhandel ; de volilaagen onkunde in deeze voor den Burger onontbeerlyke weetenfchap; de verregaande onverfchilligheid, de diepite afkeer voor de beoeffening derzelve; de tegenwerking van deezen en geenen, om deeze hoogstnoodige en gevolgryke herftelling, in de geboorte, te fmooren , waren niet flegts zo veele bewyzen onzer diepe en fchandelyke vernedering, maar teffens ook de duidlyke voortekens van zekere ons over 't hoofd hangende gevaaren. 't Was niet moeilyk te voorzien, dat de Heerschzugt de voor haar gunstige geleegenlieid zou aangrypen, om den langbegeerden troon te beklimmen, en haare zegepraal op de dervende Vryheid te voltooien! dat ook het Oproer wederom ten coneelezou treeden ! De rollen waren aireede verdeeld; de beginzels hadden zig reeds by onze nabuuren vertoond, en hoe zeer men ook van de bewooners van Delft kon hoopen en verwagten, dat zy, uit zig zelve, nimmer, door de woede der muitzugt, de helfche oogmerken der Overheerfching zouden begunstigen, was men evenwel niet volkomen verzekerd, dat de grootfie hoop van het zogenaamd gemeen nooit het oor zou leenen aan de klinkende overtuiging, die toen, uit de volle beurzen der verleiding en aanhitfing fpreekende, den eenvoudigen werkman in de belangen der Troonbegeerigen overhaalde! Men kon niet inftaan voor de kragt der vooroordeelen, die zelf naderhand henmedefleepren, die hunne naamen op de lyst der vroomen hadden doen aantekenen, en die ook de harten van vee-  genootschap te delft. ii veele bezitters der cereftoeien hebben ingenoomen! De aangehitrte muiczugt met hec wrokkende vooroordeel zig vereenigcnde, zonden de uitwerkzels gedugt en doodlyk hebben kunnen worden! — Hiertegen was geen ander middel dan de herftelling van den* Burgerlyken Wapenhandel ! De Burger had onmidlyk belang daar by, dat zyne Vryheid bewaard , en zyn luister en geluk hcrfteld werden! 'e Was zyne zaak den eed en pligtbetragtenden Vertegenwoordiger des Volks, tegen allen willekeurig geweld, en onderdrukking kragtdaadig te onderrteunen, omdat deeze, zyn pligc betragtende, zig waarlyk voor hem in de breslè ftelde; gelyk het ook de zaak van den Burger was, om den eigen grootheid zoekenden , den Volkvernederenden Regent in toom te houden! doch in de omftandigheeden van 1783 en 1784 kon dit niet anders gefchieden, dan door zig in de eerfte plaats eene fterkce te bezorgen, die,volgens de grondwecten werkzaam , de woedende muitzugt een teugel in den bek wrong; ten minsten een evenwigt tegen de kragten des oproers uitmaakte, en die al de aanflagen der heerschzugtigen verydelde ! Deeze fterkte moest men zoeken in het wettig gebruik der Schutterlyke of der Burgerlyke wapenen. Doch, daar het nog op verre na geene halve verbeetering zoude geweest zyn , bfootlyk de kwaaden afcewceren, moesc men ook een weezenlyk goed, een beftendig geluk zien daar te ftellen. De voorrechten der Schutteryen, de wectige invloed van een vry volk op zyne aanzienlyke Dienaars en Vertegenwoordigers; de waardy van den Nederlandfchen Burger, waren of flegts in de Gcfchiedenisfen bekend, of belton-  ïü GESCHIEDENIS VAN HET ftonden in loutere klanken, die daarenboven in onbruik geraakt war Deeze te- genftrydigheeden maakten een gelukkig even- wigt. De zwakheid van het pas gevestigd Genootfchap zqu nimmer tegen de loosheid van bedanrde en vleijende vyanden befland geweest zyn! as Nu brak de driftige, de onftuimige hand menigmaalen in gen oogenblik af, dat het doorfleepen vernuft, de loerende Staatkunde met veel moeite en overleg had opgebouwd. De uitvoering vernietigde dus dikwyls het bes fluit, dat ten verderve deezer Vryheidlievende Maatfchappy genoomen was. In een tyd dat zy, die zig fterkst tegen de Burgerlyke Wapenoeffening verzetteden, nog een zeer grooie maate van willekeurige magt bezaten en uitoefFenden, was het zekerlyk zo yerwonderlyk als onbegrypelyk, dat men in deeze Stad zig van de domfte en laagfte kunftenaryen bediende, om h t Genootfchap te verfiieiigen! 't Is waar, langs den weg der rechten  GENOOTSCHAP TE DELFT. 1$ kon zulks , niet welvoeglyk g:fchieden : het oogmerk was door den Wethouder gelaudeerd en onderfteund geworden, en was als nog het zelfde zedert de eerfte openlegging! De Leden des Genootfchaps oeffenden zig in den Wapenhandel, op eene wyze, die alle berisping overtollig en belachlyk maakte, terwyl het Gezag, dat hen bevestigde, en onder wiens oog zy alles verrigteden, niets ten hunnen lasten kon inbrengen , dan het geen het zelve zo plegtig had gepreezen en goedgekeurd! — Maar kwam het dan nimmer op in dat hart, 't welk, indien men uit misnoegde aangezigtcn en haatlyke uitdrukkingen iets befluiten mag, zyn grootfte hartfeer in het Genootfchaplyk beftaan vond, om de Leden, op eene in dien tyd volltrekt zekere wyze, niet flegts uit eikanderen te werken, en dus altoos in vrees te zyn voor de vernieuwde poogingen der eenmaal in vuurgezetce Vaderland en Vryheidliefde, maar om hen aan de belangen der Heerschzugt zelve te onderwerpen, door zig aan hun hoofd te voegen en de wet voortefchryven ? Zou ons Vaderland geene voorbeelden opleeveren van Genootfchappen, tot dezelfde einden als wy gewapend, die aldus verkloekt zyn geworden? Zou eene looze Staatkunde, hoe zeer ook aangekant tegen de hoofdbedoelingen der Genootfchappen en Vrycorpfen, (den behoorlyken invloed naamlyk van den Burger op den Regent,) niet hier of daar weieens een Vaandel of koperen Trom ten gefchenke gegeeven hebben, om 'er de oogen der ligtgeloovigen, der meer verlichten zelf, mede te verblinden; en om 'er al de overtuigingen , de opwekkingen B 4 en  14 GESCHIEDENIS VAN HET en raadgcevingen der Vryheid mede wegtetrommelcn ? to In dit pas ontluikend , dit in den beginne waarlyk zwak Genootfchap althans, was zulks zeermooglyk _ De Regent, die zig daarop had willen toeleggen zou geen grooter rnaare van geveinsdheid dan van boosheid noodig gehad hebben! 'i Had hem geene moeilyko kuiperyen, geene groote belofcen,'geen -dd behoeven te kosten, om het beituür te krygen over eene Maatfchappy, die, hoe gering in deszelfs beginzelen, vreeslyk voor hem Hond te worden; om zulk een uitgeffrekten invloed op alle deszelfs verrigtingen gehad te hebben, dat ze zelfs tot zyn merklyk voordeel zouden zyn uitgeloopen, en om, by de voortzetting van zyn eigen belang, den Afgod van een geheelc Stad te worden! — Hy zou zekerlyk veel parade met zyn fraai uirgedoscht Corps hebben moeten maaken; hy zou ook het grootfte gros der werktmglyke Exerceerders vergulde nootcndoDpen hebben moeten voorwerpen, om 'er, tot eene Vaderlandfche bezigheid,hunne tanden op ftomp te byten, zonder immer genot van het pit der zaak te hebben! hy zou eenige kundigen hebben moeten gewinnen, of liever hebben moeten misleiden! hy zou zelve de kragtiglte poogingen tegen zyn verborgen plan, het yverigile in fchyn hebben moeten onderdennen , als de zekerde weg om ze te doen mislukken! hy zou meer foorrgelyke dreeken hebben moeten gebruiken ! doch dan had hy zig ook overvloedig voor deeze moeite beloond gezien, door yolkoomen meester van het Spel geweest te zyn. Doch in Delft dagt men zekerlyk zo verre niet J oi'  gen 0% tschap te delft. 3,5 of men .verliet zig te veel op het met gezagbekleedde iuvu! —■ Dit woord had rot hier toe, meer uitgevoerd dan de gefleepem're Staatkunde, immer in flaat was uittevoeren! — men begreep, terugziende op de beevende onderdainigheid der vorige dagen, dat het Genootfchap voor forfche bevelen, tergende aanvallen, belecdigingen en gevveldaadigheeden het hoofd ongetwyf- feld zou moeten onderhaalen ! ■ Foor den op/lag myner oogen zullen zy verfluhen! riep een dier donderende Jupiters, die den blikfem in de hand grypen, met voorneemen om 'er het ongelukkig menschdom mede van de aarde te verdelgen! Men vergat, of liever, men was verre van te verwagten, dat de bron van werkzaamheid juist daardoor haare groodie werkzaamheid zou verkrygen! -— Juist de aanvallen , de beleediginge.n en geweldaadigheeden der ontmaskerde heerschzugt tegen te. gaan, met vereende kragten tegen te gaan, was het bepaalde oogmerk ! de poogingen der vyanden verr fterkten dus de beleedigde onfchuld in het voorHaan eener zaak, die om niets anders zo gedugt werd aangevallen , dan om dat zy billyk was. De beleedigingen waren het vuur gelyk, dat zyne kragten verfpillende, het yzer doet gioeijen, en in ftede van het te verwoesten, het gefchiktst maakt, om, door eene kundige hand, de begeerde gedaante te verkrygen. Men vergenoegde zig niet met de Leden des Genootfchaps de haatelyklle fcheldnaamen te geeven; met hen alömme van de verfchriklvklte oogmerken verdagt te maaken; mee hunne Vrienden en Vrouwen, zq veel mooglyk was, tegen hen vqqrinteneemen, en om de zaak des VaderB 5 lands  %6 GESCHIEDENIS VAN HET lands huislyke oneenigheeden aantedooken ! maar men taste ook hunne middelen van bedaan aan; men bragt hen alle moogelyke fchade toe, en op dat zulk eene verfoeilyke handelwyze, tot dus verre meest door zogenaamde Aanzienlyken en Grooten gepleegd, algemeener mogt worden, vergat de achtbaare man zyne waardigheid; ver. loochenende, voor eeriigen tyd, zynen anders ongenaakbaaren en onhandelbaaren hoogmoed, om, in de hutten der armen, in de wooningen der Geringen, eene Maatfchappy van eed en pligtbetragtende Burgers, als Pesten der zaamenleeving, als wederfpannigen, als oproermaakers aftefchilderen, en met de ontzaglyklle vloeken van deeze aarde te verwenlchen! men ontfloot zelf de beurs en zaaide met milde handen het verleidende goud, om het Genootfchap fchande, verachting , en een ganschlyk verderf te doen inoogden! Deeze helfche poogingen bragten de gewenschte uitwerkzels niet voort. De gemeene Man in deeze Stad bezit eene ongelooflyke maate van onverfchilligheid. Hy befchouwt alle gebeurtenisfen om zig heen, als of hy 'er niets hoe genaamd meede te maaken had. Men moest hem met eene onbegryplyke moeite eerst indampen, dat de leden des Genootfchaps de oorzaaken van zyne armoede waren, of hem eerst dronken maaken, eer hy te beweegen was, om het Genootfchap te vervloeken! Varte hy in zyne aangehitde woede een deen op, — "hy fmeet hem flegts op den heining van het Exercitieveld, of liet hem , op het bloot gezigt van een Gerechtsdienaar, fidderende uit de hand vallen! Men begrypt, dat dit over het algemeen het geval  genootschap te delft. 27 val was; het vervolg zal toonen, dat het Delft aan geene Onveriaaten, aan geen enkele muiczugtigen, onder den geringen Burgerfhat ont-? brak. Het getal der gewoone of werkende Leden accresfeerende, noodzaakte het gebrek aan goede geweeren, de Beftuurderen om eene infehryving van iao egale Wapenrustingen te openen: Nu verdubbelde de tegenlland, de vyandichap niet weinig, terwyl de list aan den anderen kant zig in allerlei bochten wrong. Men begreep wilde men het Genootfchap met eenige vrucht tegenwerken, men diende het masker der veinfery te baat te neemen: de niet minder flecht gewapende als ongeoeffendeSchuttery moest, om veelen van 't Genootfchap te rug te houden, van geweeren voorzien worden, en wel N.13. buiten elks kosten, fchoon de wyze op welke , niet dan geheel in conftitutioneel,ftrydig met de Rechten en Ordonnantiën, met de eer en waardigheid deezer Stads Schuttery, enkel tot derzelver fchande en verachting zoude zyn,maar ook even daarom een diep geheim moest blyven, gelyk dit alles door de uitkomst is bevestigd. Vooraf echter kwam de volgende Resolutie. „De Heeren Burgemeesteren en Regeerders der Stad Delft, geinformeert zynde, dat 'er by veele Officieren en Schutters deezer Stad een groote genegenheid plaats heeft, omme zich te exerceereninden Wapenhandel, hebben, alvoorens daarop 'gehoord zynde het advys van de Capiie\nen en Hoopmannen van de acht Vaandels van  l8 GESCHIEDENIS VAN HET van de Schuttery voornd., goedgevonden, omme aan dit oogmerk re voldoen, en omme echter daardoor geen verzuim van affaires te weeg te brengen, te Confenteeren dat die Wapenoefïening zal gefchieden des nachts op de Wachten van elk Roth, door ieder Schutter die daar toe lust en genegenheid heeft." Gedaan den a8. Febr. 1784. (onder flond) My Secretaris Prefent, ( was geteekend ) H. VoCKEST AERT. Deeze Refolutie was van verfchillende uitwerking , den kortzigtigen tot een blinddoek, de eigenbelangzoekende vleiers waaren 'er meede in hun fchik , terwyl ze anderen de 00gen opende en zulks aanleiding gaf tot verfcheide exercitie-gezelfchappen, die, zo verre zy zig van hec Vader'andsch Genootfchap onthielden, en maar bloote exerceerders bleeven, van den algemeenen haat verfchoond waren. Deeze Nachtcxercitie nochtans , behalven dat zy eenige inconvenienten tusfchen Capiteins en Hoofdmannen begon te veroorzaaken, beantwoordde volkomen aan het oogmerk: zy was nutteloos en kort van duur, terwyl het gres den lchyn voor 't wezen hield. De Leden des Genootfchaps reeds tot hy de honderd ExerceerendeManfchappen aangegroeid zyn-  GENOOTSCHAP TE DELFT. Z$ zynde, en 'er nog verfcheiden, als zullende toetreeden, op het oog hebbende, begreepen, dat zy Officieren noodig hadden, en betlooten, om daar toe eenige hunner honoraire Leden, Schutters- Officieren zynde, te verkiezen, om zig al« dus behoorlyk en in order in den Wapenhandel te oefenen. De verkiezing gefchied zynde, en zommïge Leden eenige geweeren, ( die meer dan twintig jaaren ageer een ten diende der Schutters op den Docle geweest waren,) gebruikt hebbende, was dit overvloedig reden genoeg, om hen eenen wrok te doen gevoelen, die niet meer te bedwingen was, en die flegts op de eerfte geleegenheid wagcede. De Beduurders des Genootfchap werden met overhaading omhoocen van hunne huizen, of opgezogc waar zy zig in hun beroep mogren bevinden, om op daande voet in de kamer van Heeren Burgemeesteren te verfchynen, alwaar toen de tweede Heer Burgemeester (*) niet tegenwoordig was. Op deeze eerbiedwaardige plaats moeden deeze eerlyke, deeze onbefprookpn. deeze Vaderlandvereerende' en Vryheidberninnende Burgers bejegeningen ondergaan, die zy nimmer verdiend hadden, en eene bedreiging hooren, die hunne harten metde uiterde verontwaardiging vervulde ! —' Eene bedreiging, die men in een Ryk als dat van Marokko alleen zwygende zou hebben kunnen opkroppen! —i Met niéts minder dan de ge van re-' nis (*; Zjnd. dit Je braave, eerhjkt "adtru-ilr, Je Wet-F.dele Groot .-chtbadft Heen kretschmau , Honorair Lid dn Genooijc/wps.  30 GESCHIEDENIS VAN HET nis bedreigden Burgemeesteren een der Heeren Beftuurderen,om dat deeze gezegd had: Indien Heeren Burgemeesteren niet kwalyk geïnformeerd waaren zouden zy anders over het Genootfchap denken.' Ziedaar een gezegde, eene misdaad, de gevangenis waardig! Indien deeze bedreiging niet fteunde öp volftrekte willekeur, was zy dan wel anders gegrond, dan op deeze hoogmoedige vooronderfïellingen, dat men op den ftoel der eere niet feilen kan? Dat men aldaar geene tegenfpraak mag dulden? en dat de Burger ftrafbaar werdr, wanneer hy durft vastftellen, dat zyn Vertegenwoordigei' niet meer dan een mensch is, die, fchoon zig zelve in den rang der Goden dringende, echter dwaalen kart en menschlyke onderrigting behoeft? In dit alles gaf het Genootfchap reeds de blyken zyner toekomltige grootheid! het gebruikte in dit geval eene toegeevendheid, die eene verheeven ziel aanduidde, beltand tegen verdrukkingen en opgewasfchen tegen het dreigende geweld. ■ De verwenfehingen, de vervloekingen, de onrecbtvaardigfle bedreigingen der veelvermoogende Grooten, de listige ondermytlingen hunner kruipende afhangelingen , het onttrekken zelf van eenige vooringenoomen en misleide Leden $ waar van 'er een , even voor de (Iraks te melden disfolutie , op eene laagö wyze, het Genootfchap een merklyk verlies van Leden aanbragc, konden de Hand vastigheid van eene gehoonde, van eene vervolgde en onderdrukte Maatfchappy eeriyke en braave Burgers niet overwinnen. Zy bedienden zig Van hun natuurrecht, van hUnne onbetwistbaare Vryheid, en waren ganseh niet onverfehillig omtrent de* Refo-  GENOOTSCHAP TE DELFT. '31 Refolutie, door de Wethouderfchap ten hunnen opzigte, genoomen! Dat de Overheid hunnen yver.en vigilantie, en dus ook hunne Vaderland en Vryheidlievende oogmerken, gelaudeerd, en hen deswsgens bedankt had, kon tegen de kwaadipreekenheid en lastertaal ryklyk opweegen. De invoering der reeds ontworpen wetten werd belet; men verboodze zelf den Leden ter beoordeeling voortedraagen, en een Secretaris van de Stad gaf aan de Befluurderen des Genootfchaps te kennén, dat Heeren Burgemeesteren een Refolutie, genoomen hadden, om het Genootfchap te vernietigen: hen teffens vriendelyk raadende, deeze Heeren daarin voortekoomen , en zelve te bedanken voor hun Genootfchaplyk be(laan! Een der Leden gaf kort daarop aan Gemelden Secretaris zyne bevreemding te kennen , hoe het mooglyk ware, dat eene Refolutie, met eenpaarigheid by de Wethouderfchap genoomen, door drie Burgemeesters konden vernietigd worden? Vermits deeze vraag nu niet gefchiede in die kamer, waar een veel eenvoudiger gezegde byna de gevangenis verdiend had, ontdook gemelde Secretaris het gewigt van deeze vraag, en ancwoorde, zonderde minde verandering op zyn gelaat: Dat de Leden by hun Request aan Heeren Burgemeesteren gerenvoieerd waren ! Toen hem evenwel hier op beduid werd, dat dit renvooi alleen betreklyk was tot het verzoek van den Stads Major (efo-enlvk Dril- of Wachtmeester) op Stadskosten, 'en verder niet! verkoos deeze Heer Secretaris te zwygen. De meerderheid der Wethouderfchap fcheen ook ten opzigte van het Genootfchap merklyk veran-  J2 GESCHIEDENIS VAN HET veranderd te zyn; 'c zy dat de zelve de vryheid* ademende uitdrukkingen, en de voor hec Vaderland allezins heilzaame oogmerken deezer waardige Burgers meer doordagt; de gevolgen 'er meer van begreep, en de fterk toeneemende on- derfteuning ichroomhartiger opmerkte! 't Zy dat de denkwyze der meeste Leden van dat? Gf ootachtbaar Collegie eene andere rigting kreeg; gelyk het bekend is, dat de meerderheid der Delftlche Regenten en Ministers ten fterkfte de party van den Stadhouder in dien tyd was toegedaan j waarvoor wy de reden niet behoeven aantewy- zen ! 't Ts genoeg hier aancemerken, dat het Genootfchap in dit ihik grootlyks mee hen vcrfchillende, als zynde Volfïrekr tegen den ce grooten invloed van Oranje, niec langer door hen gclaudeerd werd, en dac hec Genootfchap-i lyk beftaan een fteen van ergernis en aanftoot werd; waarom men ook van deeze kant voorneemens toonde te zyn! om, in dit geval, op de prseadvizen van Heeren Burgemeesteren Amen te zeggen. Men had beflooten de Schuttery cé releveeren, dat is ce zeggen, ( zo als van agreren geblceken is,) haar het Manuaal met en zonder Commando cc leeren; haar rechts en links te leeren zwenken, om vervolgens eene verfchriklyke lange marsch doOr de Stad te doen, zonder door da ■ geweldigfte regenbuijen daarin eenige verandering te maaken! En dit befluit lag den grond, waarop de Disfolutie van hec Genootfchap ftond gebouwd te worden. Men poogde echter dezelve een glimp te geeven; men wilde meer de Wethouderfchap dekken dan het Genootfchap } men tragtse de Leden overtehaalen '4 -v om  genootschap te delft. 33 om met een compliment, waarvan men een voorfchrift gaf, ten einde het vooral nederig en onderwerplyk mogt zyn, Zelve hunne disfohrie te koomen verzoeken! Het verwonderde de Leden geenzins, dat 'er Grooten gevonden werden, die in (laat waren, om zulke laage ge? dagten van Vryheidlievende Burgers te voeden ! van Burgers, durven wy zeggen, die in edele denkwyze en deugdlyke waardy deeze Grooten, zo niet al verre overtroffen, ten minden volkoomen gelyk waren: doch het deed hen tefFens zien, dat het tyd was, om zig uit de verachrlykë laagte, waarin de trotschheid hen befchouwde, openlyk optebeuren! Zy bedooten hun natuurlyk recht te handhaaven, en hunne klagren te doen aan hen, door wier gezag hunne verbintenis gewettigd was geworden. De Gecommitteerden van het Genoot ■ har) bragten de klagten der Leden voor de Wethouderfchap ! De waarheid ontving de hulde ^ die haar uit den mond der vrymoeiige Onfchuld werd toegezwaaid. Het was een vreemd • verfchynzel, dat de beleedigde Burger zyne bezwaaren zo rondborltig zyne Overheid te kenneri gaf, zonder hen te ontzien, die zyne magtigeTegenftreevers waren, en den Stoel der eere bekleedden. ■ Ziet daar, wel-edelb groot achtbaars heeren! (op d.HC wy een enkelen trek uit deeze aanfprnak aan de Wethouderfchap bybrengen: ) Ziet daar eens heilzaame inrïgting , die de billyke goedkeuring van zo veele braave en bedaarde Vaderlanders in onze Republiek wegaruagt! ■ Ja/ wy fchroomen niet te zeggen, eene inrigiingi die het beste middel is, om onze zo diep h deel-. C ver-  34 GESCHIEDENIS VAN HET vervallen Schuttery te hertellen, en der zeiver" Wapenoefening van een beftendigen duur te doen zyn; daar het altoos een aantal Schutters zou kunnen opleveren, die, ten nutte hunner Stad en onze van ouds beroemde Schuttery, zonder bezwaar of nadeel, en rïfwiiltg, in den Wapenhandel zouden uitmunten, en anderen daar toe aanfpooren! Ziet daar, eene zo heilzaame inrïgting op den oever van zyn1 ondergang gebragt, tot fchande en verachting van dit aanzienlyk Collegie; van verfcheiden aanzienlyke en waardige Perzoonen, zo hier als elders ; Ja ! tot hoon en befpotting van een groot gedeelte onzer braave Schuttery! ■ ■ " — Een ftuk, Myne Heeren! waarop niet weinigen het oog gevestigd hebben ! Wat toch is onze misdaad, dat men, al voor de oprigting van ons Genootfchap, 'twelk, God weet het! uit geene oproerige beginzelen zynen oirfprong heeft of hebben kan, als allen beèedigde Schutters zynde, ons zo veele onaangenaamheeden berokkend* de laagfte konstnaaryen tegen ons in V werk gefield, en getragt heeft, ons in zulk een haatlyk en Verachtlyk licht te doen voorkoomen? Wie toch word door ons beleedigd? Wat zyn onze kwaa- de oogmerken? Dat men waarheid fpree- ke! Dat men befchuldigingen tegen ons voortbrenge, geflaafd met dugtige bewyzen, en ons dan hy den Rechter aanklaage / Wat eerlyk gemoed kan op den duur den vuigen hoon verdraagen? \_eti wat kan het gemoed van een Burger en Schutter, die zig •niets kwaads bewust is, maar zig bezig houd met zyne goeds zaak te verdeedigen, vinniger tref-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 35 treffen, dan op forfchen toon gebooden te worden: te Zwygen en te vertrekken, of gevangen gezet te worden? ~] Vergeeft ons, weledele groot ac ut b aare he eren! deeze ronde, deeze ernfïige taal! ze is niet oproerig, — neen! het is de taal van eerlyke, maar fel beleedigde Burgers! — V Genootfchap is geen faaragerotte Hoop! —- tieen! Myne Heeren! dat ons Request, * dat Uw verleend appoin&ement getuige! PVy zyn Schutters! Leden van een lighaam, waar uit de Scadsregenren, waaruit u weledelen groot achtbaaren Verkü'0- zen zyn ! Schutters, nog eens, die voor techt en waarheid nioogen, ja, moeten fpree- ken. Vinden v wel- edele groot achtbaare goed Uw eigen werk, dat niet tilt overhaasting gefchied is, [_ten minften niet had behoeven te gefchieden,] daar onze zaak weeken van te voor en, reeds een onderwerp van gefprekken, in allé voornaame Gezelfchappen is geweest, af te breeken. té veroordeelen, te verwerpen en geheel te niet te doen, dat dan ten minften ons gedrag, door dit Gefchrift, (*) by gansch Nederland den ftrengflen toets onderga! l'Vanneer het Genootfchap geen oogenblik twyffelt, of zyne eer zal pp zyne Smaaders zegevieren, enz. Verder werd, op dien zelfden haftlyken toon s' heWeezen het pryslyke en hoogstnuttige van de oogmerken des Genootfchaps, en werden de aan- (*) Deeze aanfp'aak was ftfchretven, en werd, totverworif dlrin* van vttltn, aldaar door de Burgers zelrt yocrgeietx.ersa c %  g<5 GESCHIEDENIS VAN HET aangevoerde bezwaaren volkoomen opgelost; terwyl de bedaarde ftandvastigheid , en onverfchrokken heldenmoed, die uit den.mond deeZer Burgers zig hooren liet, 'er ten flotte byvoegde: Dat het Genootfchap, in de verdeediging der goede zaak, dus rustig wenschte te blyven voortgaan! Terwyl deeze aanfpraak gefchiede , was 'er eene wonderlyke verfcheidenheid van aandoeningen op aller gelaat te befpeuren : De ziel gaf zig alomme met al haare gebreken bloot! en van deeze caracïeriferende oogenblikken hebben de doorzigtigen in het Genootfchap, in 't vervolg, een zeer nuttig gebruik weeten te maaken. 't Is veel vooruit, wanneer men de zwakheeden kent van hen, waarmede men handelt. De klaagers, na het doen deezer aanfpraak, gelast zynde buiten te liaan, gaven de rechtvaardigheid der zaak, het vertrouwen op eene Wethouderfchap, die hunne oogmerken pryswaardig gevonden , en 'er plegtig haare dankerkentenis voor betuigd had, de dugtige bewijzen, waar mede zy hunne gezegden onderlleunden , hen zekerlyk hoop op eenen uitflag, eene burgerlie- vende Overheid waardig ! Zy verwagte- den alles van den Rechter, die, flegrs drie maanden te vooren, de billykheid en nuttigheid hunner poogingen zo leevendig fcheen te gevoelen! — Doch binnen kommende, ontwaakten zy uit dien zoetvoerigen droom. De mond der Wethouderfchap berigte hen: Dat 'er nu geen Exercitie - Genootfchap meer noodig was ! Dat zy gedisflveerd waren! Van deeze Refolutie een affchrifc verzogt hebbende, ontvingen zy het volgende EX-  genootschap te delft. 37 EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren van de Weth der Stad Delft, in Haar Ed, Gr. Achtb, V;rgadering genoomen op D in gsd ag den 13. April 1784. „ De Vergadering van de Heeren van de Weth ss belegd zynde tegens huiden morgen ten 10 „ uuren , hebben Heeren Burgemeesteren aan „ Hnn Ed. Gr, Achtb. voorgedraagen, &c. " „ En zyn vervolgens na admisiie binnen ge- „ ftaan gerardus verbeek, leendert „ steenwyk, gysbert verhaast en 55 gerrit paape, zig qualificeerende Gecommitteerdens van het voorfchr. ExercitieGenootfchap, als wanneer door den éerstgem. „ gerardus verbeek is voorgeleezen zeker gefchrift, gecoucheerc in zeer ongewoo„ ne termen, en behelzende in üjbftantie de „ redenen, waarom zy zouden verzoeken dat „ het gem. Genootfchap , omtrent het disfol„ veeren van het welk zy geïnformeerd waren, „ dat hy Hun Ed. Gr. Achtb. mooglyk delibe„ ratien zouden vallen, by continuatie mogte „ blyven op den voet, als by Refolutie van den „ 11 January deezes Jaars was geaccordeerd „ geworden." „ Waarop, na dankzegging aan Heeren Bur„ gemeesteren voor de gegeeven ouverture, „ gedelibereerd, en by verre de meeste Leden „ deezer Vergadering zynde begreepen, dat de „ waare reden, om welke by Hun Ed. Gr. Achtb. „ op den 12. January laatstleeden aan eenige „ Leden van de Schutcexy permisfie was verC 3 „ leend,  38 geschiedenis van het leend, om zig in den Wapenhandel te oefTe- nen , jegenswoordig daadlyk is koomen te vervallen, uit hoofde der genoomen Refolu,, tie , waarby is vastgelleld, dat de geheele ,, Schuttery niet alleen van eguaale geweeren M zoude worden voorzien , maar ook werklyk t5 in den Wapenhandel zoude worden geoef- fend, met vyelk iaatfte op den ïyden van dee,3 ze maand een aanvang zal worden gemaakt; 3, is goedgevonden en verdaan de voorfchr. per- misfie, op den ia. January 1784 verleend, ., in te trekken en te dellen buiten eSccl, en dus het Exercitie-Genootfchap, het welk op ,5 de voorfchr. permisfis is gebouwd, te disfol- veeren, gelyk het zelve gcdisfolveerd word ,3 by deezen." Accordeert met voorfz. Refolutie. (was getekend) ■ h. vander go es. Tegen deeze Refolutie is het volgends Protest aangetekend. „ De Heeren, Burgemeester vankretsch33 mar, Schepenen van heemskerk, van ,, berestein en teding van berkhout hebben niet geconfenteerd in deeze genoomen y, Refolutie, maar als nog geperfideerd by de ,, cp den 12. January 1784 met eenpaarigheid ,, genoomen Refolutie, waarby den yver en vi33 gilantie van de Supplianten tot het vrywillig ,, oef-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 39 9, oefenen in de Wapenhandel, allezins is ge= „ laudeerd." Aclum Delft 13. April 1784. ( was getekend) J. N. C. VAN KRETSCHMAR. Mt. A. VAN HEEMSKERK, Mr. C. VAN BERESTEIN, Mr. W. H. TED1NG VAN BERKH0U1. Op deeze Refolutie is aantemerken, dat de Heeren Verbeek, Steenwyk, Verhaasten Paape wel deeglyk door de Leden des Genootfchaps waren gequalificeerd, in eene Genootfchaplyke Vergadering op den 9. April 1784. Dat gem. Gecommitteerden en hunne Committenten, in dat zekere Gefchrift, door den Heer Verbeek uit naam van allen voorgeleezen, geen verzoek hebben gedaan; dat zy zig alleen in het zelve op eene rechtmaatige wys beklaagd hebben over verregaande befchuldigingen: dat zy hunne onfchuld daarin ten toon gefield, en eindlyk betuigd hebben te vertrouwen op gunstige protectie by de voortzetting van hun werk. Dat zy, ja ! in hunRequesc permisfie tot den Vrywilligen Wapenhandel verzogt hadden, doch dat dit niec hooger was aantemerken dan een compliment, en niet als eene vooronderftelling van onder verpligting te leggen, om in deezen vryheid te moeten vraagen! Zy waren uit hoofde van hunnen eed verpligt, om zig als Schutters bekwaam te maaken; dus moest hun eed kragteloos gemaakt worden, wilde men hen de Wapenoeffening C 4 ver-  4^ GESCHIEDENIS VAN HET verbieden; de permisfie deed in dit geval niets af. 't Was zekerlyk de eerfte keer niet, dat de gehaacte, de vervolgde Leer, dat de Regenten met meer dan menfehen zyn, eene bevestiging te meer verkreeg; doch men zag vreemd op, dat de openhartige, de onbewimpelde taal, deezer onverfchrokken Burgers, in de gefchree^ ven Refolutie der Wethouderfchap met den naam van zeer ongewoone termen beftempeld werd. 't Kan zyn, dat men het ten zagtfte wilde noemen ; doch, met dat alles, werd door deeze benaaming natuurlyk een vermoeden gebooren,, als of het openhartig, hec onbewimpeld waarbeidfpreeken, ter deezer plaatfe des Gerichts, eene zeer ongewoone zaak was. Hoe onbillyk! hoe ftrydig was verder deeze Disfolutie met het gezond verftand ! met de edele oogmerken van Vaderlandminnende Burgers'! met onze Natuurlyke en Burgerlyke R-xhten! met de Wethouderfchap zelve! -~ Zv heeft den grond gelegd der volgende onaangenaam heeden en der verregaande Verwyderingen tusfehen Burgers en Burgers! De misleide, de bevooroordeelde, de aangehitfie Gemeente, die het Genootfchap van firafwaardige oogmerken verdagt hield, merkte deeze met gezag hekleede disfolutie aan als het zegel op alle de befcbuUligingen, door de baatzugtige, de doldriftige Yveraars voor Oranje, tegen de Zooren der waare Burger vryheid aangevoerd! Tóen naderhand de aangelïookte, de omgekogte aadighè»}, op Genootfchaps eigen grond, fea'ai-'êh ongeltrafien moedwil pleegde, nam zy \o£\\ deeze Disfolutie niet tot een grondflag vari haa-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 41 haare oproerige wanbedryven ? Stelde de Wethouderfchap, door deeze Disfolutie, waarvan zy te vooren met zekerheid kon weeten, dat de Leden des Genootfchaps die ( in zo verre dezelve hun Genootfchaplyk beftaan vernietigde,) met verontwaardiging zouden aanzien; en geheel aan haar plaats zouden laaten ! dat vrije Burgers nimmer een bevel zouden gehoorzaamen, dat de geheiligde rechten der natuur, der vnendfchap , der famenleeving, ja ! van Nederlands Burgerftaat aantaftede, en te verwoeden poogde, zig zeiven niet ten toon! Heeft deeze Disfolutie niet een 'teen van geduurigen aanfïoot gelegd, zonder dat de Wethouderfchap 'er iets anders by gewonnen heeft, dan de rcchtmaatige verontwaardiging van eenige honderden braave Burgers! Dan, hoe haatlyk en nadeelig de Disfolutie, van deeze zyde befchouwd, ook weezen mogt, met betrekking tot het Genootfchap was zy ten uiterfte heilzaam! De Leden verkreegen 'er eene volmaakte vryheid van werkzaamheid door; zy fcheidde het kaf van het koorn; zy was de toets der goeden, der welmeenenden en der ftandvastigen; zy was de grondflag der volgende grootheid, die zo zeer bewonderd is geworden door de vrienden en vyanden van het Genootfchap ! —-» Ja! zonder deeze Disfolutie, ("dit durven zy verzekeren , die met alle de omftandigheeden van 't Genootfchap grondig bekend zyn,) had men , binnen 'c Jaar, in Delft, geen Genoot* fchap van vrywillige WapenoefFening meer gevonden! de Leden van het zelve werden derhalven , door deeze Disfolutie, onder eene verpligting gebragt, die zeer veel overeenkwam C 5 met  42 GESCHIEDENIS VAN HET met de verpligting, die Jozef van zyne Broedertn had. De Schutterskamer, waarvan tot dus verre de Leden des Genootfchaps gebruik gemaakt hadden, mogt nu niet meer tot hunne afzonderlyke Wapenöeffèningen gebeezigd worden. Een Stadsbode deed aanzegging aan den Doelenknegt, om het Genootfchap niet meer aldaar toetelaaten. De wrokkende Tegenparty was moedig op de behaalde zege J Zy beroemde Zig op den Val van een Genootfchap, dat zig tegen het willekeurig Gezag, tegen de dwingende Overheerfching had opgeworpen! en ongelukkig voor haar zelve voorzag deeze Party niet, dat juist deeze gewaande Zege eene weezenlyke, eene onherfielbaare Nederlaag voor den nimmer tegengefprooken Vernederaar van onderdaanige Burgers was. Van dit alles deed de Commisfie, aan de Wethouderfchap afgevaardigd geweest zynde, verflag aan de Leden, op den 16. April 1784. in een afgehuurde Logementkamer van Stads Doelen vergaderd. De Gecommitteerden werden voor hunne genoomene moeite en weluitgevoerden last bedankt; terwyl men eenige recht Vaderlandfche conditiën dronk, en vervolgens overging tot het beraamen van verdere maatregelen. De Leden begreepen zeer duidlyk, dat , welk eene luidrugtige vertooning deeze Disfolutie ook maaken mogt, zy in der daad niets an? ders was of wecken kon, dan het verbieden van eene kamer, ten gebruike verleend voor hunne Genootfchaplyke byéénkomften, hoewel zy teffens overtuigd waren, dat men 'er niets minder lïy bedoeld had, d&n eene ganfche vernietigd  GENOOTSCHAP TE DELFT. 43 ging hunner Vryheidëerende Broederfchap. Zy wisten, dat geene aardfche magc het recht had, om eene Burgerlyke Maar.fchappy te vernietigen, wel om 'er de misdaaden van te ftraffen, Zy geloofden verder, dat, zo de meening der Wethouderfchap, of van wie ook, mogt geweest zyn, om hun Genootfchap'yk bertaan re vernietigen , de Wethouderfchap als dan eene verfchriklyke inbreuk op hunne Rechten en Vryheid gedaan had, en dat zy verpligt waren, om met alle magt zig te verzetten tegen eene Overheid, die in dit ftyk geene Gehoorzaamheid verdiende. De Burger, merkte men aan , heeft in Nederland zyne paaien, waar binnen de Wetten hem beperken ^ maar de Rechter heeft ze insgelyks / Des Rechters zaak is toetezien, dat wy binnen onzen kring blyvcn! de onze is, dat wy niet gedoogen, dat hy den zynen te buiten ga. De verpligtingen zyn vcderszyden even groot, en de uitvoering is vo.or allen heilzaam. Volgens hunnen Eed achteden zy zig verbonden, om als Schutters zig geheel en volkoomen in de Wapenen te moeten bekwaamen, vooral in een tyd, dat de muiczugt de vernielende handen begon uit te lïeeken, om de Vryheid den ftrot toe te pypen, en een Graaflyken troon op te rigcen. Vermits het echter zyn kon , dat de Leden eene gansch andere betekenis dan de Wethouderfchap aan de Disfolutie geeven konden; befloot men, om hen hoofd voor hoofd aftevraagen: Wat in dit Geval te doen? Of men fcheiden, dan ver 'èenigd blyven zou ? Of men op het eer ft e looze alarm de goede zaak Vaarwel zou zeggen, dan of men, dezelve blyvende  44 geschiedenis tan het de hdndhaay/n, zig al de zwaarigheeden, al de vervolgingen,^ en tegenkantingen zou getroosten diegewlslyk te verwagten waren van .een kant, die zo heethoofdig als gedugt was ? Auen, die genèégen toogten geweest zyn deezen Kring van Vrybeidsvuenden te verJaaten, konden nu welvoeglyk hun affcheid neemen! — Dan! niemand verkoos zyne verpligting aan eene laffe vrees opceöfferen ! elk wilde cot de laattle toe in 't gezelfchap blyven. Dit kloekmoedig belluit baarde niet weinig opzien by hen, die het volilaagen tegendeel gehoopt en verwagt hadden. De trotfche Jupiter, die den blikfem in de magtige vuist greep, om 'er een gering hoopje Burgers mede te vernietigen, ftond ltom van verbaasdheid, daar hy zag, dat zyne gloeiende fchigcen, in ftroowisfchen veranderd waren, en te rug geblaazen werden! Niets gerechtlyks werd 'er regen dit befluïc ondernoomen, dat zekerlyk, om niemand den verdienden lof te onthouden, zeer verftandig gehandeld was: doch daarentegen was men dapper in de weer, om deeze rechtverdeedigende Burgers met al de gruuwelen te befchuldigen, die met mooglykheid te pleegen waren! Indien zulks door een dom gemeen gefchied ware, zou het der moeite niet waardig geweest zyn , 'er melding van te maaken.' maar 't gefchiede meest door Luiden, die op eene hooge geboorte roemden , en voorwendeden eene deftige opvoeding genooten te hebben ! De reden, die dee* zen aanzetteden , om dit volk, gelyk zy het met de diepfte verachting noemden, dus zwart te maaken, was niet verre te zoeken.' Dit volk  SENOOTSCHAP TE DELFT. 45 bedoelde de herftelling van den Burgerftaat, en daartoe zouden de Heerschzugt, de Eigenbaat en de Trotschheid zekerlyk de grooule opölFeiingen gedaan moeten hebben. Het Genootfchap nu, eene kamer gehuurd hebbende, hield aldaar zyne geregelde Vergaderingen; men raadpleegde elkander, en nam geene befluicen van eenig belang, dan met goedkeuring en toeftemming der Leden. De Broederlyke eensgezindheid ftraalde in al deszelfs handelingen door! De vervolging werkte niets anders uit, dan dit lighaam van Vryheidszconen te vaster te verëenigen, en het eene bedaardheid en ftandvastigheid inreboezemen , die tegen de volgende ftormen beftand was. Deeze kamer echter was niet gefchikt voor de noodige Wapenoefeningen; men kogt, onder Stads Wal, binnen de'S^ad, een Stuk Land, (zynde een gedeelte van den grond, waar voor heen het Klooster van Sint Anna geflaan had, agter de Geerweg,) om aldaar, geduurende den Zomer, de Exercitiën te verrigten. De Leden, zig van een gefchikt perzoon ter onderwyzing voorzien hebbende, oeffenden zig in de wapenen, op deezen hunnen eigen groud, die aan twee zyden openlag. Eenigen "uit de fmalle gemeente, meest jongens en wvven, vonden goed, om by elke Exercitie, de Leden met gejouw, gefchreeuw en uitlachen te kwellen, en men had opgemerkt, dat, zedert zig eenige Lievreibedienden onder dien verachtlyken hoop vertoond hadden, en eenige guldens en zesthalven de ronde deeden, de baldaadigheid merklyk was" toegenoomen. Verfcheiden daartoe aangehit.le Jongens begonnen met lleenen naar de Leden t« fmy.  46 Geschiedenis van hst fmyteii, dié zig zo min aan hec een als het ander bekreunden; evenwel deeze voorzorg gebruikten, om hun land, aan de open zyden, met een heining afteperken. Vermits echter de misleide en ©mgekógte hoop de hoogce van Scads Wal te laat had, werd, door dit affchutzel , hunnen moedwil niec gefluit: de kwaadaartigheid nam veeleer merklyk toe! het gefchreeuw werd by elke Exercitie woester en aanhoudender, en de ftecnenj die men van Stadsmuur afbrak, werden met te feller Woede op deezen onfchuldigên heining geworpen; zo dat de Leden des Genootfchaps zig dikwils als in eene beleegerde Stad bevonden ^ die gebombardeerd werd. Men had gehoopt, dat deeze gedüurende den tyd van twee maanden, telkens herhaalde geweldenaarijenj die aan niemand in deeze Stad onbekend konden zyn, ten minften eenigzins gerechcelyk zouden zyn tegengegaan geworden! doch niets van die natuur verneemcnde, befloot een der Leden, daarvan den Meer Hoofofficier kennis te geeven. Deeze zond twee Gerechtsdienaars, wier bloofe tegenwoordigheid zo veel feitrigtede-i dat 'er voortaan eene diepe ftilte onder de vergaderde menigte heerschte, en alle moedwil van deezen kant ophield. Zy, die alles van een berokkend oproer vertvagteden , hadden Zekerlyk reden, om hunne t'ïtgefchooten penningen te beklaagen: de ondervinding leerde hén, dat de fmalle Gemeente van Delft niet meer den geest van 1747 en 1748 fcezat. De oorzaaken van Stads verval, de bronren der nypende armoede, waren al te veel bekend, om ze door de verheffing der verkwistende Heerschzugt tot de verfehriklykfte uiterften te breïi»  CÊNOOTSCHAP TE DELFT. 47? brengen. De hongerige maag, hec wreedde gebrek en de nog akeliger uitzigcen, overtuigden den /unbagrsman maar al te gevoelig van de verpligting, die hy aan Engeland en deszelfs begunstigers had: over 't algemeen ten minften was hy verzekerd, dat 'er voor hem by het Oranje boven niets te winnen was» 't Is waar, men zag hier de beginzelen van eene verbitcerde muiczugt, doch hec bleeven beginzelen. De Wyven, de Jongens, de Livreibedienden en eenige andere onverlaaccn, begonden van tyd coc tyd wel harder te fchreeuwert en ce fmyten ; doch hun gecal groeide niec merklyk aan! 'c Waren fteeds dezelfde perfoonen, dezelfde rol herhaalende, en deeze rol fpeelden zy zo gansch zonder hart, en zat hen zo los in 't hoofd, dac zy op 't gezift van een uitgeleefden Gerechcsdienaer, dezelve eensklaps vergaten. Opmerklyk is 'c, dat men, na deeze mislukte poogingen,^ meer dan voorheen, het Genootfchap hoorde verfoeijen en vervloeken; dat zelfs de mond, die geheiligd was om eendragt en vreede te verkondigen, en den zegen over den pligtbetragcenden uiccefpreeken, om deezen tyd, zig vooral fcheen te openen, om de Beminnaars van Vryheid en Vaderland als Oproermaakers uittcekrycen, en hen, (zonder echcer iecs een hunnen nadeefe te bewyzen,) als ten hoogden ftraffchuldig by God en menfehen aan te klaagen! In zekere Vergadering van zogenaamde Vroomen werden zelfs de openlyke gebeden tegen hec Genootfchap ingerigt, en indien de Verzugcingen deezer menschlievende Broederfchap verhoord waren geweest, dan zou het oniGhuldige Genootfchap, door niets minder dan door  48 GESCHIEDENIS VAN HET door den donder en blikfem des Almagtigen van den aardbodem verdelgd zyn geworden. Het Genootfchap beantwoorde ook aan zyne aangenoomen Spreuk: Tot herfiel der Delftfche Schuttery. Het gaf, (daar men bezig was om de Schuttery te releveeren, op eene Wys, die, volgens hetinzigt van des kundigen, haar geheel bederven moest,) Een getrouwen Vriendenraad, aan de Delftfche Schuttery, in 't licht, waarin men de verkeerdheeden der kwalykgezinde Party duidlyk aantoonde. Men voegde 'er een bewys by , dat den Hoofdluiden deezer Schuttery Pi\erogativen, Rechten en Voordeelen competeeren, enz. Tegen de wyze, op welke men goedvond de Schutters van egaale geweeren te voorzien, gaf de Heer verbeek een bondig Protest uit, gelyk ook die getrouwe yveraar Voor de Rechten en Vryheid zyner Medeburgeren, zyn Nader onderrigt, of vervolg van den getrouwen Vriendenraad, behelzende eenige gegronde aanmerkingen, op het Plan van Negotiatie ter gemelde Wapening ontworpen, uit naam zyner Medebroederen, in de waereld zond. Ter opheldering van het een en ander dient, dat men, onder voorwendzel van de Schuttery te releveeren, verfcheiden inbreuken op de rechten der Hoofdmannen en Schutters ondernam. —• Men Wist zeer wel, dat het oogmerk der Weidenkenden daarheen ftrekte , om de Hoofd luiden, zo der Gildens, als wel in de eerfte plaats, die der Schuttery, dat aanzien en dien invloed weder te geeven, welken zy, op goede gronden, vooronderlield worden, bezeeten te hebben, voor dat de Staaten van Holland in 1581 hen buhen de regeeringszaaken flooten , en waar-  Genootschap te delft. 49 waarvan zy 'de fchaduW bleeveh bezitten toe 1674. Men begreep teffens,dat zodanig een aarizien en in .-loed ten magtigen ftruikeltbeen , zo niet ten volflagën verderf' der Heerschzugt zou ftrekken, en van hier, dat men wist te bewerken , dat 'er Hoofdluiden verkóozen Werden, met welker gfootlte gedeelte men alles doen konde, wat men wilde , die blindèling hunne Staatzugtige Leidslieden volgden, en zig aan alle vernederingen Onderwierpen. Dus tragere men de huishoudlyke fehikking der Rotten in andere handen overtèbrëngen: men hield uitgerekte Krygsraadsvergaderihgeri, zonder dat van derzelVer befluitèn door de Hoofdluiden legaale kennis aan hünne Rotsgezellen; dat zyn hunne Committenten, werd gegeeven, gelyk billyk èn rechtmaatig was; terwyl men fómrhige deezer Hoofdluiden had diets gemaakt, dat zulks onnoodig, ja! vernederende voor hen was. Om zers eenige befluitèn te neemen, en ter uitvoer te brengen, werden zdmtyds geene bedreigingen, beleedigingen; of zo het dus beter flrookte, geene beloften gefpaard. (*) Niet (*") Een volleedige Verzaamehng van o ukke , duiellende alles., vvat in deeze omflniidigheeden , zo door den invloed van eenige Leden des Genoodfchaps, in hun qualiteit als Schutters , als door middel van t enige, getrouwe , recht en Vryheidlievende Hoofdmannen der Schuttery, verrigt is geworden, 70 ter kamer, van Heeren Burgemeesteren als bv. de WetbinideHchap dee7.er Stad , en welke verwonderlyke «evolgen dir alle> ; tot lieden Augustus 1786., gehad heeft, berust by den on- -vermuciu wcrKzaaiiieu neer . A. de Roa, W. vanRyn, A.^van der Lee, Nicolaas Bek.  GENOOTSCHAP TE DELFT. 65 5, dat groote, en naar den Onderget. inzien alle., zins heilzaame oogmerk, naamlyk het welzyn 3, en den luister der Delftfche Schuttery, waar,3 aan de luister en het welzyn deezer Stad i'er,3 bonden is; welk ookmerk de Onderget. fe3, rieuslyk vefklaaren, alleen de dryfveer van ;5 hun volgend verzoek te weezeta. " 't Is U Wel-Ed. Gr. Achtb. bekend, dat in den Jaare 1674. de Bardezaanén, (tot dien ;, tyd toe, door de Hoofdluiden der Schuttery .3 deezer Stad, op fundament van goed recht, ,3 en als het kenmerk hünner waardigheid ge'33 brcikt,) zyn verwisfeld geworden met de Hellebaarden, ingevolge hec 2de lid van het „ 6de Articul dei* laatfle Schiitterlyke Ordon3, nantie, waar gezegd word, met relatie tot dé „ Hoofdluiden der Schuttery:" „ Doek zullen niet te min gehouden zyn; ingevolge van de eenpaarige overgift van dé 3, Hoofdluiden in der' tyd, haar in *t toekeo5, v-isnde, by alle voorvallen ènde geleegenheê,j den, geene uitgezonderd, zo binnen als buij, ten de Stad, te dienen van Hellebaarden enw de niet van Bardezaanén, alles in conformité' ,5 van de voorfchr. Refolutie van de Heeren van de Weth deezer Stad van dato 16 April 1674." ,, Gelyk ook zéden dien tyd, de Hoofdluiden fuccesfivelyk zig, by alle geléegenheeden, be„ diend hebben van Hellebaarden in plaats vari „ Bardezaanén." ,? Üit eenige omflandigheedefi blykt, dat dee„ ze ovefgifte van de Bardezaanén voornaamlyk j5 moet aangemerkt worden, als eene te gemoetkooming, door de Hoofdluiden, in dien tyd ,> ^gedaan, ten gévalle' hunner party, en dus L DEEL. Ë . « Wil-  66 GESCHIEDENIS VAN HET „ willekeurig en vrywillig, zonder daartoe, uit „ hoofde van eenig gegrond recht, gedrongen „ te zyn." „ Zonder ons intelaaten in de onaangenaam„ heeden van dien onrustigen tyd, en uittewei- den in omftandigheeden, die, buiten nood„ zaake, liever in den duister gelaaten, dan in w deszelfs waar licht geplaatst worden , verge» noegen wy ons, voor tegenwoordig, met het „ volgende aan de voorzigtige overweeging van ti U Wel - Ed. Gr. Achtb. overtelaaten." „ Dat, daar de Hoofdluiden der Delftfche „ Schuttery, volgens hunne oirfpronklyke in- ftelling, en de waare Conftitutie onzer Ge„ meenebestregeering, als de gequalificeerften, vreedzaamften en bekwaamden, overeenkom„ ftig den Schutterseed, volgens Art. 3, en als uit de bloem des Volks gekoozenen moeten „ aangemerkt worden, en gemelde Hoofdluiden „ van ouds ook een aanzien hadden, geëeveny) reedigd aan hunne nuttige en voortreflyke in- ftelling, dat het daar ook altoos de kragtdaa» dige toeleg eener gezonde Staatkunde had be- hooren te weezen, om, wel verre van de 5, hoogstnuttige waardigheid, den Hoofdmannen der Delftfche Schutterye competeerende, in j, eenige opzigten te verminderen, die waardig- heid, als waarop gedeeitlyk de gezegende en ,> oude conftitutie onzes Lands berust, veeleer jj te handhaven en bevoorderlyk te zyn! j, alhoewel de Gefchiedenisfen van Nederland 5, veelal de droevige blyken opleveren van het „ beklaaglyk tegenovergeftelde ; waaraan, on„ der anderen, het buiten gebruik ftellen der Bardezaanén, hec zegel bangr" „De  GENOOTSCHAP TE DELFT, 67 „ De Bardezaanén immers waren hec voor3, naamfte uitwendig teeken der verduisterde „ waardigheid der Hoofdluiden onzer Schutteb dat hen zedcrt den jsarc 1581 overfchoot, „ en evenwel glipte dit byna eenjg overgeblee„ ven kenmerk van hunnen ouden luister hen uit de handen!" „ Wy willen, orri reden, alle de beweegoor„ zaaken tot deeze, onzes inziens, onwettige en „ fchandlyke overgifte der Bardezaanén , niec j, onderzoeken." s, Dé Hoofdluidcri onzer van ouds zo hoog „ vermaarde Delftfche Sehuctery, zaagen zig dus niet alleen gebragc tot den onaanzienlyken „ rang van Sergeanten, maar het Hellebaard „ moest bovendien ook , opehlyk en by alle ge„ leegeriheeden, geene uitgezonderd, hen dar. 9i vernederende aanzien geeven , waardoor zy h net volmaakt contrast wérden van dat geene 99 dat ZY moeften zyri, en voorheen geweest „ warert! ■ Niet minder werd, op deeze „ wyze, de ganfche Burgery , in hunne pef„ zoonen ontluisterd: want welk aanzien heeft toch èen Volk, welks gequalificeerften, be„ kwaamften en vreedzaamften zulke luiden zyn, „ die in de daad en in de vertooning Sergeanten „ met Hellebaarden zyn." „ Men fchéide, in dit geval, den Hoofdman „ niet van den Sergeant, met te zeggen, dat de „ Schutterlyke Hoofdrfmn alleen in zyne quali„ teit, als kashouder en adminiftrateur van het „ Roth, den Bardezaan droeg; Want behalvèn „ dat een Krygsmans wapentuig een geheel on„ voeglyk kenmerk is, voor een huishoudeiyk « beftuurder, en alleen eene onderfcheiding in Ë a „"hec  6% GESCHIEDENIS VAN HET ,, het Militaire kan te weeg brengen, zo is het ,, bovendien de onbillykheid zelve, om, wan„ neer eene hooge en laage waardigheid gecom„ bineerd word, de perzoon, in Welke die ver„ eeniging gefchied, het kenmerk zyner hooge ,5 waardigheid, met dat zyner toegevoegde en 5, vernederende waardigheid te doen verwisfelen, en hem aldus van een aanzienlyk uiterlyk J5 voorrecht, waar van hy, noch door zig zei- ve, noch door een ander mag ontzet worden, ,, geheel te verfteeken. De aanzienlyke Hoofd,, man is langs dien weg uit het gezigt zyner „ Medefchutrers, zyner Stadgenooten verdwee,, nen, en een gemeene Sergeant vervangt des- zelfs plaats , pronkende met het verachtlyk kenmerk zyner minderheid, met het HélJe„ baard in de hand, aan het hoofd van de uitge- leezenften der Burgers." „ Men zal mooglyk nog tegenwerpen, dat de 3, Bardezaanén, mét eenpaarig welgevallen der 35 Hoofdluiden onzer Schuttery, zyn overgegee3, ven; maar hier op dient: dat men deeze over3, gifte der Bardezaanén volfirekt mocc befchou3, wen als onwettig; als een inbreuk op hetbe,3 Zwooren recht der onderhouding onzer öchut,, tery, volgens de Unie van Utrecht. Onze ,3 geëerbiedigde, onze rechtlievende Overheeden ,, zweeren plcgtig, alle Schutteryen te zullen 3, onderhouden ! de vernedering die Hoofdman3, nen eener Schuttery ondergaan , door eene 53 vermindering van hunne Scbutterlyke waardig- heid, is geene onderhouding der Schutteryen ,, De Hoofdluiden der Delftfche Schuttery zyn ,3 in hunne waardigheid verminderd , door de 3, verpligting, om zig van Hellebaarden in plaats van  GENOOTSCHAP TE DELFT. 69 n van Bardezaanén ce moeten bedienen ! [want „ offchoon de waarneeming van hec Sergeanc„ fchap door den Hoofdman, op zig zelve geen „ vernedering voorden Hoofdman zy, voor zo „ verre de luister zyner bediening niec vermin„ derd word door de toevoeging en waarnee„ ming eener geringer bediening, is hec echcer >5 eene volftagen vermindering en vernedering „ der waardigheid van den Schutterlyken Hoofdw man, wanneer hy verpligc word, of zig vryJ5 willig verpligt, dat hier niets ter zaak doet, 55 tot den afitand van hec byna eenige uitwendige tecken zyner Ccnftitucioneele waardigheid, 95 den Bardezaan naamlyk, en tot het draagen tt van den vernederenden Hellebaard, die hem „ opzetlyk word toegevoegd, om hem in den „ geringen ftand van een Sergeant openlyk voor„ teilellen. Het Hoofdmanfchap had het Sergeantfehap moeten verheerlyken, maar door „ de overgifce van de Bardezaanén heeft de Ser„ geanc den Hoofdman ontluisterd, en tot eene 99 jammerlyke laagte gebragt; bygevolg is in „ dit geval directlyk gehandeld tegen de Unie „ van Utrecht, en men heeft dus geheel onwet„ tig te werk gegaan in de overgifce van een „ bezwooren voorrecht. De eenpaarige vry wil„ ligheid doet niets af, even zo weinig als die t9 zou gelden, wanneer alle de Schutters konden „ goedvinden om de Schuttery te doen ophouden en te vernietigen. Het zou eene dwaaze over99 tollighcid zyn, breèdvoen'g te willen betoo„ gen, dat de Bardezaan, in deszelfs gebruik, „ een voorrecht der Schutterlyke Hoofdmannen „ zy , en een voornaam uitwendig deel dier „ Schutterlyke waardigheid uitmaakt: de overE 3 „ gifte  ^© GESCHIEDENIS VAN HET gifce zelve vooronderftelt dit, en zo wel het getuigenis der voorleedene als der cegenwoor„ dige tyden bevestigt zulks, met oyervloedige bewyzen." „ De Overgifte der Bardezaanén is dus ook „ niet overeentebrcngen met den plegtigen Eed „ onzer geëerbiedigde Overheeden, gedaan ter volkoomen onderhouding der Schutteryen! —- Doch , hier in treedende, zouden wy aan de ,, wysheid en het doorzigc van Uw. Ed. Gr. „ Achtb. te kort doen." „ Overmits dan zo wel de Ingezetenen deezer. „ Srad, de Schutters en Hoofdluiden, als onze burgerminnende en reGhtlievende Overheeden, „ 'er groot belang in hebben en behooren te ,, ftellen, en het tenens der Onderget. duure verpligting is, en hunne hartlyke zugt, om aan de zedelyke en burgerlyke betrekking, „ waarin elk Burger tot het lieve Vaderland ftaat, „ te beantwoorden, kunnen de Onderget. niet langer afzyn, om ook het hunne toetebren„ gen, om, in hunne qualiteit, als Hoofdman- nen der Schuttery, den luister en de waardig„ heid der Delftfche Schutrery bevoordelyk te weezen, en daar dezelve verminderd moge „ zyn, naar hun vermogen een wettig redres te „ bezorgen: en dewyl de Onderget. niet twyffe„ len of Uw Exl. Gr. Achtb. zullen de aange3, voerde redeneh gewigtig genoeg keuren, om hec nederig en eerbiedig verzoek der Onderget. ,, gunstig re accqrdeeren , neemen wy de eer- biedige Vryheid, dit verzoek aan Uw Ed. Gr. Achtb. hiermede befcheidenlyk voortedraa- ,3 Dat het van nu af en voortaan, by alle P gelee-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 71 „ geleegenheeden geene uitgezonderd, zo bin„ nen als buiten deeze Stad, den Onderget. in „ qualiteit als Hoofdmannen der Delftfche Schuc„ tery, en hunne Succesfeuren, zal vryftaan, „ zig te moogen bedienen van Bardezaanén in plaats van Hellebaarden, en dat uit dien hoofde, het vyfde Art. in de Refolutie van de „ Heeren van de Weth der Stad Delft, van dato 16 April 1674. luidende aldus:" „ Dat de Hoofdluiden als boven te kiezen, ingevolge van de eenpaarige overgifte , van „ de tegenwoordige Hoofdluiden, haar in het „ toekoomende, by alle voorvallen en gelee gen„ heeden, geene uitgezonderd, zo binnen als „ buiten de Stad, van Hellebaarden en nies van n Bardezaanén zullen moeten dienen" „ En met een geringe verandering overgebragt, in het tweede lid van het Sesde Articul „ der laatfle Ordonnantie der Schuttery en Wag„ ten binnen de Stad Delft, in deeze woorden:" „ Doch zullen niet te min gehouden zyn, ingevolge van de eenpaarige overgifce van de „ Hoofdluiden. in der tyd, haar in "t toekomende J5 by alle voorvallen en geleegenheeden, geene „ uitgezonderd, zo binnen als buiten de Stad, „ te dienen, van Hellebaarden en niet van Bar„ dezaanen:" „ Door eene nadere ampliatie moge gefield „ worden buiten effect." (V welk doende enz.") * * * Hoewel deeze flap, op zig zelve befchouwd, waarlyk groot was, en verëerende voor het GeE 4 noot-  •7Z GESCHIEDENIS VAN HET nootfchap, dat zyn loflyk voorbeeld, door verfcheiden Hoofdluiden der Schuttery, aldus zag opvolgen , verwagtede men echter van hen, aan wien dit billyk verzoek gefchicdc, geene gewenschte beantwoording, te minder, wanneer men in aanmerking nam, hec gebeurde met de voorbereidzelen tot het Conceptrequest; die? nende eer volkoomen hcriteliing der 'Delftfche Schuccery, eerfte (tuk. Even voor de invoering van den Bardezaan, las men in de Hoüandfche Hiftorifche Courant een Advertentie, dat het gem. Stukje eerstdaags ftond uitgegeeven ce worden by dpn Boekverkoper y. Krap, ce Rotterdam, en insgelyks te bekoomen zou weezen byiV. Brouwer ,Boekverkooper te Delft. De algemeene nieuwsgierigheid naar het zelve, fcheen de oplettendheid van Heeren Burgemeesteren optewekken : zy pntbooden den Boekverkooper Brouwer, en deeden onderzoek by hem, naar de aangekondigde Voorbereidzelen. Deeze, even wys als zyne Grqotachtbaare ondervraagers , vermits hy !er niets anders van wist, dan de eenvoudige Advertentie, vond zig verpligt in het hreede aantetoonen, dat het plaatfen van dergelyke Adver«entien meestal gefchiedde buiten weeten der Boekverkoopers, waarby het geadverteerde in Commislie te bekomen zou zyn. Heeren Burgemeesteren, half voldaan over deezen Boekver jcqoperlyken uitleg, vonden goed, den Boekverkooper Brouwer te verbieden, de aangekondigde Voorbereidzelen tot het Conceptrequest, wanpeer hy dezelve in Commisfie ontving, te yerltoopen, alvoorens dezelve Hun Edele Groot fl€rïrte? e^amin^ue haddeq ondergaan, en hec zelve  GENOOTSCHAP TE DELFT. 7g zelve ook niet ter tekening te leggen, 't Was zeker onbegryplyk, hoe hec Heeren Burgemeesteren in 't hoofd kon koomen , om aldus een ftukje te verbieden, waarvan de tytel alleen was .aangekondigd, en welke tytel de wenschlykfte zaak van de waereld in zig bevattede! Hoe, vroeg men aan elkander, is de volkoomcn herjielling der Schuttery dan zo gevaarlek, zo ongeoorloofd, dat men een Stukje verbied, waarin over dezelve [laat gehandeld te worden? Want dat het weezenlyk een verbod was, is zeJcer, omdat men zeer wel wist, dat de Schryvers hunnen arbeid nimmer aan zulk eene willekeurige examinatie zouden onderwerpen. Eene korc daarop volgende Advertentie verzekerde , dac het reeds aangekondigde Stukje gewislyk zou komen, en qok te bekomen zyn. Heeren Burgemeesteren deeze voorzegging, jn Delft ten minften , leugenachtig willende'maaken, lieten door pen Stadsbode alle deBoekverkoopers nadruklyk aanzeggen, dit Stukje volftrekt niet te verkoopen , voor dat hec de examinatie van Burgemeesters ondergaan had; men liet zelf zig hieraan zo veel geleegen leggen, dat men die verbod ook doen liet aan zulke Boek wurmpjes, waaraan geen Sterveling ooit gedagc had. Brouwer, als de man, die door dit verbod de grootfte fchade ftond te lyden, leverde hierover by de Wethouderfchap zyn beklag, by requeste, in ! doch, hy werd afgeweezen, en moest in de aanzegging van Heeren Burgemeesteren blyven berusten. Intusfchea verzekerde de elkander opvolgende advercencien by aanhoudenheid, dat betgem. Stukje gewislyk te bekomen zyn zou: E % dü  74 GESCHIEDENIS VAN HET dit verwekte te grooter begeerte, en het gevraag naar het zelve was onophoudelyk. Eindlyk kwam het verwagte Stukje , onder den aangekondigden tytel, in de maand October 1784, by den Boekverkooper J. Krap, te Rotterdam in 't licht; uitgegeeven door de Beftuurders van het Genootfchap: te gelyk kwam 'er eene Advertentie te voorfchyn, dat het gemelde Stukje niet te bekoomen was by de Boekverkoopers te Delft, ( zynde omtrent zeven of agt in getal,) maar dat het by alle de Leden des Genootfchaps, (en dus by verre over de honderd,) voor tien Stuivers gekogt kon worden. Dus werden alle de Leden Boekverkoopers! de Voorbereidzelen tot het Conceptrequest werden, zonder examinatie van Heeren Burgemeesteren, in Delft verkogc, en de voorzegging van den Rotterdamfchen Boekverkooper werd ftiptlyk vervuld} Deeze trek was zekerlyk de verdiende loon eener driftige voorbaarigheid: de Uitgeevers be, dienden 'er zig alleen vermaakshalve van: zy hadden het zelfde ftukje met een veranderden tytel in de waereld kunnen ftuuren, zonder het der Groorachtbaare examinatie te onderwerpen; want ïn der daad , hadden Burgemeesteren niets verbooden, dan den aangekondigden tytel! — Men wilde dan ook van deeze by uitftek fterke aanpryzing zig bedienen, en 'er op gemelde wyze gebruik van maaken. In \ vervolg echter floegen de Schryvers van 't Genootfchap een anderen weg in: al de Stukken , die zy voorneemens geweest waren, onder den tytel van Voorbereidzelen tot het Conceptrequest  GENOOTSCHAP TE DELFT. request enz., in 't licht te geeven, gaven zy andere en onderfcheiden opfchriften , om dus ook den Boekverkooper Brouwer 'er de voordeden van te bezorgen, en teffens om de Stukken, die by de uitkomst geblepken zyn, eene algemeene nuttigheid te hebben, ook onder minder bepaalde tytels, algemeener te maaken. Wat nu deeze Voorbereidzelen zelve aanbelangt, in dezelve werd een verfchiet, en niet meer dan een verfchiet, geopend, van de groote ontwerpen, waarmede het Genootfchap, reeds in dien tyd , bezwangerd was. Met" Conceptrequest, bedoelende om aan Burger-Gecommitteerden , Gemeensliederi, Hoofdluiden van Schuttery en Gilden, of welke benaamingen men ook aan Burgerreprefentanten gelieft te geeven, den wettigen en behoorlyken invloed, die de Burger op de Reg eering hebben moet, weder te bezorgen, was het middenpunt van alle de Genootfchaplyke werkzaamheeden, en het waren alleen de wonderlyke tydsomtrandigheeden , die de voorzigtigheid wederhielden, om in eens alles te zeggen, wat men zeggen kon. 'Er waren Voorbereidzelen noodig, die de gemoederen moesten voorbereiden, tot dat groote Werk, dat naderhand, onder den naam van grondwettige her ftelling, het doel der vereenigde poogingen der Gewapende Burger-Corpfen in Holland geworden is. Het Conceptrequest, zeggen de Beduurders, die de Uitgeevers van deszelfs voorbereidzelen waren; bedoelt de geneezing eener Staatkundige ziekte, die zedert tweehonderd jaar en onze vermoogens langzaam verteerd, en den bloei van Neeringen en Fabrieken heeft doen verwel-  70) GESCHIEDENIS VAN HET welken I. Die onze Burgerlyke kragten heeft uitgeput; den Schutterlyken luister (Ir af baar verdoofd, en ons vreemd gemaakt heeft met ons eigen brood, dat wy onverfchillig zien wegfmyten voor dienstbaare en meestal flaaffch» Vreemdelingen, die, uit dankerkentenis, door hunne inwooning onder, ons, ons hunne kruipende denkbeelden overvloedig zullen mededeelen, indien zy aan het oogmerk hunner Begunstigers verkiezen te beantwoorden. De Hoofdluiden der Delftfche Schuttery, de Hoofden der Gildeus weder te doen keeren tot hunnen natuurlyken kring, tot hunne aêloude aanzien lyke waardigheid, dat is, den Burger over V algemeen gelukkig en luisterryk te maaken, is een alleigewigtigst werk, dat op eenen dag niet te verrigten is, enz. Verder haten zy over dit gewigtig onderwerp zig aldus hooren: De Hoofdluiden der Schuttery , de Hoofden der Gildens hadden, voor het Stadhouderfchap van Willem den Eerften, in alle de Steden van Holland, deel aan Regeeringszaaken. Zy waren als Gemeenslieden ; een Collegie uitmaakende, dat als een aller-> nuttigst en omntbeerlyk midden tusfehen den Regent en den Burger was; dat, door zyn in-> vloed en tusfehenkomst, het Volk zo wei als zyn Vertegenwoordigers, voor verderflyke uiterften beveiligde. Het gezag deezer Hoofdluiden was van die aanmerklyke nuttigheid, dat men over V algemeen de affchaffing en verwaarloozing deezer hunner Pr&rogativen, Rechten en Voordeden kan aanmerken als een voornaame reden van het diep en befchreienswaardig verval van Fabrieken, Neeringen enHandteeringen. Nee- men  GENOOTSCHAP TE DELFT. 77 men wy de Hoofden der Gildens in aanmerking; deeze gekooren uit de bekwaamfte, verftandigfte en Vermoogendfte Werklieden of Gildebroeders zelve, waaren immers gefchikté Voorwerpen, om de inwendige gefleldheid der Fabrieken, de geleegenheid'der Neeringen, dé middelen tot derzclver behoud, verbetering en volmaaking, in al deszelfs omtrek best te kennen ! Zy waren de luiden, die, in de eer fle plaats, \r het groot ft e belang by hadden, dat het den Ambagtsman, dat het alle Burgers welging / en voor zo verre zy, uit hoofde hunner verkiezing, als de eerlykfle, braaf fle en verflandigfte moeten aangemerkt worden, waren zy het ook, die den bloei en het welzyn der Fabrieken en Neeringen het meest bevorderden^ en, door het Deel, dat zy aan de Regeering hadden, zulks ook het b,este konden doen. Het welvaaren van een Land, de bloei der middelen van deszelfs beftaan hangt voornaam* lyk af van de Regeering; de algemeene beftelling, die deeze over de huishoudelyke zaaken maakt, fleept ontelbaar e by zonderheden mede, die of ten voordeele of ten nadeele van den Burger werken, naar maate de generaale ïhrigfihg goed of kwaad zy/ daar nu de Regeering, zonder medehulp van deskundige Gemeenslieden,ovcr Fabrieken en Ambagten befchikt, is Hét meer gelid: dan wysheid, indien deeze befchikhing goed is: want indien zy, die de zaaken door en door kundig zyn, die van jongs af en geheel 'er zig op hebben toegelegd, en die 'er hun belang by vinden, dikwils verlecgcn ft aan, om middelen ter inflandhouding van Fabrieken 'en Neeiingen uittedenken; indien deezen in de keuze  j?8 GESCHIEDENIS VAN HET keuze daarvan nog dikwils mistasten, hoe zullen dan veele Regeeringsleeden, die meest al yoor Doctors, Rechtsgeleerden en dergelyken zyn opgelegd, zulke zaaken wel beft uitren en behandelen, waarvan zy weinig 'of geen verft and hebben ^ of kunnen hebben, en aan welks beftuur, bekwaanie en des kundige luiden een overmaatigen arbeid vinden ? De Grondleggers ónzer Gildens en Schutteryen voelden het gewigt van deeze aanmerking; ehzy, door wier toedoen, de Hoofdluiden hunne rechten en invloed verloor en, zyn in \t geheel geen Vrienden van den werkenden Burger, van den Vry en Nederlander geweest. Daar de egie Hoofden der Gildens hun recht oejfer.èn, gaai het den Ambagtsman wel; maar^ deezen hunnen natuurlyken invloed op de Regeering misfende, is eene eindlyk geheele uitteering des Burgerlyken Welvaart het zeker gévolg. in Delfc heb'hen wy flegts het oog te /laan op de menigte Brouw et yen, Branderyen en Plateelbakkeryen , die voorheen beftonden, doch die, door onbarmhartige handen afgebroken, byna tot niet verfnolten zyn! Waar is het aantal van zo menigvuldige iVeefgetouwen, tot Stoften van verfchiUende zoorten, die zulk een volkoomeh toereikend be/laan verfchaften aan Ingezetetien van ondeifcheiden rangen, de kinderrykfte 'Huisgezinnen der fmalle Gemeente hiervan niet uit ge floot en ? — Zouden die Weefgetouwen wel Zo greetig buiten 'sLands verzonden zyn, indien de bevoegde Perzoonen Hoofden der Gildens gebleeven waar en ? ÏDclfcfche Burgers! de zuilen van. uwen welvaart  GENOOTSCHAP TE DELFT. f$ vaart zyn niet zo zeer omgevallen, als wel om verregeworpen ! ■— Verarmde Grysaartsf die op uwe weekloonen weleer een talryk Huisgezin onderhield, doch nu f'chreiende het brood eet, dat de Liefdaadigheid u toereikt, hoe meenig* maaien zyn uwe zugten tot God in den Hemel opgereezen, toen welgaande Fabrieken verkogt werden om''er Paar-denft'allen ofPakzolders van te maaken! Zoud gy niet wel getuigenis kunnen geeven , dat veeltyds algemeene doch verkeerde inrigtingen daarvan de oorzaaken waren ? Het verval vind ook zekerlyk zynen grond in geheel andere oorzaaken; doch zou dat verval niet kragtdaadiger zyn tegengehouden geworden ? Zou het zig wel zo algemeen verfpreid hebben, wanneer de Hoofden der Gildens en der Schuttery by hunne prarogativen en rechten gehandhaafd, alzulke verkeerde inrigtingen manlyk hadden tegengegaan? t Is opmerklyk, dat, zedert de Hoofden der Gildens hunne aeloude Voorrechten verhoren < zedert men niet meer Hoofden verkoos, met de hoogstnoodige hoedaanigheeden voorzien, om de zaaken en rechten wel 'te beftuuren en te handhaaven; zedert die Hoofden zelf zig te vreeden hielden, met den bloeten tytel van Hoofdman en een vetten maaltyd; zedert zy voor 't grootfte gedeelte hunne papieren, de kennis hunner oude voorrechten , overgaaven in handen der Dekens, {in deeze Stad, alle Regeeringsleeden, op een Gilde na, dat der Zilverfmeeden, welks Deken een der werkende Leden is ) dat men zedert die onzalige tydflippen een verbaazend verval in onze Fabrieken, Neerinsen en Handteeringen befpeurt. ' D*  80 GESCHIEDENIS VAN HET De Invloed van de Hoofdluiden der Schutte* ry, (als Gemeensluidcn aangemerkt,) op regeeringszaaken , is niet minder gewigtig en heilzaam, met betrekking vooral tot de laagere rangen van den Burgerflaat. Onze Regeeringsvorm beftaat zo min in eene volf rekte Adelhcerfching, als in eene volflagen Volksregeering. Deeze beiden Regeeringswyzen hebben, elk op zig zeiven, hunne nadeelen, die, of voor den Adel, of voor het Volk drukkende en verderflyk zyn; maar zy beftaat uit eene wyze faamenvoeging deezer Regeeringsvormen, ( eene Volksregeering by reprefentatie,) of behoort 'er uit te beftaan. Daar deeze gemengde Regeeringswyze niet beftaat, kan men zeer bezwaarlyk de waare Vryheid of het Burgerlek geluk vinden. Dé Adel zal of den Burger onderdrukken, en een Maatfchappy van kleine Koningjes en Dwingelanden vormen; of de Adel zal, door de grilligheeden des Volks gedwarsboomd, de inwendige vyand valt den Staat worden, én, indien zy 'fterk is, partyfchappen fmeeden, die nimmer nalaaten het algemëene welzyn, en de ilerkte van den Staat te ondermynen. Van onze eerfie en befte Republikeinfche Re& pecringswyzc zyn wy merklyk afgeweeken, zedert de Gerneenslüiden grootcndeels hun gezag verlöoreni Een Adelheerfching vestigde ongevoelig zig in Nederland, en de Stadhouders 'vonden 'er ftëéds hun grootfte belang by, om Ae-.ffRegeeringsvorln aantekweekén. Het is gein aklyker eenige weinige voornaarhen des Vilks op de hand te krygen en te houden, door het fchenken van voordeelige Posten, en de groot- fte  GENOOTSCHAP TE DELFT. 8ï fle eeramten, die, helaas! ter hegeeving van Dienaars van den Staat werden over gelaat en y dan de onhoflyke, de zig zelfkennende Burgers daarheen te brengen, dat zy, ten gevallen eener ongetemde Scaatzugt, de bronnen van hunnen welvaart floppen, door zig zelve te vernederen, en alle kenmerken van hunnen luister afteleggen. De Heerschzugt vind nimmer genoegen aan het Hoofd van vrye en luisterryke Burgers! Zy wil Onderdaanen hebben, die als Slaaven zig voor haare voeten krommen! De egte en natuurlyke eigenfchappen der Gemeensluiden faan regelrecht tegen de flaaffche hoedaanigheeden over. De Hoofdluiden der Schuttery, onder plegtigen eede, uit de uitgeleezenfle Burgers, door de bloem des Volks gekoozen, moet men in derzelver natuur aanmerken als den mond des Volks. Zy ft aan tusfchen de Regeering en den. Burger, en brengen den wil der Burgers aan derzelver Vertegenwoordigers over. Door hunne geduurige verkeering met den Burger, kunnen zy, natuurlyker wyze, beter dan de Regeering zxlve, de neigingen en den wil van het Volk ontdekken, en door het algemeen vertrouwen, dat hen tot Hoofden verhief, zynze geheel bevoegd om dien wil overtebrengen, en (zo dezelve met de Conflitutie des Lands ftrookt,~) kragtdaadig te onderfteunen en te bevorderen. — Wie zal den Regent anders den wil des Volks voorhouden? Wie zal de zaaken der Burgers, ovcreenkomftig hun waar belang, in allen opzigien en bejlendig behartigen? Wie zal drukkende Lasten van de halzen der verarmde I. peel. F Bur-  82 GESCHIEDENIS VAN HET Burgers weer en, wanneer een verkeerde Directie de Finantien uitput, en een willekeurig bejhtur belastingen uitvind, om flaande te bly- ver.'? Wie zal beletten datVreemdelingen, , die, eenige weinige jaar en, de Stadlugt hebben ingeademd, in de regeering, gebooren Burgers worden-voorgetrokken? Burgers, die dezelfde, zo niet groot ere bekwaamheeden bezitten, en aan wie immers, volgens de regels eener gezonde Staatkunde, deeze eereposten alleen toehoornen ? Wie zal nog zo veele andere defecten helpen verbeteren, indien zy, (de Gemeensheeren,) het niet doen, die "er een natuur lyk recht op hebben, die 'er best toe in (laat, en door het Volk zelve 'er toe gelafligd zyn ? — Zal de Regent zelve dit alles doen? — ÏVee dan den Burger, indien de Regent niet de wysfle,bedaard ft e,voorzigtigfle. en deugdzaamfie mensch zy, die immer het roer van Staat of Stad befluurde! Hoe ligt kan ander$■ de Regent in het begrip koomen, dat het volf.agen verderf van het Land den wil des Volks zy; pf0e gemaklyk kan hy dat verderf helpen bewerken, indien hy eerloos genoeg is, £///, tegen beter weeten aan, flaande.te houden, dat zyne heillooze ■ poogingen, de p&ogin- geh der Burgers zyn! —— Maar! zyn alle Regenten wel wys en deugdzaam? en indien zy znlks ■ waar en, ftrookt het dan nog wel met de Souveraimteit van.een waarlyk vry Volk, dat zy zonder Gemeenshuden regeeren? Wanneer men de verderftyke Staatlava's tiaarfpeurl, bevind men dan niet maar al te dikwils ', dat zy 'alt eenen opgeworpen herg voortvloeien, die tot verwoesting der geheele I.amlhreek fchynt te oAtbranden. De  GENOOTSCHAP TE DELFT. % Be uitfluiting van de Hoofdluiden der Schuttery en der Gildens buiten regeeringszaaken , door de Staaten van Holland in 1581,* (welke uitIIuiting, de wyze hoe, en de tydsomftandigheeden waarin, een naauv/er onderzoek verdient,) deverderflyke recommandatien, en andere inkruipingen bragten den vryen Burger ongemerkt onder het byna geheel onbepaald, gezag der Stadhouders, en vereenigden al het gezag, al den luister en invloed zyner burgerlyke Hoofden, in den Perfoon van eenen Minister;. van eenen Dienaar van den Staat, enz. Zulk een edele denkwys, gepaard met zulke manmoedige poogingen, had noodwendig alwederom de bitterde tégenkan/ing en de gedugtfte tegenwerking te verwagten van eene Party, voor wiens ooren zulke waarheeden volltrekt ohverdraaglyk, en voor wiens eigen belangen zulke lorlyke onderneemingen ten uiterfte verderflyk waren. De doorzigtige Leezer zal ongetwyffeld reeds- kunnen gisfen, wat de uicflag van der Hoofdluiden verzoek vervolgens geweest zy. Het Genootfchap was tenens bedagt op de beöeffening der wapenen , en was reeds zo verre daar in geflaagd, dat men befloot, om te vuuren. Reeds vooraf werden eenigen der Leden gewaarfchuuwd, dat Burgememeesters dit zouden poogen te beletten ; doch vermits deeze Leden begreepen, dat, hoe verre het Burgemeesterlyk gezag zig ook geliefde uitteftrekken, het echter op de heining van hun Exercitieveld, als hun eigen vryen grond, moest affluiten, had het vimren ook zyn voortgang. Men zag echter weldra, dat de waarfchouwing niet ongegrond geweest was. By geleegenheid, F 2. da c  84 GESCHIEDENIS VAN HET dat een zeker Vreemdeling, uit een venfter leggende, twee zakpiftoolen, op eene baldaadige wyze, affchoor; en een nog baldaadiger knaap,' een met fcherp gelaaden geweer, in den donkeren avond, in 't wilde heen lostie, en daardoor eenige luiden kweifte, werd 'er op den 13. September 1784. een Publicatie by de Wethouderfchap afgekondigd, verbiedende het losfen van Musquetten of ander Schietgeweer binnen deeze Stad of Jurisdiétie van dien, als ook hec alTcnieten van vuurpylen, enz. Het Genootfchap deeze publicatie aanmerkende als alleen ingerigt tegen Kwaaddoeners en Straatfchenders, gelyk de Wethouderfchap het insgelyks zo begreepen had, rekende zig niet verpligt het vuuren uit dien hoofde te moeten ilaaken, fchoon men uit den mond van een aanzienlyk man , de fmalle Gemeente had hooren diets maaken, dat dit verbod, in de eerfïe plaats, die d fche Oproermaakers, (de Leden des Genootfchaps naamlyk,) betrof, en dat men nu eens zien zou, wat zy onderneemen dorften ! — 'f Zy nu dat de Tegenparcy gehoopt had, om door deeze Publicatie de Leden van het fchieten op hun eigen grond aftefchrikken, of, dit niet gelukkende , hen in de grootfte onaangenaamheeden te wikkelen; 't zy dat deeze Publicatie door de wrokkende voorbaarigbeid wel of kwalyk begreepen wierd, althans 't gevolg was, dat 'er op dèn 16. Oótober 1784. een Stadsbode, uit naam van Heeren Burgemeesteren, ten huize van den Heer Verbeek gezonden werd, te kennen geevende: Hoe niet tegen[taande de Publicatie tegen het fchieten, Heeren Burgemeesteren waven geïnformeerd, dat men echter op het Zxer-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 85 Exercitieveld van V Genootfchap met kruit gefchooten had; Burgemeesters derhalven aan hem Gerardus Verbeek , als oudile Befluurder van V Genootfchap, lieten aanzeggen, dit niet meer gefchieden moest. Waar op de Heer Verbeek antwoorde zulks voor communicatie aantencemen. Hiervan door gem. Beltuurder aan zyne Medebeftuurders, en, in zo verre het de kortheid des tyds gedoogde, ook aan eenige Leden kennis gegeeven hebbende, was het eenpaarig beflm't, om deswegens hun beklag by do Wethouderfchap te doen, (om dat deeze Publicatie door dat Coilegie was afgekondigd,) en aldaar nadere elucidatie te vraagen. Men vertoefde niet om dit bciluic ter uitvoer te brengen, en de vrymoedige Geest des Genootfchaps fchudde wederom, voor de Wethouderfchap, alles af, wat den eerlyken, den beleedigden Burger op 't hart lag. Hoe zeer ook, dus lieten zy zig ter p'aatze desGerichts hooren, hoe zeer ook de gemelde opsnlyke Straatfchending zulk eene Publicatie hoogstnoodzaaklyk maakte: zoo koomt het echter de onderget., Leden van de Schuttery deezer Stad, op onwankelbaar e gronden voor, dat zulk eene Publicatie niet kan worden betreklyk gemaakt met gefundeerde reden, op be'èedigde Schutten, welke, overeenkom/lig hun eed en pligt, aan de Stad en aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, en te gelyk op fundament der Unie van Utrecht, als ook uit aanmerking van de zorglyke omflandigheden waarin de Republiek, ons lieve Vaderland! thans verzeert, in den Wapenhandel, afzonderlyk, — op hu:t eigen grond, naar een bchoorlyk geregeld E 3 omet'*  86 geschied e-n is van het onderwys, op eigen kosten, zonder iemand te kinderen, en ten nutte van het algemeen, zich op eene afgeflootene, daar toe expresfelyk gcapproprieerde plaats poogen te oeffenen, zonder dezelve Schutters op eene verregaande wijze te hoonen, door hun met open- baare Straatfchenders gelyk te feilen, ■ hunne perzoonen verdacht, en by den Medeburger gehaat te maaken, en de heilzaam fle Wetten tevens te Contradiceeren. Dan, waar toe dit en meer geavanceerd! daar de natuur der zaak en V verband der Publicatie, niet duchtige bewyzen tevens, dit bevestigen. Een gezelfchap van Schutters, heeft, ten zeiven dage der Publicatie, (bewust van in dezelve niet begreepen te zyn,) ten huize van een aanzienlyk Medefchutter, in zyn tuin, binnen deeze Stad, zelf buiten gewoon gevuurd, en by Continuatie daar in voortgegaan, zonder eenige de minfte interdi&ie van Heeren Burgemeesteren, veel weiniger NB. van den Heere Hoofdofficier tot heden toe ; dan, niet tegenfiaande dit alles, fchynt echter het verbod, ten onzen opzichte, op meergem. Publicatie gegrond te zyn: eene zeer verfchillende handdwys voorwaar , tusfchen Schutters en Schutters ! dit heeft zyne ongmerken, en verdient wel een weinig nader ontwikkeling. Zouden wy durven geloov en, dat u wel edel groot agtbs. waare intentie zqude zyn geweest, het Schutterlyk vuuren met Buskruid, op onzen eigen vryen en daartoe afgezonderden grond, in evengem. Publicatie te hebben willen verbieden ! Maar hoe zoude dit ftroo • ken met dien plegtigen Eed; zo waarlxk WIL-  genootschap te delft. 87 wilde u god almagtig helpen! (te weten) alle Schntteryen, Broederfchappcn en Collegien, die in eenige Stceden of Vlekken van de Unie zyn te onderhouden: en zeker hier toe behoort (onzes inziens) wel degelyk de vryheid om zich op bovengezegde wyze te mogen oeffenen op eigen grond. Neen edele groot achtb. heeren! dit konnen dit mogen wy niet denken. Trouwens, het gedrag van den Heere Hoofd- Officier, welke ex Officia zyne A&ie jegens ons (ingevalle van zulk eene moedwillige overtreeding ) zoude hebben behooren te injlitueeren, verf er kt onze gunfige gedagten .' ■ Fan waar dan deeze, naar ons inzien, zo onbevoegde handelwyze van Heeren Burgemeesteren? Vry gebooren Burgers ■ en beëedigde Schutters in hunne behoorlyke en niemand beleedigende IVapenöeffening, op gezegde wyze, te verhinderen, wat kan dit an ■ ders zyn dan eene ongeoorloofde tegenzeglykheid, en geweldaadigde inbreuk op eene eer (Ie, hoogstnoodzaaklyke , en landbehoudende grondwet, voor god en menfehen plegtig bezwooren! en op welke wy ons, met onverfchrokken moed, uit kracht van onzen Schutterlyken Eed, ftandvastig zullen blyven beroepen: ■ . dit onbetwistbaar recht, aan vrye Schutters Competeerende, is voorwaar te groot om aan een willekeurig bevel te worden opgeofferd / een bevel, ons ten hoog fle beledigende, als ingewikkeld ons befchuldigende, fckenners en overtrceders van de beveelen onzer Overheden te zyn ! •tegen welke befchuldiging onze eer en goede naam, waardiger dan een fchandelyk leeven, ms ten (lreng(len voorderen te moeten protesteer F 4 ren,  88 geschiedenis van het ren. Gefchiedde ons dit door een wuft, ligt op te ruien, en onkundig gelneen , het waare te draagen; . dan zulks te moeten ervaar en van eenige onzer Overheden! • Volkvertegenwoordigers ! — van Burgervaders ! / van onze Heeren Collonellen f ! ! Welker eer en voorrecht het behoorde te zyn; over eene welgeoefende Schuttery, bezield met waaren heldenmoed , om, terrugfleuning van rechtvaardige Overheden, tegen de inbreekers van Neêrlands grondvesten, ongeacht wie ze zyn, de wapens aan te gespen, te moogen beft uur en, dit (herzeggen wy ,) van deezen kant te moeten ver neemen is grievend! en zoude voor iemand, die den aart eens Vrijen Nederlanders kent, zoms voor gevaarlyk geoordeeld worden ! Wat zouden wy nog een ruim veld hebben wel-ed. groot achtb. heeren! traden wy in byzonderheeden, om de verborgenheeden te ontwikkelen, van het akelig toneel, waarop zig onze gefolterde Schuttery vertoont! Dan liefst willen wy hier eene gordyn voor fchuiven ; achter V welk men ook zommiger gezochte, en hun oogmerken verraadende zwaarigheeden en ingebeelde gevaar en,van den zogenaamde kruittoren tegen over het Exercitie - veld, als 'geene bondige aanmerking waardig, veilig verbergen kan! De Onderget. die niet beter weeten dan zig als gefchikte, ffille en vreedzaame Schutters tot hiertoe gedraagen te hebben, gelyk zy ho* pen befendig te zullen blyven doen, verklaar en by deeze, alle verfchuldigde hoogachting voor hunne Burgerlievende Overheden te hebben en te voeden, welke aan Eed en pligt getrouwe Regen-  GENOOTSCHAP te delft. Z) genten, vroome recht aar tige Burger vaderen, van hunne getrouwe Ingezetenen, en door'dun,-en Eede aan hun verbondene Schutters, tot welke laatst gemelde Heeren eene dubbele betrekking hebben, met alle recht en billykheld zoude kontien vorderen: dan, dlezehe onderget. welverre van onverfchillig te zyn, welke maatregelen men tegen hunne Vaderlandlievende Schutterlyke verrichtingen in V werk fielt, meenenook een wederkcerig recht, en aanfpraak te hebben, o[> de handhaving hunner duurbezwooren rechten, door even die zelve hunne wettige Overheden, als waartoe deeze zich aan onze Stad, en Schuttery met beide der zeiver belangen, plegiig verbonden hebben. — Nimmer hoopen zy zich 'in de onaangenaame noodzaaklykheid gebragt te zien, hunne bezwaar en en niet min gegronde klagten wegens verregaande veröngely kirt gen, liefdelooze verdenkingen, en onwaarachtige aantygingen, tegen welke alle, inzonderheid Ingezeetenen van een Vry Gemeenebest, alwaar recht, waarheid en gerechtigheid moéten heer fchen , tegen welke Schutters, die eenigzins, (het zy met nedrigheidgezegd) hun Innerlyke waarde kennen, behoorden befchermd, verdedigt en tevens by hunne aèloude voorrechten en Burgerlyke vryheeden gehandhaaft te worden, buiten hunne Stad, en in den fchoot der Hooge Vertegenwoordigers hunner Souverainiteit, by gebreke van hoigstnodig redres in deezen, ie moeten ontboezemen ! Het is uit dien hoofde w el-edele groot achtb. heeren! dat de Onderget. verzoeken, dat aan hun de noodige fchriftelyke elucidatie, nopens 4e waare meening van meergenoemde F 5 u wel-  fO geschiedenis van het u wel-ed. groot achtb. Publicatie van den 13. Septemb. jongstl. moge % orden gegeeven, ten einde te konnen weeten wat maatregelen zy te neemen hebben. Hier meede uwel-edelgroot achtb. in Gods veilige proteclie beveelende; hebben wy de eer ons te tekenen wel-edele groot achtbaare heeren\ Delft U Wel-Ed. Gr. Achtb. getrouwe ï8 Otlober Dienaars en Schutters. 1784. (Was get.) g. verbeek, g. p a a p e , l. steen wyk, g. verhaast, f.w. b ui ser, j. vermaas, a. van der poth, p. axm acher,j. bek, s. van essen, j. vrydag, t. van baalen, j. V. deventer , w. van bleiswyk, r. e. verbeek, t. keuzenkamp, ( m. z. ) r. hartog. Deeze Onderhandeling, waarvan breeder in de volgende Deductie vernield word, had ten gevolge de volgende RE-  GENOOTSCHAP TE DEtf.T, Q t RESOLUTIE van de Heeren van de Weth aer Stad Delft, in Haar Ed. Gr. Acht. Vergadering genoomen op Woensdag den 10 October 1784. Vergadering tegens heeden morgen ten tien tturen belegd ■zynde , met verdoek om pree jent te komen, by Refumptie gedelibereert zynde op het Addres ^wgkrardus verbeek cura luis, ter Vergadering den 18 feezes ingeleverd ; Is &c. Waar op by de Heeren van de Weth dan nog nader zynde gedelibereerd, is goedgevonden en gerefolveert, de Heeren Burgemeesteren zeer te bedanken, gclyk dezelve Heeren bedankt worden by deezen, voor de heilzaame en aller zints prysfelyke Order , die Hun Ed. Groot Achtb. by hunne Interdictie van den 16 deezes hebben gefield. En is voorts by welgemelde Heeren van de Weth ver ft aan, aan de Onderteekenaars vqn 't voor enger oer de Adres, op het ernftigfte onder 7 oog te brengen, gelyk zulks doende by deezen, dat ftïun Ed. Groot Achtb. niet dan met het uiterfie ongenoegen hebben vernoomen en gehoort de ongemefureerde Termen in het voorfz. Adres, ten opzigten van IEeren Burgemeesteren gebruikt, dezelven allezints improbeerende , en mitsdien aan alle en een iegelylt derzei■ ver Onderteekenaars ord«;ineerende ende gelastende , gelyk gefchied ten deezen, zich in V vervolg van al zulke of zoortgelyke uitdrukkingen zorgvuldig te onthouden. En  92 -':g e*s ciiiedenis van het En is dan laatftelyk goedgevonden te {latueeren en te ordonneeren, dat voor als nog, in de eerstkomende veertien dagen , op het voorfz. Exercitie-Veld, agt er Sc. Anna Tooren, als waar inne zeer veel combuplibele en gevaarlyke Ammunitie- goederen van V Gemeeneland berusten, niet zal mogen worden gefchooten. En dat Extratl deezes gezonden zal worden aan voornoemde gerardus vereeek. eutn fuis tot naarricht. Accordeert met voorfz. Refolutie. h. vock es taart. De uitdrukkingen, in deeze Relblurie gebezigd, voldeeden gansch niec aan hen, die, coen zy, in de zo genaamde ongemefureerde termen, hun beklag gedaan hadden, op hunne herhaalde emftige en plegtige vraag , of de Wethouderfchap iecs een hunnen lasce had, of zy zig in het een of ander, hoe genaamd misgreepen hadden, een rechtvaardigend neen, ten antwoord hadden bekoomen; terwyl het aan de Wethouderfchap toen zelve ten duidlykfle bleek, dat zy Leden des Genootfchaps, in de zaak thans in verfchil, volkomen gelyk hadden. De Beftuurders vervoegden zig dan wederom uit naam der Leden by de Wethouderfchap, met een Deductie, die wy, vermits zy het geval in het waare licht plaatst, en de geest van vrymoedige onfchuld, die het ganfche Genootfchap bezielde, kenmerkt, hier woordlyk zullen laaten volgen. wee  GENOOTSCHAP TE DELF f. 93 wel edele groot achtbaare heeren! Het is niet dan met de verëischte bedaardheid en welberaadenheid des gemoeds, ten hoogflen pasfende aan lieden van eer en geweeten; en die hen in de voordragt eener rechtmaatige zaak, zo onderfcheidend kenmerkt van een dollen hoop woeste, -wufte en zonder bedaarde reden alles overfchr eeuw ende Muitelingen, tevens ook met eene allezints geoorloofde vrymoedigheid, die den Vry gebooren Burger, den beëedigden Schutter van den laagen huurling, van den kruipenden flaaf altoos onderfcheid, dat de Ondergetekenden , uit Naam der gewoone Leden des Genootfchaps, uit de zuiver ft e -beginfelen werkzaam, in het ftuk der Verdeediging hunner Genootfchaplyke Schutterlyke Perrichtingen , reeds een en andermaal by u wel ed. gr. achtb. den toevlugt hebben vioeten nemen , nauwlyks de eene zwaarighcid fchynen ontworsteld te zyn, of zich wederom in nieuwe ondangenaame omftandigheden bevinden, die hen nooddringen hunne rechtmatig klakten voor u wel ed. gr. achtb. te moeten ontboezemen, met nedrig Verzoek,, datdezelven met befcheidenheid mogen worden aangehoord. Het was uit u wel ed. gr. achtb. Refolutie, van ao OEI ober laatst leeden, genomen Hgens. ons Jdres van den 18 derzelver Maand, en by V welke de Depofanten, na zich aan v wel ed. gr. achtb. beklaagt te hebben «ver eene Interdiblie tegen het Genootfchaplyk Schutterlyk Vuuren op hun eigen, rohdüm be- heini  54 éTe s c ii r e d e n i s van het,1 7/eintI Exercitie.-'Feld, tfolr Heeren Burgemeesteren, op grond eener■'. Piihlicatie van een oude Keure, geheel buiten het geval, zoo als Beftuurdeven Ondergeteekeiid' mcénen, met kracht van redenen-betoogd te Uyh , en des niet tegenflaande, onder herhaalde■'beivi'gingen van alle verjchuldigde" Hoogachting- te hebben en te voeden omtrent onze Burger li even de Overheid , met naame ook jegens vroome en rechtdartige Burgervaderen, die immer van getrouwe Ingezetenen en baëedigde Schutteren zoude konnen en mogen gevoordert worden, dat wy-ëindelyk-verzochten eene fchriftt'lyke elucidatie nopens de waare mecning van bovengemelde Publicatie te mogen erlangen. —Het was (hervatten wy} in voorfz. u wel ed. gr. achtb. Refolutie, dat, wel verre' van dit laatjte , ons aldaar een zeer belcedigcnd verwyt gefchiedde, als waar en wy lieden'die zich zoo verre vergreepen. hun eer en pligt zoo zeer rergeeten hadden, dat, (het zyn u wel ed. gr. achtb. eigene woorden) hun ed. cr. „ achtb. niet dan met liet uiterst ongenoegen hebben vernomen en gehoord de ongemcfureerde 3J" termen in het voorf*. yidres , ten opzichte van „ Heeren Burgemeesteren gebruikt, dezelve al» lezmts inproheerende , en mitsdien aan allen ,j en een iegelyk dcrzelver Ondertekenaars ordonneerende en gelastende , gelyk gefchied ten ' deezen, zich' in 't vervolg van al zulke of 3, zoortgelyke uitdrukkingen zorgvuldig te ont- ' houden." Nadruklyke en merkwaardige gezegden voorwaar ! die , waren zy gefundeerd, en zóó, gelyk zy in verbandmethetvoorgaande, in de aangeroerde Refolutie met beleid gefield zyn . en aan uiinbedrcevener, zich doen ïoHTKOtoièiLi —ja, waar  GENOOTSCHAP TE DELFT. 95 waar door men de Depofanten met de Landberoerende Schandvlekken onzer Natie in den Jaare 1747 en 1748, en wier/noode Volgelingen in deeze dagen nog niet fchynen uitgefttrven, wel zoude willen fchynen gelyk te Jlellen, ons ten hoogfienfiraf waardig zouden maken: een blaam, ed. gr. achtb. heeren! die, werd ze niet door eene befcheidene en vrymoedige Verdeediging, fpoedig afgeweerd, indien al niet onze eer en goeden naam onder onze tydgenooten, der zaaken kundig, en by welke het tegendeel door onze daaden fpreekt, immers ten minften by de Nakomelingfchap onze gedachtenis zoude konnen Schandvlekken. Is naar de gewyde Spreuk, de Naam uitgeleezener dan grooten Rykdom: dat het dan aan de Posteriteit moge blyken, wat zoon van lieden wy zyn! Ter onzer verdeediging, en wederlegging der jegens ons ingebragte befchuldiging, zal het voor af nodig zyn, dit volgende aan te merken: dat om titalooze herhaalingen tevermyden, de boodichap of aanzegging van de interdiEtie aan den eerst onderget., door den Stads Bode Jan van Koever den, uit naam van Heeren Burgemeesteren , ten aanhoor en van zekeren getuige, en door ienzelve Bode ter Kamer van v wel ed. gr. achtb. in teegenwoordigheid der gezame'mlykè depozanten geadvoueerd, zoals onder nader blyken zal, — als de bafis en Grondflag van al het aangevoerde en bondig genoeg betoogde in geheel het adres, wel en beftendig onder het oog moet gehouden worden; voorts, dat het voorfz adres nimmer buiten deeze aanzegging, die wederom de Publicatie der keure tot haar en grondflag bad, besordteld kan worden, zander op eene on-  p'5 . O E S C H I £ D E NIS VAN HET c itdvlivtoedige uys,de zaaken buiten hun verband cn tegen hef oogmerk van den. fteller te brengen , en ld er voor pleit het geheel beloop der reden door gansch liet -. adres: terwyl eyen hier uit blyken moet, of wy in ongemefureerde termen zyn gi~ vajfenj^ :: ' .. ., vi$,'K\.vn\nn\ *v .y. De aanzegging .van den bode luidde woordelyk dus: „ Hoe NIETTEGENSTAANDE DE PU„ BllCAl IE TEGEN HET SCHIETEN, I leeren Burgemeesteren geïnformeerd waren dat men echter op het Exercitie-Veld wan het Genoodfchap met kruit gefchooten ,, had : — Burgemeesteren derhalven aan hem 3, (lerardus Verbeek, als oudfee Beftuurder van ,,'t Genootfchap, lieten aanzeggen, dit niet meer gefchieden moest." Dit voorderde derhalven eene naauwkeurige overweeging van den iuhfiud der gedachte Publicatie der Keure tegen Jut fchieten, waar op Heeren Burgemeesteren hunne interdictie, volgens de woorden van den bode, duidelyk toonden te fundeer en ; en dit is en blyft het waare gezichtpunt!, waar uit het geheel adres onpartydig, en in al zyn deelen moet fvcrwoogen worden; buiten dit, zullen de kiemviendfie redenen op zyn best genoomen mal apropoostS}'?3, zo niet m ongemefureerde termen uitflappen , en waar toe het tweede lid der Refolutie , in verband met het cerjïe lid, zou fchyncn heen. te willen. Al ras bleek het ons, gelyk dit in 't adres is aangetoond, dat deeze Keure, als zvnde ingericht tegen baldadigheden en ftraatfehenderijen, geene betrekking altoos op het ftuk der Schutterlyke Exercitie enVunring met buskruit op iemands: ejgejq grond kon de noch mogtc hebben, met een 84*  genootschap te delft. 97 notabel bewys aangetoond. —• Wy fielden ook dat zulks het oogmerk van u wel ed. gr. achtb. in de gezegde Publicatie niet konde zyn ; dit {laafden wy met twee bewyzen: dan evenwel de zwaarigheid bleef; lieer en Burgemeesteren hadden in waarheid, ( volgens den bode ) hunne interdictie op de Publicatie gegrond. —Watnatuur- lyk gevolg ed. gr. achtb. heer en ! NtOeSt nu. hier uit worden afgeleid? daar zulk een bedryf, hoe onaangenaam o\>k , ons minder bevreemde , naar maate wy van deezen kant, in onze Schutterlyke verrichtingen van tyd tot tyd te feller bejlreeden zyn, anders, dan dat gem. interdictie tegen ons Genootfchap, in onderfcheiding van andere Schutters, door ons, als louter willekeurig, onbevoegd en Contrarieeerende de wyze oogmerken eener welgeregelde en beëedigde Schuttery moest worden aangemerkt: ja; naar maate onze pligt ons te fierker in de oogen JlraalJe , en wy ons meerder in onze inner lyke waarde als Vry gebooren Burgers en beëedigde Schutters befchouwdcn, en bewust dat de Majesteit en Souverainiteit onzer Vrye en van niemand, dan van God alleen, afhanglyke Republiek in den boezem des geheclen Volks oorfpronglyk huisvest, van welk Volk de Reprefentanten, Volkvertegenwoordigers, onze niet te min geëerbiedigde Overheden, die echter nimmer boven de Wetten, — noch hunne woorden Godfpraakcn zyn, als zodanig, alle hunne grootheid ontkenen, hoe ongewoon dit in- ecniger oor en luiden moge, en het 'geval ons dus meer gewigtig en ernjlig voorkwam; naar maate vor-. derde dit ook niet minder doorklemmende reden, echter niet tegen de beminnelyke waarheid, hoe node die thans ook by veclen wordt gehoerd ,.aan- I. deel. G  q8 o b s c h i e d e n i s van het gedrongen te moeten worden , waarom wy dan trok, met opzigte tot het ltrydige tegen de zo plegtig bezwoeren Unie van Utrecht, deeze ons nu zo duidelyk gebleeken willekeurige handelWys, op grond van een niet - ding , (de Publicatie naamlyk) genoemd hebben eene ongeoorloofde tegenzeglykheid: eene geweldaa- dige inbreuk op eene eerfte, hoogstnoodzaakelyke en landbehoudende grondwet; —— esni willekeurig bevel ons ten hoogften beledigende, als ingewikkeld ons befchuldigende fchenners en overtreeders van de beveelen onzer Overheeden te zyn, die wy in gemoede, op onzen Schutters -eed, nog heden meenen te betrachten. Sterke taal, ftoute gezegden, mag iemand, denken! dit zy zoo, ed. gr achtb. hemen! wy voegen 'er by: tot hier toe, helaas ! al te ongewoone termen! niet te min het is de aêloude ^Vaderland/ene taal, van Batoos egte zoonen, van Vryheidlievende Belgen , van Vrygebooren Burgers, van aan eed en pligt, en aan rechtvaardige Overheden, die immer aan hmne Roeping poogen te beantwoorden, getrouwe Schutters; — gezegden , die nochtans met dit aÏÏ, en daar het hier inzonderheid op aankomt,nimmer buiten het verband en gefielde geval kontien noch mogen gebragt worden. — Ja; die wy verzekert zyn dat een Jchuldloos geweeten nimmer op Zig toe zal pas/en, als niet voordkoomende uit een oproerkraaiend hart, uit bitterheid of wraakzugt; neen ed. gr. achtb. heeren! wy zyn geen gehuurde fiaaven ! maar fpruitende uit een gemoed, vervuld met onbaatzuchtige lief4e voor 'sLands bezwooren Confiitutie , en 't wel-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 99 welzyn onzer Medeburgers, voor wier belangeni wy, in 't jhydperk treedende, ons zelve in de Waagfchaal jklden, waar toe wy, werkende in onzen kring , als beëedigde Schutters , gerechtigd en bevoegd zyn; — ja met dit all' nog niet meer verrichten dan nutte leden der Maatfchappy verpligt zyn te moeten doen. Ter Jiaaving nu van bovengem. krachtige gezegden, die uit zyn aart klaar zyn, dient nog dit weinige: Eene interdictie, wy re deneer en uit de aanzegging van den Gerechtsbode,) gefundeert op eene Publicatie, die beweezen is geheel buiten het geval, en dus ten opzichte van ons abujief te zyn, ja aanloopende tegen eed en pligt, zo die geene onkunde (om te zwygen van kwaade Vouw,) vooronder field, is eene volftrekte tegenzeglykheid, vooral in een Overheids Perjoon ten hoogften ongeoorloofd, dtisr eene ongeoorloofde tegenzeglykheid van de eerfte Clasfe , ja maar overweegt en vergelykt men Art. 24 en 25 der bezwooren Unie van Ut* recht, en de wyze oogmerken der inrïgting van geregelde Schutterijen in geheel onze Republiek, voor welke Schuttterijen het een eer en voorrecht: is, de Wapens ter befcherming en verdeediging van Rechten, Vryheid en Vaderland te tnoogen draagen, waar toe men N. B. zich bekwaam, moet maaken, dan wordt het tegenwryten, het in den weg werpen van alle hindernis/en tegen Schutterlyke oefeningen, waar van het geregeld Marcheeren, het gezwind en kundig vuur en met los kruit de ganfche ziel is, het moog dan zyn onder wat voorwendzel ook, inzonderheid zo 'dit, gefchied door Heeren Collonellen, die als beëedigde Magifiraats Perfoonen, als Burgemeesteren, G 2 dun  10O GESCHIEDENIS VAN HET deeze Schuttery in den eed genomen hebben, en ter bekwaammaaking hun verpligtten, ( en wat inconvenienten ons Schutterlyk Genootfchap , ten deezen regarde, heeft moeten ervaaren, getuigen alle onze Stadgenooten!) dan word het evident , dat zulk enorm bedryf ( wy zeggen 't met ontroering ) eene fchreeuwende ongeregtigheid is -, — eene geweldaadige inbreuk op de eerHe , hoogstnoodzaakelykfte , duurbezwooren Land- en Stad-behoudende grondwetten ; eene inbreuk, waar van de fundamenten dreunen en 's Lands pylaaren waggelen zouden! Dit wee ed. gr. achtb. heer en! Vitee- nen wy genoeg, — maar ook nodig ter Jiaaving van eonige gezegden in ms adres, en waar op hoogst derzelver attentie zig het meest Jchynt gevestigd te hebben; die noemende ongemefureerde termen: en dit leid ons van zelve tot de byzondere overweeging van üweled. gr. achtb. Refolut ie, genomen den 2ofte Oclober, en den iGfte daaraanvolgende, den eerstgetekende met Stads Cachet verzegeld te huis gezonden. Dan , hoe onaangenaam en moeilyk valt het Tril, de gewysden zyner Overheid, voor welken, dit betuigen wy in waarheid ! wy alle verfchuldigde achting hebben, in hunne aanzienlyke tegenwoordigheid te moeten wederleggen, duisterheden te ontwikkelen; knoopen te ontwarren; fchyn van *t waare te fchiften , en dus al het abuftvelyk gepozeerde te ontzenuwen; dit is niet wel uit te drukken, te meer wen dit gefchieden moet door lieden, in beroepsbedryven niets minder dan Rechtsgeleerden of Pleitbezorgers; dan, de nood ■is ons opgelcgt; — eer, pligt en ge weet en vorderen dit, Bren-  genootschap te.delft. ÏOt ■ Brengen wy den inhoud deezer Refolutie in vergelyking met onze ontmoeting en onderlinge redenwisfeling na de voordragt van om adres, in v wel ed. or. achtb. Vergadering van den j8. OcJober, toen op verre na niet compleet, welk eene verandering en ommekeer van xaaken! Ver ■ gunt ons ed. gr. achtb. heeren! dit kortelyk te meogen aantoonen! 't Voorf. Adres, niet zonder tusfehen invallende fierke uitdrukkingen van den eenigen prezenten Heer Burgemeester , dr. willem verbrugge, ( edog voor welke ons door den Hoofdofficier volkomen fatisfactie is gefchied,) aan u wel ed. gr. achtb. dan'eindelyk voorgedragen zynde, is in onze abfentie, de Kamer door evengemelden Heer Burgemeester onderricht, dat de interdictie niet was gefchied op grond van de Publicatie der Keure; neen maar uit Vöorzorge, wegens het gevaar lyke van eenige ammunitie en ligtontftekende brandftoffen van het ^ gcmeeneland in het Stadstoorentje van St. Anna :" tegen over 't Exercitieveld van het ■ Genoodfchap zich bevindende, waarover, volgens gem. Heet Burgemeester, zwaarigheden en klagten waarea ingebragt, die deeze interdictie ntodzaaklyk maakten, gelyk dit alles ons, weder binnen geroepen zynde, door den Heer Hoofd-Officier in zeer befcheiden, uitvoerige, en minzaamc termen wierd te kennen gegeeven. Hoe weinig ingang échter deeze gezegdens te dier tyd op onzen geest hadden, zo uit Uofde der aanzegging van den Bode , als uit aanmerking der veelzoortige onaangenaamheden , het Genootfchap van deezen kant bejegend, en waarvan eenige te berde ge* bragt wier den, ed. gr. achtb heeren f is <-* 3 'onr.Q*  102 geschiedenis van het onnodig hier te herhaakn; getuige hier van het langwylig gefprek, onder 't welk de Heer Burgevieeeter voorn, zig ten Kamer uit begaf', zonder zig hierover met iemand onzer te hebben ingelaaten; een redewisfeling, deels over de boodfchap van -den Bode, die binnen geroepen en hier over gevraagd zynde, in den beginne, ja, wel het eerfte en voornaame gedeelte zyner boodfchap achter liet; te weten, hoe met tegenstaande de publicatie tegen het schieten; en het flot verzoekenDERwyze zoude voor gepield hebben, doch dit hem onder 'r oog gebragt wordende, en door den Getuige, jacob vermaas, bekrachtigd zynde, ten antwoord gaf: 't kan zyn heeren pat ik zo gezegd heb; ik dure het niet tegenspreeken! (waar over eenige aanmerkingen zouden te maken zyn:) dan, waar by deeze zaak, onder het ophaalen der fchouderen, toen gelaatenis. Zints vestigde zich het' ander gedeelte der redenwisfeling, op het pretenfe gevaar, over het fchieten met los kruit op het bekende Exercitie-veld, leggende achter een aarde Wal, in het welke het toornt je zyn uitgang heeft, met een doorgraaving ter dikte van twee en dertig voeten, tusfehen welke, en den 'nieuwen heining van acht voeten hoog, nog een distantie is van 30 voeten, waar by wy aanmerkten, dat, zo men eenigzints had durven vermoeden , dat dit fiuk zulke zwaarigheeden zouden hebben opgeleverd, veel minder als een rede voor de Interdictie moeten dienen, wy dan ook dit zelve fluk, dat wy nis ten overvloede en buiten noodzaak, alleen tnaar torn voorwendselen weg te nemen, nu van ter zyde in ons Adres behandelt hebben, ah geen bon-  genootschap te delft. I03 bondige aanmerking waardig, dan ook opzettelyk zouden wederlegd hebben; — gelyk \vy dan ook zedert eenige fchriftclyke aanmerkingen daar omtrent aan den Heer Hsofd - Officier hebben ter hand gefield, by welk een en ander, ons geen het minfte blyk van eenig ongenoegen, hoe ook genaamd, in u wel ed. gr. achtb. Vergaadering is koomen te blijken; —ja zelf niet toen wy, ter onzer Rechtvaardiging, mogt en vragen, of onze perzoonen of genootfehappelyke verrigtingen, ook onder eenige fuspeclie by u "wel ed. gr. ac ii tb. ViOgtCH KggCU, VI IV elk geval, wy ons gaarn aan het naauwst onderzoek en firengfte rechtsöejfeuing aanboden: Edoch u wel ed. gr. achtb. betuigden toen niets ten nadeele tegen ons te hebben. — Hoe zich dit laat ven enigen met de gezegden in de Refolutie : dat Hun Ed. Gr. Achtb. met het uiterst ongenoegen hebben vernomen en gehoord de ongemefureerde termen Sc. (ten waare dit zyn betrekking mogt hebben tot de ahfente Hee+ ren) willen wy liefst niet bepaalen. -— Overwegen wy de Refolutie nader: Zy neemt de zaak uit haar geheel, plaatst perzoonen en zaaken in een vreemd licht; — verbergt het wezenlyke; — /preekt duister , zeer ingewikkeld en algemeen ; avanceert be/chuldigingen in het onbepaalde zonder eenig bewys, terwyl van de zaak in gefchil„ en de verzochte elucidatie van de waare mee» ning der Publicatie tegen het fchieten, als d« rede van de interdictie door Heeren Burgemeesteren, immers volgens den bode, aan welke wy ons maar te ge draagen hadden, een diep ftilzwygen geobferveei-t wordt. Het derde lid alleen /preekt ditidelyk ; verbiedende hst /chieten voor G 4 VS*T'  104 geschiedenis van het veertien dagen op het Exercitie - veld , om reden, (niet als ons was aangzegd!) maar om de gevaarlyke ammunitie in St Anna's toren! Het hejluithicr uity is: dat van de argumenten, zo ah die in 't Adres, ter plaatze van het juiste geval, in volle kracht gcjleld zyn, gern gebruik of eenige •reflexie tot die zelve interdictie, maar nu op èen geheel anderen grond rustende, kan of mag worden gemaakt; dan dit fchynt echter gcfclüed 'te zyn: de Dcpofanten komen in deezer voegen by liet tweede lid der Refolutie voor ah lieden, die door hun ongemefureerde termen in hun adres zich tegen Heeren Burgemeesteren hebben uitge• laaien! ter zaake waarover word niet gemeld; edoch uit het eerjle lid blykt, dat het eene hèïlzaame en alzints pryslyke order is geweest, voor welke u wel ed. gr. achtb. die zelve (quafi door ons beleedigde) Heeren Burgemeesteren zeer bedanken, met even diep itilzwygen waarin deeze heilzaame order heeft bejlaan'dan ' dit blykt genoeg uit het derde lid; Ergo, 't geval, waarin de Depofanten zig zouden fchynen vergreepen te hebben, moest ingewikkeld b/yken.' Om tot be fluit te koomen, fchoon men ons van goe-derhand verzeekerd heeft, dat de order van Heeren Burgemeesteren, in derze/vcr Kamer aan den Bode niet is geweest de interdictie te funderen op de KMtre : maar wegens '''t gevaar van de Ammunitie! waardoor; naar ons inzien, al het on'dangenaame door dit verkeerde veroorzaakt, alleen op den Bode zoude hebben moeten devolveeren, als de eenige 'oorzaak, en waar uit de iroevlSfie gero/gen zoude kunnen ontflaan, terwyl zonder hiervan de minfte tnelding te maaken , 'in de dikwerf aangehaalde Refolutie, alle- de Depo^ fan-  genootschap te delft. 105 fanten en het gtdepofccrde, ten aanzien van Heeren Burgemeesteren, met voorbyzien van alle overige liefde en trouwe ademende betuigingen nopens diezelve Heeren, in een verkeerd en zter cngunfiig licht geplaatst zyn. — Hier ligt een knoop! Heeren Burgemeesteren hebben waarheid gefprooken. Dit gelooven wy eens! maar dan heeft de Bode ons misleid, en de depofanten zyn onjchuldig, — konnen noch mogen aanfpraaktyk gefield — beleedigd noch veroordeeld worden om de misdaad van een ander: dit echter is geschied ! Of nu dit alles, ed gr. achtb. hef., ren! wel en behoor lyk ovcrwoogen is, wee feu wy niet. Is nu beweezen dat de bedoelele gezegden, in 'voorn. Refolutie gelaakt, waarheeden zyn, door natuürlyke en wettige gevolgen, uit onlochenbaarefiellingen behoorlyk afgeleid: zoo konnen noch mogen die ongemefureerde termen genaami worden; en moeten derhalven die bcfclmïdigingen ter. eenemaal vervallen. Wy zouden, ed. cr. achtb. heer-en-! zeer gerust ons van de moeite deezer verdeedu ging hebben kunnen onthouden, als vertrouwende op de deugdelykheid onzer zaak. — genoegzaame voldoening vindende in de aangenaame kalmte van een niet veröordeelend geweeten ; daar de Getuige onzer onfchuld in de hoogte is, — en Wy gelooven dat god regeert! dan dit voldeedfiegts voor ons zelve; zuiverde ons niet voor de Nakoomelingfchap, en zoude ligt aan een andere kant onze goede zaak, waar veeier oogen toch op zien' en niet weinigen belang by hebben , door ftïl te zwygen, ('f geen hier ligt als een zoon van G 5 fchuld-  ioö geschiedenis van het fchulderkentenis zoude kunnen aangemerkt worden,') niet weinig benadeelen; — ook de tyden veranderen; V is hierom dat de verdeedigers, Beliuurders van het Schutterlyk Exercitie Genootfchap, uit naam der gewoone Leden deszelven, de Vryheid neemen, deze niet geringe zaak ter nadere examinatie aan u wel-ed. groot achtb. en derzelver ministers eerbiedig voor te dragen: vertrouwende dat de byzonderheeden meer gezettelyk ingezien, ernJiig doordagt en bedaard overwogen zynde, de depofanten van het in de dikwerf aangehaalde Refolutie ten last gelegde gaarn zullen willen Zuiveren, en door een fchriftelyk declaratoir, deeze zaak volkomen repareeren : ddar wy {onverhooptf), niet in reüsfeerende, de tégen onze perzoonen en Adres ingebragte bezwaaren provifioneel zouden moeten verklaaren voor onwaarachtig en houden als niet gepeld te zyn. Na herhaalde betuiging van verfchuldigde hoogachting, beveelen de verdeedigjrs v weledel groot achtb. in de befcherming des Allerhoogften : wel-edele groot achtbaars heeren! /• Delft U Wel-Ed. Gr. Achtb. getrouwe g November Dienaars en Schutters. 1^64. (Was get.) g. verbeek, g. paape, g. verhaast, l. steenwykv De  GENOOTSCHAP TE DELFT. IQ7 De Wethouderfchap hierop refolvcerende, werd aan de Beduurders te kennen gegécven, dat Haar Ed. Groot Achtb. na lecture dér Deductie dezelve feponeeren, en perfifleere:? bj Hunne voprige R efolutie. Het Toorentje , wuarby, volgens lie ren Burgemeesteren, zulk een gedugt gevaar was, ftaat tegen over het Exercitieveld, aan de büttenzyde van Stads-wal, welke ruim dertig moeten breed, tusfchen dit Torentje en hec Veld inlegt. De muuren van die Toorentje zyn meer dan vier voeten dik, en door gryze ouderdom zo hard als metaal. Door de vrees nu, dat men eerst door de heining, dan door de wal, en vervolgens door deeze muuren, met een papiere prop, of, ten ergde genoomen met een laaddok zou heen fchieten, werd alle deeze beweeging veroorzaakt! Indien het waar is, dat men dcllig verzekerde, dan was deeze vrees des te onbegrypelyker, naamlyk,dat 'er geene andere branddollen in dit torentje gevonden werden dan eenige hairekleeden en leedige kruidtonnen. Men had deeze vrees ook nooit getoond omtrent de fchildwagten en lyndraaiers, die 'er dagelyks mee brandende pypen, de wagt hielden, of hun werïc verrigteden. Het Genootfchap voegde wederom geduld by grootmoedigheid, en vuurde niet dan na verloop der gedelde veertien dagen. By zoortgelyke voorvallen was het geenzim: te verwonderen dat Pasquin het hoofd opilak! De erndigde Wysgeer kon zig niet van lagchen onthouden : de Satire deed meer af, dan d: welfpreekendde Rechtvaardigheid; de Kruidtooren raakte in 't vergeetboek, en het vuuren ging vervolgens onverhinderd zyn gang, Gp  108 GESCHIEDENIS VAN HET Op den r. December van dit zelfde jaar, hadden de Leden hec genoegen, om voor de eerftemaal, onder een aanzienlyken toevloed van Burgers en Vreemdelingen , afcevuuren ; waarby dooiden Hopman, den Secretaris en den oudfte'n Beftuurder plegtige aanfpraaken gedaan werden. De kamer door de Leden, tot het houden hunner Vergaderingen, gehuurd, te klein bevonden wordende, voor hunne Wintercxercitien, en hec gecal der Leden daaglyks toeneémende, huurde het Genootfchap, een ruimer gebouw, bekend onder den naam van den ouden Doele, en geleegen in de Doeleftraar. Dit huis werd op den 6. December 1784. plegtig ten gebruike ingewyd. 't Was opmerklyk, dat een Geftigt, op den zelfden grond ftaaride waar, in de vorige eeuw, de oudeSchutters- Doele Hond, betrokken werd door Schutters, die zig de deugden hunner Vryheid en Vaderlandlievende Voorvaderen , de aeloude Schutters van Delft, ter naarvolging hadden voorgemeld! De Leden verfcheenen in de volle wapenen, ïn een zeer groot vertrek van gemelden Oudendoel. Aan het hooger einde van deeze Zaal was een lesfenaar opgëflagen, van waar de Muzikanten zig voortreflyk hooren lieten, en de by deeze geleegenheid pasfende aanfpraaken gedaan werden. Het gezigt van dit alles ftreelde het hart van den-rechtfehapen Vaderlander dooreen aangenaam voorgevoel! De gulle vrolykheid, de broederlyke eensgezindheid waren de doorgaande kenmerken der plegtige Genootfchapsbyéénkomilen! De goede orde en eenpaarige werkzaamheid waren de uitwerkzels van welmeenenheid en onderling vertrouwen, want tot - ' • • nog  GENOOTSCHAP TE DELFT, I09 nog toe had men wel eenige befluitèn der vergadering, die by voorkoomende zaaken genoomen waaren , doch geen eigenlyk gezegde wetten. Zulk eene gelukkige gedeldheid had men grootendeels fcan de vervolgingen en onderdrukkingen dank te wyten, en men kan zeggen, dat zy, die 'er meest op uit waren, om het Genootfchap te vernietigen, het de groocde vastigheid en werkzaamheid gegeeven hebben. Indien eenige kleinigheeden den naam van Genootfchaplyke verfchillen moogen draagen, dan heeft men waargenoomen, dat deeze kleinigheeden doorgaans plaats hadden, dan, wanneer het Genootfchap van buiten rust genoot. Den dag, waarop het reeds gevestigd Genootfchap door de Wethouderfchap was erkend en gewettigd geworden , vierde men een jaar daarna, op den 12 January 1785. Eenvoudig gelyk de grondbeginzels en werkzaamheden, waren ook de feesten van deeze Zoonen der Vryheid ! Zy verheugden zig met kaas en brood en een teug Vadcrlandsch bier. In Utrecht had men reeds in het voorgaande Jaar, eene algemeene Vergadering van Gewapende Burger - Corpfen in Nederland gehouden, en de tweede was tegen den nFebruary 1785 befchreeven. Het Genootfchap befchouwde deeze Burgervergaderingen, als ten hoogden nuttig en noodzaaklyk, en beiloot om 'er insgelyks zyne Gecommitteerden te zenden. Wy zullen deeze algemeene Vergaderingen elders behandelen; en vergenoegen ons hier met de Aanfpraak , door deeze Gecommitteerden , by deszelfs terugkomst naar gegeeven opening van zaaken gedaan,mede te deelen, als een proef hoe  JIO GESCHIEDENIS VAN HET hoe zy over deeze Vergadering van VryheidsZ'oonen over 't algemeen reeds in dien tyd dagten. Zy luidde dus: M A N H A F T E L E D E N / Wy hebben het byzonder genoegen u thans geluk te wenfehen met uwe toetreeding tot eene nationaale vereeniging, die de harten en handen van Vrye Burgers op zodaanig eene wyze doet overeenftemmen en faamenwerken, dat het gezeegende lydftip gebooren fchynt, dat de willekeurige Dwingelanden niet Jlegts zullen Jïdderen op hunne burgerlyke troonen, maar zy ook de frafende gevolgen hunner landverraadende ongerechtigheid ten flrengflen zullen ondervinden. De Burger, waarde Leden! wandelt niet meer in de fchaduw. Hy vertoont zig onbefchroomd in het licht van den jlerk doorbreekenden morgenjiond! de zon van zyn Vryheid en geluk klimt zigtbaar van uur tot uur; en wy verzekeren u, op dttgtige gronden , dat, wanneer zy eerlang haare middaghoogte zal bereikt hebben, 'er geen bevoorrechte Volksly- rannnen meer zullen gevonden worden! ■ De gewapende Vryheid zal hunne naamen uitwisjchen, en zo 'er iets van overfchïet, zal het in eene afgsyslyke , eene eeuwige vervloeking van dien haatlyken naam beflaan. /Vy hebben heden het zaad aanfehouwd, dat, in den Nederlandj'chen hof gezaaid, zig met eenen onbegrypelyken fpocd, zal ontwikkelen, en tot een boom opgroeien, onder wiens verkwikte fchaduw wy vreedig zullen nederzitten; 'terwyl wy met eene dankbaarc, met eens zege-  GENOOTSCHAP TE DELFT- IXI zegenende ziel de heilryke vrugten daarvan, zullen fmaaknn* Die achtbaare Vergadering van Nederlands Vrye en gewapende Burgers, die Helden- fioet, welke door de reden, de voorzigiigheid en bedaardheid geleid, de gerechtigheid op[peurt, en al haare willekeurige verdrukkers de flraf der Aterlingen bedreigt, kon ons gevoelig , ons voor Vryheid en Vaderland kloppend hart tot een trap van verrukking brengen, die al de moeite, den wrevel en wrok, die wy , beneffens u, zyn doorgeworfteld, in een tiendubbele maate vergoedde ! In deeze Vergadering zat de Vryheid op den troon, Gerechtigheid en Wysheid waren haare Raadsluiden, en alle de vloeken des Hemels flonden gereed om, op den eer ft en wenk , zig over de Ondermyners van Nederlands Staatsweezen, over de Vryheidhaatende Oproerftookers uittettorten! De Gecommitteerden van dit ons, weleer gelasterd, gevloekt en verdrukt Genootfchap bevonden zig aldaar ! die gedisfolveerde, die met kluisters bedreigde Reprefentanten van dit Genootfchap bekleedden in die Vrye, in die Gewapende Volksvergadering eene der eerfteplaatJen. Uwe Gecommitteerden ftoegen een oog, dat van dankbaar e traanen wegvloeide, op het voorleedene; zy vergeleeken dat met het tegenwoordige, en uwe zegepraal, uwe luistervolle zegepraal, over de tegenwroeting uwer wrokkende vyanden, de glorie van den aanzienlyken zetel, waarop zy, als uwe vertegenwoordigers , zig nederzettcden, dceden hunne erkentlyke zugten tot voor den troon des Almagtigen opklimmen. Ja!  GESCHIEDENIS VAN HET , Ja.' gtccrde Leden, het is alleen de gunftige befchikking van den Vader der Verdrukten, den God van Nederland, die u deeze plaats toefchikte; die de kroon op uwen fchedel zetlede, welke u ten onderpand flrekt van zyne zegenende goedkeuring ! Het is derhalve» de Alwyze, de Algoede Voorzienigheid, waarvoor gy u, met verwondering en aanbidding, moet nederbuigen. Onze bedoeling in deezen is niet u aanleiding tot zelfverheffing te bezorgen! Wy willen niet dat gy u trotschlyk beroemen zoud op blinkende deputatien ! wy zyn afkcerig .van alle trotfeeringcn , die wy , in 'deeze bezending, ten opzigte onzer Tegenparty, zouden kunnen zoeken en vinden! De Leden van dit ons Genootfchap zyn, zo wy veilig vertrouwen, alle Vaderlanders, en het betaamt geen Vaderlander, zyne dwaalende Landgenooten nog verder moedwillig van het fpoor der Gerechtigheid te leidgn , door troijeercnde verwyderingen! Wy moeten alleen den vryen kop jchuldloos en heldhaftig opfleeken, om dat de Vryheid zulks gebied; de noodzaaklykheid het vereischt, en de bloem des Gewüpcnden Nedeiiandfchen Volks ïi het bewonderenswaardigst voorbeeld verfchaft. IVy hebben de laagte, waarin wy verzonken lagen, niet verbloemd. Wy hebben de laster openlyk haaren zwadder op onze Familien en Perzoonen zien uitbraaken. Wy hebben de onrechtvaardige handelingen ons aangedaan, der waereld medegedeeld, en onze verdeed/ging -/■iet verborgen gehouden. Wy moeten, by gevolg, dan ook onze ryzende waardy , onzen toe-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 11^ toeneemenden luister kennen. Onze welmee* tiende poogingen, tot een edele, tot een billykë. verheffing van ons Genootfchaplyk beft aan, moeten de fcheridérs van onze eer en goeden naam den mond fnoeren. Wy moeten by aaffhoudenheidpoogen, het groote, algemeene oogmerk, tot de hoogstmooglyke volmaaktheid toe, te helpen doorzetten, en met al de magt, die de rechtvaardigheid en kloekmoedigheid ons verleent, den troon der Waare Vryhud oh'dèrfchraagen. Wy, uwe GecQijriniitteêfdêfi,"üiefWh den last volvoerd, dien Gy ons gegeeven hebt. De Wysheid, Voorzigiigheid en het doorzigt der Gelastigden van anderen Schutteryen, Vrycorpfen en Genootfchappen hebben ons voorgelicht, en, om aan uwe Vaderlandfhe inzigten volkoomen te beantwoorden, behoefden wy) ons flegts te conformeeren met hunne voorficlkii en befluitèn. Alles ademde hier Vaderland en Vryheidsliefde , ,en wy zegenden het tyd/lip, waarin die algemeene Burger lyke Vereeniging tot {land gebragt werd; terwyl de Verraaders des lieven Vaderlands, dat oogefiblik, met eene raazende woede vervloekten. Thans is het to* neel geopend, waarop de Vryheid eene voortref- * lyke, eene groote rol zal jpeelen, die de verwondering van geheel Europa zal naar zig trekken. Maar, geëerde Leden! zo moeiflyk als hét zy om de listige Heerschzugt het hoofd te bieden , en den Ariftocraat uit het bewind te houden , zo moeijelyk is ook de laak, die gy by deeze algemeene Vergadering 'op ü genomen hebt. —— "Er zyn 'er in Nederland, die, L deel. H . föffti  IÏ4 GESCHIEDENIS VAN HET beneffens alle echte Vaderlanders, alles heVXben opgezet, om den willekeurige» troon_ met den alleenheerfchenden Vorst uit ons midden te weeren. Deeze baatzuchtige yveraars waren de eerften in den aanval; van veelen waren zy zelf 'de aanvoerende Hoofden; maar welk eene verandering! V Eenhoofdig gezag is naauwlyks den pas afge/heeden, of men poogt ons daarby te doen flilftaan en berusten. — De voorvegter, de Ariftocraat keert zig heden tegen ons, om dat wy hem zo min als den Graaf kunnen dulden, én om dat.hy, met de befnoeijing van het onwettig gezag van éénen, de vermeerdering van het zyne alleenlyk bedoelde. Op deeze wyze groeit niet alleen het getat onzer vyanden, die ons tegenftreeven , tot eene merklyke menigte, maar het vormt .teffens verraaders in onzen eigen boezem , die te gevaarlyker zyn,naar maate zy zig tegrooter achting door hunne eer ft e , hoewel m fchyrt, Vaderlandfhe póogingen verworven hebben i en zy, onder de leus der Vryheid, -*zig byna ongemerkt, maar krachtdaadig tegen * ons. ver zen en; —- deezen te beftryden, deezen te .overwinnen, is het algemeen oogmerk, en om dit te bevorderen, moeten wy alle onze vermogens infpünnen. De onaangenaamheden en vervolgingen, die wy, gezaamenlyk als Leden van dit Genootfchap , van deezen kant reeds ondervonden hebben , voorfpellen ons nieuwe aanvallen ? die naar alle gedachten de hevigfle zullen zyn , om dat zy de laatfle zullen weezen. Ver-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 115 , Vergunt ons derhalven, waarde Leden! u by aanhoudenheid, en vooral by deeze geleegenheid , op eenen pligt te wyzen , zonder welks betrachting wy onvermydelyk verhoren zyn. V Is de Regeerder der Aarde, de God van Nederland, van welken wy alleen eene Zegenryke uitkomst te verwachten hebben: Uns voor dien God fmeekende te vernederen; onze hoop op Hem te [lellen, en in alles met 'Hem te beginnen, is de eerfte en veilig (ie weg om onze billyke begeerten vervuld te zien. Onze Broederlyke ierbindtenis door de koorden van liefde en êêndragt ten allemaauwfle toetetrekken, en ons volyverig in de Schutterlyke Wapenen te oetfenen, zal ons een fterkte byzetten, die allen moedwil zal beteugelen. Onze Waardy, onze Sterkte als Burgers vat? Nederland te kennen: > onze Voorrechten ■te weeten, grondig te weeten: ons te be- kwaamen tot eene voorzichtige ; verftandige en bedaarde verdeediging van die dierbaare Panden: Êlk het zyne, niet alle openhartigheid daartoe aanbrengende, en /leeds het beste verkiezende en doorzettende, dit is de vollec dige bereiking van ons aller oogmerk; de Zegepraal der Nederlandfche Vryheid. Wy, wat ons beider Per[oonen betreft, verbinden ons daartoe, op het plegtigfle. Geen gevaar , geene opöjfering zal te groot zyn, of ons van die edele bedoeling affchrikken. Onze jongfle fnik zal voor de Vryheid en het Vaderland weezen ; en hy , die ons dit beredeneerd voorneemen zou willen ontrukken, zal het met eens moorddaadige H 3 Ddk  II 6" GESCHIEDENIS VA-N HET ■Dolk uit onze harten moeten uitroeijen. • Wy zyn van uwe welgezindheid in deezen, volkoinen, overtuigd; Wy iwyfelen geen oogenblik aan uwe beflendige aankleeving aan de goede zaak, en daar wy ons, in deeze Commisfie, met uw vertrouwen hebben verwaardigt gezien, bedanken wy u hartlgk voor dit cpenlyk blyk van uwe ongeveinsde toegeneegenheid. Gy zult ons altoos bereid vinden, om, naar ons vermogen, uwe belangens te helpen bevorderen , en u gelukkig te zien zal de eenigfte belooning zyn , die wy daarvoor van den Hemel zullen affrneeken. Het Nationaal Adres aan de Ed. Gr. Mog, Scaaten van Holland, op deeze Vergadering ontworpen, behelzende een eerbiedig doch ernllig voorllel, zo van de kommerlyke omftandigheeden van dien tyd, als de aanwyzing der voornaaHie bronnen, waaruit dit kwaad is voortgevloeid; gelyk ook een nadruklyk verzoek, eer bewerkstelling dier kragtdaadige en genoegzaatne middelen, welke hoogstnoodzaaklyk geworden waren; Als het fpoedig openen der Generaliteits Casfa, door de hooge Bondgenooten iterative■lyk verzegt, als ook volleedige ouvertures van de gemaakte en voorgenomene fchikkingen en intentien, in fpecie de Defenfie van het Vaderland, en van deeze Provincie, (Holland,-^ in het by zon der concemeerende T zonder eenig reguard te willen neemen op juftifcatoire Memorien, of diergelykenft welk meer eenonkua■dig gemeen misleide, dan wel gefchikt was om ■éan de order van den Sonverain te voldoen. Dat verders Hun Ed. Groot Mog. by de refpec-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 11? rtfpe&ive Bondgenoot en de zaaken daar heen. geliefden te diügeercn , dat ten fpoedigftcn, uit den Raad van Staaten. zodanige Perzoonen, het zy Leden of Ministers, geweerd werden, die door hun gehouden gedrag, het vier? trouwen van Hun Ed. Groot Mog. en van de Natie zig hadden onwaardig gemaakt, en dat dezelve door cordaate, kundige, Vaderlandfchc Mannen, waaróp de Natie veilig berusten kon, eerlang vervangen mogt en worden ; ten einde hier door te èffieclueetftn, dat de Onder-, geleekenden niet langer, door ombragcufe vermoedens, in zulk eene out rustende en voor hunner aller veiligheid angstvallige onzekerheid beh«even te blyven. En dat eindlyk Hun Ed. Gr. Mag. mogten goedvinden, om by de hooge Bondgenoot en verder te effectueer en , dat" door elke Provincie, benepens Hun Ed. Gr. Mog. , een Refklutfó genoomen wierd, om den Heer Hertog van Brunswyk, hun territoir te verbieden, m insgelyks ter Generaliteit te befluitèn, ontgemelden Hertog, van wegen het Bondgenooifchap, ook het Staaten Territoir van de Generaliteit, te ontzeggen. Dit gewigeïg Adres, dat ook door hec besta gedeelte der Natie (tond geprefenteerd te wor> ■ den, werd op den 6. Maart 178.5 de Leden des S Genoodfchaps, en eenige andere Burgers deezer Stad, ( vermits het een Burgerlyk en geen Ge, nootfchaplyk Request waO'doorde Gecommkteerden, voorgelezen, en met eet» nadrukiyke aanfpraak ter tekening aanbevoolen. Meer dan driehonderd Burgers tekenden hecttive; een Gomaüslie uk deete Tekenaars, be* ^ 3 ajrg*  Il8 6ESCHIEDENIS VAN HET zorgde het eenige dagen daarna by den Heer Raadpenfionaris van Holland, in 's Hage, orn vervolgens ter tafel van Hun Ed. Groot Mogenden gebragt te worden. Intusfchen meenden verfcheiden Departementen , (die het, in de onderfcheiden Steden , ter tekening hunner Medeburgers gelegd hadden, en waar insgelyks een zeer aanzienlyk getal Vaderlanders hunne deelneeming in een zo gewigtig verzoek, door eene gretige ondertekening , betoonde,) voldoende reden te hebben, om, in weerwil der veelvuldige Ondertekenaars, het Request niet te prefenteeren. 't Kan zyn dat deeze redenen voldoende waren ; wy zullen ze ook ter rechter plaats wat nader onderzoeken ; doch in Delft konden ze den weidenkenden niet beweegen , om dit Request aan zyn plaats te laaten. Op den 18 derzelfde maand leeverdeq zes Gecommitteerden uit de Requeftranten, ter Grootachtbaare Vroedfchap deezer Stad een verzoek in, om 't gemelde Request, wanneer het ter tafel van Hun Ed. Gr. Mogenden kwam, met allen nadruk te'willen onderfteunen. De gevoelens van de Leden der Vroedfchap over dit Stuk waren niet eenltemmend. Sommigen advifeerden , om het zonder dispoline te laaten liggen; doch de meerderheid, ongetwyffeld begrypende, dat; een eerbiedig en befcheiden verzoek, van meer dan drie honderd aanzienlyke en braave Burgers, ten minften wel eene dispofitie waardig was, bragt het daar heenen, dat men befloot om het in nader deliberatie te neemen, na dat het by al de Leden zou hebben rond geweest. Toen het echter tot een befluit kwam, werd den Leden des Genootfchaps een veelwoordig NIET ge-  GENOOTSCHAP TE DELFT. IÏQ zegd, de Vroedfchap, naamlyk, zou doen het geen zy dagt best te weezen. 'c Is in \ onzekere of die Request wel ooit ter tafel van Hun Ed. Gr, Mogenden is gebragt geworden ; niejnarrd der Leden des Genootfchaps althans he.eft 'er immer iets van vernoomen. Het bezorgen van het gemelde Request van appui aan de Vroedfchap deezer Stad gaf aanleiding tot het neemen eener refolutie door dat zelve achtbaar Collegie, die door verfcheiden Leden daar van, in een zeer ongundig licht, en zulks met het hoogde recht, befchouwd werd. Wy zullen de zaak in zyn geheel alhier inlyven, fchoon wy eenige maanden jn de Gefchiedenis moeten vooruitloopen. Zes Leden van het Genootfchap, in qualiteit als Gecommitteerden van een aanzienlyk getal Burgers en Ingezetenen deezer Stad en Haven, hadden de bezorging van het adres, ten verzoeke om appui, aan de Vroedfchap deezer Stad, betreklyk het bovengemelde Nationaal Request % op zig genoomen. Twee dier Gecommitteerden vervoegden zig eerst ten huize van den Preildent Burgemeester met verzoek om Vroedfchap te laaten beleggen, en de Stukken, met een behoorlyk adres aan de Edele Groot Achtbaars Vroedfchap voorzien, en het cachet des Genootfchaps verzegeld , aldaar overcebrengen. De Prefident Burgemeester verzogt aan deeze twee Gecommitteerden, dat dit voordel in de Kamer van Burgemeesters zelve gedaan mogt worden, Hierop vervoegden de zes Gecommitteerden gefaamlyk zig ter gemelde kamer, en deeden hun voordel; doch vermics dit verzoek, volgens betuiging van Heeren Burgemeesters, hen zo onH 4 vgr*  JÏO GESCHIEDENIS VAN HET verwagt, nieuwen fingulier voorkwam, en dekamer niet compleet was, moesten de Gecom-* mitteerden het zig laaten welgevallen om voor ditmaal onverrigter zaake te vertrekken. De naastvolgende Zitdag vervoegden de Gecommitteerden zig weder by Burgemeesters; vernieuwden hun verzoek en kreegen hoofdzaaklyk ten antwoord : Dat Zy Gecommitteerden den rechten weg fcheenen geweeten te hebben, doch echter nog iets vergeeten hadden, naanilyk , een Copie der verzegelde Stukken , aan Burgemeesters, volgens gebruik, ter hand te feilen. De Gecommitteerden, die zo dikwils de fterkfte tegenkantingen van 1 leeren Burgemeesters, ten opzigte van het Genootfchap, ondervonden hadden; die daarenboven zeer wel wisten, dat de denkwyze van deeze Grootachtbaare Kamer regelrecht, in het geval van het Nationaal Request, tegen de hunne overftond, merkten , met recht, Heeren Burgemeesters als hun Party in deezen aan, waaraan het niet veilig was hunne zaak te vertrouwen, of, voor dat 'er over hun verzoek ter bevoegde plaats geraadpleegd ftond te worden, bloot te leggen, als bedugc zynde dat Heeren Burgemeesters, die zy voorondcrftelden , belang te hebben, in het finaal afllaan van het verzoek des Genootfchaps, van deeze voorkennis, ten nadeele der Requeftranten, gebruik zouden maaken. Uit deezen hoofde gaven Gecommitteerden ten antwoord : Dat zy eenvoudig aan Hun Wel - Edele Gr. Acbth. verzogten: Het heieggen der Vroedfchaps-Ver* gadering, en de overbrenging der Stukken, burgemeesters vroegen hierop: Of men hen dan, W { Wh  GENOOTSCHAP TE DELFT. 121 aanmerkte als Brievenbeftelders ? waarop de Gecommitteerden antwoordden : Dat vermits "er geen ander middel voor Gecommitteerden overbleef, om het adres in de Vroedfchap te krygen ; zy zig genoodzaakt vonden Hee ren Burgemeesters daarom te verzoeken, ie meer, dewyl de Prefident hen zelf daarheen geweezen had! dat zy echter, indien zulks weezen kon, Heeren Burgemeesteren, zeer gaarne van die moeite wilde ontheffen, door het zelf in eigen Perzoon in de Vergadering der Vroedfchap te brengen. Burgemeesters tragteden toen aancetoonen, dat het openleggen der Stukken, die ter Vroedfchaps -Vergadering moeiten koomen, voor hun Collegie, billyk was. De Prefident bragt het voorbeeld by van krankzinnigen, wanneer die eens met verzoeken kwaamen, of zulks dan niet beleedigende voor de Vroedfchap zou weezen, enz. Doch Gecommitteerden, die met de krankzinnigheid niet bezogc waren, lieten zig door dit noch door meer andere bewyzeu, van omtrent dezelïde waardy, geenzins overtuigen. Na nog eenige woordwisfeling, verzogten Gecommitteerden, Dat zo Heeren Burgemeesters de Stukken, zo als ze daar waren , niet wilden opkonden overbrengen, Haar Ed. Gr. Achtb. die dan m%üf weder te rug zouden geeven ! verrnitsGeeo-.r.m.de last hunner Committenten niet te: buiten wilden gaan. Zy mocüen vervolgens buiten ftaan. Waarop weder binnen gelaaten zynde , Burgemeesters voorftelden, om dan ftegts maar een algemeene opgaaf, der verzegelde'(lukken, te willen doen ! Gecommitteerden dit als een raid™ bvUhoiivvvnwe, vosdecden m dit voor, H 5 ftci,  142 GESCHIEDENIS VAN HET nel, te meer, daar de ilukken zelf reeds in de Nieuwspapieren waren te leezen geweest. ■ Dus geraakten deeze Stukken in de Vergadering , waaraan zy geaddresfeerd waren; de uitflag der deliberatien hebben wy boven reeds vermeld. In Augustus van 't zelfde jaar, verfcheenen wederom ter zelfde kamer, agt Gecommitteerden, gelast om een verzegeld fluk, door middel van Heeeren Burgemeesteren, ter Vroedfchapsvergadering jnteleeveren. Dit papier behelsde een Request ter legalifatie van het Genootfchap, een verzoek, waarin men zekerlyk niet met de voorzigtigheid en gezonde Staatkunde was te raade gegaan, en dat gelukkig op de volgende wys belet werd ter Vroedfchapsvergadering Ingeleverd te worden. Een Commisfie van agt Schutters aan Heeren Burgemeesteren, door dp Leden des Genootfcqaps, doch ' alhier als Leden der Schuttery voorkoomende,'afgezonden, ftelde Hun Edele Groot Achtb. een verzegeld papier ter hand, met eerbiedig verzoek uit naam hunner Committenten, om het zelve ter eerstkoomende Vroedfchap integeeven.' ' Het papier aangenoomen en de Naamen van hen, die in deeze Commisfie gefield waren, opgeteekend zynde, gaf de Heer Prefident Burgemeester te kennen: Dat het kenlyk was, hoe, by een voorige geleegenheid, zoortgelyk verzoek niet was ingewilligd, dan na eenige opening daarvan gegeeven te hebben, vraagende verder: Of men hieraan nu ook wilde voldoen? De Commisfie beantwoorde dit met te zeggen: dat by die zelfde geleegenheid teffens was aangetoond de onvoegzaamheid, om, aan eene afzonderlyke Vergadering van eenige weinige Leden, opening te geeven van een verzegeld  GENOOTSCHAP TE DELFT. I2g zgeld fluk, dat aan het geheele Lighaam, de Vroedfchap naamlyk, geaddresfeerd was. De Prefident zeide hier op : Dat tleeren Burgemeesteren hier niet zaten, om met Luiden, die voor de Balie ftonden, in detail te treeden, wat al of niet. ..... Het overige werd zo zagt uitgefpooken , dac de Commisfie het niet verifoan kon. Deeze vroeg toen; Of "er ook een Wet was, die het geen Burgemeesteren begeerden , uitdrukkelyk gebood ? Men beantwoerde deeze vraag niet; de Commisfie voegde 'er nog by: Dat zy^alle bekende Burgers waaren , die zig ten allen tyden aanfpraaklyk fielden , voor den inhoud van het aangeboden fluk ! en hierop werd de Commisfie gelast buiten te ftaan. Een tweede Secretaris toen binnen getreeden, en de Commisfie, na een quartier uur wagtens , weder ingeroepen zynde, hernam de Heer Praefiderot: dat, daar de Commisfie by voorige geleegenheid genoegzaame opening hadde gegeeven , de Heeren vertrouwden, dat zy zig zeiven nu ook zouden gelyk blyven. Waarop gerepliceerd werd: dat alle zaaken niet gelyk ftonden; dat de Gecommitteerden destyds, meer of min, hun last hadden kunnen te buiten gaan, als toen niet zo uitdrukkelyk bepaald zynde, en het verzogte toeft eene zaak betrof, welke reeds publyk geworden was; doch dat hunne last zig thans alleen uitftrekte tot het reeds gedaane verzoek; eu dat zy derhalven zig ook niet in eenig detail wegens den inhoud van het ingeftoten fluk mogteti inlaaten. Hierop werd weder aangemerkt: dat 'men geen uitgebreid verflag begeerde, maar flegts eenige opening; en zo de Commisfie daartoe  Ï24 GESCHIEDENIS VAN HET toe befluitèn konde, de Heeren alsdan het fluk ter Vroedfchaps Vergadering zouden ingeeveu. De Commisfie, zig verplicht achtende hun last ftriktelyk na te komen, verklaarde toen: van de ontfangene weigering aan hunne Committenten te zullen kennis geeven; waarop een der Heeren zeide : het wordt niet geweigerd, mits opening geevende. De Commisfie vroeg toen nog ten laat Hen: of er dan eene FroedfchapsRefokaie was , welke Burgemeesteren wettigde, om Stukken, aan de geheele Vroedfchap ger.igt, dan waarvan zy geene voorloopige opening "bekomen konden, te weigeren aldaar in te leeveren? Hierop werd door den Heer Burgemeester van der Goes geantwoord: dat "er in de Kamer van Burgemeesteren eene Cynofure was, welke zy zouden blyven volgen, zonder zig daarover op eenigerley wyze uit te laaten; en uit welken hoofde zy die opening begeerden. De Commisfie, hiertoe niet kunnende befluitèn, verzogt het gecachetteerd Papier te rug, 't welk door den Heer Secretaris van der Goes hen overgegeeven zynde, is dezelve onverrigter zaakc vertrokken. De Commisfie van haar wedervaren aan haare Committenten verflag gedaan hebbende, werd befloten , dat men zig nu onmiddelyk tot de volle Vroedfchap zoude keeren, aan wien het iq te leeveren Adres eeniglyk gerigt was. De voorn. Commisfie vervoegde zig derhalven, tien s8July, toen de Vroedfchap ordinair vergaderd was, ten Rmdhuize, en liet zig door den Kamerbewaarder aandienen, met verzoek om binnen te ftaan. Dan, het zy deeze de boodfchap vergeeten nebbe, hec zy de bel jjiet overga  genootschap te delft. Ifcjf gegaan, of door de Heeren niet gehoord zy, althans na een langen tyd vertoefd te hebben, werd zy eerst aangediend, juist toen de Vroedfchaps Vergadering geëindigd zynde, ftond uit, te treeden. Deeze hierop weder hervat zynde, moest de Commisfie weder een geruimen tyd na den uitflag der Deliberatien wagten, welke hierin beftond, dat de Heer Penfionaris Emants hen voor de Balie in Scheepenskamer requireerde, en aldaar voorlas de genoomene Refolutie, hier onder gemeld. Van deeze Refolutie Copy verzogt zynde, ging de Penfionaris weder in de Raadkamer, en kort daarna te rug komende, zeide zyn Ed. dat by de eerstkomende Vroedfchaps Vergadering het voorgeleszene zoude gerefumeerd, en daarna Copy van hetzelve aan de. Heeren worden afgegeeven, gelyk dan ook, de Commisfie voor ditmaal weder onverrigter zaake vertrokken zynde , twee dagen daarna aan een van hen is ter hand gefield hec navolgend EXTRACT uit de Refolutïèn van de Heeren veertigen en vroedschappen der Stad delft, concerneerende Stads zaaken in V particulier , begonnen met den jaare 1784. Donderdag den a8fic July 1785. Na dat de Deliberatien over de Pointlen, waarop de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. was befchreeven, en over andere voorkomende zaaken, waren afgeloopen, heeft de Kamerbewaarder Bolfier gecommuniceerd, dat a*t Ledm van de Schuttery deezer Stad, met naa- men:  Jaö GESCHIEDENIS VAN HET men: Gerardus Verbeek, GerricPaape, Leendert Steenwyk, jacob Vermaas, Pauius Axmacher, Dirk Reinders, Theunis Keuzenkamp, en Joost Vrydag , hem verzogt hadden, om hun aan te dienen^ met-verzoek óm Audiëntie; \>aar'óp gedelibereerd zynde J is goedgevonden en verfi'aan, den Pënjionaris Emants te verzoeken, de gemelde agi Schutters- by zig te requir eer-en in een ver trék,- en aan dezelven, uit naam van deeze Vergadering , te declareeren, dat Hun Ed: Achtb. bereid waren, om in deliberatie te neemen alle zodanige Adresfen, als door dezelve Schutters gedaan mogten "worden, mits dat dezelven den gewoonen weg infloegen, en zig addresfeerden aan Heeren re^eerende Burgemeesters, en' zulks niet met eene beflootene Misfivé; maar met openlegging van het Adres zelve, ten einde Heeren Burgemeesteren in (laat te ftellen, om die zaak ah dan te brengen ter kennis van deeze Vergadering. Accordeert met voorfz. Refolutie, {Was get.) H. VAN DER GOES. Byhet heemen deezer Refolutie, (wier aanleidende oorzaak uit het bovengaande ligtelyb kan worden opgemaakt, waarby het opperlk Regeerings-Collegie zelve van een zyner rechten afftand doet, en tevens de Burgerye de onmiddelyke toegang tot haare Repraefentanten wordt afgefneeden,) by het neemen van deeze aan-  genootschap te delft. \1J aanmerkelyke Refolutie zyn van de 40. Raaderi der Stad flegts 18. tegenwoordig geweest, en deeze 18. Heeren hebben dit befluit by meerderheid genoomen, zynde de Conclufie by 2. of 2* van hen aangezien, en door twee anderen, de Heeren Raaden van Heemskerk en van Vredenhnrch, expresfelyk daar tegen geprotesteerd, en hunne aanteekerting gereferveerd. Over het neemen deezer ten hoöglt onbillyke Refolutie werden verfcheiden aanteekeningen, door eenige Leden der Gr. Achtb. Vroedfchap gedaan. Wy zullen orts niet ophouden met die allen by te brengen: echter kunnen wy niet afzyn, om het volgende onze Leezers onder 't oog te brengen, ten einde hen in Haat te Hellen, om over 't geval in questie onpartydig te kunnen oordeelen: EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Veertigen en Vroedfchappen der Stad delft. dingsdag den i&.Augusty 1785. t)e Penfionaris Emants heeft, uit naam van Heeren Regeerende Burgemeesteren , aan Hun Ed. Achtb. voorgedragen, dat Hun Ed. Groot Achtb. op gepasfeerde Zaturdag hadden ontfangen eene Misfive van den Heer Regeerend Scheeperi Teding van Berkhout, gefchreeven uic Rotterdam, den ii. deezer maand, en contineerende i „ dat gem. Heer het van zyne on„ vermydelyke pligt had gereekend , in gevolge ,-5 van zyne gemaakte referve, om een decla- ratoir in de Notulen van de Heeren Veer- „ tigen  lö 8 GESCHIEDENIS VAN HET j-5 tigen cn Vroedfchappen der Stad Delft td „ doen plaatfen , regens de op den 28. July „ 1785. genoomene Refolutie, hetgeen hy de eer had daar nevens te zenden; met verzoek , dat Hun Ed. Gr. Achtb. hetzelve in de eerlte Vergadering van Heeren Veertigen en Vroed,, fchappen'geliefden in te leeveren." En heeft vervolgens de Penfionaris het gemelde DeclarE* toir, liggende in een gccacheteerd Envelop, en geadresf erd aan deeze Vergadering, voorgelee■» zen , en zynde van den navolgenden inhoud: EDELE ACHTBAARE HEEREN? ,, De Ondevgeteekende op den 2. Augustus 1785. praefem geweest zynde in de Vergadering van de Heeren Veertigen en Vrocdfchappen der Stad Delft, en als toen hebbende hooren r'efumeeren zekere by U Ed. Achtbs. op den a3. Juiy bevorens in zyne abfentie genoomene Refolutie, heeft daarvan Copie gevraagd, onder referve van daar omtrent te handelen, zo als hy te raadc zoude worden." „ By leclure van die Refolutie is het den On-> dergeteekende voorgekomen, beneden de digniteit van het Collegie van Heeren Veertigen en Vrocdfchappen te zyn, dat Adresfen, door eenige Burgers, Schutters of Ingezeetenen aan hetzelve gedaan wordende, alvorens zouden moeten worden opengelegd aan Heeren Regeerende Burgemeesteren, ten einde dezelven in Raat te Hellen , die zaak als dan te brengen ter kennis van deeze Vergadering. Hy ignoreert, wat Heeren Veertigen in deeze Refolutie willen te kennen geeven door het ïnjlaan van den gewoonen wèg,  genootschap te b e l f 'i\ taf Hy hegt aan gebruiken, ftrydig met de gronden van Regeringr,fbrm, (hoe oud die mogen zyn,) geene wettigheid; en, zo hy zig al met voorbeelden in deezen wilde behelpen, dan kan hy geene voldoende reden vinden, waarom de Brieven van Zyne Hoogheid, den Heere Erfïtadhoüder, weleer aan deeze Vergadering gefchreeven» tot recommandatie van deeze of geene tot dé vacante Raadplaatfen, of Posten aan de Regeering annex , meerder bevoorrecht waren , om ongeopend in de Vergadering van Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen te worden gebragt, als Adresfen van Burgers en Schutters, die zig behoorlyk voor deeze Kamer listeeren : Maai? ook komt hem zeer ongepast voor, dat een Collegie van Raaden en Vroedfchappen, beftaandê in de notabelfte uit het midden van de gantfche Burgery, weigeren zoude, die geenen, die zy reprefenteeren (en welkers belangen en welvaart Zy gezwooren hebben te zullen voorftaan} t& hooren, hunne addresfen aanteneemen, en zonder eenige praiilabele kennisneeming van defzelver inhoud aan anderen het oordeel overtelaaten, of dezelve al of niet aan her onderzoek hunner Vergadering behoorden. De Ondergeteekende heeft alle Confideratie voor dë Kamer/ van Heeren Burgemeesteren, en wil dezelve gaarne toegeeven, de zaaken in de Vergadering voortedraagen, en zal ook altoos geneegert zyrij wanneer Burgers , Schutters, of anderen zig eerst aan Hun addresfeeren, op derzelver Adresfen het praeadvies vanH. Ed.Gr, Achtb. te vrageri 3 mits de vrye deliberatie van Heeren Veertig Raden onverhinderd blyve; maar die condefcen> dance vermeent de Ondergetekende niet te md- 1, deel/ i gen  130 GESCHIEDENIS VAN HET gen plaats geeven, wanneer 't aankomt op de handhaaving van 's Volks rechten, en de achtbaarheid der Vergadering, waar in hy zig geplaatst vindt. De Raadzaal moet voor de Burgery niet geflooten worden; een Hooger Collegie, als is dat van Veertig Raaden en Vroedfchappen , moet niet aan een minder Collegie, nameïyk Burgemeesters Kamer, gefubjecteerd worden, of als 'tware door haar eigene Refolutie onder Curateele gefield. In de Vergadering van Heeren Veertig Raaden zyn Heeren Burgemeesteren niet anders alsprimi inter pares te confidereeren. Het is daar en boven niet onmoogelyk, dat door Burgers, Schutters en anderen Addresfen, aan Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen gemaakt wierden, inhoudende klagten over Heeren Burgemeesteren, en dan zoude het de grootfte abfurdiceit zyn , de zelve eerst by H. Ed.Gr.Achtb. te moeten openleggen, en aan derzei ver oordeel te moeten onderwerpen, of deeze al of niet in de Vroedfchap gebragt moeten worden. Eindelyk ftaat het aan den geringltenlngezeeten van deeze Provincie vry, den Souverein te adieeren, zonder dat zyne Addresfen bevoorens aan Heeren Gecommitteerde Raaden behoeven te worden opengelegt; waarom zoude hec dan minder vryiban aan Burgers en Ingezeetenen, zulks te doen aan hunne R 'prefentanten, die niet meer dan een neegentiende deel van die Souverainiteic uitmaaken; te meer, daar tot heden toe aan den Ondergeteekende onbekend is eenige wet of Refolutie, waarby aan iemand uit de Burgery verboden word, zig aan derzelver Representanten directelyk, zonder tusfehenkomst van iemand, wie  genootschap te delft. X$f wie zulks ook zoude mogen zyn, teaddresfeeren, of ook dat de Vroedfchap zig zelve de han-r den zoude gebonden hebben , om geen Verzoekfchriften, Brieven of iets diergelyks, zonder ioeilemming van vier Heeren, bekleed met de waardigheid van het Burgemeesterfchap, aanteneemen, en vervolgens op dezclven pro re nata te disponeeren. Om deeze en andere redenen, en onder referve van die des noods nader te adlbrueeren, is het, dat de Ondergeteekende by deeze declareert, de op den 28. July 1785: genoomene Refolutie niet te kunnen advouëeren, maar dezelve te confidereeren als ftrydig tegens de gronden van Regeering en de belangens der Burgery; en dat dezelve van advis is, dat hei ten allen tyden behoort vry te paan aan alle Burgers , Schutters en Ingezeetenen, hunne addresfen vry en onbelet, het zy by opene of befloote Misfiven, aan het Collegie van Heeren Veertigen en Vroedfchappen deezer Stad te overhandigen. En hy betuigt, dat niets herri aangenaamef zoude zyn, dan dat UwEd. Gr. Achtb. by nadere överweeging, ter voorkoming van verdere oneenigheid, hierin met hem overeenftemden, terwyl hy anders by deeze wel expresfelyk protesteert tegen de gevolgen, welken uit deeze genoomene Refolutie in tyd en wylen zouden mogen proflueeren; verzoekende dat die bovenfraande in de Notulen van Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen mag worden geïnfereerd, en daar Ka van het zelve aan hem Copie gegeeven. Rotterdam den ia Augustus 1785. (Wüt geteekend') 'c w. ted ing van berkhout; 1 2 Wajt  132 GESCHIEDENIS VAN HET Waar op gedelibereerd zynde, hebben de pra> fente Heeren Regeerende Burgemeesters van Hogeveenen Verbrugge, Hoofd OBciervan Schuylenburg, Regeerend Schepen Gouverneur, O.id Burgemeesters van der Lely, van /llderwerelt en van Lith de Jeude, Cud Schepenen de Roo van Rofenburg, Bogen, van Staveren, van Royen en Onderdewyngaart, en Veertig Raaden Lambregts, Pauw, en de VEspaul, regens hec bovengemelde Declaratoir zodanig Declaratoir of Aantekening aan zig gereferveerd, als zy te rade zouden worden. De Heer Prefident Schepen van Heemskerk heeft gedeclareerd, van gedagten te zyn, dat hétZelve declaratoir behoort te worden aangenoomert voor Notificatie. De Heer Veertig Raad 's Gravezande heeft verzogt, dat het navolgende in de Notulen mogt worden geinfereerd, „ De O.idergcteekende heefc op den t8 July „ 1785 in de Vergadering van Heeren Veertig 35 Raaden en Vroedfchappen hec navolgende Ad„ vys gegeeven, 't welk hy verzoekt in de No„ tulen te plaatzen tot zyne decharge. Den Heer Penfionaris te verzoeken, buitende Kamer by' die agt Schutters te gaan, en hun int naam deezer Vergadering te vraagen, of zy hun verzoek in gefchrift by zig hebbenzo ja ! hetzelve over te neemen, en in deeze Vergadering den inhoud daarvan te Communiceefèn,' want begrypt niet, of deeze Vergadering de bevoegdheid wel heeft, om zodanige of andere verzoeken af te flaan van Burgers. (Was get.) M. 's GRA VESAKDE. De  GENOOTSCHAP TE DELFT. 133 Heer Veertig Raad van Vredenjburch heeft geïnhereerd deszelfs op den 28 July laarsleden gereferveerde Aanteekening tegens dc Refolutie ten zeiven dage genomen. Accordeert met voorfü. Refolutie, H. VOCKESTAERT. Intusfchen was het Request ter wederinvoering van den Bardezaan, door de Ed. Gr. Achtbaare Wethouderfchap geltcld geworden, in handen van Heeren Rapiceinen en Hoofdluiden, om deswegens hunne gevoelens te berigten. Verre de meerderheid, gelyk zeer wel te vermoeden was, waren tegen de invoering van dit ouwerwets Wapentuig, als te wel begrypende dat de gevolgen daarvan gansch niet ftrookten met hun eigen grootsheid, of regelrecht inliepen tegen de bcerschzugtige eigenbelangen, van zulke Staaczugtigen, op wier wenk zy zig beweegden. Het Plan was verre af van den Burger totzynalouden Luister wedertebrengen ! Hy was tot de fchroomlykfte vernedering gedoemd ! En hiertoe moest alles medewerken wat door dreigen en belooven er toe kon overgehaald of genoodzaakt worden : men moet bekennen datOranje's Afhangelingen, binnen deeze Stad, zig meesterlyk van deezen last kweeten, en zelf Medehelpers wisten te vinden, in hen, wier belang de fterklle tegenkanting gevorderd zou hebben. Op den 4 April 1785, verfcheen het betluie der Wethouderfchap, betreklyk deeze zaak, in hec völgende, I 3 APOINC;  '134 GESCHIEDENIS VAN HET APOINCTEMENT op het Req, van 20 Dec. 1^84. en verdere Stukiken, betrekkelyk der Hoofdluiden verzoek, om de verwisfeling van het Hellebaard voor het aloude Hoofdmans Bardezaan, in dato 4 April 1784. De Heeren van de Weth der Stad Delft vinden goed, dat deeze Request e zal worden ge ft el d in, handen van de Kapiteinen en Hoofdluiden van de Schuttery e deezer Stad, omme Hun Edele Gr. Achtb. op den inhoud van dien te dienen van hun Schriftelyk berigt. Actum Delft den ao December 1784. (Was get.) H. VAN DER GOES. (lager Hond) De Heeren van de Weth der Stad Delft hebben goedgevonden deeze Request e, met ende benevens de daar omtrent op heden ingekoomen twee berichten ende Memorie, te (lellen in handen van de Heeren Burgemeester Ver brugge, Schepenen van Heemskerk , van Hoecken, de Bruin ,den Penfionaris Emants, en een van Stads Secretarisfen ^ ommè alle dezelve Stukken te Examineeren, en Hun Ed. Gr. Achtb. deswegens te dienen van hunne Confideratien en advis^ Adum den 17 January 1785. (Was get.") H. VOCKESTAART. (Lager ftond} Dé  GE NOOTSCHAP TE DELFT. 135 De Heeren van de Weth der Stad Delft hebben , na Examinatie van deeze Request e, mitsgaders gehoord het rapport van Heeren Commisfarisfen, in wier handen dezelve is gefield geweest , goedgevonden ende ver ft aan, dat by de Ufantie, nu reeds meer dan eene eeuw hebbende plaats gehad, en gevestigd op het 6 art. van de Schutterlyke Ordonnantie, by tl. E. Gr. A. gearresteerd denj December 1Ó76, en op den 16 daar aan volgende, met de approbatie van de Eleeren Veertigen en Vroedfchappen der Stad Delft, Completelyk vergaderd zynde, bekragtigd, zal worden gebleven , en dien volgende het verzoek ten deezen door de Suppl. gedaan, te wyzen van de hand. Aftum Delft den 4 April 1785. (Was get.) H. VAN DER GOES. Dus werd het verzoek der Hoofdluiden, om den eerlïen flap te doen , ten einde zig uit de fchandlykel.iagte, waarin hunne waardigheid verzonken lag, optebeuren , van de hand geweezen, om eene reden, die wy, zonder tebloozen, over de geenen die ze dorsten aanvoeren, niet kunnen noemen. Stilzwygende erkende de Wet» houderfchap de vernederende Waarheeden in het Request aangevoerd: om dat men echter, in de dagen der vloekwaardigite Heerschzugt, had goedgevonden den burgerlyken Luiscer, de Voorrechten en Vryheid van Delftfche Schutters fchandlyk te vertrecden en ce vernielen, en men daar me-» I 4 de,  'J3Ó GESCHIEDENIS VAN HET de, meer dan een eeuw, had aangehouden, moest daar by ook thans gebleeven, en het verzoek der Supplianten afgeweezen worden. Duidlyk begon men nu het groote Plan teont* dekken, om de Schuttery vollirekt in de diepfte vernedering, in de fchroomlyklle verwarring en zorglooste werkloosheid te houden en nog verder te dompelen. De geduurige twisten die men onder dezelve wist leevendig te houden , het openlyk en heimlyk opltooken van Schutters tegen Schutters, en het onbepaald willekeurig gezag dat Magthebbenden zig aanmaatigden , en op allerlei wyzen poogden ftaande te houden, waren er de fpreekendiïe bewyzen van. Wy zouden van dit alles een verbaazend tafereel kunnen afmaaien, doch vermits wy geengefchiedenis der Schuttery fchryven, achten wy hec genoeg te zeggen, dat al de loflyke poogingen, die het Genootfchap aanwendde, vrugtloos wa^ ren! terwyl de hoop op herftel meer en meer verdween, daar men de algemeene befchroomd». heid, onverfchilligheid en werkloosheid by aanhoudenheid ondervond ; ten duidlyken blyke daarvan ftrekte het tweede Request ter wederinvoering van den Bardezaan, dat het Genootfchap. voorneemens was door Schutters te laaten prefen-. teeren ! hec vond zulk een gering aantal Tekenaars , dat men het niet raadzaam agtede om het inteleeveren. De Luister des Genoocfchaps daarenccgennam van dag tot dag aanmerklyk toe. Opgcwasfchcn tegen de verdrukkingen, die de aanzienlyke en hooggebooren Oranjeparcy, mee al de bitterheid van eene onverzoenlyke Tegenwerker, de Lee-, d^n, zo in 't gemeen als in \ byzonder deed ge-, ' voe^  GENOOTSCHAP TE DELFT. voelen; onverfchrokken in hec voorftaan van Vaderlancifche gevoelens en onderneemingen, die, in deeze Stad meer dan elders, door de meerderheid der Regenten en hunne Afhangelingen werden gedwarsboomd ; voorzigcig, verltandig en bedaard inallegenootfchaplyke handelingen,won hec Delftsch Genoocfchap weldra de geneegenheid en achting zyner Medebroederen in andere Steden: by alle exereicien kreeg het een faïryk bezoek van weldenkende Burgers en Landgenoegen , en, by byzonderc plegtigheeden, was het Genootfchaps Land veel ce klein, om de Vrienden en Begunstigers der Delftfche Vryheidszoonen te bergen. D- blyken daarvan zag men op den 23 Mei 17^5 3 by de overgifte van het Vaandel, een Echarpe en een koperen Trom, die met al de militaire plegtigheeden, daarby gebruiklyk, en mee zeer gepaste aanfpraaken, het Genootfchap ten gefchenke werden opgedragen. De llccrs/. TV. van Haaften was tot Vendrig benoemd, en bekleede ópenlyk op deezen dag dien aanzien !yken post. Op dit Vaandel zag men de gewapende Vryheid ; zittende op den Vaderlandfchen Grond; aan haare zyde vertoonde, zig een Zuil ; cegen welken , op den Voorgrond , hec Wapen van Holland te zien was. Zy rustte met haar Arm, op ' de Zinnebeeldige teekens van Godsdiensten Burgerrecht;, in haare eene Hand hield zy den Speer én Hoed op denzelven;met de andere hield zy hes Wapenfchijd der Stad Delft: een Krans van eikenloof omvatre dit alles, die in de Wolken eindigde, waaruiteen gloed van S traalen des Hemels I 5 goed-  ?3S GESCHIEDENIS VAN HET goedkeuring aanduidde. Op den onderrand was een lint met die Opichrift: Voor Vryheid en Va~ der Lm d. Op den Trommel las men in een fraai gegraveerd ornament, de volgende zeer gepastte Digtregels, door den Heer G. Verbeek opgefteld: Een Vaderland [the Jujfershand, Sejluurd door Vryheidsmm, voor Stad en Vaderland, Schonk, om in Govaerdsvest, aan 'tCorps der Vryheldsztonen, Dat voor 't Polks rechten pleit, zig niet vtor heerschzugt kroms}, Een duurzaam blyk van eer te toonen, "t Gcnsotfchap deezen koopren Trom.- i 7 8 5- Het geval der Heeren Hespe en Verlem, om de betooning hunner y verende Vaderlandliefde in den Amfterdamfchen Kerker gefmeeten, trof niet minder de harten der Delftfche Vry heidvoorftanders, dan het op andere plaatfen den waaren Vaderlander had aangedaan. Men begreep, datfoortgelyke geweldige flappen de verontwaardiging der ganfche Natie verdienden, en men ook hier moest laaten blyken , hoe men er over dagt; eenige Leden addresfeerden zig derhal ven aan deeze Heeren, met het volgende Digtflukje: Aan de Vryheid verdeedigende Vaderlanders, de Heeren Mr. j. c hespe, Rechtgeleerden; en jan verlem, in den Amfterdamfchen Kerker. De Kerker fmoort de ften der waare Vryheid niet : Zy doet zich, wy<2 en zyd. daar uit te luider h»oren! — Jlem, die, om haaren wil, zig i» de boeien ziet, U ie allergreotfie mm by Bato's kroest iefchooren ! 't IFek  GENOOTSCHAP TE D!Lf ï. jgjj 't Weldenkend Nederland, door geen gezag verhlind #ent de Onfchald op 't Schavot; kroont daar - haar met laurieren! -* Geen fchande hegt op hem, dien 't eere waardig vind. Een OLDENBAR NEVE L d blyft altoos. Zegevieren!-* De Burgerdwingeland belaagt u, vry Bataaf! Hy wordt den vloek van ons, en onze Nagejla^ten ! Hy verge uw vrye ziel te denken als een' Slaaft Gy wraakt dat helfche juk ! — Gy zoud den dood verachten. Dus denkt, 6 HESPE! 't Corps, dat, binnen Goyaarts IVat, Der Vryheid hulde zwoer ! — der Vryheid trouw zalblyven ! , Dus deukt het, 6 VERLEM! — Het deelt in uw geval, *}»! wil, zelf met r.yn Hoed, Uw denkwyze onderfchryvex !— 't Is voor DIE Vryheid dat dit Corps in 't Strydperk treed DIE Vryheid eert het ! — en — zou *t voorTyrannen vreezen ! — Het houd het oog op God, die fleeds voor Neirland flreed: liet acht het zelf eene eer dus Martelaar te weezen.' — Dit flreele uwe eedle Ziel! — Die Vryheid kroont uw hoofd: IVy kropnen, uefens haar, Uw Zugt voor haar belangen! — Zo lang, '« Nederland, haar vuur niet zy gedoofd, Zo lang klinkt ooi Uw' Lof, in Vryheids Zegezangen ! — Ontfangt, door om, de hulde, U nedrig aangeboón, Sloor Burgers, 4le, m U, de waare Vryheid hulden, En die, zo min dan Gy, de Heerschzugt op den TROO N, Of op het RAADHUIS, in het Vrye Neêrlsnd dulden! gerrit paape, Oudbejluurder; J. vermaas,Befuurder;f.w.buyser, Secr. A. v. d. po th, Hopman, onverdere Heeren officieren van hef Genootfchap van JVapemejfen'mg te delft. Het geheele Genootfchap echter nam te veel deel in het lot dier verdrukte Vaderlanders om er geene openlyke hlyken van te geeven. 'tHad een Busch.  GESCHIEDENIS VAN HET Busch ter goedmaaking van de onkosten , der procedures in deeze zaak, gefield, en nam de volgende Refolutie , in eene algemeene Vergadering der Leden, gehouden den 3r Mei 1785. „ Indien de Verdeedigers der echte Burgerly,5 ke Vryheid alle aanmoediging en onderfteuning „ verdienen; indien de Heerschzucht het best ge5, fnuikt kan worden door de gedugte Stem 5, eener waarlyk Vrye , eener verlichte Natie, „ die haare echte Voorftanders kent en eerbie» ,5 digt, offchoon dezelve door eenen geweldigen Arm onderdrukt mogtenzyn; indien immer „ de Vryheid het hoofd, op de luiscerrykfte wy„ ze,uit het verachtlyke Stof zal opbeuren! de j, Heeren j. e- hespe en j. verlem , ver„ dienen alle onderfteuning en aanmoediging van „ een waarlyk vry Volk; van Nederlands Inge5, zeetenen ! en het gezegende tydftip ter grond„ wettige herftelling onzer ConftitutioneeleBur„ gerlyke Vryheid begint in den Amfterdamfchen n Kerker. Zedert die gebeurtenis immers is die „ Vryheid ontzachlyker geworden voor haare 55 Vervolgers! — Een geheel Volk vat het voor ,, dezelve op! — Veelen, die zig op den onS5 dergang van dat voor ons onfehatbaar Pand 55 hebben toegelegd, wyken fidderende terug ! De Troon der waare Vryheid is dus in de gc„ vangenis van Hespe en Verlem opgerigt! — en door wie? De gunftige Voorzienig- heid is aan geene middelen gebonden! Als zy „ het heil, als zy de Vryheid van een Volk wil daar dellen en bevestigen, zullen kluisters noch „ kerkers haare werkingen ftremmen! 1— De eerwaardige , de gelukaanbrengende Vryheid „ fpreekt uic de .gevangenis van Amfterdam tot 13 do  GENOOTSCHAP TE DELFT. I4I. de koude harten, en bezielt dezelven met een „ Hemelsch vuur! haare zegevierende Scepter' „ zal zo wel de heerschzuchc van vèelen als „ van eenen verpletten! — of — is het haar ,, ongelukkig Lot, voor de 'overmagt haarer „ heerschzuchtige Vyanden te bezwyken! . „ dan zullen veelen duizenden haar Lotgenooten „ moeten worden! Zo menigmaalen derecht- „ aarte Nederlander de gekluisterde Vryheid in „ den Kerker befchouwt, gevoelt hy zyn eigen „ waardy ! Die om wraak fchreeuwende „ onderdrukking vervult hem met de billykfte „ verontwaardiging, en dit kenmerk der Helden -, zou hy op het Schavot zelve niet afleggen ! —• „ Ja ! hy zou geen echt Nederlander Weezen, indien zyne fiere, zyne edele grootmoedigheid zig in geen' Engel herfchiep, om, dooréénen „ wonderdoenden wenk, den fidderenden Ker„ ker te ontfluiten; de Tyrannifche Boeyen van „ de handen der Vryheid te doen afvallen, en „ haar aldus midden door een drom van gewa,, pende , van verbitterde Vyanden, ter heer* „ lykde Zegepraal te geleiden ! „ De Leden des Delftfchen Genootfchaps van „ Wapenoeffening, onder de Spreuk: tot her„ /Iel der Delftfche Schuttery, voor Vryheid „ en Vaderland; voor die zelfde Burgerlyke „ Vryheid openlyk uitkomende, voor derzelver belang zich alles getroostende, en ter zei ver „ krachtdaadige en wettige handhaving de Wape„ nen hebbende opgevat, erkennen by deezen „ openlyk de Heeren j. c. hespe en j. ver„ lem, als eerbiedwaardige Vaderlanders; als „ eed- en pligtbetragtende Burgers; als getrou„ we verdeedigers en flandvastige Aankleevers jj varj  JA» GESCHIEDENIS VAN HET „ van die Conftitutioneele Burgerlyke Vryheid § zonder welker beftaan, de haatelykite Arifto- „ cratie gewislyk ons lot ftaat te worden. Zy leggen plegtig, voor het oog van geheel Ne- 9, derland, deeze erkentenis blymoedig af! —» „ Zy verbinden zig by aanhoudendheid terftandvastige verdeediging , en ter krachtdaadigitè handhaving van die zelfde Vryheid, welke , hec zy op het Schavot, of op den Stoel der „ eere, alleen de dryfveer hunner bedoelingen, en de ziel hunner Wapening blyft. „ Ten blyke van de oprechtheid hunner mee- 5, ning wordt aan de Heeren j. c. hespe en „ J. verlem , het honorair lidmaat- 35 schap van buitengewoone verdienden, van „ hec Genootfchap, uit naam der Leden by dee„ zen plegtig aangeboden en opgedragen; waar 95 toe de Diploma's in Ordinaria Forma zullen 5j worden geëxpedieert. 5, Gedaan en gearresteerd in de algemeen* „Vergadering, gehouden den 31. Mei 1785» ,5 en by Refumptie geapprobeérd den 3. Junj n l7%5- ^aar aan volgende. Ter Ordonnantie der Leden van het Schut' terlyk Genootfchap van Wapenoefening te Delft onder de Spreuk: tot herstel derdelftscheschuttery, voor vryheid en vaderand. ttls Secretaris, f. w; buysër: De Brief, waarmede de Diploma's van hec Lidmaacfchap aan voorn,; Heeren zyn toegezonden^ luid als volgt i  GENOOTSCHAP TE DELFT. I4J WAARDIGE VADERLANDER.' Hulde te doen aan waare verdienflen, die alzins aantemoedigen, en, zooveelmooglyk zy, te beveiligen tegen de aanvallen der wrokkende onkunde; — de Voor panders onzer Burgerlyke Vryheid openlyk als zodanigen te erkennen en te eerbiedigen; hen te bemoedigen en te onder [leunen in alle de ongelegenheeden, die het yverig, het wettig, hetpligtmaatig voor/laan van het algemeen welzyn hen op den hals haalt, en dat alles zonder zig aan het zomtyds misleid of party dig oordeel van feilbaare Volksvertegenwoordigers te bekreunen ! Zie daar de geneigdheid en de bedoelingen der gefaamenlyke Leden des Delftfchen Genootfchaps van Wapenoefening , en teffens de waare reden der toezending en publiekmaaking der nevensgaande Stukken. U. Wel Ed. als een verdienstlyk Lid van ons Genootfchap te mogen aanmerken, en verder, met dien onverfchrokken moed en bedaarde wysheid, te zien voortgaan op dat heldenpad, '# welk nog rookt van V bloed onzer Vryheidverdeedigende Voorvaderen, en eenmaal uwe, en aller welmeenendenpoogingen, met dengewenschten uitflag bekroond te zien , is de hartlyke wensch van de Leden des Genootfchaps. Waarmede enz.t Uit onze Vergadering enz. Op den ö Juny hadden de Leden , op hun exercitie-veld, het byzonder genoegen denHeere J. Verlem tegenwoordig te zien. Deeze vervolg-  144 GESCHIEDENIS VAN HÉf volgde Vaderlander, door Beltuurderen, tot voor het front geleid zynde, werd hem aldaar de bovengemelde Refolutie del' gefaamlyke Leden vöorgeleczen, en de Stukken, daartoe behoorende* ter hand gelteld. De Heer Verlem, zeer aangedaan over dat Genootfchaplyk blyk van Vaderland en Vryheidliefde, bedankte op eene wyze, die het treffendst gevoel en de innigfte dankbaarheid uitdrukte. De Aanfehouwers naamen een byzonder genoegen in dit recht patriottisch onthaal; terwyl by de meeften dc traanen in de oogen ftonden \ en waarlyk, welk een hemelsbreed verfchil was het, in die dagen, een Zoon der Vryheid voor den Amfterdamfchen Vierfchaar of voor het Front van een gewapend Genootfchap te aanfehouwen ! Op den 14 Juny rand het Genootfchap wederom zyn Gecommitteerden ter Nationaalc Vergadering der gewapende Burgercorpfen, te Utrecht gehouden: de aften aldaar ontworpen, werden door de Leden gerekend. Vervolgens heeft men op alle Vergaderingen, zo hier als in Holland, Gecommitteerden gezonden. By de fterke vorderingen, die de Leden in dén Wapenhandel maakten, was men teffens bedagt geweest op de Militaire verfieringen, die de vaardige behandeling van 't geweer en dc juiste manoeuvres een gevalligen luiilcr byzetten; tot dat einde had het Genootfchap beflooten, om zig voortaan van epaulets en dragons te bedienen; men rigtte dezelve in naar de cóuleuren van Stadswapen, zwart en wit, voor welk laatfte men zilver verkoos. Dit onfchuldig fieröad kon liet oog der Nyd, noch de woede der Vervolging ontgaan 5 wy zullen 'er een ftaaltje van bybren£en. öc  genootschap te delft. 14^ De werkzaame Vryheidsvriend G. Verbeek, die, volgens eene onderlinge fchikking der yverigfte Voorftanders in het Gen otfchap, dc taak, van alles wat becrekljk de Schuttery Genootfchaplyk verrigt werd, had op zig genoomen» was even daardoor in den onverzoenlyken haar vervallen van allen, wier belang herwas om dö Schuttery tot de hoogstmooglyke laagte te bren-i gen. Dit berokkende hem verbitterde vyai die flegts geleegenheid afwagteden, om zig opdien zo onvermoeiden als bedaarden Yveraar te? wreeken; hy echter alle hunne belaagingen te leur Hellende, viel men hem eindlyk met openlyk geweld aan! De Heer Verbeek zig, op den 9. July, op de Schutterlyke Exercitieplaats den Doele bevindende, werdt aldaar op eene onvriendlyke , onbefchofte en brutaale wys bejegend , door een Capitein van Stads Schuttery , die zig wegens het Genootfchap op eene hoonende manier uitliet, vooral met betrekking tot de onlangs ingevoerde epaulets en dragons. De veritandige taal van den bedaarden Vryheids • Vriend, bragt de befchuldigende lippen van den driftigen Capitein weldra aan 'c zwygen. Deeze heldhaftige Oranje - verdeediger , wien nu geen ander overtuigensmiddel overfchoot , dan den rotting , dien hy by zig had; na dat hy al vloekende de oude Invalides, in deeze Stad Guarnifoen houdende, te hulp geroepen had, doch die den Hem geen gehoor gaaven, belloot hy tot dit uiterlte, hy hief den rotting met de uiterfte woede in de hoogte, mikte op den Heer Verbeek, en zou hem ongecwyffeld de harsfens ingeflagen hebben, zo niet eene menschlievende hand den vallenden ftok onder- L deel. K fchcpt^  146 GESCHIEDENIS VAN HET fchept, en de droevige gevolgen van de onbezonnen drift des raazenden Capiteins verhoed had! De gemoederen der Omftanders waren hierdoor aan 't gisten geraakt,de meesten der tegenelkander fiaande partyen waren in de wapenen; door tusfchenkomst echter van eenige welmeenende en bedaarde Perzoonen, liep dit alles zonder verdere daadlykheeden af. Verbeek gaf daadlyk kennis van het gebeurde aan den Heer Hoofdofficier, en daagde vervolgens zyn Beleediger voor den Rechter! Hy betoogde aldaar het geen reeds middagklaar door de daad zelf betoogd was: dan ziet! de zaak werd moeilyk, werd de duisterheid zelve, Verbeek werd befchuldigd, en wilde de zwaarbeleedigde Man geen verderflyk Proces zig op den hals haaien, dan moest hy de zaak laaten zitten ! gelyk hy ook deed. ( *) De Wethouderfchap liet, op den Burgemeesterïyken wenk , deeze geleegenheid niet voorbyflippen; het Genootfchap moest den moedwil van den Capitein ontgelden, en openlyk de fchuld van het gebeurde draagen; twee dagen na dit voorval verfcheen de volgende P Ü- (*) Om op veeier braven aanhoudend verzoek een getrouw , een naauwkeurig verflag van dit merkwaardig voorval, dat onder de beide Partyen niet weinig opziens baarde, in alle zyne voornaamlte byzonderheeden het onzydig Publiek ter beoordecling over te laaten , heeft de beleedigde voorünnder -van recht en billykheid , dc Heer Verbeek, zig de moeite gegeeven , het zelve in eene aaneengelchakelde orde, by wyze van aanhangzel, agter dit Stuk te voegen!  GENOOTSCHAP TE DELFT. iljj PUBLICATIË. „ De Heeren van de weth der Stacf i5 o Elft, gcïnfbrmeert zynde geworden, dat lbmmige Schutters derzei ver Stad hebben kiin- nen goedvinden, by de Schutterlyke Byëeri„ komften te verfchynen met Dragons aan hun- ne Zabels, van een ander Couleur als dewélkë j, in den voorledenen jaare 1784 in conformité 5, der Refolucie van Kapiteinen en Hoofdman- nen der Schutterye, by verfcheidene Cornpag- niën zyn in train gebragt, en dat dezelven b zodanige geleegenheeden boven dien gebruik 5, maaken van andere Onderfcheids - Tecké* nen, welke in geenen deelen zyn gewettigdj „ nogte tot hier toe by de Schutterye zyn ge- introduceerd , en daar by confidereerëndé 3 „ dat al het zelve geene andere gevolgen kart „ hebben, dan Wanorder enCombustien , welkê. „ zö veel mogelyk behooren te werden ver* 5, myd en voorgekomen; „ Hebben welgemelde Hun Ëd. Gr. AchtÖ* ter bereiking van het voorfz. heilzaam O'ogK merk, en tot behuuding van de zo noodigê „ rust en tranquillireit onder de gezamendyké „ Schutters, goedgevonden en verdaan te fta* tueeren , gelyk geflatueerd word by deézé* „ dat niemand van de Schutterye zig zal vervor„ deren, op eenige SchutterlykeByëenkomfterij „ van wat aart of natuur die ook zouden mogera zyn, te verfchynen met eenige Dragons %M i, de Zabels, ofte anderë Onderfcheids-Teëkè- nen, hoe ook genaamd, welke by de Schut,, terye tot hier toe niet zyn ingevoerd: alles? op een boece van Vvf-en-Twintig CariS  148 GESCHIEDENIS VAN HET Guldens by de Contraventeurs telken reize, „ ten behoeve, van het Roth, waar onder de zoJ3 danige gehooren, te verbeuren. „ Werdende voorts aan de respeóïive Hoofd„ luiden van de Schutterye wel expresfelyk ge„ last, dat deeze Hun Ed. Gr. Achtb. Ordre „ prsecifelyk werde agtervolgd, en zonder eeni„ ge de minste oogluiking werde gecxecuteert „ conform de Schmier lyke Ordonnantie. „ Aldus gedaan by opgem. Heeren van de „ Weth der Stad Delft den ia july 1785, en „ na het Luiden van de groote Klok van het „ Raadhuis gepubliceert ten zeiven dage. In kennisje van my Secretaris, , H. VAN DER GOES. Deeze Publicatie, die genoegzaam met ronde woorden de Leden des Genootfchaps, alsveroorzaakers van Wanorder en Combustien brandmerkte, werd echter heilig door hen naargckoomen ; men begreep dat de handhaving der goede zaak geen Epaulets en Dragons behoefde. De oogmerken der woelende tegenparty verraaden zig ook al te duidlyk, daar men de Oranje Epaulets en Dragons naderhand invoerde, en een meer dan gerneene achting betoonde. De gelaarenheid en voorbeeldige verdraagzaamheid, waarmede het Genootfchap dit alles overltapte, verbitterde de Tegenparty flegts te meer :, men zogt geleegenheid om de onverfchrokken Vaderlanders en yverige Vryheidsvrienden in het allerhaatlykfte licht te Hellen!  ÖENOOTSCHAP TE DELFT. 149 en vermits men flegts een fchaduuw noodig had, was het niet moeilyk die te vinden. De Leden des Genootfchaps hadden een of meermaalen goedgevonden , om, na het eindigen der exercitie, het in een zak gerolde Vaandel in zo verre te vergezellen , als de plaats hunner wooningen denzclfden weg vorderde; zonder eenige andere militaire order, dan dat de Leden, by vier of vyf, agter elkander gingen zonder eenig het minne Commando, was dit te huisbrengen van het Vaandel gefchied, en hier meende men Hof genoeg gevonden te hebben, om het Genootfchap de Wethoudeilyke, of liever de Burgemeesterlyke gevoeligheid te doen ondervinden! De Hopman en Vaandrig werden hierom voor de Wethouderfchap ontbooden op den 26 July. Den zelfden dag, deeden deeze twee Officieren Rapport van hun wedcrvaaren, aan de Leden, op het exercitieveld , dat wy ter opheldering hier zullen bybrengen ; dit Rapport beftond daar in: Dat zy beiden denzelfden morgen waren gerequireerd voor de JFel Ed. Gr. Acht. Heeren van de JVeth deezer Stad, en hen aldaar werd voorgehouden : ,, dat de JFel Ed. „ Gr. Achtb. Heeren van de IFeth waren ge„ informeer d, dat zy Officieren het Faandel „bjv corps hadden afgehaald en V hu'u „ gebragt; en dat zulks ook met den Hopman „ had plaats gehad.' " V IFelk door hen Officieren wel degelyk ontkend werd , als zynde nooit het Faandel afgehaald, en de t"hnisbrenging nimmer en Corps gefchied. IFel was waar, dat de Vaandrig , met het opgerolde en in een zak bejlooten Vaandel, eenige reizen K 3 was  ï«?0 0fiSCH!lEDENIS VAN HET was naar huis gegaan, en dat verre de meest» Leden , uit eigen beweeging, hem waren gevolgd, doch zonder commando van hem of"den Hopman, fchoon zy zich zelve in gelederen fchikten, en gelykelyk waren aangemarcheerd: dat, na nog eenige redenwisfeling, over de Efcharpe van den Hopman gehandeld, èn hy Hopman verzocht wierd, dien niet'openlyk op 's Heeren (eigenlyk Burgers) ftraaten te 4raagen ! Waaróp de Hopman aanmerkte: dat de Efcharpe het eigendom van het Ge* „ nootfchap was ; dat hy zich verpligt vond dien te draagen , en dat hy, voor zich zelve, op dat verzoek niets doen kon! en dat het de }, zaak der Leden was /" Dat Hun Wel Ed; Gr. Achtb. echter perfisteerden by hun yerzoek; „ om, namenlyk het Faandel niet op de gewoone wyze fhuis te brengen , en de f, Efcharpe, op gem. Straaten niet openlyk te „ liraagen, om combusrie voortekomen." Dat de twee Heeren Officieren dit voor communicatie liadden aangenoomen, om het de vergadering der Leden voortedraagen ! Zulk eene ontmoeting, die in Delft wel nier.. Vreemd, echter zeerbelachlyk voorkwam , werd aan de beöordeeling der Leden overgelaaten. Men vroeg hen, wat zy 'er van dagten, en hoe zy Zig vervolgens zouden gedraagen? Een derLeden, liet, onder meer anderen, daarop het yolgend Advis hooren: WAARDE MEDEBROEDERS? „ Ik begryp, dat het elk Burger volkomen Vry ftaat, qrn zyn wettig en onbefprooken ei-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 151 gendom langs 's Heeren (rraaten te draagdn; „ dat het aan geen Nederlandsen Burger ooit „ door iemand kan betwist worden, dat hy een „ behoorlyk gebruik maakt van alzulke goede,, ren , welkers bezit en genot hem door de ,, wetten zelf ten plegtigfte verzekerd worden» „ Indien het draagen van het opgerolde Vaan„ del , (dat met geen minder omflag kan ge„ draagen worden,) eene zaak'zy, die betwist „ en belet zou kunnen worden, dan moet het Vaandel altoos op eene en dezelfde plaats blyK ven, wil men niet by elke overvoering (chul„ dig worden; want, daar het draagen van het „ opgerolde Vaandel, over 's Heeren llraaten, „ eigenlyk de vooronderltelde misdaad zou moe„ ten uitmaaken; is het om 't even, welke per„ foon het Vaandel draagt ; de draager van ■j, hetzelve zou de fchuldige zyn ; ten ware „ men wilde vooronderfteilen, dat dc perfoon „ van den aangeftelden Vaandraager alleen, „ door het draagen van een opgerold en in een •„ Zak beflooten Vaandel, een misdaad zou bc» „ gaan; tegen welke buitenfpoorige gedachten ik hoop, dat de goede hemel ons en alle on„ ze vyanden bewaaren zal ! De Vaandraager, „ aan wien het Vaandel, en de bezorging daar„ van is toebetrouwd, is de gefchiktfte en de „ bevoegdfte perfoon, om over de t'huis bren„ ging te disponeeren; en, dewyl ik eene dier „ geenen ben, die de ongefchonden bewaaring „ aan hem heb toevertrouwd, heb ik ook „ recht , om de bewaaring van het Vaandel, waaronder de thuisbezorging voornaamiyk J5 behoord, van hem aftevorderen. J3! Met de Efcharpes, zo van den Hopman, K 4 „ van  Sftt GESCHIEDENIS VAN het van den Vaandrig, als van den Luitenant, is „ het even eens geleegen; Zy moeten als het ,, eigendom der draagers worden aangemerkt, ,, zo lang zy in deeze hunne qualiteiten door „ ons bevestigt blyven ! indien men evenwel 5, zou kunnen goedvinden , om deeze Efcharj, pes onder de verbooden onderfcheidings teeke,5 nen , of onder de onwettige leuzen te Hel;5 len , en als zodanig te verbieden , dan zyn 5, ook alle de Efcharpes, die in onze ftad om de ,5 Japonnen gedraagen worden , en waaronder 55 men 'er zelfs van een Oranje Couleur zou 3, vinden, onder dar verbod, (als dan insgelyks ,5 leuzen, en fommige wel van eene uitdruklyk 33 rerfoooden Cooleur, zynde,) wel degelyk begreepen. Indien men deeze ftreng ... wat hard gelieft te trekken, dan zal Delft zig eroemd maaken, door de kluchtigfte procc>5 duur -n, die 'er immer gevoerd werden. „ Want het te hnis brengen van het Vaandel 5. betreft , devvyl zulks niet en corps ge- fchiedt, fpreckt het van zelve, dat daarom,5 trent geen verbod, geen verzoek zelve, kan plaats hebben. Wam of fchoon de Vaandrig ,, dit verzoek al eens inwilligde, en zig uïrdruk,. lyk verbond, om het Vaandel voortaan alleen te hui:; te brengen, wie kan dan my beletten, 35 wie zou zoo dwaas zyn, om my zelftever- zoeken, dat ik, naar huis gaande, niet agter 5, hem gaa ! dat ik niet gelyktydig met hem *-',yn linke- of rtgtebeen opiijfc en voortflap- pe ? Wie k?.n het aan myn Vriend , of aan ,5 myn Buurman -verbieden , dat hy nevens my ,wandelt , en op dezelfde wyze als ik, zyne 5, voeten voortzette ? Waar-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 153 „ Waarlyk , myne geachte Medeleden; gy zoud my met het hoogfte recht op de lyst der Zinneloozen kunnen Hellen, indien ik voortging met de ontleeding van zulke onbegryplyke denkbeelden. ,, Zo lang derhalven als ons het recht com,, peteert, om met het Vaandel, met de E,35 fcharpes , met onze Vrienden , Buuren, of „ waarmede het ook zyn mag, (zonder iemand ,, fchade te doen of te beleedigen,) medete„ wandelen, zo lang doet ook zodanig een ver,, zoek, ['t zy met allen eerbied gezegd^ niets ,, af. De Hopman, noch Vaandrig, kunnen 0- ver de beweeging onzer beenen disponeer en, en het Haat aan ons, niet aan hen, om onzen 3, gang Oost- of Westwaards te richten. Zo,5 danig een verzoek zou aan elk der Leden in 33 het hyzonder moeten gefchieden; doch, ik ,3 voor my zou gewigtige reden hebben , om j, zulk een vriendlyk verzoek op de vriendelyk35 fle wyze te refufeeren. „ Indien ook de gevolgen , door den Wet,, houder gevreesd, immer een beftaan verkry,, gen, indien wy zulks vooruitzien, dan ver„ mogen wy volftrekt dit verzoek niet inwilli,3 gen: want, wanneer de onfchuld haar wettig ., recht, haare natuurlyke vryheid, aan de be,3 dreigingen, of aan de vrees voor eene opzet.. lyk boosheid opoffert, dan ftyft zydenkwaad- ,, doener. Wanneer het rechterlyk ge- n zag de vrye, de onbetwistbaare verrichtingen .3 van den eerlyken Burger, door een verzoek of 53 verbod poogt te Itremmen, om eene gevrees5, de misdaad voor te komen, dan legt het eene ,5 befchroomdheid aan den dag, die deszelfs beK 5 ,, fcher-  T54 GESCHIEDENIS VAN HET 9, fchermend vermogen en wreekende geregtig- heid in kluisters flaat; en wanneer wy verpligt „ zyn het goede natelaaten , op dat 'er geen ,, kwaad uit voorkoome, dan is pilatus bil„ lyk te verontfchuldigen. Laat de mis- daad geftrafd worden , en de goeden zullen 5, onverhinderd hunnen weg bewandelen. „ Myn Advis dcrhalven is, dat, indien ons „ waarlyk het recht competeert, om ons wet- tig eigendom zo wel te gebruiken als te-bezit«5 ten ; indien wy de vryheid hebben , om, „ zonder iemand fchade of leed toetevoegen, 3, over 's Heeren ftraaten te wandelen, naar on,5 ze eigen verkiezing, dat wy dan-ook de drim5, gendfte reden hebben, om te blyven voort5, gaan, zo alswy begonnen zyn. Met dit Advis (temden al de Leden volkoomen in; zy begreepen, niets in het minde misdaan te hebben, en beflooten derhal ven, om te blyven voortgaan zo als zy begonnen hadden. Op den 28 July , zynde flegts twee dagen daarna, zag men aireede de werkzaamheid der Wethouderfchap, in deeze PUBLICATIE. ,, De Heeren van de Weth der Stad Delft, ., in crvaaringe komende, dat eenige Schutters 53 derzelver Stad zig vervorderen, omme buiten ,5 den tyd, tot de Exercitiën der Schutterye op .„ Stads Doelen bepaald en vastgelleld , op en .3 langs de Publicque ftraaten by partyën te ver\, fchynen in volle Wapenrusting, en zig alzo w te begeeven na de plaats, tot hunne byzonde„ re Wa^enöefFening, eigener aachoriteit, ge. fchikc,  GENOOTSCHAP TE DELFT, 15^ „ fchikt, en dac dezelve als dan kunnen goed„ vinden, om, na het afloopen dier byzondere „ Exercitiën , hec een of ander teeken, door „ hun by zodanige geleegenheid gebruikt, instp gdyks langs de Publicque draaien en Corps, „ en gewapenderhand naar huis te geleiden; en „ daarby in achting hebbende genoomen, dat al „ hetzelve is ftrekkende zo tot omkeering van „ alle goede orde, als tot meerdere aankwee„ king van disfentiën, ombustien, tweedragt „ en andere fchroomelyke gevolgen , welke „ met alle reden daaruit te dugten zyn: hebben „ welgem. Hun Ed. Cr. Acfitbaaren , als ge-^ „ trouwe Burgervaderen , niets meerder ter harte „ neemende , dan het geen tot het waare nut „ der goede Burgerye en Ingezeerencn deezer „ Stad dienen kan, mitsgaders tot weering van ,, alle te vreezen onheilen, goedgevonden, alle ., de Schutteren zonder onderfcheid ce verbie-* „ den, gelyk aan dezelven verboden wordt by „ deezen, zig buiten den tyd, toe de Wapen» „ oeffening der Schutterye op Stads Doelen „ vastgefteld en bepaald , mee eenige Wapen„ rusting op, ofte langs de Publicque ftraaten , „ by partyën uit meer dan vier perfoonen be„ ftaande, te verroonen, veel min het een of „ ander teeken by hun aangenoomen ende ge-, „ bruikt, by geleegenheid van eene Exercitie, „ door geene de alierminfte authoriteit gewecm cigd, lansrs de voorfchreeve Publicque ftraa,, ten, en Corps en gewapenderhand, naar het „ een of ander huis ce geleiden, op pcene van 3, Vyf-en-twintig Caroli Guldens, by een ie,, der Contrarie deeze doende , te verbeuren, welke Boete zal worden geappliceerd ren be- hoe-  t$6 GESCHIEDENIS VAN HIT „ hoeve van den armen deezer Stad, en Zonder „ eenige de minfte Cormiventie zal worden ge„ innet ende geëxecuteerd. „ Aldus gedaan by opgemelde Heeren van de „ Weth der Stad Delft, den 2,5 July 1785, en „ na het luiden van de Groote Klok , van 't „ Raadhuis gepubliceerd den 28 daaraan volgende. In kennisfe van my Secretaris. H. VAN DER GOES. De Wethouderfchap befchouwde dus deeze verrigting van het Genootfchap als oproerig en aanleiding geevénde tot meerder combustie! Zy gaf voor'dit alles te doen ten nutte der goede Burgery, en met dit alles wist de Wethouderfchap, dat het Genootfchap voornaamlyk tegen alle oproeren was ingerigt; dat het ten fterkfte 'er op gefield was, om het waare nut der Burgery, door de heriteliing van Vryheid en Voorrechten, te bevorderen! — Zy die oppervlakkig over de zaak oordeelden, wiftcn niet wat zy 'er van maaken zouden, daar zy begreepen, dat de Wethouderfchap en het Genootfchap het beiden daar in eens waren, om oproer tc weeren en het nut der Burgery te handhaaven ! Doch wanneer men vooronderllelt, dat verre de meerderheid der Leden, die de Wethouderfchap toen uitmaakten, voor Oranje y verden, en al de poogingen, die men tegen de heiïlooze oogmerken des Stadhouders tc werkftelde, als oproerig befchouwden, en als niet voordeelig voor zommige Burgers, (die door den Prins groot gemaakt werden,) aanmerkten, dan zal men dra in Haai gefield zyn, om de rusdooze werkzaamheid der Wethouderfchap in 'dee-  GENOOTSCHAP TE DELFT. 157 deezen, en om den regten zin haarer fchoonklinkende uitdrukkingen te begrypen. Hoe tergende deeze Publicatie ook zyn mogt en hoe zeer het hart er tegen opkwam, het geduld der Leden was er niet door ten einde gebragt: de doorzigtigften in hec Genootfchap bemerkten den ftrik, die men hen gelegd had, ■en voorzagen, uit eenige voortekenen, eengunlïige omkeering van zaaken: zy gaaven derhalven den raad, ook deeze Publicatie te gehoorzaamen , om daar door hunne vyanden te befchaamen ; en de Leden bezaten grootmoedigheid genoeg, om dien raad op te volgen. Dit alles gaf aanleiding, om zig onderling vaster aan elkander te verbinden, teneinde men in het groote beflisfende tydllip , dat men als niet heel verre af zynde befchouwde, ftaat op de trouw en byltand zyner Medebroeders zou kunnen maaken. Alle de gewoone Leden tekenden derhal ven op den 31 July de volgende, ACTE VAN PLECHTIGE VERBINTENIS, ter verdeediging en handhaaving der rechtvaardige zaak des Genootfchaps van Wapenhandel te Delft;'/? '/gemeen , en van elk der Leden in 'c byzonder , in deeze hunne qualiteit. r„ De ondergefchreevenen, die, door hunne Genootfchaplyke vereeniging , nimmer eene s, andere bedoeling gehad hebben , dan de „ hoogstnoodzaaklyke, en door den Souverein 5j zeiven gebooden beöeflening - en meerdere v vol-  153 GESCHIEDENIS V A N HEf j, volmaaking, in de Wapenen, welke hen al* vrye Nederlanders vryftaan te gebruiken, grt • hen als beëedigde Schutters der Stad Delft ,. zyn'toevertrouwd, en die zig geheel hebben „ toegelegd, om, zoo veel in hen is, de Rech„ ten, de Vryheid, den luister en het geluk, . zo van zig zelve, van de Schuttery en ver- ■ dere Ingezeetenen deezer Stad, als van alle ' hunne Landgenooten te helpen bevorderen , • te handhaaven, op de krachtdaadigfte wyze, - ■ en des noods met goed en bloed te verdeedi- • gen; verbinden zig ten allerplechtigflen, ont by deeze hunne verpligting, by dit hun wel- " beredeneerd voomeemen te blyven volharden. Zy verbinden zig , om met alle mooglyke ' bedaardheid, voorzichtigheid en verftandig o' verleg, doch tenens ook met alle onver" fchrokkenheid , kloekmoedig en fiandvastigheid, op eene wettige en met hunne Vryheid overeenkomfHge wyze, hunne perfbonen, eere, leeven, rechten en bezittingen te zullen verdeedigen, handhaaven en beveiligen, ge„ zamentlyk, en met vereende krachten; ins„ gelyks verbinden zy zig ter verdeediging en tot rugleuning van de Perfoonen der hunne „ Burger RecKten handhaavende Stads Regen„ ten; zo wanneer dezelve in de bevordering „ en. verdeediging van 's Lands waare Conftitu„ tie eenig leed of hinder in hunne perfoonen, „ of bezittingen , mogtcn worden toegebragt; „ dus verbinden zy zig tegen allen en een iege-„ lyk, 't zy grooten ot kleinen, aanzien!yken of geringen, die, of door dwingende overheer3, fching , door kwaadiiartige wraakzucht, of" ,„ door blinde vooröordeelén, misleiding of op- ,j zet-*  genootschap te delft. 15j * zetlyke boosheid, den ondergefchreevenen of „ iemand der bovengem. getrouwe Stads Regen„ ten, onverdiend, in hunne perfoonen, vry» heid» eere' leeven of rechten en bezittingen „ zullen benadeelen, beleedigen of vervol» gen- — Zy verbinden zig, om zulks ten » allen tyde te doen, het zy zy gezamenlyk, als J5 éen Genootfchap uirmaakende, en dus Ge„ nootfchaplyk , heczy, dat een of meer van „ hun , als Leden en ter zaake des Genoot„ fchaps, door de heerschzugt, het geweld » onrecht, de kwaadaartigheid of muitzucht „ aangevallen , vervolgd en beleedigd wor- „ den.. Zy verbinden zig, om niet Hechts „ voor hunnen competenten Rechter, voor „ hunne Stadgenooten, maar ook voor geheel „ Nederland en de nakomelingfchap hunne on„ fchuld te betoogen , hunne beleedigers te „ noemen , en de heillooze bronnen , waarmt „ alle deeze onaangenaamheeden zyn voortge„ fprootcn, zonder eenige bewimpeling der zuio vere waarheid, zonder eenig het minlte aan*» zien van perfoonen, met ernst en befcheidenm lieid aan te wyzen en open te leggen! — Ein„ delyk verbinden zy zig, om op'eene' betaam" » Jyke wyze, alles wat in hun vermoogen is te „ zullen toebrengen, ter inftandhoudinp- van'bun „ Genootfchap; en op dat het blyke, dat deeze „ verbmdtems hen rechten ernst zy, verbinden zy „ zig tot naarkoming van al het bovengemelde „ op de allerplechtigfte wyze, waarvan zy uit! » druklyk begecren, dat deeze hunne handteke„ ning tenblyvende getuige llrekke! A&um Delft den 31 July 1^85. Ver-  IÖO GESCHIEDENIS VAN HET Vermits men ook begreep, dat een waar Vaderlander voor al verpligt was, om voor de Binnelandfche Fabriqnen, zo veel in zyn vermoogen was, te zorgen, was men op die zelfde Vergadering ook gereed, om de Able van Plechtigs Verbintenis, die door de Amfterdamfche Vryheidsvrienden het Genootfchap was medegedeeld , te tekenen, deeze Acte luidde aldus. „ Wy Ondergeteekenden, zo gewoone als buitengewoone Leden, van het Schutterlyk Ge" nootfchap van Wapenöeflèning binnen Delft, ' onder de Spreuk: Tot Herftel der Delftfche ' Schuttery, voor Vryheid en Vaderland, ver» ^ binden ons hiermede, op hetallerplechtigst, 33 een ieder voor zig zelfs, vrywillig, dat voor„ taan onze aankoop van Kleederen en noodwendigheeden , na de onderteekening deezes, " zal beftaan, zo verre wy het bekomen kun* " nen, (onzes besten weetens,) alleen in goe" deren binnen den kring van onze Republyk " gefabriceerd , en binnen deeze Stad zo veel " mooglyk te bekomen of gemaakt kunnende ^ worden. — Voorts verbinden wy ons in 't byzonder, dat door ons geen Aardewerk van Buitenlands Fabriecq zal worden aangekogt, maar " alleen Inlandsch, of het geene uit de Coloniën " van den Staat in de Oost Indien alhier werdaan" gebragt, en by voorttrekking boven het Re" publicainsch Aardewerk, inzonderheid dat, het " geene alhier in Delft is gefabriceerd; en tot " nakominge van deeze onze welmeeninge, bekrachtigen wy zulks plechtiglyk met onze ,, handteekeninge. Actum Delft den 31 July 1785. De  GENOOTSCHAP f È DELFT. 16t- De ervaaring der vootige tyden heeft altoos geleerd, dat, wanneer een Regeering zelf haaré ftille en önfchuldige, doch vry fpreekende Burgers verdagt maakt; wanneer zy ze in een haa.clyk, een misdaadig licht plaatst, ën haar gezag misbruikt, öm de reeds al te fterk vooringenoomen meehigte, de nadeeligue denkbeelden tegens eed en pligtbetragrende Ingézetenen inteboezemen, dat alsdan doorgaands het natuurlyk gevolg is, dat een ligtgeloovig Onbezonnen én doldriftig Gemeen, daar door des te ftoutèr geworden, dén ruimen teügel viert aan zyrl haat en wraakgierigheid, en zig bevoegd acht, om de belasterde onfehuld openlyk en ge wei daadig aantevaliert. Hec Genoocrchap zag deeze waarheid thans bevestigd! 't Zag de Woede van het Gemeen ten fterkilé ontvlammen; terwyl het oproer en geweld zig veilig achter de bovengemelde Pühiicatlen verborg; de aanziendyke Vryheidvervolgers de fmalle Gemeente ten ltérkfte tegen de Leden des Genootfchaps in 'c harnas joegen , en de Publicatie zuik een vóórkomen poogden regeevert, als of hét Genootfchap dóór dezelve Vogelvry was verklaard geworden; Op den io Augustus, zynde de dag, waaróp de Schuttery, van 's morgéns 'ten zeven Uuren af tot des nademiddags ten half tweeuüren toe, onder de geweldigfie regenbuien, niet anders gëdaari had, dan twee Manualen mee Commandó . én een grocte wandeling döor de Stad, had het Genootfchap beflooten, des hademiddags eene buiteugewoone Exercitie te verrigteri. De toevloed van Vreemdelingen Wasóntzaglyk; onder dezelvè bevond zig een menigte Oranjeverdeedigers, vari -L jdeel» L tiéï  102 GESCHIEDENIS VAN HET het ruuwfte flag, die van de nabuurige plaatfen Rotterdam, 's Hage, Overfchie en elders gekoomen waren, om, zo als zig eenigen uitdrukten , hunnen Prinslyken Heilig te vieren. De Leden op hun Exercitieveld verfcheenen zynde, gebruikten de voorzorg om de ingangen mee eenige gewapende Manfchappen te bezetten, ten einde voortekomen, dat er niemand anders op hun eigen grond kwam, dan zulken, die daar toe verlof van de Leden bekoomen hadden, of Leden van andere gewaapende Genootfchappen bleeken te zyn , welken echter niet dan met zeer yeel moeite binnen geraakten, en waarvan er veeJen zig moesten getroosten buiten te bly ven. De aandrang van buiten werd weldra zo woest en fterk, en fcheen zoo weinig een uitwerkzel van bloote nieusgierigheid te zyn, dat men voorzigtiglyk befloot de deuren te fluiten, te meer, dewyl de tyd der entree reeds verftreeken, en het veld, met een zeer aanzienlyk aantal Vreemdelingen en braave Ingezetenen van beide Sexen, vervuld was. Een deel Canailje, de hoop, om zo lang de deuren open waren binnen tc geraaken, verydeld ziende, klopte en trommelde onophoudelyk, met een vervaarlyk gedruis, tot geen geringe ontfteltenis of ergernis der vreedzaams Aanfchouwers, aan de deuren, terwyl er eenigen, door hun woelenden yver, van Stads wal af inde modderfloot tuimelden, waarby dan telkens een verlchriklyk gefchreeuw werd opgeheeven. Hec verwenfehen, verdoemen en vervloeken van het Genootfchap was zonder einde; terwyl eenigen, te midden van deeze wanorden, met eene zigtbaare vergenoeging, van de Publicatie, die tot weering der wanordens dienen moest, melding paffe  GENOOTSCHAP TE DELFT. maakten, ch ze luidkeels tér rechtvaardiging vandeeze oproerige beweegingen bybragten, waardoor de raazende muiteling niet weinig zig geflerkt vond. Het fcheen er geheel öp gezet te zyn, om een gedugten aanval op het verdagcgemaakte Genootfchap te doen, en 't zelve, ware het mooglyk , met geweld te vernietigen. Toe vetfeheiden Reizen werd de deur van de Laan,: die langs het Exercitieveld, aan de eene zydè heenloopt, met kragt opengedrongen, waardoor fer dan telkens een drom volk de laan infloof, onder de verdoovende toejuiching en aanmoediging van den muitzieken hoop, die op ScadS Wal ftönd, en waar onde- eeu fdfscn karei, als een Schippersgasc gekleed, boven ailen uitfrak, met de afgryslykfte vloeken, deeze gevleeschte Duivels aanmoedigende. De Deur vaii de Laan, einulyk, met de grootfte moeite, weder geflooten zynde, ftaafcéri eenige der muiters van buiten, met mesfen, door de reeten der heining, om, ware het mooglyk, de perzoonen, die van debinnenzyde, door dezelve, naar buiten wilden kyken, te kwetzen. De Laandetir werd eindlyk met dólle woede opengecrapt, en eert ilroom van de heffe des Volks, eenige onfchuldige Nieusgierigen, in den aandrang, met zi* voerende, inundeerde de geheele Laan, onder het gruuwzaamst géfchréeuw en de moordzugtigfte bedreigingen. Dus was het veld, aan dien kant, flegts door een ouden heining gedekt, door deeze raazende menigte van Publicatievrienden, (zo als eenigen zig noemden,) ingeflooten^ en open voor den doodlyken aanval. De exerceerendë Leden intusfehen, bedagt op zelfverdeëding,' WaarëÖ buiten ftaat, om behooriyk hunne li 2 Ma-  .164 GESCHIEDENIS VAN HE"f JVTancEUvres te verrigten, daar zy, aan allezyden; een inbreuk vreezende, hunne oogen rond moeHen laaten gaan ! ln dit geval echter geraakte het Vaderlandsch bloed, zo van eenige alhier tegenwoordig zynde Schutters, als andere Vryheidzoonen, zo binnen als buiten deeze Stad woonagtig, in die edele gisting, welke den egten Vaderlander in een onverfchrokken Held hervormt, en het leeven voor de belaagdéonfchuld gewillig doet opofferen ! deeze rechtaarte Helden posteerden zig, met ontbloot zydgeweer, overal, waar zig eenig gefpuis opdeed, en deeden, met weinig Complimenten, de brutale Indringers, die de deur van het veld of den heining met geweld aantasteden , ten fpoedigfien afdeinzen: zy beduidden hen door hunne fabels en degens, alles, wat zy met woorden hen niet kosten inprenten , zo dat er eenigen met bebloede kneukels en hoofden, als overtuigden, naar huis vertrokken. Elk een deezer dappere Vaderlanders wilde de eerfte zyn, om den geheiligden grond der Vryheid, voor baldaadigen overlast te beveiligen, en de Leden, nu van de zorg voor zelfsverdeeding ontheeven, verlieten zig gcrustlykop de befcherming hunner getrouwe Medeburgers en Landgenooten, zonder wier bylland er mooglyk een bloedig tooneel zou geopend zyn geworden , vermits de tergingen tot die hoogte geklommen waren, dat de Leden zig geenzins origeftraft, in hunne Wapenoefeningen, op hun eigen grond zouden hebben laaten verhinderen. De Exercitiën hadden derhal ven voortgang, doch te midden onder dezelven, ftortede eensklaps een groot gedeelte van den heining in! Een ysfelyk gefchreeuw verhief zig van al- omme;ï  GENOOTSCHAP TE DELFT. 165 ëmme, en men dage niet anders, of de vyand van buiten, ftormde deeze befchutting met geweld neder! Straks vloog de gewapende Manfchap yllings naar de gemaakte bresfe, bezettede dezelve, om de indringing der oproerigen te voorkoomen. 't Bleek echter fpoedig, dat het een valsch alarm geweest was. De heining was niet om verre gehaald; maar, overlaaden, door verfcheiden nieuwsgierigen, die zig, by oogluiking der Leden, en onder hun waakend toeverzigt, er op geplaatst hadden, waren de oude en vergaane planken in eens losgeraakt, en fchielyk nedergefehooven, zo dat de kykende Vrienden, die, hals over kop, de vallende planken gezelfchap hielden, wel verre van ftorm te loopen, over dien onverhoedfehen val der heining, en hunne ongemakkelyke nederkooming, zelf in 9t geheel niet geftigt waren. Eenigen, die verlof hadden, doch onmooglyk binnen hadden kunnen koomen, en door den vloed des Volks in de laan waren medegefleepe, werden door de gemaakte bres toen nog ingelaaten. Een Paruikinaaker, (hard doof zynde, 'e welk tot zyn ongeluk niet bekend was, ) deezen doortogt ziende, fchoot zeer brutaal met debeenen vooruit, door een opening in de heining, op her Exercitieveld; tegen alle waarfchuuwingen aan, en in weerwil vaneen menigte vuistflagen, rigtte hy zig op; betoogende met eene huilende welfpreekenheid, dat hy zo wel op't land moge koomen als een ander! Vermits hy nu alle redenen daar tegen ingebragt in den wind doeg, (dat zeer natuurlyk was, dewyl hy ze, uit hoofde zyner doofheid, niet hoorde, ) vouwde men hem zo beknopt ineen, als de omftandigheeden toeh 3 Ue*  ; 66 GESCHIEDENIS VAN HET lieten, en (Tak hem aldus weder door het gat, op, zy ü voorin e ftandplaats. Sidderende herftelde hy zig, en herhaalde tot verfcheiden reizen: Man■:ij;i: ik v,'il vwr. je ftrydenl Een ander, tot het Oranjtgefpuis hehoorende, of fchoon door de deur ingekoomen, gekend cn afgekeurd zynde,, werd gecondcmncerd orn door het zelfde Paruikmaakerlyk canaal zig van 't veid te abfenteeren. Deeze knaap bezat zo veel beleid en gehoor, dat'er geen opvouwing noodig was; hy maakte zig zor fmal als hy kon, en kroop door het gat in de heining, in de laan by zyn medebroeders. Het geweld aldus kragtdaadig afgekeerd zynde, hield echter het woest gefchreeuw, vloeken, raazen en dringen nog aan, en Hoorden niet weinig den aandagt der aanfehouwers. Eenigen verWonderden zig, dat de Wethouderfchap, dia kort te vooren, zo verbaazend fchielyk, metPu; blicatien in de weer was, toen zy een fchadumv van be'chuldng, ten aanzien van't Genootfchap,meende gevonden te hebben, nu geen de minste pooging aanwende, om een werklyk oproer, dat de gapfcae Stad in beweeging bragt, te keer te gaan! anderen echter wisten dit zeer wel tc plooien, met te vooronderftellen, dat de Wethouderfchap. dit mooglyk niet zo zeer als een weezcnlyk oproer, dan wel als een luidrugtigen yver voor Qranje aanmerkte. D- Leden, die deeze geweldaadigheedcn moede .verden , begeerden nogmaals alle raooglyke ir.fehiklykheid te gebruiken, of fchoon het hen aan moed noch Wapens ontbrak, om dit Oranjegebroed uit een te dryven. Een der aanzienlykfie Leden baande zig, met zyn rotting, een vfceg door dit mazend canalje , en gaf kennis van  GENOOTSCHAP TE DELFT. 16*7 't gebeurde aan den Heer Hoofdofficier. Deeze zond daadlyk den Onderfchout met eenige Dienders. De Onderfchouc de plaats, waar hy eigenlyk te pas kon komen, voorbyftappende, verfeheen op het Exercitieveld, mee de houding van een Inquificeur; vragende: wat hier voor combustie was? Straks beduide men dien knaap, dat hy, niet op het veld, maar daar buiten de combustie te zoeken had; met een wees men hem de deur, om 'er zig ten fpoedigfte van te bedienen. De Onderfchout met twee of drie Dienders waren nog naauwlyks buiten de deur, ofeensklaps hield alle geraas en getier op. De Publicatievrienden begreepen deeze verfchyning niet, en waren ganfeh niet geftigt over den byiland, die de Justitie het Genootfchap verleende. Dit alles ftrekte ten voordeele des Genootfchaps; een menigte Burgers en aanzienlyke Vreemdelingen lieten zig als Leden aanteekenen; doch de Wethouderfchap nam geene maatregelen tegen deeze geweldige en oproerige aanvallen, zo min als de Justitie er zig aan geleegen liet leggen, om onderzoek naar de Aanfrookers te doen. De braave Burgery van Amersfoort inmiddels-, door eene geweldige Refolutie der Utrechtfche Staaten, in het naauw gebragt, verwagtte alle mooglyke hulp van haare Medelandgenooten, Te Dordrecht was een Request ontworpen, waarby men de Vroedfchappen in dc Flollandfche Steden zou onder 't oog brengen: „ Dat zy met ontroering, fchrik en veront- waardiging gezien hadden, de geweldige Re». ,, folueie, om Militie van deezen Staat tegen iy Amersfoort te doen aanrukken, wier braave L 4 » Bur-  GESCHIEDENIS VAN HSf „ Burgery, wel verre van zig aan eenig oproer 3, fchuldig Ee maaken, in tegendeel enkel en 33 alleen bezig was, om haare onvervreemdbare S5 rechten, op eene wettige wys te reclameeren, a, waar toe zy, door haaren Souverain zelve, J5 uitgelokt en opgeroepen was. Dat deeze aandoeningen nog zeer toenaaa, men, nu zy ontwaar werden, dat een gedeelte 35 dier troepen ftonden op repartitie deezer Proas vincie. „ Dat zodanig een gebruik maaken van Miss litairen tegen Burgers, in een tyd als tegen» 33 woordig, waar in de Republiek zo zeer versi deeld is, weinig anders kan befchouwd wor55 den, dan als een daad van geweld, door weli5 ke de eene Party boven de andere tragt «e S5 triurnfeeren, en dus de aangevallen Party gess wettigd word, om van die middelen tot tsgenss ftand gebruik te maaken, die de Voorzienigss heid aan elk fchepfcl, ter verdeediging geste fchonken heeft; 't welk niets dan defchroomaj lykfte gevolgen, niets minder dan een Burgeras oor-log kan ten gevolge, hebben. ,5 Dat de Onderget. boven dien hun gemoed « en geweeren bezwaard vinden, het hunne opso te brengen, en dus meede te contribueeren tor Sa het onderhoud van troupen, die gebruikt wor« den tot onderdrukking hunner braave Land55 en Bondgenootcn, welke zig onledig bousa den hunne Vaderlyke Vryheeden en Voonss rechten, op eene wettige wyze, uit de verge53 telheid optedelven, en van hun, die dezelven, s» onrechtmaatig mogten bezitten,, te rug te vorX> deren. v Daar de Grondwet van deezen Staat, de Unie  SENOÖTSCHAP TE DELFT. l6$ Unie van Utrecht van hun vordert. Een ie* ,5 gelyk Provintie en departiculiere Steden, Le„ den en Ingezetenen van dien met behoorlyke 55 en mooglyke middelen, ja/ met lyf en goed! „ {is het nood,} te helpen handhaaven, flyr }, ven en ferken, bcfchutten en ook befcherm s, men, jrgens allen en een jegelyk, wie en hoe-* 5, daanig die zouden moogen weezen, die ee5, nige daadlyke inbreuke zouden willen doen, 55 op hun luider fpeciale en particuliere Pri55 vilegien en Vryheeden, Exemtien, Rechten, Statuten, loflyke en welherbragte Con/tu~ 55 men, Uzantien en alle andere haarluider s, Gerechtigheeden. „ Redenen waarom de SuppJ. zig keeren tot 55 UEd. Gr. Agcb. met zo veel eei'bied als ernst •35 verzoekende, zonder tydverlies zodaanige be5, fluiten te neemen, om ter Provinciaale Staats* 55 vergadering het daarheen ce helpen dirigee» „ ren, dat ten allerfpoedigfte de troepen chans 5, in Amersfoort zynde binnengerukt, of die 5, derwaarts nog in aantogt mogten zyn, voor 5, zo veel zy ter Repartitie ftaan deezer Provin3, cie, worden terug geroepen. „ Ten tweeden, dat Hun Ed. Gr. Mog. ge,5 lieven zodanige voorzorgen te neemen, waar,5 door worde voorgekoomen, dat verder geene „ troepen ter hunner Repartitie , of coc die der „ Generaliteit liaande, nog ook geene hulptroe„ pen van deezen Scaac, in of eer zaake als bo„ ven gemeld, gebruikc worden, cegen eenige 3, Provincie, Sceden, Burgerye of Leden van 5, dien! en „ Ten derden, dac Hoogstdezelve in deeze L cricique cydsom(ta»digheeden, zodaanige naL 5 dere  |§nj GESCHIEDENIS VAN HÏT' ?, dere bepaaiingen orairent de Patenten gelie„ ven te maaken, waardoor dezelve troepen, niet dan op uitdrukkelyk bevel van Hun Ed. „ Gr. Mog. o-zen we;tigen Souverain, tot bin„ nenlandlche Lxpeditien worden geemploijeerd, 't Welk doende enz. Dit Request door een aanzienlyk aantal Burgers en Leden onderteekend, werd op den n$ Aug. ter Vroedichap ingeleverd. Om een ftaaltje te geeven, hoe het Genootfchap over deeze Amersfoortfche zaak dage,.zullen wy dit weinige, uit eene by geleegenheid der teekening gehouden aanfpraak, ontleenén: „ Het zyn de Burgers van Amersfoort, die, door hunnen Souverain uitgelokt en opgeroe* pen, om hunne onvervreemdbaare Rechten op eene wettige wyze te reclameeren, door eene meerderheid van Dwingelanden overheerscht, het zwaard op de keel gezet worden, en genoodzaakt zyn fidderende te zwygen, of als eerloze Oproermakers fchandlyk te fterven. „ 't Is dan eindelyk zo verre gekoomen, dat de Vryheid van den Burger een gevaarlyk, een misdaadig goed fchynt te weezen, en dat de handhaaving van dezelve ons met het fchavot bedreigt! — Onze Voorvaderen hebben zig tegen in- en uitheemsch geweld verzet; ten kosten van het bloed hunner Helden, hebben zy hunne wettige. Rechten herfteld, en, met de zorgvuldigfte aanbeveeling, hebben ze ons die Rechten ter bezitting nagelaaten! ■— Die Rechten zyn gedeeltelyk verdonkerd geworden ! Wat was er natuurlyker, wat redelyker en rechtvaar-.  GENOOTSCHAP TE DELFT. t?i vaardiger, dan de wederherftelling van dit eigendom des Souveseinen Volks! — Maar neen ! dondert de Tyran der Burgerlyke Vryheid, die betaamt geen Burger! — hy moet zwygen! hy moet bukken! lidderen, en een kruipende Haaf zyn! „ De Krygsmagt, welke door de Ingczeetenen van dit Gemeenebest orderhouden en be-r taald wordt, om door dczeRe hunne bezittingen, hunne Rechcen en Vryheeden te beveilig gen, te handhaaven tegen buirenlandsch geweld, tegen de Ondermyners van het algemeen geluk; die Krygsmagt, zo onvergecflyk werkloos, toen het de tyd was, om den verraaderlyken nabuur, den onrechtvaardigen, den geweidpleegenden, den roofzieken Bondgenoot te keer te gaan ! —; die Krygsmagt, welke, ten koste van den loten fchotbetaaienden Burger, zulk eene fchitterende vertooning maakt, en zo wel geüeffend is! die Krygsmagt vliegt op den eerden wenk van willekeurige Heerfchers, niet naar de Belaagers, maar naar de Verdeedigers der Vryheid! zy vliegt onder de toejuiching van de heffe des volks, onder het handgeklap"der verachtlykfte flaaven, naar eene Stad in ons vrygevogten Nederland, daar de vertrapte Vryheid bezig was met zig op te rechten ! zy rukt het zwaard uit de fcheede, enhandhaafthetgeweld, de heerschzugt en dwingeiandy op den opgeworpen troon. -— Welke toch zyn de oogmerken', der Staatzuchtige Volkvertegenwoordigers'? — Mag de Burger niet om zyne onbetwistbaare Rechten vraagen? — Mag hy ze niet op eene betaamlyke wyze ftaande houden? — Mag hy er geen Ijoodzaaklyk gebruik van maaken? — Wil men dan  ffï GESCHIEDENIS VAN HET dan eene despotieke veelhoofdige Regeering ïrtvoeren, of wel een eigendunkelyken Graaf op den troon zecten; en zal men daar toe eene Krygsmagt bezigen, die, tot een geheel ander einde gefchikt, uit onze beurzen betaald word? „ Wat zal er eiridelyk van ons Gemeenebest, wat zal er van o.ize Vryheid, van onze Rechten, wat zal er van ons worden? Eene kwyttende armoede, de verachting der Volken zullen zig over dit Land verfpreidden! Aan het verfchriklyk gerammel van Slaafsche Ketens zullen wy alle onze Medeburgers kennen! Het bczef van een voormalig, doch fchandlyk verlooren geluk zal ons geweeten pynigen, onze leevensgeesten uitputten ! — Uitgeteerd door verdrukking en ellende, zullen wy, op den rand van het eerlooze graf, om den fchandelyken dood wenfchen! — In vertwyffeling, in wanhoop llervende, zullen wy fterven onder de vervloeking van onze Kinderen en Nabuuren ! —. onder de blaakende gramfchap van den wreekenden Hemel. „ 't Zyn geene zwaarmoedige gedachten, Waarde Medeburgers .' 't Is geene bedurven verbeeldingskracht, die u onwaarfchynlyke treurtoneelen vertoont! ■— De beginzelen van dit alles doen zig op in Amersfoort; en, zonder de onverfchrokken tegenftand van alle echte Vaderlanders , is binnen weinige dagen, onze Vryheid or.herftelbaar verlooren, en zyn wy in alle de gefchetfte Jammeren, voor altoos, met onze Nakomelingen verzonken! ■ Wat is derhalven onze verpligting ? wat eischt het Opperweezen1? wat vordert het algemeen welzyn? —\yat begeert ons eigenbelang, en dat van onze huis*»  GENOOTSCHAP TE DELFT. 173 huisgenooten van ons? — wat anders dan dac wy gebruik maaken van die middelen, die, wel gebruikt, de Heerschzugt met wortel en tak zullen uitroeijen." In. September trok het Oranjegepeupel te Overfchie, en wel in dat gedeelte van hec Dorp , dat tot het grondgebied van Delft behoorde, met een vliegend Oranjevendel en corps openlyk langs 's Heeren wegen. Men verwagtte to; n, met reden, van de Delftfche Wethouderfchap. ernftige voorziening tegen deeze itoute onderneeming van onbeëedigde Luiden en bekende Oproermaakers, vermits men de wethouderlyke werkzaamheid gezien had, in een Itrenge Publicatie tegen het tc huis brengen van een in een zak opgerold Vaancel, door beëedigde Schutters en erkende Vaderlanders binnen Delft. Doch in dit geval verlcheen er geen Publicatie! — Dit opende veeier oogen , en bragt by anderen eene openlyke uitkooming voor de goede zaak, en vcreeniging mee hec Genootfchap te weeg. Een aanzienlyk Gezelfchap , tot nog toe afzonderlyk zig in den Wapenhandel geoeffend hebbende, yereenigde zig grootendeels mee het Genootfchap; de meeffen buitengewoone Leden des Genootfchaps werden te dier tyd ook exerceerende Leden van hetzelve, waar door het merklyk aanwon. De groote bedoeling des Genootfchaps, de behoorlyke invloed naamlyk van den Burger op den Regent, door middel van Burgergecommitteerden of Gemeensmannen, en de handhaaving der Vryheid door de Burgerlyke Wapenen, had zekerlyk het Genootfchap al den wrok $n vervolging der aanzienlyke Oranjeverdeedi- gerj  174 GËSCHiEjDÉNis VAN HET gers op den hals gehaald ! De geduchtfte tegenWerking was echter niet in ftaat, om de poo* ging, ter bereiking van dit groote Doel, té Verydelen. In de Provintiale Vergadering vart Afgezondenen der Schutteryen en Genootfchappen , in Holland en Westvriesland voor de Vryheid van hun Vaderland gewapend, geopend binnen Leyden op den 4 Oflober 1785, en ingerigt, om de middelen tot eene onderlinge Correspondentie en Eenftemmigheid te beraamen, werd, ter bevordering van dit lofwaardig oogmerk, door de Gedeputeerden des Delftfchen Genootfchaps een uitvoerig voorftel gedaan; bevattende een ontwerp van vereeniging ter bevordering eener grondwettige Herflelling: ten einde een foort van algemeene formule te vestigen; om daar door te Weeg te brengen, dat alle welmeenende Vaderlanders, zo die reeds Leden van deeze Asfociatie zyn mogten, of verder tot dezelve zouden toetreeden, door gelyke grondbeginfelen bezield, en op vaste ert beredeneerde gronden te werk gaande, als dan, met volkomen overeenftemming, tot een enkel, en wel tot hetzelfde Hoofdoogmerk, onderling zouden kunnen medewerken; zodanig, datdaarby, volgens den aart onzer oiripronglyke Conftitutie, zeker en onwrikbaar worden gevestigd ; I. De innerlyke welvaart der Republyk, door een heilzaame heeling der jammerlyke verwydering tusfehen Regenten en 13urgers, en een volkomen vereeniging van derzelver waare belangen. II. De uit- en inwendige verdeediging e» veiligheid des Lands, en Burgerlyke Vryheid, $oor de Wapening der geheele Natie.- taf  GENOOTSCHAP TE DELFT. I7£ Dit Ontwerp, naderhand bekend onder den naam van het Leydsch Ontwerp, zullen wy als m elks handen zynde, niet verder ontlcedigen; wy achten het genoeg te zyn daarvan nog dit te zeggen. Dat de Provinciale Vergadering vindende, dat zodanig Ontwerp niet aL'een alle attentie ver! diende; maar vooral in een tyd, als toen, waarin nog de geest van oproer op zo veele pkatfen woelde, en het Vaderland aan zo veele bui•enlandfche gevaaren was bloot gcfteld, niet kon nalaaten aan elk Burger, en zo veel temeer aan eene Asfociatie, als deeze, alle eer aan te doen; en teffens begrypende, dat de aan weezende Leden hier niet enkel ter bevordering van de eenftemmigheid in den Burgerwapenhandel waren byeengekoomen, maar teffens ook als rechtgeaarte Burgers en Ingezetenen van deeze Provincie, die zig door eene loflyke zmrt om Vryheid en algemeene welvaart re doen bloeien, poogden te onderfcheiden, en die weï verre van zig, in deeze edele poogingen, eeni*; voorrecht boven andere welceziridc Medehur geren toetefchryven, integendeel harciyk verlangden, dat alle die geenen, die tot dezelfde Hoofdbedoelingen, volgens den duuren pligt van eik rechtfehapen Burger, wilden werkzaam zyn hen daarin met raad en daad mogten onderfteunen; dewyl de algemeene goedkeurt- vatl alle rechtgeaarte Ingezetenen, en langs die» weK de volmaakte eensgezindheid tusfehen Reeenten en Burgers als de zekerfte grondflag eener heilzaame hervorming, het groote doelwit van alle hunne poogingen zyn en blyven moest; darde yergadenog, zeggen wy, deraaJven beftoot, PP  *ï?6 GESCHIEDENIS VAN HET op het verzoek der Delffche Gedeputeerden t Om hen een perfoneele Commisfie van eenige Leden toetevoegen^ om gefaamlyk met hen, het voorfchreeven Stiik te revideeren en te examineer en, en met zodaanige veranderingen, verbeteringen en byvoegingen, als dezelve hoodig zouden oordeelen, te brengen in de form van een daadlyk Foor/lel, om, by de eerstvolgende ordinaire Vergadering, als een Point van Deliberatie te dienen; waarop alsdan de Gedeputeerden finaal zullen kunnen worden gelast; met qualificatie op dezelve Commisfie, om hetzelve Voorfiel, zodanig in order gebragt, intusfchen te doen drukken*, en daarvan Exemplaaren aftezenden, of, aan de refpeclive Krygsraaden, of wel aan ten minsten twee der eer fle Officieren van alle de Schutteryen, en aan de Hoofden der Genootfchappen, voor de Zaak des Vaderlands, binnen deeze Provincie, gewapend; en hetzelve verder publyk te maaken, zodanig dat alle goede Ingezetenen zig hetzelve kunnen aanfchaffen, ten einde in fiaat te zyn, om er over te oordeelen en zig te bepaalen met kennis van zaaken, byzonder noodwendig voor de zodanigen, diein het geval zyn, om hunne Gecommitteerden , in der tyd daarop te moeten gelasten. Dus werd dit gewigtig ftuk, door de Commisfie gerevideerd, in 't licht gegeeven, onder den tytel: Ontwerp om de Republyk, door eert heilzaame Vereeniging der Belangen van Regent en Burger, van binnen gelukkig en van buiten gedugt te maaken; volgens befluit der Provinciale Vergadering van de gewapende Corpfen in Holland, den 4 Oblober 1785 bin- PC  O E N O O T S C H AP TE DELFT. 177 tien Leyden geopend, ter kennisfé der ge faam* lyke Leden en verdere Ingezetenen der Provincie' gebragt. Etlyke duizenden werden van hetzelve verkogt, en daar hec onmooglyk vvas, dat een (hik van dat gewigt onaangevogten zou gebleeven zyn, verfeheenen er «enigen gansch niet gemaacigde en nog minder gegronde aanmerkingen tégen h?tzelve; die naderhand zaaklyk wederlegd zyn geworden, in het voortreflyk Werk, de grondwettige tlerflelling enz. tweede Deel. Den eindelyken uitflag zullen wy ter zyner plaats melden. Het Delftsch Genootfchap, door dit belangryk Ontwerp, niet weinig vereerden vermaard geworden, zag daardoor teffens den haat zyner vyanden ten hooglten toppunt gefteegen : de Vervolgingen, die de Leden afzonderlyk werden aangedaan, waren zo onphoudelyk als tergende en drukkende ! eenige der Weledelgebooren Tegenkanters des Genootfchaps, na dat zy de yverigfle Voordanders, door duizend laagè kunsmaarijen, de middelen van hun beftaan hadden poogen te ontneemen, of te doeu nederleggen, verklaarden volmondig: Dat zy zulks alleen om de Vaderlandfche Denkwyze dier haatlyke Genootfchappers deedenl De Exercitiën des Genootfchaps waren tót eene aanmerklyke graad van volkoömenheid gebragt» Deskundigen gaaven er den grootlten lof aari, en daar zulks grootlyks ter aanmoediging der Leden (trekte, (rookte het. aan den anderen kant, den geest van nyd eh wraakzugc niet weinig aan. Op den 17 Oétobër befioot men de opérilyke Exercitiën van dit jaar met eene pïegtigë | DEEL; M af;  378 GESCHIEDENIS VAN HËl afvuuring. De Manoeuvres werden, onder eeö onrzagJyke toevloed van aanfchouwers, met ds uiterfte juistheid en vaardigheid verrigt; men had tot meerder gemak der fchoone Kunne, die haaren Vaderlandfchen yver, door een naardig bywoonen der Exercitiën, aan den dag legde, een tent opgeflagen, en verfcheiden ververfchin■gen bezorgd. Te midden der Exercitiën traden drie bevallige jonge Juffers te voorfchyn: een diepe ftilzwygenheid heerfchte van alom: de vriendlyke nieuwsgierigheid op elk haarer treden gevestigd, werd voldaan door een waarlyk edel bedryf, dat aller verwagting overtrof. Zy droegen ieder een verflerden fchotel met eikenloof; voor het front gekoomen zynde, deed een van haar eene treffende aanfpraak, die met de plegtigheeden van deezen dag, en haar eigen beminlyke hoedaanigheeden overeenftemde. De Digtkunst zwaaide van haare beminlyke lippen de Delftfche Helden den verdienden lof toe; de handen deezer fchoone Juffers deelden vervolgens de Eerlaurieren uit, die wel klein van uiterlyke, maar groot van innerlyke waarde, met verrukking en toejuiching ontvangen werden, en weldra, als het edelst loon van Vaderlandliefde, op aller hoeden pronkten. De braave Hopman deed toen, uit naam der Leden, eene zeer gepaste digtmaatige Dankzegging; de Leden verder allernadruklykst aanfpreekende. Ten beflüite werd , door den mond van dezelfde Juffer, uit naam der Vaderlandfche Vrouwen, een treffende digterlyke Geluk en Zegenwensch, over het welverrigte werk, uitgeboezemd en voorts deeze plegtigheid, met de gewoone falueeringen geëindigd. Om  (jENOÖ'TSCHAP TE DELFT. I7f Om deezen tyd kwam er in Delft een ander Genootfchap van Wapenoefening te voorfchyn, dat door eenigen met den naam van Obfervations Corps, door anderen Regenten Corps, doch over 'c algemeen het Oranje Corps genaamd werd: welke naani dit Genootfchap zig ook toeeigende, dit is zeker dat het genoegzaam geheel uit de yveriglle en heetlle Voorstanders van Oranje belfond, volgens alle uiewendigheeden te oordeelen : om deeze reden werd het, in tegenoverftelling van het Vaderlandsch Genootfchap, door de meeste Lederi der Regeering, en door de aanzienlykfte Ingezetenen deezer Scad, ten zigtbaarfte begunftigd en kragtdaadig onderfteund. De eigenlyke oogmerken van dit Corps heeft men nimmer durven zeggen, de verilandigen konden er echter veelen van gisfen, en zouden weezênlyk gevaar in het befhan van dit Corps gevonden hebben, indien men gefleepener vernuften aan deszelfs hoofd geplaatst had. Eenige Leden of Aanhangers van dat Corps, tot de heffe des Volks behoorende, berokkende het Genootfchap verfcheiden moeilykheedenJ wy willen onze Leezers met geen Lyst van beleedigingen ophouden; wy zullen flegts een geval aanvoeren, waarin de grootmoedigheid der waarlyk edele Vryheidszoonen oneindig afflak, by de kruipende laagheid der Oranje Voorftanders. Het Was gebruiklyk, óm by dé Exercitiën des Genootfchaps zwarte Cocarden te draagen $ verfcheiden Leden droegen dezelven ook buifén den tyd der Wapenoefening, begrypende, dat het draagen derzelven noch verbooden, noen. M a er»  l8o GESCHIEDENIS VAN HET ergerlyk voor iemand zyn kon, uit hoofde dat verfcheiden Particulieren, zo wel als de Officieren der Schuttery, Stadsamcenaars, enz. ze onverhinderd droegen! Eenigen der Oranjeverdeedigers konden echter deeze kleur niet dulden, en dreigden niet te zullen rusten, voor dat deeze Leuzen, (zo als deeze onrustige Geesten dezelven noemden, ) uit den weg geruimd waren. Verfcheiden onaangenaamheeden hadden deswegens op de Schutterswagten reeds plaats gehad; in het laatst van November 1785 vond een der Hoofdmannen van de Schuttery goed, om een der Schutters, raar gewoonte met zyn Cocarde ter wagt koomende, te ordonneeren, om, uit hoofde zyner Cocarde, de wagt te verlaaten ! De Schutter vrugteloos zig tegen dit onwettig bevel verzet hebbende, gehoorzaamde, om vreedes wil, aan hetzelve. De volgende wagt liep het veel erger. De Rondasfier van het Roth, zynde een der Officieren van de Schuttery, met no^ een Schutrer, kreegen bevel van den Hoofdman, om insgelyks de wagt te verlaaten, of de Cocarde van den hoed te doen, doch deezen geen van beiden dier voordellen verkiezende opievolgen, werden zy door den Hoofdman geweldaadrg aangegreepen, en van de Wagt gezet, ten aanzien van een groot aantal getuigen „ -op de Mart, voor het Stadhuis, byeenvergade-rd! Den derden avond moesten weder twee Schutters, waaronder zelf een Lieutenant van den Hoofdman, dezelfde fmaadlyke behandeling ondergaan, zonder dat deeze Oranjegewelde• naars, of hun Grootagtbaare Aanftookers, andere befchuldigingen tegen deeze Schutters, die Leden van 't Genootfchap waren, inbragten, das  GENOOTSCHAP TE DELFT. 181 dan het draagen van eene zwarte Cocarde, die nimmer verbooden was geworden! Deeze gehoonde Schutters beklaagden zig ter plaatfe des Gerichts, alwaar hunne zaak zulk eene verfchrikkeiyke lengte aannam, daterdenklyk nimmer een einde aan zal koomen. Het Genootfchap altoos grootmoedig in het overllappen van ïtruikellteenen, ftelde te wei7 nig waardy in een zwart lint, dat zulk een gedugte misdaad in de oogen van deszelfs Tegenparty was, om er de rust der Stad aan te waagen. Het vervoegde zig by de Ed. Gr. Agtb. Heeren van de Weth, te kennen geevende: Dat de Leden des Genootfchaps met zo veel verbaazing als Leedweezen vernoomen hadden, dat eenige Hoofdluiden hadden kunnen goedvinden, óm, zonder eenig het minfle recht, verfcheiden hunner (lille en vreedzaa?ne Medeleeden, onverdiende feitlykheeden aan te doen, om het draagen eener zwarte Cocarde. Dat zy, de waare beweegreden van dit alles gemaklyk kunnende gis jen, met angst de fchroomlyke gevolgen deezer geweldige [lappen te gemoet zagen! Dat zy, hoe zeer van hun recht overtuigd, hoe zeer in [laat, om dat te kunnen handhaven, echter begreepen, dat er Rechten van kleine waardy op zig zelve zyn, wier handhaving, of [choon mei den volkomen(len uit (lag bekroond, te duur gekogt kan worden! Dat zy, wier bekende bedoelingen en verrigtingen zaaken van het uiterst gewigt en dierbaarst belang voor Stad en Vaderland betroffen , er dus wel verre van af waren, cm, op eene bekrompen en laaghartige wys, de rust der Stad te waagen aan eene zo nieM 3 tige  182, GESCHIEDENIS VAN HET tige beuzeling, als het draagen eener zwarte Cocarde, waarin zy nooit eenige waarde gefield hadden, en V welk nimmer een Huk van aanbelang had kunnen worden, zo niet f 'ommige Luiden, by gebrek van weezenlyke oorzaaken , daarin een voorwendzel gezogd hadden , om hunnen onbillyken haat tegen braave Medeburgers bot te vieren: Dat zy daarom, ten einde de Wethouderfchap en de geheele Stad de vreedzaame intentie des Genootfchaps zien mogten, het vrywillig en ongevergd bef uit genomen hadden, om, in deezen, van hun recht aftezien; befchouwende dit als de beste wraak, die zy op hunne laaghartige Party neemen konden, en om teffens daar door te bewyzen wie waarlyk de Kustverfoorders ifaren. Zy verklaarden derhalven voorneewens te zyn, van voortaan geene zwarte Cocar? den meer op de Schutterlyke Byeenkomften te, zullen draagen; echter ten na'druklykfte aandringende, om de beleedigde Schutters recht te doen erlangen, en dat verder de gepaste maatregelen mogten genomen worden, om de ■zulken, die, Vfior geene edelmoedige gevoelens vatbaar, uit deeze betoonde infchiklykheid zelf nieuwe (lof tot ergernis en rustverflooring mogten zoeken, in zodaanige laage en ver derfyke oogmerken kragtdaadig te fluiten, aangezien vry willige opofferingen, gelyk deeze, niet tot in het oneindige konden vermenigvuldigd worden ! Zodanig een edelmoedige fïap trof niet alleen den baldaadigen Oranjefchreeuwer, maar de Wethouderfchap zelf betuigde: Dat Hun 'Ed. Gr. Agtb. ten uiterfien getroffen en voldaan  (5EMOOTSC3AP TB DELFT. I daan waren, over de recht Edele denkwyze van het Genootfchap, en ten hoogfte fen/ibel over zulk eene edelmoedige Opoffering! er verder by voegende, Dat Hun Ed. Gr. dgtb, ook daar van op de PVagten zouden laaten kennis gee~ ven, en de vereifchte maatregelen neemen, dat niemand der Leden des Genootfchaps verder zou beleedigd worden. Er verfcheen ooi? een foort van verbod op de wagt, waarby verdere beleedigingen, met betrekking tot den ongevergden aliTand der Cocarden verbooden werden. Het Genootfchap trok zig vervolgens de zaak der beleedigde Schutters aan, en ondervond wat het Stadhuisrechr zy! den uitflag deezer zaak zullen wy in het tweede Stuk deezer Gefchiedem's melden. Het Genootfchap twee jaaren gedaan heb* de voordeden deezer Sociëteit kwaamen in de Kas des Genootfchaps, en men had het genoegen, om deeze Vaderlandfche Byeenkomst, binnen zeer korten tyd, tot een aanmerklyk getal Leden te zien aangroeien. Het groote oogroerk deezer Sociëteit word in hec eerfte Artikel der Wetten dus uitgedrukt: Aangezien verfcheiden Leden van het Vaijerlandsch Genootfchap van Wapenhandel te Bcfr hun verlangen betuigd hebben, dat er cgne geregelde Byeenkomst mogt worden vastgcf--dl. tot het houden eener aangenaame, X: 1 trouwl)-k-e en nuttige Conver/atie, tot eene clrlyke L ufpanning, en het leezen van Nieuwspapieren. i'er'u dique Schriften, en daaglyks uitkpomaidc Boeken, de publique zaaken betreffende, enz zo is, ter voldoening aan deeze prytwaaraige begeerte beflooten, enz. Op den 15 Mei zond hec Genootfchap zyne Gecommitteerden ter Provinciale Vergadering de-  GENOOTSCHAP TE DELFT, 185 der Gewapende Burgercorpfen, te Leyden gehouden , zo als het vervolgens by alle foortgelyke Vergaderingen deed. Intusfghen was de Commisfie ter Directie met een opfiel van Wetten voor het Genootfchap in gereedheid, en bragt hetzelve ter onderzoek, by eene algemeene Vergadering der Leden , alwaar elk Artikel afzonderiyk overwoogen, veranderd of bepaald en vastgelleld werd. In deeze Wetten werden \oor eerst algemeene bepaalingen ten opzigte van alle de Leden gemaakt, waarna zy zig meer byzonder bepaalen tot de Gewoone of Exerceerende Leden, die allen uit Schutters moeten befiaan; vervolgens tot de Buitengewoonen, of Honoraire en Contribueerende Leden, waartoe allen Vaderlanders verkieslyk zyn : verder koomen er in voor, de Militaire Vcrdeelingen der gewoone Leden, als dat elke Compagnie uit niet minder dan 113 Manfchappcn zal befiaan; dat dezelve in 4 onderfchtiden Rotten verdeeld zullen worden; dat elk Rot onder zyn eigen Hopman zal liaan, die zyn eigen Lieutenant en Sous -Lieutenani zal hebben, zullende verder een der Hopmannen Vaandrig; en by elk Rot een Rondasfier of Veldteekendraager weezen, enz. De bepaalingen der Amtenaaren des Genootfchaps, als vier Belluurders, ter waarneeming van alle Huishoudelyke en byzondere Zaaken: ——■ Dertien Gecommitteerdens ter Directie, ter waarneeming van Politique en uitwendige Zaaken des Genootfchaps: — De Krygsraad, befiaande uit de Hopmannen en een Secretaris, ter regeling van alles wat het Militaire betreft: > Vier Gecommitteerdens ter Correspondentie, M 5 tot  185 geschiedenis van h ft t rot onderhouding van de gemeenfehap met anv dere Genootfchappen en bywooning der Provinciale en Nationale Vergaderingen van dezelve ; — Een Secretaris, ter aantekening van de Handelingen des Genootfchaps, ondertekening van Stukken, enz. Omtrent alle deeze Departementen en Amtenaaren werden goede en juiste befchikkingen gemaakt, en eindelyk de tyd der vaste algemeene iaarlykfche Vergaderingen vastgelleld, zullende er vyf in een jaar gehouden . worden, te weecen op den laatften Dingsdag in Maart, Juny, September en December, en den 31 Oétober bepaaldelyk tot het doen der jaarlykfche Verkiezing van Amtenaaren; wordende de Exercitiën insgelyks geregeld en vast' gefield. Deeze Wetten werden door de Leden gearresteerd op den 15 Mei 1786. Vermits de groote Bedoeling des Genootfchaps Vaderland en Vryheid was, kon het niet mi>feri of zy, die in de handhaving van dezelven uitmunteden , droegen deszelfs openlyke goedkeuring en lof weg. De verdienstlyke Gelderfche Rid-i der, Jonkheer robert jasper van de cape l ü e n tot den marsch werd de toejuiching des dankbaaren Nederlandfchen Volks; verfcheiden Brieven van Erkentenis zyner uitfteekende Verdienfr.cn werden er, door de Gewapende Burgercorpfen, aan dien waarlyk Edelen Man afgevaardigd. Het Genootfchap deed Hem den volgenden toekoomen: capellen! 't is uw deugd, uw zugt voor 't Vaderland, 't Is uw verheven moed, die, trotsch den tegenjlan^, Den Dwang durft tegenffrseken; Pis  GENOOTSCHAP TE DELFT. 187 fiie voor geen Heerschzugt zwigt; die., daar 't de Vryheid geld, Gelyk eeit Batavier zig h de Bresfe Jhlt, En gaarne, door uw dood, 's Volks ketens zond verbreeken! CAPELLEN! Heldenziel! het is dees Deugd, dies Moed, Dis ons, die Nederland, U hulde bieden doet , Voor 't oog der Dwingeland::!! _ Dat fnoode willekeur Uw Burgerliefde doem'! Die Liefde kroont Uw Hoofd, met onverwelkbren Roem^ En Vryheid wyd Uw Trouw de dankhaarfle Offerhanden, "t Geweld beklmm' den Tromt 't verwekke JidJering, By 't faafsch, by 't vuige Hart, by elk Afhangeling.' CAPELLEN kan niet beeven! Hy flaat gelyk een Rots ! Hy fehroomt de Donders niet! Hy kaatst de Blikfms af! — en, wat men znymen ziet, -~ Indien CAPELLEN valt! dan is Hy zonder leeven. Hoe grootsch is 't, cedle MARSCH / dus moedig pal te liaan ! Te poogen om een Volk van 't fehandlykst juk te ontflaan l Om aller heil te zotken! Verhef u, Helsch Gebroed! dat 's Burgers recht verkragt, Gansch Ne(rland gruuwt van U fterwyl het Nagejlagt, CAPELLEN zeegnen zat, zo lang Int U zal vloeken. Hoe Jtaart de Vryheidzoon op deeze Uw Heldendeugd? Hoe fterkt die 't moedig hart van Neêrlands fiere Jeugd t Hoe doet ze Uw Vyaud vrc ezen f CAPELLEN .' 't is dees deugd, die onzen eerbied wekt $ Die, daar de Dwang regeert, ons ten Geleider ftrekt; Die ons ten gr ave voert , of waarlyk vry doet weezen. Uw oaverfchrokken taal, die voor de Vryheid pleit; Die Heerschzugt doemen durft, en 't wrokkende onbefeheii, Doet fiddren, doet vcbleeken, Sekoort ons niet alleen, maar fpoort ook onzen moed, Sin, hoe ook Dwinglandy door dwangbevelen woed1! Z.0 vry} zo onverfaagi als gy voor 't Recht te fpreektn. '< PtT'  188 GESCHIEDENIS VAN HET 't Verdrukte Gelderland geyoele voor een' tyd, 't Vernederend Burger juk! — Daar gy, CAPELLEN.' zyt, Zal 't nooit geen Helden drukken! Steeds fier in tegenfpoed,-/leeds groot in 't wis/end Lot, Doen zy der Vryheid hulde . en kunnen, op 't fchavot, Wel voor,- der Beul.n zwaard, maar voor hun Juk nooit bukkenDe fchoonfie Zegepraal wagt Neérlands Burger/laat! Lees der Tyrannen vrees, op hun verbleekt gelaat, Uit hun fchroamh artiv poogen! V Gev/eld beproef zyn fietktc, op't lydzaam Burgerhart! Doch 't bene , wen htt Volk, te lang, te fel gefart, Door zyn gedugten Kling, zyn Vryheid zal betoogen! De gasfche Br■ bierkring, Me, binnen Govaards Stid, Uw moed van verre volgt, op 't fieile gloriepad, Ondanks den wrok der Gsttoten! Bewondert en ter eert in U den eedlen Man, Die, Edel door Geboorte, ook edel weezen kan, Als nydige Adeldcm Hem bitsch Voor 't hoofd durft fiooten! 'l Genootfchap, Burgervriend! fielt d'allerhoog/len prys, Op U, zy Landgenoot ! — Laat U dit Eerbewys ; Laat U zyn dank behaagen ! i CAPELLEN / flegts een wenk, als gy zyn Hulp begeert! Dan /laaft het met zyn bloed, hoe hoog 't een Vryheid eert,Voor wie '* een moed in 't hart en V fiaal op zy' blyft draagen. Delft den 13 Juny 1786. DE GES A AML YKE LEDEN. Tn het begin van Tuly werd de Christelyke Synodus van Ztfdhoiland, om gewigtige redenen , in ftede van te Breda te Delft gehouden. In naar volging van een ander aanzienlyk Corps-, be-  genootschap te delft. 180, beflooten de Leden des Delftfchen Genootfchaps, om de Leden deezer aanzienlyke Kerkvergadering, op hun Exercitieveld te verzoeken, ter bywooning eener buitengewoone vuuring. Ten dien einde werd eene Commisfie afgevaardigd aan den Ed. Mogenden Heer Commisfaris Politicq, den Heer van persyn, uit naam der Leden het bovengemelde verzoek aan Zyn Ed. Mogende voorftellende, die de goedheid had om het voor zyn perfoon aanteneemen, en teffens beloovende , om zulks ingelyks, zo aan den den Heer Commisfaris Politicq van wegens deeze Stad, als aan de overige Eerwaarde Leden van den Kerkenraad voor celtellen. Op den 12 derzelver Maand had het Genootfchap de eer en het genoegen, om den braaven Vaderlander den Heer van persyn op deszelfs veld met alle Militaire Honneurs te omvangen. Er was een Tent opgeüagen, alwaar twee gedistingueerde Stoelen, een voor zyn Ed. Mogende en een voor deszelfs Medecommisfaris, den Heer van alderwereld ftondenj verder waren er meer Stoelen gezet voor de Vaderlandlievende Predikanten, die er zig lieten vinden. De Heer van p er syn zyn plaats op de eene Stoel genoomen hebbende,, (terwyl de andere ledig bleef, ) begonden de Manoeuvres, die in de uiterfle örder en tot groot genoegen van alle Aanfchouwers verrigt werden : dezelve werden met vier generale Salvo's beflooten, als een voor Hun Ed. Mog. de Staaten van Holland en Westvriesland: «:en voor den waardigen Heer Commisfaris Politicq van •persyn: een voor de waare Volksvrienden onder de Delftfche Regenten; en een voor de Eer-,  geschiedenis van het Eerwaarde Leden der Kerkvergadering! Zyn' Edeltnogende en de Heeren Predikanten werden vervolgens doof hec Corps plegtig gefailleerd, en door een der Beduurders, uitnaam der Leden hartlyk aangefprooken : waarna de Heer van persyn en de Eerwaarde GeelteJyken; mee dezelfde plëgtigheid, als by hun Ontvangst, wederom van het veld geleid werden. Verfcheiden Grootagcbaare en Weledele*» gebooren Oranjevrienden, deeze eer aan het Ge«* nootfehap misgunnende, hadden juist op dien dag verre de meesten Predikanten ter maalryd verzegt, of liever gedwongen. Onder dit alles was en bleef het Genootfchap hef voorwerp van den algemeenen haat,vooral van die Grooten en Aanzienlyken, die^ door hunne vleieryen en kruipende onderdaaniehceden, den Prins te vriend wilden houden. Deeze Laaghartigen wel voorziende dac het Genootfchap de onrechtvaardige en volktcrgende Handelingen van Willem den Vyfden altoos zoü tegenwerken, deeden deszelfs Leden allen mooglyken afbreuk, door hen in hunne beroepen, neeringen en anderzins ten defkde te benadcelen, én door hen overal voor Oproermakers en al wat flegt eU drafbaar was uitrekrytem De Kanzei zelf moest deeze verbitterde wrok ten diende daan; terwyl de bitterde en vyandigdc der zogenaamde Vroomen zig openlyk by het Corps voegde, dat toen voor Oranje yvercêi Willem de Fyfde beging eindelyk in September 1786 dien dollen dap, die hem in zyn \vaar licht delde. Na de Vryheid en Rechten der Burgeryen van Harem en Elburg befpo: te  CENOOTSCHAp TE DELFT. ifjl te hebben, poogde hy die mee geweld te verkragten, en zond zyne gewapende Beulen, om deeze Steeden onder zyn Tyrannisch willekeur te doen bukken of plat te fchieten! Zo dra had men op den 3 September té Delft per Expresfe geen bcrigt, van dit moordaadig Opzet van den wraakgierigen Stadhouder, gckreegen, of de hooge nood der Gclderfche Medebroeders trof het hart der Weldenkcnden, en ontfonkré den alouden Bataaffchen Heldenmoed! Dien zelfden avond vergaderden de Leden des Genootfchaps: a3 derzelven deeden het edelmoedig aanbod, om ter hulp naar Elburg té trekken; men maakte terflond de noodige toebereidzelen, en des anderendaags morgens vertrokken zy reeds, met vier wagens, in volle Wapenrusting, en met een groot aantal fcherpc patroonen voorzien, naar Amflcrdam, om van daar Verder naar Elburg in tc fcheepen. Niets zou het Genootfchap, in dit geval, aangénaamer geweest zyn, dan om tot de betragting van deezen duuren Bufgerpligt, de byzondere Authorifatie der Regeering te hebben moogen erlangen! Indien men flegts eenige hoop gehad had, zou men er zekerlyk om verzogt hebben, doch wat was er' van eene Overheid te verwagten, die zig, voor 'tgrootfre gedeelte altoos recht tegen over het Genootfchap gefield had, en van wegens welke men ter Staatsvergadering van Holland, kort daar na, voorllelde : Om da Burgers, die volgens de billykheid en de heiligde Verbindtenisfen waren uitgetrokken, om, den moordgierigen Dwingeland, in zyne woede te fluiten, en de Onfchuld uit zyne klaauwen te redden, aan hun eigen Noodlot overtelaa- ten; J  ïOfc GESCHIEDENIS VAN HET ten,' dat zo veel betekende, als hun in het verderf te (forten? Zo dra deeze uittrekking algemeen onder de Leden bekend Werd, kwaamen verfcheiden der zeiven, die de Vergadering, daags te vooren, niet hadden bygewoond, zig met den fterkden aandrang aanbieden, om hunne Broeders te volgen, en de gewapende sHvmglandy in haaren vaart te helpen (luiten: Dan men begreep, dat de Delftfche Omflandigheeden niet gedoogden, om het Genootfchap te veel te verzwakken, men bragt denhal ven deezen Vaderlandfchen, en waarlyk edelen yver, fchoon niet dan met veel moeire, rot bedaaren! Een echter van deeze Helden, niet anders voor oogen hebbende, dan het gevaar waar in zyne Gelderfche Medebroeders zig bevonden, liet zig alles zeggen, doch fnelde, zo fpoedig hy kon, de uitgetrokken Manfehappen agter na. Deeze daad van kloekmoedigheid, in een tydftip dat er weezenlyk gebaar was, en men niet anders dagt, of het zou tot bloedige uiterllen gekoomen zyn, verdomde de vyanden des Genootfehaps, die de harten dier braave Leden, mar de hunne beoordeclende, voorheen dikwerf gefchimpt hadden, dat de moed des Genootfchaps, by dreigend gevaar, weldra in de fchoevergeeVen, die geene direcTe relatie tot de ib alge-  I96 GESCHIEDENIS VAN HET „ algemeend Zaaken hebben, de belangen van f, hec lieve Vaderland zyn hen echter dierbaar „ en heilig gebleeven! De Vyanden van het„ zelve, 'c zy ze zulks met woorden of daaden j, betoonen, zyn hunne vyanden! tegen deezen, ,5 ze zyn dan wie ze zyn, hebben zy de Wa5, pens opgevat! tegen deezen aullen zy, tot j, den laatfien droppel bloed, die gevoelens verss deedigen, welken hen als Contractanten der s, Unie van U recht pasfen, en waai om de Heess ren Scaaten van deeze Provincie hen onder j, Hunne Ed. Gr. Mog. byzondere Protectie j, genoomen hebben ! „ Om U Ed. Gr. Agtb. echter alle fchaduwe van „ onzeekerheid te beneemen, verklaaren de Less den des Genootfchaps, uit welker naam, Cn op wier uitdrukkeiyke last, de Onderget. de „ eer hebben te fpreeken, dat zy, in de ccr„ Üe plaats, WILLEM den VYFDEN, Prins „ van ORANJE, voor den GESLAAGEN ,5 VYAND van hec Vrye Volk van Nederland „ hou len, dat zy hem als den moordenaar hun,j ner Medelandgenooten en Verbondelingenaan„ merken! dat zy hem dus als een fchenner „ der Unie van Utrecht, als een anderen ALVA „ zulien te keer gaan, en zyne geweldige en moorddadige pogingen, volgens hunne heilige verpügting, zullen helpen verydelen, of dood voor de voeten van dien verfoeilvken „ Tyran, van WILLEM den VYFDEN, zulJ5 len nederllortcn. „ Zy verklaaren verder, dat zy alle die gee„ nen voor vyanden erkennen, die met oproer„ leuzen van den Stadhouder!yken Dwingeland „ verlierc, hunne pogingen zullen, ce werk Iteï- „ len  GENOOTSCHAP TE DELFT. IQ/ „ len, om ten voordeele van Oranje, binnen 5, dee;;e Stad, Oproeren aan te tigten. Zy „ waarfchuuwen derhalven UEd. Gr. Agtb. by „ deeezen op het allernadruklykfte, om de Jus„ titie ten ernftigfte te willen recommandeeren, w voorziening te doen tegen alle de Oranje» „ leuzen en openlyk gewapende Oranje- voor„ ftanders, die by UEd. G. Agtb. te wel be- kend zyn, dan dat de Onderget. die aan UEd. „ Gr. Agtb. met naamen behoeven aan te wy» zen ! Zy eifchen deeze voorziening! want in„ gevalle deeze partyen de oproerige hand dura, ven uitfleeken, om de heerschzugtige bedan» s, gen , de verraderlyke oogmerken van Wl L,, LLM den VYFDEN te bevorderen, en mee „ geweld door te zetcen, dan zullen de Onder„ geteekendea hen als Vyanden van den Staat „ aanmerken, en als zodanige attaqueeren! —■ 9, en byaldien er dan, Ed. Gr. Agtb. Heeren! „ Burgerbloed binnen deeze Stad vergooten ,p wordt, dat door een prompte voorziening der Juftitie zeekerlyk kan worden voorgekomen, dan betuigen de Leden des Genootfchaps, „ plegtig voor God en de Waereld, vry te „ zullen zyn van dat bloed! het laatende ter ■„ reekening en verantwoording van UEd. Gr. „ Agtbaaren. „ En, om zig in volkoomen ftaat te Hellen, „ ter defenfie van de Vryheeden en Voorrech,, ten, zo van hun Leden des Genootfchaps als hunne Medeburgers en Landgenooten, ver„ mies zy zien, dat de Schuttery deezer Stad daar toe niet in ftaat gefield is geworden, „ hebben zy zig van alle benoodigdheeden voor„ zien, en zullen zig ten fterkften beyveren, N 3 » om  I98 GESCHIEDENIS VAN HET 3i on alle mogelyke vorderingen in den Wa9, penhandel te maaken; zy kunnen dernalven 55 niet afzyn om UEd. Gr. Agtb. op eene eer, „ biedige wys kennis te geeven, dat zy als er„ kend en ftaande onder de Vaderlyke Protecp tie van de Ed. Gr. Mog, Heeren Staaten dee5j zer Provincie, voonaan, zo dikwyls zy Lesj den des Genootfchaps zullen oordeelen te be„ hooien, met flaande Trommen en vliegende 95 Vaandels en Corps, door deeze Stad, naar as en van hun Exercitie- Veld zullen trekken , ss met al de tekens en vercieringen, by het i5 Genootfchap bepaald en aangenoomen, of nog „ te bepaalen en aan te neemen; onder deeze mies, dat zy telken reize, aan den Heer Pra;„ fi Jent Burgemeester, of aan zodanig iemand, „ als UEd. Gr. Agtb. daartoe zouden gelieven 95 té benoemen, kennis van hun trekken zullen 3, geeven, uitgezonderd in die gevallen, (waar „ tegen Qpd qns genadig behoede!) dat de j, dringende nood, de kennisgeeving onmoog„ lyk of gevaarlyk maakte. „ Om echter alle bedenklykheeden, die by UEd. Gr. Agtb. mogten opryzen, weg te „ feemen, betuigen de Leden des Genoothaps van dir oogenblik af, ter eerde Re„ quificié van UEd. Gr. Agtb. gereed te zyn, „ om een plegtigen Eed van getrouwheid aan ,. de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van 3, deeze Provincie, en UEd. Gr. Agtb. af te U ggen , '.vaar by zv zig verbinden , om alle vy» andlyke of verraderlyke annflagen tegen den al3, leen wettigen Souverein deezer Landen, en „ de Vryheeden, Voorrechten.en Privilegiën, 3, zo van uun, aL van hunne Vrye Medebur- 35 gers  GENOOTSCHAP TE DELFT, IQO, gers en Landgenooten, met de Wapens te ,, helpen afweeren en verydelen! en om de Unie ,, van Utrecht met goed en bloed te handhaa55 ven. De Leden des Genootfchaps geeven 5, zelf hun verlangen te kennen, om op dee55 ze wyze door UEd. Gr. Agtb. in den Eed „ genoomen te worden, om daardoor alle fcha,5 duw van verdenking, indien dezelve by UEd. „ Gr. Agtb. mogt opryzen, te dóen verdwynen. „ De aanleiding tot deezen Hap der Leden „ des Genootfchaps, is loutere Vadcrlandlief,5 de, is de edelfte zugt voor de Burgerlyke „ Vryheeden en het onverzetlyk voorneemen, 5, om recht en billykheidendeÜnievan Utrecht „ met goed en bloed te helpen handhaaven! — „ 't Is waar, Ed. Gr. Agtb. Heeren, dat dee,5 ze ftap, 't zy met eerbied gezegd! eene zy„ delingfche verdenking van UEd. Gr. Agtb. „ fchynt aan te duiden. De Leden des Ge5, nootfchaps zyn ook te cordaat, om zulks te „ willen ontveinzen! De Stem, die dit Gr. „ Agtbaar Collegie ter Staatsvergadering nu en ,, dan heeft uitgebragt, mag het oprecht en „ eerlyk befluit der meerderheid van U Ed. Gr. ,5 Agtb. Vergadering geweest zyn, mag over„ ëenkomftig het beste weeten van UEd. Gr. 5, Agtb. zonder kwaade bedoelingen, zig ter Staats- Vergadering hebben doen hooren! De „ Leden des Genootfchaps willen zulks niet te„ genfpreeken; alleen vraagen zy UEd. Gr. „ Agtb. , of zy niet eenigen grond hebben, „ om de uiterfte omzigtigheid in acht te nee55 men, daar de meerderheid deezer Ed. Gr. 5, Agtbaare Vergadering altoos geyverd heeft, „ om de belangen van Hem voorteftaan, die N 4 „nu  Sp® GESCHIEDENIS VAN HET f, rtu van achteren gebkeken is, een Moorder „ naar der Burgers, en een Verrader des Var M derlands te weezen ? „ De Leden des Genootfchaps erkennen, „ dat U Ed. Gr. Ag^b. op den Stoel der eere „ gezeetcn zynde, daarom niet ophouden mcn„ fchen te zyn, onderheevig aan vooroordeer len en dwalingen ; zy willen gaarne gcloo„ ven, dat UEd. Gr. Agtb., in gcmoede over„ tuigd, het beste der Burgers hebben poogen „ daar te Héllen, door zo menigwervcn te dis- fenticeren met de gevoelens der overige Lc9, den der Staatsvergadering, wanneer het de ,5 belangen van den Stadhouder betrof! Zy zyn er ook verre af, om de redenen tc willen „ onderzoeken, waarom UEd. Gr. Agtb., ten „ minflen de meerderheid, van dit Gr. Agtb. „ Collegie, zig altoos zo Merk ten voordeele „ van den Heerschzugtigen en den Burger Vry„ heid onderdrukkenden Stadhouder,hebben doen „■ uitmunten; doch zy vermeenen gegronde re„ den te hebber om, met alle befcheidenheid „ en eerbied, van UEd. Gr. Agtb. te mogen „ vertrouwen, vorderen en verwagten, dat, daar „ de Stadhouder, als de openbaare vyand der tj Burgers, zyne verraderlyke en bloedgierige oogmerken, door publique daaden, thans on„ wederfpreeklyk aan den dag heeft gelegd, „ UEd. Gr. Agtb. edelmoedig genoeg zullen „ zyn, om, met eene grootmoedige aflegging „ van nog overgebleeven vooroordeelen en ver„ keerde inzigten, eenflemmig, met de overige. Burgeren Vryheidlievende Staarsieeden, zu|: >P ke befluitèn te noemen en te helpen neemen v p aj§ ter kragtdaj}Jigfte bevordering ftrekkerr „ kun-  GENOOTSCHAP TE DELFT. SOI „ kunnen van alzulke middelen, waardoor de ,. tyranny van ORANJE geweerd en geltrafc, „ en de Burgervryheid, in al haar luister, in „ onze Republiek herfteld kan worden ! „ Ziet daar, Ed. Gr. Agtb. Heeren! de ge„ voelens en voorneemens der Leden des Ge- nootfchaps, zonder de minlte bewimpeling, zonder eenige vleiery, ernftig en harclyk voor ,, U Ed. Gr. Agrb. opengelegd. Zy verzekeren zig dat U Ed. Gr. Agtb. met genoegen de ken-i nisgC' ving daar van zullen aanneemen! Zy ver„ trouwen, dat U Ed. Gr. Agtb., volgens de ,5 Wysheid en het. doorzigt van dit Agtbaar ,, Collegie, de zuiverheid en cordaatheid der f} Gcnootleiaplyke poogingen als nu in volle ,, kragt bezeffende, daadlyk gereed zullen zyn, „ om de belangen van Vaderland pn Vryheid > „ tegen den Tyran des Volks, tegen WILLEM den V. met alle magt te helpen verdeedigen. ,3 De God onzer Vaderen, die zo zigtbaar de „ zaak des mishandelden Volks zig aantrekt, ,5 beziele UEd. Gr..Agtb. tot zulke gewigtige eindens, met den geest der wysheid en der 95 onbevooroordeelde Vaderlandliefde , en be,5 kroone de poogingen van alle waare Vader? 5, landers met zyn besten zegen. AStum Delft den io September 1786. Men kan niet ontkennen, dat dit Declaratoir ftcrk was, doch de omitandigheeden des Delfcfchen Genootfchaps waren van dien aart. dat zy deezen ftap rechtvaardigden, behalven dat er ook niets in gezegd werd, dat niet dubbel verdiend was om gezegd te worden. De Burger N 5 bezie  GESCHIEDENIS VAN HET bezit eene te groote waardy, om zig altoos ontegengefprooken te laaten beleedigen en vervolgen, door hen, die al hun luister van Hem alleen ontkenen, en die zonder Hem, eigenlyk gefprooken, niets zyn. Er moet zekerlyk een eerbied aan de zyde des Burgers, met betrekking tot de Overheidsperfoonen, plaats hebben ; doch deeze eerbied moet eenen grond vinden in daaden, die zodanige Overbeidsperzoonen eerbiedwaardig maaken ! Wanneer de Man op den ftoel der eere zynen pligt vergeet, en zig vefgrypt aan de Rechten, die hy bezwooren heeft te zullen handhaaven, dan fpreekt de Burger niet te fterk, wanneer hy Hem de waarheid onder 't oog brengt! Het eenigfte dat men, in dit geval, den Burger te last kan leggen, is dat hy te zagc handelt! Regenten, die niet aan hunne verpligting beantwoorden, behoorden afgezet te worden. In het tweede Stuk deezer Gefchiedenis zullen wy waarfchynlyk geleegenheid hebben, om dit Declaratoir te verdeedigen, en dus breeder over de gevoelens des Genootfchaps te handelen. De Vroedfchap over het ingelceverd Declaratoir raadpleegende, was deszelfs befluit, de Directeuren des Genootfchaps aantezeggen: dat het de Vroedfchap aangenaam zoude zyn, om ftaande de Deliberatie der Commisfie, (die door dezelve was benoemd geworden, om het Declaratoir te onderzoeken en vervolgens daarop te berigten, ) niet te trekken. Het Genootfchap, altoos indagtig aan zynen pligt, en de eere nooit weigerende aan hen, die ze waarlyk verdienden, beantwoorde de Vroedfchap, by een nader Adres aldus; door monde van  GENOOTSCHAP TE DELFT. 20$ van Heeren Burgemeefteren, aan wie dit Adres was ingerigt: EDELE GROOTAGTBAARE HEEREN! „ De Onderget. hebben de eer ter kennis van UE. Gr. Agtb. te brengen. „ Dat zy, by het Rapport van hunne af„ gelegde Commisfie by UE. Gr. Agtb. raa,, kende het ter deezer Kamer ingeleverd De„ claratoir voor de Vergadering der Heeren Veer» «gen, op den 12 deezer, de daarop gevallen Refolutie, inhoudende : Dat voorz. Decla„ ratoir met eenpaarigheid, door Hun Ed. „ Gr. Agtb. was Commisforiaal gemaakt; dat ,, de benoemde Commisfie fpoedig zou in befogne „ treeden, en het Hun Ed. Gr. Agtb. aange» ., naam zoude zyn, wanneer, flaande de Con- ferentie dier Commisfie, nog geen trekken, met faande Trom en Vliegend Vaandel by ,, het Genootfchap zoude plaats hebben! aan ,, de gefaamlyke Leden van het Genootfchap ,, legaal hebben gecommuniceerd, in eene daar„ toe belegde Vergadering op den 15 deezer. ,, En het is van wegen die Vergadering, dat ,, de Onderget. gelast zyn, om betreklyk het „ tweede Lid der gem.Refolutie, zowelfchrift- lyk als by monde, UE. Gr. Agtb. te ver,, tooncn: „ Dat, hoe zeer ook de gefaamlyke Leden des Genootfchaps gezind* waren, en wel gewenscht hadden, om aan dit haar op onwraak„ baare gronden gefundeerd, zo billyk Compen teerend goed Recht en lang uitgerekte be- » geer-  t04 GESCHIEDENIS VAN HET w geerte, ( het trekken op voorz. wys aangaan» ,, de,) op aanflaande Maandag te voldoen, zy „ echter, uit reverentie vcor Hun Ed. Gr. Achtb. „ aan Hoogstdezelven die aangenaamheid en dat „ genoegen we] willen verghaffen, dat ftaande 5, de ïJefoignes van voorz. Commisfie, de open,, baare Trekking, met flaande Trom en vlie99 gerid Vaandel', nog zal worden liitgeffeld; in S5 die wederkeerige verwagtjng, en metditrecht- maarig vertrouwen nogthans, dat Heeren Com„ mis.arisfcn, bcnefftns Hun Ed. Gr. Achtb, ^, niet zuilen delaieeren in het beraamen derver- eischte fchikkingen en arrangementen 3 zo tot het heëedigen der Leden des Genootfchaps, >, als het bepaalen der noodige maatregelen ter S5 Executie eener prompte vigilantie en handha5? ving der goede Jufiïde, ingevolge de Plncaa.s, ten der Heeren Staaten van Holland en VVestM vriesland, tegen allen Rustverftoorders en O.35 ranjeboven fchreeuwers geëmaneerd. „ Verzoekende wyders aan UE. Gr, Achtb. ,5 van den Lihoud deezes, by de eerstkomende ,55 Vergadering van Heeren Veertigen, aldaar . ,5 kennis te geeven." Actum Delft De Commisfie ter Di- ■ den 16 SefiL 1786. reet ie, uit Naam der Leden. Men kwam eindlvk zo verre, dat óce?e Com. misfee i|it de Vroedfchap in de Conferentie z< u .treeden, met eene Commisfie, uit hecGcno-'f. fchap, tot deeze Onderhandeling re benoemen. . Niets werd greetiger omhelst dan zodanig een . Voorffel van Onderhandeling; de Perzoyn&n daar-  GE NOOTSCHAP TE DELFT. ^0$ daartoe werden benoemd, en hun Last was, om alles toetcgeeven, wat maar eeaigzins met de eer en dc belangen des Genootfchaps ürookce, orrt dat men waarlyk niets ernstiger van deezen kant verlangde, dan de herltelling der Harmonie tus* fchen Regenten en Burgers. Hoe welgemeend dit voorneemen was, en hoe zeer de Genootfchaps Gecommitteerden daartoe alle hunne poogingen te werk fielden, zy Haagden niet in dit heilzaame oogmerk! Men wisg eenige beuzelingen tusfchen beiden te werpen, eh de onderhandeling afcebreeken., zonder dat aan de Commisfie uit het Genootfchap geleegenheid gelaaten werd, om over de aanbiedingen van de zyde der Leden, d:e waarlyk groot waren, met de Gecommitteerden uit de Vroedfchap te kunnen handelen. Daar echter de openlyke Trekking der Leden des Genootfchaps gevolgen kon hebben, die vooral ten grooten nadeele der goede zaak zouden ltrekken, by aldiendezelven tegen het genoegen der Regecringgefchied.de; behalven dat er ook nog andere fchroomlyke onheilen uit te voorzien waren, die, fchoon buiten fehuld des Genootfchaps, men echter eerst ttagten moest afieweeren, om zig des te onverantwoordelyker te ftellen, 'beproefde men nogmaals om het by eene vriende'yke fchikking te vindén ! Het Genootfchap decerneerde tor dit heilryke oogmerk eene Commisfie. naar een der Heeren Vêeft gefi ; »velke «ati zyn We led. Geb. vo.vlrelde,den harriyken wahschdergezaamlyke Leden, O'^ de ru°r eta Harmonie ce bewaacen,, ernstig aaftdVii geflde op de vooricooming dtr IchrikBaar rende gevolgen, dewyl het Genootfchap v;:.-t-  <10Ó GESCHIEDENIS VAN HET lyk befloeren had, ingevolge van goed recht, te puilen trekken, doch teffens er zeer op gezet was, dat de trekking met genoegen der Regeering gefchiede, enz. Dit was van die uitwerking, dat de Vroedfchap andermaal deeze zaak in overweeging nam, en aan Directeuren toezond het navolgende. EXTRACT uit de Refolutienvan d& Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen der Stad Delft, concerneerende Stads zaaken, In V particulier: begonnen met den jaare 1783. Zaturdag den 30 September 1786. „ De Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen der Stad Delft geconvoceerd zynde, met verzoek, om zig ter Vergadering te bevinden, ,, heeft de Penfionaris Emants aan Hun Ed. Gr. Achtb. gerapporteerd, enz. „ Waarop gedelibereerd en in achting genoo„ men zynde, dat uit de bovengemelde riefolutie van Hun Ed. Gr. Mog. ten klaarden kwam „ te confieeren, dat het trekken met vliegende Vaandel en flaande Trom, afhangt van de te ,, geeven Permisfie doorderespectiveMagiftraaten, is goedgevonden en verdaan, dat een Extract van bovengem. Refolutie van Hun Ed* ,3 Gr. Mog. zal worden gegeeven aan de Direc3, teuren van hec Genootfchap, binnen deeze ,3 Stad, onder de fpreuk: Tot herfiel der Delft5, fche Schuttery, voor Vryheid er, Vaderland'. J5 Om te ftrekken tot derzei ver narigt: werdende 5, de gem. Directeurs, by deezen, op het ernstig:  GENOOTSCHAP TE DELFT. 207, „ tigfte aangemaand, om tegens de bovengem. „ intentie van Hun Ed. Gr. Mog. met geene „ flaande Trom en vliegend Vaandel, door dee- ze Stad, zonder Permisfie der Regeering te „ trekken; laatende echter de Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen deezer Stad aan de „ gem. Directeuren volkomen vry en onverlet, „ om daartoe, by een gepast en decent Adres, „ de noodige Permisfie te vraagen, en hetzelve „ op Maandagmorgen, voor negen uuren, ter Kamer van Heeren Burgemeesteren, inteleveM ren, ten einde als dan daarop, by deeze Ver„ gadering te worden gedelibereerd en gerefol- veerd. En zal mede Extract van deeze Refo„ lucie worden gegeeven aan de meergem. Directeuren, om te ftrekken tot derzelver Informatie. Accordeert met voorz. Refolutien. H. V. D. GOES. By deeze Refolutie was gevoegd het bovengemelde Extract uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genoomen op Donderdag, den a8 September 1786. „ De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft ,5 hebben, uit den naam en van wegens de Hee* ,, ren hunne Prmcipaalen, aan Hun Ed. Gr. ,5 Mog. voorgedraagen, dat Hun Ed. Gr. Mog. „ by Hoogstderzelver Refolutie van den 7 dee-  SOÏÜ GESCHIEDENIS VAN HÉT jij deezer Maand, op de addresfen, door een groot aantal gewapende Schutteryen, en ges, vagende' Genootfchappen binnen deeze Pro9'j vincie, hadden goedgevonden en verllaan, 3, Him Iloogfte genoegen by dezelve Refolutie aan den dag" te leggen, enz. ' „ Waarop gedelibereerd zynde, isgoedgevon,e den en verfiaan, by deezen te verklaaren, dat „ de inrentie van Hun Ed. Gr. Mog. by het nee* „ meri der Refolutie van den f September laasc„ leedcii, in geenen deelen geweest zynde, of „ hebbende kunnen weezen, om eenige de mins» te aneinte aan het noodige gezag det wettige „ Magiftraaten toetebrengen. Hun Ed.Gr.Mogi mitsdien, de Dispofitie over hec marcheeren van gewapende Corpfen, door Steden en Plaatje len, uyzonder met vliegende Vaandels en flaan„ de Trommels, als notoirlyk afhangende, van 3, de te geeven Permislien, door de respective „ Magiftraaren, zig in geenen deelen kunnen' „ aantrekken." ' (Cnderltond,) Accordeert met voorz. Register. (was get.) C.CLOTERBOOKE. Voor Extract uitgegeeven ter Secretarie der Stad Delft, den 30 Sept. 17&6. H. V. D. GOES. De Leden bcgfypende, en reeds vooraf begreepen hebbende, dat er tot eene openlyke Trekking op gem. wyze, eene zekere Permisfie noodig Was, fchoon de daad van trekken zelve hen  genootschap te delft. £o't) hen niet betwist kon Worden, wilden gaarne dit noodzaaklyk Compliment by de Vroedfchap afleggen. De Commisfie ter Direclic vervoegde ten dien einde, zig met het volgende Adres, by de Vroedfchap. aan de edele groot achtraare veert 1 graaden der stad delft, Geeven, met behoorlyken eerbied, te ken•j nen, de Onderget. alle Leden der Commisfie terüireftie van het Genootfchap. ten Spreuke voerende: Tot herfel der Delftfche Schut■■ tery , voor Vryheid en Vaderland: als daartoe door alle de Leden van gem. Genootfchap w expreslyk gelast: ., Dat de Onderget. eerbiedig vertrouwen, dat -ï UEd, Gr. Achtb. als rechtiiarte Burger va■■■ ders, wel zullen gelieven te beantwoorden; '■ aan het hartlyk verlangen van een notabel Aa'n^ tal Ingezetenen deezer Scad, als Leden des J3 gem. Genootfchaps, om naamlyk de nooDi,', gé Permisfie, welke de Onderget. uit naam -w der Leden des Genootfchaps, by deezen, re-}J verentlyk, zó nu, als voor 't vervolg verzoé.5- ken, aan gem. Leden wel te willén Verlcenen, „ tot de Trekking met flaande Trommen én vlie,? gende Vaandels; door gem. Leden bepaald, „ voor de eerstemaal, op heden, den i October 1786, door deeze Stad; terwyl gem. Leden van dé Vaderlyke voorzorg van UEd: Gr. „ Achtb. venrouwen, om al zulke voorzieningen voor de rust en veiligheid deezer Stad; Zó by deezen-, als dc volgende Trekkingen; tè „ doen, als dé Wysheid en Voorzigtigheid. yari L deel-. ö ÜEd:  110 GESCHIEDENIS- VAN HET „ UEd. Gr. Achtb. zal bevinden te behooren: „ zullende de Onderget. de eer hebben, om tel* „ kens kennis te geeven aan zodanig Lid of Leis den deezer aanzienlyke Vergadering, als UEd. « Gr. Achtb. daartoe zullen gelieven te benoe)s men. 't welk doende, enz. Delft den a OEt. 1786". Op dien zelfden Morgen ontvingen Directeuren des Genootfchaps dit EXTRACT uit de Refolutiender Heeren Veertig Raaden en Vroedfchappen der Stad Delft, concemeerende Stads zaaken in het particulier, begonnen met den jaar e 1783. Maandag, den 2 October 17H6". „ De Heeren Veertig Raaden en Vroedfchap«, pen der Stad Delft geconvoceerd zynde, met verzoek, om zig te* V.rgadering te bevinden, „ heelt de Penfionaris Emants aan Hun Ed. Gr, „ Achtb. voorgedraagen, enz. Waarop gedelibereerd zynde. is goedgevon,, den en verdaan, aan hetzelve Genootfchap te „ laaten vry en onverlet, om deelen middag, ,, met flaande Trom en vliegend Vaa#Jeh van ,, en naar hun Exercitieveld te moogen trekken; ,, en word aan hetzelve, by deezen, fpeciaal „ goI;ist en geiniungeerd, om, wanr.eei zy in ft het vervolg, 't zy geheel, 't zy gedeeitlyk, ,, door  GENOOTSCHAP TE DELFT. 211 „ door de Stad zouden willen trekken, als dan daar van aan de Heeren Burgemeesteren, op „derzelver gewoone Vergaderingen, ten mins„ ten twee dagen te vooren, te moeten kennis ,, geeven, om daartoe de noodige Permisfie van „ Hun Ed. Gr. Achtb. te verzoeken; wordende Heeren regeerende Burgemeesteren verder ver„ zogt, om, in geval by Hun Ed. Gr. Achtb. daaromtrent eenige bedenkingen mogten plaats „ hebben, als dan daarvan kennis te geeven aan „ deeze Vergadering, om, in dat geval, by Hun Ed. Gr. Achtb. daarop te worden gedisponeerd „ zo als dezelven geraaden zullen oordeelen. Met „ dien verftande nogthans, dat uit het neemen „ van deeze Refolutie, deeze Confequentie niet „ zal kunnen worden getrokken, als of het gem. „ Corps daar door zoude zyn gelegalifeerd: bly„ vende wyders de gem. Leden van 't Genoot„ fchap, voor zo veel dezelven den Eed als „ Schutters hebben afgelegd, gehouden en ver„ pligt, om zig in allen decle te gedraagen, „ naar de Ordonnantie op de Schuttery en Bur- » gefy " „ En zal Excracc deezer Refolutie gegeeven „ worden aan de Supplianten, om te (trekken toe .j derzelver Informatie en narigt. Accordeert met voorz. Refolutie. H. V. D. GOES. De aanmerkingen, die op het een en ander te maaken zyn, zullen ter behoorlyker plaats voorkoomen; in het tweede ftuk deezer Gefchiedcnis, zal daartoe overvloedige geleegenheid weezen. O s Dus  11-4 geschiedenis van het Dns verfcheen eindelyk het langgewenfchte Tydlfip der Genootfchaplyke Zegepraal ! Na zo veel tegenrtand, onaangenaamheeden en vervolgingen te hebben doorgeworfteld, werd de Vryheid, door haarerechtaarteZoonengevoigd, langs de (Iraaten van Delft gevoerd! Op denzeJfden 2 October des namiddags, vergaderden de Leden, in volle Wapenen en Uniform, in het huis hunner gewoonlyke byecnkomflen. Hun getal was zeer aanmerklyk, of fchoon. er by de 50 Manfchappen naar Ütrecat waren uitgetrokken. Na dat men zig in order, voor het Huis gefchaard had, gefchiede de Optogt aldus: vooraf reed, om ruimte te maaken, een Efcorte van drie Leden te paard, geleid wordende door den manhaften Heer van spreeuwenburg: agter dezelve plaatfte zig de Wel Ed. Geur. Heer Prefident Schepen Mr. w. a. van hoeken, als den vaceerenden Post van Hoofdofficier in deeze Stad waarneemende,• vergezeld door twee Stadsbodens en eenige Dienaars der Juftitje. Hierop volgden de. Gewapende Manfchappen, met fiaande'Trommen, vliegend Vaandel en keurlyk Muziek, met den weledelen manhaften Heere a.w.vanhaaften, Hopman Commandant, aan hun hoofd. De Honoraire en Contribueerende Lieden, hierop volgende, werden door eenige Heeren Officieren der Schuttery , Leden des Genootfchaps, geleid. Agter dezelve verfcheenen de braave Medebroeders der Delftfche Vryheidverdeedigers, verfcheiden Leden van Genootfchappen "buiten-deeze Stad, allen in hunne onderfcheiden Uniformen. Deeze "Trein, werd; door een Detachement gewapende Manfchappen, en vier Leden des Genootfchaps te  G E N Ö Ö TSC HAPTE DELF T. 2I3 te paard beflooten. Onder een omzaglyken tnëvioed van menfehen, trok het Zegevierende Genootfchap dus, langs de. vöornaamftc draaien, naar deszelfs Exercitieveld: aldaar gekomen zynde- werden er verfcheidc Maosëïrares verrigt, die met vier Generaale Salvo's beflooten werden., als Een voor Hun Ed. Gr. Mog. den alleen wettigen Souverein, ter erkentenis voorHoogstderzelver ook aan dit Genootfchap, verleende Hooge Protectie ! Een voor de Ed. Gr. Achtb. Vroedfchap deezer Stad, ter dankzegging voor hun gundig Appointemcnt! Een voer de Utrecbtfche Broeders, byzonder voor hen., die van wegens het Genootfchap waren uitgetrokken ! en Een voor alle manhafre Leden van Schutteryen en Genootfchappen, die deTriumf der Delftfche Broederfchap met hunne tegenwoordigheid vereerd hadden. In dezelve order als men gekomen was trok men weder naar Huis, uitgezonderd dat men een anderen weg nam. De menigte, die van alle kanten was toegevloeid, was voorbeeldig dil en bedaard; voelen uit den Burgerdaat toonden eene zigtbaare Vergenoegdheid. De Weledelgebooren Oranjevoorihmders hielden zig fchuil; hadden hunne Huizen digt doen fluiten, en loerden door fpleeten en gaten op deezen Iuisterryken Optogt. Het Genootfchaps Huis ontving zyne vrolyke Gasten, en verfchafte eene geoorloofde uitfpanning aan de Leden. Men b.egrypt zeer wel, dat dit echter geene volkoomen Zegepraal was! de dreigende wrok dak kort daarna den fchuddenden kop op, en berokkende het Genootfchap nieuwe onaangenaamheeden , onaangenaamheeden echter, die het Genootfchap even zo weinig beO 3 na-  M4 GESCHIEDENIS VAN HET nadeelden als de voorigen; integendeel zy bevorderden den luister en beftendigen bloei van hetzelve veel fterker dan de grootfte gunstbevmen immer gedaan konden hebben. Het ver, haal der zeiven zullen wy tot het volgende Stuk befpaaren. Einde van het eerfte Stuk,   «. PAAP*. G. P A A P E. «EiCIIIF.DF.NIS GESCHIEDENIS D F, R DER filWAPSNni GEWAPENDE BURGER- BURGERCORPSEN. CORPSEN. I. Dihl. I. DIEL- NB. Dat elke Gefcfiiedenïs op zig zelve gedrukt zy , deswegens kunnen de Heeren Boekverkoopers het Retigt van Infciiryvitig raadpleegen.  GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE GENOOTSCHAP VAN WAPEN OEFFENING, DE VRYHEID. T E DORDRECHT   AAM É Ë WAARDIGE VADERLANDER S> i)E HEEkEM W. GROOTVELD« W. BOSCH, D. VAN DER HORST, j. H» VAN MEETERENj E N P. VAN BEEST, Worde deeze Gefchïedenis, van hel GELEGALISEERDE GENOOTSCHAP VAN WAPENOEFFENINÖ  DE VRYHEID, ;1? lf 3 f l VI / 1 ff ^ rr A " T " 1' E DOR DRECHT, Tot een blyvend Gedenkteeken van hunnen foflyk aangewenden vlyt ter eerfte oprigtinge zo wel, als ter verdere gelukkige opbouwinge van dit Vaderlandsch C O R P S, En ten blyke van byzondere achting en Vriendfclup 'toegewyd, DOOR DEN S C II R Y V E R,  GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE GENOOTSCHAP VAN WAPENOEFFENING, T E DORDDRECHT. 2^o min als elders de eerlyke Vaderlander, onverfchillig en werkloos, de Zon van Nederlands geluk naar haaren Ondergang kon zien hellen , kon de vrygebooren Bataaf, in Hollands oudfte Vest, den dreigenden Val van het weleer zo bloeiend als gedugc Gemeenebest afwagten, zonder de helpende hand uit te fteeken , om de duurbaarfte zyner Panden te redden. Indenoodlottige Jaaren van den jongstgevoerden Engelfehen Oorlog kon het den Vryheid en Vader» landlievenden Burger van deeze Stad niet langer van't hart, om zyne geërgerde en bedroefde Ziel llegts door het loozen van falie traanen, eene zwakke vcrügting te bezorgen, ofombioodvk zyne zugten op te zenden, tot dat rechtvaardig, A 3 Op-  ê GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE Opperweezen, dat niet vergeefsch den redelyken JVfgnsch de kragc tot werken gefchonken heeft. Men gevoelde alhier hec gewigt der verpligting, om de Zegeningen en Voorrechten, die de weldaadige Voorzienigheid, zo byzonder aan Nederlands Volk, op den onvermoeiden vlyt van braave en moedige Voorvaderen, verleend had, niet langer te verwaarloozen en te veragten, door ze ten prooi te laaten aan vloek waardig Eigen belang en Hemeltrotsfeerende Heerschzucht ! Het was de Burgerlyke Vryheid, die ryke en eenige Bron van alle voorfpoed en luister der Maatfchappy, die onder de yzeren handen der ondankbaare Stadhouders al haar eerwaardig aanzien verlooren had, van verre de meeste haarer voorrechten beroofd was, en nu op het punt ftond, om onder den last van eenen Graaflyken toon geheel verpletterd te worden ! Deeze aar-gevallen, deeze deerlykrnishandelde Vryheid moest men uit de moorden-; de kiaauw der Pwingelandy redden, die reeds het Oproer en Verraad ter hulp had ingeroepen \ En dewyl haar Verdrukker geweldig, gedugt en gewapend was, begreepen haare Verdeedigers, dat reden en recht niet toereikende zouden wcezen om Hem af te weeren, maar dat zy zig insgelyks van die Wapenen moesten voorzien, die God, de Natuur en de Maatfchappy aan de hand geeven; hunne bekwaming in dezelve althans kon hen niet ten kwaade geduid worden, daarzy geen ander voorneemen hadden , dan zellsverdeediging en handhaving van hun eigendom. Reeds in den Jaare it8i waren deeze Bedenkingen, en hartlyke Wenfchen, om dezelve te bewerkftelligen, by eenige oprechte Liefhebbers, Sm hun Vaderland opgereezen. Men omwerpt e^n,  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 7 een Request, ten einde aan de Ed. Gr. Achtb. Magidraat deezer Stad te verzoeken, om eenige hervorming in, en een beter Wapening van de Burger-Compagnien! dan over 't algemeen fcheen 'er geen lust, geen inzigt ten minden in het gevaar te weezen, om deeze zo hoogstnoodzaaklyke verbeetering tot dand te helpen brengen! Nederland was nog niet verlicht genoeg! Men gevoelde het kwaad: doch flegts weinigen waren bedagt om 'er de Bronnen van te doppen! Althans dit Request vond in dien tyd geen Teekenaaren genoeg, om, met eenige wel voeglykheid, overgegeeven te worden. De Heerschzugt fpeelde echter zulk eenchaatlyke Rol; zy deed haare verderflyke bedoelingen zo openlyk blyken, en gaf zig byaanhoudenheid zo veel moeiten, om den val der Burgervryheid te voleinden, dat de weinigen, die in deeze Stad van yver brandeden, om het yzeren juk te voorkomen en der dwingende Willekeur paaien te zetten, eindlyk het befluit naamen^om, (bynaten zelfde tyde, toen Utrecht de nyvere handen aan het groote verbeteringswerk begon te liaan,")alle hunne kragten te beproeven, om, door een onvermoeid en cordaat voorbeeld, hunne Stadgenooten optewekken en tot den Wapen handel aantemoedigen: Zy beflooten de Wapenen optevatten, en te zien, hoe verre zy het gewenschte oogmerk ter uitvoer zouden kunnen brengen. In January 1783 kwamen zy voor de eerdemaal opzetlyk by elkander in hec Hof, ten Huize van den volyverigen en braaven Vaderlander, den Heere w. grootveld, weleer Officier onder de Artillery van den Staat; daaglyks groeide deeze Vriendenkring aan; de Lust tot den WapenA 4 han-  £ GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE handel begon zig üirtebreidén; en het was in dit Vryheidlievend Gezelfchap, dat de eerlle grond-, flag gelegd werd, tot die gemeenfehaplyke oeffeningen, waar uit, in den Zomer van dat zelve Jaar, het Genootfchap de Vryheid, gebooren is. Het geluk begunftigde deeze Voordanders van Rechten en Vryheid! Zy zagen den aanwas van hun Gezelfchap; ze ondervonden de bcreidvaardigde medewerking, en fmaakcen het ganocgen van de toejuichende goedkeuring van veele aanzienlyke Medeburgers. Aangemoedigd door dit wenschlyk begin, fpaarden zy geen tyd noch vlyt om zig te bekwaamen; voorziende zig ten dien einde van een bekwaam Drilmeester, op weeklyks Salaris; zynde dit de Perzoon van Cnamer,, Onderofficier van de Pontonniers. Groot waren de vorderingen, die deeze piigtbetragtendc Burgers binnen korten tyd maakten. De daaglykfche Oeflening en de nimmerverrkauwende yver, die hen allen bezielde, delden hen in daat, om reeds in April deszclven jaars, op, de Bipneplaats van het Hof, eenige proeven hunner bekwaamheid te geeven; zy manoeuvreerden en vuurden mor een juistheid en vaardigheid,die, uit aanmerking der omliandigheeden, waarlyk te bewonderen waren. Zo nieuw dit edel Schouwfpel was, waarvan men mooglyk,in geen honderd jaareti,cen voorbeeld wisr by te brcr gen, zo zeer droeg het de goedkeuring der Aanfchouwcrs weg!, Tenbewyze, dat het de edekkn kende Burgery van het VrybeidwaftrdedcBBde. Dordrecht ernst was, om by brt weeten van den pligt, dien ook uit te voeren, werd dit ioüyk voorbeeld door veelcn an,- der  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT, p deren naargevolgd. Men zag eerlang verfcheiden Gezelschappen zig, in Pakhuizen, Tuinen en andere ruime plaatfen van openbaare Gebouwen , in den Wapenhandel oeffenen! In de Burger Compagnien begreep men insgelyks het nuttige en noodzaakelyke deezer Heidenbezigheid! en om het genoegen der Weidenkenden ten top te voeren, befpeurde men, dat dp drie adeloude en zeer bevoorrechte Schutteryen binnen deeze. Stad, niet minder tot nadenken op dit gewigtig fluk begonden te koomen, dan de overige Ver- deedigers der waare Bqrgervryheid! Men liet niet na, om dit edel vuur zo veel op te wakkeren ais mooglyk was,- zy die reeds Leden der Exercitieparty, en insgelyks Leden der Schutteryen of Burgercompagnien waren, lieten zig geene geleegenheid ontflippen, om die bynaalgemeene trek tot eene geregelde Werkzaamheid te brengen. Vermits men de inftandhouding van het Genootfchap de Vryheid noodzaaklyk achrede, en het zelve reeds tot by de 40 Leden was aangegroeid, oordeelde men het noodig,om 'er, door geregelde fchikkingen, een vast beiTaan aan te verfchaffen. Men verkoos derhalvende noodige Officieren en Gecommitteerden, waar uit men eene Commisfie benoemde, tot het bepaalen van een Uniform voor de Leden des. Genootfchaps. In Juny benoemde men eene tweede Commisfie, tot het opfiellen van een Reglement. Het een en ander werd, tot algemeen genoegen * totfiand gebragt, en op den 16 July 1783 de Genootfchappelyke Verbintenis, behoorlyk op Zegel' gefchreeven, door omtrent 50 Leden onderte-. kend: waardoor de eensgezindheid en fierkte des Genootfchaps. niet weinig bevorderd werd. A 5 Het  iO geschiedenis van het gelegaliseerde Het oeffenen in de Wapenen had dus zyn geregelden voortgang, terwyl het gedrag der Leden, onbcfprooken en voorbeeldig, den lof van allen die hen kenden wegdroeg! De Vaderlander moet meer doen dan zig Wapenen; dit is flegts eene dier middelen , waar door de herftelling bevorderd wordt; de herftelling zelve beftaat in het geluk der Muatfchappy, welk geluk alleen zyn grond en vastigheid in deugd en goede zeden vind. Op den 25 Augustus hielden de Officieren en Gecommitteerden hunne eerfte afzonderlyke Vergadering, en bepaalde by die geleegenheid, om gezet, om de veertien dagen, hunne byeenkomIten te houden, ten einde gefchikter geleegenheid te hebben, om de voorkoomende zaaken te behandelen, en best het belang des Genootfchaps te behartigen. Den 27 September daar aan volgende wierden zy door de Leden verzogt, hunne gedagten te willen laaten gaan, over bet opitellen van een Adres aan de Ed. Gr. Achtb. Magiftraat deezer Stad, ter verkryging van Authorifatie en een publicq Exercitieveld. Om aan dit verzoek te beantwoorden, benoemde men eene Commisfie, die, met den aanvang van Oclober, zig vervoegde by den Prefident Burgemeester, den zeer geachten Heere gevaerts v a n g e e r vliet, aan deezen Edelen Vaderlander kennis geevende van de ernftige begeerte van hec Genootfchap. Deeze rechtaarte Burgervader, de waarde zyner Burgers kennende, ontfing deeze Commisfie op eene heufche wys, en verzekerde dezelve van zyne welmeenende geneigdheid, om de loflyke poogingen en verzoeken der Leden teonderfteunen. Deeze Vriendlyke behandeling vaneen waardig ïle-  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 1% Regent ftrekte ten Merken fpoodlag aan de Commisfie, om aan de verlangens haarer Committenten te /o'doen ! liyzondcre omfiandigheedcn bragten echter hierin eenige vertraaging te wege. Oe Schuttery van Sint Joris intusfchen, merk* lyk in Leden toegenoomen, en door onvermoeid de vlyt en aanhoudende Oeffening, zeer verre in den Wapenhandel gevorderd zynde, ftond nu haaren ecrften opcnlyken uictogt en manoeuvres te doen, op eene Stads Weide, even buiten de Poort: by die geleegendheid ftond zy ook de nieuwe Vaandels, uit handen haarer Schutsheeren, te ontvangen. De dag, toe deeze Plcgtigheid bepaald, was den 10 Oclober 1783. De broederlyke geneegenheid, de volmaakte eensgezindheid en de geheele overeenlremmcr.de Bedoclir-. gen, tusfehen het Genootfchap en gem. Schuttery ftand grypende, dceden van wederzyden eene dienstvaardigheid gebooren worden, die raar geleegenheeden reikhalsde, om hlyken van daadlyke geneegenheid aan den dag te leggen. Het Genootfchap vertoefde niet, om op den eerften ontvangst van het Berigt deezer Plegtige heid, de Schqtcery zynen dienst aantcbieden, ten einde dezelve tc gemaklykcr en onbelemmerder haare openbaaare Manoeuvres zou kunnen verrigten. Dit aanbod behaagde niet flege ongemeen zeer aan de Schuttery, maar het droeg ook de goedkeuring van de Ed. Gr. Achtb. Magiftraat en de gantfche Burgery weg. Op den dag der Trekking waren de Leden des Genootfchaps, onder bevel van den Wel Edelen Manhaften Kapitein den Heer a, b. stoop. Schepen der Stad Dordrecht, met goedvinden der Magiftraat, met vliegend Vaandel en flaanJo Trom-  14 GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE Trommen vooraf naar buiten gemarcheerd, om een Cordon in het Exercitieveld te (laan. „ Geene verbeeldingskragt", dus zeggen de Schutters van Sint Joris zelf: „ Geene ver„ beeldingskragt, hoe hoog verheven, kan den „ yvergioed in zyne flaauwfte trekken fchetfen, „ waarmede deeze Zoonen der Vryheid ons voor„ uit toogen! Zy, die de Wapenen in onze Srad „ het eerst mede hebben opgevat, om , op het „ fpoor onzer Voorvaderen, desnoods, deVryheid, die doorlugte Trek van het Beeld eener „ aanbiddenswaarde Godheid, in Bato s Erf, manmoedig te verdeedigen, en tegens allen „ aanval te befchermen ! „ Wy - met een zei ven yvergioed bezield, volg„ den dat Edel Corps, onder het aangenaam fte en ,1 ftreelendile Muziek , beflaande uit Wald„ hoorns, Basfon, Hoboh en Clarietten, enz. „ onder toejuiching van duizende Aanfchouwers „ tot op het Veld: daar koomende werden wy „ door het zelve Corps, daar het zig voor ons „ prefenreerde, ontvangen.— Een Corps, dat, ,5 aan Nederlands Troonvorftin verkleeft, het Beeld van rechtaarte Belgen, in een verftaal- de vuist, op het iuisterrykst vertoonde. ■ 5, Zy waren allen in volgende Uniform: witte 55 flopkouüfen, witte broek en vest, groene rok, 5, met wit gevoerd, met witte opflagen en kraag, 55 en ftaale knoopen; op den hoed een Panas ?5 van witte en groene veeren, en een Cocarde 5- van zwart zyden lint; in den hoed twee trues? dels, en aan den Sabel een dragon, beiden 5, van witte en roode faïet: de Officieren hadden 55 op de fchoudors zilveren nestelen, cn droe55 gen zilveren ringkraagen, waar op hec Beeld der  genootschap te dordrecht? 13 „ der Vryheid gedreeven was, uitkomende te„ gen gouden itraalen; in den hoed troedels en „ aan den degen een dragon, beiden van zilver en rood koord, en een roode zyden echar„ pe om bet lyf: hun Vaandel was rood, waar„ op de Vryheid in het wit verbeeld, uitkomen„ de tegen gouden ftraalen, met de Zinfpreuk: deeze beminnen WY. Vervolgens had de piegtigheid van de overgifc der twee Vaandels aan de Schuttery van Sint Joris plaats; dezelve gefchiede met eene zeer gepaste en recht Vaderlandfche aanfpraak, door de Wel Ed. Geflx. Heeren o. ge va erts en P. beelaerts van blokland. De ma- nceuvres werden daarop, onder Commando van den Manhaften Kapitein g. van rysoort, met eene juistheid en vaardigheid volvoerd, die de toejuiching en goedkeuring der ontzaggelyke meenigte Aanfchouwers eenpaarig wegdroegen! Na het verrichten der Exercitiën trok dc Schuttery wederom naar de SintJorL Doele, fluitende het Genootfchap achter hunne Broederen op. De Schuttery en her Genootfchap).vierden, elk op zig zelve, deezen dag met eene plegtige Maal tyd; bezogten elkander,en dronken de edelfte Conditiën. De Staatlykheid deezer Gebeurtenis, de goede orde, die by dezelve plaats gegreepen had, en de broederlyke overeenilemming , die men tusfchen Schuttery en Genootfchap befpeurde, hadden zulk een diepen indruk op de hartender Aanfchouwers gemaakt, datveelen, hunne vooroordeelen afleggende, in een brandenden yver voor Vaderland en Vryheid, insgelyks de handen aan 't werk floegen, en verfcheiden zig als nieuwe Leden aanboden. Tot  tA geschiedenis van hët gelegaliseerde Tot nu toe had men onder het Genootfchap eenige Leden gehad, die insgelyks Leden der Schuttery waren. Men begreep, dat zulks aan de toeneemende groei en bloei der beiden gewapende Corpfen, min of meer hinderlyk zou kunnen weezen; derhalven nam het Genootfchap, óp den 15 October het befluit, om Voortaan geene Leden van Schutteryen in deszelfs kring meer toe te laaten, zo lang dezelven geenbewys van ontflag konden vertoonen. Men ondervond hier door, al dat aangenaame, dat llreelende, dat de hulpvaardige Burgerliefde en onderlinge Vryheidzugt, aan gevoelige en edele harten verfchaft! Hoe gelukkig zyn dc Stervelingen, wanneer zy hunnen pligt betragten ! De Commisfie benoemd tot het vervaardigen van het Adres, deed op den 26 November van dat zelve Jaar verflag van haare verrigtingen, die de goedkeuring der gefaamlyke Leden wegdroegen ! Men befloot om het Adres, met eene gepaste Aanfpraak, te overhandigen aan den Heer Pre* fident Burgemeester ge vaerts. De Aanfpraak en het Adres , den 18 overgegeeven, waren van den volgenden inhoud: „ Ging de braave Regent wel eer gebukt on„ der den llaaffchen invloed van geleend gezag, „ en zag de vrye Burger zig even hier door vaak „ den toegang rot zynen aanzienlyken Vcrtegen- woordiger geflooten! Welke gelukkiger 3, tyden beleeven wy thans niet, daar wy dit „ Monfier, door zo veele Edele Zielen teffens aangevallen, bykans zien bczwyken en uit het 3, grootst gedeelte van ons Vaderland de wyk „ neemen ! In Uwen Perfoon, Myn Heer! eer- biedige wy een dier uitfteekenden Vryheidszoo- nen*  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. I5 nen, aan wien wy ons in deezen de hoogftc verpligcing fchuldig rekenen. Gy ook zy thee, „ die, niet te vreden, voor U zelve en in den „ Raad Uwe Stem vry te mogen uiten, en al- daar, met het gevoeliglte hart, de belangen „ van Stad en Burgery en Vaderland voorteftaan „ en te bevorderen, maar die ook Uwe deuren „ wyd open zet voor elk eerlyk Ingezeten, en „ tot hem met zoveel fpreekende daadenzegt: 5, Nadert tot my; Uwe eer is myn roem; Uw „ belang myn pligt! Gezegende Vaderftad ! roe„ pen wy daarom uit, die thans aan Uw Hoofd zulk een treffelyk Burgervader gefield moogt zien ! Burgervader! die, fints hy het roer ,« van zaaken heeft overgenomen, allerwegen aan den dag legt, welk een edel vuur van Vryheid „ in zyne borst woont; welk eene zugt hy voed „ voor de handhaving der dierbaarfie belangen des Volks. „ Trouwens , Wel Edel Groot Achtbaar „ Burger Heer ! welk een duidelyker proef „ konden wy, kon deeze Stad, van Uwe Vry„ heidszugt immer verlangen, dan daar wy U aan Haar, in tegenwoordigheid van veele dui- zenden, de Teekenen van eer zagen wyden ., en eiken Gewapenden Schutter aangefpoord! „ wat zeggen wy !— neen! eiken Vryheidmin,5 naar opgewekt, om voor haar zig liever nood „ en dood te getroosten , dan immer de boeien „ van Heerschzugt of Geweld te kusfehen. —. „ Of waar kon Uwe Trouw voor der Burgeren „ Geregtigheeden heerlyker doorltraalen, dan „ daar Gy, het eerst, hun te binnen bragt, het recht van zelf te kunnen omzien, naar zulke ti Mannen, wie zy het liefst en het meest de „ waar-  l6 GESCHIEDENIS VAN HET GÈLÈGALISEERÖE waarneming van hunne belangen tdebetrouW„ den: waarlyk Myn Heer! hebcGy in heteerfte „ geval de grootheid van Uwe Ziel aan den dag „ gelegd, niet minder draak Uwe EdelmoedigL heid en braafheid in het tweede door! En ten zy Uwe nederige Inborst, dat kostelyk fie„ raad voor eenen Man van Rang en Geboorte, „ ons verbood voortegaan met de fehets Uwer „ loffeiyke bedryven, of van het gundig voor„ uitzigt op Uw volgend beitüur, voorWaaragtig „ Burger-heil; waar heen zou ons de invloed van een erkennend hart niet vervoeren ! Lie„ ver dan komen wy ter zaak ! „ U Ed. Gr. Agtb. ziet thans voor zig eene Commisfie van Heeren Officieren en Gecom„ mitteerden van het Exercitie Genootfchap de „ Vryheid, binnen deeze Stad,belast, om, uit hunnen naam, U Ed. Gr. Agtb., en in Uwe „ Perfoon teffens den Ed. Gr. Agtb. Oudraaddee„ zer Stad te betuigen, hunne byzonderfte ach„ ting en verknogtheid! dat hec deeze is, die* „ naast eene aangeboren trek tot Vryheid, hun „ heeft doen omzien naar die middelen, welke, „ in een onafhangelyk Gemeencbesc, alcoos als „ de zekerfte waarborgen tegen geweld en inJ5 breuk plecgcn bcfchouwd te worden! — dat wy uit die beginzelen een Genootfchap van J5 Wapen. Oeffcnmg hebbende opgerigt, en ons 55 bekroond vindende met de kcnnelykfte goed,5 keuring van veele refpeftable Leden der Re„ geeringen byzonder van UEd. Gr. Agtb.heb,5 ijen mogen toeneemen, tot die trap van vor„ dering en getal, dat wy nu noodig gevonden n hebben, ons te faamen aan den Ed. Gr. Agtb. „ Oudraad deezer Stad te moeten adresfeeren, - v ge-'  genootschap te dordrecht, i? "5, gelyk wy de Eer hebben by deezen in het nef- fensgaande adres te doen. UEd. Gr* „ Agtb. daar by nederig verzoekende, het zelve „ gundig aantenemen; inde Ed. Gr.Agtb.Oud■s, raad deezer Stad inteleveren, en het zelve met „ Uwe veelvermogende invloed te onderfteu- nen; opdatwy, onze verlangens voldaan, etl „ ons tot een Gelegalifeerd Corps gevestigd zien- de, te yveriger, mogen vo >rcgaan, en onze „ Medeburgeren gedadig, met eigen voorbeeld, y, moogen leeren, dat het heil van het Algemeeri de hoogde Wet van eiken Ingezetenen zyri ., moet! „ Maar da ons ook toe, E. G. A. Heer* dat wy deze gelegenheid teffens omhelzen» om, in naam van ons geheel Genoodfchap, U Ed. G. A. van onze byzonderde achting te „ verzekeren, en te wenfchen, dat de God der' Goden uw Perfoon nog lange by volmaakten „ welftand fpaare! en in zyne Hand tot een Ge„ zegend Middel doe drekken, om, met zoo veele Braaven, al het vervallene in ons Va„ deriand en in ons midden te herdellen eil „ optebeuren! — Houd niet op, Myn Heer ! „ de Liefde van eene Vrije en Verlichte Bur„ gerij te troonen, en hun ook aan hunne kin„ deren te doen vertellen: Deeze is onze Vriend, ■5" onze Bejchermer; onze algemeene Vaderl „ Aan Hem hebben wy de duur/Ie veris piïgtiitgi Hem zult gy eer en en beminnen; ■ u op Hem moogt Gy al uw vertrouwen vesti- ï, gen! Zo, zo bereike U Ed. Gr. A., ori- „ der het genot van den bcgeerlykden voor* ,, fpoed, en de verwerving van den wezenlyk« den roem , deri hoogstmogelyken OuderB dorfj  J% GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE „ dom; — Zo, zo Leeve UEd. Gr. A. ook „ dan, wanneer Gy nier. meer zyn zult, en „ zo waaragtig zullen uwe kinderen na U, ook 5, gelukkig, bemind, geëerd en gezegend zyn ! Aan dm Ed. Gr. Achtb. Oudraad deiat ad Dordrecht, Geeven met allen eerbied te hennen de Gezamentlyke Leden van het Exercitie Genoodschap de Vktheid, binnen deeze Stad, zynde alle Burgers en Ingezetenen van dezelve Stad: Dat de zugt om zig in den Wapenhandel te oeffenen, gelyk in andere Steden, zox ook by zonder, in deeze Stad, fnts eenigen tyd, merkelyke vorderingen gemaakt hebbende; de Ondergeteekende onder anderen, mede reeds zederd eenige Maanden, onder het oog, en zo zy zig moogen flatteer en, met geene duiflere blyken van goedkeuring van Uw Ed. Gr. Ag. zig by forme van een'' Compagnie of Genootfchap, onder zekere vast gefielde ordres en regels, in ■ denzelven wapenhandel hebben geëxerceerd. Dat der Supp. (_ onder welken veelen zyn, die hunnen tyd, in de Burgerwagten, reeds hebben uitgediend, of daarvan uit hoofde hunner bediening, den gewoonen Vry dom genieten, ) oogmerk in deezen, geen ander zynde, dan om den loffelylcen nayver in het verkrygen der noodige kundigheeden in den Wapenhandel, onder het ganfche Lighaam der Burgerij , te algemeener te vlaken, en zig in ftaat te feilen, om met en neffeus alle braave Burgers, en Ingezetenen, deeze Stad hunner  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT* l£ inwooning , derzelver wettige en gerefpeB'eerde Regeering, Vrydommen en Voorrechten, kragtdadig, is het nood, te kunnen beveiligen en verdeedigen, tegen alle onverhoopte onrust*, geweld, of inbreuk:, van binnen of buiten. Dat de ondergefchrevene ter meerdere bevordering van voorfchr even eindens. en uit decentie voor de Aucioriteit van UEd. Gr. Agtb* mi ook hebben gemeend zig aan VEd. Gn Agtb. te moeten addrefeeren, gelyk zy doen by deezen, met voorigen eerbied* verzoeken, dat het UEd. Gr. Achtb. behaage hun Genootfchap , onder bovengemelden 'Litul van het EXERCITIE GENOODSCHAP de VRTHEID , binnen Dordrecht , te Legalifeeren en te Authorifeeren, of met zodanig ander bewys van Uw Ed. Gr. A. goedkeuring te vereeren, en daar neffens zekere bekwaame plaats, binneiè of buiten deeze Stad, te vergunnen en aantéwyzen, op welke zy, by hun toeneemend Getal, hunne oefeningen onverhinderd kunnen voortzetten en afvuur en; alles zo en als U Ed. Grt Agtb. wysheid best zal oordeelen, tot voorzet* iing van den openbaren M^apenhandel en om neffens de Refpe&ive Burger Compagnie Schutterye, tot af wering van alle geweldV onrust of inbreuk van binnen of buit en te kunnen dienent 't welk doende. Was geteekend door Ai b. stoop, A. A. stoop, A. Poii- PE VAN M EER DER VOORT, P. SOETERTK, P. BLUS SE, W. GROOT VEtOj B 4 tl. WAL-  te „ legalifeercn en te auchorifeeren, en aan Hun „ eene bekwaame plaats binnen of buuen '..e :-:e „ Stad tot voorzettinge hunner oetTeningen, „ en ten einde behoorlyk te kunnen afvuuren, te vergunnen en aancewyzen, enz. zynde „ van den volgenden inhoud Fiat infertio. „ Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun „ Ed. Grooc Achtbare, ten einde aan de Sup„ plianten een blyk te geeven van hun genoe_ gen over derzelver vordecing in den VVapen" handel, goedgevonden en verfhan de Sup- plianten onder den Titel van 't Exercitie^ " Genootfchap de Vryheid, binnen deeze Stad, " als een Wettig Genootfchap onder de orders van deze Vergadering ftaande, ce Erkennen, " en als zodanig ce Legalifeeren, zo als Hun Eiele Groot AchUb. 't voorfchreven GenootH fchap Erkennen en Legalifeeren by deezen, om op ordre van deeze Vergadering, of wel " van den Heere Prefident Burgemeester in der „ tyd, ingevalle van onverhoopte onrust, of andere'ohgelegenheeden , beneffens de Burger„ Compao-nien en Schurteryen, tot confervatie 35 r ° B 3 van  £4 GÊSCHTEDENfS VAN H"T GELEGALISEERDE „ van de puMicque rust binnen deze Stad te „ dienen: — en worden Heeren Burgemeesre„ ren verzo'gt engequalificeerd, om aan 'c voorz. „ Genoodfchap de Vryheid, eene GefcbiktQ „ Vergaderplaatfe binnen de Stad, als nieedc „ een bekwaame plaats, 'c zy binnen of buiten n ^e Stad, om hunne Wapenoeffening onver* 5, hinderd te kunnen voortzetten en behoorlyk „ afte vuuren, toeteltaan en te verzorgen! ,, En zal Extract deezes gegeven worden aan „ Heeren Burgemeesteren, om te (trekken tot „ Hun Ed. Groot Achb. informatie, alsmede „ aan de Supplianten om te dienen tot narigt, „ en zig naar dezelve te gedraagen. Accordeert met de voorz. Refolutie, {Was Get eekent) PS. OËV A E RT S. Het Genootfchap door zulk een hoogstververeerend Befluic eener waarlyk Burgerlievende Regeering volkomen gewettigd, achrtede zig nu ook van zynen kant verpligt, om dooreen waardig gedrag aan dit blykbaar vertrouwen zyner eerbiedwaardige Overheid te beantwoorden, en om deeze gevoelens, zoo wel als de verfchuldigde erkentenis, door eene Staatlyko Deputatie by den Heer Prefident, e. onderWater, openteleggen. In het begin van Maart 1784. kweet gem, Reputatie zig van haaren last, met de volgende aanipraak aap den Prefident Burgemeester: wel-  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 1% WELEDELE GROOTACHTBAARE HEER! „ Toen hec Exercicie - Genootfchap de Vry„ heid, deszelfs Adres eer bekooming van Le„ galifatie, by dan Ed.Gr. Achtb. Oudraad dee„ zer Stad, door ons, aan den afgegaanen Heer „ Prefideat deed overgeeven, namen wy ceffens „ de Vryheid, by hec verzoek om zyne beguns„ tiging, de voornaamlte Roerzeis onzer daaden „ te fchetfen. Zy waren deezen: eene elk Re„ publikejn bezielende drift voor zyne waardige ' Reprefentanten! Eene zugt voor zelfbehoud, „ en voornaamlyk, dat geheiligd vuur, 't welk „ den redelyken en deugdzaamen Vryman ver„ heft boven alle perfonéel belang, en Hem doet „ werkzaam zyn, daar, waar het algemeene Heil Hem wenkt; waar de ftem der Billykheid en „ des Rechts hem roept en noodigt! Trouwens „ indien niet deezen, welke andere drangredenen „ zouden onafhanglyke en onverpligte Luiden, ., (en dus zyn niet alleen wy, maar de mectte „ Leden van ons Genootfchap,) kunnen noopen, om, by zo veele lasten, die zy, in onderfcheiding van anderen, draagen, ook die te voegen van hunnen tyd uittekoopen; vlyt H en kosten te befteeden, ter formeering van een „ gewapend Corps, gelyk dat, waarvan wy de „ eer hebben, Leden, Officiers en Gecommit„ teerden te zyn ? Op de gezegde Grondbeginzelen dan be„ gonnen en voortgegaan zynde, was het ons Genootfchap tot geene geringe voldoening, „ deszelfs Request, by de Ed. Gr. Achtb. Hee„ ren van den Oudraad geagreëerd en met een „ gunstig Appointemenr vereerd te zien! 'c Was B 4 voor  44 GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE „ voor het Genootfchap ook gatisch geene on„ ve fchillige zaak , dus hec duidelyk bewysi „ der Goedkeuring, op zyne poogingen, Van „ eene Verlichte Magiffraac te moogen ontvan« gen ! „ Dan, Weled. Gr Agtb. Heer! Waar Vry „ heid haare Wo-els fchie., vind zy ook Dank„ baarheid en Erkencenis gehuisvest! Na dat dit „ gunstig Appointement ter kennis van ons Corps „ gekoomen was, werden wy ook terftont ge„ qualificeerd, om aan UEd. Gr. Agtb. (en „ in uwe Perfoon den ganfehen Oiulraad,) ons „ bly genoegen en dankbaar gevoel hier voor te betuigen, en teffens den veelvermoo5. genden invloed van UEd. Gr. Agcb. te ver„ zoeken, een einde, volgens Appoincemenc, „ zo fpoedig doenlyk, een behoorlyk Exercitie„ veld werde geappropieerd, en aan ons, een Pt gebruike, aangeweezen! Van deezen Last is „ het, dat wy ons, by deezen, mee allen ver,g fchuldigden Eerbied, cragcen ce kwyten ! Ver„ geef ons, Weled. Gr. Agtb. Heer: dat wy „ niet vroeger deeze voor ons anders zo aan„ genaame Commisfie volvoerden ! Het kon met „ onzen ronden inborst, die den fchyn zelf „ van alle dubbelhartigheid haac, niet beftaan, „ in een Tyditip, — waarin wy, onder an„ deren, met ons garsch Corps een eerst en duorflaaud Bewys {*) van onze verknogtheid aan (*) Ter Opheldering van dit Gezegde dient. In dr Maand Fehruary h d de Ridderfci'ap zjg by de Rtgeefing alhier zeer bf$a$, over het; l.öflyk Gcd:a«ider Gedeputeerden , e:i vooral over dat van den Penfionaris d-eev.er Stad, eer Staatsvergadering van deeze Provincie. 00 .Dorrircchtfche Burgqry » het gewigt en oogmerk van  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. £5. „ aan onze Magistraat verlangde te geeven, en „ welke zo onderfcheiden werd opgevat, -—. „ tot UEd. Gr. Agtb. met die oprechtheid ert „ ware Welmeening te naderen, welke wy al„ toos voor onze braave Vertegenwoordigers, wenfehen te voeden, en die ons thans ver„ vrymoedigt, om op UEd. Gr. Agtb. deeze. 5, Beede, in den naam van ons Corps uicteftorten. „ UEd. Gr. Agtb.! die, in den bloei uwes. Leevens, het Burgemeeflerampt moogt be- kleeden, trekke een byzopder Welgevallen „ van den God der Vryheid! — Hy maake „ U zyn Beeld gelykvormig ! ■ Als zynen „ Dienaar zy UEd. Gr. Agtb. van niemand „ afhanglyk, dan van Hem, en van die Maat„ fchappy, tot bevordering van weiker heil Gy „ U aan haar Hoofd geliefd ziet! Als eetv „ fte Handhaver der Volks Wetten en Voor„ rechten, zy UEd. Gr. Agtb. ook lleeds de 35 eerde in zig daaraan te onderwerpen; daar- na te gedraagen; dezelve te befch.Tmen en „ met al uw vermoogen te verdeedigen ! Als eerde Burger deezer Stad, op wiens Hoofd „ alle Grootheid, Roem en Eer der Leden ne3, dervlo k, zy U Ed. Gr. Agtb. ook de voor- „ naam- dien ftap doorziende, ontwierp terftond een Adres van Dankzegging en verkleefdheid aan den Ed Agtb. Oudraad , en benoemde eene aanzienelyke Commisfie, om gem. Adres in den vollen Oudraad over te geeven. Dit Taatlle werd geweigerd , en het lier zig aanzien, als of daar door de Harmonie en hec onderling vertromven tusfehen Regent en Burger ftond geknal.t' te worden ! De zaak werd echter tot genoegen gefchikt. Voor dat evenwel deeze fchikking daar was, kon liet met deu ron~ ekn iibont van de Leden des Genootfchaps, als Burgers, aan-. gemerkt, nietbeftaan, enz. B 5  ! Veel ben ik V Eds. ver pligt voor de achting, d'u  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 4 neeren. » 6". „ Honoraire en Extraordinaire Leden zuïs, len by alle Exercitiën van het Genootf. ap „ worden toegelaaten, en daar toe Een Bi.let, „ door één der Secretarisfen geteekend, bcko„ men. 7- Honoraire of Extraordinaire Leden voor„ Hellen, ten nurte van het Genootfchap, doen „ willende, gullen die in gefchriften moeten „ Hellen en overleeveren in de Vergadering van „ Officieren cn Gecommitteerden. 8. „ In gevallen, in welke Beduurders van het „ Genootfchap noodig vinden, Hoaoraire en !3 Extraordinaire Leden, zo veel die zig in „ dee-  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT; 45 „ deeze Stad bevinden, tot de Algemeene Ver„ gadering te Convoceeren, zullen Dezelve, „ daarin verfchynende, rang en Hem hebben, „ volgens den tyd hunner deelneeming, edoch niet als naar de Exercerende Leden. 9- Honoraire en Extraordinaire Leden zul„ len verkiesbaar zyn tot Secretaris, The fan„ rier, of Secretaris van Correspondentie, „ enz., en verpligc zyn, een deezer Posten aan„ vaard hebbende, dien voor den tyd vanéén Jaar waartcneemen; welk Jaar verllree- „ ken zynde, Hy op nieuw zal kunnen ver„ kooren worden: Een zodanig in functie zyn„ de Honorair of Extraordinair Lid zal, als „ dan, zitting' hebben in alle de Vergaderin„ gen, zo wel van Belluurderen als van het ,a Genoocfchap. 10. Een Exerceerend Lid, 50 Jaaren bereikt „ hebbende en niet langer verkiezende als Ex~ „ erceerend Lid aanteblyven, ofte wel voor dien tyd, om goede redenen, ( welk aan 't ,y óórdeel van voorsz. Commisfie gelaaten word,) „ buiten ftaat eeraakende de Wapenen langer „ te voeren; zal als Honorair of Extraordi„ nair Lid in het Genootfchap kunnen bly„ ven; en, in die geval, rang behouden, als „ Oud Exerceerend Lid, voor de Honoraire ,j en Extraordinaire Leden. /ï. „ Een  46 GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE II. „ Een der Buitengewoone Leden, of Dona* trices, geneegen zynde hec Corps ce quitee„ ren, zal daar toe alle Vryheid hebben, mits „ betaalende het Fournisfement voor dat Jaar, „ in welk Hy of Zy zal getreeden zyn: wor„ dende elk Jaar veritaan zyn begin te neemeft „ met den 27 July. ia. „ Nog Honoraire, nog Extraordinaire Le,5 den, nog Dames Donatrices, zullen eenig „ recht van eigendom kunnen pretendeeren op n eenige goederen van het Genootfchap. „ Alle Donatien , Entré- of Contributiej, gelden, zullen alleen ter bevordering van de „ Wapenoefening in'c algemeen, en ten dienst n en nut van het Genootfchap in 'tbyzonder, en tot geen andere gebruiken, worden aan35 gelegd, en by geene anderen daar over ee« „ nig beitel worden gemaakt als door hun, „ aan wien het Exerceerend Lighaam den Ont* „ fartg en Uitgaave haarer algemeene Casfa „ heeft aanvertrouwd. Aldus gearresteerd den a6 July 1784. Op last van het Genootfchap. ». fan dek horst Secretaris. Het  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 47 Het Genootfchap ondervond weldra de achting en geneegenheid van Dordrechrs braave Burgers, daar het binnen zeer korten tyd, verre over de honderd, zo Honoraire Leden als Donatrices telde. Zo zeer als men in dit Corps de Vaderlandfche Deugden poogde te beleeven, zo zeer bewonderde en vereerde men de betragting derzelven in anderen. Aldus droeg het manlyk eni onbezweeken gedrag van den braaven leonardus van zwyndrecht, die, met weinige getrouwe Adelborsten, het gedugt geweld dès opgedookten oproers te Rotterdam wederdond den hoogden Lof en Goedkeuring van het Genootfchap weg: befluitende hetzelve om Hem tot Honorair Lid van verdiensten te verklaaren. Het Genootfchap bood ook zyn goeden Dienst: en Vriendfchap aan het loflyk Delftsch Genootfchap, en woonde door zyne Gecommitteerden, de eerde Vergadering der Gewapende Burgercorpfen, te Utrecht nog dat Jaar gehouden, by. ö Het voorbeeldig gedrag der Leden verwierf hen met alleen achting en toejuiching, maar bezorgde hen ook nieuwe Leden. Verfcheiden deugdzaame Ouders, die een of meer Zoonen m dit Corps telden, en door de ervaarin°- de geregeldheid, order en pryslyke oogmerken^ontwaarden, konden zig niet wederhouden, om ©p het fpoor hunner waardige Zoonen , zi> ook als Leden van dit eerwaardig Gezelfclrn aantegeeven. Een van deeze Vryheidsvrienden na twee Zoonen aan het Genootfchap te heb! ben aangebooden, kwam eindelvk zig zelve aanbieden, met een hartlyk Vaarsje, en met al hec  48 gtschiedïênTs van hét gelegaliseerde het vunr va»-een jeugdig Held in zynen edelen boezem; onder anderen drukte de braave1 A. de vogel zig dus bk j 'k Zal, Vryheid ! rnet dit Corps, u plegtig hulde biêrl i 'kZal u, zo dra u 't juk der Slaaverny doet kermen ! Myn kinderlyke Pligt, rnyii Liefde en moed doen zien! En met dit blinkend ftaal, manmoedig' u tefchermen ! By de bèoeffening der Wapenen hield het Genootfchap zyne voornaame Hoofdbedoeling altoos in 't oog. Het deelde', in November, in den noodlottigen roeftnnd derha'bóqrigéMaasitad, en vervaardigde een bondig Request, om* her, weegéns deeze zaak, aan Dordrechts Vaderlandlievende Régenten overceleevcren. Een dreigende Landoorlog deed öbk de Leden op hunne hoede Weezen; terwyl meri, beneffens de Schuttery van Sint Joris, op middelen bedagt was, om Stad en Eiland, tegen allen vyandlyken aanval, te befchermen; Hoe hooger de algemeene Nood fcheen te klimnïen, hoe fterker het Vaderlandfche hart der Burgers van Dordrecht in yver eh moed blaakte! Dit greep niet flegts plaats Dy de Leden der Schuttery eri die van het Genootfchap; maar de edele kenmerken van kloekmoedige' Vryheidlicfde werden byna algemeen onder de Burgery deezer Stad befpeurd. Vooral zag men zulks ten ftérkftë in 't begin van 1785. Elk' een greep naar de B'urgcrlyke Wapenen; begreep er de hooglle nuttigheid en noodzaaklykheid van, en bcyverde zig onvermoeid, om ér hec waar gebruik zig van eigen te maaken! De Geest die den Sterfling de verhecvenfté denk- bcel-  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 4^ beelden inboezemt, en de lofwaardigfte daadett bedryven doet, de Geest der Vryheid fcheen de eerfte Dryfveer van aller bedoelingen en werkzaamheeden geworden te zyn. Dordrecht heeft dus al vroeg doen zien, dat het gefchikt was om waarlyk vry te zyn, en ook, dat het verdiende zulks te weezen! — Welk eene onfterflyke Lof, voor deeze gryze Stad! Zy gaf zulk een grootsch voorbeeld aan de overige Hollandfche Steden , dat de meefte derzelver den moed fcheen te ontzinken, om het immer van verre te kunnen naarvolgen! — Deeze Stact heeft dus eert proef gegeeven, wat eene Burgery vermag, wier rechtvaardig befluit is, Vry te willen weezen. De Exercitiën onder de Burgereompagnien waren ook, met allen yver, begonnen. 06 Leden des Genootfchaps, waarvan verfcheiden den Rang van Officier by de Burgery bekleedden , bevorderden met alle magt, dit heilzaam werk; en daar dé gewoone Drilmeeller der Stact thans alleen niet in ftaat was, om de noödigó onderrigtmg aan allen des begeerende te geeven, booden zy hunnen eigen Driimeefter, op hun eigert kosten der Burgery aan, weik vriendelyk aanbod, door Heeren Burgemeefteren cri den Krygsraadj werd aangenoomcn. Dit alles bewyst ten duidlvkfte de braafheid, de edelmoedigheid en de belangloolte zugt voor het algemeene Welzyn van Dordrechrs Burgers en Vertegenwoordigers! Het Genootfchap beantwoorde vooral aan dat groote oogmerk, 'fc welk het in zyn Adres aan den Ed. Agcb. Oudraad zig voorftelde: Om de IVapenoeff'en'wgi naamlyk, onder de Burgery, algemeener te, Ö doelt  $0 GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE doen worden, en om, des noods, allen geweld te knunen afkeeren! Er deed zig ook eerlang eene geleegenheid op, waarby de fpreekende Daaden hen den mond flopten, die de wape* nen der Burgers als Pronkflukjes befchouwden, waarvan men, in tyd van gevaar, geen de minfte vrugt te verwagten had! — Een denkbeeld meest altoos door zulke Luiden gekoesterd, die in ftaat zouden weezen, om hun Vaderland lafhartig te verraaden, en zeer gefchikt zyn, om de fchandlykfte Kluisters van eiken Dwingeland te fleepen! Op den avond van den 14 January 1785 kwam er tyding, dat eene Bende muiczugtige Landluiden, die te Noordeloos, en op andere Dorpen, de Oranjevlaggen van de Kerktorens hadden uitgeftooken, zig met etlyke kwalykgezinden van Giezendam en Sliedrecht vereenigd had; allerlei baldaadigheeden pleegde en in aantocht was naar Papendrecht, om van daar verder een oproerig bezoek aan het Vry heid vereerend Dordrecht te geeven ! en, gelyk het doorgaands gaat, had men deezen aantogt zo veel bezwaarnisfen en verfchrikkelykheid bygevoegt, als de romanesque verbeelding van deezen, de kwaadaartigheid van geenen, en de onzekere gisfingen van anderen ilegts hadden toegelaaten. Om evenwel zeker te gaan, en zig door ftoute zorgloosheid niet aan gevaaren bloot te ftellen, welken, in dien tyd, zoo geheel vreemd niec zouden geweest zyn, befloot men op zyn hoede te weezen. Ten dien einde vetvoegden de jBeftuurders zig ten huize van den Heer Preftdent Burgemcefter, om den dienst van hec Corps, ter beveiliging van de Stad, aantebie- den<  GENOOTSCHAP TÈ DORDRECHT. f>& den. De regeerende Heeren Burgemeefters waren reeds in dat zelve Huis by elkander, orri als getrouwe en waakzaame Herders voor dé hen toevertrouwde Kudde te zorgen ! De ornftandighcedcn op dat tydftip Waren van die natuur, dat de Heeren Burgemeefters het noodig Oordeelden, om, zo wel de Leden der Schuttery van Sint Joris, als die van het Genootfchap1 by een te laaten roepen, en de noodige orders ter beveiling der Stad tegen deeze Oranjeoproermaakers te geeven. De Schuttery van Sint Joris, vroeger van het geval onderrigt; had reeds een Detachement, ter begeleiding en overbrenging der noodige feherpe Patrooneh voor de gewapende Leden des Genootfchaps te Papendrecht, afgevaardigd. Terftond géfchiede de Oproeping, en, in een oogenblik, verfcheenen alle de Leden in hun Uniform eri volle wapenrusting ! Tntusfcben werden de noodige fchikkingen gemaakt, en de Commandant van het Genootfchap ontving den behoorlykeri Last, om, beneffens de Schuttery ea de Burgernagtwagt, voor de rust der Stad te waaken^ en des noods geweld met geweld te keeren; Jn deeze omfiandigheid gaf het Genootfchap' Wederom de treffendfte blyken van moed, bedaardheid en verkleefdheid aan de waare belan* gen van het Algemeen! Gereed om de duur» baarfte hunner Panden te befchermen, hielded zy de doodende Wapens in hunne handen; onderwierpen zig aan de bevelen van hen, wier' kundigheid met het vertrouwen der Leden vereerd was geworden, en die zy zelf tot hunne Hoofden verkooren hadden, en gecfoósteden' zig blymoedig al de moeken, dié hec wel beD a f?ag-  $a geschiedenis van het gelegaliseerde tragten hunner Burgerpligt, op dat tydftip vorderde! Men zag mee verwondering en aandoening den Burger in een Krygsheld herfchapen, die des te gedugter was, om dat hy voor zig Zelve, voor het Vaderland en voor de Vryheid de Wapens had opgevat. Onder het toeverzigt van zulke welmeenende Helden, van zulke getrouwe Schutters en Burgers, verlieten de overige Ingezetenen der Stad zig volkomen! De Muitelingen, zulke kragtdaadige voorzorgen niet kunnende verydelen, of, ten minsten, geen moeds genoeg bezittende, om de gewapende Vryheid aantevallen, koozen de voorzigtigfte party; zagen van hunne vloekwaardige onderneeming af, en bleevcn daar zy waren. Om over den yver en werkzaamheid der onverfaagde Vryheidvoorftaanders in deezen te oordeelen, leeze men het volgende uittrekzel, uit eene Refolutie, door Hun Ed. Gr. Agtb. op den 15 January daaraan volgende genoomen. De fleer Prefident Burgemeejler, Mr. W. B. van den Santheuvel heeft ter Vergadering voorgedraagen enzIVaar op gedelibereerd zynde, enz. „ En hebben Hun Ed. Gr. Agtb., gevoelig „ van zig, by deeze geleegenheid, op nieuw „ bevestigd te zien, in de gunstige denkbeel„ den, welke Hun. Ed. Gr. Agtb. altoos van „ den yver en trouw hunner weldenkende Bur„ gery gevoed hebben, goedgevonden en ver„ liaan, aan de Officieren van de Burgerwagt, de Schuttery van sint joris en het Exercitie,  genootschap te dordrecht. 5$ '„ citiegenootfchap de vryheid, bun interne „ genoegen te betoonen over de Promtitude, „ den welbeltuurden Yver, het voorzigtig Be„ leid en bedaard Overleg, welke zy gisteren „ avond, en in den gepasfeerden nagt getoond „ hebben, om de rust, veiligheid en goede or„ der binnen deeze Stad te handhaaven, als „ meede over de welmeenende blyken van Bereidwilligheid, gepasten Yver en Trouw, door de Burgerwagt, Schutters en Leden van s; het Genootfchap, ten zeiven tyde gegeeven, „ en Hun deswegens te bedanken, zo als de„ zeiven daarvoor bedankt worden by deezen: „ wordende de Heer Prefidcerende Burgemees,5 ter ten dien einde verzogt, aan de Officieren „ van de voorz. Corpfen, voor ieder Corps, „ Extraft deezer Refolutie, met een Compli„ ment ter materie dienende, ter hand te Itel„ len, en Hun te verzoeken, om dezelve aan „ de Burgerwagt, de Schutters en de Leden „ van het Genootfchap de Vryheid, by de eer„ fte bekwaame gelegenheid, te Commimicee„ ren. enz." Hun Ed. Gr. Agtb. lieten het niet flegts by woorden berusten! behalven dat zy in het dcfroiement der aan de Poorten geplaatfte Detachementen voorzien hadden, deeden zy ook do opgaave der onkosten verzoeken, in dien nagt, by het Corps gemaakt. Pligtbetragtende Regenten , rechtaarte Burgervaders verdienen alcoos achting en liefde by uitzondering, om dat het voornaamlyk door hen is, dat het geluk van veele duizenden word daar gelteld; doch vooral moeten wy deeze edeD 3 le,  £4/ GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE Ie, deeze beminlyke Volksvertegenwoordigers en Volksvrienden van hetlofljke Dordrecht bewonderen, daar zy dit waren in die tydltippen, dat zo veele Regenten het grootfle belang er by hadden, om recht het tegen'vergedelde te Weezen! — 't Is waar, deeze Geliefden van een Vryen Burgerftaat genooten den heeriykften en zaligften Loon voor hun verheeven pligtbetragting; het onafschetsbaar genoegen , naamJyk, van' hartjyk bemind en geëerbiedigd te worden, door Burgers, die in allen opzigten groot van ziel toonden te Weezen; maar welke opofferingen moest een Regent, in dien tyd, niet doen, wilde hy de Hem van zyn gewceten en dc rechtvaardige begeerte des Volks gehoorzaamen, boven den dwingenden eisch dcc byna alles vermoogende Heerfchzugt? Regenten, die uw pligt betragt! Wat Pen kan uwen Lof vermelden ? Gy word bemind, geëerd , geacht, Befchermt door Burgers en door Helden! De Lafaart, die voor Heerfchzugt knie!:, Mag troost in gouden boeien vinden ! Gy , door een eedlcr geest bezield, iVind alles in uw Burgervrinden ! Het Volk haat zulk een Aterling ! Her Nakroost zal hem altpos vloeken ! ., Uw Naam blyft fteeds in Zegening ! Js 't fieraad der Historieboeken. Wanneer Gy voor Gods Vierfchaar Haat., pan nog zal u uw Burger roemen ! Dan zal u 't Recht, zyn Toeverlaat ! God zelf' ti, zyu Geliefde, noemen ! De  genootschap te dordrecht. 55 De Beftuurders des Genootfchaps niet flegts op alles bedagt wat den uitwendigcn Luister en Bloei van die hun Corps kon bevorderen, maar vooral ook gezet, op de aankweeking dier Vaderlandfche kundigheeden , zonder welke de Yveraar voor de Vryheid , een Voontaander van fchadelyke verkeerdheeden en veragtlyke bedryven word, kogcen een aantal Exemplaaren van het uitmuntende en onöntbeerlyk Werk, de Grondwettige Hertelling, enz. in dien tyd uitkoomende, ten einde dezelve onder de Leden ter leezing rond te zenden, die, zo edeldenkend als hunne Zaakbehartigers, hec gepast gebruik van die voorcreflyk boek maakten. Intusfchen was het Getal der Leden zo aanmerklyk toegenoomen, dat men zig genoodzaakt vond, om het Corps in twee Compagnien te verdeelen. Dit gefebiede op den 7 February 1785, wanneer de volgende bevordering en aanltelling van Officieren plaats greep. Als tot, Kaptein van de Ifte Compagnie , J)e Heer, a. b. stoop. Kaptein Lieutenant, Be Heer, a. pompe van meerdervoort. Lieutenant, Be Heer, j. t. wilkens, junior. Souslieutenant, Be Heer, a. ruts. Vaandrig, jQs Heer, n. mauritü. D 4  $6 geschiedenis van het gelegaliseerde. Tot Kaptein van de Ilde Compagnie, De Heer, a. a, stoop. Lieutenant, De Heer, o. j. van wagen in gen, Souvieutenant, De Heer, m. van mee teren , junhr, Vaandrig, De Heer, g. rees, Teffens werd de Krygsraadgeq-ualificeerd om, boven net bevoorens bepaald getal van iao manfchappen , nieuwe Leden aantencemen, ten einde in (ts.tr te zyn, om, door den tyd, een Greaathweöropagme, by het Corps., te kunHcn formeerei . Weldra zag men zig in ftaat gefteld om zodanig een Compagnie, uit de daarroe bestgefchiktfte Leden opterigten. Men verkoos er 24 Manfchappea toe, die van al het noodige Voorzien werden. Naderhand verkoos men in January 1785 voor deeze Grenadier Compagnie, (die zig geftourende het winterfaifoe'n, in de vereifchte Ma* Bteuvres oeffende,) de noodige Officieren. Als tos Kaptein, Den Heere, t. van o li vier. Tot Lieutenant, Den Heere, gilles rees, in deplaats van deezen werd vervolgens de Heer  (senootschap te dordrecht. $f a. m. brouwer, tot Vaandrig aange^ field. . Tot Sergeanten, De Heeren, i\i. v. yssum, en t. v. hoogstraten. Tot Corporaals, De Heeren, j. v. rietschoten, junior, c. van den broek, en j. de koning. Zo dat het Corps nu uit twee volle Cornpagnien Musquettiers, en eene Compagnie Grenadiers beftaat. In het begin van Mei vond het Genootfchap zig aangenaam verrascht , niet alleen door het fraai Gefcherk van een zilveren Cachet, waarop het aangenoomen Zinnebeeld was uitgedrukt, en dat de Heer Kaptein Lieutenant p o m p e , in de plaats van een onbekenden Geever, aan het Genootfchap vereerde, maar het zag zig ook twee kostbaare Trommen, eenPypkoker en een Vaandel aanbieden, door de edelmoedigheid eeniger recht Vaderlandfche Vrouwen, welker naamen wy aan de Nakomelingfchap overleeveren. Ze waren dc navolgende; J. C. Rees geb, Repelaer. A. van der Werf geb. Boonen. A. C. de Heer geb. V Hooft. '\ A. R. V Hooft geb. Leyendekker. D. Nierkof geb. Poel. A. S. Repelaer Wed. van oen Brandeler. Q. van den Brandeler geb. Rees. f>5 C. At.  |$ GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE C. M. Stoop geb. van der Pot. A. S. de Roo geb. van den Brandeler. A. Mauritz. jf. Stoop geb. Onderwater. E. J. Pompevan Meer dervoort geb. van den Brandeler. ■ ƒƒ. P. van Beest. J. F. Dura. él. J. Grootveld. J. M. Decoart geb. Coignon, E. de Witt geb. van Renten. C. V Hooft geb. de_ tleer. P. Boogaart van Alb'lasferdam. De aanfpraak, welke die plegtigheld verzeide, gefchiedde uit naam deezer Vrouwen door den mond van den Heer J. van Mieeteren, en was van deezen inhoud. Vryheids Zoonen/ ~^ Zoudt Gy, die door geen Eigenbaat ge- dreeven, maar uit de Edellte de Roem- „ waardigfle beginzelen, voor Vryheid, Stad „ en Vaderland, de Wapenen vrywillig torst;-*J5 Gy, die ter Befcherming van Uwe en onze „ Haartlteeden en Akaaren *»■ ter Bewaaring „ der geheiligde Panden, Uwen Yver, — Uwen „ onvermoeiden yver onophoudelyk aanwend, in 't beoeffenen van den zo noodzaakelyken „ Wapenhandel; — Gy, die door het Edelile „ vuur ontgloeit, het koudfte hart doet blaa- ken; zoudt Gy, Uwe mede Zusteren, wier ^ zielen voor dc Vryheid branden, in een e ^ „ tot-*  GEN'OO TSCU AP TE DOIlURECHT. 5$ f5 zorgeloozen flaap zien rusten? Neen,' „ dit zy verre! „ Wy zwakke kunne, aan wie 'c behandelen van 't Krygsgewecr niet eigen is; —r Wy, door de Natuur met geene mannenkrag- „ ten begaafd; Wy echter.., kunnen, Wy willen , Uwe Heilzaame Poogingen ondcr,5 fchraagen. „ Niets- beter hebben wy daartoe kunnen uitdenken, dan dit Vaandel, deeze Trommen „ en Pypkooker te doen vervaardigen, en de„ zelve, ( dewyl Uw Genootfchap, reeds zo „ verre is aangegroeid , dac gy eene tweede „ Compagnie .hebt moeten aanleggen,) ü, gul„ hartig aan te bieden. Ontfangt die Gefchenk van onze hand, j, met die welmeenendheid, met die optecht39 heid, waar meede U hetzelve word aangebo9, den. „ Het zy een blyk, van onze Gunst, van v onze goedkeuring te Uwaarcs. „ Dat deeze Veldteekenen, nook aan Uwen „ arm ontrukt worden!. dat uwe bloei en „ welvaart order dezelven toeneemen! ■ dat „ Eensgezindheid, (wars van alle twisten twee- dragt, ) in Uwen kring altoos blyve woo„ nen! — dat de VRYHEID, het Zinnebeeld, „ dat gy in uwe Vaandelen voert, U ahoos „ dierbaar blyve! dat nooit geen binnen „ of buitenlands geweld Haar aanranden, veel „ min U ontweldigen! — tëefchermt en ftryd „ voor Haar, zelfs tot den laadlen man! En, „ is 't nood, Wy zeggen, (met eenige andere „ woorden,; met den Post van den Nederx> Rhyn \  00 GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE Er zyn ook Vrouwen in dit Land. In 't vrygevochten Nederland, Bezield met edle harten ; Die, (is het nood,) met lyfsgevaar, Zo dapper als Vrouw Hasselaar! De wraak eens Dwingknds tarten ! Wy willen met deez' Tromm' en Vaan; .Voor 't Vaderland ter heirfpits gaan, Al zyn wy zwakke vaten ! De moed, de trouw ontbreekt ons niet, Om , juichend , voor dit vry gebied, Ons goed en bloed te laaten. Zj n Vrouwen in de krygskunst lomp! Zy zyn in kloek beleid niet Romp, Om de eer van 't Land te fchraagen; Hier van zal 's Lands Cronyk haar lof Bazuinen, 't Spaanfche en Franfche Hof, Getuigenisfen draagen ! Wy Dordfche Vrouwen, Helden fchaar! Staan meê voor haardihde en altaar; Zyn ook als Gy, rechtfchapen. Roept II de nood te vuur, te zwaard ! Dan laaten wy en fponde en haard ! En vlieden ook te Wapen. Deeze aanfpraak, die over al kenmerken draagt van den moed en Vaderlandfche Denkwyze, door welken de harten deezer aanzienlyke Vrouwenfehaar bezielt werden, werd op verzoek van bet Genootfchap door den kundigen en Vryheidlievendcn Heer P. Blusjé, op "de volgende wyze beandwoord. On-  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 6l „ Onder den blooten Hemel, op den wenk „ myner Broederen, — ten aanzien eener on„ telbre Schaar, •— treede ik te voorfchyn en „ verwisfel den, my aangenamen last van hec „ Musquet met de, myns ondanks, my opge„ legde taak eenes openbaaren Spreekers: en „ tot welke einde? waartoe? om te naderen „ tot U, bekoorlyke Rei van deugdgezinde „ Vrouwen! — tot U, uitgeleezen Stoet van eerryke Maagden! ■ en aan U de Offers van verfchuldigde dankbaarheid te wyden, en de gevoelens, welke Uwe edele daaden, by „ deezen lieren gewapenden Kring verwekten, „ uitted rukken. Voorwaar een allerwigtig- „ fle taak, die myne bekrompen vermogens te „ boven gaat! Daar ik my echter van Uwer „ aller heuscheid verzekerd houde, en dat Gy meer op den goeden wil, dan op de kragren „ zult letten, zal ik het waagen de Tolk dee„ zer aanzienelyke Bende tot U te zyn. „ Gy, Vaderlandfche Matroonen en jeugdige „ Jongvrouwen! die met ons thans Uwe voe- ten op dit Veld van Mars gedrukt hebt,* Gy, Beminnelyke Sexe! wier reine boezem „ van de heetfle Liefde voor het Vaderland en „ haare Vryheid doortrokken is; Gy,uit- „ fteekende Voorbeelden onder Uwe Kunne! „ wien het niet genoeg is Uwe Echtgeneoten en Zoonen aantemoedigen, met ons zig in „ de edele Wapenoeffening te volmaaken, of „ U als eerfte begiftigfters van onze vrye poo- gingen te doen kennen: Gy zyt het, die op eene meer byzondere wyze, thans, aan den dag legt, dat U niets te kostbaar, ;, niets te waardig is, om ons te vereeren, „ ons  #2 GESCHIEDEND VAN HET GELEGALISEERDE „ ons uwe duïdelyke goedkeuring te doeü „ ervaaren , en even daar door aan te vuu„ ren, om op het ingeflaagen Spoor, met ee- nen marmelyk'en tred, voort te wandelen. Wat doel, welk oogmerk, trouwens, zoude j, U anders hebben kunnen aanzetten, of beweegen, om by dien fchat van Eerteekenen, 5, en Wapenfieraadien, welke Wy reeds bezit„ ten, ook nog dien te voegen, welke Uwe Edelmoedigheid ons, thans komt te fchen- ken'? Onfangt voor deeze uirerlyke tee- „ kens van Eer en Hoogachting, onze harte» „ lyke, onze openlyke, dankzegging en erken- tenis! Maar, nog veel meer, betuigen wy die aan U verfchuldigd te zyn voor de „ Taal, welke dezelven vergezelde; Voor „ de Wenfchen, die Gy daarby uitboezemde-,— Voor de aanbiedingen, welke Gy daarby paar„ de. — En gewis! zoude'er iets zyn, welk „ onzen moed ontvonken, —• onzen yver gaande' houden, of nieuw leeven byzetten, — en 5, ons doen getroosten kunnen, alle gevaaren 5, kléin te achten en geenen te ontzien; — het is die betuiging, dat Gy met Ons, wanneer de noöd zulks eischtte, eenen roemwaardigen Ü Dood boven een verachrelvk Leeven zoud „ fchatten, en, als andere KENAUS, de Wa„ penen willen aangorden voor Uw Vaderland en Vryheid! ! „ Staat my toe, dat ik met Uwe Grootmoe^ digheid voordeel betrachte, en my, voor eeta t, poos* tot myne Medemakkers wende. „ Welk een treffende fpoorflag voor U, Waarft dige Huisvaders en Bataafsche Jongelingen! „ Die, in gelederen gefehaard, het oog van ' • .. allen,  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 6& ^ allen, van Uwe Weldoensters, op U geves„ tigd ziet, en de fchoonfte vertooning oplee„ vert, welke door gevoelige Zielen befchouwd kan worden. — Kan U >nadeopenlyke goedje keuring en begunstiging van Uwe Agtbaare „ Verteegenwoordigers, aan wier vriendelyke „ zorg wy ook de gefchiktheid van deezen grond „ en gindsche plaatfen van Rust te danken hebJ? ben; — Na de minzaame bejegening en toen juiching uwer braave Medeburgers; — iets „ aangenaamer zyn dan even deeze openlyxe „ blyken van Hoogachting, en verkleefdheid, „ waarmeede wy Ons thans vereerd zien, te h ervaaren? — Gewlsfelyk Neen! en ik hou„ de my wel verzekerd, flegts ten halven, Uw „ dankbaar gevoel aan onze uitfteekende Begunsa, tigllers gcfchets te hebben. „ Gy toch, Edele Vryheids- Zoonen ! gc- voeld thans meer: — niet te vreede als er„ kentelyke Zielen, deeze gefchenken te ont„ fangen en aanteneemen, ontwaard Gy teffens „ alle die indrukken, die dezelve in een Ziel, „ die zelf voelt, zelf denkt, fcheppen moet. „ My dunkt, ik zie U thans, by Uwe ont„ rolde Vaanen, meer dan ooit, aan gezuiver„ de Vryheid, ongekreukt recht, en oprechte „ Burgerrain, hulde bieden en trouwe zween ren! — En ik verbeelde my, uit Uwen mond, „ te hooren, dat Gy, zo Hoofden als Leden, ., by het (reeds naarftig en oplettend waarneej, mzxx van Uwe Wapenoeffeningen, ook vasce„ lyk beflooten hebt, U geene gelegenheid ce „ laaten ontflippen, in welke Gy de Rechten ft der Maatfchappy voorftaan; — hec nut en m voordeel Uwer Medeburgeren bevorderen; ~*  6*4 GÜSCHIEDÊNIS VAN HET GELEGALISEERDE ,5 Of waarin Gy uwe Agtbaare Verteegen woor* „ digers zülc overtuigen kunnen, dat gy niet „ onwaardig zyt dat vertrouwen, welk zy in U 55 Hellen: — Ja! dat Ons bedagtzaam, ftand3, vastig en onberispelyk gedrag, die aanzien,5 lyke Waarneemers van Uwe, van myne be,5 langen, doe wegfmelten van aandoening en 5, verwondering hunne borst in wederkee- 5, rige achting en genegenheid te onswaards ont* S5 fteeke, en Hun geduurig ftoffe geeve, om 55 zig ce beroemen! ! 5, Ook deeze Vryheidlievende Schaar maakt 5, geen onaanzienlyk deel uit van Dordrechts 59 braave Burgery, van welke wy alle onze acht,5 baarheid, al onzen luister ontleenen; — Ook ,5 deeze Mannen zyn bereid ons te handhaaven in die posten, welke Zy ons toevertrouwen, 5, en Ons, met lyf en goed, te befchermen te55 gen allen overlast, — maar voor Hen, voor 5, alle Dordrechts Inwoonders, willen wy ook 5, alle onze vermogens in het werk ftellen om 5, hunne welvaart te bevorderen, hun het ge59 not hunner kostelyke voorrechten tedoenfmaas. ken, en, in eens, om aan hen re toonen, dar. 5, Wy den uitfteekenden Rang, dien wy beklee5, den, niet begeerd hebben, dan om te groo59 tere gelegenheid te vinden van onze Mede99 burgers nuttig te wezen en gelukkig te maa,5 kern" Vaart voort, waardige Vrienden! zo zeer 95 door goede deugden en de uitvloeizels van een welgeplaatst Hart, als door Uwe vordej, ring in de Wapenoelfening, aller Vriendfchap en gunst te winnen; zo zal Uwe goede naam niet ophouden, en Uwe yver, om hetRyk der  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 65 g der Vryheid, Vry van eigenbelang en onbe„ fcheid, uictebreldderi, mëc den Zegen van „ den God der Vryheid bekroond worden! „ Ik keer terug tot U, beminnelyk Choor 5, van Vaderlandfche Moeders en Maagden! die U aan ons, en ons aan U, door de treffend55 fte blyken van hoogachting en toegeneegen- heid verbonden hebt? Uwe weldaaden nini5, nier té vergeèten, zal onzen pligt; — Uweri 3, fpoorflag op te volgen, onzen roem zyn! — 3, Vermaak U nog veele Jaaren in het aan5, fchouwert onzer verrigtingen; — Verbiydt U 3, meer en meer op het hooren van onze goe35 de daaden! ■— en dat Uw genoegen ten hoog35 ften top klimme op het zien van onzen be3, ftendigen Vuorfpoed, Bloei en Eendragt! —• ,5 Ja ! fmaakt Gy alle die genoegens, geheel 3, die belangelooze zelfvoldoening, welke Gy ,5 U zeiven in het pleegen deezer Gunstbewy^ zen aan ons, hebt voorgelleid! Hier op nam de jonge Dichter, de Heer IServaas van de Graaf, bekend door de Vaderlandfche Zang-Hukken, de geleegenheid waarj ptii zyne Meedebroeders tot dankbaarheid, ftandvastigheid, moed en eendragt, door het volgende fraaie Dichcftukje aantefpooren; Hebt dank voor uw gefchenk, Gy VaderlandfcheVröuwen» Ons hart, dat u vergood, is grootsch op uwe min ! — durft op onzen moed, op onzen arm vertrouwen * JEt: leidt ons 't oeflenperk vol eedle fierheid in; % .Was  (56 GKSCI8EDENI3 VAN HET GELEGALISEERDE Was de Ega eens Bataafs kloekhartig in het ftryden? Zong zy der Vaadren roem in 't aanzien van den dood! Gy zoudt j dit tuigt uw hart, ons voor den boei be vryden, 2o immer Helfche dwang tot onzen val beflóot. — Myn Broedren! zien we ons thans op'tplegtigfte vereeren» Biedt ons dit Jufferfchap en Vaan en Trommels aan ? Laat ons, tot loon dier gift, der fchoone Kunne zweeren, Om voor ons aller heil, de Vryheid! pal te ftaan. Wie onzer blyft hier koud > voelt zyne ziel niet blaaken ï Nu Vrouwelyke fierte ons zalf ter Waapning fpoort ? Nu 't Vryhcidsheldenvuur gloeit op der Maagdenkaaken ! En 't blikkrend ftaal het kind ! — den zuigeling bekoort/ Triumf I uw vuur ontvlamt en kookt uw bloed in de aderen, De Vryheid vindt in uhaar egtc Telgen weêr ! Gy drukt het edel fpoor van uw beroemde Vaderen S En kiest voor't flaaffche jut: de waare hcldenéer. Die grootheid ftreelt myn ziel, ö dierbre Stadgerooten! Zy heft uvr roem aan 't zwerk! en maakt uw naam gedugt , Zy zal, bemint haar ft eeds, ons aller heil vergrootenj En dryft in 't eind vol praal de Heerschzugt op de vlugr. .Houd moed— befchermt uW Vrytzo waardig als het Leeverjj Doemt — vloekt Losbandigheid, die niet dan onheil teelt, Wat glimp de List aan drift ook immer poog te geeven; Waakt! eer zyn toverluit u in den doodflaap fpeelt. Zo pry zen waard het is voor 't Burgervry te waaken, Zo fchandlykishetook, wanneer wy onbefuisd, Het trouw, het zagt beftuur van braave Vaadren wraak» l Min op het waare Vry dan op dea fchyn verkuist. Uw doel, wie dit ook vloek', rechtaarte Vryheids Zoonen t ïseerlyk, pligtig , braaf, fchoort onderling belang. .Uw Wapenkunst, uw vlyt verwerft u eerekroonen • 1 RftdeSlendragtboeitutïaaro.in't aafizien vaneen Dwartg.  genootschap te dordrecht. Laat den! de twee andere Schutteryen, die der Klqveniers en de Heelhaaks, waren nog in een wapenloozen Staat, en konden, ondanks hunne poogingen, zig niet uit die laagte opbeuren! Zelf was men van gedagten, dar'zulks ondoenlyk was, zo lang het Genootfchap. beifond. De vernederde toefland deezer van ouds. zo zeer aanzienelyke Schutteryen deed dus het eerst, by deezen en geenen, den dillen wensch gebooren worden, dat her Genootfchap mogt ophouden te beflaan, qf liever, dat het zig met eene dier Schutteryen vereentgde ! Wen begon er openlyk van te fpreeken. Zelf gaf de Schuttery van Si.it Joris haar. hartlyk verlangen tot zulk eene lieilzaame vereeniging te kennen. De drie Schutteryen, wie deeze zaak zeer ernflig ter harte ging, benoemden, in September, eene. Commiyfie, om van deezen wensch, aan de Beduurders des Genootfchaps kennis te geeven, en dezelven tot eene Onderhandeling .iiiiteuoodigcn. Zodanig een Vporflag was van het grootde gewigt, en yerftrekte tot een moeilyke Taak voor de algemeene Zaakbehartigers van het Corps. tiet  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT.' f% Het Genootfchap was ineen vollen bloei! 't zag zyne Leden, door de gelukkigfte vereenigiug, als Broeders aan elkander verbonden! De Huishouding was in de keurigfte order! Het ganfche Gebouw rustte op eenen byna onverwrikbaarea Grondflag! en al de Leden van dit Gewapend Vryheidcorps waren fleeds wehneenend en onvermoeid werkzaam, in de bevordering der beste Vaderlandfche oogmerken! Wat reden, dat zodanig een luisterryk, nuttig en gelukkig Ge- Zelfchap na verandering zou haaken? Voor zig zelve kon hec er niets mede winnen, en de groote vraag was, of anderen er wel een geëvenredigd voordeel by vinden zouden ? — Ware het niet te dugren, dat dit aanleiding tot verfchillende begrippen, onder de Leden des Genootfchaps zou te wege brengen? Dat dus de Schuttery haaren wensch te leur gefteid, en het Genootfchap zig zelve verdeeld zou zien? Aan den anderen kant, begreep men, welk een groot nut uit zulk eene Vereeniging, voor het algemeen, ftond gebooren te worden! hoe flerk de begeerte van zo veele braave, agtingswaardige en verflandige Luiden was! en hoe moeilyk, hoe gevaarlyk zelfs het zou vallen, om dien eenpaarigen wensch voor het Hoofd te ftooten ! Na ryp beraad werd dit voordel van Vereeniging de Leden voorgefteld ! Het geviel flegts. aan eenige weinigen, en hec was ter naauwernood, dat de Direftie lasc omving, tot het vraagen van eenige nadere opening, en hec geeven van eenig berigt, wegens de huislyke omftandigheeden van het Genootfchap. De Onderhandeling werd dus flaauwlyk aangevangen, doch, na eenige nadere kennisgeevirg, É 5 yve.  ^4 GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE iiger voortgezet; tot dat eindlyk op den 28 December 1785, de twee Schutteryen eene recht» ïlreekfche voorftelling deeden en voorwaarden aan de hand gaaven: die der Heelhaaks konden niet in aanmerking koomen, doch die der Kloveniers waren zeer aanneemlyk. Intuslchen verhief de algemeene Stem, voor zulk eene Vereeniging, zig hoe langer hoe fterker, en de Leden des Genootfchap begonnen er meer en meer geneegen toe te werden ! Men begon dee* ze vereeniging van de voordeeligfte zyden te befchotuven. Onder eigen Banier de nagtwagt te kunnen waarneemen! Van uitgeflxekter en behendiger nut te'kunnen weczen! Eene luistervolle Schuttery te zyn! en terfens, door de aanvaarding van alle deeze waar'yk groote voordeden , aan den wensch der Burgery te beantwoorden ! deeze bedenkingen , die de meeste Leden de Vereeniging deeden begunstigen, bezorgden weldra de Beduurders meerder Vryheid in de onderhandeling. De grootfte zwaarigheid was nu nog maar, hoe het te Hellen en te fchikken, met de onderfcheiden Voorfchriften, Wetten en Gebruiken? — Dan, daar men het inde Hoofdzaak reeds eens was, werd ook deeze Hinderpaal dra opgeruimd. Van beide zyden werd eene Commisfie aangefteld, die onderling deeze zaaken op een goeden voet zouden poogen te brengen! In het laatst van January 1786, begonnen dezelve te werken, en bragtcn het, binnen zes weeken, zo verre, dat zy elk in den Haaren, de ontworpen Schikkingen voorbelden ! De wedcrzydfche Committenten waren ten uittrften over deeze voortrenyk uitgevoerde Commisfie voldaan, waarvan, het gewenfcht gevolg  «ENOOTSCHJVP TÊ DORDRECHT. «?as, dat nog voor het einde van Maart 1786, het Contraét geflooten , en het Genootfchap de vryheid in de Schuttery der klovenier$ hervormd werd, Eene aanzïenlyke Commisfie gaf daags daar aan, van wegens het Genootfchap, kennis aan den Heere prtfideerende Burgemeelter, a. b. van de brandeler, mep deeze aanfpraak: weledele grootachtbaare heerï „ Dat Eendragt Magt maakt, en dat, door j, verftaudig beleid, uit kleine I3eginfelen groo„ te zaaken kunnen voortkoomen, heeft, onder j, anderen, de Grondvesting van dit Gemeene"„ best, en nog onlangs de ftigting van den „ Amerikaanfchen Staat geleeraard! Dan, zo ze„ ker als dit zy, zo waaragtig is het ook, dat de Magtigfte Staaten, door Twcedragt ge„ weldig gefchokt, en door {lapheid der han3, den en afwyking van voorouderlyke üeug- den, zo niet tot den geheelen Ondergang, althans tot op den Oever van derzelver verr „ derf gebragt kunnen worden! Wy behoeven 'L niet verre ce zoeken; de voorbeelden zyn na- by. UE. Gr. Agtb. zal zo zeer als ons nog „ lecvmdig voorftaan, tot welk eene vernede- rende laagte ons Vaderland, door eene hand „ over hand toegenoomen Onverfchilligheid, „ Onkunde, Verwyfdheid, Vadzigheid, Gierig„ heid en Af hanglykheid, by den grootlten Bur- ger, zo wel als by den geringften, voor eenige ,5 jaaren, gezonken was! Derwyzen gezonken, „ dat bykans de Wil van eenen als de Wet :-, vopr allen geagt 5 onze duurbaare Voor-  76" GESCHIEDENIS VAN HET GELEGALISEERDE „ rechten als nie-, gerekend; onze Scharcen ver5, fpild ; onze Bezictingen verwoest en onze „ Koophandel verwaarloosd zyn geworden! en *i h°e alles daar heen ilrekte, om ons, in een „ oogenblik, in den gaapenden Afgrond van ,, flaaverny en armoede te doen nederftorten! „ Zekerlyk waren wy reeds omgekoomen, „ had hec de Godlyke Voorzienigheid niet be„ haagd, om onder ons Mannen te verwek„ ken, die hec diep verval ons voor oogen „ fielden, en ons waarfchuuwden voor den al„ lerongelukkigflen toefland, waarin wy zeker„ lyk vervallen zonden, byaldien wy by onze zorgloosheid en ledigheid bleeven volharden! „ Wy behoeven UEd. Gr. Agtb. deeze onc„ fterflyke Mannen niet cprenoemen ! — Ge,, noeg ! Zy zitten in Dordrechts Raad, en „ deeden aldaar, zo we! als in der Staaten Zaal, ,, de te langgefmoorde Stem van het geweeren, „ van pligt en van Vryheid klinken! DeTrocseh5, heid, het Eigenbelang en de Heerschzugt floe-5 gen wel een blikfemend oog op deeze Ag» tingswaardige Mannen; doch Nederlands God 3? hield hen flaande en zegende hunne edele poojs gingen ! Toen oncwaakte de Narie, inzonder35 heid Dordrechts Burgery, als uic een diepen 33 flaap, en gevoelde al hec gewigt haarer duurs ss verpligting; terwyl teffens haar Vaderlandlie33 vende boezem klopte, door een brandend 55 verlangen , om, in haaren kring en volgens 35 haar vermoogen en geleegenheid, toe een heilj5 zaam Herftel medetewerken, en om de ge35 trouwe Bevorderaars Haarer Belangen te on3, derfteunen, te bemoedigen en te beveiligen ! „ Het zou overbpodig zyn hier ftil te ftaan,  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 77- g by alle de aangenaame Gevolgen, die, door „ zulk eene gelukkige Eenftemurigneid, in be„ doeling en werkzaamheid tusfchen Regent en „ Burger, zyn daar gefield, en nog verder te „ verwagten zyn! maar, om tot ons zelve te „ keeren, wy kunnen niec voorby aancemer„ ken, dat aan deeze Beginzelen, de oirfprong,. w groei en bloei van het Genootfchap van Wa„ penhandel, de Vryheid, waar van wy de eer n hebben Officieren en Gecommitteerden te zyn, » moeten toegerekend worden! Ja! Ed. Gr. 33 Agtb. Heer' zo dra waren niet de eerfieGrond53 flagen van Hetzelve gelegd, en byzonder na 33 de openlyke wettiging en begunstiging door* 33 den Ed. Gr. Agtb. Oudraad deezer Stad, of »> wy zagen de Vaderlandfche yver gaande; zeer 33 veele Burgers zig, in hetzelve, veréénigen, 33 en de wapenen met zo veel lust, kundigheid 33 en vlyt beoeffenen, dat hec weldra de Be33 wondering van alle VVeldenkenden tot zig crok , 33 en de goedkeurende coegeneegenheid der ge33 heele Burgery moge ervaaren ! In zo verre t> zelf, dat eene Oude Schuttery deezer Scad, 53 die der Kloveniers naamlyk, hec van Haar 33 belang rekende, om ons de Aanbieding van »? Overgang en Verééniging in en met dezelve » te doen, op eene wyze die dezelve tot eer » verftrekc, en al den aandagt van het Genoot»5 fchap waardig was! Het gevolg daarvan is »s geweest, dat, op voorleeden Dingsdag, tus» fchen de genoemde Schuttery en hec Genooc» fchap, eene Overeenkomst is gecrofFen van » onderlinge Vereeniging en Overgang in de gezegde Schuttery der Kloveniers. w Te menigvuldig zyn de byzondere en a'ge- mee-  j?3 GESCHIEDENIS VAN HET CELEGALISEERDE meenc Bewyzen van Eere, Vertrouwen eis' 5, Toegeneegenheid, welken het Genootfchap „ van den Ed; Gr. Achtb. Oudraad deezer Stad heeft moogen ondervinden, dan dat zy de„ zeiven immer zou kunnen vergeeten, of op „ derzelver waarde de behoorlyke Prys niet zou ), (lellen. Neen! Ed. Gr. Agtb. Keer! het is daarom, dat wy gecommitteerd zyn, om aati „ U Ed. Gr. Agtb. (en in Uw Perfoon den „ geheelen Gr. Agtb. Oudraad, ) te betuigen, „ dat wy de genootene Protectie en blyken vari Achting nimmer wenfchen te vergeeten! eri te gelyk, om aan UEd. Gr. Agtb. en aan ,', den Ed. Gr. Agtb. Oudraad eerbiedig kennis j, te geeven van het genoomen Befluit des Ge„ nootfchaps, en om teffens dén voortduur vart Hoogstderzelver Befchermingen Begunstiging,ais mede Vryheid tot het gebruikmaaken by ,3 aanhoudenheid van het Exercitieveld, voor « de Manceuvres, te verzoeken. , „ Eindelvk hebben wy den aangenaameh Last,» om aan U Ed. Gr. Agtb. en braave Medele„ den plegtig te verzekeren, van onze Hoog„ agting en Verkleefdheid aan Hunne achtingsn waardige Perfoonen, en dat ons nimmer iets ,5 te kostlyk zal weezen, 't welk wy niet zous? den opofferen, ter befcherming van UEd.Gr; jj Agtb. tegen allen overlast, en ter beveili35 ging tegen allen geweld: terwyl wy voorts ss harrlyk wenfchen, dat die zonderlinge Eens33 gezindheid , welke alhier den deügdzaamen 55 Regent en BUrgervereenigt. nimmer geftoord^ 55 of "de zoete rust en eenparige werkzaamheid, is tot opbouw onzer voorige Nationale Groot$ heid immer afgebrooken worde! Op dat alzo-  GENOOTSCHAP TE DORDRECHT. 79 ,s de Luister, de waardigheid en het aanzien w van UEd. Gr. Agtb. moogen toeneemen, in dezelve evenredigheid, als gy de reeds ont„ vonkte Moed van Dordrechts Burgery, voor Vryheid en Voorrechten zult werkzaam zien! „ ÜEd. Gr. Agtb, ftrekke voorts nog lan„ ge tot onze blyïchap en kroon, en onderaf vinde alle de genoegens en Zegeningen, die„ U Ed. Gr. Agtb. in Uwen gewigtigen Last „ onderfchraagen en verzekeren kunnen van „ Gods gunst en verborgen Liefde! Op deeze Handeling volgde het gunstigde goedkeurend befluit van den Ed. Grootagthaaren Oudraad, tot uitfteekend genoegen der geheele Burgery. Zie daar eene gefchiedenis, zo vol trekken van Eensgezindheid, Broederlyke Liefde, Verkleefdheid aan waardige en pligtbetragtende Regenten, en ftandvastige trouw voor Vaderland en Vryheid! Hoe gelukkig is niet zodaaöig eene Burgery, en zyn alzulke Regenten! By de toejuiching der weidenkenden, hebben zy de goedkeuring van hun geweeten en den besten Zegen der Voorzienigheid te ver\vagte% EINDE.   geschiedenis VAN HET ÏSXEBLCITIE'-GENOOTSCHAI* DER STAD A L M E L O O, IN DE PROVINCIE VAN OVER.YSSËL IN HÉT LANDSCHAP t w e n t h e,   GESCHIEDENIS VAN HET EXERCITIE-GENOOTSCHAP DER STAD A L M E L O O, IN DE PROVINCIE VAN OVERY8SEL, EN HET LANDSCHAP TWENTHE. Jj_3e Burgers van Almeïoo, één der bloeiendfle Steeden van Twenthc, waren van ouds wegens hunne dapperheid beroemd. In hec hillorisch verhaal van N. van Wasfenaar vindc men tot hun Lof aangctcekend, dat zy in 't Jaar 1623. aan 300 Antholfche Soldaten , welke binnen Almeloo wilden rukken , manmoedig het hoofd booden, en hun met geweld nood ■ zaakten te rug te trekken: — Zy hadden, eeiiert geruimen tyd daarna, nog eene geregelde Schm> terye, waar van nog twee Reglementen, ( die echter, voor den tegenwoordigen tyd althans zeer ongefchikt zouden ) zyn, bewaard zyn gebleeven, en in de Jaaren 1663. en 1665. gemaakt zyn. A fit Deeze  4 GESCHIEDENIS VAN HET EXERCITIE Deeze Schutterye had door den tyd hetzelve lot met verfcheiden anderen van ons Gemeencbest. Zy verminderde allengskens, en werd eindelyk geheel en al vernietigd. —■ Toen men het eerst in Nederland begon bedagt te worden , om de nuttige Wapenoefening te herftellen en algemeencr te maaken, was 'er nog naauwlyks een onder Almeloos Burgeren die ooit een Geweer gehandeld had. — Daar echter hier dezelfde gloed van Vaderlandsliefde blaakte, die elders den yver van ieder getrouw Burger deed ontbranden, was deeze Stad ook geen van de laatfle onder de Steden en Dorpen deezer Provincie, welke de Wapenen aangorde. In den Jaare 1783. op den 10. December, verbonden zig eenige jongelingen , om een Exercitie - Genootfchap opterigten; de braave Burgervader Jacob Revius verleende aan hun de vryheid, om in een zyner ledig llaande huizen, hunne Exercitiën te oeffenen, en ondanks het ongunftige faifoen , ondanks de befpottingen , van eenige hunner Medeburgers, in het gaan of komen van hunne drilplaats, was hun getal, reeds, voor het einde van bet Jaar, tot in de twintig aangegroeid. — Zulk een Gezelfchap kon onmooglyk langen tyd fiaande blyven, zo het niet aan zekere wetten verbonden was, en het ontwerpen van dezelven, als ook de directie van het geheele Lighaam, aan eenigen uit hun midden verkorene Perfoonen was toevertrouwd.— Op den 14 January 1784. werden dus door de Leden zceven Commisfarisfèn benoemd, te weten de Heeren H. J. Colmjchate, H. J. Reyhts, J. L. Ernst, M. Henrichs. G. Schimmeipenning Ab. Z., C. Cock en N. H. ten Cate, met  GENOOTSCHAP DER STAD ALMELOO. $ met magt en lasr, om alles wat zy tot volmaaking van hun Corps noodig oordeelen zouden , ter uitvoer te brengen. Wel dra was de vergunde plaats veel te klein, om de Manoeuvres te leeren; Commisfarisfèn vonden daarom goed, op den 19. January een Adres aan Mevrouwe de Gravin Douaricre van Recht eren, Vrouwe van Almeloo te prefenteeren, met verzoek om aan haar gezelfchap het exerceeren in de Kerk toetelaaten , als zynde na H. H. Geb. fustenue, alleen Meesteresfe over dezelve. De Rentmeester van Mevrouw gaf den volgenden dag een mondelyk antwoord, aan een der Commisfarisfèn , hier op uitkomende „ dat H. H. Geb. niet gaarne zag, dat de Kerk „ tot een Exercitie - plaats gebruikt werd, dog „ dat H. H. Geb. 'er wel een Koets- of Tim„ merhuis toe wilde leenen;" Voorwaar een voorbeeldige Godsdienstyver! — Een vroomheid die altoos kwalyk geplaatst is. Deeze aangebooden plaats lag een goed einde van de Stad;.'t was dus ligtelyk te vermoeden, dat deeze aanbieding niet aangenomen zou worden , om dat het zeker een onaangenaam tourtje in de winteravonden zou geweest zyn, zo verre buiten de Stad te marcheeren, Commisfarisfèn hier van aan hunne Committenten berigt gedaan hebbende, vonden zy eenparig goed, hier van geen gebruik te maaken, maar by de jaarlykfche verpagting van de Stads Bleek, op den 22. Febr., bcfloot men, de Magillr-aat om hec gebruik daar van, te verzoeken, het welk voor één Jaar werd toegeftaan , en in de volgende Jaaren, op een telkens herhaald verzoek, wederom gunltig geaccordeerd is. , A 3 Dus  6 geschiedenis van het exercitie» Dus voor eerst voorzien van een plaats om te manoeuvreeren, en van een genoegzaam getal Leden om een geregeld Corps te formeeren, moest 'er een middel gevonden worden , om deeze Manfehap, (veelal zo vermoogend niet om zig te wapenen als wel vereischt werd,) van de noodige Wapenrustinge te voorzien; men bedoor tot eene algemeene Collecte in deeze Stad, en om aan Mevrouw de Graavin, alle verfchuldigde Eer te bewyzen, werd de Heer Rentmeester yerzogt, aan H. H. Geb. te vraagen, wanneerGecommitteerdcn de Lyst van intcekening aan Mevrouw mogten aanbieden ? vvaar- op zy tót antwoord ontvingen, dat H. H, „ Geb. geen kennis van de oprichting van het „ Corps had, en zig buiten de Commedie dagt „ te houden. " — Beter dagt verre het grootHe deel der Burgers, en dc Vaderlandfche Jufferfchap , als door welker Edelmoedigheid, men eene aanzienlykc fomme van byna ƒ3000. bve'-nraamelde. Den 17. derzelver Maand ging men over tot de verkiezinge van Officieren, en benoemde men met eenpaarige Hemmen daar toe, de volgende Heeren: Colonel Mr. C. Cock. Majoor, Sa. Colmfchate. Kapiteins, N. H. ten Ca te, G. Schim* melpennink, Abrz., ff. J. Revius. Luitenants, A. Hanterman, J. O. ten Catey J. L. Ernst. Vaandrigs, G. Schimmelpennink, W. Z.y L. Harwig, Jacob Bavink. Adjudant, Hendrikus Revius. En Secretaris, G. H. Cos ter. Deeze  GENOOTSCRAP DER STAD ALMELOO. 7 Deeze eerfte en zo zeer vreemde plegtigheid, werd in de beste order verrigt, en met eene Vaderlandfche Maakyd beflooten, by welke geleegenheid door den Secretaris, in eene treffende aanfpaaak, aan alle de Leden, werd voorgehouden, hunne vcrpligtinge, zo ten aanzien van het Vaderland in 't gemeen, als van deeze Stad in *t byzondcr, en op de kragtigfte wyze betoogd, dat alle pogingen tot vcrbeterin"-e of herftel van misbruiken, ydcl en te vero-eefs zyn, zo niet elk voor zig zelfs afiftand wil doen van zyne gebreken, alle haat, nyd, twecdragt verbannen, en daarentegen elkandcren behandelen als Broeders, met alle gulle en opregte vriendelykheid, zynde deezen alleen de wegen en middelen waar door ons Land zo groot geworden is, vermaanende een ieder, op het allerernftigfte, om niemand hunner Medeburgeren , in gevoelens van hun vcrfchillende, met woorden of daaden te belcedigen, en alle den hun aangedaan wordenden hoon of befpottinge, met ftilzwygen te beantwoorden, en zo veel mogelyk te verdraagen. — Een doorflaand bewys, dat de oprigting van dit Corps,niet gefchiede om op oproer en tweedragt te zaaien, zo als fommige durfden uitftrooien. — En zie daar, in den tyd van drie Maanden, een Corps . van 80. Burgers, in ftaat het Geweer te handteeren, gereed om, des noods, het Vaderland, en de Vryheid, te befchermen. Den 14. Juny, addresfeerde de Krygsraa'd zig by Requeste aan Heeren Burgemeesters en Gemeentsluiden deezer Stad; ver: oe ende H. E. Achtb. goedkeuring^ over de gedane verkiezinge van Officieren; zig aanbiedende, om, A4 "p  9 GESCHIEDENIS VAN HET EXERCITIE- 9p het plegtigst, hulde en trouw aan H. E.. Achtb. te belooven; om zig tot demping van oproer, en bewaaringe der publycke rust en, vjiligheid. te laaten gebruiken; verzoekende dat H. E. Achtb. eenen tyd geliefden te be-> paaien, ..erin deeze hulde te doen ontvangen, 'en H. E. Achtb., approbatie over , het Corps en deszelfs Wetten te geeven., , G-meentsluiden zyn , zo verre wy weeten, nimmer Jbjer over byeen geroepen, en nimmer zyn de Rcquestranten met een antwoord vereerd; terwyl zy eenen geruimen tyd daarna eerst vernamen dat H, E. Achtb. deeze Appro, batie niet konden verleenen, zonder toeftemming van Mevrouw de Gravin. Den 19. dito verfeheeu het Genootfchap voor de eerfte keer met deszelfs nieuwe Geweeren op het Exercitie-Veld; wordende door den Majoor, met eene aanfpraak, geluk gewenscht met deeze Wapenen , en Hun'betoogd, tot welke oogmerken zy dezelve moesten voeren , en teffens vermaand, zig als braave Vaderlanders te gedraagen. Op den 14. Nov. vond men goed, op nieuw een Adres te prefenreeren, aan H. H. Geb. cn den Magiftraat te zaamen, zynde van denzclven inhoud als het eerstgenoemde; agt dagen daarna werd cut Adres door den Hr. Commandant aan de Vergadering terug gebragt, met dit monde, lmg antwoord , door den Hr. Rentmeester aan zyn W, E. gegeeven, dat, „ H. H. Geb. hier „ op trecn Appoinclement konde geeven, dat „ zy image in, de verkiezing van Officieren moesten hebben, of ten minften de improV, batie-." Burgemeesteren hebben de Gemeenrs- lui-  GENOOTSCHAP DER STAD ALMELOO. luiden over dit tweede Request wederom niet geconvoceerd, en ook geen antwoord gegeeven. Den 18. dito deed de Krygsraad op nieuw aanzoek by Mevrouw de Gravin, de Burgemeesters en Gemeentsluiden betuigende haar leedweezen, dat zy tot nog toe aan H. H. Geb. E. Achtb. en Achtb. de verfchuldigde hulde en trouwe niet hebben nïogen afteggen, en perfifleerende by de declaratie van Haare regtmaatige oogmerken, om de rust en welvaart der Rurgerye te helpen handhaven enbefchermen, blykens haare beveelen aan alle de Leeden in 7 openbaar voorgeleezen, en ten. bewyze hoe zeer zy geneegen waren, Hunne. Overheid alle genoegen te geeven, het volgend aanbod doende. 1. Llun Genoodfchap in een Stads Schutterye te veranderen. 2. He verkiezinge der Officieren zo te fchik* ken, dat dezelve jaarlyks door het Folk gefchied zynde, aan H.H. Geb. en Bftrgemeesteren en Gemeentsluiden zouden overge ge even worden, om daar op Hunne Apof Improbatie te ver neemen, onder beding echter dat de Improbatie niet zou gefchieden, dan om wettig te geevene redenen. 3. Om door de verkoorene Officieren by handtastinge of Eede, hulde en trouwe aan H, II. Geb. E. Achtb. en Achtb. te doen afleggen. 4. Om het Reglement van het Genootfchap door H. H. Geb. E. A. en A. nevens Gecommitteerdens uit den Krygsraad te laaten examineer en, en des noodig, te veranderen. A 5 5. Ver--  lO GESCHIEDENIS VAN HET EXERCITIE» 5.'Verzoekt het Genootfchap, op eene byna niet gebruikt wordende Kamer van het Stadhuis, Krygsraad te moogen houden^ Op welk alles zy binnen veertien dagen eene gunftige Dispofitie verzoeken, op dat deeze lang gewenschte Zaak, tot een gelukkig einde mogt gcbragt worden. Den 21. werd het Genootfchap voor de cer^ fte reis met een fchriftelyk antwoord verwaardigd, (voorwaar een groot geluk,) van deezen inhoud. „ Dat dc Zaak niet van het „ Departement der Gemecntslicden was, en „ 'er daarom niet over in onderhandelinge zou„ de getrecden worden, voor dat het aanbod „ gefchiedc, aan Mevrouw de Gravin en de „ Burgemeesters alleen." Een ieder begrypt jigtelyk, dat zulk een antwoord het Genootfchap niet weinig in verleegenheid bragt. —• ' Gemeentsluiden, de eerfte en voornaamfte Vertegenwoordigers van de Burgerye, te moeten voorby gaan, in eene zaak van zo veel aanbelang voor de gehecle Stad, wat zoude dit anders zyn, als H. Achtb. alle gezag of inzage in Stads belangens te ontzeggen, en Haare reeds byna niets betcekende ftem, geheel te doen zwygen. — Dit konden de Leden niet van zig verkrygen, te minder daar eert bediende Advokaat van den Huize Almeloo, aan een onzer Officieren, verklaard hadde, dat de Gemeentsluiden abfolut in deeze zaak moesten gekend worden. Waarom zy beflooten aan Ge¬ meentsluiden een Adres te prefenteeren, waarin aan H. Achtb. een ampel Detail van het reeds gedaane werk word overgelegd, als mede het laatfte antwoord van Mevr. de Gravin en Burge- mecL-  GENOOTSCHAP DER STAD ALMELOO. II meesteren, geevende de Leden hunne vertegenheid te kennen, hoe zig te gedraagen, om de goede Zaak niet te vertrangen, en het wettig Recht van H. Achtb. niet te benadeelen; verzoekende li. A. gevoelen en raad hier over te verneemen. Op den 11. January 1785. vonden fï. Achtb. goed , het volgende antwoord tc geeven; „ dat „ zy, om niet verantvvoordelyk te zyn over „ het delay der goede Zaak, wel mogten iy„ den, dat deeze voor ditmaal, buiten Haar, afgedaan wierde, voor behoudens haar recht." Het geen tot dus verre gebeurd was , had echter geene de minfle nadcelige uitwerkingen gehad, op dc denkwyze en moed der Leden van het Genootfchap. Ieder bleef even yverig en werkzaam. Zy hadden reeds in September van het voorige Jaar, door hunne Gecommitteerden, op de Vergaderingè te Dclden, hunne bereidvaardigheid doen dcclarceren , om met hunne gewapende Medebroeders alles aantew ruien, tot handhaving hunner Republikainfche Conftitutie. Zy hadden in die maand wederom hetzelfde door twee Leden op de Vergadering der Twentfehe Genootfchappen, en door hunnen Secretaris op de Nationaale Vergadering van Utrecht doen betuigen, en het volgende bewyst overvloedig, boe alle dc Manlchappen van dit Corps gezind waren, om den Lande tegen alle in- en uit- heemsch gevveld te beveiligen. — Den 24. January • namclyk werden alle dc Leden van het Genootfchap byeengeroepen, en door eene treffende aanfpraak van den Major, Hun voor oogen gehouden, de hagche- lyke  ia GESCHIEDENIS VAN HET EXERCITIE- Iyke ftaat van het Gemeenebest , het gebrek van nodige Manfchap ter onzer befcherming, vooral in deeze Provincie; de pligt van elk Burger, om zyn Vaderland te helpen verdeedigen ; aangedrongen met voorbeelden uit 's Lands Hiftorien; welke aanfpraak met eene zekere vooronderftellinge beflooten werd, dat zy allen , deeze navolgenswaardige Vaderlanders zouden wenfchen te evenaaren en zulks toonen zouden door zig op het plegtigfte, by handteekeninge te verbinden; om, zo de nood het vorderde, ten dienfte van den Lande, uittetrekken, en voornamenlyk deeze Provintie te helpen befchermen : Elk was even vaardig, om dit met 'er daad te bewyzen, en 'er verbonden zig op dien dag reeds 136. Leden tot dat einde. Weder een treffend bewys , dat het deeze Burgerye aan geen moed ontbreekt: Even zeer toonde dezelve, van alles, wat de openbaare rust zou kunnen ftooren , ten uiterftcn vervreemd te zyn; want in de maand April deszelven Jaars fcheen de gelegenheid voor het Corps zeer gunftig om de lang gewenschte Wetti ging te erlangen. —■ 'Er kwam toen eene Publicatie van Ridderfchap en Steden uit, waarby het draagen van alle onderfcheidingsteekens verbooden werd; uitgezonderd alleen die van de Genootfchappen welke in de kleine Steden door de refpective Magifraaten, en op het platte Land door de Heeren Ordinaris Gedeputeerden zouden gewettigd zyn. . Offchoon deeze Publicatie in de Kerk van Almeloo werd afgekondigd met eene zekere Preambule , waar in de Gravinne zig zei de voort-  GENOOTSCHAP DER STAD ALMELOO. 13 . voortebehouden. „ Haar regt, om niet alleen „ in het Buitengerichte, maar ook in de Stad, „ Schutteryen en Genootfchappen te appro„ beeren," meenden de Leden echter dat zy zig volgens de Publicatie van hunnen eenigen en waaren Souverain, nu op nieuws aan hunne Magiftraat, en wel aan dezelve alleen addres- feeren moesten. Dan by dezelve liep het verzoek om wettiging van het Genootfchap en deszelfs Veldteekenen wederom vruchteloos af; waarom zy oordeelden nu niet langer te moeien draalen, maar zig direct aan den Souverain zelve te moeten addresfeeren, welke hen terftond op eene gratieufe wyze wettigde, en de Vrouwe van Almeloo gclascede om Haar vermeend Recht, waar van in gemelde Preambule gewaagd was, op den volgenden Landdag te aditrueeren. Zedert dien tyd is het Genootfchap allengskens aangegroeid , en in Febr. 1786, met 28. Grenadiers, en wat laater door de noodige Bylluiden verfterkt zynde belïaat het thans uit •118. Man, alle Inwoonders van de Stad zynde; (terwyl de braave Landsluiden die zig zedert één en één half Jaar afzonderlyk geoeffend hebben, en mede door den Souverain gewettigd zyn , door hulp en raad der Burgerye, tharrs een Corps van 90. Man kunnen byeenbrengen , die alle wel gewapend en geoeffend zyn.) Over het algemeen zyn deeze braave Genootfchaps - Leden vol vuur, wanneer het vryheid, recht, en byzondere, of algemeene veiligheid geldt; blykens het voorgevallene op den 7. September van 1786; want nauwlyks hadden zy dien  14 GESCHIEDENIS VAN HET EXERCITIE*" dien morgen kennis hekomen, dat de Steden Hattem en Elburg, op raad van eenige braave Vaderlanders waren verlaaten, en de vrees die men had, dat het op een der Hoofdfteeden verder gemunt ware, of alle Leden, (daar toe bekwaam) booden zig aan om tot hulpe en verdeediging van dezelve uittetrekken! hunne drift was zo groot, dat 'er reeds, voor Zonnen ondergang 172. 'Mannen op marsch waren na Deventer; daar zy den volgenden middag in order binnen kwamen, en het hunne toebragten tot bcwaringe, en defenfie dezer Stad. Tot den 24. November bleef dit uitgetrokken Detachement, onder geduurige afwisfeling van Manfchap zo van het binnen, als van het buiten Corps, in die Stad, en zo dra de vrees voor eene geweldaadige ondernccminge, voorby was; keerden zig de laatften van hunne Twentfche Medebroederen, na hunne Wooningen terug. Staande hun vcrblyf aldaar , hadden zy het genoegen om op nieuw, nevens de overige gewapende Vaderlanders, in de Protectie van H. Ed. Mog. genomen te worden. Voor de behoeftigen onder dit Genootfchap is bchoorlyk zorg gedraagen door 't oprigten van een Zieke-Fonds, volgens het plan van Deventer. Hetzelve is den 1. Augustus 1785. tot ftand gebragt. De Heer Heppe, M. D. alhier, benevens de CKirOrgyns Ruink, Raket, en Busfink, hebben zig verbonden om de Leden van het Genootfchap Patiënten zynde, voor niet te vifiteeren , en de noodige Medicamenten tot de minne pryzen te lecveren. ■—■ Ook wordt een ieder Lid van dit Corps, overleeden zynde , zo de naastbeiïaanden dit Be-  GENOOTSCHAP DER STAD ALMELOO. I5 begeercn, op kosten van het Genootfchap en met Militaire Honneurs begraaven. De meeste gegoede Burgers van deeze Stad, die geene werkende Leden zyn, toonen echter het Genootfchap te begunftigen, door zig als Honoraire of Contribueercnde Leden van hetzelve aanteteekenen, en Jaarlyks een zeker Fournisfement tot foutien van hetzelve te betaalen; zelfs heeft het Genootfchap het genoegen , om eenigen, hoewel weinige Buiten ■ Leden, onder zyne Begunftigers te moogen tellen. Een Genootfchap, uit welks eenvoudige gefchiedenis alleen by den weidenkenden Leezer, een zekeren eerbied en ongeveinsde geneegenheid gebooren word, daar het de ffandvastigheid en moed, de zuigt voor het Vaderland, de Menschlievenheid en de Wapenoerfening dus loflyk zaamen paart, kan niet anders dan gelukkig flaagen, in zyne pryslyke en heilzaame oogmerken. Dus voortwerkende zal het groot worden, om dat deszelfs beginzels edel en verheven zyn, en het hoe langs hoe meerder zullen worden.   AANHAsrG-SËÏi TOT HET EERSTE STUK D E R. GESCHIEDENIS va n Met SCHUTTERLYK GENOOTSCHAP Te JD M X jP ' X, Onder de Spreuk: /}«•_/? /^öcr Vryheid en Vaderland. BEHELZENDE een GETROUW feN NAAUWKEURIG VERHAAL: Benevens de echte Stukken tot het iri voorfz. Werk kortelyk aangeroerde geval VAN Ü E N HEERfe ÖEORGE HËNRICUS van öe£ BOON MESCH, Capt. van een Camp. Schutters o?ider hit Eerfie Witte Vaendel, en 0ERARDUS VERBEEKj Schutter ly vtirfz. Chipl   V O ORBER.ICHT, j^Xar bet Voorgevallene tusfchen den Heer Oapt.G. H. van der Boon Mescm en den Onderget. in zyn verband befchouwd, eene onmiddelyke betrekking tot het bchutt. Genootfchap heeften voor het zelve ook van daadelyke gevolgen is geweest; daar het alömme niet weinig opziens baarde, naar maate het door berichten , ftrydig met de waarheid ,• geventileerd werd; terwyl, alle braavcn, zo buiten als binnen deeze Stad, inzonderheid zy, die er oog getuigen van geweest zyn, billyk verwachtten, dat daar op eene fatisfactie, geëevenredigd aan den gepleegd en moedwil, het noodzaaklyk gevolg zoude geweest zyn, dat échter, daar men dit werk zo veel mogelyk in' het donker poogde te fmoorea, tyd en A i ÉSf  iv VOORBERICHT. en gevallen onderscheidende, niet gebeurd is, 'twelk tot verfchillende redeneeringen en gistingen aanleiding trof r Zo heeft de Onderget., deels op zomrhiger veïzoek, deels, om a->n zig zelve eene geoorloofde voldoening teverfchaffen, zich verpligt gerekend, die zaak in haar geheel, en de rechtspleeging omtrent dezelve, (onmiddelyk na het voorgevallene telkens aangetekend,) onbewimpeld, en naar waarheid, voor de Vierfchaar van het onzydig en verlicht Publiek ópen te leggen, Taatende aan het zelve , daar over naar billykheid te oordeelen. Heeft aan den Onderget.,- de deeltteemmg in de voor het algemeen zó bclangryke zaak des wreed-geteisterden Vaderlands, door heersch- en baatzugtige Gèweldenaaren; de verdeediging der verguisde en vertreeden rechten zyner Stadgenoten, ter welker hoogstnoodige herltelling, en befcheidene handhaving, hy, in den kring binnen welke hy zich tot dc Maatfehaappy geplaatst ziet, als Burger en Christen wenscht getrouw te blyves, hem  VOORBERICHT, v hem ook deeze onaangenaamheden doen bejegenen, geen nood! ter-liefde van zyn Vaderland getroost hy zich dit met anderen, hy welke hy verre beneeden is, wat ook eene bedorven Staatkunde, onderiteund door de baatzügtige, de laaghartige Geestelyke Vleier cn hun gezamenlyke afhangelingen hier tegen looslyk mogen drogredenen : genoeg, zo hy in de vervuiling zyner Eligten, Hechts iets mag helpen toerengen ten nutte van dc goede zaak Mn dit vertrouwen op den 'God des Eeds, dat, daar de Scepter der Godloosheid, niet by beftendige voordduuring , rusten zal op het lot der Rcchtvaerdigen, eens éindelyk de Ge, luchtigheid, die, gelykze een Volk verhoogd, zoo ook met het Gerichte, de vastigheid is van des Heeren Troon, ter zyner tyd op de ondeugd zal zegevieren ; terwyl hy hartelyk wenscht, dat dc Natie eerlang de vereende poe-, gingingen der getrouwe Voorihnders, en Bevoorderaars van wettige en bezwoeren Volks-rechten, met dien- gelukkigen uitflag bekroond zie , dat op Neêrlands andermaal vrygeftreeden grond , het heil des Volks , als. de> hoogfte Wet, gevestigd we,rde op de>  ft VOORBERICHT. puinhoopen van Willekeurig Gezag en vrekkige Eigenbaat! om tot aan het Nageflacht, by 't welke de tyd in de eeuwigheid zich verliezen zal, geëerbiedigd te worden. G. VERBEEK. AAN-  AAITOAEF&SE3L TOT HET EERSTE STUK DER GESCHIEDENIS SCHUTTERLYK GENOOTSCHAP. X) JE X If Ts 1 oen de5 avonds van den 9 Juny 178.^, de Comp. Schutters van den Heer Mr. Corn. van der Sleideia, Capitein van het tweede Orange Vaendel, op de Schutters Doele zoude Exerceeren, bevond zich ook aldaar onder de Aanfchouwers de Perzoon van Gerardus Verbeek, die *ls Oud Lieutenant by het 3de Rot onder het ifte Witte Vaendel, of de Comp. van den Heer Capit. G. H. van der Eoon Mesch , in deeze hoedanigheid met A 4 pri- VAN HET Onder de Spreuk: Tot herflel der Delftfche Schuttery, Voer Vryheid en Vaderland.  C 8 > pnmo Mey 1785 (de gewoone tyd met welke dc twee jaange dienst der Rots - Officieren of Hoofdmannen en hunne Lieutenants expireerd) was afgegaan: Als Oud Lieutenant itond hy met andere Officieren binnen het afgeperkte plein, echter op een verren afftand yan hetExerceerende Corps. Onder de Comp. van dit Oranje Vaendel waaren verfcheide Schutters welke zich hadden uitgemoniterd nier. Epauletten en Dragons naar de Coukau: van hun Vaandel', tot niet weinig genoegen van zodanige Capiteinen en Hoofdmannen, als zederd eenigen tyd in hunne Vergaderingen, waar doorgaans ajles verjaard, en zonder geregelde Orde afliep , deeze vcrfehillende Couleuren hadden trachten in tc voeren, eenige nochtans hadden Witte, andere blaauwe Epauletten. Een aantal Schutters deezer Comp. , Leden zynde van het Genootfchap, gebruikten de bv hun ingevoerde Epaulettes en Dragons naar de Couleur van het Stads-Wapen, zilver met zwart, dit mishaagde zeer tan de beminnaars der Oranje Couleur, ook van eenige aanfehouwers buiten de Comp., inzonderheid ontdekte zich dit by den Capitein yan der Boon Mescb,, die aldaar ïneode preferit, doch buiten functie was, en dus geen Commando had, deeze den Oud Lieqt. Verbeek ziende, fprak hem aan ,cn te zaamen het plein opwandelende,'raakten'zy in een einft/'g gefprek over de Epauletten by het Genootfchap al hier het eerst ingevoerd, en welke, als nimmer by de Schuttery in geKruik geween zynde, zyn Ed. afkeurde, dan, Vt ontdekte zich ras dat de Capitein onder, den  < 9 ) ^en fchyn oer Epauiettes, her eigenlyk opl de Leden des Genootfchaps , als welke niet verkozen zich met de Oranje Couleur te ver-» eieren, gebraden had, 'twelk aanleiding gaf tot andere redenen nopens de willekeurige en onbevoegde handelwyze en maatregelen van verfchcide Officieren der Schuttery, met dat gevolg, dat de verftoorde Capitein , of fchoon geen het minfte Commando" hebbende, zich veroorloofde tot herhaalde reizen en op de brutaalfte wyze, zyn Oud Lieutenant te ordonnecren, hoewel vergeefsch, zich van binnen de afperking te verwyderen, met vruchteloos aanzoek by de aldaar posthoudende Invalides om adfiftentie. De weigering zo van deeze, als van bunnen Capt. de Heer Prevo vaar door de Heer van der Bcon Mesch zyn rrctens gezag niet konnende uit oeffenen, deed hem van daar weder naar vooren keeren De beleedigde Schutter, getroffen door den hoon hem zo openlyk aangedaan , cn oordeelendc dat zulk eene puoUckebeleediging, tenminlten eenigzins., benoorde gerepareert te worden vóór de eerstkomende exercitie, die binnen twee dagen onder deezen zynen Capitein zoude plaats hebben, en ligt van ernftige gevolgen konnen worden, beftoot by het eindigen der exercitie zich by zyn Capt. te vervoegen , hem op eene befcheiden wyze over de onbevoegdheid van zyn ren deezen behouden gedrag, ter voork'ooming van verdere vevwydering en de gevolgen van dien, te onderhouden: dit ondernam hv, dan met een ongelukkig gevolg: de verftoorde Capitein, in plaats van door het geïprek met voornaame A 5 Xde-  C 10 ) Lieden , bedaardelyk zyne mispas te hebben gezien, en gelegenheid krygende die eeirgzins te herltellen, ontftak, na weinig, redenwislèling , in zulk een woede, dat hy op bet punct ftond een Manflag aan den Weer- en Wapenloozen Schutter te bega i, zo niet het onmiddeiyk toefchieten van eenige omitanders tusfchen beide was gekomen, ( gelyk dit- alles by de authentieque Memorie, rhet vcrkïaaringen van getuigen aan Heeren Hoofd-Officier en Scheepenen overgeeven, en op zyn plaats geinfereerd, breeder te zien is,) 'twelk alies, uithoofde der verfchillende partyen, zo onder de gewapende als ongewapende meenigte, in etn akelig bloed rtoneej fcheen te zullen eindigen, waar toe de beginfeien zich reeds vertoonden. De mishandelde Schutter rekende zich verpligt om, geagiteerd door twee getuigen, van bet voorgevallene, als waar door dc rust der Stad in gevaar gebragt, en daadelyke Combuftie-veroorzaakt was, nog dien zeiven avond kennis te geeven aan den Heer Hoofd-Officier Mv. A. van Schuüenburg, met verzoek om in deezen tc vigileercn en den beleedigden billyke fatisfactie tc verfchaffen. Én het was niet dan op de vierde dag na het voorgevalkne, dat de beleedigde by den Heer Hoofd- Off.cier wevd ontboden, die hem te kennen gat' dat de Heer Capt. ook hadde gezegd: dat kern door den Rtqmrant belecdigimen waarin aangedaan, 'twelkdoor deeze ten fterkfte wederfprooken zynde, met beroeping op een meenigte van getuigen, toonde zyn Ed. Geftr. ecjaternict onduidclyk, dat  ( II ) dat het Hem aangenaam zonde zyn, wanneer die zaak geen verdere gevolgen had Sec, dan .waar in de verongelykte geen genoegen nam, die daar op tot nader ontbod befcheiden wierd. Dc Beleedigde des Vrydags den 15 July weder by den Heer Hoofd - Officier geroepen zynde, verklaarde zyn Ed. Geftr. in Subitantie, dat met den Heer van der Boon Mcch gefprooken had, die niet ongenegen was te erkennen in drift als mensch iets gezegd en gedaan te hebben, dat by bedaarder indenken niet had behooren gezegd of gedaan te zyn geworden; dat ook de Capitein wel te divponeeren zoude geweest zyn om by eenPenoneele Comparitie , onder bemiddeling yan den Advocaat en Capitein Mr. C. van derSleiden de zaak in 't vriendelyk af te doen, dan dat zeekerc Infcrtie in de Lei'dfchc Courant van Woensdag te vooren over dit geval , hem liever zoude doen beüuiten, afltand te doen van zyn Capiteins-plaats; dat echter geneegen bleef, dc zaak in 't vriendelyke te fchikken, doch dat zyn Ed. Geftr. op die propofitie gezegd had, daar over den beleedigien te zullen fpreeken, wienzyn Ed. Geft. vervolgens op een zeer gemoedelyke wyze, het onzekere en kostbaare van langwylige procedures fchetfte en ernftig afraadde. De Requirant hier op in aanmerking neemende, den hoon hem zo openlyk, cn fchoon j» zyn particulier, echter als Schutter aangedaan, in aanfehouw van ee zaamgevloeide meenigte ; de betrekking waar in hy tot zyn Vaderland» tot het Genootfchap en zo veele braave meede-Schutters Hond, die deel in zyn geval  C » ) geval namen, en ter zaake van welke alle, hem deeze moeijelykheden bejegenden; waar by nog kwam, de voor eerlyke en niets minder dan oproer zoekende Schutters zo honen-! de Publicatie, door de Wethouderfchap twee dagen na het gebeurde afgekondigd) by welke men als ongemerkt en met diep ftilzwygen , de waare oorzaak der daadlyke ConVóuftie, door de gepleegde feitelykheden, van der\ Capt. van der Boon Mesch pasfeerdej cn in tegendeel de oorzaaken van quafie te voorziene Combullien,door een behendige tournuure, het onfchuldig Genootfchap ingewikkeld aan-. tygde, en al het voorgevallene aan het zelve attnbueerde,'t welk ook even hier door den al-. emeenen naat der wrokkende legenparty, ie daar on niet weinip- rrWi^pr^p _ ren •wierd gcfteld, verklaarde in die- propofitic niet te kannen treden, maar infteerde zeer dat zyne zaak behoorelyk mogt onderzocht ers h.m eene gecvenredigde voldoening verichaft worden, ten welke einde dan ook doorhem, op den ier°Vh Capt- e°n SchiIdwacht, toen ^".Sergeant, en ook den Capt. Prevo heeft geroepetv *  C *5 ) Dat geen van die op dat geroep aya gekoomen. Dat de Capt. van der Boon toen mee drift naar vooren, West-waards, is gegaan en met verfcheide Heeren gefprooken heeft. Dat de Requirant met den Oud Lieut. Buyfer op het plein zyn blyven wandelen , en zomtyds Itil itaande tot dat eindelyk de exercitie geëindigt was. Dat de Requirant toen, kort daar na op een befcheiden wys den Capt. heeft aan gefprooken. Dat de Capt. hier op als voorens weederom met veel drilt teegen den Requirant te werk ging. Dat de Oud Lieut. Buyfer,den Capt. ook op een cordaate wys heeft teegen gefprooken. Dat Wy ifte en 3de Onderget. gezien hebben. Dat de Capt. van der Boon zyn Rotting met groote fchielykheid om hoog en teegen den Requirant, die vlak voor hem ftond, op hefte. Dat ik ade Onderget. dit wel niet gezien heb door dat my iemand ter zyde aftrok, maar dat kort daar op iemand tot my zeide s dat hadje moeten zien, hy won Verbeek daar Jlaan. Dat Wy ïlte en 4de Ondergeteekende den Capt. hoorden zeggen , ik ben voor zulke vyftig niet vervaard. Dat Wy ifte, ade 3de en 4de Onderget. den Capt. van der Boon teegen den B 5 Oud  ( ) Oud Lieut. Buyfer hoorde roepen mee een luide Item , Aoujyje fmoel myn Heer Buyfer met je lange bakkus. Dat Wy vyf eerst Onderget. zagen dat er groote beweeging onder het Volk kwam, en dat veel gemoederen aan't gisten raakte. Nog verklaaren Wy waar en waaragtig te zyn, dat noch den Requirant, noch Buyfer, noch zooveel ons bekend is, iemand, den Capt. van der Boon Mesch, op eenigerlei wyze getergd, befchimpt, geftooten of gefkagen, of hoe ook genaamt beledigt heeft. Voorts verklaart ik zesde Onderget. Paulus Axan-ucher nfftedt waar en waarachtig te zyn. Dat ik óp Zaturd.ig Aü%hd, den 9 Jul>r 1 b op den Schutters Do c > 4 >| t'.'MaJ, ten tyde dar dc O Capt. Mr. Cornciis ujc exer, ceeren. ^''^■■'i'. i }, Dat jfc mv ' ^tiliij1:!;;-:1^! ,or by de Kamer der C\>nfMlll!!il|SiloiW(| tiaav bjn. nen het plein maar verder Oost-waards en digt by de baali gezien heb den Requirant met den Lieut. van Helden en Oud Lieut. F. W. Buyfer. Dat onder de rusttyd der Comp. zag dat de Capt. van dér Boon Mesch, zig vervoegde by den Requirant. Dat zy beiden Oost-waards op wandelde en met elkander fpraaken. Dat wel kondc merken dat hun redenee-  C ^7 ) neering van een ernftigen inhoud moesc zyn, doch weegens den verren atftand daar niets van koude verdaan. Dat ik verder luisterende, ik den Capr. van der Boon hoorde zeggen, je moet er uit of ik zal je er uit laiten zetten. Dat ik ook gehoord heb, dat de Capt. van der Boon den Invalide aan de Oost-zyde de Wagt hebbende, toeriep zet er hem uit, wyzende op den Requirant. Dat ik vervolgens hoorde dat eenige jongens, by den Invalide (taande, doch die dc my met kan herinneren te kennen, tegen den Invalide zeide: de Capt. Ordonneert je om er hem uit te dry ven. Dat ik den Invalide hoorde zeggen, ik heb Order van Burgemeesteren en myn Capitein ik foor my aan de Ordres van van der Boon niet ik moet de Ordres van Heeren Burgemeesteren en myn Capt. volgen. Dat toen heb gezien dat Capt. van der Boon den Requirant verliet en met een verftoorde houding naar vooren kwam. Dat ik den Requirant en F. W. Buyfer weeder op het plein heb zien wandelen. Dat ik de Capt. van der Boon toen met den Capt. Prevo, met den Heere Vice Praïfïdent van Hoeken, ook met den Oud Burgemeester Graswinkel, en met verfcheide Officieren van de Schuttery heb zien ipreeken. Dat  C a8 ) Dat ik my hier op van den Doele en direct naar myn huis begeeven heb Ook verklaare ik Johannes Bek 7de Underget. al meede waar en \vaara Dat ik van daar gezien heb den Requirant en Fr. W. Buyfer, beneevens den Capt. van der Boon Mesch. Dat ik duidelyk merkte dat zy verfchil hadden. Dat ik Fr. W. Buyfer kort daar na hoorde zeggen teegen den Capt. van der Boon: myn Heer je hebt hier niets te zeggen. Dat ik de Capt. hoorde zeggen ik zal er je uit doen Jlaan. Dat ik gehoord en gezien heb, dat Capt. van der Boon den Heer Capt. Prevoo geroepen, en met de Rotting hem gewenkt heeft, maar dat voorn. Heer Prevoo niet gekoomen is. Dat ik dit ziende en my niet langer kon bedwingen, moeite deed om op het plein binnen het paalwerk te koomen. Dat Leendert Steenwyk, toen er by ftond en onverwacht my aanfprak, wat wil je doen ? Dat ik tot hem zeide ik moet er door ze willen Beek te lyf. Dat Steenwyk my te rug hield en vroeg wie het was. Dat ik hem daar op verklaarde wat ik gezien en gehoord had. Dat Leendert Steenwyk teegen my gezegd heeft, weest voorzichtig, blyft hier hy is in Itaat om zyn zaak te verdeedigen. Dat de Capt. weeder naar vooren is gekoomen. Dat  ( 3i ) Dat de Requirant en Buyfer, ook weer over het plein gingen. Dat de Requirant en Buyfer, Steenwyk en my ziende , terftond voor aan de balie by ons kwaamen. Dat de Requirant met korte woorden, ten aanhooren van al die er by Honden hunne ontmoeting en de brutaale handelwys van Capt. van der Boon my en Steenwyk verhaalden. Dat de Comp. weederom in 'tGeweer koomende , den Requirant en Buyfer van ons afgingen , en zich plaatfte bezyden den rechter Vleugel. Dat ik met Steenwyk kort na den afmarch den Doele verlaaten hebbende, den Requirant aan zyn huys hebben ingewacht. Dat kort daar na zich een gerucht verfpreidde dat er op den Doele iets gaande was. Dat wy na onderjinge raadplceging den Requirant, vèrzeld van eenige Schutters hebben zien koomen, die alle hunne verontwaardiging over% de handelwyze van den Capt. van der Boon te kennen gaaven. Dat veel Schutters en andere lieden zedert van den Doele koomende, voor het huys van den Requirant ftaan bleeven, en over het geval van den Requirant fpraaken, die kort daar op, is heen gegaan, en zo ik vernoomen heb aan den Hoofd'-Officier, verzeld van eenige getuigen: kennis van het gebeurde gegseven heeft. T\T0t»  Nog verklaare ik Leendert Steenwyk 9de Onderget. meede waar en waaragtig tc zyn. Dat ik op Zaturdag den 9de July 178,5 toen de Comp. van de Heer Capitein van der Sleyden op den Schutters Doele wevkelyk exerceerde, ik aldaar gekoomen ben, wanneer de Comp. het Geweer had neergelegd en rusttyd hield. Dit ik Gysbert Verhaast aldaar vond die beweeging maakte om op het plein te koomen. Dat ik hem na de reede vraagende , zag, Jat hy zeer verftoord was, en tot my zeide, ze willen Beek te lyf. Dat na aldaar een wyl geftaan en met Verhaast gefprooken hebbende, de Requirantby ons voor de balie kwam ftaan, en verhaalde, daar veel en by ftonden , dat Capt. van der Boon hun had willen van het plein doen liaan. Dat de Requirant ons verlaaten hebben Je, zich wceder naar de kant van den rechter Vleugel, op het plein heeft blyv ;n onthouden, met den Oud Lieut. Buyfer. Dat ik roet Gysbert Verhaast na de pxen ïtic van den Doele ben gegaan, en eenigen tyd aan het huys van den Requirant vevbleeven zynde, hoorde *eggea, dat er groote rulle onder de Schutters was geweest, en dat Verbeek Van zyn Capt.. zeer beleedigd was en 't er niet moest by laaten zitten. Dat  C 33 ) Dat. hy naauwlyks voor zyn huis gekoomen zynde, een vry groote theenigte zich daar by een Vergaderde , onder welke verjcheide hem perfwadcerde zyn geval aan den lieer Hoofd - Officier bekend te moeten maaken. En verldaare ik tiende Onderget. Willem Pannevis, waar en waarachtig te zyn : Dat ik als Hoofdman over het iffë Roth onder myn Capitein Mr. Cornelis van der Sleydcn, op Zaxttrdig &vond den y July , by de exercitie gèadfifteerÉ hebbe; Dat toen de Comp. door den Capt. voorn, bedankt, en uyt elkander was, ik my ter zyde af begeeven hcbbe, willende naar de kamer N. 24 gaan. Dat ik kort daar na, hooiende en ook ziende dat er ongenoegen en verfchil plaatshad, ik weeder voorwaardstrad. Dat ik den Requirant zag ftaun by den Capt. van der Boon Mesch. Dat ik duidelyk gezien heb, dat de voorn, Capt. van der Boon zyn rotting met drift teegen den Requirant had opgelieeven, maar zoo als ik gehoord heb in het toebrengen van den fl-ig weerhouden en belet is. Dat eronder de gewaapendc en ongewaapende Schutters groote twist begon plaats te hebben. Dat ik vrcezende voor gevolgen, my daar niet langer heb opgehouden, maar na ,de Kamer N- 24 alwaar HoojiümanC m.a  C H ) tiert Vergadert waren my begeeven heb. Dat men my daar vraagende, wat is er te doen ? ik antwoordde, van der Boon wil Verbeek flaan. Gelyk ik elfde Onderget. Frans Willem Buyfer, Oud Lieut. in het derde Rot van de Comp. van den Heer Capitein Mr. Ryklof, Johan Tiquet, dan ook meede verklaare ter reqnifitie van Gerardus Verbeek, voor waar en waarachtig te zyn. Dat ik op Zaturdag den 9 July 1785,, des avonds dat de Comp. van den Heer Capt. Mr. Cornclis van der Sleyden zoude exerceeren, my bevonden hebbe op het plein van den Schutters Doele, dat ik aldaar gezien hebbe den Requirant. Dat ik, na met hem en de beide Lieutenants Vermaas en van Helden gefprooken te hebben , my heb vervoegd by den Rondasfier Ploos van Amftel. Dat ik met denzelve fpreekende, ons voorby zag treeden, de Capt. van deiBoon Mesch dien wy groetten. Dat de Requirant door den Capt aangefprooken , met hem Oostvvaards op trad. Dat hun ontmoeting in den aanvang viiendelyk fcheen, maar een korte redewisfcling verraadde het opzet van den Captein. Dat ik hooide fpreeken over de Epauletten. * Dar.  ( 35 ) Dat de Requirant vraagende wat heeft myn Heer er teegen? ten antwoord kreeg, dat zulks geen gebruyk was by de Schuttery. Dat na veele rccdenwisfelingf-n over befehikkingen in de Huishoudeiyke zaaken van de onderfcheidc Rotten, dat zeer teegen den Capt. zyn Sylthcma fcheen aan te loopen, ik merkte dat de Requirant vruchtelooze poogingen deed om een prozeliet te maaken. Dat ik hier in bevestig wierd behalven door verfchc-ide beweegingen van den Rotting, by welke eene merkbaare beweeging der drift zich vertoonde, zeggende de Capt. in fubftintie nu je me zulk antwoord geeft moetje ei* uit, flaande met zyn rotting op en needer. Dat onder veel redenwisfelingen de Requirant gezegd heeft: als ik er uit tnoet zullen cr meer uit. Dat de Requirant ook in Subftantie gezegd heeft, was dit uW oogmerk om my te ff reeken Myn Heer, nu begryk ik #, gy woud er my uit jaagen. Dat de Capitein op heeviger toon begon, en zeide je zult er uit of ik zal je èr uit doen flaan als je niet gaar, ik heb hier de order als Captein , behendig de rotting op en neder ilaande. Dat de Requirant hier op zyn recht als Schutter reclameerde, en andermaal zeide: moet tk er uit dan moeten er meer uit, als Oud Lieut. zal ik kur blyven. C a Dat  C 36 ) Dat de Capt. van der Boon gezegd heeft: zy zuilen er ook uit, en zich tot den depofam wendende, gezegt heeft: jy Buyfer moet er ook uit. Dat ik hier op gezegd heb, myn Beer waar is uw magt om dit my te ordonneer en, gy hebt hier niets te zeggen, dot gy zegt is valsch, gy hebt my voor leeden jaar hier verzocht als Oud Lieut. en er nu uitgeftooten te worden in dezelve qualiteit dat kan ik niet duinen — ik wacht geen Commando van u af ■ als je te Commandeer en hebt [ Commandeert dan je Compagnie als die in de Wapenen is -en dan mg niets verder als de Exercitie, meer heb je er niet over te zeggen zo min al over deezen grond, en daar mee nu gedaan ik zal hier btyven zoo lang als gy. Dat ik de Capt. van der Boon? de Invaliden heb hooren roepen by herhaaling om uit te zetten en uit te flaan. Dat deeze niet hoorende, althans niet kormende, de Capt. van der Boon den Sergeant ordonneerde en zeide jaagt ze er uit. Dat de Sergeant ook niet gekooroen is. Dat de Capt. van der Boon toen fchreeuwde myn Heer Prevo! myn Heer Prevo ! Dat ook deeze Heer niet koomende Capt. van der Boon van ons afliet en naar vouten flapte. Daï  ( 37 ) Dat na het eindigen van de exercitie, eenige Schutters aan den Capitein van der Sleyden, door den Hoofdman Hulllein werden voorgeitcld , om zoo de Onderget. meent gehoord te hebben hun bezwaaren in te brengen, tegen die van hunne rotsgezelien, die met geen Oranje Dragons hadden geëxerceerd , en by den aanvang der exercitie voorn, hun Hoofdman iiulftcin daar overgeiprooken hadden. Dat de Requirant daar door geleegenheid vond om den Capt. van der Boon, die toen van Capt. van der Sleyden aftrad, en als op zich zeiven itond , zeer befcheiden, doch ernftig over zyne handelwys omtrend de Requirant en my te onderhouden. Dat dit van een zeer ongelukkig gegevolg is geweest, loopende veele redenwisfelmgen in de voorigc gezegden uit, zynde telkens het flot: jully moet zwy- gen ■ je hebt hier niets te zeggen, dat my hoonende fmaadwoorden door den Capt. van der Boon zyn toegeroepen. Dat op eene logenagtige en onver» draaglyke onwaarheid die de Capt. den Requirant ten laste leide met tc zeggen : je hebt me infuitcis aangedaan ik den Requirant hoorde zeggen, dat Hegje. Dat ilc gezien heb dat onder het uitfprecken van eenige woorden de Capt. %yn rotting met beide handen fchielyk C 3 op-  C 38 ) ophefte, ook zéeker zoude toegeflaagen hebben. Dat hy tegengehouden , en on-i rrfiddelyk tocgefprooken ft door den) Caprxin van der Sleyden , die den Capt. van der Boon condemneerde. Dat hier op een groot gedrang kwam waar by de Schutters uit de Keekelaan zo even gemeld, en onder het Rot van den Hoofdman Anthony Hulftein behoorende, zich lieten zien. Dat de Combustie vermeerderende, op het enutig en biddend verzoek van Capt. van der Sleyden wat bedaarde. Dat de Student van der Boon op het gezegde yan den Requirant ja Jlaat maar eens, tusfehen de meenigte in fprong,en zeide : we zouden er ook by weezen. Dat ik gezegd hebbe, zoo ten aanzien van den Requirant en die voor zvne zaak uit kwaamen, als op het biddend verzoek van Capt. van der Sleyden en 't gezegde van den Student van der Boon : men hoeftze niet te bidden, zy zullen, wel wyzer weezen om hun handen uit tc fieeken. Dat de Capt. van der Sleyden ook gezegd heeft: myn Heeren ik kanze niet ■meer doen als verzoeken, ik heb geen Commando over hun. Dat Capteins en meer Schutters vertrekkende, en ik den Requirant niet meer ziende, hem aan zyn huis heb gevonden. Ceevende wy gezamentlyke depozan- ten  ( 39 ) ten hier Onderget. en wel elk van die voor zich in't particulier, aangaande elks byzonder gedepozeerde, voor reden van weetenfchap, datwy het zelve gezien, gehoord en bygewoond en het zelve nog inverfchegeheugeniste hebben, en verder ais in den text, bereid zynde, des gerequireert,het zelve metSoiemneeien Kede te bevestigen. (was geteekend) Jacob Vermaas, Adrianus van Helden , Gerrit Ploos van Amfiel, Quiryn Keetelaar, Hendrik Hartogh, Paulus Axmacher, Johannis Bek, Gysbert Verhaast, Leendert Steenwyk, Willem Pannevis en F. W. Buyfer. Delft den 16 July Intusfchen had de beleedigde Schutter ora verder moeilykheden voortekoomen , zich van de exercitie onder zyn Capitein, adagen na het gepasfeerde invallende, onthouden, en zich geexcufeerd met een Billet aan zyn Hoofdman, inhoudende redenen van verontfchuldiging, met verzoek het zelve ter kennis te C 4 oren-  ( 4' ) brengen van de Rotsgezellen, ten einde op grond van Art. a9 der Schutterl. Ordon. van de boete geeximeert te zyn, zo als dit een Coidb.nt gebruik is ingevaile van ziekte of andere toevalligheden , raids een Billet of attestatie van het inconvenient, van Doctor of Chirurgyn vertoonende. Dan de Hoofdman kon goedvinden het Billet niet te Communiceercn aan de Rotsgeaellen, maar raadpleegde er over met den Captein yan der Boon zelve en de verdere Officieren, t welk ten gevolge had, dar de boete gevorderd , en elndelyk na vruchtelooze protefta-, tien, door den Doele-Knecht, geasfifteerd van een Stads Bode by executie geëischt, en door den beieedigden met voldoening der kosten, fnOonflgnatie gegeeven werd. Hier by fcheen het niet te zullen eindigen, want daar de exercitiën nu Compagnieswyze gefchiedde, was het wener de tburbeurt van des Capt. Comp. op den *5 July, en daar er nog niets in dteze zaak gedaan was, kon de mishandelde 'Schutter met geene welvocglykheid zich onder't Commando van zyn Capitein vertrouwen, di| noodzaakte hem om nog dien zelvden dag zich aan de Wethouderfchap te Addresfeéren, en aldaar m het breede fchriftelyk te kennen te Keven : fa v Dat hy Onderget. door de zo fatale moedwd van den Capitein George ücr.us van der Boon Mesch , aan den vertooner opentlyk op den Schutters Doele den o |Ujy ] \ gcplepgt by de exercitie der Comp. van de.; Capt Mr. van der Sieiden, wanneer de eerst gem. Capt. van der Boon Me.ch buicen functie  ( 41 ) tie was en dus geen het minde Commando had, maar wiens Comp., tot welke de Onderget. behoorde, twee dagen daar na zoude exerceereh , dezelve het van zyn pligt gerekend had, ter voorkooming van ligt te ontftaane gevolgen, zich als toen te moeten abfenteeren. „ Dat hy Onderget. ten einde van de boete te mogen worden geeximeérd, in gevolge Art. sq der tegenwoordige Schutterl. Ordonn., alvoorens kennis en reden van zyne abiéntie gegeeven had aan zyn Hoofdman Aaibert van Meerbeek by zeker Billet, tendeerende van's Capt. gepleegdcn moedwil, en belcediging aan hem Onderget., met verzoek het zelve ter zyner verontfchuldiging, ter kennis van de Rotsgezellen te brengen. „ Dat echter de Hoofdman, in plaats van volgens een Conftant gebruik, aan dit verzoek te voldoen , 't voorz. Billet niet ter kennis van de Rotsgezellen ( wier zaak het echter was) had gebragt, maar met voorbygaan derzelve, en ter hunner prejudicie heeft gecommuniceerd aan de Officieren der Comp. zeggende zelfs by het afroepen van des Onderget. naam : ja die is et niet. ,, Condemneerende voords den Onderget. tot het foetaalen der boeie , fchoon die by herhaalde protestatien betuigde bereid te zyn dezelve te voldoen , zo wanneer by den afloop zvner zaak zou komen te blyken, dat hy dezelve verfchu'digd was. ,, Dat of fchoon de Onderget., den Hoofdman door deszelfs Lieut rnet reden en in alle bcicheidenhcid van die invordering, immers C 5 pro-  provizioneel, poogde te detourneeren, en tot omzigtigheid in dit lïngelier geval aan te maanen, de Hoofdman Aalbert van Wieerbeek echter heeft konnen goedvinden, tot overmaat van des Onderget, grievend leed, als ontbrak dit nog aan hetzelve, op laatst l. Vry dag den liften deezer met den Doele Knecht, geasfifteer'd van een Stads Bode, de boete by executie te doen innen, welbe boete van 10 Stuiv. en 11 Stuiv. voor de executie, de Onderget. onder Protefiatie dan ook aan den Doele Knegt in Confignatie ter hand gefield heeft. „ Dat de redenen waar op de Hoofdman zyn regt fundeerde, waren : Dat hy ageerde volgens de Ordonn. ; dat het gezonden Billet niet gold als komende niet van Doctor of Cherugyn; dat het geval tus- jchen den Capein eu den Onderget. hem Hoofdman niet aanging, ah niet onder de Wapenen gefchied &c In hoe verre de Hoofdman in deeze zyne allegatien het Schutterlyk recht, de Ordonnantiën, de rede, voorzichtigheid en algemeene mensckliefde {gemerkt de tyds omftandigheid) geraadpleegd, dan of wel iets perfoneels en zeekere gemoedsdriften zich ten Richtfnoere heeft gefield, verblyft de Onderget. aan U Ed. Gr. Achtb. onpartydig en doorzichtig oordeel. „ V Is waar Ed. Gr. Achtb. Heeren! (en dit zou teffens tot eenige ontwikkeling van des Hoofdmans fustenue konnen dienen ) De zaak tusfthen den Capt. en den Onderget. raakt, ïn V afgeirokkene, wel den Hoofdman niet, gelykhy dan ook nimmer als Scheidsman of Confulent, althans niet by den Onderget. daar over is ingeroepen, maar even zo min raakt hem ook de ziekte  C 43 ) ziekte &c. van iemand zyner Schatters die echter hiir over van de boete worden geeximecrd, mids dit met goede attefiatien blykt. Dan voor zo verre ook het geval van den Öndirget. een natuurlyken invloed heeft op dit gedeelte van zyn Schutterlyken Post, dat wegens zyn eclat geen attefiatie behoefd, zo kan de Hoofdman, om gevolgen te prevenieeren niet nalaateh, maar is wel degelyk verpligt, de oorzaak der gezegde na-, tuurlyke of zedelyke onmogelykheid, wil hy behoor Lyk vigileer en in aanmerking te neemen: Ergo, niet de Atteftatie op zich zelve; j , niet de bloot e kennisgeeving van H geval, maar de waarheid, de echtheid der zaak en daar uit vloeiende tfètiturlyke of zcdcly 'te onmogelykheid ter hehoorlyke verrichting van den post, moet alken de reden opleveren o?n den Schutter van de boete in Confirmité der Qrdonn. Art. 2.9 te konnen eximeeren. „ V Zal er nu op aankomen Ed. Gr. Achtb. Heeren! en de Onderget. geeft het aan Hoogst dezelve eerbiedig in Confideratie, of de door hem opgegeeven reden by zyn Billet aan den Hoofdman gefundeerd en van dien aart zyn, dat hy met goed recht op de gefatueerde exemptie in Art. 29 van dc Schutterlyke Ordonn. kan urgeeren, 't voorfz. Art. houd, opzïchtclyk het geval, in\ ,5 dat die zich van de exercitie (daar ter plaat„ ze gefield op noStuiu.:) abfentcerd, voorfz. j, boete zalbetaalen, ten profyte van het Rot, ,, ten waare iemand O M R Ë D É NEN, ,„ {[hier word noch van Doctor noch Chirugyn 55 gefprooken ) by de Officieren daar van wier„ de geeximeert." „ Ifet geval van den Onderget. is f.ngulicr; 'Uit  ( 44 ) Hf* hct eerst in zyn zoort, dat, jlaande de Schuttery heeft plaats gehad: Een Schutter Capitein en wel den Oudflcn ! word agresjeur ! — beledigd {[builen functie zynde') een Burger, een Schutter van zyn eigen Comp. I die, in zyn 53 jaarigen dienst, ook ais Lieut. en Hoofdman met een goed gemeten, zit hop de getrouwe waarnceming zyner pligien , met alle vredelievendheid , op de verdediging der Schutterlyke rechten ten koste van zyn rust, gemak, tyd en met opofferingvan eigen voordeel, alleen ter liefde van de algemeene goede zaak, en voor het oog aller zyner mede Schutters, met lust en yver zich heeft toegelegd: die daarin, op hunne Confcieniie, zelf op die van zyn belediger, en ten aanzien van zyn gedrag als Burger, op 't Getuigenis van al zyne Stadgenoot en zich beroept —, beledigd hem, die, in zyne oprechtheid, zich zelfs niets kwaads bewust, op Stads — op Schutters vryen grond , een fil aanfehouwer is van de exercitie zyner mede Schutters, beleedigd hem op zulk eene hooggaande wys, dat, had de Hemel 't niet gun/lig verhoed, de ganfche Stad in rep en rocre pond, zo niet een akelig bloedbad had konnen opleveren!— welken Captein daar over by den Heer Hoofd - Officier aangeklaagd zynde, reeds voor Heeren Scheepenenen is gedagvaard, die zelve Schutter Capitein zal twee daagen na 7geval, over den bclecdigden het Commando voeren ! welk eerlyk hart dat voor zeedelyk gevoel vatbaaar is , en bezeft wat het is Mensch een vry Burger -.— een Schutter te zyn, word niet op de bloote herinnering met afgryfng, fehrtk cn verontwaardiging vervuld! 'Wie toch mag reukloos zich aan gjvaareu expon- nce-  C 45 > viseren. — Hoe bekoorde niet de waakzaamheid, de voorzigtigkeid, voor al by den Hoofd man, die de rechten zyner Rotsgezellen, — zyner Comfnit ent en moet verdedigen , zorgvuldig op haare hoede te zyn, om te voorkoomen dat niet de fchrikbaarendfle toneelcn worden aangerigt! immers Ed. Gr. Achtb. Heeren ! wie die gewoon is het kwaad in zyne bronnen op te fpooren — de ligt te onfeeken driften van '/ onberaden brein m keur woede, na te gaan; die weet wat list door geweld, uit party fchap gebooren, zelfs op 't blood gezicht vanby haar ge haat e voorwerpen, nog onlangs teegen eenigen onzer onf huidige Staclgenooten ondernoomen heeft, zal hier aan twyffclen ? maar hoe zal dit best worden voorgekoomen dan dat de belcedigde, hangende zyne zaak, zich va,n dien Commanderende Officier abfenoere:—. doch zal hy dit doen ten zynen koste, die, word de zaak niet fpoedig afgedaan, aanmerkelyk worden konnen, dit waare rniet anders dan een ftraf tot de hem reeds aangedaane beleediging toe te voegen. En het is uit dien hoofde, dat de Onderget. fufiueerende dat het alom bekende, en kier genoeg verklaarde geval, gswigtige en voldoende redenen oplevert, de vrymoedigkéid gebruikt om U Ed. Gr. Achtb. gimfige uitfpraak en decicie van des Mrctgcvers waare meening in de aangehaalde cxemtic van het zyfte Art. der Schutterlyke Ordonn. te mogen imploreeren en teevens te verzoeken dat meer gem. Hoofdman A. van Meerbeek moge gelast worden de by executie in confignatie gelegde penn. te doen refeitueeren; enden Onderget., wiens tourbeurd om te exerceeren, het deezen avond wederom zoude zyn, hangende zyne zaak, van de voorfz. boeten, zo b  C 40 ) %y de nog volgende exercitiën , als adnflaaxde ïVaapenj c houwing , indien onverhoopt zyne zaak als dan nog niet mogt zyn afgedaan, om geallegucerde reden, te eximeeren en voor dien tyd vry te fielten. [geteckend') G. Verbeek, Na eenige deliberatien werd aan den vertooner dezer Memorie door den Heer Hoofdofficier van wegen Haar Ed. Gr. Achtb. in ■fubftantie te kennen gegeeven: Dat daar de zaak tiisfchen - den Captein van der Boon Mesch en den vertooner, nu reeds by Heeren Schepenen was gebr.igr, het geval in de Memorie vervat , een Gezwaai' was teegen den Hoofdman; rekende Haar Ed. Gr. Aclub. dat tot de questièn Art. 22 en 13 vermeld te behöoren; tiat het dus niet voort 't Coilegie tan dc Wcih behoorenöe, Haar Ed. Groot Achtb. zich daar meede niet konden inlaaten j dat de Heeren daar omtrent geen Privilegie aan iemand konden Verkenen, dat de reden hen ook niet van dat gewigt voorkwamen &c. Renvoieefende den vertooner, zo hy zich Ófferdie boeten bezwaard vond aan de Officieren , dat ook het 22 en 2.3 Art. behoorde opgevolgd te worden. pp  C 47 ) De vertooner, repliceerde en betoogde hier op het zo blykbaar abuzieve , dat zyn geval tot de questien Art. ni en 23 zoude béhooren, 20 men die Articulen maar in zyn verband geliefde te befchouwen , maar dat zyn verzoek wel degelyk g'éfundeerd was op Art 2$—dat de onderfcheide Articulen eener Ordonnantie, elkander niet konden Contrarieeren maar zouden die een behoorlyk richtfnoer zyn, zy dan ook een enkel geheel, een zamenftel van zedelyk recht moeten opleeveren , en dat hy zich uit dien hoofde by de Weth vervoegde om dat hy meende Haar Ed. Gr. Achtb. als de beste verklaarders en uitleggers van hunne Ordonnantiën te moeten aanmerken, ■ demonltreerde dat zyne aangevoerde reden tot de exentiö niet min geldig waaren dan die ontleent zyn van ziekte of andere toevalligheden , als van uitgeftrekter en akeliger gevolgen voor de ganfche Stad en rust der Maat* ichappy: en fchoon de Heeren al aandrongen op de geftatueerde boete by abfentie, merkte te vertooner aan dat men de oorzaak der abfentie diende te overweegen, het geval in zyn geheel en de Memorie in zyn verband te befchouwen; dat naar den aart van 't geval de daar uit afgeleide redenen van des te meer gewjgt behoorden te zyn naar maate zy van re grooter gevolgen konde wezen ; dat het niet zo zeer om de boete als wel voornaamelyk om 't recht der Ordor.n. en het Onderzoek der bygebragte redenen welke de Ordonn. verklaaren moest, hier te doen was. -Verzoekende dat Haar Ed. Gr. Achtb. zo, onder reverencie, de argumenten  ( 48 ) ten niet wel in dat ligt mogten befchouwd hebben , Hoogstdezelve, het ituk andermaal inde* liberatie geliefden te neemen Sec., dan vergeefsch, de Heeren van de Weth verkoozen met zich deezer zaak aan te trekken, nog ook niet het 2.9 Art. eenigzïns te eiucideeren, houdende zich al meest daar aan, dat de redenen hun niet fuffifant genoeg, en van dat gewigt voorkwamen, wyzende iteeds den «vertooner! naar zyn Officieren, (by welke de Hoojdperfonagien zoude zyn de aanvaller en Capitein zelve, deszelfs 'Zoon de Vaendrig en den Hoofdman A. van Meerbeek) en hier meede hield de Wethouderfchap dit fterk voor afge-* daan, hebbende de vertooner de volgende boeten, die zedert verdubbeld werden, zich moeten getroosten. Des volgenden daags tegen welke de Captein van der Boon Mesch voor Heeren ^hepen gedagvaard was, compareerde in de^zeifs plaats den Advocaat en Capt. Mr. C. van der Slevden, te kennen geevendeaanHeeren Schepenen last en procuratie ie hebben van den gedaagden om te hooren welke bezwaaren de Requirant tegen deeze zyne Meester had in te brengen. De Requirant gaf hier op te kennen dat Haar Ed. Achtb. uit de op laatstl. Vrydag. overgegecven ftukken nu een vollecdige kennis hadden bekoomen van zyn geval; verzocht hem deswegens goede Juftitie mogt gefchie-den ; dat niet de Advocaat van der Sleiden maar de Capt. van der Boon in pèrzoon gedagvaard was. Haar Ed. Achtb. gaven hier 00 ten antwoord : dat zy de A a n g e n o o m e n 1 /Juk-  ( 49 ) (lukken ("die NB. vier dagen onder hun berust hadden) niet hadden ingezien! en gaaven dezelve, maar in een envelop, en met Stads Zegel gecachettecrjj aan den Requirant te rug, met bvvoeging , dat hy die zodanig mogt veranderen als hy kon de goedvinden. Deeze zich hier over ten hoogden verwonderende , zeide, dat die Stukken zo hy dagt Compleet en in orde waaren, verzocht daarom andermaal dat Haar Ed. Achtb. kennis van den inhoud gelievden te neemen, ten einde, na gedaan onderzoek, den beleedigden recht te konnen doen. Heeren Schepenen repliceerden hier op: De Heeren konnen er geen kennis van neemen, maar moeten in hun geheel blyven, zo dè zaak tot een Proces mogt koomen. Dit noodzaakte den Requirant örhj ter voldoening op dé Vraag van den Heer Advocaat van der Sleiden, den Rechter eert genóegzaame opening van het geval te geeven $ confotm het geen aan den Heer Hoofdofficier was bericht, verzoekende ten Hotte, dat den Aangeklaagde gelast rriogt worden in perzoon te Compareeren, en d-tt heni beleedigde goed recht en Juilitie gefchieden mogt. De Heer van der Sleiden, thans in dé betrekking, niet van Capitein •, maat van Practizyn, en in het geval zich bevinden-» de om zyn Meesters zaak, tot wien hy .hans eene dubbele relatie had, op de best móge1 lyke wys re defendc-eren, avanceerde hoofdfcaaklyk hier óp: dat, ter Contrarie, de $2-  èrnrfltit. zyn Meester hadde beleedigd, en Hy Advocaat met bwyzen daarvan zo zeer jfids geproviandeerd, en in ftaat om zelf daadiyk, 'eene Actie van Injurie tegen den Requirant te konnen Iujlitueeren. ' Dc Requirant, zonder zich voor als nog. over dit geavanceerde uit te laaten., als1 waar van het tegendeel te wel bekend was, verklaarde hier op, aan de bloote en eenvoudige waarheid, in zyne bereids voor vier dagen overgeeven, maar heden weder te rug ontvangen Hukken vervat, zich te houden j inlteerde dat' dezelvè ten' naauwkeurigiteri mogten onderzocht worden, als wanneer het wel' dra blyken zoude, wat al of niet waarheid was , en waar ïn, gelyk den Rechter zelve, zo ook beide Partyen, immers nu, een even groot belang behoorden te neemen : D.an hoe zeer de Requirant hier op aandrong, door redenen, zo van den kant des Rechters, als het gezegde van zyn Party ontleend, men weigerde volltrekt de ftukken aan te neemen , "maar wendde alle poogtngen aan, om, ter voorkoming (zo als men het noemde) van zo veele onaangenaamheden , als tusfehen Burgers daar uit zoude konnen ontftaan, 'de zaak by een vriendclyke fchikking $tf re, doen. Hoe zeer de Advocaat deeze 'bemiddeling' voor zyn Meester accepteerde, de Rc quirant rekende zich vcrpligt op eene be' hoorlyke 'en met het recht overeenkomende Satisfactie te 'moeten aanhouden , en verdocht dat den gedaagden mogt' worden geordonneerd 'in -pcrz-.'on te Compareeren. J ' • ^ " - Hier  ( 5» 'J Hier op werden. Partyen gelast buiten te daan, waar op, na een wvl vertoevens, de Heer van der Sleiden afzonderlvk wierd binnen geroepen , en circa een quart uur daai na ook den Requirant. Dc Heer Hoofd-Officier gaf toen in Snbftantic te kennen: dat Haar Ed. Achtb. over de zaak gefproken hebbende, en gencegeri zynde de zelve zo kort mogelyk ff te doen, ter voorkooming van kostbaaré' en onzeekere 'procedures, als ter bevordering yan de harmonie onder Burgers, zich dc moeite wel wilde geeven om de ftukken van foiëè Partyen in' te zien, en daarna de zaal: af re doen, alles voorgedragen in zodanige rechtsgeleerde termen, waar by de woorden van Compromitteeren en Ferbail fluiten, in zekere tournure gebragt waren , dat" zy den Requirant. in deeze onbedreeven, vry'duister voorkwaamen; doch op zyn verzoek hem klaarder gcc'lucidcerd zynde,"meende hv alie reden te' hebben" om te moeten verklaaren: dat, behoudens'de waardigheid van het El. Achtb. Collegie, hy zyne zaak aan de uirfpraak van het zelve, zonder vryheid- van Appel, niet konie.verblyven. De Advocaat gaf niet te min zich alle moeite die een getrouw Practizyn voor zyn Meester diend aan te wenden ,L om den Requirant bier toe te beweegen, dit geen ingang vindende, liet hy zich."'echter overreeden om zich hier op drie dagen' te bedenken, en wet des kundigen te beraaden. Dan des volgenden daags verklaarde zich de Requirant reeds op dit' Huk by Haar Ed. D \ Achtb.  C 5* ) Achtb. perfifreerende by zyn voorig gezeg* de ; deed herhaaLde pogingen dat zyne papieren mogten aangenomen en ingezien worden tegen die van zyn Party, maar vergeefschj zeggende HaarEd.Achtb.dat dez<* niet verpligt was, die over te geeven. Navruchtelooze poogingen tot eene perzoneele dagvaarding en Comparatie van zyn Party, vroeg tindelyk de Requirant of er dan geen anderen weg open was om recht en iatisfactie te erlangen buiten het proces van injurie , of zonder vryheid van Appèl zich aan de uitfpraak van di: Collegie te moeten gedraagen1? waar op de Heer Vice-Prefident van Hoecke antwoordde: „ >, er is nog een derde weg; t> E ZAAK TE LAATEN ZITTEN, dat Wel hei heJ zal weézen.''' De Requirant hield dit voor genoeg gelegd, boog zich en vertrok. Zie daar onzydige Stad- en Landgenooten! u gelegenheid gegeeven om te konnen oordeelen over het geval en de handhaviug van het heilig Burgerrecht des tyds binnen Delft. D't die het lüste hier uit de rust én veiligheid der Maatfchappy betooge,