767 C 17   D E 2W J Jü X T^ Z M M POST. N°. 3. Volsens ae jongfte , en zeekerfle opganve, • béïlaat da Franfcne Landmagt tegenwoordig uit tweehonderd en arhï~ e5if2^ntïg duizend man.de Provintiaal-Troupen of Land Militie daar onder begreepen. De Zeeraaet die zeedert den Vreede met negen Schepen van Linie'vermeerderd is, moet, ingevolge dezelve opgave , thans be ftaan uit twee en zeeventig Schepen van Linie, vier- en zeeventig I-rcgatten , agt- en twintig Corvetten, zes en dertig Gabarren zeeven- en twintig Cotters, en negentien Bombardeer.Galhoenen, in 't geheel tweehonderd zes- en vyftig Scheepen. De Engelfche Vloot ingevolge de Admiraliteits- Lvsten van den 3 1 Oftober laatstleeden , beftaat tegenswoordfe uit honderd en tien Scheepen van Linie, tien Scheepen van vyftig Stukken Kanon, honderd en vier Fregatten en veertig Cotters, in alles uit tweehonderd vier- en zes' tig Scheepen. De laatften in Rusland bekend gemaakte lysten, brengen haare Zcemagt op omtrent veertig Scbeepen van Lime,, en haare Vloot in de Zwaite Zee op drie Scheeoen van vier en zeeventig, vyftien Fregatten van dertig tot vyftig Stukken Kanon , en vier of vyf Cotters. Deszelfs Landmagt word begroot op tweehondeid en fesdg duizend Troupp^n8 ^ ' ^ °P rU'm ho,lderdduizend man Ligre JSP.j! in-dIt Ryk,^k beezigmet den aanbouw van yerfcheiden nieuwe Scheepen ; ook zal de Armée vermeerderd worden , alle Gouvernementen hebben reeds order ontvangen om van elke vyf honderd Jnwoonders twee Recruten te laten volgen, het welk een vermeerdering van omtrent zes- en dertig duizend man zal uitmaaken. .1 c Wy  ( lts ) Wy kunnen hier niet onaangemeikt Iaaten, dat het getal hoofden, van het manlyke geflagt, in het geheele Ryk, in 'het iaar 1783 reeds op 12,428,488 beliep, en dus ui tyd van "twintig jaaren, 2,346,306 was vermeerderd. Volgens eane onlangs te Breslau gedrukte lyst, beftaat de Pruisfe Armée thans uit : Infanterie. Cavalerie. 30184. 4939. in de Mark. 14707. 3436. in Magdeborg. I05g2. 7669. in Pommeren. 204.24. 21470. in Pruisfen. upoo. in Westphalen. 35322'. 12143. in Silefien. 141218. 49Ö5711582. Canoniers. 29. Pontoniers. In 't geheel 202,486 man. Het zoude zeer overtollig zyn, bier iets tot lof der Pruisfche Troupen te willen zeggen; de geheele Waereld k-nt haare uitneemende Krygstugt, haare verbazende vaardigheid in het manoeuvreeren; een Fredrik de Tweede was alleen in (laat dezelve tot dien top van volmaaktheid te bren«en en waarvan alle andere Armeen, zelv die geene, die haar' het naaste bykoomen , nog zeer verre af zyn. By de laatstleeden Najaars-Exercitiën was de door zyn dappere hoedanigheeden zoo zeer bekende Marquis de Ia Fmjett© teegenwoordig, hy wist zyne verwondering over het geen hv la" verrigten, en wel hoofdzaaklyk door de Cavallene, niet genoeg te toonen; hy riep , als opgetogen uit : Ceux de la Cavallerie Jont ou des Anges ou des Diables l dat is f Die) van deCavallerie zyn of Engelen oK Du, velen! De Koning wil binnen kort nog vier nieuwe Regimenten opregten op den voet der Vry-Bataillons, die geheel en al uit Inboorlingen zullen beikan. Ook zyn de zes Cornuagnien lagers op tien gebragt, men heeft zig veelmr eite gègeeven, om tot deeze vier nieuwe Compagnien geen andere dan kundige Schutters aan te werven. De Koning van beide Sifiliën wil zyn Mariene, vooral zvn Zee Soldaaten , met een aanzienlyk getal vermeerderen Het Inginieur Corps is reeds verflerkt by hetzelve diend als Officier een Neef van deberugte Generaal Paon, Men fpreekt veel van een allergewigtigst ontwerp, dat  C 19 ) aan de verheeven Staatsman , de Graaf van Vergennes word toegefchreeven, waardoor de rust van Europa voor altyd zoude verzeekerd worden : geen magt zoude , inge volge van dien , meer als honderd duizend man mogen houden; hoe zeer het ook te wcnfchen is, dat een diergelyk ontwerp mogt ter uitvoer worden gebrast, zoo is tenens maar al te zeer te vreezen, dat "zulks nooit zal kunnen gefchieden, en enkel onder de goedaartige wenfchen van den Abt St. Piere moet gereekend worden. De briev uit Arnhem is ons wel ter hand gefield, wy zyn de .Schryver zeer verpligt voor zyne beleefdheid; hy zal ons niet kwalyk neemen, zoo wy verrouwen, dat wy dezelve niet plaatzen; de baldadigheeden, en verregaande ltraatfchenderyen, waarmede men het Garnifoen aldaar betigt, zyn reeds in verfcheide Couranten bekend gemaaktf wy wenfchen, en vertrouwen, dat de Heeren Officieren , van dewelke men met regt moet onderfte-llen, dat zv een diergelyk allerilrafbaarst gedrag hunner Soldaten verfoeien, hun uiterfte best zullen doen, om depligtigen te ontdekken, en naar behooren te laten fhaffen, als ook alle mooglyke voorzorgen gebruiken , om hun volk by avond en ontyden van de (baat te houden, op dat de vreedzaame burger die zyne lastenen opgelden betaald tot onderhoud van net Militaire, om door dezelve te worden befchermt, zyn handel en wandel ongehinderd moge dtyven , zonder alle oogenblikken te moeten vreezen van op allerlei manier te zullen mishandeld worden. AANMERKINGEN, RAKENDE ONZE VASTE PLAATZEN , EN HOOFDZAAKLYK MAASTRICHT. . Alle vaste Plaatzen, indien ik my niet bedrieg, moeten ten minden aan een der volgende oogmerken voldoen ■ zv moeten: 3 i- Den ingang in een Land beletten , of wel moeilvk maken. ' 2. De communicaties van den Vyand affnyden. 3. Aan de Armeen tot onderfteun dienen, om'zig onder dezelve te rug te kunnen trekken, indien de omftandigheden het vereisfehen. 4. Eene zeekere en gemaklyke communicatie geeven, overal, waar men voor uit ziet, een.ge operatiën te kunnen onderneemen. 5. En ten laatften moeten zy dienen, om de Mond- en Krygsbchoeftens veilig te kunnen bewaaren. Indien men my dit weiterat, zoo moet noodzaaklyk C 2 hier  C 20 ) hier uit volgen, dat alle vaste Plaatzen , die geen een der. voornoemde voordeden opleeveren ,niet wel zyn geplaatst, en dus niets bydragen tot de verdeediging van het Land. Het is my onbekend, ik twyffel egter, of onze Vestingen ooit met naauwkeurige oplettenheid zyn onderzogt; of het gebruik, dat men van dezelve in Oorlogstyden zoude kunnen maken met de oogen van een kundig Krygsman, (en homme de gütrre,) is befchouwt; of een algemeen Plan van defenfie van alle onze Frontieren, of de geheele legging van ons Land in een ernftige overweeging zyn genomen. Niemand zal my evenwel teegenfpreeken-, dat, om een Land voor een vyandlyken inval te befchermen , het geenzins voldoenend is, een groot getal Vestingen te hebben , hoe wel gefortificeerd dezelve ook mogen zyn; maar dat zy op de behoorlyke plaatzen, en in dier voegen zyn aangelegd, dat daardoor aan de bovengemelde oogmerken ■worde voldaan. Iemand, die volgens de gezonde regelen der Tacique, en volgens het Locaal alle onze vaste Plaatzen wel zal onderzoeken, zal ligielyk vinden, (en hierin durf ik my beroepen op het oordeel van onzen zoo zeer kundigen Direfteur-Generaal , den Heer Generaal Major Du Moulin,) dat verfcheiden derzelve van geen de minste dienst kunnen weezen. Het kwaad, het groot kwaad in de Gemeenebcsten, heiraat grootlyks daarin, dat het zoo moeilyk is, oude ingewortelde misbruiken te verheeteren, fchadelyke gebreken te verhelpen, dat de zaaken altoos op die voet blyveni gelyk zy zyn , om reeden , dat ds particuliere belangens meest altyd ftrydig zyn met het algemeen welzyn, endikwyls ook, om dat men zig verbeeld, dat het geen, het welk eens goed en nuttig is geweest, zulks ten allen tyde moet zyn. . . , .... Al die geene eg!er, die niet onkundig is, dat de belangens, en de evenredige magt der nabuurige Mogendheden, deeze Mogendheden zelve; dat de aart en wyze van te oorlogen ; de legging van het land zeer zyn veranderd, zeedert het ontwerp onzer generale defenfie; al die geene, zeg ik , zoude ten minsten moeten onderzeilen , dat alle onze fchikkingen/betreklyk tot deeze algemeene defenfie, door een noodzaaklyk gevolg ter zei ver tyd meede moeten veranderd worden, en dat dus dit gewigtig voorwerp in ern'lige overweeging, hoe eer hoe beeter, dient genomen te worden, ten einde, om niet te veel Vestingen te hebben aan de eene. zyde, en aan de andere geheel en ?ï van d 'zelve tc zyn c-atbloot, prn over het geheel niet  ( 21 ) meer vaste plaatzen te onderhouden , als de Armée van den Staat behoorlyk zal kunnen verdeedigen. _ In der daad, ik bedrieg my zeer, of' het is waar, dat fn een gedeelte onzer Frobtieien veele Vestingen gevonden worden, die in de tegenswoordige gefteldheid van za= ken volftrekt van geen het minlle nut zvn;dat in teegen^ deel een ander gedeelte geheel en al open leid aan een vyandlyken inval; het is ook waar, dat verfcheiden dier Vestingen, door de grotte bezettingen, die dezelve vereisfchen, alle magt van den Staat influiten, en beletten een Leeger te Velde te kunnen brengen, om de een of andere plnats te onderfteunen, en dat men dus, uithoofde van alles te willen dekken, buiten ftaat word gefield iets met nadruk te kunnen befchermen. Delaatfle verfchillen met den Keizer hebben ons op de durdelykfle wyze getpont, de fchadelyke gevolgen van zoo veele vaste Plaatzen, en de daardoor veroorzaakte onmooglykheid , een Leeger van twintig duizend man znmen te trekken, die, indien den Oorlog had plaats gehad, volgens het oordeel van den Generaal Grave van Maillebois, (wiens naam alleen een bewys uitmaakt,) toereikende zouden hebben geweest , des Vyands aanflagen te veriedelen, en zelv by een gunflig ogenblik offenfief te kunnen ageeren. Deeze laatfle aanmerkinge moet ons buiten twyflel aanzetten , om een middel te zoeken, waardoor de meenigté onzer Vestingen in evenredigheid worde gebragt met het getal der Troupe, die wy tot derzelver bezettingen kunnen gebruiken; tetwyl het onmooglyk fchynt, eene zoo aanzienlyke Landmagt te onderhouden, als de behoorlyke defenfieder teegenswoordigeVestingen noodzaaklyk \ ereischt. Het is te wenfehen, dat de aanzienlyke commisfre, die benoemd is.om's Lands defenfie-weezen te onderzoeken , zulks met ryp overleg in overweeging zal neemen; en dé reeds by de Natie bekende bekwaamheeden der daartoe benoemde Heeren, doen met regt hopen, dat di: ftuk, bet welk van zoo groot gewigt fchynt voor de oogen van ieder Militair,eindelyk eens met de noodige oplettendheid zal onderzogt. en , met de tydsomflandigheden best toepaslyke middelen zullen beraamd worden , om onze Frontieren in een gedugte ftaat van tegenweer te brengen. Myn oogmerk is hier niet dit geheele voorwerp te verbandelen , nog te bepaalen, welke onzer tegenwoordige Vestingen moeten behouden, of wel geflegt worden; waar men nieuwe moet aanleggen; ik ben niet verwaant geuoeg my te verbidden, de hiertoe noodige kundigheeC 3 isn  ( 22 ) den te bezitten, zulks vereischt niet alleen de'bekwaamheden van een volmaakt Ingenieur, maar teffens ook die van een verre uitziende Staatsman. Ik zoek alleen al twyffelende de reden aan te geeven, die my fchynen te bewyzen, dat Maastricht in de tegenwoordige omftandigheden niet alleen van geen dè minfte dienst, maar zelv fchade. lyk is voor de belangens van ons Gemeenebest (a). Zeedert ons gelukkig verbond met Vrankryk.kan Maastricht tot niets anders dienen, als enkel om eenige diverfie te maken, indien 'er met het Huis van Oosten,yk nieuwe vetfcbillen zouden ontdaan ,en ook deeze diverfie wanneer zy niet zeer gelukkig word uitgevoerd, draait volftrekt op niets uit; zoo lange wy afgezonderd waren van Vrankryk , was deeze Vesting een tegenweer teegen dit magtig Ryk , zy kan nooit van eenig het minde nut zyn, noch teegen Pruisfen, noch teegen Engeland. Evenwel neemt de behoorlyke bezetting deezer Plaats ten minsten een groot vierde van onze Armee weg; zy legt geheel en al buiten den zamenhang aller operatien; buiten de linie van defenfie; men kan de communicatie tusfchen haar en andere Vestingen niet vry en ongehinderd houden, zonder een groote overmagt in het veid te brengen, het welk altoos onmooglyk voor ons zal zyn. Wy kunnen zelv de tyd beleeven , dat in de diepfte Vreede alle toegangons worde belet, die altyd van de willekeurige vergunning eener vreemde Mogendheid afhangt, terwyl wy verpligt zyn, het grondgebied "van Luik te moeten pasfeeren. Laaten wy nu eens onderzoeken, door welke voordeden alle deeze haglyke omftandigheeden opgewogen worden: zoude het misfchien zyn, om dat, zoo als ik ergens heb geleezen, Maastricht best geleegen is, om ons ten allen tyde met de Franfche Troupen te kunnen vereenigen? Dit klinkt heel fraai in een boek, maar men moet zeer onkundig zyn van het Local, of zyne Leezers willens zoeken te misleiden, om met eene diergelyke Helling voor het licht te durven koomen. Indien het Huis van Oostenryk alle vereeniging aan die kant wil beletten, zoo zoude ik graag wil- (a) By het leezen deezer (telling waren wy zeer verwonderd, om dat wy graag bekennen ons altoos te hebben verbeeld, dat M»es» trklu van zeer g/oot belang voor onzen Staat was; wy bekennen even zoo graaa, dat de bondige reedenen van den kundigenen ons zoo dierbaaren Schryvcr, die wy met zoo veel genoegen zouden noemen, indien zyne ongeveinsde nedrighcid ons dit vergunde, ons van het teegengefttide hebben overtuigt. ' ' ° de Militaire Post.  C 23 ) •willen weten, op wat manier het de Franfchcnzoudemooglyk weezen, tot Maastricht door te dringen in een Land , dat onophoudeiyk door bergen , diepe, enge weegen , (defilés Jen dikke bosfchen doorfneeden is?en is het hun gelukt , deeze gevaarlyke en allermoeilykfte doortogt te hebben gewonnen, wie kan dezelve dan wel beletten hunnen marsch te vervolgen naar Venlo,'s Hertogenbosch.of elders? Men zal my zonder twyflel tegenwerpen, dat Maastricht alle communicatie op de Maas aan den Vyand fluit, en dat hy geen toevoer van mond- en krygsbehoeftens op deeze Rivier kunnende bekoomen, niet dan met zeer veelzwarigheeden naar Gelderland kan voortrukken. Deeze reeden zoude zeeker van groot gewigt zyn , indien het onmooglyk was deeze toevoer op een andere wyze te ftremmen; kan men daar meede Venlo ongehinderd pasfeeren? De communicatie met Duitschland kan ook ingeen aanmerkinge koomen , uit hoofde dat dezelve open is door de evengenoemde Vesting Venlo;' men zoude deeze nog korter, zeekerder, en gemaklyker kunnen hebben, zoo als uit het volgende zal blyken. Ten tyde, dat wy meester waren van de Banieren, was Maastricht , als een gewigtig deel der algemeene aanè'enfchakeling uitmakende, zeer nuttig, ja noodzaaklyk ; zeedert dat wy dezelve hebben ontruimt, is deeze Vesting geheel afgezonderd van het generaale Plan; zonder eenige communicatie met de een of andere plaats, kan die volftiekt aan den vyand niet affnyden , nog iets bydraagen tot de algemeene defenfie onzer Frontieren, en terwyl dé behoorlyke bezetting ten minsten tien duizend man vereischt , die men met veel meer nut ergens anders zoude kunnen gebruiken, zoo geloov ik met regt te mogen zeggen, dat dezelve niet alleen van geen dienst, maar teffens fchadelyk is voor ons Gemeenebest; bovendien zyn alle kosten , die men heeft aangelegd tot verbeeteiing der vestingwerken deezer Stad ten eenenmaal verboren, wanneer men dezelve niet voleindigt aan de zyde der gewoone attaque , en dit zal misfehten even veel kosten, als de geheele verfterking eener plaats , veel beeter geleegen om de algemeene defenfie kragtdadiger te maken. Roermond is, volgens myn gedagten, deeze voor ons zoo heilzaame plaats, om dat zy met geringe kosten kan verfteikt, en met weinig volk verdeedigt worden; om dat zy een vrye,en door geen vreemd gebied belette, toegang heelt met 's Hertogenbosch; om dat zy eene zeekere gemaklyke, en kortere communicatie met het Duitfche Ryk * Op-  opleevert; om haare"mbuurigheidmei Venlo; haare verknor beid mee het algemeen plan van d.fenfie; om vnCchffi' andere voordeden zoo voor de verdeediging onzer P nn peren, als voor den Koophandel, de weilnZen ee nige bron van het welvaaien van ons Land Door het graaven van ten vaart van 's fïertoeenbosch naar Roermond zoude men zig eene n uuurlykeerfffiS teegenweer bezorgen door de inundatien, di hfe" t !un nen voortvloeien, ter zeiver tyd dat de meen gvu die en onzen handel zoo bezwaarende, tollen en onfeldenon de Maas worden vermyd. even zoo wel als alle bel é ze len die men ons op den Rhyn zonde willen veroorzaaken" worden verydeld. ^«urzaaKen, Wat belet ons het opper Quartier van Oostenrvks-Geld-r land teegen eene evenreedige waarde van het■ fanr„™ Overmaaf te ruilen? het Hof van Weenen zoekt niet In ders, als alle zyne bezittingen aan malkanderen te trek buiken" 1 d£SZeIVS magt onverd^Jd te kunnen ge-" Dan zouden wy het zelve voordeel genieten door de vereeniging onzer magt, door een onbelemmerde commu nicatie; dan zouden vier duizend man in Koermond van meer uitwerking, zyn als thans twaalf duizend in Maastricht Onze handel gelyk ik reeds heb aangetoont, verre van" hierdoor te worden, geftre.nt, zoude in teegendcel nieuwe kragteb herwinnen door het gemak der verzendmg én het vermyden der tollen op de rivieren de Maas en den Rhvn Ook blyft onze communicatie met Luik volflrekt dezel ve terwyl voor deeze Stad niets door Maastricht pisfeert en de weg naar Aken, Guïigeo Keulen is korter'en zee! kerder over de vooniot-mde Stad. Ik heb Maastricht dikwyls hooren pryzen uithoofde der gemaklyke recruteering voor onze Armée: het eetal Snl daaten die wy thans in het Land van Overmaat werven zullen wy Jigrelyk uit het opper Quartier van Gelderland kunnen trekken , dat misfehien tetgenswoordig veele Duit fchen en andere vreemdelingen belet by ons dienst te Ito» nen neemen Doch alle d^rgelykefraaifchynende reedenén zyn enkele harsfenfch.mmen, die hoog worden opgegeeven doordat zoorevan Lieden. die hun eigen belang boven de waare belangen van ons dierbaar Vaderland trachten te behartigen. Een oud Hollands Officier. Te Amfteldnm, by J. VERLEM; en in de Buiteniteden, by deszelfs Correspondenten.