848' B4i>     848 B40 ö e Z 1 g t e Ü EN J \ VV D R O O M E N, Df HET einde der XVIII^ EEUW. EEN GROOT TREURSPEL» |N OEN smaak *AN IFFLANDen KOTZEBÜE,1 nevens een VOORGESPREK. In Duitfchland 1799. Uit bet Hoogduitfcb Vertaald.   PERSONAGlEN. Keizer Frans de Ilde. Koning Predrik Wilhelm de Ilidé* Paul de Ifte, Keizer van Rus/and. De Keurvorst van Saxen. De Keurvorst van Bei/eren. Db Keurvorst van Keulen, De Keurvorst van Meins. De Koning van Engeland. De Koning van Spanjen. De Koning van Sardiniën. De Paus, Piu$ de Vide. De ToaitCHE Keizer, S e l i m de ltrdé* HëtFransche Uitvoer endBewind» b uon aparte. B ÜïNAOOTTï, B o N-8 i e R. Jo $eph BüONAPArTe. Dé Directeur Reubeé* De Generaal Duphot. De Admiraal Bruyeys. P i TT, De Admiraal Ne-lson. De Groot.meester van Maltha:1 Baron van Hompesch. Dï EïMlNlSTER WIUUHZ8,  De Graavin van Lichtenau. Moeder Enken. Db Generaal Schaüenbubg. De Schim van Catharina de Hde. De Schim van Frederik de 11de. De Schim van Frederik Wilhelm de lid?. De Schim van Joseph de Ilde. Meerdere beduidende en fpreekende Perfoonen. De Vertoonplaats is in deganfche Waereld. Het Bedryf in de manier van den Afgod van Verlichtingen t by de oude Gatten. NB. Indien ergens een Toneel Lust mogt hebben, om dit Treurfpel uit-te-voeren, zo is de daar toe behoorende Muziek by den Auteur te Bcrlyn te bekoomen.  VOORGESPREK. Het Toneel: voor de Posldammer Poort, in den Tuin van den Toneel- Beftuurer IFFLAND. Db BESTUURER IFFLAND. De Heer van KOTZEBUE. ( Beiden in Gefprek, aan eene Tafel zittende: hebbende de Heer Jfflaod een Kep-Thee voor zig fiaan> van tyd tot tyd, zeer befcheiden , een Jlokjtn daar uit Jlurpende: te'wyl de Heer van Kotzebue, onbezuiid, een Kop Choctladen tn flokt.) T£ KOTZEBUE. -"-•■ort en goed, Vriend! onze aianier gaat niet meer. De geheele waereld fchretuwt over ons. wy worden el dagelyks trivialer. Scnryven ons zeiven uit. Wat nieuws aangevangen. IFFLAND. Pah ! Laat ze fchreeuwen : wy hebben toch eenmail een Renome. — Hier, myn waarde Heer van Kot* ZebueI liggen nog ftoffen voor eenige honderden Fa. miüen. Schilderyen, in myDe bevalfife manier.—Dïar by reekend gy nog, dat my hier in Berlyn de dagelyK. fche Nieuwigheden van het Hof , en van de S'ad, ftof genoeg voor een paar douzyn Treurfpsllen uiilé'ören. Dus al maar immer daar op los gefchreuven.' Het gros der Smoels reeenj'enten mag zig immer beerfcn daar over fchreeuwen, genoeg, wy verdienen geld. KOTZEBUE. Dat i» de Pointl Geld! — Ziet ge, Vriend, daar. om Ugde ik ook myne Prtfi demsplaats neder, en wicrd Toneel ■ Dichter aan het Weencr Hof. Gy 4000 Ryksdaalers. ik 4000 Florynen, heet dat niet met verttand calculeeren? A3  (6) IFFLAND. Eo dan ftaan wy niet. boven aan, en geleiden -ten Smaak? Ik fchilder huislyk Geluk, Dagbofk dfugden laat losbollige Rangen van ryke Neeven en onbefcboftè Ooms tuchtigen, eo deel hier en tiaar vinnige Houwen uit. - 6 u KOTZEBUE. En ik amufeer met Equivowes, Plattituden, verkragte Meisjens., ontëerde Vrouwen; ftel Mannén aan «de Kaak, z0 als weleer Doctor Baiirdt zaliser Gedagtenis; fchryf: Kinderen myner Luimen, 'en Doeteren myner Vreugde. Leeve een Genie l IFFLAND. Maar waarlyk, myo waarde Heer va 13 K 0 t 21 b u e 1 gy hebt hier en daar een weinig al te veel Genie Maat Jet, zo als .k: - ik huichel Deugden, en ieder een houd my voor deugdzaam, Scboon Lessing zegd men (preekt het meest van de Deugd, die men niet bezit. Gy verfenynt te dikwerf i„ puris naturalibus. KOTZEBUE, Kinderen der Natuur, lieve Vriend! Mf kend ru PT""1 deMwa8rcld' -uLeez tó rnyne Plugt mar Jraryt, — Maar gy zyt haar verdagt. IFFLAND (lachgende, en Thee flurper.de.) Toneel des Waereld ben ik doch de groo/e Ifflakd, KOTZEBUE.' (zoekende onder de Papieren, en een Manuscript daar uit voor den dag halende.) Wat is dan dat? IFFLAND. IJenJNieuw Treurfpel.  I ï ) KOTZEBUE Uwende) „ GEZIGTEN en DROOM EN. »p he» „ Einde der XVIIIde EEUW." (het Manufcript door bladerende.) Donder en Onwêer! — Dat zal opzie» niaaken. IFFLAND. Niet waar? KOTZEBUE. Welk een Ról neemt Gy daar in 2 IFFLAND. De Rol van Büokihhte: KOTZEBUE. Heerlyk ! Wat wed gy, dat Btjttcher. in Weimar, weêre n Boek over de Ontwikkeling der Schoonheden in het Ifflandfche Spel Schryft ? IFFLAND. Dat verftaat zig. KOTZEBUE. 6 [hoe] fcboon! — Daar krygt men weêr êenne geftévelden Kater te leezen. ' IFFLAND. Pereiit die geftevelde Kater! — [Maar] om weêr op myn Treurfpel te koomen : ik had het gaarne een* Waereld Familie • Schildery genoemd; Maar dat drievoudig Compojituin, van Waereli, Familie, en Schildery, is my al te gewaagd voorgekoomen. KOTZEBUE. Ei! —Wy, wy kunnen alles zeggen.— Eerstdaags zal ik eens , na Rubens, het laatfte Oordeel fcbryven.— Koom gy naar Weenen, en fpeel myn God Vader; IFFLAND. Topp! — het blyft slsar by. — Koom gy naar 't Toneel, en zie den Man van Woord. Einde van het Voorgesprek, A 4  f « D EERSTE G E Z I G T. (liet Toneel :V, te Rastadt.) *?j?hrtz*VÏT*n ««l-aYKS. STENDEN. flANSCHE GEZANTSCHAP. B O N N I E ' R. ' def Pvf £ï Wy~onwederroepïïIyk de Grens • fcbeidinz GrLV,« r 6 daad' d00r de «rkenniDg der A*,B. Een Z " .heZe"' V8D OmeüPl0^de Traftaaten zeg. gen mogen : _ genoeg, de Integriteit des Ryks zal «ooit tot een Grondig des Ryks aangenomen wVrden GEZANTSCHAP van MEINS. ^i^t-tSt^ om flefits een Dorp 'm B O N N I E R. Ga dan en baal TJ r.itwo, pnbeperkte, volmagten: ~ Eer kunnen de Franfcbe GevoimagWden in gtene Onderhandeling treeden. "'^"goen. in 't GEZANTSCHAP van KEULEN. Maar wat hebben wy dan misdaan, dat men orS zo s verbaazend tuchtigen wil. - Het Ryk hetft zie im Sea rend8 ^ garjfChe ReV°lu[ie> lydfc^ £ tt i, B O N N I E R. 11 li py h~en 0ns ni'et het eerst den Oorlog ver- ïT-Jkft« rege"^ntingen, - de uitweek nen op u Wa„en?n°nTb!et? ^ Hebt W dt ^ers niet ^ Wapenen, en Qeld, voorzien? Ts dit twsfcbien niet waereld kundig ? 't GEZANTSCHAP van MEINS. toÓTd^?^ftgidopr 'et Bevél va*het  m ( 9 ) 'T GEZANTSCHAP van BEIJEREN. Da heeft de Palts gevoeld. 't GEZANTSCHAP van SAXEN Wy beweezen, alleen als Ryks Stenden. onze hulpe: — Saxen beeft zig nooit in de Aangelegenheden Van Fiankryk gemengd. 6 MEERDERE GEZANTEN. Men dwong ors tot den üoilo^: wy wilden niet. B O N N 1 E R. Nu, zo moet gy lieden dan ook de Rékening be- ROME. ( Vtrtoonplaats: van het Paleis van den Franfchen Gezant Joseph Boon apartb'. ) JOSEPH BUONAPARTE, De GENERAAL DUPHOT, FRANSCHE SOLDAATüN. ROOMSCH VOLK , en SOLDAATEN. C Een groot Alarm op Straat, Het Folk fchreeum wild door malkanderen',) Leeve de Republiek! Leeve het Roomfche Volk'—. Naar den Duivel met de Paus! Een ROOMSCH BURGER (geld uitdeelende.) Hier myne Vrienden! is Geld voor u lieden, Pzlifters en Zekinen. Roept den Ryftand der Franfche Natie in. H kt V O L K. _ Leeve Buonapartel de Paus onder! — Zyne Regeering n»ar den Duivel! — Vryheid, GeMkeid en Broedeifckap. BUONAPARTE (aan het Venjler ) Voort! gy Rustyerftoorërs! of men zal u beenen maakeo. A s  C io ) Het VOLK. Leève de Republiek! Een ROOMSCH BURGER. Schreeuwt harder, gy Schobbejakken! H K t VOLK (een veel grootcr keel opzettende- ) Leeve de Republiek !! Leeve het Roomfcbe Volkf \ QEen Piket Muitery emjingeh het Paleis: — men hooit fchieten. ~ Het Folk ftroomt herwaarts, met Pteken, ónophaanen, Dolken , -en Zwaarden.) BUONAPARTE, (verfchynt in zyn Ordens gewaad, ■ en treed onder het Vulk. ) Wat wijdt, gy lieden? en wac zal dat af^ryzelyk ge» fchreeuw ? H et V O L K. Vivat Bttonapane'. — Wy zyn Republikeinen! (men hoort meer fchieten.) BUONAPARTE. Verradery! 't zyn gehuurde Moordenaars, — geen Republikeinen, (hy gaat weg) Het VOLK. L?eve het Roomfcbe Volk! Triumpheeren de heiligs Katholyke Rcii-ie! ( Eene Compagnie Fufilliers rukt aan, en geeft vuw — Eer.ige Stervenden , en Flugtmden, fchreeuwen wild onder matkanderen.) Moord! Moord! Jefus Krisius! wy zyn gewond! (De Generaal Duf hot verfchcint, en fpjingt onder dex hoop Roomfche SoldaJten.) T) U P H O % Te rug, gy Elendi;;tn! O-.theilyt de Vryr.laats der Ftar.fche Republiek rikt.  ( u } EËNIGE UIT HET VOLK. Er onder met heml weg met dat Franfch KarjaljV,! D U P H O T , (zyn degen trekkende) Oproermaaktrs ! ■» durft, üy met den ReprefenI 'amen van een groot Vojk fpreekenJ Het V O L K Er onder met hem i Moord ! (Duphot verdeedigt zig; word met Steenen en Sabel - Mouwen gewund; en valt einielyk, door meerdere & falen doorwond, ter aarde.) B E R L Y N. DE KONING. EEN [ge MINISTERS. ü e KONING. Ik wil volftrekt noch voor de eene, noch voor de ander j Party Remmen . en 2:1! my gerfen neutraal houden.— Wy hebben tegenwoordig thuis genoeg ledoen. EEN M I n i S T e R. S 1 e 1 j e s (laat op een Cathegorifch antwoord. DE koning. Geef hem dit: myn Bïfluit is, de Rust en den Vreede voor rnyne Sraaten te onderhouden. Wie my .'daar in hinderen wilde, zoude my van voornoemen vinden , dezelve mtt alle rnyne Maft ts verzeekeren EEN MINISTER. Dat is edel gedagt.—- Uwe MajaRèïc zal, by alle Liefde en Trouw, uwes Volks, kloekmoedig, elke■aanvegting van Rusland wederftaan kunnen. DE KONING. . Van Rusland en in myn eigen Land. Van nut. telooze Oorlogen houd' ik niets: Zy brengen weinig goeds aan; zo als o s het voorbeeld tnynes afee- ftorvenen Vaders geleerd heeft. Zo men niet ter befcherming van het Vaderland, of om eene groots Onbiilikheid op ■ te. heffen , den degen trekken moet, •is het beter 'er af te blyven.  ( 12 ) EEN MINISTER. Gevoelens, den Kleinzoon van den Gioot r HüDKaiK waardig. DE KONING. £yn roemwaardig Leeven ftrekke my tot een voo- beeld van Navolging: deeze weize Monarch die- ne my nu tot een Patroon [myner handelingen 1 EEN MINISTER. J Ja, genadigfte Koning! —■ D t Gy toch in de loffelyke voetitappen uwes Oud.Ooms treede. — Hy was rrteer Vader, dan Koning, geliefd en bewonderd van jeaer een. DE KONING Veelen zyn in den waan, dat men zig ali dan eerst regt- Vorstlyk betoone, wanneer men de Onderdaanen met Lasten bezwaard, en door gewelddaadige Dwang' middelen hun vermogen uitput. — Daar na brast men Just.g, sn bevlekt de gtënde Hoogheid met fchandelyke geneugten. — Men weet goed eene Koninelyke pragt te voeren, en wikkelt zig in verdervelyke Oorloger. — Hier door worden de Vaderlyke Rykdommen, en het zuure zweet der Onderdaanen, verkwist—men verliest de Liefde en het Vertrouwen zyns Volks s en men otifent riet meer bet aangenaaaie Ampc eens lieven Vaders, maar dat eens Gedugten Tyrans EE N MINISTER. Waar, ■ . zeer waar! DE KONING. Ik kan niet hegrypen , wat een zoodanig Vorst voor Eere heeft; en niemand kan mv overreden, dat dezel ve in zekerheid zy. — Het is flegte Eer; over arme" uugezoogene, Onderdaanen te heerfchenj daar en tegen zeer roemwaardig, wanneer men ryke en welgaRoede Staatsburgers bevelen kan. Dit is myne Geioofsbelydetiis. EEN MINISTER. Uwe Majeftsit blyve by die roemwaardige gevoelen*.  c n ) DE KONING. Hebt gy de Sententie van net Kamergerigt over dia Lichtenau ? EEN MINISTER. Ja, genadigfte Koning! {hy reikt ze den Koning over.') DEKONING, (dezelve kezende.) Zy heeft den Staat beleedigd j dat zy daar voor boefé. ( Hy onderteekend ze.) Eene eeuwige Gevangenis ta Glogau. Haare geftoolene Rykdommen vallen den Staat toe; zo is het biliyk. Myne Beleediging weet ik onder My te wreeken. Hec ftaat een Vorst niet wel, wanneer Hy zig overeen, in eenen onbea.npteo Hand ontvangen. Wanfchepzel wreeken wil. WEULLNER, (binnen treedenden.) Üi* Ier, dan Gy, zyn, en die u «ei gezegd aouien hebben, wat wel gedaan zv, of n et. WEULLNER. De Liefde voor den zuiveren Geëpenbaarden Gods. dienst, en voor Godsvrugt. . . D E K O N I*N G. Ei wat! Godsdiensten Geloof laaten zig niet dwin- gen:—— ieder kan gelooven wat hy wil. Ieders £igen GeWeeten moet hem zeggen, wat hy te gelooien bebbe, en ik duld, in myne Staaten, vol/trekt geenen Geweetens • dwang. Daar over zyn uwe gevoelens my genoeg bekend. Ik wil dergelyke Verborgenheids Kramers, en die dasr met-diepzinnige Wyzek uit het Oosten praaien. Ontmaskeren. En met myne ongenade 'ftrafTen. Met tl maak ik den Aanvang, en beveel u, uwen Post neder te leggen, en myn Mnifterie niet verder te betréden. tt ^„E. F -L L N 'K H> C2W M^aant.) Uwe Majefteit! D E K O N I N G. Ga, en beeter U. WEULLNER (ganfch neerflagtiguit het Kalinti des Konings ■weggaande.) EEN ANDER MINISTER (binnen tredende, en den Koning een Gefchrift overreikende.) DEKONING (kezende.) Zoo is t recht: —- gy hebt my zeer wel begrepen. Wyze Bezuiniging is tegenwoordig noorJzaaklyo hetd. Ov'ermaatige Luxê doet alle Mannelyke kra-tm fterven:— zy ontleedigt &e Schatkameren; — bied den Listen«Smeederen een open v*ld aan, om hunne werkplaatzen aan-te.leggen; en keert denNationalen Geest óm,—maakt den zeiven verwyfd, — en eindelyk geheel ondeugend, en vatbaar voor allerhande Guiten-Hukken. MINISTER. Wy hebben de treurige ondervinding [van dat alles] voor onze oogen gezien.-—- ZoogMnnde Gunftelin.  gen, die het Merk des .lytigen Burgers, verkwanfelden, [en] door nuttelooze kostbaare Oorlogen, en fchandelyke veranderingen, het Ryk in gevaar ftorteden, hebben Ptuisfens aanzien in de diepte doen nederzirken.—— Maar,-- - den Heeniel zy dank! een riddereer Morgen begind voor Pruisfens gelukkigen Staat te ontluiken,—— Üwe getiouwe Onderdaanen verwagten alles van uwe Majefteit. DÉ KONING. Ed zullen zig in my niet bedrogen vinden. MINISTER. Het is uitgemaakt waar, dat(Pruisjen zig altoos op zynen zo Eere vollen Post kan ftaandc houden, — wanneer het zig ['maar,3 tri zynen Staatkundigen Werrrings - kring, cvereer.kavïftig zyn doeleinde, zwenkt, en voorraamlyi;, by het aangenomen Syftétna vanFaEDRiK den Gegoten, en van zyre wyze Staats-Oeconomie, blyft. Dat uwe Majefteit flegts een oger.bhk by uwe greot Voorbeeld,- Frederik den Eekigeis , —— blyve ftil ftaan. — Ais Vader van Zyn Volk wierd hy geëerd — ais Koning gevreesd, — als Bondgenoot van Groote Beheerfchers niet Eiverzucht en Aandrang gezogt, — als Held bewonderd, — als 'CVysgeer geacht, — en als Merfch bemind, — Zyne wyslyk by- een «gezamelde Schatten trotzeereh het Geval der Noodzaaklykhi id , en wierden nooit door nieuwe en ondraaglyke Belastingen gekogt. - L Zyne, door Krygstucbt en Vaardigheid even zo uitmuntend, als febrikaanjaagend, Armee, was gewoon te overwinnen, — en week voor dt« Vyand,— zelfs by eenen afwisfelende Oorlogs kans, — ook niet een Ogenblik." Die Mannen, wélken Hy zyn vertrouwen fchonk, waaren, gezaamlyk : de achting van alle Rechtfchaapene Menfchen waardig. —— Nooit beminde hy de verkwisting:. hy was een Afgezon- derd Man, . 'en noemde zig zelren dikwerf, deh terjlen Burger van 'den Staat.  ( 15 ) DE KONING. Onbereikbaare! uw Geest omzwee.e alle myne oh. demeemingen, ■ geleide my in den Staats Raad. C Beiden Binnen ) P A R Y S. HET FRANSCHE UITVOEREND BÉWIND. BUONAPARTE. BUONAPARTE. Burgers Dirtcl.urenl Gy lieden zult, zo ik hope, tegen dit myn Ontwerp niets w&eten in-te-btengen. —— Nu, in de ziel uwer zaak. kunnen wy £»• geland bemeefteren. —— In Indiön zal deszelfs tot nu toe geduurd hebbend Despotisme zyn Graf vinden. —— Met eene Armee van 40,000 Man, beloof ik U, lieden den Oost-en-West-Indifefoen Handel in uwe hande te leevereu. R E U B E L. Waardige Overwinnaar van ïtdlii.nl De Rati* ficatiè des Vreedes van Udine, die Gy der Regeering van Frankryk, als een Onderpand uwts Heldenmoeds, hebt in handen gefield, ftrekt ons ten waarborge uwer Belofte—— Wie zóó, als Gy, de Benyders vati zyn Geluts, door wyze Maatigingin zynen Voorfpoed, en door opoffering van alle Pragt, U by de loerende Partyën konde verdagt maaken , gefhgen heeft. ——■ Die heeft alle verwagtingen van Frankryk, en met da zelve de Overwinning over de mededingende MagC van Engeland, bevestigd.— Vertrtk, — en worde der Republiek ook in de ver - afgeleegene Indien nuttig. Boonaparte (weggaande.) SCHAUENBURG. Burgers Beftuutè'rs.' — Ik verwagt U lieder Bevel. R E U 3 E L. Burger Generaall Hier is Uwe Order.— De Zwii' fera betaalen. —— Gy bezet met onze ^Troepen hun Land, —— en de Burger Rat in at vorderd de Centributii'n in. — Overal worden de Overheden  ( J7 ) h? den FranfcbeVoet geürganifeerJ, en .alleen Vrieri; avn van het Franfch Syjtéma tot Beftuu.ërs gesoozen SCHAüENlil/RG Buiten twyffïl zullen onze Gtondbeginzelen zegepraslénj — en, zo dat al eens feil flian mo^e, i0 zullen wy met de Kanonnen deinanftreeren. (binnen.) W £ E N E N. *> (De Keizérlyke Brug.) KEIZER FRANS. Di BARON THUGDT. MEERDERE MINISTERS. KEIZER FRANS, (vliegen dootjlaande.) Drie op' eenmaal.' Dat is, houd (lil \ veel. T H U G U T. Uwe Maiefteit. .KEIZER FRANS. Wat fbliaft myn Hier? T H U G U T. De Gezant v.m Frankryk is aangekomen, en veilaneè telden eene Audi-n'it by uwe Majefteit KEIZER FRANS. Zo. — Hebben wy .Oorlog, of Vreade? T H U G U T. Nog tot hier toe hebben wy Vreede : — — Echtei doen de ingekoomene Depêches van den Graave Co> benzel uit Selz, ons voor het uitberften van een nieuw Oorlogsvuur bezorgd zyn. KEIZER FRANS. Zoo? Nu, dan moeten, hou [lil, myne Troupen marcheerem we zullen met hun wel vaardig worden T H U O U T. Ik hoope, dat het Onweder nog afgewend worde J zonder dat' uwe Majefteit Haare Troupen zal behoeven te laaten marcheeren- KEIZER FRANS, Dat is mj lief. — I3 'er iets te ondertekenen ? . . B  ( I* ) EENIGE MINISTERS. Hier! Hier! (verfcheident Mini/Iers reiken Depêches san.) Dat is, hou Jlil, een weinig veel op eenmaal. T H U G U T. Wanneer beveelt uwe Majefteir, dat de Gezant ter Audiëntie verfcheinen zal ? KEIZER FRANS. Nu ga ik naar Laxenburg op-de Jasjt, — en morgen naar Baden; in agt tiagen kan de Gezant koomen. (De Vertoonplaats voor hst Huis van den Franfchen Gezant.) BERNADOTTE. Het VOLK. van WEENEN". Het V O L K, door malkander. Kyk! Een Vlag! Dat kan 'er halter niet door. ANDER VOLK. Er onder met de Boel! Wy zyn hier te Parys niet. EENIGE VEBKLEKDDE STANDSPERSONEN. De Franfchen befpotten u in 't aangezigt! —— Deeze Vryheids Plag beleedigd de Ooscenrykfche Na> tie, en deeze hooge Keizer-Stad. HET VOLK. Men moest ze afscheuren. EEN JONG BORSTJE N. Die klungels zullen 'er gaauw afzyn: ( hy klimt na de Vlag, en wil ze afscheuren: —» op hetzelfde ogenblik verfchynt Bernadotte, met uitgetrokken Degen, en met alle de -tot het Gezantfchop behoorende Perfoonen, «rfift gezaamlyk gewapend zyn.) BERNADOTTE. Wat wil dieKanalje? Scheer u naar den Duivel! H Jt£ T VOLK. Ho, ho ! Gy Franfchen zult ons, halter, niet opeeten.' BER.NADQTTE, \eenige uit den hoop wondende') Daar hebt ge wat, Gy honden ! ( de Bedienden van den Gezant flaan de indringende Menfchen 1HH Jiokkin) zult ge wel heen gaan, gy Rakkers!  C '9 ) HET VOLK. öy duizend Sacramentfehe Fia; lcher! Wagt^ wy zuilen U leeren Weener-Burgers te fla&ni ('tr begihê ttrie algemeene Vuist batalje; —— de Bedienden benevens Bernadotte gaan te rug, en grendelen hit Huis toe. — Het Volk bejlormt het Hotel van den Gezant* — De drie kaukurige Vlag der Republiek word ver' fcheurd. — De Meubels en Fenfleren worden in ftukken gejlagen ; ——« en een algemeen woest Alarm en Volksoploop maakt aan de eerfte Ferfchyning een einde.) NB. Ten befluite kan hier de Lof-zarg, en do Marfcb, dei Weener-Vrywil'i>ers uitgevoerd worden. TWEEDE GEZIGT, L O N DEN. (Vertoonplaats, het Huis van Pitt.) * P I T T, EENIGE LORDS. PITT. Het Parlament heeft de nieuwe Siiljidiën voot het loopende Jaar goedgekeud', eni «lef Koning ze gefanctimeerd. ——> De Taxtn zyn wel tot nu toe vier vou«lig verhoogd; — maat de Waereld zal weeten dat-de Engelsche Natie zo mih door nieuwe Taxtn, als doot andere aanbiedingen haarer krasten is uitgeput. EEN LORD. De Oppofitie- Party fchreeuwd luidkeels: Pitts nléawe Belastingen, oai zeven Millioenen Ponden voot 'Jen dag te brengen, is-niets meer, en niets minder, dan eene Requijltie. ««— F o x Eoemt ze de laatfle Infpanning der Engelfche kragten. E E N A N)D È R E L O R D. Het Volk mort overluid, en noemt u eene Misteri«kn Dwingeland, die, lok dm en boven, de Nfcfl'a B 2  C 20 ) op fteektlatige Spotterny onthaalt, en door znlke ge. welddaadige Afpetfingen en Mishandelingen der Kn* geifcne Conftitutre, onzen Vyanden den vriendelykften octvangst op de Ylanden voorbereit. P I T T, (lachende.) De Natie heeft het recht om re redeneeren, en te (dumpen, - als het maar betaald. — Ik moest my wél gevallen laaten, dat, geduurerde de Procesjïe naar de Pauls Kerk, waar wy plegtiglyk het Dankfeest over D u n c a k s Overwinning celebreerden, men. myne Equipagie met Slyk wierp, en my infulteerden, —. ierwyl de Dames my blyken haarer toegeneegenneid gaven. EERSTE LORD De nieuwe Republiek maakt in allen errst toerustingen tot eene Landing, en zulks met eene kloekmoedigheid, die voor ons een flegt voorteeken is.—- Zou het hun gelukken P T T T. Zo is onze ganfebe Kust tot hun Ontvangst bereid, en zeefcer zal de eerfte Landing niet gelukken.«— IK ben voor heel iets anders , als voor eene Landing op'' cien'Engelfcnèn Bodem, bezorgd. TWEEDE LORD. En dat is F P I T T. _jli ben.bezorgd voor eene onderneeming tegen onze Qöst. bft West.Indifche Bezittingen. TWEEDE LORD. Dat zou. werklyk het plan van eenen krankzinnigen zyn. p ITT. •öftgetwyfèW een dol gewaagd ftuk; — maar wat is detVTiieuwen Vryheids Helden niet mogelykl Men moet alzo op alles gevat zyn. Als wy maar, op-* heö.v.afcte.LaDd, den Franfchen eene kleine. Diverfie konden maaken. f i E E R S T E L O R Dwe Kaïning van Pruisfen blyft ernftig by zyne'Neutrtliteit, en .betoont eene onbeweeglyke kloekmoedig-..»  ( 21 J rieid ,' om het Oorlogsvuur niet op nieuw tegen Duufehiand te doen woeden. P I T T. Nüdan, zo laat ons door Ergelfche Cuinees, op den Bodem der nieuwe Republiek zeiven, het ^aad van tweedragt verfpreiden —— Pitt blyfc ook onbeweeglyk by zyn Syflema. G L O G A U. (eerceOpene Plaats, nipt verre van de Odeibrug.") De GravÏD Lichtenau ryd met hmre Moeder Enken over de Brug. Volk of de Brug. (Jficiers, Pruisfche Grenadiers. Eenige Lieden zien uit het Venfter , naar beneden Eenige Handwerkslieden jlian &an de deur. Een paar Jouden. DE SCHILDWAGT AAN DE BRUG. Daar ryd die Hoer heen, met dieoüde Koppellaarfter. EEN SLOOT EN-MAAK ER. Ik zou j u ryden, als ik Koning was. , EEN SCHOENIViAAKER , {zyne Vrouw roepmde) Haone! zie nu die Hoer eer s asn , hue bretd ze nog voor den dag komt. H A N N E. J! Jou Makroi jou! — Dj lieve God zal je nog ftraffen! EEN K R A A M E R. Nu dat moa ik zeggen; ryd die Dame nog, die ons zoo befloolen beeft! GRENADIERS. Slapper de malle mosterd, Broetje! «laar komt die K — aangereeden. EEN ANDER. Hum! ik ken die Hoer nog regt goed, hoe dat ze, toen ze nog Juff-r Enken heette; dikwyls barrevoets, en met wat oude vodden aan, by myn Vrouw kwam, o-n een paar oortjes te borgen. B 3  C M ) , NOS EEN ANDER. AI» ik Hog onder de Garde te Postdam was, heb ik eens over dat Beest ftokfjagen 'gekréegcn, oai dat ik haar oiefagtigen Jongen, van Broeder de kromme. 3oetcden. 'GRENAD. IER S. Dat haar de Duivel haal! MOSES HERTS. Mausje! Zie toch eenmaal de Graavin dart.'— Ter dauzentJ hoe pragtig. ISRAËL. Verzweeren zult je neg, met je ganfche Traluerum. zoo'n oude Babbeltootf zoo'n miferdabel Murmeldier! MOSES. - 't Is toch wel een Lief Peezelije voor een Khea> ning! —.■ By me i-^-be, ze kost toch wat! ISRAËL. . Nah! Wat dhoet men dhdar mit?, {Twee OffltUren gaan over de Brug, cn keeren der Graavelyke Equipage den rug toe.) EERSTE OFFICIE?, Wy willen naar den Oder voor ons henen ziin. TWEEDE OFFICIER. Z' is voorby. — Zie r,u eens aan; ryd ze nog niet even zo trotfeh daar henen, als of ze waarlyk nog at wat was? EERSTE OFFICIER. " Wel nu; met vier duizend Ryksdaalcrs kaa men nog al breed voor den dag koomen. TWEEDE OFFICIER. Een fligte Aanmoediging voor den Krygsman, al» zulk eene AHemans Hoer, voor doorgebragt Bloedgeld van de Natie, voor Roof en Verraderyen, — nog daar en boven gepenfioneerd word. . . EERSTE OFFICIER.! Vier duizend Ryksdaalers Jaarlyks. is waariyk ern Veinj^.fsöaj i Zoo veele honderden waren genoeg  C »3 ) geweest; — maar de Koning heeft gelyk; w* hy wil Zynen Vader in de Aarde niet befchiamen — Én «e is toch eenmaal zyne Maitres geweesr. TWEEDE OFFICIER. Dat de Koning haar Paleis aan het Zieken-Gasthuisgemaakt heeft, dac gevalt my.— Daar worden grooiendeels de Venericque Schoonheden vanBtrlyn gtmeezen: •—— dus voegt zig dat voaitreiTiivk. ( De Officiers lachgen, en gaan hun weg.) HET HUIS DER GRAAV1N, DE GRAAVIN LICHTENAU. MOEDER ENKEN , (zo even naar Huis toornende > Dat mag ds Duivel weeten , wat dat o^bfchoft Tuig hier in Clogau van ons hebben wil.—-Alle* wyst ons met vingers na, als of we Zeewonderen waren. DE GRAAVIN. Ach! Leefde nu myn Fritsje nog. ik zou je lui wel tuchtigen, »-* jou Otters: — Jou Slangen ! — jou Bafilisken I -* Slegts een Wevk van mv, en ja lui zoud' in Magdelurg, Stettin, of Graudenz bitten. MOEDER ENKEN. Hbr zyn Brieven uit Berlyn. —— Wal fchreiven U uwe oude Vrienden toch ? DE GRAAVIN , (de Brieven openbreekende en Ltezende.) ,,L)iê oude Rommelpot is van het Hof verwyderd, „ en ees nieuwe omringt den Koning.— Gy kunt teel „ van den tyd hoopen. Graavin! ook uw verlosfings .. uur zal flaagen. Onze vrienden arbeiden, vlytig, in „ ftilte, en hebben reeds eenige proeven gewaagd ; „ maar de Regeering houd ons naauw iu het oog, — ., en de Koning word algemeen bemind. — Zulks bin- dert ons in onze Plannen. Misfchien breekt een nieu,, we Oorlog uit; dan kan men éér handelen." —— Zo moet ik met geduld my ftilhoudcn. en met Rand- B 4  ( 24 ) ^stigheid eindigen Myne Zon ng} , MOEDER EN KEN Jongen ulr, Lu^^^ ?«g goecgaan JL Laat dn ote'Slu^^ ^jaE^r^fr^~ Wil rnen de zotgen gverd~7e; ef " W Men h.eze Wyn en Liefde J (zjr Schenkt een Glas Chamyanjewxn in) vens! — Waarom fn"Lf <■ — Kf38t mVKS ^è- *«. u zo s?°^ £» k. . J «. . .. " ua,"6 cclJt uic niet tegen myne rotie. myn pngt gebiet my, tegen den Eifvyanj te ftryden. MEERDERE RIDDERs! Wy vegeen nieti Wy vegten niet! DE GROOTMEESTER. Stil! daar koomt een Adjudant der Republikeinen. ADJUDANT JURA T. Ik groet U lieden. Ridders! en bied U . in naame groote Natie, welke Büonaparte teprefenteerd Vreede, Eemgbèid en Broederfcnap aan. — Hi r zyn de Voorwaarden, onder welken BuokapaRtb u een Wapenftilftand bewilligt. — Nee mee Gvl. zt aan dan zyn we Vrienden; — 20 niet, dan neemen de Vy andlykheden weder eenen aanvang. DE GROOTMEESTER, (kezende.) „üe ürootmeefter zal, als een Jaariyftsj Pennoen „ van de'Franfche Republiek 300,000 FranKh be„ honden; tot 2ö0 lang, dat dezelve, van het C>n„ gres te Rastadt, een Vorftendom bekomen heeft" „Ieder Franfch Ridder bekooaat, g^uurende zyn " nZ™ ' 'f*0 Franfci Penfi°™-- Voor de overige „ Ridders zal de- Republiek zig msgelyks, tot derzel. „ ver Natiën wenden." MEERDERE RIDDERS. Wy zyn te vreeden.  ( 28 ) een ander ridder. ' Het is een fchandelyk verdrag, eene onfl^erwinneiyke Vesting, zonder tegenweer, over te geeven DE COMMANDEUR. Zwygt! [tot den Grootmeejler ] Grootmeefter! Gy hebt my, wegens myne gevoelens, op gisteren in de Gevangenis baten werpen; — maar, zo gy my .$ok dpoddede, zo zoud' ik nog in den Dood ftaande houden; ik vegt nier tegen rnyne Landslieo'en. — Dat Rasredon Ransvat alleen tegen de Turken ftreide. DE GROOTMEESTER Het iy zo! Ik ben gedwongen: de fchando taffe die geene , die het zo willen.— Ga, Ranzyat! en onderteeken, in mynen naam, het Traciaat. pete'rsburg. keizer paul, zyn minister, generaals, popen. : . PAUL. Nog eens: het is myn ernitige Wil, dat elk en een iegelyk, die my op ftraat te^erkoomt, de Knie voot my hui^c: — en zo het rydende Perfoonen zyn, zo snoeten de Ryruigen Itilhouden, en de daar in zittende Perfoon moer 'er affteigen, en met de regter knie zig voor my buigen. EEN GENERAAL. Maar als de Straaten nu eens morfi^ zyn? PAUL. Dat doet niets! onzen geheiligden Perfuon koomt dat offer der Aanbidding toe. — Men moet het Volr. daar door, binnen de paaien van eerbied en R sptcï; houder. MINISTER. Josesph de tweede en Fredertk de tweede, febaf. teden, door openlyke Kabinets Orders' het Kniebuigen af; naar dien, zy gewoon .waaren te zeggen., dat oen alleenlyk voor God krielen moefte.  C 29 ) t PAUL. Ikbebgeene Voorbeelden noo^iig: — ik ben orii gineel —- Het draaien var. ronde Hoeden, Rompjes; Hansop-broeken, Half gekleede rokken. Schamen met Sttikken, afgefneeden Hair, zyn [van nu aan] verbooden, op ftraffe van: naar Syberiën. EEN GENERAAL (voor zig) •Vat zullen de Buitenlanders lacbgen, als ze deezé Abderiten ftreeken hooren. PAUL. Myne opgerigte cenfuur moet ftrenglyk vigileerenop alle Boeken, Nieuwstydingen, en Journalen, üie van Buitenslands koomen, en N euwmodenfche Grondbeginselen behelzen. — Het zal cok niemand vryftaan, ponder onze Allerhoogfte Toelaating, te Iee2en, ts fchryven-, te drukken , en, — a's het aan my Rond, — verftandig te denken. Het was my 't allerliefst, als myne Onderdaanen in 't geheel niet meer lazen. POPE.' Om zulks te bewejken, hesft de cenfuur bereüs van ons het Bevel, alle Boeken van inlar.dfce Boekhandel laaren deezer plaats zoo la^g, onder eenig voorwendzei, terug te houden, tot dat ze oud zyn, en geene leevendige Ziele ze meer koopen zal. PAUL. Recht zo. (tot eenen Minifter.) Dat men dan de drie volgende Uknfen uitvaardigt. G-ene Uitlander zy het geoorloofd, onze Grenzen te betréden.—— Wie "het zig onderftaat, zonder onze Allerhoogfte toelaa,ting, naar Rusland te koomen, cu> moet naar Syberifn. Onze onderdaanen en Vajdlen, word, ten eeuwigen daagen, ontzegd. Buitenlandfch Academiën en voorbereiding. Schooien van Onderwys, te gaan bezoekennaaroemaa! hunne Harten en vernuften door de nieuwmodei (cbe Leeren bedor-en worden , en wy alzo flegto onderdaanen bekoomen, die riet weeten te gehooriprnen —- Ome Vloot, in de Out-zee, zal zigme,t de Engel/die, en, die, inde Zwarte Zee, met de Tu}%  ( ) jthe, Vloot verenigen, ten einde do Vyar.den der geheeie Waereld, de Franjchen, te overwinnen,wanneer zy zig zouden mogen laaien gelusten, hunne fchandeIyke Grondbeginselen verder te verfpreiden. —— GeJyker tyd zal een Land - Armee van 40,000, Mandoor de Uktaine marcheeren, en zig met riet Heir van onze goeden Vriend en Geallieerden, den Duitfchen Keizer, vtrëinigen, om hem tegen zyne Vyanden te befchut- ten. Dat is onze allergenadigfte wil.—— Voor het overige zyn wy uwer met genade toegeneegen. COWSTANTINOPOLEN. KEIZER SELIM.TAMARA. Rusfifcht Minifier S1R SMIDT, Engelfche Gezant. TAMARA. De Grootvezier, Kaimakan, en Mufti, zyn omge. kogte Creatuuren der Franfchen, en zyn wegens de geprojecteerde Landing in Egypten, met hun, in eene onderhandelige verftandhouding geweest. SELIM. Daar weet ik geen woord van. Sir. S M I D T. De Koning, myn Heer, heeft des wegens beflooten, eene Vlcot, onder Nelson, tegen die der Franfchen te laaten uitloopen, en alles ter verdelging der Franfchen by te brengen. — Gy van uwe zyde, Seum,! zult alzo der Rusfifche Vloot de Dardanellen openen, om, in gemeenfcbap van dezelve, des te beeter te kunnen werken. TAMARA. Indien gy uwe plotslyke Oorlogs • Verklaaring tegen de Franfchen, en de Afzetting van den Grootvezier en Mufti, afslaat; en gy onzen Scheepen de Doorvaart der Dardanellen, en onzen Geallieerden, den Engelfchen, uwenBvftand, weigerd, — dan f zal Buokaïaktx U van den Thtoon jaagen, en van het Ocstersch  ( 3* ) Keizerryk een Republiek naar bet voorbeeld der Fran* lenen maaken. Sir S M I D T. Werp maar eens eeoen biik op de ondemeemingen van Pas /.'4n Oglu; op de plotslyke Landing van Buonaparte in Egypte». — En gy zult zien, welk gevaar U dreigt. SELIM. Nu goed. — (tegen eenen zyner Ministers.) Da Grootvezier en Mufti zyn van de Waardigheden, dia zy toe nu toe bekleed hebben , ontzet; de Fran- ichen zyn de Oorlog verklaard,- alle Havens zyn den Engelfchen en Rus/en geopend. Ga, voltrek myn Btfvel, en deel het oiynen Pachas, en dan getrouwen Janitzaaren mede. ' Sir. S M I D Ti Veroorlov, Keizer! dat wy de Oorlogs Verklaring vervaardigen ; U zyn de Proclamatie» der Europeefcho Cabinetten r.iet bekend genoeg. SELIM. Ik weet het; daar in zyt gyl. Meefters ZWITZERLAND. C Vertoonplaats: De Landflreek by Sianz) FRANSCHE LEGIOENEN, SCHAÜENBÜRG, BURGERS van STANZ, INWOONERS vük't GEBERGIE. SCHAÜENBÜRG. Geeft U over, gy Muitelinstsn«. BURGERS. Wy zyn geene Muitelingen; wy zyn Zwitzers, en vegten voor onze Eigendommen. SCHAÜENBÜRG. Gy lieden moet de nieuwe Conjlitutie aanrieemenr zo verlangt het het Fransche Uitvoerend Bewind» BURGERS. Wy hebben reeds een Conjtitutie;die hebben wy bezwooren, en willen wy ook h8üden.r— Het Fba*-  ïche Uitvoesknd Ezvvixd heeft ons niets te bevéé* Jen; wy zyn vrye Republikeinen. SCHAÜENBÜRG. Durft gy zoo onteerend van Het Uitvoerend Bewind fpreekeD. B U M. G E R S. Aile RespeÜ voor Het Uitvoerend Bewind, en voor de Natie; maar met Gusst; ons heeft htt'niets te beveelen. Wy willen ons van Rapnat, en zyne aanhangers niet lasten' uitplunderen. SCHAÜENBÜRG. Rak» wat vordert niets als Contributie» voor de Franfche Armêe. BURGERS. Wy hebben gce, e Armee verlangd: —waarom» dringt raet> haar ons op. Rafinat is een Rooverj—> cn wy geeven r.iets. SCHAÜENBÜRG. Gr onbefchaamde Rebellen — durft gy ?6ó van ee- cen Franfchen Burger Sp'reeken ? —— Ik vraag voof de laa'fte maal : Wilt gv U overgeeven? DE BURGERS en INWOONERS van 't GEBERGTE, (yerfchrilkelyk fchreeuwende.) Néén ! Neer! eer ons Leeven 1 SCHAÜENBÜRG, (het teken geevende maan te grypen.1 Allons! JMaifch! ' * " ' (Er begint een Moorddëadig Gevegt; — de Franfchen worden eenige maaien terug geflageni de Bwgers van Staoz, ah wanhoopendé. Eindelyk moeien zy der Ovetmagt bezwyken. — Een geaeehe van aezelve word nedergehouwen ; eenige weinige ontkoomen. - De Franfchen dringen in StaDz in Vermoorden Vrouwen, Kinderen, Gry-' ze»;— Plunderen de Kerken en Buizen, en fi.eeten eindelyk de Stad aan alle vier koeken, in de Brand. Stanz flaat in de Vlam, en de RepublU keinen zingen daar by de Karmagnole.) Einde der tweede Vertooning  ' ' :■ C.: h * ■ • rj ! • DER de VER 10 O nIN G ub tt.£UKV0RSTENïN VORS TEN des RVIfS aan de Regter, De RYKsStenDEN IN EENÈ DeMOEDIGE HoüDlKG f AAff^ Linker 2n>* *jL. £,ne ^ Ik was 20 zagt als een Lam, maar de booze wolf jogt tw-.ti regen my, ei) 2efde.- A baddAvn wa^Sr troebel gemaakt; m'e j N S y aater Daarom zwoer ik' den Huize Eli* rfp rmrh„-j j Huizes zal niet geboet worden' mét offSfdinï gaven , tot in Eeuwigheid. otteranden en Myn Ryk is niet van deeze Waereld • m.» ' en der Helle zullen my doch W hanóver • * Steekt uw Zwaarr in de fcbeede; want pv frnfctfOj Dê wysfte geeft toe.— Hv vroeir • hn<» ., . *iï s j löen zeide de andere: neem ture Brief 1* *et u neder, - en fchreif fluks TagènS! ' ~ D E r YR S VOR.S tew Wy hebban Monden, en durven niet fokken 3 hebben Oogen, en durven niet zien en durven niet höoren,- hebben lïeu;/n l ^ 2y 7 ^E?R^'" SS TE N D E * C  C 34 > DE DUITSCHE KEIZER. Ider Ryk, dat onder zig onëeiis is, is tegen aig Zêlven , en zal zig zeiven verwoeften.— üoch ik ben niet gekoomen om Vreede te lligten, maar den Oorlog. S P A N J E N. Over een weinig tyds zult gy my zien, en over een weinig tyds zo zult gy my niet zien; SARDINIË N. Mynen vyanden ben ik een fpot geworden, en my nen Nabuuren, eene fcbrik myner Bekenden. Allen, die my iien, befchimpen my . en flaan'my in 't Aangezigt. — Ik ben als een Schip dat vergaaf; wyl ik hoorde myn en fmaad uit den Monde der omftanders. DülTSCtlLANü. Had gy maar bekend, en ter goeder tyd, wat int uwen Vreede diene: — maar nu is het verborgen voor uwe 'Ogen; wyl uwe dagen koomen. en uwe Vyanden u omringen en beangftigen zullen, van alle kanten. Zy zullen u der Aarde gelyk maaken, en u- we Kinderen,—— en zy zullen in Ugeenen Steen op den anderen laaten; wyl gy bekend hebt de uure uwer verzoekingq. SAXEN. Als ik de waarheid zegge , waarom geloovet gy my niet? PRUISSEN. Als een Sterke gaat hy uit;—— over syne Vyanden zaï hy fterk worden; M EINS. Waakten bidt j — de uure der Verzoekinge is voor de Deure, KEULEN. Kruifi^t uwe Vleefch, en vliedt de booze lusten. — Want waarlyk ik zeg u lieden, zo gy niet zóó rein iyt a!s de Kinderkens, zo kunt gy in het Ryk der Hemelen niet inkoomen. DE PAUS. Sta op, myn Zoon.' U is vergeevjnge. HOLLAND. Heere! helpt ons! Wy vergaan.' PRUISSEN. Gr waart, van oude tyden af: onëenig ènder u zei▼en, en gydreevet dên fpot met my, ais ik zeine: Gy *yt Pharizeëo en Valfche Tollenaars. ENGELAND. Gy voerde hem op een sa zeer hoegen Berg 1 se  ( 35 ~) roondehem defchattendu geheele Waereld, eofprak: Bid inv aan, en dat alles Zil U zyn. RUSLAND. Wagt u voor de geenen, die daar henen gaan, in Schaapsklederen , van binnen , zyn ze grypende Wolven. —- Ende zy vielen op hun Aangezigt, en baden hem aan. REGENSBURG. Op den Stoel van Mofes zitten Phanzcë , en Scrmtigeleerden ; al wat zy u zullen zeggen , oehoudt dat, maar naar hnnne Werken moet gy r.iet doen. NEURENBERG. Vriend.' hoe zyc gy hier in gekoomen, geen Bruiloftskleed aan hebbende? HAMBURG. Ende hy dreef alle Verkoopers en Koopers uit den Tempel, en Riet den Wisieltafels om, en de Stoelen der Duivenkramers, en zeide tot hun: 'er ftaat gefchreven; 'myn Huis zal een Bedehuis heeten; maar gyhebt 'er een Moordenaarshol van gemaakt. FRANKFORT. Waatlyk, ik zegge U, het zal den Lande van Sodoma en Gomtrra verdraaglyker zyn in den Dag des Oordeels, dan zulk eene Stad. AUGSBURG. Gy zult het Heilige niet der, Honden geeven , en uwe paarlen niet voor de Z^ynen werpen, op dat zy dezelven niet vertreeden met hunne voeten, enaig omkeeren, en u verfcheuren. BREMEN- Want 'er zal een tyd over U koomen , dat uwe Vyanden ooi u en uwe Kinderen een Wagenburg maakeo, U belegeeren , en aan alle kanten beangftigen zullen. EENE STEM. Hy zal onder groote Volken rechtdoen , en veeleHeidenen ftr ff n in vemfgeleegene Landen. Zy zullen hunne Zwaarden tot Ploegyzers, en hunne Spiefen tot Sikkelen m;ain zoeteru.st> "y ^ uwen doorbrengen Vergeet echter yooral niet: ihans zv mmuJ1,„„s .v* getjt het teken ol optebreeken : De IZefe f X Tm ' Ct Benige Soldaden zingen: Ca ïra ! C?liv i£& Matsch. è Richard! 6 mon £i ïK&i^t, tff .ffi." kende Opende Desertpi-p /,,? i;Z h T de il~ wir, ah, quelplaiürO : Je ™s la (Dc hitogt in Cairo is bloedig, en netel ***** r„„ parte's Arme, haare voe.JUppen met ISuSTnt^ butien, en BttOOVINGEN ,« ElGEKDOM 1 ' C°K™- DE SLAG |V ABTJKiR , aan ben MONoi^ denNYL De tranche Ploot, „der aen Adnureal BRfJtys /!3 ScheefgISt"en TTTlT O tJ^""? En« Buiten twyr*! za, vAB|Jig geeven. Wy hebban thans «eene andere keuze, im> Mllen ot  r S7 * -iWyïuflcn, Kameraaden! Met eenen maed Vet ten, dien ue Fratifclien., ze.dert den iangduurigen Oorlois « Lande, te allen tyde, hebben ten toon gefprdi. GeerT Schip moet zyne PofuU verlaa;en, er, ieder naauwkeurielyk Zyne Orders opvolgen. r«.v.uugiyJC A U J U D A. N T. Admiraal! Ziet ge daar or,der den Horizont, die bonte S treepen wel ? * "f* B R Ü E Y S, (Voer ty« Kyker ziende.)' Het is de Engelfche Vioot. Mlons, Kaïmi-aaden! nu zal t er gelden. Ieder op zyn Postl ]« hoope, dat gy Lieden, zo als tot nu toe, uiven Pligt getrouwelyk vr vullen zult. Betoont ü (toch) waardige Republikeinen tezvn (Dl Floot, onder NELSON, fchaart zig in Slag-Orde: - ' De Matroozen fchreenwen een yerfchrïkkefak HoerriU Hoerra I ! ) NELSON. God Dam I Raar zyn ;de Koningsmoarders. Edele jannen! zyt braaf, en redt den groocen naam der Bri fche . e,i ~7. Qy Tveet h" imm"rs » N"g te allen >yde, v/as Eagefaml Ov>eiwinnaar op de Zeië:i. DE SOLDAATENen MATROOZEN Voer ons maar aan, Admiraal! Wy zullen die Honden Wel de Broek opnestelen. ,' NELSON. Morgen ben ^k Lord , of een Engel. — Valt aan. ( Hv ■Piert nut treilen nn, nny, i. ..„;/„., "s n. c>„ i. . .V .,, .,. " J wag oegmt met den fchrikiaarendllen, aandrang, aan beiden zyden. Twee yan de grooiffe Sckeepen der Franschen fpringen in de Luchf meerderen borden verbrand; — eenige ontvlugten. 'ende meellen war Jen van de Engelfchen genomen. Qeduurcnd* den Slag zingen, de Engeïjihe Matroozen het bekende IV.ks Lied-, GidfaVe the £ing Gcorge. - De Fransen zingen, in tene fienyke-zuivere Overzetting, het bekende Biet Y lied'ra» den Zaligen Doclor l y t h e r: ö Heer! Cf waar ons by uw woord J Stuit des Pauz en der Britten Moord, Die Jcium Kristum, uwen Zoon . Nu willen Korten van zyn Thrr.a-i. &c. NB. Hier kan, ten Befluite, de Vrcedes Symp-uon-e, van ?Aüx Wranizkv, met 24 paarP'.uken uittevuerd worden. D R (i O M £ N. irmdomt^; de Eliseische Velden.) RERs TE TONEEL FREDERIK de Ildc. c AT h &.RINA de Ilde. . : frederik. ■ üeb Èet uwe Majerteit akyd gezegt: Volks verdruk-  (f 38 ) hs en eene zwakke Regeering zouden de Franfchen eenaal tot eenen opltund brengen. - Eindelyk is doch myne voorzegging «^OttBf,, A R I N A. Het zyn nog altoos die oude Franfchen -, die eenen Hendiuk de IV Je yermwrden , en eenen Lodewyk de XlVde vergoeden konden- . s FREDERIK-. Neen, het zyn niet dezelrde Franfchen, die by Rest ach vdof myg lykheid, en ie Richten der Menden, Ilc heb myne Onderdaanen nooit onder "wang geiega. Frederik Wilhelm, myn Kleinzoon, zal het ooit niet doen.  ( 39 ) CATHARINA. Dat was ook fteedimyn Syfté na, en ik heb 30 jaareö g?j r'isc geregeerd. — Maar ttiü daar komt «» Ne.f. - Ik zal U met hem'alleen laaten, en Pjtem^in en LaNdskoi gaan opzoeken. T W E E D ü T .0 N E E L. FREDERIK, FREDERIK WILHELM IIJe. JOSEPH IHe j O S E P H. Ik koom my by uwe Majefteit foor uwen Neef vervoegen. — Onaangezien de Rechtvaardigfte oorzaakén, die gy hebt om boos op kern te zyn; zo bid ik ü toch, hem te vvilien aanhooren. FREDE U IK , C met een verboord gelaat. ) Wat zou ik hooren ! kan hy my myne verloorene Müliocnen weêr verfchaffen? — Brengt ,zyn Gezwets aan myqe Armee haaren ouden Roem terug? Het hart, bloed my, alt- ik 'er aan dsnke , als , dat zo veele jaareft gi fpaarde Zweet, die zo bloediglyk bevogtene, en roemvolle Lauweren, door hem zyn verlooren gegaan. J O S E P H. Gaat het by my dan anders? — Myne lchoone Ktdsrlanden, en die vruchtbaarc Italiaanfche Prevlntiën. Mi lioenen aan Geld en Menfchen verloren! Kaunitz heeft wel gclyfc gehad, als hy beweerde, dat Oosienrvkfchc Zon naar haa-. ren ondergang neigde. Maar hoor toch eens van uwen Neef', welke goede Narigten een Boode uit de Boven-waereld, ten aanzien van u,w Ryk gebragt heeft. FREDERIK- Het goede dat ik vernecmen kan, is my reeds Kekend;—• ik weet bereits, dar myn Jonge Lieveling, Frederik Wilhelm, ook de Lieveling myner getrouwe Prui^n, ij; — dat zy in hem den Vader des Landt, en den wyzen Monarch, verëeren. Ik herhaal het nog eens, wat ik reeds in mynen Leeftyd te voren 2yde: Hy zal H% .silejien Biet; laaten ontneemen. J o S E P H. Zvvyg van SiUsienl Dit'kan 'en mag ik niet zo gelasten aanhooren. FREDERIK WILHELM Lieve Oom! Ik weet het, ik heb uwen Tuorn verdiend; — maar ik word ook nu daar voor geft-aft. — Myn Naam fchitterd niet in den Tempel der O^fterveiykheid. - dit is ftraf genoeg voor my. FREDERIK. Daarom vangt hy zeker weer 2yne oude kuuren aa*, ea zoekt zig, ook hier in de Benede-waereld , by eene Pompad -el en duBarry. daarvoor te onrfchadi?fn. FREDERIK WILHELM. Neen, myn Oom ! Ik zie nu in , hoe j^evaaflyk het is, wanneer een Vorst zig van VrouWen en Gurftelingen laat aan den L iband leiden. Myne Regee i g heeft veel kwaads veroorzaakt:— maar myn Zoon, uw j nge Aankwekeling, keeft zadelt zyne korte Regeering, reeds zo veel goeds ge-  W. ( 4~ ï Wïti$t, dat men bereits het kwaade daar daörver