VERZAMELING VAN S T U K K E N BETREK KELYK TOT DE ACADEMIE VAN TEKEN- BOUW- en ZEEVAARTKUNDE IN GRONINGER BEDRUKT VOOR REKENING VAN DE AGADEMI». 17 98,   13y een ieder, die eenigzins met de bronnen vaa den welvaart yan ons Gemeeuebest bekend is, loopen oogenbliklyk liet oprichten en in ftand houden vaa fabrieken binnen hetzelve, en de Koophandel en Zeevaart naar buiten, als twee fteunpilaaren in het ooe die wel yoornaamlyk dien welvaart moeten fchraagen zal dezelve duurzaam zyn en toeneemen; hy derhal* ven, die met een waarlyk vaderlandlievende zucht voor onzen bloei en welfbud bezield is, kan zich verzekerd houden daaraan mede te werken, zoodra by arbeidt aan de verbetering van handwerken en Zeevaart De befchaaving in deeze vakkeu is zigrbaar by allé de nabuunge Volkeren tot dat toppunt geklommen dat er ywr en werkzaamheid vereischt worden, om met bun op die hoogte te blyven, dat onze voortbrengfelen en de kundigheid onzer handeldryvers ons door mindere volmaaktheid niet by hen doen dalen. De tyden zyn vcorby, waarin magtige Na-ien, hun «gen belang uit vadzigheid of onkunde, verwaarlozende, by den nyveren Nederlander alleen de marktÖ? yond,en' alwaar *y zich van alle hunne benoodigdheden konden voorzien: maar deze zyne vlvt en werkzaamheid, waardoor by op een gering visfchers A » dorg  ( 4 ) dorp den zetel van Europa's Koophandel {lichten kon, heeft ook aan andere de oogen geopend en mededingers verwekt, die heui maar al te gevaarlyk worden om zich zorgloos neder te leggen, en het wordt hierdoor het gewigtig belang van dit Gemeenebest, om nauwkeurig te letten op het bei'chaaven zyner handwerkslieden , en het aankweeken van kundige Zeevaarende. Deeze denkbeelden bewoogen g. van olst, w. SICCAMA, h. van CAf.CAR, w. wouters, p. de gavere en g. j. k eis er, om liet volgend plan hunnen Stad- en Landgenooten ter ondertekening aan te bieden: Ondergetekende, genegen ten dienlte hunner Staden Landgenooten eene Algemeene School op te richten, waarin Tekenkunst, Bouwkunst, Stuurmanskunst en eenige andere hiertoe betrekkelyke Weetenfchappén zuilen onderweezen worden, in welke School het dudérwvs voor een' maatigen prys en aan minvermogen* de om niet zal gegeeven worden, verbinden zich tot kcnnelyk wederopzeggen toe te zullen contribueeren iaarlyks op Imo February eene fomme van vyf guldens en vyf'ttuiveis, zullende het eerfte jaar contributie verfeh'ynen Imo February 1798. En neemen de zes eerfte Tekenaaren aan, geduurende den loop des aanftaanden winters, indien hierop een genoegzaam aantal Ondertekenaaren komt, met het oprichten yan die fchool een begin te maaken, de verfcheenene penningen in February aanftaande te doen innen, en in de maand Maart daaraan volgende de Ondertekenaaren iamen te roepen, ten einde aan dezelve rekening te doen, eenige Wetteu voor te Hellen, en Directeuren over'deeze School te verkiezen.. Grmi'.ngen den 13 November 1797. het welk thans door 289 Leden deezer Acaderr.is getekend is. AAN-  C 5 >. AANSPRAAK ter gelegenheid van de eerfte rekening en verflag der Provifwneele Dire&euren der Academie van Teken-, Bouw- en Zeevaartkunde in Groningen, den 29 Maart 1798. door P. de Gavere. menschlievende begunstigers der academie van teken- bouw- en zeevaartkunde, onlangs in deeze stad opgericht! D e Mensch is. vcrpligty zyne natuurlyke vermogens, door oefening, te verbéteren. Eene iielling, wier waarheid op gewigtige gronden rust. Immers wierdt hem ïjiertoe door den Schepper van 't Heelal eene annzienlyke plaats in den fchakel van 'tgelchapene aangewee- ^en omringd van eene menigte voorwerpen, die zyne aandacht wekken, en hy zeif met uitmuntende vermogens begaafd. Hy gevoelde in'.uflchen zyne behoeftens —— Hy zag zich van évengclyke wezens omgeeven , Hy ver.ëenigde zich met dezelve in Ivlantfchappy —— en ziet daar 1 een ruim veld voor aynen werkzaamen geest geüpend. Hy vondt meerdere en bétere gelegenheden, om in zyne b.ehosftens te voorzien; dan Hy gevoelde tevens zyne verpligting ontwaaken, om anderen daartoe de hehulpzaame hand te bieden. Dit gaf aanleiding tot het uitvinden van nattige werktuigen — de Kimden kwamen te voorfchyn, de weetenfehappen wierden beoefend en hierdoor eene der rykfle bronnen gtöpend, ter bevordering van het geluk der famenleving. Edele Menfchenvrienden breidden welhaast, dezelve verder uit — verlichte VVetgeevers zorgden vervolgens voor derzelver weeligen bloei, en verffandige Volksbeftuurders befchouwden A 3 de  C 6 ) «3e bevordering vau Kunflen en Weetenfcbnppen, te» allen ryde, als één hunner gewigtigfte bez.gbeden. üvenmgd van derzelver weldaadigen Invloed op het pluk van een Volk, richtten zy onderfche.dene Schooien op zorgden voor het onderwys in menigvuldige takken van Weetenfcbap en Kunst — beloonden «"muntende verdienden, en vormden Genootlchappen van Wysgeeren en Kundenaars. Ook dit Gemeenebe?t bragt mannen voort, wier bekwaamheden in allerleie Kunden en VVeetenfbhappen hetzelve tot eer vertakken, en ver verdienden wj met, dan met dankbaarheid , kunnen herdenken. fcn is het noodig Ul. de onderfcheidene laage en Hooge Schooien, voor het onderwys der leugd in ons vaderland gedicht, op te noemen? - behoeve ik U! te herinneren zoo veete Genootlchappen, als ter aankvveeking van Weetenfchappen en Kunden in hetzelve zyn opgencnt? Lofwaardig waren de oogmerken Ï?1S ?'ChterS de62er Inric"»ngen, en de hertzS invloed daarvan op menigvuldige takken van welvaart as voorzeker nier gering. fS™ t* Maa'WaWy ™n den Landbouw, te Amfterdam gevestigt, onzen Akkerbouw en Vee'eelt aanbrengt? wie ontkent de verdienden van den (E™*. *>tjcbm lak te Haarlem voor onze Manufacturen en Fabrieken i W,e kan het Kvieekfcbool voor de Zeevaart te Amlterdam bezigtigen, en gevoelloos zyn voor het nut deezer Stichting? Hy voorzeker, die de ' Woei van onzen Koophandel Scheepvaart en Visfche- ïft>«-ter» i?rreJBeei^t' e-kent mer dankbaarheid den Sn n^ü Jfeid°i>- du °PnchrinS van dit Kweekfchool aan ons Vaderland is beweezen. - Ook moet ik by deeze gelegenheid noemen de Maatfcbappy tot nut van >t Algemeen, te Amderdam gevestigd, en hulde doen aan derzelver verdienden, ter verbetering der Schooien, en van het onderwys der [eugd n ons Vaderland - ter verédeüng van het hart en verlichting van het verdand - byzonder van den zong*. naamden nemecnen Man eene dichting, welkers mu zich over geheel ons Gemeenebest verfbreidt en de ichoonde vrechten, ook ia deeze Stad, voortbrengt. Ik  C 7 ) Ik zou uwe toegenegene aandacht misbruiken e» een taak beginnen, voor welke royne vermogens niec zyn berekend, indien ik ondernam te ontvouwen de menigvuldige voordeden van zoo veeie andere (lichtingen, als in dit Gemeenebest der Weetenfchappe» en Kunden zyn toegewyd. Ik beveel dezelve aan uwe emdige overweeging en wys U, tot dit onderzoek, op de Maatfebappyen van Weetenfcbappen te Haarlem, Vliffiugen, Rotterdam, Leyden, en Utrecht; op die ter reddinge van Drenkelingen te Amflerdam, op de Stichting der Vrouwe van Renswoude te Utrecht, Delft en den Haage; op die van Jan Stolp te Leyden; op de ryke Fundatie van Pieter Teyler van der Hulst te Haarlem; op de Teken-Academiën te Amderdam, Haarlem, en elders; op veele andere Genootlchappen, ter aankweeking en voortplanting van Kunden en Weetenfcbappen in ons Vaderland opgericht. En ik verheuge my, ter eere onzer Natie, te kunnen aanmerken, dat byna alle Inrichtingen van deezen aart, in dit Gemeenebest, hunne geboorte en bedaan verfchuldigd zyn, aan den vaderlandfchen yver van byzondere Ingezetenen, die vrywillig een aanzienlyk gedeelte hunner vermogens en bezittingen op het altaar van Minerva voor het algemeen welzyn hebben geöffïrd, en daardoor voor zich zeiven een duurzaam gedenkteken in de harten hunner dankbaare tydgenooten en Nakomelingen opgericht. Ook deeze Stad deelt in dien lof — en toonde, by meer dan eene gelegenheid, dat haare bewooners den juisten prys delden op de beoefening van Kunden en Weetenfchappen, en verdienden wisten te erkennen. Uit veele blyken hiervan zal het genoeg zyn, alleeniyk by te brengen twee Stichtingen, welke de eenigde van dien aart in ons geheel vaderland zyn — ik bedoele het Genootfcbap ter beoefening onzer vaderlandfebe wetten, en het Menschlievend Inftituut van Dooven en Stommen, onder het opzigt van den waar- digeu H. D. GUIJOT. i. - Dat deeze edele beginfelen nog by U huisvesten — dat dezelfde yver voor de algemeene verlichting en Verbetering van het Menschdom U nog bezielt, hebt Gy ten duidlykften getoond, door de Oprichting eener A 4 Aca-  ( 8 ) Acadtmïe van Teken- Bouw- en Zeevaartkunde. in deeZt Stad. Gy berekendet voorzeker de uitgebreide nuttigbeid deezer Kunften en Weetenfchappen in de ïyfee geraamtefis te bekomen, die in het vak der Teken, kunst, dat na de Figuur genoemd wordt, onontbeerlyk en echter moeiiyk te bekomen zyn, moetende ieder, indien dezelve zonder merklyke gebreken zullen wezen, ongeveer 100 Gld kosten, heeft ons edelmoedigiyk aangebooden een vrouwlyk geraamte uit zyn kabinet tot het gebruik der Academie in de lesfen te leenen, een manlyk lichaam op zyne kosten te ontbieden, daaruit zelfs een geraamte te vervaardigen, en zulks aan de Acndemie ten gtfchenke te gecven; eea yver voor de bevordering der fchoone kunsten, di* wy vermeend hebben met eere in onze handelingen te moeten vermelden. Eindelyk kunnen wy Ulieden verflag doen, dat deeze Inrichting voor den iften February laasrleeden 241 Inrekenaaren telde, welk getal, met de buiten-leden thans tot ongeveer 260 is aangegroeid. Uit het (lot der Rekening van onzen Rentmeester geblykt de Ontvangst te bedraagen de fommc van . . . f 4 y^tsti-i^-i de Uitxave daarentegen die van , f 640 - 14. - 1 zoo dat in Kasfe ovcrb>yft . , ƒ 572 - 4 aan Contanten, welke by deezen den%opvolgenden Rentmeester worden aangebooden- Ingevolge onze belofte als eerfte oudertekenaaren, fn het plan der Oprichting gedaan, zyn mede nog door de Commisfie, welke daartoe benoemd was, ontworpen eenige grondwetten van deezen inhoud: GRONDWETTEN voor de Academie van Teken - Bouwen Zeevaart - Kunde , opgericht te Groningen in 't Jaar 1797. Art. 1. Let voornaam*» AnrA rWmr C»;^*;»»* ;» a~ oenng van Teken Bouw- en Zeevaart-kuude, en daaraangrenzende Kunftea #n Weetenfchappen onder alle  CC is ) alle rangen ; byzonderlyk om de Minvermogenden daarin, ten nutte van de Maaifchappy, bekwaam te maaken. 2» De Uitgaven, welke ter bereiking van dit oogmerk worden vereischt, zullen gevonden worden uit de Contributien van Menfchenvrienden, beminnaars van Ku ften en Weetenfchappen, en algemeen nuttige werkzaamheden. aü: . r.,ï:.-.: seooxbl •;■ 3* ZVJV De jaarlykfche gewoone Contributie is voor iede* Contribuant vyf Guldens en vyf ftuivers, en verfchynt op Imo February, 4» " Een ieder zal deeze Contributie kunnen vergrooten* 5- Bovendien zullen ook extra Donatien aangenomen, en de naam der Donateurs of Donatrices, welke dit begeeren, worden verzweegen, 6. De gewoone Contribuanten zyn Leden deezer Academie. Vf 2 " t 5 *-\ Q 7i > ft v> \lr t.^J, Dezelve zyn in Departementen verdeeid. Het Hoofd-Departement is te Groningen, alwaar de Academie is gevestigd. afa-'èi ^J^rT?.'ftefc ii«aotr.ov dl De Leden verkiezen uit hun midden Directeuren. De  C «7 ) 10. De Hoofd-Direcl ie deezer Academie zal beftaaii uie zes perfoonen, welke gekoozen worden uit en doof de Leden van het Hoofd-departement. ti. Voor de eerftemaal zullen de gekoozene onder zich zeiven hunnen rang bepaalen; uit hun midden eeneft Voorzitter, eenen Secretaris, en eenenPenningmeester benoemen , en voor dezelven de noodige Inftruftieu vastftellen, • • : snaa stvrfc .. ; jg» alftiifflt Vervolgens zal de oudfte in rang, geduurende ééö jaar, Voorzitter zyn; doch de Secretaris en Penningmeester fteeds comform art. n worden benoemd, 13. Jaarlyks zal de Oudfte In rang, of Voorzitter, af* gaan, en in deszelfs plaats, op den dag der jaarlykfcha rekening, een nieuwen Hoofd - Direcieur worden gekoozen door de als dan prefent zynde Ledeu van het Hoofd • Departement. r.s.,n$£Zast^>hp A;.t^j tiHmyc^ n: ros Leden, buiten de plaats, alwaar de Academie is geveftigd, woonachtig, zullen niet verkiesbaar zyn tot de Hoofd-Directie. 15* De verkiezing zal gefchieden by geflootene briefjes, waar in ieder prefent zynde Lid den naam en qualiteit van denperfoon fchryft, welken hy tot de Hoofd* Directie benoemt. 16. Stembriefjes van afwezende Leden zullen niet worden aangenomen, ü 17.  C x8 ) 17- De Voorzitter der Hoofd-Directie zal de ftembriefjes openen en de naamen overluid opleezen-, Welke door derzelver Secretaris zullen worden opgetekend. .18. Die de meeste ftemmfen heeft zal Hoofd - Directeur zyn. 10. Indien de gekoozene bedankt, zal door de Hoofd. Directie binnen veertien dagen daarna eene buitenirewoone byeenkomst der Leden van het Hoofd-departement worden belegd, om eenen anderen te verkiezen, .!• •■- Ó,l ■Jr.ov; . .sa» • ,. . 1 .lil Aan de Hoofd - Directie wordt de magt verleend om de Leden deezer Academie zoo dikwyls famen te roepen, als het belang van dezelve zulks vordert. si. Insgelyks zal de Hoofd-Directie de benoodigde Onderwyzers en bedienden by de Academie aanitellen, en voor dezelve zoodanige Infiructien bepaalen als zy noodig zal oordeelen. Verders zal de Hoofd-Directie bevoegd zyn het locaal deezer Academie naar vereifch der onderfcheidene takken van onderwys te reguleeren. 83. De Hoofd-Directie zal de noodige Reglementen voor de onderfcheidene Schooien, het onderwys aldaar, de politie ol handhaaving van orde en wat dies meer zy, vastltellen, en naar yereisch van omftandigheden kunnen veranderen. S4»  C :$> > «4» tnsgelyks wordt de Hoofd-Directie geinagtigd haat haaren raade ten meesten nutte deezer StEÏÏtaT2 befchikkeu over de gefourneerde penningen 8 »5. De Hoofd-Directie zal jaarlyks van haart Vertich. tingen, den ftaat der Academie, en de vorderingen^ Leerlingen aan de Contribuanten veiflag doen Ah nS Courant ^tl^^M •«. De Hoofd-Directie zal verpligt zyn ob eézetr* h^mi 3?. De Hoofd-Directie zal jaarlyks de «eWoohe Cnn^. ai. De Hoofd-Directie zal de oprichtine van Detiart^ sssi zssr*dMK? A"dK> s rïn?°knfZaJ- ^ f1™^™^ g«ne kotten vafl vërfrt* brengen. g ^ ten la6tC deezer Academie»kastó Een Hoofd-Directeur, geduurende den tyd zyner be* B a die'*  C & ) dieninge buiten de plaats,.alwaar de Academie is gevestigd, met der woon vertrekkende, zal daardoor van iyne bediening vetvallen, en in dat geval terftond eeSn anderen hl deszelfs plaats, op de wyze by Art, 15-18 bepaald, worden benoemd. 3*. Dé HcMd - Directeuren zullen by - hunne aanitelllng deeze Grondwetten moeten ondertekenen. « daardoor derzelver iiaarkoming aanneemen: bn zal. in deeze Grondwetten geene Verandering mogen worden gemaak?, dan in eene Vergadering der Leden van het Hoofd-Departement, daartoe opgeroepen. Aldus vastgelteld in de eerfte algemeene Vergaderrnï van de Leden des Hoofd-Departemencs der AcaSevan Teken- Bouw- & Zeevaartkunde te Groningen den «9 Maart 1798. REGLEMENT van ORDE voor de Hoofd - Dire&ie der Academie van Teken- Bouw en Zeevaartkunde te Groningen. iwv ocs j siaujiwsA 1»='^ .;• ■ w -py^ Art. I. De Hoofd-Directeuren vergaderen alle veertien da« gen eens. , De plaats waar, wordt 'smorgens van den dag der vergaderinge door den Voorzitter by citatie billet aan de Leden bekend gemaakt. 3- De Leden komen te famen des donderdags avonds te vyf it'uren, .  ( 31 ) 4- . Die na half zes uuren kcmt, verbeurt eenZesthalf; insgelyks die weg gaat voor de vergadering is gefcbeiden. Die geheel afwezig blyft verbeurt twee Zesthalven. 5* Alle boeten zyn ten voordeele der Academie Kasfe, en niets verfchoont van dezelve dan afwezigheid uit de Stad, des daags voor de vergadering aan den Voorzitter bekend gemaakt, en ziekte die den Hoofd-Direeteur ten minden agt dagen aan een het Huis moet doen houden; des gevraagd wordende belioorlyk te verificeeren. By buitengewoone vergaderingen heeft dezelfde boete , ";»ls in art. 4. bepaald, plaats. 7. Dezelve moeten ten minden vier uuren vooraf, con» form art. a, worden aangezegd. 8. i Ieder der Hoofd-Directeuren kan door den Voorzitter eene buitengewoone vergadering laaten beleggen. 9r f zplv'^j ■■ ■ 2 De Voorzitter opent de Vergadering pracys te half zes uuren; laat eerst de aften van de voorige vergadering door den Secretaris ter refumtie voorleezen; hoort daarna de voorhanden zynde rapporten; en brengt vervolgens de ingekomene Hukken ter tafel. viASjhsjjïs "ny_ï edj>;:ï. .. ra, i$bnsr< ■ ■> vop? De Hoofd - Directeuren ftemmen naar rang hunner aanflellinge. B 3 11.  C ) II. Alle voorkomende aaaken, de Academie betreffende, gorden by meerderheid van ftemmen beftist. n. Echter sullen geene veranderingen in eenige artikelen der vastgeftelde Reglementen, Inttructien of diergelyke mogen worden gemaakt, dan met twee derden der ftemmen, en dan nog niet, ten zy het point, eerst in twee agtereenvolgende vergaderingen zal zyn bediscusfieeit geworden , in welke beide alle Leder* 4er Hoofd-Directie zyn tegenwoordig geweest. «3. In gewigtige zn*ken brengt de Voorzitter het voorgeftelde point tweemaal in deliberatie, en concludeert by de laatfte rondvraag. De Voorzitter raag geen tweede point in deliberatie brengen, of verzoeken ten dien einde toeftaan, ten zy |»et eetfte of voorgaande alvoorens zy afgedaan. 15. Dezelve zal de Conclufie op ieder point aan den f5ecretaris duidelyk opgeeven, en niet voortvaaren, dan «a, dat de Secretaris dezelve zal hebben genoteert. 16. De Voorzitter ?a1, na afloop der gewoone zaaken }eder lid vraagen, of dezelve ook iets byzonders hebbe Voor te ftellen, en de vergadering niet mogen fcheiden Voor dat de voorhanden zynde zaaken zyn afgedaan, »7- |).e Hoofd-Directie verdeelt zich in twee Commit- tés;  ( *3 > tés; het eerfte naamlyk tot de Tekenkunde, het tweede tot de Bouw - en Zeevaartkunde, met het gene tot ieder betreklyk is» 18. Deeze Committés verrichten finaal en zonder zulks in de vergadering te brengen, ieder in het zyne, alle zaaken, waar van de wyze van uitvoering by de Reglementen, Inftruftjen en diergelyke bepaald is; en waartoe de geheele Hoofd - Directie niet uitdrukkelyk by dezelve wordt vereischt; als mede alle zaaken, waarvan de kosten geen 25 Guldens bedraagen; verders die voorziening behoeven, eer de Hoofd-Directie buitengewoon kan famen komen. * :« siii" » ; ■ ■• • "> In het laatstgemelde geya.1 is ieder Committé verpligt ter eerstkomende vergadering van het gebeurde kennis te geeven: voorts ieder vierendeel Jaars van alle aan het zelve cum plena gedemandeerde verrichtingen aan de Hoofd-Directie een kort fchriftelyk Relaas te doen, en eene Inventaris over te geeven van alle, in dit vierendeel Jaars aangekochte, goederen. 20. By den Secretaris berusten alle Refoltitien en andere boeken, als mede brieven en papieren, die eenigzins tot deeze Academie behooren, behalven de boeken en papieren, het Financiële betreffende, welke by den Rentmeester worden bewaard, 21. De Secretaris is verpligt de refolutien by de Hoofd* Directie genomen, nauwkeurig te extendeeren, en in de eerstvolgende vergadering voor alles te laaten refnmeeren. 22. De Secretaris houdt de correspondentien met alle B 4 die  ( 24 ) die geenen, welke iets met de Academie te doen hebben, als mede met Departementen, uitgezonderd in de gevallen by art. 29 bepaald. 2.3» De Secretaris is gehouden Jaarlyks het algemeen verflag op te (tellen, en het zelve ten minften vier weeken voor de te doene algemeene rekening, by arr. 35 der Grondwetten voor deeze Academie vastgefteld, by de Hoofd- Direclie in te leveren, ten einde over hetzelve te raadpleegen, ■ OOH 30 798 B4. •. De Secretaris is verpligt het fchriftelyk relaas der Committés, art. 19 gemeld, ten prothocolle te infeareeren. aS* er*«S^i. De Secretaris zal houden eene afzonderlyke Lyst van alle Commisfïen op rapport, en daarby aantekenen aan welk Committé ieder is gedemandeerd. --. 46. _ Dezelve is verpligt in iedere vergadering nauwkeurig aantekening te houden van de re laat komende, te vroesr weggaande en geheel afwezig blyvende Leden, en daarvan alle vierendeel jaars aan den Rentmeester Copie over te geeven: mitsgaders voor het fcheiden van «iedere vergadering de korte aantekeningen van het beflootene in dezelve voor te kezen. a?. De afgaande Secretaris is gehouden aan den nieuws aangeftehien, binnen 14. dagen na deszelfs aanftelling, alk de prothocollen en verdere (lukken onder hem berustende , benevens een nauwkeurige Lyst derzelve over te geeven. doende daarvan op de eerstkomende gewoone vergadering rapport. 28.  C 25 ) 28. De Rentmeester draagt zorg, dat de contributien van de Leden des Hoofd - Departements tydelyks in Sprokkelmaand worden opgehaald. 29. Dezelve zorgt insgeiyks, dat de andere Departementen op dien tyd hunne Contributien inzenden; vordert in en ontvangt alle overige penningen, aan de Academie, toegelegd of gefchonken, en houdt de Correspondentien hieruit voortvloeiende. 3°. Alle uitgaven der Academie worden door den Rentmeester gedaan. 3i. Hy zorgt dat de Traéteraenten der Inflituteurs en Onderwyzers, als mede de Huishuur tydelyks worden voldaan. 32. Indien de Rentmeester mogt voorzien, dat zyne kasfe niet toereikende was, om de betaalingen in art. 31 gemeld, tydelyks te kunnen doen, zal hy de Hoofd-Directie ten miniten 14 dagen te vooren daarvan kennis geeven, om daarin te voorzien. 33- Alle Tradtementen, Huishuur, en pratenfien beneden de 25 Guldens, betaalt de Rentmeester, zonder dat hy bepaaldelyk hier toe door de Hoofd r Directie behoeft gemagtigd te' worden; doch omtrent alle buitengewoone uitgaven van Leverantien, arbeidsloonen, reparatien en diergelyke, is dezelve verpligt znlks vooraf in de vergadering te brengen, wordende de rekeningen door den Secretaris, op refolutie der HoofdDirectie. gefiatteerd, B5 34.  C a5 ) 34* De Rentmeester kan zonder toeftemming der Hoofde Directie geene penningen op rente neemen of uitdoen. 35. Dezelve is verpligt ieder half jaar behoorlyke rekening vaii zyne Adminiftratie aan de Hoofd-Directie te doen , en alsdan een ftaat van reftanten van ontvangst en uitgave, als mede eenen vermoedelyken ftaat van alle het gene hy vermeent, dat in het volgende half* jaar moet ontvangen en uitgegeeven worden, intele« veren, 36. Hy is daar en boven gehouden, eenmaal in 't jaar algemeene rekening te doen voor de Leden van de Academie. 37- De Rentmeester is verpligt eene Inventaris op te maaken, van alle goederen aan de Academie behoorende, en dezelve alle vierendeel Jaars (conform art. 19.) te vervolgen. 38. Dezelve is gehouden een Lyst te maaken van alle Departementen tot deeze Academie behoorende, daarby aantekenende de naaraen der Directeuren en het getal der Leden van ieder Departement; en hier van voor den eerften van Lentemaand aan den Secretaris Copie te geeven, 39» De noodige onkosten van boeken, papier, pennen, lak en wat meer tot het Secretariaat en Rentambt behoort, worden by Refolutie der Hoofd-Directie aan den Secretaris en Rentmeester goedgedaan. 40. Ce Secretaris en Rentmeester zyn ieder van een der Com-  €oramittés, art. 17 gemeld, Lid, en worden verzocht 3 doch zyn niet verpligt, tot de werkzaamheden diet Committés. 41. De afgaande Rentmeester is verpligt aan den nieuws «angefrelden, binnen 14 dagen na deszelfs aanftellhig, de Kasfe en al het gene tot dezelve behoort, over 'te geeven, benevens eene nauwkeurige Lyst van de Conttibueerende Leden, onder het Hoofd Departement behoorende, doende daarvan op de eerstvolgende gewoone vergadering rapport. 4*. De Hoofd-Directie zal op het verzuim, 'twelk onvermoedelyk omtrent het gene in bovengaande artikelen is vastgefteld, roogt worden begaan, des noodig, nadere breukwetten bepaalen. Aldus gearrefteert in de Vergaderinge der Hoofd. Directie bovengem. den 12 April 1798. REGLEMENT van ORDE voor de Departementaale DireSiien der Academie van Teken-, Bouwen Zeevaartkunde ia Groningen. Art. 1. X ot deeze Academie zullen worden gebragt ondesfcheidene Departementen , tot onderfteuning van de. zelve in het Bataafsch Gemeenebest op te richten. a. Het getal van deeze is onbepaald, en wordt een Departement aanwezig geacht, zoodra in eene ftad of plaats  ( 28 ) plaats van dit Gemeenebest tien of meer perfoonen zich ten dien einde verëenigen, en aan de Academie jaarlyks contribueeren. 3- Uit en door deeze worden ten minlten twee Directeuren gekoozen door de gefamenlyke leden van dat Departement, waarvan jaarlyks dén afgaat en een ander, jn deszelfs plaats, wederom wordt aangefteld; kunnende echter dezelfde perfoon weder worden ingekoozen. 4- De leden der Departementen hebben, op bewys van hun daadlyk Lidmaatfchap van de Academie, toegang tot de vergadering der leden van bet Hoofd - Departement, uitgezonderd in geval van Art. 13 der Grondwetten, en vryen toegang tot het jaarlyks Examen en bezichtiging, Art. 21 en 22. van het Algemeen Reglement op liet onderwys omfchreeven. 5. De Contributien van de leden der Departementen verfchynen op den eerften January. 6. De Directeuren der Departementen vorderen deeze contributien in jaarlyks voor den eerften February, en zenden het Fournisfement van hun Departement voor den eerften Maart aan den Rentmeester der HoofdDirectie, onder korting der kosten van het ophaalen, briefporten en diergelyke. 7- De wyze van inzameling der penningen, de mededeeling der ftukken, door de Hoofd-DirecTie overgezonden , en wat meer tot het Huishoudelyke betrekkelyk is, ftaat gebed ter btichikking van de Departementen. 8.  ( 29 ) De Departementen zenden jaarlyks aan den Rentmeester der Hoofd - Directie over eene lyst hunner Contribuanten, en melden de naamen hunner Directeuren voor den eerflen Maart. 9. De Departementen correspondeeren over alle voorvallende zaaken, de Academie betreffende, altyd met den Secretaris der Hoofd-Directie, uitgezonderd m gevallen van Art. 6 en 8. ■■ "vtt'"sifs'Str' -' i0* -vtïS 'iV- jaarlyks, na den dag art. 25 der Grondwetten gemeld, ontvangen Directeuren der Departementen een Exemplaar van het Algemeen jaarlyks verflag der Hoofd-Directie. 11. De Directeuren der Departementen zullen by hunne aanftelling deeze artikelen moeten ondertekenen, en daardoor derzelver naarkoming aanneemen. Aldus befiooten en vastgelteld ter Vergadering van Hoofd -Directeuren, binnen Groningen den 18 July 1798. ALGEMEEN REGLEMENT op 't Onderwys aan de Academie van Teken- Bouw- en Zeevaartkunde in Groningen. Art. 1. A an deeze Academie wordt les gegeeven in de Tekenkuude, Bouwkunde en Zeevaartkunde, en alle an- der  irjere Verhevene en laagere Wiskundige en daartoe betrekkelyke Weetenfchappen gals rnelde „ verfcheidene andere Kunden, Weetenfchappen e„ Taa" Twee Inftirmeurs zyn 'er bv deere AM^a«,s-. eene in het vak der Tekenkund^ n desSffsleneeï uitgeftrekthcid wordende hier toe medegeb^ond r andere dat gedeelte der Schilderkunst, ^§we kiekend is onder den naam van Compofitie, - ,1 medde *5^dStaK tf°°dig' d°°r atidere 0nder' demi? deZ" Illflituteurs woont in't Gebouw der Aci5. I* de verfcbjllende vakken van Srudie, worden dé Leerlingen,in Haffen verdeeld; ieder klalte^wederom zo noodig in orders; ieder klaiTe of order is verdeeld in zoo veel nummers als 'er leerlingen in z^n De leerlingen worden door de Directie! na ingenomen te hebben de bedenkingen van den Inftitu^èuf r, he S'pgnep aatkSr ,n «"e hoogere of laagere klaffe of o" der, en verkrygen zoodanig nummerTn dezelve als de maat van hunnV meer of min gemaakte vorderingen medebrengt; en worden ren dien einde alle leer S "n"ehkomst op de Academie d0"r de" mmtuS onderzocht, in tegenwoordigheid van een of twee Leden van het Committé tot dat vak behoorende, 6.  ( 31 ) 6. De lesfen wordert gegeeven, ingevolge een plan, met overleg der Inftitnteuren door D. D. vastgefteld. De vertrekken, tot de leiTen gefchikt, zyn van de noódige tafels en lesfenaars enz. voorzien, en worden benoorlyk rein gehouden en des Winters genoegzaam warm geftookt en verlicht, 7. Niemand kan de lesfen aan deeze Academie bywoó» nen, ten zy dezelve reeds die bekwaamheden bezitte, die deeze lesfen vooraf moeten gaan, en zich geheel •nderwerpe aan de Wetten. En wordt door vermogende voor het bywooneh der lesfen zoo veel betaald, als by ieder Vak afzonderlyk 19 bepaald: minder vermogende (mits hun minder vermogen uitdruklyk aan D. D. te kennen geevende,) Kunnen voor zoodanigen minderen prys onderwys ontvangen, als mede aldaar bepaald is. 9« Jongelingen die, of wier ouders geheel onvermogend 2yn terbetaalinge, wier Ouders of Voogden, of iemand hunnentwegen genoegzaam gemagtigd, hier van eene lchnftelyke verklaaringe aan D. D. afgeeven, kunnen tot een bepaald getal, met confent van D. D. gratis of om niet, Onderwys verkrygen, mits de Ouders of Voogden den Jongeling volmaaktelyk aan de wetten der Academie in het algemeen, en aan de Conditiën voor de gratis aangenomene in 'tbyzonder, onderwerpen en hiervan aan D. D. zoodanig verbandfchrift, door hun. ne naams vertekening bekrachtigd, afgeeven, als in't noofdfluk over dat Vak , waar in de Jongeling onder, wys ftaat te ontvangen, bepaald is. io. Tot het gratis onderwys kunnen niet worden aan-  ( 3* ) genomen dan de zoodanige, welke zoo door hunne lichaams geftalte, als ziels vermogens en genie en goed zeaelyk gedrag fchynen te zullen gelukken in hun voorgenomene fludie; zynde voorts boven de 10 Jaaren oud, en kunnende goed leezen en fchryven en hier over een Examen ondergaande. De verdere vereifchten van een leerling zyn uitgedrukt in 't byzonder Reglement van 't vak, waar in dezelve Onderwys verlangt te genieten. ïu Die gratis Onderwys verlangen te genieten, verzoeken daartoe confent van D. D., en kunnen zich by dezelve ten dien einde aangeeven geduurende de maanden Mei en Juny van ieder Jaar, wordende de tyd en plaats van deeze aangave Jaarlyks nader bekend gemaakt: by de aanga-'e moet de fchriftelyke verklaaring van het onvermogen, in het begin van Art. 9 vermeld , afgegeeven, al» mede verklaard worden tot welk ambacht of handteering de Jongeling zal worden opgebragt. 12. De volle vergadering van D. D., en niet eene Commisfie uit dezelve, bepaalt Jaarlyks in de maand July, n.i fen nauwkeurig onderzoek, wie der aangegeevene tot het gratis Onderwys aangenomen wordt— de Directe doet uit de aangegeevene deeze keuze zonder aai zien van Perfoon hoegenaamd ; zy vestigt alleen haaien aandacht op die geene, die haar voorkomen de meeste gefchiktheid en de grootfte maate van vereischtens te bezitten om te zullen gelukken. 13. Oe gefchiktheid en vereischten tusfchen Jongelingen gelyk (taande, hebbeH die uit Departements plaatfen den voorrang in cas van admiflie tot gratis onderwys. 14. Die geene, die eem tot het gratis bywoonen der les-  C 33 ) lesfen zyn aangenoomen, kunnen niet naar hun eigen, hunner Ouderen of Voogden, willekeur van de Academie worden afgenomen; maar moeien les blyveu neemen, tot zoo lang D. D. oordeelen dnt zy bekwaam zyn tot het aanvaarden van die kunst of dat ambacht waar toe zy worden opgeleid. Het Academisch jaar begint met den eerften Septem« ber en eindigt met den laatften Juny. 16. Tot vacantie worden verleend de maanden July en Augustus, benevens de Kers- Paafch- en Pinxter weeken. 17» 'Er heeft alle Jaaren, te beginnen met den eerften April en te eindigen met den laatften Mei, in ieder klasle, of zo een klasfe in orders verdeeld is, in ieder order, eene mededinging plaats om de nummer of plaats in de volgende klasfe of order: ten zeiven tyde. worde insgelyks gedongen, of om de Eere der overwinning, ot om eene Zilveren medaille in zoodanige klasfen, of bovenfte orders van dien, waar in D. D. oordeelen dat een genoegzaam aantal bekwaame en des verdienende Jongelingen voor handen is; in gelyken gevalle wordt 'er m de verdere Orders van een klasfe op befluit van D. D. gedongen om de Eer der overwinning: de wyze van deeze mededinging is nader bepaald in de byzondere Reglementen, tot ieder vak betrekkelyk. De medailles zyn alle van den zelfden ftempel; op de eene zyde het zinnebeeld van de Academie, op de andere zyde de naam en toenaam van hem,.die de medaille behaald heeft, doch verfchillen deeze medailles in groote naar maate van den rang der klasfen , waar voor zy worden uitgeloofd. By ieder medaille wordt eene atteftatie van D D. gevoegt op papier geIchreeven. De atteftatiën wegens de Eer der ovei winning, C wan-  C 3* ) wanneer 'er geene medaille is uitgeloofd, worden op Francyn gefchreeven, met het zinnebeeld der Academie 'er opgedrukt in wafch of Ouwel, en door den Prefident en Secretaris der Directie vertekend. Omtrent den tyd van het mededingen om de plaats of pryzen voornoemd van den eerften April tot den laatften Mei heeft eene uitzondering plaats in een klasfe of order waar in om een Gouden medaille gedongen wordt, als mede in de gratis les in het roodaard; welke uitzonde, ring in de byzondere Reglementen te vinden is. — Geduurende de maand January bepaalt de Directie jaarlyks of 'er eene medaille in een of andere klasfe of bovenfte order van dien zal worden uitgeloofd. ïS. Tot de opklimming naar eene volgende klasfe of «rder kunnen alleen bevorderd worden dezulke, die daartoe de noodige lesfen genomen en voldoende bekwaamheid verkreegen hebben. 19. Wanneer D. D. oordeelen, dat 'er een genoegzaam aantal bekwaame en des verdienende Jongelingen voorhanden is in de hoogde order der voornaamltte klasfe van ieder Vak, heeft 'er in dezelve, behalven de andere pryzen die daar mrgten uitgeloofd zyn, eene mededinging plaats in de maand Mei, het zy om een gouden medaille van denzelven (tempel als de zilveren, hetzy om de Eere der overwinning. De wyze van deeze mededinging voor ieder Vak en de naam der klasfe, waar in dezelve plaats heeft, is afzonderlyk verhandeld in de byzondere Reglementen daar toe betrekkelyk. 20. Met het begin van Juny beoordeelt de volle vergt* dering van D. D. de gemaakte vorderingen der leerlingen van alle vakken en klasfen van dien, bepaalt, na een nauwkeurig onderzoek en na ingenomen te hebben de bedenkingen van den inftituttuï in ieder Vak, de opklim-  C 35 ) klimmingen tot de volgende klasfen, en geeft uitwy» zing over de Eer der overwinning of over de meda lies, die uitgeloofd mogten zyn; wirdencie, indien 'er, in cas van mededinging van weiken aart ook, twee of meer leerlingen by de beoordeeling bevonden worden , evenveel verdienden te bezitten, de beflisfing, Wie den; prys behaalen zal, aan het lot overgelaatea, st. Het Jaarlyks rapport van D D. aan de leden gefchi'ed tegen tiet einde der maand Juny; een of twee dagen daar na, wordt in tegenwoordigheid van de leden der Academie, op eeue gefchikte plaats, door D. D. aan de aldaar te famtn geroepene mededingers naar de medailles en in hunne klaslën gefchaarde leerlingen, dö bevordering tot de volgende klasfen plegtig bekend gemaakt, de medailles, of attestatien van de Eere der o« winning, en nummers voor de plaats in de klasfen en orders uitgedeeld, as. Een of twee dagen lanter wordt 'er geduurende twee dagen tot openbaare bezigtiging gelegenheid gegeeven 4 den eerften dag voor't Vak der Tekenkunde, den tweeden dag voor 'tVak der Bouwkunde en dat der Zeevaartkunde ; ten dien einde verzamelen z;ch de Di* recleuren, Inftituteurs en verdere Onderwyzers, benevens de mededingers tot de Gouden medailles en verders alle Leerlingen in 't Gebouw der Academie, —• Inftituteurs en Onderwyzers begeeven zich in de vertrekken, daar zy gewoon zyn hunne lelfen te geeven, de leerlingen mede in het verrek, in die klaiTe, ordef en plaats, alwaar zy geduurende dit Jaar zich geoefend hebben in hunne hoofdftudie, hebbende zy voof hun op de rafel of leflenaar alle ftukken van aanbelang, tot die ftudie, als mede tot eeut andere ftudieof kunst door hun aan de Academie geleerd wordende, behoorende, vooral zulke ftukken waarmede eene bevordering erlangd is, als ook de nunvner van hun plaats iri de volgende klaffe: ook hebben die leerlingen, welke C a pry-  pryzen getrokken hebben, dezelve vóór zich, benevené de dokken waarop die pryzen getrokken zyn. — Als dan ontvangen, D. D. alle de Leden der Academie geduurende een paar uuren, om aan dezelve gelegenheid te geeven de vorderingen der leerlingen van naby te kunnen befchouweu, en ten dien einde wordt 'er van wegens D D. aan ieder lid twee entreekaartjes uitgedeeld, kunnende perfoonen, geen leden zynde, hier mede toegelaaten worden, mits van een entree-kaartje voorzien, waar voor u duiv. te betaalen ten voordeele der Academie. De plegtigheden, in dit en tvoorig Artikel vermeld, zyn voor den eerden July afgeloopen, en twee dagen na denzelven (laat de entree in het gebouw der Academie des morgens vau jo tot 12 en rs middags van 2 tot 6 uuren open, voor alle leder? der Academie, voornaamlyk om, in 'tbyzonder in de Groote zaal de vorderingen der leerlingen in de Te« kenkunde te kunnen bezigtigen. leder lid verkrygc hier toe 2 entrée kaartjes van D. D.; Perfoonen, geene Leden zynde, kunnen ook entrée kaartjes bekomen, mits voor ieder kaartje betaalende 5 duivers en 4 duiten ten voordeele der Academie; Ouders, wier kinderen Gratis onderweezen worden', hebben deeze laatde entrés-kaartjes om niet. 23- Van de Eerde les na de publieke bezïgtiging, Art. 2t vermeld, van ieder Jaar tot de publieke bezigtiging van het volgende Jaar, blyft ieder leerling in de klasfe of order, waar in hy geplaatst is; zo echter fomwylen een Jongeling door uitdeekende begaafdheden en 011gemeene oefening, verre boven zyne makkers mogt uitblinken, zoodanig, dat hy verdiende tot eene hoogere klasfe of order bevorderd te worden, zal zulks ook binnens fyds kunnen gefchieden, znllende in dit geval voor de volte vergadering van D. D., hiertoe expre* vergaderd , proeven en bewyzen moeten geeven van zyne uitdeekende bekwaamheid, de welke hem, inge'valle hem de bevordering en opklimming tot eene volgende klasfe of order wordt geaccordeerd , hier van eene afzonderlyk attedatie afgeeft, de redenen deezer bevordering bevattende, 34.  ( S7 ) 24. Niemand zal aan de Academie mogen verfchynen met fchootsvellen, klompen, Hokken of diergelyke, maar in tegendeel behoorlyk gekleed, zindelyk en rein moeten daar komen; zynde zy, welke mantels of overrokken mede brengen, verpligt, dezelve te leggen te: plaatfe, die hun daar toe is aangeweezen. 25. Het wordt iederen leerling ten ftrengften verboden, zynen medeleerlingen iets van derzelver goederen te ontneemen of te ontvreemden, wat het ook moge wezen; maar integendeel gelast, iets van hun vindende, hetzelve aan den Onderwyzer van hunne klasfe ter hand te Hellen; zullende het anderzins gehouden worden als of zy het ontvreemd hadden: op ffraffe van, anderen ten affchrikkende voorbedde, van de Academie te worden weggejaagd. 26. Desgelyks wordt ook ernftig verboden, het fpreeken van ongefchikte woorden, vloeken, zweeren , fchelden, beledigen met woorden of daaden, veroorzasken van twisten, en wat dies meer zy; als mede het fpyden en fchryven op tafels, banken, muuren, papieren enz. 27. Alzoo eene diepe ftilte volftrekt noodzaaklyk is, zoo. is een ieder verpligt dezelve in de grootfle raaate te onderhouden, zonder iemand der medeleerlingen, onder wat voorwendlël ook, te mogen aanfpreeken, onderling te praaten, of eenig gerucht te maaken met boeken, liniaalen of diergelyke. Bovendien ftaat het niemand vry eenige eetvvaaren of fnoeperyen mede te brengen; maar is een iegelyk gehouden eene .behoorlyice orde te bewaaren, zoo in 't bewyzen van gehoorzaamheid en eerbied aan de Inftituteuren en verdere Onderwyzers, als in het oplettend aanneemcn van der zeiver lesfen en onderrichtingen. C 3 29.  ( 3§ ) al. Een ïeder, die zich niet ontziet eenen Inftituteur, Of een* anderen Onderwyzer, of iemand anders , aan Wien in deeze Academie eenig opzigt is toevertrouwd , net zy door gebaarden , woorden of daaden te beledigen, zich tegen den zelve» op te zetten, of eenige de minfte feitelykheden regens hem te pleegen, wordt ponder verfchooning voor altyd van deeze Academie Uitgeflooten. ao. Ieder leerling is verpligt zich, zonder morren of tegc nfpreeken , geduurende de lesfen te houden op zyn plan» in zyne klasfe of order, en zich nauwkeurig te rrguleeren naar het voorfchrift, hem door den Jnltituteur of anderen Onderwyzer voorgelegd. 3°. De leerlingen zullen ftiptelyk de lesfen moeten byWoonen, zonder willekeuriglyk van de Academie af te blyven. Indien «ogihans iemand om genoegzaame Tedenen eene les mogt achter blyven, is hy gehouden dezelve den volgenden dag aan den Inftituteur, of aan den Onderwyzer van zvne klafle of order, mede te deelen. In gevalle van langere afwezigheid dan van eene les, wordt daarvan door deszelfs ouders of voogden fchrifrelyk kennis aan den Inftituteur gegeeven, niet opgave der redenen; wordende hier in anderzins by IJ. D. nadere voorzieninge gedaan; betaalende leerlingen boven de 14 |aaren oud zyn hier van ■uitgezonderd. — Leerlingen, gratis onderwys genietende, een qmirrier uurs na het begin der les komende. Hullen op de Academie niet worden ingelaaten. 3r. D* leerlingen wachten zich nnuwkeuriglyk van, in het gaan naar, of komen van de Academie, eenige oneer geldheden te bedryven op de ftr.iaten, het zy door fchreeuwn, tieren bellen of kloppen aan de hutzen, of wat dies meer zy. 32,  ( 39 ) 32. Nadema&l het wel bewaaren van tekeningen, prenten , boeken, en andere voorfchnften van het grootfte belang is , zoo zullen de leerl'ngen die altyd voor hen ftellen op eene wyze, dat ze niet gekreukt of bedorven worden, met last om dezelve, na het eindigen der les, aan den Inftituteur of anderen Onderwyzer weder te overhandigen. 33- Niemand zal vermogen over te gaan of over te loo»en van de eene klasfe of order tot de andere, maar zal een ieder moeten blyven in die kluffe of order, waarin hy geplaatst is, tot dat hy door D. D, bekwaam en waardig gekeurd is om op te klimmen; voorts wordt de overtreeding van voorenftaande punten, opzigtelyk de goede orde en politie aan deeze Academie,by D. D. ten allen tyde ernftig opgenomen, en in zoo verre tegen zoodanige overtreeding niet reeds poenaliteiten zyn vastgefteld, met het verlies van den rang der zitplaats, of de ontzegging der lesfen deezer Academie, voor een tyd of voor altoos, en diergelyke, geltrafc. Dan, vermits men onder jongelingen van eenen meer gevorderden ouderdom, meer bedaardheid en oppasfenheid te wachten heeft dan van de aankomende jongelingfchap, zoo befchouwen ook D. D. de ftrnffe, op wangedrag bepaald, als meer onmiddelyk voor deeze laatften gefield. Alle onverhoopte ontftaane veifchillen worden door D, D. befltst. 34/ 'Er wordt nooit eenige hoegenaamde herhaaling der voorgaande lesfen gedaan, ten gevalle van een afwezig geweest zynde leerling, zoo min als voor eenen van nieuws ingekomeuen. 35. Een Jongeling, gratis ondenvys genietende, en voor C 4 de  ( 4° ) de tweede reis in een en dezelfde klaflë onbekwaam bevonden wordende tot de volgende op te klimmen wordt van de Academie gedimitteerd. 36. Zy, welke eenmaal den prys van de eerde klasfe hebben getrokken, zullen niet vermogen weder naar den. zei ven te dingen; zy mogen evenwel de lesfen blyven bywoonen, in zoo verre dit niet ftrydt tegen iiadere gemaakte bepaalmgen in de Reglementen op de byzondere vakken, en hebben in dat geval den voorrang van plaats boven alle anderen, zoo nogthans , dat zy zich zullen moeten abfenteeren, wanneer om prys of plaats gedongen wordt. 37. Die gene der leerlingen, en ook alleen die, welke hunne loopbaan in het vak, waartoe zy zich of hunne Ouders of Voogden hen hebben aaugegeeven, met eere hebben voleindigt en zich door hun gehouden gedrag en gemaakte vorderingen verdienstlyk hebben gemaakt, worden van wegens D. D. voorzien van een Getubfcimfr. 0 38. De twee Inflituteuren dienen D. D. van hunne Conflderatien en advys, over de beste middelen om, zoo veel mogelyk aan het waare oogmerk van deeze Academie te beantwoorden, 39- Ieder Inftituteur heeft het opzigt over de verdere Onderwyzers en bedienden tot zyn Vak behoorende, hmdt óezelve ftiprelyk tot hunnen pligt in allen opzigte, als mede daartoe aan, dat onder de leerlingen, U gs allerlei gelchikte wegen, worde ontftoken en aangewakkerd eene neiging tot orde, werkzaamheid en befchaafdheid, en zorgt vooral dat door een ieder de Wetten en Reglementen in hunne volfte kracht ge»  C 41 ) gehandhaafd worden; de overtreeders in zaaken van minder belang tot pligt vermaanende, en dit geen ingang vindende, of in zaaken van meerder aanbelang, daar haast by moge wezen, kennis geevende aan de Cotnmisüe van D. D. tot zyn Vak behoorende; ontvangt weeklyks verflag van de overige Onderwyzers, tot zyn Vak behoorende, over het gedrag, vorderingen, abfentien enz. der Leerlingen, niettemin hier op ook perfoonlyk alle attentie vestigende, en geeft hiervan roaandelyks eene door hem vertekende Lyst en Veiflag over aan den Preüdent van de volle vergadering van Directeuren. 40. Ieder Inftituteur geeft in zaaken van aanbelang, in zyn Vak voorvallende, waar van het rapport geen uitftel kan lyden , terftond mondeling of fchriftelyk kennis aan den Voorzitter van de Commisfie van D. D. tot het Vak behoorende. 41. Verzoeken om abfentie van meer dan eenen dag ea anderen van eenig belang, aan den Inffltuieur gedaan , worden door den zeiven, alvoorens daarin te disponeeren, ter kennisfe gebragt van den Voorzitter vaa de Commisfie voornoemd. 42. Eene of andere benoodigdheid, die ten koste van de Academie valt, ontbreekende, of aan goederen, voor rekening der Academie geleverd, ten opzigte der quantiteit of qualiteit iets niet wel bevonden wordende geeft de Inftituteur, in wiens Vak dit voorvalt, hiervan kennis aan den Voorzitter van genoemde Commisfie. 4S- Daar het, by 't beoefenen van veele ftudien, zeer ïe pas komt de fchriften vaa buitenlandfche Schryverc 5 te  ( 4* ) ie kunnen verftaan, en het voor de Zeevaarende zeer noodig is eene vreemde taal te kunnen fpreeken, zullen D. D. trachten de leerlingen gelegenheid te geeven tot het leeren van de Franlche en Engelfche Taaien op billyke voorwaarden. 44' Het ftaat den Inftituteur, woonende in het gebouw der Academie, vry, het zelve geduurende de Vacantien te liaten bezien aan Perfoonen die zich daar toe aanbieden; kunnende zulks niet worden geweigerd aan de zoodanigen, welke tot dien einde van een' Directeur een entreekaartje hebben verkreegen. 45- Aan den ingang van het gebouw der Academie wordt eene bus geplaatst tot verzameling van Donatien 3 ten voordeele der Academie- 46. Eindelyk zullen alle voorenftaande punten en artikelen in dit Reglement, als mede alle nadere bepaalineen in de byzondere Reglementen voor de afzonderlvke Vakken gemaakt, door alle leerlingen zonder onderfcheid, zoo verre het hun betreft, en wien het ook anders mogte aangaan, zoo wel in de daagtche als gratis lesfen, ftiptelyk en zonder eenige oogluikinge moeten worden onderhouden en naargekomen; eferveerende D D. aan zich de faculteit, om, zoo In dit algemeen Reglement, als mede in alle byzondere Reglementen op het onderwys in de afzonderlyke Vakken, zoodanige veranderingen te maaken, als zy in tyd en wyle ter bevordering der belangens van deeze Academie zullen noodig oordeelen. En op dat niemand redenen van onkunde zal kunnen voorwenden , zal dit Reglement alomme in de A« 'demie worden aangeflageii. ^  ( 43 ) Aldus bfflooten en vastgefleld ter vergadering vaa Directeuren der Academie van Teken- Bouw- en Zee. vaartkunde, en l>y alle leden der Directie vertekend9 in Groningen den zeven en twinr.igfr.en Juny 1798. BTZONDER REGLEMENT op '2 Onderwys voor 't Vak dat Tekenkunde. Art. x. 9FT i L/r wordt in de maanden September, Ocfober,, November, December, January, February, Maart, April, Mei, en Juny, les gegeeven in de Tekenkunde 's morgens van 10 tot 12, en 'snademiddags van a tot 4 uuren, ubgezonderd des faturdags en zondags, en de Vacantien, by 't algemeen Reglement op 't Onderwys bepaald ; en wordt tot deeze lesfen niemand toegelaaten dan die daar voor betaalt. Betaalende leerlingen, die reeds tot die hoogte gekomen zyn, dat zy naar 'f gips of naar 't leven tekenen , verkrygen des Avonds van 6 tot 8 les, vermits dit by de groote lamp gedaan wordt, en worden hier toe mede toegelaaten de leerlingen, die gratis onderwys genieten en zoo verre gevorderd zyn. Van de lesfen over de Compofiie, Boetfeer- Graveer- en Ets* kunst enz. wordt de tyd door D. D, nader bepaald, en bekend gemaakt voor het eindigen der groote vacan* tie, alsmede indien 'er in de uuren der andere lesfen eenige verandering mogt plaats hebben. 2. Voor elke maand onderwys wordt door ieder Leer»; ling aan den Inftituteur in de Tekenkunde als een honorarium voldaan vier guldens, voor welken prys men zoo wel de volle 4 uuren 's daags van 10 tot «en van a tot 4, art. 1. vermeld, als een gedeelte van dien  O 44 ) dien naar verkiezing kan komen tekenen: het zelfde heeft plaats met de leerlingen die 's avonds van 6 toe 8, naar gips of naar 't leven tekenen. Wanneer een leerling, die reeds eenige vordering gemaakt heeft, zich aanbiedt, bepaalt zich het onderzoek, (art. 5 van 't Algemeen Reglement bepaald) dat dezelve eene Tekening vervaardige naar het gene hem zelfs behaagt, öp dat de Directie daar uit kunne befluiten tot welke klafle hy behoort. Doch die gene, welke zich niet meer dan voor a dagen in de week verkiezen te verbinden, zullen op de door hun gekoozene dagen de volle 4 uuren, o£ een gedeelte van dien, kunnenkomen tekenen, 'smaands voor twee guldens en agt ftuivers. 4. Min vermogende, wier Ouders of Voogden aan Di-, recleuren verklaaren tot de volle betaaling onvermogend te zyn, en wien over zulks de voorwaarden Art. 2 en 3 te bezwaarlyk zyn, kunnen op die dagen en uuren, in welke 'er les wordt gegeeven, twee"uuren. naar hunne verkiezing neemen, 't zy dan op twee of vyf dagen in de week, waar voor in 't eerfte geval Een gulden en vier ftuivers, en in het tweede Twee guldens 'smaands aan den Inftituteur wordt betaald, en kunnen zy voor dien prys de volle twee door hun gekoozene uuren of een gedeelte van die, komen tekeuen, 5- Aangezien de vrye leverantie van tekenbeboeften voor de Academie 's jaars eene fom van belang uitmaakt, en het voer ieder leerling afzonderlyk eene kleinigheid is, verzorgen voortaan de leerlingen (ook de gratis aangenomene; zich zelveu van het benoodigde deezen aangaande. 6»  C 45 ) 6. 'Er wordt, geduurende de maanden OcTober, No» Vember, December, January, February. en Maart, des maandags, dingsdags , woensdags , donderdags, en vrydags 's avonds van 6 tot 8 uuren, gratis of voor mets les gegeeven voor de klafle van het rood-aard , gelyk zulks mede plaats heeft, geduurende de maanden April, Mei en Juny, alleen 's vrydags avonds van 6 tor 8 uuren, waarvan 'er om de twee maanden èene publieke les ^ door de Couranten aan te kondigen, zal gegeeve;i worden. Deeze klafle dingt niet om prys of plaats, conform Art. 17 van 't Algemeen Reglement, van den eerften April tot den laatften Mei, maar van den eerften February tot den laatften Maart, 7. Tot deeze gratis avondlesfen wordt (conform Art. 9, ic, 11.12, 13 en 14 van 't Algemeen Reglement op 't onderwys) door de Directie toegelaaten een bepaald getal Jongelingen, CArt. 11 vermeld) boven de 10 JaaTen oud, welke of wier Ouderen onvermogend zyn ter betaalinge, en wier Ouders of Voogden, of iemand hunnentwege genoegzaam gemagtigd, van dit onvermogen eene fchriftefyke verklaaring by de aangave aan D. D, afgeeven. 3. De Ouderen of Voogden der gene, die door D. D, uit de aangegeevene tot het gratis onderwys in de Tekenkunst zyn toegelaaten, moeten ter gelegenheid deezer toelaating met hunne naams-vertekeniog bekrachtigen, en aan D, D, afgeeven het volgend verbandfchrift: Wy ondergefchreevene (Ouders of Voogden) van ons nagenoemd kind (of pupille) verklaaren by deezen, het gemelde kind (of pupille) volgens zyne eigene keuze, zonder hem daartoe re hebben gedwongen, tc hebben overgegeeven aan de zor-  <: 46- ) zorgen en het opzigt van D. D. der Academie vaii Teken Bouw- en Zeevaarkunde in Groningen, ten einde denzelven te doen onderwyzen in de Tekenkunst met den aankleeve van dien: en vermits D. D. voornoemd, op ons byzonder verzoek, ons voorfchreeven kind f of pupille) met dat oogmerk aan» neemen, zoo verbinden wy ons by deezen tot de volgende byzonderhjeden: i. Dat wy de zorgen over ons kind fof pupille) opzigtlyk de leerwyze in deezen, zyu gedrag aan de Academie enz., geheel aan gemelde D D. afftaan. 9. Dat wy ons kind (of pupille) voornoemd geheel en in den fterkften zin onderwerpen aan alle reeds gemsakte of nog te maakene Wetten en Reglementen van dejze Academie in 'talgemeen, en aan die voor de gratis anngenomene in 't byzonder. 3. Dat wy ons kind of pupille) zoo lange D. D. zulks, om hem bekwaam te maaken tot het beoefenen van het ambacht, waar toe hy opgeleid wordt, noodig oordeelen, als leerling in de Tekenkunst by deeze Academie zullen laaten verblyven. 4. Dat, wanneer D. D. om eene of andere reden hem zyn ontflag mogten geeven , of de lesfen deezer Academie omzeggen, wy hem weder tot ons zullen neemen, zonder dat D. D. voornoemd verpligt zullen zyn, ons de redenen van het ontfl -g mede te deelen. 5. Dat wy hem geduurende den tyd , dat hy de lesfen aan deeze Academie bywoont, van behoorlyke kleeding zullen voorzien, dewelke wy in een' Zuiveren ftaat zullen onderhouden, en zorgen dat hy altyd zindelyk voor den dag kome, tot genoegen van D. D. J5, Dat wy hem zullen voorzien van de noodige behoeften tot het leeren van de Tekenkunde, tot genoegen van D. D. Aldus gedaan in Groningen den..., 9» De Leerlingen in de Tekenkunst worden verdeeld in klasfen, en de eerfte klasfe in ordersj ingevolge de tievenftaande Schets, FI-  1 §, I" / O u X O1 -° X ^ ca X «ij . > J3 * / J X <_i CU D /< Co ^ CU X o ' \ 2 » ^ I Jj O 2§* '§» \ *& x. . 4) H si m e " aj Q« i> k£ O  ( 4« ) NB. de Eerfte óf hoofd verdeeling der Tekenkunde is Figuur en Architectuur; de nevenftaande fchets is de verdeeling der Figuur, wordende van de Architectuur geene melding alhier gemaakt, vermits dezelve in het Vak der Bouwkunde geleerd wordt» 10. In ieder klasfe worden uit de bekwaamfte gratis leerlingen twee genomen, ter keuze van Directeuren, om de leerlingen in de klasfe, onmiddelyk in rang beneden de hunne volgende, de noodige inftruétie te geeven geduurende de lesfen, alles onder het onmiddelyk toeverzigt van den Inftituteur. Ii. Tot de gefamenlyke drie orders van de klasfe der gratis tekenles over de beginfelen in roodaarde, worden by provifïe niet meer dan 60 Leerlingen toegelaaten; en worden uit de verfchillende Ambachten en Handwerken tot leerlingen aangenomen, die gene uit de zich aanbiedende, die na gedaan onderzoek volgens Art: io en ia en 13 van 't Algemeen Reglement, de meeste gefchiktheid fchynen te hebben, zonder aanzien van perfoon, in de volgende proportie, 6. om tot Schiiders opgeleid te worden. 94. Beeldhouwers, Timmerlieden, Metfelaars , enz» die aan deeze Academie gratis onderwys in de Bouwkunst en andere Mathematifche weetenfchappen erlangen. 10 Andere Handwerkslieden als Zilverfmeden, Lood- en Tinnengieters, Koper- en Bliküaagers enz. 20 To de Zeevaa t. De ao van de Zeevaart worden twee Jaaren in de Tekenkunst onderweezen; het eerfte Jaar gaan zy de eerfte order in het rood-aard, naamlyk de kleine koppen door, het tweede Jaar gaan zy de tweede Order van die klasfe, naamlyk de groote Koppen, door; doch leeren daar, in plaats van groote koppen , zoodanige tekeningen als in hun vak meer byzonder te pas ko»  C 49 ) koméïi, als zeeën, rivieren, fcheeperi, küsten, rotfeD bergen, verre gezigren , landverkenningen, enz. Z deeze tweede order op voorfchreeven wyze dooroeloopen zynde, hebben zy, die tot de Zeevaart worde» opgeleid, voor hun metier, wac het Tekenen aangaat genoegzaam onderwys gehad De 6 die tot fchilders opgeleid worden, benevens de a4 yan ae Bouwkunst en de -o uit alle andere handwerken , gaan in drie jaaren de drie orders van de klasle in troodaard door, en komen het vierde laar op de gips-kamer , alwaar zy de 5 avonden van ds week beelden enz. naar gips leeren tekenen. Waar na die van de Bouwkunst, (te weeten, dis zich daar toe byzonderiyk toeleggen, als Timmerlieden Metfelaars, enz) en de meeste uit alle andera handwerken kunnen afgaan, als hebbende tot her uit. oefenen van hun ambacht geen verder onderwys in de 1 ekenkunst noodig — doch die gene, die tot Krulde rs, als mede die gene welke, hoewel in de Bouw. kunst onderwys genietende, echter byzonder tot Beeldhouwers worden opgebragt, gelyk ook Zilverfmeden en diergelyke, gaan het vyfde Jaar over naar de Kamer waar naar het leven gerekend wordt, en kryen na het voleinden van 't vyfde Jaar als Leerling hun ontflag, kunnende alsdan verder, om hunne kunst te onderhouden, mede dingen naar den algemeeoen prys, naamlyk naar de medailles, die in 't vervolg Jaarlyks uitgeloofd worden. De lesfen in de klalTe van de Compolitie worden eens ïu de maand gegeeven: in ÓezeU ve wordt om de Eer der Overwinning of om -en zü* veren medaille gedongen, ter keuze van D D , en worden hier toe geadmitteerd alle, die in de klafle naar liet leven naar de medaille mededingen, alsmede uit de gipskamer de zoodanige, die door imfteekende be- fcin? d°°r D' °' Waardis Worden Se" Van de Gratis Tekenles in de klafle van het rood* aard gaan dus Jaarlyks af io van de Zeevaarende uit de 20. 6 van die de Bouwkunst enz. leeren uit dé al. I vL4/ac i%fnders. Handwerkslieden uit de 10. a van de Schilders uit de 6,  < 5° ) Zoo dat 'er jaarlyks in September weder v?n ieder ambacht en tot de Zeevaart, een gelyk getal op de Gratis Tekenles in het rood-aard, kan worden toegelaaten , als 'er in de maand Juny te vooren is afgegaan. 12. Het begin en het einde van het Academisch jaar, de Vacantien, het dingen naar Prys en Plaats, de op. klimming tot een volgende klafle of order, de bepaaling der pryzen, de openlyke uitdeeling der medailles enz. zyn vervat in 't Algemeen Reglement op 't Onderwys Art. 15, 16, 17, r8, 19, co, ai en 22, gelyk mede de punten, raakende de goede Orde en Politie aan deeze Academie, in 't zelve Reglement te vinden zyn. 13. Wanneer de leerlingen om den prys of om de nummers of plaats in de volgende klasfe of order tekenen, worden zy twee aan twee, zo mogelyk in een afzonderlyk verrrek of plaats, geplaatst, en mag nooit de een den anderen in het vervaardigen van zulk een ftuk eenige hulp toebrengen. 14. Alle Tekenftukken en diergelyke, waar aan een leerling werkt om naar den prys of naar de plaats in de volgende klafle of order te dingen, worden telkens, wanneer hy van de Academie denkt te vertrekken, door hem aan den Inftituteur overgegeeven, eu door den zeiven bewaard tot zyne terugkomst. Wanneer een ftuk is afgewerkt, wordt het met den naam en toenaam van den leerling en den datum wanneer het voleindigt was geteekend , door den Inftituteur aan de Academie bewaard tot aan den iyd der beoordeelin» t0e — mogende nimmer door een' leerling zulk een ftuk, 't zy geheel of gedeeltelyk afgewerkt, mede naar huis genomen worden. 15.  ( 5i ) 15. Alle de Tekenftukken en diergelyke door de leer* luigen vervaardigd, waar op een prys getrokken worde of waar op een leerling de hoogfte plaa.s of nummer m de volgende klafle of ord er bekomr, verhaven aan de Academie. wordende Jaarlyks een Portefeuille aangelegd om deeze ftukken te bewaaren. J6. Geduurende het geheele Academifche Jaar, zal ieder leerling die het gratis onderwys gemet, het onderhanden hebbende ftuk achter één afwerken en hczelve, voleindigd zynde, terftond met zyne'n naam en toenaam vertekenen en daar by voegen den datum wanneer het voleindigd is ; als dan het zelve voort» aan den Inftituteur ter hand (tellen, die alle d*ezgeduurende het geheele Academifche (aar ver.aardigd» Stukken, alzoo in Portefeuilles bewaart, en dezelve in de maand Juny ter Dispofitie overgeeft aan de Directie, welke uit alle deeze Stukken" van ieder' leerlin* a of 3 uitkiest , die in een Portefeuille aan de Academie bewaard blyven. De overige Stukken worden hier na diredtelyk aan die gene, die ze vervaardigd hebben, terug gegeeven ter hunner befchikking. ' 17. Behalven de mededinging om de Eer der Overwinmng, of om een Zilveren Medaille aan de verfchillendezulks verdienende klasfen door D. D. geaccordeerd f volgens 't Algemeen Reglement Art. 17., wordt 'er (volgens het zelve Reglement op 'tonderwys Art. ro > in de klasfe naar her leven, wanneer D. D. bevinden dat er m gemelde klasfe een genoegzaam aantal bekwaame en des verdienende Jongelingen voor handen is, geduurende meer of min veertien avonden in de maand Mei, op den gewoonen tyd van 6 tot 8 miren, gedongen het eene Jaar om de Eer der overwinmng en het andere Jaar om een Gouden medaille, welke uitgeloofd wordt aan die gene, die het best fchiW D a derc  C 5* ) dert of tekent naar 't leven , in gevalle van volkome* ne gelykheid tuslchen twee of meer mededingers door het Lot te beflisfen, zynde deeze medaille van den gewoonen ftempel, op de eene zyde het zinnebeeld der Academie en op de andere den naam van Hem, die dezelve getrokken heeft, gegraveerd. Wanneer alken om de ter getekend of gefchilderd worde, wordt in plaats van eeu medaille eene Atteftatie op Francyn gefchreeven, met het zinnebeeld der Academie 'er op in ouwel of wasch, door de volle Direéhe vertekend, aan den overwinnaar deswegens afgegeeven. 18. De Trekker van deeze Gouden medaille krygt bovendien eene Atteftatie, door den Prelident en Secretaris der Direftie vertekend, welke vermelde by welke gelegenheid, met wat ftuk en door wien deeze medaille getrokken is. 19. De Conditiën, waarop deeze Gouden medaille door D. D. wordt uitgeloofd, of waarop om de her getekend zal worden", worden [aarlyks in de maand Maart bekend gemaakt, en wordt daarby mede bepaald ot de Tekeningen in Crayon of Olyverf, of op eene an-, dere wyze moeten vervaardigd worden, moetende een ieder, die verkiest mede naar den Prys te dingen, zich voor den eerften April by den Secretaris der Directie aangeeven. 20. De mededinging naar de Gouden medaille gefchiedt op de kamer, daar naar het leven gefchildert of getekend wordt. tl. Tot het dingen naar deeze Gouden medaille of de Eer, worden alleen tougelaaten, 1*0 alie de Leer»n"  C 53 ) gen, die aan deeze Academie in de kbfie naar het le* ven tekenen, zoo die gene, die gratis onderwys ge* nieten, als de betaalende Leerlingen, en die van den beginne op deeze Academie geleerd hebben, of ten minden de geheele klafle naar het leven aan deeze Academie hebben doonreloopen; ado alle, die aan deeze Academie reeds hunne bevordering uit de klafle naar het leven bekomen en een honorabel ontflag als leerling ontvangen hebben, mus na dit ontflag niet meer dan twee Gouden medailles of Eerepryzen in dit Vak aan deeze Academie of elders getrokken hebbende. Alle, die niet onder bovengenoemde bepaalingen vallen, zyn van het mededingen uitgeflooten. Alle, die tot het mededingen naar de Gouden medaille of Eere der overwinning in deezen toegelaaten zyn, moeten zich aan de Wetten der Academie, zoo verre het hen mogt raaken, en de Conditiën der mededinging onderwerpen en dezelve by de toelaating ondertekenen, as. Het Tekenen om de Gouden medaille of om de Eer, gefchiedt van den eerften Mei tot den zestienden dier maand, een of twee dagen onbepaald, de eerfte 5 avonden der week van 6 tot 8 uuren, en moet ieder mededinger in dien tyd leveren Twee Stukken, ieder van byzondere houding, gegeeven aan het aldaar geplaatst naakt leevend menfchenbeeld, door hem alleen getekend zonder hulp van iemand anders, wie het ook zyn moge, en wordt ten dien einde aan het voornoemd aldaar geplaatst leevend meflfchenbeeld de eerfte 8 avonden gegeeven eene en dizelfde houding, en de volgende 8 avonden efcne andere houding, ter keuze van D. ü., in diervoegen dat men 8 avonden over dezelfde houding kau tekenen, wordende die aan deeze vereischten niet voldoen, onder de mededingers niet gerekend. 23. De mede-dtngers leveren op hunne kosten alles wat tot het vervaardigen der tekeningen noodig is» D 3 24.  C 54 ) a4. By deeze mede-dinging om de Gouden medaille, of om de Eer, is alryd een Directeur tegenwoordig, en reeds om half zes uuren by der hand in de Academie. *5- Ieder avond moet ieder mededinger voor zyn vertrek van de Academie zyn Huk, het zy geheel vervaardigd of niet, met zynen naam, toenaam en den datum vertekend aan den prefenten Directeur overgeeVen, wordende in gevalle iemand zyn ftuk, hoe weinig 'er ook aan gedaan mogt zyn, mede van de Academie neemt, of het zelve niet op gemelden tyd aan den Directeur voornoemd overgeeft, zu'k een (tuk in de beoordeeling en toewyzing der medailles niet gerekend. 26. Alle de volgens het vonrfchrift aan den Directeur overgegeevene fiukken, worden terftond door den zeiven in eene kas aan de Academie geflooten , en de fleutel van d'e kas r'oir hem overgegeeven aan den ia tourbeurt volgenden Directeur, 37. Wanneer 'er om de Gouden medaille of om de Eer getekend wordt, kan ieder mededinger van half zes tot zes uuren zyn onafgedaan ftuk, den voorigen avond overgegeeven, van den Directeur te rug bekomen, 28. D° afg^dnane (tukken worden door D. D. in de voorgemelde kas beflooten gehouden en bewaard tot aan de beuordeeling toe, 29. Alc de toegelaatene mededingers tekenen van bslf April  April tot den eerften Mei op de Kamer naar het leve* om de Plaats, die zy in Mei zullen hebben om naar de medaille of de Eere te d.ngen Wanneer in de klasfe naar het leven om de Gouden medaille of Eer der overwinning gedongen wordt, moet h^t gewoone dingen naar prys en plaats, in die klafle geïchieden van half February tot half April, b'yvende evenwel de ftukken onbeoordeeld tot aan den gewoonen tyd der beoordeelinge. 3°- Met het begin van Juuy beoordeelt de Directie (volgens Art. so van 't Algemeen Reglement op 't Onderwysj de volgens de Wetten en Conditiën vervaardigde tekenftukken der mededingers naar de Gouden medaille of de Eer der overwinning, en doet uitwyzing Over de overwinning. De ftukken, waar op de overwinning behaald is, verblyven aan de Academie, en worden in Lysten achter glas in de groote zaal gehangen. 32' De medaille en atteftatie deswegens, of de atteftatie van de Eer der overwinning, worden uitgedeeld by dezelve gelegenheid als alle andere pryzen. 33- De befchryving der ftukken, waar op de medaille getrokken, of waar aan de Eer der overwinning is toegekend, en de naam des genen die dezelve getrokken heeft, wordt voort na de uitdeeling der pryzen bekend gemaakt. Aldus beflooten en vastgeileld ter vergadering van D. D. der Academie van 'l eken- Bouw- en Zeevaartkunde in Groningen, den zeven en twintigften Juny 1798. D 4 BT-  ( 56- ) BTZOND ER REGLEMENT op V onderwys voor 't Vak der Bouwkunde en andere wiskutr dige IVeetenfchapptn. Art. i. Jyr wordt in de maanden September, October, No. vember, December, (anuary, February, Maart, April, Mei, en Juny, les gegeeven over de Bouwkunst m voorts over alle andere laagere en verhevener wiskundige en verdere daartoe betrekkelvke weetenfchappen maar maate de bekwaamheid der Leerlingen toeneemt, en 200 dat 'er voor ieder van dien, twee, drie, vier of vyt uuren 's weeks les wordt gegeeven, naar traa'e yan de meerdere of mindere uitgebreidheid of gangelegenheid van ieder Tak; doch zoo, dat geen twee achter een volgende uuren over denzelfden Tak gehandeld wordt. . a. ^ De Lesfen van iederen Tak worden, zo mogelyk, m een Curftis van een Academifch jaar afgehandeld, mits evenwel de Leerlingen hoofd voor hoofd genoeg, aaam onderwys en naziening van den Inftituteur kunnen erlangen : by gebreke van dit, wordt 'er een Curfus van twee Academifche jaaren genomen. De Lesfen van zoodanige wiskundige weetenfchappen, waar by da Tekenkunde onontbeerlyk is, worden over dag gegeeven, om daar door de jongelingen, die gra ts oirkrrweezen worden , gelegenheid te geeven van de gratis tekenlesfen te profiteeren. 3- 'Er wordt onderwys gepeven geduurende de maanden Art. 1 vermeld, en zulks alle dagen der week, uitgezonderd des Saturdags en Zondags, en de vacanpa"dby 'C Algemeen Re8leme«t op 't onderwys be- 4-  C 57 ) 4- • *Elj T^1 jaar,vks vo°* "et begin van den Curfus in tyds bekend gemaakt, welke uuren in de verfcheidene wiskundige en daartoe betrekkelyke weetenfchappen, dat Jaar onderwys ftaat gegeeven te worden, 5. Het Honorarium, door de Leerlingen aan den Inftituteur te voldoen, is voor ieder uur in de week Vvf gulden en vyf ftuivers voor een Academifch Jaar, vaa io Maandeu naamlyk, dus voor een Curfus van een Jaar, van 5 lesfen 'sweeks in i laar , . f «ü. t . van 4 lesfen ...... 7 ° JT van 3 lesfen , , , ' K. ' ! v»n * lesfen 10-10- van i les T- <«• voor ieder Leerling, welke het volle honorarium betaalt! 6. Dfe gene, welke, wier Ouders of voogden aan Di< recteuren verklaaren tot de volle betaalin|, Art. < vermeld, onvermogend te zyn, zullen voor de helft toegelaaten worden. c 7. den CuHusde Leslen mogt beginnen by te woonen, is d n ht'vópeV'" d£n Z6,Ven V0OT Sd dan het volle honorarium te admitteren : maar zal een leerl.ng op het halve of ander gedeelte van den Curus niet worden aangenomen, ten zy hy reeds in het te vooren verhandelde genoegzaam ervaaren zy, ondergaande deswegens het onderzoek, bepaald in 'tAlgemeen Reglement op het onderwys Art. 5. 8 8. Een Leerling, die het tweedejaar herhaalender wvd 5 L  C 58 ) ze dezelfde Les houdt, kan met de helft van het Honorarium voldaan. 9- De noodige behoeftens, als lei, fpons, griffel en diergelyke, fchaft ieder, zoo wd gratis aangenomen© als bettalende, Leerling zich zeiven aan. 10. Tot het gratis bywoonen der Lesfen in de Bouwkunst, en alle andere mathematifche of daartoe betrekkelyke weetenfchappen, wordt (conform Art. 9, 10, IK ia, 13 en 14 van 't Algemeen Reglement Op 'f onderwys) door D. D. toegelaaten een bepaald getal Jongelingen, welke of wier Uudereu onvermogend zyn ter betaalinge , en wier Ouders of Voogden, of iemand hunnentwegen genoegzaam gemagtigd, van dit oavermogen eene fchriftelyke verklaaring by de. aangave aan D. D. afgeeven, zynde voorts boven de 10 en beneden de 14 Jaaren oud, mits het leezen en fchryven wel verftaande , en van een zedelyk gedrag, in zoo verre vereifcht een examen voor de admislie ondergaande, en den ouderdom te bewyzen. H«t getal van jongelingen die in de Bouw-kunde, Scheeps» bouwkunde, Werk uigkunde, Water-weeg- en Wateiloop-kunde enz en verdere daar tos noodige wiskundige weetenfchappen, gratis onderwys kunnen erlangen , wordt by provifie bepaald op 30 111 het geheel, welke in 5 Jaren tyds in alles, wat zy tot hun ambacht behoeven, kunnen onderweezen worden, de Teken-lesfen (zie Art, 10 van 't byzonder Reglement voor de Tekenkunst) daar onder begreepen; zoo dat 'er jaarlyks 6 afgaan en een gelyk getal wordt aangenomen, te famen in vyf jaaren 30 uitmaakende; en zorgt de Directie zoo veel mogelyk, dat onder deeze jaarlyks aanteneemene van verfcheidene ambachten, als 'iimmetlieden, Metfelaars, Scheepstimmerlieden, Molenmaakers enz. gevonden worden. De gratis Leerlingen in de Bouwkunst, krygen dus vyf jaaren onderwys, waar van   Bladz. 59. art. 12." _^_-*»-^^ U-^^ ver- de eTN^^ Eiasl^ ^ E^^ EiZ^ | t\e0rdk. Aritbmetica of Rc- Geomelria of'Meet- ,G«omelrla Sublimior / \ ir,,. ,.i.p,.pt, n, -p r<_ . 1 o _ kehkunde. kunde. j of over de Kegel- / \ Het tekenen der Or- Trappen,, Gewelven, Stuurmansku»st. Scheep*-bouwkunde. Algebra of Stel- Trigtnonutrta plam[ f-wden en kromme / \ Over'S bc,h^h M Sehoorlreenen, i,e- Berekening over het kunst. oï platte 'drie- lynen in het alge- / \ d/r Ronwmn bouwen, inliet al- bepaalen der lengte boekimeting. nfeen. - ƒ \ f" Bom™lt™- gemeen en byzon- op Zee. Differentiaal en fff- f \ ]tn- der' f \ Z:e verder Art- i° van het Regl. der Bouwkunde. Zie verder Art 3. van het Règl. derZeevaart-kundc. TWEETJE KLASSE. DERDE KLASSE. VIERDE KLASSE. ————— & - — tg. ..—, Mecbamca of Werk- g Opties of Gezichtkunde. | Trlgmcmetria Spbark* tuigkunde. g » r r»ff, I ofklootfchedriehoeks- M Ptrfptftiv* of A'-teken- M meetine, Water" I kUnde' 1 «fag* of Starre- Eï^Vt -•_•».. kunde. W Catiputca of Spieccl- P 7 ■ ^ . , , Hydraulica of Water- Ü kunde. K ^e^phs of Aardryks- loopkun.de. « 'g kunae. Dioptrica of Doorzicht » wonthgia of Tydreke- $? of Vergeziehtkunde. f? "mgskunde. ^ H Gnonwnica of Zonne- * wyzerskuijde. NB. Daar deeze Schets alge-meen is, ftaat het een ieder vry, zoodanig Vak te kiezen of uit dezelve zoodanige lesfen te neemen, 81S hy «ordeelt voor hem het gefchikïrte te zyn, mits voldoende aan het s e Art. van het «dlgeineen Reglement op het onderwys. J 6 lfc voiuoukie aan  ( 59 ) het eerfte Taar, in de Arithraetica en beginfelen der Algebra j het jtweede Jaar, Geometrie en Platte drichoeksroeeting; het tierde (aar, in de Werktuigkunde (Mechanica), en Waterlonpkunde (Hydraulica;) het vierde Jaar, beginfelei- der Gezichtkunde,Perfpec- tief, en het tekenen der Orders; het vyfde Jaar, Trappen, Gewelven, Schcorfteenen» Gebouwen enz. en het vyfde Jaar voleindt zynde, als genoegzaam onderwys genootenhebKende, afgaan om plaats te maaken voor een gelyk getal anderen. Tot de lesfen in andere Mathemaürche en daar toe betrekkelyke weetenfchappen, tot het Bouwkundige geen directe betrekking hebbende, wordt mede een maatig getal Leerlingen gratis toegelaaten; doch gezorgd dat, indien 'er onder deeze mogten zyn, die teffens de Tekenkunst zouden moeten leeren, het getal op de gratis tekenles daar door niet merkelyk boven het bepaald getal (Art. to by 't Reglement voor 'e Vak der Tekenkunde) gebragt worde, en wordt het met deeze ook alzo'i gefchikt, dat van het geheele toe te laatene getal jaarlyks een gedeelte afgaat en een gelyk gedeelte weder aangenomen wordt. iï. De Ouderen of Voogden der gene, die door D, D. uit de aangegeevene tot het gratis onderwys in de Bouwkunde, of eenige andere wiskundige Weetenfchap, zyn toegelaaten, moeten ter gelegenheid deezer toelaating met hunne naams-vertekening bekrachtigen en aan D. D» afgeeven het zelfde verbandfchrift, onder de noodige veranderingen, 't welk Art. 8 van 'tbyzonder Reglement voor 't Vak der Tekenkunde vereifcht wordt. 12. De Leerlingen in' de Bouwkunst en verdere Mathemathilche weetenfchappen, worden in Hoofdverdeelingen tot klasfen, en de klasfen weder zo noodig in orders , ingevolge nevenltaande Schets, verdeeld. in de orders, of daar geen orders noodig zyn, in de klaiTen zyn de zelve volgens nummers geplaatst. 13»  C 6a ) 13. AUe de Leerlingen in de Bouwkunft neemen les in de Tekenkunst, als mede de Leerlingen in andere deelen der wiskundige en daar toe betrekke'yke weetenfchappen , waar Tekenkunde by noodig is, en wel bepaaldelyk de Leerlingen die Gratis onderwys genieten, volgens Art. 10 van het byzonder Reglement voor de Tekenkunde. Ook neemen zy alle les in alle zoodanige wiskundige Weetenfchappen , als tot hunne hoofd-ftudie noodzaaklyk zyn. 14. Het begin en einde van het Academisch jaar, de Vacantien, het dingen naar Prys en Plaats, de opklimming tot eene volgende klafle of order, de bepaaling der pryzen, de openlyke uitdeeling der medailles, pryzen, enz. zyn vervat in 't Algemeen Reglement op 't onderwys art. 15, 16, 17, 18, 19,20, 21 en 22, gelyk mede de punten, raakende de goede order en politie aan deeze Academie, in 't zelve Reglement te. vinden zyn. 15. Wanneer de leerlingen naar den prys dingen in hunne klasfe of order, worden zy zoo veel mogelyk afzonderlyk geplaatst, en wordt hun het uitrewerkeut: als dan opgegeeven door den Inftituteur, hetwelk zy. terflond moeten afwerken, wordende, indien het niet terltond afgewerkt wierde, op een ander uur of dag een ander ftuk opgegeeven : sde tyd, dien een Leerling tot deeze uitwerking betreedt, wordt door den Inftituteur aangetekend, om by de beoordeeling in aanmerking te komen, en mag nooit de een den ander in het vervaardigen van zyne proeve eenige hulp toebrengen , zullende anders de helper en de geholpene voor die reize hun recht van mededingen verliezen. 16. Wanneer een ftuk om naar den prys te dingen is afge-  ( 6ï ) afgewerkt, met den naam en toenaam van den Leerling en den datum wanneer het voleind was getekend, met by voeging van den juisten tyd die rot het uitwerken befteed is, wordt het door den Inftituteur aan de Academie bewaaid tot aan den tyd det beoordeelinge toe. 17. Alle zoodanige uitgewerkte ftukken, waar op een Leerling een prys ot de hoogfte plaats of nummer in de volgende klafle of order bekomen heeft, yeiblyvetï aan de Academie, en worden in een portefeuille nauwkeurig bewaard. iS. Behalven de mededinging om de Eere der overwinning, of om een zilveren medaille, aan de verfcheidene zulks verdienende klaflen door D. ü. geaccordeert (volgens 't Algemeen Reglement Art. 17; wordt'er ingevolge 't zelve Algemeene Reglement op 't onderwys art. 19. in de hoogfte order van de klaïfe der Bouwkunst, wanneer D. D, bevinden dat 'er in gemelde klafle een genoegzaam aantal bekwaame en des verdienende jongelingen voorhanden is, geduurende meer of min veertien dagen in de maand Mei op het gewoone uur gedongen, het eene jaar om de Eer der overwinning en het andere jaar om een Gouden medaille, welke uitgeloofd wordt aan die gene, die in den kortften tyd en op de beknoptfte, klaarfte en voldoendfte wyze heeft oplofling gedaan van 6 Problemata of voordellen, ingevalle van volkomene gelykheid tusfchen twee of meer mededingers door het lot te beilisfeiit deeze medaille is van den gewoonen ftempel, op de eene zyde het zinnebeeld der Academie, op de andere zyde den naam van hem die dezelve getrokken heeft, gegraveerd. Wanneer alleen om de Eer der overwinning gedongen wordt, wordt in plaats van een Medaille eene Atteftatie op Francyn gefchreeven met het zinnebeeld der Academie in ouwel of wasch 'er op, en door de volle Directie vertekend, deswegens aan den overwin» naar afgegeeven. J9.  C 62 ) 19. De Trekker van deeze medaille krygt boven dien eene Atteftarie door den Prefident en Secretaris vertekend, welke vermeld, by welke gelegenheid, met welk ftuk, en door wien deeze medaille getrokken is. so. De Conditiën, waar op de Directie deeze medaille uirlooft, of waar op om de Eer der overwinning een» mededinging zal plaats hebben, worden jaarlyks in de maand Maart bekend gemaakt, en moet een ieder, die verkiest mede naar den Prys te dingen, zich voor den eerften April by den Secretaris van de Directie aangeeven, ■i. De mededinging gefchiedt in het vertrek, alwaar de klafle der Bouwkunst tydelyks onderweezen wordt. 32, Tot het dingen naar deeze medaille, of naar de Eer der overwinning, worden alleen toegelaaten imo, tl« le Leerlingen, die aan deeze Academie in de kiasfe der Bouwkunde onderwys genieten , zoo wel de gratis toegelaatene, als de betaalende, en die van den beginne aan deeze Academie geleerd hebben, of ten minften de geheele klasfe der Bouwkunde aan deeze Academie zyn doorgekomen; ado _ alle die aan deeze Academie reeds hunne bevordering uit de klafle der Bouwkunst bekomen en een honorabel omflag als leerling ontvangen hebben, mits na dit ontflag niet meer dan twee Gouden medailles of Eere pryzen in de klasfe der Bouwkunft aan deeze Academie of elders getrokken hebbende. Alle, die nier onder bovengenoemde bepaaling vallen, kunnen als mededingers niet worden aangenomen, asAlle, die tot het mededingen naar de Gouden medaille  C «3 ) daille of Eer der overwinning in deezen zyn toege*» laaten, moeten zich aan de wetten der Academie, zoo verre het hen mogt raaken, en aan de Conditiën der mededinging onderwerpen, en dezelve by gelegenheid der toelaating ondertekenen. 24. Het mededingen naar de Goude medaille of Eere der overwmniDg, gefchiedt van den eerften Mei tot deri zestienden dier maand, een of twee dagen onbepaald, en wel op het gewoone uur dat aan de hoogfte order in de klasfe der .".ouwkunft anders onderwys gegeeven wordt, wordende precies een kwartier uurs na het begin van gemelde uur, telkens, door de Directie opgegeeven een ander Probkma, het welk terftond moet worden uitgewerkt zonder hulp van iemand, wie het ook zyn mogt, gedumende welke zestien dagen ieder mededinger zes verfchillende voorftelleu moet uitwerken en inleveren. Papier, enz. hiertoe benoodigd zynde, wordt door ieder mededinger op eigen kosten geleverd. 25. Hier by is altyd een Directeur tegenwoordig, aö. Een ieder, die zyn ftuk heeft uitgewerkt, vertekent her zelve met zynen naam, toenaam en datum, en geeft het terftond over aan den tegenwoordig zynden Directeur, die 'er terftond bet oogenblik der overgave op aantekent, wordende alle ftukken, die naderhand of niet terftond na de afwerking overgegeeven worden . of door eens anderen medehulp waren uitgewerkt, of indien iemand maar 4 of $ opgeloste voorftellen hadt ingeleverd, in de beoordeeling en toewyzing der medaille of der Eer niet mede gerekend, a7. Mi de volgens het voorfchrift overgegeeven. fi ik- fcen  ( 64 ) ken worden, door den prefenten Directeur in eene Kas aan de Academie geflooten en de fleutel van dien aan den in de totirbeurt vallenden Directeur overgegeeven. aS. De afgedaane (tukken worden door D. D. in de voor; noemde kas beflooten gehouden en bewaard tot aan de beoordeeling toe. 29. De oudfte der gene die reeds pryzen getrokken hebben, of, deeze niet aanweezig zynde. de oudfte der gene, die reeds hunne honorabele dimisfie a s Leerling hebben bekomen, of anders de oudfte Leerling heeft den rang. om de eerfte plaats te kiezen, doch deeze moet ieder avond een plaats opfchikken, en komt dus den tweeden avond onder aan: de overige mededingers volgen op dezelfde wyze. Wanneer in de hoogfte order van de klasfe der liouwkunft om de Gouden medaille of Eer der overwinning gedongen wordt, moet het gewoone dingen naar prys en plaats in die order gefchieden, van den eerften Maart tot den laatften April, blyvende evenwel de ftukken onbeoordeeld tot aan den gewoonen tyd der beoordeeling toe. Met het begin van Juny beoordeelt de Directie (volgens Art. 20 van 't Algemeen Reglement op het onderwys) de volgens de wetten en conditiën uitgewerkte ftukken der mededingers, en doet uitvvyzmg over de overwinning. De ftukken, waar op de overwinning behaald is', verblyven aan de Academie, wordende aldaar in portefeuilles bewaard. 32. De medailles en atteftatien daar by behoorende, of de  ( 65 > de Attestatien van de Eer der overwinning, worde» uitgedeeld by dezelfde gelegenheid als alle andere Pryzen. 33. Uitgewerkte voordellen, waar op de overwinning ia behaald, en de naam des overwinnaars worden voort na de uitdeehng der pryzen bekend gemaakt. Aldus beflooten en vastgefleld ter vergadering van D. D. der Academie van Teken Bouw- en Zeevaartkunde in Groningen den zeven en twintigden Juny BYZONDER. REGLEMENT op 't Onderwys voor 't Vak der Zeevaartkunde. Maart, April Mei en Juny, les igeevTn LTlLl 2 fZtB°{ NïW/e' uitgezonderd «es Saturdag* en Zondags, en de Vacantien by het Algemeen Reglement op 't onderwys bepaald. t. Om tot een bekwaam zeeman gevormd te worden moet een Jongeling leëren, imo de Arithmetica en All gebra, _do Geometrie, 3t«> de regtlynige en Klootfche Ir^onometne 4.0 de Geographfe en Stemkunde eï perfpectief, 5«> de Zeevaartkunde of Navigatie, Sc heepsbouwkunde berekening der lengte op zee:'en St boyendien byzonder te pas eenige vórderingen gemaakt te hebben, imo in de Tekenkunde, ,do de Franfche en Engelfche taaien, 3.io', zcilemaaken'en fplitfen 4«J cenC voorloop.ge kennis der naamen en van het gebïuik der zeilen, touwen, enz. op een fchip. ö P  ( 66 ) 3- Een Jongeling met goede zielsvermogens begaafd, ervan eenen niet leuien aart, met zyn nende Jaar beginnende te neemen de noodige Lesfen, om tot zeeman gevormd te worden, kan zyn loopbaan in vyf Jaaren Voleinden; van welke jaaren by in het eerde dient onderweezeu te worden in de Arithmetics en beginfelen der Algebra; in het tweede in de Geometrie en Platte driehoeksmeeting; derde in de klootfche driehoeksmeeting en Aftro- nomie; i——vierde in de Geographie, beginfelen der Perfpectief, dienende tot het afrekenen van Baaien, Kusten, Landvetkenningen enz. én Stuurmans-kunst. •_~~t vyfde in de Scheepsbotiwkunde en over het berekenen der Lengte op Zee, volgens de verhandeling, uitgegeeven door Commisfariflen het bepaalen der Lengte op Zee enz. betreffende. 3NB. Zie de verdeeling der Zeevaartkunde, opdefehets in het Vak der Bouwkunde. 4« Het Honorarium, door de vermogende Leerlingen 32n den Inftituteur te voldoen voor de leden in de Navigatie, is hetzelfde als dat van de kffen in alle andere wiskundige weetenfchappen, bepaald in 'tbyzonder Reglement op 't onderwys in 't Vak der Bouwkunde Art 5 De prys der lesfen in de Tekenkunde is mede te vinden' in 't byzonder Reglement, tot dat Vak betrekkelyk. Minvermogende kunnen (volgens Art. 6. van 't Reglement op 'c onderwys in de Bouwkunde) voor de helft van het gewoone Honorarium onderwys erlangen, gelyk mede voor een meikelyk minderen prys in de Tekenkunde, volgens Art, 4 van 't byzonder Reglement voor de Tekenkunde. Offchoon een Leerling f lang na den aanvang des cur-  C ) eurfus, de lesfen mogt beginnen by te, woonen, is de Inftituteur niet verpligt denzelven voor minder dan het volle Honorarium te admitteeren; maar zal een Leerling op het halve of auder gedeelte vau den curfus niet worden aangenomen, ten zy hy reeds ia het te vaoren verhandelde genoegzaam ervaaren zy, ondergaande deswegens het onderzoek, bepaald in het Algemeen Reglement op 't Onderwys Art. 5. 6. Een Leerling, die het tweede Jaar herhaalender-wyze. dezelfde les houdt, kan met de helft vau het Honorarium volftaan. , 7- Ieder Leerling, zoo wel gratis aangenomene als betaaiende, fchift zich op eigen kosten de noodige behoeften van Lei, Spons, GriffèR, enz. aan, 8. Tot het gratis bywoonen der le.sfen in de Zeevaartkunde, worden alleen toegelaaten zoodanige Jongelingen, die tot de Zetvaart worden opgebragt* en wèl», conform Art. 9, 10, u, ia, 13 en 14 van't Algemeen Reglement op 't onderwys, een bepaald getal, welke of wier ouderen onvermogend zyn tei becaalluge, en wier ouders of voogden, 01 iemand hunnentwege genoegzaam gemagtigd, van dit onvermogen een fchiifteiyke verklaaring by de aangave aan D D, afgeeven, bovendien voldoende aan de volgende vere^chten, 1. dat zy zyn van een zedig gedrag. 2. gezond en welgemaakt van lyf en leden, en van befewaame grootte. 3. boven de 10 en beneden de 14 Jaaren oud. 4. leezen en fchryven wel verftaande. Over het bovengenoemde zoo verre noodig vóór de admisfie wordende onderzocht, en den ouderdom te bevvyzen. Het getal van die Jongelingen wordt by provifie bepaald op 50 in 't geheel, welke in 5 Jaaren tyds in £ 2 al»  C 63 ) alle weetenfchappen art. 2 en 3 vermeld, genoegzaam onderwys kunnen genieten om tot bekwaame Zeelieden gevormd te worden. 'Er worden dus [aarlyks 10Jongelingen aangenomen, om gratis tot Zeelieden opgebragt te worden: na ommekomst van het vyfde Jaar, gaat 'er een gelyk getal Jaarlyks af. 7y worden geduurende die 5 Jaaren gratis onderweezen in alle de weetenfchappen, Kunften en Taaien, art. 1 en 3 van dit Regiement vermeld, 9. De Ouderen of Voogden der gene, die door D. D, uit de aangegeevene tot het gratis onderwys in de Zeevaartkunde zyn toegelaaten, moeten ter gelegenheid deezer, toelaating, met hunne naamsverteekening bekrachtigen en aan D, D. afgeeven het volgende verbandfchrift, 10. Wy ondergefchrecvene Ouders (of Voogden) van ons nagenoemd kind (of pupille) Verklaaren by deezen het gemelde kind (of pupille) ^volgens zyne eigene keuze, zonder hem daartoe te Hébben gedwongen, te hebben overgegeeven aan de zorgen en het opzigt van D. D. der Academie van Teken- Bouw-|en Zeevaartkunde in Groningen, ten einde den zeiven te doen bekwaam maaken tot de zeevaart, en vervolgens naar zee uittezenden; en vermits D. D. voornoemd op ons byzonder verzoek i ons voorfchreeven kind (of pupille) met dat oogmerk aanneemen, zoo verbinden Wy ons by deezen tot de volgende byzonderhaden. *. Dar wy de zorgen over ons kind (of pupille) op zigtelyk de leerwyzen in deezen, zyn Gedrag aan de Academie enz. geheel aan gemelde D, D. afftaan. s. Dat wy ons kind (of pupille voornoemd geheel en in den (terkften zin onderwerpen aan alle reeds gemaakte of nog te maakene VVVten en Reglementen van dee.-e Academie in 'c algemeen, en aan die voor de gratis aangenomens in 'c byzonder, 3'  C 69 ) 3. Dat wy ons kind (of pupille) zoo lange D. D. zulks, om hem bekwaam te maaken tot een goed zeeman, noodig oordeelen, als Leerling by deeze Academie zullen laaten verblyven, niet alleen; maar dat wy aan gemelde D. D. het volkomen recht toeftaan om den zeiven, geduurende den tyd van zyn leerüngfchap, een of meer zeereizen als Leerling of in welke andere hoedanigheid, en waar naa toe D. p. goedvinden, te laaten doen, met een fchip en ichipper ter keuze van en op Conditie door D. D. met den fchipper of reeders vast te (tellen; zonder dat wy of ons kind (of pupil) voornoemd daar omtrent eenige tegenfpraak zullen kunnen inbrengen, en hem in cas van defertie aan dispofitie van Ü. D. overlaaten. 4. Dat ons kind fof pupiüe; voornoemd, van zulk eene zeereize te huis komende, zich ogenbliklyk weder aan de Academie zal vervoegen, ten einde tot het verder houden der lesfen te worden toegelaaten. 5- Dat het loo door ons kind (of pupillej geduurende voornoemde reize verdiend, zal worden geïnt by D. ü., en tot derzelver dispofitie (taan, om ten zynen nutte geduurende zyn verder verblyf aan de Academie te worden bedeed. 6. Dat wanneer ü. D. ons kind (of pupille) eindelyk als Leerling van de Academie zyn ontflag geeven, hy als dan verpligt zal zyn terftond eene zeereize te doen in zoodanige hoedanigheid als overeenkomftig zal zyn met zyne gemaakte vorderingen , en het goedvinden der Directie, en zulks met een Groningfch ïcnip, alles ter keuze en op eonditien door D. D, voornoemd, voor deeze reize met de fchippers of reeders te maaken. 7. Dat wy ons kind (of pupille) geduurende den tyd nat ny de lesfen aan deeze Academie bywoont, van oehoorlyke kleeding, volgens gemaakte bepaaling van u. u zuilen voorzien, dewelke wy in eenen zuiveren ftaat zullen onderhouden, en zorgen dat ny altyd zmdelyk voor den dag kome, voorts hem zuueu voorzien van de behoeften tot het bywoonen der lesfen vereifcht, als Lei, Spons, griffels, enz. en hem xn huis of elders geene andere Kost- E 3 vvi»'  ( 7o ) winniag zullen laaten leeren, noch hem tot eenig ander werk gebruiken, maar ons fteeds zullen beyveren om hem alleen dat gene te laaten beoefenen, war tot zyne lesfen in de Zeevaartkunde betrekking heeft, alles tot genoegen van D. D, 8, Dat, wanneer D, D. om eene of andere reden hem 'binnenstyds zyn ontfljg mogten geeven, of de Lesfen deezer Academie ontzeggen, wy hem weder tot ons zullen neemen, zonder dat D. D. voornoemd verpligt zullen zyn ons de redenen daar van medetedeclen. „ , Alles onder verband van onze perfoonen en goederen als naar Rechten. Aldus gedaan in Groningen deu.... li. Een Jongeling, den tyd van zyn Leerüngfchap met het houden der Lesfen aan de Academie, of met het tuifchen beide doen eener of meer zeereizen, door gebrast en zich tot genoegen van D. O. gedraagen hebbende, verkrygt van dezelve eene acte van demisüe, gefchikt naar de maate der kundigheden die hy geduurende zyn leerlingfchap zal hebben opgedaan, en hier mede zyne eerfte reize na zyne demisüe ingevolge art. 6 van het Verbandfchrift beginnende, wordt hy na volbrenging van dezelve aan zyne eigene keuze overgelaaten. 12. Allen den Jongelingen, 't zy zy te vooren betaalende Leerlingen gevveeft zyn of niet, zonder onderfcheid, die van hunne eerfte zeereize na hunne honorabele demisüe terug komen, als mede alle volgende gekgenheden dat zy aan de Wal vertoeven, zal twee uuren *s weeks iu eene voor hun afzonderlyke aangelegde gratis Les, gelegenheid gegeeven worden zich nader in hunne Kunst te volmaaken, en de noodige ophelderingen te erlangen. De Kleeding beftaat uit een Zeeroans kamizool of ïakket vau doi.ker blauw laken, een geftreepte lange mes-  C 7i > mesquite broek, een kort kamizool van roode Stofragie, zwarte wollen KoulTen , Schoenen met riempjes , een ronden hoed met een (malle rand, en om des Zondags te draagen om den hoed, een blauw lint, waar op met groote letters is gedrukt zeevaart. NB. Het lint op kosten der Academie. 14. De Leerlingen neemen alle les in de Tekenkunst en wel bepaaldelyk dte, welke gratis onderwys ontvangen, volgens art. 10 van 't byzonder Reglement voor de Tekenkunde, gelyk ock in alle Wiskundige en andere Weetenfchappen, art. a en 3 van dit Reglement vermeld. 15. Het begin en einde van het Academisch jaar, de vacanaen, her dingeu naar prys en plaats, de opklimrr/ing tot eene volgende klaffe of order, de bepaalinw der pryzen, de openlyke uitdeeling der medailles, pryzen enz. zyn vervat in 'tAlgemeenReglement op 'tonderwys art. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22, gelyk mede de punten, raakende de goede orde en politie aan deeze Academie, in het zelfde Reglement te vinden zyn. 16. • Wanneer de Leerlingen naar den prys dingen in hunne klafle of order, worden zy zoo veel mogelyk afzonderlyk geplaatst, en worden hun ieder door den Intrituteur twee verfcheidene voordellen gegeeven om uittewerken, 't welk zy terdond moeten verrichten; wordende, indien het niet terdond afgedaan wierde, op een ander uur of dag twee andere voordellen opgegeeven. De tyd, welke een Leerling tot deeze uitwerking bedeedt, wordt door den Indituteur aangetekend om by de beoordeeling in aanmerking te komen ~ en mag nooit de een den anderen in 't verv"rd'fcn van deeze dukken eenige hulp toebrengen, zullende anders de helper en de geholpene hun recht vau mededinging voor die reize verliezen. 17.  ( f2 ) yh®f* ^ foftsicrii?^J os? ,:Soid sriüpMtt Wanneer de Stukken om naar den prys te dingen zyn afgewerkt, met den naam en toenaam van den Leerling en den datum, wanneer dezelve voleind zyn, getekend, met by voeging van den juisten tyd die tot liet uitwerken bedeed ie , worden ze door den InftitU' teur aan de Academie bewaard tot aan den tyd der beöordeeling toe, als wanneer* alle gemelde (tukken door den Inftituteur aan D. ü. worden overgegeeven. 18. Alle zoodanige uitgewerkte ftukken, waar op een Leerling eenen prys of bevordering tot eene hooeere klafle of order bekomen heeft, verblyven aan de Academie , en worden in eene portefeuille nauwkeurig bewaard. Eehalven de gewoone mededinging om de pryzen, die in dit Vak plaats heeft op die wyze als in het Vak der Bouwkunde, heeft 'er, ingevolge 'tAlgemeen lleglement op 't onderwys art.