M A G A Z Y N VAN STUKKEN, TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. 1. EXTRACT uit de Refoïutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West-Vrieslandt , in hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen op fPoensdag den 16 Otloher 1^82. K3e Heeren Gedeputeerden der Stad Anilterdam hebben ter Vergadering gedaan, en vervolgens in Gefchrifte overgegeven de navolgende Propofitie. Propofitie vail Gedeputeerdender Stad FM. Deel. A De  2 VERZAMELING van STUKKEN jimflerdam, conccmeerende de faak van dengevangen de Witte o . ver Correspondentiemet den Vyand, door den hoogen Krygsraad. ComrnisforiaaJ; en Commisfie aan fyn Hoogheid omtrtnt de furcheance. Ï5e Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam hebben uit naam van de Heeren hunne Committenten ter Vergadering van hun Ed. Gr. Mog. voorgedragen : Dat welgemelde Heeren Committenten geinformeert zynde geworden, dat feekef Perfoon de Witte genaamt, befchuldigt is, correfpondentie met den Vyand te hebben gehouden, ten einde een gedeelte van deefe Provincie, namelyk het Eiland Goeree, geleegen aan het Zeegat deefer Provincie van denfelfden naam,het fydan directelyk aan den Vyand verradelyk te doen overgaan; ofwel ten dien einde, een andere Plaats in het naby geleegen Eiland Schouwen, vooraf in 's Vyands handen te doen vallen : Dan het welk in de betrekking die deefe Provincie tot de faake heeft, nog in de verpligtinge, om dien aangaande een naauwkeurig onderfoek te laten doen, geen verandering maakt: Voorts nog geinformeert zynde, dat, niettegenftaande de quaüteit van het voorfz. delift, daar over prcctenfelyk Procedures door den Hoogen Krygsraad in den Hage, tegen den Delinquant geëntameert,hy van het voorfz. delict geconvinceert , en tegen hem eene pratenfe Sententie gearrefteert, maar nog niet geexecuteert foude weefen: Hebben begreepen,dat de Hoogheid en Souverainiteit van deefe Provincie in allen gevalle door ecu foodanig attentaat ten  tot de MILIT. JURISD. &c. 3 ten fterkflen is geattacqueert geworden; als raeede,dat de allergewigtigfte belangen van defelve foodanig in deefe laak zyn geconcerneert, dat de indispenfable pligt van hun Ed. Gr. Mog. naar de gedagten van de Heeren Committenten vordert, dat door het Geregtshof van deefe Provincie aangaande de waare omftandigheeden van het voorfz. verraad, en allen den geenen,die daar in gewikkeld fouden mogen zyn, naauwkeurig onderfoek worde gedaan,en op eene wettige en beftaanbare wyfe tegen den Delinquant, die fig actueel binnen het Territoir van deefe Provincie bevind,en tegen die geenen, die na een wettig verhoor bevonden fouden mogen worden fyne Complicen te zyn, worde geprocedeert: mitsgaders dat het voorfz.'Hof ten dien einde door hun Edele Gr. Mog. worde gequalificecrt en gelast de Delinquanten te doen apprehendeeren, of die reeds in arrest genomen zyn, over te neemen. Om welke redenen de Heeren Committenten Heeren Gedeputeerden voornoemt, hebben gelast, ten dien einde de nodige Propofitie aan hun Ed. Gr. Mog. te doen,en ten fterkllen te infteeren, dat de v.oorfz| prcetenfeprocedures, als notoirlyk inromr petent, mogen worden verklaart nul, cn onbeftaanbaar te zyn; en dat dien volgende Prajfident en Raaden van den Hove van Holland ten ipoedigfte, en fonder ©enig tydverlies mogen worden gelast, den voornoemden de Witte uit "handen van A 2 gemelde  4 VERZAMELING van STUKKEN gemelde Hogen Krygsraad over te neemen; daar toe den Drost vandenHove,behoorlyk geadfifteerd, naar den Provoost te fenden,en in cas van refiftentie? van hun Edele Groot Mog.naderevoorfieningetevenoeken, ten einde de Rechten van de Souverainiteit van deefeProvincietedoenrefpe£teeren;enlaatftelyk tegen den voornoemde de Witte en desfelfsComplicen teprocedeeren,fooalsin goede Juftitie bevonden fal worden te behooren. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat het voorfz. geproponeerde fal worden' geè'xamincert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de faaken van de Juftitie, met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op ten fpoedigften gediend van derfelver confideratien en advis; En is wyders goedgevonden de Heeren la Clé, Burgemeefter der Stad Haarlem,van Zeebergh,Penfionaris derfelve Stad, van Lith de Jeude Burgemeefter der Stad Delft, Emants , Penfionaris derfelve Stad,_ en den Heer Raadpenfionaris , te committeeren, foo als gecommitteertworden by deefe, om aan fyn Hoogheid kennis te geven van het verlangen en de verwagting van hun Edele Groot Mog. dat handende hun Edele Groot Mog. deliberatie ° over de voorfz. faak, daar aan geen prejudicie fal worden toegebragt, maar alles daar omtrent gehouden in ftate en furcheance. Accordeert met de voorfz. Refolutien. IL  tot de MILIT. JURISD. &c. 5 I I. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in haar Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Donderdag den 17 Oëïober 1782. J£3e Heeren La Clé, van Zeebergh, van Lith de Jende, Emants en van Bieiswyk, als gecommitteert by Refolutie van hun Ed. Groot Mog. van gifteren tot het afleggen eener Conrmisfie by fyne Doorlugtige Hoogheid den Heere PrinceErfitadhouder,hebben ter Vergadering gerapportecrt: dat fy even voorden tyd, door Zyn Hoogheid beftemt, ora de gedecerneerde Commisfie alhier binnen den Ha ge , werwaards Zyn Hoogheid expresfelyk van de Oranjezaal gekomen was,, op te wagten, in één der Vertrekken vani Heeren Gecommitteerde Raaden by den1 anderen waren gekomen, en lig vervolgens' gefaamentlyk naar het Stadhouderlyk Kwar-! tier begeeven hadden door de buiten Gal-< lery langs het Binnenhof, voorafgegaan1 zynde en gevolgt wordende door fes B00-' dens van Staat , terwyl fy intusfchen! door de Militie, op het Binnenhof in de. Wapenen ftaande , met de Spontons en. A 3 het Rapport van hun Ed. Groot Mog. Gecomnitteerlens i an hunne Commis. byfyn Hoogheideniet be:oomeiimtvoord,■oncericeren • ie de ïurcliemce in lefaak •an den revan. ren de Witte  C VERZAMELING van STUKKEN doonlen hooien Kry.rs ■ raad,over Cor espondent ie met den Vyand , uit kragt der Propofitis door Gedeputeerden!van AmJierdamdaar over gifteren gedaan. Copie aan do Leden tot de de. li 'teratie over het daar op u 't te hrsngen Hapert. : ] : ] l j 1 liet Vaandel waren gefalueert. gelyk meede by die geleegentheit de Trommel geroert was: Dat fy by het einde van de gemelde Galdery aan de Deur by den grooten Trap door Zyn Hoogheid, verfeld van desfelfs Hoffïoet , waren ontfangen, en binnen geleid zynde, boven aan den Trap de Cent-Suisfes, en vervolgens ook de Guardes du Corps van Zyn Hoogheid, in de Wapenen hadden gevonden, welken aan de Commisfie de gewoone groote honneurs deedcn: Dat fy wyders verfcheide Appartementen, vervuld met Edellieden, Adjudanten, Officieren, en diverfe Perfoonen, tot Zyn : Joogheids Hofhouding behoorende , zynde doorgegaan, waren gekomen in de-Kamer, tot de receptie gefchikt, alwaar aan het hoom eifl.4e de Stoelen voor hen Heeren Gecommitteerdens, en daar over een Stoel vooï Zyn Hoogheid, waren geplaatst: Dat fy Heeren Gecommitteerden gezeeten synde, Zyn Hoogheid niet alleen geinforneert hadden van de Refolutie Commisforilal, door hun Ed. Groot Mog. op gifteren, net betrekking tot het geproponeerde door de rlceren van Amfterdam, genomen, maar in iet byfonder ook, dat hun Ed. Groot Mog., :onlidereerende het groot gewigt en aanbeang der faak, in de gemelde Propofitie /ervat, deefe Commisfie fpeciaal hadden ^edecerneert, om Zyn Hoogheid kennis te *eeven van het verlangen en de verwagting /an hun Ed. Groot Mog., dat, hangende hoogs;  tot de MIUT. JURISD. &c. 7 hoogst derfelver deliberatien over den inhoud der voorfz. Propoiitie aan de faak felve geen praejudicie foude worden toegebragt, maar alles gelaaten in ftaate en furcheance: Dat welgemelde Zyne Hoogheid daar op aan hen Heeren Gecommitteerden mondeling had toegevoegt, en naderhand fchriftelyk overgegeeven het navolgend Antwoord: Jjjc hebbe reeds in de voorleede week nodig geoordeelt de Stukken van het Proces, het Avelke door den Fiscaal van de Generaliteit tegen den gevangen Vaandrig de Witte gevoert is, te fenden aan den- Hove van Holland , Zeeland en Westvriesland , ten einde dat Hof met betrekking tot de verdere Perfoonen,die in defelve faak.geraakt fouden mogen zyn, foude konnen dispo'neeren, foodanig als bevonden fal worden in goede Juftitie te behooren, waar van dan ook het noodwendig gevolg moest zyn eene provifioneele furcheance van de executie der Sententie tegens dien gevangen Vaei> drig geweefen, tot foo lang volkomen blyken foude, dat die Vaendrig niet meer foude behoeven te worden gehoort of geconfronteert ter overtuiging van een of meer andere Perfoonen. > Voorhet overigeben ik vanbegrip,datde gevangen Vaendrig de Witte door fynen competenten Regter is gejugeert. Ik t wyffele niet, dat,wanneer de Propofitie,die A 4 op  8 VERZAMELING van STUKKEN Op gifleren door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam ter Vergadering van haar Ed. Groot Mog. is gedaan, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere hunner Ed. Gr. Mog. Gecommitteerdens tot de faaken van Juftitie met Commisfarisfen van den Hove ter voldoenmge aan hoogst derfelver Refolutie commislbriaal fal zyn geé'xamineert, welgemelde Heeren Gecommitteerdens aan haar Ed. Gr. Mog. fullen rapporteeren dat myn begrip niet ongefundeert is ; dog, indien tegen alle verwagting voorgemelde Heeren Gecommitteerden van een ander gevoelen waren, en in dier voegen een Rapport aan hun Ed. Gr. Mog. uitbragten , verfoeke ik, dat hoogst defelve behagen moge, alvorens eene finale Refolutie te neemen, my het felve Rapport te willen communiceeren, en my geleegenheid te verfchaffen, om fchriftelyk aan hoogst defelve onder het oog te brengen, de gronden, waar op ikvermecne, dat gemelde Vaendrig de Witte wel en te regt door den Hoogen . Krygsraad is gejugeert. Aldus overgegeeven den 17 October I7<'!a. Was geteekent, W. Pr. v. ORANGE. Waar na fy Heeren Gecommmitteerdens aangenomen hebbende, om hier van aan hun Edele Groot Mog. Rapport te doen, vervolgens weder waren gereverteerd en uitgeleid op  tot de MILIT. JURISD. &c. 9 op defelfde wyfe, en onder het betoonen van gelyke honneurs van wegens de Militie, als fy waren gerecipieerd geworden. Waar op gelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, de voorfz. Heeren Gecommitteerden voor hun gedaan Rapport te bedanken en derfelver verrigte te approbeeren; en dat voorts Copie van het voorfz. gerapporteerde fal worden gegeven aan de Leden, om by de deliberatien over het Rapport dat van het Befogne op de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam gifteren gedaan ter Vergadering fal worden uitgebragt , daar op meede foodanige reflexie te maken als bevonden fal worden te behooren. Accordeert met de voorfz. Refolutien. I I I. MISSIVE van Zierikzee aan Gecommitteerde Raden over den Vaandrig de Witte. EDELE MOGENDE HEEREN! C3p den %6 der jongst afgeloopene Maand hebben wy vernoomen, dat den Vaandrig ds Witte onder het Regiment van den Lieutenant Generaal van Yfenburgh, thans alhier Guarnifoen houdende, uit den Eilandevan Schouwen, alwaar op een der Buitenpoften A 5 was  ïo VERZAMELING van STUKKEN was gedetacheerd, na 's Hage in Gevangenis is getransporteerd, zonder dat wy tot heden eemge zekere bewustheid hebben, waarin de waare oorzaakcn van zyne apprehenfie zouden gelegen zyn. Uit de algemeene .yjerugten en Nieuwspapieren moeten wv beiluyten en vastftellen , dat den voorn Vaandrig de Witte zig zoude hebben fchuldig gemaakt aan eene Verraderlyke Verftandhoudmg met den Vyand,door hetformeeren van feekeningen en Plans, om was 't mogciyk dit Eiland vyandelyk te attacquecren en te overrompelen ; ja zelfs dat reeds tegen denzei ven eenige Crimineele Procedures, over en-ter zaake voorfz. zouden wezen geëntameert. Deze Gerugten Edele Mogende Heeren, verfpreiden zig van dag tot dag, en houden ons, m eene geduurige onzekerheid, in hoe verre dcnzelven zig hier omtrent zouden hebben vcrgeeten en fchuldig gemaakt, dog veroorzaken niet te min by ons eene allefints billyke angstvalligheid, wanneer wy nagaan , in hoe verre ' denzelven hier in reeds zoude kunnen wezen gereusfeert, en de aller veruitzienftc gevolgen welke uit zoo een malitieus conduite, zoo voor de publyke veiligheid van deze Provincie in 't gemeen, als fpeciaal van deze Stad en Eilande zoude kunnen refulteeren. Deze onze ongerustheid word niet weinig vergroot,wanneer wy in overweeging neemen met alleen den flegten ftaat van on ie Batteryen en de daar toe behoorende Amunitie, maar ook  tot de MILIT JURISD. &c. n ook die van ons alhier zynde Guarnifoen en het geringe getal Manfchappen welke in ftaat zyn om behoorlyk onder de Wapenen te worden gebragt, in gevalle het den Vyand eens mogte geluften,onverwagts,een Coup op dit Eiland te doen, bedraagende het getal derzelve, na aftrek van de Zieken en Verlofgangers, volgens eene juifte opgaave ons ten dien einde gefuppediteert, niet meerder dan circa 550 Man zo Officieren als Gemeenen. Wy hebben uit de vorengem. omfte.ndigheden waar in wy ons gebragt zien, en tot confervatie vandepublyke veiligheid van deze Stad en Eilande, vermeent, in dezen niet langer te moeten ftille zitten,maarvan onfen indispenfablen pligt geoordeelt, deswegens ten fpoedigften ons aan U Ed. M. by Misüve te moeten addresfeeren, en daar by teffens U. E. M. onder 't oog te moeten brengen, de weinige adfiftentie en vrucht die men zig van de alhier aangelegde Batteryen zouden mogen belooven en verwagten , vooral wanneer men daar by veronderfteld, dat den Vyand mogelyk van alle deze byzonderheeden geinformeert zynde, eens onverwagts een aanval op dit Eiland mogte goedvinden te waagen; U. E. M. dierhalven op 't vriendelykfte dog te gelyk ferieufelyk verzoekende, dat van wegens U. E. M. aan Z. D. H. den Heere Prince van Orange en Nasfau als Erfïtadhouder dezer Provincie werde te kennen gegeven, den wezentlyken ^wakken Haat van defenfie van dit ons Eiland,  12 VERZAMELING van STUKKEN land, en de aller facheufte gevallen welke liet zelve fomwylen ten gevolge zoude kunnen hebben, ten ?y hierin niet fpoedie en op eene gepafte wyze werde voorfien ; met ernftig verzoek dat Hoogstdenzelven het daar heenen gelieve te dirigeeren, dat, of de door het gegeevene verlof dificieerende Manfchappen, door een genoegzaam Renfort worden gefuppleert, of wel, dat de reeds gegevcne Verloovcn mogen werden ingetrokken. Dat met opzigt tot de Geprcetendeerde,en met den Vyand Verraaderlyke gehoudene Correspondentie van den voorn. Vaandrig de Witte, by hoogstdenzelven, van wegens U. E. M.-al verder werde verzogt, en geinfteert hangende hoogst der' felver deliberatten , aan de faak van den meergemelden Gevangen geene prejudicie mogt worden toegebragt. Dat, gelyk de Vertooner daar uit moet befluiten , dat in twyftel word getrokken, of de meergemelde Vaandrig de Witte te regt door den Hoogen Krygsraad der vereenigde Nederlanden is gcfententieert, en hy Vertooner in deefe faak, volgens fyne be-  44 VERZAMELING van STUKKEN beëedigde Commisfie enlnftructie evenwel niet anders heeft kunnen en mogen doen,dan tegen deefen Gevangen voor den Militairen Regter te proccdeeren; hy Vertooner fig thans bevind in eene feer moeyelyke omftandigheid,om in het vervolg deeferfaake de Commisfie en Inftructie door U Hoog Mog. aan hem Vertooner gegeeven , in agt te neemen,in gevalle naamelyk door de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland mogt worden begreepen dat het Geregtshof van Holland was den competente Regter van den meergemelden Vaandrig de Witte, en dat die Gevangen mitsdien aan het felve Hof behoorde te worden overgegeeven. Reedenen; waaromme de Vertooner fig keert tot U Hoog Mog., reverentelyk verfoekende, dat U Hoog Mog. hem Vertooner gelieven te doen toekomen de nodige en tydige ordres, hoedanig hy Vertooner fig in deefe fal hebben te gcdraagen,indien de overgave van den meergemelden gevangen Vaandrig de Witte door den Hove van Holland , op last van hun Edele Gr. Mog. van hem Vertooner mogt worden gevordert. Onderftond, 't Welk doende, etc. Was geteekent, J. G. van Oldenbarnevelt, genaamt Tullingb. Waar  tot de MILIT. JURISD. &c. 45 Waar op gedelibereert zyndë, is goedgevonden en verftaan, dat het voorfchreeve Adres fal werden geëxamineert door de Heeren /an de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de faaken van de Juftitie,met Commisfarisfen van de Hove, en de Vergadering daar op by de voorige commisforiaal van den 16 deefer,en van beeden, ten fpoedigften gedient van der felver confideratien en Advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. XI. MEMORIE , contineerende de gronden door Heeren Commisfarisfen van den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland in het groot Befogne van den 30 October 1782 voorgedraagen, tot adltruclie van het daar achter volgend Advis van vvelgemelden Hove. 't lf S aan U Edele Mog. uit het Antwoord van Zyne Hoogheid aan Heeren Gecom mitteerden van haar Edele Gr. Mog., waar van het Rapport aan haar Edele Gr. Mog. op den 17 October deezesjaars door welgemelde Heeren Gecommitteerden is uitgebracht , bekent, dat Zyne Hoogheid in de toen voorleeden week, de Stukken van *t Proces, 't welk door den Fiscaal van de Ge- Refoï. :ommilT; 16 en 23 O Sober 1782.  46" VERZAMELING van STUKKEN Generaliteit, tegen den gevangen Vaandrig de Witte gevoert is. aan het Hof heeft toegezonden, ten einde het Hof, met betrekking tot de verdere Perfoonen, die in ■ dezelve zaak geraakt zouden mogen zyn, zoude kunnen disponeeren , zodanig als bevonden zoude werden in goede Juftitie te behooren, En wy hebben voorts de eer U Edele Mog. te informeeren, dat wy gemelde Stukken geëxamineert hebbende, dezelve vervolgens aan den Procureur Generaal ter hand geftelt hebben, ten einde na examinatie mede van dezelve, ons te dienen van deszelfs confideratien en advis. Dat wy intusfchen order geftelt hebben, om den Perfoon van van Brakel die in gemelde Stukken voorkwam , als die geen,welke voornoemde de Witte tot de daad, waar over hy befchuldigt is, had de aangezet, en gepermo veert, aan te houden; zoo als het zelve dan ook reeds den; 15 Oétober is gefchied, met dat gevolg, dat dezelve thans werd gedetineert in de Caftelenye van den Hove. Dat de Procureur Generaal vervolgens 'tHof gedient heeft van deszelfs fchriftelyke Confideratien en Advis; Dat het Hof, kort te vooren ontfangen hebbende haar Edele Groot Mog. Refolutie van den 16 -October deezes jaars,welke is het object van het jegenwoordigè Befogne,gemeent heeft , nu vooraf en voor alles te moeten obtemporeeren aan de ordres van haar • ■ Edele  tot de MILLIT. JUR1SD. &c. [ 47 Edele Groot Mog. by hoogst der zeiver Refolutie vervat,en dus overliet geproponeerde van Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam te moeten delibereeren. En wanneer wy dan gemelde Propolitie hebben geëxamineert, bevonden, dat by dezelve eerst en voornamelyk, quod ad faclam, is voorgedraagen, dat der Heeren Gedeputeerdens Heeren Committenten waren geinformeert;,, dat zeker Per„ foon, de Witte genaamt, befchuldigt. „ was , correspondentie met den Vyand „ te hebben gehouden,ten einde een ge,, deelte van deeze Provincie , namelyk „ het Eiland Goerée, gelegen in het Zee„ gat deezer Provincie van denzelfden „ naam, het zy dan direételyk aan den „ Vyand verraderlyk te doen overgaan, „ of wel,tendien einde een andere Plaats, „ in het naby gelegen Eiland Schouwen, „ vooraf in 's Vyands handen te doen „ vallen." En om die grond dan van applicatie te kunnen maaken, adfumeeren Heeren Gedeputeerdens, dat de Witte, moet geconiidereert worden in het Territoir te zyn van deeze Provincie , ten dien effecte , dat de maxime, ubi teinvenio, ibitepunio, ten zynen opzigte in aanmerking zoude komen. Betreffende dan de Hoofdgrond, dat de Witte befchuldigt word van verftandhouding met den Vyand, over een aan- flag ConfideratienopdePropofitievan de Heeren van Am~ fleriam.  43 VERZAMELING van STUKKEN ilag tegen eem gedeelte van deeze Provincie ; Daar omtrent zegt Zyne Hoogheid by hoogstdeszelfs Misfive aan hun Ed. Groot Mog. van den 13 October 1782: „ dat het voor„ name point, door de Witte geconfefl'eert, „ eigentlyk hier in beftond, dat hy, als „ commandeerende Officier teBrouwersha„ ven (alwaar hy trachten zoude het Com„ mando, geduurende den Winter, alleen „ te bekomen, en waar door hy dan ook de „ Batterye den Os, alleen commandeeren „ zoude) behulpzaam zoude zyn in een j, Landing, welke de Vyand op het Eiland „ Schouwen zoude mogen onderneemen ; „ Dat de Witte ook had betuigt, dat fchoon j, hem gefprooken was van hier over , of i, over het Eiland Schouwen, hem nogtans „ het Eiland Goedereede, nog eenige ande„ re Plaats in Holland , genoemt was, als „ of de Vyand eenigen toeleg daar op zou„ de hebben.', En zaakelyk hier meede overeenkomftig is ook de bevinding van het Hof, by examinatie van de verhooren, en verdere Stukken door Zyne Hoogheid aan het Hof ter hand geftelt. De vraag is dan; kan hier meedebeftaan het voorgemelde in facto gepofeerde bv de Propofitie? _ En de beantwoording van deeze vraag is van het alleruitterfte aanbelang; want is het zoo, dat de misdaad waar van de Witte  tot be MILIT. JURISD. &ci 49 Witte befchuldigt is, alleen tot Schouwen, en niet, of niet mede tot Goeree, betrekkeIykis, zou de geheele Propofitie, als op datfaétum, als de hoofdgrond gefundeert, vervallen. By de Propofitie werd gepofeert, dat de Witte met de daar by gemelde misdaad befchuldigt is. Hoe moet dit Opgevat worden? extrajudicieel, in pracedente informatien? of judicieel by den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit by den Hoogen Krygsraad ? Extrajudicieel. Daar omtrent kunnen wy U Edele Mog. informeeren, dat onze bevinding, uit de ons overgegeeven Stukken, en fpecialyk uit zeker kort narré van het verhaal ten huize van den Heer Raadpenfionaris door den thans by den Hove gedetineerden van Brakel, hoofdzaakelyk overeenkomt, met de opgave by de Misfive van Zyne Hoogheid aan hun Hoog Mogende, dan daar in komt wel voor, dat zeker Engelfch Officier aan van Brakel, maar niet, dat van Brakel aan de Witte zoude gezegt hebben, dat de aanflag op Goedereede, of op Schouwen, met een verder uitzigt op Goedereede gemunt was; of dat de Kaartjes moeften dienen, om de ondieptens te weeten, ten einde door 't Brouwershavenfche Gat een Landing op Goedereede te doen; Judicieel. vid. Art. 39. van "t vefhoor van dato 5 October 1782. „ Of hy niet „ moet bekennen zig te hebben fchuldig „ gemaakt aan verfiandhoudine, ten cinrilI.Deel. D B' „ de  50 VERZAMELING van STUKKEN „ deden toeleg, die den Vyand volgens ,, zyne gedagten, had gemaakt, orn een „ Landing op Schouwen te doen, te favo„ rifeeren, en daar in, na zyn vermogen „ behulpzaam te tyn, om die te doen ge„ lukken? Welk befluit hier dan uit op te maaken? Dunkt dif, dat de zaak zich juist zoo praxifé nietheefttoegedraagen, als de uitdrukkingen by de Propofitie medebrengen, namelyk dat de Witte befchuldigt zou zyn &c. &c. Maar echter, dewyl de Witte by het 38 Art. van 't voorfz. Verhoor , gevraagt zynde, of van Brakel ook van een aanflag op Goeree heeft gefprooken; geantwoord heeft: op Walcheren, of Schouwen, of hier over; dat de Witte wel geweeten heeft, dat de Landing, ook zou kunnen gefchieden op Goerée, en dat hy ook in dat geval, zig geneegen getoont heeft, om eene dan voorafgaande landing of aanflag op Schouwen , te favorifeeren. En in die, fchoon dan min fterke zin, zou men kunnen en mogen zeggen, dat de misdaad van de Witte ook haare betrekking had, tot deeze Provincie. Verder gaan Heeren Gedeputeerden voort, „ dat niettegenftaande de qualiteit „ van het voorfz. delifl, daar over praïtenfe„ lyk Procedures door den Hoogen Krygs„ raad in den Hage tegen den delinquant 5, geëntameert, hy van het voorfz. deliét « ge-  ïot de MILIT. JURISD. &c, £i geconvinceert, en tegerts hem eene prcetenfe Sententie gearrefteert, maar nog niet geëxecuteert zoude weezen. De Proceduures ter deezer zaake, voor den Hoogen Krygsraad gehouden, in confeffo zynde, valt op dit fubjeét. alleen de aanmerking op de woorden, niettegenflaaude de qualiteis van het voorfz. deliS, te kennen geevende in haare connexië, en gevoegt met het gunt verder volgt in deeze Propofitie, dat de Heeren van Amfterdam van opinie zyn, dat de Hooge Krygsraad, onbevoegt is, om over: deeze misdaad te cognosceeren; Om hier op dan onze confideratien aan het Befogne meede te deelen, zoo fchynt het onderzoek ten dien opzigte zig voornanlelyk te moeten bepaalen, of deze misdaad van de Witte een Militair of Commun deliét zy; ofwel een puur Militair,, of Commun dilict? Hier omtrent zyn by ons eenige fpeculatien gevallen. Pramitt. de misdaad Van de Witte werd in deszelfs circum/lantien, door zyn Hoogheid uit de Verhooren van de Witte (welke wy daar op nagezien en hoofdzaakelyK conform bevonden hebben, gcdescribeert, zie de Miffive aan hun Hoog Mog. pag. 33- Voor het fentiment, dat deefe misdaad zoo als dezelve gecircumftantieert is, een Militair , en wel zelf een puur Militair delict zou zyn , (van welk fentiment Zyn D a Hoog-  $2 VERZAMELING van STUKKEN Hoogheid is) doet, het gunt Zyn Hoogheid ten dien opzichte, by Hoogstdeszelve gemelde Misfive aan Hun Hoog Mogende heeft geavanceert, „ namelyk dat de „ Witte als Militair Officier, te Brouwers„ haven commandeerende,de landing van „ den Vyand op het Eiland Schouwen „ moest begunftigen, hoedaanige misdaad „ door een Burger perfoon in dier voege ,, niet kon worden begaan:" en daar toe zoude dan, tot Confirmatie, kunnen werden geallegeert dedefcriptie door denPraelident van Bynkershoek gegeeven, van een Commun delict, door een Militair gecomraitteert, quod fcïlicet miles admittit, fineullo militia refpe&u. Ergo a contrario &c. Dan tegen het gemelde fentiment, militair dat de Witte niet dadelyk in zyn post, als Commandeerend Officier , de eene of andere Batterye heeft overgegeeven , of qualyk gedefendeert , maar dat zyn geheele misdaad daar.in beftaan heeft,dat hy heeft gedelinqueert in animo, dat hy namelyk heeft gezegd, geneegen te zyn, om den Vyand in deszelfs aanflag te favorifeeren, zonder dat 'er een misdaad eigentlyk is geperfe&eerd; of dat anders hetperfecteeren der misdaad heeft beftaan in geene andere daaden, dan die door een yder, zelfs geen Militair zynde, konden gepleegd worden , als daar is het opgeeven der Batteryen , Kanon , Caliber , Sterkte van het Guarnifoen, het geeven van een Kaartje, &c. En  tot de MILIT. JURISD. &c. 53 En dit laatfte fentiment,en vervolgens, dat de misdaad van de Witte is geweeft' een Commun delict, heeft in onfe deliberatien geprsvaleert, boven het andere. Dan, boven dien, is ten deezenby ons in confideratie gekomen , de quaüteit van het deli£t\ voor zoo verre het zelve namelyk is geweeft Verraad of hoog Verraad , dat namelyk daar over de Cognitie,als behoorende tot de Cafus Regii door den Souverain, aan den hogerenPoliticquenRechter ten allen tyde, en zoo ook byzonder by bet 8 Jrticul van'sHofs Infïru&ie aan den Hove is gedemandeert,zonder dat daar tegen geacht kunnen werden te obfteeren de gereclameerde Articulen uit de Articulbrief van den jaare 1705; waar van ftracx gelegenheid zal zyn, om nog eenige meldinge te maaken. Maar hier ryst nu verder dc vraag ? Is nu hier mede geconftateert^ravwms Jurisdi&ie van bet Hof, en wel van het Hof, als 'tHof van Holland ("hoedanig het na de gronden by de Propofitie gelegt, alleen ten deeze in confideratie komt) ? Om dit te conftateeren, zoude waar moeten zyn, dat de perfoon (de Witte) in Holland gedomicilieert geweest; of dat hetdelicf in Holland getommitteert ware, of dat men hier ook gebruik kon maaken van het: ubi te invenioibi te punio. Maar geen van alle heeft hier plaats ; want de Witte is niet in Holland gedomicüieertgeweest, maar in Zeeland, en de D 3 lo-  04 VERZAMELING van STUKKEN locus delicti is ook niet geweest een Plaats in Holland, maar in Zeeland, namelyk Brouwershaven. Ook niet het laatstgemelde , want ofJchoon de Witte bier is, zoo is hy hier niet, als fugitif of vrywillig, maar als een Gevangen, als bereids gefententieerden van den Hogen Krygsraade. Het is Waar, de Heeren Gedeputeerden proponeeren, dat de Proceduures van den Hogen Krygsraad, als notoirlyk incompetent, mogen werden verklaard nul en onbeftaanbaar te zyn, en het Hof gelast, de Witte uit handen van den Hogen Krygsraad, overteneemen, daar toe den Drost, &c. &c. Maar al is het, dat het delict van de Witte onder de Communia delicta moet geteld worden, al is het, dat aan de wcttigheit van den Hogen Krygsraad met reede kan getwyffelt worden, "dan zou nog de vraag zyn, of die onwettigheid zoda, nig ware, dat zoude kunnen werden goedgevonden, dat nul en onbeflaanbaar zoude moeten werden verklaart, al wat dezelve Hogen Krygsraad verricht heeft, cn dat het Hof zou kunnen gelast werden, (zelfs zonder Reclame) deezen reeds gefententieerden perfoon, even als of 'er in zyneu opzichte niets gebeurd was, en even als of hy zich hier in den Haag , als fugitif, vrywillig, en op vrye voeten, in een par^ ticujier Burgerhuis, bevond, overtenee^ ïïieii? Het  tot de MILLIT. JUR1SD. &c. 55 Het zy verre van ons , de univerfeele en privative Militaire Jurisdictie van de Hoge en andere Krygsraaden te advoueeren; wy protefteeren daar tegen ten allerfterkften; maar dit is nogtans een notoricteit, dat de Hoge Krygsraad onder het oog, zoo van den Raad van Staten als van Hun Ed. Gr. Mog. zelve omtrent 35 jaaren Jurisdiftieinmeenigvuldige gevallen heeft geoelfend, over Militairen, ookinCriminalibus; En dat Hun Ed. Gr. Mog. zelve moeten gereekend worden over de zaak der Militaire Jurisdictie nog te delibereeren; dewyl Zyn Hoogheid by eene Memorie, Zyne gevoelens overliet fubjeét der Militaire Jurisdictie aan Hun Ed. Gr. Mog. heeft gefuppediteert, en Hun Ed. Groot Mogende die Memorie, neevens een Misfive van het Hof, in JVIey 1772 hebben CommifToriaal gemaakt, tot een groot Befogne; Dat het ook nog yet anders zou zyn, indien de Witte nullo cafu onder den Hogen Krygsraad kon behooren, gelyk in het geval van de Niervaard, daar twee burgerlyke perfoouen door den Krygsraad geapprehendeert waren: zie Refolutie 11 April 1658.(0) Maar dat hier is een Sententie, door den Hogen Krygsraad geweezen, tegen een Militair, over een delict, het welk de Hoge Krygsraad als een Militair delicl heeft geconfidereert, om dat het zodanig was gecircumftantieert, dat het, na haD 4 re (a) Mas IV, D. BI.  56 VERZAMELING van STUKKEN re gedachten, door niemand anders, als, door een Militair Perfoon had kunnen werden gepleegt, (dewyl in de wil te zyn en in effecte toe te zeggen, om een Batterye, waar over men het Commando heeft, fle.cht of in het geheel niet te laaten Averken, by hun is geoordeelt een militair delift te zyn) boven en behalven, dat fy ook tendeezen hebben vermeend voor zich te hebben den Articulbrief, waar op Zyn Hoogheid mede by Hoogfrdeszelfs Misfive aan Hun Hoog Mog. zich beroept. Dan, laaten nu nog een ftap verder gaan; Men/?,?ƒ/ XIII. ADVIS der Heeren van Middelburg op het Napoinct. der huydige Befchryvinge, rankende de zaak van den Vaandrig de Witte, Relatif tot de Staaten Notulen van den 5 November 1782. Dat H. E. A. meede niet zonder verwondering uit de Publyke Nieuwspapieren vernomen hebben, de handelwyze welke betrekkelyk deze zaakhceft plaatsgehad; en van oordeel zyn , dat het meer dan tyd is, dat by H. E.M.hier omtrend eene fpoedige en eflïcatieufe refolutie worde genomen. DatH.E.A. de Heeren van Zierickzee en Vlisfingen voor derzelver betoonde oplettend, heiden Vigilantie voor de Hoogheid enRegten dezer Provintien welmeenend dankzeggende, met laatstgem. Heeren volleediginftemmen,dat deHoogeKrygsraadMET geen schyn zelfs van regt, eene Sustenue van Competentie in dit geval zoude kunnen voeren. Dat wanneer men den oorfprong en Jurisdictie , aan dezelve toegekend , naargaat het ten vollen blykbaar is , dat derzelver ere&ie nimmer, op eenelegaale en by den Souverain bekragtigde wyze is gefchied,en dat aan dezelve, even weinig als aan de Krygsraaden der byzondere garnifoenen , immer eenige andere kennisneming en Judicature, dan over pure Militaire delicten is toegekend ; welk Jaatfte onder andere by de bekende RefoluE 3 tien  7o VERZAMELING van STUKKEN tien der Groote Vergadering, in dato den 24 (V)Maart 1651 , weluitdrukkelykis bepaald. Dat het in allen gevalle weinig adftructie behoeft, dat tot de Judicature over eendeliét van dien aart, als waar mede de Vaandrig de Witte is befchuldigt :(niet anders dan als een Crimen laefce Majeltatis kunnende aangemcrktworden :) geenerley Militaire Rechtbank in het allerminste bevoegd is, 't geen ook in onderfcheide gevallen Van dien aart, binnen deze Republyk voorgevallen , zoodanig is geconfidereerd ; terwyl de 5 en 6 Art. van den Articulbrief, of Militaire Ordonnantie wel behelzen eene bepaling der Itraiïen , welke aan Militairen , die zig aan zoortgelyke misdaaden fchuldig maaken zullen worden geinfligeerd ;maar ingeenen deele ftatueeren, dat dezelve ftrafoefFening en Judicature, door de Militaire Rechtbanken zal gefchieden , welke gevolgtrekking tegen de, hier voren aangehaalde blykbare , intentie van den Souverain uitdrukkelykftryden zou. DatH.E.A. diensvolgens abfolutelyk vermeenen, dataangezien, zoo uit de alombekende tydingen , als uit de Misfive door Z. D, H. zelve aan H. H. M. betrekkelyk deze zaak toegezonden in dato den 23 October laatstleden (f) het allezints manifestis ,dat de misdaad van den bovengem. delinquant, die tot befcherming dezer Provintien was afgezonden, js begaan in 't byzonder tegens de Hoogheid en Veiligheid van deze Provintie en op der> zeira) Den 24 is eigentlyk de Propofitie gedaen, en 00 den 25 de Refolutie genomen. (6) Zie boven bi. 32.  tot de MILIT. JURISD. &c. 71 zeiver Territoir , dierhalven H. E. M. alleen bevoegd zyn om den meergemelden gevangenen van hunnent weege te doen regt te Hellen enftraffen, zoo als in goede Juftitie behoord. Dat H. E. A. dus van oordeel zyn , dat H. E. M.derzelver billyke bevreemding en ongenoegen weegens de gedaane faitelyke wegvoering van mcergedagten Perfoon, van onder Hoogstderzelver gebied ende daar op gevolgde ,in allen opzigte onwettige terechtftelling , verplicht zyn te doen blyken, en dat dezelve delinquant door of van hunnent wcge, ten fpoedigften doenlyk , behoord te worden gereclameerd, ten einde voor het Gerechts Hof dezer Provintie hetnoodige onderzoek en verdere Procedures in dezen te kunnen worden geëntameert. Dat ten dien einde Praifident en Raden van gedagten Hove door H. E. M. zouden kunnen worden aangefchrevenen gelast, om de overgaave van den voorfz. Vaandrig in naam van H. E. M. te eisfchen en vorderen, en door derzelver Fifcaal tegen denzelven doen Procedeeren, of wel dattot bereiking vanH.E.M. oogmerk in dezen, de meergedagte reclame zouden kunnen gefchieden op zoodanige andere wyze, als de Leden onderling meest gefchikt en efficacieus zullen oordeelen. Terwyl door H. E. M. van deze demarche aanZ. D.H. ,by Misfive kennis zoude kunnen worden gegeven, met verzoek, dat daar H. E. M. allezints vertrouwen, dat Hoogstgedagte Forst van de gegrondheid en WettigE 4 beid  f2 VERZAMELING van STUKKEN béid van H. E. M Sustenue in dezen' ten vollen zal mezen geconvinceerd Hoogstdezelve zelfs dan ook in allen opzigte gelieve te fecondeeren en ap. puyeeren. XIV. ADVIS der Heeren van Zierikzee, op het na-poinél der huidige befchiyvinge , rakende de' zaak aan den Vaandrig de Witte. Relatif tot de Staaten Notulen van den 5 November 1782. J(3at Hun Ed. Agtb. uit de Misfive van H. Gecom. Raaden. van den 21 der voorige Maand met genoegen hebben vernomen die directie die H. E. M. wel hebben gelieven te houden, met op het verfoek. der Heeren van Ziericzee en Vlisfingen te depecheeren eene Misfive aan Zyne D. Hoogh., ten verzoeke omme de Proceduures welken door den Hoogen Krygsraad jegens den Vaandrig de Witte , die gezegd werd verradelyke correfpondentie met den vyand te hebben gehouden , waren gemoveert,provifioneel te willen furcheeren, voor welke fpoedige expeditie H. E. A. Heeren Gecommitteerden Raaden bedanken. DatH.E.A.ook alzoo over de zaak zelve, die by de Misfive van Hun Gecom. Raaden van denzelven 21 deezer,by wyze van na poinet li.E. A. toegezonden derzelver ferieufe deli- be-  tot de M1LIT. JURISD. &c. 73 beraden hebbende laaten gaan, van oordcel zyn, dat hier omtrent voornamentlyk de attentie van H. E. M. zal meriteeren, of de Judicatuure over de misdaad van den Vaandrig de Witte , veronderfteld zynde, dat denzelven waarlyk zoude hebben beraamd een plan ter invafie van het Eiland Schouwen aan den Poli • ticquen Rechter dan wel aan den Hoogen Krygsraad kan worden toegekend. H. E. A. vermeenen, en wel op goede gronden dat de hoogen Krygsraad'in het geval voor handen, meigeen 't minste regt kan fustinecren haare competentie tot dejudicatuure over de voorfz misdaad, alzoohet nergens confteert, dat door de Hooge Bondgenooten aan haar is gedelegeerd de cognitie en (Irafoejfening van eenige commune delicten. De Heeren Staaten 'deezer Provintie zelve hebben by eene Refolutie van den 23 Mey 1597 het poinct van de Militaire Jurisdictie finaal bellist met aldaar te ftatueeren, dat de Militairen Rechter alleenlyk competent zoude zyn, wanneer eenige queeftie was ontftaan tusfehen twee foldaaten, en alsdan nog niet anders , als dat de ftedelykcn Rechter zich die zaak by Pra;ventie niet hadde aangetrokken. De aart van het misdryf zelve komt II. E. A. voor een overtuigend bewys te zyn, dat den Hoogen Krygsraad onbevoegd is , om over dezelve te cognofceeren, alzoo het is een deHel van hoog verraad, het welk is aangelegd alleen tegens den Souverain van den Lande en desfelfs grondgebied, en wel fpeciaal tegens E 5 dat  74 VERZAMELING van STUKKEN dat van de Heeren Staaten van Zeeland, maar geenfints tegens een militair Perfoon, 't zy een eminent hoofd of gemeen foldaat, wat is 'er dan ook redclyker,en met de natuur derzaake het befte ftrookende,alsdat de Vaandrigde Witte door den PoliticquenRechter werde gereclameerd, en door denzelven hem zoodanige ftraffen geinfiigeerd,als hetmeefte aan die misdaad geëvenredigt zoude geoordeeld worden ? Uit het een en ander hier voren gemeld , oordeelenH.E. A. veilig te kunnen en mogen befluiten,dat bet misdryf zynde begaan binnen de limiten van de Heeren Staaten van deeze Provintie , en den aanflag beraamd tegens derzelver territoir, den delinquant door Hoogstdezelve, behoorde te worden gereclameerd, om alzoo te worden geftraft by zoodanigenRechter, als daar toe hetmeest competent zal geoordeeld worden; in welk geval H. E. A. met alle gegrondheid vermeenen te kunnen f ustineeren,dat aan Burgem. en Schepenen der Stad Zïerickzee ter maaninge van den ftedelyken Bailliu, de voorfz. zaak zoude behooren te worden gedefereerd en aan haar de ftrafoeffening overgelaaten, alzoo demisdaad is gepleegt onder de Jurisdictie, haar alleen toebehoorende, en waar omtrent H. E. A. nog meerder worden gefterkt, wanneer nagaan dat in eene Misfive van wegens de Heeren Staaten dezer Provintie op de klagten der Heeren vanZierickzee aan Prins Frederik Hendrik gefchreven in dato 11 Maart 1631 gezegt word, "datBurgermeesteren en Schepenen der Stee-  tot de MILIT. JURISD. &c. 75 „ Steeden niet alleen by oude voorgaande „ Refolutien zyn geauthorifeerdtotde Judi- catuure over Delicten , niet Militair zyn„ de, maar daar van ook veele Jaaren in de „ continueele posfesfie zyn geweest H. E. A. kunnen echter by deeze gelegenheid niet nalaaten derzelver ui terfte bevreemding en allefints billyke klagten ter kennisfe vanUEd.Mog.te brengen, aangaande de iinguliere handelwys by de Gevaneeming van den Vaandrig de Witte gehouden , die op [pedaal order van Z. D. H. buiten eenige voorkennis , veel min meede weeten van Heeren Regeerende Burgermeesteren der Stad Zierikzee, uit dcnEiknde van Schouwen na 'sGravenhage in gevangenis is getransporteerd, H. E. A. willen derzelver regtmatige gevoeligheid voor UEd. Mog. niet verbergen, en befchouwen het zelve als eene directe inbreuk en violatie van haare Privilegiën, Stcdelyke voorregten en gerechtigheden, vooral vereifchende, dat zulks by^UEd. Mog. niet ftilzwygendc werde gepasfeerd,maar op eene genoegzaame reparatie van het gepasfeerde werde geurgeerd,ter plaatfe daar UEd.Mog. het beste zullen oordeelcn. Hier by komt nog, en vorderd niet minder de ferieufe overweging van UEd. Mog., dat, wat aangaat de defenfie van deeze Stad en Eilande, tusfehen de Commandcerende Officieren alhier en de HeerenRegeerendBurgemeesters in der tyd , byna geen Correfpondentie of Communicatie plaats beeft, 't zy Gemelde Heeren Hoofd-Officieren zulks niet goedvin. dm  76" VERZAMELING van STUKKEN den op eigen Authorifatie, of wel dat hun zulks boor hooger order bevolen word, H. E. A. hebben altoos geverfeerd in eene gedagten, dat de Heeren Regeerende Burgemcefteren in der tyd als de Gouverneurs der Steeden behoorden te worden aangemerkt, endeals zoodanig aan dezelve gecommuniceerd alle de ordres welke tot de algemeene defenfie van hunne Stad en Eilande aan de Commandcerende Officieren worden gegeven. Dan H.E. A. hebben van tyd tot tyd tot derzelver groote verwondering moeten ontwaar worden, dat aan Heeren Regeerende Burgemeeftcrs in der tyd, van het een nog het ander geen de minfle communicatie word gegeeven , het geen H. E. A nog onlangs tot een evident bewys is gebleeken by de apprehenfie van den Vaandrig de l-Fitte, als waar van Heeren Regeerende Burgemeeftcrs tot heeden nog op geene legaale wyze , niet tegcnftaande haare inftantien , eenige informatien hebben kunnen bekoomen.— H. E. A. vermeenen, dat in allen opfigte zoodanige Correfpondentie allernuttigst is, en 'er zig meer dan eene reeden opdoet, dat defelve zoo veel mogelyk werde geëxecuteerd. Waarom H. E. A. van oordeel z yn,datby H. E. M. behoorde te worden genoomen eene fpeciaale Refolutie, waar by de Commandant der Garnifoenen inde onderfcheide Eilanden deezerProvintie worden gelast, dat omtrent alle ordres welke fuccesfivelyk zoo aan het garnifoen binnen de Steden , als de detachementen ten platten Lande worden opgegee- ven  tot de MILLIT. JUR1SD. &c. 77 ven (het huishoudelyke alleen uitgezondert) voortaan aan de Heeren Regeerende Burgermeefters in der tyd zullen moeten worden gecommuniceert, ten einde by alle gelegentheeden gefamentlyk zoodanige fchikkingen zouden kunnen worden beraamd,als het minfte met den anderen ftrydig en tot het meefte nut en welzyn van Stad en Eilande zoude kunnen worden ten uitvoer gebragt; en dat hun commandanten de ftrikfte obfervantieen nakoming van deeze H. E. M. te neemen Refolutie wel expreffelyk behoorde te worden bevoolen en gerecommandeert. XV. EXTRACT uit de Refolutie tenRaadeder Stad Vlisfingen. Zaturdag den a November 178a. ^gedelibereerd zynde op het Na-poinct der huidige Befchry ving, rakende het geval van den Vaandrig de Witte, befchuldigt van met den Vyand beraamt te hebben een Plan tot invafie deezer Provincie, &c. Is goedgevonden , de Heeren Hun Ed. Achtb. Gedeputeerden ter Staats-Vergadering mits deezen te authorifeeren , omme op het voorfz. Poinct. van wegens deeze Stad te advifeeren : Dat, hoe zeer Hun Ed. Achtb. geen gelee- gent-  ?8 VERZAMELING van STUKKEN heid gehad hebben, om, door de by de Heeren Gecommitterden Raaden van Zyne Doorl. Hoogheid verzogte Copien der bewyzen tot las te van den voorfz. de (Vitte, mitsgaders door de interrogatorien en refponliven in die zaak, eene volleedige en legale kennis daar van te verkrygen, Hun. Ed. Achtb. nochtans vermeenen des aangaande, door het geen daar van reeds publyk gemaakt is , genoegzaam geinftrueerd te zyn, omme hunne gevoelens des wegens te verklaaren , voor al, daar Hun Ed. Achtb. begrypen,dat de eer en hoogheid deezer Provincie vordere, daarop te neemen eene fpoedige Refolutie , ten einde de zaak niet worde gebragt uit haar geheel, of deeze Provintie ingewikkeld in verfchillen met de Provintie van Holland, welke de Delinquant reeds heeft gereclameert, en haare Sustenue mogelyk nog verder zal profequeeren. Dat aangaande de incompetentie van den Hoogen Krygsraad,Hun Ed. Achtb-vermeenen, dezelve zo notoir tc zyn, dat Hun Ed. Achtb. zouden oordcelen onnodigen tyd te verfpillen met zulks nader te adftrueeren , terwyl in ge valle zelf de Raad van Staaten, aan wien by deszelfs onderfcheiden Inftruéien , doorH. H. Mog. is opgcdraagen de difcipline Militair, (nnmelyk de Cognitie en Strafoefening van pure Militaire misdaaden, mitsgaders van Commune deh&en, door Militairen begaan, en in het lager of opMarfch bedreeven,) omtrent het geval in quaestie geen Sustenue van Competentie met grond zou kunnen voeren [gelyk des noods al mede kan worden bewee- zen]  tot de MILIT. JURISD. &c. 79 zen] de Hooge Krygsraad zeeker, welke haar gezag grootendeels van den Raad van Staaten ontleend, zonder immer door den Souverain tot de Cognitie van eenige Civile of Crimineele Zaaken, Militairen aangaande, gedelegeerd te zyn, met geen fundament altoos in aanmerking kan komen. Dat H.E. A.confidereerende den aartvan het misdryf,den Vaandrig de Witte te laste gelegd, van namelyk met denVyand te hebben een Plan tot invafie,ipeciaal van den Eilande van Schouwcn, te hebben geconcerteerd , hetzelvebegrypen te zyn een attentaat,niet tegen deUnie in het generaal , maar tegen de hoogheid en veiligheid van deze Provintie in 't particulier: Eene misdaad, welke, volgens den aart van hetBontgenootfchap,tegen iedere SouveraineProvintieafzonderlyk kunnende bedreeven worden, en door iedere derzelve beoordeeld en geftraft, ook, in dit geval, door of van wegens de HeerenStaaten deezer Provintie behoord te worden gejudicieerd en geftraft : Dat mitsdien Hun Ed.Mog. den voorfz. de Witte behooren te reclameeren, ten einde vervolgens de Judicature en Strafoeffening van denzelven en zyne medepligtigen , aan zoodanige Rechtbank te worden aanbevoolen als Hun Ed. Mog. daartoe meest Competent zullen oordeelen;begrypende Hun Ed. Achtb. dat het Hof van Juftitie, in het 8. Artykel van deszelfs Inftruétie van den jaare 1531. daar toe voornamentlyk behoord in aanmerking te komen; te meer nog, daar het voorfz. Hof eene gemeene Rechtbank zynde van deezePro- vin-  8ö VERZAMELING van STUKKEN vintïe en die van Holland, welke zig deeze Zaak het eerst en met z*q veel ernst heeft aangetrokken, op deeze wys zoude kunnen worden voorgekomen alle verfchillen , die anderzints hier over met de voorfz. Provintie te wagten zyn. Dat al verder Hun Ed. Achtb. van begrip zyn, dat van de te doene reclame by Misfive behoord te worden kennis gegeeven aan de Heeren Staaten van de Provintie van Holland, en H.E. G. M. verzogt,om indeezen met deeze Provintie Communicatif te werk te gaan,ongepraijudicieerdnogtans devoorregten van den Lande, ten einde gemeenzamerhand den Gevangen de Witte door de Bedienden van het Hóf van Holland, Zeeland, en Vriesland te doen overneemen en transporteeren op 'sHofs gewoone Gevangenis , omme vervolgens met zyne medepligtigen , op naam van wegens de Heeren Staaten der beide Provintien by den voorfz. Hove te worden te regt gefteld en geftraft, zo als in goede Juftitie, agtervolgens 'sLands Wetten , zal worden bevonden te bchooren. Ten ware Hun Ed. Mog.,hangende deeze Deliberatien, mogten worden geïnformeerd dat de Provintie van Holland van de gedaane Reclame glisceerde , in welk geval nogtans Hun Ed. Achtb. begrvpen, dat deeze Provintie daar toe abfolutelyk behoord te refolveeren, en even weinig te gedoogen , dat de kennis en Strafoeffening der bewuste Misdaad, als pratenfelyk gepleegd tegens de ganfche Unie, aan de Staaten - Generaal zoude worden  tot de MILIT JURISD. &e. 8i den gedemandeerd, als aan den Hoogen Krygsraad overgelaaten;terwyl het immers buiten alle Conteitatie zeeker is, dat bewufte invafie fpcciaal was aangelegd tegen een Eiland deezer Provintie, dat de Delinquant Guarnifoen hield binnen Zierikzee, van waar hy met het Commando naar Brouwershaven was gedetacheerd , en van daar wederom naar de Battery, den Os genaamd , dat hy dus fpeciaal verordend was tot befcherming deezer Provintie, waartoe hyzig byplegtigen Eedehad verbonden; boven den Eed die hyaan de Stad van Zierikzee gedaan had: en dat mitsdien de verbreking van deezen Eed eenefchendinginfereert van de trouwe en gehoorzaamheid , aan Hun Ed.Mog. gezwooren, terwylhetmisdryf zelfs een direct, attentaat is tegen het oppergezag en de Hoogheid deezer Souveraine Provintie, op welkers Territoir boven dien den Delinquant is geapprehendeert; omftaudigheeden, alle zo duidelyk endecifoir vdoi het recht en de verplichting derHeeren Staaten van Zeeland , om den Gevangen de Witte te reclameeren, dat Hun Ed. Achtb. zouden oordeelen de Hoogheid enSouverainiteit deezer Provintie te verkorten, ingeval Hun Ed. Achtb. in dit geval van zig konden verkrygen, om voor de handhaving daarvan niet op het kragtigfte te vigilceren. Dat Hun Ed. Achtb. ter deezer geleegentheid en uit aanmerking van het grooter getal van Militie thans binnen deeze Provintie in Guarnifoen, niet kunnen verbergen hertelyk te wenfehen, dat Hun. Ed. Mog. tot welker FIIIDsd. F Sou-  Zz VERZAMELING van STUKKEN veraineRegten en Regalia buiten alle Speculatie behoord de uitoefening van allenRegtsdwang binnen deeze Provintie, nader gelieven te beraamen en vastllellen zodanige orders , waar mede de bornes der Militaire Jurisdictie, zo wefin 't Civile als Crimineele worden aangeweezen; niet als of zulks by Refolutien van deeze Provintie en van de Bondgenooten niet reeds zoude zyn gefchied, [het geen ter Contrarie blykt uit Hun Ed. Mog. Refolutie van den23.Mey 1597. en die derGroote Vergadering van den 25. Maart 1651.] maar omme voor te koomen de menigvuldige Uitvlugten en Cavillatien der Krygsraaden, en de Stedelyke Rechtbanken te redden uit de moeyelykheeden waar in zy zig telkens gebragt zien, verzoekende Hun Ed. Achtb. dat de refpective Leden zig zo wel op dit poinct als op de reclame van den Vaandrig de Witte ten fpoedigfte gelieven te verklaaren. Accordeert met voorfz. Refolutie. (geteekend) N. C. LAMBRECHTSEN. XV.  tot de MILIT. JURISD. &c. 83 XV. MISSIVE van zyn Hoogheid aan de Ed, Mog. Heeren Staaten van Zeeland, Relatif tot de Staaten Notulen van den 7 No* vember 178a. EDELE MOGENDE HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN, *V^y hebben op zyn tyd Uwer E. Mog, Misfive van den 21 Oetober wel ontfangen', waar by U. E. Mog. ons gelieven te verzoeken, om in overweging teneemen, dat het getal der Troupes en Artilleristen in het Eiland Schouwen gering is , naar maate van de uitgeftrektheid der posten , welke zy moeten bezetten , en zoodanig in dit gebrek te Voorzien als gevoeglykst zal kunnen gefchieden, en als de zorg voor de veiligheid van het Land, mag requireeren, en dat wy ordres gelieven te Hellen, teneinde aan de Heeren Staaten van Zeeland werden gefuppediteerd Copien van de bewyzen, ten laste van den Vaandrig de Witte, mitsgaders van delnterrogatorien enReiponfiven in die zaak, en dat wy geliefden te furcheeren de procedures voorden Hogen Krygsraad geëntameerd, of zoo dezelve reeds afgeloopen waren, de executie van de Sententie, tot der tyd dat by Hooggemelden Heeren Staaten nader omtrent hetlïecht van Judicature of den gevangen zal F 2 Wc--  84 VERZAMELING van STUKKEN wezen gedelibereerd en gerefolveerd; en hebben niet willen afzynU. Ed. Mog. kennisfe te geven, in antwoord op derzelver bovengemelden Misfive, dat wy reeds lange, voor den ontfangst van dezelve, nodig geoordeelt hebben de Stukken van het Proces, het welk door den Fifcaal van de Generaliteit tegen den Vaandrig de Witte gevoerd is, te zenden aan den Hove van Holland, Zeeland en Weftvriesland, ten einde dat Hof, met betrekking tot de verdere Perfoonen die in dezelve zaak geraakt zouden mogen zyn, zoude kunnendifponeeren zoodanig als bevonden zal worden in goede Juftitie tebehooren, waarvan dan ook het noodwendig gevolg moest zyn eene provifioneele furcheantie van de executie der Sententie, tegen dien gevangen Vaandrig de Witte geweezen,tot zoo lange volkomen blyken zoude, dat die Vaandrig niet meer zoude behoeven te worden gehoord of geconfronteerd, tot overtuiging van een of meer andere Perfoonen , ons nopens deze zaak verders refereerende aan de Misfive, die wy den 23 Oetober aan H. H. Mog. hebben gefchreeven, en welke aan de Heeren Staaten van Zeeland, door derzelver Heeren Gedeputeerden'ter Generaliteit, zeker zal zyn gecommuniceert , waar uitU.E. M. zullen zien onfe wyze van denken omtrent de Judicature of gemelde Vaandrig de Witte. Wy hebben ook niet nagelaaten om een renfort naer het Eiland van Schouwen, volgens U.E.M. verlangen te zenden, beftaende in een Battaillou, en eenige Artilleriften. In  tot de MILIT. JURISD. &c. 85 In verwagtingedat denoodige arrangementen zullen worden gemaakt, om dezelve van behoorlyke quartieren te voorzien, en kunnen niet nalaaten, by deze gelegentheid, aan U. E.Mog. onder het oog te brengen, of dezelve niet zouden gelieven te refolveeren, om , met overleg van den Generaal Majoor Dopff , als Commandeerenden Officier van s'Lands Troupes in Zeeland, de Batteryen, die den vyand moeten afweeren in het Eiland Schouwen in een formidabeler ftaat te doen brengen, en dezelve te doen garneeren met meerder ftukken, en van zwaarder caliber, op dat het aankomen van Vyandelyke Schepen methoop van fucces zal kunnen werden tegen gegaan. Waar mede. EDELE MOGENDE HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN. Wy UEd.M. bevelen in Gods Heilige Protectie. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige Goéde Vriend. in s'Gravenhage den 3 Nov. 1782. (geparapht.) W. Pr. van ORANGE. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (geteekend) F. J. de Larrey. F 3 XVI.  36 VERZAMELING van STUKKEN XVI. EXTRACT uit de Refolutie van Haar E. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, e Heeren van Vlisfingen hebben gezegt zig tegen het houden van een Befoigne over de zaak van den Vaandrig de Witte niet te zullen oppofeeren, dog niet, om in hetzelve te examineeren het poinct "der reclame , waartoe reeds door vier leden is geadvifeert, maar alleenlyk omme te ontwerpen een Misfive aan de Heeren Staaten van Holland, waar by Hun Ed. Mog. Hoogstdezelve zoudenproponceren, om in dezen te gaan Communicatif, als meede eene Misfive aan den Hove Provinciaal van Holland en Zeeland, waar by het zelve Hof zoude behoren te worden geauthorifeert om den gevangenen over te nemen uit handen van den Hogen Krygsraad, ten einde vervolgens , met zyne medepligtigen, voor den voorfz. Hove te worden te regt gefield en eindelyk nog eene Misfive aan Zyne Doorl. Hoogheid als Capitein Generaal deezer Provintie, ter beantwoording van Zyne Doorl. Hoogheid voorfz. Misfive van den 3 dezer , den 8 daar aan by H. Ed. Mog. ingekomen, en waar by aan hoogst dezelve zou kunnen worden kennis gegeven van de refolutie deezer Provintie op het voorfz. fujet, en van het vertrouwen vanH.Ed.Mog. dat de executie derfSlYe door Zyne Doorl. Hoogheid allerwegen zou- I  tot de MILIT. JURISD. &c 87 den worden bevordert, by welke gelegentheid ook zoude behoren te worden g ede favoueert de pofitien, waarop het zyne Hoogheid behaagt heeft deszelfs fustenue aangaande de Competentie van den Hogen Krygsraad in cas fubject,of immers die der Hooge Bontgenoten in het algemeen te fundeeren, in hoogstdeszelfsMislive aan H. H. M. van den 23 Oef ober laatstleden en waar toe Zyne D. H. zig in de voorfz. Misfive aan deze Provintie refereerd. Dat zy Heeren Gedeputeerden geauthorifeert waren, omme by deze gele gentheid alverder te verklaren: Dat H E. Acht. by derzelver vorig geadvifeerde zig in het breede hebbende uitgelaten omtrend het recht dezer Provincie tot reclame van den gevangen de Witte, als zynde niet alleen de locus en het objeetum deïicti, maar ook de locus domicilii & apprehenfionis , by deeze gelegentheid nog kortelyk zig zullen verklaren omtrend het gefustineerde , dat de misdaad van de Witte zoude zyn een puur militair delidt.. Dat H. Ed. Achtb. tot wederlegging daar van zig niet zullen bedienen van redenen , uit den aart van het misdryf afgeleid , maar zig vergenoegen niet hunne Mede-Leeden te herinneren, dat de misdaad van hoog verraad, hoedanig den delinquant word te laste gelegd,altoos is geconfidereerd te for« teeren onder die gevallen, waarvan de kennis door denSouverain aan den Hogeren Politicquen Rechter pleeg te worden gedemandeerd, gelyk dus by 't 8. Art. der inftruetie van den Hove, alk zaaken, voerende de HoogF 4 beid  83 VERZAMELING van STUKKEN. beid en Heerlykheid van den Grave , aan de cognitie van den Hove zyn aanbevolen, terwyl, byde Ordonnantie van de Heeren Staten van Holland van den ïdSept. i576Art.7.uitdrukkelyk bepaald is, dat muiteryen, meleës van bet eene Vaandel tegen bet andere, verraderyen en dergelyke deli&en,als concerneer ende de generale rust en verzekerdheid van tien Landen niet zullen verflaan worden simpele militaire delicten te zyn;en eindelyk by het 11. Art. der Unie tnsfchen Holland en Zeeland van den 4 Jit1575 > en het7« der Unie tusfchen hoog gemelde Provinciën van den 15 April 1576, is bedongen, dat de Bondgenoten eikanderen getrouwelyk zullen adfisteeren, in het afweeren en ftrafen van alle injurien, fchade en geweld, tegen de voirfchreven Landen, in het gemeen of particulier bedreven , door wie het zoude mogen zyn, Capiteinen of Soldaten niet uitgezonderd: — een argument, waarvan H. E. A.zig met te meerder effect meenen te kunnen bedienen, daar hetzelve een nieuw bewys opleverd voor de gevoelens dier Leden, welke begrypen , dat in dezen met de Provincie van holland behoord te worden communicatif gegaan, en te gelykdienen kan,om de Heeren van Zierickzee te promoveeren, ten einde op derzelver fustenue , dat de judicatuure' van den gevangen de Witte aan de Rechtbank hunner Stad behoord te worden gedemandeerd, niet te urgeeren ; maar in dezen (ongepraijudicieerd nochtans devoorrechtenhunnerStad)te concurreeren , omme de voorfz. judicatuure aan den Hove van Holland en Zee- land  tot de MILIT. JURISD. &c. 80 land op te dragen- Dat wat aangaat de competentie van den Militairen Rechter, ontleend: uit den Articulbrief, en fpeciaal by het 5 en 6 Art., H. E. A. zig verpligt oordeelen, dezelve tegen te fpreken, op de volgende gronden:— r.). omdat deArticulbrief gemaakt is door de Raad van Staten op den naam van Hun Hoog Mog. en zig dus onmogelyk verder uitftrekken kan , dan de authoriteit van den Raad, volgens haare inftruclien, zig uitftrekte; terwyl volgens het32. Art.der inftructie van den 12. April 1588. uitdrukkelyk bedongen is : dat alle zaken van Staat, Policieenjvstitie, niet expreffelyk ter difpofitie van den Raad geftelt, zouden blyven ter difpofitie van de State» Generael, de Staten van de particuliere Provinciën , ae Magtfiraten van de Steden en andere wet-: telyke Overheden: maar nu kan de difpofitie over het volk van oorlog en de difcipline militair, aan den Raad van Staten by haare inftruclien opgedragen, niet anders verftaan worden als vande cognitie van pure militaire delicten, mitsgaders van zodanige commune delicten, door militairen bedreven , die in het leger of op marfch voorgevallen waren, aangezien een ruimer uitlegging , contrarie het 7. Art der gemelde inftructie van anno 1588, zoude ftrekken in prajuditie van de rechten en privilegiën der refpective Pro vintien en Steden, die nimmer kunnen bewezen worden ten behoeve van den Raad van Staten , veel min aan den Hogen Krygsraad (van wiens existentie zelf zy geen legale kennis hebben) zig van eene uitgeftrekte regtsdwang over 't krygsF 5 volk  9° VERZAMELING van STUKKEN volk geabdiceerd te hebben.. 2) Omdat al kon byden Articulbrief de cognitie van alle commune delicten, door militairen gepleegt, zonder onderfcheid of dezelvebin vreede of ooiiogstyd bedreven, of in het leger en op marfch, of in de guarnifoenen waren voorgevallen , gerekend worden aan den militairen Regter te zyn opgedragen, dan no? diemagt by onderfcheiden re folutien der Provinciën, in welke de Staten Generaal geen jurisdictie oeffenenkunnen,isbefnoeyden gelimiteerd : als in Holland by refolutie van den %oSepu 1654. en in dezeProvincie by refolutie van den 23.Mey 1597, om te fwygen van denotable refolutie der Groote Vergadering van 25 Maart 1651, by welke de Commandeurs benevens de Krygsraden der Steden Hem in ftaat hebbende , gelast worden, de militaire jurisdictie niet verder te ext endeer en dan ever nalatigheid in togten en wagten, exces/èn en deüclen , door militairen tegen eikanderen «epleegt, en verder, niet ; eene refolutie welke door den Raad van Staten den p.Fehr. 1703 nogmaals copielyk aan de Commandeurs en Krygsraden is toegezonden, met last om zig daar na pracifelyk te reguleeren. — 3) Omdat, by aldien in den Articulbrief de cognitie van alle commune delicten van Militairen , waaien wanneer ook gepleegd, inderdaad aan den Militairen Rechter was opgedragen, men geen voldoende reden zou kunnen geven, waarom Zyne Excell. Prins Maurits, G. G., ten jaare 159 c, doe de Articulbrief nog geen jaar oud was, by gelegentheid der verfchillen binnen de-  tót de MILIT. JURISD. &c 91 ze Provintie over de kennis der delicten van hetKrygsvolk, zig niet beroepen hebbe op den gemelden Articulbrief, maar zelfde Steden wilde hebbe gemaintineerd in hare oude regten, om zonder, uitzondering , van alle misdaden binnen hare Steden gepleegt kennis te nemen; nog ook op welken grond deZeeuwfche Steden ten jare 1597 weigerden,den Militairen Regter tot de cognitie van delicten verder of anders te admitteeren, dan wanneer dezelve waren gefchied van den eenen foldaat tegen den anderen, en de Militaire Regter zig nog bovendien van den delinquant by prseventie had meester gemaakt; nog ook op wat fundament de Heeren Staten van Zeeland, ten jare 1631, het regt en de posfesfie hunner Steden, om over delicten van militairen te vonnis fen by denPrince Fr ederik Hendrik, G. G., met zoo veel ernst verdedigd hebben ; nog ook eindelyk een voldoende reden zou kunnen worden gegeeven voor den voorflag van Prins Willem den %de , G. G. ten jaare 1675, aan de refpective Gewesten gedaan , om ten aanzien van de commune deliblen der militairen de prasventie intevoeren, indien reeds by den Articulbrief de kennis daar van indis. tinclelyk aan den Militairen Rechter was opgedragen. — DatH.E.A. vertrouwen hunne Medeleden met deze reflectien te zullen hebben overtuigd, dat men zig met geen grond altoos , ten voordeele van den Militairen Regter, en zeer zeker niet van den HogenKrygsraad, op den Articulbrief zoude kunnen beroepen; terwyl dezelve wel kan geconfide- reerd  $2 VERZAMELING van STUKKEN worden, als een norma judicandi voor den militairen Rechter, in zodanige gevallen, waar in hy competent is, dat is in de cognitie en ftrafoeffeningvanpuremilitairen deliclen,mitsgaders van commune deliclen van Militairen , die in het leger of op marsch bedreven zyn , maar geenzints als een opdragt van jurisdictie, welke aan andere rechtbanken toekomende,- even weinig ter befchikking der Heeren Staten Generaal,als van den Raad van Staten ltaan zoude. XVII. CONCILIATOIR in de zaak van den geapprehendeerde Vaandrig de Witte door den Raadpenfionaris in het Staats Befogne den 12 Nov. 1782. voorgedragen. ïn agtinge genomen zynde, datomdequcestie over het recht van Judicature rakende den Vaandrig de Witte met volkomene kennis van zaken, en op folide gronden, overeenkomftig de Conftitutie dezer Provincie te termineeren, zoude behooren voor af te gaan, een nauwkeurig onderzoek van de differente fuftenuen welke daar over gevoerd zyn of gevoerd konnen wordear. Dat men wel ligt zoude moeten treeden in eene difcusfie over de oorfpronkelyke inftelling van den Hoogen Krygsraad, over de magt, welke dezelve heeft, of exerceerd, om Militaire Perfonen in  tot de MILIT. JURISD. &c. 93 in Crimineele gevallen voor haar te recht te ftcllen, voorts over de gegrondheid der gewoone diftinctie tusfchen delicten, die pure Militaria of Communia zyn, terwyl men in dit laatfte onderzoek misfchien bevinden -zou, dat'er delicten zyn , die tot geen dier beide fpecien pure kunnen gebragt worden, maar van eene gemengde foort zyn, en misfchien zulke, die fchoon al pure Militaria nogthans uit hoofde van der zeiven atrociteit perfe tot de Cognitie van 't Hof van Juftitie behooren. Dat men ook zoude moeten demeleeren hoe verre de fuftenue der Heeren Gedeput. van Amfterdam gefundeerd zy, dat namelyk den delinquant voor eene Hollandfche Rechter moet geoordeelt worden; en eindelyck wanneer alle deze quaïftien waren uitgemaakt, en men by wettige conclufie kon befluiten, dat deze zaak nog den Hoogen Krygsraad, nog tot een Hollandfe regter ,quatalis, behoord, maar dat de misdaad is begaan tegen de Heeren Staten van Zeeland alleen, en van wegens hoogst dezelve moest beregt worden, dan nog zoude te discutieeren zyn voor welken regter dezelve moet ventileeren, het zy voor het Hof van Juftitie, als een hoog Gerechtshof van Zeeland, het zy voor het Collegie van Schepenen der Stad Zierikzee, (gelyk door die Regeeringe word gefuftineerd) het zy voor de Magiftraat van Brouwershaven , als zynde de locus delitli. Dat alle deze discusfien zeer delicaat en van eenen grooten omflag zyn, zoo dat men niet  04 VERZAMELING van STUKKEN niet kan verwagten, dat daar van een einde zal konnen gemaakt worden binnen zoo korten tyd, als de ofdoeninge van deze zaakabfolutelyk requireerd, daar eene prompte en rigoureufe Juftitie tot affchrik van anderen behoord plaats te hebben, en geene vertraginge of uitftel van ftraf, door tusfchen werpfels van Jurisdictie quaiftien. Dat wanneer men confidereerd, dat de Militaire delinquant de eenige niet is, welke in deze zaak gemêleerd is, zelfs dat een borgerlyk perfoon word befchuldigt de voorname aanleideren inftigateur tot diemisdaat te zyn, en misfchien meerdere Complices geen Militairen zynde, men zeer gepast kanjoordeelen, dat de Militaire perfoon obcontinentiam cau[e MIL1T JURISD &c 127 Byrefumtie gedelibereerd zynde op alle de ingekomen ftukken enadvyfen, betrekkei yk tot het ge val van den Vaandrig de Witte, en op al het geen verder daar toe behoord, is goedgevonden en verftaan,dat,offchoonH. E. M. vermecnen genoegzame redenen en gronden te hebben om te praotendeeren, dat deze Provintie alleen bevoegd is om den gemelden de Witte van hunnent wege te doen te recht ftellen en ftraffen, zoo als in goede Juftitie behoord, echter best hebben geoordeeld, dat, om acceleratie toe te brengen aan deze zaak, die uit haaren aart een fpoedige al doening vereischt, met ter zyde Helling van de onderfcheidene fuftenuën omtrend de gefundeerdheid der civile of Militaire Jurisdictie , in dezen, en zonder daar over in onderzoek te treden, de Judicature over denzelven Vaandrig de Witte, by delegatie, zalworden gedemandeerd aan den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, zoo als gefchiedt by dezen, onvermindert de voorrechten dezer Provintie en der Steden, met relatie tot de crimineele Juftitie door dezelve wordende geëxerceerd, en zonder dat deswegen eenige confequentie, hoe genaamd, voor het vervolg zal mogen worden getrokken, waar van aan den gemelden Hove, by Mislive zal worden kennis gegeven. Dat nadien het poinct der Judicatnre over voorfz. de Witte, door de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland mede in deliberatie is genomen, H. E. Gr. Mog. van de voorfz. dispofitie, by Misfive, zullen worden geïnformeerd, en daar by  281 VERZAMELING van STUKKEN by verzogt om de perfuaften tot de overgave van meergemelden Vaandrig door H. E. M. aan Z.D. Hoogheid te doen, op de meest efficacieuste wyze te willen fecondeeren; dat ten dien einde Copien der Misfives, zoo aan Z.Dooii.Hoogheid, als aan den Hove, aan Hooggem. Heeren Staaten zullen worden gezonden. Dat voorts, in conformiteit van gemelde dispofitie , Z. D Hoogheid , als Capitein Generaal, by Misfive zal worden verzogt de overgave van meergenoemden perfoon ter Judicature van den Hove op den bepaalden voet te laaten gefchieden, met toezending van Copien der Misfives aan de Heeren Staaten van Holland, en aan den Hove. Dat ook Copien van alle de bovengemelde Misfives zullen worden gezonden aan de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit , en dezelve by Extract, van deze H. E. Mogende Refolutie, daar benevens aangefchreeven,omalle devoiren aantewenden,ten einde op deRequeste door den Fiscaal van de Generaliteit op den 22 Oetober jongstleden aanH.H. Mogende geprajfenteerd, conform de intentie dezer Provintie , werde gedifponeerd. En is eindelyk nog goedgevonden, dat by aldien onverhoopt deze fchikkinge niet mogte reusfeeren,H.E.M. aan zig behouden de Vr ye deliberatien over die Judicature; zullende als dan deze zaak in ftaate moeten blyven, ten einde aan het Recht dezer Provintie niet worde geprsejudicieerd. De  tot dé MILIT. JURISD. &c. 125 De Heeren Gedeputeerden van Middelburg hebben daar op voorgedraagen en in bedenking gegeven, of niet, alvorens eene finale Concluiie in deze zaak te nemen, door Heeren Commisfarisfen tot de befognes, uit alle de dcfwegen ingekomen advyfen van de Leden van Staat, een gave extenfie behoorde te worden geformeerd, en op de eerstvolgende fesfie ten refumtie gebragt ; dan by de gemelde Conclufie verbleeven zynde , hebben dezelve zig beklaagd ^dat geen behoorjlyke omvrage,zoo als omtrend zaaken vaa minder aanbelang wel plaats heeft, op derzelver voorfz. propofitie is gedaan, en dat mitsdien alsnog daar toe moesten iufteeren, oordeelende verder dat deze zaak niet per plu, a conclufibel was; en hebben dezelve wyders, nevens die van Zierickzee, tegen het nemen van de voorfz.Conclufie op het kragtigfle geprotefteerd,en voor de Heeren hunne Committenten gereferveerd, om zulks noodig agtende , daar tegen zoodanige aanteekeningentedoen^ als dezelve naar vereifch van zaaken zullen bevinden te behooren; en hebben die van Vlisfingen gezegd, "dat welgewenfchthadden,dat alle de Staatsleden hadden kunnen goedvinden , zig met het den 14 Novem„ ber uitgebragt Rapport en de daar by ge,, voegde Concept Misfives, aangaande het „ geval van den Vaandrig de Witte, onder „ de by H. E. A. gemaakte remarques, te con„ formeeren ;doch thans tot derzelver leed„ wezen en verwondering ziende, dat de „ meerdrheid der Leden van zig heeft kun' VUL Deel I „ nen  130 VERZAMELING van STUKKEN „ nen verkrygen , om de reclame van den Vaandrig de Witte in te rigten op eene wyze waar door zy oordeelden het recht dee„ zer Provintie eenigzints twyffelbaar ge,, field te voorden, en in de handhaving daar ,, van gemanifefteerd eene zigtbare toe,, gevendheid , verklaarden tegen de Con„ clufie, dien conform genomen, teproteftee,, ren en dezelve te laaten voor rekening en j,, ter verantwoording van die Leden, die heb„ ben kunnen worden gepermoveerd daar in „ te confenteeren, terwyl zy voor de Hee„ ren hunne Committenten referveerden om „ daar tegen zoodanige nadere aanteekening „ te doen, als H.Ed. Achtbaare zullen Oor„ deelen te behooren." Hebbende Zy Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen eindelyk , nevens die van Veere, geïnfteerd, dat de mankeerende Leden zig gelieven te expliceeren nopens 't poinct. der faitelyke gevangenneeming en vervoering van den Vaandrig de Witte; het houden van beter Correfpondentie tusfchen de refpective Regeeringen en de Commandanten of de Commandeerende Officieren , Speciaal over het geen de defenfie aangaat, en eindelyk het reguleeren van het ftuk der Militaire Jurisdictie binnen deze Provintie. XXVIL  tot de MILIT. JURISD. &c. t%t XXVII. EXTRACT uit de Refolutie van de Heeren Staeten van Holland en Westvriesland, inHunEd. Gr, Mog. Vergadering genoomen. Woensdag n December 1782. C3ntfarigen een Misfive van de Heeren Staten van Zeeland gefchreven te Middelburg den 2 dezer, vervatten de derzelver Refolutie omtrent den voet, waarop de Judicature omtrent denVaendrig de Witte en verdere indezelve zaak geconcerneert, by delegatie aan den Hove hebben gedemandeert ; zynde voorts daar nevens gevoegd Copie van een Misfive aan Zyn Hoogheid, ais Capitein Generaal, tot verzoek der overgave, als mede Copie van een Misfive aan gemelden Hove * alles breeder hier na geinfereerd. I 2 Aan  135 VERZAMELING van STUKKEN. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westvriesland» EDELE GROOT MOGENDE HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN , NAGEBUUREN EN BONDGENOOTEN ! .^fculzoo Wy zyn onderrigt geworden, dat U. VV. Ed. Groot Mogende. hebben goedgevonden door eene expreffe Commisfie Z. D. Hoogheid te verzoeken dat de procedures tegen den Vaandrig de Witte by den Hoogen Krygsraad, ter zaake vanVerraderlyke deffeinen geëntameerd,mogtengefurcheerd worden , ten einde U, Ed. Groot Mogende gelegenheid, hebben mogten om te delibereeren,of de Judicature van den voorfch. Vaandrig de Witte aan den Militairen dan wel aan de Politykien Rechter Competeere , en Wy, nadien tyd, Onze byeenkomst hervat hebbende, het voorfchrevepoinct,als deze Provintie immediaat Concerneerende , een object Onzer ferieufe deliberatien gemeend hebben te moeten maaken, hebben Wy niet willen afzyn U. Ed. GrootMogcnde Onsbefluit defwegen by deezen mede te deelen, t'welke , om geallegeerde redenen daar heenen gaat , om met ter zyde Helling van de fuftenuen omtrent de gefundeertheid der Civilen of Militaire Jurisdictie in dezen, de Judicature over den Vaandrig de Witte, en over alle die in  tot de MILIT. JURISD. &c. 133 in dezelve zaak eenigzints mogten geconcerneerd zyn, by delegatie te demandeeren aan den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, onverminderd de Voorrechten deezer Provintie en Steden , met relatie tot de Crimineels Juilitie, door dezelve wordende geëxerceerd; en zonder dat daar uit eenige Confequentie , hoe genaamd, voor het vervolg zal worden getrokken. Ter bereiking van Ons voorfch. oogmerk hebben WyZyneDoorl. Hoogheid inHoogstdeszelfs qualiteic, als Capitein Generaal op het Vriendelykfte tot de voornoemde overgave verzogt by een Misfive die wy de eer hebben Copielyk hier nevens aan U. Ed. Mogende te laaten toekomen; terwyl Wy ook goedgevonden hebben Prajfidenten Raaden van den voorfz. Hove,by aanfchryvinge van dit Onsbefluit kennis te geeven, ten einde &c :—• blykens Copie van de Misfive mede hier nevens gevoegd. Wy vertrouwen dat U. Ed. Mogende wel zullen willen inftemmen, dat het in discusfie komen of den Civilen of Militairen Regter Competent zy. om in dit geval de Jurisdictie te exerceeren, ongetwyffeld occafie zou kunnen geeven tot deliberatien die zeer delicaat en van grooten omflag zouden wezen, en ten gevolge hebben dat van deeze zaak geen zoo fpoedig afeindezal kunnen gemaakt worden , als wel behoort, en daarom verzoeken Wy U.Ed. GrootMogende gantfch Vriendelyke deeze Onze aan Z. D. Hoogheid gedaane perfuafien tot de overgave van den zeiven de Witte aan den gemelden l 3 Ho-  134 VERZAMELING van STUKKEN Hove, op de meeste kragtigste wyze te willen fecondeeren waar mede Ons, die zoo zeer in deze zaak geconcerneerd zyn , eenbyzonder genoegen zal gefchieden," en teffens ook worden gepraevenieerd een nader onderzoek, of U Ed. Groot Mogende dan Wy, die vermeenen genoegzaame redenen en gronden te hebben om te pratendeeren dat Onze Provintie alleen bevoegd is, om den gemelden de Witte te doen te regt ftellen, het meest tot de Judicature in dezen geregtigd zyn, welk onderzoek al mede die zaak lang zoude kunnen protraheeren , en zomtyds gelegenheid tot onaangenaame deliberatien geeven , welke Wy gaarne zouden geprjevenieerd zien , en daartoe Ons voorgeflage expediënt het allergefchikst oordeelen. Wy befluiten dan deezen in die verwagtinge datU Ed. Groot Mogende geen zwaarigheid zullen maaken om deze Onze pogingen allezins te helpen bevorderen. Hier mede EDELE GROOT MOG. HEEREN &c. In 'tHof van Zeeland te Middelburg den 2. December 1782. STAATEN. XXVIIL  tot de MILIT JURISD. &c. 135 XXVIII. MISSIVE aan zyn Doorl Hoogheid, Re latif tot het Staats rapport van den 14. November 1782 over de zaak van den Gevangenen Vaandrig de Witte. DOORLUGTIGE HOOGGEBORE VORST EN HEER! Vv y hebben den 7 dezer in onze vergadering ontfangen en gelezen Uwe Doorlugtige Hoogheids Misfive van den 3 tevoren , in antwoord op die van de Heeren onze Gecommitteerde Raaden van den 21 Oetober laatstleeden,waarby van Uwe Doorl. Hoogh. hebben verzogt Copien van de bewyzen ten laste van den Vaandrig de Witte , befchuldigd van verraderlyke desfeinen tegen deze Provincie , mitsgaders van de Interrogatorien en refponfiven, in die zaak, benevens furcheance der procedures by die van den Hoogen Krygsraad deswegens geëntameerd , ten tyd toe daar op by ons nader zouden zyn gedisponeerd : en waar op het Uwe Doorlugtige Hoogheid behaagd heeft by deszelfs bovengemelde Misfive te refcribeeren en kennis te geven, dat Uwe Doorl. Hoogheid reeds lange , voor den ontfangst der opgemelde Misfive, nodig geoordeelt had de ftukken van het Proces, het welk door den Fifcaal van de generaliteit tegen den Vaandrig de Witte gevoerd is, te zenden aan den Hove I 4 van  i$6 VERZAMELING van STUKKEN van Holland, Zeeland en Welt vriesland, ten einde dat Hof met betrekking tot de verdere perfoonen, die in dezelve zaak geraakt zouden mogen zyn, zoude konnen dilponeeren zoodanig als bevonden zal worden in goede Justitie te behooren; waar van dan ook het noodwendig gevolg moest zyn eene provifioneele furcheance van de executie der Sententie tegen dien ge vangen Vaandrig ge weezen, tot zoo lange volkomen blyken zoude dat die Vaandrig niet meer zouden behoeven te worden gehoord of geconfronteerd tot overtuiging van een of meer andere perfoonen. Terwyl Uwe Doorl. Hoogheid aangaande de Competentie van den Militairen Regter in deezen zig refereerde tot het geen Hooo-stdezelve daar omtrend in eeneMisfiveaanHun Hoog Mog. de Heeren Staten Generaal van den ^3. Oftoberhad gepofeerd;en welke Misfive Uwe Doorl. Hoogheid vertrouwd dat door de Heeren onfe ordinaris Gedeputeerden ter onfer kennis zoude gebracht zyn ; gelvk gefchied is. Offchoon Wy , uit alles wat ons , omtrent deze zaak, onder het oog gekomenis, vermeinen genoegzame redenen en gronden gevonden te hebben, om te praitendeeren dat deze Provintie alleen bevoegd is, om den gemelden de Witte van onfentwege te doen te Recht ftellen en ftraffen; hebben Wy echter gepradèreert in geen difcusfie te komen in hoe verre, daar het geavanceerde van Uw D. H. in de evengemelden Misfive aan H. Hoo? Mogende , de Competentie van den Milita£ en.  tot de MILIT. JURISD. &c. 13? ren Rechter genoeg geconftateerd zy, als van welke deliberatien, die zeer delicaat en van een grooten omflag zouden wezen, het gevolg noodwendig zal zyn, dat van deeze zaak zoo fpoedig geen afeinde zal kunnen gemaakt worden , als derzelver aart en omftandigheden wel requireert, en waar in eene prompte en rigoureufe Justicie tot afchrik van anderen behoord plaats te hebben en geen vertraging of uitftel van flraf, door tusfchenwerpfels van Jurisdictie quEeftien ,hier byin confideratie genomem hebbende, dat de Militairen delinquant de eenige niet is, welke in deeze zaak geconcerneerd is, maar dat zelf een burgerlyk perfoon befchuldigt word de voornaame aanleider en inftigateur tot de misdaad te zyn, hebben wy begrepen dat het befte expediënt , om een fpoedig afdoening dezer zaak te bevorderen, is , dat, met ter zyde flelling van de Sustenuen omtrent de gefundeerdheid der Civile Militaire Jurisdictie in dezen , de Judicature over den Vaandrig de Witte, en over alle die in dezelve zaak eenigzints mogten geconcerneerd zyn, by delega*tie worde gedemandeerd aan den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland, onverminderd de voorrechten dezer Provintie en Steden, met relatie tot de Crimineele Justitie , door dezelve wordende geëxerceerd, en zonder dat daar uit eenige confcquentie, hoege. naamd, voor hec vervolg , zal mogen wor. den getrokken. Wy verzoeken derhalven op het vriendeI 5 lykfte  138 VERZAMELING van STUKKEN lykfte datU. Ed. Doorl. Hoogheid in overweging neemende dat Wy in dezen geen ander oogmerk hebben, als onaangenaame deliberatien en discusfien te pra:venieeren, en teffens de afdoening dezer zaak te accelereren, geen zwarigheid gelieven te maken om in hoogstdeszelfs Qualiteit als Capiten Generaal de overgave van meergemelden Vaandrig de Witte ter Judicature van den welgemelde Hove op den hier voren bepaalden voet te laten gefchieden, terwyl wy, by het onverhoopt niet reusferen der voorfz. fchikking aan ons moeten referveeren de Vrye deliberatien over deze Judicature, en, in zoo een geval verzoeken, dat deze zaak in ftaate moge blyven ten einde aan ons Regt niet werde geprsjudicieert. Wy hebben geoordeeld nadien het Poincl der Judicature over voorfz. de Witte, door de Heeren Staten van Holland en Westvriesland, zoo wy vernemen , mede in deliberatie is gebracht, H. Ed. Groot Mogende van deze onfe difpofitie by Misfive te moeten informeeren , en Hoogstdezelve te verzoeken om onze perfuatie tot de overgave van den meergemelden Vaandrig by U. Ed. Doorl. Hoogheid op de meeste efficacieufe wyze te willen fecondeeren, zoo als Uwe Doorl. Hoogheid uit deCopielyk hier nevensgaande Misfive aanHooggemeldeH. Ed. Groot Mogende zal gelieven te zien, terwyl Wy insgelyks Uw D. Heeren laten toekomen Copie onzer Misfive over deze zaak aanpRefidenten Raaden  tqt de MILIT. JURISD. &c. 139 den van den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland gefchreeven. Waar mede &c. Doorl. &c. den 2, xber. 1782. STAATEN. XXIX. MISSIVE aan Praefident en Raden van den Hove vanHolland, Zeeland en Vriesland, e EDELE ERNSTFESTE &c. ]j[3oor de Heeren onze Gecommitterde Raden , ter onzer kennis gebragt zynde, het aan U. Ed. bekend geval van den Vaandrig de Witte, belooft hebbende den vyand te zullen favorifeeren, en behulpzaam zyn wanneer op het Eiland Schouwen een Vyandelyke landing mogt worden ondernomen, en thans in detentie by den Hoogen Krygsraad ; hebben Wy ten eersten onfe ferieufe deliberatien daar of laten gaan, en om redenen ons daar toe permoveerende, goedgevonden deze zaak daar heenen te dirigeeren, dat met ter zydeftelling van de fustenuen omtrend de gefundeertheid derCivile of Militaire Jurisdictie in dezen, de Judicature over den gemelden Vaandrig  Ho VERZAMELING van STUKKEN drig de Witte, en over alle, die in dezelve zaak eenigzints mogten geconcerneert zyn (a), by delegatie aan UEd. werde gedemandeert ;onvermindert de voorregten dezer Provintie en Steden, met relatie tot deCrimineele Justitie door dezelve wordende geëxerceerd, en zonder dat daar uit eenigeconfequentie,hoe genaamd, voor het vervolg zal mogen worden getrokken. Wy hebben ten gevolge van dien Zyne Doorl. Hooheid by onze Misfive van heden op het vriendelykst verzogt, dat in Hoogstdeszelfs qualiteit als Capitein Generaal geen zwarigheid gelieve te maken , om de overgave van denzelven Vaandrig de Witte; ter Judicature van U Ed. op voorengemelde voet te laten gefchieden ; ten welken einde Wy , insgelyks by Misfive de Ed.Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland by welke het poinét der judicature over gemelde de Witte, mede in deliberatie is genomen verzogt hebben om deze onze pogingen, op de meest efficacieuste wyze te willen fecondeeren. Wy hebben nodig heoordeelt U. Ed. hier van kennis te geven, ten eindeU.Ed., denzelven Vaandrig de Witte in dat geval , uit handen van den Fifcaal van de Generaliteit overnemen en doen brengen in 'sHofs gewone Gevangenis, omvervolgens, benevens zyne me- O) Dit moet verftaan worden indien er Zeeuwfche Ingezectenen in die zaek eenigzints raogten geconcerneerd zyn, want over die van Holland of andere konden haer Ed. Mog. geen jurisdictie oefenen.  tot de MILIT. JURTSD. &c. 141 medepligte, ongeprsejudicieerd de voorregten dezer Provintie en Steden , by U. Ed. te worden te regt gefteld en geftraft, zoodanige als U. Ed. naar de aart der misdaad, agtervolgens sL'ands' wetten zullen oordeelen te behooren. Waar mede &c. EDELE &c. In 't Hof van Zeeland te Middelburg den 2 December 1782. STAATEN. Waer op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz. Misfive enBylaagen fullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verder H. Ed. Groot Mogende Gecommitteerden tot de faakenvan de Juftitie met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daar op met deoverigeUwerCommisforiaelen van den 16" en 23 Oétober laetstleden ten fpoedigste gediend van derzelver confideratien en Advis. Accordeert met de voorfch. Refolutien. XXX.  142 VERZAMELING van STUKKEN» XXX. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 5 December 178a. ISFahet Gebed, zyri gërefumeerd de Ré-> folutien van den 2 deezer Maand benevens de Misfive zoo aanZ.D.H. als Capitein Generaal der Heeren Staten van Holland en Westvriesland als aan Praïfident en Raaden van den Hove Provinciaal, daar uit geproflueerd,die, na deliberatie, zyn geapprobeerd en gehouden voor gearrefteerdjby welke gelegenheid de Heeren Gedeputeerden van Middelburg hebben geinluereerd derzelver protest ten vorige Sesfie gedaan , zoo ten aanzien van de Conclufie zelve in de zaak van den Vaandrig de Witte , als omtrend de fornt, en [pedaal met betrekking tot de gEweigerde omvraag op den voorjlag van Hun Edele, verder dan tot de Heeren van Zierickzee, rejerveerende dus als nog zoodanige aantekenigen , als de Heeren hunne Committenten tegen al het voorengemelden zullen goedvinden te doen, en overneemende de geheele extenfie met de Misfives, ter kennis en deliberatie van de Heerert hunne Committenten, dat voorts het maaken van bepaaling der Militaire Jurisdictie zouden renvoieeren aan een Commisfie be-  tot de MILIT. JUR1SD. &c. 143 befogne, zoo fpoedig doenlyk te houden , als meede aan een gelyk befogne het poinct., betrekkelyk tot de kiagten over de weinige Correfpondentie tusfchen de Regeeringen der Steeden en de Commandeerende Officieren : approbeerende Zy Heeren Gedeputeerden wyders de Refumtie zoo veelde overige poincten aangaat. De Heeren Gedeputeerden van Zierickzee hebben zig, in allen opzigten , daar mede geconformeerd en teffens geinfteerd dat de deficieerende Leden zig fpoedig gelieven te expliceeren op het door hun geadvifeerde nopens het poinét der Violatie van het Territoir, en de non executie van H. H. Mog.Refolutie tot het uitzeilen der Scheepen naar Breft. De Heeren Gedeputeerden vanGoes enTholen hebben Copie verzogt van de aanteeking der Heeren van Vlisfingen tegen het nemen der voorfz.Conclufie, en voor de HeerenCommittenten gereferveerd, om daartegen zoodanige Contra aantekening en Proteftatien te doen, als dezelve, nu of in der tyd, zullen noodig oordeelen , en vinden te behooren , wyders anncemende omvandeinftantiendoor eenige Leden gedaan, ten einde zich te verklaaren omtrent de te maaken bepaaling der Militaire Jurisdictie , en nopens de gemelde kiagten over de weinige Correfpondentie aan derzelver Heeren Committenten kennis te zullen geeven , zoo als ook die van Tholen zouden doen ten opzigt van 't poinct der Violatie van het Territoir. DeHecren Gedepu- teer-  «44 VERZAMELING van STUKKEN teerden van Vlisfingen hebben 't grootfte gedeelte derRefumtie geapprobeerd en, onder inhaïfie van derzelver, op de voorige Seflie gedaane , aantekening tegen den bekende Conclufie, verklaard zig te conformeeren methet zoo even gedeclareerde der Heeren van Middelburg cnZierickzee ten aanzien van dieConclufië , en voorts wel temogen lyden dat, onverminderd haar Advys, het poinét der Militaire Jurisdictie werde Commisforiaal gemaakt, onder inhaffie van het gedeclareerde derHeeren van Zierickzee, dat zulks zy ongeprajudicieerd de ordres en * Re folutien daar omtrent ge'drrefteerd, en dat teffens in dat befogne de bovengemelde kiagten aangaande de weinige Correfpondentie tusfchen de Regeeringen, en de Commandeerende Officieren, worden onderzogt, terwyl zig eindelyk voegden by de inftantien van laatstgemelde dat de Leden zig expliceeren, omtrend het niet uitzeilen der Schepen naar Breft. En hebben de Heeren Gedeputeerden van Veere insgelyks Copie verzogt voor de voorfz. aantekeninge der Heeren van Vlisfingen ten einde als door die van Goes en Tholen is gefchied, en voorts zig gevoegd by de inftantien van eenige hunner mede Leden, ten einde de deficieerende Leden, zig op voorengemelde drie poinétcn naamelyk de bepaaling der Militaire Jurisdictie, weinige Correfpondentie tusfchen de Magiftraten en Commandeerende Officieren , en de Violatie van het Territoir gelieven te verklaaren, terwyl eindelyk aannamen om , zoo draa de Copie van het  tot de MILIT. JURISD. &c. 143 Advis derHeeren van Zierickzee wegens het niet vertrekken der Schepen naar Breft , en Verdere daar toerelative ftukken, zullen hebben ontfangen , zig deswegens te expliceeren. En dienvolgende door den Raadpenlionaris de approbatie van de extenfiein de zaak van den Vaandrig de Witte, en van drie Misfives daar toe relatif, by meerderheid zynde geconcludeerd , hebben de Heeren Gedeputeerden van Middelburg Zierickzee en Vlisfingen gcinfteerd, dat, nadien die ftukken Copielyk hadden overgenomen , geen depêches, uit dezelve Conclufie producerende werden uitgegeeven, protefteerende anderzins daar tegen, onder referve voor de Heeren hunne refpective Committenten, om deswegens ook zoodanige aanteekeningen te doen, als vermeenen zullen te behooren. Eu heeft eindelyk de Heere van Lynden, voor zyn Hoogen Committent insgelyks gereferveerd, des nodig oordeelende, Contra aanteekeningen te doen tegen 't gene de drie geprotefteerd hebbende Leden op deeze laatstvoorige Sesfie omtrent de meergemelde extenfien hebben aangeteekend; Accordeert; VUL Deel K XXXI.  i4ö- VERZAMELING van STUKKEN XXXI. MISSIVE van de E. Mog. Heeren Gedeputeerden van Middelburg. EDEL MOGENDE HEEREN ! Heeren Gedeputeerdens van Middelburg vinden zig door de Heeren hunne Committenten fpeciaal gelast, om ingevolge derzelver, op den i en i dezer Maand gereferveerde aantekeningen,betrekkelyk de genomene conclufie op het rapport van den 14 November te voren, over de reclame van den gevangenen de Vaandrig de Witte, en het geen verder dienaangaande is gepaneerd , te declareren : Dat hoe zeer Hun Edel Achtbare, altoos afkeerig, van alle onaangename, en vooral in de tegenwoordige omftandigheden, zoo noodzakelyk te eviterene disfentien onder de Staatsleden, wel gewenfcht hadden zich van verdere demarches omtrent deze verdrietige zaak te kunnen difpenferen ; Hun E. Achtbare zich echter indispenïabcl verplicht hebben geoordeeld, tot hunne decharge by het tegenwoordige, en de volgende geflachten, aan hunne mede Leden nochmaals met alle mogelyke gematigheid , doch niet minder ernst hunne wettige redenen van beklag, over de handelwyze in defen gehouden, en de nadeeüge confequentien , welke daar uit voor  tot de M1LIT. JURISD. &c. 147 voor ieder der Staatsleden te wachten zyn , onder het oog te moeten brengen. Dat 11 E. A. een breedvoerig betoog, dat in zaken daar de Hoogheid en Privilegiën dezerProvincie en der refpectivendeStaatsleden zo aanmerkelyk by zyn geinterefieerd,geen conclufie par plure kan worden genomen j geheel overbodig zoude oordeelen : vertrouwende, dat zulx met geen grond zal worden gedefavoueerd; hoedanig een betoog ook des te minder in het prasfente geval noodzakelyk is, daar zelfs de voorengemelde conclufie des te onwettiger is, alzoo denzelve in den volftrekrten zin niet anders kan worden aangemerkt, als naar de advifen van de minderheid der Leden genomen te zyn De Advifen van Hun Edel Achtbare, der Heeren van Zierickzee en Vlisfingen, konden alleen confonant worden geoordeeld $ als hebbende zich de gemelde drieLeden(de laatstgcmelde alleen onder eenige geringe veranderingen) met het rapport geconformeerd; terwyl de Heeren van Goes en Veere, hoe zeer in de indispdtable bevoegdheid van den Civilen Rechter volledig in* Hemmende,egter, tot voorkoming van tot nog toe alleen gevreesde discusfien, tot zeeker temperament, fchoon op verfchillende wyzen, hadden geadvifeerd;de Heer Eerst Edele daar en tegen declarerende van oordeel te zyn, dat de Militaire Rechtbank in dezen alleen gerechtigd was, dog zig dien pnverminderd, hoewel wederom on eenen K 2 '" dj?  i48 VERZAMELING van STUKKEN differenten voet, voor eene fchikking verklarende. Dat bereids uit dit geavanceerde met grond kan worden geargumenteerd, dat 'er veel eer eene confonante meerderheid van gevoelens in de Advifen der drie eerstgemel» de , dan in die der laatstgenoemde Leden gelegen was; daar immers niet kan worden gefullineerd , dat zelfs die laatstgenoemde Leden alle in de wyze en termen der conclufie (daar het in een zaak van die delicatesfe vooral op aankomt) ten vollen overeenItemden. Maar dat boven dien de Heeren van Tholen wel uitdrukkelyk en met ronde woorden , zig mes bei Rapport van den 14 November hebben geconformeerd; wel is waar met zekere zoogenaamde by voeging; dog welke in effecte niet anders, dan als een voorflag tot fchikking, ingevalle zulks algemeen mocht worden gegouteerd|, kon worden aangemerkt; daar immers geenzints was te veronderftellen, dat welgemelde Heeren door deze byvoeging het bewerken eener conclufie , direct ftrydig met een Rapport, waar mede zy zig NB. verklaarden te conformeeren, kunnen in 't oog gehad hebben. Dat Hun Edel Achtbare,zonder hier verder te onderzoeken , in hoe verre de flem, van den Heer Eerst Edele, uit hoofde van Hoogst deszelfs belang in dezen als Capitein Generaal, kon worden geadmmitteerd : voor-  tot de MILIT. JURISD. &c. i4j> vooral tot het effectueren eener prxtenfe meerderheid ; vermeenen uit het zoo even eenvoudig gedetailleerde met gronde te mogen befluiten, dat de Heer Raadpenfionaris wel degelyk verpligt geweest ware de conclufie in dezen , indien zyn Ed. zelfs bevoegd gcAveest was zulx met meerderheid te doen , overeenkomftighetmeergemcntioneerde Rapport te nemen. Op grond van al het welke Hun 7:del Achtbare zig als nog ten hoogften bevoegd en verplicht oordeelen , om niet alleen, te. gens het concludeeren van een Poinét, waar in eenparigheid vereifcht wierd , maar ook fpeciaal tegens het nemen dier conclufie , met de minderheid, en dus tegens eene in allen opzichte irreguliere en geheel onwettige handelwyze op hetkragtigfte tep- oteftcren, en zulx over te laten voor rekening der Leden , welk zulx gedoogd hebben,en ter verantwoording van den Heer Raad Penfionaris, aan wien behalven eene naaukeurige onzydigheid het maintien eener goede Orde in de behandeling der zaken , en het vigileren tegens alle inbreuk op de voorrechten der Staats • leden boven al incumbeerd en aanbevolen is; dat H. Edel Achtbare zig niet minder moeten beklagen over de beleeoigende weigering om op een middel van fchikking door Hun Edel Achtbare voorgeflagen, waar toe Hun Edel Achtbare grond hebben te vertrouwen , dat verre de meefte Leden zig genegen zoude hebben getoond, en waar door alle deze on* aangenaamheden en begaane irregulariteiten K 3 zou-  ï5o VERZAMELING van STUKKEN zouden kunnen voorgekomen zyn , verder dan tot den aanwezenden Heer Gedeputeerden van Zierickze omvraag te doen-, eene zaak welke zelfs in gevallen van 't geringde aanbelang , aan géén der Leden word geweigerd, en waar van, hoe ookbefchouwd,de onordentelykheid niet kan worden ontkend, daar immers deze voorflagal of niet omvraag vereifchte: terwyl in het eerfte geval, zulx aan alle de Leden had behooren te gefchieden, en in hetlaatfte ,er aan de voorzittende Leden, even zo weinig, als aan de volgende omvraag moest gedaan zyn. Tegens welke onvoegzame , en onvoorbeeldelyke handelwyze Hun Edel Achtbare dierhalven al mede derzelver gedaan Protest als nog op het ernftigfte moeten inhajreeren. Dat daar en boven in de derde plaats, niet alleen Hun Edel Achtbare, maar ook een ieder der Leden, in het byzonder, op het evidentfte, in derzelver onwederfprekelyk recht zyn benadeeld, door eene andere daad, waar van Hun Edele Achtbare durven vastftellen,dat nimmer een voorbeeld heeft plaats gehad, waar voor zoo dikwyls en zoo ernftig zo gewaakt, en waar van Hun Edele Achtbare hartclyk wenfchen, dat niemand dier Leden, welke zulx thans met ftilzwygen hebben goedgekeurd ,denadeelige gevolgen immer zal ondervinden. Hun Edel Achtbare bedoelen hier mede , dat, niettegenftaande drie der Staatsleden de conclufie in dit zoo dikwils gemelde zaak  tot de M1LIT. JURISD. &c. 151 zaak by de refumptie uitdrukkelyk hadden voorgenomen, de Heer Raad-Penfionaris echter eigener authoriteit en zonder zelfs bet goedvinden der overige Leden daar omtrent te vernoemen, heefthunnen befluyten , daar mede voort te gaan, de zaak voor geconcludeerd en gereiumeerd te houden-, en de depêches daar uit profiuerende, tegens alle Orde van regeering aan, immediaat te laten ex* pedieeren, daar niet alleen de drie bewuste Misfives , door den Heer Raad-Penfionaris geconcipieerd, (en waar op, indien zigllun Edel Achtbare konden inlaten in détails nopens een zaak welke dezelve in 't generaal desavoueren, vry gepaste aanmerkingen konden vallen) nimmer by een der Leden in de Hberatie waren geweest, gelyk zulx omtrent de concept. Misfives by het Rapport voorgefiagen zoo als billyk en met eene goede orde overeenkomftig was, had plaats gehad. Maar het bovendien allezints Manifest is, dat de overneming eener Conclufie , fchoon flegts door één Lid gedaan, zelfs in zakenwelTie anders by meerderheid conclufibel zyn altyd door de overige Leden is begrepen en erkend, als een middel waar door de zaak voor onafgedaan wierd gehouden en geen effect kon forteren tot tyd en wyle zodanig Lid uit eigen beweging, of door middelen van perfuafie zyner mede Leden, daar in had bewilligd. Dat uit alles, wat hier omtrent zou kunnen worden bygebragt, Hun Edel Achtbare ©m la ngwyligheid te vermyden, alleen eeniK 4 ge  ï5s VERZAMELING van STUKKEN ge weinige , allezints overtuigende retroacta, hier toe betrékkelyk ,a'an hunne mede-, leden zullen onder het oog brengen. Dat U. Edel Mogende in de eerste plaats ilegts met onzydigheid gelieven in te zien het eerste na-Poinct van Befchrying, tegens den •2 Jariüary des Jaars 1703. By het welke aan de Leden word voorgeilagen, om tot voorkoming van naadcelïge retardementen in de deliberatien , een compet enten tyd te arrefleeren binnen dewelke ieder Lid, eene zaak overgenomen hebbende, daar inne overftemminge plaats heeft, en wanneer daar over geene belasting of wel NB. over privilegiën, en Gerechtigheden word gedelibereerd, zouae gehou den wezen zig te verklaren &c. Dat hier over op den 18 January des zei-, ven Jaars gedelibereerd zynde was gereiolveerd, het, door overneming ophouden van zodanige namentlyk by meerderheidconclufible zaken te bepalen niet langer dan tot vier weeken, of dat na expiratie van dien tyd, de conclufie effect zou hébben. Dan dat de Heeren van Veere op die zelfde Sesfie hadden verklaard deze bepaling onnodig te oordeelen gemerkt NB. 'er thans voornamentlyk gedelibereerd wierd over poinclen daar geen overfemmingplaats had, en dat Hun Edel Achtbare, zoo veel de anderezaken aanging, yermepnden , dat aan de refpstlive Leden, aie faculteit en dat recht, haar volgens de aloude gronden van Regeering dezer Provincie competeerende , niet en konde of behoorde te worden benomen. Hebbende welgemelde Heeren van Veere,  tot de MILIT JURISD &c 153 vervolgens op den 11 dier zelfde Maand zulx nog nader geadftrueerd; als nog declarerende, dat de Leden geenzints bevoegd waren. om een recht, volgens de gronden van regeering binnen deze Provincie gerecipieerd', en by de refpective Leden altoos gebruikt te kunnen p? ivoren &c. Uit al het welke dan ten vollen blykbaar is, dat het overnemen eener conclufie , door éénder Leden gedaan, zelfs in zaken daar overftemrning plaats heeft , buiten allen twyffel geoordeeld is een middel te zyn, waar van een ieder der Leden zig konde bedienen, om het effect eener conclufie te ftremmen, in zoo verre,dat de Leden des tyds noodig Oordeelden, ten einde hier van geen kwaad gebruyk zoude worden gemaakt, om daar in zonder echter dit wettig middel aan de Leden geheel te willen benemen, door zekere bepaling te voorzien. Schoon zulx door de Heeren van Veere uitdrukkelyk, en gelyk in volgende gevallen gebleken is, met effeét tegen gefproken, en een recht genoemd wierd,'t geen volgens de gronden der Regcering was gerecipieerd en by de refpective Leden altoos gebruikt. Dat indien zulks plaats had in zaken, welke anders by meerderheid Conciufibel waren, en daar llegts een der Leden de conclufie had overgenomen, Hun Edel Achtbare met nog veel meerder grond mogen vastftellen, dat dit nimmer afgefchaft, maar altyd aan de Leden toegekend middel, vooral, ineen zaak daar eenparigheid vereifcht wierd, en daar K 5 niet  i54 VERZAMELING van STUKKEN niet één maar drie Leden de overneming hadden gedaan, volledig effect had moeten forteren. En dat ook in volgende gevallen beftendig overeenkomftig het hier voren bygebragte is gehandeld , kan onder anderen overbodig blyken uit de Notulen van U. Edel Mogende van den 3. 6 en 7 December des Jaars 1764, ten aanzien van het, door Vrouwe Aletta Maria van den Brande , Huysvrouw van Doms. Wilhelmus Wilhelmius verzochte Octroy ter difpofitie over hare Leengoederen ; waar van de extenfie, door de Heeren van Veere, fchoon NB. by de Eerste Deliberatie in 't voorflhreve verzoek geconfenteerd hebbende, by de refumtie was overgenomen , zonder dat nog de overige Leden, en nog veel minder de doerimalige Heer Raad-Penfionaris , eigener AuïHORiTEiT aan de Heeren van Veere dit recht betwist hebben , maar 't geen van dat gevolg geweest is, dat deze zaak hoe eenvoudig anders, niet dan byna driejaren later, te weten op den 25 September des Jaars 1767, en wel alleen door toekomst der Heeren van Veere, is kunnen worden geapplaneerd ; hoedanige Cynofure ook in de gevallen, onder de Notulen van den 15 en 16 als mede van den 17 September des Jaars 1766 breeder vermeld , en veele andere welke nog zouden kunnen worden by gebracht, altyd zonder tegenzeggen heeft plaats gehad. DatH un Edel Achtbare dit gedetailleerde genoegzaam oordeelen om hunne Medeleden ,  tot de MILIT. JURISD. &c. 155 den , en de onbevooroordeelde Pofleriteit te doen zien, in hoe veele opzichten omtrent deze zaak, op eene onwettig!-, irreguliere, en met de gronden der Regeering. zoo wel als met de voorn ebt en der Staat Heden stry \ dige wyze is gehandeld. En van hoe veel vooruitzicht het voor een ieder der Leden in het byzonder is, dat niet alleen Hun Edel Achtbare maar ook zy zelve op zulk eene eigen donkelyke wyze , in hunne wettige voorrechten worden verkort , en waar by dezelve, hoe zeer deze zaak overeenkomftig hunne idees mocht zyn uitgevallen, niet minder dan Hun Edel Achtbare het hoogfte belang hebben. " Hun Edel Achtbare moeten derhalven voor af den Heer Raad-Penfionaris by dezen verzoeken , en, voor zoo veel nood , requireren,om fchriftelyk op te geven de gronden enmotiven, waarmede zyn Edele deszelfs handelwyze en directie, ten opzichte van nl het hier voren gemelde gehouden , vermeend te kunnen wettigen en verantwoorden, en vinden zich verder tot hunne eigene verantwoording, en overeenkomftig hunnen indispenfabelen plicht genoodzaakt,derzelver onderfcheidene, op den 1 en 5 dezer Maand gedane Proteften nogmaals te moeten inharreren; met betuiging dat Hun Edel Achtbare dit alles en de gevolgen welke daar uit zoude mogen ontftaan , voor Rekening en verantwoording dier Leden,welke zodanig eene handelwyze gevorderd of toegelaten hebben, p verlaten. Dat  156" VERZAMELING van STUKKEN Dat aangezien al het zelve ftrydig is, met de Orde van Regeering , en de voorrechten der refpective Staatsleden, welke aan dezelve door niemand kunnen worden benomen, Hun Edel Achtbare de voorengemelde conduite moeten houden voor nietig , en onbestaanbaar,protefteerende dat dezelve nimmer , als eene wettige Staatsre folutie zal worden geconfidereerd, of effect, forteren ; met referve om, zulx noodig oordeelende , daar jegens nu of in der tyd, zodanig verder te zeggen of te handelen, als Hun Edel Achtbare tot handhaving hunner bezworene voorrechten, zullen vinden te behooren , zonder immer begrepen te willen worden , dezelve te hebben aangezien of gehomologeerd. Uit naam der Heeren Gedeputeerden van Middelburg. (gct.) W. A. de BEVEREN XXX1L  tot de MILIT. JURISD.&c. ï57 XXXII. CONCEPT FXTENSIE in de faek van den Vaendrig de Witte. (Holland Exhibitum den i3 Dcc. 1782. Waar op &c. K3at door de nadere ouvertures van Commisfarisfen van den Hove werdt geconformeert 't gepofeerde by bovengemelde Propofitie , aangaande de daar by gemelde verraderlyke deffeinen tegen deeze Provintie ; en mitsdien de Hoogheid en Souverainiteit van dezelve, fowel als haere gewigtigfte belangens aangaande een rigtig onderzoek van zaaken van wegen Hun Éd. Groot Mogende te doen , in deeze zaake ten hoogden zyn geconcerneert : mitsgaders de cognitie en judicature van wegen Hoogstdezelven uit dien hoofde, byfonder ook daar de gevange fich op het territoir dezer Provintie daadelyk bevind, in dezen buiten allen twyffel is ge ■ fundeerd; en geene termini habiles voor eenige delegatie van wegen deezeProvintie,'tzy afzonderlyk 't zy gefamentlyk, met een of meerder Bondgenoten alhier gevonden worden. Is goedgevonden en verftaan, dat Pra^fident en Raden van den Hove van Holland fal worden aangefchreven uit naame en van wegens  153 VERZAMELING van STUKKEN gens Hun E. Groot Mog. direételyk, en ionder tusfchenkomst van eenige delegatie, tegen de delinquanten in deefen in 'tgenerael, en in 't byfonder tegens den gevangenen de Witte te procederen , en den laatstgemelden uit handen van den Hoogen Krygsraad op den voet van bovengemelde propofitie over te nemen, by aldien dezelve niet reeds uit kragte en ingevolge de aanfehryvinge van de Heeren Staaten van Zeeland aan Prsfident en Raaden gedaan, in handen van den Hove gefield zouden mogen zyn , ten welken einde aan Zyne Hoogheid zoude worden verzocht den meergemelden gevangenen van den Hove te doen overgeeven. Dat wyders Copie van deeze Refolutie gefonden fal worden aan de Heeren Staten van Zeeland, met byvoeging, dat haer Edele GrootMogende wel ontvangen hebbende de Misfive van Welgemelde Heeren Staeten van den 2 dezer, dacr uit hebben vernomen, dat Hun Ed. Mog. hebben goedgevonden in deeze zaake Refolutie te neemen, fonder eenige voorafgaande communicatie dezen aangaande met Haar Ed. Groot Mogende plaats gegeven te hebben;dat daar door vervolgens hetmiddel afgefneden zynde, om in deeze arrangementen te maaken ten einde metgemeene bewilliging , ingevolge de byfondere betrekkingen, die men in beide Provintien in deeze zaak oordeelt te hebben, dezelve op eenparigen voet ter cognitie en judicature van den Hove van Holland en Zeeland te brengen; H. Ed. Groot Mog. zig dan hebben genood-^  tot de MILIT. JURISD. &c. 150 noodzaakt gevonden, afzonderlyk te neemen fodaanige Refolutie, in deeze zaeke , als Hoogstdezelve tot confervatie van de Rechten dezer Provintie , fonder daar door egter eenige Priejuditie aan de gefuftineerde Rechter der Provintien van Zeeland in'tGeneraal, of van derzelver Steden in het by zonder te willen toebrengen, geoordeelt hebben indifpenfabel verplicht te zyn, en by deeze de eere te hebben Hun Edele Mogende te Communiceeren, als mede de aanfchr yvinge,in gevolge van dezelve Refolutie aan Praïfident en Raden voornoemt gedaan: niet twyffelende of het voorfchreeve Hof zal zig nu door de twee refpective Re folutien enafzonderlyke aanfchryvingen van beide de Pro_ vintien overvloedig vindengequalificeert,om uit naam en van wegen beide dezelven tegen den voornoemde de Witte fodanig te Procederen, als in goede Juftitie fal meenen te behooren. XXXIII. EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierikzee. Den 20 December 1782. CjTedelibereert zynde , op een ingekome Misiive van de Heeren Gedeputeerden, van wegens deze Stad ter Staatsvergadering oc- cu-  i6o VERZAMELING van STUKKEN cupeerende, van den 17 dezer Maand, by dewelke onder anderen addresfeeren de onderfcheide ter deliberatie van dezen Rade overgenome Stukken, concerneerende de Judicatuure over den thans in 's Hage gevangen zittenden Vaandrig de Witte, en daar uit volleedig zynde geinformeert aangaande al het geen met opzigt tot dit zoo delicate poinct ter Vergadering is ingebragt, en inzonderheid op den 2 en 5 dezer Maand by gelegentheid van de destyds genome Conclufie is gepasfeert; ls goedgevonden en ven laan de Heeren Gedeputeerden ter hooggemelde Vergadering aan te fchryven en te gel aften, om uit kragte van derzelver gereïerveerde nadere aantekeninge 'te declareeren: dat de Heeren van Zierikzee, welke zig deze zaak altyd ten hoogften hebben aangetrokken, zoo uithoofde van de atrociteit van het delict tegens de hoogheid dezer Provintie en de veiligheid van dit Eiland voornamenlyk geperpetreerd onder de Jurisdictie dezer Stad, by een perfoon, door byzonderen Eede aan dezelve verbonden, met veel leedwezen hebben befpeurt de verfchillende denkwyze , welke in de behandelinge daar van onder de Leden van Staat fcheen plaats te hebben, dan dat zig nimmer hadden voorgefteld, dat deze zoo ongelukkige dispariteit zulke facheufe gevolgen zoude hebben na zig gelleept, als H. E, A. met innige aandoening hebben gezien, dat daar uit zyn gerefulteerd. Dat H. E. A. volkomen gepenetreerd van het  tot de MILIT. JURISD. &c. 161 het gewigt, welke de uitflag dezer zaak konde hebben op de dagelyks meer en meer veldwinnende prietenfien van een zogenaamde Rechtbank, welke zig in prsejuditie van den Politiquen Regter, zonder eenige authoriteit van den Souverain, uit wiens boezem alleen alle uitoeffening van Regtsbedwang kan vportvloeyen, heeft opgeworpen ,vau hunne zyde hebbende betoond, door onder zekere bepalinge af te zien van derzelver welgegronde fuftenue om den Delinquant voor de Vierfchaar dezer Stad te doen te recht {tellen , alle mogelykc toegevendheid te willen gebruiken, om de wettige reclame van den voorn, de Witte van wegens deze Provintie onverhindert te kunnen inrigten, welhadden gewenscht by alle derzelver Medeleeden eene evengelyke geneigdheid , om de wezentlyke Regten der Oppermagt met denzelven yver voor te ftaan, te hebben mogen ondervinden, als wanneer men de infchikkelykheid, by fommige Leeden in deezen betoond,nict zoude hebben gearripieert.om dé op den i dezer Maand genome Conclufie te veftigen op eene meerderheid van gevoelens, uit d'e Advyfen der Leden prsetenfelyk afgelegd. Dat H. E. A. een dergelyke concurrentie hunner Medeleeden ook inderdaad hebben verwagt, en in de Opdragt der Judicatuure over den Vaandrig de Witte aan den Hove Provintiaal, nimmer hebben bewilligt, dan in vertrouwen, dat het Staatsrapport van den 14 November laatstleden zoude zyn. VUl Ded. L ter  16a VERZAMELING van STUKKEN ter Conclufie gebragt; en dus, daar de genome. Conclufie hier van zoo zeer is af wakende, ook niet kunnen verftaan worden van de gefuftineerde Competentie van de Rechtbank hunner Stad tot de Judicatuure van den voorn, de Witte immer te hebben geglisieerd; zoo dat de reden cesfeerende,. waarom H. E. A- op deze prrctenfie niet verder hebben geurgeert, de Opdragt der Judicatuure aan den Hove Provintiaal, als nu moet worden geconfidereert geheel buiten hunne toeftemming te zyn gefchied, en waar door dus deze Stad van een hater uitftekendfte voorregten, om in den naam van den Souverain het hooge Rechtsgebied uit te oeffenen op eene gantscb onwettige wyze, in dit voor handen zynde geval, word gedeposfedeert, daar de noodzakelykheid van deze H. E. A. concurrentie tot de voornoemde Opdragt aan den Hove Provintiaal de aart der zake zelve medebrengt en by het geadvifeerde der Heeren van Goes, zoo wel als by het Staatsrapport van den 14 November laatstleden word erkend, en daarom ook met alle regt op een fpeciale acte van non prajuditie ingeval de zake volgens het zelve rapport werd afgedaan, by H. E. A- was geinfteerd dat de Heeren van Zierikzee dus in het algemeen ten fterkften desavoueerende de wettigheid der Conclufie, op den 2 de-zer genomen, wel fpeciaal moeten tegenfpreeken,de algemeenheid van de daarby opgegeve begrippen dat de Judicature over den Vaandrig de Witte aan den Hove Provintiaal behoor-  tot de MILIT. JURISD. &c. 163 hoorde te worden gedemandeert.zonder welke eenparigheid van begrippen tot het doen van zouanigen Opdragt, buiten allen tegenfpraak niet hadde kunnen worden geconcludeert, even zoo min als dezelve Conclufie (gcfteld dat de zaak by meerderheid vermogt afgedaan te worden) hadde kunnen genomen worden, zoo althans legt, nadien wel verre van met de idees der meerderheid van de Leeden over een te komen, dezelve in tegendeel op de Advyfen van de minderheid eeniglyk is gegrond. Dat de waarheid van dit gepasfeerdc, flegts by het eerfte inzien van de Advyfen der Leden ten duidelykften manifest, geen breedvoerige adftructie van noden heeft, en dus, zonder in eenige discusfie te treden ,in hoe verre het Advys van den Heere Eerfte Edele, uit hoofde van de fuftenue, welke door hoogst denzelven als Capitein Generaal tegen het regt der Provintie wierd gevoert, eenig gewigt aan het neemen eener Conclufie billyker wyze geoordeeld moet worden te kunnen byzetten, alleenlyk ten dezen behoeft te worden gerememoreerd , dat de Steden Goes en Veere wel eene geneigtheid hebben betoond , om de zaak by een foort van fchikkinge af te doen, dog omtrend den voet, waar op het zelve zoude kunnen gefchieden, zig op zulk een onderling verfchillende wyze hebben uitgedrukt,dat men volftrekt buiten ftaat is, om uit dezelve een eenparig fentiment te kunnen opmaken, dan alleen daarin , dat het recht van den Lande .1, a tot-  iÓ4 VERZAMELING van STUKKEN tot de abfolute reclame van gem. Vaandrig de Witte en de onbevoegtheid van den Militairen Rechter genoodzaakt zyn te moeten erkennen; terwyl het Advys der Heeren van Tholen zodanig is ingerigt, dat uit het zelve het direéle gevoelen dier Heeren niet wel voegzaam kan worden afgeleid, of, zonder nadere uitlegginge, eenigzins in aanmerking komen kan ; zoo dat men nauwlyks weet te bepalen uit welke iidvyfen de bewuile Concluiie eigentlyk is opgemaakt , en de onbevooroordeelde polteriteit , de fentimenten van alle de Leden inziende , zig altyd zal moeten verwonderen over de Conclufie,daar uit gcformeert,inzonderheid,wanneer men de dispariteit der gedagten van de gepretendeerde meerderheid overweegd, en daar by reflecteerd, dat men, de zaak by meerderheid willende concludeeren, de eenparige fentimenten der Heeren van Middelburg , Zierikzee en Vliflingen, die juist de eenigfie eenftemmige meerderheid kunnen uitmaken geheel heeft ter zyden gefield. Dat, ten minften, hoe men dit ook opvatten mag , zeker nooit zal kunnen worden ontkend, dat, al was de zaak op den voet, zoo als zulks is gefchied, by meerderheid conclufibel, het egter volllrekt onmogelyk was, om uit de opinien der Leden, welke men voor de meerderheid wilde doen doorgaan, eene extenfie te formeeren , welke juist viel in dien zin en meening , waar in dezelve meerderheid volkomen overeenkwam , en men dus van zelfs zal genoodzaakt worden te moeten avou-  tot de MILIT. JURISD. &c 165 avoueeren, dat geen gefchikter weg konde ingeflagen worden , dan , volgens den voorflag der Heeren van Middelburg, de Heeren Commisfarisfen tot de Befoignes ,die alle het best van de denkwyze hunner Principalen onderiteld worden geinformeert te zyn, daar toe expres te Verzoeken. Dat men ook niet anders zoude hebben mogen verwagten, of dit zoo gepast en billyk verzoek zoude de vereischte ingresfié op de Vergadering hebben gehad, dan dat door de finguüere handelwys van den Heer Raadpenfionaiïs, met hier op zelf niet verder dan tot de Heeren E. Achtb. Gedeputeerden omvrage te doen, het tegendeel van dien veroorzaakt zynde, daar uit al wederom ten duidelykften blykt, hoe gering een vertrouwen men heeft gefield, dat de fentimenten der meerderheid van de Leden zouden 0 vereenftemmen met de extenfie , welke men voorhad ter conclufie te doen brengen, nadien anders de zaake op het zelve zoude uitgekomen zyn , of dezelve door Heeren Commisfarisfen,dan afzonder» lyk door den Heer Raad-Penfionaris alleen werde geformeert. Dat hier van ook het gevolg is geweest , dat voornoemde nieuwe extenfien en daer uit profluëerende drie Concept Misfives aan de Heeren Staten van Holland, aan Zyne Doorl. Hoogheid, en aan den Hove Provinciaal, op den 5 daar aan tot de deliberatie van de Leden gebracht zynde , men destyds wederom niet heeft gefchroomt om ds laait e hand te leggen aan de gantfch onwettige en irreguliere handelwys , van L 3 den  i66 VERZAMELING van STUKKEN den beginne af aan gemanifefteerd, nadien de Heeren van Middelburg, Zierickzee en Vlisfingen , als toen de hooggaande , en zo veel men weet , onvoorbeeldige fletrissure door den Heere Raadpensionaris Zyn aan, gedaen dat, niettegenftaande derzelver uitdrukkelyke overneeminge van de beruckeConqlufie en" Concepte Misfives , welke geheel iets anders behelzen , dan het geen ooit ter deliberatie van de Leden was gebragt men egter al hetzelve wilde houden voor geconcludeert en befloot de depêches , daar uit direct- af te zenden, een behandeling , welke by ieder Lid van Staat ten hoogden be. hoorde te worden geresfenteerd, als direct aanlopende tegens alle goede ordre enwelgeëtablisfeerdeMaximes, op het beleid der zaken van het Land zoo wyzclyk geïntroduceert en met alle vigueur gefouteneert. Dat H. E. Achtbare derhal ven uit allen dezen de voorn. Conclufie van den 2 en 5 de. zer befchouwen als eene dire&e indragt q> de vastgeflelde ordre en wyze van Regeering, waar in de Hoogheid en prccminenticn van de Provintie niet met dien ernst en kloekmoedigheid, als het gewigt daar van vorderden, zyn gefouteneerd en in de handhaving der Provintiale en Stedelyke voorregten eene merkelykc flapheid zynde betoond, H. Ed. Achtbare volkomen goedkeuren dat de' Heeren derzelver Gedeputeerden daar tegens. hebben geprotefteerd, en mitsdien by dezen al het zelve op het kragtigfte inhsereercnde Verklaaren de genome Conclufie te houden voor  tot de M1LIT. JURISD. &c. ió> VOOr geheel onwettig dl zodanig onbestaanbaar., dat nimmer als refolutien van Staat kunnen worden geconfidereert, of daar xüthetallerminfte tot verkorting van de voorrechten der Provintie of van de Steden, inzon derheid van de Stad Zierickzee metopzigttot de Hooge Jurisdictie by derzelver Rcgtbank wordende geê'xerceert,immer zal kunnengeëlicieert worden, latende te min alle de nadeelige gevolgen, welke het zy uit de Conclufien zelfs, of uit het daar by onvoegzaam en vaneen kommerlyk vooruitzigt gehouden gedrag van den lieer Raadpenfionaris t'eeniger tyd zoude kunnen worden afgeleid , voor Rekeningen verantwoording der Leden, die op deze onvoorbeeldige handelwys hebben aangedrongen , of dezelve met ftilzwygen hebben goedgekeurd. Terwyl H. Edele Achtbare by vervolg voor zig niet gaarne zullende afwachten eene dergelyke behandelinge en demarche van eenig Mimfter van het Land , zoo weinig overeenkomllig met die reguards, welke dezelve aan ieder Lid van Staat verfchuldigt zyn, vermeynen dat daar tegen hoe eerder zoo beter ferieufelyk behoorde te worden gevigileert, en zoodanige voorzieninge gedaan, dat dergelyke voor bet gezag der Vergadering en het refpeét der byzondere Leden zoo fchadelyke onderneemingen kragtdadig werden tegengegaan waar toe Hun Edele Achtbare bereid zyn met de overige Leden in overleg te treden. En worden de Heeren Gedeputeerden geL 4 last  j68 VERZAMELING van STUKKEN. last de Infertie dezer in den text der Notulen van Staat te verzoeken. Accordeert met Voorfz. Notulen. (get.) C. EVERTSEN. XXXV. MISSIVE van de Heeren van Vlisfinv gen- EDELE GROOT MOG. HEEREN &c. ïïetis niet, dan na rype deliberatie, en zeer ongaarne , dat zig de Heeren van Vlisfingen verplicht vinden te vervolgen, de aantekening, welke wy benevens de Heeren Gedeputeerden van Middelburgen Zierickzee op den 2 en 5 dezer genoodzaakt waren te referveeren tegen eene zogenaamde Refolutie genomen omtrend het bekende geval van den Vaandrig de Witte. ' ■ De Heeren onze Committenten, volkomen geapprobeert hebbende het verrigte hunner Gedeputeerden omtrend deze zaak, en fpeciaal de aantekening, door dezelve by gele gendheid der Conclufie gedaan, hadden wel gewenscht zich van verdere demarches daar omtrend te kunnen difpenfeeren : dog wanneer Hun Edele Achtbare de door den Heer Raad -Penfionaris geconcludeerde Stukken inzien,  tot de MILIT JURISD. &c. 169 zien, en overwegen de wys, op welke de voorfchreve Conclufie is geëffectueerd, met al het geen daer toe betrekkelyk is , en de ge volgen die daar uit zouden kunnen refulteeren, oordeelen zich Hun Edele Achtbare indifpenfabel tot dezen ftap gedrongen. Daar dus Hun Ed. Achtbare niet met ftil. zwygen zullen kunnen pasfeeren de advyfen hunner disientiecrende Medeleden, verklaren HunEd. Achtbare voor af ten plegtigften, dat zy hier mede niet bedoelen Hpogstderzelver begrippen op dit fujet te willen taxceren , of dezelve te betwisten die vryheid, om over s'Lands zaken te fpreken, waar op H.Ed. Achtbare voor zig zeiven zoo yeel waarde ftellen. Dog H. Ed. Achtbare meenen met alle decentie, die Staatsleden ellcanderen verfchuldifft zyn, en die beftaanbaar is met de zoo hoognodige harmonie, reflectien te mogen maken op de advyfenhunnerMedeleden,zoo ter verdediging hunner eigen regtmatige befwaren, als tot voorkoming van zeer\vaarfchynelyke fchoon onbedoelde gevolgen De He eren onze Committenten hadden zekerlyk niet verwacht, dat de Heeren van Veere, die zig op den 7 November uitdrukkelyk geconformeerd hadden met het den 5 te voren geadvifeerde der Heeren van Middelburg, en by derzelver nader Advis op den 2 dezer , in thefi niet van gedagten waren veranderd, uitdrukkelyk zeggende, dat Hun Edele Achtbare na rype examinatie, om genoegzame redenen en gronden, in zulk begrip L 5 vast-  ï?o VERZAMELING van STUKKEN vastftonden, en zig mitsdien Wel zouden kunnen conformeeren met bovengcmelden rapport, van zich zouden hebben kunnen verkrygen om daar van, uit andere Confideratien, te glisferen; en zig tot vindicatie daar van te beroepen op een Advys van Heeren Commisfarisfen uit den Hove Provintiaal , ai het Groot Befoigne der Provintie van Holland, over deze materie gehouden overlegd; een ftuk ter Vergadering deezer Provintie geheel onbekend, en waai- op H Ed. Achtbare om redenen en tot vèfrmydiW van alle aigreur liefst geen reflexien maken zullen. Maar wy kunnen voor al niet voor by tc refleaeeren op het geadvifeerde der Heeren van Tholen , dat welgemelde Heeren zig Conformeeren met het rapport van den 14 November en te gelyk niet willen in onderzoek traden tusfchen de Militaire of Civile bevoegdheid 111 dezen. - Een Advys , hetgeen H. l'M. Achtbare vermeenen niet zoo duidelyk en klaarte zyn , dat het zelve zonder nadere verklaaring van welgemelde Heeren, konde gerekend worden eenig «verwicht aan de Conclufie te geven, voor al niet in een zaak van zoo veel aanbelang, en in welkers beflifling de Hoogheid en liet Recht dezer Provintie zoo immediaat geconcerneert was. En wat het Advis der .Heeren van Goes aangaat, moeten H. Ed. Achtbare betuigen , met verwondering gelezen te hebben de motiven , door Welgemelde Heeren by-  tot de MILIT. JURISD. &c. 171 bygebracht ter Vindicatie van hunbefluittot het zoo foigneufelyk vermyden van alle Jurisdictie questien De Heeren van Vlisfingen trouwens kunnen niet bezeffen, ddt de aart der voorgeftelde difcusfien (gefield al , dat de beflisüng van alle dezelve volftrekt nodig geweest ware) was van zodanige delicatesfe en van zoo groten omflag, dat men daar van niet eene fpoedige decifie zoude hebben mogen te gemoet zien, terwyl alle dezelve borneeren tot deze twee eenvoudige Vragen : Zyn de Heeren Staten van Zeeland bevoegd en verplicht om den gevangen Vaendrig de Witte te reclameeren ? En zouden H E. M. niet voorzichtigst doen met de Judicature van denzelven aan den Hove Provintiaal op te dragen ? Twee Poincten, waar van H. Ed. Achtbare zoo wel als de Heeren van Middelburg en Zierickzee de affirmative beantwoording meenen beweezen te hebben, zonder dat daar tegen door iemand deiLeden (de niet ongefundeerde Sustenue van Zierickzee voor hare Rechtbank uitgezondert) eenige bedenking gemaakt, immers eenigbewys ter Contrarie aangevoert is, of zal kunnen worden. — Om niet te zeggen dat deze voorzorg, welke de Heeren van Goes geoordeelt hebben, zoo vroechtydig te moeten gebruiken, dan eerst misfchien zoude zyn te pas gekomen, wanneer na het adviiéeren van alle de Leden, gebleken was, dat, na orde, van Regeering geene Conclufie had. kunnen vallen. De Heeren van Vlisfingen menen nogthana niet  172 VERZAMELING van STUKKEN onduidelyk de aanleidende oorzaaken te befpeuren, waar aan welgemelde advyfen der Heeren van Goes , Tholen en Veere kunnen worden geattribueert. — Indien het Praeadvis van den Heer Raad-Penfionaris, door Zyne Hoog Edele voorgedragen in het Staats Befoigne, over deze zaak. gehouden, en door de meerderheid van Heeren Commisfarisfen niet gegouteerd, volgens bekomeninformatien , niet aan de meeste Steden en daar onder ook aan de Heeren van Goes, Tho len en Veere ter deliberatie toegezonden en aangeprefen geweest was , en hier door een weg ter keuze opengefield , tusfchen het Staats rapport en het voorfchreve Praadvis, zo abufivelyk als ontydig met den naam van Conciiiatoir beftempeld, vertrouwen H. Ed. Achtbare dat zig, onder de Steden immers \ geen difpariteit van begrippen omtrent deze Zaek, hoe delicaat zy ook wezen moge, zoude hebben gemanifefteerd. Hun Ed. Achtbare kunnen zig wel voordellen, dat de Heer van Lynden, advifeëreri, de voor den Heer eerst Edelen, wiens gevoelens, hoewel in een geheel andere betrekking, nopens dit poincr. in eene expresfe Misfive aan de Heeren Staten Generaal en aan deze Provintie reeds waren bekend gemaakt, ter oorzaak van de voorfz. relatie, misfchien niet zoude hebben kunnen befluiten om zig benevens de overige Staatsleden by het voorfchreve rapport,en de daar uit profiueerende Misfives te voegen dan H. Ed. Achtbare durven zig vleyen, dat Zyn Hoog Ed., zig zeiven  tot de MILIT. JURÏSD. &c. i?$ ven confidereerendeals Reprafentant van een Lid dezer Souveraine Vergadering , die te gelyk is Stadhouder dezer Provintie, en ziende de eenparige gevoelens zynerMedeleden, die immers geen minder belang hebben in de Coniervatie der Provintiale Hoogheid en Rechten, zich niet zoude hebben geoppofeert tegen eene Conclufie welke niets anders dan de bevordering dezer gewigtige oogmerken zoude> befteld hebben. De Heeren van Vlisfingen moeten zig dus ferieufelyk beklagen, dat de voorfchreve hunne medeleden, het zy uit toegevendheid, het zy door het vooruitzigt van de niet weinig geëxaggereerde fubtiliteit en delicatesfe van moeyelyke en onaangename Jurisdictie quxstien, het zy door een verlangen om de zaak fpoedig af te doen, 't zy om andere redenen zig hebben laten weerhouden van te amplecteeren het over deze zaak uitgebragt rapport, en de concept Misfives daar toe relatif, waar by immers het zoo manifest als aangelegen regt dezer Provintie veel uitdrukkelyker enpofitiver wierd gehandhaafd, dan by het geen thans op grond van eene prastenfe meerderheid geconcludeert is. Voor al moeten zig H. E. A. over deze ongunfiige voorkeur beklagen, daar de fuftenue ten voordeele der competentie van den Militairen Regter en van de Vergadering der Heeren Staten Generaal, zoo door de Requefte van den Fiscaal ter Generaliteit, als door de Misfive van Zyne Doorlugtige Hoogheid als Capitein Generaal aan H. H. M.» ea  1^4 VERZAMELING van STUKKEN. en waar toe hooggem. Zyne Hoogheid in hoogs cdeszelfs Mistive van den 3 Nov. laastleden aan deze Provintie, zig ten aanzien zyner begrippen op dit fujet, heeft gelieven te refereeren, tot een object van deliberatie ter Generaliteit, en mits dien ook ter dezer Provintie gemaakt was, en met alleguatie van verfcheiden argumenten, aangedrongen. Moeiten dus de. Heeren Ordmaris Gcdcputedden dezer Provintie ter Generaliteit niet geïnftrueerd zyn met eene duidelyke enpraecyfe verklaring van H. E. M. gevoelens omtrend het geen tot ftaving der competentie van den Hogen Krygsraad en van de Vergadering van H. H. M. was bygebragt? Kan men vooruitzien, dat zy, met alleguatie van de zogenaamde Refolutie dezer Provintie, in ftaat zullen zyn, de Gedeputeerden van eenige andere Provintie, die onverhoopt in het een of ander opzigt van hen zouden mogen discrepeeren, te overtuigen? En waagt men dus , de bellisfing van het regt van alle de Leden dezer Provintie niet aan eene verdediging daar van, door eene prcetenfe meerderheid zoo onvolledig opgemaakt? En waarom tog Edele Mogende Heeren? indien (gelyk in de overgenome ftukken gezegt word) UE. Mog. genoegzame redenen en gronden hebben, omtepraitendecren , dat deze Provintie alléén bevoegt is, om den Vaandrig de Witte te doen te regt ftellen en ftraffen, waarom tog mogten deze genoegzame redenen en gronden niet worden bygebragt? waarom niet gezegd en bewezen, het geen uit  tot de, MILIT. JURISD. &c. 173 uit dcadmisfieder bovengemelden onloochenbare Helling, niet te min Ipfojfure, voortvloeyd? waarom het regt en den eisch dezer Provintie niet onbewimpeld voorgeleid ? waarom niet met uitdrukkeiykc woorden verklaard, dat men den Hogen Krygsraad hield voor notoir incompetent ? Üf moest dit voorregt alleen geipaart zyn voor de Stad Amfterdam, welke zig niet ontzien heeft, fchoon op verre na zoo veel betrekking tot de zaak in quaaftie niet hebbende, als deze Provintie, het eerst en op eene zoo cordate wyze voor de bewaring van 'sLands regten in dezen te waken ? H. E. A. zullen, tot vermyding van alle langwyligheid, niet treden in eene discusfie der redenen, die daar voor by de bewuste overgenoraeneftukken, worden geallegueerd; alleenelvk daar omtrendreflecreerende, dat, hoe pofitif ook H. E. M. de reclame van den Vaandrig de Witte hadden gelieven in te rigten, en in welke beflisfende termen de opdragt der Judicature van denzelven aan den , Hove van Holland en Zeeland mogt zyn begrepen geweest, Hnn E. A. geen waarfchynelykheid zien kunnen, dat deswegens, of met de Heeren Staten van Holland, of met H. H. Mi de Heeren Staten Generaal, of met Zyne Doorlugtige Hoogheid als Capitein Generaal, eenige moeyelyke en onaangename discusfien of Jurisdictie quaiftien zouden ontdaan zyn, en zulks om redenen, die, zoo by het Staatsrapport van den 14 Nov. en de daar by gevoegde Miffives, als by de onderfchei- den  176 VERZAMELING van STUKKEN den Advyfen der Heeren van Vlisfingen, benevens die van Middelburg en Zierikzee , omtrend dit poinct. fuccesfivelyk ter tafel van UEd. Mog. uitgebragt, geallegueert zyn. Gantfch anders handelden UEd. Mog. ten Jare 1645, in een geval niet ongel yk aan dit in quadtie (blykens de Notulen van 5, <7 en 14 April van dien Jare en de Bylage p. 213 215.) Vier Scheeps Capiteinen , behorende onder het resfort van de Admiraliteit dezer Provintie, en befchuldigt van zig tegen den Vyand niet wel gekweten te hebben, wierden op last der Staten Generaal gedagvaart voor den Hogen Scheeps Krygsraad in 'sHage; om ftryds yverden de Heeren Gecommitteerde Raden, die van de Admiraliteit benevens de Heer Raadpenfionaris ter dier tyd voor de bewaaring van 's Lands regten. Al aanfionds toonden alle de Steden zig ter verdediging daar van op eene cordate en eenftemmige wyze gereed, en hoe zeer de Heer Knuyt, den Prince Frederik Hendrik als Eerst-Eedele dezer Provintie reprafenteerende, de beflisfing van het gefchil fchynt te hebben willen vermyden, de conclufie was fpoedig genomen, en wierd gerefolveerdy dat de Judicature der voorfchreve Capiteinen aan de Admiraliteit dezer Provintie toekwam ; da t men daar in geen indragt kon of mogt lyden, en dat, om de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal alle hoop en app ar entte te benemen, dat men zig zoude laten disponeeren de voorfchreve Judicature aan den Hogen Scheeps Krygsraad te laten, hetzelve aan  tot de MILIT. JUR1SD. &c. 177 aan li. II. M. by eene welberedeneerde Misfive, in klarepracyfeenperemptoife termen zoude worden bekend gemaakt, welke conclufie door den HeerdeKnuyt zonder contradictie wierd aangezien. Punchieelyk wierd aan dit cordaat befluit voldaan, en de Miilive, daar uit geproflueert, bewyst den ouden ernst en yver van UEd. Mogende in de handhaving der Provintiale Hoogheid en regten met zulke levendige trekken, dat H. E. A. wel wenfchten,dat U. Ed.Mogende zig omtrend liet geval van den Vaendrig de Witte op zulk een verftaanbare en deftige wys hadden gelieven te expliceeren. Wy verklaren, dus fpreken U. Ed. Mog. inde bedoelde Misfive, dat wy zodanigen Hogen Scheeps Krygsraad, voor den welken de voorfz. Capiteinen zyn ontboden niet en kennen, ende ignoreer en by wien en op wiens Commisfie en de Inftru&ie dezelve is geerigecrt, waartoe NB: alvo* ren Staatsgewyze deliberatie ende Consent van de Provintien werd gerequireerd. De nadere applicatie dezer woorden en van de gchecle gebeurtenis op het geval in qua;fitte overbodig oordeelende, vermeenen H. E. Achtbare genoegzaam bewezen te hebbende gefundeertheid hunner befwaren over de behandeling daar omtrend by hunne difïentieerende Medeleden gehouden , zullende tot verdere adftruétie daar van niet nodig hebben te treden in eene difcusüe van byzonderheden in de directie dezer zaak voorgevallen waaT VIJL Deel. M  i?8 VERZAMELING van STUKKEN van wy de herinnering niet dan ongaarne zouden onderneemen. Wy vertrouwen ook met geen minder evidentie te zullen kunnen bewyzen de regtmatigheid der kiagten, die H. Ëd. Achtbare tegen de Conduite van den Heer Raad Penfionaris dezer Provintie ten dezen gehouden, lullen aanvoeren. Voor eerst dan beklagen wy ons op het ernstigste , dat, na dat door de Heeren van Middelburg was gedaan een zeer redelyke en billyke propofitie, ten einde Heeren Commisfarisfen tot de Befoignes te verzoeken, omme uit alle deze advyfen der Leden een gave extcnfie te formeeren ter refumtie van de eerstvolgende Vergadering, de HeerRaadPenfionaris,na dat de advyfen van twee Leden daar op ingenomen waren, eigener. AUTKORiTEiTheeftgelieven te fuperfedeeren met een verdere omvrage daarop te doen, waar door dus aan de Heeren van Middelburgeen regt ontnomen is, waar op ieder Lid van Staat, uit hoofde der ConfKtutie, regt van aanfpraak heeft, waardoor zig de Heer RaadPenfionaris eene beflifling heeft gelieven aan te matigen, welke alleen aan een meerderheid van Staatsleden zoude toekomen, en waar door een wyde deur is opengezet voor gefchillen, aantekeningen en proteftatien , ter welker vermyding en wegneeming de Heeren van Middelburg hunne voorfz. zoo billyke als gefchikte propofitie alleenig ge* daan hebben. Eene behandeling, welke zoo weinig is te Com-  tot de MILIT. JURISD. &c. 179 CompafTeeren met de onzydigheid van een Staats Minifteromtrend de refpective Leden, als met de eguards welke Hoogstdezelve met regt verwagten mogen. Wy betwisten geenzints den Raad Penfionaris het regt om Conclufien te formeeren , zelf met meerderheid, in zaken namelyk, waarin zulks, na ordre van den Lande, gefchieden kan, maar wy willen niet aan de willekeur van den Raad Penfionaris hebben overgelaten de authoriteit, om over de propofitie van eenig Lid der Vergadering al of niet omvrage te doen; aangezien zulks zou kunnen aanleiding geven tot fchade van den Lande , terwyl het niet in omvraag brengen eener propofitie van eenig Lid, zy moge dan gefundeert zyn of niet, in Effecte op het zelfde neder komt als het declineeren daar van, iets het geen wel de Leden van Staat maar nimmer een hunner Minifters toekwam. Ook moeten wy ons ten ernftigften beklagen , dat de Heer Raad Penfionaris in deze allergewigfte zaak de Conclufie genomen heeft' met eene praetenfe meerderheid. De Heeren van Vliffingen befchouwen de misdaad van den Vaendrig de Witte, zoo ver dezelve ter hunner kennis gekomen is , als een misdaat van Hoogverraad tegen deze Provintie, een Manifeste veragtingen fchending behelzende van de Souverainiteit en Hoogheid der Heeren Staaten van Zeeland, tot welkers handhaving alle de Leden, op een gelyke wys. verbonden zyn, eveneens afó of daar tegen door een Vyandlyk nabuur een M a tenfe meerderheid van vier Leden de approbatie ookder gemelde Extenfie te Concludeereu, zonder zich te bekommeren het vervolgens gedaan verzoek der drie andere Leden, dat gene depêches uit de overgenome extenfie mogten worden uitgegeeven. Eene behandeling , zoo fingulier en gehafardeert, dat H. E. A. niet geloven, dat daer van een wederga in s'Lands registers geboekt zy. Het overnemen trouwens van zodanige gewigtigerefolutien is altyd geconfidereerd als een pnfchendbaar middel om de executie eener by meerderheid genomen refolutie omtrend zaken van groot gewigt te ftreramen, en het M 3 over-  ï82 VERZAMELING van STUKKEN overnemend Lid gelegentheid te geven Zyne befwaren aan zyne Medeleden voor te dragen, ten einde daar over nader te worden gedelibereerd. Meniguldige voorbeelden zouden hier van den onloochenbare bewyzen kunnenverftrekken,en het doed niets terzake, dat men daar tegen wel eenige reflexien zoude kunnen maken, als by voorbeeld dat het overnemen eener geconcludeerde refolutie, een zaak zy van zeer bedenkelyke gevolgen , dat daar mede de afdoening van zaken geftremd word &c: terwyl deze argumenten te veel en dus niets bewyzen zouden, behalveh dat de beoordeeling dezer fwaarigheden niet aan den Heer Raad Penfionaris maar aan de gezamenlyke Leden toekomt. — Een Eclatant voorbeeld hier van vind men in U. E. M. Notulen van den Jare 1764 aan Vrouwe A. M.Wilhelmius,gehore van denBrande was op den 3 December van dienjaare, met eenpaarige bewilliging der Leden, en dus ook van de Heeren van Veere, Octroy vergund om van hare leenen te difponeeren : dan Welgemelde Heeren declareerden , by gelegentheid der refumtie , op den 6 daar aan gehouden, de extenfie der voorfz. refolutie ovette nemen, en perfifteerden daar by den volgenden dag, in weerwil der inftantien van den Heer Raad Penfionaris, ter dier tyd fungeer ende. Wat was het gevolg hier van ? Wierd het Octroy aan de Supplianten afgegeven ? immers neen? Het was eerst op den 21 September 1767, .en dus by 3 Jaren daar na,dat ■ • • ' ■ ' het  Tot de MTLIT. JUR1SD. &c. 183 het zelve mits de toekomst NB. der Heeren van Veere gerekend wierd Conclufibel te zyn. Om te fwygen van de overneming, door de Heeren van Vliffingen gedaan op den 17 September 1766, wanneer H. Ed. Achtb. by gelegentheid der refumtie overnemende een Conclufie, ter vorige Seflie genomen nopens zeker verfchil omtrend de Molenkeufe van de opgezetenen van 't zogenaamd Zand onder Koudekerke. door welke overneming de prcmulguatie en executie der voorfchreve Conclufie tot op den huidigen dag is verhindert geworden. Om te zwygen van de ten zeiven tyde door de Heeren van Zierickzee en Goes overgenomen Ordonnantie nopens de Cavelotery; mitsgaders van de mede ten dien tyde overgenome Conclufie nopens de Egurlifatie der maten en gewigten binnen deze Provintie, en meer andere dergelyke gevallen , waar van de traces , mits de toekomst van het overnemend Lid, of om andere redenen, uit de notulen gelicht zyn.— Dan waar toe meer voorbeelden aangehaalt? Het is zeker, dat het middel van overneming, fchoonniet dan fpaarzaam, alleen in zeer gewichtige zaken en uiterfien nood te gebruiken, van tyd tot tyd, by de refpective Leden is geemployeerd, en nimmer (zoo veel wy hebben kunnen ontdekken) door een van sLands Minifters, op eigen gezag , is infructueus gemaakt. Dan, hoe zeer dit alles waar zy, hebben de Heeren van Middelburg en Zierickzee en Ylmingen , in dit geval, het ongenoegen M 4 moe, ■  ï<:H verzameling van stukken moeten lyden, dat de Heer Raad Penfionaris ge weigert heeft te defereeren aan de overneming, door hen gezamentlyk gedaan en aan hun eenparig verzoek, dat geene depêches uit de overgenomen Conclufie mogten worden afgegeven, zonder zelf daarop de gevoelens der andere Leden te vragen. Deze behandeling, zoo gehazardeert als fingulier , heeft dus niet kunnen nalaten by onze Committenten te verwekken een welgefundeert misnoegen, en dezelve doen bedagt zyn op middelen tot voorkoming van dergelyke ondernemingen, waar door de Vryhcid der deliberatien geftremd, en aanleiding tot willekeurig beduur gegeven word. Wy verklaren mitsdien, uit naam en fpecialen last der Heeren onze Committenten onder mha;fie der voormaals gedane proteften, de Conclufie van de voorfz zoge naamde refolutie en Miffives in de zaek van den Vaandrig de Witte,zo als zylegt,te houden voor ntjl kragteloos en van onwaarde met alle haare gevolgen voor Rekening en ter verantwoording van alle die Leden , die hebben kunnen worden gepermoveert da'ar in te Confenteeren,en van den Heer Raad Penfionaris die dezelve genomen heeft: Proteftee ? rende wel expresfelyk , dat daar uit, zo wel ten aanzien van deform als den inhoud, eenige Confequentie hoe ook genaamt, teo-en de blykbare intentie der Heeren onze Committenten getrokken worde, met verdere referve om daar tegen in der tyd zodanige nadere voorziening te doen, als H. Ed. Achtbare  tot de M1LIT. JURISD. &c. 185 bare zouden dienstig oordeelen, en declareeren metryp beraad gezind te zyn, om door alle middelen, welke de ordre der Regeering aan de hand geeft, te ftremmen alle onderneemingen , waar door de Provintiale en Stedelyke Rechten in het beleyd der publyke zaken , zoo ter Vergadering deezer Provintie als ter Generaliteit zouden verhandelt worden , eenigzints vermindert of elufoir gemaakt zouden mogen worden , waar toe ook Hun Edel Achtbare de Krachtdadige medewerking hunner Medeleden in deze voor het Lieve Vaderland , zoo kommerlyke tydsomftandighecden, met alle fiducie , verwagten durven. Voor het overige zyn wy gelast de infertie dezer in de Notulen van Staat te verzoeken. Uit naam der Heeren Gedeputeerden van Vliifingen. N. C. LAMBRECIITSEN, M 5 XXXVI.  i85 VERZAMELING van STUKKEN XXXVI. EXTRACT uit het Regifler der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Neederlanden. Martis den 24 December 1782. 2^yne Hoogheid den Heere Prins van Orange en Nasfau, ter Vergaderinge gecorópareert zynde, heeft aan haar Hoog Mogende voorgedraagen het geen vervat is in de Propofitie volgende hier na geinfereert. HOOG MOGENDE HEEREN ! jOe Heeren Staaten van Zeeland goed «revonden hebbende Myby eene Misfive, *elchreeven den 2deezer, te verzoeken, om mqualiteitalsCapitein Generaal,de overgave van den gedetineerden Vaandrig de Witte ter judicature van den Hove Provinciaal yan Holland, Zeeland en Westvriesland ot> den voet by de Refolutie van hooggcmelde Heeren Staaten van voorgemelde datum bepaalt, te willen laaten doen , zoude Ik met ongeneegen zyn daar aan in ditfinguhere geval te defereeren; niet dat Ik be grype dat de judicature van den Hoogen Krygsraad omtrent den Perfoon of het delict van den Vaandrig de Witte ongefun- deert  tot de MILIT. JURISD. &c. ï8f deert is, maar alleen om een blyk te geeven , dat lk niet fchroome van door den Hove, of welken Regter het ook zy, te doen examineeren, het geene omtrent het plaats hebbende verraad voorgevallen is , en dat Ik verlange, dat deeze zaak. met alle vigueur werde doorgezet; waar aan een Conflict van Jurisdictie niet dan nadeel en trainiffement zoude konnen geeven; dog Ik hebbe geoordeelt, dat Ik niets in deezen op My behoorde te neemen , zonder alvoorens deeze zaak ter kennisfe van U Hoog Mog. te brengen, en hoogftdezelve te verzoeken, My te willen authorifeeren en pcrmitteeren , om by inschikkelykheid in dit finguliergeval, ongeprajudicieert een ieders regten, en zonder dat zulks in eenige confequentie zal worden getrokken, den Hoogen Krygsraad de nodige ordres te geeven , om den meergemelden Vaandrig de Witte na de Voorpoorte van den Hove te doen traufporteeren, en hem over te laaten op voorgemelde wyze ter judicature van den welgemelden Hove. r Waar op gedelibcreertzynde, is goedgevonden en verftaan, dat Zyne Hoogheid zal worden geauthorifecrt, en aan Hoogftdenzelven gepermitteert, zoo als geauthorifeert pn gepermitteert word mits deezen, om by fnfchikkelykheid in dit fingulier geval onpepronudicicert een ieders Regten, en zon- • der  i88 VERZAMELING van STUKKEN der dat zulks in eenige confequentie zal worden getrokken, den Hoogen Krygsraad de nodige ordres te geeven om den meergemelden Vaandrig de Witte na de Voorpoorte van den Hove te doen traniporteeren,, en hem over te laaten op voorgemelde wyze ter judicature van den wclgemelden Hove. Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland hebben verklaart, het zelve te zullen aanzien, dog niet anders als onder protest van non prejudicie aan de hooge Regten enGeregtigheeden hunner Provincie, voor foo verre die daar in zouden mogen betrokken weezen. Heeren Gedeputeerden van de Provincie vanHolland en Wcstvriesland hebben de voorfz. Propofitie overgenomen, als onbevoegt zynde , om lig in eenige deliberatien hoe genaamt over deeze zaak in te laaten, dog ziende, dat de andere Provinciën met de conclufie zyn voortgegaan, hebben dezelve gecontradiceert, daar tegen geprotefteert en gereferveert zodanige Aanteekening te zullen doen, als de Heeren Staaten hunne Principaalen zullen oordeelen te behooren. D e Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland hebben geinhéreert Bk/' * " V* - de '  TOT DE MILÏT. JURISO. &c. 189 de Refolutie van de Heeren Staaten hunne Principaalen op dit fubjecT: ingebragt. jj^cn aanweezenden Heer Gedeputeerde vim de Provincie van Vriesland heeft verklaart hier op ongelastte zyn, en gereferveert de vrye deliberatien van de Heeren Staaten zyne Principaalen. D e Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Overysfel en Stad en Lande hebben verklaart alsnog door de Heeren Staaten hunne Principaalen niet te zyn geinftrueert, op de Miffive van Zyne Hoogheid op den 23 Oetober jongftleeden ter Vergaderinge ingekomen, dus, op deeze nadere Propofitie van hooggemelde Zyne Hoogheid, welke zy meede overneemen, zig ongelast vinden, dog teffens onbevoegt agten, zig aan de overgave van den gedetineerden Vaandrig de Witte, behoudens de hoogheid en regten der Provinciën , te opponeeren , of tegen te houden, referveerende de vrye deliberatie der Heeren Staaten hunne Principaalen. Accordeert met het voorfz. Regifter. XXXVII.  i9o VERZAMELING van STUKKEN XXXVII. MISSIVE van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. EDELE MOGENDE HEEREN BYZONDERE GOEDE VRIENDEN, NAGEBUUREN en BONDGENOOTEN! JL er beantwoording van UEd. Mog Misfive van den 2dezer, concerneerendedezaak van den Gevangen Vaandrig de Witte, hebben wy goedgevonden aan UEd. Mog. hier nevens toe te zenden Copie van onze Refolutie ter dier zaake heden genomen ; met byvoeging dat wy uit de voorfz. UEd. Mog. Miffive hebbende vernomen, dat UEd. hebben goedgevonden in deze zaak Refolutie te nemen, zonder eenige voorafgaande Communicatie dezen aangaande met ons plaats gegeven te hebben; en daar door vervolgens het middel afgefneden zynde om in dezen arrangementen te maken, ten einde met gemeene bewilliging, ingevolge de byzondere betrekkingen , die men in beide de Provintien tot deze zaak oordeelt te hebben, dezelve op een eenparigen voet ter Cognitie en Judicature van den Hove van Holland en Zeeland te brengen, wy dan ook ons genoodzaakt hebben gevonden afzonderlyk te neemen zodanige Refolutie in deze zaak, alswy tot  tot de MILIT. JURISD. &c. ÏOr tot Confervatie van de regten van deze Provintie, zonder daar door egter eenige pre . juditie aan de gefuftineerde regten der Provintie van Zeeland in het Generaal, of van derzelver Steden in het byzonder te willen toebrengen, geoordeelt hebben indispenfabel verpligt te zyn, en by dezen de eere hebben UE. M. te comraunieeren, alsmede de aanfchryving ingevolge van dezelve onze Refolutie aan Pradident en Raden van den Hove gedaan, niet twyffelende of het voorfz. Hof zal zig nu door de twee refpective Refolutien en afzonderlykeaanfchryvingen van beide de Provintien overvloedig vinden gequalificeerd, om uitnaam en van Avegen beide dezelve, tegen den voorn, de Witte zodanig te procedeeren als in goede Juftitie zal oordeelen te behoren. Daar mede. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bontgenoten bevelen wy UEd. Mog. in de befcherminge Godes, gefchreven in den Hage den 27 December 1782. Uw Ed. Mog. goede Vrienden Nagebuuren en Bondgenoten. De Staten van Holland en Westvriesland. Ter Ordonnantie van dezelve. (Get.) C. CLOTTERBOOKE XXXVIII  i92 VERZAMELING van STUKKEN XXXVIII. EXTRACT uit de Refolutien vandeHee. ren staten van Holland en Westvriesland, in haar Edel Groot Mogende Vergadering genomen. Vrydagden 27 December 1782» D 0 Raad Penfionaris heeft ter Vergadering gerapporteerd de Confideratien en het Advis van de Heeren van de Ridderfchap, en verdere Hun Ed. Groot Mogende Gecommitteerdens tot de zaken van de Justitie, hebbende ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Groot Mogende refolutie Commisforiaal van den 16 en 23 Oftober laastleden en n dezer Maand, met Commisfarisfen van den Hove , geë'xamineert de propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam den 16 der gemelde Maand Oetober gedaan, Concerneerende de zaak van den gevangen Vaandrig de Witte , door den Hogen Krygsraad over Correfpondentie met den Vyand, als mede de Miflive door Zyne Hoogheid over dat geval zoo aan H. Hoog Mogende als Capitein Generaal van de Unie als aan Hun Edele Groot Mogende gefchre ven, mitsgaders het Advis van den Advocaat Fifcaal van de Generaliteit aan H. Hoog Mogende tot het bekomen van Orders hoe zig zoude hebben te gedragen , als de overgave van den voornoem-  tot de MILIT. JURISD. «Sec ip3 noemde de Witte door den Hove van Holop last van Hun Ed. Groot Mogende van hem mogt worden gevordert;voorts de Miflive van de Heeren Staaten van Zeeland met eene Misfive aan Zyne Hoogheid en eene aan 't Hof, vervattende den voet,waar op de voorfz. zaakby delegatie aan den Hove hadden gedemandcert; nog het Advis van den Hove* benevens een Concept-extenlie in de befoignes van den 30 Oetober en 18 December geëxhibeerd. Waar op gedelibereerd en in achtinge genomen zynde, dat, door de nadere ouvertures van Commisfarisfen van den Hove word geconfirmeerd het gepofeerde by bovengemelde propofitie, aangaande de daar by, gemelde verraderlykeDesfeynen tegen dezeProvintie en mitsdien de Hoogheid en Souverai • niteit van dezelve, zoowel als hare gewigtigfte belangens aangaande een richtig onderzoek van zaken , van wegen Hun Edel Groot Mogende te doen in deze zaak, ten hoogfien zyn geconcerneert, mitsgaders de Cognitie en Judicatuure van wegen Hoogstdezelven uit dien hoofde, byzonder ook daar de Gevangen zig op het Territoir de» zer Provintie dadelyk bevind, in dezen buiten allen twyfrel is gefurideert, en geene termini 'habiles voor eenige deleguatie van wegen deze Provintie het zy afzonderlyk het zygezamentlyk met een of meerder Bondgenoten alhier gevonden worden. Is goedgevonden en verftaan dat Prrcfident en Raden van den Hove van Holland zal worden aangefchreven, uit naam en van VUL Deel. N  104 VERZAMELING van STUKKEN wegen Hun Ed. Groot Mogende, directelyfc en zonder tusfchenkomst van eenige deleguatie tegen de Delinqüanten in dezen in het generaal, en in het byzonder tegen den gevangenen de Witte te procedeeren, en den laastgemelden uit handen van den Hogen Krygsraad op den voet van bovengemelde propofitie over te nemen, by aldien dezelve nietreedsuitkragteen ingevolge deaanfchryving van de Heeren Staten van Zeeland , aan Praïfident en Raden gedaan , in handen van den Hove gefield zoude mogen zyn, als mede om wanneer de zaak van voornoemde de Witte of zyne medeplichtigen, by gemelde Hove gedetineerd, exaftelyk zal zyn geëxamineerd en in Staat gebracht, om daarop gevoteerd] en gefententieerd te worden , daar van alvorens tot het Voteeren en Sententieeren te procedeeren aan Hun Edel GrootMogende kennis te geven, om als dan daar op nader zodanig te difponeeren,als deZelve zullen bevinden te behooren. Dat wyders &c. Accordeert met de voorfchreve Refolutie voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat. (get.) C. CLOTTERBOKE. XXXIX.  tot de MILIT. JURISD. &c 195 XXXIX. EXTRACT uit de Re folutien van den Ed. Achtb. Gerechte der Stad Utrecht. (a) *t CjP*erecht verzoekt den Heer Eyck, als voorzittende Schepen, ter Vergaderinge van de Heeren Burgerm. en Vroedfchap te rapporteeren, dat, ter voldoening aan de Vroedfchaps Refolutie Commisforiaal van den 2 dezer, by de Heeren van den Gerecht te rypelyk was geëxamineerd en overwogen het advies van de Heeren van den Hove Provinciaal gedateerd den 19 Novemb. 1782. en ter Vergadering van de Ed. Mog. Heeren Staten dezer Provintie den 30 derzelver Maand ingedient, en als toen by de Heeren van de Stad overgenomen, vervattende de confideratien van gemelde Hove op de Miffive van Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince Erfttadhouder in hoogftdeszelfs qualrteit als Kapitein Generaal, den 23 Oetober «dezes Jaars gefchreven aan de Hoog Mog. Heeren Staten Generaal der Vereen. Nederlanden, inhoudende kennis-gevinge aan Hun Hoog Mog. en door dezelve aan de Hooge Bondgenoten, van de procedures, byden Hogen Krygsraad gehouden in de zake van den Ca) Dit Advis is den 3 January 1783 door de Vroedfchap in eene Refolutie verandert om ter Staats Vergadering ingebracht te worden; met 27 tegens 4 (temmen. N 2  i9«5 VERZAMELING van STUKKEN den Vaandrig de Witte, mitsgaders de bedenklykheeden, nopens de competentie van den Rechter over denzelven, in deezen plaats hebbende, en voorts eene opgave van het daar omtrent verder voorgevallene, ten einde H. H. Mogende ten opzigte van die zaak zouden konnen refolveeren, zodanig als naar derzelver hoge vvysheid, ten meeften nutte van het dierbaar Vaderland, zouden oordeelen te behoren; en omtrent welk advies van welgem. Hove 't de Heeren van de Vroedfchap behaagd heeft de Confideratien van't Gerecht te verneemen. Waar toe kortelyk zullende overgaan, de Heeren van den Gerechte vermeenen, onnodig te zyn de attentie van de Heeren van de Vroedfchap bezig te houden, met een omflachtig verhaal van het voorgevallene in het beloop dezer zaake, maar zich, omtrend eene gebeurtenis, zoo waareldkundig als deeze, eeniglyk gedragen zullen aan de kennisfe van de Heeren van de Vroedfchap zelve , en voorts aan de gemelde Miflive van Zyne Doorl. Hoögh. Dan begrypen de Heeren van den Gerechte , dat het in deezen, om over den aart of natuur van het misdryf van den Vaandrig de Witte juist te oordeelen, volftrekt nodig zal zyn, duidelyk te bepalen, waar in eigentlyk het kwaad, door hem werkelyk bedreeven, beftaan hebbe; en dat ver volgends zal behoren in overweginge te komen, welke verder de misdaad zy, tot welker volbrenginge, hy zich wel by belofte geenga-  tot de MI LIT. JURISD. &c. 197 gageerd, doch waar van hy noch niets volvoerd had, vertrouwende de Heeren van den Gerechte, dat het nauwkeurig onderfcheiden, van het een en ander dezer Delicten eeniglyk en alleen, in de omftandigheid van gemelden Vaandrig, het object uitmaakt,om de competentie of incompetentie van deszelfs Rechter te konnen beoordeelen. ■ Wat het dadel yk ten uitvoer gebrachte, het geconfommeerde Delict, van dienVaandrigbetreft; het is uit de Miffive van Zyne Doorluchtige Hoogheid aan Hun Hoog Mogende evident, dat de eerloze de Witte, door zeekeren perzoon, vermoedelyk nog eerlozer dan hy zelv, namelyk den Boskoopfchen Boomkweker van Brakel, zynde ingewikkeld' in een ontwerp, men late daar hoe gegrond, of ongegrond, om als een verrader van zyn eige Vaderland, een gedeelte van Zeeland en Holland in de handen van den Vyand te doen vervallen,terbegunftiging van dat verfoeyelyk opzet, en ten behoeve des Vyands, volgens zyn gevangens eigene Confeffie, gelyk de gemelde Miffive van Zyne Doorluchtige Hoogheid zegt, „ zoo mondeling, als fchrifte„ lyk aan denzelven v,an Brakel had opgegee„ ven, welke batteryen 'er op het Eiland Schou„ wen lagen, met hoe veel Bukken Kanon,en van „ we Ik Caliber, dezelve Batteryen waren voor„ zien, door hoe veel Officieren en Manfchappen „ die Batteryen waren bezet, en wie te Haam„ fleede commandeerde; tiat hy de IVitte daar en „ boven een kaartje aan het Eiland Schouwen, „ V welk wel niet net getekend, docbevenwelNB^ N 3 „ vaor  iq8 VERZAMELING van STUKKEN „ voor bet gebruik voldoende was, aan voornoem„ de van Brakel, bad gegeven, en op welk kaart. „ jen de plaaten en ondieptens, als mede de diep„ ten van het Water, rondom het Eiland Schou„ wen waren gemarqueert, gelyk ook de legging „ der Batteryen op dat Eiland. De Heeren van den Gerechte, geene eigenlyk gezegde Militairen Misdaadèn kennende dan welke tegens de Militaire Wetten door een Militair perfoon begaan zyn, en welke door geen ander, dan in die hoedanigheid . of uti miles, gelyk de L. z JFde re Milit: zegt konnen begaan worden, zyn eenparig van gedachten, dat zy aan de kundigheid van de Heeren van de Vroedfchap zouden te kort doen, indien hun Ed. Achtbare zich de rnoeyte * gaven van op enigerhande wyze te betogen , dat al het bovengemelde door den Vaan. drig de Witte gepleegde misdrvf tot iets anders behoorde , dan tot die Communia delicla, welke door een ieder, hyzy een Militair Perzoon of niet, zo hy Hechts, by een hart boosaartig genoeg om zyn evgen Vaderland te verraden, oogen in zyn hoofd heeft, en dus Manfchap en Kanonnen tellen, en op de Affuiten der Kanonnen derzelver genoteerd Caiiber kan leezen, de kunst verftaa om een Landkaartje te vervaardigen, mitsgaders de bekwaamheid hebbe om de dieptens en ondieptens van het Water te peilen en aan te teekenen, en van het een en andere, den Vyand, 't zy direct, 't zy indirect, verwittigen durve, konnen bedreven worden. £n brengt men, 't geen deeze Verrader dade-  ïot de MILIT. JURISD.&c. 199 delyk geperpetreerd heeft, ter toetfe aan de L. 1. §. i« D. ad Leg. Jul.Maj. alwaar gezegd wordt : Majefïatis Crimen illudefl, quod adverfus populum Romanum, vel NB. Ad versus ejus securitatem commiititur, en dat , onder anderen , aan het Crimen Majefïatis fchuldig zyn , qui hoftibus nuncium litterafve miferint, ftgnumve dederint fecerintve doïo malo quo hojles juventur adverfus Rempublicam vergeleken met Ant. Matthaus de Criminib. lib. 48. tit. i.Cap. 2. §. 10 321. over die Wet commentariërende , en Joh. Voet ad tit. ff. ad Leg. Jul. Majeft. §. 2 en 3. Kan 'er dan wel eenige zweem van twyffel overblyven, of de Vaandrig de Witte heeft zich, door de bovengemelde werkelyk gepleegde euveldaden, aan het eigentlyk gezegde Crimen Majefïatis feu perduellionis reeds, in verfcheidene opzichten, fchuldig gemaakt. Dan , behalven de reeds dadelyk door de Witte begane wanbedryven, had hy nog aan den Boomkweker van Brakel toegezegd een ander dergelyk als bovengemelde doch netter Kaartje van het Eiland Schouwen, en daar en boven aan dien verleider, onder dezes belofte van beloning, en op het voorftel aan hem door den zelve van Brakel deswegens gedaan , beloofd, gelyk veelgedachte Miffive van Z. Doorluchtige Hoogheid aan Hun Hoog Mogende verder zegt, den Vyand te zullen favorifeeren en behulpzaam zyn, wanneer op het Eiland Schouwen eene Fyandelyke landing mogte worden ondernomen, en dat hy ten dien eir.de zoude trachten alleen te Brouwershaven, en dus N 4 tok  soo VERZAMELING van STUKKEN ook de Battery den Os te commanderen, en welke vyandlyke Expeditie , gelyk uit 't bericht van van Brakel aan den Heer Raad Penfiona ris, mede by voorfz. Miffive van Z. Door. luchtige Hoogheid vermeld, blykt, moeste gefchieden , in de lange nachten van de Maand Oclober, by donkere Maan, en met vyftien honderd Man , in gewapende Visfchers Schuiten, en wel bepaaldelyk zoude getenteerd worden op bet Noorden van bet Eiland Schouwen, en het Zuiden van Goedereede en Overflacqué. Eene belofte of engagement, met relatie tot denbelover,de Wuftheid en Onbedachtzaamheid zelve! Immers zynde Heeren van den Gerechte van goederhand, en door des kundigen verzekerd, dat het Commando te Brouwershaven, in de tegenwoordige conjuncturevan tyden, nimmer aan eenen Vaandrig of Subalternen Officier, maar altyd aan eenen Kapitein, eenen Licutenant en Vaandrig by en onder zich hebbende word toe. vertrouwd; zo dat de Vaandrig de Witte met gcenen den minflen grond van waarfchynclykheid zich konde vleyen, zyne pogingen, welke hy, zoo ter verkryginge van dat Commando, als van de gevolgen van dien, zoude in het werk ftellen, te zullen begunftigd zien; en wat de Battery den Os betreft, de Heeren van den Gerechte zyn al mede daar omtrend in 't zeeker onderrecht, dat ook deeze weder niet aan het Commando eens Vaandrigs gedemandeert wordt, maar dat dezelve flechtsaan eenSergeant,achtgemeenen onder zich hebbende, word toevertrouwd. On;-  tot de M1LIT. JURISD. &c. 201 Ondertusfchen is het opmerkelyk, dat de Heere van den Hove, met genoegzame voor byzienige der dadelyk gepleegde euveldaaden van den Vaandrig de Witte, door welke hy zich onbetwistbaar aan het Crimen Majëftatis, en dus aan een Crimen Commune had fchuldig gemaakt, alleen hebben in het oog gehouden, 't geen hy noch niet gepleegd ïiad, en 'twelk, naar het inzien van de Heeren van den Gerechte, op zyn best genomen in eene onbezonnene belofte,tot welkervolbrenginge, gelyk gezegd is, zich weinig of geene waarfchynlykheid voor hem konde opdoen, beftaande was. Doch,daar uit het hierboven geavanceerde overvloedig manifefteert , dat, de Witte, door zyne dadelyk gepleegde misdryven, zich reeds, in meer dan eene opzichte, aan een Capitaal Delict., en wel aan het eigenlyk gezegde Crimen Majefïatis feu perduellionis dat is aan een gemeen delibl, had fchuldig ge' maakt, zo moest hy ook reeds, uit dien hoofden, als een Verrader zyns Vaderlands, op eene voorbeeldige wyze tér ftraffe gevorderd worden. En was het geen hy tot hier toe misdreeven had niet anders dan tot de clasfe der delibl a Communia behorende, tot welker uit voeringe hy geene Militaire hoedanigheid behoefde, zo fpreekt het dan ook van zelfs, dathy als zodanig, niet voor den Militairen, maar wel voor den Burgerlyke Rechter, en voordien alleen, behoorde te recht gefield te worden , daar de Souverain van het grondN 5 ge-  soa VERZAMELING van STUKKEN gebied, waar op het Delict was begaan, nimmer, den Militairen Rechter de Judicature over gemene misdaden had afgefban; zynde boven dien het Crimen Majefïatis by uitflek door alle Rechtsgeleerden onder die Crimina gerekend, waar omtrend geen privilegium fon plaats hebben kan , gelyk zulks doox Anu Mattkams deCriminib, Ub. 48 tit. 13. Cap. 5 L i3pag. 682. gefield word, buiten eenige tegenfpraak te zyn : Om thans niet te zeggen , dat de cognitie overliet Crimen Majefïatis ook buiten allen twyffel behoord tot die gevallen, waer omtrend de hoge Bondgenoten by de refpective Inflructien voorden Raad van Staaten, zo van den 12 April 1588 art. 32 by Bor XXIV. boek bl. 240. (66) en Aitzema I. D. bl. 313. van den druk in folio, als van den 18 July 1651 Art. 50 by Aitzema Herftelde Leeuw bl. 154. aan zich gereferveerd hebben, om ten allen tyde, als de zaken van den Lande zulks zullen vereisfcben, zelfs ordre te flellen. Daar nu het voorfz. Crimen door de Witte was begaan op het grondgebied der Heeren Staaten van Zeeland, en dus de Hoogheid en Souverainitcit dier Provintie, door het zelve was beledigd geworden, zal het geene nader betoginge nodig hebben,dat de cognitie daar van ook alleen, aan de Heeren Staaten van dat gewest, of wel aan eene Rechtbank, door hoogst-dezelve daar toe gemachtigd, behorende is, gelyk gemelde Heeren Staten dan insgelyks uit dien hoofde, by minnelyke fchikkingen in dit geval volgends Refolutie van den 2 December 1782, de Rechtsvordering  tot de MILIT. JURISD. (Sec. 203 ring deswegens, aan het Hof van Holland, Zeeland enFriesland, welk Collegie ook, ingevolge 't 8 Artic. van deszelfs Inftructie, eigenaartig bevoegd is, om te cognofceeren over het geen s'Lands hoogheid concerneert, hebben toegeftaan; zo dat de Vaandrig de Witte, deswegens dan ook daar en nergens anders, hehoort in dezen te recht te ftaan. Onder tusfchen willen de Heeren van den Gerechte gaarn aan de Heeren van den Hove toeftaan, dat indien de trouwlooze de Witte, zyne roekeloze belofte, om, als hem het commando van Brouwershaven, 't welk hy voor zich alleen zoude trachten te verkrygen, mogte worden toevertrouwd, den Vyand In die voorgenomene landinge op het Eiland Schouwen te zullen favorifeeren en behulpzaam zyn , en dus de hem toevertrouwde post te verraaden, had konnen geftand doen, en ter uitvoer brengen, zulks door gein ander dan door een Militair, ja door geen ander dan door ten commandeerend Officier, ten minfte op die zvyze, als hy de Witte beloofd had, konde •werden gepleegd. Doch , door dit toe te ftaan, zouden de Heeren van den Gerechte echter niet gaarn zo maar indiftincte admitteeren het gevolg, 't welk by de Heeren van den Hove hier uit getrokken word, dat namelyk daar om dit fchelmftuk van de Witte, zoo hy 't waarlyk ter uitvoer gebracht had, onder de pure Militaire deliclen zoude behooren gereekend te worden. Immers zal het geen bewys nodig hebben , dat  204 VERZAMELING van STUKKEN. datin dit geval de Witte zyn Post niet ex Segnitid 9velContumacid ,vel Dejtdid, volgends de L. 6. pr. ff de re Militar :noch ook uit lafhartigheid zoude geabandonneert hebben, maar dat hy dezelve, als een verraader van zyn Vaderland, met een doleus opzet aan den Vyand zoude overgegecven hebben , hoedanig een Euveldaad , niettcgenflaande dezelve door een Militair perfoon gepleegt zy, en door geen ander, immers op die wyze , gepleegd worden kon, echter ten klaarften het Crimen Majefïatis, tellens in zich involvcerd , daar het onbetwistbaar is, dat iemand, de Militaire hoedanigheid aanneemende, uit hoofde dier nieuwe betrekkinge zich wel onderwerpt aan nieuwe verplichtingen, welke de Militaire Wetten hem voorfchryven 5 maar daar door in geenen deelen kan verftaaiiAverden ontflagen te zyn van die relatie, in welke hy voor zynen Militairen dienst, tot de .BurgerlykeMaatfchappy, als een Lid derzeive, in het algemeen Hond, en dat hy dus,zich aan verraad tegen zyn eigen Vaderland fchuldig makende, in zo verre ookeven zeer,de, xüt de voorfchreeve betrekkinge op hem liggende,plichten fchendt,en deBurgerlykeWetten van den Staat baldadig met voeten treedt. Op deezen grond ruste ook aller waarfchynlykst het begrip , 't welk de Heeren Staten van Holland (tegen de Hoogheid van welker Provincie, de door de Wittes verradcrlyke aanflag ook bedoelde Eilanden Goedereede en Overflacqué , hadde dezelve Effect geporteerd, op gelyke wyze als die van Zeeland zoude  tot de MILIT. JURISD. &c. 205 zoude misdreeven zyn :) zeer korten tyd na dat aan Prins Willem l.onfterüyker gedachtenis dellooge Overheid van Holland en Zeeland was opgedragen, omtrent foortgelyken Delicten van Militairen verklaarde te hebben, in Hoogst-derzelver provifwneele Ordonnantie tot vordering en expeditie van de Juftitie Crimineel dato 18 September 1576 te vinden by den Heere J.Rendorp over de Miliu Jitrisdicl. bylage A. bl. 2. alwaar Hun Ed. Groot Mogende duidelyk zeggen: Item Verraderyen en diergelyken Deliclen ah concerneerende de generale rust en verzekerdheid van den Landen en zullen NB. niet verstaan werden simpele MIlitaire Delicten te zyn. En is dit het zelfde poinct, 't welk de uitgeever der onlangs uitgekome Misfive over de Milit.Jurisd. binnen de Provintie van Zeeland, in het voorbericht bl. 5. oordeelt noch heden ten dagen,als een Jus Subfiaiarium, met veel grond in Zeeland te konnen en te mogen ingeroepen worden , daar by Refolutie der Heeren Staten van die Provintie dato 23 May 1597,door Hoogstdezelve in 1631 nader bekrachtigd, en zedert nooit gerevoceerd of vernietigd (zie gemelde Misfive bl. 7: 15:16.) de Militaire Jurisdictie binnen zulke enge palen, als mogelyk, nergens elders, beperkt is. Doch, hoe het hier ook mede gelegen zy, begrypen de Heeren van den Gerechte, dat het in deeze zo zeer niet op onvolbrachte en waarfchynlyk met geene mogelykhcid te volbrengene beloften, welke de Heeren van den Hove reeds met den Naam van Conatus be-  ao6 VERZAMELING van STUKKEN beftempelen, fchoon 'er nog niets, immers zo veel uit Hooggedachte Misfive van Z- Doorluchtige Hoogheid blykt, tot derzelver volvoeringe , door den belover in deezen gepoogd was, en 'er dus de regel, quod in atrocisfimis^ Criminibus conatus Criminis eadem poena (itpuniendus, qua confummatum fcelus^mtt geen genoegzamen grond op zoude konnen fchynen geappliceerd te worden; dat, zeggen de Heeren van den Gerechte, het hier niet zo zeer aankoomt op beloofde, dan wel op werklyk gepleegde euveldaaden, op reeds geconfummeerde deli&a Communia, en wel op een geperpetreerd Crimen Majefïatis, dadelyk begaan tegen de Heeren Staten van Zeeland , en waar omtrend, gelyk gezegd is, door Hun Ed. Mog. de cognitie nimmer aan eenen Militairen Rechter was afgeftaan, en die dus ook in deezen ten eenemale onbevoegd moet geoordeelt worden. Niet ongepast zoude het zyn, by dit alles eene fchetze te voegen van de fchadelyke gevolgen, welke eene kwade beftuurde toegeevendheid aan den Militairen Rechter, in deeze en zoortgelyke omftandigheeden, zoude konnen na zich fleepen, en welke verdrietelyke belemmeringen zulks, by vervolg van tyd, aan den loop der Ordinaris Juftitie zoude konnen veroorzaaken; dan willen de Heeren van den Gerechte, op dat derzelver denkenswyze indeezen, teegen het ware oogmerk van H. Ed. Achtb. aan, niet aan ontoegevendheid omtrend dit ftuk moge worden toegefchreeven, voor zulk een on- be-  TOT DE MILIÏ. JURISD. &c. 207 behoorlyk en der Vroedfchap niet ten eenemale onbekend tafereel, de gordyn gefchooven houden. Het is dan om de hier boven breeder geavanceerde redenen, dat de Heeren van den Geregte, vertrouwende daar mede aan de intentie van de Vroedfchap voldaan te hebben, eenparig van gedagten zouden zyn, dat de Heeren van de Vroedfchap zig geenzints behoren te conformeren met het advis van de Heeren van den Hove, een advis ten Hove zelf by eene zeer kleine meerderheid uitgebracht , maar in tegendeel, ter Vergaderinge van de Ed. Mog. Heeren Staaten dezer Provincie, voor Stads opinie te declareeren, dat de gepleegde misdaad van den Vaandrig de Witte is een deli&um commune , in geenen deele behorende tot de cognitie van den Militairen Rechter, en dat dienvolgende de Judicature over dien Vaandrig, volgens het welbehagen der Heeren Staaten van Zeeland, in dezen aan het Hof van Holland, Zeelanden Friesland, behoort overgelaten, en hy zelf uit de Militaire gevangenis ontflagen, en aan het zelve Hof overgegeven te worden. XL.  2o8 VERZAMELING van STUKKEN. X L. EXTRACT uit de Refolutie der Ed, Mog. Heeren Edelen en Ridderfchappen reprefenteerende den tweeden Staat van den Lande van Utrecht. Lun ge-  tot de MLLIT. JURISD. &c. 21? gedacht en tot geen ander einde ingericht , dan om, zo veel doenlyk, dat geene te Effcctueeren , waar door de loop van die deliberatien gefluit, dezelve geheel elufoir gemaakt en Hun Edele Groot Mogende in het dadelyk maintien en de volle uitoeffening van hare Provinciale en Territoriale Rechten, geturbeerd en verhindert konden worden. Dat men voorwaar zich merkelyk zoude bedriegen en ganfch abufive denkbeelden vormen, wanneer men deze zaak op den eenvoudigen voet, en in die blote termen van een conflict van Jurisdictie bcfchouwende, dezelve van dien aart zoude willen aanmerken, als alle zodanige verfehillen, welke onder beneiicie van de zogenaamde Salutaire en in de uiterlyke klank vleyende,doch in de daad altoos aan die zyde,daar men het gegrondfte Recht voor zich heeft, prajudiceerende Claufulen van ongeprajudicieerd ieders Recht en zonder Confequentie voor het vervolg doorgaans niet onvoeglyk getermineerd en uit den weg geruimd konnen worden neen, maar dat het zyn de regten van de Provinciale Souverainiteit, die Rechten vervolgens , voor welkers ongefchonde bewaaring en handhaving de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën ter Vergadering van Hun Hoog Mogende aan hunne Hooge Committenten refponfabel worden gehouden, dewelke in deze zaak op het gevoeligst zyn getroffen. Dat men zich al verder niet genoeg kan verwonderen over de doorftralende irregulariteit van eene Conclufie, waar van men te O 5 Recht  si3 VERZAMELING van STUKKEN Recht mag zeggen, dat het requiiïet van een© genoegzame meerderheid ontbreekt, en welke zelfs uit dien hoofde aan Notoire Nulliteit is laboreerende, naardien het poinft van deliberatie door Fier Provinciën overgenomen zynde met geen mogelykheid eene Conclufie had kunnen vallen, indien Twee van die overnemende Provinciën op eene vreemde en allerzeldzaamfte wyze hunne Overneming niet hadden doen gepaard gaan met een declaratoir , waar by verklaard hebben, zig onbevoegd te achten om zich aan de overgave van den gedetineerde Vaandrig de Witte, behoudens de Hoogheid en Rechten der Provinciën, te opponeren, of tegen te houden. Dat op die wyze te voorfchyn is gekomen een befluit, het welk, fchoon door de gein fereerdereferves met betrekking tot de Hoogheid en Rechten der Provinciën omzwagteld, echter veel te duidelyk het erroneus en met de gronden van de Regeering onbèftaanbaar begrip aan den dag brengt, als of het Recht van Judicature byzonder in Materie van Landverraad en ovcrzulks een Recht in den boezem der byzondere Staten van elk gewest opgefloten, en op geencrley wyze by de Unie gemeen gemaakt, immer of ooit tetegens over een GeneraliteitsRechtbank, onder den Naam van Hogen Krygsraad of onder eenige andere denominatie , op het Souvexain Territoir der door de misdaad beledigde Provintien van wegen de Generaliteit funge. rende,in de minste twyffeling getrokken konde worden, en daar uit verfchilleu ontftaan kon-  tot de MILIT. JURISD. &c. 219 konden,welke aan de difpofitie,en hetgoedvinden van de Vergadering van Hun Hoog Mogende gefubjeéteerd , en by dezelve gedifcutieerd en beflist zouden moeten worden. Dat H. E. Gr. M. overtuigd van de hoge noodzakelykheid, dat zo een wanbegrip, waar van de gevolgen ten nadeele en tot detriment van de Hoge Regten van de Provinciale Souverainiteit niet genoeg geapprehendeert konnen worden op het efficatieuste worden tegen gegaan en gefluit, over zulks vermeend hebben in de praitenfe Refolutie niet te konnen nog te mogen beruflen, maar zig indispenfabel verpligt hebben gevonden, om by deze nadere aantekening hunner gevoeligheid deswegens ten kragtigften te doen blyken, zig tevens vleyende, dat de Bondgenoten, wel verre van de conduites der Heeren Gedeputeerden die tot de voorn. Refolutie hebben geconcurreerd te approbeeren, hun ongenoegen ter dier zake zullen te kennen geven, en voorts aan H. E. Gr. Mog. niet zullen onthouden die fatisfa&ie wegens het gepasfeerde, in die gerustflelling voor het toe» komende, dewelke van derzelverdoorzigt en volllandige aankleving aan de gronden van 't Bondgenoodfchap, met zo veel regt en billykheid verwagt mogen worden, terwyl H. E. Gr. Mog. voor de Bondgenoten niet konnen verbergen zig in allen gevalle, en op welke wyze diergelyke befluiten ter Genera, liteit in het vervolg genomen zouden mogen gorden, dewelke H. E. Gr. Mog. oordelen met  22o VERZAMELING van STUKKEN met hunne Souveraine territoriaale regten onbeflaanbaar te zyn, hoogst dezelve zig verpligt zouden vinden, dezelve niet alleenlyk niet te reipecteeren? maar de uitvoering van dien des noods efficatieuslyk tegen te gaan, gelyk H; E. Gr. Mog. door de voorn, informele Refolutie zig geenzins hebben laten weerhouden om zodanige Refolutie in de zaak van den Vaandrig de Witte te neemen, mitsgaders aanfehryvinge aan het Hoff van Holland, Zeelanden Westvriesland te doen, als of de zo evengemelde Refolutie nimmer genomen was. Waar op gedelibereerd zynde , hebben de Heeren _ Gedeputeerden van de zes andere Provincie de voorfz. aantekening copielyk overgenomen, om in den haren breder gecommuniceerd te worden. En is dien onverminderd goedgevonden enyerflaan, dat copie van de voorn, aantekening gefield zal worden in handen van de Heer van Lynden van Swanenburg, en andere H. H. M. Gedeputeerden tot de zaken van de Plakatcn en Reglementen om te Vifiteren, Examineren, en van alles alhier ter Vergadering rapport te doen. XXXXIW  tot de MILIT. JURISD. &c. 221 X X X X I V. DECLARATOIR van Burgermeefters en Regeerders van Oofterfchelling. Vv y Burgermcefteren en Regeerders van Oofterfchelling doen cond eene iegelyk, dien 't behoord,certificeerendevoorde waarheid, dat voor óns gekomen, engecompareert zyn geweest, Jan Godfried Plengnath, woonagtig tot Harlingen, oud 43 jaren, in qüaliteit als Captein gevoert hebbende het Koffchip de Jonge Arnoldus, Jan Viteer, woonagtig tot Hamburg, oud 36" Jaren, Stuurman van gem. Schip, Lieuwe Luitjesz., oud 40 Jaren, en Jrie Annesz., oud 28 jaren, beide dienaars der Juftitie op den Eylande Terfchelling, benevens Sipke Schaap, oud 51 jaren, en Jan Sipkesz. Schaap, oud 19 jaren, beide woonagtig tot Midslands onder de Jurisdictie van Oofterfchelling, mitsgaders Jacob Frederik Haak, woonagtig totWolgastin Sweeds Pommeren, oud 26 jaren, Timmerman, en Hendrik Stoffels, woonagtig in de Wildevang onder Groningen, oud 23 jaren, Godliep Erman , woonagtig tot Pillo onder Koningsbergen, oud24 Jaren, en Carel Tillak, woonende tot Wolgast, oud 19 jaren, Matrofen van voorfz. Koffchip. Dewelke verklaarden terrequifitie van den Wel Edele Geftrenge Heere, Mr. Jan van der  «222 VERZAMELING van STUKKEN der Willige,' Drosfaard van den Eylandé Terfchelling, en grient R. O. en ten dienfte der Juilitie. Hoe waar is, dat, op den 19 January defes Jaars 1783, op den Eylande Terfchelling geftrand is 't voorn. Koffchip de Jonge Arnoldus, gevoert wordende by den eerfte depo fan t als Captein, en volgens deszelfs opgave komende van Oldenun, en gedeftineert naar Harlingen, wefende beladen met Zout; dat de Equipage op voorfz. datum, nademiddag, zig met de boot hebbende gefal veert 't voorfz. Schip, fuccesfivelyk, op en tegen 't ftrandwas geftooten, wanneer aanderi eerfte depofant, en,opverfoek van dezelve, door den Requirant de Derde en Vierde depofanten waaren gegeven, om gemelde op Strand zittende Schip tegen de aannaderende nacht te bewaaken, en de goederen te beveyligen ; hebbende hy eerste depofant alle de goederen en Zeeplun hem toebehoorendeaan boord van gemelde Schip laten blyven, en de Cajuit van 't Schip toegefloten. Verklaarende zy Derde, en Vierde depofanten, dat de Equipage zich in defer voege gered, en naar 'c Dorp Midfland zich hebbende begeven, zy in haar qüaliteit met 't af* vallen van 't Water naar 't Strand waaren ge gaan, om op den gegeven order,'t op Strand zittende behoorlyk te bewaaken en te beveiligen , dat zy by en omtrent gemelde Schip de wacht houdende s'nagts, tusfchen den 19 en20 January, de Klokke omtrent een uur, wierden geattaqueert, door een complot van ruim  ■ tot de MILIT. JURISD. &c. 223 ruim 7'w'mtig Soldaten , die met Sabels voorlien, haar den vlucht deden nemen , en zich wyders meester maakten van 't voorfchreve Koffchip. Dat zy depofanten door den Duinen de ylugt nemende zig begaven naar 't naast gelegene DorpMidfland, en aldaar zich addreffeerdeaan denStrandvoogtSipke Schaap, om van 't gepasfeerde kennis te geven, en behoorlyke asfiftentie verzochten , 't welk hun ook immediatelyk. gegeven wierd, als zynde Hy Sipke Schaap, oogenblikkelyk, bereid, om met zyn Zoon Jan Sipkesz. Schaap en het grootfte gedeelte van het Scheepsvolk, dat intusfchen uit hare quartieren geport, en opgewekt wierd, en met haar depofanten , naar't Strand te gaan. Verklarende zy agt laafte Depofanten dus gefamentlyk, dat zy in dien zelve nacht , tusfchen twe en drie uuren , op 't Strand , by 't Schip komende bevonden , dat noch negen a tien Soldaten by gemelde Schip bezich waren, om de door hun geftoolen goederen wech te voeren, dewelke zy depofanten door hun op't Strand reeds gebracht zynde , weder ontnamen, en bevonden te zyn als volgt. Een Storm Bezaan Zeyl , Lappen Zeyldoek, een Vaatje Wyn, twee Broeken, de Zeylen van de Boot, een zak Erweten, een Vaatje Azyn, een Tregter. Dat intusfchen de Soldaten eenige retraite hebbende gemaakt een Soldaat met de blootc Houwer in de Vuist op hun depofanten was  224 VERZAMELING van STUKKEN toegekomen , wanneer de anderen op een kleinen afftand bleven ftaen, en met geweld 't voormelde Vaatje Wyn had weg gerooft , 'twelk hem echter, door den Vyfde depofant Sipke Schaap , weder wierd ontnomen, en zeer ontramponeert is geborgen. Verklaarende zy eerste, twede, en vier laaste depofanten dat zy den volgenden dag zynde den 20 January aan Boord van 't op Strand zittende Schip zyn gekomen, om alles verders na te gaan, en te exiimineeren , bevonden dat de geflooten Cajuit was opgebrooken , de geflotene Kasjes in dezelve mede opgebroken, alles van binnen ontramponeert, en geiloopt; en geflolen de volgende goederen. Als eenige Hem Eerste Depofant toebehoorende . Als drie Wollc Baaytjes, 2 Onderbroeken, a Sloopen, 2 Wolle Broeken, 2 Hemden, 1 Rok. Eenige Scheeps-Papieren en diverfe kleinighedens aan 't Schip toebehoorende. Een nieuwe Pruilche Vlag , een Draaytreeft en toebehooren, 3 dito Pannen, en nieuw Hangfpiegcl , i| Anker Brandewyn , een grooteLinnen Jager Zeil, 2KoperePotten , 3 dito Theeketels, 1 dito Visketel, 1 Anker Roode Wyn , en diverfe kleinighedens. Waar mede zy depofanten dele hunne verklaring flooten, gevende voor redenen van wetenfehap , dat hem eerfte depofant zeer welbewust is, dat de Cajuit van't voorfz, Schip was toegeflootcn, en alle de nog vermis-  TOT DE MILIT. JURISD. &G, 3.2$ miste en ontdekte goederen in zyn voorfz. Schip zyn geweest, en op de voorfz. datum door hem alzoo vermist zyn bevonden , en dat zy 7 laaste depofanten 't voorfz. zo afzonderlyk, als alle gefamentlyk in eigener perfoonen hebben by gewoont , ondervonden en ontdekt, en zeer wel bewust te zyn, dat alle de voorfz. roveryen zyn gefchied door de Soldaten, dewyl zyde monteringen , en Sabels , zeer onderfcheindiglyk , door 't licht van de Maan hebben kunnen zien. Corroboreerende hunne voorfz. getuigehisfe met Solemneele Eede, zeggende daer op, zoo waerlyk help my God Almagtig \ Des ten waare oirconde is de minute dezes by de Comparanten eigenhandig ondertekent, en defe uitgegeven grosfe met onsEylands Zegel, hier onder gedrukt, bekragtigt. Acfüm op den Raadhuyfe tot Midlandsz. den 25 January 1783. (onderftond) in kennisfe van my Secretaris (was getekent.) (L. S.) JAN F. WILP. VUL Deel. P XXXXV,  zi6 VERZAMELING van STUKKEN XXXXV. MISSIVE van Zyn Doorlugtige Hoogheid Willem V. EDELE MOGENDE HEEREN ! BYZONDERE GOEDE VRIENDEN! "^^"y hebben niet willen afzyn in antwoord op Uwen Ed. Mog Misfive van den i dezer, by welke Uwe Ed. Mog. ons hebben gelieven te verzoeken.,, om in qüaliteit als Capiteyn Generaal de overgave van den gedetineerden Vaandrig de Witte ter Judicature van den Hove Provinciaal van Holland, Zeeland en Westvriesland, op den voet by Uw Ed. Mog. Refolutie van den zeiven datum bepaald, te willen laten doen aan Hoogst dezelve te refcribeereny dat wy geodrdeelt hebben, niets op ons te moeten nemen, zonder alvorens deze zaak ter kennisfe van H. H. Mog. te hebben gebragt, en Hoogst dezelve te hebben verzogt, ons te willen authorifeeren en permitteeren, om by infehikkelykheid in dit fingulier geval, ongeprrejudicieerd een ieders regten, en zonder dat zulks in eenige confequentie kan worden getrokken, den Hoogen Krygsraad, de no- di-  tot de MILIT. JURISD. &c. 227 dige orders te geven, om den meergemelde Vaandrig de Witte naar de Voorpoorte van den Hove te doen tranfporteeren en hem over te laten op voorgemelde wyze ter Judicature van den meergemelde Hove. Daar toe door H. H. M. geauthorifeerd zynde, hebben wy vermeend hier van aan Uw Ed. Mog. kennisfe te moeten geven, en teffens aan Hoogst dezelve onder 't oog te brengen, dat hoe zeer wy van begrip zyn, dat de Judicature van den Hoogen Ktygsraad , omtrend den per zoon en het deiiEt van den Vaandrig de Witte ten vollen gefundeerd is, zoo wel op fundament der redenen by onze Misfive van den 23 Oetober laatsl. aan H. H. Mog. voorgedragen als op andere folide gronden, wy nogthans met veel genoegen, ons geauthorifeerd hebben gezien, om in dit geval aan 't verlangen van Uw Ed. Mog. te kunnen defereeren, op dat blyken kan, dat wy niet fchroomen van door den Hove of welke Regter het ook zy, te doen examineeren, hetgeen omtrend-het gefmecde verraad heeft plaatfe gehad, en hoezeer wy verlangen, dat deze zaak met alle vigeur werde doorgezet, en dat daar in eene prompte en rigoureufe Juftitie , ten affchrik van anderen plaats hebbe, waaraan eenconflict van Jurisdictie, niet dan nadeel of trainiffement zoude kunnen geven. Wy vleyen ons Ed. Mog. Heeren ! dat Uwe Ed. Mog. volkomen zullen wezen overtuigd van onze zugt, om zoo veel wy kunnen en mogen aan P a Hoogst  228 VERZAMELING van STUKKEN Hoogst derzelver verlangen te defereeren. Waar mede Edele Mogende Heeren Byzondere goede Vrienden, wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Godes Heilige protectie. Uwer Edel Mogeaden Dienstwillige Dienaar. (geparaph.) W. Pr. v. ÜRANGE. In Gravenhage den Ter Ordonnantie van 25 December Zyne Hoogheid. ■ 1782. (gct0 F. J. de LARREY.. XLVI. MISSIVE van de Heeren Prafideerende Raden over Holland, Zeeland en Vriesland. EDELE MOGENDE HEEREN! w y hebben de Eer gehad te ontfangen Uw. Edel Mogende Misfive van den 2 December laastleden betrekkeiyk de Judicatuure over den Vaandrig de Witte en alle die in de zaak waar van dezelve befchuldigt is, eenigfints mogten zyn geconcerneerd, en zouden reeds  tot de MILIT. JUR1SD. &c. 2.29 reeds eerder aan U Ed. Mogende hebben gerefcribeerd , zoo wy niet gedacht hadden beter te zullen doen met daar mede te furpercedeeren, tot dat ook de uitflag der deliberatien van de Heeren Staten van Holland en Westvriesland over het zelve poinct. , ons zoude bekend zyn, 't welk wy te gemoed zagen, binnen korten tyd te zullen gefchieden ; gelyk dezelve dan ook op den 30 December ter onzen kennisfe gekomen is, als wanneer wy de eer hadden te ontfangen een Misfive van de Heeren Staten van Holland van den 27 December waar by Hoogstdezelve, ons aanfchreven, uit naam en van wegen Hoogstdezdve directeeyk en zonder tusSchenkomst van eenïge deligatie tegen de delinquanten in dezen in het Generaal, en in't byzonder tegen den Gevangenen de Witte te procedeeren, en den laastgemelden uit handen van den Hoogen Krygsraad óp de Voet van de propofitie door de Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, ter Vergadering van Hoogstgemeldc Heeren Staaten gedaan, over te nemen, by aldien dezelve niet reeds uit kragte en ingevolge de aanfchryving van U Ed. Mogende in onze handen zoude mogen zyn geftelt , en wanneer de zaak van voornoemde de Witte of zyn medepligtigen, by ons gedetineerd exacte!yk zal zyn geëxamineerd en in ftaat gebracht, om daar op gevoteerd en gefentieerd te worden, daar van alvorens tot het voteeren en fententieeren te Procedeeren,aan Hoogstdezelve kennisfe te geven, om als dan, daar op nader te difpoP 3 nee-  230 VERZAMELING van STUKKEN neeren,als» Hoogstdezelve zullen vermeene» te behooren. Dan reeds te voren hadZyn Hoogheid den Hr.ErflladhouderbyMisfive van den 25 December ons gefchreven, dat U Ed. Mogende goedgevonden hadden aan Z. Hoogheid by eene Misfive gefchreven den 2 December te verzoeken,om inqualiteitals Capitein Generaal de overgave van den gedetineerden Vaandrig de Witte ter Judicature van ons op den voet by de Refolutie vanUW.Ed. Mog. van voorgemelden datum bepaald te willen laten doen; dat hoe zeer genegen zynde om daar aan te defereeren, niet om datbegreep dat de Judicatuure van den Hoogen Krygsraad omtrent den Perfoon of het Delift van den Vaandrig de Witte ongefundeert was, maar alleen om een blyk te geven, dat Z. Hoogheid niet fchroomde van door ons , of welk Rechter het ook zy, te doen examineeren , het geen omtrend het plaats hebbende verraad voorgevallen is , Z. Hoogheid verlangende , dat deze zaak met alle vigeur werde doorgezet, waar aan een Conflict van Jurisdidie niet dan nadeel en trainiflement zoude kunen geven Z. Hoogheid nochthans hadde geoordeelt,dat niets in dezen op zich behoorde te neemen, zonder alvorens deze zaak ter kennisfe van H. Hoog Mogende te hebben gebracht, en Hoogstdezelve te hebben verzocht aan Z. Hoogheid te auctorifeeren en te permitteeren om by infehikkelyk. Ireid in dit fingulier geval en ongepradudicieert eens ieders rechten , en zonder dat zulks  tot de MILIT. JURISD. &c. 231 zulks in eenige Confequentie kan worden ge« trokken, aan den Hoogen Krygsraad de nodige ordres te geven, om den meergemelden Vaandrig de Witte naar de voorpoorte van den Hove te doen Transporteeren , en hem over te laten op voorgemelde wyze ter ander Judicature: dat Z. Hoogheid zich daar toe geauthorifeerd vindende', niet had willen afzyn ons daar van kennisfe te geven en ons te verzoeken, de nodige ordres te geven , en wanneer de meergemelde Vaandrig de Witte, uit de Provoost van de Generaliteit zoude worden getransporteerd naar de voorpoorte van denHove, hy aldaar wierde aangenomen , en in zekere bewaring geflelt. Op welke Mislive van Z. Hoogheid Wy den Heer Prxfident hadden verzogt Z. Hoogheid voor de gegevene Communicatie te bedanken , en aan Hoogstdezelve kennis te geven, dat wy de bo vengedachte hoogst gerefpecteerde aanfehryvinge vanU Wel. Ecl. Mogende bekomen hebbende de nodige ordres zouden Hellen dat de Vaandrig de Witte op de voorpoorte wierde aangenomen, zonder dat wy ons de deliberatien en het gerefolveerde van H. Hoog Mogende konden aantrekken, ingevolge van welke door ons gefielde orders dan ook gemelde Vaandrig de Witte bereids op den 26" December op de Voorpoorte van den Hove is overgenomen. Wy hebben niet willen afzyn Ed. Mogende Heeren! van als nu aan Uw Edel Mogende van dezen toedracht der zaken kennisfe te geven, en zullen alleenlyk hier nog byP 4 voe-  «3* VERZAMELING van STUKKEN voegen, dat wy ons door de refpective afzonderlyke aanfchryvingen van de Heeren Staten der beide Provintien overvloedig gequalificeerd vinden, om uitnaam en van wegen beide dezelve, ook zonder delegatie als welke wy met eerbied, en behoudenis de voorrechten der Provintie van Zeeland, vertrouwen ten onzen opzichte niet nodig te zyn, ter dezer zake Judicature te oeffenen. Hier mede Edele Mogende Heeren ! Bidden wy God Almagtig Uw Ed. Mogende in eene langdurige en voorfpoedige Regeering te conferveeren. Gefchreven in den Hage: den 31 December 1782. U Wel Ed. Mogende gantfch Dienstwillige de Prjefident en de Raden over Holland, Zeeland en Vriesland. Ter Ordonnantie van dezelve. (geteekend) ADRIAAN BODT, XLVII.  tot de MILIT. JURISD.&c. 233 X L V I I. ADVIS van 't Hof Provintiael van Friesland, aangaande de Wettigheid van den Hoogen Krygsraad zo in het algemeen als byzondcr, met betrekking tot den Vaandrig de Witte 6 Jan. 1783. EDELE MOGENDE HEEREN', C3ns gehonoreerd vindende met Uwer Ed, Mog. Refolutie van den 11 Novemb. Jongstleeden, waarby Uw. Ed. Mog. hebben goedgevonden , Ons door 's Lands Secretaris ter hand te ftellen een Misfive van Z. D. H. den Heere Erfftadhouder, rakende de zaak en Judicature van den Vaandrig dej Witte, met verzoek , om daar omtrent U. E. M. te dienen van Advies en Confideratien, hebben Wy, om aan dit verfoek van U. E. M. te voldoen, gemeent te moeten nagaan, op welk eene voet de Judicature der Militairen in 't gemeen, en byzonder die des Hoogen Krygsraad is geweest, en hoedanige veranderingen daar omtrent, tot op den teegenswoordigen tyd toe zyn gemaakt, om Ons hier door te beeter in ftaat te ftellen, van U. Ed. Mog. omtrent degeheeleZaak te dienen van Advies en Confideratien. Dan ter zake toe treedende zullen wy van de vroegfte tyden af beginnen, Ons der kortheid, zo veel mogelyk, bevlytigende. P 5 Reeds,  234 VERZAMELING van STUKKEN Reeds voor het opregten derRepublyk, Vind men deeze en geene ftukken, welke tot de Judicature der Militairen betrekkinge hebben, en wel ten refpéfte van de Troupes te Lande dienende, (van die immers, welke te water dienen, omtrent welker Tudicatuur zeer verfchillende ftukken voorkomen, hebben Wy in 't praefente geval niet nodig te Ipreeken) ontmoet men al in den Jare 1521. ten tyde van Keifer Carel de 5de eene ordonnantie, waar bv tot die Tudicatuur gemragt worden alleen die gefchillen, die gebeuren zouden, onder de Souldeniers, terwyl zy onder hun Vaam gen uit zyn Zie Wagenaar Vaderl. Hift. 4. D. 16. B. §. 1-. Nog vind men een Placaat van Keizer C.irel daar toe relatif, op 't Jaar 1547., dog het voornaamfte ftuk, en 't welk van veelen nog huiden ten dage word gehouden, als de grondflagder teegenswoordige Militairejurisdictie, is zeeker de Crimineele ordonnantie , gegeeven by Philips den 5. July 1570. en wel daar van art. 68. waar li^ dezeive word bepaald tot zaaken van den Krygshandel, oft geen des in het Leeger gefebied, en tot delicten van Militairen gepkegt, in V Guarnifoen, ofagter den Lande trekkende onder hun Vaandel, of als het te doen zal zyn van deneenen Soldaat teenen den anderen, waar by Wy egter in 't voorbygaan niet kunnen nalaten te remarqueeren, dat, om hier uit teegenwoordig, gelyk by veelen gedaan word, de bevoegdheid der univerfeele Militaire Jurisdictie te deduceeren, eerst dient in aanmerking te worden irp.  tot dk MILIT., JURISD. &c. 235 genomen, of deeze ordonnantie in deeze en meer andere Provinciën heeftgevigeert, en, zo zulks al waar mogte zyn, of dan nog eene ordonnantie gemaakt, .eer de Unie exftcerde , tans kan werden gefteld als een richtfnoer, waar na de teegenswoordige Militaire Jurisdictie der Bondgenoten behoord te worden afgemeeten. Dog Wy gaan liever over tot een ftuk, 't welk tot het geperpetreerde van den Vaandrig de Witte eene meer regtftreekfe relatie heeft. Op 't jaar 1576". treft men aan eene ordon. nantie, waar by verraderyen en diergelyke deliclen , als concerneercnde de Generale rust en de verjeekertheidvan den Lande, worden verftaan geen pure militaire delicten te zyn, eene ordonnantie welke men niet zonder grond gist met overleg van Prins Willem den iften by de Staaten van Holland te zyn gemaakt. Waar uit vry duidelyk is op te maaken, de manier, hoe men reeds by het begin der Republyk op die materie gedagt heeft, altans zo men de Hiftorien van dien tyd daar mede confereert. Zo men nu verder nagaat, de fchikkingen, na het opregten der Republyk, gemaakt op het beregten der delicten, van militairen gepleegt, vind men wel, dat tot Confervatie der Unie en meerdere expeditie van zaken, het hooge opzigt over de Troupes is opgedragen aan den Raade van Staaten; na dat reeds te voren een Collegie de Landraad geaaamd, dog naderhand afgefchaft, daar meede  235 VERZAMELING van STUKKEN de was voorzien geweest, dog deeze opgedragen magt was bepaald en de Raad mogte niets doen „ of attenteeren het geene pra;- judiciabel zoude mogen weezen, de-Pri* „ vilegien , Geregtigheedën , Coflumen , 'pi Ufantien, Politien, ofte Juftitien, met „ het geene daaraan kleeft , der vernoemde „ Landen in 't generaal, ofte eeniger Pro„ vincien, Steeden ofte Leeden van dien in „ 't particulier". Zie de ifle Inftructie van den Raad van Staate van 't Jaar 1584. In de nadere Initruftie, gevolgt in'dcn Jare 1588. vind men reeds den magt van de Raad merkelyk vermindert, en geene mentie meer van kennisfe en Judicature over alle Collonellen, Capiteinen en andere Krygsvolk, gelyk by die van 1584. En nergens leest men, dat van de Bondgenooten zulk een gedeelte hunner refpective Souverainiteit, aan den Raad van Staate is opgedragen, dat in delicten door Militairen begaan niet pure Militair, hoedanig zyn by voorbeeld, van defertie, verwaaide zen van Wagten, en dergelyke, de domiciliaire of door den plaats van het begane delict bevoegd geworden Regter is geëxcludeerd. Trouwens dit was beftendig het oogmerk der Bondgenoten, om in den haren de Souverainiteit te behouden, en daar van geen grooter deel onder eikanderen te vermengen , en aan een gemeen Coliegie op te dragen ' dan ter onderhouding der Unie, en ter defenfie teegens den gemecnen Vyand nodig fcheen, gelyk zo wel uit de Hiftorie van dien tyd»  tot de MI LIT. JURISD. &c. 1237 tyd, als de woorden van de Unie zelve is op te maken. . ;;i . . j En het is om die reeden , dat Wy niet anders kunnen denken, dan dat den Raad van State, by den beginne wel is opgedragen-eene groote magt, weegens de noodzakelykh.Hd-, om lieden, meest in 't Leegcr zig op dien tyd onthoudende, en gedurig zwervende, onder eenige Judicatuur te ftellen, dog nimmer eene zo grote, dat dezelve de oorfpronkelyke magt van Jurisdictie yder der Bondgenoten in den zynen competeerende , de flrueerde. En is dezelve ten tyde van Leicefter te groot geweest, fchyntze egter naderhand, en voor al ten tyde der groote Vergadering, wanneer de vrees voor den gemeenen Vyand geheel ophield, en de Republyk tot eene merkelykgrootereConfiftentie gekomen was, merkelyk te zynbefnoeid, door de Refolutie der Bondgenoten van den 25. April 1651., by welke de Commandeurs, beneevens de Krygsraden in de Steeden, Stem in Staat hebbende, worden belast de militaire Jurisdiclie niet verder te extendeeren, dan over die nalatigheid in togten en wagten, overgaan tot den Vyand, defsrtïe van Compagnien, of van verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder paspoort, mitsgaders over 'exc'ésfèn en deliclen, die de Officieren en Soldaten onderling, ofte den eenen teegen den anderen zouden komen te begaan, « ver.der niet. Waarlyk woorden, welke dan niet pure Militaire zaken uitdrukken, en welke dus op  S38 VERZAMELING van STUKKEN op de magt van den Raad van Staate, eerder het denkbeeld van militaire Difcipline, dan dat van militaire Jurisdiftie, applicabel maken. Dog hoe het ook daar meede zy, het is buiten conteftatie, dat nimmer den zogenaamden Hoogen Krygsraad (op wiens Competentie het maar alleen in Cas fubject aankoomt) eeven flerke prstenfie,. als de Raad van Staate, op de Militaire Judicature heeft kunnen maken. Vermits nu deszelfs Competentie in het geval van den Vaandrig de Witte, de hooidvraag is, en in bovengedagfe Misfive van Z. Doorl. Hoogheid waar toe Wy by Uw Ed. Mogende Refolutie in deezen worden gerenvoyeerd, pofitief word beweerd, zullen Wy de Origine en voortgang van deezen zogenaamden Hoogen Krygsraad trachten voor Ü. Ed.Mog. open te leggen. In den beginne fchynt dezelve niet anders te zyn geweest, dan een Krygsraad, welke by het formeeren van een Veldleeger voor den tyd der expeditie wierde geformeert, welke nevens zyne Excellentie, gelyk 'er dikwerf word bygevoegd , kennis nam van zaken in 't Leger voorvallende, met zo nauwe bepalinge , dat zelfs de zaaken, welke gedurende de Expeditie niet konden worden afgedaan, by den Raad van Staate, of een Expres beroepen extraordinaris Krygsraad, wierden getermineerd. Dog allengskens fchynt dezelve permanent te zyn geworden, en hare fesfïè in 'sHage nevens zyne Excellentie te  TOT DE MILlf. JURISD. &C 03.Q te hebben gehouden, buiten tyden van Expeditie, NOCHTANS ZONDER INSTELLINGE,GEZAG EN INSTRUCTIE DER BONDGENOTEN. AltailS het is zeeker, dat al voor den Jare 1650. zodanig een Raad exteerde, wordende daar aan geappelleerd van deGuarnifoens Krygsraden. Dog na het Jaar 1650. tot 1672. heeft dezelve weederom geheel gecesfeerd ; gelyk zulks alles confteert uit een Rapport van eenige Heeren tut den Raad van Staate daar toe gecomrnitteert in den Jare 1703. Ten tyde van Willem de III. rees dezelve weder op met een macht geëvenreedicht aan het vermogen van dien Vorst ,en bekwam zelfs van dien Vorst, toen Koning, eene inftructie in den Jare 1700. Doch na deszelvs overlyden bezweek weederom deszelvs macht, tot dat dezelve van den laatsfoverleden Stadhouder weederom wierde verleevendigt, doch ook zonder publicq gezag der Bondgenooten. En naulyx was dezelve na het eindigen van den Oorlog weeder ingevoert, of'er gebeurde zodanige buitenfpoorigheeden , dat de Raad van State zelve genoodzaakt wierde daar over te klagen, met verzoek dat Zyn Hoogheid geliefde den zeiven te gelasten , zich te onthouden van de exercitie van alle Civile Jurisdictie , zo lang dezelve haar op eene wettige wyze niet zal zyn geconcedeerd, dus luiden de woorden van de Refolutie van den Raad van State van den q. Maart 1748, Maar hoe weinig confteerde zich de Raad van State felve: daar zy korte dagen naderhand  24o VERZAMELING van STUKKEN hand, op den zi% van den zeiven Maand op propofitie van Z. Hoogheid den Hoogen Krygsraad liet de 'Civile Jurisdictie over Militaire Perfoonen op zodanige voet, als die aan den Hoogen Krygsraad, ten tyde van Koning Willem, heeft gecompeteerd. Blykbaar uit de Refolutie van den 21. Maart 1748. (a) Nergens vind men eenige andere Qualificatie—Nergens vind men eenige delatie der Bondgenoten van zulk een inportant deel der refpective fouverainiteit, hoedanig is de opperfte Jurisdictie te voeren in Militaire zaken, zo Civiele als Crimineele, en zonder zo eene delatie, Ed- Mog. Heeren! zal het ons onmogelyk zyn, dien zogenaamden Hoogen Krygsraad eenige Jurisdictie , veel min den Titul van Krygsraad der vereenigde Neederlanden , toe te kennem Wel is waar, 'er zyn voorhanden veele bewyzen, zo expresfe als andere, dat eene Vergadering der Bondgenoten de Raad van Staaten, het aan weezen van zo een Krygsraad, een glimp van Wettigheid, in zommige deelen,heeftbygezet, hoezeer de zelve ook teegens den Generalen Titul van Krygsraad der vereenigde Neederlanden zig telkens heeft verzet, maar is niet de magt van den Raad van Staten, (al ftelde men eens, dat dezelve zo eene ruime Jurisdictie in zig bevatte) van dien aard, dat zy is van de Bondgenoten gedemandeerd? En (a) Zie hier omtrent eenige aanmerk, in 't flot des eerftéri briet's myner aenmerk. over de verkl. der Unie vmiUtrecht door Mn. P. Paulus BI. ör.  tot de MILIT. JURISD. &c. 241 En welke nu is de aard van eene gede. mandeerde Jurisdictie? Bynkershoek, nadat hy die materie, in zyne Q. J. Publ. L. 2. C. 12. hadde naagefpoort, en onderzogt, zegt daar van: „ Neminem igitur Jurisdiclionem fibi „ datam ad atiuni transferre posfe, ad inftar fci~ „ lieer mandat ar ii JurisditHionis apud Romanos". En kort daar na, ,, neque adeo alteri recle mandant, quod fuum non est". 'Er behoort waarlyk tot exercitie van Jurisdictie niets minder, dan eene delatie van dien gedaan, welke dezelve in den boezem zyner Souverainiteit bezit; buiten welke alle Regtspleeging over der Ingezeetenen Leven, Eer en Goederen, bezwaarlyk vry te fpreeken is Van PUBLTCQ GEWELT. Zo Wy nu hier op inzien het geene Wy reeds boven hebben geremarqueerd, kunnen Wy den zogenaamden hoogen Krygsraad geenzins in deezea agten te zyn Competent, te meer zo men in ernftige befchouwing neemt het gevaar, 'twelk uit de voortgang en gedurige extenfie der Militaire Jurisdictie voor de Regten der Ingezeetenen refulteert. Is immers niet deeze altyd eene der hoofdreeden geweest, waarom men liever in de Sociëteit, dan 'er buiten, heeft verkoozen te leeven, dat men eene grootere zeekerheid voor zyn Leeven, Lyf, Eer en eigendom zoude hebben? hier voor onderwierp men zig met verlies van een gedeelte der Natuurlyke Vryheid aan Wetten, en men ftelde Regters aan als Raderen om die te doen werken; waar uit dan ook fproot het na- Flll. Deel. Q tuur-  242 VERZAMELING van STUKKEN tuurlyk vertrouwen op beide, zo wel 'op den Regter als op de Wet; Het genoegen van behalven de Wet zyn Regter te kennen, en denzelven met vertrouwen op zyn onpartydigheid en Regtskunde, als eigen en gewoon te befchouwen, is altyd geweest eene der hoofdzuilen, waar op de Sociëteit berust en gefteunt heeft. Naar maate de Vryheid groter is, gevoelt men dit genoegen fterker. Hoe zeer men hier van in onze Republyk ten allen tyde is overtuigd geweest, bewyzen niet alleen de Privilegiën de non evocando, maar ook de voorzorg, waai meede men van ouds af de adminiftratie der Juftitie onwrikbaar en buiten het bereik van fchielyke veranderingen , heeft gezogt te ftellen, waar van de Procuratien van U Ed. Mog. geene mindere bewyzen opleeveren, dan de plegtige inhuldiginge en folemneele Eeden voormaals by de Heeren en Vorften deezer Landen gedaan. Is dit nu zo Ed. Mog. Heeren! hoe zal 'er eenig vertrouwen op de Regtskunde derzulken geftelt worden, wier onweetenheid in de by Ons aangenome Regten, de Wetten zelve veronderftellen en toelaten. ,, Arma „ etenini'' leest men in het Roomfche Regt, „ magis quam jura fcire creduntur milites.^ Men zegge hier niet teegen, dat in den zogenaamden Hoogen Krygsraad geene zo onbekvvaame Leeden zitten, dan in Onze, en andere Garnifoens Krygsraaden; Men ftelle hier maar alleen eens teegen over de verpligting aan die Leeden opgelcgt, om de onder- fchei-  tot de MILIT. JURISD. &c. 243 fcheidene Regten, de verfchillende Wetten, Ordonnantiën en Privilegiën van zö veele Landen te moeten kennen, een trap van kundigheid naulyks voor den grootflen Regtsgeleerden te bekomen: en het zal zeekerlyk met deeze eeven ongelukkig , als met de Leeden der Garnifoens Krygsraaden, uitkomen. Is deeze onkunde nu zo groot, wat gevaar lopen dan niet de bezittingen, Regten en Eigendommen der Ingezeetenen f Welke zo zy van Militairen iets te eisfchcn hebben , by geene andere ; dan zodanige Regters, het zelve kunnen bekomen. Hoe zullen zy de zodanige als eigen befchouwen? daar de Regterlyke Magt niet zelden door Vreemden en Uitlanders geoeffend word? Met welk vertrouwen zullen zy hunne kiagten weegens geleeden hoon, toegebrachte wonden, of merkelyke fchade, by zodanige Regters te berde brengen? Zullen zy zig verzeekert houden hunne gefchondene Regten herftelt, en de fchuldigen geftraft te zullen zien, daar 'er van de eene kant zo Veele reedenen van eigen belang den Militairen Regter het delict gansch anders , dan 't waarlyk is, kunnen doen aanzien, en daar 'er van eenen anderen kant by de meefte Ingezeetenen reeds , niet zonder grond , hét denkbeeld huisvest, van by den Militairen Regter niet, gelyk by hun eigen en gewoonen Regter, te zullen worden gemainclf neert En wat zal hier van het gevolg zyn , geen ander, dan dat 'er, zo men deeze fteeds veldwinnende Militaire jurisdictie iri Q 2 baa  244 VERZAMELING van STUKKEN haaren loop laat voortgaan, eindelyk eene verbazende meenigte Leeden van de Sociëteit zal komen, welke alleen den Militairen Regter hebbende te gehoorzamen, op zal houden, der Burgerlyke Overheid, dien Eerbied, dat ontzag te bewyzen, welke de fterkile banden der inwendige Rust eener Burgerftaat , moeten worden gereekenc. Geenen andere dwang, dan die van eenen Militairen Regtbank onderworpen, en in deezen by de onkunde het eigen belang om geen Soldaten, uit 's Lands dienst, en tot byzondere fchade der Capiteinen te verliezen, niet zelden werkende, zal men den Militairen ftouter zien voortgaan in het infulteeren der Burgeren, en in het violeeren van derzelver Rechten: De Burgers daar en teegen genoodzaakt, hier teegen by den Militairen Regter redres te zoeken, en niet zo, gelyk zy, by hunnen dagelykfchen Regter vertrouwden, bekomende, zullen liever verkiezen zig zeiven Regt te doen, en dus met gewelt herftel van het geleedene te zoeken. Welk eene verwarring, welk eene fchakel van onheilen, ftaat hier uit niet gebooren te worden! Dog Wy willen liever zwygen, dan optel* len de ongemakken, welke uit zo een imperium in imperio ftaan gebooren te worden; daar niet alleen het vertrouwen op de Wet en den Regter, zo nodig voor de (inwendige Rust, vermindert, maar in deszelvs plaats eene volkomene Wetteloosheid, het Natuurlyke en onvermydelyke gevolg van verwarring, opryst. Mis-  tot de M1LIT. JURISD. &c. 245 Misfchien zal men egter zeggen , dat uit hoofde van het begane delict van den Vaandrig de Witte, in zyne qüaliteit als Officier, de Burgerlyke Regter niet bevoegd kan gereekent worden, zulks te ftraffen. Dog fchoon Wy eigentlyk niet kunnen zeggen , dat Ons gebleeken zy, waar in het delict van de Witte hebbe beftaan, is het egter uit het geene 'er reeds van gepubliceert is, genoegzaam bekend, dat de voorn. Vaandrig de Witte werd befchuldigt dingen te hebben ontdekt, welke aan eenen vyand niet mogen worden gereveleerd; als het aangeeven der Gronden van het Eiland, waar op de Landing ftonde te gefchieden; het getal en Caliber der ftukken gefchut daar leggende , en mogelyk andere zaaken van dien aard, ons onbekend. Het gedeelte van verraad, waar toe hem zyne qüaliteit meer, dan een Burger, in ftaat ftelde, het overgeeven namentlyk van Brouwershaven, wanneer hy daar zoude commandeeren, is niet volbragt: Dog het andere gedeelte der Accufatie behelst buiten eenige twyfel zodanige delicten , welke door eenen Burger wel konnen werden begaan, en is in der daad niets anders dan verraad, zo op goede gronden confteert, dat het met den Vyand dadelyk is gepleegt. Hoedanige delicten , zo zy van een Militair worden begaan, reeds by het opregten der Republyk zyn befchouwd, als concerneerende de Generale Rust en de verzeekerheid van den Lande, geene pure Militaire Q 3 de-  346 VERZAMELING van STUKKEN. deliclen te zyn: waor van den beroemden Bynkershoek zegt, dat zy zonder teegenfpraak niet van den militairen , maar van den, door de plaats, waar het delict, begaan is, bevoegd geworden burgerlyken Regter moeten worden geftraft. ,, Sed progrediamur „ ad Jus Hollandicum, & imprimis in hanc rem „ notandum est Hollandiae Ordinum decretum 30 ., Sept. 1654. quo placuit militum delicla, non „ pure militaria, [ed qua leedunt tranquillitatem „ puhlicam & Societatem Civilem (Choqueerende „ de gemeene Rust o[Burgerlyke Sociëteit^) omni,, no ad Judicem Civilem Loei, in quo deliclum „ est admisjum, pertinere. — Quare prolixè „ [alluntur, qui apud Romanos omnia militum 3, crimina a[olo Militari Judicei vindicanda, een„ fent, [ed illis hominibus os obturare es[et otio abutiy & boe jam non agimus, Q. J.privati „ L. 1. c. 13. Ja zeivs ten tyde van Leicefter, onder wien zeeker de Militaire magt door de Burgerlyke niet wierd onderdrnkt, vind men een geval, het welk op dat van den Vaandrig de Witte, eenig rapport heeft, dat namentlyk een Capitein Nicolaas Maulde,om eenen gefmeeden,dog mislukten aanflag op de Stad Leiden, door Scheepenen aldaar is geftraft, zonder dat Leicefter zig hier teegens in't minfte heeft verzet,als teegen een inbreuk op zyn Regtsgebied. Zie Bor. 23. B., bl. 9<5. & [eqq. ten duidelyken bewyze, dat men zelvs in een tyd, waar in men anderzins de Jurisdictie der Militairen den fterkften voortgang, en op alle gevallen, maar eenigzins dubieus, zag aanfpraak ma-r  tot de MILIT. JURISD. &c. 247 maken, een geval egter van Natuur als het teegenswoordige, den burgerlyken Regter niet heeft durven onttrekken. 'Er is nogtans hier omtrent eene objectie gemoveerd by meergedagte Misfive van Z. D. H., welke men niet kan ontkennen,in den eerden opflag , en voor dat men de zaak wel heeft ingezien, fpecieus voor te komen, dat namentlyk dit delict onder de delicten der Militairen fpeciaal in den Articulbrief art. 5 en 6 ftaat opgetelt. Dog Ed. Mog. Heeren! zal deeze Articulbrief in deezen decideeren, moeite dezelve dan niet door de refpective Bondgenoten zo zyn geapprobeerd.dat zy ook werkte in de particuliere Provinciën,ineene welker dit delict van den Vaandrig de Witte is geperpetreerd. Wat is nu de Articulbrief? niets anders dan eene Verzameling van Militaire Ordonnantiën door den Raad van Staate gemaakt, in een tyd van Oorlog en daar voor voornamentlyk gefchikt: de optelling der delicten daar by gemaakt, meest in tyd van Oorlog voorvallende , toont zulks ten klaarften aan : was dezelve gefchikt om in tyd van Vreede in de Guarnifoenen der Steeden van de Hemmende Provinciën plaats tehebbeninDeliéten,welke uit hunnen aard niet zyn pure militair, zo moefte zeeker dezelve niet ilegts aan de hoofden der Regimenten in 't Leeger, en in de bezette plaatzen,gelyk nu gefchiedis,zyn gezonden , maar overal in de Hemmende Provinciën gepromulgeerd zyn geworden. Zoo veel magt immers den Militairen Regter Q 4 daar  VERZAMELING van STUKKEN. daar by wierde gegeeven , wierde den Burgerlyken onttrokken: deeze moeite derhalven weeten , wat hem benomen, wat hem onttrokken was, waar over hy, al ofte niet meer , zyne Regterlyke magt mogte oeffenen. Maar zoude de Raad van Staate, of zouden H. H. M. zulk eene Legiflative magt in de Provinciën exerceeren, moeiten zeeker deeze in zo verre van hunne refpective Souverainiteit hebben gedefifteerd , en een gedeelte daar van ter uitvoering,dies benodigt, aan de voornoemde Collegien hebben overgedragen. Waar leest meu ergens van zulk een fpeciale overdragt? Nimmer is altans in deezeProvincie zulk een expresfeMagt den Raad vanStaate ofH.H.M.opgedragen.(a) 'Er blyft dan niets overig, dan dat men zegge, dat de Articulbrief kan werken in het Leeger, en op die plaatzen, waar op de Bondgenoten gezamentlyk de Legiflative Magt hebben kunnen oeffenen, dat is te zeggen, in het resfort der Generaliteit, dog geenzins in de {temmende Provincien,waarin nog H. H. M. nog den Raad van Staate eenige de minfle regt van Souverainiteit of Jurisdictie competeerd. En wel met opzigt tot het poinct van Jurisdictie te geeven, zal zeeker den Articulbrief nooit geagt kunnen worden te zyn gefchikt: Daar zy uit haaren aard de Jurisdictie niet verandert, en gevolgelyk nog geeven, nog beneemen kan, {trekkende flegts daar toe, dat zy den com- (a) Zie dit Betoog breeder ontwikkeld in myne Aen. werk. over cle Unie van P, Paulus Vde Brief,  tot de MILÏT. JUR1SD. &c 249 competenten Regter na haar voorfchrift zyn wettig gezag doen oeffenen. Wy komen dus tot een ander poinct onzer Confideratien, of namentlyk Holland alleen meer regt, dan de overige Provinciën, heeft, om over het delict van den Vaandrig de Witte te jugeeren. Na hier over de Gronden, welke m deeze geallegeerd worden,te hebben overwogen, kunnen Wy niet zeggen daar in een overwigt voor de Provincie van Holland te hebben gevonden. Dog dit kunnen Wy met zeekerheid verklaaren, dat men de gezamentlyke Bondgenoten, de Generaliteit uitmakende, nooit nog nimmer kan als competente Regter aanzien over een delict in eene der ftemmende Provinciën gecommitteerd. Hetis immers tans buiten hetbereik van eenige conteftatie, dat H. H. M. geenzins bezitten de Souverainiteit : en bezitten zy die niet, hoe zullen zy dan by eenige mogelykheid beregten een delict binnen een der Provinciën gecommitteerd, ten waare het bleek, dat 'er eene fpeciale Opdragt van de magt hier toe nodig, door de Provinciën aan H. H. M. was gedaan; Dog waar is van zulk eene delatie de minfte fchyn te vinden? Men zoude ook van zulk eene Regtfpraak van H. H. M. bezwaarlyk meer dan een exempel kunnen allegeeren; een exempel, waar door de regten der provinciën op een z1gtbare en ge weldadige wyze wier» den verkort, en waar van H.H.M. zelve betuigen, dat zulks gefchiede voor die keer, zonder anderfins het Regt der Provinciën te willen Q 5 ver-  250 VERZAMELING van STUKKEN verkorten. Zie Refolutie van H. H. M. van den 19 Nov. 1618., ten bewyze, dat men zig wel bewust was, dat H. H. M. in dergelyke gevallen geene Regtsmagt bezaten. Zie verders over dit poinct de Heeren de Groot, in Apologetico, C. 15., en Bynkershoek Q. J. publ., L. 2. C. 2 Men koomt dus eindelyk, Ed. Mog. Heeren! aan de vraag, welke der ftemmende Provinciën in den hare bevoegd is over meergemeld delict van den Vaandrig de Witte te jugeeren. : Dog vermits hier over tusfchen de Provinciën van Holland en Zeeland reeds verfchil Is ontftaan, en de overige Provinciën, om zulks te decideeren,nog niet zyn geroepenen zig, ingevolge de Unie, daar in voor als nog niet mogen fteeken, kunnen Wy niet denken , dat zulks ook voor als nog een object van Uw Ed. Mog. deliberatien,of van het van Ons gevraagde Advies kan opleeveren. Het is daarom dan Ed. Mog. Heeren! dat Wy, vermeenende aan deezen onzen pligt te hebben voldaan, de van Ons gerequireerde Confideratien hier meede zouden moeten befluiten, was het niet, dat het onderzoek over de Militaire Jurisdictie Ons hadde aanleiding gegeeven, om Uwer Ed. Mog. zwaarwigtige deliberatien nog een oogenblik op te houden. met eene bedenking reeds by een der Quartieren gemoveert, over het byzoudere gevaar voor de Regten onzer Ingezeetenen, welke meer dan die der andere Pro-  tot de MILIT. JURISD. &c. 251 Provinciën, door de fteeds aangroeijende Militaire Jurisdictie worden bedreigt; daar 'er geene Provincie die zo gedugte magt zo verre is te gemoet gegaan, dan deeze. Hebben niet onze goede Ingezetenen de zo nuttige Praïventie in het ftraffen der Militairen over Commune Delicten moeten zien wegneemen ? Vinden zy zig nu niet genoodzaakt, nahet affchaffen des Krygsgeregts,(V) (het welk de zaaken nog onendig heeft verergert) teegen delicten door Militairen begaan, hun heul en befcherming te zoeken by den Guarnifoens Krygsraadt? «. Eene Vergadering Ed. Mog. Heeren! waarin dikwerf lieden, welke de Wet nog veniam cetatis weigerd,in het adminiftreeren hunner Goederen, zomtyds Vreemden en Uitlanders, en genoegzaam altyd lieden , in Regten geheel onkundig , over zaken van de uiterfte importantie, de aangeleegenfte eigendommen , Eer en Leeven tanquam è tripode Regt fpreeken. Hoe veel gelukkiger zyn niet op dit ftuk.de Overysfelfche Bondgenoten , ,, waar Rid„ derfchap en Steeden hebben goedgevonden „ te declareeren , (zo luiden de woorden ,, der Refolutie) dat nooit zullen gedo„ gen, dat eenige het zy hooge het zy laage ,, Krygsraaden, of ymand anders, wie „ 't ook zoude mogen weezen , zig in deeze Provincie aanmatige, ofte arrogeere „ ee- (a) Zie over deze affchaffing het meesterlyk vertoog agter den druk van dit advis in Folio geplaatst, 't welk binnen kort insgelyks in 8vo Riet uittekomen.  252 VERZAMELING van STUKKEN „ eenige Jurisdictie in Civile zaken, beho „ rend tot de Ordinaire Juftitie,fhydig met de „ Regten en Privilegiën , aan de Staaten „ deezer Provincie, of eenige Leeden van „ dien, onwederfpreekelyk competeerende. Zyn dan Onze Ingezeetenen hier in zo verre heneeden het geluk zelve der Overysfelfche Nabuuren, met zo veel te meer yver voelen Wy Ons by deeze geleegenheid ivederom aangefpoort, Uwer Ed. Mog. Vaderlyke zorge, de Privilegiën en Regten Onzer Medeburgeren , hun van Ouds competeerende,en nog by het Reglement Reformatoir geconfirmeerd, en met folemneele Eede bezworen , op het plegtigfte en dierbaarfte aan te beveelen. ■ Waar meede Wy, na UEd. Mog. in de befcherminge des AUerhoogften te hebben aanbevolen, verblyven EDELE MOGENDE HEEREN ! UEd. Mog. Dienstwillige De Raaden 's Hofs van Friesland. In Kennisfe van my Griffier (get.) Leeuwaarden den H. van der. HAER. 6. Jan. 1783. XLVIII.  tot de MILIT. JURISD. &c 253 X L V I I I. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in haar Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Vty'dag den 10 January 1783. ]j£^e Raadpenfionaris heeft aan hun Edele Groot Mog. geëxhibeert de concept nader' Aanteekening door hem, in gevolge hun E-J dele Groot Mog. Refolutie van gifteren op de Refolutie den 24 December laastleeden ter Generaliteit op de Propofitie van Zyn Hoogheid genoomen over de judicature van den Vaandrig de Witte, geprojecteerd; welke concept nader Aanteekening hier na volgt geinfereert. J£3e Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland hebben, ingevolge het Protest en referve van nadere Aanteekening tegens hun Hoog Mog. Refolutie van den 24 December des afgeloopen jaars 1782, raakcnde de faak van den Vaandrig de Witte, alsnu, uit naam en op expresfe last der Heeren Staaten hunne Principaalen, in de Regifters gedaan aanteekenen: Dat, gelyk de bovengemelde Refolutie om Ven Raadpenlenarisbedankt voor fyne geprojecteerdenader Aanteer ning op de GeneraliteitsRefolutie van 24 December over de judicature van den Vaandrig delVitte; en daar van opening doen ter Generaliteit.  S54 VERZAMELING van STUKKEN omtrent foodanig een onderwerp verfeert, waar in de hoogheid en de gewigtigfte belangens Van Een fouverain Lid van het Bondgenootfchap op het fterkfle geconcerneertzyn, hun Edele Groot Mog. dan ook niet fonder de uitterfte furprife en bevreemding hadden moeten ontwaar werden de ganich irreguliere en alleszins onbeftaanbaarewyze, op welke eene geringe meerderheid der Heeren Gedeputeerden van dd verdere Provinciën ter Generaliteit, onaangefien de overneeming, en het uitdrukkelyk Protest der Gedeputeerdens van Holland, van fig heeft konnen verkrygen, om, overylings, en met alle precipitancé te convoleeren tot een praitens befluit j waar by aan het Souverain gezag van dié Provincie eene gevoelige atteinte is gegeeven, terwyl de daar by aan Zyne Hoogheid verleende authorifatieenpermijjïe fig uitflrekte tot zaaken, welke behoudens de gronden van de Provinciaale Souverainiteit aan elk Lid van het hooge Bondgenootfchap indisputabel competeerende, tot het departement van haar Hoog Mog. Vergadering in geenen deele zyn behoorende, en daar aan, nimmer, wettiglyk gebragt hadde kunnen worden: Dat het, immers, volgens de onwrikbaare regels van het Staatsregt deefer Republicq volftrekt feeker is, dat het regt van judicature en ftrafoeffening over foodanige delicten , waar in de hoogheid, foo wel, als de weefentlykfte belangens vau  tot de MILIT. JURISD. &c. 255 van eene fouveraine Provincie geraakt zyn, eene voornaame rang onder het getal van alle foodanige regten bekleed, als aan de fouverainiteit onaffchydelyk vastgehegt, en, origineelyk in den boezem der zeven fouveraine Staaten beruftende, byhetverbond der generaale Unie tusfchen defelve geene de minde vermindering nog verkorting hebben ondergaan, maar altoos, onveranderlyk, onverdeelten onvermengtin hun volkomen geheel en in hunne volleedige ftand zyn gebleeven: Zoo als het voorts niet minder zeker en onbetwistbaar is, dat de misdaad van hoog verraad; waar over de bovengemelde Vaandrig de Witte voor de hooge Krygsraad is betrokken, tot het Claffis van die deliclen refforteert, waarvan de cognitie en judicature aan geene andere Regters toekomt, of overgelaaten kan werden, dan aan de foodanigen, die de Juftitie adminiftreeren uit den naam en van wegens de Staaten van die Provincie of Provinciën, wier hoogheiden fouverainiteit door de gepleegde misdaad zyn gelaideert en gefchonden, en die aan de gehoorfaamheid van defelve Staaten, en aan hun alléén onderworpen, door hun oppergefag, en de daar uit voortvloeyende gepafte voorfieningen, tot een rigtig onderfoek van faaken verpligt en gehouden konnen werden. Dat op de voorfz. onwraakbaare maximes gegrond is het regt, waar van hun Edele Groot Mog., tot ftaaving der com- pe-  S56 VERZAMELING van STUKKEN petentie van haar Provinciaal Hof van Juftitie in de faak van den, meergemelden de Witte, gebruik hebben gemaakt, welk regt zy fteeds gehandhaaft, nimmer geabdiceert, nog ten behoeve van een hooge Krygsraad, of eenig ander Collegie, van wegens de Generaliteit regt doende, gecedeert of afgeftaan hebben; terwyl hun Edele Groot Mog. dat zelfde regt, in gelyke gevallen, aan hunne meede Bondgenooten volkomentlyk toekennende, fig niet weinig moeten beklaagen daar over, dat, hangende der fel ver deliberatien over deefe faak, en op het praicife tydftip, dat daar in een finaal befluit ftonden te- neemen], de pluraliteit der Gedeputeerdens van de overige Provinciën ter Generaliteit, by de voorfz. prjetenfe Refolutie fig heeft laaten o vernaaien tot een middel, met geen ander oogmerk uitgedagt,en tot geen ander einde ingericht,dan om,zoo veel doenlyk, dat geene te effeétueeren, waar door de loop van die deliberatien gefluit, defelve geheel elufoir gemaakt, en hun Ed. Groot Mog. in het daadelyk maintien en de volle uitoeffening van haare Pro vin ciaale en Territoriaale regten geturbeert en verhindert konden worden. Dat men voorwaar fig merkelyk foude bedriegen, en ganfch abufive denkbeelden vormen, wanneer men deefe faak op de eenvoudige voet, en in de bloote termen van ctncotiftiiï vau Jurisdi&ie befchouwende , defelve van dien aart foude willen aan-  tot de JVilLIT. JURISD.&c. 257 'aanmerken, als alle foodanige verfchillen, welke, onder beneficie van de foogenaamde faïutairè en in de uitterlyke klank vleyende, dogindedaad, altoos, aan die zyde, daar men het gegrondfte regt voor fig heeft, pnejudicieerende claufulen van ongeprajudicieert ieders regt, en Zonder eonfequentie voor Met vervolg, doorgaans, niet onvoeglyk, getermineert en uit den weg geruimt konnen werden; neen maar, dat het zyn_de regten van de Provinciaale Souverainiteit, die regten vervolgens, voorwet kers ongefchonde bewaaring en handhaaving de Heeren Gedeputeerdens Van de refpective Provinciën ter Vergadering van hun Hoog Mog. aan hunne hooge Committen responfabel werden gehouden, dewelke in deefe faak op hét gevoeligfie zyn getroffen: Dat men fig, alverder, niet genoeg kan verwonderen over de doorfiraalende irfegulariteit van eene conclufie, waaraanmen te regt mag feggen, dat het requifiet Van eene genoegzaam meerderheid ontbreekt, en welke, zelfs uit dien hoofde, aan nol toire nulliteit is laboreerende; nadien, het Point van deliberatie door vier Provinciën overgenomen zynde, met geen mogelykheid eene conclufie had kunnen vallen, indien Twee van die overneemende Provinciën op eene vreemde en allerzeldfaamfle wy' fe, hunne overneeming niet hadden doen gepaart gaan met een declaratoir, waar by Verklaart hebben, fig onbevoegt te agten, om PUL Deel. R, r{(f J Cf '  2 53 VERZAMELING van STUKKEN fig aan de over gave van den gedetineerden Vaandrig de fVitte, behoudens de hoogheid en regten der Provinciën, te opponeeren of tegen te houden: Dat op die wyfe te voorfchyn is gekomen een befluit, het welk, fchoon door de geinfereerde referves, met betrekking tot de hoogheid en regten der Provinciën omzwagtelt, egter veel te duidelyk het erroneus en met de gronden van de Regeering onbeftaanbaar begrip aan den dag brengt, als of het regt van judicature, byfonder in materie van Landverraad, en overzulks een regt in den boezem der byzonderc Staaten van elk Gewest opgefloten, en op geenerley wyfe byde Unie gemeen gemaakt, immer of ooit, tegens over een Generaliteits Regtbank, onder den naam van hooge Krygsraad, of onder eenige andere denominatie, op het fouverain Territoir der door de misdaad beleedigde Provincie, van wegens de Generaliteit fungeerende, inde minfte twyffeling getrokken konde werden, en daar uit verfchillen ontdaan konden, welke aan de dispoiitie en het goedvinden van de Vergadering van haar Hoog Mog. gefubjecteert, en by dezelve gediscutieert en beflist fouden moeten werden: Dat hun Edele Gr. Mog. overtuigt van de hooge noodfaakelykheid, dat foo een, wanbegrip, waarvan de gevolgen ten nadeele en tot detriment der hooge regten van de Provmciaale Souverainiteit niet genoeg  tot de MILIT. JÜRISD. &c. a$9 noeg geapprehendeert konnen werden, op het efficacieufte werde tegengegaan en gefluit, overfulks vermeend hebben in de bovengemelde prajtenfe Refolutie niet te konnen nog te mogen beruften, maar fig indispenfabel verpligt hebben gevondeu, om by deefe nadere Aanteekening hunne gevoeligheid deswegens ten kragtigfte te doenblyken, fig tevens vleyende, dat de Bondgenooten, wel verre van de conduite* der Heeren Gedeputeerden , die tot de voorfz. Refolutie hebben geconcurreert, te approbeeren, hun ongenoegen ter dier faake zullen te kennen geeven, en voorts aan hun Edele Groot Mog. niet zullen onthouden die fatisfactie wegens het gepasfeerde, en die gerustftelling voor het toekomende, dewelke van der fel ver doorfigt en volftandige aankleeving aan de gronden van het Bondgenootfchap met zoo veel regt en billykheid verwagt mogen worden; terwyle hun Edele Gr. Mog. voorde Bondgcnooteu niet kunnen verbergen, zig, in allen gevalle, en op welke wyfe diergelyke beiluiten ter Generaliteit in het vervolg genomen fouden mogen worden, dewelke hun Edele Gr. Mog. oordeelen met hunne SouveraineTerritoriaale Regten onbeftaanbaar te zyn; hoogstdefelve fig verpligt fouden vinden, defelve nietalleenlyk niette respecteeren, maar de uitvoeringe van dien, desnoods, efficacieufelyk tegen te gaan. Gelyk hun Ed. Gr. doofde voorfz. informeele Refolutie fig geensfins R 2 heb*  aoo VERZAMELING van STUKKEN hebben laaten weerhouden, om foodanige Refolutie, in de faak van den Vaandrigde Witte, te neemen; mitsgaders aanfchry vinge aan het Hof van Holland, Zeeland en Westvriesland te doen, als of de foo evengemelde Refolutie nimmer genoomen was. Waar op gedelibereert zynde, hebben hun Edele Groot Mog. den Raadpenfionaris voor zyne genoome moeite in deeze bedankt; en is voorts goedgevonden en verdaan, de voorfz. geprojecteerde nadere Aanteekening by deeze te approbeeren en te arrefteeren en dat dezelve hoe eerder zoo beeter ter Generaliteit fal werden ingebragt. lÖ^e Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben verklaart in de voorfz Refolutie niet te confenteeren, maar te perfifleeren by hun Advis daar omtrent bevoorens uitgebragt. XLIX-  tot de MILIT. JURISD. &c. 261 X L I X. EXTRACT uit het Refolutieboek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. Exlubitum 27 January 1783. Jj^ly" refumtie gedelibeerd zynde op eene Misfive van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Pririce Erfftadhouder aan hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gefchrceven in 's Hage den 23 Oetober des afgelopen jaars, waar by kennis gaf, dat geinformcert zynde, dat een plan zoude zyn gefraeed, om eene Vyandlyke Expeditie te tendeeren op het Eiland Schouwen, Goedereede en Overflacqué, en dat zeekere Vaandrig de Witte, in Guarnifoen te Brouwershaven leggende daar in behulpfaam zoude zyn, denzelven had laten arrefteren en in het Provoosthuis van de Generaliteit in 'sHage overbrengen, welke vervolgens door den Fiscaal van de Generaliteit voor den Hogen Krygsraad was te regte gefield. Dan dat op den 17 van gemelde Maand eene deputatie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, onder anderen aan Hooggemelde fyne Hoogheid, had te kennen gegeeven, dat voorzeide Heeren Staaten verlangden en verwagteden, dat aan de zaak van den Gevangen Vaandrig de Witte, hangende hunne deliberatien,geene prie- R 3 ju-  ü62 VERZAMELING van STUKKEN juditie mogte worden toegebragt, dat zyne Hoogheid daar op hadde geantwoord, dat vermeende, dat gemelde Vaandrig by zyne Competente Rechter was gejugeert, en in allen gevalle de Provincie van Holland geene meeerdere betrekkinge tot de misdaad van de gevangen had, als de zes andere Provinciën, om reedenen breeder in gedagte Misfive gedetailleert. Dat zyne Hoogheid, uit de voordragt van welgemelde deputatie hebbende moeten be11 uiten dat de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland voorneemens waren te delibereeren over de Rechterlyke Competentie van voorfchreeven de Witte, gemeend had niet langer te kunnen of mogen afzyn, als zelve aan hun Hoog Mog- en daar door aan de Hooge Bondgenooten ter kennisfe te brengen, ter dien einde hoogstdezelve met opzigt tot die zaak zouden kunnen refolveeren, zodanig als na derzelver hooge wysheid ten meelten nutte van 't dierbaare 'Vaderland zouden bevinden te behooren. Is, na hier op ingenoomen te hebben het Advis en Confideratien van den Hove dezer Provincie; en voorts meede gedelibereerd zynde op de Refolutie van gedagte Hun Hoog Mog. van den 24 December 1782. rakende de overgaave van gemelde gevangen aan den Hove van Holland Zeeland en Westvriesland, mitsgaders op de nadere aanteekeninge door de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland den 13 Jongstleeden, ingevolge derzelver protest en reier- ve  tot de MILIT. JURISD. &c. 263 ve daar op gedaan; goedgevonden en verdaan de Gecommitteerden ter Generaliteit te gelasten, om wegens deeze Provintie ter tafel van hun Hoog Mog. te declareeren. Dat hun Ed. Mog., zo lang zy door de Bondgenoten of een derzelver, daar by belang hebbende, niet worden gevraagt, om te decideeren, tot welken Regtbank de Witte, naar hun gedagten behoort, en voor welken hy te regt gefield moet worden, zig ten cenemaale ongehouden agten, om daar over bepaaldelyk hun gevoelen te uiten; dat hun Edele Mog., egter, ter beantwoordinge der Misfive van zyne Doorl. Hoogheid, van oordcel zyn, dat de zig noemende hooge Krygfraad der Vereenigde Nederlanden, al waar dezelve , des geenszins immer, door de refpective Bondgenooten formeel aan gefield en erkend, ten eenemaal onbevoegd is, om zig voor wettigen Rechter over den Delinquant in qusestie op te werpen, gelyk mede aan de gezamentlyke Bondgenooten, de Generaliteit uitmaakende, geenszins de faculteit toekomt, om over een delict, in een der {temmende Provinciën geperpetreerd, judicature te oeffenen. Maar dat de meergemelde de Witte aan zynen Coinpetenten Regter, ter te regt flelling en vonnisfmg, moet worden overgelaaten, oordeelendc hun Edele Mog., dat de cognitie over het Crimen van Hoog Verraad in het algemeen, behoort tot den Civilen Regter; dat wyders hun Edele Mog. ter geleegenheid van dit gefchil en de politive wyR 4 ze,  *64 VERZAMELING van STUKKEN ze, waar op zyn Doorl. Hoogheid in de Misfive, aan hun Hoog Mog. hier omtrent gefchreeven, zig over den aart en bevoegtheid der Militaire Jurisdictie, zoo wel in 't algemeen, als by zonder, tot het geval van den meergemelden Vaandrig, uitlaat, alleszins dienftig en nodig geoordeeld hebben, eene Commisfie uit den haare te benoemen, om opzettelyk te befogneeren over de tegenwoordige exercitie der van tyd tot tyd zig extendeerende Militaire Jurisdictie , en de abufen, daar uit proflueerende, ten einde, na ingekoomen rapport, daar omtrent zodaariige Refolutien te neemen, als tot beetere bepaaling van de Grenzen deezer Jurisdictie, cn tot beveiling van het regt hunner Ingezeetenen en geëtablisfeerdeRegtbanken, zullen verfiaan te behooren. Dat eindelyk hun Edele Mog. niet willen nalaaten te remarqueeren, degantfehvreemde en ongehoorde wyze, waar op hun Hoog Mog. hebben kunnen goedvinden, op den 24 December des afgeloopen jaars te neemen eene Refolutie om den bovengemelde Vaandrig de Witte over te geeven aan de judicature van den Hove van Holland; eensdeels, wyl hun Edele Mog van gedagten zyn, dat zulks niet afhing van de uitfpraak van hun Hoog Mog.; anderdeels, dewyl uit de Notulen van hun Hoog Mog. ten klaarften blykt, dat diestyds ter Vergadering zodaanig eene conclufie niet heeft kunnen vallen door dien "er geen zweemfel van Pluraliteit der Provinciën tot deze overgave voor handen was. Al  tot de MILIT. JURISD. &c. 265 Al waarom hun Edele Mog. het neemen van zulk eeneinformeele Conclufie met geen onvcrfchilligheid kunnende aanzien, by deezen hunne Gecommitteerden gelasten, om ter Vergadering van hun Hoog Mog. te verklaaren, dat hun Edele Mog., uit oorzaake van deinformeele en illegale wyze, waar op gezeide Refolutie is genoomen, dezelve niet kunnen confidereeren, als eenig effect meriteerende, maar in tegendeel dezelve te moeten houden voor onwettig , nul en van geener waarde ; en zal extract deezes worden gezonden aan meergemelde Heeren, hun Ed. Mog. Gecommitteerden ter Vergaderinge van hun Hoog Mogende , om aldaar te openen. Aldus gerefolveerd op het Landfchaps-Huis den 21 January 1788. Accordeert met voorfz. Boek. In kennisfe van my. (Get.) A. J. v. SMINIA. R 5 L.  a66 VERZAMELING van STUKKEN L. AD VlSvan deHeerenVEGELiN van Claerbergen en van Haren Commisfarisfen uit den Hove van Friesland. EDELE MOGENDE HEEREN' Na gehoudene Befogne, ingevolge UEd. tt?§" Comndsfie van den at Jan. 1783 om Uüd- Mog. over de zaaken der Militaire Jurisdictie te dienen van Advis en Confideratien, is nodig geoordeeld en begrcepen, dat eer men overging ter beraaming van icinkkmgen, welke de Regtsmagt der Militairen alhier zouden bepalen en, zo veel mogeiyk, de daar omtrent dikwerf ontftaande verlchillen voorkoomen; alvorens diende vast te ftaan het fundament waar op die Rechtsmagt zoude beruften. De delatie namentlyk van het Regt, om Jurisdictie te exerceeren, welke nimmer wettig kan zyn zoo dezelve niet voortkoomt van dien,\velke de Rechtmagt in den boezem zyner Souverainiteit bezit. Met welke gronden niet zonder de grootfte difficulteit zal zyn over een te brengen de manier waarop dezelve teegenswoordig dooiden Militairen Rechter word geëxerceerd waar by niet het Oppergezag van elk Gewest word erkend , maar alleen het gemeen lighaam der Generaliteit als Souverain ten op-  tot de MILIT. JUR1SD. &c. a$f opzigte van het ganfche Militaire Weezen word befchouwd. Eene ftellinge, by meer dan een der Bondgenoten openlyk tegengegaan.Zie deDeductie der Heeren Staten van Holland van den 17 May 1657 en by UEd.Mog.Praïdecesfeuren ten fterkften tegengefproken by Staats Ref. van den 16 May 1684. Daar het nu by alle befchaafde volkeren in het gemeen, en voornamelyk, in deeze Provincie, van ouds af een van de heerlykfte en voortreffelykfle voorrechten gereekend is, door zyne Competente Rechteren te worden geoordeeld, na de Wetten, Coftumen en heilzaame inftellingen in deeze Landen vigeerende en door die wettige Rechteren plechtig en dierbaar bezworen; is het aan de andere kant niet minder zeeker, dat de authoriteit aan dusdanige Rechteren toevertrouwd hun van niemand anders dan van den Souverain zelve heeft kunnen worden verleend. Zyn deeze Grondwetten der Maatfchappy nu zeeker en onwankelbaar, dan heeft men niets meer nodig om aan te tonen en teffens overtuigd te worden, dat de manier,waar op de teegenswoordige Militaire Rechter zyn gezag oeffend strydig is met de voornoemde heilzaame gronden; aanloopende teegen de Rechten en Privilegiën dezer Provintie en dat dezelve dus uit zynen aart voor onwettig moet worden gehouden. Zyn gezag is onwettig, alzoo het aanloopt teegen de eerfte beginzelen der zamenleving, dewyl hy rechtfpraak oeffent opeen ter-  z63 VERZAMELING van STUKKEN territoir, 't welk geen vreemden Rechter in den haare kan erkennen. Hy is onbe¬ voegd tot de Rechtfpraak, alzo hy de Coftumen en Privilegiën deezer Lande die hem toteen rigtfnoer zynerVonnisfenzouden moeten ftrekken niet heeft bezwooren en daar na evenwel gehouden is te oordeelen. Hy is gevaarlyk, alzo hy de Souverainen deezer Landen niet voor de zyne erkend, en dus door geene middelen van dwang in deeze Provintie tot zyn plicht of tot het onderhoud der heilzaame inftellingen, nu, nog nooit, kan worden geconftringeerd. De voorgeftelde zwarigheden zullen genoeg zyn, zo wy hoopen U.E.M.metons te overtuigen, van de noodzakelykheid , om dit gewigtige en zo bedenkelyke point te redresfeeren,eer men (voor als nog) overga tot de bepaling van die rechten, welke aan eene erkende en aan deeze Provintie geiubordonneerde Militaire Rechtbank behoorden te worden afgeftaan. Om dan hier in, op het eenvoudigfte te werk te gaan, vermeenen wyaanU.E. M. de twee navolgende Propofitien te moeten voorliaan. i. De herftelling van het Friefche Nasfauwfche Krygsgerechte, zo en in dier voegen als het zelve in deeze Provintie van oude tyden af heeft plaats gehad op dezelfde voet en Inftructien als voorheen, en zo als het zelve by Staats Refolutien en fpeciaalin den Jaare 1748 by het Regl. Reformatoir van wy-  tot de MILIT. JURISD. &c a6o wylen Z. D. H. Glor. gedagt. is vastgefteld. Dog indien U. E. M. in dat voorgeftelde .point te veel zwarigheeden mogten ontmoeten, zouden wy van oordeel zyn, dat 'er niets gevoegelyker konde worden voorgeflagcn , dan het navolgende: Om den teegenswoordige Krygsraad des Guarnifoens van Leeuwaarden, in zo verre onder de dependentie des Origineelen Souverains deezer Landfchappe te brengen, dat de Auditeur en verdere Leeden van dien gehouden zouden zyn den behoorlyken Eed te doen aan den Landfchappe, en te bezweeren de Rechten, Privilegiën en Coftumen aan de Ingezeetenen deezer Provintie toekomende. Dat voorts na vastftellinge van dit zo gewigtig point, en, de ten dien einde te formeeren inftructien , als meede de Rechtsoeffeninge, zo wel in 't Crimineel als Civile, welke als dan aan den Militairen Rechter behoorde te worden gelaten, een object, van nadere deliberatien voor U. E. M. zoude moeten uitleeveren. Wy hebben gemeentde twee vorige Propofitien, met zo veel te meer fiducie aan U. E. M te kunnen voorhouden, alzo dezelve direct, voortvloeien uit eene fuilenue door U. E. M. by Staats Refolutie in den Jaare 1684 aangenomen, en wel by eenparigheid van ftemmen goedgekeurd en vastgefteld, datnamelvk na ,, het aangaan der Unie ieder Provintie van ,, zich zeiven Souverain zyn geweest en „ gebleeven , zonder ooit de dispoiitie ,, daar  270 VERZAMELING van STUKKEN „ daarover en omtrent de Militie te hebben » f edefereert aan het gemeen lichaam van „ de Generaliteit; dat over zulks ten „ opzichte van dien moeten geconfidereert „ worden, als zee ven Souveraine en abfolute " Ian ff" anderen independente Staten,van » dewelke de eene over den anderen nieten „ Heef t te disponeeren,nog ook by pluraliteit „ eenige lupenoriteit te exerceeren, uitalle „ het welke klaarlyk blykt (zeggen deHeeren „ ótaten by voornoemde Refolutie)dat deMi„ litie en het gezag over dezelve origineel en „ in zyn nature competeerd aan de Staten van „ de refpective Provintien, dat de meede „ Provintien haar regt dien aangaande aan „ de Generaliteit niet gedefereerd maar het „ zelve wel expresfelyk aan haar gerefer" jee? !n 00k dienvolgende effective en in „ de daad gepractifeerd hebben. L I. ADVIS van *t Quartier van Ooftergoo op t 32 Poinét C^onform 't Rapport en amplecteeren t 1 alternatif van 't zelve. D.P. De Heeren van de Commisfie te bedanken voor derfelver gefundeert Rapport met verlbek op dien voet de befoignes verder voort te zetten. Voorts by preventie van de twee voor geflagene alternativen Conform bei eerfte tc urreft.ee- ren  tot de MILIT. JURISD. &c. *p« ren de herftellinge van het Vriefche Krygsgeregte , en zulx wel ten aanfien van Militaire Delicten , mitsgaders Contracten met of tusfchen Militaire Perfonen den dienst raakende of ook daar buiten, by willige fubmisüe van parthyen op de Reglementen en Inltructien daar van zyn de anterieur,den 28 December 1748. diens volgens met ftilfwygende inhibitie (of ook des noods met expresfe interdictie) van alle hoe ook genaamde Uitheemfche Regtsbemoeyingen binnen of ook ten aanfien van Ingezetenen, zo Militaire als andere in deze Provincie Guarnifoen houdende of gedomicilieert fpeciaal ook van den zig noemende HoogeKrygsraadin gage. Dan neemt het Quartier niet te min in fcrjeufe icdenkioge, eerftelyk , of de 1 : 1 - c »fct zynde approbatie, disap1 1 - of ook alteratie van fententien ' ! ! overeen te brengen zowel met eenegeregelde forme van Regtsvorderinge als met de yereifchtc e cpeditie in de discipline Militair, >g al] nthaiye het zelve involveert ee! . Iel vs de Souverain dezer Provincie niet aan zig neemt, veel min buiten haar territoir kan werken, ten aanfien van fententien daar binnen gevelt,zonder ookten defen opzigte'te incurreeren in eene itilfwygende admisfie van uitheemfche Regtsdwang en magt , en zulx wel in 't allerhooefte resfort. ïen tweeden, uit welke origine van geaoegzame wettigheid? of by welke expresfe toe-  272 VERZAMELING van STUKKEN toelatinge of demandatïe van de Staaten deezer Provincie, het is,dat het Krygsgeregte (zo men vermeent) by het pronuncieeren, te minften van latere fententien anders regt kan gefproken hebben dan uit naam ende van wegens de Heerlykheid dezer Landfchappe? ten ware zulx misfchien zal moeten aanduiden, dat de Regtsplegingen ook van voorfz. Krygsgeregte, in haaren aard en oorfprong alleen behoren te worden befchouwd onder de gedaante van KrygstugtvanRegimentsofGuarnifoens discipline en niet van eene ewenthk gezegde Jurisdictie. J Tenderden, of dan ook egter, (enbyaanneminge zelVs van deze laafte veronderftfelhnge) het recht fpreeken op naam alleen of van wegen den Capitein Generaal van Friesland, zonder eenige hoegenaamde melding van de Hooge Overigheid dezer Provincie, zeivs niet als Zyn Hoogheid daar toe hebbende geauthorifeert, (zo ze dat immers mag hebben) wel vry te fpreeken is van een merkelyk Contrast voor den Jaare 1748 (om redenen) van veel minder confequentie en opzigte of ombrage dan na dato; zweemende naar een Imperium in Imperio, en diensvolgens onderhevig aan verbeteringe? En daar ten aaniien ook van gemene delicten door Militairen geperpetreert, het Quartier den Militaire Regter wil hebben gemaintineert, by al zodanigepra;ventie als aan haar by de erectie van voorfz. Krygsgeregte of by haare admisfie binnen de Friefche "Guarnifoenen door de Staaten defer Provincie mag wee>  tot de MILIT. JURISD. &c. 273 weezen geaccordeert, of ook: dat tot kcnnelyk wederzeggen, aanhaar blyven verleend , zodanige procedures dies aangaande, als zedert dien tyd aan haar mogen wezen toe gelaten, des buiten atteinte aan 'f Hofs Inftruêlie en latere Refolutie van 1663 in de Procuratie van de Heeren volmagten geinfereert dan egter daar het eene en andere wel vereifcht een nader onderfoek, en daar uit te proflueeren deliberatien meerendeel af te leiden uit principes van het Staats Regt byzonder betreffende de Juftitie. Zoo is het Quartier te rade geworden zo wel deezen aangaande , als met opzigtetotde 3 hier vooren gefielde bedenkingen met Concurrentie van den Staat, nader in te neemen het Berigt en Confideratien van het Hof Provinciaal, met uitzonderinge allcenlyk van het gementioneerde in de 1 van opgemelde bedenkingen rakende de expeditie in de Militaire discipline wordende vereifcht, waar over Hun Ed. Mog. zig de nadere deliberatien referveeren. En in zo verre de herftellingC van meergemelde Krygsgeregte aanvankelyk by den Staat zal weezen gearrefteerd, daar van kennisfe te laaten toekomen aan Zyne Doorl. Hoogheit ten einde daar toe bytyds zodanige Leeden te kunnen dispicieeren als vervolgens dien Conform by Hun Ed. Mog. ter relatie Hunner Gedeputeerden in tyd en wy* le zullen worden aangeftelt, en met de nodige Commisfie en Inftructie voorfien , nadat VUL Deel. S al-  374 VERZAMELING van STUKKEN alvorens by Hun Ed. Mog. zullen wezen gerevideert en vervolgens gearrefteerd. LIL ADVIS van 't Quaitier der Zevenwouden op 't 32 Poinct.. J^pprobeeren het rapport door de Commisiie uitgebragt, oordeelende dat zoo wel de Staats Refolutie waar de Commisfie gedecerneerdis, als de aard der zaake mede brengt, dat vooraf werde vastgefteld van waarde Militaire Jurisdictie Zyne magt om regt te fpreken ontleent, en dat zulks voor het toekomende buiten allen twyffel gefteld moet worden voor dat men overga totdebepalinge van de Jurisdiftiezelve. De Refolutie Com- misforiael tendeert immers niet alleen om de exercitie en extenfie van de Militaire Jurisdictie voor zoo verre onwettig bevonden word te vernietigen, maar eersten vooral om de zelve op eenen vaften voet te ftellen. Het zoude boven dien tegen de gezonde reden ftryden, dat men , wanneer men eene kwaal wilde genezen, alleen de uytwerkzclcn tegenging en de bekende oorzaak van dezelve onaangeroerd liet: adopteeren uyt dien Hoofde de Principes door de Commisfie jn het Rapport aangevoerd en het gene op fundament van de zelve word vast gefteld, dat namentlyk de Militaire Jurisdictie zyne magt.  tot de MILIT. JURISD. &c. 075 magt, zal die wettig zyn, moet ontkenen van den Souverain van het Land, waarin dezelve uytgeoeffent word. Dog omtrent den alternativen voorflag doof de Commisfie gedaan om de Militaire Jurisdictie in deze Provintie aan de wettige Overigheid, de Staten des Landfchaps, ondergcfchikt te maken, 't zy door het weeder in train; brengen van het Frieslche Nasfaufche Krygsregte, 't zy door den Krygsraad behoudens de forma,die zy thans verkregen heeft, door eede en inftructie aan de Provintie te verbinden. Oordelen, dat om in dezen met alle omzigtigheid te werk te gaan de Commisfie nader behoord te worden verfogt en gequalifieeerd om opzettelyk enten naukeurigften te onderzoeken, en na zulx aan den Staat te advifeeren, welk der voorgeflagene middelen in de uytoeffening aan de minfte zwarigheden onderworpen en aan het bedoelde heilzaam oogmerk meest voldoende zoude zyn; dan tevens aan de handgevendc de bepalingen aan de extenfie der Jurisdictie te maken, de Inftructien en Reglementen daar toe te concipieeren en van alles ter Staats Vergadering Rapport te doen; welke Rapport men gaar» ne te gemoed zag in den Lansdag welke in of tegen de Maand May aanftaande, waarfchynlykStaat gehouden te worden, op' dat deze importante zaak als dan in eens en finaal moge worden afgedaan. S 3 Uil  0.76 VERZAMELING van STUKKEN* lui. ADVIS van 't Quartier der Steeden op 't 32 Poinct. JE)[et Quartier kan zig niet met het Rapport Conformeeren om dat by Staats Refolutie van den 21 January 1783 de Commisfie gelast is, niet om de Militaire Krygsraad zoo als de zelve by Refolutie van den 24 February 1775 vast gefield en gewettigt is af te fchaffen of te veranderen, maar om de Militaire Jurisdictie van de by voorfchreven Refolutie gewettigde Krygsraad op een vaste en zekere voet te brengen,de exercitie en extenfie daar van voor zoo verre onwettig mogte bevonden worden te vernietigen en die in het vervolg voor te komen. Waar toe het Quartier als nog by deezen commiteert de Heeren de Wendt en Camper: voorts is aan het Quartier vreemd voorgekomen, dat in het Rapport geen woord gemeld is van de Staats Refolutie van den 28 December 1748, over het vernietigen der preventie,van de Refolutie van den 5 July 1753 over de behandeling in 't crimineele , en van de Refolutie van den 24 Febr. 1775, waar by de tegenwoordige Provintiale Militaire Krygsraad geapprobecrd en vast gefield is, als of die drie Refolutien niet verdienden in aanmerkinote komen. Gelyk mede, dat in het Rapport gezcgt word, dat de autoriteit aan dus danige rcgteren .thoe vertrouwt hun van niemant an-  tot de MILIT. JURISD. &c. 277 anders dan van den Souverain zelve heeft kunnen worden verleend , welke woorden fchynen te kennen te geven , dat aan de tegenwoordige Provinciale Krygsraad geen auctoriteit door de Souverain zelve verleent is , daar egter het tegendeel uit gedagte Refolutie van den 24 February 1775 blyr ken kan. D. P. Vid. noch een apart Papier. L I V. NADER ADVIS van 't Quartier der Stee. den op 't 32 Poinct. ¥T iOLet Quartier vermeend, dat het oogmerk der Commisfie is geweest om te onderfoeken in hoe verre den Militairen eenige wettige Jurisdictie competeerd? welke inkruipzels of thóelatingen defelven hebben vergroot, en op wat wyze alles weder op den ouden voet konde worden herfteld en dus te befoigneeren over den aart en extenfie van de Mib> taire Jurisdictie, en dus kan 't Quartier niet komen in 't eerfte Lidt, van 't Rapport, en niet verder in 't tweede Lid van het zelve als dat de tegenwoordige Krygsraad des Garnifoens van Leeuwaarden bly ve zoo als hy nu is, dog dat de zelve worde gebragt onder de volgende bepalingen. „ Dat gene Civile perfoonen zullen mogen „ betrokken worden voorden Krygsraad nog „ daar voor behooren te regte te ftaan, maar S 3 „ zul-.  £78 VERZAMELING; van STUKKEN „ zullen deMilitairen over penningen fchul„ den voor de Militaire Regtbank wel mo. „ gen aanfpreken, dat dus den Krygsraad „ niet zal mogen aan zig trekken eenige reële „ aclien, als hypothecaire vindicatien aanfpre9, ken op erffenisfe en Legaten fervituten en „ andere op of wegens vaste goederen en „ erfenisfe abliones bona fidei'm misfieinboe„ dels,^ nog enigerhande actiën waar over ,, de Civile Regter de cognitie competeert, „ dat zig mede met geen boedels zullen heb„ ben te bemoeyen 't zy van Militairen of „ Burgers zoo defolate en geabandonneerde „ als fterfhuilen, om daar befegelinge te „ doen, Curatoren en administratoren te „ ftellen over goederen en perfoonen minder „ jaarige nog meerder jaarige innocente nog abfente , als mede geen opzegginge van „ Huizen en Landen en Regiftratien van „ Obligatien en andere hypothequen aan s, zig te trekken, maar zullen dezelve alleen „ kunnen gefchieden by den Civilen Reg. s, ter, dat men voor Militaire perfonen geen 3, andere zal hebben te houden als die ef9, fectieve dienst doen, en dat nader behoor. „, de bepaalt te worden, hoe verre zig dat zal uitftrekken, en of hier onder de vrouM wen en kinderen moeten gerekend worden", Al waar om het Quartier vangedagtenis én ter overweginge aan de andere quartieren opgeeft, dat de gedecerneerde Commisfie dien^ de te worden gecommitteerdt op dien voet na yype deliberatie een Plan te formeeren en yqor %z dragen dog niets finaals zal worden, |8-  tot de MILIT. JURISD. &c 279 gearrefteerd voor dat de Confideratien van Zyne Doorlugtige Hoogheid zullen zyn verfogt en ingekomen. L v. i CONSIDERATIEN van 't Quartier van Weltergoo omtrend de Militaire Jurisdictie. J3ifficulteerd in het Rapport, om dat de jntentie van het Quartier niet is om verandering in de Militaire Rechtbank zoo als dezelve by Staats Ref. van den 24 Febr. 1775 is vastgefteld te maken, maar om de Militaire Jurisdictie, in zo verre dezelve aan de Burgerlyke Maatfchappy hinderlyk mogte zyn, te bepalen, waaromtrent het Quartier de nevensgaande Confideratien aan de andere Quartieren fuppediteert, ten einde dezelve mogen worden een ingrediënt van de nadere Befoigne daar over te houden. Voorts vermeent het Quartier voor en al eer hier in iets finaals beiloten werde,dat de Confideratien van Z. D. H. op het uit te brengen Rapport dienden gevraagd te worden. De Delicten zyn of Militaire of gemeene. De eerfte behooren in hun aard aan den Militairen Rechteren nopens delaatfte heeft voormaals preventie plaats gehad, tusfchen het Krygsgerigt en hetHof;zooegter,datde kleine delicten geene lyfftraffe meriteerende aan het Krygsgerigte wierden overgelaten. S 4 Die  sSo VERZAMELING van STUKKEN Die preventie is weggenomen by. Staats Ref. van den 28 Decemb. 1748 waar by alle Misdaaden van Militairen , zoo Militaire als Gemeene, gebragt zyn aan den Militairen Regter, en is wyders totvoorkomingevan inconvenienten na verfcheidene voorafgegaane Befoignes op 't fchriftelyk Rapport van de Heeren Aylva, Burmania Rengers, Bouricius en E. S. van Burmania de wyze van behandeling by Staats Refolutie van den 5 July 1753 gereguleert. Zedert en dus in een reeks van 30 jaaren is daar uit zoo veel het Quartier weet, geen een eenig ongemak of inconvenient gebooren. Indien de preventie herfleld wierde, zoude daar uit na des Quartiers gedagten eene merkelyke confufie ontilaan, nopens zodanige Delicten, die uit hun aart behooren tot de Clasfe der gemeene Delicten, maar egter uit noodzakelykheid by de Militaire Wetten onder zwaarder ftraffen gefteld zyn als by de Burgerlyke; het Duelleren en het grof fpelen kunnen daar'van ten voorbedde veritrekken, wanneer by het Hof een Militaire weegens Duel na de Burgerlyke Wet geftraft word , zal hy dan by de Militairen vry zyn? Dit kan niet zyn, dewyl dan het effect der Militaire Wetten zoude cesfeeren. Tweemaal kan iemand over een Misdaad ook niet geftraft worden. Of zal dan het Hof, na de Militaire Wetten oordelen ? Dit is niet mogelyk , om dat dezelve doorgaans, Militaire Straffen bepalen als cas- fa-  tot de MILIT. JURISD. &c a8| fatien met of zonder infamie &c. waar toe het Hof geen condemnatie veel min executie kan verleenen. Vervolgens is het Quartier van gedagten, dat dewyl de ondervinding geduurende 30 jaaren getoond heeft, dat 'eruit het oeffenen der Militaire Jurisdictie overallerlei Delicten door Militairen begaan, geen ongemakken geboren zyn, dat in tegendeel door het herltcllen der preventie op den voet zoo als het zelve voor den jaare 1748 heeft plaats gehad, merkelyk confufie zoude worden veroorzaakt; dienvolgens by de Refolutien van den 28 December 1748 en 5 July 1753 behoord te worden geperfifteert. Dog ten opzigte van de Militaire Jurisdictie in het Civile, waar van in de Refolutien van 1748 en 1753 niet gerept word, is het Quartier van oordeel, dat noodwendig bepalingen dienden te worden gemaakt, om dat het eene volftrekte ongerymdheid is,dat een Regtbank gecomponeerd uit perfoonen, der Burgerlyke Wetten ten eenemaal onkundig, vonnisfen zouden over Goederen en Vaftigheden van Perfoonen die geen Militairen zyn, gelyk indien 'er dien te neffens geene bepaalingen gemaakt worden , plaats zouden grypen, wanneer een Burgerals Impetrant een Reëele Actie tegens den Militairen inftitueerd. Ten tyde van het Nasfaufche Krygsgeregte wierden de Civile Procesfen van Militairen door den Prsefident en Asfesforen, alle drie Burgerlyke en der Regten kundige perfonen, met uitfluitinge van Militaire S 5 Of-  a3a VERZAMELING van STUKKEN Officieren gevonnist,volgens de modus by den Hove gebruikelyk , en het komt aan het Quartier voor, datmen op dit ftukby't nemen der Refolutie van den 25 February 1775 waar by het Nasfauwfche Krygsgeregt afgefchaft is, niet genoegzaam gereflecteerd heeft. Het Quartier zoude dan de Militaire Jurisdictie ten opzigte van het Civile brengen op den voet zoo als het zelve door gansch Duitschland, zo veel het Quartier bekend is, plaats heeft, namentlyk : i.Dat de perfonele Aaien gelaten wierden aan den Militairen Regter ; deze foort van Aaien kunnen niet wel van den Militairen Regter afgenomen worden, zonder merkelyke inconvenienten niet alleen voor de Militairen, maar ook voor de Burgers, want dezelve , doorgaans beft-aande in fchuldvorderingen van geringe importantie worden by den Militairen Regter gewoonlyk zonder Forma van Proces en altyd op een zeer korte en min kostbare wyze getermineert. 2 Dat de Reële A&ien wierden gebragt aan den Ordinaris Civilen Regter. 3. Dat voor Reële Aaien zullen worden gehouden niet alleen de Acliones Reales als Vindicatien, Erfvordering,Hypothecaire Aaien, de Aaien wegens Servituten en andere op of wegens Valte Goederen vallende, maar ook de Aftiones Mixte, als Grensfcheidinge , Erffcheidinge en Gemeenfchapsfcheiding, ook de A&ionesm R.>  ïot r>E MILIT. JURISD. &c. 283 Reum Scriptce, namentlyk de A&ioPauliana Rescisfoiïa en Publiciana. 4. Dat de opzeggingen van Landen of Huizen zullen moeten gefchieden voor den Ordinaris Civilen Regter. 5. Dat het Hellen van Curateuren over Minderjarigen by Militairen nagelaten, wierde gelaten aan den Ordinaris Civilen Regter. 6. Dat de bezegelinge van Boedels van Militairen, wanneer 'er minderjarige of afweezige Erfgenaamen zyn,zullen moeten gefchieden, door den Ordinaris Civilen Regter der plaats. 7. Insgelyks het ftellen van orde op de beredding van afgeftaane en infolvente Boedels. 8. Dat het Beneficie van Inventaris volgens 's Lands Ordonnantie alleen zal kunnen worden verleend by den Hove van deeze Provintie. 9. Dat de Regiftratie van Hypothequen alleen met effect, zal kunnen gefchieden by den Militairen Regter. Voor Militairen oordeelt het Quartier dat gehouden moeten worden die wezentlyk in Militairen dienst zyn, daar onder begreepen Recruten, Gepenfioneerde Officiers en Appoincteerden, dog geen Dienstboden, ook voor zo verre het Crimineel aangaat, geen Vrouwen en Kinderen. In 't Civile moeten Vrouwen en Kinders (na die zaaken zyn) onderworpen blyven aan het forum van den Man en Vader, om dat zy zonder adfi- ften-  284 VERZAMELING van STUKKEN ftentie van denzelven niet in regten betrokken kunnen worden. . De Engagementen tot den Militairen dienst van jonge lieden beneden de 20 jaren oud zynde, buiten Confentvan Ouders of Voogden gecontracteert, zoude het Quartier bepalen te zyn onwettig, nul en van geener waarde. L V I. EXTRACT uitjiet Regifter van de Refolutien van de Heeren Staten van Zeeland. Den 4 February 1783. JSn heeft de Raadpenfionaris by gelegentheid der refumptie gezegd, uit de op den 23 Dec. jongstl. overgelegde en in die Notulen geinfereerde fchriftelyke Proteften der Heeren van Middelburg, Zierikzee en Vlisfingen, met leedwezen gehoord te hebben, de voor hem min aangenaame reflexien, welke de welgem. drie Leden, op deszelfs in de daar by vergemelde Conclufie, concernecrende het bekende geval van den Vaandrig de Witte, gehoudene handelwyze hebben gelieven te maken; daar hy in goeden gemoedevermeinde, dat zig, ter bevordering van een afkomst in deze zoo lang getraineerd hebbende zaak., welke aan het principaal oogmerk der refpeftive Staats-Leden konde beantwoorden, ten vollen van zyn pligt heeft gequeeten, zynde immers de 'intentie geweest  tot de MILIT. JURISD. &c. 285 weest, om den gem. gevangenen Vaandrig de Witte van de Judicature van den Hoogen Krygsraad af te brengen tot die van den Hove Provinciaal van Holland , Zeeland en Vriesland, 't geen doormiddel dier conclufie op den 2 dier evengemelde Maand December genomen, is bereikt; en welke hy vermeende te beantwoorden aan de advifen van de meerderheid der Leden, en dat teffens, volgens de ordre van den Lande , heeft konnen genomen worden; tot betoog van 't welk hy Raadp. aan het oordeel der refp. Staats-Leden gaarne wilde overlaaten, of niet de meerderheid der Leden, fchoon met differente bewoordingen, van oordeel zyn geweest, om deze zaak by fchikkinge, en ongeprajudicieerd het regt aan H. E. M. in dezen competeerende, aan den Hove te brengen; want fchoon het wel waar is dat de Heeren van Tholen in de pramiisfen van derzelver geadvifeerde op den 2 dier Maand, zig met het den 14 Nov. te voren uitgebragt Rapport conformeeren, is zulx echter gefchiedmet een byvoeginge, welke aantoonde, dat welgem. Heeren insgelyks meer tot fchikkingen genegen waren, en dus conform aan het fentiment der Heeren van Lynden voor den Heere Edelen en Gedep. van Goes en Vere; waar by komt dat in deze genomene Refolutie nog geinhcereerd word, dat H. E. M. vermeenen genoegzaame redenen en gronden te hebben om te praitendeeren , dat deeze Provincie alleenig bevoegdis . om den daar by genoemden Vaandrig de Witte van hun-  236- VERZAMELING van STUKKEN hunnen 't wege te doen te regt ftellen en ftraffen, mitsgaders datingevalle onverhoopt de daar by vermelde fchikking niet mogte reusfeeren, H. E. M. aan zig behouden de vrye deliberatien over die Judicature, en dat als dan die zaak in ftaate zoude moeten blyven, ten einde aan het regt der Provincie niet werde geprejudicieerd: waar door aan de intentie der drie protefieerende Leden (zo hy Raadpenfionaris vertrouwde) ook te gemoet is gekomen. Dat voorts, betreffende het al of niet conclufibel zyn van dit Poinct by meerderheid , en of door de overneeming van die conclufie, by de Refumtie op den 5 dier Maand gedaan, dezelve Refolutie niet buiten Effeét had moeten blyven, hy Raadpenfionaris (fchoon 'er nog andere voorbeelden van vroegere en latere tyden zouden kunnen bygebragt worden) thans alleenig zoude allegeeren het geadvifeerde der Heeren van Middelburg te vinden in H. Ed. A. Refolutie van den 26 September 1704, den 29 dier Maand ter Vergadering van H. E. M. ingebragt en te vinden in de Infertien der ftukken agter de Notulen van dat jaar, en wel tegen een fchriftelyk Protest door de Heeren van Zierikzee tegen vier Leden, over de, op den 11 te vooren (zonder dat, 't geen opmerkelyk is, die Stad zig daar op geëxpliceerd had) gearrefteerde Generale Amneftie, den 19 daar aan gedaan; by welk advis welgem. Heeren van Middelburg onder anderen zeggen, dat, „ volgens uitfpraak „ van wylen Prins Willem den Eerften GL Ged.  tot de MIL1T.- JURISD. &c. 287 Ged. ten Jare 1581 (tyde van de grondlegging dezer Republyk) met advis van de Staaten van Hollanden Zeeland gedaan, wel uitdrukkelyk is geflatueerd, niet alleen, dat „ op alle Vergaderingen van de Staaten van ,, Zeeland zal worden gedelibereerd en ge„ re folvecrd met pluraliteit van {temmen, in ,, alle zaaken, die by de Staaten van Zee„ land zullen worden verhandeld, uitgezon,, dert alleen opzettinge van fchattingen, „ Tractaten van Pais, Oorloge of verande„ ringevanRegeeringe; maar ook verbotenus, „ dat het gene by de meerderheid van dien „ alzoo goed en oirboir bevonden word zyn ,, effect zal forteeren en ftrekken voor (No„ tabene)eendragtelykeRefolutie, Staats„ gewyze genomen, en over zulx te werk „ gelegt en geëxecuteerd worden, zoo wel ,, over den geenen die van andere advifen „ zyn geweest, als van den geenen die daar „ in expresfelyk mogten hebben bewilligt; „ in zulker voegen, dat alle de Leden van „ de Staaten van Zeeland gehouden zyn te „ volkomen en agtervolgen, doen volkomen ;* en agtervolgen elk zoo veel hem en zyne „ Ingezetenen aangaan mag, alle Ordonnan,,'tien en Refolutien, alzoo Staatsgewyze „ gemaakt en genomen, zonder wederftand „ en wederzeggen, directelyk of indirecte„ lyk, oppcenevanbygebreeke bydien &c." Dat hy Raadpenfionaris vervolgens verhoopte, dat de meerderheid der Leden, zyne verrigtingen in dezen wel zullen willen Juftifkeeren. Accordeert &c. LVIL  a88 VERZAMELING van STUKKEN L V I I. ADVIS der Heeren van Zierikzee over de Zaak van den Vaandrig de Witte, relatif tot de Staten Notulen van 6 February 1783. jOat H- E. A. uitdeMisfives vanZ.D.H.,van de Heeren Staaten van Holland en van den Hove Provintiaal, over de Judicatuure van gem. de Witte &c,, met veel leedweezen hebbende gezien, de allezints bedenkelyke en gansch erroneufe gronden , asfumptien en Hellingen , daar by vervat , en de zoo irreguliere, als ten hoogftente apprehendeere handelwyze ter General, in deezen gehouden , omtrent dit alles nog des te gevoeliger zyn aangedaan , wanneer zig te binnen brengen , dat de wyze waar op dit zoo delicate Point by de meerderheid der Staatsieeden dezer Provintie is behandelt geworden, tot dergelyke demarches wel voornamentlyk heeft gecontribueert. Dat H. E. A. wederom een ruime ftoffe zoude hebben om in 't breede hier over uit te weiden , dan dat met opzigt tot het geen over dit onderwerp den 2 en 5Dec. laatstleden ter Staatsvergadering is gepasfccrt , zig voor het tegenswoordige en toekomende gcflagt genoegzaam hebbende gedisculpeert j de'gevolgen welke uit de destyds aldaar on- wet-  tot de MILIT. JURISD. &c. n8c> wettig gehoude handelwyze komen te ontftaan; als nu ook volkoomen overlaaten voor reekening en verantwoording der geenen, door wiens advyfen of directie dit alles is veroccafioneert, terwyl H. E. A. de gemelde pretenfe Conelufien van den 2 en 5 Dec. laatst!, nimmer als wettige Refolutien van den Souverain voornemens zynde te befchouwen , het ook dienvolgens daar voor houden, dat daaruit, zoomin, als uit deeze nu ingekoome ftukken, geene de allerminfte prarjuditie aan het oppergezag van de Prov., of aan het hooge Rechtsgebied deezer Stad, immer kan worden toegebragt. Dat hoe zeer H. E. A. derhal ven ook gé» heel onnoodigreekenen, om by nadere Refol. te interpreteeren debornes, binnen welke de Judicatuure der Krygsraaden is bepaald, echter vermeenen, zeer hoog noodig të zyn, dat 'er eens eenmaal gepafte middelen werden beraamden vastgefteld, waar door de Burgerlyke Rechtbanken efficatieufelyk zullen worden gemaintineert, wanneer op derzelver Reclame de ovcrgifte van eenige Delinquanten; by den Militairen Rechter werd gedifficultecrt, of de gem. Rechtbanken op eenige andere wyze in de wettige uitoeffening van derzelverRechtsgebied wierden ontrust ; en dat H. E. A. mitsdien op het kragtigfte moeten infteeren, dat het Befogne , 't geen over dit onderwerp ook reeds is gedecernecrt, zonder verder uitftel gehouden werde. VIII Deel. T LVIII.  ■sao VERZAMELING van STUKKEN. L V I I I. EXTRACT uit de Refolutien van Weth en Raad der Stad Middelburg, relatif tot de Staaten Notulen van 13 February 1783. JÖy Refumtie gedelibereerd zynde op de Propofrtïe van den 24 December des gepasfeerden Jaars ter Vergadering van II. H. M. gedaan , en de daar op ter Hooggemelde Vergadering genomene Refolutie aangaande de overgave van den Vaandrig de Witte, door den Hoogen Krygsraad aan het Hof van Juftitie ; mitsgaders de aanteekening der Prov. van Holland , tegens evengemelde Refolutie ingebragt. Wyders op de onderfcheidene Misfives der Heeren Staten van Holland, van Z. D.H.en van hetHofProvinciaal,alle in antwoord op die van H. E. M. van den 2 December laatst!., tot dezelfde zaak betrekkelyk, en hebbende de eerfte derzelve Misfives tot Bylage de Refol. by H. E. Gr. Mog. deswegens gearrefteerd. Voorts nog op het fchriftelyk Declaratoir van den Heer Raadpensionaris den 4. En eindelyk op hetgeadvifeerde der Heeren van Zierikzee, den 6 dezer Maand ter Staatsvergadering ingebragt. Is goedgevonden en verftaan, de Heeren Ge-  tot de MILIT. JURISD. &c. 291 Gedeputeerden ter Staatsvergadering te authoriieeren en gelasten, om by de eerfte bekwame gelegentheid, ter Hooggem. Vergadering in Naam van H. E. A. te declareren. Dat H. E. A., na zig door de onvooreeeldelyke handelwyze, welke omtrent dit eclatant exempel der meenigvuldigfte irregulariteiten is gehouden, genoodzaakt gevonden te hebben , om nevens de Heeren van Zierikzee en Vlisfingen, op dén 23 Dec. des gepasfeerden Jaars ter Vergadering van H. E. M. in te brengen een Protest en aanteekening, op zoodanigen voet, als H. E. A. tot derzelver decharge, noodzakelyk vinden; niets y veriger gewenscht hadden, dan het hier by te hebben mogen laten berusten en zig van alle verdere explicatie omtrent eene zoo verdrietige zaak te kunnen onthouden. Dan dat H. E. A. by de examinatie der hier voren opgenoemde ftukken daarin zulke gewichtige Poinclen hebben geremarqueerd , dat H. E. A. zig, hoe ongaarne, niet hebben kunnen dispenferen , derzelver gedagten deswegens andermaal, op de kortfte en dis cveetfte wyze doenlyk, aan de fpoedige en niet min ernftige overweging hunner Medeleden voor te dragen. Dat, wat in de Eerfte plaats betreft de reeds gemelde Refolutie, ter Vergadering van H. H. M. op den 24 December, immediaat na en overeenkomftig de Propofitie van Z. D. H. genomen; H. E. A. niet kunnen bezetten, dat, hoe bevooroordeeld dit ftuk T 2 ook  2os VERZAMELING van STUKKEN ook moge befchouwd worden, het zelve by iemand als een wettig en verbindend befluit van den Souverain , maar veel eer als een dier daden van wanorde en eigendunkelykheid , waar van het hartelyk te wenfchen wa« re, datby dë gelukkige en heilzame Regeeringsform dezer Gewesten geene voorbeelden mogten te vinden zyn, zal kunnen worden aangemerkt. Dat H. E. A. eene breedvoerige adftructie van een zaak, waar omtrent zy vertrouwen, dat alle hunne Medeleden rnethun zullen moeten inftemmen , geheel overbodig zouden oordeelen, te meer, daar zulx onderanderen by de aanteekening der Prov. van Holland op eene onwederfprckelyke wyze is aangetoond, weshalven H, E. A. zig zullen vergenoegen met kortelyk te herinneren : Dat in de eerfte plaats door deze zoo genaamde Refol. een daad gepleegd is, waartoe H. H. M: in den volftrekften zin onbevoegt zyn, als in geenen deele kunnende disponeren omtrent zaken , welke aan de Souveraine Bondgenoten alleen competeren, en waarover de dispofitie aan Hoogstdezelve door niemand hoe genaamd kan worden betwist. Dat, ten tweeden, hoe bevoegd II. H. M. hier toe anders mogten geweest zyn,deze zaak immers in geenen opzigtew? terminis kan worden aangemerkt, om daar in cenigerlei conclufie te kunnen nemen. Terwyl aan geene der Provinciën gelegentheid gegeven was, om over een zoo gewigtig ftuk de denkenswyze hunner hooge Principalen te ver-  tot de MILIT. JURISD. &c 1293 vernemen , weshalven dan ook niet een derzelve tot het nemen dier Conclufie direct, advifeerde, terwyl flegts eene zig bereid toonde de Conclufie aan te zien, en verre de meeite zig ongelast moeiten verklaren, onder welke de Prov. van Friesland, by derzelver federt ingebragte Refolutie , deze handelwyze, als geenerlei effect meriterende, maar voor onwettig, nul en van geener waarde heeft verklaard , op hoedanigen wyze ook volgens bekomene informatien, zulx word aangemerkt by het meefte en voornaamfte gedeelte der Staatsleden in de Prov. van Utrecht, van welke by het neemen dier zoogenaamde Refolutie geene de minlte melding gemaakt word, even als of de gedachte Prov. daar by in 't geheel niet tegenwoordig geweest ware, daar middelerwyl de Gedeputeerden der Provincie van Holland zulx alles volfirekt contradicecrden, terwyl die van Zeeland zig met eene eenvoudige inhaifie der Refol. hunner Principalen, welke Refolutie al mede in geenen opzigte met deze conclufie overeenkwam, vergenoegden , ' weshalven 'er , gelyk de Heeren Staten van Friesland zig zeer wel uitdrukken, geene jchaduwvaneene meerderheid van fiemmen voor handen was. Maar dat ook vooral, in de derde plaats, de ailefints finguliere handelwyze, door de Heeren Gedeputeerden dezer Prov. by die gelegentheid gehouden, na II. E. A. oordeel met geen itilzwygcn kan of mag worden voorbygegaan. T 3 Dat  so4 VERZAMELING van STUKKEN Dat by de prsetenfeRefol. van H. E M. van den 2 Dec.; welke, op hoe onwettige wyze genomen.egterdoor deHeerenGedeputeerden niet anders dan geöbedieerd kon worden, wel uitdrukkelyk wasbepaald:., datbyaldien „ onverhoopt de voorgefhge fchikking niet „ rnogt reüsferen, H. E. M. aan zig behielden 9, de vrye Deliberatie over die Judicature, „ zullende als dan de zaak in State moeten ,, blyven , ten einde aan het recht der „ Provincie niet worde gepraejudicieerd." Dan dat niettegenstaande deze reftrictie, en in weerwil van al het zoo even geavanceerde, de voornoemde Heeren Gedeputeerden, zoo het fchynt, met onverfchilligheid, ten minften zonder tegenzeggen hebben aangezien , dat het voorf. zoo delicate en voor hunne Prov. zoo belangryke Point, waarin de verandering van één enkel woord van het grootste nadeel kon zyn, met aanmerkelyke en voor het recht dezer Prov. ten hooglten pradudiciabele veranderingen,zonder eenige de minSte melding van het in de premisfen fpeciaal gedeclareerde ten aanzien der uitfl uitende bevoegdheid van deze Provincie, bovendien door eene, geheele incompetente Vergadering,welkertusfchenkomstzyHeeren Gedeputeerden nimmer geauthorifeerd waren in te roepen, veel min om aan te zien, dat door dezelve in dezen eenige orders wierden gefteld, en zulx alles nog op eene, in allen opzigte irreguliere wyze, prsstenfelyk ter conclufie wierd gebragt. Wes-  tot de MILIT. JURISD. 295 Weshalven H. E. A. vermeenen, dat het gedrag, door voorn. Heeren Gedeputeerden in dezen gehouden , ter Vergadering van H. H. M. , op het kragtigfte behoord te worden gedesavoueerd en afgekeurd , en dat , indien andere Prov., onder welke niet een , zoo rechtstreeks in deeze zaak is geinteresfeerd, en diensvolgens zoo gevoelig beleedigd,het van hunnen pligt oordeelen de directie daar in ter General, gehouden, te moeten tegenfpreken ; boven al de handhaving der Hoogheid en voorrechten van deze Prov. in het byzonder , abfolut vorderen , dat ter gem. Vergadering de voorf. Refolutie op eene ernflige en nadrukkelyke wyze van wegens H. E M worde gecontradiceerd; met declaratoir, dat H. E. M. dezelve nimmer als een wettig genomenbeiluit zullen aanmerken of refpecteren , maar ingevolge derzelver zoo even gedagte referve, als nu zoodanige Refol. zullen nemen, en aan derzelver Hof van Juftitie zulk eene aanfchry ving doen, als H. E, M. tot maintien en overeenkomftig hunne Privilegiën zullen vinden te behooren. Dat H. E. A. op die zelfde gronden vermeenen , dat de Misfive van Z- D. H. van den 25 Dec. laatstl., in antwoord op die van H. E. M. van den 2 te voren, mede met geen ftilz wy gen kan worden gepasfeerd, maar dat, ten einde door zodanig ftilzwygen geene gelegentheid te geven, dat daaruit in tyd en wyle nadeelige confequentien zouden worden getrokken, aan Zyn Hoogheid by weder T 4 ant-  2Q6~ VERZAMELING van STUKKEN antwoord op Hoogstdeszelfs Misfive, met alle discretie en ernst behoorde te worden onder het oog gebracht, deredenen, welke H. E. M. tot de hier voren aan de hand gege vene nadere demarche ter V ergadering van H. H. M. hebben genecesfiteerd. Dat H. E. M- voor het overige het begrip van Z. D. H. omtrent de gefuudeertheid van de Militaire Rechtbank in dezen, mitsgaders de confequentien daar uit getrokken, op goede gronden geenzints kunnende nog vermogende te advouëren, hoogstdezelve dan ook in de mdispenfabele verpligting zyn, om alle zoodanige fustenues, by alle «relegentheden en ook fpcciaal in dit geval, op het krachtigfte te moeten desavoueren, met betuiging., dat H. E. M. de onaangename discustien over deze, zoo veel geruchts gemaakt hebbende zaak met het uiterfte leedwezen hebben aangezien , dan dat het aan II. E. M. niet te wyten is, dat die onaangenaamheden niet voor een aanmerkelyk gedeelte, door eene ongelimiteerde acceptatie van derzelver, al te infclukkelyken voorllag zyn, uit den weg geruimd. Dat, wat al verder de Misfive van Prefidenten Raden van den Hove betreft, H. E. A. niet minder nqodzakelyk achten, dat ook daar omtrent voor al in aanmerking van het allezints bedenkelyke declaratoir, by het flot dier Misfives ingelascht, en teffens uit hoofde van de orders welke de Heeren Staten van Holland hebben kunnen goedvinden hi dezen te ftellen, de nodige voorziening voor  tot de MILIT. JUR1SD. &c. 207 voor het behoud der Privilegiën van deze Pro» vintie, en der byzondere Staatsleden worde genomen. Dat ingevalle de evengedachte Heeren Staaten van Holland, zig tot het nemen van zoodanige mefures bevoegd hebben geoordeeld, het immers (het zy met eerbied gezegd) voor de Staaten dezer Provintie onverantwoordelyk zyn zou, ingevalle dezelve zig ook niet van hunne zyde waakzaam betoonden omtrent een zaak, welke gelyk by vorige gelegentheden breedvoerig is aangetoond, hunne Provintie in het byzondcr betreft, en waar in dezelve boven, en met uytüuyting van alle andere, tot het ftellen van de noodige orders alleen bevoegd is. Maar dat, indien zoodanige melures immers te pas komen, dezelve voor al des te noodzakelyker worden , wanneer een Gerechtshof, hetwelk, zoo veel deszelfs betrekking tot deze Provincie aangaat, van H. E. M. alleen zyn aanwezen en gezag ontfarigen heeft, zig fustenues aanmatigd. waar op eene promte en efficacieufe voorziening, voor den Souverain eene indispenfabclc verpligting word; H. E. A. bedoelen hier de gehazardeerde uitdrukking, van welke zig Praïüdent cn Raden voornoemd, by hunne Misfive hebben bediend, datzy zig overvloedig gequalificerd vinden, om uit naam en van wegens de beide Provinciën, ook zonder delegatie, als welke zy, met eerbied en behoudens de voorrechten der Provincie van Zeeland, NB. vertrouwen niet T 5 110-  293 VERZAMELING van STUKKEN femn ** 3udkature oef- Dat H. E A. aan hunne Medeleden niet behoeven onder het oog te brengen het aanmerkelyk verfchii, tusfchen de Jurisdictie van gemelde Hove omtrend Criminele zaken m de Provincie van Holland met die van Zee- IffL' teSVyI 3an de ku"digheid der Leden ten hoogften zou te kort gedaan zyn, indien 11. E. A breedvoerig willen aantoonen, dat het voorfz. Hof nergens binnen deze Provincie, m eenige Crimineele zaken hoe genaamd van wat natuur dezelve ook mogen wezen' per fe bevoegd is kennis te nemen. Dan dat H. E. A. zig alleenlyk niet kunnen dispenfeeren, kortelyk melding te maker! van een geval, ten dezen van de uiterite applicatie, en te vinden in de Notulen Hunner 1; T den Jare ' hierinbeftaan- de. dat op den 30 January deszelven Taars ter kennis van II. E. M. zynde gekomen, dat zekere Yman Teil, binnen dc Stad Zierikzee wegens correfpondentie met den Vyand gevangen , Cn door den Bailliu dier Stad een verzoek tot fcherper examen gedaan zynde , 't geen by het Gerecht dier Stad was ontzegd , H. E. M. goedgevonden lubben, hier op aan die van Zierikzee te lenryven, om informatie, met provifioneele lurcheance. Dat daar aan door dezelve Magiftraat,met overzending van de ftukken daar toe be!rekkelyk zynde voldaan, de leeture dier ftukken op  tot de MILIT. JURISD. &c, 299 op den 13, 17 en 19 February daar aan , het onderwerp van H E. M. Deliberatien heeft uitgemaakt, met dat gevolg , dat de Magiftraat van Zierikzee is aangefchreven, dat gem. Delinquant, ter hunner praefentie en overftaan van twee Gecomm. Raden, nader zoude worden geëxamineerd. Dat dezelve Heeren op den 17 Maart, ter Vergadering van H. E. M. rapport hebbende uitgebragt, daar op is gerefolveerd alle de ftukken te zenden aan zyne Excellentie. Welke Vorst dezelve nader gefteld hebbende in handen van denHove,metverzoek,de kennis in die zaak te willen aannemen, het zelve zig daar van heeft geëxcufeerd, onder anderen mitsdien zy ben niet gaarne van erimineele zaken zouden onder windenden bezondere mitsdien de kennisfe aan ben niet en konde anders devolveeren, als by appellat ie, & e. Met dat gevolg, dat het voorn Hof daartoe door H. E M., by derzelver Refolutie van den 14 July fpeciaal is moeten worden geauthorifeerd, echter zonderprajudicie der Privilegiën en Gerechtigheden van den Lande van Zeeland in '/ generaal , en der Stad van Zierikzee,in '/ bezondere, ende zonder getrokken te viorden onder confequentie , van welke authorifatie vervolgens eene behoorlyke Acte in forma is opgemaakt, welke mede in de Notulen deszelven Jaars is geinfereerd. Dat' H. E. A. om de langwyligheid zoo veel mogelyk te vermyden , niet zullen treden in esn onderzoek der redenen,welke jaet Hof kunnen bewogen hebben tot het voe-  3oo VERZAMELING van STUKKEN voeren eener geheel zo nieuwe, als ongegron* de fuftenue,dan,dat hoedanig dezelve ookmogen geweestzyn,H.E. A. in allen gevallenteri hoogften noodzakclyk oordeelen , dat tot coniervatie van het recht dezer Prov. ten opzichte der Prov. van Holland aan de eene zyde , en tot voorkoming van inbreuken op dellcchten dcrStaatsledendoor hetllof van Juftitie aan den anderen kant, Hunner Ed. Mog. voorziening ten hoogften noodig is,en dat H. E. A. dierhalven aan hunne Medeleden m confideratie zouden geven, en voor hun Advis declareren van oordeel te zyn , dat Prjefident en Raden voornoemd , dewelke tot hier toe niet anders dan eene bloote en niets befiuitende kennisgeving , maar nimmer gelyk behoord had , eene fpeciaale quahhcatie van H. E. M. in dezen hebben ontfangèn; als nog ten fpoedigften behooren te worden aangefchreven: Dat H. E. M. aan dezelve geenerlei bevoegdheid hoe genaamd toekennende , om ipfo jure in Crimineele Zaaken tot deze Prov. betrekkelyk kennis te nemen, om byzondereredenennodighebben geoordeeld, dezelve in dit fpcciaal geval,en zonder dat zulx ooit door hun in confequentie zal mogen worden getrokken, in prajudjtie. der Privilegiën en Rechten van den Lande en Steeden van Zeeland, by expresfe delegatie te qualificeeren tot de overneming van, en Judicature over den Vaandrig de Witte, met last , om , wanneer de zaak van voornoemde de Witte exaételyk zal wezen geëxamineerd, en in ftaat gebragt om daar op  bèa de MILIT. JURISD. &c. 301 gevoteerd en gefentehtieerd te worden, daar van , alvorens tot ■ het voteren en fententiëren te procederen , aan H. E,M. kennis' te geven, om als dan daar op by H. E. M. zoodanig te worden gedisponeerd, als dezelve zullen vinden te behooren. Tot hoedanig eene dispofitie H. E. A. vermeenen, dat deze Provincie in allen opzigte, meerder dan die van Holland bevoegdis, zoo uit hoofde van derzelver byzondere relatie, tot het geval voor handen, als uit aanmerking der evengemelde onbevoegdheid van den Hove, om in dezen -, anders dan by fpeciale delegatie kennis te nemen , kunnende derhalveu door H. E. M., buiten alle fpeculatie in een geval ivan dien aart, de voorfz. kennisneeming aan den Hove op zulk een voet, en met zoodanige bepalingen , als Hoogstdezelve dienftig0oordeelen, worden gedemandeerd. Dat H. E. A. eindelyk, tot vermydingvan alle, voor hunne Medeleden ongevallige re■fiexien, zig niet zullen elargeren, met aan dezelve onder het oog te brengen, in hoe verre de door H E. A. gemanifesteerde bekommering voor de gevolgen der zoo onvoegzame handelwyze, omtrent deze zaak alhier gehouden, bereids maar al te veel is gewettigd. Zullende H. E. A. zig voor ditmaal: liefst vergenoegen, met zulx aan de overwegingder Staatsieden "over te laten, echter met de Heeren van Zierikzee betuigende, datzyzig genoegzaam gedisculpeerd oordeelende, alle die reedsontftaane, en nog te voorziene gevol-  302 VERZAMELING van STUKKEN volgen zullen overlaten voor reekening en f^fT°a.in5.dier8eene» door wier agdv ! fen of directie dit alles is veroccafioneerd. hJnTKM/' A" dien onverminderd, hunne Medeleden op het kragtigfte moeten adhor teren, en van derzelver cofdaathSd en y ver tot handhaving dier hooge voorrechten , tegens welke zy alle, hoofd voor hoofd; gezwooren hebben geene de minfte indragt te zullen gedogen, billyk verwagten, dat dezelve met zullen haefiteeren, om met II. A. tot redres, zoo veel moge!yk is, der ghnVrre/Ularitei£en' °P de" > hier voren aan de hand gegevenen voet, mede te werken, alsmede om de, zig meer en meer emanciperende Militaire Jurisdictie binnen derzelver voegzame bornes te doen wederkeeren, ten welken einde H. E. A. by herhaling nogmaals moeten infteren, dat eens eindelyk aan het betoonde verlangen der Staatsleden worde voldaan , ten einde de belognes, over dit gewichtig Poinct gede- bvTr1? ',met d£n S£Pasten ernst mfgen worden genomen> en ten einde gebracht Dat H. E A. uit dezelfde beginzels van Vredelievendheid, zig op het, in de pra> misfen dezer opgenoemd declaratoir van den Heer Raadpenfionaris, alleen kortelyk en in zoo verre zulx tot wegneming van alle verkeerde gevolgtrekkingen, uit een geheel ililS?ent£eliCiëren' noodzakeIykis, zullen Dat H. E. A. ten aan zien van derzelver geal-  tot de MILIT. JURISD. &c. 303 anegucu'de gronden , nopens de onwettigheid der praitenfe Conclufie van den 2 December , zelfs al ware eene meerdeerheid daar toe bevoegd geweest, zig gerustelyk tot derzelver fcbriftelyke aanteekening kunnen refereren; gaarne ook van hunne zyde, de wettigheid van hun gefustineerde, zoo ten aanzien van de blykbare intentie van het gead vifeerde der Heeren van Tholen, als omtrent de onbevoegdheid van den Heer Ed., om in een zaak, waar by Hoogstdezelve zoo aanmerkelyk was geinteresfeerd , te adviferen, en in allen gevalle , door dat advis eene voorgewende meerderheid uit te werken , niet alleen aan het oordeel der Staatsleden, maar ook aan dat der gantfche onzydige waereld, en in 't byzonder aan het begrip van een onbevooroordeeld nagefiagt zullen overlaten; kunnende H. E. A. echter geenzints inftemmen , dat met het declaratoir en referve van H E. M. uitfluitende bevoegdheiddn het hoofd dier zoogenaamde Refolutie geplaatst, aan de intentie van H E. A., en der Heeren van Zierikzee, en Vlisfingen, zoude zyn te gemoet gekomen. Hoedanig Declaratoir in effecte niet anders dan als eene proteftatio aclui contraria kon worden aangemerkt, en waar van het geringe effect by de uitkomst zoo zichtbaar gebleeken is. Dat betreffende het, door den Heer Raadpensionaris bygebragte tot betoog van deszelfs bevoegdheid om in een zaak van natuur als dezeby meerderheid te concluderen,  3o4 VERZAMELING vak STUKKEN ren, H. E. A. immers in de eerfte plaats nimmer het aanwezen van eene , gevoegzame meerderheid hebben geadvoueerd, maar het tegendeel van die, zoo zy vertrouwen, op eene overtuigende wyze aangetoond. Dat wyders uit het geallegueerde Advis van II. E. A. ten jare 1704 nooit zal kunnen worden getrokken een fchyn van toeftemming , dat in zaken die volgens derzelver aart en natuur niet anders kunnen begreepen worden , dan alleen met eenparigheid condulibel te zyn , en in 't byzonder, de Privilegiën en Voorrechten der Prov. en der Steeden betreffende,by meerderheid kan worden geconcludeerd, vooral wanneer van dezelve voorrechten geheel of ten deele word geluxeerd. Dat in de derde plaats H. E, A. den lieer Raadpenfionaris willen gevraagd hebben , of zyn Ed. dan op zulke gronden, zig bevoegd zou oordeelen , oni in alle zaken hoegenaamd , welke in de uitfpraak van wylen Prins Willem den Eerften van dén jare 1581 niet met name zyn uitgezondert,cene conclufie met de meerderheid te mogen nemen ? Tegens hoedanig eene abfurde ftelling , des Heer Raadpenfionaris eigen gedrag in verfchillende gevallen , welke fchoon in die uitfpraak niet genoemd, egter al tyd by zyn Ed. en alle de Staats]eden,buiten alle bedenking niet anders dan met eenparigheid concluiibel zyn aangemerkt , zoude kunnen worden bygebracht. Dat hoe zeer H» E. A. hier omtrent eene na-  tot de MILIT. JURISD. &c 305 nadere verklaring van H» E* M. noodzakelyk Oordeelen , het echter naar derzelver oordeel, nooit in twyffel zal kunnen worden getrokken , dat zoo 'er immer in eenige conclufien eene volledige eenparigheid van Hemmen noodig is, zulx vooral omtrent het teedërfte en gewichtigfte van alle voorwerpen, te weten, het behouden de handhaving der Privilegiën vereischt word, welke in 't geheel nog ten deele aan iemand der Staatsleden kunnen worden afgenomen. De tegenfpraak van welke Helling niet anders zou kunnen ftrekken , dan om alle gronden van wettigheid en goede orde te amovéren, en de allerdierbaarHe voorrechten te ondermynen, door dezelve van de willekeur van eene voorgewende meerderheid, vooral van de omflandigheden van tyden en zaken clependerende, afhankelyk te maken. Om welke reden dan ook in de volgende Reglementen op het beleid der affaires ter Staatsvergadering , en met name in dat van den 14 Maart 1664 , van het concluderen by meerderheid niet alleen die zaken worden uitgezonden, welke by voorgaande expresfe Refolutien , maar in byzonder ook , dié naar de oude ordre van Regeering zyn geëxcipieerd, waar by eene fpeciale opnoeming van zaken , de Privilegiën betreffende, waarfchynlyk niet zou geomitteerd zyn, ingevalle men eenigzints had kunnen vermoeden, dat zulx immer in twyffel Hond getrokken te worden. Dat , zoo 'er al voor het overige , in VUL Deel y fcet  306 VERZAMELING van STUKKEN bet enkele geval, door den Meer Raadpenfionaris bygebragt , eenige irregulariteit mogt zyn begaan, zulx ten grooten deele aan de gewoone wanorders, welke by foortgelyke turbulente tyden plaats hebben, aan de volftrekte noodzaak, welke uit hoofde dier tydsomftandigheden voor eene afdoening van die, in allen opzichte heilzame, zaak exteerde, en aan de toenmalige menigvuldige disfentien, tusfchen de Heeren van Zierikzee, en de overige Staatsleden, te attribueren zoude zyn. Terwyl H. E. A nietvoorby kunnen,om den Heer Pvaadpenfionaris by deze gelegentheid ouder het oog te brengen het pryslyk en omzichtig gedrag, door den Heer Raadpenfionaris Verheye , met betrekking tot de handhaving van een ieder by zyne voorrechten, in dat zelfde jaar 1704 gehouden, welke Heer, fchoon vyf,van de zes Staatsleden aandrongen, om vermits het overlyden van zyne Koningl. Maj. de Commisfie van den Heer van Odyck , als Gedeputeerden ter Vergadering van H. H. M. in te trekken, en welgem Heer Raadpenfionaris door de Heeren van Goes verzogt zynde, om als Advocaat van de Provincie de refpective Leden voor te houden, wat in dezen ware van de ware orde en van het recht en de wcttelykheid der Provinciale Regeering, niet gefchroomd heeft, om tegen de blykbare inclinatie der voorf. vyf Leden aan, by een fchriftelyk Advis, onder de Infertien in de Notulen van het evengemelde JaarFol.yóte vinden,de on-  tot de MILIT. JURISD. &c. 307 onwettigheid van zoodanige intrekking met kragt aan cetoonen, zynde ook vervolgens dat Poinct nimmer door gem.Heer, maarby deszelfs abfentie, door den Heer Wefterwyk, Burgemeefter der Stad Goes, ter conclufie gebragt, en de Heer Raadpenfionaris tot het teekenen dier Refolutie dan na meenigvuldige initantien , en de betoonde uitdriikkelyke begeerte der Staatsleden kunnen worden gepermoveerd. Dat H. E. A. voor het overige in het te meermalen gemelde Declaratoir geen enkel woord melding gevonden hebbende van derzelver beklag wegens het voortgaan met de bewufte praitehfè conclufie en depêche der nooit in behoorlyke Deliberatie gebragte Misfives daar uit proflueerende , tegen en in weerwil der uitdriikkelyke overneming van drie Staatsleden , nog ook wegens de geweigerde omvraag op derzelver Propofitie, verder dan totdeHeeren vanZierikzce,H.E.A.dan ook in de gegrondheid van dat beklag, en de wettigheid van hun daar tegens expresfelyk gedeclareerde nog temeer zyn verfterkt,eu al hun geallcgueerde , ook in dat opzigt by dezen als nog fpeciaal blyven inhsreren. En worden de Heeren Gedeputeerden gelast de infertie dezer in de Notulen van Staat te verzoeken. Accord. met vooffz. Relolutien. (get.) PS. C HANG UI O-N V 4 U&  jjö8 VERZAMELING van STUKKEN L I X. EXTRACT uit de Refolutien ten Rade der Stad Vlisfingen, relatif tot de State Notulen van den 13 Febr. 1783. Saturdag den 15 February 1783 J(3v refumtie gedelibereert zynde op eenige ftukken betrekkeiyk de. zaak van den Vaandrig de Witte, breder vermeld onder de Notulen van dezen Rade van den 11 en 2.5 January laastleden en fpeciaal op de onderfcheiden Misfives van de Heeren Staaten van Holland, Zyne Doorl. Hoogheid en den Hove Provintiaal, ter beantwoording van Hun Ed. Mog. Misfives van den 2 December des vorigen Jaars; op de Propofitie van Zyne Doorl. Hoogh. den 24 December aan Hun Ed. Mogende gedaan en de Refolutie, by hoogstdezelve ten zeiven dage daar op genomen; als mede op de aantekening der Heeren Staten van Holland en (Vriesland tegen de voorfz. H. H. M. Refolutie, mitsgaders op het declaratoir van den Heer Raadpenfionaris , den 4 dezer , en laastelyk" op de Advyfen der Heeren van Zierikzee en Middelburg, den 6 en 13 daar aan ter Staatsvergadering uitgebragt. Is goedgevonden en verftaan de Heeren Hun E. A. Gedeputeerden ter Staatsvergadering mits dezen te inftrueeren en te  tot de MILIT. JURISD. &c. 309 gelaften omme aldaar namens dez? Stad te advifeeren: Dat deHeeren van Vlisfingen met aandagt gelezen en geëxamineerthebbende alle de voorfchreve ftukken betrekkelyk tot het geval van den Vaandrig de Witte, wel gewenscht hadden zig van alle verdere deliberatien omtrend deze tsedieufe en mishandelde zaak te kunnen dispenfeeren, te meer daar de herhaalde Advyfen van Hun Edel Achtb. in 's Lands Regifters geboekt, de onwederfprekelykfte bewyzen tot disculpatie van H. Ed. A. opleveren , en dezelve wettigen, om, benevens de Heeren van Middelburg en Zierikzee , den kwaden uitllag en de nadeelige gevolgen dezer zaak over te laten voor reekening en verantwoording dier geene, door wier Advifen of directie dit alles is gcoccafioneerd: dan dat zoo wel de gewigtige inhoud der bedoelde ftukken, als de hoop om hunne Medeleeden op te wekken tot den gepaften ernst in de verdere behandeling dezer gewigtige zaak, H. E. A. heeft aangezet, om nogmaals hunne gevoelens deswegens , met alle mogelyke discretie en kortheid, aan hunne Medeleden voor te dragen. Dat Hun Ed. Achtb. zig in het algemeen conformeeren met het bondig en welberedeneerd Advis der Heeren van Middelburg,den 33 dezer ter Staatsvcrgad. uitgebragt, en fpeciaal omtrent de beantwoording derMisfive van zyne Doorl. Hoogheid en van den Hove Provinciaal , zoo met te desavoueeren de gronden,waarop doorzyneDoorl.Hoogheidde V 3 over-  310 VERZAMELING van STUKKEN I overgave van den Vaandrig de. Witte, uit infchikkelykheid in dit fingulier geval, on-t. gepraïjudicieert een Ieders regt, en zonder dat daar eenige confequentie zoude mogen worden getrokken, gefchiedis; als met tegen te ipreken de competentie van den Hove in Crimineele Zaken binnen deze Provincie voorgevallen, zelfs in de zo genaamde cafus rcgii: kunnende de notoire incompetentie van den Hove in cas fubjeét beilisfend worden gemaakt uit het 3de Art. van het ProvifioneelAccoord vanden 7Maarti 607,vergeleken met het 8 , 9, 10 en 11 Articul van het Nader Tractaaten Verdrag omtrend den Hogen Rade van den 20 September en 14 November 1596' mitsgaders het 20, 21 en. 22 Art. van hetNaderProviiioneelAccoord van den 11 Juny 1674: redenen, waarom de Staatsleden zig fteeds met zoo veel y ver verzet hebben tegen de pogingen van den Hove, om zig de Judicature van Zeeuwfche Crimineele Zaken aan te trekken, waar van, onder •anderen, het Advys der Heeren van Zierikzee , relatif tot de State Notulen van 3 Decemb. 1736', de Misfive der Staten van den 18 April 1704 en de Refolutie van 30 April 1657 ten convincantften preuve {trekken kunnen. Dat metbetrekking tot deMisfive derHeeren, Staten van Holland van den 27Dec. 1732 H. E. A. begrypen, dat dezelve almede zoude dienen te worden beantwoord, en gemauifelleerd H. E. M. begrippen , nopens de gefullineerdc competentie van den Hove in dit  tot de M1L1T. JURISD. &c. 311 dit geval, met alleguatie der gronden, waarom H. E. M. de Judicature dezer zaak aan de voorfz. Rechtbank met prasteritie van den localen Regter beüoten op te dragen, (gelyk dezelve, onder anderen geallegueerd zyn in Hun Edel Achtb. geadvifeerde op den 25 Nov. 1782) terwyl by deze gelegendheid met betrekking tot de bedenking , by de Heeren Staten van Holland , in derzelver voorfz. Misfive geopperd, dat deze Provincie in de voorfchreve zaak Refolutie genomen had, zonder voorafgaande Communicatie met hun Edel Groot Mog. zou kunnen worden gedeclareerd , dat hun E. M. niet gezien hebbende de Interrogatorien en Refponfiven van den Gedetineerden of andere Smukken, daar toe betrekkclyk , en waar van copien door de Heeren Gecommitteerde Raden van Zeeland verzogt waren , ook niet hadden kunnen oordeelen over de betrekking die de Provincie van Holland tot de zaak van den Vaandrig de Witte moest gerekend worden te hebben. Dat aangaande de zogenaamde Refolutie by H. H. M. op den 24 Dée;d'é8 gepasfeerden jaars omtrend de bewufte zaak genomen, H. E. A. zig volkomen conformeeren met het geadvifeerde der Heeren van Middelburg, houdende hun Edel Achtb. de Vergadering der Heeren Staten Generaal volftrekt onbevoegt, om in een zaak van die natuur, eenige difpofitie te neemen en de zo genaamde H. H. M. Refolutie voor eene fchriftuure, geheel oppofit met alle goede ordre en maximen van Regeering , fpeciaal met de V 4 grond-  $12 VERZAMELING van STUKKEN grondmetten der Unie , en mitsdien zodrai* onwettig , nulenkragteloos , als of dezeL y e nimmer genomen ware, terwyl niet te min de herinnering dezer onvoorbeeldige handelwys en directie de Bondgenoten zal kunnen opwekken tot het nemen van ernftige maatrcgulen, waar door diergelyke gehafardeerde demarches en infractien op de c^rde der Regeeriug en regten der Bondgenoten kragtdadig zullen worden verhindert en clufoir gemaakt. Dat verder aangaande de conduite der Heeren Ordin. Gedeput. dezer Provintie, ter Generalit., H. E. A. volkomen inftemmen met het Advys der Heeren van Middelburg; daar de voorfchr, Heeren, in plaats van alle devoiren aan te wenden, ten einde op de Req. van den Fiscaal van de General, aan H. II. M. over deze materie den 22 Oetober laatstleden geprecfenteerd, conform de internis dezer Provincie méld gedisponeerd, gelyk aan dezelve by eene praetenfe Refolutie, die hun zeker ten rigtfnoer had behoren te yerltrekken , was aangefchreven , veel eer zonder eenige de minfte contradictie , of Proteftatie ,bloote aanfehouwers geweest zyn eener conclufie, welke niet op een eenig Advys der andere Provintien maar fiegts op het goedvinden van den Prafident van H. H. M. gefundeert was, en welke bovendien van de intentie dezer Provintie zodanig devieerde, als de Provinciale conclufie van de intentie der meerderheiden fpeciaal van die derHeeren van Middelburg, Zierikzee en Vlisfingen. Dat  ïot de MILIT. JURISD. &c- 313 Dat aangaande het Declaratoir van den Meer Raadpenfionaris, op den 5 dezer gedaan, tot jufiificatie der conclufie, by zyn Edele in de bewuftc zaak genomen, H. Ë: A. zig veilig mcenen te kunnen rcferecren tot het geen daar omtrend by derzelver fchriftelyk Protest op den 23 Decemb. gezegd hebben , mitsgaders tot de reflecticii, door de Heeren van Middelburg daar omtrend by derzelver meergem. Advys gemaakt; terwyl H. E. A., de bcfiisfing over de conduite van den Heer Raadpenfionaris in deze zaak zeer gerust aan het oordeel van alle onzydigen en der pofteritcit durven overlaaten. Dat eindelyk H. E. A. overwegende dat alle hunne Medeleden; ook die van H. E. A in dezen mogten hebben gedisfentieerd, of gezegd worden gedisfentieerd te hebben, een gelyk belang hebben in het behoud en de verdediging der Provinciale Hoogheid en regten , en daar toe allen op eene even plegtige wys verbonden zyn , alle dezelve op het ernftigfie verzoeken, omme nogmaals deze zaak in fcrieufc overweeging- te nemen, zonder zig door de befchouwing van vorige disfentien, of andere dergelyke confideratien, te laten detourneeren, en ipcciaal,omme met de Heeren van Middelburg en Vlisfingen te coucurrcercn , ten einde ten fpoedigften ter Generaliteit, zoo omtrend de zogenaamde H. H. M. Refolutie van 24 Dec. laatstleden, als de conduite der Heeren Ordinaris Gedeput. te laten doen zodanig fcricus DcclaraV 5 toir  314 VERZAMELING van STUKKEN toir, als Hun Ed. Mog. tot bewaaring van bet manifefte recht dezer Provintie, welke het meest van alle de Bondgenoten in deze zaak geinteresfeerdis, en tot voorkoming van gevreesde gevolgen zullen oordeelen te behooren : Vermeenende H. E. A. dat H. E M Zig daar toe zouden kunnen bedienen 'van deze of dergelyke bewoordingen: ,, Dat alzoo de Judicatuure en Strafoefle„ mng van alle Delicten, hoe genaamd, en » door wie gepleegd,in eene der Provintien „ geperpetreerd, abfolutelyk toekomt aan „ de Staten dier Provintie, ofte de Rechte „ bank door hoogstdezelve daartoe gequalï„ ficeerd, en alzo nimmer dat rechtgeheei „ of ten deele aan de Vergadering dier .Stoten „ Generaal-is opgedragen , fpeciaal niet in „ zaken van Landverraad, de Heeren Staten „ van Zeeland de Vergadering der Heeren „ Staten Generaal ook volstrekt onbevoegd m houden, omme in het geval van den „ Vaandrig de Witte eenige dispoütie te „ maken : Dat alzoo zulks niet te min „ gefchied is, ja zelf op een wys, geheel on„ bestaanbaar met alle orde van Regeering en „ de Grondwetten der Unie , H. E. M. de ,, gem. Refolutie verklaren voor nul , krag„ teloos en van geener waarde; dat Hun 99 Edeli Mog. ook om die reden zodanige 99 refolutie in die zaak nemen en zodanige „ aanfchryving aan deii Hove van Holland, ,, Zeeland en Westvriesland doen zullen' „ als of de gemelde H. H. M. refolutie' v nimmer genomen ware, terwyl II. E. M. » bo-  tot de MILIT. JURISD.&c. 315 bovendien dcsapprobeeren de conduite *, der Heeren H. E. M.Ordin. Gedeputeerden >•> by gelegenheid dezer onwettige conclufie, „ gehouden, vertrouwende dat de overige „ Bondgenoten, die zulks niet reeds om„ trend hunne Gedeput. mogten gedaan „ hebben, geen zwarigheid maken zullen, „ omme tot gerustfteliing van H. E. M. en „ de andere Provintien ook daar toe te concurreeren en daar van ter Generaliteit „ declaratoir te laten doen." En zal Copy dezer Refolutien aan de Heeren II. E. A. Gedeputeerden worden ter hand gefield, omme na leéture de infertie daar van in de Notulen van Staat te verzoeken. Accord. met voorfz. Refolutien. (was get.) N. C. LAMBRECHTSEN. L X. EXTRACT uit de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. Mercur'ü 16 February 1703. 53e Heeren Geëligeerde Raden hebben ter Vergadering ingebragt en laten lezen derzelver Refolutie van den 18 dezer lopende Maand,  3i6 VERZAMELING van STUKKEN Maand, betreffende de zaak van den Vaandrig de Witte en het ten dien opzigte dooide Heeren Edelen geproponeerde declaratoir als breder by voornoemde Refolutie, volgende hierna geinfereerd. EXTRACT uit de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Geëligeerde Raden reprefentecrende den Ecrftcn Staat van den Lande van Utrecht. Martis 18 February 1783. 30e Heeren Geëligeerde Raden hebben ingevolge van het Poinft van befchryvinge geëxamineerd de Refolutie door de Heeren Edelen en Ridderfchap den 22 January jongstleden ter Vcrgaderingc van de Heeren Staaten ingebragt nopens de Judicature over den Vaendrig de Witte, en wel fpeciaal met relatie tot zeker daar by geproponeerd declaratoir ter Vergadering van Haar Hoog Mogende door Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit namens dezè Provintie te doen , ter confervatie van de Hoogheid en Regten dezer Provintie en ter gerustfteliing van de Heeren Staaten van Holland en Zeeland, in het prxfente geval van den Vaendrig de Witte. En hebben zy Heeren Geëligeerde Raden, na rype deliberatie gerefolveert, dat ter aanflaandc Vergadering van de Heeren Staaten uit hunnen Naam, by Extract- dezer zal worden gedeclareerd; dat  TOT DE MILIT. JURISD. &c. 317 zy Heeren Geëligeerde Raden bevorens zig geconformeerd hebbende met het Advis van den Hove Provinciaal den ao Nov. 1782 ter Vergadering van Hun Edel Mogenden ingediend, als nog het delict van den Vaendrig de Witte, waar over door den Militairen Rechter is geapprehendcerd geworden, niet anders kunnen confidereeren, dan als een Militair Delict. En dat voorts de voornoemde Gevangen nu dadelyk aan het Hof van Holland overgegeven zynde, zy Heeren Geëligeerden Raden begrypen, dat hier*door alle ftoffe tot verdere deliberatie is weggenomen, ook zelfs ingevallen men de zaak in het dagligt befchouwde, in hetwelk dezelve aan de Heeren Edelen en Steden is voorgekomen; door dien de overgave van gemelde Vaendrig de Witte, volgens den rütdrukkelyken letter van gemelde Hun Hoog Mogende Refolutie niet anders gefchied is, dan ongeprtejudicieerd eens ieders rechten, en zonder dat zulks in eenige confequentie zal worden getrokken, door welk declaratoir de Heeren Geëligeerde Raden vermeenen, dat ook indien men het delict, des quajstie, als ter cognitie van den Civilen Rechter behorende, wilde confidereeren, nogthans genoegzaam gezorgd is voor de Hoogheiden Recht van de Judicature een ieder van de Hooge Bondgenoten binnen hun territoir onwederfpreekelyk competeerende, en dat dus alle verdere declaratoiren van wat aart ook in dezen ten eenemaale overbodig zouden zyn. Gelyk zy Heeren Geëligeerden Ra- de?»  3i8 VERZAMELING van STUKKEN den ook verder van gedagten zyn $ dat het verrigte door Heeren Gecommitteerdens ter Generaliteit wegens deze Provintie by Hun Edel Mogende behoorde te worden* geap. probeerd. (onderftond) Accordeert met voornoemde Refolutien,, Waarop gedeiibereert zynde, hebben dé Heeren Edelen en Pvidderfchap en Gecommitteerden van Stad en Steden geperfisteert by derzelver ingebragte Refolutien dien aangaande en is vervolgens de voor* noemde zaak geconcludeert conform de Refolutie der Heeren Edelen en al zulks goedgevonden en verftaan. Dat de Heeren Gecommitteerden dezer Provintie ter Generaliteit zullen worden aangefchreven en gelast ter Vergadering van Hun Hoog Mogende tot confervatie van de Hoogheid en Rechten dezer Provintie en ter gerustftellinge zoo van Heeren Staten van Holland en Zeeland in het priefente geval van den Vaendrig de Witte, als van alle de andere mede Bondgenoten in diergelyke gevallen, namens deze Provintie te declareeren, dat Hun Edel Mogende van gedagten zyn,, dat de cognitie van „ alle Misdaden, hoegenaamd, endoor wie „ ook begaan, dewelke gepleegd worden, bin„, nen het Souveraine Territoir van de refpec„ tive Provinciën, en aldus ook de cognitie „ vanhetdeliet, dcsqujestie, behoort aan de re-  tot de MILIT. JURISD. &c. 310 5, refpectiveStaaten dierProvinticn,oftezoo„ darrigeCollegien van Juftitie enRechters aan „ welke dezelve Staaten die cognitie hebben „ gedemandeert, zonder dat deMede-Bond„ genoten zig zulks vermogen aan te matigen, „ of zig daar inne te inmisceerenop eeniger%, lei wyze. L X I. EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Ziericzee, Relatif tot de Staate Notulen van 13 February 1783. Den 14 Maart 1783. Jj3y refumtie gedelibeert zynde op de fchriftelyke Advyfen der Heeren van Middelburg en Vlisfingen den 13 en 17 der laatst voorige Maand ter Staatsvergadering ingebragt, op eenige ftukken betrekkeiyk de opdragt der Judicatuure van de Vaandrig de Witte aan den Hove Provintiaal breeder by voorfz. Advyfen vermeld; is goedgevonden en verftaan, de Heeren Gedeputeerde ter hooggem. Vergadering occupeerende aan te fchryven, en te gelasten, om van wegens deeze Stad, zoo draa mogelyk te deel areeren. Dat de Heeren van Ziericzee de zelve ftukken door de Heeren Gecommitteerde Raaden reeds bevoorens aan de Leeden toegezonden zoo draa niet hadden ingezien, of werden tot hun gevoelig leedwezen al aanftond» ont-  fro VERZAMELING van STUKKEN ontwaar, dat de reedenen van bekommering voor de gevolgen der behandeling van dit gewigtig poinct, zoo meenigmaal betoond, als nu door de uitkomst maar al te zeer werden geconfirmeerd, naar dien men in de Vergadering van de Heeren Staaten Generaal op den 24 deezes afgeloopen Jaars niet heeft gefchroomd, om, of fchoon dezelve daar toe nimmer was bevoegd, deliberatien aan te leggen, en aanflonds met alle overhaafting op eene nooit gehoorde en gantsch eigendunkelyke wyze te Procedeeren tot eene zoogenaamde overgave van de Vaandrig de Witte uit handen van den Hoogen Krygsraad aan den Hove Provintiaal; door welk een handel direct inloopende teegens alle gronden eener wel ingerichte Regeeringsform de Heiligfte voorwaarden der Unie worden gefchonden, en eindelyk geheel kragteloos gemaakt; dat ook uit deeze voor de onafhankelyke Souverainiteit der byzondere Provintien , zoo zeer te apprehendeerene demarche al verder is geproflueert dat zyn Doorlugtige Hoogheid, by Hoogstdeszelfs Refcriptie van den 25 December laatstleden aan den eenen kant zig daar van heeft bedient, om, de in deeze voorgewende competentie van den Hoogen Krygsraad nader aan te dringen, en deszelfs gepretendeerd Recht van Jurisdictie als 't waare ongefchonden te bewaaren en na dat aan den anderen kant, de Heeren Staaten van Hollanden Westviïesland,fchoon wel met het grootfte Recht ten Hoogften afkeurende het bovengem. verhandelde, tet Go-  tot de MILIT. JURISD. &c. 321 Generaliteit, echter daar door volgens hun Ed. Gr. Mog. Misfive van antwoord en daar nevens gevoegde Refolutien van den 27 December laatstl. zyn gekomen tot dien ftap van zig over den perfoon van den voorn, de Witte aan te matigen een recht en ten dien opzigte zoodanige afzonderlyke ordres te ftellen, waar door het territoriaal oppergezag van deeze Prov. niet minder word gevioleert; terwyl het Hof van Juftitie,aan wien alleeniyk eene bloote kennis gegeeven was, van het geen omtrent dit point alhier was gerefolveert , deeze gelegendheid ook tellens heeft gearripieerd om derzelver altyd begunftigd gevoelen van abfolute bevoegdheid tot uitoeffening der Crimineel Jurisdictie binnen deeze Prov. aan de Heeren Staten van Zeeland, wederom on« der het oog te brengen , niettegenftaande het gem. Hof van de verkeerdheid deezer begrippen door Hun Ed. Mog. zelve by meenigvuldige aanfchryvinge was geïnformeerd. — Dat Hun Ed. Agtb. deeze Reflexien hebben bedoelt wanneer over de allezints bedenkelyke en gantsch erroneufe gronden, asfumptien en Hellingen en de zoo irreguliere als ten hoogften te apprehendeerene handelwys ter General., in deezen gehouden en by voorn. Stukken voorkomende zig in algemeene bewoordingen reeds op den 6 Feb. laatstleden ter Vergadering hebben beklaagd, dat ook als toen geen voorneemen hadden , om zig deswegens breedvoeriger uit te laaten; eens- VIII. Deel. X deels  522 VERZAMELING van STUKKEN deels, om dat de oplosfing van die abufive gronden uit de onderfcheide vorige Advyfen zoo van deeze Stad als der Heeren van Middelb. en Vlisf.genoegzaamkonden worden opgemaakt , en daar by alle de gevolgen welfce uit de gehouden handelwys moeiten ontdaan aan de overige Leeden ferieufelyk waren voor oogen gefteld, met declaratoir van zig deswegens te houden voor gedechargeert; en anderdeels, om dat na zoo veele vrugteloos aangewende poogingen Hun Ed. Agtb. zig niet durfden vleyen dat dit zoo verdrietig geworden onderwerp thans wederom met een gelukkiger uitflag zouden kunaanroeren en de gedisfentieerd hebbende Leden tot andere gevoelens opwekken. Dat ook om die zelve reedenen met ftilzwygen zouden zyn voor by gegaan het fchriftelyk declaratoir by den Heer Raadpenfionaris der 4 der vorige Maand ter Vergadering gedaan, als zig volkoomen verzekert houdende, dat een ieder onbevooroordeelt, menfeh, by een aandagtige befchouwinge van al het geen op den 2 en 5 December 1782 is gepasfeert, gereedelyk zal moeten toeftaan, dat de des tyds by den Heer Raadpenfionaris gehoude dereetie door niets van het geen by voorfz. Declaratoir is geavanceert immer kan worden gewettigd en uit een onderlinge vergelyking met de daar teegen op den 23 derlaastgem. Maand, ingebragte proteften- genoegzaam kan worden wederlegt; terwyl zoo wanneer by iemand als nog eenigen twyffel mogten zyn ovcrgebleeven als  tot de MILIT. JURISD. &c. 323 nis nu door het geadvifeerde der Heeren van Middelburg al het zelve volkomen zal vinden opgeheldert, en uit den weg geruimt. Dat de gemelde Advyfen der Heeren van Middelburg en Vlisfingen den 13 en 17 February laatstleden ter Vergadering uitgebragt,ter kennisfe van Hun Ed. Agtb.gekomen zynde de bovengemelde reflexien daar by niet alleen op eene onweederfpreekelyke wyze hebben gedetailleert gezien, maar daar door ook ten fterkften zyn overtuigd, dat, daar verfeheide Prov. die op verrenain deezen zoo zeer niet zyn geinteresfèert, het op den 24 Dec. laatstl. ter General- voorgevallene opentlyk hebben afgekeurt , de Provincie van Zeeland vooral niet mag ftil zitten maar kragtdadig behoorde tegen te gaan,df nadeelige confequentiert, welke uit eenig ftilzwygen 't zy op dit gepasfeerde ter Gen. of op de Misfives der Heeren Staaten van Holland , van zyne Hoogheid en van den Hove Provintiaal te eeniger tyd zou kunnen worden afgeleid. Dat Hun Ed. Agtb. ook hier door bewoogeu. zyn, om, niettegenstaande hadden gedeclareerd de gevolgen deezer zaak te laaten voor rekening van die geenen, door wier advyfen of directie dit alles is veroccafioneert, Zich echter wederom in dit geval aan de gemeene belangens niet te onttrekken en dienvolgens te verklaaren, dat, volkomen amplecteerende de allézints gepafte en bondig beredeneerde Advyfen der Heeren van Middelburg en Vlisfingen, van oordeel zyn X a das  324 VERZAMELING van STUKKEN 'dat op den voet als daar by word voorgeflagen op alle de voorfz. ftukken nader behoorde te worden gerefolveert. Dat Hun Ed. Agtb. ten dien einde niet kunnen afzyn de overige Leeden met allen betamelyken ernst te verzoeken, om met ter zydeftelling van alle verfchillende begrippen welke voormaals in deezen hebben plaats gehad, zig alleenlyk te willen bepalen tot den ( ftaat, waartoe de zaak thans is gebragt, mitsgaders in aanfchouw te neemen, hoe ftrydig zelvs met hunne begrippen, en het geconcludeerde op den 2 December laatstleden dit poinct. is uitgevallen, en welk grievend ongelyk de Hoogheid en Pramiinentien van den Lande teegen hunne verwagtinge daar door zyn aangedaan, waar van een noodzakelyk redres niet anders dan door gebruik te maaken, van 't geen in zoodanigen geval by evengem. conclufie van den 2 Dec. was gereferveert, kan te weeg gebragt worden. En waar toe Hun Ed. Agtb. dan ook billyk vertrouwen dat dezelve Leeden met alle cordaate bereidwilligheid zullen medewerken en deeze Deliberatien alzoo eens eindelyk tot handhaving van de eer en het fouverain gezag der Provincie gelukkig worden getermineert. En worden de Heeren Gedeputeerden gelast na gedane pradefture de infertie deezes in de Notulen van Staat te verzoeken. Accordeert met voorfz. Notulen. (get.) C. EVERTSEN. LXII.