C 176 ) . ^ ken zulks aan onze koude Kleêren niet; maar terwyl gy be'zig zyt' „ met dit te doen, verzuimt gylieden tegen ons te vechten, dat wy : y met vermaak befchouwen. -— Wy houden de Zee voor ons vast „ vry — wy fluiten u zelfs, wanneer 't ons goeddunkt, in uwe Havens i „, op, en wy doen tegen u wat wy willen." ••— Zie daar dan, zeker», lyk de droevige uitwerkfelen van de verkeerdheid, in onze Republiek ; plaats gehad hebbende, ten opzigte vau 't beleid eens Oorlogs, die tot: eenen eeuwigen blaam voor 't geheele Volk dat ons Gemeenebest be-' woont, met eenen allerfchandelykften Vredeïvoor .'t lieve Vaderland ftaat voldongen te worden. Grietje. Wat -hebben wy dan bewyzen van het tegendeel noodig Vrindin! Onze oogen hebben.de heerfchende gebreken van Verkeerdheid i gezien en de ondervinding.doet ze ons gevoelen. — Het zal de verkeerd- ■ denkende Party echter, hoopen wy op goede gronden van een aangenaam I vooruitzigt, niet gelukken de heerfchende te blyven. — De oogen van ) het beste eh verre het grootfte gedeelte der Natie zyn door die verkeerd- . heid opgeklaard geworden, om in derzelver plaats eene rechte handelwyze te begeeren, die het volgens Pligt, volgens Wet en volgens Getweeten eifchen mag van des Lands en der Steden Overheden, die uit i den naam des Volks, dat hen daartoe ten billykfien en volgens het ou«fe herkomen hunner vrye Rechten en Previlegien, zonder eenige nieu- ■ we veranderingen in dezelve te maaken, zulks moge opleggen, ten nutte 1 hunner Medeburgeren te betrachten; gelyk ook meêr en meêr door ! Patriottifche Braaven, dien men de teugels der Regeering met een ver- • •rukkend vergenoegen in handen ziet hebben, ook gefchiedt, èn verder i nog gefchieden moge; om alle Verkeerdheid uit den weg te ruimen £n Eendragt, Vryheid en Recht, reeds lang door Heerschzucht Ei- ! genbaat en. Onrechtvaardigheid verdrukt, weder op den wankelenden! Troon te helpen en dien door wettig Staatsbeleid en Volkstrouwe te i ■ onderfchraagen en te hoeden voor den val, waarmede die Zetel van i .'s Lands Mogendheid gedreigd wierd. Diewertje .Hiertoe leene Je Almagtigen alle de braave Voorftanders s van een misleid Volk de hand, en zeegene derzelver aanwendingen en 1 befluiten topheil des dierbren Vaderlands en hunne geliefde Medeburgeren! — Vaarwel, Grietje! Eet met fmaak, en groet Krelis Grietje. Ik zeg u dank, Vrindin! Ik wensch u 't zelfde Groet t :Xouwens van mynentwege. Gedrukt by de Erve de Weduwe J AGOBU S van EGMONT- o._ Reguliers Ereeflfttt, te Amirerdfca. . 9f  . ( 178 ) de kleineren toe; en hebben die het verdiend, wie kan het dan mispryzen? Waarom niet t'huis gebleeven, als onze Pligt ons zegt dat het uitgaan ons hinderen zou: Men kent immers het gemeene Spreekwoord, dat fpeelen gaan een bilflag waardig is." ■ Dus redeneeren de Luiden die onze Samenfpraaken leezen. Maar wy kunnen ook niet altoos over ééne en dezelfde {toffe handelen. Wat het Lot van Dantzig zal zyn, zal denklyk de Tyd ons eerlang beflischt doen zien, en dan zullen wy de beste gelegenheid kunnen hebben om over die Zaak breedvoerig te fpreeken. Grietje. Dat is zo, Vrindin! Maar krygt men nog geene nadere Berichten wegens de Vredes-Onderhandelingen tusfchen Engeland en de Republiek ? Diewertje. Ik heb ze althans nog in geene Nieuwspapieren gevonden; maar wel lees ik dat men 'er te Parys nog niets van hoort. De zwarigheden deswege zullen daartoe waarfchynlyk zo ligt niet uit den weg te ruimen zyn, en dewyl de Onderhandelingen onder 't oog van 't Hof van Verfailles gefchieden, zullen de Britfche onbiüyke eifchen grooteren tegenftand ontmoeten, dan die verraaderlyke Natie in den beginne zich had voorgefteld. Grietje. Daarom is het dat de Engelfchen veel liever dezelve onder het oog van 't Hof van St. James voortgang zagen hebben, en dan zouden ze daarby hunne belangen ontwyfelbaar meer vinden. De Vrienden, die zy in Holland hebben, zouden geruster en naar hun genoegen met hen kunnen Correspondeeren, en men zou wel haast de Vyanden der goede Vaderlandfche Zaak den trotfche» Kop op nieuw zien opfteeken, ja zich verheugen in den verdoemlyken Zegepraal onzer gezwooren Vyanden over de Vryheid, Welvaart en Koophandel onzer Natie, die wy echter hoopen, dat, eêr zy dit gedooge, en Slaavin worde der Britten en hunnen Aanhang, die zo veele en zo groote Voorffcanders in 't Vaderland heeft, den laatflen bloeddrop met de Huivende asch van den alsdan tot puin verbryzelden Troon der vermoorde Vryheid gemengd, tot aan de hoogfte Wolken doe kleeven, om gerechte wraak van den Almagtigen te eifchen ea te erlangen op die Monfters der Natuur, die in het vernielen van hunne Landgenooten hunne verheffing beoogen. —■ Dank zy Gode nochthans, dat 'er Braaven, en in grooteren getale dan die valfche en tevens gewelddryvende Britschgezinde Party wel meent, door alle de zeven zo dier verbonden Gewesten van tfaet lieve Vaderland heen, gevonden worden; —- ja3 Braaven! EdeJen!  ( 179 ) len' Regenten! Befchermers van Rechten en Voorrechten van een Volk dit niemand dan God en zyne Wettige Vertegenwoordigers gehVorzaamheid fchuldig is. Is dit nu zo, dan roept de Stem van den AlS iïn Gebieder over Hemel en Aarde een onrechtvaardig verdrukt S roe- Straf uwe Verdrukkers naar verdienfte! „ Met een woord Tz £ de rechtlievende en fchrandere Puffendorff) door de uitvoering " dér lïraffe beoogt men het goede van al het Volk; want door deeze " middelen wordt Vr zorge gedraagen, dat hy, die er een beleaigd " heVfr niet ie:s dergelyks wederom doe aan een ander; ook kan de " fchrik van dat voorbeeld een tegengift zyn voor anderen tegens de " verzoekingen van zo een misdaad". — Zy die misaaaden begaan " Or=f haar naar verdiende , en naar maate de misdaaden flraffe Sei*^ de Natuurwet zelve, dat zulken die een SÏÏYok" deszelfs beftaan van Vryheid, Goederen en Leven frachten te bederven, of reeds bedorven hebben, een oneindig grooter ft«f verdienen, dan iemand die op deeze wyze een enkel Perfoon of HuLeSn vernielt. — Een wettig Onderzoek moet onpartydig vóór,n en deswege moet de Misdaadige naar de groot- of kleinheid gMuld^ gelyk /ok^deszelfs Aapraaders, Mede- ftande en Toeftemmers zyner Misdaad t Geen ik hier in t oog hebhral ons de Ongehoorde Wederfpannigheid van een of meer Misdaadi« te° en de Welvaart des Volks en de bevelen van de Wetgeevende f*arr in den niet uitgevoerden Togt naar Brest doen zien, wanneer het tiaar") zeftreeken en volvoerd zal zyn. nielenie 't Is zo zeker als iets, dat door de verydehng van dien T02 den Vyanden des Vaderlands grootelyks in de hand gewerkt e, en zulks door Dienaars van de Souvereiniteit des Volks aan welke zy hunne TrSr ^^r^i^n dan ook niet a's Vyanden van hnn Vaderland, en bedervers hunner Medeburgeren befchouwen ? Ik denkTa en dat' men hen naar eisch der Wetten gehouden is te ftraffen. Dan de' uitkomst deezer Zaak zullen we ook alweder aan de ontwikkeW van den Tyd overlaaten. - Wat is 'er nog meer, Vrindin! over 'r welke wv zoude kunnen fpreeken? DieweTtie. Ik heb in de Londenfche Brieven van den s8 Oftober gezien dat de Britten kunnen zeggen, dat hun publiek Credit tegenwoordig in eene Crifls is' waarin h£t federtde bCrUC  ( iSo ) Ïèe-Compagiiie niet is geweest. Men fchryft 'er de oorzaak grootdeels van toe aan de kunftenaryen van de Aétkhandelaaren, die in het daalen belang hebben. Maar het is natuurlyk te vraagen, waarom die kunftenaryen tegenwoordig meer dan voorheen de overhand hebben boven de poogingen van die geenen welke by het ryzen geïnteresfeerd zyn, te meer daar deeze Iaatften door den geheelen invloed der Regeering onderfteund worden ? 'Er moet dan eene reden van zyn; en waarlyk, behalven de verkoeling, die 'er tusfchen ons en de Hollanders oatftaan is, is het niet dan al te zeker, dat deeze reden geene andere is dan de ongenoegzaamheid onzer Financien om de Intresfen der Nationaale Schuld ï.onder een nieuwe Leening te betaalen, en de overtuiging waarin allen die niet vooringenomen zyn , zich bevinden , te weeten, dat wy op het punt van het Tydftip zyn, door Dr. Price voorzegt: „ Dat onze Nationaale Schold, (die der „ Engelfchen naamlyk) tot bovea de 200 Millioenen Ponden Sterlings gereezen ,, zynde, rasch tot niet, dat is, tot een Nationaal Bankroet, zal worden." Grietje. Ik hoop dat die diepdenkende en groote Engelfche Wysgeer de waarheid zal gezegd hebben; en in dit vooruitzigt zynde, is het de Pligt onzer Natie tot derzelver fchade en fchande den Britten geenen verderen rugfteun aan ons vertrouwen te doen vinden. Doen wy dit, zo zal ons geheel Crediet het hunne worden; en dus zullen zy in hunne zwakheden krachten erlangen, terwyl wy vallen en zy in dien val hunne verheffing vinden. Maar waaraan en aan welke Perfoonen zullen wy, dit nu nog kan voorgekoomen worden, zulk een eindelyk verderf van 's Lands en 's Volks vermogen te wyten hebben? Immers niet dan aan die geenen die met een trouwloozen Nabuur tot den volflaagen ondergang van ons Gemeenebest hebben medegewerkt, en de uitvoerende Magt misbruikt, om de Wetgeevende eich eigen en een van natuure vrygebooren Volk flaafsch te maaken ; waarna zy 't zeiven van hunne eerstfeegunftigde, maar verraaderlyke Vrienden zullen zyn. Dan al weder hiermede ons Samenfpraakje geëindigd hebbende, wensch ik by het liefrte, by het-diefbaarfte dat de Groote Befchermer der Verdrukten ons Vaderland vermag te fchenken gelyk Hy wil, u aanhosdenheid van Welftand. Eet fmaaklyk en groet Louweris. Diewertje. Ik wensch u 't zelfde, Grietje! Doe ook van my de groetenis aan Krelis. NB. In de Samenfpraak van Diewertje en Grietje Ne 44. verzoeken we onTè Leezers de vergeeten of uitgelaaten woorden te kunnen vinden, by te voegen agter die van de Zuidhollandfch: Courant No. 130. op pag. 174. regel 13 van boven. 3 By de Drukfter deazes word thans uitgegeeven, D»minicus en Seraphina ' *ynde een Minnehandeling van een Fransch Officier en eeneCorffcaanfche Dame' doormengd met tedere en te gelyk aangenaamc Gcfprekken tusfchen deeze twee Gelieven. De prys is een Zesthalf. Gedrukt by de Irvt de Weduwe JAC O BUS va* EGMONT; op^ de Reguliers Brceftrtat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 13 November 1783, N*. 46. Diewertje. Tk wensch u een goeden Morgen, Vrindin Grietje! I» I 't nog wel met de Gezondheid ? Grietje. Al nog naar wensch, Diewertje! Hebt gy 't 'er ook nog wel mnWertie Als een Hoentje, Vrouw! Crietie 6 Dat is my aangenaam! Neem plaats, de Koffi ftaat gereed. W hebt se een Stoof, wel te verftaan met een Test daar Vuur mis, r^nWu wat mede te verwarmen; want het is geen Zomer meer. — Heb ik\e verwachten , dat gy my het een of ander aanmerklyk Nieuws zult d°??iewenie? Ta 'er is wel aanmerklyk Nieuws, en gy weet het denki.V want de Courant, die gy voor u hebt, de Leid fche No. 136, geeft !L brSoerig genoeg bericht van. Ik zal dit zorglyk Nieuws u wel eens ^fP7pn indien cv 't nog niet reeds gedaan hebt. V r Sie ' jf ter loops. Dan de ftof w uitgebreid zynde, Zullen wy 'er alleenlvk over aanmerken, dat, indien het waar is dat de Militairen van den Staat op het Grondgebied des Keizers eenige hostiliteiten gepleegd l kk«, zulks eene ftegte conduite zoude zyn. Maar het zal te bezien ft«n of de Jurisdictie van den Staat niet weezenlyk haare paaien tot die Örektheid altoos heeft mogen ftellen, uit hoofde van voorige Overeenkooml-ten met het Gouvernement der Oostenrykfche Nederlanden, wlr de klaeten van den Prins Bisfchop van Luik betreft; zo deeze ge«ond zvn zouden de Hollanders zich nog al meer fchuldig gemaakt hebfen aan daadlykheden op 't Keizerlyk Grondgebied, tot nadeel yeeler ïnLetenen zovan het Keizerlyk als Luikfche Territoir uithoofde dat zv den Ophovenfchen Dyk reeds voor een geruimen tyd zouden hebben YrnSd om het Maas-Water van 't Hollandseh Gebied af en het KeiLrlvke en Luikfche toetekeeren. En wegens deeze uitflappen aan onZe S fchvnen de Keizerlyken en Luikfchen Reprefailles te willen nee1Z' dan men denkt dat wel fpoedig deeze Verfchillen in der minne züïvprëffend worden; en zulks zal de Tyd ons móeten leeren. nwertie Deeze Zaak zou waarlyk kommerlyke gevolgen kunnen uJiï^ indien zv niet rasch tot wederzydsch genoegen beflischtwierde.-?r!etie' wal vinden 's Lands Welvaart en Vryheid zich niet al Struiv Sblokken in den weg gelegd, en God weet door welke handen! Voor  (m) trak der Vereenigde Gewesten te gedoogen! — Een Burgery, die aan haare Medeburgeren de handhaving haarer Rechten in handen heeft gefteld, ziet door die zelfde Medeburgeren in tegendeel haare Previlegien verkrachten, en hoort haare rechtvaardige verzoeken ter verbetering der breuken op dezelven door het grootfte gedeelte haarer Regenten Tumultueus noemen, daar immers niets minders dan bewys of fchyn van Tumult in haare Stad zich openbaart, ten zy men den grond daartoe zoeke in de onbillyke handelwyze dier Regenten zeiven, die Soldytrekkende Huurlingen boven het hoofd van hunne Medefladgenooten, van vrye en onafhanglyke Leden der Burgerlyke Maatfchappye , durven ftellen; der Schutterye den Wapenhandel ontzeggen, om haare van ouds bezwooren Voorrechten met dwangzuchtigen hoogmoed in het hart, onder den vernielzuchtigen voet te treeden, dat 'er de Vaderlandfche grond in alle zyne uitgeftrektheid van davere, dreune, fiddere en bee- ^e i j} ö Waarde Landgenooten! waar hebt gy ooit in de Ge- denkfchriften van uw Vaderland geleezen, dat vrye Burgers door hunne Magiftraaten belet wierden de Wapenen te gebruiken, om zich m de behandeling derzelven te oefenen ? Integendeel zyn 'er in alle Steden Wetten toe, die den Burgeren en Inwooneren zulks gebieden; en deeze zyn wel degelyk in Zutphen. Dus zyn zy, die dezelve niet in 't werk gefWd willen hebben, daar zy ze volgens Eed en Pligt allereerst behoorden voorteftaan, optevolgen en te doen opvolgen, waarachtige Verbreekers van die Wetten, en Schenders van hun Eed, Eer en Pligt. Grietje. Zo is het. Maar wien ten gevalle zoude het toch weezen moge, dat die Regenten by de vernedering hunner Medeburgeren hunne Willekeurigheid in top te heffen trachten, en liever een Regiment Soldaaten, mogelyk nog liever een, uit Vreemdelingen dan Gelderfchen beftaande, in hunne Stad zouden willen doen ageeren om voorvallende Tumulten te ftillen; daar niemand eenige Oproerzucht toont , fchoon dit Regenten-Choor uit vreeze van op hunne flappen, buiten pligt gedaan, zich gecorrigeerd te zien, chimerique genoeg is, om een Oproer te onderftellen, dewyl evenwel een gewapende Burgery zich aan geene Oproerigheden de hand zoude leenen* maar de reden haarer wapening alleen ftrekken kon en moest, om een, fchoon lang verongelykt Gemeen, van Oproer aftehouden, en met de cordaate Burgeren bedaard te doen denken en werken ter wederverkryginge der Rechten van vrygeboorenen Lieden. Maar nog ééns, wien ten gevalle werken de Zutphenfche Regenten ao verkeerd. — Zou het volgens de Begrippen van WILLEM den Vien zyn; dan voedt deeze geheal andere denkbeelden dan zya  _ t C 184 ) ï.yn DrtorJuditige Vader, Hoogloflyker Gedachtenisfe, en dan zon de Militaire Magt ontegenfpreeklyk de Burgerlyke ten Dwang moeten dienen God bewaare ons lieve Vaderland voor dien flag, die op éénmaal der dierbre Vryheid den Schedel in arm klinken, en alle Bewooneren der Vereenigde Gewesten als Slaaven aan de Zegekoets der Dwinglandy geboeid in eeuwige Ketenen doen treuren. 6 •Grietje. Dat lydt de Vrygebooren niet, Dat -zal geen Batavier gedoogen; Men breek' het Juk van Dwangvermogen, En wederfta het trotsch gebied Van hen. die 't onrechtvaardig voeren, Om Vryheid aan 't Belang te jfnoeren, Dat hun trouwlooze Ziel bemint. Terwyl zy 't Burgerheil vergeeten, Dat by hun geen Befcherming vindt, Als doof voor de infpraak van 't Geweeten. Herneemt! Herneemt uw Recht dan wéér, 6 Zutphens Burgers ! blyft niet deinzen! Gy ziet geen drietal Braaven veinzen, Volgt dan hun voorbeeld tot uwe eer. Laat u de Wapens niet ontbonden, Dewyl^ ze eertyds uw glori bouwden; Weêrftaat de Roovers van uw Recht, Laat nimmer laf uw Vryheid Jloopen, Daar ze u met zwakke Jlem nog zegt: Men heeft met bloed my moeten koope». Hoe! zoudt gy fchrikken voor een Stoet Gewapende Bezoldelingen! — Op 't fchittren van der Burgerklingen Vervalt der Vreemdelingen moed. En hebt ge uw Landslién ter Bezetting, Vreest dan niet voor uw Heilv er pletting. Handhaaft uw goede Zaak gerust, Maar met de Wapens in uw handen; Zo word' nooit Vryheidslicht gebluscht Door 't woên van fnoode Dwingelanden. Nu voor deeze keer al weer genoeg. — Vaarwel, Vrindin! Eet fmaaklvk en groet Louw-Baas. 1 Diewertje. Ik wensch je 't zelfde, Grietje! De groetenis aan Krelis Gedrukt by de Erve de Weduwe J AC O B-U Stak EG MOMtTm" dc Regulier» BreMrtat, te Amfterdajn. '  GRIETJE en DIEWERTJE. 20 November 1783. N*. 47. Grietje, ✓hoeden Morgen, Diewertje! Zyt gy zó welvaarehdals VJT ik, dan zyn wy beiden gezond! Diewertje. Dit zyn wy dan; want ik bevind my wel. —- Gy komt juist van pas, -Vrindin! Ik heb myn Elf-uurs Kannetje klaar; wel te verftaan met Koffi. Grietje. Zeerwel, Diewertje! Die verkwikkende Drank, dat aftrekfel van gerooste Boonen, fchynt voornaamlyk voor de Vrouwtjes in gebruik te zyn gebragr. Diewertje. Ik kan 'er niet buiten. Grietje. Gewoonte doet veel, Diewertje! Eer mön in ons Vaderland Koffi kende, moest men evenwel ook drinken, wanneer men dorst had, en dan zal het zekerlyk Bier geweest zyn; want ik meen by Tacitus geleezen te hebben, dat de gewoone Drank der Duitfche Volken, vooral der Batavieren, die byna geen Wyn kenden, Water met Graangezooden was, en hieruit kan ik niet anders dan Bier verftaan. Het Koffy- Gewas is eerst Eeuwen daarna ontdekt, zo men zegt door een Arabifchen Monnik, by toeval, dewyl hy merkte, dat als de Schaapen vaa 't zelve gegeeten hadden, zy in hunne Kooijen 's nachts onrustig waren en niet Haapen konden: Zo dat de Herders meenden, dat die Dieren betoverd waren, en zich by den Geeftelyken vervoegden om raad daartegen te vinden; die vervolgens in opmerking nam dat wanneer de Schaapen ter plaatfe waar dat Gewas ftond, geweid wierden en 'er van aten, altoos flapeloos bleeven-; weshalven hy, om ter waarneeming zyner Nachtgetyden, wel wakker te blyven, een goed getal Boontjes, of de Vrucht van dat Struikgewas (dat een foort van Boompjes is, waaraan de Boonen, met een zagte Schil bekleed, hangen, en ryp zynde, van zelve berften) te gebruiken, wanneer hy de gewenschte uitwerking daarvan bevond, en den Schaapherderen terftond raad gaf, om hen van hun Bygeloof aan Tovery te geneezen, het Vee naar piaatfen te dry ven, daar dit Gewas niet groeide, dewyl de Koffy-Struik en deszelfs Vrucht alleen de oorzaak van de ongewoone rusteloosheid in hunne Schaapen was. -—■ Men heefc vervolgens veelerlei wyze van toebereidingen der Koffi uitgevonden, en de Turken weeten ze zeer fmaaidyk te maaken. In Europa hebben wy, gelyk een ieder weet, maar ééne wyze om de Boonen geroost, of, zo men 't doorgaans noemt, gebrand en fyn gemaalen zynde, het aftrekfel, Z door  ( IS6* ) door kookend Water 'er op te gieten, te gebruiken. Deeze Drank zal weinig langer dan honderd Jaaren in ons Land in gebruik zyn geweest Ondertusfchen is de Handel in Koffi een groote Tak van Welvaart voor ons Gemeenebest geworden, en het voortplanten der Koffi-Vrucht is bv Perfiën, Arabie, Afie en Egypte niet gebleeven, maar men heefc het ook gedaan in Amerika, zo dat wyuit onze Colonie Surinaamen alleen een overvloedigen Oogst dier Vrucht op zynen tyd ingezameld, ten ge' bruike en Handeldry ving tot ons zien overgebragt. Diewertje. Ik vind de Koffi de aangenaamfte Drank en te gelyk de gezondde te zyn. Zy helpt my dikwils voor pyn in 't hoofd, en ik zweet 'et ook veeltyds van. Grietje. Alle Menfchen zyn van hetzelfde gedel nit t. Ik heb 'er gekend, die geen Koffi verdraagen konden. Ik ben 'er nochthans mede ten Liefhebder van. Een maatig gebruik van dien Oosterfchen Drank zal echter de mmfcen, denk ik, fchadelyk zyn. Ik zal de vryheid neemen van denzelven nog maar intetappen; 't Kannetje zal fpoedig leeg zyn. Ondertusfchen wilde ik wel gaerne weeten welke Nieuwstvdingen er zyn, en wat men van dezelve op eene rechtzinnige wvze te oordeeléö heeft. ö J Diewertje. Om daartoe in ftaat te zyn, Grietje! zyn wy niet se booren, of wy moeten de Negromantie verdaan, en Toveren hebb-n wy niet geleerd; ook dan nog koomt dc Zwarte Kunstkennis met de rechtzinnigheid met overeen. Die mogen de Anglomanen, als Vrienden der Engelfchen, zeiven verdaan; ik heb 'er geen uitreekeningen op te maaken. Want de handelwyze, door de verdervende hand in den laatst van onze zyde fefgevoerden en nog laffer geëindigden Oorlog tegen Engeland gehouden, is onweêrfpreekbaar het merk van de Onderdrukking - van de: vernieling ^des Volks - van vergruidng van deszelfs Welvaart, die de hoogde Wet moet zyn, wil- eeS Vry Land, ja ze ft een Koningryk, daar een enkel' Mensch der zorge over zyne Medemen fchen, over zyne Landgenooten, fchoon zyne Onderdaanen, als aï leenvermogend Opperheerfcher voert, beftaan en daande blyven o Gruwelen onzer dagen! Verraaders, Deugnieten, Slaaven van het verfoeilyk Zelfbelang, geeven zich der moeite om, ten voordeele van een ander, zich aan de flegtde Natie der Waêreld te onderwerpen door derzelver oogmerken te begundigen, en hunne eigen Landgenooten hunne Medeburgeren, die hen voor hunne Amptfbedieninge* bftaalen, op dat zy die naar Eed en Pligt zullen uitoefenen* bJJykc Vryheden en Rechten van, hun onfchuldi^! vredelievend^ doch.  GRIETJE en DIEWERTJE. 4 December 1783. N*. 49w-»- A**r niewertie! uwe Vrindin Grietje! als naarjg©. Grietje- 2. w^^^ntttuweBt- is'tn°swdsefteld m Dfewert^na't1s!er zeer wel meê, Grietje! Zyt gy mede in dien toeftand., het zal my ^^«^keren, zie hier uw Dienaaresfe. Grietje. _ Om oer va1* ™ te Maaken. Zet u, en laaten we Diewertje. Geen Complimen ^ ke De vfaag SfreTftof » -1Ien»en êy er van VGOr° zien zyt? h d ik u te doen, Vrindin! — Onze Grietje. Die «Utte Z0/Auw Louweris seen ty meer te zeggen en zyne red ene^ af brak. ^ ^ ^ ^ Diewertje. J k heb het.mj & want f 'er eenige^fouten in,die ^^Ljd«, »W «yn; den tweeden regel onderen, WOorden ^ ^ ^ ge_ en op pag. 196, regel 8 van boven moe n. Qok heb ik ^ ScSne di dÊ kUndig£ LeeZ£r Wd Z" Heven ^ verbeteren if vindt men geene fouten Diewertje! is hrttst?eopmerkend te zyn, om ze, zo veel mogelyk is, Geen J^^teS-S dan de Weeklykfche N^~««^ft ™k%tt(ital hy het laatfte veren denkt juist even Ho^J^^l™^* eerfte denkwyze *eI afleeren, fchoon men hoop hee", °atnY ' ■ tuigd 2ai zyn, dat weder zal keeren, wanneer hy,^0^^^e°^&f-Arili^ hem zynen valfehen yver voor de <^F™*^ Hoe hebben ie Vrienden van dien Man nogI m« wog i& » raaZend beweeren, dat Gemeenebestgezinden ^bj^J^ afhanglyk van net gezag »^ wyten waren. Maar zyne getrouw. A a  (W ) den meeften tyd huns Levens kunnen doorbrengen, om met alle onnutte Hovelingen als Westphaalfche Zwynen, onder den Hoogen Eik, die hen voor buien befchermt, te gaan nederliggen en zich, tot zad zyns toe, met de Eikels, die 'er afvallen, vet te mesten. Dit voor Ulieden a GovernOy Heeren Na-Courantfchryvers!—• Voor 't overige ftellen we u in éénen graad met den Schryver van le Courier duBas-Rhin, dien Huurling van fommige Engelschgezinde Afhangelingen, in 't midden van ons Gemeenebest huisvestende, en welken men 'er niet voor aangezien zoude hebben, zo lang zy veinsden Voorftanders der vrye Vaderlandfche en. goede Zaak te zyn geweest; maar nu als met Arendsvleugelen den top hunner eigen grootheid trachten te berennen, om dat oprechter Vaderlanders, dooreenen brandenden yver voor de waare Welvaart des Volks en niet door Staatzucht en Zelfbelang gedreeven, hen in de beste Zaak zyn voorgekomen. — Dit ook a Governo, voor dien het raakt. — Maar gy, die in Kleef aan den Beneden-Rhyn uw Papier zo Staatkundig famenftelt als of gy ter Secretarye van onzen Stadhouder alle de Staatsftukken doorfmifteld had, u zouden wy niet doen lagchen, indien gy ons door uwe onè'rvaarenheid in onze waare Staats-Conftitutie niet dikwils tot lagchen verwekt had. Een Pasquin en Marforio, fcherpzinni- ger dan gy, bemoeiden zich met de Zaaken van 't Pauslyk Hof alleen, en uw verdwaalde geest, die zich den hunnen tracht gelyk te ftellen, bereikt geen grooter hoogte dan het Theater van een Charletan op de Amfterdamfche Botermarkt, als 't Maandag is. Kaauw niet langer over de naamen van Eerften Staatsdienaar en grootften Makelaar van Amfter* dam. De fchrandere Schryver der Nederlandfche Courant, (Holtropfche,. uitgaave) zegt het u «iet meer gezags, dan gv 'er u over verwondert , ja lees het vry in No. 38. dier Courant, het is om ir te dienen, Monfieur Mancon! Tournez la téte d\m autre c6téy en zoek geen krakeel met uwe Gebuuren, dewyl derzelver Huislyke Gefehillen iü niet aangaan. Grietje. Ja maar, Diewertje! Een Hollandfche Stuiver is het dubbele van een Kletffche waardig. — Wat doet men om 't belang al niet! —■ Dan laaten wy dien Franfchen Schryver daar laaten, en liever nog onze Vaderlandfcne Zaak in 't oog houden. Diewertje. Dit zal ook wel zo goed zyn, Vrindin! Ei dan zal menii de onderlinge gefehillen in ons Vaderland heerfchende, uit geene andere ilBron dan die des Oorlog» met de Engelfchen ontfprongen zien. 't !$• ■1 deeze die de verdervende Hand ons op den hal» heeft gedrongen , 't is |4eeze die door dezelfde Hand ten voordeele der Vyanden van *t VaderAa % landy  luid, om heieelve te onderdrukken, begunftigd is, en 't is en blyft dezelfde nog die «ks den fehandelykften Vrede opdringt; niets ontbreekt 'er verder a*n, dan het vooraf gefmeede Juk der SLaverny den Vrygebooren Nederlander op de» nek te drukken; 't welk echter aiet gelukken zal, fchoon 'er laft'; Antoniusfen by trotfche Cefars warea, die gaerne zo«de wenfchen vry te mogen ukroepcn: lit Waereld juicht thuis nu Cif&r zjil rtgeertn.' Nu 'Rgmci wrak, of hem in achting 7.al verkeert». Neen, wech met zulk een taal! — Schoon 'er een verdervende Hand blykbaar in onze Republiek heerscht, ze is toch geenszins die gelyk, welke ten tyde van Cefar deRoomfche Vryheid vernielde. De ontdekking van iemand in ons Gemeenebest, gelyk «an dien Romeinfchen Legervoogd , zouydel zyn, dewyl 'er geene te vinden zou weezen die zich Cefars daaden (van zya Caraêter fpreek ik niet) zou kunnen toeëigenen. Grietje, 't Is zo als gy zegt. Maar wy hebben evenwel ook een Leger- en Vlootvoogd in den Prins Stadhouder, zo geliefd by de Troupen en Scheepslieden van den Staat, zonder gelegenheid gehad te hebben Cefars daaden na te volgen, als die groote Julius dezelve had, om de Krygsmagt van zyne Meefters op zyn hand te krygen, ja te doen vliegen op zyne wenkea. Diewertje. 6 Neen, Grietje! —• Laat ik den draad der redeneering van myn Louweris opvatten. Zou... (zeide hy toen hy dien in zyne laatfte Samenfpraak afbrak) ,, Zou onze groote Staatsdienaar de gloriryke ftappca naar het Eerchoor der Batavifche Wysheid dan niet drukken • —— Kan een Arend Duiven teelen? Neen zeker niet! — Onze tegenwoordige Stadhouder heeft voortreflyke vermogens! Immers fchynt dit wel by dégelyke erkentenisle gebleeken te zyn in de duidelykfte uitdrukkingen van zyne Meelters zeiven, die hem met den nederigften eerbied voor zyn hoogwys Advys en Landsvaderlyke zorge bedankten, zo dikwils hy iets ter redding va» den benaauwden Staat, geduurende den nu geëindigden Oorlog met Engeland voorftelde; —■* 't Welk men neg breeder zoude kunnen uitnaaien. ■ Maar genoeg hiervan. Onze tegenwoordige Stadhouder ftaat naar de Souvereiniteit niet: Hy weet van ge«n Souvereiniteit. — Hy wil 'er niet van hooren ! —— Geen Anglomanie doorkruipt zyne aderen, fchoon hy eene Engelfche Kroonprinfesfe tot Moeder heeft gehad. —— Geene vetkeerde Leeringen van voorlang flaafschgeworden Duitfchers hebben vat op zyne grootmoedige Ziel, fchoon een der Eerfte Keizerlyke Krygsdienaaren, en (fir tuf» qua) ook een Veldmaarfchalk van onzen Staat, de Mentoi zyner Jeugd is geweest. ——■ Nog eens! Ik zeg, dat onze Stadhouder te oprecht denkt, om Souverein te willen zyn. Maar gy dan , Stotteraar ! — Gy , Graaf van Bylaad , dien het beter voegde op uw armoedig Landgoed Kool te gaan planten, en met jaagen de Haazen 'er uit te houden, als u met Staatszaaken te bemoeijen ; dank uw Ampt aan hun die 'i u gegeeven hebben; maar zwyg van den Prins binnen kort Souverein te zullen zien". , Tot 7.0 verre zou myn Louw-Baas nog gefprooken hebben, en ik voeg by ons gefprek, dat, zo 'er zich al Cefars m»gten opdoen, men daarentegen ook Brutusfen, Casfiusfen en Cimbers zoude Vinden. Vaarwel, Vrindin! Eet fmaaklyk en groet den Baas. Grietje. Ik wensch xi't zelfde, Diewertje! groet Louweris. By de Drukfter deezes is gedrukt en wordt thans weder iiitgegeeven: Het Vrouwen Almanakje van DIEWERTJE en GR I E T J E,'voor het Schrikkel-Jaar 1784, vervuld met al het geen tot een compleete Almanak wordt vereischt, benevens het Tweede Vervolg van 't nieuw merkwaardig Historisch Krönykje , vervattende de voornaamfte Daaden der Nederlandfche Zee-Helden. 2. Het vertrekken der Posten • het rydan der Post- en andere Wagens , en het vaaren der Schepen en Schuiten! 3. Vierde Vervolg der Gevallen van Kaatje ligt om 't Geld; of de .gevolgen van eeri flegte Opvoeding. 4. Vyfde Vervolg van het Buurpraatje tusfchen drie Buurwyfjes Lysje, Trynije en jannetje. 5. Avond-Praatje, tusfchen een Schilder, Timmerman' Loodgieter, Metfelaar en Opperman, gehouden aan den Haard ineen Drink winkel. De prys is 4 Stuivers. gedrukt by de Erve de Weduwe J A CO BUS van EGMONTio» de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  ( 202 ) ©nreehtvaardigen Vyand te herneemen, zonder eenige van daartoe ten koste gelegde vergoeding van fchade, zonder't verlies van 't bloed haarer Onderdaanen te fpreeken ; maar in tegendeel verklaard heefc 'er niets voor te hegeeren. — De Na ie heefc dan de oogen geopend: Zy heeft het gedaan,, zo dra zy dc Vrienden onzer Vyanden kenden, en onder die vooral den vreemden Hert, glyken Veldmaarfchalk , die gewoon was dagelyks met den bedrieglyken Britfchen Afgezant Yorcke te verkeert n. Zy heeft het verder gedaan, toen men dien geweezen Menior des Sradhouders voorftelde z.ch te verwyderen van den Perfoon onzes Eerften Staatsdienaars; federt de Amfterdamfche braave en wakkere Magiftraar van welken de onrechtvaardig verbitterde Britten het Leven der braaffte Stemyoerderen en Vaderen van onze dierbaare Geboorteftad, V3n ons en onzer Medeburgeren eischte, toen 't op deszelfs verdédiging aankwam, die zo hoogroodig was. :—■ Zy heefc, na den Slag op Doggersbank, ter haarer onfterflyker eere en onuitwischbren roem, onverwacht, onder 't beleid van den onverfchrokken Zoutman, in Gods Gurst befiifcht, nog met een meer opgeklaard gezicht, den voortgang van deeze zo roemruchtige Bedryven der Vaderlandfche Zeehelden gefluit gezien, dooreen daarop gevolgde flaauwere werkeloosheid, dan te vooren, die onze Natie geene verdere uitvoeringen van Heldendaaden ter Zee heeft doen zien , maar veel meer fchande dan roem doen behaalen. Grieijév Die alles is waar. De Natie heefc dan de oogen geopend, en dit is het voordeel dat ze by de aüernadeeligst gevoerden Oorlog met de Britten bekomen heeft; daardoor heeft zy bezeft dat zy die flagen te wyten had aan een verdervende Hand, die zich ter haarer onderdrukkingin 't midden van haar hield uitgeftrekt, zowel om het Uitheemsch Geweld te begiftigen, als het Inheemsch Bedrog de» teugel te vieren, tot zo lang zy daardoor het vermogen had bekomen om der geheele Natie van Provincie tot Provincie, van Stad tot Stad, het Yzeren Juk op den eertyds vryen hals, op di n van een onfchuldig, misleid en bedrogen Volk tedrukken , en het Slaaven te doen zyn van een despotiek geufurpeerd gezag. Schranderen nochthans zagen vooruit waar dit heenen wilde, zelfs lang eer ons de Oorlog door Engeland werd aangedaan. Een Capellen tot den Poll, cie in 's Lands Hiftoriebladen, zo lang de Nakomelingfchap doorluchtige Daaden van Nederlandfche Helden zal leezen, onfterftyk leeven zal, waagde, met ter zyde ftellinge van Eigenbelang, ja. van alle door Edele Geboorte hem waardig zynde Ampten, deeze riatuurlyke Rechten niet alleen, maar. z>ich-zelven"s„ dat is zyn Leven,. w dierbaar-voor Vryheid en Vaderland, allereerst 'er aan, om- óee?e aili  , 5 103 ? uit T iefde tot de geheele Natie-, ter . allerwaardig^ opöneringen niet te Voorrechten gingen, w.d f rechtvaardige \vra-k segon i . f kt verzonken, om er. Hand, die voor uo^ vooniaa^elylv had un^uieK , begon ,en t0r^Ï Deeze uwe :^S^S, do'or Jen ieder onzer Mede- V' G «ie Voorzeker. Dan a<*! g|SaS Oogenfluiters voor het helder Shaare menige van zulke me*Wi»g« *W£ — Van deeze: Duifterlingeft fVfel£^e™*h ons dierbaar V^n^I rvoort. Di; N-chtgebroed be£ 1 llt verdriet dat de Welmeenenden aaiido i n levensonderhoud der nev is e'n zïerni Harpyen de met hunnen affchuwlyk «Stofte Heilbetra*iers van he Vad"^nu » eenDvan.Recht en Vryheid op de tn den Kenden drek, terwyl de zwaarden derr^«en va Mo„fters affluiten. Dan echWelfchen Poel geharde vleugelpennen die^ geQrocn ^ men het verlaatende, het over gfSiÏÏwS Q^^^^S^SSS^i men verder ontmoeten moge, eenen anderen boeg wenden, en welke tegenitr s eipdelyk ^ ze bekoome. deSe groothartig en °*™m™**ï&ne m den rechtzinnige.!! - Maar al gon cwertie 't Befluit der Godheid verieene * hec weezenlyke zien „oei S*mrfe fpreekwyzen gebruikt. ^en P of ^ Vredehmdeliog dateer vooThanden is. Het zwaarwigngft ftA s v ^, h = J l 5 blyven voortdouren te Parys, dan oi zy b Hjer krüipt ^ de s, in "°„Vi de-ze Voortelling) naar den Haag oi i^o, Engelfchen en hunne *ïïU. geloof me*, f%^^^vï^beJ« veelde verlegCabaale hier te L.ndé in ^eze door deHrtob ^ waar is, gelyk men ■ XIin hunne oogmerken fiaagen zullen, e in^ I ik indeNeder- FJBB^^zzz^^ Arlik£' - ** sta»»*»»" ■^"WsaBE&jagy h« r "s1 ,VrejeA de Declaratie.™ den He,"«™IM SVoo teI ™ te' Enuelfo» Hof mn *.  'Weg! dc overige Provinciën te gemeer, en men wil Haf 7v„» « . a»ch tot eene Alliantie behoorde te lclnkken öm mede ' " me" da" teR zdfde" ijSli indien de Bruten, wiet trouwloosheid men ként? cïc reeds vl D ft m" °^»ftcuD 1 desptmten met aft een voldongen Traktaat eri ondetÜ. e geft?,r£ V ^ ? Sfraiificeerde WS mogten achten. ■ Zonder dit alles zou een verlek „5, »i Verbond tusfchen hen cn ons der twee Partyen, he, zy naar den H%£5^"*' ter verde'= Ondetha^i? I van Frankryk met alleen kunnen veroorzaken m ?„„ " i'',°"J eene 8chce!c verwyderinf keuug Verbond, ,ot mts eeuwig verderf met 7»<,',U A a 8Cbede ^^FubiieU door een Jf'1 |.ler Na.iën , de Bri.fche ^^1^^^;^. ^en Dwang der tröuVoo ïaftie gaarne zoude zien. v ' nct weiK de Landbedervende Anglómaanfciie vir=yk t^^fite&^ fi*!* ^ ook hierin Bigen des vetd.ukten Vaderlands hoo e, en met bTzSt ,? k!aaoennen> Gaa voort, ó lchrandre Man ! gy zuw vönr il „„, Het loon in 's laaten Naneefs^art P°°gen' Een onuitw.schbren naam, (wat eer hier op te booger ' 1 t; n IZf'l' ,C,h°°n zelf afSu"st «Wh ? gC''' } U Is. A K I A zal u naast PRIESTLFï r i ..,„,, U-.v Bof bv 't Hemelsheir ^ciield ' FRANKL^> voegen: Z*^: !Cj«ioon-en lof,va"'dit u'w edel zwoegen, „, „ , Als ^oordftar zien op 't Starrenveld Wat: zegt ge 'er van, Vrindin? nvela* einetje. Het is zekerlyk fraai gedacht WW!, „. . gen, ,al men door middel, van & Tyd, die of vobc°";' °CCv uf'nd-'«g ^rdet zal aanbren,hes« 5a:1;c» kan veroorzaken, onde vinden moeten ^18\° we,,fiehe?:ie »«-i«igmg ran de lust! Groet Louw-Baas en leeft famen vrolyk Vaarwel, Diewertje! Goeden Eet- ^ewertje. Ik wenschjejt^ellde, Grietje'! Groet Ktdis Gedrukt by de Erve de *ed. ^01^^^^^^^  DIEWERTJE gji__G RIETJE. 26 December 1783. N#. S2- Diewertje. Tk wensch je een goeden Morgen, Grietje! Is 't metd* Diewer.je. ■ dhdd nog m order? alf'TS: «8» S 5 SSló-nr, voor Diewertje. ao wei ais •< K*u > I „ handen, om my te^mf™*m™ha meeste is Engelsch. De be- "GdeSi MZ Suatf'S«eTZ en zynen Aanhang om de Oost♦ wuste Bül ^ den SMö^^n«w énJDienaars Van hunne rechten i Ind. Compagnie a te«lva ^ 1 d en kleen geen geringe op. ie berooven , ontmoet te LondM1 on g Hoogerhuis, den i5den ! fpnwk en tegenkanting'r ^ wan^eer de £ eede lee- , deezer door den Graat van smnga ""Bi* , 'd L den heyig overaan , ; zing dier Bill ^ m ^ch^^^ « ^^.^ het , | het debatteeren f emelde Gra^ noem , -Oppergezag dj Kr m> ^2krhid in het 'Parlement, zich, ten koste ,, mgekogten Minn e J« ^"r^™Sde, om tot een Opperhoofdeener , des Konings en Volks Gezag , toe1^ 'worden en beider wettig Genieuwxvgeworpen^^ zich onaf hang- zag te vernietigen; Ja, f™™^."^ dus meende hy der Kamer voor ; iyk van den Koning welven maaken «ja z0UJinneemen wegens te moeten fte Ien, dat ^1^11 deswege de noodige opheldennf, de rechtmatigheid d« H«v^ desw^g^ & 6 ^ gen vorderen. • Verdu-zeggtu , voomendfel van noodzaak- I f^e* de Charters hadden» g^onoen,onder v ^ e lykheid voor 'twelzyn van den^>h^£aJKare$acob Fox, en gemaatigde wyze aan ,■doch nillcnee j die T n> .zynVlbehaagen,.dat g^«£Xrv^ iare/ en ?a«>*, ^^^^Zf^dcn, Behalve verfcheide Be* ters op eene 6™*d^^^%^dig ontvouwd, waarom men , Weegredenen door Lord Atongdon oma ö ecnc Rechter- , wegfns alle die bedenklykheden 7t^0dee^efeliBeweegi-edea voor zyn lyke uitfpraak noodig had 'XP het aanvangen van den Oorlog met Amevoorftel, dat, had men, voor het "™J^ J van Engeiaa5d wd recht 1 had om Amerika te taxeeren, ua_ ' dezelfde reden was dit  maaken? Ea genomen zelf,, l ™!&p^?*ïï*^to^p&, der Leden van hst Parlement, of onder derwlS y=hlelden' 20 kierden zy onen aanzien aan zich zouden treken? ehunieInLt a* gdlcld' die hu" De Graaf van ^/«^« fpralc"^"EJ «^«^'«taflokhJ: verniengmg van het tegenwoordig BewinS SS. SST* ov« die Bill ,er *yne Party hem tegen de Minisferieele met kracht oidlS ?mpa?nie' terwrJ Advys der twaalf Rechters in te neemen £ 1 leUDfe' oai vooraf het vtnRtcbmond een Memorie van de Stad Londen oi>' °m ^T^1 Van den HertoS de Advocaat der Compagnie een beredeneerd verflaT ha^e?^611 dl'e Bil1' ^ einde aan de Kamer gaven, en een goed ïïal SS? B«waaren tenzelfd'n verzoekende zy vervolgens om tegen den vo ^L^ T e" U'«rekfels voorlazen De Hertog van Cbandos deed da^op ?etV°SeT tW^^"^ te word^' volgenden dag te adjourneeren, het geen aaSfn' f" de ^amcr tot den eerst* geweldig hoog liepen. Eindelyk wferden éi til '0t hevige Deb»»en, die 's nachts, en de adjourneering der Kamï te/en ^ ™ Teaoa™ *n één uur ïelfden dag met de meerderheid van 8 - teln 2?' des M»?^,gs van der. poogingen van de Ministerieele Party doorSJ^n Tn' ondanks ^ de mad met eene meerderheid van 8 Stemmïn*S Mfil..° TW*"v ditDiewertje. De koning, denkt mcn eZ zaf t* de ovcrha^ behield... wyzmg dier Bill, wel tuffchen komen, en d t' ??„ 1 T Zy" gezaK' ter ^ «en flag kunnen toebrengen, dat zy mét hem L;^ m Partv van ^zodanig eene andere te maaken. ' 1 mCt hem tuimeIde * viel, om plaaïs voo? fta^^ * te gebeuren auren in Conferentie geweest, die m gist gdo"rT ^ verfcheide, der Koninglyke goedkeuring aan de BH , f heÖben orer '£ ^eren. om^ze te fluiten. *Zo dra de Heer ^kennisVan H ^"2 be^aam middel hy dien zelfden avond den Prins va*VmnTll\ Confe™tfe kreeg, gW van Rutbland, alwaar die P "nS verzSf w^T'r te°' aan Hotel <*« verzekerd dat de Heer /te^ï^Se^ffr'- «^S voet zyn Post neder te legge.; doch dathv ™ t?.,kennen gaf van op ftaande dringend verzoek van een Perfóoni van de„ LI v»0™eemen afzag op het m doen zien, hoe wankel tow^J!^^ .Djf ™™lfcftïS welven hebben daar vaa ten voelen o^S^SLS^T6 ^ dc Ministe" ■ Regeering hangt nu van het Lot der aSSK' He* geza* van de Kamers van het Parlement door, en weieS dcf^nSl / J ,gaat ly in beide de wend,g vereischte toeftemming t'e beSt gen zo Taf S?^ "« ^ne n«°ddat het Par ement terftond gedisfolveerd worde en L l geVO!ee hebbf*, Aet bewind koome. De ontbinding van heTpadeLn T meaw Ministerie '« ben om hetzelve te zuiveren van de A,nw. ,.rlement *ou vooral p]aats heb. -te? 'tóS^Lwd - A- Grietje. Dat verzeker ik u, VHudnT? v !fWe6St over dee" Bill. ? fc/^.ook den uden met den Kon^te™ Ir T-haa,t men dat Lord *!,.(**]« ik vWvolge« ia &J5^^^-Jg« Bui '  C 207) Roltropfche irtgaave,') waarby .eenige door den Minister daartoe benoemde Lieden" eemagtigd worden orn de Boeken, Papieren en Eigendommen der Oost-Indifche Compagnie in beflag ie neemen, en zich van haare Magazynen meefter te maaken, zeu aan het Kunstpinfed van Eogartb, ware hy nog in leven, een uitmuntend Onderwerp voor een lachverwekkend Schilderftuk uilkeveren. Bereids heeft men, onderdaags, deswegens eene fraai geè'tfte Plaat in het licht gegeevtn. I« deeze Prent ziet men tien Heer Fox afgebeeld, zittende op een ryk befpreiden Olifant, wiens Aanreikt uiunnntend wel gelykt naar dat van Lord Nortb. De Heer Burke, a!s een Jefuiet uitgedoscht, leid den Olifant met zyn Rechterhand, en houdt met zyne Linkerhand een Trompet aan zyn Mond, waarop hy uit al ïyn magt blaast om den zegepraalenden Marsch van den Olifant door de Leadenhall-Straat naar het Oost-Indisch Huis aan te kondigen. Aan het Handvat van de Trompet is een kleine Vlag of Strook vastgemaakt, waarop de Heer Fox, in het Grieksch, getiteld word Koning der Koningen. Dit fatyriek Sluk is, in zyn geheel, ïh een uitmuntende» fmaak gefchetst, en de Gejykenisfen zyn verwonderlyk. wel getroffen. , ■ k. . ,xr „ Diewertje. De uitlegging deezer Prent zou ligt te maaken zyn. Welke Tydingen geeft men thans wegens de Vredehandelingen tusfchen die Natie en de Onze op? „ _ , ,. , TT Grietie. Dat Zeeland genegen is, om ze of te Londen, of in den Haag voorttezetten, op voorwaarde nocftthaai dat de Engelfchen zich nader declareeren om* treot de' reeds geflootene Pointen der geratificeerde Preliminairen, vermits mea aaderszins alle Onderhandelingen met Engeland zou'afbreeken. Ondertasfche» hebben Hunne Hoog Mog. tot nog toe, nog geene Explicatie gevraagd aan Frankryk omtrent deszelfs gevoelen wegens het voorzetten der Vrede-Handehng hier of te Londen, gelyk door den Hertog van Manchester voorgeflagen geweest is, zyn. de men het alhier nopens die Vraag nog niet ééns. Iniusfchen verzekert men, dat' Zyne Hoo 'heid 'er voor zou zyn , en dat de Ridderfchap wederom niet te vrede is met het "Advies van Holland om de meergemelde Verklaaring van den Hertog van Manchester van de hand te wyzen, en de Gontra-Propofitie van onze Am* basfadeurs aant»neemen. , . ' ' Diewertje. In onze laatfte Byeënkomst hebben wy deswege reeds letsgelprooken,. eh volgens de Berichten, meende men toeft dat de meefte Provinciën voor het niet verleggen der Vredehandelingen zouden zyn, maar de Zaak voor beflischi houde-i, dewyl de Preliminairen reeds ter wederzyden geratificeerd warenv Wat nu de Hooge Bondgenooten gezamenlyk op dit Onderwerp beiluitenzullen, zal de Tyd moeten leeren. Ondertusfchen vertelt men, gelyk ik in de Haarlemfche Courant van den liften deezer lees, dat de Hertog van Manchester weinig tyds voor zyn vertrek uit Parys, aan iemand zyner Vrienden zoude gezegd hebben, dat indien de Republiek de Propofitie van zyn Hof niet wilde aaneemen, hy 7.eer vreesde, dat men haar een tyd hiertoe zoude fixeeren, of dat zyn Hot de Preliminairen voor ongedaan zoude verklaaren. . Grietie. Dit eens waar zynde; wat zou men dan ter onzer verdediging in t werk ftellen > Daar ons al weêr de Trouwloosheden der Britten op nieuw, en wel nog veel duurder zouden te ftaan komen, dan toen men, nog in Oorlog zynde, van tyd tottyd meerder hoope kreeg om onze Zeemagt op een aanzienlyken voet te brengen, m met die van het afïeoorloogd Engelandj>w te maaken, om, zonder werkeloos-  C 208 ) heid eene Natie te weêrftaan, die alsdan zyne vernedering *>or de Onze te duchten Had gehad. ■Maar zo dra was 'er geen Wapenfchorsfing i . cordeerd, of men haastte zich om meer dan duizend beste Mairoozen aftedanken, en öórlogfchepen buiten Gebruik te ftellen , terwyl onze Eeuwige Vyanden , hoe zeer ook voorheen Vrienden en Bondgenooten in fchyn , niet alleen hunne Zeemagt op den ouden voet hielden maar •zelfs door nieuwe wervingen en aanbouwing van Schepen verfterkten, het geen men tot onzent met onverfchillige oogen al weêr aanzag. Men moest derhalve hebbSn doorgewerkt; na de onwilügen om den togt naar Brest te doen, te hebben eecasfeerd en daartoe gewilligen in hun plaats gefteld. Men bad dan een geheel lasr lans éeere fleepende dciiberatien behoeven te houden over deeze fchreeuwende Zaak die fboe dig ware aftedoen en herfteld geweest, en men had., als thans gefchiedt niet noodig gehad Hemel en Aarde te beweegen , om een onderzoek over dit klaar blyklyk verzuim te doen, en nog is het niet begonnen; ja, 't is te vreezen dat wanneer het eexs begonnen zynde, zal eindigen met een onverwachte uitwerking' zo niet met een geheel êtouffant effort der Zaaken en niet der Perfoonen , die fchul' dig zynde, du Lot in tegenueel voorlang verdiend hadden. Diewertje. De terughouding van 's Lands Heil en Welvaart blykt ten duidlvkften toegefchreeven te moeten worden aan die vervloekte Hand, die men de verdervende iioemt, gelyk zy waarlyk is. — Men ziet overal de gebreken die zy te weeë srebrae't heeft, en men vindt de Rechten tot herftelling 'er toe by 't Licht der Natuur en der Reden; en nochthans wordt ze onderfteund door een doemwaardige Cabaal. even zo uirtftocratiscb (zo niet erger) als Engelschgezind: Een Cabaal, die Land en Volk voor haar Zelfbelang en zucht om over haare Medeburgeren met dwang en verdruk kender wyze te heerfchen, niet fchroomt de gebooren en gezwooren Vyanden van ons dierbaar Gemeenebest te begunftigen, en in tegendeel onze met der Vaderen bloed ee kogte Vryheid , en natuurlyk eigendomlyke Rechten te vermoorden en vernielen. — „ Ontaarde Nederlanders ! Zou 't wonder zyn, dat uwe Geboortegrond „ zich opende, en U, als een drietal Weêrfpanneltngen onder 't oude Israël, daar-r» „ mede, alszy, vreemd vuur ten Offer brengt, levendig ter Helle deed nederdaalen'" — Ja het zou wonder zvn, dewyl men in geene Godsregeering meer leeft, en zulke wonderen dus niet meer van Gode behoeft aftevergen : Maar niettemin zyn de misdaaden geenszins de ftraffen ontwosfen der Rechtvaardige Hand, die wy hoopen en wenfeben, ook nog de Behoudende onzer Republiek te zullen zyn en eeuwig te blyven — Dat de Engelfchen ondertusfchen ongelyk waakzaamer voor bun Volksnut zyn dan wy, blykt fteeds aan f|. fch.efyk befl.sfchen der Zaaken^hunnen Binnenlandfchen toeftand betreffende. Een bewys 'er van is 't afkeuren vari^e Bill, over welke wy gefprooken hebben, en hierdoor hebben zy hunne Ocfct-Indifche Compagnie niet alleen, maar de Rechten des Volks en de Conftitut onecle Wetten van hun Vaderland in ftand gehou' den. Derge yke fpoedige Befluiten konden de Volksgemagtigden der Gewesten van onze Republ.ek even fpoedig ter uitvoeringe brengen, indieoVr op den tyd mw"as e bepaahngen en doordrang mede gemaakt wierde. De Regeeringsvorm zou 'er geenszins door te lyden hebben, hoe zeer ze ook onderfcheiden is tan de Britfche ~ Veel zeer veel zou men hier nog van kunnen zeggen, dan. zulks vereischte een ruim veld ter uitwe.dinge en fchranderer vernuft, dan het onze. — Hiermede is al weêr ons P.aatje uit. Vaarwel, Grietje! Eet fmaaklyk, en g. * den Ba s. In 't ander Jaar zien wy elkander weêr, als 't God wil en wy leeven ^ftd?5^towa.^'. * ^ jC ^ g°edeB EetIust en Ced.ukt-bjr.de Erve de Wed. J. van SGMONT; op de Reders BieAftmt, teAmfteidara.      DEN v HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 4. January 1783. N°. 1. "Sjademaal het den Allerhoogften en alleen aanbiddenswaardig Opperweezen ^ wederom behaagd heeft, door zyne goedertierendheid ons een Nieuw er* ander Jaar te doen bekeven, en ons dierbaar Vaderland, onder zo veele drukkende Onheilen, tot nog toe genadig heeft ftaande doen blyvm, zo dat wy dubbele ftoffe hebben om des Heeren Goedheid te erkennen. Daar anders Volken zich gedrukt vinden door den Last des Oorlogs, en beroofd worden van alles wat hun dierbaafis, waarvan wy echter ook de Onheilen gevoelen, zo genieten wy nog evenwel, onder alle die Bezoekingen, rust en vrede binnen onze Muur en, zo dat wy nog boven andere Volken gezegend worden! Mogt een ieder van onze lieve Land- en Stadgenooten af ft and van Zonden 'en Ongerechtigheid doen, en den Heere ootmoedig fmeeken om zyne bewaaring verder te mogen bevinden; dat Hy, alle dreigende Gevaar en van ons afwendende, ons zenen Vrede in zyne Gunst mogt geeven, op dat de Vyanden over ons dierbaar en vrygevochten Nederland niet triomfeeren, maai eerlang te fchan'de worden; dat de Beftierders van ons Vtderland mogen bekroond worden met de Geest der Wysheid, Kloekmoedigheid en Sterkte, dan zal men met waarheid kunnen zeggen, de God van Israël is ook de God van Nederland. Geliefde Liezerenl dit is onzen Hartenwsnsch, met deezen onzen eerften Nieuwsvertelder: tVy zullen weder, gelyk m voorige Jaaren, ons trachten te bevlytigen U al het merkwaardige te doen leezen, om uwe Gunst meer en meer te winnen, waarin wy ons beveelen, en tevensin U Ed. Vriendfchap en Recommandatie, met alles wat in onze Winkel word gedebiteerde Blyve, naar nogmaals toewenfching van Zegen, U Ed. Vrienden, De Erve de Wed. J. van Egmonh x^A^X Het  Het <*e'al der Dooden binne Arofterdam van Anno 1701 tot ■i725 bedraagt - ''87903 Van 1725 tot a?J0 - " .- 22136? Van 1750 tot 1775 W** Van 1775 tot 1780 " ■ +570* Van 't Jaar 1781 alleen 10009 Van 't Jaar 1782 alleen - - * | ' : " * J445 J In de 82 Jaar 668355 Zynde Taarjiks ruym 8150 Maandeliks raym 679 Weekliks ruym 156 en Daasniks ruym 22 zynden omtrent alle uren een Mens. Dit is opgetelt en uytgereekent door Anthonie Looman Junior. Het getal der Dooden van de voorgaande Week is 176. Met Brieven van Stokholm verneemt men, dat aldaar tyding van Marsrand gekomen was, inhoudende, dat toen de Kaper-Kapitein Koelberg, voerende de Zeeuwfche Kotter de Verenaar, den i2den November gereed was naar Zeeland te zeilen, de Inwooners van die Plaats, welke aart hem Scheepsbehoeftens geleverd hadden, hem niet hadden willen laaten vertrekken, maar een Perfoneel Arrest by de Magiftraat dier Plaats veracht hadden, dewyl de Wisfels, welke hy op zyneReeders getrokken had geprotegeerd waren; dat gemelde Inwooners zich ter naauwernood hadden laaten vergenoegen met het in beflag neemen van alle de Zeilen, zo vaa de Kotter, als van de opgebragte Prys, dreigende het een en ander Gerechtlyk te laaten verkoopen, indien zy niet betaald wierden. Extraft-Misfive uit Metnel den 4den December. Onlangs ftrandde by hevkcn Storm een Schip in het gezigt van deeze Stad. De Equipagie uit 8 Mannen beftaande, gaf haaren nood op allerlei wyze te kennen , maar de Zee was zo opgezet en de Branding zo hevig, dat het onmooglyk w-s hun ter hulp te komen. De Storm woedde aanhoudend voort. Den vierden dag kwam 'er een Ton, die aan een Touw gebonden was, van het Schip aan Strand aandryven; men vulde derelve met verfche Proviand ; dan, naauwlyks was zy tot op de helft weder naar het Schip genaderd of het To»w brak in itukken en de gehetle Equipagie was dus m at vaar om digt voor een Haven van honger om te komen. Drie dagen w behielpen deeze agt Menfchen zich met twee pond raauweKofiyboonen, een Haan en een halve Stokvisch. Een Hond, die zy den volgenden of zevenden dag wilden confumeeren, was toen het eenige Eetbaare wat zy noz hadden. De Zee wierd eindelyk ftil. De Manfchap van de "Root, die «er hunner hulpe kwam, vond hun alle 8 m den Mest zitten, ejl  en by de aannadering van dit Vaartuig kwamen zy als Zakken raar Beneden en wierpen 'er zich in. Hoe weinig indruks zulke naare Ge beurtenisfen ondertusfchen op het Gemoed van fommige Menfchen maakt, kan men daaruit afleiden , dat twee déezer Ongelukkigen den volgenden dag, wegens vechtery in een Hoerhuis, gearrefteerd moesten worden. Warfchau den 7den December.' Volgens berichten uit den Crim, zoude daar alles in volkomen rust zyn, en de Inwoonders aldaar zouden zich zeer wel met de Rusfen kunnen verdraagen. D^eze hebben ook ordre, om hun niets hoe genaamd in den weg te leggen, of iets te neemen, 't geen hun niet toebehoord; ja, men zegt, dat JePdrte, wanneer 'er tusfehen haar en Rusland een Oorlog ontftond, op wanig óf geenen byftand van de Tartaaren hoopen kunnen, want deezen zouden thans meer dan eoit de zwakheid, waarin zich hetgeheele TurkfcheRyk bevind, inzien, en fchryven dezelve alleen aan de flegte Regeering toe. Van den Donau den iaden December. Onlangs is veel gefproken vaneen Corps Janitfaren, 't geen naar Belgrado op marsen gegaan was, en volgens fommigen uit meer dan 20,000 Man beftond, ter onderfteuning van den Bacha, tot herfteliing van Rust en Vrede in die *>tad, doch de laatfte Berichten melden ons de oorzaak, welke aanleiding tot dit gerucht, dat zelfs te Belgrado, onder de Turken geloofd werd, gegeeven heeft' naamlyk: „ Een troep faamgerotte Albaneezen, die op roof uitgingen „ en waagden tot onder Nisw. op den Landweg van Conftantinopolen, • „ te plunderen, wierden door eenige Reizigers van verre gezien, die „ hun voor Janitfaren hielden, en deeze tyding raar Belgrado bragten." Frankfort den 2iften December. Volgens de jong!*e Brieven uic Praag, zou aldaar in 't voorfte deezer Maand het Lyk van zekeren Evangelisch-Luterfche Vrouw, Ludmilla Morak genaamd, als het eerfte, na de vergunning eener openlyke Begraafnis door het Tokranrie-Edicl aan die Geloofsgenooten toegeftaan, des avonds ten 6 tiuren naar 'c Kerkhof in de Praager Nieuwftad gebragt worden; doch hierover ontftond reeds voorheen een ontzaglyk Tumult onder hec Volk, 't welk voor het Sterfhuis zo onzinnig tierde, dat men om eene Eskörte van e'én Gofporaal en 6 Man van het Infantery-Regiment van Kinsky moest verzoeken. Dan, deeze Eskorte was niet in itaat, om de Lykftatie tegens het onophoudlyk fchimpen en werpen met Steenen èh Drek van eenen hoop van misfehien 4000 Beftormers t-e beveiligen. Verfcheidene Lieden van het gevolg werden daardoor op den weg gewond. Op het Kerkhof werden den Soldaat en door het hoe langer hoe ralryker ea woedender wordeode Volk de Grenadiers-Mutfen afgeworpen, en zelfs A 2 wzrd  <4) werd de Roomsch-Catholyke Priester, die het Lyk aan het Graf verwachtte , niet verfchoond; zo dat men naauwlyks tyd had, om het Lyk in de Aarde te zetten. De terugkeerende Lykftatie werd op dea terugweg, fchoon door Soldaaten gedekt, nog verder mishandeld , en in het Sterf huis werden door het Graauw, welk daar in menigte weder faamenrotte onder een yslyk gefchreeuw alle de glazen ingegooid. Eindelyk deed eene aanrukkende Wacht het Tumult, 't welk van 5 uuren des avonds tot 10 uuren aangehouden had, en waaronder oók^aanzienlyke Perfbonen zouden geweest zyn, een einde neemen. Uit den Kerklyken Staat wordt gefchreeven, dat de Aardbeevingen, waarvan men nu federt eenigen tyd niet gehoord had, in 't begin deezer maand zich wederom te Narni, Terni en op andere nabuurige Phatfen vry ilerk hadden laaten gevoelen. Ook hadden zy verfcheidene dagen agter elkander aangehouden, doch waren van tyd tot tyd minder geworden. Veele Schoorfteenen waren 'er door omgeworpen, en eene Kerk mcrklyk befchadigd. Schiedam den 3often December. Ter eere van waare Verdienften, en van hen, die dezelven door gepaste belooningen aanmoedigen en bevorderen , kunnen wy niet voorby te melden, dat de Oeconomifche BurgerMaatfchappy, alhier gevestigd, zekeren braaven Jongeling van 16 Jaaren, Gregorius Davidfon genaamd, eene zeer fraaije Zilveren Tabaksdoos, met eene toepasfelyke Infcriptie, vereerd he.ft, ter oorzaake dat hy, een Kind van 4 Jaaren in Stads Haven in het Water ziende vallen en naar den Grond zinken, zig eensklaps van den Wal af in 't Water wierp, onder duikte, het byna verdronken Kind ophaalde en redde, en dus aan deszelfs Ouders en de Menfchelyke Maatfchappy heeft wedergegeeven. Amfterdam den eerften January. Het getal der Dooden van het Jaar 1781 is geweest 10889, en dat van het Jaar 1782 is 8445 ; dus . 2444 minder dan in het voorgaande Jaar. Geduurende het Jaar 1782 zyn hier van de Puye van het Stadhuis Geproclameerd u|3 Paaren en 697 Paaren op het Stadhuis Getrouwd: In de Gereformeerde Kerken deezer Stad zyn 1541 Paar Geproclameerd. In de Gereformeerde en Lutherfche Kerken deezer Stad, zyn Gedoopt 2232 Jongens en 2086 Meisjes , waaronder begrepen zyn 23 Paar Tweelingen, 2 Drielingen en 6 Bejaarde Perfoonen. Dus de Gedoopten in allen 4318 Kinderen. In de Lutherfche Gemeente zyn Getrouwd 302 Paaren. «ïedrukt by de Erve de Weduwe J ACOBÜS va» EGMONT: ©p de Reguliers Breêftraat, te Amfterdain.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHE'N NIEUWS- VERTELDER Den ii. January 1783. N°. %. Wy achten het van onzen pligt, als naar gewoonte, eenige Dichtreeele* voorteleggen aan den Leezeren van ons Weeklyksch NieuwsoaD fe? gelegenheid der Intrede van den Wel-Eerw. en Geleerden Heer BAR TnnT van der F EEN, van Delft in deeze Stad by de Gereformeerde Gemeentr beroepen, en in dezelve bevestigd den fden deezer, in de Oude Kerk dnZ n« Absalom Veuburg. Hebbende zyn Wel-Eerw. tot TekstwnnH^ * Intreêreden, gehal Golosfenfen IV :\ 3, 4, gehoudenT„TNie^VS 's Woensdags den 8'ften daaraanvolgende. UffC ft,erK ,an goede Leeraars ligt Gods Kerk op 't hoogst gelegen. Wees, wakkre van der. Feen, dan welkoom aan het V: Zet, zet de grootfte der Gemeente krachten by Door Leven en door Leer: Uw koomst zy hier'met tegen.!; Reeds is der Vroomen fchaar al biddende u genegen: " — Zo blyve u de ingang door de Deur van 't Heilwoord Vry' Dat Christus waar geheim fteeds op uw Lippen ïy; - Dat gy 't verklaare en fpreek' 't geen niet moet zyn gezwegen. Dat Liefde tot Gods Èere uw Ziel geduurig blaak* Dat uw beftraffing \ hart des harden Zondaars raak' Maar dat ge oek balfem giete in zyne hartkwetfuuren. De zegen Gerizims ftyg' boven Ebals vloek. Zo fteune uw Leer op 't Oude en Nieuwe Orakelboek Om elk tot Godsvrucht en Bekeering aantevuurca, A 3 Het  (6) Her eetal tó' D'bodën van de voorgaande week is 130. Van elders wordt ons bet volgende medegedee d. Te G«n/«\ op-de KIuivi-, is den 27^11 December laatstleden zekeren Evert Mariens in den ouderdom van 101 Jaaren overleden zy nde tot het einde van zyn ^ even altoos getond geweest; awmerklyk is het dat zyn;n Vader m zyn io4de ïzvne Moedfr in haar io8fte Jaar den Tol der.Natuur eerst betaald hebben., & den 7L December 178,. Den aden deezer verfcheen de Kompg «antsch onverwacht in de Vergadering van het meuwopgenchte Finaneie-Collegie , S welke gdegtnheid Zyne Majefteit de Leden daarvan met de volgende woorden aaufpral^ ^ ^ ^ veirasfcn; en zie u met genoegen bezig met die gewigti« belangen, welke aan uwe iever en uwe oprechtheid zyn toevertrouwd. Ik zal her mondelykherhaalen, het geen u reeds fchriftelyk is aanbevoo en, naauWkeurig in acht ie neemen. Myn wil is u reeds bekend ; maar ik zal u toch onoohoudelyk daarvan herinneren: Ik wil mynen fchat alleen door goede orde in t waarneemen der Financien vermeerderen; van 't Volk begeer ik geene nieuwe Een ; maar wensch veel eer, hetzelve nog, zo veel mogelyk te y^erl.gten. ■Doch het geene ik uwen iever voornaamlyk aanbevecle is dit, dat volllrekt alle. bezwaarnisfen van het Volk , dat ik lief hebbe , wechgenoomen worden ; beSwawn sfen, die het tot hiertoe, tot myn leedweezen, onder mynen ogen naam {-X k begeer ook, dat de dienftigfte rmddelen aangewend worden, om uit ie voortreffelykfte Voorbrengfelen, welken de Voorziemghodara d,t Komngryk verS heeft, het behoorlyk nut te trekken. Gy weet dat ik by dit Volk ge. boorw, en he van myne Kindsheid af lief hebbe. Ik dank God dagelyks, dn hv m tot Komng en Vader verkooren heeft van een Volk, in welks hart ik weet Xïfchen, tonder befchermi.g van Wachten of Soldaaten nood.g te hebben, enz. In het vervolg deezer Redevoering overlaadt de Koning de Raaden van dit Colïegie met Loffpraaken, en noemt eenigen derzelven by naamén. Alle de aanwSden werden door deeze gunftige Aanfpraak zo aangedaan, dat zy zich nies konden weêrhouden van Vreugde-Traanen te Horten. MM den «Men December. De Postbode, van hier naar Italien moetende, is niet ver van Saragosfa door een Bende Struikroovers overvallen en door dezelve d°Mf£°ven'van Cadi* verneemt men, dat de aldaar liggende Oost-Indifche Retourvloot,, order hebbeade om naar Matfcille te vertrekken, eerstdaags öond OÜ%r%Tu derden December. Den 1 jden deezer ontrtond hier in het Paleis ^er Reoubiiek 't welk anders het Krafinskifche Paleis heet, een zwaare Brand, mI■ ■m korten rvd zo geweldig de overhand nam, dat dit fchoone groote en regelm' .le Gebouw byna gantschlyk afgebrand is. Dewyl in dat Pale.s alle de Vergadeineen der hoogere Vierfchaaren gehouden, en ingevolge van dien ook veele &nWen van belang en eenige Depofuo-Gelden in hetzelve bewaard werden, zo K welk op meer dan eene Millioen PoofcheGuH iris gefchat wordt, nog des te gevoeliger. Het vuur is onder het Dak daat veel Hout en Haver la|, eerst uitgeferooken. Verfeheideae Perfoonen hebben hun. Leven daarby verlooren.  <7 > Mentz den lóften December. De MflgffltUt tc Frankfort heeft kortelings eea ' lazer-Corps van dertig Man ndeT- en cea Ópper-Officier, opgericht om de menigvuldige Wanördens eb IXevcryen te weeren , die, vooral op den tyd dCrz?nf^ ♦* *» ^eft de Hooge School te Hevdelberg Sf.oco Guldens Rcfchonken, om de Leerairen des te beter t: kunnen onderhouden.' Hoogitdcxelve brict) bok de Tabaks-Fabriek van den Koopman Brentane, te Manheim, met veele Privilegiën begiftigd, zullende zy voortaan de Firma van Keurvorstelyke Fabriek voeren. . . . ., LertM den 27llen December. De Kapitein Asgill,. die zo lang in Amenka nrvder'het Vonnis des Doods gezeten heeft., en niet anders gedacht had of hy zoud- uit" weerwraak over de Moord, door de Engelfchen aan een Amenkaansch KaVtein gepleegd, opgehangen zyn geworden, gelukkig door den Generaal Washington, op order van het Congres, ontllagen zynde, is alhier aangekomen en door de iynen met groote blydfchap ontvangen. Na het geen hy heelt uitgeiVaan ziet hv'er zeer wel uit; doch zyne Beenen zyn gezwollen door de Klui«ters ' Ifi welken hy gezeten heeft. Geduureude zyne lange Gevangenis, had hy dc finert om al dien tyd uit een van der wl ver Vensters een Galg van So voeten hoog te zien op welken gelchreven itond: Voor de executie van den Kapiiei* Asgill. Gisteren ontving de Admiraliteit Brieven van den Kapitein Ingkfleld, Commandeur van 's Könings Schip the Centaur van 74 Stukken . beherende het drótf„v nieuws van het zinken van dat .Sch-p, omtrent de Azonfche Eilanden. Kórt ™or dat het Schip zonk, was een gedeelte der ^Equipagie in de overgeblevene drie Booten gegaan, ïyfRfe de overigen in den Storm vcrlooren geraakt. Va* Srt7e drie *S men , zyn twee gezonken, om dat zy overlaaden wa:en, eu al Z\ Vo'k verongelukt. De derde, daar flechts twa lf Man in waren, behalven den Kapitein en een Jongen, is nog gelukkig ontkomen naar Fayal, een der /Worifche Elanden, daar zy na verloop van zestien dagen, dat zy in de Boot ;. ;e;KErn, aangekomen zyn. Zy konden flechts voor drie dagen vVate-r ^'iéreerfleff; doch 1 welk zy zo uitrekten, dat zy 'er zich negen da^cn mede h^Hoeiu Waarna ^y genoodzaakt waren, hun eigen Water te drinken; wam ^ Veewatec dronken vielen teritond in de dWetykfte bcnaauwdheden. The Centaur was in den ysïfkïfi Storm lusteloos geworden en werd door Jai jiüe Paris op Sleeptouw genomen; maar m een hevige VV indvlaag geraakte net da«vaa los, en verloor des nachts fret Schip uit het gezjgt. Na die toeiJing oreet Te Centaur ruim drie weeken ,? de &D*St van den Wmd en Ooi ven heen, karnende Hief het minfïe Zeil worden op^ettt. In al dtrtfTfd hadden zy het gduj nVt een eenig Schip tc ontmoeten; en vermits al het Gefchut over DOord geworen al het 8ü ^nde ^Paar mecrd«> Brielle den 3 January In den gepasfeerden Jaare 1782 zyn alhier geflorven .224 Mentenen 73.minder als in het Jaar i78t,.Cn wel 142 uit de Burgerv waaronder y2 Kinderen, en uit de Militairen, alhier Garnizoen houdende 2 Officieren, yoo Soldaatea 2 Kanonniers, 1 Dragonder, 4 Militaire Vrouwen en 33 Kinderen. In de Publieke Kerken zyn alhier Gedoopt 4 Kin dein namentlyk óój^ns en^y Dochter^,_en 42 Paaren Getrouwd. Ainaeren, Cc4:uk by de Efve de -Wed. J. y,x tCMOKT^T^^l^krs BiecW, tt Amrkidam/  DEN HOL LAND SC HEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- V ERTELDER. Den 18. January 1783. N'. 3. H et getal der Dooden van de voorgaande week is 137. Van elders heeft men de volgende Merkwaardigheden. Temeswar den 4den December. Men weet, dat 'er aanmerklyke Emigraties in de Turkfche Staaten voorvallen; maar 'er arriveeren ook, daaglyks, Vrouwen met haare Kinderen, die zich by derzelver Vaders komen voegen, welken zich reeds, fint» langen tyd, met den Handel bezig hielden in de Staaten van den Keizer: zo dra deezen voet op het Keizerlyk Territoir gezet hebben, ziet men derzei ver Mannen en dier Ouders arriveeren, die by 't verlaaten van hun fcjour, waar men hen eenigen tyd ophoud, ten einde verzekert te weezen, dat zy geene befmettelyke Ziektens hebben, geen tyd verzuimen, om zich andere Kleederen naar den Europifchen fmaak, als Zyden Mantels enz. te laaten maaken. Iets, welke zy niet onder het Octomannifche Gebied durfden doen, alwaar zy, om zichzelven, of liever hunne Goederen, aan geen Plundering blootteftelien; zich_ genoodzaakt vonden, om geenen ftaat, hoe genaamd, te voeren, en zich eenvouwig te kleeden, ten einde niet te fchynen, als of zy ryk waren. Alle deeZe Lieden, te vooren Turkfche Onderdaanen, byzonderlyk de Grieken, begeeven zich niet flechts tot de Negotie, maar ook tot het graaven der Mynen, waaruit zy groote voordeden weeten te trekken, te meer daar zy zich niet ophouden, dan met dingen, die reeds derzelver volle waarde hebben. Men rekend de Sommen, die fints 13 Jaaren voor de Mynen van Bannat betaald zyn , op meer dan één millioen Florynen. Verfcheidene Kinderen der Grieken gaan naar vreemde Landen om de Weetenfchappen te leeren. De meeseen komen vervolgens met zulk eenen fchat van kennis, en met eene Taal 20 zuiver B en  ( " ) en eenen Duhfchen Tongval zo vleijend, uit dezelve terug, dat een ieder daardoor verrukt word. De Jooden, die in deeze Contryen zyn, 'c zy op het Land, 't zy in de Stad, zenden hunne Kinderen naar de Schooien der Christenen, waar zy zich ieverig en vreedzaam aanftellen, gelyk als hunne Ouders ook niet nalaaten , hun zulks te recommandeeren. El/eneur den 24.ften December. Wy hebben alhier federt twee dagen eenen lterken Storm uit het Noordwesten gehad, en daardoor is de nieuwe Steene Battery, op het Kafteel Kroonenburg, de Zee heel hoog zynde, doorgebroken, waardoor de groote Paradeplaats en de Hoofdwacht oogenbliklyk vol Water liep, zodanig, dat de Soldaaten 'er tot halverwegen in ftonden; gelukkig viel het Water kort daarna, wyl de Stad anders in groot gevaar zoude zyn geweest. De fchade hierdoor veroorzaakt wordt voor zeer weinig opgegeeven. Weenen den 2öften December. Het heeft hier federt eenige dagea vreeslik geftormd; de Wind was zo hevig, dat verfcheiden Koetfen en Wagens omver wóeijen, veele Menfchen door denzelven opgenoomen, en eenige treeden \erre wederom tegen den grond gefmeeten wierden, waardoor fommigen deerlyk zyn gekwetst geworden. De fchade aan de Daken der Huizen in deeze Stad is zeer aanmerkJyk. Een Bediende vaa de Policie werd door een Vengfter, 't welk uit zyn Heugfels gevloogen was, dermate getroffen, dat hy onmiddelyk dood bleef. Een Timmermansknecht en nog een ander kreegen een üuk van een Dak op hun hoofd , waardoor 2y insgelyks het leven verlooren. Het had reeds verfcheiden dagen ontzachlyk gewaaid, wanneer men gepasfeerdenZondag morgen de finguliere vtrtooning had van een zeer dikken Sneeuwjagt te zien, in welks midden eensklaps een geweldige Hagelbui uitberstte, verzeld van zwaaren Donder en Blixem; de Blixem viel op de hooge fpitfe Tooren der Mctropolitaan-Kerk van St. Stephen, kwam langs dezelve in de Kerk, die vol Menfchen was, en deedt geen andere fchade, dan dat het Bont van een Vrouwen-Mantel gezengd werd. Heden heeft haare Doorluchtige Hoogheid, de Priafes Eiifabeth van Wurtemburg, openbaare Belydenis van den Roomsch-Catbolyken Godsdienst, in handen van den Cardinaal-Aartsbisfchop, afgelegd: de plegtigheid gefchiedde in de groote Hof-Kapel, en by Ho^gstderzelver vorming, waarby de Hertogin van Toscaanen tot Meter benoemd werd, ontving de Prmfes den Naam van Ludovica. Augshirg den 2den January. De Keurvorst van Paltz-Beyeren heeft in 't begin der voorleden maand te Munchen een toeval van Beroerte  (II) gehad, welk hem aan de eene zyde des Ligchaams lam heeftgemaakt; hy heeft in 24 uuren tweemaal eene attaque gehad, doch is federt ook weder buiten gevaar geweesc, zo dat hy den Kersdag den Godsdienst heeft kuantn bywoonen, en den volgenden dag de Stads-Magiltraat audiëntie geeven; en gisteren was by 't Hof aldaar groot Gala en opentlyke Handkus, en 's middags fpysden Hunne Keurvorstlyke Doorluchtigheden met de Keurvorftin-Weduwe, en de Vorftin-Weduwe van den Hertog Clemens. Londen den 3den January. Men heeft alhier bericht gekreegen van een gevaarlyk Oproer, hetwelk in het Noordlyk gedetke van het Prinsdom Walles omftaan is, zynde aldaar meer dan 6000 Menfchen op de been gekomen, die, uit hoofde van de duurte der Graanen en het Brood, reeds verfcheiden gewelddadigheden gepleegd hebben; doch zo dra de Regeering daarvan kennis gekreegen heeft, zyn 'er eenige Regimenten derwaarts gezonden, om die Oproer te dempen. Berlyn den 4den January. Zyne Majefteit, de Koning, is ongemeen vergenoegd en vrolyk. ïly fpyst daaglyks in gezelfchap van eenige Generaals en Staatsministers. Zyne Majefteit wil hier nog eenige nieuwe Barakken laaten bouwen, vermits 'er ten aanzien der Kwartieren van het Garnizoen eene nieuwe inrichting, tot meer gemak zo voor de Burgers ais de Soldaaten, zal gemaakt worden. Ook is 'er ten aanzien der PoJicy eene pryswaardige verandering op het Tapye, waardoor de noodigfte Levensmiddelen tot een minderen prys voor den Gemeenen Man te verkrygen zullen zyn. Den Koombrandewynftookeren in deeze Hoofdftad is reeds verbooden, geene fterke Dranken meer te ftooken van Binnenlandfche Rogge. Van den Neder-Rhyn den 4den January. Zoude men gelooven, dat in deeze Eeuw, zo menigmaal de verlichte, de Phüifopnifche Eeuw geraamd, en zelfs nog in het afgeloopen Jaar, in eene Plaats, der Gereformeerde Religie toegedaan, een Vrouwsperfoon om Tovery gevangen, gêpynigd, en naderhand onder den naam van een Vergifmèngfter (dewyl men vreesde uitgelagchen te zullen worden indien men ze als een Toveres liet verbranden) met het Zwaard ter dood gebragt is ? Dit is echter in het Gereformeerde gedeelte van het Vlek Glarus in Zwitzerland gtbeurd met eene Anna Göldin. Zy wierd door een agtjaarig Meisje, dat, volgens zeggen der Luiden, Naalden en Spelden uit den mond loosde, b.fchuldigd haar betoverd te hebben. Een Doctor en deSuds-Pbarheer wierden by het Meisje geroepen , en verklaarden, dat de Zaak onmogelyk op eene natuurlyke wyze kon toegaan ; maar dat de Duivel onf.il- B 2 baar  Iti ) "baar in "t fpél moest iyri. Anna Göldin wierd hierop, als eene Toveres» in hechtenis genomen , en (fchoon het Kind niet met haar geconfronteerd wierd en nimmer gerechteJyk verhoord is) op haare ontkenning op de Pynbank gelegd, waarop zy bekende. Een tweede Perfoon van wien zy zeide, een ftuk Suikergebak gekreegen te hebben, waarmede zy het Kind al die Naalden, Yzerdraad, Spykers enz. in 't Lyf getoverd had, wierd ook gevangen gezet, en verhing zich in de Gevangenis. Eindelyk wierd het gemelde Vrouwsperfoon den i7denjuny des voorleeden Jaars gerechtelyk ter dood veroordeeld, welk Vonnis ook letterlyk aan haar wierd voltrokken; vermeerderende zy dus het getal der ongelukkige SlagtöiTers van Onkunde en Bygeloof. Men heeft niet eens gedacht om een onderzoek te doen, of 'er achter de voorgewende Zaak eenig bedrog heeft geftoken. Frankfort den éden January. De Wegen om Conftantinopel, ja zelfs de Straaten in die Hoofdftad, zyn thans ten uiterlle oaveilig, naardien de Ongelukkigen, welken hun Huis en Goed door den grooten Brand verlooren hebben, nu hunne fchade op de Vreemdelingen en Reizigers trachten te verhaakn. De omliggende Dorpen zelve wierden door faamgerotte hoopen by den hellen dag uitgeplonderd, en daarby veele Moorden gepleegd. Deeze Geplonderden gingen op hun beurt dan weder aan 't rooven. In 't kort, het Turkfche Ryk is in een zeer criticquen toeftand, en alle deeze beweegingen zyn, gelyk het fpeelen der Bruinvisfehen in de Zee, voorboden van een geweldigen Storm. Amfterdam den i3den January. Heden is op Texel, tasfehen de Koog en de Werte geltrand het Engeisch Prysfcheepje te Americh, Kapitein Tronouw de la Hove; hetzelve is, zo men zegt, met Boter gelaaden, en genoomen door den Duinkerker Kaper le Marquis de Castris, Kapitein Fall; de Kapitein en één Man is geborgen, doch de overige Equipagie verongelukt. Omtrent den Briel, of aan den Hoek, denkt men dat geltrand of verongelukt is het Portugeesch Schip St. Joleph, Kaptein M. da Silva, van Lisbon her waards beitemd; van de Equipagie is een Matroos, door zich met zwemmen te redden, aan Strand, doch byna dood, gevonden: zo veel men van hem verltaan kon, was hy maar alleen van het bovengemelde Schip afgekomen. Na eenige verkwikking en reisgeld van milddadige Lieden bekomen te hebben, is hy van dtn Briel naar Rotterdam vertrokken. bedrukt by daTËrv* de Weduwe ] A C OBUS tam EGMONT: o» de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- V ERTELDER Den 2$. January 1783. N°. 4. Het getal der Dooden van de voorgaande week is iyo. Van elders wordt ons het volgende medegedeeld. Coppenbagen den 3iften December. Zyne Majefteit heeft onlangs eene nieuwe Ordonnantie d«en publiceeren, «m de Commercie op de Eilanden St. Thomas en St. Jan te favorifeeren en uittebreiden. De-Artikelen, daarby vastgefteld zyn hoofdzaaklyk van den volgenden inhoud, (i. Dat het gebruik der Gezegelde Papieren op St. Themas en St. Jan geheel afgefchaft, en maar alleen voor Zeebrieven voortaan zal dienen. (2. Dat alle Schepen, zonder onderfcheid, 't zy dezelve in de Deesfche Staaten gebouwd, of ten Oorloge geëqaipeerd zyn voortaan tot de vaart, niet Hechts van St. Thomas en St. Jan op de Amerik'aanfche en West-Indiiche Eilanden en Plaatftri, ma3r ook van St. Thomas en St. Jan op andere Piaatfen in ea buiten Europa, zullen mogen gebruikt worden. (2. Zal het de Schipptrs, van Amerika en de West-Indiën, naar St. Thomas'en St. Jan zeilende, vryftaan, om zelve van de Goederen, die hunne Schepen in hebben by groote en kie n - partyen te verkoopen. (4 Zal de Scheepvaart en Handel tisfchen de geaoemie Eilanden >St. Thomas en St. Jan en de overige Waerelddeelen buiten Amerika zo vry en onbepaald zyn, dat van alle binnen- en buitenlandfche Piaatfen, binnen en buiten Europa, de Vaart en Handel ep St. Thomas en St. Jan zal mogen gedreeven worden, en alle Retourlaad^ng van St. Thoraas en St. Jan naar alle turopifche Havens binnen en buiten de Deenfche Staaten zullen gaan mojefe (y. Zal van de Koffy, Tabak, Indigo, Cacao, Amerikaansch Hout, Suiker en Ryst, die by den invoer op St. Thoirns en St. Jan Tolvry zyn, wanneer dezelve dirtd naar vreemde Europifche Piaatfen uitgevoerd worden, by den uitvoer y per Cent betaald worden, waartegen van deeze Waaren, wanneer zy naar de Deenfche Staaten uitgevostd worden, op de Eilanden Hechts 2 en een half per Cent van ge^eeven word. En eindelyk, dat, wanneer de Hoofdlaading van een West-Indisch en Amerikaamch Vaartuig, welk te St. Thomas of St, Jan arriveerd, Tolvry is, ook de overige Produóten en Waaren, die een Vaartuig in heeft, Tolvry mogen binnen komen; waartegen van zondanige Waaren , wanneer zy weêr uitgevoerd worden, een T«l van 2 en een half per Cent zal betaald worden. B 3 Daat-  ( 14 ) Datit&ig- den 3den January. In het gepasfeerde Jaar is de voornaamfte Handel alhier geweest de Leverantie van Scheepshout voor de Engelfche Marine, en ook voor een gedeelte van Frankryk en Spanje; zynde in alles maar 17 Schepen van hier naar Holland gezeild, waaronder flechts 1 met Hout; en naar Engeland 137 Schepen, waaronder 107 met Hout. In alles zyn in het gepasfeerde Jaar alhier gearriveerd 437 Schepen, tn van hier vertrokken 449, waaronder 53 Engelfche en 122 Dantzïgers. 'Er is hier flechts 1 Schip, onder Hollandfcne Vlag, binnengekomen, Adriaan Pauls of Jouke Heeres namelyk. 't welk ongelukkig hiervoor dc Haven geftrand is. In het verloopen Jaar zyn binnen dteze Stad 333 Paar getrouwd, 139S Kinderen gedoopt, en in alles 2092 geftorveu ; en dus 694 meer geftorven dan gebooren, welk voornamelyk aan de zogenaamde Ruslifche Ziekte is toetefchryven, die in het gepasfeerde Voorjaar hier geregeerd en verfcheidene Menfchen wechgelïeept heeft; evenwel is deeze onevenredigheid hier niet ongewoon, zynde in de jaaren 1775-, 1776 en 1777 ieder Jaar over de 70* tot 1000 Menfchen meer geftorven dan gebooren. Het getal der Inwoonders neemt zekerlyk af, om dat men van Jaar tot Jaar minder Kostwinningen in de Stad vind ; en dat de Ambachten geduurende de laatfte drie Jaaren nog aan den gang gebleeven zyn, is voornamelyk aan den aanbouw van nieuwe Schepen toetefchryven; zynde hier in een Jaar 29 nieuwe Schepen, meest groote, en van 300 Lasten, van Stapel geloopen, die , zo als andere oude Schepen der Rhederyen , groot voordeel hebben aangebragt; maar die by den Vrede ook veel Gelds ftaan te verliezen, overmits alsdan de Vaart op Engeland zeer verminderen zal, doordien 'er dan genoeg Engelfche Schepen zullen komen, om het benoodigde te haaien, en de Schepen van Holland ook niet zullen wechblyven. 'Er zyn in het gepasfeetde Jaar buitengemeen weinig Graanen uit Poolen afgekomen , zynde de hoeveelheid van alle foorten van Graanen , die ingekomen zyn , in alles, 8983 Lasten, en de uitvoer flechts «12 Lasten geweest, waaronder een groot gedeelte nieuwe Graanen is, die in het Najaar zyn sfgekomen; waHt het Gewas van 1781 was in geheel Poolen mislukt, maar daarentegen is het laatfte Gewas zo veel te beter, levert zeer goede Graanen, en beloofd in het Voorjaar een ftarke afkomst. Men fchat den overgebleevenen voorraad op 2yoo Lasten Rogge, en citca 6o©o Lasten Tarwe. Perys den ioden January. Den 6den deezer des ochtends ten 7 uuren, is Mevrouw de Gravinue van Aitois gelukkig van eene Prinfesfe in 't Kraambedde bevallen , welke de Koning benoemd heeft met den naam van Madtmoifelle d'Angoulême, zynde de Jonggeborene Prinfesfe geondoyeerd door den Bisfchop van Termes , eerfte Aalmcesfenier van den Heer Graaf d'Artois, geaslifteerd door den Vicaris der Paroch'e. Parys den i3den January. Den 7den deezer maand heeft de Prins Dona Pamphili, buitengewoone Nuntius van den Paus, by den Koning te Verfailles een openbaar gehoor gehad. Hy wierd ten einde alhier met de Koninglyke Koetfen afgehaald, door den Prins van Vaudemont, den Heer la Live la Briche, Inleider der Gezanten, en den Heer de Séqueviue , ,'s Komngs gewoone Sesretaiis. De  C i? ) De Nuntius reed vervolgensin Statie naar Verfailles. Vooraf reed de Koets van den Introduöeur, daarop volgde die van den Prins van Vaudemom ; wydeis twee Zwitzers van den Nuntius te Paard; alle zyne Livereibedienden, die zeer ta'ryk waren, te voet; zyne Officiers tn Kamerdienaais te Paard ; zyn Stalmeester, aan het hoofd des Pages, mede te Paard; hiercp volgde de Koets van den Koüing, in welken de Nuntius gezeten was, benevens den Prins van Vaudemont, en den Heer de la Live de la Briche, Ir.trodu&eur der Ambasfadeurs, gaande de Bedienden van den Prins van Vaudemont ter linker- en die van den Introduóteur ter rechterzyde van de Koets. Verders de Koets van de Koninginne , in welke de Heer de Séqueville, 's Konings Secretaiis, met den Auditeur van de Nunciature gezeten was, wordende de trein door de Koetfen van den Nuntius gefloten. By zyne aankomst te Verfailks vond hy op het Hofplein de Fianfche en Zwitzerfche Gardes onder de Wapenen met flaande Trommels, terwyl birnen in het Kafteel alle de Hofbedienden zich op hunne posten bevonden. Het uur der Audiëntie gekomen zynde, vvierd hy door de Heeren Lallemand de Nantouillet en Watronville, als Ceremoniemeesters, uit het vertrek der Anibasfadeurs naar den Koning geleid en by het inkomen van de Zaal ontvangen door den Hertog d'Ayen, Kapitein der Gardes du Corps. Na het gehoor, begaf zich de Koning in zyn Cabiret, wordende door den Nuntius derwaards gevolgd, en bezag aldaar de Luijennand, welke door den Paus gewyd en voor Monfeigneur den Dauphin gezonden was, zynde dezelven, 20 wegens haare Rykheid, als den fmaak waarin ze gewerkt was, uitmuntend en kostbaar. De Nuntius had vervolgens gehoor by de Koninginne, geijk ook by Monfeigneur den Dauphin, aan wien hy, uit naam van den Paus, de Gewyde Luijeren aanbood, en daarna by de andere Prinfen en Prinfeslèn van het Konieglyk Huis, wordende, na ten Hove gefpysd te hebben, met dezelfde Plegtightid wederem herwaards geleid. Conflantimpohn den I3den December. Behalven 't geen reeds voorheen aangaande de herfrelling van den Chan Sahin G hei ai in de Krim door de Rusfifche Troepen van hier gemeld is, is 'er niets meer ropens die gebeurtenis onder het Publiek bekend gemaakt. Alleeniyk dit verneemt men noj van dat voorval, dat de meesten der oproerige Tartaaren, terftond by de ontdekking der Rusfifche Troepen, de vlugt genomen, en hunne Woonplaatfen naar de A naffche Landftreeken overgebragt hebben. (*) Onéertusfchen heeft de Porte, tot veimyding van alle verdere onlusten, hun den ingang in deeze Hoofdftad op eene lachte en be- (*) De Tartaaren vvoonen in een fooit van ronde Tenten, hebbende agt yoe:en in den middeljyn.de Wanden, omtrent vier voeten hoog, worden gemaakt van duims'breede en ei 1 kle Latten' kruiswyz.e op elkander gehecht, hebbende van boven een Koepel, op dezelfde wyze toegefleid'' in welkers midden een rond gat van ti\ee voeten is, waaidoor de rook optrekt. Alles is met Piet gedekt en daarover een zeer dikken en bruine Vilt, om zig voot den Wind en Regen te befchutten.. De ingang is zo laag en fmal, dai zy 'er byna in kiuipen moeten. Dee^'Icmeu kunnen op Wagens vervoerd worden; wanneer het derhalven den Tanaar op de eene Plaats niet meer behaagt , verhuisd hy , in den eigenlyken zin, naar eene andeie. Dagxtrhaal dir ru\t tan l\lti»;an Jiladtz. 99. 3  ( i6 ) beleefde wyze geweigerd. Een enkel klein Gevecht, zegt men, is 'er tusfcheti de Rusfeti en een kleinen Troep Tartaaren onder eenen Tartaarfchen Vorst, uit het Huis Gherai, voorgevallen; vermits deeze zich 'er in den beginne met geweld tegen verzette, om de Rusfen in zyn onderhoorig Rechtsgebied intelaaten. De twee Broeders Bati en Arflan Gherai hebben zich aan Sahin Ghetai weder onderworpen , en worden dtjor den laatstgenoemden met alle zachtmoedigheid behandeld. Onlangs is hier, niet ver van de Mosqué van Sultan Achmet, op nieuw brand ontftaan , waarby weder veele Huizen der Turkfche Ministers in den asch gelegd zyn. De Kurdifche onlusten aan de Aliatifche zyde zyn nog nietbygelegd, ïiettegenftaande reeds verfcheidtne Basfu's van de Porte gelast zyn, om zich met hunne Manfchap derwaards te begeeven. Amfterdtm den i yden January. Met de laatfte Engelfche Brieven verneemt men, dat door de Kaaper the Ligtning van Leverpool, den ziften deezer, by'tEiland St. Michiel, genomen was het Fransch Oost-Indiesch Pacquet Mars, Kapt. de Chene , hetwelk met Depêches van de Kaap de Goede Hoop naar Frankryk beftemd was, hai 7y Man Equ;pagie, waarvan wel de helft Officieren en Pasfagiers; de Papieren waren over boord geworpen, en hetzelve had het byna ontkomen. Echter was het nog niet in Engeland geariiveerd. Middelburg den iodeu January. Heden had deeze Gemeente het genoegen, van het nieuwe en nu voltooide Orgel, in de Oostkerk alhier, voer de eerfteinaal in 't openbaar te hooren ipeelen, terwyl een onzer Predikanten , de WeiEerwaarde en zeer Geleerde Heer F. Reytsma, by die gelegenheid, eene zeer gepaste Redevoering deed u;t Pf. CIV : 33. 'Er wierd voorgezongen de •&. Pfalm, en nagezongen de tyo. Pfalm; zynde dit tot genoegen van een ieder verricht geworden. Rotterdam den 2©rien January. Sedert dat de Brouwery de Twee Leeuwen alhier op den iQdea Maart laatstleden tot den grond was afgebrand, is men op het einde van de maand Aagustus begonnen dezelven weder optebouwen, en daarmede thans zo verre gevorderd dat men in ftaat geworden is om weder een aanvang met Brouwen van Bier te kunren maaken , en bieden het eerrk Brouwfel volbragt is. >'f Gravenbage den zotten January. Eergisteren middag is de Fraefche Ambasfadeur de la Vauguyon, u:t Parys alhier terug gekomen, en nog dien zelfden avond wel anderhalf uur met den Heer Raad-Penfionaris van Bleiswyk in gefprek geweest. Men verzekert, en het is ook niet onwaarfchynlyk, offchoon wat ■vroeg, om het Heilig te melden, dat Zyne Excellentie, behalve het ontwerp van Coöperatie tusfchen zyn Hof en onzen Staat in den aariftaanden Veldtogt, teffens dat van een Commercie- en Alliantie-Traclaat tusfchen de beide Mogeiidheden met zich gebragt zoude hebien. De tyd zal ons hiervan de waarheid wel rasch ontdekken. - GedruktTy~k Erve de Weduwe JAGOüUSvanEGMO NT: op de Reguikrs Breéftsaaï, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLÏKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den i. February 1783. N°. 5- Het <*etal der Dooden van de voorgaande^ week is 117. öVan elders heeft men de volgende Merkwaardigheden. Conftantinopokn den i7den December De brand, die den 6den deezer in de Mosquée van den Sultan Achmed ontftond, heeft 8i 10 Paleizen ■n Hp asfche ^elegd. De Kapitein Pacha het aanftonds Huizen af breeIwT om te beletten dat het vuur zich verder verfpreide. Men heeftop^pmerkt, dat de nieuwe Groot-Vizier, geduurende de eerfte^ weeken van Ivn Adminiftratie, ieder nacht by de 10 a 12 Perfoonen, die men verlacht hield, Lonten in verfcheidene hoeken van deeze Hoofdftad verboren te hebben, heeft laaten wurgen. . ' g Milaan den eerften January. Men heeft hier eene Ordonnantie gepubliceerd die de Menschlievendheid van den Keizer zal vereeuwigen. 7vne Maieftrit ordonneert en wil, dat de gewoonte, welke reeds in de fndere Provinciën heeft iland gegreepen., met opzigt op Weduwen en Weez*n van Officieren en andere Perioonen, die, uit hoofde van hun irtflWvk èedraK eene vergelding verdiend hebben, ook in geheel Oostenrvks Lombardyen zal plaats hebben, en in het Milanefche en Mantuafchc gebied beftehdig in pradyk zal gebragt worden. g Stoïholm den 3den January. Laatstleden Dingsdag, kwam hier een róurier uit Frankryk aan, om eenige Gefchenken aan de Koningin overbrengen , en wel voor Zyne Koninglyke Hoogheid den Hertog van «imaland een Aigrette van Diamanten, van groote waarde; en voor de ttertoein van Sudermanland, als hebbende de Koningin by den Doop van Sen jongen Vorst geprefenteerd, het Pourtrait van Haare Majefteit, ^eer rvk met Brillanten omzet. • Van Marftrand heeft men de tydmg, dat, den B4ften,pasfato, aldaar ffparriveerd was de geweezene Lieutenant van den Kotter de Verenaar■•, lenaamd Fanché, door de Rheders van dat Vaartuig derwaards afgezonden- deeze heeft terftond het commando over het Schip aanvaard, en kort daarna den Kaper-Kapitein Koelberg doen arrefleeren en aan boord brengen, alwaar hy denzelven zeer naauw laat bewaaren.  (-18 ) JPeenen^ den ioden January. De groote beweegingen en toerustingen in de Keizerlyke Staaten, welke Buitenlands gelegenheid gegeeven hebben, om van den Marsch eener Oostenrykfche Armée van 80,000 Man tegen de Turken, als zeer naby zynde, te fpreeken, zullen, zo men zegt, ook met dat oogmerk gefchieden , .dat hetHofvoorneemensis, de lang beflootene Reformatie van Hongaryen op hetfehielykstuittevoeren, en daarom zo veele Troupen derwaards zendt, om op alle gevallen, zo wel van binnen als van buiten, gevat te zyn. Nog onlangs zyn eenio-e 1000 Zadels befteld, en over de 2000 Wagens, tot Voeragetransport, m beflag genomen. Weenen den 1 iden January. 'Er loopt een gerucht, dat de Wapenfmeden van Sthj6n en Oostenryk ordre hebben, om ten fpoedigften 160,00a Stormhoeden in gereedheid te brengen, die, zo men wil, van eene nieuwe Inventie zullen zyn. Een Courier, deezer dagen van Berlyn gearriveerd en aanflonds weêr afgevaardigd , heeft van Zyne Keizerlyke Majefteit een Gefchenk van 200 Ducaaten ontvangen. Berlyn den nden January. Het regent hier onöphoudelyk, en men is zeer beducht voor Dykbreuken langs den Oder, door het hooge Wateren den Herken Noord-Westen Wind, welke federt eenige dagen alhier gewaaid heeft. ° Berlyn den i4den January. Volgens Jaarlykfche gewoonte heeft de Koning , ter gelegenheid van het vernieuwde Jaar, verfcheide Gefchenken aan de Prinfen en Prinfesfen van 't Kóninglyk Huis uitgedeeld. Toen de Ministers der vreemde Hoven by Hoogstdezelve hun Hof, terzelver"gelegenheid , maakte , betuigde Zyne Majefteit hun „ dat zyne Wensch voor eenen algemeenen Vredé was, een Wensch, voegde de Monarch 'er by , welke niet dan voordeelig voor alle Volkeren kan zyn, en waarvan, naar allen fchyn, de vervulling naby is". Mentz den iödén January.. De Portugeefche Jooden van Gibraltar en Minorca. hebben, tegen alle verwachting, van het voordeelig Etablisfement afgezien, welk men hun hier heeft toegeftaan. Men zegt, dat deeze Lieden in eene andere Provincie, denkelyk in het Hesfifche, zieh zouden gaan nederzetten. De Scheepvaart op den Rhyn is thans, wegens het hooge Water zo belemmerd, dat 'er geene Goederen van den Neder-Rhyn kunnen aankomen, en de Straatsburger Schippers leggen ook hier, zonder te kunnen laaden. Parys den 16den January. Mönfeigneur de Dauphin gefpeend zyndé vertrok deszelfs Minne met Koninglyke Gefchenken overlaaden; ook heeft' de Provincie Dauphiné, ten uitenten voldaan over de zorgen, die zy voor Zyne Koninglyke Hoogheid gedraagen had, haar een Gefchenk van 50,0001 Guldens gegeeven. Deeze Vrouw was, om haare eenvouwdigheid, oprechtheid en dankbaarheid, by het geheele Hof zeer in achting Het gebruik, om op Feestdagen te werken, en de Koopwaaren buiten, deur  C rp ) deur te zetten, te veel ergernis gegeeven hebbende, zo heeft men lhenge" ordres gegeeven, om aan alle Arbeidslieden te beletten, op deeze Heilige Dagen, te werken, en aan alle Winkelieren gelast, om hunne Winkels te fluiten; Koffyfchenkers echter en Herbergiers mogen op die dagen vrye Neering doen, mits zulks niet onder Kerktyd gefchiede. Londen den i7den January. Men heeft authentieke tyding van Charleftown, van den eerften November,-behelzende, dat 'er toen alle fchikkingen gemaakt wierden tot ontruiming van die Stad. De Troepen wicrdën ingefcheept, en de Inwoonders pakten hun Goederen, om zenaar de West-Indiën over te voeren. In het laatfte van Nov?mber zoude de Plaats finaal verlaaten worden; en de Amerikaanfche Nieuwspapieren, over Nieuw-York ontvangen , zeggen , dat dit den ayften dier maand werkelyk gefchied is. Frankfort den r8den January. Te Caferta, by Napels, is onlangs het volgende zonderlinge geval gebeurd: De Hertog van St. Elifabeth, Prefident der Giunta van Sicilië, voorheen 'sKonings Ambasiadeur te Weenen en Madrid, bevond zich ten Hove, terwyl 'er Gala was, om ter Handkus toegelaaten te worden. Vermits het daartoe beftemde uur nog niet gekomen was, hield Zyne Majefteit zich in eene andere Zaal op, daar de Hertog den Koning zag, en zich tot Höogstdenzelven haastte, om zyne hand te kusfen. De Koning vroeg naar den ftaat zyner Gezond- neiu; ny aiuwoui ue, uir. nv zien zeer wei nevoiici. lcnoon nv zn mir J T»_i l i _: l ^ t i , , ■• vrao , uai. jjy «"i- »wwa uau *.i<_n uuu»iuu. (ïiou nuwiue lU(_il Ilt'-C geraas eener rvoets ; ae jvoning piaatite zien op een fjalcon , en toen Zyne Majefteit, die het gezicht een oogenblik van den Hertog afgewend had, .. hem hetzelve weder toewendde, lag hy dood voor zyne voeten. Hy was i 8o Jaaren oud. Deal den elften January. Dingsdag nacht is de Ooster-Eems, Kapitein Axel Land , een groot Schip , van Texel naar Batavia beftemd, . onder Pruisfifche Vlag, op Strand geraakt by GooJwïnd-Sand, en heden zyn 27000 Pond Sterling^ in Specie uit hetzelve ra Düins aan Land ge- 1 bragt, men denkt, .dathet niet vlot zal kunnen worden ;'het Volk is ge- • borgen. Het Schip Potsdam, Kapitein Mu'dêr, mede den ivden deezer uit Tesfel naar Batavia in Zee gelloken , is eergisteren wegens tegenwind terug gekomen. Amfterdam den 25ft.cn January. Kapitein D. de Ruiter, van Aïicante herwaards komende, meldt van 'onder Duins, in dato 14 January: ., Den ,, 2often December vertrokken wy vanTorne Vechia, hadden continueeï . ,, dik Weêr en harde Wind ; den 7den January vervielen wy onder Guernfy, en dachten daar binnen te komen, maar Icon de de Klippen. ,, niet bereiken. Des anderendaags woei het zeer hard, dus wy met „ Kappen van het Touw van daar moesten; dien avond kwamen wy in „ de Klippen by Ornay ten Anker, en hebben twee Etmaal gevaarlyk daar geleegen, door het llingeren van 't Schip, waardoor het Tuig zeer ■ G 2 „ OOt».-  C 20 ; ontramponeefd en het Roer in de Kop gedraaid is, wanneer men weder h»t Touw moest kappen, om in de ruimte te komen; dan alzo " het Volk met dit gebrek aan Tuig, Roer, enz. de Noord-Zee niet in „ \vild2, moesten zy een Haven zoeken, en zouden trachten in Rams„ gate binnen te loopen". M"t voorkennisfe van Zvne Doorluchtige Hoogheid den Heer Prins Erf-Stadhouder &c., zyn by het Ed. Mog. Coilegie der Admiraliteit te Amfterdam in Comm'sfie gefield 's Lands Schip van Oorlog deVryheid, van 74- Stukken, en ter commando opgedragen aan den Kapitein Antom Hendrik Christiaan Staeringh; en het Schip Overysfel, van 60 Stukken, aan den Kapitein Nicolaas Riemersma; enzalde Schout-by-Nacht Jan Hendrik van Kinsbergen, overgaan op het Schip de Jupiter, van 74 Stukken. Brieven van Curagao houden in, „ dat de Schout by Nacht H. .Rietveld, commandeerende 's Lands Oorlogichip Nasfau, met den Admi" raai Rodney en den Heer Cambell, Gouverneur van Jamaika, over?' eengekom-n was, om de Kwgsgevangenen van weerskanten uittewis" felen '■' Men verzekerd, dat Hunne Hoog-Mog. zulks goedgekeurd hebben en dat 'er ten fpoedigften aan den Heer Rietveld een Ratificatie zal gezonden worden, om de Gevangenen tegen eene gelyke Ratificatie van&den Koning van Engeland uittewisfelen, en dat onder dat accoord de Equipagie van het Oorlogichip Mars, die nog in de West-Indiën gevangen is, zal begreepen zyn. Deeze Brieven voegen 'er by, „ dat het Oorlogichip Nasfau zich in zulk eenen Hechten ftaat bevond, dat men " hetzelve geoordeeld had niet in ftaat te zyn, om ooit wederom de *' zee tü kunnen bevaaren, en dat men het niet meer gebruiken konde, " dan alleen voor een Wachtfchip, in de Haven van Curacao^ Men verneemt, dat van de 6 Hollandfche Oost-Indifche CompagmeRetourfchepen , die den 1 oden December laatstleden van Kadix vertrokken zvn, reeds 4 te Marfeïlle zyn gearriveerd; namenlyk, de Vrouw Anthonetta Conradina, Kapitein C. P. Hoek; de Behemoth, Kapitein C Cornelisz; Diana, Kapitein P. F. Riebe; en Beekvliet, Kapitein K. Tacobs ■ een 5de was te Toulon aangekomen: 'er mankeerd nu nog één, alsmede de Franfche Oorlogschepen la Latine en le Montreai, die de voornoemde Oost-Indifche Schepen geconvoieerd hebben. Oliënde den 2öften Januarv. Gisteren is van Strand behouden m deeze ■Haven gebrast, het Sloepzeilfchip the Cathernae Anna Peggy, Kapitein *A Stuart, laatst genomen door een Viisfingfche Kaper; ookisden 24lten oó Z'1" bewesten Nieuwpoort dryvende gevonden, een Smal- of Tjalkfchip, met het geheele Tuig onder Water, geladen met WynenTerpentvn, zo men zegt uit dezelve Haven gezeild, het zelve is op Strand gebrast om het geen mooglyk is te bergen. Het Volk zoude volgens rapport te Nieuwpoort met de Boot aangeland zyn. . . Gedrukt by de Erve de Weduwe JA CO BUS van EGMONT: op de Reguliers Breêltraat3 te Amfterdam,  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 8. February 1783. N°. 6. rïet getal der Dooden van de voorgaande week is 138. Van elders wordt ons het volgende medegedeeld. Baston den t8'en Oftober 1782. Hoe veel belang America fielt in de vriendfchap en vetb'ntenisfe met de Verée'nigde Nederlanden , en welk eene achting zv de braave Ingezeetenen dier beroemde Republiek toedraagt, kan, onder anderen, blyken uit de volgende, uit naam van Zyne Excellentie, den Heer John Hancock, GouverneEr en Commandant en Chef van Masfachufett, alhier afgekondigde 'pROCLAMATIE. Aangezien Hunne Hoog-Mogenden , de Siaaten Generaal der Verée'nigde Nederlanden den Wel-Edelen Heere John Adams, Schildknaap, ontvangen en erkend hebben als Minister-Plenipotentiaris der Veréénigde Staaten van NoordAmerica- e»ne gebeurtenis, welke den grondfla^ onzer Onafhangklykhe.-n jagt van 14 uuren en Gfvecfet van y quatitiers, genomen deZeeuwfche Kaper de V lis Jinger, van 1 z Vierponderscn 68 Man. D.szelfs eerde Kapitein en eeifte Luitenant zyn dood, en de Kapitein eer Mariniers en 6 Matfoozen gekwetst. Van the Refolution is een Matroos gekwetst. De Vlisiin»er ïVte Giimsby-Road , niet ver van Huil, opgebragr.. Amfterdam den zjQen January. Van Vlisfingen heeft uien, dat ce Kapitein Jarry, voerende het Kaptrfchip de Vlislïnger, geuomen heeft een nieuwe Sloep van 120 Ton, ge'axlen met Gerst, doch die door Storm by Oliënde op Stiand geraakt is, alwaar de Gerst duur verkogt is, hoopende men bovtndieu het Vaar-- wip  ( H ) ruig, gelukkig aftebrengen. Nog was aldaar opgebragt een Paquetboot, van Aberdeen raar Londen beftemd, zynde een fraaije Brik van circa 120 a 130 Ton, door gemelden Kapitein insgelyU genomen, gelasden met iy«o ftuks Goederen, eH een menigte Engelfche Laarzen en Schoenen, en hebbende vetfcheidcne Pasfagieren aan board. Met Brieven van Suriname, in dato den a.8ften Oéküfr, verneemt men, dat de Kapitein J. E. van Raders, commandeerende hft Schip de Prii.fes Royaal Frederica Sophia Wilhelmina, welke den 7d'en July des voorleden Jaars, met de Sch.-pen naar de Oost- en West-Indien beftemd, isit Texel gezeild was, den I3den Augustus daar aan volgende, op de breedte van 36 graaden en 26 minuten, en de gegiste lengte van 35-4 en 4S van dezelven is gefcheiden, zettende dezelven de'reis in goeden ftaat voort, onder het geleide van de Fregatten Btunswyk en Jafon; dat de gemelde Kipiteiu Raders vervolgens zyn cours derwaards gefield hebbende, eerst den 27(ten September, met drie Koopvaarders onder deszelfs geleide, te Gayenne aangekomen was, en aldaar de Kotter de Brak gevonden had, welke den 2ollen September van hem afgeraakt was, en vervolgens den eerden October wederom van daar vertrofcken en den 4den dier Maand, met de gemelde Koopvaarders, op de Riv;er van Suriname aangeland was, vindende aldaar de Oorlogs-Fregatten de Valk en de Thetis, onder het bevel van de Kapiteins Silvester en Spengler; doch konde deszelfs voorgenomen Reis naar Cnrccao toen nog niet voorzetten, uit hoofde van bet groot aantal Volks, dat aan boord van gemelde Schip aan de Scheutbuik ziek was. Rotterdam den 3iftcn January. Men verneemt, dat de tyding alsofdeGrootmeester vau Maltha onlangs zoude overleden zyn, geheel ongegrond is; want volgens verhaal van een Schipper, te Marfe;lle aangekomen en door wien dit gerucht 1 verfpreid is, zoude reeds den 23ften November laatstleden, vo'gens gewoonte! by het overlyden vaneen Grootmeester, de Havens van Maltha zyn gefloten geweest; doch de Brieven van daar, gedat;teekend den 2often November, meldtni niets van de ziekte, veel min van het overlyden van den Grootmeester. Amfterdam den eerften February. Brieven van Elfeneur, van den 18Jen der gepasfeerde maand, houden in, d?.t men met de laatfte Noordfche Brieventyding had omvangen, dat het Holhndsch Oorlogfclrp Rhynland, Kapitein Mulder, behouden in Ofter-Rifocr (een Buitenhaven in Noorwegen) gearriveerd: was, aan boord hebbende 60 Zieken, die aan de Wal waren gebragt, om herfteld te worden, Te Koppenhagen waren, in 't gepasfeerde Jaar, vcele rykgelsaden Schepen gearriveerd. Men reekende, dat Yr alleen ty Miik'oenen ponden Koffy waren: aangekomen, daar 'er voor 't begin van den Oorlog, jiarlyks flechts t Millioem arriveerde. Daags te vooren waren uit de Sond gezeild 1 China-Vaa-dir en i» Schepen naar de Kust van Guinea; doch verfcheidenen waren, u't hoofde vans tegenwind, wéér terug gekomen. Gsdrekt by de Erve r!e Weduwe JACOBUS van EGMONT: op di Rs^üikrs Brec'ftraat, te Amfterdam.  DEN HOLLAND SC HEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 15. February 1783. N°. 7. Het getal der Dooden van de voorgaande week is i©6. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Van Lisbtn heeft men de tyding gekreegen van het overlyden haarer Allergetrouwde Majefteit, de Koningin van Portugal. Deeze Prinfes droeg de Kroon uit hoofde van haar eigen Recht, als Erfgenaam van haaren Vader, den voorigen Koning Jofeph. De Dochter van een Koning van Portugal erft in dat Ryk, even als ia Engeland, de Kroon, en gaat daarin de Manlyke Oiren van haar Vaders Familie voor, welke geen Broeders van haar zyn. Geduurende het leven van den overleden Koning, zagen de Portugeezen, dat hunnen Souverein geen wettigen Zoon had en dat by gevolg het Huwelyk van zyn Dochter en Erfgenaam met een Buitenlandfche Prins eene nieuwe Familie zoude op den Troon brengen, met uitüuiting van het by hen zo beminde Huis van Braganza, hetwelk nu alleen beftond in den Perfoon van Zyne Koninglyke Hoogheid, Don Pedro, Broeder des Konings, en derhalven verzocteten zy hunnen Soaverein, dat hy, ten einde de Kroon in zyn Familie zoude blyven, genadïglyk het Huwelyk wilde toeftaan tusfchen zyne Dochter en zyn Broeder. De Koning bewilligde in dit verzoek van zyne Onderdaanen en verkreeg daartoe van Rome de noodige dispenfatie, uit krac'nte van welke de Oom met zyne Nicht in Huwelyk trad. Dit was volmaakt overeenkomftig met de Levitifche Wet, doch drydig met Canones der Ghristelyke Kerk; dan dewyl de Vrede van Europa en van de Waereld van dit Huwelyk af* hing, dewyl 'er ligtlyk Oorlog zoude hebben kunnen ontdaan tusfchen Don Pedro en den Prins, aan wien de Prinfes van Brazil zyne Nicht haar hand mogt geeven, ltond de Paus deeze dispenfatie gereedlyk toe. Verfcheiden Kinderen zyn 'er in dit Huwelyk verwekt, de oudfte van welken is de Prins van Beira, die deezen Tytel droeg tot de komst van zyne Moeder op den Troon, wanneer hy dien van Prins van Brazil, zynde in Portugal de gewoone Tytel van den Troonopvolger, aannam. De Koningin gaf terftond haar Gemaal den Tytel vaa Koning, even gelyk onze Maria de eerde deed aan den Koning Philip, doch de toom der regeeringe hield zy in haar e:gen handen. Door haare Majefteits ovtrlyden komt de Kroon op haar Zoon den Prins van Brazil, en Portugal levert dus een zeldzaam Staatkundig verfchynfel op: te weeten, twee Koningen, Vader en Zoon, ieder voerende den Tytel van Koning van Portugal. De een zou met recht, indien deeze uitdrukking in de gewoonte was, de Koninj Weduwenaar, D en  C 16 ) en den ander regeerend Koning mogen genoemd worden: dan de laatfte mïnderjaarig zynde, zal de Vader waarfchyniyk, geduurende zyne minderjaarigheid in hoedanigheid van Regent, het beltuur over de pu»lieke Zaaken hebben. ' Dtntzig den nden January. Het Ys is door den aanhoudenden dooi zo zwak geworden, dat het is beginnen te dry ven, welk men nog nooit in 't midden van january beleeft heeft, en 'tgeen des te gevaarlyker wordt, om dat 'er zeer groote Houtvlotten, die door den vroegen Vorst, in November, overvallen zyn, nog op Stroom liggen , de belemmering van het Ys vermeerderen, en, in groote partyen, of hier voorby naar Zee, of door eenen anderen arm van den Wyxel naar het Haf aftakken. Dit ongeval zal eene menigte Procesfen veroorzaaken overm'ts het meeste Hout door Dar.tziger Koaplieden gecontracteerd, en daarop' aanzienlyke Prenumeratien betaald zyn, die, wanneer de levering niet volgt, terug zullen gecisclit worden, bovendien, raakt al het Hout, welk nog geborgen wordt, door malkanderen, en het zal dus bezwaarlyk kunnen gedecideerd worden, aan wien het toebehoord: verders heb'aen zich veele van de Eigenaars aan den Pruisiilchen Tol, te Tordon, door W:sfelbrieven, verbonden, om denzelven, op het arrivement van het Goed, aioier te betaalen, welk zy, hun Hout verliezende, niet zullen kunnen doen. Het Ys heeft zich beneden de Stad gezet, en men was hier reeds voor eene Overftrooming beducht, overmits het Water aanmeikelyk begon teryzen; dan, juist gisteren, is hetzelve veel gevallen, waaruit men opmaakt, dat hetzelve, of beneden het Ys lucht gekreegen heeft, of ergens boven de Stad Dykbraaken heeft veroorzaakt; een groot gedeelte van de beste Dantziger Landeryen (iaat reeds onder Water, en het gevaar word nog grooter overmits het, fins eenige dagen, weêr is beginnen te vriezen en fterktefneeuwen! In het Elbingfche moe( het gevaar nog grooter zyn; maar men heeft hiervan uit hoofde van de O verft roomingen, nog geen tyding kunnen bekomen. Van' hier ftaat, in het Voorjaar, wederom veel Hout naar Engeland gelaaden te worden, maar voor alsnog zyn geene Vrachten geflooten, om dat de Rheeders en de Bevracnters onzeeker zynde, of het Vrede zal worden dan of de Oorlog zyn gang ïal gaan, niet weeten wat zy eifchen of wat zy beden zullen. Zierikzee den 6den February. Heden hebben wy het genoegen , dat onzen Kaper de Goede Verwachting, Kapitein Gilles van der Us, gelukkig van zyn Kruistocht van 16 dagen, op onze Rheede is gearriveerd, gelyk ook op dienzelven dag het Prysfcheepje the Friendfchip, met Kooien, voor Ballast, by hem genomen mede is aangekomen ; zynde nog twee Scheepjes belaaden met Kooien, het een groot omtrent 110 Lasten, en 't ander ico Lasten, by denzelven genomen, doch waarvan men nog geen bericht heeft ontvangen ; wenfchende hartelyk dat ze beide gelukkig zullen mogen binnen komen. *s Gravenhage den oden February. De Schutters van het Columbyne Vendel Capitein Arnoldus Kreveld , Junior, en wel uit dezelve het Rot onder den Heer Lieutenant Hendrik Abraham van Vu^ht, zullen dit Jaar, op hunne beurt de Meiboomen planten. De Zinnebeelden en Spreuken, welke tot dat einde vervaardigd worden, zyn als volgt: Voor Hunne Ed. Groot-Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. De Hollandfche Maagd, zittende binnen haar Tuin, in wier fchoot de Vrede den Hoorn des Over v'oeds u'tftort. In het verfdret z'et n ten eenige Schepen met deeze Spreuk: TUA DAMNA REPENDET. ' Dat  C V ) Dat is: Zy zal uwe geleden fchade vergoeden. Voor Hunne Hoog-Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. De Nederlandfche Maagd , hebbende voor haar borst hangen de zeven famengeftrengelde Pylen, en hou eade in de linkerhand de Speer met den Hoed der Vryheid, en geeven-le de rechterhand aan Noord-America, ook afgebeeld in de gedaante van een Maagd, met een Vederixnch op het hoofi, en met het Wapen der dertien Veréénigde Staaten op de borst: Mercun'us vertoond zich boven dezelve in de Lucht met zynen Slangenftaf, met deeze Weorden: NOÜÜS 1NOISSOLU BI LIS. Dat is: De onöntbindelyke Knoop. Voor Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Willem den Vden, Prins van Orange en Naslau, Erf-Staahouder &c. Sec. &c. Het Schip van Staat, kenbaar aan de Hollandfche-en Prinfe-Vlag, vaarende op eene onituimige Zee: Door de donkere Wolken breekt de Zon heen : En boven den Stuurman vliegt een Vogel met een Olyftak in zyn bek: waarby (Iaat: SIC TUTA TANGIT PORTUlvJ. Dat is: Zo komt het veilig binnen de Haven. Voor Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Prinfesfe van Orange en Nasfau &c. Sec. &c. Een Kroon, rustende op een Pilaar, met dit Byfchrift: LAUS IMMOTA MA NET. Dat is: Haar Roem houdt ftand. • Voor Zyne Doorl. Hoogheid den Heere ErÊ-Prins Szc. Sec. &c. Een Jongeling, Maande by een Colom, op welkers top de Hoed van Vryheid ftaat: In het midden is een brandend Hart gefchilderd, en op het Voetftuk is het Wapen der Generaliteit afgebeeld, waarna hy met de linkerhand wyst, terwyl hy de rechter op zyn Borst houdt; met het Devies: PATRIOS JAM CONCIPIT IGNES. Dat is : Zyn Hart brand reeds van Vaderland-liefde. Voor de Erf-Prinfesfe van Orange en Nasfau, &c. &c. &c. Het Wapen van Orange en Nasfau , waaraan een Paerel hangt ; waarby men leest: DECUS SUAE DOMUS. Dat is : Het iieraad van haar Huis. Voor Zyne Doorl. Hoogheid, den Heere Tweeden Erf-Prins, &c. &c. &c. Een Jongeling llaande voor den Tempel van de Deugd, en van de Eer, aan-één gebouwd, met deeze Woorden : MERITIS SIBI QUAERIT HONORES. Dat is: Hy zoekt Eer door Verdienden. Voor Haare Doorl. Hoogheid , Mevrouwe de Prinfesfe van NasfauWeilburg; &c. &c. &c. Een Vorftelyk gekleedde Vrouw, ftaande tusfchen een Altaar en een Anker: waarby ftaat : PLUS, QU AM TERRESTRIA, SPER AT. Dat is: Zy hoopt op meer dan aardsch geluk. Voor Zyne Hoogheid den Heer Prins van Nasfau-Weilburg, &c. &c. &c. Een Degen met een Laurier-Krans uitfteekende, tusfchen een üouien Beker en een Goud Halsfieraad; met deeze Spreuk : D 2 FE R-  C 28 ) FERRUM PRAESTANTIUS AURO. Dat is: Staal boven Goiad. Voor den Heer Veld-Maarfchalk , Hertog van Brunswyk-Wolfenbuttel, &c. &c. &c. Het Wapen van den Heer Veld-Maarfchalk, hangende aan eene hooge Colom: met het Devies : INSIGNIS UlilQUE. Dat is: Alön vermaard. Voor den Wel-Edelen Achtbaaren Magiitraat van 's Gravenhage. Hercules met zyn Knods gewapend: In 't verfchiet ziet men het Gebergte van Arkaüe , waarop zich Harten en wilde Zwynei ophouden; met dit Byfcririft: VESTRO MODERAMINE TUTI. Dat is: Veilig onder Uw bellier. Voor den Wel-Edelen Gedrengen Heer Colonel, Mr. Jan Slicher, Regeerend Burgemeester, &tc. &c. &c. Het Wapen van de Schuttery, vastgehouden door eenen geharnarschten Held; waarby men leest: NON TE GUSTODE TIMEBUNT. Dat is: Uwe hoede zai heur vrees verdryven. Extract uit het verhaal der wonöerbaare ontkoming van den Kapitein Inglefield en het Volk, hetwelk met hem het Engelsch Oorlogichip de Centaurus, kort voor dat hetzelve gezonken is, verlaaten heeft. In den namiddag van den 23ften September vjii, het Weêr zeer onftuimig zynde en het llerk waaijende, rees de Zee ongemeen hoog, wanneer onze Jol van het Schip affloeg en zonk. By het vallen van den avond, dobberde het Schip wel boven Water, maar zonder dat 'er van de eene minut tot de ander eenige zekerheid was, dat het uet zoude zinken, zo dat de liefde voor het leven, die ik echter geloof, dat zich nooit laater by zulk een naderenden dood vertoond had , nu alle dhtirctie en ftibordenatie geheel wech nam. Het was ook in de daad onmooglyk, dat iemand zich met eenige hoop konde vleijen om op zodanig een Wrak, by zulk een hooge Zee, zyn leven te zullen behouden, behalven dat het zeer waaifchynlyk was, dat het Schip zinkende, als in een Draaikolk, zoude medefleepen al wat zich op eenigen aflland van hetzelve bevond. Het was nu y uuren, wanneer ik, «it myn Gajuit komende, een groot deel van myn Volk zeer benaauwd zag daan kyken aan de eene zyde van het Schip, en der waards mede het oog wendende, za^ ik dat verfcheiden Perfoonen zich meester hadden gemaakt van de Pinas en dat 'er zich nog meer gereed maakte, om 'er in te gaan. Ik nam terftond in beraad om my van deeze Boot te bedienen, voor dat zy door het groot aantal Volks mogt overlaadeB en zinken. 'Er ' was maar een oogenblik tyd van bedenking, of om aan boord te bly ven en met al het Scheepsvolks omtekomen, aan welk ik echter niet langer van eenig nut konde zyn, of de gelegenheid waarteneemen, welke de eenige weg van ontkoming fcheen te weezén, en het Volk te verlaaten van welk ik, in verfcheiden gelegenheden , zo voldaan was geweest, dat ik myn leven zoude opgeofferd hebben bm het hunne te behouden; dit was indedaad eene pynlyke overweeging, welke ik geloof dat niemand te recht kan befchryven, of'er zelf een denkbeeld van vormen , die zich niet in diergelyke omftandighedeu bevonden heeft. _ {Het Vervolg hierna.') fisdiukt by de Erve de Wed. J. vam EGMONT; op de Reguliers Bteêihaat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDE R. Den 12* Febrüary 1783. N°. 8. H et getal der Dooden van dè voorgaande week is 14Ö. . ... Amfterdam den 22ftea February\Deeze Dag geeft de perioéftige dude Leden der Gereformeerde.Gemeente dèezer Stad, en de geheele Gemeente zelve niet weinig ftof tot dankbaarheid aan het Weldoende. Opperweezen voor deszelfs onuitfpreeklyke Goedheid en genadige Befcherrriing, die tevens met zynen allerdierbaarften Zegen eeti' reeks van honderd Jaaren hébben mogen rusten op een der nuttigde en uitmuntendfte Godsgeftigtén, na'amlyk het Diaconie-Oude-Vrouwen-Huis. Dit Huis ftaat in èeh der luchtigfte en aangenaamfte gedeelten der Stad, óp den Binhen-Amftel, en beflaat in breedte den geheelen grond.van de Nieuwe Heeren- tot de Nieuwe Keizers-gragt, zynde 360. Voeten. Het heeft ook eene aanzienlyke lengte 3. doch de breedte overtrift deeze, zynde 230 Voeten. *Er is een ruime Tuiii agter, die ge.meenfchap heeft met het Corvers Hof, mede een Godshuis vpor Oude Lieden* naderhand door de beftelling en uit de Nalaatenfchap van den, Jïd. Achtb'. Heere Corver en deszelfs Echtgenoote Vrouwe Trip, gebouwd, opeen gedeelte des grpnds van het Oude Vrouwen-Huis dat gehe.eï de grond tot de Weesperftraat toe, door den Magiftraat.gefcfïonkën was. —» Van binnen heeft dit Gebouw verfcheide groote Zaaien en Kamers, als de Vérgader-Kamer der Broederen Diakonen, Beftierders van hetzelve, eri dié der Diakonesfen of Buiten-Moeders. Een ruime en luchtige Eetzaal, een groote Ziekenkamer aan 't agterfte gedeelte van 't Gebouw; vermaaklyke Woon-Vértrekken zó voor de Binnen-Vader en Moeder als andere Suppoosten; ook' een Waschhüis, en verfcheidene andere, zo tot Timmeren als berging van Kisten voor de geftorvene arme Leden, en andere Goederen. Weinig Godshuizen hebben die onbekrompenheid welke dit heeft. In agt Galleryen, vier boven en vier beneden, zynde Woohingen der Oude Vrouwen „ ieder beftemd ter huisvestinge van vièr Perfoonen; en ieder Gallery heeft negen zulke Kamertjes* Nu bleèven D 3 'er  (30) 'er na de voltooijing van dit Aanzienlyk Godsgebouw nog over veele Beneden-Vertrekken, die mede beftemd waren om ter plaatfinge van nog meerder Bewooneren te dienen. — Eene juiste Befchryving van dit Gebouw te geeven is zo zeer ons oogmerk niet, als welde noodzakelykheid en de gezeegende middelen tot deszelfs ftigting en onderhouding te melden en te bewonderen ter eere van den algoeden God, ter roem? ryke nagedachtenisfe van hen, wier Liefde en Weldaadigheid voor de Oude en arme Lieden onder hunne Geloofsgenooten het hunne deswege hebben toegebragt en zulks nog doen. Daar by het vermeerderen der Gemeente, hoe welvaarende ook de Behoeftigen vermeerderden, en veele derzelven oud en zwak wierden vereischte het de pligt der Armenbezorgeren althans voor die oude cn zwakke Lieden alles in 't werk te ftellen wat mooglykware, om dezelven van onderhoud te voorzien. De Perfoonen der Vrouwelyke Sexê hadden zulks in dien toeftand wel het meeste noodig. — Men hefteedde dezelven by geringe Leden der Gemeente, en kon niet anders" Maar de Ongemakken, die by de arme Oude Vrouwen geleden wierden —1 de verzwaarende kosten voor de Diaconie — het verzuim eener gere gelde Levenswyze der geenen, by welken zy gehuisd waren—de moeite en zorg der Broederen Diakonen, die te meermaalen, ja dag aan dag hunne eigen belangen moesten uitftellen of opofferen aan het Belang der geenen, ter welker Nutbetrachtinge zy het opzigt hadden, als moeten de geduurig, dan hier dan daar, de geheele Stad doorloopen en alles ten beste der arme oude Leden fchikken, waren drukkende zwaario-heden. —- Dus was 'er niets noodiger — niets heilzaamer dan de ftig°tinê van een Huis ter faamenwooninge der Oude Vrouwen , om alle deeze ongemakken uit den weg te ruimen: Want doorgaans in Keldertjes en Kluisjes gehuisd, eng genoeg voor de eigenBewoonderen zeiven, kwvn de een groot gedeelte dier arme oude Lieden aan ziekten en kwaaien door de bekrompenheid en ongezonden toeftand dier Wooningen ver* oorzaakt. — Men had ondervonden dat het bouwen van een Huis voorde Weezen der Gemeente, onder bezorging der Diaconie ftaande, de ee wenschte uitwerking had;—• en zou men een diergelyk voorrecht aan arme Oude Vrouwen, meest Weduwen, weigeren; daar het zelfs tot beter on derhouding , met de minfte kosten, met ongelyk minder moeite en he kommering voor de Broederen Diakonen, en zelfs tot een veel uiteT breider nut voor der Oude Vrouwen toeftand, zo wel in 't Godsdienftieê als Burgerlyke, konde ftrekken ? — Immers neen! — Maar hiertoe he hoorden grond en Geldmiddelen. — Het eerfte, de grond, wierd mild en ruim gefchonken door de altoos Volkslievende en Liefdaadiee Ma giftraat deezer Stad, zo als gezegd is. Het tweede, Geldmiddelen vond men grootendeels uit de Liefdegiften der Gemeente, en vooral uit d> Nalaatenfchap van den Heere Barend Helleman, die, overleden zynde den 12 OOober 1680, de Diaconie tot Erfgenaame verklaard had waardoor zy ter ftigtinge van dit Huis voornaamlyk werd in ftaat lV fteld, wordende by dezeite op dea 15 July irj8i beflooten zulks ter mti voe-  C 31 ) voeringe te brengen > en het Gebouw op gewelfde Kelders te Hellens van welke men de Huurpenningen, indien men die Kelders tot eigen gebruik niet noodig had, ten behoeve van het Godsgeftigt zoude aanleggen, gelyk gefchiedt. Dit befluit daar zynde, werd een begin met bouwen gemaakt, zo dat de Eerfte Steen van 't Gebouw zelve gelegd werd door den Heere Jan Ghezel, den 18 Oftober 1681. — De eerfte Vergadering der Diakonen werd in dit Huis gehouden den 22ften February 1683, (Commelin fchryft 1682; dan het kan niet wel mogelyk zyn, dat zulk een uitgeftrekt Gebouw in ruim vier maanden zo verre gevorderd zoude zyn,) en 'er werden op dien zelfden dag een honderdtal Oude Vrouwen ter huisvestinge ingenomen , by welke vervolgens nog 72 gevoegd zyn. Hoe groot het getal derzelve thans is, weeten wy niet. Den 17 November, deszelven Jaars 1683, geheel volbouwd zynde, werd dit Oude Vrouwen Huis, onder eene groote menigte van loehoorderen ingezégend door den Predikant Jacobus Vafeur, ge'asfifteerd met den door den Eerw. Kerkenraad daartoe gecommitteerden Ouderling Evert van Ruytenbeek. By deeze gelegenheid deed de Leeraar vooraf een Gebed, voorts eene Inwydings-reden en daarna eene Dankzegging aan Gode en de Gemeente, gedenkende daarby de Milddaadigheid derzelve in 't algemeen en de uitmuntende Liefdegaaven en Erfbeftellingen , door welke dit Huis in ftand kwam, in 't byzonder. — Dit Godsgebouw zyne volkomenheid hebbende en gefchikt ter huisvestinge van een getal van 400 Perfoonen, bleef 'er nog plaats genoeg in open, om dit getal te huizen. — Maar waren 'er onder de Gemeente noodlydende Oude Vrouwen , men vond 'er ook dergelyke Oude Mannen onder ; fchoon doorgaans minder, uit hoofde dat veelen derzelven van hun Ambachten of Gilden een beftaan hadden, toereikende om buiten eene geheele alimentatie en diis ook buiten een algemeene verzorging der Diaconie te blyven. — Dan evenwel waren 'er eenigen onder, gelyk zy 'er altoos zyn en zullen zyn. — Voor deezen moest mede gezorgd worden, gelyk vervolgens gefchiedde; daar men hen in het ruimfte Onder-gedeelte van het Agter-Gebouw, op den Tuin uitziende geplaatst heeft, terwyl ieder van hun, zoveel mogelyk, ten nutte van het Huis, aan bézigheden gefteld wordt, waarvoor hun eenig voordeel wordt toegevoegd , behalven dat een ieder der Mannen twee ftuivers Tabaksgeld 's weeklyks geniet. Ziet daar het voornaamfte dit Godsgebouw betreffende. Op deszelfs Eerfte Eeuwgetyde dient het volgende Dichtftukje. uwe Erkentenisfe aan Gode, ó Gryze Schaar! Die 't Eeuwfeest vieren moogt der ftigtinge uwer Wooning, In teedre hoede en gunst van den Alzégenaar, Naardien uw Pligt u roept tot zuivre Dankbetooning. Denk dat die hoede en gunst met Liefdeftraalen glimt; Daar ze u ontheffen van de zorgen voor het Leven, Ter-  < 3*0 Terwyl rtw kracht verzwakt en uw behoefte klimt; Daar u zyn Voorzorg, Hulp en Weldaèn niet begeeven. God is 't, die u befchermt in uwen Ouderdom. Laat andren, dien 't Geluk begunftigd heeft met fchatten, Waardoor hun zucht naar meêr geduurig hooger klom, ('k Meen Vrekken! — Gierigaarts!) hun heil verkeerd bevatten. Door fchatten, wel hefteed, verkreeg dit Godsgeftigt, Door zorg voor Ouderdom en Deugd, zyn ftand voorheenen. De roem van Helleman wordt dus door 't hêuglyk licht Van waare Dankbaarheid op 't glorirykst befchèefien; Waarby de loffpraak van veele andren gelden moet. Wel, dank dan, nevens God, de Bron van uw Befcherming, Wier hulp dit dierbaar Huis tot nu toe heeft behoed* Voor allerlei gevaar; ja, dank de teedre ontferming, "t Meêlydend Weldoen van de Magiftraat der Stad, Die de Armen der Gemeent' nooit onderftand öntzeide, Veel min den Ouderdom, die geen vermogen had. Dank uw Beftierdren en Beftierderesfen beide: Dank ook de Leden der Gemeente en iedereen, Die tot uw Welftand ooit geen Liefdegiften fpaarde, En bid, by 't lofvertoog van Gods Goedgünftigheêo, Dat daar hy dit Gebouw een Eeuw voor ramp bewaarde, Dat het nog Eeuwen lang door Hem behoed rnoog' zyn En nooit zyn Zégen misf'; dat zuivre Godsdienstpligten,. Dat ongeveinsde Deugd, bevryd van valfchen lchyn, Hier onöphoudelyk hun taak met roem verrichten. Erken de zorg van hen, die 't Eeuwigduurend heil Van uwe Ziel altoos door Leeren, door Vermaanen, Betrachten, op dat gy, nooit voor afwyking veil, Door 't waar Geloof ü 't pad der Zaligheid zie baanen'. Gehoorzaamheid en Pligt aan wetten en gezag Voegt u zo wel als elk; betoon ook de Ouderlingen; Betoon het Vaadren-tal, dat uw regeeren mag; Betoon uw Moedren eer in al hun handelingen. Betoon vooral der Kerk, dat is, in 't algemeen' Haar Leden, dankbaarheid voor hun Liefdadigheden, En offer Gode uw Lof voor zyn Goedgunftigheên; Wees met uw hetlryk Lot, wees met nw ftaat te vreden. En zo dit Godsgebouw vervalling wordt gewaar, Dat dan een nieuw verfchyn', nog ruimer in zyn msuren. Wyd uwe Erkentenisfe aan Gode, ö Gryze Schaar! Dit eischt uw Pligt van u, in deeze heuglyke uuren. Gedrukt by de Erve de Weduwe TACOBUS vanEGMONT; op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  D EN HOLLANDSCHEN WEEKLVKSCUEN NIEUWS- VERTELDER. Den u Maart 1783- N°. 9. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 116. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Conjlantinopokn den ioden January. De Opvolger van den in kort afgezetten Groot-Vizier is een Man van groote Geleerdheid, en een Vriend der Europeaanen; hy gebruikt in zyne uuren van uitfpanning een weinig Wyns. Eenige Jaaren geleden was zyn leven vry ongelukkig; daarna werd hy Geheimfchryvet by eenen Griek, Stavoraki genaamd, die lang by de Porte in groot aanzien was. De Capitein Hasfan Pacha heeft zeer veel met denzelven op, en bei ien deeze aanschouwen den wankelenden toeftand des Turkfchen Ryks als uit één oog. Weimar den zden February. Hec'en morgen, om 4 uuren, is Mevrouwe de Heitoginne, onze Souvereine, gelukkiglyk, van eenen Prins verlost, die Karei Fredrick zal genoemd worden. Overmorgen zal de Doopplechtigheid gefchieden. Mevrouwe de Hertoginne, nevens den jonggebooren Prins, bevinden zich, naar 'tydsomftandigheden, zeerwel. IVeenen den fden February. Zondag laatstleden, de Feestdag onzer Lieve Vrouwe, volbragt de Cardinaal-Aartsbisfchop onzer Gathedraale, in de Kerk van den H. Stephanus, de gewooulyke inzegening der Waschiichten. Eertyds gefchiedde deeze plechtigheid aan het Hof-zelve en de Waschkaarfen werden verdeeld onder de Officieren en Bedienden. Maar de Keizer, achtende die gewoonte niet Boo-dig ter Zaligheid, heeft dezelve afgefchaft. Zyne Keizerlyke en Koninglyke Majeïteit houdt zich nog geduurig bézig met verfcheiden andere verbeteringen te maaken in het uiteilyke van den Godsdienst. Het getal der Altaaren in de Kerken zal verminderd worden; en men zal daarentegen de Parochiën vermeerderen, voor het gemak der Geloovigen. Men voegt 'er nog by, dat Zyne Majefteit de .Kanonnikken van den H. Stephanus, onzer Hoofdflai, die gelyk Boikau zegt: — — — —1 — aan elk der Priesterfchaar Doen zorgen voor 't Gebed, als Huurling van 't Altaar, geordonneerd heeft om, by de aanftaande Paasch-Feesten, een begin te maaken met in Perfoon de Godsdienstplichten te verrichten, en dus, met wat meerder moeite de eerlyke Belooning, welke de Kerk hun toeftaat, te winnen. Ean jong aanzienlyk Perfoon, van een buïtengemeene lengte, had zich rsedi E ver-  f 34 ) verfcheïdene maaien by een Franiscaauer Prior aangediend, begeerende in die Orde aai.genomen te worden. Doch de Keizer, oordeelende, dat deeze Jongmanno» wel tot iets beters konde gebruikt worden, maakte hem Cadet, met een maande" lykfche Gagie van z Ducaaten, zeggende tegen hem, wanneer hy zyn Uniform aan had : „ Zulke Franiscaaners hebbe ik gaarne in mynen dienst." Voor eenige dagen reed Zyne Majefteit de Keizer naar de Brug by Rosfau, waar men bezig was eenige Schepen met Amunitie te laaden. De Monarch vroeg naar den Officier, die daarover het opzigt had; maar men gaf Hoogstdenzelven ten antwoord, dat dezelve zich naar het nsastbygelegen Koffyhuis begeeven had. Intusfchen was 'er, aanftonds op des Keizers vraag, één naai- 't Koffyhuisgeloopen ; den Officier terftond medebrengende. Maar zyne haastigheid kwsm te laat. Zyne Majefteit voerde hem te gemoet: „ Gy had u zo niet behoeven te haasten ; „ gaat maar weêr naar't Koffyhuis, zulk flach van Lieden, als waarvan gy 'er „ één zyt, kan ik in mynen dienst niet gebruiken." Sneeberg den 7den Ftbruary. Den 4den deezer gebeurde hier het droevig Ongeluk, dat de groote Filzdyk, in deeze Kabuurfchap gelegen, doorbrak, en alles daaromftreeks onder Water zette. Het Dorp Zfcherlam ondervond wel het meest de droevige gevolgen, ttrwyl 4 Huizen, met Menfchen, Vee, en alles wat'er in was, eensklaps, wechfpoelden, en 20 a 30 anderen zodanig onder Water gezet werden, dat zy alle oogenblikken dreigden inteftorten. Tusfchen Zfcherlam en het Stedeke Aue, zyn 19 Menfchen dood gevonden. Ook zyn in Auerhammer 2 Huizen en de Brouwery tot den grond toe wechgefpoeld, waarby 2 Huisgezinnen 'seftaaade het eene uit 6 en het andete uit 7 Perfoonen, verdronken zyn. De fchade , door deeze Overftrooming veroorzaakt, is zeer groot, en kan gemaklyk 30,000 Daalders beloopen. De arme en ongelukkige Inwooaders van Zfcherlam zyn in 't by zonder beklaagengwaardig, die door het uwe en ongunftig Jaarfaizoen van al het hunne beroofd zyn, en hierom der weldaadigheid van anderen niet genoeg kunnen aanbevoolen worden. Parys den i4den February. Lang voor dat Engeland dacht om de Onafhanglykheid van Amerika te erkennen, heeft het Congres, terwyl het met de eene hand zyne Vryheid verdedigde, met de andere een Wetboek voor de Vereenigde Staaten ontworpen, en hetzelve onlangs aan den Abt de Mably gezonden, om het te eiamineeren en cortigeeren; waardoor deezen Philofophifchen en Politi'quen Schryver de eer ftaat te genieten om voor den Wetgeever van eene groote Natie gehouden te worden. Berlyn den 1 yden February. Men zegt, dat 'er reeds een Perfoon benoemd is, om naar Philadelphia te gaan, en aldaar als Koninglyk Pruisfisch Agent by de Vereenigde Staaten van Ametika te refideeren. Ook zouden 'er bereids verfcheidene Pruisfifche Koopvaardyfchepen worden uitgerust, om naar dat Waerelddeel onder zeil te gaan, en met hetzelve den Koophandel te openen. Men wil hier Brieven hebben, volgens welken een Oorlog met de Turken vooreerst nog geen plaats zou hebben; maar dat 'er integendeel eene nieuwe verdeeling van Poolen op het Tapyt zou weezen. Amfterdam den 24ften February. Van Elfeneur wordt van den iyden deezer gemeld, dat op Tifterne, by Gottenburg, geftrand is het Schip van JacobSouw, van  ( 3f ) van Roftok naar Bourdeaux beftemd; een gedeelte der Gereedfchappen waren geborgen , en men hoopte ook iets van de Lading te redden. _ Den toien deezer is, na twintig dagen met aanhoudende Storm in de NoordZee gezworven te hebben, op de Jarmoutfche Banken verongelukt het Schip de Jufvrouw Anna Maria, Kapt. Birket, van Oftendenaar Tabago moetende. Het Schip de Keizer van Duitschland, Kapt. Gurin, van Udende naar St. Kits gedestineerd"'is by het uitzeilen van Torbay geltrand, en zal geheel wech zyn. Vervolg van het verhial der wonderbaare ontkoming van Kapt Inglfield, en een gedeelte des Volks van het Engelsch Ooiloöfchip de C-ntaurus. De lkfde tot het Leven hield eindelyk de overhand: ik riep den Schipper Rai'iy de eenige Officier, die op het Dek was, en begeerd hebbende dat hy my zoude volgen, begaf ik my oogenbliklyk in de Boot; maar niet zonder groote moeite konde men de Boot van het bchip afkrygen. Ondertusfchen was 'er tweemaal zo veel Volks in als de Boot voeren konde, dewyl 'er verfcheiden in 't Water gefprongen waren: de Heer Baylis, een Jongman van ly Jaaren, fprong ook van de Rust af en wierd nog ingenomen. De Boot geraakte ten laatften in Zee en wy deeden ons best om deszelfs Boeg optevullen, ten einde dezelve beter in Haat te ftellen om de Zee te breeken en de tegenwindfche zyde van het Schip te pasfeeren, maar hiermede béiig zynde, verfcheelde het maar weinig of wy zouden gezonken hebben; de Zee liep hoe langs hoe houger, zo dat de eenige waarfchynlykheid om het Leven te houden was, dat wy het voor den Wind lieten loopen. , < . ' Toen begon ik eerst te begrypen, hoe gering onze toeftand beter was dan die van hun, welke in het Schip gebleeven waren, en het fcheen my toe dat dezelve alleen beftond in eene verlenging van ons elendig Leven. Wy waren twaalf in getal, in een lekke Boot, bjna in het midden van den Westlyken Oceaan, zonder Gompas, zonder Qaadrant, zonder Zeil, zonder O verrokken of Mantels alle zeer dun gekleed, in een Stotm met een hooge Zee! Het was nu des avonds ten y uuren en binnen een half uur verlooren wy het Schip uit ons gezigt. Voor dat de donker viel ontdekte wy een Deken in de Boot, die terftond als een Zeil gefpannen wierd, en onder welke wy alle de Nachten doorbragten, echter elk oogenblik verwachtende, dat ieder Golfdezelvewechflaan zoude, zynde het foratyds met groote meeite, dat wy het Water uit de Boot konde krygen voor dat 'er weder eene hooge Zee kwam. Alle waren wy half verdronken, zittende, behalven die, welke hoosden, op den bodem van de Boot, zo dat, ïonder wezenlyk te vergaan, 'er zeker nooit eenige Menfchen meerder geleden hebben als wy. Des morgens wierd het Wtêr wat gemaatigder en de Wind liep naar het Zuiden, dat wy aan de Zon ontdekten. Die nacht overleeft hebbende, herftelden wy ons eenigzins en begonden op onze toekomende behoudenis te deToeii wy het Schip verlieten , was de Wind N. W. of N. N. W. en bevonden ons O. Z. O zyo a 260 mylen van Fayal. Had de Wind y of 6 dagen aangehouden , was 'er mogelykheid geweest dat wy, voor den Wind afloopende, aan eene der Westelyke Eilanden zouden aangekomen zyn: dan de verandering van den Wind verydelde deeze hoop; want indien dezelve wederom E 2 of-  ( 3* ) opftak, wisten wy, dat wy het Leven niet konden behouden als met voor den Wind afteioopen, waardoor wy andermaal Noordwaards gedreeven en welhaast omgekomen zouden zyn. By het onderzoek van de Levensmiddelen, die wy aan Boord hadden, bevond ik dezelven te bettaan in een Zak met Brood, een kleene Ham, een enkel ftuk Spek, twee Flesfen Water en eenige weinige met Franfche Liqueuren. Ve Wind bleef 8 of 9 dagen Züidelyk , doch woei niet hard, zo dat de Boot naauwlyks op zyde ging, maar wy waren alle deerlyk nat en koud. Wy maakten een foort van rekening op onze reis, maar om dat wy dikwils in 24 uuren Zon of Sterren zagen, hadden wy niet veel heop op den goeden uitflag van onze togt. Wy meenden thans dat wy naar het O. N. U. cours gezet hadden, ten minnen v federt den eerden nacht, in welken wy naar het Z. O. gedreeven waren, en hoopten dus. het Eiland Gorvo in het gezigt te zullen krygen; dan deeze hoop verydeld ziende, vreesde wy , dat de Zuidlyke Wind ons te Noordwaards zoude gevoerd hebben. Al ons bidden was derhalven om een Noordlyken Wind, want onze toedand begon nu allerëlendigst te worden door den honger en de koude. Öp den yden hadden wy reeds bevonden, dat ons Brood, door het zout Water, was nat geworden, en dat het noodzaaklyk was ons zeiven op een rantzoen te zetten. Alle morgen wierd 'er een Biscuit in twaalf dukjes gedeeld voor ons ontbyt en hetzelfde gefchiedde ook des middags om daarmede onze maaltyd te doen. Wy hadden den ha's van een Fles afgebrooken met een kurk 'er in, dit diende ons tot een Glas, en dit Glas of hals vol Water was de portie voor ieder Man in de 24 uuren : deeze uitdeeiing gefchiedde niet alleen evenredig , maar ook zonder eenig onderfche d van Perfoon. Doch' met dit alles zouden wy echter van dorst gedorven zyn, indien wy niet nog eenig Regenwater gekregen hadden, en dit zouden wy niet hebben kunnen vangen, indien wy niet gelukkig een paar Lakens in de Boot gevonden hadden, welke daar by toeval in geraakt waren. Deeze,fpreidden wy uit als het regende, en wanneer ze door -nat waren, wrongen wy ze uit in het hoosvat, daar wy de Boot mede ledigden. Met dit gering rantzoüi, hetwelk in onzen medelydenswaardigen toedand eerder diende, tot mondterging dan tot voeding, begonden wy zeer zwak te worden, en onze Kleederen nog geftadig nat zynde, kreegen wy , op verfcheiden piaatfen van ons Ligchaam, een zweerachtig zeer. Op den dertkndesi dag wierd het zeer dil, doch kort daarop begon het eerst eene dyve koude en vervolgens een harden Wind uit den N. N. W. te wstórjrn* zo dat wy, voor den Wind afloopende, met ons Zeiltje wel y a 6 mylen ia één uur afleiden: en dachten dat wy 60 mylen ten Zniden van F"ayal waren, dewyl het zo hard woei, konden wy het niet onderneemen derwaards cou;s te zetten. Het was nu den vyftienden dag, dat wy in de Boot geweest waren, en wy hadden nog maar voor eenen dag Brood en maar eene Fles Water, die ons van den laaiden Regen was overgebleeven. __________ •___ C^ei vervolg hier ~ Gedrukt by de Erve de Wed» we JACOBUSvanEGM ONT: op de Reguliers Breêltra&t, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 8. Maart 1783. N°. 10. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 125*. Van elders' wordt ons het volgende medegedeeld. In Siciiien zyn in het voorleden Jaar door den Marquis van Caraccioli destyds Onder-Koning, zeer goede inrichtingen ten beste des Lands, byzond'er der Hooffhd Palermo gemaakt. Men is bézig aldaar alle de Straaten met groote vierkanten Steenen te plaveyen, terwyl bevoorens flechts de Hoofdftraaten dat voorrecht hadden : zy zullen fchoongehouden en verlicht worden , zo als die te Parys. Ook is 'er eene opentlyke Markt aangelegt, waaraan men het welk naauwlyks te geloovèn is, tot nu toe gebrek had. Wyders zyn 'er drie groote Wegen aangelegt om de noodigfte Produ&en ujt het binnenlte des Eilands aan de Oevers te brengen. Een kwartier uurs varf de Stad is thans eene nieuwe Begraafnisplaats gemaakt, met Staketfels en Cypresfen omringd, en uit 200 diepe ! Kelders beflaande. Van Weenen wordt gemeld , dat aldaar in het 8öfte Jaar zyns Ouderdoms overI leden is Hendrik lofeph, Prins van Auerfperg en des H. R. Ryks, Herto» van Munfterberg en Frankenftein , Ridder van de Orde des Gulden Vlies en groot I Kruisdraager van St. Stephens-Orde, groot Erf-Maarfchalk van het Hertogdom | Carniole, en werklyk Geheimen Raad van Zyne Keizerlyk Koningl. Apóstoli- fche Majefteit. In Schlavonien is onlarags op eene boete verbooden, een Staar te vangen of te dooden (een Vogel in 't Latyn Sturnus genaamd) waarvan het volgende de : reden is: Toen in het veorleeden Jaar, die Gewesten door verwoestende zwer'men van Springhaanen bezocht werden, had men waargenoomen, dat eene nieini*te Staaren van alle Streeken kwamen toevliegen, en met veréénigde krachten I tegen de Springhaanen als te Velde trokken, en veelen van dezelven ombragten !die men by menigten op den grond zag vallen, en niet aflieten voor dat de gant' fche zwerm rerdreeven was. Wegens deezen gewictitigen dienst, en om dat het te vreezen flaat, dat dë achtergelaaten Eijeren der Springhaanen Jongen zulk» voortbrengen, teg'en wel- E 3 fcen  C 38 ) ken de hulp dier nuttige Vogelen nog verder noodig mogt zyn; zo is die, voor hun zo weldaadige Wet gegeeven. Van diergelyke Wetten heeft men in oude tyden reeds voorbeelden gezien: Gelyk in Egypten omtrent den Vogel Ibis, die de Slangen doodde, en den Ichnoumon, die de Eijeren der Grocodillen verftoorde, door de Wetten zyn befchermd geworden, tot dat men hen eindelyk, uit Bygeloovighéid, vergoodet heeft; doch deeze eere zal het GeflachtderStaaren in Scklavonien zekerlyk niet genieten , in deeze verlichte Eeuwe, daar de Bygeloovighéid in andere opzichten zo zeer haare kracht verlooren heeft. De Morokkaanfche Gezant wordt binnen weinig dagen hier verwacht. De 8 Paarden , die hy van zynen Souverein tot een gefchenk voor zyne Majefteit medebrengt, zyn reeds naar Leebfchutz in onze Stoeteryen aldaar geleverd. De Paarden zyn zeer fchoon , maar het Tuig nog fchooner. Het is zo masfief, dat men het in den eerden opdag onmooglyk voor Goud kan houden, 't geen men echter zegt, dat het is. Het is in eenen byzonderen fmaak gemaakt, dien men hier niet kent, maar bewonderd. De Gezant had in de Comedie te Livorno bykans een Tragedie gefpeeld. Hy was aldaar in den Schouwburg en verkoos in de Loge, waarin hy zich bevond, op de Balustrade te gaan zetten. Doch zyn evenwigt kwyt raakende, viel hy van boven neer, en had het ongeluk, dat hy een Rib in zyn Lyf brak, waardoor zyn reis is vertraagd geworden. Keulen den ayden February. Onlangs ontftond 'er in de Handeldad Elberfeld, in het Bergfche omtrent Dasfeldorp gelegen, eene onéénigheid onder de Fabricquanten en hunne Arbeidslieden, willende de eerstgenoemde de Dag- of Arbeidsloonen der laatstgemelden verminderen. Op deeze onéénigheid volgde eindelyk eene Opdand, die zo hoog liep, dat men genoodzaakt werd, een Detachement van driehonderd Voetknechten envyftig Ruiters uit het Guarnifoen van Dusfeldorp derwaards te zenden , om de rust aldaar wederom te herdellen; doch men vreest, dat, aangezien de Fabricquanten by den Heere Vice-KanfelierKnap, die Keurvordelyke Bergfche Commisfaris is, appuy gevonden hebben, alle die Werklieden, ten minsten vsor een groote gedeelte, Élberfeld verlaaten zullen en zich na de naby gelegene Pruisfifche Handel- en Fabricq-Plaatfen begeeven. ' Toen men in Londen tyding gekregen had, dat Generaal Washington, uit reprcfaille over het ophangen van een Ametikaansch Officier, last had gegeeven dat de Engelfche Krygsgevangen Officiers het Lot moesten werpen, ten einde eene gelyke Straf aan één van hen, op wien dit zoude vallen, te oefenen , en dat dit ongelukkig Lot gevallen was op den jongen Kapitein Asgill, verwekte die tyding aldaar een algemeen medelyden; doch byzonder trof dezelve de Familie van den Heer Asgill. Zyne Moeder nam hierop het befluit om te beproeven of zy de voorfpraak van het Franfche Hof voor haaren Zoon konde verwerven en fchreef tea dien einde aan den Grave de Vergennes, Frankryks Eerden Staatsdienaar , den volgenden Brief: Myn Heer! indien de Politesfe van het Hof van Frankryk gedoogd dat eene Vreemdeling zich by hetzelve vervoege, kan men niet twyfelen of zy, in wien zich de allerderkde aandoeningen, die immer een byzonder Perfoon treffen kunnen, veteenigen, zal gunstig ontvangen worden by een Heer, wiens karaéter niet al-  ( 39 ) alleen eere doet aan zyn eigen Land, maar ook zelf aan de Menfchelyke Natuur. Het onderwerp, Myn Heer! omtrent welk ik de vryheid neem uwen byftand te fmeeken, is zo hartgrievend, dat het my niet mooglyk is om 'er my mede op te houden ■ zeer waarfchynlyk heeft het algemeen gerucht'er u reeds van onderricht, en het zal'derhal ven niet noodig zyn die droevige taak op my te neemen. Myn Zoon' myn eenigen Zoon! die my zo dierbaar is als hy deugdzaam is, die zo beminnel'vk is als hy verdiend te weezen, pas 19 jaaren oud, en thans Krygsgevang-n in gevolge van Capitulatie van ..York-Town, zit thans in Amerika gevangen tot een Voorwerp van Weerwraak! — Moet dan de Onfchuldige de Straf van een Misdaadiger ondergaan? Overweegt eens, Myn Heer! de teeftand van eene Familie die zich in aeeze omftandigheden bevind, omringd, gelyk ik, van treurige Voorwerpen, en overftelpt van angst en droefheid. 'Er zyn geen woorden , die in ftaat zyn om het geen ik gevoel uittedtukken of myne fmerte aftemaalen. Myn Man1 door de Geneesheeren opgegeeven eenige uuren voor de aankomst dier noodlottige tydiiw is buiten ftaat om van dit Ongeluk onderricht te worden: Myne Dochter ligt aan een ylende Koorts, in welke zy onophoudlyk om haaren Broeder roept en zulks zonder eenige tusfchenpoozing, als fomtyds wanneer zy verneemt naar deeze en geene omftandigheden, die eenige hoop aan haar Hart kunnen geeven' Ach Myn Heer! laat uwe aandoenlykheid u myne onuitfpreeklyke droefheid'afmaa'len! Een Woord van u zal, als of het een Stem des Hemels ware, ons van zinneloosheid en elende bevryden! ,. ,. , Ik weet zeer wel, dat de Generaal Washington uw karacter eerbiedigd; meldt hem alleenlyk, dat gy verlangt dat myn Zoon ontflagen wordt en hy zal hem aan zvn troostlooze Familie wedergeeven en hun gelukkig maaken. Myn Zoons deugd en dapperheid zullen deeze daad billyken. Zyn Eerzucht heeft hem naar Amerika cevoerd Hy is in Weelde en in een Onaf hauglyken Staat gebooren en had groote uitlieten. Gedoogd dat ik nogmaal uwe goedheid fmeeke, dat ik eerbiedig uwe maetiee tusfchenfpraak afbidde voor de onfchuld in eene zaak van recht en menfchenliefde ten einde gy, Myn Heer! een Brief uit Frankryk wil afzenden aan den Generaal Washington, . en my met een Copy van dien begunftige, ten einde ik dezelve van hier zonde kunnen afvaardigen. Ik gevoel zeer wel wat vryheid ik gebruik met deeze gunst van u te verzoeken; maar ik ben zeker, het zy dat gy dezelve my al of niet toeftaat, dat gy medelyden zult hebben met myne droefheid, welke my hiertoe aangezet heeft. Uw Menschlievendheid zal wel een traan ftorteu op myne fout en ze daardoor uitwisichen. Ik bid dat de Hemel u behoedde van nimmer die vertroosting noodig te hebben, welke thans in uwe magt is te verleenen aan A S GIL L. De Biief die de Heer de Vergennes, op het verzoek van deeze bedroefde Moeder aan den Generaal Washington gefebreeven heeft, en op welken het ortflag van' den Heer Asgill gevolgd is, zullen wy in onzen eerstvolgenden mededeelen. Vervolg v»n het verhial der wonderbaare ontkoming van Kapt Ingkfield, en een gedeelte des Volks van het Engelsch Oorlogfchip de Centaurus. . Onze fmerten waren nu zo groot als de kracht van de Menschlyke Natuur immer draagen konde , doch wy begreepen dat goede moed ons thans meer ° moest  ( 4» ) moest onfteunen als Ligchaamlyke derkte: Evenwel dierf dien dag aan hontrer en keude de Quartiermeester Thomas Mathews, de wakkerde Man die wv m de Boot hadden, daags te vooren, toen hy zyn dukje Brood zou'de deorflikken, had hy geklaagd van pyn m de Keel, in den nacht dronk hy Zeewater begon te ylen en ftierf zonder een zucht te laaten; en dewyl het ons toefcheen' dat wy alle, binnen een dag of twee, op dezelfde wys zouden derven troostè het ons eenigzins te zien, dat het derven van honger niet zo fsiertlyk was als wy ons verbeeld hadden Verfcheiden onder ons klaagden insgelyks van pyn in de Keel, fommige dronken hun eigen Water en ik zelf had mede Zeewater gedronken. Dewyl wanhoop en moedeloosheid drikt verboden was, had men de gewoonte, als den avond viel, om, in plaats van een Avondmaal, e'kanderen aautemoedigen met eenig Gezang ©f het vertellen van een Hidorie, maar deezen avond had niemand meer lust tot het een of ander. By het naderen van de nacht was het dil, doch kort daarna begon de Wind, zo wy meenden, uit den Westen op te zetten, maar dewyl wy vreesden uit onze cours te geraaken, wachtten wv met ongeduld naar het opgaan der Zonne, om ons tot een Gompas te dienen By het aanbreeken van den dag, vonden wy den Wind, gelyk wy gewenscht hadden, W. Z. W. en terdond zetten wy ons zeil op, loopende voorden Wind af, ten minden 4 mylen in een uur. Ons laatde ontbyt gedaan hebbende met al het Brood en Water dat ons nog overgebleeven was, verklaarde de Quartiermeester John Gregory, met zeer veel verzekering, dat hy Land zag in het Z O dan wy hadden reeds zo dikmaals Banken voor Land aangezien, dat ik het niet durfde gelooven, en waarfchouwde daarom het Volk, dat zich reeds uitermaaten verheugde , tegen de gevolgen van eene te leardelling. ■ Terdond zetten wy onze cours derwaards, fchoon ik voor my het noe niet geloofde. Ondertusfchen dak de Wind nog meêr op, waardoor de Boot %16 mylen in een uur vorderde, en binnen twee uuren konden allen, die in de Boot waren, duidelyk het Land zien, doch nog op zulk een verren afdand dat wv rekende, het niet voor 10 usrei in den avond te zullen bereiken ; zynde het ten minfte 20 mylen van ons af geweest , toen wy het eerst ontdekte en ik kan nog de Voorzienigheid niet genoeg danken, van het ons op zulk een verren afltand te hebben doen zien. Aan alle kanten van den Horizon, uitgezonderd daar het Land ontdekt was hing zulk een dikken damp, dat wy niet verder dan 3 a 4 mylen zien konden' Fayal, gisten wy, was O. ten N. van ons, waarom wy die cours hielden en binnen weinig uuren zouden wy, indien ce Hemel zich, tot onze behonderrs niet opgeklaard had, verder van het Land verwyderd en onze cours Oostwaard houdende, alle de Eilanden gemist te hebben. (Het vervolg hier na.') Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUSvahEGMONT: op de Regulier* Erecdraat, te Amderdam.  D E N HOLLAND SC HE JVJ WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 15. Maart 1783. N°. 11. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 146. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Uittrekfel van een Brief van Tullamore den 8ften February. Donderdag laatstleden was een der verfchriklykfte dagen, welken ons hier geheugd beleeft te hebben : Men zag in den nacht te vooren reeds verfcheiden fterke Blixemftraalen, verzeld met zwaaren Donder en Hagelbuijen; dit Wcêr duurde tot den volgenden dag. Menigte der Hagelfteenen weegde van 3 tot 4 Oneen, en men heeft 'eteen waargenomen welke 7 Oneen beliep: Alle de Glazen en Venfters in de Stad zyn verbrvzeld geworden, en 'er is eene oKeindige fchade aan Daken en anderzins toegebragt. Bourdeaux den roden February. 'Heden morgen om half 11 uuren, gevoelde men door de gantfche Stad eene Ichudding , gelyk aan die van eene Asrdbeeving, jen tevens een ysfelyken Wind, vergezeld van eenen zwaarenDonderflag. Twee uuren daarna vernam men, dat zulks het gevolg was van hei fpringen van een Kruid-Magazyn te St. Medard, welk 3 mylen van deeze Stad gelegen is; dat 'er in dit Ma«azyn 45-000 ponden Kruid waren geweest, door welker opvliegen de Moolen geheel wechgellagen, en 'er van 't gantfche Magazyn geen ftuk meer te zien of te vinden was; dat 'er van de 6 Menfchen, die ten tyde van het opvliegen in dit Magazyn geweest waren, één geheel gevonden was,, maar op eenen afftand van meer dan ico pasfen; doch van de y anderen had men maar alleen eenen Arm en een Been kunnen vinden. Alle de omliggende Huizen waren vernield , of door de fchuddiug geweldig befchadigd; de Velden lagen vol met nukken en brokken van de verwoeste Huizen ; men begrootte het getal der gedoodden en gekwetften op 30, ook had men opgemerkt, dat het Ligchaam van een der Ongelukkigen, welk men geheel gevonden had, meer dan 60 voeten hoog moet opgeworpen zyn geweest, overmits 'er tusfchen het Magazyn en de plaats, waar men hem gevonden heeft, een Bosch is, welk eene hoogte van meer dan ycvoften heeft. Napels den i8den February. Reeds voor eenige dagen wierd ons dooreen Schipper, die de Stad Mesfina voorby gevaaren en alhier aangekomen was, een allertreurigst bericht gegeeven van den Ramp, aan die Stad door Aardbeevingen bejegend, en waardoor zy, volgens hem, als geheel en al verzonken was. F Wy  ( 4> ) Wy zagen met aanhoudende angstvalligheid nadere berichten te gemoet die ons dan ook voorleden Vrydag wierden overgebragt door het Oorlogs-Freeat Santa Dorothea, van Mesh'na komende en behelzende hoofdzaaklyk • Dat in Sicilien, enkel in den omtrek van zoo mylen, 24 Steden en 300 Dorpen als do&r 't Aardryk verzwolgen zyn. De Aarde is in dit Landftreek van gedaante veranderd, de Bergen zyn tot Vlaktens geworden, en hebben verfcheide Rivieren vervuld, welke zich nieuwe Wegen hebben gebaand, de Wegen zyn wech en ^Menlcnen, die in 't Leven gebleeven zyn, gaan wanhoopend en verhongerd Het allerdroevigfte Tooneel is te Scilla, alwaar geduurende den nacht van den S February, in welken men wel 32 Aardfchuddingen telde, de Inwoonders de vlugt namen, zo naar de Tuinen als naar het Zeeftrand, daar zy Temen tot hunne berging opfloegen, maar de Zee wierd des nachts ten twee uuren'zo geweldig hoog, dat zy de Tenten overftroomde, by het afloopen alles mede nam wat op den Oever (lond, en den volgenden dag over de 800 Lyken aan Land opwierp; althans men rekend dat 'er alleen te Scilla 27*0 Menfchen zyn omgekomen, en het_ getal» der Ongelukkigen, die by deezen algemeenen Ramp hun Leven hebben ingefchooten , wordt begroot op 30 duizend Zielen ; het geen men evenwel hoopt dat by vergrooting gezegd is. Akelig zyn de byzondere gevallen, door deeze ysfelyke Gebeurtenis veroorzaakt; ettelyke Menfchen wierden door het Aardryk ingezwolgen als hetwelk zich fcheurde en weder toefloot, wanneer fommige geheel en anderen ter halver Lyve daarin gezonken waren ; de Prinles Gerace wierd verpletterd door een zwaaren Boom, de Prins van Scilla, die by den eerfien fchok zich gered en in een klein Vaartuig op Zee begeeven had, zag hetzelve door de woedende Golven vergaan en hy zelve verdronk ; Meslina, Regg-o, Bagnara, Seminara en de ryke Stad Palm!, zyn volkomen Vlaktens geworden, en men meent datMelazzo Gefalu, Capo, d'Orlando, op de Liparifche Eilanden, zelfs tot aan Sardinien' toe, meer of min m deezen Ramp hebben gedeeld, doch zulks is nog onzeker De Koning is allerdroevigst over dit fmertelyk ongeval: Zyne Maiefteit de Edellieden en Kooplieden in Calabrien hebben bykans alles verlooren- De Prins van Canati verliest 17 Leengoederen; de bovengemelde Prinfes Gerace wierd onder de Pumhoopen van haar Stad en Leengoed begraven, zynde wyders alle haare Leengoederen te gronde gegaan; de Prins van Ardore, zeven Leengoederen m Calabrien gehad hebbende, heeft 'er zes verlooren, zonder te rekenen de verbaazende menigte Zyde , Graanen, Zoethout, Oly en Wyn welke verlooren is gegaan : Ook zyn alle de Vestingen in Calabrien gefcheurd Alle Schouwburgen in dit Koningryk zyn onmidlyk gefloten en êen openbaar driedaagsch Gebed m alle Kerken bevolen, terwyl Zyne Majefteit terftond de krachtdaadigfte maatregelen heeft genomen om zyne ongelukkige Onderdaanen Geld, Levensmiddelen, Ingenieurs, Wondheelers en andere Perfoonen tot hulo te zenden. r fFetne»4tn 19 Jen February. De volgende daad van wysheid en rechtvaerdieheid onzes Monarchs is te fchoon om verzweegen te worden. Een zeker luwe lier alhier had aan een welbekend Heer, een Kistje met een goed aantal kostbaarê Juwedsn aanvertrouwd, om. 'er eenige naar welgevallen uit te kiezen; doch op den  C 43 ) den volgenden morgen 'aet kistje weder willende af haaien, en denkende een voordeeligen handel te treffen , was de eerlyke Man niet weinig ontfteld, wanneer de Heer ontkende het Kistje te hebben medegenomen, zich gelaatende nergens van I te weeten: Alle redenen en bedreiging waren te vergeefsch; de Juwelier zag zich genoodzaakt, met de traancn in de oogen, zich aan de voeten van den Keizer te [ werpen, om denzelven zynen nood te klaagen. Zyne Majefteit over zulk een ii ftraf'waardig bedrog zeer te onvreden zynde, deed den Juwelier in een naastgele; gen Vertrek gaan, en den Bedrieger ontbieden. Hy komt, en ontkend onbe[ fchaamdelyk , niet alleen het Kistje, maar zelfden Koopman ooit gezien te hebIben. De Keizer doet den Juwelier binnen treeden; het baat niet; de Heer houdt i: zich by de ontkenning, en noemt den Koopman een krankzinnigen Lasteraar en I Eerfchender. Zyne: Majefteit gelast andermaal den Juwelier buiten de Zaal te ;;gaan, en gebied vervolgeas dioa Heer den volgenden Brief aan zyne Vrouw te i fchryven. „ Indien gy, uwen Echtgenoot de Vryheid en het Leven wilt befcouden; dan . „ geef daadelyk aan den Brenger deezes het Kistje met Juweelen, 't welk ik op „ gisteren van den bewusten juwelier he»be mede gebragt." Deezen Brief werdt iterftond aan de Gemaalin van den gezegden Heer overhandigd, 't welk van dat gevolg was, dat zy het Kistje overgaf, en Zyne Majefteit dus van het Schelmftuk klaarblykelyk overtuigd werd. De Koopman had meerder reden om over de Iontdekking van zynen Grooten Rechter voldaan te zyn, dan zyn Tegenparty, ren bedankten denzelven al knielend voor zyn wedergevonden Schat. Welk een IStraf de Steeier zal krygen voor zyn bedrog, en voor zyne oneerbiedige loochening liis nog niet bekend. J Parys den 3den Maart. Van Alencon heeft men, dat, den oden deezer, geilduurende het bedienen der Mis, de Donder in de Parochi-Kerk van la Lande geflagen is, welke Kerk leenhoorig is aan de Landftreek van Verneuil, gelegeis 4 mylen van V email, en f van Montagne. De Kerk was aanftonds vol dikken rook , en een zwavelachtige ftank. De uitwerking, van den Miem was zo ifterk, dat alle Toehoorders, 't zy ftaande of zittende, tegen den grond gefmeerten wierden, zonder dat men befpeuren konde, dat iemand hunner, door denIzelven geraakt was. De Priefler, die den dienst waarnam, zoude insgelyks tegen iden grond geworpen zyn, indien hy geen zorg gedragen had, zich aan het Au3taar vasttehouden. De rook verdweenen, en de Toehoorders van hunne veribyftering bekomen zynde, vernamen veelen van hun datzy een weinigje, fcheon niet gevaarlyk, gekneusd waren. By dit voorval, zo zeldzaam in dit Saizoen, is ■flechts één Mensch doodgebleeven. Overmits men op zyn Ligchaam, geene impresfie van den Blixem ontdekt had, was men van gedachten, dat hy door sden damp, waarvan de Kerk vol was, is geflikt. ' Vervolg en flot van 't verhaal der wonderbaare ontkoming van Kapt. Inglefield. Toen wy het Land naderden, wietden wy in onze boop.gefterkt dat het Fayal tvas. Het Eiland Pico, welk het ons zoude aangeweezen hebben, indien het Weêr volmaakt helder geweest ware, was op dien tyd als met Wolken bedekt, jdoe vernoegd wy ondertusfchen waren over hef ondekte Land, moe:chter twee uuren doorbrengen met het grootfte gedeelte van het Eiland vootby Ie zeilen, dewyl het Strand overal met Rotfen bezet was-, die ons de Landing. F i- ver—  C 44 ) •verhinderden, i'eeze omflandigheid wekte onder ons leer veel ongedulds, dewvl wy ons gevleid hadden zoet Water te zullen vinden op de eerüe plaats daar wy zouden aankomen; doch hierin te leur gefield zynde, vermeerderde de dorst by fommige den «ngst, zelf tot een zekeren trap van Zinneloosheid: zo dat wy het befluit namen om te zien of wy aan Land konde komen, fchoon de Boot op fommige piaatfen gevaar liep van op de Rotfen verbryzeld te worden: Doch eindelyk ontdekten wy een Visfchers Boot, die ons te middernacht op de Reede van Fayal bragt, maar volgens de Wetten van die Plaats, mogten wy niet aan Land komen voor dat de Gezondheid-Officiers ons gevifiteerd hadden; zo dat wy nog dien nacht, het geen ik niet gedacht had, in de Boot moesten doorbrengen. Onze Loots bragt ons echter ververfching van Brood, Wyn en Water, f.ti des morgens kreegen wy een bezoek van den Heer Graham, de Engelfche 'Gonful aldaar, wiens goedheid en menschlievenheid voor my en myn Volk, ik niet genoeg roemen kan, befteedende hy verfcheide dagen om ons de beste middelen tot onze verfterking en wederverkryging onzer Gezondheid te bezorgen. Ik geloof ook dat men nimmer deerniswaardiger Schepfels gezien heeft. Zy, die aan Boord van Gentaurus de flerkfte Mannen waren, moesten nu door -Menfchen onderfleund worden, om de Straaten van Fayal te pasfeeren De Schipper Rainy en ik waren nog de gezondfte van allen, doch konden echter niet ga3n, zonder onderfleund te worden, en na dat wy verfcheiden dagen de beste en meest verfterkendfte middelen gebruikt en goede levensregels gehouden hadden, bevinden wy ons eêr erger dan beter. ' J. N. INGLEFIELD. Brief van den Grave de Vergennes aan den Generaal Washington. „ Myn Heer! het is niet in de hoedanigheid van een Koning, de Vrieni en Bondgenoot der Verdcnigde Staaten, (fchoon echter met voorkennis en be" williging van Zyne Majefteit) dat ik de eer heb aan uwe Excellentie tefchry" ven; maar als een Man van medelyden en als een tedere Vader, die al het " vermogen der Vaderlyke liefde gevoeld, neem ik de vryheid aan Uwe Ex* " eelleotie myne ernüige follicitatien te doen, ten voordeele van eene Moeder H en van een geheel Huisgezin, hetwelk in traanen gedompeld is. Haar toeftand fchynt my des te meerder te verdienen, dat men'er van onzen kant acht op fla, om dat zy toevlucht neemt tot de Menschlievendheid van •'' eene Natie, die met de haare in Oorlog is, om van dezelve te vtrkrygen het ]] geen zy va'n de onzydige Rechtsoefening van haare eigen Generaals behoorde „ verkreegen te hebben. Ik heb de eer Uwe Excellentie hier ïngeflootett een Copy te zendtn van den { Brkf, welke Mevrouw Asgill aan my gefchreeven heeft. Ik ben by haar niet ' bekend; ook wist ik niet, dat haar Zóón het ongelukkig Slachtoffer was, dat " het Lot beftemd had tot vergoeding van dehaatlyke misdaad , over welke dc " fbrroeele weigering van Juftitie u tot het neemen van Weerwraak genood- .', zaakt had. . . • (Het vervolg vier na.) G«drtét byïëÊrve de Weduwe j AG OBU S v ah EGMON'i : cp dc Reguliers Bteiftrtfit, te Amfterdam.  DEN HOLLANBSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 22. Maart 1783. N°. 12. Voorbanden Donderdag, den i3den deezer, is alhier, m den ouderdom van 42 jaaren en z maanden, overleden de Wei-Eerwaarden en zeer Geleerden, Heer J an Henbrik Vorstius, Bedienaar des Godlyken Woords in de Lutherfche Gemeente; hebbende zulks alhier den tyd van ruim 8 Jaaren, met veel vver en getrouwheid, waargenomen. Deszelfs Lyk is den i8den daaraanvolgende met eene zeer groote Lykftatie, in de Lutherfche Oude Kerk ter Aarde beftetd- zyn le daar oe de Gemeente in 1 generaal verzocht geweest. By deeze gelegenheid is ons het volgende Klinkdichtje ter hand gefteld, 't welk wy oordeelen onzen Leezeren niet te moeten onthouden. N iets kon men op uw Leer, niets op uw Wandel zeggen, Bekwaame Vorstius! Gy waart een Predikant! Wat Struikelblok men ook u in den weg mogt leggen, Gy tradt 'er overheen met oordeel en verfland. Zo bood u de yver fte:ds voor 't Kerkbelang de hand, Daar 't Anker nutloos is, gebruikt men altoos Dreggen, Een fraaijen Hof ziet men doorgaans omringd met Heggen; Zo wordt hy veiliger bepoot, bezaaid, beplant. Gy, die des Heeren Hof mogt ter Befcherming dienen, By Luthers Kerkgemeent', wordt door den Ongezienen, (Wie keert zyn arm?) eensklaps ten wortel afgerukt. Ach had uw Zomertyd nog breeder loof gefchonken, En zelfs uw laate Herfst met blaadren mogen pronken. Wat Vruchten had men dan niet in dien Hof geplukt? I. W. H. N. F 3 Hei  ( 46 ) Het getal der Dooden vsn de voorgaande week is ij^. Van elders wordt ons het volgende medegedeeld. Berkburg den 7den February. Gisteren namiddag ontdekte men in het NoordWesten eea Onweer, het welk 's avonds omtrent 8 uuren deeze Stad naderde. Ten 8 uuren 40 minuten zag men een redelyk Herken Biixemftraal, waarop een Donderflag volgde, die echter niet zwaar was; maar emtrent y minuten laater volgde 'er zulk een zwaar Weórlicht en byna onmiddelbaar daarop zodanig een vreeslyken en buitengewoonen Donder, die niemand alhier zich herinneren konde dergelyks gezien nog veel min gehoord te hebben. Het geluid des Donders was gelyk aan het gebalder der zwaarfte Cartouwen en in het geheel niet verzeld van het aanhoudend gekraak dat men anders wel hooit by Onweêr in deNabuurfchap vooral in oes Diftrict-, dat door veel Bergen en Dalen omringd is. De buitengemeeia hevige Blixem had den Kerktooren alhier getroffen. Een Straal van dezelven was van de Spil des Windhaans, waarmede de Tooren voorzien is, op de Klokken , langs een draad op het Horologiewerk en van daar in het bovenfte gedeelte der Kerk gekomen, alwaar dezelve de Deelen opgeligt en eenige daarvan gefpleeten had. Van hier kwam die Straal in het benedendeel der Kerk en floeg in h«t Vorstlyke Geftoelte: hebbende hier en daar aan de Meuren de Tspyten gefcheurd eenige deelen van den Grond ontbloot of opgeheven en fpaanderen daar afgeflagen' en nam eindelyk den terugtogt door de Venfterglazen, zynde de Raamen 'er van ontramponeerd en op verfcheiden piaatfen verbrand. Eenige Ruiten zyn zodanig en met ronde gaten zonder breuken doorboord, als of 'er met Schroot en Hagel doorgefchoten was. Men ontdekt aan de gaten zeer duidelyk dat het Glas gefmolten is, en dit zelfde is ook op fommige piaatfen van het Lood daarvan te zien. Waarfchynlyk is de Blixemftraal, die op den Windhaan viel, door een Kloot, waardoor óe Spil, op welke de Haan ftaat, doorgaat, gedeeld geworden ; want teffens dat de eene Straal langs de Spil van den Windhaan neder en vervolgens in het Vorftelyk Geftoelte floeg, zo hebben verfcheiden andere Straalen aan de Noord-Westzyde van den Tooren eenig Lood losgefcheurd veele Leyen van het Dak afgereden en de Planken op drie verfcheiden piaatfen doorboord. In den Tooren zyn door deeze Straalen, dewelke zich alhier weder in eenen Straal fchynen vereenigd te hebben, twee zwaare Balken doorboord en gefpleeten. En eindelyk heeft deeze Straal aan deNoordzyde boven de Venfters vanhet Vorftelyk Geftoelte een groot gat, in den dikken Toorenmuur gebroken, waardoor hy uit en ter Straat opgevaren Ts, zonder verderen brand of fchade veroorzaakt te hebben. De Wind was , geduurende dit fchriklyk Onweêr, geheel ftii ■ de Thermometer van Fahrenheit ftond op y graden boven het Vriespunt, en de Barrometer op 26 duim 2 lyn. Na deezen zwaaren flag trok het Onweêr zonder verdere fterke Blixem of Donder, naar het Zuid-Oosten, en het begon toen en vervolgens zodanig te Sneeuwen, dat de Sneeuw heden op de Noordelyke Bergen al vry hoog ligt. Weenen den 24ften February. De alhier aangelandde Maroccaanfche Afgezant Aly Zalam Melac, is een Schoonbroeder van zynen Keizer: Hy heeft yi'Jaaren bereikt, is, van eene middelmaatige grootte, ongemeen minzaam en beleeft, groetende  C 47 ) de op de Arabifche wyze, met het Hoofd en Handen, alle Menfchen zonder on~ derfcheid Hy is de zwartde onder zyn Gevolg, zyn Hoofddekfel is eene Arabi. fche Muts- Over een zwart Onderkleed heeft hy een Priesterlyk Gewaad van Neteldoek waarop hy een breeden langen Sabel draagt, de Voeten tot aan den Enkel trefchoeit De overige van zynen Stoet, hebben gecouleurde Onderkleeden; doch allen eenerlei Mantel, zeer wyd en met wyde Mouwen: Dezelve fpreeken een verbasterd Spaansch, Italiaansch en Arabisch : Zyn Legations-Secretans wordt voor een verdandig Man gehouden, dezelve is een Mammeluk, draagt een grooter» Baard, an fpreekt Italiaansch. , • De Afgezant voert drie Kamer-Muzikanten met zich, doch derzelver Muziek is onverdraaglyk, waarby zy met de allervreemdde gebaarden een verward Gezang uitbrommen; de Inftrumenten deezer Virtuozen zyn een tweezydige Vedel met een korte Strykftok, naar een Kam gelykende. Zvne Keuken-Bedienden zyn zeer zindelyk, en wasfchen zich alle oogenblikken, en ieder van het Gevolg wascht gemeenlyk daaglyks zynen Mantel. De Isfei des Gezants is doorgaans van twaalfderlei Spyzen voorzien : en zyn gantfche Stoet gedraagt zich uitneemend wel en geregeld. De dag zyner eerde Audiëntie is neg niet bepaalt. .' , ,. Selb den z8lten February. Sedert eenige dagen gevoelden wy hier nu eene geringe dan eene heviger Aardbeeving. Den i8dendeezer, 's morgensom i uuren, volgden'er reeds aanhoudende Schokken; maar den 23den, omtrent middernacht, begonnen dezelve heviger te worden. Om 3 uuren 4? minuten, gevoelden wy wederom eene hevige beweeging, waardoor de Glazen uit de Huizen vielen, en den 2fften gevoelden wy des nachts de laatde fchudding. De Schokken fcheencii Hit het Zuidwesten te komen. Ook zou men in de Weener Neuflad , den 13de!! deezer, 's morgens even ra 6 uuren, eene Aardbeeving gevoeld hebben, die echter zeer kort geduurd, en weinig fchade heeft aangebragt. Brunswyk den eerden Maart. Hier loopt een gerucht , dat men te Berlyn groote Krygstoerustingen maakt, dat de Wagenmaakers ordre hebben, om, tegrrt het begin van Juny, 1000 A munitiewagens in gereedheid te brengen. DeD;reaeuren van het Militairen Gasthuis, moeten eene Lyst opmsaken van alle Chirurgyns Maats, die zich in de Hpofditad bevinden. Men voegt 'er by, dat men zou beflooten hebben, om drie nieuweCompagnien Infantery te formeeren, waartoe ieder Veld-Regiment negen Man zoude moeten geeven. Ook heeft men opgemerkt dat 'er meer Couriers tusfchen hier en Petersburg pasfeeren , dan ooit; zynde 'er geduurende deeze week vier van Petersburg aangekomen, die zich naar Potsdam begaven. Parys den 7den Maart. De vermaaklykheden van het Carneval zyn m deeze Stad uit hoofde van den aasrtaanden Vrede, veel vrolyker geweest dan in voorige Jaaren; nimmer heeft men op de Straaten van Parys zo veel Gemaskerde Perfoonen gezien als voorleden Dingsdag, echter zyn 'er geen Ongelukken gebeurd als de dood van een Arlequin, welke, een Muis geworpen hebbende op de Borst van eene zwangere Dame, door den Heer, met wien zy gearmd ging, op daaude voet dood gedoken wierd. 0 , Ver-  ( 48 ) Vervolg van den Brief'door de-Grave de Vergennes aan-den Generaal Washington gezonden. „ Uwe- Excellentie z-ai deezen Brief niet leezen kunnen zonder uitermaater* „ aangedaan te weezen, gelyk de Koning en de Koningin ook geweest zyn „ wamieer ik hun denzelven mededeelde; De goedhartigheid van Hunne Ma' „ jeiteiten heeft hen doen verlangen, dat de bekommeringen van eene ongeluk„ kige Moeder geftild en haare tederheid-ingevolgd zouie* worden. „ Ik weet wel, Myn Heer! dat'er gevallen zyn, waarin zelf de menschlyk„, heid de allergrooifte geftrengheid vordert, en mooglyk is de Zaak in gefchil een „ van dezelven; dan erkennende de billykheid der weerwraak, is dezelve echter „ altyd verfchriklyk voor hun, die 'er de Slachtoffers van zyn, en de denkwys „ van Uwe Excellentie is te bekend, dan dat ik niet overtuigd zoude weezen „ dat u niets meer ter harte gaat als het ontwykcn van zulk eene onaangenaamè „ noodsaaklykheid. ,,, 'Er is eene bedenking, Myn Heer, die, zonder iets tebeflisfen, zeer veel" „ invloeds kan hebben op uw hefluit: de Kapitein Asgill is buiten tegenfpraak uw „ Gevangen, maar hy is tevens onder het getal van die geenen, welke door de „•hulp van 's Konings Wapenen, te York-Town, in uwe handen geraakt zyn. „ Schoon deeze om Handigheid op zich-zelf genomen geene Sauvegatde geeft* „ biilykt ze echter het belang, dat ik de vryheid gebruik in deeze Zaak te nee„ men. Ind:'en het, Myn Heer, in uwe migt is om op deeze bedenking acht „ te geeven, zal het Hunne Majefleiten aangenaam zyn : het gevaar van den „ jongen Asgill, de traanen en de wanhoop van zyne Moeder, hebbeB hen zeer „ fterk getroffen, en zy zullen met vermaak de hoop van vertroosting voor deeze „ ongelukkige Menfchen zien opdagen. „ Dan, terwyl ik den Heer Asgill tracht te onttrekken aan het noodlot dat hem „ dreigd, ben ik wel verre van U aan te zetten tot het zoeken van een ander „ Slachtoffer. Het Pardon moet, zal het voiftrekt voldoende zyn, in deszelfs „ geheel gegeeven worden. Ik kan my niet verbeelden, dat het eenig kwaad „ gevolg zal hebben. Indien de Engelfche Generaal niet in Haat geweest- is om „ de fchriklyke misdaad, over welke gy u beklaagd, te Hraffen op zuik eéne „ voorbeeldige wys als hy had behooren te doen, heeft men echter reden om te „ gelooven, dat hy de allerkracbrgfle maatregels zal neemen om dergelyken in „ het vervolg te voorkomen. „ Ik verlang oprechtlyk, Myn Heer, dat myne tusfchenfpraak met een goe„ den uitflag zal bekroond worden; de denkwys, welke gy in alle gelegenheden „ getoond hebt, verzekerd my, dat gy niet onverfchillig zult weezen, omtrent „ de fmeekingen en traanen van eet?e Familie, welke , door myne tusfchen„ komst, toevlucht neemt tot uwe goedertierenheid. Het is hulde aan uwe Deugd te doen zulks van u te vergen ". Het ontflag van Kap'tein Asgill, gelyk men te vooren gemeld heeft, volgde onmiddelyk op deezen Brief. Gtdrukl by de Erve dc Weduwe JACOBUSvanEGMONT: op de Reguliers Breéilraar, te Amfterdam.  DEN HOLLAND SC HEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 29. Maart 1783. N°. 13. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 139. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. De laatfte Blieven van Oftende, die men in Londen ontvangen heeft, zeggen: Verfcheide Hollandfche Familiën , die zich alhier , om haaren Koophandel te dry ven, hadden ter nedergezet, maaken zich gereed om deeze Stad te verlaaten en naar hun Land terug te keeren. Dus zal, naar alle waarfchynlykheid, de Commercie van dseze Haven eerlang tot dien zelfden ftaat verminderen, in welken zy voor den Oorlog geweest is. De meeste Pakhuizen, zyn reeds ledig, en !die, welke nog in huur gebruikt worden, zyn aan de Verhuurders opgezegd; en dewyl deeze laatften dezelven met groote kosten hebben doen Opbouwen, zullen zy daardoor aanmerklyk verliezen, en fommigen onder hen geheel geruïneerd zyn. Een groot aantal Schepen, die uit deeze Haven op Engeland voeren, zullen voortaan hier niet meer gebruikt worden, want hebben reeds order ^ontvangen om naar derzelver refpeétive Havens in Holland terug te keeren. Men ziet hieruit, d3t alle onze hoop op de aanhouding van een bloedenden Koophandel in deeze Haven, reeds verdweenen is. Ome grootheid is even als een Wolk wechgedreeven. Berichten uit Bobemen zeggen. dat op Donderdag den ióften February, geduurende eenen zwaaren Storm, de Stad Budin door een allerysfelykften Brand, die door de hevigheid van den Wind niet te blusfchen was, by na geheel in de asfche gelegt is, en dat 'er, buiten het Posthuis, en een gedeelte der Kerk, niet meer dan vyf Huizen zyn overgebleeven. Een Man en drie Kinderen zyn by dit ongeluk allerelendigst omgekomen. De Baron van Luckner, die vermaarde Partyganger, welke zich aan 't hoofd der Pruisfifche zwarte Htisfaaren, gemeenlyk Doodekoppen genaamd, zich zo büroemd gemaakt heeft, is voorleden Zondag alhier overleden, algemeen beitreurd, zo wegens zyne Militaire Vermogens, als over de rondborftigheid ea befcheidenheid in zyne handelingen. Touiouze den 11 den February. Het Parlement van Languedoc heeft heden het oordeel geveld over een Monfter-Mensch, 't welk nimmer een voorbeeld had: Blaife Ferrage, bygenaamd Seyé, een Metfelasr, gebooren in het Graaffchap C Gom-  G'omminge, zeer klein van Perfoon, maar buitengewoon fterk, bruin van gelaat; was in den aart een overgegeeven Booswicht. Van zyne «erfte Jeugd zeer aan de Vrouwen overgegeeven. Voor de geftrengbeid des Gerechts bevreesd zynde, had hy zich, naauwlyks 21 Jaaren bereikt hebbende, vertrokken in de Gebargtens van Aure, in de nabuurfchap van zyn Vaderland. Hier verkoos hy, opde wyze der Beeren, eene Schuilplaats in de holte van een Rots, welk op de hoogte eens Bergs was: Van daar liep hy geduurig de Landltreeken af, waaraan hy welhaast ten fchrik verftrekte : Hy voerde de Lammeren, Kalveren en Vogels wech, om zich te voeden, en fpaarde noch de Vrouwen noch Meisjes, die hem voorkwamen: Vervolgende met Snaphaanfchoten degeene, die hem ontvlugten wilden, niet nalaatende, fchoon badende in het Bloed haarer Wonden, dezelve te onteeren. Dewyl hy ontwend was federt een geruimen tyd zich met Brood te voeden, en dat hem dikwils de Leeftocht ontbrak, vergastte hy zich, naar men zegt, op Menfchen-Vleesch: Hy deelde de Slachtoffers zyner Beestachtigheid in (lukken, om zich met derzelver Ingewanden en Levers te fpyzigen en.... Maar laat ons voor dit verfchtiklyk Tafereel, 't welk der Menschlykheid doetyzen, een Gordyn fchuiven. De Mannen doodde hy en at daarvan alleenlyk de armen. Hy had kortelings een Spaansch Koopman omgebragt, welke hy in zyn Schuilplaats had gelokt, in fchyn van aan denzelven den Weg naar de Grenzen van Frankryk te zullen wyzen, en flak den brand in een Stal met Beesten, om wraak te neemen van den Eigenaar, die hem had getracht in hechtenis te doen neemen. Men zegt dat hy in zyn Hair een Kruid droeg, 't welk de kracht heeft om het Yzer te verbreeken. Blaife Ferrage werdt eindelyk gevat, hy ontvlugtte voor de eerftemaal uit de handen van het Gerecht; doch werdt kort daarna weder in hechtenis genomen, zynde des nachts verdwaalt in het Gebergte: Hy was altydgewapend met een Lyfband met Piftoolen, een Snaphaan met een dubbele Slag, en een Dolk, ep kocht doorgaans in de naastgelegen Stad het Kruit en de Kogels,, die hem benoodigt waren. Hy was omtrent ay Jaaren toen hy gevonnist werdt. De Rechter Chatilein had hem veroordeeld om op het Rad te fterven en verder verbrand te worden. Door een Arrest van den I2den December 1782 werdt dit Voncis geftasft, uitgezonderd het Vuur, en in plaatfe van dat, heeft het Parlement bevoolen dat zyn doode Ligchaam ten toon zoude worden geflelt op de Gaffels van de Galg, en dat dit Arrest gedrukt en aangeplakt zoude worden. Hy beeft zynen Straf ontvangen op den I3den, ten 4 uuren, in tegenwoordigheid van eene ontelbaare menigte van Menfchen: Men fprak niet dan van dit Monfter der Natuur. Hy ging, met een gelaat zonder de minfle aandoening, ter Strafplaats; 't getal der Vrouwen en Meisjes, welke de Slachtoffers zyner Onmenschlykheid zy n geweest, wordt op meer dan tachtig begroot. Parys den Maart. In een Brief van St. Omer van den 24ften February wordt gemeld, dat den i7den dier maand des ochdtens ten half 6 uuren te Esquerdes, een Dorp naby gemelde Stad, een der Kruitmoolens in de Lucht fprong J doch dat de uitberfting, hoewel 2 i _ mylen in den omtrek gehoord, zo ysfelyk niet was als die wel had kunnen zyn, zo het Kruit reeds zyn volkomen kracht had vetkregen; maar gelukkiglyk was de Moolen nog maar omtrent 3 quartier uurs aan den gang. De  (J-I) De Heer Barbier, de Zoon, Commisfaris, behaalde in dit oogenbiik gtooten roem door zyne onvertzaagdheid om oogenbliklyk en zelf halfnaakt naar de plaats, daar het toeval gebeurde, heen te fneilen. De Arbeiders, die door den geleden fchrik onbeweegbaar (tonden en niet eens dachten om zich door de vlugt ie reduien , kwamen op het hooren van zyn Stem als uit den Slaap, en twee der ftoutften gingen met den Heer Barbier in de Moolen, daar het hem gelukte den brand te (tuiten aan den kant der naastleggende Moolens en Fabriek, flechts omtrent tien fchreeden van malkanderen, terwyl men van buiten zyn ordres volvoerde met de Pomp, welke altoos klaar is, te doen werken. . Het gelukte eindelyk den Heer Barbier, om met zeer weinig Volk, mweerwil van het dreigend gevaar voor allen om zelfs in de Lucht te fpnngen, zo maar een enkele vonk in de Fabriek was overgeflagen dezelve binnen 17 minuten tyds buiten gevaar te Hellen, zo wel als de verdere Moolens en aller waarfchynlykst hebben die braave Lieden het geheele Dorp behoed, hetwelk ontwyrelbaar vernield zou zyn geweest, zo ongelukkig de Wind een weinig naar de kant van t Magazyn had gewaaid, als in het welk veele duizenden Ponden Kruit lagen. Parit den lóden Maart. Men fchryft van Marfeille, dat veele Kooplieden, welke een verkeerd denkbeeld hebben gehad van de voortduuring des Oorlogs, envoor zeker hielden, dat dezelve nog in eenige jaaren niet geftild zoude zyn zich hadden voorz'en van een grooten voorraad van Koffy en Suiker, en otó dus de 1 Vrede dien zy in geenen deele verwachtende waren, byna hunnen ondergang dreigt:' zynde op de eerfte tyding, die men daarvan in deeze Haven ontving, de prys der Koffy eensklaps 9 Sols op het Po»d gedaald, en men denkt dat het by die daaling, reeds zo fmertelyk voor onze Handelaaren, niet zal blyven; maar dat dit Plantgewas weder zal vallen op dezelfde prys waarop het was voorden Oorlog. 't Is niet alleen in het rampfooedig Sicïë, dat de tegenheden , waaraan het Ondermaanfche onderworpen is, zich doen gevoelen; fchoon mm.er veibaazend, laaten %_ echter niet na treffende te zyn voor den geenen die ze ondergaan. De Overftrooming der Rivieren in Frankryk, den Koophandel betreffende, en andere nadeden veroorzaakende, hebben een groot aantal Menfchen daarby zeer ved 1 fchade geleden. — Te Lyon heeft de Rhone ten deele de Steene Kade vermeld. TeNantes is de Lovre, uit haare Oevers gezwollen zynde, geduurende den nacht 1 tusfchen den yden 'en 6den deezer, in de Huizen van Gros-Ifle en la i-oste ge* ! ftroomd, en heeft 'er al de Suiker in de Maiazynen doen fmelten, waarvan men de fchade op meer dan yco,ooo Livres begroot. Te Parys was de overvloeiende 1 Seine niet meer bevaarbaar, en het was niet mogelyk de Schepen met Hout gelaa; den te doen afkomen. De koude doet zich fterk gevoelen, en men had gebresaan . die Brandftof; zo dat de Leveranfiers niet dan met tegenzin de aflevering deeden. De Stadsregeering verdacht zynde van oorzaak deezer fchaarsheid te zyn onder< vonden des Konings ongenoegen ; en Zyne Majefteit, de achteloosheid dier Regen1 ten gezien hebbende, heeft aan dezelve de uitoefening van derze ver Octroy ont- Pr* . ' 1 . „.u„»nKi.;j vin Af nuWenno- van net zegd. Ue opitana van net ucuiecu, icl («w»-»». 7-~» ■_- - Hout, is in zyn begin tot ftilftand gebragt. De Konng heeft. met begeert, dat men de prys van die Waar zoude vernoegen, en heeft in het Woud van bondi v 1 G 2. tïl-  ( O ,en in het'Bosch van Bologne en Vincennes Werklieden gezonden, van waar men ieder dag Wagens met vooiraad voor de aleestbeaoouiMde afvoert. 'Er worden in Parys voor 't minst dagelyks 25000 vragten Hout gebruikt, yoo,ooo zyn 'er herwaards op weg; doch men ziet z;ch genoodzaakt dezelven in iedere by zonder e Haven optehouden, door den Herken droom der Rivier. In den nacht tusfchen den yden en óien deezer, heeft men alhier deligteSchudding van eene Aardbeevinjg gevoeld, welke zich weder heeft doen gewaar worden omtrent middernacht tusfenen den i4denen iyden. Men verbreidde gisteren alhier, doch zonder de minde bevestiging, dat de geheele Etna zoude verzwolgen zyn; en dat het Zuiderdeel van Sicilië, van alien zyden niet dan Branding en Vuurdroomen aanbood. Gopy van een Brief van Bourdtaux van den 11 der. Maart. Sedert ruim drie Maanden hebben wy alhier zeer Ikcht Weêr en ongemeen veel Regen gehad, waardoor in het Hoogland veel Overdroomingen gefchied zyn; dezelve hebben hier zulk eene geweldige afloop van Water en felle Stroom veroorzaakt, dat eergisteren de meeste Schepen van haare Ankers gerukt zyn, en veele fchade bekomen hebben; een Smak, een Sweedsch en een Amerikaausch Schip Zya gezonken en de Manfchap daarvan ter naauwernood gered; een fraai Fregat le Tigre genaamd, te Nantes t'huis behoorende, en eerst kortelings met Koper heilagen, is op een Steenbank vervallen en moet gewis barden; meer dan 30Schepen hebben haar Boegfptiet, Ankers, Touwen, enz. verlooren, en van veele weet men nog niets af, dewyl dezelve een;ge mylen naar beneden zyn gedreeven en wegens de nog aanhoudende Stroom niet opkomen kunnen. Nooit heeft men alhier zulk een naar Schouwfpel bygewoond, daar men de Schepen voor zyn oogen zag verongelukken, zonder eenige de minde bydand te kunnen toebrengen, alzo het onmooglyk was,_ we«adcrea de eenvoudige Wooning' van zskrr iiaui-Fabrikant: Die goede Onderis 0 daas*  (•64;) ridtóir-zfilk eene hoogeeere niet verwachtende, werdt daardoor derwyze getroffen, -en de minzaamheid zyns Souverains had eene zo hevige uitwerking op zyne Ziel , dat hy voor de voeten zyns Vorsts dood neder viel. Eene ongeveinsde eerbied des Volks is flreelend voor hun die regeeren; doch een zo fterk merkteken van liefde en trouwheid baarde vry meer ontroering, dan genoegen', in het hart van den grooten Jofephus; en fchoon men zich daadelyk bevlytigde het doode Ligchaam aan tyne oogen te onttrekken, liet hy niet na een fterke ontroering te toonen. Zyne Majefteit heeft daadelyk de Weduwe des Overledenen in zyne befcherming genomen , en bevel gegeeven om voor dezelver Levensonderhoud zorge te draagem Parys den eerften April. Men fchryft van Tnlles, in Limofyn, dat 'er op het Kafteel van Montaigrac, gelegen op 3 uuren afllaud vsn de Stad, eene Gebeurtenis is voorgevallen, even verbaaze-nd als bewonderbaar in derzelver uitwerkzelen: Eamefitlyk. Op den 7d>n der voorleden maand, omtrent ten u uuren des mor¬ gens, begon er een zwaar Unweer byeen te trekken, welhaast viel 'er een ge¬ weldige Plasregen, waarby zich een fterke Stormwind verhefte, gevolet door een enkelen, doch al'erysfelykften Donderdag, Het Kafteel, 't welk zeer groot in zyn omtrek is, werdt door den Bl'xern byna in alle deszelfs deelen getroffen: dezelve verfpreidde zich door alle de Vertrekken ; veroryzelde verfcheide Balken ; de Huisfieraaden werden ter neder geworpen; de Zolderingen ftorten in, terwyl het geweld van den Stormwind het Dak van een grooten en kleinen Tooren en van het Huis afrukte. De Muuren van dit aloud Gebouw, aanmerkelyk door derzelver zwaarte en dikte van 8 a 9 voeten, zyn op veele piaatfen ingevallen, of zyn uit hun ftand gefchokt: De eene zyde vau een groote vierkante Tooren is aan het wankelen geraakt, en een der vier hoeken van dezelve is van den Top af tot aan den Grond doorgebarften : In 't kort dat Kafteel is thans niet meer dan een hoop Overblyfzels. De Marquiiin de Gain-Montaignac, derzelver Schoonzuster, de Baronesfe de Toufac, haare Dochter en Schooi.zóón, welken zich by dit toeval in onderfcheidene Vertrekken bevonden, waren omringd van een zeer dikken rook, en zwaveldampen; zonder nochthans eenig ander letzel te hebben ondergaan; aileenlyk de Aalmoesfenier en drie der Bedienen hebben ieder eene ligte WTond gekreegen. Amfterdam den i2den April. Voor dit Jaar worden, zo van hier als elders, naar Groenland ter Walvisvangst geëquipeerd 69 Schepen, als 22 van Amfterdam; I van Rotterdam; 1 van Schiedam; t van Krimpen; 6 van Zaandam; 3 van Westzaanen; 1 van Zaai dyk; 1 van Crommenie; 1 van Wormerveer; 1 van Jhisp; 3 van de Ryp; 23 van Hamburg; 1 van Altona; 1 van Glukftad; 1 van Golmer en 2 van Breemen; alsmede iy naar Straat-Davids (welk« meesr reeds in Zee zyn) als y van Amfterdam; 2 van Westzaanen; 1 van Crommenie'; 1 van Nieuwendam; 1 van Lrcr; 4 van Embden en 1 van Hamburg. 'Cailenburg den i2-den April Eergisteren ochtend ontliond alhier in deNieuw- Stad een allerfelfte brand, waardoor, in weerwil van alle aangewende hulp ea vlyt, binnsn weinige uuren, 13 Huizen, 7 Schuuren, en 8 Hooibergen, benevens eenig Vee, door de Vlammen verflonden zyn; doch gelukkig heeft niet een eenig Mensen 'er het leven by ingefchoten. 'flsdiiilit by de Ervcdc Wed. J. van EGMONT: op de RsguHci-s Bicêfti.-.at, te Amfterdimi.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 26. April 1783. N°. 17. rxet getal der Dooden van de voorgaande week is 139. Van elders wordt ons het volgende medegedeeld. Tunis den 9den December 1782. . De Opper-Tollenaar Sidi Ismaël Chaja, Schoonbroeder van den Bey, heeft zich deezer dagen, met tien zyner Renegaten :n drie Christen Slaaven, aan boord van een Toskaansch Sclrp begeéven en daarmede de vlucht naar Livorno genomen: Dit is de tweedemaal dat hy zulks onderneemt; doch men fielt nu vast. dat hy het beiluit genomen heeft om met zyne ,)vergegaarde Schatten, welke hy van tyd tot tyd reeds derwaards heeft gezonden, tyn leven onder de Christenen te eindigen. Ondertusfchen is de Dey daarover tea loogden misnoegd en heeft aan het Hof van Florence laaten fchryven: Dat hy uch geenszins aan dien Vluchteling liet gelegen zyn, maar hoopte, dat ZyneKolinglyke Hoogheid, de Groot-Hertog van Toskaanen, alle de Goederen, door hem ierwaards medegenomen, of met andere Schepen gezonden, in beflag zoude neenen , dewyl dezelven den Bey toebehoorden , en dit een goed middel zouie weejen om de Harmonie tusfchen de beide Staaten te doen herleeven. Eenigen tyd geleden kwam'er een Venetiaansch Schip, hetwelk te Alexan:!riën, door eenige Moorfche Kooplieden. naar St. Fax en Tunis was afgelaien , op de Reede van eerstgemelde Plaats, hebbende de Pest aan boord. Deovereden Bey, hiervan verwittigd geworden zynde, gaf order aan den Gouverneur Dm het gemelde Schip van de Kust te jaagen; de Kapitein van hetzelve, zich genoegzaam zonder Volk bevindende , zag zich daardoor genoodzaakt de eerde laven te kiezen en liep op de Reede van Maltha, daar hy Quarantaine verzocht; .och welke hem, volgens de Conditutie van dat Eiland, geweigerd wierd, nietemin wierd zulks aan zyn Volk en Pasfagiers met alle omzigtigheid, in dergelyke evaarlyke gevallen zo hoognoodig, toegedaan, gelyk ook het lofen van de conhnte Penningen, welke die Pasfagiers by zich hadden en eene aanmerklyke Som Efroegen, maar het Schip wierd op order van den Grootmeester en zyn Raad in ;rani geitoken: Sedert heeft deeze Regeering de vergoeding van de Lading en Bet Geld van de Republiek Venetien gevorderd; doch tot heden toe aan dien eisch .iiet voldaan zynde, deed de Bey onderdaags den alhier rcfideerenden Venetiaanfchen Sboful aanzeggen, dat indien zyne Republiek de gemelde Lading en Penningen, M beloop van 14000 Moorfche Ducaaten, binnen den tyd van 2 maanden niet "4 deed  deed betaa'en, hy de Republiek Venetien den Oorlog zoude verklaaren. Wat de gevolgen hiervan weezen zullen, zal de Tyd leeren. Stokbolm d:n 28ften Maart. Op eergisteren werdt het Lyk van Zyne Koninglyke Hoogheid den Hertog van Smaland met alle plechtigheid ter Aarde befteld, na alvoorens twee dagen des morgens in de Ridder-Zaal, welke met zwart omhan. gen was, op een prachtig Parade-Bed voor een iegelyk ten toon geweest te zyn : aan het voeter.énd waren op twee Tabouretten ter rechterzyde de Vorftelyke Kroon, en ter linker de Ridder-Orde Zyner Koninglyke Hoogheid geplaatst. Omtrent ten 4 uuren des namiddags begonnen alle de Klokken te luiden; waarop de Koninglyke Lyfwacht van de Deur der Trawanten-Kamer af tot aan de Kerk Zich in twee reïjen fchaarden, door welken den Stoet volgens eene gedrukte verordening zich heen begaf. By de aankomst in de Kerk verhefte zich hetTreurMuziek, hetwelk duurde tot het Vorftelyk Lyk aan de Graf-Tombe genadert was. Vier der Heeren Ryks Raaden namen het Lyk aan de Kerkdeure af, en droegen het vervolgens naar de Begraafplaats: De Opper-Hof-Prediker, Vryheer Taube, verrichtte de Lykplechtigheid ; waarop, na een korten Zang, hetTreurMuziek op nieuw een aanvang nam, tot de Trein weder uit de Kerk W3S. Geduurende de Begraving werden 'er door het Artillery-Regiment, en van de Vloot der Schepen, tweemaalen 128 Schoten, en een Salvo uit het klein Gefchut gedaan. Regensburg den ^den April. Den 3often der voorledene Maand wierd van de Predikftoeien der Roomfche Keiken Patenten afgeleezen en ook aan de Kerkdeuren aangeplakt, volgens welke voortaan onze Kerken en Kloosters niet meer tot eene Vryp'aats voor Misdaadigers mogen dienen; maar werd veel eer de Kerken en Kloosters opgelegt, zulke toevluchtneemende Kwaaddoenders, zelfs nog eer de Waereldlyke Rechter hen nazoekt, aan de Overigheid overteleveren, 10 dra hun misdtyf bekend is geworden. Van Hanover verneemt men, dat aldaar op den 28ften laatstleden in den ouderdom van twee Jaaren overleden is de Prins Fredrik Karei Ferdinand, jongfte Zoon van Zyne Doorluchtige Hoogheid, Karei Lodewyk Fredrik van Mecklenburg-Strelitz, Luit. Generaal in Hanoverfchen dienst en Gouverneur dier Stad. Weenen den oden April. Aan de Luterfche Nieuwe Kerk wordt reeds gearbeid, en men denkt, dat dezelve tegen het aanllaande Pinxterfeest zal kunnen Ingewyd worden. Zy heeft reeds van een onbekend Perfoon een zeer fraai Kruis tot een Gefchenk gekreegen , en haare Kas wordt ook van Butenlands wel voorzien. De Rykftad Hamburg heeft alleen 12C00 Marken, 't geen eene Som van 24017 Kreutzerllukken bedingt, aan haar doen ov&handigen. Een onzer Soldaatén, die uit Egypten, zyn Vaderland, geretourneerd is, op den ju'sten tyd, waarop zyn Verlof van drie Jaaren expireerde, heeft van Zyne Majefteit den Keizer eenige Dukaaten tot een Gefchenk gekreegen, ter vergelding zyner Exactheid en Trouwheid. Men zegt dat aan de Univerfiteit alhier bevel zou gegeeven zyn om aan de Ghirurgyns, na een fcherp Examen van hunne ervaarenheid in de Medicynen,, vryheid te geeven om, offchoon zy den graad van Doctor niet bezitten, ook Zieken te bezoeken en Geneesmiddelen voor te fchr^ven ; alsmede dat voortaan 1 da Recepten in goed Hoogduitsch en leesbaar moeten gefchreeven worden, en 1 daar-  (67) daartegen het oude gebruik van Latynfche Woorden en onverftaanbaare Teekens geheel aftefchaffen. Het Kon;ngs-Klooster, dat in 't vierkant vier groole Huizen, benevens de Kerk uitmaakt, en door de Proteftanten tot eene Kerk is gekogt, is vry groot en aanzienlyk, kunnende wel 6cco Menfchen bevatten: Men zegt dat de Deenfche Gezantfchaps-Prediker Fock, op een Tra&ement van 1200 Guldens, tot Leeraar is beroepen, en op aanftaande Pinxterdag de eerfle Pred katie in die Nieuwgebouwde Kerk doen zal. Zyne Majefteit heeft, door een eigenhandig Gefchrift van den 2yften laatstleden, aan het Hoog-Gerechtshof zynen wille bekend gemaakt: inhoudende dat de Rechtspleeging, tot hiertoe geoefent door het GonfiftorievanPasfau, in Opperen Neder-Oostenryk, in het vervolg geen plaats meer zal hebben, en dat, intusfchen 'er een wettig Gerechts-Hof zal aangefteld worden, de belanghebbende Party 'én zich kunnen vervoegen tot dat der Edelen , zo wel te Lintz als te Weenen. Men verhaalt hier, dat de Keizerin van Rusland, in afweezigheid der GrootVorftin, eene nieuwe fmaak van Kleeding had doen uitvinden, en dat, wanneer dezelve in haare terugreize op eenige mylen na aan Petersburg genadert was, gemelde Haare Majefteit haar daarvan een prachtig Staal toezond, met verzoek, dat zy by haare eerfte verfchyning zich daarvan zoude bedienen. De GrootVorftin ontving dit Gefchenk, 't welk op zo eene bevallige wyze werdt aangeboden, met zeer veel genoegen, en liet niet na aan het verzoek te gehoorzaamen. De Evangelisch-Lutherfche Gemeente alhier, welke in dat aandeel van het geweezen Konings-Klooster, dat zy gekogt heeft, de Klooster-Kerk mede gekreegen heeft, mag dezelve tot haar gebruik laaten inrichten, en moet alleenlyk maar de Tooren worden afgebroken. Eenigen tyd geleden, is volgens eene Keizerlyke Verordening goedgevonden, de Doodftraf in de Keizerlyke Staaten te doen ophouden, en zodanige Misdaaden, waarop anders een Doodvonnis volgde, met eene alteosduurende Slaverny en Arbeid aan de publieke Straaten en Wegen te ftraffen. Doch deeze fchikking fchynt he: bedoelde oogmerk riet bereikt te hebben; en indien 'er nog iets is, 't welk op een verdorven hart indruk maakt, is het veel eer de vrees voor het oogenbiik des Doods, dan wel de overweeging van een eeuwiggetuchtigd Leven. Hierom zal 'er ook, op allerhoogst bevel, een nieuw onderzoek in 't werk worden geftold, of de Doodftrarfen niet weder in te voeren zyn; en het fchynt, dat de vraag met Ja zal beantwoord worden. Parys den I4den April. Gisteren liep het gerucht te Verfailles, dat de 7oon van den Pretendent in Italiën, zonder Kinderen natelaaten, overleden was; dus het eenige overblyffel van die Familie thans in den Cardinaal York zoude beftaan. Den loden deezer heeft een JooJsch Huisgezin, uit Vader, Moeder en y Kinderen beftaanle, het Joadendom plegtig verzaakt, en is door den Doop der Ghristelyke Kerke ingelyfd. Hunne Majefteiten hebben zich wel willen verwaardigen , om by die gelegenheid als Peter en Meter te fungeeren, zynde gereprefenteerd geworden door den Maarfchalk van Duras, en dePrir fesfe van Chimay. Van Brest heeft men met de laatfte Post tyding gekreegen, dat de fpoedige en~ vaardige hulp, welke men had aangebragt by het ontdekken vaneen zwaaren brand I. 2- inv  ( 63 ) jt een der voornaamfte Magazynen, van zo eene goede uitwerking geweest was, dat daardoor den voortgang der vlammen was gekeerd geworden; echter was 'er één Magazyn met Levensmiddelen in den asch gelegd, waarvan de fchade op meer dan 100,000 Kroonen begroot word; dan die fchade, hoe groot anders ook, is nog te herdeden, dat niet zoude geweest zyn, indien de brand was overgeflagen aan de bygelegen Magazynen met Touwwerk en andere Scheepsbehoeftens. De Spaanfche Schryvers , die zich opzettelyk op de Oeconomifche Wetenfchappen hebben toegelegd, en onder welke de Heer Campomanes byzonderlyk uitmunt, verfcheidene maaien in hunne Schriften betoogd hebbende, dat de verachtering der Konden, Handwerken en Ambachten in dit Ryk, voornaamlyk moest toegefchreeven worden aan het vooroordeel van Minachting en Oneer, waaronder de Kondenaars en Ambachtslieden zo onrechtvaardig zuchten, en welk vooroordeel in dit Land tot die hoogte geklommen was, dat een Kleermaker, Schoenmaker, Timmerman, en byzonderlyk een Leerbereider, voor geene fatzoenlyke Lieden gehouden en onbekwaam geacht werden, zelfs volgens geftaafde Wetten en Ordonnantiën, om eenig Municipaal Ampt te bekleeden; heeft Zyne Majedeit deezer dagen , door zynen Opperden Raad van Cadilie, een Ediét doen uitvaardigen, waarin alle Kondenen Ambachten worden verklaard, niemand op eenigerhande wyze ten nadeele te drekken, maar eerlyk en fatzoenlyk te zyn; dat allen, die dezelve beoefenen, naar de bovengemelde Ampten zullen mogen daan, dezelve zullen mogen bekleeden, en zelfs na den Adeldom zullen mogen dingen; vernietigende Hoogstdezelve ten dien einde alle die Ordonnantiën en Statuten, welke dit nadeelig en ongegrond vooroordeel hebben aangekweekt; en laatende alleen die Ordonnantiën in volle kracht, die betrekking hebben op zulke Ambachtslieden , of derzelver Kinderen , welke hun Beroep verlaaten, al was het uit Rykdom, zonder eenige andere bézigheden by der hand te vatten; maar zulks alleen doen, om flechts een lui en ledig Leven te leiden. Oftend» den ióden April. Den I4den is, door een zwaare Mist, 3 mylen van de Wal, voor Duinkerken verongelukt op een Bank en gezonken het Barkentynfchip de Prins van Stahremberg , Kapitein Jean Bouté, den izden deezer van hier gezeild en gedestineerd naar de Kust van Guinea; het Volk is met de Boot gevlucht en aan Land gekomen. Volgens Brieven van 'Jamaika wss aldaar zeer ontramponeerd binnen gekomen het Fregat Magacienne van 40 Stukken, hebben.Je den eerden january in eenblordig Gevecht geweest met het Fransch Fregat de Sibille, mede van 40 en nog een ander van 24 Stukken. In dit Gevecht had de Magacienne alle deszelfs Masten verlooren, 3 van desztlfs Officiers en 16 Matroozen waren gefneHveld en had 29 Gekwetden bekomen. Men rekende dat het verlies van de Sibille aan Volk veel grooter moet geweest zyn, om dat het aan boord had 3yo Mannen van het gedrandde Franlche Oorlogfciiip de Scipion van 74 Stukken. Hoorn den ïóden April. Heden morgen is zeer voorfpoedig van 's Lands Timmerwerf afgeloopen het 's Lands Schip van Oorlog, Schermer. ~ Gedrukt by de Erve de Weduwe JAC OBUS van EG m15nt7gjT de Reguliers Breédraat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VER TELDER Den 3 May 1783. N°. 18. Het getal der Dooden van de voorgaande week iï 127. Van elders wordt ons het volgende medegedeeld. Ardes, in Auvergne, den i2den Maart. Laatstleden Zondag, 's morgens om 9 uuren , is een'gedeelte van eenen Berg, die ongemeen hoog was, nedergeftort, zonder dat men de oorzaak hiervan weet. De ftorting is zo aanmerkelyk geweest, dat zy , van derzelver begin af tot anderendaags 's morgens om y uuren, de Rivier Ardes, die vry vol Waters was, in haaren loop heeft tegengehouden, nonder een droppel Water doortelaaten. Op dit nedergeftorte Terrain ftond ongelukkig een Molen, uit twee Gebouwen famengedeld, welke zo diep verzwolgen zyn, dat men van dezelve geene de minde Overblyffels meer kan befpeuren. Door een gelukkig toeval ontkwam een Knecht van de Molen, die op den Grond dond, welke nederdortte, het dreigend gevaar't welk hy voor oogen zag, vluch= tende op 't zelfde oogenbiik, waarop zich de Rots vanéén fcheidde, zonder dat, 't geen zeer gelukkig voor hem was, den Grond zich onder hem opende. Een ander particulier Perfoon was zo gelukkig niet. Verder van den vasten Grond af zynde, dan den eerden, delde hy alle zyne poogingen in 't werk, om idien te bereiken, en riep al het Volk toe 't zelfde te doen ; maar hy had ongelukitig geen tyds genoeg, en moest dus onder de Puinhoopen van den neêrgeftorten 3erg en Molen zyn leven haten. De Molenaar onderging hetzelfde Lot, en werd onder den Stal, uit welken hy de Beesten wilde redden, verpletterd. Een Kind van 6 jaaren liep groot gevaar van te zullen omkomen, zonder de hulp van ,:en Boer, die, op een veilige plaats zynde , echter met gevaar van zyn leven hetzelve »ing opzoeken , en het al vluchtende redde. Deeze daad van Menschlievenheid verdient eene des te grootere Loffpraak, overmits de Boer het Kind vreemd was. De hoogte der Rots, welker neêrdorting deeze Ongelukken veroorzaakt heeft, sras omtrent 400 Roeden. De hoop, welke zich door die dorting geformeerd leeft, is byna toy Roeden in de lengte, en derzelver hoogte omtrent too voeten, ,0 ver men kan oordeelen uit de hoogte der Boomen, die op den Grond donden, n waarvan men niet meer ziet. Het Water loopt tegenwoordig door een pasfaie, die het zich onder den hoop gemaakt heeft, en omtrent zo voeten breed is, n in geen grooter quantiteit, dan gewoonlyk. I 3 Van  ( 7o ) Van Sallon de Crau, in Provence, den aden April, wordt gemeld, dat men in het Dorp Malemort, drie uuren van daar, op den 25-ften laatstleden, ten 3 uuren des morgens, twee fchuddingen van Aardbeeving had gevoeld. Dezelve hebben barltingen in verfcheiden Verwulften veroorzaakt. Zy waren voorafgegaan door een fterk geluid , en werden gevolgt door eeu onregelmatigen Wind welke omtrent een uur heeft aangehouden. De fchuddingen hebben zich voortgezet, doch by vermindering, tot aan het Dorp d'Allein en het laageKalteel Vermegues. Malemort is gelege.n in de groote Valleye van Durance, aan den Oever der Riviere, hebbende op den afftand van een myl ter wederzyden eene keten van Bergen, die zich tot de Alpen uitbreiden , en waarvan de eeneter hoogte van ico en andere 300 Roeden van de vlakte der Zee verheven zyn. 'Er was op dien dag geene de minfte verandering in de gefteldheid des Barrometers; doch men heeft opgemerkt, dat, fchoon de Lucht helder was, het Electrique Werktuig niet meer dan zeer zwakke vonken uitgaf. Het Eiland der Drieéénheid, het geen. in den Jaare 1498 ontdekt is, door Christophe Colomb, is gelegen tegen over den mond van den Orenoques, en d:gt by Tabago. Die Colonie zoude zeer bekwaam tot eene Bevolking zyn, waarvan de welgelukking ten vollen beantwoorden zoude aan den Arbeid V3H haare nieuwe Bebouweren. Dit Eiland is vierkant: een keten van liergen, gelegen aan den Oever van den Oceaan, neemt een derd; van de Lsndftreek wech; het everige is bekwaam tot de allervruchtbaarrte Beplanting. De Kust aan het Zuiden bevat zy mylen langte een weinig hooger dan het overige, alwaar de Koffy en Kakao, zeer wel gelukken. De Reede bied eene veilige en ligt genaakbaare fchuilplaats aan; de onderfcheidene Havens zyn Galiote, Spanje en St. Jofeph. Het Eland Gubagua , alfchoon men 'er geene Paerlen meer vischt, is, des niettemin, van hooge waarde voor den Landbouw, zo wel als het Eiland Marguerite; die Bevolking zoude, na verloop van eenige Jaaren arbeids, ontfehatbaar zyn. Louiziana is van geene minder waarde, dewyl het Tabak en Timmerhout in overvloed oplevert. Carslrufie den.i4den April. Men heeft hier de droevige tyding ontvangen, dat Haare Doorluchtige Hoogheid, Carolina Louïfa, regeerende Mark-Gravin van Baden, gebooren Prinfes van Hesfen-Darmftad, zich ter herftellinghaarergezondheid naar Parys begeeven hebbende, koit na haare komfte aldaar,, den 8ften deezer , in den ouderdom van omtrent 60 jaaren, aan eene Beroerte overleden is. Zyne Doorlichtigheid, onze geliefde Mark-Graaf, was reeds van hier vertrokken , om zyne Gemaalinne te volgen ; doch op den tweeden Post van Straatsburg deeze fmertelyke tyding ontvangende, is Hoogstdenzelven, tenuiterfte aangedaan, hier terug gekomen. Het fterfgeval deezer Vorftinne is een algemeen verlies, zelfs voor de Kunften en Weetenfchappen, welke door haar bemind, befchermd, en zelfs beoefend werden. Uit Duitschland wordt gefchreven, dat men federt den ayften February in hel Bergachtige Voigtland herhaalde Aardbei-vingen had befpeurd, welke, offchoon niet Herk, echter niet nalieten opmerking te veroorzaaken. Den nden April hadden Zy 'er een Schok die vry. gevoelig was, zo dat de Huizen beefden, en de MeubiIfen van den Wand vielen, doch 'ex. is nog. geene fchade gefchied. Van  C 71 ) ■ Van Brusfel heeft men, dat het Mandaat van Zyne Keizerlyke Majefteit, raakelde de verniet ging van'diverfe Kloosters in de Nederlanden, zwaangheden m de u tvoerbg onioet, zynde 'er reeds vetfcheidene Supphquen aan den Keizer overgezonden ten einde hem van tefolutie te doen veranderen. 5352den 6d«n April. Laatstleden Sa.urdag begaf zich de Marokkaanfche nfto«r het Militaire Weeshuis, waar hy aan de Deur door eenige jon^e PerSonen u t he zeWe de in een Militaire Uniform gekleed, en in de. Wapenen ï°-en ^ivaïe wen . De Kanonniers hadden zich op het .Voorplein met al ^W ^AServ «posteerd, en op het tweede Plein vond deeze Minister het hunnr\A71Sn;.nRTpfrad- ord'r het Muzyk der janitfaaren. De Heer PrefooftParha^ !«voken; Sien zy uit een der Venders liggen om den Wapenhandel te befchouwen van deete jonge Militairen, d:e zeer fraai Manceuveerden en vervolgens Sh« Ek« met drie fchoten uit hunne kleine SnaphaaocD falueerden; waar; Fxcellemie zich in de naaste Zaal begaf, m welke andere jonge Lieden eln fraai Concert hadden, 't geen door het Turkfche Muzyk gevolgd werd heeaf zich de Ambasfadeur naar de Academie der Oosterfche TÏlen^ar twee der E.éves met hem een Gefprek in de Marrokkaanfche faal hielde!' t«wyl anderen, na in zyne tegenwoordigheid verlcheidene Natuurkund ,e Proeven gedaan te hebben, hem naar de Bibliotheek bragten, waar hy een c oot ge al Arabifche Boeken enz. zag. By zyn vertrek namen twee anderen deezer jonge Eléves, uit naam der Academie , van zyne Excellentie affcheid. Xi fcn zoden April. De ondervinding leert dat wezenlyke Gebeurtenisfen formvds wonderlyker zyn, dan de onwaarfchynlykde vernaaien der Romanfchry. vers - Hi^van levert ons de Gazette des Tribunaux weder een nieuw bewys op * Ellende Befchrvving. De Heer Martinet vertrekt, na dat hy 6 maanden Jetrouwd" Ïees ïtll nL een verafgelegen Landdreek, en Margaretha Mar g Lc 7vne Huisvrouw, begeeft zich, by afweezigheid van haaren Man, ten u '«n hlue OudeT te Antony. U it krachte eener Acte, die den dood van ^r^^^t^A^ te dellen, treed Margaretha Marodes drie ha? ra Stek van halen Man, in een tweede Huwlyk met den Heer Noliet In verkmt een Huwlyksgift van zcoo Livres: Een Zoon wordt m dit Huwlyk reboorenygdie a"hun echte Kind ook gedoopt werd: Zy keven wel met elkander en zyn gelukkig in hunne ondeineemingen. Onder anderen pagteden zy de r' ZnlVtvan Dreux, waarvoor zy Jaarlyks 30,000 Livres opbragten Kort^ rSyk werd in'allen opzigte met Zegen bekroond. Na eene atwez-gu™J ]„ ,« \Zen komt de eerde Man, de Hter Martinet, op eenmaal weder w heid van 10 jaaren kode *er ' veranderen; de Heer Martinet troostte SweSs hïgebe uS en nam zyne Huisvrouw wederom, De Heer Noliet, C2m begeert imusfehen, dat men gerechtelykdisfolutie van zyn Huwde tweede Man oe verkene weik Huwelyk federt de terugkeering van M5^Jr£™**te* en' echten Man niet meer bedond. Martinetgemelde Maroues tot n billvkheid van het Hof over, om noopens het lot^ vaTdef^r^her.wïeTe H-W gebooren, te beflisfehen. _ De Moeder Tchte " dlUeHeer Noliet zynen Zoon zoude by z.ch houden, en in zyn ond^-  ( 7i ) «houd, waarvoor zy zelve ook reeds ten deele gezorgd had, zoude voorzien Men had over dit een en ander geen gefchil, noch tusfchen de Partyen noch vónrZn Rechter. Overeenkorndig de genomen ConcJufiè van den HeerSeguieSraa. Advocaat, werd derhal ven het tweede Huwelyk van Mar^re hM« u den Heer Noliet by Arrest, voor nul en .bufirf veLfd ? doch goede trouw der Partyen, wierd de Zoon, u t het tweede: onechf H«iT ï ren, voor echt verklaard, en bekwaam tot de N^^p^V^^V der en Nabelhanden, zo wel van Vaders als Moeders ïvde v" J, • ' dat van dit Arrest in de Trouw-Redsters van de P n Lïl V,Y ^" 'S gelast' zal.gefchieden gelyk ook in ^"^^ en is gevolglyk den Heer Noliet toegelaatèn , om te hert?»len™ r^'"5 goeddunkt; zynde hem eindelyk een Ade verleend tn, h 7 wanneer het ^ra Londen den i8den April. De Gevangenen n,Viho„o. "pievoeaen. in de Newgate om fchuld in ^chTenl f t""'h bï^5St Ja,n7.3H"lleen huis opgefteld en hetzelve door eenen J. Marchant welken , 1 n ^ verkoozen hebben, aan den Graaf van EffiS , Mylord! alfchoon ik de Eer „ kend te weezen , verzoek ik echter, dewyl ^ ^^W^v^Y „ Vryheid van het Menschdom in algemeen In „ byzonder is, om U op de allernederigfre wystemoeen «„kwf , g V ' „ Request, hetwelk komt van een U^M^^^T^T „ fcheiden gevonden worden , die voorheen een Eer en If ffl • r" „ Cieraad, van hun Land geweest zyn ' f fommigen «n „ De onheilen van den Oorlog worden altyd gevoeld en moet™ *h*A - m „ worden, dewyl door dezelven menig byz^ndePerfoo Ttot rarn^ 8 V?dd „ den en zelf tot zyn gan.fchen ondergang gebragt wordt maar7e „ gelukkigen Oorlog met Amerika, is de" ondergang glweest vu zo vee KannT' „ den, Wmkeliers en Manufacturiers, dat de Lond^^ „ fchap al vroeg voorzien, en zich daarom op Lne edeTwj}*wtZ!?£ ;; MoeiïnVaftef^^ Pad™' ™* Jt-SSSSZZ „ digheid als U Lordfchap, te willen bedSden, , *22een Kooom9n' " Trdt' hem a!tOÜS cen a3n,al Winkeliers vol«?^ „ Ambachtsman, en door deezen wederom'de l« ftfrl ? »3ne5 Val dcn „ droefheid en armoede gedompeld xvo^dt hSÏÏÖ,"?0^ „ groot aantal Smeekfchrifien, 't welk uit aü" Oorden^™ W kM?C dat „ beide Huizen van het Parlement wordt aangek fe „ om fchuld in Hechtenis zitten. ^boden door de Gevangenen , die — : Ktlet vervolg bar na._ b, „ ^ —  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLVKSCHEN NIEUWS- V E R TE LD ER. Den 10. May 1783. N°. 19. tïet getal der Dooden van de voorgaande week is 15-7. Van elders wordt ons het volgende medegedeeld. Madrid den loden April. Deezer dagen zyn alhier twee Ediden gepubliceerd, bv het eerfte van welk verboden en vernietigd wordt alle Testamentaire Dispofltien ten voordeele van Biegtvaders, en derzelver Kerken en Kloosters; verbiedende tevens den Geestelyken, om zich op eenigerhande wyze intelaaten met de Boedels en Nalaatenfchappen van Perfoonen, die ab intefiato overlyden. By het ander Edict ftrekkeodetot aanmoediging der Visfcheryen, wordt de u;tvoer van alle verfche', gezouten en gerookte Visch van dit Land vryverklaard van alle uitgaande Rechten, hoegenaamd. . Napels den nden April. Volgens de jongfte berichten uit Sicihen was de tweede Aardbeeving, van den 28ften laatstleden, ruim zo verfchrikkelykgeweest als de eerfte. Zy heeft alles omver geworpen, 't welk 'er van het ongelukkige Mesfina was overgebleeven, en men ziet thans geene voetfpooren meer van de Gebouwen d;e deeze voorheen aanzienlyke en bloeijende Stad hebbin uitgemaakt. Zv is thans tlechu eene verzameling van Puinhoopen, waarop de Aardbeevingen ;n vat meer hebben, dan om de brokken te beweegen, en van de eene plaats naar de andere te rollen. De Schuddingen waren zo hevig en langduurig, dat de Gevluchte Ingezeetenen, in hunne Barakken op het open Veld naauwlyks veilig waren en het zich liet aanzien, of de geheele Aarde zich opende, om alles te ve üinien Het ongemak en gebrek, 't welk deeze rampzalige Menfchen te lyden hebben gaat alle befchryving en verbeelding te boven, in weerwit der edelmoedkepooeingm van onzen Monarch, en andere DoorluchtigeMenfchenvrienden om hen in hunnen nood by te ftaan. Onder anderen heeft de Koning van Frarkrvk een tuffende blyk zyner edele denkwyze gegeeven, door, terftond op de tvding der ee-fte Aardbeeving, twee Vaartuigen, met Levensmiddelen gelaaden van Marfeil'e naar Mesfina af te zenden. Onze edelmoedige Vorst heeft mede kosten noch moeite gefpaard ter onderfteuning zyner rampfpoedige Onderdanen zo in Sicilicn als in Calabrie ; en offchoan Zyne Majefteit een gewel- K dig  C 74- ) «Mg verlies in zyne ïnkomften lydt, heeft hy eene fonime van 4oo,eoo Ducaaten beftemd, ter herbouwing der verwoeste Piaatfen, inzonderheid van Mesfina, welke Stad 'echter, volgens het rapport van kandige Ingenieurs, by geeae mogelykheid op dezelve plaats herbouwd zal kunnen worden, aangezien de Grond, door het ingedrongen Zeewater, gantsch-en-al bedorven is. De elende in Calabrie is niet minder groot als in S-iciliën, doch men heeft van daar nog geene naauwkeurige berichten ontvangen. Livorno den 16d*n April. De volgende merkwaardige uitwerking der Aardbeeving, in Calabrie voorgevallen, verdient gemeld te worden: Aan het hangen der Stad Laureana, in de Landftreek il Vaticano, in Calabria Ultra, fchenrde z:ch, ten tyje der la.-.tOe Aardbeeving, op eenmaal een gedeelte van den Heuvel met een groot getal Olyf- en Moeibezrën-Boomen, van het andere af, neemende zyn ftrekk;ng in eene rechte lyn ter lengte van 900 Geometrifche Schreden. Middelerwyl zonderde zich ook van de tcgenovergeftelde zyde een gedeelte vaneen Heuvel af; en deeze beide gedeeltens kwamen met een geweldigen ftoot tegen elkander, waarvan de hevigheid zo groot was, dat al wat 'er op ftond het onderfte boven gekeerd wierd; en toen zy zich weder openden, het feen zy daarna ingevolge van verfcheidene Schokken deeden, zag men van alle anten als kookend Water voortkomen , welk eene bloedkleur had ^ en eenen d:kden damp en zeer fterken zwavelachtigen reuk opgaf. Meer dan 200 MoerbeX-iën-Boomen en twee Kudden Geiten, aldaar weidende, zyn verlooren gegaan, zonder dat men heeft kannen ontdekken, wat 'er van geworden zy. Verfcheidene Boomen zyn naar het Zuiden omgeworpen, en andere zo verplaatst, als of zy reeds over langen tyd daar geftaan hadden. De Aarde heeft 1er haare eerfte kleur veranderd, gelykende naar eene foort van Yzerërts, of van Zand met zwart en blaanw gemengd, als of zy eene groote verbranding ondergaan had. Sommige Burgers van Laureana verhaalen gezien te hebben, dat dit gedeelte des Aardryks zich in een oogenbiik van het andere losfehearde, tn zich op eene vreeslyke wyze fnel begon tc beweegen, zo dat zy genoodzaakt waren zich vlak op den Grond neêr te leggen ; dat onder de verfcheidene Schokken fommigen golvende, anderen llootendewaren; en dat zy ondertusfehen een geduurigOnderaardsch geluid hoorden , 't welk eenige minuten duurde. Volgens Brieven van Riga van den ióden April, was het Ys in de Rivier door fterke persftng van het Water van boven, losgeraakt, en had door de ongemeene hooge Vloed, die men meldt 1 voet hooger te zyn geweest afs in het Jaar 1771 groote Overftrooming en veele fchadens veroorzaakt , zynde van de Eilandjes in de Rivier, Menfchen, Vee en Houtwaaren wechgefpoeld, alsmede een groote party Masten in de Bolders liggende wechgeraakt, en de Schepen aldaar met Lading liggende lek geworden, zo dat dezelve weder gelost zoude moeten worden. Weenen den i^den April» De nieuwe Ordonnantie des Keizers, betreffende de oefening van den heerfchenden Godsdienst alhier, waarvan men reeds gedrukte i Exemplaaren ziet, ftaat terftond na de Paaschdagen ter uitvoer gebragt te worden. By dezelve worden alle Kerkendienften, en de uuren , op" welken die ge- • houden, moeten worden, fpecifiek opgegeeven: dezelve is byzonder aanmerkelyk we-  Crf) «regens de meerdere Predikatiën, die daarin worden voorgefchreeven , het bepaaldelyk bidden voor den Keiier» en alle Handen van Menfchen , en vooral wegens het zingen van Liederen, door de geheele Gemeente, onder het fpeelen van het Orgel, en dat wel geduurende de Mis, als ook het doen van Gebeden door den Priester, met luider ftemme, inde Hoogduitfche Taaie; De Liederen, die gezongen zullen moeten worden, zyn, nevens de Gebeden, insgelyks op last van den Keizer opgefteld en in druk uitgegeeven: zynde beide zodanig ingericht, dat zy niet alleen eenvoudig en verftaanbaar voor alle Clasfen van Menfchen , maar tevens ook byna voor alle Gezindheden bruikbaar zyn. Vooral zj aanmerkelyk alle de Paifages in de Liederen, die betrekkelyk zyn tot de Leere der Transfiabltantiatie, alsmede het Voorfchrift van het Gebed voor den Paus, doch byzonder het Gebed voor het welzyn der algemeene Christenheid, waarin niet alleen Gebeden wordt voor allen, die in Christus gelooven, zonder onderfcheid; maar ook voor de rechte veréénigden des Geloofs, zonder eenige de minfte tweefpalt of fcheuring. Men kan deeze Boekjes naauwlyks bekomen, zodanig is derzelver aftrek , niettegenftaande men nacht en dag bezig i*. met drukken. Gisteren begaf zicb de Marokkaanfche Gezant, met een prachtig gevolg r Tiaar het Hof, om by zyne Zyne Keizerlyke Majefteit het Affcheidsgehoor te hebben. De Uefchenken,' welke die Gezant voor zyn Hof ftaat medeteneemen, zyn federt eenige dagen voor het Publiek ten toon gefteld, en beftaan in twee fuperbe Servizen, een van Porcelein en een van Zilver, benevens een kostbaar Horologie en een met Goud belegd Paardentuig. Zyne Keizerlyke Majefteit doet alhier een Hotel-Dieu of Gasthuis bouwen, iwaarin men 4000, en des noods 6000 Zieken, zal kunnen piaatfen. Het gerucht gaat, dat zich 300 Poolfche Farailien, te Dantzig, naar Noord'Amerika ftaan intefchepen. Parys den 2yften April. Den iyden deezer, zynde Witten-Donderdag, na dat de Bisfchop du Pay de abfolutie gegeeven, en de Abt van Boulogne, GrootVicaris van Chalons fur-marne, de Redeovoering geëindigd had, verrichtte den Koning de Voetwasfching, als naar gewoonte, aan twaalf arme Lieden, en bediende hun aan Tafel. De Prins van Condé, Groot-Hofmeester desKonings, iwas geplaatst aan het hoofd der Hotélmeefters van Zyne Majefteit, en zettede de Geregten op, waarvan de Schotels aangebragt wierden door Monfieur, den Heer Graave d'Artois, den Hertog de Cbartres, den Hertog van Bourbon, den Prinsvan Conty en den Hertog van Penthievre, alsmede door de voornaamfte Bedienden van Zyne Majefteit. Des namiddags hoorde de Koningin de Redenvoering, welke door den Abt .iAsfclme, Groot-Vicaris van Parys, werd uitgefprooken. De Bisfchop du Puy gaf de abfolutie, waarop de Koningin de Voeten wiesch van 12 arme Meisjes, «n haar aan Tafel bediende. De Marquis dé Talarn, eerfte Hotelmeester, plaatfte de Geregten op Tafel, waarvan de Schotels werden aangebragt door Madame, Madame de Graavinne d'Artois, en Madame Elifabeth van Frankryk, en door de Hofdames, en de Dames der Prinfesfe». K % Mm  ( 76 ) Londen den i9tren April. Een Koornkooper alhier deed onlangs, onder voor- geeveo, dat hy van cie Leverancien voor de Troupen veel Koorn overgehouden had, in verfcheiden Bakkeryen het Brool twee c!u;ten minder verkoopen als de gewoone prys was. Thans heeft de uitkomst geleerd, dat deeze zogenaamde Weldoener der arme Lieden een bedrieger was; want hy had eene groote menigte Koorn opgekogt, om naar twee maanden te betaalen, en na dat hy zes weeken lang zyn goedkoop Brood verkogt had, is hy met het daarvoor ontvangen Geld doorgegaan. De Heer Ryland, een Plaatfnyder, had vaT den Koning eenjaarlyksPenfioen van 300 Ponden Sterlings: hy verdiende met zyne Kuntt jaarlyks rykelyk 80© Ponden Sterlings, en bezat nog daarenboven een vermogen van ic.coo Ponden Sterlings. Ongelukkig verloor hy alles in ée'nen Avond, door 't Spel; hy maakte valfche Banknoten, om weder aan Geld te komen, voor welk bedrog hy thans in de Gevangenisfe ligt. Vervolg van het Request door eenige Gevangenen aan den Graaf van Effingham gezonden. ,, Indien armoede en gebrek een Misdaad is, die een altoosduurende Gevange„ nis verdient, welke ftraf by eene Acte van de tegenwoordige Regeering daarop „ gefield is, gelyk blykt uit het Request, hetwelk ik de eer heb hier ingeflooten „ aan u Lordfchap te doen toekomen, en hetwelk ik, met alle nederigheid, ern5, ftig verzoek dat u Lordfchap aan het Huis der Lords gelieve aan te bieden, dan „ behoorden de Wetten duidelyker te zyn, nadien de Rechters zelve zeer dik wils ,, over derzelver inhoud en bedoeling verfchillende begrippen hebben. Daar zyn thans „ onder ons, in die ongelukkige omftandigheid , verfcheiden Pecfoonen, welke „ by het begin van den Oorlog in weelde en overvloed leefden, maar die na tot „ de grootSe armoede gebragt zyn, door het verbod om met de Colonié'n, die „ toen in Rebellie aangemerkt wierden, te mogen handelen, welk verbod dezelfde „ uitwerking en gevolgen voor hun, die alle hunne Bezittingen in dat Land had„ den, gehad heeft, als of'er een Wet gemaakt was, by weikeu Lordfchap het „ genot van uwe Goederen, het ontvangen van uwe Renten en het gebruik van „ uw eigen Geld verboden was, doch die u niettemin onder de verbintenis had ,, gelaaten om uwe Schulden te betaalen, of by gebreke van dien in de Gevangenis ,, gezet te worden. „ Ik hoop, Mylord! dat u Lordfchap de menschlievenheid, de goedwilligheid: „ en het medelyden wel zult willen oefenen omtrent de rampen, elendens en „ droevige omftandigheden tot welken zo menig ongelukkig Man gebragt is, om: „ het ingeflooten Request aan het Huis der Lords te willen aanbieden en den: „ voorflag te doen om een Bill intebrengen tot het ontflag van infolvente Schul" „ denaars in 't algemeen, wanneer zy onder Eede en op de Straften en Boeten ,, by de Wetten tegen de Bankroeten bepaald, alle hunne Goederen zullen overge-' „ geeven hebben." Gedrukt by de Erve de Weduwe JAGO BUS van EGMONT: op de Reguliers BrfSftrtat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- VERÏELDER. Den 17 May 1783. N°. 20. tïet getal der Dooden van de voorgaande week is 129. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Astrakan den 3o(ten December 1783. Sedert eenigen tyd houden de vceenW*. Broeders in Sarepta een zeer gemeenzaamen en vriendelyken ommegang mf 'iaI Kalmukken (Oeroets;) eenige derzelven hebben zelfs begonnen de Kalmukfrh* Spraak te leeren en hebben ten dien einde van hunne Lamas een deel Geestel k Boeken in handen gekregen. Men vermoed ook dat die Kalmukken, even eelvkH* Stawrapolen, welken in den Jaare 1771 omtrent 14000 Zielen uitmaakten en /erfcheiden Ghnstelyke Kerken en Schooien hadden, mede den ChristelvkeCrH dienst zullen aanneemen. De tegenwoordige Helling der Oeroetfche Kalmukken preekt van geene Godheid, als Schepper van Hemel en Aarde, en leidt het hefb,^' ier Waereld af van het begin van den Chaos. De Zon is, naar hun denKd :en famenftelfel van Vuur en Glas, de Maan beftaat, meenen zy uit Glas en ÏVater, en de Sterren bepaalen zy op 10,000 millioenen. ' De oudtydfche Broederfchap aan den Caucafus zoude, naar het ber-'cht van tenige Armenifche Koopluiden, tot den Godsdienst der Mahometaanen zvn ove7 egaan. ' Petersburg den tyden April Op gisteren is het Lyk van den Graave de Pan-n 1 de Voorkerk van St. Akxander Newsky ter rust befteld; in welke Capel alle e Hooge Perfoonen van de Keizerlyke Namaagfchap, die den Troon bekleed ebben, en alleen de geenen, die aan het Keizerryk gewigtige dienden hebben be veezen, begraven zyn. Alle de vreemde Ministers, het geheele Hof en verdere anzienlyke Stands-Perfoonen, zyn by die treurige plegtigheid tegenwoordig ee ireest, alsmede Zyne Keizerlyke Hoogheid, die zich in eene onuitfpreeklvkè roef heid ziet geltort, dezelve begaf zich des morgens ten 9 uuren naar het Sterf ais, alwaar de Misfe verricht werdt, waarna het Graaflyk Lyk onder een Bal tkyn naar het Klooster van St. Alexander Newsky, op een myl affland van ;eze Hootddad gelegen, gebragt werdt; de Namagen volgden te voef doch de /enge luisterryke Trein was in Koetfen. In het Klooster gekomen zynde werdr | Lyk in het midden der Kerk geplaatst, en de Kist geopend, als wanneer 'er K 3 eerst  ( 78 ) eerst eene Lvkreden werdt uitgefprooken, en vervolgens de Misfe gecelebreerd , . aarna alle de Vrienden des Overledenen denzelven de hand kusten, wordende herders de Kist geflooten en door de Namagen naar de Graftombe gebragt. De droefheid van alle de by weelende Perfoonen was onuitfpreeklyk: De Mans en j Vrouwen van de Namaagfchsp fnikten en dorten traanen. De talryke weldaadigheden van den afgeftorvenen Graave ontvangen gedurig sen nieuwen lof voor ÏVne nagedachtenis; en de ongelukkige Huisgezinnen welke hy in het geheim onderdeunde is zeer groot; hy draaft, behalvcn den roem van zyne groote bekwaamheid, ook dien mede in het Graf van eene geduurige Deugdbetracht'ng, en van nimmer, zelf in de tyden van zyn grootde vermogen, het minde leed aan zvne allergrootde Vyanden te hebben gedaan. Erlangen den zeden April. In zeker Oostenryksch Klooster deed, eenigen tvi geleden, de Opzieaer een van zyne Geestlyken in de Gevangenis zetten: Deeze na zyne wederontflaaking, verweet de Opziener zyne harde behandeling en deszelfs ongehoorzaamheid tegen 's Lands heerlyke Wetten, welke alleKloosterlvke gevangenhoudingen verbied. Men wilde hem hierop weder doen opfluiten- hy trachtte zich door de vlucht te redden ; doch de Opziener hield hem tegen met behulp van een zyner Lekebroederen en een Kloosterknecht: De Vluchteling verweerde zich met een groot Mes, en drong hetzelve den Knecht door het Lyf; het baatte weinig, hy zag zich overmandt en werd naar de Gevangenis terug gefleept alwaar hy in een donkeren Kerker naakt u'tgekleed en zeer mishandeld werdt' zodanig, dat hy weinige dagen daarna overleed. De Barbaarfche Opziener is 'thans in denzelven Kerker geplaatst, alwaar hy zynen draf verwacht. Berlyn den 2Qden April. Deezer dagen is hier een geval gebeurd , 't welk veel cerucht verwekt heeft: De Heer Elliott, geweezen Envoyé Extraordinair van Zvne Groot-Brittannifche Majedeit by onzen Monarch, huwde, ten tyde van 2,vn verblyf alhier, met eene Dochter van wylen den Graave van Vereist, in leven Envoyc Extraordinair van Hunne Hoog-Mogenden de Heeren Staaten-Generaal Toen de Heer Elliott in hetzelfde katakter aan het Hof van Coppenhagen beno'tnd werd, liet hy zyne Gemaalin met haar eenig Dochtertje hier, zeggende, dat hy voorneemens was dezelven in het Voorjaar aftehaalen. Men twyfelde -chter of Mevrouw Elliott wel genegen zoude zyn, om haar Gemaal te volgen; want eenige hu'sfelyke omdandigheden fcheenen aanteduiden , dat tusfchen hen eene Echtfcheiding op handen was. Den nden deezer kwam de Heer Elliott, van Coppenhagen, incognito, in deeze Stad, onder den naam van een particulier Engelsch Koopmao, en nam zyn intrek in een Logement, niet verre van het Hotel van Mevrouwe, de Giaavinne Douairière van Vereist, by welke zyne Gemaalinne inwoonde. Hier vernomen hebbende, dat beide de Dames den veleenden «vond by Prins Frederik van Brunswyk zouden foupeeren, begaf hy zich, in derzelver afweezigheid, naar het voornoemde Hotel, eischic zyn Dochtertje, die hy in eene Koets, met zes Paarden befpannen, en ten dien einde in gereedheid gehouden, plaatde, en met zich mede nam. Hy fchreef toen aan Mevrouw van VereM dat hy den volgenden morgen zyne opwachürig by haar zoude maaken^ om rekenfehap van zyn gedrag te geeven; en dienvolgens aan haar Hotel geko-; men zynde, fprak hy een uur lang met die Dame; doch eene byeeckomst met zy-  C 79 ) fcyne Gemaalinne Werd hem volftrekt geweigerd. Het gefprek was zeer ernfiig-, ca ten einde van hetzelve vertrok hy in alle haast, waarfchynlyk beducht, dat 'er :;geweldige middelen tegen hem in het werk gefield zouden worden. Hoewel hy •zich, by zyne aankomst, voor een Koopman had uitgegeeren, gaf hy, toen hy ■weder vertrok, aan de Wacht, die hem naar gewoonte zyn naam afvroeg, zyn pubfek karakter als Engelsch Envoyé aan het Hof van Denemarken t- kennen. Hoe onverantwoordelyk ook het geheele gedrag van den Heer Elliott geweest zy, verdient echter deeze laatlte (tap het meest van allen gelaakt te worden : men zou ;zich derhalven niet verwonderen, by aldien onze Monarch klagten liet doen aan het Hof van Londen, over deeze foort van trotschheid, welke als eene openbaate ifchending van het recht der Volkeren moet worden aangemerkt. [ Weenen den 3o(ien April. De Berichten nopens de Aardbeeving in verfcheii den Steden van Hongarye, in onzen voorigen reeds gedecltelyk medegedeeld, z/yn tot ons leedweezen maar al te zeer bevestigd. Schoon dezelve over 't algemeen zo hevig niet was, als die van den i8denjuny 176), is zy echter vry fterk geweest en heeft ook aanmerklyke fchade veroorzaakt. Althans is de vrees en de fchrik welken zy by de Inwooners verwekt heeft, tegenwoordig zo veel te ■grooter, hoe meer de yslyke Verwoeflingen, door de jongde Aardbeevingen in Siciliën'ei Calabrien te weeg gebragt, thans alomme bekend, en voor dergelyke uitwerkfelen doen beducht zyn. Te Komorra, daar zy zich, gelyk toen, weider het fterkst heeft doen gevoelen, hebben, behalven dat veele Huizen in de B'nmen- en Buitenftadin Puinhoopen veranderd zyn, vooral de Keizerlyk-Koninglyke Barakken groote fchade geleden, zo dat het Garnizoen, terftond na de gewaar^wording van den eerden geweldigen fchok , genoodzaakt wierd, dezelve te verlaaten, en zich naar het open Veld te begeeven. Het getal der Menfchen, die 'aldaar onder de ingedorte Huizen omgekomen zyn,- kan men nog niet naauwkearig bedemmen; ondertusfehen rekent men het toch reeds op iyo Perfoonen. Te iTurnau was de Aardbeeving op dien tyd wel niet fterk, maar de verflagenheid en het vluchten der Inwooneren verbaazend groot. Te Presburg volgde op de lArdbeeving een geweldige Storm en een zwaare Regen, die zich eerst den 24ften ideeier met helder en aangenaam Weêr verwisfelde. Leypzieb den eerden May. Men heeft hier het droevig naricht, dat den löden /April1 het fchoone Dorp YVolferllai, by Alftid, in het Weimarfche, dooreen .allerysfelykften en fchielyk toeneemenden Brand, geheel tot den grond in deasfche iis gelegt: de Kerken, de Schooien, y7 Huizen, benevens veele Schuuren en JStallen, zyn alle in een Puinhoop verandert. Parys den 2yften April. Mr. Anthon, thans huisvestende in het Hotel d'Aligre ■,ruë d'Orleans, heeft eene bekendmaaking in druk doen uitgaan, inhoudende dat zyn Beeld , of Schaakfpeeler , eene levensgroote tmnnelyke Figuur vertoond, !;gekleed op de Turkfche wyze; gezeten achter een Tafel, waarop het Schaakfpel ■■geplaatst is. Dit Beeld fpeelt op het gezegde Schaapfpel mït de eerde Perfoon 'welke zich gelieft aantebieden. Eer men begint, opent Mr. Anthon alle de openingen of deuren van de Tafel, om dezelve van binnen te laaten befchouwen; hetwelk meerendeels is famengedeld uit Raderen, Cilinders en Uurwerken. De ITafel weder gelloten zynde, begint het B^eld het Spel, en brengt de hand naar een  C§o) een der Stukken, hetwelk hy met de vingers aanvat en in een ander vak zet' trekkende de hand vervolgens terug om ze te doen tusten op een Kusfen 't welk naast hem legt; indien hy Schaak zet, waarfchouwt hy in orde zyne Party geevende drie teekens met 't Hoofd indien het den Koning raakt, en twee tèekens voor de Koningin. Indien zyne Paity, 't zy door verzinning, 't zy williglyk een verkeerden zet doet, fchud hy het Hoofd, neemt het verkeerd gezette Stuk en fielt het weder op deszelfs plaats, doch alsdan is de zet voor zyne Partv verlooren; want hy fpeelt alsdan zelve eerst: Indien men van de eene of andere zyde Schaakmat zet, en men alsdan nog weder voort wil fpeelen weigert hv zulks door het Hoofd te fchudden. Na het eindigen van het Spel doen de Aanfchouwers eenige vraagen aan het Beeld, waaraan het beantwoord, door het aan. toonen van de Letters, die dat antwoord uitmaaken A«? neerH ye"°0"ing ™n dit Werktuiglyk Kunstftuk was op voorleden Maandag De Her og de Bouillon een der Aanfchouwers, bood-zich aan om tegen het Beeld te fpeelen. Het begin der party nam een zeer goeden loop; doch de Heer de Bouillon met den Koning en het Kafteel een Schaakzet gerokeert hebbende hetwelk tegen den regel is fchudde het Beeld tweemaalen het Hoofd, om dè feil te berispen, Hellende teffens den Koning en het Kafteel van zynen tegenf.eeler weder op dezelve plaats. Het Spel werdt hierop vervolgt, tot eindelyk het Beehd, mogelyk ut eenige beweegreden, een gewichtige misdag beging: waarop de Heer de Louillon fchettfende tegen de byweezende Perfoonen zeide, dat hy wel zag, dat het eene welleevenheid in het Beeld ware, indien hy het Spel mogt winnen. Men vroeg verder aan het Beeld of het de party tegen Philidor zoude kannen winnen? Waarop het de Letters aantoonde, die, by eïand gevoegd het volgende antwoord uitmaakten; „ Ik ben niet waardig myne bekwaamheid ,, tegen die van een zo kundig Speeler aftemeeten». 'Er was digt bylTeene Dame van aanzien met haar Dochter, die omtrent tien of elf Jaaren bereikte geplaatst: Men vroeg hem of die Juffer zich wysfelyk gedroeg? Zv votehVt „ voorbeeld haarer Moeder»! zeide het Beeld ; een antwoord*, 't wdk d«ï£ welleevendften en geestigften Fransehman zoude vereeren. Des namiddags was 'er eene tweede Vertooning, waar by de Heer Hertog de Lyron eenige Perfoonen van zyn gezelfchap, en anderen ten getalle van qo tegenwoordig waren Verfcheiden derzelve, na dat men het binnendeel der TaJefbe fchouwd had, boden z:ch tot het fpeelen der Party aan; doch wanneer m voorgedeld dat de Heer Bernard /Advocaat in Jet Par^^ d^iS rnSdJ onder de Aanfchouwers bevond, pa Philidor een de, derkde Schaak Wers was die er bekend zyn, werd hy door een iegelyk verzocht het Spel te ondeTeZl» Het Bee d begon met de gewoone zet, namenlyk de Pion (of Boer) wee ?n™ den Koning uit: de Heer Bernard beantwoorden zulks met de Pion vanle Raads heer der Koningin twee voor uit; een zet vry zeldzaam; het Beeld werdt hierdoor f - eia' (tiet Vervolg in onzen eerstkomenden.) Gedrukt by de Erve de Weduwe J ACOBUS van EGMONT- on ~ de Regalieri Bre.ftraat, te Amftefdam. ' P  DEN HOLLAND SC HEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- V ERTELDER. Den 24. May 1783. N°. ai. Dingsdag middag viel een Sclrppers-Knecht van een Langendyker-Schui't, cigt by de Zaan , van zyn Vaartuig in 't Water, en wierd, na alle aangewende smoeite om hem te redden, dood opgehaald. Woensdag nacht ontftond 'er Brand in de Kelder van een Huis, ftaande op den hoek van de Prinfe-en Brouwersgragten, welkers woede zo hevig was, dat, in iweerwil van all« aangewende middelen ter blusfching, dit Gebouw tot aan de tweede Verdieping van binnen geheel is wechgebrand, waarna derzelver verderen voortgang nog gelukkig gefluit wierd. Vrydag morgen was 'er weder een allerfelften Brand op de Baangragt, by de 'Egelantiersgragt, in een Zoet-Stookery, veroorzaakt door het fpringen van de Helm van een Ketel, waardoor de vlammen als in een oogenbiik zodanig de overhand namen, dat door dezelve ook eenige andere Huizen van agteren aangetast en dus eene aanmerkelyke fchade te wege gebragt wierd, eêr men de voortgang der vlammen konde beletten ; doch door de vigilantie der Brandfpuiten werd eindelyk derzelver woede gekeerd. Het getal der Dooden van ds voorgaande week is I4y. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Kaap de Goede Koop den ijdtn December 1782. Sedert de aankomst van de Gewapende Compagnie-Vloot zyn nog ter deezer Reede gearriveerd ; als, op den i6den December het Ptuisfifche Scfvp de Prefident, Kapitein Oostveen, hetwelk iop zyn vertrek ligt naar Batavia ; den iyden arriveerde het Franfehe Schip '1'Indifcrette, Kapitein de la Butte; den iólen het Deenfche Schip Nepthunus, kapitein C. J. Falk ; en den zóflen een Keizerlyk Schip, gevoerd by Kapitein van der Linden; de twee laalfle moeten naar 1'Ille de France: Voorts zyn van de gemelde Oewspende Vloot gedifpicieerd om in 't laatst van January aanltaande naar Mauritius en vervolgens met een Franfehe V loot naar Ceylon te vertrekken; de Schepen de Ganges, Commandeur J. Paardekoper; het Zeepaard, Kapt.Thyfen; Voorberg, Kapt. A. Tim; en de Zeeuw, Kapt. Udemans; zullende een aanizienlyk getal Tronpen in dezelve ingefcheept worden: Voor eenigen tyd kwanj alhier tegen den avond onder den Wal een klein Fransch Scheepje, hetwelk in Juiy van Kadix vertrokken was; doch is des anderendaags, 's morgens, tegen de Klippen verbryzeld; de Papieren en het meerendeel der Equipagie is behouden, L door  ( 82 ) dbor ess Matroos, welke van Je Wal aan Boord zwom om een Lyn te brengea en na nog een;ge keeren, langs die Lyn heen en weder zwemmende, bragt hy telkens twee Menfchen mede, en wanneer hy zulks zevenmaal gedaan had, bleef hy een poos tyd uit verkleumdheid aan de Wal, ea in dien tyd is gemelde Scheepje met de overige Manfchap geheel vergaan. Madrid den 8ften April. In de Provincie van Gu'pufcoa, is op den roden der voorleden maand overleden Antoine Loydi, een Landbouwer van Amexqueta, gebooren in den jaire 1669, en dus in den ouderdom van 114 ja3ren min 11 dagen : Hy had nimmer Ziekte gehad dan eene benaauwdheid van Borst, waarvan hyeenige dagen voor zyn dood werd aangetast. De Geneesmiddelen altyd gevreesd hebbende, weigerde hy die geenen te gebruiken, die men hem in zyne Z:ekteaanbeval. Hy had alle zyne Tanden, Hairvlechten en het gebruik zyner Zinnen:. Hy at geduurende zyn leven geen ander Brood, dan dat van Turksch Koorn, en onthield zich altoos van Wyn en Tabak. Op zyn 112de jaar werkte hy nog in het Veld, en klom zonder Ladder op tegen een Boom van eene middelmaatige hoogte. Tot op het laatfte oogenbiik behield hy zyne levendigheid en tegenwoordigheid van Geest en een zeer juist oordeel. Petersburg den nden April. De laatfte Brieven uit de Levant berichten , dat1 de Eilanden Zante, Celafonie, en Sainte Maure , onder Venetië behoorende,. door eene Aardbeeving eene aanmerkelyke verwoesting hebben ondergaan: dezelve heeft geduurd, zonder ten eenemaale optehouden, van den 2often tot den 2yften Maart. Te Sainte Maure zyn verfcheiden publieke Gebouwen ingeftort; onder anderen twee prachtige Paleizen, en alle de Barakken. Twee Dorpen in hetzelfde Eiland gelegen, zyn geheel in Puinhoop verandert, en 'er zyn veele Menfchen omgekomen. Stokbolm-den 29ften April. Sedert eenige dagen zyn de eerfte Schepen uit de Sond voor deeze Stad gekomen, en vetfeheiden daartegen van hier vertrokken, zo dat de Scheepvaart wederom geopend is: Het Weêr echter is federt eenige dagen wederom fcbraal en gaur; ook doen de overgroote droogte en de fterke vorst hier ten Lande voor een derde Misgewas op de Akkers en in de Tuinen beducht zyn, waardoor duurte en armoede, die reeds zeer groot zyn , nog vermeerderen zouden. IVarfcbaww den 2öften April. Op het oogenbiik, dat men te Bialacerkien preparaties maakte, om den Vorst Potemkin, die aldaar by Madame de Gravin van Branitzka, zyne Nicht, een bezoek zoude konten afleggen, te ontvangen, ver» neemen wy door eene Expresfe, alhier van daar gearriveerd, dat de Groot-Generaal, Gemaal van deeze Dame, het ongeluk gehad heeft van het Paard te vallen, en zich zwaar te kwetfen. Men heeft in alleryl van hier een bekwaam Ghirurgyn ter hulp derwaards gezonden. Van Petersburg wordt gemeld, dat het Ys in de Newa-Stroom den 24ften April los genaakt is, na dat de Rivier 1 yo dagen lang bevrooren was geweest. Weentn den 3den May. Van Giesfen heeft men , dat de Roomfche Studenten aan de Univerfiteit aldaar vryheid hebben gekregen, om in een der Zaaien van die Academie daaglyks de Mis te mogen doen, en ten dien einde een Priester van Arndsburg of Wezlar te ontbieden. Dat een Proteftantfche Staat eene dergelyke inwilliging verleend, wordt alhier aangemerkt als een natuurlyk gevolg van de Tlokramie,.die.de Keizer omtrent zyne Proteftantfche Onderdaanen oefent. Gis-t  ( 83 ) Gisteren zyn de Geleerden, die door deu Keiier benoemd zya tot het doen vair ■eene reize rondom de VVaereld, van hier vertrokken : de befchikkingen, die'er tot 'deeze reis gemaakt zyn, deen denken: dat dezelve van zeer veel nots voor het Publiek zal weezen , indien deeze Heeren anders hunne voorgenomen tocht in gezondheid zullen mogen volbrengen. Vap de Poolfche Grenzen den 8ften May. De Keizer heeft de Pagt-Contraclen wegens het Zout in zyne Poolfche Landen opgeheven : de Pagters verliezen daarby omtrent 100,000 Ducaaten. Weker hadden de Jooaen in Gallicien en Ludomirien den Zouthandel tot een hoofdtak van hun beftaan; doch door de Verpagting swïerden 'er veele arm : Thans heeft de Keizer vergund dat een ieder Koopmanfchap met het Zout kan doen. De Poolfche Natie nog veel verbetering der goede Zeden noodig hebbende, zo heeft de Keizer een half millioen Guldens geasiigneerd tot Jaarwedden voor bekwaame Schoolmeesters. Uit Hongaryen heeft men tyding, dat aldaar voor nieuwe rampen gevreesd wierd, en dat alle de omftandigheden de uitberfting van een nieuwen Vuurkolk, naby de Stad Commore, fcheenen aan te kondigen; de Keizer had reeds verfchei-den kundige Natuurkenners order gegeeven den omtrek dier Stad te befcfeouwen, en hun tevens gelast hem van tyd tot tyd hunne Obfervatien medetedeelen. Men heeft opgemerkt, dat de Mineraale Wateren van Bude, federt de laatfte Aardbeeving, veel heeter zyn dan voorheen. Londen den Sften May. Een onlangs alhier gehouden en veel geruchtmaakend Tweegevecht herroept in veeier geheugen de menschlievende Grondwetten en edele denkwyze van de Grooten Guftavus Adolphus, betreffende het verkeerd denkbeeld van Eer, dat dikwerf zo veele rampfpoedige gevolgen heeft na zich gefleept. Men herinnerd zich teffens-, by die gelegenheid , eene Gebeurtenis ten tydeder Regeering van dien Vorst voorgevallen, die niet onwaardig fchynt hier eene plaats te vinden. Twee Officiers, behoorende tot het Leger Zyner Majefteit; twee geliefds Boezemvrienden van den anderen, door een gering misverftand opgehitst, drongen elkaêr met zo veel doldriftigheid tot een haatelyken Tweeftryd, dat zelf de tusfchenkomst van hunnen Koning; noch de onderdaanigheid, die zy aan deszelfs Wetten verféhuldigt waren, niet bekwaam waren den twist onder hun te flech,ten. De Vorst Selde dus een dag vast voor het Tweegevecht, waarby hy begeerde tegenwoordig te zyn. De Kampvechters eindelyk in het Strydveld komende waren verwonderd, aldaar een Galg te zien opgericht; doch Zyne Majefteit trok hun welhaast uit de onzekerheid, zeggende: ,, Dat, dewyl hyzelve niet vermogt hunne verfoeijelyke drift te betoomen, zy konden beginnen als het hun bedaagden; doch dat zy behoorden te weeten, dat Zyner Msjefteits voorneemen ware, om dadelyk, na de uitkomst van het Gevecht, den Overwinnaar aan den nis, en de Overwonnenen aan de beenen te doen ophangen". De groote deugd des Monarchs, het haatelyk gezicht van de Galg, hadden juist de uitwerking op > de woedende Kampvechters welke de Koning verlangde; het Geweer viel hun jeide uit de hand; de oude achting nam de plaats der nieuwgebooren haat in, zy omhelsden elkander, en derzelver vriendfehap was in het vervolg meer hevig dan te vooren. BAryi den oden May. Van Martinique heeft men, dat hït Engelsen Schip L a- the  -the Couragïeux, van Antigoa komende, en Op een Kanonfchoöt van Martinique geftrand zynde, het geluk gehad heeft, alle Kogels te ontfnappen; maar dat het by de Kust van Guadeloupe niet zo gelukkig is geweest ; zynde hetzelve aldaar voor de tweedemaal geltrand, genomen en in Triumph in de Haven opgebragt, onder de toejuiching van alle Colonisten, die het gedwongen hebben te dryken. Van Saint Flour fchryft men, dat den i4den der gepasfeerde maand, aldaar in het Huis van eenen Schrynwerker brand ontdaan is, waardoor y groote Huizen in de asfehe gelegd zyn, en eenige anderen, daarby daande, en die door iz Huisgezinnen bewoond werden, befchadigd. Vervolg der Defchryving van het verwonderingswaardige Beeld van Mr- Anthon, te Parys. Dan, wyl de Heer Bernard de Aanweezende niet door langduurigheid wilde verveelen, fpeelde hy flechts het eetde Stuk dat hem onder het oog kwam, toonende teffens aan dat, indien hy by den voorigen zet een Schaak hadde gegeeven, hy daardoor een Stuk geforceert zoude hebben, waarop het Beeld niet naliet op daande voet den zet die hem dreigde af te keeren, doch zich verder door zyne Tegenparty gedrongen ziende, vond het zich genoodzaakt, ora niet overwonnen te zyn, fluk voor duk aan te bieden, welken ook door zyn Tegenparty werd aangenomen, dewyl de vooruit zynde Pions hem van de winst van het Spel verzekerde. Een Man, welke, daande , niet ver van het Beeld geplaatst is, en die, naar alle waarfchynlykheid, hetzelve beduurt, al hoewel men niets bemerkt, waaruit men zulks kan benutten, zeide toen, dat het Spel verlooren was, en dat het onnoodig ware hetzelve te vervolgen; doch het Gezelfchap was van een ander gevoelen, en wenschte het einde te zien. Het Beeld gaf hierop alle zyne Stukken het een na het ander bloot, en men zag wel dat hy het Spel gewonnen gaf. Men vroeg hem hierop of zyne Party een derk Speelar was, waarop hy antwoordde: ,, Hy zegepraalt." Men deed hem nog veele andere vraagen, waaraan hj regelmaatig voldeed. Men kan uit dit alles beiluiten, dat dit Werktuig bewondering verdient, er teffens dat de Uitvinder van hetzelve eene buitengewoone kundigheid moet bezit' ten in de Wiskunst, Natuur- en Werktuigkunde. Eene onzigtbaare aantrekkrachi als die van den Zeildeen beduurt mogelyk alle deeze werkingen: Men ziet dagelyks de Heer Comus, deor middel desZeildeens, Proeven doen, niet minder wonderbaar dan deeze. 't Kan zyn dat de Man, die geduurig het Beeld byblyft, d< geene is, die de bewcegingen van hetzelve inricht, fchoon daarvan geen blyk altoos te zien is. Wat aangaat het binnendeel der Tafel, waaragter het Beeld geplaatst is, men hoord daarin geene andere werking, dan het geluid van eene affchieting, zo a's die welke de Trommel van een Uurwerk maakt, wanneer het gaat daan Voor 't overige is het niet te verwonderen, dat het Beeld in Duitschland weinij Perfoonen heeft aangetroffen van zyne derkte; dewyl de geen die het beduurt alhiei in den derden rang der Schaakfpeelers geplaatst wordt; 'er zyn in geheel Parys nie meer dan 7 of 8 Speelers, die hem iets vóór kunnen geeven : de Heer Philidor zelvt zoude hem niet meer dan een Paard in de plaats van een Pion kunnen afdaan. Gedrukt by de Erve de Weduwe JAGOBUS vah EGMONT: op de Reguliers Brecftraat, te Amderdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- VERÏELDER. Den 31 May 1783. N°. 22. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 15-5». Deeze Byzonderhedeu verneemt men van elders. Gopia van een Brief van Kapt. Gerrit Borst, voerende het Keizerlyk Fluir- fchip de Graaf Belgiofio. Den löften der gepasfeerde Maand January bevond ik my by 't Eiland Anegada, alwaar een Engelsch Schip van Oorlog indenmorgenftondbymyaan boord kwam, icn myne Papieren bezigtigd hebbende, met vriendelyke bejegening my myne reis liet voortzetten. Den zelfden avond, of in 't begin van de eerfte Wacht, kreeg Ik een Engelfche Kaper op zyde, die met klein Geweer op ons fchoot, zodaeig, dat het te verwonderen is, dat niemand der Equipagie is gefneuveld, dewyl 'dr heden nog een Kogel in het Kluifhout zit, en verfcheide anderen over ons heen gevloogen zyn. De Kaper dreigde ons met zwaare woorden, dat wy de Sloep zouden uitzetten, het welk wy ten fpoedigften deelen Ik, myn beide Stuurlui en elf Officieren en Matroozen wierden daar aan boord gebragt; myn Volk wierd terftond twee aan twee in Yzer gefloten, benevens myn Opper-Stuurman; doch den volgenden morgen, na dat ik met den Kapi. gefprooken had, wierd de Stuurman ontflooten. Ik was de geneele uitreis 01 pasfelyk geweest, en verzocht aan ,den Kaptein, wanneer myn Schip door hem niet als een zuivere Keizerlyke Vlag moet worden aangezien, dat ik nochthans bevestigde, en dat myn Schip te Oftende en St. Nicolaas t'nuis behoorde, dat hy ons echter niet onmenfchelyk wilde bejegenen. Den 3often kwamen wy met de Kaper op de Re^de van Spanningfton, en den volgenden dag ons Schip insgelyks Den eerften February wierden twee van myne Pasfagiers, namentlyk Mr. Prutt en Gimyn, benevens myn OpperStuurman en ik van daar met een Schoender naar Tertola gebragt, alwaar myn Opper-Stuurman en ik op een Prys of Polack-Schip gebragt wierden. Na twee dagen daar geweest te hebben, kwam myn Schip mede te Tertola, wanneer ik weier aan boord kwam by de Manfchap die daar gebleeven was, welke verblyd waren my te zien, en betn'gden veel benaauwdheden uitgedaan te hebben, ja genaden en geftooten geweest te zyn ; dat de Onder-Timmerman en de twee gemelde Pasfagiers met een Stróp om de Keel onder de Bezaans-Stag waren geheesfen, om ;e verklaaren dat Schip en Lading Fransch was, of"in Frankryk t'nuis hoorden; SÖk zvn 'er Pasfagiers uit de Kajuitsventters gehangen , met de Beencn om hoog, L 3 naakt I  ( 8s geftorvcn is". ""CedrKÏrby it Ejvt ic W«t. j. ta* EGMONT : op ie 9,*$nlïtn JHtêftmes, » At^^ïtmT  DEN HOLLAND SC HEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- V E R TE LD ER. Den 7. Juny 1783. N°. 23. ï~Iet getal der Dooden van de voorgaande week is 168. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Twsebrugge den yden May. Een onzer Sterrektindigen op den 27fr.cn Apri! een weinig voor 10 uuren des avonds, in den Noorder Luchtllreek een flaauw fchynend Licht ontdekkende, haastte ziek om een zyner Vrienden te roepen - te faamen na3r buiten gegaan zynde, hielden zy zich meer dan twee uuren bézig met de befchouwing van dat Verfchynfel, waaraan zy, naar alle de tekenen welken zy 'er aan ontdekten, dachten den naam van Noorderlicht te mogen ^eevennochthans bemerkten zy dat noch de onbeweegbaare grond van het vellichte Deel' noch de op elkander volgende Flikkeringen, de gewoonelyke couleur hadden diede meeflen der Nabuurbefchouwers doorgaans in de Noorderlichten , welke in meer Noordeiyke Luchtftreeken te zien zyn, hebben waargenomen; doch voor het overige fcheen alles met den aart der meest gewoonlyke opmerking overeen te komen. Dit Verfchynfel vertoonde zich reeds in zyn vollen luifler op het oogenbiik dat het werdt gezien, waaruit men gistte, dat het reeds eene wyl te vooren zich moet hebben beginnen te vertoonen. Het bevatte byna hetgeheele Noord westelyk Deel en een vierde van den Zichtë'nder, zich verheffende, fcheen het overal op3ograaden, maakende een fchitterende Streek, waaruit op fommigen piaatfen als Vuurftraaltjes voortkwamen. Dat Licht was vry wel gelykende aan dat, 't welk den opgang der Zon aankondigt, alle de Voorwerpen ontdekten zich by hetzelve en de Schaduwen tekende zich op den witten grond der Muuren, ter wyl het'des daags te vooren op hetzelve uur zeer duhter was geweest. Het is nuttig hier aan te merken, dat de Dampkring zonder Wolken was, en dat 'er geduurig een zeer koele Wind waaide; alfchoon dit het eenigfte Noorderlicht is, dat wy wel hebben kunnen befchouwen, denken wy nochthans hetzelve niet te kunnen ftellcn dan onder de middelmaatige Clasfen der Verfchynfelen van dien aart. Livorno den óden May. Men heeft op den Oe ver der Zee, niet verre van Monteaero, een Visch van eene verbaazende grootte gevonden, die aldaar op het drooge was gebleeven : dezelve had 18 vademen langte en 7 breedte. De Lever daarvan was ter gewigt van oyo ponden, de Long yo, de Milt 30, het Hart ty sa de Ingewanden 280: het Hoofd, en alle de overige Deelen, wogen te faamen M SISO  C 90 ) 37fo ponder». Deeze Visch, welke Tremolante, of Lancia, wordt geraamd', ko:nt anderfins zeer zeldzaam Hit den Oceaan tot de Middellandfche Zee over. Madrid den óien Mey. Het Hof heeft Depêches ontvangen van den Maarfchalk de Cirnp, Don Pedro Guc'lfi, Commandant der Vesting Oran, op de Kust van Africa, behelzende: dat de Mooren, in weerwil der goede vriendfc'iap, die 'er tusfchen onzen Monarch en den Keizer van Marocco plaats heeft, zich van twee Sp:a:~ifche Vaartuigen, met Levem.midleien gelaaden, en door Storm op de. Moo;fchs Kust gefnanJ, met geweld hadden zoeken meefler t« maaken; doch dat hy, een uitval geiaan hebbende, de Mooren, ten getalle van ruim duizend Man, op de vlugt gedreeven had, met groot verlies van hunnen kant, terwyl Ons verlies nachts twee Gefneuvelden en vier Gekwetlten bedraagt. Men is nieuwsgierig te weeten, hoe dit voorval aan de beide Hoven zal worden opsenoomen. IVeenen den ioden May. In het Dorp Arndorf, by Klagenfurth gelegen, ontdekte kortelings een Landman, in het graven op zynen Akker, ter diepte van twee voeten, een groote Steenen Zark., hy bemerkte weinaast dat dezelve tot Dekfal ftrekte aan een Graf, 't welk met Aardeen met de Beenderen eenes Menfchen JLigchaams .gevuld, was. Die onverwachte.ontdekking fpoorde hem aan om een verder onderzoek te doen, en dus vond hy kort daarna een kleinder Zark, omtrent op dezelfde wyze toegefteld; waarop men het navolgende uitgehouwen vond: L. CEL. IV CAMPESSE. ET CELERIA. Mes. PRIMIGENIA FILIO V. F. An. VIII. Weenen den I4,ien May. 'Er is een Huwlyk tusfchen den jongen Vorst Esferhazy en de oudtte Prinfes uit het Huis van Lichtenfteyn op het Tapyt, zullende de Heer Bruidegom aanftonds na het aanteekenen, voor twee Jaaren cp reis gaan, overmits de Bruid-nog te jong is. Parys den 23flen May. De beroemde "Werktuigkundige, die het bewuste Schaakend Beeld heeft te famengefteld, heeft heden onze Vorlten en veele byzondere Perfoonen in een diep verwonderen gebragt, door de vertooning.van een nieuw uitgevonden Beeld. Hetzelve is een Kind, opeen Kistje liggende, hetwelk alle de fchreeuwen en klagten uitbrengt van. de tederfte jaaren : hetzelve fpreekt eenige Woorden, als: je vais h...Paris. (ik ga naar Parys) Bettjour, Mama! enz., en declineert eenige Werkwoorden als Am». Dat.Beeld is het a'lerkunfligfle Werkïtuk dat 'er bedacht kan worden, en deszelfs Samenfleller wacht flechts tot het voltooid zy om het aan 't Publiek te vertoonen. Londen den ziften May.. Voorleden Maandag werd de Geboorteverjaaring van Haare Majefteit, de Koningin, die toen in haar vcertigfte Jaar trad, op hel Kafteel van WindDr gevierd, maar niet met de anders gebruklyke vrolykep'.echticheden. De verfche en diepe wond wegens den dood van den jongen Prini Ocfavius, aan de.ingeente Kinderpokjes overleden, belette alle de.voorheen gewoone vreugdebedryven.* Des morgens ging de Koning met vier der Ptirfenvaj de Apartementen der Koningin naar de Hof-Capel, alwaar ten 7 uuren de Goas'« diens verricht wierd; de Koningin, die nog onpaslyk is, door de Prinfcsfen verZe.ld, verrichtte dien. in haare Kamer. Na het ontbyt, deed de geheele Koninglyke Familie een tour, en omtrent den middag kwam de Piins van Wales uit di Stad weiwaards by tegens den avond te;ug keerde. Des avonds wasJer Ba! voor ii  C 91 ) de jongere Spruiten der Koninglyke Familie en fommigen van den jóngen Adel uit de Nabuurfchap. Het Stadhuis en verfcheidene andere Huilen der Stad waren Geïllumineerd. Haare Majefteit is echter verre van welvaarende te zyn, en werd dien geheelen da„' naauwlyks gezien, fchoon het Weêr zeer gunftig was. Parys den zóllen May. In het Vlek van Gamache, in Picardyen, niet ver vai Abbevilte gelegen, is eenige dagen geleden een zwaaren Brand ontftaan: De Koopmans Hille en 3 y Huizen , waarvan de Bewoouers geene de geringde Effecten hebben kunnen redden, zyn ten eenemaale in de asfche gelegt, doch gelukkig heeft niemand by dit ongeval het leven verlooren. Eenige Kinders, die aan de oplettenheid van eene Vrouw, welke het opzigt over dezelve had, ontfnapt waren, en die een Te^t met Vuur op een Zolder hadden gebragt, zyn oorzaak van dit Onheil geweest, 't welk van e;n minder droevig gevolg zoude geweest zyn, indien men in tyds de Olie en Brandewyn, welke aldaar geplaatst waten, had kunnen wechruimen Het Schip, le Prince de Kaunitz, van 1400 Tonnen onder eene Neutraale Vlag van St. Domingo naar Bourdeaux komende, en met Suiker gelaaden, heeftop de Acores Schipbreuk geleden , en is met het grootftedeel der Manfchap, beftaande in meer dan 100 Perfoonen en 1 y Pasfagiers, vergaan, waaronder zich teffens de Luitenant-Colonel de Lauzun bevond. Het Proces thans hangende voor het Parlement , tUïfchmtweeFamilicn, waarvan de eene, met uitlluiting van de andere, beweert de eenigite te zyn van den beroemden naam van Montesquiou, is reeds verfcheiden maaien bepleit geworden, en verwekt de nieuwsgierigheid van geheel Parys. De Advocaat van de Heeren de la Boulbenne, heeft aan dien van den Heer Montesquiou belooft, in de toekomende week te bewyzen, dat de Familie, die thans den naam van Montesquiou draagt, in geene deele Montesquiou is. 'Er is op heden zeker Notaris Klerk in deeze Stad in hechtenis genomen; de* zelve wist zich het vertrouwen van veelen te winnen, waardoor hy niet alleen Zich bezig hield met het bedienen van derzelver byzondere Procesfen, maar zich teffens aanmerkelyke fommen Gelds wist te verkrygen. Zyne verteeringen en levenswyze waren verre boveu den ftaat waarin hy gefteld fcheen; hetwelk hem verdacht maakte, en de eerfte aanleiding gaf om hem van kwaade handel te betichten. Hy heeft aanmerkelyke fchulden gemaakt, en men heeft by hem voor aoo,ooo Livres aan Lotery-Briefjes gevonden. Leyden den 28ften Mey. Thans zien de Burgers en Ingezeetenen deezer Stal de aangenaame Gebeurtenis, waar naar zy reeis voor langen tyd hadden uitgezien , ja gereikhalsd , en in niets minder beftaat dan in een vry groot aantal hunner Sud/enooten; oude, afgewerkte, ongelukkige arme Mannen en Vrouwen, welke, fchoon van Levens-onderhoud voorzien, evenwel nog ontzet waren van dat geen, 't welk ter onderfchra3ging van eenen toeneemenden Ouderdom, en ter verkwi.king van afgefloofde en door gebreken verzwakte Ligchaamen wel zoude worden gevorderd , welhaast in een aanmerklyk beteren en gelukkigeren ftand geplaatst te zien. Voor lang toch hadden verfcheiden der aanzienlykfte en gegoedfte Ingezeetenen deezer Stad, tot erectie van een Huis, waarin zodanige oude en arme Mannen en. Vrouwen zouden worden geplaatst, by hunne Laatfte Willen, aanmerklyke M '2  ( 9* ) f Giften befprooken, onder welke de Burgervader Mr. Nicolaas van de Vélde^ wiens naam en verdieBften nog laug in zegeniüg zullen blyven, door een confiderabel Legaat eenen aanvang maakte, en den grond leidde, op welken verfcheiden Liefdaadigen vervolgens gebouwd hebben: Dan, deeze Fondfen tot zulk een heilzaam, maar teifens kostbaar, oogmerk nog te kort fchietende, behaagde het onze geëerbiedigde en geliefde Ove.he.len, in 't laatst van het verloopen jaar, door een niet genoeg te pryzen Befluit, de oprichting deezer nieuwe (lichting te beveelen en daartoe zuiüe aanmerKiyKe roncuen te snigneeren, ais waardoor, geholpen door den liefdaadigen byftand hunner getrouwe Ingezeetenen, dit noodig eti nutrg Werk zoude kunnen worden begonnen en tot ftand gebragt. Ingevolge van dit Befluit waren door hunne Ed. Gr. Achtb. van tyd tot tyd ,de noodige maatregelen genomen, en het was Hoogstderzelver gunftig welbehaagen , om de zo wel geplaatfte harten hunner Ingezettenen , welker bereidvaardigheid tot milde toereiking te meermaakn gebleeken was, als nu te beproeven, ten einde het gepaste middel te zyn ter noodige hulpe aan dit zo wenschlyk als heilzaam einde. De hartroerende Publicatie, op bevel der Overheid, tot dat einde van het Raadhuis en van de Predikftoelen der Proteftantfche Kerken in deeze Stad, gefchied , niet weinig geholpen door de ieverige en trouwhartige opwekkingen der refpective Leeraaren, welke op den voorleden Zondag, door kracht van taal, de Gemeente tot het mildlyk toedeelen van Liefdegaaven ernftig hebben aangefpoord, heeft dan ook dat gelukkig gevolg gehad dat eergisteren morgen langs de Huizen ten behoeve van deeze Stichting is ingezameld geworden eene fomma van ƒ9141 : 2, en dat den Beftierderen van deeze Oprichting, zomen verneemt, nog verfcheide toezeggingen van Liberaale Giften zyn gedaan, omtrent welke in¬ zameling, zo men verzeitera, ae eeeimoeaigneia van veeie zvanzieniyKen en Minvermogenden heeft uitgemunt, en hen met het grootfte recht eene pla2ts heeft doen verwerven in dedankbaare harten dier oude ongelukkige Lieden, welke de Voorwerpen hunner liefdaadige Mededeelzaamheid ftaan te worden, en verder op hun«en byftand hoopen. Lerensbyzonderheden van den Heer Benjamin Franklin, getrokken uit de Engelfche Nieuwspapieren. Benjamin Franklin is gebooren te Boston, in Nieuw-Engeland,' den i7den January 1706. Na aldaar eenigen tyd by een Drukker gewerkt te hebben , kwam hy in Engeland, om zich verder- in de Drukkunst te oefenen, en werkte ook aldaar een tyd lang als Drukkers-Knecht. By zyn terugkomst in Amerika zette hy te Philadelphia eene Drukkery op en begon een Nieuwspapier uittegeeven, hetwelk door hem zelf gefchreven en gedrukt wierd. Zyne ledige tyd brfteedde hy in de involging van zyne natuurlyke neiging tot Philofophifche Bespiegelingen. Onder deeze trok de Elektriciteit, welke destyds het minfte beoefendlle gedeelte der Natuurkundige Weetenfchappen was, zyn byzonderen aandacht en de ontdekkingen, welke hy, van den Jaare 1747 tot 17^4, in die Weetenfchap deed, deelde hy in Brieven mede aan den Heer Peter Collisfon, te Londen, een Lid van het Koninglyk Genooifchap der Weetenfchappen. (Het Vervolg lier na.) (ÜecUuki by de Esve dc Wed. j. van EXJMON-T; op de ftegutreis Bieéfti^at, te AmfteidaiB.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 14 Juny 1783. N°. 24. tïet eetal der Dooden van de voorgaande week is 193. De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze volgende. Van Smirna meldt men, dat aldaar onlangs een verfchriklyke Storm, verzeld van een zwaar Onweêr, gewoed heeft; de Blixem was op een Fransch Vaartuig gevallen hetwelk zich gereed maakte om onder zeil te gaan naar Tochia Nova, waardoor eenige Menfchen doodgeflagen en verfcheiden anderen gekwetst zyn ^R^omT&z* lyden Mai. In het begin der voorleden maand hebben eenige Arbeidslieden die bézig waren aan eenen Weg te werken, omtrent drie mylen van Oftie, drie Standbeelden , en verfcheiden Basrelieven , opgegraaven. De 1 Kardinaal Albani, Deeken vsn den Heiligen Stoel, onderricht zynde van die ontdekking, welke door de gezegde Arbeidslieden geheim werdt gehouden, heeft : die Standbeelden laaten opeifchen. Het eene van Gneksch Marmer zynde, wordt gehouden voor een Meefterftuk der Beeldhouwkunst, en vertoont eene Vrouw, ' waarvan de welgevormde gedaante, door een fchoon gewerkte Kleedmg, die haar 'bedekt uitblinkt.' De twee andere, alhoewel zeer fraai, bereiken dien trap vaü i volmaaktheid niet. De Kardinaal bevel hebbende gegeeven, dat men ter zei ver plaats met craaven zoude voortgaan, heeft men eenige dagen daarna verfcheiden ÏLvkbu'fchen van wit Marmer gevonden, waarvan twee in Basreliëf zyn, met eene verwonderlyke netheid uitgehouwen: De afbeeldingen, fchoon zeer klein, zyn zo wel uitgewerkt, dat men daarin de Aders, Spieren en Gewrichten zeer i duidelyk kan onderfcheiden. Men heeft nog onder dit doorgraaven verfcheiden (tukken van alosd groen en geel Marmer opgedolven, en, onder anderen, een. i Steen waarop het navolgende was gegraveerd : Minutius CC. trigetlta in agro & VFteenti quinque in front e pefuit, het geen waarfchynlyk betekent, dat die plaats weleer een Lusthuis is geweest, in welks binnendeel door Minutius 30, en aan [ . .C. lw.,a\As.n maren (Tonl-jatC?. den voorgevel zr ouuujotuui „«a,w. 6vk.-».-.. . , , Napels den 2often Mey. De laaifte Couner uit Calabrien gearriveerd, brengt ons de droevige tyding, dat met» den ioden deezer, aldaar wederom eene zeer hevige Aardbeving gevoeld had, die weder nieuwe onheilen had veroorzaakt, waarvan men echter geen verflag doet. Dezelve werd voorgegaan door een M 3 Oh-  ( 94 ) Onderaardsch'geluid, gelyk aan dat, 't geen gewoonlyk de uitbarltingen van den Berg Vefuvius aaukoncigd. S.nts deeze fchudding heeft men eenige dagen achter eikanderen vernomen, dat dezelven, inzonderheid tegen het ondergwi der Zonne eikanderen geregeld opvolgden. Men vermoed, dat zich hier een nieuwen Vuurkolk geopen j heeft. Weena, den zyllen Mey, 'Er loopt alhier een gerucht, dat de Graave van Fries deszelfs Dochter aan een der ia deeze Stad nfideerende Grooten zal verbinden , met aanbedeelmg van een Millioen tot een Bruidfchat Zy , dia door hunne goede hoedanigheden zich de achting'der Menfchen weeten te verkrygen , worden minder fpoedig vergeeten, dan de geenen die men met Cffiverfchilhfor van Doeveren, eenige Ververfc.aingen genomen te hebben, heeft de Stadhouderlyke Familie de Merkwaardigheden van 's Lands Academie-Tuin bezigugd, en is 's namiddags ten 3 uuren weder van hier naar de Orange1Zaal ve trokken. Vervolg der Lerensbyzonderheden van den Heer Benjamin Franklin. Deeze zyne Brieven over dat Onderwerp wierden gedrukt, en nimmer is eenig Gefcnrift over de Elektriciteit door geheel Europ3 meer geleezen en bewonderd; De Engelfchen bleeven niet agterlyk om recht te doen aan 's Mans verdienden, want de Univertiteit van Oxford vereerde hem, den 3often April 1762, met derf rang van Doktor in de Rechten; doch Doktor Franklin had het zeldzaam goed geluk, dat zyne vermaardheid buiten 's Lands no?i grooter was dan in zyn eigen Vaderland. Om hiervan overtuigd te weezen, heeft men maar het oog te llaarï op alle de Gefchriften, welke door Buitenlanders over de Elektriciteit zyn u'tgegceven, en men zal hem genoegzaam op e!Ke Bladzyde vinden aangehaald. Met pén woord, DoktorFraiikiinsExperimenten enObfervatienzullen by deNakomelingfchap aangemerkt worden als de waare gronden van de Elektriciteit, op gelyke wy-ze als de Newtoniaanfcne Philofophie gehouden wordt, voor het waare Sy-' fttmi der Natuurkunde in 't algemeen. De grootlle ontdekking, welke Doktor Franklin deed, betreklyk de Elektriciteit, en die van het meelle nut voor het Menschdom is, beftaat in de volmaakte geiykheil, die hy aangevvéezen heeft, dat 'er is tusfchen de Elektrique Vloeiftof en den Blixem/ Om detze gelykheici zo volkomen als mooglyk was te bewyzei, onfe—  C 96 ) . -ondernam Dottor Franklin, hoe wonderbaarlyk dit ook mogt voorkomen om den Blixem uit de Lucht te trekken door middel van een Eleétrique Vlieger welke hy deed opgaan wanneer 'er een Donderbui aan de Lucht was. Deeze Vlieger had een Yzeren Punt door welke hy den Blixem uit de Wolken naar den Vlieger trok, en uit welke dezelve vervolgens langs een Hennippe Koord of Touw afgeleid wierd naar een (tuk Yzer dat aan deszelfs einde was vastgemaakt: aan dit Yzer hing hy Flesfchen in welken hy het Eleétrique Vuur verzamelde ' met welke hy daarna Geeftige Dranken deed ontvlammen en andere Eleétrique Proeven deed. Het grootfte nut, hetwelk Doctor Franklin uit zyne ontdekkingen trok, belfond in het uitvinden van een middel om de Gebouwen voor den Blkem te beveiligen; hetwelk hy deed door een Yzeren Staaf op dezelve te öellen, die door een Afleider gemeenfchap had met den Grond, of het nabygelegen Waler, en wanneer nu de Blixem over zulk een Gebouw viel, wierd die door het Yzer aangetrokken en vervolgens door de daaraangeplaatften Afleider, zonder het Gebouw te befchadigen, afgevoerd. Doétor Fianklin was, geduurende den loop deezer ontdekking, niettemin zeer oplettend op de meer wezenlyke pligten van een goed Burger. Behalven verfcheiden andere nuttige befchikkingen , regelde hy de Posteryen van Amerika en wierd, tot vergelding van zyne hierin geiaane dienden, aangefteld tot Postmeefter-Gentraal van het ZuldelylcDiftriét. Geduurende den voorigen Oorlog met Frankryk, deed hy zeer veel dienst aan de Brtfche Rereering, door zyne Landslieden aantemoedigen om den gemeenea Vyand met nadruk het hoofd te bieden, en hy was zelf aan het hoofd der Landmilitie in verfcheiden hachlyke maar gelukkige onderneemingen. Toen Kanada bemagtigd was, kwam hy over in Engeland en ondernam om ons Ministerie by monde en gefchrifte aantetoonen, dat die Provincie van veel grooter belang was als alle onze andere Bezittingen in de West-Indiën; en nademaal de Vrede van Parys ook op dien grond gefloten wierd, mag men onderftellen, dat Doétor Ftanklins drangredenen en onderrichtingen gedeeltlyk eenigen invloed gehad hebben op een gedrag , het welk destyds in het oog van het grootfte gedeelte der Natie zo haatlyk was, en het welk door de ondervinding beweezen is zeer voorzichtig geweest te zyn. 8 Dan of Doétor Franklin, zich by die gelegenheid zo veel moeite gaf uit eene oprechte geneigdheid en de voorfpoed van het Britsch Amerika, en het daarom zocht te veréénigen met de aangrenzende Staaten, dan of hy destyds reeds het oog had op eene toekomende Onafhanglykheid, waarvan fommige zyner Landslieden toen al een denkbeeld gevormd hadden en die federt tot ftand gebragt is kan men met geen de minfte zekerheid bepaalen. Al wat wy weeten is, dat zo dra men ondernam om de Stempel-Acie ter u;tvoer te brengen, hy to't Gedeputeerde der Provincie Penfylvanie benoemd wierd en zich fterk tepen dezelve verzettede. (Het Vervolg hier na.) Gedrukt by de Erve de Weduwe J A G O B U S van EGMONT: op dc Reguliers Brctfiraat, tc Amfterdam.  DEN HOLLAND SC HEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- V E R TELDER Den 21. Juny 1783. N\ 25. Zondag agtermiddag is te Abcou, Baambrug, Weesp en daaromltreeks een 7 eer zwaare Hagelbui gevallen, verzeld van een onrcaglyk Onweêr ^ardoo > «en Mansperfoon in 't Land is doodgeflagen. ' Wdard0°r Dien zeiven dag had een Mansperfoon, welke buiten de Raamonnrf l£ zogenaamde Schaapenveld, wilde gaan zwemmen, Het getal der Dooden van de voorgaande week is 181. Wr«»*en. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders Temeswar dm izden May. Den yden deezer had een Janitfaar in B-\rr*An > de vermeetelheid van eenen Griekfchen Bakker, die hem geen Borek nfV g m ' Koek, een den Turken aangenaam Gebak, wilde veXpen^ met een^SÓt? fchoot neder te leggen. De nieuwe Basfa zulks verftaan hebbend" gff aanZnt bevel, den Janitfaar te wurgen waarop de gewoone Kanonfchootlo gSa^ ^ ? feTurken "°S M^ 8eören6hdJ. b^ ™ groote'K Sr* Madrid den zoften May. Van San-Lucar wordt gefchreven. dat aldaar eene groote memgte van Springhaanen was nedergekomen; dat men 'er alle ™Lul !i middelen in het werk ftelde om dezelve te vernietigen • dat men Vr L g y^ 40a Maaten van onder de Aarde had gedolven, 5 dat de Sn'dJn óm'" * !'heTH°fsyk ferZdVer VrUChteH Cn VelJ^en * bezigen, er ande'enT' - fVarfcbau den zifter. May In Hoogaryen zyn kortelings 2900 Tukkenaan-e komen waarvan zes Hmihen dadelyk hebben verzocht om Gedoopt ts worden intusfchen zy eene plaats zullen hebben uitgekoozen, waar zy iich 1 ef« ' Nerzenem De Keizer doet hun het noodt, OhdemonJ % Gdd i£"o7«H* ■ook heeft Zyne Majefteit yco 000 Florynen vastgefteld, tot een jaarlyks ,'komen -voor de Schoolmeelters welken zich in Gallicie en Lodomerie bev nden h men™ den a/ften May- E™ Officier der Troepen , genaamd £ Ltete P,*r den welke eenige dagen geleden verfcheiden zyne? VriendenTer MaTyd oT /haalde, bemerkte op het emde van denzelven, dat zyn Kamerdienaar SmaakS" om een Gaptte.n, die mede in het Gezelfchsp was, voor het honf^tK- f' b hal alleenlyk den tyd om den fchootvan AXïïfS hy  ( 93 ) hv een wond in den Arm kreeg. Het onderzoek-, 't welk men in dit geval gedaan heeft, heeft.ontdekt, dat de Schuldigen in eene foort van Zinneloosheid was vervallen;' zonder echter te vooren daarvan eenigen blyk te hebben gegeeven. Brunswyk den z8(len May. Telkens ziet men hiet bewyzen van de (leeds toeneemende Tolerantie: Onderdaags is 'er een Roomschgezinde op. het Kerkhof van de Lutherfche Domkerk begraven; en de Gereformeerde Gemeente, die ter deezer plaatfe zeer aanzienlyk is, heeft ons nieuw Lmhersch Gezangboek tot naar «woon GodsJienftig gebruik aangenomen. Weenen den 3Uien May. Het is opmerkelyk, cat de nieuwe Keforme in den Godsdienst onder zulk eene groote Volksmenigte, in 't geheel geen tegenfïand • vindt. Men zingt niet alleen, eenpaariglyk, by de Godsdienstoefening, in de Ketken de nieuwe Liederen, maar hoort dezelve ook overal in de Huizen aanheffen en dat wel met de grootlle (lichting. Wyl men dit Geestelyk Huisgezang, voo'rheen flechts in de Proteftantfche Staaten gewoon was, baard het veel opmerking dat men hetzelve thans ook onder de Catholyken hoort gebruiken. MenU den yden Juny. Men heeft kortelings op eenige uuren afltand van deeze Stad in de Bergen in Rhyngau, een Yzer- en Tin-Myn ontdekt, waarin ook Zilve'r gevonden wordt; alsmede zeer veele Steenkoolen, welken, na de vereischte Proeven, worden geacht even goed te zyn, als die, welken men in het Land van Trier vindt. Wy zyn die gewenschte ontdekkingen verfchuldigd aan den Heer de Pfeifer, Beduur der der Huisbezorging van den Staat; een Man van groote Geleerdheid, en beroemd door verfcheiden zyner Werken. Parys den oden Juny. Men ziet hier in 't publiek het Plan eenes Vaderlandfchen Gedenkteekens, uitgevonden door den Heer Giraud, Advokaat in 't Parlement en g t.'ekend door den Heer Durand , Kweekcling van de Akademie der Bouwkunde. Het oogmerk van den Maaker van dit ontwerp is, om in 1 téa zelfde oogpunt de Peifptdliven van St; Genova, van de School der Chi-' turgie ' van den nieuwen Franfchen Schouwburg, van de Sorbonne en van het'. Paleis'van Luxembourg , te veréénigen. De Heer Giraud, die dit Gedenk-Huk den naam geeft, de Toonplaats der Magten, begeerde, dat men hetzelvee oprichtte op de plaats van St. Michiel, tusfchen de Straaten Enfer en Harpen;; volgens het ontworpen Plan verheft zich op het midden der plaatfe een Pedeflal,, op welke de Koning en Koningin verbeeld worden, op. een foort van Troonn gezeten, en omringd door eene tallooze menigte hunner Onderdaanen, die opp het gezicht van dezelven van verwondering fchynen opgetogen te zyn. Lodewykfc de XVI doet Zyn Vorftelyke Gezellinne Sorbonne tefchouwen als den grond(leun van den Godsdienst; voor de voeten hunner Msjefteiten ziet men eenei Vrouw in verheven Beeldwerk op den platten grond, verbeeldende de fraaijci KonftW houdende in de eene hand de Medaillon van Titus en vertoonende ma de andere aan het Volk het Pouitrait vsn hunnen geliefden Monarch. Rondom deeze ■ Beekhenisfen bewonderd men de fraaije Colommen, gelykende na die; •wslke men voorheenen te Rome, ter eere van Trajaan, oprichte. Boven ott dee7e Pilaaten zyn de Beeldtenisfen geplaaist van Hendrik de IV, Lodewyk den XIlT Lodewyk den XIV en Lodewyk den XV. Beneden aan de Groupen 1 die het Gedenkftuk uitmaake'rv, vettoonen zich de Don au-en de Po, de Berfr; fitaa en de>Pytineefche Gebergten?, Zinnebeelden van-de verknochtheid der Faa "** ' miu  C 99 ) milie aan elkanderen, en van het Vorftelyk Paar, dus, te midden der Hoofdftat? der vergetelheid ontrukt. Eindelyk ziet men de Borstbeelden der groote ManBen, welke met zo veel luifter gepronkt hebben, in den Staat, de Raadzaal, den Oorlog, de Scheepsvaart, en in de Konften en Wetenfchappen, onder de'Regeeringen van Hendrik den IV, tot op de gelukkige dagen van Lodewyk den XVI. Het Plan van dit konftig Gedenkfl.uk de algemeene verwondering tot zich trekkende, en deszelfs uitvoering gewenscht wordende door eene Natie, fteeds werkzaam, om de gedachtenis te vereeuwigen eener Regeering, welke haar zo veel geluk bezorgd heeft, hoopt men, dat voltooid mag worden. 'Er hadden zich alhier , federt omtrent eene maand, verfcheidene Benden Struikroovers te faam gevoegt, welken zich fcheenen te verdeelen in twee of drie Wyken van de Stad, en byzonder in de Voorftad Mont-Martre, om aldaar hunne Rooveryen en Nachtverrichting te pleegen ; doch de waakzaamheid van het Gerecht heeft dezelve welhaast ten onder gebragt. Een der voornaamfte Opperhoofden van dit misdaadig Corps is in de voorleden week in hechtenis genomen , en vervolgens opgehangen; na een groot aantal van zyne Medepligtigen ontdekt te hebben, onder welken men zeer verwonderd was veele Vrouwen te hooren noemen, waarvan die Misdaadigers zich met meerder zekerheid, fchoon in kleender Diefftallen, dan van de Mannen, konden bedienen. In Brieven uit Bobeme van den toden Juny werdt, betreklyk den ftaat der Proteftantfche Kerken in dat Koningryk, het volgende gemeld: Wy hebben thans in Bohemen 7 Euangelifche Predikanten, 2 Duitfche en 5 Boheemfche. Zy zyn de nagenoemde Heeren, als: 1. Johann Laho, te Creutzberg in den Tfchaszlaufchen Kreitz, heeft eene Boheemfche Gemeente. .2. Samuel Üchmid, Garnizoens Predikant in Praag. 3. Johann Tfchonka, teTreawka in den Chrudinfchen Kreitz, op de Heerfchap Dachowitz , heeft eene Boheemfche Gemeente; 4. Samuel Puling, te Zinowes in de Rackonitfchen Kreitz, op de Heerfchap Raudnitz, eene dito. y. Mathias Markowitz, Boheemfche Civil-Predikant te Praag. 6. Stephan Schincko, teKrischlitz in den Königsgratzfchen Kreitz, op de Heerfchap Braunau en Starkenbach, eene Boheemfche. 7. Stept an Hoftee, te Hermanfcisfen in evengemelde Kreitz, op de Heerfchap Schwarzenberg, eene Duitfche.. Van Hamburg wordt van den iodeo Juny gemeld, dat aldaar dien dag gearriveerd was Commandeur M. Swen, met i6y Vaten Robbefpek (zynde vol) uit Groenland; dezelve is den 2Óften May vertrokken van 72 Graaden, en is maar tot 73 Graaien geweest; in de maand April was 'er veel Storm-Weêr geweest, het geen de vangst van fommige fober had gemaakt; de Robbeflaanders, die teffens op de Visfchery geëquipeerd zyn, waren den 2yften April naar hooger Graaden gezeild, in het begin van May had hy eenige Visfchers zien opkomen, dan ze waren hem onbekend: Voorts geefrhy een Lyst van de volgende Commandears, als: A. Jurgens, 160 Qnarteelen; D. Carel, ijo Q. vol; C. Tonnies, 14Q Q.; H. H. Tonnies, 130 Q.; H. M. Jaspers en S. Andrefen, ieder80Q.; M. Jesfen en J. Janfen, ieder 60 Q.; A. Janlen, M. Luders en P.. H. Carel, ieder 30 Q;; D. D. Meyer 20 Q.; P. Wohlers iy Q ; H. A. Hasfelman 19 %; en M. Michiels 1 Q.,; alle Robbefpek. Londen den iaden Juny. Voorleden Vrydag gebeurde hier een droevig ongeluk, hetwelk ter waatfehouwing van anderen kan verltrekken; de eenige overgebleeven N- a. DocV  ( too ) Dochter van «en Heer Delahaire, woonende alhier in de Thamesftraat, een SmI in der. Mond houdende, terwyl de Meid bézig was haar te kleeden, fchoot die in haar Keel, en niettegenffaande alles aangewend wierd om te 'er uit tekrveen fchoot de Kunst te kort, en zy tlierf niet lang daarna een bitteren en harden dood ' 'Er zitten thans in de Newgate 33 Doodfchuldigen, yo die uitttel van hun Doodvonnis gekregen hebben en 70 andere Misdaadigers, welke verweezen zvn om buiten s Lands getranfporteerd te worden. In het geheel beloopt het getal der Gevangenen in d;e Gevangenis op yoo Perfooneii. Msna den i3den Juny Met de Post van gisteren is tyding gekoomen uit Petersburg, dat op den 24ften Mey aldaar Brand ontltaan was op d? ScSepstimmerwerven, waardoor een gedeelte der Admiraliteit, namelyk de Magazynen aan de_ West- en Zu.dzyde, en een gedeelte van de Werf, met eenen feilen Zuiden-Wind afgebrand was. De wyze, waarop die Brand ontdaan was, wordt niet gemeld. Een geluk was by dit groote ongeluk, dat eenige Oorlogfchepen op Stapel gereed liggende, door fchielyke overfpanning met Zeildoek en fieduurfe natfpuiten zyn behouden gebleeven. Ündertusfchen wordt de fchade, door deezen Brand veroorzaakt, op een Millioen gefchat. ' 0 Vervolg en dot der Lcvensbyzonderheden van den Heer Benjamin Franklin. la dit Carafter bleef hy verfcheiden Jaaren in Londen , en kantte zxh bv aanhoudendheid aan tegen alle geweldige middelen, die 'er 'met opz guet Amerka beraamd wierden, echter tevens met nalaatende de wegen van tevrediging aante- S^orlet zSLSsSer ™ * ^ Am«ehedSPLnh:atIyk " * ™ * « * «- Wanneer hy den uden en 29ften January 1774 voorden Geheimen Raad gehoord wierd , met opzrgt tot de gefteldheid van Amerika, wierd hTdoor een feker voornaam Amptenaar van de Kroon, gelyk een ieder moet bekennen me* groote tro.schheid behandeld, en dit heeft hem mooglyk aangwe" w denftan ^e by naderhand gedaan heeft; althans terwyl hy verhoord werd, hem Selykl door een der Leden van den Raad zeer veel blyken van verontwaardig Snd zynde, welke de Heer Franklin, als een Man van een bedaard verÏÏ I gedukïv Verdroeg, beet hy echter dien Raadsheer, toen het verhoor geSgwas^n £ voorbygaan, deeze aanmerklyke woorden in het oor: ,f Ik ÏS my over d" „ behandeling wel wreeken en uw Meefter tot een klein Koningje maaken By zyn wederkomst in Amerika, in het Jaar i77<- vond hvi 7„i»,'.n meeC d\al- 5Y " "° MinfsKrie »£1 Bleeken dat, md.en men naar zyn raad geluisterd had, men alle de onheilen d e er federt gevolgd zyn, zoude voorgekomen hebben. uiineuen, d.e ^JhT 5" btüf ?u, °.nafhan.Klykheid door de Amerikaanen genomen was wierd hy besoemd tot Plen.potentiaris van het Congres aan het Hof van FrankTvk ' arwaar hy zich federt altoos getoond heeft een (tandvastig Vriend van ™m2ïkk ^h een getrouw Dienaar van zyne Committenten te weezen. Amerika Gsdrakt by da Erve de Weduwe JACOBUSvanE GMÖnTtTv^ de Regulier» Breifiraat, te Amfterdam. ' P  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 28 Juny 1783. N°. 26. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 178. De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze volgende. Hildburgbaufen den z8Aen May. Gisteren hadden wy hier een allerverfchrikkelykst Onweêr. Onder anderen floeg de Blixem in het Hertoglyk Paleis, en verdeelde zich in verfcheidene vuurige Bollen, die alle de Kamers doorliepen , en veel fchade veroorzaakten, inzonderheid aan de Bibliotheek en de groote Gallery. In de Stallen zyn vyf Paarden doodgeflagen; doch gelukkig is niet een Mensch om het leven geraakt, noch zelf gekwetst, gelyk ook nergens, zo in het Paleis als in de Stad, brand ontdaan. Petersburg den 3often May. Volgens Berichten uit Cherfon, aan den Mond van den Nieper, daar de Bog zich met denzelven vereenigd, gelegen, waren aldaar onlangs wederom 600 Colonisten aangekomen. De Turken hadden hen te Gondantinopolen en in alle hunne Havens, welke zy op hunne vaart hadden aangedaan, zeer befcheiden ontvangen. De Gouverneurs gaven hun verfche Levensmiddelen , zonder betaaling daarvoor aanteneemen. De Gouverneur-Generaal Hannibal ontving ze by hunne aankomst te Cherfon zeer hoflyk , hield 'er de Revue over, en vroeg een ieder, welk Handwerk hy oefende. Byzonder zeide hy, dat hy van Haare Majefte't, de Keizerin, bevel had, om de Italiaanfche Colonisten tot oprechting van Huizen en Fabrieken een driejaarig onderhoud aantevyieu. Hunne Wooning is beltemd in een nieuwgebouwd Dorp, aan den Oever des Niepers, twee Mylen van de Stad, van alle gerieftykheden, Vee en eene Roomfche Kerk voorzien. Waarfchynlyk is dat Dorp voornaamlyk voor den Landman gefchikt; vermits de Ku-ndenaars en andere Burgerlyke Perfoonen zich i't de Stad zelve neêrflaan. Men vindt 'er Lieden van alle Natiën, byzon: -der ve;le Italiaanen, ook eene menigte Duitfche en Poolfche Jooden. Daaglyks komen 'er nog veele Rusfen, gelyk ook ryke Kooplieden aan, welke zich aldaar vestigen. Alle Levensmiddelen zyn 'er zeer goedkoop, uitgenomen den Wyn, die 'er duur is, cn 'er nu eerst begint gebouwd te worden. De ligging der Stad is ongemeen aangenaam, de Lucht gezond , en het Land zeer vruchtbaar; zo dat N 3 Cher-  ( I02 ) Cherfon, r.asr alle wsaifchynlykheid, binnen weinig Jaaren een teer groote ea bloeijende Stad zal worden. Milaan den 3iften May. Hier is tegenwoordig een Jongman van 2y Jaaren te zien, die zonder Armen gebooren is; maar met zyne Voeten alles verricht wat andere Metifchen door lange oefening geleerd hebben met hunne Handen tè doen. Uehalven dat hy met zyne Voeten eet, drinkt, en zich aankleed, teekend hy ook daarmede, fpeelt op Kaarten, fcfcieert zich en fchiet Geweereu daarmede af. In Turin heeft hy het Pounrait des Konings van Sardinië gefchilderd. Komorra den 31 flen May. Nog is de Aarde hier niet volkomen tot rust gekomen. Den iiden deezer werden wederom 18 of 19 Schokken, doch maar zwakke, gevoeld. Maar deezen morgen volgde 'er een nieuwe Aardbeeving, die bykar.s even zo zwaar was, als die van 2 2ften April, doch niet zo lang duurde. Ondertusfchen viel echter de Kalk hier en daar van de Muuren, en de fcheuren la dezelve, welke reeds geflopt waren, hebben zich weder geopend, ook zyn 'er nieuwen bygekomen. De lnwooners der Stad vlooden ttoepswyze uit hunne Huizen naar het,open Veld. Voor deezen laatflen Schok had men eenige dagenlang harde Winden; doch kort voor de Aardbeeving hielden zy op, en federt dezelve is het Weêr zeer helder. De Ingezetenen zyn door dit herhaalde gevaar in eene zo groote vrees gebragt, dat zy hunne Huizen niet langer durven bewoonen, en van tyd tot tyd allerlei gerieflykheden des levens onder hunne Tenten en Barakken laaten brengen , ook aan het verblyf onder dezelven beginnen te gewennen. Venetïèn den 6den Juny. De Doge verrichtte den eerden deezer maand de plegtigheid van het Trouwen met de Zee. Onze Markt is zeer brillant, en onze Manufaéfuuren verdienen hoe langs hoe meer de bewondering der Vreemdelingen. 'Er heerscht fteeds een groot gebrek in onze Provinc'ën , en de Emigraties worden van dag tot dag aanmerkelyker. Een aantal Huisgezinnen, door armoede uit hun Vaderland verdreeven, gaan zich op het Oostenryksch Grondgebied nederderzetten. Verfcheidene Landloopers zich door onze omliggende ifreeken verfpreid hebbende, om den voorbygaanden Reiziger van zyne by zich hebbende Goederen te berooven, heeft het Gouvernement zich gedrongen gevonden, om hun te vervolden; en de Gevangenisfen van Terre Ferme zyn met dat foort van Lieden zodanig opgevuld, dat men verfcheidene Detachementen Cavallery derwaards heeft moeten zenden, om dezelve te bewaaren. Wtemn den 6den Juny. In 't kort zal hier nu ook een Lutherfche Corfidorie worden opgericht, gelyk 'er ook by de Religie-Comm:sh"e twee Proteftatufche Asfesforen zullen zyn, welken men uit het Ryk herwaards beroepen zal. In Carinihie zyn tegenwoordig veert'en Proteilautfche Gemeeruens. Van de Neder-Rlbe den oden Juny. Van Lithauwen fchryft men, dat een zeker Kofakowski, die, ten tyde der Troubles in Poolen, aldaar veel kwaads gedaan heeft, in qualiteit van Maarfchalk van 't Bondgenootfchsp, zich gep'aatst heeft aan 't hoofd van eenige honderd Man, 3 Kanons by zich hebbende, om de Bezittingen van den Aartsbisfchop Marfalecki aantevallen ; hebbende hy van den- z«l4  C 103 ) zeiven reeds verfcheidene Dorpen veroverd. Meer dan 20 Adelyke Ves^len, gevolgd door een groot aantal Boeren, zich tegen deeze fchielyke veroveringen willende verzetten, werden of gedood of gevaarlyk gekwetst. De altoosduurende Raad is bezig, om deeze Zaak te overweegen, die wel eens de ernftigfte gevolgen konde na zich fleepen. 't Gerucht, 't geen zich verfpreid had aangaande de Emigratie van meer dan 300 Huisgezinnen, die befloten hadden, de vryheid en het geluk in de onlangs vryverklaarde Amer.ikaanfche Staaten te zoeken, wordt (leeds verlevendigd, terwyl het van den anderen kant blykt, dat Poolen zelfs deeze haare Bebouwers noodig heeft; men is zeer nieuwsgierig, of de altoosduurende Raad, hun permitteeren zal, uit het Koningryk te trekken ; en fchoon dit al gebeurde, zal Amerika zeer weinig by deeze nieuwe Colonisten winnen, en zy zullen mogelyk voor Amerika even zo nutteloos als voor hun Vaderland zyn, indien hel waar is, zo als men verzekert, dit het grootlle gedeelte der Sarmatlche Boeren de luiheid en ledigheid ftellen boven het genoegen, van hunne fchoone Akkers vruchtbaar te maaken. Sints de Soc!te;t der JefuVten zich te Mohilow in den bloeienften ftaat bevind, ziet men 'er dagelyks een groot getal Ex-Jefui'teu aai.komen. Deezen gaan de een na den anderen in de Kerken, d;e men hun, op ordre van de Keizerin van .Rusland, aanwyst, om aldaar tot functies van den Heiligen Dienst gecmploieerd te worden. Kapitein J. Kooter, van Kaap Francoïs te Bourdeaiax gearriveerd, fchryft van daar in dato 10 Juny 1783: ,, Wy zyn den óden deezer alhier behouden gearriveerd, en het is met ons Schip en Volk alles in goeden welftarid. Op den 23ften 'April ontmoetten wy Kapitein Jan Drieuwes, voerende het Sch'p de Emanué'1 Jofeph, die my preide eu verzocht by hem te-blyveu, doordien zyn Schip zeer lek was, hetwelk ik deed: men had ilyve koelte en hooge Zee. Den 24ften kon» iden wy door den harden Wind niet preijen, doch zagen dat het by hem aanboord goed uitzag, en hielden di^t,by hem. Deti volgenden dag was het Weêr Wat handzaamer; wy preide Kapitein Drieuwes, welke my toeriep, dat zyn Schip zo lek was dat zy met twee Pompen geen lens konden krygen, en dat zyn Velk hem weigerde, voor de Wind té loopen om een Haven te zoeken, en het Schip iwilde verlaaten ; dat ze het geen twee Etmaalen boven Water konden houden en veel andere omftandigheden meer; waarop ik hem toeriep, dat zo zy geen Provifte 1 hadden, ik haar niet konde h.iuden, tetwyl zy 19 Pasfagiers en 21 Man Equipagie 'waren; waa op Sloep en Boot by Kapitein Drieuwes werd u tgezet, zy bragten de Pasfagiers en eenige Provifie by my aan boerd, en des avonds om 10 uurtn kwam Kapitein Drieuwes met zyn gebette Equipagie ook by my aan boord, hebbende hun Schip verlaaten; volgens hu'i zeggen had het reeds y voeten Water in, Yoornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze volgende. Pbiladehbia, in den Staat van Pcnfylvankn, den aSften May. Onlangs is alhiefoverleden Eduard Drinker, welke den 24!ten December van het Jaar 1680 «horen was even op denzelfden grond, daar deeze Stad op gebouwd «. Hy llll tot ivn einde toe alle zyne Zintuigen behouden, behalven het gez.gt; zyn geheugen was zo uitmuntend, dat zyn Zoon, die yg Jaaren oud is verzekert hem nimmer tweemaal dezelfde Zaak aan een en denzeltden Perfoon te hebben hoov«h9ftlên Toen hy geboren wierd was de plaats, op welken thans eene der Steden ftaat met Bosfchen en Moerasfen bedekt, flechts door Indiaanen, e^ èenle wein ge Zweeden en Hollanders bewoond. Dikwils zeide hy op de K^onynen-jTgt geweest te zyn in die Streeken, welke tegenwoordtg de fchoone WHerESgdthtm deVJelmaarden Kwaaker WilHam Penn, van wien de Provincie Penfylvanien den naam ontleend heeft, op deszelfs tweede reize gezien te en hv wees de plaats aan zyner Hutte en d.e zyner Reisgenooten: Hat ï V Ir V^vorfchen wierd toen aan die zelfde Oevers der Delaware gegford^^wa^nïen^ Kaaijen ziet, en de Canoos der Wilden wel¬ ke deezen Vloed bevoeren, hebben plaats gemaakt voor de zwaarfte Schepen. Te■ MlfJetplaa'ze, waar ten dien tyde de Ind.aanfche Hoofden, rondom een v ,r hnnneRaadsvergaderingen hielden, is het Gebouw opgereezen m 't welk XVe'rgaderiagS^ van het Congres worden gehouden. Terzelfder plaatze alwaar h! WiEm Penn met de W.Uen in onderhandeling heeft gezien, zonder Penhy W.lhain minm ^ heeft hy het eerfte Traaaat ïien teekenen tu8. Sn een der Oudlle Monarchyen der Oude Waereld en opkomend Gemeenebest \, Kr t Wereld Hy heeft Onderdaan geweest van teven Souverainen, tl\£T*^^U dï Engelfchen Troon hebben bezeeten, en is Burger ÖSfe ïSM Sin fchal d0 verlies op 1000 Duciatea* De Ko11  ( -io ) was niet eerc?er Van dit ongduk onderricht geworden, of Zyne Majefteit zond haar een Rytuig van zyn Hof, het welk hy haar tot een Gefchenk deed aanbieden Uit Nimrod, in de Ukraine, wordt in dato 7 Jany, eene gebeurtenis gemeld! welke doet zien dat de verdraagzaamheid in den Godsdienst hoe langs hoe meer in alle Landftreeken doordringt. Een tamelyk aantal Proteftanten hadden zich aldaar federt eenige Jaaren ter neder gezet, en genooten van den Graaf Vincent Potocki, Groot-Kamerheer van Poolen, alle belcherming en onderfteuninp die zulk eene Volkplanting van een weidenkenden en edelmoedigen Kenner van Kunften, Weetenfchappen, Koophandel en Handwerken kan verwachten. Van tvjf tot tyd had hy hun onderftanden ia Geld vereerd, tot 120 duizend Guldens toe en thans laat hy, op eigen kosten, voor hen eene Godsdienftige Verzamelplaats •ouwen, welke de eerfte Proteftanifche Kerk in de Ukraine zyn zal. Den eerften Steen tot dit Gebouw wieid door dien Edelen Graaf, van zyn geheelen Stoet vergezeld, onder Pauken-en Trompettengefchal gelegt, terwyl het Gefchut van 't Graafiyk Slot losbrandde en zyne Husfaaren met het Voetvolk in 't Geweer ftonden. Op den Steen was een Latynsch Opfchrift, zaaklyk behelzende: „ Dat onder de Regeering van den Vader des Vaderlands, den besten „ Befchermer van den Godsdiensten den Doorluchtigften Koning van Poolen „ Staniflaus-Augustus, door den uitmuntende Graaf Fincentius ApHok Potcch&c „ geordonneerd wierd den eerften Steen te leggen van deezen Tempel voor de „ Evangelifche Vergadering der Augsburgfche en Gereformeerde Belydenisfen „ in tegenwoordigheid der Ouderlingen dier beide Gezindheden, den Prediker' „ den Voorzanger en Schoolmeefter, onder direilie van den Bouwmeefter^. Kesler „ op den 4 Juny 1783." Om deeze plegtigheid des te heuchlyker te maaken wierden by die gelegenheid vier Gevangenen uit hunnen Kerker ontflagen en op vrye voeten gezet. r Napels den oden Juny. Een Schip van Calabriëu, belaaden met Koopmtnfchappen van groote waarde,, is in het gezicht deezer Haven vergaan; men heeft van hetzelve niets kunnen redden, dan den Kapitein en vier Mattoozen. Madrid den izden Juny. Voor eenige dagen vernam men van Aranjuez dat de Infante Carlos Eufebio gevaarlyk ziek was geworden, en ingevolge hiervan wierden 'er terftond publieke Gebeden ingefteld, en het Tooneel opgefchortvervolgens is men daaglyks geïnformeerd geworden van de toencemende gevaat lykheid der Ziekte, welke men zegt Mazelen of Kinderpokjes te zyn geweest en gisteren nademiddag ontving de Raad van Caftiliën alhier de tyding dat diè jonge Vorst, eenigfte Zoon van Zyne Koninglyke Hoogheid den Heere Prnce van Afluriën, overleden was. ff eenen den i8den Juny. Men verhaalt van 's Keizers reize onder anderen deeze Auecdote: „ Zyne Majefteit was zynen Keukenwagen, die gewoonlyk altoos twee uuren vooruit is, op zekeren dag zo fchielyk gevolgd, dat hy de plaats, tot het Middagmaal beftemd, reeds bereikt had, toen de Koks het vuur ïiaauwlyks aangelegd hadden. Zyne Majefteit ging, zonder bekend te worden ia de Paftorie, vond daar eene gedekte Tafel voor vier Perfoonen, fpysde in gez'elfchap van den Parochie-Priester en twee Kappellaanen met goeden Eetlust terwyl de Koster, voor wien de vierde plaats eigentlyk beftemd was, moest terugftaaum Zyne Majefteit bragtden Priester en zyne Kappellaanen na den Maal tyd byna in !  (III) «n onmagt, toen hy zich bekend maakt». De Priester en Koster werden rykelyk begiftigd, en kreegen ook aariiientykc Porticn uit de Keizerlyke Keuken." Extraft-Misfive uit het Bad te Ltndetk, in het Graaffchap G/atz, in OpperWlêzïên, den zzften Juny. Den 2tl;en was de Lucht bewolkt en donkeraentig echter zonder Regen, het was zeer heet. Des namiddags omtrent i uur 'trokken 'er Onweerswolken te furnru, en or.i 8 uuren berstte 'er een 7,waar Onweêr uit, dat tot des nachts ten 11 uuren aanhield, herhaalde reizen in Bergen en Boomen infloeg, doch anders geen fchade deed. Eindelyk viel 'er een zwaaren Regen met eenigen Ha^el; nu fcheen het geducht onheil voorby te zyn en ieder fcegaf zich ter rust; maar deezen morgen om 3 uuren hoorde ik een fterk gedru.s ■van Water, het welk ik voordat van het Badwater hield, het ge-en rnen den geheelen dag door hoort, en floeg 'er dus verder geen acht op Jk fliep tot omtrent 6 uuren, als wanneer ik door luid fpreeken en gerucht wakker wierd. Op myne vraag wat dit beduidde, kreeg ik ten antwoord: „ Dat het Water fchroomlyk „ was gewasfen, en alles dreigde te verflinden". Hierop fpoedde ik my naar boven op de Gallery van het Hu's waarin ik logeerde, en vondt tot myne ontroering het Water over de 4 ellen hoog en met een vreeslyk geraas zich nog geftadig vermeerderende. Terwyl ik dit deerlyk fchouwfpel aanzag, dreeven 'er allerlei Bouwmateriaalen, te weeten, groote Balken, Planken en ander Houtwerk van omgeworpen Huizen. Toen wy dit aanza»en , kwamen 'er twee Figuuren aandry ven, die veel naar naakte Kinderen geleeken , maar men ontdekte dat het twee Houten Engelen waren, die tot eene Kapel te Sedenburgbehoorden :n die door het Water waren afgefcheurd : Terltond daarop'naderde een andere ijedaanie, en wel die van een volwasfen Vrouwsperfoon, geheel gekleed; doch deeze was het Beeld van de Maagd Maria, behoorende tot de ingeftorte Kapel*. Wy zagen inmiddels hoe da Menfchen bezig waren uit hunne Huizen te vlugun • sen Vrouw met een pak Beddegoed even uit haar Huis zynde, rtorte dit oogen» jliklyk voor onzer aller oogen in, en alles, zelfs het Muurwerk uit den grond' "poelde wech. Een ander Huis, omtrent 10 fchreden van daar, flortte ylings daarop in, met groot gekraak. Het Water had nu lucht-gekreegen en drong der,ialven zo veel heviger op alles toe wat het in den weg kwam, waardoor dan Dok het derde Huis omgeworpen wierd, het geen eerst voor eenige weeken afgenaakt en uit den grond cpgemuurd was; doch in geen deezer Huizen is één eenig Vlensch noch Beest omgekomen. In het Gebergte, zegt men-, is de elende nogteel grooter. Dan vermits door het Water alle Bruggens vernield zyn en dus ie communicaf'e naar de Stad geilremd is, zo kan men deswegens geen naauwi ;eurig bericht hebben. Thans, des av«nds om 9 uuren, is de woede van riet Water nog verfchriklyk en alom gel y kt bet naar een -openbaare Zee: De tneefle uieden hebben zich uit hunne Huizen naar de B.-rgen geretireerd. Zo even komt ter beiicht, dat aan de Stad twee groote Schuuren, en aan de andere zyde vanezelve twee Haizeu door het Water ter'neder gefmeeren zyn, alsmede een geeele nieuwe Brug. Men telt reeds 17 Perfoonen met naamen , die hun leven; iy deeze droevige gebeurtenis verlooren hebben. jl P, S. Den 13-ften Juny. Uit Glatz- krygt men zo aanftonds bericht, dat aldaar wee groote Steenen Bruggen , zestien Huizen met man en mu s, het Zoutndagaiyn, de Bakkery en de Sluis, door het Water wecagefleept zyn. Uifc Hete*-  (m) Neisfe komen even zulke droevige berichten, alwaar aan de Overftrooming ea het nadeel als geen einde is. Zo even heeft het Water weder een Kapel omgeworpen , die flechts eenige tco fchreden van hier fond en zeer fraai en flerk Gebouwd was; Akkers, Tuinen, Weiden en Bruggens heeft het in groote menigte ver woest- Koppenhagen den 24(ten Juny. In de Wateren van Ysland is onlangs de volgende byioiiderheid der Natuur waargenoomen. Een Deenfche Schipper die van hier naar Ysland vertrokken was, zag in de maand van Maart deezes Jaars, omtrent op eenen afdand van 10 mylen van het gemelde Eiland, eenig Land, uit welks oppervlakte een flerke Rook en Damp opging. In 't eerst geloofde hy, dat hy den rechten weg gemist had; maar toen hy, uit verfcheidene zekere kenteekenen overtuigd werd dat hy daarin niet gedwaald had, hield hy dat Land, welk hy voor zich zag, voor het Eiland Ysland zelf, het welk hy meende door het een of ander toeval verwoest te zyn. Om niet op den grond of tegen Klippen te ftooten, wierp hy aanflonds het Dieploot u.t, vond maar 10 voet Water, en trok met het Loot Zwavel en Kooien op. Dit bevestigde hem nog meer in zyn laatlte gevoelen; hy zeilde het Eiland om, ten einde, indien het mooglykl was ergens te landen; maar hy bevond dat hetzelve maar een myl in den omtrek 1 had.' Hieruit belloot hy , dat het 't Eiland Ysland niet zyn kon. Hy begaf zich! derhalve verder, en bereikte toen zyne beftemde plaats. Hier werd hy gewaar, dat het rookende Eiland, welk hem onbekend was, onlangs uit de Zee was op.' gekoomen; waarby opmerkenswaardig is, dat deeze gebeurtenis op denzelfdeni tyd gefchied is, teen Meslina en Calabnën door de ontzaglykfte Aardbeevingeni verwoest zyn. „.I Parys den ïjfren Juny. Men verneemt datMademo.felle Angoulêime, jongde Kind van den Graaf en Gravinne d'Artois, te Choifi, in den nacht tusfchen dem üden en 23den deezer, aan de gevolgen der Kinderziekte overleden en te St.t Denis begraven is. Londen den 27flen Juny. By het onlangs gedaan onderzoek van 't Oorlogfchiri <*e Alexander, bleek het dat de bladen Koper, waarmede hetzelve bekleed is, helt Yzetwerk van het Schip hadden aangeftoken en eenige gedeeltens van hetzelve za gevaarlyk befchadigt hebben, dat men begint te vreezen, dat de herhaalde waar>' fchouwingen van een zeer ervaaren Officier zullen worden bewaarheid; welkt» altoos heeft daande gehouden, dat de manier om de Schepen met Koper tebek!ee<< den, fchoon gefchikt om voor eenigen tyd aan het oogmerk te voldoen, zeer fm vaarlyk was, en dat de tegenwoordige Eeuw niet voorby zou gaan, zonder dai men 'er berouw van zoude hebben, na het by de ondervinding te hebben gezien., Hambwg den eerden July. In den tyd , dat het Ja2rgetyde buitengemeete gunlïi* is, zyn de tydingen uit verfcheiden Piaatfen, byzonderlyk uit SileVëni Zeer fmartelyk, wegens groote fchade, welke dowr eene verbaazende menigte va» Rupfen en Springhaanen wordt aangerecht. De Brieven uit Silétiën zeggen, dali de Sprinkhaanen bovenal groote verwoedingen maaken in den omtrek van Glal; gau, en dat de Landen, alwaar die lnfecien met groote zwermen nedervallenn ten eenemaal van derzelver Vruchten beroofd worden, en men was niet zouddi vrees dat die ramp zich nog verder zoude verlpreiden. ~~c*Jj«kt Sn it Kirt 4c WmT ] vak ÏCMOHT : •» i* 8.»»»;i«» B»ttftra«,T» An*9«7cl*«,  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- V ERTELDER. Den 19 July 1783- N°. 29. XJ.et getal der Dooden van de voorgaande week is 217. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Tripoli den 3often April. Van Gierbi, op de Kust van Tunis, fchryft men, dat aldaar gearriveerd was zekere Venetiaanfche Kapitein, genaamd Biagio Milatti, voerende het Schip Lascienza, laatst van Tunis komende en naar Alexandtiën beftemd ; dat deeze Kapitein, die te vooren uit Holland gekomen was, van daar had medegebragt twee jonge Meisjes, en dat eene van deeze Meisjes, daags na zyne komst op de Reede van Gierbi, geftorven zynde, hy het Lyk in een Zak gedaan, die met Ballast opgevuld en drie Mylen ver in Zee gebragt had; dat vyf dagen daarna ook het tweede Meisje geftorven en op gelyke wyze behandeld was; dat de Matroozen van het Schip, over dit geval ondervraagd zynde, hadden gezegd dat zy 'er niets anders van wisten, als dat hun Kapitein deeze twee Meisjes den laatften avond voor zyn vertrek uit Holland, aan boord had gebragt, dat'zy geduurende de reis altoos in zyn Kamer waren geweest en des avonds voor ihaar dood gezond naar Bed waren gegaan, waaruit men vermoeden had opgevat, :dat die Kapitein de beide Meisjes zoude om 't leven gebragt hebben, en dat de Hollandfche Conful van dit geval onderricht zynde geworden, behoorlyk onderhoek daarop doen zoude, ten einde zulk een Schelmftuk mogt geftraft worden, en "men tevens te weeten zoude komen aan wieu in Holland deeze ongelukkige ISchepfels toebehoord hadden. Neisfe den 24ften Juny. In den nacht van Zondag op Maandag hadden wy hier eene zwaare Overftroorning, die door de menigte der Slagregens veroorzaakt iis. De Neisvloed en de B elau waren uit hunne Oevers gereezen en hadden zich een anderen weg gemaakt. Alle Bruggen zyn door het Water wechgefleept, en ide foiade aan onze Stad, aan de Vestingwerken, aan de Kruid- en Meel-Maga» Zynen, aan de Sluizen als anderzins, beloopt wel over de 300,000 Ryksdaalders. Dit onze Stad koude in 36 uuren niemand uit, en tegenwoordig moet men nog 'Vaartuigen gebruiken als men naar buiten wil. De Modder en andere Onreinig•heden d»o: de Overftroorning nagelaaten, maaken de reeds met Dampen ver' P vul-  ^ulde Lucht nsg ongezonder en wy Vreezen daardoor voor Ziektens. Sedert 1736 kan «iemand alhier zich zalk eene Watersnood herinneren, Maria Tbereftophsl den i3den Juny. De Heer Phyficus Johan Godfried Liebetraut, heeft aan de nabygelegen Zee, alwaar de voortreffelyke HongaarfcheSouda gevonden wordt, meerder Gebouwen doen ftellen om dit Zout te bereiden en heeft nu finds twee maanden, dat hy daarmede bdzig geweest is, byna yo Quintaalèö verzameld, eu indien men door het vermeerderen der Pannen het*Werk verder uitbreid en het even zo gelukkig uitvalt, twyfclt men niet of de Hongasrfche Souda, zal de thans in gebruik zynde Spsanfche niet alleen uit Hongaryen, maar ook uit andere Landen houden, dewyl men door verfchillende Proeven overtuigd is dat de onz*e de Spaanfche in het gebruik verre overtreft en ook veel beterkoop is.' Coppenhagen den 28flen Juny. Met Brieven van Tranquebar verneemt men dat die Stad in de maand Oclober laatstleden door een Corps Wilden ftorid aangevallen te woiden, op het oogenbiik, dat de Franfehe Vloot van de Kust van Coromandel naderde. Deeze onverwachte tyding, en het arriveeren van verfcheidene Tranfportfchepen, aan gemelde Natie toebehoorende, deed deeze Barbaaren hun opzet ftaaken; blyvende 'er voor hun niets over, dan dat zy zich in hunne Bergen gingen verfchuilen. Dezelfde Berichten bevestigen, dat men aldaar een vreesfelyke Hongersnood gehad had ; dat 'er flechts 6 Paar geduurende een geheel jaar getrouwd waren, terwyl 'er yo7 Menfchen van honger geftorven waren. Landeck dea .iSften Juny. De fchade door de Overftroorning alhier onlangs veruuizaauL, 1» uug vtuc na mui gcujtiu. j. iians wora net neiaas bevestigd, dat men 28 Huizen teit, die door het Water omgeworpen zyn en waarin al wat leefde het leven heeft verlooren. Het geheel getal der Menfchen, dat by deeze droevige gebeurtenis omgekomen is, kan nog met geene zekerheid gemeld worden, vermits men overalnog niet kan by komen. Een groot gedeelte is terftond in de Huizen verdronken: anderen die zich nog trachtte te redden , konden geen vaste en veilige plaats bereiken, maar moesten in het gezigt eener menigte anderen, die bun niet konden redden, derzelver leven eindigen. Dit wierd veroorzaakt door de buitengewoone fnelheid waarmede het Water aankwam en toenam ; want in tyd van 2 minuten ging het reeds een Manshoogte te boven en in 10 minuten liep het bereids over hoogtens van 8 ellen, daarenboven kon dat geen, hetwelk door zyne hoogte nog zeker fcheen, het geweld des Waters niet wederfhan, maar wierd daardoor uit en van zyne Fondamenten losgerukt en wechgefleept. Neisfe heeft ook veel geleden en het Water heeft zich aldaar in de Stad zo zeer uitgebreid, dat de Manfchap uit de Hoofdwacht, die op de Markt ftaat, zich heeft moeten retireeren; doch Gratz is het fterkst getroffen, aldaar zyn twee Sluizen sa een Houten-Brug wechgefleept. Naar deeze laatfte, die na de Benedenflad leid, Lep esn groot aantal Menfchen om het indringen des Waters te zien, dochnaauwlyks was een goed gedeelte van dezelven daarop, of het Water tastte die Brug 20 geweldig aan, dat zy inftortte met al wat zich daarop, bevond en flechts hetkleinft? deel daarvan konde gered worden. Een Soldaat waagde zich met een kleine Kaar. in hei Water, kreeg j Menfchen en voer toen vergenoegd met desze zyne vragt  < ) vragt wech, maar nog flechts eenige ellen van Laad zynde, floeg 'er een Baar :tegen zyn zwak Vaartuigje, zo dat het omviel en hy'er alleen van ontkwam. iEen Man, die voor zyn Huis het Water zag aankomen, riep zyn Vrouw en twee !Kinderen toe, dat zy hem zoude volgen : hy klom ras op een hoogen Boom ; de 1 Vrouw nam één Kind op den fdg en één in de armen, en redde zich uit naar \ Ven (ter mede op een Boom: de Kinderen niet vast genoeg zittende, wierden beide 'door het Water overweldigd, gelyk mede de Man met zyne Boom, maar de \ Vrouw nog door een Touw, dat men haar toewierp, aan Land getrokken. Een «ander zette zich op het Dak van zyn Huis , bad 4 uuren lang om hulp, doch men «konde hem die niet aanbrengen, en hy wierd, door het omftorten van zyn Huis, ;een proo: des Waters. Een Koets met vier Paarden befpannen, waarin één IMans- en twes Vrouwsperfoonen waren, reed over een Brug: de Brug fprong en alles ftortte van boven neder eti ging ten gronde. Meer als 1000 vademen Hout zyn door het Water over Huizen en Bergen voortgefleept en verre wechge(dreeven. Wéëiïinèèa 25ften Juny. Alle Landeryen rondom deeze Stad, enalleKoorn\Akkers belooveu een ryken Oogst; de Wyngaarden in *t byzonder hangen zo vol Druiven, dat men federt veele Jaaren zich zulk eene Vruchtbaarheid niet kan ■herinneren, en men op de meeile piaatfen genoodzaakt is, om een gedeelte daarvan uittefnyden, overmits dezelve anders niet behoorlyk zouden ryp worden. Met de laatfte Brieven van Confiantinopolen heeft men, dat de Pest op nieuw in die Hoofftad begon te woeden. De Krygstoerustingen werden nog met eenen lonvermoeiden iever voortgezet, en men hield eenen Oorlog voor onvermydelyk. In Bosniën was men zeer werkzaam. Men voegt 'er by, dat de Porte eenige gewigtige eisfehen van Rusland geheel verworpen had. — De Levensbehoeften waren zeer duur. De Bewoonders van 't Land, byzonderlyk de Berglieden, waren genoodzaakt om van Kruiden en Wortels te leeven. In de Steden had men veel moeke, om zich voor Geld van het Nooddruftige te voorzien. De duurte was in Serviën even groot, en men gaf voor, dat de Armen in fommige Provinciën Hout moesten maaien, om daarvan Brood te bakken. Weenea den zden July. De aanhoudendeOnwecrsbuijen, vergezeld van veele Regens, hebben de Landeryen, aan hst einde van Opper-Oostenryk, geheel ondergezet, zo dat de wegen ten eenemaale onbruikbaar zyn geworden. Een Pos» Bijen heeft deezer dagen het ongeluk gehad, van 'er met zyn Paard op te verdrinken; van de 101 Brieven, welken hy by zich had, zyn 'er flechts 14 gevonden, waarvan men de Letters ter paauwernood konde onderfcheiden. ; Tot een bewys dat het beweegen der Klokken den Blixem naar zich trekt heeft een Natuurkundigen alhier, zegt men, berekend, dat de Blixem geduurende 33 t rfaaren, in Duitschland, op 386 Klokken onder 't luiden gevallen is; en dat 103 Menfchen hierby omgekomen zyn. Parys den 4den July. Sedert 8 a 10 dagen hebben wy hier een wonderlyk Weêr gehad. De Zon had een bleekroode en droevige couleur, zo dat men op i'le uuren van den dag 'er zonder ongemak kon inzien, en niettegenftaande de iiikkc en dto'ge Mist, die alks bedekte, was de hitte zeer drakkende. Het on- p 7- km» -  ( i.i6 ) Kundige Gemeen verbeeldde zich reeds droevige gevolgen hiervan; dat het i» Calabrie" eveneens geweest was voor de Aardbeeving; dat wy dus hetzelve te verwachten hadden; dat wy in den Staart van een gevaarlyken Comeet geraakt waren, enz. Doch onze Geleerden zyn van oordeel, dat dit Wéér (van welk men reeds bericht heeft, dat het over een groot deel van Europa eveneens geweest is) niet anders is, dan een natuurlyk gevolg van eene meer dan gewoonc warmte, wat al te fchielyk en niet met eene trapswyze opklimming op zwaare Regens gevolgd; en dat het, gelyk meermaalen waargenomen was, met zwaar Onweêr eindigen zou; 't welk wy ook reeds eergisteren door fterken Donder met hevigen Wind bewaarheid gevonden hebben. Hamburg den 4den July. Men had zich federt eenigen tyd byna algemeenlyk beginnen te vleijeu, dat men, in eene zo verlichte Eeuw als de onze, van degevaarlyke neiging tot het Tweegevecht zoude terug zyn; dan nieuwelingfche voorbeelden bewyzen dat men in dit denkbeeld bedrogen was, dat het Menschdom altoos hetzelfde blyft, en thans niet minder aan dwaalingen onderworpen is als voorheen. Wy verneemen dat op een zeker gefchil 't welk 'er gereezen was tusfchen de Heeren Graaven de Randfowen en de Wedel, beide Kamerheeren aan het Hof van Deenemarken, dezelve zich hebben begeeven in den omtrek van Lubek, alwaar zy met het Piftool met elkander in Tweeftryd hebben geweest, en dat de Graaf de Wedel door een Kogel in den Buik is getroffen, waarvan de fchoot zeer gevaarlyk is. Op voorleden Dingsdag avond is alhier het eerfle Hollansch Visfchers Scheepje, geleid door Willem van der Windt, met 900 en een halve Ton nieuwen Haring aangekomen, welke verkogt zyn geworden, voor omtrent 78 Hollandfche Guldens de Ton. Tot hiertoe hebben wy 'er geene door de Pruisfchen of Deenen gekreegen, waarover men vry algemeenlyk verwonderd is, te meer, daar wy weeten, dat zy derzelver Haringvisfehery eerder aanvangen dan de Hollanders. Sedert veele Jaaren hebben wy zulke uitmuntende goede Haring niet gehad. Vol- • gens het bericht van den gezegden Schipper Willem van der Windt, zyn 'er niet; meer dan 28 Deenfche en 38 Pruisfifche Schepen ter Visfchery uitgevaaren. V Gravenbage den ïoden July. Men verneemt, dat de Nevel of Damp, wel- ■ ke federt eenigen tyd in onze Nederlandfche Provinciën zo fterk befpeurd is, eni nog befpeurd wordt, niet alleen in de nabuurige Landen, maar zelfs in Duitsch-land wyd en zyd, als te Frankfort en in de omliggende Piaatfen, te Regens-burg, en zelfs te Weenen waargenomen is, in welke laatstgenoemde Plaats de-« zdve den 2iltcn Juny zo fterk was, als anders in Oef ober; men kon 'er naauw-lyks yo fchreeden ver van zich zien, en op den Donau was hy zo ongemeeni dik, dat men ten hoogfte 7 fchreeden ver zien kon. Deventer den i3den july. Gisteren avond kieegen wy hier de tyding, dat im het Dorp Holten, 4 uuren van hier, des middags een zwaare Brand is ontdaan,, waardoor in korten tyd zes Huizen door de vlammen zyn vernield; de ongelukkige Bewooners hebben byna niets van hunne Goederen kunnen bergen. Gedrukt by ds Erve de Weduwe JAC OBUS tamEGMCNT: öp de Regulien Breéftraat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den z6 July 1783. N°. 30. Maandag had een Schilders-Knecht het ongeluk van een Huis te vallen op de Voorburgwal, by de Stilfteeg, en daardoor op eene beklaaglyke wyze zyn Leven te verliezen. Dien zeiven dag ontftond te Langendyk een ontzaglyk Onweêr van Donder en Blixem, waardoor twee Koeijen doodgeflagen zyn, terwyl den Boer bézig was een derzelve te melken : men vondt dien Ongelukkigen in het Land, zyne Klcederen waren op verfcheide piaatfen gefcheurd en hy wierd voor dood naar huis gebragt; doch, kort daarna weder bygekomen zynde, bevond hy zich welvaarende. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 137. De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze volgende. Lisbon den 24ften Juny. Voorleden Saturdag is alhier het Hollandsen Oorlogs-Fregat de Valk, gecommandeert door den Heer W. Silvester, op de Reede gekomen: eene langduurende commisfie, en een zeer onvoorfpoedige reis, van meer dan 70 dagen van Curacao, hadden zeer veele Zieken onder de Equipagie veroorzaakt, en fchoon de "Commandant verzekert, dat het niet anders zy dan het ;Scorbut, heeft men nochthans dat Fregat in deeze Haven nog niet willen ontvangen. Men denkt ondertusfehen dat de Ververfching, welken men aanboord ivan hetzelve gezonden heeft, welhaast de Zieken herftellen zal, en dat het Fregat de Rivier zal mogen opkomen. WarjCbail den 2den juiy. in uc vjcuci^icua van nci vv atwuuuicnap ^racaiij is deezer dagen zulk eene zwaare Overftrooming geweest, dat het dc oudfte In» woonderen niet heugd, ooit eenig voorbeeld daarvan gezien te hebben. Geheelti Dorpen zyn door den Stroom wechgefpoeld; Moolens, Bruggen, enz. ingeftort, en de Akkers en Velden zodanig met Slyk bedekt, dat'er wel twee Jaaren vereWrht 7nllen worden, om dezelven daaivan te zuiveren. By die geleeenheid zyn ook veele Menfchen en Beesten verdronken, alzo deeze Overftroorning des nachts ten 2 uuren voorviel, en zo onverwacht Kwam aanzetten, dat veele Menlchen geen tyd hadden om zichzelven, veel min hunne Have en Vee te redden. IVeenen den yden July. Sinds eenige dagen is onze Horifont met eenen Damp, P 3 ««•  ( "8 ) gelyk aan eenen Nevel, beztt geweest, en 's morgens en »s avonds, by het open ondergaan der Zonne, was dezelve het meest zigrbaar. Hierby was het drukkend heet. Laatstleden Dingsdag nacht volgden twee Donderdagen onm'ddelyk op eikanderen. en die vry Iterk waren. By den laatften doeg de Blixem in het f.abygelegen Dorp Neudad, waardoor eemge Huizen in de asfche gelegt wi-rdest. Sinds gisteren waait het fterker, dan de voorige dagen, waardoor het Wéér veranderd is. De Oogst is ongemeen overvloedig ingevallen, en gelukkig binnen gekomen. De Boomvruchten zyn insgelyks in groote menigte. En ten aanzien van den Wyn hoopt men ook in Oostenryk en Hongarye op een even zo vruchtbaar Jaar. Mentz den ioden July. Sinds omtrent drie weeken ziet men in deeze Quartieren, en, naar men verneemt, ook in andere Provinciën van Duitschland, een Verfchynfel, 't geen de oplettenheid van kundige Lieden, zo wel als van het gemeene Volk, béiig houdt. Het is een zwaare drooge Mist, die dag en nacht duurt, de Zon geheel bleek, en fomty ds als een rooden Kogel doet voorkomen. Dit Verfchynfel, welk hier te Lande", in het tegenwoordig Saizoen, geheel ongewoon is, wordt van eene ondraaglyke h:tte vergezeld, en den 27ften Juny laatstleden waren 'er van hier tot in den Elzas, langs het Rhyngebergte, in eene u'tgeftrekheid van 26 Duitfche Mylen, veele en ysfelyke Onweêren. De Donder viel op veele piaatfen, en ook hier op de Hoofdkerk; zonder echter fchade te veroorzaaken. Met dit alles (laan de Veldvruchten zeer wel, men hoort niets van befanettelyke Ziekten, en de Mist begint allengkens te verdwynen. Berlyn den ïzden July. Eergisteren namiddag, om 3 uuren, is dejonggebooren Prins, waarvan Hasre Koninglyke Hoogheid, de Prinfes van Pruisfen, den 3den deezer bevallen is, te Potsdam, door dén Hof-PredikerBambergengedoopt, en Frederik-Willbm-Karel genaamd. De hooge Peters en Meters waren Hunne Majefteiten, de Koning en Koningin, en Hunne Doorluchtige en Koninglyke Hoogheden, de Prins van Oranje, Erfftadhonder der Veréénigde Nederlanden en de Prinfes, Hoogstdeszelfs Gemaalin, de Hertogen Hertogin van SaxenWeymar, en de Markgraaf van Baden. De jonge Prins werd door Zyne Majefteit zeiven ten Doop gehouden. Londen den 1 yden July. De Gouverneur van St. Helena heeft met een Deensch Sch'p, het volgende Verhaal herwaards gezonden: „ In de maand December 1782, wierden vier Engelfche Zeelieden, door: „ eenige Planters, die Land waards in woonden, aan de Kaap de Goede Hoop) „ gebragt. Zy behoorde tot de Equipagie van het gebleeven Engelsch Oost-In- • difche Compagnie-Schip de Grosvenor; van welk zy bericht gaven, datzyr „ op den 4den Augustus, op de breedte van 27 a 32 graaden, (wantzy verfchil-„ den in hunne opgave) zynde naar gisfing 120 mylen van het Land, een Lichtt „ zagen, hetwelk zy voer de opkomende Maan hielden, doch kort daarop be-« „ vonden een Licht op het Land te weezen; datzy hunne dwaalingen merkende „ wilden wenden, doch dat het Schip oogenbliktyk opeen Rots (lootte, en aani' „ ftukken ftiet; waarby iy Perfoonen, die zich op het Agterfchipbevonden ver-„ dronken; dat de Inwooncrs van het Land, hetwelk hun bleek de KafferslKmtt  C "9 ) ,, te weezen , terflond op hen afkwamen en hun van alles beroofden, tegen wel„ ke geweld laadightid zy zich te weer (lelden, waarby eenige van hunftieuvelde; „ dat de Kaffers uit de Vrouwen, die zich onder de Sch;pbreukelingen bevonden, „ des Kapteins Vrouw uitkipten en met zich Laudwaards in vervoerden; welke ,, ongelukkige juffer destyds Zwanger was; dat een gedeelte van hun daarop den „ weg had genomen langs de Kust, in hoop van eene Hollandfche Plantagie te ,, te zullen vinden, en dat geduurende deeze droevige reis eenigen van hun aan „ den Dorst geflorven waren, dewyl zy vier dagen en nachten geweest hadden „ zonder Water ts ontmoeten; dat zy na een togt van drie maanden, eindelyk „ aan een groote Rivier gekomm waren, welke niemand buiten deeze vier Zee,, 1 ie Jen had kunnen overzwemmen, en dat zy, aan de overzyde gekomen zynde, ,, hunne ongelukkige Medebroeders den weg langs die Rivier Landwaard in had„ den zien voortzetten; dat zy eindelyk aan eene Hollandfche Boeren-Wooning „ gekomen zynde, door derzelver Bewooners aan de Kaap gebrast waren; dat „ de Regeering van de Kaap een Troup Ruiters had u'tgezonden om het overfchot ,, van dit Volk optezoeken, en dat die op de plaats, daar zy geltrand waren, geko,, men zynde, de geheele Laading van het Schip verroten alleen to Europeaanen en ,6 Lascars by hetzelve gevonden had Jen, en dat nog 7 andere Europeaanen zich it op eeiigen sfftand van daar ophielden; dat de Kapitein en de meeste van de , Pasfagiers geftorven waren; dat het Schips-Equipagie uit iy3 Perfoonen had „ beftaan, en dat onder de Pasfagiers geweest waren de Colonel James en zyne " Familie van Madras, de Jufvrouwen Taylor en Williams, van Bengale, een „ Fransch Colonel en een Hollandsch Opperhoofd. Met eenen Brief van Down, in Ierland, verneemt men, dat de elende der Armen in dat gedeelte van Ierland byna alle befchryving te bovenging, weshalven verfcheidene Huisgezinnen beflooten hadden, om van daar te vertrekken; kunnende zy in hun eigen Land geen BrooJ meer winnen. Parys den iyden July. Met alle B.ieven van Grennble verneemt men, dat Opper'-Dauphiné en verfcheiden Cantons, door den Hagel, verwoest waren, by; ztcn de Bewoonde»* van Dyon in de Kerken gevlucht, en men verzekerd, dat men des nachts nog andere Schuddingen gevoeld heeft. Te Beaune was de Aardbeeving veel fterker; veel; Schoorfteenen vielen van boven neder, verfcheidene Glazen werden gebroken, en het Onderaardsch Geluid was verfchrikkelyk. Brieven van Befancon, zyn vol diergelyke droevige Tooneelen. Te Lion de Saunier, te St. Jean de Lóne, in Bourgognen, te Bourg en Bresfe, te Belay, te Chalons aan de Saöne, te Macon, en te Geneve, hebben zich hevige Aardbeevingen doen gevoelen. De berichten van Geneve houden in, dat 'et één oogenbiik geweest is, waarop men dacht, dat het met deeze Stad gedaan was; het Meir zwol fterk, en de Golven, door de enkele voottdryving van de Aardbeeving zich verheffende, zyn met geweld over de Oevers heenen gefpoeld, welken die Stad omringen; wordende zelve zo fterk bewoogen, dat 'er verfcheidene Huizen door ingeffort zyn. De Brieven van Rome behelzen insgelyks verhaalen van diergelyke rampen. Zy melden, dat den i2den Juny in Calabrien en Sxiliè'n zulk eene hevige Aardbeeving geweest is, dat Mestina thans geheel en al ten onderfte boven is gekeerd, en dat de Steden van Calabriën, die aan de andere zyde der Zee liggen, een deerlyk Lot getroffen heeft; zynde 'er volgens deeze Brieven, om zo te fpreeken, geen voetfpoor van overgebleeven. Van Lyon meldt men, dat men aldaar deeze vreesfelyke Omkeeringen befpeurd had, terwyl de Aardbeeving langs de Kusten van de Rivieren de Rhone en Saöne gevoeld werd. Brusfel den i7den July. Wy hebben het geluk gehad Zyne Koninglyke Hoogheid den Heere Graave d'Artois in deeze Stad te zien, zynd» alhier op voorleden Zondag ten 6 uuren des avonds van Spaa ten Hove aangekomen, vergezelfchapt dpor onze Doorluchtige Gouverneurs Generaal, welken Hoogstdenzelven tot aan Cortenbetg waren te gemoet gegaan. Het Publicq vloeide in groote menigte toe om dien Prins te zien, die alom, byzonderlyk in den Schouwburg , van een iegclyk al de eerbied en achting verworf, niet alleen aan zynen rang, maar aan deszelfs luisterryke hoedanigheden verfchuldigt. Na het avondmaal begaf zich Hoogstdenzelven mdt Hunne Koninglyke Hoogheden naar de Vauxhal, die, zo wel als een gedeelte van het Park, zeer fraai geïllumineerd was. Dordrecht den toden July. Heden ochtend is alhier van de Werf van den Scheeps-Timmerman Spaan, zeer gelukkig in het Water geloopen 's Lands Oor- • logfehip Dordrecht, van 64 Stukken. 's Gravenbagt den 2iften July. Eergisteren is alhier in den ouderdom van byna 1 1.02 Jaaren overleden Johanna Christina de Leos. In de Brieven van Petersburg wordt gemeldt, dat Haare Rus-Keizerlyke Ma-, ïefteit, met een aanzienlyk Gevolg, den 27ften laatstleden op reis gegaan is, zo men zegt, om het bepaalde Mondgefprek met den Koning van Z weeden, teFre- ■ driksham, te houden. Gïdrakt by de Erve de Weduwe JACOBUS vah EGMONT: op d« Reguliers Brcê'ftraat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKLYKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 2 Augustus 1783. N°. 31. Voorgaande Donderdag is ia het Do'p Huyzen een Mansperfoon door het Onweêr zodanig getroffen, dat hy op het oogenbiik dood gebleeven is. Den volgenden Zondag is te Sloterdyk een Jongetje uit een Schuit gevallen en verdronken. , Het getal der Dooden van de voorgaande week is ziy. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Temeswar den zyden Juny. De Onderdaanen der Turken , die zich Christenen noemen doen reeds menigvuldige klagten hooren over de harde behandeling hunner Heeren , zich beklaagende dat hun het leven hoe langer hoe verdrietiger en het jok bezwaarlyker gemaakt wordt. Onder anderen was te Melneck, in Grieken» land een welbekend Koopman, genaamd Haggi Michaël, van wiens ongelukkig Lot 'het volgende wordt verhaald : Hy eischte eenen Mufelman, die hem omtrent ióoco Guldens Ichuldig was, en van wien hy met al zyn fmeeken niet de minde betaaling konde krygen, voor het Gerecht. De Gedaagde verfcheen; maar vroeg ïynen Schuldëifcher zeer trotsch, wat hy wilde? Toen deeze antwoorde, myn Geid! trok hy een Piftosl uit zyn zak, fchoot den Klaager dood en nam vervol eens de vlugt. Langzaam dond den Rechter op, benevens zynen Byzitter, en zette zich op zyne te vooren kruiswyze over elkander liggende Becnen , en riep: Houdt hem! houdt hem! doch den Daader had alstoen reeds tyd genoeg gehad om te ontvlugten. Evenwel werden hem nog eenige Gerechtsdienaars nagezonden, welke onverrichter zaake te rug keerde, hebbende waarfcftynlyk niet meer Tsoed gemaakt dan den Rechter. Altom den 18Hen Juny Men west hoe veele ongelukkige voorvallen 'er dikiwerf by het herdellen der Water-Bronnen plaats hebben, op eergisteren hebben ïwy daarvan hier weder een beklaaglyk voorbeeld gezien. Somtyds wordt door eene te groote achteloosheid de noodige voorzorg niet in acht genomen , die 'er tot dit gevaarlyk werk vereischt wordt; dan by het thans gebeurde was niets verzuim 1; men hai reeds twee dagen voor dat men den arbeid beginnen zoude de iRm.i onerii?ezet. men had vuur in dezelven gebrand om alle nadeelige dam-ert en uitwaasfem.ng daaruit te verdry ven, zonder datmsnfeeeft kunnen verhoeden,  ( til ) dit een Ongelukkigen diarby het leven heeft idgefchöten. Een der Arbeiders fteeg naar beneden, hy antwoordde daielyk ce geenen, die hem van boven aan den mond van de Bron toeriepen: een weinig daarna hield hy ylings op met z'ch te laaten hooren; zo dar men met recht bezorgt was, dat hem eeng kwaal wedervaaren ware: een ander daalde dus met een Touw om het Lyf mede in de Bron, en had ook het geluk den eerften, dien hy in onrnagt vond , aan het Touw vast te maaken; doch daadlyk daarna werdt deeze insgelyks door een flaauwie bevangen, zo dat hy geen teeken konde geeyen om opieha3len. De Opziener was ondertusfehen toegw-fchooten : en wilde uit een ieverige Me; schlievendheid beftaan om ware het mogelyk de beide Knaapen te redden, waarop hy onvoorzigtelyk Zonder Touw afdaalde, hy vond ze in onmagt aan het Touw waarmede de tweede was nedergelaaten, vastgemaakt, na zich dus aan deeze twee geftrengelj te hebben, riep hy, dat men hun gezamenlyk zoude optrekken: dit gefch;edde' doch wanneer men hem byna tot aan den mond des Puts haide op^evoert ftortte hy plotfeling, ongetwyfeld door bedwelming, Daarbeneden. De beide'eerften werden gelukkiglyk gered en bekwamen fpoedig van hunne bezwyming. "doch tic laatfte werdt eindlyk des avonds dood uit de Bron gehaald , zynde zyn Hocfd door den val dien hy gedaan had , verpletterd. Munfltr den 4den July. De Damp of Nevel, welke in deezen Omtrek, gelyk op meer andere Piaatfen, federt eenige dagen den Dampkring vervuld en'zich op de Aarde vertoond, is alhier van een zeer kwaaden aan, en werkt veele Ziekten uit: Dezelve heeft teffens eene zeer uadeelige uitwerking op de Planien en Aardgewasfen : Langs de Oevers van den Eems werdt het Geboomte, des avonds te vooren nog met een aangenaam groen bedekt zynde, in éénen nacht van al deszelfs fchoon aanzien beroofd; vertoonende niet dan half verdorde Bladers als of het ieeds in een vergevorderden Herftt ware. De Landluiden beginnen zeer te vreezen, dat deeze fchaielyke Luchtgefteltenis insgelyks het Vee zal aandoen en wenfehen naar een weldoenden Regen. Warfcbau den iolen July. Van Brody , eene Stad in de Provincie Volhyniën heeft men het onaangenaam bericht ontvangen, dat die Plaats, in den nacht van den i8den laatstleden, by een zwcar Onweêr, door den Bl xem geroffen en in brand geftooken is; zynde 'tr 1 Kerken en y7y Huizen in den asfche gelegd eenige Menfchen en eene groote menigte Vee vei brand, en de Ingezetenen in het algemeen in de diepfte etende gedompeld, Londen den izften July. Men ziet hier reeds by voorraad deeze en geene byzonderheden, welke door den Heer Hamilton in Calabr.-ë en Sicilië waargeno-' me-i, en aan zyne Vrienden getehreven zyn. Hy heeft in den tyd, dat hy 'en geweest is, nog vyf Schokken gedoeld, en is overal geweest alwaar eenige fchadevan belang gefchied is. Honderd Steden, Vlekken en Dorpen zyn geheel verwoest, fommigen gantschlyk wechgezonken, en driehonderd andere Vlekken eni Dorpen groor!}ks befchadigd. Hy heeft gefproken met eene Vrouw, die na verloop van elf dagen levendig van onder de Puin was uitgehaald. Hy heeft een Huiss gezien, welk een vierde eener Italiaanfche Myl ver van de plaats, daar het g^ftaani had, geworpen was, en daar verbryzeld wierd; een Manen Vrouw, welke in; heil  het Hals waren, wierden vier dagen onder de Pun begraven, tér zy konden vei» lost worden. De Heer Hamilton heeft dien Man gcfproken, welke hem zeide., dat hy zelf geen fchade had bekomen, maar dat zyne Vrouw beide haare Keencu en eenen Arm gebroken, ook eene Wond aan haar Hoofd gekregen had; doch dat 'er hoop van herftel was. Reeds op den afiland van 90 Mylen van Napels was 'er door de Aardbeeving fchade veroorzaakt. Het Volk van Calabrie woont onder Tenten en Hutten van Riet; en dasr de Aardbtevingen 't hevigst zyn geweest, is niet één Huis daande gebleeven. 't Geen hy meldt van fommige Beesten , dat zy een of meer minuten te vooren de nadering eener Aardbeeving gevoelen, is zeer zonderling. De Ezels en Muil-Ezels beginnen te batken, de Koetjen te loeijen, de Haanenen Hennen, en bovenal de Ganzen een llerk gtfehreeuw te maaken; wanneer deeze laaiden in het Water zyn, '.aasten zy zich om 'er uit' te komen, en het duut een geruimen tyd eer zy 'er weder ingaan. Wanneer de Inwooners deeze waarfchouwing hooren, vallen zy op hunne Kniëa om te bidden, 't welk eene allerontzaglykfte vfcrtöoning maakt, zieude, dat reielyke en onredelyke Schtpfelen zich om zo te fp;ceken vereenigen, om in zo een oogenbiik van angst den Grooten Schepper om genade te fme-.ken. Doch die is het nog niet al. 'Er is thans in die Land ft eek ook eene Ziekte onder de Menfchen uitgebrooken, welke vee'en wechdeept; tn 't is te vreezen, dat zy in de Pest veranderen zal. Hunne Wateren zyn na die vreeslyke bezoeking zeer il-gt, 't welk, gevoegd by de groote menigte Lyken, die hier tri daar l'ggen, de oorzaak dier Ziekte is. Meer dan 40,000 zyn 'cr van onder de Puinhoop-en uitgegraaven, en men rekent, dat 'er yo,cco aHeen door de Ar.ibeevingen gelneuvel'd zyn, zonder die geenen te tellen, welke-dtigelyks aan die Ziekte itervcn. tedert de Aardbeeging overvtoeid de Zee van Visch; d'e geenen, welken zy voo heen alken in dpp Water vingen, worden nu in menigte op de oppervlakte gevangen Batavia den eerden Oftooer 1782. Van wegens do Hooge Regeering deezer Linden, is, den 2ofrcn der voorige Mamd, de volgende Uitfcbryving tot een A)genieène9 Bede-, Boe:-en Dankdag uitgevaardigd. De Opperlle Regeerder en Beflierder vin het Geheel-Al, in wiens hand het Lot der Volken berust, en wiens Wegen met ois gehouden, lang hebben uitgelevert dealleri zigtbaarde tcekenen van Genade en Goedertierenheid, doet ons ih-ms op het finerte1\ksr ondervinden, hoe ras onwaarde Zegeningen in Oordeelen, en Voorfpoed hl Rurpen verwi.-feld kunnen worden. De Geest van OngoJsdiendigheiiii ledelheid en Weelde, het bederf zo in Grontlbeginfelen a!s in Zeden, en een ondankbare uean'twoo'rding aan de goedenicrenhiid eu Weldaadet) van dien God, door wiens langmoedige belcherming wy beftaan, met zo, veele andere menigvuldige ongerechtigheden en overtredingen, diagl'iks meer en meer toegenomen onderons, die gexegend zyn met het zuiver Licht van fut Heilig Euangelium, maar die eenter op den weg der Zonden zyn voortgegaan, heeft óns ein* delyk gebragr, onder deu opgeheven hand van een bedroevende ei kistydendet Voorzienigheid. Immers is onze Welvaart, weleer zo b!oei;c"J, door de voordeeien van een bngëdrekten Kooph indel, th-ns niet alleen geheel afgenomen en >n e p bték laa'gjyK vefvn\ geraakt; ma'ar wy hebben tellens te wotdekp met een fchakel m 7,0 veele drukkende tegenfpoeden, dit daar in de drüfTenJe ha:iJ des AlmagtigJn kenbaar te onJerfcheidon is. , Q 2 (Ja-  ( iM ) Onder deeze mogen wy, nevens de nog al aanhoudende ziektens en fterfte onder des Maatfchyppys Kiygs- en ZeoJieden, voornaam 1 \k als c!e gewigtiglle befchouwen, het veilles van eene gelukige Ru alle de getuigenis van eene hartgrondige dankbaarheid aan den Heer Diggins , voor ' de vigilantie en oplettendheid, met welke hy de natuurlyke gevolgen vaa hnm.ea toedand, onder zulk ee«e lange Gevangenis, had trachten te verzachten, en aanwiens menschlievendheid zy de-veelvuldige vertroostingen veifchaldïgd waren,, welke-zy-geduurende-al dien tyd genooten hadden. Ves>-  ( i*8 ) Vervolg der uirfcbryvlpg van de Beae-, Boete- en Dankdag te Batavia. Ten einde, op den gemelden dag, met een oprechte en ootmoedige gedeldbeid des herten, God Almagtig aan te bidden; het gebied van Zyne Voorzienigheid te erkennen; ons, dit en ons lieve Vaderland in Zyne alleen veilige befcherming op nieuw aan te bevelen, met een waarachtig berouw en leedweezen afftand te doen van onze veelvuldige ongerechtigheden en overtreedingen, Hem, met een demoedig Jierte te bidden, om verder een oog van barmhartigheid te flaan op de rampen en onheilen, onder welke den Staat der Veréénigde Nederlanden, dit en andere van deszelfs Wingewesten zuchten; Hem te fmeeken om de Wapenen, welke wy, ter befcherming van onze duurgekogte Vryheid en Onaf'hanglykheid, gedwongen zyn geworden op te vatten tegen eene Mogenheid, met wien wy van ouds ten miauwden verknogt •zyn geweest, doch die ons, na veele voorafgegaane beledigingen, den Nedèrlandjfchen Staat, en zwaare fchadensde ünderdaanen van dezelve aangedaan, zonder recht .of reden, vyanulyk heeft aangetast, met Zyne altoos overwinnende kragt en byftand ze zeegenen en voorfpoedig te maaken; onze Vyanden, door den onwederflaanbaaren arm Zyner Almagt, in hunne heerschzucht paal en perk te Hellen, en te noodzaaken ;aan de ftem der verdrukte billykheid gehoor te geeven, en dat, gelyk de verkryging van een goeden Vrede, alleen het waare doelwit van den Oorlog behoord uit te maaien, wy ook eerlang dat gewenschte einde mogen bereiken, en intusfehen, onder net voortduurend genot zyner Godlyke gunstbewyzen, welke wy tot hiertoe nog «ebben ontvangen, en een genadige uitdelging van des Lands algemeene Zonden, -mitsgaders goedertierene afwending van alle verdere onheilen en tegenfpoeden, door -den heilzaatnen invloed van zynen Geest, mogen opgewekt en bekwaam gemaakt •worden, toe het daadlyk voortbrengen van vruchten, een waarachtige bekeering waardig. Dan terwyl wy aldus om den Goddel) ken bydarid, befcherming en genade zullen Xmeeken, en terzelver lyd zyne eindelooze Goedheid, Weldaaden en Zeegeningen verheffen, en met recht dankbaare Harten en Monden erkennen, looven en pryzen, zyn wy teffens ook vetpiigt, onze Gebeden aau den Allerhoogflen optezenden voor de Perfoonen en Regeering van de Hooge Overheid van ons Gemeenebest, en deeze Landen: Dat de Goddeiyke Wytheid moge voorzitten in hunne Vergaderingen, hunne Raadllagen bellieren door den Geest van Eendragt en Voorzichtigheid, op dat zy in deezen haggelyken toeftand, geëerde Werktuigen mogen weezen, tot behoud van Vryheid en Voorrechten, en tot afweering van de onheilen, waarmede wy worden gedreigd: Dat hunne onderneemingen gezeegend en voorfpoedig mogen zyn, ter ver- . krygirg van een gewenschten, eerlyken en voordeeligen Vrede, ter opbeuring van Koophandel en Zeevaart, ter opwekking van een iegelyk tot Godvrucht en Deugd, ter voortzetting van nuttige Konden en Weetenfchappen, en ter herdelling van den ouden luider en welvaart van ons Vaderland, en deeze Gewesten. Wy moeten op deezen plegtigen Verbodsdag, ook de Goddeiyke befcherming , en i een ryke fchat van zeegeningen affmeeken over de Perfoonen van Zyne Doorluchtige i Hoogheid den Heer Pruis van Oranje en Nasfau, Nederland:ch geliefden Erfftadhou-! der, Zyne Koninglyke Gemalin en Vorftelyke Telgen, ten einde derzelver dagen langduurig, gelukkig en roemruchtig mogen zyn: Dat inzonderheid de raadllageni van Zyne Doorluchtige Hoogheid, door de Goddeiyke Wysheid bedierd mogen wor-.den: Dat de liefde van het gantfche Volk, de Kroon van zyne lcft'elvke poogjngen,, om Nederlandseh Vryheid, tegen de heerschzucht en het geweld onzer Vyanden te: verdedigen en te beschermen, en deszelfs voorl'poed, de vrucht en belooning varii zyn onvermueielen arbeid, tot behoud van het Vaderland, moge zyn. C Het vervolg hier na.) iCcdrukt by de Eive de Wed. j. van EGMONT: op de B.e£ulieis Bieèfhaa!, te Amflcidata. j  DEN HOLLAND SC HEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- VERTELDER. Den 16 Augustus 1783. N°. 33. jf~~ïet gettl der Dooden van de voorgaande week is ioi. Uit genoegzaam alle'Plaatfen van Europa verneemt men de treurigfte Berichten van ongelukken, die door ontzachlyke Onwecren veroorzaakt zyn. Om het gevoelig hart onxer Leezeren niet te veel aantedoen, hebben wy alleenlyk deeze volgende geplaatst. Antwerpen den yden Augustus. Sedert de helft der Maand Juny, heeft men hier ook waargenomen, dat de Dampkring met een Herken Nevel bezet was 20 dat de Zon zich, by deszelfs op- en ondergang, roodverwig vertoonde en fomtyds door dien Nevel als verdooft fcheen: Doch federt de fterke Regen van den 23(ten July is die Nevel verdweenen, maar de hitte merklyk toegenomen, vooral van den iy(tea tot den 3iften July; zo dat men den eerften deezer alhier openbaare Gebeden begonnen heeft, om Regen van den Hemel aftefmeeken: De droogte en hitte wierd intusfchen nog gevoeliger, ftygende tot 88 graaden* volgens de Thermometer van Farenheit, en den 3den des namiddags tot 89 i 99 graaden. Op dien zelfden dag kreeg men echter, des namiddags ten 1 uur wanneer de hitte nog y graaden hooger was, als dezelve den 6den Maart ïjrz ler Zee onder de Linie of jEquator was waargenomen, een fterken Regenvlaag en ten 3 uuren een zagt Onweêr, waardoor de Lucht merklyk getemperd wierd zo dat men den Hemel dankte, dat deeze Stad zonder rampen verlost wierd van dit ongewoon Weêr, hetwelk in andere Landen van Europa zulke droevige gevolgen gehad heeft. Dan zo gelukkig is men in andere ftreeken hier te Lande niet geweest, aan den Oever van de Schelde, Noord-Oost waard, is de vlaag met zwaare ftukken Ys gemengd geweest, en de hevige Rukwinden zyn voornaamlyk gevallen op Auftruweel, Beirendregt en de Polders na de hooge Landen op Hoogboom, de Donk, Caert, Brasfchaet en alle de Gehuchten van Eekeren tot in Laarhout toe: in welke ftreeken Boomen zyn uitgerukt, Daken afgeflagen Glazen-Venftcrs veibryzeld; en de Boekweit, reeds miswasfchen door de hitte' gelyk ook de Haver, Boomvruchten, Groenten en Peulvruchten, verdorven en plat ten grond zyn geflagen geworden; ze dat de Akkerman aldaar gevoelige fchade geleden heeft. . Extract Misfive uit Hiharenbeek (Meijerye van V Hertogenbosch) den 6den Augustus. Gisteren ben ik te Paard naar 's Bosch gereden, en kan U Wel-Ed R als  C 130 ) fis- een ooggatuïge eenige denkbeelden geeven van dè Verwoestingen welke dit Weêr heeft aangericht; want men fchryft my dat het te Grave ook veel gehageld heeft; in den Udenhout heeft de Hagel weinig fchade gedaan, doch zy is met eenen ontzachlyken Wind vergezeld geweest, die alles fcheen omver te zullen werpen; even voor het Kafteel van den Baron Tengnagel, te Oofterwyk , begon de Bui fterker, ten blyke daarvan zyn 'er in dat Huis, alleen van agter aan het. groote Huis zelf 690 groote Ruiten iagehageld, zonder de Wooningen van Domeftiken, Stallingen en Broeikasten te reekenen; de Glazen in gantsch Oosterwyk, die op den Wind ftonden, zyn 'èr uit, zo dat 'er op de meeste piaatfen geen Loot meer van te zien is en het Hout aan Hukken is geflagen; evenwel was het nog al gelukkig voor dat Dorp, dat de Wind juist Noord-West was; op de: eene zyde is geen eene Ruit uitgeflagen, maar aan de andere zyde zyn 'er omtrent twee derdeparten uit, zynde voorts van alles wat West of Noord-West ftond niets overgebleeven. Hieruit ziet ge, dat men te Oofterwyk aan het Dorp deezen geesfel al vry> fterk gevoeld heeft; ongelyk fterker evenwel is nog deeze verfchriklyke Hagelbui gevallen van den Oofterwykfchen Moolen , in, door en omtrent Haren, een: ftreekje van Helvoirt, een goed gedeelte van Vugt, Halder, Bostel, Michiels» Geftel &c. agter den Oofterwykfchen Moolen is niets op het Veld te zien, alles: is tot korte flukjes geflagen. Te Haren is het fpits door den Donder van den; Tooren geflagen, en een gedeelte van eene vervallen Kerkmuur ook omgeworpen. Op de Buitenplaats van Profesfor Bon, onder Vugt gelegen, en wel een: kwartier uur van daar, is de Donder, of liever de Blixem, boven in het Huiss geflagen, en in de derde Verdieping weder uit; over de 1300 Ruiten zyn 'er aanc het Huis alleen in ftukken geflagen, alle van Spiegelglas, zonder de Broeikastent &c. te reekenen. Te Boxtel is de Bui zeker niet minder dan te Haren, endaarom-. ftreeks geweest; want men begroot de Pannen door den Hagel en Wind te Boxtel:! gebroken, op 80,000. Onder de Hagelfteenen waren 'er veelen van een en eem half pond tot zeven vierde zwaar, en in groote menigte van een half pond; daaromc laat u dit getal van Pannen niet verwonderen. • Voor een getuimen tyd is 'er by den Prins van Tweebruggen, in Duitschland een geweldigen Diefftal gedaan door een fterke bende. Die Prins heeft 'er groot* Praemien op gefteld voor elk die men 'er van ontdekte, met beloften van zelf del fchuldigen Ontdekkers zo wel als anderen te beloonen en vry te laaten ; dit loktei een Jood, die mede geftolen had, uit, om zyne Medepligtigen aantewyztn; eem en ander is 'er in Duitschland van gekreegen, daar hy de Praemien van getrokkem heeft, de anderen zyn naar deeze Kwartieren gevlucht; de Jood, Brieven v?,-y den Prins van Tweebruggen by zich hebbende, kwam onlangs deeze Snaakem opzoeken, hy kwam eerst by den Drost van Raveftein, en vervolgens met dee* zen by den Stadhouder te 's Bosch; toen heeft de Stadhouder met eenigen Schw penen, geadfifteerd van zyne Dienaars niet alleen, maar ook van eene Wacht Grenadiers, tusfchen Vrydag en Saturdag laatstleden, een Huis in de Tolbrug-* ftraat, des nachts ©mzet, en daar veele Jooden, op hetaanwyzen van dien eeneta Jood, van hun Bed geligt; maar twee van de grootfte Schuldigen zyn het aanii ftonds ontkomen, zonder dat men hun heeft kunnen krygen. Agt Kaerels eet eenige Vrouwen en Kinderen, ten getalle van omtrent twintig, zitten 'er op ddi Boert j dis-, op.het aanwyzen. van dien Jood uit Duitscbiand, aanftondVwierdeKi mae  C 531 ) medegenomen, hy kent ze genoegzaam allen; van deezen zeide hy, dut is eert' fchurk; van een ander, dit is een eerlyk Man; en van een derde, dien ken ik niet. Twee van de geenen die by den Prins van Tweebruggen gedolen hebben, zeide ik zo even, zyn het ontfuapt, een derde zit'er nog van, zynde een Jongeling van zo Jaaren, die het reeds beleden heeft. Schenk enfibans den 6den Augustus. Na een langduurige droogte en ontiachlyke hitte, hebben wy laatstleden Zondag, den 3den deezer, des namiddags om 4. uuren, hier een zwaar Onweêr, vergezeld met een allerysfelykften Storm ea Hagel gehad; zynde door den Hagel, ter grootte van Hoender-Eijeren en ook platte (lukken ter grootte en van gedaante, doch veel dikker, als een voet van een witte Wynroemer, alle de Veld- en Tuinvruchten ten eeriemaale in deeze nabyheid geruïneerd, zo dat men op de Boekweit-Landen niets als de Stoppelen vind, zynde door den Hagel geheel aan den grond afgeflagen, en het Stroo door den Storm wechgevoerd: Alle de V enderglazen, die na de weêrzyde, ten Westen en Noord-Westen zyn geweest, zo in de Huizen als in onze Kerk, zyn geheel verbryzeld. In de hier caastby en aan deeze zyde des Ryns gelegen Dorpen Vriest, Duöelwart, Rynderen en Brienen, als ook in G-riethuyfen en Warbyen, Zyn eenige Huizen geheel omgewaaid, en maar weinige, of laat ik liever zeggen, geen onbefchadigd gebleeven; doch zo veel men weet, zyn'er geen Menfchen by omgekomen of befchadigd, zo min als Rundvee of Paarden; een menigte Gevo.gelte, 't welk door den Hagel gedood is, heeft men op het Veld gevonden, Aan Tuinvruchten is groot gebrek, en byna niets voor Geld te bekomen : konom, het is een allerdroevigst Tooneel, en een akelyk vooruitzigt voor den gemeenenMan. Rome den 24ften Juny. Deezer dagen heeft de Paus een zwaar Overval gehad; zo dat hy de fpxaak en het gebruik zyner Zintuigen geheel kwyt was, en reeds de laatfte Kerkrechten omvangen had, toenhy, tot algemeene blydfchap, na de derde Aderlaating, weder tot zichzelven kwam, en voorts zo fpoedig herftelde, dat de vrees van den Ouden Vader te zullen verliezen, nu weder geheel verdweenen is. Parys den eerften Augustus. D; Heer le Bas, Prefident Honorair van het Parlement van Rouan, heeft zich hier deezer dagen met een Piftool een Kogel door het Hoofd gefchoten. Hoewel de Zelfsmoord fèdcrt eenige tyd zeer gemeen is in deeze Stad, verwonderd men zich echter niet weinig over dit geval, vernvts de Prefident zeer ryk, en reeds pi Jaaren oud was. Het verlies van zyns Gehoor, het verzwakken van zyn Gezigt en de fterke vermindering zyner Krach-ten, hebben ham, volgens eenen Brief, door hem nagelsaten, tot dien onzinni;gen flap bewoogen. Rotterdamden uden Augustus. In de laatfte Engelfche Brieven wordt hef volgendeverfchriklyke geval gemeld: Op Vrydag den Aden July was'er een Landsman, met zyn Zoon, bézig Hooj te maa'jen, digt by hun eigen Hu's te Norton, naby Taunton, wanneer 'er eenige woorden tusfchen hen ontdaan zynde, de 'Zoon den Vader zulk een geweldigen flag op het Hoofd gaf, dat hy leraardeviel; dan de oude Man weder opgedaan zynde, velde hy hem andermaal doe? een tweeden dag ter neder, en hiermede nog niet vergenoegd, bragt dit Mondevr Zyn Vader met de Seis zulk een yslyke Wond in den Buik toe, dat 'er de Darmen uitkwamen. Eenige Menfchen, die in het naast by gelegen Veld maaiden » xa gewoon waren met hen Schofttyd te houden, in hun 'Veid komende en noch 1  ( H* ) Vader noch Zoon vindende, zochten zy overal, om te zien of zy de reden van hunne afweezigheid konden ontdekken, en eindelyk op de plaats komende, daar deeze affchuwelyke daad gepleegd was, vonden zy den ouden Man dood liggen met zyn Seis by hem: In het eerst meenden zy, dat hem eenig onverwacht ongeluk bejegend was, doch zyn Zoon niet z:ende, begonden zy te vermoeden, dat deeze de Daader van dit gruwelduk zoude weezen. Zy gingen daarop naar dit ontmenschte Schepfel zoeken, doch vonden hem niet, maar wel zyn bebloede Seis, die hy in eene Hegge gedoken had. Zy gaven vervolgens aan den naast by gelegen Vrederechter kennis van deeze Moord, en daarop order gegeeven zynde hem te zoeken, wierd hy den volgenden Saturdag te Ilton, naby Ilchester, gevat en wel bewaard naar Taunton gebragt. By zyn Verhoor bekende hy terftond de daad, zeggende dat zyn Vader eene Weduwe met drie Kinderen getrouwd had, welke zyn Vader altyd tegen hem opzette, zo dat zyn Vader hem dik wils doeg en nog dien morgen gedagen had. Na deeze bekendtenis heeft men hem in de Gevangenis gebragt, om op den volgenden Rechtdag gevonnisd te worden. Vervolg en Hot der uitfchryving van de Bede-, Boete- en Dankdag te Batavia. Dat Vryheid en Godsdienst, onder zyn bediering fteeds mogen bloeijen, en dat hy, den hoogden trap van dit derflyk leven beklommen hebbende, overladen met zeegeningen en toejuichingen van een dankbaar Volk, en geëerd als de waare Vader des Vaderlands, op het voetfpoor zyner loftelyke Voorvaderen, den luider en het aanzien van zynen ondeiflyken Naam, tot op het laatde Nagedacht mag doen overgaan. De Almsgtige en alomtegenwoordige God, moeten wy mede van harten bidden, dat hy de Schepen, zo van de Maatfchappy, als van den Staat, en inzonderheid die na?r deeze Gewesten zyn bedemd, in veiligheid gelieven te geleiden, en rampvry in de Havenen haarer begeerte wil doen aankomen, op dat wy ook daaromtrent doffe mogen hebben om te juichen. Het is van onze byzondere gehoudenisfe, dat wy, aangedaan met eeH waar Christelyk medelyden over de ongelukkige Landen en derzelver Ingezetenen, die door da lasten en rampen van den Oorlog reeds beroofd zyn van de Burgerlyke en Godsdienftige Voorrechten, die wy nog genieten; de Eeuwige Almagt op het vierigde fmeeken, om de Elendigen, die onder den drukkenden last deezer onheilen zuchten, in: haaren nood bytedwn, en te orderdeunen met zyne vertroostende en verderkende: Genade, mitsgaders haar een fpoedige en heilzaame uitkomst te verleenen. Eindelyk zyn wy ook verpligt te bidden om de Goddeiyke Zegen, over alle de: Christen Kerken door de geheele Waereld, en byzonder voor die der Veréénigde: Nederlanden en derzelver uitlandige Bezittingen, op dat den arbeid der Leeraaren i vorderlyk mogen weezen, tot bevestiging en verdere uitbreiding van het Christelyk; Gelooi'; tot vermeerdering van Godsvrucht en Rechtvaardigheid, Liefde en Eenig-. hefd, en alle die Deugden, welke gefchikt zyn, om den Zegen des Allerhoogden,, van Gedachte tot Gedachte, bedendig te mogen verwerven. Alles tot grootmaaking van des Heeren Heiligen Naam, voortplanting en aanwass van den waaren Christelyken Godsdienst, behoud van onze duurgekogte Vryheid en: onzer aller Zielen Zaligheid. En is voorts in Raade van Indien nog vetdaan, de afkondiging deezer uitfehryvingü te laaten gefchieden op Zondag den aoden deezer Maand, van de Predikdoelen, cnr des Maandags daaraan van het Stadhuis, op dat een iegelyk tyd hebbe, om zich toti het oogmerk van de Hooge Overheid te bereiden , met verbod van Neeringen enn Handteeringen op voornoemde Bede-, Boete- en Dankdag, op de draffe daartegenr van ouds by de Wetten gedeld. y Ccdiukt by de Erve de Wed. j. van EGMOKT: op deReguliers Biecfhaat, te Amfterdam.  DEN HOLLANDSCHEN WEEKL YKSCHEN NIEUWS- VERTELDER Den 23 Augustus 1783. N°. 34. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 199. De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze volgende. fVeenen den ddea Augustus. Op bevel van Zyne Keizerlyke Koninglyke Majefteit is te Pesth, en in andere Steden van Hongaryen, door de Maoiftraats-Perfoonen bekend gemaakt, dat Zyne Majefteit, tot vergrooting en bevolkme der Stad en Vesting Arad, in de Provincie van dien naam, gunflig toegelaiten heeft dat alle Kooplieden en Handwerkslieden, welke eenen in de Keizerlyke en Koninglyke Staaten getoler'eerden Godsdienst belyden, en die van goede Matenaalen op den Grond, daartoe aantewyzen, eenige Gebouwen willen zetten, geduurende yo Jaaren van alle betaalingen va» Schattingen zullen vry zyn, en dat het zodanige Lieden zal vryftasn, om zich, naar hunne verkiezing, te verbinden met de Burgeren van Arad, of ook wel voor zich eene eigene Magiftraat te kiezen. Londen den 8ften Augustus. De fpraak gaat dat twee Doorluchtige jonge batnes, van wegens Haare Koninglyke Ouders Huwlyks-Vorirftellen hebben ontvangen, welke aan dezelve door Duitfche Prinfen gedaan zyn. De O ogst van allerlei foorten van Graanen is door geheel Engeland zeer overvloedig, dan met dit alles is 'er in Schotland zulk een groot gebrek aan Graanen dat de voornaamfte Koo'plieden van Edinburg en Lerth, den 2den deezer aan den Lord Provoost dier Stad een Request hebben ingeleverd, inhoudende •' Dat nadien 'er eene Quarantaine van 40 dagen was gelegt op de Schepen, komende van Dantzig, Pruisfen en Pommeren, zy het noodig oordeelden de aandacht der Regeering te verzoeken op de droevige gevolgen , welke deeze anderfins lofwaardige 'poogingen tot bevryding voor de Pest zouden hebben, met betrekking tot de verwacht wordende Laadingen Graanen, nadien 'er in de Stad Edinburg en deszelfs omtrek volftrekt voor geen drie wetken Koorn op de Zolders te vinden was; dat zy derhalven alle hoop gevestigd hadden op de verwacht wordende Scheepslaadingen, doch dat die hoop geheel en al zoude verydeld worden indien men de geordonneerde Quarantaine ftrikt moest honden. ' De Raad van dat Ryk had op dit Request, ingevolge het voorftel van den Lord Eskgrove, de vermaarde Geneesheeren Cullen en Black geraadpleegd en deeze eenpaatig van oordeel zynde, dat het gevaar om de Pest door Graanen 'over R 3 is  C 134 ) te brengen teer gering was, en dit hun Advys fchriftlyk overgeevendè, had men terftond een Expresfe aan den Lord North afgevaardigd, fen einde hy aan Zyi e Majefteit en den Geheimen Raad zodanige u:tzonderingen van die Wet, mei batrekking tot de ontlaading der Baitenlaudfche Graanen zoude verzoeken, als de droevige toeftand van het Land zo hooglyk vorderde. Met de laatfte Brieven van Philadelphia heeft men, dat die Stad zodanig iret Vreemdelingen uit Europa en de West-Indien vervuld is, dat men voor geen Geld Huizen of andere Wooningen kan bekomen : De meesten van deezen waren echter Franfchen , die het eerst, na het teekenen der.Piteiiminairen, alhier overgekomen zyn. Sedert den zyften der voorige maand July, zyn 'er in dien korten tyd 440 Tonnen Ryst, uit verfchillende Piaatfen van Amerika komende, alhier by een Tof aangegeeven, waardoor reeds eene groote daaling in dat Artikel is te weeg gebragt, hetwelk, geduurende den Amerikaanfchen Oorlog, yo per Gent hooger is geweest, dan in voorige tyden. Parys den 8ften Augustus. In de Parochiën van Cunault, Miliy en de beide Gennes, omttent 4 Mylen van Saumur, heeft men een Onweêr zonder voorbeeld gehad. Hagel is 'er niet geweest, maar de Regen zodanig zwaar, dat Cunault overftroomd is; in minder dan drie minuten ftond het Water 10 voet hoog in de Kerk, en de Zuster des Priesters, die de Kerk-Cieraaden zocht te bergen, verdronk. Zeker Man, met zwemmen tot Tiet Autaar gekomen zynde, heeft zich vyf uuren aldaar aan eene Colom vastgehouden, tot aan den hals in 't Water ftaande. In de beide Gennes. zyn 20 Huizen verwoest en verfcheide Moolens onbruikbaar geraakt. Zeker Timmerman, Hardouin, het gevaar reads ontfnapt zynde, wierp zich daar vrywillig op nieuw in om zyne Buuren te helpen : Overal, waar hy gekerm hoorde, zag men hem heen fneüen, en wel twintig Menfchen, meest Vrouwen en Kinderen, hebben hem hun leven te danken; maar, afgemat zynde van vermoeidheid, zoekt hy met zwemmen op zekere hoogte te geraaken, wanneer dcor 't g.eweld des Waters eensklsps eene Deur toegewagen wordt, tusfchen welle zyn Been zoda'uig is gekneld, dat hy dit niet los kon krygen, en dus ongelukkig om 't leven, raakt, eene Weduwe nalaatende met drie Kinderen, waarvan de oudfte Hechts 4 a y Jaaren oud is. Voor 't overige is de fchade, door de drie bovengemelde Paiocnien geleden, zeer groot, en den Oogst gantsch en al vernield. In de maand O&ober des voorleden Jaars rees de Zee op de Kusten van China tot. zulk eene verfchriklyke hoogte, dat het Eiland Formofa geduurende eenige dagen geheel overftroomd was, met het ongelukkige gevolg, dat de Inwooners, welkers getal men opgeeft in 8 Millioenen Menfchen beftaan te hebben, alle verdronken zyn, terwyl ook alle de Wooningen, toen het Water gevallen was, tot Puinhoopen geworden waren. De Heer Bertin, Minister van Staat, die met de in China geëtablisfeerde Zendelingen en zelf, met's Keizers Hovelingen Briefwisfeling houdt, heeft deeze droevige tyding van Pekin gekregen, zynde by zynen Brief een Italiaansch Verhaal Tan deeze yslyke gebeurtenis gevoegd, 't. welk de Keizei zelf heeft opgefteld, ent 'dat  ( Hf 5 dat zeker wel publiek lal worden, dewyl de Heer Bertin voorneemens is hetzelve aan de Academie des Infcriptiens & Belles Lettres te zenden: De Keizer heeft met eigen oogen willen zien, het ongeluk zyne Onderdaanen overgekomen, en in het doorreizen zyner Oostelyke Staaten heeft Zyne Majefteit daarenboven nog de onaangenaamheid gehad van zyn Volk te zien, zuchtende onder de knevelaryen van eenige Mandaryns of Gouverneurs, waarom hy 'er dan ook 300 heeft doen onthoofden en dus den Verdrukten wraak verfchafr. De vergrooting der verongelukte Menfchen komt wel ongelooflyk voor echter verzekert men, dat, zo 'er al geen 8 Millioenen Zielen op het Eiland waren men 'er voorzeker, naar de gematigde en beste optellinge, meer als de helft van dit getal vondt,.en dit dechts zo zynde, is de ramp daarom evenwel yslykgenoe " geweest. . ö r Bovengemelde Eiland ligt juist onder den Kreeftskeerkring; heeft eerst den Por^ tugeefchen, toen den Engelfchen en daarna den Hollanderen toebehoord welke echter in den Jaare 1661 door den Ghinafchen Zeeroover Coxenga, naeen'zes-entwintig jaaria: bezit, van daar verdreeven zyn, en ftaat nu onder het Gebied van den Keizer van China; hetzelve was zeer Volkryk en had verfcheiden Steden en Forten, zynde onder anderen de Hoofdftad Taiouan voorzien geweest met eene Bezetting van 10,000 Mannen; voorts had het vruchtbaare Landsdouwen en gaf een overvloed van Ryst, Tarw, Gerst, Gember, Suiker, Limoenen, Annanasfen en verfchillende Kiuiden voor de Geneeskunde, zo wel als veelerhande Wild en Gevogelte. Coppenhagen den oden Augustus. Heden zyn hier aangekomen de Bootsmansmaat Jan van der Berg en de Matroos Ifaek, van het verongelukte Hollandsen Oorlogfchip de Unie, welken volgens hun verhaal in de Mast zynde, op het oogenbiik dat het gezegde Schip omlloeg, het befluit hadden genomen, 'van met nog een Schiemansmaat en een ander Matroos, in Zee te fpringen, 'alwaar'zv zich op de Kiebrug en een Steng, die van het Schip gedreeven waren', geborgen hadden, en in dien daat op Zee gedreeven zyn, niet anders voor oogen ziende als den dood, tot zy gelukkig de Engelfche Sloep the Eiberty, Capiteïn Adarm ontwaar waren geworden , welke haar gered had en waarmede zy naar St. He»' lena gevaaren zyn, van waar zy met een Portugeesch Schip zyn gezeild en eindelyk met het Oost-Indisch Sch'p de Prins-Karei hier zyn aangekomen;'de twee anderen zyn in Engelfchen dienst overgegaan. In een Brief uit Gelderland, omdreeks den Huize Slangenburg, den oden Augustus gefchreven, word onder anderen het volgende gemeld : Den 3den deezer is alhier een zwaar Onweêr van Donder, Hagel, &c. geweest. Een onzer Nabuuren heeft groote fchade geleden, zynde desze'lfs Boekwyt en Tabak alle verhageld. Van de Yze.moolen die by Skngenburg is, heeft1 het zyn oorfprong genomj.i, en is gegaan over Ter Burg, Betten, Zy'lhold Genderingen, Aalten, &c. zo deerlyk, dat 'er byna geene Vruchten hoegenaamd' zyn gebleeven, en in alle Streeken, door den geweldigen Hagelen Wind wel 20 Huizen zyn ingedort; ook is het getal der omgewaaide Boomen zeer groot rIn-Eetten is een Kind dool gehageld-,., en 'er zyn Hagelfteenen van ean vierendeel ponds zwaar gevallen. Itjff-  < i3<* ) Zeipzig den iaden Augustus. Onze Acntbaare Magiftraat, geïnformeerd zyn-. de, dat 'er in verfcheidene vreemde Landen befmettelyke Ziektens reeeeren heeft eene Ordonnantie doen afkondigen, inhoudende: Dat alle Reizigers bvzouderlyk Kooplieden, zich voorzien moeten van Paspoorten van Gezondheid voor dat zy voet op ons Territoir zetten, ten einde zy niet mogen gearrefteerd of wederom terug gezonden worden, om de gevorderde Atteftatién te haaien. Amfterdam den i8den Augustus. Copy van een Brief, gefchreven door Kapitein G. Bruyn, voerende het Oost-Indifche Compagnie-Schip Hoora in dato Batavia den óden Januaf-y 1783. Den zyften Augustus 1782 ben ik 'benevens Kapitein O. Andringa, commandeerende het Oost- Indifche Compagnie-Schip de Vrouw Johanna Margaretha, van Musquetta in de Golf van Perfien naar Batavia vertrokken, en kreegen zonder eenige ontmoeting des nachts tusfchen den izden en 13den September de Kust van Ceylon in het gezigt, de Wind Zuidelyk met mooi Wéér, gingen ten anker, doch in den morgenftond het Weêr opfteefccnde met een zeer hooge Zee, waren genoodzaakt ten anker te blyven; 's avonds ten 9 uuren wierd vaa myn Makker Nood-Seinen gedaan, en zag hem van ons verwyderen, doch daarna door Seinen ontwaar wordende, dat hy wederom vast lag; den i4den September zag ik dat hy van zyn Ankers was geflagen, doch nos vlot, maar zeer na aan de Wal en Branding; deed Nood-Seinen en tuigden afhet Weêr was zeer onfluimig, doch bedaarde na Zonnen-opgang; 's morgens ten u uuren redelyk Weêr, kapten wy ons Anker en gingen onder Zeil en moesten, om ons zelfo te beveiligen, alzo onze Makker tot ons aller Zièlen fmert verlaaten; zonder hem eenige de minfte hulp te kunnen toebrengen, laatende hem op Laagerwal met een zeer hooggaande Zee voor zyn laatfte Anker in zeer groote nood liggen; het Schip Overduyn, van Ceylon, heeft van myn Vriend Andringa tyding gebragt, dat zyn Schip 's nachts geftrand was, waarby verdronken zyn 7 Eurapeeërs en 10 Inlandfche Manfchappen, doch dat hy Gode tv dank, gelukkig was gered. 1 Extract uit een Brief van Nieuwerierk epdenT^/elm dato den 19 Augustus 1 781 Gisteren avond ten 10 uuren, zag men nier in de Lucht een Vuurbol ter grootte van de Zon, zo als die zich in den vrojgen morgen aan ons vertoond, komende uit het Noorden en verlichtende ons geheele Dorp en deszelfs omtrek. Dit Luchtverfchynfe! was van eene bolronde gedaante, en deszelfs aanzien zo helderblinkende als de Zon, doch zeer rood en Vmurig; het vertoonde zich niet hoog en was niet zeer fnel in deszelfs voortgang, gaande dryvende voort gelyk een Vogel op zyne Vleugelen dry ft, pasfeerende ten Zuidwesten van en over ons Dorp, alwaar het ftukken Vuur van zich uitgaf en zich vertoonde als eene sroote Luchtbal , met ftraalen als van Vuur achter zich, verfpreidende, even eelyk een Vuurpyl, die in de Lucht van eikanderen bertt. De Lucht was geduurende dit Verfchynfel zeer helder, geheel bezet met Sterren, en de Wind die weinig of niet was, aan het Noorden. — Dit Luchtverfchynfel heeft men ook hier in deeze Stad en elders waargenomen. Cedrektby dé Erve de Weduwe JACOBUS van EGMOMT- ™ de Reguliers Breeöraat, te AmiWdam. ' P  D E HOLLAND SC HE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 30 Augustus 1783. N°. 35. ^te^ den onvergelyklyken Deiman en welbeftS Lecraaren, geheeld door de Komst van de Heer» J o„1n CHfi frT/ Zy ,hj"S Wcdcr tus Steuk: Zynde hunne Eervv. beide der Gem™ N 5AÜM'en Aü»osden Eerw. \UexMutfenbecher, ^^^^tl^^ geworden door Woensdag Avond, inde Lu the fche Óude ^\'&^7^^Mn* "«tstteden den gehad uit i Thesftl. V : i2, \\; wfaróo Dn K d,e^lve zyne Tekstwooren Do. Sterk den 29, hunne Intreê Leerredenen hlu? S,daags daaraan detl 28. Kerk voor die Gemeente, welke ^ de Nieuwe aan dit Paar do.r haar gewè„£ehte &^TSl^T^_T W^*°*> Weest welkoom, tweetal Godsgezanten! Weest welkoom aan het Kielryk Y By Luthers waare Kerk verwan ten : ' Dat uwe Komst gezégend zy' Weest welkoom dus by Christus'Leden. Die gy moogt voên met Hemelfpys, Hen toonende den weg en wyz Ten Zielbehoud, door kracht van r'eden Door Leer en Leven; gaat hen voor.' De Kudde volgt der Herdren fpoor. Beftraft, vermaant, vertroost, naar waarde Hen die t behoeven; richt uw woord Naar t geen Gods Mond zelfs openbaarde. En plant aldus de Waarheid voort. Da Christelyke Liefdepligten Voor 't Broedertal doen u altyd, Terwyl hun werk uw hart verblyd'. Naar Jefus Leer uw werk verrichten G-tf Cuiiemburg en 's Hage u eer. Verdient die te Amfterdam nog raeêr. Pro F'eHtate. 5 m  C 138 ) De voïgende zeldzaame Trouwgevallen verdienen , volgens ons oordeel, gemeld t- worden- Voorbaanden Zondag, den 24ften deezer, wierden te Purmerend, door den Èerw. Heer Jeftiias Wulfchitf, Predikant tc Velp, in Gelderland drie van deszelfs Liederen te gelyk in den Echt verbonden naamlyk Adriacus Walfchut met Geetije Pot, Pieter Wulfchut met Aaltje Prins, en Gerrit Wuifchut ^Voorga^nden Maandag had men omftreeks en boven deeze Stad een zwaar Onweêr van Donder en Blixem; doch gelukkig is daardoor in deeze Stad geene fchade veroorzaakt; maar in de Abcouder-Laan is het Onweêr in een Hooiberg geflaeen en geheel verbrand. Te Oostzaandam floeg hetzelve in een Schoorfteen, vervoleens de Voordeur weder uit en het naastftaande Huis in, alwaar alles verbryzeld wierd; eene jonge Dochter is door hetzelve blind geftagen en zwaar gewond geworden. . Het getal dtr Dooden van de voorgaande week is 118. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Fetsrsburg den zoften July. De Generaalen Chef, Graaf Pierre Pan in, Broeder van wylen den eerften Minister, is, voor eenige dagen, alhier aangekomen om Haare Keizerlyke Majefteit te bedanken voor degunften, welke Hoogstdezel've aan de Overledenen heeft beweezen, enteffens, om de Nalaatenfchap in ordre te brengen; hebbende hy, uit achting voor den Overledenen, aangenomen, om alle Schulden, die over de driemaal honderdduizend Roebels beloopen, te voldoen Haare Majefteit heeft de Briüianten, welke in den Boedel gevonden -yn wel willen overneemen, en voor dezelve honderd-vyfentwintig-duizend Roebels gegeeven. Hoogstdczelve heeft wederom een groote blyk van haare Maan'ficentie aan de Familie van Orlow gegeeven, door het koopen van het Landgoed Katchina, zynde een zeer fraaije Buitenplaats, door wylen Prins Orlow, na Werften van Czarsko, aangelegd, waarvoor Hoogstdezclve, het Paleis de Marhre mede gereekend, zich verbonden heeft, in 10 Jaaren, vyfuenmaal honderdduizend Roebels te betaalen. _ _ , J. Weetien den oden Augustus. Onlangs waren drie Vrouwen van Bufim, 111 Bosniën gelukkig genoeg, van uit hunne Gevangenis te ontfnappen, en met haare twee Do'chters en eenen Zoon in Hongaryen.aantekomen, alwaar zy declareerden, dat zy uit vreeze, van by 't uitbreeken van den Oorlog door hunne Mans dieper in 't Land gezonden te worden, de vlugt hadden genomen ; dat, alzo haare Voorouders Christenen geweest waren, zy verzochten, om ook in den Christelyken Godsdienst onderweezen te worden; dat zyniettwyfelden, of verfcheidene Vrouwen en ook Mans zouden haar volgen. Deeze 6 Perfoonen wierden terftond naar Kostainicza gezonden, alwaar zy Gedoopt zyn. Dit is een zeer zeldzaam geval, want geene Natie bewaart de Vrouwen zorgvuldiger, dan de Turken: Hun Propheet Mahometh beveelt hun in den Koran uitdrukkelyk: „ Gy Rechtgeloovfge* bewaart uwe Vrouwen!" En geen bevel wordt naauwkeunger door de : Turken gehoorzaamd. , De 84 Huisgezinnen, die, met alle hunne Goederen Uit Macedomen gekomeni ava- om zich naar de 0»stenrykfche Staaten te begeeven, hebben vryheid gekree-' Ken'van zich in Bohème of.Moravie ter neder te zetten. M -da hooileden Maand deed eea awzienlyke hoop Tamarea een onvermoed  den inval m de Poalfche Ukraine : Zy Plunderden en „aken veele Poolfche Dorpen lp brand en voerden 3000 Perfoonen met zich in SJaver^y wech De Commandanten van Berklaw en Kaminiec, in tyds bericht daarvankryg«de" zonden hu» wel terltond de Tronpen dier Garnizoenen na, doe ?ï J • hZ T?nL7°rCn: SC° Tarktiaren.w'<^n by die gelegenheid ter ned« beid en 108 als Gevangen naar Kammiec gebragt. K /fcryr den tidcn Augustus, 'Er is een Arrest van den Staatsraid van den Koning uitgekomen waarby toegelaaten wordt, dat de vreemde Vaartuigen komend" van de Kust van Afnca, en ten minden 180 Zwarten aan boord hSSide 'mt voornaamfte Haven Van elk der Eilanden Mar.inique, GuadelouJS Luce en Tabago, tot den eerften Augustus 1 yS6 toe mogen b'nnen looPen , 'en de gemelde Zwarten verkoopen, mits voor elk hoofd, Zwarten, Zwinnen en zw rte Kinderen, betaalende 100 Franfehe Zilvere Livres, welk P.oducï zal Jbéztt worden tot Prsm.èn oP de Zwanen, komende uit den Franfidvi Haïdd w?S binnen gemelder. tyd in voorfchreven Eilanden- zullen worden gebraït . Pary'dear '8d£n Augustus. Deezer dagen eischten twee Soldaaten* van 't Regiment Eranfche Guardes elkander op den Degen, doch na lang vechtenden niet kunnende wonden, kwamen zy overeen om 's anderendaags de Piftoo'ente trebruiken Men lootte, wie het eerfte zoude fchieten. pie het eeHtfchS^e De andere toont hierop zynen Vyand aan , dat hy Meester is van7yu ™_* Myn leven, was het antwoord, kunt gy neemen, ik heb nrsgefchoten wJ/ku en hierop keert hy het Hoofd toe. Zyn Kameraad hierover ^^7^! zyne Piftoolen wech, omarmt zynen Vyand, en zegt, het is niet uw leve maar uwe Vnendfchap d,e rk begeere. Deeze fchoone daad is by het S .Regiment bekend geworden. 1 bcuceic Londen den 19 Jen Augustus. Haare Majefteit, de Koningin, welke tot erootongerustheid van den Koning en de geheele Koninglyke Familie, eenige dagen ra haare Bevallmg_zeer onpaslyk geweest is, is thans tot algemeene blydfchap'weder herfteld en bevindt zich met de jonggeborene Prinfes zo wel, als men naar ti d" omftandigheden wenfehen kan. *i.ju» Men heefYhier tyding, dat de Iuftallatie van zyne Koninglyke Hoogheid Prins • Fredrik van Groot-Brittannie, tor Priös-Bis&hop'van OsnabL,derd W zer te Osnabrug met groote ftatie en plechtigheden volbragt is Terwyl Prins Willam Henry na zyne terugkomst uit Duitschland, verder in den Zeed.enst zal bevorderd worden, ,, het thans beilist, dat Hunner Majefteiten vierde Zoon, Prins Eduard Augustus, in den Landdienst zal overgaan- en devolgende Prms heeft zynegenegenheid.te kennen gegeeven, om den Geestelyken ftaat te omhelzen, welke keuze hem waarfchynlyk vergund zal worden In rW c geval, daar het hen gewisfelyk aan geene middelen ter geduurige bevordering OI,£ breeken kan, zal men eens den tyd kunnen beleeven, van PrinfeaVtden KoJnl lyken Bloede aan het hoofd der Kerk, Armee en Vloot geplaatst te zien * JTf!ffl.dïn Augustus. Een onzer kundige Staigenootcn heeft ons Z&W^ ^V9^ ™ V*0lkden Maanda^ avond> het TdgenS biS ; ' ^ „ Mes ■  ( 14° ) Tvkt verwondering heb ik roede het Lacht vei fchynfd va» Maandag den i8de» ^Augustus gezien. Ik zsg het, aan de Groote Markt zynde, omtient over d« " Vlasmaikt Zuidwest voortfetveten, voorgegaan door een heldere verlichting. " Het vertoonde zich aan myn oog niet zo zeer als een Vuurkloot, maar als dat !' foort van Vuurwerken, 't welk men Licht- of Luchtballen noemt; waarvoor ' ik het ook in 't eerst aanzag, vermits het niet alleen dat zelfde heldere bleeke " licht gaf, maar ook uit verfcheiden van eikanderen gefchciden L'chtbaHen belfond. " De v oor fte Lichtbal was de grootlle, en had, naar het my toefcheen, de grootte " van een Manshoofd; agter deezen volgden verfcheiden kleinere en kleinere Lichtballen, die eer.igzins roode Vuurfïraalen agter zich uitgaven, en daardoor ',' san malkander als gefchakeld fcheenen, waardoor het ook de gedaante van een " Staart agter zich vertoonde. In deeze gedaante fchoot het Horizontaal voort met de fnelheid van een kleine Wolk , die door een Herken Wind voortgedree» 5', ven wordt, en ter hoogte van, zo ik gis, 100 voeten boven de hoogde Hui, zen, althans het dreef zeer laag. Het is ter zeiver tyd in ?t Overmaasfche ge' zien daar men eenige gedeeltens Vuur 'er van heeft zien in't Land vallen. ',' Deeze Lichtballen noemt men Bolides; Ariftoteles heeft ze Capra genoemd. ', Zy zyn zeldzaam in ons Land, doch gemeener in andere Landen, byzonder \ in kaliën. Men meent dat zy niets anders zyn als een Vctzameling of kleene ', Wolk van zwavelachtige Uitdampingen, of brandbaare Lucht, die uit Moeras\] ftfche Gronden uitwaasfemen, en door de groote hitte der Lucht, of broejing ,, van den Grond, in brand raaken, door den Wind opgeheven en voortgedreeven „ worden. Invoegen het dwaasheid is dezelve voor teekenen van aannaderende onheilen aan tc zien, ten zy men daar ook voor houden wil de vallende tter„ ren die men dagelyks ziet verfchynen." Uit Mur.chen wordt gemeld, dat de Keurvorst van Beijeren, by eene Publicatie van den eeiflen deezer , door alle zyne Landen, het luiden der Klokken, by een opkomend Onweêr, als door ondervinding beweezen ten hoogden fchadelyk te zyn , verboden heeft. V Hertogeubcscb den 23(kn Augustus. Vermits de Roode Loop eeaige Lieden in deeze Stad heeft aangetast, welke, fchoon tot hiertoe niet kwaadaardig, echter aanfteekende zou kunnen worden ; zo heeft de Regeering deezer Stad, om zulks onder Gods Zegen te verhoeden, eergisteren door eene Publicatiebevoolen, de hoognoodige zindelykheid, zo ten aanzien der Straaten en Gooten, als byzonder ook der Huizen, wel in acht te neemen, en ftreng verboden, eenigethande vurigheid op de Straaten te brengen, of witte en blaauwe zogenaamde BóerenPruimen en Kroozen intevoeren en te vetkoopen. ys Gravcnbage den zótten Augustus. Gisteren namiddag ten ha'f 3 uuren, heeft men alnier een Onweêr van Donder en Blixem gehad, waardoor geen het nrinfte ongeluk is veroorzaakt; maar men verneemt dat ten zeiven tyd, omtrent den Leidfendam, in een Weiland, een Koebeest door den Blixem is doodgeflagen, en aan het Boshek, by het Prinfcn-Huis, is een diergelyk ongeluk gebeurd. Gcdïukt by de Erve de Weduwe JAGOBUS van EG MO NT: op de Reguliers Breéfhaat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VER TELDER. Den 6 September 1783. N°. 36. Voorleden Vrydag, in den namiddag, floeg een vreeslyke Donderflag in een Koornmolen, op de Schans, by de Utrechtfche Poort der Stad Weesp Itaande en^ette denzelven tcrflond in vollen vlam, zo dat hy tot den wond toe afgebrand is. Dien zeiven dag is ook te Hillegom een Man door het On¬ weer doodgeilagen. Het getal der Dooden van de voorgaande week.is 224. De voornaamfïe Merkwaardigheden zyn deeze volgende. Conftanunopokn den aólten July. Men verneemt hier thans, dat de HoSpodat van Wallachye Prins Nicolaas Carragia, die Waardigheid niet lang genooten heeft Hy is door den geweezen Tolk der Porte, Dracco, welke federt drie maanden uit zyne Ballingfchap teiuggekomen is, opgevolgd. Over deezen flap der Porte verwonderen zich hier zeer veele Menfchen; vermits de Familie van Dracco zeer onteerd is door den geweldigen dood welken twee Broeders van den nieuwen Hospodar ondergaan hebben, zynde de een Gewurgd en de andere Onthoofd. Doch het Geld, welk overal wel veel vermag, vermag hier no^ meer Dracco heeft eenen Vriend, die het opzicht voert over de Munt van den Grooten Heer, en ongemeen ryk is. Deeze Haat in b'aakende gumt by de Grooten en vooral by den Groot-Vizier , en door deezen heeft hy hem die Waardigheid bezorgd of liever voor eene fomme Tan 300 Beurzen gekogt. Men heeft van deezen Hospodar geen beter Regeering dm van den voorgaanden te wachtenwant hy zal, wegens deeze uitgefchooten Penningen, namurlyk fchavergoedinè zoeken op de arme Ingezeetenen, en zich des te meer mosten haasten, dewyl hy zyne Waardigheid met langer behouden zal, dan tot dat een nieuwe Mededinger aan het 1 urksch Gouvernement eer.e grooter fomma biedt dan hy gegeeven heeft Het is derhal ven niet zonder reden, dat de Ingezeetenen deezer ongelukkige Landftreek nevens die van het nabuurig Moldav én, zich by Requeste tot de Keizerin van Rus-and vervoegd hebben, om de befcherming dier Vorftinne aftefmeeken^ en dus uit hunne harde S'aaverny verlost te worden. . 'Er verfpreid zich alhier een gerucht, 't welk vry veel ontroernis in fommitre harten verwekt, namentlyk ; dat zekere Bacha, Hagi-Aly, die met den aanvane van den tegenwoordig waarfchynlyken Oorlogskreet in de Provinciën van Turkyen het bevel kreeg over een Leger-Bende van 100,000 Man, een {oelegfmeed, S 3 om  ( H1 ) #rn den thans heerfchenden Sultan, wien de Turken ten deezen tyd den Tytel van Ongelukkigen geeven, van den Troon te ftooten, en den jongen Prins Selim, Zoon des voorigen Sultans, die zyne behoudenis, zyne opvoeding, enwelzynaan den deugdzaamen tegenwoordigen Ottomannifche Behcerfcher fchuldig is, in deszelfs plaats te Hellen, en verders zich-zelven tot Groot-Vizier optewerpen. Men legt, dat de gezegde Bacha eertyds ona gewichtige reden ter dood was veroordeeld geworden; doch dat hy, door zynen grooten Aanhang geftcrkt, dit Vonnis had weeten te ontgaan. Veelen der Turken zoHden op zyne zyde zyn; en men vreest in.deezen gevalle voor een gevaarlyken Opftand in het Ottomannifche Ryk. Deeze Hagi-Aly, is denkelyk de meergedachten'Gianikki Aly-Basfa, die aan het hoofd van 80,000 Man Aiiatifche Troepen by Oczakow gelegerd is. Qutrfurt den nden Augustus. Op gisteren na den middag ontltond alhier •en allerysfelykften Brand, waardoor meer dan 80 Gebouwen zyn in de asfche gelegt, een groot aantal van Voorraad-Schuuren, reeds vol met Koorn en andere Graanen gelaaden, is insgelyks ten roof der vlammen geworden. De elende der Inwooners, door dit ongeluk te weeg,gebragt, is onbeichryflyk: Dezelve hebben byna niets van hunne Goederen kunnen redden: Zy zyn in de uiterfte armoede gebragt, en de vastaannaderende Winter, waarvoor hunne naarftigen arbeid dacht gezorgd te hebben , dreigt hen met een volllrekt gebrek aan de noodigfte Levens-* middelen. Madrid den nden Augustus. Het Hof heeft de aangenaame tyding gekreegen,. dat de Bombardeering van Algiers reeds is aangevangen, en het bericht dienaangaande, door den Bevelhebber onzer Vloot, Don Antonio Barcelo, overgezon» den, en loopende tot den 3den Augustus, in de Hof-Courant gepubliceerd, be«« helsd hoofdzaaklyk het volgende: „ Na veele fukkelingen , (voornaamenlyk veroorzaakt, doordien dezelfde Wind niet diende voor de verfcheidene foorten van Vaartuigen, waaruit het Èsquader beftaat, als vyor de eene te zwak of voor de andere te fterk zynde,) en na door tegenwind tot Oran toe van zynen cours afgeraakt te zyn, bereikte *, de Heer Barcelo eindelyk, den 29.ft.en July, de Baai van Algiers. Door het v onftuimig Weêr kon hy de Attaque niet beginnen voor den eerften Augustus, t, waarmede hy dtie dagen lang, van "s- morgens tot 's avonds, gecontinueerd „ heeft, laaiende ieder dag byna 400 Bomben in de Stad werpen, die van eene „ zeer goede uitwerking waren, en de Plaats tot tweemaal toe in brand zetteden, , welk Vuur echter telkens door de Algeryuen was gebluscht geworden;, de tweedemaal echter niet, dan na dat de brand verfcheiden uuren geduurd, en een „ groot aantal Huizen vernield had. De Vyand betoonde een moedigen tegen» „ ftand, fchoot een groot aantal Kogels en Bomben op de onzen af, die echter weinig of geen fchade toebragten. Met één wootd, dteze gewigtige Onder„ neeming fchynt van een goeden uitflag te zullen zyn, en de Heer Barcelo ver„ klaard niet te twyfelen, of hy zal, zo Weêr en Wind hem tlechts begunftigen , „ het Roofnest Algiers binnen weinige dagen het onderst boven keeren." Warfebau den I3den Augustus. Den fteedsduarenden Raad houdt nog byna dagelyksch drukke byeenkomften over het gedrag, 't welk deeze Republiek te houdeR hebbe, in gevalle de Oorlog tuslchen Rusland en de Potte dadelyk mogt uitj*eek.en;.ietó, fc welk men thans voor onvermydelyk houdt, offchoon, volgens! da  C143) de jongfte van Brieven van ConftantinopoleB, in date 26 July, de Onderhand^ lingen tusfchen die beide MogendhedeH nog niet waren afgebroken. De Brievea behelzen verder, dat de Pest door de hitte zeer was toegenomen, zo dat allen die 'er door aangetast worden, waaronder ook verfcheiden Europeaanen, in weinige uuren tyds daardoor in het Graf werden gerukt. Ravenfteyn den tóden Augustus. Doordien kwalyk geïntentioneerde Liedera uitgeftrooid hebben, dat alhier binnen Ravenfteyn voor de Studeerende Jonkheid geene Kosthuizen te bekomen zyn onder de ryo Guldens, zo doet de Magiftraat der voornoemde-Stad, ter vernietiginge van die valfche geruchten, hierdoor aan alle Ouders, Voogden, en die het verders aangaan, bekend maaken, dat men in de beste Burgerhuizen voor Logement, Kost, Drank, Vuur, Licht en andere ordinaire Onderhoud, als Wasfchen, Naaijen en Schoolgeld &c, niet meerder betaald als 100 Guldens en één Ducaat, notificeerende voornoemde Magiftraat wyders, dat (zo als ten tyde van de Paters Jefuïten) nevens andere gewoonlyke Weetenfchappen, de Griekfche Taal, de Merkwaardigfte Gefcbiedeaislen, de Algebra en gemeene Rekenkonst, als ook de geheele Aardryksbefchryvinge der thans Waereldlyke en Geestlyke als nog gedoceerd wordt, zo wel voor de Proteftanten als Roomschgezindcn; adres aan den Prefeét der gementioneerde LatynfGhe' Schooien. Altenburg den ióden Augustus. De verfchriklyke Onweêrs, die men, ge» «luurende deezen Zomer, door geheel Duitschland gehad heeft, hebben aaslekiing gegeeven, dat op de voornaamlte Gebouwen Onweérsgeleiders geplaatst zyn • gelyk zulks eok in het begin der voorige Maand in het werk gefteld wierd op de Riddermaatige Hofftede"Ponitz , eenige uuren van deeze Plaats gelegen; dan de Heer Ludwig, Med.* Doctor te Le:pïich, aangetoond hebbende, dat de Kerk van die Plaats, welke veel hooger ligt als die Hofltede en een hoogen Tooren heeft, om die reden veel meer gevaar liep van door het Onweêr getroffen te worden, belloot de Vryheer vaa Beust, in zyne qualiteit van Rechter en Patroon dier Kerke, op zyn eigen kosten, een Geleider aan dien Kerktooren te hechten; doch de Boeren, in plaats van hem daarvoor te bedanken, rotten te "amen' om de plaatfiug van dien Geleider te beletten, verklaarende: „ da* hunne Voor' „ vaders, die ook geen Gekken geweest waren, zich nooit met zulke dingen „ hadden opgehouden;. dat de lieve God de Kerk zolang ronder Afleider be- waard hebbende , zy zyne Oordeelen niet vooruit wilde geloopen hebben". Wat moeite de Regeering vervolgens deed om deeze Menfchen in een ander begiip te brengen, het was alles te vergeefsch, zo dat, toen men aan den Geleider begon te werken, zish 300 Boeren verzamelden, die geweld dreigden te gebruiken, indien men met den arbeid voortging en 'er iets-aan den Tooren gedaan wierd, invoegen de Arbeiders genoodzaakt waren heen te gaan;.maar de Zaak federt naar Gotha overgebrieft zynde, zond de Hertog bevel, dat-de Geleider onder bedekking van de Militie, zoude aangehecht worden, indien de Boeren', zich andermaal daartegen wilden verzetten, hetwelk zy echter niet geraden ge-vonden hebben. Berlyn den 23flen Augustus. Te Koningsbergen in Pruisfen is de- '/rouwvaaeenen Koopman vaa drie Zoons en twee Dochters bevallen. ffeesp den i7(teü Augustus. Heden is alhier na een korte Ziekte-van 11 dagen, in  ( m ) in dén ouderdom van do jaaren, 8 maanden en n dagen overleden den "WeiEerwaarden Heer Carel Brinkman, in zyn Wei-Eerwaarden leven Leeraar der Lutherfche Gemeente deezer Stede, na deszelfs dienst 20. jaaren en ruim a maan.den h) dezelve te hebben waargenomen; wordende om deszelfs hoedanigheden van een ieder betreurd. 5 Middelburg den zyften Augustus. Van Domburg heeft men bericht ontvangen dat aldaar op eergisteren den zyflen deezer, 's namiddags omtrent z uuren, een hevig Onweer heeft plaats gehad, zynde de Donder eerst gevallen op het Dak van den Kerk-Tooren aan de Westzyde, vervolgens werd dezelve aan de Oosten aan de Wotzydc door een anderen llag getroffen, zodamg dat de Schaliën werden verbryzeld, engmts en herwaards vejftrooit. Binnen in den Tooren bevond -men den Houten Draaijer van 't Uurwerk in twee ftukken gefpleetcn en weinigtyds daarna ontdekte men boven in den Top een fterke rook, veroorzaakt dool het branden van een zwaare Balk, die in lichte laaije Vlam ftond, doch door de Ipoedige toegebragte hulp immediaat gebluscht is geworden. De Brandftaak ee plaatst op het Duin by het Wachthuis, is van omtrent t;en voeten beneden den tos tot op den.grond toe, geheel en al opgefpleeten , en verfcheide Spaanderen daarvan afgeflagen. r a Men had, by het befpeuren van den brand, aanflonds de Klok geluid om de Burgers en Opgezcetenen byeen te doen komen; dan het is by deeze gelegenheid niet ondienftig, tot naricht-van een ieder aantemerken, dat het luiden van Klokken by Onweêr, door herhaalde Proefneemmg van Ondervinding betoogd is ten u terflen gevaarlyk te zyn wegens het aantrekken van Onweêr. ' 's Gravenbage den eerllen September. Men heeft hier tyding dat de beroemde Heer de Pilati, bekend door veifcheidene uitmuntende Schriften gedeeltelyk in Holland uitgegeeven, door zyne vrye denk wy ze federt lange zich den haat van fommge Geestelyken, van de waaren aart des Euangeliums maar al te zeer vervreemd, op den hals hebbende gehaald , -op 't punt geweest is van te Trente in de nabuurfchap van welke-Plaats hy afgezonderd op een Landgoed leefde, door gehuurde Moordenaars om het leven gebragt te worden Het ee lukte hem echter, na eenige Wonden bekomen te hebben, het gevaar-te omfnrV pen, waarna hy eenige weeken ziek geleegen, en zich vervolgens naar Weeren begeeven heeft, om by het Keizerlyk «of recht te verkrygen tegen hetMoorddaadig Complot, aan het hoofd van het welke zich een tieestelyke van den e^iten rang, een fchandvlek zyner Orde, bevond; in welk zyn oogmerk hy ook "reed* gedeeltelyk geflaagd was. ' Men verneemt, dat de afgaande Koorts, aan welke Haare Koninglyke Hooe hed Mevrouw de-Prinfes van Oranje, federt drie-weeken, gelaboreerd h-efgisteren geheel is wechgebleeven en 'er dus gegronde hoop is, dat Hoogstdezelve eerlang tot voonge gezondheid herftellen zal. Te Scheveningen worden tien bekwaame Pinken geëquipeerd en eereed pp maakt tot Verfchf-Haring-Visfchery : Dezelve zullen op Maandag den icden .deeier maand September, 's namiddags (Weör en Wind dienende } r.air de peering afvaaren. 'Er zyn in den voornoemden Dorpe reeds verfcheiden Bok king.-Rookeryen in gereedheid gebragt en nieuwe aangelegd. gedrukt by de Eire de Wed. j. van IGMONT- op" de R.egulieISiBi«èid, benevens verfcheidene Kwaaddoenders. op T\bnrn Opgangen. Sedert de Fxecutie van ür Dodd had men nooit zo veel Volkf-» op de 'Gerechtsplaats gezien. Ieder wilde ooggetuigen weezen der te Ree tftél- T- i- iing>  C 148 > ling van een Man, die .3000 Pond St 's Jaars met zyne Konst konde winnen ' en nu voor het maaken van valfche Wislèjbrieven den dood moest onderdaan' De naby gelegen Kamers waren voor 8 en 10 Guinees aan Geielfchappe?"^ buurd. Veel moeite is ondertusfchen nog gedaan om Pardon voor hem te verwerven by den Koning by w.en hy voorheen zeer in gunst ftond zo dat hv zelf, voor rekening van Zyne Majefteit, eene buitenlandfche reize ,'to. het ol koopen van zeldzaame Prenten, gedaan heeft.' Op het oogenbiik d/t !1 Zyn Koets aan de Galg kwam, onftond 'er zulk een vervïrTykOn wéér" ve zeld van Donder Bhxem en zwaaren Regen, dat de Execntie moeTuitgefteld worden tot dat de Storm over was: Geduurende al dien tyd, fp^^ny met d „ Predikant van de Newgate «,, gmg zeer bedaard, zonder buitengewooïe ontfteltems of angst te toonen, de Eeuwigheid in. "gcwuuiie ont- Onlangs is 'er te Chelfea een Onwyze geftarven, welke aldaar federt het Jaar 1742 in een Huis der Krankzinnigen is opgefloten geweest fn In V j van dat Mensch is 'er éen der rytfte Er&fen .J^^JZS^j^ geheel Europa opengevallen, bedraagende het Kapitaal met de daarop verioonen Intresfen, meer dan een M.llioen Ponden Srerlingï, pfaio Tonner!?Gouds E dewyl deeze Erfenis aanleiding geeft tot een allergewichtigst Proces zal het der moeite wel waardig weezen, om dit omftandiger te melden, te meer daar «en uit dit verhaal zal kunnen zien, welke geheime redenen dik wils de Drvfveeren d.er Menfchelyke daaden zyn. -^jivccren In den Jaare 1730, woonden 'er in Gray's Inn eene Juffrouw Smith A. Vrouw van een Advokaat, doch die van haar Man febeidde, welke hTar na de fchetding een jaarlyksch Penfioen van zoo P. St. betaalde vTn haar Maï ge! fcheiden zynde, begaf zy zich by den Graaf van Bradford, met wien zv federt genoegzaam openlyk Huis hield en op wiens Geest zy een groot vermogen had? Zy had een Zoon , welken zy had laaten Doopen onder den naam van Harrifon en de Graaf zeer veel genegenheid voor dat Kind hebbende, bewoog hem dé Moeder om een Testament ten voordeele van hetzelve te maaken. Bv dit Te7 tament vermaakte de Graaf alle zyne onroerende of vaste Goederen aan dat Kind onder den naam van Harrifon en aan alle deszelfs wettige Nakomelingen met' byvoeginge, dat mgevalle dit Kind voor zyn Huwelyk, of Getrouwd zynde zon der Kinderen kwam te derven Juffrouw Smith alle zyne onroerende en een groot gedeelte van zyne roerende Goederen moest Erven, tevens met magt aan haar om over die Goederen by Testament te mogen befchikken, zo als zy het zoude goedvinden en zulks m weciw.1 van haar nog ftaande Huwelyk met haar Man De Graaf van Bradford overleed federt, zonder eenige verandering in S Testament gemaakt te hebben. Na zyn dood., fteldc zich Juffrouw Smith in de bezitting van zyne Meub.len en van een aanmerklyke fomme Gelds terwvl ju Executeurs van den Lord Bradford de Renten der vaste Goedefen' oSgS voor den Zoon, die deityds by zyne Moeder woonde. "*'«gui j- C tiet vervolg hierna.) gedrukt by de Erve de Weduwe JAGOBUS vanEGMONT-o» de Reguliers Breêftrsat, te Amfterdam. ' P  D I HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHB NIEUWS- VERTELDER. Den 20 September 1783. N\ 38. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 224. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Pbiladelpbi* den izden July. Wyl de Onlusten, onlangs alhier voorgevallen tot zeer verkeerde berichten aanleiding gegeeven hebben, en de omftandigheden daarvan niet weinig vergroot zyn, zo zal het noodig zyn, daaromtrent het volgend echt verhaal mede te deelen : „ Eenige dagen voor den 2iften Jotiy, voegde zi«h een party Soldaafèn van Lancaster, (omtrent 66 mylen van hier gelegen, ) by die van Penfylvaniën welken in de Barakken binnen deeze Stad geïuquartierd zyn>; de eerstgenoemde waren door twee of drie hunner Officieren opgeftookt, om betaaling voor de agterftallige Soldy teeifchen, en daarop, ingevalle van weigering, met geweld aantedringen. Het Congres en de uitvoerende Raad van Staaten hckden in één en hetzelfde Gebouw hunne Vergaderingen. Het Congres adjomneerde, als naar gewoonte, van Vrydag den aoften Juny tot den volgenden Maandag: Dit wisten de Soldattten, die daarop Saturdag den 2iften, ten getalle van omtrent 400 Man, naar het Staatenhuis marcheerden, om van den Raad hunne betaaling te te eifchen. Dewyl het Congres reeds des avonds te vooren eenig vermoeden van dit voorneemen had opgevat, vergaderde het, ongeacht deszelfs adjournement op dien zelfden Saturdag, ten einde te overleggen, wat in dit geval te doen ftondl Terwyl men hierover raadpleegde , kwamen de Soldaaten aanrukken ; en bet Congres niet verkiezende zyne Vergadering voorttezetten , zo lang het door gewapende Manfchap omringd was, fcheidde op ftaande voet, na dat al vooren» fommigen van deszelfs Leden de Oproerigen over hunne infolente handelwyze gegispt hadden. Derzelver eisch werd van de hand geweezen, en de Soldaate» keerden, na verloop van een paar uuren, met onverrichter zaake weder naar hunne Barakken. Den volgenden Maandag befloot het Congres, om de gevolgen van diergelyk een moedwil te ontwyken, om zich naar Princetown te begeeven alwaar het zich tegenwoordig nog bevindt. De Officiers, die dit werk aange' ftookt hebben, zyn gevlucht, en men heeft hen tot nog toe niet kunnen opfpooren, hoewel 'er op het emftigst naar hen gezocht wordt De Soldaaten begaven zich Woensdag daaraan, ongewapend en zeer bezadigd naar het Huis van den Gouverneur, en betuigden daar, dat zv zich (legt gedragen hadden, en dat hen T 3 zulks  Cifo) zulks leed deed. Deeze gaf ken ten antwoord: „ Hetfpeet hem zeer, dat zy „ door ééne onbezonnenheid , den roem hunner voorigen dienden bezoedeld „ hadden". Voorts gaf hy hun te kennen: dat hun verzoek op eene behoorlyke wyze in overweeging zoude genomen worden, en dat zy wel deeden door deezen tegenwoordigen dap.de Straf aftekeeren, die hen boven 't hoofd'hing alzo de Militie werkelyk gereed was, om geweld met geweld te keer te gaan ' maar dat rnen aan dezelve, uit medelyden, nog geen bevel gegeeven had om optetrekken, en hen Lieden in Hechtenis te neemen. Hy zond ze vervolgens terug, met verzekering, dat hy van hun bereuw aan het Congres kennis geeven en zelfs hun Voorfpraak zyn zoude, ingcvalle zy, door hun toekomend ge^ drag , zich deeze gunst waardig maakten. Hierop keerden zy, door hunne Officieren aangevoerd , zeer vreedzaam naar hunne Barakken terug , en federt hebben wy binnen deeze Stad eene allervolmaaktde rust genooten. ' Peterstmrg den i9den Augustus. Toen de Jonjtgebooren Groot-Vordin Alewandra Pawlowna, den I3den deezer, te Sarskoe-Selo, zoude gedoopt worden, vergaderden des morgens ten 10 uuren, ten Hove, alle de Leden van dea Raad, benevens, de overige Standspecfoonea der vyf eerde Clasfen, gelyk ook de alhier reffdeerende buitenlandfche Gezanten. Ten ti uuren begaf z'ich de Keizerin, met groote Statie, uit haare Apartementen naar de Hof-Kapel. By de intrede in de Kerk kwam de Heer Gabriël, Aartsbisfchop van Nowogrod en Petersburg, met het Kruis en de overige Leden van het H. Synode, Haare Keizerlyke Majeileit te gemoet; terwyl inmiddels de Jonggebooren Groot-Vordin uitdeBinneE-Apartementen, d»or de Prinfes van Wurtemberg-Stuttgard, Gemalin van Prins Frederik, op een Kusfen van Goud Glasfé, in de Kerk gedraagen wierd : Ter rechterzyde ging de Keizerlyke Opper-Schenker A. A. Nayschkin en ter linkerzyde de Generaal en Chef V. P. Mufin-Puschkin, die het Kusfen hielden. Hierop gefchiedde de Doopplechtigheid, die.door Haare Majedeits Biegtvader verricht wierd, en de Keizerin was Meter. Na den Doop en de Zalving wierd het Dankgebed door den bpvengemelden Aartsbisfchop, de Leden van het dirigeerend H. Synode en overige voornaame Geestlyken, aangettemd en na dit Dankgebed deed het Synode deszelfs Gelukwensch : Doende de Aartsbisfchop Gabriël eene Redevoering a3n Haare Keizerlyke Majedeit, en wierd zo wel als de overige Geestlykheid ter Handkusch geadmitteerd. Vervolgens wierd de H Liturgie begonnen, en geduurende dezelve bragt de Keizerin in Perfoon de jonge Groot-Vordin aan tot het ontvangen der H. Communie, en omhing haar de Orde van St. Catharina. De Liturgie geëindigd zynde, wierd het Kanon gelost en de Klokken geluid, terwyl de gedoopte Groot-Vorltin naar de Binnen-Apartementen wierd terug gebragt. Uit de Kerk begaf zich Haare Keizerlyke Majedeit, met dezelfde Statie naar haare Apartementen terug, en ontving de Gelukwenfehingen van de StandsPerfoonen der eerde vyf Clasfen en beide Sexen, die alle insgelyks ter Handkusch wierden toegelaaten. Vervolgens leidden alle deeze Perfoonen , in de Keizerlyke Apartementen lunne Filicitatièn af aan den Groot-Vorst. ' ©e& namiddags wierd by Haare Keizerlyke Majedeit Diné gehouden, aan eene Ta-  - (1*1) Tafel van 40 Couverts, waaraan mede waren de Groot-Vorst, de Prinfervan WW temburg-Stuttgard, de Staats-Dames en de Perfoonen van de beide eerfte Clasfen Voor de Freules van de Keizerin en de Perfoonen van de overige Clasfen was m de groote Zaal eene Tafel van ryo Couverts aangerigt, en de buitenlan'dfche fezanten wierden door de Graaf van Oftermann ten zynen Huize onthaald Oj> dien dag wierden in alle de Kerken alhier Dankzeggingen gedaan cm terwyl het Te Deum Laudamus gezongen wierd, de Kanonnen van de beide vestingen gelost. Hacbenburg, in Waterwild, den z8ften Augustus. Den léden deezer wierd het Dorp Zielbacht door een zwaar Onweêr bezocht; de.Blikfem floeg in een Huis, en m minder dan 3 uuren lagen van 1 to Huizen 108 in den Asch. Meest ahe de Mansperfoonen waren hun gewoon Werk in de Yzer-Mynen gaan ver richten , er was dus byna geen Mensch die de woedende Vlammen eenigzins ' ïfeeren konde; het gezicht was allerysfelykst, hebbende de Vrouwen niets dan hunne dierbaarfte Panden kuonen redden; zelfs is 'er nog een Kind in de Wiss Verbrand. Hetnabuurige Kerk-DorpNeunkirchen heeft deeze Ongelukkigen meest opgenomen; maar tot vermeerdering van hunne Ramp grasfeert nu de Roode .Loop zo fterk onder hen, dat 'er daaglyks eenige wechgerukt worden Parys den 7den September. Wanneer de beruchte Geestelyke vsn Meradon Zyn Werkje van vermaaklyke Tydkortingen fchreef, dacht hy weinig, dat zvn Hoofder-Smit, op het einde der agtiende Eeuw, een Manflag zoude te weeë brengen: Nochthans zyn Straat-Liedje: Verander my dat Hoofd! {Cbangez moi cettelete) heeft thans het Leven gekost aan een jongen luchthartigen ProvinciaalDezelfde wandelde over de zogenaamde Boulevard, en werdt een Heer gewaar' welke twee Dames, die gantsch niet fchoon konde heetcn, onder den arm hield' Hy kreeg dezelve met eer in het oog, of hy begon op een vrolyken trant opteheften: Verander my dtt Hoofden! De andere zulks voor eene belediging opneemende en niet zeer geduldig van aard zynde, trekt zyn Degen en valt den vermeetelen Spotter, fchoon ongewapend, als zynde daar veeleer gekomen om te Zingen dan om te Vechten, op het Lyf en geeft hem den Doodftcek , neenvnde daarop in al'eryl de vlucht. Middelburg den gften September. Met de Storm van gepasfeerde Zondag Strandde op de hoogte van de West-Capelle een Engelsch Scheepje, 't welk me-i' wil een Pacquetboot te zyn, en 't welk men zegt uit het Noorden van Schotland :e komen en naar Oofteude te moeten, zynde geladen met Tin.. Van de ir Wan zo Equipagie als Pasfagiers, die zich met de Boot hebben zoeken te redden :yn er niet meer dan 9 Menfchen afgekomen, waaronder eenige Vn-uwsperfooien. Het noodlot van de Omgekomenen hebben zy aan hunne vrees te dank? vyten, want aan Boord gebleeven zynde, zou niemand verongelukt weezenïlze men thans met. gevallen Water rondom het Scheepje heen kau wandelen'" ;n men bezig is de Lading zo mogelyk daaruit te ligten, om het weder v'ot tê' naiken, waarin men denkt zeer wel te zullen flaagen : Voorts heeft het hier* feezei dagen by aanhoudenheid geftormd. Vervolg van de buitenge w.>one ryke Erfenis, welke onlangs in Engeland door den dood var een Krankzinnigen, is opengevallen. * Eemgemtyd daarna, kreeg Juffrouw Smith kennis en vriendfchap met eoa Chi- rüft=  (If*) nap-g^n, Small geheeten, en éeeze verkreeg op haar hetzelfde vermogen, hetwelk xy voorheen op den Graaf van Bradford gehad hadde; hy beftourde haare Zaakep federt geheel alleen, en droeg wel zorg, dat 'er niemand by haar kwaoi van wien hy voor zyn belang niet volkomen zeker was. Juffrouw Smith kreeg vervolgens in 'thoofd om haar Zoon van Naam te doen veranderen en hem dien van Newport, in plaats van Harrifon, te geeven, om dat de eerfte de Familie-Naam was van den Graaf van Bradford. De Heer Small fcegaf zich, om aan haar verlangen te voldoen, naar den Heer Pulteney, die federt Graaf van Bath geworden is, ten einde door bem eene Acle van het Parlement te verkrygen, by welke Harrifon bevoegd verklaard wierd om zyn Naam in dien van Newport te veranderen. Die Aéiepasfeerde en het was by deeze gelegenheid, dat de Heer Pulteney met Juffrouw Smith in kennis geraakte. Eenigen tyd daarna wierd de jonge Newport ziek en zyn ziekte fcheen op zyn Hersfengeftel gevallen te weezen; men kan ligt denken, dat de Heer Small, een Chirurgyn zynde , hem behandelde , dan hy deed dit met het ongelukkig ga» volg, dat de Zieken zyn verftand en reden verloor, en in het volgende Jaar dooc eene daartoe benoemde Commisfie, Krankzinnig verklaard wierd. Terwyl die Commisfie bézig was om Newport voor Gek te verklaaren, maakte Juffrouw Smith haar Testament, by welk zy alle hawe Meubilen, roerende en perfoneele Goederen, beloopende meer dan ioo,coo.Pond St. vermaakte aan haar Vriend Small, ter vergelding van de zorg, die hy voor haar en haar Zoon gedragen had, en om de Heer Pulteney ook eenige erkentenis te tooneo voor de groote moeite, welke hy genomen had, om voor haar eene Acle van het Parlement te verkrygen, by welke haar Zoon toegelaaten wierd van Naam te veranderen, maakte zy hem en zyne Nakomelingen Erfgenaam van alle de vaste en onroerende Goederen, welke den Graaf van Bradford bezeten had, ingevalle; haar Zoon , de Heer Newport, zonder Erfgenaamen mogt overlyden. De Heer Pulteney was tevens, by dat Testament, benoemd tot Vo»gd en: Adminiftrateur der Goederen van den Onwyzen Newport, terwyl dat de Heen Henry Bridgman en anderen benoemd waren tot de zorg voor zyn Perfoon. Het Hof van deGancellary bepaalde vervolgens eene zekere fomme tot zyn onderhoud, en beval dat het overige van zyne Inkomflen in de Kasfe van den ControlleurGeneraal zoude gebragt worden, om het aan den Ongelukkigen weder over te geeven, ingevalle hy nog te eeniger tyd tot zyn Verftand mogt komen. Om zyn rol wel te fpeelen, haperde de Heer Pulteney nog maar aan één punt, te weeten, dat hy den Onwyzen wist te beletten om te Trouwen: Hy prefenteerde met dat oogmerk een Bill aan het Parlement, om de Huwelyken der Onwyzen of Krankzinnigen te beletten, en hunne Kinderen tot de Opvolging of Ervingj onbekwaam te verklaaren. Die Bill ging in het Parlement en wierd een WetT terwyl het Patrioitifche en de Menschlievendheid van den Heer Pulteney destyds! Hemelhoog verheft en gepreezen wierd door hen, die niet wisten dat het oogmerkt van deeze Bill was, om hem en zyne Nakomelingen eene Erfenis van aooo Ponó St. 'e jaars aan Renten te verzekeren. (Het vervolg hierna.) Gedrukt by d* Erve de Weduwe j AG OBUS v a n EGM O NT: op de Reguliers Br eéftraat, te Amfterdam.  D K HOLLAND SC HE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 27 September 1783. N'. 39. Het getal der üooden vaa de voorgaande week {$ 221.~ : ~~ De voornaamfte Merkwaardigheden zya deeze. Van Elfeneur meldt men het volgende : Des nachts tusfchen den 6Jen en 7 den September hadden wy hier een zwaaren Storm, verzeld met Wind gelykaan een örltaan, waardoor verfcheiden Schepen hucine Ankers verlooren en andere fchade geleden hebben: Onder anderen zyn op Zwineboede geftrand M Smit van Stettyn naar Londen beftemd. Ook is bezuiden de Zwineboede met verlies van Ankers, overgedreeven een Rusfisch Oorlogfchip, en een Deènsch Fregat, a's Wachtfchip hier zynde, is ook van de Reede afgedreeven. By Kroonenburg.is geftrand Schipper S. Hielkes, van Windau naar Amfterdam beftemd; Schipper P. Hanfen, van Gottenburg naar Riga geiestineerd heeft door aandryven van S. Hielkes zyn Fokkemast en Boegfpriet verlooren. ' By Waarburg zyn geftrand J. G. Kruger, van Amfterdam naar Stettyn van de Lading wierd zo veel men kon geborgen. By Flek.keroe heeft het Schip SansSoacie van Harlingen, opeen Klip geftooten; de Schipper, Stuurman en Kok zyn verongelukten twee Matroozen gered, alsmede de Gcreedfchappen. Ook was op dezelfde plaats met man en muis gebleeven een Engelsch Schip, de naam onbekend Als iets zonderlings wordt ons van het Eiland Curacao gemeld, dat aldaar den derden July deezes Jaars zekere Frans Henneken in den ouderdom van 103 jaaren 4 maanden en 6 dagen overleden was, zynde zelden of nooit ziek geweest en hebbende tot het laatst zyns Levens toe het gebruik van zyn Gezigt behouden zelfs om gefchreven fchrift te kunnen leeZen. Sedert het Jaar 1712, en dus geduurende den tyd van 71 jaaren, hai hy de West-Indifcha Compagnie als Ruiter gediend. Snttrm den 2den Augustus. Op het tydftip, dat de Oorlog tusfchen Rusland en de Porte fchynt te zuilen uitbreeken, en dat het minfte voorwendfel dienen •;kan, om de Vredebreuk te verhaasten,.is 'er op het Eiland Scio, in den Archipel , iets gebeurd, 't welk, zo het .al .geene etoftige gevolgen na zich fleept ten minften van een zeer onaangenaamen aard is. Te weeten, aan Boord van een Rusfisch Vaartuig, in de Haven van gemelde Eiland liggende, bevond zich een ■Matroos, welke .aan Wal komende,, en een groenen Rok aanhebbende, daarover ^ " ver-  C Tf4 ) Terfchil kreeg wet een Turk (f). Vin woorden kwam het tot geweld, en de Turk wilde den Rus den Rok van 't Lyf fcheuren. Deeze verdedigde zich, en trok eindelyk zyn Mes , waarmede hy zyne Party twee fteeken toebragt, vervolgens in t Water fprong , en naar het Schip zwom. Een groot aintal Turken, verbitterd door de Kwetfuwen van hunnen Landgenoot, fprongen in eenige gereedliggende Sloepen, roeiden naar het Schip, klommen met geweld aan Boord, floegen en mishandelden den Kapitein op eene deerlyke wyze, kwetften verfcheidene Lieden van de Equipagie, hieuwen den Matroos, die den Turk gewond had', in Hukken, rukten de Rusfifche Vlag af, en wierpen die met verfmaading in Zee. De Rubfifche Kapitein heeft zich hierop terftond naar Conftantinopolen begeeven, om zyne klachten over deeze Geweldenaary by den Gezant van zya Hof intebrengen; en nu is men ten uiterften nieuwsgierig te verneemen, hoe beide de Hoven zich in deeze Zaak gedraagen zullen. Napels den zóften Augustus. In het begin deezer Maand ontving men alhier tyding, dat 'er in Calabrien op nieuws fchuddingen van Aardbeevingen gevoeld waren' en met de laatfte Brieven van daar wordt deeze droevige tyding bevestigd. Des nachts, tusfchen den z8ften en i9ften dier maand, had men ten i uur zulk eene geweldige fchudding gevoeld, dat het geheeleLand daardoor in Alarm geraakt was: Des morgens ten 6 uuren wierd dezelve van een tweede gevolgd, die zo verfchriklyk was en zo lang duurde, dat men dezelve voorde zwaarfte houdt, die 'er tot nog toe geweest heeft. Vier Dorpen, die by de voorige Aardbeeving nog ftaande gebleeven waren, zyn nu geheel verwoest. Kotrona heeft yslyk geleden en al wat men te Kafenza heeft beginnen optebouwen, moet weder afgebroken worden. Verfcheiden honderden Menfchen heoben daar het leven by verlooren en 'er is geen Muur of Hut bly ven ftaan. Neder-Elve den eerften September. In 't voorleden Jaar waren yo Jaaren verloopen, federt den eerften aanvang der Misfionen, of Zendeüngfchappen , van de Euangelifehe Broeder-Uniteit onder de Negers op de Deenfche Eilanden St. Thomas , St. Crux en St. Jan; en in dit Jaar is het insgelyks yo Jaaren, dat de Misfionen der Euangelifehe Broederen onder de Groenlandcrs haaren aanvang genomen hebben. Men zoude of geheel des onweetende zyn, of zeer ten onrecht en onbillyk handelen, indien men aan de Uniteit der Broederen den fchuldigen dank van wegens hunne Misfionen onttrekken wilde, door welke zy onloochenbaar seer veel goeds gefticht en uitgericht hebben. Maar om huene bemoeijiHgen recht te kunnen waardeeren, moet men de Menfchen, aan welke hunne moeite aangewend is, nader kennen. Om nu van de eenvoudige en morfige Groenlanders niéts te zeggen, zal men maar alleen van de Negers het volgende aanmerken. Deeze deerniswaardige Menfchen zyn door binnenlandfcbc Oorlogen en Roofzucht aan Vreemden verkocht, en daardoor niet alleen naar andere Landen gebragt, die van hun Vaderland ver afgelegen en zeer verichillende zyn, maar ook in onmenfchelyke Slaverny geraakt, in welke zy van het grootfte deel hunner Heeren en Meefters veel llegter dan hun Vee behandeld worden. Dit (f) Om dit te verflaan dient men te weeten, dat de groene kleur by deTurken, even gelyk de geelê by de Chineezen, voor Heilig geheuden, en dat het alleen aan de Afflammelingen van Mahomet vergund wordt om die kleur te draaien.  Dit doet ze in eenen uitteerenden jammer, of in Wanhoop, Rebellie-, Moord van anderen of van zich-zelven, of ia eene Levenswyze vervallen dewelke in flegtheid die der Beeften te boven gaat. Deeze allerverachtften en elendigften ónder alle Menfchen neemen de Euan 'elifche Broeders met het grootlle medelyden aan, leeren haune Taal, behandelen dezelven in den omgang met hun op eene liefderyke, geduldige en geheel broederlyke wyze en le*rgen overmoeid zich daarop toe, om deeze arme Negers door het Euangeliuaa te verlichten, te verbeteren en tot waare rust te brengen. Hunne poogingen hebben van tyd tot tyd eene gewenschte uitwerking op duizenden, welke nu, om Gods wille, zich aan hunne Heeren en Meeltersgehoorzaam., gewillig en getrouw betoonen, in de verdrukkingen geduldig, in dehoope op uod vrolyk, en voorts deugdzaame Menfchen en waare Christenen zyn. Voor* ! waar zodanige poogingen der Broederen verdienen niet alleen de grootte goedi keuring, maar ook alle mogelyke onderfteuning. Men kan ligt nagaan , dat de:onderhouding deezer Misfionen aan de Uniteit def Broeders-veele kosten veroorzaakt, en dat deeze onkosten van tyd tot tyd grooter • worden, naar mate, dat de Gemeenten der Negers en Groenlanden tairyker worI dta, en daarom meer Leeraars en Opzienders en des te grootere Vergaderings-en Schoolhuizen vereischt worden. Dewyl nu de bloed-arme Negers en Groenlanders niets tot de bovengenoemde behoeften bybreugen kunnen, zo valt het alleen ten lasten van het Directorium d«c I der Broeder-Uniteit, en het is niet te begrypen hoe hetzelve ia ftaat zy het noodlij ge daartoe optebrengen;. doch dit kan men echter wel begrypen, dat deeze bezorging hun zeer zwaar vallen moet, te meer,.dewyl zy buiten deeze nog.veele I andere Misfionen te onderhouden hebben. Koppenhagen den 2 ien September. Ds Schepen, op gisteren alhier uit Ysland ■iaangekomen, brengen ons de onaangenaame tyding, dat het Onderaardsch Vüut | van dat Eiland zich verfcheidene doortochten heeft gebaand. De Diftri&en van I Skaptefields-Sysfel en Mordulls-Jöitul, in de nabuurfchap van den Berg Hecla liggende, bieden niet dan Rook en Vlammen aan: De Lava, die 'er gcfta-iig. uit i voortvloeit, heeft zich tot de Rivier Skaptag verftxeid, derwyze, dat dezelve thans reeds de uitgeftrektheid van ly mylen langtc en 7 breedte bevat. Niets-is ::beftand tegen dien vlamr»ciden Stroom, waardoor drie Kerken en een Kloostersgefticht ten eenemaal verdweenen zyn. Sedert het oogenbiik dier verfchrikks» lyke uitbarfting, dat is federt den Zondag van Pinxter, is de Dampkring vervuld «geweest met Dampen en Stofdeelen, die de Sfaalen der Zon benevelen , en .zeer veel fchade veroorzaaken in de Landeryen: Het nieuwelings ontdekte Eiland by Reickenas, wordt dagelyks grooter, en de Vlammen en Rook vermeerderen maar gelang. GW den iyden September. Den 1 oden deezer des avonds is de Blixem geMage» ia de Parochiaale Kerk van Evergem, een myl van deeze Stad, waardoor Idezelve Kerk in korten tyd ten eenemaal in asfche gelegt is, zo dat 'er niets dan de kMuuren en het .Metzelwerk van den Tooren zyn ftaandegebleeven Het Kerkgewaad, de Papieren en andere Effeclen, in de Sacristy berustende, zyn geborgen j. doch al het geene in de Kerk te vinden was, is door de Vlammen vexflonden.  ( IJ6) 'Morafoort den lyden September. By eene edele zucht tot Vryheid en waare Vaderlandsliefde, die de Regenten en Burgers deezer Stad bezield, en alle kenbaar is, zag men ook deezer dagen eene proeve van Menschüevenheid en gedienstigheid in de toegebragte hulp aan een Kind van anderhalf Jaar, 't welk uit het Huis zyner Ouderen logpende , in de Haven deezer Stad viel. -— De toevloeijende Buu en, door fchrik bedeesd, vonden geen middel ter redding; tot dat de braave Burgemcetter de Wel-£d. Achtb. Heer J. Story, deernis hebbende met de elende van 't hulpeloos Kind en de weenende Moeder, ylings toefchoot, en zich met bedaarde kloekmoedigheid in 't Water begaf, met dat gewensoht gevolg, dat zyn Wel-Ed. Achtb. 't reeds zinkende Kind, aan de bezwykende •Moeder weder gaf, en zelve door aangebragte hulp gelukkig wederom uit 't Water oprees, terwyl zyn Wel-Ed. Achtbaare, zo wel als 't tot den dood genaderd Kind, voorts voor alle nadeelige gevolgen is verfchoond gebleeven. Londen den iSden September. In den voorleden week, toen de Koning een tour te Paard deed, ontmoette Zyne Majefteit, citca 6 mylen van Windfor, de Jagthondcn rondom het Bosch zwerven, om het Wild optevangen. Zyne Majefteit maakte aanftonds een jagt met dezelven; doch aan een kleine Houten Brug by een Molen komende, fchrikte het Paard van de Zeilen en fprong met zyn Vorftelyken Ryder in 't Water, die, uit hoofde van den fterken Strooi», gewis verdronken zou hebben, indien zyn Gevolg hem door fpoedige hulp niet gelukkig ■ had weeten te redden. ^Vervolg en flot van de buitengewoone Erfenis, welke onlangs in Engeland, door den dood van een Krankzinnigen, is opengevallen. De Zaaken zo (taande, overleed Jufvrouw Smith en de Heer Small, maakte zich,ras meeftcr van de hem gelegateerde honderd duizend'Pond, terwyl de Heer iPulteny van zyn kant zorg droeg dat de Inkomften der vaste Goederen ftipt in "*-s Lands Comptoir betaald wierden. De ongelukkige Newport nu eindelyk overleden zynde, komt de Kleindochter -van den Heer Pulteney, als Erfgenaam van haar Grootvader, (die haar buiten dat evenwel een onnoemlyke Rykdom heeft nagelaatenj om deeze Nalaatenfchap; waar op het oogenbiik, dat die jonge Dame zich in het bezit van dezelve meende As (tellen, is haar Proces aangedaan , door de Nabeftaanden vanjufvrouw Snr'th • deeze beweeren, dat haar Huwelyk met den Advocaat «rel was gefepareerd maar toiet gedisfolveerd ; — dat zy elkanderen na de fcheiding nog dikwils gezien en 'gefprooken hebben, zo voor als aa haare bevalling van den Zoon; ■— dat de Man Jaarlyks de 2po Ponden Penfioenaan zyn Vrouw betaald heeft, en datdien^vo'gens de Heer Newport moet aangemerkt worden als de wettige Zoon van ■Hen Heer Smith en zyn Vrouw. Dan nadien onder de Voorrechten en Inkomften der Koningen van Engeland behoord, de Adminiftratie der Goederen van Onwyzen en Krankzinnigen, en dit Recht federt in een gewoocte veranderd Ws.jfom hetby hun overlyden aan de Kroon te trekken, maakt de Kroon ookaan.'■fpraak op de Nalaatenfchap van den Heer Newport, zo dat in dit Proces de Kroon of de Fiscus van dezelve, Jufvrouw Pulteney en de Erfgenamen van Jufvrouw' ;'5mith, als Bilchers opkomen. . i.dSêdj'ukt by 4e Etve de Wed. J. »*» EG tl O NT; op de lxguliet$ Bieïfluat, tc AmUeidamT'  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- V ER TELDER. Den 4 Oólober 1783. Ne. 40. Het getal der Dooden van de voorgaande wees is 218. Deeze Byzonderheden verneemt men van elden. Van Marfeille heeft men , dat aldaar is aangekomen het Venetiaansch Schip de Nieuwe Leeuw, Kapitein Matteo Bronza, komende van Port au Prince, welke verhaald, dat hy, den 4den July, van het Eiland Ter Ceres, een Schip van yo Stukken had zien dry ven, hetwelk hy, uit het maakfcl, oordeel de een Hollandsen Schip te weezen. Omtrent dit bericht, is ons de volgende Verklaaring ter hand gekomen, zynde dezelve origineel in het Italiaansch gefield: Ter requifirie van den Wel-Ed. Heer Bugnot, Conful alhier ter Stede, van wegens de Doorluchtige Republiek der Veréémgde Provinciën, verklaar ik ondergefchreven Kapitein van het Venetiaaufche Schip, genaamd de Nieuwe Leeuw, te famen met myn tweeden Kapitein, dat ik op myn reis van het Eiland St. Domingo naar deeze Haven van Marfeille, den 4den luny laatstleden, my op 3y gr. 40 min. Noordetbreedte, en 4y gr. 40 min. Westerlengte van de Meridiaan van Parys bevonden hebbende, een Schip van y4 Stukken in twee Laagen, waarvan de eene, namentlykdieTusfchendeks, gefloten was, ontmoet heb, en myn Venetiaanfche Vlag voor hetzelve hebbe laaten waa'jen, zonder dat my van hetzelve geantwoord wierd, alleenlyk zag ik op de Vooifteng de Seinen, dewelke bettonden in een Vlag half blaauw en half rooi, met een witte vierkante Vlag; alsmede op de groote Steng een blaaawe Wimpel. De Fok van het gemelde Schip was wel vastgemaakt, en desgelyks hefVoorftenge Stagzeil, de Marszeils met al de reven in, het Grootzeil half opgegeid, het Voor-Marszeil by de Wind gebrast en de Fok in het Kruis, het Groot-Marszeil en Grootzeil tegengebrast, en de Bezaan uitgehaald. Daar Honden geen Rramftengen op, maar wel Trommel (lok ken in de plaats. Zo lan ik tegen over het gemelde Schip ter diftantie van een halve Italiaanfche Myllag, geen Perfoon voor den dag ziende komen, oordeelde ik dat hetzelve door het Volk geabandonneerd , of dat al het Volk van het gemelde Schip geftorven was, of eenige zich ten minfte gefalveerd hadden, alzo ik met een Verrekyker door de Gefchutpoorten zag, dat de Sloep en Boot niet daarop waren, hetwelk my deed gelooven , dat de geenen , die ontkomen waren , zich met de twee gemelde Vaartuigen konden gefalveerd hebben, te meer, om dat de Takels waarvan zy zich bediend V 3 hai-  ( 'f8 ) hadden, otn de gemelde Vaarta-gen buiten boord te zetten, aan de nokken vsn de Onderraas h'ngen, zynde het Gefchut van de eerfte Laag aan Stuurboord ingehaald Ik deed alle mogelyke modte om door eenig teeken aan hetzelve te ontdekken van ■welke Natie het was, hetwelk my niet gelukt is, uitgezonderd dat ik uit ceszelft piaakfel opmatkte, dat hetzelve van de Hollandfche Natie was. Geduurende den tyd dat ik de gemelde Obf.'rvariën maakte, w'erd ik pewaar dat hetzelve te gronde girg. In tenniste van dien heb ik dee2e eigenhandig bcne^ vens myn twee ie i Kspitein, ondertèekend. ' Marftilie den ijlen September des Jaars 1733. (Was geteekcnrf) M ATT EO BRONZA. Ik Anchea Cbioiio affirmeer het bovenilaande Pestb den 3den September. Op den xfittn cier voorleden maand, is alhier in het Huis der Invaliden, de Weduwe eens Sol laats, g«enaamd Barbara Mayerinn in den hoogen ouderdom van 119 Jaaren overleden : Zy was in den jaare 1664 te Ried in Heyeren gebooren: Op haar 3yfte J iar verbond zy zich voor de eerfte tpaal in het Huwelyk ; 22 Jaaren in dien ftaat gekeft, en een Jaar Weduwe geweest hebbende, trad zy ten tweedemaal in den Echt, waarin zy 17 Jaaren leefde; Wia-.op zy, ca twee Jaaren Weduwe te hebben geweest, in 1742 z'ch voor dê derdemaal verbond; wordende in den Jaare 1777 op nieuw Weduwe In haaren eerften Echt heeft zy tien Kinderen geiad, waarvan 'er zes in den laatllen Turkfchen Kryg by Belgraio aan de Pest zyn overleden, ruare gefclvkte Levenswyze,. m haare jeugd in acht genoomen , deed haar in haaren ouderdom eene frisfche Gezondheid erlangen: Zy was tol aan haar einde zeer vrolyk van Geest, en liet niet Ea tot cp drie maanden voor haaren dood in verfcheidene wyken der Stad, de Misf? te gaan bywoonen. Madrid den 9 Jen September. Haare Koninglyke Hoogheid de Prinfejfe van Arteriën gaat op de allergewer.schte wyze voort in haare herftelling De Twee ling-Prinfen, waarvan Hoogstdezelve op den yden deezer bevallen is fchynen eene frisfche Gezondheid te genieten. Die gelukkige en byzondere Gebeurtenis waarvan geen voorbeeld in de Koninglyke Familie is, vervuld alle harten'met blydfcbap. Het fchynt dat de Voorzienigheid op eenmaal, de op elkander gevolgde gemisfea van twee Erfgenaamen, welken door den dood aan de hoop der Natie waren ontrooft geworden, heeft willen vergoeden. Zyne Majefteit de Koning heeft last gegeeven tot het vieren van drie Galadagen, het inrichten van llluminatien enz. en het zingen van een plechtig Te Deum. Warfcbauv, den loden September. Uit Banaat meldt men, dat zich onlangs fldaar in dien omtrek voor het eerfte een Bende Turkfche Stroopers had laaten tien , onder de aanvoering van hunne Harambacba. De Keizerlyke Kap'tein Pjszcovith , werdt door zestien deezer Bende in een Bosch overvallen • Zy vorderden van denzelven, onder bedreiging van den dood, i©o Guldens af- de Kap;tein. 'er niet meer dan 60 by zich hebbende, gaf hun dezelve, benevens zvne Rottine en Detren,. hoosende daarmede c\? Rnntm^i..^ l.i. J . V ■ L» jj u L ,7 i_ •. ruiuaaii re neDoen; doen deeze kleedden hem geheellyk ut, en beroofden hem van alles vraagende hem verders, wat dood hy pa verkoos te fterven? — Zy zouden hem gewisfchk hïbben afgemaakt, zoniet de Harambacha, die zich by geval voor hun vertoonde ;  «Je, ken achteruit bad doen wyken : Dezdve inasto *d» A* v • • dieast hy beleedt? Deeze v erk laarde l cl Znl %^\^Kiptt!ia'lriVGai^ Har.tnb.cba hem het leven fc£^^^^mm ***op & ^-volgens bnten her «0*,, KffSïfeS^ *£S£ tan fttti "ÏÏÏ? « niet .elden een- geen toi zy:i vermaak gefchikt is vemchriJt«rht, .?T ■ kos£en Vin * gefchenk des-H.-mels ? waardoo SSSjS Vor 5? S?**' &»* ^kki* der Natie utmaakt. Zyne Konn^ ^ man, zynen GeMverzorger, een groote driff en berfoodldSdlLïde fi le Pin. hafbv 1' ;< van kennis gekreegen 3 een waardig Officier, die geen aS-Mi dia f h ï " ï Zyn ongeluk, dacht hem een phgt te behouden, en op dat leen £<£l'< . zeldzaam aan groote Hoven plaats heeft, zyne Mei°s-hl"Si5 t 1/" 1 , _ uuuu lc rrins met tiaaneu in de nn.'cn r,/-,' , ; aan, en bragt dus aan agt Ongelukkigen het leven waarin hv SAnU^ TfchePk: ( bekent te worden zich heen fpoedde ' P l !er}1 cn ïonaer pp voorwaarde, dat zy voor een 2pk<-r o^.r pardon verend, Kj^^ró zoudL^;Ë^SeS sron^'s" bw», die het pardon wieri iS^J fcfc * g&Xi^Z^ sioa»-  ( i6o ) tranfporteerd worden; doch zy verklaarde liever te willen hangen, als haar Geboorteland te verlaaten en zich te begeeven naar een Plaats daar zy geene Kemrisfen had. Men heeft haar naar de Gevangenis terug gebragt, ten einde zy 'er zich nog eenige dagen op zoade bedenken. Neder-Ehs den ioden September. Het onlangs voorgevallene in Ysland is eene al te vreeslyke gebeurtenis, dan dat men niet gaarne een echt Bericht deswege, in eenen Brief van daar van den 24ften July medegedeeld, zou willen leezen. Dezelve is van den volgenden inhoud: ln het Gebergte Skaftan, in het Diflrikt van Skaftefield gelegen, is op den eerften Pinxterdag deezes Jaars een Vuur ontdaan, welk zich daarna zodanig uitgebreid heeft, dat het gantfche Meir, Skaft-Aue genaamd, uitgedroogd en in eenen Steenacht'gen Grond veranderd is. Twee Kerken en agt Boeren-Wooningen zyn ten eenemaal verbrand, en in Bergen veranderd. Van vyftien BoerenWooningen hebben de Dewooners, wyl het Vuur zo zeer naderde, de vlucht moeten neemen. Volgens de Berichten, welken men 'er van ontvangt, rolt het Vuur genoegzaam als eene Zee boven op den grond voort, en fteekt alles, wat het aanraikt, in brand, zo dat alles, Steenen, Aarde, enz. in vollen vlam ftaat. Het is genoegzaam als een vliegend Vuur, welk zich fomtyds met eene geweldige fchiclykheid uitfpreidt, maar fomtyds ook zynen loop zeer langzaam voortzet. Naar de laatfte berichten nam 't nog geftaadig toe, en breidde het zich nog geduurig verder uit, zo dat men met zekerheid zeggen kon. dat de Landftreek, welke reeds door het Vaur aangetast is, 7 raylen in de breedte en iy mylen in de lengte uitmaakt; en men mag, helaas! met veel waarfchynlykheid vermoedeD, dat het ongeluk nog veel grooter is, om dat de Zwavel- en Salpeterachtige Dampen, Rook, Asch en Zand, uit de Aarde opgereezen, de Lucht zodanig verdikken, dat het gantfche Land genoegzaam verduifterd is. Sedert agt dagen na Pinxter heeft men van de Zon geen fchynfel gehad; en heeft men ze nog door de fchrikJyk dikke Lucht by haaren op- en ondergang eenige oogenblikken gezien, zo is zy op dien tyd het oog flechts als een Vuurklomp, daar men zonder hinder in kon zien, voorgekomen. Deeze donkere Lucht belet het ook , nadere tydingen daarvan te ontvangen, en of 'er nog meer Gebergten ontftooken zyn, en hoe groot eigenilyk het Diftrikt is, waarin dit vreeslyk Wonder der Natuur zich openbaard, welk zo veel te meer opmerking verdient, wyl thans de grootfte Klippen zoek door den Druk publiek zal gemaakt worden. r Weenm den zonen September. De Heer Fok'e, voorheen Koninglyke Deenfche Legations-Prediker alhier, doch thans Luthersch Predikant in deeze Stad ontving, den 13den deezer een Keizerlyk Decreet, waarin hy benoemd wierd tot Super-lntenaent over alle de Lutherfche Gemeentens in Ncder-Oostenrvk 'Fr ftaan tegenwoord;g reeds 20 Predikanten onder zyn Super-Intendentfchap enm-r, verwac-t dat d:t «etal eerlang nog merklyk zal toeneemen Londen den aóften September Met de jongfte Tydingen uit de Oost-Indiën heeft men het volgende Extraft uit eenen Brief van Mïdras, van den 3tften Jarm- W ary  C ió> ) art deezes Jaars ontvangen: The Medea, een Fregit van 36 Stukken, welke eenige dagen geleden naar Cudalour zeilde, kwam deezen avond terug met etn Hollandsch Schip van f4 Stukken, 't welk zy, na een Gevecht van een uur en twintig minuten, onder de Batteryen, op het Strand by Cudalour opgeworpen, genomen had. Aan boord van het Hollandfche Schip waren verfcheidene Dooden • doch op the Medea flechts twee of drie ligt Gekwetften. Het kwam van Bata'via met Krygsvoorraad, waarvan een gedeelte reeds aan Land was gebragt. Het gemelde Hollandfche Schip kan yo Stukken voeren, en had ico Stukken aanboord welke aan het Fransch Oologfchip le Bizarre, dat vergaan is. behoorden. De'Hollandfche Capitein was aan Land, en had den Franfchen Commandant om eenige Troepen verzocht, teH einde dat Schip te verdedigen; doch dezelve waren geweigerd , om dat men meende dat het Schip onder het Gefchut van *c Fott volmaakt veilig was; én de Luitenant was daar zo zeer van verzekert, dat hy het Gefchut van het Schip aan dien kant niet eers laadde. Doch the Medea liep ftoutmoedig tusfchen het Fort en 't Schip, en begon eene hevige Attaque. De fchoten, die u't het Fort gedaan werden, befchadigden meer het Hollandfche Schip dan the Medea. Na een uur gevochten te hebben, ftreek het Hollandfche Sch:p' doch niet eêr, dan n* dat de Luitenant het befluit genomen had om hetzelve op Strand ie zetten : hetwelk de Capitein Gore bemerkende, verklaarde hy, dat hy het wilde aanklampen, en allen die 'er op waren over de Kling doen fpringen* welke dreiging hen daarvan deed afiien. Vier Franfehe Officieren vin rang waren 'er aan boord; en, was the Medea een uur laater aangekomen, zy zoude waarfchynlyk de meelte Officieren van het Garnizoen genomen hebben, welke dien dag het Middagmaal aan boord van dat Schip zoude» houden» Paf ys den 2Qften September. De Heer MontgofBer zal eerlang zyne Proefnee- ■ mine met de Luchtbal hervatten, aan welker reparatie en vergrooting men wakkerbézig is. Men zal dezelve vsn boven verdubbeien, dewyl men ovtdekt heeft,, dat de lucht, met welke dezelve is opgevuld, daar het meefle geweld oefent.. ■ Men zal een'Man met de Machiene laaten opgaan, en in de Kooi, in welken hy zich piaatfen zal, een foort van Forr,u:s dellen, gefchikt om nieuwe luchttemaa-ken naar gelang dat dezelve in de Mr.chiene verminderd. Wanneer hy naar be«'rieden zal willen daalen , zal hy een Klap moeten openen, om 'er de lucht van deni Dampkring in te laaten: De Man, welke men tot deeze zeldzaame reis heeft! 'uitRekoozen, is een der kundigde Werklieden, die zich reeds veel moeite gegee.ven heeft om de vryheid te verkrygen van 'er mede te mogen opgaan, toen dea Proef in 's Konings tegenwoordigheid gefchied is, doch 't welk hem toen volflrekt geweigerd wierd. Wanneer hy vernam, dat de Koning bevel had gegeeven om het Schaap, dat in de Kooi gezeten had, in de Menagerie zorgvnld;gj ©ptepasfen, vermeerderde dit by hem de fpyt van de weigering: „ Zie eens," zeide hy, wat een Fortuin ik zoude gemaakt hebben , indien ik op myn verzoek1) " in deszelfs plaats had mogen opgaan ; ik zou terftond terug gekomen zyn, men " zou my aan het geheele Hof vertoond en handen vol Gouden Louïfen gegeeven " hebben , en de Koning, die zich zo veel Iaat gelegen zyn aan het Lot van eenr ** Drer en' hetzelve een gerust leven bezorgd heeft, zou zulks nog veel meer aanr *' een arm Werkman gedaan hebben". Mïantfirt den jjften September. Volgens de jongde Blieven van Napels, had  C 163 ) men den 27, 28 en lofïen Augustus in Catabna Ultra weder zeer fterke Aardbeevingen gevoeld, welke, behalven eenen doodlyken fchrik, niet weinig fchade hadden veroorzaakt, zynde 'er zelfs veele Barakken, die op het Land opgeflagen waren, door verwoest. • Ook waren den 3often Augustus te Mesfina vyf Aardbeevingen gevoeld, onder welken eene vry fterke geweest was. De gednurige herhaaling der Aardbeevingen had tot gevolg, dat de Inwooners dier ongelukkige Stad niet al'een nog fteeds hunne fchuilplaats onder de opgeflagen Barakken hielden , maar ook niet den minden last betoonden om hunne Wooningen te herbouwen ; te meer, vermits de Regeering zelve de uitvoering daarvan had doen opfchorten. • Tripoli, in Syrië, den 3often July. Den 20lten deezer maand had men hier eene Aardbeeving, welke zich tot tweemaalen deed gevoelen. De fchuddingen volgden fchielyk op elkaader, en duurden te faamen omtrent 8 of 10 feconden. Voorafging een dof geluid, zweemende naar dat der Zeegolven, van verre gehoord. Daags te vooren had het geftortregend, 't welk in het tegenwoordig Sai-zoen iets buitengewoons is. Sedert omtrent eene msand is het Land en de Zee doi^r een dikken Mist bedekt;, de Winden waajen met zo veel geweld als in den Winter; de Zon vertoond zich maar zelden, en niet anders dan met een bloedverwige kleur; allen Verfchynfels, tot hiertoe in Syrië onbekend. De Aardbeeving is insgelyks op het Gebergte L'baron gevoeld; een geheel Dorp, digt ny Naploufe, is onder eene Rots, die los gefcheurd was, begraven. De Turken aangaande den ramp, Mesfina overgekomen , onderricht, zyn in de grootlte verflagenheid. 's Gmvenbage den 3often September. De beruchite Muftapha, thans Opperhoofd der Bombardiers in Turkyen, is eene Perfonaidjs, die eene zo aanmerklyke Rol op het Tooneel van Europa fpeelt, dat zyne Lotgevallen, in het tegenwoordig tydsgewricht onzes bedunkens nietonverfchillig kannen zyn, wsarom wy denken dezelve hier kortelyk aan onzen Leezetcn te mogen mededeelen. Hy is in Staffordshire gebooren, en werdt reeds in zyne teierfta Jfugd tot den Krygsdienst gefchikt; ten welken einde men hem in het Militaire Kweekfchool te Woolwich bedelde, alwaar hy eenigen tyd, zeer bemind zyn e door Zyne Opperhoofden, doorbragt; doch zyne Romtnnesque denkbeelden, die hemgeduurig naar verandering deeden haaktn, fpoorden hem eerUng, en eer hy nog 16. ]aaren bereikte, om zyne Beftuurers in 1111 te te ontvluchten en onbekend door verfcheiden ftreeken van het Ryk oratezwerven. In d'e dooiende Lsvenswyzeb:agt hy omtrent twee Jaaren door, in de beoefening van verfcheiden Ambachten tot zyn onderhoud, tot hy eindelyk, afkecrig wordende van den laagen Stand ,. waaraan hy zich had overgegeeven, en die zeer weinig ftrookte met zyne Geboorte, tot zyne Vrienden in Staffordshire wederkeerde, die hem met minzaamheid «n blydfchap ontvingen, en hein aanboden om hem in den M!lita:rea Srand, die eigentlyk zyne beftemming was, eene Bediesing te bevorderen: Dan de wispeltuuri^e Mufbpha, die volgens zyn zin in deezen ftaatg<-en genoegzaamen voortgang maakte , aan zyne drift tot Reizen op nieuw gehoor geevende, en eene gosde fomme Gelds byeen hebbende gegaard, nam de duifterheid van den nacht wair, en vertrok in het Kleed van een Matroos naar Londen, en van daar naar Doa*.'res, alw&ar hy zich aan boord van een Sch;p begaf om naar het vaste Land W 2. |k  C 164 ) te ftevenen. Hy doorreisde vervolgens een groot gedeeke vaa Franfervfr »« voet: Zyn Geld hoe fpaarzaam hy hetzelve gebruikt?, was Jelhaas t „ geteerd ; dus befloot hy naar Marfeille te gaar? en zich' wedeHn dei^eedienU te begeeven. In deeze Haven ging hy aan boord van een Schip naar de Midd" Ill?ehZee\d1em-d' In,Griskenland gekomen, begaf hy zich naar Peloponefe alwaar hy zich eemgen tyd met een geringen Koophandel geneerde. Toeval bragt hem eindelyk in verkeering met eenige Turken, welken naar Con dan tippelen moeiten vertrekken : Hy bad dezelve hen te mogeni ve«etSten Weï hem werdt toegedaan ; in de gezegde Hoofdftad gekomen " oeftnde^v T'ch leverig mde Ottomannifche Taal, en voelende welhaast in'hemdfoade dnft tot den Krygsdienst herlee ven dacht hy zyn voordeel te moetTn doemet ie onbedrevenheid dier Landaard n den Wapenhandel : Hy delde SerfSen verbeteringen voor, die eene volkomene goedkeuring verwierven en derwvye voldeeden dat de Groot Vizier hem by "zich deed fontenu «TetVidgSdS een aanzien lyk Gefchenk deel. _ Die aanmoediging was geen kleine prkke voor de Eerzucht var, onzen Avantuner, en maakte hem zyn dienst des teP geva lfe«' Hy nam de Turkfche Kleedmg aan, en om alle zwaarigheid ter zyner bevordX uit den weg te ruimen, flond hy rf van het Christendom, om Belydenis tdom van den Godsdienst van Mahomet. Zynde nu in den vollen zin genoomen e" lurk, werdt hy met eene Commisfie in de Artillery begiftigd, waadn hy Jan graad tot graad opgeklommen zynde, in weinig tyds, is verhevengeworden tot den rang dien hy thans aan het Ottomannisch Hof bekleed. Het eeza* dat hy zicb by de voornaamde Turkfche Officiers heeft weeten te verkrvSen' 2 derwyze toegenoomen, dat hy in alle Krygsfchikkingen geraadpleegd wordt In emfd'Ae mp°E,d di£ hy,heoft by het aannad«e» «n den waarfch%TkenOo " log, tusfchen Rusland en de Porte, zyn onlochenbaare bewyzen van de achtin? die men hem toedraagt, en de toegeevenheid der Wetten van den Alkoran Knen voor Mudapha ,,et ongevallig, hebbende hy niet verzuimd om zich een Vrouwen-Timmer te doen oprechten. ra h.;?.it7eldpam1rVYevTn ÏS •°I?trent "Jaaren oud, van een zeer derke gedelcN heid : Zyn Engelfche Naam is Jones; offchoon hy zich ook Benjamin Swinburne deed noemen, welke be.de hy, by zyne onderwerping aan den Propheet m d en van Mudapha heeft verwisfeld. *",c"> ,n 01e" 2d€n °&$V' Een Ko°Pman, hier van Trier wederkeerende •verhaald, dat de gewoone Bedevaart met plegtige Procesiie op den 8lten sLlmber uit de Stad Trier naar de Kerk van St. Mattheus in de Voor dal, gen aamdTeï Heilig Kruis, verricht zynde, den volgenden nacht aldaar een fellèn Brand nn7 daan was zynde gemelde Kerk met haare Tooren,, wj,> "? voorfch^ Flegtighe.d met kostbaare Ornamenten van Zilver enz. verfierd, geheel ï°den 8.ch fS;n.geJyki°°k ^ Kerkenuvan St' Ma™* ^ Sr, Quirinus, benevens zï Huizen : de vlam ging zo mch voort, dat alle de Effeöen verbrand zyn of ten m nden vermist worden Sommigen meenen, dat deezen Brand ontdam i door onvoorzigtigheid der Wakers by de eerstgenoemde Kerk ; terwyl ande e" d «ken dat dezelve met opzet gedicht is, ,en einde de Schatten t'e roo/en. Hoe het ook' ly, dit is zeker, dat het^verlies genoegzaam onfehatbaar is. ^dwAt by de Erve de Wed. J. vak SCMONT: oP de Reguïï^TB^tW, te Amft^dainT  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS. VERTELDE R. Den 18 O&ober 1783. N°. 42. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 189. " Deeze Byzonderheden verneemt men van elders w„?e ¥jSfi/C dCn, KrlCr Van ¥arokk°. a™ Hunne Hoog-Mogenden de Heeren Staaten Generaal gefchreven, is van den volgendea inhoud- ,, In den naam van den barmhartigen, den ontfermenden God.' Daar is eeea kracht noch magt dan by den grooten hoogen God. ,, Van wegens Abdollah Mohammed, Zoon van Abdollah. God zv zvn Befchermer. 1 ( Hier volgt het Zegel, ter zyde van 't welk gefchreeven ftaat ) „ Wy hebben onzen Ambasfadeur Taleb Omar Job, volmagt gesree„ ven tot alles; en het geen hy van onzentwege met Ulieden handelt „ zal door ons worden goedgekeurd. ' Vr A/?.d5 ^°°g- ^agten der VlaminSen, (Nederlanders,) de Staaten der „ Veréenigde Provinciën. ' „ Vrede zy over hen, die den rechten weg volgen' » 8| V°%af, huebXende 'aatLen &aan' Ziet wy "nden tot Ulieden onzen Am„ basladeur Taleb Omar Job; bezorgd hem den toeftel en behoefte, waarover H heden Schreven hebben, en welken Ulieder Gonful Blount ons bericht „ heeft dat by Ulieden gevonden wordt, en zendt ons dezelven met Ulieder „ Schepen. Gylieden zult door hem ontvangen een Lyst of Notitie, met ons „ Zegel gezegeld. Volbrengt derhal ven alles wat daarop gemeld ftaat en treeft „ aaa onzen Dienaar geloof en vertrouwen in alles wat hy Ulieden zeWen zal„ want wy hebben hem daartoe last gegeeven. * „ Het bevel om deezen Brief te fchryven is gegeeven en dezelve is gefchreeven „ den 10len der maand Guimada de tweede, in het Jaar 1197 " Van Koningsberg fchryft men, dat aldaar de Huisvrouw van een Koopman dier Stad in het Kraambedde bevallen was van vyf Kinderen, namelyk drie Zoons en twee Dochters; welke allen, zo wel als de Moeder, naar Tydsomftandkheid Zeer welvaarende zyn. ° > Rome den loden September. De groote Klok van de St. Pieters Kerk in fturiken gemaast zynde om verftnolten te worden, heeft men de Stofte daarvan W 3 gc_  ( 166 ) gewoegen ; hebbende dezelve bevonden eene zwaarte te bedraagen van 21144. Ponden en een half; men zal voor de Nieuwe Klok hierby nog voe»en 4000 cn een half Ponden Metaal. 0 Milaan den roden September. Een Courier van Weenen heeft hier gisteren de aangenaame tyding gebr3gt, dat de Keizer, onze Sonverein, den hoogstaanzienlyken post van Aartsbisfchop deezer Stad be^eeven heeft aan den Heere Philippus Visconti, Proest onzer Domkerk, eenen Man, die algemeen geacht en bemind is, zo dat Zyne Majefteit vaa de magt, waarin hy zich handhaaft, om zelf alleen over Kerkelyke Waardigheden in zyne Staaten te befchikken, ten onzen opzigte een zeer aangenaam gebruik heeft gemnkt. « Madrid den i2den September. Van Alméria meldt men eene gebeurtenis die natuurlyker wyze allerverfchrikkelykst zoude hebben kunnen zyn; doch waarby gelukkig echter geene Menfchen het Leven verlooren hebben. —. Op den i&den Augustus, omtrent te;i y uuren in den morgen, viel een vonk Vuur op den Tooren van het Kafteel van la Roquette, alwaar het Kruid-Magazyn geplaatst was, waardoor hetzelve in den brand geraakte. — Een deel der Huizen is verbryzeld. De Luitenant Alcade D. Thomas Abad , was met zyn Huisgezin onder de Puinhoopen begraven; doch men heeft, tegen alle hoop, by het opruimen der Overblyfzels, die Perfoonen gevonden, niet dan zeer ligt gewond zynde : Twee Zeelieden, die zxh op het oogenbiik van de uitbarfting onder den Muur hadden trachten te beveiligen, zyn op dezelfde wyze gered geworden. Uit Lisbon wordt gemeld, dat aldaar een Kind van 7 Jaaren, genaamd JofephJoachim Monteiro de Carvalho, hetwelk men byna als een Wonder in de Menfchelyke Natuur mag achten, zynde de Latynfche en Franfehe Taaien in de» grond magtig , op den ioden der laatstleden maand, in het byweezen van een groot aantal Toehoorderen, een ftelling heeft gedefendeerd over alle de deelen der Redenkonst en Welfpreekenheid. Men verhefte by die gelegenheid niet min den Lof der Leerwyze van den Vader van dit Kind, die deszelfs eenigfte Onderwyzer is geweest, als ook de vroegtydigheid van het Begrip, en van de Begaafdheden van het Kind zelve. Napels den i8den September. Het Oorlogfchip de Heilige Joachim, de beide Fregatten de Heilige Dorothea en Therefïa, benevens eenige nieuwe Chebecqueo van 20 Kanonnen, zyn 'deezer dagen van hier onder zeil gegaan, om in de Siciliaanfche Wateren onzen Handel te dekken en de Barbaryfche Ksapers te verdryven. Vier onzer Galjootcn zyn met 14.6 Slaaven alhier terug gekomen. 'Er zal b'nncn kort wederom een Oorlegs-Fregat van Stapel loopen ; ook word het Oorlogfchipde Heilige Johannes, van Gibraltar terug verwacht r werwaards het eenige Koopvaardyfehepen geleid heeft. Praag den zyften September. Volgens fommige Brieven uit Hongaryen was een Turksch Corps van 1000 Man onverhoeósch over de Gremen gerukt, e'nhadde Ingezetenen zeer gehavend; doch onze Troupen in de nabuurfchap met fhellen martch op den Vyand aanrukkende, en hen den terugtocht affnyrende, hadden' 600 Man neêrgefabeld, en de overige Krygsgevangen gemaakt. Wyl echter van dit vootval noch tyd noch juifte plaats gemeld wordt, kan men 'er voor als nog 3oet geene zekerheid geloof aan Haan. Ps*  ( 167 ) Parys den 25lren September. Met de Spaanfche Brieven verneemt men dit dè jonggeboorene Tweelmg-Pnnfen zich teer welvaarendebevinden, en dat 'by den Doop, de oudfte, behalven den Naam van Karei, nog 21 andere Naamengekreegen heeft, welke ai Naamen ook aan den jongden, agter dien van Philippus zvn toegevoegd. r ' 3 De Heer Deferrez, Profesfor in de Wiskunde te Rysfel, heeft eene nieuws foort van Bak-Oven uitgevonden, die in plaats van met Hout, met Steenkoolen Turf, of eenige andere Brandlloffen geftookt kan worden, zodanig, dat men met twee derden minder aan kosten, en in een derden minder tyds daarmede kan bakken. Hy heeft deeze nuttige uitvinding aan de Academie der Wcetenfchapp-» medegedeeld, welke dezelve, 1» een naauwkeurig ondersoek, met haare goedkeuring vereerd heeft. De beruchte uitvinding van den Luchtbal van den Heer Montgolfier. waarmede morgen weder eene Proeve zal genomen worden, heeft aanleiding gegeeven dat zeker Heer dezelve in het klein heeft nagemaakt, en nu verwacht men, dat d'eeze Miniatuur-Luchtballetjes een tyd lang eene der voornaamfte Kraameryen zyn zal* len van Kermisfen of Jaarmarkten, als een Philofophisch Poppengoed ten gerieve van groote en kleine Kinderen. Weenen den eerften Oéiober. Zyne Majefteit de Keizer is eergisteren middag van Bohemen, in eenen gewenschten wdftand in deeze Hoofdftad geretourneerd De Aartshertog Maximiliaan is den 22ften der voorige maand, in gezeifchap van den Vorst van Furftenberg, te Brunn in Mahren aangekomen, en heeft daags daar aan zyn reis naar Freudenthal voortgezet. De Koning van Zweeden wordt tegen den 2often deezer hier verwacht, en men heeft reeds de Apartementen in 't Paleis van- den Graave van Schulenbourg tot zyn verbiyf gereed gemaakt. Men Zegt, dat Hoogstdezelve zich 14 dagen hier zal ophouden, en dat Zyne Majefteit de Keizer by die gelegenheid verfcheidene Fefteins- zal geeven. Tc Gonftantinopolen regeert de Pest nog fterk; zynde den oden der voorige maand 'er nog 173 Lieden aan geftorven. Neurtftburg den 2den Oöober. De Lutherfche Gemeente in de Prufsfifche Stad Bernau heeft toegeftaan, dat haare Roomfche Medeburgers in de Hoofdkerk welke federt twee en een halve Eeuw in 't bezit der Lutheraanen geweest is ook hunnen Godsdienst mogten verrichten, 't welk zy tot nog toe in eene He'rberg hadden moeten doen. Het ware te wenfchen dat dit voorbeeld der weldenkende Burgers van Bernau overal mogt worden nagevolgt. Amfterdam den óden OSober, Van Gaskroon, in Z weeden, wordt van den< 4den September het volgende gemeld: Twee Oorlogfchepen, waarvan de Kielen den roden July laatstleden op de Koninglyke Werf gelegt wierden, zyn den 2den deezer zeer gelukkig van de Hellings geloopen, (en dus in den tyd van zes weeken en twee dagen zo ver gebragt;) het eene Schip, geboord voor 60 Stukken wierd genaamd de Gerechtigheid, en het andere, van 40 Siukken, Diana: Van deeze Hellings zyn binnen den tyd van tien maanden afgetoopen vier Schepen van Linie van 60 Stukken, en vier Fregatten van 40 Stukken, wasrvan 'er ten reedf in Zee is. t In den Storm van den iaden September is zwaar befchadig! geworden en te Hu-  C» vertooning; daar een Huis geftaau had, zag m n „u Ten PuirLnn f1*^ een elendig Hutje, daar twee of drie ^ml^^Y^^t^S^^ ook zag men hier en daar een verminkt Man Vróuw of S 'n a ^ *a£en. vroeten. Vier dagen heb ik in de Vlakte gereisd dooT zo vSe evt "'^P611 niet mooglyk zyn te befchryven. De AardbeevinehL P.mll e!cndenS als my weest, dat alle de Inwooners van die: S,ad levï pen bedolven wierden, en 'er van de 6000 IBin c d°°d °ndêr de P^ooïden February het leven gelaaten hebb£ IaWOOncrs 2100 °P d'<* noodlot.igea . . (Het vagende bier na ) Gedrukt by de Erve de ^dn^JXc7o BV sT^J^^^TTde Reguliers Brrfftmt, te Amfterdam; P  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VER TELDER. Den i November 1783. N°. 44. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 178. ' Deeze Byzonderheden verneemt men van elders Madrid dm a8ften September. Van Aftorga, in het Koningryk Leon in Spanje verneem men dat in het Dorp van Sainte Marine, twee mylen Van gemelde Stad gelegen, den i9den der voorige maand, Brand gewees is w«r door byna het geheele Dorp is in de asfche gdegt. Van de la h! ' ar' hetzelve beftond, zyn Hechts y daande gebleU. D^£rS^W^ Huisraad, Klederen en Provifien verlooren. Deeze ongevallen zyn zeer gemeen ia de meetten der omliggende Dorpen, zynde alle derzelver Huizen met D.kln van Stroo bedekt. "lcl Napels den 3often September. Sedert dat men ondervonden heeft, dat in de Nabuurfchappen der Kerken, waarin de Lyken begraven worden, de aanfteèken de Koortfen menigvuldiger zyn dan op andere Piaatfen, is 'er bevel ee^ev/n om zo fpoedig als mogelyk is de drie nieuwe Begraafplaatfen, welken men hn?' ten de Stad heeft begonnen aanteleggen, in gereedheid te brengen Parys den icSJen Oaober. Sedert gisteren den iyden deezer'ryden van Parvs op Calais drie Postwagens m de week, welke correspondeeren met dePakerhnnt die van Calais op Douvres gaat, en ook gaan 'er drie Postwagens 's Week^van Douvres, ,n dénen dag, op Londen. Van Parys op Londen wordt betaald Ho Livres door elk Perfoon voor de Wagenvragt, de Pasfagie over Zee en Voedfei • maar voor de Bagagie moet apart worden betaald. Te Galais en Douvres zullen Comp oiren Zyn, alwaar de Reiziger zyn Geld kan verruilen. De Heer Necker, die, tot herftel zyner Gezondheid, eene reizenaar zyn Vaderland Zw!t zerland, gedaan heeft is in de gepasfeerde week op zyn Buitengoed, di&t bv St" Dems, volkomen herfteld zynde, terug gekomen. 6 ' De Engelfche Kapitein Asgil, die op voorfpraak van ons Hof, door den Ge. neraü Washington, van de Doodftraf bevryd is, met deszelfs Moederen twl Zusters alhier aangekomen zynde, liaan zich naar Fontainebleau te beeeeven om den Graaf de Vergennes te bedanken voor de moeite die hy voor zyn beho id heeft genomen, dewyl hy, zonder de tusfehenkomst van dien Graaf zvn droo. vig Lot tckerlyk had moeten ondergaan. 11 X3 De-  C i74 ) Dewyl de Kapteui-Pacha, anders de Groot-Admiraal der Turken, tegenwoordig de Man is, die de meefte invloed op den Divan heeft, kan het aan het Pnbliek niet onaangenaam zyn, eenige weare omftandigheden van zyn leven te vermelden. Deeze Man, thans 66 a 68 Jaaren oud, is in Afië van geringe Ouders gfbooten en begaf zich vroegtydig in den Algietfchen Dienst, in welken hy door zynen yver voorzigtigheid en moed, wel haast het vertrouwen van zyne Meefters won' zodat hy, van trap tot trap opklimmende, eindelyk een Corps van 80 Mannen onder zyn bevel kreeg, en hiermede muntte by in het Gebergte byzonder uit tegen de Onwilligen om Schattingen aan de Algerynen te betaalen; de Dey zelve begon hem boven zyne Mede-Officieren te begunftigen , toen hy, geweigerd hebbende om een Paard aan dien Vorst afteftaan, daardoor in Ongenade verviel cn zelfs zyn leven niet meer veilig hield, waarom hy dan ook alles tot zyne Vlucht gereed maakte en dezelve volvoerde op eenen Vrydag, die de Mufclmanren als Heilig houden, en op welken zy in zekere tyden van het Jaar voor de Spaanfche Piaatfen komen brareeren en zich uit een Heiligen iever laaten dood fchieten; hy reed dan te Paard, even als of hy den Vyand nazette, en kwam gelukkig binnen de Vesting Oran, alwaar hy van den Gouverneur heusch behandeld wierd, en die hem, om zynebegeeerte, van Spanje te zien, te vervullen, met het eerde Schip derwaards zond: Te Madrid bleef hy drie Jaaren, en beVlytigde zich zeer in het leeren der Spaanfche en Ita'iaanfche Taaien, gelyk oók der Europafche Kunften, van waar hy eindelyk, met zeer veel moeite daartoe vryheid bekomen hebbende, naar Napels vertrok ea na verloop van een Jaar naar Conftantinopolen ging; dan de Dey van Algiers had het zo weeten te beleggen, dat hy terftond na zyne aankomst, als een Deferteur of Renegaat aangemerkt'wordende, by de andere Misdaadigers in Ketenen gefloten wierd; doch deeze droeg hy zeer geduldig, en muntte in het kort boven zyne ongelukkige Makkers uit, door Gehoorzaamheid eu Trouw, terwyl hy hen ver overtrof in fterkte en edele houding: Twee Jaaren in deezen vernederenden toeftand geleefd hebbende, kwam de voorige Grooten Heer Muftapha, die zeer dik wils verkleed alle de hoeken en piaatfen dier Stad doorging, eok in de plaats daar de Misdaadigers waren, en getioffen door het gelaat van deezen Man, vroeg hy hem naar reden van zyn ongeval, en vernomen hebbende dat hy door eere fchreeuwende onbillykheid onder die Schelmen geplaatst was, fchreef hy hem eigenhandig den Naam van een Officier van het Serrail voor, a3n welke hy zyne verontschuldiging moest overgeeven, om die aan den Sultan te bezorgen, daar tevens byvoegende: „ lk zal u uit deeze Gevangenis helpen." Dit gefchiedde, en twee dagen na het inleveren zyner bede wierd hy losgelaaten en hem het commando over een Oorlogfchip aanbevoolen. Van dien tyd af klom hy telkens hooger in rang, zo dat hy in den Slag by Tchesmé, een der commandeerendc Officieren over de Vloot was, en zich zo door zyn raad als daad zeer veel roem verworf; want de Turkfche Vloot eens zo fterk zynde als die der Rusfen, ftelde hy het volgende middel voor om den Vyand geheel te vernielen : „ Laat de helft onzer Schepen de Rusfen aan boord leggen, en, wel vast zynde, den brand in het Kruit fteeken; wy verliezen dan, het is waar, de helft * onzer Schepen; maar den Vyand is geheel vernield»" Deeze kloekmoedige raad  >pys doortezweigen. Het andere Meisje was omtrent u Jaarendeeze had maar zes da*en onder de Puinhoopen gelegen, maar in zulk eene droeZ vige en beknelde houding, dat een van haare Handen dermaaten tegen haar Want aaupepem was geweest, dat zy 'er rog een put van in haar Weezen had Van Oppilo begaf ik my door dat heerlyk maar verwoeste Land naarSemi»»™ en Palmt, op welke laatfte Plaats 1400 Menfchen omgekomen , maar alle de dood! Lyken nog met gevonden en beg.aven waren. Ik zal nooit vergeeten het droe! vig Figuur van een Vrouwsperfoon , hetwelk ik daar, in Rouwgewaad met h«, hand onder haar hoofd en op de knie rustende, op de Puinhoopen van 'haar E zag zitten en haare treurige oogen op de Schoppen en Spade der WerkPedenw! vest'gd hield, m hoope van haar tedergeliefde Kuid te zien opgraven Dewe «&!t was eene groote Marktplaats van Oly, en meer dan 4000 Vaten laeen 'er in a Stad, ten tyde van deszelfs Verwoesting, en deeze Vaten verbroken zvnde lienVr eenige uuren lang een «room van Oly naar Zee. Myn Leidsman verhaalde L dat hy hier door de eerfte Schok onder de Puinhoopen van zyn Huis bedolven' wierd, doch dat hy na de tweede, die onmidlyk op de eerfte volgde, zich fchr¥" lingi vond zitten op een Boom, welke ten minften ïy voeten hoog Was By alle onderzoek is my gebleeken, dat de geweld.gfte Schok vandenVden Fe. bruaty van onderen is opgekomen en niet gelyk de volgende Horizontaal- nnlfa het opmerklyk, dat een kleene Visch, Cicirelli genoemd, welk zfch«mSÏvï op den bodem van de Zee in het Zand ophoudt .federt het begin de Aardbeev£ af tot heden toe, 111 zulk een overvloed naar boven gekomen is dat He,el 7JZ.g tot een ryklyk Voedfel voor den gemeenen Man verrekt, dVdtetort«Sïl eene Lekkerny der Grooten gehouden wierd: daarenboven is de Visch k't S« meen, langs de Kusten van Calsbr ë en Sicilië , federt dien tyd, zeer over ST dig geweest, waaruit ik befluit, dat het Zand op den bodem der Zee Z ï h°oeSedreevïnfcT ^ " ^ « 'derzelverfcüuï Van hier ftak ik over naar Scilla, hebbende byïny myn Vriend den Pater Minafi een Domuiikaaner Monnik, een waardig Man en bekwaam Natuurkenner lè door de Academie van Napels geblikt word, om de Befchryving v n aile de Verfchynfelen, d.e de Aardbeevmg verzeld hebben, optemaaken. Met zyn be hulp, begreep ik, op de plaats zynde daar het gebeurd was, de wys op welke dê Prins van Sela, met 2473 van zyne ongelukkige Onderdaanen, omSomen War\ l] , fVa'1 ,f 5 rfiüS' °P8emerk' hebbende dat geduurende Se verfchnklyke Schok, welke den yden February tegen den mid^VoorvW gedeelte van de Rots „aby Scilla, was afgefcheurd en in Zee^ri vreetS dat de Rots van Scilla, op welke zyn Stad en Kafteel gebouwd was heS mogt gebeuren, waarom hy het veiliger oordeelde zich in1 Vaartu-gen tebeEeeven en de wyk te neemen naar een kleen Haventje, aan de voet van dfi Rot?Z ' .en met Klippen omringd. r u-t fint ;„, \ gelegen 5 ^ Jiot tn onzen eerstvolgenden.') " Gattrakt by ds Erve dc Weduwe! AC OBU sVZ^&GMC^r "~ de Reguliers BrtéArut, te Amfei, °Nf: CP  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTE LD ER. Den 8 November 1783. N°. 45. ■— — 1 --^--^j Het getal der Dooden van de voorgaande weeJt is 179. T De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze Om onzen Leezeren een denkbeeld wegen» de Bombardeering van Meiers f geeven, zullen wy het Eztrad u,t een Brief, gefchreeven door een Algeryn aan zyn Broeder 10 Engeland, hier piaatfen, zynde van deezen inhoud • ,, Ik maak u bekend dat op de aankomst van de Spanjaarden alhier f zynde den eerften dag der maand Ramadan, twee uuren voor den Dageraad) zy op de Sta? begonden te fchieten en dertien agtereenvolgende dagen daarmedeainh^ldenldoch op de drie laatften alleen 's morgens en 's avonds. Ons verlies aan Huilen en Winkels is niet boven de honderd en die zyn zeifs niet ten eenermal verweest Wy hadden 3y Dooden fonder welken fommigen onzer voornaamfte ArtflteV Bedienden zyn) en zy Gekwetften. Op den zeventienden dag gingen wy uit met onze Galeien en Kanon-Booten, en kwamen den Vyand zo naby, dat wy binnen het bereik yan een Piftoolfchoot waren; wy hadden het geluk om x Vyandè vke Schepen in brand te fteeken, en hielden met fchieten aan tot dat wy 17 ™n '« vl ands Kanon-Booten vcrbran d hadden. We'nig dagen daarna fpoeldenf verfcheiden doode Lyken van Spanjaarden met den Vloed aan Strand, 't welk am den geboodfchapt zynde, gat hy bevel, om hunne Hoofden aftekappen en ze hem ^ •brengen, welker getal tot heden toe 703 bedraagt. De Spaanfche Sch-pen fchee! 'ren groote fchade geleeden te hebben; en wy fchooten op hen, geduurende hunna i retraite, met al het Gefchut dat hen kon bereiken. De Dei deelde grome fommï 1 Gelcs uit onder de Troupen en Zeelieden, wegens hunnen moed en goed beleid ï Dus beflait ik, wenfchende u Voo.fpoed en Gezondheid." Men zou, volgens deezen Brief, moeten oordeelen, dat het bericht der Span» jaarden de toegebragte fchade zeer vergroot had; doch wyl deaangebooren Vaderlandliefde den Algeryn heeft kunnen aanfpooren, om de rampen van zyn Vaderland te verkleinen, zullen wy hier nog laaten volgen den inhoud van een Brief door een Engelfchen Renegaat gefchreeven aan een Koopman in Duins, zynde in de 'volgende bewoordingen vervat: 1 „ Deeie dient om u den deplorablen toeftand, in dewelke onze Stad door de [Spanjaarden gebragt is, te melden; geen een Huis is byna overgebleeven; ik én ^ mya  O 7» ) _vn Huisgezin woonen in eene Hut, dewyl ons Huis verbrand is. Zy hebben in die fataal e Vyf dagen 2964 zo groote als kleine Huizen verwoest, 7 Kerken zyn ceheel afgebrand en 10 anderen zeer befchadigd geworden: Op het Fort Alizozyn flechts 6 Stukken Kanon overgebleeven ; h<$ Fort Inobat is geflecht; een Vleugel van het Kafteel van Befamfien heeft door deszelfs val verfcheide Huizen verbryzeld; 2 croote en 10 kleinte Schepen zyn in den grond geboord; circa 40 Bomben hebben op de plaats Sinab 907 Ruiters zo gedood als gekwetst; de rest is het door de vlucht ontkomen. Kortom, alles is een bedroefden ftaat; want'er is hier nog nooit zulk een Bloedbad op eenen dag geweest. Den derden dag der Bombardeering waren 'ér meer dan 300 Mooren die deferteeren wilden ; deeze allen zyn zonder genade Onthoofd, en het was een allerysfelykst Schouwtooneel, om deeze Schepfels, wiens laatfte woorden waren, daar is geen ander God den God! Mabomet is zyn Propheet! door des Dei's en door Beuls landen te zien fterven. 6 Myn Vriend ! ik zegge u voor eeuwig vaarwel, vermits ik niet weete, of ik morgen nog zal zyn ; want de Janitfaaren, die bloedgierige Raaven, behoeven maar alleen my by den Dei aanteklaagen, dan zal ik gevat en zonder verhoor Geworgd worden. De Stad en Ommeftreeken heeft veel geleden, en hadden de Spanjaarden nog een dag of twee hun werk kunnen vervorderen , wy zouden de Stad hebben moeien verlaaten : Omtrent 600 Bomben, die op de Moelje geworpen zyn, hebben 1600 Menfchen het leven gekost, en bovendien worden dagelyks nog éo a 70, 10 Turken als Slaaven, omgebragt; het getal der Dooden wordt begroot op'3000 Man, en dat der Gekwetften op 6700, onder anderen is myne oudfte Zoon Martin, door een ftuk van een Bombe, die in ons Huis viel, doodeeflagen ; wy zullen werk hebben om onze Vestingwerken te repareeren, en zyn alleen bevreesd dat de Spanjaarden ons een tweeden Aanval doen zullen, eer wy klaar zyn. . , , , ., , „n Het getal hunner Dooden is my niet bekend, maar ik verzoeke ULd. myne : yroetenis aan myne Vrouw en Dochter te doen , en haar myne blydfchap te betoonen, dat zy in Algiers niet zyn; want het baldaadig Volk, namentlyk de Janhfaaren, leven zeer (legt met het Vrouwvolk; de Vrouw van den Renegaat Owens wier Man gisteren Onthoofd is , in Barensnood zynde , hebben zy levendig'het Ligchaam opgelheden, en 'er twèe Kinderen uitgehaald, die zy uit het Raam gefmeeten en vertrapt hebben, ó Vriend ! ftek u deeze angften en benaauwdheid voor; de plaats noodzaakt my aftebreeken, en u nogmaals vaarwel te zeggen; vaarwel, vaatwel, lieve Vrind!" Olmusz den zden Oöober. In de voorige week hadden wy hier eene byzondere foort van Ziekte, waardoor daaglyks meer dan 1000 Menfchen op het Ziekenbed gebragt wierden, zo dat men voor de Pest vreesde en men reeds in beraad ftond om de Poorten te fluiten, wanneer de Ziekte , nadat de Lyders twee of drie dagen met eene verwisfeling van koude en hitte gefukkeld hadden, in eene Rotkoorts-veranderde, die menigvuldige Menfchen wechfleepte; doch thai.5 is de Ziekte geheel over, zynde dezelve zekerlyk veroorzaakt door een kouden Wind, die na eene warme middag gevolgd is. Van het Garnizoen waren 'ei ia Officiers ziek, doch na verloop van 24.uuren weder gezond. Stek-  (iy ie koopen. De Man betuigde, dat hy 'er zeventig Guldens voor gegeeven had; maar hy wierd uitgelagchen, en men dwong hem om 'er twintig Guldens voor aanteneemen. De arme Man weende bitter. Het Volk vergaderde rondom hem. Juist kwam de. Keizer, en vtoeg de reden van dien famenloop, en dezelve vernomen hebbende, beval zyne Majefteit den Man om hem te volgen; reed naar het Watetbouw-Ampt en liet aldaar het Boek nazien, waarop reeds 80 Guldens voor 't gemelde Vaartuig waren geannoteerd. Tetftond wierd de Amptenaar, die dit bedrog verricht had, naar het Tuchthuis gebragt, en veegt thans de Straaten; de arme Man ontving de overige 60 Guldens en nog daarenboven een Gefchenk voor zyn geleeden kommer. — Toen de Keizer onlangs in Hongarye was, trok een fchoon oud Man, die onder de Misdaadigers de Straaten veegde, Hoogst deszelfs attentie op. zich. Waarom werkt gy in 't Yzer? vroeg zyne Majefteit. Ik floeg een Haas dood in myn eigen Huis, was 't antwoord. Wat hebt gy verder misdreeven ? —*Niets. — Wie is uw Overften? Ik zal voor u bidden. — 6 Neen ! dat niet: zulks deed onlangs ook een aanzienlyk Heer, en daarvoor kreeg ik yo Stokflagen toen hy wech was. — De Keizer ging naar den Overften, onderzocht de Zaak, en vondt alles gelyk de oude Man gezegd had. Hy wierd terftond losgemaakt, en den Overften in dezelfde Yzers geSooten, wordende deezen daarenboven de yo Stokflagen direct te rug gegeeven. — ó Gelukkig Duitschland! in tegenftelUng van laagere Landen en hunne Vorften. 's Graver.bage den i^den November. Het voorgevallene te Liefkenshoek zeer different verhaald zynde, heeft men hier een Relaas van het geval, hetwelk voori echt wordt cpgegeeven. Te Liefkenshoek is buiten de Kerk geen Kerkhof, noch plaats om Dooden te: begraven, ten zy men die in de Fortificatie-Werken maar in den grond wil ftee-' ken. Men is dus aldaar gewoon de Dooden, zo wel der Burgeren als van hetI Guarnifeen , te begraven op het Kerkhof van den Doel, ten Dorp aan de Schelde j., een kleine halve myl van Liefkcnshoek gelegen, naar den kant van ZeelandM door Keizer Karei de VI. by het Barriere-Traciaat van 1715 aan de Staaten afge-ftaan Deeze gewoonte is onafgebroken onderhouden, tot dat op den I7deni October laatstleden een Soldaat van het Guarnifoen van Liefkenshoek overledeni zynde, derwaards wierd getranfporteerd, geadfifteerd vaa een gewapend Com-«nando, Zo als by alle Militaire Begravenisfeii gebruiklyk is, en komende op hett Kerkhof, vondt men-aldaar den Bailliuw, met het Gerecht, welke declareerde,, niets te hebben tegen de begraving van den Dooden, maar wel te^en de daavbyy zynde Gemeenen en Onder-Officieren van het Guarnifoen van Liefkenshoek,, welke als Uitlandfche Militairen, volgens het onlangs vernieuwde Ed ct van deni 3È.eiaex niet snogten komen op zyn Majefteits Grondgebied., en dat by derhalve!  ( 1*7 ) alle dezelven arrefteerdö: Men heeft geoordeeld, met de begraving te meetor voortgaan, en het zoude een byzonder verfchynfel geweest zyn, indien dit gedeelte van het Lief kenshoekfche Guarnifoen , zo wel de gewapende als ongewapende Manfchappen, zich aan dat arrest had onderworpen , en men field vast, dat de Bailliuw niet anders wenschte, dan deeze Mannen te zien zyn arrest violeeren , en hen te zien terug trekken, zo als ook na de begraving en na nog eenige woordwisfelingen tusfchen hem en den Majoor van Liefkenshoek, die 'er by was, gefchiedde. Op den 27ften O&ober kwam 'er een gerucht, dat 'er dien avond in het Dorp den Doel een Corps Oostenrykfche Troupen werd gewacht; en het gebeurde ook indedaad: 400, anderen zeggen joo Man van het Regiment vanClairfait, uit Gent, arriveerden in den Doel dien avond, en den z8(len 's morgens, omtrent 8 uuren, zag men dit Corps, hesbende een Hoofd-Offic'er aan 't hoofd, op den Dyk recht op Liefkenshoek, aanrukken, met flaande Trom, doch zonder Vaandels en zonder Ammunitie. Men wist te Liefkenshoek, noch te Lillo niet, wat het oogmerk was: de algemeene vrees was, dat men zou komen opeisfehen die Gemeenen en Onder-Officieren, die by de begravenis geweest waren, 'f geen voor die in Liefkenshoek een akelig vooruitzigt gaf, alleen voor* zien van twee Compagnien Guarnifoen, waarvan veelen ziek en veelen met verlof abfent. Doch men floot de Poort en de Barrières ain den kant van den Doe!, en daar werden twee Schildwachten voor geplaatst; wordende het Guarnifoengecommandeerd door den Majoor van de Plaats, die voor een;ge tyd een verhoogden rang by de Armée heeft gekregen , zynde de twee Compagnien aldaar in Guarnifoen van het Regiment van Pabst, onder een titul. Capitein. De Oostenrykers tot tegen' de Barrières genaderd zynde, liet de Commandant, die het Corps aanvoerde; verzoeken, dat zy mogten worden geopend, om door te pasfeeren, voor reden of liever tot voorwendfel gebruikende, dat zyn Volk den voorgaarden dag een zwaaren Maisch h3d gehad, en dat de Weg langs welken hy gekomen wasj.door den regen, die ditri nacht was gevallen, te moeijelyk was ge-worden, om 'er langs te retourneeren, beloovende op zyn Woord van Eer, in naam van zyn Keizer, dat 'er niets zou gebeuren noch voorvallen, en dat byniet anders-verlangde, dan den doortogt door de Werken, en dat men dus niet> noodig had, om de Poort voor hem te iluiten. Hierop werden hem de Barrières geopend, en de doortogt begon, doch men haalde de Valbruegen op, Het refpeclabel Corps was-verzeld van een Kar, op welke men een Doo^iit had, die met oude Matten en Touwen bekleed en omwonden was. D^eze Kar binnen de Barrières zynde, werd agteru t gereeden tot tegen de Binnen-Gragt van het Fort, . en van vooren zo hoog opgeheven . dat de Kist daar agter af moest glyden in herWater ; doch aan de kant, wegens de ondiepte, blyvende ftaan , namen de Dienders van den Doel, het einde van de Kist, dat nog op de Kar was, op, fmeetea dat agter over in het Water, waardoor zy z:ch van hunne vragt ontflagen , en de Kist dry ven zagen, keerencVterftond met hunne Kar terug , terwyl de Troupen aan de anderen kant wederom de Werken uit marcheerden, vergezeld van een considerabel aantal Doelenaars; die met den hoop mede gekomen waren. Men kan zich niet genoeg verwonderen, dat men om een dooden Soldaat, en diVnog bovendien van de Roomsch-Caiholyke Religie is geweest, zu'k een aantal Troupen heeft laaün msreheeren eensn Weg van meer dan ia mylen van Gent, en zo  ( x-8* ) veel tersg, met eenen omweg vin meer dan 2 mylen, om ah ReprefaHles lanes de SiaJ Hu'st, over het Staaten Territoir te marcheeren. Zierikzee den i4den November. Den 1 iden deezer is alhier vastgeraakt by de Btójaart s,an het Eiland Schouwen, een Sloepfcheepje, genaamd de Maria gevoerd wordende by Krpitein Lou;s Rouxel, komende met Hallast van Gueri'fey ^elestireerd raar Rotterdam: Schipper en Volk heeft zich met Chaloup gered' doch men vreest dat het Schip wech zal zyn; men ziet Wrakken in Zee dryven eu 'er zyn al circa 70 Tonnen Teer op de Stranden van Schouwen aangekomen ~«o dat men gelooft dat 'er in den Storm meerder Schepen zuilen gebleven zyn ' Egmmd op den Hoefden lyden November. Gisteren is in de Banne van Egmond op Zee geftrand, een Driemast-Schip, genaamd Peder Ancher gelaaden niet Bout, zo als men uit de Papiepen (die in de Schipper zyn Brieventas zyn gevonden) heeft kunnen opmaaken, komende van Fredrikllad en eedestineerd naar Londen, Schipper Michiel B.icks: het Schip is geheel aan ftukken gedagen cn van dc Equipagie belhande in 18 Man, was 9 Man geborgen; doch door het vervoeren van vier derzelven, is door de hooge Zee de Wagen omgeflapen en drie daarvan verongelukt, onder welke laatften is geweest de Schipper. De geheele Lading Hout legt op Strand en wo^dt geborgen. - Jtnflèrd.m den i7den November. Den'^den deezer is in Tesfel geen Postfchut aangekomen; de Wind W. en W. N. West, harde Wind; dien avond is in de Junsd ólie van de Helder, omtrent de kleine Keten geflrand het Schip van Schipper M. Aukes, van Petersburg herwaards, gelaaden met Hennip, en is kort na zyn ftrandmg door de felle Storm en woedende Zee geheel verbryzeld en aan fluk gr Hagen, zo dat men ook niemand heeft kunnen bergen. De Hennip legt langs het Strand in de Jurisdiöie van de Helder en Calans-oog verftrooid ; nog was dien dag van de Reede op de Zuidwal gedreeven 's Lands Oorlogfchip Hoorn Kapitein Drillinger, leeft zyn Ankers verlooren: Den iyden is niets gepasfeerd • gisteren avond is over de Gronden van de Haaks heen gekomen een Dr-emast Galjoot, orbekend, is voortgezeild en legt onder Ooflerend ; de Schepen op de .Reede van Tesfel leggen m goede (laat; aan 't Oude Schild op Tesfel zyn komen amdryven een Pyp Brandewyn, een Vat Wyn en eenige losfe Citroenen. Van Ooflerend zyn wechgedreeven en zitten in de Binnefcheer, een Kof en twee Driemast Schepen, de naamen onbekend. Met het Deensch Oo gngen. lYarfcbauw den 8ften November. Onlangs heeft men in de Nabuurfchap dee. zer Stad een Werk ten einde gebragt, dat .met recht een Meefterftuk in zyd foort genaamd mag worden; de Uitvinder van hetzelve, zekere Baron van Sumprechsdie ledert twee Jaaren den Koning van Polen als Mechanicus dient, heeft voor'dé Kroons-Artillery eens Kruidmolen doen vervaardigen, welkers goeden uitflasr. in aanmerking van de zwaarigheden die men op het Model maakte, vry algemeen in twyfel getrokken wierd; doch de Generaal Veldtuigmeefter, Graaf van Bruhl niettegenlUande alle die bezwaaren, zag echter de groote nuttigheid die'er in deeze' .Uitvinding lag, en beval den Baron van Sumprecht aan de genade van den Koningdie 4e Kunftenairs altoos befchermd heeft; en welke dan ook, na zyn eenoeeea' over het voltooide Werk. betuigd te hebben, den Uitvinder met een Vorftelyk Frefent befchonk. De Molen is zodanig ingericht dat hetfjpringen van iet Kruit onmooglyk gemaakt is, en zo zulks aldoor het.een of ander verzuim plaats had zoude de fchade van geen belang zyn, dewyl de bewerking in verfcheiden fioo fchreden van elkander ftaande) Huisjes gefchied, in welkers midden een Stal ftaat cn- m. welke Stal een Os door het doen draaijen van een Rad de beweeging aan de gemelde Huisjes geplaatst, mededeelt. s' .fV^'.den iyden November. De Inwooners van .Montargis en Nemours Issgen tyd geplaagd geweest zynde door eene groote bende Struikroovers hebben emdelyk het genoegen, dat zy ïjo van die Gaauwdieven in hechtenis hebben ee fcregen, waarvan 'er reeds 64 zya geftraft en de overige %6 hun Vonnis in de Gevangenis afwachten. Eïtraa uit eenen particulieren Brief van Utrecht van den zeulen November Voorleden week overleed een der waardige Leden van onze Schuttery en wel een Musketter van het vierde Pelottoi van het Genootfchap: Pro Atria ft» Lihertate. Hierop werd door fommige Leden voorgedraagen en eenpaarig eoedgekeurd, om (gelyk Dordrecht onlangs in diergelyk geval het. voorbeeld eegeeven had) deezen hunnen Spitsbroeder, met Militaire Plegtigheden, de laatfte Eere aaatedota. Men informeerde zich aan het Sterf kais, hoe de Familie van d*n Over.  ( Ipl ) Overledenen daaromtrent dacht, en een gunüig antwoord ontvangende vervol men zich voorleden Maandag met een Request aan de Vroedfchap 'om tot het verrichten deezer Plegtigheid Verlof te verweken , waarop ook onmiddelvk een gunftig Fiat- verleend werdt. J Dien zelfden avond werd het gantfche Cors by één geroepen, om de noodiee fehikkingen te beraamen, en werd beflooten, dat 16 Man van het Pelotton waartoe den Overledenen behoord had, het.Lyk zouden draagen dat de overige Wan dat Pelotton benevens het geheele eerfte Pelotton de 3 Militaire Salvo's zouden doen-, en dat de twee Pelottons Grenadiers, in volle Geweer en Wapenen den trein zouden openen en fluiten, om ruimte te maaken, en den aandrang van 'r Volk te beletten. ö " ^Gisteren ochtend, den dag tot de begraving beftemd, vergaderde h-t gani^hp Corps, zo Officieren, Onder-Officficren, als Gemeenen, om half ïo uuren fa de Weeskerk, en marcheerde van daar in orde naar het Sterfhuis ftaand- tegen over het Stadhuis, alwaar eene gevoeglyke .ruimte is, terwyl ee'n onWooflvk getal Aanfchouwers. niettegenftaande den zwaaren Regen, door de nieuwiWir» deezer Vertooning u;tgelokt, zich op Straat bevond, of uit de Venefteren der Huizen lag , en zelfs veelen onzer braaffte Regenten deeze Plegtigheid nit JI Vengfteren van het Stadhuis aanfchouwden. ™gngneid uit de • Het Corps ter beftemde plaatfe aangekoomen • zynde, gingen de Draagers -n het Sterfhuis, en bragten het Lyk op den Baar. De Draagers hadden orUwnZ Hoeden een-grooten Laurier en Palmtak, in het midden met een Floers l int Aamgeftrikt, en hen aangeboden door den Bloemist Z. Brakel, een Man d met den eerloozen gedetineerden van Brakel niets dan eene toevallige eelvkh 'h van Naam gemeen heeft, verzeld van een Aanfpraak, die het gantfche Com« h™!» den Wel Ed. Geftr. Heer Gordon wierd voorgeleezèn; luidende aldus- P Edelmoedige Mannen ! Rechtgeaarde Vaderlanders! „ Befchonk ik U Ed. den ijden O£lober laatstleden met den Palm Ol >ï „ en Lauwertak , om myn imiig genoegen over uwe lofF.-Iyke daaden te'W™ „ te geeven. „ Niet minder vinde ik my verpligt, om by deeze'eerftë en plegtige Ccemn „ me, dat één van onze Batoos Zbonen, op eene deftige en ftatieuze wvie Vaï ter Aarde befteld worden, u te befchenken met den altoos groenen I auw~ „ tak, om aanteduiden, dat zyne Nagedachtenis onder ons onverwe'kba- 4vn „ zal. 't Is waar , ik heb dien- vermengt met den treürigen Lyk CvDré\ „ „ met het zwarte Floers beftrikt, om aanteduiden, hoe zeer het ons t-r hart „ gaat, een van-onze Helden of rechtgeaarde Vaderlanders in onze Sul „ verliezen; welk een onderfcheid, myne Broederen r daar anderen van dat ver* „ peste Rot! met vervloekinge ter Aafde daalen, daar hun gedachtenis met (idl „ dering en afgTyztrigbefchouwd wordt, of. op zyn best genomen , haare Na» „ men in het Zmd gefchreeven worden. DTt moet u Moed geeven - dit Z,T* „ u aanzetten, myn waarde Broederen! Nooit zal ik mankeeren mvnfi\t'J „ genheden verpligt aan uwe loffelyke verdienften, dankbaariyk'te kennen Z r lTT\r PT15/1""' bd0fte! Dit is *£m*»**k van uwen waareS „ Mede-Vaderlander". -/ rd.",. w3jren  ( 19* ) Ka het keien deezer Aanfpraak het Lyk op de Baar gezet zynde, begon de Statie in de navolgende orde: i. Een Detachement Grenadiers, in rollen Geweer, geleid door twee hunner Officieren, de Heere Pronker en Sax. 2. Een Detachement van 30 Man van het eerde Pelotton Muskettiers, met gelaaden Geweer, verkeerd onder den linkerarm , aangevoerd door eenen Officier, den Heer Banes, benevens twee Tamboers, wier Trommels met zwarte Baai bedekt waren. 3. De Groef bidder, met den Bode van 't Corps. 4. Het Lyk, gedraagen door de voornoemdeDraagers, alle Vrygezellen, met hunne Takken. Boven op het Rouwlaken lag ter rechtertyde de bloore Sabel, en ter linkerzyde de Schede, y. Tweepaar Bloedverwanten van den Overledenen, met Rouwmantels en Lanfers. 6. Onze braave Colonel en Luitenant-Colonel , de Heeren Gordon, en de Ridder Heer van Almkerk. 7- De overige Officieren van het Corps, paar aan paar, in vollen Uniform, met Overrokken met groote Kraagen, een breed Zilver Port d'Espagne, en Rottingen in de hand. 8. De Directeuren, zynde 10 ordinaire Leden, met de Officieren in de Vergadering Sesfie en Stem hebbende, in het Uniform der Gemeenen; doch gedistingueerd door Rottingen 9. De Sergeanten, in hun Umform met Rottingen en Degens, paar aan paar. 10. De Corporaals, in hun Uniform, met Rottingen en Sabels, paar aan'paar. it. Plet tweede Pelotton Muskettiers, paar aan paar. 12. 13 14. ïy- 16. Het derde, vyfde, zesde, zevende en agtfte dito, allen in Uniform, met witte Kousfen, en Sabels op zyde. 17. Een Detachement Grenadiers tot fluiting van de Trein , door een Officier geleid, waarby een Tamboer met een onsekleede Trom, doch die niet geroerd werd, dan om in de Kerk het Sein tot het vuuren tc geeven. De Trein nam zyn weg langs de voornaamfte Wyken der Stad tol aan de BuurKerk, voor welke het Detachement, dat vuuren moest, zich met geprefenteerde 1 Geweeren, in orde posteerde. Het Lyk binnengebragt, en de Kerk rondgedraagen zynde, werd voor het Graf: nefrgezet, en door den Doodgraaver de Kist van de Baar afgenomen en vaor den «tafkelder gezet; waarop de Trom geroerd en het eerfte Salvogefchooten wierd., Het Lyk halverwege in den Kelder gelaaten zynde, gefchiedde, op het roereni der Trom, het tweede Salvo, en eindelyk op gelyke wyze het derde, toen de: Kist in orde geplaatst was. Deeze plegtigheid verricht zynde, ging de Trein in voorgemelde orde de Kerk< oit, laags een anderen weg, naar het Sterfhuis, alwaar de Bidder met de Familie; óp den Stoep en in het Voorhuis bleeven liaan, tot dat de gantfche Statie gepas-feerd was, die zich weder naar de Weeskerk begaf, alwaar het Corps door eenee uitmuntende Aanfpraak van den Colonel voor den beweezenen dienst bedankt 1 wierd, waarna een ieder tot zynwit te rug keerde. Zie daar een kort bericht van eene Gebeurtenis, welke, uit hoofde van haare; nieuwheid en ftaatelykheid, niet zonder aandoening is verricht en aanfchouwd ge* weest. G*draJti by d* Erve de Weduwe JA CO BUS van EG MO NT: cp de Reguliers Bre4ftraat, te Amfterdam,  D E HOLLAND SC HE WEEKL YKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 6 December 1783. N'. 49. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 187. De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze. Pbiladelpbia den 24ften September. Na een langduurig en naauwkeurig onderzoek der oorzaaken en omftandigheden van den bevoorens gemelden Opftand der Penfylvanifche Troepen , die het Congres noodzaakte, om van hier naar Princetovrn te verhuizen, is 'er eindelyk een Vonnis in die Zaak uitgefpróoken. Twee Sergeanten zyn ter dood veroordeeld, en zes anderen, om door de Spitsroeden te loopen; doch op het oogenbiik, dat reeds alle de toebereidfelen teiv oitvoering van dit Vonnis gemaakt waren, kwam 'er een Ezpresfe van het Congres , die het Pardon voor alle deeze Misdaadigers met zich bragt. Madrid den 4den November. Van Tunis verneemt men, dat de tydingen t die men aldaar van de Spaanfche Trinitarisfen te Algiers geëtablisfeert ontvangen bad, niet anders melden, dan, dat de Geestelyken dier Orde, die in die Stad refideeren, allen in leven en in een goeden welftand zyn, en dat de Christenen een ftille rust genieten; doch die tydingen maaken geen *t minst gewag van den uitflag van het laatfte Bombardement, waaruit eene groote agterhoudenheid doordraait. 'Er loopt alhier een gerucht dat vry aanmerklyk is , en waarvan men de bevestiging te gemoet ziet. Alles moest uit krachte van het Defitiitif TraéUat, tusfchen Spanje en Engeland in den zelfden ftaat gebragt worden als voor den Oorjog : Ingevolge van dien deed de Generaal Elliot, Gouverneur van Gibraltar» aan den Commandant der Troepen, welken zich in het Camp van St. Roch i bevinden, aankondigen, dat de uitfteekende Werken van dat Camp, by het beleg der Stad opgerecht, moeften geflecht worden; de Spaanfche Officier hierop heb; bende doen antwoorden, „ dat hy nog geene bevelen tot die flechting ontvangen ,,, had; maar dat by een Eipresfe zoude afvaardigen naar het Mof, om dies wegen ,,, de oogmerken te weeten", waarop de Gouverneur weder antwoordde, dat ihy de terugkomst van de Expresfe niet begeerde aftewachten , maar dat hy zich ;binnen 24 uuren van die Werken zoude Meefter maaken; bet geen dan ook, ; (naar men zegt) door hem is ter uitvoer gebragt. Stokbolm den 7 den November. De armoede en elende in de Provinciën deezes I Ryks i$ cnbefchry flyk groot; en men voorziet een zeer zwaaren Hongersnood in ver- A a fchei-  C ) icheidciien derzelve; zo dat 'er voor den aanftaanden Winter zeer gevreesd wordt. Koppenhagen den ïyden November. De Koninglyke Rekenkamer heeft, op last van Zyne Majefteit, 20,000 Tonnen Garst, 2000 Tonnen Weit, cn yoco Tonnen Haver van buiten verfchreven, ten einde die Graanen aaa dezulken ia de Kooplieden te kunnen bezorgen, welke dezelve noodig hebben. Van St. Domingo is alhier een Schip, met een Laading Koffy en Suiker gearriveerd. De jongfte berichten van onze West-lndifche Eilanden zyn zeer onvoordeelig. De Suiker, gelyk alle Grond-Producten, waren flechts zeer fchaar* gewasfchen, 't geen men aan de aanhoudende droogte toefchryft. Het Vee had groot gebrek aan Voeder, en de Proviand der Negers moest van het vaste Land van Europa gehaald worden. Eitraö uit een particulieren Brief, gedateerd op de Reede van het Vlie, den 2iften November. Gisteren middag om 12 uuren, zyn wy met 's Lands Fregat, de Ceres, Kapitein Baron van eer Capellen, eenige onzer Krygsgevangene Lanüsgenooten uit Huil in Engeland hebbende afgehaald, eindelyk tot ODZe groote blydfchap alhier gearriveerd, na een alleiysfelykften Storm te hebben uitgeftaan, die Donderdags den I3den deezer een aanvang nam, en zo geweldig aanwakkerde, dat wy daags daarna genoodzaakt waren, onze Groote-Mast te kappen; terwyl wy daarmede bezig waren , fmeet een Rukwind onze Bezaans-Mast over boord, en het Schip zo digt aan de Hollandfche Wal, dat wy, uit vreeze van teftranden, des middags om 2 uuten het Anker moesten uitwerpen. Het begon toen nog harder tewaaijeii, en de Golven reezen Hemelhoog, zo dat wy, des avonds om 6 uuren, niet anders dachten, .of het Schip, zonde vergaan, wyl 'er eenklaps eene geweldige Zee aan Stuurboord inftoof, die de halve Battery Gefchut wech nam, de drie Sloepen, de Roerpen &c. aan ftukken brak, en 47 duim Water by de Pomp, en ruim een half voet Binnendeks bragt. Het ysfelyk geweld van deeze ftorting, en het gekerm van ons Volk, deed ons niet anders denken, of het Schip was wech. Ik ftond op dat oogenbiik met den Kapitein, een Luitenant, en de Stuurlieden op het half Dek te fpreeken over onze naaren toeftand, als vastftellende, dat ons einde naby was, toen deeze. ftorting ons gezamenlyk tegen het Dek fmeet. Ik bleef wel een kwartier uurs in het zoute Water zwemmen, en toen ik eindelyk weder op de been kwam, zag ik niemand rondom my ;,zy waren allen door de1 Zee de Trap afgefmeeten. Om laag komende, hoorde ik een ysfe'yk gekerm cn zag. het jammerlykst Schouwfpel. Eene menigte van ons Volk, de een meer' de ander minder, gekwetst, den Predikant zyn Been, den tweeden Stuurman en 1 een Soldaat het Sleutelbeen gebroken ; allen welken, te midden onder het gieren 1 van den Storm, moeften geholpen en verbonden worden. Een Man, gelyk wy federt ontdekten, was door de Zee over boord gefmeeten en verdronken. In den Kuil wierden twee Mannen op elkander gevonden, dood gekneld. Digt daarby riep. een Man jammerlyk om hulp; toefehietende, zag ik hem gekneld onder een zwaar ftuk Hout, dat niet te verzétten was: iknameenByl, hakte met behuip van den derden Meefter het Hout door , en trok dien Ongelukkigen met veel moeite 'er onder wech, zo dat hy, fchoon zwaar gekwetst, 'er nog levend afkwam, Saturdag 's morgens begon bet Wéér een weinig te bedaaren ; zo dat t wy  ('w ) wy des middags het Anker kapten, en weder onder teil gingen. Tegen den donker digt by de Wal genaderd zynde, wierpen wy het Anker uit, en deedenNood» fchoot op Noodfchoot, doch 'er kwamen geene Lootfen opdagen. Wy Hakkelden dus nog ruim drie dagen, in een toedand, die eer te verbeelden dan te befchryven is, tot dat 'er eindelyk Woensdag ochtend y a 6 Lootsfchuiten ter redding verfcheenen, ons in Sleeptouw namen, en tegen den avond voor Gaats brsgten Dien nacht was het weder zulk een ruw Weêr, dat wy op nieuw den dood voor oogen zagen; doch het behaagde den Hemel ons te fpaaren, en ons gisteren mid- ' dag behouden voor het Vlie te brengen. Wy hebben meer dan 6oo Noodfchooten gedaan, 3 Ankers en 19 Hukken Kanon verlooren, 3 Dooden ea meer dan 40 Gekwetften bekomen. ^ Beverwyk den 24ften November. In den nacht tusfchen den ziften en 2iften deezer,. is hier het volgende droevig ongeluk gebeurd: Twee Heeren, die wegens Krankzinnigheid op Graafwyk, ten Huize van Doctor Jan vaa Rosfen , waren geplaatst, hebben dien nacht uit gemelde Huis weeten te ontkomen, en waarvan zich de jongde, in de Haven deezer Stede, omtrent den Kou jen Hom, heeft verdronken ; terwyl de andere, mede een fatzoenlyk Man, en al omtrent de 70 Jaaren oud, nog vermist wordt. Utrecht den 27(len November. De voorraad van Rhyngoederen begint hier en elders, hoe langs hoe meer fchaars te worden, de Scheepvaart ap die Riv'er iïnts eenigen tyd, belemmert geweest zynde door het ongemeen ratae Water.' De Leek was over zulks, kort geleden^ zo laag, dat men op fommige piaatfen dezelve te voet heeft overgetrokken. Amfterdam den 27ften November. Schipper Sierke Nieuwenhnis heeft der* zzften deezer, op y4-graaden 4y« minuten, 't Vlie Zuiden van hem, een Schip met de Masten op het Water zien leggen, ea daar nog Menfchen op ontdekken* de, zond hy zyn Boot derwaards en bergden den Schipper en y Man, 3 Man waren daags te vooren by de omkanteling verdronken ; -het Schip was ger'aamd de Jufvrouw Sophia, Schipper Marien Hendrik Johanfe, van Lubeknaar Bourdeaux. Met verlies van Roer is tegen Strand aan geankerd en daarna ten eeneraaa! ver» bryzeld het Schip de'Groote Fredrik, Schipper Tjeerd Jansz, met Graanen ert Potasch van Dantzig gekomen, de- Equipagie is behouden en van de Laadiag dreef am Strand. . . Den 2iften November is op Schermonikoog. verongelukt het Kdffchip Clement August , Schipper Hilbert Hey, met een Laading Steen nit Noorwegen gekomen t het Schip is wech, doch het Volk op twee Man na gefalveerd. In den nacht van den 23ften deezer was op de Noordsvaarder een Snaauwfch;pgezdld, waarvan de naam nog onbekend. Schipper "A. Hendriks is den io .endee* ï*r 8 mylen Zóiden ten Oosten Ameland een Schip gepasfeerd, dot zo het hem toefcheen ten Anker lag, doch lag met de Fokke-Mast op het Water, daarom» heen dreeven Roopaarden. Door Schipper V. Lolkes is den i8den deezer .2$ mylen bezuiden Tesfel Masteloos ontmoet het Engelsch Scheepje Hope Well • Schipper D. Carter, met een Laading Thee, van Gottenburg naar Oltendege^ d st'neerd; gemelde Schipper Carter, nevens zyn Vrouwen vier Man had hy geborgen. Door Tegenwind en fchade zyn binnen gekomen KI. J. Corneiis, Aa-a- «•»!*  C i0 ) van'Wyburg naar Morlaix, met fchade; j. J. Maas, van Libau naar Schieda», met lek Schip; de van Kad* binnen gekomen Kapitein j. H. Metz, heeft zyn Voorfteng verlooren, en R. Jansi, van Oftende, de Bezaans- en een end van de Groote-Mast. Met de laatlte Engelfche Brieven heeft men bericht, dat dea i8den deezer in Duins was ingeloopen het Oost-Ind. Comp. Schip de Triton, Kapitein H.Steedfel, voor deeze Kamer naar Batavia gedestineerd; men zegt dat die Kapitein op Goodwinfand, twee groote Schepen zoude hebben zien verongelukken, enz.; echter onbekend; by Jarmouth was verongelukt het Deenfche Schip Lindenhorst, Kapitein J. Carftens, van Livorno herwaarde komende; de Schipper was verdronken. Het op het Vrouwen Zand zittend 's Lands Schip de Sephier, zal wech zyn, het geheele Tuig en Wand is 'er reeds af. , De aan de Stad gekomen Schippers brengen jammerlyke berichten van dryvende Goederen, Citroenen enz., in de Zuider-Zee, dus *e vreezen is dat al de fchade met de laatfte Stormen nog niet bekend zyn. Tusfchen den 15 en ióden deezer is 2 mylen van Audierne verongelukt het Schip van A. Okken, van Sivilicn herwaards beftemd; de Laading heeft beftaan in Zout en Wol; van welk laatfte langs de Kust dreef, alzo het Schip geborften was; van de Equipagie hebben zich y Man met de Sloep gered, de Schipper ea Stuurman zyn verdronken. Den rylen deezer, des avonds ten 6 a 7 uuren, is by Helgóland vol Water geraakt het Schip de Vrouw Henrica, gevoerd by Schipper U. E, Edens, vaa Droogbak naar Edam beftemd; de Equipagie maest hetzelve verlaaten en zyn met •het Schip van H. Horwege, van Londen komende, te Kuxhaven aangekomen. . Rotterdam den 27ften November. Heden middag is, op de Hofftede Rofeahof, toebehoorende aan den Wel-Ed. Gebooren Heere Joan Ofy, Heer van Palenfteyn en Zegwaart, door de Leden van bet Natuurkundig Gezelfchap binnen deeze Stad, en onder directie van deszelfs voorleezend Lid, den Stads Medicina; Doctor Johannis van Noorden, de Proef genomen met een Luchtbal of liever eivormig Ligchaam, hetwelk van dun Taf gemaakt, van binnen met Postpapier bekleed en van buiten we) gevernist was. Deszelfs grootfte Diameter was i t en de kleiufte ruim 7 voeten. Deeze Luchtbal, met de ontvlambaare Lucht gevald zynde, ging, in dea tyd van omtrent 334 minuten genoegzaam Verticaal, aan een dun Touw verbonden zynde, met zyn langfte Diameter horizontaal naar boven , ter hoogte van omtrent 2000 voeten. Dus een kwartier uurs in de hoogte geweest zynde en niet meer ryzende, wierd dezelve weder naar beneden getrokken. Deeze Proef, tot groot genoegen van alle aanweezenden, zo ongemeen wel uitgevallen, zal aanftaanden Maandag namiddag ten 3 uuren, op dezelfde Hof. •flede publiek herhaald wordea, en ten einde men deeze Machine op andere piaatfen in de Stad of elders, zoude kunnen zien, zullen drie Kanonfchooten worden gedaan, de eerfte 10, de tweede y minuten voor en de derde op het oogenbiik #elve, dat de Bal opgaat. Gedrekt by de Erve de Weduwe j AGOBUS tan EGMONT:7a~ de Reguliers Breêöraat, te Amfterdam,  D E HOLLANDSCHE WEEKLVKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 13 December 1783^ N*. 50." . Het getal dér Dooden van de voorgaande week is 177. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. Uittrekfel nit eene der Engelfche Nieuwspapieren van den zyften November. Op verzoek van den Koning, heeft de vernuftige Heer Argette, geboortig u t Piuisfen, een van de thaHs Beruchte Luchtbollen gemaakt ea Donderdag morgen de gantfche toeftel daartoe gebragt in de Tuinen van de Koninginne, te Windfor, té weéten, een wyde Buis van omtrent f voeten middellyns, tot opeen derde gevuld met Water, en in deeze Buis een befloóten Vat van veel minder grootte; digt hicrby ftond een groote Tafel, en op dezelve verfcheiden Flesfen, bevattende zo men gistte, verfchillende Chemicale bereidingen, en by deezen lag dé Luchtbol, die juist geleek naar een Blaas, Waarin geen Lucht of Water was. De Proefneeming wierd begonnen met die verfchillende vochten ht het Vat te gieten, en naar maate den graad van opbruisfching in het Vat groot was, begoot de Proefneemer deszelfs buitenkant met Water, oril voortekoraen dat het van binnen geen vlam zou vatten. Ten laatften klopte hy met zyn kneukel op het Vat en vindende dat het in deh vereischten ftaat was tot de uitvoering, voegde hy tèrftond een Pyp 'er aan, die tot in de ledige Bol ging, welke in korten tyd opzwol tot de grootte van twee voeten middellyns. In het midden tusfchen het Vat en den Bol, was een draa'jende Kraanileutel, welke eerst geopend wierd om de lucht in den Bol intelaaten, en daarna gefloten om te beletten dat hy niette veel door de lucht opgezet werd. Toen men zo ver gevorderd was, maakte men een Touw met een losfe knoop, digt by den Bol vast, haalde die tue en deed 'er de Pyp af. , De Koning hield het Touw in de hand en vierde het bot of trok het neer na«r gelang de Bol klom of daalde. Zyne Majefteit de behandeling 'erzovangemaklyk vindende, ging 'er mede onder het Vcngfter ftaau, waarvoor de Koningin en Hertogin van Portland zaten, en vierde de Bol een weinig tot dat dezelve ter hoogte van dat Venjfter geklommen was, en hield hem daar een langen tyd in rust: Vervolg: s ging hy 'er mede voor het Vcngfter, waaruit de Koninglyke Prinfes,- de Pri fes Augusta Sophia, cn de Prinfes Elifabevh lagen en-liet dezelve Aa 3 we-  ( i98 ) weatt op ea m*r g«a , en hem toen op zyn hand houdende, riep Zyne MaieftV,-daar gaat by! Hy ging ook terftond voor omtrent drie minuten rechiftan^ wanneer een Warland geduurende één minut, eeoe ÏS^^StoL ï! zyn voortgang maakte; doch toen rees hy omtrent twee mïnJL> ÏZ i- l-8, ? op, en maakte eene fchynbaare omwenteling op- ^ hT ta ia^S^^t^ Zuidwaarts genoomen hebbende, verdween hy Tt het eeziet var?™,ïyn ^ Aanfchouwers. * ger!8c van cene menigte Parys den 27ften November. Heeft deeze Stad ftnffi. „ I JL •, by de laatfte Proefneem.ing met den Lncfe^o^^^Sfd^^ ftoute Proefneemers, zittende op een liet Voerluie rer ,»Iu B 8 / ' Wee Fournuis, waarvan zy alleenlykSoor ee?U^f^S^SdS,, voeten hoog in de Lucht te zien opryzen; de Stad LyorfisdeeYet3 4°°a tuige geweest van eene wel minder ysfelyke doch mVr m?„ï g . °°ggC* geheele nieuwe Proefneeming, welke'alS dooïeeUEr fc^T^ S ^ met zyn onlangs vervaardigden Luchtbol gedaan is Croed«s Montgolfier, Het was, namenlyk, Dingsdag, den t8den deezer, des avonds kwartier ™ 9 uuren, dat men aan de Rivier de Rhóne , tegen over Lyon dien WhTï liet opgaan. Hy was gemaakt van Vloeipapier, van eene PiWif,2 L"chtbo1 zynde 24 voeten hoog, en de Bafis.of hef Voe ftuk 7! vo^en ?nï ' Hy was van afftand tot afftand omwonden met Sènband om h,m ^I-™1houden, en te beletten dat hy niet fcheurde doo- da^weérftand Zr luc^ * van hy omtrent 12 Taerlingsvoeten wechftootte. Vm bii„^^7'htK met allerhande. Vuurwerken; en in een ^^dJé^T^Sp^^ - van één voet middenlyns, gevuld met ordinair Papier, Sf ^ Ohe en Vet doortrokken. De gantfche Machine^ne Cwc ° Jn" Pond. Zo dra dezelve ,. alken door gebrand Stroo behooHvklV 7°°g 2* werden de Lonten der Vuurwerken aanggeftooker'dPx^ttne^' waarop de Pol ftaatelyk naar boven fteeg, onderhet eemid Z ~i g L den' Concert, h« losbranden van klein Ge^eér, e, h VrcuJe" dan 30,000 Aanfchouweren, rondom de Rivier ItoWevloS^ J^ meer zagt, 'er woe, alleen een klein Noordenwindje, en de Lncï waa rfl?' ér'WM' . De Bol beschreef eene kromme Lyn, zich'richtende naa ^Su'J ca verhief zich tot eene ontzachlyke hoogte. Eindelyk vertoonde li^ r ,t£ °r' eene dier Starren, die by eene heldere Lucht Ichitteren, waW eenr R wier Lont 4 minuten gebrand had, losbarstte, en eene groote^ïf' retjes, waaruit zy beftond, rondom zich verfpreidde, hct ^ JnV^eSl%vertooning opleverde. - ^ ' n" »een We ailerfrasifts Ongevoelig begon het verlichtte punt, 't welk de Bol vertoonde te re, ™n . „ t_ fche Adelyke Gardes, die in ^fm^&^^^^A^^ den is, en aldaar 17 maanden naar Deciiie heeft moeternd ge20nnu, dat het ten aanzien der Succeifie ide ^wktae^ï* mm tusfchen den eerstgeboren Zoon des GrowherS^ «hetHuwlyk Elifabeth van Wurtemberg, Zuster de^G ^ en Rusland alles gefchikt is. ' Rusland be*eeu niedat T*™1™* » *™ Spanjs kaanen ten aanzien der gemelde fttafc&he sü coÊ eCht ^ ?M 1°" Staaten aan zynen oudften Zooirafftaa; en hiermede S de ^nl' °S,eniykfche ; die zyne Dochter , de Gemaaün van'den Gt^£Z y^T^ Troon niet gaarn «itgeflootm zou zien , bevredig Slt v-e , '1"'^11 aanllaanden Zomer de Groothertog tot Roomsen K:t de droevige tyding, dat eenzyne-fcSo flip,, mmst Y^wach» de Prinfes zyne Dochter in de\lammen om^ Jt^onica, de Hoofftadvan V-**^ j den i8lten November. Het is bekend, dat de Keurvrmtnn,„c h deeze Stad gedicht heeft eene Univerfiteit voor lJou^wTt^rCn77'n jen, en tot-goedmaak.ng, der Onkosten voor dezelve mp^^af^^ . gr •■■  ( ico ) gelegt heeft op de Religieufe Ordens in zyn Reurvorrtendom. Deeze ondernee» mihff was niet ligt in een Land, alwaar de Monniken zulk een crediet en invloed hebben. Zie hier hoe men dezelve ondernomen heeft. De Opperften van verfcrteiden Klopftêrs ontboden en vergaderd zynde in de Antichambre van den Minüter, kwam 'er iemmd hen in 't oor luifteren,' dat hunne Kloolters bezwaard waren met eene zekere fomme om tot onderhoud der nieuwe Univerfiteit te dienen; maar houdt u fterk, voegde men 'er by, en gy zult eene Vermindering van Taxatie verkrygen. Deeze waarfchouwing had de bedoelde uitwerking. De Monniken binnen gelaaten zynde, boden eene maatige Contributie aan, hetwelk deezea Impost fchynen deed eene vrywillige gifte te zyn. Intusfchen het Gfoot-Capittel deezer Stad geappelleerd hebbende naar Wetzlar, tegen deezen Impost, gekgt op Kerkelyke Goederen, heeft het Ministerie van Bonn door een Estafette de Tyding ontvangen, dat de klagten van het Capittel niet zyn aangenomen. Men is verzekerd, dat het Cap'ttel niet beter zal flagen by den Hofraad van Weenen, aan dewelke hetzelve zich ook heeft geadresfeerd. Het is tyd dat de Geeflelyken, en voornamentlyk de ryke Kerkelyke Ampten'aaren weetcn , dat zo wel hunBe Eer als Intrest vordert, dat zy aan de Sociëteit een' gedeelte afftaan van hunne groote Inkomften, op dat ze hun niet alle worden ontnomen. Parys den zden December. De Heer Méchain, Lid van de Koninglyke Maat«fchappy der Weetenfchappen, heeft des avonds van den zótten November eene nieuwe Comeet, in het gefternte van den Ram, ontdekt: Hy bepaald deszelfs regte opklimming op 34 graaden 47 minuten en haare Noordelykc afwyking op 12 graaden 2 minuten, ten 10 uuren 19 minuten naar den waaren tyd. De regte opklimming is in de 24 volgende uoren 48 minuten verminderd en de afwyking 72 minuten vermeerderd. Deeze Comeet is voor het bloote oog nog niet zigtbaar. De Heer Defchiens Kerulvay acht zich verpligt den Zeelieden, die voorneesnens mogten zyn door de Straat van Möfambique naar Indien of China te vaaren, se waarfcHöuwen, dat hy ten Zuiden van Madagafcar, en ten Noord-Westen der branding, die onder den naam van Sterre-Klip bekend is, twee vlakke Eilandjes zonder Houtgewas ontdekt heeft. Het Zuidelykfte deezer twee Eilanden is op 2y graaden 12 minuten, en het Noordelykfte op 24 graaden yy minuten Zuiderbreedte gelegen. Zy maaken tusfchen hen en de Kast van Madagafcar een iKanaal van twee mylen wyd, en vyf en tweederde mylen lang. Het is noodxaakelyk de ligging van die Eilanden te weeten, en die te vermyden, vermits dezelve tot op eenen afftand van drievierde mylen, met onderwater,ftaande Rotfe'n omfr geld zyn. Rotterdam ten 3 den December. Eergisteren is de Proefnéeming met den Luchtbol herhaald. Het ongunftig Weêr en andere omftandigheden waren oorzaak dat de Machiene tot tweemaal toe dosr de terughoudende Touwen in haaren vaart geftremd werd. Men befloot dus de Touwen los te maaken, waarop de Bol met sene fselle beweeging, in eene fchuinfche richting, naar boven fteeg, en federt Jieeft men 'er niets van vernomen. Gedrukt by d* Erve dc Weduwe J AGOBUS van EG M*0 NT : cp r de Reguliers Breéftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 20 December 1783. N'. 51. Voorleden Zondag, voornaamlyfc by het aangaan der Middag-Kerk, hadden wy alhier een zwaaren Nevel, éie op fommige piaatfen, vermits *er geen Wind befpenrd werd, zodanig verdikte, en tusfchen de Grond en Huizen hangen bleef, dat men de digtst byzynde Voorwerpen zelfs niet zien kon, waardoor dan ook Menfchen en Ryiugen in 't Water geraakt zyn, en een oude Vrouw in de Prinfegragt, by het Suiker-Hofje, verdronken is; terwyl men wederom ïn andere gedeeltens der Stad, weinig of geen Mist ontdekte, en eene aangenaams Zonnefchyn genoot. Hetzelfde Verichynfel heeft insgelyks elders plaats gehad. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 194. De voornaamfte Merkwaardigheden zyn deeze. Extrsct van een Brief uit Nieuia-Tork, gcdagteekend den óden O&ober, gefchreeven aan een Officier van de Marylandfche Koningsgezinden, zich thans in Londen bevindende. Met eene onuitfpreeklyke fmert, moet ik u melden, dat noch Man noch Vrouw, ïoch Kind van uw Corps, hetwelk van hier naar Nieuw-Schotland is ingefcheept, thans meer in weezen is. Het ongelukkig Noodlot van zo menig dapper Vriend breekt my het hart van weedom, en het verlies van myn arm Kind vervuld myn Ziel met droefheid en wanhoop. Dit bekiaag'yk Onheil is my gisteren verhaald door den Kapitein White. Hy ïegt , dat hy omrent agt dagen geleden den Kapitein en eenig Volk van het Tran'sportfchip de Martha, in de Haven van Rofeway gezien heeft, zynde door een Visfcher al laar t'huis hoorende, op Zee, in een allerelendigftea toeftand, opVenomen ; dat de gemelde Kapitein Willis, vertelde, dat hy had gevoerd het Transportschip de Martha, en met hetzelve gezeild was van Nieuw-York, ia geze'fchap van eene Vloot naar de Rivier van St. John beftemd; dat hy aan boord hadde gehad een Corps van de Marylandfche Koningsgezinden, benevens e?n gedeelte van het Bataillon van den Colonel Ludlow; dat hy op de re;s van die Vloot afgeraakt, en den ïoften September voor die Kust genaderd zynde, het Schip vast was geraakt op een der onder Water zynde Rotzen van het Seal Eiland in de mond der Baai van Eundy; dat op die ftooting 'er eene groote •« .' B b con*  ( aoi ) eonfufie onder de Soldaten ontftond, maar dat de Officiers hun Geweer trokken «n zien meefter Tan het Schip maakten, bevelende dat niemand het Scheepsvolk zoude hinderen, maar dat een ieder lyn Noodlot moest overlaaten aan het beftier van den Kapitein en zyne Matrooieo ; dat men daarop terllond de Masten gexapt had en de Kapitein met eenig Volk in de kleine Boot gegaan was om een Anker «ittebrengen , ten einde te beproeven of men het Schip konde afbrengen; dat gelyktydig 90 Menfchen vaa boord waren gegaan in de gr«ote Boot, doch dat, eer die Sloep Van het Schip konde afgeraaken,, een zwaare flag van de Zee de Masten van het Schip had afgedreeven, ea dat de daar aan vastiynde Zeilen aan den bodem van de Boot haakende, alle de daarin zynd» Zielen waren omgekomen; dat wyders het Schip % a 3 minuten daarna in Hukken doeg, waardoor alle de overgeblevenen, ten getalle van iyo, mede elendig verdronken; dat hy zich met zyn Boot op een afftand van 100 Yards op Zee bevond, toen zy dit deerlyk Schouwfpel zagen en dat zy federt etlyke dagen, zonder eeten of drinken, op Zee gezworven hadden, tot dat zy door bovengemelde Visfcher opgenomea en binnen gebragt waren. Van de Turkfche Grenzen den nden November. Achmed-Gentich Beglerbeg, die zyn verblyf hield te Softe, de Hoofd Had van Balgarie, is deezer dagen GeT wurgd geworden door de Janitfaaren, om dat hy op,den weg twee Gedeputeerdea had doen ombrengen, welke zich naar Conftantinopolen begaven, om over zy»i gedrag te klaagen. Dit onheil hem overgekomen zal aan weinigen eenig hartzeer veroorzaaken, dewyl zyne Geldzucht hem reeds den haat der InwoondereH vaa Gelgrado op den hals gelaaden had, ten tyde dat hy. belast was met het Gouvernement dier Fortresfe. d'Ovhde- den ïyden November. Op den 24ften der laatstleden aaaand ,, omtrent 10 uuren des avonds, ontftond 'er een zwaaren Brand in de Stal van het Kloofter van Saint Jean de Gorias, der Orde van St. BenediQus, op 14 mylen afftand van deeze Stad gelegen. De voortgang van dien Brand was zo geweldig, dat het onmogelyk was dezelve te blusfehen, en men was alleenlyk bedacht om de nevensftaande Gebouwen te bevryden ; en niettegenltaande alle aangewende moeite werdt het Verblyf der Geeftelyken tot den grond toe in de asfche gelegd; de Kerk alleen is bewaard gebleeven, benevens de Sacristie,, de Papieren en een Zolder; gelukkig heeft niemand hierby het levea gelaaten. De Geeftelyken,, ten getalle vaa vyftig, van alles beroofd zynde, hebbende niets kunnen redden dan de Kleederen die.zy aan het Lyf hadden, hebben zich naar onderfcheidene Geftichten van dezelfde Orde begeeven , tot het hunne weder herbouwd zal zyn. Volgens Brieven uit Spanje ftond aldaar eerlang een Reglement uitgevaardigd te worden tot eene algemeene Hervorming der Geestlykheid. Men wil, dat dit Reglement, van welk reeds een Extract te voorfchyn is gekomen, zeer veel overeenkomst heeft met de Ordonnantiën des Keizers omtrent de Kerkelyke tucht;. dat by-hetzelve, onder anderen, zal vastgefteld worden: dat de Reguliers Geestlyken voortaan den Bisfchoppen zullen onderworpen weezen ; dat geen gezag van de Generaals der Geestlyke Ordens voartaan gelden zal; dat ieder der Geestlyke 'Ordens ia Spanje een, Vicaris-Generaal zalbenoemen, welke uit de Natie zelf  •c m 3 gekoozen worden en lyn verblyf aan het Hof houden zal; ds'f nienjand vms* deszelfs 2yfte jaar inden Geestlyken Staat zal mogen treeden, en da» in alle Piaatfen , daar twee Kloosters van een en dezelfde Orde zyn , die beiden Zullen vér» eeniftd worden. Petersburg den kiften November. Haare Keizerlyke Majefteit, met wier vob» komene herftelling wy ons gevleid hadden, is weder ingeftort. Men hoopt echter, dat haare ziekte van geene gevolgen zyn zal, effchoon fommigen dezelve ernftig genoeg aanzien, om voor het leven van H. M. eenigzins bekommerd te zyn. Indien wy het ongeluk hadden, onze groote Vorftin te verlieten, zou dit Sterfgeval, in de tegenwoordige tydsomHandigheden, eene alleraatimerkelykftè verandering van Zaaken te weeg brengen. Weenen den 2often November. Den 2fften deezer, des avonds, ontftond in eene onzer Vourftadeo , de Wieden genaamd , door onvoorzichtigheid eecer Vrouwe, Brand, die een droevig gevolg, had. Zy had haare drie Kinderen, waarvan het oudfte naauwlyks agt Jaar oud was, op eene Bovenkamer opgeilooten, en was daarop uitgegaan, zonder het Licht uitteblusfchen. De Kinderen gingen te Bed, namen het Licht met zich en vielen in flaap. Ondertusfchen geraakte het Bed in brand, en eer men hun te hulp kon komen, waren de arme Kinderen verbrand» 't Is waar, by een derzelven vond men nog eenige teekens van leven; doch kort daarna ftierf het. De reis van den Keizer, naar Italië, blyft nog fteeds op den 4denderaaRftaandé maand bepaald. Ondertusichen zegt men dat zyne Majefteit, voor deszelfs vertrek, Mg eerst het antwof>rd van den Divan op het Ultimatum, aan denzelven voorgefteld, afwachten wil. En noopeos dat Ultimatum verneemt men dat vermits de Conferentiedagen te Conftantinopcl bereids ten einde zyn gegaan,'reeds' voor eenige dagen een Courier van het Keizerlyk Koninglyk Hof derwaards werd afgevaardigd, die gelast zou zyn, om, wanneer de fiftaale voorftellingen, duo* onzen Gevolmagtigden Minister aldaar gedaan4 niet terftond door den Div?.n varkomen Ingewilligd waretv, zich aanftonds naar de Rustifche Grenstroepen ie b*. geeven, aan welker Commandant hy byzondere Depêches by zich heeft. Sedert een geruimen tyd was het hier ten aanzien van eenen Turkfcben Oorlog zeer ftil. Maar nu fpreekt men weder vry fterk daarvan, en'er worden werkiyk weder nieuwe Krygstoerustingerr gemaakt. Morgen zal hierhat Bedehu:s van de Belyderen der Augsburgfche Confesfi; 't welk op de plaats van 't opgeheven Nonnen-Kloofter prachtig opgebouwd is' met veele plegtigheid ingewyd worden. Daarby zal een nieuwgecompoaeerj voortreftyk Kerk-Muziek uitgevoerd, en het Tolerantie-Lied, door den beroemden Heer Lavater byzonder daartoe vervaardigd, opgezongen wórden. Met Brieven van Berlyn, in dato den 2Q(len November, heeft men, dat hit antwoord van het Rusiit'chè'Hof, betreklyk de gefchillen met de Stad Dantzig, aldaar aangekomen en door den Rusfifchen Gezant, Prins Delgoroucki, aan dén Graaf van Finkenfteio medegedeeld was, en inhield: dat de Keizerin zich zeer gelegen liet zyn aan het handhaven van de aloude Rechten en PrevilegieB der Stad Dantzig en dienvolgens genegen zynde, om tot een Vergelyk tusfchen den Koning en de.Stad mede te werken, gaerne zoude zien, dat de Heer Bosgholfs, Eb »- Fret*»-  ( 204 ) Pruisfifche Refident te Warfchauw, zich naar Dantzig tonde begeeven, om met Haare Majeftehs Refident aldaar in onderhandeling te treeden; doch dat alvooiens .de Pruisfifche Troupen de Stad diende te verlaaten, dewyl men gewapenderhand geen Vergelyk konde treffeu. Dit aan de Koning bekend gemaakt zynde, had 5iync Prmsfifche Majefteit daarop geantwoord: dat men een Vergelyk konde treffen, zoi der zyne Troupen te laaten aftrekken, dewyl dezelve geene geweldadigncden heingen, of ook zouden begaan. Van de Wekbfel den yden December. De Magiftraat te Dantzig heeft een gedrukte Bekendmaaking in de Stad doen aanplakken, waarin aan alle Burgers bevolen wordt, om op het eerften fchot van 't Alarm-Kanor- en het ge'ui der Klok, terftond, op zekere aangeweezene Posten, gewapend te verfcaynen en aldaar verdere order aftc wachten. Ook heeft de Magiftraat dier Stad bevel gegeeven : dat, 5,0 dra de Pruüfen beweeging maaken om nader aan de Stad te rukkea, alsdan de Voorftad, den Kne:phof genaamd, (die de Dantiigers kort voor het aanrukken der laatfte Pruisfifche Battaillons met eenige i©o Mannen bezet hebben) aanftonds in brand te ftreken. Voor het overige wordt gemeld: dat de nieuwe onderhandeling in de Stad nog niet begonnen is, nrnar dat men dea daartoe gelasten Pmisfifchen Relïdent eerstdaags uu Warfchauw verwacht, en dat zy alsdan zal beginnen. Parys den 8ften December. Het vertrouwen op de uitwerking der Eköriciteit, die mmigmaalen aan beroerde en verlamde Peifoonen eene heilzaame verligting heeft te wege pebragt, fchynt thans ecnigzins aan het afneemen: De Zieken, .welke aan de menschlievende zorgen van den Hr. Comus waren betrouwd , hebben niet dan eene kortdöurende herftelling verkreegen; hoe fterk ook die vermogende veerkragt der Natuur moge weezen, is het niet waarfchynlyk dat dezelve eene zo groote magt op het Zenuwgeftel hebbe, dat het daardoor wéér in de ruste en in het evenwigt herfteld worde , die 'er tot de Gezondheid worden .vereischt: Men moet ondertusfehen toeftemmen, dat het reeds zeer veel is, dat .men door dat Middel de Stuiptrekkingen der Lyderen tot bedaaren heeft kunnen brengen en dezelve verligten. Een Horo'ogiemaafcer van Lyons, heeft in het Journaal van Parys doen bekend ..maaken, dat hy den Eerften January aanflaande, door middel van een foort van Elasfque Schoenen, de Se'ne, tusfehan PonuNeuf en Pont-Royal, droogvoets zou pasfeeren, en wel zo rasch als een Paard over de Pont-Neuf kan loopen; op voorwaarde, dat door het Publiek in handen van de Eigenaars van het gemelde .Journaal zal gefield worden de fom van zco Louïfen, welke aan hem zullen gegeeven worden, wanneer hy aan zyne belofte voldoet. Alzo het wel zekér is, dat de gemelde fom voor den bepaalden tyd zal te famen gebragt zyn, verlangt men reeds ,na den Eerften January, om zich van de waarheid deezer byzondere Uitvinding, die van veelen voor onmooglyk gehouden wordt, met eigen oogen te overtuigen; want verfchdde Lieden, die den Horologiemaaker kennen, verzeekeren, dat hy ^reeds eenige keeren, op de gemelde wyze, de Rivier de Rhone gepasfeerd is. Gedrukt by ds Erve de W eduwe JACOBUS van EG M*0 NT: cp de RcguÜtrs Brecftraat, tc Amfterdam,  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 27 December 1783. N°. 52. Amfterdam den 27ften December. Heden werd het Lyk van den Eerw Heer SI Mkhiel van TVyngaarden, Roomsch-Catholyk Priefter en Pastoor in de Haantienhoekfteeg-Kerk ter Aarde befteld, zynde des Zondags den aiften overleden in den Ouderdom van 50 Jaaren; hebbende zyn Eerw. geduurende den tyd van i'i faaren deszelfs Dienst alhier met veel roem verricht. Wy zyn te meer deswege bereid geweest de volgende Dichtregelen, aan des getrouwen Palioors Gedachtenis gewvd in dit ons Weekblaadje plaats te geeven. Ter GEDACHTENISSE Van Wylen den Eerw. Heer MICHIEL van WYNGAARDEN; R. C. P. te Amfterdam, Overleden den 2\j7en December 1783. 6 Sterflot, al te wreed! moest gy een Herder treffen, Die zo getrouw zyn Kudde, op 's grooten Herders last, Gehoed heeft en bewaakt, op Zielenfpys vergast, En haar geduurig deed heur eeuwig heil befeffen, Terwyl hy vuurig b;id en offerde voor haar? Hoe treurt om 's Mans verlies, zyn dierbeminde Schaar! Zy viert in rouw het Feest van Jefus Heilgeboorte; Dan, Kerkverwanten, voedt geen al te zwaar verdriet! Misgua uw Priefter toch het Lot der Zaalgen niet. Ivlen nadert nooit te vroeg de blyde Hemelpoorte. Zyns Heeren Wvngaard-werk heeft hy met roem verricht. Elk volg* zyn Deugd, die voor geen Tyd noch Eeuwen zwicht. Uit Eerbied. Bb 3 Het  ( 206" ) Het getal der Döoden van de voorgaande week is 194. Deeze Byzonderheden verneemt men van elders. In een Brief van Lisfabm van den i8den November wordt gemeld, dat-se' St. George binnengeloopen was het Schip van Antonio Pereira, uit de Indien gekomen op gemelde Schip was by 't losfen van Gefchut, vuur by 't Kruit gekomen waardoor de Kapitein en vier Matroozen in de Lucht gevlogen waren, het Schip en Laading was gelukkig gered , en de fchade daaraan, zo men dacht, van weinig belang; de Stuurman meende binnen agt dagen met het Schip weder te vertrekken zo dat het dagelyks^ te Lisfabon verwacht wierd. Livorno den 3den December. De volgende ongemeene dappere daad van den Maltheefchen Kap;tein Lorenzi, verdient alom bekend te zyn. In September vertrok hy met eene Polacre van ioy Man en 24 Stukken onder de Vlag van den Grootmeefter van Maltha uit die Haven, en nsm de route naar Parbaiye; maar door tegenwind naar den Levant gedreeven, ontmoette hy eene Turkfche Ghebecq met Hout, welke hy nam. De Equipagie, aan Land gevlucht, gaf aan den Basft van het gebeurde bericht, die teiltond een Sch-p van 32 Stukken, 6 Stecnftukken en zyo Turken, benevens 30Grieken, onder eenenRais en andere Officieren deed armeeren en uitloopen, met uitdnsklyk bevel, om niet terug .te keeren zonder het Maltheezer. Schip, genomen te hebben. Den 2iften Oöober met den Dageraat ontmoetten elkander de beide Schepen naby het Eiland Rbodus, en de Turk gaf terftond de Laag aan het Maltheezer Sch''p, waardoor 14 Man op hetzelve gedood en 20 gekwetst werden. Doch de Kapitein Lorenzi den moed niet laaiende zakken, maakte daarop geduurende twee uuren een zo hevig vuur, dat hy zynen Vyand den tyd niet liet, om zyn Gefchut weder te laaden. De Turken daardoor in de grootlle wanordegeraakeade, en de Maltheezer Kapitein zyn voor- , deel daarmede doende, klampte het Vyandlyk Schip aan boord, fprong onder een heyig Vuur kloekmoedig op hetzelve over, en bleef na een bloedig gevecht meefter van het Turkfche Schip, alwaar hy zes Christen Slaaven geboeid vondt en verloste. Van de Turken.fneuvelden 68 Man, en 80 werden gekwetst. De Overwinnaar is den eerüen November met beide zyne Pryzen in de Haven van Maltha aangekomen. . > Frankfort den 9den December. Te Venetië zyn twee Oorlogfchepen van het Eskader dier Republiek, dat te Corfu ligt, teruggekomen, om in het Aifenaal onttakeld te worden; nademaal zy, benevens vier andere Oorlogfchepen, reeds aldaar liggende, voor onbruikbaar verklaard zyn. De Schepen, Manfchap en geheele Equipagie zien 'er boven verbeelding ellendig uit, en deMatroozen, welke bykans naakt.zyn, draagen den ftempel der uiterlte armoede zeer zigtbaar. Een maar al te droevig bewys van den inwendig verwarden toeftand van eenen Staat, wiens Vlag eens. overal wierd gerefpeöeerd, en die Eeuwen lang een glansryken Rol op het Tooneel van Europa fpeelde. ■*. Weenen den ioden December. Met de jongde Berichten u t Conflantinopel heeft men tyding, dat de Divan aan den Keizerlyken Internuntius had laaten verklaaren dat de Porte genegen was, om van haaren kant.al wat mooglyk is tos bevrediging van het Keizerlyk Koninglyk Hof bytebrengen, en aan hetzelve de ~ ••• Stad  Stal en Vesting Belgrado (buten eu behalve hef ree Js gemelde Diftr 'cl" van Tiirksch Cioatie) meteen Rechtsgebied van drie mylen in 't rond afieftaan; maar de Courier, hierop den eerften deeaer naar Conftaotiüopel afgevaardigd, heeft, zegt men, onzeu Internuntius de Tegenverklaring overgebragt, dat, wyl men onmooglyk aanneemen kon, dat gemelde Diftriöen eene genoegiaame fchadeloosftelling voor ij. Millioenen Guldens, tot de Krygstoerustirgen aangewend, waren, het Keizcrlyk Koninglyk Hof gevolgly's zulks ook niet kon tueftaan, maar dat de Porte zich derhalve over deeifchen, reeds voor een geruime» tyd gedaan, zonder langer uitftel Ü nader verklaaren moest. Parys den izden December. Wegens den dood van Nlalempifelle, Dochter van den Graaf van Artois, welke den ouderdom van 7 jaaren bereikt had, en waarover dus volgens de Hof-Etiquette-moest-gerouwd worden, waren de openbaare Vteugdebedry ven over het fluiten van dew Vrede voor eenigen tyd uitgeftelei', zy zullen echter binnen weinige dagen gehouden worden. Van Bourdcaux heeft men, dat zekere Belleville de Proef met de Aeroftatifche Luchtbollen hebbende willende nabootten, en dezelve tot- tweemaal toe, door zyne onhandigheid, mislukt zynde, het Volk, misnoegd over deeze te lenrftelling, en te vergeefsch uitgefchooten Geld, op de plaats der Proefnéeming alks kort en klein geflagen heeft, en het.by deeze ligte wraak niet zou gelasten hebben, indien Belleville het Gimeen niet op zyne-K.n;c'n om verfchooning had verzocht-, dat hy dingen ondernomen had, die hy niet verftond. Scbeveninge - den iSden December. Gisteren hadden wy het genoegen te hooren, dat de Haringfchuiten behouden aangekomen zyn. Men verneemt, dar dezelven de laatfte van alle de refpeclive Haring-Visfcncrs op.de Ncering gebleeven zyn, en federt 6 Etmaalen veel Haring aan 't Voorland gevangen hebben-» Eergisteren voormiddag, ten 11 uuren, zyn de alh'êr gearriveerde Schuiten in goeden ftaat gepisfeerd het Esquader onder den Vice-Admiraal Rynst, zyndf toen op de hoogte van Oftcn-de, naar gisting S mylen van de VVaJ. Volgens berichten uit Ysland, in dato zy Augustus, was 'ér, behalven het reeds bekende Nieuwe Eiland by de Vogelklippen, nog een ander Vuurbraakend Eiland, tusfchen de-Westelyke Kust van Ysland en Groenland, digt onder hst laatstgemelde, uit den Bodem der Zee opgereezen. 7 Gravenbage den i8den December. Deezen namiddag, tm half 2 uuren, is op de Voorplaats van het Stadhoudetlyk Hof, in *t byzyn der Vo. ftelyke Famife", een Luchtbol opgelaaten, van grootte als een gewoone Trom, ea inhoud van vier vierkante Voeten. Hy was noch van Papier, Taf, noch Linnen famengefteld, maar van de dunfte Vliezen uit het Dierlyk Gedarmte, (de Profesfor Landriani, heeft 'er den i4den deezer een van dergelyk famenftel te-Monza by Milaan opge,. fchooten,) woog maar een halve Once ; en- wierd gevuld met ontvlambaarë lucht, getrokken uit het Half-Metaal Zine. _ Het gefchiedde met het grootfte fucces, verliezende men dezelve in weinig minuten geheel u't het gezigt. Men verzekert, dat de Heer Diller in de aanftaande week met zyne groote Machine de Proef zal hervatten. Amfterdam den ziften December. Brieven van de Ktzp de Goede Hoop, van  •van der. x t ïen September, over Engeland ontvangen, melden, dat (behalve» het reeds gemelde Schip de Gerechtigheid, Kapitein Ifaac Segon) aldaar aangekomen ware.i cte Schepen Rotterdams Welvaaren, Kapitein A. de Wit, en Prins Hendrik, Kapitein L. Smit, beide naar Batavia gedestineerd, Aan het Eiland van Thanet is den 7-Jen deezer een Poitugeefche Berkantyn van omtrent 200 Tonuen komen aaudryven, zonder één Man aan boord. Dezelve is gelsaden met ees groot gedeelte Cacao en eenige Vaten. Uit een Brief, aan derzelver boord gevonden, b'.vkt, datdizelve te Amfterdim gelaaden is, en circa den 3o1en November uit Texel gezeiid was. De Laading is meest nat, en in een flegten- (laat. By Hela is geüraad een Hollandsen Schip de Twee Gebroeders, Kapitein J, Michelkcn Timm van Worcum, met Hout van Dantzig naar Amfterdam gelaaden. Het Schip is geheel wech en van de Laading zal in dit Saizoen ook weinig of niet ku nen geborgen worden. Ook is in de Oost-Zee een Hollandsch Schip, met al wat 'er op was, in e.„ mgtig. Aan denConful Blount. Salat aan hun, die den rechten weg volgen. „ In deezen Brief zal U een Papier toekomen, naar welkar inhoud gy U gedraa„ gen zult. Salut den iyden der maand Stioual 1197, (zynde den i3den September 1783 ) Het Papier of Maufest, in hetwelk dien Brief gefloten was, is van den volgenden inhoud: „ Doen te weeten, dat de. Hollandfche Schepen in de Haven van Larrache zullen aankomen, en dat wy gelasten aan onzen Dienaar Alcayd Abdelofis „ Fenis, van dezelven wel te ontvangen en alle beleefdheden te bewyzen tot uwe „ aankomst te Mogador, en hebben wyders bevolen aan onzen Dienaar Alcayd „ Abielofi*, om u aldaar optewachten en, indien gy verlangt aan boord te gaan, ,, het Kanon te losfen; en dat hy zich omtrent u wel gedraagen zoude, en gy by '„ hem blyven kunt. Gy zult de Prefenten doen ontfehepen, en onze Dienaar „ Alcayd Abdelofis Fenis, zal u behulpzaam zyn in al het geen gy zult noodig „ hebben, en zal ons zenden de Lyst van het Prefent, en Ry zult zo lang te ,, Larrache blyven tot wy, als het God behaagd, te Marokko zullen zyn, en . „ wy zullen u dan by ons ontbieden. Salut, den ryden der maand Shoualnoy. „ (zvnde den ijden September 1783.) „.,, Wy zyn nu voldaan van de Hollanders, en wy hebben geen misnoegen . ., meer tegen hen, Salut, denzelfden dag als bovengemeld, en dat is zeer zeker." Gcdraki by ds Erve de Weduwe JACOBUS van EG M^O NT: cp de Reguliers Breéftrsat, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. N°. i. i January 1783. Louw. (Al zingende.) wyze: Zonder Liefde, zonder Wyiu J^Crelis-Oom! Ja, H is Wat laat; Wil het my ver geeven. Dat ik (fchat geen Vriendfchap kwaad{ Z'is ds vreugd van 'ï Leven,) Hier by u, in goeden ftaat, Nieuwe-Jaar koorn wenfchen, Nu de Klok twaalf urnen flaat. Zo doen toch veel Menfchen. Krelis. Wel, Louw-Broêr! Zo vrolyk ! Bravo! Ik bedank u voor uwen Wensch, en, om niet veel Complimenten te maaken, ontvang hem in denzelfden zin , in welken ik weet dat gy dien my doet. — Gy wenscht me flechts Nieuwjaar, al zingende, en het begin van't Jaar is 'er ook. Maar gy voege in uwen Zang uw Wensch wat lomp in. Louw. Nu jaJ Maar Meester Jochem in Don Quichot zegt: 'tKomt zo in 'r rym te pas. Krelis. Gy wilt dan zeggen: 't Koorat in uwen zang te pas, dat gy maar flechts Nieuwjaar wenscht, zonder een wensch van Heil of Zegen 'er by te voegen. Louw. Ja, warachtig. Ik had byna de gewoonte van Geluk te wenfchen vergetten; maar vergeef het my, Vrind! Ik zal u kortelyk de reden van myne onachtzaamheid zeggen. — Eer ik tot uwent kwam, overviel my de Slaap, en ik raakte op myn Stoel aan 't droomen. Droomen bedwelmen ; dit weet gy, der.k ik. — Maar om u te zeggen wat ik droomde, dat Weet gy nog niet in 't minfte deel, en ik zelf haauwlyks half. Krelis. En wel; wat hebt gy dan gedroomd? Louw. Ja... Neen... Ik zeg, ik weet pas half wat ik gedroomd heb. Krelis. Een fraaije Nieuwjaars-Wensch! Een Droom, en die men 7. If niet half weer. Louw. Vrind, ik beken 'r, het is my leed! Maar 'k droomde juist als een Poëet, Gelyk Vr veelen met hun prullen W'el Kunstgenootjchaps-Proeven vullen; 'k Zocht in myn Droom, daarin, naar een Nieuw-Vaars-Gedichti , A &  (O tjm.ri A m Ik hada" het aan u opgedraggen? (Een weinig toering kwam 'er ligt.) Maar 'k vond 'er geen; (denk «fmy zulks niet moest mishaagen.) 'k Ontwaakte en zag teen op den Wyzer van myn Klok, Dat ik H met Dreomen reeds gehad had veel te drok. '/ ff as toen te laat ook om naar Phccis Oord te Jiresven, Dies heb ik my nanr u begeeven. Maar wilt ge een Wensch; Wel nu: Blyflmig voorfpoedig keven, In Vryheid echter en tot nut Van V lieve Vaderland, door V Hoogfteri magt lefchut. Aan alle Patriotfche Menfchen Doe 'k met vermaak dezelfde Wenfchen. Maar dat het Anglomatmisch rot, Gerechte Jlraf «ntvang van God. Krelis. Zie zo, Man! dat fmaakt beter! Hierop zullen we een Glaasje Brandemoris met Suiker gebruiken. Avous! Louw. Ik dank je , Vrind! Kom geef me een Pyp , ik zal toch eenige Rookwolkjes blaazen, al is 'c wat laat; gy zult my terwyl wat kunnen vertellen. Krelis. Goed — daar is een Pyp; doe vry een fmookje, Louw-Broer! Uw byzyn is my aangenaam. Maar wat zal ik h vertellen? Dat de Vendrig de Witte voorgaanden Donderdag Avond, den 2ó"ften laatstleden, van uit de Provoost naar de Gevangenpoort is gebragt en dus in handen der Staaten van Holland, Zeeland en Westfriesland, zyne bevoegde Rechters, is overgeleverd ; doch, zo fommigen zeggen, was hy te vooren door den Hoogen Krygsraad gedegradeerd, of van den Krygsdienst, als dien onwaardig, ontzet geworden.- Louw. Zie daar dan het recht der Staaten en des Volkszin dit ftuk herfteld! Mogt men nu mede maar die drie Hoofden der Haagfche Oproermaakers in handen hebben, welke men van Cranenburg, zo men zegt, heeft laaten ontfnappen; waarna zy den marsch naar hetHanoverfche hebben aangenoomen , en dus als in een Land zynde over 't welk de Koning van Engeland als Keurvorst van Hanover gebiedt, zal het niet zeer mogelyk zyn hen van daar te krygen. Krelis. Dan hebt gy reeds gehoord dat zy daarheen gevlugt zyn? Louw. Ja, Krelis! Men heeft my zo verteld. Maar weet gy niet van welk een ftaat deeze Schurken zyn. Krelis. Twee zyn geweezen Burgers en Boekverkoopcrs uit den Haag, Vader en Zoon, Vermeulen geheeten, en de derde is een Zweed, UndMm genaamd, 't Is onder^usfchen jananjer dat men hen niet in hénden heeft  C 3 ) heeft kunnen krygen; msarzy, wel weetende, a^n welke zwaare /Wwaardige w:sdaad zy zich fehuldig hadden gemaakt, en (naar men vermoed) aangefpoord zynde door hunne Omkoopers, zyn dus met alle verhaasting de handen van 't Gereclit onrweeken, tot groote blydfchap hunner Aanvoerderen, welk.; mën echter niet duister gist Lieden van eenen hoogen rang te zyn. Louw. God gee?e nochthans dat men onder de befehreven Vaderen eenen Cicero moge vinden, die den fchelmfchen Catilina ontdekke, opdat een zo gruwel)k Monfter verdiende ftraf erlange. — Maar Vrind! is het niet naar uw genoegen geweest, du gy voorgaande Week een Brief van andere Vrouwtjes aan de onze in haare Samenfpraak gezien hebt? Krelis. Wel deeglyk was ik 'er vergenosgd over; jij het ftreelde my, dat 'erondi; onze Amfterdamfche Vrouwen nog Burgeresfea gevonden worden, welke op clezelfds Vaderlandfche wyze denken, als Dievvcnje en Gricije. — Gy weet, Klaart je, de Schryffler van dien Brief, heeft van een Boek gefprooken, dit zeer gewigtige Zuaken bevat, en zie het hier; dan ik heb het Hechts ter ken. üe Tytel, dit- aan het Werk voldoet, is vkrzameling van STUKKEN, betreffende de Augmei rat ie der Land en Zeemagt der Republicq; zullende dit Stuk door eene Histori/cbe Be. febouvoing van hetzelfde Onderwerp eerstdaags gevolgd worden. Men vindt 'er verfcheiden Extradien uit de Refolutien der Staaten van Holland en Westfriesland in, waaruit ten klaarden blykt, dat de Provincie Holland, en in dezelve vooral de Stad Amfterdam, reeds in 't Jaar 1774 hebben aangedrongen op vermeerdering van Zeemagt, fchoon ook eenige vermeerdering in de L ndmagt toeteftaan en dus san de Propofitien Zyner Hoogheid behoorlyi te willen voldoen; maar niet tot zo hoog een menigte als de Stadhouder de Landmagt wilde gebragt hebben, wiens oogmerken zekerlyk daarmede meer gezags bedoelden, gelyk de Staatkundige Schryver van dit waarlyk Patriottisch Gefehrift niet fchroomr geftand te doen. Men leeze deswegen zynt Aanfpraak aan alle Beminnaars van 't Vaderland, die der eigenlyke Bewyzen voorafgaat. By den aanvang derzelve brengt hy uit Plutarchns by, wegens den Aïheenféhen Wysgeer en Wetgeever Solon, dar onder deszelfs Wetten 'er eene was, welke gebood, dat by, die in eene Burgerlyke beroerte zicb onzydig. hield, voor eerloos verklaard zoude •morden. „ Want, voegt Piutarchus 'er by, by oordeelde, dat het een braaf Burger „ onfcetaamlyk was zich ten eenemaale onverichillig cn ongevoelig voor'c gemeen We!„ zyn te gedraagen; te vreden te zyn met zyne eigen huisJyke Zaakcn in veiligheid „ te ftellen, en, zich in zyn perfuonlyk geluk koesrerende, geunmedelydenncchhart,, zeer te gevoelen over 's Vaderlands rampen : Hy eitcine in tegendeel, dat men zich „ vo?gde by hen, die 't beste recht aan hunne zyde biklden , en wier oogmerken „ voor den Staat het heilzaamst waren: Hy wilde dat men hen met alle kracht byflond; „ dat men in hun gevaar deel nam, en dat men, om buitenfehootite blyven, niet „ lafhartiglyk toeftond, dat eenige vermogende Kwal£kgèzitidc.n zich der Zaakep „ meester maakten". Louw. Die Wet van Solon was fndedaad zeer goed, en men zou 'er order de Wetten van Mozes zelfs kunnen vinden, die deeze flarden. Althans men weet dat Stammen door Stammen geftraf't zyn geworden, om dat ze niet mede waren opgekomen ter beftrydinge van éénen Stam, wiens trotfche heerschzucht zyne gruwel iaader* in Isriël met zyne magt verdedigde, en door het Zwaard zyne vermogens noch hardnekkig trachtte te fterken. Krelis. Het is zo, an ik oordeel met dea Schryver, dat men in deezen tyd niet koelzinnig de verkeerd in 't werk gefielde of verzuimde middelen tot behoud van Vryheid en Burgerlykc Voorrechten, ja van 't lieve Vaderland in 't geheel, behoorde aantegen; «n dus als op twee zyden te hinken. De Pirty, die bet beste recht aan baare zyde beeft, dat is die der Staaten van Holland en Westfriesland in onze Provincie, iedèreStad A 2 op  (4) > op zieheelve to kiezen , is dan der Burgeren Pligt in 't Algemeen, ieder in zyne Stad, en dus alle Steden van ons Gemeenebest in hunne Provincie; volgens het voorbeeld der braave, rechtzinnige, vaderland- Vryheid- en Volkslievende Regeering van ons dierbaar Amfterdam. — Dit is geen hcrsfenfchim; maar wordt aangetoond met de Stukken zeiven. — fingeland was wel onderricht van den Ontwapenden Staat onzer Republiek ter Zee, door hunnen Zendeling Yorke, die Vriend van den Veldmaarfchalk; cn daarom was het dat de Republiek zich door haaren Ouden Bondgenoot, die, als ware hy haaren Leenman, haarde Wet wilde voorfchryven, op haare weigering, vyandIfk werd aangevallen, tegen de geheiligde cn duurstbezwooren Traélaaten aaa; en, zegt de Patriotfche Schryver, op eene wyze, wier trouwloosheid elk Voorftander der Britfche zaak, zo hem een druppel eerlyk bloed door de aderen rolde, van fchaamte noest doen bloozen: En dat de weerloosheid ter Zee de hoofd-oorzaak van onze ram. pen is kan in de daad niet ontkend worden, zelf de Sradhouder erkent deeze waarheid volmondig; maar zyne Vleiers, om niet te zeggen zyne Bedervers, wenden alle Kunne poogingen aan , om die weerloosheid van des Stadhouders hals te fchuiven f'.p die der Leden van dc Regeering, welke de Stadhouderlyke Ontwerpen-ten deezen opzigte minder zyn toegeda n geweest. Louw. Om dit het Volk diets te maaken heeft men belantjzuchtige Geesten opgezocht, en derzelver Pennen gehuurd, gelyk eenen van Goens en ander Verraader]yk (lach van Volk die Politique , liever Despoiique Fertoogen, Fryaarts, l:ever Vuilaarts Brieven fchreeven. Krelis. Ja, Louw-Broer! zo trachtte men het Gemeen te misleiden met al'een, maar tegen de braaflle Staats-Regeeringsleden optehitfen. Althans de verfoeilyke Brieven van dien zogenaamde Keinier Vryaart, ademen niet dan Valschheden, Lasteringen en Leugens tegens de Rechtzinniger!, terwyl zy den Stadhouder verrichtingen toefclary ven, die zy in een verbysterend Licht van Volks- Vryheid en Vaderlandliefde, wegens zynen yver voor het Welzyn van den Staat voordellen, doch waarvan de Schryver het Contrast ten duidelykden aantoont. — Door zulke en dergelyke Lengenfchriften is het ligt tc misleiden Gemeen zeer fpoedig in verkeerde Begrippen te brengen, en ware dit gelukt dan zou de Studhouderlyke Party het naar haaren zin hebben gehad. — DaD, Gode zy dank , derzelver oogmerken zyn mislukt! ,, De Hollandfche Natie Om met den booggeachten Vaderlandfchen Schryver te „ fpreeken) >s over 't algemeen vatbaar voor de Waarheid: En, wanneer zy eens „, van dezelve overtuigd is, zyn noch gehuurde Pennen, noch vermogende Lieden, „ noch Geweld in ftaat, haar, 't geen kwaad is, goed te doen noemen: De Hol,, landfche Trouw, by de Voorvaderen zo geroemd, is by haar niet uitgebluscht: „ En, zo lang 'er Loonfchryvers zyn, die haar tegen haare wettige Overheid trach„ ten aan te hitfen, en eene Eenhoofdige Regeering, op alle mogelyke wyzen te „ bevorderen, hoope ik, dat 'er braave Lieden zullen zyn, welke deeze Landpesten „.het Masker zullen aftrekken, en door eene gepaste fchryfwjzc het hunne toc,, brengen, om de waare Lefhebbers van 't Vaderland, die in geen gering getal on„ der 's Lands Regenten gevonden worden, in hunne welinecnende poogingen aan „ te moedigen; waartoe bet aan bid lyk Alvermogen, aan ons Gemeencbest, federtdes„ zelfs eerde grondlegging zo gunstig, als nog zynen kr;.chrdaadigcn zegen verlcene! Louw. Het zy zo ! Deezen oprechten Vaderlandfchen Schryver hoopen wy in zyne begrippen en bewyzen verder te volgen, of iets van hem over te neemen, 't welk wy hem verabcken onzen Pr.m'ortilenen yver niet ten kwaadfien te willen duiden. — Nu, Krelis'. Vaarwel en leef'gezond. Krelis. Ik wensch je 't zeifJc, Vrind f Wel t'huis en de groetenis aan Diewertje; Slaap gerust. ""t&edmkr b>- de Er«e ie Wed. \. van EGMl>lW/*op (ie Kegitlh» "ïfecflriat, te Aruflcidara.  KRELIS en LO U W . N°. fi. 7 January 1783. Kreli». r~ï ie my hier, Louw-Broér 1 Goeden Aroad ! Hoe is 't £_j met de Gezondheid ? Louw. Zeer wel, Broer Krelis 1 Hoe hebt gy 't 'er meê? Krelis. Alfrisch, Man. Louw. Lang moog 't duuren. Ga zitten, fteek een pyp aan, neem een Diertje; 't is neg koud, Krelis! Ik zal je intusfchen uit de Haagfche Courant ran gisteren iets voorleezen, dat men nooit onder Coutantftof verwachten zou. Krelis. Ja, ik begrypal wat gy meent. DieSamenfpraak, denkjk,, tusfchen Heracliet en Democriet, twee Griekfche Filozoofen, die wel vyfentwintig honderd Jaaren zyn dood geweest, de eene altoos huilende en de andere altoos lagchende, om alles wat ze in de Waereld gebeuren zagen. — Neen, lees dat niet, Vrind 1 Zo het dat is. Louw. Ja, dat is 't. Die twee verftorven Wysgeeren worden in de Haag» fche Courant voorgefteld. Maar ik weet niet of men in ftaat kan zyn om over ailes te huilen. Ik ken wel Menfchen, wier tronie naar 't lagchen geplooid is; zo dat ze altoos fchynen te lagchea, en dus by Remocritus vergcleeken kunnen worden; maar nooit heb ik iémand gekend of gehoord dat iemand een zo grooten Huilebalg onder 't Menschdom gekend heefc, als Heraclitus zoude geweest zyn. Zelfs fchynt Juvenaal in zyn Tiende Berispdicht te.kennen te geeven, dat hy twyfelde, of de Wysgeer Heracliet wel akoos gehuild zou hebben: Want als verwonderd vraagt hy : Waar hy de traanen, die hy fchreide, van daan haalde? Krelis. 't Is ook al iets byzonders. Maar in de Haagfche Courant vraagt fteeds die Oude Griekfche Huilebalg: Of hy niet weenen zoude. Iets dat men zoude doen , doet men niet? Louw» Zo is 't, Vrind! De Lagchebek van een Wysgeer Vraagt daarentegen geduurig: Of hy niet lagchen zoude ?:— Maar weet ge op welk een wyze men op die Samenfpraak een fraaije Parodie kon maaken? Krelis. Misfchien zou men die zogenaamde Vrolyke Lieden, die den 6den December het bekend Oproer m den Haag hebben aangevangen, in het aanzien des Stadhouders en meer milddaadige Grooten, die 'er Ducaaten voor hebben uitgedeeld , gelyk ook, tot vermaak van de Haagfche Courantdrukkers en anderen. — Ik zeg, die zogenaamde Vrolyke Lieden zou men als zo veelen Democritusfen kunnen aanmerken * A 3 voor  ( 6) voor dien enkelen Dag, of Avond; want, even als Uilen en VTeêrmni« zen 't best in donker tieren, heeft dat faamgerotte fchuirrr van Volk Qok getracht hanne doemenswaardige ontwerpen te doen gelukken, en misfchien te plunderen, te moorden en te rooven; 't welk God nochthans verhoed heeft; waardoor de aanflag dier Vrolyke, liever verdoemlyke hoofden van dat Complot in 't riet liep, en zy- eensklaps van Democrieten in Heraclieten getransformeerd zyn geworden. Louw. Ook heeft my iemand, die gisteren uit den Haag is gekomen, verzekerd, dat de Courantiers Gosfe, Vader en Zoon, hunne eerst Democritifche Weezens in Heraclitifche veranderd hebben, en men op derzelver tronien, na den Vrolyken dag van 6 December eene angstvallige treurigheid gefpreid ziet, die men weet dat de Weezens eene geneigdheid tot weenen geeft. — Zy zyn te meer neêrflagtig geworden, om dat ze het zo greetig overgenoomen leugenachtig Artikel uit le Cmtrier du Bas-Rhin, op bevel der Heeren Gecommitteerde Raaden, openlyk hebben moeten herroepen; 't welk hun van harten leed is, om dat zy de geftoffeerde Leugen van een Oproerig voorneemen derUtrechtfche Gemeente, wegens den gerechten triomf van de Post van den Neder-Rhyn niet als eene Waarheid hebben kunnen doen aanneemen door de Leezeren van hun Onrechtzinnig Niéuws-Papier, in 't welk zy met een grooten ophef, wel in de weer zouden geweest zyn, indien de Britfche Milord Grave van Athlone,. enz. enz. enz., Hoofd-Ófficier der Stad Utrecht , het Proces tegen den Burger en Boekverkooper G. T. van Paddenburg en de Schryvers van den, Post gewonnen had. Krelis. Zy zouden zekerlyk alsdan een Compliment van Gelukwenfching a^n het Gemeen, en in 't byzonder aan hunnenLeezerengemaakt hebben. Louw. Daar is geen twyfel aan , en hoe zouden alsdan de kruipende Hoofden der Antipatriottifche Cabale, gelyk de Politica, Vertoog fchry fteld. — Dan men kan 't ook zingen op de Wys van Waarom of zo menig Mensch, 't welk te vinden is in het ade Deeltje van het Goudvinkje, dat by de Drukfter onzer Samenfpraaken verkocht wordt. jtfi's de Vos de Pasfie preekt Boer pas op uw Ganzen ^ Als een Vleier 't mooifte fpreekt Van zyn groote Hanzen; Burger; pas dan op' uw zaak! 't Zyn geen praatjes voor de vaak: 0;n u C overheeren Willen'z' u bekeeren. 2. Goensjen is een Advokaat, Ook zyn Vriend Reiniertje\ Beiden houden 't aan den praat In hun Haagsch Papiertje. Lukte toch zoon Haagfche Pret, Goensj' en Reintje wierden vet: Want .die cude Ploertjes Stookten graag Rumoer:jes. 3- Voorzorg is den Armen goed: Goensje, dit klinkt anders! Voorzorg nog. van 't Hollandsch Bloed Hoedt ons Nederlanders. Voorzorg nog in staaten-haRd Hoedt dat g' ons niet overmant, Hoedt ons, oude Ploertjes! Tegen uw Rumoertjes. 4. Reintje lus ƒ een boteram Met een Engelsen poensje Kom dan hier naar Amfterdam Met uw Vriend van Goensje. Breng dan meê die Samenfpraak j 't Is een pruimtje naar uw fmaak: Want zulk' oude Plotrtjes Stookten graag Rumoertjes.- 5. Komt  (3) Komt dan hier, in Gysbreohts-Stad Zullen w' a treSeeren, Wil je zuipen, zuip je zat; Dat zal ons niet deeren, Wil j'er op Mynheer den Prins Klinken met Bourgonj' of Rins: Met alï' uw Rumoertjes Lagchen w', oude Ploertjes. 6. Neen, wy Vrouwtjes zyn niet kwaad Zo j' ons niet blyft ftoor Reintje, Goensje, Gatje, hoor, Weest niet langer Zotten, Eerder wascht je wit den Moor Eer j' ons zoudt bedotten: Hoor wy kennen z' op een prik, .Die «ns met de neus in 't ;flik Verder willen leiden, Als wy lang befcareidden. Koning, Graaf of btigfle Hoofd, Hoe j' ook noemt dien rommel, Hoe j' uw kostje foast of ftooft; 't Is ons eenen drommel , Hoe je 't Popjen ook beftrikt, Hoe je 't ook zyn gatje likt, Hoe j' oek zingt traraatjes; 't Helpt niet, Advokaatjes 9- Hoort het Politiek Vertoog Van rechtaarte Vrouwen: Vryheid is etts htogfte Hoeg, Daar w" ons Heil op btuiven. Vryheid, die geen Wetten fcbendt \ Dit geen Souverein erkent, Dan die, vry gekooren, Pligt vtlgt, naar bebooren, 10. Zo zy onze Magistraat, En ook zo 's Lands Staaten; Zo zyn z' onze toeverlaat; Zo kan Vryheid baaten: Ze kan ook Mynbeer de Prins Stedehouder zyn ahins: \ Zo leev' Recht en Vryheid, i Tot der Burgren bbyheidi Krelis. Pat Klaartje moet al een aartig 'Vrouwtje weezen. Wy wachten en; wenfchen van haar en haar Gezelfchap nog meerdere Stukjes by gelegenheid, ea bedanken haar weêr voor dit. — De tyd en het bellek onzer Samenfpraakenr laat ons thans niet toe, verder over de algemeene zaaken te fpreeken. Vaarwel, Vrind Louweris, en flaap gerust. Louw. Ik wensch je 't zelfde, Vrind Krelis! Wel t'huis en de groetenis! aan Grietje. , Bv de Drukfter deezes is thans te bekoomen: De Gelukkige Kamenier, of dé overwinnende Kuisheid. Ecte waare en te gelyk leerzaame Gebeurtenis, voorgevallen op een Buiteif laats aan de Rivier de Vecht. De prys is 4 Stuivers. Gedrukt by dTËrve de Weduwe J AG015US van EGMONT: Of de Reguliere Breé&rat, te Arafterdam*  LOUW en K R E L I S. N°. 3. 15 January 1783. Louw. S~\oeden Avond, allerbeste Vrnd! Hoe is 't met den Welftand? ' Krelis. VJTAl frisco, Louw-Broer! Hoe hebt gy 't 'er meé? Louw. Als een Meesje; maar juist 20 vlug niet... Ik zal de vryheid neemen van eens te ftoppen en aan te fteeken. Krelis. Dat moet gy doen, Louweris! — Nog meêr: Schenk zelfs eens in en drink met my een glas, ik zal terwyl neg eens de Nieuwspapieren iirzien Louw. Gy_kunt het nochthans federt ruim een week het Haagfche niet doen Dat oproerig Iydingblaadje zal vooreerst het Volk geene ilaaffche denkb-eldeo wegens t gezag des Stadhouders, en tegen den Souverein onzer Provincie Holland en VVestfnesJand geene verfoeilyke en doemwaardige Voorneemens inboezemen Krelis. Dat is zo, Louw! Maar het Volk heeft vooreen groot deel een ai te hoog denkbeeld van de Stadhouderlyke Waardigheid om te kunnen celooven , dat hy fiechts een Dienaar van hen en van den Staat is. — Dan d't nu daar gelaaten ; wy zullen by gelegenheid wel eens toonen , in zo verre het ons begrip voorkomt , welke de eigenlyke gefteldheid onzer vrye Sra>tsregeeriHg is. - Maar hoe zal het de Vriend'Gosfe nu maaken? - Geene Couranten te mogen drukken of utgeeven, geduurende zes weeken tyds en wat hem mooglyk nog meer ten Pcene gefield is, zal hem in zyn Kas «eene geringe vermindering van Inkomften doen ondervinden, en zyne vrolyke St Niklaas gehouden hebbeade Knechts, zulle» geduurende dien tyd wel ilfcin plaats van SwtNiklaas, goed Heilig Man enz. mogen zingen, terwyl dk Appelen van Oranje, die almede in dat Kinderdcantje te pas koomen, hun nu minder als Karnemelk met Roggenbrood zullen walgen, dexvyl ik niet twyfel of zy zullen een weezenlyk gevoel hebben der fchade van gebrek aan werk, en het nvsfen hunner loonen, ten zy dezelve hun werden goedgedaan door hunnen Meester or_ door dien m.lden Heer, die de Haagfche St. Niklaas-vreugd door een halve' m.sfchien wel een heele hand vol Gouds begunftigd, of liever aangezet heeft! fchoon hy er met voor bekend wilde ftaan, en daarom (ó Gruwel !j eenen Eed van de Aanvoerders tot eene oproerig Zaak afvergde; welken die laage Zielen ook deeden, alleen door 't Goud bekoord. - Diu ik acht en hou het 'er voor dat hy , d-e hierin heeft getracht zyn oogmerk te bereiken, (hy zy dan wie hy zy) het onwaardige Schepfel in ons Gemenebest is; ja veel grooter Verraad heeft trachten te pleegen, dan dat het welk een vilaine van Brakel, of eene misleide de Witte ooit hadden kunnen of denken te bewerken : Want ware de verdoemlyke toeleg, onder fchyn van een vrolyke Party ter eere des Stadhouders gelukt, »r.en had eene allerverderflykfte omkeering in het Staats weezen van ons vry Gerneenebest te vreezen gehad. • Louw. Dit begrypt een ieder, Vrind ! Gelukkig is die toeleg verydeld: en al zong die oproerige St. Niklaasbende nog zo hard: Peeren van de Bmmenl Rxktryke Oomen! J Het heeft echter aan het 'oproerig oogmerk van dien muitzuchtigen hoop geen Ide minfte gelegenheid kunnen verfchaffen, om tot die feitelykheden te koomen welke dit faamgerot gefputs en deszelfs Begunftigers en Aanvoerders'er zich van inadden voorgefteld. w De we'meenende Haagfche Burgers en het gros der B Ge-  ( ia ) Gemeente ïelfs begreep den toeleg, en Z3g die 20 genaamde vrolykheid met verontwaardiging aan. Krelis. Dat kwam, om dat het geen reden voor"die vrolykheid kon vinden, dan in een allerongepast, onredilyk en oproerzeekeud Dankadres aan den Stadhouder, kwanswys, ter oorzaake hy zo wel betoogd had, in zyne breedvoerige Memorie en Misfive, de gerechtigheid zyner Zaak en het geeven van orders als Capitein-Admiraal aan de Bevelhebbers over de Marine van den Staat, — en dus over een Zaak, die geen dank verdiende; maar in tegendeel nog te ondenoeken ftond, en nog ftaat, of ze in p'.aats van dien geene berisping en verbetering noodig hal; geïyk men althans te Amfterdam aanftonds over het algemeen uitdeftukken , die men 'er in de Nieuwspapieren van zag, vrymoedig oordeelde, om dat'er altoos een of meer doorzigtige en fchrandere Patriotten in de Gezelfchapppen was of waren, die de ophefmaakende Aanhangers der Orar je-Party den mond ftopten £ en met grond van reden toonden, dat, al ware de cpgaave van des Stadhouders zyde nog zo naauwkeuriü en welgogronl, het niet meer dan een Staaltje van zynen Pliftt was, aan zyne Heeren en Meesters een rechtzinnig verflag van zyne handelwyze, betreffende zyn Ampt als Opperhoofd der Marine, te doen. Louw. De Friesfche Staaten hebben 'er ook al vroeg iets in ontdekt, hetwelk, hun aanleiding tot het opftellen van den bewusten rondgaanden of circulaires Brief aan de Bondgenooten gegeeven heeft. Want zy zeggen 'er door in eene Zee van vertvoyféling verzonken te zyn. Krelis. Het Astkei van 't niet u tzeilen der Schepen naar Brest is een blykbaarbewys van onv«ldaa«e of niet genoeg gepresfeerde orders, en wilde men in aanmerking, neemen het meerendeel der voorige orders door de Stadhouder gegeeven, de uitvoering heeft 'er echter aan ombrooketi, dan onder dit— dan onder dat vootwendfel, met welke voorwendfels de begrippen van den Capitein-Admiraal altoos ftrookten. — Men weet hoe zeer hy zelfs (ondanks zynen aandrang als Capitein-Generaal op vermeerdeling en wel eene conliderabele vermeerdering van Landmagt) den vervallen ftaat der Zeemagt-als betreurde, ja zelfs in zo verre, dat hy zich uitliet, of men den St3at wel meer als eene Zeemogendheid konde befchouwen. Maar ziende, dat men hem geene zo onnutte en onnoodige vermeerdering van Landtroepen. 1 kan tceftaan, en de Republiek zich aller voornaamlykst In dehoogftenoodzaaklykheid liet gebragt om krachtdaadig haare Zeemagt te vermeerderen, fchynt de geneigdheid . des Stadhouders voor het Zeeweezen met den Zee- Oorlog te verftaauwen, en fchoon 1 hy (gelyk men niet onder Stoelen of Banken geftopr, maar opentlyk in Amfterdam ge- . zegd en nagezegd heeft) reeds twee dagen te vooren wist, eer de onrechtvaardige! Oórlogsverk'aaring van Engeland algemeen wierd,öat ze 'er was, heeft men nochthans 1 met geilen , dat 'er van zynentwege de minde poogmge als Admiraal-Generaal gedaanwerd om te zorgen, dat de op het uitloopen ftaandeOorlogs-en Oost Ind.CompagniesSchepen uit ds M;as gewaarfchouwd werden om vooreerst niet te zeilen, dewyl de: zaaken dusdanig gefield w.aren-, en de Engelfchen reeds op hen pasten, gelyk zy dami eek in derzelver roofzieke klaauwen vielen, fchoon een Visfcher, gelyk men gefchreeven heeft, aanbood om ze, toen de Oorlogs-Verklaaring bekend werd, maar die; Schepen reeds vertrokken waren, mits eene belooning van 500 guldens 'er voor te.; genieten, nog te onderhaalen f te waarfchouwen en te rug te doen keeren, 't welk: «ie 11 van de hand wees en dus eensklaps meêr dan één millioen verloor, om geeni kilfduizend guldens, te waagen. — Dit alles, hebben ons de Nieuwspapieren immers 1 ge-  C M ) gemeld, Louw Broêr! Ook is 'er geen tégenfpraak opgevallen; derhalven zal m«a mogen oordeelen dat zulks niet buiten dé waarheid is gemeld geworden. Louw. Wat men zeggen moge of niet, het is zeker, dat de vertrasging der zaakenden grootften Amptenaar, dien men dezelve ter uitvoeringe in handen geeft, moet en mag geweeten worden; want is 'er by het Hoog-gezag van den Lande een befluit. genoomen ter uitvoeringe van een allemoodigst middel om ten fpoedigfle tot heil van Volk en Vaderland in 't werk te worden gefield, dan is het onbetwistbaar de Pügr des Amptenaars, wien de bevelen daartoe gegeeven zyn, te zorgen, dat dit befluir, agtervolgens de hem in handen gegeeven vermogens om die bevelen ter uitvoeringe van hetzelve te geeven, geene tégenfpraak lydt van hen, welken hy gebiedt, of'er moet eene onmogelykheid plaats hebben, die dan ook aanftonds door den Uitdeelerder bevelen aan zyne Heeren en Meesters moet gefuppediteerd worden. Ik zeg, aanJlonds, maar niet, na verloop van den voorby zynden tyd, die de voorgaande beffuiten, door het vruchteloos maaken dier bevelen aan den tegenwoordigen tyd niet kan bepaalen. Dit vooral is eene volïïrekte onmogelykheid. Krelis. Dat is zeker, Vrind! Een enkel uur verzuimens of verwaarloozings eerer noodige zaak, kan eene geheele Eeuw van rampen ten gevolge hebbenja dikwils k'an het den geheelen Ondergang van een Volk met zich fJcepen, — Hce raar — hoe. aaklig had het 'er met ons uitgezien,. zo men by de Ontmoeting der Engelfchen op Doggerstank, zich niet gereed tot tegenweer had gevonden, en één uur flechts noodig daartoe gehsd hadde ? — Maar 't is vreemd, dat na dien Slag de Z^aken , in plaats van voorwaards, nog verder veragterd zyn, dan ze reeds te. vooren waren: Want naderhand liet men 2ich in onze eigen Havens opfluiten"; toen men te vooren den tyd tot uuleopen,. en zulks te belenen, ja voordeden, en zelfs wel aauzienlyke, op der* Vyand te behaalen, verzuimd had'. Louw. Ik oordeel dat gy gelyk hebt, Vrind! —• Naar 't my voorfbat, was_ het in de Maand July 178!, dat Hunne Hoogmogenden Convoi beloofden a'an de Oost- en West-IndTebe Schepen, om in October of November, weêr en wind dienende, te zeilen, ordonneerende den Stadhouder als Capiteir-Admiraal zorgtedraagen dat zulks .gefchiedde, gelyk hy ook' verzekerde te zullen doen ; maar deeze faalt in devolbrenging van den op zich genoomen last, ondertusfeben denzelven niet te wigrg of onuitvoerlyk keurende; Want dan moest hy térftond of kort daarna de bezwaarlykheden daartoe hebben doen zien. D„n dit doet. hy niet. Qndërtüsfche'n verloopt het beste Saizoen en toen het Winter Getydedaar is , zegt Mypbeer de Stadhouder dat hy het" Advis van 's Lands Zee Officieren had ing.ertdom.en~; en dat volgers derzelver oordeel, liet Saizoen te verre verloopen was, om, gelyk men voorgelleld had , benoorden om te zeilen , en hei Canaal, om de daarin yermóeoelyk kraisfebde Engclfche Schepen te gevaarlijk. —— Zie daar dan. eene vertraaging, van welker oorzaak de Capitein Admiraal niet vry te pleiten is, ril nam hy den geheelen trits zyner Rechtgeleerde Vrinden daartoe ter hulpe, hebben Je daarenboven geen woord gehouden", waardoor de ReeJers en Kooplieden in hunne verwachting te leur wierden gefield , .tot hunne onovcrkoomlyke fc|i|-'-! de. — Twee Schepen naar de W'esr-Ihdien moetende, zeilen evenwel zonder Convoi, uit Texel benoorden"om en zulks in 't hart van den Winter; toonende met hun voorbeeld dat het zeer wel doec))k is, in 'f llrengde Jaarfretydè zélfs dien koers te neemen ;.want zy kwamen beide behouden ter hunner bett'cmdè piaatfen.— 't Wordt eindelyk April, en den 8. dier Maand gaat bet Cönvoój onder zeil, verzeld van eenige Oorlogfchepen, die her tot op" de hoogte van Hitland geleiden, en twee Fregatten 'er by laaten, om de Schepen naar de West te verzeilen. QisdeitUifchén voerde men in Zee niets uit, en keerde weêr naar Texel: Eerst bleevcn eenige Schepen voor Gaats liggen; maar alstoen vond men niet raadzaam de Engelfchen daar af te wachten.,. Het geheele E&cader bergde zich dan weder in de Haven, en naauwlyks zyn , B:a. on-  C iO r' ótzc Schepen daar ifl veiligheid , zo 't by den Capitein Admiraal heette, of een getal Engelfche üorlogfchepen , die men zwaare noemt, verfchynt voor onzen Wal en Houdt een Vloot van meer dan 30 Schepen in onze eigen Havens als ingefloten; de Stadhouder in Tesfel zynde, teen men de Engelfche Schepen van verre zag opkomen, belloot rasch tot hit niet uitzeilen van de Vlöot, om dezelve niet te waagen aan een oogenfehynlyk gevaar van geflagen te kunnen worden; waarna hy fpoedig maakte Weder in den Haag te Zyn. Dan toen men geene Engelfche Schepen meer vernam, geeft hy order tot uitloopen; dit gefchiedde in de maand July, maar ook laat hy de Vloot of liever een deel van de Vloot voor Gaats ten Anker gaan, tot dat ons Escadcr onder den gerenommeerde Vice Admiraal Harlfink met agt Koopvaarders, die mar de Oost-Zee moesten, uitzeilt; maar na weinig weeken in de Noord-Zee gekruist te hebben, en duor een Storm beloopen, die twee der beste Oorlogfchepen, ten koste van meer dan 500 Zielen deed vergaan, en veele anderen fchade door leeden, keert men al weder naar Texel, zelfs zonder de 3 Oost Indifche Schepen die eerst van Dror.theim gezeild en nu te Bergen lagen, alwaar zy voor de Engelfchen gewaarfchouwd zynde binnen geloopen waren, onder bedekking te neemen.— Toen de Vloot in Tesfel is, wordt voorgegeeven dat zy gebrek aan Victualie en Scheepsbehoeften had, het geen de Admiraliteiten van de Maas en Amfterdam getuigen buiten waarheid te zyn. — Voorts moesten 'er twaalf Schepen van Linie, volgens overéénkomst met Frankryk naar Biest gezeild zyn. — 'Er wordt gedraald: Onze CapiteinAdmiraal loopt de beveelen vaa zyne Meesters vooruit, en gebiedt eêr hy gebooden wordt, de reize naar Brest niet te onderneemen. — Krelis. Het was ook niet mogelyk, volgens des Stadhouders voorwendfel, om het reeds genoemde gebrek, naamlyk Victualie, Ankers, Touwen, Zeilen en wat des meer is. — Dan dit ftuk ftaat beoordeeld te worden door de Hooge AdmiraliteitsHoven , en is reeds op 't punt om onderzocht en beflischt te worden. — Altoos werpt de Stadhouder de Zaak op de Zee-Officieren; maar, indien het waar was dat zy eenige bevelen door hem, als Cupitein-Admiraal, ten nutte van den Lande gegeeven, onuitvoerlyk vonden door dit of dat gebrek; waarom dan niet terftond middelen beraamd om het te verbeteren , met kennisgeevinge daarvan aan de Bondgenooten en met aandrang om, daar het gevaar het dringendfle is, de fterkfte vermogens aan te wenden om het te keeren, of insgelyks, daar men kans ziet te winnen , geen tyd te verzuimen om de Fortuin van vooren by 't hair te grypen, eer men haar voorby laat glippen. Louw. .Wy oordeelen dus, en wy meenen wel te oordeelen; maar een teder oor- . deelt juist zo niet: Zy begrypen 'er achter te moeten weezen daar men 'er vóór moest zyn. Gy zyt 'er niet achter, is zelfs een gemeen fpreek of liever fpot woord.. Wy willen het nu eens niet gebruiken. Wy nebben reeds te lang gefprooken. — .Ik geloof, dat niet de Sint Niklaas maar de Koppermaandag ons, even als de Zetters en Drukkers, nog in 't hoofd fpeelt, en dat wy denken den Tyd te hebben, gelykzy.die den volgenden Dingsdag, zo wel als den voorgaanden Feestdag, ter eere van hunnen Pa- ■ troon Lturens Jansz. Koster nog hebben gevierd; hetwelk dan ook dereden is, dat onze' Leezers een d;;g laater als naar gewoonteonze tegenwoordige Samenfpraak in handen zul-lenkrygen; weswegen de Zetters en Drukkers verfchooning verzoeken en wy met hen. — Nu, Krelis! Vaarwel. In onze aanftaande Byecnkomst zullen we een gedeelte der • Sloffe, over welke wy thans gefprooken hebben, kunnen vervolgen, en de mogelyk— heid van eene fpoedig ïe vermeerderen Zeemagt met luisterryke voorbeelden aantoonen.. Leef gezond en llaap gerust, Krelis. Goed, Louw- Broer! Als gy 'er maar kans toe ziet. Dan dat laat ik aan u 1 over. Vaarwel! Wel t'huis! Groet Diewertje, en flaap gerusr. Geiiukt bj dc EtVS de Wed. ]. van ECAIONT ; op dc Reguliers Brecftisac, te Amieidam.  KRELIS en LOUW. N°. 4. si January 1783. Krelis. TTier is uw Vrind, vrindelyke Vrind Louwerisl Ik zal my maai J. X by t vuur piaatfen; het is weer veel meêr koud als 't voo; eenige dagen was. u .Pat heb ik zo wel Sevoeld als 8? en elk> Krelis-Oom! En daarom heb ik de Veenzon wat fterk doen fchynen. — Kruip in 't hoekje en fteek deibrand eens in den Tabak. Het fmooktuig ziet ge in orde voor u. — Maar hoe is t met de Ctezondheid ? Krelis. Van hart naar behooren, behalven zo wat hoestachtig, zo wat roozi* en zo wat bezet met: flyi» en zinkingftorren, even als in den Voorzomer, dan jrfist zo fterk niet. Hoe hebt gy het met den Welftand f Ik had 'er u verbena naar te vraagen. fc i Louw. Die zelfde gebreken, over welken gy klaagt, vallen my ook wat | ongemaklyk; voor 't overige is 't nog wel. — Brengt gy iets byzonders »eé ? Krelis. o Neen ! Ik verlang vaa u te hoorai w^t Nieuws 'er is> Louw. Nfets, voor zo veel ik weet, als dat de Onderhandelingen over den Vrede te Parys niet naar ons belang zyn uitgevallen; eifchende de Entrelfchen te veel om door ons te worden toegedaan, te meer daar geheel Europa weet, hoe onrechtvaardig de tegenwoordige Oorlog ons door hen is op den hals geworpen terwyl zy eene Schending hebben begaan van de heiligfte Verbindtenisfen, welke meer dan eene Eeuw be.laan hwden nufchen de beide Natiën, en met geduarige toeeeevenheid aan onze zyde, op gronden van de onkreukbaarfte Trouw door ons ee. ftaafd zyn geworden, ondanks de Zeerorerye* reeds lang voor den Oorlog tegen ons met verkrachting van het Recht der Volkeren, op de oneetrouwfte en optettelyk Vyandelvkfte wyze gepleegd; en,dan nog, (welk eene extravagante ftap! durft de Bntfche Gevolmagtigde Gezant het Recht der Vo'keren ten voordeele zyner Natie m den mond neemen; maar hy wacdt zich wel iets uit hetzelve te bewyzen. _ De Britfche Natie moat iudedaad denken dat zy boven het Recht van alle andere Volken als bevoegd is om dien naam aan haare onrechtvaardige handelmgen te magen geeven, en haar Syftema, 't zy dan hoe't ook weezen moge, door de geheele Waereld te doen goedkeuren, al fireed het zelfs, galvet, tegen het Recht der Volkeren, rechtftreeks tegerj de Rechtea der Natuur, en fchoon de Reden onder alle befchaafde Natiën mede haare Wetten heeft, tfgeleid uit alle anderen en zelfs uit die des Oorlogs, willen wy hier niet eenJ rm fproeken; want de Wilden van Canada zyt. redelyker i. hunne begrippen leswegen, dan de Alb.onners, die men niet te onrechte wel eens met den door 'en °*er ' algemeen verdienden tytel van (Pilden van Europi biftempeld vindt, rvrelis. «Vaann beftaan dan de Eifchen van den Engelfchen Gevo'rruetitfden > Louw. „ Zo ze-i (zegtdeBritfche Gezant Fitzberbert vooraf) als een nataurlyk evo'g vaa den tegen woord igen Oorlog als door het gedrag van de Republiek voor e Vredebreuk (zonder evenwel dat gedrag iets berispelyks toetefchry ven, of rede* len by te brengen waarom het gedrag der Republiek zya Hoftot eene openlyke Verondbreuk genoo dzaakt heeft,) „ hebben de by zondere betrekkingen, die zo een groot aantal van Jaaren hadden plaats gehad tusfchen Groot-Brittannie en de Republiek , opgehouden : Even als of de Republiek aanleiding tot deezen Oorlo* had eeseven, en om dat Hunne Hoog-Mogenden thans Weinig gezind fthynen , efi C naac  ( 14) naar *t zéggen van dien Afgeiant, toonen, om hunne oude Verbindtenisfen (hy moest 'er bygevoegd hebben in welke te breeken het Britsch Ministerie zyn voordeel dacht te vinden) te vernieuwen; zo komt het eerfte Artikel 'er op uit, dat zyn Britfche Majefteit geen ander Voorrecht wegens den Handel toe wil ftaan, dan die enkel en eenvoudig zullen beftuurd worden door de algemeene grondregelen van 't Recht der Volkeren; ('t welk immers in den mond eens Brits een ydele klink is:) En het volgende werpt in de daad dit eerstgeltelde het ondeifteboven; want de Engelfche Gevolmagtigde zegt, dat hem gelast is, daarby te voegen dat zo dra de Natiën, thans in Oorlog zynde, nieuwe fchikkingen van Koophmdel zullen beginnen te formeeren, die de nieuwe betrekkingen, welke on" der hea zullen plaats hebben, waarfchynlyk noodzaaklyk zullen maaken, Zyne " Majefteit, door een gevo'g zyner goede neigingen jegens de Republiek der Ver" ewigde Provinciën, zal gereed zyn tot zodanige verbindtenisfen van Koophan" del als met de gefteldheid der beide Staaten en hunne refpeórive Belangens zullen overeenkomen." Dit Voordel bevat (gelyk de Heer Fitzherbert verder zegt) alles wat de koning zou kunnen toeftaan , in achting genomen zynde de betreklyke petitie: " der beide Natiën, en overeenkomftig met de reden en billykheid; want, watl " aangaat de allegatie der Heeren Plenipotentiarisfen van Holland, in Hunne Me" morie ten aanzien van den voorllag door den Heer Fox aan den Heer Simolin " gedaan, is het onbetwistbaar dat die Voorllag noodwendig verbonden is ge" weest aan dien van het fluiten van een afzonderlyken Vrede met Holland, en " dat, dit tweede aanbod door Hunne Hoog-Mog. verworpen geworden zynde, het eerfte oogenbliklyk van zelve nul en van geener waarde wierd, en eindelyk, onder " wat oogpunt men het ook zal willen befchouwen, als volkomelyk niet ge" fchied" — En daarvoor, dank zy Gode! " In het Tweede Artikel gaat hy dus voort: „ De Koning, door eene uitwerking zyner gemaatigdheid, bewilligt in de teruggaave aan Hunne Hoog-Mog. van alle Bezittingen , die aan hun door zyne Wapenen in den tegen woordigen Oorlog " zyn ontnomen, en die hy by het fluiten van den Vrede/» bejlag zal hebben, '* uitgezonderd Trinconomale op het Eiland Ceilon met haare Onderhooiigheden",' Zie daar eene verfoeilyke ftreek van Engeland. Daai voor behoede ons de Almagtige i En ten Derde laat die britfche Plenipotentiaris zich dus uit: ,, De Koning kar. op geenerlei wyze plaats geeven aan den eisch van fchadeloosftelling der verliezen; " welke de Vercénigde Provinciën geduurende den Oorlog hebben geleden, aan " gezien dusdanige pretenfie gelyklyk ftrydt tegen de duidel.ykfte gronden der gei " zonde Reden en van het Recht der Volkeren. Maar Zyne Majefteit zal zonde " moeite toeftaan, dat de beilisfing der Pryzen, door zyne Onderdaanen op du " van Hunne Hoog-Mog. voor de Vredebreuk gemaakt, werde overgelaatenaan " de Gerechtshoven der Admiraliteit van Groot-Brittannien, overeenkomdig me ' dë regelen by alle Volken vastgefteld." — De regelen van alle Volkeren zyn dt regelen van Züfsverdediging , door 'i Hoog/Ie Weezen , ja zelfs door de Natuut ben ingeplant. Voor het overige brengt hy een verfchooning van zyn Hof voer den dag at ©f het, met den gtootfttn tegenzin tegens ons Gemeeuebest genoodzaakt w; geweest tot eenen Oorlog, ter, vermydinge van welken het geene middelen iw beproefd had gelaaten. Maar daar het de herftelling van den Vrede geldt, vw hy op die betoogingen niet aandrinjeji. — Tot flot wil hy hebben dat men ci li]  (tf) zyn voorgeftelde sanzie als een nieuwe blyk van de gemaatigdheid des Koning» en van zyn beftendig veüangen om met alle de Paityea, in den tegenwoordigen Oorlog betrokken, tot eene fpoedige en duurzaame bevreediging te geraaken. — Frankryk zal wel anders denken. Wat zegt gy nu van de hoop op Vrede, Vrind ? Krelis. Dat deeze bepaalingen volftrekt tegen ons belang aanloopen, en het ■Hot van de Zaak een Parodie tegen de bekende gemaatigdheid van den Engelfchen Koning, deszelfs Ministerie en de geheele Britfche iSatie behelst. Althans, de meeste bygebragte redenen van den Engelfchen Gezant komen my als Wonderfpreuken voor, die weinig der gezonde Staatkunde voegen, fchoon mendergelyke we! meer ter verftrikkinge van de Party, met welke gehandeld wierd, gebruikt heeft. Louw. Op deeze Artikelen hebben de Gezanten van onze Republiek ook een antwoord gegeeven, dat verre af is van inwilliging op het voordel van Engeland; en dus zullen we ons eene meer eerlyke Vrede door de Wapenen moeten trachten te bezorgen, en liever goed en leven opzetten, om niet als cynsbaar aan een trotfehen en verraa^erlyken Vyand te worden, die zelfs zyne eigene Nationaale Colonisten , zyne Kinderen en Broederen in Noord-Amerika, fchoon 't hem mislukt is, heeft getracht onder het yzeren Juk der Slaaverny voor eeuwig te doen zuchten. Krelis. Wat heeft Frankryk op deeze onderhandeling tusfchen den Britfchen Gezant en de onzen beflooten ? Louw. By het overgeeven der Note, te breedvoerig oen ze hier te melden, (genoeg dat zy ontzeggend zy) gaven de Hollandfche Ministers verder mondeling te kennen: dat het fluiten van den Vrede onmogelyk was, indien het Britfche Hof geene andere voorflagen deed. By die gelegenheid heeft het Franfehe Hof een nieuw blyk gegeeven van haare oprechte vriendfehap voor de Republiek, niet alleen door zelf by Engeland op billyke voorwaarden omtrent dezelve aantedringen, maar verzekering te doen, dat 'er geen Vrede zal gefloten worden, voor dat Engeland aan de billyke eifchen der Republiek voldaan zal hebben. Krelis. Bravo ! — Maar hoe ftaat het wegens deeze Zaak ma Engeland en Amerika ? Louw. 'Er wordt verzekerd (fchryft men) dat de tegenwoordige ftaat van Vredenhandel, dus is: „ Dat Engeland en America formeel den Vredegeteekend „ heeft, onder d;e Mits, dat zo 'er geen algemeene Vrede volgt, die teeke,, ning nul is: Voorts dat Frankryk en Engeland ook op dien zelfden voet fecoerd „ zyn, en dus alleen de zwaarigheden wegens Spat je en onze Republiek over„ blyven, en is bereids u:t Londen een Courier naar Madrid en Parys vertrokken „ met Depêches over de difficulteiten met Spanje". Ktelis. Dus is 'er weinig waarfchynlykheid, dat dc Vrede nog voor eerst tot ftand zal koomen, dewyl de trotfche Britten oordeelen der Republiek en Spanje niet te moeten toegeeven. — Het za'. ook veel werkzaamheid aan onze Zaak toebrengen, als men algemeen den Oorlog doorzet, en d t voorzien de Engelfche Vntnien reeds: weshalven zy het hoofd thans beginnen te laaten hangen. Louw. 't Is zo, Krelis! Van d?g tot dag befpeurt men eene meerdere neêrflagtigheid en dieper flilzwygen onder de Anglomannilche Farty ; ja! zelfs verliest zy veele haarer Voorvechteren, welke zrch by de Patriottifche voegt, uit overtuiging, dat in dezelve het beste déél berust, en zy het derhalve behooren te verkiezen. — Over welk band over hand toeneemend verlies, zegt men, hét fcingelsch Ministerie zelf dernuate te onvrede i>, dat het den Ridder Yoicke deszelfs ongurst C z 'beeft  C iwet; welke niemand , hy zy dan wie hy weezen moge, overtreeden mag. Dat de Stadhouder dart niet roeme, dat hy Zo veel licht van den Hemel ontvangew heeft , 't welk hem , zooder beraadinge met anderen en wel de Besten, alleen zoui kunnan geleiden en aanwyzen het beste wat diende gedaan te worden : — Dit zou zelfs'; de Groote Frederik niet gefrand doen , fchoon men van dien Vorst zegt, dat hy uit; eigen owgen ziet en met eigen handan werkt. — Maar genoeg, Vrind ! Het is fchci., dens Tyd. ik wensch je beterfehap. Slaep gerust. Krelis. Ik bedank je, Lorw-Broer! Wal t'huis en de Groetenis aan Diewertje^ Rust genoaklyk. «edntkt by it Eivc it Wed, ]• ï" EGMOWT: op ie B-egulie» Sreêftraat, K Aa&uism,  KRELIS en LOUW. N°. 6. 4 February 1783. Krelis. Ik wensch je een goeden Avond, Vrind Louweris! Hoe is 't X met den Welftand? Louw. Al frisch, Vrind! Hoe hebt gy 't 'er meè? Krelis. Thans weêr Springlevendig, als een Vischje in 't Stroomnat, Louw. Dat is wat vlug; als 't nog was als een bejaarde Kreeft, die inog reedelyk zyn Schaaren kan roeren, dan zou ik u gelooven. — Gy izült zeggen: Nu, dat is wel; maar verhaal me toch wat Nieuws. — ÏNieuws! Ja, ongelukkig Nieuws, gelyk men meer heeft moeten hooren.— ÏEen Hollandsen Oorlogfchip van 50 Stukken (zo men meent de Nasfau) .en zeven Koopvaarders, gelaaden met Tabak, &c., onder deszelfs geleide, zyn door de Engelfchen te Nieuw-York in Noord-Amerika opgeibragt; behalven dat ze ook nog genoomen en te Jamaica opgebragt heba ben een groot Schip, zo men zegt, onder Keizerlyke Vlag vaarende> van Curacao naar Amfterdam beftemd, en met Koffi, Suiker en Tabak i gelaaden. Krelis. 't Is beklaaglyk! — Ondertusfchen is het hier zo flaauw toegedaan, dat 'er van onzen kant, buiten 't Gevecht op Doggersbank, niets fs uitgevoerd; althans, men heeft (de Zeeuwfche Kapers uitgezonderd) ibyna geene Pryzen op den Vyand gemaakt; en 't is indedaad te verwonIderen, dat een Chffin, een Jarry, zulks hebben kunnen doen, en geheele Eskaders Oorlogfchepen deswegen niets verricht, tot verdriet en fpyt ivan 't moedig Zeevolk op 's Lands Schepen. — Maar wat zal men toch mu nog uitvoeren ? — 't Zal Vrede worden , zo men zegt. Louw. 't Ware te wenfchen geweest, dat wy van onze zyde yveriger 'ware te werk gegaan in 't Oorlogen, dan zou men zelfs voor onze Natie een veel voordeeliger Vrede hebben kunnen bedingen, dan ons nu zal rworden toegeftaan. Onze Koopluiden — onze Oost- en West-Indifche Maatfchappyen — onze Neeringdoende Burgeren — onze Gilden — de geringe Ambachtsman — de nooddruftige Ingezeetenen zelfs, allen betreuren intusfehen den bedroefden toeftand, waarin ons dierbaar Vaderland zich bevindt. — Onmeetbaare Schatten zyn verlooren, zonder werkzaamheid om ze te hebben willen behouden, of de geleden fchade den Vyand zo veel mogelyk betaald te zetten. Dit, waarde Vrind! — dit is de taal van 't vrye — wat zeg ik -- van 't beklemde hart der geringften — doch weldenkendfb des Volks. — Nu, zegt men, fpeelt Engeland ons een grootfehen Trek, maar alleen daartoe genoodzaakt door Frankryk, 't welk zich nog tot ons genegen toont, ondanks onze dwaaling, die het, naar alle gedachten, zeer gunftig der Republiek in 't Algemeen niet ten kwaadften duidt, of als eenen hoon op deszelfs Trouwbetrachting aanmerkt, maar alleen aan die zelfde onbegrypelyke beüüiteloo7.e onwerkzaamheid, in welke ons Gemeenebest als gedompeld ligt, toefchryft— en Gelukkig, fchoon men nog niet weet hoe de Zaak zich by het Hof van Londen toe zal draag en. De Aanmerkingen der Oorlogsgezinden in En- C 3 ge-  geland zullen, naar alle waarfchynlykheid, onzentwege niet voordeelig gemaakt worden; maar 'er zullen al vry wat G s onderloopen, en zelfs het misnoegen der Britschgezinden in ons Vaderland zal hen vanfpyt op hunne tanden doen knersfen. — Van twee kwaaden het beste te kiezen, is nochthans doorgaans de Koninglyke Weg. — Maar wy hebben nog keur, fchoon ze by de uitvoering misfchien niet anders zou zyn, dan die van een loslen Jongeling, die een zedige Maagd veracht om een Meisje dat haar Waereld kent te obtineeren ; doch in welke hy, aan dezelve verbonden zynde, fpoedig ondervindt het tegengeftelde van.'t geene hy 'er zich van beloofd en verbeeld had. — Zou het niet waar kunnen zvn, Vrind Krelis? Krelis. Veel kan waar zyn en weinig ook.' Maar met zeer veele Zaaken is het dus geleegen. — Men belooft zich dikwils Gouden Bergen, of ten minften dat ze in arbeid gaan om ons de grootlle Schatten als. de allergewenschte Vruchten uit hunne Ingewanden te baaren. Zy gaan in arbeid met een fclirikkelyk gedruis, Maar — zie haar Vnicht — het is... en wat ? — Een kleene Muis'. Louw. Die belagchelyke nietigheid is eene trotfche, doch magtelooze Verbeelding, Vrind! Gelyk het ook meestal de uitwerkfels van groote Beloften zo wel, als van winderige Bedreigingen zyn. — Van deeze laatften heeft de Drukfter onzer Samenlpraaken nog een onlangs haar toegezonden armhartig Opgeftelden, doch niet te min oproerigen Brief in handen. — Gy kent dien fchendigen en Naamloozen Brief, Vriend! Maar 't geene 'er in gedreigd wordt zal in Amfterdam nooit plaats vinden. Is zulks het zoeken van Haagfche Oproervinken geweest: In onze Vaderftad denkt men beter. Ondertusfchen willen wy den Dreiger wel verzeekeren, dat men om zyne Bedreigingen lacht. — Dan echter ze komen door een kanaal van een Man, die zich beroemtVorftelykeHoven bezocht te hebben; en daaraan twyfelt men niet. — Doch hy, noch zyn laage Aanhang, kan onzen Schryver ooit affchrikken van zyne eigen Patriottifche Denkbeelden in te volgen. — Hiermeê genoeg gezegd. — Wy wenfchen die Luiden van zulke voor hun verderflyke gedachten bedaarder overweegingen , opdat zy niet in 't deerniswaardig Geval koomen van door een hennipen Venfter in 't eindloos ruim der Eeuwigheid te kyken. Krelis. In een Land daar Vaderlandliefde plaats heeft, moet ook gerechtigheid haaren Troon hebben, en zonder haar beftaat geen Maatfchappy ter Waereld. — Maar hebt gy niet nog iets anders te vertellen, Vrind? Louw. Het fchynt dat de Koning van Pruisfen, die de Cleeffche Regeering, wegens het ontvlugten der Hoofden van de Haagfche St. Niklaas-fpeelers vrywaart van onbillykheid, niet al te wel moet onderrecht' geweest zyn van de begrippen der Staaten van Hollanden Westfriesland, die, wel verre van in de Staatconttitutien eenige veranderingen voor te neemen , integendeel geene veranderingen in dezelve als Souvereinen. hunner Provincie tot krenking der Voorrechten van Overheid of Burgeren begeeren ingevoerd te hebben, en dus alle inbreuke op die Voor-, re.ch.teu hebben mogen te keer gaan , ja zulks moesten doen^ en nog en al-  C 2'3 1 shoös vermogen' en moeten doen, volgens hun Eed en Plfgt'ï gegrond op onverbreeklyke Wetten, hun Ampt betreffende, buiten eenufc betrachting om iets van 't Stadbouderlyke recht of voorrecht te verkorten; maar dezelve veeleer te handhaaven door het welgegronde Recht der Souvereinen van den Lande, aan welkers Hoofd hy rds het voornaamfte uitmuntend Lid praalt; maar in welkers Dienst hy ook te gelyk is als hun Grootlle Amptenaar, en dus met alle zyne uitmuntende Bedieningen , eenevengelyk vermogen heeft als ieder Lid van Staat, uitgezonderd de beöefenmgen van zyne hem toebetrouwde Amptsverrichtihgen als Opper-Vlooten. Legervoogd. — Hiermede zich vergenoegende , en de Steden en Leden derzelve in hunne Rechten en Privilegiën ongehouden hatende zyn Pcrioon deswegen m aanmerking te neemen , het zy door Recommandatiën, het zy door 'telufoir maaken hunner Electien, dat dóórgaans gefchiedt door Recommandatien door de Gerecommandeerden te lfellen jn Ampten, tegen de Handvesten en Privilegiën der Steden, welke het Vrye Kiesrecht van ouds hebben in de Burgerlyke Maatfchappy door zich-zelve. — Hiermede zich vergenoegende, zeg ik, zal niemand ooit iets ten nadeele van Mynheer den Stadhouder zeggen of doen, — Da' hy m alles zyn Eed, ('s Lands Welvaart en Eer vorderen dit) aan den Lande gedaan, uit krachte van 't Unie-Verbond betrachte, moet hem de luisterrykfle Glon in zyne eminente Charges bvzetten. — Maar ieder Staatsheer denke altoos op het geene Monfr. de Voltaite eensin een Lofdicht op Jr. Willem yan Haren zeide: ' La Grandeur d'un Batave eft de vivre fans Maitre. Dat is: Een Batavier fielt roem te leeven zonder Meester En dit weet zyne Pruisfifche Majefteit zo wel als de ingebooren aart van den grootften Vrygebooren Nedcrhndfchen Burger het denzelven moe'en behoort te doen weeten. — Wy zvn nu op het Bnrfférixtfce — Ik kan metvoorby, Vrind, by de JaarlykfcheveranderingonzesMagiftï«ts den dierbaaren Burgervader Henrik Hoofd Daniels*., 'fhtos op zvn beun der Mede-Regeennge van deeze Stad, altoos met lof en nu hetlaatstverJoopen Jaar met toejuiching van ieder braaf Burger gevoerd , mvnè Dankbaarheid en Zegenwënfcfimgën in deeze weinige eenvouwdige Dichtreeefen toe-te wyden. fa v,c"trc^ o Degelykè Man! Geliefde Burgervader! Oprechte Hoofd! gy Meldt f meer dan een Palinuur, Baar mets u wiegde in Jldap', de hand, door 't wh beflrur. Aan t Roer der Stadshulk, tot 's Volk eere en ma te eaiit. De altoos misnoegde Nyd vindt zelfs in 't minst géén M Vm aan uw handehvys, Jleeds onbefmet, te knaageiïi Dat zy zich-zelv verteere, op 't tooren van uw lofl Der Burgren Tong en Hart blvft juichend dien 'gewwyen Leef, dierbre Vader! Leef tot welftand van Pt Gemeens Styg t Amjtel-Capiiool nog op een reeks van jaaren. Zo moge U 's Hoogjlen Hand voor tegenfpoed bepaOrcn. Zo leeft ge in 't Leven van het Bürgerlieil met-é{n. ' Kr*  C 24) f Krelis. God gunné dit dien Braaven en alle Amfterdamfche Burgeren nevens hem zyne waard fte Zegeningen! — Wy mogen de Algoedheid allerbillykst dankzeggen, dat wy zulke Braaven in onze Stadsregeeringe niet misfen in een Oad-Bm-gervdderHuighens, in eenen getrouwenH VT zondheid? . Louw. Goeden Avond, Krelis-Oom! Zyt ge daar? Dat is goed. Ik ben welvaarende: Hoe ftaat gy met het Leven? Krelis. 't Is met my al mei nog wel, Louw-Broer! — Ik zal de vryheid neemen van te ftoppen, en een Pyp van Vriendfchap met u terooken De Tabak zal nu wel eerlang weder beterkoop worden, zou ik my laaten voorftaan, Vrind! om dat de Amerikaanen reeds Vrede met de Engelfchen hebben, en dan krygen wy immers weêr beste Virgime- en ^Louw^Wel, ik jou het ook denken, Krelis! Want, fchoon de meeste f abiks-Planragien door de Britten verwoestzyn, geduurende dea Oorlog of door hen gebruikt om 'er Graanen of andere Vruchten tot hun noodig onderhoud op te zaaijen en planten; nu zy eindelyk het vry. eevochten Amerika verlaaten moeten, zullen aldaar de Inwooners wél weder voor de Tabaksteelt zorgen, te meer, dewyl zy zelv' Liefhebbers van een Smookje zyn; zelfs de Wilden omtrent de Hudfonsbaai rooken gaarne; maar dit Volk heeft ieder zyn byzondcre Pyp niet, gelyk by de Européfche en andere Volken; maar sa ieder vriend Jyk Gezelfchap hebben zy maar één algemeene Pyp, uit welke ieder op zyn beurt eenige haakjes doet; en als hunne Afgezondenen by de Engelfchen voorheen eenige Ziaken van Staat verricht hadden, dan was nu hunne gewoonte, eer zy verrokken, by den Gouverneur te"gaan, die hen de Vredes-pyp aanbood uit welke zy dan met den Gouverneur in 't rond beurtelings een zeker getal rookwolkjes trokken, en dit gefchiedde alle Jaaren ter bevtsiHng van hun Verbond met de Engelfchen; waartoe de Gouverneur die ze'fde Pyp altoos bewaarde. Krelis. Vreemde Gewoonte zeker! Maar hoe fterk die Engelfche Pyp ook wec'zen mogt, ze is evenwel thans door den Vrede met de Amerikaanen hunne weleer door hen mishandelde Mede-Christenen, gebrooken, zou ik gelooven, dewyl de Wilden nu onder het Gebied der vrye Amerikaanen zyn geraakt. Is't zo niet, Vrind? ^ Louw. 'Er mogen eenige Wilden onder het Gebied der vereenigde vrye Staaten van Amerika geraakt'zyn; maar 't gezag der Engelfchen fchynt zich nog gevestigd te zien in Canada, daar de meesten dier W dden1 wooren. — Want, volgens Brieven van Parys van den 9 deezer, D 3 zou  ( 30 ) zou liet Hof vaa St. James den Bewooneren van Canada aanbieden een authentiquen Verlofbrief, waarby dat Volk vryheid zal hebben om naar he, Par ement van Londen hunne Gedeputeerden te mogen zenden ■ Van Wegens de vrye Amerikaanfche Republiek, zegt men, dat de Heer Falkner by de onze als Gezant zal komen refideeren ; zullende de He r Frank! in naar Amtriku te rug keeren, om aan een Wetboek, 'c welk hy beloofd heeft op te dellen, te arbeiden. Krelis. Gy fpreek' van een Wetboek, Vrind Louweris! Heeft onze Republiek 'er wel een? Louw. Ik heb 'tr nooit van gehoord, of'er nooit een gezien. Ik denk dat onze Conftitutie alleen op de natuurlyke Vryheid en aarigebooren rechten des Volks berust; en zyn 'er voor het overige eenige vastileHingen van die rechten gemaakt, het zullen enkel zyn Privilegiën, Handvesten, Placaaten, het Verbond van Unie, algemeene Staats'-Refolutien &c. Uit alle welken wel voorzeker de Rechten des Volks b'yken; dan geen verzameling van vastgeftelde Wetten kunnen uitmaaken. —^ Dus ware 'er voor ons Gemeenebest niet noodiger geweest, dan (gelyk thans de Amerikaanen, terftond by hunne Onaf hanglykverklaaring zeer wel voor zich beflooten hebben,) zo dra de Oorlog met Spanje in 't Jaar 1648 geëindigd was, en de In- en Opgezetenen der Zeven Vereenigde Nederlandfche Provinciën voor vrye Metfchen waren verklaard" een Wetboek tot een algemeenen regel te doen opftellen, om alle verwarringen in den Staat in volgende Tyden voortekomen ; zynde de waare natuurlyke en eigenaartige Rechten van een Vry Volk daarby behoorlyk vastgeiteld: Waaruit dan de wettige en welgegronde Confiitutie der Republiek en de Regeeringsvorm in dezelve zou hebben konnen blyken en voorgelegd worden, als ten bezwooren regel van 't gedrag niet alleen van het Volk, dat in hunne Gemagtigden hetzelve had behooren te beëedigen, maar ook en wel voornaamlyk voor de Staatsdienaaren van het Volk zelf, in welke Ampten zy ook mogten gefield zyn, 't zy als Provinciaale \ '1 zy als Algemeene Staaten, 'e zy als Beamp'ens in alle andere Collegien;; ja zekerlyk dan ook a's Capitein-Generaal of Capitein-Admiraal, en Stadhouder van de Unie. Zo dra maar één derzelven de Pligten van zyn Ampt overtrad, zju zulk een Land- en Volkswet hem kunnen 1 overtuigen en doen ffrafren naar verdiende. Indedaad zou mem thans over het gezag van den Stadhouder en zynen Gunftelingen niet: behoeven te klaagen, of te vreezen, dat ooit de Souverainiteit onzer' Democratifche of Volksregeering zou kunnen verkeeren in eene Des-petijue, of Alleenheerfchende j gelyk veelen, niet zonder grond,, ge-.  . (3r) gevreesd hebben, en nog niet van die vrees ontheven zyn dat deeze laatfte, door t verzuim en niet handhaaven van de Rechten eens mén Volks, wel ons Lot had kunnen zyn, zo het dit nog maar niet wordewaarvoor de Almaguge ons behoede, en waartegen ieder Bu eer ieder' In en Opgezetene zich wapenen moet. ' Krelis. Die zou dus wel behooren , en als 'er een Wet van ware ook moeten gefchieden; want een Vry Volk, wil het zyne Rtch' ten niet verwaarloozen, of vertrapt zien door In- of Uith-em«ch se weid moet zich wachten tot eene Anarchie of Regeerineloosheid te vervallen, in welk geval het onvermydelyk de prooi eener overheer fching van een van beiden zoude zyn. ~- Wech was dan onze Vrvheid; wech waren onze Voorrechten, en wie twyfelt 'er aan of'er is op gedoeld. ~. Een Politiek-Vertoogfchryver heeft vooral zyne gehuurde Pen gebruikt gehad, om daartoe krachtdaadig mede te werken op hoop van grooter Ampten daardoor te bekomen, en Gouverneur der Zoonen van Myn Heer den Stadhouder te worden, waartoe echter de Baron van Lynden tot Hemmen aangefteld en met der Staaten goedkeu ring benoemd is. — Maar ware het hem gelukt, onzen dierbaaren Amfterdamfchen Magiftraat, ten minften de meest wakkere toen regeerende Burgervaderen , met eenen hunner Ministers en een alleraanzienJvksKoopman, in zo verre door zyne lasterlyke drogredenen * haat te maaken by de goede Gemeente deezer Stad, dat zy op de flreek zyner Penne ter ftraffe waren gedoemd, om dat zy het welvaaren van Land en Stad behartigd hadden; ware zulks dien Schryver, die de vrv* Grond , welken hy betreedt, veel min de Plaats van Vroedfchap waarom hy zich Regent roemt, waardig is; dan zou hy en met hem veele en wel de grootlle der Anti-Patriottifchc Fa&ie het naar hunnen zin gehad, en den bedoelden Zetel hunner Grootheid in 't dierbaar Bloed ,van de braafllen hunner vrye Medeburgeren hebben geftigt, terwv] zv den gevloekten Dwang, het Onrecht en Geweld, na het vernielen, van ijle Vryheid en haaren Troon, Akaaren gebouwd en Eerezuilen zouden hebben opgericht. Maar neen! de Rechtvaardige Almagt fluitte dit verdoemlyk voorneemen. Die Pyl, in helsch vergif gedoopt verloor zyn kracht eer hy het doel van den Duisterling, die hem sffchcot bereiken kon. ■ En het mistte deeze en meer'zulke Schepfels aBe Afhangelingen van — en zeiven Haaters der Vryheid, om meer «re zags en fchatten te bekomen. ~—- Dus was het waarlyk goed dtt men tegen de handelwyze van zulk onwaardig Vloekgefpuis vc langende Wetten had. ~ Maar laaten wy die veib>ftercie en la?ge Zielen  ( 3^ ) 'len aan ^un eigen wroeging ovevlaaten ; de krmgiojï, de ontrustheid van hun Geweeten, verzeil ha ir ;iltoos, en de Wraak treedt vast op wollen zooien die Eerloozen na,' om hen, eensklaps en eèr zy het vermoeden, te treffen. — Maar wat is 'er Nieuws, Vrind? Zal onze Republiek ook haast deelen in 't genot des Vredes? Lou.v. Dtat genot komt ons nog niet fumklyk genoeg voor, Krelis! En zo wy het naar den Eisen der Britten moesten aanneemen zou het ons een allerbitterfte — ii vergiftige Pil zyn, die wy nog niet gereed zyn te verzwelgen. — Vooreerst nochthans''' is 'er een Stilftand van Wapen tusfchen onze Republiek en Engeland l voorleden Vrydag by Hun Hoog-Mog. ge-arrefteerd, cn ingevolge van dien gisteren 1 beTonnen ; waarvan de Publicuie eerstdaags ttaat te gefchieden. De inhoud van i dien Wapènuilftand is op denzelfden voet, als die welke in den Jaare 1748 met Frank-, ryk geflooten is. Ook zyn 'er reeds orders aan de Oorlogfchepen afgevaardigd, hoe: zich gednurêndé den Stilftand van Wapenen te gedragen. Wat 'er voor het overige: van üceze Zaak zal worden , zal de Tyd ons moeten ontdekken. —• Onderttis- ■ fchen leeze ik , in het reeds bovengemelde Artikel uit Parys, dat het te voorzien is, dat de Vrede tusfchen Groot-Britiannien en Holland niet weinig zwaarigheid za'l ontmoeten, overmits Engeland ten minften de eene of andere Plaats, diec hetzelve op de Hollanders veroverd heeft en in zyne handen'gebleeven is, zafi Willen behouden; terwyl de Republiek, maar al te zeer overtuigd, dat zy op eene £ onrechtvaardige wyae door haaren Vyand is aangevallen , niets zal willen afftaan.i Niettemin is het duidelyk genoeg, dat het tegenwoordig gedrag van Groot Brittannien omtrent Holland, regelrecht aanloopt tegens deszelfs wezenlyke belangens, doordien hetzelve, door zich by zynen ouden Bondgenoot, wegens de op-> offeringen , die het de andere drie Oorlogende Mogendheden heeft moeten doen, eeni-: germaate fchadeloos te willen Hellen, z;ch de toegenegenheid van dat Volk onwaardigs maakt. Inderdaad wanneer zelfs Frankryk ophield met deszelfs interceifie, om der ■Republiek eere geheele reftitutie te bezorgen, konde men altoos vraagen: welke Mcv gendheid het meeste vertrouwen en de meeste toegenegenheid der Hollanders \ erdiende: dre welke niet te vreden, van hunne Etablisf .meuten verdeedigd te hebben, hum de 'Bezittingen, welke zy op hunnen Vyand hernomen heeft, gulhartig teruggeeft: of die, welke dooreenen aanval, die door haare eigen Ministers zelfs voor onrecht-t vaardig uftgèkreetefi wordt, hun van hunne Goederen beroofd, en geweigerd heeft,1 de Bezittingen overtegeeven, welke, door bekende omftandigheden, zonder verdeed'.' ging en aan de genade van den Aanvaller overgelaaten waren? Krelis. In waarheid, wy hebben de grootfte verph'gting aan Frankryk geduurer, 'e den Oorlog met Engeland. Ware die verpligting maar geftaafd geworden door Erten-i tenisfe, tot een waar bewys van onze getrouwheid; marirdeteleuiftell.ng van dien Vorsis op de 'Belofte der Staaten — doch ook de teleurftelling op derzelver Befluit doou het niet uitzeilen der beloofde Schepen naar Brest, is iets, dat het Beftier van on:i Zeeweezen of de wederfpannige Seheepsbevelhebberen vooral niet ter eere ftrekt. Louw! Hierom h aten zich de Staaten van Holland en Westfriesland daaraan vee, gelesen leggen, en men zegt dat die Zaak dnor Hun 'Hoog-Mog. in ferieufe discuslid zal genomen, en daaromtrent eene commisfie banoemd worden, ten einde daar OW derzoek naar en uitfpraak over te doen. Krelis. Bravo, die 'er fchuld :-an heeft verdiend geflraft te worden. Nu,, men » wel eerlang zien hoe dit ftuk befhseht zal worden.; Vaarwel, 'Vrind! en Gaap gerust Louw. ïk wensch je 't zelfde, Krelis-Oom! 'Wel t'huis, en de groc-tenis aaia Grietje _^ , ,. . "&5rtfc7br ét Gm ét Wed. J. *** ECWOÜÏ : «f *» ÜUsjjü*» *sei&t»^, m AaAer.d*».  LOUW en KRELIS. N°. 9' 25 February 1783. Louw. /hoeden Avond , Vrind ! Is 't met de Gezondheid no» VJ naar behooren? a Krelis. Het is 'er w*l meê, Vrind! Hoe is 't met de uwe? Louw. Ook naar wensch, Krelis-Oom! Maar welke tydingen zvn 'er wegens de groote Zaak ? Krelii. Niemand weet nog hoe dezelve gefchikt zal worden, en dus kunnen wy over dezelve niet redeneeren: want men behandelt de Zaaken te Londen. Louw. 't Is zo, en men'moet 'er den uitflag van afwachten . Maar is 'er geen Nieuws in de daaglykfche Tydingblaadjes ? Krelis. Dat van onze Stad van deezen Dag begint met het Eeuwfeest van het Diaconie Oude-Vrouwenhuis, alhier, gevierd op Maan dag den zijlen February 1783. De Schryver, volgens zyne gewoonre maakt toepasfelykeZinfpeelingen op de Zaak: De Milddaadigheid' zegt hy, verheft zich onder ons als een Roos uit het midden der Doemen en, fchoon 'er geen Roos zonder Doornen groeit, is het echter fraai gezegd; gelyk ook de uitdrukking, dat deeze Deugd, byden Wel/land van heden befchouwd, op 't fpoor der gryze Voorouderen, nog door hem geroemd wordt; noemende dezelve P legt anker, voorat welk de HULK ■ VAN STAAT veilig dobberde , by 't woeden der Orkaanen. De Schry vèr zegt nic t welke Orkaanen. — Uitmuntend echter geredeneerd' Maar wat plaats vindt de Beurs van Amsterdam in vergelvkintr geduurde depn Oorlog, by 't Oude Vrouwenhuis, koon het waar » dat de Liefdegiften eer vermeerderd, dan verminderd zyn, die Liefdegiften die den Arm der Godlyke Wraake tegens ons mérk lyk ontwapend zouden hebben, volgens des Schry vers ftelling die ik Föati zynen fmaak toefchrjf; doch anders nog al wat uitpluilèns zouden kunnen ondergaan. Dan men laate het alles wei gezegd behalven dat de Beurs van Amfterdam flagen toegebragt zyn door eenen iyverzuchttgèn en onberedeneerden Vyand. — Yver zucht is by alle wéldenkende Menfchen geen ondeugd, of gebrek, in zo verre die Eiren.fchappen zelfs Gode worden toegefchreeven, die zegt, dat Hyeen yvrik God is: Maar deeze Deugd bezit onze Vyand in den fmaak des Schry* E yerg,  ( 34) vers, die denzelven evenwel ook onberedeneerd noemt. Onberedeneerd uit yverzucht? —• Kan zulks wel beweezen worden in dit geval? —■ Neen, eerder moest men denken dat de gronden op welke 's Vyands Verraaderlyken en Heerschzuchtigen aanval gelegd zyn, wel listig beredeneerde gronden zyn geweest. —■ Of wil de Schryver van dit Nieuwspapier onzen Vyand die verfoeilyke ondeugden niet toefchry ven, daar ze geheel der Waereld in de oogen blinken ? Louw. Het fchynt wel zo, Vrind! — Maar, dit daar gelaaten. — Wy zullen het verder fchryven in onze Scads-Courant geftacd doen, en den Wel-Ed. Achtb. Heere Reg; erend Schepen deezer Stad , Joan Frederik d'Orville, en deszelfs Echt gei oote,.als Diaconesfe ter eere gedenken; wegens derzelver milde Gifte, ttr deezer gelegenheid gedaan. De Alzégenaar beloone dezelve met zyne dierbaarfle Gunften 1 Men .bedanke ook,anderen voor d^rzeker Litfdegaaven deswegen en wenfche hun hetzelfde. Krelis. Van harte, Vrind! En ook de Oude Luidjes ongeveinsde Dankbaarheid; gelyk ze ook indedaad erkennen dat het hun inr.ig Zielsgenoegen geweest is, dit Eeuw-Feest zo voldoenend te hebben mogen vieren. — Ik iprak zo even een Best je uit dat dierbaar Godsgefticht, en vraagde haar naar den toedragt der Zaaken, by dit Jubel-Feest. Louw. Wat zei ze 'er van, Vrind? Krelis. Och, het oude Mensch kon het zorder traanen van Dankbaarheid te Horten, naauwlyks uitbrengen. Hoor, zei ze (maar je moet 5, wat geduld hebben:) Lestverloopen Saterdag, in erkentenis der dier}, baarfte Zeegeningen van des grooten Geevers van alles Goeds, nam „ ors Jubel-Feest zynen aanvang. De Vaderen en Moederen, „ Diakens en Diakenesfen waren reeds in Huis vroegtydig 'smorgens.— „ Deezen beflooten, gelyk het blykbaar wierd, onze Gryze Schaar reeds „ die» Dag te omhaalen op een buitengewoon Middagmaal. Wy aten „ Soup met Groenten, en 'er waren twee groote Stukken van gehakt „ Vleesch ter Tafel, alles zo heerlyk als 'er in 'tBurgerlyk, ja meer „ dan Burgerlyk Beftaan en deszelfs Huishoudinge kan gebruikt wor„ den. — Denzelfden Saterdag Avond kreegen wy, juist daartoe ge„ bakken, groote fyne Bollen, niet kaarig geboterd. — Des Zondags „ Avonds ontvingen wy, een ieder een lekker Stuk, en een Gezangj, boekje, inhoudende 2 Liederen, op de wyze van Pfalm LXXII, met j, bevel om dezelve 's Maandags, eigenlyk den gjooten Jubeldag, voor „ deu Maaltyd te zingen... Louw.  Louw. Wél, Vrind! ik wenschte die omftandigheden graag te hébben gezien. Krelis. Hebt gy ze niet gezien, zo min als ik, hoor ze c'an alleen» lyk. — „ Vervolgens (zei het Bestje) verfcheen de groote F<,e*tdag , „ naamlyk gisteren, 't was Maandag, als gy weet. •— Wel, (ikkan „ de vreugd der Huisgenoot en niet uitdrukken!) hoe verwonderd fton- den wy, daar ieder uit een fpik fpliater nieuw potje Chocolaad mogt „ drinken, en vier Bkcuiten uit de hand van onze braave Meeder Beek- }y huizen 'er by ontvangen. Voorts moest elk zyn beste Kleéren ,, aantrekken, om op het Middagmaal te verfchynen, vcsor welks be„ f in een opwekkerde Aanfpraak werd gedaan door den Wtl-Eerw. „ Heer Buide, geTi( fd Leeraar der Gemeente alhier, en de Zegen „ uitgefprooktn door deszelfs Wtl-Eerw. Amprgenoot Do. Ccermcn, „ waarna men de Gezangen uit het ons gefehonken Boekje aanhief, ge„ lyk ook de twee laatfte Verren van den LXXIften en het flot van den „ CXXXVI. Pfalm opzong ter Et-re van en Dankè'rkenterisfe aan Go„ de. Ter Tafel gekomen zynde, werd 'er Rivier-Vis opge- discht, en wy wierden op groote Baars met Saus onthaald. Geftoofde „ Appelen, en van een zeer grootegebraadezogenaamde Frikadel, of „ Gehakt Vleesch, kon men mede eeten: Men was van Servetten, „ Lepels, Vorken en Borden voorzien; Ieder had voor zich een geraspt „ brood. Ook kreeg m digd. Zo zi! hit ied.r in den Lande wel gaan. Ixuiw. Voorzeker, Vrind! Vaarwel; en flaap gerust. Krelis. Ik wensch je 't zelfde, Vrind! Doe de groetenis aan Diewertje. Wel t'h«is, Man ! By de DruMer deezes tyn nog eenige Exemplaaren te bekomen van het Vrouwen-Almanakje ftr. DIEWERTJE M GRIETJE, «rvnld met veele vermaaklykheden, zo a's reeds genoeg bekend is. De prys is 4 Stuivers. Gedrukt by da Erve de Weduwe JAGOBUS van EG MO NT - o» de Rejjuiim Breêttnu», te Amfterdam. ' ,  KRELIS en LOU Xv. n9. 10. 4 Maart 1783. Krelis. oeden Avond, Louw-Broer! Hoe is 't met den Welftand r Louw. VJrFrisch, Krelis-Oom, Hoe hebt gy 't 'er mee ? Krelis. Naar wensch. Ik verlaag naar een Pypje, en zal de vryheid neemen van 'er een te Hoppen en aan te fteeken. Louw. Doe dat, en neem 'er een maatig teugje by. Krelis. Wat is 't, Blandemoris? — Nu ja, die is goed in de Kou. —. Maar ik zie gy hebt daar een deel Kranten voor u; zeggen ze niets ? Louw. Genoeg, Krelis! Doch de Stukken zyn te breedvoerig om.ze m voor te leezen, of om ze u zelf te doen inzien. Evenwel kan men 'er wel iets van zeggen, al volgt men ze niet woordelyk. Men kan uit eeu derzelven zien dat de Gemeenslieden te Nymegen als tweede Lid der Regeeriag en Voorftanders der Burgeren van die Stad, ondanks de afwyzing van Burgemeesteren en Raad aldaar , op hun oud bezwooren Recht om alle eerlle Woensdagen in ieder Maand hunne betwist wordende Vergaderingen te houden , blyven aandringen , om in dezelve dè Rechten der Burgeren en der Stad'te handhaaven; gelyk men hoopt dat gefchieden zal, om niet meer afhaïiglyk vaa Willckeurïgen overdraag te weczen, tot nadeel hunner toebehoorende Voorrechten en .Vryhedeh* als van ouds. — Men vindt in 't zelfde Nieuwspapier ook eenige Kenmerken van Belangzuchtige Friefche Premiers, en de wyze van Recommandatie, welke Mynheer de Stadhouder voor eenen IV. H.van Hambroick, Edelmm der Kamer van Wylen Hoogstdeszelfs Grootmoeder, eerst aan de Regeering der Stad Yis't, om dien Heer tot Vroedfchaj» te verkiezen, en naderhand nog eens aan die van Leeuwaarden, om denzelfden aldaar in de Vroedichip te neemen ea op de Nominatie van Burgemeesteren te (tellen. Het kwam'er niet op aan, dat hy niet woonde in hec Efpel , waaruit de overleden Vroedichap Arnold'i, -in wiens plaats zyn Hoogh. deezen recommandeerde; ook niet dat hy geen Burger van Leeuwaarden was, en geene Goederen aldaar bezat, gelyk volgens 't Reglement van den 9 December 1766, door den Stadhouder zelf voorgefteld, bekrachtigd, ja gerequireerd was geworden: Mynheer dê Prins vond echter goed, in dit byzonder geval, den Magiftraat van den Eed te ontheffen, die door denzelven op dit Reglement gedaan was, alleen om dien Vreemden Gunfteling, tegen bezwooren door hem begeerde regelen, der Stad Leeuwaarden eerst als Vroedfchap en vervolgens als Burgemeester op te dringen. — Wat oordeelt gy van deeze Willekeurige handelwyze des Stadhouders, Krelis? Krelis. Ik heb'er reeds by my zelf over geoordeeld, toen ik het ineen vroeger Nieuwspapier las, en 'er my aan geërgerd, Vrind! — Om u de Waarheid te zeggen, dacht ik: „Lieve God! waartoe is men niet al gekomen, dat men zich onderfchikt, eerst om Eeden te doen op't goeddunken van eenen Stadhouder, en, kort daarna, dezelve weêr öphetbeiïèyeiidièhs' Staats-Amptenaars te breeken; alleen ter zyner keuze, die niets anders' K 3 .  C33) tan voorwerp heeft dan een onbevoegd Perfoon, dat hy begunftigen wilde, als een Magiftraats-Perfoon te doen eerbiedigen, en al hooier en hooger in de Regeering van vrye Burgeren te doen ftellen, tegen de Wetten,. Rechten en Privilegiën van een dwangeloos Volk, ja tegen de Conftitutioneele Gronden van alle tyden in ons Vaderland als het Fondament geacht, op 't welk de Troon der Vryheid rnst. — Wat (zo redeneerde ik) wat moet men van een zodanige handelwyze, fchoon zy kwanswys alleen uit aanpryzmg ontftaat, denken? — Wat van den Aanpryzer? • • Wat van den Aangepreezenen? — Zouden 'er geene trekken vari Wiiieke'urigheid in tc ontdekken zyn, welke zich toteeneongeoorloofde ainrrlM^&ig van Onafhanglykheid trachten u:t te ftrekken? — Zou men het'gebeel geval niet wei een Machiavellistisch Mengfel van onrechtzinnige Gevoelens kunnen noemen? — Gevoelens immers ftrydigmetdeGodïykeWet heilig by allebefchaafde Volken.. Of is het Gemoed van een Christen — van een Vorst onder dezelven minder verpligt zich aan Eeden te verbinden, dan oudtyds dat der Jooden ?— Immers fchoon de Gibeoniten Jöfti* cn gantsch Israël door logentaal misleidden, nog achtte hy en alle de Overften der Stammen hunnen Verbonds-eed te heilig, dan datzy denzelven verbreeken zouden, alhoewel zy hiertoe eenig rechtVcheenen gehad te hebb?r. wegens het bedrog der Gibeoniten : Welk ingebeeld recht Saul ten zv»cn tyde zich voorftelde te mogen wreeken, daar die dolle Zoon van Kis eene vreeslyke Slagting onder de vreêzaame en ondergefchikte Gibeoniten maakte, waarom God, toen David reeds lang op Israëls Troon gevestigd zat, om het breeken van den Eed door Jofua en ai het Volk by den Intogt in Canaan den Gibeoniten gezwooren, het geheele Land met eenen driejaarigen honger ftrafte, die niet eêr ophield, dan na dat de Eisch der Gibeoniten om zeven Zoonen van Saul voor 's Vaders misdaad met den dood te ftraffen , voldaan wierd, wordende dezelven door de Gibeoniten op den Berg voor 't aangezigt des HEEREN opgehangen; doch-, David fpaarde Mephibozeth , den Zoon van zynen Vriend Jonathan, om des Eeds wille, die tusfchen hen was. — "Kent God dan de Eedbreuk, een zo zwaare" ftraffe waardig, zo kan het niet anders zyn, of zy, die 'er zfch fchuldig aan maaken, hebben, vroeg of laat, dezelve gewis te. wachten". —■ Maar dat ik zwyge.. Ik heb u myn. oordeel op dit ftuk gezegd, en twyfel niet,, of het zal hetzelfde-van alle braave en gemoedelyke Godsdienst-Vaderland- en Vryheidminnende Menfchen zvn. Louw. Niemand kan anders oordeelen, Vrind! — Maar wat zegt gy Van de cordaate Handelwyze der Overysfelfche Steden, bekrachtigd dooiden allerwaardigften Vaderlander Jonkheer Joan Derk van der Capelleia. tot den Poll, den Verbryfelaar van 'tSlaaffche Juk der arme Landlieden, wiens gioriryke nagedachtenis in Zeegening zal blyven tot by het laatfte Nagifbeht? — Op den Landdag in den laat.stverloopen Maand February gehouden te Deventer , is de volgende Publicatie gefchied.. Luister,, Krelis! Dus luidt dezelve. ,, Ridderfchap en Steden in aanmerking neemende, dat de goede IngeM ze ten en geen kennisfe draagen van de affchaffing der Drostendienften , „ hebben goedgevonden het praefteeren van de zogenaamdeDrostendien9 ften a£:efchaffen , gelyk dezelve zullen zyn en blyven afgefchaft, >^ en.  C 39 ) en de Ingezetenen van het doen ofte piasfteeren van dezelve dienden ,, ofte afkoop van dien ten eeuwigen dage gelibereerd en ontheven". Krelis. Bravo! Deeze vastftelüng zou door geheel OverysicI eenen Elegtigen Dankdag aan 't Oppeiweezen waardig zyn, ja alle" Jaaren beooren herhaald te worden , om daarby de Herftelling der Vryheid Voor de Veld- en Akkerlieden met den naam en roem dier Braaven te gedenken, aan welker Hoofd de Edelen tot den Pofl, onder alle verfmaaSfög , mishandeling en onrechtvaardige verdrukking , niet gefchroomd heeft, zyn Ampt en Goederen, zyn Leven zelfs in de Waagfchaale te ftellen , ter bevordering en uitvoering van deeze zo gewenschteZaak. — Maar, fchoon die Publicatie reeds, volgens 't befluit in October 1782 genoomen, eerst in February van dit Jaar afgekondigd is geworden, zyn *er echter de Edelen in 't algemeen wel mede te vreden geweest? Louw. Geenszins allen, cn verre de meesten niet. Het is noodig zulks te weeten, Vrind! om het Kaf u"t het Koorn te onderfcheiden : En hoor dan hoe de Rjdderfchap, een ieder voor zich, deswege gedraagen heeft. De Heer Drost van Zalland (fchryft men) heeft verklaard uit enkele toegeevenheid en zonder te willen avoueeren, dat de dienften aan de Heeren Drosten niet wettig zouden toekomen, te hebben geconfenteerd in het affchaffen van dezelve Drostendienften. De Heer van Voerst tot Averbergen heeft geprotefteerd tegen de affchaffing der Drostendienften, op dien voet en wyze als dezelve heden is gefchied, contradiceerende de conclufie en zich referveerende, om ten allen tyden daaromtrent zodanige nadere aanteekening te doen, als zal vermeenen te behooren. De Heeren van Voerst tot den Borgel, van Dedem tot de RoIIecate, de Graave van Heiden Hompesch tot Ootmarsfen Junior, van Hoëvel tot N.ienhuis, Sloet tot Westerholt, Sloet tot Platt-enburg en van Rhemen tot Rhemenshuyzen Junior, hebben zich gevoegd met de Heer van Voerst tot Averbergen. De Heeren Haarfolte tot Tautenburg, de Graave van Wartensleben totBoxbergen, Tengnagel tot Luttenberg, Bentinck tot Werkeren, Paliandt tot Beerfe, Tengnagel tot Bonkenhave Junior, en de Vos van Steenwyfc tot den Oldenhof, hebben verklaard zich te conformeeren met den Heer Drost van Zalland. De Heer van der Capellen tot den Poll heeft verklaard zich. te vocgec met de Heeren Gecommitteerden der drie Steden. De Heer Drost van Ysfelmuyden heeft verklaard te perfiftceren by der.zelfs A.lvis in Oótober.1782 afgegeeven en mag lyden, dat de Publicatie worde gedaan. Hiermede heeft deeze Zaak zyn volle beflag, en nu is 'er immer of ooit te vreezen, dat de vrye halzen ónzer noefte Landsgenootcn door dat J&k der Dienstbaarheid weder zullen worden gedrukt. Zie daar eene Gebeurtenis! die den Eandman en Ons tot het gr 001 ft e genoegen, de weldenkende Leden deezer Provinciaale Regeering nu en altoos tot eer, en den Protefteerenden met hunnen Aanhang'tor. eene eeuwige en oiiu'twischbaare fchande ftrekt.. Kre--  t (4«) Krelis. De Hemel zy gedankt, dat de VryheidliefJe op de beste Vaderlanders nofezo veel vermogen heeft, dat haar invloed over derzelver byzondcre belangen zegepraalt — Zo hoopen, ji vertrouwen wy, dat ook d-.t Monftcr van 't «ogenaamde HooreKr'ves gebied Herèulesrfufl in de Vaderlandje Braaven zal ontmoeten , die dit opgetooid Gedrocht we! zullen vangen even als Aid**, 'het Kopervoe.ig en Gouihoornie Hirtehcest aan Diana gewyd , deed, (.fchoon hei niemmd dorst beftaan te dooden 0 na het een geheel Jaar lang op den berg Menalus in Arkadie vervolgd te hebben • win neer hy her levendig ving, en op zyn Schouderen te Mycene v00r den Dwingeland Ariftaus DMgt. — Onder die Verdichtfel fchuik een waarheid, Vrind! — Laatfin onze Sta..ts-Hercu!esfen voortgaan; zy zuilen zekerfjk meer wapenroem, dan dia lemmer der Gedrochten , verdienen. ■ ' Louw. Voorzeker, Kreüs ! En in deeze Glori zal onze braave Anfterdamfche Magiftraat voornaaml}k deelen. Ik heb reeds gezien, dat deszelfs Memorie van ConJiderauen beflaande 79 bladzyden in I'oho, reeds het licht tfet, op den Briefen Memorie van onzen Ertftadhouder, raakende het point der Milita're 'ïurisdidtie —Ik lees althans dat onze Stads-Memorie aldus befloten wordt: „ A ingezien, by middel der Corfideratien in de voorn, drie bygebragte Hoofdftukken „ aangevoerd, men alles vergruist wat in den Brief en Memorie van Zyn Doorl Hooeh „ ten voordeele van het vermeend Algemeen en Byzonder Militair Rechtgebied „ wordt bygebragt, en dat men 111 dezelve aantoond wat verdrietige gevolgen zodahin „ Syftema ten nadeele des Lands aankondigd, moet de uhfl'ag van alle die Confidera„ rien zich natuurlyk tot de volgende conclufie bepaalen; naamlyk dat ten a nziea „ van het Militair Rechtsgebied in deeze Provincie, niet kan in twyfel getrokken vvor- den het geene volgt: „„ Het Syftema van'Hun Ed. Gr. Mog. ontvouwd in alle voomaamegelegenheden „ „ die in den loop deezer Memorie gemeld worden; ten anderen klaarlvk g« openbaard „„ in hoogstderzelver Refolutie van 1654, o er de crimineele Zaaken;' dat bovendien „„ en m 't algemeen, de Militairen, zo wel in civiele als crimineele Zaaken moeten „„ te recht ftaan voor de ordinairis Rechters deezer Provincie, buiten de enkele uit „„ zonderirg van eenige byzondere gevallen, ten welken aanzien men met puhabte „„ bewyzen kan aantoonan, dat Hun Ed. Gr. Mog. het zy afzonderjyk, het zy'mét „„ famenrtemming der andere Bondgenooren, eene paticulL-ie Commisfie geformeerd „„ hebben om de uitoefening der Juftitie in hunne Provincie aan den Militairen Rectïi ,,,, ter ta vertrouwen."" „ Terwyl men alle reden heeft om van Zyn Doorl. Hoogh. den Heere Prirce werk „ lyken Stadhouder te verwachten, dat, na een onzydigonderzoek vanailedf eenvou „ dige Confideraticn, hierboven bloot gelegd, hoogstdezelve de Memorie, welke door „ deeze tegenwoordige is geëxamineerd, wel io derzelver waar licht zd willen ba „ fchouwen, zyne natuurlyke neiging volgen en wandelen in de voetftappen van den „ grooten Prins WILLEM, den Eerften, met het handhaaven der Grondwetten „ onder tovzigt van dien verlichten Vorst, ter beftendiging der Nationaale Vryheid ,, ingefteld en vervolgens bevestigd." Krelis. 't Is immers niet dan Waarheid. Men kan hierin geene vastftaande en onwnkbaare bewyzen tegenfprceken. ó Gelukkige Stad onzer Geboorte! ó Dierbaar Amfterdam, dat zulke moedigeen belanglooze Verweerders vande Rechten en Voor rechten uwer Burgeren en Ingezetenen lot uwe Beftierderen hebt! Ach myne Medeburgers! Ja, myne Lmdgenooten in 't gemeen, dank Gode deswege voor dit onwaardeerbaar Heil, en zeegent de dagen dier Oprechten. Nu, Vrind' God fterke die Braaven ! Vaarwel en fjaap gerust. Louw. Ik wensch je 't zelfde, Krelis! Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. ;****** *>* « t'4t ie wcd' j- *a» egmowT; o? it jTegtlioi ittiftriir, ie Amftet**».  LOUW en KRELIS. N°. ii. ii Maart 1783. Louw. tt" relis-Oam! Ik wensch je een goeden Avond! Hoe is 't met de Gezondheid ? Krelis. Zeer wel, Vrind! Hoe bevindt gy u in den toeftand van het Leven? Louw. Al frisch, Krelis! Maar nu wilde ik wel van u gaarne wat Nieuws hooren, dat is te zeggen uit de Papieren, die het fchryven. Krelis 'Er zyn veel droevige Tydingen in, Louw-Broêr! Louw. Ja, indedaad droevige Tydingen, Vrind! Geheel Calabriè', aan Sicilien en Napels grenzende, is genoegzaam omgekeerd door eene Aardbeeving. Eene Aardbeeving, veroorzaakt door eene uitberfting van 't Onderaardfche Vuur. Maar laaten wy hier niet verder aan gedenken. De Hooge Godheid voegt naar derzelver Almagt en Wil of Straf of Zégen toe aan welke Volken het haar behaagt. —- Laaten wy vrolyk zyn. Wy zouden 'er reden toe kunnen vinden. Krelis. En welke? Louw. Vraagt gy nog? — Weet gy niet dat onze Stadhouder voor* gaanden Saturdag jaarig is geweest? Krelis. Ja, Vrind! Dat is ook waar! Och, ik dacht om onzen geheden Stadhouder niet ééns, dat Eminent Hoofd! 't Is goed, dat gy 't my helpt onthouden. — Maar, is uw Geest niet vaardig geweest om dien Grooten Staats-Dienaar een Dichtje op zyn Verjaaring toe te wyden? Louw. Vraag niet, Man! Ik ben u voor. Het is geen Dichtje , dat ik juist gemaakt heb, 't is maar flechts een Zang-Stukje, van'twelk de Wys aan een ieder bekend is; en, zo men my berispen wilde, zoude ik hem, die 't deed, naar Vader Vondel wyzen. Die zong voor Frederik Henderik, en ik zing voor onzen Vyf den Willem met dezelfde klanken, het volgend PRINSE-LIED. w ilhelmus van Nasfouwe, Maar ook uit Engelsch bloed, Men kent uw Deugd en Trouwe, En wat gy voor ons doet: Vermaagfcbapt aan Brittanje, F Dfti  C 42 ) Dat Neerland heeft vervaard, Blyft gy nochthans Oranje, De Waereld door vermaard. 2. 's Lands vrygevochten Steden Gedoogen geenszins Dwang. Die 't Recht daarin vertreeden Zien hunne ftraf eerlang. Geen Tiranny te lyen, Is 't doelwit der Gemeent' En trouwe Burgeryen Door Liefde faam' vereend. . ,3- Reeds in uw Kxndfche dagen, Als of gy had geftreên, Mogt gy het Téken draagen Des Bands der Kous van 't been. Dien Ridderband te zwaaijen, Wekte ook een bly gefchreeaw! „ Ach mogt g'er vrucht van maaijen „ Verarmde Wees en Weêuw. 4- De Vyand mogt ons deeren, In 't West zo wel als 't Oost; Gy, in den naam des Heeren. Blyft zyne magt getroost. Uw vroomheid is gebleeken Op meer dan éénen dag. Daar men, in Tesfels ftreeken, Op Neêrlands Vloot u zag. Zo zaagt gy, Heeren Staaten! Uw Admiraal bereid. Matroozen en Soldaat*» f Toont daa Eerbiedigheid 1 ■—*■ Voor wien ? t Voer uwen Wachter Den Schrik in Neerlandsch Tuin; Of wilt gy 't nog wat zachter, Befchermer va« het Dsin,  (43) ó. ê WILLEM! nimmer deere, Daar England haakt naar Vreé,. Iets fmartelyks uw Eere; Houd uw Gemoed gedwee. Wat heeft men toch aan 't vechten, Al praalt da Leeuws-Banier? Dus is het dat w' U vlechten Een Jaarkrans van Laurier. Krelis. Ja, "Vrind! Om vrolyk te zyn zonder nagedachten, zon uw ILiedje gezongen kunnen worden; maar 'er is geen Kunst in. Louw. Nu, dat is wel: Wie heeft ook de Kunstbekwaamheid om maar zo voetftoots Liedjes te maaken. Men moet een natuurlyke of liever, wil men 't wel doen, een bovennatuurlyke aandrift hebben; anders is 't even als met de Vrouwtjes in den Slagtyd, Beulingen floppen, de eene ! kookt door haaren al te fly ven aan- of indrang uit en aan de andere vindt : men meer Vel dan Beulingfpys. Krelis. Ik moet indedaad om uw koddigen inval lagchen! Komt het Dichten juist by Beulingenftoppen te pas ? Louw. Ja, Vrind! Ja; men zoude een Haagfche Oproerigheid wel voor een Vrolyke Party hebben kunnen doen doorgaan, als 'er geene fchrandere Oogen waren geweest, die het Oranje-Teken van de Staatsfcleur hadden kunnen onderfcheiden. •— Maar neem myn Liedje zoals >t js> Ik denk my nog al wel uitgefloofd te hebben, en gy lacht 'er \ om! — Neen, dat is niet zeer vrindelyk, Krelis! — Ik geloof nochthans dat het goed is. Krelis. Nu, dat geloof ik ook, Vrind! '£ Zing altyd tot uw Lof, al kryg ik nooit een Ampt r zeide eens zekere Dichter, toen hy een aanzienlyk Man geroemd had; en laaten we ook zo denken en doen. Het trachten naar Zelfbelang uit Veinszucht en Vleiery verfoei ik, gelyk ik vertrouw dat gy hetzelfde doet, en deswege eensgezind met my zyt. •—1 Ik heb my daarom indedaad geërgerd, toen ik deezen morgen in de Rotterdamfche Courant een Artikel uit die Stad las, gedateerd den 10 Maart, in welk ik vind, dat 'er zo veel beweeging en meer dan ooit te vooren op des Stadhouders Verjaardag was geweest, en alles op de been, om (NB.) deEereboogen, Vlaggen en Verfieringen, Myn Heer den Prins ter Eere opgericht, uit- F 2 ge-  . C 44 ) geftooken en voorgefteld te zien: Dat men 'er Vuurwerken heeft afgeltooken , en de Zakkendraagers hun Gildehuis geïllumineerd hadden! (ö Wispeltuurig Gemeenl) En, wat meêr is, (zouden het onze waarde Medeburgers en Ingezeetenen, hoe gering ook, en daarom niet te min geacht, zich niet fchaamen?) Eenige Vrouwen en Kinderen, haddenreeds daags te vooren en op denzelfden Dag langs de Huizen gegaan en hier en daar Geld verzocht, om op 's Prinfen Gezondheid te drinken: — Welk een laagheid! De geringfte Vrouwen en Kinderen in ons Amfterdam zyn daartoe veel te edelmoedig. Zy zouden dit hunner eere te na reekenen; en ik wed als zy dit Artikel in de Rotterdamfche Courant leezen, dat zy zullen zeggen: ,, Wy kennen den Prins voor Stadhouder, Capitein-Admiraal, „ Capitein-Generaal;— wy moeten 'er hem als dien aanzienlyken Amp„ tenaar voor betaalen; maar verzeggen wy het niet om te loopen fnor„ ren, even als de Mousjes op hun Purim, kwanswys em op de Gezond„ heid van dit uitmuntend Hoofd een Glas Bier, Brandewyn of Jene„ ver, ja, al waar het zelf een flesch Wyn te drinken. Wech, wech „ met dat gefnor! Wy werken, en zullen eeten, zonder dat. Wy wil„ len wel vrolyk zyn, als het de Tyd ons toelaat; maar niet op zulk „ eene laage manier: En als wy dan vrolyk zyn, dan zullen wy zingen y, tot lof des Magiftraats van onze Stad in den allerhoogften graad; loopt ,., 'er iets van den Prins onder, 't wil ook al getoerd zyn. Maar om 3, te beedelen. Neen! Wy hebben geen trek om ons by de „ Luiden van dat Ambacht in 't Economisch Huis geplaatst te'wor- „ den, 't geen anders wel ons Lot zou kunnen zyn. Zo fpreekt „ immers ten ieder van hetgering, doch niettemin weldenkend, Gemeen „ in Amfterdam". Louw. Gy hebt gelyk, Vrind! Zo moet men fpreeken, en met reden. Niemand gevoelt beter het onafhangklyk genot der Vryheid, dan de Burgers en Inwooners van onze dierbaare Vaderftad. —— Zy lachgen en fpotten met de Slaaffche grillen van alle anderen buiten hen, en roemen de zachte Rust en 't bly Genoegen, dat men in deeze Volkryke Stad, onder den dierbaaren Zeegen van den Algoeden God, en 't wys beftier der Vaderland- en Volkslievende Regeering geniet. —■ Ik heb geen tyd langer, Vrind Krelis! Wy zullen in 't vervolg wel wat; meer praaten. Vaarwel en flaap gerust. Krelis. Ik wensen je't zelfde, Louw-Broer! Wel t'huis, en de groerenas aan Diewertje. . Gedrukt bj de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT :-:oj>" d* Reguliers Brecftraat, te Amfterdam.  KRELIS en LOUW. n°. 12. 18 Maart 1783. Krelis. Tk wensch je een goeden Avond, L~uw-Broêr! Hoe is 't J_ met de Gezondheid ? Louw. Naar wensch, Vrind fCrelis! Hoe hebt gy 't 'er mee? Krelis. Als een Eerfte Baas, Man! Maar wat zeggen dé Tydineblaadjes? 3 6 Louw. Wat zouden ze zeggen ?— Men vindt 'er tot nog toe van het teekenen der Vrede bedingen tusfchen ons en Groot-Brittannie nog niets in Krelis. Alles door den tyd, Vrind 1 Louw. Dat is zo. Door den tyd kwam Harmen ook in 't Wambes • maar hy trok zeven Jaar over een Mouw, zo men zegt, en evenwel zullen de vyf Maanden Sallland van Wapenen al fpoedig om glyden Voorzeker zal men dan, indien binnen dien tyd de Vrede niet tot ftand is gebragt, op nieuw moeten oorloogen, ten zy men de eifchen der Engelfchen-inwilligde; dat een ieder Beminnaar van zyn Vaderland wenscht met te mogen gefchieden; naardien de Eifchen zo onbillyk en zo nadeehg ten onzen opzigte zyn, a!s 'er ooit gedaan konden worden dewyl door dezelven intewilhgen de grond tot het totaal verderf onzer OostIndifche Maatfchappy zou zyn gelegd, en de Engelfchen voor hec verhes van Noord-Amen'ca, veel uitgebreider voordeden ten onzen koste zouden bekomen, cn voor altoos zich eigen maaken, met van tyd tot tyd volgens den aart dier onrechtvaardige Natie, over alle onze Bezittingen in de Oost-Ind^ën hunne heerschzucht overmagdg boven ons uittebreiden ten zy men ia dat Waerelddeel altoos met de Wapenen in de hand zulks beletten wilde, terwyl men, om haar te ftuiten in haare voortgangen onnoemlyke Schatten, geen geringe: nwgt van Troupen, en de Hu!p daar-en-boven vaa de Inündfche Vorfteo, op welke weinig ftaat te maaken is, noodig, en dus aldaar geduurig den Vyand op den ha's en mee denzelven te worftclen zoude nebben, onzeker of men hem ooit tot reden konde brengen, en hy misfehien den Meester over ons niet bleeve dat uit aanmerking van zyne grootere Vermogens in Europa, zekerlyk eerder te vreezen ftond, dan men het tegendeel te hoopen had 1 Krelis Be Eifchen der Engelfchen zullen ook niet kunnen ineewflhgdworden door frankryk, die dus met recht meer begeren kon dar» wy Bmtande toeftonden. — Dus zouden wy onzen rechezinnigen Weldoener ten ondankbaarden behandelen en den onrechtvaardig Bewerker onzer Onheilen, — den Bedoeler van onzen Ondergang begunfti* F 3 gen.  (46) gen. Neen, Vrind.' Die handelwyze voegt onzen Landaart niet; de gedachten daartoe moeten zelfs voor een Hollandsch Hart affchuwelyk zyn en 'er nooit invallen. Louw. Gy hebt indedaad gelyk, Krelis! De aloude Vaderlandfche Trouw zou by de uitheemfche Mogendheden, ook wie zy waren, alsdan van nul en geener waarde zyn. Oaze Natie zou van allen biliyk veracht, mistrouwd, verfoeid en verftooten worden. De Gedenkfchrifcen onzer Eeuw zouden het eeuwig fchandmerk van onze onwaardigheid blyven draaien , en onze laatfte Nakomelingen , dezelve leezende, zouden het laag, lafhartig , buitcnfpoorig en ondankbaar gedrag hunner Voorvaderen verwenfchen, en met recht: Want op hetzelve zoude ontegenfpreeklykhet Verderf en de Ondergang van ons weleer Vry Gemeenebest moeten volgen, en onze Nakomelingen, indien wy zeiven niet, de ongeachtfte en mooglyk. flaafschte Natie van geheel Europa zyrj. Krelis. Neen, dat verhoede God! Liever dan vechten, en alles opzetten voor de goede Trouw en voor de Vryheid van ons-zelven en ons zo dierbaar Vaderland. Louw. Indien de Britten ook van hunne Eifchen niet afzien, zal het 'er wel op uitkomen: Maar dan zal men zo traag niet moeten te werk gaan; en zulke verwarde denkbeelden niet moeten koesteren, als tot nog toe, federt den Aanval van onzen Ongetrouwen Bondgenoot gefchied is. Krelis. Het zou dan ook wel anders gaan, naar myn gedachten, Vrind Louweris, ondanks al het Engehchgezind gebroedfel, dat in ons Vaderland den trotfchen Kop durft opfteeken, gelyk nog onlangs blykbaar genoeg fommigen van dien aanhang, als of ze 'er den Stadhouder op zyn Verjaardag mede ter eere wilden praaien, getoond nebben. Het uitftrooijen van Liedjes te Utrecht en elders, draagen 'er getuigen van. In een derzelve, dat, by het allerlaf hartigst vleien van Zyn Hoogheid , het merk van Engelschgezindheid zo wel als van Oproerigheid draagt, ziet men klaar, daar het ieder'opwekt om Prins-niet Franschgezind te zyn, en de Magiftraaten der Steden beneden den Stadhouder ftelt; dat immers de grootlle Leugen is, die 'er ooit kan uitgedacht worden ; dewyl de Steden of de Magiftraaten der Steden met het Lid der Edelen de allerhoogfte Magt, dat is de Wecgeevende en Gebiedende, uit Naam des Volks, alleen in handen hebben, terwyl de Stadhouder hunne bevelen moet uitvoeren, zal hy naar zyn Piigt handelen, en niet anders dan de Opperfte Dienaar van 't Volk en den Staat is. . Kielis. Ik heb dat leage Liedje gezien ; het k nog al 15 verfen groot;.  147%. groot; maar niemand m Amfterdam zal 'tin 'topenbaar zingen, fehocn het den naam draagt van Allernieuwst, Christelyk en oprecht Vaderlamlsch. Louw. Men zou het hier ook wel deegelyk beipotten, zo rietverfoeijen ! — Het mislukte Oproer of de dolle BJydfchap te Rotterdam, zcu daar voor fommigen die 'er deel aan gehad hebben,  (50 > ontving. Gy moet begrypen, dat de Ariaanen zyne Beulen waren, en wel duizend Pylen op hem fchooten; doch die, of in de lucht bleeven hangen, of op de Schutters te rug vloogen. Maar, dewyl onze Stadhouder geen Geboorteheilig noodig heeft y moet men niet onderftellen, dat deszelfs invloed eenige Vrolykheid by de Hagenaars en Rotterdammers zou hebben kunnen veroorzaaken, als hy Jaarig was, fchoon by de Geboorte van onzen WILLEM in 1748 misfehien wel meer dan honderdduizend Vuurpylen in de Lucht verdweenen zyn. ó Tyden! ö Zeden! Hoe verandert gy de Menfchen! — Maar dit is ook al oud. Louw. De dcnkwyzen der Menfchen worden evenwel van tyd tot iyd nieuwer; ik fpreek van die Menfchen, welke de hand in 't Bellier van ons Zeeweezen geduurende den Oorlog met Engeland gehad hebben want die Oorlog is van onzen kant op eene geheel nieuwerwetfche wyze gevoerd, dat is, om geen Menfchenbloed te Horten; zo teder waren wy deswege van Confcientie, dat men onze Zeelieden berisp:en als zy op de Britten vloekten, om dat ze hen niet te keer mogten gaan, en men liet liever alles, waar de Vyanden zin in hadden, wechneemen, dan dat men die tederheid uit zyn Gemoed verhandde: want volgens de Christelyke Les moet men weldoen de geenen, die ons haaten en geweld aandoen en zeegenen de geenen die ons vervloeken. Ook geen Zwaard gebruiken om niet door 't zelve te vergaan. Krelis. Ai, neen Louweris! Het tegendeel is op Doggersbank gebleeken. Louw. Maar anders ook niet, dan tusfchen eenige enkele Schepen. Een Oorthuis, een de Rook en weinige anderen mogen zo eng van Confcientie niet geweest zyn: Maar Vlootdeel tegen Vlootdeel heefc men niet weder zien vechten, fchoon de gelegenheid 'er zich wel toe opdeed. ;— Dan men zal nu, misfehien, in korten tyd wel Vrede hebben. Krelis. Misfehien kan mis weezen. Men zou om onzen Vyanden te veel toe te geeven, te veel kunnen opofferen aan eenen Vrede, die ons niet alleen tot fchaiide zou verilrekken, maar van tyd tot tyd flagen kunnen toebrengen, welke ons eindelyk geheel buiten een vermogen fielden r dat onze zogenaamde Vrienden tot het hunne zouden hebben gemaakt. Liever de Wapenen met meer geduchtheid , voortzetting en yver gevoerd, dan de gevolgen van onze laffe Werkloosheid nog door eene fchandelyke Vrede tot onzen geheelen ondergang te gevoelen. Men moest dan. vechten om te overwinnen, indien men van de onbillykheid der.  f 5i ) der Engelfchen voor ons geene billyke Voorwaarden tot den grondflag' des Vredes verkrygen kon. _ _ . . . ,. _ , Louw. Ik denk ook, dat alle welgezinde Vaderlanders op dit ltuk eveneens denken: Dewyl, zeggen zy, de uitkomst geleerd heeft, hoe Enpeland iemand tegens recht en reden ongewaarfchouwd aanrand, het zeer wysfelyk is dat de Mogendheden zich tegen haare Ondemeemingen verzetten en misfehien ook daarom door het Franfehe Hof, zo als men zegt, flechts 2 a 3 Pasporten voor Engelfche Schep.n naar Oost-Indien gege^even zyn. Hoe het zy, thans is geheel de aandacht van 't Publiek op dit Point gevestigd, als zullende veel afhangen van het nieuwe Britfche Ministerie en van de'ftandvastigheid alhier om geen afftand intewilligen; inmiddels word gezegt dat eerstdaags nog vyf gewapende Schepen naar Oost-Indien zullen vertrekken. Krelis. Ik hoor dat gy dit uit de Leidfche Krant, het beste van alle de Hollandfche Nieuwspapieren , getrokken hebt; en gy vraagt my nog, naar Nieuws. . Louw. Ik verwachtte van u nog iets naders te hooren. Krelis'. 'Er is niets naders, Vrind Louweris. Gy zult ook wel eeleezen'hebben, wat de Stadhouder omtrent de verandering in de Keure der Devemerfche Burgery, die, gelyk men weet, haare vrye Rechten als van ouds wil gehandhaaft hebben, gedaan heeft? 4 Louw. Ja, Krelis-Ojm! Ik heb het geleezen-met ergernis, denkende dat 'in de niet bevestiging van die Rechten door den Grooten Staatsdienaar, een handelwyze tegen dezelven, en dus een foort van aanmaatiging , die niet flechts met den naam van Recommandatie kan gedoopt worden, plaats moet hebben; en tot zulk eene aanmaatiging is Mynheer de Stadhouder, die zelf onder de Wetten ftaat, geenzins bevoegd. Volgens deszelfs Eed en Pligt moet hy de Rechten en Wetten der vrye Burgeren handhaaven; en daarom is het dat de Deventerfche Gemeente beflooten heeft,, gelyk ik leeze, geen hairbreed te wyken. — Men weet dat de Heer Sloet, een Gun Heling van den Stadhouder zynde, nevens den Heer Schepper, beide Burgemeesters van Deventer, door hunnen Grooren Recommandateur boven hunnen rang zyn gefteld, maar niet agtervo'gens het Stadrecht, en dat de Gemeente, naar dit Recht oordeelende, die twee ingedrongen Favorken van onzen Willem in hunne oude rangen gefteld heeft; waartegens hetStadhouderlykGevoelen is gekant, en hen weder in dien verheven rang wil doen blyven; waarvan nochthans de Heer Schepper heeft afgezien,. doch welk voorbeeld G 2. Sloet',,  ( tt ) Louw. Gy hebt gelyk, Krelis! Maar een Republiek, a!s de onze moest zo iemand, dien de Wapenen in handen gegeeven zvn nm 5 ' zeiven volgens Eed en Pligt wel te gebruiken, zf fra hy £Sen deïeit" zondigt, voorbeeldelyk flraften. 1 g dezelve kau[a Ermin^1 Hü°fd 1 vermaagfchapt aan uitheemfche Mq- gendheden, behoeft zulks te vreezen. Al bezit hy maar een Nooten dop vol Eerzucht, zal hy denken , dat zelfs de geene die hem onbedacht zaam zonder hem te groeten voórby gaat, ftraf verdient. Zo Zyn dc Republieken tot verval gebragt door Vleiers van de af hanglykfte s£a£ dienaars. — Dit befchouwen de fchrandere doch niet te min oXgende Britten m onzen Staat; en daarom willen zy tok (wiersKbet Zier kort na deszelfs vertrek by onzen Stadhouder in dierst genoomen °m Zy?^ide~\™d? l1 ^£nnen' §e,vk my verfcheiden iSnaars ^é^LV^ * W Ge^agtigden Afgezant nfarSn a Lauwa P?Ê ddaar we}a een AfSez^ te ontvangen, die onze braaffte Amfterdamfche Burgervaderen, hunnen fchranderen Penftonari*enan£ ren onzer deftigfte Medeburgeren ten Schavotte verweezen heef iSDat kan - dat moet niet gedoogd worden. Onze Amfterdamfche Magiftraa ftemt altyd voor, en nooit tégen 's Lands belangen ; en dit isTefrS die zelfs uitloopt tot het laatfte Nageflacht van hen, die geeneandfre dan de Burgerlyke en Landwetten moeten en kunnen èedoofen Magiftrature, tot heil des Volks nochthans, hunnIryh^vi W te behouden, door den Raad des Volks en tot heil van't zelve Ua?en we dan vooreerst ons hoofd daarmede niet breeken. Maar de wispdSS ngheid der Engelfchen is toch zeer groot, en de Natie heeft even wel weêr SS^ST^ Zullen * deH- Ministers (zo luidt li ^il&^ Zaaken yan hunne byzondere Departementen. De beide sSSmStS van Staat hebben vier Expresfens, met de tyding van de aanfteli ng der tegenwoordige Staatsdienaars naar de Buitenlandfche Hoven afgevaardigd. Men meent, dat de Lord Mountftuart eerlang, in hidSdd van  ( 6* 3 ) van 's Konings Ambasfadeur, naar Madrid ftaat te vertrekken, en dat deGraaf van Fitzwilhams, in plaats van den Graaf van Carmardien weflre van dat Gezantfchap. heeft afgezien, tot de Ambasfade aan het Hof vin FrankrylT zal benoemd worden : maar wie tot Ambasfideur by deNed^Jlandfche Republiek zal benoemd worden, weet men nog niet- fornrrlige willen, dat de Ridder York daartoe weder in aanmerking komt doch anderen twyfelen 'er aan, vastfteilende dat die benoeming geenszins naaden fmaak der Hollandfche Natie weezen zoude. Den 5 deezer ontving het Hof Depêches van Parvs, door den Heer Fitzherbert afgezonden, welke nog dien zelfden dag"in eene Raadsvergadering ten Hove overwogen witrden. Door de Onéenigheden die federt eenigen tyd in de Raadsvergaderingen geheerscnt hebben ' hec fluiten der Prsehminairen tusfchen Holland en Engeland vertraagd zyh'cfe verwacht men, nu alles gefchikt en geregeld is, dat de handelingen wederom- opgevat en eerlang het gewenscht oogmerk bereiken zullen ' De Heer Fox, Secretaris van Staat, is gisteren tot Lid" van het Parlement, wegens de Stad Westmunfter, verkoozen en heeft in die quaüteir reeds zitting in het Lagerhuis genomen: Lord Norch, die voor Banburv verkoozen is, ftaat heden zitting te neemen. By de verkiezing van den Heer Fox. zyn 'er omftandigheden voorgevallen, welke gantsch niet aangenaam voor hem geweest zyn. Hy begaf zich des morgens ten half 11 uuren naar de plaats der verkiezing, zynde verzeld door een groot aantal1 van zyne Vrienden en Aanhangers; voor hem gingen twee Mans met eene blaauwe Zyde Vlag, mee Goud geborduurd, in welke met Gouden Letters gefchreeven ftond: De Man van het Folk; op deezen volgden twee anderen, insgelyks een met Goud verfterde Vlag draagende op een van welken te leezen ftond Vryheid r en op de ander Onafhangelykheidl Zo dra.de Heer Fox aankwam, wierd 'er door het Volk, met hoesten fchreeuwen, fluiten als anderzins, zulk een geweld gemaakt, dat het metgeen Pen te befchryvea is, of door de kundigfte Menfchen met eenir e Inftrumenten zoude kunnen nagemaakt worden. De Heeren febb Sheridan, Sawbridge en Byng fpanden al hun krachten in, om hec tumult te doen bedaarerr, doch te vergeefsch; elk woord .dat zy fpraken, vernieuwde het Volk deszeils gefchreeuw. Eindelyk. waagde hec de Heer, Fox, om zelf het Volk aan te fpreeken; doch toen wierd het geraas nne geweldiger, en hoe harder hy iprak, hoe meer het Volk tegen hem-Jnfcareeuwde: hy keerde daarop terug, en verfcheiden andere Heeren ondernamen nog na hem oen het Volk tot ftilce te verzoeken, maar het was alles*  («O alles te vergeekch. De Heer Fox keerde zich eindelyk tot do Verkiezers; doch toen hoorde men door honderde zwaare Stemmen onophoudelyk roepen: Wech, wech, geen Fox, geen North! geen omgekeerde RokkenJ Jmyt wech dien Fox! (Vos in 't Hollandsch:) Dat het Volk op hemjaage! Het weinige dat men van hem verftaan konde, was, dat hy zyne Coalitie of verééniging met Lord North verdedigde, en beloofde dat hy naar dezelfde grondregels zoude te werk gaan, welker aankleeving hem te vooren de Stammen der Verkiezers van Westmunfter had doen verkrygen, en welker belang, benevens dat van het Algemeen, hem altoos ter narte zoude gaan; en dewyl 'er geene andere Mededingers waren, wierd de Heer Fi>x wettig verkoozen, waarna hy zich boog en heen ging, terwyl net Vo'k alles wat mooglyk was te werk Helde om deszelfs misnoegen over die verkiezing in 't openbaar te toonen. Krelis. Een fraai Artikel, Louw-Broer! Maar alles doorftooken. Waarom den Hertog van Richmond en zyne Medtftanders geen gehoor gegeeven? Die weldenkende Engüschman, zelfs uit Koninglyk Bloed gebooren, zou waarfchynljk de Zaaken in eene geheel andere gedaante tot genoegen ook zelf van 't Britfche Volk hebben doen voorkomen. Maar 't is genoeg, fchynt het, als men een hond, die ons in't been gebeeten heeft, een ftuk brood in 't bloed gedoopt geeft, op dathy ons niet méér befchadige. Schoon dit een Efopifche Fabel is, zy brengt niettemin haare waarheid meê. Louw. Men kan zo wel door Fabelen als Grondftellingen leeren: Want het zeldzaame wil 'er by den Mensch toch meer in als het gewoone. Krelis. Dit meen ik ook. Maar 't is geen Fabel, dat ik verlang om by myn Grietje te weezen, en dus wil ik u gaarne by uw Diewertje laa-, ten. De Nachtuil roept naar bed, volgens de uitdrukking van Rotgans in zyn Boere-Kermis Vaarwel dan, Vrind! tot weerziens. ' Vermaak u met Diewertje, en flaap voor 't overige gerust. Louw. Wel Krelis! — Nu; ik wensch u 't zelfde. Wel t'huis, ea de groetenis aan Grietje. By de Drufcfter deezes werd thans uitgegeeven : AMELIA, ef het ongelukkig Huwelyk; waarin op eene voorbeeldige wyze wofdt aangetoond, hoe eene Dochtet misleid kan worden. De prys is 5 Stuivers. Gedrukt by deErve de WednWe J ACOBUS vak EGMONT: t de Regulier! Breiöraat, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. N°. 17. 4 2 April 1783. Louw. Tk wensch je een goeden Avond, Vrind Krelis! Is 't nog X. wel met de Gezondheid? Krelis. Al frisch, Louw-Broer! Hebt gy het met den ligchaamlyken toeftand ook wel ? Louw. ö Ja, Krelis! Ik ben gezond» Krelis. Dat is goed. Wees 'er vrolyk by, gelyk ik doorgaans bea. Louw. Dat kan niet altoos zo weezen. Krelis. Ja wel, Broer-lief! Salomo zegt: E$n vrolyk Hart is ten gtduurige Maaltyd. Louw. Goed. Maar men moet dit niet allereigenlykst neemen. Een vrolyk Hart, wil de wyste der Koningen zeggen, is everrals een' geduurige Maaltyd, naamlyk zo, dat men onbekommerd zich rïiet'bo hoeft te behelpen uit gebrek van fpyze en drank, die men , tengepasten tyde, met blydfchap en genoegen moge gebruiken, zonder door bekrompenheid, uit hoofde van fchaarschheid of gebrek aan de middelen ter voedinge en laavinge, van den Disch gedreeven'te worden* maar wel gcfpysd en gedrenkt, de Tafel verlaat. En wrcweet nietj dat, al is het dat zulks by Behoeftige Menfchen dikwils geen plaats vindt, veelen derzelven echter een vrolyk Hart by een half ledige Maag behouden? Daar integendeel by een ryke Vrek, alle de Schatten der Waereld niet toereikende zouden zyn, om hem een vrolyk haft te "geeven; want zyn zucht naar meer blyft onbepaald zya hart beheerfcherr, en hoe meer hy byéén zamelt, hoe meer hy hebben wil. Geheel Golconda kan hem geen Diamanten genoeg verfchaffen; de Golf van Ormus kan met zyn Paerel-Oesters hem niet vergenoegen! Alle de Mynea van Potofi en Peru zyn voor hem veels te onvruchtbaar van Gonderi Zilver 4 De gantfche Goudkust heeft geene Negers genoeg om voor her* zo veel blinkend Stof te vergaderen als hy wel begeert. Onverzaadb'aar met dit alles, blyft zyn Hart in een geftadigbrandende zucht, tot'verteering toe, naar dat verganglyke. Zyne handen beeven als hy voor 't allernoodigst gebruik tot zyn onderhoud iets moet uitgeeven: Het merg verdroogt in zyne beenderen, doorkroopen van den Worm van' Vreeze en nooit voldaane maar fteeds vermeerderende Begeerte: Hjr waakt liever op zyne Geldkisten, dan dat hy op 't zachte Dons zyne zorgen zoude uitllaapen; en is dus by alle zyne Schatten het armfte Schep* I fel  (66) fel dat 'er leeft. Een nooddruftig Huisgezin, deszelfs Nachtrust op het goudgeel ftroo der Koornhalmen neemende, geniet een veel verkwikkender Slaap dan hy, die wel wenschte dat al de Veêren van zyn Bed louter Goud waren , en indien hy geen voorbeeld aan Midas had, hy zou alles wat hy aanraakte wel in dat metaal veranderd willen zien. Dan, fchoon dit een Fabel is, haar fchors verbergt de Waarheid. —• Dus is een vrolyk hart een gedunrige Maaltyd. Krelis. Nu ja, Vrind! Ik heb 'er ook niet anders meê willen zeggen. Maar wat doet de Mensch vrolyk van hart zyn? Overvloeden Gebrek eens daar gelaaten. — Geen Scheinheiligheid, geen Bedrog, geen ingebeelde Verdienfttlykheid, geen Bygeloof, ook geen Verkwisting, Ontucht of Overdaad; maar een bedaard begrip van 't waare Weezen aller Zaaken, de Liefde tot God, deszelfs waaren Dienst en zynen Evenmensch. Louw. Daarin fpreek ik u almede niet tegen, Vrind! — Maar van het Zedekundige afkappende, is 'er geen Nieuws in de Tyding-Blaadjes? Krelis. Niets van aangelegenheid tot nog toe. Men wil evenwel vermoeden dat de Vredes-Voorwaarden tusfchen Engeland en onzen Staat binnen een Maand plaats zullen hebben. Ook fpreekt men van eene Algemeene Vastftelling van Magt, Bezittingen en Zeevaart tusfchen alle de aanzienlykfte Mogendheden van Europa. Maar ik weet niet, Louw-Broêr! wat ik deswegen zal oordeelen; my dunkt dit zou veeleer te kennen geeven, dat de geen die den langden Degen voerde, het winnen zou. Dan de Tyd zal alles ontdekken. Men heeft nog genoeg tegenwoordig met de ingefloopen Gebreken, gelyk dat van het voor onzen vryen Staat onnatuurlyk Monfter der Militaire Jurisdictie , en met Weêrfpannigen, die het in zeker opzigt als hunnen Afgod hebben aangebeden, te doen ; want dit Gedrocht heeft zo wel ter Zee als te Land zyne Adolateurs gehad, en heeft ze nog. Godgeeve dat 's Lands Andromeda de Vryheid door den Hollandfchen Perfeus, het waare Recht des Volks naamlyk, met het ondoordringbaar Schild der Wysheid gewapend, het Wanfchepfel verwinne en 's Lands beminnelyke Vryheid, aan de Rots van trotfche Willekeur gekluifterd, ontkétene. Louw. Dat mogen wy wel wenfchen, en 'er om bidden. Ieder Provincie, en alle derzelver Steden behoorden daartoe de handen in een te Haan. Krelis. Ja, zo heeft men wel meer Zaaken gewenscht, die behoord hadden te gefchieden, en dan zou die Eendragt wel meer voor 't Vaderland fmer- té  ( 67 ) fmertelykegebeurtenisfenzyn voorgekomen; dan zou men geduurende den Oorlog een goed geul Schepen in de Noordzee en voor den Mond van 't Kanaal hebben gezien; dan had m ;n Kruisfers langs cle Engelfche Kusten gehad; dan had men de Hollandfche Schepen, op Frankryks verzoek, mi plaats van op de, Jutfche Kust te zien Schipbreuk lyden, in de Haven vari Brest geankerd gevonden. En ik weet niet, of alle die verzuimen -l'mede niet eenigzins zyn toe te fchryven aan den invloed van den Eer Louwr-Broêr ! Wel ^hm , en de groetenis aan Het alömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alk foo7ten~vanlw booma, iVkghnniehoute, Verlakte en Gesneerde Gabinetter, "bureau, Lae amiLn^f; ^i^^.cn;a»der G!a4goed in den-grond fenoon en"i,^ e inteken,, en de Worden, m/t geheel te verdry ven, Keiykinen-daadvks bv onlr vming heeft, . wordt federt eenigejaaren met geedVÏceelvTiSy de Et e dl Weduwe;J. y an, E GM ON T. Het Potje is 6 duivers ^ ? Nr* Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere Matten. Gedrakt.by de Erve de WeduwTjACOBUS van EGMOKT. ™~ de Retuiiers Breéöraat, te Amfterdam. ' P  KRELIS en LOUW. N°. 18. 29 April 1783. Krelis. Tk wensch je een Goeden Avond, Vrind Louweris! Hoe 1 hebt gy't met den toeftand van het Leven? Louw. Redelvk wel, Krelis! Is 't met den uwen mee nog in orde? Krelis Zeer wel, Broerlief! En het is noodig dat we het by de Gezondheid houden; want als de Hoofden des; Huizes ziek zyn, gaat het met de Zaaken, het gantfche Ligchaam van t Gezin betreffende, door- ^Louw11 aZoriVt, Vrind! Maar wie kan 'er tegen , als ons Ziekten en Kwaaien treffen? Al waar het dan ook nog zo noodig dat men gezond bleeve; men zou die ongelegenheden nochthans niet hebben kunnen voorkomen, ten zy men dezelve zich moedwillig badde op den hals gehaald; want in dat geval is 't zeker dat de Mensch zich-zelven kan verwaarloozen. Krelis. Ik zou dit met u oordeelen, Louw-Broer!.... Maar,dewyl wy nog frisch zyn (dank zy Gode!) laaten we dan ook een frisfche Pvo famen rooken. Louw. Wel nu ja; laat ons dat doen, als naar gewoonte, en neemen 'er een frisfehen Teug by. ■ , - Krelis. Zo voegt het, Vrind! Intusfchen zult ge me wel het een of ander weeten te vertellen uit de Kranten. .f - Louw. Intusfchen zult gy dit wel mis hebben. Niets van Belang is 'er in die Tydingblaadjes, ten zy het ware een Hiflone van een eerlyke Vrouw met twee Mannen getrouwd, en beide in Leven, gelyk ik meert Artikel uit Parys van den 2often deezer lees. a Krelis Deeze Stof is goed voor den Nieuwsvertelder, Broer Louweris! Laaten wy over de Zaaken van Staat en Oorlog, of liever van Vrede Louw.' Kunt gy dat doen, ik mag het wel hooren, ja 't zal my aangenaam zyn; maai- ik voor my kan 'er niets van zeggen. Krelis. Niets van de Zaaken te kunnen zeggen, die men leest, is evenwel niet eigen aan myn Vriend Louweris! Altoos is 'er iets van dien aart over 't welke men praaten kan. — Koorn maar in de Koffyhuizen, Herbergen en Kroegen! De monden ftaan niet ftil van over Krantitot te redeneeren. Als de Broênjes nog niet allen by elkander zyn, of zeer weinig in getale, hoort men byna niets: „ Wat is 't hier nog leeg , zeggen de Vroegkoomers! — De een vraagt den ander „ wat Nieuws eris? ~, Niets van Belang, dat ik weet, Mynheer! (is doorgaans het antwoord.) I q rt i>aar  C 70 > ö Daar liggen de Nieuwspapieren. Ik heb ze-al eens ingezien - Maar » zeer *?ltu£ Vli de ik 'er in» dat menige aanmerking zou ver- l\ f'vT~ Voo"sP[^ men over't Weêr. Maar van Ogenblik tot oogenolik vermeerdert het Gezelfchap. Men gebruikt ook tusfchen bciaen wat Esjence peur parler. De tong van een geweezen Lakei die van agter de Koets m een Amptje docr zyne laage dienften gevallen is raakt het eerfte los op t leezen van het Haagfclïe Artikel, vooral wanneer Zyn Hoogheid eenige Verkiezingen of Aanftellingen gedaan heeft het zy van Luiden die in der Stedenregeeringe iets te zeggen hebben' het zy van zulke die over de Landluiden eenig bewind hebbfn bekomen,' het zy van Land- of Zee-Officieren. — Dan is het: „ Ik heb de eer van dien - van deezen Heer te kennen: Want fchoon de Knaap wcinic verftand en nog minder oordeel bezit, he ft hy echter in die Genealogil een fterk geheugen; en ik geloof zelfs, dat zyne diensthaareomftandS! heden hem a!s genoopt hebben een Lyst op te ftellen vaa de naamen aller Perfoonen van aanzien die hy, agter de Tafel ftaande, heefthoorennoemen en by welken hy immer uit naam zyner Pitroonen of Patroonesfen, Bcodfchapptn heeft afgelegd. Maar fchielyk verveelt hy met zyn praat. E.n ander, die zo wat beunhaast en verftand van alle Koorr- manfehappen meent te hebben, ziet het Artikel van Amfterdam na en leest vervolgens de Advertentien: Deeze fpreekt van niets andersdan'van Zyne Commisfien, op die of deeze Party Waaren. ■— Zyne redeneeringen deswegen.zyn meer verdraaglyk dan die van den verveelenden Bolleezer van greote Naamen. Een derde, die voor de derdemaal zyne Crediteuren, tot Vcttewaarier en Bakker toe, behalven zyn Stalmeester, heeft opgehgt, om dat hy zich verbeeldt dat alle Goederen, Paarden en Ry tuigen uitgezonderd, elk gemeen moesten zyn, en dus wel bekennen wil, dat hy m dit ftuk wat op de Hernhutterfche wyze denkt neemt de Nieuwspapieren op, en, in geen van dezelven iets vindende' dat hem fmaakc, zegt: „ Ja, dat ik zoek, vind ik niet", en vertrekt om dat hy vreest dat men hem om eenige bagatellen (zo noemt hy zyne' fchulden) lastig zal vallen, zelfs ter dier plaatfe. - Een vierde Sinjeur en Hennquatre gekleed, het Gezelfchap overzien hebbende, na 't maaken van een Compliment op de hedendaagfche manier, vraagt naar eenigen zyner Vrienden aan den Knecht, zet zich al neuriënde in zichzelven neer! Vraagt naar een Ergelsch Papier, flaat er zyn verwilderde oogen heen en weer in; werpt het weêr wech! — Eischt vervolgens Franfehe Nouvelles: Neen (zegt hy, na dezelven naauwlyks in „ de handen, te hebben gehad) geef. me eens de Hoogdtiitfche Tydingen'-'.  ( 7i } „ gen". Hy ziet 'er naauwelyks in, of fmyt ze ter zyde. „ Gelieft Mynheer E den Post te leezen, wordt 'er gevraagd. ,, Neen, hy ii my niets waard" is p antwoord. Hy vindt zyne Confraters niet, en zoekt ze by een ander, om met hun van de ydelfte niet alleen; maar dik wils vandeongeöorlooffte verrichtingen te fpreeken. — Eindelyk ziet men ook deftige Luiden in de gemeene Kamer verfchynen. — Decien beginnen op. eene geheel andere wyze te redeneeren, en hunne gefptekken loopen op de wasre betrachting van 's Lands nut uit. Onder anderen hoorde ik güteren een' waaien Batav:Tchen Broeder dus fpreeken: ,, Wy redenkavelen, „ ü Medeburgers!' dikwüs verkeerd ; en het'is voor iemand, die zich flechts een „ oppervlakkig begrip vormt van den toeftand dér tegenwoordige gefteldheid der ver- , warringen, in welke wy door den van onze zyde al te flaauw ge voerden Oorlog met Engeland gewikkeld zyn geworden, ergerlyk de ongegronde taal te hooren i van Luiden, die meestal naar hunne eigene inzigten fpreeken, en dan nog een r onvernuffg en onvoeglyk oordeel vellen over de Zaaken, die zy zien gebeuren. " Ik zie nog veel zwaarigheden te gemoet, die niet door den aanftaanden Vrede " uit den weg zullen kunnen worden geruimd, om dat wy te zorgeloos voor , onze Belangen zyn geweest, ja nog zyn, fchoon een meerder yver ons eene ' grootere Werkzaamheid fchynt te voorfpellen; het geen wel te wenfchen is, \, maar echter door verandering van maatregelen, die van buiten kan worden aan- , geroerd , en onze innerlyke Staatsgefteldheid een ander weezen doen aanneemen, ' en misfehien al wederom met de allerbeste voorneemens in 't riet zou kunnen " loopen, zo dra de vrees voor eigen fchade plaats neemt in de wankelbaare Ge'\ moederen van die geenen, welke zich gedteltelyk af hangende achten van een F pnbillyk aangemaatigde Magt, die het Bederf en de Ondergang van ons wanke" iend Gemeenebest ten doelwit heeft. Het to Pbantasmatikon, of 't uitwendige f gedaantelyke, (gelyk de geleerde, fchrandere en yverige Vaderlandlievende ". Candidus zich in zynen Vyfden Brief tegen den doemwaardigften Vleier van f 't Oranje-Huis zich uitdrukt,) van onze vast^eftelde Unie is 't alleen nog, dat " ons overig is: het fchemert nog, maar met flaauwe draaien voor onze oogen. — " Men heeft de Morgenftér voor de Zon genoomen , en dewyl die zelfde bewee" gende Planeet laater ftraalen dan de Dagtoorts ophet'Aardryk fpreidt, als zynde " dezelve met dé Avondftér, denken veelen, onder welken de Schryver van 't Politiek Vertoog wel de voornaamfte'is, dat zy buiten het licht der Zonne ook, en wel zo voordeelig, door de Verkondigfter van 't Duifter byna GodlykeEere l te bewyzen, hunne verfoeilyke belangen' zallen kunnen bevorderen; dewyl ze als " Uilen en Vledermuizen by *t wederverfchynen van die Sterre, door de heldere " Zonne op den Dag verdoofd; zich in de vallende Avondfchemeringen en duifter' heden van den Nacht, kunnende zy den glans van aller Lichten Bron niet verdrsa" gen, met de grootfte uitfpoorigheid verlustigen. — Dan zy, die in het licht der '* Zonne wandelen,, waaruit de Sterren zeiven haar licht moeten fcheppen, hebr ben de oogen van geene Nachtvogelen noodig; maar trachten dieDuifterlingen r eens met bek en klaauw als Arenden, welken het Zonlicht'in zyn beeten L Middaggloed en hoofdpunt duiven befchou wen, zo dra zy onder hun bei eik " komen, van-één te ryten en derzelver onnutte pluimen en sfichuwelyke Vleü-  (n) gelen den Wind ten Speeltuige te geeven. — Maar 't is hier nog niet genoeg „ meê. Het Gedacht van dat Nachtgebroed kan nooit uitgeroeid worden : „ Men vindt het by veelen zelfs geliefkoosd. Dan laaten we ons met geene Byfpreuken ophouden. Wy zien in ons Staatsweezen een gebrek, dat niet te verbeteren is dan door een Cordaate Refolutie van de Souvereine Magt, van oudsher den Gemagtigden des Volks de Edelen en Steden in handen ge„ field, en deeze moeten werken in des Volks Naam en volgens des Landt „ Conditutien om eendragtelyk de Belangen van 't Volk te onderfteunen en te „ bevorderen, dewyl 'er hunne eigen, of, denken zy verder, die van hunne ,, Af komelingen zo wel als van de Posteriteit der geheele Natie., niet afgezon„ derd kunnen of mogen zyn. — Ik oordeel derhalve (vervolgde onze recht* ,, zinnige Batavier,) dat men eensgezind de hand moest flaan aan het vervaardi„ gen van een goede Uitlegging der Regeeringsvorm van ons Veréénigd Landt „ als de Eenigfte en beste Weg om de Artikelen der Unie geftand te doen. «—. „ En.... Louw. Wel Krelis! Was dat dan geene vastflaande Zaak omverre werpen* Krelis. Om 'er een beter voor in de plaats te fte(len, en anders niet, Vrind!—» By voorbeeld; indien men geoordeeld had, in 't Kerkelyke, de oude vertaaling des Bybels te houden, zou het Dordfche Synode in 1618 niet beflooten hebben eene Nieuwe te doen vervaardigen, die men beter oordeelde. Indien ooti zelfs , nog weinige Jaaren geleeden de Verltandigften onder de Geleerden der heer-i fchende Kerk in onze Republiek niet waren overééngekomen, om eene nieuwe en ongelyk beter Pfalmberyming, waarin de Lutherfche in dit Gemeebest heni gevolgd zyn , der Kerke in te voeren, om dat in de oude, zo wel by de eenei als andere Gemeente, te veele misflaagen had, — zou men geene gébreken mi dezelve hebben gevonden; maar wat verftandig Mensch heeft niet lang te vooren kunnen zien, dat 'er in deeze beide groote Zaaken verbetering noodig was. Hieri toe moeiten de Kerkelyken eendragtig werken, en het gefchiedde. Waarom zom dan de Wetgeevende en Souvereine Magt van onze Republiek de oude Feilen en Misdagen niet kunnen en mogen verbeteren. Is zy minder in ons vry Gewest,! dan een ver'anderbaare Souvereiniteit over het uitgebreidfte, dat in de Waereld is;s daar zy eene altyd Volksvermogend Bellier heeft? Ik zeg, en durf daande hou-* den, dat fcelyk men altoos de gebreken niet alleen mag, ja moet verbeteren, ooln in de Artikelen, betreffende onze Staatsvorm ook verbeteringe moge in *t werkr ftellen. En zulks moet gefchieden, niet met verwerping, niet met verachting! van het éénsgedaafde en vastgedelde; maar, gelyk ik gezegd heb , met verbeteringi van de ingefloopen of zelfs van den beginne af dSarzynde gebreken. ~ Dus,! Vrind Louweris ! zou ons geen Stof ontbreken, om... Maar!.. Hoor ik daat geen Ratel, 6 Ja! de Klok heeft tien: Ik zou by 't praaien om den Tyd nieÉi denken. De Avonden bedriegen ons. Vaarwel, Louw-Broêr? Slaap gerust. Louw. Ik wensch je 't zelfde, Krelis! Wel t'huis, en de groetenis asm Grietje. Gedrukt by de Erve de Weduwe J AGOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amöerdam.  LOUW' en KRELIS. N°. 19. 6 May 1783. Louw. /"hoeden Avond, Vrind Krelis! Hoe is 'c met de Wel\J vaarendheid des Ligchaams? Krelis. Zeer wel ,-4 ouw-Broêr! Hoe hebt gy 't 'er meê? Louw. Zo frisch als 't kan. Ik ben gezond. Verhaal me flechts het een en ander dat de Nieuwspapieren opgeeven. Ik zie gy hebt 'er eenigen voor u liggen. Zy zullen wel iets zeggen , dat aanrrierking verdient. . Krelis. Zy doen de verwachting van alle braave Vryheidminnaareri en Patriotten beantwoord zien, in het befluit der Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , wegens het Affehaffen der Willekeurige Magt, welke zich de Hooge Krygsraad, of zogenaamde Militaire Jurisdictie van tyd tot tyd, fchoon t'onrechte, had aangemaatigd, tegen de Wetten van den Lande en het Burgerlyke recht aanloopende, oni hetzelve den bodem in te liaan om dus de dierbaare Vryheid van Volk en Vaderland te vernielen en vernietigen; 't welk, dank zy Neêrlands 1 r,,,cr r^rliir nnrW jvnen Zepen mislukt is door den Yver en Liefde uuu • " ->f=y "» ~J o . der Vaderland- en Vryheidminnende Volksgemagtigden deezer Frovin- . ,. II ! ^ f.1. _r ..-l j- „ll„ J,. Tt.nArra- cie; welker vooroeeja men niet twyieu, ui ^di uooi «uic uc ujuu^nooten eerlang gevolgd worden. $ Louw. AUnans het ware te wenfchen. Nochthans rü?ën ik, voof weinige dager,, geleezen te hebben, dit het Coliegie der Ridderfchap en Edelen wegens deeze Provincie hiertegen geprotegeerd had. Krel;s. Wel nu laat dat zo zyn. De Ridderfchap en Edelen, in wier Coliegie de Siadhouuer voorzit, hebben al te faamen maar één Stem, en de Steden met elkander agttien. Zou dan om die eene Stem de Vaderlandfche Zaak ten agteren blyven? Neen, Louw-Broer! Dit kan of mag nut gefchieden; te meer, daar onder de Ridders en Edelen ook rechtzinnige Braaven gevonden worden, die hetzelfde met de Steden weofciien. . Louw. Dat kan waar zyn; en het ware indedaad beklaaglyk, indien 'er ook onder de Hollandfche Edelen geene Burgerlievendj Leden gevonden wierden, die zich de Rechten des Volks en Vaderland^ ter de Overvsfelfchen eenen ftandvastigeh Capellen tot den Poll, eenen onbevreesden Palland tot Zuithem, onder Krelis. Zeer wel , Louw-Broêr! Gy neemt voor het geheele Ligchaam van den Staat ons veréemgd Vaderland, van 't welk de Wetgeevende Magt het Hoofd is, en 't Volk het Hart, dat zyn vertrouwen in die Hoofdelyke Magt ifelt en waardoor het ook geregeerd wordt; gy neemt de Zeven verbonden Landfchap'pen voor Leden van dat Algemeene Ligchaam, fchoon ieder Provincie op zich-zelve een byzonder Ligchaam uitmaakt en een Wetgeevende Magt tot haar Hoofd heeft gelyk zy ook in het Volk haar Hart vindt. Neemt men 't naar uwe veronderftelling dan zyn de Provinciën groote Leden van het groot Ligchaam van den Staat en de Steden en Edelen de Beweeg-oorzaaken van die Leden, die zonder zulk eene beweeging dood zouden zyn. Nu treft een verderflyke Kwaal eenig groot Lid en doet de allerminfte adertjes en bloedvaten flechts aan , het loopt voort en vreet in: By voorbeeld ik heb een Dwangnagel, (zo als men dat uitwasfend vezeltje aan een duim of vinger noemt) het hindert my; ik knip het af; maar het groeit geftadig weder aan en hoe langer hoe meêr: Om het uittetrekken, daar voor fchroom ik: Myn Chirurgyn of liever Barbier zegt: „ Wilt ev niet onee ,, lukkfg zyn , zo laat dit vooral" én brengt my eenige voorbeelden by van Menfchen , die dit deeden en 'er de geheele hand door kwyt raakten, ja, die ten gevolsre daarvan, onder de wreedfte foltering van pynen, hunne roekloosheid met den Dood moesten bekoopen. Ik ge 00f hem, en behou myn D wangnagel, hoe zeer hy my ook hindert. Maar ik heb het ongeluk een verroesten Spyker die met de punt naar boven zat, in myn voet te trappen, zo als ik zyn Gootplank (die zyne Timmer uiden eerst vernieuwd hadden) optreê, om my door hem ofeen zyner Jongens te laaten rafeeren. Dit doet my geweldig zeer. Ik klaag 'er over — ia maar de Meefter is niet t'huis. Een halfwasfen Braasfem zegt f „ Laat mv eens „ zien, na dat hy my den baard met een trekkend Schiermes ontnoomen had, om » my  C 79 ) ,", my de pyn in myn voet te doen vergeeten, geloof ik. Dan ik laat hem de „ Spykerwond zien". Hy legt 'er een pluisje op, met een weinig feytend water beftreeken, en zegt: „ Loop mi maar heen; de wond heeft niets te beduiden. Morgen „ is 't al over". Maar 't wordt erger, ik kan naar gewoonte myne Zaaken niet verrichten ; en zie (willens onwillens) ik moet t'huis blyven. De Meefter, die ik heb laaten ontbieden, ziet myn voet: ,, Ai wat (zegt hy) hoe kunt ge u zo „ weekhartig aanftellen? 'Er is in 't minst geen gevaar. Vertrouw op my: Ik „ heb een BalfenTin myn magt, die eerst onlangs door een voornaam Engebch ,, Geneesheer is uitgevonden , deezen zal ik 'er opleggen, en prohettum eftn. Óndertusfchen, terwyl ik die Barbier (liever Barbaar) nog geloof, wordt het koe langer hoe erger met myn voet: Ik roep om Vaderlandfche Ingrediënten, en vervloek dien Engelfchen Balfem. „ Neen, (zegthy,) ik acht dit Genees„ middel, dat met geen Geld te betaalen is, oneindig meer waard dan al de ,, Kruiden van ons Land. Noordwyk zal zelf bekennen dat 'er in zynen gehee„ len Omtrek zulke krachtige niet groeijen, als waaruit dit middel is famengefteld". Zo houdt, by voorbeeld, die Kwakzalver my op, tot dat de Kwaal ongeneesbaar is geworden, en het Kwaad door 'tgantfche Been gekroopea. De Lapper, sdie nog ruime betaaling vordert, wil niet gedoogen, dat kundige Meesters de herftelling trachten te bewerken, en fchoon zy daartoe alle hunne vermogens in 't werk ftellen, is 't eindelyk misfehien te laat geworden, en het Been voor alkoos ten behoorlyken gebruike onbekwaam.... Wat fmert, wat ongeluk! |Een Dwangnagel moet aan een vinger blyven zitten: Een Spykerwond in den (Voet doet ons door 't kwalyk geneezen van een Been voor altoos hompelend ban. I Louw. U vergelyking is vreemd, m3ar niet onvoeglyk , Vrind! Mei zon ze echter wei anders kunnen maaken: Tot onderfteuning van een Been kan men mog een Stokje in de hand gebruiken. [ Krelis. Och, wat helpt het» als men toch niet meer voort kan, gelyk men [wil. Vader Barneveld gebiuikte ook wel een Stokje , dat zyn door ouderHom, en van .krachten in 's Lands Dienst uitgeput Ligchaam wel nog wat on« jderfteunde; maar zyn met eere grysgeworden hoofd niet voor het vallen kon behoeden , toen zyne Rechters het van den uitgeleerden romp deeden Haan. —• IVlaar dit Hartgrievend Voorbeeld moet en kan ook niet in onze dagen de Braaven Effchrikken, om niet het f^oor diens Helds in getrouwheid en liefde tot het dierbaar IVaderland (ik fpreek van 's Mans gevoelen in den Godsdienst niet, fchoon zyn Doodvonnis deswegen vry hard was) te volgen • Dit daar gelaaten r Geene Capellens, geene Z'iylens, geen Palland ; geen van Berckel, geen GyfeJaar; geen éénig Lid der Amfterdamfche Burgervaderen of Wtthouderen: Geen teheel Volmagtigd Bellier van de braave Alkniaarderen zal 'er ten nutte des Lands péne enkele treede af^vyken. ■—; Ach, Krelis! het volgende te leezen moet fik Vaderlander ten hoogllen lief zyn en met éénen teederften trek ter harte gaan. Luister naar de taal van den Hoog-Ed. Welgeb. Heer jF. H Baron van Zuyktt \an Nyvckl, op den gemelden Landdag gevoerd tegen de begeevingen der Gomfefsfien door den Stadhouder. Dus fpreekt hy tot Vrind! Met ecu groot genoegen zegt hy ons Weekblaadje No. 21. geleezen tt hebben en onze vraagen tan 'den Schryver van het Haarlemmer Schendbriefje zeer gegrond gevonden dewelke hy denk: dat die dezelve niet zeer fiukj zal kj'-nnen oj losfen ; Yraagende, of gem. Schryvertj wilde gehad hebben, dat men Zyne Hoogheid zulke waardigheden zoude tieviegen, die Hem niet toekoo. men. Hy heeft 'er al genoeg, zegt hy , om zyn Eed en Pligt recht waartenetmen; doch, voegt hy 'e -by 'de Waarheid wordt onderdrukt, zy wankelt op de Jlraaten: De Vleiery en Leugens zy» ten. Hovi Dan 'er ayn nog waare Patriotten in ons Amfterdam, zo wel als Prinsgezinden te Haarlem. Wie gaat hy voort, moeten wy meer lief hebben , den Prins of onze \egeerders.' Jk.denk.de laatften; dewy wy die Trouw gezwooren hebben: Doch Zyn Hoogheid is zeker een voornaam Burger. Eene en andet Gunfttn welke Hy geniet, zyn geen Zaaken , welke ons in gedachten moeten brengen, als of Hy de killer apverfte 'ware; neen , maar ter contrarie, onze Staalt» zyn de alleen-wettige Souvcreincn van iets Landt. Laat een ieder dit Itgfypen. — Verder geeft ceeze veelbeloovende Jongeling zynen ouderdom op en zegt, dat reeds zyn bloed in dc aderen begint te koik.cn, «P het leezen en hooren van zjelkf Mannin taal. Een Liefdevuur van llydfchap firaait 'er door, vervolgt hy, wanneer ik. om myne geliefde Ovèi heden denk. Voorts is Zyn wensch, gelyk ook, van harte, de onze, dat God geeve, dat wy m lante onder hunne {doch van boven komende) wyze \cgeering mogen fmaaken, de aangenaamfie fmchti van eenen gewenschten Vrede, der Vryheid en des GUsdicmts. . Louw. Gy ziet deezen Schryver onderteekent zich A. Patriot. Het ware beter dat etc ieder zynen Naam onder zyn Schiyvcn teekende, of zich ten minfte aan ons deed kennen. D: ik heb op de uitdrukking van Prinsgezinden eene kleine aanmerking. Een Prins, wel is waar,, by onze Vrje Staaisregeering geenl'rins; Maar onze Stadhouder is nochthans een gebooren Prin. en daarom zyn wy verfchuldigd hem in zyn Carafter als Prins van Orange, alsVorstvan Nasfa1 Dietz enz. enz. enz. te noemen, gelyk zulks altoos aan het Hoofd der Misfives of andere Schril ren, en Aanfpraaken aan zyne Hoogheid ook wel in acht wordt genomen, met de uitdrukkiii Doorluchtige Vorst cn Heer.' ■ Maar indien onze jonge Patriot dezulke Prinsgezinden noem gelyk wy begrypen dat du» zyn mcening is, die wel gaarne Zyn Hoogheid met eene Prinslj %a\t over onze Vry-Verkooren Souvereinen en ons geheel Vry Vaderland zouden willen bedeéi zieiri, dan heeft hy gelyk, en dan is 't 'er verie af, dat het met den Pligt van een waar Vadt! lander zou ftrooken een Prinsgezinden te zyn. Gelyk het ook om die zelfde reden is, dat \ Zyne Doorl. Hoogheid doorgaans in onze Samenfpraaken niet anders belehouwen en noemen d> aéiwyze Zyne Hooge Bedieningen in den Staat zulks van ons vorderen en niet meer. — Mot> ten wy eeae afzonderlyke Aanfpraak aan Mynheer den Stadhouder doen, wy zouden hem d,d Zyne Vorftelyke Tytels niet onihouden. 't Is ondenusfehen beklaaglyk dat een oprecht Patri, reden vindt om onder zyne Land- ja Geloofsgenooten zulke Partyzuchtigen te tellen, die zi door den Bendnaam van Prinsgezind trachten te doen uitmunten. Laat den Prins als Stadhouéi Volksgezind zyn, en het Volk van 't Viye Nederland zal toonen, dat het, wegens zyne Hooa Amptsbedieningen dtn vereischten eerbied jegens hem in deszelfs boezem kweekt. Het deert i wanneer ik het tegengefteJde hoor, gelyk het my integendeel ftreelt, wanneer ik gelyk als in t( «n wakkeren Jongeling het Vaderlandfche bloed, zeekerlyk door Weldenkende Oudeten in hu opgeftort, door de jeugdige aderen zie vloeijcn. Krelis. De blocijende Jeugd is de Tyd om wel te denken , en hunne Denkbeelden te grond op de keuze der beste Zaaken. Dat onze Patriotfche Blienèfiryver zich daaraan Iroude; zo zali. ais een goed Christen in Godsdienst en als een oprecht Burger in Vaderlandliefde uitmunten. Hetw de ons ten hoogften aangenaam zyn veele zulke waardige Voorwerpen by onze Amfterdamfche Jij aclingfchap aan te treffen. Nu, Louw-Broer ! Genoeg hiermee. • Vaarwel, en flaap geru Louw. Ik wensch je 't zelfde, Vrind! Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. Gedrukt by it Erre dc Wed J va» EGMONT: op dcB.egaHcri Bicêfttaa', ic Amtrcrdaisi  LOUW tn KRELIS. N°. 23. 3 Juny 1783. Louw. fAoeden Avond, Krelis-Oom ! Hoe is 't met den Weldaad, Vjr Vrind? Krelis. Goeden Avond, Louw-Broer! Ik ben Weivaarend. Is't met uw Gezondheid ook nog als 't behoort. Louw. Volkomen wel. Maar hoe beziet gy zo naauwkeurg dien Broek, die'ge in uwe handen hebt? Het fchynt een nieuwe te zyn. Krelis. Gelyk het is: Maar van Inlandlche Stof en Maakfcl, tot de Kniebanden en Knoopen toe; alles wat 'er aan is, is hier te Lande tocelleld, en de Kniebanden en Knoopen zyn ze.fs in Amfterdam bewerkt. Ook heb ik een Kleermaker, die 'er fterk voor ?s, om een ieder de Vruchten van den Economifchen Tak, as de besten, aan te raaden; en deeden alle de Kleêrmaakers in onze Vaderitad even zo, men zou zulke vreemde, ligtc en haast verfleeten Kleêren niet zien draagen, welke echter meer dan te duur betaald worden, in tegenftelling van den langeren duur en lterkte der Inlandlche Stoften, en hier bewerkte Knoopen, Kniebanden en wat des meer tot een deftig, best voegend en duunaam Kleed behoort. Louw. 't ls zo, Vrind! En de Beftierders des Econom'fchen Taks zouden nog iets ter aanmoediging kunnen doen, wegens het welbewerken van Knoopen en Kniebanden op de Vaderiandfctie wyze; dewyl honderden van Werklieden tot het vervaardigen deezer behoeftens thans door behoeftigheid gedrongen zyn , een ander en hun oneigen beftaan te zoeken, of Stad en Kerk ten laste te koo- men. . Wie zal thans zyn Zoon het Knoopen- en Kniebanden-maaken laaten leeren? Ik fpreek van zulke Knoopen- en Kniebanden naamlyk, als welke men hier te Lande voorheen yan Zyden-Koord, Kemels-Garen, of wolle draaden famengefteld op en aan alle de Manskleederen zag; daar men thans wel tien tegen drie Perfoonen ontmoet, aan welker Kleederen men deeze Vaderlandfche noodzaaklykheden niet vindt, en voornaamlyk niet aan die derzulken, welken zich het eene eer rekenen door vreemde dragten byna als Kwalzalvers, Marktgekken en Hansworften by het dtfiigfte gedeelte hunner Medeburgeren en Landgenooten nit te fteeken, en liever ligtvaardige Vreemdelingen, dan hunne eigen Vaderen, : aan welken zy naan God, het leven verfchuldigd zyn, in Kleeding en Opfchik niet alleei', maar zelfs in Levenswyze te volgen. Zo dat men wel met zeker kundig Schryver zeggen mag: „ Dat een Heertje üFHwri Quatre zodanig iemand is,"die alle hoedanigheden ifun Debaucbi 1 of verkwistenden Ligtmis) bezit. ',' Gespens, Hoeden, Rokken, Knoopen, Meubels enz. worden dus benoemd", en deeze allen verkiest men dan nog meest van een buitenlandsch maakfcl, dat 'Zwak flegt van allooi en dus der Verkwisting alleen ten gevalle fchynt faam- ■ geflanst te zyn. „ De buitenfpoorigheid deezer Mode, zeg: dezelfde Schry ver > heerscht by Grooten en Geringen; zelfs is het een fpreekwoord by 't aller* LJ laagst Gemeen". _ m ^  ( 90. ) « Krelis. De verkeerde naarri, die men aan die Mode geeft, is zo wafivoeglyk ais men een zaak immer heeft hooren benoemen. Want wie heeft ooit den groó-j ten Henri Ouatre of Heririk den Pierden afgebeeld ge2i'en in zulk een gewaad als onze wufte of liever ontaarde Jongelingen cn zelfs meer bejaarde Landgenooten zich voorftellen? — De Franfchen fpotten 'er zeiven mede: Zy ftryken deeze * dwaasheid in htmne eigen Landgenooten door, en de onze volgen ze evenwel. 6 Tyden ! 6 Zeden ! Louw. Het is zo en niet anders, Vrind ! fchoon het we! anders en beter behoorde te zyn. D.e Dertelheid, de Weelde, de Overdaad zyn de Vetoorzaakfters van een oneindig getal kwaaien, ja van alle de onheilen en rampen, met welke geheel, ons Vaderland als overftelpt is. Veelen, zeer veelen van der Voorouderen Deugd verbasterde Nederlanders febaamen zich byna den Lande hunner Geboorte. Deszelfs Taal is te plat, de goede Zeden der ouderweifche Luiden zyn te ftug; zo noemen zy de rondheid onzer ryke Moedei fpraake en de oprechtheid onzer Voor-i ouderen. Zy keren een weinig gebroken Fransen, en zwelgen wat walglyk Engelsch in, niet om zich deezer Taaie ten nutte te maaken tot hun welzyn in: den Koophandel, of ter handhoudinge aan Kunften en Weetenfchappen, op dat ze hunne Medeleden der Maatfchappye in hun Vaderland dus van dienst moeem zyn : ó. Neen ! Maar alleen om met het fortu:nzoekend uiifchot der Franfehe'en; Britfche Natiën te kunnsn fpreeken en omgaan, en van de eene de ligtvaardigei Wuftheid, en van de andere de beestachtige Overdaadigheid te keren en zich eigen te maaken;.terwyl zy by de navolging van derzelver Zeden, Levenswyzen eni Gewoonten, ook hunnen fmaak in Kkederdragt en Opfchik voegen. Een Op-> fchik , in de daad , die zo verre van deftig te zyn verfchilt, als het uit veelkleurige Lapjes faamgefteld Vastenavonds-Pakje eens Arlequins by het achtbaar Staatsgewaad van een Magiftraats Perfoon. Krelis. Gy hebt gelyk, Vrind! Laatst was ik in een Herberg, in welke Luiden verkeeren van allerleien Landaart en Ouderdom. Ik raakte in gefprek met eeni Heer, zynde een Amfterdammer van Geboorte, en een degelyke Voorftanden van alles wat Vaderlandsch is. Wy fpraken eerst over den toedragt der Zaaken, zo uit- als inheemfche, en bejammerden het nadeel des. Volks in alle dee omftandigheden., welke zich opdeeden als beginfelen van 's Lands naderend bederrl en ondergang, indien men niet in 't algemeen zorg droeg, om het vreemde te; weeren. ,, Door den Engelfchen fmaak ons eigen gemaakt te hebben, zeide hy""' is een groot deel onzer Landgenooten gevaarlyker voor ons geworden a!s de Brit-^ fche Natie zelve. Het is aan de Trouwloosheid der Britten niet alleen te wvten dat ons door hen zulke zwaare Slagen zyn toegebragt; maar ook en wel het meest! aan de Navolgers hunner Zéden en Gewoonten ; en gelyk onze Voorouders reeds door de ondervinding.daartoe genoopt, tot eene Spreuk hadden: .Engdscb Bloedi doet niemand goed; zo zien wy dit ten klaarden van tyd tot tyd al méér en datt -veele Grooten in ons Gemeenebest zeiven voor het Engelfche zyn zo wel inn Zeden, die de Ziel bederven, als in navolging van Kleeding; men weet hoes Zeer de Afhangelingen van dezulken derzelver manieren gewoon zyn flaafsch naa «tvolgen* en zo kru:pt dit kwaad al voort van dén eenen» tot den anderen,, enn  (9* ) en men fielt 'er eindelyk eene eer in, even als ware men Livrei-bedienden van deexen of geenen Perfoon van hoogen Rang, om juist denzelven en zyn Stoet in een vreemden dragt te volgen. Let eens wel op een opfchik der meeste Vreemdelingen, die het bederf hier te Lande aankweeken, (vervolgde die Vriend) en gy zu!t ze aan hunne Knoopen en Kniebanden kennen , de fiegte ilof hunner misvormde Kleeding nog uitgezonderd: Want daar een deftige Hollander nooit anders dan gewerkte Kniebanden en Knoopen draagt, ziet men die hongerige Kraaijen en naakte Zwaluwen, uit een vreemde Lucht door gebrek naar herwaards overgedreeven, met geene gewerkte Kniebanden en Knoopen aan den Broek eu verdere kleeding, nmr 't zyn aangezette Lapjes en overtrekfels van dezelfde (lof van welke hunne fobere Klêêren gemaakt zyn :"' En waarlyk de meeften dus toegeftelde Perfoonen in de Herberg betrachtende, ondervond ik, dat de Man gelyk had, en de meeften in de daad Vreemdelingen waren, of in den fmaak der Vreemdelingen I getrokken Knaapen, die meestal niets van de Nederlaudfche deftigheid in of aan : zich hadden. Ik merkte daarby op, dat zy, die nog wat wilden uitmunten in ' het overtrekfel hunner Knoopen, een zeker foort van Buitenlandfche Stof over dezelve hadden met de Kleur van hunne Kleederen overéenftemmende en op elke Knoop een even gelyk bloempje en randje, duidelyk bewyzende dat dezelven vari een geweeven Lap met zulke rondjes die ruim de grootte van een Knoop hadden, waren afgefneeden, en ieder Knoop met cén van die overtrokken was; het welit wel uiterlyk eene parade maakte, maar by het fcefchouwen bleek armhartig werk in zich-zei ven te zyn. Weêr andere Vreemdelingen hadden aan hunne voeringlooze Rokjes, Vesten en Broeken, Knoopen van allerlei foott van Metaal, Paerlemoeren , Koperen , Tinnen , of van faamgefmo'te metaalen , fommige plat, fommige met wyfjes-, fommige met manskopjes, bloempjes of eenig ander vetlierfel pronkende, ook op allerlei wyzen doorgellagen en onderlegt met glinflerend geëmallieerd dun klatergoud of vliesjes, aan welke bagatelles du jiur, gelyk de Franfchen fpreeken, onze verbasterde Nederlandfche Jeugd, de met zorg vergaêrde Schatlen haarer Grootvaderen verfpilt, en, zo zy 't welbegreep tot haare befpotting, ter ergernis van deftige Burgeren, en ter belagchinge van het Gemeen. Ondertusfchen is al dit goed meest vreemd maakfel, dat men hier ten duurften betaalt, en derhalven zyne Medeburgeren ten uiterften tot nadeel ftrek» ken moet. Daarby komt nog, dat de Stof der Kleuren zelve eerder uit gebrek dan overvloed fchynt verkoozen te zyn, en dus maaken de Knoopveriierfels juist even dezelfde vet tooning als een Vlag op een Vuilnis-fchuit zou doen. Louw. De Overheid zoude het Kleêrmaakers Gild, (dit zoa dunkt my de beste weg zyn, vooral in Amfterdam) eene Ordonnantie kunnen dóen toekoomen, by welke-hetzelve verboden wierd, niet dan Intandfche Stoffen tot Kleé» ren te bezigen, ten zy voor een Rok van vreemde Stof zo veel, voor een Kamizool zo veel, voor een Broek zo veel, naar goedvinden, als een gerechtelyk inkomen voor 'tGild, ter beter onderhoudinge van Weduwen en Oude Mannen, i door den Eigenaar die het beftcld ofte maaken gegeeven had, wierde betaald, op poene van eene zeekere Geldboete voor den Maaker; en dus zou men ook een tax kur> : nen ftellen op ieder hier niet bewerkte Knieband en Knoop aan Broek, Rok, Vest. Mi Ka-.  • C> ) Kam'zool of Hembdrok: Men behoefde deswege nog den ftyven ouderwetfcheis trant, >>elyk men dien gelieft te noemen, niet te volgen; waut de Mode is eene HeerfcheresCe in de Kleederdrttgt by alle Europifche Volkeren, en men laate haar dat recht, maar dat men ze in Vaderlandfche Stoffen en Bewerking derzelven volge: Waarom zou men ook geene Hollandfche Nieuwigheden kunnen voor den dag brengen? Moeten wy juist als Slaaveu van de Franfehe of Engelfche Modes ons gedragen; laat de Hollandfche Mode liever de Wetgeefiter in Kleederdragt en Tooifels zo wel by Vrouwen als Mannen zyn: Misfehien kry^en dan zelfs die beide en meer Na iën fmaak in onze Vaderlandfche Modes, Stoffen en Bewerkfels: En het ftaat ons vry om 'er even ons voordeel mede te doen, als alle andere Natiën. Blyven wy hierby; wech dan, met Uitlandfche Prullen!—» Maar, tot op een anderen tyd, Vrind ! Wanneer wy ftoffe zullen vin ten in overvloed om wegens deeze Zaak verder te fpreeken. Nu wat anders nog \a weinig woorden. Hoe ftaan de algemeene Zaaken 'er meê ? Zal men baast de Preliminairen tusfchen Engeland en onze Republiek getekend zien. Ik heb reeds afgedankte IVlatroozen hooren fpreeken, en wel van de besten, gelyk als die braave Zoutmans Helden, en men fpreekt ook nog van Volk van andere Schepen die in d<=n Doggerbankfchen Zeeftryd tegen de Britfche Vloot hebben Hitgemunt, dat ze zouden afgedankt zyn... 't Is vreemd, dunkt my, of men moet wel degelyk verftendigd zyn dat de Vrede haast zyn befhg zal hebben. Krelis. De ondervinding zal 't leeren ... Ondertusfchen heeft de Refolutie der Staaten van Holland en Westfriesland ook zyn beflag gehad omtrent het vernietigen der Militaire Jurisdictie, en evenwel heeft die zogenaamde Hooge Krygsraad, aan wiens hoofd Mynheer de Stadhouder is, of ten minften plagt te zyn, tegen de bevelen van deszelfs wetgeevende Meelters gehandeld, doch, op aan drang j van Dordrecht en vervolgens alle Steden der Provincie, (uitgezonderd de Ridderfchap) is die nieuwe ongehoorzaamheid tegen de onlangs vastgeftelde Staatsbefluitem ter ftraffe haarer overtreeding, in derzelver weêrfpannige onderneemingen geüuit. Louw. Zeer goed. Gy weet verder geen Nieuws en ik ook niet, Vrind! Ik ga dan, Krelis! Vaarwel, en flaap gerust. Tot weérziens. Krelis. Ik hoop ja, en wensch je 't zelfde, Louw-Broer! Wel t'huis ende groetanis aan Diewertje. Het alömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Note* boome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten , Bureaux, Laêta-r fels, Stoelen, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig te inaaken, en de Wormen in 't geheel te verdry ven, gelyk men daaglyks by onderr vinding heeft, wordt federt eenige jaaren met goed fucces vetkogt by de Erve df. Weduwe j. vasEGMONT, Het Potje is 6 Stuivers. NB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfcheen andere Matten;] Cctfrafct bf do Erw» da WedWt j ACOBUS tan EGMOÜT: ob d* ISegoftsa 3Sre*?&raöt, ra AmÜerdaa.  K R E L I S e n LÖÜt. N'. 24. 11 Juny 1783. Krelis. Tk heb de eer van myn Vrind Louweris een goeden Avond j_ te wenfchen, en mag ik het geluk 'er by genieten van hem welvaarende te zien, het zal my ten hoogden aangenaam zyn. Louw. Ai hoor! Wel nu nog erger! Begint het je te leuteren in den | Bol of fcheer je den gek met me, Krelis ? Is 'er eer m gelegen dat men j iemand goeden Avond wenscht ? Wel dan vindc men byna geen oneerlyk Mensch in Europa. Wat brengt het verder tot uw geluk by dat ik nog 1 gezond ben, en gy daarin eene aangenaamheid ten hoogden vindt? ! Wech met die Complimenten! Een Batavier fpreekt rond. Ais ik nu eens tonpaslyk ware, dat ik niet ben, Gode zy dank! zou Jat aan uw geluk 1 ook hinderen kunnen ? Krelis. Ta, het zou my een onaangenaamheid zyn die my een deel van myn genoegen zoude ontrooven, en het waar geluk van 't Leven kart niet anders dan in het genoegen beftaan. Is 'er één Zaak ter Waereld ook die meêr genoegen verfchaft aan waare Vrinden, dan hun onderlinge Aftand? En dewyl ik u voor dus eenen Vrind acht, gelyk ik weet dat gy het my insgelyks doet, mag ik dan de Wet der Welvoeglykheid niet by die der Vrindfchap voegen, Louwens? i Louw. Dat wy waare Viinden zyn, daaraan twyfelt zelfs niemand die ons kent Maar dat wy het ook zyn en blyven moeten zonder die zogenaamde Welvoeglykheid, is niet minder waar. Wat helpen alle die OBeisenlvke uitdrukkingen daartoe? Ik kan ze in een Framchman toegeeven- want die weet men dat zo fchidyk als hy van ons afgegaan is, alle zvne' Vriendfchaplyke betuigingen vergeet, ten zy hy by onze Vnendfchap zyn voordeel weet te vinden;- en dan eindigen zyne Complimentei altoos met een Monfictir, je me recommande d vous. Maar al trachten wy die even fchielyk vergeeten als uitgefprooken uitdrukkingen ons eigen te maaken oize aangebooren Va ierlandfche eigenfenappen laaten het ons niét toe' Maak gy u d^n althans niet eigen die toch in onze taal niet welvoegende fpreekwyzen, die niets om 't lyf hebben... Onze geheele ! Sam^nforaak zou wel uit zulke kunnen beftaan; maar dan had men van 't begi 1 tot het einde toe elkander nog niets gezegd. — Verhaal me liefst iets dat meer klem heeft. Krelis. Ik koorn om hier van u te hooren welke klemmende Zaaken ev mv berichten zult. 6J 3 M 3 Louw.  (94) Louw. We! «u dat is goed. Ik zal 't u doen hooren, zonder Coraphmenten te maajcea. In fommige Nieuwspapieren leest men dat in eenige particuliere Brieven, van Parys ontvangen, gewaagd wo'rdcvaa 't bemagugen-van 50 Engelfche Tranfportfchepenf welk? tyding zou overgeoragt zyn door een Fransch Schip van 'c Eihnd Bourbon, en te Cad« binnen, na 74 dagen zeilens van de Caap tot derwaards D^eze Schepen zouden door het Eskader van cL-n Heer de Suffren genomen zvn vïn't toiïïZv teIndiën O0rJ°êfcheP- -n 't EngSSen e'en dTtyd n^ïe^t' ^ ^ ~ °f ^ echt zy zal Krelis De tyd « zekerlyk de groote Verklaarer der Duifterheden eni Oplcsfer der zwaare Zaaken. • -™ eni Louw. Zo is het. Ook wenscht men dat hy de waarheid bevestigen' moge van de volgende tyding, welke men zegt, dat in Blieven Sn: Batavia hier te Lande ontvangen zynde, inhouden,' dat ons ColagnTeSchip> de Mars, te Malacca gewapend ten Oorloge uitgerust met beh. L van den Franfchen Kaper la Sainte nerefe^Ë^^T, Betfy van 24 Stukken zesponders ten anker ond\r •cr^S^SdJ hadden oyermeefterd, zynde te Batavia, door den Franfchen Kapfr-K7Ditem opgebragt, terwyl de Mars zyn togt vervolgde. Oo"2volSL vvf £ iZiïlSlTend ComPaënies-Sc^P, of Kaper de Palriot vyl andere Engelfche Schepen genomen, 15 in brand geftooken en eeni groot getal andere kleine Vaartuigen dier Natie, met Ryst en andere^ Mondbehoeften van Bengale, vernield zyn. } Krelis. Ja, dat zou beter klemmen, als het maaken van ComohWn ten voor de Vyanden. Ik wensch het waar te zyn ComP"men- ' v^av i^V^j der VaderIan«^he Rechtzinnigen wenscht dit Vrind Krehs! En had men van den beginne des O.rlogs todmaar met' meer vlyt en werkzaamheid het verderf tc keer kunnen gaan, en deS I die het bewerkte kunnen weerhouden, dan had mJ^rafpSk meer vermogen uittewerken, dan wy thans kunnen doen f fchoon het my echter zeer waarfchynjyk voorkomt, dat indien w've derToeften Oorlsgen onze krachten voor die der Britten niet roude^eSewnTïv? ken, mits dat men dezelve in 't werk ftelde gelyk h*t behoorde en als ten tyde onzer Voorvaderen. — Dan hetVdde,kendedeeke de. Volks is uit zyne /Wring ontwaakt, en zy die door het «rï t geTot van eenen aanhoudenden welvaart als op hunne Ge'dkistenSlE gevallen, zyn gewekt geworden door de treilde porringen van de ge? du-u- •  (95) ,. '-duunge nadeden, door een trouwioozen Bondgebuur hen toegebragt ter' wyl die zdfde Vyand anderen, in wedde en overdaad gedompeld hunne Icariaanfche of Faëconfche gevoelens mee dc onherftdbaare fmerten van i eenen un voorzienen Val vergolden heeft. Dit zyn ook geen Complimenten maar klemmende ontmoetingen, Vrind Krdis! Hoe veele ge weezen Engelfche Vrinden in ven rouwen, inZedtn, Levenswyze, Manieren en Motfes verfoeijen ; ja vervloeken thans niet, en zulks al federt eenigen tyd hunne gehechtheid aan de Denkwyze dier Natie, zo als d. zelve gewon is' in haar Land te leeven. Maar daar de Britfche fmaak fchielyk Bloed zet, z ifs by veele Grooten, wat zal dan niet een ongelyk aantal minderen doen, die dc ruwheid en losbandigeLeveiiswyzeder Albionners volgen, en wien het zelfs fpyt wanneer ze een Engdschman een zespundig ftuk Koas-Biefm zyn maag zien flingeren, en 'er even zo veel Kommen Punch by inflorpen zonder kant of wal te raaken; wien het fpyt, zeg ik, dat ze dezelfde beestachtigheid niet kunnen navolgen, of liever overtreffen. De verftan- digften evenwel minderen Zeil in die woeste Zee van Leven, nuttigende I thans liever een gedeelte Noordfche Stokvisch mee Aardappelen to^ Spyze, en tot Drank een glas Hollandsch Bier, met een nederige Dank' zegging voor het geen zy nog genieten mogen, dan dat ze zich in 't geheel verteeren, om daarna misfehien geen Rogg.nbrood met Karnemelk te kunnen bekomen. Krelis. Gy drukt u al vreemd uit, Louw-Broêr! Dan ik geloof dat gy niet verre van de waarheid zyt. Het gevolg der wedde, in navolging van andere Natiën, die met de dwaasheden van de onze nochthaos haar nut ;doen, is het grootfte verderf voor Land en Stad, en brengt over 'talgeitneen eene magtelooze Werkeloos- en Moedeloosheid, ja verzwakking van : Ziels- en Ligchaamsvermogens zo wel als armoede aaii. — Deeze droevige omftandigheden zyn ook klemmend, en wel degelyk. Ik beken igaarne dat men dezelve met geene Complimenten kan afweeren. Maar is 'er nog meer klemmends, dat gy my berichten kunt? Laat het ten ;goede zyn. Louw. Althans het volgende is tot ftraf der kwaaden geoefend vdger.s het Souveraine Recht der Staaten onzer Provincie. Luister, Krelis' Dus lees ik onder den Haag van 7 Juny. „ Gisteren is de Luitenant van het Regiment van Saxen-Üotha, die toegekateo had dat eenige Soldaaten onder zyn bevel, Goederen roofden uit het Schip de jonge Arnoldus\ Schipper Plengnath, gevonnisd; zynde hv voor meineedig, infaam en vervallen verklaard van zyne Militaire Charge, alsmede inhabiel, om in 't ver-  (Oö) 'st vervolg den Lande te dienen, en hem op 't Schavot het Zwaard over 't hoofd geflagen. Zes Soldaaten zyn Gegcesfeld, en vyf hebben te Pronk gedaan", om de Executie aantegen , zynde alle deeze Misdaadigen daarenboven Gebannen uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht". Krelis. Die zich de zachte wetten van het Geheiligd Recht onttrekken moeten haare klemmende ftraffen ondervinden, en voor haare geoorloofde Rechtbank alleen gevonnisd worden. Dus, en langs dien weg, krygen de Wetten kracht in welgeftelde Staaten, waar men nevens de Souvereine wettige geen onwettige Militaire Rechtbank erkent, dié zelfs de verdervende hand in 't Recht des Volks tracht te flaan, en de heerfchende of liever dwingende te zyn. Neen! dat Gedrocht moet vernield worden, gelyk het, Gode zy dank, in Holland reeds zyne krachten verlooren heefr. Maar wat hoort men wegens de Zaak van de Witte cn Brakel, zal 'er ook voortgang meê gemaakt worden? Louw. Oordeel, Krelis! naar het geen ik 'er u deswegen van zal leezen, en ook nog iets van de voornaamfte Oproerige Haagfche Sint Niklaas- Vierders ter Eere van dien lieven Prins onzen meêr dan pryzenswaardigen Erfftadhouder, zo zy voorgaaven, en 't welk onze goedaardige Willem ook geloofd heeft, volgens zyne eigen betuigiginge, fchoon de Souvereinen deezer Provincie van een geheel ander begrip waren en denklyk nog zyn. Maar luiftcr wat ik lees. Zo fchryft men mede uit 's Hage van den gften deezer. De Papieren in de Zaak van de Witte en Brakel zyn thans compleet aan Hun Ed. Groot Mog. door het Hof, naar men zegt, overgeleverd, en zullen deeze Week onder^ogt worden; ook heeft het Hof raport gedaan wegens de bekende Zaak van St. Niklaaj-dag; dan, men wil dat die van den Hove in hunne Misfive aan Hun Ed. Groot Mog. te ken< nen geeven, dat de abfentie van de Vermeulens, Vader en Zoon, eri van Undeen, de principaalfte die in deeze Zaak gefufpedeerd zyn, veei duifterheid in de ingekomen kformatien veroorzaaken". Ktelis. Recht moet recht blyven, en het overtreeden 'er van ge-, ftraft worden. Was het zeggen van een zekeren Wysgeer maar niet waar dat de Wetten als Spinnewebben zyn, door welke de fterkstge< vleugelde en grootfte Indelen onbefchaaigd heen fnorren , terwyl de! kleene en teedere 'er in blyven hangen en met verlies huns Levens doort gaans ten prooi der Spinne worden. Maar het is niet anders,! Vaarwel, Louweris! Ik wensch je wel te rusten. Louw. Ii.sgelyks, Krelis! Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. Oedrakt by it Bive it Wei. J. »*» BGMOMT: op it Hcgolicn Di«êftiMi, tt Amftet**». ,  LOUW en KRELIS. N°. 25. 17 Juny 1783. Louw. jr^oeden Avond, Krelis! Hoe is 't met de Gezondheid, Vrind? Krelis. VJTZeer wel, dank zy den Hemel! Hoe hent gy het 'er meé1 > Louw-Broêr ? Louw. Al even fiisch en welgemoed, als naar gewoonte; maar fomtyds hapert 'er meer als wel in vroegere Jaaren; en hoe ouder dat nten wordt, hoe meer ons het nadenken fchynt in te neemen. De Zaaken , over welke men jong zynde, los en zonder aanmerking is heen geflapt, komen ot.s by 't naderen van den ouderdom zo ligt niet voor, en men befchouwt ze met opmerking, om te weeten wat de aart 'er van zy, en of'ze ons ook fëhadeiyk zouden kunnen zyn, dan niet; dewyl ons de ondervinding geleerd heeft, dat men ze voorheen niet in een naauwkeurig licht befchouwd heeft, fchoon men het toen met onbelemmerde oogen beter had kunnen doen, dan nu door de glazen van een Bri'; Maar 't is niet anders. De gebreken welke men langs deezen weg befchouwt zyn met al ons toezien niet zo wel te verbeteren, als ze in vroeger tyd te vermy* den, of uit den weg te ruimen waren geweest, als onnutte, ja fchadelyke Itruikelblokken, of hinderpaalea, die ons den vryen weg zeer bezwaarlyk te bewan^ delen maaken. Krelis. ó Louweris! Als men da-arvan fpreeken wilde, zou men ontzaglykd beletfelen vinden, vooral, indien men Hechts dom wilde toeloapen. Maar, Gode zy dank, dat 'er nog wakkere Vooruitgangers in onze dierbaare Provincie Holland althans zyn , die zonder1 vlei-nde Brillen noodig te hesben met een Vaderlandsch gezigt aie verhinderende öf ihuikeling veroorzaakemie beletfelen, zo dta zy 'er zyn , weeten te ontdekken, vooral wanneer de daartoj gehuurde of kwaadaardige Luiden de ftoutheid durven gebruiken van zich by het Gemeen te doen kennen voor Terneder'leMers vai zulke Beletfelen op den vryen weg ten gevalle van de Party der Verderfs, die zy aankleeven om des Voardeels wille en liever Zelateurs of Yveraars voor de kwaaae dan voor de goede Zaak wil' kn zyn. Louw. Indednad men vindt zulke Lu;den, en dezelven ontdekken zich meêf en meêr, kunnende of mogende, op het aanporren van de verdervende hand niet langer te rug blyven met zxti in 't licht te ftellen, op eene wyie als kenlyk' is, aan eenen Politiek Vertoogfchry ver, een opfteller van Reinier Vry aarts Brieven, een zogenaarnden O-W. Patriot en nu zeer onlangs aan den Schryver dié zich-telven niet fchaamt te roemen, en zyn Oproerig Libel met voorafging'vaa zynen naam aan zyne MeJeburgeren, dia van Leiden naamlyk, rigt. Het is deH?er J;stontvangen Brieven u;t Duitschland bericht geeven van ? groote Krygstoerustingen te Praag; dat van Bad we:s de eerfte vervoering van OorI logsbehoeftens den f deezer vertrokken was, beftaande in omrrsnt 800 Wagens :en 60 (lukken Gefchut van verfcheide zwaarte ; dat den 13.eene tweedeen den 20 reene derde afzending gevolgd was; dat men béïig was met het gereedmaaken van |een groot getal Vaartuigen, om Troapen over dun Donau te voeren, en dat verticheide Ruitsry-Regimenten naar Moravie trokken. •— Als een algemeen gerucht tgeeven dezelfde Brieven op ,, dat Rusland den Oorlog aan de Porte verklaard heeft, M en dat de Rusfifche Armée in drie verdeelingen in optogr was naar Bender." — lOin de Krygsmagt ten diende des Pruisfifchen Monarchs te doen u tbünken, zegi:gen die zelfde Brieven, dat zy werkelyk beft/aan zou in een Artillerie-Corps van i 10,760Mannen;in 171,!90 Voetknechtenen42,501 Ruiters. Dustefimen in tweetmaal hondeid, vier-en-twintig duiiend, vierhonderd en een-en-vyftig Krygslieden. K-elis. Dat is nog al een mooi'bontje Volks, en zal misfcjricrj de helft der PMenfchen in Amfterdam en deszelfs onderboorighcid uitmaaken. Maar wat hebIben toch de Turken misdreeven, dat men hen met een Oorlog moet op het lyf," [wallen? Men wil immers de woefte, onredelyke, ja bygeloovige Kruisvaarten [niet hernieuwen. Ach dat een ieder tnch met het zyne te vreden was; zo waren■ rèr noo't Oorlogen, die het Aardn k en derzelver Bewooneren vernielden, te duchtten, Dan „■ of men zulks al betreurt, het weêrhoudt de hëersch- en belangzuchtt Bdcr Mogendheden niet. Dit hebben wy van onze geweezene Engelfche Bond-.rggnooten, vee! erger sis Ba'-baarcn^ ondervonden Ondertusfchen zjhdë^t'hunr->* we Bvzoidelingen de Sragtöffers van- dei - Vorften Ei.'enzjEnigböks^.  C 104-3 ^Louw. Hoe gelukkig zyn wy dan niet, Vrind! Dat wy, tot nog toe, eeea 'Vorst naar de oogen behoeven te zien. Wy hebben wel een Stadhouder die men zo noemt , om dat men hem dien tytel niet heeft willen weigeren ' als reeds onder 't gezag der oude Graaven bekend ; maar dit Land nooit 'geen Souvereine Magt van een Eenhoofdig Perfoon of zelfs niet van eenen dwangzuchtigen daartoe yerkooren getal van Perfoonen, als van hem afhangende, gedoogd hebbende, is de Stadhouder niet anders dan een Dienaar der Souvereiniteit die in geenen deele. by hem berust, maar in Naam des Volks, door de Edelen, deSteden en derzelver Gemagtigden der Provinciën, ieder in de haare, geoefend en bediend wordt; terwyl, zelfs met de vryheid van Voorftellen en Raadgeeven eeen Stadhouder, geen Kapitein-Admiraal-Generaal, anders als een Af hangeling en Dienaar van de Souvereiniteit van dit Gemeenebest befchouwd kan worden Veel min it het zulk een Staatsdienaar geoorloofd, tegen het Hooge Recht des Volks in t algemeen, een Krygs-Recht te willen doen ftand grypen, 't welk de Souvereine magt der hooge Overheid aan zyne wettelooze Uitfpraaken zoude beoaalen; en daarom is het dat die Gedrochtelyke Militaire Jurisdictie door de Staaten van Holland van derzelver Grondgebied geweerd ,wordt : gelyk het te wenfchen is, dat ze er eeuwig van geweerd moge blyven, hoe zeer de Stadhouder met voorwendfels van eenige Jaaren, dat men dit Gebied gedoogd heeft voor r?A Ta \fCJ°0n hy Weu WCCt dat Vr &etn Wet van ^ men als'by infchiklykheid de bediening van hetzelve dusverre heeft toegelaaten Dan de C)Z merken die men tot nadeel der Burgeren 'er nut bedoeld heeft, is teblvkbaarvonr 't oog van derzelver Stemhoudende Regenten geworden, om een Krygs-Rechtsgebied naast dat van een Hooge Jultitie-Raad langer te dulden, op dat het e.ndelyk aile de magt en klem der Rechrs-oefening over alle Zaaken tot z*h trok „ Neen wech met dat dwangzuchtig Monfter! (fchreeuwt de braave Vade hn„ der alomme) Dat het in eeuwigheid den trotfchen Kop niet weêr verbeffe' „ Herroept, m Gods naam, uwe Veroo-deeling niet, welmeenende Hollandfche „ Staatsheer» .' Toont dat gy waare V aderen des Vaderlands , onwrikbaarë'Zui- " v J3" , 1 R-C^ UWW BurgerC5' iyt' en uwe Naamen by den laten „ Nakomeling niet dan met eerbied en genoegen genoemd worden" -L rZ onaangenaamheid der vernietiging van dit opgeworpen en wetteloos K.ygsPebied blykt by Zyne Hoogheid, die'er zekerljk veel belang in fchynt te ftellem Want dus lees ik, onder den Haag van den 22. Juny vvaBt „ Zyne Doorl, Hoogheid, de Prins Erfllachonder heeft den lódeezeraanH H M. eere Misfive gefchreven wegens den Hoogen Krygsraad, ho, fdzaiklvk d'e nende om eene zeer omttandige M-isfive, den .3 te" vooren aan de Sta ten van Holland gefchreven, te geleiden, welke behelsde om de Abolitie van den H00-' gtn Krygsraad te furcheeren, tot dat H. H. M. daarover zouden beflist hebben en met mltanteiyk verzoek ont middelerwyl denzelven op het GroXbied Vaa Holland zo lang te laaten vergaderen." vjiunuj,cBiea van Krelis. Ik zou nochthans wel durven vertrouwen, dat onze Provincie «en als de Souveraïne Magt alleen in de haare Yoa^XtT^^ri^met weer zullen noch kunnen goedkeuren. — ik voor my verwen ch de Mï itaire Junsdict e ,n 't binntnfte gedeelte van Afrika, dan zal ze althfn, «e„ H^ « J»p gefustT m 2yB- ~ V2art 8Ï aanh™dcnd ■ Loug;.Bro?:; \ Louw. Ik zegje dank, VnadKrelisI Wel t'huis ende groetenis aan Grietje. , «cd^t by 4. Er« 4« W.4. j. Tik SG*0nt : * ét Kta-Ji^^T/^^^r  LOUW en KRELIS, N°. 27. I July 1783. i0"?' l\f^er -g°Leder Av°n^ensch, hoe vaart myn Vrind Krelis ? iorSheid? Louw-Broer! Hebt gy 't ook nog wel met de Ge- Louw. Naar wensch, Man! Krelis. Dat hoor ik gaarne. Koorn rook eens, en drink 'er een das Bier bv • het is goed ouden Amfterdamsch Brouwfel. Met het war-meWeër vindt ge me hier onder myn lugt.g Prieeltje. Gy ziet ik heb hier eenige dagelykfche Tydingblaadies by de hand, doch zyt waarfchynlyk niet begeerig naar 't geen 'er in mogt zvndewyl gy het wel weeten zult, naardien gy de Kranten leest zo wel als ik * Louw. Ja zeker, Krelis! Maar de aanmerkingen, die gy dikwils maakt maak ik juist met. De Tydingen die in de Nieuwspapieren zyn, geloof ik ook ; met altyd, en die ik er thans in gevonden heb, zeggen niet veel. Men fchreeuwt er m van een ophanden zynden Oorlog, tusfchen de Rusfen en Ottomannen • : men brengt de Krygs-Toerustingen des Keizers, zyne Reize door Hongaryen tot' « op de Turkfche Grenzen en het m bewceging houden zyner Troupen tot een zeker . oogmerk by, om ze met die der AlUenheerfcheresfe aller Rusfen te doen medewerken ter verkleining van het Turkfche Gebied in Europa, en menonderftelteen IMondgefprek tusfchen den Grooten Jofepb en de uitmuntende Amazoone van 't ; Noorden, de niet mm groote Catharina. De ontmoeting deezer beide verheven . Stervelingen bepaalt men te Mohilow, en daar, meent men, zal iets van gewigt 1 usfehen hun beide bellooten worden. . Althans men brengt alles op een Oor- ilog tegen de Turken t'huis, terwyl men hier, zo wel als in Erankryk, Engeland Spanje en Noord-Amerika uitzat naar eenen aangenaamen Vrede , die 'er echter inog niet is, fchoon de Vyandlykheden onder 't bereik van de Staaten der geoorloogd heböende Partyen, en inde Europifche Zeeën, federt vyf Maanden reeds ; hebben opgehouden. Hoe het met de Onderhandelingen des wegen gelegen mone zyn, daarvan is weinig te oordeelen. Zy fchynen, en zo ik geloof, ten onzen ifeeste, niet zeer verhaast te worden. Krel s. Dat fchynt zo. Ma* men weet dat dit groote wetk zich zal dienen te plukken naar den Toedand dei Zaaken in de Oost-Indien, waarvan men hoopt :eerlang gewigtige Tydingen ten onzen voordeele te ontvangen: en ware dit zo Jdan zou nsen by de Vredesbesluiten den Engelfchen hunnen onrechtvaardig» Eisch *p de allerminlle bezitting onzer Oost-Ind. Maatfchappy kunnen en moeten ontzee!gen , Icheon hunne Gabaa!e hier te Lande, de inwendige Vyanden van 't welvaaren van hun Vaderland, de geheime Belaagers onzer diergekochte Vryheid de lflaaffche Vleizuchtigen uit Eigenbaat zulks met het grievendst verdriet zouden ee- ZtH Wn txr T-a P3" menJ2iet ie ho°P no« ™°r de vrees geen plaats inruirtneti üe Waarheid bevestige de eerfte en doe de tweede verd wynen Louw. Niet anders is de Wensch der Patriotten, in alle Zaaken het welzyn van t Gemeenebest betreffende Hoe het zy, en op welk een' grond weet ik met ik lees alleenlyk het volgende uit den Haag validen z9 der laatstleden maand: , >Vien verdacht deezen avond of morgen de aankofftst eens Coariers van Parvs , die, gelyk men denkt Hunner Hoog-Mog. de Teekening der Prelim naken zal , overbrengen.' O Kre»  e 106) Krelis. Evenwel wordt dit tot nog toe niet bewaarheid. Dus kan men op de vooruitloopende berichten weinig ftaat. maaken. Louw. Za is het- Maar is 'er geene andere ftoffe om ia 't zekere over die te kunnen fpreeken? Krelis. Ik vind in de Nieuwspapieren dat den 26 deezer 's morgens uit Tesfel gezeild zyn 's Lands Schepen van Oorlog Overysfel, van 64 ft., Kapitein N» Remersma, aan welkers boord de Heer Afgezant van Berckel is, de Erfprins, Van 50 ft., Kapitein Aberfon, den Briel, van 36 (t., Kapitein Bols, en de Kotter de Windhond, Luitenant Goverts, alle naar Philadelphia. Louw. Dat heb ik in de Nieuwspapieren met genoegen gezien, Vriend! God verleene hem en zynen Overvoerderen en Geleideren eenen voorfpoedigen en behouden Reize. — Maar zoa de dag van hun vertrek uit Tesfel de door Zyne Hoogheid verzochte en bepaalde Zeildag zyn geweest? Krelis. Ik denk dat zy den eerften goeden wind voor den besten hebben genoomen, om dat zulks hun het beste voorgekomen zy, zonder zich aan de enge bepaaling te binden; en voorzeker heeft de Bevelhebber over dit fmaldeel Schepen, Zulks op hooger bevel oorbaar gevonden. Louw. Dat zal der Anglomanifche Cabaale denklyk buiten hunne gisting gegaan zyn : Want dus zal men de zending van eenen Britfchen Gezantnaar NoordAmerika zyn voorgekoomen. Kr«lis. Het is te hoepen , indien de Britten maar geen nieuw bewys van hunne gewoone trouwloosheid toonen. Want zy zyn reeds, ondanks den Stilfrand van Wapenen, be'zig geweest met nieuwe Toerustingen van Oorlogfchepen, welke men echter zegt niet anders dan tot Wachtfchepen te zullen worden gebruikt; teweeten, voor Plymouth den Oceaan van 90 ftukken, en 6fO man; de Blenbeim mede van 90 ft. en 720 man ; de Fengeance van 74 ft. eH 5-60 man ; de Crown, de Sampfon en de Standard elk van 64 ftukken en y zo man. '<— Voor Spithead en Portsmouth de Prinfesfe-Royale van 90 ftukken en 660 man; de Queen van 90 ftukken en 730 man; den Edgar, de Elifabeth, den Ganges, den Triumpb, den Pegafus en den üeo tor, elk van 74 ft. en féo tot 660 man; den Ardent van 64 ft. en ƒ20 man. Voor Chatham den Carnatic, den Goliath, den Irrefiliiblen en den Powerfub, elk van 74 ft. en ƒ 70 tot 600 man ; .de Diadeem en den Diftator, ieder van 64.1t. en 3fO man. Veor Sheernesf, den Scipio van 64.lt. en ƒ40 man, en den Ada~ mant van ft. 460 man. — In ieder deezer Havens heeft men behalven deeze Schepen nog gereed 2 Kotters, uitmaskende een getal van 23 Oorlogfchepen van 90 tot j-o ftukken en 8 Kotters; en deeze allen noemt men fFacbtfcbepen voor de gemelde Havens. Gelooft gy dat het waar zy , Louw-Broêr? Louw. Ik weet niet wat ik gelooven moet van Zaaken, die me van verre ïïoort. Maar is het waar, dan moeten de Engelfchen voor eenen Aanval op hunne Kusten bevreesd zyn , en dat zou niet ftrooken met het vooruitzigt van eenen haast aan (taanden Vrede. Krelis. Men zou dus billyk mogen oordeelen; msar dan heeft Zyn Hoogheid met een veel goedertierener oog de aannaderende veTfchyning van dien reeds vroeger vooruit gezien, door 'er op aantedringen dat men onze Kustbewaarders zou buiten dienst ftellen, dewyl ze naar het oordeel van dien kundigen Capitein-Admiraal on* niet sneer van nut konden zyn. — Maar dit daar gelaaten. De Tyd zal alles leeren.- JUoawv Al langzaamerhand leert hy . ons:den aart derMenfchsn zelfs kennen, en  C 107 ) otiderfeherd maaken tusfchen dc geveinsde en waare Vrienden van de Vaderlandfche Zaafr, Krelis. Wel degclyk, Man! Aanftonds een blyk 'er van. Gy zult 'erover kunnen oordeelen naar^ de uvee volgende Artikels uit Leiden van den 25 en 26 Juny in de Zuidhollandfche Courant geplaatst. Luister; dus luiden ze. Leyden den 25 Juny. Men verneemt, dat de Heer A. C. van Meurs, A. L. M. en J. Utr. Doét,, eerstdaags deeze Stad zal verlaaten, en zich naar Amfterdam ter woon begêeven, Zyne Vridflden Elie Luzac, Kumpel en dergelyken zal dit vertrek wai'rfchynlyk niet weinig fmerien. Wie weet, welke heerlyke Vaerfen by deszelfs affcheid het li'oht zullen zien! Jammer is het dit de vlugge Dichter J. le Francq van Berkhey, fchoon buiten Bediening, het thans niet zyne Zaaken, blykens de Advertentien in de D. M. Courant, wat druk heeft; anders zoude op dit vertrek een heerlyk Gedicht, niet minder als-dat aan zyn Zoon,-of dat op de Doggersbank, doorhem kunnen gemaakt worden. Leyden den 26 |uny. Heden is alhier, op een Boete van 300 Guldens, verboden het alom berucht Werk, ten Tyte! werende de Post naar den Neder-Rhyn, tot groote droefenis van allen, die zich door dit noodlottig evenement in hunne verwachting plotfeling bedrogen zien, en nu andere maatregelen zullen dienen te. neemen. Zo treft hun fbg op (lig, daar men met dezelve geftrengheid, zo hier als te Amfterdam de uitgave, verfpreiding en nadruk getracht heeft te (tuiten der hartelyke Aanfpraak aan zyne Medebiirgeren, dooc J le Francq van Berkhey. Louw. Niets beter dan dat zy zich-zelven ontdekken. Hunne uitberftingen geevan veel licht aan ar/deren die nog tusfchen wateren wind met den lboom der Zaaken, hoe dezelve ook loope, voortdry ven. Beter denkt één myner Noordholland fcheVrienden, aan den Zaankant woonende. Hoor wat hy my. fchryft. Waarde Vrind: . „ Schoon uwe Medefledelingen en andere verder in Zuidholland woonenden, ons,,, die door den enkelen Yflroom van Ulieden afgefcheiden zyn, gewoon zyn Boeren „ te noemen, zo ftoort zich eciner niemand onzer daar aan. Onze Nederlandfche• ,,' Nederigheid gebiedt ons dit met vermaak aan re hooren. Maar zoudt gy wel wil„ len gelooven, Vrind! dat wy even goed denken als de beste Vaderlanders aan „' den Ztiiderkant van 't Y? — Ja, gy zult het gelooven, wanneer ik u toon,. „ dat de Noordhollanders, dewyl zy in 't welzynvan het geheel Veréemgd Gemee,, nebest in 't algemeen, en van de Provincie Holland en Westfriesland in 't byzon- , der, hun welzyn zoeken en vinden moeten, hetzelve nevens alle braave Vader' landers setrouwelvk wenfchen te betrachten. . Elk uwer waarde Mede Patriotten weet zeke'rlyk dat Koophandel en Zeevaart de Ziel en Zenuw van den " Staat zyn. Dat dezelven zich thans in eenen zeer verzwakten ftaat bevinden, zou " overboodig zyn te betoogen , en dat ze'er éénsklaps in geraakt zyn door den ons Verraaderlyk aangedaanen maar federt lang berokkenden Oorlog met Engeland is ■ !' zo klaarblinkende als het licht van den dag. — Maar welke zyn de Dryfveeren, de Raderen , die het Werk aan den gang hebben gebragt ? Moet men ze in Enge- ' land zoeken' — Ja, voor zo verre als zy ruw ontworpen waren, even als men ',' de Uurwerken van daar bekomt, maar die door andere Urlogiemaakers, of liever ' ' Stellers van die Werktuigen hier te Lande mrbeten worden inééngevoegd, gepast,, " gevuld, en verbonden, tot dat zy de begeerde werking doen, Dergelyke Maclai" risten in Zaaken van Koophandel'en Zeevaart hebben eveneens als onze Holland" fche Grlogiemaakers gewerkt. Zy hebben allereerst, uit verfoeilyke baatzucht,, " de ruwe Ontwerpen der Britren in handen gekreegen, om dezelven te vylen, te' " voegen , te fehroeven, te draaien, tot dat het Engelsch Werk zeer wel naar hun " genoegen uitviel, voor welke moeite zy zekeiiyk betaald zyn geworden. Maar " het vereischte tyd en vermogens om dit Engelfche Werk, .(.bègryp,myn Vrind dat ■ ** het middenpunt Staatkundig moest zyn) aan den gang te helpen-, wilde men hen !! eenea-. VadetUndfchen zwier, en naam -geevon. MJar meêr Doorztgtigen be- '* o-a-  ( io8 ) . „ vonden die Werktuigen valsch, niet Vaderiandsch en eindelyk geheel verd«»rfl„ir ,„ . „ zyn. De Engelfche ruwe Staatkunde werd echter door haare NederlandfcheXrk „ heden, dte zy beloonde, verfchoond ; maar daarmede waren de ZhfJ s „ Handeldryvende en Zeevaartkweekende Lieden in ons Land niet te »S „ belette de Engelfche Vrienden echter niet om ftaande te houden Kr'™ „ betere dan Bntfche Werktuigen in Staat, in Koophandel cr!Zee'vaartvooPonl „ Land te vinden waren, tot dat ze meenden alles naar den VvandM,™V,, , „ flingerd te hebben, toen de Engelfche Staatkundigen door hun Woordhouder zeer" „ geacht by onze Lngelscbgezmde Mach nste, éénsflaags verklaarden met ons niet „ te kunnen medewerken, naamlyk met de Rechtzinnige Vaderlanders ni«. m „ wel met die, welke in hunne hand de Werktuigen 'van Stre etw „ hunne Vrienden, de Kabinetwerkers te Londen, zich als wcZl uliH * .,, vertoonden, ó Welk een vreugd voor de Bedervers van den StaTt l,„ t„K " „ handel en van de Zeevat! — Verdoemlyke Laagen weFden htlf°?n „ weet het, den braafrlen Voorltandereri derzei ven gelegd om dar' ™ k \ V " „ .van den Staat, van den Koophandel, van de Zeevaart hadden gezochtL, L ^ „ te verklaaren Volk reeds ah op 't punt te befchouwen van aan de(Republiekeerf w«ï „ genoegen en voordeel re zullen kunnen toebrengen door eenen wederrvdtwL „ geöorloofden Koophandel; maar juist dit Vaoerlandfche' Yvemur S afl 7 „ der Engelschgezinde Ingenieurs fpringen, en men ontdekte den tnpi™ n„, V y° „ naamfte Zuilen der Vryheid, oes H.ndels en der Zeevaarfneêr gd fl T'" n terwyl de Dwingland, r^eds ftaat maakte, haaren „ hoppen te vestigen, ten gevalle van demcineedigfte., verraaderlvknV ïw.Z ?• a" „ en onmenjchlykllc BllerW meenende nu ^»mt2 ^ai^bSSfï „ hebben. Dan de Braaven aarfelden niet, maar traden te moediger toe om zulks „ te beletten. De Vyanden van buiten, de Verraaders van binnenTbegeerden hunnen „ dood, hunnen ondergang, en met dien denzelven der vcrmoe*ndfte Stad in Z „ geheele Waereld. — Ware het dat onnatuurlyk Gebroed ge uk dln té heb „ ben mogen bewerkt; dan - ja dan had ons dierbaar VaderlandT- ón" we eer* „ verheven en nu nog waggelend Gemeenebest in den val van Amfierd m zvnen „ yal voorzeker gevonden God , der Vaderen God heeft het echter Jet toZ „ laaten. Dan deeze dierbaare Panden worden nog dagelvks door ,Vw„i~£8 „ lyke Qbaale van Engelschgezinden beloerd en bllapLj J Ên wat 1l •Jr^™" Gods behoudende Hand deswege niet mogelyk voorde verdelend ^jfig „in deezen ongelukkiger tyd, in alle Zinken doet gevoelen, om Rechtvaar fehêid „ door Heerschzucht te doen overmeêneren, om Deugd door Schynheilijhefd te'doen „ verdry ven, om Vryheid door Dwang te doen keetenen, geheel de Republiek tra „ onder te brergen Cn den weleer zo vryen Batavier veel en/eren SiJr,. , ï , „ een Cefar durfde beftaan de qml^^o»^^*^8^^ ï „ Maar dan zouden de Verraaders van hun Vaderland de Eerstbegurfftigde Creatuuren .„ zyn, die den Dwang mogten helpen fiyven, fchoon zy zich zelven in vergulde „ boeijers zouden geflagen zien., en al zuchtende hunne oma rde UitvoeringenTp „ treuren, wanneer het te laat zou zyn." w-uijfeeti ce- NB. Deeze myre Mitfi.e is de grond waarop ik verder myne aanmerkingen zal bouwen indien U Ed. de goedheid gelieve te hebben, van dezelven van mI toTivd m uwe Weeklykfche Samenfpraaken met uw Vriend Krelis te voegen. - /fcben enz Krelis. Wel aeker. Waarom niet-? Gy moogt dien Uver-Yfchen VriendwehX u t mynen na.-.m dankzeggen, en verzoeken voort te gaan met ons zyne verdere Aan. merkingen toe te doen-komen. , » •«"«- Louw. ik zal het doen, my verheugende dat gy in myn voornnemen het uwe bevestigt. Vaarwel, Vrind Krelis ! en fin: p gerust wiawmen net uwe Krelis. Ik wensch je 't zelfde, Louw-Broêr! Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. Ge4mk« by 4. Et,« «t Wei J Va* lattOHT : c? it R.gaïürTÏ^^,, ,« Amlt, d~  KRELIS e n LOUW. N0. 28. 8 July 1783. Krelis. Tk wensch je een goeden Avond, Louw-Broer ' Hoe (laat net Leve* X 'er meê ? Louw. Ik wensch je welkoom, Vrind! Het is met my nog frisch. Hebt gy het ook nog wel met de Gezondheid f Krelis. Gode zy dank, heel wel. Ik zal, terwyl gy tne wat vertelt, uhooren onder 't rooken van een vrindelyke Pyp als naar gewoonte. -~ Wat Nieuws ia'err Louw. Wel Krelis! Hoe kunt gy toch naar Nieuws vraagen j daar gy zelf wel weet, dat 'er niets is, Krelis. Waar zullen wy dan met elkander over fpreeken, Louw-Broêr ? —• Ónze Samenfpraaken moeten zo wel (trekken om Weeklykfche Blaadjes te vullen als andere dergelyke Schriften, ja als de Kranten zelvcn, in fommigen van Weiken bedroefd weinig zaaklyks is, als hebbende thans geene doffe genoeg van belang daartoe, ofte veel uitgebreide Stukken, die, fchoon vernuftig in zich-zdrea^ «venwel niet naar den algemeenen fmaak zyn. Louw. Welke Gefchriften zyn 'er ooit in de Waereld geweest, die het gelul hebben gehad van aan een ieder te.behaagen. Het gewyde Woord de Bybel telf wordt niet van elk met fmaak geleezen; ja verre het grootfte gedeelte der Christenen is tot nog toe volftrekt onkundig van deszelfs inhoud, en wil het weeree 't Is wel zo, dat 'er ook veelen onder zyn, die geduurig dat Godlyk Boek van 't begin tot het einde doorbladeren; doeh vruchteloos; dewyl zy al kerende nooit tot kennisfe der waarheid koomen. Dit moet men hunnen fmaak niet wrten. Te kunnen leeien en te mogen leezen, is nog geheel iets anders als te kunnen e* K mogen verftaan het geen men leest. Men zou dij wel met meer dan eene plaati uit de Heilige Bladeren kunnen bevestigen; dan die gelukkig genoeg is by het goei oogmerk van zyne leeslust een oordeelkundig begrip te voegen, weet dit. Krelis. Zo is 't, Vrind! En al betreft het den Bybel niet, uithetkwalykver» ftaan van andere Schriften oordeelt men zelfs dikwils of te onbezonnen of geheel verkeerd. Veeltyds verltaat ook de eene iets anders door het zelfde gezegde als de andere. Oorlogen zyn 'er zelfs door ontitaan; het geen de Voorouderen met elkander Wel verftonden en geen gefehil over de uitdrukking eener Zaak hadden, ja niet eens dichten dat 'er iets in gelegen was, dat twist over de Zaak zou konnen verwekken; dat zelfde, in de voorgaande Eeuw als met ronde woorden gezegd en aangenoomen, zonder erg of list, ftrekt in de tegenwoordige Eeuw tot gronden van Twist, en baart Vyandelykneden; naardien men dikwils den zin dejr Traétaaten aan eigenwillige uitleggingen van den Letter onderworpsn maakt, ons het Recht zyner Nabuuren, ja Vrienden en Bondgeaooten, veelal te yerkorten of geheel te vernietigen. Dus immers hebben de Brittea den zin van het Tra&aai van 1674 doorgaans ten hunnen voordeele uitgelegd, en wel meest voor deeze» laaiden Oorlog. Dus ook hebben zy zelfs de duidelyfcttc enallerfclaarfteuitdrukkngen in een Schets van een waarfchynlyk te gebeuren en thans reeds gebeurde Zaak , nog niet langtr dan drie Jaaren geleien , befctwwwd als de verbieekiog van ee 1 O 3 Ver-  ( "o •) Verbond, dat zy reeds zeiven lang voorheen gefchonden, en vry nóóit in eenfg lid benadeeld hadden. Het krachtelooze der voorwencTclen ter hunner rechtvaardiging weet een ieder; dewyl zy de ruw ontworpen Schets zeiven tot een origineel van 't Principaal hebben moeten maaken, 't geen niet anders weezen kon, om 'er de Waereld Copyen van te leveren: Ik meen de Onafhanglykheid der isVeréénigde Noord-Amerikaaifche Staaten, door Engeland zelf erkend. Louw. Ik begryp u zeer wel, Vrind Krelis! Gy hebt, myns oordeels wel degelyk gelyk. ■—■ Maar zie daar weêr een Brief van myn Zaankantfchen Vriend, volgens zyne belofte. Krelis. Lees hem my voor, Louw-Broêr i als 't u niet te veel gevergd is Louw. Geenszins! zou men brood voor Vrinden fpaaren, dat zou niet ftrooken met de oude Bamffche Deugd, die nog niet geheel uit de harten der Natie is gebannen. Luister dan ; dus fchryft myn Vriend , di« zich Burgerhart noemt ,, Vrind Louweris! „ Ik heb gezegd, in mynen laatften Brief, met eene Notabene, dat dezelve de „ grond zou zyn, op welken ik verder myne aanmerkingen zoude bouwen „ Die grond is de onrechtvaardige Oorlogsïerklaaring van Groot-Br?ttanje te> „ gen onze Republiek, en de onderaeuning van de oogmerken der Vyanden „ door derzelver Vrienden in die Republiek , Vrienden der Engelfchen en noch„ thans gebooren Burgers of beëedigde Inwooners en Amptenaars van''t Vader„ land, die men federt den Oorlog met de Britten heeft leeten kennen • dewyl „ zy dc ftoutheid hebben gehad, openlyk zich Vrienden te noemen van d'ien Ou„ den en getrouwen Geloofs- en Bondgenoot, waarmede zy Brittanje beteekenden „ fchoon beide deeze aan die Mogendheid toegefchreeven Zaaken verre veiwy„ derd zyn van de Waarheid, die niet dan enkelvoudig kan zyn. Hoe zeer der„ zeiver glansfen ook door Vleiery, door Heerschzucht, door Eigenbaat door „ List, door Bedrog verduisterd mogen worden, zy komt nog eindelyk door „ alle die nevelen te vootichyn, en fpreidt haare draaien met een' atlerheerlykften „ luider. Wie zou hebben konnen gelooven dat een Veldmaatfchalk vaa „ den Staat, «en Opvoeder, een Mentor van den Stadhouder, dit Vry Gemeene„ best geen goed hart heeft toegedraagen dat hy, als een groote Vriend van den „ Engelfchen Yorke, die zeifde Vriendfchap aan onzen grootften Staatsdienaai „ had ingeboezemd, om denzelven geheel in het Belang der Vyanden van den „ Staat te trekken; dat langs dien weg Creatuuren om loon gehuurd zvn gewor„ den, die coor hunne Vleieryen het zo verre hebben weeten te bren-én dat „ Zyne Hoogheid zelve zich heeft durven verklaaren als Oppofant tegen zyne „ Meeders dewyl 'er volgens zyne Helling eene Oppofitu in de Republiek rroel „ plaats hebben; dewyl hy, zonder uitzondering, de geheele Nstie een niet wel „ onderricht en kwalyhneenend Gemeen noemt; daar men immers in tegendeel ce „ klaarde blyken in de meefte voorvallen ontmoet heeft en nog ontmoet dat „ ja waarlyk onze geliefde Stadhouder zelf verkeerd onderricht h geword'en en „ nog wordt door Vreemdelingen en andere Vleiers, die hy betrouwt en de „ welmeenende cordaate waarheidfpreekende Vaderen des Vaderlands mist'touwr „ terwyl men uit de Zaaken zeiven ziet waar het heen wil, om (dat echter voor „, lis nog onmooglyk is) de vrye magt der Republiek op-te offeren aan het Staat«, ea Baatzuchtig oogmerk van die laage Zielan, die, ophoop van verJievene Ampten  Cm) „ te bekleeden, indien bun Oogmerk mogt gelukken, dat bekend is;'en welkeen „ Oogmerk? Dit naamlyk, den grootften Burger van ons Gemeenebest eene voldrek„ te willekeurige Magt over zyne Medeburgeren te bezorgen; de verkooren Souve„ reinen des Volks hun vermogen te doen ontneemen, door een groote magt geM huurde Soldytrekkers, Vreemdelingen, verbasterde en verbyfterde Legerknaapen; „ den Koophandel, de Zcev^rr, het Recht, dc Vryheid en de Wetten den hals te „ doen breeken ; ons Amfterdam Cpitool tot Stallingen voor Ruiterpaarden te maa„ ken, en de Beurzen van deeze Stad en Rotterdam tot Gazons ten gebruike van „ bezoldigde Huurlingen te doen verftrekken, om 'er op te kunnen rusten, wanneer „ zy zouden afgeëxerceerd *yn, en God weet wat nog ergers. — Zie daar de „ vervloekte oogmerken van de Verdervers onzes Vaderlands, onzer Vryheid, onzes „ Koophandels en Zeevaart. Mogten deezen hunnen zin hebben, Vrind! Hoi- „ land was geen Holland meêr. — Anglomanifche Antipatriottifche Verdrukkers „ der Braaven zouden zekerlyk niet nagelaaten hebben Zyne Hoogheid zelve een Rad „ voor de oogen te draaïjeh en van hun af hanglyk te doen zyn. Allerlei Werktuigen ,, zyn daartoe door die Land- en Volksverdervende Cabaale ter hand genoomen en „ in beweeging gebragt. De Schriften der geenen die men kent voor Verleiders van „ de goede tot de kwaade Zaaken zyn genoeg bekend, vooral in de twee allerna„ buurigfte Provinciën Holland en Utrecht, in welker laaide Hoofdftad men nog „ een Luitenant-Stadhouder de Zaaken ziet fchikken als magthebbende. ó Tyden! „ 6 Zeden! Zigen onze braave Voorouderen eens op; wat zouden ze niet treurig i, weêr ten fchielykften het hoofd ten onderen haaien, na onzen f^yfden Stadbou,, derlyken Willem met eenen zuiveren HartsëerbieJigenden Yver befchouwd te „ hebben, hem beter Lot toewenfehende dan den Vyfden Graaflyken Willem, », dien men genoodzaakt was, wegens zyne Krankzinnigheid op te fluiten.. Zy dief „ den verderflyken oorfprongk en voortgang der Hoeklche en Kabbeljauwfche Twis„ ten hebben geleezen en opgemerkt, kumien niet onkundig van de rampen der beide „ Partyen zyn. — Maar welk een ontziglyk onderfcheid tusfchen de Denkwyzen „ van Graaf Willem den Vyfden en Erfltadhouder Willem van dat Naam tal; „ Ds Eerde was een Dolleman, en de Laatfte is zelfs door het Staatkundige heen; M waarom hy geen gebrek aan Vleiers heeft, aan welken hy echter niet alles begeert „ toe te daan wat zy wel begeerden. Een Vriend van Oppofi-ue .is nooit een Vriend „ van eene enkele Cabsale; want het is een Advocaat hetzelfde welke Cliënten hy be- dient, als hy 'er zyn SaCueta maar hy re vinden weet. — Het verleidend oogmerk der- zeiven fchetst hem wel eens de Zaaken ineen verkeerd licht voor. Maareen Menscfr „ vaneen goed hart gelooft doorgaans dezulken die het meest zyns verïrouwens zich mag» tig maaken, en meet de hanen dier Vertrouwelingen, dier Veinsaards, dier Vleiers, „ na zyn goed en oprecht lurt af; terwyl die Zielbedervende Schepfêls deedi voort» „ gaan, de Weidenkenden van den hoogen Perfoon, dien zy voorneemen naar hun» „ nen zin te fchikken, te verwyderen,. om dat hun oozmerk is, ren ko>to van al het „ Heil huns Vaderlands, den a rt der zaafce re verdraïijerr, en den gróoxef) Ampte» „ naar diets te maaken, dat hy een veel te kleine magt— ccn al te gering gezag ,, heeft; dat hem niet voegt ondergefchikt te zyn aan enkele Provinc'ën, veel min aan enkele Steden. — Maar ik zou byna wel durven zweercrf, Vrind! dat de„ Stadhouder wars van die Lesfen is. Schoon hy een Oppojitie in de Repub:iek mag „ zien, fchoon- by bet Gemeen nikt welmëenend noemt, hy is toch van verwaar„ loozmg zyner Hooge Bedieningen niet te befcbuldigen. Alles wat hy gedaan heeft, „ t>y voorbeeld omtrent de regelmaatigé bevelen aan de Vloot te geeven van dezelve„ geduurig uit's Vyands kfau-wen re houden, heeft hy gedaan, zyns oordeels, ten beste, van Volk en Vaderland, en,, gelyk het van zelfs fpreekt, ter handhaavinge! onzer duurgekogte. Vryheid. Welke aitmumende Ifengde!*„ welke Staatkundige  C H2 ) ' Bekwaamheden bizit onze tegenwoordige Opper-Stastsdienaar dan riet! — Mar niets " zonder gebrek is het oud Spreekwoord. Wat Mensch kan juist de Volmaaktheid " aan zyne Pligten hechten? — Dit kan onze tegenwoordige Erfftadhouder althans " niet doen, daar hem zo vee'e onbekende"Zaaken omringen, waarover zyne Vleiers " zyne beflisfching hem voorft-'llen, die hy wel vermyden kon, en andere waarover " by beter zyn ra'd zou kunnen voordellen, zo hy niet geabufeerd was door eene " afgetrokken meening in den aart der meeste Zaaken, het waare Nut des Vaderlands ** betreffende, 't welk men vermoedt, dat onzen Doorluchtigen Amptenaar onder alle ** de hooge Charges, die zwaare Listen op zjne Schouderen zyn, wel eens nederdrukt " en verdrietig doet worden; zo dat hy zyn leed wel eens klaagt aan Ministers van " vreemde Mogendheden, welke dan de Party voor hunnen Bloedverwant natuuflyker " wyze opneemen, en volgens deszelfs kl.igten aan de Meefters van dien grooten " aller Staatsbeampten doen toekomen, ingevolge hunne verbeeldingen, dochrrietver" der, dat hun Hooge Staats- en Volks- en Landbedienende Bloedverwant in zyn Rech" ten én Voorrechten gekrenkt wordt. — Dit geval is'er. Vrind! Onze teêrgeliefoe " IVillem ée V\fde, onze dierbaare Erfftadhouder heeft, (maar ach! verkeerd) **, den Grooten Frederik zynen Koninglyken Oom geklaagd, gelyk men kan '\ opmaaken uit de Memorie van deszelfs Minister in den Haag, dat hy in de be- *) diening zyner hooge Charges verongelykt of verkort is geworden. Dit klei- ' ne foutje, (anderen over 't hoofd gezien) willen de braave Regenten van Dord" recht en Amfterdam niet door laaten (lippen zonder verantwoording. Deeze twee " Steden dringen 'er op aan het Antwoord te weeien op derzelver Vraage aan Hunne ", Hoo^-Mogenden opgegeeven en Zyne Hoogheid tloor dezelve voorgelegd * ter be" antwoording: In welken opzigte Hoogstdezelve in zyne Prerogativen als Stad' " houder en Capitein-Generaal en Admiraal benadeeld of te kort gedaan is, zo " als voorgedraagen voord in de Memorie, door den Pruisfifchen Minister, Ba" ron van Thulemeyer, aan Hunne Hoog-Mogenden geprefenteerd: Deeze afV vraage wil men thans dat Runni Hoog-Mog. wel gedaan hebben, maar dat " Zyne Doorluchtige Hoogheid tot heden toe nog niet beeft goedgevonden daarop " te antwoorden. — En wat het antwoord weezen zal weet men niet. Heeft Zyne " Hoogheid gedoeld op de verhindering van zynen aandrang op eigen Gezag tegen " j,et Recht der Magiftraaten van die twee Steden, in 't benoemen van Perfoonen, " waaruit Zyn Hoogheid het recht heeft 'er éénen te kiezen, dan kan ik niet zien dat " de Stadhouder hun, maar zy den Stadhouder wel van misbruikt gezag befehuldigen " kunr.en. Veele dergelyke Misll gen zouden de andere Hollandfche Steden en i " die yan alle de andere Provinciën voor 't oog der Natie kunnen leggen, had Zyni " Hoogheid het gebrek niet van Vleiers te gelooven, en rondborftige braave Vader" landfche Teugel voerders te mistrouwen. ■— Zie daar voor deezen tyd weêr ge" noeg. Vrind! — Ik heb nog een Vrind, die vervolgens aan Krelis, dien hy meent " te kennen, fchryven zal. Verwacht iets van deezelven tegen uw beider aanftaandei „' Byeenkomst. — Ik ben enz. Van den Zaankant 7 July 1783. Volkert Burgerhart. Krelis. Ik had ook wel reeds een Brief van den Veluwkant ontvangen; maar de-' wyl die'niets re beduiden heeft en in een verwarden ftyl met ftegte taal gefebreevenr Is, zal ik 'er geen gebruik in onze Samenfpraak van maaken. Gy kunt hem leezen;: maar ik wenschte wel dat de Schryver zyne gejachten in een beter taal en ftyl baef ui gedrukt, dewyl ik hem aanmerk als een welgezind Vaderlander. Nu, Louw-Broêr! Vaarwel en Slaap gerust. .0 Louw. Ik wensch je 't zelfde Krelis-Oom! Wel t'huis, en de groetemsaan de Vrouw.». eediukt by 4e Eivs de Wed. J. van EGMONT: op de Reguliers BieêSraat,*: Amfteid«m.  LOUW en KRELIS. N°. 29. 15 July 1783. Louw. Tk wensch je een goeden Avond, Vrind Krelis! Is 'tnog wel J_ met de Gezondheid ? Krelis. Ten frischften, Louw-Broêr! Gy fchynt 'er het aangenaame ook nog van te genieten. Louw. Zo doe ik, dank zy den Hemel! — Hebt ge een Pyp voor my ? Krelis. Wel ja; zou ik die niet voor myn Vrind Louweris hebben ? Daar is'er een: Ik had 'er niet om gedacht, fchoon ik'er een voor my zeiven nam. Louw. Een Pypje in 't vrindelyke by een glaasje voegt wel. Maar ik zie gy drinkt uit Spoelkommen. Krelis. Denzelfden Drank kan men ook wel uit een Glas drinken. Louw. Dat begryp ik. Maar wat is het voor Drank ? Krelis. Het is niet anders als Water, op twee mingelen van 'e welke myn Grietje drie a vier Citroen en met fchil en a! aan fchyf jes gefneden kookt, tot dat 'er maar drie pnvjes over blyft; dan giet ze 't in een Pot, en laat het Haan tot het koud wordt; wanneer men het door een doek kan gieten om het klaar en helder te hebben. Men kan 'er ook zo veel Suiker in doen als 't heet is, als men begeert. _Maar als het koud is, doe ik bydie drie pintjes Citroen-Water een half pintje Brandewyn, en zo drink ik dien verkwikkenden Drank, met maar een weinigje Suiker, om dat ik juist niet voor 't al te zoete ben. Drink met my, Vrind! en oordeel naar uw fmaak. Louw. Die Drank verfrischt in de warmte, en hy is zacht met één. Ik zou 'er geen Bourgonje-Wyn voor willen gebruiken. Krelis. Niet waar ?... Maar dat komt daar van daan, dat de Citroenen 'er gaar in gekookt zyn. De zachtheid brengt de Olie by, die in de buitenfte fchil zich doet vinden, zeer welriekend en krachtig is, en, met het allerfrischte zuur van hec binnenfte fap veréénïgd, kan het niet anders zyn, of deeze Drank moet een der weifmaakendfte en gezondfte weezen; en dewyl men thans weêr overvloed van Citroenen heeft, kan men dien Drank nog al goedkoop b.reiden, ja zelfs wel tegen Bier drinken, düwyl men, om zyn dorst te verllaan, daarvan zo veel niet noodig heeft. Trouwens my van die uitmuntende vrucht een goed getal vereerd geworden zynde, door e'eneti braaven Vriend, dien ik 'er dank voor zegge', kost my dit, zo lang myn Prefent duurt, minder dan wanneer ik voor het hoofdzaaklyke Ingedaënt geld zou moeten uitgeeven. Louw. Zo is 't; maar dat is my om 't even, en ik kan aan deezen Drank niet proeven, of hy van Prefent-Citroenen dan van gekogten is toebereid. Ik zeg hy fmaakt by het tegenwoordige warme Weêr zeer goed. —■ Met dus te prauen, hoor ik evenwel niets van dea toeftand P • -der  ( "4) der algemeene Zaaken. Verhaal me hoe 't met de Vredes-Onderfrandelingen gefteld is, zo gy 't weet, Krelis? Krelis. Die onderhandelingen kunnen, indien ik het wel begryp, van onzen kant niet zo- fterk aangedrongen worden, als de Britten het wel begeeren, maar zulks nogniet hebben kunnen-verkrygen; dewylhun Eisch tot den grondibg des Vredes der Republiek even extravagant voorkomt, als hun verklaaring van en aanval met den Oorlog dezelve is voorgekomen; en evenwel zy fchynt thans door de werkeloosheid tot haarer verdediging", geduurende dien Oorlog, in de noodzaaklykheid gebragt te zyn om in den Eisch der Engelfchen te berusten, wil ze zich aan geene nieuwe gevaaren van eenen hernieuwden Oorlog inwikkelen , in welken dè Hand des Verderfs, zich in 't midden van haar, geduurende den korten Tyd des Oorlogs, heeft uitgeftrekt, en blykbaar doen gevoelen met den ouden yver. en moed der rechtfehapen Vaderlandfche Braaven te weerhouden , en in alles eene vertraaging toe te brengen,, op dat. dus het byzonder belang, het zy doör uitzicht op hooger en eigenwillige overheerfching, het zy door betrachting van andere Baatzuchtige mer Staatzuchtige oogmerken faamenloopende Voordeelen., ter'vernietiging van die des Vaderlands, des Volks en deszelfs met het bloed der Voorouderen gekochte Vryheid en daardoor befchermde aloude Rechten en Voorrechten; althans hoe het zy dat die verdervende. Hand (waarfchynlyk door Staat- en Baatzucht beide beftierd) in 't midden van ons zich heeft uitgeftrekt, zich heeft doen gevoelen en nog. niet terug trekt, is voor een ieder zo k'aar.als de d3g. Louw. Dat is blykbaar in allés, Vrind! En had het klein getal'Braave Patriotten zich in den Beginne tegen de verrichtingen dier minwaardige Hand niet verzet, men had haar de Vryheid en 'i Recht van hunne Zetels zien rukken, en hen venreeden. den Dwang en 't Onrecht in derzelver piaatfen zien dringen, en het Yzeren Juk der Slaaverny den ovtxheerden Bataaffchen Burger, door den Engelschgezinden Aanhang op den nu. nog. vryen nek zien drukken. Maar wat fchryft men van den Vrede?5 Krelis. Ik lees deswege het volgende uit den Haag van den i3den deezer. Naar men verneemt, is de Heer Bereiïger, Caargd d'Affaires van. het Hof van Frankryk by deeze Republiek, met den Prefident van de. Staaten-Generaal in conferentie geweest, en heeft Hunne Hoog-Mog. gefolliciteerd, om hunne Ambssfadeurs te Parys te willen gelasten, zonder eenig verder uitfte] de Preliminairen vanj den Vrede te teekenen, ten. einde het groote werk van den Vrede eindelyk eens zyn volle beflag moge kunnen krygen Louw. Wat zal men 'er van zeggen anders, dan dat ons Gemeenebest nooit zo veel recht en gelegenheid had, om door een Oorlog met Enge-lanef meh.op Engeland te wreeken dan ia. dee-zen; maar dat ook dit Gemeenebest '  (Hf) hest nooit traager in 't gebruik van zyne vermogens is geweest dan men het gezien heeft in den flaauweu tegendand tegeneen reeds bynaafgeoorloogden Aanvaller, dien men niet alle-u fpoedig had kunnen beteugelen, maar zelfs de Vredes-Artikelen kunnen voorleggen, en met den Degen in de vuist dwingen de Pen jn de hand teneemeu' om 'tr zynen naam onder te teekenen. — Dan fchoon men dit had kunnen doen , Kien heeft het , tot verwondering-, van een ieder, niet gedaan. Hoe dik¬ wils beloofde zich de- goede Gemeente niet zeer fpoedig eene Vyandelyke Koop- vaatdy- of. Tranfportvloot in onze Havens te zien opgebragt. Hoe dikwils heeft het uitgeroepen, na 't voorbeeld van den Slag op Doggersbank: Waarom onze Overwinning niet vervolgd? Waarom den Onrechtvaardigen Vyand niet" vervolgd met frisfche magt en moed, terwyl de fchrik hem nog beheerscht; waarom alle onze Zeemsgt niet in bewecgitig gebragt; waarom onze Schepen in onze Havens te doen influiten vsn ten klein Vyandelyk Eskader; eindelyk, waat« om ze, als 't onnoodig.is,. aan Storm en Onweer bloot gefteld, en niets te doen ondemeemen als den Vyand te toonen, dat wy minder voor de onweerftaanbaare Onweêren, door den Almagtigen Beheerfcher der Natuur verwekt, vreezen, dan voor den wederftaanbaaren en ligt te vetbreeken kracht des Donders van het vyandlyk Canon ? Maar allergrootst heeft na dien voor onze Na¬ tie glorieufen flag op Doggersbank de Drift der Engelschgezinde Cabaale zich doen zien ,. en de verdervende Hand, door dezelve gebruikt en onderfleund, zich uitgeftrekt. —■ Nu wil men Vrede, eu welke toebereidfelen door Afdankingen van Schepen en Volk zyn 'er„ op Voordel van 's Lands Capitein-Admiraal niet al toe gemaakt! Waaruit zeer gemaklyk te belluiten valt, dat die Hoogstdoorluchtige Amptenaar verftendigd moet zyn van eene zekere toetreeding der Republiek, tot den aanftaanden Vrede, al moet de Oost-Ind. Comp.'erNegapatnanV aan opofferen.. Krelis. Dit benadeelt geen jota het gezag van den Stadhouder, die, op 'j be-richt van 's Lands Vlag-Officieren , zyne Meefiets, naamlyk Hunne Hoog-Mog. en de geheele Natie te verdaan gaf, dat het, vooreerst aan Bouwftoffen ontbrak om Schepen te timmeren en dan, om die, welke reeds lang in diensf zyn, te revicluaiieeren, als zy eens vier weeken in Zee geweest zyn; als wanneer men ook aan Masten, Zeilen, Touwwerk, Ankers, Kabels, &c, met den woord aan alles genoegzaam gebrek heeft. Onder deeze- voorwendfcls zyn de. oudfte Schepen of in 1 esfel verrot, of d_- nieuwfte met Man en Muis, te ontydig in Zee gedooken zynde, vergaan. Ziet men hier geene verdervende Hand in? Louw. Kan men het ook wel anders als aan die verdervende Hand , die de* Geest van traagheid in zo veele flaauwe Zielen, ars van dazelve afhauglyk zynde, heeft ingedrongen; —' kan men het aan iets anders dan aan die wyttn, dat dergelyke Ongelukken meer gebeuren moeten. Is het niet die verdervende Hand, die' ook weder op nieuw het Oorlogfchip. de Nasfau-Weilburg te gronde heeft doen gaan, na dat het op, de Curscauiche Reede verrot was? En God weet, of men 'er net van meer zal hooren, Maar dat allé de Voorwendfels' van geene genoegzaame middelen ter Uit- en Toerustingen van Schepen te hebben, niet dan vergezochte Uitvlugten-zyn , blykt ten allerklaarften wanneer men flechts het oog* flaat op het houwen en te water brengen van drie Oost Ihd. Comp. Schepen, den aden deezer Maand van-de Werf alhier te water geloopen, en alle regtfereeks na.elkaader. Ik was op de Weif en zag het, nevens duizenden onzer-Stadge. P x EOÖJ  ( ti6 ) üooten, met een innerlyk genoegen aan. Het werk begon een weinig na ï uuren des namiddags en voor 3 uuren lag dit drietal fraaije Schepen reeds te dobberen. —* Maar niets meer verwonderde den Aanfchouwer dan in twee dier Bodems nog eêr de Klok 6 uuren was de Masten te zien gezet! Iets van 't welk men geen voorbeeld vindt, in een zo kotten tyd ooit verricht te zyn. Deeze drie Schepen zyn ook binnen dit loopende Jaar tot zo verre gebragt, en, naar het oordeel der beste Kenneren, ziet men in dit heerlyk drietal Schepen het fterke met het welvoeglyke, zonder nuttelooze franjes, gepaard.; en zo het zich laat aandien zullen de Zeilen en 't Wand hun ook eene niet minder voldoende fnelheid geeven, wanneer zy geheel volbouwd zullen zyn. Waarmede ook den vereischten.fpoed wordt gemaakt. Krelis. Dit werk zal den Meefter kroonen, Vrind! Mogt men op 's Lands Werven van het begin des Oorlogs aan dus yverig te werk gegaan ïyn, de Zeemagt der Republiek zou fchielyk eene aanzienlyke gedaante gehad hebben, en de werkzaamheid der uitvoering van *s Lands Belangen daarby gekomen zynde, zou Engelasd waarfchynlyk ons niets, maar wy hetzelve veelnadeeligstoegebragthebben, tot ons voordeel; en dan ware onze Oost-Indifche Maatfchappye niet in de noodzaaklykheid gebragt geworden om 14 Millioenen van 's Lands Staaten te verzoeken , tot vergoeding van fchade door deezen Oorlog, die zo verderflyk voor alle de Takken des Koophandels is geweest, als 'er nooit een, zelfs in de benaauwdfte Tyden voor het Vaderland, is gevoerd geworden. —- En dit komt nergens van voort dan van de bewerking dier Engelfche Gabaale, die... Louw. Bedaar! — Niet te driftig, Krelis!... ,, Laat al het Engelschgezind ,, gefpuis het Baasachtige op zyne wyze vertoonen; nooit heeft men nog gezien „ dat hetzelve of hun Nakroost ooit een goed hart het welzyn vatt den Staat heeft „ toegedraagen. Maar daar de Zaaken beftierd worden, door Nationaale „ Luiden en Amfterdammers, die uit eigen oogen zien en met eigen handen wer,, ken, door een recht Vaderlandfche zucht bezield; daar gaat het geheel anders „ toe, ten beste van de Algemeene Zaak". Krelis. Zo is 't. Maar welke naamen voeren die drie Schepen? Louw. De Doggersbank , de Batavier en de Meermin. Krelis. De Timmerlieden deezer Schepen zullen 'er ook wel eer in gefteld I hebben, dat zy ten dienfte der Compagnie en van het Vaderland tevens, meer in 1 aes maanden tyds hebben kunnen eitvoeren, dan nog noodwendiger Zaaken van 1 dien aart in twee jaar tyds en nog langer met evenveel of mooglyk nog meer Man- • fchap zyn uitgevoerd geworden. Louw. Wel, Man! Gy moest eens gehoord hebben, met welke gepaste uitdruk- • kingen van vreugde de Werklieden de Maatfchappye en de braave Bedienden derzelve tot hun werk betreklyk , geluk wenschten en de voortvaarenhcid en werkzaamheid I van hunnen wakkeren Baas roemden. Men fchreeuwdehiergeen Hoezee ! Geen Vivat 1 •Oranje! Geenszins» Men dacht aan het t#genwoordigeen liet hetvoorleedenebly- ■ ven daar het gebleeven was. ■ Ik laat u ook daar gy zyt, Vrind! Terwyl ik ga daar ik weezen moet en hoop te koomen. Vaarwel, Krelis! en flasp gerust.. Krelis. Ik wensch je 't zelfde, Louw-Broér! Wel t'huis en de groetenis aam Diewertje. _ Ctdrukt by dYEirve dc Weduwe j AGUUUS vam Ë(x$|OjN i ; . p de Regalicrs Breiörot, te AroÜerdtm.  KRELIS en LOUW. N9. 30. 22 July 1783. Krelis. goeden Avond, Louw-Broêr! Is 't met de Gezondheid nog wel \JJT gefteld? Louw. Zeer wel, Vrind Krelis! Hoe is 't met de uwe? Krelis. Al mede naar genoegen. Louw. 't Is my lief- Nu rook eens. Hebt ge iets byzonders om 'er over te fpreeken, Vrind? Krelis. Zou ik iets byzonders tot praatitoffe hebben, daar ik by u koome om te hooren of gy niets te verhandelen hebt ? Doorgaans weet gy nog al wat te pra'aten. Is het geen nieuwe ftof, laat het oude zyn, vertel maar wat. Louw. Nieuwstydingen hoort men echter liever; maar deeze hebben niets om 't lyf. Men heeft van eenen Oorlog tusfchen Rusland en Turkyen gefprooken; maar niets bewyst nog eenige Vyandlykheden. —- Men heeft, aan den anderen kant, al dikwils het fluiten van den Vrede te Parys op 't punt gefteld, en echter heeft men dien nog niet kunnen treffen. Voor 't overige behelzen de Duitfche Brieven eenige zeldzaame Verfchynfelen in de Natuur, door u'tberftingen van eefloten Zwavel-Dampen uit Gebergten, die men vreest dat aan 't branden zullen raaken; ook fpreeken zy van zwaare Regens, onmaatige hitte, en laatftelyk ' van Weêrveranderingen ten beste. — De fterkfte werkingen der Natuur op't Aardryk zyn echter nog zo verwonderlyk niet, dan de Werkingen der Geldzucht of 't hart van eenen ftervenden Gierigaart, die dat verfoeilyk gebrek nog plaats wil doen hebben na zyn dood, met betrekking tot zjn Lyk, een dorren Romp, uit welken de Ziel verhuisd is: Maar waar heen ?.... God weet het. — Hoor flechts de befchryving van de Zaük. — In een Brief van Bourdeaex wordt dezelve dus voorgefteld: „ Hier is een Raadsheer by het Parlement overleden, d'e zesr oud en zeer gierig was. Toen hy al den Geestelyken byftand der Kerk ontvangen had, wilde hy zelf de onkosten zyner Begraafnis reguleeren: Hy vroeg, hoe veel het zoude kosten, de Klokken te doen luiden, wanneer hy begraven wierd; men antwoordde, ico Guldens. Hy vondt deeze ïomme onmaatig, gelyk men ligt kan denken: too Guldens voor zulk eene kleinigheid, zeide hy, ik kan ze niet betaalen; ik begtyp de fchikkingen der Kerk niet; men heeft my het heerlykfte der Sacramrnten om niet toebediend, en men wil 100 Guldens hebben voor 't luiden van die elendige Klokken; dit is hier wel het geval, waarin men zeggen kan, dat indien die Heeren hunnen Haver om niet geeven, zy zich voor hun raaiend geluid duur doen betaalen. Deeze Magiftraats-Perfoon had de onthouding van Spyze tot zulk een hoogen trap gebragt, dat hy aan alle de Gierigaarts van de geheele Waeteld 'er wel Lesfen in konde geeven. Zyne Bedienden had kv allen haten gaan, en hy pastte zich-zelven op: Intusfchen was hy nog ydd P 3 Bei  ( n8 > genoeg, van met te willen'fchynen, die hy werkelyk was: Van de Livriy-Klee* deren, die hy verkogt had, had hy ée'ne Mouw bewaard, welke hy om zynen arm trok, wanneer hy Water uk 't Vengfter goot, op dat zyne Nabuuren niet zouden merken, dat hy- zonder Bediendcwas." Had Molière deezen trek gewei ten, hy zoude 'er zeketlyk in zyn treffelyk Blyfpel de Gierigaart, gebru k van ■ebben gemaakt. krelis. 'Er zyn zulke Menfchen, fchoon men 'er over verwonderd moet weezen dat ze 'er zyn. Indien iets onnatuurlyks is, zo is. het de Gierigheid in ryke Luiden; waarom de Gierigheid ook in de Apostolifche Schriften als een Wortel van alle Kwaad wordt uitgeteekend; en verftandigen twyfelen 'er dus niet aan of zy is wel de voornaamfte KweekfU-resfe geweest der Zonde van Airanias en {•«pphira om Gode te liegen. Dan aan welke ondaaden geeft zich een Gierigaart, een Geldzuchtige niet over? Het Geld is by hem alles; om hetzelve te verkrygen, zoude hy wel zyne eigen Ouderen niet fpaaren, gelyk *er zulke voorheelden zyn. Vooral zal hy zyn Vaderland niet ontzien , al ware hy ook in dienst van 't zelve, wanneer deszelfs Vyand hem voor zyn Verraad maar Gouds genoeg wil geeven. —- Hiervan zyn fpreekende blyken van alle tyden in veelen. —- Maar dat ook de Geldzucht zelve in een Gierigaart een goed Geneesmiddel voor de Slaapziekte ten minfte kan zyn, is openbaar, volgens Horatius, die in her tweede Boek zyner Schimpdichten, gelyk ik by Hoogftraiten in eene Aanmerking op Fedrus XXVII. Fabel, eerfte Boek, uit Freinshenius te pas zie gebragt, zulks voordek in 't geval van eene Opimius, een ryken Vrek, die, door een .Slaapziekte overvallen, gevoel- en gehoorloos was voor alles wat men deed om hem te doen ontwaaken. Een trek van Kunst had zyn Geneesheer nog over om de Natuur des Gierigaarts, die hy kende, ten fterkften aan te doen, op hoop van hem daardoor te redden. Met dit oogmerk deed hy eenige Zakken met grof Geld op een Tafel voor 't Bed des Kranken by herhaaling uitftorten met een groot geraas; door welk geluid de Slaapzieke Gierigasrt eindelyk aan't verwakkeren raikt, enuit'oept: Hoe! zal menmyn Geld dus aantasten by myn levenl Watvreemder ftuk is dit? — Dat is geweldig! Och, myn Geld! myn Geld! — Ja, zegt de Arts, wat nu gedaan! Wilt gy 't behouden, waak dan, blyfleeven, en maak zelf gebruik van uwe Schatten. Zie daar de Slaapziekte in eenen Gierigaart door *t klinken van de ronde Geldmunt geneezen. Louw. Doorgaans evenwel zyn de Gierigaarts oorzaak van hunne eigen ongelukken, elenden en altoosduurende kwellingen. Men merkt daarom de Gierigheid wel eens aan als een ftraf van God, en hem die dit-gehrek koestert, als in Gods gramfchap gebooren. Maar laaten we hierover geene Zedelesfen bybrengen. Liever wil ik u om het geval van Gierigheid doen lagchen. Krelis. Dit geval moet dan wel niet ernftig zyn. Maar waarin beftaat het ? Louw. Hierin. Zeker Kardinaal, zeer ryk, maar boven maaten gierig, lééfde in een géduurige bekommering over het onderhoud van zyn Staat, dien hy; evenwel moest voeren, volgens zyn Ampt, dat hem de Pauslyke waardigheid; ion-kunnen doen bekomen; want een Gierigaart-is altyd ftaatzuchtig en hoog- moe»'  ( 1.19 ) moedig genoeg om aj hooger en hooger te ftygen. Maar alles koste te vee! Gdd' nasr des Kardinaals begrip. Zyne Dienstboden kreegen naauwlyks half hun geBoegen mtt eeten, en hy gunde zyn eigen Maag geene behoorlyke zo min als genoegzaams fpyie; als een Kerkelyk Perfoon prees hy ten fterk den het Vasten aan, dat'hy de grootfte aller Deugden noemde, die hy zelfs zyne Paarden wildeleeren, door hen den noodigen Haver te onthouden, en van den weinigen, dien hy hun deed geeven, nog té' fteelen, welk hem echter eens duur te ftaan kwam; want 's avonds in 't donker ter zyner eigen Staldeure ingelloopen, en béiig zynde met zyne Paarden den Haver te of.tfteclen, werdt hy op de daad betrapt door den Stalknecht , die hem in 't duister niet kennende, hem voor een' Dief hield, en wakker afroste: Zo dat zyn Eminentie deeze zyne verfoeilyke Gierigheid met een paar blaauw oogen, het verlies misfehien van een koppel zyner beste Kiezen, en half lam-geflagen leden moest boeten. .. , Krelis. Dit was niet meêr dan loon voor werk, en het zal hem geleerd hebben niet "weer den Haver zyner Paarden in 't donker na te zien. Louw. Waarfchynlyk zal de Stalknecht daardoor in ongunst by den Kardinaal zyn' geraakt: Maar deeze had het al wech en de fchande daarenboven 'er by. Krelis. Genoeg van de Gierigaarts. Is 'er geen andere Hóf om over te fprLouw. In de Nieuwspap:eren is niets anders dan ik reeds kortelyk by elkander heb getrokken. Maar wat zegt het Volk in 't gemeen? — Welke ltof verfchaff-n deszelfs redeneeringen. ' ' Krelis. Ai lieve! zeg het my als 't u belieft. Het Volk, of liever het Gemeen, tot het welk wy mede behooren, zegt wel eens iets dat beter gezweeeen ware , maar doorgaans zegt het zyne meening met een oordeel dat op toede gronden rust, fchoon het niet altoos ft/rookt met dat van de Parry , die het tegen zich heeft; want dus heeft men in ons Gemeenebest het geheele Volk wel ééns een niét welmeenend Gemeen' genaamd, daar het Genteen, zelfs in Frankryk, volgens de uitdrukking van zekeren Franfchen Schryver, een ; Souverein is. Dit zyn zyne woorden: Le Public efl un Souverain, duquel relevent ious ce'ux qui travaillent pour teputatim, oupour legain. 't Geen zeggen wil dat door deezen Souverain, door het Gemeen naamlyk, die geenen verheven' worden die zo wel voor hun Aanzien als Voordeel werken. Die laage Zielen , vervolgt de Schryver, die het weinig achten deszelfs-goedkeuring te verdienen', vreezen ten minden-deszelfs haat en verachting. Louw. Het is- ook waar. Het Gemeen wyst de natuurlykde Vonmsfen over alle Zaaken, zelfs eer de Rechter ze ge weezen heeft. Veelen maaken zich benv'nd by 't Gemeen ; de Trotfchen buigen 'er zich voor, en zoeken deszelfs gunst te winnen ; de Braaven zyn voldaan met deszelfs goedkeuring wegens het'nut dat zy dat zelfde Gemeen door hunne wyze zorge en weibefteedén yver hébben focaebram. Al wat derft, het Gemeen heeft geen dood te vreezen. Krelis. Dat is zo, in alle Landen, zal-het Volk het Volk zyn, of, zo gy wilt het Gemeen. Begreep, het maar altoos zyn eig-m nut genoeg. Dan het* wordtf  C 12° ) •wordt wel eens vervoerd tot verwaarloozing 'er van, en dus is 't als blind en fomtyds woedend, fchoon het doorgaans te laat zyn misilag bemerkt. Dit moet men rekenen by de ftraffen, die God een Volk toezendt, en nooit was het minder welmeencr.d dan wanneer het die ftraffen zich-zelven op den hals haalde, door het bene gedeelte zyner Vryheid op te offeren aan Perfoonen, die dikwils oorzaak zyn van bittere rampen, welke een Volk of Gemeen ten zwaarfte treffen kunnen, gelyk men gezien heeft onder dc KoniDglyke Regeeringen van Ifraël en Juda, eerst een geheel vry Volk, ftaande enkel onder God, dat geenen Koning eerde of ooit bevoegd was te eeren, dan God-alleen. Maar zy verffieten het goede, en daarom zou de Vyand hun vervolgen. Zy begeerden een Koning mst verwerping van Gods magt, en zy kreegen 'er een, maar ia Gods toorn. Onder deeze hunne Beheetfchers hebben zy altoos veel geleeden en zyn eindelyk geheel bedorven geworden. De Zoon van Kis, de verbyfterde Saul, hun eerde :Koning, was een wreevelig, ftaatzuchtig, dwaas en bygeloovig Mensch; hun tweede was wel dapper en gezeegend; maar het Volk moest nochthans om de misdaaden van deezen zo wel als van den Eerften lyden. De derde was de Al.lergezeegendfte en heerscbte in Vrede; niettemin bezwaarde hy het Volk met drukkende belastingen, die, zyn Zoon na hem willende verzwaaren, oorzaak waren, dat hy ondervond, wat een verongelykt Volk vermag. De trotfche en eqhter laffe Rchabeam verloor door deeze verongelyking tien Stammen en behield 'er flechts twee. Jerobeam mogt over het grootfte deel gebieden, gelyk ver-: volgens zyne Nazaaten. Louw. Dus wilt gy zeggen, is by het Volk het vermogen om het Kwaad tegen te gaan; en de verpligting met-één om voor Vaderland en Vryheid liever de Dood dan Slavcrny te kiezen, in welke laatfte omftandigheid de Godsdienst almede gevaar loopt vat- aan den Dwang eens Onrechtzinnigen te moeten onderworpen zyn. Maar het is al laat, Vrind Krelis! Ik zal den weg naar myn Verblyf neemen. Vaarwel en flaap gerust. Krelis. Ik wensch je 't zelfde, Louw-Broêr! Wel t'huis; en groet Die-; wertje. By de Drukfter deezes is gedrukt en te bekomen: De vrolyke LOUW e « KRELIS: zingende een vyftigtal nieaw vervaardigde Zangftukjes, op allerlei: Onderwerpen, zoals dezelve nog in geene Liedboeken gevonden worden. Alle! cp de fraaifte, keurigfte en «ieuwfte wyzen. De prys is 4 Stuivers. By de Drukfter deezes word thans uitgegeeven, Dominicus en Serapiiina*, Zynde een Minnehandeling van een Fransch Officier en eene Corficaanfche Dame'doormengd met tedere en te gelyk aangeaaame Gef^rekken tusfchen deeze tweèï Gelieven. De prys is een Zesthalf. Gedrokt by de Erve de Weduwe J ACOBUS vam EGMONT: op de Reguliers Brcêftraat, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. N°. 31. 29 July 1783- Louw. Tk wensch je een goeden Avond als naar gewoonte, Vrind J[ Krelis! En koom met één zien hoe gy 't hebt met de Gezondheid ? •Krelis. Goeden Avond , Louweris ! Goeden Avond , Broedcrlyke Vrind! Ik vaar wel. Gy ook ? Louw. Wel ja, Krelis! Behalven dat my de overmaatige Warmte wat loom maak:. Krelis. Dat gebrek hebben alle Menfchen tegenwoordig hier met ons. Daar is een Pyp, rook eens. Louw. Goed, vertel gy me dan terwyl maar 't een of ander, dat gy weet. Krelis. Wat zal ik u vertellen? Dat het nog geen Vrede is, tusfchen j Engeland en onze Republiek, weet men, en hoe het ikitmetdegct fchillen tusfchen Rusland en de Turken, gelyk ook wat men zeggen zal van de toebereidfelen des Keizers tot den Oorlog! — Sommige berictiI ten zeggen, dat den Oorlog onvermydelyk is, en de Turken zelfs dien 1 met vuurigheid begeeren. De Tyd zal dus moeten ontdekken wat vaa I deeze Zaaken zy. Louw. Zo is 't, Vrind Krelis! Maar valt 'er niets te zeggen wegens i den inwendigen toeftand der Vaderlandfche Zaaken ? Krelis. Altoos wel iets. De fpoedige Afidanking van het beste gedeelte der Manfchap van 's Lands Oorlog-Schepen, baart by fommigen geen gering opzigt. Althans is zulks te oordeelen uit het volgende Artikel der Zuidnollandfche Courant, dat ik je zal voorleez^n, en aldus luidt. Utrecht den 26 July. Men verneemt dat op de laatstgehoudene Staaten I Vergadering, Woensdag den 23 deezer, ingevolgen de aanfehryving i van Hun Ed. Mog. aan Jonkheer G. T. van der Capellen, Heer van I Schoonauen, Gecommitteerde ter Admiraliteit te Amfterdam, aldaar ii ingekomen de beide Staaten zo van de fterkte der Vloot als van hec ' Finantie-Weezen van gemelde Coliegie, met eene bygaande Misiive, waarby voorfz. Gecommitteerde aan Hun Ed. Mog. verzoekt, in het vervolg by tyds te mogen gc-ïnformeert worden van de Refolutien, die Hun Ed. Mog. aan Hunne Gecommitteerdens ter Generaliteit, raakendede Zeezaaken geeven, waartoe men verneemt, dat de laaifte Afdan, king van meer dan 1200 der bevaarenfte Matroozen aanleiding gegee& Q ven  ( 122 ) ven heefc, hetwelk enkel gefchied.is op last van eene Commisfie van twee Admiraliters-Raaden en den Fiscaal , zonder eenige voorkennis van de Provinciaale Gedeputeerdens: Wy houden ons verzekert, dat vermits Hun Ed. Mog. den inhoud van deezen Brief Commisforiaal gemaakt hebben, het rapport toe verder onderzoek van deeze voor de Vloot zo nadeelige Afdanking zal aanleiding geeven. Louw. 't Is vreemd, doch het fchynt den Stadhouderen eigen te weezen , de vermindering van 's Lands Zeevolk met veel meer genoegen te befchouwen, dan die van de Militie, en 't is immers op verzoek van Zyn Hoogh. dat deeze Afdanking reeds zo fchielyk gefchied is. Tegen eene Afdanking van Landmilitie hebben de Stadhouders, als Veldheeren van den Staat, zich geduurig meêr, en wel zonder reden verzet. Deeze 2 ofte July erinnert ons het gewelddaadig gedrag van Willem den Tweeden tegen onze dierbaare Geboorteftad voor net ryzen van het Licht diens daags in 1Ó50. te werke gefield met list, en op eene wyze, welke ftraf baar in den Onderneemer was naar alle Recht en Wer. Men leefde toen in vollen Vrede. Men had zo veel Soldytrekkend Volk te Land niet noodig, en dus begeerde de Provincie Holland een grootere Afdanking van 't zelve dan de Stadhouder, dien de andere Provinciën meestal toevielen. Amfterdam vooral ftond op deeze Afdanking; maar de trotfche Willem verzette zich hiertegen en dacht deeze Stad te dwingen, door dezelve met het Krygsvolk van zyne eigen Meefters, met de Militie van den Staat te dom verratfehen cn te dwingen; 't geen hem, of liever den Nyd, die 'er hem toe aangezet had, mislukte, gelyk Vondel in zyne Inwyding van 't Amfterdamfche Stadhuis dien Nyd en haare Onderneeming ook aifchildert op deeze wyze: , fel ds - . ■ • • j De Nydigheid zocht eerst de poorten ftil te ontgrendlen,. En daegde, uit eenen mist, voor Stad op, met haer Vendien Door Amfterdam betaelt, en van den hanekraey Ontdekt, eêr rt nachtgedrogt belandde oen wal en kaey, Dat van verbaestheid zwichtte, in fté van aen te vallen.. Krelis» Geen wonder, Vrind! Het nut eener gewapende Burgery bleek ook alstoen, en men hield Willem met het Leger buiten; zynde hy den 3- Augustus genoodzaakt hetzelve te doen aftrekken, evenwel ©nder beding dat Andhies en Cornelis Bikker, twee braave Burgerherren en .1  ( 123 ) e» Raaden in de Vroedfchap, voor altoos van de Regeering zouden worden ontzet, het geen men moest inwilligen, om het Prinsgezind Gemeen ten dies tyde te vergenoegen. Zo werden 'er ook 6 Hollandfche Heeren op Loeveftein gevangen gezet, en in e.nige voorraame Steden deezer Provincie, als Dord, Haarlem, Ddft, Hoorn en Medenblik moesten almede door de Stadhouderlyke Hand de braaflte Regenten en Ministers van h Kusfen worden geflooten. Zo veel magts had deeze Vorst door de Vldzucht der andere Provinciën verkreegen J en het ftond gefchapen dat hy nog grootere magt zich zoude hébben aan9- maatigd y indien het Gode «iet behaagd had hem in hetzelfde Jaar 1650 nog, naamlyk den 6 November, door middel der Kinderpokjes m de Eeuwigheid over te haaien, toen hy een weinig meer dan 24 Jaaren geleefd had. ' , , , Louw. In dit geval van Amfterdam ftraalt dan het nut van eene gewapende Burgery klaar genoeg door; deeze ontzei een geheel Leger voor haare Poorten; deeze weerhield de muitery van binnen, cn deeze herftelde ook naderhand de Veröngdykten weêr. Eene welgewapende Bura-ery is een koperen muur voor de Trouw haarer Regenten; zy is de geftrengfle Geesfd der Tweedragt, de Rugfleun der Vryheid ; de Verdedigfter van de natuurlyke Voorrechten, Rechten en Wetten van ons dierbaar Vaderland r Ja, zv is nog meer; zy is, over 't algemeen genoomen, haar eigen Wretkfter. Iedere S ad op zich-zelve maake zich dan bekwaam om alle deeze voordeden in eene rechtftreckfchc lyn van gedrag zich eigen te maaken; ieder Burgrr, ieder fnwooner is verpligt zelfs op deeze" wyze zvn belang, zyn nut, zyn voordeel te zoeken, en alles wat naar overheerfchenden Dwang zweemt, van de hand tewyzen». en tegen te gaan , naar vereisen van 't geval. Krelis. Hierin (tem ik volkomen metu, Louw-Broêr! Myn gevoei len is ook niet anders. Op deeze wyze kunnen alle Vaderlanofcne Sceden den inkruipenden Dwang gepa&tên weêrftand bieden. Zo doet thans Utrecht; zo doet Dord; zo heeft Amfterdam altoos gedaans Hierdoor heeft deeze Stad het vermogen behouden van batte eigen j Commisfien en Ampten te begeeven ; hierdoor weet zy van geene i Recommandatien , of aanbeveëlingen ten gevalle van een ot andere : Gunfteling; en indien de Magiftraat van deeze Stad niet op de Trouw 1 der Burgeren had kunnen ftaat maaken, zou hy niet zo volftrekt den ■ Laster hebben kunnen dempen, als gefchied is toen hec Hoofd der Engekchgezinde Cabaab dc Ridder Yorcke en zyne Medcftinuers 01122 \ ' : - •  ( 124) allerdierbaarfte Vaderen ter ftraffe eischten. ■—- Ja, ik durf zeggen, dat indien de Regeerders aller Steden van 'c begin der Amerikaatifche Troubles met Engeland af, even gedacht hadden als onze Amfterdamfche Burgervaderen, Engeland onze vermeerderde Zeemagt zoude ontzien, en zk-h wel gewacht hebben, van ons zo ftout te hebben aangevallen; maar altoos is deeze Stad gedwarsboomd geworden in 't vermeerderen der Zeemagt, door de aanhoudende Voorftcilir gen om grooter Landmagt te hebben , opdat over dezelve een onnoodig gebied van te meerdere kracht zou kunnen zyn, en dus ook het onvermogen van ongewapende Burgeren niet te vreezen heböen, gelyk het in de daad ook even zo met de uitbreiding der Militaire Juntdióke zou gegaan zyn , die zich weinig zou geftoord hebben aan de Souvereine magt van de Rechtbank des Volks elk in zyne Stad ; maar by overneerfchmg eenen dwang naar haar genoegen ingevoerd, en het Civile aldus aan 't Militaire nebben onderhevig gemaakt. Louw. e 't Zou 'er op hebben kunnen loopen, Krelis! Het is een ieder bekend, hoe Pjfiftratus de Vryheid der Atheniënzeren onderdrukte, zo dra zy hem eene Bende Lyrtrawanten vergunden; waardoor hy zich in ftaat ftelde om 'c Oppergebied te voeren, dat hy 33 Jaaren na elkander, behield. — Maar om het aaklige deezer Tooneelen van alle Tyden orze verontwaardiging, als vrygebooren Nederlanders, te toonen, zullen we 'er van zwygen en het gordyn der verachting 'ervoor laaten vallen. Men zou ook misfehien van de geb urtenisfen van Oudsher kunnen zeggen, dat zy de Aanzienlykften onzer Tydgenooten rnishaagen. Dus praat ik voor deeze reis niet méér. Neen , Krelis! Vaarwel, en flaap gerust. Krelis. Insgelyks , Louw-Broêr ! Wel t'huis en de groetenis aan Diewertje. By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkogt, de onverbeterlyke Zeeuwfche Ambeijen-Balfem, dezelve geneest in weinig dagen de uk- en, inwendige Ambeijen, en ftilt in een oogenbiik de zwaarfte Pp. De Prys van hec Potje is 10 Stuivers. Ook een onfeilbaar Middel tegen de We-egluizen, hetwelk dat affchmvelyke Ongedierte terftend doodt en verdry ft. Het Flesje is 12: Stuivers. Gedrukt by dc Erve de Weduwe j ACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Brtéüraat, tc Amfterdssa.  KRELIS ïu LOUW. N°. 32. 5 Augustus 1783. Krelis. /hoeden avond, Vrind Louweris! Is 't nog wel met de \JT Gezondheid? . , Louw. Dat is zo wat, Krelis Oom! De vochten in 't Ligchaam ioo prn niet behoorlyk rond, en een waterachtig gedeelte 'er van , doet my de voeten zwelkm Ik heb weinig eetlust; maar zou geduung wel drinken willen. Myn leden zyn loom, kram en zwak. Ik kan 's nachts byna niet (kapen, en over dag zyn my de oogen zwaar van vaak. Dit maakt my onlustig, dofgèescig en verdrietig. ( Krelis. Dat is gantsch nkt goed, Louw-Broer! Die lee.tess gain dikwils een zwaare Zieke voor; doch gy mo&t 'er terftond tegen zyff, om het gebrek te doen herftellen. , Louw. Dat wil myn Diewertje ook; en als ik van een fpoedige herftelling verzekerd was, zou ik aanftonds het voorfchnft van dea DoÊtor volgen. Maar ik weet jukt niet, of my dit baaien zou. Ik vrees dat het my misfehien maar zou fchaderi. Krelis. Ai neen! Een goed Geneesheer werkt altoos om by de ontdekking van 't kwaad, de oorzaak 'er van 't allereerst wech te neemen, en vervolgens den voortgang van 'c kwaad te fluiten, te beftryden en te verdry ven. Louw. Dac wil ik wel gelooven, en 't is wel zo: Maar dikwils misfen de Heeren Artzen in den aart der Ziekte, en werken in dat geval verkeerd. Ook ben ik juist niet ziek. De onpaslykheid, die my kwelt, zal zonder Geneesmiddelen, zo ik hoop, wel haast verdwynen. Kreüs. Ik wensch het u van harte, Louw-Broêr! Wat zeggen ondertusfchen de Nieuwspapieren ? Vervrolyken die u niet door hunne floffe. Louw. Door welke fcoffe? Van het groote Vredeswerk dat nog te fluiten ftaat, weet menniets. Het fchynt geftremd te zyn door de omftandigheden van den Aanval der Rusfen op de Turken, en de gevolgen welke de gevreesde Oorlog tusfchen de twee Natiën niet alken konden hebben j maar welke ook, en dit alks regen de Turken alleen, den Keizer en de Venetiaanen, zo men onderdek , in 't harnas zouden jaagen, om de voornaamfte Ottomannifche Bezittingen aan de hunne te hechten, al kwamen 'er de overige Europifche Mogendheden nog zo veel do jr te lyden: Welke Mogendheden de overheerfchende Magt van de Nabuurigften der Turken, niet onverfchillig kunnen aanzien; weshalven men wil dit het Hof van Verfiïlles alles in 'c werk fielt, om voorcekomen, dat die O «log niet met het uiterfte geweld ukbarfle, e.i Aiië en Europe te gdyk alom me in vuur en vlainme zette. Krelis. Het ware wel te wenfchen, dat zich de groote C tharina liet Q 3 vin-  v*nden, ter vcrmydinge ran eenen Oorlojydle alfeen'yk zoufchyrsen ond^rnoomen te zyn ter uitbreiding haarer Staaten en verfterking haar.r vermogens; en dut iets verfchilie.óde van de maatregelen wegens de bekende Neutraliteit, zowel in acht genoomen van haaren kant, als met de vreedzaam* belangen? dier Alleeoheerfchcresfe-,. by den Oorlog der Europifche Mogendheden ,. zoude kunnen overéénkomen. Louw. Schoon men die roemruchtige Kekerinne jneermaalen als de B-vre'edigfter van Europa heeft aangemerkt, kan het haar belang nochthans onvermydelyk zyn, te moeten oorloogen tegen de Turken, die immers geene Christenen, gelyk de Rusf n zyn, en daar haare Wapenen reeds geheel Krimsch Tartaryen aan haare magt hebben onderworpen, zal het Mufulmanfche Mohammetismus aldaar ook wel voor het RosfifoheChrktianismus plaats moeten ruimen. Hoe veel verdient dan de Yver. van de Monarchin Aller Rusfen niet? Krelis. Als men dit aan een Rusfifchen Boer vroeg, zoude hy n ten antwoord geeven: Dat weet God en onze Keizerin: Want het Rusfifche Volk in 't algemeen gelooft en blyft gelooven,. dat het een allergrootste misdaad zou zyn over de uitvoerende magt van deszelfs Troonbezitfter ie fpreeken. . .' ,.• ": •_ rr u Louw Dit verklaaren ten minfte de Reizigers, die de Ruslifche Rvken êrootendeels doorkruist hebben. Maar het zy daarmede zo het wil Indien de bemiddeling van Frankryk niet wordt aangenomen, heefc men zeer waanchyniyk gewigtige Gebeurtenisfen, ook mogelyk m Europa te wachten. Luister wat ik met opmerking deswegen lees. Uit hei Ooftenrylfche den 16 July. De uitbreeking van eenen Oorlogmet de Turken fchynt thans zeer naby te zyn. Een Couner, eenige 'daVen etleden hierdoor gepaleerd, heefc eene pofitive Verklaanng van het Franfehe. Hof naar Petersburg overgebragt, volgens welke hetzelve van meening is, dat het beneden zyne waardigheid is, de verdeeling der Turkfche Staaten toeteftaan , en teffens verklaart, dat men aan oe Rus-frictie Vloot, ingevalle de verfchiüen met de Porte niet m der muine, bvetlecd mogten worden, (waartoe zich, volgens denieuwfteberichten,, Fraffikrvk nog tot Mediateur aangeboden heeft).de doorvaart: door de: Middelandfche Zee niet toelaaten kon. Rusland zou reeds volgens eeni gemaakt verdrag van Deenemarken 12 Oorlogfchepen tot hulp begeerd l hebben En de Koning van Zweeden wordt door de Rusfifche Monarr dun bezocht, met een oogmerk om hem, so het mooglyk is, van da; Eranfche Alliantie aftetrekken. ' Zoudt m hieruit niet hetzelfde met myi oordeeien, Vrind Krens! Krslisk Ja ^Louw-Broêr! Ook weet men dat hét. Hof van Buew*  (i27)' ; .. hurv door c eszelfs Ambasfadeur by dat van St. Jame.i eene Memorie heefc ove-g-kverd, in welke het bybrengt de beweegredenen der Kettï n osi haare Tropen tot op de Turkfche Grenzen te doen aanmkk n Inmiddels heeft de Rusfifche Afgezant ernfb ge gefprek ken met het Britfche Minifterie,. tit al het welke men opmaakt, dat-de Vrede vertraagd wordt. , , .. . Louw. Zolan men dikwils van den weg afraaken en onder beooging van hec geringde te betrachten, zich aan het gevaarlykfte zien bloot gelleld Maaf weet gy niets van onze Binnenland fche Zaaken te ver- ^ KrelisV Noen", Louw:Broer! Men leest geduurig dat verfcheiden Barre-ven van kleine zo wel als groote Steden, zo in onze ak andere Provmc- ën, zich van tyd toe tyd in den Wapenhandel beginnen te oefenen; Saarvan men niet te onpasfe de beste gevolgen verwacht; naamlyk, de EmdragtSe Liefde voor Vaderland en Vryheidjegen allen Dwang, om dus door 't Burgerlyk vermogen het Recht der Steden en Stedelingen te bewaartn en teVrdedigen: Zo mag dc Soldytrekker mee over den Wtr eebkden: Zo verpligt men hem den Eed van getrouwheid met S voor c e Algemeene Staak n aan den Stadhouder te doen ; maar voor feder der Provinciën, waarin de Militairen huune Souvennen vinden;, ja voor en aan ieder der byzondereMagilkaaten der steden tot weker r^ettinse zv gefchikt zyn.- „ . , , Lc w Met dit goede-oogmerk behooren de Militairen ook wel te vre,,nte 'D Maar men zou wel mogen befluken uit het gedrag van een of rreerOff eieren der Militie, dat zy in het doen dier Eeden zwaarigheid vinA n ■ als bWkt uit hec volgende Extract uit een Misfive van een Heer uit Twenthe aan zyn Vriend te Utrecht, in dato 29 July. Onlangsf p-hrvft die Heer, is hier iets gebeurd, dat-zeer veel opziens in geheel Pveryssel verwekt. Zeker Regiment, by gelegenheid der Guarniioens-ver wisfelingr-n, naar een Vaderlandlievende Stad zullende marcheeren, wie, - • den «aar gewoonte twee Heeren uit het Coliegie van Gedeputeerde Staaten committeerd, om den Eed van getouw en getrouw aan de S t a a t *n va >t O v er y-s s el, den eenigen en wettigen Sou ter-a in van dit Gewest, t, «,», Hoosrstderzelver beveelen te gehoorzaamen, enz. — aau die 1rotinen akeneemen: - Dan een der Hoofd-OSckren van gemelde Regiment gevraagd zynde, of hy bereid was den voorfchrevetvEed afe&ggen, antwoordde daartoe genegen te zyn, mits men denzelven Eed zodanig e nticeerde dat NB. de bevelen ^van de Staaten niet aamepen-tegen de ordres\-an den Stadhouder; -waarop de-oudfte der Heeren Commi^d-• risfen renlxeerde., dat dit van zelfs [[prak, - Int-sfdien kan Ukd..hgtbe-  % «8 ) grypen, dat onze Vaderlandfche Edelen en Vryheidlievende Steden zodanig gedrag, waardoor de Hoogheid en Souverainkek deezer Provincie en het wettig gezag der Stedelyke Overheden gefchonden is, niet ongemerkt zullen laaten pasfeercn, maar hunne rechtmaatige indignatie daarover betoonen. Trouwens dit voo-val kan aan Zyne Hoogheid , als Stadhouder en Capitein-Generaal deezer Provincie, met dan zeer onaangenaam zyn, daar men hier tot nog toe Biet weet, dat Zyne Hoogheid immer gefuftineerd heeft, dat zyne beveelen boven die der Heeren Staaten moeken pi8evale;ren — iéts'; het welk alle denkbeelden van de Souverainkek der Staaten, aan welke Zyne Hoogheid by plegtigen Eede hulde en trouwe gezwooren heeft, zoude ver worsten;—■ terwyl eindelyk onze braave Stedelingen en Landlieden, gedachtig aan hunne verpligting, niets onbeproefd zullen laaten, om hunne getrouwe Landsvaderen, in de verdediging hunner Souveraine Rechten, de behulpzaatne hand te bieden, ja goed en bloed daarvoor opteofferen. Krelis. Dus immers bewyst het Voor!tel deezer zwarigheid van weggen dien Officier, als of men hem eenen Eed zou afvergen, dien hy niet verpügc zou zyn te houden, indien men het formulier daa'rvan niet fchikte op eene wyze, die tbepaslyk op de hooge Bediening van den Capitein-Admiraal was, die zelfs de Provinciën en Steden in 't algemeen, en ieder in 't byzonder gehouden is getrouwheid te zweeren; even als alle Amptenaartn, wegens hunne Zaak, hoe die ook zy, met -betrekking tot de vèreischcè pligten daarby hun opgelegd en zonder ïn dezelven zich te buiten te gaan, op de daartoe gefielde ftraffen van Rechtswegen. Immers een ieder Burger als Poorter, moetde Wet- houderfchap en Magiftraat zyner Stad, en in die zyne Stad zelve getrouwheid zweeren: Zenden deezen dan van een Loontrekkende Kfygsdienaar geen Eed, a's naar gewoonte, of liever naar Recht, mogen vorderen ? De minfte tégenfpraak hierin , oordeel ik reeds ten geftrengIte ftraf baar in den Tegenfpreeker, die men bil'yk als een aan muitery fchuldig Voorwerp mag aanmerken; gelyk die Officier, door zich by yoorbaarigheid tegen degewoone, gerechtelyke tfastg.eir.elde en wettige bevelen te verzetten, zich reeds als een Weêrfpanneh'ng tegens zynen Souvereinen Meefter verklaard heeft. — Nu, Louw-Broêr! ik wensch je beterfchap. Wees maar vrolyk in fpyt van den DrommJ. Dien raad hebt gy my wel eens g.geeven, en ik heb hem a'tyd goed bevonden. Laat dit het middel ter geneezinge uwer önpasïykhëid dan nu mede zyn.' Vaarwel en flaap gerust. Louw. Ik beda k je, Vrind KrJis! en wensch je 'c zelfde. Wel jt'huis en degroetenis aan Grietje. «ïdiukt bj de Ene de Wed. J. vah EGMOnT: oV de R^iïeis Bieêflraat, ie Amftc7d7^T  LOUW en K R Ê L ï S. N°. 33. 12 Augustus 1783. Louw. ✓hoeden avond, Vrind Krelis! Hoe is 't met de Gezondvj hekt? Krelk. Zeer wel, Louw-Broêr! Hebt gy 't 'er ook weer wel meê? Louw.' 'Er feheelt niet veel aan, of ik ben weêr ter deegfrisch, Man! Een vrolyk hart geneest zich-zelf. , .t... , Krelis. Zo is 't, Vrind! daarom heb ik u de vrolykhtod ook aange» raaden. , Louw. Gy deedt zeer wel. Maar, Krelis! weet gy me ook ktStc vertellen? , , „ , . - Krelis. Vertellen kan men altoos wel wat; maar t ftaat te bezien ot men het wel te pas doet. Veel woorden, en geen Zaak, vallen doorgaans fmaakloos en laf, vooral wanneer men ze leest; waarvan het Blaadje No. 11. van den Politieker. Kruijers-Knecht tegen ons en onze Samenfpraaken ingericht, het duidelykst merk draagt, het welk juist het Oranjetee* ken moest zyn. . , Louw. Ik heb dat prulligfte aller Prulfchnftjes geleezen, maar ftoor my aan hetzelve niet het minfte. Is de Krvijers-Knecht (even Politiek als een Afrikaanfché Hottentot) op 't Kruijen van Pakjes met Oranjefeekens gefteld, dat hy 'er ons niet om verge. —- Dan immers wy zullen met hem geen verfchil maaken, al wilde hy zyn Kruizeel, anders Hennipzeel genoemd, om dat het doorgaans van Hennipen Draaden plag famengefteld te zyn, in een van Oranjekleutde Koorden veranderen, indien hy Hechts de goedheid gelieve te hebben van ons, die hem daartoe nooit aanleiding hebben gegeeven, niet te lasteren, noch verkeerde uitleggingen te maaken van onze uitdrukkingen, en daarby nog in te voeren als verdacht van Deïscëry één of ander Amptshalve Eerwaardig Perfoon, welken het onnoozel Samenftellerije van dit nietswaardig en nochthans Oproerzoekend Prulfchriftje, des gevergd, echter Zou moeten melden , indien het 'er op aankwam. . . Krelis. Voorzeker. Het zal dien Krmjefs-Knecht, indien hy roeden raad wil volgen , oorbaar zyn, niet verder met het onbillyk bekladden onzer Samenfpraaken of Perfoonen en anderen, in 't vervolg* syne Weekblaadjes,te befmetten. Louw. Het is ten minfte een ieders pligt voorzichtig te zyn, en dë Waarheid lief te hebben. Wykt men 'er van af, men zondigt. — Wf willen immers niet, Vrind! dat een braaf Vaderlander aan ons geërgerd R wor-  . $ ' ^ . ( 130 ) ■SSS Verbee!dt een of ander zich dat zulke gefcbieale, dan is hv indedaad met vatbaar voor onze Welmeenendheid, die, fchoon onder het gebrek van te veel drift, die er misfehien wel eens bykoomt echter niet dan wat te fterk kan geoordeeld worden. — Maar al genoegWy fpreeken niet om met anderen te twisten; en votfral niet nr-t etn opgeraapten Kruijers-Knecht, dien wy verzeekeren van niet meer te zullen antwoorden, dewyl wy oordee.ën dat men der Gemeente geene byaondere rwistfchriften in de handen behoorden te floppen; daar men enkel bevoegd is om haar algemeene Zaaken ten redelykften voorteftel ËeliZoom^ WtnS ^ §y th2nS' Baar S^onte deedt, Krelis Ik deed het zeer gaarne, vond ik 'er maar ffof voor; dan er is echter nog wel iets, dat ons deswegen ftof verfchaft Althans is het eene zo nuttige als aangenaame Zaak te verneemen, dat bv Hun Ed. Groot-Mog. rapport ingekomen is van de Commisfarisfen, ter onderzoeking van eenige Militaire Pointen benoemd , welk rapport is overgenomen doorderefpeftive Heeren Gedeputeerden, en naar men zegt, tendeert tot het affcbaffen der Verkoopwgen van Compagnien; geen hooger Aclen aan Officieren te vexleenen, dan zy werklyk Posten bekleeden.; geen honoraire charges te geeven aan Offieie-ren, om Regimenten te commandeeren, voor en m plaats van Prinfen, en eindelyk om in de Nationaal»Regimenten geene andere Officieren te piaatfen, tot Sergeanten toe, dan Inbooihngen. & Zie daar, Louw-Broêr Iftofr genoeg om ons te verheugen in de Vaderlandlievende Begrippen der Souvereinen van onze Provincie Mooi hier een algemeen Befluit op vallen, dan zou Verdiende voor gèen Geld' de Vlag behoeven te ftryken: Dan zouden door Recommandafien geene onbekwaame Lieden boven bskwaame gefteld wórden : Dan zou de waare Eéndragt en 't genoegen: onder hut Krygsvolk van den Staat het genot van de waare Krygskunde en Trouw voor 't Vaderland zyn, en dan zou de verdiende belooning den Moed der Ingeboorene B-zoIdiedcn als met fpooren noopen, om zich ten beste van het Land hunner geboorte te gedraagen met een vuungen Yver. en Liefde voor deszelfs wtlzvn en tot deszel/s befcherming. Langs deezen weg kan ieder Soldaat Kmi- tein ja Generaal worden, en dus zal men geen Vreemdelingen aan X Hoofd zelfs van ons Leger-noodig hebben, indien 't 'er al op aankwam* dat de noodzaaklykheid vereischte een Lege* te Velde te brenren en 4üs zal men het zeggen van wylen Jr, W, «an Haren in zyoes1L0.ïder httëihzk tóo'iLt* löbfltrsdssVWtrf ttaaatb tL:ii*V - - J£M*.  f ** ) v,ae- geheel fttj-dig met dat Soevereinen Bcfluiten yinden. Wtm het zal dan niet zvn «thli dif D.chter zong: . ■ 3 ,g1-rz.f Kjygsman ! gy, die met «iu ic^o/ genotd Voorhetner. kwaarnt te pas; n* int dc V r ed k o«/ i/p/^ J->j koefterd, hebben we uw beleid niet metr van noden, 't Is even veel door wien ons Leger word geboden. Ga heen. Verveel ons fiict met .uw aloud verhaal Hoe 't Volk. van A u Ui i: kl omfehermde met het Jfaal j Noeh hve ge op *t bloedig Veld van Canna wierd gevonden, Onkenbaar door 'r getal van uwe ontvangen wonden. Helt gy fcen' Bliedverwant in 't Hooge Staats-btwind , Blyf in den lagen rang , waar in ge v. nog bevind ; Rn laat een Jongeling, wAanwys en onbedreven 11 boven 't hoofd geplaatft, V z.yn bev'elen geven ! Louw. Neen, Krelis! Zo moet het ook niet, en- nooit heeft het Hoogo Staatsbewind daarvan -Ut misbruik gemaakt, dat men federt eenigen tyd in de Willekeurige aanmatigingen van een Krygsbewind afhanglyk van het Souverein gesag der Staaten gevonden heefr, en daarom , ais ecu inbuuk op het Recht des Volks is aan te merken. Indien de Wetgeevende Magt, g'eens Recommandatien van de Uitvoerende aanneemt, kunnen Land en Steden altoos op de waaidisile Voorwerpen, die de Liefde des Volks zyn, gerust vertrouwen, als weleer, .. Maai, Vrind! Ik hoor thans zo veel praateu van eenen Opftand te ^Arnhem, hebben de- Nieuwspapieren ooïé iets deswegen 2 Krelis. Ik lees 'er het vofgende van, Louweris! Luister. EXTRACT uit een particulieren Brief van Arnhem, den 6 Augustus. De Roode Loop, die hier federt eenigen tyd vry fterk geheersebt heeft, blyft nog wel eenigzin* aanheudeii} doch de meeften, die door deeze Kwaal aangetast zyn, beteren zeer fpoedig, erf weinige Menfciien ftetven aan dezelve. —- Wat aanbetreft de bewecgingen, deezer dagen alhier voorgevallen, en-die waarichynljk in nndete Steden veel gerucht zullen maaken, zie hier de echter omftandigheden daarvan kottelyk en naar waarheid vooigefteld. De geheele opfchudding was veroorzaakt door- den aanleg van een nieuw Kerkhof, buiten dfe Stad, na dat alvoorens het oude door den Magiftraat aan eenen Jood was afgedaan of overgepeevan. — Den z. deezer lieten de Heeren van de* Magiftraat by een Publicatie afkondigen "da; tnett voortaan geen meer l.ykf» op bet oude I^crkljs-f, (dat tot deezen tyd ter Begraving gediend had , ƒ Z.ou ter ^Aa-rde bejlellen , maar wel op het nieuwe, buiten de Stad. Deeze Afkondiging verwekte terftond eenig. gemor ouder fommigen onzet Ingezeetenen hef welk echte» fpoedig geltild Werdalzo de Gemeente eene Vergadering belagd hebbende, aan den Heer Prafident-Buigemeefter te kennen gaf, dat dezelve- het Gemeen verder zou zien in rust té houden: maar men vreesde, dat desze nieuwe Ordonnantie nadeelige gevolgen zou kunnen hebben, ten zy de Magiftraat zich wilde veipligten , om, indien ïy, of iemand van hunne Familie kwamen te oveilyden, deezen dan ook, zonder aanzicn-van 1'erloorren , ter-plaatfc voojmeld zouden moeten begraven worden. Dir.verzoek van de Gemeente, of Burgery , wierd echter nf«c(]a"en. Hierop gebeurde het, dat Saiardag den 2. deezer eene Vrouw, wiens Man Sergeant van dc^AliIitairen was, moesr begtaven worden. De Commandant gaf ainftcmds last, ors hef Lyk vand e?" Vrouw , als de Eerfteling, op het nieuwe Kerkhof ter Aarde te beftsllen j-mcltegcriftaaiide 'er reed» een Graf voot haar in de St. Jans Kerk gekjgj cn gereed gemaakt-was. Het Lyk bleef hierdoor en om dar het tot de Militairen behoorde, boven Aarde ftaan, ter*y! intusfchen dc Gemeente bye aanhoudenheid verzocht, dat de Publicatie rnogt worden ingesivkgetri doch tc vergeefse!], alzo dc Magiftraat zulks bleef weigeren. Het gantfche Garnizoen kwam vervolgens in de Wapenen, cn liet Stadhuis werd-door dc Mfffi tairen, zo wel Gavallerie als-infanterie, bezet, en deezen gel-jsr met feherp 'e laaden , het eeen' eene algemeene ontroering te weeg bragt by atto w-elmeeneude Burgeien en Ingezeetenen; alzo' door dK geval hun braaf Neêrlandsch Bloed aan 't zieden raakte, en veeleirbyna bcilooten onv aan de Militairen te toonen, dat zy zich ook niet ontzagen , in derzelver tegenwoordigheid hun Geweer te laadcn, en hen met (laanden Troms en vliegende Vaends's hunne ftandplaats te doen' ojitmime-n ; want iedtr lik.14 zich overtuigd-, dat het haar in zulk geval, als wilgtïane Eureeren doch geenszins- den Militairen toekwam, om onze Overheid te bcichermen. Uan de dooizigtice^ en weldenkende Krygsraad deezer Stad hierover geraadpleegd hebbende, belloot de Heeten van chrt» Magiftraat den dienst der ünr-gery aautcbieden> en te verzoeken-, dat deiz.en de Militaire,, meeuw af.'osfen, en zelven ifnn Wel-L.l, Gr. ^.iiktb. bewaaren; welke aanbieding d»?I derj MagifiiaiU j r. nlig weid i.augencoraen. R 2 OU-  Ömc ttl&e Vrendel Burgeren kwam hierop ten 5 uuren in Tcüsn ordft «firfftrcheeren) tMwyl de vyt overigen zich minstenen gereed hielden , om aftewachren of de Militairen hunnen 1'ost gewillig verlaateu zouden. Op dat oogenbiik was rnen zeer onzeker, hoe de Zaak zou afloopen, en of onze Stad hierdoor niet ligt in zeer naare omftandigheden zoude kunnen geraaken 5 doch zo dra de Militairen dit Burger-Vaandel, dat ai redelyk fterk was, in het oog kreegen, beweezen zy hetzelve alle eere, gaver hunne Tost goedwillig ovei, en wielden met honneur bedankt, waarna xy terftond aftrokken. Maai zie hiet wat daarop gebeurde. — De-Commandant gaf Zondag avond, den }. deezer, bevel, om het gemelde Lyk, door de gewapende Militie verzeld, buiten op het Kerkhof, als een teifteling, te begraven, dat dan ook gefchiedde. Hy liet toen het Graf den gamlchcn nacht tot den volgenden middag toe bewaaten., oin das ïóór te koomen dat men tet Lyk niet daaruit zou haaien. 's Nachts van Zondag op Maandag werden 'er door het Gemeen eenige baldaadiglteden gepleegd en by verfcheidene Leden.van den Magiftraat de Glazen ingeflagen. Vervolgens wierd des middags ten :z uuren van het Sradhuis afgekondigd, dat dc \ejilmie, oxa of het^jrkbof buiten de Stad tt begraven , by provrfie -wierd ingetrokken , om reden. Dit voldeed echter bet Gemeen niet. Dus ging een geheele hoop Volks dien Maandag middag raat buiten, haalde het Lyk weder jjir het Grat, ea droeg het, onder een geduurig Hoeze'e, de Stad rond, tot voor het Huis van den Commandant. Alle de Klokken wierden middelcrwyl ge> Juid, eu het L)k vervolgens in de St. Jans Kerk op nieuw begraven. Na deeze verrichting, ging een talryke Schaar, meest uit Jongcns.en Vrouwlieden beftaande, weder naar her Buiten-Kerkhof, ramyden de Muuren daarvan omverre, en droegen de yzeren Kekken, die al vry zwaar waren, de Stad in. Dit gefchiedde meest door Vrouwlieden; tn dc Hekken werden voor de deur van den voorn, lood nedergelegd. Het is een geluk, dat de Militairen zich by dit geval ftil hielden; anders konden daaruit zeer akelige Tooncelcn omftaan zyn. Het Gemeen was nog tegen dezelven verbitterd, om dVflegie eer, die zy aan de Butgeiy onlangs, gelyk bekend is, by het uittrekken om af te vuuren, beweezen hadden j doch de burgery heeft zich, in allen opzichte, tot haaren groetften lof, zeer bedaard getootui. en door haar bezadigdheid en goed gedrag veele onheilen afgewend, dieandeizÏB* ligtelyk hadden kunnen omftaan. Alles was by dezelve een Hart en ëén Zin , lot behoud van Vryheid en Eendragt; cn zy hebben gerbond, met de Wapenen niet alleen, maat ook door minzaamheid in ftaat te zyn, om foortgelyke Beroertens tc tluiten , en hunnen Magiftraat, wanneer r.ulks vereischt wordt, zeer wel te kunnen bcichcimcn , zonder daartoe di hulp van Militairen noodig te hebben. Deeze en andere bcweegingen hebben tot heden middag ten 11 uwen geduurd 1 hebbende vervolgens de prefentc Leden van den Magiftraat, en de Gemeente, als het tweede Lid, geadfiheeid door den Krygsraad, het gunftig rapport uitgebragt, dat de oude Begraafplaats weder berorgd, dc oude Rechren cn Vryheden gemaintineerd , en wydets met de Gemeeute gebefoignterd ial worden, om alles in het minnelyke te fchikken; mits een iedet zich voortaan wachte, om zich aan eenige onbetaamelyke bewecgingen fchuldig te maaken. Op deeze wyze zyn de Zaaken zonder mcikelyke ongelukken afgeloopen. Het is thans te hoopen, dat ieder Ingezeetenen, doot zyn bezadigd en pryswaardig gedrag, zal bevorderen, dat' de Burgerlyke Vryheden en Wetten niet gekrenkt worden; maar dat eene ftandvastige aanklecving aan dezelven rot nut cn welzyn van her Vaderland moge fttekken. Louw. Zie daar de waarde van het Burgerlyke Recht, in 'tbtfehermen der Magiltraaten. — Wegens het geval zelve, dewyl reeds de Roode Loop en dus eene befmettende Kwaal in de Stad hcersehte, ware het zelfs zeer voorzichtig en te pryzen dat de Regeering aldaar een Kerkhof buiten de Stad bevolen had; ja zelfs ware het te weiichen, dat alle Steden de Kerkhevcn buiten zich hadden, en geene L)ken op Kerkhoven bmnen dezelve, en voorïl niet in de Keiken begraven wieiden, om dat zuiks by ondervinding gebleeken is, de befmetlyke Ziektens in eene Stad te vermeerderen. Maar dan moesten en Grsoten cn Klecnen.zo wel Regenten als Burgeren, op dezelfde piaatfen by hun overlyden ten Grave gebragt worden, en dit fchynt hiei de oorzaak van 't misnoegen te zyn. — De Zaak is echter reeds bcllischt. In onze Vaderltad, het dierbaar Amfterdam, zal men ondertusfchen om geene Kerkhoven krakeelcn; en dewyl die meest al'e cok digt aan de Wailcn dei Stad gelegen zyn, en luchts genoeg hebben, zoude het niet meer dan een knoop in eene bieze gezocht zyn, indien men zo zot ware om deswegen zyn misnoegen te ('oea blyken. — Nu al weêr wat gezegt, Vrind! Ik praat van Avond met u met meêr. —». Vaarwel, cn flaap gerust. Krelis. Ik bedank je, Louw-Broêr! Leef gezond. Wel t'huis en de groetenis aan Diewertje! S!aap wel. Gedrukt by de Erve de Wed. j. van êCMONT: op de Reguliers BtetUraat, te Atóttidim."  KRELIS en L O ü W. Na. 34. 19 Augustus 1783. 'Krelis. /hoeden Avond, Louw-Broêr! Hoe is 't met den WelVjT ltand? Louw. Als een eerfte Baas, Man! Ik ben nu recht Arisch, en ik eou wel haast gelooven, dat de beroemde Arts Avicenna niet veel on.gelyk heeft, als hy aanraadt dat een goede Roes goed voor de Gezondheid is: Want die had ik gisteren, en eerder trouwens dan ik wist. Het fpyt my echter, dat het 'er wat over heen liep, dewyl de Dronkenfchap een der grootfte gebreken is. Dan, fchoon Avicenna en anderen raaden dat men zich, om gezond te leeven, alle Maanden eens moet dronken drinken, zal ik deswegen hunnen raad niet volgen. Maar hoe hebt gy het met de Gezondheid ? Krelis. Ter deeg wel, Louw-Broêr! Is 'er wat van belang om over te fpreeken in de Nieuwspapieren? Louw. Ja veel, en wel over de grootfte Zaak, die te Parys onder handen is, het Werk des Vredes naamlyk. Het is niet zonder reden vertraagd, gelyk is lees. Holland is weigerend gebleeven, om Negapatnam niet af te ftaaa aan de Engelfchen, en Spanje heeft insgelyks zyne toeltemming niet goedgevonden te geeven aan eenige eifchen van Groot-Brittannie, door den Heer Fox aangedrongen. Het Hof van Verfailles onderfteunde het belang van de Republiek, en daardoor, zegt men, zoude het thans zo verre gebragt zyn dat met behoud van Negapatnam voor onzen Staat, de Vrede eerstdaags ftond geteekend te worden, dan op welke voorwaarde weet men nog niet, hebbende de Engelfchen ook, gelyk men voorgeeft, van hunne Eifchen om op de Mosquitos te vaaren ea aan te landen , afgeftian, zullende zich alleen vergenoegen met de Vryheid van in de Baai van Honduras hout te mogen hakken als voorheen; waarin Spanje dus mede genoegen had genomen.—■ Maar ondanks deeze geaichten, houden andere ftaande, dat aan den Vrede, althans met Ons , niets vast is. Sommigen onderftellen dat 'er veele Ru iftenaaryen der Engelschgezinden onder 't verfpreiden van deeze Tyding a loopen, dewyl men hier te Amfterdam nog-zu'ke Berichten niet regcfti-eeks, voor zo verre men weet, bekomen heeft, fteunende dit gerucht viö Vrede alleen op gisfingen, die men na de Aankomst van een nieuwe Couri-r in den Hiag, die by den Griffier Fagel den léden deezer des R 3 avonds  avonds zoude afgetreedén zyn en federt bepaalt men zelfs de Teekeoimr van het volflagen Vredcs-lraftaai: op den i3den; doch zu!ks zou niet °f Parys maar te Vcrfailks gefchied zyn.— Het valt bezwaarhk mvns bedunkens, de zaak zonder twyfeling am te neemen; en wie weef of die Courier geene geheel andere Tydirg heeft medegebrag'. Althan men meent te weet. n dat de medegébragte Depêches de Scaaten vïn Holland aanleiding hadden gegeeven om den Dag hunner Vergadering te vervroegen. Zie daar ,. Vrind Krelis! Wat men 'er van fc^hrvff Ondertusfchen heb ik nog vergeeten te zeggen dat Engeland zou ver! klaard hebben zich met de gefchrlltn tusfchen Rusland en de Porte lilt £^££55: T Dc Tyd zal *oed's de ™ ****** <5 Krelis. Zo is het Louw-Broêr! Wenfehelyk ware het dat zy ten onzen genoegen tn tot weftyn van oas Gemeenebest zich zien deed ( Louw. Niets is wenfche ly ker, Vrind 1 Maar ik vrees dat het ons Lot met zal zyn , na eenen ongelukkigen Oorlog het zoet van eenen gelukkigen Vrede te fmaaken; en dit alles zulkn wy aan de Engelscheezinde Party te wvten hebben, die zich reeds in 't geheim verhing vfn .aar belang in de vernedering van haar Vaderland te hebben gevonden iï • Die Pany zal evenwel naar myne gedachten, ook haar oogmerk niet bereiken ; .zy zal zekerlyk haar rekening verkeerd hebben maakt, en indien 'er al iets tot haar genoegen gefchiedt aan den eenen kant, aan den anderen zal zy nochthans door den tyd een dubbeld nadeel ondervinden en haarer aankleeving aan de Vyanden van het welvaaren haares Vaderlands vtrwenfehen. " Louw. Zagen de B iti-chgezinden dit fpoedig ia; zv zouden indprlaaH hunne geneigdheid niet blyven hechten aari de bd^cK aanfpeoren-om enkel voor zich-zelven te zorgen, en met her n„r ™ Land en VJk zich weinig of niet te bekommer^' ZZ usfehen s het ten luctrllen te beklaagen, dat 'er eene Amipatriottifehe Partv zich bevindt m een Gemeenebest, daar zo ncodig de Eendragt behoort betracht ie worden dew5l che alleen de grondfiag der dumgekogte Vryheid, de Voedfttres der Welvaart van den Staat;, en de Bdchermfter van deszelfs. Vermogen behoort te zyn. Want op welke krachten zal een Volk ver trouwen dat in t midden van zich de Tweedragt voedt, en zonder dë waare oorzaaken er van te kennen aliengskens door dezelve krachdoot ivorat gemaakt , ja eindelyk ten val gebrsgt? *j«*i.iu«w» Krelis., Dat is zeker. Het ontbreekt deswegen aan geene voorbeel-- den..  ( 135") den. Dan het is te hoopen dat met den Vrede dé Eendragt weder in onsdierbaar Vaderland herleeven moge. —- Maar wat meMen verder de Nieuwspapieren van de Oneenigheden tusfchen de Rusfen en Ottomannen? Louw. De laatfte, zo men meldt, matken omzaglyke toebereidfelen tot eenen Oorlog; wil'ende de Porte volftrekt de Krim niet aan R asten i afftaan. Ook zal, %o men verneemt, het vertrek der Rusfifche Vloot naar de Middehndfche Zee g.een voortgang hebben Maar wy fpraken van het vermogen der Eendragt, bef is dat, het welk de groote Washington de Vereenigde Staaten van Amerika in een rondgaanden Brief aanpryst, zich gereed nrakende om zyn Ampt in haaden van het Congres neder te leggen, en het gewoel en de onrust van de Waereld tcverwisfelen met de ftilte van een sf^ezonderd leven, welke levens wys hy , gelyk een ieJer bekend is, voorheen met den grootften weerzin had verlaaten ; doch dathy zich gedrongen voad, voorliet nedeileggeu van zyn publiek Caradter en voor het affcheiJ neemen van een Land, in welkers dienst hy den bloei van zyn levenverfpild en waarvoor hy zo veele beangfte da,*en en tlaapelooze nachten doorgeferagt had, ori zyne gedachten over verfcheiden gewigt;ge Onderwerpen aan het~ielve mede te deelen : „ De Burgers van Amerika (zegt hy) geplaatst in de allergelukkigfte gefteld-„ heid, als de esnige Heeren en Eigenaars van een u'tgeftrekt Land, in zich-i, bevattende alle de verfchillende Gronlen en Luchtftreeken des levens, zyn ru „ .by de'ontworpen bevrediging erkend als de Beuiters eener volftrekte Vryheid „. en Onafharglykheid van dit -tydftip af mogen zy aangemerkt worden als„ de Vertooners op een alleruitfteekendst Tooneel, hetwelk byzonderlyk door„ dc Voorzienigheid beftemd fchynt om het Menschlyk Getuk en Grootheid ter-,, doen zien; — zy zyn niet alken omringd met alles hetwelk hun byzonder ,, en huislyk.geluk kan volkomen maaken, maar den Hemel heeft nog daarenbo» ven alle zyne andere Zegeningen bekroond, met die gelegenheid, tot een Po-,v litiek Geluk., met welke nog nimmer eenige Natie is begunliigd geweest; —,, niets kan dit alles fterker bevestigen dan de herinnering van alle die gelukkige ,„ omftandigheden, onder, welke onze Republiek derzelver rang onder de Naren „ verkreegen heeft; — de grondvest'ng van onzen Seaat is niet gelegd in de' „ donkere Eeuw van onweetendheid en bygeloof, maar in een tydpunt in welkr ,5.de rechten van het Menschdom beter begreepen en duidelyker bepiald zyn „ geworden dan immer te vooren; >— de nafpeuringen van het Menschlyk ver-' „. ftand naar alle de voordeden der famenleeving hebben het thans zeer verre ge- - bragt ; de fchatten van kundigheden, door den arbeid der Wysgeeren err ,r Rechtsgeleerden , in een reeks-van achtereenvolgende Jaaren, vtikreegen, „ leggen tot het gebruik open en van hunne byeen gezamelde Wysheid kan eerr ,, gelukkig gebruik gemaakt worden in de vastftelüng van denr vorm onzer Re„ geeringe; — de viye beoefening der Letteren, de onbegrensde uitbreiding^ „ van den Koophandel, de fteeds toeneemende verbetering van Zeden, de aan- ■ „ wasfende vryheid van denken, maar bovenal het zuiver en gezegend Licht:; „ dftr.Openbaaringe, hebben een verbetecenden invloed op het Menschdom en vér„, nieerderen- de Zegeningen der famenleeving. Op iulk "een gelukkig tydftip p  X 136 ). „ hebban de Verééaigde S'.aiten het beftaan van eene Natie vetkreegeH en indien „ dus derzelver Burgers met volmaakt vry en gelukkig zyn, zal het aan niemand „ als aan hun zei ven te wyten weezen. Zodanig is onze toeftand en dit zyn onze vooruitzigten! Dan niettegenftaande „ de Beker der Zegeningen ons is vofgefchonken, niettegenftaande wy eelukkiff „ lullen zyn, indien wy anders maar de gelegenheid waarneemen, omzeonsteu „ nutte te maaken,. komt het my voor, dat de Veréénigde Staaten van Amerika „ thans in keuze ftaan, of zy eene refpeöabele en voorfpoedige of eene verachte„ lyke en elendige Natie weezen wil Thans is het de tyd van haare Politieke „ Beproeving; thans is het oogenbiik daar, in welk de oogen der geheele Wae„ reld op haar geflagen zyn; een oogenbiik op welk zy haar Nationaal Caraöer „ voor altoos vestigen of omver werpen kunnen; het is nu dat gunftip- ootren„ blik, op welk zy aan derzelver Vereenigde Regeering zulk een vorm kunnen „ geeven als in ftaat is om aan de oogmerken van deszelfs infteiline te beant„ woorden; of daarentegen kan het dat noodlottig oogenbiik weezen, op welk .„ de Band der Unie verbroken en vernietigd word, en wy ten fpot gefteld wor„ den van alle de Staatkundigen van Europa, alwaar zich de eene Sïaat tegen de „ ander verzet om derzelver aanwas te verhinderen en haare oogmerken van Ei„ genbelang te bereiken; want volgens alle ftelfels van Staatkunde zalhetnumoe„ ten blyken of deeze Staaten zullen ftaan of vallen.; en uit derzelver bevestigine „ of val zal het betiist worden, of de Revolutie ten laatften als een Zegen of een „ Vloek zal moeten aangemerkt worden; een Zegen of een Vloek niet alleen „ voor hun die thans in leven zyn, maar ook voor nog ongebooren Millioenen, „ wier Lot van het onze zal afhangen.' * Krelis. Die taal is waardig de Doorluchtige Perfoon van dien grooten Veldheer, en kent het vrygemaakte Noord-Amerika zyn geluk, dan zal het de wyze Lesfen van den deugdzaamen Verdediger zyner Rechten en Bewerker van zyne Onafhanglykheid nooit verzuimen in acht te neemen. Vaarwel Louw Broêr! en f aap gerust. » Louw. _ Ik bedank je, Vrind Krelis, en wensch je 't zelfde. Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. ' Het alömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van NolTboome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten, Bureaus Latafels, Stoeten, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzV te maaken en ce Wormen m 't geheel te verdryven, gelyk men daaglyksby ondervinding heeft, wordt federt eemge Jaaren met goed fucces verkogt by de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het Po.je is 6 Stuivers r b; °ok°ngemeen ™™ Spaanfche, Alicantfche en andere Matten By de Drukfter deezes wordt m Commkrle verkocht, het op rechte öamkurS Vliegen-Water, 't welk de Vliegen bitm«H korten tyë doet Sterven. Wger Gedrukt by de Erye de Weduwe J ACOBUS VTjTeGM01*T^otT de Reguliers Bre£fira«, h Amfterdam. . op  LOUW en KRELIS. N°. 35. 26 Augustus 1783. Louw. Tk wensch je een goeden avond, Vrind Krelis! Hoe is 't j[ met de Gezondheid? Krelis. Tot nog toe wel, Louw-Broêr! Houdt gy 't nu ook weêr frisch? Louw. Al mede tot nog toe. Wat is het Luchtgeftel federt voorgaanden Saturdag veranderd! Het fchoonfla Zomerweer zal wech zyn; de Herfst nadtrt, en deeze brengt uk den aard veel guure buijen voort.—Maar, de Weêr veranderingen mogen zich fchikken naar de werkingen der Natuur, di'o de Wekten, door de hooglte migt haar gegeeven, moet opvolgen: De Menfchelyke Zaaken nocfitaans worden wel eens tegen haaren aard beftierd, door fommigen dien de uitvoering der Verdediging van het Belang, de Welvaarc, het Recht en de Vryheid van hun Vaderland en hunne Medeburgeren aanbetrouwd is; en eene Natie vind dikwerf ftoffe in evervloed, om de onbekwaamheid, weêripannigheid, lafheid of werkeloosheid in die Creatuuren te mifpryzen, dewyl zy dezelve ten allerklaatfte in de meestvoornaame Gebeurtenisfcn befchouwen kan. Krelis. Zo is 't, Broêr Louweris! En uit die Bron zyn geduurende den korten, doch voor ons allernadeeligften Oorlog, door Engeland ons aangedaan, alle die rampen gefprooten, onder welke onze Natie als ver* drukt ligt; rampen van een al te zwaar gewigt, om 'er ons niet over te bekommeren, om den drukkenden Jast 'er van niet te betreuren; rampen die een groot gedeelte van 's Lands Zeevaart, Koophandel en Recht van Bezitting vernield , en der geheele Republiek dus zeer veel van't genot haarer welvaart en magt hebben doen misfen, mogelyk voor altoos, fchoon thans de Vrede als voor de deur ftaat. Het zou dan in de daad niet zonder reden zyn, dat zekere Stad, gelyk ik lees, ter Vergadering der Staaten van Holland en Westvriesiand zich vry volkomen en niet min ernftig weg.ns de opoffering van Negapatnam zoude hebben uitgedrukt, betoogende, dat dusdanig een Vrede het gevolg was der ongehoorde Werkeloosheid, in d;ezen Oorlog gehouden , door zulken, die de bevelen van d'.n Staat moesten uitvoeren. ■ Nochthans, gelyk men fchryft, vindc men 'er die beweeren dat Engeland Negapatnam wel zou te rug geev-n, indien men maar weder tot de oude Tractaaten keeren wilde; doch dit zal, zo me verzekert, niec weder gelukken. Louw. Deeze Lieden, geloof ik, bedriegen zich wd grootelyks in S hun-  ( 138 ) • hufme meening; ook weet ik riet, dat dit aanbod nog van de Britfche zyde gedaan is: Althans men heeft 'er nietsvan vernoomen: ook vervallen die Traélaacen van zelve; ja zyn reeds federc lang vervallen, dewyl onze Staat niet meer bevoegd kan zyn, om Engeland tegen deUfurpatien van eenigen Pretendent te helpen onderdennen en de Proteftantfche Erfopvolging in 't Huis van Hanover bekrachtigd is. Betreffende de Pan'ements-Acte onder Cromwel_ gemaakt, wegens de Negotie en Zeevaart: deeze is volftrekt willekeurig, en het ftaat even vry aan onze Staatsre^ geering om 'er eene dergelyke vastfteiling tegen te maaken. Het Tractaat van 1674 onder Carel den Tweeden tusfchen Engeland en de Republiek geflooten, hebben de Engelfchen altoos ten hunnen voordeele en tastbaar verkeerd uitgelegd. Dat dit thans mede van nul en geen er waarde moet geacht worden, is natuurlyk,. dewyl het door deezen Oorlog, en wel door den Aanval der Engelfchen op ons gebroken en vernietigd is met wat 'er meer van dien aard zyn moge. Dan de Tyd zal keren wat de Inhoud van het te fluiten Traslaat met de Britten zeggen zal; een weinig tyds geduld nog. Krelis. Ter vermeerdering misfehien van nog grooter onaangenaamheden dan wy ons hebben kunnen voorftellen. Louw. God weet alles, Vrind ! Maar dat de Eer der Republiek niet in luifter door dien Vrede zal toeneemen , en het voordeel derzeive daarby wel zal vergeeten blyven, fchynt zo waar te zullen zyn als tweemaal twee vier is. — Wat zeggen ondertusfchen de Tydingen der Oorlogstoebereidfelen tusfchen Rusland en 't Otiomannisch Ryk, waarby men ook voorziet dat de Keizer geen ledig Aanfchouwer zal blyven ? Krelis. Naar alle waarfchynlykheid zullen de Eifchen der Keizerin den Grooten Heer te hoog voerkomen, en wil hy 'er iets op afdingen, zal hydaartoe wel de Wapenen moeten ter hand neemen, te meer, de'wy] h/1 Turkfche Krygsvolk onöphoudelyk om den Oorlog blyft fchreeuwen. De Keizer, meent men, zal 'er zich dan wel inmengen, om van het Turkfche Gebied op zyne Grenzen en mooglyk verder e-n goed gedeelte aan zyne Staaten te hechten. Frankryk en Spanje inmiddels fchynen vast beflooten te hebben de meerderheid en vooral de vyandlykheid der Rusfifche Zeemagt in de Middelandfche Zee niet te zullen gedoogen. Engeland dat niet ongaarne het Syftema van 'c Hof van Petersburg zou willen zien doorgaan, fchynt verlegen te zyn, hoe zich ten deezen opzichte te gedraagen, en men meent, dat by de Vredesonderhandelingen deswegtn bepaalingen zullen gemaakt worden. Dat dit punt in ernst door het Hof van Verfailles in 't oog wordt gehouden is zeker. —- Engeland wordt ook log in zyae eigen Ryken met eene verandering van Staatsgesteldheid be- ' dreigcL  C i39 3 drefgd. Schoon Ierland verklaart den Koning getrouw te willen blyven, bsgeerf' het echter zyne eigen Onaf hanglyke Rechtbanken, een eigen Admiraliteiten voorts alles gefchikt te hebben derwyze, dat in de Itrfebe Zaaken geen tusfchenkomsi van Engelfche Parlementen iets tc zeggen mogen hebben. Dit heeft het Britsch Mi«isterie niet weinig ontliust, en daar het lerfche Parlement den 6 der aanitaande maand voorneemens is te vergaderen, beginnen de CabinetwerkersteSr. James hoe langer hoe meer ongerust te worden. Men. verwacht daar in dc eerfte Zitting voorftellen van het uiterfie belang voor dc waardigheid der beide Ryken. De Heer Flood zal met de groote Nationaale vraag ten voorfchyn komen: Hoe verre dc magt der Engelfche Wetgeeving zich over het Parlement van Ierland uitftrekt, en door wat gezag dezelve de byeenkorast en het adjourneeren van dat Parlement bepaalt? Daaiop zal volgen een verzoek, dat de lerfche Parlementen voortaan zp tn'et flechts één Jaar, ten jninfte niet langer dan drie Jaaren duuren; welke en «ndere voorftellen men voorziet, dat het Ministerie veel te doen zullen geeven. Louw. Die Zaaken konden wel van meer nafleep worden, dan zich de Engelfchen verbeelden. Dan laaten de Heeren Britten hunne Pottagie kooken geJyk zy die begeeren te eeten, het zal ons buiten gefchil zyn. Onze VaderlandJandfche Zaaken behooren ons het eerfte en meefte ter harte te gaan. Wat wordt ons van dezelve bericht? Is het te Arnhem al weder tot ftilftand? Krelis. Ja, Vrind! Maar men zal het Garnifoen een anderen Commandant geeven, die de Party der Regeering meêr toegedaan is, en zulks volgens de fchikking van Zyn Hoogheid, zegt men; evenwel blyven de Burgers welgewapend, en op het gerucht van den aantogt eens Regiments Krygsvolk hadden *y de Schipbrug geheel binnengehaald, en hielden «en geduurige wacht buiten de Velp-poert, fterk genoeg om den toegang van overmagt te verhinderen. —~ Dat gewapende Burgeren noodig zyn om hunse Rechten te handhaaven is niet meer dan billyk, en ook om allerlei Oproeren te dempen noodzaaklyk. Hebben die vaa Arnhem zulks gedaan, dan is hun gedrag niet te laaken, maar te pry zen. L©uw. Dit heeft de Burgery te Arnhem, zo ik meen, getoond in 't befchermen van 't Stadhuis en de Regeering , gelyk ook van nog andere Huizen en Perfoonen, op welken de haat van de dtiftigiten onder het Gemeen gevallen was. —■ Dus heeft ze hieromtrent haar pli>?t in acht g«noman. Valt 'er nu ook nog iets anders wegens de Binneclandfche Zaaken te zeggen? Krelis. Ik kan u niet anders deswegen melden, dan 't geen ik in openbaare Nieuwspapieren gemeld vind. Das zal ik u uit de Zuidhollandfche Courarir No. 102. voorleezen het volgend Extracl van een Brief uit Overysftl den 20 Augustus. Voorleden Donderdag heeft eindelyk ook de braave Meen te van Zwoll eene Misfive aan Zyn Hoogheid den Prins Erfftadhouder afgezonden, om Hoogstdenzelven op eene vriendclyke wyze te bedanken voor de Recommandatien. —> Gisteren avond wierd my van goederhand verzekerd, dat dezelfde refolmie te Campen genomen was: Dus dan de drie Steden van onze Provincie hun oud en lang verwaarloosd Recht weder aan zich getrokken hebben. Mogt nu onze Ridderfchap dit voorbeeld, op den voorllag van den Heer van der Capallen, volgen! Aanftaanden Maandag wordt 'er te Deventer Landdag gehouden over Yrecbï van de Jagt der kleine Steden, 8» 2 Eot5Wi-  ( 140 ) Louw. 'Bravo'. Dat «ik zyn recht behoude, dan heeft de kwaade Man niets; volgens 't oude Hollandfche Spreekwoord. Het zal dus moeten blyken in welke bepaaling dit iecht beftaat, en wie van 't zelve een misbruik gemaakt hclsnen. —* Wat nu nog meêr, Vrind Krelis? Krelis. In dezelfde Courant komt nog voor een Copy van een Brief uit Utrecht den 21 Augustus. Ik zal 'er u kortelyk den inhoud van re verftaan geeven, Hierin btftaandt,dat een aanzienlyk aantal Burgers twer Requestengeteekend hebbende dezelve op den i Aug. aan de Vroecfchap zyn aangeboden. Iii 't eerfte wordt verzocht, dat ter onderfteuning der achting van't Coliegie Hunner Ed. Gr. Achtb. aan Mr. Ryklof Michael van Goens, (de bekende Schryver van 't Politiek Pertoog en andere Antipatriottifcbe Libellen) voortaan moge geweigerd worden de zitting in 't zelve Coliegie, en met hem niet in beraad te treeden over eenige Zaak de Politie der Stad betreffende, maar in tegendeel uit te werken, dat hem als Raad der Stad zyn affcheid worde gegeeven; en zo dit, onverhoopt niet mogte volgers, dat Hun Ed. Groot Achtbaare, ter voldoening aan de billyke begeerte van de Burgers, hem voortaan alle Commisfien, het zy dezelve by Nominatie begeeven worden, of die ter directe dispofitie van Hun Ed. Groot Achtbaareu ftaan uitfluiten en voorbygaan, opdat de Regeering deezer Stad eens ontheft worde varl hem, die dezelve zo zeer ontluiftert. Louw. Al wederom Bravol Wat ftellen de Burgers nu in het tweede VerzoeKicmift voor ? Krelis. Dat de vrye Nominatie van Butgemeefteren en Scheepenen, zo wél als de vtye begeeving van alle Stads verdere Commisfien, die de Regeering benoort te hebben als een recht, der Stad en Burgerye toekoomende, zy eerbiedig en fchuldpli^tig veizoeken, dat recht te mogen zien handhaven door Hun Ed. Groot Achtb. en dus ook de beftelling der Commisfien voor de Regeering tegen den 12 Oöober deez« Jaars, en zo voorts alle Jaaren, zonder daarin van eenige recommandatien afhanglyk te zyn niet alleen; maar dat dit ook generalyk cefchiede met opzicht van alle Generaliteits en andere drie of zes jaarige Commisfien , Dykgraaf, Heemraadfchappen , Watergraaffchappen, het nomineeren van Raaden, Procureur-Generaal en Griffier van den Hove, en voorts geene Commisfien en begeevingen hoe ook uitgezonderd. Louw. Hebben deeze Verzoekfchriften den gewenschten uitflag gehad? Krelis. Volkomen, Vrind! Want een Commisfie van vier Heeren uit d« Regeering benoemd, heeft alles voqrgeJraagen aan Zyne Hoogheid, die, begty.pende het zeer billyk verzoek der Burgeren, geen oogenbiik geaarfeld heeft het toe te (temmer. Louw. Zie, dat is driemaal Bravo! — Weet gy me nu ook nog iets meer zaaklyks te vertellen. Doe het dan fpoedig, als 't u gelieft? Krelis. Voor deeze keer zal ik niet meer opzoeken. Louw. 't Is ook al wel zo. Vaarwel, Vrind Krelis! Slaap gerust. Krelis. Ik wensch je 't zelfde, Louw-Broérl Wel t'huis en de eroetecis aaö' Diewertje. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Regulier* Breêftraat, te Amfterdam. '  KRELIS e n L O U W. na. 36. 2 September 1783. Krelis. Tk wensch je een goeden Avond, Louw-Broer! Is 't met dea JL Wel ftand nog naar behooren ? Louw. Volkomen, Krelis! Hoe hebt gy 't 'er meê ? Krelis. Ter deegen frisch, Vrind! Lcmw. Mogen wy het dan maar op deeze wyze blyven houden. Krelis. Zo lang het den Hemel zal behaagen. — Maar weet gy my niets nieuws en byzonders meê te deelen ? ,, . Louw. Ja, en wel wegens eene groote, doch voor de Republiek niettemin ^8Krelfs!ak'lk begryp u, Louw-Broêr! Gy meent de noódzaaklykheid in het toetreeden tot den Vrede , op Voorwaarden van Negapatnam aan Engeland afteftaan, de Britfche Schepen de vrye Fa art door de Indifche Zeeën intewilligen, en bun bet gewoone Salut te geeven, met het laaten vallen van den Wimpel, Qfc. tp den ouden voet. Louw. Op den ouden voet; Ja, Vrind! En dus zullen de Schepen van den Staat achter niet verpligt zyn, dit Salut of Groete aan die der Engelfchen verder te geeven, als by voorige Tractaaten bepaald is. In dat van den 9 February 1674 te Westmunfter gefloten, vinde ik die bepaaling in Art. IV. aldus gefteld: De Staten Generael der Fereenigbde Nederlanden , naer behooren aen haer zyde erkennende het recht van den Deorlucbtig/len Heere Koningh van Groot Brittannien, op dat aen desfelfs Plagge, in de Zeen kier naer te benoemen, eerbiedigbeyt'vserde bewefen; fullen verklaren ende toeftaen, gbelijck fy mits defen zijn ververklarende ende toeflaende, dat alle de Schepen ofte Faertuygen, toe-beboorende de ghemelte Fereenigbde Provinciën, V zy Schepen van Oorlogb ofte andere, V zy byfonderlijck, ofte in Efquadres verdeelt, in eenigbe leen van de Caep Finis terra gbenaemt, tot aen V midden van 't Punt, gbefeydt 't Staten Landt, in Noorwegben , alle de Schepen ende Faertuygben, foo veele den Doorlucbtigbften Heere Koningh van Groot Brittannien fouden mogen aengaen, ontmoetende, 't zy defelve zijn alleen ofte in meerder getal, foo -wanneer defelve voeren hoogfl gedachte Syne Majefteyts Wimpel ofte bet Zeyl, gbefeyt Jack , dat in fulcken gbeval de Schepen ofte Faertuygben der ep-ghemelie Pereenigbde Nederlanden, bare Top-Wimpel van > (le groote Maft nemen , ende let Top-Zeyl fullen laten vallen, in dier-voegben, ende met vbeliike Eer-teycken, als oyt ter eeniger tyt in eenigbe piaatfen hier bevoorens teahens eenige Schepen van Sijne Majefleyt van Groot Brittannien, ofte van des felfs Fooriaten ten reguarde van eenigbe Schepen van de Staten Gbenerael, ofte van der felver Foorfatenfoude mogen zijn gebtuyckelijck ge-weeft. H;er ziet rmn in hoe verre dit Sülut plaats kan e» moet hebben, doch niet overal in alle Zeeën. Kon dit echter u;t den weg geruimd worden , het zoude al veel twisten kunnen voorkomen, d:kwils door de Britten uit kleine niet alken, maar S 3 telfs  ( 14» ) wlft onrechtvaardig voorgewende oorzaaken wordt gezocatv Wat wil ander, dit Salut zeggen? Ik kan gemaklyk myn Hoed voor myn Buurman lieten dande Dwang daartoe is het grooie, dat niet wel ftrookt met het vermogen vanen" vrye werkdaadigheid te meer indien zich de trotfche Buurman niet gewaardigt ons het ze 1de Compliment weêrom te maaken. 't Is toch ie» waaraan men rek ergert. Maar dit gedwongen Compliment weegt nog geenszins in ons nadeel het verlies, van Negapatnam en de vrye vaart door de Iadifehe Zeeën in 't Oosten n. Deeze flagen zyn indedaad zwaar voor de Maatfchappy en 't geheele Vaderland. Krelis. Dat is zeker, Louw-Broêr! Maar het fchynt nochthans dat men dit verlies en deeze inwilliging heeft aangezien voor de beste van drie wezen welke ons Honden mteflaan ; naamlyk met Engeland in Oorlog te blyven een .ftonir tyke Vrede met dat Ryk te maaken, om dan Negapatnam en meer te behouden of, gelyk nu. beflootenis, het met de vrye vaart in de Oost-Indiën aan de £*' geerte der Britten opteoiT-ren. Om te blyven Oorlogen zyn wy reeds niet trefteM uit hoofde van de werkeloosheid onzer Zeemagt niet alleen,'maar wegens de' fpoedige afdanking zelfs van een zeer aanmerklyk gedeelte van ons beste Zeevolk Voor Engeland op nieuw te kruipen als in eene Slaaffche Verneederine en on* door de belang- en heerschzuchtigfte aller Natiën te doen trappen voor altoos • nieuw en allerhardst Juk op onze Schouders te laaden, daar het oude door deezen Oorlog is verbrooken, zou de onbedachtfte flap tot onze allerlaagftc verneederimr geweest zyn, en hieruit zouden zeer waarfehynlyk de allernadeeligfte gevoS voor ons hebben moeten fpruiten. Dan dit laatfte had de Engelscheezinde fS gaarne gezien ; want dan had zy de bovenhand, doordien men zich in alles a£ hanglyk van haare Vrienden de Britten zouden hebben moeten gedraagen erwvl die AiH,patr,ott.fche Cabaal haar doemwaardige oogmerken tot vertreeding Z Vader andfche Wetten Rechten en Vry heden begunfiigd zoude hebben gezien' 'c welk dier verderflyke Party thans, buiten haare gisting gaat: Zo dat het te denken' althans te hoopen is dat haar vermogen eerlang zal fmelten als losfe Sneeuw voor de kracht der Zonneftraalen. ur Louw God geeve dat wy 't ondervinden mogen! De tyd baart Roo*™ OndertBsfchen kan ik my niet onthouden van u myne vrees voor den korten duur deezes Vredes te kennen te geeven. Het is by my zeer waarfehynlyk, dat de En' gelfchen, naar hunne gewoonte, met zullen nalaaten de vrve vaart in de OoJVr fche Zeeën verder te trekken als het Traktaat zat zeggen / of licTer dat zy door senen ongeooiloofden Handel op onze Kusten aldaar ons groot nadeel zullen trachten toetebrengen, en het dus met het misbruik dier vrye vaart niet min onvoordelig voor ons gefteld zal zyn, als het met Spanje wegens het Artikel otwl Asfiemo zich fteeds heeft toegedragen. Een goVgetal gewapende sïhipen en Volk , onder 't bevel van onbaatzuchtige Officieren en Amptenaarcn, zouTulk alleen kunnen verhinderen. Maar wie durft zich verzekerd houden dat men dezulken fteeds zal aantreffen. 6 Krelis! De Trou^v en Onbaa zuch ighefd zyE m&rh Menschdom aan deezen kant des Aardkloots en in Europa geene algemeene Verfthynfels; zouden zy het dan wel aan deszelfs andere zyde in de Oost-IndiS i&em ? ™ Hoe het zy, zonder deeze deugdzaame Eigenfchappen niet in oefe- ning.:  C 143 ) " Hing te ftellen, kan nooit een Staat door zyne Dienaars, zy zya dan van wélken rang zy weezen. mogen, of Amptenaars, of Vloot- of Leger-Officieren, wel en £.*n besten van 't Algemeen gediend worden. Deeze waarheid is geduurende een korten doch voor ons verderflyken Oorlog met Groot-Brittannie klaar genoeg iii de meestgewigtigfte Zaaken gebleeken, die, Ichoon ze door de Souvereine en Wetgeevende Magt bevolen, geduurig zonder het bereik van de bedoelde oogmerken bleeven waarby alle de zorgen van 's Lands Vaderen onnut en vruchteloos werdeu gemaakt, door 't gedrag van eenigen, wier Ampt, Pligt, Eer en Eed echter meêbragt de. hooge bevelen der Wetgeevende Magt fliptelyk te volgen, nittevoeren en te vervullen. Heeft deswegen den weldenkenden Vaderlander iets ïn 't oog geloopen, het is het niet opvolgen van de hooge Staats-ordres, betreffende het Befluit van 't zenden eens Eskaders r.aar Brest geweest. Blykbaar heeft men daarin eene ongehoorzaamheid van den Gebodenen tegen den Gebieder waargenoomen ; en men zal niet te veel zeggen, indien men dit weérfpannig Pligt-verzuim een fchending. van de Hoogftc Magt, en Misdaad van Gekwetfte Majefteit noemt. Krelis. Zo begryp ik het mede, Vrind! Maar zal dit, zonder dat het Souverein gezag der Staaten 'er zich aan gelegen laat leggen , ftraffeloos afloopen ? Louw. Ik zou het tegendeel 'er van gelooven. Want het zoude in andere gevallen kunnen gebeuren dat men, zo deeze Misdaad ongefiraft bleef, zich op het gedrag der Weêrfpannigen in dit geval beriep, en dus zou de klem der Regeering niet meer in handen van Vrye Staaten berusten kunnen. Het is dus zelfs de Pligt der Souvereinen van iedere Provincie elk in de hunne daartegen met den uiterften yver en naauwkeerigfte oplettendheid te waaken , gelyk men vertreuwt, dat ook fteeds gefchieden zal, dewyl men verneemt dat de Overtreeding y3n '1 Staatsbevel ten deezen opzigte, naar 't geftrenge van de Wet, van ft:p tot ftip ftaat onderzocht te worden. Althans dié Zaak betreffende lees ik wegens die van Holland en Westfriesland het volgende uit 's Hage 1 September. Men wil dat Hunne Ed. Groot-Mogenden befloten hebben ter Generaliteit voor te ftellen', om aangaande de verydelde Espeditie naar Brest een zeer naauwkeurig onderzoek te doen, en dat ten dien einde een nieuwe Befoigne of Commisfie aoude benoemd worden, van zeven Heeren , uit iedere Provincie, welke; met te nietdoening van alles wat daaromtrent tot hiertoe is verricht, de Zaak uit den grond zouden nafpeuren, ten einde te ontdekken aan wien de fchuld vam deeze ongehoorzaamheid is te geeven, op dat, na gedaan rapport, de Schuldigen rigoareuslyk en exemplaar mogten geftraft worden". Krelis* Wie zou ook zulk een onderzoek niet hoognoodzaaklyk oordeelen; want wordt met het recht der Wetgeevende Magt de fpot gedreeven; wat ftaat dan met dat van 't Volk niet te gefchieden i Ik heb ook vernomen dat de Militaire Jurisdictie door de. Staaten van Zeeland binnen behoorlyke paaien gefteld en daar en in de Generaliteits-Landen in haare te fterk aangemaatigde bedryven beteugeld ftaat te worden. Louw. Althans ik lees het dus ftelljg. Laster, Vrind -Krelis,  ( '44 ) • -'E*traÖ vin een Br,ef n]t Middelburg den 27 Augustus. Ook hier in Zeeland is het werk der Militaire Jurisdictie met ernst ter deezer Staats-Vergadering onder •handen genomen; want op den n deeier is het rapport van het Staats Befoüne •ieswegens ntgebragt, m fubftantie daarop neder komende, om in het crimineele de Militairen geene andere Judicature dan over Delicten, pure militair toetekennen; — in cvile Zaaken hun geenerhande Jurisdiftie toetelaaten: — voorts den .Hoogen Krygsraad te desavouceren, en ter Generaliteit te doen infteeren dat door denzelven geene Actens van Jurisdictie in de Generaliteits Landen gepleeed r°uen- ir?^?'^" WOrd reeds &edrukt> ™ den 22 der volgende Maand is by Hun Ld. Mogende» vastgefteld, om alsdan de Zaak der Militaire JurSdifl e finaal aftedoen. J '"U1W"C Krelis. De dierbaare Rechten van een vrye Natie te handhaaven is en moet al■toos de Pligt blyven van hen, die gefteld zyn om dezelven als het Voorwerp der Belangen van het Vaderland en 't Volk te befchouwen. Dat alle misbruiken door een1 te onbillyk aangematigde magt geweerd mogten worden, het verderf zou ook 111 de allergewigtigfte Zaaken niet heerfchen. Geen Eigenbaat zou 't heil vernielen Van 't vrye Vaderlandsch gezag, Geen Dwang zou trachten 't Recht te ontzielen, Opdat het niet meer heerfchen mag. 't Zag in 't geheim geen boeijens fineeden Ter klu'itring van den Batavier, Om hem dus op den nek te treeden. Men waak' dan tegen *t Wanbeftier Van wreevlige eigendunklykheden, En breek* haar prangend Juk aan twee. Herfteli' het Recht van Staat en Steden, Opdat ook de Eendragt leeve in Vree", . En Vryheid op haar Troon blyv' praaien, Terwyl 't gevolg der Heerschzucht zwicht Met haar, die 't hoofd moet onder haaien _ - Voor Wet, voor Recht, voor Deugd en Pligt. Hiermeê genoeg, Vrind! Het wordt laat. De Vleërmuizen zyn reeds aan *t vliegen. Vaarwel en flaap gerust. T, rccas aan 1 landvrouw.™"11 t '* ^ 1 Wd l'hUI'S cn de 8«™«* ^ nyc- rC PoUkftcr dee"s is ë^vki en te bekomen: De vrolyke LOüWi» KRELIS: zinger.de een vyftigtal nieuwvervaardigde Zangflukjes, op allerlei Onderwerpen zo als dezelve nog m geene Liedboeken gevonden worden. Alle op defraaifte, keurigfte en nieuwltc wyzen. De prys is 4 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe JAGOBUS vanEGMOMt7 ■ de Regulier! Breéftraat, te Amfterdam. ' P  LOUW en KRËLIS, N°. 37. 9 September 1783. Louw. \ 1 weder goeden Avond, Vrind Krelis ! Het zal my , f\ lief zyn als gy welvaarend zyr. Krelis. Wel dat is goed; ja, ik ben terdeeg gezond: Als 't met u ook zo gefteld is, dan hebben wy 't beide dienaangaande naar wensch. Louw. Zo is het, Vrind Krelis! £n ik kan u verzekeren dat ik gezond ben. Geef my daarby 't genoegen , dat ik begeer te genieten, door uw verhaal van 't een of ander der Zaaken, den Toeftand onzes dierbaaren Vaderlands betreffende? Wat zal eindelyk ons Lot zyn? —■ Een betreurenswaardige Vrede, door 't verzuim der Glorie van een roemruchtigen Oorlog? Hoe zal 't met de omftandigheden, in welke ons Gemeenebest zich bevindt, afloopen? Krelis. In Vrede, Louw-Broêr! ten miefte zo men fchryft. Luister, wat de Haarlemfche Courant van heden ons zegt, in een Haagsch Artikel van den 7den. » Op gisteren middag om 2 uuren kwam de Courier, met de verWagc wordende tyding wegens onzen Vredehandel, uit Parys alhier aan. Deszelfs medebrengen behelst, zo men verzekert, dat de Vredes-Praeiïmirahvn tusfchen de Ambasfadturs deezer Republiek en den Hertog van Manchester, Ambasfadeur des Konings van Groot-Brittannie, den 2 deezer op de drie aangenomen Poinclen van het Ultimatum, door Engeland aan de Republiek vcorgefchreven, geweekend zyn; en dat de tyd tot de Ratificatie deezer Prseliminairen, zo wel als tot de Accesfie tot het Definitive Vredes-Traclaat, dat den 3 deezer tusfchen de drie and.re Mogendheden is geteekend, voor H. H. M. Op zes weeken bepaald is. Na de aankomst van deezen Couricr wierd *er 's avonds om 8 uuren by H. H. M. Vergadering belegd, weike tot 9 uuren duurde. De Heer Berenger, Chargé d'Affaires van het Franfehe Hof, was dien avond in Conferentie. Men zegt, dat Zyne Doorluchtige Hoogheid verzogt was geweest deeze Vergadering bytewoonen. De Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, zyn gisteren avond ook vergiderd geweest, en zulLn morgen, ochtend om 10 uuren weder byeen komen. Heden is ook, fchoon Zondag zynde, in de Comptoiren van H. H M.aüesinbeWeeging geweest; waaruit men zien kan dac 'er eene groote drukte is. Daar is en wordt nog veel onder het Publiek gefprooken van Geld, dat frankryk aan de Staaten zou vraagen tot goeddoening van gedaane T on=  ( Hó ) onkos'en voor onze in haare handen zynde Posfesfien zo in de Oost ais West door haar op de Engelfchen heroverd. Met meer fchyn van waarheid fpreekt men van Verfchotten, die Frankryk zal vraagen, welke sedaan zyn in het ligten van drie Regimenten voor de Oost-Indifche Compagnie, welke Werving Bewindhebberen in Frankryk gecontraftcerd hebben tot beveiliging van de Kaap en andere 's Lands Posfesfien in de Oost-Indiën. Of nu de Expeditie van den Heer Suffren, als tot hetzelfde oogmerk geageerd hebbende, ook nog een byzonder Artikel is, kan men nog niet Heilig zeggen". . . Louw Indedaad zal het toetreeden tot het teekenen der Preliminair ren van 'der Staaten zyde den Britten Hof tot juichen geeven, en hunne Cabaal- in ons Vaderland zal 'er zich in 't geheim over verheugen. Maar de waare Patriot- zal 'er in zyn Hart de grievendfte fmart 'tr over etKrelis' De Vaderlandfche Nakomelingfchap, de Gefchiedfchriften van den oudften toeftand deezer Landen af, tot op den -tegenwoordige! doorietzende, zullen onmogelyk de verbastering kunnen begrypen yan eene Natie, die, ten toppunt haarer grootheid, om 't welk te bereiken zv zich Eeuwen vermoeid had, in één onzaligTydftip, eenen kring van niet meer dan drie Jaaren , door haare vermogens niet, of verkeerd werkftellig te hebben zien maaken, door fommigen welken dit echter volgens i Eed Eer en Pligt ter harte moet gaan, zo zeer vernederd hebben ge- . zien' dat het niet te verwonderen zal zyn, dat zy 'er ten dien tyde,, wanneer zy aan zulk een onvergeeflyk verzuim dier Werkeloozen onder i haare Voorvaderen het •nfchuldig gevoel haarer rampen rechtvaardig toe; zal fchryven, ea reden vinden om derzelver Naam en Gedachtenisfebui- • ten Zégeninge te houden. Louw. Dit zal het allerwaarfchyftlykst zyn; en om waare Braaven;i evenwel'die Zégeningen waardig te maaken, zullen rechtzinnige en fchran-dere Pennen het Kaf van 't Koorn dienen te wannen; waartoe zkh, op; het fpoor van den met waare Patriottifchen Yver bezielden Candidus, zichi in het famenftellen van den Courier van Europa, zich de Schryver vani dit Papier met een onbevreesden en mannelyke ftyl voordoet, gelyk terftond by den Tekst voor zyn No. i. genomen uit Virgilius XI. Boekvanr ?vnen Eneas. De Latynfche Vaarzen, daar opgegeeven, zyn van kracht* 'J -* • i np J^ l ~ ■).-*, ,~ A tarnen TTn/aaci Drances, geen vrina van iumus, uic uuum vuuccujgue n.8vui«uv.»i hr, 7«r,p Frv$naanen. foreekt ze als Raadsheer van Vorst Latinus uit: Zy luiden, naar Vondels vertaaling, aldus. Aj\  Zy wcem al te -wel viat Ut behoudenis Der Bitrgrcn wordt vereischt, doch boude i -dit nocb bhimv.* ■ Hy geeve ons vryheid om te fpreeken, dit tg cntginnen, En laaf zyn hsovaardy en opgeblazenbeit Eens vaar en, door wiens drift en jammrtyk beleit En zydegangen, lik zal 't zeggen onverlegen, Al dreigt hy my den dood met zynen trotfchen degen,} Wy zo veel lichten van Krygs'óverften geblust, En al ds Stad in rouw zien-zitten. — v v TV^e taal was onweêrfpreekbaar toepaslyk op de gefteldheid der Krehs. IXeze taaiwas o derlleld dat zc gebeurd zyn. Ik vind " Zaaken, tusfchen En as en Zaaken onsKGemeenebest betreffen¬ de ^^"^ alseene'uitvoetendePligtderxulken, de in«t welke men JTO£^*n £h niet fn onurekken aan 't Staaf welken, zonder Memetfdjen 1 > . Wetgeevende Magt erkent, kundige, dat zyne ^ Souverein is, als de Zon over den Dag;. als d.e welke n ™h-zdve™J het S(± fd dat z van de 2on terwyl de Maan alleen te vreaen u ) ^ ftechis ^ ontleent d^noc th^s n he kortft^d r^g ., n,ge uuren_, indien ze mei n . Hornond zien raaken; en'tts juist ken en omringd is den Zmdemna onzeverraderlyke Vyanden va:, °°k °P efchvnTvrke^ ntelfcht gf Lucrt, die over 't geheel Gemeenebest hing, onze oogfchynlyke n-veia"l'& , Nachts alleen fcheen de Maan en de Ongehnfk hebben^ ^ zich doorgaans by ; en zo lang weêrHerren oaie vruchteloze Noo.dzeebeknrsiers ook nog deeze he"^K^^ te worden. Maar, op het verdwynen van geen »°°^^eST«ken«i, zag zich een geheele Unie omvergeworpen die ongeluk voorltelienae 1 \Ue° wa£ ïich >er [n bevond , terwyl wy en te grond 1™^*™™$*™ «bruikte Werktuigen naar de Maansgefteldandere foorten van minder,tet nu^o ft een Zegman K heid hebben zien befchadjgen » ^ttl»sM° evenwel een veel minder Lichf r ^^onTunkt het^ny"v^TdÏ ons Zeevolk altyd by de Maan vloekt. iS ¥' DatSomtdeSyk daar van daan, dat men by 't Winket, van de Zon h°*uPn®t Lichtder Stenen ziet, maar wanneer de Maan haar flaauwfte zeer zelden t ^ d'ie haar omringen, doorgaans grooter en glansfen ge^hyjen de bterr , yan ,{ ^ Nachtgebr0ed van He- K^^H^-^ waten op een drïefprong te dagvaarden, blinke.  ( H8 ) Ze rnet haar ongeftadig licht niet anders uan om het onzekere te bevestigen fteunende in hunnei Nachtdienst, fchoon zy de Maan zelve hun licht van d'e Zon zien trekk.n, op dat mindere Weezen des algemeenen Lichts; als of het door zyne ydelyke flwKeringen wilde te kennen geeven , dat het flechts een flaauw Licht was van de Maan, doch enkel om zich by nacht te doen zien en niet van de Zon, die zelfs den Dag, den Nacht en de Jaargetyden beperkt,'noodie hebben, 't Is in de daad weêrfpannig! Dan myne befpiegeling heeft my te hoog eeleid, Vrind Krelis 1 — Ik zou my op deeze wyze wel in 't befchouwen der Sterren Zo verre verhezen, dat ik, gelyk men van een zekeren Sterrekyker verhaalt die onbedachtzaam zich verwonderende over eenig vreemd Verfchynfel achter uit liep en ia een Sloot viel, uit welke hy niet dan met Levensgevaar gered werd Doch dergelyke val zal my in die oefening niet gebeuren. — Maar wy hebben na den Europifihen Post. die zich nieuwlings opdoet, maar wat duur voor 't Ge , meen valt, eet! Perlemfche uitgaave van een zogenaamde Nederlandfche Courant f gezien, draagende alle de Teckens van een onlangs verboden Diemermeerfcbe Dan zo het Zelfbelang des wegen dc Liefde tot dat van 't Vaderland niet overtrof Zou men de gebreken, welke men in dit Pap'er, als niet met de vereischtebe' kwaamheid in 't fchryven van een zodanig Dagfchrift Itrookende, kunnen verfchooneo; dit kan echter hoe gaarne men wilde, niet gefchieden. De UiVeever zoekt niets dan voordeel voor zichzelven; de -Redacteurs, of Drukkers hoe zal ik ze noemen, zoeken 'er niets anders dan hun Zelfbelang door- en dit zoude tndien alles wel herbragt wïerde, niet moeten of mogen gefchieden — Daar . gy g^iedt dal men niet Jtcelen zal, fieelt gy zeiven ? zou men met veel récht die-Lui. den meer als pligtfchuldige bedryven zien aanmaatigende, te gemoet kunnen voe, ren, en hun doen zien, dat zy in fchyn van Vaderlandliefde, hunne Medevaderlanders uit een verfbeilyke zucht tot eigenbaat fteeds trachten te benadeelen Ondertusfchen houde ik de Zöidhollandfche Courant voor een allernuttigst Nieuws : papier, en beveel onze Samenfpraahen daarby in dc aanhoudende gunst der onoar" ; tydige Patriotfche Leezeren. ' •Krelis. Zo is 't, Vrind! M-aarwy hebben thans niet kunnen zeggen wat ik voor my wel voor had, nog,te praaten; en thans heb ik myn tyd al weer van do?n. Vaar dan wel, en laat ons zien wat in 't aanftaande kan gezegd worden .Slaap gerust, Louw-Broér! ° ° Louw. Ik bedank je, Vrind Krelis, en wensch Je 't zelfde. Wel t'huis' Groet Grktje. By de Drukfter dezes zyn te eekomen de oprechte Engelfche Maag-en WormPoeders van Salomon New, dewelke meer dan 8e Jaaren met goed fucces zyn verkomt. Het Pakje is 7 Stuivers, i Dy de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkocht, de oprechte en onverbe. fertyke Koorts-Pleiters, die'door hunne nmte uitwerkingen tegenwoordig zeer |j beroemd j^n^7.0 wel voor Bejaarden als. Kinderen. De Prys is 8 Stuivers. Geösükt by de F.ïv= de Wedsw* J AG O ü U S van EGMONr'po '« friscn meê, Vrind Krelis! Hebt gy 't deswegen ook wel? KvcZ Ai» «n Vinkje, maar zo vlug niet, Vnnri s — Genoeg dat o .iet beitr Gezouohei.1 niet wankelend is, en nog op vaste beenen Haat. Maar tot ae 7 aak. Wat Nieuws is 'er ? Lont Een üal.maüas, of Chaos, of Bajaard, of verwarde Klomp of Sa« r 1 L ,n£[ en bitter. Het laatfte is ons Gemeenebest te fmaaken gere™ : n % beft auS uit een meer dan te groote Dofis van de meest voor ons kwvnend Vermogen walgelyke Ingrediënten, die ome Staats-Artzen met Zers dyan noodiaaklyk tot herftelling hebben kunnen keuren, hoe bitter die Pil anaers aan ï veriweiecn m0ge vallen. —• Om verder met Zin- neÜS^ den zien deeter Maand te Pary. tusfchen den Engellchen Ambatfadeur en de Gevolmagtigde Ministets onzer Republiek geteekend. £ouw ïo^^ATsmV"-gelyk is zal ik het u zeggen. - Het Eerfte Ardkel bepaalt het ophouden van alle Vyandlykheden te 1^* « « Z*C» ifchen USzydfche Onderdaaneu, met een wederkeerige Vriendfchap en Samenhandel zuSde men ter wederzyde wel degelyk zorg deagen dat 'er n ets ge IX. Alzo het noodzaaklyk 27 een vasten tyd te ftellen voor de wedergeeviagerr en ontruimingen, die 'er zullen te doen zyn, is 'er btflooten, dat de Koning van Groot-Brittannie Trinconomale, alsmede alle de Steden, Landen en Territore waarvan zyne Wapenen zien heoben meefter gemaakt, en welken zy in bezi^tiuJ zullen hebben, met uitzondering van het geen by deeze Artikelen word afaeftaan aan Zyne Groot-Brittannilche Majefteit, zal doen ontruimen op dcnzelfden tyd dat de teruggaaven en ontruimingen tusfchen Groot Brittannie en Frankryk zullen gedaan worden. De Staaten Generaal zullen op den ze fden tyd wedergeven de Steden en Territoiren, welken hunne Wapenen op de Engelfchen in de Oost-Indien hebben veroverd. Ten welken einde de noodige bevelen zullen wordeaafgevaardigd, door een ieder der Hooge contracterende Partyen, nut de wederzydfche Vrygeley-Brieven, voor de Schepen, die dezelve dadelyk-zullen overbrengen, na de Ratificate van deeze Preliminaire Artikelen. X. Zyne Groot-Briitannifche Majefteit en Hunne Hoog-Mogenden, de boven^ gemelde Staaten Generaal, belooven oprechtelyk en ter goeder trouwe alle de Artikels in dit tegenwoordig Preliminair Traótaat begreepen en vastgefteld te zullen in acht neemen, en zy zullen niet gedoogen dat daartegen direót nochindirecldoor hunne refpeór.ive Onderdaanen eenige inbreuk gemaakt, worden: voorts guarandeeren de voorgemelde Hooge contradeerende Partyen algemeenlyk en wederzydselkander alle de bepaalingen dat tegenwoordige Artikelen. XI. De Ratificatie der tegenwoordige Preliminaire Artike'en, in behoorlyke en goede ordre afgevaardigt zynde, zullen uitgewisfdd worden in deeze Stad Parys, tusfchen de Hooge contracterende Partyen binnen den tyd van een maand of eerder, zo mooglyk, te rekenen van den dag af der Teekening van de tegenwoordige Artikelen. 6 Ter welker bevestiging wy ondergefchreven Hoogstderzelver Afgezanten en Gevolmagtigden, met onze hand de tegenwoordige Preliminaire Artikels hebben geteekend in hunnen Naame en uit kragte van onze Volmagt, en dezelve bekrasti 'd met het Zegel onzer Wapens. J & Gedaan te Parys den tweeden dag van September 17S3. geteekend (L. S.} Manchester. (L. S.) Lefievenon van Berkemoode. (L. S.) Bram feu, Krelis-. Om niets anders dan myne verwondering over de meeste Punten rebetuigen, kan ik niet anders doen, dan uit te roepen: ó Landgenooten ' ó Vaderlandlievende Medeburgers! Wat zu't gy. befeften eenen Vrede te neoben ver- kreegen, als gy 'er de vrye vruchten van ?uli fmaaken, die Ja ik kan —. ik durf niet meer zaaar zyn, dien zy gaarne boven zyne Meefters, boven zyne Gebieders zieea verheffen, en daarom elk die het Souvereine Recht des Volks en deszelfs Magthebbenden voorftaat, voor een Oproerigen durven verklaaren Dit weetik, dit weet gy, myn Vriend! Dit weet, Gode zy dank!-het beste gedeelte der Gemeente, waaronder niemand zich bevindt, die naar verandering in de Regeeringsvorm tracht, of dezelve door oproerigheid be~  C ióo ) *eg*e rt te bewerkenmaar wel dat een braaf Vaderlander zyn dierbaare doch te onrecht gefpolieerde Rechten, zyne Vryheden, zyne Previleeien voor zich door de door hem gemagt.igde Overheid, in 't volfjagen recht der gebiedende magt, m zynen Naam, billyk en met bedaardheid term? eischt van de uitvoerende magt. — Dus zyn de billyke Vorderaars hunner Rechten geene Oproerigen, maar zy, die zich hen tegeaftellen • daardoor betoonende dat zy die geene zyn, die zich reeds als ftrafbaarê Aanen Afhangelingen van een Onwettige Party, Tweedragtvoeders en-Oo- Toerkweekers zyn in t nrdden van welmeenende Burgeren Het fpyt my dat het myn tyd niet langer gedoogt om de verkeerde Redeneeringen deezer Antipatriotten te ontzenuwen. Denk jrv 'er mee mr eens op, Vrind! Ik cwyfel niet of wy zullen eerlang gelegenheid vinden om hen te bewyzen dat zy op een dwaalfpoor zyn; waarvan zv •net. dan door Krachtige overtuigingen te recht gebragt kuanen worden indien zy maar met ongevoelig zyn voor hunneEer, voor hunnen Pli et voor hunnen Eed, voor de infpraak van de geheiligde Godsdienstwet-' ten, voor alles in een woord wat noodig is om zich den Naam van een goed Christen en een braaf Burger waardig te maaken. Hiermede Vaarwel, Louw-Broêr! en flaap gerust. mermeae, Lcuw. Ik wensch je 't zelfde, Vrind KrelisJ Wel t'huis en de eroe-tenis aan Grietje. & 1 In onze naastvoorgaande Samenfpraak is een Zinverkeerende Drukfeil angeüoopen. Pag. .ijö. regel 2© van boven ftaat met het gelïeepene en hei fceste, moet zyn met het gejleepene en het botte. Het a'ömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om allefoorten van Noto koome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten, Bureaux Laé\t fels Stoelen, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig te maaken en « Wormen m *t geheel te verdry ven, gelyk men daaglyks by onde ! vinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goedfucces verkogt by de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Hei Potje is 6 Stuivers nBA *K 'tr^°ngemeen 5°?d ™«Spaanfche, AHcantfcheen andere Matten By de Drukfter deezes wordtin Comrni-fie verkocht, de oprechte StoughtoTs Elixer Magnum Stoimch'cum, of het groot en Hartfterkend Maag-Elixer; zynde een ongemeen Middel voor de hecte Koor.fen en veele andere Ligchaamsk waaien Het verzegeld Flesje met een Bericht is 11 Staivers. Hetzelve kan overal ver! tondtn worden. 1 ¥CC G«drakt by d* Erve de Weduwe J AGO BU S van SCMONT-^T de Regpfieri Breéftraat, te Amfterdam. * *  LOUW en KR E L I S. * ■ ; —* N'. 4*. 7 Oólober 1783. Louw. goeden Avond , KreHs-Oom! U het met de Gezosdheta f TT noe in een goeden ftand? , . .. , „ Krelis. km hê $ (Gode zy dank!) wel meê, Louw-Broer! Ge- ^^^^Mm heb het genoegen van my mede welvaarencï tC KrVelUden;t b my lief dat wy beiden dan Gezond, zyn. Hebt gy me ieta byzonders te vertellen ? Zyn 'er eenige Nieuwstydmgen van belang f T™t Dit zoude ik gaarne van u hooren, Krehs.. • Ik weet 'tr «en'. Zo lang 'er nog geen Veldtogten tegen Is echter waar, de groottte tieia nj« , f T ken den Dampkring boven hen ook, dat het onzuiver huishoude nd er l urK n b£metgng vermeerdert onzuiver ^^oor de g ^ di £ Sfr wSif en de meeste Muizen 'er niet luchtig maar zeer bedompt kandtr woon.n , en ae den de Straaten Werpen, 'twelk ^rciinïïi vee heeterdan het onze, natuurlyker wyze befrnetung, in een Llimaat, veu ue Mahoraetaansch.il, heeft, f0" y?^^ËmiMm w«it.h« wil volftrekt niet hec ook een Mahome aan cn aken die wech zouden kunnen  C 1Ö2 ) ioeirsien, wat de Oorlog tusfchen die drie Mogendheden ziï voortbrengen. Hebt gy geen Nieuws van een ander foort, Krelis? Krelis. De Tydingen, die men in de Couranten vindt, worden niet altoos door de waarheid bevestigd; en is het een Zaak van eewiet die men ondernomen heeft voortefteJlen , maar niet openlyk 'er voor uit durft te komen dan gaat crdoorgunieenrnwi zegt, men vil, men mompelt, men meent, hier loopt een gerucht, en wat des meer is, vooraf Niettemin houden de Nieuwsgierigen zich hier aan, en de meesten 'om dat ze by hunne Nieuwsgierigheid de Ligtgeloovigheid voegen De meest* Nouvellisten hebben veel gelykheid met zeker flach van No^rd^rfkT fthe Wilden, die omtrent de Hudfons-Baai woonen. DzZï zyn grove Liefhebbers van de Jagt, en vellen veel Dieren ter neer om dat yl anders met veel te eeten zouden vinden, nochthans vergenoeVen zv zich met de Tongen hunner Jagtprooi alleen te eeten, laafende het overig leggen, dewyl zy denken dat hoe meer Wild zy vellen , hoe fterker-hit zich vermeerdert, terwyl zy uit hoofde van hun Wanbegrip dikvvil. door den honger verzwakken, eêr zy weêr nieuwe Tongen tot fpVS d«or de Jagt verkregen hebben. & ^ ^uw. Ik vwftaa die vergelyking niet. Geef 'er my eens een begrip Krelis. De Nieuwsfchryvers jaagen naar 't Wild der Tydingen • indien zy het vangen, neemen ze er iets van over, en dat is doorgaand"deToS hunmr Correspondenten, dat is dat men zegt; de Tons toch ï*™«? naanule Spraaklid in den Mensch, en hiermede verglno gefzy zi°c°h met dat onderfcheid dat een Mensch ook, het geef by rfe?dl & Krelis. Ik heb die al gemaakt. Danw^t ï. j nittehaalen. De meeste Wchen zy zyn dan , zo ze zyn. Dewyl wy onderbenen geene CoZZnS' buiten s Lands, even zo weinig als binnen 'a Lands hebben! i het onl onmogelyk-iets anders elkander te kunnen vertellen, dan hermeen men in de Kranten leest, waaronder zulken zvn die 7\ch Li/l^l8 BdtedandrcheConespondende beviX', e„ S2 let •efeSSn" di(■ khom Com.pondennegenoeghebbende, van deZel4Seenb° h?Xl? gebruik doet zien of weet te maaien. — De óorzaatVJlf „i Ji , y Dan  ( ró3 ) Dan teder voor ziek, en God voor allen. —r Wy hebben in de Couranten van dag tot dag geen dan onzeker Nieuws. Thans leest men dit, morgen dat in dezelven; ja wat meer is in één en het zeilde Tydingblaadje dikwils het voer en tegen van écn en dezelfde Zaak , ea echter wordt beids met genoegen geleczen, naar de virfchillende De.nkwyze der byzondere Begrippen der Leezeren. zeS£ gy ondertus¬ fchen van dit Artikel. Dus lees ik in de Haarlemfche Courant, No. 120. Uit West-Pruisfen den 26 September. Met Dantzig fchynt h.t nu recht ernsü te worden. De Stad is federt den 24 deezer ten eenemaal geftremd, en mag thans voor volkomen Geblokkeerd gehouden worden; 'Er mag volftrekt niets ia- of uitgaan, behalve de volgende vier puntten , te weeten- Alle Pruisfifche Manufattuuren; alle Waaren, die naar Rusland beftemd zyn, en door die Scad gaan;.alle EfFetten der vreemde' Reüdenten; en eindelyk al het-Linnengoed, de Kleederen en Bedden voor de Reizigers. Z.lfs heeft men de Posten er niet meer willen uiten inlaaten; doch dezelve zyn weder vrygegeeven.. Behalve het genoemde wordt alles teruggeweezen, en de Pruisfifche Tol- enAccynsbedienden hebben desaangaande ftrïkte beveelen ontvangen.- De Magw ftraat maakt allerhande fchikkingen tot verdediging en vermeerdert net; Garnizoen met 80 Man per Compagnie. Ten dien ernde zyn er Werfplaatzen in de-Stad opgerecht. Ondertusfchen hebben de twee Eskadrons' Husfaaren, onlangs derwaards gemarcheerd, de toegangen-der Stad bezet; en men zegt, dat 'er nog eenige Pruisfifcne Regimenten van de nabuuripe Garnizoenen met Kanon derwaards op marsen zyn^ Met ee> woord, het ziet aldaar zeer duister en Krygszuchug uit, en er kunnen ligt bloedige Tóoneelen geopend worden; te mee*, vermits het üaw* ziger Gemeen, naar men verftaat, -zeer verbitterd is. In de Stad. ver wacht men met het grootfte ongeduld het antwoord van het Rusfich Hof op de.voorftellingen, door den Magiftraat aan netzelve-- êeLouw. Wat zou ik 'er van zeggen, Vrind ? '£r zal zekerlyk iets aan, zyn: In de Rotterdamfche Courant van het zeMde Noinmer.lees V^Wf ^Xj^h^BVlS^rgfche den 30 September. Volgens de -jongde Brie- < ven uit Dantzig, neemt, de hardnekkigheid der Dantzigera van dag toe dag toe, en zy ver fterk en zich meer en meer in het beQuit van of alles te verliezen of alles -te behouden. De ver-bitcering van het Gemeen gaat m verre dat het Detachement- Husfaaren, hetwelk onlangs aenvaards ■ gezonden was, met Steenea gerecipieerd wierd, overal waar me.. 9»*™*  C 164 ) Masfthtp daarvan sag. Deeie, waarfchynlyk geene orde tot fchieten hebbendé, trokken terug ; doch nu tal de Zaak van de Prftisfifche tyde met meer ernst behandeld worden; want de Regimenten van Blumenthal uit Moewe, en Egloffftei» Hit Elbing alsmede het Regiment Dragonders van Pinkenllein üit Riefenberg, • hebben bevel naar Dantzig te matcheeren, en federt den £4 deëzef is de Stad no£ naauwer ingeflooten. Krel's. Schoon het op één en 't telfde onderwerp a'tkoomt, veffchFIt het éér» verhaal van het andere rtochthan» teér veel; diu beide in alle opzigten niet geloofbaar. — De Waarheid kan niet dan tuivcr en enkelVouwdig Weeten. Louw. Zo is het; maar hoe dikwils wordt ty door dufebclzinnigcn verdonkerd! Hoe veelen tyn 'er in ons Gemeenebest niet te vinden, die om des voordeels wille hunne Tongen en Pennen verhuuren en hun hart zelfs geweld aandoen .om ze tot verkeerdheid te buigen; geen Party kiezende, dart van Valschhcid en Lasser, fchoon hunne onrechtzinnige oogmerken alcimme doordraaier). — Dit zeg ik van geene Nieuwsfch.y veren in 't algemeen. Geenszins ook van die der genoemde Courant-Schry veren. Deeze volgen flechts hunne Berichten; Zondigen zf hiertegen ; ty zyn aanfpraaklyk en ftraf baar, naar ver éiseh van Zaaken. ~ Dan ik heb noo't dan nu een Weeklyksch Papifcr in Amfterdam gezien, dat men beftendig heeft durven beftaan te bety telen met den Naam van Na-Courant. Ik heb altoos gemeend , en de ondervinding heeft myne meening fteeds bevestigd, dat 'er nooit een Na-Courant, van wat Plaats het ook mogteweèzen, voor het dbg van Jt Publiek kwam, of ty was een vervolg op een voorige gewoone Courant', en behelsde eenige gewigtige Zaaken, en dan was zulk een Papier altoos1 op de gewoone Courant-Drukkery vervaardigd. Maar na heeft men alle weeken een togenaamde Na-Courant, en dat in Amfterdam. Krelis. De Naam doet tot de Zaak: niet. Maar ik heb die Na-Courant nog aiet geleezen ? Wat zegt te toch ? — Is te. wel gefchreven ? Loluw. Op de laat fte vraag kan ik leggen, dat de ftyl 'er van my taamlyk voldoet; maar de dubbelzinnige gedachten in de wyze van voorftelling, en de afgebrookene ,of liever doorfchynende valfche trekken des Schry vers niet, dewyl alles by hem' ,op onderftellingen berust om zyne oogmerken 'er méde te bedekken. Krelis,. Myn Grietje heeft my 'er zo iets van getegd , en is fterk op den Schryver in drift ontftooken, naar den aart der Vrouwen. Ik denk, dat zy zich niet tal kunnen onthouden, om hem eerlang die gebreken te verwyten, fchoon ik het kasr heb ontraaden. Louw, Wel waarom? Ik tal het myn Diewertje niet doen. Onze Vrouwtjes moeten mede ftof tot fpreeken hebben. Laaten ty het dan doe». Ik zelf zal myn. Diewertje'tr toe aanzetten, als zy het maar doet naar waarheid en op góede gronden. —• Vaarwel, Vrind Krelis! Slaap gerust. Krelis. Ik bedank'je, en'wensch je 't zelfde', LouW-Broêr! Wel t'huis, pii de groetenis aan de Vrouw. Onze Almanak, voor hst 'Schrikkei-Jaar 1784, is thans weder te bekomen, ,voor de gewoon* ptys; van 4 Stuiver».- Gediokï fcy dc ïsvc dc V/ed. J. tak EGMCONT'; op de Rfgulieis Brwftraat, tc Amfterdam.  KRELIS en LOUW. n9. 42. 14 Oétober 1783. Krelis. Tk wensch je een goeden Avond, Louw-Broer! Is *t met den wei» L ftand nog naar behooren ? Louw. Al redelyk wel, Krelis-Oom! Hebt gy *t 'er ook nog frisch meêr Krelis. Als een eerfte Baas, Man ! Louw Dat behaagt my. Koorn, laat ons famen eens rooken. Gy ziet het tuig daartoe gereed, en tegens de dampige Lucht heb ik 'er een Brandemorisje by. — Gv tuit my naar Nieuwstydingen uit de loopende Papieren vraagen ; — ty zyn 'er niet in om 'er met grond over te kunnen fpreeken. De ondervinding geeft ons andere ftoffe: Zy doet ons tien, hoe verre de veifoeilyke driften gaan van Schry vers, door den lust van Oproer gedreeven, met oogmerk om de ftille Rust en lieflyke Eendragt hunner Medeburgeren te verftooren, en tulks nog wel onder het zo wys als tacht beftier van den Vaderland-en Burgerlierenden Magiftraat van Amfterdam, onze dierbaare Geboorteftad. Een deeter Antipatriotfche Geesten huisvest in den Opfteller der Na-Courant, en beheerscht deszelfs bedrteglyk fcart zinnen en gedachten zo blykbaar, dat men geene Arends oogen noodig heeft om zulks in zyn No. i. reeds te ontdekken. De Tytel van zyn Gefchrift wvst'het oogenbliklyk uit, hoezeer ook vervolgens met bygevoegde veranderingen, naar des Schry vers keure, (zo hy het waarfchynlyk noemen zal) opgehel- dC Krelis. De H*ofdtytel van tyn befmettend Schend-papier blyft toch detelfde, hoe oneigen het ook in de daad is, een liegend en lasterend Schotlchrift met den Haam van Na-Courant te beftempelen. • Louw. Die onvoeglyke Tytel geeft den onvoegzaamen aart des Schryvers te kennen gelyk zulks allcstins uit tyne buitenfpoorige uitdrukkingen blykt. Krelis Zeg liever valfche, eerroovende, en lasterlyke Stellingen. 'Er tyn geene Patriotfche Schryvers, uitgezonderd die van de Vredebazuin, in geheel ons Nederland dan hy. De Post van den Neder-Rèyn, de Courier van Europa, onte en onzer Vrouwen Samenfpraaken, en honderd anderen, tyn allemaal Oproerig eu derzelver Schryvers e . Uitgeevers Oproer-Zsaijers. Louw. Dit tegt die Oproerzoekende Lasteraar, onder ichyn van een eerften Voorftan'der der waare Rust en Eendragt te zyn; en met dien mantel vanBedrog, die zo dicht niet is of men kan 'er den Wolf in 't Schaapsvel door heenen zien en kennen poogt hy tyne fuoode laagen te verbergen. Toen men tyn No i. te voorfchyn zag koomen, fcheen zyn Papier alleen ingengt te zyn tegen de eerst Noordbollanafche, vervolgens Diemermeerfcbe en nu Nederlandfcbe Courant. Men verwachtte dat de Na-Courant-Schryvet zich daarby tou houden. Alle Weldenkenden zouden hem in zyne berispingen wegens des Drukkers en Uitgeevers wederfpannigheid tegen de bevelen hunner wettige Overheid niet m den weg zyn geweest om hem den minften tegenftand te bieden, hoe zeer het Spiegel wapentje. 1 W 3 bo-  C ïS6 ) boven zyn Papier ook met Vredeveêren en andere Takken verfferd móge zyn, ten bewyze van vreugde over eenen allerfchadelykften Vrede met Engeland en Vleizucht jegens den Oranje.Prins. Maar daar hy reeds in zyn No. i.'den Drukker en LJitgeever der gemelde Courant zo fcherp hekelt, fpaart hy den Schryver derzelve niet alleen; maar fchynt dien weleer Eerwaarden Man te rechtvaardigen: Een trek die my als openbaar bedrieglyk en valsch terftond in 't oog liep en geen goed denkbeeld van de oogmerken des Schryvers der Na-Courant kon inboezemen. Deeze bedriegery was alleen genoeg om my van zyne kwaadc inzigten te overtuigea. Ik wierd 'er te meer in bevestigd, wanneer ik onder zyn No. 2. een NB. gewaar wierd om, volgens het begrip van den Samen lapper dier Na-Courant, alle foorten vim Schryvers en Uitgeevers, die oproer zaaijen, publiek bekend te maaken. Ik ergerde my by het Leezen van dien Nommer', en zag Jen allerklaarften , zonder een Engelfche Bril op myn neus te hebben', tot in zyn eerloos hart, terwyl ik my verzekerd hield dat het onzen Schryver ook tou gelden , en hy almede door dien Eendragtlievenden Penvoerder onder het getal der Oproerzaaijende Sshry veren gefteld zou worden. Zyne verkeerde toepasfingen uit een Tydfchrift nagefchreeven, zo laf als kwalyk te pas gebragt gaven my den grootften aanftoot dien een oprecht Patriot niet kan overftappen' sonder denzelveH aan eene zyde te werpen. , * Krelis. 't Is waar, Vrind! en wy zullen verder koomen. Het NB. onder ien Na-Courant No. 2. was een doorflaand bewys van den trotfchen Schryver die onder aanpryzen van zyn Oproerig Papier, zich fchynt verzekerd te houden' dat men gelooven zal, dat hy de Man is, die Rust en Eendragt door zyn fchryven in ons Vaderland te wege zal brengen ; daar men hem ondertusfchen met de» thans gedemitteerden Schryver van een gerabraakt Pehtiek Vertoog en woeften Verbrander van Qlikaekeu (waartoe misfch:cn de Na-Courant-Scbiyvcr als ee* Leverancier van Zwavelftokken een Schyfje van zyn Maakiil vereerd heeft,) in denzelfden gtaad is. De Man zal geen Faélie ontzien. Dit zegt hy reeds ioen het zo was, als Vondel zegt: Hy /lacht den Schorpioen; 't vergif fchuilt in den flaart. En dit is zo gebleeven van zyn No. 2. tot aan zyn No. 6., wanneer hy 't woelen en woeden van dat vergif in zyne fmetzieke ingewanden niet langer verduwen kon, raaar naar 't hoofd van zyn No. 6. gefteegen, zich genoodzaakt vond bet uittebraaken. „ ö Valfehc Patriot! ó Schynheilige Rust en Eendraet- „ voeder! Geloofde men u, met uwe bedrieglyke voorwcndfelen van Onparty„ digheid, dan zou de eerst onderdrukte, maar door Deugd en VaderlandliefdV „ gerechtvaardigde Capelltn m de Poll een Cromwell gelyk zyn , en dc Stadhou„ der (want het ligt in het tegengeftelde opgeflooten,) het Lot van den Eneel„ fchen Korring Carel den Tweeden ontmoeten ! ~— Onwaardig Creatuur! blykt uwe verfoeilyke meening deswege niet duidelyk genoeg uit uwe Aanteekenine „ in uw No. f. onder de eerfte Colom?— Beftaat hi«rin uw Liefde tot Een„ dragt — tot Rust? — Zyt gy hier ofipartydig? — Ziet men in uw verbyfterd w Gefthrift Gatsdidut op de een* plaats niel vaoygefteld als een rechtmaatige Be- 3, rfc-  ( io7 j risper van den Politiek rertoogfikryver, toen 't veq>?f nog in dVn ftaan var è«* „.Huivers Prnlpapier fchuilde, (fchoon het onze rsaar voor twee dWWri worde„ verkogt, doch mooglyk meer aanmerking dan het uwe verdient:) fcamïdt. daï „ vergif, eer het, al* nu, niet naar uw hoofd klom, niet in uw kwalykgezind „ hart? Verzoek den Samenfteller van 't Weekblad Grietje en Diewertte „ met een Postfcriptum in uw No. 6. vry om verfchooning: — Gy zyt ze niet „ waardig. — Spreek, eetlooze Schryver! beoogt gy met uw ve.achtlyk Schotfchrift niet uwe verheffing?— Vraag het uw eigen Hart, en het zal a , de waa«heid van myn zeggen voor uwe verkeerde Denkbeelden ftellen. Waar, toe oen Dienaar van. den Staat een H90F» vah de Republiek ge«- noemd? — Om dat het de Edelen van den Lande hebben gedaan? . *, Onnoozele Bloed! gy fchynt onxe Staats-Conftitatie niet te kennen, of uit , Partyzucht niet in aanmerking te willen neeme», fchoon de Recommandatie* ' van den Stadhouder , van welke gy zo grooten doch krachteloozen ophef I, maakt , u aanftonds zouden moeten overtuigen , dat een Recommandeer end ' Perfoon afgeweezen kan en mag worden van die geenen, die tyne Meefters ]\ zyn. Wilt gy voorbeelden deswegen: Zy zyn 'er meer dan één. Maar om niet te wydloopig te zyn, dewy! ons bekrompen beftek tulks niet torlaat: , neem 'er maar één in den wakkeren Magiftraat van Alkmaar. Heeft dee?.c ' niet vlak uit Zyne Hoogheid voar haare Recommandatien bedankt. De Stad" houder immers is die geen niet, die de Commisfien met een Ik wil mag begeeven, ' Gy toudt dit wenfchen, om'er één van te genieten ter bediening vaneenfmec" rig Amptje:>— Ja, baatzuchtige Vleier!—' Waarlyk, Heer Na-Courant-SCvjver! Gelooft gy u tel ven niet, geloof my, dat gy een nieuwbakken Kwakzalver zyt, alleen uit Zelfbelang, en niet uit.onpartydige Vaderlandliefde, niet nt ' zucht tot waare Eendragt uw vergiftige middelen het Gemeen, dat gy wel het ' fmalle toudt willen noemen, gelyk het is, en onder 't welk wy ons in waar" heid mede tellen; — om dat Gemeen en wel het rustlievend Amfterdansfchi" Gemeen, dat onze Eerfte Staatsdienaar niet tou fchroomen, gelyk hy het reeds " het geheele Volk gedaan heeft, een Kwalykmeenend en niet welonderricht Ge- " meen te noemen: Oen dat Gemeen (neen! de goede Gemeente, gelyk^ " de Burgervaderen tich altoos gewoon tyn uittedrukken) te misleiden, hebt " gy u op het Theater geplaatst om als gehuurde Kwakzalver der Antipa" triotfche Party te ageeren. Welk eene Vertooning ! nooit gezien'.'roepen de Amfterdamfche Jongens u toe! Een Fortuinzoeker op de Parade! Wachtje; Wang, Sinjeur! of je krygt 'er een' al te rypen Appel tegen! Maar ' zonder fchertfen, Heer Na-Courant-Schsy ver! Gy zyt een Valschaart. Wat port u, om den achtenswaardigen Aatheur van den Courier van Eurspa, dien '* gy eerst als den Candidus niet hsbt durven aanvallen, thans zo trotsch in 't aan» " zigt vliegt, even als een Vleermuis, die by verheldering der Lucht verbyfterd. *' is cn op Voorwerpen aanftrykt die zy niet kent; maar door dezelve gevangen " wordt; gelyk men u by zulk een verbyfterd Nachtgedrochtje gelyken mag, of liever veer een y*rdwaalden Uil mag hasdenj die verpikt wordt door al hen „ Ga*  C 163 3 „ Gevogelte, dat hem plukt en fcheurt, 20 dra hy zich in het Daglicht durft .„ vertoonen. — Wy hebben (tofs genoeg maar geen plaats meer, om U onze „ billyke verontwaardiging te toonen. De Schryver der*Samenfpraaken van ,, Louw en Krelis en van Diewertje en Grietje is nochthans één en dezelfde Man „ zonder Correspondentie en zonder behulp of onderrichting van een ander en „ acht uw valsch verzoek van verfchooning van nul en geener waarde. 0«- „ dertusfcben, indien gy Ittst mogt hebben, buiten uwe Na-Courant (de„ wyl onze Samenfpraaken niet voor eeu Twistfchrift gefchikt zyn) deszelfs „. Schryver op eene byzondere wyze te reden te feilen, dan zal hy niet nalaaten uwe „ Gezegde ns en Denkbeelden breedvoeriger uit te haaien, <-«««/Na-Courant „ te gelyk met een Postlooper te vervolgen. Verwacht terwyl dat D1e„ wertje en Grietje by haare eerfte Samenkoomst u mede op den Tab„ baard zullen zitten." Krelis. Wel dat is niet meer dan billyk ! Die Volksverleidende Na-CourantSchryver moet van de Vrouwtjes ook wat hebben. — Wy beveelen hem met dit alles aan het Verbeterhuis der verbyfterde Zinnen: Terwyl ik u Vrind Louweris aan de vrye Velden der Weldenkenheid overlaat. Vaarwel en flaap gerust Louw. Ik wensch je 't zelfde, Krelis! Wel t'htiis. Doe de groetenis aan Grietje. By de Drukfter deezes is thans weder gedrukt en werd uitgegeeven. de reeds beleende Almanach van LOUW en KRELIS, voor het Schrikkel-[aar 1784 waarin, behalvan het geen tot een Almanach behoord, is te vinden, 1. Dacwvaer der jaarmarkten, Kermisfen, Beeftenmarkten, &c, in en buiten de Provinciën 2 Onderrichting omtrent de Zegels en derzelver Pryzen. Het vertrekken der Posten, en 't vaaren der Schepen en Schuiten. 3. Kronyk der voornaamfte Gebeurtenisfen. 4. Vyfde Vervolg van het Zomer-Re.sje door een Gezelfchaplvan drie goede Vrinden. g. Vervolg en Slot van den Dichtenden Boer 6 Het Vaderlandsch Zang-Choor. of het vermaaklyk Gezelfchap van vrolyke Geeften, zingende allerlei nieuwe Stukjes , cp de uitgezochte en fraaifte Wyzen 7. De geftrafce Jalouzie, of Hiflorie van den Graaf van A***: eene Nederlandfche Gcfchiedenis. Benevens verfcheide andere Divertisfementen. De prys is 4 Stuivers. DOMIN1CUS en SERAPH[NA, zynde een Minnehandeling tusfchen eee Fransen Officieren een Corficaanfche Dame; doormemgd met tedere en te gelyk aangenasmc Gefprekken. De prys is een Zesthalf. ë J AM ELI A, of het «ngelukkig Huwelyk; waarin op eene voorbeeldige wyze wordt aangeroond, hoe eene Dochter misleid kan worden, door verkeerde Denk beelden van haar Ouders. De prys is 5 Stuivers. Gedrukt by dc Erve de Weduwe JAGOBUS van E G M O NT • o» de Reguliers Breêftraat, tc Amfterdam. '  LOUWen K R E L I S. n*. 43. 21 O&ober 1783. Louw. Tk wensch a een goeden Avond, Vrind Krelis! Zyt gy wel. X vaarende? Krelis. Naar wensch, Vrind Louw! Hebt gy het met de gezondheid tnede nog wel? Louw. Het kan 'er met beter meê, maar zonder lang te talmen, Krelis! wat Nieuws is 'er? Krelis. Niets van belang, waarop men ftaat kan maaken. De Zaaken in ons Vaderland verfchaffen ons thans de meeste ftoffen, en wel zodanige, die een waar Beminnaar van zyn Vaderlands een vrygeboorenen Inwooner van ons Gemeenebest, en een weldenkend Mensch is, van tyd tot tyd fteeds aangenaamer moet voorkoomen. De Magiftraaten handhaven de Rechten hunner Burgeren niet alleen, maar geeven zelfs op welke gebreken noodzaaklyk behooren herfteld te worden, terwyl zy daaraan grootmoedig, getrouw en onbelangzuchtig de hand leenen. Ja, Vrindl 'Er zyn nog Braaven in ons Vaderland, die om lief noch leed van hunnen Pligt niet wyken. Onder deeze achtbaare Volkftemvoerderen verdient, als een der Rechtzinnigften, de Dordfche Burgervader den Heere Ggvaerts, een der yverigfte genoemd te worden, terwyl nochthans eea ander door verkeerde en rechtftrydige Denkbeelden zich in minachting by de Burgerlyke Maatfchappye brengt, en ook geen téken van eerbied waardig is. —1 Gy zult 'er van kunnen oordeelen, Wanneer ik u het volgende heb voorgeleezen. — Luister, Louw-Broêr. Extract uit een Brief van Dordrecht. Dat uit deezen lchahdelyk ge voerden Oorlog veel heil gefprooten is, kan geen weldenkend Mensch in twyfel trekken. Dit is zeer zigtbaar in het gedrag van veelen onzer Patriottifche Regenten, en zonderling munt zulks ook uit, in dat van den Prefident Burgemeefter deezer Stad, den Heer Gevaerts. Volgens een ingefloopen misbruik wierden, federt veele Jaaren, de Dékenen van alle de Gilden verzocht, te compareeren aan het Huis van den Prefident in der tyd, om aldaar uit zyn Wel-Ed. Geftr. handen te ontvangen een Papier, waarop de Naamen geteekend ftonden van hun, welke rn=n-, onder approbatie van eenen Luitenant-Stadhouder, gaerne als goede Mannen van den Achten verkooren had: En welke keuze gemelde Deke» nen dus fchandelyk, hoewel al morrende, tot hiertoe, volgens dit Voorfchrift verricht hebbcfi; kunnende men dit alleealyk tot hunne eere zeggen, dat zy voor deeze lafheid geen giften of gaven — anders, dan eenen ff isfchen teug Wyn genooten hebben. . Dan deeze krenking onzer Voorrechten heeft ledert langen tyd een ieder 'zeer gefloten: gelyk zulks ook veelen onzer braave Regenten niet minder heeft verveeld. En daarom is de Wel-Ed. Geftr. Heer Prefident te rade geworden, deeze ergernis uit het midden van ons wech te doen, om onder zyn Prefidium geen fchyn te laaten blyven van die verderflyke Re- X corr*.  ( 17© ) coinmandatiëa j die zo zeer ftryden tegen de Conftitutie van Stad en Vaderland; en om welke in een ander geval vernietigd te krygen, zyn WeiEd. Geftr. niets heeft gefpaard, wat tot dit heilryk einde nuttig eu noodig konde zyn: zullende Zyn Wel-Ed. Geftr. tegens de aanftaande Verkiezing in plaats van Recommandatien, Dekenen der Gildens voorhouden, datzy volgens het Concordaat recht hebben, vry te kiezen, verzoekende hun, dat zy dus bedaardelyk zodanige keüze doen, welke met het belang der Stad en hunner Gilden Voorrechten, ten genoegen van het Algemeen moge uitvallen. Hoe genoeglykis het aandenken aan zulk eenen Vryheids-Zoon; vooral daar 'er een gevonden wordt, die alle cordaate denkbeelden vertrappende, wederom als vooren om gunst gaat bedelen, opdat de een of andere vette brok hem mag gefchonken worden, ö Tyden ! 6 Zeden. Louw. Welk een fchadelyken invloed heeft een misbruikt en onwettig aangemaatigd gezag niet op de dierbezwooren Rechten van vrye Burgeren, die 'er door onderdrukt zyn geworden, en niet meêr dan Slaavcn behandeld. —■ ö Hemel! waar vindt men in 's Lands Gefchiedeniifen, federt de Begeeving der Stadhouderlyke Bediening door de Souvereine Volksgemagtigden, dat deeze Amptenaars, hoe hoog ook voorheen door hunne Meefters bevoorrecht, ooit Luitenants-Stadhouderen in byzondere Steden der vrye Provinciën hebben durven aanftellen. Dit heeft czelfs geen trotfche en dwangzuchtige Willem de. Tweede ooit ondernoomen , en tot zulk een despotieke handelwyze fchynt alleen onze tegenwoordige Vyfde Willem allereerst gedreeven ee zyn door Hoogstdeszelfs Vleiers, opdat ze hun eigen gezag aldus vergrooten mogten, cn, ten koste van dc Vryheid en 't Recht hunner Medeburgeren, op deszelfs zweet en bloed mogten teeren. — ö Monfters deezer Eeuw! geen enkele fchrede, geen ftap van uwen vloekwaardigen voet op den Vaderlandfchên grond waardig! Vreest billyk, Verdervers van alles wat Weidenkenden dierbaar is; vreest, Heiligfchendende Verraaders van de teerdere Moeder die u gebaard, gekoesterd, gevoed heeft; vreest de tot uw ftraf gereede hand van den Almagtigen, die de Vertreedenen door On. recht uit hetSlyk opheft ende Onderdrukkersin den Kuil, voor de Rechtvaardigen gegraaven, zelfs doet nederftorten. Hoe! heeft de Hemel dan geen blik/ernen te baat, Om hen te morslen, die, tot Tiranny genegen En 's Vaderlands Verderf, tot grootheid zyn gefleegen? . Ja, dit mogen wy vast vertrouwen , fchoon deeze uitdrukking door , den Engelfchen Dichter van het Treuri'pel de Ondergang derRoomfche Vry held, naar de Nederduitfche Vertaaling, eenen.der Zoonen van Catom den mond wordt gelegd. Nooit kan ik de Vertoóhing van dit Treurftuk zonder aandoening zien, om dat ik 'er zo veele vergelykingen met den tegenwoordigen toeftand onzes Vaderlands in vinde, dii wel eens verdienen te pasfe gebragt te worden. Krelis. Waarom niet, Vrind ! — Wie , al ware het de bitterfte Partyzuchtigen tegen de Gemeenebestgezindcn, kan natuurlykerwyze dit tegeafpxeeken, ten minften niet met zyn hart, of hy moet even dwaas — even  (ï?ï) even woest *— even flecht — even verbyfterd redeneeren ais de Schryvei* der Na-Courant, een Koek (zo men zegt) die beter een Vouwbeentje om kwalyk faamgeftelde Chronicale Bladen hunne Folio's te doen vervolgen, dan wel een fmaaklyke Macaroni te bereiden, of om eenig Wild te ontleden, een Mes wel te bézigen , hoe lang het ook zyn moge. Louw. 't Zyn ook niet alle Kocks die lange Mesfen draagen. Krelis. óN'een! Zulks doet niets ter Zaake:—■ Maar dewyl wy geftadig zien, dat een verdwaald Schryver (of in 't meervouwd Schryvers, welyk men ook al in de Na-Courant leest,) die den enkelen Schryver van onze en onzer Vrouwen Samenfpraaken al mede multipliceert, even als hy zich-zelveh tracht te doen. — Maar zou 't niet goed zyn, dat wy dien verbyfterden Schryver Vaar-wel zeiden , om hem geene rechtzinnige ftofte meer voor zyn ydel Begrip te brengen, opdat hy zyne Harfenfchimmen in Lethespoel verlieze en der Vergeetelheid opöffere, fchoon die Hersfenlooze Dwaalgeest gelooft dat hy voor de Eeuwigheid fchryft, daar hy onderftelt, dat onze Samenfpraaken geen invloed maaken op de Natie die wel denkt. — Zal dit zyn Na-Courant dan doen? Louw. Die Gepredestineerde voor 't Dolhuis meent zulks wel harteIvk daar hy zegt, (zie zyn No. 7. colom 4 boven aan) dat hem lust ter meerdere overtuiging, (na vooraf gepraat te hebben van 't geen hy niet wef begrypt', naar zyne gewoonte,) nog eenige Staatsrefolutien, aantewvzen, waarvan één eenige meer afdoet, dan duizend Nommers'van de Post van den Neder-Rhyn. Maakt toch ruimbaan, Gemeenebest-gezinden! Hier zal zich een Oranje-Don-Q_uichot, op een gedemitteerden Ronfiaant van een Invaliden Ruiter, door hem van 't Vilders-Veld gebedeld % op het Tooneel vertoonen. — Ó Dwaas! — ó Belachlyk Schepfel! ö Beklagenswaardig Voorwerp van elks Befpotting! Zullen we ons — aal zich het weldenkend Gemeen nog langer met uwe verwarde Begrippen ophouden? Ons fteekt 'er de walg van. Om niet overteneemen 't geen Hunne Hoo'^-Mogenden de Staaten-Generaal zeiven zeggen , wyzen wy u ter wederlegging van uwe verbyfterde begrippen, met uw Eminent Hoofd 'er by, n*aar de Korte Vertooning van het Oude Recht van HOLLAND, ten tyde van Leicescers Gouvernement door 's- Lands Hooge M.agten uitgegeeven in 't Jaar 1587. Hieruit alleen kunt gy, Heer Na-CourantScnryver, een begrip vormen, dat geen byzocidere betrekkingen op de Stadhouderlyke Bediening toepaslyk zyn; maar de Pligten door den Dienaar daarin waar te neemen, in 't algemeen hem worden voorgefchreeverj. Hiermede neemen we affcheid van U, verdoolde Schryver! — ten zy het u gelusten mogte, het volgende gerymde met gerymde Taal te wederleggen. Kunt gy dit niet doen, wy vefgeeven 't u>. eer ge ook een Ezel aan de Lier wordt. Evenwel het is aan u gericht. Gy, die de Vryheid roemt, daar gy Geveinsdheid voedt;; (Want dit blykt alleszins uit uw verbyfterd fchryven:) Terwyl ge een Prins als 't Hoofd der Republiek begroet, Laat gy het Volksbeftier aan zyne magt verblyven, X 2 Het  ( 17» ) 'Bet blind Vooroordeel, of de Vleizucht dryft uw Geest; Maar zou 't ook Zelfbelang, dat niets te flegt vindt, weezen.F Dan kan 't geen wonder zyn, dat ge uw verneedring vreest. Of laat ge n door, een fchyn, een fchaduw flechts beleezen ? Hoe 't zy, gy denkt gewis naar Drift en niet naar Pligt: 6 Na-Krantfohryver! deed gy zulks, men zag geen teken Van uw Partydigheid dus Zonneklaar in 't licht; En gy rechtvaardigdet gewis geen Staats-Gebreke». Gy noemt een Braaven, die 't Belang des Volks bemint (ó Sfioode Huichelaar! terwyl gy blyft aan 't dwaaien,)' Een Cromwell ! — Met wat Hst ge uw meening ook omwindt Zo fchuwt gy, als een Uil, het licht der Zonneftraalen, Een Zoon der Vryheid, door geroofde Magt verdrukt Om dat hy waarheid fpralc, zyn Vaderland ten beste, ' Gehaate waarheid, die voor fmaad noch laster bukt, Al gold het zelfs haar bloed, nog zegenpraalt ten leste; Een Eedlen Patriot, die nooit zyn Pligt vergat, Eh, hoe 't ook gaan moge, in 't vervolg nooit zal vergeeten" Daar hy de Vryheid meer dan zyn Belangen fchat, ' Durft ge onder 't windfel van de list een Cromwell heeten' Gy haalt het Leven van een Koningsmoordenaar, Een Britfchen Dwingland aan, wiens voorbeeld ons moest leeren Dat braave tot den Pöll een zyns g<;lyken waar', ' Om naar zyn'Willekeur als Cromwell te regeeren! ' Neen, keer dit blad eens om, en ziet wie daar naar tracht' Zou 't uw Uitmuntend Hoofd misfehien niet eerder weezerP -rAn"^ W.y$ (n'nC W1ar$ Seeft W 's VoIks Eendragt magt, Wierd flechts door elk den Prins als Oppervorst gepreezen Dit is het daar 't u fchort. Ontaarde! Maar 't Gemeen ' Dat ge onder valfchen fchyn zoekt aan uw fhoer te binden Eert nog zyn Pligt, en zegt: „ De Vryheid is 't alleen,' ,„ Die ons tot heil des Lands voor haar geneigd zal vinden „ Wat tracht men onzen hals in ketenen te liaan! .„ Wy flruikelden wel eens, op hoop van meerder voordeel • „ Niet merkende dat men een Juk zoude ondergaan ' „ Dat fteeds al harder ons gedrukt heeft, naar ons oordeel „ Wy mogten 't breeken, want het prangde ons al te zin* „ Dus wierp men 't in den Brand van 't Engelsch Oorlogsvuur. ■Krelis. Bravo, Louw-Broêr! Schoon de Nakrantfohryver en zyne Med#fta»ders kwalyk denken, laat ons dan toonen dat wy beter handelen -vitc-wtaiiciers Louw. Voorzeker, Vrind Krelis! Trouw moet blyken. — Vaarwel tot weftSiens, eu flaap gerust. » wl weer" Krelis. Insgeiyks, Vrind! Wel t'huis en de groetenis aan Diewertje. Onze Almanak, voor het SchrikiteTj^ar" 1784, is th^nTVoder te bekomen" voor den gewoonen prys van 4 Stuivers. neKomen, Gedaakt by de Erve de Weduwe j AGOBUS vaw EGMONT'cd de Reguliere Breé&sat,- te AsySerdsm. ...' P  KRELIS en LOUW. N\ 44. 28 Ottober 1783. Krelis. Jk wensch je een goeden Avond, Vrind Loaweris! Is het I nog wel met de Gezondheid? , . Louw. Ik heb het *er wel meê, Gode zy dank! Zyt gy mede wel- VaKrelt' 1 Affrisch, Louweris; en dus zyn wy beide nog in ftaat om te kunnen denken en fpreeken. Maar fommige Luiden, en vooral die het^gaerne anders.zagen; die flaaffche Dwaalgeesten, die huichelende olroerzoekers, die lich verheugen zouden wanneer zy het naar hun STÏSSn hebben, ter vervullinge hunner buitenfpoonge Wenfchen-; dezuSen, zeg ik, zyn ook nog in ftaat om te kunnen denken en fpreeken* maar echter tot hun fchande. . Louw fa dat doen fommige van de domften, die zich Gereformeerd noemX en zelfs niet weeten wat het woord Gereformeerd beteekent. OndSifSeo valt tegenwoordig in alle Gezelfchappen, die byeen zyn, unaerwsicucu v fi Hoogheid, den Staaten deezer Pro- den dag teVooren (8 Oaober) gedaan, welke: flechts behelsde dat geene Zitkke Ampten aa\ Vreemdelingen of üitlanders zouden mogen gegeeven Zden, maar alleen aan Inboorlingen der Zeven Veréémgde Provinciën, of de Generaliteits Landen en den resforte van dien, 6 c. , S a met veel woorden die 's Vorften bekwaamheden aan den daf leggen; zynde Hoogstdeszelfs Voorltel nochthans niets anders inhoudende dan dat de Politieke Ampten niet zullen mogen begeeven worden dan aanzulken die met valable bewyzen kunnen turnen, Ledemaaten van de TaaTchr stelyke Gereformeerde Kerk te zyn; en dit Artikel wordt den ^L^^^hitca fpoedigfle ter verklaaring Hunner Hoog-Mog M fleêS Maar eindelyk zal hetzelve ook gerecommandeerd worden aan de £"X Steden wegens de begeeving der Stedelyke Ampten met pre0^^-™ Orders tot Ouders gebooren Burgers zynde Stads en Lands Lasten hebben helpen draagen. —- Maar, LouwIroêr' heeft den Stadhouder hier wel om het vrye Recht der Steden S toten gedacht, die immers gewettigd zyn om Hem-zelven voor zfnf Recommandatien volkomen te bedanken, gelyk nog zeer onlangs de Vryheidlkvende Regeering der Stad Purmerende ten manndykfc»  ( m) gedaan heeft ? En zouden dan de Steden in 't gemeen zich een Wet laaten voorfchryven om, als 't ware, het zich eene Geweetenszaak te maaken , of zy de aan haar te begeeven ftaande kleine Ampten aan eenen Belyder van den Lutherfchen, Remonftrantfchen, Doopsgezinden, of Roomseh-Catholyken Godsdienst gavtn? Louw. Ik zou gelooven, dat der Stedan Rechten builen alle veranderingen van Zyne Hoogheid zyn, en die ftuk van wegens de kleine Ampten ten believe der Regeerderen dier Steden moet blyven ; die, buiten en behalven, dat de Stadhouder hun een Godsdienftig begrip in *£ begeeven dier Ampten wilde inboezemen, en zo veel als hun daarin de Wet willen voorfchryven, zy wel weeten in hoe verre zy deswegen aaar Pligt en Geweeten handelen moeten, en dus de Lesfen van deezen hunnen Dienaar niet noodig hebben. Krelis. De Stadhouders hebben nochthans wel meer dan eens veranderingen in de Rechten der Steden gemaakt, en zelfs meer gedaan dan de meefte Graaven voorheen; de Stadhouders hebben de Rechten van yeele Steden verminderd, daar de Graaven die aan dezelven verleend en vermeerderd hebben. Maar de tegenwoordige Erfftadhouder altoos gemeend hebbende, dat 'er een Oppofïtie in de Republiek plaats moest hebben , fchynt deeze zyne meening geftand te doen, met 'er doorslaande blyken van te geeven , tot in het Godsdienftige toe 't welke meening van onzen Grooten Amptenaar, indien hy verder ging, niee ftrooken zoude in eene zo verlichte Eeuw als deeze, en in een Land als dit, daar het Geweeten geene bepaalingen duit. — In Frankryk zelf, een uitgebreid Ryk, daar de Hoofdreligie de RoomsenCatholyke is, heeft men den Gereformeerden Heer Necker, fchoon een Zwitfer zynde , een allervoortreflyksi Ampt zien bekleeden , en 's Man* bekwaamheden worden 'er nog naar verdienften geëerbiedigd en beloond. Zelfs zyn weleer Portugeefche Jooden Vertrouwelingen van 's Lands Stadhouder en Koning van Groot Brittannie Willem • den Derden geweest; zelfs met hem in Zaaken van gewigt raadpleegende. Men vraage het hunne Nakomelingen de Pereira's en Sbasfo's. immers weet ook een ieder dat Willem de IV. gl. ged., de Vader van den tegen woordigen Stadhouder , niet gefchroomd heeft zyn Hoog» Perfoon te doen vertegenwoordigen by de Ooster- en Wester-Maat» fcbappyen door een Remonftranfsch en een Doopsgezind Heer. Louw. Dit kan waar zyn. Maar fchoon fommigen meenen, dat de ïrogoüüe van Zyne Hoogheid niet noodig, is} en der zaake niets toe noch  ( 115 ) noch afdoet, oordeelen weêr anderen dat 'er ie{i in te vinnen ty, galyfc ik van hetzelfde begrip ben, dat naar een foort van eigendtuikfykheii zweemt, om het Voorflel van het welmeenend Schiedam te dwarsboo-, men, op dat zo weinig de Propofitie dier Stad als de Ampliatie daarop van den Stadhouder doorgaa, en deeze dus het vermogen behoude omallerlei Vreemdelingen en Lieden van andere Godsdienften dan de Gereformeerde blyven aanhouden Ampten en Bedieningen toe te voegen, en wel dikwils zulke waartoe zy niet bekwaam of niet gerechtigd zyn s terwyl de bekwaame Nederlander en ingebooren Burger 'er van verftooken blyft. Zegt iemand, dan fpreekt zyn Hoogheid zich-zelf tegen. Ik zeg neen, dat doet hy niet, om dat hy door zyn byvoegfel het voorftel der Stad Schiedam volftrekt nutteloos denkt te maaken * en dus eene zwaarigheid .te wege brengt die buiten de Religie, die den Prins hiertoe gebruikt, niet ligtelyk is te overwinnen. Beider bewyzen zulien dus een meer dan te groot bewys uitleveren, en dus zal men moeten ©oEdeelen dat hy die te veel bewyst niets heeft beweezen. —De Tyd zal ons doen zien wat van deeze Zaak zal worden. Genoeg dafi deswege. —— Laat ons iets anders befchouwen dat ten voordeele van ons Vaderland ftrekt. Men fchryft uit den Haagi van 25 deezer Maand het volgende. . ■ • De Heer Berenger, Legations-Secretaris en Charge a Affaires van het Franfehe Hof, heeft de volgende Memorie aan den Prefident van Hunn© Hoog-Mog. overgegeeven: Hoog-Mogende Heeren! Hoewel de Koning niet twyfe't, of U Hoog-Mog. zullen door de Herren van Berkenrode en Brantfen onderricht zyn aangaand® de Refoluti ?, welke Hy altyd gehad heeft, en die Hy nog neefc, om alle de Hollandfche Etablisfementen, welke door Zyne Wapenen op Groot-B rit tanniè' heroverd zyn, voor niet en zonder eenige vergoeding aan de Republiek te reftitueeren; zo meent Zyne Majefteit nochthans, de verzekering.daarvan direct, aan U Hoog-Mog. te moeten vernieuwen; en Hoogstdezelve vleidt zich, dat dit gedrag Hun daartoe dienen zal om Zyne grootmoedige gevoelens voor de Republiek op prys. te ftellen; gevoelens, welke Zyr.c Majefteit nooit verlaaten heeft, hoewel fommige omftandigheden , weiken het onnut zou zyn weder ten voorfchyn te brengen, Hem eenig wantrouwen hadden moeten inboezemen betreklyk tot de uitvoering en zeus tot de geftildieden der Veréénigde Provinciën. De ondergetee- kende Caargé d'Affaires des Konings heeft de uitdruklyke order, o:n ü Hoog-Mog. te verzekeren, dat de goedwilligheid en yriendfehap, weUe  ( 17* ) Zyne Majedeit Hun toedraagt, onveranderlyk is, en dat Hoogstdezelve zich fteeds, met zo veel genoegen als yver, van de gelegenheden bedienen zal, om Hun de oprechtheid van het belang, welke hy aan den roem zo wel als aan den voorfpoed van hun Vaderland neemt, tetoonen. 's'Hage den 22 O&ober 1783. Wanneer men deeze vriendelykheid vergelykt met het gedrag van onze Geloofsgenooten de Engelfchen, wie, dien een Liefhebber van zyn Vaderland is, kan dan een oogenbiik in twyfel ftaan, of het voordeeliger is, met Frankryk een Verbond aantegaan, of met de Engalfchea de Tra&aaten te vernieuwen. Deeze kebben ons verraaderlyk aangetast, en onze Schepen beroofd en wechgenomen. Geene hebben getragt, de Kooplieden buiten 's Lands, en onze Zeevaarende Lieden, langs diverfe wegen, van dien Vyandelyken Aanval kennisfe te geeven, ten einde husne fchade voortekoomen. Deeze hebben onze Coio- nien wechgenomen , en in fommige op eene fchandelyke wyze geroofd en geplunderd. Geene hebben onze voornaamfte Colonien , welkers verlies ons een doodeiyken ïlag zoude toegebragt hebben , befchermd. Deeze willen, 't geen zy verraaderlyk hebben wechgenomen , en dus onrechtvaerdig bezitten , behouden. En geene willen ons terug geeven, 't geen zy voor ons bewaard, en van den Vyand hebben.hernomen, en dat zonder eenige reftitutie van gemaakte onkosten. Wie, die de oogen op de rechte plaats heeft, kan hier in twyfel ftaan, welke party hy moet kiezen? Wie, die niet alle fchaarate beeft uitgefchud, kan .zonder bloozen ftaande houden , dat het vernieuwen der Traftaaten met Engeland, of 'tmaaken van een nieuwTractaat van Commercie, of diergelyke, voor onze Republiek voordeelig zoude kunnen zyn, daar de ondervinding heeft doen zien, hoe die'Geloofs.genooten de Tractaaten befchouwen, en hoe die Tractaaten ons op den oever van ons verderf hadden gebragt ? Hadden wy ons voor veele Jaaj-en reeds naauw met Frankryk verbonden, dan hadden wy de brutaliteiten der Engelfchen zo lang niet verdraagen, en dan waren wy nooit tot die laagheid gekomen, waarin wy thans zyn. Krelis. Dat is andere taal. Maar 't wordt reeds laat, LouwBroêr ! Vaarwel en flaap gerust. Louw. Insgelyks,. Vrind Krelis! Wel t'huis en de groetenis aan Diewertje. •.Gedrukt by de Erve de Weduw« j AC OBUS van EG MO NT; op de Reguliers Breiflraat, te Am&crckm.  LOUW en KRELIS. N*. 45. 4 November 1783. Louw. oeden Avond, Vrind Krelis l Hoe is 't met de Gezond- VJT heid? Krelis. Naar wensch, Louw-Broêr! Hebt gy 't 'er ook nog naar genoegen mede? Louw. Volkomen, Man! Ik zie gy zyt aan 't leezen geweest, en wel in Tacitus, die wy Nederlanders niet dan met moeite verftaan kunnen, fchoon wy in onze Moederfpraak hebben zo veel als 'er van diens weêrgaêloozen Romeinfchen Staatkundigen en Wysgeerigen Hiftorifchryvers Werken overig zyn ; en men moet wel doordenken, om een recht begrip van het geen men by hem leest te hebben. Ik bezit dc vertaaling van den Ridderlyken Drost, P. Cornsz. Hoofc, dien Vaderlandfchen Tacitus, niet. Die ik hebbe is van Fenacolius; maar ik kan het 'er meê doen. Ik was bezig aan het III. der Jaarboeken van dien Romeinfchen Schryver, niet zonder toepasiingen op de omftandigheden wegens de oppervlakkige Regeeringsvormen en daartoë opgeftelde Wetten van verfcheide oude Volkeren by my zeiven te maaken , welke Tacitus in de 14de Afdeeling van dit Derde Boek maar even aanroert; doch meest die van zyn eigen Landgenooten in opmerking neemt, en uitbreidt naar den toeftand dés tyds waarmede zy veranderden , doch doorgaans ook verergerden, en wel meest door het dringend gezag, dat enkele Hoofden zich aanmaatigden, zo dra de Roomfche Republiek haare Krygsmagt in handen zag van Dwingelanden, die 'er op toelagen, om mee dezelve hun eigen Vaderland te overheeren, hunne Medeburgeren van dezelver Rechten, Voorrechten, Wetten en Vryheden te ontzetten, van hunne Goederen en van hunne Levens te berooven, en dus de Gemeenebestregeering den doodfteek te geeven, breidende als Aileenheerfchers hunne magt uit door geweld en tiranny, na dat zy het Volk het yzeren Juk der Slaavernye op den hals gedrukt hadden, en elk hunner dus op 't fpoor van Cezar, fchoon een Slaaf van zyn eigen Glorie, op een dwingenden toon uitfehreeuwde: Ik wil, en 't is genoeg, dat Rome dienstbaar zy. En ond-r den grooten reeks dier Dwingelanden zyn 'er tazè; dan een geweest, die zelfs met de Vyanden van den Staat heulden, om da verfoeilyke oogmerken van hun Eigenbelang en Wreedheid, ten koste van 't Heil en dc Welvaart des Volks, te bereiken. Y Krs-  C 178 ) KreHs. Het is zo,. Vrind! En zelfs laatere Gefchiedenisfen leveren 'cr byna allen Volkeren blyken van op, ja zelfs die van ons Vaderland draagen 'er doorflaande bewyzen van. — Onze Nakomelingen, indien de Engelschgezinde Verraaders niet fpoedig de neerlaag krygen, zullen aan de vergiftige vruchten van het Landbederflyk Zaad, reeds federt lang op den vryen Staats-Akker gezaaid, voor eeuwig moeten kwynen, en hunner Vaderen zorge'ooze lafheid verfoeijen, ja vervloeken, om dat zy de verdervende hand, die 's Landi Vyanden beganftigde en het heil der Republiek weêrhield, niet ten onbefchroomften ontwapend hebben, ao rasch zy zich ophefte om hun Vryheid en Welvaart te vermoorden. Louw. Men moet deswege nochthans niet al te driftig te werk gaan: De befcheidenheid, die de Intoomfter van veele gebreken is, leert den Mensch altoos naar Pligt en Rede handelen, en niet naar Driften, die hem anderszins een redeloos Dier gelyk maaken. De Engelschgezinde Party, fchoon zy de Patriottifche eene Cabaale noemt, tracht alleen oorzaaken te doen ontftaan, uit welke natuuriyker wyze zou moeten voortvloeijen, dat haar bewyzen van Oproer voor oogen kwamen, die de Weldenkende Gemeenebestgezinden zeiven verfoeijen en als ftrafwaardig zouden moeten veroordeelen: En daarom zy het onzen geliefde Medeburgeren en Landgenooten aanbevoolen eendragtig en bedaard te werken tegen de Gebreken, welke zy gewaar worden dat by fommigen worden gevoed om de vrye Souvereiniteit van ons dierbaar Gemeenebest zich eigen te maaken, het wettig gezag der Vertegenwoordigers van Vrygeboornen te vernielen, de in hunnen naam Scemvoerende Overheden te vernederen, de uitheemfche Vyanden va» het Vaderland in de hand te werken , 's Volks vry Vermogen , deszelfs Voorfpoed en Heil te doen verlooren gaan, allen Inwooneren van 'c lieve Vaderland tot Slaaven van eene Willekeurige Magt te maaken, voor hen een onverbryzelbaar Juk te fmeeden, waaronder zy, hunne Vrouwen, hunne Kinderen, hunne laate Nakomelingen tot aan het einde der Eeuwen zoude moeten bukken! — Daarom, zeg ik, zal men de oogmerken dier Volksverdrukkers, dier Vrinden van onzen Verraaderlyken Vyand, dieLandbedervers ftraffen, moet men zich myden van al!e;j fchyn van Oproerigheid en de walnaeenende Staats-Argusfen het toezigt op de handelingen dier Snooden overlaaten. Kent een enkel Lid der Vrye Burgerlyke Maatfchappy eene of meêr dier handelingen, dan is het zyn Pligt die te ontdekken aan zyne Overheid, en recht te verzoeken op misdaaden, die tegen hem en allo zyne Landgenooten bedreeven zyn, of nog te bed ry ven ftaan j hierin mag, ja moet het geheele Volk hem dc hand bieden, maar-  ( 179) maar niet met een faamgerotten hoop van Driftigen om Oproer um~ te rechten , en dus de goede Zaak, dosr een daardoor verhinderd naauwkeurig ea wettig onderzoek, te bederven. De Party, die hec recht aan zyne zyde heeft, moet niets dan Reden, BilJykheid en Deugd by zich gedoogen. Dus' hebben onze waarde Stadgenooten in de tegenwoordige Tydsömftandigheden zich gedraagen, en dus gedraagen zy zich nog heden ; ja zy zullen, gelyk ik ©ntwyfelbaar vertrouw, zich nooit ontdoen van die gedrag als het waare Kenmerk van hun Eendragt- en te gelyk Vryheid bevende gevoelens, berustende in het Volksminnend beftisar en Patriottisch beleid hunner Hoog-Achtbaare Vaderen en Stemvoerende Braaven, als de Wethouderfchap deezer Waereldiïad.—■ Men fchreeuwt hier niet tegen de befluiten eener Wettige Regeering, gelyk de Party der Anglomanen wel gaarne gezien had, en niets onaangewend heefc gelaaten, ©m de Geeften des Volks tegen de Weimeenenden optehitfen „. en de onderneemingen der Braave Regeering, die alleen tot heil van een ieder onzer Stadbewoonderen ftrekken, te misduiden en met eene zwarte, koole te teekenen, ten gevalle van eenen Vyand van den Staat, eenen *i Lands heil onderkruipenden Yorke, zyn VerraaderlykHof, onzen ligt» gelsovigen Stadhouderlyken Staatsdienaar en den zo trotfeheo. als misleidenden Mentor zyner Jeugd , dien oubedreeven Vreemdeling in de Conflitutie , waarop da Regeeringsvorm van ons Gemaenebest van oudsher gevestigd, verdedigd en befchermd is geworden, niet zonder, den dierbaarden prys der opoffering van flroomen bloeds onzer dappere, onzer onfterflyke, ja verhemelde Voorvaderen, v/ier roem niet-jda». met d«n Tyd in de Eeuwigheid verdwynen zak Krelis. Onze Amflerdamfeüe Burgers niet alleen, Louw-Broêr! Maar ook de meeflen onzer Landgenooten vernieuwen de Gebeurtenisfen dier Tyden in hunne gedashten en koetteren op nieuw den Yver hunner roemruchtige Voorvaderen tegen allen Dvvang en Heerschzucht. Mee u Item ik in dit zulks nochthans bedaard en billyk altoos behoort te gefchieden , gelyk hier, en dat men ten vollan overtuigd moet zyn van de Misdaaden der Bedervers van ons Vaderland, eér men derzulker ftraffe • met drift of muitery zoeke, maar dezelve overlaace aan de Overheid, dis, als Gods Dienaaresfe, daartoe het Zwaard in handen heeft. Louw. Niets is zekerer dan dit; en in hy, wie het ook zyn moge, aï' ware het de Doorluchtigfle Dienaar, de grootfte Staats-Amptenaar, hec aanzienlykst aangefteld Hoofd over Legers en Vlooien; door de-Wetgeeveade Magt der Souvereiniteit. van een Volk, dat zyne Overheid, van Godsweeen, het Zwaard in handen heeft gegeeven, moeten naar 't Recht Ya der  ( 180 ) der 'Natuur, naar dat der Reden, naar dat der Volkeren, bedreeveü mis« daadcn billyk geftraft worden. Krelis. Zek'erlyk biliyk, althans in een vry Gemeenebest alshetonze, daar het de Pligt der Volksvertegenwoordigers is, alle volftrekte magtoeferjing van eenen hunner Dienaaren of Leden temogen en te moeten van hen, van het Volk en van dengantfchen Staat afweeren, enden Invoerder derzelve vergelden naar zyne werken, op dat alle Leden der Maatfchappye door 't geheele Vaderland heen verzekerd mogen zyn van hunne onderlinge veiligheid en rust. —• Heefc onze Republiek het ongeluk, gelyk zy het heeft, dat de Wetgeevende Magi door de uitvoerende niet gehoorzaamd wordt, en zyn 'er klaare blyken van voor de oogen des Volks, dan kan, dewyl de Welvaart des Volks de hoogde Wet is, wanneer die gefchonden is, het Volk van hen die het de Wetgeevende Magt in handen heeft gefield van dezelve Straffe naar verdienften eifchen op de uitvoerende Magt, die door baare kwaade handelwyze tegen de Souvereiniteit des Volks overtrefeden heeft, en zulks moet het Volk overlaaten aan hen die in hunnen naam de Oppermagt bekleeden, zonder dat het muiteryen aanrechte of zich tot oproer genegen toone. Men heeft gezien hoe zeer bedroogen de Oranje-Muitelingen in den Haag met hun Oproer zucht zyn uitgekomen, by de zogenaamde Sint-Niklaas-Vrolykheid van 'c voorgaande Jaar. Men heeft 'er voorbeelden te Leiden, te Rotterdam van gezien.'—• ö Dat men ze nooit weder in eenige Stad van ons dierbaar Vaderland zie; en dat onze waarde Stadgenooten het nimmer mogen doen; maar onze Volkslievende Regeerderen, onze Wettige Overheid, bezield met waare Burgerzorg, de redding der Zaaken ten nutte van Stad en Vaderland , tot weezenlyk heil van allen die 'er het dierbaar genot eener voldoende Vryheid in fmaaken, onbekommerd laaten bellieren ter onderhouding en vastflelling der Rechten, Wetten en Vryheden die dit luifierryk Amfterdam van ouds eigen zyn. „ Dan ziet ge, 6 waarde Stadgenooten! „ Uw Welvaart meêr en meêr vergrooten; ♦ „ Dan kent ge u waarlyk altoos vry; „ Dan duldt gy met uw Stadregeering „ Geen drukkend Juk van Overheering. ,, Dan leeft gy buiten Slaaverny." Louw. Dus en niet anders, Vrind Krelis! Vaarwel en flaap gerust. Krelis. Ik bedankje, Louw-Broêr.' Ik wensch u imgdyks. —- Wel t'huis en de groetenis aan Diewertje. ■ gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBTJS van EG MONT: op de Reguliers Breéltraat, te Amilerdam.  KRELIS en LOUW. N". 46. ii November 1783. ïrelis. Tk geloof dat gy my reeds van verre op 't oog had, Louw* J_ Broer! Louw. Gy hebt dan wel gezien, Vrind Krelis! Hebt gy het nog wel met den Levenstoeftand ? • Krelis. Naar wensch! Gy mede. Louw. Wel zeker. Ik heb over gebrek aan gezondheid nietteklaagen. Maar gy, geloof ik, zyt wat gemelyk. Gy moet het hoofd een weinig vol hebben, met te denken over één of andere Zaak. —■ Wai! — wees vrolyk is fpyt van den Drommel, en word toch, bid ik u, geen Dweeper. Krelis. Een Dweeper! — Wel Man! Die ben ik nooit geweest; ware ik een dusdanig Mensch, dan konde ik my niet onder de Recht-' zinnigen reekenen : Nochthans de Rechtzinnigen hebben ook hunne driften; zo verre dat zelfs een Hoogleeraar ze onlangs nog gebruikt heeft in het voorbytreeden van een Regent, om het eerst den Stadhouder te fpreeken, die immers, zou men zeggen, met geene Dweeperyen zich ophoudt, en liever eene vrolyke Thalia in het luchtig gewaad by 't öpfchuiven van een Toitfieel-Gordyn ziet verfchynen , dan een Dweeper in zyn Audientie-Zaal. Neen, dat mag een rechtzinni-• ge Profesfor eerst voor allen doen , en hieruit zou 't fchynen als of zyn Hoogheid de deliberatien met Kerkelyke Perfjonen meer dan met Siaatsperfoonen zich ter harte trekt. Op welk een Doorluchtig fpoor zou die Groote Staatdienaar de (lappen van den Godvruchtigen Maurits ook niet drukken? — Ja, naar allen fchyn, zal onzevyfde WilI lem 'er*eer in dellen om eens recht Onhodox te leeren denken, al is het dat zyne bekende onlangs gedaane Propofitie. om geene Stedelyke Arnpcen, tot de geringde me, niet dan aan Chrinlyk Gereformeerde Lederriaaten wilde gegeeven hebben, van de hand is geweezen, en dus zondereenig gevolg is gebleeven. Dit alles met eerbied gezegd. —• 1 Wasachtig, geloof me, Vrind! Zyn Hoogh. heefc daarby wel fchrandere doortigten gehad, en zeer Staatkundige. Geen Mazaryn, geen Richclieu , ja mooglyk geen Sul'y konden fchranderer Staatsministers ' zyn voor hunne Souvereinen , dan onze Tegenwoordige Dienaar van Staat voor de Zynen is. 'Louw. Maar de twee eerden raadpleegden wel eeas met Jefuiten ; cn o:ai Stadhoaderlyke Staatsdienaar ontvangt een honorair Profesfor ■ Y 3 ter  C 1*2 ) ter Audiëntie om zich drie kwartiers uurs lang ter gehoor van denzelven te verleedigen; en misfehien heeft de Hoogleeraar ook dien tyd wel noodig gehad oni op zyn Puriteinsch met Engelfche Lym zyne woorden tot een foort van Redenvoering faamen te hechten. Dan het is jammer dat men niet weet wat zyn Hoog-Eerws. Aanfpraak heeft ingehouden. De Drukpers vry zynde, zou het niet kwalyk voegen die aan dezelve te beveelen, en dus Waereldkundigte doen worden, op dat het Volk 'er over jnogt oordeelen. Maar om onzen Leezeren een beter begrip van deeze omftandigheid te geeven, zullen wy hen 't geval voorftellen, gelyk de Zuidhollandfche Courant No. 135. hetopge.f\ Uit een Brief uit 'sHage^«8 November. Maandag laatstleden den 3 deezer verfcheen de Heer Hofftede op de Antichambre van Zyn Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfftadhouder, op het gewoone uur der Audientien. Op het oogenbiik dat hy naar het Vertrek van Zya Hoogheid toetrad, ftond 'er juist een Heer van Regeering in te gaan, en wel een der oudfte Regenten van ons Land, een Burgemeefter van een der voornaamfte Steden der Republiek: Doch zyn Hooggel. verhaastte zyn tred, en fnted dus dien Regent de pas af. Het gehoor, 't welkhyhad, duurde drie quartier uurs. Inmiddels moest de Burgemeefter wachten. Zy die den Profesfor, zo wel in uiteriykehouding als in gedrag en inzigtenvoor een voorbeeld van nederigheid en Christelyken ootmoed kennen, zullenzekerlyk zynen verhaaften ingang by den Heer Prins alleen toefchryven aan zyn yver voor deszelfs belangen, en aan het gewigt der Zaaken, die hy Zyn Doorl. Hoogheid had mede te deelen, en die hem aldaar bynaeen uur deeden vertoeven, terwyl Regenten zei ven moeften wachten. Krelis. De Heer Profesfor zal eerst van zyne reis terug gekomen zynde, misfehien Zyne Hoogh. daarvan verflag hebben gedaan. Dan het zy daarmee zo 't wil; men zal by 't verhandelde over 't algeraten weinig belang hebben, naar myne gedachten. Louw. 's Mans fterke gehechtheid aan 't Huis van Orange, zal hem uit een waare zucht tot deszelfs luister hebben aangedreeven- om den Stadhouder in deeze aakelige Tydsömftandigheden een hart onder den riem te fteeken, opdat hy in weerwil aller tegenwoelingen van een kwalyk onderricht en onwelmeenend Gemeen, ftand moge houden als een Ceder op den Libanon, welke Stormbuien van onaangenaamheden zyne hooge vermogens ook trachten te krenke»..— Maar ook hy zal met andere meer dan gemeene Liefhebbers van het Stadhouderlyk vermogen, dat der gewettigde Vertegenwoordigers van de Souvereiniteit des Volks, wel daarby willens uit het oog hebben verlooren, gelyk de Aanhangers der Ariftocraiifehe Party zo geduurig willen dat elk met hen zal doen r ter- wyJ  ( i83 ) wyl zy hun gal litfpuwen op de waare Liefhebberen van hun Vaderend' en Vryheid, den Terugvorderaaren van hunne oude Rechten, Voorrechten en Previlegien, ten gevalle van hun geliefd Voorwerp, of uic belangzucht of uit kwaadaardigheid, of uit verkeerde en dwaalende gevoelens, of grootendeels ui; onverftand. Immers ziet men dit Antipa» triottisch rot geduurig werkzaam om, ware het moogly.k , den Stadhouder boven vrye Staaten en Steden te verheffen, en ach, hoe onnozel,, hoe te onpasfe ftellen zy zyn gezag voor. „ Ik meen tt, Heeren Nacour antfchry vers, die onder den naam van alle Oproerzaaijende Schryvers tegen te gaan, zelfs met allen die van uwe doemwaardige Party zyn, den Oranjekleurden zak, met Zaad van Tweedragt gevuld, aan den reeds flaaffchen hals hebt hangen, en uit denzelven met halfgeboeide handen het 'er uit neemt en op den Vryen Vaderlandfchen grond ftrooit, op dat dit onkruid naar uwen wensch moge opwasfen en dien Doornenbosfche gelyk worden van welk Jotham in zyne Gelykenisfe ter waarfchouwinge der Burgeren van Sichem fpreekt.. ( Zie Richteren IX.-. Dan ach! hoe deerlyk zult ge 'er u mede bedroogen vinden!: Indedaad gylieden zyt meer beklaagens- dan benydenswaardig; of, om. beter te zeggen, en geloof het vry, dat het dus is, men befpot u met verontwaardiging en noemt alles, wat men in den Na-Courant leest, ydele. Rodomontades en uitzinnige wartaal, die even zo veel licht geefc als Potaarde in eenen donkeren kelder, en juist als droog zand aan-één kleeft.. Uwe Brieven zyn zo Paradox, dat de taal die gylieden, of uwe Correspondenten 'er in voert, geen geringen zweem heefc naar die welke men in het Werk van Frans Balthes ontmoet, en de reden die den Scnryver van de aan u gezonden Brief zo veel fpoeds heefc doen maaken, om dien in uw No. 10. te doen piaatfen, is het belang dat het Gemeen 'er by heeft. Het heeft met den Slagctyd indedaad meer belang om Bloedbeulingen te ftoppen, dan om uwliedtr verachtenswaardig Prulpapiertje te leezem — Wat beeldt ge u toch wel in als gviieden, even als een Broêr Cornelis van Brugge, ten Praatftoel treedt? Zrkerlyk dit, dat een ieder van uwe redeneeringen zal overtuigd zyn, dat gy de Koe by de. hoornen hebt i Maar, verbyfterde Schryvers! een ieder ziet dat gy te vergeefsch grypt. om haar by den ftaart te vatten. Wie moet niet lagcnen die u op> een Don Quichotfchen toon hoort wenfchen om de mooglykheid van den Schryver des Couriers van Europa te behoeden , voor wiens Perfoon,. Bekwaamheid en Arbeid uw Correspondent, of gyl. zegt,, de grootfte. en zuiverfte Achting te hebben, terwyl het een ieder als de Zon op den middag klaar in de oogen blinkt, dit deeze uw Loffpraak van* gpe.-  C 184 ) ^ (goefo meeoing allezints ontbloot is, en gyt. des wegen u toont Valschaards ea Leuvenaars te *yn. Ondertusfchen tracht gy dien verre boven onzen lef verheven Schryver, by wien zelfs veelen iu 't Gemeenebest der Letteren waartoe' gylieden even weinig behoort als wy, op geen éénai dag te noemen lyn < — Ja eieezen Wysgeerigen, deezen Staat, deezen Gefchiedeniskundigen Schry ver tracht gy, 6 elendige Ezels! met uw byfter gebulk nog te verfchrikken, omhemkwansw.y« te doen gelooven aan uw vrees, dat zyn fchryven hem zal inwikkelen ia moeilykheden, of ten minften in minachting brengen, zo hy voortgaat op dien voet te fchryven als hy thans doet. — Laage uitdrukkingen! — Zegt ons ■ eens, verbylterde en trotfche Penvoerders, die, evenals of het aan uwe betrachtingen ftond, waarin toch ligt het middel, — wie heeft het u aan de hand begeeven — en wat is het eigenlyk, door '1 welk gy den door uw bedoelden Schrvv^r voor gevaar zoudt willen behoeden ? Is 't om dien Braaven uwe fleste Lesfen te doen aanneemen om even verkeerd als gy te der-ken! Zo ei b'e velen van wcrea •den Geest des Verderfs of zyner Vloekvazallen 'er toe hebt, gy zult wel deeelvt «nisfen in uw verdoemlyk oogmerk te bereiken; en elk lacht met uwe vruchteloozr bemoeijingen reeds, juist als men doet met de Schimmen, dooi middel yan een Toverlantaarn tegen een witten muur in een donker Vertrek afgefchaduwd —- Mo gen wy * raaden, dan zult gy als een Compagnie Sten-oórigë Graauwtjes beter doen, naar Sanche-Panches om te zien, en die op uwen rug te netmen dan n met edelmoedige Ryderen, die geen dwingend maar een welbeftierend eebit in den ■mond der Paarden van Staat gedoogen, te bemoeien — Hoe konden we indien wy ruimte genoeg in ons weeklyks Blaadje 'er toe hadden, — hoe konden we « gispen. 6 lompe Schryvers vara een Oproerzoekende Na-Gourant Keert tot uwen Pligt weer en herroept uwe dwaalende Zinnen toch t'huis, of anders ïal men u op den Overtoomfchen W*g langs de Brug met datjes recht uit in dat groote Huis moeten brengen, dat zo wel voor zinnelooze als pestige Menfchen gefchikt is op dat Ky geene onrust of befme'ting onder Burgeren en Inwoonde* ren ,n de Stad verfpreidt. — Dit * Governo voor Ulieden! Op een anderen Tyd zullen we u fterkere Mrrcurmles toedienen, of het ook mogelyk ware n daardoor van uwe Dwaasheden te kunnen genrezen." Krelis. Ja, wy moeten eens in een byïondere Revifle de CorrtBie over de Na. ' O»iww_op ons neemen, en het daarin voorkomende Stukswyze aantoonen ter vèrbetennge ,s t mogelyk, van de verwarde en kwalyk te famen geflarfte Denkbeelden der Heeren Schry veren. — Vaarwel tot weêrziem, Louw-Broêr» en Slaap gerust. , Louw. Intgelyks, Vrind Krelis! Wel t'huis, en de groeten» «an Grietje. By de Drukikr deezes is gedrukt en te bekomen: De vrolyke LO U W f « KRELIS: zingende een vyftigtal nieuwvervaardigde Zangftukjes, op al'erlei Onderwerpen, zoals dezelve nog in geene Liedboeken gevonden worden. Alle •op de fiaaille, keurigfie en nieuwik wyzen. De prys is 4 Stuivers. ^Gedrukt by deE-rvf de Weduwe j ACOBUS van EGMONT - od de Reguliers Breéftiaat, te Amfterdam. "  LOUW en KRELIS. Ne. 47. 18 November 1783. Louw t"v groet naar Sewoonte- Leeft Se nog Sezond' Vdnd I J Krelis? , , j Krelis iVeen Visje in 't Water, Louw-Broer! Hebt gy c mede noa in order met den Welftand? t 1 Naar wensch, geliefdfte Vrind! kX Wel da rerheugt my. Daar hebt ge een PyP>; blaas 'er Tabaksdampies uit, en neem ondertusfchen een glaasje met goed SbTdsch ff (de Kan ftaat by den Haard) om den Rook van de £f ïSei n — Zeg my evenwel wat Nieuws gy meêbrengt? TSouw Ik draag geenWuws in myn Zak, Krelis! Somtyds wel eens een Courant uit welke men iets Nieuws gewaar wordt, maar anders •Ir r»an jtv leest immers de Couranten zo wel als ik. mKWli? Zrzeker Louw-Broêr! en ik heb in de ZuidhoHandfche tvt« r S in een Brief uit Middelburg geziea, dat de vier Compagnien vfn het Regiment van den Collonel Polst, te Zierickzte, Goes Trokn in Gua?nizoen komende, geweigerd hebben den Eed, waarin X»n< de laatfte bepaaling ook vermeld is, het naarkomen van T'p k iSe van den 22 September 1783, omtrent deMilitaire Jurisdicd-£ ?t doen als onverminderd den Eed aan de Generaliteit. Wat zegt ^vS-nft e^lffiSlaanï--- Saturdag hebben de Staaten order gegy Van deeze Troupen den Eed, zo als ze hun gevergd S'ntï wnden doen, zy terftond het Territoir van de Provincie raTéjeiMenD'iaag die Weêrfpannigen terftond wech, of liever „nZaffehunne ongetrouwheid naar verdienfte, op dat men toone Z het^ Burgerlyke R^ht de Wieden, die door den Burger t u moeten worden, weete te ftraffen, om zulke ongehoorzaame Seta^lin.en tot hunnen Pligt te doen keeren, en dus te doen gevoelen Bef Sr VScn, wie hunne Betaalsheeren, en wier Onderdaawelke M«ftcnzy cuen^ ^ Qnmr]yk Monfterf die gedrochtelyke 5«?t. ZL Tnr*i,di£He billyk te vergelyken by Lerna's Poelftang, die veelMihtairejurisdiê^ fchynt nQg> in êrml aTSLs Herk'ulesfen, op nieuw aan 't woeden te geraaken ; heeft meu der Swats-Herkui , £ e£n andere eit terftond wcer m de pfaatsfenZA^l belet worden, indien de lölaüsfen maar nieste-  v i8<5 ) rug bleeven met brandende Toortfen, om de aderen Tan dat Monfterdier by elke ontkopping toetefchroeijen. Krelis. Ziet men dan, om zulks ter uitvoeringe te brengen, hier in niet weder ten allerklaarften de hooge noodzaaklykheid van het wapenen der Burgeren in alle Steden van ois Vaderland, om zich van dat Gedrocht door Vuur en Staal te ontdoen ? „ Neemt dan daartoe Geweer in „ handen, ó Bergers! in welke Provincie en Stad van ons dierbaar Va„ derland gy ook uwe Woonplaats gevestigd en uwe Bezittingen hebt. „ Dit is het eenigfte en beste middel om u-zelven van deeze Landver„ dervende Plaag te verlosfen, en de gemeene Vryheid met de Burger„ lyke ia alle haare uitgeftrektheid te doen ftandhouden, en, waar ze „ aan 't valleSi zyn, tot haaren ouden luifter weder in top te tillen, op „ dat gy geene baldaadige Soldaaten, over uwe Goederen, over uwe „ Kinderen, ja zelfs over uwe Vrouwen, over al het heiligfte en dier„ baarst gefchatte Recht van uwe en hunne Perfoonen, by hetonge„ ftraft oefenen der fchandelykfte, verfoeilykfte, eerloofte en geweld„ daadigfte Wanbedryven ziet heerfchen. —■ En gy, © Burgergemagfi tigden 1 dien door uwe Medeburgeren waardig gekend zyt de Teugels „ ter uwer StadbeftieriHge te voeren, om ter befcherming van deRech„ ten, Vryheden en Rust des Volks te waaken, en alles te verhinderen „ wat hetzelve fchadelyk — alles te bevorderen wat het nodig en nut kan „ zyn: — Gy, zeg ik, zyt ten dieriten verpligt — uw Eed — (gedenkt „ 'er aan) — uw dii rgezwooren Eed — uw Belang — ja uwe Eer, die „ immers beter als het Leven is, noopen U, zo gy prys op alle deeze „ verpligtingen fielt, niettegedoogen, dat een enkel Burger, ik laat ftaan „ de geheele Gemeente eener Stad, die gerust op uwe beftieringe is, v in ayn Perfoon of Rechten vernederd, gehoond, aangetast, of ver„ kort worde, of een tegenflrydig gedrag, eene onwaardige behande„ ling deswegen, maakt u-zelven onbekwaam ea onwaardig het Ampt „ dat gy bekleedt; en geeft, volgens de Wetten der Natuur uwe Mede„ burgeren het Recht om u als derzelver Verdrukkers en Ontrusters der „ Maatfchappy te ftraffen, naar maate uwer Misdaaden en Wanbedry„ -ven zulks verdiend hebben." Louw. Dit alles is zeker, waarde Vrind! En echter ziet men veelen dier ftraf baaren den trotfehen kop in den wind fteeken en draaijen als de Weerhaan op eenen Toren. — Neem de Zutphenfche Regeering maar; (drie roemruchtige Braaven uitgezonderd:) — Wat heeft zy niet al tegen de Rechten haarer Stad en Burgeren ter hunner rerdrukkinge in 't werk ge-  ( i»7 ) eefteld ? Kent zy wel eenige de minfte verpligting aan 't heil haar er Stad — haarer Natuurgenooten - haarer Medeburgeren toe? /«P1,2?"1 teeendeel hetzelve niet met de onbillykfte — met de vexdoemelykfte trot«ehheid onder den voet, niet waardig den Vaderlandfchen grond re betreeden om dat zy zich als Slaavin verkogt heeft aan den Dwang, uit aucht om anderen, die zy, onder 't blinken van het gouden Juk, dat zy reeds op haaren verachtelyken hals heeft, door een yzeren te doen drukk _L 4 Tyden! ö Zeden! Konden de gezaligde Schimmen onzer voor Vryheid en Vaderlandfche Rechten geftorven Voorvaderen uit hunne met bloed befprengde Rustplaatfea opzien, wat zouden ze hunne verbas- terde Nakomelingen niet toeroepen? Voorzeker zouden z« hen in deezer voegen aaafpreeken: De Vaderlandfche Aarde, met ons bleed doortrokken, dat wy by het verwinnen van den helfchen Dwang gefiort hebben,, ontroert zich: Onze Getften % orden in het Zalig Ryk der Rust tenflerkflen aangedaan, 'daar zy het fmeeden der Keetetien hoeren, waarmede gy door ds Tiranny uwer Gemagtigden uwe Jlappe handen en traage vetten, t flaaffche Nakomelingschap! zult zien boeijen; daar men yzer en Jukken vervaardigt om "e u ep den neérgeboegen hals voor eeuwig te drukken! —- Kunt gy waardiz zyn, dat uw verfiaafd geftorven rif, uw dor gebeente nevens hit onze in den Graf kuil wtrde neêrgelaaten! — Dat uwe Asfche zich met de onze vermenge! - Hebt gy denzelfden Geest niet meer, die onzeUgchaamen bezielde, teen wy niets dan Vryheid ademden? Toen de Hemelfcht Eendrart de onfeilbaare Geleimaagd van ons Leven, ons voorging op de baan-: van Heldendapperheid? Zult gy door een Willekeurig Gezag, deer u al te reekeloes ten top geheeven, uwe Vryheid van den Treon zien Jlooten? — uwe Rechten en Wetten zien vernielen? Zult gy deor de verachtelyke Creatwi- ren van een Heerschzuchtig Staatsdienaar uw Eigendom — uw wettig Erf zien tlonderen? — In naam der hooge Godheid, beveelen we tt, dat gy zulks nooit moet gedeogen, indien gy de onuitienklykfte ftraffen niet op umnhals vilt haaien tot in eeuwigheid. Onze eenige Les is dan aanu, 6 Nakomelingen i dat gy aan het voor u door ons zo dieriaar vergooten hoed gedeiu ie om 'verre van onze Schimmen door wandaaden (de grtotfte zyn aan de Slaverm zehecht) te ontrusten; maar gelyk wy deeden, het Jukdes Dwm%s van uwen vry gebooren nek te weeren, geen ketenen omhanden en voeten te duld'n en liever by 't af weeren derzelven te fterven. Dan zullen wy u ah ons waardig Nakroost, met opene armen ontvangen in de eeuwige Weoningen der Hernelfche Vryheid. Dit, zeg ik, zou de taal onzer talige Voorvaderen zyn; en zy is het by het gevoel dat alle weldenkende  C iM ) Zielen in z;c!i-zelven 'er door gewaar worden.— Maar de Tyd «al ons, ik hoop ten fpoediglle, leeren, dat Recht ovèr Onrecht en Vryheid over Dwang zal zégepraalen; dat Verraad moeten zwichten, terwyl Vaderlandliefde het gloriryk hoofd, met ec:iwige Eerl-.uwieren bekroond,.,-vrymoedig zul verheffen. — Ja myn hoop, Vrind Krelis! voorfyelt my iets goeds. — Laaten we oits al weder met de reeds aangehaalde Courant behelpen. In dezelve lees'ik, onder 't Artikel van den Haag n November, aldus: Men meent van goederh.md te weeten, dat eenigen der meest geaccrediteerd (la Regenten elkander in 't oor luisteren, dat binnen kort op 't tapyt *5l gebragt worden het benoemen van eene Perfooneele Commisfie ter Generaliteit door de Bondgenooten , om te onderzoeken de Correspondentie , die tusfchen den Heer Griffier Fagel en Envoyé van Weideren, 'voor het uitbarften van den Oorlog met Engeland heeft plaats gehad, en het gebruik hetwelk daarvan gemaakt is. Krelis. Bravo! Men moet eerst het begin van den Draad hebben, wil men het kluwen ontwinden. — Weé hunner nochthans, die 't langs een verkeerde Spil hebben doen loopen, om het in de War te brengen. Louw. Zo is het. Vrind ! Gods wraake treedt wel op woIIen'ZooIen den Schendpren van hunnen Pligt na; maar by het onderhaalen derzelven, dat toch eindelyk gewis gefchiedt, treft ze de Godloozen. Krelis. God zou geen rechtvaardig God meer zyn , indien men hieraan wilde twyfelen. Maar nog meêr uit deze'lfde Courant. Zo lees ik verder. V Gravenbage den 15 November. Zeker Chargé d'Affaires van zeker voornaam Hof, welks genegenheid voor onze Republiek door fpreekende daaden boven alle verdenking geiteld is, had gepasfeerden Woensdag met zeker Minister der Generaliteit, alsmede met een Minister van Holland, eene conferentie, naar welkers inhoud man ten uiterfle nieuwsgierig is, omdat veele Leden der Generaliteits-Vergadering zekere bedeesdheid en angstvalligheid op het gelaat van den eerften Minister befpeurden, terwyl men in dat van den laatstgemelden die vergenoegdheid opmerkte, die de bewustheid van eene goede daad verricht te hebben, altoos uitwerkt. Louw. De Hemel zy dank voor zyne verlichting! Op deeze wyze kan men Arenden uit Duiven leeren onderkennen. Op deeze wyze vertoont de Leeuw zich uit zyn Klaauw. Krelis Ja op deeze wyze, zo ?er nog ftraffen voor misdaaden in ons Rechtlievend Vaderland te vinden zyn, gelyk ze 'er zyn, gebiedt de Wet den Overtreedcren derzelve, zonder aanzien van Perfoonen, te ftraffen; en het kon wel geen zo vrolyke Sint Niklaas voor fommigen irrden Haag in dit laar zyn, als in het voorledene, fchoon die reeds toen al eene mislukte.Vrolykheid was. Beef, ^gamemnon! beef! Gy, gy zult de eerfte zyn.... Louw. Hou op. Vrind! Geen Agnmemnon kon zich, toen Achilles, dit tegen ^t-n Opperveldheer uitboezemde, zichverweere», om dat hy in zynen arm gekwetst w^s. — Onze Samenfpraak zullen we maar hiermeê tiitmaaken. De vermoeijirgder daagl.ykfóhe Bezigheden dryft my naar huis en tot de rust. Geniet dezelve zo goed als ik ze wensch tc fmaaken. Vaarwel, Vrind Krelis! tot weerziens. Krelis. Ik zeg je dank, Louw-Broêr! Wel t'huis en de groetenis aan de Vrouw. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS vak EGMONT' op de Regulieri Brelörsat, te Aanfierdanj.  KRELIS M LOÜf. N°. 48. 25 November 1783. Krelis. T3y een goeden Avond wensch, is de vraag hoe 't met den Wei* .tl ftand is, Louw-Broêr ? u , Louw. Goeden Avond, Vrind Krelis! Ik bevind my teer wel. Hebt gy ^^W^^^^^^LfUl^l - Ikxiegyhebt Krelis. Zo fnschals een v:«j^ Winterfche gewoonte, in't het Rooktuig, reeds byéén . Ik ^ ^ » eu iachtjes aan wat rookwolkje, S?!Ln^«ÏÏnt?£ ruirmchtbhaxen. Mm welke Couranten daï voor u "ggen? Ik heb geen kennis, dunkt my aan het Wapentje» of Vignetje dit 'er Soven ftaat. — Wt ze me e.ns toe, als '« n gelieft. ÉST I^yhet ex'ynrlNederlandfche Co.ranten. - Maar een ander ontdekken. - fehe!di tujfchen den E5gensar en Optigter A n'rnkkerv a5 Deelgenoot ook in de voordeel», is voorgevallen, die verd" D S' dat S e Party op zich-zelve eene byzondere Krant onder een oorzaak_ heeft, dat iedere P elkander volftrekt dwarsboomen en en deze fdenJTjtel doet drukKen ^ kennen? MÜen zich over 5-nadnB74t^TOnheuschh'id geenszins verwonderen, 't Schynt deeze te zyn, diens °Pl'& ~_n;^ beftiert. Zy is de oorzaak geweest dat hy dW, ™ D^^ S^ii^i moest vertrekken; zy doet hem thans van V T\£ïaTichéLn, en ligtelyk zou het kunnen gebeuren, dat die zelfde SEdÖi "em ook onder Amftelland verveelend maakte, en zo wel da»r Onheuschheid nem oü. vervaardiging eener Courant ontzeggen deed. a,s dders P'-««^^nhe»ch Geff doorgaans van trotschhed en onkunLouw. vv ai 'k liever in myne zuivevolgd, dan dat ik onder ïïeeïe^ feelvïrnf ^Ch[yV" ^ «^deelen gebeurd is) naar de Perfoonen moet raS \ïï ^7^1 f™™^ PaPiere» IMannen gefprooken wierd, „rwyl ik m y verw^S, ï " W? WouWen da«' zo flordig of onkuadig in het waar gebruik der Gefl^r- ^P^bMre Sch^rs iets waarin iemand, die eér hy d/pTlv/n. °°rde11 ioD,|ei1 - thans behoorde ervaaren te zyn! °PW °m VOOr ecn lede' * fchryven, aN ^T^vS^ onvoeg. derlandfche Courant van voorgaan den VnéSZ ",euwf fc^ve„e Nceens voorleezen, Vrind!-. Luiftcr. g 33< te Vlndin' lk zal 't a Amflercfom den 20 November. In tvden *l« zulke geduchte veranderingen ondergaat i, het h„£ *?ar'n het Vaderlani dat onze Moedertaal niet meer algemeen vltÏT 'V^1 > te heï™™™, Uitlanders, flechts, komen, door ec ïtydinten^» iT" Z«r We,'n:'gc daailyken toeftand, en van de WettghcH £^ ™^ "cht ™ ™*n. fchiecfchryvers, gelyk aan de van andeTe VoS T~ Op.e Ge- den dag, alleen in hunne Moederfpraake dewelken do? r • f^urteiiisfen van z.ns.geleezen en beoordeeld kennen wördra H^rva» ^u:!5D'an<'crs dus geensin zich, voor eer en Kwaadwilligen of LigtgelSvLen TTuS ïrV™'?* moefte om onze goede Zaak voor het oog der Waerdd nZntdf5hen Journalist, tedraagea en de ondeugd der geenen "die o^VnSJS^'*^1^*00*1 Rechtoank van hei algemeen Mensch lom te bSten b"°Cren' voer de Een duideiyk voorbeeld hiervan meenen w» '»*■«• j • D^papieren voor deeze week. Wy ,-„1 „. , i1 ,D, een dw Dnitfche Woorden dal een gantsch niet oa^t^^^^f^^t zo veele derzelver Magiftraat een Request overgegeeven heïben , 7r°ÜWen 3211 „ om haare Mannen te bedwingen in knnfn 1 ! ,en deeze» einde, „ den Wapenhandel te oefenen,«hfcrdoor het vIZTa^ ^ °m *** » „ dienen". — En deeze Requestranten Vad«land te kloeker te kunnen ichenBerichtfchryver, gedrongeïz ^o den ° doS' Vo!ge? den „ uitzien, dat haare Mannengev/ar looV-n «n doord,e" ^ anderzins voor„ waarlouzen; veel Geld te mteeïen S honne .Kos^inning te ver- ven en arme Vrouwen en Kaderen na, ,aatlf?™b* dus breedfpraakig geëtaleerd te hebben, beflmt de Tnnr^rT Va dlt a!les ™ „ Welk antwoord deeze vernuftige en goede HuEf Dit zou den edelen Naam van B navieren hoonen. Maar neen : gy wilt het Eerefpoor Dat Bato's Kroost betrad, vol moeds, vo! vuurs, betreeden. 's Lands Heilmaagd ft >p;e u 't eerfte voor ! En toonde u al haar fchat van Aardfche Zaligheden. Zo blaast (daar Neèrlands welfhnd bloeit O De Luchtbodin uw lof, door twee paar Wiereldllreeken. En wyl van dag tot dag uw VRYHEIDS-YVER groeit: Zien wy de Dwinglandy haast uit dit Oord geweeken. Dat nu de 'I weedragt bru'le en woed': Haar krachten zyn geknot: zy zal ons nooit verkloeken. Deez' Tygerin, voor B.irgerbloed, Zal ieder Vryheids-Zoon % door cïe Eeuwen fceen, \ er vloeken. Dee«e  C 192 ) Üefïc Coupletten zyn overgenomen uit een der fèhoone Dichtftukken van den Meer S. van de'Graaff, een waardig Medelid v*n het lofiyk bekende Exercitie-Genoodfchap binnen de biad Dordrecht opgericht; en te vinden in eenen voor rekening diens Genoooïehaps gedrukten Bundel van Vaderlandfche Zangen, ter gelegenheid van deszelfs Exercitiën op den 20 üeïober deezes Jaars aldaar verricht; en welke Bundel ons door een waardigst L;d van dat Corps op de verpligtendfte wyze is aangebooderi: By gelegenheid dat wy naar onzen pligt ons zo omftr.ndig beklaagen over het ongunflig Lot onzer Moederfpraake, en de gevolgen, welke de weinige kennisfe derzelve, iu tegenoverftellinge van eenige andere levendige Taaie in dit Waerelddeel, heeft, kunnen wy niet voorby, denzulken, die 'zich met door kW3lykgezinden, óf zelf omgekogte Dagfchryvers, of Couriers du Bas Rhin, dien wy in onze laatften nog hebben moeten refuteeren, niet genoeg aanraaoen de vlytige lecture van den Politique Hollandais Nouveau, Waarvan weeklvks een No. door de bezorging van den zo Wysgeerigen en Kuncigen, als Weidenkenden Heeie A. M. CERJSIER, wordt uitgegeeven. — Irdien Buitenknufehe Journalisten vooral, zich dat Periodiek Weck wilden ten nut'e maaken, zouden wy zeer waarfchynlyk ons niet behoeven te beklaagen over de verkeerde denkbeelden die den Vreemdelingen geïmbueerd worden, nooper-s den toedragt der Z taken in ons Vaderland. Ma: r voor ditmaal genoeg; want de gelegenheid om ons over dit fujet meer te explicecren, Zal, zo wy vreezen, nog niet zo ras voorby zyn. Krelis. Althans men kan uit dit enkel ftaaltje zien, op welk eene wyze de tegenwoordige 'S< liryver der Echte Nedcrl.'.ndfche Courant denkt en redeneert. Louw. Men zit ze ook allen, en men zal, zondereen domme Weetniet te zyn, overtuigd flatn, dat de Schryver van Koniftg r.ooit in ftaat is geweest noch kan zyn otu de denk- en reder.ceringswyze van deezen wakkeren Penvoerder te evenaaren. Dus zullen allen die vatbaar voor het beste Zyn, het flegtfte niet verkiezen. Wy hebben geen reden immers tot partydigheid, en oordeelen flechts naar 't geene ons gjezigt en kennisfe bereiken kunren, die beide ten minfie zo verre ftrekken, datzyeen Adelaar van een Uil kuranen onderfcheiden. KreMs. Nu, Louw-Broêr! Vaarwel, en flaap gerust. Louw. Ik zeg u dank, Vrind Krelis! Leef gezond! Ik wensch u wel t'huis", en wel te ruiten. Groet Grietje. By de Drukfter deezes is thans weder gedrukt en werd uitgegeeven, de reeds bekende Almanach van LOU W en KRELIS, voor het Schrik kei-Jaar 1784, waarin, behalven het geen tot een Almanach behoord, is te vinden, 1. Dagwyzer der jaarmarkten, Kermisfen, Beeftenmarkten, &c., in en buiten de Provinciën. 2. On». uerrichtirig omtrent de Zegels en derzelver Pryzen. Het vertrekken der Posten, en 1 't vaaren der Schepen tn Schuiten. 3. Kronyk der voornaamfte Gebeurtenis'fen. 4. Vyt'de Vervolg van het Zomer-Reisje dooreen Gezelfchap van drie goede Vrinden.. 5. Vervolg en Slot van den Dichtenden Boer. 6. Het Vaderlandsch Zang-Choor, of' het vermaaklyk Gezelfchap van vrolyke Gceflen, zingende allerlei nieuwe Stukjes,, op de uitgezochtfte en fraairte Wyzen. 7. De geflrafte Jalouzie, of Hiftorie van denj Graaf van A*»*: eene Nederlandfche Gefehiedenis. Benevens verfcheide andereDiverüsfementen. De prys is 4 Stuivers. Gcdrakt by d« Errt dt Weduwe JACOBUS tan ESMONT: op de Regulier! Breeftraet, tc Amöerdsua.  L O U W en K R E L I S. N*. 49. « Daeinber 1783. Louw. fiwatai Avond, V*d Krellst Hoe hebt gy 't ««de» Krol». Uef^t'*'. » * lMf- (&nk * ^ P- 1 „Tr verhaalen —■ Is er wat Nieuws? — Want ik SS KT*trek heb, om iets te hooTen beves ïen dat thans uit duizenden van monden rok , en met verhalte Wen zou uitgefprooken zyn door een Man, die de eer hééft &£^lhebber in dienst der Republiek te zyn. — Weet gy hec K-rpii«? Of leest ev Reen Kranten meer l Kre * Ta wel V ind! Ik begryP wel ww gy zeggen wik, en my Krelis. ja wei, v» « begrvDfit zeer ligt, dat ik aao geen Pu£gS\K M Jty'd immer doe* en dus niet in ftaatTen om u te kunnen zeggen wat 'er geredeneerd wordt. — ïïeen Man ' Ik hd> geen Guldens om ze «n die Tafel te vermaalcyNeen, Man . _ik n b egenheid had om met myn Grietje aaa tVDisc^ fe Lullen van Vadfrlandfche fpyze, die ik ken, zou ik wï voo? drie o" vier ftuivers by een Gaare-KeBkenhouder te recht wet voor dne 01 v\ dt doorn hart betrachtte hy ie hoogfte Wet, dat is de Welvaart van Volk et) Vaderland ten toD te voeren. — Zouden dan die uitmuntende Deugden dui niet overseeaan zyn op zynen Zoon, op dien van God gebeden Prins, dien wy zo loflyk »n de hooge Ampten zyns Doorl. Vaders, (glorieufer Gedachtenisfe) gefteld zien, terwvl zvii Hoogvorftelyk Huis ten n.iauwften vermaagfeh pt is aan dat vsn den croo. ten Pruisiifcben Monsrch Frederik, du wonder zyner Eeuw! — Zou... M»arj Krelis! ganoeg, genoeg, ik fchei 'er uit: Het is te Iaat om meer te zeggen. Vaari vel en ftaap gerust, Vrind! JCrelis. Insgelyks, Louw-Broêr! Wel t'huis en de groeten» aan Diewertje. " Gedrukt by de Erve Te Wednwe J A COBUS tam ÉGMONT: op é* ïtegBlier* Breifftraftt, I* Amncrdum,  KRELIS en LOUW. N". 50. 9 December 1783. Krelis. "\Y/";lt nebc gy daar al weêr die Prul van een Na-Courant voor u? Louw. W Is dat uw groet, Vrind? Krelis. Nu, goeden Avond dan, Louw-Broêr! Ik vaar wel; gy ook? Louw. Wel ja! -—- Maar gy komt my zo gemelyk voor; mag ik dan de NaCourant niet leezen? , • Krelis. Zeg. liever Oude Wy ven-Courant. 'Er is immers, hoe verder men ze ïnz;et, hoé minder rechtgeairdheid van denkwyze by de Schryvers derzelve te vinden". Alles is Brabbeltaal; alles is ontbloot van gronden, en fchynt ééfl hunner, na lang grobbelen in de rioolen der verborgen Deugden en goede Hoedanigheden der Stadhou- .deren, eenige weinigen opgebaggerd te hebben; (want men moet lang zoeken eer men 'er eene vind;) dan is het by dia Antipatriotten habet fixum ! —- Maar hoe befchimmeld, hoe vuil, hoe bemodderd ziet het opgegrobbeld kleinood 'er dan niet uit! Een trits van Baggeraars wryft, ftrykt en fchuurt 'er geduurende agt dagen .lang over met Engelsch Kryt, alvoorens zy 'er eenigen glans aan kunnen geeven; en dan meenen zy die kleinoodien, (ja wel kleinood:en!) voor fyn Goud te mogen uitventen, fchoon niet meer dan ruuw Koper waardig! Wie kan hunne Kwakzalverachtige aanpryzingen deswegen zonder lagchen leezen ! — Verdorven Doelisten van 1747 en 1748 ontwaakt! Uw Nsgebroed herleeft weêr! — De Wormen uit uw met Galgepaarden naar 'c Graf gefleept rottend Rif koomen weêr iii menfchelyke gedaanten voor den dag. — Een van die Wormen z il in zyn Betoog met een zelfde tong zyne Tyd- eo Landgenooten zeggen het geen de Slang in 't Paradys tot aller Menfchen Moeder fprak; naamlyk, zo veel als dit: Geloof God niet, .maar geloof my. Men hoore flechts die valfche Betoogfchryver in de Na-Courant van de voorgaande en deeze week fpreeken, en men zal naauwlyks begonnen hebben hem te hooren, of men zal de waarheid van myn gezegde ontdekken; danr de verleidende Schryver zelf niet weet in welke bogten hy zich wringen zal om langs het jaar 1747 tot die Hoofdzuil op te ftygen, die de Man aanmerkt als in dat Jaar, ter Herftelling der Regeeringsvorm noodzaaklyk te zyn geweest, opgericht te worden, om 't vrye Staatsgebouw, in 1579 geftigt, te onderfchraagen. Wy hadden wel gewenscht dat de diepzinnige Schryver meer verftaanbaare taal gefprooken had.— Maar Iuilter hy doet het. — Even als eflS Kwakzalver, die op een van elk gehaat Middel roemt, door 't welk duizenden Menfchen in plaats van berfteld te worden van eene geringe verkoudheid, tot eene onherllelbaare Borstkwaal gebragt zyn, zegt deeze Chjrletan insgelyks, dat het onze hedendaagfche Patriotten gelaaden hebben op het Middel, waarvan die zelfde Natie (de onze meent hy waarfchynlyk) die, tot tvieemadlen toe, ondervonden had, hoe gevaarlyk het zy, van oude grond- .beginfelen aftewyken, zich in 1748 gediend heeft, (de Natie NB. heeft zich van dit Middel bediend! — Neen, Kwakzalver! de omgekogte Fielten, — een Rousfet, en anderen , wier naamen ik my onthoude te noemen om hunner Nakomelingen wille; deezen waren het, die z'ch van dit verfoeilyk Oproermiddel bedienden en het grootfte gedeelte der Natie vooral in dat Moordjaar onzer dierbaare Vryheid, dat Jaar van 1748 'er toe bragtcn om den grond tot het Verderf van ons Vry Gtmeerebes't te Aa 3 lég-  C *9* ) leggen, Maar laaten we u verder hooren , wiartoe men zich nog fterker bedient beeft van dat Middel, dat alleen in eene gewelddaadige Wet- en Rechtsverkrachting des Volks en hunne Vertegenwoordigers zalven beftaan heeft, om een zogenaamd Erflyk Eminent Hoofd in een Prins van Oranje en Zyne Nazaaten te bekomen. Wy hoorenudan, Fynman! De herftelling van 't Stadhouderfchap in'tjaar 1747, was niat voldoende. Gy hebt gelyk. — Maar het wordt toegekend, aan dat van 1748, of fchoon (zegtgy) bet eerstgemelde jaar die gelukkig.b hervorming te weeg gebragt hebbe , terwyl het laatstgemelde jaar, als het Moordjaar van de- Vryheid wordt opgenoemd, om dat. toen de vastjleüing van die Regeering;''vorm onveranderbaar gemaakt is. Een fraaije Redeneering ! Zou men in u geen tweeden Cicero mogen befchouwen?— Neen! Gy zyt niet verre van een Cetbegus of LentulHS. te zyn, om een gezwooren Medeftander of liever Slaaf, van eenen Qatilina te worden. Evenwel zyn *er grooter dan gy, die aan de Vriendfchap van Tróuwlooze Staats- en Landverraaders hunne fnoode Zielen verpand hebben! — Sehrik niet, fyne Femelaar! Kent gy de Hoofden der. Engelfche Cabaale niet? — Beter dan wy, zo wy meenen. — Maar zacht! Gy wacht u wel rechtftreeks u voor een Anglomaan te doen kennen. Het is onze tegenwoordige Regeeringsvorm alleen die by u de gelukkiglle is,, welke wy ooit konden wenfchen of begeeren, en deeze kan, volgens uw begrip, niet verbeterd worden. Gy zoudt ons zulks ligtelyk kunnen doen gelooven, dewyl zy, by de aanftelling tot het Stadhouderfchap in den Perfoon des Vierden Willems alleen, ten jaare 1747, die kracht nog niet had, als zy, naar uwe redeneerwyze, in 1748 bekwam; maar die kracht zou dan onze Regeeringsvorm door het Erflyke van 't Stadhouderfchap alleen bekomen hebben. — Slaaffche Ziel! hoe is het mooglyk, daar gy van agteren de verkeerde handelwyze van eene omgekogte Cabaale van dien tyd , die het gelukte den Geest vau Oproer en Muitery alomme het Volk in te blaazen , als eene herftelling en vastftelling onzer oorfpronglyke Regeeringsvorm durft optegeeven ? — By den oorfprong deezer Regeeringsvorm heeft men nooit gedacht eeuwigduurende Capiteinen-Generaals, Capiteinen-Admiraals uit één en't zelfde Huis te hebben, laat ftaan dan Stadhouders en Stadhouderesfen by Erfopvolging. Wees zogoed, en toon zulks eens uit oorfpronglyke Stukken , van de Unie af beginnende, ter degen aan; vindt gy 'er één Artikel in, dat het Stadhouderfchap Eiflyk verklaart tot vastftell'ing van de Regeeringsvorm onzer Republiek ? Dit is 'er niet, en evenwel wilt gy de Unie voor den grondilag onzer Regeering wel erkennen, zouden wy meenen. fs het dan geen geweldige Inbreuk op de Grondwetten van den Staat geweest, dat men "de Regeeringsvorm verandert heefc, met een altoosduurend Erflyk Stadhouderfchap allen de, Zeven Verééoigde Gewesten als een onverbreekbaar Juk op. den vryen nek te drukien? — En hierin beftaan, gelyk gy voorgeeft, de waarachtige belangen der Natie, die Natie-, die by u in *t algemeen (cm dat zyn verfoeilyke leugens) tot tweemaal toe het Stadhouderfchap, om dat zy 't orïöntbeerlyJï voor 't welzyn van den Staat achtte te zyn, het field heeft, gelyk men weet in 't Huis van Oranje; en die herftelling gefchied zynde in 1672, nog eens in 1747 , en voor altyd vastgefteld in 1748- Betreffende de eerfte herftelling der Stadhouderlyke Bediening in Willem den 111. gefchiedde die door de geheele Natie, en vond zy haare waarachtige belangen 'ér by dat een onmenschlyk Rot oproerige Hagenaars de.Eertroföën der Stadhouderlyke Waardigheid in het zo dierbaar ais onfchuldig bloed der vermoorde en alleryslykst mishandelde Gebroederer Je Witten, waare Vaderen en Helden des Vaderlands, oprichtten? — Immers het bes-te gedeelte der. Natie gruwde 'er van! — Op, deeze-wyze werd t#ar dien Stadhouder jrc-  C 199 ) «aeyeri Hoe de Natie in 't algemeen by zyne Hooge Ampttbediening haare belangea bevonden heeft, kunt gy op de met bloed en zweet gefchilderde Krygs en StaatsTafreelen van 1672 tot 1702, en nog verder, als een vervolg er van, tot 1713 toe Kien la federt de aauftelling van dien Stadhouder veikwynde 's Lands welvaart, en is nooit weder te rug gekeerd tot dien bloei waaria zy te vooren by eene Stadhouderloze en waarlyk vrye Staatsregeling, geduurende 22 Jaaren, toegenoomen en S, haj _L Zie daar, Heer Betoogfchryver! een Heer fchetsje van de uitwerking uwer'geliefde Regeeringsvorm. Van het Jaar 1702 tot 5747. was Friesland alteen K een Stadhouder belast. Men leefde hier weder vry. De goede Trouw .7' Lirds Vaderen onderfteunde haare Bbndgenooten in den laatstgevoerden Oorlog ' " FrankrTk (het loon deswege hebben zy 'er van wech!) De Franfchen vetfchoonde Uns de uit'aappen van deezen Staat, die zonder noodzaaklykheid den Engelfchen, Ha«overfchen en andere Duitfche Vorften, ter onderfteuning van het Huis van Oosten7vL- kr-chtdaadig de hand bood; en dit Waren eindelyk beweegredenen genoeg voor Frankrvk f welks waarfchouwingen door Frifo's Vrienden, die naar verandering döf Regeeringsvorm haakten,, en niet dan Oorlog kraaiden, in den wind werden gefiaf^; ' 1 de Republiek formeel den Oorlog aantedoen, en op-onze Grensfteden aante- g 'j. Toen begon men Moorden Br.nd te fchreeuwen. Zy, die op hooge Amnrpn en Bedieningen, uit Staatzucht of Zelfbelang doelden, en anderen die 'èr toe omgekocht waren, gelyk die Cabaale. der Doelisten, fchreeuwden toen aanftonds Iwd ea Brand! Zeeland ftond op 't punt van zynen ondergang! Ho:land zou zitfi " niet verdeedigen kunnen! De Magazynen waren teeg! 's Lands Staaten wapen Verders' Zv verftonden zich met Frankryk ; zy ftaaken 'er Louis a'Ors voor m hunne Ken' Wech met zulke Monfters! — Een Stadhouder! Een Stadhouder! om deepn tl één was al het gsfcbreeuw, dat de Vryheidhaatende Duisierlmgen niet ophiela n her hef des Volks in te boezemen, met verzékering dat deszelfs Stem de Stera !n Tod zelf was. even of een Stadhouder alleen in ftaat ware geheele Legers te ver" en Magazynen vol Oorlogstuig op zynen wenk te vullen , daar hy toen men hpm kreeg op dat uitfpoorig gefchreeuw, niet eens, gelyk zyn pligt het wel vercischc zich aar1't Hoofd van 't Staatenleger plaatfte en een enkelen Veldtogt bywoonde. S iTpWerd Bergen op-Zoom bezigtigde hy, en dat was het voornaamfte ! Welk een Se dandaad! Kon hy daar meê het Leger van Lowenthall beletten die Stad in te naa„!nV-_ Immers neen ! Maaftricht moest 'er ook aan, eêr men Vrede kreeg. — Dtt ™, nochthans hebben kunnen gebeuren zonder Stadhouder te hebben gehad; maar nu w ien d " verliezen den Capitein-Generaal riet toegereekend! — Had men ook verTr moeten vechten, dan zou men een Hertog Velomaarfchalk, leeds daartoe beftemd »n henoemd aan 't hoofd van onze benden, in 's Prinsfen plaats hebben gezien, dan wvp nanrefteld zvnde, heïft nimmer noodig. gehad voor onze Republiek een Leger S eenen Vyanl aar/tevoeren en te Velde te gebieden. Ondertusfchen hebben alle diens Veldmaarfch.dks bemoeijingen z;ch verre genoeg uitgettrekt,. om na Frifos onty"n d00d a]s Mentor des jongen Stadhouders, orzen tegenwoordigen Willem opkleiden tot' Denkbeelden, die geensz ns met de waaie Regeeringsvorm onzer Repu- ïdipk ftVooken Dus heeft dan de tweede herftelling van 't Stadhouderfchap ons rlmeenebest ' verre van het de gewenschte voordeden te bezorgen, in tegendeel'de..nrootPe nadeelen toegebragt, en door den volgenden f.menloop vaa verkeerd aange-Wde 7-nken en moedwillig verzuimde Volksvoordeelen,. de Natie, verre van haaret,uicUxv'c'belangen te onderdeuren, te gelyk met haaren ouden roem,., eer,,, glorie: ta met der Voorvaderen aieiba_ar bloed gekoste Vryheid ..onketB^tvanJfcaieaondèr-  ( 208 ) gang gebragt.— Maar nu, Heer Betoogfchryver! Ste! tien voorftellirgen tegen vyftig; Cdoch doe het in geen Na. Courant, wyl ons Blaadj^eenai te bekrompen bep.aling etsent,) en wy zullen breedere toepasfingen geeven; ja zet 'er u dan rondborftig toe en noeni uw naam; wy (of liever ik) zyn geenszins befchroomd, om onze Tegenllelüngen met den onzen openbaar te onderteekenen. De Schryver der Samenfpraaken van Louw en Krelis daagt u hiertoe uit! Vat vrymoedig de Pen 'er toe op, en vrees niet dat uw Party indien gy bedaard te werk gaat u onbedaard zal antwoorden. Maar behaagt het u, gelyk een Uil in het duister te blyven vliegen, verwacht dan dikwils op uw gekrasch het verpikken van de kleinfle der Vogelen , by 't aanbreeken van den Dageraad der herftelde Vryheid! — Vaar voor ditmaal wel, met alle de Vleêrmuizen welken gy tot uwe Nachttrauwanten hebt, en flaap tot aanftaanden Maandag vry door. — Het is ons der pynewaard niet u uit uw afi'ehuwlyk nest te haaien; maar durfc gy in rerum natura voor hst helder daglicht te komen, wy zullen u op het fpits verwachten, al waart gy ook met do fterkite benden van 't gevloektfte Nachtgevogelte omrirgd, en... Louw. Zwyg maar, Krelis! Gy zoudt 'er doch geen eer mede bebaalen. Krelis. Men zou zich evenwel voor dit Gebroed te zeekerer kunnen wachten, Vrind! Ware onze Samenfpraak aan Tyd en Beftek niet bepaald, ik zou vervullen alles wat myn Vaderlandfche Pligt my openftelt te moeten doen. Maar al weêr verhindering door gebrek aan tyd en plaats. — Leef gezond, Louw-Broêr! cn flagp gerust. Louw. Ik wensch u 't zelfde, Vrind Krelis! Wel t'huis, en de groetenis aan Grietje. By de Drukfter deezes is thans weder gedrukt en werd uirgegeeven, de reeds bekende Almanach van LOUW en KRELIS, voor het Schxikkel-Jaar 1784, waarin,.behalven het geen tot een Almanach behoord, is te vinden, n Dagwyzer der Jaarmarkten, Kermisfen, Beeflenmarkten, &c, in en buiten de Provinciën. 2. Onderrichting omtrent de Zegels en derzelver Pryzen. Het vertrekken der Posten, en 't vaaren der Schepen en Schuiten. 3. Kronyk der voornaamfte Gebeurtenisfen. 4. Vyfde Vervolg van het Zomer-Reisje dooreen Gezelfchap van drie goede Vrinden. 5. Vervolg en Stot van den Dichtenden Boer. 6. Het Vaderlnndsch Zang-Choor, of het vermaaklyk Gezelfchap van vrolyke Geeften, zingende allerlei nieuwe Stukjes, op de uitgezoehtfte en fraaifte Wyzen. 7. De geftrafte Jalouzie, of Hiftorie van den Graaf van A***: oene Nederlandfche Gefchiedenis. Benevens verfcheide andere Divertisfementen. De prys is 4 Stuivers. By de Drukfter deezes is gedrukt en wordt thans weder uitgegeeven: Het Vrouwen Almanakje van DIEWERTJE en GRIETJE, voor hst Schrikkel-Jaar 1784, vervuld met al het geen tot een compleete Almanak wordt vereiscat, benevens het Tweede Vervolg van 't nieuw merkwaardig Historisch Kronykje, vervattende de voornaamfte Daaden der Nederlandfche Zee Helden. 2. Het vertrekken der Posten; het ryden der Post- en andere Wagens , en het vaaren der Schepen en SchuiteD. 3. Vierde Vervolg der Gevallen van Kaatje ligt om 'tGeld; of de gevolgen van een Hegte Opvoeding. 4. Vyfde Vervolg van het Buurpraatje tusfeben drie Buurwyfjes; Lysje, Tryntje en Jannetje. 5. Avond-Praatje, tusfchen een Schilder, Timmerman, Loodgieter, Metfelaar en Opperman, gehouden aan den Haard in een Drinkwinkel. De prys is 4 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Wed» J. ta* KGA1CWT: op de Reguliers, Biwêtkaat, te Amfterdam,  LOUW KRELIS. N*. 51. 16 December 1783. Louw. goeden Avond, Vrind Krelis! Is 't rog wel met de GeVjT zondheid? J -Krelis. Zeer wel, Louw-Broêr I Heb gy 't al mee nog fnsch ? Louw Naar behooren, Man! — Ik zal maar een Pyp neemen, en fteeken eens den Brand 'er in. Gy zult ondertusfchen de goedheid wel hebben van my uit de Nieuwspapieren te doen hooren, hoe het met de Zaaken van den Tyd gefield is. Krelis. De meefte Nieuwspapieren, Vrind! zeggen met veel. De redeneeringen die men 'er uittrekt, gaan daaglyks grootendeejs over de nieuwe uitvindingen der Lucht-Bollen en nog andere Werktuigen, die men zegt dat vervaardigd worden, om tot verre boven de Wolken gevoerd, de Lucht van 't eene naar 't andere Land te doorreizen. Zo lees ik zelfs dat de Heeren Chabert de Fleurieu en de Bougainville, ScheepsKapiteinen, verhoopen eerstdaags de Straat van Calais over te fteeken, en zullen te Boulogne de reis aanneemen, hebbende zy, naar hun voorgeeven, ds Kunst ontdekt om een vliegendm Wagen even als een Schip Te beftieren. Wat hiervan worden wil zal de Tyd ons aanbrengen. Het volgende, betreklyk op de. Bollen, is vrymoedig genoeg bepaald, om 'er vertrouwen in te ftellen , want dus fchryft de Oudfte der Gebroeders Montgolfier te Lyon, die. thans een nieuwen Luchtbol onder_ handen heeft: „ De Oogenbiik genaakt, op welken ik myn Werk zal voltooid hebben. Ik hoop u binnen kort te Parys te zien, indien wy gunftigen Wind treffen: Ik fta op myn vertrek, om met vyf van myne Vrienden, door de Lucht gevoerd, u te komen bezoeken. Ik maak mv fterk, dat ik den roem zal wechdraagen van het allereerst eene lange reis te hebben kunnen volvoeren. Indien de Noordoosten-Wind ons naar de Middelandfche Zee dryfc, als dan zullen wy befluiten om naar Marfeille te vaaren." . , , , , A , Louw. De Heer Montgolfier te Lyon moet indedaad dan fterker verzekerd zyn van de goede uitwerking die zyn Luchtbol zal hebben, dan die men gezien heefc, dat die bad, dien men in den Haag vervaardied en opgelaaten heeft, zo men verneemt. Krelis. Dat ly dt geen tégenfpraak. Het bericht dat men wegens den Haagfchen geeft is.geenszins voordeelig, en luidt dus: De Proef, die men den nden deezer in *s Hage met den Luchtbol genomen heeft, is niet ten eenemaal naar wensch uitgevallen. Ten een üur naden middag wierd deeze Bol, hoog 45 voeten op 34 voeten middellyns, in den Tuin van hei Oude Hof door den Heer Dnller opge-  ( 202, ) nmg Y ^-v l^t«rr. De groote toevloed van Aanfcoouwers wierd, door drie Kanonfchooten, van den tydlto d der opvulling verwittigd; men vulde den gol flechts in zo verre, (Jac hy maar- 7 of 8 honderd Roeden voonftreeven kon. De ©ogenblik zyner Opfchietkg wierd daarop door twee 'andere Kanonfchootea aangekondigd, en de Touwen losgemaakt. De' Wird was Oost. De Luchtbol rees ftaa'elyk naar boven, eerst recht, daarna fchuins; draaide Westwaards af; fteeg boven de Daken der Huizen uit; klom wel 200 voetea hoog, ter hoogte van de Geluid- of Bromgaten van den Tooren der Groote Kerk; tuiavlde vervolgens geheel en al Qverzyde; keerde terug; kwam neer in het Veenveld achter de Veen> laan op 7 of 8 honderd treeden afitands van de plaats zyner Oplaating; maakte nog eenige beweeging; bleef toe» leggen; zakte inéén; en ftdde (na over dit alles maar drie minuten bézig geweest zyn) de hoop.der Aanfchouwers te leur. Welke logge invloed den Bol inéén deed zakken, valt bezwaarlykte bepialen. Wat ook de waareoorzaak 'er van zyn,moge, zekerlyk zal dat mislukken der Proefnéeming geene werkloosheid ten gevolge hebben, zullende, naar men verzekert, dezelve bereids deeze week herhaald worden, en, zo wy wenfchen, de verwachting beter beantwoorden. Verfchillende zyn de berichten over de hoogte die deeze Bol bereikt heeft; ook die van den afland op welken hy zo onverwacht is nedergekoomen. — Mooglyk heeft men in eenige opgaavea allufie gemaakt op Engelfche mylen, enz —< _ Dan, elk een weet hoe die tot onze Hollandfche ftaan, en zal dus die verfchillen gemaklyk met elkanderea kunnen overeenbrengen.; Louvr. De togt naar de Lucht van dien Haagfchen Ral fchynt dus veel overeenkoomst te hebben gehad met den togt onzer OoWogfchepen naar Brest, dewyl de eene zo wel als de andere mislukt is. —- Vreemd is het toch, dat de Onderneémingen der Franfchen meest alle gelukkige gevolgen hebben, zo wel met betrekking tot hunne Zee- als Lucht-Vaartuigen. — Zouden hier ook byzondere en onzigtbaare Geeften de hand in.'hebben, van welken de eene, de Franfehe, krachtdaadiger in wer> king was dan de andere, de Ntderlandfche naamlyk?• ■— Men zou derW.yze kunnen oordeelen , uit de Zaaken die men gebeuren ziet. Or*denusfehen willen de Engelfche Geleerden", gelyk me» my gezegd heef:v zich .niet met Luchtbollen bemoeijen-. Krelis. Hunne Lands-Zaaken zyn ook zo deerlyk verward, dat ze tot hunnent, wel noodig hebben op.de Aarde te mogen blyven; dewyl hua de.Ierlandfche Zaaken handen vol werks verfchafren om~te verhoeden dat dativaste Land-hen.niet dezelfde vermogens van d@ Vryheidliefde zyner 2$ewpQneren doe. gevoelen ea ondervinden^ als het aan den anderan kant S des,  ( 203 ) des Aardbol» gelegen Noord-Amenka gedaan heefc. Oordeel-'er over mt die Arti kei, volgens de Haarlemfche Courant. Dus fchryft men uic Londen van den o December. ' In Ierland begint het ernftig uictezien. Men weet dat de gewapende Vrv-Compagniën of Asfociaden gedelegeerden int hu» midden hebben verkoorenr welke te Dublin vergaderd zyn onder den naam van de Nationaale Conventie.. Deeze Conventie heeft, ingevolge de txpresfe lasc van derzelver Principaalen, in overweeging genomen ,, om eene Re. ferme in het Parlement te weeg re brengen, welke Reforme door alle Inwooners van Ierland, behalve die weinige Grond-Eigenaars, welke door hunnen invloed in de kleine Burgten een zeer groot gedeelte van het lerfche Parlement hebben weeten verkooren tekrygen, a biets volftrekt noodwaklyks wordt aangezien. Den so.der voorleden maandlis de Conventie tot eene Refolutie op dat punt gekomen, en er wierd denzelven dag eene Bill gegrond op de voorfchreve Refolutie, ia het lerfche Huis der Gemeenten ingebragt; doch niet alleen met 157-tegen 77 Stemmen verworpen, maar daarenboven met 15ategen 68Stemmengerefulveerd dat men de Rechten en Privilegiën van het Parlement tegen alle hoe genaamde inbreuken moest handhaaven, en om een Adres deswege aan 7 vne Majefteit te maaken. Dit is genoegzaam-eene Oorlogsverklaring r tusfchen de beiie Partyen; en deiryl het Parlement met alleen tegen eene Parlementaire Reforme heeft, beflooten; maar zelfs in directe termen de Reseering om hulp verzogt, om deeze hunne Refolutie tegen het algemeen gevoelen der Natie ftaande te houden, en terwyl aan den anderen Wnt atle Berichten uit Ierland overeenftemmen, dat de Vrywilligers gedetermineerd zyn om de Zaak ter- uitvoer te brengen, vreest men voor TOT" De Sen zyn dan daar wel zeer onvoordeeliggefteld. Zulke dergelvke onlusten nochthans fpruiten doorgaans uit de verkrachting van di Volks rechten en vryheden, allengskens door de trotscflheid,. heersen- en fchraapzucht der Grooten in 't werk gefteld en eindelyk on* befchaamd uitgevoerd door tours fairesfe,. om hunne Medeburgeren te onderdrukken, zich met derzelver zweet en bloed groot en hunne beurs vet te maaken , terwyl zy het door hen bedorven Gemeen-byna van honger dn-n fttfïen - Dit immers moet eindelyk alle Menfchen, die natuur. Ivk vrygeboören zyn, verveelen. — God ook, tot wien zuke verfoeilvke handelwyzen om wraak fchreeuwen, kan niet nakaten, volg nsaïe zyne Volmaaktheden, den-zo-fterk., m baldaadig,. zo.door.dwang, en onrechtvaardigheid Verdrukten recht te verfchaffen, ea jynen magtben arm in 't einde ter hunner, reddinge uitteftrekkcn.  ( 204 ) Kretis. Geene waarheid is zekerer dun deeze: De Tyd ondertusfchen moet T«e ontdekken. —■ Maar nu nog iets van de Luchtbollen. Het ware onnoor dig geweest u daarvan te onderhouden, dewyl gy deswege het met «vysgeerrge kundigheden doormengd verhaal niet zelf had geleezen: want immers bóudt gy even als ik, de NEDER LAN DSGHE COURANT, die de Boekhandelaar Holtrop inde Kalver/lraat:, uitgeeft, op beter Papier, met zuiverer Letter, en allerzindelykst gedrukt, allerkundigst gefchreeven daar-en-boven, door iemand, by wien de Schryver der Courant van Koning even zo veele bekwaamheden bezit als een Zo'ilus tegen eenen Homerus. Deeze laatfte, deeze waarlyk beste NEDERL ANDSCHE COURANT, deeze van de Holtropfcbe uitgaave is, gelyk wegens andere voornaame Zaaken, ook in die van het tegenwoordig gebruik der Luchtbollen de treflykite. Men vindt in 't Aanhangfel van die van Maandag den 1 yden deezer een verbaal der twee Luchtreizen, gedaan met den Luchtbol, te Parys, den 2i/ien November en xften December deezes Jaars. De fraaije Af beelding , ratuurlyk gevolgd en door eene rrteefterlyke hand in 'tKoper gegraveerd, vindt men in dit Aanhangfel by de genoemde Courant behoorende. Zy is die van den laatst opgelaatea Luchtbol, met het Schwitje, waarin men de Heeren Cbarles en Robert liet, 'er onder aan vast, en reeds hoog in de Lucht geheven; terwyl men op den voorr grond de Vaten en Pypen ziet, als een byzonder Werktuig, waardoor men de Ontvlamde Lucht om den Bol te vullen, tot deszelfs verheffinge en oeweeginge heeft ingelaaten. Uit welke Ingrediënten deeze Opheffings- en Beweegingsftorfe is faamgefteld, vindt men in dit uitmuntend Nieuwspapier van dien Dag mede kort en bondig vetklaard. Ik voor my, en gy voor u, Vrind! weet ik zeker, zullen deeze Nederlandfche Courant en alle die ook door denzelfden Schryver opgeiteld, en by denzelfden Uitgcever gedebiteerd worden, altoos voor de echtfte houden, gelyk alle kandige Lieden, die weeten wat zy leezen, en 't pit en kern der beste Zaaken gouteeren, alleszins zullen doen. Derhalven durven wy deeze Courant, en met waarheid, verre boven de andere ftellen, en eenen ieder aanpryzen dezelve van dag rot dag te leezen, by derzelve uirgaave door W. Hóltrop in de Kalverftraat. Men heeft ze voordenzelfden Pr/s als andere Couranten ; en waarom zou men dan het Nederlandfcbe beste bovea het Nederlanbsche flegtfte niet ftellen? Louw. Men mag alles leezen, Vrind! Maar de goede fmaak hecht zich altoos aan goede taal en zaaken. — Het wordt ondertusfchen tyd voor my om myn Cabanes te gaan opzoeken: De lucht blyft dampig : Ik beu bang voor zwaarder mist. Vaarwel en llaap gerust, Krelis-Oom! Krelis. Heb dank , Louw-Broör! — Ik wensch je 't zelfde. Wel t'huis ea de groetenis aan Diewertje. By de Drukfter deezes is thans weder te bekomen het Vrouwen Almanakje van DIEWERTJE en GRIETJE voor het Schrikkel-Jaar 1784, vervuld met veele weetenswaardige Zaaken en diverteerende Vertellingen. De prys is 4 Stuivers. Gedrukt by dt Erve d« Weduwe J ACOBUS van EGMONT: opd« Reguliers Breêftriat, tc Amfterdan.  KRELIS en L O U W. N#. 52. 23 December 1783. Krelis. Tk wensch je een goeden Avond, Louw-Broêr! Is 't nog I v/el met de Gezondheid? Louw. Frisch in de Koelte, Vrind! Hoe hebt gy t ermee, Krelis-Oom? Krelis. Al meê nog naar genoegen. Louw Dat kan my niet dan'aangenaam zyn, Vrind! Neem plaats ïn 't oude Winterhoekje. De Vaderlandfche Veenzon geeft thans de beste warmte, koeftering en verkwikking aan verkleumde leden. — De Pvp en de Tabak vindt gy nevens u, en myn Diewertje heefc een Kannetje met frisch Amfterdamsch Bier, in de voorgaande Maand November gebrouwen, op de plaat te warmen gezet, om 'er by tusfchennoozen den rook meê door de keel te fpoelen. • Krelis. Dat is goed, Louw-Broêr! Maar wat Nieuws is er? Louw' Het voornaamfte is wel, dat by Hun Ed. Groot Mog. de, Staaten van Holland en Westvriesland regtftreeks afgeflagen is den Vredehandel uit Parys naar Londen of dea Haag te verleggen; een gelyk befluit wordt ook eerstdaags van de Generaliteit verwacht, om dan als eene volkomen Refolutie naar Parys te wordea gezonden. — Het fchynt dat de Engelfche Ambasfadeur, Hertog van Manchester, zulks voorzien hebbe; dewyl zyn Excellentie deugden deezer van Parys naar Londen, vertrokken is, en zynen Legadons-Secretaris, den Heer Storer, met de Zaaken der Onderhandeling belast heeft gelaaten. 'Er zyn 'er die meenen dat des Hertogs yver om zynen Party in Engeland, by de tegenwoordigs verfchillen over de Zaaken der Oost-Ind. Comp. aldaar te onderfteunen, als een getrouwe Vriend van den Heer Cnarles Fox, die zich wegens het invoeren van de bekende Bil! om de Zaaken der Comrngnie door Commisfarisfen , boven Bewindhebberen gefteld, te doen onderzoeken en als willekeurig te fchikken; maar zich door deeze dwangzuchtige handelwyze by zyne Natie zodanig gehaat maakt, dat ze zegt: voorheen wierd hy, by wyze van loftuiting over zyne onderftelde oprechtheid, genoemd de Man des Volks, maar thans kunnen wy met het grootfte recht uitroepen, onze lieve Heer verlosfe ons van zulk een Man! Krelis. Zou men dan ook mogen denken, dat evenwel die Bill door den Koning bekrachtigd zal worden, en te meer wanneer de Hertog, van Manche scer met zyn vermogen de Party van Fox rugfteunt? Louw Ik weet het niet, Krelis! Mooglyk zyn de Engelfchen zeiven Bb 3 neg  ( 20Ö ) nog in twyfel deswige. Maar indien het Koninglyk gezag die Bill zyne goedkeuring weigert, gejoof ik dat 'er eene groote tuimèli-g in 't Brio fche Minirteri.; plaats zal hebben ; dan de tyd zal fpoedig leeren , of zulks al daa niet gefchieJen zal. Dat wy Manchester dan in zyn Va¬ derland laaten , zo lang hem zulks zal gelieven, — en zien ter loops welke voornaame Handelingen hec onze ons opgeeft. Krelis. Niets noodiger dan die, Vrind! Welke betrachtingen zouden toch wel het eerfte plaats vinden by de Vaderen onzes Vaderlands?' Louw. Ik denk het onderzoek, wegens den verzuimden Togt naar Brest; welk onderaoek men ftaat maakt kort na Nieuw-Jaar aanftaande een aanvang te zullen neemen; — een Onderzoek, aan welks onpartydigheid tri rechtvaardige aanwendingen en beflisfrhi ïgen veel zal afhangen ter ontmaskering der nog voor 's Volks gezigt bedekte oorzaaken, ter weigering of onuicvoerlykheid diens anderzins ligt en fpoedig te doenen Togrs, of liever Togrje; want hy behoorde niet verder uitgeftrekc te worden dan van den Hollandfchen tot den Franfchen Wal, laat 'er de grootlle uitgeftrektheid tusfchen de wederzydfche Kasten eens bykomen. Krelis. Zo is het. Deeze Togt was niet eens een Togt naar de Antilles, veel min verder in 't Westen heen. Het was geen Togt ook z :lfs raar de Kaap de Goede Hoop of verder naar 'c Oosten heen. Het was niet meer dan eene overftxeking naar Brest en (God betere't) men ftaakte ze alleen, om dat men geene daartoe benoodigde Ankers, Ttuwen, Zeilen en Proviand genoeg aan boord had. Ik kan my niet begrypen, Vrind.' hoe het mogelyk zou kunnen zyn in onze Zeegaten te blyven liggen zonder van dit alles voorzi n te zyn, ea op Zee 'er niets vzn te hebben? Tusfchen den Hollandfchen en Franfchen Wal zonder een grooten Voorraad (ik ftel 'er was geen overvloed van aan boord) dit kh ene Togt j; te kunnen afleggen? Zou aien dan ook hec Scheepsvolk in Tesfel zelf niet wel van honger hebben kunnen doen fterven , of de Schepen in de Zeegaten door gebrek aan 't noodig tuig doen vergaan? Die is evenwel niet gebeurd; fommige Schepen hebben 'er wat mogen liggen rotten; maar ?:y, naar Brest beftemd, zouden 'er wel gekomen zyn,'en daar liggende, kon en zou men hen wel van al het noodige hebben weecen te voorzie». De Capitein-Admiraal der Zeemagt onzer Republiek zou ook wel grootelyks zynen Pligc vemiimd hebben, uit eene onvergeeflyke zorgeloosheid voor 's Lands Vloot, indien hy haar van al het noodige onverzorgd had gelaaten. Niets had hy meer, in eenen Oorlog ter Zee, gelyk wy hadden, ter harte moeten trekken, dan dat Vloot en Volk fcm Jt?fl9li3§n2f4b «vx ■: ; i $ , -- . ; . . van  ( 2°7 ) van alle vermogens ea behoeftens om te z^Ien, te eeten en te vechten genoegzaam voorzien waren. Louw. Daarom meent men, dat die Staatdienaar, als Opper-Vlootvoogd ook veel invloed zal hebben op 't aar.fUande Onderzoek, waartoe de refpeftive Próvir cien, op Groningen en de Ommelanden na, hunne Gedeputeerden reeds beroemd hebben. Krelis. Met een ieder onzer Natie ben ik zeer verlangend welk eenen uitflag deeze Zaak zal hebben. . Louw. 'Er h1 denklyk rog wel een geruime tyd vet loopen, eer zy beflischt zal zyn; en de tusfchen invallende veranderingen, dco-Sterfgevallen als anderszins, zull.n denklyk ons deswege juisc in dezelfde onöpgeklaarde begrippen, doen blyven als waarin wy thans zyn, en onr ftoffe geeven om met den Koninglyken Prediker te mogen uitroepen:' Tdelheid der Tdelheden! Mes is Xdelheid! Krelis. Zoudr gy ook dit hiervan denken, Louw-Broer! Louw! Ja, Vrind Krelis-! Ook hiervan denk ik die, en dus gevoe't myn hart. Gave God dat ik'verkeerd mogt denken, en Rechtvaardig, heid ftraf op oogfchynlyke Misdaaden zi,n oefenen! Krelis. In eenen wclbeftierden Slaat b. hoorde her zo. De Go llvke,, de Natuurlyke, de Burgeilyke Rechten lyden anders niet; of waar zulks ooit verzuimd moge worden, vindt mende Deur ten Wrderve des gcheelen Volks geopend. Maar, wat ziet men niet al Rechten des Volks2 vertreeden! Rechten door God en de Natuur aan ieder*Mt-nsch Verkend* en verder door eene Maatfohappy van Menfehe.) ter genietinge-in 'c algemeen bepaald en vsstgefteld;' maar helaas! hoe vry dit genot door fuik eene Maatfchappy ook genooten zou moeten word.n, de Dwang", de Willekeur der zulken zelfs, die zy van onder baar als lecien der handhaving haarer Rechten heefc aanbetrouwd, en daartoe met haare magt erft gezag bekleed, ontëeren dikwi's de Weitan, de Rechten en de Belangen dier geheele Maatfchappye, en gedragen zich al dikwils als Dwingelanden in plaats van Vooritanders hunner Medeburgeren, wier Gc» boorterecht als vrye Menfchen nochtha'-s-e^en groot als hec hunne'». —Hiervan daan , myn Vriend, alle die GebrekeD , die onze vrye Staat?regeering zo wel met Graaven aan het hoofl, a's mee de Siadnouderlyke Bedienlrgbelasc, federt Eeuwen herwaards heefc ondervonden tot nadeel van haare Vryheid. Zulks van de vroegfte tyden aantetoonen is minder, zwaar, dan middelen ter herftellinge der Gebreken van onze tydtewege te brengen. • Louw. Tegen alle kwaaien zyn echter middelen ; ten ware het geitel van een' Ligchaam zodanig bedorven moge weezen, dat 'er gèe i ge*  ( ïoS ) gèneeiïng meer vsn te wachten of te hoopen zy. Dan ik gevoel my no? bemoe"eti^d, dat de getrouwfte Staats-Artfen, de Caf ellens, de Zuylens van Nyeveldcn t\ct' eene m--r:i,te an iere Braaven in de V ere énig de Gewesten van ons dierbaar Va'er and de Staatsbonden zullen mogen fteipen en het kranke Ligchaam va» 't Cemeinebestillëngskenj weêr nieuwe krachten doen bekomen. Iüei;s. Hit Vo.k moet daartoe in 't algemeen zyn best doen, en met Bnrgerlyke Wapenen voorzien, die het moet weeten te gebruiken tegen iederen Vyand van den Stad, zyne Rechten verdedigen, of deszelfs ontnomene te rug eifchen. U trecht (Irekt elk daarvan ten voorbeeld, en de Vry heidminnende Friezen toonen dat zy niet tot Slaaven gebooren zyn: Een willekeurig negental Overfternmers Van een drietal Volkslievende Braaven te Zutphen begint te verftommen op het ge•;,!gt van een moedige Compagnie Burgeren, onder het beleid van eenen wakkeren Capellen tot Rysftlt, en alle üe andereu is die zo lang verdrukte Stad zullen welhaiu het Waardig merk van hun Recht in de waaijende Burgcrvaandelen voor de dógea dVr Willekeurige» vertooneiu Allen Burgeren door ons geheel Gemeenebest. hi-en, ltsat k-t vry gewapend voor hunne Rechten te fpreeken, waar zy het npodig hebbe», en de B-aaven, die zy voor hen, als hunne Vertegenwoordigers gensautigd h'êbbitl, door d>'t middel te befchermen en te verdedigen, op dat alle inbreuken op hunne van ouds gtftaafde Handvesten en Voorrechten verbeterd,* KerfteM en verder geweerd worden. Louw» Zo is het, Vrind Krelis.' — 6 Ge'ukkig Amfterdam! 6 waarde Medeburgeren deezer Stad ! Wat hebt gy geene redenen om Je Algoedheid voor feaare otiv.rge'.dbaare Ganften te danken, dat gy in uwe Stem voerende Regeerderen r.«*e Vaier.-n—; uwe terferstiievende Vaderen vindt; onder welken eenen driec'.itagtig jaarye Gtyzaard, zyn leven genoegzaam in Stads- en Staats-Ampten voor u gefleeten en zyne krachten afgefloofd hebbende, nog weder op nieuw volhardt, uw fmeeksn zelf voorkoomende, den last der Regeeringe tot uw nut te b'vvcii draagen, zo lang het met zyn recht daartoe overéénkoomt, daar anderszins d:e degelyke Nestor onzes Vaderlands beflooten had het gering overfchut zyns Levens, aan Stad en Vaderland daartoe nog veel te kostelyk, in rust en onbeflommerej van Staatszorg, te eindigen. , Krelis. ö Dat Goj diens braaven Burgervaders krachten nog lang in ftand houdc, en zyni overige dage zce^ene! Zo zal de Nakomeling van Gedachte totGe» ft-achti billyk mogen uitroep#n, en deeze Spreuk op Vader Tsmmincks onfehat"fiaaie hoc^iiig'nederi toepaslvk maaken: De Tyd heeft nimmer nuechgenoomen Den .naam, noch 't overfchot der Proomen; Maar na dat zy zyn overleén, Blinkt hunne Deugd voor iederéén. Nu, Viirid Louweris! in dit gevoelen blyvende, neem ik afFcheid van a. Vaarwel en Casp gerust. Louw. Ik bedank u, Vrind! en wensch u 't zelfde. Wel t'huis , en de greexanfs aan Gtierje. : Gedr«*ï"i»y d* Erve de Weduwe JAGOBUS van EGMONT: op deRsgulim Brtéfiraat, tt Amfterdam,  _L O V W b n K R E L I S. N*. 53- " 39 December 1783. Louw. /^\m je een goeden Avond te wenfehea; hoe vaart gy, \J Vrind Kréiis? Krelis. AJredelyk, Louw-Broêr! Hoe hebt gy het met den wel ftand? Louw. Dat gaat ook nog ai wel naar den tyd, Vryid4 Behalvea dat ik wat ftram van Leden ben en klappt rtand van koude. Krelis. In 't hoekje f in 't hoekje dan maar! 'Er is niets aangenaamer dan dat, mits de Haard van vuur voorzien zy, en dar.is zo, Vrind! Nee» dan maar fohiclyk plaats, en een goeden mond vol -Brandecnoris, by een pyp veritabie Virgini Tabak, zd eerst frisch uit die vrye Provincie van 'Noord-Amerika alhier aangekomen en gelokt: Een voordeel voor den Tabakshandei, die geen geringe Tak der Vaderlandfche Negotie is; daar wy dien voordeeligen Handel regtftreeks tharu gunnen doen, daar icy dit Produel: niet alleen, maar alle de anderen, die de Dertien s/eréanigde en onaf hanglyke Staaten van Noord-Amerika opleveren, uit de eerfte hand bekomen kunnen, federt onze voor den Koophandel en nut der Zeevaart zorgdraageude dierbaare Amfterdamfche Regeering met een welgegrond vooruitzigt een Traétaat van Commercie met de Amerikaanen ontworpen en tot ftand heefc weeten te brengen, ondanks alle de vervloekingen der Engelfchen niet alleen, pit wier handen wy voorheen 4e Produélen van die thans vrygevogten Atperikaanfche Landen moeiten breeken; maar ten fpyt zelfs van hen, die fchoon Eerfte Bezorgers, Befchermers en Voorftandcrs van het nut des Volks hadden behooren tezyn, zich 'er over gebelgd toonden, en terftond blyken deeden, dat het Britfche Bloed, met een tegengeftelde kracht aan het Ho!landfche, hunne aderen doorrolde, en zich in werking ftelde, tot verderf van Vryheid en Vaderland, hoe zeer zy aan 't zelve door Ampten, Pligten en' duurgezwooren Eeden, aan de Hooge Souvtreintn des Lands, aan de Gemagtigden des Volks gedaan , tot het tegendeel verbonden waren. Vooruitziende Lieden begrecpen toen al wac 'er van den Oorlog met Engeland worden zoude; daar de Britten zelfs hunne Onrechtvaardige Party -door ,eea veelv^rmogenden arm in 't midden van ons Vaderland beguniligd en on.derfteynd zagen, en men)iooit zo veel Guinies in den Haagj in .wandeling zag dan na Overtrek van den bedrieglyken Yorcke, dié'er niettemin zyne Correspondenten liet, en een gcrulrrien tyd zich te Antwerpen ophield, eêr hy zich naar Londen begaf, om zonder gévaarover Land Brieven te ontvangen van een vtrraderlyke Cabaale, die zich, hem en zyne Natie ten gevalle, in ons Vaderland geformeerd had. Maar 'c groote oogmerk ö - ' Cc mis-  ( 2IO ) roislutte, boe zeer nochthans die Britschgezinden woelden, die zelfs naar den Moord-eisch van hunnen Yorcke, hadden ey het naar hunnen zia mogen hebben, wel aan 't woeden zouden zyn geflagen, tegen de braaf fte Vaderen .en" Ministers van ons Vryheidlievend Amfterdam, alleen om Engeland te meerder in de hand te werken, en ware het mooglyk"geweest de Stad door Engelschgezinden te doen bellieren,. en derwyze haar op eenen fprong tot Slaavin te maaken van een willekeurig Gezag, dat, aan de Cabaale der Engelschgezinden verknocht, geene duiftere blykea toonde van deszelfs heerschzucht en dwangzoekende betrachtingen, om het Amfterdamsch Gemeen aan 't muiten te helpen, met de aoeit genoeg gepreezea Regeerders deezer Stad by 't Volk gehaat te doen maaken, door hen den blaam op te werpen van de oorzaaken des Oorlogs te zyn geweest. —— „ Vervloekte Laster! Helfche Schenzucht! Verraaderlyke Leugen! Land- en Volkbederfzoekende Aanfiag! Gód zy geloofd, dat gy gedempt zyt geworden, dat gy fchaamrood en ftom zyt gemaakt, en dat ten deezen opzigte de vervloekte Wapenen in aw verderfzoekende klaauwen gevat, zonder de uitwerking, die gy 'er vaa verwacht had, gebleeven zyn!" — Louw. 6 Ja, Vriad Krelis! Dank zy Gode! dat die verraaderlyke toeleg op de geheele omkeering van 's Lands Regeeringsvorm, die de verdervende Hand in de grootfte en bloeijendfte Stad van Holland het eerfte zocht in 't werk te ftellen, vei re van ftand te grypen, door de rustige en Vaderlandfche Trouw der goede Gemeente, niet geflaagd is. Hoe dikwils hebben wy niet ons werk in dien tyd 'er van gemaakt om dat vuile Ras van Engelschgezinden te ontdekken, en hoe veelen vonden wy 'er niet van? Niet alleen Duitfchers, niet alleen Engelfchen, niet alleen Brabanders, maar ook wel Nederlanders; ja ook, a fcriande! verfcheide Amfterdammers ztlven. Wy deeden 'er alks tegen wat wy konden, zo dra wy hoorden waarheenen zy hunne Redeneeringen richtten, en doorgaans, gelukte het ons hen te doen zwygen, en aantetoonen dat zy niets anders zochten dan het Volk tot Oproer aantezetten als Begunftigers der Engelfchen, onze gezwooren Vyanden, van wier Cabaale zy misfehien Loontrekkers waren. —• Maar het vreemdfte dat wy in dier Luiden Redeneeringen vonden, was, dat zy altoos daarby in aanmerking namen de gehechtheid door Huwlyks-bandtn en Familie betrekkingen van de Prinfèn van Oranje, en vooral van enzen tegenwoprdigen S;ad- . houder Willem den Vyfden, die uit den fchoot eener Engelfche-Kroonprinfesfe als Erfopvolger van den zo zeer by het Volk geliefd gewet sc . zynde Door!. Vader, gl. ged., gebooren was, en als een afgebeden Gefchenk van God'aan Neêrlacd tot een uitmuntend Staatskleenocd en blinken  C ai i ) fcend Hoofd der Republiek gegeeven was. — G'y weet dat wy deswegen tneai Eï eens onderling over de vermenging van deeze Loftuitingen, Myntot dep Stadhouder toegezwaaid, en die der Engelfchen daarnevens onder 's hands niet ^erSetende ons in de daad deed vermoeden dat dezulken den Hoogen Suatsgur van ons Gemeenekesi wel wilden aangezien hebben, als verpligt om zvne Familie-belangen in de eerfte plaats te bevorderen, en zich «et Engeland ïever te bevredigen, door deszelfs Eifchen of geheel toetertaan of alsiMed atcar me» alle zyne «trouwe Aan- en Afhangelingen zodanig een Vergelyk te kewetken dat hem door dien weg magt gegeeven wierde zyn Gezag te doen geiden' en dehoogfte ftem te voeren in alle de Staats-Ëollegien der Vereende S'dcenooten van ons Vry Gemeenebest. — Dit evenwel dacaten wy, kon ntrwaar zyn, en het is ook niet waar geworden. Niettemin hebben wy genoeg £w«en\an Zaaken voor oogen, dat ook het Stodhou.ierl.yk Gezag, (fchoon web ÏLTId eenea Engelfchen leest z.ekendete fchoeijen) door Engelschgezinden «och?hans wordt opgeheven als meer vermogen hebbende, dan het door de UemeenebestSden toegefchreewa wordt en met dc daad beweezen niet te hebben; zo dat fk .1 dikwils gedacht hebbe, of -iemand die zich in 't openbaar een Stadhoudersminden noemt , in *t afgetrokken* niet wel een En.elschgezinde mogt zyn. Schort 'er iets anders aan, dan geen Refubücain te w ? —- N «ets anders! £ m is 'er Vat V aan fchort, omniet doof voor de Stem van Vryhdd te weezen. Krelis Ik zou gelooven ten minfte, dat 'er Luiden in ons Vaderland zyn, voor beide Faöien te gelyk gezind; en die gaarne den blaauwcn Ridderlyken Koisfenband by een Oranjekleur de Edsaipe zien Uu ken.. Louw Wel myn goede Vriend Krelis! Dat !s zo waar, als tweemaal tvvee _1_ Beide die Factiën had men over die fFaaije vertooning in Amlterdam Triomf hooren zingen , indien by 't-begin van den Onrlag het Vrjhe.d- e* Rastikvend Volk deezer Waereldftad niet zo wel verzeekerd ware gewen van de Trouw zvner braave, moedige, Gemeet^bestbeminnende en Uurgerhevende Rccenten' Regenten, die met net in de WaagfchÜl ftellen hunner dierbare Lalens Stad en Land, by den eerften aanval van üewela\ *p wel -as Lst, »oor'derzelver reeds beflooten ouJergaHg behoed hebben. Wat heeft .er echter niet al verder aan. N-cêrlands He.1 gelchort, Keduurende den Oor.og met Engeland ? En wat fchort 'er nog net aan > Daar, basave Vadetlan• Trs — Republicainen, gelyk een ieder, en vooral de Stadhouder, als Eerftr Bevelöpvolger zyner Souvereine Meefters, in de allereerfte plaats weeien moest? — Wat fchort 'ér noi. niet aan, dat dë Nakomelingen der \ erwmnaars van drie Pnilippen, die zich verhoogmoeJigden op den naam van Waer-iddwingers-, net nog volkomen in ftaat zyn te kunnen verhinderen dat onze zo ^nriiekoehte VryheÜ den blanken hals doorfueeden worde, met het dubbeUcherpe 7 "aard der verdervende Hand, door Vleïery en Zelfbelang ingedrongen, ey het «rhvfterd «roep van Heerscb en Leef! den Staatsdienaar geduurig toegefch.eeuwd. Krelis Neen , dat de-Vryheid lèeve! 't ls niet meer dan billyk, dat tedur *e zvn'verblvf in ons dierbaar Vaderland vindt , onder haare Bamere voor het eeiust genoegen van eigen Haardflede en Altaar waake en zoree, en daarhv niet vergeete het put des Valerands in 't algemeen, dn zo veel verr-ïteimg fk-Ht a's bel waar dat die Rrr^iteainen g«echc1gd moeten vfnv om  ) fcïrfere'FacVen buten hen, «e 4oeo «puouden «iet uiteen, «ms de Lejtea '«f fl,3*.» ,al waieu ze ook nog z» heeg of door het jiaiuiul; k Geboartelot of dooi de .ilfte wentelin r.e aderen voelt fpeelen, kan ionder zich te ergeren , de iT'nkfche {heeten diens Schryvers leezen, welke in die nieuwe ^ehechifeeid aan dien waardiger) Vorst legden opeefloten, en als die nieuwe gehechtheid daar is, — dan — dan alleen zou hy zyn wensch en die van alle waare Patrietten zegthy, meerende hiermede de Leden van zyne nieuwigheid zoekende Cabale, vervuld zien. Msar hy zegt met, waarin die nieuwe gehechtheid zoude beftaan ; dan, zo het fchynt bedoelt hy, als een dier kwalykdei.kenden onder de Begunstigers van 't epgeftemde, doch (Gode zy dank ! ) veiydeld Oproer in den Haag, het voorncemen van dat Complot van die nieuwe gehechtheid door een ongepast, ongewoon en niet dan een muitzoekend Dank-Adres aan den Stadhouder, dien de geveinsde hu-'chelende Schryver een waardig Vorst noemt, om dat hy denkelyk zyne waardigheid aan die des Stadhouders verfchuldigd is. Diewertje. Men zou geheel geen oordeel moeten bezitten, om genoegzaam van woord tot woord in de toefpeelingen op. den Stadhouder, die by hemde HOOGSTE is, denzelfden tour van uitdrukkingen te vinden, als in het eerfte oproerig Haagfche Dank-Adres, door Muiters rondgebragt, en met Goud beloond te vinden zyn ; en dus moest men dien Fynman, dien Schryver van den in de onrechtzinnigfte aller Couranten geplaatften Brief als eeu Oprokkenaar der Haagfche Burgery tot eene nieuwe gehechtheid, zei ven in hechtenis neemen, eu verdiende ftraffe doen totkomen. ', -.. . Grietje. Hy was het in de daad waardig, en het is onbegrypelyk, dat die Oproerige Brieffchryver en de Courantiers zeiven in den Haag zo veel ftoutheid nog durven gebruiken, om met hunne nieuwe gehechtheid eene nieuwe aanleiding tot Oproer te geeven, Diewertje. Men zal in 't kort die Luiden wel kennen, en tevens beteugelen. Ik lees deswegen het volgende uit 's Hage van den 31 December laatstleden : Heden zyn hier veele precautien genomen, door zo wel de Militaire als de Burgerwachten te verfterken, en order te geeven, dat niemand zich van dezelve mogt verwyderen. De aanleiding daartoe is gegeeven door menigvuldige uitgeftrooide oproerige Brieven, als of men in den Nieuwjaarsnacht alhier Gekheden wilde aanrechten. Doch alles gefchied maar uit voorzorg. Ondertusfchen verhoort men daiglyks nog meer Lieden, om informatie te doen wegens het voorgevallene op den avond van den 6 deezer. Zelfs is 'er deaaen avond nog verhoor gedaan." Grietje. Voorzorg is den Armen goed, zegt ons Hollandsch Spreekwoord , en door dezelve voorkomt men waarlyk veele gebreken.^ Dieweitje. Dat is zo waar als tweemaal twee vier is. De Staaten deezer Provincie zullen ook wel waakende Hy ven, om alle oproerige Dank-Airesfen geen meer ingang te doen vinden, hoe aangenaam dezelven ook aan den Stadhouder mogten . voorkomen. Ik leesr betreffende deezen extravaganten uitflap, door het grootfte gedeelte der Haagfche Schuttery uit onbedachtzaamheid gedaan, in een ExtraQ uit de Refolutien van Hun Ed. Groot-Mog. de Staaten van Holland en Westfriesland, — genomen Saturdag den 21 December 178:, ouder anderen het volgende: ' A 2 „Dat  C4) „ Dat het echter ligtelyk zoude kunnen gebeuren, dat onder pretext van nadere of andere Dank-Adresfen te vervaardigen en doen teekenen, nieuwe aanleiding wierd genomen, om de poogingen tot het verwekken vaa onrust en verdeeldheid te bevorderen, hetwelk dus tot voorkoming van foortgelyke inconvenienten, als reeds alhier ondervonden zyn, a'zins behoord te worden te keer gegaan: dienvolgende van advyzen zouden zyn, dat de Heeren Gecommitteerde Ra3den alhier in den Hage zouden behooren te wo-den geauthorifeerd, en wel ernfiig gerecommandeerd, om naauwkeurig toe te zien op het vervaardigen, rondbrengen, teekenen of doen teekenen van eenige Dank-Adresfen , hetwelk Verder alhier in den Hage zoude mogen worden ondernomen, en by de eerfte ontdekking dsarvan zulks krachtdaadig tegen te gaan en te ftuiten, het zy door eene aanfehryving, tot dat einde te doen aan den Magiftraat van 's Gravenhage, het zy door zodanige andere middelen als naar de omftandigheid van zaaken het efïïcacieust bevonden zouden mogen worden ". Grietje, 't Is immers ook de Pligt vaa een ieder der Burgeren en Ingezetenen deezer Republiek zyne Souvereine magtvoerende Overheid, en geenszins één van deszelfs Amptenaaren te gehoorzaamen, en gehouw en getrouw te zyn, volgens Eed en Pligt. Verviel men niet tot de uiterfte laagheid, met vertreeding onzer dierbaare Vryheid-zelve, indien «men één enkel Perfoon, en nog flechts een Dienaar van dezelve, ja van het Volk in 't algemeen, uit verfoeilyke Vleizucht als een Hoofd boven zyne Meesters wilde ftellen, en hem openlyk bedanken met oproerige uitvoeringen , voor daaden, welke Hy nooit bedreeven heeft, — voor andere daaden, aan welker ver'antwoordinge hy nooit voldoen kan, gelyk men reeds door rechtzinnige Vaderlandfche Pennen, al meêr en méér vindt aangetoond; en deeze Rechtzïnnigen heeten by de Antipatriottifche, Anglomannifche, en Stadhouderlyke Cabatistett, (in welke misfehien die driedubbelde geneigdheid door den Haagfcben Brieffchry ver wordt aangeduid) oproerigen, ondankbaaren, onmeêlydende en kwalykgezinde L'eden. om dat ze als eerlyke, braave en weldenkende Lieden der Vry« Voiks-Maatfchappy tegen de Dwang- en Heerschzucht zich verzetten. Diewertje. 't Is daarom dat die Slaaffche Kruipers tot bevordering van hun Eigenbelang alleen, dat zy in's Volks bederf zoeken, moeten werden tegengegaan. Hoor wat zeker uitmuntend Dichter onzer dagen, al klaagende in zyn zo fierlyk al» rechtzinnig Dichtftuk aan de nog Vrye Nederlanders zegt: Dus uit die Braave • zich: „ 6 Duitfche Zevenftar! 6 Leeuw met zeven fchichten! ,, 6 Helden! die zyn roem tot alles moest verpligten; „ 6 Vaadren! zou uw Volk in 't einde dus geboeid... ?i „ Neen, liever zink' de grond met alles wat 'er groeid." Grietje. Dat is Vaderlandfche Taal, en die behoort een ieder te fpreeken. — • Nu, gy weet het. Vaarwel, eet fmaaklyk, en groet Louweris. Diewertje. Ik bedank je, Vrindin ! Ik wensch je 't zelfde, en doe de Groe-« tesfs aan Krelis. ««•tukt V, Lands Zeemagt, en de redenen, wegens het niet uitloopen van het naar Brest beftemd EsquTder.' - Ook is allertreftends het uitgebreid Advys van den EeT H van Zuylen van Nyeveld, waardig door alle welmeenende VaS,i«He« eeieezen en herleezen te worden. - Het is te breedvoerig om het m •«ÏSJM b£ Samenfpraak o verte.leemen. Dan ik zal 'er u een gedeelte S r Na voorgefteld te hebben den ongelukkigen toeftand, ,n welken onze RepSSk zich bevindt, en de oorzaaken van dien op trachtende te fpooren, i°'s Ma» befluit, dat men het kwaad in ons binnen/te, m onze eigen Ingewanden om zo te fpreeken, moet zoeken; maar niet, gelyk fommigen meenen, Mm om weshalven de Edele Ridder wil, dat alle de Bondgenooten eenpaang fot een onderzoek zullen treeden, met voorneemen om de kwaaien, met derze ter ï»!*?ontdekt zynde, de eerften te geneezen, en de andere geheel wecb te mm%J^tSt:^, Ed. Mog. Heeren, dat wy tot onderzoeking tot ver'ne P ng van alle deeze zo zigtbaare, meer en meer toeneemende on hellen, wel- • k^ allenïskens den ganfchen Staat zullen vernielen, rog noodig hebben, door andere n opïïwekt te moeten worden, daar de ongelukkige toeftand des Vaderlands 1 e daSs onder het oog van U Ed. Mog. gebragt is. - Laat echter deeze opwekking niet te vergeefs weezen, opdat wy niet door fpreekende daaden kunnL tSd worden bewyzen te geeven, dat wy geene onderzoeking willen, of dat 't kwaad met onze toeftemming zynen voortgang geniet. , Laaten wy liever overtuigd worden, dat een Volk, als het Volk van Nederland da"elvks meer en meer onderweezen wordende in den aart van een vrye GeJ^tW»^. en van hun aandeel in hetzelve, eens emddyk moede 3  ( 6 ) zal worden, al wat hun dierbaar is te moeten verliezen , en verlooren te zien gaan zonder dat wy de oorzaaken verhelpen, of middelen aanwenden, om 't voortgaande bederf te (tuiten. Zo zy overtuigd zyn, dat wy hunne Reprsfentanten ïyn, hoe moeilyk zal 't ons niet vallen deugdzaame en grondige bewyzen tet't van de nand wyzen der cordaatfle uitnoodiging van een onzer Bondgenooten, te geeven? Wy toonen dan liever mede werkzaam te weezen, era dit Gemeenebest nit eene allerongelHkk'gfte Anarchie te redden, waarin hetzelve geftort fchynt te weezen , op dat wy ons ten allen tyden voor de Vierfchaar van God, zo wel als die van het Volk verantwoorden kunnen; — dat wy toonen meerder bewyzen te geeven tot redding van den Staat, dan flechts in de Confenten der noodige Petitiën te hebben gedragen: — dat wy toonen, niet onverfchillig te weezen, hoe 's Volks Schatten, welke ons alleen tot heil van 't algemeen, en van deeze Provincie in *t byzonder aanvertrouwd zyn, gebruikt en hefteed worden: dat wy opfpooren de te rug houdende oorzaak der goede maatregelen, waar de pligtverzuimen fchuilen; pligtverzuimen, zo middagklaar, zo tastbaar te vinden inde reeden ter afwyzing van den eisch van Zyne Majefteit den Koning van Frankryk; dat men dezelve toch eens overeenkomftig het gevaar, waarin deeze Republiek daardoor had kunnen gebragt worden, onderzoeke en naar evenredigheid ftraffe: dat wy derhalven tot deeze gewigtige eiadens, met en nevens de andere Bondgenooten, welke daartoe mogten inclineeren, eene Commisfie uit ons midden benoemen: — dat wy, in het nomineeren van dezelve, vooral in het oog houden eene keuze te doen van zodanigen, die noch door hunne Bediening, noch door hunne Familien , zoude kunnen gezegd worden, door byzosdere dieHften aan het Huis van den Stadhouder verknogt te zyn, niet geheel onpartydig te weezen; te meer wyl deeze Commisfie ter onderzoeking mede zoude tendeeien omtrent het gehouden gedrag van den Admiraal-Generaal in de verweigering naar Brest: dat wy onze Bondgenooten, welke ons hunne goede intentie hebben te kennen gegeeven, bedanken voor hunne gezeleerdheid ter behoud van het lieve Vaderland" Gode biddende, hen toch met die zelfde cordaatheid te doen voortvaaren ! dat wy al verder hun kennis geeven van onze toetreeding in het werk des onderzoeks terwyl wy mede aaH alle de andere Bondgenooten deeze onze Refolutie dadelyk doen ter hand koomen, hen door circulaire Brieven mede beweegende te willen toetree den tot een Zaak van die importantie, waardoor de voorgaande ondergang des Lands alleen kan geftuit worden, zonder hetwelk alle middelen vruchtloos blyven, en 's Lands onheilen hoe langer hoe grooter zullen worden, tot ruïne van dit gantfche Gemeenebest. Voor 't overige verklaare ik, geen deel te wil'en hebben aan alle de droevi?egevolgen, welke eene afwyzing van zulk een voorgefteld ondeizoek kan na zig fleepen, laatende het alleen voor reekening en verantwoording van de, die het mogen aaugaan. Om my hiervan ten allen tyde te kunnen dïchargeeren voor dit en het volgende Nageflacht, vinde ik my verph'gt, dit myn bovenftaande Advys woordelyk te doen registreer en, daar en zo zulks behoort." Diewertje. Deeze taal is onberisfpelyk Vaderlandsch en zuiver wettig , als gegrond op de waare Canftitutien van ons Gemeenebest en het Recht des Volks, geevende daarby het zo fchrander als rechtzinnig oordeel van den RidderlykenIdelman te kenaen* Grie>  C 7 > Prietie Gewis, Vriödin ! De Stelregel van dien Braaven is: 't Geluk van'/ Volkr en du 'ook van den Staat, is de eerfte Wet in onze Regeering. Op deezen reëel berusten ook alle 's Mans Voorfteilingen, en uit denzelven redeneert en oordeelt hy als een waar en yvcrig Patriot. In een nader Advys, om met ïriesland toe te treeden tot het benoemen van een Committe ter onderzoeking van de oorzaaken der tegenwoordige bedryveloosheid, veitraaging en averrrechtfche uitvoeringe in de ^fiSStSSS^ van een getergd en een verlieht Volk:-Van eengeterêd Volk 't geen van den beginne reeds met ongenoegen vervuld fcheen, en hunne afkeert eden van veele handelwyzen zigtbaar vertoonde; — van een Volk, t geen thans het zigtbaarfte pligtverzuim in deeze afwyzing zonneklaar ontdekt; - die de te leurftelling hunner Oveiheden - den rand des gevaars, waarin zy met dit Gemeenebest daardoor gebragt wierd - de verzochte reedenen, welke tegen eikanderen flrvden — de opgelukkigen bewyzen — de tegens eikanderen aanlocpende verklaanne&a in eens gebooren ziende, dezelve niet langer, wanneer wy middel tot redres van'de hand weezen, als onverfchillige Aanfchouwers zoude kunnen aanmerken. Het hunne Schepen waarover wy flechts als Waakers gefteld zyn, met die Vaderf/ndlievende toonen met welke de prysfelyke Staaten van Friesland dit ganfffche Gemeenebest doet? weergalmen, en aandringen op de ncodzaaklykheul van een Committé, tot verkryging van alle redres, als ffl waarheid het eenigfte middel, om dit Gemeenebest uit deszelfs Anarchie te redden, en onze Ingezetenen, welke zo bereidwillig hun fchot en tot opbrengen, betere befcherming te doen erlangen.' Zelfs oordeelt die braave Vaderlander dat al mogt 'er al eens eene voor ons honorable Vrede getroffen worden , echter het onderzoek naar de Hoofdoorzaak van 'sLands inwendige gebreken even krachtdaadig moet voortgezet worden, op dat men ze, ter voorkoominge van in dezelve onheilen te ftorten, als wy thans gevoelen, vóór altoos moge wechneemen en verbeteren. Diewertie Die Ridder denkt allerbraafst, en een onderzoek door zulk een Committé was oók alIerncoJzaaklykst. 't Is byna hetzelfde voorlid, reeds in t begin van den Oorlog door de Amfterdamfche Regeering voorgeflagen, toen dezelve daarvan het. nut begreep om dan Stadhouder door dat middel van alle verkeerde inboezemingen door Vreemdelingen en Kwalykgezinden vry te houden. Grietje 't h waar, Diewertje! Naar myn begrip zoude het aar.ftelien van zulk een Commitié hetzelfde oogmerk bedoelen. Want men zou den G.pitein-Admiraal als Opperbevel over 's Lands Zeemagt aan wien het is toebetrouwd, in de allereerfte plaats verlintwoordelyk moeten nellen, te gelyk ook de Admiraliteiten, en vervolgens de Zee Officieren: want in het Zeeweczen fchuilt het vervalbaarend gebrek, hetwelk noir blvft voorteeten als een Kanker in 's Lands Ingewanden, vernielende den Koophandel die de Ziel en Zenuw vtn den Staat is, verteerende het Zweet en Bloed des Volks, en naderende zelfs dcor eene geduurige knaaging het hart der Vryheid, dat allerdierbaarst Gefchenk van God, verkiegen na eenen tachtig jongen Kryg, als de vrucht der OröfTering van ftroomen bloeds door onze heldhaftige Voorvaderen geftort'— En zoude men hiar, de onfehatbasre Vryheid, wier Troon m dat dierbaar Bloed gevestigd is, met zetel en al door Willekeurige Magtzoekmg, die waarlyk op het Verderf van Land en Volk oogt; — Zoude men dat Heiligdom van den Staat, het waare Palladium van 's Volksgeluk, verftooten, vertrapt, vertreeden, ja einde yfc geheel vernietigd zien; daar bet ter redding van dat alleronwaardeerbaarst Pand nog tyd is, indien de gepaste middelen deswegen maar yverig worden in t werk gefield en kloekmoedig uitgevoerd? — Zoude, zegge ik, onze geheele ondergang, gelyk-voltooid worden als' in eenen droom, waarin wy geraakt zyn door de in flaapwieeing derzulken, die het vermogen des Volks het hart poogea hrte twppea ! — Neest Dat  (* ) de braave Gemagtigden uit naam des ontwaakten Volks hunnen wakkeren moed met fchrander beleid en onwankelbaare trouwe en pligt veréénigen, en rondborftig uitkomen, op 't fpoor der Friezen, gelyk ook op dat der Amfterdamfche en Dordfche Braaven, om zo wel hunne als des Volks Wetten, Rechten en Voorrechten te handhaaven tegen wie het ook moge zyn, en dat zy de Onderdrukkers derzelven, als Meineedigen en Verraaders ftraffen. Diewertje. Dit kan en zal zekerlyk gefchieden, wanneer alle de Bondgenooten het befluit neemen, om daartoe de handen in één te flaan. — Gefchiedt zulks niet, en wordt onze Vryheid, ondanks de Wenfchen des Volks, verkracht, dan zal het, naar myn oordeel, eenen vrygebooren Mensch veel aangenaamer zyn, in 't kilfte en onvruchtbaarftc Gedeelte van 't vrye Noord-Amerika te woonen, dan het flaaffche Juk eener willekeurige overheerfching in zyn onderworpen Vaderland op de fchouderen te laaden. Grietje. Dit, Vrindin! zoude ook voorzeker myne keuze zyn, —- Maar ik verwonder my, dat de Stadhouder, die niet meer dan een Leenman van 't Volk en deszelfs Vertrouwen is, niet meer gehoor aan de Stem des Volks geeft. Dit moest hy volftrekt als hun grootfte Amptenaar en Dienaar doen. Het Volk betaalt hem immers zyne bezoldingen, en wat zyn eigen Eer, Eed en Pligt betreft, zelf een Vrygebooren Hollander zynde, moest hy toonen dat hy de Vryheid van die Volksmaatfchappy, van welke hy zulk een voortreffelyk Lid door Keuze des Volks is, door het aanwenden der beste middelen trachtte te verdedigen tegen allen, in welk eene naauwe Familiebetrekking zy ook met hem ftonden , die , gelyk zyn Neef George, zich voor Vyanden van zyn en ons Vaderland verklaaren. — Dan het fchynt dat hel Engelsch bloed, het geen hem van Moeders wegen door de Aderen ftroomt, een geheel byzonders werking op de gevoelens van zyn hart heeft. De Maagfchapsband is teêr. Maar de Liefde tot het Vaderland behoorde het hart nochthans met onverbreekbre banden aan hetzelve te verbinden. — Een zyner Voorzaaten heeft wel getoond dat hy, fchoon mede uit eene Engelfche Moeder gebooren , daar het'theil van den Staad gold , geen Maagfchapsband ontzag; trouwens deeze beoogde 'er ook eene grootere Verheffing mede. — Dan dit zy zo. Ik wilde nochthans den Stadhouder wel grondig hooren veikla.iren, daar hy zelf bekent, 's Lmds Zeemagt in eenen zwakken fust te zyn, welke redenen hem zo fterk noopen geduurig op vermeerdering van Liodmagt aan te dringen, en dat zelfs in eenen tyd als deeze, daar men in de drirgendfte noodzaaklykheid is, om zich alleenlyk op vermeerdering van Zeemagt en Aanbouw van Schepen toe te leggen; gelyk hy weder de vermeerdering van Landtroupen, by 't overbrengen vsn de Petitie en Staat vaa Oorlog ter Generaliteit aan 't Hoofd van den Raad van Staaten, in de eerfte plaats aandringt, verliezende, om zo te fpreeken, die der Zeemagt grootendeels uit het oog, zeggende dat het eene uitgemaakte Zaak moet zyn, dat tot het behoor lyk in Jiaat brengen van eene zo vervallen Marine veele Jaaren noodig zyn. Diewerije. 't i« een vreemd begrip van onzen Willem '. Daar aanwervingen van Landtroupen gefcliieddcn, kunnen die van Zeelieden geen zo fpoedigen voortgang hebben, en dan heeft Mynheer de Stadhouder gelyk, dat 'er veele Jaaren noodig zyn om onze vervallen Mirine iu bshoorlyken fhat te ftellen.— Maar, Grietje! Al weêr genoeg gepraat. God vervulle den Wensch van alle Getrouwen in den Lande. Vaarwel, eet met fmaak en groet Krelis. Grietje. Insgelyks, Vrindin! De groetenis aan Louw-Baas. Gedrukt bj de Erve de Weduwe J AGOBU S v an EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam..  GRIETJE en DIEWERTJE. 16 January 1783. N°. 3. Grietje. T"Tet is wat laat, nu ik by u koorn, Diewertje! Maar gy hebt evenwel nog geen Eif-Uurtje gedronken. Dus zal 'er wel een kopje overfchieten. Diewertje. Wel ja, ik hek zo lang reeds naar u gewacht; en dacte dat gy van daag niet zoudt gekomen zyn. - Grietje. Ik was door andere bezigheden verhinderd , Vriendin! Maar hoe ftaat het leven 'er meê ? Diewertje. Al frisch, Grietje! Hoe is 'c met uw Gezondheid ? Grietje. Zeer wel. — Vertel me maar fpoedig wat Nieuws. Diewertje. Nieuws is 'er niet; maar het begint algemeen bekend te worden, dat 'er ees foort van Luiden in onze Republiek, en wel in groote menigte in Amfterdam zelf zyn, .die noch koud noch heet zynde, zich by de twee bekende andere tegen elkander ftaaade Partyen, als onzydig houdt, fchoon zy haare oogmerken 'er mede bedoelt, die ze echter wel haast zal moeten laaten vaaren, om eene of andere Party te kiezen. Luister, wat ik deswegen in de Zuid-hollaudfche Courant van den 15. deezer lees. Dus fchry fc men. Amfterdam den 13 January., Men begint meer en meer te fpreekeri van dat foort van Menfchen, die men federt korte dagen den naam van Laodicenen gegeeven heefc: beide de bekende Partyen beginnen dezelve te verachten, en te begrypen, dat zy zo wel voor de eene als voof de andere gevaarlyk zyn: beide zien zy, dat die foort van Menfchen niet dan hun eigen intrest beoogen kunnen: dit kan men van alle de andere juist niet zeggen, in beide Partyen: hoe zeer de eene dwaalt, zullen 'er ech* ter Lieden gevonden worden, die ter goedertrouw hunne Party zyn toegedaan , 't zy uit gebrok aan oordeel, 't zy uit ingezogen principes 5 maar dit kan men van die laauwe bloedelooze Dieren niet zeggen, integendeel beide Partyen zeggen, dat men zich voor openbaare Vyanden, of die qpentlyk de rechten, en privilegiën van andere zoeken te ondermynen, wachten kan, maar niet voor Spionnen, die zich nu ftil houden, om naderhand den huik na den wind te hangen, en die dan vast te fterker zullen aanvallen op de onderliggende Party, om by de bovendryyende zich weder aangenaam te maaken: maar hoe zullen die Vrienden zich bedro- B geti  ( 10 > gen vinden, indien door 't een of ander toeval, 'it geen gebeuren kan, de twisten eindigen, of de eene Party uit overtuiging, zich op 't onverwachtst met de andere vereenigt, of beiden iets toegeeven; dan zullen die Knaapen, die zich r.u vei beelden zulke fchandere Politieken te zyn, en thans hunne Zoonen teed$ inftru&ie geeven, om hun voetfpoor,. zo voordeelig voor de Familiën, te volgen, overal het hoofd ftooten, en met befchaamde aangezigten, verwyiingen moeten hooren, fcherper dan die aan de Liefhebbers van 1748 worden toegeduwt. Grietje. Koelzinnig te blyven in eenen tyd als deeze is, bewyst een vrees, van welke men nooit ieis goeds venvachten kan; en zelfs geloof ik, dac men aan het gros dier Luiden, al onderftek men hen geene Spionnen te zyn, veel veiachtering in de algemeene Vaderlandfche Zaak heeft toe te fchryven. — Aan dit foort van Menfchen heeft men zo veele en wydloopjge Brieven als men van tyd tot tyd in voorige Haagfche Couranten gelee zen heeft, te wyten. — Diewertje. Dat is zeker. Men weet het, Grietje, en wy kennen 'er zelfs meêr daar éénen van. — Zeer eigenaartig noemt men hen deswegen Loadicenen of Loadicenfen, even als die Twyffelaars van Latdicea door den Apostel en Evangelist Joannes voor Lieden geacht wierden die noch koud noch- heet, en daarom der uitfpuwinge waardig waren; gelyk men zulks leest Openb. III: 15 enz. — De Patriottifche Vry-Party begint nochthans al meêr en meêr de overhand te krygen over de Hofparty, en van dag tot dag verliest de laatfte Leden van haaren Amhang , door welke de Patriotfche vermeerderd wordt. — Maar om iets anders te praaten: De Vredes-onderhandelingen te Parys onderftek me» reeds afgebroken te zyn -y de Engelfchen te hardnekkig zynde om iets te willen toegeeven, 't welk hun tot nadeel zou kunnen verftrekken; dewyl die Roofzuchtige Natie het grootfte gedeelte van haar onrechtvaardig geftoolen goed te behouden tracht, als blykt uit dit volgende, 't welk men fchryft uit 's Htge van den 13 January. Luister: dus luide liet Artikel. „ Het geen men te vooren gezegd heeft, dat de Engelfchen van de veroverde Piaatfen, welken zy ons zouden reftitueeren, uirzonderden de zeer importante Haven van Tnnconomale, op Ceylon, alwaar eene allerbekwaamfte legging is voor Schepen, die we] verdiend had beter verzorgd geweest te zyn, wordt thans Heiliger verhaald; alsmede dat zy ®ns de vrye Zeevaart toeftaan, volgens het Recht der Volkeren nader te regukeren. Men kan ligt befeffen, dat 'er zwaarigheden genoeg zyn, om  (II) * a» n«riPrhancIelineen tot een algemeenen Vrede agteru:ttezetten,' om de ^te»™™^^ verneemt, dat het Franfehe Hof te wet .vermits men van SO«^and vern , daartoe te '^Grieiie Das zalmen moeten blyven Oorlogen, en zelfs dit is de wensch nJ Pnrrimten maar met meer yver en krachtdaadiger a!s tot nog | van alle Patriotten^ maar m y Stadhouders dat 'er veele Ja*- toe g<*^ »• ™^ 0p eeren formidablen voet te bren- : ren noodig, zyn mnh»«i &g P eene onnoodj Landm3gt had. geDie°wenE ^ftetetoger moet, om zo te fpreeken, een Krygsman ,?^r en kan'er toe gevormd worden; maar door geene andere dan weezen, en Jcan er « naasc God onze redding vm. ?atr^S^dS tef^aar woedt, moet men het trachten te den. Ter plaatie oaar nu. g ^ . te ZQekeB< verdryven , en waar het niet i *™£ h fa , Bosch eens door Wan?nr' ^„T^e'aïS^en d?B!usfchers fpooten alleen op een feilen brand wierde a^S«asc» d * vlam zouderi. de Boomen die ^ ^d°m ftoj^P 4 Geboiw zelf te VaT' d^ den bran^ i^'t ze ve te blusfehen; zou de Stadhouder redden, door den brana in1 Pligtverzuim niet verfoei- d%die £ En evenwS mag men hierby vergelyken zynen- ^^i nrvermeèrdering van Landmagt, die juin zo dwaas en ftry- hl SSe^*^ kapitein-Admiraal zelf geen meer yver tot ^^bffi^ "gebooren eigenfehap in de Stadhou. G l!.Jr^v liever Legers te Velde, als Vlooren-ter Zee zien, ten zy fer hunri Bdangel volftrekt famenliep en ten hunnen opz.gte noodheYk ware - Zulks heeft ons de ondervinding geleerd Immers na aaaklvk ware.—_w** Tweeden die, in zynen tyd ook zeer geden Dood van Willem den J^ ' > 0^danks ^ ^ ftdd was op ^^«tXgeïïdTSi zSmagt ten hoogden top digen van eenen^riog f Vrede raetédat Ryk , de Stad- peezen ;p fchoon , kort na g ^ door h k houder de Zeemagt wist l^ derzelver Manfchap. - Maar rS WhK^^^ daarop naar de Eeuwigheid deeden  '( « ) ■v. legien ter Admiraliteit in pestuur te brengen, om ter Zee effort te kons, nen deen. Hebbende dezelve Heeren S.aaten, 't gene ongelooflyk j, fchynt, onder den zwaaren last van den voorgeroerden Oorlog tegens „ Engeland, binnen den tyd van twee Jaaren aangebouwd zestig nieuwe „ capitaale Oorlogfchepen, van zodanige grootte en geweld, als nooit „ voorheenen in dienst van den Staat waren gebruikt geweest" Dit zyn de eigen woorden van den toen leevenden Schryver van het Interest van Holland: (M:n zie Cap. XXX, pag. 135, in Oïtave.) En thans zegt onze Stadhouder dat 'er veele Jaar«n noodig zyn om onze Zeemagt op een formidablen voet te brengen. _ Neen, indien de Opper-Admiraal zyne vooringenoomenheid voor de onnutte vermeerdering van Landmagt ter zyde fielt, zal men moeten oordeelen dat het Zeeweezen den Stadhouder niet zeer ter harte gaat. Dan wy moeten dien Held ook geene Landtroepen toeftaan. — „ Uwe GemagM tigden , ö Medeburgers , die uit het midden uwer Maatfchappy, ,t als de Gegoedfte, de Braaflle, de Deugdzaamfte en Bekwaamfte Le„ den tot Regenten verkooren zyn, welke het Beftier uwer Zaaken in „ handen hebben, en uw Scem voeren, om eenen Opper-Admiraal als „ de Stadhouder is, te heeten en gebieden van uit naam des Volks te „ doen dat hem , als hun Eerfte en Grootfte Amptenaar , bevolen „. wordt, moeten zorgen , dat hy het doe, en heefc hy het niet ge^ „ daan, of doet hy 't vervolgens niet, dan is hy fchuldig aan het „ weezenlyk verzuim, dat men in 't Zeeweezen zo fterk beklaagt. Diewertje. Wel, Vrindin! Nu zegt ge ook alles wat 'er op zie. Grietje. Ik fpreek niet dan Vaderlandfche taal, en de zuivere Waarheid. Men moet thans zo fpreeken, en even zo doen. Ik zou nog meer kunnen zeggen, Diewertjd Maar 't is reeds myn tyd om opcekuijeren; ik heb van daag myn handen wat vol. Vaarwel; eet fmaaklyk en groet de Baas. ' ; Diewertje. Ik wensch joinsgelyks, Vrindin f Groet Krelis. 'By de Drukfter deezes is gedrukt en te bekomei: De vrolyke LOUVV EN KRELIS: zingende een vyfeigtal nieuwvervaardigde Zangftukjes, op allerlei Onderwerpen, zo als dezelve nog in geene Liedboeken gevonden worden. Alle op de fraaifte, keurigfte en nieuwfte wyzen. De prys is 4 S; ui vers. Gedrukt by deErve de Weduwe JAGOBUS van EGMONT - op de Reguliers BreMraat, te Amfterdam. '  DIE\v-ERTJE_en GRIETJE, 23 January 1783- n°. 4- tv X WTel Vrouw Krelisfe! Wat hebt gy het drok met Diewertje. el Vrouw ^ lyk lk k! IS 'er zo veel in, da!ge met den Bril op deNeus'erinteftudeerenzit?Maar is > nogwdjgde Gegndheid. ^ ^ d de ' G-ietJf-, vISS die a kwvnende, met onze voorheen Eendragtbemmnelyke Vryheid, die: ai Kwyn n , d ^ "^nd?lr^£i%rfïkïdtef^SSd^rdJik het benfonder den re, dan ik-«wyl » ^" Vhet deswege, Diewertje! Zegen wn.%0£71lJBHr UgdWldtaiiiJ maar/ dier DieTrr-JY ï^ Sees voor allerbittere rampen, welke (zo de baare Vriendin. de vrees voor^ * 1 niet kracht- Hoogde Hand die om«^^^f^, doe^ myne Ziel eene daadig en fpoedig afweert) onsttaan tere , ^ grievende fmerte aan Hoe^ f**£ vgan verwondering over 't onzer Voorvaderen fla, hoe meer my go ff dompelen. — hoofd ftroomen die Zeg my toch, .myn lieve Vnndin.* dierbaare Vryheid te HOg Jfïïi. Zeg mTtoch, 7el£ Geesten het zyn die trachten gronde gaan? — z-eg nv 1 ^ J(j verdedlgend geweer het vermogen van ons dierbaar vaaer Verraaderlyke tree¬ der Vryheid alleen ^^onn^**^ om da/dierbaar ken te ontrukken poagen, en ëeen^ mo haaren Tr^nt zelf te doen Staats-Palladium, «het ^^^J^JTzegmj, vraagik, welnederftorten, en als in c Oyk te «egn handg gefeagen hebben ea VofcdIÖ "welke hefduidelykfte teeken 'ervan draagen? r-psren «.field als parodieus, tegen die, Zulke naamlyk ^ ^ ^, ^ ^ wflflr Wat kan een bego.d Mensch een paar Dukaaten — wat een Ambachtsman één Gulden, twee of drie fcheete»? — vlet vermaak zou immers een ieder het ter zyner reddmge en handhaavmg der Vaderlandfche Zaak gegeeven hebben, of nog geeven willen om met voor altoos van de voordeden, tot dus verre genooten, veriteektn t® blyven, en nog meer de Eer van 's Lands Zeevennogen alleen moest hem, in deezen tyd, 'er toe aarfpooren. Diewertje. Indien zulks verzocht wierde, en de Vrücv.en er var Ca ten  (30) ?«g-fpoedig(teq mogelyk ware, werden g«zien, het zou inderdaad veel tot herftelling vaa 's Lands Welvaart kunnen toebrengen: Maar dan moest men ook de Misbruikers van de hun gegeeven Grootheid beteugelen Men heefc wel verfchooniagen in jeugdige Grooten geleeden : maar eeri Man van Staat moet by het bekleeden van zyn Ampt in eene Volksregeenng hetzelve ten nutte der Volksmaatfchappye betrachten, bevorderen en ter uitvoeringe befchikken, ja, het niet met Woorden maar met Daaden toonen. — Ik heb wel eens geleezen, dat de Daitfchers tot een Spreekwoord hebben : gv-w^wfcv. die Hoofden, by overtreeding van de hun voorgeftelde Wetten, de begaane misflagen onder 't oog te brengen en zyne Rechten en Voorrechten tegen alle bekruipingen en bekuipingen krachtdaadig te befchermen. Diewertje. Zulks is een voornaame Steun onzer Vryheid, Grietje! die wy ons niet moeten laaten ontrukken, maar liever goed en bloed 'er voor opofferen. Onder de Graafelyke Regeeringen zelve heeft Holland Privilegiën gehad, welke de Graaven en Graavinnen bezweerea moesten, te breedvoerig om ze hier te verhandelen: Zelfs geen Graavin mogt zonder des Volks goeddunken trouwen: Geen Graaf mogt zonder verlof der Staaten in Oorlog treeden. Zelfs moesten alle de Schriften des Graaven in de Nederduitfche taal zyn gefteld. Geene uitheemfchen mogten tot Raadsluiden , Rentmeesters of Amptlieden van Gerechte verkooren worden. De Staaten mogten, zonder verlof van den Graaf vergaderen waar en wanneer het hun goeddacht. Geene Tollen mogten opgefteld of afgefchaft worden, ten zy het de Staaten verftonden. De Vorst mogt geen Geld doen munten, buiten oordeel van de Staaten, of het wel ten gemeenen nutte diende. Niets vermogt de Graaf van den Lande te vervreemden, of eenige Staats-Vergadering buiten den Lande te beroepen. Schatting of Hef-Geld , indien hy des noodig hadde, moest hy by Bede, in Perfoon, van de Staaten komen verzoeken. Tot opftellen van Schattingen moest hy hunne Vrye inwilliging hebben. —  ( H) De Rechtsvordering mogt niet, dan door de gewoonlyke Rechters, gepleegd worden.. — De oude Wetten, en gewoonten moesten onverbreeklyk blyven. — Zo de Vorst hiertegen iets injlelde, zal niemand gehouden zyn het optevolgen. Zie daar, Vrindin! waartoe zelfs een Graaf verpligt was; en wy hebben thans een Stadhouder, die in een enger kring wegens zyn gezag bepaald is. Zou deeze dan niet even zo wel gehouden zyn zyne verpligtingen optevolgen?— Zelfs toen men voorgenomen hadde Graaflyke Waardigheid aan Willem den Eerften aantebieden •, moest hy onder andere Punten, (reeds daartoe opgefteld, doch by de aanhoudende weigering van Amfterdam en Gouda, door het tusfehenkomend Sterflot van dien Prins buiten aanmerking geraakt,) ook deeze bezweeren „ dat de Staa„ ten, na 't overlyden zyner Doorluchtigheid, eenen! haarer wettelyke ,, Zoonen, den bekwaamften, naar hun oordeel, ten Graave zouden aan„ neemen; behoudens dat dezelve, t'zyner inhuldinge, hun beloove en „ zweere te achtervolgen al de voorfchrevene, en andere zulke punten, „ als zy dan, naar de gelegenheid des tyds en gefteltenis der zaaken, be„ vinden, ten gemeenen beste der Landen, te dienen". Wel nu, Vrindin! wat zegt gy dan van de vryheid, die 's Lands Overigheid heeft, om het recht des Stadhouders te confronteeren tegen de haaren. Waren de Graaven zelfs zodanig bepaald, onder Eede, met. goeddunken der Staaten, Ridderfchap,' Edelen, Steden en Leden, dat; men de beste uit hunne wettelyke Zoonen, zonder onderfcheid van .Geboorterecht, in hunner Vaderen plaats mogte kiezen; wat meerder Recht; hebben dan wegens dit alles die Gemagtigden des Volks niet, om. eenen i Stadhouder deswegen behoorlyk te mogen borneeren! En zulks kan al- ■ thans geen buitenlandfche Mogendheid, die wel denkt, het Vrye Volk: kwalyk neemen. Men rept nog niet eens van dit laatstaangevoerde Ar-tikel: Maar dat Friesland — dat Overysfel den Heer Erfftadhouder voor r zyne-Recommandatien bedankt, en ieder zyne eigen Rechten en Privilegiën voorneemt te handhaaven, ftrookt met 's Lands Wetten en Con- ■ ftitutien; ja, ieder Vrygebooren Nederlander is verpligt dezelve tot deni laatften druppel bloeds te verdedigen. Ten minfte het behoorde well zo. — Maar't wordt laat, Grietje! Ik ga. Vaarwel! Eet fmaaklyk,, en groet de Baas. Grietje. Ik wensch je 't zelfde,-Vrindin! Groet Louweris. Tott weerziens. Gedrukt by d« Erve de Weduwe JACOBUS tahEGMO NT; o? de Reguliers Breéftmt, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 13 February 1783. N°. 7. Grietje. Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin Diewertje! j. Hoe hebt ge 't met de Gezondheid ? Diewertje. Al frisch, Vrouw Krelisfe! Hoe hebt gy't'er meê?' Grietje. Als een Hoen. Diewertje. Dat is zeer wel. Daar heb ge een ftoof met vuur ; de Koffi heb ik klaar: Tap maar in terwyl ik de Nieuwspapieren nog eens inzie. Grietje. Goed; maar gy zult 'er, naar ik gis, niets van belang in vinden. 1— 't Is alles ft.il. «— Een ieder verlangt te hooren wat 'er van den Vrede zal worden, en of dezelve ten onzen beste , zonder Engeland eenige onzer Bezittingen in de Oost-Indiè'n afteftaan, doorgang zal vinden. Diewertje. Men weet zo veel, dat de ftilftand van Wapenen door 's Lands Staaten is aangenomen; en men meent dat Zyne Allerchristelykfte Majefteit op nieuw verzekering zoude gegeeven hebben van de belangen der Republiek, ten besten mogelyk, te zullen behartigen. Grietje, 't Is te wenfchen, dat alles ten beste derzelve moge beflischt worden, en fchoon de Vredezon ons al rcogte beftraalen, het nadeel, door deezen Oorlog geleden, ter oorzaake van gebrek aan middelen ter verdediging onzer Vrye Vlag, Zeevaart en Bezittingen, zal echter by de faamverbonden Staaten wel in aanmerking blyven, om vooral van 't vermeerderen der Zeemagt niet af te zien, dewyl de ondervinding ons ten allerklaarfte heeft doen zien, dat derzelver gebrekkige ftaat de voornaamfte oorzaak van 's Lands Ongelukken is geweest federt de mishandelingen, welke onze Natie ter Zee, en in alle Oorden der Waereld van de Engelfchen heeft moeten ondergaan ; terwyl de nyvre Kooplieden, de Steunpilaaren van 's Lands Welvaart, door dit gebrek en de draaiende wyze ter verbetering van 't zelve , hunne Schepen cn Schatten, of in 't geheel niet, of niet behoorlyk befchermd hebben gezien, 't welk een der grootfte oorzaaken is geweest van zo veele —> zo allergewigtigfte verliezen der onbegrootbaare Sommen, als zy geleden hebben. Diewertje. 't Is indedaad betreurenswaardig, en geen waar Vaderlander kan 'er aan denken , zonder zyn ergernis te weerhouden. —— Maar wat kunnen nu onze klagten te wege brengen? —— Wat baat ons onze ergernis? — Gelukkig, dat wy aan Frankryk nog een ftevigen Rug- D fteu*  («O fteun vinden, die ons voor 'tvallen]behoedt; en men vertrouwt, dat, fchoon Engeland onze verkleining zoekt, door eeneafzonderlyken Vrede met Frankryk en Spanje voor zich te bewerken, indien het zyn oogmerk kon bereiken, het zich daarin wel bedroogen kon vinden; naardien men algemeen verzekert, dat Zyne Allerchristelykfte Majefteit tot dit uïterften niet zal overgaan ; maar zich bepaalt by 't vastftellen van eenen algemeenen Vrede, de billyke Eifchen der Republiek blyvende onderfteunen, op dat dezelve aan de onbillyke van Groot-Brittan je niet onderworpen zy. Grietje, 't Is veel, en meer dan men zou hebben kunnen verwachten van eene zo groote zegepraalende Mogendheid, die reden gehad zou hebben om de Republiek op zich-zelven te laaten in het beflisfchen haarer eigen zaak, na de terughouding van het beloofde, naamlyk de zending der bepaalde Oorlogfchepen naar Brest. Dan Lodewyk de XVIde, heeft te edelmoedige denkbeelden, om deeze Fraude toetefchryven aan eenige Kwaadwilligheid der weldenkende Staatsheeren. — Zyne Majeffc. kent ontwyfelbaar de waare Oorzaak der verhindering, vooral niet toetefchryven aan de Staaten van Holland en Westfriesland. Diewertje. ê Neen, Vrindin 1 Deeze trekken die zaak zich wel ter harte. Want (zo fchryft men) naar men verneemt, hebben gemelde Heeren Staaten voorleden Vrydag beflooten, dat de bekende zaak, betreffende het niet zenden der Oorlogfchepen, door Frankryk geëiseht naar Brest, in handen der Staaten Generaal gefteld zal worden, om door Hun Hoog-Mog. te worden gedecideerd, hebbende Hun Ed. Groot-Mog. het niet gevoeglyk geoordeeld, dat de Admiraliteiten een Commisfie uit haar midden benoemden, om dezelve te examineeren en uitfpraak daarover te doen, om dat zy eenigzins party in die zaak zyn, en by gevolg geen Competente Rechter in dat ftuk. Grietje. Dit is zekerlyk een blyk, dat de Staaten deezer Provincie, als Souverein in de hunne, de hun behoorende Rechten handhaaven. ' Diewertje. Zulks voegt Hun Ed. Groot-Mogendheden, die ook, zo men verzekert, geduurende de tegenwoordige zitting, de zaak wegens den Hoogen Krygsraad onder handen neemen. Men zegt thans, dat dezelve niet zal opgeheven, maar in zyne magt en jurisdiftie zo confiderabel ingekort worden, dat dezelve voortaan niet veel meer te beduiden zal hebben. Grietje. Kan ook een Vrye Volksregeering, ondanks zy een Militair Hoofd tot haaren Capitein-Generaal in Erfelyken Dienst houdt , •ene Militaire Jurisdictie dulden? «•* Waar vondt men dit ooit onder. Re-  ( 27 ) Reoublieken? Al waren ze zuiver Ariftocratisch, w het nog nooit zo verre gekomen, dat een Opper-Legervoogd alleen diemagtinhanden had om od zich-zelven, in 't midden van den Lande door eenen zogenaamdTnHoogen Krygsraad over Misdaaden, volftrekt begaan tegen de WétTen van den Lande - volftrekt tegen de Burgeren en Inwooneren van hetzelve - volftrekt tegen de Gemagtigden des Volks als Handhavers der Burgerlyke Rechten, en dus volftrekt tegen het Volk m t algemeen en deszelfs.Overheid in 't byzonder, welke de Volkswetten moeten doen ondVrhouden; Wetten, die, zonder ftraf baar te zyn, noch Burger, Srh Soldaat 'mag overtreeden ; - Wetten, die de Capitein Generaal S\et^cnLl: - En dus immers behoort de ftraffende.Magt onatTcheidelvk verknocht te blyven aan de Wetgeevende, en met aan de Uitvoerende, vooral in Misdaaden die ten nadeele van 't geheele Vnlk en tegen de Volkswetten immer ondernomen mogten worden Diewertje. Liet men een Krygshof, om zo te fpreeken, in een Gemeenebest de hoogfte Rechtsöefening toe wat zou dan het Burgerlyke Srechtshof eindelik te zeggen hebben?- Wat zouden in de GarnizoenSteden niet dikwils baldaadige Soldaaten uitvoeren tegen den Burger ? Die loontrekkende Huurlingen, die toch meestal Vreemdelingen zyn zouden, by ontftentenis der Civile Juftitie, om den Burger zyn Recht te kunnen verfchaffen, geftadig den meester over hem fpeelen, en dus zou het met alle Vry heden en Voorrechten vanMagiftraaten en Burgeren te gelyk eerlang gedaan zyn. — De nog deerlyker Gevolgen daarvan zouden zich in een hoogstaangemaatigd Gezag van den Opperften Bevelhebber over die loontrekkende Benden nog meer en verder uitbreiden en het zou aldus niet zonder grond te vreezen liaan, dat een of ander dier Opperbevelvoerders, over eene groote Krygsmagt te gebieden hebbende, üfurpatien gebruikte tegen een geheel Volk, dat zyne Wetten en Rechten door een Militaire Jurisdicliedwang zou gefpoheerd zien, wanneer het zich te laat beklaagen zoude van zyne Burgerlyke Rechten Te kf hartig te hebben laaten vertreeden, en opgeofferd aan de ambitie en het interest van éénen, die hen by dezelven had behooren te be- fC Grïïtj"'. Dus is het noodzaaklyk daartegen op zyne hoede te zyn, en zulks begint men in onzen vryen Staat te begrypen. Ja ook lees ik, dat de Regeering van Bergen-op-Zoom zich by Requeste heefc vervoegd tot Hunne Hoog-Mog* om zich over de aanmaatiging vaa eene onge=SlSofdeMUUaSe MaVoefening jegens een Burger-Per loon, die met eem Soldaat verfchii had gehad, en daarover door den Gouverneur der Stad  (*8) den Lientenant-Generaal Deutz, in de Gevangenis van den Provoost was gebragt om door den Krygsraad veroordeeld te worden: — Immers een ongehoorde verkrachting vaa het Recht der hoogde en Burgerlyke Re geering! En wierden zulke overtreedingen tegen de Wetten van een vrv Volk met naar deszelfs Voorrechten gehandhaafd, wat zou 'er dan van onze Vryheid zyn ; ja wat van eene rechtvaardige Rechtsbetrachting en deszelfs Uitoefening? 6 Diewertje. Het geene ik reeds gezegd hebbe, zou 'er het eindelyk gevolg van zyn. Dus is er mets beters dan dat de Burgers in alle Provinciën en Steden door de geheele Unie zich wapenen, en ter bester behandeling der Wapenen zich oefenen, om ten allen tyde gereed te kunnen zyn hunne Vryheden en Voorrechten zo tegen In- als Uitheemfche inbreuken op dezelven, door dit middel met beleid en moed te verdedigen • gelyk reeds veele Steden in de meeste Provinciën zulks begrypen —- ue utrecncicue uurgery neeit ten dien einde den Magiftraat dier Stad een Request aangeboden, waar by gevoegd zyn negentien punten; zynd* hetzelve door 606 Burgeren onderteekend, en men twyfelt niet of hun goede voomeemens zullen bekrachtigd worden door eene gunftige toe üemming en goedkeuring. & 6 - Grietje, 't Is ook immers waar, Vrindin! dat de Burgerlyke Rechten door Burgeren behooren te worden ftaande gehouden. Wat zegt ev van de Befluiten der Friefche Steden, op drie na? Men heeft geloot voor alle de Steden, om elk wegens de zyne, Ampten te begeeven volgens een Rooster of Almanak by tourbeurten, en offchoon de drié disfentieerende Steden, Harhngen, Stavoren en Workum, hier tegen geprotefteerd hebben, zeggende; zy zouden 'er aan zyne Hoogheid ever klaagen, is zulks met van kracht geweest; voerende de Dokkumer Bur germeester, de gryzz Sinia, de Gemagtigden dier drie Steden te gemoet" Dat hy geenen anderen Competenten Rechter dan de Heeren Staaten er' kende. — Harderwyk wil ook zyne oude Rechten gehandhaafd heb' ben, en meer Steden m Gelderland zdlen volgen, op'c fpoor der Friefche en Overysfelfche. .— Dat de Vryheid leeve, Diewertp' Diewertje-. 6 Ja dat zy weder herleeve, en bloeije te gelyk met Recht en Gerechtigheid. J 6 y m t Grietje. God geéve ons zulks. — Vaarwel, Vrindin! Eet met fmaak en groet den Baas. 1UT Diewercj?. Insgelyks, Grietje! Groet Krelis. Gebukt by de Erve de Weduwe JAGOBUSv /TEGMÖMfT^ de Reguliers BreéOraat, te Amfterdam. " P  DIEWERTJE ïn GRIETJE. ao February 1783. N°. 8. Diewertje. TVJa een goeden Morgenwensch, Grietje! Hoe hebt |A| gy 't met de Gezondheid? Grietje. Nog frisch, Vrindin! Is 't ook nog wel met de uwe ? Diewertje. Ja, Gode zy dank. Maar hebt gy aiet wat te verfraaien , 't geen eenige aanmerking verdient ? Grietje. Neen, Vrouw Louwerisfe! Niets van belang. De Stiiftand van Wapenen tusfchen Engeland en ons Gemeenebest fchynt hier ook alles in ftilftand te hebben gebragt , behalven het bouwen van Oorlogfchepen en 't aanwerven van Matroozcn en Soldaaten voor de Marine. Diewertje. De voorbaat is den Armen goed; al komt het tot eenen Vrede tusfchen ons en de Britten, is het niettemin noodzaaklyk eene Zeemagt te hebben en te houden, genoegzaam evenredig aan de hunne; want immers 's Lands Oorlogfchepen kunnen ten allen tyde gebruikt worden , en behoeven in 't midden van den diepften Vrede zeiven geene onnutte togten te doen. 'Er zyn altoos Bronnen te ontdekken, uit welken het beftaan dier Zeemagt Voort kaa vloeijen; en, dewyl de Vrye Handel op Noord-Amerika voor onze Veréénigde Provinciën open is, en zelfs, gelyk men niet twyfelt, door de Veréénigde Staaten van dat Waerelddeel ten voornaamften begunftigd ftaat te worden, eischt dit uitgeftrekt voorrecht voor dien Handel weder eene nieuwe Befcherming tegen dezulken, die de betwisting van dien nkt zullen nalaaten, dewyl Geluk toch altoos Nyd baart, waarvan die der Engelfchen ook, federt de Grondlegging onzer Vrye Republiek tot nu toe, de blykbaarfte tékens draagt, en , gelyk men nog ondervindt, het goede of liever het zorgeloos Vertrouwen op hunne Vriendfchap en Verbindtenisfen met ons, ten deerlykften, bedroogen (heeft. Hun Aanhang in Holland heeft door een zekeren invloed op de groote Voorftanders dier oude Schynvrienden, maar indedaad Vyanden van Neèrlands Welvaart getoond, wat men van hen te vreezen heeft; en derhal ven is 't allernoodigst, dat alle zorg en vlyt worde aangewend, om niet weder in die ongelegenheden te geraaken; maar ook in tyd vaa Vrede zelfs eene van alles wel voorziene Vloot mogen gereed hebben, om tegen alle vyandelyke aanvallen gereed en beftand te zyn. Grietje. In de daad, Diewertje! Het is ook onze Zaak, voor welke de braaffte Burgervaderen van Amfterdam altoos zorge gedraagen hebben, D 3 en  ( 3° ) en daarmede blyven aanhouden. — Wie van de Burgeren dier Waereldftad; wie van de geringflie Ingezetenen; wie der Opgezetenen of Landbewooneren onder der Scede Jurisdictie gevoelt dit niet met eene innige aandoening van ongeveinsde liefde en erkentenisfe. *— Wie... Ach! wie anders gevoelt zulks verkeerd dan misleide of verbasterde en naar eigen belar.g trachtende Lieden, niet waardig den naam van vrygebooren of in een vry Land woonende Menfchen te draagen ? — Moge elk ónder de kleene Gemeente zelve, (welke onze en onzer Mannen Samenfpraaken immers met geenen Wanlust leezen) zulks maar ter deeg begrypen; dan ware het reeds voor lang met de Anti-Patriottifche Factie gedaan geweest, en men had geen doemwaardige Politiek Vertoog-Schryver, geen Verbrander van Olykoeken, geen Marktgek met een Lanterne Magiqite, of in 't donker zwervende Schreeuwer met een Toverlaataern, gelyk men hem ook zou kunnen noemen; geen vileinig Reintje met zyn zogenaamde Vry aarts-Brieven, geen ftrammen Ouderwet/eken Patriet, in naam, geen hinkenden Pest naar den Neder-Rhyn, geene Duisterlingen van Brieffchryveren voor den dag zien koomen, en den kop, waardig dat zy door den blikfem van Gods Wraak getroffen worde, zo onbefchaamd zien opfteeken, dan zy gedaan hebben; maar tot eene eeuwige afgryzinge, voor alle waare Patriotten en derzelver Nakomelingen. Diewertje. 't Is wel ter bester bevestiging van de eere der Braaven, dat zich die Slangen niet langer in 't Gras hebben kunnen verfchoolen houden. -— Ik ftel hen gelyk met de Orang-Outangs, of zogenaamde Boschmenfchen, die wel den fchyn en gedaante van Menfchen vertoonen; dan echter op het eerfte gezigt zich door hunne aangebooren Dierlyke Eigenfchappen verraaden dat zy 't niet zyn, fchoon ze op twee beenen loopen, en altoos eenen ftok in eene hunner handen (of liever voorfte pooten) houden, om daarmede in 't gaan zich te onderfteunen. Nu hebben die Schepfels, als Orang-Outangs, zich verbeeld, dat zy ook met een Stok en Steun van zeekeren Boom getrokken , veilig konden gaan en daarmede alle rechtfehapen Vaderlandfche Menfchen , die hen voorkwamen, uit den weg en van hen verjaagen konden: Dan die Boomtakken, welke zy zich meenden fterk genoeg te zyn, bevinden zy thans verdord, en het opperfte gedeelte derzelve zo fcherp, dat ze even als Rietftaven hun de handen doorbooren, terwyl het onderfte gedeelte geknakt is, en hun niet meer toelaat een Wandeling door den Vryen Tuin van Leeuwendaal te doen, waarin men hen thans op zyn best waardig kent voor Priaapen, Moliken en Vogelverfchrikkeren. Een Peütique Hollandais, een Candidus, een Pest van den Neder-Rhyn, ea an-  ( 31 ) anderen hebben zich tegen dit fnood Gebroedfel in de bresfe gefteld, en Szelve uit den weg geruimd. - Want dit foort van Mensch-gelykende Dkren begon te ftout te worden; ja zy begonden al te ondernemen of ze hunne tong niet tot fpreeken konden gebruiken; en zelfs waren ze al 70 veïre daann gevorderd dat ze woorden begonnen te bezigen, welke veele onnoozelen verlokten en bewonderden; maar die by de meestweldenkenden als verkeerde uitdrukkingen, met lasteringen en leugenen verlïïr? voorkwamen. Weshalve bet wonder is dat ze de ftraf ontgaan zvn van Marfra*, die den lompen Boksvoet Pan in de Zang- en Speelkunst hoven den verlichtenden Apollo ftelde Grietje. Wel, Vrindin! Nu fpreekt gy waarlyk al mede taal die imSiewmS niMeTftdan gy u verbeeldt, Grietje! De geringen onder de Amfterdamfche Gemeente, hoe veelen 'er ook zyn, die men voor ™i™ndi2 houdt, zvn in ftaat om te kunnen oordeelen. Maar dat cS iedlvan dezelve juist in de oude Verdichtfelkunde niet ervaarenis, ftem ik met u toe, en 't is ook geenzins noodig. Grietje. Dat heb ik op uwe gelykenisfen ook maar te zeggen. —■ 't Zou zeer goed zya, dat ieder de waare Stelregelen van s Volks aloud hpftaan en de Regeeringsvorm van dit zyn Vaderland of zyner Inwooninge kende; dat elk onderfcheiden kon, waarin zyn nut en welvaart gtlegen was en huis hield. — Dan zou men geene VolksverSders tegen braave Regenten zich hebben zien verzetten tot ftrafvorderinj tof; dan zouden 'er geene Dienaars van den Staat, of liever van SS Volk — eeene baatzoekende en trotfche Vreemdelingen — geene We en laffe Vleiers der grootfte Amptenaaren in ftaat zyn geweest ™rVich teeen de bevelen, uit naam des Volks gegeeven, immer ftdlen durven, en niemand zou aan den Band der Eendragt ooit beftaan fe tarnen om denzelven los te maaken; en dus zou die Eendragt ons Vaderland altoos onder en met Gods hulpe en zegen magtig genoeg lea zyn, deszdfs Rechten, zo wegens des Volks welvaart als Vryheid te verdedigen, daar en waar het de nood vereischte of te pasfe kwame Men zoude dan niet gefchreeuwt hebben om magt te Land , wanneren ter Zee alleen die gebruiken moest , gely k men in t midden van den Oorlog, nog niet door eenen Vrede geëindigd, wel heeft trachten te doen uit eènevruchtelooze bekommering, die op geen wezenlyken grond fteunde - Immers is 'er nog Staaten Munt onder ons, t welk tot Randfchrift heeft: Die Meester ter Zee is, is ook Meester te Lande, ea deeze Spreuk is akoos door de waarheid bevestigd geworden. Het is dan  ( 3* ) wel zeer noodzaaklyk, dat die oude paaien niet verzet worden daar de Ondervinding onsi leert dat zy moeten dienen tot behoud van het vermogen, van de Welvaart en van de Vryheid onzes dierbaar^ Va derlands. - Dit vooral begrypt de Amfterdamfche MwiSt mll meer Regeerderen der Steden van Hollanddit beVrv?i ! ook begint men het in de andere Provinciën te beirrvnS-%n 5 * feit men niet of de zo noodzaaklyke vergrootiJvïn^T a„7. 7™ tWJ' zal niettemin de Vrede al bevesdgd wiA^v2^£^ blyken zyn er reeds, en luister of het zo niet is. Dus fchrvfr Z I 't Artikel van Amfterdam van den ipden deezer Maand 7 „ Door het Ed. Mog. Coliegie ter Admiraliteit in het Noorder K"«r.r tier zyn in dienst gefteld, twee Schepen van 66 Stukken eTopg^e' aan de Kapiteins D. J. van Ryneveld en D. Hekkers aL,, g n Stukken aan Kapitein t J. Bil va» Trestagffeb^kZ Kap.tan J. Rieken Junior, Hoorn ran so aan Luitenant DrSir Ta de Jaager van 16 Stukken aan Kapitein Dekker " "'«'«er, en Diewertje. Voorzeker zou men hieruit moeten oordeelen dat men ten deezen opzigte niet agterlyk blyft. Een ieder braaf Vaderlander wenscht ook niets meer dan dat de begrippen van '3 Unds Vaderen des wegen aan het verlangen en de begeerte des Volks voldoen zullen gel lyk het belang van t Vrye Vaderland vereischt, welk belang dat ookl yan den genngften Inwooner af tot den vermogendften Burger toe TW t een ieder wel gaat, moet ook eea ieder het zyne tot zyne Welvaar? toebrengen zo veel als m zyn vermogen is, en met een ongeveinsd on recht Gemoed, zo veel in hem is, de Vaderlandfche Zafk, dat is zvn eigen, allerkrachtdaadigst onderfteunen. - Li hoop hiervan al meêr en meer blyken te zien wensch ik u mede 't welvaaren. Leef Lond Grietje! Eet met fmaak, en groet den Baas s^ona, Louwtjt* ^ W£nSCh j£ Zdfde' We"ie! ^ groetenis aan je Het alömbekende Middel 't welk onveraeterlvlr i« *m «ii. r„_ . TI— boome Maghoniehoute, Verlakte «.G*E2£C^^SSaT Jofels, Stoele. Schilderyen en ander Gladgoed in dc» gr.nd feneon en elaH^ ?I maaken, en de Wormen ia 't «heel te verdrvven et\vk n.™ TZi u *laiUlg te vinding heeft, wordt federt eenige Jaaren me fl^v^i^'kAbl0nÓa' WeduweJ. vanEGMONT. Het wl"'08' by dc £rve<* Het 18 ook 9°gemc«=° goed voor Spaanfche ,JVhcantfcheen andere Matten. G^kt b, diETredTWeduwe J ACüb1Ts~7X^ EGMONT- g» "  DIEWERTJE en GJUETJE. 27 February 1783. N°. 9- nwrtie Vla een goeden Morgenwensch, Vrindin! Hoe hebt Diewertje. ]\a , * et de Gezondheid? ; r;p 7eer wel Diewertje! Is 't met de uwe insgelyks ? ge^^S^nöW^ouw! Hebben de Nieuwspapieren iets ^retS^nvindt in dezelve wel iets maar van de vordering der V^OndeAandelingen tusfchen Engeland en onze Republiek wordt V ,bewaar - en de Preiiminairen, tusfchen de andere in Oor og men SeKndSden met Groot-Brittanje zyn geenzins naar den f 6Wl //her Gemeen kEngdand; ^ant fchoon het Huis der Pairs de% bTm^d^ei?^ Simmen heeft bevestigd, is de Handelwyze zelve by meeraer ueiu v Gemeente echter met SdïScïS^ tegenwoordige Ministers zich Set^fane zullen kunnen ftaande houden tegen de Party, welke verandeZl befeït V zo dat 'er eerlang weder eene geheele omkeering in het M^iSte fchSt plaats te zulle? hebben: En men zal misfehien gelyk ^ m e' n der be tePn onzer Hollandfche Nieuwspapieren onder t Artikel van Londen van den iSden deezer lees, even als na den Vrede van ï?6rïiuWde Geheide Ja™ iLtn eï onder de Grooten zo als een Nieuwsfchryver zegt, gettadig twis^n om zich meester te maaken van het vermogen, tot er niets „ iwia^u , -jjg. ;s om betwist te worden . " SrViÖ>ndin! De Engelfchen zyn in een zeker • ! fnr h,,nT,e e een wispelturigheid dikwils de oorzaaken van hunS^ukk^wX^Se twyfelt 'er aan, of zy zullen het n^rfawN^Amatovogvatewaróa. - Deeze wispelturigheid lelvrheeft veel deel gehad in den door hen ons aangedaanen Oorlog, r £ J h , nor zo listig lang te vooren in Engeland overlegd is geworden, SrwvUeS AfgSit^rcke de Geesten^van veele der Vermogenden non Vadrand peilde, en veelen naar den Anglomanifchen fmaak a limmio-n 'èr van genoeg bekend zyn, doordien zy zich Zub^ t^m! hebben aaên beoordeel des geheelen Volks van Nederland zichgniet ontziende de braaffte, de beste en getrouwfte Voor £?ton der Vaderlandfche Zaak, der Vryheid en der Rechten Voorrechten en het Nut des Volks in 't algemeen, naar het Schavot te wyz? 't 'welk Se Snooden zeiven, ten affchrik van alle Vaderland- ea Vryheidbedervers, in tegendeel verdiend hadden. - ^  (34) Grietje, 't Is waar , Vrindin! Maar men laate der Wraake Gode bevolen: Zy zal die doemwaardige Schepfels vroeg of Jaat wel overvallen. — Hec doel, dat zy beöogen, zullen ze niet treffen. Het is ondertusfchen allerbeklaaglykst, dat die Antipacriottifche Woelgeesten gedekt worden door hec vermogen van Lieden, die eenen hoogen rang in ons Gemeenebest bekleeden; en welke hunne Gefchriften hoog-achten, terwyl zy klaagen over die der Patriottifche Party, als een of andere derzelve rondborftig de Waarheid zegt. Di.wer je. 'Er zyn zekerlyk Gefchriften, die eens ieders verfoeijing waardig zyn, als met vergalde Lasterpennen faamengefteld. Maar heeft men van de Tegenparty geene Gefchriften die niet minder verdienden?— Immers zyn 'er, die tegen de Conftitutie van 't Vaderland aanloopen, en het merk draagen van een zucht tot verandering in de Regeeringsvorm van ons Vry Gemeenebest: — tot daadlyke uitvoeringen toe heeft die Aanhang zelfs trachten te komen : Getuige hiervan zy de zogenaamde Haagfche Vrolykheid van den 5den en <5den December des laatstverloopen Jaars, die, dank zy G-ode, het voorgeftelde oogmerk gemist heeft, veelen nog twyfela'chtigen de oogen hebben geopend , ter verkiezinge van de rechtzinnige Vaderlandfche Party: En kon men den Geldgeever tot het aanftellen dier Vrolykheid ontdekken , dan zou 'er wel meer voor den dag koomen. Grietje. Ik denk dat men nog wel dagelyks onderzoek naar dien Oproeraanlegger doet, en het is niet onmogelyk dat men hem ontdekke Diewertje. Is 'er wegens de Witte en Brakel niets in de Nieuwspapieren? Grietje. Niets anders lees ik, wegens den Eerften, dan dat Middelburg een deftig Advys over de behandeling van diens Gevangens Zaak ter Generaliteit heeft uitgebragt, hebbende Vlisfingen mede het zyne daartoe gedaan, en 'er zyn thans gewigtige Deliberatien over het ftuk der Militaire Jurisdicf ie op het Tapyt: Ook fchryft men uit Zeeland dat het houden van het Befoigne deswege alleen wacht op de Memorie van Amfterdam, die met verlangen wordt te gemoet gezien, en men meent dat dezelve van klem zal zyn. Diewertje. 't Gaat 'er ook met fommigen onder de Militairen overheen. Te Zierikzee heb ik gehoord zyn twee baldaadige Soldaaten welke verdacht zyn van op 's Heeren Straaten geweld te hebben gepleegd en Glaazen uitgefiaagen , in de Hoofdwacht gebragt door de Nachtwachts, maar uit welke de Regeering die Knaapen terug eischt om hen door de Burgerlyke Juftitie te doen ftraffen. Grietje. Dit lees ik in een Artikel uit Middelburg van den 19 deezer; ge-  (35; gelyk ook dat de bekende Zaak van den Officier de 1'Ifle daar is afgedaan, hebbende hy een Request van fubmisfie geprefenteerd, 25 Ducaaten aan den Armen betaald, en 20 Ryksdaalders aan den Schout, en aan den Balliu'v, in prefentie van Burgermeesteren, excuus gevraagd. En zo vallen 'er van tyd tot tyd wanbedryven voor, door Militaire Loontrekkers geplsegd. 'Er zyn nog meer ftaakjes van voorhanden. Dus fchryft men uit Leiden van den 25 February. Men bericht uit 's Hage dat de Dragonder, welke onlangs by 't Huis ten Dyl eenige Menfchen aangerand en andere excesfen gepleegd had, gisteren gegeesfeld en gebannen is. Ook wordt nog van daar bericht, dat gisteren, zo men zeide, eene Commisfie van twee Raadsheeren , den Fiscaal en een Secretaris of Griffier van 't Hof naar het Vlieland zouden vertrekken tot onderzoek van een geval, hetwelk dus wordt opgeeeeven: „ Op den 19 January ftrandde op Ter Schelling het Kof-Schip de „ jonge Arnoldus, gevoerd by Schipper Plengnath, gedestineerd , naar Harlingen, en geladen met Zout; waarvan de Equipagie zich „ met de Boot aan Land gefalveerd hebbende, zo wierden 'er door den ', Bailliuw twee Strand-Vonders naar het Schip gezonden, om hetzelve „ te bewaaken. Dan weinig konde deeze voorzorg uitwerken; want „ 's nachts kwamen omtrent twintig Soldaaten van de Militiealdaar, ge), detacheerd NB. om 't Eiland tegens alle geweld van den Vyand te befchermen, die met geweer voorzien, de Wachters de vlugt deeden „ neemen, zich van het Schip meester maakten, en zo veel hun goed„ vinden toeliet, uit hetzelve roofden, tot dat zy door de gemelde Wach„ ters en het Bootsvolk in hunne Geweldenaryen geftoord wierden, „ tegen welke zy zich nochthans zo veel mogelyk verzeiteden ". Ondertusfchen geeft men voor dat die Plunderaars reeds gearrefteerd zyn en waarfchynlyk naar den Gevangen-Poort in 's Hage zullen gebragt worden ; maar teffens wordt verteld, dat, om de rechten van het Militaire niet te benadeelen, men de vooizorg zou gebruikt hebben om hun vooraf uit den dienst te ontfiaan. In hoe verre zulks echt zy hoopt men nader te verneemen, vermits 'er thans veel op gisfingen gefproken wordt. Dan dat 'er echter iets van dien aart moet voorgevallen zyn, wordt verzekerd; want de Commisfie is reeds naar Ter Schelling vertrokken, beftaande dezelve uit de Heeren Mrs. Herman van Hees, Heer van Berkel en Roodenrys, Johan Hendrik Mollerus, Raadsheeren in den Hove van Heiland, Zeeland en Friesland; Tsbrand *t Hoen, Fiscaal en Procureur-Generaal, Adriaan Bodt, Griffier van denzelfden Hove, verzeld zynde van den Drost, een Deurwaarder en een Klerk van 't Hof &c. E 2 Die-  (3<5) . Diewertje. Wel als het met deeze Zaak zo is, zal men dan wel op Militairen kunnen vertrouwen? — Daar deezen tot befcherming van onze Bezittingen gefield lyn, zouden zy onze Goederen plunderen en rooven! Is het dus met deeze Zaak gelegen, dan zyn ze hoog ftraf baar do»r 's Lands Overheid, die zeer wél doet deeze Misdryven zelve te ftraffen, en de Misdaadigen niet aan 't goeddunken van den Krygsraad overtelaaten , welke alsdan de zogenaamde Militaire Jurisöiöie zou doen gelden, en haar geufurpeerd Gebied tot boven den Burgerlyken Rechter uitftrekken. Dus zou de Krygsdwang zyne roofzieke Klaauwen al veeltyds in der Burgeren Eigendommen, ja aan derzelver Perfoonen flaan, zonder dit de vrye Vaderlander deswege gcrechtelyke voldoening bekwame. ■— Wech dan met die gedrochtelyke Militaire Jurisdictie! Men treede dat Monfter den Kop in. Griatje. 't Behoorde wel zo te zyn, Diewertje! Want zo deeze van tyd tot tyd al meer ingevoerde Dwangraad, niet werd tegengegaan, zouden eindelyk de Betaalsheeren der Gemonteerde Huurlingen zeiven wel onder hen mogen bukken, en een vrygebooren Burger zou dan wel fchrikkea op het zien van een gewapenden Soldytrekker. Doch , zo verre is 't nog niet gekomen. Diewertje. De Htmel behoede 'er ook alle Steden in ons Vaderland voor, dat het nooit zo verre komen moge, en daarom is 't allernoodzaaklykst, dat ieder Burger zich oefene in den Wapenhandel, om by vereisch van tyd en omftandigheden, 20 goed als een bezoldigde Krygsknecht te zyn, ten opzigte der Verdediging zyner eigen Recht en Vryheid. — Maar hoe is het thans met de Zaak van Brest gefteld? Grietje. Behalven Goes en Veere, die welhaast met de andere Zeeuwfche Steden zich confronteeren znllen, is Zeeland deswege, zo men verzekerd , in 'tzelfde feegrip der meeste Steden van Holland en Friesland, en dus zullen de drie Provinciën , wier belang aan de Zaaken der Zee voornaamlyk gehecht is, wegens het gebrek daarin plaats gehad hebbende, wel doorflaande blyken van haare welgezindheid toonen, en de ov et treeding der bevelen van hunne Souvereine Magt uit naam des Volks, en die van de Hooge Overheid der geheele Unie, niet los over 't hoofd of door de vingeren zien. Diewertje. Het zoude ook voor de Welmeenenden een blaam zyn, die niet ware uit te wisfchen, indien men die Zaak maar zo liet fleepen.. Frankryk, altoos naaryverig van zyneeer, zou een verzuim van onderzoek deswegens wel niet ten beste kunnen opneemen, en dan zouden het de Anglomanen naar hunnen zin hebben. —• Veiönachtzaaming van bevelen door de Souvereinen gegeeven verdienen zekerlyk Correctie. Men heeft dit onder de Graaflyke Regeering in vroegeren tyd zelfs doorgaans in acht genomen, en zau men het onder de Vrye Volksregeering niet doen ? Grietj?. Voorzeker is zulks noodig , Vrindin ! Op dat de Vaderlandfche Trouw der Welgetinden blyke, en de Waereld overtuigd worde van de rechtgeaartheid der Braaven. Diewertje. Ik hoop en wensch met u en alie Welmeenenden, dat de Recht- ' vaardigheid der goede Ziak zal zegepraaten. In afwachting van de voort- brengfelen des Tyds, zullen wy ondertusfchen vergenoegd moeten zyn met ons Lot. Hiermeê vaarwel, Grietje! Eet met fmaak , en groet Ktelis. Grietje. Ik zeg je dank, Vrindin, en wensch je't zelfde. Doe Louweris de groetenis van my^ _ _ ? ' Ccdmkc by «le Erve «tc Wcti, J. t»j« ïGMONT : o? d« Rcgulitu BteêftiMt, tt Amfte;daim.  GRIETJE en DIEWERTJE. 6 Maart 1783. N°. 10. t • »»n frkfrhen Moreen, Vrouw Louwerisfc! Hoe zit Grietje. Tk wensch je ^/ Bf™B™ 0 in.ecn? h 't niet wel? 1 ge zo toegeukeld hee krimpt ge zo ^ ^ ^ Diewertje 6 Ja, Vvrim! Weêr doet het. Gy au t al me "«» ^ .. by 0'n der vin ding, althans n»y aan'^ndï'lat ik Cl vollen WA **** thans veel meer hinder doet, ror&-;we,je! ft .en niet minder koud ^JJ^^zelf is cl niet ongezond. Evenwel is Sn S g^^lS Stadhouder^» Willem heugt het my zeer koud te zyn g^«»- had men ,oeP een langen Winter. Diewertje. Ja, naar ik het my nerm > , ■ hettegenwoor- üe heerfchende PlaneerMttr digc; want men weet dat ie der ™neetzyii al bekleedthy onder alle de Planeeten ,,; er, «tó M«, planeetkesters zyn, zullen ^tekS^ «-k d3t iH3l!en f huisvesten. , nar kimnen twee Kinderen ter eener Grietje. Gekheid In e n en *^™^™™m clkander «rfchilten, z. dragt gebooren worden, *e. editer "e™ b;ervan ten VOOrbeelde Efcu en in geaartheii als hgchaamsgeuel. Men neemeji er geen Nieuws in de TyJacob. — Maar dat aangaande niet verder. » «8 fc def dingblaadjes, Diewertje! Laaten we/^ °*" me? Sprookjes uit Pjaneetboeken ^^^^ZeTof^hm^ paar bedrieglyke H«*n?" ™ van de Toverkunst, in den fchoon we voor ons ^en^,^^e"niet verftaan, eene onvolmaaktheid, die, uitgeltrektften Zin het Waarzeggen gf f «"N „ alle Nakomelingen van alS°bewys van de b^orve.nh"d^ro^nfMen heef'zich dan niet te verwonhet Eerrte Paar Ouderen i« ««K^^ g£ aan Waarzeggen geeven Dit deren, wanneer wy fomtyds blyken_vanj ^ ieNouvellUten, hebben wy met een ieder gemeen. . iVLnn(, paD;ere„ iets ? het zy dan waar of niet waar. Is 'e >n hunnepapieren ^ Diewertje. Dat ^S^-^Srh oSEte Fioï en zyne Aanhangers, -wordt als eene zekere Zaak. °PSeSeevf"' , nieuwe Ministerie hebben. Lord fchryft men, zullen 8«nerle. Empl^ iSft atóh -by de Bedfocd- 'Shelburne, om hem en Lord North te -rsboosaen, ^  C 3« ) party geveegd: Men noemt de Nieuwe Staats-Arnptenaaren reeds; als de Grasf: Gower tot Prefiient van de Thefaurie, in plaats van Lord Shelburne; de Heer Rigby tot Betaalmeester-Generaal, in plaats van Colonel Barre, die meteenPcnfiotn afgaat; Lord Weymouth tot Secretaris van Staat voorde Buitenlandfche Zaaken, in plaats van Mylord Grantham; en Lord Carülle zal voorzien worden. "— Oak fchryft men het volgende uit Londen van den 28 laatstleden Men zegt dat een Courier met Depêches aan den Heer Fitz-Herbert te Parys is afgezonden. Men twyfelt niet of dezelve hebben betrekking tot de PreliminaireV oerwaarden tusfchen Holland en Engeland. Sedert wordt hier verzekerd. dat ons Hof beflooten heeft om zo wel Nagapatnam als Tnnconomale aan de R'epubliek te reftitueeren, mits dezelve van haar kant afftand doe vandegeëischtefch^vergoeding. Dit befluit zou eindelyk genomen zyn op de dringende SoJUcitatien van het Fianfche Hof, hetwelk daarenboven aan de Republiek alle deszelfs Bezittingen , welke het in de beide Indien hirn»omen of bezet heeft, zal terug geeven Grietje. Frankryk doet voor ons zeer veel. Dan , fchoon de Engelfchen ons de door hen overmeefterde Bezittingen al weder afftaan; waar zullen wy de fchaêvergoeding voor de ons door hen geroofde Schatten, Goederen en Schepen erlangen ? t- Ik vrees dat die wel zal agterblyven, en dus zullen wy al weer de gebroken Pot betailen moeten. Diewertje. 't Zou 'er op kunnen uitloopen, Vrindin ! Nochthans fchryft men Hit Parys van den \i Februa-y, doch het is met een nun ze.°t, dat de Hollanders ïjch geadresferrd hebben aan mm Mogendheid, cie met Engeland in vriendfehap is, om beter Voorwaarden te verkrygen. Grietje. Mogt zulks maar goede gevolgen hebben ; dan, ik voor my twyfel 'er san. —- Maar, Diewertje! is 'er verder niets van belang aangaande den toeftand onzer Inlandfche Zaaken ? ' Diewertje. Onder den Haag van 4 Maart, fchryft men aldus. Gisteren heeft de Schotfche Brigade haaren Nieuwen Eed aan de Republiek gedaan Meer dan ?o Officieren hebben zich daarvan geëxcufeerd, en zyn naar Schotland, hun Va. derland, terug gekeerd. Dezelve zyn terftond door Hollandfche Officieren geremplaceerd Men verzekerd, dat de Heer F'tz-Herbert, Minister des Konings van Groot-Brittannie te Parys (welke men zegt tetftond na het teekenen der Vredes-Prelimina'ren tusfchen deeze Republiek en Engeland in gelyke hoedanigheid hier te zullen komen refideeren) uit naam zyner Majefteit door middel onzer°MfBisters te Pa^ys de Vaandels dier Brigade, welke Engelfche waren, teruggeë'ischt en men twyfelt geenzins, of zy zuilen zonder eenige moeite uitgeleverd worden ' om dat men ze niet langer van doen heef t, zullende 'er Vaandels van de Republiek voor in de plaats gegeeven worden. Grietje. ■ Uit het gedrag dier Officieren in dit geval, zou men kunnen twyfelen of zy wel tegen de Engelfchen met vrucht zouden gebruikt hebben kunnen worden dewyl zy thans zo veel zwaarigheid maaken in eenen Nieuwen Eed aan de Repul bliek te doen. — Nu, die Brigade zal wel fchielyk al het Schotfche kwyt zyn: Ik wensch de naar hun Vaderland vertrekkende Officieren een gelukkige Reize en aankomst in het Land hunner Geboorte. Diewertje. 6 Dat zal elk imet ons wel willen doen. Maar wat zal ik u thans ver- haa«  ( 39 ) i„j r:,tt meer in de Nieuwspapieren. Dan dewyl oize SamenfpraaI11316"- rïta Sn die geen vermoge* of gelegenheid genoeg ken veelal in handen komen ,ft m * van orue Republiek zyn, en hoe hebben, om wat «genlyk Je OjondtWiingra « £ heb ;k al! gedacht, Gr«ij-. o t met w 5 denkbeeld daarVan te geeven, by gyGrfetj>d? Zeker ja! Wees gy dan Vraagfter en Onderwyfter, ik zal Ai* woprdftet en Leerlinge zyn. &*w«tj«. Zo als gjj perkje st. voorra fc de Qudft glèXtje Wel nu dan7 maïï wil myne Eenvoudigheid ten deezen opz.gte wat toegeeven. Ia wat Land woont 6Ï ^ wdandMaar in welk gedeelte van Nederland ? SSf'sïS*^decST'ir*dfc rL de Provincie Holland noemt, en de nWÜe V!!n alle Neieilandfche Provinciën»._ , die men'de Vereenigde Provinciën noemt. ^3E^£*»1 Zee,**, Mr. ^iïSS T^^vlt^^^ ^ het Jaar ty79 te U^cht Ü^Ttusfcncn de Itaate, van alle deeze genoemde Provinciën. fwT Om welke redenen werd dit Verbond aangegaan? /raag. fV^77ch\ezamenderhand en eendragtig te verzetten tegen den dwang Anm. Om z ch g"a^ Spanje, als toen het Opperhoofd over ge- S.ldNld SïdSfi heöc over fomUge Provinciën het gebied als He. ne.» 1>CU' , ' Graaf over nog anderen als Heer. XyfZZw£™l££i& oer Landzaaten niet, dien Vorst, als wettig "JZV^Z^k™ Wetten, die de gebiedende Heeren over SzVrov™5eu het zy dezelve Hertogen, Graaven, of Vryheerenen,. ™n by het aanvaarden van 't Gebied bezweeren moesten. ^'•S^^^^'^ Staaten dier Provinciën hadden het ^^riS^^W Eed verwaarloosden, of verbraken, hen *%^0™^^V<*™** wel eens hunnen Pligt en Eed? ^  C 40 ) Anti». Niet. eens maar méérmalen: Vooral de Vorsten uit het Hnk ™» Bourg.o-.je. Maar niemand meer dan Filips de Hde. S ^ A^/rag-. Waarin beftond deeze hunne Overtreedm^e? Aniiv. ln de Landzaaten te drukken met ondraaglvke lasten , in de Steden haare Fnviegten te ontneemen, en de Burgeren, door Soldaaten te doen uitnï ten en dw.ngen, alles tegen de Wetten van den Lande aan put* voS; RfW*8UF Wf6eder mijdeIeS' °m hUnne H*<"^ te kfef». Ja, onder fchyn van den Nieuwen Godsdienst, gelyk zy den Hervormden noemden tegen te gaan, lieten zy duizenden Menfchen op L aUerwTSè wyze om t leven brengen ; waarin voornaamlyk Dnc d'Alfa, van Fi\ ï Spanje nsar de Nederlanden gezonden, wel het me.st yverde P Vraag, Op welk eene wyze deed hy dat > ^Wtoi Door eenen Raad die men den Raad van Troublen noemde en zekeren •Vargas, als Kettermeester aan 't hoofd had «heren naa^nun zinT^ ^ " V* Gouveraeurs met h™ne„ Raad het hierdoor vfw' '"f"' daan?" ^3n- Int;gendeel, het verdrukte en mishandelde Volk fmeet het Jök van den hals, cn-vonden aan Willem den Iiten P ins v,n •Orange en andere Edellieden ftontmoeiigc Befchermers InnV^ftSïï en Vryheden, gelyk ook van den Godsdienst. meeaten Vraag. Kwam men aldus den hoek te boven > C if rT;9Jr3'/a ^ed- V00r"cen Te8enfpoeden, verklaarden 's Lands Staaten in t Ja,r 1 ySi. dm Konipg van Spanje vervallen van alle oppergezag over en recht •p deeze Vereenigde Nederlanden. VV b 0 ' enrecttt Vraag. Was Fiiips hiermeê te vrede'? Ar.tw. Niet minder dan dit. Zyn nayver werdt te grooter, naardien hy wftt dat men voor had, den Pruis van Oranje tot Graaf te verheffen, en om\uCte d^letten een Moordershand omkogt, die, toen men oP \ puDt ftond hem daartoe in te huldigen, dien Prins te Delft doorfchoot, op den 10 July iX Praag. Bleef de Oorlog dan toen nog langer duuren ? • ; ^iB/w. Ja; en na des Prinfen dtsodwerd dezelve van'de Spaanfche zyde 70 heStaaten.Elizabeth, Koningin van Engeland, om \% Vraag. Verleende zy hun dezelve? **uW j3? ,mvrd,at m« h«V«rgeldinS daarvoor deed, en eenige Steden , en Sekten, gelyk Vhsfingen, het Kafteel van Rammekensenz. verpandde; zendende ■tot Gouverneur in ons Land den Grave van Leicester met eenig Krygsvok .Maar deeze zocht langzamerhand meester te worden en zich ia 't onaïhanelvk fvSn ï ■ gCA ' W3ar,ue \?UdeT fchy" van Godvrucht, de meeste Ke-keierwdenen °P.het Volltoch veel ''"v'«ed hebben, óp zyne hand had! Grietje. Wy zullen 't voor deeze reize hierby laaten, én in onze aanftaande 'Byeenkoms den draad deezer Gathechifatie vervolgen. — Vaarwel, V ndia' Eet fmaaklyk en groet Louweris. *" a' piewer^e^^ Jk wensch je-ft zeHfle, ,iGf «jtje! Groet Krelis. ISÏpta by de Erve 4c We*. J, r« EGMOÜT: tp dtRewlkr, BrceWTtTI^^r  DIEWERTJE en GRIETJE. 13 Maart 1783. N°. ui Diewertje. Tk wensch myn Vrindin Grietje een goeden Morgen. Is 't nog JL wel met de Gezondheid ? Grietje. Ik wensch je 't zelfde, Vrindin! Ja, ik ben frisch. Hoe hebt gy het met den Welftand ? . Diewertje. Als een Hoentje, Grietje! — Hebt gy de Koffi klaar? Dat is goed. Zy wil by het koude Weer wel gedronken zyn. — Maar verfchaften ons de Tydingblaadjes wat ftof? . Grietje. V eel, Vrindin! ó Men is te Rotterdam en in den Haag zo vrolyk geweest 'op den ' Verjaardag van onzen Erfftadhouder! Ten honderden uit! Jemenie Keieren! (zei Scheveningfche Neeltje) wat ien Pret! Kaik die freeje Giestbuert iens geullemeneerd weezen! Dit is gien werk van Treuzeleertjis, deer men dik de Haegeneers, als ze wet lang op ongzen Visch fteen te dingen, veur uitfchelt. Ik wed, Zeuntjes, (vervolgde ze tegen haar paar Knaapjes met welke zy dat vrolyke Agteraf-Buurtje doorwandelde) ik wed, dat men 'er wel in dc Krangt van leezen zei. Veertje zei 'er wel ien van koopen. Jae, ik loof'er zeilen wel mooije Rympjes van in fteen." Neeltjes geloof was ook niet ongegrond; want men leest in de Haagfche Courant van den 12 deezer vier uitmuntende Rymregelen, waardig dat men dezelve het Volk onder 't oog heeft gebragt. De beruchte Frans Baltes zou ze nooit beter hebben kunnen famenftellen, en dit heeft nog maar een Soldaat gedaan, die JAN de BAAY heet, gelyk zyn Naam met Capitaale Letteren dus in die Courant wordt uitgedrukt. Maar 't is beklaaglyk dat de Heeren Gosfe, uit gebrek aan plaats, die verfcheiden by hen ontvangen Brieven van Rotterdam en elders, nopens de Vreugdebedryven van den 8 Maart, hunnen Leezeren niet hebben kunnen mededeelen; want op den kant aan beide de zyden dier Courant vindt men, dewyl 'er denklyk geene Advertentien ter vervullinge voor handen waren, gewigtiger Stoften, meest in Engelfche Debatten begaande ! Diewertje. Nu, dat is het zelfde. Men leest doorgaans liever Nieuwspapieren als Advertisfementen. , Grietje. In fommige andere Nieuwspapieren ziet men echter Brieven in welke men gemeld vindt, hoe vrolyk die heuglyke dag te Rotterdam gevierd is, voornaamlyk door het Volkje agter 't Klooster, door de Zakkedraagers, en eenige, maar zeer weinig aanzienlyke Burgeren, doch ook door een Hoog-Eerwaardig Kerklyk Perfoon, den vermaarden Nederlandfchen Antagonist van Marmontel, dien hy met zo veel beleid als moed wel-eêr te keer dorst gaan, om dat die den armen blindeD Belifarius den weg door 't Vrye Leeuwendaal wees. Nu deswegen heeft Zyn Hoog-Eerw. geen minder roem en luister verworven, dan op den laatften Verjaardag van Zyne Hoogheid. F Die-  C 4* ) Diewertje. Zo maakt men zich verdianftelyk, Grietje! Heeft die Hooggeleerde Man dan zo uitgemunt by 't vieren van dien Dag ? Grietje. Hy, en nog een Diaken, die misfehien door 's Profesfors voerfpmk met den tyd Ouderling denkt te worden, begaven zich wel degelyk in 't fterkfte gedrang, toen de Vrolykheid op 't hoogst was, hebbende Zyn Hoog-Eerw.gelyk ook zyn Asfiftent, een Oranje-Lint op de Borst, en de hand in den Zak, om daar hy 't noodig oordeelde< ter onderhouding van die zo gepaste Vrolykheid 'eenig Geld uit te deelen', mits dat daarby gematigdheid en gefebiktbeid wierde in acht genoomen. De geweezen Engelfche Agent Craufurt, fchoon een Rotterdammer , maar niet als een Hollander aan te merken, heeft natuurlyker wyze het Oranjeteeken gearboreerd: dat is, gelyk men van een Vaandel zegt uirgeftooken, voorgefteld, en doen waaijen. Deszelfs Comptoir-Knecht kwam op de Beurs met een breed Oranje-Lint op de Borst, op 't welk men las VIVAT de PRINS van OR. 1783. Ook vertoonde zich ter zelfde plaatfe nog een Boekhouder de R.00 genaamd, en een Schipper, die beide mede door het Oranjeteeken te onderfcheiden waren. — De Boekverkoopers Bennet en Hake, dien men niet ten kwaadften moge duiden dat zy zo wel van Afkomst als van Denkwyze Engelsch zyn, hebben mede uitgemunt en volgehouden met fommigen hunner Geflachtgenooten en goede Kennisfen, en wel in de eerfte plaats de Dames Hake Zusters van den eenen Boekverkooper en van welke 'er ééae in dienst by den Heer van Noortwyk als Gouvernante is geweest, of'er z;ch ten minfte onder dien tytel heeft opgehouden, die zy zekerlyk niet waardig zou geweest zyn, indien haar fmaak niet te onderfcheiden was geweest om de Vrolykheid boven een Oproer te gevoelen. Maar deeze Dames hebben het Joyenfe van dien Dag niet kunnen doen overgaan op de Hollandfche Juffers: 't Schynt dat de fchoone Sexe in ons Vaderland iets eigenzinnigs tegen de Oranjekleur bezit. Dan, hoe 't ook zy: Men heeft te Rotterdam by deeze gelegenheid Vrolyke Luiden leeren kennen door overtuiging En fchoon 'er onder het Gemeen geweest zyn, die honger hadden, welke hen aanfpoorde het Brood van fommiger Bakkeren Venfteren te neemen • zulks kan in geene aanmerking koemen; gelyk ook niet dat men het inflaan van ruiten in de Raamen van eenige Huizen en de gulhartige vry moedigheid om in fommigen derzelver den Bewooneren tot Geldgeeven aantemaanen, om vrolyk te zyn zo min, als dat 'er een Stuk Laken van een Pothuis is geligt en in de Bank van Barmhartigheid gebragt geworden , om de middelen ter Vrolykheid te vergrooten; want den Laken-Winkelier is het Bankbriefje t'huis gebragt, zo dat hy weet waar zyn Stuk Laken is, en met een weinig Intrest hetzelve' weêr kan krygen. De Edele Vriend van den Teergeliefden WILLEM, de Heer Callot d'Efcury, lees ik ook, dat zich uitmuntend gek weeten heeft, dewyl hy tegenwoordig Stads-Fabrickmeester te Rotterdam zynde, Stads Hout, Stads Timmerlieden, en zelfs Stads Wagens heeft doen gebruiken ter klaarmaaking, verroering en opfechting der Eereboogen voor 't Zakkendraagers Gildehuis'. Zie, Diewertje ! is dit alles niet zeer Vrolyk en Vaderlandsch geweest? Diewertje. Die woelingen mogen doorgaan voor eene Vrolykheid , zo als  C 43 ) aTs men dezelve doopt, en zo verre als zy gegaan is; Gode zy dank r.ochthans, dat onze Stadgenooten zich geene Vrolykheid aangemaatigd hebben ja zelfs de minf?«n zoude ik wel durven vertrouwen, hebben met eens om des Stadhouders vèr aïdae aedacht, althans op denzelven geen acht geflagen om dien te vieren. We heb ik verftaan', dat fommige Oranje-Vrienden in ftilte op des grooten Staatsdenaars gezondheid gedronken hebben: Maar dit heeft zekerlyk niets kwaads m zich, als men de Wetgeevende Magt en openbaare Rust niet tegen is, noch door woorden of ^,^fa%nl Maar ter verVolging van onzen Staats-Cathechismus zuU gy de goedheid wel weder willen hebben, om my verder te vraagen. DieweS. Volgens uwe begeerte, Grietje ! - Wy waren gebleeven by de BedieninTvan Robbert Dudley, Graaf van Leicester, door de Engelfche Koningin oiening vau „svoik van zynen Landaart toegezonden, en door de Al- E"Zabe Caerftot Gouverneur en Capitein-Generaal verheven, even ah Willem n3le wï, geweestG hebt geze/d dat hy door zyn Schyn-Godvruchtigheid de meeste Kerkelyken op zyn hand had. Gelukte het hem langs dien weg zyne TXr?em Dweeper als Held gebooren, verwaarloosde hy het Belang van zyn; E Meesters, van het Volk, en van deszelfs Vryheid Hy verried de Smten en verwaarloosde zyn Pligt; ziende met onverfchühge koelheid den voor -Ine der Vyanden aan, welke hy, zonder iets 'er tegen te doen, verfcheide ÏÏSen als de Graaf, Batenburg, Venlo, Gelder, Sluis, Meurs Hinloopen en Deventer liet wechneemen, en zocht zelf andeten, die hem van 't meeste belane fcheenen , door zyn Krygsvolk te dwingen, om zich onarhanglyk te maaken. Frats. Deeden de Algemeene Staaten hiertegen niets ? AntS. Indedaad zy zorgden wel ernftiglyk met be eid en fpoed , dat men van deezen Engelschman ontlast wierd; dringende zo fterk by de Koningin Ehzabeth od zvn terug-ontbod naar Engeland aan, dat zy het noodig oordeelde daarin te bewilligen, onder vergoeding van eene groote Somme, die echter, wel meest door bemiddeling van Oldenbarneveld, met dt.e millioenen Guldens, fchoon de Eisch wel driemaal grooter was, ter losfinge van Vlisfingen, Rammekens, den Rriel enz. voldaan wierd. -~ , , rraa* Welke voorzorg namen nu de Algemeene Staaten, na't vertrek van Leicester , om dergelyke ongelegenheden , als onder hem , vervolgens voor- tekXS?Zy bekleedden Maurits, de oudfte Zoon van Willem den Eerften, nu in zyn kofte Jaar zynde, met de Waardigheden in welken deszelfs glorieuzen Vader was gefteld geweest. . Vraag. Trachtte hy dan niet naar de Graaftyke Bediening? : r Antw. Men vindt niet, dat hy openlyk zyne begeerte daartoe ooit verklaarde, en of hv 'er zucht toe gehad heeft valt niet wel te beflisfchen. Ook, ziende dat het Volk en de Staaten met zulk een Hoofd in de omftandigheden van dien tyd, geheel met gediend zouden geweest zyn, liet hy na, zich deswege te uiten.  ( 44 ) Vraag. Maar hebben de Staaten van ons Veréenigd Vaderland geen Regelen van de Grondftellirïgen onzer Vrye Republiek omtrent dien tyd onder 't oog van het gantfche Volk gebragt? Antw. Ja; de Staaten hebben, ten tyde van Leicester, daarvan verklaaringe gedaan, naamlyk in den Jaare is$7, den 16 July. Vraag. Op welke gronden berust dan onze Staats-Conftitutie ? Antw. Op het Recht des Volks van oudsher in deeze Landen en by de Batavieren, de allereerfte Bewooneren derzelven, gebruiklyk, zonder tegenzeggen. Vraag. Wat is dan eigenlyk dit Recht? Antw. Dit Recht beftaat voornaamlyk daarin, dat (om niet van vroeger tyden te fpreeken , toen het nog wel van zo veel klem was,) federt 'er Graaven, Edelen en Steden in deeze Landen zyn geweest, dat die Edelen en Steden de'n Graaf moesten beëedigen, uit naam des V olks, en hy volgens dien Eed behoorde te handelen, gelyk het Vcorfchrift daartoe eischte, en ook de Edelen en Steden volgens hunnen Pligt, verknocht waren aan hunnen Eed, den Graave gezwooren. Vraag. Maar, daar de Graaven te meermaalen hunnen Pligt en Eed overtraden en de Landzaaten onbehoorlyk plaagden, drukten, en gewelddaadig ond°r 't Juk van Slaaffchen Dwang wilden brengen; waarom zy ook doer 's Volks Stemhebbenden vervallen van hun Recht verklaard zyn : Heeft de Stadhouderlyke Bediening onder het opzicht der Vrye Staaten dan naauwer bepaalingen ? Antw. Ja, zekerlyk; en wy zullen over dit alles nader handelen. Diewertje. Zeer wel, Vrindin! Het is ook reeds tyd om voor myn Burgerlyke Pot te zorgen en myn Louweris het recht als Man, ter zyner Oppasfinge niet te beneemen, of het eenigzins te krenken; want de Vrouwtjes verdienden anders door hunne Mannen, indien zy tegen de Wetten der Huishouding zondigden, niet minder gecathechizeerd te worden, dan de geweezene Graaven of andere Staatsdienaaren door de Gemagtigden des Volks. — Voor ditmaal'dan genoeg al weer. Vaarwel, Vrindin ! Eet met fmaak, en groet van mynentwege den Baas. Grietje. Ik bedank je, Diewertje, en wensch je 't zelfde. Doe insgelyks de groetenis aan het Hoofd van uwen Huize. Het alömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Noteboome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten, Bureaus, Laétafels, Stoelen, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig te maaken, en de Wormen in 't geheel te verdry ven, gelyk men daaglyks by ondervinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fucces verkogt bv de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stuivers. NB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere Matten Gedrukt by de Erve de Weduwe JAGOBUS vam EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  GRIETJE en PIEPERTJE. 20 Maart 1783. N°. 12. Grietje. Tk wensch u een goeden Morgen, beste Vrindin Diewerx tje! Hoe is 't met de Gezondheid? Diewertje. Vry wel, Vrindin! Gyzyc ook nog welvaarend? Grietje. Ja, Diewertje, dank zy Gode! — Ik zie gy hebt daar vry wat Nieuwspapieren voor u. Is 'er iets byzonders in ? Diewertje. Niets, dat men eigenlyk Nieuws kan noemen. Men wacht eerstdaags wel iets, naamlyk, hoe 't met de Befiïsfching der Vredes-Preliminairen tusfchen ons en Engeland zal afloopen ; maar over dit ftuk kunnen wy thans niet fpreeken. De Tyd zal 't fpoedig opea- baaren , terwyl het Vaderlandsch hart blyft hoopen en wenfchen dat het Vredeswerk geen opoffering van onzen kant zal noodig hebben, om als 't ware in de Roede eens Vyands te valien, die 't onze ons onrechtvaardig ontnoomen heeft, en ons, in fchyn van Vriendfchap, nog fterker dan voorheen, toen men hem zelfs voor Bondgenoot dacht aan te zien, ^Grierie^0 't Verval onzer Zeemagt is van dit Kwaad alleen de oorzaak. Na dat wy de onbillyke poogingen derondankbaare, zo wel als ongetrouwe Britten fteeds ondervonden, federt de vestiging onzer Vryheid, op de verëénip-ing der faamverbonden Provinciën gebouwd, hadden wy ons nooit zo fterk met die Natie motten inlaaten. Wy hebben eenmaal haar een Koning gegeeven, en haare Prinfesfen hebben ons meermaals Stadhouderen voortgebragt. —■ Men zou billyk mogen vertrouwen, dat dit beide de Natiën zo onaffcheidelyk aan elkander verknocht zou moeten hebben, dat ze, wegens hunne onderlinge Verbonden, niets tegenftrydigs zouden doen; en wat ons Nederlanders betreft: fteeds heilig hebben wy die gehouden ; maar de Engelfchen hebben altoos met hun Woord en Eed gefpeeld, misleidingen en geweldenaaryen gepleegd, die men nog de in- fchikkelykheid had van te gedoogen. De Religiebetrekking bleef hier geduurig de vooringenoomenheid van 't Algemeen, terwyl de Britten in verre na zo Religieus niet, van dit Godsdienftig vertrouwen onzer Nederlandfche Welmeenenden een verregaand misbruik maakten fchoon ik nog nooit heb kunnen overéénbrengen het famenftel van den'heerfchenden Godsdienst in Engeland met dat van de Hoofd-Religie onzer Republiek. ■—■ Men moest wel zeer dom en onervaaren in de Gefchiedenisfen der Europeefche Natiën zyn, indien men het ongelyk verfcriillend beftaan van den Hervormden Godsdienst in dit Gemeenebest met den Bisfchoplyken in Engeland wilde doen ftrooken. De Hoofd- F 3 Re-  (* ) Religie der Engelfchen is van die, welke byonsheerscht, Hemelsbreedte onderfcheiden; en ik weet daarenboven niet, of het geen dwaaling zv enkel het beweegrad van wederzydsch vertrouwen in den Godsdienst té willen zoeken, al ware het dat de heerfchende Godsdienst in Engeland juist dezelfde was met de Hoofd-Rehgie van onze Republiek Diewertje. Zo het my voorkomt, heefc de oude Vriend- en Bondgenootfchap tusfchen de beide Natiën niet meer op de gebruiken der wederzydfche Kerken invloed , dan de Protertantfche Godsdienst van alle de andere Natten, met welke wy ia gelyke betrekking ftaan, en indien gelykheid van Godsdienst de Dryfveêr der openbaare Handelingen van elke byzondere Mogendheid moest zyn, of dat men deswegen niet m Bondgenootfchap zou willen treeden met andere Staaten en Volkeren hoe zou het dan overéén te brengen zyn geweest, dat Frankryk, dé Roomsch-Catholyke Religie belydende, alles wat mooglyk was voor de Staaten yan Noord-Amerika in 't werk heefc gefteld om hen'tot de Onafhanglykheid, die zy thans bezitten , ten krachtdaadigfte de hand te bieden; dewyl men weet dat de Amerikaanen tot hun Hoofd-Religie de Proteftantfche hadden en nu by de bevestiging dier Onafhanglykheid, niet de BisfchoplykeKerkberechting, maar wel de Presbyteriaanfche vastgefteld hebben de heerfchende te zullen zyn; welke laatfte gelyk men weet, met de Gebruiken en Geloofspunten van de Neder' landfche Kerk genoegzaam volkomen overéén-ftemt. —. Wat heefc men dan op den Godsdienst der Engelfchen het oog te vestigen daar zy hunne eigen Broederen door 't Juk der Slaaverny hebben gedacht te verdrukken c geen hun mislukt is, daar zy 't met behulp van eenen Roomschgezinden Monarch van den nek gefmeeten en verbrooken hebben. — Dat dan het dwaalend begrip van veelen onder onze Landgenooten eens tot inzien koome van hec waar belang van ©ns Vaderland en geen Britfche Trotschheid, Geweldenaary, Ontrouw, Roofzuchten Memeedigheid om eenige gelykheid van Godsdienst verfchoone Men voert geene Oorlogen om den Godsdienst meer Grietje Geenszins. De Vorsten zien in onzen Tyd uit andere Oogen, als veeier hunner Voorzaaten deeden; ziende dat men de Vrvheid van Geweeten met door 't Zwaard kan roch moet te onder brengen, en God alleen Heer over de Confciemien der Menfchen is Maar laaten we ons weer een poosje mee Cathechizeeren bézig houden Wy hebben reeds kortelyk aangevoerd, dat de Graaflyke Bediening van tyd tot tyd gewelddadiger en dwingender wierd, en gy hebt my gevraagd: Of dan de Stadhouderlyke Bediening onder opziet der Staafe-s enger bepaald was? Ik verklaarde dit zeker waar te zyn? Die.  (47 ) Diewertje. Vrindin! Ik wil hec wel gerooven; maar vervracht zulks te hooren. Vraag. In welke vermogens ftaken de Graaven boven de Stadhouders uit? . Antw. In meer dwingende, die zy zich aangemaatigd hadden, federtzy Erflyk waren geworden, en met den tyd bezoldigde Krygsknechten in dienst namen, dat in vroeger tyden zo niet was, toen elke Stad en Dorp een zeker getal uit het midden leverden, om voor een enkelen Veldtogt te dienen. Vraag. Maar dit vindt hier geen plaats, zoude ik oordeelen om een meer onbepaald gezag der Graaven als Stadhouder te doen gelden? Antw. De Overheerfching der Graaven deed hec plaats hebben: Die al meer en meer gebiedende Hoofden bezwaarden de Ingezeetenen met Lasten , voorheen orgewoon; zy eischten Cynfen, Tollen enTiendens, voor Vroon- of Hofdienften moesten ook Gelden opgebragt worden; zy maakten zich de volftrekte Heeren over alles waar zy hunne vermogens mede konden vergrooten ; ftellende overal Schattingen op. Zy maakten zich Meesters van de Jagt, van de Visfchery, en van veele Inkomften der Veenlanden. Het opperfte gebied om Geld te munten oefenden zy mede. Zy maakten zich Eigenaars van alle onbeheerde Goederen, onder welken zy ook de aan Strand geworpen reekenden; en insgelyks eigenden zy zich alle verbeurtverklaarde Goederen toe. Zelfs floegen zy de Nalatenfchap van verongelukte Perfoonen aan, en verkegcen verfcheide Ampten en Bedieningen, welke zy zich aangemaatigd hadden ter hunner Befteliing te ftaan. Vraag. Is dit alles door de Vrye Staaten uit den weg geruimd, en hebben°de Stadhouders minder gezag? Waaruit blykt dat? Antw. Uit de Inftru&ie van den Stadhouder zelve, te breedvoerig om hier by te brengen. De Graaven, federt zy op hun eigen gezag Troepen wierven, toonden dat zy de Edelen, Steden en Staaten der Provinciën zo min als de Algemeene Staaten ontzagen. Deeze magt wordt in geen Stadhouder gedoogd. Als Capitein-Generaal heefc hy wel het Opperbevel over de Krygsmagt van de Repupliek in handen; maar deKrygslieden doen den Eed aan 't Land, en geenszins aan den Stadhouder in 't byzonder. Vraag. Zo mag clan de Stadhouder ook geen Krygsvolk aanneemen ot afdanken naar zyn goeddunken? Antw. Vooral niet. Die magt berust alleen by de Souvereinen van 't Gemeenebest: En niets in Staats- of Krygszaaken kan de Stadhouder doen, dan dat hy voorftelt het geen hem noodig dunkt, doch het toe- ftem-  (48 ) ftcrnmen of ontzeggen van zyne voorftellingen hangt van de Staaten af; en, naar Voorfchrift van zynen Eed, moet hy zyne Meesters gehoorzaam zyn naar behooren; dat is, dat hy niets, wat door de Gemagtigden des Volks in elke Provincie beflooten wordt en in 't algemeen door alle goedgekeurd, mag tegenftaan, of trachten te verydelen; maar is gehouden de Befluiten der Souvereinen van den Lande op te volgen. Vraag. Heeft hy dan geen magt om Magiftraaten te veranderen en aanteftellen naar zyn goedvinden ? Antw. In zo verre hem zulks is of wordt toegefhan,. heefc de Stadhouder die magt zich wel aangemaatigd, of doet het nog wel in fommige Steden; maar zy ftrydt met de Wetten van alle, en hec is niec dan by inwilliging dat de Gemeentens dit gedoogen. Vraag. Heeft een ieder Stad dan 't recht om haare Magiftraaten zelve te kiezen ? Antw. Van oudsher; en offchoon de Graaven, wier Bediening in geen aanmerking by de meerbepaalde Stadhouderlyke kan yergeleeken worden , zich gewelddaadig meester van dit recht des Volks, dat zo oud is als ons Land zelf, gemaakt hebben, is 't Volk niet verpligt dit recht op eenen Stadhouder overtedraagen, hoe zeer hy 't ook begeeren mogt, niettegenftaande men hem aan 't Hoofd der Juftitie geplaatst heefc. Dan ik oordeel, volgens de aloude Voorrechten der Steden, dat zulks geen invloed op de Rechtbanken van eene iedere Stad in 'c byzonder behoorde te hebben. Vraag. Zyn 'er evenwel geene andere Waardigheden die den Stadhouder zyn toegefiaan? Antw. Alles by forme van Bediening: Als daar is het Opperhoutves.. terfchap over Bosfchen en Wildernisfen, het Opper-Curateurfchap over 's Lands Hooge Schooien, en zelfs is men zo verre gekomen, dat men ook het Opperbewindhebberfchap over Ooster- en Westermaatfchappy hem aanbetrouwd heeft. Vraag. Is het dan wel zo gegrond, als gy meent dat de Stadhouder* lyke Bediening ongelyk meer in bepaalingen beftaat ? Antw. Het zyn Begifcigingen, die haare Bepaalingen meebrengen. Maar vervolgens zullen wy hier nog wel iets meer van fpreeken. Thans laat het de Tyd al weêr niet toe. Hierom , Vrindin Diewertje, wensch ik u welzyn, en fmaaklyk eeten. Groet Louweris. Diewertje. Heb dank, Grietje! Eet insgelyks met fmaak, en doe dé groetems aan Krelis. Geirckt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breéftraat, te Amilerdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. , ^ Maart 1783. N°. 13» Diewertje. TJoe hebt gy't in de Waereld, allerbeste Vrindin!! J |—I Ta! Goeden Morgen moest ik zeggen! Dat had ik juist vergeeten. —- . Maar dan nu. Goeden Morgen, Grietje! Is 'r wel met de Gezondheid? ..... Grietje. Ik merk wel, dat gy u, even zo weinig alsuk, op t maaken van Complimenten verftaac. — Eerst vraagt gy hoe ik het in de wereld heb? — Met u gelyk, moet ik u antwoorden; want zo lang wV "r fn zyn, blyft de Waereld voor ons allen dezelfde als Mensch< r Sar ho- gedraagt ge u in de Waereld zou beter op het Godsdienftige ^et alleen, maar ook op het Zedekundige en Burgerlyke kunnen uitgeWen worden. - Dat gy my een goeden Morgen wenscht, is my aangenaam; ik dank 'er u voor, en wensch u insge yks. Uw vraag naar nVvne Gezondheid kan ik beantwoorden met wel te zyn. Indten gy, SfewerTje! in dien zelfden toeftand zyt, dan hebt gy 't deswegen ^Dilwertie. Wel Vrouw! Wat gebruikt ge een reeks van Woorden tot uitduiding dac ge enkel in de Waereld en nog gezond zyt? Grietje Neem me dat niet kwalyk ; ik doe zulks op 't voorbeeld van den Rotterdamfchen Profesfor Hof/lede (met Eere gefprooken.) — Men heefc van Zyn Hoog-Eerw. verfpreid m fommige Couranten en refèhriften Onwaarheden, die hy mee Jlüzwygen zou veracht hebben; maar op het aandringend verzoek vm (NB.) Achtbaare Vrinden, Fdfc zegt -ets meer als Ondchtbaare, by voorbeeld van Agter 't Klooster, welken 's Mans Liefdegiften (zy zyn dan weinig of veel geweest, dat onfniet te onderzoeken ftaat) evenwel in 't Hartgrondig voorneemen ter aanmoediging van des Stadhouders Verjaaring te vieren, genooten hebbeTop Lt aandringend Verzoek, nog eens van diens gerenommeerden Man. Achtbaars Vrienden, ziet hy zich in de noodzaakelykheid gtbSgt, om aan hec Publiek ce verklaaren en op het fterkfte te verzekeren: ^ ^ 8fen Maar(. ]aatsdederi} niemand, buiten de Stad Rotterdam woonachtig, ten zynen Huize geweest is, om van daar eene boodfehap aftehaalen en naar elders te brengen: (tï Dat Hy , na den middag, vergezeld mee een Ouderling der Gereformeerde Nederduitfche Kerk , en nog een derden.Perfoon d? meest ver^e pSSfên der Stad doorwandeld, en de Vlaggen, Eereboogen  (5o) en Vreugdekroonen befchouwd heeft; zynde, voor Zonnen-Ondergang in zyn eigen Woomng terug gekomen en aldaar in ftilie eenzaamheid ge' bleeven, zonder wederom uit te gaan: (3) Dat door hem geen Lint, Strik, noch eenig Oranjeteeken, fchoon zich anders zulks niet fchaamende, opentlyk of verborgen gedraagen is- (4) Dat Hy de kleine afgefmeekce Liefdegiften telkens en by herhaa' hng heefc laaten gepaard gaan (waartoe Hy zich als Burger, als Christen en als Leeraar verpligt oordeelde) met eene vriendelyke en ernftige vermaaning , om zich voor Dronkenfchap, Buitenfpoorigheid, Oproerigheid, ja zelfs de minfte fchyn daarvan, zorgvuldig te wachten; maar zich daarentegen, als getrouwe en gehoorzaame Ingezetenen, allczins te gedragen, enz. PETRUS HOFSTEDE, Profesfor en Predikant te Rotterdam Rotterdam den 22 Maart 1783. Diewertje. By Infinuatie: Ik heb gehoord; maar gy hebt geleezen Grietje, 't Is uit de Krant. Diewertje. Ja, dat zie ik, al koa ik niet eens hooren. Maar waar ziet die eerfte Periode'op? — Dat 'er niemand op dim dag, van buiten de Stad een Boodfchap ten zynen Huize heefc afgehaald, om zonaar elders te brengen ? Grietje. De Man is betigt geworden dat hy iemand van wegen Zyne Hoogheid dien dag ten zynen Huize heefc gehad, om daar ce verneemen, door den Profesfor, hoe zich de Vrolykheid van dien dag fchikte, en vervolgens den Teergeliefden rapport 'er van te doen. Diewertje. Dit zou dan niet waar zyn , volgens zyn Hoog-E°rw Eerfte Periode. Grietje. • Ten minfte immers in zo verre het een Boodfchap betreft.— Blykt hitruit dan niet duidelyk genoeg dat de Heer Profesfor gewigtige redenen had, om zich deswegen te verontfchuldigen? Diewertje. Wel nu ja. Maar wat noopte 'den Pretestor (ik wil zeggen Profesfor) met een Ouderling en dien anderen Perfoon, wiens Carafter hy verzwygt, die meest verfierde Piaatfen der Stad te doorwandelen , de Vlaggen , Eereboogen en Vreugdekroonen te befchouwen? Daar ieder weldenkend Burger een affchrik had om oog-getuige te zyn van een Vrolykheid, die de klaarfte blyken van een voorgenoomen Oproer met zich voerde ? & Grietje. Zyn Hoog-Eervv. zal 'er niet op gedacht hebben, dat men den  den fchyn des Kwaads moet myden , om aan het Kwaad zelve geen deel tc hebben. Zyn yver voor den Grootften Onderdaan van onze Volks-Regeeting heeft hem zekerlyk zo fterk ter harte gegaan, dat zy hem ten huize heeft uitgedreeven om de Vrolyke Party van den agtften Maart by te woonen. * Diewertje. En, om dezelve te onderiteunen, heeft hy, fchoon voor ZonnenOndergang reeds in zyn eige Wooning terug gekomen, en aldaar in ft ille eenzaamheid (, 6 hoe verruklyk is dezelve, wanneer men wel denkt,) gebleeven. — Maar onder welke verwachting? Grietje. Dat zal de Man het best weeten. Misfehien heeft hy dien tyd met bidden verfleeten, en mooglyk wel voor 't vrolyk Gemeen. Diewertje. Zou dit dan niet goed geweest zyn ? Grietje. Ja zeker. De Heidenfche Grieken begeerden zulks wel van eenen hunner grootfte Wysgeeren, toen zy uitfehreeuwden: 6 Heilige Sociates! bid voor ons. Dan, of de Heer Hofttede dit zelfde is verzocht van 't Agter 't Kloosters Volkje, daarvan maakt de Profesfor, zo min als de Hiftorie der Rotterdamfche Vrolykheid, geen melding. — Ik zou het ook juist niet gelooven. Diewertje. Ik ook niet, te meer om dat de Man niet heeft willen uitmunten, gelyk hem ter kwaader trouwe is naargegeeven, door Lint, Strik , of eenig Oranjeteeken, fchoon hy 't zich anders niet gefchaamd zou hebben. Wat of dit woordje anders nochthans wil aanduiden, weet ik niet. Ik denk immers niet dat zyn Hoog-Eerw. 'er mede meent, dat als het anders met de Vrolykheid' ware afgeloopen, in zo verre, dat door het oproerig Gemeen dit Teeken aan een ieder wierde opgedrongen, hy het zich dan niet gefchaamd zoude hebben. Grietje. Wel, ik weet niet, Diewertje, hoe ik dit anders verftaan moet. Men mag 'er het beste van denken, en de Liefde denkt nooit kwaad. Diewertje. Zo is 't; zelfs heeft de Heer Profesfor daaromtrent doorflaande blyken gegeeven, met het uitdeelen zyner Liefdegiften, fchoon zyne daarby gevoegde Vermaaningen vruchteloos zyn geweest, omtrent het eerfte kwaad, naamlyk de Dronkenfchap. Grietje. Ja; men zou Zyn Hoog-Eerw. hier een weinig berispen kunnen. Zyne Liefdegiften ftrekteu ter oefening van meerdere Vrolykheid aan halfdronken Luiden, en zyne Vermaaningen zien op het vermyden van Dronkenfchap, Buitenfpoorig- en Oproerigheid, ja zelfs den minften fchyn daarvan. Moest hy zelfals Burger, als Christen en als Leeraar zich niet verpligt geoordeeld hebben, niet den minjlen febyn te vertoonen aan alle die Ondeugden eenig het minfte voedfel te geeven, tot ergernis van alle rustlievende Leden zyner Gemeente in 't byzonder en alle braave Rotterdamfche Burgeren en Ingezeetenen in 't algemeen ? En van dit gedaan te hebben kan hy zich nooit vryfpreeken. Dat zyne Mede-Stad- genooten —■ dat de door hem begiftigde vrolyke, maar thans bedaarde Lieden zeiven fpreeken. Zy allen zullen zyne Tegenparty zyn. Diewertje. 't Is zo. Maar dit op zyn plaats gelaaten ; de Heer Hofftede moge voor zich-zelven verantwoorden. — Laaten we onzen taak met Vraagen en Antwoorden vervolgen. Wy zyn in onze laatstvoorgaande Samenfpraak gebleeven by de voorrechten der Stadhouderlyke Bediening, en dat die haare Bepaalingen hebben. . Ga Vraag.  Vr*ag. Gy hebt gezegd dat de by u genoemde waardigheden Begiftigingen zyn die haare Bepaalingen rneêbrengen. Wy willm dit zo laaten. Maar is het dan geen groot Voorrecht, dat de Stadhouder gebnfktom in eigen naam, buiten kennis van de Staaten, een Afgezant naar uitheemfche Hoven te mogen zenden, gelyk men nog zeer onlangs gezien heeft dat onze tegenwoordige Willem zulks naar Frankryk gedaan heeft? Antiv. Dit recht hebben meer kleine Vorsten voor zo verre zy zulks wegens hunne eigen Bezittingen en daarop betreklyke byzondere Zaaken doen; en dus is de Stadhouder niet als Stadhouder, maar als Prins van Oranje, Graaf vsn NasfauDietz, enz. enz. enz. volkomen gewettigd, om, in zyn privé, een Afgezant of liever Commisfaris aan eene of andere Mogendheid te zenden; als on» een Commisfie zynentwege afteleggen, of een Boodfchap te doen, maar niet om aan de Hoven dier Mogendheden te blyven refideeren, gelyk de Ambasfadeurs en Gevolmagtigde Afgezanten van de Republiek, met welker zaaken die Boodfchappers zich in dat geval niet eens bemoeijen mogen. Vraag. 'Dat zy zo. Maar ik heb mecrmaalen in de Nieuwspapieren geleezen dat de Stadhouder aan Ambasfadeurs van Buitenlandfche Mogendheden, betreffende de Zaaken van onzen Staat, in 't byzonder gehoor verleent. Is dit dan een recht aan 't Stadhouderlyk Ampt verknocht ? Antw. Ja, dit heeft men den Stadhouder toegeftaan, om afzonderlyk de belangen van de Republiek te helpen behartigen, en niet zonder reden, op dat de Staaten daardoor te beter verftendigd worden van de Zaaken ter hunner raadpleegingen dienende, ca dat zy zeiven , nochthans eerst die Afgezondenen in 't algemeen gehoord hebben. Maar, fchoon de Stadhouder zulk eenen Afgezant hoort, hy mag 'er niets op befluiten. De Refolutie moeten de Staaten geeven tia het verhandelde tusfchen den uitheemfchen Gezant en den Stadhouder, uit den laatften gehoord te hebben, om dus overéén te brengen alles wat in de betrekking der Zaaken ftaat, en eindelyk een Befluit tot nut der Republiek met eenpaarige Stemmen van alle de Veréénigde Provinciën uittebrengen. —. En deswe^en mag dc Stadhouder niets dan zyn begrip voorftellen, dat men al of niet kan aanneemen, naar dat men het nut en noodig voor den Staat, of aan beide niet voldoende vindt. Diewertje. Zeer wel, Vrindin! Maar de zorg voor myn Eetenspot dringt my naar huis. — In 't vervolg verder. —■ Vaarwel , Grietje ! Eet met fmaak, en groet Krelis. Grietje. Ik bedank je, Diewertje, en wensch je 't zelfde. Groet Louweris van mynentwege. By de Drukfter deezes zyn nog eenige Exemplaaren te bekomen van het Vrouwen Almanakje van DIEWERTJE en GRIETJE, vervuld met veelei vermaak] ykheden, zo als reeds genoeg bekend is. De prys is 4 Stuivers. Gsdrukt by de Erve dc Weduwe JACOBUS vanEGMONT: oiT" de Reguliers Breeftraat, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. ' " 3 April 1783. N°. 14. Grietje waardige tékens eener veel verwaestende Aardbeeving, in welke men de ontzaglyke vermogens van een Vertoornd God befchouwt, fchoon evenwel op verre na zo verlchriklyk niet al» de meeste Nieuwspapieren eerst verfpreid hadden. — Uit den zwakken toeftand der gezondheid van den Keurvorst van Beijeren en de Paltz voorfpelt men gevolgen, die zich echter niet dan na deszelfs overlyden zullen openbaaren. Men zegt ook dat de Pruisfifche Monarch onpaslyk geweest, maar thans wéér herfteld is. In Frankryk houdt men het oog opalies, en werkt met yver ten beste des Ryks en deszelfs belangen; maar in Engeland zit het rondom in de war, tusfchen de Partyen der Mylords, Lords en Sirs, die elk eenen Aanhang zoeken, om elkander het gezag in de bedieninge der Staats-Ampten te betwisten. Men fchynt 'er ook geene middelen meer te kunnen vinden om het Zeevolk van de Ryksvlooten te betaalen; weshalven een groot deel 'er van geen dienst meer wil doen, en aan het muiten is geilaagen. Engeland is zonder Ministeiie, en de Koning heeft 'er nog geen verkoozen, terwyl de Gemeente'er om blyft aanhouden. Dit vertraagt, zegt men, ook de Vredesbefluiten. Men verlangt, gelyk ik lees, dat Zyne Majefteit zich fpoedig deswegen verklaaren zal. Ondertusfchen zegt men, dat de zwaarigheden, welke den Vrede tusfchen Engeland en Holland hinderden, wechgeruimd zyn, en de Vredes-Preliminairen onmiddelyk zullen getékend worden; zynde voorleden Dingsdag, zo men verzekert, een Courier aan den Heer Fitz-Herbert te Parys gezonden, mitsgaders eenige Depêches aan den Heer Fagel, in 's Hage. Grietje. Indien de Republiek 'er met genoegen deel aan neemen kan, zal het allen onzen braave Landgenooten lief zyn: Dan 'er zal nog veel met Frankryk te vereffenen vallen, en het niet zeilen onzer Oorlogfchepen naar Brest kon ons wel duurder te ftaan komen, als de Onwilligen daartoe met hunne Hoofdparfy gedacht hadden. Diewertje. Men mag 'er het beste van hoopen, Vrindin ! Maar het vooruitzigt van Kundigen is daaromtrent niet zonder grond, die voedfel aan de vrees geeft. Dus verydelen dikwils partydige en vooringenoomen Subjecten, 't zy uit belang of voordeel, wel eens de bestgenoomen maatregelen, en dit kwaad zou verdienen geftraft te worden, als eene Muitery tegen de Hooge Souverainiteit van den Lande, die daartegen echter, op dat tydfh'p weinig kan uitrichten. Om weêr naar Groot-Brittanje te keeren, men ziet het in den opftand der Militie op *t Eiland Jerfey, die, afgedankt willende zyn, zich meester van Geweer en Krygsbehoeften gemaakt, en veele gewelddaadigheden gepleegd heeft. — Ook lees ik uit Londen zelf in de laatfte Brieven, die van den 28 deezer zyn dat aldaar voorgaanden Woensdag een oproerig Gefchrift isgeftrooid, inhoudende', dat het Volk gewapend in St. George-Fields zou byéén komen, om de defenfie hunner Rechten zei ven op zich te neemen. Het was in zeer flegte Taal gefchreven, en kwam zekerlyk van eene allerlaagfte Clasfe. Echter heeft het gelegenheid gegeeven, dat de Guardes te St. James verdubbeld, en alles met gelaaden Geweer in gereedheid was. Doch gelukkig is hun dienst in het allerminst niet noodig geweest, vermits zich ciets ongewoons in St. George-Fields heeft vertoond. 'Er zyn fommigen welke denken, dat de Hof-Party misfehien wel Oproer wilde zien, om een klad op de Tegenparty te werpsn, en gelegenheid te he^bsn om de Militaire magt te gebruiken. Griet-  (f f) _ . . ... „„„„ A. Hnnfden des Volks zeiven tweedragtig zyn, vindt men Grietje. Wanneer de Hooiden Je ™ K Verdeeldhekf onder de Gemeente altoos onder 't Ge^\rfJl°e"^ ^heffing door te vinden, vooral begint trachten te ftooken om er hunne eigen^> f ogend Staats-Perfoon aand,t Kwaad van * ^ in onte Provincie deswegens niet kleeven. W y bleven de vmc dMeWe haar bedoelde oogmerk ,n aanteyoeren. t is genoeg d" oproeri« Gefchriften mede te verfoeijen daadelykheid gemist heeft. ,r d« uP« S aanzienlyke Somme zyn is zeker, en daarom h^J™n^c ?~4ch^rf Drukker enz. van den ter beloomnge gefteld op t ; deidveyn tot'nog toe niet heeft kunnen zogenaamden gevonden Brief, lchoon menu 6 ^ ontdekken; 't geen echter wenfehe yk ware>JM*™™óe Haagfche oproerige kunnen krygen de gevlugte «J»£^h^n£fw £ns Koninglyke Oom echfer werk fchynt te maaKe" fm ° „ Koningl. Hoogheid geworpen, te willen ieders «rb.edwaard.ge Nicht^ ^ & ^ bilf k is, en by de ontgezuiverd, herfteld en g^rooK ' t hebb omtrent die Schen- dekking kan ze gefchieden, ook zeker yk.p, ^ dC7 MJ^^rw« in 2^uï, buiten hen, de uitmuntende Deugden niet noodig, dewyl ïeaerui uc « v , onwaardeerbaar acht. ^^^■^^^t^&& haaren Vorftelyken Gemaal omtrent Diewertje. Zo is het, ürietje^. ivi R ^ evenwel meent de deszelfs \^^l^^^^^^Q^ieae der Stadhouderlyke ST FRIfieme nebesterkend! zo min als eenige andere Magendheid dat Rechten in ons Ge^«°efMJ"rKïï Rechten en Voorrechten verkort is, als blykt ouze ^^^^^'^Sm aan Hunne Hoog-Mogenden overat ^^^S^w^ het handhaaven de?Rechten en Voorgegeeven, m welke aangeartng Érfftadhouder; daar niemandsweetens, rechten van Zyne Hoogheid den ™™*r 2vner Ambtsbedieningen. WeshalHoogstdezelve eemgzins benadee" » "^g,^^ van Holland en Westven ook de meerderheid der ^eco^1."eerQei H Hoog-Mog. tapport hebben friesland tot onderzoek deezer Memone, aan; Hnnn^o^ | PP ^ gedaan, dat zy van g^™^fmï^einorie behoorde gezonden te » ^er deeze Zaïk te neem , Erfftadhouder, met requfiüe om M worden aan Zyne ^%he*a ek deSzelfs berichten en ver- „ aan Hun Ed. Groot-Mog."£]>M mlgten, eenige daadelyke inbreuk aan de Leden of rerJoomn re« gemelde Raport gevraagd zynde door de Waarop Edelen ornim den haaren breeder te examineeren, Heeren van de Ridderfchap en"ele" om' lf RoUerdam, Schiedam, Schoonf dr oen^Se^ Monnikendam, Medenblik ïnPurmerend m dafrop"te verdaan de Intentiëni van de Heeren hunne Pnncipaafenf iirieTefo^^ van moetea by. ^ J^^S^W^ kunnenaantLnen. 'tGeenme,  ( S6 ) kuiten zyn* Recommandatie ia »t verkiezen van Magiftraaten in fommige Steden heeft gedaan, ia recht en naar de Wetten van oudsher. Men heeft leen fiore noodig als men terftond met de Penningen voldoen kan. Diewertje. De Provincie Friesland zal dit ook zo begreepen hebben: En derhalven voor zich-zetven verklaard : „ Dat door Hun Ed. Mo* eeene Zaak in „ deliberatie is gebragt, die «rekken kon om de Rechten en Privilegiën welkede " Prm^rflladh^«v«kreegen heeft, te verminderen, en dat zy'bygevolgc „ den inhoud der gemelde Memorie niet als Hun raakende konden aanmerken • en „ ook was het Hun onbekend, dat by de overige Bondgenooten eenige Propofi'tiër, „ gedaan waren, welke tot dat einde ftrekten, en dat gevolglyk Hun Ed Mo» „ van advys zyn dat deeze Zaak by de Staaten-Generaal behoord aedirkeert 11 „ worden op zodanige wyze, dat Zyne Pruisfifche Majefteit op eene betaam'vke „ welvoegende en met de Souvereiniteit deezer Provincie overeenkomftige manier „ warde geïnformeerd van de weinige grond der voorfchreeve Memorie" En ïal Extract deezer gezonden worden aan de Heeren Gedeputeerden om Hun te dienen tot bericht. ' Grietje. Dat 'er is kan gebruikt worden, maar niet dat 'er niet is. Dus blvft de Stadhouder aan Wetten bepaald, die hy beèedigd heeft; overtreed hy dezelve hy is verantwoordelyk: Ik denk toch dat hy zyne Souvereine Meesters kent' en het Onwettige niet Wettig zal keuren, gelyk de Griekfche Veldheer voor Troje die enkel op zyn Militair Gezagj bouwde, wanneer hy, volgens Vondel, Palamedes te gemoet voerde: 6 *— — " Geen wettig Krygsrecht keert Zich aan het Burgerrecht. De Vorften, vol en dronken Handvesten nu en dan de Griekfche Steden fchonken. * Hy neemt ze, die ze gaf den Volke in eigendom; 't Is Heerengift: een Heer die neemt ze wederom! Indien ze ons dienftig zyn, wy willen dat ze fpreeken Maar zwygen, zo ze ons 't hoofd met tegcnftribblen breeken. En fchoon onze Capitein-Generaal wel veel voor de zogenaamde Militaire Turisdiéhe is, zou hy evenwel op dit punt met Agamemnon niet te vergelyken zvn — Maar dit daar gelaaten tot dat de Tyd ons ftoffe geeft om over die Zaaken te Jpreeken. Thans roept die Grysaart my naar huis; want ik moet nog Aardappelen fchillen om by Stokvis te gebruiken. Myn Krelis eet gaarne op zyn tvd In onze aandaande Byée'nkomst zullen we fpoedig aan 't Catechizeeren gaan" en dat ge my dan zult vraagen, hoop ik wel te zullen beantwoorden. Voor dèeze keef is het te laat. Diewertje. Nu, dat is wel. Men moet de Tyd in acht neemen Grietje. Daarom groet ik je, en wensch je een aanhoudende Gezondheid. Eet fmaaklyk , Diewertje ! en groet Louw-Baas. Diewertje. Ik bedank je , Vrindin Grietje ! en wensch je 't zelfde Dc groetenis aan Krelis. G*drukt by d« Erve de Weduwe JA GO BUS tan EGMONTm7 de Regulier! Breéöraat, tt Amfterdam, '  DIEWERTJE en GRIETJE. 10 April 1783. n°. 15. Diewertje. oeden Morgen, Grietje ! Is 't nog wel met de vjt Gezondheid? Grietje. Zeer wel, Vrindin! Hoe is 't met de uwe? Diewertje. Al meê nog in order, Vrouw Krelisfe. Wat is het mooi Weêr, niet waar? Grietje. Gezeegend, Vrouw! De Jeugd der Lente doet zich zeer wel voor. Diewertje. Wy wenfchen dat we, eer dit Nieuw Saizoen eindigt, of met de eerfte Zomervruchten, de nog veel aangenaamer Vooribrengfelen van den Vrede zullen mogen genieten. Grietje. Deeze wensch is die van alle Vredelievende Menfchen; maar wy moesten 'er onze welvaart evenwel niet aan opofferen. En zo men vertrouwt , zal zulks ook niet gefchieden. — Wy moeten geen Negapatnam, wy moeten geen Trinconomale den Britten laaten behouden, hoewel die laatfte Plaats is door de Franfchen den Engelfchen weder ontnoomen, en mooglyk zal Negapatnam naderhand mede in handen der Franfchen zyn gevallen; te meer dewyl men weet dat onze Indifche Regeering den Franfchen de hand heeft geleend ter onderfteuninge tegen de Engelfchen; want behalven den toevoer van Ryst en andere Levensmiddelen, die de Franfchen noodig hadden, hebben ook 160 Man Hollanders deel in den aanval op Trinconomale gehad , en volgens berichten van de Kaap de Goede Hoop , had zich daar ook het gerucht verfpreid, dat 4 a 5 Hollandfche Comp. Schepen, van het op Batavia uitgerust Eskader by het Gevecht zouden geweest zyn: Dan hiervan meldt de Heer de Suffren in zyn verhaal niet: Maar wel, dat hy te Tranquebar 3 Hollandfche Schepen ten Anker vond, met Ryst en andere Provilien geladen, en afgezonden door de Regeering van Batavia. Dat echter de Zaaken der Engelfchen in de Oost-Indien zeer ten agteren zyn geloopen is uit alle omftandigheden af te neemen; en dat, zo de Heer de Busfy met zyn Eskader in de Indien dat van den Heer de Suffren verfterkt heeft, zullen 'er indedaad nog meer gewigtige voorvallen zyn gebeurd. Ook lees ik het volgende uit Amfterdam van den 7den deezer. Met het in Frankryk gearriveerde Schip, welke de tyding van het herneemen van Trinconomale en van de Aftte tusfchen de Franfchen en Engelfchen op den sden September laatstleden aangebragt heeft, heeft men Brieven van de Kaap de Goede Hoop met de alleraangenaamfte tyding, dat aldaar den 9den December 1782, behouden aangekomen zyn's Lands Fregat- H ten  ( 58 ) ten van Oorlog Jafon, Kapt. J. Seis, en Brunswyk, Kapt. T. Pruistalsmede de volgende gewapende Oost-Ind. Comp. Schepen de Ganges' Kapt. Commandant J. Paardekooper; het Zeepaard, Kapt. Pieter Thyfen ; Holland, Kapt. If. de Vries; Voorberg, Kapt. A. Tim, van deeze Kamer; de Zeeuw, Kapt. W. Udemans; de Both, Kapt. J. C. Schuts, van de Kamer Zeeland; Schoonderloo, Kapt. J. van den Berg, van de Kamer Delft; en Java, Kapt. J. Tromp, van de Kamer Hoorn, alle den 7den July uit Texel gezeild. m Dus ziet men, Vrindin Diewertje, dat de Oost-Indifche Maatfchappy niet zonder vermogens is, om zich te doen befchermen, en zy zal niet vertraagen door te werken, al verkreeg men Vrede. Diewertje. De voornaamfte Gefchilpunten betreffen haar: Zy moet ook niets misfen; warit wat ook van haare Bezittingen zoude mogen worden afgeftaan, het zou haar, hoe gering ook, altoos een doorn in den voet zyn, en de Britfche Natie, die altoos de paaien van billykheid overfchrydt, zou zich geduurig verder trachten intedringen. Liever geen Vrede, dan in plaats van Schaêvergoeding nog van de ons ontroofde Bezittingen den Rooveren toetegeeven. — Onze Oost-Indifche Maatfchappy kan het immers tegen die der Engelfchen nog wel volhouden. Grietje. Daaraan twyfelt niemand. Ook fchynt de Staat meer en meer het belang der Compagnie voor te ftaan; want den 5den deezer zyn 's Lands Fregat de Juno en 't Schip Prins Hendrik uit Tesfel gezeild, het eerfte naar de Kaap, en het andere naar Batavia beftemd. — Dus zal men aan de Kaap en in de Indien van tyd tot tyd onze Zeemagt vermeerderd zien. Diewertje. 't Is te wenfchen dat alles ten beste moge uitvallen. Maar hoe ftaat het met onze Inlandfche Zaaken ? Grietje Men meent te^ weeten dat de Zaak wegens de vermindering van 't aandeel in de Provinciaale Lasten van Friesland ten genoege van die Provincie is afgehandeld, zullende dezelve 3 percent minder dan tot nu toe contribueeren; welke 3 percent Holland ten zynen laste heefc | overgenoomen meerder te bewilligen. — Wat de Zaak der Militaire Jurisdictie aangaat; men houdt zich verzekert, dat dezelve eerlang zal uit den weg geruimd zyn, ter voldoening van de Souvereine Magt. — Den 3den deezer is dezelve door Hun Ed. Groot-Mog. op het tapyt gebragt, en fchoon de Ridderfchap zich fterk tot verdeediging van dien Krygsraad heeft in de bresfe gefteld, is zy, zo men verneemt, zo wel op 'c fpits ontvangen, dat zy het Territoir aan de Steden heefc moeten eedeeren r By welke gelegenheid zich Dordrecht, Haarlem en Amfterdam op eene dtrauntende wyze gekweeten hebben. —: Men vleit zich derhalven, dat  dat die Zaak naar 't verlangen der Vryheidlievende Burgery beflischtzaï W°Diewertie Niets is meer te wenfchen, Grietje. Het Militaire Gezag moet onder het Souvereine blyven De Memorie door de Gedeputeerden onzer Vaderftad overgeleeverd, zal dit zo wel betoogd hebben, dat 'er niets tegen te zeggen valt. — Maar laaten wy nu weder wat ^Grletj'e^^eer wel. Wy zouden zulks over de Stadhouderlyke Rechten vervolgen. . , Diewertje. Gy hebt 'er eenigen opgenoemd. Vraag Maar daar de Stadhouder als Opper-Leger- en Vlootvoogd m de Republiek is, daar is hy immers ook het Hoofd van den Hoogen Krygsraad, zo wel ter Zee als te Lande? Antw. ö Ta; dit fpreekt van zelve. Vraag Mag hy dan, daar hy die groote Bedieningen oefent, ook niet onafhanglyk Vonnisfen over Misdaaden, die door Krygsluiden rechtsreeks bedreeven worden? Antw Tn alles wat den Krygsdienst betreft, onvermengd zynde met 7aaken ' de Burgerlyke Juftitie aangaande, mag hy wel vonnisfen. By Oorbeeld! hy mag door 't Krygsrecht doen ftraffen, Wechloopers, Verlaaters van hunne Posten, geweldpleeging van Soldaat tegen Soldaat en zulks wel met grooter vryheid,'wanneer hy met het Leger te Velde is, fchoon 'er echter Krygsraad over gehouden moet worden. — Maar daar de Souvereinen van de Unie zelve zyne Meesters zyn, zyn ze het ook van het Krvgsvolk, dat in hunnen en niet m des Kapitein-Generaals dienst is De Stadhouder, by voorbeeld, is Souverein Vorst van Nasfau-Dietz; hét Krvgsvolk dat hy voor dat Vorftendom in zynen dienst heefc, is onafhanllvk van deezen StaaC Zou de Vorst het nietlwalyk neemen, indien de Staaten zich daarmede bemoeiden ? En zekerlyk had hy 'er recht toe Dit zelfde recht hebben de Staaten dan ook wegens het Krygsvolk, dat'het hunne, en niet des Stadhouders is. Vraag. Waarom ftaat de tegenwoordige Stadhouder dan zo iterk op de Militaire Jurisdittie? . . , ... 4ntw Men heeft in deeze Landen nooit een zodanig Rechtsgebied srekend ' Het is door de Stadhouderen alleen uitgedacht, om hun gezag te vercrooren; want zelfs ten tyde der Graaven had men 'er geen kennis aan De geheele Militaire Jurisdictie is niet dan een voortbrengfel van Eerzucht, door Hoogmoed geteeld; doch als een Monfter voor den dag §e£.' Zouden dan geene Bewyzen van Recht tot dit Krygsgebied voor handen zyn? Ha  ( óo ) • Antw. Ik heb 'er geene kunnen vinden, en geloof ook n^t A*. ». » Want hadden de Staaten deezer Provinciën ,' ah (femagtS door dfltitrT' Edelen en Steden , de magt om zelfs de Graaflyke Bediening erfchap wat zouden ze dan hunnen Stadhouder verpligt weezeni^ genaamde Militaire JurisdiSie toeteftaan, die zich bovën d?V?5 £ï *°' en de Burgerlyke Rechten vethief. — Dit te gedooeen !o„ , Sraatrswe«™, afftand van de Souvereine Magt te kennen geeven in efn Vol ee" fT' Van Graaven a's Dwingelanden had afgezwooSom naïelnHsre«een"S die haare Magt van de Stadhouderlyke Ikdi JngTbu"^ ^ de Militaire Vraag. Is 'er dan van der Graaven wegen geen EditSt of Gebod weeeis 't uitvoeren van de Juftitie? mu wegens t ^w. Ja , wel betreffende de Crimineele en Civile • maar nk *4n gens een Krygsgebied, in zo verre dat men een Artikel als een eigen yken 'emnd van een Zaak zou moeten maaken, op welke men een ii.,vZ fru g • d van een voorgewend Krygsgebied in''t Llden vaXto H^ftrjuft^rdJ bouwen En indien 'er een weezenlyk Krygsgebied ooit aan eenS GrÏÏ veel minder aan een Staatsdienaar a s de Stadhouder is ee^JZl ^ ' ware geworden, zo zou het uit des LaatfteInfl^ruéViefa^fhl.^rnol pgk,drtagea en daar de Staaten den Stadhouder geen Eed doen m ar hv welT™T blyk?l 2y evenwel aan de Graaven moesfen doen, geWk hy van^vnen w""^1^ hun; zo blykt klaar genoeg de nietigheid v'aif eenVJSl£nffI£S^£ £ ftiere des Stadhouders en ter zyner berechting ftaande juumuwic ien De- Fraag. Goed. Maar hoe luidde der Graaven Eed; op dat men hier de Plfe veVe^ke" " " ** ^ mfader vanSnen SadnoudS Antw. Philips de Tweede, hoe weinig hy deezen Eed ook «ftand deed zwoer van woord tot woord aldus„ lek Philtps byder gratieGodts Prins van Spangien, van beyde Cecilien, van Jerufalem, &c E Hmcle van Ooftetirjk Hertoge van Bourgongen, &c. Grave va'n Habsburd V aan! deren, Holland, &c. Sweere ende belove, dat ick fal wefen e*M*n*J*. dig Heere der felver Graaffchappe, Ende 'dat ick al e dTrEdele? l^ïer) r' meenten, ende Gnderfaten, foo Geeftli.k als Wereltli.t ™Z! i' bteden\Gc" Jand ende Weft Vriefland' Prevüegien eïde^t'X Graven ende Gravinnen, van Holland, hen verleent ende ,„„«1., VOOI'aten ten, herkomen, ufagien', ende Rechten die fy nu «n-^ ende gebruyken, fal we, ende getrouwelijk ^^^^X"^ voorts doen alle 't geen dat een goet en gerechte Prince ende Heere van Rechts! wegen te doen behoort. Soo moet my Godt helpen, ende alle fi,r,e Heylf/en Grietje. Zie daar dan, Diewertje Vindt ev wel het fiaanurftJk.™ g , zogenaamde Militaire Juriste nier in. dVu w zu.S^o^!'^ meer ftoffe vinden om te toonen, wie de Souvereine m«at klt,„ ! K 1 verre de Stadhouder in dezelve ai of niet maSen * ^ïh.!!T «et fmaaklyk en groet Louweris. 8 Vaar thans wel; Diewertje. Ik bedank je, Vrindin, en wensch je 't zelfde. Groet Krelis.  GRIETJE en DIEWERTJE, 17 April 1783. N°. 16". Grietje. T Tier ben ik op myn beurt, Vrindin Diewertje! Hebtgy JL"1 't nog wel met den Ligchaamlyken toeftand ? Diewertje. 6 Vrouw Krelisfe! zo frisch als ik het zou kunnen wenfchen. Hoe hebt gy 't 'er meê? Grietje. Volkomen wel, Vrouw Louwensfe! Ja, zo levendig en vrolyk als myn beste Eendje in 't Lentekroost van myn Sloot. Dit zal u lief zyn, gelyk ik van buiten weet, gelyk het my ook lief is dat gy, myn allerbeste Vrindin! welvaart. Maar het zal my daarnevens ook zeer aangenaam zyn, wanneer gy my eens allerbeste Nieuwstydingen kunt opleveren, vóórleezen of vertellen. Diewertje. Welke Tydingen zal ik u opleveren ? Ik kan 'er geene verzinnen. Lees de Kranten, dan zult gy 'er Korven vol van kunnen hebben van allerlei flag. Maar ze zyn niet g«fchikt voor onze Samenfpraaken. Grietje. 'Er zal nog wel wat voor in weezen, al waar het maar uit de zogenaamde Wyvenkrant. Diewertje. Ja, dan zou men nog wel wat kunnen zeggen, en verfcheiden Luiden dienst doen, met hunne Advertisfementen onzen Leezeren voorteftellen en te doen begrypen: want tot veelen zou een uitlegging behooren; gelyk by voorbeeld van die Spoore aan de Rustftoorende Lasteraars van't Doorluchtig Huis van Orange, —■ met byzondereBetrekking op onzsn tegenwoordigen Erfftadhouder, en als men den Schryver wil gelooven zou de waarheid zyn oogmerk zyn. Doch iemand, die een Vriend der waarheid is en het Stukje geleezen heeft, verzeekert my, dat het niets om 't lyf heeft; doch het kosc ook maar 4 ftuivers. De OranjeFactie fnort meer op het nieuwlings uitgekomen 9de Stukje van Reinier Vrvaarts Openhartige Brieven, dat, fchoon het 22 ftuivers kost, geen 22 penningen waardig is, gelyk de kundige Vaderlanders zeggen. Maar dewyl deezen geen geduld of fmaak' genoeg hebben in het ieezen der Memorie van onzen Erfftadhouder, wegens zyne Verrichtingen als AdmiraalGeneraal d.r Unie, den 7 Ocïober 1782 aan Hunne Hoog-Mogenden overgegeeven; zo fchynt men daarcoe meer geduld en fmaak by de Duitfchers te hebben onderfteld; dewyl dit Gedenkfchrift in 't Hoogduitsch vertaald , niet alleen in den Haag by den Stadhouderlyken Librariua P. F. Gosfe wordt uitgegeeven; maar ook by andere Boekhandelaaren in H 3 de  C 6% ) - de voornaamfte Steden van Duitschland, als te Leipzich, te Frankfort te Weenen, te Breslau, te Berlyn en te Hamburg. Verfcheiden: Luiden maaken over het vertaaien van die Memorie verfcheiden aanmerkingen, en vraagen waartoe de Duitfchers juist moeten verftendigd worden van onzes Opper-Admiraals handelwyze, die althans geene betrekking; ooit of ooit op dien Landaart kan hebben ? • Grietje. Wel die Vertaaling zal denkelyk door eenen der Afhangelingen van onzen Willem, immers grootendeels Duitfchers zynde, uitgewerkt zyn geworden. —• Ik vind die Zaak zo vreemd niet eens,, en het zou my zelfs geenszins verwonderen indien die Memorie nieti fpoedig in 't Engelsch het licht zag. Die beide Taaien, zegt men,, kent zyn Hoogheid zo goed als de Hollandfche. - Diewertje. Dat wil ik zeer wel gelooven. De Voorouders van allea onze Stadhouders fpraken natuurlyk Hoogduitsch, en veelen derzelvem ook natuurlyk Engelsch. Dus worden alle onze Capitein-Admiraals ook< met de Eigenfchappen dier beide Taaien genoegzaam als gebooren.!, Maar dewyl de Heeren Schryvers van den Post van den Neder-Rhyni Confideratien op deeze Memorie gemaakt hebben, dienden zy dezelvenl in de beide genoemde Taaien, althans in de Hoogduitfche, mede wel heti licht te doen zien. Grietje. Zo is 't, en ook in 't Fransch, dat nog wel het best zou zyn „ om dat toch overal de Franfehe Taal het meest gefprooken wordt ew gemaklyk ingang vindt. Maar, Diewertje! Is 'er dan geen bericht op welken voet men de Vredes-Preliminairen tusfchen Groot-Brittannie en onzen Staat zou mogen verwachten ? Diewertje. Men zal de beflisfïng der gewigtige Zaak, zo men meenti binnen weinig tyds gewaar worden; dan, en eer niet, Vrindin! zall men 'er van kunnen oordeelen. Het geen men deswegen uit den Haag; van den 15 deezer fchryft, zal ik u voorleezen. Dus luidt de Periode :: De Prseliminairen met deeze Republiek wachten op de Refolutiën dert drie overige Provinciën, ondertusfchen zegt men, dat het Prseadvis varti Holland, alwaar reeds drie Provinciën by zyn, principaal tenteert oma het belang deezer Republiek aan Frankryk aan te beveelen, om de Zaa-> ken ten einde te brengen, zo dat, wanneer de manqueerende Advyzem inkomen, de Zaak naby haare Conclufie is. . Grietje. Het ga, hoe 't ga, Diewertje! Zonder Kleêrfcheuren fculi len we 'er niet afkoomen. Diewertje. Als we roaar Geld hebben, om ze dan weêr te laateoo lap*  r nm nieuwe te koopen; wat zegt het dan, Vrin- toen, of "°|abnet^n °iSmersTl weêr het Heertje zyn. Griïje Ja Zx, de Huishouding - de Huishouding kost zo veel, Diewertje. die is geduldig, Vrouw! zy laat alles toe Diewertje. 't Ts zo; ^J^^n lat zuiniger lieren worden ^\^^^^£^' " Wy woonen in Hol- land, en dat zegt veel. Amfterdam, en dat zegt wel het meeste. Grietje. Wy wooneonder Amit ^ Hefde Ge_ Maar hoe veelen zyn er met, di ^ b ^ ^ men boorteftad trachten te'beiden. &n jhuishonding deswegen k^^"^11; en daa, raen haar van buiten kan benadeewordt meer en meer, ^5^!^° „ zyn zelfs Luiden onder onze len, zal men he niet laatua. nfet alleen, maar tevens ook Bloedverwanten die het op ded^rnSoumnK gemunt hebben, fchoon op den geheelen ondergang ^ ^^gï fchade llrekt. — Maar ^i.r^e^LS&SS^S^ ZaaLi te bemoeijen ~ om niet om ons verder met: geene Oost_lndiën van honger fteryen. Omniet te zeggen, zt.eepraat. -— Om aan den Gor- overgegeeven, en de: dappere ^J P dfi Staatsregeering diaanfehen Knoop van hunne binnen a vergenoegen met en elendige Fmantien l^^^^^^n, betreffende de te antwoorden op uwe s™tt-^neSe V heb gezegd dat men Conftitutie en Regeeringsvorm «J^^™^ Graaflyke het flaauwfte bewys van eene MUitare J Bed emng niet kan T^'p™^'1? Veel min onder eene StadDwingelandye tegen Eed en BJigt °ere der Bevelen van de Souve- houderlyke by de Edelen en Steden be- reine Magt af hanglyk w, .w^e Magt ^ te ve/anderen of te verbeteren» in Ken f afnaTglyk van de W~d= Mag,, d,e de Ge- di&ie. ^Mi»>  ( °*4 ) Antw In de Ordonnantie op de xManier van Procedeeren van den Eerften April 1580, wordt den Stadhouder geen recht vanMw^v, S mie gegeeven want men kende die Chimfre toeT^^^^^ Willem den Eerften 10 dezelve met anders toegefchreevente vinden al een advifeerende Stem van Propofitie of Voorftellins- nfnn , ? keuring: En dewyl deeze Ordonnantie™ de wvziva^ WoEr T ^ uit Naam der Wetgeevende Magt is voortgekomen Tehk* ' f Préambule of Inleiding deezer ofdonnantTe zien kan' fift ? ID ^ worden dat de Stadhouders deezer vrye SSS^SR^g fching hebben; want van ouds is het een Wet ceweesr rht Ma-• Wetten op de Juftitie moesten gemaakt wérden' SE by' dfsouteine Magt gefchiedde: AHeenlyk mogten de Raaden van 't Hof van TuftftS jn t welke men den Stadhouder de Voorzittersplaats vergund[ had feeren en verder met. Zie daar althans van des Stadhouders zvd'e Recht tot eenig het minfte gebied. Een Militaire Jurisdictie' i?d a n b u f ten alle tégenfpraak geen Recht, dewyl het Civiele zo wel al' Crhninee ê ter befchikking van elke Rechtbank in 't byzonder, en van de Hoogfte of Gebiedende Magt in 't algemeen dependeert. «oogite Vraag. Is dit bewys nu het eenigfte dat gy mv van Hm ^au j af hanglyke Bediening geeven kunt ? ëY Y * Stadhoude« Antw Dit is ten minfte één bewys; maar ik zal 'er in 't vervol nn, wel meêr byhaalen. Thans is het al wéér tvd om deH,,S, igi ?S Zaaken te verrichten Derhalven wensch ik%^„f SSe^& fmaaklyk, en groet Louw-Baas. J > ^ewertje. Let Diewertje. Ik bedank je, Grietje! Ik wensch je 't zelfde Doe ook de groetems aan Krelis. oe 00Jc De zeldzaame Befchryying van den Man met de Bonten^ of ver haal van een wonderlyke Oaderaardfche ontdekking; metTo ftaaf» uit" flaande Playen, in Hout gemeden door H. Numt. De Tw" eïe en vermeerderde Druk. De prys is 10 Stuivers. -iw.eae en Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS -v an-EGM ONT oT de Regulien Breeftraat, te Amfterdam. M  D IE \VERTJ^Jen^G^IE^JE. " " i^April 1783- N°- J7- TViewertie Tk wensch je een goeden Morgen, Grietje! Is 'tnogwel J ' I met de Gezondheid, Vrindin? Grietje. Zeer" wel, Vrouw! Is 't met de uwe ook nog in een goede geDleweS2 6 Ja, Vrouw Krelisfe! Dank zy Gode! — Zult ge me nog iett byzonders vertellen. Ik verlang naar Nieuwstydingen, en d07 '-^ de meeste Luizyn, en dat zy het verlangenlom ^ ^ ^SjföSwW" kunnen pellen zouden onze SnWn indiln wy ze daaromtrent wilden maaken, niet dan ydelzyn; fn of mèn al iets vermoeden wilde, wegens iets dat nog onzeker is, en or men ai ie is; v de ftellingen maaken. 't Zal dan best ^n^SZ^^ ^ beflislinggdier groote Zaak tusfchen de zyn ^f^^S , zvn wanneer de tyd daar is. Ondertus- faS^St^^S'WeSi, en we*! van gewigt, zo ten voorcïe e der ZeS2£ en Koophandel van onze Republiek, als van Franktk en aUe de Mogendheden van Europa, vooral de Noordfche. 7 Diewertie En waarin beftaat dat Nieuws dan ? Grietie In het verklaaren der geheele Onaf hanglykheid van Ierland , °rietJ5; >Britfche Parlement, door den Koning zelf bekrachtigd. Kdaï Ryk nte S onderhevig aan de bepaalingen der WetgeevenDus1 is dat kvk nParlementen voornaamlyk wordt öe Magt "^"^„eïnigen de Ieren, even vry als de Enm?rehf en naar hun goeSunLn met alle Natiën Handel dryven g Dkwertfe Dat is fen fchoone Zaak, Vrindin! Zo zullen de Engel- Diewertje. ^ , Tollenaars of Pagters van de Goederen der fchen voortaan n e^r^ege^n Lands ^ Voortbrengfelen, die Ieren en der Yf^^fi^^eer men ze alle by elkander neemt; %££t£T*«^ MenzalditdenklykaandievaHhun* nen Boter wel het eerst befpeuren. j Griet_  (66) Grietje, 't Zou dus kunnen zyn, en mooglyk ook wel anders. Maar dat het Koper in prys zal daalen, is zeer waarfchynlyk, naardien de uitvoer van dat Metaal weder, als voor den Oorlog, is vry gefteld. Diewertje. Niets meêr moet den Britten fpyten, dan dat zy ons'met hunnen onredelyken Aanval geplaagd hebben, fchoon wy hec hun niet betaald hebben gezet. Dan hoe verre zy 'er mede gevorderd zyn bewyst hunnen elendigen toeftand, zo in hunne eigen Ryken als buiten Europa genoeg. Grietje. Ja, Diewertje! Hadden de Britfche Plunderaars en Roovers ons onzydig gelaaten, ons het onze niet ontroofd, ons op de alleron wettigfte wyze geenen Oorlog aangedaan, hunne duurbezwooren Verbonden niet op allerlei wyze gebrooken, zy waren indedaad tot die laaghtid üiet gedaald, in welke zy zich thans bevinden. Diewertje. Dat is weezenlyk zo; en die trotfche Natie zou zich ge heel vernederd hebben gezien, hadden we van onzen kant gedaan wat wy wel hadden kennen doen -— Maar de Engelschgezindheid is in t midden onzer Republiek te heerfchende geweest, en heeft de Patriot tifche Party den voet op den nek trachten te zetten; en, fchoon lothaar al niet gelukt is, zy heeft nochthans der goede Zaak'veele belet felen toegebragt: — Niettemin het integendeel waar is, dat die be' letfelen zelve de oogen hebben geëpend aan alle Weldenkende Vader" landeren ; dezelven den Weg tot herftelJiüge hunner reeds meer dan half verkrachte Rechten wyzende: zynde hun voornaame en eerfte Gids daartoe geweest, de nooit genoeg om deszelfs Vryheid en Vaderland liefde gepreez-.n moedige, belarglooze en doorfchrandere Vrvheer 7an Derk van der Capellen tot den Pol, die men met het grootfte recht de Herfteller der Overysfelfche Vryheden en Voorrechten noemen mag ; Grietje. Voorzeker: Te meer, om dat die braave Edelman zulk* niet uit Zelfbelang of Regeerzucht heeft gedaan; maar deeze beide by hem onbekend, zyner Verachting waardig heefc gekeurd, en hy lieve? eenigen tyd fmaadheid heeft willen ondergaan , dan ftilzwygende de Rechten der verdrukte Landlieden en onrechtvaardig beteugelde Bur^-e ren te zien vernielen, door willekeurige Bloedzuigers en trotfche Hanrf" vestroovers. "sai, leest men tot Omfchrifr • SUUMCUIQUE Dat is: AAN ELK HET ZTNE In 't verfchiet een Adelyk Huis, en Boeren Stulp, daarvoor een onifpannen K.ar, waarvan het Paard in de Weide loopt, aan de Rivier den Ysfel. Op de tegenzyde zyn , om alles in het allerhelderlte daglicht te ftellen geplaatst , onder een helderfchynende Zon, deeze woorden • ' NOBILISSIMO EQUITE JOHAN DERK VAN'DE CAPELLEN TOT DEN POL, PATRIAE RF.DÜITO, ET A GR ICO LIS IN LIBERTATEM RESTITÜT1S EX DECRETO ORDINUM PRAEPOTENIIUM TRANSISALANIAE SWOLLE 1 NOV. 1782. Dat is: DEN EDELEN RIDDER JOHAN DERK FAN DE CAPELLEN TOT DEN POL, AAN HET VADERL ND WEERGEGEEPENENDE AKKERLIEDEN IN HUNNE PRTBEID HERSTELD VOLGENS BESLUIT DER ED MOG. HEEREN STAATEN PAN OVERTSSEL DEN 1 NOP. 178a. En eindelyk onderaan een Hcrderitaf, en Tuinmans Seis met een Boere Speelt*ig onder een Hoed van Vryheid , met Bloemfestoen ve iïerd; willende zei/gen dat daar de Vryheid volgens de Wet heerscht, rust en vreugde by elk weldendenken Burger gevonden wordt. Werdende voorts ook aan de verdere Heeren eene gelyke Medaille in Zilver gepreftntee-d, zynde in een verzegelde Envelope of Omflag, gecachetetrd met een fraai Cachet, wairop de Hoed van Vryticid alleen, in een Lauwrierkrans en in 't midden der Zonneftraalen. met het Omfchrift: Zy gedoogd geen Dwingland], Grietje. Ik heb 'took geleezen, en myn ftxel's heelt Vrinden gefprooken die* na de maaltyd de Tbfel hadden gezien, asn welke de V.derlanJfche Vrienden en Vryheidmhr aarshunne genoemde en geëerbieiigde Mede-Patriotten vergast hadden en deezen waren opgetoogen gefeest van alles zo luisterryk ie vinden, alsdedierbaate invloed van dit non'tvolpreezen Gefchenk der Vryma^tige Godheid, op weldenkende Zielen moet hebben. Een ieder verlaagt uit dien hoofde naar eene juiste Befchryvinü van den geheelen toeftand deezer alleraan^enaamfte Amfterdamfche Burgerlyke Verlust! rins;: d:e verre — oneindig verte verfchi't van eene Haag. fche simt niklaas-of Rotterdam Tche agt sten maartsche Vrolykheid Hier •eeft m«n de Vryheidliefde, van ouds den waaien Batavier ingebooren, zien hulde1 doen:  ( 7i ) doen: Hier heeft men de Voorrechten van Land en Luiden in 't algemeen ver- fcauldigde Eere zien bewyzen: Hier heeft men, door detr-ffendfte Zinnebeeldige Scheifcn doen kennen het beteekende; naamlyk dc onwrikbaare Trouw veor't lieve Vade: land —■ voor de dierbaarfte aller Schatten, de orwaardcerbaare Vryheid —- de verachting voor den verfoeilyken Dwang, de verbieeking van deszelfs Yzeren Juk —* de Gehoorzaamheid aa:i den Pligt van gcoorloof Je Zelfverdediging volgens Natuur , volgens Eer, volgens Ampt, volgens Godsnienst. En dit a.les heeft men voorgemeld, niet met een veinzend gemoed of met belangzuchtige oogmerken, door eenen fchyn van Verdienftelykheid. 6 Nee; Gy moet er zo veel tyd afneemen, dat ge my wat uit d^ Nieuwspapieren verhaalt. Of a's de Schoonraaakfter ook iets weet, laat ze mee wat zeggen. Grie ie Die Vrouw kent onze taal noch de omftandigheden van den tvd én ons Land zê niet; veel minder ten mmften als wy: Ik zelve weet byna niet wat ik u zeggen zal. Want wat de Tydingen betreft;, is 't fchraal. Dan fchynt het, volgens dezelve, of men de Turken met alle mast Europa wil doen ruimen, hun de Havens aan de zwarte Zee ontneemen om 'er vrye doorvaart door te hebben, hun het gezag oyer drn Bosphorus te ontzeggen en den Hellespont de Wet te geeven, na het vernietigen der Dardaneilen: Dan weêr fchynt men den Vrede met hen te willen onderhouden; en verder doet men de Turken een menigte Oorlogfchepen bouwen; hunne Vestingen op de Hongaarfche Grenzen verfteïkenf en vertoont hen tegen alle aanvallen gereed van Christen Moger d eden, die men mede ontzaglyke Krygstoerustmge^toefchryfc y Maar wac ftaat is op alle die tydingen te maaken? - De Icaliaanfche Berichten zyn doorgaans nog vervuld met de mtwc rktngen der vreeslyke Aardfchudduigen W Siciliën en Calabrie, ten befchretelykften ondervonden , en nog mee geheel geëindigd, en wat za men over d.e alkrdeermswwrdiee Omftandigheden veel fpreeken? WU men deeze yslyke rampen in de natuurlyke geftddheid van den grond aldaar alleen trachten tc vinden, dan doet men zekerlyk de Godlyke Almagt te kort, en erkepc de Straffende hand haarer Recht/aardigheid met, die nu dit, dan weder een ander Land en Volk treft, om het altoos zondig, Menschdorn in 't algemeen te doen opmerken, hoe vreeslyk het » te vallen inde haar den van een vertoornd God. — Ons Vaderland is mede »« vry van Kaftvdinf en; het is van buiten door wreevthge Vyanden aangevallen, en door deraelver pookte Tweedragt van binnen ontrust.geworden, daar de hand, op welke de hoop ^^^W^^ als eeae Verdervende heeft gwpeebjwrd. Deeze ^tm « zwager  .3ÏT3I 51 D h :i 74.) f T i; 3 W ; I grootfte gedeelte onzer Landgenooten nog gevoelt; doch die (God verhoede ha echter!) de vroegJte Nakomdingfchap wel de fmartdykfte gevolgen zoude kunnen doen ondervinden.^ Diewertje. 't Geen gy zegt is welgegrond, Vrindin! En gave God ' dat die Verdervende Hand, door de Befchermende onder zyne befcherming geheel krachteloos wierde gemaakt, dan zou de beminnelyke Eendragt ons dierbaar Vaderland zich zyne oude Vermogens zien wedergegeeven Maar, zo lang 'er Heersc^zuchtig.n en Trotfchen, zo lai.g 'er ontaarde" Meineedigen, zo lang 'er Zelfsbdang-voedende Vleiers van Hooge Amntenaaren in de Republiek gevonden worden; zo Jaig 'er inbreuk dóór •alle deezen, op de Rechten der vrye Burgeren geleden wordt, 'zal die Verdervende Hand de Onrechtvaardigheid ter Helpfter hebben , op datzy haar éénmaal den overheerfchenden Scepter doe zwaiijen. — Dan, indien evenwel Rechtvaardigheid, met het Wetboek in de eene en het Zwaard in de andere hand, der Vrygebooren Nederlanderen Voorrechten met Wysheid en Moed moge blyven verdedigen, zal de Verdervend Hand zich te rug moeten houden, en de Befchermde zégepraalen. Zo lang dan onze waarde Medeburgers en Landgenooten door een waar gevoel van hun weezenlyk geluk gedreeven, hunne Voorrechten en Vryhed-n naar 's Lands Wetten cn Rechten, durven vourftaan, gelyk zy moeten' zo lang zal dan ook het Verderf hun niet naderen, om hen het Yzerea Juk der dwingende Overheerfching op den nek te drukb n. Grietje. Indedaad, Vrouw Louwtrisfe! Het verderf moet °-eweerd worden, en het is de Pligt van eenieder in ons Vaderland orndaartoe met een cordaat befluit de hand aan Braaven te leenen, die zonder eigen belangzucht, als hunne Gemagtigden, alle verdervende indringingen en verkrachtingen der Rechten van Vrye Burgeren, volgens Eed en Pligt tegengaan. Gelukkig dat men hiervan doorflaande Bewyzen mag bvbrengen. De handelwyze van eenen onfterflyken Ridder Capellen tót den Poll en anderen in Overysfel zyn een ieder bekend. Maar in Holland heeft geen Siad haar recht volkomener doen gelden, dan eene in deszelfs Noordergedeelte, naamlyk Alknrnr. De Regeerin°-'deezer Stad na den Stadhouder zyn Pligt en Eed, even als zy zich de hunnen erinnerd'l te hebben, doen Zyne Hoogh. weeten dat zy voortaan tot de begeeving' der Ampten van Burgemeeffceren, Schepenen, Thefauriers en Vroed-' fchappen deezer Stad, geene Nominatien ter electie te formeeren nochi ook, tot vervulling van Ampten of Commisfien, (taande ter begeevingeof dispeftie van de Regeering deezer Srad, eenige recommandatien tegemoet te tien; maar de voorfz. Ampten en Commisfien, volgens de Hand-i  Handvesten en andere Gerechtigheden van deeze Stad, by dire&e stanftellingea zelve te begeeven, of de gemelde dispeclicn ook direéblyk te doen. Hebt gy dit wel verftaan, Diewertje? Diewertje. Zeer wel. Bravo! Zo moeten de verderfelyke gebreken verbeterd, en de invreetende kwaaien door gepaste middelen herfteld worden. Grietje. Wel deegelyk: En daartoe heeft men niet eens vreemde Ingrediëntea noodig. Alleen het goed gebruik van onze eigen Huismiddelen bewerkt de Geneezing terltond, en komt, zo men 'er zich aan houdt, het verderf vóór. Diewertje. De gezonde gdleldbeid van Staat en Steden eischt ook niets anders: En indien het aan geene verzekeringen feilt, dat onze Stadhouder voor de gezonde Republikaanfche Staatkunde is, zal hy derzelver Artzen wel willen geloop ven wanneer zy een Conltitutioneel gebruik van hunne Rechten maaken. Maar, om 'niet by vergelykingen te fpreeken: Elk ziet met één opflag van het oog, wat het is dat een vrye Nederlander gelukkig kan doen keven; en wat daarentegen hem en zyne Nakomelingen voor altoos ongelukkig zal doen zyn, indien hy de Verdervende Hand, ter verkrachtiging zyner Rechten, Voorrechten enaangebooren of billyk verkreegen Vryheden niet als met hand en tand vasthoudt, ja alles wat hem dierbaar is, voor dezelve geneigd en bereid is op te zetten; eu dat het zwaarfte ook van het meefte gewigt moet zyn, is zo zeker als vier eens zo veel als twee is. Grietje. Voorzeker, Diewertje! Maar dit zegt verre het grootfte deel der Overysfelfche Ridderfchap niet; want ik lees uit Deventer het volgende deswege', hoe ongegrond zulks ook weezen moge: want daar de Ridd*ilchap door het misfen van twee Stemmen, en al ware het maar van één, dat zekerlyk zo is, inden "Perfoon van den onlterflyken Ridder van der Capellen tot den Poll, geen recht van over fk-mming hebben kan of mag, komt het my vreemd voor, dat zy 'er nog ttgên wroet op deeze wyze. Luister. 'Deventer dea 2 May. De Ridderfchap deezer Provincie heeft zich aan de ' Bondgenooten geadresfeerd, over 't recht van overftemming, en met klagte over de zogenaamde'mishandeling der Steden, verzoekende door inductie of perfuafie de Steden te permoveeren, haar niet langer in haar recht te turbeeren, of anders "te decideeren , waaraan zy zich zullen onderwerpen. Het is niet denkelyk, dat | de Steden haare Voorrechten, aan eenig Mensch ter Waereld zullen compromitteeren , althans van deeze Stad kan men het verzekeren. Deventer he;ft, gelyk U Ed. weeten zal, gerefolveerd aan Zyne Hoogheid te fchryven, en te requireeren, dat de af>egeeven informeele Commisfien zouden 'worden ingetrokken, en andere ingevolge 't Reglement afgegeeven, waarby de Comra^ficn voor zes, vier en drie Jaaren begeeven worden: wat hierop zal geantwoord worden . moet de tyd leeren. Te Campen en Zwol hebben de Magiftraaten berust in de begeeving, om dat vaa 1748 af altyd zo begeeven lyn, offchoon direét tegens de letter van't Reglement. De Wïeente van Zwol, wil het voor ditmaal wel laaten doorgaan; maar die biaave Meente requireea voor 't vervolg de flipte nakoming van 't Reglement U Ed. zal ook weeten, dat in deeze Ptovincie cordaate Refolutien gea«nen K 2 zyt)  C TS ) pf* oratrent de Militaire Jurisdictie en den Hoogen Krygsraad: Men beeft out genoegen vernomen, dat iu Holland daaromtrent ook Refolutieii genomen zyn, avereenkomftig met de Gonftitati* van die Provincie. Diewertje- Och, Grietje! Dat men zich toch niet laate omzetten door bedreigingen of misleidingen. Dat m«u zyn recht in alle Provinciën in klem vam Vrye Stemvoeringen Handvest houde: Dan komt zekerlyk alles in orde, gelyhl het behoort. Mair, om nog een weinig te Catechizeeren over het al of niet bevelvoerend gezag des Staihou Iers. Gy hebt my ge*egd, en der Staaten Jüefluit, den 30 der laatstverloopen Maand by Placaate vastgefteld, bewyst ook dat gy gelyk hebt, dat de Stadhouder als Veldheer van den Staat geen Hoog. Krygsgebied in de Republiek hteft, mag noch kan hebben, als zynde ondergefenikt aan zyne Meefters, Vraag. Maar hangt de Stadhouder dan geheellyk af van de Souvereinen, dan ïyn de Gemagtigden des Volks, van dit Gemeenebest? Aam. Voorzeker iu geheel zyn Ampt, dewyl hem dit is aanbevoolen te Mg dienen volgens Eed en Pligt: Volgens Eed, om dat hy, by zyne Ajnfïelling (zy moge dan naar Erfopvolging gefchieden of niet, zulks maakt geen onderfeneid \ noch de minfte verandering in beide) beloofd en gezwooren heeft, alle de Privilegiën, Hsndvesten en Gerechtigheden, gelyk de aloude en wel hergebragte Coftui. men van den Lande zal helpen voorftaan". Dat is op de Rechten des Volks niqi de allerminfte inbreuken doen. —- Volgens Pligt, om dat hy in eene Bediening refteld is, die hem onderhevig maakt aan de Bevelvoerende Magt uit naam des Volks, om die Bediening, fchoon in verdeelingen beftaande, in allen opzigte Wel waar te neemen, en zyne aanftellende M«flers als aangeftelde Dienaar, op ftraffe van verftek zyns Ampts, moet wairncemen, en verantwoording deswetjen fchuldig is. Vraag. Kunt gy één enkelen Stadhouder opnoemen, die, wegens Eod- en Pligt-t Verzuim geftraft is met verftek van zyue Bediening ? Antw. Niet één, maar veelen; wanneer men cigenlyk het Overtreeden van dei' Souvereinen bevélen in aanmerking neemt, naar de Oude Rechten cn Privilegiem van 't Volk, die de eenige grondfljg onzer Vryheid zyn. — Maar ik week; niet hoe gy my dit vraagen kunt, daar zelfs onze Voorvaderen de Graaflyke Bediening, ongelyk in hooger aanzien en vermogen dan de Stadhouderlyke, fchoot)! ook ten onrechte den Lande in- en opgedrongen, hebben afgefchaft, waarvan: «aen kan oordeelen volgens het Placaat der Algemeene Vereenigde Staaten van 1 j-811 Grietje, Tot dus verre meen ik de Rechten der Souvereinen van ons Vryge* meeaebest te hebben beweezen, en zal het onder bewys van fret recht des Volkn verder trachten te dosn. — Vaarwel, Vrinditi! Tot weerziens. Eet ftnaaklyh! en groet Louweris. Diesrertje. Ik bedank je, Gri#?jc! Ik wenjcb je 't zelfde. Doe de groetcnii «an Krelis, ©«drukt by d* Erve de Weduwe JACOBUS tan EGMONT: cp de Regulier! Br«*öraat, te Amft«rd«).  GRIETJE en DIEWERTJE. 15 May 1783. N°. 20, Grietje. /~\m je een goeden Morgen te wenfchen, Vrindin Diewertje! \_J Hoe is 't met den Welltand? Diewertje Al frisch, Grietje. Zyt ge ook nog welvaarend? Grietje. Ten besten, Diewertje. Ik ondervind dat het aangenaame Wéér «ns eene frischheid geeft, die ik by het ruwe of onftuimige mis. Maar wat Nieuws hebt gy ? Diewertje. Het geen ik v;nden kan ia de Nieuwspapieren. Maar alles is geen Nieuws dat van gewigt is, Grietje ! — Dat de Engelfchen een CotnmercieTraSaat met Noord-America geflooten hebben, melden de Brieven vin Londen; alwaar men echter even min als in den Haag nog geene Expresfen vernomen heeft, met de tyding van het teekeaen der Preliminairen tinfchea GrootBrittannie en de Republiek; fchoon echter de teekening der Preliminairen niet verre af fchynt te zyn, en dus waarfchynlyk de Vrede zyn volkomen voltooijing eerlang zal mogen hebben. Dit vermoeden grondt men vooral op den Voorllag van den Heer Erfftadhouder in een Brief aan Hunne Hoog-Mogenden, om de Admiraliteits-Collegien aan te fchryven, provifioneel te doen ophouden het Uitbod van de buitengewoone Prsemien ter aanmoediging van het Zeevolk, en zodanige Wachtfchepen en extraordinaris Uitleggers aftedanken, als dezelve met Zyne Hoogheids voorkennisfe, als Admiraal - GeBcraal, zoude mogen oordeelen , zonder ondienst van den Lande, te kunnen worden gemist; en om voQrts Commisforiaal te maaken met de refpeétive Collegien ter Admiraliteit, welke Schepen, in cas de Vrede mogt worden gefloten, dit Jaar nog in dienst zouden gehouden en op hoedanige wyze geëmployeerd moeten worden. Op welken Brief door Hunne tioog-Mog. een Refolutie, volkomen conform aan denzelven, is genomen. Grietje. Wel nu. Diewertje! Ik zou mede gelooven dat de Vrede dan aan 't naderen is; en dat Zyn Hoogheid reeds bericht heeft gehad, welke hem grond tot deezen Voorflag aan de Staaten-Generaal gegeeven hebben. Diewertje. De Tyd zal 't wel haast moeten openbaaren. Maar, fchoon wy al Vrede bekwamen; denk ik noohthans dat wy wel een genoegzaam getal Schepen in dienst zullen houden, om, daar de ondervinding ons tot onzefmartgeleerd heeft, hoe zeer nadeelig het voor onze Republiek is, ongewapend ter Zee te zyn, by al ie opkomende ongelegenheden van Krygsbedreigingen door eene of andere Mogendheid, welke in dit geval onzen Staat zoude kunnen benadeelen, gereed te zyn, en het ontzau onzer Vlag te doen gelden. ■— 't Is zeer gemaklyk Schepen opteleggen, en Zesvolk aftedanken. Oit kan ten fpoedigften gefchieden ; en Zyn Hoogheid fchynt zulks volkomen te begrypen, dewyl hy dit gemaklyk middel zo haast heefr voorgefla^en; daar het immers niet in 't werk kan worden gefteld voor dat men weet de Vrede op eenen vasten voet gefchikt te zyn; gelyk hy dan ©ok als Admiraal-Generaal, met zyne voorkennisfe, oordeelt te moeten gefchieden , ingevalle de Fr «de megt w»rden gefloste». Düidan, ea niet eêr. Dan K 3 is  ( 78 ) is de tvd eerst didr, om 'er maatregelen naar te kunnen neemen. „ Derhalven komt deeze voorzorg%n den Stadhouder nog niet te pas, gelyk in onze welmeenende Geboorteftad A|$erdam, de meefte rechtzinnige Vaderlanders fpreeken, en wel met byvoeginge\>ean Aanmerkingen op deeze fpoedige voorzorg van 's Lands Opper-Vlootvoogd, in wien men, zeggen ze, voor de Oorlogsverklaarinn de oneindig veel noodiger voorzorg tot het uitrusten van Schepen en aanwerven van Zeevolk niet heeft opgemerkt, dan men thans voor het fluiten van den Vrede hem de nog onnoodige terugtrekking , ontwapening van eenige Schepen en afdanking van Zeevolk ziet behartigen ; zelfs in zo verre, dat hy reeds tracht naar de bepaaling, welke Schepen dit Jaar zullen in dienst gehouden, en op welke wyze geëmployeerd te moeten worden: Eene onderftelling, dat, na verloop vaa dit Jaar eenige Schepen nutteloos zullen zyn, om langer dienst te doen , en dus, na dit Jaar, 's Lands Zeemagt, die zelfs op het laatfte tydpunt der treffing van de Wsjpenfchorsfmg niet voldoende genoeg was om de Vlag der Republiek bjhooilyk te kunnen hancihaaven, terftond te verminderen; daar men ziet, dat F^nkryk, ondanks deszelfs Vredesverdrag met Engeland, zich gewapend houdt ter Zee. Waartoe die ©veryling dan van onze zyde, om, eer men nog van geene Vredesbefluiten met Engeland bewust is, eene vermindtr.'ng van Zeemagt voor te flaan, te betrachten, ja genoegzaam te befluiten ? Men kan in één da$ tien Schepen met al hun Volk buiten dienst ftellen en afdanken, daar men in een geheel Jaar, zo men ze noodig had, dit gebrek niet zou weeten te vervullen." Zo fpreeken de meeste Vaderlandlievende Amfterdammers, Vrindin ! Grietje. Zy fpreeken, myns oordeels, niet zonder grond. De uitlooving van buitengewoone Pisemien aan het Zeevolk nochthans, fchynt te mogen ophouden, gelyk ook de dienst van Uitleggers en Wachifchepen; maar, indien de Vrede al getroffen wordt, moeten we ons daarom van Zeemagt ontblooten?—' De Franfchen houden de hunne nog; en vertrouw vry, Diewertje ! dat de Engelfchen , zo verre het hun mooglyk is, kunnen zy maar Hollandsch Geld tot hunne Fondfen bekomen, niet minder zulten doen. Zy fpreeken van 24, Schepen naar de Oost-Indiën te zenden binnen een Jaar; zy zeggen niet dat xy gewapend zullen zyn, 't is waar; maar wie weet het? —■ Onze AdmiraalGeneraal daarentegen geeft niet onduifter te kennen, dat men na dit Jaar, ooki eenige Schepen niet meer noodig zoude hebben , die nog dit Jaar in dienst zouden gehouden worden; maar op welke wyze die te employeeren ? Dit is dei vraag> . Het ftaat niet aan ons dezelve te beantwoorden. Maar ik denk dat dè verftandige Volksgemagtigden , als de Beftierders van hetzelve, wel zullem weeten, waartoe die Schepen behooren gebruikt te worden; en zo de Getroaweni bi den'Landc niet verminderen, zullen deezen daartoe den weg wel aanwyien, en de Stadhouder bshoeft deswege met zyne voorftelling zo verre niet vooruit te 10 Diewertje. Dit gefchiedt enkel uit Landsvaderlyke voorzorg, gelyk men zulks onderftellen moet; want hoe langer de Schepen en Volk in die: st gehouden wor< den hoe zwaarder het valt dezelven van het noodige te bezorgen ; iedere Provin-; cie moet het haare 'er toe aanbrengen; en dus zien, vooral in Vredestyd, de Land-i Provinciën niet gaarne een groote Vloot in gebruik. Liever zouden zy hunnn Stet  ( 79 ) n ,r a «-„«lieden vervuld zien, hoe verkeerd dit ook begteepen Steden met Bezoldigde Krygs^eden vervu . en h om „ te worde; daar deeze ze'fs den^1^cd\cchDeemen. Weshalve» het met btter fpreeken als het ^.^^ «^ dienst te hottden, terwyl de Burger ware dan flechts een kleirgetal d-« » f d om als van auüs, in ftaat te alömme zich-zelven in den K.rygsaien »s'Lands Grenzen te weeren, en lyn, een aanvallende. Bu.tetftandfch- Magt van ^ ^ ^ ^ Jder zyne Stad ten uiterton «, J ^ . ^ des ya. kerlyk een weezen yk midd^Jt ?t begiypen, dat het Zeegezag van ons Gederlands zyn, en iedere P»^'11^^^ vermogen zynde, ook ten allen tyden meenebest, de voornaame 5'0^hdS^"alle 6de Vetéenigde Gewesten, tot invloed moest hebben op de 8 e dfteun worden geacht. welvaart der geheele NJ«,»^rrgenoomen Afdanking van eenige onzer ScheMaar0mv^k£\èeS opmerken xa! ik u het volgende voorleezen. Luister. K» fchryft men uit Arbeiden op?ehouden, en . „ Op onze Werven wordt J^**™£ *nv*A« in Commisfie gefteld. veeïen onzer Schepen dJe. f^^„"^rine in ftand te hou ien, iödien het Het is ook wel n°0d"ak£kO™.rrïonI"is Men wii naamlyk, dat het Plan der volgend proj.a van Frankryk gebroi d is ^ yan Fralfche Wine: op .de«e wï"J^^e£i t\ en Ln gelyk getal te Rochefort in Commisfie te hebben t^^J?,"^ e'en gelyk getal aftelosfen; de afgeen te Toulon; deeze*hePen J^'yde Zeei;eden te regiftreeren; door welk rmdlosten in Commisfie e houden en behalyen de j, egatteUj na Dienstvaardigfte Aanraad,ngen vanjnindere A P ^ ^ gedm. in dit opzigt, zo wel als in alle andere, ten ^ Mügendhed om gen, en hunne Maatregelen te neemen . hoüden dat door het fegen derzelver Zeevermogens altoos en 1 £n yvetjgfte Vaderlau. hunne niet overtroffen wordt en ie g j b f| aankweeken van ^^"S^ eïÏuC^ en niet als gedwongen door belang, oeneLande dienen. k yerder van het gevolg des voorgeno- Diewertje. Goed! Maar wat *^^?S£? fcó S ÏÏ%Xr£S& « - **** -*5  troffen Zyn. Maar wie verzekert ons dan, dat de Engelfchen a**r ««, . de onze zo digt bygelegen Specery-Eilanden, zo ^o^^JkT^' altoos een meer gewapende Scheepsnngt houdt, en voor derzelver e.n.I1,e' door genoegzaame Verfterking en Bezetting, goéde zorRedraalt i. ™?AK'Dg* Oogen op der hernieuwde Vrienden toeleg neen ach\iïm" ArgHS* verzekert ons dan, dat wy de Scheoen ófewJ"„,? n g / T Wle' vra*g ik, zouden hebben ornVbruik^eku^Two^ deehgfte Bezittingen onzer Oost-Indifche CrmoaJnt van dc me«t voor¬ der Welvaart van ons Vaderland f -1 Wie? vr« ' t ierVoornaam,}e Bron van onze ontwapening, verzekert ons van de goede Trouw d(r7^f\m-*\e houden der Verbonden met ons f Men heeft altnn* nn£ J J~ngelfcheu ,n 't weinig ftaat kan maaken. Niets zal diTblZ Z undervuündeD d« men daarop houden, alles te onderneemen or^ zeer verzwakte Vermogens in die Gewesten, teTónde?.* t °nder*an? °""r zo tyd va„ Vre'e, indienTen daar voo" o SS Se,brS&"?i " T?"™ beftaat zekerlyk in weltoegeruste, welbemandSchfpeTeS ^ en dee" baarheid door al es wat tot verdediging ,nt ! genoegzaame weer- Dat hiervoor toch gezorgd word! lian Ml EnStn^M^*^ behoorf' kunnen uiirchten; \n hJt zal meer ^\^^^u^^^l pen, om dat het zekerlyk zich daar verfterken wil dan het SSf™ kunnen trekken. Maar verzuim ten Hee?™ nnXï.' voordeel 'er van zal gelfchen in ftaat ftellen, omT^^nT^^T^ *°UdeEn* onvermogenden te fpeelèn, y gewoonte, den meester over de Diewertje. Dit zou naar alle waarfchynlykheid het Grieije. Nog wel zo iets. Luister wat ik lees. Leeuwaarden den 17 May. Het Hof Provinciaal van Juftitie alhier heeft J gep laatstleden Dingsdag, goedgev€«den, byfchrifcelykeRefolutie, denHeer !« Procureur-Generaal te gelasten, om Jonker Lamoraal Joachim Johan Ren- tol gers (zynde Commis-Generaal by het Ed. Mog. Coliegie ter Admiraliteit in deeae Provincie, en ter zelfder tyd Raad en Oud-Burgemeester der [f Siadl ;  (8j) Stad Frwieker, en Gecommitteerde Staat in het Mmdergeta!,) wegens MISDAAD van MIINEED Criminaïiter te aéliöneeren. Deeze Refolutie van het Hof is veroorzaakt door een Request, waarby den Hove kennis gegeeven werd, dat gemelde Heer Rengeis, zyne Inftru£tiealsCommis-Generaal bezwooren hebbende, volgens dien Eed geen Lid van de Vroedfchu moet blyven, wyl dezelve hem verbood, eenige andere Opeten direöelji efmdtredelyk te bedienen; waarom dan ook fommige Laden hem daadelyk van zyne Vroedfchapsplaats ODtzet wilden hebben. Diewertje Bravo! „ Rechtzinnige Friezen! Gaat dus vddr; op dat alle weldenkende Vaderlanders, die hun Recht en Vryheid lief hebben en tenhoog? ften waardeeren, U, zonder aanzien van Perfoonen volgen, en meer zulke " Greatuuren als Jonker Rengert, ter bevoegder Rechtbank hunne misdaaden " hooren veroordeelen, ja zich deswegens zien ftraffen naar de Wet! Grietje Op deeze wyze moet de goede Zaak gehandhaafd worden, Vrindin! Öo deeze wyze moet de ftem van vrye Burgeren gelden, door onderftand van derzelver braave Gemagtigden. Zo moeten de onfterflyke Naamen der Onbaatzuchtige Voorfhuderen van de Rechten des Volks op de Fasten van s Land* laarhoeken met guldeH Letteren by den Nakomeling geleezen en met innigen eerbied ten roem dier Edelmoedigen, gedacht worden; terwyl daarentegen de naamen'en daaden van derzelver Onderdrukkeren, met eene zwarte koole geteekend den laatften Naneef ten afgryzen en verfoeijinge verftrekken. De oprechte Nederlandfche Burger is nooit ondankbaar; en daar hy zyn nut kent, is het zyn Pligt — volftrekt zyn Pligt, om het in acht te neemen, en zy die 'er zich voor in de bresiè ftellen behoorlyken byftand te bieden en te eeren. Zo doen de Burgers van Zutphen, die wél denken, fchoon de meerderheid der Regeering fcun Request hun billyk Request door een Refolutie van den 24ften April laatstleden niet alken elufoir heeft trachten te maaken, maar zelfs als oproerig veroordeeld. Zo doet zei ik, de Zutphenfche Burgery , die drie wak kere Burgervaderen de Heeren Vtrfitee de Rtde van Heeckeren, en van der Capellen tot Rafelt, een DankAdres hebben aangeboden, wegens 't betoonen hunner getrouwheid en yver voor de Rechten der goede Gemeente. Ook heeft de Burgery, ten uiterften onvoldaan over de Refolutie van den Magiftraat op gemelde Request den 7deezer, hetzelve nader aangedrongen by eene Remoivftrantie, door alle de Gecommitteerden der Burgery geteekend, en geadcreafeerd . , Aan de Edele en Eerzaame Heeren Gemeensheden, uttmaakende bet Tweede Lid der Regeeringe van de Stad Zutphen. Edele en Eerzaame Heeren! De ondergeteekende Gecommitteerden uit de Burgery der J>tad Zutphen, hebben dc eer by deezen uit naam van hunne Committenten, beftaande behalvan die eeene welke het Adres op den iden April deezes aan U Edele en Eerzaame ceprefenteèrd, onderteekend hebben, uit eene groote menigte der notabelfte Burgers deezer Stad welke zich daarmede hebben geconformeerd , en welkets gett*l nog dagelyks toeneemt, aan U Edele en Eerzaame te betuigen Dat de aangewende poogingen van U Edele en Eerzaame als hunne dire&e Reprefentanten ter bevorderinge hunner belangens hun een fenfibel genoegen verfchaft hebben, en eene gegronde hoop geeven, dat U Edele en Eerzaame daarin met allen yv« zulle» volharden, waar»p zy ten allerfterkien blyven infteeren£ L 2 „ Dal  (§4) „ Dat dezelve evenwel niet dan met veel «ntroeringe tyn ontwaar geworden uit de Refolutiën der Magiftraat vau den 24ften April, gevallen op het Adres aan U Edele en Eerzaame geprefenteerd, welke reeds door den druk gemeen gemaakt is:" „ Dat Haar Wel-Ed. Groot-Achtb. het verrichten van de n»tabelfte Burgers deezer Stad, tetideerende tot maintien van rechten en privilegiën en redres van bezwaarea, met een allefiuts ongunftig oog hebben befchouwd, en derzelver bezadigde onderneemingen doen voorkomen, even als of die Remonftranten daarmede zouden gebuteerd hebben, om de publieke rust te verftooren, en de wettig vastgefteide Gonftitutie te renverfeeren :" „ Dat de Remonftranten intusfchen het genoegen hebben met geruste Geweeten* voor een Alweetend God te kunnen belyden, dat zy niets anders beöogen dan de bevorderingen van deezes Stads welvaaren :" „ Dat de ondergeteekande zich verzekert houden, dat U Edele en Eerzaame hun hierin behulpzaam zullen zyn, en daarom niet twyfelen, of U Edele en Eerzaame zullen van ftonden aan niets onbeproeft laaten, om Haar Wel-Ed. GrootAchtb. door alle mogelyke middelen te disabufeeren, en van de waare intentie der Burgeryc te overtuigen £ zullende wy van onze kant niet in gebreeken blyven, om by nadere gelegenheid een nieuwe Remonftrantie en adftru&ie van da gegrondheid onzer vorderinge en begeerten aan U Edele en Eerzaame over te geeven." Zutphen den 7 May 1783. 't welk doende &c. (was gcteekena") David Reynders. Hendricus ter Hal. Piet-er Hisjink. W. Welmers. J.J. van der Meulen. B. van Hasfelt. L. T. de Roller. W. H. Hofman. /i. Willink. J. Lulofs. T H. van Esfett. J. L. Halebroek. Diewertje. Men zou mogen vraagen , welke inzigten de Dryfveêren toch zyn van de Tegenparty der Gemeente? Grietje. Men behoeft dit niet te vraagen. 't Is beöoging van grooter aanzien, hoop op Ampten uit baatzucht; het is trotschheid voor zich-zelven, en te gelyk Vleizucht jegens de grootfte Amptenaaren, die hun, zo zy derzelver Me» deftanders willen zyn, de Bron van hun tydelyk geluk aanwyzen, ten koste van de Vryheid, Rechten en zelfs een gedeelte der Bezittingen, ia Zweet en Bloed des Volks, vooral van den door dat foort van Luiden verdrukten Landman die, als een allernutst Lid der Maatfchappye, eerder door belooningen behoorde aaneemoedigt te worden. Dieweitje. Dat is zeker. Maar hoe zeker het ook zyn moge; hoe ftrydig het tegengeft«!de: Geen trotfche, geen baatzuchtige Drosten of hunne Officieren, den braaven Drost van Ysfelmuiden in Overysfel uitgezosderd, zyn vatbaar voor Menschlievendheid — ja zelfs niet voor Billykheid en Recht. Hunne Eerfte Toevlugt is tot het gebruik, neen misbruik, waardoor federt eenige Jaaren den Boeren het Slaaffche Dienstjuk is opgelegd en den Burgeren in hunne aloude Rechten verkort zyn, in' die twee Provinciën Overysfel en Gelderland naamlyk. Dan daar het nog aan Braaven niet ontbreekt, die voor beider Rechten waaken • daar het getal derzei ven van tyd tot tyd toeneemt, is men niet zonder hoop dat Rechtvaardigheid haar oogmerk zal mogen bereiken, en die Knevelaars en Handvest-, fchenders naar verdienfte ftraffen. —• Maar, Grietje! Het is tyd voor my a vaarwel te zeggen. Leef gezond en gelukkig. Eet fmaaklyk en groet den Baas.; Grietje. Ik zeg je dank, Vrindin ! Ik wensch je '1 Zelfde. Groet Louweria^i Gtdrukt by 4c Errc it W*4. j; tab IGWONT: ep it Rcgiilitr» BtcSftnat, t« Amftttdtm.  GfRIETJ^EN^DIEVERTJE. a7~May 1783. N°. aa. Glictje. Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin Diewertje! I Hoe is 't met den Welftand? Diewertje Ik ben gezond, Grietje! Gy mede, naar het my voorkomt. G.ieti? Zo frisch a!s ik zou mogen wenfchen, Diewertje! Hebt gy de Kcffi -klaar, dat is goed; gy weet ik ben een Liefhebfter van een Elf-Uurtje. Ik zal wel intappen, verhaal me ondertusfchen welke Tydinzen de Nieuwspapieren opleveren. Diewertie Zo het fchynt wil men de Turken met geweld beoorloogd hebben en doen oo.loogen. Te Warfchauw, lees ik, zou den 14 deezer een Courier uit Petersburg zyn aangekomen, welke de zekere tyding vin den Oorlog tusfchen de Rusfen en Turken had medegebragt. Grietie Indien dit waar is, zal het my verlangen de redenen van dien Oorlog te mogen zien opgeeven. Schoon de Turken gelyk men weet Onchristenen en Orgeloovigen zyn, en de Rusfen onder de Christen forteeren, is het echter zeker dat ook de Turken hunne Rechten hebben . die men als Christen hun niet ontneemen moge , gelyk zy daarentegen ook den Christenen niet in de hunne mogen krenken. Doch wat doe? de Baat- en Heerschzucht niet, zelfs van Geloofsgenooten tesen Gelocfsgenooten, in verbond met elkander ftaande, dat men altoos orverbretkbaar zoude hebben konnen onderhouden, waren1 die twee gebreken by één van beide de Vriendfchap met gevoed, en Eed Fer en Pliet daarentegen aan den onrechtvaardige^ haat opgeofferd; gelyk men de bewyzen daarvan voorhanden heeft in de verraaderlyke Handelwvze der Engelfche tegen onze Natie. Ja, wat doet dik wils de eene Landgenoot en Medeburger tegens den anderen met? Men heeft gezien en IS nog heden, dat, öfchande! de Drj toeren van tverfbexlyk Zelfbelang en onverdraaglyke Trct™™%' ^l^clnvenkmien der Lanaen ver laten zyngezveeji van ,verjlant, Tg£^£Tpr%cem die overfulcks dickmaels een Üoofl hebben iVSrtte ^SS^SSSS^ i W oockrtochjulcktis geobferg J ZZZVlï "ten'ide van den huyfe van Bourgongen, als na't overlyden van ' MS&SSaJmif^ I^ria, Jyn Dochter, ten wieken tyde tJartogb m Ihniltaer willende met gewelt,. contrarie mnevoeren tcgben de amhonteyt van ; lZ i» d% "ebeelen Itaet van den Lande, bracht in bet uyterjle gevaer end', den Staten ^tfffX %lve,is purendefyne minderja, igheydt deur de autV'ttf Zf: SnitateTieS van Vooghaeiende h Landt van bebnorlycke tborteyt üen tj^e {.boe wel m vele faecken de Vrybeyt, ' V^^di^Mamè van den huyfe van Bou,-g.ond,enfeer hyermmde^ È' 2! k hTJee ^ ncbteUk bemerckenaefynenliaet deur geen an- 'eI0° & Te kannen wefen, beeft overfulcke fxnen Sone den Komngb '1~ r^lZht te b Je-en, met exprefjs verklarmge, dat byfy»en Jiaet Joude fcreue Sbe/o f ' . tobe«>e0en^ y u Lande fouden hebben tn kleyn  C M ) den fchade, fonder dafmen den oerfpronck der Oorlege ander eet faeck hui** nengbentnCwatmendaer van dit cour eert) dan dat by defe Landen met geVeT. yanSpaenfcb ende ander uytbeemfcb Kryght-volck, beeft willen dwitrgben ted!m 't gbenefyluyden Staets-gewyfe met en hebben goet gevonden, infaecken betrTJrZ' de den jiaet van den Lande. ' '"Juc*-'em "etrejjen- Alle 't welck, hoewel wy feecker achten, gbenoecb buyten diCeute te wt-O*, bebben nochtans noodtgb bevonden bier te verbalen, evermidts veele perlocnZn hier vanfeer onfeeckerlyck en verfebeydelyck gevoelen, de vereaderinï*Z,Z*Z Staten andert niet refpe&erende, dan na dat ben goéd é^ftiaq^&e^i de perfoonen op de Vergadertnge comparerende, te meriteren ende van Ju* faken dte aldaer worden gebandelt oordeelende, in allenfebyne. of'devoorTcbre ven Perfoonen, die uytten Edelen ende by den Steden gbUwe\%Vd7wg*\ dertn*e van den Staten, ben/elven voeren dragende, ah zynde de Staten, ende overfulcks, als hebbende de Souver atmteyt m deboocbjie maebt van den Lande, naer haaren welgevallen van allefaecken, den Jiaet vanden Lande betreffende waren dfponerende, retorquerende over fulks alle de bandelineben der felveï tot boeren parttculieren lajie, boeten nyt, maer de gbene dienaerderinfiet bet gbene voren verbaelt ts, ende andere groote faecken by den Prince van den lande met bulpe vanden Staten te wege ghebroebt, ende^nfinZbeytTgbene >t federt den tydt van vyftten Jacren herwaarts tn den Landen van Belandt met VTeJiVrteslandt ende Zeelnndt ts gepasfeert, kan lichte lyk bemereken datdr autbprtteyt van den Staten niet en bejtaet, in bet beleydt, au^T^ofmiebtvin derttcb ofteveertubperfoonen, mtnoftemeer, dieopbaervereadet intbe-incom parerende, ende de Agenten van den Coninck vanSpangienfelfs, die met duf danige argumenten tegen onfe faecken altydt bebben gemmeert, ende ghefocht te brene ben tn kleyn acbtmgbe de authortteyt van de Staten, bebben metter doet nu wel bevonden, hoe grotelyckfy tn alfulcken opinie zyn geabufeert endemifieyt ebeweeli. O mme dan teontdecken, waer uyt de authortteyt van den Staet ts fpruytende, Joo jiaet te confidereren, dat de Prtncen dteoyt wettelycken bebben ghereeeert niet alleen hare regtertngbe met delatte , emfent ende believen van den LandtTaten bebben begonnen, maer oockfulcks vervo/ebt, dat alle de leden van de lichamen, da er vanfy tot hooft zyn gejtet.zyn gbeb leven e*gbevioleert, onverkort endeon. vermindert, dewelcke niet en heeft kannen worden verbaelt (dewyle de Pr ineen by fcbalcke ende ambtiieufe luyden Itcbtelyck worden gbectrcumvenieert) ten waere de lantfaeten middel hadden om ben met goede ordreende beleydt'allen tyden iegbenallequadepractyckenteoppoferen, ende de Prince, vandebeboudenifTe haer. ■ der vrybeyt ende welvaren, uytten name van alle deleden, niet alleen Vallen ty den te vermanen, maer ooek, omfo wanneer defelve ben tottyranny Poude laten \ mtfteydén, mette middelen van den lande ben daer tegens t'op pof er en Tot defcr' eynde zyn de lantfaten van den voorfebreven lande gbedeelt tn tweederley Sta. ten, te weten, de Edelen ende Steden. J Grietje. Zie daar, Vrindin! wat onze Staaten zelven zeggen, en oordeel dan of tot deezer einde de Landzaaten (dat is het Volk in 't algemeen, zo wel die van den AdeN alsBurgerftand, het Recht niet hebben, om een aangelreld Amptenaar, het zy zyne Bediening EtSyk zy dan niet, tot zynen Plipt te noopen, of wegens oneehoorzaamhetd aan zyne Souvereinen te ftraffen? — Wy kannen, ali het ors niet aan plaats en tyd ontbreekt, met dergefyke Stof onze Weeklykfche Samenfpraaken wel verder vul'en. Thans is hetjrenoeg; ik heb den tyd voor myne Huislyke Zaaken in «cht re neemen. Vaarwel, Vrindin! Eet fmaak lyk en groet den Baas. Diewer je. Ik wensch je't zelfde, Grietje! Groet Krelis. by de Utrs4t Wed. J/vak tCMOïfr7Öf'dc JtegufittVlftïTratTTe^^idlir  DIEWERTJE en GRIETJE. 5 Juny 1783. N°. 23. Diewertp "\ /Tyn groet als naar gewoonte, Vrindin Grietje! Hoe IV! is't met den WeHtand? f , Grietje. Naar genoegen, Vrouw Louwerisfe! Hoe hebt gy 't er meê, Vrindin! Diewertje. Ik gevoel my tot nog toe mee zo wel als ik van den Hemel zou mogen wenfenen. Dus zyn wy dan beide gezond, dat ons lief en Gode 'er voor gedankt moet zyn. Weet gy me nu iets uit de Nieuwspapieren te vernaaien, dat aanmerking verdient, of is 'er niets van be- ^"Grietje. Ik vind 'er genoeg in, maar juist niet voor onze Samenfpraaken gefchikt, om het in zyn geheel te verhandelen. Dusdanig is de lofwaardige Ordonnantie des Konings van Polen, wegens het fchendig misbruik der Militaire Amptsverkooping: Een misbruik 't welk men dikwils Gezien heefc, dat plaats heeft gehad ook m ons vry Vaderland, vooral toen die georochtelvke Militaire jurisdictie, tegen alle recht en wet ingevoerd, zyn monftreufen-kop nog verhief, en, als by oogluikinge, vergund wierd te verheffen, tot dat eindelyk het onnatuurlyk Wanfchepfel door de Staats-Alciden onzer luifterryke Provincie niet alleen beteugeld wi^rd; maar eindelyk den laatften flag op deszelfs trotfehen fchedel heeft gekreegen, op dat het, in Holland en Westfriesland ten minfte, niet weder zich met zyn geweldöefenend en onrechtmaatig gezag voordoe. Diewertje. Het nadeel door dat wettelooze zogenaamde Krygs-Rechtsgebied toegebragt aan veele deftige Burger-Huisgezinnen en Geflachten, door onbevoegde Vonnisvellingen over Burgerlyke Zaaken, heeft ook fteeds een fteun gevonden aan het doemenswaardig misbruik van Amptverkooping in den Krygsdienstv Hoe veele ongehoorzaame Zoonen hebben hunne braave Ouderen niet wel langs deezen weg als gedwongen om hen voor meerderjaarig te doen erkennen, fchoon 'er nog veel aan ontbrak, om de hun aangeërfde fommen magtig te worden. Men heeft Jongelingen van nog geen 18 Jaaren oud, dienst zien neemen voor Adelborften, alleen om het gezag hunner Ouderen of Voogden onttrokken te zyn, en dus gerechtigd te worden geoordeeld, tot hunne aangeërfde Gelden en Goederen, en het gedeelte dat hen van hunne Ouderen te wachten ftond. Zo dra wist men niet dat deeze zich van zeiven aanbiedende Recruten een eoede fomme by hunne meerderjaarigheid of Huwlyk ftonden te be6 M ko-  C po J komen , of de Krygsraad was 'er agter; Soldaat te zyn was ook genoeg om tegen der Onderen zin te trouwen, of al fcheelde 'er nog meer dan 7 Jaaren tyds aan de meerderjarigheid, dien tyd met het Militaire Caracler te vervullen; en kreegen die onbedreeven Losbollen hun Erfgedeelte dan wist men hun ten duurften een Officiersplaats te bezorgen: Of, mogten ze al geen genegenheid in den Krygs-Dienst hebben, dan konden zy zich ligtelyk af koopen, doch niet voor een geringe Somme. Alle deeze inbreuken op de Burgerlyke Rechten van een vry Volk, wierden pure Militair geacht, en de beurzen der Militairen, die zich het vermogen aanmaatigden om zich als willekeurige Beflisfchers deezer Zaaken te ge-> dragen, werden 'er ryklyk door voorzien. Ondertusfchen moeften Lieden van Verdienften, doch zonder Geld, dat (God beter 'tl) doorgaans alles wat Verdienfte heet te boven gaat, met grievend harteleed geftadig ondervinden dat onkundige, onervaarene, bloohartige en laage Schepfels, om dat zy ryk waren, hun te boven geplaatst en bevorderd wierden, of nog worden, en zullen worden, zo lang by het verbod der Militaire' Jurisdictie dat der Militaire Amptverkoopinge niet gevoegd wordt; het welk alle braave Vaderlanders echter hoopen dat, op het billyk Voorflel der in Vaderlandfche trouw en rondborftigheid uitmuntende Stad Dordrecht, gefchieden moge. Diewertje. In de daad, Vrindin! Indien een Magiftraat zynen Pligt wel wil betrachten , moet hy de Rechten zyner Burgeren, zonder eenig inzigt van Zelfbelang of befchroomdheid voor magtiger Party die anders denkt, cordaat doen gelden. Zo doec ook de Volksgetrouwe en Burgerlievende Magiftraat van onze Geboorte-Stad Amfterdam; zo doen meer andere Steden-Regeerderen, in onze Provincie niet alleen, maar ook in andere. Friesland blyfe doorgaans voor de goede Zaak yveren ; in Overysfel zyn reeds groote gebreken verbeterd, en in Gelderland blyft men deswegen mede niet werkeloos; althans, fchoon eenige andere Leden des Magiftraats van Zufphen, niet zeer Burgerlievend dachten hebben niettemin de drie braave, wakkere en fchrandere Burgervaderen Verftege, de Roode van Heeckeren, en den Baron van der Capellen tot Rysfelt, doen zien dat zy, verre van belangzucht of vreeze voor nadeel in Goederen, Staat of Ampt te lyden, der goede Zaak met een uitmuntende Standvastigheid, en zo fchrandere als voorzigtige bekwaamheid hebben voorgefhan; weshalve door de trouwhartige en erkenlyke Burgery een allerhartigst en zeer gepast Dank-Adres dit hoogloflyk Drietal, in welk zy haare Edelfte en Achtbaarfte Vaderen vindt, is aan-  (pi) r-boden; waaruit blykt dat deeze weldenkende Burgers, zulke braave Regenten zeiven voor hunne Rechten in de breife ziende, geenszins zonder hoop zyn van hunne rechtvaardige Zaak ondanks de tegenkantingenvan trotfche Partyzuchten, eindelyk te zullen zien zegepraalen. Grietie Het is te wenfchen, Vrindin! Zo mogen alle de Getrouwen in den Lande de vruchten van hunne welaangelegde talenten, tot nut hunner Medeburgeren en Landgenooten, zien en fmaaken met ge- n°Diewertje Deeze wenfch is die van alle Vaderlanders. Zo heeft de Deventerfehe Burgery het genoegen van veele Zaaken haar Recht betreffende tot ftand gebragt te zien; en zo heeft de Tegenparty almede niet kunnen beletten, dat die Stad eerlang als Profe-fur binnen haare muuren zal zien den zo geleerden als rechmnrrgen Heere van der Marck Grietie Dat is klaaiblyklyk, Vrindin! Want dus fchryft men zelfs uit Deventer van den 31 Mey. „ Wy hebben de aangenaame tyding ontvangen, dat Zyne Pruisfifche Majefteit aan den Heere van der Marck, Profesfor teLingen, gratieufelyk Demisfie verleend en vergund heefc, om het beroep alhier te aanvaarden, en zulks zonder de re/erve van reclame, gelyk anderzins in het Pruisfifche de gewoonte is. Diewertje. Zo dat de Koning van Pruisftn zelfs de terugroeping van dien Hoogleeraar zich niet heeft willen voorbehouden._ Grietje. Mag ik vraagen, om weike redenen, misfehien zyt gy'er van vetftêndigd, die van alle welgevoelenden in ons Vaderlmd geëerde Hoogleeraar dit Land en de Groninger Academie heeft moeten ver- ^Diewertje. Voor zo veel ik uit eenige Stukjes, die ik 'er van geleezen heb , my te binnen kan brengen , had die wakk re Hoogleeraar het waare beftaan der Vryheid, fchoon echter nooit ter benadeelinge der Hooge Bedieningen van Mynheer dm Stadhouder, volgens zyn' pligt en vrye Nederlandfche geaaitheid , te fterk zynen Leerlingen ingeboezemd tegen den zin van onzen grooten Staatsdienaar, die, gelyk men weet,'ook Opper-Beftierder der Hooge-Schoolen is. Niets mishaagde onzen Vyfden Willem meer, dan dit, uit vrees van zyne in 't oog hebbende vermeerdering van Gezag althans op de Groninger Academie by de in de Godgeleerdheid ftudec rende Jeugd niet genoeg te worden aangedrongen, ofwel door dien weg te kunnen worden geftuit. Dit nochthans was enkel een naaryverig begrip in Zyne Hoogheid, het welk eeen erond akoos had. —— 'Er moest dan iets anders uitgevonden & ü M 2 wor-  C 02 ) worden , om den Hoogleeraar te bekladden, en zyn Ampt te ontneemen. Men sag 'er dus geen beter kans toe, dan hem van onrechtzinnigheid in de Leere te befchuldigen ; dit deeden dezulken die wel wisten, dat hunne Beöordeelingen mee de Hooge Goedkeuring zouden bekrachtigd worden, gelyk ook by de Stukken kwam te blyken. Dus moest de braave Hoogleerair zwichten en zwygeni met verlies van zyn Ampt, en nog den blaam van Onrechtzinnig in de Leere te zyn, mee zich draagen. Dan deeze hechtte niet op 's Mans rechizinnig gevoelen; daar hy kort daarna op de Academie van Lingen, in 't Pruisfifche Graaffchap van dien naam, beroepen wierd. In zyn plaats werd de Hf er Perennot beroepen, maar detze van dezelfde gevoelens wegens het Vrye Vaderland zynde, bedankte 'er voor. Om de aanmerklyke intrigue, die men den Curatoren a's op verzoek des Stadhouders te laste lege, ten einde dien Heer ter Aanneeming van het Profesforaat te beweegen, zal ik liever zwygen, om niemand te ergeren. Grietje. De Zaak is echter genoeg bekend, Vrindin! En indien 's Hoogleeraars onrechtzinnigheid gebleeken ware, of nog blyken konde, waarom hem dan nu tot hec Hoogleeraarfchap in Deventer toegelaaten! Is deeze toelaating geen zwygend (neen liever fpreekend) bewys van ,% Mans onfchulJ? Diewertje. Welzeker, Griecje! Maar, Gode zy dank, dat het gros der Leeraaren van Neèrlands Hervormde Kerk eveneens denkt, en niec als in dien gevairiyken Tyd van Leicester, die het grootfte getal der Kerkelyken alstoen aan zyn fnoer had, fchoon hy zelf niet rechtzinnig, maar een fchynheilige en dweepzuchtige Engelschman was. Nu wilde ik, Vrindin! nog wel wat van de Mode der Vrouwtjes gepraat hebben , gelyk onze Huishoofden zulks van de Mannen omtrent de vreemde Modes gedaan hebben. Maar dit zou te veel voor deeze keer gepraat zyn ; en dus zullen wy liefst die Stof tot eene gepaster geleheid fpaaren. •—■ Vaarwel, Grietje! Eet fmaaklyk en groet Krelis. Grietje. Ik wensch je 't zelfde, Diewertje! De groetenis aan LouwBaas. By de Drukfter deezes wordt in commisfie verkogt een onverbeterl'yk M;ddel tegen de Weegluizen, het welk dat affchuwelyk Ongedierte terftond doodt eu verdryft. Het Flesje is 11 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe jacobus vanEGM oTnT: op de Reguliers Breéftraat, te Amiterdaai.  GRIETJE èn DIEWERTJE. 12 Juny 1783. N°. 24. Grietje. fV7a ean goeden Morgen-wensch, Vrouw Louwerisfe! is J_\| de vraig of gy nog welvaarende zyt? Diewertje. Zo wel als ik wensch, Vrouw Krelisfe! En gy? Grietje. Al mede frisch, Vrindin!... Zeggen de Tydingblaadjes niets ? Of hebt gy 'er t og geen ? Diewertje. Die van deezen dag heb ik nog niet: Maar ik wacht ze ■oogenbliklyk; dan ik denk niet dat ze met Zaaken van belang zullen vervuld zvn. —■ Niettemin wenschte ik wel, dat gy een Uur vroeger waart gekomen, dan hadt ge onze Jannetje-Buur, de Dochter van den ouden Leendert Loeroog, die met Teunis Toekyker, den Zoon van Flip Agtenveertig getrouwd is, haar Haagsch, Leidsch en Rotterdamsch Eeizierreisje hooren vernaaien. 6 Vrindin! Zy had het 'er zo drok van. Grietje, 't Zal wat om 't lyf gehad hebben! Diewertje. Niet veel; maar gy zoudt 'er toch uwe aanmerkingen op hebben kunnen maaken. Grietje. Ja; maar ik denk dat myne aanmerkingen haar niet aangenaam zouden geweest zyn. Wat zou ik toch beters in haare Vertelling dan in haare Perfoon en Familie anders hebben kunnen aanmerken, dan dat ik my het walglyke van bedorven Visch en vervuilde Boter zou hebben zien voorgefteld met een afkeer, die myn fmaak eigen is. Zou ik dat uitbroedfel van Uilen, Vleermuizen en Nachtravens, dat federt hun gekrasch, gepiep en gefchreeuw ih Bato's vrye Daalen by den helderen dag gehoord wierd en de verveeltnde bovenftem kreeg, by het gebulk van Ezelen en geknor van Zwynen; zou ik van dat verachtelyk flag van Schepfelen, in menfehelyken fchyn, nog dat oud onaangenaam, ja affchuwelyk geluid willen hooren ? —'Ik ben wel verzekerd dat het my niet zou geflreeld hebben en daarom bly dat ik niet vroeger gekomen ben; want dan had ik myne ooren 'er gekwetst docr gevoeld. Diewertje. Gy denkt te drift'g, Vrindin ! Immers weet gy nog niet, wat onze Buurvrouw verteld heeft. Schort uw vooroordeel aan een weinig op, en ik zal het by gebrek van betere ftoffe, u naar myn onthoud, overdoen. Grietje. Och! het zal niet veel byzonders zyn. Maar wat vertelde ze dan van haar Reis ? Diewertje. 't Kwam hierop uit, dat ze in de Nacht-Schuit op Leiden was gaan zitten, om 's morgens, zonder veel onaflags', in den Haag te * M 3 zyn.  ( 94 ) zyn. Dat ze in die Schuit een fraai en welgemaakt Officier ortmoet had, die in den Haag t'huis hoorde; dac zy met hem in g;fprek was geraakt, en hy, haar liefde voor hetPlaatshoudende gezag merkende, haar met de overtuigendfte blyken van een welgegronde meening haar gevuelen, vooral toen zy beiden in een Herberg te Leiden wat hadden uitgerust, om vervolgens van daar naar 's Hage te vertrekken, geanimeerd, gefondeerd en geadmireerd had, als juist zo imelligibel en compatibel met het zyne, dat hy haar asfureerde 'er d lor gecharmeerd te zyn; en dus ook zo genereus was geweest, van voor haar in de Herberg en vervolgens de Vragtkosten te betaalen tot in den Haag, daar ze haare Vrienden ging "bezoeken, en huisvesting nam by een haarer Neeven, ook een Militair! onder de Uilenboomen. Grietje. Heb ik het niet gedacht! Het is niet anders als laagheid van Luiden, die niettemin in 't fpreeken zelfs de vreemde uitdrukkingen van Land- en Taalbedervende Vleïzuchtigen, ter bewimpeling hunner Ondeugden, weeten te gebruiken, dit alles heet Welvoeglykheid en Hoftaal, gelyk die laage Schepfels de Zeden en Reden der Heisvafallen en Vertrouwelingen van onzen grooten Staatsdienaar voorftellen, dewyl die_daaglyks zyn verblyf (dat ze geheel verkeerd een Hof noemen) als vuidige Hommels vervullen , die den Honig der nyvere Byen rooven. Maar is het juist dat Jannetje zo welgemanierd wil heeten , om dat reeds voorheen haare bekwaamheden en vogue in een Magazin des Modes h la derniere goiit ter toetfe zyn gefteld geweest? Ik kan niet anders uit uwe overdragt haarer vertelling gisfen. Maar wat zti ae dan nog verder? Verhaalde ze niet of ze wel dan kwalyk was gehuisvest geweest ? Diewertje. Neen, Grietje! Maar ze bejammerde alleen het verval in aanzien der Kry^sbedienden, zo Grooten als Geringen , tn durfde niet uitdrukken het Chagryn dat de gemelde Officier, en haar Milrairë; Neef onder de Uilenboomen, 'er door gevoelden; maar wtï dac zy geen vloeken tegen Amtterdam tn Dordrecht fpaarden, om dat derzelver Magiftraaten naar hun gevoelen, te Bu'geriyk (en die heet laag by die flaaffche Loontrekkers) dachten. „ Het ging my ook aan 't hare „ (vervolgde zy) toen juist, als ware het cm de Militie te piqiieeren, „ Dingsdags morgens den ^den deezer Maand , by dea aftogt de- Para„ de, de Schildwachthuisjes van voor Prins Maurks Huis, op 'c welk „ anders de Hooge Krygsraad vergaderde, op bevel der Staatea van „ Holland en Westfriesiand, na zulks zyner Hoogheid te hebben gean„ nonceerd, wierden wechgenoomen. Maar, ging zy voort, die veria rrinf-  ( 91 ) hïnrWV pP»nsiins onzen teêrgelkfden Erfftadhouder om door Leiden naar " Rotlm e gan, en een nieuw Oorlogfchip van 60 Stukken (zo ik meen ) " dennatm die? Srad voerende, te zien afloopen. ik had gemaakt te Leiden " te zyn oen Zyne Hoogvorftelyke Doorluchtigheid met deszelfs Koninglyke ' Gema inoe en Prinfelyke Kinderen arriveerde! Ab, ma cberel hoe fterk wa" ren vee"en van mvn begtip getoucheerd door dit arrivement! Ik zag dat fom'' m^e tuiden Snaphaanen atfchooteu en hoorde een menigte anderen juxhen. M£r ik moet 'er ook by erkennen, fchoon >. my ipyt, dat 'er op ver cheiden ' weezeis die ten minften naar derzelver p'.ooijiiig etnltig lcheenen te zyu, " Ten foort van Imliference heerschte. Dit werd onze te*reeliefde Willem ook " Z« en vertrok vervolgens naar Rotterdam. Ik, zo zeer verpligt als myne " Famile, federt dat heuglyk tydftip van (Nb) de twee gezeegendeJaaren i747 " en 1748 aan het Stamhuis van Oranje,, kon niet nalaaten Leiden te begeeven " en mede'te Rotterdam te weezen by het daarzyn van onzen Welbeminden " W 1 l 1 e \t. — Niets verheugde my meer dan in die Slad zo veele Bewon" deraars'van Oranjes Deugden te ontmoeten! Dit (heelde my waarlyk Ik " heb overal mee gejuicht en myn best gedaan om met éclatante exclamatien dien " W als Vorst te begroeten". Doch , naar ik merkte, had ze die reeds by het Haisch Officiertje en haaren aldaar onder de Uilenboomen woonende Neef gedaamf zo dat haar Keel daardoor wat rykiyk heesch geworden is, gelyk ik U1 GrLi^^Wtl Diewertje! Wat hebt ge nu aan die vertellingen van Jannetje, of ttelvk zy liever gcr.oemd wil zyn, Jeanneite gehad? Ik kan die byzondere betrekk;D2 die zich van het Patriottismus of het Vaderlandliefde afzondert in 'r Jerinefte deel niet gedoogen. En zwyg in 's Hemels naam nu maar van die* te heet Lftookten Ketel, door Baatzuchtige Wildzoodende lnlandfche Koks over ' vuur gebragt en met Engelfche BrandftorTen opgeftookt, ja, laat het z co zelf ve-teeren, «lyk het mott. Maar daar is de Jongen met de Kranten. — ó Ik Ik 't al ■ 'er is niet in. Evenwel, daar ik het verder verhaal van Jannetje niet meer hooren wil. zal ik u dan het volgende vcotleezen, gelyk men het fchryft in Juny. Gisteren hebben wy het' geluk gehad, ons in de tegenwoordigheid van Zyn Doorl. Hoogheid en deszelfs Doorluchtig Gezelfchap te mogen verheugen by gelegenheid d« s Lands Sc "p van Oorlog Rotterdam, van de Compagnies-Werf alhier, ,n 't Water hep. FeHeen van de yverigfte Bemintiaa-en van onzen Stadnouder waren hem tot eenige fchreden buiten de Sta! te gemoet gegaan mrteenEereboog. onder welken Hoogstdezelve, met alle tekenen van weltevredenheid en dankgaarheid voor deeze blyk van iefde van eenigen onzer Burgery, heen reed. De Uitvinders en Draagers van dit Eereteken gaven (zegt men) voor, dat »y van fommige voorname Heeren hïrtoe aangemoedigd waren Zyn Hoogheid reed de Stad zeer zacht door naar 's Lands Werf, alwaar hy overeenkomft.g zynen ftaat deftig onthaald is Or deeze Msaltyd uit het verhoogde Last- en Veligeld of ut een ander Fonds, of doÓ' Particulieren betaald wordt, weet ik niet. Na den Maaltyd deedt het Doorluchtig Öeielfchap eene wandeling naar 's Land* Lynbaan, om over de daarge-  ( 9<5 ) Hagen wordende Ksbels Infbe&ie te neemen. Goede Kabels zyn in deezen Oor* log van veel nut geweest; want de Schepen hebben veel ten ankergeleegen. Van daar wandelde Zyn Hoogheid, met deszelfs Gezelfchap weder naar de Werf Zynde geduurende deeze wandeling door de Onder-Schouten en deszelfs Dknaars geëscorteerd. Om half 8 uuren redan de hooge Gasten weder de Stad door en wierden een weinig buiten de Stad, op dezelfde wyze a's by hunne aankomst gefchied was, met den Eereboog gerecipieerd. De toevloed van Menfchen, by deeze (tredende gelegenheid, was ongemeen groot; echter kon men, zondereen Lavater te zyn, uit de weezenstrekken duidelyk zien, dat niet eik-één evenveel deel nam in deeze vreugd. Op f mnrger aangczigten blonk de waare liefde u't voor Zyn Hoogheid; de weezens van anderen waren gefronst; terwyl nog andere al vry raare aanmerkingen maakten, aan welken ;k myne ooren niet wilde leenen terwyl ik echter op de reflexen van meer Bezaadigden eenig acht floeg: Zie hier eenigen van dezelve: Hoe komt het, vroeg men, dat Zyn Hoogheid niet naar Amfterdam of Dord gaat, als aldaar Schepen afloopen? Het antwoord was om dat deeze reizen te verre zouten zyn, welke tyd Zyn Hoogheid niet konde uitbreeken, en dat de reiskosten te hoog zouden loopen, terwyl alle noodelooze uitgaaven gemenageerd behoorden te worden, enz. —■ Hoe komt het, vroeg een tweede, dat Zyn Hoogheid, by deeze gelegenheid, tweemaalen de Sta<4doe>r ryd, en zelfs, door zulk eene menigte Volks, een vry groot eind te voet gaat terwyl hy anders gewoon was buiten om te ryden, en direct, langs den iel vet» weg, weder te vertrekken ? Hierop wierd geantwoord, dat dit een blyk van dankbaarheid was voor de eere, hem ook by andere gelegenheden alhier aangedaan. — Verder verwonderde mes zich , dat het Vreugdejuich zo groot niet fcheen te weeien, als wel by andere gelegenheden, en dat dit een b'yk was van ondankbaarhei.! • doch fommigen zeiden, dat de verregaande vreugd de tongen der Gemeente a's 't Ware gebonden hield, enz. enz. enz. —• Gisteren was het alhier, in de Steeën ' van het zogenaamde Agferklooster, ter eere van zyn Hoogheid , alom Vftfieri. Ziedaar, Diewertje! Een verrnaaklyke Afrdre! Zo fraai als Jannetje Agtenvcer't?" of Jannetje Toekykers u zou kunnen vertoonen mtt haare nietswaardige Vcrtellingcn. —- Een Zaak van gewigt!,— 6 Zo mooi! by de Vertooningeti der V.. G Lanterm Magique af. Maar ik heb , dat my geweldig fpyt, myn tyd met beuzelingen verpraat. Vaarwel, Vrindin! Ik hoop u in de aanftaande Week wat meer gewigt'gs te zullen kunnen mededeelen Doch zo niet, moeten we ons al weêr met de daar zynde Stofte behelpen. Eet fmaaklyk en groet den Baas. Diewertje. Ik wensch je 't zelfde, Vrindin! Doe de groetenis aan Krelis. By de Drukfter deezes word thans uitgegeeven, Dominicus en Seraphjna zynde een Minnehandeling van een Fran^ch Officier en eeneCorficnanfche Dame • doormengd met tedere en te gelyk aangenaame Gefprekken tusfcheti deeze tweè Gelieven. De prys is een Zesthalf. Geiruktby de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers BreéTtraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. ' ~ 7f]^y} 1783. n°. 25. Diewertje. Tk wensch je een frisfchen Morgen, Grietje! ïs t nog I wel met de Gezondheid ? Grietje. Zeer wel, beste Vrindin! Is 't deswege by u ook nog in een goede Gettel heid? Diewertie Naar wenrch, Vrouw Krtjtsle! gSJ 6 Dat is my aangenaam! Maar zult ge my met wat van de Modes der Vrouwen ven ellen, gelyk gy beloofd had . DieVer ie. Och ik heb liever, dat ge my met andere Zaaken onder, Hf :s thans uw beurt om tepraaten, en indien ik al een Lyst Ser tnaam ngen van eenige weinige Waden en Hoofdtooifels der Dames onXgoïze Samenfpraaken wilde mengen, zou men toch niet !«pn war ?e alle beduiden , dewyl ze meest in de Franfehe Taal, als h bbende"1 Modes Parys v'oornimlyk tot haare Geboorteplaats, zyn Steedrukt niettemin veele d.ezer benaamingen zo vreemden, dat de Snftie Franfchen 'er zeiven over lagchen moeten, ja aan de yaafen zdve zich wel eens ergeren. Men moest een Almanach van de Swoonte van Frankryk, en wel voor dit Jaar hebben, nevens andere SfchrïfL over de Mode, indien men de voornaamte Tooifels van c hoofd ot devoeten der Dames wilde optellen, fchoon men ze dan nog rE? zoude kunnen uitleggen , en om al die Prullen toeteftellen zyn weiï£eï^fKriiK bekwaam; weshalven men eenige der voorïaïifte^ Toeftelfters van dien verwarden , belagchelyken , en voor onze Vatelandfch"Vrouwen fchandelyken opfchik, uit Parys heeft laaten iTomen om onze Dames in aPerlei oneigenlyke, zo niet onnatuurlyke GeSten të herfcheppen, en in plaats van haar natuurlyk fchoon, die Sch best in deftige Vaderlandfche Kleeding zou vertonnen, te misbaken door allerlei uitheemfche dragten, en wel meest door Hairtooifels die immLfommige hoofden der Dames zelfs een affchuwelyke gedaante " f zou voor 't overige wel eenige benaamingen der Clmpeaux, ES, Fichus, tolltts, Envdoppes,m Toques van verfcheide fatfoenen kunnen opgetven, ja tot Chmifis voor een galante Byeenkormt S? en J25 'er kunnen by voegen een zogenaamde Cemture en Othere afkenus-Riem, die men zegt wel eens cp Bals gebruikt te zyn welke Z Para-fis noemt, waarby de Petfoonen van beide Sexen, buiten T^nZ^*^ van dunne Vleespokleurde Zyde, geheel naakt "ou-kn verfchvnen. Dan om u te kunnen verzekeren, dat er zulke fiX iu óns Laad ouit gehouden zyn, daartoe zou het uy aan bewys  ( 98 ) ontbreeken; is het niet waar, het zal zo veel te beter zyn Maar genoeg van dien fchandelyken opfchik, die toch ter befpotting zo wel als verfoeijing voor het Gemeen ftrekt, en dcor alle deftige Vaderlandfche Vrouwen met afketr befchouwd en gefchuwd wordt, te meer wd de daartoe dienende Stoffen metst alle van eene BuitenJandfche bewerking zyn. Wech met die Prullen I door welke te vertieren geene anderen dan Koopluiden in Modes, doorgaans geldelooze Zoekers en Zoekilers naar Geluk, hier te Lande de Weelde, Hoogmoed en Dartelheid onder de ryke Jeugd kweeken, om even weelderig en dartel als die te leeven, tot bederf der Zeden van onze dwaaze Landgenooten Maar nu, Vrindin! fpreek ook eens, en zeg ine wat ons de Nieuwspapieren opleveren. r Grietje. Ik vind in de Nieuwspapieren eenpaarig dat de Vredes-Onderhandelingen te Parys, in plaats van voorwaudstegeraaken den Kreeftengang gaan; en zulks, gelyk onderleid wordt, door de Eifchen der Neutraale Mogendheden om eene Vrye Vaart en Commercie door de geheele Waereld te voeren. Ook zou *er tusfchen Frankryk' en Enge land een nieuwe zwaarigheid gereezen zyn, wegens de belastingen op de Franfehe Wynen in Groot-Brittannië, te meer dewyl dePorcugtefche Wynen veel minder aldaar belast zyn, en uit dien hoofde aldaar meer gebruikt worden. Deswegen zyn de Ergelfchèn in vtrlegendheid gebragt, hoe deeze Zaak mei het aan hun zo voordeelig Portugal te fckikken. Voorts heefc het Commercie-Tra&iat tusfchen Groor-örictannie" en Noord-America tot nog toe geen grond. Dan laaten wy zien wat ons het merkwaardigst wegens de Vaderlandfche Zaaken voorkomt Vooreerst vind ik, belangende het vertrek van den Heer van Berckd' zeer aanmerkfyk de Misfive van Zyne Hoogh. aan de Heeren Staaten Generaal, gedagteekend Vrydag den 13 Juny 1783. Diewertje. Wat zegt die Mis/ive da i ? Grietje. Volgens een Extraét uit het Register der Refohitiën van Hunne Hoog Mog. kunt gy 'er van oordeelen. Ik zal hec u voorleezen Vrindin! Dus luidt het: ' Ontvangen een Misfive van Zyne Hoogheid den Heer Prinfe van Oranje en Nasfau, gefchreven alhier in den Hage, den 12 deezer daar by aan Hun Hoog-Mogenden kennis geevende, dat door den Heer van Berckel, Hun Hoog-Mogenden Minister bv de Vereenigde Scaacen van Noord-America, aan Hoogstdenzelven verzocht zynde. om met'sLands Schip Overysfel, gecommandeerd door den Kapitein Riemersma naar Noord-America te worden gebragt; Zyne Hoogheid gemeent hadd- con-  C 99 ) conform het door de Heeren Gecommitteerden ter Admiraliteit, op den 29 May la-Urfeden airHun Hoor Mog. geadvileerde, dat het convenabel zoude zyn om meer efpeèt voor dé V ag^van deezen Sttót te mfpireeren, daarby te voegen een Seh.p van ,0 een Freg c van 30 Stukken en ces ligt Vaartuig en 0e.halver.de noodige nrdre. , eftekl hadde om daartoe in gereedheid te brengen fi Lands Schip de Erfpnns, onder^Commando v^ Kaptein Aberfon, ». Lands Fregat den Briel door den Kapitein Bols en hec Brtoii yn de Windhond, gecommandeerd door de Luitenant Covert*> e dat denHeervHm Berckel verzocht hebbende, dat de Zeildag va, het voorfcnreven ^tachem" nt n on bepaald worden binnen deeze maand, Zyne Hoogheid niet ongeSen zoude zyn"daaraan te voldoen, ware-het niet, dat in de onzekere ftaat van de Vredes Ne otiatiën, Hooggemelde Zyne Hoogheid zich bezwaard vond, om zonder lutho ifatie v Hun Hoog-Mogenden Schepen van Linie aan eer, zeker gevaar te exineerèn ind"erTonverhooptelyk de Vredes-Negoiiatiën mogten worden afgebroken ; vlóékendeZyne Hoogheid derhalveh, dat Hun Hoog-Mogenden derzelver goedvmverzoejcen e ^yne b Hoogstdezelve alsdan den Zeildag van de tmSïsS P , of voo het Schip Overysfel,Indien Hun Hoog-Mogenden niet goedvonden dat meer Schepen in de critique omftandigheden naar Noord-America wier. %£of gedelibetcërd %£iï goedgevonden en verdaan, dat Zyn Hoogheid zat wd^ als verzocht en ^au.honfeerd wordt m.rsdee- zen ombï Lands Schip Overysfel nog te voegen een Schip van 50, een Fregat van'36 Stukken, met een ligt Vaartuig, en de Zeildag voor de gemelde Schepen zo- Öa"&^^ Staatsvermogen en Vlag te.gnK* ,er £3 ie geé en, zou deeze vermeerdering van 's Lands Schepen ter gele.d.nge IJ^nz^n GevOlmaetigden Afgezant naar Amerika te luisterryker zyn. Maar de SuriS^rwïïkTzynè Holheid in het fpoedig vertrek van dien Gezant en deeze SchepeKdt, fchynt my eenig voorui.zigt, even fchrander a s alle andere door de. d ■ . PrSudcr aan den dat; gelegd in de Zaaken onzes Vaderlands, aanteduiden, f welk TJSkïS-UwJlS vff dit vertrek blykt, eenige onaangenaamheden voor dê Republiek bedoelt, die Zyn Hoogheid, doch onver hooptrfcbymtewrilen voo koomen door de vertraaging; als een.ge ongerusthe.d voedende, of men met ÏÏSeïhïïS, door 't af breeken der Vredes-Onderhandelingen, m t geval zou kunren en moeten koomen om den Oorlog op nieuw te hervatten, en dus onze Schepen dr?rioe by de hand te hebben. De Staaten, die zelden de Voorftellmgen van Zyne HcSTeidafwyzen, zomin als zy zyn Hoog-Wys Advis ter zyde ftellen, nebbe. ok dm weder aan deezen Propofitie voldaan. — Maar, Inaien .k oordeelen zou naar myn gering verftand, kon ik wel een tegenftelhng met myn vraagen doen, waarom Zyn Hoogheid 'er dan zo fchielyk by is geweest , om vooreerst onze Kustwwa"rders en, Wachifchepen buiten dienst te hebben willen gefteld, en met alleen 1 oók reeds bemalingen heeft voorgefteld omtrent de afdanking van nog 'f dêre (Stogfchepen; als Waneer hy als Kapitein- Generaal zekerlyk geoordeeld heeft, d f dezelven binnen weinig tyds den Lande niet meer van nut zouden zyn, en de Vredereeds fterk naderend was; al hetwelk ik niet weet overeen tc brengen met zyn Voorfte Tin deSe zyne Misfive, door Staatsbefluit bekrachtigd ; een bt f mt dat al» Se van de Geinaotigden der Souvereinen onzer Republiek, den kapi ein-AdSl tnTrzSvïSft zynde, toeftaat den Zeüdag_ ,;ar±felfs goedvm en te Kpmalcn — Hec zy my vergunu, ais, cux «ijgcuw^u uu,^,^ m vrv te uiten , op deeze wyze. Zyn Hoogh. vreest 's Lands Schepe. Pr^^leïJwVSoïpW afbrUing d« Vredes- OnUolrndelirgen bloot te  C T«o ) •ftellen, noc'nhms wil hy 'er liever vier in plants van één mar Ameriki gezonden bebben: Kï,4»r die togt most nog zo fchieiyk niet begonnen worden ; men moet voor 't einds deezer M lan.i den Heer van Berckel niet doea vertrekken : Men zal Zeilen als hot de Kapitein-Admiraal goed vindt. Zeer wel; deszelfs Hoog Zeegebied z«J wel daartoe deo besten dag weeten uit te keuren, al ware het zelfs dat ook de geheele Zomer verliep en esn der Herfst- of Winterdagen 'er zich toe opdeed. M.ar zouden d.m 's Lmds Schepjn, gelyk de ondervinding in 't laatstverioopen [aar ons nog ten alJjerbakliagiyk(t«4ri geleerd heeft, niet aan onë'iidig meer gevaaren'worden blootgefleld dan in het tegenwoordig Saisoen ? Vraag dit den besten Zeeman, en hy zegt niet anders, — Nog meer. Daar geduurende den Siilftand van Wapenen onze Gezant en zyne Ge-leiders, indien men al eens meer dan het Schip dat hem overvoerde 'er by wil voegen, zonder eenigen hinder de plaats zyner beftemming kan bereiken , zonder door eenige Engelfche Schepen te kunnen of mogen aangedaan worden, verloopt dien tyd ^ voor onzen Staat waarfchynlyk dierbaar, vruchteloos, en den Britten worden tyd gegeeven, om 'er eerder nog misfehien eenen Gezant van hunnentwegen heen f en meer voordeelen tc krygen dan wy , dewyl het alsdan voor ons ook wel, sis de verrieuwing des Oorlogs daar was, byna door onze Vy\,nden onmooglyk zou kunnen gemaakt worden, onzen Gezant te doen vertrekken door een voor ons onveilige Zee, en uit misfehien op nieuw door hen bezette Havens. Zie daar myne vrye gedachten wegens deeze Vertraaging, Grietje! God geeve,' dat zy vdel zyn ! Grieijü.' Uw oordeel komt my niet ongegrond voor, en men zou 'er nog wel eene andere reden kunnen byvoegén, die 'er mede ftrooken zoude: Dan deeze zal wel eens op eenen anderen tyd te p.s komen; ten tyd, vveike ik vrees, dat ons al langzaam nadert; dewyl toch alles by ors fteeds van 1 iPgzaamerhand gaat, tegen de oude vaardigheid der Hol lancet en aan, voor het wetkzaamfte \ olk op den geheelen Aardbodem weleer door alle am'ere Natiën eikent. Dan 't is ook zeker dat alle Beweegraderen van ons Staatsgefid geen Hollandfche zyn, en ware dit zo, dan zon menden Eerbied, d'e den Spuxeiuin alleen toekomt» niet zen overbrengen op deszelfs Afhangelingen, die al weêr de hunne hebben, tot in den lasgflen-ftand der Menfchen toe, onder web iken men vindt, die daardoor groot zyn geworden, ten koste van 't zweet en bloed hunner Medevaderlanders; ©f Vreemdelingen en kaale Edelen zynde, weêr de alJerkaalften van hunnen Lmdaart den Burgeren hebben weeten voortetrekkeu in vette Ampten en Bedieningen. Men mag h erover wel met Rechtvaardigheid in de Tiranny van Eigenbaat uitroepen: ó Eei/zv! ê Zeden! daar Rechtvaardigheid verftooten, En Ondeugd {wee! ö wee!) bej'chermd wordt vem dc Grooten. Dieivenje. Het zou ons niet ontbreeken aan voorbeelden om zulks te bevestigen,; voorbeelden, die ons dagelyks onder het oo^ vallen. Men bei'chouwe de Vleiers van onzen Eerften Staatsdienaar Hechts, en men zd bevinden, dat ze, om de meer dan tc groote toegcevenheid aan zyn Vermogen, dat alleen van 's Volks keuze afhangt,, , en welks Rechten door zyne laage Afhangelingen verkracht worden, dat die Vleiers,, zeg ik, onveigelyklyk meer tot Ampten en aanzienlyke Waardigheden worden verhe-ven, dan verdionlïige Mannen, oie, ver van zulke doemwertdige verlaagingen, lievermet hun felnde, de Rechten van hun Vaderland en Medeiarigeren trouwhartig blyven 1 voorftaan. — Nog iets en meer zal ons ftof vevich-.ffen, om 'er in onze aanfhiande: Sm.enkomst over te pra :ten. Genoeg voor het tegenwoordige. Vaarwel, Grietje!' Eet fmaak lyk en groet Krelis. Grietje. Ik bedank je, Diewertje! en wensch je ': zelfde. Groet Lcuweris. Gïdiukt by de Erve de wed. J. van EGMONT: op de «.eguliers BreêSfaat, te AmfteidamT"  GRIETJE en DIEWERTJE. 26 Juny 1783. N°. 26. Grietje. Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin Diewertje! Is X 't nog wei met de Gezondheid ? Diewertje. Volkomen, Grietje! Hebt gy 't 'er ook nog frisch meê? Grietje. Ik kan 't niet beter wenfchen, Vrouw! Ik zie gy hebt eenige Nieuwspapieren voor u. Zeggen ze iets van belang ? Diewertje. Zy fpreeken van groote Krygstoerustingen, zo wel aan de zyde der Turken als aan die der Rusfen. Zelfs hebben fommige gemeld, dat 'er reeds daadelykheden tusfchen beide zouden voorgeva'Ien zyn j dan dit blyft tot nog toe onbevestigd. Z* Ifs twyfelc men nog of het wel waar zy, dat het Hof van Petersburg den Oorlog zoude verklaard hebben, Dan men' zou het mogen onderftellen. Want ik vind dat in fommige Brieven uit Weenen van den 7den deezer Maand deeze uitdrukking gebruikt wordt. „ Op dit oogenbiik bevinden de Oevers der Zwane Zee , „ zich waarfchynlyk reeds befproeid met Rusfisch en Turksch Bloed". Grietje, 't Is beklaaglyk dac 'er nooit een vaste Vrede in de Waereld I kan plaats hebben. De oude Dichters mc gen van een gouden Eeuw ge; droomd hebben, zy hebben 'er nooit reden toe gehad; want toen 'er nog maar drie Manlyke Perfoorien op het Aardryk waren, werd één dier drie ; alreeds een Broedermoorder. Dus had de Vyandfchap en 't Bloedvergie: ten reeds plaats in 's Aardryks vroegfte Jeugd, en zal waarfchynlyk wel tot den jongften aller dagen duuren. Het vermoorden is reeds Eeuwenlang i zelfs een Ambacht en Kostwinning geweest. De Mogendheden ftellen doorgaans eer 'tr in, dat zy veele duizenden van geoorloofde Doodflaigers, die voor weinig Geld zich tot het Oorlogs-Ambacnt laaten gebruiiken, in haaren Dienst hebben; en dit is in de daad noodzaaklyk geworden ; want het is altoos goed tegen de aanvallen van Vyanden op zyne ihoede te zyn. Maar zou de Keizer ook in Oorlog met de Turken raa:ken, gelyk in 't algemeen gegist wordt? Diewertje. Dat weet ik niet, Vrindin! Maar ten aanzien van Hoogstdeszelfs toerustirgen lees ik, dat de Brieven van Weenen dit bericht geeven: „ De Krygstoerustingen neemen dagelyks toe. Een groot aantal Sme„, den is aangenomen, om verfcheiden Artykelen van Amunitie te ver„, vaardigen. Alle Soldaaten, die met verlof afweezig zyn, moeten N 3 zich  ( 102 ) , zich binnen 6 weeken by hunne refpeclive Regimenten ve rvoegen. De Troupen, voor hec Camperaent van Pest geicbikt, marcheeren naar " de Turkfche Grenzen, om het Cordon aldan- te verfterken. Het Cam' pement by Pettau in Stiermarken is gecontramandecrd, en alle de zich " aldaar bevindende Regimenten hebben ordre ontvangen, om zich 'r marschvaardig te houden. Ook wil men , dat de Regimenten in de " Oostenrykfche Nederlanden een diergelyken last ontvangen hebben, " en uit Tyrol is het Regiment van Migazzi reeds op weg. In Mora" viën is mede alles in beweeging, en te Olmutz worden groote Maga■ zynen aangelegd. De Tranfporten van Krygs-Ammtnftiènnaar Honga" ryen gaan onophoudelyk voort. In Croatiën en Slavoniè'n is reeds eene " Armée in gereedheid, om den Veldtogt, wanneer zulks noodig mogt * zyn, terftond te openen. Alle deeze omftandigheden maaken hec " meer en meer waarfchynlyk, dat onze Monarch in den op handen * zynden Oorlog tusfchen Rusland en de Porte deel zal neemen." Buitendien , meldt men, heefc de verwachting van eenen Oorlog de publieke Fondfen een per Cent doen daalen, en te Brusfel by de Weduwe Nettines en Zoon, Hof-Banquiers, ftaat eene Geldligting geopend te worden, zo men wil van twee Millioenen, a 4 per Cent. In weerwil van dit alles zyn 'er Brieven uit Weenen, en die men als van goederhand befchouwd, die niet reppen van eenig aandeel, door den Keizer in den Oorlog te neemen. • Grietje. De Tyd zal fpoedig doen zien, wat van deeze Zaaken zya zaj Maar dat onze Republiek voor geenen Oorlog te Lande te vreeZen moet hebben, fchynt waar te zyn, indien men gelooven moge dat de Staaten deezer Provincie de Troupen tot op 15,000 Man begeeren verminderd te zien. Ook begint men nu met meer vertrouwen van hec tekenen der Preliminairen, met toetreeding der Republiek te fpreeken. Doch men meent dat men 'er Negapatnam, ten voordeeleder Engelfchen, aan zal moeten opofferen. Diewertje. Zo zouden veele Bntschgezinden het naar hunnen zin nebben en dus zou de uitwerking der traagheid in onze Krygsui:rustingen 'ter Zee onze Oost-Indifche Maatfchappy den gevoeligften Slag toe- br Gnetj'e. Ja wel een gevoelige Slag, Diewertje! Een S'ag door de verdervende hand ons toegebragt. Maar wat a mbelangt de vermin¬ dering onzer Krygsmagt te Lande; buiten Oorlog zynde, kan men ook de onnutte menigte derzelve wel misfen. Wy hebben vooreerst geene Bar.  een fterkcn ftand., P™^™ f/meêr wanneer een ieder Burger men toe met gering^ ^""^ en dus beter zich ter verdediging zich den Wapeohandel^agcn maakten d ^ ^ zyner Stad, als t noog ware zou ^ Huurlingen, w^^e ^r uu pügt dan ^ ^ ^ door naar de bevelen van hunne S ft| Steden der Republiek zyn een Capitein-Generaal tegen de voor ^ ^ het aangevoerd ê£W°tf T^des verdoemh ken Dwangs op den nek te drukmogelyk, heSIZ^nVaDitin-Generaal met de eigen Legerknechten enken , opdat zulk een Capueiüene , ^ £ Be[aaU,eeren zich Wapenen van W*UfTSwb^X een Verkrachter der Vryheid, a!s een Overweldiger, etn "^g'y^ds der Voorvaderen vergooien om welke te verkrygen, «'^n blotas js ^ Z, als Alleenheerser ten Troon te z xten gei^dheer fa han_ gaa'ten door de magt ^f^S>J™ ^hen'wier pligt het ware den gegeeven, heeft onder van 't oude Griekenland hun te verdedigen Vu* W ™ . het dat Jullus Cezar het onder de magt der Tirannen geKO°^ £oomfche Republiek, welke hy Romeinfche Leger endeJ^ptnm der n d vtrm0gen had, in Frankryk tien jot^ ïS^r^dven werd aangezien, eindelyk, en bv de Soldaaten als Eigenaar cerzei i , lfwendde, en Rome die Hoofd-Vorfttn der Ww^o J Ketenen om de handen wrong, of naafscb gemaakt, ze ve aj^™n _ AUe de Repubiieken vaa opdatnyhethoog^ oyerheerd eWorden Italië zyn dus d^w^tn^_eitorwelk een hoogte van gezag de Medici Niemand kan onbewus zyn, tot w_ik ^ ^ ^ ^ larigs deezen weg gefteegen zyn zelf maar met voor een toeleg door Vorften uit net_Mul* * itcin_Generaal geen groote "S ^ ^ ^ ^ LU1' den van laage Geboorte ^ ^ blaazen> San kleine Knechts van kleine Baazen Wanneer nten hen van nooden heett.  C 104 ) - Maar wy zouden dus wel vergeeten de Taaien „„„ a acht te neemen; want al du bygSragteinaa"en^Vl0*0'1*™ «7* niettemin door Mevrouw de Mol vZcnZ! ge 00 t ^ cie meer in de Nieuwspapieren? 0 ^aoobt' ls 'er du niets Diewertje. Nog iets; naamlyk, dat de Vro»dTrh<,i, r. ■ fluit gemaakt heeft%m geene Recommandade^^™ rGo,,Bcta»« «*wlve ook op 't punt ftaat van te bcfiaiten «ene a!Z ; en dat de- dan aan eigen Burgeren te geeven. «-"'pten ot bedieningen anders Grietje. Bravo! Driemaal Bravo 1 Dm j Steden te handelen. — ' beh°°rde men !■ «He Hollandfche Diewertje. De Tuikfche Groot-Vizier is aelft m« „ r, gediend. Luister wat ik je dtswegen voor zaj"eïen g ' Recom™n^^n Lonftantinopolen den 2<- Mav. Men ï»,ho,i, " 1 zier, we.ke^n Minister groots tot l ftrSÏ T den Groot-^ vérzoch, hem een BeJieningje voor een zyner Vriendin ~De cfLT" • VeB hierop, op een ernlrigen toon, welk het beroco en^ CV Glool-v"«r vraagt Vrend waren? De Slaaf verfchrikt door het X ktktvaair'hede" van dien kent, dat hy voor zyne recommandat e eene fommfS hI 2y"en Mee""' be" hem hier komen, dien Geld- Vriend! zrid de VW en TT*?. ^ Uit nen zynde, vraagt hy hem: Waarom bedient iy u\S,deC&ï r"WfchW" myner Slaaven, om iets van my te verzoeken? n a beiniddc!lf,K van een wanten op die wyze, onder het beduur van uweriv„ " m7ner ^Overmaakt heeft — En wat is uw Betoep " j ^ 1°™' 7" ^rtufn gegy een goede Harp> - Ik heb 'er een gehad • ma*ikhüy!P ^ ~ Heht Geld byée'n «e ktygen, dat ik aan uw CgLSiÜeb hem ™ko*h. ™ het Hierop zyn Slaaf, urn hem het ontvangen Geld in h,»?' ,Pe Vl*ier gelast aan den Snppliant terug geevende, zegt h* Zfcd»»ï " * 1e,,en J en hetzelve Harp weêrom ; in alle de Bedieningen dié ik t Z' m7n Griend; kooP nH ™ de Vloot, deFïnantón, enz. konit geen Harpfpleïn ïï"™*» T'ndeArrac'e> Zynen Slaaf eenige Stok Hagen toctel.en, om ffife.Sn^j.fï lMï !er,ro,* diewertje! Goeden Eetlust, en de groe- J^^^^ Krelis. By de Drukfter deezes wordt in comnd^fiT^Ö^TT^ ! ~ ~ tegen de Weegluizen, het welk dat Suwelvk óMidd^ ▼ardryft. Het Flesje is 11 Stuivers aUCtIUWe!7k ü"gedi«rte terftond doodt ea Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBU sTTTkul^^F. " de Reguliers Brecfttaar, te Amfterdam. 7^1 ^  diewertje en grietje. •Grierje. Tfrindin Diewertje! Ik wenschje een goeden Morgen, unerje. y y el het zal my hef zyn. JaK w^rgrDodf bT„'iS Ce bieden, daa ve^e, Uicwertjc. wti ^.a ~ onzen goeden welltaaa Hebt gy niets « ^^^^ ^efvï zoekfchnft der Dordfche, Amltodanu öm beveiligd te Boekhouders van Schep nKooplieden^ fcV ^ mogen zyn tegen de ^S^J11^11 ^^klaarcn en dus om geconvoyeerd te Oorlog tegen de Re^ubhek^e vEskader'oorlogfchepen, worden ten fpoed gfl-e, doo ee!^en^ de!iUreerd zynde, is goedderwaards en weder her*^rd W aarop B f Requaste zal ge- gevonden en ^"^^l™? den Heer Prins van OranjeenNas- fau , met verzoeK °m ^'B Scv£nf n der Ingezeetenen van den Staat, reis heen en ^^K^eid immers ook wel haast maa- k S tv de tetro'sch worden , en onze Zeevaart en Hande grootdyks van onze zyde te tronen-^ru , Engelfchen niet zo fterk kunnen ^^SS^S^é^N^ meent te hebben kunaangekant als het grootite en^ ^ ££rfl daan den tegen  < C ioó ) Diewertje. WU Vrindin! Niet van éénen,.maar van veelen !?mv verzeekerd, dat de behandeling der AfriKaanfche Kustbewoonende Turken om:rcnt de Christen-Slaaven veel menfchelyker altoos is dan die -der Engelfchen jegens de Krygsgevangenen Hollanders, voor'al in den nog met gcëindigden Oorlog, door hen zo onrechtvaardig als verraader- lykons aangedaan. Men denkt evenwel, ais rechtzinnig, dammen die infehiklykheid niet met de Turkfche Roovers zal gebruiken d;e men zo ruim den tfritienon heeft toegegeeven. De eerfte hebben in ons Gemeenebest immers die Vrienden niet, d:e de laatften hier vonden nog fteeds vinden en altoos vinden zullen, zo lang het verderflvk Brirfrh^ bloed zich met het Bataafiche in de aderen van fommige veelvermogend* Iiieden vermengt, van welken weêr anderen afhangen, dewyl zylaag genoeg zyn, om, uit een verFodlyke zucht tot Ampten of Schatten hec waare welzyn hunner Medeburgeren aantevallen, te beftryden te'verdrukken, ja, konden zy, geheel ten onder te brenp-en fn^iJ, hunne ingebeelde verhoogmg flechts door vinden konden. Hiertoe houden zy niet op tc arbeiden met mond, met pen , met daaden waardoor zy ten klaarften toonen, dat zy geene Republikaanfche, geene Patriottifche, maar in tegendeel Anglikaanfche en Antipatriotc'ifche denkbeelden voeden. Dezulken vinden vermaak in het leezen van een misleidend Politiek Vertoog, door een verraaderlyke Pen van een onwaardidigen, die zich een' Regent noemt, op het Papier gefteld; terwyl zy in tegendeel in hun onrechtzinnig gemoed de kloppingen en het vroegen gewaar worden, op het leezen der Brieven van eenen onverzetbaaren rechtzinnigen Candidus. —> Dezulken zyn het, die zich liever aan den ftrammen ftyl van een' zogenaamden, doch onöprechten Ouderwetfchen Nedtrlandfchcn Patriot vast houden, dan hunne vereischte goedkeuring hechten aan de Mannentaal van Welmeenende Vaderlanders van deezen Tyd. Dezulken zyn het die zich geftreeld vinden door hec kwispelen van Reintjes Vosfen-Jlaart, cf de draaijende ftreeken der valfche Penne van den zich noemenden Reinier Vry aart, (in de daad Vleiaarti) en deeze verre boven de ronde taal van weldenkende Vaderlandfche Schry veren licfkoozen. Dezulke zyn het ook, die van alles wat de Post van den Neder-Rhyn medebrengt een af keer hebben, en met greetigheid aanneemen het geen die naar den Neder-Rhyn hun'onder 't oog brengt. Grietje. Men weet het, Vrindin! Maar, gelukkig dat men hen ken£ VOOS de geenen. die zy zynj, naamlyk. voor onwaardigelaage, baat.. Z5e-  ( io7 ) zoekende, vieuuchiige Schepfelen•, Pesten van den Staat, Belaagers der Vrvheid Eerlooze Onderdrukkers hunner Medeburgeren, en Bedervers van hnn Vaderland , dat niet dan met het uiterfte verdriet zulke Ontaarden noe draagt Maar de Magiftraat van Rotterdam, gelyk ook die van Leiden heeft den Post haak den Neder-Rhyn verboden, waarvan de redenen niet duister te f Dfewerti*. Die redenen zyn dukklyk genoeg gelegen in de noemende taal, welke de Schryver of Schryvers 'er van gevoerd hebben ten opz.gte van t gedrag der b.ste Regenten deezer Steden. Maar ook is de Pm* van den NederRbyn in des Barons* " ^&™Ê^Yv^hJ^™n gelden! - Dan deswege heeft men niet*  ( 'K3 ) Vetnomen; ook geloof ik dat het Zyn Hoog-Ed. Geb. onmooglyk zy ge» weest die Roervinken by den Staart te doen grypen. Grietje. Gelukkig zyn wy dat wy in Amfterdam leezen en herleezen kunnen alles wat 'er gedrukt wordt, ten zy het Gefchriften zyn, die 's Lands Hoogheid of de Ovetheid van eenige Stad in 't byzonder kwetfen; maar het Recht en de Waarheid vertoonen zich hier altoos in het Gezelfchap van de onbekommerde •cn waare Vryheid, die, Gode zy dank, hier nog de onbenevelde Straalen van haaren ouden luister verfpreidt op den Vryen Burger en Ingezeten, alleen door de wakkere Befcherming van de onvermoeide Vaderlandliefde der Teugelvoerende Overheden deezer Waereldftad, in welke men geene dwangzuchtige Heerfchers, msar integendeel zachtvoerige, doch rechtvaardige Regenten ontmoet ter handhaavinge van de hun toebetrouwden Post. Zo blinken hier de Wethou' ders, de Rechters en de Stadbeflierders uit; ja Stadbeftierders, die het van hunnen Pligt achten der Burgeren welzyn meer dan het hunne te behattigen, terwyl een ieder dier Burgeren 'er eer in (lelt hen met een dankbaaren eerbied en otage-veinsd gemoed zyne geliefde en dierbaare Vaderen te noemen. Diewertje. Wel is dit waar, Vrindin! Wilt ge nu nog iets anders weeten dan zou ik u kunnen zeggen dat de Stadhouder en zyn Hoogvorftelyke Familie op de Haarlemmer Kermis is geweest. Grietje. Och, wat wil dat zeggen! Al behaagde het dien Vorst ook met Zy* Jien luilterryken Stoet de Amfterdamfche Kermismarkt te komen bekyken. • ■Maar onze Stad ligt w*t verder van den Haag en is ontzaglyk Volkryk. Dus zal dat niet kunnen gefchieden, zonder vrees voor veele ongelukken, en die behoort men altoos voor te koomen als het in onze magt ftaat. >— Ik heb gezien dat 'er nieuwe Haring is; ik wensch 'er een goeden vangst van, en onze Visfchery geluk 'er meê. Vaart voor het overige wel , Diewertje! Eet 'fmaaklyk en groet Louw-Baas. Diewertje. Ik bedank je , Vrindin'! Ik wensch je het zelfde. Groet van mynentwegc Krelis. Het aiömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Noieboome, Maghoniehoute, Verlakteen Gebruineerde Cabinetten, Bureaus, Laêtafels, Stoelen, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig te maaken, en de Wormen in 't geheel te verdryven, gelyk men daaglyks by ondervinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fiicces verkogt by de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stuivers. NB. Het is ook ongtmeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere Matten. By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkocht, het oprechte Hamburger Vliegen-Water, 't welk de Vlieger, binnen korten tyd doet Sterven. Gedrukt by de Erve dc Weduwe JAGOBUSvan E G M O N T fop" de Reguliers Bre<5ftraat, te Amfterdam.  G RI E TJ^en^J^WER^TJÊ. 10 July 1783- N°. 28. van Duitschland en te fs ^.^i, zomen verneemt, deer yk Groningen en Overhel » ^ "^^^dfoog e welke men aldaar reeds fótoll gefteld, ter oorzaake van de »nh°udtsn.f| ^ Beicren wordt daarentegen van de maand April gehad heeft - u^olkbreuken en Ovetftroomingen gemeld, verfchriklyke> Onweêrer.^aare wol de RegeD) die waarby het Graaffchap dagen en d.te nachten aldaar zonder met fterke ftort.ngen was neergeval enft(CekeH twee eUen hoog had ophouden gedaurj zo dat het W« veric en geftaan; de Donderdagen waren w hevig overftroomd ge- veele Schoorfteenen ingevalleni xyn^'f ^^^re Voorraad-Magazynen ende worden ; het Zout-Magazyn, te Glaz J^MeDfchen iyn daatby omgekoCafernen ftonden vol Water, O WP"»^ hadden geftaan, zyn wechgedreeBf £ïÏÏ Kffkt«word. te Neisfe aileen op ftydinge der Volken » de HandGod ttade * ^ reeds 0or. naar het Hem behaagt. Daar mQgm We ons wel ennneren, deelen op de Aarde meêr dar. 00 voorhee^^Xolen haarer nog fteeds gedat de onweêr ftaanoaare ^.{j^ta^^Menschdom uitgiet, den geheelen tergde Gramfchap over 't hardnekkig zona£cf .fc Ues met dien ver- Sdkloot in ^.^^^^^^tSS^wct denfpot dryven; derven wat 'er op is. ^et onomx ^ Aard. het fiddert nochthans op de enkele verhaa^^ cn ^ des meer is. beevingen, Onweêren Overftroomuige^ Jr™ m bgeeven zy dan dikwils op Zulks alles verricht by hen de Natuu . M aar w de Bewerkft„ ', hooren van eenen i waare*.Donder «g' £^aken dan zy doet? In 't eerfte van alle deeze Onheilen ? Of kan zy_ nietjinden wer ^ ft al| geval iou men dan een Almmoge.d „xynde, zou dat Weezen handelende willekeurig en ona hangly^. Maar, ^ ^ ^  ( HO ) behouden dan een krachtelooie Mengelklomp ? Wie tou dit van eene Godheid kunnen gelooven? — Is de Natuur eeuwig, dan moet zy zekerlyk in Haat zvn om zich zeiven ftaande te houden zonder einde; maar is zy verg3nglyk en verderfiyk dan is zy eindig: Dan is zy ondergefchikt aan hooier mtgt; en in dit geval heeft zy haar Oorfprongk, haar Beftaan, aan een Alvermogend en Eeuwig Weezen te dansen, dat ze ook ten dienst moet ftaan, dat haare werkingen beftiert én dezelve of vermindert of vermeerdert, of haar zelve daardoor verbyfterd tot haarer verzwakkinge; waaruit men dan zekerlyk befiuiten moet, dat in zulk een Alvermogend Weezen haaien Schepper, haaren Jjeftierder, en naar deszelfs wil ook haar Vernietiger te vinden zy. 1 ' Diewertje. Dat is wel zeker, Grietje! Ik ben in 't zelfde begrip met u en de Chnstelyke Godsdienst leert het aan een ieder. Nieuwe Verfchynfelen in de Natuur zyn duidelyke blyken van Gods Almagt. Was de Natuur altyd dezelfde, onveranderlyk en eeuwig, dan zou zy haar tot vermindering van zich-zelvc geene Kwaaien aan haare gewrochten toebrengen. By voorbeeld de Rundveepest i heeft men federt het begin deezer Eeuwe hand over hand toe zien ne-men Ia de voorgaande Eeuwen heeft dit Kwaad niet of zeer weinig geheerscht Heeft de Natuur dit te wege gebragt? Immets neen. —. Waren de Kinder-' pokjes voor een Zestal Eeuwen nog wel bekend? — Immers neen Ik zwyg van andere Smetziektens, andere Verfchynfelen die men de werking der ■ Natuure volftrekt ten onrechte toefchryft, als ware zy de Verootzaakfter derzei- ■ ven alleen. — Ware zy die , dan zou men wel voorbeelden van dezelfde' Kwaaien w de vroegfte tyden vinden. Ik beken nochthans dat 'er in die ■ 1 yden Kwaaien hebben geheetscht, die men thans niet of zeer weinig bent • als by voormeld de Melaatsheid; welke zeer gemeen in CanaÜD en onde- 't'oudè : Israël plagt te zyn; in zo verre dat de Kleederen, de Wanden der Huizen dus Steen \ en Hout zelfs, door die verderflyke Plaag werden aangetast en onbewoonbaar • gemaakt, zo men naar het Voorfchrift van de Wet dezelven niet zuiverde Men zie Levit. XIII en XIV. Waren deeze Voerfchtiften natuurlyk of waren'ze • Godlyk? Bragt de Natuur de Plaagen aan, en kon zy dezelve niet geneezen ? ' Waartoe dan die Wetten ? Immets om blykbaar te toonen, dat 'er een God een Meefter der Natuur was die alles vermogt, om ze te beftieten en té be> paalen naar zynen Wil, waarvan alles afhangt. — Maar, Grietje! Een Plaag ts 'er, die, fchoon andere opgehouden en weer andere in derzelver plaats zvn bekomen, van het begin der Waereld ftand heelt gehad en uit den verdorven aart des Menfchen (op dat ik niet zegge der kwaade Engelen) haaren oorfprongk trekt: Naamlyk de Broederhaat. Deeze heerscht van het begin der Waereld tot nu toe onder het Menfchelyk Geflacht. Tweedragt, Moorderyen, Oorlogen zvn de uitwerkingen van dien Haat, die nochthans op verfcheide wyzen in oefening gebragt wordt en daartoe bekleed met flaauwe redenen, d;e nergens anders toe (trekken dan om uittemunten in de Waereld door uitgeftrekte Bezittingen door t verkrygen van Troonen en Kroonen of aanzienlyke Eerampten en hooge Bedieningen. — Dan het kan niet wel anders zyn, zo 't fchynt; Maar die  (1,15 A-, rf«*«en almede Gods aUesbcttierend Vermoge» niet vindt, dien za. meo werf eenS hrtbra te overtuigen dat hy een Mensch is, die zynen oorfprongk werk genoeg n«u. verfchuldigd kan zyn. — Niets is 'er noch- fe?ol^ of Mogendheden hunne magt alleen nachten f,1 k ^Vn om de verhevenen onder hunne Medeftervehngen te veriaagen beih te braden om de vernev Qnderdaai.en Bezittingen en Goederen en E? Onderdrukte^ SMaavS van hunne Heetschzttcht te maaken. — Dit alles U En^enWTSöoT debet wel toelaat, maar niettemin fttaffchuldig acht ~ Se Plaa" v 't Menschdom vond nochthans altoos vermeerdeling, en daar ll-f, m»n Vclfs Wetten uitgedacht, volgens dewelke men het Ambagt van toe heeft mf, ""SorWJ„ "rin|Huurgeld oefent, zo wel ter Zee als te Lande. Br£rt SiK gevallen doen ' Vrindin? Wordt eene vreedftiftuf Natie Tange vallen door eene geweldige, wat kan ze m dit geval andets noen Xh verdedieen om het geweld af te keeren; dit immers Itaat haar redelyker r ^;7nfttergwvze vry : zy mag het zelfs niet verzuimen; want in dft geval &?41SKX& hlareifvyand te ipaaren, niet mm der als Saul m 't l u l„ l \e*e die echter door geenen Samuel verfchoond werd. behouden van Agag d.eecn 0 ^ ^ ^ Qorl dfiS HOEREN o, r?o 4en; maar of zulks ten onzen tyde minder plaats heeft dan H fc. L K n in oonuusw y „rooter Vernuften over dan het myne. Men toen, »an^ waatlchynlyken Oorlog tusfchen fn zullen neemen ;) maar men kan 'er nog weinig van zeggen. De tyd zal fpoedig verkondigen wat 'er van zy. w r£eds verzekert gdyk;k j£. dafuifiere^Sjffl B^a»^ ^even zyn, die melden dat de Ruslen dat uit eet.e voui« r M ondertusfchen zeer ver- W^KS^ vêSnta men wil dat Frankryk en Spanje meener, zich met evenzo vee irecht te'kunnen verzetten, tegen het pleegenen V yandiykheden met even zo toto gemelde Zee, als Zweeden en Deenmarken ten aan- i^r^^^^oSS^SSna hebben, als waarin die Monarchen niet t v Z S tomen van Oorlogfchepen of Kapers, om holtiliteiten tc pleegen; toelieten het Somm van ^, fc p , ^ ^ ^ ÏSJ M^ mSen ook ** ™™ der'Middelandfchc-Zee zullen r i ,^hnoW- hunner ligging aan dezelve; althans die Mogendheden zullen ffinS'ook' EsquSrsSarm doen komen, en misfehien ook nog wel an- ^SrtS MffiSe., aelf~yxe, evenzo Uiewerlje. ^Ul' , 7 d t d Kmtbezittende Mogendheden dier Zee beflomen „ .tejel.^JfoJ&gffigB Landen en Staaten hebben, even als die, welUe langs oev b ^ . nderen a)s die jegens haar  C in ) ten befpoeld, toegelaaten; eren weinig en nog minder, zoude ik oordeelen on dat zy als Wetgevers aan a'ie anderen Natiën in de Oost-Zee den Vrede bei volew hebben en nans zelve in de Mildelaudfche-Zee, zonder eene dier Natiën te ontzien, den Oorlog willen overbrengen. Dit kan 'er volgens het Recht dl Volkeren niet door, zou ik vermoeden. Ook weet ik niet dat de Oost-Zei meer een beflooten Zee kan genoemd worden dan de Middelandfche • dewyl dl meefte Volkeren en elk dte het goedvind dezelve kan bevaaren 't'welk moetoegedaan worden, indien men aan de Kusten derzelver Sch'-pe'n wil z<"en dii de Waaren van het Land tot Veordeel van hetzelve komen af haaien en andere- daar noodig zynde, brengen. De Natiën buiten de Oost-Zee «eflootec zynde zoulen minder de Oost-Zee noodig hebben, dan de Oost-Zee haar dï zich in de bepaaling van de Oost-Zee alsdan mede zouden moeten houdenn Nochthans zyn er Binnenlandfche Zeen, cie volftrekt oi:der één Gebied van: eenen Staat behooren ; die rondsom omzoomd worden van de Bezittingen van diet Staat cn over welke geen andere Natie iets het minfte te z.-ggen heeft £>■) !^?,de.i?uSt?ce- 2° ,ni?; ? begcert men hct zo te zyn» dan is h« met dd Middelandfche-Zee insgelyks gelegen. Grietje. Dit is iets dat natuurlyk fchynt voort te vloeijen uit de Zaak zelve* Maar hoe is 't met ons Zeevermogen? "»vc,c Diewertje. By vermindering, op hoop van Vrede. ^.Grl^e. Vrede is goed. Maar men fchynt die nog niet zeer voordeelig | ▼raaien f^' E" WMrt0e ^ VCrmindering van Zcer™gt, zou men moge» l Grutje Die vermindering aan den éénen kant ftrekt misfehien tot vermeerde* nog aan den anderen. De Oost-Ind. Compagnie wil wel afgedankte Doeeerbam kers m hunnen Dienst hebben. Die Helden weeten wat 'er gedaan moet worden i als de nood aan den man komt. — Maar om my niet langer op te houden en n te verhinderen, zullen wy het by het verhandelde laaten, Vrindin' Derhalveri' wensch ik u vaarwel tot weêrziens. Eet met fmaak en groet Louweris KreHseWer'je" Ik W6DSCh jC '* 2dfde' Gr'e,je! D°e dC &roetenis van my aam By de Drukfter deezes wordt in Commi,fie verkocht, de oprechte Stouehtonn Elixer Magnum Stomachicum , of het groot en Hartfterkend Maag-Elixer • zvndid een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veele andere Ligchaamskwaa'eni Het verzegeld Flesje met een Bericht is n Stuivers. Hetzelve kan overal verr zonden worden., By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkocht, de oprechte en onverbe-J terlyke Koorts-Pleisters, die door hunne nutte uitwerkingen tegenwoordig zeul beroemd zyn, zo wel voor Bejaarden als Kinderen. De Prys is 8 Stuivers. Gadrakt by de Erve de Weduwe J ac O B U S~vaV1e GMONT - oV de Regulier» Breêftrtat, tt Amftirdam. *  DIEWERTJE en GRIETJE. 17 July 1783. N°. 29. Diewertje. f^ozd en Morgen, Grietje! Is't nog alles wel, de GeVJT zondheid betreffend .*? Grietje. Volkomen, Diewertje! Dank zy den Heme1. Hebt gy het t met den Levenstoeiland ook nog wel ? Diewertje. Ik kan 'c 1 iet beter wenfchen, Vrindin! —1 Maar wat Nieuws is 'er in de Waereld? Grietje. Ik weet'er niet van, Diewertje! De Waereld is ook zo groot. 'Er gebeurt wel 't een of ander in van ons verre gelegen Oorden, dat tot het byzonder behoort, zonder dat wy het hier te weeten koomen. Ook valt 'er dikwils iets voor, waaraan men niet wel onderricht worde, en zelfs in dit ons Vaderland: ja, in éëöe en dezelfde Srad zal dikwils een gebeurde Zaak op verfchillende wyzen verhaald worden. Diewerije. Doorgaans ondervindt men dit. Men mjec dan geea naauwkeurige waarheden in de Nieuwspapieren roeken, en zyn geloof niet hechten aan berichten, die, met hoe veel waarfchynlyk heid bekleed, echter naderhand of te voorbaarig of gehed ongegrond bevonden worden. Grietje. Evenwel kan men door den tyd de waarheid in deielven ontdekken. Men kan de Zaaken, die fchynen te zullen gebeuren niet anders als waarfchynlyk voorftellen. Op deeze wyze kan men zeggen, dat een Oorlog tusfchen Rusland en de Porte onvermydelyk is, en op dezdfde wyze zou men den Keizer als Deelgenoot in dien aanltaanden Oorlog, ter hulpe van Rusland, kunnen befenouwen. Ojk zyn de Turken, zo veel zy kunnen, daartegen op hunne hoede. Zy verlterken Bdgrado en in den omtrek dier Vesting zyn 12,000 Spahis en 600 Arnauten gdegerd. Insgelyks zyn de Turkfche Benden in de binnenfte Provincië.i in beweeging. Maar het Ottomannifche Leger zelf, zege men, is in een verwarden toeitand wegens deszelfs Veldverb'yf, hebbende fommige gewoone Tenten, anderen flechts Planken, Struiken en Biezen, waaronder zy gefchoolen zyn, terwyl nog anderen zich in holen onder de aarde ophouden. ' De Rusfifche Armee ondertusfchen rukt met groote marfchen aan door Polen, zonder (dus fchryfe men uit Warfehau van den 28 Juny) de Hoofdregeering van dac Ryk om den doortogt verzocht te hebben. Deeze Armée ftaat onder de bevelen van den Prins Wolkowsky, den Prins Repnin en den Graaf Soltikow, wdke voor deeze Troupen in Polen reeds groote Magazynen hebben doen oprichten, en met dezelve tot aan de Turkfche Grenzen genaderd zyn. Men wil dac de Porce liever bui¬ ten dea Ojrlog zou willen blyven en Rusland veele van deszelfs beding- P pun-  ( ) punten inwilligen, behalven den afftand van Okzakow en het naast aari de Zwarte Zee grenzend gedeelte van Tarturyë, 't welk echter op eenen hoogen toon door hec Hof van Petersburg geëischc wordt, dat vasc voortgaat met bewyzen te toonen dat het zyne oogmerken ten emftigicen ter uitvoeringe poogt te brengen; zynde de Rusfen reeds in 't laatst dtr voorgaande maand Juny tot aan den Dniefter voortgerukc. Diewertje. Waartoe, zou ik wel vraagen, een"Oorlog met de Ottomannen aangegaan, zonder reden 'er toe te hebben, dan alleen die, welke op het byzonder belang van Rusland voornaamlyk gegrond zyn, hoezeer dit ook met de algemeene belangen der andeieEuropeefche Mogendheden flrydig is?— Moet de Waereld dan eeuwig in twist leeven? Zal de Oorlog derzelve heil aanbrengen ? Immers niets dan rampen! Of zou men Gode eenen dienst duen, met de Ongeloovigen te beoorlogen, die men nog niec weet of men wel overwinnen zal ? Ik geloof neen. ' Grietje. . Hec kan niec anders dan waar zyn, dat men 'by den Vrede voordeel vindt, indien men niet door eenen Oorlogzuchcigen Nabuur wordt op 't lyf gevallen ; en dit kan ik niec zien dat de Turken den Rusfen hebben gedaan. Ik ken de Godsdienstregelen van beide niet • ik weet alleen dat de laatfte zich Christenen noemen; en dus zoude ik niet kunnen oordeekn in hoe verre hunne Gevoelens met de Gewyie Waarheden overéénkoomen. Dit rochchans weet men, dat de Groote Catharina zich in alle haare handelingen zeer Christelyk heeft voorgedaan. Hec was zuiver Christelyk in 't begin haarer Regeering een Revolucie onder haarer Onderdaanen te dempen, eene Revolucie, ftaande welker woede zy den ontydigen Dood van eenen tedergeliefden Gemaal betreuren moest; het was niec dan Christelyk wat die onvergelykelyke Vrouwe deed'ter bevrediging haarer Nabuurvorften en Volken;— het was niec dan Christelyk hec geen haare fchrandere Staatkunde wegens de Gewapende Onzydigheid te wege heeft gebragt; en zekerlyk zal flie ChristelykeKeizerin van 'c Noorden zich niet overgeeven aan Driften die niet ftrooken met het vreedzaam gevoelen van andere Christenen. Diewen je. Hec zal dan met een Christelyk oogmerk zyn dat deeze Oorlog a nvaard ftast te worden door die Groote Keizerinne, en niec anders dan om de Chustelyke Vryheid te verder uittebreiden, e'n of hier toe niec dienftig zy hec geen men leest reeds gefchied ce zyn, ten voordeele van den nieuwen Sophi van Pcrfië en de beide GeorgiaanfchePrinfen, zon ik niet vreemd zyn te hooren beweeren door de Eerfte Vernuften, die 't geluk hebben van die aller voor crtflykfte Vorftin van naby te kennen. Maar wat heeft Rusland race Perfië ea Georgië van doen ? Grietje. Zo veel, denk ik, als de Keizerin het noodig oordeelt, om hec ;  C iiJ" ) het Turkfche Gebied allengskens kleiner en 't haare grooier te maaken; hiertoe, zegt men willen de Grieken van de Eilanden inden Archipel medewerken , en 4de Opftand van de Egyptenaaren zal almede tot een middel kunr.en ftrekken door I welk de Rusfifche Grootheid en haar Wapengeluk Hand zullen kunnen houden. (Dus gelyk men fchryft, zal het Turkfche Ryk van alle kanten en met groote iovermagt worden aangetast. Hier komen nog öy ce Onlusten m Egypten, en t Seen de Grifken op de Eilanden van den Archipel zullen medewerken. — Men Eet reeds in Weeren een Rmfisch-Keizerlyk Manifest, tot de gemelde Grieken ■ibetreklvk in welk de Keizerin denzelven, als Inwooneren van zonnige Eilanden dl 'verzekering doet: „ Dat by het opvatten der Wapenen haar oogmerk geenszins zy, om hun een nieuw juk opteleggen, maar hen van het Turkfche f OnHnSibhcn'fchynt het Hof van Verfaiües de groote Toerustingen der RusRen tegen de Turken, vooral ter Zee, met geene vernoegde oogen aan te zien. Want men wil dat in eene Cot ferentie van de Rusfftche Afgezanten Baratinsky en Markoff met den Graaf de Vergennes door de Eerften zoude voorgedragen «zvn - Of Zyne AUerchristelykfte Majefteit daar iets zoude tegen hebben, dat zich"nog icia 11 Rusfifche Oorlogfchepen voegden by de 6, die te Livorno ?" waren waarop door den Frantchen Maats-Minister zoude geantwoord zyn, !"' dat de Koning zyn Meefter met geene onverfchilligheid zou aanzien dat er f" een grooter magt in de Middellaudfche Zee kwam, dan ordinair». En inger volge dit antwoord zouden de Toerustingen tó Toulon en Brest dan ook geor- d°An%de"Brieven melden dat de Heer de Markoffin de gemelde Conferentie in fubftantie zoude voorgedraagen hebben, „dat zyne Souvcraine mtt geene onverre fcbKtöd ianzag, dat 'er Fiatdche Officieten naar I urkyen vettrekken om ' ï de Pmte tegens Rusland te dienen; waarop door den Graat de Vergennes zou" de geantwoord zyn, dat zulks gefchiedde door zu ke Lieden welke zich \ " voor den Koninp wel gekweeten hadden in den Oorlog; deen die, thans hun ' " Vaderland geen dienst kunnende doen, hunne demisfie hadden verzocht, om ' " verder hunne vermogens te oefenen, ter plastfc waar gelegenheid was om zich ' " te perf a'oneeren; dat Zyne AUerchristelykfte Majefte.t met. konde goedvm' " den zvnen Onderdaanen te bezwaaren met den last om hun zulks te verbieden ; " maar dat het die Officieren even vryftond ook in dienst van Rusland te treeden . Hierop, wil men, dat voorn. Heer Markoff de gedachte viaage deed, en een onvoldoend antwoord ontving. i V. \ De Heer de Markoff zoude, volgens de betichten, zyn teonvrederheid daarover wat al te fterk hebben doen blyken, na den zin van 't bransch Ministerie; doch of hetzelve daarover naar Petersburg, zo als men 'er byvoegd, zougefchre- VeDÏSjeiS VrtgStf^p der meefte Staatkundigen zou het algemeen PeS der Europeefche Mogendheden door het byzondere ten voordeele van Rus'and te veel lyden, indien men infchiklyk genoeg was om die Mogendheid £ Hoofdrol op hei Tooneel der Waereld te laaten fpeelen en de Balans alleenm de STgeeven om naar haare keute de fch«l van Oorlog of Vrede tothor : t>  C 116 ) voordeel te dnen overflaan, door te veel Christelvk nWt > • . ,. legd. — Dan men hoopt immers nog op « Ve^elvT Sti 'V'^?,,*6 fchien wordt het fpoedig getroffen Maar w-rhlf' e Turken Mi tusfchen ons en Engeland > WM h°°rt men van de VredesbefluitJ klaSri2iezynMen VerW8Cht eerStd^S de te bekomen dat de Zaak Diewertje. Dus zullen wv eindelvk on* nnr rfPi„w meer aan het verderf des Oorlogs tr zywfi uk'S.m^n achten van niej niet van onze zyde ten nutte cebruL hei . * d', eenen '>'d' dien ™e« voo-by gaan , na de voordeden™^t' « aCbtó°nS heeft Iaaten *aam als moedwillig te hebC^rwanrloosd7 ™ Mlvtn aai:b°°d> feilen van den 'do Jog £™en Lenlf L d,,?" ^k^^' cvenwei verd''enen 4 den Grootften AmpïnaSr-Mi™^^^^ begaan hebben, al ware het im men weeten wil of ^ml^S^^A^^' > ï dat ook die van den Stadhouder ah Site^ het voorgewend Rebrek van Scheens èn ÉS' 7™ °fva'!ch ^n ™genr ^zeilen der bettende Schepen^'nZr^r^ V^6a™K ™ * Officieren hunne Meefters de Heeren Leden de" a"i°r?««!™ g^rek, door die, legie van Amfterdam, op den hals^gefchooven V°°r'aI fer Co'- hebben vrygekend, en'voorts ttT£„ Z^^ echtAr !e,rftond ds~ ce refpeaive Ad-. naar Brfst In dit R-PPor.?ht^ weeren de Admiraliteiten, dat het aan haar nier»nl V„ A Remanteerd is, beditie geen plaats heeft gehad; fotTwó^S fjffi™ 'ü' '>e" EïpC-" daartoe gedestineerd, van alles wat^^oo g Diewertje. Zie daar dan die BefchuldieiW, IA Y voorz,en, enz. heeft, maar niet beredeneerd als efflZdK^--' ^ Wd gewend! drag in deeze Zaak. Immers zou di■ JJ-rded.iR'Dg we?™ gehouden gC- . Mf de bafis ter rechtvaa^SingM" ye^G^n^taTh^ *d ^ ' Maar ik kan in 's Mans Gefchrift zulksni-t vifd-n ^ moefeR loof ik Dus dan verontfchuldigen z'ch ml feCht' SÊTT "ï™' m?' Re" der Admiraliteits-Gol.egien; en dus zal meti a"ai v^S?'? ^ Zien verdwynen. Nu , Grietje ' Vaarwel ~, ™ ^"rwendfels wel m mok Grietje. Ik bedankje, Vrindin^en. wïS'je S' 7 Rr0et KreHs! den Baas. wensen je zelfde. Doe de groetenis aan Gedrukt by de Erje de wldWT^US>77EGMONt"- de Reguhers BreéftrMt, te Amfterdam T" °P  GRIBTJj£_ENjME W BRT JÉ. a^Tjüïy-1783- N°- 3°- Grietje. oeden morgen, Vrouw Louwerisfe! ts 't nog 'wel met de Gezondheid? Diewerrr ^ zo wat loom en ftram in de Leden, dat ik aan de werking der' dampige, doch drooge Lucht op den Mensch, die ze inademt toefchryf, niettemin ze meer vat op den eenen dan den anderen heeft ' Hoe hebtgy 't met den Welftand, Vrindin? Grietie Wel; doch ook als door een Geest van Traagheid beheerscht. Maar, Diewertje'! wat zeggen de Tydingblaadjes? . Diewertje Voor zo veel men zou mogen opmaaken uit een gedeelte der Aanfpraak van den Britfchen Troonbezitter aan 't Huis der Lords , bv het doen fcheiden van 't Parlement, fchynt het niet duister te blyken, dat de Vrede zo naby nog niet is, als fommigen zich wel verbeeld hadden. Ik twyfel niet, of gy zult zulks nevens my oordeelen. Dus laat die Koning zich hooren. Ik had gehoopt, voor het einde van deeze Zitting, het genoegen te "uilen gehad hebben, om u te berichten, dat de Artikelen van den al" «meenen Vrede volkomelyk geregeld waren ; doch de ingewikkelde " aart der zaake, by hec discuteeren van ieders belangen, heeft de On" derhandelingen onvermydelyk doen uitrekken. Ilc heb nochthans alle " red-n om te gelooven, uit hoofde van de geneigdheden , door de ver" fcheidene daarby geconcerneerde Mogendheden betoond, dat zy allen " ten vollen overhellen tot het neemen van zulk een befluit, dat de Ze" eeningen des Vredes verzeekeren zal, die zo zeer en zo gelykelyk by " a'I*3 de Partven gewenscht worden." " Grietje. Ik oordeel zekerlyk he: ze'.fde met u: De reden van de onvermvdelvkeVUrekkinge der Onderhandelingen is onweêrfpreeklyk het belang v-n een ieder der famenüandelende Mogendheden; en dat het een der voornaamfte belangen van de Republiek is, Negapatnam aan onze Oost-Indifche Maatfchappy te rug gegeeven te zien, vereischt geen de m D^wenje^Daarom denken veelen dat de tekening der Vredesvoorbedingen geenszins zo kort op handen zy dan men zich wel verbeeld had, blvvende men van onze zyde ftaan op het behoud dier gewigtige Piaatsin de■ Üo't-Indiën, behalven dat 'er ook nog al vry wat te fchikken zal weezen wegens een vrye vaart door de Indifche Zeeën. Worden deeze Zeeën voor een ieder onen gefield, dan zouden het de Europifche ook moeten p 3 zyfi.  ( nS ) zyn, cn dit zou niet overéénkomen met het belang der Noordfche Mogendheden , vooral niet met dat van Denemarken. Grietje. Terwyl gy van 't Noorden fpreekt, Diewertje! Hebt ge ook geleezen hoe het met de Groenlandfche Visfchery ftaat ? Diewertje. Volgens berichten van twee Engelfche Groenlandsvaarders, reeds vol naar huis gekeerd zynde, zouden de Hollandfche en Hamburger Schepen mede een goede Vangst hebben. Grietje. De Hemel zy gedankt en brenge hen gelukkig ter behouden Havers. Hoe het met onze Haring-Visfchery 'is , daarvan verneemt men niets. Deeze en onze^ Kabeljaauw-Vangers of Doggers bragten in vroegere tyden en nog zelfs in de voorgaande Eeuw het Gemeenebest veel voordeel aan, en niets meer dan deeze Tak van Koophandel, by welke veele duizenden Menfchen de kost plagten te winnen , en tevens van jongs op ervaaren Zeelieden wierden, behoorde vooral begunftigd, aangemoedigd, uitgebreid en des noods krachtdaadig befchermd te worden. Diewertje. Zo had het al vroeger zeer goed geweest, dat men 'er voor gezorgd hadde; maar het is met deezen zo wel als met anderen Koophandel zeer verminderd en in laagen toeftand, dus ook in flaauwe handhaavinge gekomen. Grietje. Dat is wel waar, Diewertje. Maar wat zegt men van onze Huishoudelyke Zaaken? Diewertje. Niet veel. Men heeft het Tytelprintje voor den Polityken Kruier te Amfterdam verboden, en doen aanzeggen by alle Boekverkoopers en Drukkers geene Gefchriften te doen drukken en uittegeeven , waarin de Stadhouder of eenige andere Aanzienlyke Perfoonen gelasterd worden. En zie, dit behoort ook zo niet te weezen; men kan daarfom de waarheid wei zeggen, al lastert men niet. Het zou geen welgevoelend Vaderlander zyn, die ooit kon toeftaan dat de Vryheid: der Drukpers zou beteugeld worden tot zo verre, dat zy de hand op den: mond zou moeten leggen, zo dra het der Dwangzucht behaagde haan zulks op eenen heerfchenden toon te gebieden. Zo dit in ors Gemeene* best plaats greep, zou het fpoedig met alle andere onzer Rechten eni Vryneden gedaan zyn; want met welke Wapenen zouden zich de Ondergedrukten dan verweeren ? Hoe zou dan iemand zyn Recht voor 't! Oog der Waereld brengen; het eenigfte middel daartoe is immers de Drukpers; die is alleen in ftaat om aan het oordeel van 't Volk de Zaa-, ken te doen toetfen. Dus is het zeker, dat de Vryheidlievendet Amfterdamfche Magiftraat, die Vryheid ook niet tracht te onderwerp B.£ni  ( U9 ) o„ „«milvkp vorderingen , of trotfchen dwang. Dit begrypt S S^^S^ zelfde braave Magiftraat heefc zyne «£dZaakby Wolk zelf door middel der Drukpers gerecntvaardigd. ~ Ü feene beicL den wyze dan zyn meening te uiten ftaat een ieder vry. ÏÏrkt hv eenverkeerd, dat iemand die beter en wel denkt, hemms?eKk P t befche denheid overruige en te recht brenge met zyne Denkgei5ies met Deiciiciu _ fomtyds gebeuren, dat iemand, wan- n,er ny nK.r*u m oorfpronk uit die verongelykin- hart Z^t r^o^JtZeJIn WyL wel zouden dul maaken. ^fkÈZ^é^er6,g^ zo zeer als den VeröngelyMaar o-k qic mu^ ut o j asteren, ^Ée^'NieS'betaamlïker dan de Betaamlykbeid zelve; en al het Unie dac hy op <^^'J*&^^ fa fcSme«^ riro-e deezer Stad de waarheid der Zaaken bemint. ivien mab ut vofftelkn aan het Geme.n, gelyk wy by wyze van een praatje g ^Mannen insgelyk,, a's ^f^J^^£^% oude 't zy nieuwe, zo wy maar de. waarheid van de geö-ur.a ^ j>  C 120 ) en over de nog niet gebeurde naar ons begrip met een Patriottifche genegenheid voor de goede Zaak oordeelen. Diewertje. Zo is het indedaad, Grietje! Maar om nog iets te zeggen: Dat ook de Noord-Amerikaanen onder de Vryheden van hnnnen Onafhanglyken Staat die der Drukpers hoog fchatten en handhaaven is zeker. Ik zal u ten dien einde het volgende voorleezen. Luister, Grietje; dus luidt het Artikel. Philadelphia den 6 Mai. De Vryheid van de Drukpers wordt alhier aangezien als een weezenlyk deel van die Onafhanglykheid, welken wy door Moed en Vaderlandfche Trouw verkreegen hebben: Dus worden ook de Schryvers, die zich bevlytigen om die Beugden aantekweeken door het Volk met drifc ontvangen. De Nationaale Schriften vermeerderen daaglyks, en men telc 'er reeds meer dan twaalf, die in onze Provinciën rond loopen. Onder die Tydfchriften komen byzonderlyk in aanmerking, het Dagverhaal van ConneAjcut) 1'independant Ledgerde Mercurius van Newport, en een Courant, getytelt Salem. Die Patriottifche onderneemingen verkrygen alleen hunne waarde van de bekwaamheid des Schryvers en van de geneigdheid der Leezeren, en worden geacht als Inftellmgcn, die in ftaat zyn om de Liefde voor het Vaderland te onderhouden. Grietje. Wel nu, zie daar dan, Vrindin! Niet anders beoogt onze dierbaar e Magiftraat, en niet anders moeiten deOpftcllers van Tydfchriften handelen. Wy willen immers dit, zo veel mogelyk, in onze Samenfpreekingen ook wel in acht neemen. Maar nu praat ik aj niet meêr: Ik moet nog eenige Hu.islyke Zaaken verrichten, die zeer noodig zyn; want myn Krelis, dewyl hy werkt, moet ook eeten; en dus is het myn pligt, gelyk gy den uwen in dat ftuk mede wel kent te zorgen, dat het ten gepastën tyde voor hem gereed is naar behoo'ren Nu, vaar «vei, Vrindin! Eet met fmaak, en doe de groecenis aan LouwBaas. Diewertje. Ik zeg je dank, Vrindin! Leef gezond en gelukkig Groet Kreiis. 7 6' By de Drukfter déezes wordt in Commisfie verkocht, de oprechte Stou^htorïs Elixer Magnum Stomachicum, of het gruot en Hartftcrkend Maag-Elixer; "zynde een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veeie andere Ligchaamsk'waalen Het verzegeld Mesje met een Bericht is 11 Stuivers. Hetzelve kan overal ver.' ronden worden. Gedrukt bj de Swe dc Weduwe .1 A C"ÖgulTv anEGM ONT :~op" de Reguliers Bre*H»i&r, tc Amüztdzw.  DIE \V^j/TJJE^N^G^R IË T J E, 31 July 1783- N* 31- Diewertie /^\m je een frisfchen Morgen, als naar gewoonte, te Diewertje. #^ 1™^.^ ? om een Kop Koffi met je te drinken, om wat met je tTpraaten, en vooral om wat Nieuws van je te hooren , vSfchynT ot uwent, Vrindin Grietje! op myn beurt Maar ook Som iï om naar uw gezondheid te verneemen. Is het daar nog wei r&^?^l^*d««i, Vrouw Louwerisfe! Vaart gy ook nog wel? . 3»»*£ fsToed! %'U U k!aar; men kan ze drinken: Men S 'ook wi wat te praaten vinden. Maar Nteuws weet ik je met "DtaSj? Veel hoeft het ook niet. Al te veel U ongezond, Vrin(,in' 'Er zal wel iets voor handen zyn. , Griet e Nu wel ja. Het voornaamfte dat ik in dl Nieuwspapieren vind i dat Frankryk op Rusland blyft begeeren u de Middelandfche Zee geengewapende Vlooten te zenden, fchoon men echter wil dat et fi Sfche Ooilog-Schepen en 5 Fregatten van Cronftad denaards Jvn onder zeil gegaan. Men verwacht aan *t Hof van Verfailles met den Sften^rifHk antwoord van dat van Petersburg wegens die vlkiïxinz, welke men kracht zal byzetten, door een genoegzaam ge, X SchSSf, "eds gereed om van Toulon in Zee te fteeken; terwyl men aldaar zo wel als te Brest, eveneens aan het herftellen en bouwen ^n sSepen werkt, als ware men nog in 't midden var1 den Oorbg; vvnde 'er geene Werklieden, veel minder Zeevolk, afgedankt Zelf. wTmen daf in den Omtrek dier Stad een Corps Troupen zalbyeen trekken voor 't welk men reeds den Voorraad verzamelt Alle deeze omfëndiXeden fchryft men onder Parys van den 21 July, doen befkiten It hef Hofmagt^y de hand wil hebben, die gereed is om te kunnen %'iewertic Altoos in een welgewapenden ftaat, naar vereisen van 7aaken të zvn is loflyk en oorbaar. Daarom begrypen veelen het niet, dat 'er, Sr verering van Vrede nog te hebben, onder onze ZeeHeden eeds een zo merkelfke vermindering heeft plaats gehad Grietje. Men is hiermee fpoediger te werk gegaan dm met het mr>  ( 12* ) rusten. God geeve, dat wy het ons maar niet bekJaaeen door de eevJ gen die deeze voorbaangheid ons met groot nadfe? zoSekunnen voortbrengen. Men hoopt het wel niet; dan wie bevrydc ons van de vrees voor het tegendeel ? ucvryac ons van de Diewertje. God alleen zou zulks, kunnen doen, met de Zaaken ren onzen besten te bellieren. Ander, is het niet te voorzien, dat wV fer eene fchikkmg in kunnen maaken, ten onzen voordeele. Men wee?dat de Vrede tusfchen Frankryk en Engeland nog niet geceekend Z in c£ Prehminairen tusfchen den laacften en onze Republiek nog niet gereguleerd zyn j behoorde men dan met ten minfte met onze Zeemagt in dfnzelfden ftaat te zyn gebleeven, as waarin wy by 't aanvaaX/der wt penfchorsfmg waren? - Zy, die van hunnen Eisch op een vooLamP Bezitting m Neêrlandsch Indien niet aftebrengen zvn zien Lr l? dat wy ons zeiven verzwakken door AfdankiS Thoo™ff g g? dat door dezelve de Oost-Ind. Cbmp^T.o^^TlSS dienst krygt, het geen ik ook gedeeltelyk geloof waar te zy« maï? me? een vermindering nochthans die het Land meer fchade dan de Compagnie voordeel zou kunnen toebrengen, indien men op nieuw genoodzaaEierd zich te moeten verdedigen, 't welk alsdan nog minder Loglyk wa,Tdan men wil dat het reeds te vooren zy geweest. ' Grietje. Het is zo Diewertje! Maar laat ons echter het beste blyven hoopen; en dit beste beftaat daarin, dat Gods zegenende en behoudende Hand zich over ons dierbaar Vaderland uitftrekke, en de verdervende welke zich reeds vóór der, Oorlog onder ons geopenbaard heeft, w e ê rl houde en krachteloos maake; want die verdervende Hand heeft byna alles tot ftraffe verricht van ons en van ons vry Gemeenebest dat door dezelve te gronde wordt gedrongen; dat zynen Koophandel; zyLZ bnquen, zyne Rechten, Voorrechten en Privilegiën door dezelve of geheel vernield, of deerlyk onderdrukt ziet fi Diewertje. Evenwel hoe zeer die Hand des Verderfs zich ook heeft doen gevoelen m t.verkrachten van veele Rechten, Vryheden en W rechten van verfcheide Steden en Gemeentens, het Acht derVryZi van ie Drukpers Un zy tot nog toe evenwel niet ten onderbrengen Wyk de Vryheid van ronde Vaderlandfche Taal te fpreeken ef de Zaaken by haare naamen te noemen; Braaven en Getrouwen te verheel lyken om hunne Deugden, - Schurken en Verraaders als Eerloozen te verfoeijen , indien men van tyd tot tyd ziet, dat ze toch zonder be trachting honncc Pligten, voortgaan, ten bederve van degoêdeZaak .Dat deswegen deDrulpers ook misbruikt wordt, ziet menmfdc'vantyd tot tjd,  ( m) tyd , cn zulks is ook ftraf baar. Wat rechtzinnig en weldenkend Mensch kan* veelen der in de Waereld zynde Paskwillen en Libellen leezen, zonder dezelven te verontwaardigen? — Zy zyn 'er die te verre buittnfpoors loopen, lasterlyle Leugens voor Waarheid willen doen doorgaan, en al fchynen zy tegen de Antipawiotfche Party ge-igt, kan men duidelyk genoeg maken , dat ze dezelve door Oproerverwekking trachten te begunftigen, op dat de Patriotfche Party, uit wier kooker nooit verfoeilyke Lasterfchriften kunnen koomen, in den haat raake by ligtgeloovige Lieden, en eindelek door deeze Werktuigen des Verderft haare Veêrkracht gebroken zie. Grietje. Zulk een verfoeilyk Gefchrift was een Verraaderlyk Politiek Vertoog, dat niet minder ftraf had verdiend als 'er op dien allerlasterlykften gevonden Brief tusfchen Utrecht en Amersfoort gefteld is geworden. Zulk een Gefchrift was die zogenaamde geene Verzonne, maar echte Samenfpraak tusfchen een Amfierdammer en een Hagenaar, over 't gedrag der Zee-Officieres; en meer zulke, die in den eerften opflag fchynen de goede Party te begunftigen, en ondertusfchen de Antipatriottifcheften Anglomanifche ten yverigften toegedaan zyn: Maar als Zelateurs van dezelve verkeerde ftreeken gebruiken; doch als_ woeste Stuurlieden hun ranke Kiel op de onwrikbaare Rots van 't Patriotismus ten barfte zeilen. Diewertje. Het is zo, Grietje! My dunkt dat akoos wel denken, ook altoos wel leeven doet; en dat zulks van groot tot kleen moet worden in acht genoomen. Maar dat de trotschheid zich doorgjans aan een Ampt van gezag hecht, is ook waar, fchoon het zo niet behoorde te weezen; Hy die een gewigtig Ampt bedient, zou zeer veel roeros verdienen, indien hy altoos bedaard handelde, en naar befcheidenheid te werk ging; dat niet altoos gefchiedc, om dit de Hoogmoed de Nederigheid, dia doorgaans waarheid fpreekt, voor blind kent, ende beste begrippen uit Zelfbelang te fluiten tracht. Maar dus gaat het in de Waereld, terwyl de blinde Plutus zelfs de Patroon der Goudzuchtigen blyft, dia het recht meenen te hebben om alles voor Geld te koop te ftellen. Grietje. Zwyg maar, Diewertje! Genoeg hiervan. Laat zulke Goud» zuchtigen zich als waare Tantalusfen voordoen, of het Lot van Midas onderp-aan, wy mogen 'er ora lagchen, en denken: ,, ö Trotfche Dwaazenlv waartoe toch dient uw Geldzucht — uw trotschheid u toch anders dan " alleenlyk om u-zelven te plaagen?"— Wanneer de Vorften zelfs eens zullen beginnen te gelooven dat zy nie: meer dan Menfchen in hunnen 2 Na*-  'I 1*4 ) Natuurftaat zyn, Zal elk door de Reden overtuigd worden, dat zy geea ander Richtfnoer in hunne Regeering behooren te volgen, dan het geen die Leidsvrouw des Verftands, hun in de handen geefc. Maar dus zou men tot het Zedekundige koomen, en dat is oud , ten zy men het Zedelyk Gevoel van deezen Tyd zou willen kavelen ter verkoopinge voor nieuwe Waar, en dan een Makelaar daartoe in 't werk ftellen, die eenige byzondere Faculteiten had doorkroopen en wier Kleederen met Academieftof, door 't leezen en reciteeren als een tweeden Le Francq bedekt waren (dien men nochthans 6 weeken tyd heefc gelieven te geeven ter fchoonmaakinge van dtszelfs btfmet Gewaad:) En wat nog meer? Grietje. Niets! Gy maakt my maar in de war. Ik dacht dat gy my meer van de Rusfen, van de Ooftenrykers en van de Turken verteld zou hebben. Diewertje. Och, dat zal ik op een anderen tyd wel doen, en anders , vertel jy me 'er toekomende week wat van. • Grietje. Ik zal zien wat ik dan zal doen. Diewertje. 't Is wel, thans groet ik je; groet Ook Krelis van mynentwege; leef gezond en eet fmaaklyk. Grietje. Ik wensch je het zelfde; groet Louweris. By de Drukfter deezes zyn nog eenige Exemplaaren te bekomen van de aanmerklyke Levensgevallen van JANNETJE, die uit den ftaat der Dienstbaarheid, na ontelbaare Wederwaardigheden, Rampenen allerlei byzondere vreemde Ontmoetingen, is opgeklommen tot die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zeiven kortelyk aangeteekend, ten voorbeeld, leering en aanmoediging van al de geenen die anderen Dienen en daardoor hun Fortuin hoopen te bevorderen. De prys is 4 ftuivers. De Hervonden Kinderen, of Hiftorie van LEONARD en BREGIT TA van A***: Behelzende hunne Vinding, Lotgevallen, Ontmoetingen en Ontdekking door hunne Ouderen, en derzelver toeftand en ftaat. Benevens het onverwacht Geluk, of de geredde Jongeling; zynde eene Gefchiedenis welke onlangs in een vermaarde Stad van Nederland is voorgevallen. De prys is 4 ftuivers. . Gedrukt by do Erve de Weduwe JAC O BUS vam EGMONT: op de Regulwrs Breiümt, t« Amüerdam.  GRIETJE en DIEWERTJE 7 Augustus 1783^ N'. 32. Grietje. Tk wensch je een goeden Morgen, Diewertje! Hoe is 't J. met den Welftand? Diewertje Even, als myn Louweris! Loom, geeuwig, flaauwacritie zonder eetlust, maar geduurig dorftig; nu heet, en dan huiverig. Dan ik denk, dat het een gevolg is van de droogs Dampen, die men ineeïdemd heeft, en met de hitte door 't bloed heen gedrukt zyn. Ik vrees dat men in den aanftaanden Herfst van veele Ziektens zal hooren. Hebt ev 't nog wel met de Gezondheid, Grietje? Grietie Zeer wel, tot nog toe, dank zy Gode! Maar wat zult g| met my praaten, Vrindin! Is 'er wat byzonders in de Tydingblaadjes? Diewertje Niets, waarby onze Natie voordeel heeft. De Engelfchen hebben uit de Oost-Indien tyding, zo ze zeggen dat de Generaal Matthews op de Kust van Malabar de Hoofdftad en t Land van Bidenour 00 de Maratten veroverd heeft, en dus meent men zalTippo Saib, Zoon en Opvolger van den overleden Hyder Ali, geheel het Carnatifche R\k moeten ruimen. . Grietje. De Zoon zal mogelyk zo gelukkig en dapper niet zyn als de Vader was. Deeze en nog andere Gaaven , 't zy van de Fortuin, t zv van de Natuur, zyn geene goederen die van Vader op Zoon als Erfgoederen overgaan. Salomo, de Vcrflandigfle, de Rykfte, de Pragfiefte en Gezeegmdfte aller Koningen van zynen Tyd, het eenen Zoon na die immers zo trotsch als dwaas was, en daardoor oorzaak van de Scheuringe der twaalf Stammen, van welken hem niet meer dan twee eetrouw bleeven, over welken hy bleef regeeren, terwyl Jeróboam, Staatkundiger dan hy, de tien overigen aan zyn fnoer hield en over dezelven heerschte, op welk eene wyze weet men. Diew rtje. Dit voorbeeld is 't alleen niet. 'Er zyn een menigte van dien aart te vinden in de Gefchiedenisfen aller Volkeren, en of ze 'er ten onzen tyde zelfs niet wel zyn aan te treffen, daaraan zou men byna niet kunnen twyfelen. , _ , , , „ , Grietje. De thans vrye Noord-Amerikaanen zouden derzelver Zegel waarfchyrlvk in de eerfte plaats aan uwe beöordeeling hangen. — M3ar esnocg George de Derde is eenigen Tyd hun Koning geweest. Had ook in vroeger tyd een Philips de Tweede de Lesfen gevolgd van 0.3 zy-  ( 12(5 ) zynen Vader Keizer Karei (fchoon die reeds, gelyk Salomo den Ifraëfiten deed, onzen Voorvaderen het Graafly k Juk vry hard had gemaakt) dan had hy zo veel Lands, Volks en Schatten niet verlooren, en indedaad dan zou zyn Kleinzoon zich niet genoodzaakt gezien hebben, afftand van deeze onze Vereenigde Landfchappen te doen, en derzelver Inwooneren voor een geheel vry Volk te verklaaren; voor 't welk wy Gode nooit genoeg kunnen danken: En daarom is het een eerde pligt van ieder Inboorling dus Lands, ja zelfs van den Inwoonenden Vreemdeling, die dezelfde Vryheden in Godsdienst, Handel en Wandel als de Ingebooren geniet, te waaken tegen alle inbreekingen op die Vryheden, opdat geene ketenen hunne handen en voeten prangen, en geen yzeren Juk op hunne halzen gedrukt worde; 't welk eener verdervende hand wel juist niet eensflaigs zou gelukken; maar echter na dat- men zich eerst als met zyden koorden had laaten knevelen, zou men 'er eindelyk niets tegen doen kunnen, wanneer het die zelfde hand goedvond ons in yzeren boeijen te fluiten. Diewertje. 't Is zeker, dat op deeze wyze de vrye Volken, want van den beginne zyn'er geen andere geweest, dienstbaar onder 'tjuk van Eenen, gebragt zyn ge worden; 't is langs deezen weg geweest, dat de meeste Despotique Regetringen hebben ftand gegreepeo ; ja 't is op deeze wyze dat door die Regeeringen de rechten des Menschdoms, in veele opzig- ten, verkracht_ zyn geworden. Wel is waar, dat deeze laatften zich weder eenigzins hebben opgebeurd door middel van de Drukkunst, die al kort na haare geboorte een merkelyk licht over alles fpreidde, wat den Menfchen in 't algemeen hunne verpligtingen aan God en weêrzyds aan elkander had leeren kennen; maar dat haar nut dikwils nutteloos is gemaakt door 't misbruik is zeker; waarom men naar believen, Kerklyke en Waereldlyke Wetten in alle Landen gemaakt heeft tegen het verfpreiden van gedrukte Boeken en Papieren, die of de Kerk of het Hof geoordeeld wierden te beleedigen; maar op eene zo zeer verichillende wyze, dat men uit hoofde van onderfcheidin Godsdiensten Regeering, in 't eene Land een en 't zelfde Werk door Beuls handen deed verbranden , 't welk in een ander Land als allerdierbaarst geacht en yverig ter leezinge gezocht, herdrukt, verfpreid en fterk aanbevolen werd. Nochthans, naar den aart der Vryheid, heeft de Drukpers ook altoos meer Vryheid gehad in Republieken, dan in Ryken of Staaten, daar Een de Meefter was. Tot de Vryheden des Volks behoort in allen upzigte de Vryheid der Drukpers: Door welk ander middel kan de goede Gemeente zo volkomen, zo algemeen onderricht worden van 't geen in 't werk gefield  ( "7 ) {Veld wordt, of tot bevordering of tot vermenging van zyn welvaart en belang* Mag een Vry Vo'k oordeelen over de handelwyzen der Gemaetigden van uit deszelfs midden tot Bellier van Land en Steden verheven ; dan mag de Vryheid der Drukpers niet zo verre befhoeid worden dat ze het Volk niet rondelyk zou doen zien hoe de Zaaken des Lan'ls zich toedraagen, en daaruit opmaaken het gedrag van die StaatsAmptenaaren, welke hunne verheffing alleen aan hunne Medeburgeren te danken hebbende, ook het recht hunner Medeburgeren, volgens Eed en Pligt moeten handhaaven; ja zelfs het Volk doen zien waarin het door anderen misleid word: En zeker kan en moet zulks gefchieden door het vermogen der Vryheid van de Drukpers. Rechtzinnige Regenten zouden voor hunne Medeburgeren , voor de goede Gemeente dan wel niet meêr mogen fpreeken, of deeden zy het, zy zouden van de hand worden geweezen, overftemd en mooglyk nog wel geftrenger tegen recht, wet en reden, behandeld worden door een Party, zo Volksgezind, zo Vaderlandlievend niet, maar magtiger om derzelver meerderheid, hebbende aan 't Hoofd misfehien zulk Eenen met wiens vermogensonwettiglvk te willen vergrooten, en Hem boven zich en elk op te vy zelen, zy braave Regenten en weldenkende Burgeren zouden willen onderwerpen aan een willekeurig gezog, op dat'er een bvlooring van hoogere Ampten of Bedieningen op vallen mogte. - Dië Party kan in een Republiek, gelyk de onze, niet beter worden tegen gegaan, dan door de vrye (evenwel niet losbandige) Drukpers. Men zal toeft.ramen, dat de Drukpers ten minfte de vryheid heeft om de Gebreken uit de Deugden te kennen; en t is deezer wvze dat ze de eenen zo min als de anderen in Menfchen, van welk een rang, ftaat, of ftand zy zyn, mag of kan voorbygaan aanteftippen. Ee? Diogenes in zyn Ton, achtte zich zo goed als een Alexander in 't midden zyner Overwinningen: ja zelfs gebood hy hem, dewyl de Ligchaamsfchaduw van dien Waerelddwinger belette dat de Zon hem niet befcheene, uit den weg te gaan; het geen hy wel genoodzaakt ware te doen: en dus was m dat geval de Hondfche: Diogenes meer Koninglyke Wysgeer, dan Akxander een Hondfche Filosoof. Maar door dus te redeneeren zouden we den draad van ons voorftel verliezen. Ik hervat dien weêr, om tot het recht van de Vryheid der Drukpers te koomen , en zeg, dat met recht een ieder gebruik er van moge maaken , even als Diogenes van het licht der Zon begeerde te hebben tegen den Grooten Jlexander: En men heeft zelfs met veel genoegen gezien, dat Zyn Hoogheid zelve er gebruik van ge-  ( 128 ) maakt heeft, om Hoogstderzelver verdeedigen.de Memorie te doen verfpreiden in 't breede en in 't beknopte, en toetelaaten dat dezelve gedebireerd werd, om dat men wel eens gehoord heeft uit den Mond of Pen van den Verdediger zelf dat 'er een Oppofitie in de Republiek moet plaats hebben. Grietje. Het is zo. Een ieder heeft het geleezen en kent hem, die het als tot zyn grondregel heeft genomen, die zich als Oppofant gedraagende, ztkerlyk Party kiest; maar, volgens wiens uitdrukking men evenwel zou onderftellen moeten, dat, indien de Republiek kwame optehouden een Republiek te zyn, 'er dan ook een einde aan de Oppofitie ware. Diewertje. God behoede ons daarvoor. Hoe Staatkundig deeze Stelling ook moge zyn, alle Weldenkende Vaderlanders zullen 'er, gelyk ik vertrouw, een fterke trek van 'i Machiavellismus in vinden. Maar, om niets meer omtehaalen: De Stof ter verdediging van de Vryheid der Drukpers is zo uitgebreid, dat men met dezelve wel een groot Boekdeel zou kunnen vullen. Dan, zal niemand haar verde¬ digen ? — Zal men ftilzwygen ? — Of moet de Drukpers alleen ten Dieofte van den Dwang in beweeging worden gebragt? Grietje. Geenszins, waarde Vrindin! God zegene haaren loop tot nat en voordeel van Vaderland en Vryheid. Hiermede al weêr genoeg gezegd. Ik wensch u en Louweris Beterfchap, Diewertje! Eet fmaaklyk en groet den Baas. Diewetje. Ik bedank je, Vrindin, en wensch je wel te vaaren; goeden Eetlust, en de groetenis aan Krelis. By de Drukfler deezes word thans uitgegeeven , het Leven van den Baron van AppelSop: Zynde een Verhaal van zyne Geboorte, Opvoeding, Levenswyze, vreemde Ontmoetingen, aardige iïedriegeryen , Minnehandelingen, Reizen ter Zee en te Land hollebollig Huwelyk met een Zwarte Prinfes, en terugkomst in het Vaderland. De prys is 4 duivers. AMELIA, of het ongelukkig Huwelyk; waarin op eene voorbeeldige wyze wordt aangetoond, hoe eene Dochter misleid kan worden, door verkeerde Denkbeelden van haar Ouders. De prys is 5 ftuivers. DOMINICUSenSERAPHINA, zynde een Minnehandeling tusfchen een Fransen. Officieren een Corficaanfche Dame; doormengd met tedere en te gel vk aan genaame Gefprekken. De prys is een zesthalf. Gedrukt by de Erve de Weduwe J A GO BUS vak E G M O NT^op~ de Reguliers Breéftraat, te Amfterdsm.  DIEWERTJE en GRIETJE. 14 Augustus 1783- 33. Diewertie Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin Grietje! Hoe J' 1 ftaat het Leven'ermee? — • _ rrietie Frisch, Diewertje ! Is 't met u al weer gdyk het behoort? Gnetje. frist1, j j s het beter dan 't geweest is. — Diewertje. Nog « etJ ^fje? Melden de Tydingblaadjes niets? Wat Nieuws is ^ &ri ^ ^ ,gr ^ ^ i, Gfrt£ekkin, op d Tmicfche Zaaken. De Mufulmannen willen dat beeft betreding op an de Rasfen., die reeds zonder On- veele der Chrlsten-Mogendheden de logsverklaarmg (ge yk^zwks ^ vaastaatkunde en een Mode fchyn geworden te zyn ,,— — ' " ai Augustus 1783- N*- 34- - CieOe. Ja ^ » ™ * " tha,M weêr wel. ., , ê gezond; rnaar van Leden nu &*. . * ^^feerSet wat pyn ik 'er aan heb uitgeDiewertje. o Mensch. jéwja *y Qm e£n Na3jd ftaan, en hoe mj dit <*evaIndedaad docreenDraad te krygen , en Om het ruwfte Huiswerk te ik kan geen gat in een Uopptn ^ _ gint reeds te beteren. mec u> _ drink een K^..« ft^St - gebreken is de Diewertje. Ik verlang er na , wan n g ^ ^ Nieuwsgierigheid een hè»jf ekcPnd> Vrindin? zeggen dan de J^f^de V r g. ^ g • rietje/ker^ktrekfïui een Utrechtfchen Brief van de. 18 Aug m indien zeker ujtrek«HW-J d 2C gepiaatst, met de waarheid ovcreénftemt, zoude m n d in uit) 1S het met alleen zo, " v ïnrkwyt zynTmaar moeten nog bovendien aan de * dat wyL^aC^p vrve Vaart op de Molukken, en hen accor, Engelfchen toeftaan de Vry^Vatrt op wy bewaard zyn, " Frankryk, Span- „ is, het vernieuwen e. „ Vrede reeds tot accomplisfe- h nen hebben gegeeven dat wy dachten, zo uia y. ^  C *34 > uitvoeringen en venraagingen onzer verdediging zagen, dat de geheele Zaak toe onzer fchade zoude afloopen, en dus zullen wy 'er de fchande dan nog by gevoelen van dat wy niet gedaan hebben 't geen wy hadden kunnen doen; daar wy den aart der Britten meer dan te wel kenden om té vertrouwen dat ze tot hun voordeel ons niet zouden aanvallen' gelyk zy deeden, en wel op de onrechtvaardigfte wyze. Nooit had die Natie andere Denkbeelden dan op haar Zelfbelang, en nooit heeft zy haare Vrinden rechtmaatig behandeld. De Trotsheid, de Heerschïuch. én de Ondankbaarheid zyn en zullen altoos haare Kenmerken blyven Grietje. Dat is zo; maar daartegen behoorde men ook altoos op zyn hoede te zyn. Toen de Britten ons op 't onverwachtst en zonder recht of reden aanvielen, achtten zy het noodzaaklyk voor hunne belangen •m dat zy wisten hoe zwak onze vermogens waren, om hen den verëischten tegenftand te bieden, en zy gingen voort met ons te behandelen even als een fterke en gewapende bende Struikroovers op de openbaare wegen een zwakke en ongewapende Party welbegelde Reizigers doet. Zo konden de Britten onze Schepen en Goederen rooven, zo konden zy onze Bezittingen gemaklyk overmeefteren; en zo fchryven ze ons de Wet voor om ons den Vrede naar hun genoegen te doen teekenen: In dit alles zullen zy zekerlyk zich nog wel beroemen Heldendaaden te hebben uitgevoerd. Maar kanwel één Mensch, die naar zyne Pligten denkt, daarvan dus oordeelen? Of heeft hec gezag van eene Mogendheid meerrecht ora te zondigen tegen de Godlyke en Menfchelyke Wetten, dan Menfchen van een Jaager Geboorte ? Werd het onrechtvaardig benaderen des Wyn\a&*=n,het ombrengen van Naboth, den Xsraëlitifchen Koning Achab door Gód zo ftrafwaardig geoordeeld, dat Hy hem daarom zynen ondergang en dien van zyn geheele Afkomst en Huis deedt voorzeggen • zo mogen ille Geweldenaren, zy zyn dan Koningen, Vorften of andere gezaghebbende Stervelingen, zich wel erinneren, dat die zelfde God ook unne onrechtvaardige Handelwyzen zien cn zoeken zal. Bezittingen op een zodanige wyze verkreegen, behoorden dan wel te rug gegeeven te worden. & & & Diewertje. Daarom liet zich de Leermeefter van zekeren grooten Koning tegen Zynen verheven Leerling dus hooren t ,, Wat de Vredes-Traclaaten betreft, moet men dezelve a's niec waar„ dig aanmerken, niet alleen in onrechtvaardige Zaaken, welke het ge„ weid heeft doen doorgaan; maar ook in die, onder welke gy eenige „ kunftenaary of dubbelzinnige bewoordinge vermengd hebt, om 'er by m guaftige gelegenheden uwe voordeden, uit te trekken. Uw Vyand is „ u*  C *35 ) uw Broeder; 2Y kunt zulk* niet vergeeten, zonder de Menschhevend- * hdd dt h?t ofg te verliezen. Nooit is 't u geoorloofa hem kwaad te ** fen wanneefgy het buiten uwe fchade vermyden kunt, en gy kunt * tcZk\^voo?dcd op hem zoeken dcor de Wapenen, dan in de * T^TeSLZ il e? oSr .fïec is -el «er e** " fcafbaarer in een Traftaat met een nabuung Volk. bedrieglyk te han" ddendan een byzonder Man in zyn Contraft te bedriegen.. In een * fei^uWbdrinnige en bedrieglyke zegswyzen te ftellen, ts zaaden " vln^^ ^ ^toék^M te bereiden : Het is vaten Buskruit * Te ïeSen ognder het Huis van den g.enen die 't bewoont." - Maar »> te,leSSe" X JpmfV fraaiie uitleggingen baaten; men vindt ten allen r/de Vorften ofl ev rïerSv^r Mmüters, die 'er den fpotmcêdryven. ften top te dringen, ™neer zy koe n n t£ kunnenvccreriom cn onbillykfte wyze te ver rygeit en^^^f£££ 2 SSSrW de êne^^nK Party bon.* redenen van verön- Sïk^gS bit^b^^ hy zif ouiten ftaatbevmdc Xïhef hSi aafgedaane Ongelyk te kunnen wreeken, en zyn rechtdoor '^ie^'D^akgaat vast, ten zy vermogende Befchermers dat '^wlr^^ wy hebben Frankryk daarvoor ten Pn hZ' eelvk ik vertrouw, zien yveren; maar wy zeiven hebben om de Eifchen der Britten intewilligen. ^officieren om on« Grietje. Men w» niet in ftaat, leggen ook Zeeofficieren, om ra»  ( i36 ) Schepen ter overwiatering derwaards te zenden; ome Caphein- Admiraal vertrouwde zulfcs ook; veelen met hem hebben het kunnen gelooven, en 't is zo verre gebragt geworden, dat men tegen het niet gelooven vaa anderen aan, de Zaak onvolvoerd heeft zien blyven, gelyk men meêr noodige Zaaken op dszelfde wyze met verdriet in 't riet heeft zien loopen. De Pattiottifche Denkers betreurden zulks en doen het nog; de Tegenparty, of liever Engelschgezinden, lachten 'er om in hunne vuitt, en zullen elkander welhaast met den voor de Republiek zo onvoordeeligen Vrede geluk wenfchen. Ondertusfchen ziet men hoe het bederf in Binnenlandfche Zaaken , de Burgerlyke Vryheden en Voorrechten betreffende noe niet volkomen heeft kunnen geweerd worden; en dit alles is het gevolg va'n dea verraaderlylcen invloed der Anglomanifche Cabale op de grootlle Zaaken vaa ons Gemeenebest. Diewertje. Niet duifter hebben fommige voorvallen dit doen zien. Maar wat' zegt men van de Verfchillen tusfchen de Rusfen en Turken ? Grietje Men twyfelt aan geenen Oorlog meer dienaangaande. Ondertusfchen fchynt de Pruisfifche Monarch niet zeer vergenoegd te zyn over het fluiten vaneen Alliantie-Traéhat tusfchen den Keizer en de Rusfifche Keizerin. Men zegt dat de Koning daarvan de lucht gekregen hebbende, die beide Hoven zulks niet'langer voor gemelde Zyne Majefteit verborgen hadden kunnen houden; weshalve 'ei aan den Pruisfifchen Minister te Petersburg en door den Rusfifchen Ambasfadeur te Berlyn aan Zyne Majefteit zeiven kennis van gegeeven was; maar men had zich wel gewacht, om het geheele Traöaat ten voorfchyn te brengen. en zich vergenoegd met te verzekeren, dat het hetzelve was van het Jaar 1781 welk niets tegen de belangen van Pruisfrn, of den Vrede van Tefchen ftrydig behelsde. Doch men wil hier, fchryft men uit Parys, dat men niet alles gezegd heeft maar dat de Koning van Pmisfen wel weet, wat hem te doen ftaat. ' Diewertje. Die groote Vorst kan altoos zich doen gelden, uit hoofde van gereedheid door Magt; en hadden wy die voor den aanval van Engeland ook gehad, vooral ter Zee, wy zouden met dezelve behoorlyk te hebben doen werken niet in die droevige ongelegenheden geraakt zyn, in welke wy ons federt meer dan drie Jaaren bevinden. Nu, Grietje! Vaarwel, eet met fmaak, en groet den Baas. Grietje. Ik bedank je, Vriadin! Ik wensch je 't zelfde. Doe de groetenis aan Louweris. By de Drukfter deezes word thnns uitcegeeven , het Leven van den Baron van AppelSop: Zynde een Verhaal van zyne Geboorte, Opvoeding, Levens wyze, vreemde Ontmoetingen , aardige Bedriegeryen * Minnehandelingen , Reizen ter Zee en te Land hpllebollig Huwelyk met een Zwarte Prinfes, en terugkomst in het Vaderland. De prys is 4 duivers. ' AMELlA, of het ongelukkig Huwelyk ; waarin op eene voorbeeldige wyze Wordt aangetoond hoe eene Dochter misleid kan worden, door verkeerde Denkbeelden van haar Ouders, De prys is 5 ftuivers. Gedmkt by de Erve de Weduwe ] ACOBUS tah EGMONT: cp d» Regulier» Br si ft raat. te AmSerdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 28 Augustus 1783. n°. 35- Grietje |^ oeden Morgen, Vrouw Louweriife! Is 't met de Gezondheid rv r 7vt °ie d« ' Vrindin? Goeden Morgen ! Ja 't is 'er (dank zy Diewertje Zyt ge daar, v.ma Wel ftand ? ^f^'Affi^^l - Maar wat voorNieuws magik ver* wachten van u te hooren, ? van Nieuws. Maar geen de Tyding- Diewertje. oen geen uu dededen 0f eevoeglyk voorleezen, m- blaadjes zegeen, kan ik u »d torrij»= ™Jeh^; T*p gy terwyl de Koffy, ik dien gy't telve niet «Ir eede g«J« £Jg né1n derzefve^ het volgende wegens ?el Z^'S^etflÏ gft H^fcheD BtUf 16 AUgUStU1 aldÏÏ' 1 su Kv Hun Edel Groot-Mog. heden een befluit genomen zal worden Men wil dat by Hun t«; uro s verlangt zeer naar deszelfs jm- betteffimde de Prelmvnairen met^5^; ^ wa*n drie Steden 'er voor , Hen inhoud : In de voorige Del^"^"Ji™™ ugefpf0oken en verworpen is; om een Minister naar ^i^^f^J^ en flechts twee a drie Leden de Ridderfchap, waarvan de meefte Leden aöiem alleen gezind hier zyn, was ïSW^/ofN^^ein te vechten, aangezien men hier bew Traaaaten vernieuwen, of ftaan worden aan Engeland, ot met dat ivytt daarmede blyven Oorlogen. ;eder bmf IrigeTeeten, is nog Htt eerfte, zegt men hoewei irneriiy . t men ons het gevaar beter als de twee ^^^^^^^^ Engelfche Juk te zou doen loopai van de Vryheid Seh«;e^ doen buigen; en de Oorlog doo^r te zetten f^ , afnmerki men ïynde dighede» niet raa zaam zo v^Xusfchen'loopt 'er een gerucht dat Negahet weinige dat er s «f gvoera en ,ef maar q n ^rren : Dit woS £eenI Brief van den y February, met een Deensch Schtp overgebragt, gemeld. eiTiogen, en men dient nog eenige da- Alle/;e gezetens.evenwel ^"/^ |een gweg'ens den Vrede gezegd wordt gen geduld te hebben, om te zien °» "« » . &k dat federt de tyding van niet meeft.ndeel da«op gc^« aUdhfH^^Ed.Pe'nfionaris van Holla.d VerfaiUes dat ^.Vrede zo naby wa» de ^ confereer Wjjakaucht «*£^J£ lvke wvze zouuen verzet hebben door een haarer Zoonen, welke daar eetigeiuo SSëS gïïj voerd, gelyk ik zeker weet, dat men voorhad, om het aange-  C 140 ) bragte Lyk van daar weder terug te zenden, hoewel ook reeds een Kind van den Dorp-S nit aan de Loop geftorven, en daar begraven was. Dan deer.en wyzen en doortcnranderen Ridder beantwoordde deeze gemelde byzondere Refolutie, en merkte niet te onrecht 'er op aan, waar heen men dan met de Burger Lyken, die werkelyk in de Stad ziek en misfehien dood waren, zoude blyven, en dat zyns oorde-ls geen Lyk van een Kind, aan verval van krachten geftorven, en binnen 24 uuren in den vroegen -morgen in ftilte bygezet, eenige Epidemie zoude veroorzaken. Hieruit blykt weder de wyze en bedaarde grootmoedigheid van deezen Menfchen vriend. Voor een ander zoude Zyn Hooggebooren in de bresfe zich geftrld hebben tegen zulke behandelingen, om Afgeftorven de begraving te weigeren zonder fchyn van redenen, en getracht hebben hun weder in het wettig gebruik van hun eigendommelyk recht te hetftellen en te helpen maintineeren: Voor zichzelve, de omftandigheden het niet toelaatende (fchoon anders het grootfte recht gehad zoude hebben, zyn Kind daar ter begraving te brengen.) verzetten Zich Zyn Hooggebooren niet, maar befloot zyn overleden Zoontje in de Grafkelder van zynen alom beroemden Neef Capellen van de Pol iu de Groote Kerk deezer Stad bytezetten. Berust nu reeds een afgeftorven deel van dat aan- zienlyk Gedacht in onze Muuren, wy zouden ons te meer verblyden, Zyn Hooggebooren met zyne aanzienlyke Familie binnen onze Vesten met de woon te zien; daar wy zulks niet van zo eene Regeering, daar Arnhems Burgers thans op roemen mag, zouden durven verwachten, en ook geen Burger zou toeftaan , eene begraving te weigeren aan een hunner braave Burgeren en Ingezeetenen, veel min aan zo een yserig Voorftander van het Recht en Vrydom des Volks. Ik ben enz. Grietje. Een zodanige behandeling en aan eenen Man en Familie van zo eene > waarde voor het Vaderland, is de ïchreeuwenjfte ongerechtigheid zelve. Heti was oudtyds en nog by alle Volkeren , vooral by deOosterfche, eeneallergrootfte: ftnaad, en onder het oude Israël werd het zelfs aangemerkt als eene uiterite ftraf I van God, dat iemand buiten zyns Vaders Graf bleeve, gelyk deswege in de ge-wyde Gefchiedenisfen bewyzen genoeg voor handen zyn. Dan dit Kind mag; mettemin in een Graf zyner Stamvaderen rusten. Zo veel heeft de Nyd en On-rechtvaardigheid echter niet kunnen te wege brengen dat zulks verhinderd wierde;; wie twyfelt anders, of ook dit zou hunne wraak genoégen hebben gegeeven, in-- dien zy ooit in dezelve genoegen konden vinden. Foei, welk eene onna-- tuurlyke handelwyze! en dat van Magiftraats-Perfoonen aan de Edelften hunnen Burgeren! Rust het Recht der magt van den Souverein nog een oogenbiik omi zulke Schenddaaden te ftraffen? Dat dan de gerechte wraak van den Souvereini aller Souvereinen zulks verrichte. Diewertje. Zo driftig niet, Vrindin! Die wraak gaat op wolle Zooien ali aacht de Voorwerpen na, die ze in het oog heeft, en treft hen e'ndelyk gewis. Grietje. 6 Dat zulks eerlang gefchiede, om meerdere onrechtvaardighedeni te fluiten. —■ Nu, Diewertje! ik ga. Vaarwel, eet fmaaklyk, en groett Louw-Baas. Diewertje. Insgelyks, Vrindin ! Doe de groetenis aan Krelis. Gedrukt by de Sive de W»d. J. van EGMONT: op de Aegulieis Bieêfiraw, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 4 September 1783- N*' 3Ö- ■1, u-.ti» Vriendin! Maar een weinig bf- Ren weg te hebfeT ^loopen, en ^ me ikke M , |k had niet &er vaneen myner N^^PjJ^S |eezeri ƒ dan of men tot uwent kunnen koo™;%SekT"n onzen Amftelvliet had genooaan my de proef van een Tove. ne» " en men zou reden heb- men. Dan nien weet hier var «en ^£^ch iemand beroemde m ben om 'er hartig over te lagchen wanneer ^ die Kunst des Duivels, gelyk ^eo d«e 1;c. he£ Toveren verleerd SSryl de Duivel zelf federt ^^^a^en doen, onderfteld heeft, indien het waar ts, dat hy c ooit n een zq kwaa_ lynde dat de Goede Godheid onder d^gefi*^ üntelbaaren reeks van de Tegenpany t*gen «cn^eten» en 5 had hun weezen te andere6kwaade Geesteneer in rang, D ^ wll geeven, waaraan men niet kan iaan verklaard worden, zo hm tèn minfte zou men voor een J™ia voor d£n dag ga men maar eenige twyfehngen aan^de ^et u ^ t( ?^Jys curfde brengen. Menzao dit on ^^dige„fBomSet betom en beginnen en met den jongften allCT aagen 6 dg Leu . d?werking van den Vors;: der.Du^^«^ voorgeftelden Dood, den ooifprongk der Zonde en daaruit ooo de Scnrifcen ten d e Koning dl* Verfchnkking u«th°n%Jren tf; die deeze klaarften aantoonen ; en d^yl er geen^Mens | zich met allerlei Waarheden met grond kan ^^^l^ al zou men in 't gcTai toegeftaane Duivelfche kastyding^n geiten ^ van Tob geraaken; al ^erd men ook ™st % de Woestyne geleid, Duivel toTeen ^erugdaags Vasten veracht doo ^ w op de hoogften Bergen gevoerd, en geverg ^ die bidden; al wierd men daarby opde u e,d yan onzen grooten Ö e%tr^ff^aM. hebeee we „inde, n>« de b 3  ( 142 ) magt des Satans dan met het overwinnen onzer bedorvtn Natuur ea daaruit voortkomende kwaade driften te ftryden , dewyl de Mensch van Natuur geneigd is God en zynen Naa*ten te haaten.. Maar ik heb u nog net gevraagd hoe het met u w Gezondheid gefteld is Ter reden dan nu. Hoe vaart ge, Vrouw Krelisfe ? Grietje. Indien ik niet gezond ware, zoude ik uwe redenen van den Boozen Geest met hebben aangehoord; en deezen doet my vertrouwen dat gy ook nog welvaart dewyl gy anderszins zo veel trek tot praaten met zoude hebben laaten blyken. Diewertje Zo, Grietje! Ja, gy hebt ook gelyk. Men moet immer* flof tot fpreeken hebben. Grietje. Kost gy dan geene andere vinden dan die, welke den Duivel betrof? Diewertje. Ik viel 'er ongevoelig op, om dat men de kwaade uitvoeringen van Menfchen aan den Duivel toefchryft, en dit kan ikina'le opzigten met beste verrichtingen niet overéénbrengen. Heeft dan de Duivel gedaan, dat geene 't welk de Britten ons in den (zo men metnO featstgevoerdea Oorlog zo veel nadeel hebben toegebragt. dan is hv indedaad daor en door goed Erïgtl.-ch geweest. Grietje. , Dat geloof ik niet; want dan zouden de Noord-Amerikaanen zich met van den Kwelgceit der Eigelfchen ontflao-tn hebben Diewertje. Ik heb 'er met tegen; maar daar heerschte de Geest van Eendragt, dat etn Goede Geest is, om dat hy magt geeft. Indien die zelfde Gotde Geest by ons almede zyn invloed naar behooren had doen werken, de kwaade Geest van Tweedragt, die fommigen, tot e^enzionigheid fommigen tot trotsheid, fommigen tot vleizucht, fommi-en tot he,rschluit, fomnrgen tot vrees, en wel de meesten van die Jeii tot eigenbaat dryft zou op het Staats- en Krygs-toonee!, tot ons nad,d zyn Rol zo niet gtfpeeld hebben, als gebleeken is dat hy deed J* w\\ dus gaarne totftemmen dat deeze bcoze Feeks een Helfche Geest is. die mets dan kwaad kan doen ; die e«p zeker Slaapkruid by zich voert om geheele fcauèo, uitgezonderd eenige weinigen, die *tr onvatbaar voor zyn, onmagug, wegloos en onachtzaam weet temaaken, fchoon zvz-lv» zich woedende vertoont. De beste befchryving, die ik van dicMombi Tuid, zal in t algemeen die zyn, welke Petromus Abiter, wegens den Burgerlyken Oorlog tusfchen Cezar en Pompejus 'er van geeft, St ergens aldus reruakl vinde. 6 Men  ( m) i Men hoort de blo:dtmnpetten fteeken ; Terwyi di Tweedragt, die vast arbeidt doortebreeken , Met losgevlechten hair, hiijr hoofd van uit den gronl Des naar en Jammerpoel; om hoog verheft; haar mond Sm vol geromr.n bloeds; haare oogen, nat bekreeten, Zien Uaauw geflaagen; al de tanden, fel verheten, Staan vinnig, vuil van fiyra, met addergif befmel; De ttng van etter vloeit: U hoofd is alóm bezet Met Irii.kelftangen; daar zy met gefcheurde kleeden. De naate borst vertoond, en, trillende van leden, in haar lebloede vuist een yslyk toortslicht zwaait. Is dat alles niet Helsch genoeg om een Land en Volk te bederven, Vr ndtl me" welt immers^ dfar ae geeft om Staaten te bouwen en groot te maaken, dsHefehe Iweedragt i!tGTieT^ gVSrr Helsch vermogen te onderftellen j da n J i'een aan ' Manndyk, maar ook aan 't Vrouwdyk Geikchttl l e onze (welk een Denkbeeld!) gehecht is en do» zouden e, „ rerum latura ook Duivelinnen motten zyn dewyl de Tweedragt m Perfoonsverbeeldin* altoos als ten Vrou-v voorkoomr. Diewenie Geenszins bevestigt dit hu beftaan des Duivel». Maar \ i T Kwaad • en bv net tt zengeitelde zal men ook bevinden dat ^ want die heeft tot de Plaagen van haaren geduldigen Man nog meer l daX als de oJiUl toegeft3a§n was te doen, en is dus voor dten vroo- Vrienden had die hem JÏS in wdke Zaaken hy zich had misgreepen , om hem zyne ï Haaen ei d^ verdier de Straf daarvoor te doen opmerken. '^SS^SffSm het toch aile drie niet rechtzmntg; met hem  ( 144 ) en deezen zou men mogen ftellen in den zelfden graad als even zo veel Cathechizeermeesters, die Werkheiligen zynde, hunne eigen groote gebreken voorbyzien, en die van een ander, dien ze kw3nswys den weg tot het goede willen wyzen, al geduurig vergrooten, om hem van de waare Zelfsverzaiking, van't lydenvqegend Geduld en't Vertrou ven zelfs op de Algoedheid tot de Wanhoop aan de Rechtvaardigheid en Almagt des Oppcrften Befüerders van ieders Lot te brengen. Kan dit in Omftandigheden van een geheel Land mede plaats vinden even als omtrent een enkelen Vader dea Huifgtzins, (gelyk ik onderftel waar te zyn) dan zal orze Vrye Staat gerustelyk op zégen mogen hoopen, en weêr dubbold zyn verlies vergoed zien , door het onvermogen van dien Boozen Geest des Oorlogs en der Tweedragt, by de beteugeling des kwaaden raads van geveinsde Vrienden; ja dan zal het vervullen van deszelfs gloriryke herftelling zeker zyn. — Wech dan met Dui velfche Listen. Men bidde God voor 't Heil van 't lieve Vaderland, tot wederroeping der verbawnen Eendragt, en beöefene daarby de Pligten van Godsdienst en Deugd: Zo zal 't ons niet aan vermogen ontbreeken, om onder den Zegen des AÜerhoogften 's Lands dierbaare Vryheid op haaren Troon te handhaaven; tn alle onze Landgenooten, Groot en Kleen, by't genot van ieders God.dienftige en Burgerlyke Rechten, door de Hemelfche Eendragt beftierd, zullen over alle geweldenaaryen en aanvechtingen ze- gepraalen. Vaarwel, Grietje! De Zon btgint door de Wolken te blinken; ik zal de drooge Bui waarneemen om naar myn Cabanes te kuieren. Eet fmaaklyk en groet Baas Krelis. Grietje. Ik wensch je 't zelfde, Vrindin Diewertje ! groet van: mynentwege Louweris. By de Drukfter deezes is thans te bekomen, de zwervende Keuken-' meid, of de Gevallen van Cornelia , eene Amfterdamfche Dochter; behelzende al het geen haar geduurende haare Dienstbaarheid is overgekomen. De prys is 4 ftuivers. •Ook wordt by dezrive in Commisfie verkogt de oprechte Haagfchet Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchoon en witi te maaken, en den mond van Scheurbuik te zuiveren; ook is het by uit-joeemendheid goed vo«r Kies- en Tandpyn. Plet Doosje is 6 ftuivers. Cadrskt by d« lrv« de Wedow» J A C O B U S v*m EGMONT: op ' de Reguliers Rreiörtat, tc Amfterdam.  ^GRIETJE en DIEWERTJE. ii September 1783. n*. 37- Grietie. Tk wensch je een goeden Morgen, Diewertje! Vaart gy J I wel, 'tzdmy lief zyn. Ik ben gezond Diewertie Zo zyn wy het dan beiden, zonder verdere Comphmen-. ¥ ten rSen. — De Koffi is gereed: Laaten we onder het gebruik van eenïïe Kopjes van dien byna^onontbeerlyk geworden Drank voor onze Naue, dte er nochthans niet te fterker door wordt, als naar ge™fnnre een weinie fpreeken over de Zaaken die de Tyd ons oplevert. — Ikhe'bieeTder beste Nieuwspapieren de Leidfche Courant van . listeen voor my; - ik vind 'er veel merkwaardigs m; echter mets S oZ 'duerbaaTvaderland met de hoop van Welvaart kan ftreelen ten zy ui de hoe langer hoe meer donkere Wolken, die den geheelen '< Staat me een allerverfchriklykst Onweêr dreigen, een wonderbaar Licht van^ herftelling te voorfchyn blinke. Aan den eenen kant zien wy te lemoetX Britfchen Dwang tot eenen voor ons vernederendeen naSgen Vrede, uit verkeerde handelwyzen in den Oorlog door engehoorzaame en p! geverzuimende Amptenaare» veroorzaakt - Aan den SSn kant hooren wv het gekerm onzer verdrukte Medevaderlanre^d^meThSnriechti en Vryheden den fpot zien dryven, Wal te onbillyk gezagvoerende Afhangelingen van een zeer PartydS Gezindheid! welke gezwooren fchynen te hebben alles wat een vfv Volk dierbaar kan zyn - de Vryheid zelve te vernielen, en DeLd Eer, Eed en Pligt aan Zelfbelang en Heerschzucht op te „fferL' In 't midden van eene Zee vol rampen, die men ten on- ■ ftuimigfte aan 't woeden vreest te zien geraaken, wordt onze vrye Staats' hï vast heen en weder geflingerd, onzeker of zy haar redding dan ' wel haaren ondergang zal vinden. Het eerfte is, zonder de behoudende Tracn Tan den arm'des Almagtigen, niet mogelyk; dus ftaat haar het e laatfte te vreezen. Dan evenwel blyft ons het vertrouwen op den God * der Hulpe nog over, die ons uit onze verlegen toeftand kan redden, en • zelfs ons fchynt te wenken om met eenen wakkeren moed te werken tot rehoud onze/allerdierbaarfte Panden het Recht en de Vryheid. -- Men handelt thans over den Vrede: Men heeft dien reeds, met de Voorwaarden genoegzaam als op 't punt om te fluiten voorgefteld; maar ^gens hel geen ik deswe|en leeze hapert 'er nog iets, da* dezelven  (t46) vertraagt, of het tot ons voordeel dan nadeel zal uitvallen moet de Tvd ons uit de gevolgen doen ondervinden. Luister, Vrindin! wat men 'er van fchryft. Extrati uit een Brief van 's Gravenhage. „ Men verzekerd inderdaad „ dat 'er nog iets aan het defimtif Traclaat, tusfchen Engeland en onze „ Republiek vereffend moet worden; men geeft zelf voor dat dehinder„ paal van wegen den Hertog van Manchester zon opgeworpen zyn „ Wat dit zyn zou, weet men met; alles is nog zeer geheim de ebfiV „ gen zyn te menigvuldig, en vervallen zo fpoedig als het uitftfooifel „ dat Frankryk de Republiek om Gelden zou gevraagd hebben, alvoo. fj rens ons de heroverde Bezittingen terug te geeven: Men verward die yy eisch met het Coatraft door de Oost-Indifche Compagnie ter bevei„ liging van de Kaap, met Frankryk aangegaan. Men wil dat wv na „ den Vrede een voordeelig Commercie-Traaaat met Frankryk fluiten „ zullen. 3 Grietje. In hoope van nog wat beters voor or* zal mogelyk de tvdmg iets toedoen, dat de Engelfchen, op het bericht dat de Heer de Suffren op t komen ftond, en de Heer Busfy zyn Volk op Goudalour omfcheept had, de Vestingwerken van Negapatnam geheelyk geflechc hebben: Een blykbaar voorneemen hunner vreeze, van het niet te zullen kunnen houden; en het zou derhalve niet te verwonderen zyn indien men eerlang kwame te verneeraen, dat die Plaats in handen dér Franfchen ware. Diewertje. Gy ftreelt u met die hoop wat fe veel, naar myne gedachten, Vrmdm ! God geeve ons het beste. Maar ondertusfchen heb ik geen zin in die zwaangheid, welke de Hertog van Manchester in hec! •eekenen der Preliminaire Artykëlen, zonder toeftemming van zyn Hof zich fchynt gemaakt en nadere verklaaring deswegen voorbehouden te' hebben, terwyl aan onze zyde ook de veréénigde Stemmen der Bondgenooten moet worden afgewacht. Ik lees in de Haarlemfche Courant van heden, de uitdrukking van een der Artikelen wegens het toeftaan i der vrye Vaart der Bruten door de Oost-Indifche Zeeën, dac dit Artikel! enkel één regel beflaat, inhoudende dit: Dl HilUr>deri zmIUH de >W der Britfche OndtrdtAnkn in de 0,,t-I»difche Zeeèn niet Jloore». Grietje. Zonder even zo Staatkundig te weezea als een KruijersKnecht, die zich Politiek noemt, durf ik u nochthans verzeekeren dat 'er geen regel «uiten uitzondering is; en die zou myn Vrouwelyk bêgrip \ hier'  ( H7 ) hier zelfs zeer gemaklyk maaken kunnen; maar bovendien zouden wy 'er on kunnen toevoegen, al is het juist in geen enkelen regel gedrongen: ' De Britten, Engelfchen, Ieren, ef Schotten zynde, zullen de OnderI iaanen der Staaten van de Veréénigde Nederlanden, in de Oost Indifche ; Zeeën op zeenerleie wyze ontrusten, of, het tegendeel blykoaar zynde, dit \ Artikel voor nul en van geener waarde gehouden worden, met gepaste jchaêyerhaaling daarenboven; vooral by ondervinding van t dryven eens ongeoorloofden handels op de Kusten dier Zeeën, de Republiek, en onder haar de Oost-Indifche Maatfchappy, toebehorende. Indien dit door de andere contraherende Mogendheden mogt worden *eguarandeerd, zou waarfchynlyk het zwaare van dien enkelen regel kunSen verligt worden; waaruit anderszins onvoordeehge unkggingen voor onze Natie zouden kunnen voortfpruiten. Men kan m Onderhandelingen met de Engelfchen nooit te voorzigtig zyn; dewyl zy zelfs met de allerheiligfte Verbonden den fpot dryven. , Diewertje Nooit heefc men van die Natie iets anders te verwachten; en dewyl het (God betere 't!) fchynt dat de onze thans op eigen beenen waffgelt zou 'er niets beters ter haarer onderfteuning noodig zyn, dan een verweerend Verbond met Frankryk voor zo verre men hec aan goede nitzigten voldoenend achten te zien aantegaan, te fluiten en te onderhouden tevens met een Verbindtenis betreffende den Koophandel en Zeevaart tusfchen beide deeze Mogendheden, ten meeften voordeele van ons tot nog toe vry Gemeenebest. Grietie Wy zullen dit alles, fchoon wy er over fpreeken mogen, en nog door geen dwingende magt (daar God ons tegen behoed) den mond geflopt zien, echter aan 't Beleid onzer Hooge Gemagtigden overlaat^ Was het inwendig geitel van ons Vaderland maar niet door een verdervende Hand aangetast, die haare befmetting overal verfpreidt, waar zy maar éénmaal door geene Tegenfiandige Huismiddelen voor den elendigen Lyder wordt afgekeerd. Sedert de Jaaren 1747 en 1748, fchynen 'er Factiën in ons Vaderland gebooren te zyn, die door TweedraVdryvende Werktuigen beftierd worden. Alles nam geduurende dien tyd andere gedaanten aan , en in onze dagen krygen de Zaaken van 't Souverein Beftier eene zodanige, die onze Staatsipreuk, dat Eendragt magt maakt, ten fchimp wordt gefteld voor alle Natiën, door eene Cabaale die het gezegend voedzel uit de teedere borften, welke haar gezoogd, gekweekt en groot gemaakt hebben, door haare ondankbaare en buitenfpoorige driften in hun binnenfte vergiftigd en aan tgis- T. * / teo  ( 148 ) ten^geraakt , haare Iiefdaadige en meddydende Moeder in '£ aanzigt Diewertje. Schoon de Dankbaarheid eene der eedelrte nPnitAm ; onvernuftig en onredeiyk eenoea- te 12? 7 » daTn om boos» beminnend Landgenoten ^ te Jykfche ontmoetingen in de SaamenleevinVleert Z'zn^, a£, i?^" Diewertje. Ik bedank je, Vrindin Grietje; én wensch ie 't zelfde De groecems aan Krelis. J ' wcnscn je t zeirde. By de Drukfter deezes zyn nog eenige Exemplaaren te bekomen van* deaanmerklyke Levensgevallen van JANNETJE, die uit den ftaat de? Dienstbaarheid, na ontelbaare Wederwaardigheden Rampenen £le byzondere vreemde Ontmoetingen, is opgtklommen t^die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zeiven kortelyk aangeteêkend ten voorbeeld, leering en aanmoediging van al de geenen dieSdWDienS en daardoor hun *ortum hoopen te bevorderen. DeprysT4 ftuiverf Ook wordt by dezelve in Commisfie verkogt de oprechte Haaefche Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchoonenwit te maaken, en den mond van Scheurbuik te zuiveren; ook is het bv uk ^neemendteid goed voor Kies- en Tandpyn. Het Doosje is o ftuiveri Gedrukt by dt Erve dc Weduwe j AGOBUS van FPMnxir de Regalie» Breêöraat, t. Amft^ GM°NT: °P  GRIETJE en DIEWERTJE. — — 18 September 1783. N°. 38. Grietje. oeden Morgen, Diewertje ! Hoe it 't met den toeftand der \jjr Gezondheid? Diewertje. Zeer we!, Vrindin! Hoe hebt gy 't 'er meó? Grietje. Als een eerfte Baaziri, maar niet in 't Keordedansfen. Diewertje. Dat geloof ik zeer wel; de Hollandfche Moeders laaten hunne Dochters nooit dit tealsbreekend Aiabacht keren, ten minden ik heb nooit gehoord dat 'er in ons Land Schooien ïyn daar mai het onderwyst. Grietje. 'Er lyn evenwel Koordedansferesfen, die deeze Kunst toch hebben moeten leeren. . «... , . . , Diewertje. Voorzeker; maar indien ze al in Holland gebooren zyn, is het vast dat ze ook door Kootdedansfende Ouderen zyn voortgebragt. Men zal dit op de voorhanden zynde Kermis kunnen gewaar worden ; want ik meen opgemerkt te hebben dat 'er onder de Speeltenten, die men op de Botermarkt oprigt, ook zulke zyn in welke het Koordedansfen zal geoefend worden ; en onder die BeöetTenaars zyn doorgaans Kinderen en Leerlingen ; ja, het heugt my door een' getal van twintig 20 Knechtjes als Meisjes, verbaazende uitvoeringen in die Kunst te hebben zien verrichten. Grietje, 't Is waar, dit kan ik my ennneren mede te hebbsn gezien. De Kermis-Vrolykheid van dit Jaar, zal nsar myne gedachten, niet gering zyn, ter oorzaake dat men het vast bellek van den Vrede reeds in de voorloopende Artikelen ziet. over welken zeer veelen zich hartelyk verblyden. Diewertje Maar verre het grootfte getal onzer Landgenooten zullen er geen reden tot blydfchap in vinden ; dewyl deeze Vredeons Gemeenebest tot geen voordcel ftrekt en weinig eer aanbrengt. ' ,. , Grietie Men weet dat 'er een Aanhang in ons Vaaerlanu ncisvcst, die'er uitermate' verheugd over is, tn meer buitenfpoorigheden om deszelfs vieugüe te vervullen indien zy de zwakheid hunner Party niet kenden, zouden aanrechten, dan de Haagfche Sint-Niklaas-Party, of de Rotterdamfche en andere Ag Uien Maart- D'ewertie De Luidjcs van dien Aanhang zullen zich wel wachten de Kermïsvoïvkheid in Amfterdam order zulke voorwendfels te vergrooten. Men geeft hier geen handen vol Ducaaten , om Linten, Vuurwerkjes en Zwymeldran* ken te koopcn om, kwanswys ter eere van den Prins een Stad tn oproer te breneen • en indedaad, indien 'er zulke mogten gevonden worden als de Haagfch» OD-o-rtnaakers de Vermeulen; en een Uundbeen, (die thans in hunnen Schuilhoek wel onde-houden worden, lui en lekker als Heeren kevende, daar zy te vooren aaauwlyks brood ter ftillio* van den honger konden bekomen,)— Ik zeg, indien hier zu'k- Muiters zich durfden opdoen, zouden ze t.sar verdienfte wel fchielyk •Kfftraft worden; en. weet je, 'Diewertje! welke ftraf ,k hen zoa waardigkeuren ? X 3 drie ■  Grietje. Wel neen, Diewertje! dat weet ik niet: Welk eene ftraf zouden die Muitzucht gen naar uw oordeel dan behooren te ondergaan? Diewertje. Deeze naamlyk, dat zy met hunne eigen Oproerteekens geftraften ten toon gefteld wierden. Want ongewoone Misdaaden verdienen ook ongewoone fttaffen. Grietje. Ik zoude o hierover wel eenigzins berispen kunnen , Diewertje ! Maar dewyl Amfterdam voor zulk «en gefpuis niet te vreezen heeft, is 't onnoodig iets verder deswegen aan te merken: De Party der Anti-Republikainen is hier Rechts als een Boon in een Brouwketel, of een Vlieg in een Stroopvat, tegen die der Gemeenebestriezinden, die den dierbren Magiftraat deezer Waereldftad in 't genoegen der getrouwheid des Volks van de hier volmaaktfte eendragtige geneigdheid tot een oriderhoeding der ftille rust verzekert. Ia Ibmrnige Steden van andere Provinciën heerscht die welgevestigde rust en dat weezenlyk genoegen niet, dat in ons Volkryk Amfterdam genooten wordt, en *t kan een waar Vaderlander niet dan de grootfte ergernis en droefheid veroorzaaken, Belaagers hunner eigen en 's Lands Welvaart te ontmoeten in hunne Medeburgeren, cn veele hunner vermogende Landgenooten. Getuigen zyn hiervan een menigte Stukken tot bewys van ongeoorloofde inbreuken op de Burgerlyke Rechten, Voorrechten en Vryheden, die men in andere Provinciën op veele Piaatfen en ook ia j?rooter« opzigten den Algemeenen Staat des Lands, de Republiek, en het geheele Volk betreffende, billyk begeert herfteld te hebben, zonder oproerigheid tik weeken, gelyk iaage Schepfels, den tegenpartydigen Aanhang onderfteunende, zich daartoe fteeds gezind hebben getoond, waar en wanneer hun de gelegenheid tot de verfocilyke uitvoering 'er van werd aan de hand gegeeven, — Maar op geenerlei wyxe kan een Liefhebber van zyn Vryheid en Vaderland een Muiter of Oproermaaker zyn. +y Men doe de Drukpers in die Vryheid, niet tot een kwaad maar goed gebruik dienen, en fpreeke in 't billyke voor zyn Recht, terwyl men de gebreken aantoont, doorftrykt en verbecterÏDg . derzei ven eischt. — Zie hjer iets van myn Vinding, Vrindin!. OP DEN TEGEN WOORD IG EN TYD AAN ALLE. VRYHEIDMINNENDE VADERLANDEREN. Gy , die het oor niet flopt voor, ronde taal der Vryheid, Deo doek van de oogen weert, waarmeê de fnoode List, Door trotfche Heerschzucht, tuk op bitfèn Burgertwist, U tracht tc blinden, n te ontrukken 't licht der Blyheid; Geen  Geen Blyheid, die, door loon ontvonkT, Met fchittrende Oproerleuzen pronkt], En door een hand vol Goud* tot Mnitzucht "arorét gedreeve»; Het Souverein Gezag vetfmaadt, En Wet en Orde tegengaat; Neen, maar een Blyheid, die het Bargerhart doet leeven In 't beste Nut van Stad en Staat. Gy, die niet verder o door 't fchynfchoon laat betoovren, U listig voorgefteld, uit naam van eene Magt Die zelve afhanglyk is; vergeefsch ten t«p gebragt, Zo ie onderfteuniDg fchenkt aan ftoute Handvestroovren, Die, Hechts gelokt tot Zelfbelang, De Vryheid offren aan den Dwang, Waaronder ze eerlang zelv' als de eerften z»uden fcilkken, , Indien hun doel getroffen wierd; Dan Hooger Hand, die 't Al beftiert, Straft" hen, eêr zy 't vermoêir, voor hunne Gruwelflukken„ Terwyl V Lands Eendragt zegeviert. Maar gy, maar gy, nog eens, waar Nakroost dér Bataven!* Hou ftand! verdédig kloek ow oud en wettig Recht, Met glinfterend bewys van waarheid, fteeds oprecht, En onderfteun getrouw den yver van 's Lands Braaf en;  C-if» ) Zo houdt gy Vryheid op haar Troon; Zo zal weêr elk 't berninlyk fchoon Der dierbaare Eendragt a» der Deugden Luister eeren; Verzwakt zy, fterk haar in 't Gebied, Wilt haar dan by ftaan in 't verdriet; En als ftm Vryheid geit, meet gy haar 't hoogtt waardeeren; Maar overleef haar fterven niet. Grietje. Dat hoeft ook niet voor deeze keer, Vrindin Diewertje ' Ik hoor de Garnaalen-Vrouw roepen, en die begeerde mvn Krelis w*.] ,Z ,^rn ï ° middagmaal te hebben. Dus'heb ik geenSyd lange"" Va w™ «ffi # *' groet Bias Louweris. — Ik wensch je een vrolyke Kermis lmaakl?k en Diewertje. Jk bedankje, Grietje! en wensch je van alles hetzelfde. Grpe* By^eFTDTr«kfi2r aeezes as gedrukt en te bekomen: De vrolyke LOUW ,en KRELIS: ztngende een vyfogtaJ nieuwvervaardigde Zanpftukie7 op allerlei Onderwerpen zo als dezelve nog in geene LiedboekenS' den worden. Alle op de fraaie, keurigffce en nieuwfle wyz J dZ prys is 4 Stuivers. 3 u' us- Ook wordt by dezelve in Commisfie verkogt de oprechte Haaafche» Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchootfe^wir n maakS '-,£n dJ mond van Sche^buik te zuivere. ; ook ishnbvnk ' neemendheid goed voor Kies- en Tnndpyn. Het DoósjPe l ö Stu vers ' Alsmede de onverbeterlyke Ebbrts-Pleifters, die door hunne nutte uit-  GRIETJE en DIËWERTJË. a5 September 1783- N*. 39- Grietie Tk wensch je een goeden Morgen , Vrindin Diewertje! J I Is 't nog wel met den toeftand van 't Leven? Diewertje Ziek ben ik juist niet, Vrindin Grietje ! Maar de Roos S me geteldig door oe Leden, en maakt me onlustig, traag, huiverie, en veroorzaakt me veel pyn in t hoofd. Grièfie Vrouw! dan beklaag ik je. Dat ongemak is van het minfte nie? Üt'hoop dat gy voor zwaare gevolgen, die het dikwils vooraf nieSf GoTbehaagen ,mogt, zoude ik t zelve wel wen- frh«l Sik ratuurlyk is; moet het nochthans anders zyn, wie kan er tegen'? De Mensch is v'an de Wieg tot aan het Graf veele kwaaien onderworpen — Uw komst verdryft een weinig myne zwaarmoedigonderworpen M ^ ^ Tydsomftandighedea , meer dan «Sr voo-h-en eene aaneenfchakeling van voorvallen, zo groote als J S mTgeheugen, fmds dl groei myner Jaaren myn begrip fSbSdS wordeS, onfover het geen ik zag gebeuren eemgzins te kunnen oordeelen; en de meefte en grootfte gebeurtemsfen by onzen tyd voorgevallen, waren van dien aart dat ze voor ons dierbaar Vaderland meêer treurig en nadeelig, dan verheugend en voordeelig zyn XweeT en tegenwoordig vooral van allerrampfpoedigfte omftandighederverzeld, en van de aüerakeligfle uitzigten, die ons weleer zo blo». iS^nvwiebest, waarin Vryheid, Veiligheid, Recht en Eendragt m 't midden der zwaarfte Oorlogsrampen ten tyde onzer Voorvaderen ten Tmon zaten, een omwenteling van Zaaken aankondigen, welke niet dan oroevigè Tooneelen fchynen te zullen openftellen, en zulks ter oorzaake dat men die Vryheid , die Veiligheid, dat Recht en die Srast niet meer algemeen ziet heerfchen; daar een verdervende hand door Heerschzucht en door List bewogen , het vrye Volksgezafo'p de onbillyklte wyze heeft aangegrepen, opdat ze het geheel mo« vernietigen , en den Zetel des Dwang» op het puin van den HLIruktea en vernielden Troon der Vryheid vestigen , om dus eene willekeurige Magt de pliats van eene uitvoerende te doen bekleeden en l^t onderworpen^ te verheffen tot den rang van t gebiedend- ö Myne waarde Landgenooten! (roep ik dikwils uit) welke  ( 154 ) „ driften hebben uwen Geest betoverd, toen gy, aangedreeven door „ Misverftand, een Schaduw voor het Weezen achtte! Toen gy door „ Misleiding u liet beguichelen, en van uwen post geweeken zyt, om „ de befchermiag van uw Palladium te verwaarloozen ? Gy moess gedacht „ hebben, dat een Agamemnon, het Hoofd uwer Vyanden zynde, al„ toos een Ulisfes tot zynen dienst heeft, om u op eene bedrieglyke wyze „ het Pand uwer Behoudenis te omrooven. — Beklaagt u en met reden „ over de onrechtvaardige behandeling van het onrechtvaardig Engeland! „ Maar zoekt de Dryfveêren van uwe rampzalige omftandigheden door „ dien Aanval geleden — zoekt deoorzaaken der fchandelykfle aller Vre„ desberaamingen in den Kring van uw gefolterd Gemeenebest-aelve by „ die geenen, op welken gy te veel betrouwd hebt, en welken gy het Zwaard ter uwer verdediging in banden hebt gegeeven; maar die het gewend hebben om uwe Welvaart, Voorfpoed en Behng den Strot te „ doorkerven, om u niet als Medeburgers maar Slaaven te behandelen „ om uw bloed en zweet aan hunnen Hoogmoed, Dwinglandy en Zelfj, belang opteofferen. — Zoekt uw vernedering in de weêrfpannige „ Ongehoorzaamheid aan de Bevelea uwer Vertegenwoordigers, die de „ magt der Souvereiniteit in uwen Naam voeren, en ftraft de heillooze „ misdryven der Vertreeders van hunnen Pligten Eed, en ftraf de gru„ welen dier Berokkenaars van uwen ondergang in hunne Perfoonen „ naar verdienfte»." Dus fpreekt myn Vaderlandsch Hart meermaals, Grietje! En alle waare Beminnaars van hun Vaderland wenfchen nkt anders. Grietje. Zulks zoude in de daad ook noodzaaklyk zyn, om anderen, die Eed aan den Lande gedaan hebben, denzelven in 't vervo'g beter ten dienfte des Lands te doen betrachten. Het Volk is door zulk een gedrag ontwaakt — het heeft thans meer dan ooit de oogen gevestigd op de verrichtingen van hen die het niet alleen de uitvoerende, maar zelfs de wetgeevende Magt, uit krachte zyner Rechten, in handen heeft gefteld; op dat deeze laatften het Nut der Algemeene Zaak, als vrye Stemvoerders des Volks, tegen alle inkruipende onrechtmaatigheden der afhanglyke Amptenaaren van den Staat, van den grootften tot den geringften, ten krachtdaadigften mogen handhaaven. Dat de Friezen, eindelyk moede langer door misleidingen geOingerd te worden tot hunne vernedering en nutteloos befteedde uitpuitirgen, hun geduld verlooren fchynen te hebben; waaraan is dat anders te wyten dan aan het misbruik dat men de uitvoerende Magt, tegen het belang van 't Gemee»  (xss) ,' , r A meentbest en *t vertrouwen'des Volks van 's Lands Zeemagt heeft zie* 111 Diewertie Zyn het dan geene alkrakeligfte uitzigten die in deezen uiewLii^. r • • ,°7 net wonder zyn, indien er op dee- hndfchl BondTenooten ontftond, en de dierbezwooren Unie verbrooken wierc[ Provincie tegen Provincie, Stad tegen Stad aangekant en m t « « S een algemeenen Inlandfchen Oorlog te wege gebragt, ItoZ vK derland leer tot dien ouden en belclaaglykften ftand deed keeren waarin het onder de Graaflyke Regeering voor drie Eeuwen zich bevond?Tk yze op deeze herinnering! — Evenwel « elk welmeenende bevond .1KJ« F hebben voor de gmotfte zwaang- STov^ S hinpen en met het uitberften van een vernielend Onweer bedrei:fd^ lï e^n Sterveling zal in ftaat zyn het te kunnen afkeeren ffod' SUT of in den boezem van ons Vaderland geen Caulmen geen OMheTen, geen Lentulusfen, en anderen hunner afkomst en geboorte onSdig Westen? Het Volk is niet vreemd van deeze gedacnten> het denkf in veele Steden van ons Vaderland even ab het Romeinfche ten tvde dier Samenzweerders van welke de gruwelyke Catihna het Hoofd was Maar^ ^wenscht en vertrouwt ook tevens dat indien er derrelvketTonder ons mogten ontdekt worden, zy deze fde welverdiende ÜffeïzuïwondigaaJ, welke die verbasterde Romeinen ondergingen. Ooif houdt ^men zich ver'zekerd, dat 'er onder onze Achtbaar* Vaderen «eene Cicer?s ontbreeken, die de heillooze aanfiagen van eene zo doen*wairdiffe Cabaale zouden weeten te vernietigen. GriSNiemand dan die, welke tot die Cabaale mogten behooren, kan 'er lan twyfSea. — Ik kan wel niet ontkennen dat zich een verderfvk« Aanhing in onze Republiek federt lang gevestigd heeft; maar da c «flutt? vervloekte en verraaderlyke voomeemens zoude gefmeed r', n ..,ie te pv0me ebt onderftel ik vast niet waar te zyn. "ISewe je" Indien ze den Ondergang der Vryheid en der Welvaart van Vaderland ea Volk bedoelt, ftel iS ze met de Catilynfche gelyk, duwyl ze dan ééa en 't zelfde oogmerk zoude nebben. Grietie Haare aanfiagen zouden toch zo wreed met zyn. D ewenje. Waren zfd.t, zy zouden zich te fpoediger_ doen ontdekken Maar 'er wordt waarfchynlyk met List gewerkt in een Getea "bestiLr Despotkke Cabalisten de Volksregeenng al zachtjes^  ( 156 ) van hever leê zoeken te verkrachten. De Misdaad nochthans blyft de i Misdaad. Het is zo wel een Moord, iemand door vergif al kwynende 1 van kant te helpen, als hem in een woedende drifc op eenmaal van 't: Leven te berooven ; ji, ik twyfel of de eerfte wyze van iemand te doen , fterven, niet gruwelyker dan de laatfte zy.— Catilina wordt nochthans zo listig als wreed door Cicero, die 't origineel vuor zich had, gecopieerd Sedert eenige Jaaren her waar is (zegt de Burgermeefter) is'er geen een\ fchelmftuk gepleegd, zonder u weeten en toedoen; u alleen heeft het vry- ■ geftaan veele Burgers in hunne onfchuld om te brengen ; en *■$ Lands: Bondgenooten ongeftraft te kwellen en te berooven. Gy alleen hebt magts! genoeg gehad, niet flechts om de Wetten en Rechtsvervolgingen te verfmaaden , maar ook om dezelve te vernietigen en krachteloos te maaken. — • (Zie de Vertaaling van X. Redevoeringen van Cicero doorMr. Geor'gius i Melchiur Ifte Redenvoering tegen Catilina, paragr. VII.) Dus moet Catilina voorzeker by zyne magt ook list hebben weeten te voegen Dan ik denk nochthans met u dat men in onze Republiek, hoe haare : inwendige ongelUldheid ook zyn moge, geenen Catilina 'of deszelfs i Aanhang beho.ft te vreezen. Niettemin de Gemeenebesrgezinden ech- • ter wel een naauwlettend oog op de Tegenparty moeten blyven hou- ■ den, en haar wangedrag ontdekt hebbende, hetzelve haar onder't oog' brengen, en naar 's Lands Grondwetten haar verdiende ftraffe deswegen i doen gevoelen. Grietje. Dit ftem ik met u toe, Vrindin; en dit zal het middel moe- • ten zyn, dat het Volk van S ad tot Stad als welgewapende Burgers ter • Verdediging zjner Vryheid, Rechten en Voorrechten bedaard engeens- • zins met drift tot Oproer, maar ter verheffing der vervallen Eendragt bezield , zicb-zdf voldoening verfchaft. Nu; God doe de ver-• richtingen aller Braaven gelukken, en bevordere door Zyne Almagt en Goedheid den inwendigen Vrede van ons dierbaar Vaderland. Ik wensch je beterfchap, Diewertje! Verkwik je wat met een luchtig en gezond Konje, en doe Louw-Baas de groetenis van mynentwege Di ewenje. Ik bedankje, Vrindin! Eet fmaaklyk en groet Krelis. By de Drukfter deeies tyn te bekomen de oprechte Engelfche Maag-en WormPoeders van Salomon New, dewelke meer dan So Jaaren'met goed fucces zvn verkomt. Het Pakje is 7 Stuivers. 3 Gedaukt by ds Erve de Weduwe j ACOBUS van EGMONT • ©d de Reguliers Breéftraat, te Amfterdam. '  D I E V E RTj^JEN_G R IE T JE. a Oftober 1783- K* 4°- Diewertje r\™ * ™ *<*im Mor^ V??*"" ' ^ Utewertje. < j j r» gezondheid f . s wel de bevestiging eener Zaak, we *eƒ'Xm verwacht heeft dat ontwyfelbaar. diDK aan die verwachting en dat vertrouwen der Natie. Diewertje. Welke Zaak is delcWe in de Zuid-Hollandfche Grietje. Ik zal het u voorleezeu. ^^^"VSnhage van 27 September - overteneemen. — £ene iya«'K» " verachtelvke verz nfels vaa de vangon, en ten eenemaal logenftraft de laage en «pgf^ Engelfche Gabaal, of de ^^^tMt^^b^ Tan fchaamte Republiek gaart, anders &™™%J£[>°££?£ OÏR de Natie tegen Frankryk 0vePr haare öeeds SSg^to «itftrooijiugetf, dat Frank- te verbitteren, - en .^tT^Jm^macaU**»«fph*! - Z<=- ryk voor de terug we onzer £»JS*ri2u"da* zyne beminde en getrouwe kerlyk dit moet een Anglomaan Wrt^C JWÏSS ran hunne kant „ waatYchouwing, om te bezorger,^gm^^,oildenoT«rg«Wn, ? £10^^ omin datzelveoogeu-  C «ƒ8 ) mond geflopt, die altoos tot heden toe hebben durven ver^W» a . dwaas geloofde, dat Frankryk, zonder 'er voor ™ZITÏ%& *tT « men Bezittingen van den Staat in 't Ooster- en Wester-WaeVehH l V. °" geeven ; meetende die Cabalisten de handelwyze van het twenwn^- ^ Um dig e„ onbaatzuchtig Ministerie te Verfailles "af bydiva '427^1* "ï "0'edelmoedig en ten onrechte Baatzoekend Ministerie te Si lamV,8 y °a~ Grietje. Dus trachten altoos de Britfche Aanhan«elin^n ,n . • licht voorteftellen, wat hnn eenigzi„s .oefchyn, tot £ S M "rkttrJ zinnige oogmerken te kunnen dienen, om andlren dï ^ne °°reChtm hunne oproerzuchtige begrippen te brengen en tot hn™, ,„T 7 ",et ÏT* Hiertoe hebben zy hunne Hundingen, die*3ch ^gJ^%^^ Kroegen begeeven, om te hooren wat 'er wel gezegd word?l,„ J kw,nkdr.en dige Tydsomilandigheden en, denken zy den ffiS 7aTop dTdt^r?* zelfchappen te kunnen vinden, dan mengen zy zich allengskens in dclr en weeten de Zaaken zodanig eenen draai te /eeven, St^^vS?***^ loopt „ dat wy Nederlanders reden hebben om de handelwvie 5« p u!l" , met te verachten, maar veeleer te rechtvaardigen; dTby yolZ^ ^ lch.en , de Bruten gewild hadden, zy ons oneindig grootere nïee5 otd^VT0 „ kunnen toebrengen. Zo komen zy al verder e ve-der 5. C° hebben „ digden Oorlog, en het toetreeden Ser Republiek ,0, tn Vret "n^* „ zaaken van den Oorlog, zeggen zv zvn hv He h\}\11a de omr" „ by de Britten, welken men vg behoren /oJ^?vSS^ ^a",'- *** „ had behooren bytefpringen, reeds drie maandenTa*d^dSS?ÏÏ„ o'T^ „ tegen Frankryk, en dan had men nooit in Twist met Grom RH!. * °°rJo» „ men moest hier ook niet in 't geheim met de N^A^^^R^IT^li „ ben gehandeld, maar hen mede helpen beftryden • ook ™mT„ j * „ houder in Hoogstdeszelfs Ontwerpen voor deTóoXlnd o k"? erüui' „ derfteund hebben; maar dat Eminent Hoofd van 'fSeenebe^n; , °n" „ hebben gedwarsboomd. Waarom niet aan dc beS dfc„ k °°Pi,f,lyk „ voldaan, toen hV in Jaar 1773 reeds een PltT^^m^^ V°m „ Staate tot verfterkjng der Troupes van den Staat me,£Zl„Z/aZ ^ ^ „ Paarden, en agtduizend negenhonderd zeven-en-tmnti. Hoofden? W» g „ de vermeerdering der Zeemag, tot aanbouw van vLTfwZt ZT0Y °°K „ was gewe,gerd geworden : Dan dat de Provincie Holln| e^Welfl ?^^ „ altoos tegen was geween, en voornaamlyk de magti*ft"Steden In h ? ^ „ Ontwe.p verydeld hadden; gelyk dan daaruit vef/^ ,, den eerrten voet tot ver^yderingWn Wc£™^^^0*m>*!< „ en de Steden dter Pro.mcie, en ailes daardoor ten X™ li £ Ho^d „ ryk niet jaloers «e maaien, en Engehnd, ah een oudenSS^f eT/^" „ noot al langzaamerhand te verlaaten, en eindejvk i?° e?, B»nd^- Op deeze wyze redeneert het Landbed'erflyk Rof derSl.l ^ * — Bende artengskens verzwakt geworden zynde door L *gMmden ' wisr Vaderlandfche Party, zich thans weêr denïï :te it rken egn ï h'f" der heeft by de Cabaale der zoemde heb-  1 159 } , . hebben kunnen opmaaken uit deeze en detgelyUe valfcke Reder.oeringen van fommigen, d.e hr h:eren Z ontmoet heeft j doch meet altem.ml Vreemdelingen tfa.enwelke hy voor ledigende vettÓopen Twe/vers aanzag,, die .ls Omgekogten hun beften uit hunne verdoemde. Commisfien trokken. . , nlrwprric Maar forak hv die Va behaards dan niet tegen ï ... ■ , , S'''wel Öyk« m«» met reden, en maakte hen dikwils geheel ftom > wederleggende alles » fiv vwrïbriiR en«mi zvn uiterfte vermogen. Wat, vraagde hy . had men atgwaar, «an andere Mo"endheden te geeven, met het uitvoeren van een Ontwe.p door den Staatsdienaar eTzvne Adheren™-efmeed m een tyd dat de alstoen Oorlogende Vorlfen om de Fe.eilehe SuccêsCr'elïeel bu ten '? bellek va» onzen Staat was en den fcryg rieswegen m 't 0FP:rfle gedeelte *"J, Dguei "i land wierd[gevoeld i Uit immers kon ons Gemeenebest, die 'et geene de «ller- n nOe beT ', sën irfhad tot eene zo aanzienlyke vermeerdering van 's Lands Krygsmagt te Lande "e" noodz^ ken.- Waartoe dan diende dit zo fterk aangedrongen Plan van dcnStadhouder, en die hét op dit ftuk met hem tón. waren ? Was heienkei om een vertooning van denluiöer des Opperve d_ he th kens verleend Gezags, en dien van den Hertog Veldmaatfchalk te doen mtfchitteren ? Of ootdèe de me . zottder d:e ónnoodige glimp zulk een groot aantal Krygsbenden ook noodig en bekwaamt^vn,7«i tot orerftygiog van dat onverminderd gezag, zoi.der vee! of weinig Tro«ren d^ wee « baanen om het te overftygeni Bleef Willem de Vyfde geen Capite.n Generaal aHe,o.Lou geen Vel° maarlchalk van "het zelfde gezag, lede, volgens verleende Amptsbedienine "zo we over ee» aantal Krygskn.ch.en van ruim veertigduizend Soldytrekkers als zy •t ïoufe'n «weest zyn over byna zestigduizend i Welk een doel was het dan, dat men er t zouaen geweest*y j «Daaizaamheid voor 's Lands Kasfe, die zich by deeze vermeerde- rfnl'tÖ zevenhonderd twaalf Galdens en c fl Jv" s volgens Calculatie, nutte'.oo- zoude ontbloot gez.cn neboen. 't Is waar men fprak óok van vermeerde ing van Zeemagt. Men (prak 'er van en zelfs uit tvet.u.'S.ng van eene hoosfiiOodzaakTkheid, die vervolgens geduutig al dringendei en drngender wierd, door den Oorlog tutfèhen Frankivk Spanje en Engeland, over des laatften wifchitlen met Amerika, waarby de V Je Va!, Tn koophandel onze? Republiek «ge» de Rechten der Allerheiligst bezwaren Verbonden .tegen het Recht der Volketen , tegen dat der Natuur zelve, door onzen zo valfchen als wr"den Gelorf" en Bondgenoot oP de HemcltergendlU wyze met a ken ingekort, niet alleen bepaald maar meet en meer getchonden en einde!)k (ó gruwel) geheel vc.brooken. wierden, daar" ménaan \ Hof van St. lames het troifthc zeggen van een Engelfchen StaatrQ.nis.er der Uatac™ örgaande Eeuw ten grondregel ftelde dat Mn4,,n C-rt.,. ( «« ™*'V^» > hans wel degeiyk aandrong. Zag men toen met duidelyk genoeg m onze Republiek dat da-ar den" Oorlog in Duitschland geëindigd was , en de Capuem-oeneraal genoeg had em over een maatige Landmagt te gebieden, hy nu uit hoofde van zyne Bediening al»i e.piteiaAdmiraaï thans her voornaamfte punt daar 't op aan kwam ter hoogstnporSige vermeerdering vaa »s Landï Zeemagt .ed meer in 't eeg moest houden, en zyne Zorgen en bemoei,,., g-.n deswegen ten voornaamften moest in 't we.k (teilen , om de Zeemagt Voor eer.e «uefi.elooze vermeerdering van Landmag. voor te trekken , en alles wat 'er nood.g toe ra ten yvtngilen te behartigen, daar nu geerf vrees voor gevaar .e Lande altoos kon voorgefteld worden -~- Men dacht dat onze Gioote Amptenaar di, begreep, gelyk hy roeêrmaalen bet.igde dat hy het zeer wel begteepen had; maar in hoe verte zyn de poog.ngen van vrucht geweest, te.wylde aandrang der uitvoeringen 'er aa., heefc on.brooken? Is de enkele belchouw.ng van een Zaak genoeg zonder dezelve door werkdaadigheid niwig te doen zyn' Is het genoeg dat het gezigt zieh alleen er „ede te vreden houdt en he. Har. 'er verte van vc.wyderd is » -r— Wat toch ,. „ood.ger dan te werken om zich in ftand van beftaan te houden ! Heeft men dit omtten. de langzaam vermeerderde zo hoognoodige Zeemagt wel gedaan? Neen! Maar zou men het omtrent de K-geerde Landmagt met gedaan hebbea.! Dat is allerwaarichynlykst opternaaken u.t den Herken aandrane da-irtoe — Men moest de laatfte echter tot nut hebben doen dienen ? Mau tot welk een nu' ? Om «het aanzien van ons Gemeenebest tc doen gelden? Dat hing gcenszms van een Landmagt, maar «el van een ontzagbaarer.de Zeemagt af. De Nane is nimmer zo dwaas eeweest van het tegendeel te gelooven in tyden dat de Republiek in geenen Oorlog te Lande was int-ewikkeld Om dan eene onnutte hoop B. zoldelingen te Land te hebben, daar men Zeevolk ■oodiehat, zou men den fchyn hebben vertoond als of men het beeld der Maan m t Water ichynende heneden der Aarde wilde zoeken, met naar om laag te kyken, daar het weezen derzelve in de bovenlucht huisvest. Wat wotdea 'er niet al Tydkort.ngen door groote Amptenaaren gezocht ten koste der Welvaart hunner Medeburgeten i — Maar zie daar eene Tydiinkeop.ng op Doggcrsbank' Waatachtig geen Amufementl Door opgehoopte en meer dan te lang uitgettelde  , , (««<») cUs Koophandels, '« wel waardig noemend getal van lig.e Schepen agtcraf geladen, na da t-op irk Urhtr/r7e F"8eland den Ootlogaar.de Republiek, of liever door zvnen »ri3 X V«.W HA>^"/m de" H^Z?JFfr b' d?V^ft»" aangemoedigd door derzelver dapperheid', er naar verlangden om een gelyk Lot te beproeven en te ondervinden, het «ai te vetgeêfsch ' SSISVa ** ™l J " ,Zec Kt^sraad, door wien den Capitein Admiraal zich van „ veele' £ÏE $ "waangheden het overtuigen, moest de Vloot zich niet in gevaar begeeven , om eentge onderneamtng der Vyanden tegen te gaan, en ook zelve niets tegen hen ,e onderr.eemea™ di nni ürT' TïS,i 1*™* 0,P^U't<."V,etWyi men de ZM Toor de «ritten ™ie" „re/?,■ >rch'mP,en> ^k *y- f«* * het zeggen mag, en waarom niet!) door de verkeerde ditefti in t Zeeweezen, verdiend hadden. ~_ ja dit durf ik zeggen; dir durf ik ftsarde hou•,, „'„ . I Ce" !ki **? het geh^,eIe u8l,k S* H°°6e Gemagtigden daarby. Toen 't lerV^fwr^r °™ T' nC "'Un b"kudf Bk ,e hunner Medeburgers, voor welken de Harten der Weidenkenden Z in belange" eerbied vervuld zyn. Uit Gelderland. utnkenüen met dpn oprechtten De Baron van Nyvenheim, Heer van Eek en Hiel, Lid divr8 Grietman van Baarderadeel. F. J. van Eyfinga, (Jrietman van Doniawarftal. R. L. Andringa de Kempenaar, Grietman van Lemfterland. J. C. Bergsma, Vülmsgt ten Landsdage wegens Ooitdongeradeel. Uit Overysfel. De Baron van Palhnd, Heer van Zuthem, en de Baren van der Capellen, Heer VaÈedn1ge°der bovengemelde Heeren waren gemunieerd met blyken van goedkeuring omtrent de te neemen maatregelen van fommige Zeeuwfche ea Groningfebe Voorft*t>. ^Me"verneemt, dat eerlang weder zulk eene Byeeakomst zal worden gehouden. De Natie mag zich met recht veel goeds van deeze mefures, tot het vasillellen ea onderhouden van Correspondentie, Eendragt en Verknogtheid tusfchen zodanige Leden der Regeering bclooven. Griette. God bekrachtige de heilzaame Aanwendingen deezer Braaven, die zekerlyk tot nut van Vaderland, Volk en Vryheid ftrekken, en kroone derzelver Bell uiten met zynen dierbaarften Zégen : Zo berbloeijen de geheiligde Rechten der vrye Burgeren, hoe zeer federt eenigen tyd door een verderveade hand willekeurig verdrukt: Zo wordt het onwettig ingevoerd zogenaamd Krygs-Rechtsgebied ontzegt één voet breed eronds op 't Gebied van 't Staats- en Burgerrecht meer in te neemen, en genoodzaakt het onrechtmaatig overheerde te ontruimen: Zo worden 's Lsnds Krygj-Ampten niet ni°êr te koop gefteld, ©f naar believen van de Cipiteins aan Vreemdelingen gegeeven ; zo mogen Deugd en Verdienfte beloond, maar Ongehoorzaamheid en Wanbedryf geftraft worden: Zo herleeve de Koophandel en Zeevaardy met de Welvaart van een onafhanglyk Volk, dat door Eendragt is groot geworden, ten koste van ftroomen bloeds der Vryheidverdédigende Voorouderen Diewertje. Dat het zo zyn moge! — Maar, Vnndin! Men vindt deswege nog fnoode Vleiers van eene geheel andere en tegenftrydige Party genoeg, om zulks te beletten en der goede zaake openlyk tegen te gaan, verftoorende de Eendragt en Rust hunner Medeburgeren, zelfs in den nacht, gelyk één dier laage Schepfels, de Oranie-Bakker Trago te Leiden laatstvoorgaanden Zondag nacht nog daar bewyzèn van heeft gegeeven, met op zyn Hoorn te blaazen en Oranje boven te fchreeuwen; doch waarom hy ook door de Nachtwakers gevat, cn in hechtenis is gebragt geworden. Grietie God bewaare ons! — Oranje boven! — Ik begryp djt zulks zeggen wil dat Oranje of deszelfs Prini de gebiedende Magt over het Vrye Vaderland, over het Volk en deszelfs Stemhebbenden alleen zal mogen voeren. 6 Hemel! Tot welke uitfpoorigheden kunnen Menfchen niet vervallen, die door een verkeerd vooroordeel beheerscht worden, of uit Zelfbelang het goede kwaad en het kwaade goed noemen» De Prins van Oranje, een Prinsdom, in 't hart van Frankryk gelegen- — de Prins van Oranje, geen eminent of uitmuntend Hoofd onzer Republiek, gelyk de Schryver der Na-Courant hem noemt; — een Prins van Oranje, nog eens, ^bteweftir" Oordeel zo fchielyk niet, Grietje! Misfehien heeft de Bakker met dat Saven den Hemel in 't oog gehad, en dan gunnen wy dien den Prins, vroeg of laat, zo goed als ons zelven, nevens den Bakkeren alle Menfchen, zy zyn dan wie ** ™€zcn m0Sen- W 3. Grint-  ( ;64 ) Grietje. Neen, neen! De Bakker heeft vast om den Hemel niet gedacht toen hy zyn oproerig getoet en gefchreeuw uitgalmde. Hy zal allerwaarfchynlvkst zelf wel bekennen, dat hy 'er de bovenmagt over de Regeering in ons Gemenebest ,mede gemeent heeft, waartoe zich de Prins echter zelf niet bevoegd kan of z'il ken nen; daar hy niet meer dan een Staatsdienaar van den derden rans; der Souvereini" tek is , gelyk de Staatkundige Vaderlandfche Schryver van den Courier van Eurota zich in zyn No. o. uitdrukt, dewyl hy werdt voorafgegaan door de Gevolmagtigdeta der byzondere Provinciën en door de Afgevaardigden ter Generaliteit Hv is Stad •houder en geen Graaf. Zyne Bedieningen, hoe aanzienlyk, fchoon erflyk verklaard" vloeijen voort uit de Bronnen zyner Aanftelling, en volgens die Aanftelling mag hv nooit, wil hy geen Geweldenaar en Verbreeker van zynen Eed en Pligt zyn het minfte misbruik maaken van de Magt hem in zyne Ampten en Bedieningen ver'eend door zyne Aanftellende Meefters. „ Dit zeggen uwe Grondwetten, 6 waarde*Bur „ gen en Landgenooten! Derhalve is 't uw Pligt tege« de verkrachting derzelven .„ te blyven waaken, die vasttehouden en zo lang gy adem hebt te befchermen en „ verdédigen, op dat gy uwe vrye fchouderen behoede voor het vzeren luk der „ vuige Slaverny, welke wreede Dwingelanden 'er ooit mogten opfkar, om het u „ het zy met list, het zy met geweld opteleggen, om willekeurig ovêr u te heer- . fchen". — Voor deeze keer genoeg: Ons bellek gedoogt geene verdere uithreü ding. Vaarwel, Vrindin ! Tot weêrziens. Eet fmaaklj k «1 griet Louwer s ' Diewertje. Ik bedank je, Grietje ! Ik wensch j»'t zelfde. Groet Krelis.' By de Drukfter deezes is gedrukt en te bekomen: De vrolyke LOüWim KRELIS: zingende een vyftigtal nieuwvervaardigde Zangftukies op allerlei Onderwerpen, zo als dezelve nog in geene Liedboeken gevonden worden Alle op de fïaaifte, keurigfte en «ieuwfte wyzen. De prys is 4 Stuivers. . By de Drukfter deezes wordt m Commisfie verkocht, de oprechte Stouehtom Elixer Magnum Stsmachicum, of het gruot en Hartfterkend Maag-Elixer- zynde een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veele andere Ligchaamsk'waaleni Het verzégeld Flesje met een Bericht is n Stuivers. Hetzelve kan ©veral vet* ï jnden worden. Het alömbekende Middel 't welk orrverbeterlyk is om alle foorten van Note< boome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Gabinetten , Bureaux Lacti' fels. Stoelen Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig l maaken en de Wormen .n 't geheel te verdry ven, gelyk men daaglyksby onder, vinduig heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fucces verkogt by de Erve dd Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stuivers. NB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere foort ten van Matten. «"ucic iuun Gedrukt bj de Erve ds Weduwe JAC OBUS van EGMONT- ™ de Reguliers Bicéürraat, te Araöerdam. ' F I  DIEWERTJE en GRÏËTJË. ló" Odober 1783. N'. 42. Diewertje, Tk wensch je een frisfchen Morgen, Grietje! Is 't nog wel met J. den tocttand van 't Leven? Gretje. Naar wensch, Vrindin! Hoe hebt gy 't 'tr meê ? Diewertje. Al mede naar genoegen. Is *er iets in de Nieuwspapieren dat eeuige aanmerking verdient? Grietje. Overvloedig, en zelfs te veel om het in deeze onze Byéénkomst artehandtlen. Ik vind tn de Zuidhollandfche Courant dat de terugvordering vaa eeni4e in Militaire hechtenis geweest zynde Soldaaten, door de Regeeringeu van Middelburg en Vliilïngen, 's avonds voor dat 's anderendaigs 's morgens by de Heeren Gecommitteerde Raaden over deeze Zaak ftond getaadpleegd te worden, vruchtloos is gemaakt door het ontfnappen dier Misdaadigen en juist in die twee Steden op een en denzelfden tyd. Men twyfelt ook niet of dc gedetineerde Militairen te Zicrikzee zullen raede wel middel ter ontkoomieg hebben wee ten te vinden, zonder by ongeluk Diet daaiin verhinderd te hebben kunnen worden. Dus blykt hieruit de achteloosheid van de Beoefenaars eener Militaire Jurisdictie, juist nu dat Mcntler ook in Zeeland den laatften fnik heeft gegeeven. In de¬ zelfde Courant vind ik dat den Haag nog niet geheel zuiver is van dat vetfoeilyk Schuim van Volk, dat in de Achtbaarfte Ministers 's Lands Souvereinen zeiven hoont, gelyk uit een onder de Gevangen-poort aangeplakt alletvuilst en laf Schrifje nog deeze week is gebleeken, tot de grootfte ergernis van een ieder, die flechts eenigzins tedelyk derkt, en door geene drift tot oproer, of haat tegen het lieve Vaderland wordt gedreeven. De uitdrukkingen van dit gruwlyk Lasterfchriftje oordcel ik te aanftootlyk ona te te herhaalen. Maar de Heer Erfftadhouder zelve meet zich ten uiterften ergeren, zulke verraaderlyke Oproerige en Landverdervende Watifchepfels onder de verkeerde Yveraars, onder de Voorftanders van zyn Doorluchtig Hu:s gewaar te worden. Immers men kan van des Grooten Staatsdienaars Billykheid niet vertrouwen, dat Hy door eenen Aanhang van het allerlaagst en woest Geboefte, wet- en redenloos zyn Gezag zou willen zien vergrooten ; en evenwel dat Oranje boven, welt den kwalykdenkenden geduurig naar de Keel, zo dat men het op een Bakkers Hoorn hoort toeten en daar benevens uitgalmen, of dat men het met een ftramme, doch doemwaardige Pennc op een vermuft Papiertje gefchreeven en aangeplakt vindt, op een der openbaarde doorgangen in de Vergaderplaats van 's Lands Vaderen, die alleen de Souvereiniteit des Volks in handen hebben, en d« teugels van 't Gemeenebest» Bellier zyn toebetrouwd en aanbevolen. Diewertje. Wel toch, Vrindin! Ik denk dat deezen en Zyne Hoogheid zelve 'er zich wel aan gelegen zullen laaten leggen, om ten naauwkeurigften onderzoek naar zulke het Licht onwaardige Schelmen te doen; te meer, daar de Stadhouder W 3 Wï-  ( 166 ) blyken van behartiging der Godsdlenstpligten geeft, die wel datdelyk zyne Liefde tot hervorming van Rust en Eendragt toonen. Een voorbeeld hiervan is juist voor de hand. Eene onlangs gedaane voordelling van Schiedam aan Hunne Ed. Gr. Mog. de Staaten van Holland en Westfriesland hield in „ dat voortaan geene po„ litieke Ampten of Bedieningen aan Vreemdelingen of Uitlanders zoude mogen ,, gegeeven worden, maar alleen aan Inboorlingen der Zeven Vei éénigde Pro„ vinciën, of der Generaliteits-Landen en resforte van dien," dat naar allen fchyn zal doorgaan. Grietje. Buiten twyfel; en wel nu dit Voordel door «nzen fchranderen Stadhouder met eene Propofitie van zynentwege, alleen uit zucht tot de waare Gereformeerde Religie, met eenige byvoegfelen bekrachtigd is, om welke de Schiedamfche Magiftraat niet fchynt gedaeht te hebben. Diewertje. En welke byvoegfelen mogen die dan weezea? Grietje. 6 Vrouw! Rechtzinnig uitgedachte Byvoegfelen; en dewyl wy mede Ledemaaten der Gereformeerde Kerk zyn, kan het niet anders, of wy moeten de hacielwyze van onzen Vyfden Willem, niet minder zorgvuldig op 'i ftuk van den Godidienst dan de Tweede van dien Naam, ten hoogden admireeren, ja, hetaüesovet- klimmendein des Doorluchtigen Amptenaars Staatkunde met Eerbied bewonderen. ■ Alle de Polilique Be'ampten zullen voortaan waar Gereformeerd behooren te zyn, et) geen der Staats-Collegien zal niemand, dan een Lidmaat der Gereformeerde Kerke eenig Politiek Ampt of Bediening mogen geeven, en die ook daarenboven (gelyk de Stad Schiedam reeds had voorgefteld) een Inboorling uit de Zeven Provinciën zal moeten zyn. Maar ook in 't begeeven der Stedelyke Ampten, zouden gebooren Burgeren hunner Steden, van Ouders tot Ouders 's Lands en Stads Lasten hebbende helpen draagen, behooren geprefereerd of voorgetrokken te worden. Diewertje. Bravo ! zult gy gewis met my hierop uitgalmen. Maar de Stadhouder fpreekt allee» van Politique en Stedelyke Ampten en Bedieningen; zoude hier ook niet by behooren de uitdruklyke m«ening van Militaire Ampten en Bedieningen ? Maar deswege vindt men in de Propofitie van Zyne Hoogheid geen woord gerept. Zo dan in 't Stuk van den Krygsdienst zulks in vergeetenheid blyft, zal het in Staats- en Stedendienst onvolkoomen zyn. Dat het dan ook zonder oogluiking in den eenen niet gefchiede , en in den anderen niet verwaarloosd worde! Waarom ook geen genoegen aan de Staaten van deeze en andere Provinciën gegeeven door de affchaffing eener Militaire Simonie, of Krygs-Amptenverkoopinge ? —> Waarom het begeeven van Militaire Bedieningen aan Gereformeerde Soldaaten, geen Vreemdelingen zynde, niet van nu voortaan bevestigd ? Immers het eene behoorde naar het andere gefchikt te zyn. Maar hier komt de grofitde Krygsdtenaar van den Staat niet openlyk voor uit; en dewyl het Collegieder Édelen, in 'twelk hy de eerde Stem voert, als één Lid van Staat tegens de actiën Stemhebbende Steden in onze Provincie, af keerig is van deeze Artikelen betreffende 't Krygs weezen vastgefteld te zien, zou men billyk mogen oordeelen dat 'er den Opperveldheer weinig veifctiil in vindt om een Vreemden en niet Gereformeerden Officier, al ware hy ook een gebooren Engelschman, eenen gewigtigen Vaderlandfthen Post in tyd van Oorlog toetebetrouwen en te verdedigen. — Ik zeg nog eens,  ( 1*7 ) eens, de zorge van den Stadhouder moest op beide Zaaken; en, we! voornaamlyk op de laatfte gevestigd lyn, 't geen 2e echter niet is: Zy behoorde in zyne tyzondere Hofhouding al mede en wel voornaamlyk te worden in acht genomen. Maar is het wel zo ? — Zyn de Beimpten uo in Bediening zynde Creatuoréa van z}n Huis niet meest alle Vreemdelingen en van eenen at?deten Godsdienst dan de waare Gereformeerde? Zon men onder tien van dien Stoet wel drie vinden, die of geene Pu;tenianders, of geene Gereformeerde Ledemaaten zyr,? Zy, die daa^lyks het Stcdhouderlyk Kwartier frequentseren zullen deswege daar van'hei best' overtuigd kunnen zyn, en zelfs de Recommandatien van poHttque Bedienden en Ampunaaren zo wel van Admiraliieits- als Generaliteits-Collegien afhangende , ftellen in de voornaamfte Steden ons nog dagelyks de ftrydige Voorwerpea, willekeurig tegens de vrye begeeving der Leden van dezelven, voor oogen , ter trotfeering van die Leden niet alleen, maar ook van den Vryen Ingebooien en Gereformeerden Burger in 't algemeen. De gunst der Gee¬ ftelyken te winnen is een groote Stap tot Recommandatie; maar (dankzy Gode!) de Weldenkende Bedienaars van het Heilig Evangelie zyn allemaal geene Verlepte Bloempjes-Verkoopers. — Verre het grootfte gedeelte verfoeit die laffe Vleiery, en acnt het verre beneden deszelfs Ampt en Pligt, Kusfentjes onder de Okfelen van eenige Grooten te vervaardigen, om 'er aanzien en gewin door te erlangen, gelyk 'er nochthans hier of daar in ons Vaderland nog wel eenigen, doch in een zeer kleen getal, gevonden worden. Grietje Onder alle Koorn is Kaf, Vrindin* Diewertje. Zrker ja, Grietje-Buur! Wy zyn 'er zei ven van overtuigd door den aanval op de welmeenendfte en kundigfte Voorftanders der waare Vryheid en Volksrechten van ons dierbaar Gemeenebest. Wat toch behoort 'er tot de goede Zaak meer dan dezelve raar Eed en Pligt te behartigen, om een volmaakte Eendragt onaer Groot en Kleen te bevorderen ? — Doen dit dezulken, die Slaaveo van hun onrechtmatig Eigenbelang zyn? Heeft dit een Schaver van een Politiek Vertoog gedaan ? Neen! — Heeft dit een Ouderwet/de Patriot in 't oog gehad ? __ Geeven 'er de Brieven van Reinier Pryaart wel eenig Teeken van ? —« Heeft de Post naar den Neder-Rbyn zich, wegens zyne uitfpoorigheid, niet afgerend ? En evenwel wil de Schryver van een kwalyk betytelde en verbyfterende Na-Courant nog alle deeze Antipatriotfche Schryvers verdedigen, dat duideïyk blvkt al V' emt hy nog zo fterk op zyne valfche Éendragtliefde. Het Boefje kykt toch overal op het vloïktooneel van zyn verleidend Papier van agter den Scherm h-en en fteekt den kop vol bedrog gtnoegzaam uit, om zich voor 't oog der Aan- fchouwcren kenbaar te maaken. „Ja, dit geldt u, verbasterde SehryverJ Die wanneer gy ten zedigfte redeneert, een Paard een Paard noemt. Iets, dat de domfte Mensch riet anders zal kunnen begrypen. Het Paard van een groot Veldheer in de Functie van zyn Meefter is in rerutn natura even ue yk met dat " -van een Sleeper aan de Waag, fchoon het een de Haver fteekt, en het ander dikwils Hooi gebrek heeft, om dat het werken moet tot nut van 't Gemeen, en het ander op den Stal (taande tot «eere uitvoeringen gebruikt mag worden , dan tot parade of verlust«ing van zynea Reryder, buiten den Krygsdienst en dus zo veel te weelderiger is; xodanig dat men geduurig vreest door \ agteruitflaan gekwetst, of wel ° doed  tïood ter ïieêrgefmeeten te worden. — 'Er is dan zekerlyk onderfchéM in het Carakter tusfchen Paard en Paard. Maar met dit alles behoort men zuik een hardnekkig Dier een Breidel in den bek te wringen. .— Evenwel is een Paard cea Paard: Een Mensch is ook een Mensch. Onder het Menschdom vindt men mede wispekuuri'^e, wfêrfpannige en hardnekkige Sehepfels, die liever, als gy, NaCou'ant-Schryver! om des voordeels wille, flaaffche dien (ten vooreen willekeurige Meelter zoudt willen verrichten , dan de:i onbezwaarlyken last van een vry Gebied te helpen dnagen. U w Pen immers is ligt genoeg; gebruik ze naar behooren, en gy zult u van al'e uwe kwellingen ontlast gevoelen. Bezwaart het u niet voor een Uitmuntend Hoofd iemand uittefchelden, die het niet verdiend heeft, denk dan dat het ons ook reden van bezwaar heeft gegeeven, zulks te moeten wederleggen, daar wy geen Eminent Hoofd in ons geheel vry Gemeenebest kennen, en ons die taal even onverltaanbaar is, als of gy ons één der Arabifche Vertellingen, één meer dan Duizend, in de Arabifche Taal zelve wondt of zoudt kunnen vootflakken, om ons buiten rust te houden. Neen, onrustige Schryver van een Natie- bedriegende Na-Courant! Uwe vertellingen ruiken te veel naar 't Engelsch Zout en de geiistileerde Eau d'ürange. Die reuk behaagt geene gezonde Vaderlandfche Neuzen, die 'er hoofdpyu van zouien krygen. Verkoop uwe Kwakzalvery aan Vreemdelingen, of vertrek 'er meê nasr 't Albionfche Strand om ze tusfchen de Kryigebergten aan de Engelfche Boeren uitteventen. Wy lusten ee niet, al woudt gy ze ons ook graiis onder de Neus wryven; maar wacht dan uwe oogen, op dat wy dezelve niet blind niezen. Wy zullen ondertusfchen zien hoe gy onze waarfchouwing in acht zult neemen ; behoudende voor ons zelve» meer ernftige en gezonder middelen ter hand te neemen, om uwe vergiftige Ingre diénten krachteloos te maaken. — Vaarwel, Charletan! en beftudeer de Geneeskunst tot eenvormigheid der Leden van de vrye Maatfchappy in ons Vaderland naar de beste Voorfihriften der beroemdfte en weldenkendfte Staats-Artzen beter; dan Sult gy door den tyd nog wel een Doktertje onder de Doftoren kunnen zyn; en al waart gy dan flechts een Apotheeker, die Functie zou u echter genoegen kunnen geeven."— Vaar hiermede wel, Vrindin Grietje! Eet fmaaklyk en groet Krelis. Tot weerziens. (irietje. Ik zeg je dank, en wensch je't zelfde, Vrindin! De groetenis aan Louw-Baas. Het alombekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Noteboomc, Maghoniehoute, Verlakteen Gebruineerde Cabinetten, Bureaux Laêrafels, Stoelen, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig te maaken, en de Wormen in 't geheel te vereryven, gelyk men daaglyksby ondervinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fucces verkoat bv de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stoivets. NB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere foorten van Matten. Gedrakt by de trve de Weduwe J AGOBUS tan EGMONTt m de Reguliers BrelÜpaat, te AmAcrdtUB.  GRIETJE en DIEWERTJE. 53 Oclober 1783. N'. 43. Grietie. goeden Morgen, Vrindin Diewertje! Indien gy zo welvaarend |jr zyt als ik, dan zyn wy beide gezond. Diewertje. Ik heb het genoegen om u van de overeenkomst van 't zelfde geluk te konncn verzeekeren. Zet u; daar hebt ge een doof met vuur. Het Jaargety begint al wat guur te worden ' Grietie Zo doet het ; nochthans heeft een ieder onzer Landgenooten de allerbi'lyk'fte reden om den grooten Alregeerder te danken voor de onverdiende Gunften ons in den laatstafgeloopen vruchtbaaren Zomer en tot nu toe reeds vergevorderde Herfst, zo mild, zo liefderyk, zo vaderlyk gefchonken. Mogt onze dankbaarheid dit en meer andere blyken der Hemelfche Goedheid maar beantwoorden, gelyk het behoorde! y . Diewertje Die verpligting ligt in de daad op alle Menfchen: Dan hoe weinig wordt z'e in acht genomen! De Burgerlyke Pligten, de Pligten jegens zyne wettige Overheid worden, door veelen onzer verbasterde Landgenooten zelfs als onder den voet getrapt, door fommigen uit dwaalende Onkunde, door anderen uit flaaffche inzigten tot Zelfbelang, waarby zich Vleizucht voegt, en nog anderen uit een blind vooringenoomen begrip, of eene wrokkende Kwaadaardigheid, die eindelyk uitberst, tot Voorftand van een Party die door zulke Kwalykdenkenden omhelsd wordt, om de goede GemeeBte te ontrusten, te bedriegen en tot oproer tegen de wettig erkende Souvereinen van den Lande optehitfcn, en hunne Pennen fchetpen om Schendpapieren in de Waereld te ftooten, ter gruwelykfte lastering van de cdelfte, deugdzaamfte, getrouwde, yverigfte en onbelangzuchtiefte Verdedigers van deten onrechte gefchonden Conftitutieneele Wetten, Rechten en Voorrechten van Volk en Vaderland, dat vry behoort te zyn, gelyk het reeds was van de allervroegfte tyden af, toen 't geen Meefter erkende; dewyl de ceenen die het Volk berechteden, door het Volk zelf daartoe gemagtigd en uit deszelfs midden daartoe verkooren wierden, om ten gemeenen beste het belang hunner Medeburgeren te behartigen. Heeft naderhand het Volk zelve, uit vrve keuze aan deeze Volks-Stemvoerderen en Rechtbevorderaaren den last der Berechtiaing willen gemaklyker maaken door toeteftaan, dat men deezen en geenen verkoor en beloonden, om den Vyanden te keer te gaan, het zy te Land het zv te Water ; zulks gefchiedde uit geen ander inzigt dan om het Volksvertnogen, hun ter verdediging aanbetrouwd, vry en krachtdaadig voorteftaan , gelyk zy zulks bezweeren moesten. Maar dewyl de Heerschzucht ligtelyk plaats grypt bv den Mensch, vooral by dien, die zich verhoogmoedigt op het voordeel van Rykdom en Beiitting, van tyd tot tyd in zyn Geflacht door zyne Voorouderen verkregen en hem nagelaaten, of ook wel op derzelver gewigtige Dienften den Lande gedaan door dapperheid en beleid, het zy in Krygs- het zy in Rechtszaaken • zo is allengskens door dezulken een misbruik van 's Volks vertrouwen ge' X maakt,  C oo ) maakt, cn een onwettig willekeurige magt oyer 'tzelve ingevoerd, vooral wanBeer ïy onderfteund wierden door een of meer magtige Nabuur Vorften waar uit de Graaflyke Regeering is omftaan, gelyk men leest, dat Diderik van Aauitamen door den Koning van Frankryk, Karei de Kaluwe, ter befcherming deLr Landen gezonden werd tegen deDeenen, die door zyn Zoon den II Diderik ver. dreeven wierden. Dus ontving de Eerfte Diederik een gedeelte van dit Land ter lcene. Men ftelt hem dan de eerfte der Hollandfche Graaven te zyn Hv werd dan flechts als Leenman aangefteld, en moest de Edelen en Verkoorenen des Volks gehoerzaamen. Van tyd tot tyd maakten de volgende Graaven al meêr en meêr misbruik van het hun opgedraagen vermogen, tot dat 's Lands Staaten met de Edelen en Steden, niet meer de Graaflyke Regeering dulden en celvk men weet derzelver Juk van de fchouderen fchuddeden, na dat ïy onder 56 zo Graaven als Graavinnen, van het Jaar 8Ó3 af tot iy98 toe, in deeze Landen had plaatsgehad. Hiertoe bood Willem de Eerfte, Prins van Oranje als Stad houder eerst van den Graaf, naderhand van de Staaten, de Volks vertegen woor digers, grootmoedig de hand, die zekerlyk veel op hem lieten aankoomen maar, van welken hy echter zyne Bevelen uit Naam des Volks moest ontvaneen gelyk vervolgens ook zyne Nazaaten. — Dus zyn de Stadhouders in dienst der Staaten gebleeven tot aan den Dood van Willem den Tweeden even wel met een kleine tusfehen-bediening der Hooge Krygs-Ampten en Gouverneurfchap van Leicester, die op zyn Engelsch den baas dacht te fieelea maan op der Staaten mftantie , weder naar Engeland werd opontboden cn' deeze 1 Gewesten van dien Schynheiligen Dweeper en Tirannifchen Ver'raader verlost. Waarop 's Lands Staaten goedvonden op Maurits de Stadhouderlyke Bediening over te draagen, gelyk ook na zyn overlyden op deszelfs halven Broeder Fredrik Hendrik, en vervolgens na den dood van deezen op deszelfs Zoon 1 Willem den Tweeden ; waarna het Stadhouderfchap in Holland Zeeland en 1 Westfriesland om goede redenen is afgefchaft geworden, tot dat door het Volk of liever het muitziekfte gedeelte 'er van, de Zoon des laatstoverleden Stadhoudeis' s Willem de Derde, in dit Ampt wierd gedrongen. Na deszelfs dood zyn devoornaamfte en meefte Provinciën Stadhouderloos gebleeven, en hebben een zui- ■ vere vrye Staatsbeftiering gehad, van 1702, tot 1747, een blyk dat de Republiekt zeer wel een Eminent Hoofd kon misfen, gelyk men verkoozen heeft den Stadhouder, Capitein-Generaal en Admiraal dus te noemen, by de Aanftelline vani Willem den IV, ook al door het misleide Volk tot de Waardigheid verheven met eenen woesten yver, onderfteund door de Hoofden van eene Fa&ie die zichi kort daarop in Amfterdam onder den naam van Doelisten bekend maakte Wier onrustige woelingen te wege bragten, dat 'er Bioedteoneelen in onze Vaderftad geopend wierden, onder fchyn van der Burgeren oude Rechten te befchermen en dus het Volk te bedriegen, met een yzeren Juk voor hunne Schouderen tê: helpen fmeeden, waarop zy wel verzeekerd waren loon naar arbeid te zullen ont-vaneen. eeWk de toenmaalipe StadhnnrW in Hfc mneiir^^,,1, 1,. j _ ,„ ■—o-. 1 m—i --■ 5 -»~ ..uv.uu6yuu niciaueaeszeifsiNa-- komehngen, zo wel van 't vrouwlyk als manlyk Geflacht, zyn hooge Amoten en 1 Bedieningen Erflyk verkreeg. Het Perfoneel Caraöer van dien Prins was wel bemin- • lyk;;  * C 17» ) lvk- maar de» temeer gaf hem dit ook te grooter vermogen. De Augustusfen Jiekbe» KleeTpUats voor TiberiusfeB, voor Neroos, Caligulas en andere Verdrukkers en Tirannen van de Vryheid en Volksrechten gemaakt, na dat Ctfar die reeds vooraf Konden bad , toen Rome deswege zich al geen Republiek meer konde noemen Deeze Hoosmóediiren, deeze Wreedaarts hadden hunne Aannangers, tot bederf hnrn»r Medebureeren; zy halden dus mede hunne Vleiers, die met de vetfte Ampten gingen itryken, en fchoon het verre van ons is Willem den Vierden met die Volks verder vende Gebieders over Rome te vergelyken, werden echter alle de Le-^n d-rDo-lïstifche Cabaale met Ampten en Bedieningen begunftigd, en nog worden vet fcheidene hunner Nakomelingen, op nieuw, het zy door Recommandatien, het zv door rednftreekfche aanllellingen van den tegenwoordigen Stadhouder, hoe ilrvdia ook met de Volksrechten- begunftied, begrypende die Staatsdienaar niet, om dat men wel eens van een Eminent Hoofd gewag gemaakt heeft, het gehee'.e Volk en de meeften van deszelfs Vertegenwoordigers anders en beter dan de Vleiers van zvnen Heer Vader Hoogl. Ged., en niet naar de faclieufe Begrippen van een R ea P. van een G. en B. van een V. H. of van een Oproerige Geheim- fchrvver R ... van dien tyd te denken. Dit verdiende eenige betere aar- merkineen dan de Schryver der Nakrant maakt, om niet op een Eminent Hoofd van de Republiek te blyven aanhouden. Ook hebben dit de Staaten van geen eene Provincie noch Hunne Hoog-Mogenden ooit in dien zin gezegd of gedacht Immers (wy r'chten ons al weder tot u, Opfteller van dat Week¬ blaadje') is een Eminent Hoofd in de Republiek wel verre van een Eminent Hoofd der Republiek te zyn. Uwe gevolgtrekking uit den vleierden Naam en nooit erkenden Tytel, zal u in een Aanfpraak in eene Redevoering het Kenmerk zyn, ora den Stadhouder als Gebiedend aan te merken , en hem doen ftellen boven zyne Meefters, die nochthans niet andeis zeggen, dan dat de Republiek onmooglyk zoude kunnen beftaan zonder NB. voorzien te zyn van een Eminent Hoofd. Zeggen nu de Staaten van Holland dit, dan meenen zy niet, dat 'er een Eminent Hoofd over de REfUBLiEK zoude gefteld zyn; maar zy zeggen dat zy 'er mes voorzien zou weezen ; en dus is de Stadhouder niets minder dan een Hoofd der Republiek, gelyk gy hem verkeerdelyk noemt. Indien het geen men zeet waar is, dat gy een Boekverkooper zyt, dan mag men denken dat gy uw Winkel van Boeken voorzien zult hebben, misfehien fomtyds wel tot uw fchade als onnutte Meubels; dan echter zyt gy 'er Meester en Eigenaar van , die 'er meê handelen kunt naar u 't goed dunkt, en ten uwen meeften voor deele. — Zie daar een duidlyk voorbeeld en eene gelykenis der groote Zaak . _ Grietje. Laat de Schryver zulks maar nagaan in het voorzien van zyn Keuken Zolder, Kuip, Kelder, Schoorfteen, of wat des meer is, en laat hy of zvn'Vrouw zorg draagen dat de Winter-Voorraad niet bederft, maar ten nutte gebruikt worde. — Ik denk deeze toepasfing zal den Schryver van zyne kwalyk begreepen ftelling volkomen overtuigen. ■ ,. „ . L , Diewertje. Ik vrees dat men 's Mans vooroordeel met dit alles niet wech zal kunnen neemen, al wilde men nu nog verder gaan,.en klaar aantoonen, dat de Graaven zelfs in den volftrektllen zin geene Eminente Hoofden over de Republiek X 2 ge-  (lp) geweest zyn, veel minder de Stadhouders het ooit hebben kunnen nf m„„ „ zen. Hiermede achten wy dat ftuk onzes oordeels afgedaan ^ WW' Grietje. Maar otne Tegeafchryver begeert van ons nóg een bewvs hierin beftaande, hem te zullen aantoonen waarom wy eezeed hehSen T ' n £ otffche Schryvers, uitgezonderd die van de fAJSSL n gehee Si l?t zyn dan hy ? — Een ieder, onnoozele Nakran fchryv«J^ iaTwd z"n^ wy 'er uw trotschheid alleen mede in 't oog gehad hebaen • * ï\, , h i dal alleen de Schryvers der Vredebazuin, en noemt feeneen Pat. iot " ^ 4 een Weeklyks Papier goed in geheel Nederland.8 WyTebben nèr^ GEjS u aangehaald Gefchrift, fchoon wy flechts weinige dei EerftNoml g ?d°,01 'hebben ingezien, en verachten decenkwyze de Üpftellerenin zo veVJZ^l als geene reden hebbende om het te mogen doen, gelyk wTntet frh K ^2'DS' ten toon te ftellen, dewyl gy twistzucLg genoeg8zyf cm?fas~t"? en Eendragt te trompretten, een ieder Weekbladfchryve behSU ? den, den Oorlog aankondigt. ~ Zie hiermede op dit ftu'k u ateLteT?™'1 Tiet geen gy meer ten onzen laste gezegd hebt, wederleg zichzelven I^ a ^J bcnryver ten dienfte van Komng te zyn , het ftond oogenbliklyk aan ïerïvïZ Meefter aflche.d te neemen, en naar gemoede denzelven te weigereTelen C meer op 't Paper te zetten, om hem in eenige kwaade Zaakenft* heeft die Schryver niet gedaan; derhalve is hyeveTen al -o \ f^ u°' ,D,*' Drukker. — Wy wenfchen'u b^G^jN^F^^t^MvaJdtl gy ondertusfchen wel Diewertje! Eet meemaak en groei &BmT k Diewertje. Heb dank, ,k wensch je insgelyks, Vrindin! De groetenis aan, \ By de Drukfter deezes zyn nog eenïgTËs^n^^ de aanmerklyke Levensgevallen van JANNETJE, die uit den ftaat den Dienstbaarhud, na ontelbaare Wederwaardigheden, Rampen en allerlei byzondere vreemde Ontmoetingen , is opgeklommen toe die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zeiven kortelyk aangetekend tem voorbeeld, leering en aanmoediging van al de geenen die anderen Dienen m daardoor hun Fortuia hoopen te bevorderen. De prys is 4. iT-mVer! Ook wordt by dezelve in Commisfie vtrkogt de oprechte Haaefche» Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchoon en wiet te maaken , en den mond van Scheurbuik te zuiveren ; ook is het hv nir neernendheid goed voor Kies- en Tandpyn. Het Doosje is 6 ftuivers Al-mede de onverbeterlyke Koorts-PMfters, die door hunne nutte uit werkingen tegenwoordig zeer beroemd zyn, zo wel voor Behardenalss KnncHvn. De prys is 8 Stuivers. ^j<*uucu aiss üearuit oj d«Ër^T^Weduwe7JACOBUS van EGMONT- n» de Reguliers Breeftraat, f Amfterdam? ' P  CD- IEWERTJE en G R I E T J E. ■■\ "' . ——* ———— 30 Oftober 1783. N°. 44- * . , «to-tj firtetie" Wel Grietie! AI zo vróeg's morgens Doeree. W^^^eenWpd.endacyover- * luid gereciteerd, d!c ik, eêr ik de klink van uw deur nog m de hand had^hoo^ui^epen^ „, ^, Grietje? Goeden Morgen,' Diewertje! Zyt gy daar? Hoe hebt gy j 't met de Gezondheid ? behoef ik niet te vraa- le^^en^kS S voo,al geen lust hebben om Tooneel-taal te vetoën föeiis had gis- m te zien, en,hebAnhneVvddheèr en Vlootgebieder der Grieken, wat Thetts tegen den Opper-V^ f^0.^^ meê? Laat ons hoog uitgehaald, ik nietPal!e bekomen, en nog die dan inzietl Die van gisterern ^ ^ ^ ^ leidiche'Courant van l £ 1 Si^zer d-w^^J m Zyne Gr-v«*^ geene Ampten of , DMri. Hoogh dea Pnniwnw Led'emaaten van den waaren Gere- ^^'l^^^^ti gevolg hebben zal. 'Er wordt a>n* lt, formeerden Godsdien-t^geen g b ragt k ^ord gemerkt dat etJ<^^^dd we]ke, om dtis te fpreeken, hec j 3  maaken in t zand werpen; want om een Amoiie te helrn™« j waarfchyniyk al veelen het Rokje van GodsdSt hfe keeren. Ik geloof dat 'er onder alle Clasfe van Menfehenit ï Beroep£öefeningen, door he,• geheele Gemeenebes^^en ^ dte over de Afwyzing van des Stadhouders Voorftel zich meer zal Te' droeven dan dte de Luiden leeren wat zy belyden motten nm r r meerde Ledemaaten te worden. 7 7 °cten om Gerefo- Diewertje. 't Is niet meer dan natuurlyk zich om een Zaak te ver blyden, waarby men zyn voordeel denkt te vinden. -ü Maar%,n der meer deswegen te zeggen, laaten wq eens zien wat Zaaken rli weezenlyk nut van ons dierbaar Vaderland ftrekken kunnen 1 ^ gy zegt, dat 'er niets van belang in de NieuwsDanierrn t a . °" nochthans in de Zuid-Hollaadfdfe 0^t No.^lie^^l\V my, en zie daar wat my van belang 'erin voorkomt ™3 > * -,bJ van den Haag 27 Oclober lees ik dus: voorko™> onder t Artikel „ Over de Memorie, die de Heer Berenser Char^ jm/t • „ het Franfehe Hof, den 22 deezer aan de Stoten GeïLli „ ven heeft, dien zelfden dag ged^b^d^'^^^"8^6" „ de Heer Griffier Fagel den Heer Baen^S eSêhïlSS te,,, df E bedanken, en vernieuwen de betuiging?Per1Ste^B ï^w nde „ Mog. voor de giftige reftitutieh^ „ kering van de goede geneigdheid en vriendfeha^ „ de Republiek, welke dooF Hun Hom-Mof StX i F," Ti » worden in de hoogfte waarde. Wat de OmftanS? h f Sponden 1 „ in gemelde Memorie van den ' „ betreft, het is waarfchynlvk. dat één der (hAZ # Semaakt w°™t, l te weeten de ongehoorzaamheid die plat X hèefrbv^ï^"^^' „ neerde Eskader naar Brest, ernffig Vfcrffi £?wo4„ êDe r"" „ deputeerden tot de Zaaken der Zee hehhZ, worden\ De Ge- J't welk, volgens de ^h^dJ^^STJ^^ „ friesland van den 7 February laatstleden hef onderzS zoud^eSS" „ den op eene politieke en ewrajudicieele wyze door ril ?■ S- r • n fen, Gedeputeerden van Holland, en d^éaUdd^^1^^' * elk der zes andere Provinciën, zitting h*bïriehdM^?g T „ Staaten-Generaal. De Gedeputeerden vMted^tiï ^1"8,6" „ Westfriesland, Z,eland, Utrecht en OvêrvifH hll f HolJand en „zich nader over dit Rapport vvlto^^l^h? «"genomen „ Friesland en Groningen hebben ditSoncotd^ ^ Vm om breeder in den haïren gecommuniceerd [e S J overgenomen, . dac de Heeren van-Z^h 50!^* „ lem  (175 ) -lem en Amfterdam, door Holland benoemd zyn tot Commisfarisfeni a het gemelde Onderzoek." , rt , Grietie. Alle misdaaden en vooral de zodanjgen, die rechtltreeks tegen de Bevelen van den Souverein tot nut en uit den naam des gantfchen Volks gegeeven, als de Welhebbende Magt, verdienen in geval van ongehoorzaamheid der uitvoerende aan de laatfte, als een Majefteitfchendirg, ten rigoureufte geflraft te worden: En zo dit Onderzoek eindelyk de B'ron van 't kwaad ontdekken mogt, hoop ik geene reden te mogen hebben om nog verder uitterotpen: . , 1 beef, Agamemnon! beef! Diewertje. Ai! dat zal niet noodig zyn. Wy kennen geen Agamemnon als 't Hoofd over zo veele Koningen en Koninglyke Benden als 'er voor Trojen lagen. Die Zaaken zyn al te oud en misfehien geheelverdicht , om dezelve op onze tegenwoordige omftandigheden toepaslyk te maaken. Dit zou verkeerd zyn, naar mya oordeel. Grietie. ö Diewerije! 'Er is zo veel verkeerd. Indien het Artikel, daar we óp zyn, wegens 't niet Zeilen naar Brest, niet verkeerd was aangelegd, zou men naar de oorzaaken van die doemwaardige verkeerdheid geen zo naauwkeurig Onderzoek, uit naam van alle de Verééaigde Bondgenooten behoeven te doen. —- Nog eens, 'er is zo veel verkeerd dat te rechtbreHging vereient; — byna alles wat wy in den Oorlog met Engeland hebben zien gefchieden heeft een verkeerden uitflae gehad. ■— Het was verkeerd wat men dacht, het was verkeerd wat men zeide, het was verkeerd (;n ééns gezegd) wat men deed; en door-deeze Verkeerdheid zyn wy de Dupe van onze Britfche Nabuuren, onze valfche en verraaderlyke Bondg n ooten geworden. Of het nochthans ook verkeerd was, dat men den Stadhouder by dit alles voor zyne Vaderlyke Landszorge en hoogstwyze Advizen bedankt heeft, zoude ik niet beflisfehen kunnen. Maar dit heb ik, gy en duizenden met ons, opgemerkt, dat alle die fraaip Compliment n onze vervallende Zaaken in geenen beteren toeftand gebragt hebben dan zy reeds waren, en zelfs aog hand over hand geduurig verè'rgerden. Diewertje. Het is zo, Vrindin! Maar de Britten lachten er om. Wat konden' hun alle de Scheldnaamen, gelyk die van trouwlooze Ver* bondbreekers, Roovers en Moordenaars dc-eren ? Di# beletteden hen niet om hunnen gang te gaan, geiyk zy wilden; en men zal'er thans eeen Negapatnam door terug bekonun, of hen de vrye Vaart door dê Indifche Zeeën kunnen beletten. „ Maakt gy, traage Nederlanders dachten zy, op uw manier, maar Complimenten voor den Neer " van ónzen King, en feheldt ons uit vour alles wat leelyk zs; wy trek-  GRIETJE en DIEWERTJE. 6 November 1783. N\ 45. Grietje. T"~\e oude groet, Vrindin Diewertje! Een goeden Mor\_J gen-wensch, en een vraag naar uwe Gezondheid. Diewertje. Het zelfde Compliment aan u te rug, Vrindin Grietje! Ik ben tot heden nog gezond. Grietje. Ik ook. Maar hebt ge me niets te vertellen ? Diewertje. Wat zou ik u toch te vertellen hebben; Praatjes uit de Buurt, die niets om 't lyf hebben ? Grietje. 6 Neen! Gy weet dat ik my daar niet meê in laat, even weinig als gy. Ik wenschte wel iets, dat tot de Algemeene Zaaken van ons Vaderland betrekking heeft, te hooren. Diewertje. Ik mede. Maar wy kunnen beide over geene andere ftoffe fpreeken, dan over die, welke ons de Nieuwspapieren opgeeven, de Zaaken onzes Vaderlands aangaande; want neemen wy uitheemfche Tydingen over,, fpreeken wy van de Oorlogzucht der Rusfen tegen de Turken, die gaarne met dezelven-in Vrede fchynen te willen leeven, zo ze het hunne maar behouden mogten: Hebben we eens het oog op de groote Oorlogstoebereidfelen des Keizers; men zegt terftond: „ Neen, Vrouwtjes! dat fmaakt ons niet; wat gaan ons de Verrichtingen van Turken, Tartaaren, van Rusfen en een hoop Siavonifche Volkeren aan? Als gylieden nog iets van Dantzig fpraakt, dat thans door een gedeelte der Troupen van den Grooten Frederik werdt ingeflooten gehouden en echter nog niets toe wil geeven; dan zou het ons nu en dan nog al gevallen kunnen: Evenwel behaagt ons meer ulieden van tyd tot tjd te hooren praaten over onze eigen Landszaaken. Laaten de Dat.tzi- gers thans maar liever hunnen Wyn met een goed gedeelte Water verlengen , daar zy 't nog onlangs Hechts met een weinig hadden kunnen doen; zeker zy hadden met den naam van drift, een uitflap van wanbedryf, kunnen bedskken, en hunne hardnekkigheid had tot hunnen waarfchynlyk-aanftaanden gewisfen val, geene oorzaaken aan den Pruisfifchen Monarch gegeeven \ die nooit gewoon is zich iets van zyne of zyner Onderdaanen rechten te laaten ontneemen, zonder dezelven herfield te zien, of ze zich door het recht der Wapenen weder te verfi>affen. —• Het is voor den geringeren kwaad Kersfen eeten met de Grooten; —■ deezen pikken de bruinften uit den hoop en knippen de anderen met de Steenen voor de neus: Dat hebben Y de  ( 182 ) my ik denk 'er met aandoening over, maar zal myne gedachten deswege niet uiten, voor dac de blyken 'er van zyn, dat ik niet ongegrond gedacht hebbe. ° & 6 Grietje. Ik hou het voor zeeker dat ook myne denkbeelden met de uwen ftrooken, en dat die van aüe doorzigtige Gemecnebestgezinden van de onze met verfchillen. Het zoude eene gewenschte fa aller- dierbaarfte Zaak zyn, dat de WeldenkendeH geene Tegenparty aan de Verkeerddenkenden ontmoeteden, dan zagmengeen verdeeldheid van begrippen in ons Vaderland ftand houden! Diewertje. Nochthans is dit zo, en wie ziet nog een einde aan di* s Lands en Volksheil bedervende woelingen der Antipatriotten tegen hunne Patnottifche Medeburgeren! b Grietje. XJod weet het, Vrindin! Een reeks van tegen de Rechten en Voorrechten der Burgeren ingekroopen Misbruiken, die een grooter gezag den Stadhouder en deszelfs Vleiers en Gunftelingen hebben bvgezet, en nog verder trachten voorttedringen, om eindelyk van Stad tot Stad zich meefter over der Burgeren vrye vermogens te maaken en dus eindelyk geheel hec Volk en Gemeenebest van de Willekeur van Eenen te doen Afhangen , zyn de Bronnen waaruit al 's Lands onheil gefprooten is. Klaarblyklyic ziet men dit in 't geval van Zutphen: Uit welke Stad ik onder dato 8 November het volgende gemeld vind " Pe Ed; Ac™£2.a? deezer Stad' voorleden Dirgsdag raadpleegende over het AL of NIET Wapenen van derzelver Burgerye, heeft befloolen dat dezelve «ie* behoefde gewapend te werden, nyl de Militair en'er toe gefchkt waren, om voorvallende Tumulten te Jiillen. Men verzekerd dat de Heer van der Capellen tot Rysfelt reeds een Protest tegen deeze Refolutie heeft laaten aanceekenen, als blykbaar aanloopende tegen de Rechten en Previlegien van vrye Burgers, en de gegronde Stelregel van wylen Prins Willem den IV., dat, namelyk, Burger-twisten door Burgers gedempt meeten werden. Ook wil men, dat de Heeren Verfteege en Roode van Heekeren een dergelyk Protest zullen inleveren." Diewertje Ja, Vrindin! Dit onbevoegd Befluit van het meerderdeel der Zutphenfche Regenten moet iederen Regent- en Vryheidlievenden Burger in ons Veréénigd Vaderland met de grievendfte ergernis aandoen , daar de Reden-zelve hem recht geeft om zulke Regenten in plaats van Burgervaders, Burgerversmaaders te noemen; daar zy zeggen, dat 'er de Militairen voor zyn om Burger-Tumulten te ffillen! Allerfchandelykfte uitdrukking ! Allerönteerendfte — allerlasterlykfte blaam! door Vrye Burgeren van geen ééne Stad in den geheelen Omtrek  (i87) docb verraaderlyk aangevallen Vaderland en deszelfs Bezittingen voor te ftaan en te verdedigen tegen de fnoodfte Verbondbreekeren die mert by de allerwoestfte Volkeren niet in vergelyking kan ftellen, of men zal de deezen nog veel onrnenschlyker vinden! Verraaders, zeg ik, en Deugnieten, zyn het, die in het midden van ons woonen, en als vervloekte Monfters zyn voortgebragt om het Ingewand hunner eigen Moeder, wier Buik hen gebaard heeft, wier Borftea zy gezoogcn hebben , naderhand moorddaadig nog van-één te ryten. Zal dan der Schelmeryen geen einde zyn! Zullen dan de Catilina's—de Cefars eindelyk niet in ons vry Gemeenebest gedempt worden, met eene betere uitkomst, dan de laatfte te Rome, door Vaderlandfche Brutusfen en Casfiusfen? —• Zal hunne Heerschzucht door verwyfde Antoniusfen nog worden verdédigd?— Neen, wakkere Ciceroos! neenonwrikbaareCatoos! Spreeke en voert uit dat die Romeinfche Helden deeden, verre van dat uw Lot het hunne zy! — De menigte der oprechte Vaderlanders zal uwe verrichtingen, met moed en yver onderfteunen, naar rnaare gy u voor 't Heil van Land en Volk in de bresfe zult ftellen; ja het grootst gedeelte des Volks zal, nevens u, met en voor de Vryheid ieeven, of, kan het niet anders, met haar, nevensu, fterven!— ö Duurgekogte Vryheid! Onfchatbaar Staats-Palladium! wordt uwe Godheid nog op dit oogenbiik éénftemmig in ohs Nederland aangebeden ? — Neen! — Dierbaar Recht! worden uwe Wetten tot op dit oogenbiik nog wel gehandhaafd? Is de Teugel u niet byna uit de handen gewrongen, door Bedrog, List en* Onrechtvaardigheid? — Ja! —zelfs door Geweld, Heerschzucht en Dwang? —1 Niet alleen door middel van 't verraad uwer Ukheemfchey maar zelfs door dat uwer Inlandfche Onderdrukkers, die eerst de Voorvechteren van hun Vaderland als Schaapen ter flagtinge hebben overgegeeven, en naderhand voor de overheerschten door den trouwloozen Vyand, de Ketenen hebben gefmeed om hen daarmede aan handen envoeten geboeid in naare Gevangenisfen te doen treuren? —- Ketenen, die fchoon van Yzer zynde, eindelyk r by. 't aangaan van eenen oneerlykcn en fchandelyken Vrede., met ongelyk meer Goud moeten betaaldworden, dan dezelve zwaar van Yzer weegen; daar ons gevangen Zeevolk uit de Britfche Haviksklaauwen, gelyk ik lees, Vrindin! voor niet minder dan 76000 ponden fterlings kan gelost worden. Grietje, 't Is wel zo als gy zegt: en aanzienlyke Amptenaars,hebben, naar hunnen verheven rang , het Vaderland, in Slaapzucht gevallen door uithecmlche Ydelheden geduurende de Weelde in geruste Tyden te kweeken niet uit hec oog verlooren hun Eigenbdangby eenige.gelegenh.edeo Z.2 oe:  • te doen gelden, zo als eindelyk gebeurd is. Zy bewerkten eenen Oorlo» door Mm nen eigen Weelde, toen de geheele Natie de Weelde navolgde van iets dar n Jn voor bet Hoogfte aanzag, en verwaarloosde zyne Piigten, om Eer te'ftel'en in vreemde Vermanken; — men had Geld en Bezittingen; men raakte op zyne Schat kisten in ilaap en droomde niet dan van uitheemfche Dragten, fchoone Vrouivnn tn nog meer — De verbyfterde Jongeling kende niet meer het met zweet en bloed zyns Grootvaders gewonnen kleen Verblyf; _ Wech 'er meê! — LaaTons p" le ze bouwen! Laat ons piaatfen zoeken om onze Paarden - onze Harddraavers telfn len; — laat ons Hotfteeden aanleggen , die wy naar onzen Naam mogen noemen'— Laat ons een Stoet van vreemde Bedienden houden, die op onze wenken dm ven•'— Laat ons Jaagen, door onze Landhoeven, wat fchaadt het; fpyt den Hoevenaar fpyt den Bewooner! Wy zyn Evenaars! Wy hebbeu Volk, Paarden en öSr, ~ Laaten we onder de laaiden onzen Philax hooger dan den nederigen Irus onzen Hoef bewooner achten, die evenwel met een gefcheurd Kleed, al moet hv op Stroo flT pen, onze zorgen nog bedanken zal dat wy, by het ontvangen Geld, op zynen t'vd ons toegebragt, hem laaten leeven en ademhaalen! — fl Welk eene verbasteriS van Zeden, by die onzer Voorvaderen! - Kent gy u-zelven dan niet meêr, Tl fhJtiï Nakroost van zo doorluchtige Vooronderen, als u, door hun voorbeeld den weglanJs hun bloedig fpoor geweezen hebben om den Tempel der glorirykfte VerdieE in £ .ftappen? Ach mogt de Ondervinding nog daaglyks on niet klaar voor oogen ftellen? - Maar zouden wy ^ L^%^^JS"^ ,gcn? Immers j.d En, om de Taal van eenen P. Burman te gebruiken : — Een Batavier fprsekt-rond Daar by, op haat noch nyd, noch aanhangzucht gejieepen, Geen Jler-vling doorjirykt, of al loerende bevecht; Zal hy, met de eigen band uw fnoo gebreken Jlreepen, FTzarmede hy verdienjle een blinkende Eerkroon vlecht. .Neem my niet kwalyk, Vrindin! dat ik hier dit gezegde van dien »*■ *•* zyne Redenvoeringe over de Weelde aanvoer*. Het gefchied enkel ro? Lm myn gezegde met 's Mans gezag te ftaaven. Wy zoudenu deeze R. L Wy- 0R1 zo als dezelve ons in de Nederduitfche Taaie ^mcd^Zf^Z^^fl' nen bybrengen toepaslyk op onze Tyden en Zeden. Mi^chkü Tnill L " ook Chet zy ons vergund) op eenen anderen tvd nni» „21•. we er De Weelde ? de TraagLid, VoomheH elJ 'toA"n! viï'egvïk d« ST^ flaapengen luim zyn eigen Nut vergeet, zyn altoos de o^!^V^^]{^ aS.1* * meè"T- V-wel, ^*JBVfttS3B Diewertje. Ik wensch je 't zelfde, Vrindin Grietje! Groet Krelis. "Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUSvan EGMONm de Reguliers Breéftraat, te AmttldL. N1 ' °P  DIEWERTJE en GRIETJE. 27 November 1783. N°. 48. Diewertje. \ ls naar gewoonte een goeden Morgengroet. —■ f\ Vaart gy wel, Grietje? Grietje. Zo friscfi als een Koolmeesje, maarzo vlug niet. Hoe hebt gy het met de Gezondheid, Vrindin! Diewertje. Zo wel als myn ouderdom my toelaat te kunnen en te mogen weezen. Maar wat hebt gy een groot deel Kranten om de hand! — Thans zult gy my veel 'er uit te vertellen hebben. Grietje. Zeker ja! 'Er is ftoffe genoeg in, kon ik ze maar terftond rangfchikken, als wel behoorde, om u over zo veele onderwerpen te onderhouden als in deeze Nieuwspapieren voorkomen. — Ik zal 'er flechts een aan haaien zo goed als my mogelyk is; de Buitenlandfche Tydingen , die toch weinig om 't lyf hebben, en daarenboven dikwils onecht zvn * agterwege laatende. —• Trouwens de Vaderlandfche Zaaken behooren ons ook het meefte en eerfte ter harte te gaan. Dus vind ik in de Zuidhollandfche Courant No. 142. een breedvoerig, en in mannelyke taal, die geen twyffel aan de waarheid overlaat, een welöpgefteld Request van den Heere Bloys van Treslong, Oud-Burgermeefter en Thefaurier der Stad en Landen van Steenbergen, bezittende een Landgoed, Oun Klingendaal genaamd, omtrent een half uur buiten 't Haagfche Bosch onder de Vrye Heerlykheid van Wasfenaar, op welk die Heer de ftrafwaardigfte baldaadigheden van eene menigte willekeurige Jagers, Militaire Officieren en meest Vreemdelingen zynde, tot heden toe, te lyden heeft gehad; niet veilig zynde op zyn eigen Landgrond, op zyn eigen Hofftede, in zyne eigen Laanen en Plantagien, bedervende zynen Grond en Gewasfen niet alleen; maar toeleggende zelfs op zyn Perfoon, met meermaalen op dezelve, ook op de Glaazen van zyn Zaal, daar hy in Gezelfchap met eenige Vrienden zat, hagelfchot te doen; terwyl hy zelf wel negt-nmaal gegyzeld is geworden, om dat hy flechts met één knecht en één hond verzeld, binnen 't beftek van zyn eigen Landgoed joeg ja daarover is die Heer nog in Proces betrokken door den Luitenant-Houtvester-GeneMal den Heer van der Duyrt, Vryheer van 's Gravemoer en Heer van Maasdam. Uit welken hoofde de Requestranc Hun Ed. Gr. Mog. verzoekt, die Procedures optefchorten en in ftatu qiio te laaten. Diewertje. 't Is onbegryplyk dat in een vry Land een vrygebooren Z 3 Mensch,  ( 190 ) - Mensch, door zulken, wier Pligt het is de Vryheid, Rirt, Recht en Goederen van hunne Medeburgeren te befchermen, en den hoon hun aangedaan ten ftrengfte te ftraffen, in tegendeel zeiven de hand leenen om hen te verderven, door willekeurige tewerkftellingen van inbreuken op de dierbaarfte Rechten van ouds den Vaderlander eigen , en, ö Gruwel! een hoop flaaffche, maar moedwillige Vreemdelingen, in hunnen dienst houden, om door middel van dien en met dat woest Gefpuis hunne Landgenooten te vernielen en in derzelver ondergang te juichen! ■ Hoe.' ■ zou de braave Hollander — zou de Mensch als Mensch zelfs zulks zonder de bitteifte ergernis kunnen gedoogen? — Zou de aandoening van een.rechtvaardige drifc hem het bloed in de aderen niet doenkooken?—. Zullen zulke fchreeuwende onrechtvaardigheden niet maar alleen ftraffeloos gepleegd worden, maar daarenboven den Lyder doen boeten voor de wanbedryven van hen, die hem naar Eed en Pligt daartegen befchermen moeften ?— Welke harde verdrukkingen moet men al nietlydenop den Vaderlandfchen Grond, op eigen Bezittingen,, en dit kvaad worde ftilzwygend goedgekeurd door den Stadhouder, die imme-s Opper-Hourvester is, daar het onder Hoogtsdeszelfs oog gefchiedt ? — Doch wat behoeven we ons daarover te verwonderen! 'Er zyn zo veele en grootere Kwaaden niet alleen ftilzwygend goedgekeurd, maar de Kwaade Zaak die het geheele Vaderland op 't punt van zyn verderf heeft gebragt' heeft men wel openlyk durven voorftaan, even of zy goed ware • De Bewyzen 'er van blinken, doch met een affchuwelyk licht, In de oogen van iederen welzienden en weidenkenden Vaderlander, die zo lang hy de Stem vry heefc, ook over het geen zyne Vryheid betreft rondborftig fpreeken mag, of waarheid zou in ons dierbaar Gemeenebest geen waarheid meer zyn, zo min als Vryheid Vryheid kon weezen indien een misbruikt en onwettig aangemaatigd gezag, de eene ftrafbos onder den heerschzuchtigen voet verrnogt te drukken, en de andere gewelddaadig te muilbanden, om zich niet te reppen ofte roeren ofte zwygen en ftom te zyn, op de bevelen van den trc;fchen Dwang,'die in den Aa^zienlykften Amptenaar der Republiek, in den Eerften Burger van alle de Zeven Bondgenootfche Gewesten, naar 's Lands Wetten ftraf baar behoort te zyn, gelyk hy was in deSpaanfche Dwingelanden, fchoon deezen. het Graaflyk Beftier oefenden, en men federt eenen Stadhouder niet anderskan en mag befchouwen, als een Afhanglyken, doch Eerften Dienaar en Grootften Onderdaan der onafhanglyke Staaten, zyne en des geneden Volks Souvereinen, ieder in zyne Provincie afzonderlyk, en gezamentIvk genomen y ia 'c algemeen.. Immers de Hoogfte Dienaar van den Staat  ( ) Staat is verpligt als Stadhouder , als Opper-Leger- en Vlootvoogd , en wat hem aanbedeelde Ampten meer opleggen, zich met willige gehoorzaamheid te fchikken naar de bevelen der Wetgeevende Magt, alleen berustende by hen, weSn uit mam des Volks het Volk zelf vertegenwoordigen, fchoon ook de uitmuntende Staats-Amptenaar, als gewettigd om mede zorge voor het heil des Volks en der Republiek te helpen draagen, voorftellen mag doen en naar zyn beste «voelen raad geeven en onderfteund worden door den Raad van Staate;: maar voor het overige gehouden en verpligt is zich te fchikken naar de Beflut™ der Benoemden en Afgevaardigden des Volks die de Geldende „Soavereine Wetgevers, overéénkomftig den Band der Unie van de Zeven Vereenigde Vrve Gewesten zyn. Dus hebben deeze Benoemden, deeze Afgevaardigden van ProvincieMot Prlvicce, van Stemhebbende Stad tot Stad, het volle Gezag hunner' Medeburaeren in handen, dat by plegtig Staatsbeilait, indien het noodig is, wordt medegedeeld aan den Stadhouder, die dm beveelen van de Algemeene Staaten ontvangt om derzelver befluiten, op de beste wyze, volgens Eed en Pligt S-voeren en als een hem voorgefchreeven Wet , met al zyn vermogen ten nutte des Va Ierland» betrachten moet. Wie zou dan naar recht en reden kunnen beweeren d?ar alle de Staats- alle de^Regeerings- alle de Raadsleden door alle de Provinden en Steden van ons Gemeenebest heen , fchoon magt hebbende in der Burgeren Naam en deel aan de Souvereiniteit des Lands, buiten hunne Bediening, in 't algemeene der huishoudelyke Samenleeving , meer dan andere Burgers te zvn da» m^n d=n Stadhouder , en zelfs tot zyne eer , met als den Eerften Bureer ten dienfte van den Staat, wiens grootfte Onderdaan hy dus ook is, zou „o-m'B mo^en > — Ten minfte ik begryp het dus ; en ook dat Hy , indien hvVr belangen van Vaderland en Volke tegen werkt, als een ongehoorzaame Dienaar derzelver, en Benadeeler zyner Medeburgeren, of naar eene vertraagende of naar eene kwaadwillig verwaarlozende, of naar een roHtreta verkeerde handelwyze in de uitvoeringe van hem aanbetrouwde Zaaken uit beooging van de hooifte M«t in handen te willen hebben, billyk voor de Rechtbank der Natie moge opgeë scht worden, om. daar rekeeing van zyn gedrag te doen en mar zyne daaden beoordeeld te worden ? Grietie AKe Godlyke, alle Natuurlyke, alle Burgerlyke Wetten vereifchen wel zulks; maar waar ziet men 'er de uitvoering van ? Stervelingen boven den Ranu van den Burgerftand of door 't wispeltuurig Geluk, of door het toevaihg Geboortelot verheven, achten die Wetten, welKen ze echter in de eerfte plaats bshoorden te betrachten, even als Spinnewebben, die voor groote lr>&&m niet beuand zvn, maar ligtelyk door die geheelverbrooken worden, terwyl de kleene Vlieden en krachtelooze Muggen 'er in verward blyven , en de vergiftige Spin zich met haare levensfappen voedt, niet eer voldaan,, dan na die elendig weÊrlooie Diertjes den laatften droppel'er van afgezoogen te hebben. —- Dus veateleek eens zekere oude Wysgeer de Wetten by opinnewebben. Maar genoeg hiervan: 'Er viel nog zeer veel toepaslyks op die Gelykems te zeggen, by de befchouwing van den voormaaligen en tegenwoordigen toeftand onzes Vaderland*, welke laatfte het geheele Volk met luider ftemme oproept ter handhaving, befcherming en verdédiging dier Wetten, van welken deszelfs Vryheid, Recht,  ( r$i ) •Goederen, Welvaart en Leven afhaegen. Men geeft die Item trehnnr U van Stad tot Stad alomme in de Repliek begint de oudemoed fn £bJ£ We«7enher^^J^'f^U^ gCW3pend' ^ veTbrooïen wetten een nieuw leven te doen bekomen, en andere verzwakte weder in ha*e aloude kracht te zetten; ter weeringe van de Verdervende Hand Se federt vernielen!^ " °m a11" Wat Volke nut> noodIS. » tó£ SJ? Diewertje. Men zag dit te gemoete, Vrindin! Dan eensflaags uit de dieoe E !J y T wd,', beg°n men met wakkere °°g^n OI" «ïien, uit welke en „dahmPen,die,Vo1^vernielende hand naar den Arot der Vryheid ta ten mogt fce iu"" '6 reedl lee,ren kennen' 20 dat m« weet hoe en door we ïn E . ï , h3ar te rug kan weeren< Hoor eerst nog deeze rymregelMes •en dan zal het tyd zyn, de Middagfpys klaar te maaken. rymregeitjes, Waakt, Burgers! waakt! blyft altoos waaken Tot Heil van 't lieve Vaderland; Weert de Verderfelyke Hand Gewapend, van W vrye daken ; Houd haar Steêpoorte en Vesten uit : Laat u door haar geenszins verblinden, Opdat ze u in haar Ketens fluit', En uwe Rechten tnoog' verllinden. Weérftaat haar woén zo lang gy kunt; Want op uw Vryheid is 't gemunt. h™%7Ss°P'thm' en,t Vaarwel, Vrindin! Eetfmaak^ LouJ-Baas."^ *Dk' Dfcwertje! Ik wen"h u 't zelfde. De groetenis aaa vnld m-» „v . J ENUKIfcTJfc voor het Schrikke -Jaar 1784 ver- l +m*lT Wcetei"waard,*e Z^en en diverteerende Vertellingen. ? & p'j, Gedrukt by de Erre de Weduwe JACOBUS t a mI^M^NT^oT de Reguliers Brelftmt, te Amöerdua. P  C r94 } Fideli*zal 'er hem mogelyk afgebragt hebben, en geraaden her hy ook al eens dit woord gebruikt heeft on het fel.iï f P™"' 2 l*k Pïaparifchen Schryver deï laffe CoaranvtTl Yller*[P™'™ dea woord ian Broodfchryvers uiteen dér UtrechSh"^ die het overnam en 'er Bloedfchryverslln rLk f S Courfte" verkeerd; in de?,lfs Aanpry2i„g{n K JSSeW^ z*g ik, dan dte Schryver der Na-Couranf, ^^^^mJP** feraadenl- ^^^^^S^^- « rookt de Schoorfo-en ten uwen huize daardoofbe ^ uï!L~~ Wf begrippen gehouden, dan ware de Keer die ^ oude Erfgoederen genomen heeft, aa^ft:^,*»' echter niet toereikend genoêg geweekt uwe R^L,' T"en" «we Familie te onderfteunen ~ Wan?" rtn t g die vaa huwen, moet 'er .ok eene goede Uitzag toeW''" K'Dderen 2i<* Grietje. En nog verbeeldt die flegtfchrvvende im'f>nfl,ncr u Onrechtzinnige Na-Courant dat hytnbeffl^ |rae^sfcher eener •ndertusfchen zicn-zelven 'er voor!f eTondekfzioh ' Z waarfch?u*c toch aangelegen of men hem in Perfoon ktt danrief* 5 fchryf toont ons genoeg dat hy verre is van een goeTu^Ut ^Jn hy moge dan zo goed Prins weezen, als hv wi ~1 m yn' ner Itt^J, de Schryver van he7^7ln ^«ST^ Co«w»f geplaatst, voert eene kundiger Penne• dofh d£r h, v zyn Vaderkndsch te doen, toont zulks 7^7™™; hy 5 meen£op Jn Eerften StaatsdieZ', da?h^^^^^ geiing van de Souvereiniteit de/p^bS^^K* ^ f haa' ien met of wy hebben dien Betoogfefaryver wLfrnvnll ï k y kennen, dan hy de rechten der StadfoSXBSeniï?! T teren hy daarvan ook moge opgeero jÏÏv?^ fchien wel met een ernftig Gebed voo?" Hu tn nJ1' *ïïW* Diewertje. '£r was voor die Maats nietbete?s Z % f l!W ■aar 't Hof van den Prins begaven entï f beters dan dat zy zich alle feafioenen ^Am^S^^^^^^^, om \ den  DIE. W ERT JE en GRIETJE, ii December 1783. NV 5°- Dewertie. %jVea frisfchen Morgen, Grietje Is het Ligchaams, Tv Schuitje nog bekwaam om wel te vaaren ? _ Grietje. DaaTnTede gaat het nog al redelyk; evenwel by <: valletje langsfeen zwak boorje\oegt geen zwaar zeil. Maar hoe hebt gy het 'er meê. Vrouw Louwerisfe? __r , D^ewertie. Al op dezelfde wyze, Vrouw Krehsfe! r WaUeest men ondertusfchen van de Zaaken, die tegenwoordig voornaamlyk m aanmerTiTmoSTkomc^- Dag aan dag, in Gezelfchap by Gezelfchap m alle5 Burgerlyke en welgefchikte Byéénkomften vraagt men elkander: Hoe zou het toch met de Onderhandelingen over het fluiten van een " definitif Vredes-Traftaat tusfchen Engeland en onze Republiek ge" legen zvn?" — Het antwoord is, ky 't optrekken der Schouderen. " r%\ Jeer het' — De verdervende Hand is blykbaar ook bezig in. * die ZaaRdykhvSle anderen; en, omringd door dikke Wolken ? met de treffendfte Onheilen voor 't Vaderland zwanger zal men haar " SS eerst ontdekken, wanneer die helfche dampen die haar reeds " federt lang bedekt hebben, zich als een vernielend en aanhoudend Pestg f alomme door den Nederlandfchen Luchtkreits verfpreiden " doende dit weleer vry Volk, op iedere ademhaaling de benaauwende " Sking hunnes verpestenden invloeos gevoelen." Du* of deezer wyze foreekt men wegens de Vredes-Onderhandelmgen , welke nog even vSTg "Slerd af n, als zy by het Tekenen der Preliminaire, met En- ^SietlT Zulks kan men. nagaan (gelyk de Leidfche Courant^ van den roden deezer zegt) uit den Brief, door de Heeren Ambasfadeurs Lefte^ venon vaTLkenrode en Brantfen, den 23 November gefchreeven, en ^t^eS hadden aangedrongen by den Engelfchen Ambifadeur, Hertog van Manchester, om naar zyn Hof te fchryven wegens eerEquivalent voor den afftand van Negapatnam ; en wegens In Sch da? men van de zyde van Engeland de Commercie der Hollandfche Oost Indifche Compagnie te Bengalen en in andere deelen vap iTdiën niet zou ftoeren; maafdat zy met leedweezen hadden vernomen, dat her, Engelïïi Ministerie weigerde, aan dat herhaald verzoek te voldoen dafly bemerkende, dat men van het Hof van Londen geene Aag QC  ( 198 ) de minde verdere moderatie ten aanzien der Vredes-Artikelen had te verwachten, en weetende, dat Hun Hoog-Mog. oprechtelyk wenschten om de Zaaken hoe eer hoe liever tot een befluit gebragt te zien, aan den Ambasfadeur voorgefteld hadden, om dan maar de Preliminaire VredesArtikelen in een Definnif Traétaat te willen vervormen, meenende dat altkans daardoor alle hindernisfen tot het iluiten van den Vrede zouden uit den weg geruimd zyn; dan, dat zy, tot hun leedweezen, oak in 'deezen zich bedrogen hadden gevonden, hebbende de Ambasfadeur hun, in plaats van een voldoend antwoord, integendeel het bekende befluit des' Konings van Engeland medegedeeld, om naamlyk het Dtfinitif Tractaat in den Haag of te Londen te fluiten, en hen verzocht, hem hoe eer hoe liever de keuze van Hun Hoog-Mog. noopens eene der genoemde Piaatfen te willen melden. En dus ziet men hoe gaarn de Engelfchen het nog naar hunnen zin zouden zoeken te krygen, waartoe zeer behulpzaam zvn kan, de geweldige handelwyze onlangs met een onzer Katwykfche Bokking-Scheepjes gehouden, en waarvan wy misfehien eerlang nader bericht zullen geeven: Ondertusfchen fchynt men in fommige Steden tegen het vernieuwen der oude Verbonden met Engeland te willen waaken; althans de Burgery van Deventer heeft een Request aan haaren Magiflraat geprefenteerd, om op den Landdag te willen helpen bewerken, het fluiten van eene Alliantie met Frankryk, het niet weder aangaan der oude Verbintenisfen met Engeland, het volkomen vernietigen van de Militaire Jurisdiétie, en het voortzetten van het onderzoek der Zaak van Brest. Diewertje. Indedaad de Burgery der Stad Deventer toont zich manïyk in alles wat ten nutte des Vaderlands en der Vryheid ftrekken kan. Haare wyze van gedrag verdiende door de Burgeryen van alle Steden in ons Vaderland te worden nagevolgd. — Grietje. Wenfchelyk ware het; en 'er is ook wel eenige hoop toe, te meer daar men ten grootften deele, en geenszins de onaanzienlykften •nder de Burgeren geneigd vindt, om met alle hunne vermogens de goede Zaak krachtdaadig te helpen bevorderen en onderfteunen. Ook blykt het dat de Souvereinen deezer Provincie, verre van 't Heil des Gemeejiebesrs uit het oog te verliezen, de listige betrachtingen van 't Groot-Brittennisch Hof vrymoedig te keer gaan. Hun vóórgenomen Advys op den zo even aangevoerden Brief van onze Ambasfadeurs te Parys, laat geen twyfel deswege over. Dus lees ik ten dien opzigte in de Haa'rlemfche Courant van deezen dag, onder 't Artikel van den Hage, dato 9 December. Men,  ( i99 ) i * j ,w PT.m Fd Gr Mog. op den bekenden Brief van MCÏ TtiïL fe Pats welke voorled Vrydag ter Vergadering onze Ambasfadeurs te prys , we^c ™ d wJaarvan de hoofdzaakis gebragt, een Prte-advys hebben B"?^hd ^vanLonden eene lyÉ inhoud dus voldoende reden geevend. waa~m :meB 0 ^ dnde bre en Traöaat te Londen of in ƒenh"ag/f°^rankryk, welk het kwalyk de Staatkunde vereifchende , h H° ^^p' naar eene der zou kunnen neemen dat ^^^k^ menageeren, twee genoemd Piaatfeno^rb»S^ dac m,n on?e Ambasfadeurs moest Hun Ed. Gr. Mog vanAdv,, w «^'^ of den Coargd d'Affaires gelasten om aan.den ™r^™" men het voorftei van d e van het Engelfche Hof te W« te *eSS > vetv0rming der PrelimiKrpon niet kon «™e^ en dat? indien zulks nairen ^/en£f n>"fn -X^t, dat de Republiek het Difioitif St ing o'g de als geflooter»u, « Jat men bvjvolg alle verdere Negociatie moest af breeken, enz. Dit zoudoor^ DieXJkt niet daniSlyk kunnen zyn. Onder 't oog van t Britsch ons volttrekt met aan 1C™"C,> , ■ J deszelfs geweldige infpiratie Ministerie ^h*^^ dan gedwongen *yn nog hard «wot ^ yan ,£ hof van verfallles die , welke de ^mister d bfftaan voor te leggen. — r^^a^ zofchadelyk want wi?twyM of de Britfche Party zou geduurig gelegenheden zys want ^J?f r^Sdflaaineen der Hooge Vergaderingen te dejorvorvmden om de Beraadllagingen a« 6 . &,fluiten iHuf0ir konnen fchen en te weeten ^^f^^tJ^Wd^t oi^ n0Gr^' Zo is het, meene Staaten, zo wy ^n, ™^ 7e Stemvoerderen des Volks vende Denkwyze Hunner Ed de ÖCe™ k dan zoud,n er nog reden en !an v" rkzaamneid veranderd wierde , en s Lands oude eerloosheid in w«^^^ in eenen formidablen ftaat geISSX^^^^^ ontrouwen Nabuur, o*  ('ioo y ze Bondgenoot niet meêr zynde, teverydelen. te vernipten „„ • u met vrye en rechtvaardige Wapenen, dÏÏ£ïïS$^tt fchade op hem te mogen wreeken. •— Dan of zich E i ?' Zaaken daar heenen zaJ ftrekken, zal ons de Tvd alleen ti?? ^ » ó Dat de Albeftierende Hand vaa ^ toch J^n ^ eaea4 ». dierbaar Vaderland fchikke!" aI'CS ten bejte van °"s- Diewertje. „ De Huichelaars en Boozen ftraffe, „ 't Verdrukte Volk zyn Recht herfchaffe, „ Verraaders trefFe met zyn wraak! „ De gloed zyns toorns hen doe verteeren, „ En Recht en Vryheid triomfeeren, „. Tot bly herftel der goede Zaak! i Grietje Mogten wy zulks nog eens beleeven, Vrindin' welke dier baare Lofoffers aan Gode zouden dan niet ontbranden ™ Y . l SST Tiï Vo,k dat dien 0^^cZtit"Zl herftelde Vryheid de eere en roem zoude geeven en i j ? van Nederland, de Kalveren zyner lippen wy den™' 3,5 de God Diewertje. Men wanhoope dan niet. en renmn»0 ~~ ~ Hulpe; men fmeeke om ^k^chtd^^^^^:^0^^ dere zich boetvaardig en ootmoedig voof Hem, ^da?Hy' ns eTSt' dierbaar Land onzer geboorte en lieflyke inwooningegenadï zf Hier mede Vrindin wensch iku den Zegen en Vrede. VaarweP'eet met fmaak , Grietje! en-groet Krelis. eet met ^Grietje. Ik wensch u dezelfde genoegens, Diewertje! Groet Louw-Baas. ] By de Drukfter deezes zyn t^^^l^^^^i^^-^ deaanmerklyke Levensgevallen van JANNETJE, die uit deaftaatdcr Dienstbaarheid, na ontelbaare; Wederwaardigheden, Rampen en Seri* byzondere vreemde Ontmoetingen, is opgeklommen tot die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zeiven kortelyk aangeteekend ten vodrbeeld, ieering en aanmoediging van al de geenen die anderen Dienen en daardoor hun fortuin hoopen te bevorderen. De prys is 4 ftuivers Gedrtót by d« Ervt dt Wtduwt j ACOBUS tamIcmONT.^7 dt Regoliwi BrcÉftmt, tt Amatrdain. . o?  GRIETJE en DIEWERTJE. 18 December 1783. n°. 51. drietje TTrindin Diewertje! Ik wensch jë een goéden Morgen! V Hebt gy 't nog frisch? Diewertje. Naar wensch , Grietje ! Zyt ge mede nog wei by de CeGriet?eld Even als het Weêr; zeer wel naar den tyd. Maar de vraag is of gy me wat re vertellen hebt, aangaande de Zaaken der Naue? Diewertje. Welke Natie? Grietje. Wel de Vereenigde Nederlandfche: Dat begrypt gy hgteWk, Diewertje. Diewertje. En wat zou ik dan zeggen van die Natie ? — Dat zy de oogen door het geheele Gemeenebest reeds geopend heeft, federt zv zag dat 'er aan haare verwachting niet beantwoord wierd ; dat men de onderneemingen van eenen trouwloozen en verraaderlyken Wand niet te keer heeft zien gaan, maar in tegendeel openbaar genoeg begunftigd door verkeerde uitvoeringen? dat men werkloos bleef, daar men werken moest, en in ftaat was om te werken; dat men den Koopluiden niet heeft zien genieten den beloofden zo zeer noodigen bvftand voor onnoemlyke Schatten, die zy 'er toe in handen van het ODoer-Zeebewind gefteld hadden; dat deeze Schatten nutteloos verfoiid de Koophandel en Zeevaardy, de Spieren en Zenuwen der Welvaart'van een ieder in ons dierbaar Vaderland, geheel verflapt en krachtloos door Uitputtingen en kwalykvoegende Bedryveloosheden zyn geworden; dat men de anderszins welgegronde Hoop van een moedig, danper en vry Volk, door allerlei ophoudingen — door allerlei fchoonfchvnende doch misleidende voorwendfels.heeft verydeld gevonden; — dat men tot onnoodige plaag en nuttelooze fchnkverwekkingen der Dorplieden aan de Zecftranden een hoop Bezoldehngen zag geplaatst, en vruchteloos vervaardigde Krygsverweertuigen 'er heeft befchouwd ;— dit men eindelyk en kortom met vervloeking van zynen kop zelfs de bevelen van den Souverein door een Bevelhebber ter Zee over een Eskader Oorlogfchepen heeft hooren ter zyde ftellen, ter niet opvolging van het billyk verzoek eener Mogendheid, die, onverpligt 'er toe, genoegzaam alleen in ftaat is geweest onze Bezittingen in de Oost- erf Wester-Waerelddeelen ten grootften deele te befchermtn, of van onzen B b on-