'Je DE HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den i January 1785- N4. 1. ATaitmaal het de Goddelyke Voorzienigheid behaagd heeft, ons 'weder een Nieuw en ander Jaar te fchenken en tot heden in hst Land der t t„ Jnpn zvn. C fchoon waarfchynlyk veelen onzer Leezeren in M^oVeL pr^UeföJle pLlenlor den Dood uitterg Liefdearmen hebben zien wechrukken,) zo is de wensch van ons hart, iet een ieder zich onderwerp aan 's Heerm vrymagtig Beftier, die alles werkt Zr den raad van zynen Wil Wy wenfchen dat alk drukkende en dreiZdeOordeelen genaadig van ons zullen worden afgeweerd; dat wy Vrede EZ*en hebben in onze dagen, en dat onze Overheden en Regeerders mogen Sin Z Geest der iVysheid en Kloekmoedigheid, oP dat hunne raadfa11' er, onderneemiugen mogen flrekken tot welzyn van ons lieve Vaderland % tethSCS van onze duurgekogte Vryheid Dit vergunne ons de. Mn"gt^Tgelder van alles, en gceve ons een hart om Hem te gehoor. ZmiVy 'beveelen ons verder in de Gunst onzer Leezeren, en blyve hiermede wet achting, Uw ^ Dlenaaresfe, De Erve de Weduwe J. van EG MO N T*. TTct eetal der Doodea van de voorgaande week is 204. n t ^„J^ joflen November. Haare Maiefteit, de Keizerin, wier GsJZZ &ul^i ^ wankelbaat is geweest, bevindt zich thans oneinrondheid ft«Tt«™8« lJ d Souvereine binnen weinig weeken ailen diefl SÜ1?t«ïhr™n^Med ral wederkrygen, welke wy haar Oeed, met t* bloei en kracht vaii_u« l^evoVie van den wordt alles tot de reis.  (1) - •feiMrin zal, zonder juist ten niterfte talryk te zyn, zeer btillant weezen M« zegt. dit 'er orders generen zyn, om ep ieder Relais l5 "'f Grootvorst en Grootvontin, welke in Rusland tollen W™ v,nf^n' d? van Petersborg naar Gzarskofclo zullen gaan. * ' Van *** tot fireenen den i f den December. Van 's Keizers reis hnnr. «.„ fpreeken. Niettegenftaande de gewigtige Zdaken Zt^l ^*HS Rlet meer van om CaWnet bézfg )^U^^i^^]S^~,i derTdacht maanden geëntameerde pretenfie op Deaemarken • wTc„ £ 5!" dïï *dAert *« Keizer, dat die Kroon aan ^xi^^^cS^^S^ de ^■cobar aan den ingang van dc Golf van Bengalen, ten WeIS. beS<£ f",™!! van Mallaeca gelegen ; waarop de Keizer meent en zelTS Xif^*Euand hebben. De Baron van Guldenkrone, benoemd Minister t,2 n 'g T*' 'C «.Hof, zal met deeze Negotie hierover ^gt3™£D^to;b' Grmtngm den aoftcn December. Voor weinige Jaaren heeft ziek h?„ , Heer opgehouden, die wegens eroote Schulden htnZlï- _. hler een naderhand door een Heer ïit d:RegeerSh™ \vn£T*Jl*'Vti dOCh weder werd gelost: Men ontdekte byX^e! gen heli dat £"dsh« F°Hw., minrler dan de Prins vaa Albamen was wiet slmd ?*n ï mm/F'^116 niet ky Slavonien, oP de Torkfche en KeizcTlyke Grazïn^ïeemiJ n he?^* eu heeft, met de laatlre Post, in ecnen Brief .«T w!» S , Dcete Prins Kefchreev'en, dat de Keiter hei Mmll^L^Ï?^ ^««>« fcyhem deielven volflrekt geweigerd had ; dardKSheer ^ ,Mgd' dOChdat Hun Hoog-Mog. konde te kennen geeven da hv II Z ' V Zy° n?ara' aaa den Keizer der Republiek unf^ lu^Zi^^^^^1*4^ welke hy voor de kepub.iek voedde', Hoog^tenl ÏIS'c^aSS'^ aanbood, ca dezelven op den eerllen wenk zon rfn™ ;„r!t I0'°°0 Albanfers Middellandfche Zee her waards getripleerdteJ^n P™> OU1 °m de Almelo den .zotten, December. Zt> dra was de Refhlnrw. a„., d • . algetneme Wapening niet bekead, of de befdePred£Z^r?10?*0* «* Gemeente alhier, hebben, op de twee dwrJJoI^e Verbeurt, ,n daarop toepasïelyke Leerredenen, opzeKelfk5 h'f '"r^ mcentcta overtuigen, van de nuttigheid cn nóodmkivkhefH Z en haar. tot eene vo>vaard?ge en bereidwillige ? ' fcfp-  C3) ïoïyke poogingen verdienen ddruftigen onder, het Guarnifoen te willen laaten uitdeelen: Zo wordt den ge eerden*' Zender, van wegens de gemelde Bezetr'ng by deezen hartgrondig bedankt voordeeze duidelyke blyken zyner recht Christelyke Mededeelzaamheid, onder toewenfchiag, dat de Almogende hem dezelven dooreen ryken overvloed Zyner Zsgeniij"geü vergoedde. fVsêrikn den ziften December. Mtn verneemt, dat te Bodegraven, Zwam» • maerdam en Aatlanderveen, de last tot den Wapenhandel mst-kelyk toeneemt, en A % dat  C 4 ) •-in msa reeds naar de Geweercn verlangt. De zelfverde'dtefno K™rn# j ■als allerooodzaskelykst te befchoawen. Ve van zSJïiSj veen fchynen te verlangen dat 'er een Schansje tot dekking van hunne Dift.l/» Cen Holland aan de Noordxyde van den Rhyn,} gemaakt wordt iTu U*r 2 was men daarmede beVg; doch te laat begonnen zynde wa, het n « ;L rf7^ van derend, toen de Fianfchen Holland indrongen : Nu zouTe mm ™ f plaats is by Zwammerdam, met verre van het Dorp, en dasr de V.«* «Jm* Up in den Rhvn vah; dewyl men daaruit den fcyka™ot«^i?S Rhyn Iwger^, o ,k zou ie kunnen bertryken. Het maaken van z^een Sehant> zou de I gezétenen van Zwammerdam en Aarlanderveen non merkdïï dfcen, en het zoude die van Nieukoop ook doen denken om ï£n 2. JïïVooral zouden de laatften worden aangemoedigd indien om l, w g,Bf fcSe Verlaat, tot dekking van Nieukoop, in 't generaal van Ha \Za fchenning der roodige Water-Linie, «ï'SurktfSS^SSï» N bi dfc Plaats zyn m den Jaare ió7z eenige rencontres voorgevaren ~ Men ttvfït, ■met of 'er zouden, indien tot beide die Sterktens eerefolv^rH «,? a j- lt totkvka Boeren zich-zelven aanbieden, ommwüfedS S' ^ van kundige Ingenieurs, optewerpen, zonder ee^rffion ng ' ^ t/jrrafc den róllen December. Een Brief van gisteren ni l\vjm k u i j l volgend, . Eïnëclyk zegenpraalt de verdrukte OnSd "ve La Le Belaf gert. Mejofvrouw Taan, Weduwe van der Meulen «17,7 morgen, oP last van het Gerecht, van haar Bon.Ar^üS^A«7^S te vooten, hadde haar Ed. h:erover gerequestreerd onrW n™r^ • * ^agen voor haar Perfoon: Doch WwaSTS*^^ limueerd, haar toegedaan. Dit bewyst ten vollen jL r^8 onsc- 'f Gravenhage den ïyften December. Met de laatft- r,v„<.» n beeft men, dal de Pest tot in eenige DMen van d mjl? 1" Pflersbur? het Gouvernement van Kiew toe, doorgedrower waf ' *° *** tot {n Amflcrdam den ayften December. Oc-;rent 20 3 *n », , bleeven, her Schip Van j. Bendnks, £to^^«lo nir fc^tó f' Volk is, na veele dagen met de B-totoagezworventekêsSn^^ 1 re,rdi het Volgens cen Brief uit Plymou.h, is in 1 eden^detz^r aldaf a'nglk°mcn' het Oorlogfchip de Admiraal de Ruiter, G^tS^^S^^' om de aldaar liggende HoUandfcbe Koopvaardyfchepen ifteh^Vn >tein Jan Hanfen, van Curacao her waards 5ïL,ï, "; Waamn Cs" Ute zeil geweest', doch door T^^^^^,eerer ook de vol. Baam SSare menigte, ieder Priester met zyne Parochie-Kinderen, giet «oondeSo ia h n et voorheL gefmeed valsch Keizerlyk Bevel, tot uitdelHier toonde> "or affchudding van bet Juk van Onderdaamgheid. De hnef  ( 6 ) laitften droppel Bloed daaraan wilden waagen Vet hv »iVv. ™ minftt geel Kruis doen. 8 ' ' hy ïich °P eengouden, ten Naauwlyks vernaai de Vice-Gefpan der Zander-Comitaat» rW,. e ring, of hy zond twee Onderrechters en vyf Soldaaten? nïf ' f, Sameniweetelerzekeren. Zy greepen hem ook; maï toen t "hm wflto™-e?,fcamel maakte hy een zo ysiyk gefchreeuw/dat op é?nml\ een 7ertZZ?^"' Wallachiers faaienrotte. De beide Onderre^ters werden vpT* ƒ de ?lcn,g,e daaten dood gefteenigd. aerrecnters werden vermoord, en de Sol- Den eerften November vermoorde een Bende van dm* A/r.,-. ti eieren van het Gerecht welke een van ^J^l^^^t °d' volgenden dag vermoorden zy vyf-en-twintiir EëelHeH™ „f, , ha_d(Tn;, Den Brad, welke in het Dorp Krhlo • gevlS? was; Deplhl1 \* dr\BailIuw zyn Vrouw wierden met een Byl het Hoofi Tfgeflaagen VeLT h«DoV> cn het D*rp Ribitze, het Huis van den Ontvanïe (feLa J r ge"S''^ ïy in Balogh, wierd uit de bovenfte Verdieping vaohS aSlSi^^' v°t de Barbaaren opftaken. Na het Huis Van den Gcttfmm&^p V? V°Jken die te hebben in brand geftooken, hebben zy mccnntlTënJ'^T ^0l°Da' worpen. De Heer Grisgar, 'wierd opgehangen en S 10 £ vlTa7m *e" en Kinderen hebben de dood niet kunnen omvlu^ Zy° V:mw Regiment Crosfi, op het oogenblik aaagekoS dat l^f"1™^ f^n^^^ f^Kt ^m^^^^m van S,cilën, binnen geloopen. Het bevestigd zich, da^enderboXf^™' !" ^Twtjen!0 deerlyk gehmnd'dat h«^,^se^ Wrwfc den 3often^>e«mber. Jïede*?, alhier gedaan de volgende dat Groot-Brittannie ontkomen zynde, op nieuw S'l? V h" m^ti' Ryk van vaardigen aanval te Land, door een der maXft.v g nwordt ?m eened odrec»»van het Duitfche Ryk ; om die rente2S '«Eo'opa, denKeizer Datby provifie en'tot nader ordefMaanl^lvk, ,en - g gC»Cht hebben: deeze Stad zal gehouden worden óp denTdlnks^Tg- ^ietlmd binnen me, betrekkinge tot de N^iMdJuS^Q^W" if* maand, en ook om de andere reize in de Jacobi-en NicoL; Z "> C Domk«*, gelyk uuren, zullende de eerfte Bedeftond gefchieden oï rf™!^ d« «onds ten half 7 den I9dea van de maand Jannary desffzm iytf! Woenidag, ïy„de Ea  C 7 ) En znlks om den Allerhoogften God op eene byzondere en plegtige wyze eerbiedig te danken voor zyue lankmoeiige verdraagzaamheid, veelvuldige verfchooningen en vrrbeurde zégeningen aan het Vaderland, de Provinc'e en drez Stad be weezen, en met eene ongeveinsde en bartelyke Belyuenisfe van de hoogR.ande Zonden en Iteeds toeneemende Ongerechtigheden van de Inwooners des Lands, als de rechtvaardige oorzaaken en redenen van den Godlyken Toorn en kastydende Hand , vuuriglyk te bidden om de genadige vergeevinge van dezelve, in het Zoenbloed van zynen Zoon, den Heere Jefus Chiistus, met ootmoedige fmec king om de fcher.king van zynen Heiligen Geest, en genade tot gevoel ge opmerking der Tuchtroede, waare verneederinge, verbeeteringe en bekeeriEge van de Op en Ingezetenen van Land en Stad. En dat het den goedertieren en alvermogenden God, die de harten der Koningen in zyne hand heeft, en zich menigmaalen betoond heeft de God en Redder van Nederland te zyn, gunstryk moge behaagen het harte van Zyne Keizerlyke Majefteit te neuen tot Bülykheid en Vrede, op dat het lieve Vaderland nog moge worden behoed en bewaard voor de geduchte Rampen en fchroom yke Onheilen en gevolgen van eenen verdervenden en vernielenden Oorlog; of wanneer het vuur des Óorlogs zal ontftoken worden en onze Grenzen naderen, dat de Heere alsdan byzonderlyk in ontftrminge aan Nederland wil gedenken, hetzelve niet begeeven of vetlaaten, maar integendeel op het krachtdaadigst betoonen, dat hy met en voor hetzelve wil zyn, in den Stryd helpen, en de Wapenen van den Staat voorfpoedig en gezégend doen zyn , tot afweeringe en befcherminge van den Vyand, en bekominge van eene g^wenschten en voordceligen Vrede. Dat het wyders den Heere bchaage , 's Lands Overheden met alle noodige Wysheid, Eensgezindheid, Kloekmoedigheid en Getrouwheid te be^unftigen; derzei ver Raadfligen te bellieren en met zynen Zégen te agtervolgen: Nederlands Valk met goedwilligheid, vemederinge en aanbiddinge van de Goddelyke Roe'e, en tevens ook met eerbiedig ootmoedig vertrouwen op de Goddelyke Barmhartigheid en alvermoKes.den Byltand, gepaard met een onverfchrokken Heldenmoed en Dapperheid te bezielen. Op dat na deeze Godsdienstoefening te plegtiger mag gefchieden, worden alle Neetiogdoende Ingezétenen binnen de Stad en Vryhsid gelast hunne W nkelen op den tyd der Bedeiïonden te fluiten, en geen Koopmaafch?.p te iryven , en alle Han«werks- en Arbeidslieden geordonneerd ten zei ven tydm hun Werk ep Ambacht te ftaaken, op verben te van drie Gulden by ieder nalaatigen telkens te verbeuren , ten behoeve van den geenen welke de Bekeuring zal doen. Waartoe, nevens den Hece Hoofj-Scliout deezer Stad, deszelfs Subftitu't, fpeciaal worden geauthcrifeerd alle de Deurwaarders, Bodens, Letterdienaars deezer Stad, alsmede de Dienaars van de JultinV. Eu ten einle een iegelyk deswegens mo-:e worden onderricht, zullen telken reize een kwartier uur voor den aanvang der Bedeftoncen de Klokken der Kerken, waarin het Bi i-uur ftaat gehouden, gelui i worden. En op dat niemand hiervan onweetenheid zoude kunnen voorwenden, zal deeze afgekondigd, gedrukt en aangeplakt worden. Al-  ( 8 ) ftldas gedaan in den Raad der Stai Utrecht, den 27(len December 1784, en \more ftiito) van den Stadhuize geplubliceerd den poften deezer. In kennisfe van my J. W. de REUVER. Legden den zien January. Alhier is in d:n ouderdom van 105- Jaaren en 3 Maanden overleden, zekere Willem Greeven, zynde gebooren den zotten September des Jaars 1679, en van deezen langdunrigen Leeftyd heeft hy, omtrent de helft, in Militairen Dienst doorgebragt. Londen den i7dcn December. Met de laatfte Brieven uit de Indiën heeft men tyding gekreegen van de harde en wrtede behandeling, die de Generaal Matthews en de andere Engelfche Krygsgevangenen door den Indiaanfchen Nsbob 1 ippoSaib zyn aangedaan, in zo verre, dat de gemelde Matthews en verfcheiden andere Officiers op eene gewelddaadige wys door Vergif zyn om 't leven gebragt. Men heeft van dat geval verfciillende Vernaaien ontvangen, in fommigen van welken dit gedrag van Tippo Saib wordt toegefenreeven aan Reprefailles over de wreedheid met welken de Engeifchen de Inwooners van Onore, op de Kust van Malabar, hebben omgebiagt. Het geloofwaardigfte deezer Vethaalen is dat van den Heer John Hubbard, Secretaris van den Generaal Matthews, die, gelukkig de handen der Indiaanen ontkomen zynde, van Madras, in datoden 3iften Mey 1784, na een verhaal gegeeven te hebben, hoe zy in handen van Tippo Saib gevallen en van alles beroofd waren , onder anderen bet volgende fchryft: „ Wy waren den eerllen Mey 1783 Krygsgevangen gemaakt, en den oden daaraan volgende, gingen wy van Nagur of Biddam»re op marsen, draagende " het weinige Gosd, dit ons nog overgebleeven was, in een Paketop onzen rug. " Onze onbarmhartige Geleiders deeden ons over het vlakke Veld, in degroodie " hitte van de Zon, 20 a 25- mylen daags vootttrekken. Zy , die van ons ©p " den weg deor ziekte ter nedervielen, of buiten ftaat waren om den marsen " uit te houden, wierden door (lagen gedwongen voort te gaan, of door Paarden ■ voort gefleept, zo lang tot dat zy de anderen volgden; want zy Hoorden 'er ' zich niet aan of'er van ons dood nedervielen, of dat zy in't leven bleeven. Wy " verlooren op die wys drie van onze Officieren, die op den weg dond nedervie" len, uitgeput zynde door vermoeidheid, en bezweeken onder den last die zy " moesten craagen. Wanneer wy door den d«rst een weinig (lil hielden om te drin" ken, wilden onze Beulen ons naauwlyks den tyd geeven om een dok Water \\ te neemen, maar dwongen ons telkens door dagen om ons te haasten. ' „ Des dasgs, als wy halte hielden om een weinig te eeten, zaten wy zonder eenigen Lommer in de grootfte hitte, en des nachts moesten wy onder den bloo" ten Heaiel flaapen, en aan alle de ongemakken van de Lucht blow (laan, zon\\ der dat wy iets baddeti om ons te dekken." {Het vervolg biertis ') Gedenkt by de Er** de Weduwe JAGOBUS vah EGMONT: op dc Reguliers Breèftraat, te Amlterdam.  DE HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 15 January 1785. N°. 3. - "al Het getal der Dooden van de voorgaande week is 199. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Napels dan I4den De:emi;r 17S4. Heden m®rgen, om iouuren, is Haare Majelleit, de Koningin, zeer voorfpuedig bevallen van eene PrirTesfe, wslkenag heden plegtig Gedoopt is, en by die gelegenheid de Naamen Maria-AntoiRettaTherefia-Amalia-Jt)anna-Paptista-FraBcisea-SaëtaHa-Marianna-LHcia hetft gekreegea. De jotiggeboorene en de Koninglyke Moeder bevinden zich zeer wclvaarende. Kotöerg den zoften December. Voor een:ge Jaaren flrandde alhier een Schip, waarvan de Capitein en al de overige Manfchap, in het gezist deezer Stad, elendig verdronken, verm'ts men, wegens de onftuimigheid der Zee, dieOngelnkkigea niet koride ter hulpe komen, niettegeo traande deeze Gebeurtenis Hechts een Kanonfcheot van Land gefchiedie. Deeze treurige vertooning maakte een diepen indruk in het hart van alle onze Inwoonders die daarvan ooggetnigen geweest waren. Het gevolg hiervan is geweest, dat de Heer Ehrgott Friedrich Schater werklyk een m:d iel heeft uitgevonden, waardoor geftrandde Schepen aan hanae Manfcfeap redding verfchaffcn kunnen. Hy heeft daarvan, in het einde der voorige maand, in tegenwoordigheid eener groose menigte Aanfchonwers, eene Proef genomen, die zeer goed is uitgevallen, waarvan wy ter zyner eere, en ten nutte der Zeevaarenden, naricht zullen geeven: Hy nam een Kanen van drievierde pond caliber laadde het op de gewoone wyze, en ftak daarop cen aan beide einiens met ean Yzeren Ring beflagtn Stok , die met den loep van het Gefcfent vangelyke lengte en zo dik was, dat hy gemaklyk dairin ^cfchoven konde worden. Aan h;t boveneinde van den Stok was nog een kleire regtopllaande R'-ng en daaraan een Lyn vastgemaakt, welke zo lang was, dat die van het Schip tot aan het Land reikte. Nu brandde hy het Kanon los, dat de Stok met de daaraan gehegte Lyn gelukkig aan Land bragt; aldaar wierd 'er een dik Touw aangebonden, hetwelk de Lied?n in het Schip op deeze wyze gevoe^lyk kouden na zich haaien, en op deeze wyze was d<: hoofdzaak bereikt, te weeten, eene communicatie tusfeiienher Schip en 't vasfe Land te wege gebragt, zynde het veiligfte sh beste middel ïer B> tej.  - ( l«) redding van ongelukkige Schipbreukelingen. Het is derhalve aan te raaien dat ieder Schip zich deeze goedkoope üereecfchippcn bezorge, om ia Keval van nood voorbereid te zyn. Ptrys den 3tften December. Sedert eenige dagen "bevindt zich alhier een vreemd Ferfona^e, welke ïeden aan/acht tot zica trekt. Het is een Ne>*r Vortt, die, even gelyk wylen Czaar Peter, befchaafder en kundiger Landen bezoekt, met oogmerk om de zynen te hervormen. Die Vorst heet Ma- k BondT is Kfc.ra of Koning van Oere, in Africa, by ce Goudkust, flechts 19 jaar oud ter naauwernood 4 voet 3 duim hoog, hebbende een groot hoofd , d kke i,Wn' platte neus, met een wc-rd, een vólkernen Neger, en niets minder dan berallig, wat de uiterlyke gedaante betreft. Ook zyn het niet de hoedanigheden van zyn Geest en Karakter maar veel meer de zeldzaamheid vu, zyne verfchynin* alhier, welke leder-een belang in hem doet ftellen, zo dat hy by Gnzeaanz.enlvkPe ©ames zeiven dikwds ter Maaltyd genoodigd wordt. Hy* bJaoek • aSepla fen waar hy eenige onderrichting bekomen kan, heeft reeds eene geleerde Vergadering en het doen van Natuurkundige Proeven bygewoond , waaronder die der EleéhU citeit hem inzonderheid zeer verwonderden en behaagden. Ook is hv deezêr da^en aan den Koning geprefenteerd geworden, die hem, geduurende zyn v«blyf m Frankryk, 20,000 Livres Penfïoen heeft toegaan Tot de overkomst van deezen Africaanfchen Vorst heeft het volgende aanleiding gegeeven. De Scheeps-Kapitein Landolf, zich tot het opkoopen van Staven .«wde Goudkust bevindende, kwam eeas met zyn Schip op de hoogte van het Komrgryk van Oere, Landvvaards in geleegen, en nog nimmer door een Europeaansch Schip bezocht. De Koningen van Oere, te weeten deeze Mark Pouda en zyn Vader (want m dat Land wordt de Erfprins, tot zekerejaaren geko? men, als Mede-Ryksgenoot van zynen Vader gekroond,) noodden onz-n Ka pitein, om hunne Staaun te komen bezoeken. Hy nam het aan, en vvn Vaartuig werd vervolgens door de Cano's der Negers de Rivier opgebo^irfeerd R„ vertoefde ir. het Ryk van Oere meer dan drie maanden lang, werd door de'lnïezétenen ailervnendelykst behandeld, en inzonderheid door de beiie VorV™ WTlruhyJrMl* natuuj'yke ^kwaamheden ontdekte, dan men by zulk eenè onbefchaafde Natie zou hebben kutmen verwachten. De oude Vost fc^eDteznik een behaagen in den ommegang met Kapitein Lando.fF, en kreeg zulke groo e denkaeelden van de Zeeden, het Karakter en de kundigheden d'r Franfchen d t hy geene zwaarigheid mwkte, om zynen Zoon, die brandde van begeerte ' om Frankryk m Perfoon te bezoeken, en zich aldaar verder te ocfll-nen aan den Kapitein toe te vertrouwen. Deeze werd dan, bv zvne te J, \ 1 Mark Boula vergezeld, en bragt hem in Ftankr k.* h^SJ^ I^JZ gaf de Ned. ' De Franfche levenswyze fchynt hem ongemeen te bevallen, en hv heeft verklaard, by zyne te mg komst, dezelve in zyne Staaten te zullen invoeren. Ook zal  C m ) zal men trachten , hem tot de Chris'elyke Religie overuhjslen, zynde den Godsdienst van Oete een mengelmoe» van het Mahomerfaan-, Jcoder- en Heidendom. Hoe lang hy hier vertoeven zal, is r.og onbekend. Men heeft opgtmetkt, dat hy een eroot zw«k heeft voor de Vrcuwen; en dus zoude htt Ügtelyk kunaea gebeuren, dat hy , fchoon niets minder dan aanlokkelyk, (iets, 't welk by lommigen der Sexe wel eens wordt «ver hit hcofd gezien,) by zyn vertrek van hier eenige afzetfels van 1 et Koninglyk Hiis van Cete agterhet. Londen den 3iften December. Van den lóden December 1783 tot den i4den December 1784, zyn in de;ze Hoofdflad en onderhoong Gebied ^e oopt 17,119 Kinderen, en overleden 17,828 Menfchen; zynde 1201 minder Dcodm, dan iu het voorige Jaar. Brielle den 6.:en January. In het afgeloopen Jaar 1784 zyn alhier geftervea i<2 Pery de Erve de Weduwe I A G O BÜS~vAN EGMONÏF* op de Reguliers Breöftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WKEKLYKSCHE NIEUWS- VER TELDE R. Den 22 January 1785. N°. 4« Het getal dér Dooden van de voorgaande week is 218. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Rome den lóden December. Onlangs is 'er een Poek in de HooRdutfche Taal in 't licht gekomen, getyteld: Algemeen* Geloofsboden voer Me Godstienflen, gefibikt naar de vatbaarheid van een gezond verfiand. Zyne Heiligheid , onderricht zynde van de Godlooze grondbeginfel. waarvan du Boek overvloed en van den flag welke de Autheur aan onzen Geheiligden Godsdienst heeft zoeken toetebrengen, heeft derhalven dat Boek, door een Brevet, gegeeven den .7dea November laatstleden , veroordeeld, als vervuld met een vermetele Leer va.fche, fchandelyke, verdetfdyke, dwaalende en Ketterfche: geyoe er.s en (trekkende tot af" reuk van den geopetibaarden Godsdienst. Zyne Heiligheid, de leezwg van dit Boek verbiedende, heeft de hier tegen aan handelende, indien het Ge.sielyken zyn opzelcrJ, zich van de Heilige Bedieningen te onthouden en de Excommunicatie aan de L-eken. Alle Perlbonen van deeze twee (landen , wat Ampten of Wa digheden zy bekletden , zullen aan deeie ftraffe met'er daad ondcrworpm «n Den Boekverkooperen in alle Landen is insgelyks verboden d,t Boek te verfoeiden, in welk een Taal het ook gefdreeven zy; en .dargeene welke er Elempïaare'n van bezitten, zyn verpligt deze've tetüond bren en op (traffe van Excommun-catie, van welke zy door den Paus alleen Vunren ontheven worden, uitgezonderd in armulö mortis. Laitledm week ontftond alhier een yslyk Onweér, verteld met Hagel en Weerlicht De Blixem doeg in den Voorgevel van de Patriarchale Kerk van br. Sa vïn Literarten, en na dat dezelve cen (tuk van het Pedeftal van eene der bovende Beelden, 'die deezen Gevel vertierden, benevens eenige Redeebe.» vjn den Ge/el zelve had afgetogen, liep dezelve voort tot m de Kapel aan den Heihren A^re-s Corfini toegewyd, alwaar zy niet weuig fcha.de veroorzaakte.- De %i^m^Tl\e de'volgenfe Dagen vielen, deeden den Tvber zodanig K mie Oevers ryzen, dat de Landerycn overftroomd en de Boomen uit den «ond ge ukVwierden, waardoor eene menigte Hurten der Veehoeders. beneven, feer veel Vel wierd wechgefpoeld. Verfcheiden Plaatfen iti de Stad wierdea ook onder Water gezet, zo dat men de Bewoonders met Schuiten moest te hulp kozyÏÏ Hdlgi id, Het insgelyks aan de arme Bewoonde», dfc u t hunne  C 14 > Baken niet kosd:n komen, eene groote menigte Brood en andere Eetwaarerï uit«celen. Het Wéér echter bedaard zynde, is het Water binnen zyne Oevers teruggekeerd, na zeer veel fchade veroorzaakt te hebben. Erlangen den ziften December. De Graaf Salines, een der Opperhoofden van de Rebellen in Zevenbergen, is een Zoon van een voormaals geweest zynde Chef van het Toskaanfche Regiment, een Lottharingfe Edelman, die zich in «ien Echt begeeven had men de Hongarifche Gravin Andrafi Hy diende in de zevenjarigen Oorlog, onder het Regiment van Jofeph Efterhazy, en wierd in de .Linkerhand gekwetst. Toen 'er vier Regimenten op de Gr.nzen opgericht wierdsn, wierdt hy tot Luitenant aangefleld, deels wegens zyne verdienden. anderendeels om dat hy de Hongarifche en Wallachyfche Taal volkomen kundig was. Hy vorderde tot den Post van Major, doch voerde bedendig een degte Levenswys, en wierd in het Jaar 1774, wegens een defeór van 4000 Florynen in de Krygs-Kast, gecasfeert. Hy begaf ïich daar op met Vrouw en Kinderen (waar van twee Zoonen in Keizerlyke Dienst, die braave Officiers zyn,) naar Weenen om van de Keiztrin verg ffenis. te verz ;eken , maar dit niet hebbende kunnen bekomen , wierd zyne ongelukkige Familie door de weldadigheden van den Hoogen Adel onderhouden. Hy zocht vervoleens zyn geluk in Poolen, doch vond het daar niet; en keerde dcha yen naar Zevenbergen te rug, alwaar hy tot nu toe door de bekende Gastvryheid van het .Land onderhouden is, wanneer hy zich op eenmaal aan het Hoofd der Rebellen dclde, en men vermoed dat hy door zyne gedaane Plunderingen veel Geld byeen verzaameld, en daarmede naar de Turkfche Grenzen gevlucht is. Hy is 62 Jaaren oud, kleia en gezet van Statuur, vol moed en zeer levendig. Weenen 2ofle,) December. Gepasfeerden Zondag wierd in de Nieuwe Kerk •van de Zwitzerfche Gemeente alhier, tot welker opbouw de Graaf de Fries een Prefent van 10,000 Florynen grgeeven hadue, voor de eer de maal, de openbaare Godsdienst geoefend. De Vergadering, welke deeze Plegtigheid bywoonde, was ongemeen talryk. Koningsbergen den }den January. In het afgeloopen Jaar zyn a'hier getrouwd 686 Paaren; gebooren iojo Zoons en iof8 Dochters, en overleden 967 Mansen 95-1 Vrouwsperfjonen . dus 190 Menfchen meer geboren als gefterven. Onder de Overledenen zyn 17 Kraamvrouwen en 439 Perfoonen die aan de Teering gedorven zyn, alsmede twee Zelfsmoordenaars Weenen den ?den January. In deeze Hooflhd en deszelfa Voordeden zyn, geduurende den loop van het voorleden Jaar, gedoopt 9181 en geltorven 12371 Perfomen, onder welke laatfte 998 aan de Kinderpokken overleden zyn; ook zyn 'er dat Jaar getrouwd 2372 Paaren. Lon 'en den 7den January. Een aanmerkelyk en zonderling Verfchynfel heeft deezer daren de aandagt van de geheele Stad Badt tot zich gefokken: Een arm Vrouwsperfoon, van omtrent 30 Jaaren, welk vaneen Kind af. sis een MelkVrouw was grootgebragt, had middel gevonden, om eenige Werken der beste Engelfche Dichters te bekomen, waarin zy haar zo fterk geoefend heeft, dat zy op haar beurt eenige Stukken zo in Profa als in Dichtmaat heeft gefchreeven. T>e Primaat van Ierland, Bisfchop van Salisbury, de Heer Walpole, en andere Mannen van aanzien , hebben dit h alle 'deelca ^onderlinge Vernuftonder haar op-  .pzigt genomen, en *~ >~«^^^SrS fchool te (tellen, waarvoor hj*e Hooglecraarfchap de{Rechtsgeleerd- Toorbeelden van Vrouwen die m-t roem, n« o » ^f jn de H heid en der de Natuur zeldzaam Wiskunde gegcev« h jben. ^^Vrouwsperfoon Opgevoed by den arbeid TbehoeZ 3 ïneen S krygt voor, maar tever, zelve, de loopbaan der fraaije Letteren i»jreed: , «» -,nuarv Heden is alhier, met vole Mimarren en hel Lyk van den litaire Honneurs naarWefeoek ter * Capiiein-Luïtenant van de Wel-Ed. Manhaften Heer Jean la j Jun,°r d J oudetdorn van circa Schutterye of het Exe «^«^^ De ga tfc" e Burgerye en Opgezcte33 Jaaren aan de Kinderziekte is ^rleaen. j g hc0,tten verwondetd Jfn zyn niet alleen ten mte.fte volda*N ™ had\ Terwyl men „ver de goede Directe, we e indien uitv* 1 Pwdd5nkenHeOpgezétenen, alher teffens het genoegen ^f^^w het Genootfchap, z=ch meer alle avonden, m de £erk, zolwei/i!'™:Ksader. ,ich b:reiden, zo men ter en meer in den Wapenhandel oefeneo ^gjer^*ich ^ goedertrouwe geloof i, om, des nood» °'K" d ere5scht ten einde air Wen, binnen deeze Provinc^ ^ »o, zo veel in her, is, Vr0UWV -Jh celvk rechtgeaarde Batavieren, die het alle Binnen, en Buitenlandse!» Ge we ld, ge y k rch «g«««e0 ,0 het ^ anders we-zvn van de Vryheid en Vaderland ter hartgaat, PKt«5 yan dfi kan, hun Bloed daaraan opteoteren. fodg^ gantfche Republiek ,„^„tr van d^ » den VeiUT als één eemg Man den ^hendcr va ^ ^ te Q " ^ve-ebehandelen: „ Toen wy op het ^«^^Sï* „ vingen wy de tydmg dat de Vrede geUoten wa , j ^ leen een Kunstgreep was om ons te gein«« «n htt e die ft al myn le«n zal brengen. Dan op den ™*™J^^.™^ ^ tyig ; den 23fien daaraangeheugen, ontvisgen wy de cc*™.e van y &^ften uii de Gevangevolgende wierden wy van. onae Ketem oindaan en de d nis gelaaten en in die vryheid J^elJ» r 7nyden Nafibob m„klyk ten onzen « "S.^tiSeffi^SSf 1^ en vriendelykheicl, als te vooS rTn met'wreedLid en onmenschlykheid J^dd*. GevangeneB teontflaan , " , Schoon de Nabob zichjonden had ™ «erug gehouden en „ beeft hy echter verfcneiden van onze um^eu de L tea , zich ove'r deeze Bloedftottwg zyner Ondtrdsanen hebbende willen wreekea, den Generaal Matthews en zyne Mede-Officieren op zulk eene wreede wys heeft doen ombrengen Londen den 7den January. Dezer dagen heeft men in onze Nieuwspapieren medegedeeld de volgende Befchryving van de Seóte der Dunkards welke irt Amerika, en wel in de Provincie van Penfylvania, gevonden wordt • De Stad der Dunkards wordt Ephrata genoemd, en is gelegen op de Grenzen van Lancaster tusfchen twee kleine Bergen. Van de toppen van beide is 'er eene geregelde afhelling naar de vlakte, door welke eene kleine Rivier ftroomd wier bogtcn de helft van die Stad, welke door de Dunkards bewoond wordt omringen Deeze Rivier dient tot eene natuurlyke Voormuur voor de Stad aan de eene zyde, terwyl dezelve aan den anderen kant beveiligd wordt door een Dvk met Boomer.beplant. In 't geheel beflaat het een en ander ifo Acres, van welken ieder op 40 Roeden in de lengte en 4 in de breedte gerekend wordt. De weg van Lancaster naar Ephrata is zeer goed, en de verfcheidenheid der Landen d-e zich ter zyden van denzelven vertoonen, leveren een aangenaam gezigt m ' Al wat men_ hier z et 'fs het werk van de Natuur, zonder dat het door 's Menlchen hai den is verbeterd. a'1 Deeze kleine Sociëteit heeft, omtrent 30 Jaaren geleden, fcarr begin genomen van een Duufcher, die ter nederzette op de plaats, die nu Ephrata genoemd worat en weike plaats destyds nog eenige mylen in het rond onbebouwd Land R, 'r J.s f m de"C afge,^en °°:d verfche!den Jwren, hebbende weinig of in t geheel geene ommegang met eenige andere Menfchen / verzorgende vch door zyne e.gen naarftighrid al het geen hy tot zyn beltaan noodig had Eenige van zyne Landslieden, die door zyn ongemeen voorbeeldig leven en door de overéénkomst van hunne denkbeelden met de zynen, daartoe bewoon wierdet, zetten zich, na verJoop van eenigen tyd by hem ter neder, en federt vermeerder é deezé Sociëteit telkens door■ Perfoonen van beide Sexen, welke fcfK voegden De Vrouwen onderwierpen zich gewillig aan een foort van Kloosterleven , onder het opzicht van een der ou:fte en ver(landigfte onder haare Sexe Geene Waere dfche mzjgten hadden eenig deel in haare Samenleving en wann er' zy zich geheel en al Overgaven aan de Godsdienitigheid ca den Arbeid werd, n s Demia *eMa" {Het vervolgw onzen eerstkomende?!.}  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 29 January 1785. N°. 5. Het getal der Do >den vin de voorgaan e week is 198. Van elders verneemt men de volgende By zonderheden. Petersburg den 31 lm December. Gisteren avond wierd de Heer Ma^quïj H een Fransen Edelman, welke deez' Zomer in de Hoofdftad aangek ,men is, voorzien met Brieven van recommandatie van Pi-rloonen va • den eerllen rang aan het Hof van Frankryk, benevens twee andere Franfcrie H-eren, ontboden bv dea Luitenant van de Politie; zo dra zy by deze.ve gekomen waren, wierd kun een bevel vertoond vsn Haare Keizerlyke rVlajefh-u, om aanftonds buiten de FroHf'eren van dit Ryk vervoerd te worden. Alles tot hun wechvoen'ng gereed gemaakt zyrde, moesten zy aas ftonds, zonder eenige order op hunne Zaaken te kunnen (lellen, vertrekken Men weet tot n» toe de reden niet, welke tot eene Zodanige handelwys aanleiding gegeeven heeft, hoewel men veronderftelt, das het is over zeer injiscreete Discourfen, welke zy de onvoorzichtigheid gehad hebben te houden. Londen den 7den January. Den 1 f den January des voorleden Jaars is te Calcuta eene Mtatfchappy der Weeteafchappsa geopend, door den Heer Willian» Jones. Prelidot van het Geecrmhof aldaar, met eene Red-nvoering wairin hy onder anderen zict dus uitrukte: „ Men zal vraagen, wat zuilen de Onderwerpen zyn, die gy voomeemens zyt. in deeze enge ruimte teonierzoeke ? Wy antwoorden, rlen Mensen en de Namur; wat door de eene verrichten door de andere voo-t|ebragt is. — De Meufoc yke Wecte fciap word zeer fraai ontboaden volgens de drie groote vermogens der Ziel, Geheugen, Reden en Verbeelding, welke wy beltendig gebruiken in de fenikking, onderhouding, vergelyking. oiderfcheiding, famenftelling en vetfeheidenhei 1 onze» denkbeel Jen, die wy ve'k'Vien of door onze zinnen, of do >i «verweeging: H e uit k>men voort drie Zaaken die wy moeten nafpenren, namei ilvk, de Gtfc liedw isfen, Weetenfehappen en iCunften. De eerde bevat een ve (lig der Nscuu Ivkc voo tbrengfelen , of een waar verhaal der gebetirtenisfen van de Ryken en Staate i: De tw-ede omvat de geheele kring van de zn'vere en vermengde W sr*unde gepaard met de Ze^ekunde en de Wetten, zo vc zy van het ©orde 1 afhangen, en de derde behelsd ia xich alle de fchoonhede i der verbeelding en bevalligheden der uit- G vin»  f 18) vïndingea, het zy die beftaan in de v-r.ndering der Sprtaken, of aangeweezen. worden door c laleuren, gedaattens of gdui en. VoUeni deeze verdeeling , zult gy ondezoken, wat ze dzaam is in het rerwonderlyk RyS der Na>uur, — gy zult »e beierc» de Aardrykskunde van Afia, door nieuwe Ontdekkingen en Waamtcunuintn , — gy zult masken aejaaib. ek-11 en verzamelen de Overleveringen van d;eze Vo k ren, welke van tyd tot ttd; dit Land bevolkt of verlaiten hebben — gy zu t aa > den dag brengen de verfiMlende wyze van RegeeriBKC, met hunne Burger yke en Godsdiecltige Ir.ftel» lingen; gy zult on Jet zoeken baare Kundigheden in de Reket - en Meetkunde % alsmede ii de Dtiehoeks-, Reket i g- , Weik u'g-, Getic^t-, Sterre en Algeirteene Natuurkunde; hunne ge^oeUns wegens de Zedtn ', Le ter-, Rdeieerkunde en vVclfpreekencheid. Hsare vordert' g'n in de Gei ees- en H eikunje, by welke gy voegen iui de Otitleed- en S ookkunds. Voorts zun gy onderzoeken haare Akkerbouw, Handwerken en Koophandel; tetwyl gy mei vermaakhaar Zang-, Bouw-, Schilrer- m Dichtkunde zult kunnen nifyeu en , en wilt tevens deeze mindere Kunlten niet vergieten, door welKe de ver "lieielyklteien van dit leven veraangenaam 1 worden. Gy zult mogelyk opmerken, dat ik van de Taaien niet gefp:ooken heb, de verfchillen Ihcden en moijrdy kneden van dezelve zyn verlrieteiyke hind-rp&alen voor de aanwas,van rutti.e trennis. Mdar ÜS heb alle Taaien aangemerkt a s enkele Werktukei tot verineer et ng oi zer kundigheden, [en dtnlt dat dezeive oa^rvan oiafharge'yk zyn: de Kennis van dezelve kan echter niet ombrooken worden, en by. ^ tt Per liaan scn, Armenwet), Turks en Arabisch, niet alleen het Samfcnt, de v rkry* 114 van welke fcnat wy niet hoopeloos (lel en, ma^r ook het Cnineesch, Tariar sch en Japon^esch, en de verfchillende andere Dialect n welke op de Eilanden « een kleiren Berg, dre, tegen het Zuid-Oosten ftaarde hen dekt tegen < e guare Noor en-Winden in oen Winter. De S.ad is geoouwd in de gedaante van etu D tenoek, met een grooten Boomgaard in h-t midden: de bu-enkant is bepa... met Appel, en Peerenboomen, die eere *r« o e horveelhei ■ van die Vrucaien vooubr&i de Huizen zyn alle van Hout en voor het meer,* Le-hc drie Verdiepingen hoog. Ieder Peifoon heeft zyn bytonotr Vert-ek , en Snrie hv wne D-*oue ongehinderd tonde kunnen verrichten; de Kamr.s vyn ruim wi. L i ndelyk. E?n amradr.lyk ge- eelte vat. de Stad t* bellemd voor de Vrouwen die geen ommegang met de Mans hebben , als alleen in den openbaars GOdsdien»! en in hei geen verder noodig is tot de algemeene Huishouding. Hrt getal der Mannen e.. Vrouwen is .e famen ayo. Ind en 'er onder hun zyn de be eerm >e Trouwen, moeten zy d: Sociëteit verUaten, iraar worden n t ce ceneene Kasfe ran alk nóodwendighcde'i voorzien, om zich ergens ter red-r te I -,ten het welk zv aan geu.eei lyk iu den omtrek van Ephrata doen, van waar tv naderhand hunne Kinderen in de Stad zenden, om onder hunne Broederen op- ^ZvkggT Wch op toe om alle overdaad in Kleeding, Levenswys en üitfisan in/ie-en te K uitgaat,. D Mam laate , huone baarden groeijén tot de volle leng» doch d,aa«en het ï^vr zeer ko t Hunne Spys is co >rga*ns Groenten*, pebru.km le zy Koon Vie-ch nte* g ;,f e van hunne grondregels , mtArf om dat z, zUlks deftiger oo deeïéB tot de geflrenge levenswys . we ke Zy o enen dat een Christen lelde» mff. Dit* „vi ,. .le Wee e by hen onbekend is, hetwelk men ook gemaktyk op het le tte'gezigt van hun kan ont ekken, dewyl zy alle zeer bl« k zyn en men . aauwfvk" een \ teeken v.a Wo drykheid op hun *angezigt befpeurtn tan. Hu. ne verma.ten of aitfbannmgen zvn g«ne andere dan de herhaalmg van hume Godsdie» Stt.enriuXe pligten, weke zv tocani, verwisfelen, fat dezelven hunigeerisÏS -öt e3ast Wrekken Zy oefénen b ftendig tweemaal daa.s hunnen GoUdcust, « ook dikwil. ces m** In plaats van op Beddtn, flupen z^op  f 20) Planken, met een klein Hout Blokje ouder hmn hoofd, waartoe 'er twee in elke Kamer zyn. Hun Opperhoofd is een Perfoon, die een geregelde opvoeding heeft gehad te Halle. ui Duitscfilsnd, hy beett federi rerfc.ie-den jWn Predikant onder de Gereformeerde 1 geweest, doch eenige van hunne Lee lle l n«o hem net voldoende « hy tot de Dunkards omge,aan : Hy is een Man van een opt. hartige* en beleefden aart, en veel vryer in zyn ommegang als mm zoude verwacbt.n vaa iemand d.e zulk eene ftrcnge le»c.is wys lei 1. Van hnune Lee fte'1 ngen geeft men het volgende op. Zy houd,n de beide sacramenten, maar haten alleen de jeu™ tot de.i Doop toe welke zy aan dezelve oy .ndompeling bedVnen. Zr o.«kennen volftreat de Erfzonde en derze gevolgen ov*r Adam, NakomeLfc^ en leeren eene vrye of vermtwenue wil. Alle geweld word, by hun voor on wet. |« gehouden, de .elftver éd.gmg in tyd van ge'vaar tu'e. uitgezonS2.2Toévlugt .e n emen tot de Wetten, houden z, ftrydig me. het Hoangeiiurn, /elf dan wanneer zy bedrogen of ra. tmnne Goecxen op ie eonrechta JJ»7\lc T 7 l Kr™6" ^ Jooorcr'cn S,bb™ "rikt in acht, telf ,ni Superftite AU ?y ?Cn g?H ^ V8n üodljie™> maar bilden en pre 'ieenuitdenGeJJJ Alle hunne Leeiclenen loopen u t in eene aa&fpooring tot de C^ristelyke Deugen van ne enghetd, maatigheid en bedaardheid. Zy W'oo»*n da den Dood n h?» Euangelium verkondigd is door onzen ZdigmJker, en d.' fed r, Zy"e O^ „ dng de Zielen der Rcchtvaerdigm gebruikt worden om h r BuangefJ n ,e d c ken aan hun. welke geene o «.baarn* in hun leven hebben ,-ehal of geerfeS noegzaame: middelen om tot kennis der Wa.r e,d te komen. Zr'on.kermwï Eeuwigheid der Straffen, cp welken zy meen n, dat geheim hebben de Joodfchen Sabbath , het SabbWjaar 'e»ftfffiT^'KS dag op welke de Z elen der gecen, die de Zalighci 1 niet beërft hebben zuil gezuiverd wend n *a. haa-e verbasterden en verhardingen, en dat indTcn Sven binnen die «y it.ppen Goj als heiig, rechtvaardig «. goed en Christus lu hunnen eemgen Zaligmaakcr ckmnen, zy in cen Gelukftaafzullen overga L - d dte weke onder de ttraffen, rallen blyven tot dat de groot, Jubi é«, £ 2vn fSnnzu,leu.CaC " 6mCtne VWl"fing krygC" £n dc ™lkoin n ZaligSd^ Ecnsgezindhe;d en genegenheid tot eikanderen heerscht onder hen op eene won derbaare wys; teder 1, even naarft g en volbrengt met genoegen den tL die hen* is opgelegd; zy zyn verwonderiyk herbergzaam omtrent dV.eemde ïnem . d,en de R;izL Brieven uit Thornhil behelzen , dat de Boeren aldaar, den 24iten laatstleden, aangefpoord door een aiderwreedfte Geestdryvery, byeen veri derd waren, ten getalle van meer dan 200, en de erootfte Ónmenfch? lïï™^ hfb™>^™ de Aanhangers gvaneen iïeZopge. komen Sefte, bekend onder den naam van Buchanitos, die zichenS in die Nabuurfchap ter neder gefteld hebben: Zy maakten zkh gereed om hunne Wooningen te verbranden, en zoude zulks zekerlyk vlrriSt hebben , indien zy met door eenige Edellieden daarin verhinderd waren die aanftonds op het gerucht van deeze Opftand toefchooten. DeezTnTeu we Gezmdheid is zo zachtzinnig, dat zy zich niet verzet hebbef tegen het geweld, dat hun aangedaan wierd, en hebben zelfs geweigerd, om hunne Aanvallers m Rechten te vervolgen. Maar de Landmanfby wfen zy hunne Vergadering houden, heeft zich voor hen in den bres gefteld en heeft bereids 40 van hen aangeklaagd, die daarover zeer te oKreden zyn , dewyl zy roemen, dat zy voor hunnen Godsdienst lyden. Gave God dat wy met wederom tot die donkere tyden vervallen, waarin dMoord' zucht , onder den dekmantel van Godsdienst, haar geweld oefent, en £ alle meuwopkomende Seétens,_die meest alle uit onkundigeGecstdi-yvers befraan, m haare geboorte gelmoord mogen worden w-«""yvers Leeuwaarden den agften January. Eergisteren, wanneer eene groote menigte onzer Ingezetenen., op bevel der Ed. Mog. Hecren Staaten dee? zer Provincie, zich tot het houden van een Bedeftond ter Kerke begee. ven had, ontftond even voor het Klokluiden in de Jacobiner of GrloS Kerk eene confulie onder de aanweezende Vergadering, veroorzaakt ™ men meent, door een gerucht van Braad, welke menop het Orgel en tevens ook aan het eene einde der Kerk te zyn, waard00? in een oogenbhk de gantfche menigte in verwarring geraakte, en iede? zyn bestdecdc omhoe eer zo beter de Kerk uit te gaan, SSrdoS? wierd den aandrang zo ferk, dat veele Menfchen onder de voet raakte vei fcheide Mans- en Vrouwspersonen zyn door de Vengfters, wefke aan üu skea wierden geflagen , op ftraat gekomen, waardoor veefen merklvk gewond , en vier Menfchen om het leven gekomen zyn. Door welkeom : g^woSien G°dsdlensc 111 gemelde Kerk ten tMSfi  1 [ D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 12 February 1785. N°. 7. Het gdai der Do>dea van de voorgaan je week is 172. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Confiantimpokn den zyften December. De Keizer van Marocco, van den Growun Heer eenige voorrechten voor zyne Onderdaanen verkreegen hebbende die naar Mecca reizen, heeft u;t dankbaarheid een Prefent aan den Grooten Heer en het Turksch Ministerie gezonden, te faamen ter waarde van omtrent één Millioen P asten. De Beiichten uit Georgiën behelzen, dat de Prins Salomon, aldaar overleden is, en voegen 'erby, du 'er groote troubles ten opzigte van de Erfopvolging van deeïe Prins, tusfchen den Prins Heracüus, en de Party van den O verleunen ontfban zyn. Deeze laatstgenoemde Prins, een Oom van den Prins Salomon wilde een zyner Afftammelingen, tot Opvolger van den Overledenen verklaaren' en liet ten dien einde, zyne Troepen optrekken, onder welke een groot getal Resiifche zich bevonden, om zyne Tegenparty te noodzaaken, die zicii tegens alle voorneemens kante, om niet genoodzaakt te worden, van zich aan Rusland te onderwerpen, op het voorbeeld van den Prins Heracfus^ en als Opvolger een zyner Atftammehngen te erkennen, De Tegenparty (lelde zich ook onder de Wapenen, onderfteund wordende door de Potte, meteen onderlland, welk hun de Pacha van Trebizonde toegevoegd had, en nog daarenboven bygeftaan door de Abasfen, een Volk welk onder geen heerfchappy is en de Berden bewoonen, die zich ten getalle van 30,000 Man vertoonden. Den Prins Heracüus niet beltai d zynde tegen een zo groote Ma^t, was niet alleen genoodzaakt te vlucnten, marr nagezet zynae tot binnen zyne Staaten, wierd zyne Armee ten eenemaal j,efla^en, verfpreid en afgemaakt. Den Prins Heracliu*, heeft by deeze gelegenheid 3000 Man van zyn eige, één Rusfisch Generaal met tooo Rusfifche Troepen veilooren; de Party van den Prins Salomon, heelt een groote I3u:t benaald, voornainenlyte in Slaaven, waarvan het Land thans overvloedig bezet is, en men voegt "er by, dat een Neef van den Prins Salomon, David Han, in zyn p'aa:s benoemd is. Oen léden deezer heeft de Envoyé van het Hof van Rusland met den ReisFfsndi in conferentie geweest, en men gelooft, dat het wegens de bovengemelde gebeurtenis geweest is. D Co-  C 10 ) Goïbembure'den 31fte.11 December. De Haring vlsfchery heeft nooit zo over* vloedig geweest, dm in dit Jaar; deeze Visch is zo menigvuldig op onze Kusten verfcheenen, dat men geen derde, van die gevangen zyn, heeft kunnen zouten. Men heeft Oly gesrokken uit alle die, welke men vreesde niet te kunnen verkoop=n- Deeze Üly wordt tterk gezocht, vooral buiten 's Lands, vanwaar men cïoöte Commisfiën ontvangen heeft. Men fchat de uitvoer daarvan op ij-o,eco Ryksdaaliers. Men heeft opgemerkt dat de Haring het meeste gevangen is op die pfeatfen, #êaar men het overfchot der Visch, waaruit den Oly gehaald is, ge- W&wLnden'8l'icn January. Byna dagelyks komen alhier Emigranten uit Turkyen aan • in het einde der voorleden maand kreegen wy alhier eene Turkfche Familie van'ód Perfoonen , met oogmerk om zich in dit Diftriéi ter neder te zetten. Men wil dat alleen de voordeden, die alhier aan de Commercie toegeflaan zyn, hen cen'weêrzin in hun Land geeven en hen herwaards doen komen. Het gerucht gaat hier dat de Grieken en de Inwooners der Eilanden in de Levant, aan de Porte de Jaarlykfche Schatting weigeren te betaalen, welke dezelven federt meer dan 300 Jaaren daaraan opgebragt hebben, en hieruit fchynt het niet onduidelyk dat zy voorreemen het Mahometaanfche Juk af te werpen. Het Vry-Corps, hetwelk de Colonel Wall is ch in het Bannaat geligt heeft, is thans geheel voltallig. Toen hy met de werving bezig was, hebben zich zo veele Turkfche Onderdaanen aangeboden, dat men 'er gemaklyk een Corps van 10,000 Mannen «it zouden hebben kunnen formeeren, doch de meeste van hun zyn van de hand geweezen. , Men ziet hier een lyst van de fchadens, die door de oproerige Wallachyers veroorzaakt zyn, uit welke blykt, dat zy, alleen inhetGraaffchapHuniad, 61 Dorpen en 132 Heeren Huizen verbrand hebben. Madrid den iyden January. Gepasfeerden Woensdag den ndendeezer, zynde de Verjaardag van den Koning van Napels, was 'er ten Hove groot Ga!a. Sedert eenige dagen heeft men hier Brieven van de Canarifche Eilanden ontvangen, behelzende, een Verhaal van eene wreede Gebeurtenis, die men niet zoade gelooft hebben in deeze verlichte Eeuw te kunnen gefchieden, waarin men met meer liefde dan in voorige, jegens zyne Evenmensen handelt: Een Schip, maar van welke' de Natie onbekend is, arriveerde op de Kust van een deezer Eilanden, en ontfeheepte aldaar omtrent veertig zo Mannen als Vrouwen, welke, zo haast niet aan Land waren , of aanftonds weder onder zeil ging : Deeze Menfchen waren byna naakt, en gekeken meer na Wilden, dan na eene bekende^ Natie; zy ventonden geen der Taaien, welke men hun to:riep, en feheenen iets te willen onde neemen. De Gouverneur, liet hun Spys bezorgen, alwaar zy op vielen als of zy uitgehongerd waren; dsn maar een klein Garnifoen hebbende, »n vOör deeie Gasten bevreesd wordende, en daarenboven deeze Lieden de Pest konuende hebben, zo had hy de wreedheid, om hen alle te doen doodfehieten. Weenen den igien January. De gevangenen Opperhoofden der Oproermaskers in Zevenbergen, Horiah en Klaschka, deeze laatfte is de Griekfche Priester Sophrony, zyn van Zalathca naar de Vesting Carlsburg gebragt, en worden aldaar, ieder afzonderlyk, bewaakt van één Officier en jo Soldaaten, van dewelke  C *7 ) altoos 6 Man in hetzelfde Vertrek zyn van de Gevangenen. Zy zullenbeide naar Weer.cn gebragt worden en aldaar hunne ftraffe .invangen. Ook verzekert men, dat de beruchte Salins gevangen is, doch dit vereischt nog confirmatie Thana krygt men eerst echte berichten van de gepleegde wreedheden eer Oproer.gen. By voVrbeeld : Den sden November kwamen de Rebellen in het Dorp Kibue, alwaar zv het Huis van den Heer Mofes van Kibizey, met Buskruit heten m ce Lucht fpringen, en deszelfs Schryvers Jofeph Szalay er, Ladislaos Nemes vermoordden. Zy bragten in hetzelve Dorp om 't leven de volgende Heeren van Adel, Jofeph Madorfai, Nemes, de oude, Emerich Nemes, G. K.wï«, Am. Nemès en zyne Gemaalin, Al. en J. Bialig, met hunne Vrouwen en Kinderen, de twee Kinderen van den Gereformeerden Predikant, wierden m de Vlammen geworpen; en verders wierden nog verfcheiden Heeren en Dame» Op andere Plaatfen heeft het niets beter toegegaan. Verfcheiden jonge Dochters wierden, na dat hunne Ouders vermoord waren, met de Opjoermaakers getrouwd , welk Lot onder anderen te beurt is gevallen aan drie jonge Gravinnen van Gut=ay. Het Handbillet van den Keizer aan den Opper-Cancelier, Graaf van Kol owrat, wegens verandering in de nieuwe wyze van begraven, was van den volgenden inDewvl 'k zie en dagelyks ondervind, dat de begrippen der Levenien, helaas, non zo ftofelyk zyn, dat zy eenen oneindigen prys daarop tteijen, dat hunne Lyken na den dood langzamer verrotten en langer een (tinkend Aasblyven, zo is my weinig daaraan gelegen, hoe de Lieden zich willen haten begraven; en gy Sik L overal verklaaren , dat, na dat ik, de redelyke oorzaak van den voorrang en de mooglykheid der nieuwe Begraafniswyze getoond heb, ik geen Mensch, d e niet: daarvan overtuigd is, wil dwingen, deeze redelyke wyze van begraven te kiezen i dat een ieder zich verder in'eene byzondere Kist kan laaten begraven. Bergen op den Zoom den xjtka January. Deezer dagen heeft men alhier deBrug van de Ligne wechgebrooken; de opening m de Wallen toefremaak , en de Boomen, welke onder het bereik van'tGefchnt waren, om vergehast. Alle nachten heeft een Offieer met een Detachement de Wacht m de h ortificatien. Keulen den zSfien January. Volgens een Brief art Frankenland, van den zotten deezer, was het Keizerlyke Regiment van Dewschmtifter, den ijden deezer by Wortheim den Mayn gepaster»? Dit Regiment is een der fchoonfte Regimenten van de Oostenrykfche Armée, zynde het Volk groot en fterk ™« Jnnn.|Mu > ANDERE GOÊ DEREM 26 Mans Hoeden, waaronder één met Goud Galoi. ManR JI'acu 149 Vrouwen Hoeden, s zwarte Hoedjes, 26 Vrouwen HaS^^ ten 29 Manteltjes, 29 Voorfchooten, 6 Wa.j/n TKantmï^ 00 Slaap- en Tipmutfen, 2 Regenkleeden, ,6 Zakdoeken, 7Ts&iSSE? pen dat geen Zilver is, 122 Schoenen zonder Gespen 13I , GeS* 88 Kerkhoeken, 13 Pau ken en 6 Klompen ' 34 41 itOOT« , Am/lerdam den 6den Fcbruary. Tusfchen ^i»n uS.n is digt by Staveren op Strand geraakt het ScTp van O p?Ta^H^"'!' Grace herwaards beltemd, hetzelve liep vol Water, doca he Volk Islr xed; echter wendde men alle moeite aan om de Goederen te bergen du dLT* deezer reeds een L.gter gelost was, doch om het invallen vandeavond\n\A^ daarmede op, wanneer in den nacht eemVe Vischfcrm-ten ™ m mm zen , aan boord kwamen en zich van h^Sc^P ^^^l^r'aE^ alles aangewend en zelfs om hulp naar de V^U^T^e^^T"'^ waar men ook direö.fchoon in den nacht, adïifte ti-vanhet(WhT' Van de Visfchers nog de meerderheid zynde, berooide v'iu £^^0ïe?,1 den.en retireerden zich niet, voor dat nor drie Li«e« „R zyw*" Eg" M,r boo,d kwabtn; - l*»5t" ™ m£ ÏÏTS Ü1 waards beftemd, heefc Ankers cn Touwen v r oo „ ;„ ? ', Sa'?uw her" den; was wegens Storm reeds tweemaJvan S lanS jarmouifche Banken verdreeven. «onandlche Wal en een, van de Aaedmkt by de Erv* de Weduwe J ACOBUS VANToiïrTT op de Regulier, Brelürut, te AmüldL ° *N 1  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 19 February 1785- N°. 8. H.r „etal der Dooden van de voorgaande week is 160. S Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. 1 Zn 1 oden Tanuary. De Brieven uit Calabnën berichten, dat het h2ri^wen"7r Huizen, die zo in de Steden als ten p atten fenA rfnn de laatfte Aardbeevingen vernield zyn geworden , y vengbéLande door de «ac«e * orderj} yan he(. Gouvernement fterk zlg was en dat we K^000 hetzelveaandeBeftiorderva„ d,ea VW nnr/pfchSeven, ingevolge van welke de Huizen laager, de Fonarbetd voorgefchreeven, S Sjikker zullen als voorhecn zo dat damenten breeaei■ eu omvallen. Jammer is het echter dat, V [T° ^Seezer ^gelukkige Provincie, uit gebrek aan Hout, batde *KSela zyn om ^ich voor de gevolgen der Aardbeevingen zodaftaf J.i"fien als fommige Particulieren te Cartara hebben gedaan, n,lg \ rAnel maaken van Kamers, waarvan de Wanden van Hout , met door^e SvDbuitenen Tapyten van binnen bedekt, ineen Eironde dUS^SSv?n en onder te faamS loopen, en de Balken, die eikanderen gedaante boven eu d [ndlcf! die beweeging zeer fterk is, ^WnderT vTn één eïnaar buiten vallen, hatende dus de Bewooner* dS, ^t Pn bn?ten-evaar van verpletterd te worden, onbedekt en °u>c=L&e j ar- Van Brurm heeft men tyding, dat den ,-KeJer tl fSaijeTchLwburg in die Stad, door toeval in brand naakt SSffe g^ter?nduit Zetfber^en langekomen, heeft deonaan^^m^T^rzgt, dat de oproerige Wailachiiche Boeren weSSffln groïïSre menigteWnrotten, en hunnen gerttgenefi Aanvat- ^"^JrfdwTebraaVy.8^Eergisteren had men hier in deeze Stad Jonden {fJ^nlSl J a\e dl Menschlykheid geweldig aandeed. VaD 3i ^ waarvan 'er n door den Koning uitftel gekreegen hadden,SdentAo Z%W ^or die Gevangenis opgehan^, van welkend*  Cs») •uxlfte nog geen 30 Jaaien bereikt had. By deeze gelegenheid was de toeloop van Aanfchouwers zo groot, dat verfcheiden Perfoonen daardoor gekwetst zyn geworden. Van de Neder-Elve den Sften February. Eene Zaak die vrv wat ee rucht maakt is het geen thans verteld wordt aangaande een aanfWn het leven van den Vorst Czartorysku in Polen. Men verteld daarvïnf dat een Vrouwsperfoon , welke de konst bezat om de lursterryke Gezelfchan pen, zelfs die des Konings en van gemelden Vorst, naar zich te trekken " door twee zekere Perfoonen zeer yverig aanfprooken wierd, omdealaarHen door Vergift of Staal het leven te beneemen. Zy vertrouwde dit gevaarlyk Geheim aan een van haar Galants, die 't weder den Vorst ontdekte ; en deeze vond middel de beide Samenzweerders, juist toen 7v met het Vrouwsperfoon eene onderhandeling hadden hoe best de 7^1 uittevoeren, Gerichtlyk telaaten vatten. Een Kamerdienaar-des Konin-s met naame Rix, is hier ook ingewikkeld en wordt naauwkeurig verhoord' De Vorst Czarcoryski, heert een omftandig bericht hiervan naar de Ho.' ven van Petersburg en Weenen gezonden, en om raad en hulp gevraagd. Enkhuyzen den ioden February. Met verwondering las men alhier in veele Couranten, onder het Artikel van Amfterdam den yden Februarv een kort Verhaal van het voorgevallene met het Schip van O. Pietersz van Havre de Grace naar Amfterdam gedestineerd: Een Verhaal zodanig opgevuld met onwaarheden en eerlooze laster, dat de daarin bedoeld! Perfoonen hebben gemeend (onder referve van hun Lieden verder of ander Recht of Aét.e) tot coniervatie van eer en goede naam, het Publiek en vooral den Koopman, deswegens te moeten desabufeeren! Zie hier het Oeyal zodanig hetzelve zich eenvoudig.en nawaarheid heeft toegedraagen Wanneer alhier den 3den deezer bericht wierd, datnaardekant vanStatoren eenSchipindengrondzat, geladen met Suiker, Koffyenz vertrok ken nog dien eigen avond lohi Schuiten van hierderwaards; van welke de eerfte om ii-uuren aan boord komende, noch Schipper,, nóch Bootsvolk, maar a! eenlyk een Ligter van Stavoren vonden, die werkeloos by pf aan het Schip lag, doch van welker Manfchap fommige de Visfchers beletteden aan boord te komen en anderen met een Boot naar de Wil roeiden; van waar zy daarna, verzeld door den Schipper, terugkwamen De overige Schuiten inmiddels mede aan boord komende, ontftond'er tusfchen hun en den Schipper merkelyke twist, wyl de laatstgemeld^ waarfchyniyk door die van Stavoren opgeruidt, de eerstgenoemde voor Dieven en Roovers uitmaakte,, enkel daar gekomen om met het te bergene door te gaan, hetwelkdoor de Visfcherszonadrukkelykwierd wederÈer dat eindelyk onderling (ten ovcrftaaa van den Schout van Stavoren ) wifrd geconvenieerd, dat die van Stavoren uit het Groote- en de Visfchers uit het Voor-Luik zouden bergen, hetwelk dus ook 2 a 3 uuren in «roede harmonie wierd gecontinueerd, terwyl intusfehen de Schout en SchWr weder naar de Wal vertrokken, van waar , niet lang daarna, de Schéepsarmade van Stavoren , beftaande in 3 Ligters , gewapend met Draaibaafen , Schapenen, Houwers enz., wanneer direftclyk dóór de Vlootvoogd aan de.  C 3J 5 de Visfchers wierd aangezegd, om aanftonds het Wrak te verhaten, of dat zy hun anderzras terneer zouden fchieten, waarop de Visfchers hèrwaards terug keerden en in 't aftrekken door de Vloot diverfe reizen gefailleerd wierden met al hun groot en klein Gefchut, het eerfte met Kogels en het andere met zwaare Hagel gehaden. Inmiddels uit al het voorgevallene opmaakende, dat niet zo zeer de begeerte om het Bergloon alleen voor hun te behouden, als wel om dac zy Visfchers hun te veel in de Kaart zagen , die van Stavoren en den Schipper hadden bewoogen, met ter zyde ftellinge van het belang van den Koopman, in 't Vaarwater, dus brutaal en tegens alle ufantie van de Zee te werk te gaan, terwyl tot flot als een klein Haaltje hunner habiliteit in 't bergen van Goederen, wel mag worden geremarqueerd, hetguDtby &s aangevoerde Advertentie van den 5den deezer wordt gezegd, dat men om het vallen van den Avond uitfcheidde met het losfen van een Laading^ die door het Water ftond te worden bedorven, en door kunde en vlyt genoegzaam geheel droog had kunnen werden geborgen, 't welk eeneeer notabel verfchil in de tegenwoordige waarde zoude hebben gemaakt. 's Gravenhage den 13'den February. Men verzekerd hier, dat de Keizerlyke Oost-Indifche Compagnie van Triefte in ongelegenheid zou zyn. Ten minde wil men , dat twee der aanzienlykfte Comptoircn in ons Land, de Wisfelbrieven uit Antwerpen, op hen getrokken, met Protest hebben doen terug gaan. Men zegt, dat zy groote fchade aan haare Verkoopingen heeft geleden, welke zy meende te hebben kunnen herftellen, indien de opening der Schelde op den eisch des Keizers ten eerften was voldaan. De Schutters van het Oranje-Vaandel, geleid wordende door den Heet Capitein Hendrik van Diest, onder het Roth van den LieittenantJacobus van Rheenen, ftaan op hunne beurt deezen Jaare alhier de Meiboomen te planten, en doen ten dien einde reeds hetnoodige vervaardigen: Zullende de Zinnebeelden en Byfpreuken zyn, als volgt : Voor Hunne Edele Groot-Mogenden, de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland.De Hollandfche Leeuw, overeindflaande, in eeneontzachlykegedaante; —* In het Verfchiet, Strikken, Netten, Ketens en Geweeren. NON IMPÜNE LACESSLTUR. (Dat is:) Hy wordt niet Jlrafloos aangerand. Voor Hunne Hoog-Mogenden, de Heeren Staaten Generaal, der Veréénigde NederlandenEen Schip op een holle Zee: voor hetzelve in het Verfchiet een Haven: boven hetzelve vertoont zich de Hoope in de Wolkeu; op welkede Stuurman ftaart. SPE CONFIRMATUS PORTUM SUBIBIT. ( Dat is:) Door de Hoope gefterkt, zal hy ds Haven bereiken. Voor Zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Willem den V. Pxinfe van Qraugc en Nasfau3 Erf-Stadhoadezs, &c. &c. &c-  C 3* ) ■ ; JEea Altaar, boyen het welk zich een Hart vertoott. DEO PATRIAiQUE. (Dat is:) Voor Godsdienst en Viderland. ^ Voor Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Profeste van Orange en Nasfau, &c. &c. &c. Een Vorftelvke Vrouw, onder een* Oranjeboom pederzitteade. NON ILLI GRATIOR ÜMBRA. ( Dat is: ) Zy heeft geene aangenaamtr fchaduwe. Voor Zyne Doorl. Hoogheid, den Heere Erf-Prins, «Jtc. &c. &c. Een jonge Oranjeboom, aan wiens wortel Minerva en Mara elk ee» Kruik uitgietenLLius j^QREMENTA FOVENT. (Dat is:) Zy bevorderen deszelfs aanwas. Voor de Erf-Prinlesfe van Orange en Nasfau, &c. &c. «3tc. Een aevleuaerd Wichtje, een zeer fraaije Roos vertooneade. b 6 SIDUS TERR-fE. (Dat is:) Een fieraad van de Aarde. Voor Zyne Doorl. Hoogh., den Heere Tweeden Erf-Prins, êtc.&c. De Naariligheid, verbeeld dooreen Wichtje, aan de fchouderenenvoe. ten ^evleuaeld , en eenig zaad uit zyn fchoot ftrooijende. HOC SEMINANTE FRUCTUS MULTIPLEX. (Dat is:) Als ieeze zaait, zal 'er veelvuldige vrucht epfchieten. Voor Haare Doorluchtige Hoogheid, Mevrouwe de Prinfesfe van Nasfau-Weilburg, &c. &c. &c. Fen Schakel Bergen, een Rivier, en een Bosfchadie. . VIRTUTI UBIQUE PATRIA. £-Dat- is:) De Deugd heeft overal haar Vaderland. Voor de Wei-Edele Achtbaare Magiftraat van 's Gravenhage. De Standvastigheid, verbeeld als een Geharnaste en Gehelmde Vrouw, naast welke de Gerechtigheid ftaat. COMITÉS INDIVIDUjE. ( Dat is:) Onaffcheidb aar e Gezellinnen. Voor den Wel-Edelen Geftrengen Heere, Colonel Mr. Govere Franco van Slingelandt, Burgemeefter &c. &c. &c. Fen fierke Burg, en beneffens dien een Koperen Zuil. EORUM iNSTAR EST VIRTUS. (Dat is:) Aan dtezen- is Kloekmoedigheid gelyk. 'iitiüix by it Vfft it Wtd. J. vu egmqnt: op èt *.«saU«i Bi«êftï»»t, tc Amfttidtm,  ; D E HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 26 February 1785. N°. 9- Het getal der Dooden van de voorgaande week is 125, Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Tripoli den soften December 1784- Den aaften Öcïober arriveerde op deeze Reede een gedeelte van het Venetiaansch Esquader, onder commando van den Admiraal Emo, beftaande in drie Schepen van Linie , een Chebeck en een Galjoot, komende van Souza, op de Kust van Tunis, alwaar zy een groot aantal Kogels en Bomben verfchooten en zo zy meenden eroote fchade veroorzaakt hebben; doch een Ragufeesch Kapitein, deezer dagen van Souza, met eene laading Graanen, alhier binnengekomen, verlekerd dat al de fchade beftaat in het vernielen van éen Huis en twee Winkels, en in het omkomen van vier Menfchen. Het is dus zeler dat deeze Expeditie den Venetiaanen veel Geld zal gekost hebfcen doch dat hunne Zechinen meerder uitwerking zullen hebben , als zy den'Vrede herftellen willen, dan hunne Kogels. Hunne Bombardeerfchepen zyn naar Corfu vertrokken om te reparceren, dewyl deszelfs zwaare Mortieren gebarften zyn. . Plet oogmerk van de komst van dit Esquader alhier, is deels geweest om zich atn deeze Regeering te laaten zien, en deels om 3500 Zechinen Tnnrlvkfehe Tribut aan dezelve overtegeeven. De Ridder Moro, comiwndeerende een deezer Schepen, is alhier aan de gevolgen van een gekwetften Vinger, waarop by de Bombardeering van Souza een Kanon ge- Va]i^pnen de^delTFebruary. De Keizerlyke Koninglyke Gezant te Warfchau , heeft aan de Staatskanfelary alhier, de volgende Gebeurtenis beTehWarfchau bevindt zich een Duitsch Vrouwsperfoon, welk met een Rn«fifche Officier getrouwd is. Dit Vrouwsperfoon ontdekte aan eenen Pn^plschman, die zeer vertrouwd met haar was, dat zy van eenen Adjudant en eenen Kamerdienaar des Konings, door de belofte van 1000 Dukaten en een JaarlykschPenfioen van 500, overgehaald was , om den Prins CzartoSski, Capitein der Adelyke Keizerlyke Koninglyke Lyfguarde , E 01e  c 34 ) die zich toen in Warfchau bevond, door Vergif om 't leven te Krengen. Dê Engelschman ontdekte dit den Prins. Deeze begaf zich terftond naar de gemelde Vrouw, om aangaande de waarheid der Zaak verzekerd te zyn. Zy ontkende, het hem ook niet, en om hem volkomen te overtuigen , zeide zy hem dat hy des avonds of zelfs by haar komen, of eenen Vertrouwden zenden kon, vermits zy beide die Lieden dan ten haaren Huize verwachtte, om de Zaak volkomen met elkander aftefpreeken; zy beloofde hem, of dien hy zenden zou, in eene Kamer nevens de haare te verbergen, alwaar hy al dat 'er geiproken zou worden, hooren kon. De Prins Czartorinski ging 'er zelf niet, maar zond de Graaf Potoski, welke in eene andere Kamer verborgen wierd. De Kamerdienaar kwam maar alleen, om dat de Adjudant dien avond met de Koning in den Schouwburg moest gaan. De Graaf Potoski hoorde al wat de Kamerdienaar fprak. Toen hy nu overtuigd was, maakte hy terftond de noodige fchikking, dat de Kamerdienaar niet uit het Huis gelaaten wierd; en, wyl hy een Starost van geboorte is, en bygevolg niet met geweld kon gevat worden, wierd de Zaak terftond aan de Koning bericht, die bevel gaf, dat men hem met de Wacht zou afhaalen. Na dat deeze zonderlinge Gebeurtenis nader zal onderzocht zyn, verwacht men een verder bericht desaangaande. Zyne Majefteit, de Keizer, heeft eenen geweezen Jefuït, met naam Disbach, den Aartshertog Frans toegevoegd, die ten Hove zyn verblyf zal houden, daaglyks met de Prins eeten, en hem beftendig verzeilen, ook hem onderwys in de Wiskunde en in de Duitfche Styl geeven moet. Morgen zal Zyne Keizerlyke Majefteit zich met een Gezelfchap van ruim zestig Perfoonen van den eerften Adel naar Schonbrun begeeven; alwaar in de groote Oranjery, die met den grootfien fpoed door eenige honderd Menfchen als de fchoonfte Plaizier-Tuin ingericht is, Tafel, Concert, Comedie en Ball zal gehouden worden. Het Verhoor van het Opperhoofd der oproerige Wallachiers fchynt zeer wydloopig te worden, zo dat 'er waarfchynlyk nog veel tyd verloopen zal, eêr men zyn Vonnis zal vellen. Deeze omftandigheid bewyst, met welke naauwkeurigheid men zoekt uittevorfchen, welke de Oorzaaken, de Medepligtigen, de openbaare en heimlyke Onderfteuners van dien Opftand geweest zyn, welken eenigen in den beginne voor eene kleinigheid hielden, maar die door den famenloop van verfcheidene omstandigheden zeer gevaarlyk had kunnen worden. Het vuur van Oproer is ook nog niet volkomen uitgebluscht; het flikkert dikwiis hier en daar weder op; maar men heeft reden om te hoopen, dat het niet ligt weder in vlammen uttberften zal. In alle de Comitaaten van Zevenbergen heefc men, naar evenredigheid.hunner grootte, Militaire Detachementen geplaatst, om de Rooveryen te beteugelen. Londen den uden February. Men verzekerd, dat onze Oost-Indifche Compagnie nu genoegzaam alle de Thee in Europa opgekocht heeft, uitgenomen' die in handen van de Hollandfche Oost-Indifche Compagnie is, sa mei deeze laatlïe negotieerds-mec thans ook over de verkoop. Maar de-  (35) de Hollanders, weeténde hoe verlegen onze Compagnie is, om de twee Verkoopingen, die in deeze maand en in de maand Mei alhier moeten gefchieden, goed te maaken, en onder voorwendfel, dat hunne Thee van beter qualiteit is dan die van Oftende en Koppenhagen, maaken tegenwerping tegens de gebodene pryzen, welke zy, fchoon gelykaandie tan de Keizerlyke en Deenfche Compagniën betaald is, zeggen m geenen deele met de waardy overeen komt; en het is twyfelachtig, of onze Compagnie niet in den prys zal moeten toegeeven, ten zy een of twee der Chma-Schepen binnen kort en zeer onverwacht mogten arriveereii; want naar den gewoonen loop worden 'er voor Apnl of Mei geen verwacht; vermits anders, indien 'er geen ontzet komt, 'er volftrekt geen Thee, genoegzaam voorde twee Verkoopingen, ergens te krygen is. Lillo den nden February. - Heden hadden wy het genoegen alhier te zien aankomen een Prefent, tot ververfching der Garnizoenen aan de Schelde , gezonden door een Gezelfchap van Menschhevende Heeren te Amfterdam, beftaande hetzelve in 20 Vaten Vleesch, 10 Vaten Spek, 20 Vaten Bier, 18 Vaten Gort en Erwten, 10 Vaten Scheeps-Brood, 6 Vaten Zout, 5 Ankers Genever, 100 Ton Aardappelen, 5 Hoed en 12 Maaten Steenkoolen, en 1000 Takkebosfen. Voor welk aangenaam Gefchenk de bovengemelde Garnizoenen by deezen, op het levendigfte hunne dankbaarheid betuigen; zullende, onder het gebruik derzelver, fieeds indachtig zyn, de groote verpligting aan die edelmoedige Menfchen Vrienden verfchuldigd. Hoopende verder zich alleeins zo te gedraaf en, dat hunne Weldoenders, overtuigd van den behoeftigen toeftand, waarin zy zich zonder deeze Weldaadige en VaderlandlievendeToereiking zouden bevinden, niet op zullen houden hun van tyd tot tyd met het zenden van verkwikkelyke Mondbehoeftens te voorzien; we**fchende oprechtlyk, dat de berichten ten aanzien van den overvloed , welke men meende dat 'er in onze Forten hcerschte , met de waarheid overeen kwam; dan zouden wy niet reikhalzende behoeven uittezien na ■ dubbeld aangenaame Geichenken, zonder w»lke wy waarlyk behoeftig zvn zouden. _ ... , . , , Zierikzee den 11 den February. De twee Compagniën van het tweede Battaillon van Houstoun, die federt eenige maanden alhier in Garnizoen hebben gelegen, hebben ordre gekreegen om naar Goes te trekken enaldaar Garnizoen te houden; zullende, tot remplacement deezer Manfchap uit Veere herwaards komen een Detachement van het eerite Lattaillon van voornoemde Regiment; te weeten, 1 Officier, 2 Sergeanten,4 Corperaals, 1 Tamboer en 36 Soldaaten. «k*^ Parys den nden February. Deezer dagen heeft men eenen Officier,-, die alle de Operatiën van de Heeren de Suffren en de Bufty, m de Indien bvsewoond hebbende, dat Land volmaakt kent, naar Londen gezonden, gelast, om verfcheidene zwaarigheden, welke deEngelicheCommandanten en de Chefs der Oost-Indifche Compagnie in de Indien doen ontltaan , te vereffenen. Verdeeld onder elkander, kunnen zynog minoermet ïurire Nabuuren in vsede leven. Het is 'er ook verre van daan, dat de Vrccie F* ?. lA  C3«) in dat ongelukkig Land, eertyds zo bloeijende, maar nu zo verwoest* volkomen zou herfteld zyn. Men voorziet, dat noch TippoeSahib, noch de Maratten zich lang ft.il zullen houden. En Haftings is al te begeerig zo naar Schatten als naar Eer, dan dat men gelooven zou, dat hy niet de magt, welke hy in handen heeft, heimlyk gebruiken zou, om deneenen of andexen van die Party, daar hy zyn meeste belang by meent te vinden, te onderfteunen. Ook zal hy buiten twyfel ons in dat Verfchil zoeken intewikkelen, waaruit dan ligtlyk een Oorlog kon volgen. Het is om dat verkeerd gedrag en den invloed van de Agenten der Compagnie voortekomen, dat onze Troepen nog tot nader order te Pondichery zullen blyven. De Luchtreize van den Heer Pilatre de Rozier, zal denkelyk zo ras geen voortgang hebben, als men verwacht had. By ongeluk was de Klep van den Luchtbol een geheelen nacht opengebleeven, ffommi gen willen, met voordacht open gelaaten,) zo dat de ontvlambre Lucht *er 's morgens alle uit was, en ontvlambaare Lucht is 'er in den omtrek van Boulogne niet te krygen. De Heer Pilatre de Rozier heeft van dit voorval aan den Controlleur-Generaal kenmsfe gegeeven, en tot aanftaanden Mei uitftel verzocht tot het doen der reize. Men is hier in 't algemeen van oordeel, dat de Heer Pilatre de Rozier te bevreesd is, en daarom op allerhande wyze de onderneeming van die, waarlyk gevaarlyke Reize, zoekt optefchorten. Bergen-op-Zoom den I4den February. Onze Heer Gouverneur de Luitenant-Generaal Baron van en tot Hardenbroek, die eenigen tyd afweezend was geweest, om Mevrouw en Familie te haaien, is Vrydag met dezelve en gantfche Huisgezin tot algemeen genoegen hier gereverteerd • Men.voorfpeld zich zeer veel agrement en voordeel., zo in den Burger als Militairen Stand, van die hoogaanzienlyk, vriendelyk en talrvk Huisgezin. J rr9SS-G^niz0e? h^[aat thans uit vyf Regimenten Infantery, als dat van Hoiftein-Gottorf, Rhyngrave van Salm, Graave van Byland, SaxenGotha en Graave van Efferen, en een Regiment Dragonders van den Graave van Byland, benevens eene Compagnie Artiliery en Mineursdoch van deeze Regimenten zyn eenige Manfchappen en Officieren gedetacheerd op Lillo en bygelegene Forten: De Wachten alhier zvn bv deeze tydsomitaudigheden ook vermeerderd, wordende, beha!ven de se woone Poort- en Hoofdwachten, nog eene Wacht met een Officier in dé bedekte Weg voor het Ravelyn|Dedem, nog eene, mede met een Officier op ;t Buitenwerk op Kyk in de Pot, en nog eene, mede meteen Officier' op t Fort Rovere bezet , zo dat ten dien opzigte hier alle Waakzaamheid plaats heeft: Ook worden onze Bastions, Ravelynen en andere Werken met Kanon voorzien, hetwelk hier dagelyks met andere Ammunitie uit Holland wordt aangebragt. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERÏELDER. Den 5 Maart 1785. N°. 10. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 15T. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Extratt uit een Brief, gedagtekend Nasfau den 3often Oclober 1784. Wy hebben door een Particulier onlangs uit Nieuw-Orleans het volgende verfiag ontvangen, van eene Conferentie, gehouden te Penfacola> in de maand Juny laatstleden, tusfchen de Gouverneur, den IntendantGeneraal van Louïfiana en de Opperhoofden der Indifche Natiën van Chickfaw en Creek. Twee dagen, voor die, welke tot het houden der Conferentie bepaald was, wierd van de aankomst der Indiaanen door den Heer Macgilvray kennis gegeeven, die den Gouverneur Miro bericht zondt, dat hy zyn boodfchap ontvangen en die aan de Chefs medegedeeld had; dat zy toegeftemd hadden in de beftemde Plaats en reeds op weg waren. Omtrent 1500 Chickfawers en Creekfers kwamen op de bepaalde tyd, die door de Gouverneur, den Intendant en de Colonel Oueil, Commandant van Penfacola, ontvangen wierden; een der Opperhoofden gelastte den Tolk om de kleine Koning der Spanjaarden (zo noemde zy de Gouverneur Miro) te zeggen, dat zy zyn boodfchap ontvangen hadden en gekomen waren , om te hooren, wat hy te zeggen had. De Gouverneur liet door den Tolk berichten, dat de Vrede tusfchen hunne oude Vrienden en den Koning zyn Mecfter herfteld was: Maar dat de Engelfchen gedwongen waren geweest, om hen al het Land afteftaan welke zy te vooren bezéten hadden, tot in Georgiën; dat hunne groote Monarch, zyn Meefter, hem belast had om de Natiën van Chickfaw en Creek te verzekeren van zyne genegenheid en begeerte om met hen in Vrede te leven. Deeze redevoering geëindigd zynde, zo antwoordde het Opperhoofd der Indiaanen, dat zy geene Natie voor hunne Opperfte erkenden, en dat zy nooit onder Spanje of Frankryk zoude bukken, zo min als onder een ontrouw en ondankbaar Volk, die zich Amerikaanen noemen; en hoewel hunne goede Vrienden ongelukkig waren geweest, om oproerige en verraaderlyke Kinderen te hebben, die door hunne ondankbaarheid hunne oude Bondgenooten gedwongen hadden te verlaaten; dat niets ia E 3 üaaè  C 3* ) ftaat was, om hun te doen vergeeten of hun voorbeeld te volgen; dat zv wel met de Spanjaarden in vrede wilden leven, zo lang Engeland hen ten voorbeeld ftrekte; dat zy toeftemden om met hen Koophandel te drvven, mits eens vooral hunne Waaren Engelfche Manufactuuren waren , en door Engelfche Schepen aangebragt wierden, door ondervinding hebbende dat hunne Broeders de Engelfchen hun niets dan goed deeden , en kun niet wilden bedriegen. De Gouverneur antwoorden hierop, dat hy op al het geen hy gehoord had de grootfte oplettenheid zoude liaan, en verzekerd was, van hun Engelfche Koopwaaren te kunnen bezorgen; hy voegde 'er by, dat alhoewel de Vrede gemaakt was, die echter niet altoos kon duuren, en vroeg: Of de groote Koning, zyn Meefter, op de vriendfchap van de Chickfawers en Creeks kon vertrouwen, ingevallevan eenen Oorlog tusfchen zyn Meefter en Engeland? Op deeze vraag ftond een der Opperhoofden driftig op, genaamd Mag Dog, een vermaarde Krygsheld, en riep luidkeels: ,, Neen! Neen! Neen! Onze geliefde Broeders hebben ons zien gebooren worden; zy hebbes ons opgevoed van onze Kindsheid, zy zyn voor ons altoos geweest getrouwe Vrienden, zy hebben ons geleerd te ftryden en het genot van Vrede te fmaaken; wy waren naakt en zy hebben ons gekleed; wy hadden honger en zy hebben ons ^evoed; zy hebben voor ons en met ons geftreeden ; zy hebben ons en wy ook haar nooit bedrogen; zegt, zeide hy verders tegcns den Tolk, dat de Rivieren eerder ophouden zullen te ftroomen en de Bosfchen te groeijen , voor dat wy onze Vrienden en Broeders zullen verlaaten • indien de kleine Koning ons maar heeft doen komen om een zo laag ■voo'rftel te doen , zo heeft hy maar tyd verlooren en wy zullen naar ons Land terug keeren. Moskou den 8ften January. Op het groote Maskarade-Feest door onze Gouverneur-Generaal gegeeven, wegens de gelukkige bevalling van de Groot-Vorftin, heeft men omtrent 6000 Masken geteld, die alle op Vruchten, Dranken, enz. onthaald wierden, overal heerschte de pracht, oVervloed, doch tevens de goede order. De tyding dat de Chineezen alle gemeenfchap met Rusland wegens den Koophandel afgefneeden hebben, baart hier veel neêrfiagtigheid, alzo dezelve zeer voordeelig is. De meefte Kooplieden van byna alle de Steden van dit Ryk reizen naar Siberien, werwaards zy vreemde Waaren brengen, welke zy wederom gedeeltelyk aan de Inwoonders der Steden 'van Siberien verkoopen, en gedeeltelyk aan de Chineefche Kooplieden, welke op de groote Misfen van Siberien komen, en van wien zy wederom andere Goederen inkoopen. De voornaamfte Plaatfen van Rusland van waar de Kooplieden naar Siberien reizen, Koophandel dryven, en alwaar de Siberifche Kooplieden op hunae beurt ook komen, zyn Moskou, Cafan, Archangel, Uftjug, Latskoipofad en op de Mis van Makariew. Een Koopman die eene zodanige reis onderneemt, komt in lange tyd niet terug.. By voorbeeld, hy vertrekt van hier (Moskou) in het Voorjaar, komt in de Zomer op de Mis van Makariew, en in midden van sten. Zomer des volgenden Jaajrs te Iihit. Hier tracht hyeen gedeelte van  c 39) zyne Koopwaaren te verruilen tegen anderen, die hemvoordeeligerfchy • nen te zvn op eene andere Stad, alwaar hy met de Chmeezen handelt, Indien hy Koopwaaren te veel heeft, welke hy met geen voordeel te Irkutzk heeft kunnen verkoopen, zo zoekt hy zich daarvan met den Winter te Tobolks 'er van te ontdoen. Van daar vertrekt hy in het Voorjaar en doet zyn Koophandel door geheel Siberien en komt m het Najaar te Irhrzk frug, of indien hem het Ys zulks belet, in het begin van de Winter", en handelt dan met de Chineezen; van daar reist hy naar Kjachta en in het volgende Voorjaar naar Jakutzk. Hier zynde, tracht hy voor den Vorst 6 a 7000 Werden te Water rugwaards afteleggen, en vertrekt vervolgens met Sleeden naar Kjachta, alwaar hy zich tracht te ontdoen van de Koopwaaren van Jakutzk. In de Lente begeeft hy zich naai Irkutzk en komt in het Najaar te Tobolks terug, houdt zich den Winter en den volgenden Zomer op te Iröit en te Makanew en keert van daar naar Moskou terug, na een reis van vier en een half Jaar, in welke tyd, zo hy in de Negotie gefleepen is, driehonderd op het honderd moet ge- ^°Petersburfïen aSften January. De Doorluchtige en Geleerde Vorftin van Daschkow, Hoofdbeftuurderes van de Keizerlyke Academie der Weetenfehappen alhier, kwam voorleden Dingsdag in de Vergaderzaal derzelve, plaatde in byzyn van alle de Mede-Leden op een daartoe vervaardiaden Zuil van Italiaansch Marmer, met eigen hand, het Borstbeeld van Wvlen het beroemd Mede-Lid Leonard Euler, en verzelde dien Daad met deeze Woorden: „ De Academie kan roemen dat zy in de Weetenfchappen een zo groot Man heeft gehad, en het verftrekt my tnr eeneeer en genoegen dat ik het Beeld van deeze verdienftelyken Geleerden tot een weezenlyk Cieraad in deeze Zaal in Ulieder tegenwoordigheid moge plaatfen." , n , . Terwvl des Mans gedachtenis dus alhier door een duurzaam Gedenkteken wordt herinnerd, zullen zyne Werken hem by alle Geleerden met, minder vereeuwigen, en zekerlyk nu zyne verdienden nog verder uitbreiden,wyl men thans in de Hollandfche Taal heeft overgezet zyne Brieven over de voornaamfte Onderwerpen der Natuurkunde,-welke: dan ook, als zynde het eerde Werk dat in dien imaak in 't Hollandsen het licht ziet, met algemeene graagte zal worden ontvangen. WarSchau Zen 5den February. De Zaak wegens de voorgewende Vereeeving van den Vorst Czartorinsky is nog niet ontwikkeld, en wordt by het Crimineel Gericht fterk onderzocht, doch zy zoude nog met een dik Gordyn bedekt zyn. Men zegt dat zy behoort tot een flegte Cabaal. De «ronden het einde van dit geval wordt nog zeer verlcheide opgegeeven, zo dat men daarvan nog niets oordeelen kan. . _ Pans den 17den February. Men meldt van Clermond, in Beauvoifin , dat een gemeen Burger, zeer zwak en zieklyk van Ligchaam, het ongeluk had, van den aiftcn der voorleden maand m een Put te vallen, dlü omtrent 140 voeten diepte had, waaruit hy Water wilde putten; een kle;n Meisje van omtrent 4 Jaaren dit ziende, en hem hoorende fchreeu-  (4ö) wen, liep naar de naaste Wooning en gaf daarvan tenmo. «u niet anders dan Vrouwen by de hand, diehemgeen SV *'daar Warel* gen: dus zochten zy eenig^Mansperfoonenfrnfa^ kwamen, oordeelden zy allen eennaanV dar h P.™ \ bv de Put te flegt was, en niemand durfde hS ïiagS Dï '«ÏShl^f Eïï ^ ken. Zy namen eindelyk het befluit, o^de B^S^nd^^' teneemen, en een Touw naar beneden te doen zildrer■ u<ï , was vastgemaakt; de Ongelukkige h\V«a^ om de Stok te vatten, 'er op te gaan zitten en »ich afn £J% Jfrachten tehouden; maar omtrent gekomen zynde tot op 8 voeten L aaÏSUW Vaï" verheten hem zyne krachten en viel wederom oc» n£nw ^ deD ra5d* dat hy nu geheel verlooren was, toen op ^0,^0^^^ TCnde' 24 Jaaren toefchoot, genaamt Denys Delanone dij^u1onge,inSv.aa onderrichten, en zonder na eenige raad te horen dan 5? T ÏÏ" ^ lievendheid hem opgaf, liet hy zich nederdaX ™ 7, dAe de, Menschdie met de dood worftelde , te Lip tkomenale^°m d,e" 0ngel"kkigen, poogingen om hem te krygen, en aan hpr^Tvïn gelukte hemnaveele de Putseer wvd, en heSSnde1votenwZeVSraaak\H > ƒ tens; eindelyk'komt hy uit de Put, tegens den avond ëTCÜt dr°°?Ongelukkige alle hulp toe, en den volgenden dag ee™eM^M -bragt de van dit ongemak. De Intendant van de CvS heefdf niejs ™er ÈSSS bGh00rlyke Beloond 2£S dien Heer rykelyk vier Tonnen Go^skort W nTf11^ ^ voornaamfte oorzaak van zyn Bankroet -wanhv h h h DeLotery^ de elke maand 15000 Livres in dezelve te walgen 7 Sewo°^e, om 5er/y« den iSden February. Een der m-oni-fte r„u„.j , heeft opgemerkt, dat de Vorftenme/r^ gepreezen worden; en dat de, meeften (fleerden dan na dood •Loc ondergaan. Zo lang «ylev» geeten, naar maate zy u tmunten, of onder hV^I^ . ' S^ecl vermaar haar Lof wordt uitgegalmd zc dr ™df gcTeJefmf"Sd blyven ; gezegt hebben; zelfs zie?ine™ni'e: zeldïaïm dïfrfTr"?0, VMrwcl maarden Schryver bewierookt word , door d«elve PenÜn T ^ V?r" zvn leven verfcheurd hebben Een dihhliït v Fen.nen' d,e hem by Geleerde, die by zyn leven éen MomuS^^ £™ door veele, Eeuwen na hun dood eerst gen0 en p6t °P?er,cht> de beroemde Wvsgeer Mofes Mendelfohn ■ T Et:r^niet thans Marmer door den Mer Teïard, leid ouwer van ons Sn?^ ^ is-i en in het Joodfche Vrvfchool zal -enhJr^I. ? Hof, vervaardigt ftaat: MO SES MEND EL SOHN ^n-fhn» ! T r\ r ' °P het Voetftuk r*n Joodfche Ouders; een rUrVaderen getrouw, leerende de b$^^f£hk%  DE HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 12 Maart 1785. N°. 1 r. am öchermutielingen, beloopt metr can 1500 en men rekent dat daartegen meer dan 2go Edellieden vermoord zyn. Genua den iaden February. In het laatst van de voorleden week is alhier van Toulon aangekomen het Hollandsch Oorlogfchip Msdea, onder het beytl van F dea Voorgaande Saturdag geraakte vier Perfoonen op het Rokïn, by de DoelenSluis, in het Water; een van hun die toegefchoten was om de audeien ie redden, heeft zyne Menschlievendheid met den dood moeten boeten; zynde hy -wel nog levendig uit het Water gehaald, maar weinige Minuten daarna overle- !den. Ook zyn in de voorgaande week boven Amftelveen twee Menfchen, zynde Man en Vrouw, door het Ys gevallen en verdronken. En meer diergelyke Ongelukken zyn op veele Plaatfen van ons Lanl gefchied. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 187. Van elders verneemt men de volgende Dyzonderheden. Petersburg den 6den January. De publieke plegtigheid van den Doop van de Prinfes Helena Petrowna, waarvan de Groot-Vorflin in de laatstvoorgaanae maand verlostte, is den 2den deezer met zeer veel ftatic gefchied. Da Keizerin, de Groot-Vorst en Groot-Vorftin, ontvingen by deeze gelegenheid de Complimenten van het Hof en de Buitenlancfche Ministers. Zy hebben 's middags open Tafel gehouden, en 's avonds is 'er algemeen Gtïllumineerd. Madrid den 3iftai January. De Koning zich gisteren met den Prins van 'Afturiën op de Ja?t bevindende, had het ongeluk van 't Paard te vallen; Zyne iMajeiteit heeft zich niet bezeerd, maar he:ft zich echter uit voorzorge doen 'Aiorlaaten. Hermanfiadt den yden February. Men heeft een derde Opperhoofd itt Opcoerïgen, genoemd Krifchau Gyosg, by den kop gevat. Horia, ze^t men, zal !doo; aile de voornaamfte Steden der E'flanden geleid worden en in elk j-o StokIflagcn ontvangej. Na deeze Ptlgrimagia zal hy verweezen worden, om met andere Kwaaddoeners het overige van zyne da^en voor de Schepen op den Donau in de Lyn te loopen; en voorts alle Jaaren, op den dag van zyne komst tot de Kroon, Gebastonueerd worden. Het getal der gefneuvelde Rebellen in verfchei-  ( 4> ) den Kapitein Viilllcm; daags na deszelfs arrivement, hadden de Officiers van dat Schip de eere van aan onzen Dooiiuchtigen Doge geprefenteerd te worden , dienen op eene gedistingneerde wyze ontving. Warfcbsu den ióden February. Thans begint de Zaak van den Starost en Xoningiyke Kamerdienaar Rix, dien men befchuldgi heeft, van den Generaal van Podolie, Prins Gzartor'rsky, te hebben willen Vergiftigen, hoe la ge; hoe meer opt:klaareo. Eerst zyn alle de Perfoonen, in deeze Zaak ingewalskeldi, a&onderiyk verhoord, maar ten lastften zyn zy alien te-famsn geconfronteerd; waaru't htt dan ten duidelykiien fcebleeken is, dat de Starou kix teneenernaal onfdiuldig zy. Naar allen fchyn zal de fchuld op het meergemelde V-runwsperfoon vallen. Het opgegeevene Vergif» Poeij er is or-dertusfehen voorhanden. Men heeft daarmede eene* Proeve in 't kiein genomen; maar men heeft bevonden, dat hot juist geen Arfenicum i och ander fterk Verg t bevat, Een Hond , welken men iets daarvan gegeeven had, heeft enkel daarvan gelaxeerd. Desniettegenftaan Je gelooft men , dat de halve of geheele Dolis e<;nen Meusch den dood veroorzaaken kan. Hierom heeft dan de Kn Ofis-G.ooimaarfchalk gisteren drieArtfen, welke in de Chyrne byzonder ervaaren zyn, en eerxn Apoihecar, die alien hebben moeien zweeren, dat zy naar rmn beste weeien de waarheid wilden zeggen, gelast, die Poeijer roimaals te onderzoeken. Nu.hoopt men, dat deeze Zaak op die wyze in de thans loopende week ten einde zal komen. Zyne Majefteit de KoDing, heeft reeds zelfs op verfcheidene plaatfen geiegd, dat R:x onfchuldig zy. Men zal derhalve cu zien, hoe het met -dat Vrouwsperfoon zal afloopen. Wasrfchyn]yk zal het op een Geldafpetfing uitkomen. De Kapper van het Vrouwsperfoon die ook vier weeken in arrest geweest is, is, eenige dagen geleden, weder losgelaaten. Wyl men ondertasfehen fchyut te vreezen, dat het Vrouwsperfoon mogt zoeken te ontfosppen, zo ftaan 'er om het Klooster, waarin zy zich bevindt, des nachts fterke Wachten. Zyne Majefteit, de Koning, welke geduurende deezen gantfehen tyd zeer neêrfiagiig geweest is, begint thans weder eenigzins vrolyk le worden. Bsrl-jn den i^den February. De beweegingen der Oostenrykfchc Troupen beginnen eenige ongerustheid by dit Hof te verwekken. De drie Gampementen die de Knzer in dit Voorjaar zal formeeren, fchynen meer ingericht te weezen om aanvallender wys, dan verwet render wys te werk te gaan, en men verzekerd dat de opening van de Scfeelde het eenige Onderwerp niet is, waarmede de Keizer ■zich thans bezig houdt. De Koning heeft dienvolgens order gfgceven tot den aankoop van 10.000 Paarden en verfcheiden Leveranciers hebben aangeboden alles te bezorgen wat tot de Artiüery en de Bagagie van het Lrger zal noodig weezen sullende de Officiers daarvan op kosten van Zyne Majefteit voorzien worden! De Keurvorst van Saxen is genoodigd om izooo Man van zyne Troupen té voegen by de 30 oco Pruilfifchen , die beftemd zyn om een Campementteformeerea in den omtrek van Koivgftein, terwyl sieta een Leger van 80,000 Man naby Scnweidnita zal verzamelen, om als hei de nood vereiscftt in Moravië of Bohème te trekken. • Weenen izn ïl oogen Sneeuw in de worden , dan in het voorledene. Jaar no& vreeilyker kon Maapicbt den 27ften February. Eergisteren zvn alhier t, , i ^ ^ teurs, alle Husfaaren, binnen gekomen, waaronder1 m , nn d"1^6 defer" Wapenen. Gnze Vyanden fcbeppen ve maak h het 2?r f Paarden en volIe nifoen, even als of zy vergeeten, dao™l ^^J^001 vano*"Garbrengen. Het geval is", daffedert' een ^dSmJ^m^ T ^ t0e* , van Nasfau-Walburg gedeferteerd zyn; mmStoïïiïïï?™ het Regiment Oostenrykfche gekreegai, en dus bl/ft de^^X jnï.^e^"" 5T "Kenerlyken iets tegen deeze Stad mogtcn onderneemt , ,n V * Iödien de -ken niet ontbloot binden; want onzf Wallen zy ^Vz^Tnït kT™ Wn' 's Gravenhage den 3den Maart. De Heer Fifc»*i ! u Kanonkennis hebbende gekreegen van den Heer K8pte;/sm;7f^t • ^°°P' b? Misfive gtfchreeven aan boord Jan het Fregat de VeiS da? „tblï ° 1 Jft ^84, ' by nacht en in de wending van hel Schip, 2Matroosfo£iÏÏ,^U^i«,yj£ zwemmen konde en buiten ftaat was zich-zelv*tredden n . d V,cl' dle niet van Geest dired verliezen moeit; doch dat een andert o" prefentie genaamd, een Nymegenaar van geboorte daï d?« bv ftS ' "der Va" Aalst uende zwemmen, immediaat, z'onder z ch een zyn Kleederen aan 't Lyf, en alleen het ein<£ ^^dn^;^ ?tt-31 boo^d vast was, in de hand, over boord fDrone en ó7n T7' dat blDDen zei ven dat Touw om 't Lyf ïist f e houden C/e redde' door de»- ren boord kwamen. Gemeld lf er F&'dSS^iï Tï* *™ en bin" Matroos ter Vergadering van Hu , Eé ^t^^^^ZrT^ voorgedragen en verzocht hebbende, om dieswegens een «r/ft , te Af"i'ralitert casten aan gemelde Matroos, uit Caam van Hu! Ed* SÏ" ?er JÜ "P8' nellen, is zulks toejeftaan en ter uiivoer gebrast Onfc h«£gy' ^Qd ts dom Hoogheid, op verzoek van gemelde F S?£ beSnfenSïlDoorlaci^ dsad, maar ook van zyn goed gedratr en m «ln ? g £ alIeen van dee" Matroos een Medaille Lefefcn.fiS' ^^'S'ng van and:re, gemclde Gedtnki by da ^Ivalpv^^ op de Reguliers Brelftraat, te Amfterdam. ° N T!  DE HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 19 Maart 1785. N°. 12. Het getal der Dooden van de voorgaande week is i$-o. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Conftantinopokn den oden February. In de voorleden maand hebben de Paters Misfionatisfen alhier zich infolvent verklaard. Hun iever was verder gegaan, dan hanne kracht toeliet. Zy hebben twee Kerken in Smirna en een in Pera weder opgebouwd, en zich in eene fchuld van ijo,ooo Piasters geftooken, waarvan zy de Intrest niet kunnen betaalen. Zy troosten zich met hulp uit Rome en de Roomfche Landen. Blyft die uit, dan worden hunne Kerken verkocht, 't welk voor den Griekfchen Patriarch een groote zegepraal zou zyn. Stokbolm den iSden February. Geduurende het zagte Weêr, dat men hier gehad heeft, zyn eenige Aardbeevingen in Wester-Gothland befpeurd, welkegevolgd zyn geworden van cen zwaaren Storm; maar federt eenige dagen heeft het op nieuw beginnen te Vriezen, en daar is tevens veel Sneeuw gevallen. Madrid den aiften February. De plegtige intreede van den Ambasfadeur van Portugal is thans bepaald op den ï^ften deezer, wanneer dien zeiven avond de Ambasfadeur de Contraden tekenen en het Huwelyk fluiten zal, uit naam van den Prins van Portugal; des avonds zal hy een kostbaar Feest aan zyn Hotel geeven. De volgende dagen zyn bepaald voor groot Gala, terwyl Zyne Majefteit den zoften, vergezeld van de ondeitrouwde Infante, met groote pracht zich naar de Kerk van.Atocha zal begeeven, om zyne Kleindochter met groote Ceremonie aan de H. Maagd te prefenteeren; welke Ceremonie zal gevolgd worden van een uitmuntend Ball en Soupé by den Ambasfadeur van Portugal. De Graaf de Kaunitz, Ambasfadeur van Zyne Keizerlyke en Koninglyke Majefteit aan dit Hof, is in het bloeijen van zyn Jaaren overleden, op deszeifs overtocht van Alikanten naar Marfeille, waarna hy meende zich te begeeven , tot herftel zyner Gezondheid; en te Barfelona ontfcheept zynde, heeft men hem aldaar in de Hoofdkerk begraven. Keulen den zyften February. Zyne Keurvorstelyke Doorluchtigheid, onze hoogwaardigfte Aartsbisfchop, heeft goedgevonden de volgende order aftevaardigen: „ Wy Maximiliaan, enz. enz. Hoe barmhartig de Opperheer in het voorige F 3 Jatr  C 46 ) Jaar gehandeld heeft, toen, op de kommerlyke en droevige dagen van den if «1 aSften February de zwellende Vloed van den Rhynftroom en de verfchriklvke Ysklompen over de Akkers en Wynbergen heen rolde, fommigen der daaroo woonende Menfchen met den dood dreigde en anderen werkelyk ten mve feeD ten, heeft de eigen ondervinding ulieden geleerd, en gy kunt u deeze treurieê gebeurtenis niet dan met een iidderend gemoed herinneren. Dewyl wy nu het Straf zwaard, dat over onze fchuldige hoofden hing, trachtten aftewenden, keerden wy ons op gemelden lïAeu February vol vrees met hart en hand in onenlvke Gebeden tot God en wy wierden verhoord; want naauwlyk was het ootmoedig Gebed wt onze verfcheurde harten Hemelwaards gezonden, of de Genade des Heeren kwam over ons, de Vloed wierd gefruit, het gevaar verminderde en wt wierden uit onze elende gered. Nooit ondervonden wy de ontfermende Goedheid Gods, die als een fnstchen Regen in een dor Jaargetyde od ons niurefW wierd, duidelyker dan in dat hachlyk Tydsgewricht hef .Sde Pdw eiSteS dienbaar kenmerk van ondankbaarheid zyn, indien wy den algenoegzaamen Geever deezer Goolyke Weldaaden de verfchuldigde erkentenis daarvoor niet beweezen, en hetis om die reden dat wy, met voorkennis en bewilliging van onze eerwaardige Dekeren, ons Aartshoog Dom-Capittel gelasten om op aanftaanden Zondag, den zyften deezer, tot fchuldige dankzegging eene plegtige Dienst te doen in onze Domkerk en den volgenden dsg inallf de KerSTer P aïfen welke m de toenmaahge Ramp gedeeld hebben, ofwel daigs na de ontvangst dee' zes, in alle de Kerken aan den Rhynftroom gelegen." ""«vangst nee- Gegeeven te Bonn den 23ften February 1785'. W'.enen den zöuen February. Sedert voorleden Dingsdags is 'er eene zo eroormenigte Sneeuw gevallen, dat de oudfte Lieden zich de^elrga daarvan n?efwee! ten te ennneren Men ziet m de Stad geheele Bergen, tusfchen welken men door ryd en gaat. 't Is te hoopen, dat hy niet zeer fchielyk zal fmelten, want dan zou het om fommigen onzer Voorlieden te doen zyn, Op het Land z'ou de Sn™ doorgaans twee voeten hoog liggen, en op veele plaa.fen heeft de Wind dfccTtot Men heeft tyumg^dat in de laatfte helft der maand January, verfcheidene Per foonen ,n Galata en Pera aan de Pest geftorven zyn; weshalve de^gewooneAS< femblcen aan de Hotels der Bmtenlanofche Ministers ópgefchort waren In een Bnef van den 4den February, uit Klaufenburg, wordt gemeld dat aldaar veele Geestelyken gevat waren, doch inzonderheid de Pater Tvf' welke men wil, dat met deu beruchten Horiah correspondentie hield Leipzig den eerften Maart. Gisteren om 7 uuren, des momen* men hier eene Koude welke, in het tegenwoordig laarVetvde I"?rgensgevoelde heid verdiend aangemerkt te 'worden. 8 De K&^^oml£ ^ ^der^ onder O of het Vriespunt, volgens de St^^^^^^^ Koude 31 grooter dan in 1740 te Dresden, en by de 2 Graaden heviger dllt nSop'aï; z! LUCht hddCr " dC Willd Noord-Oou. ^rometer Weenen dèn *den Maart. Op. hoog bevel hebben de Zwhzerfche G«e- for-  (47) formeerden in «het Landfchap Werocze, den Cardinaal de Migazzi toebehoorendet, in den voorleden Herfst eene vrye Godsdienstoefening, benevens een bekwaam Toneman, tot beftiering deezer Gemeente, bekomen, en deeze had nog maar kortling dien post bekleed toen de Heer Cardinaal uit Weenen in deszelfs Bisdom Waizen kwamen tevens Werocze btzocht, wanneer die Predikant zynen Biifchop verwelkomde met eene Latynfche Redevoering, welke door zyne Eminentie op de allervle'imdfte en oprechifte wyze wierd beantwoord, zeggerde onder anderen' Myn waarde Vriend en liroeder in Christus, ik bsn nimmer iemand in zvn'e Godsdienst hinderlyk geweest en zal het nooit zyn. Onze Koning en Heer beveelt het dus en ik wil zyn Gebod niet weêrftreeven, maar u veel eer vermaanen om dewyl hier Lieden van tweederlei Godsdienst woonen, uwe Toehoor- : ders'aantezetten tot Broederlyke liefde en éénsgezindheid, en dus als een ferssf Zielenzorger de bevestiging deezer Vriendfchapsband bewerken. Onthoudt u, myn lieve Vriend, op den Predik ftoel, van alle zulke uitdrukkingen, welke deeze wederzydfche verdraagzaamheid kusmen ftooren; want daardoor zoude, tot groot nadeel van het Gemeenebest, een verfchriklyken haat tusfchen de Menfchtn ontfiaan; doch indien gy God, den. Godsdienst en uw Vorst getrouw zyt, zal de Zégen en Genade des Heeren op u rusten.'; Tot daags voor eergisteren hadden wy hier een taamlyke zachte Winter gehad, maar na den zwaaren onlangs gevallen Sneeuw is de Koude tot een ongehoorden trap eefteegen, hebbende de Thermometer gisteren morgen op 17 Graaden onder het Vriespunót volgens Reaumur geftaan, waatdoor^verfcheidene Menfchen op de Wegen doodgevroozen zyn. De Profesfor Zumer te Infpruk zeida onlangs op zyn Catheter, dat volgens alle Phyfifchè gronden, de Waereld nog langer dan óooo Jaaren moest (laar>. Van zyne Toehoorders maakten 14 van de domfte Bygeloovigen een befchuldieing tegens hem, en leverden by de Regeering een Gefchrift in, waarin .zy beweezen • Dat zodanige Leerftelling fhydig was met de H. Schrift en Overlevelingen der Oudvaders. De Regeering verwees hun daarmede tot den Keizer; die daar onder fchreef: Dat deeze i4.Domöoren als Oproermaakers moesten aangemerkt worden, en verklaard wierden, onvermogend te zyn om hunne Studiën verder te volvoeren. Parys gden Maart. De Heer Vermout, Vroedmeelter van de Koningin, ps ayn verblyf te Verfaüles gaan houden, van waar hy zich niet verwyderen zal-, v»or dat de Koningin bevallen is. De Heer van der Monde fielt voor, om een Acroftatifche Bol famentelteilen die op 600 000 Livres zal komen te ftaan, zynde de gewoone prys van een Oorlogfchip van 64 ftukken Kanon. Deeze Academïst meent, dat men inden Dampkring gealifeerden Winden aantreft, die heen voeren naar dat punt, waarna men fteevend. Hy meent, dat met een zodanig Aêroftatisch Schip, waarvan hy het Blan gemaakt heeft, het hem mogelyk zal zyn om een reis rondom de Aarde door de Lucht te doen; gelyk de vermaarde Reizigers Maupeituis, de Condamine, Bougainville en de onfterfelyke Cook door de Oceaan hebben gedaan. Indien hy in deeze Onderneeming flaagt, heeft hy het nut der Luchtbollen gevonden. Eenige dagen geleden, verloor de Heer de la Vauphets- zyne Brieventas, er* 0 0 0 daar  f 48) daar in '80.000 Livres aan Bankbriefjes en voor 32,000 Livres andere Papieren; doch dezelve wierd door een Meisje weêrgevonden en by een Commisfaris gefa agt; dan de Heer Luitenant-Generaal der Politie dat Meisje by zich hebbende doen komen, vroeg haar welke gunst zy voor die daad wilde hebben, waarop zy zeide niet anders daarvoor te begeeren als de loslaating van twee haarer Kameraadjes, welke aet dagen te vooren, om haare ontuchtige levens wys, gevangen waren gezet: Men heeft deeze eisch niet alleen ingewilligd, maar haar daarenboven, geheel tegen haare verwachting, eene Lyfrénte van 10,000 Livres gegeeven, voor welke zy nu Trouwen, of, zo zy genegen is van levens wys te veranderen , zich in een Klooster befteeden kan. Berlyn den 5den Maart. In den nacht tusfchen den 27 en a8ften February heeft men hier, en in alle omliggende Landen, eene in dit Jaargetyde gantsch bu'tengewoone Koude gehad, hebbende de Thermometer van Reaumar op 20 Graaden onder het Vriespunci gellaan, hetwelk met 13 Graaden onder o volgens Fahrenheid overeenkomt. Frankfort den 7den Maart. Sedert den eerften deezer maand is zowel deNeckar als de Rhyn by Manheim toegevrooren ; dit is iets ongehoords op den eerften van Lentemaand. Even zo ongewoon is ook het laage Water in laatstgenoemde Rivier, zynde destelfs hoogte 9 voet 4 daim onder het Middelwater. De Lauden omtrent den Rhynftroom zyn met weinig Sneeuw bedekt. Men heeft hier de tyding ontvangen, dat de Rots, waarop de vermaarde Vesting Kaminiec gebouwd is, ^onlangs vanéén gefpleeten is, met zulk een ysfelyk gedruis, dat men het zelfs te Choczim gehoord heeft. De Vesting ii onbefchadigd gebleeven , doch uit de fpleet komen van tyd tot tyd vonken voort, die voor dezelve beducht doen zyn, uit hoofde van de aanzienlyke Kruit-Magazynen die zichaldaar bevinden. Vo'gens Brieven uit de Indien, over Engeland ontvangen, verneemt men, dat de Hollanders, den i8den July 1784, eene auacque gedaan hebben op den Koning van Riouw, en een volkomen Overwinning op dezelve behaald, zynde alles in de pan gehakt en verbrand; zelfs is de Koning, die zich als een nieuw Propheet voor de Mahomedaanen opgeworpen had, daarby gefneuveld. Coblentz den ioden Maart. Men is hier thans bézig met het oprichten van een Corps Jaagers van 260 Man, de helft te paard en de helft te voet, welk Corps tot verfeneide dienden zal gebruikt worden, als eerst om de Kearvorst te verzeilen,' ten tweede om de Wegen te beveiligen tegens de Struikroovers, en alle disordre voortekomen; ook zal van dezelve een Detachement naar de voornaamfte Dorpen afgezonden worden, om van tyd tot van de refpeöive Bailluws te informeeren, of die ook hnnne dienst noodig hebben. Sedert gisteren is de groote Koude in deeze Kwartieren opgehouden, heden dooit het zonder Regen, maar de overgroote menigte Sneeuw, waarmede het Land, d'-ch vooral de Bergen, bedekt is, veroorzaakt ons weder veel vreeze voor Inundatiën. Gedrukt by de Ervt de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêftrsat, tö Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 26 Maart 1785. N°. 13. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 163. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Warfchau den zyUza February. Het is nu volkomeilyk gebleeken, dat de zo veel geruchts gemaakt hebbende gewaande aanllag, tegen het leven van den Prinfe Czartorinski, een louter kwaaiaartig of baatzuchtig verdichtfel is van de AanklaagIter, welke in naauwe hechtenis zit; zynde den Heer Kamerdienaar Rix, zo dra zulks ontdekt was, op vrye voeten en in zyne eere herfteld. Weenen den fden Maart. Voorleden Dingsdag zyn hier de Opper-OfScïeren voor de eerftemaal zonder Sjerpen en zonder gegalonneerde Hoeden op de Wacht getrokken; vermits Zyne Majefteit bevolen heeft, dat de Sjerpen, als eenonnoodige Zaak, by de ge'neele Keizerlyk-Koninglyke Armee afgefchaft zullen worden ; insgelyks de gegalonneerde Hoeden by de Infantery. Maar by de Kavaiierj moeten de Officiers de gegalonneerde Hoeden behouden, op dat zy van de Gemeenen ligter kunnen gezien en onde fcheiden worden. De derde Aanvoerder der oproerige Walhckiers in Zevenbergen, die ook, eenigen tyd geleden, gevanglyk binnen gebragt werd, heeft gelegenheid gevonden i om zich den iyden February in den Kerker optehangen. Maar over de twee anderen, naamlyk Horiah en Klaschka, is het Vonnis uitgefproken , datzy, levendig gerabraakt en vervolgens gevierendeeld zynde, de gedeeltens van hun L'gchaamin in verfchillende Oorden van Wallachyen, ten affchrik van anderen, ten toon gefield zullen worden. Sedert het Hu's van Proli opgehouden heeft te betaalen, is men h!er in *t algemeen van gedachten, dat het openen van de Schelde van geen groot belang voor de Stad Antwerpen meer weezen kan. Sedert de aankomst van een Courier u't Frankryk, zyn 'er door den Raad van Oorlog 14 Eflafettes afgezonden, zo men meent om aan een groot aantal Regimenten de order over te brengen van uittrekken, of ten minsten om zich tot den marsch gereed te maaken. Het fchynt toch dat de goede diensten van Frankryk nog niets by de Hollanders hebben uitgewerkt, dewyl zy alles blyven weigeren. De Heer Michel, een zeer kundig Werktuigkundige, oud Mechanist van de Keizerin van Rusland, opgemerkt hebbende, in de Arfenaalen, dat men met zeer veel moeite het Kanon vylde ^ en daartoe veel tyd vereischte; dat men door een  (p) a-der middel fchielyker en volmaakter rond vylen kan, hetft een Werktuig uitgevonden , met welke hy dezelve draait en glad vylt in 10 minuten tyds. Hetzelve'Werktu;g kan ook dienen tot andere nuttige Werken. Een niet onkundig Geestelyken, Adamowich genaamd, heeftin delaatfteWallachyfche Opftand een zeer fchoon voorbeeld aan zyne Arzptger.ooten en Gemeente gegeeven; W2nt toen de HoofdreLellen Horiah en Klaschka hem tot hunne party wilden overhaalen, onder voorwendfel, dat de Keizer hun gelast had den Hon» gaarfchen Adel uitteroeijen, gaf hy dit rustig antwoord: „ Ik heb noch mondelinge, noch fchriftelyke order van myn Overfte, en ken de Keizer voor te goed, om te gelooven, dat hy u zulke bevelen heeft gegeeven; want indien het al des Keizers wil was u te helpen, kan ik my nog niet begrypen, dat hy u zulke gewelddaadige middelen, als geheel ftrydende tegen- deszelfs Godsdienst en Menschlievend Karaöer, zoude geordonneerd hebben te gebruiken ; ik wil 'er derhal ven niets meer \tn hooren en noch ik, noch uemand myner Gemeente, zaluwelaage inzigten helpen bevorderen." Naauwlyks had Zyne Majefteit kennis van dit geval, of hy liet den achtingswaardigen Geestlyken door den Keizerlyken Commislaris eenen Gouden Medaille, met Hoogstdeszelfs Beeldtenis, ter hand (tellen. Silizi'è den 7den Maart. Sedert veele Jaaren zyn hier zulke menigvuldige Gommisfiën op allerlei foorten van Silézifche Lynwaaten en Sluiers door de BuitenJandfche Koopfeden niet ingezonden, als wel tegenwoordig. In het gantfche Gebergte neemt men waar, dat het vertier van alle die Waaren ongemeen fterk gaat; dat 'er geene Waaren genoeg vervaardigd können worden; en dat ook de flegtlle Goederen met iever opgekogt worden. De Weevers, en byzonder de Kooplieden, die in Garens handel dry ven, bedienen zich van deeze tegenwoordige omftandigheden tot hun voordeel grootlyks. Zy zetten den prys der Waaren zo ongemeen hoog op, dat de gevolgen daarvan, zo Binnen- als Buitenlands, voor veele Negotianten op het einde ontwyfelbaar zeer nadeelig zullen uitvallen. Ondertusfehen wint echter het gros der Kooplieden, Fabrikeurs en Werklieden veel, en de algemeene welvaart wordt door die fterkere circuleering van het Geld aan'zienlyk verbeterd ; 't welk men zo wel by den Burger als by den Landman oogfchynlyk kan bemerken. Den a8ften February is de Koude in het Silézifche Gebergte zo ongemeen hevig geweest, dat de Graad des Termometers met de gtootfte Koade in het Jaar 1709 te Petersburg gelyk was. Fcrfailles den 9de* Maart. De Minister van de Marine heeft de droevige tyding gekieegen, dat het Schip de Frandant van 74 Stukken in de Oost-Indien, door onachtzaamheid van een Officier, verzeild en vervolgens tusfchen Guadelour en St. David, op de Kust verbryzeld is geworden: De Heer Peygnier, die dit Schip commandeerde, had dien ÓrScier gelast om het in 10 vademen Water te houden, doch deeze de lompheid hebbende om in 6 en zelfs 4 vademen te ftuurea , was het onmooglyk van de Wal te blyven; zynde de Equipagie, het Taig en de Proviant geborgen. Een Fransch Officier, met het Engelfche Fregat de Junon overgekomen, was belast dit bericht over te brengen; doch niet gaarne met zulk onaangenaam Nieuws by den Minister willende verfchynen, heeft hy het Paquet met Depêches op de Post gedaan. In de nacht tusfchen Dingsdag en Woensdag wiexd de Heer Beaumarchais op or-  (ƒ1 ) 3 a o irnnïnM eearresteerd en naar St. Lazarus gebragt, zynde een Verbeter- order> des Koning gearresK wordea ^ flje geyan. huis in hetwelk LigtrriiSten en anu 6 b al$ de d yan £en genneeming heeft^ »n ^J^^^ kunnen doen; te meer dewyl men Vidorie of ander Evenement ^ua wordende 'er echter aSlefgS ' achtige Discoutfen komen alwaar d Indifche Zaaken De Heer de L^?ev,oven eereReld zyn. Trinquenemale zal in tegenwoordigtot genoeg en der drie HgFg OVergegeeven en door hetzelve in 't bezit geheid van het pll8^hea^V hl? aan de Engelfchen ingeruimd zal geweest zyn. nomen worden, kort na dat het aan a g Indic-„ ;door het Fregat de Jur.o UU ^jr^J^^^^ aangezet door de Portugeezen «angebragt, verneemt men, ^ aangetast; dat dit met was geweest de Hollandfche maar dat zy op eene Confp.ratie, zo als er dikwus in Mww, dat die Bezitting waren öe Hollanders, zulk een aanvai j" 5 d louden hebben kunnen maaken van alle ^^^^^^^ ^ken' ?SfP? in 't werk ftellen, en dauy ora 6 , . doch dat zy den moed en krach«eds klaar maakten om de Plaats te: verIjJ^ Joch £ ^ ^ ten voor 't l^tst verdubb« het g"* £ ^ ^ eenige dagen daarna p Jn Voor de Plaats terug gekomen fchocm 4.,ooo Mannen , alle met ver|™bc > d h de ,aatfte tyd gehad hebbende de Hollanders niet ^a&^7/dlXba.ren verftrooid en hen zelf op hun om het Kanon te plantenJ^^r eeni vergroot;ng, kan zeggen, dat'er vlucht vervolgd zo, da tmen, zo * fneuveld zyn. _ meer dan 4000 op het Sl«K*eg cnL'. . yan MBaltha weik hier en hieromftreeks den "den Maa «■ te,krygen, dan het in den beginne had. geworven wordt, ^»Soe^e^t«r?^worTeti heeft. 'Er worden Men rekend, dat het tot hiertoe 4 ^ ^ dg mMtregd welken nog 800 vereischt, om het vo^a1^ ken heeft hy alle reden om te de Golonel genomen heefthy by dè Heeren Staaten Generaal op hoepen .dat hy zyne ^«^^^/"ondLtmfchen kan hy zich beroemen, zich heeft genomen, ra» ^rf™*,c hebben , op wier getrouwheid hy vast ftaat Jerkeen Jlodtm^^^ igen d verlaaten kan maaken. De Heer Mannah twee q hwr terug hebbende, om ee« reize naar Holland te doen, ^ ^ ^ , ^ • komen, en zegt rondu t, d*J.^„""fn^,, de' Hollanders veel ftaat op de hulp nen zal. Volgens zyregefprekken maaK d ^ van Frankryk, J^^Kffi den Keizeïen Koning Lodewyk den XV I dat de tyding eener VredebreuK iuuu . y. d verre gevorderd is, n st Haare Majefteit, ^^^^^^0^ dat onvoorzigtige ge- £ ^ettvOTS ffSffi*» daU afhangt, zal het eerl^  C ) -aan den dag kunnen komen, wyl de bevalling Haarer Majefteit gezecd word» naby te zyn. 6"fcsu wurm Berlyn den iaden Maart. De Koning heeft ijo.ooo Thalers beftemd om de Bosfchen en Wouden m de Keurmark door bebouwing cn bezaaijing der uLehouwene Plaailen, en het planten van jonge Boomen te verbeteren Zierikzee den «jen Maart De jaardag van den Prins is hiér zo geruit en eenvoudig gepasfeerd, als of 'er geen Prins in de Waereld was Doch te v Jrl is het zo gelukkig niet afgeloopen; zynde aldaar, by het vuuren ter eere vanZvne Doorluchtige Hoogheid, door onvoorzigtigheid der Conftapels, vuur gevallen m een Ton met Cardoezen, die plotfeling in de Lucht gevloogen is, waardoor wel zo Perfoonen zo ligt als zwaar gekwetst en fommigen van hen bl nlgeworden en voor hun leven bedorven zyn; zo dat deeze ongelukkige Menfchen h»n « iever voor Zyne Hoogheid, of mogelyk wel hunjTblootStaSSïïhSd" duur hebben moeten bekoopen. ^wsgicugncia, >s Hmogenbucb itn ijden Maart. Deezen avond tusfchen 9 cn 10 uuren wierd hier m de Verwerftraat, met ver van de Beurfeftraat, Brand ontdekt " S groote voortgang had kunnen maaken; maar, het vroege uur, en de nromntimiE van onze Miht.e, kwamen het ongeluk aanftonds voor? zo d t zelve Sewee ging door de meeste Ingezetenen zal bemerkt zyn geworden oewee- Vlymen, een uur van 'f Bosch, den ij-den Maart. Heden ontftorrH Vr Rr*n^ n een Huis, ter plaatfe daar dit Dorp en het DorpNienw-Sk^SnïrïÏÏ zen, zonder dat men de oorzaak weet; de Man was naar', Bosch en zin Vrouw uitgegaan. Het ongeluk heeft zich by dit Huis wel bepaald • maarr^r«irm.««7 o^ekten! WbMdai ™ T KiHd ™ " ^/^K^ï^ Amfterdam den liften Maart. Den 6den Maart zyn uit de Rivier van Bourdeaux gezeild onder Convooi van 's Lands Fregat de Amazoon in JL £° »7 5 Volgens Brieven van Mallaga van den zullen FeSmo™ i„„.o.i j • ,, gearriveerd het Hollandsch olrlogfchip N^H^&^Ó»?'™ Ryneveld, van Toulon hetwelk. Barcelona, Ivica en Alicamen heeft aanae daan, en van laatstgemelde Plaats den ziften Februarv vrr.mirt» , • g den i3den February van Mallaga onde'r t^ g^i^^,Sl;^t\1'9 Prins Willem, Kapitein C. van Gennip, fche Cbbecquen ook met een Convooi; het Hollansisch ConTOoTdeïktTndat den 1 jden reeds het Naauw van de Straat zal zvn eeD^Wrrf -aZI. c fche Convooi kwam den I4den wegens harde Wlnd™^^/^ ^ doch met den donker de Moelje willende inzeilen, is een Kotter va hltzefveX' tegen geflagen cn verbryzeld, vier Man daarvan zvn verdronken ïn H « Equipagie met behulp van ce Chaloupen, met Officfere[en Vol A£ a IT¥ iche Oorlogfehepen Noordholland en dlderland7g«ed van °e Holland- ^^^^^^  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 2 April 1785. N°. 14. Het getal der Doode» van de voorgaande week is 143. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Tanper den eerften January. De Heer Nieuwerkerke, Conful van Hunne Hoog-Mog. is in deeze Stad aangekomen , en heeft zyn verblyf genomen by dén Heer Grove, Conful van den Koning van Denemarken, tot zo lange hy gelegenheid zal hebben, om een Huis voor hem te bekomen. De Kapitein van de Amerikaanfche Brik the Betfy, alhier opgebragt, is, naar Marocco op ontboden met zyn Equipage, beftaande uit 10 Man. De Keizer heeft hun dagelyks een Piaster toegeftaan. Men verzekerd dat het Schip, welke in een flegten ftaat is, zal verkogt worden; deszelfs Laading heeftbeftaan in Zout, welke gedeeltelyk bedorven en gedeeltelyk ontlaaden is. Niemand heeft tot nu toe dit Schip opgeëischt, of ziek geïntresfeerd voor hetzelve. Men verwacht hier binnen kort een Spaanfche en Zweedfche Ambasfadeur, alsmede een Franfche en Engelfche Conful-Gencraal, zy zullen verpligt zyn, naar Magador te reizen. Den ioden December laatstleden is van hier een Fregat onder Engelfche Vlag naar Conftantinopolen vertrokken , gelaaden te Kadix voor rekening van den Koning van Spanje, met 6000 quintaalen Buskruit en alhier met 1300 quintaalen Salpeter welke de Keizer van Marocco ten gefchenk aan de Porte zend; dit is de tweede bezending die deeze Natie ledert vier maanden doet, en men verzekerd, dat binnen korten tyd wel een derde zal volgen. Lisbon den 8ften February. In het laatst der voorgaande maand gebeurde hier iets zeldzaams; te weeten, twee Walvisfchen zwommen onze Rivier de Taag op tot digt by deeze Stad, waarop eenige Visfchers op deeze Dieren jagt maakten en dezelven ook gelukkig in hunne magt kteegen, waarna zy die met groot voordeel verkogt hebben. Een onnoemlyk aantal Nieuwsgierigen verzamelde Zich langs de Rivier, om Ooggetuigen te zyn van deezen Binnenlandfchen Wal- Vischvangst. —. „, , * > 1 Petersburs den liften February. Den öden der gepasfeerde maand, zag men ö G 3 hier»  C ƒ4 5 hier, op het Feest der Waterweijinge, een blyk van Verdraagzaamheid en Bróederlyke Liefje, die de Eeuw cn het Ryk, in welken zich et-zelve vertoonde eer aan doet. De Biegtvader eer Keizerin, de Kerkvoogd Iwan Pamfelo, gaf' by die gelegenheid, een Middagmaal aan de Geëstelyken van alle Gezindheden en Go sdienltige Beiydenisfe, die men in Petersburg telt; bevindende zich onder de Gtnoodigden en Aanzittenden de Rusiifche Aai tsbisfehop van Pölocz de Patriarch van GrusfLie, verfcheiie Rusfifche Klooster-Voogden, een Roomsch-Catholyke Bisfchop, Priesters en meer andere Geëstelyken dier Gezindheid • zes Lutherfche Predikanten, benevens die der Engelfche, Franfche, Hollandfche en Hoogo'uitfche Gereformeerde Kerken. Nimmer wierd 'er mogelyk zulk een verdraagzaam Maal gegeeven, en dat wel door den Biegtvaler van een Souverein. Algiers den 2yiten February. De Krygstoerustingen , wellce door verfcheidéne Europifche Mogendheden tegen deeze Plaats gemaakt worden, zyn zelfs tot het allerminde toe aan onze Regeering bekend, en de Bei wendt alle mooglyke vlyt aan, om deeze Haven ontoeganglyk te maaken, en ten allen ty de ie deren aanval tegen dezelve te kunnen afweereu. De gewoone Baiteryen zyn met meer Gefchut bezet; en b:halven dezelven worden 'er nog twee nieuwe gemaakt, welke, by alle voorkomende gelegenheden, alle Vyandelyke Schepen zullen kunnen afhouden. Ook is 'er nog bevel gegeeven, om eenige Vaartuigen, gelyk aan de Kanonneerlloepen, te bsuwen, welke alken zullen dienen, om brandend Stroo op de Vyandelyke Schepen te werpen, Mef cen woord, alles is hier zo in bewceging, als of het Beleg deezer Plaats reeds naby was. Teffens is 'er bevel gegeeven , om in het afgelegenfte en veiligfte gedeelte der Stad een groot Magazyn op te richten, ten einde aldaar de kostbaarfte Waaren te b:rgen, en 'er wordt eene buit en gewoone menigte Mond- en Krygsbehoefren opgedaan. Napels den zden Maart. Deezer dagen is hier zulk eene groote menigte Sneeuw gevallen, dat onze Bergen 'er eenige voeten hoog mede bedekt zyn. By die gelegenheid vertoont de Vuurberg Vefuvius een zonderling Schouwfpel, inzonderheid des nachts, wyl de vlammen en rook, die hy uitbraakt, als uit eenen Sneeuwhoop opltygen, en by de witheid van die Sneeuw wonderlyk sfdeeken. Van den Donatt den oden Maart Het Banquerout der Compagnie van Antwerpen en Trieste is een zeer zwaaren fhg voor de Keizerlyke Staa»cn De Graaf Triest, iu Weenen „ verliest 'er alken 100,000 Thalers by , het Hu'is van Stammer aldaar 40,000 en dat van Romberg, in Brusfel, 60000. 'Er is een algemeen miscrediet over allen Aöicn ontdaan: De uitzigten deezer eezamentlyke onderneemingen zyn van gewigtige gevolgen voor den Koophandel der Oostenrykfche Staaten, en men vreest niet zonder grond van andere Banquerouten te zullen hooren. Praag den 1 iden Maart. Van Katharinicnburg heeft men het volgende Bericht • De Winter van het voorige Jaar was byna onverdraaglyk, maar deeze is noz erger-' want van den 8iten tot den 27den February viel 'er verfchriklyk veel Sneeuw' en de van andere afgezonderde Landlieden konden niet dan met levensgevaar bv üunne Naburen komen; de Noord-Oosten Wind woei hevig en hoopte de Sleeuw *o hc«g op, dat de Boeren dagefyks ujc de Bakvengfters moesten uitklimmen en dan  C is) dan de 8 tot 10 ellen dik liggende Sneeuw voor de Huizen wechwerlen, wilden zv de Deur openen; fommigen zelf maakten, op de wyze der Bergwerkers, gangen om den uitgang vry tc houden: De ordinaire hoogte der Sneeuw is van 3 tot a en op de opgeruide hoopen tot zelf 12 en 1 yellen gevallen: De Post, de van Kommotau tot hier (een afftand van twee kleine mylen) .erug motst komen , is drie en een halve dag op weg geweest: Den ijften begon 'er reedi gebrek aan Brood en Hout te komen , doch :de milddaaaige Naauurea hadden Menschlievenheid eenoeg om den Landman te hulp te komen: Menfchen van 86 tot 02 Jaaren L-inneren zch dergelyken Winter net, doch heden heeft men, God dank! het eerlte Zonnefchyn en Dooi gehad, terwyl ieder bézig is om alle de Sneeuw opteruimen en men is thans veel geruster, doch de treurgeomftandigheden van voorleden Jaar doen de vrolykheid door de vrees van geene mindere gevaaren, indien 'er fchielyk warm Weêr volgde, zeer maatigen. Weenen den izden Maart. De beruchte Muiterhoofden, Horiah en Kloschka, hebben eindelyk, den zSilsn Februiry, te Garisburg de Doedftraf ondergaan. Zv zvn levendig gerabraakt, vervolgens gevierendeeld, en de vier ftukken naar bviondere Diftrióten getonden, om aldaar op Staaken ten toon gefteld te worden. Horiah heeft zxh tot het uiterfte toe ongemeen kloekmoedig , of hardnekkig, naar men het verkiest te noemen, gedragen, loozende geen enkelen zucht noch klacht; doch Kloscka vervulde de Lucht met een jammerlyk gefchreeuw. Uit ieder Dorp van Zevenbergen waren zes Wallachiers gehaald, om deeze Strafoefening by te woonen ten einde dezelve een dieper indruk op hunnen Grest zou ie maiken. In Bo'hemen is de Sneeuw zo dik gevallen, inzonderheid op het platte Land, dat verfcheidene Huizen daaronder als bedolven lagen. De gewoone hoogte was van 3 tot 4 ellen, en waar de Wind dezelve meer op-één gepakt hadde, van r* t0tZ«i/den"i8den Maart. Vier Booswichten, z;ch, des avonds van den ij-den rleezer bv een der Officieren van het Corps van den Colonel Mattha, in het Dorp Hodi, op werving liggende, geëngageerd en elk 4 Ducaaten HanJgeld ontvaneen hebbende, vielen in het ma.cheeren naar deeze Stad, op den weg van St Gillis een halfuur van hier gelegen, gezegden Officier verraaderlyk aan, en hracten hem niet alleen moorddaadig om 't leven; maar mishandelden bovendun twee Onder-Officieren dermaate, dat zy voor dood bleeven liggen; zich voorts wechmaakende, na dat zy de Goudbeurs en het Ho.-ologie des Omgebragten geroofd hadden Men heeft de twee Gewondden herwaards in het Hospitaal der Vreemdelingen gebragt; en de Collonel Mattha heefteen Prsemie u-'tgeloofd, in onze Stads Courant, van 20 Louïsd'Or, voor elk der MooWenaaren, die agterhiald en alhier aan 't Gerecht overgeleverd zal worden. , . Pant den i8den Masrt. Alle de berichien, welken wy niet alleen uit Zwitserland maar zelfs ook uit Italië ontvangen hebben, melden van zwaaren Sneeuw en ongewoone Koude, in het begin deezer maand ingevallen. Van Perp.gnaB, «n de Sroaanfche Grenzen, fchryft men zelfs, dat het den eerften deezer aldaar zo fterk gefneeuwd had, dat de Sneeuw op het Land ter hoogte van twee en m> fWmge Straaten der Stad zelfs drie voet hoog gelegen had, fchoon anders der  ( 56 ) Sneeuw daaromftreeks zeer zeldzaam is. De communicatie was daardoor zeet mocilyk geworden, en op verfcheidene Plaatfen gantsch afgebroken. Berlyn den ioden Maart. Zyne Majefteit, de Koning, heeft onlangs in den Koninglyk-Pruififchen Vryheerenftand verheven den Heer Pury, u't Neufchatel geboortig , en thans zeer vermogendtn Negociant en Koopman in Diamanten, te Lisfabon. Dit is op verzoek van den Magiftraat zyner gemelde Geboorteftad gefchied, en deeze is daartoe bewoogen door de gantsch byzonderegrootmoedigheid en milddaadigheid, door den Heer Pury aan dezelve beweezen, gelyk uit hetjvolgende blykt. In het Jaar 1779 fchonk hy aan zyne Gebootteftad 400,000 Livres, en even zo veel in 1780 en 1781; voor welke izoo,oco Livres een Hospitaal gebouwd, en de oude Heerenweg naar Vallengin gedeeltlyk verbeterd is. In 1783 fchenk hy tot opbouwing van een nieuw Bedehuis wederom 100,000 Livres; en de Diaconie te Neufchatel ontvangt Jaarlyks 100 nieuwe Louis d'Or, en daarenboven krygen de Hsis-Armen aldaar, die niet bekend willen zyn, jaarlyks zoo dergelyke Louis d'Or, welken zyn Correspondent order heeft om uittedeelen. 's Gravenbage den 2iften Maart. Gisteren heeft de Scherprechter het Bord, waarop de naamen der Deferteurs aan de Galg gehecht waren, van daar wechgenomen, en men wil, dat 'er in 't kott een generaal Pardon voor alle de Hollandfche Deferteurs, onpebaald van welke tyd, zal afgekondigd worden. Den 11 den deezer maand, des avonds ten Suuren, heeft de Heer Mechaïn, Sterrekundige van de Koninglyke Academie der Weetenfchappen te Parys, een nieuwe Cemeet ontdekt in de Conftellatie van Andromeda; men kan dezelve nog niet met het bloote oog zien. Ten 8 uuren 26 minuten, waaren tyd, was de rechte opklimming van deeze Comeet 7 graaden 8 minuten, en haare declinatie 26 graaden minuten Noordelyk: Haare rechte opklimming is in drie dagen y6/minuten en de declinatie 28 minuten toegenomen. Amfterdam den agften Maait. Van de Neder-Elve wordt gemeld, dat aldaar na een Dooi van twee dagen den iSden deezer weder een fterke Vorst met NoordOosten-Wind ingevallen was, zo dat men voor een nieuwen Winter vreesde. Keulen den 2jften Maart. Alle tydingen uit het Ryk, Saxen, Boheemen , enz. melden , dat 'er zo een overgroote menigte Sneeuw gevallen is, dat op verfcheide Plaatfen, dezelven twee ellen hoog ligt, het geen de aankomst der Posten zeer dost vertraagen. Niemand geheugt een zo ftrenge Koude in een zo ver verloopen Jaargety. Sedert drie dagen hesft het beginnen te Dooijen, het geen ons doet vreezen, de Rivieren buiten hunne Oevers zwellende, voor Overftroomingen. t» Zo men verneemt, zyn 'er onlargs nieuwe onlusten te Conftantinopolen ontftaan. Men weet 'er nog de naauwkeurigc omftaudigheden niet van, maar het gerucht gaat, dat 'er 300 Perfoonen in den Opftand gedood zyn en dat twee vreimc'e Ministers zich in het Serail geretireerd hebben om de woede des Volks te ontwyken. Men hoopt dat deeze geruchten, gelyk in dergelyke gevallen meer gefchied,'vergroot zullen zyn. Gedrukt by de Erve de Wedawe JAGOBUS van EGMONT: op de Reguliers Brei ft rut, te Amfterdam,  d e ; hollandscheweeklyksche NIEUWS- VERTELDER. Den 9 April 1785. N°. 15. Het geul oei Douden van de voorgaande weetc is 113. Van elders verneemt men de volgende By zonderheden. Uit Amerika fchryft men, dat het Congres, by Refolutie van den 23ften December laatstleen, de fom van 100,000 Dollars beftemd heeft tot het aanleggen van een Gebouw, om in hetzelve de Vergadering van het Congres te houden; hebbende ten dien einde last gegeeven om een ftuk Grond van drie vierkante Mylen aan de Rivier de Delewar te koopen, op welk een fraai Gebouw tal gezet worden, tot het houden dier Vergadering niet alleen, maar ook tot Wooningen voor den Prefiient van het Congres, voor de Secretarieën der Buitenlandfche Zaaken, van den Oorlog, van de Zeemagt en van het Congres, gelyk ook voor de Officieren van de Thefaurie; tynde tevens ook den Grond eekooien tot den opbouw van Logementen voor de Gedeputeerden van de verfcmlknde Staaten, doch welke Logementen op kosten dier Provinciën zullen gemaakt worden. Nap'h den 8llen Maart. In de voorleden maand January wierd digi by de Muafen van Pakrmo, een diep Onderaardsch Hol ontdekt, meteen Verwulf voortien en in de Steenrots gehouwen. De Werklieden trachtte zich fpoedig een weg te baanen om in die Grot of Spelonk te komen, maar zy konder. daartoe niet remaken voor dat tv een groote menigte Steenen en Aarde weengewerkt hadden; 'er intreedende, vonden zy het een Begraafplaits te zyn , waarin nog eenige «verVyifels waren van Mentenen Beenderen. De Prins van Torretnuzza,, van deeze ontdekking kennis hcobende gekreegen, ging aanltonds der waards, om deeze aonierlinge Onderaardfche Spelonk te bezigtigen, die tot zyn grootfte verwondering bevond, dat dit een Begraafplaats der Ouden was, overécnkomftig de vermaarde Catacombe van Romen, het Latomia van Siracnfa, en de Catacomben die in het Geb^d van Napels zyn; dieper in deeze Grot gegaan zynde ontdeKte hv verfcheide Wege», van welke eenige zo hoog waren dat men in deze ve gemaklyk regt op kon wandelen, en zo breed, dat 3 a 4 Menfchen naast elkander konden fhan. Eenige van deeze Wegen verdedenizich we ierom in andere: Onderaardfche Gangen, die alle verlicht zyn geweest door Lampen , van af (land tot afftand geplaatst, op de oppervlakte der Grond. In deeze Wegen zyn Nislen gehakt, waarin de Lyken geplaatst zyn, en waar nog verfcheide Beenderen gevonden worden, rF{m  ( 58 ) Weenen den ioden Maart. Dewylmen, uit hoofde van het bykans dagelyk* afwbfelende Wefr, ten aanzien van den aanftaanden Ysgang in den Donau het ergfte moet vreezen, zo heeft Zyne Majefteit, de Keizer, in het zpgenaamöé Leopoldftadfche Scneepsampt, digt aan den Donau liggende, eenige Kamers voot zich laaten in orCe brengen, waarin hy zich, terftond by de eerfte dreiging eener gevaarlyke Overftrooming. begeeven wil, Om by alle te maakene fchikkingen door zyne perfoonlyke tegenwoordigheid moed en iever in te boezemen. Eenige dagen voor de Executie van de twee beruchte Wallachifche Oproermaakers, die den iSften February volbragt wierd, werden aooo Wallachiers uit alle de Dorpen van het Haniader en Zaranther Comitaat naar Karlsburg gecommandeerd, en 'zy me.nden, dat het om eenige Heeren dien fïen te doen was. Maar zy wierden iri den Kring ingefloten, en meesten benevens hunne Aanvoerder aanichouwen, hoe eerst Klaschka gcrabraakt wierd. Deeze Executie gefchieddezonder worging en zonder harieflag, en zy werd nog daardoor fcherper en pynlyker gemaakt, dat ieder Arm en Been op vier plaatfen in fiukken moest geflagen woiv den. Daarna wierd hem, nog levende, het Lyf opgefneeden, het Ingewand 'er uitgenomen, het Hoofd afgehouwen en de Romp gevierendeeld. Daarna werd Horiah op dezelve wyze geëxcuteerd. Beide,, zegt men, zouden de verfchriklykfte Vloeken daarby uitgebraakt hebben; dan het (leeds duurende getrommel, welk de menigvuldige Tamboers geduurende de Executie maakten,, verhinderde de Aanfchouwers, iets daarvan te hooren. De vier Deelen wierden op de Heeren' wegen, maar de Hoofden naar ieders Geboorteplaats gezonden. Thans zal de beurt ras aan de iyo Wallachiers, die aan de ComitaatSrGerichten overgelever zyn, komen, zullende dezelve waarfchynlyk volgens het Landsgebruik eefpiesd worden. Dat Horiah.en Klaschka cok niet gefpiesd zyn, is daardoor gekomen, deels, wyl over deeze beide het Doodvonnis door den Krygsraad uitgefprooken is ; en deels ook, om dat het rabraakeu in die Landen voor veel ergere ftrafwordt aangezien, dan het fpiesfïm Londen den 2yften Maart. Dagelyks worden 'er van alle kanten door de KoopPeden en Fabrikeurs in Engeland en Schotland aan het Huis der Gemeentens Requesten ingeleverd, waarby zy de noodzaaklykheid aanwyzen van de veranderingen, die 'er in het ontworpen Plan van Koophandel tusfchen Groot-Brittanje en Ierland behooren gemaakt te worden. In het algemeen begrypen zy, dat wanneer dit Plan immer doorgaat, zulks ten metklyke nadeele va» Engeland en Schotland ftrekken zal, gemerkt by hetzelve den leren teveel is ingewilligd. De Ieren daarentegen fterk en overzettelyk op hunne eisfehen flaan blyvende, is het niet waarfchynlyk dat deeze raadpleegiog ten onderling genoegen van dedrieRyken zal afloopen. ,, Het tegenwoordig gefchil tusfchen de Engelfchen en leren fchynt erndige gevolgen te zullen hebben. De Ieren heethoofdig, kopp'g en onvoorzigtig gehandeld'hebbende toen zy zich, zo als zy zfch-zelven verbeelden, ontboeiden (fchoon hunne Ketens indedaad ingebeeld waren) fchvnen nu op eens de Mededingers van Engeland te willen worden. Zonder Kapitaal, zonder Mannfacluuwn en^zonder Geest van fnduftrie, maaken zy Plans van een algemeenen Koophandel. Zy vergeeten , dat de Handel een teder Kind is, dat met zor* moet worden opgevoed-, dat Jaaren vereischt cm tot flaan gebragt te worden, en wiens leverv «M dal alles nog w-isfelvalüg ij. Stipt te betasien is een weezenlyk veteischteom> een  (19) een beftendig Credit te verkrygen, en wanneer eene Natie, zo arm als Ierland r gelyk zy zelf bekend te weezen , te veel naar zich wil toehaalen, zal zy alle» verliezen. *Et zyii fölfiöiige takken van Manuficüvjuren, welke zy, door de toegevenheid van Engeland, tot eene groote volkomenheid gebragt heeft, maar het Land, dat' haar geprofegeert heeft, zal altyd toonen boven haar te weezen. De Ieren derhalven, in plaars van 'er naar te ftaan om Mededingers van dit Ryk te worden, behoorden 'er z eb. op toe te leggen, om de Manufaéïuureh, die zy reeds hebben , verder uit te breiden, terwyl zy daartoe handen genoeg binnen 's Lands en eene gereede Markt buiten 's Lan-is hebben. Dit doende, zouden zy niet alleen hunnen Handel uitbreiden en hun Land doen bloeijen, sna?r ook dê hartlyl e toegenegenheid van hunne oudfte Zuster, wier gunst en befcherming voor hun van zo veel gewigt is, gewinnen kunnen. Den 23ften deezer had men hier wederom het vermaak om een Luchtbol te zien opgaan, welke een omtrek had van 34 voeten. Dezelve was door den Graaf Zambeccari vervaardigd, op kosten van den Admiraal Vernon, die daartoe 300P. St: gegeeven had, onder voorwaarde, dat hy de Reisgenoot van den Heer Zambeccari weezen zoude; doch de laatstgemelde kennis hebbende aan eene Misf' Grift, eene fchoone jonge Juffer van 17 jaaren, begeerde die mede van de party te weezen. Zy gingen dan des namiddags ten 3 uuren 35- minuten in de Boot; welke aan den Luchtbol gehecht was, en die eene lengte had van 11 voeten: dan deeze last van drie Menfchen te zwaar zyade, was de jonge Juffer, hoewel met grooten weerzin, genoodzaakt 'er uit te gaan; waarna de Luchtbol, onder het gejuich van eene ontelbaare menigte, in de hoogte opging. Zy nam deszelfs richting naar het Zuid-Zuid-Westen, terwyl de Wind zeer hevig wss, doch die, na het vallen van een Hagelbui, merklyk bedaarda. Wel haast was de Bol uit hit gezigt, en federt heeft men vernomen, dat deeze Reiz:gers, 10 minuten voor f uureo, te Kingsfield, in het Graaffchap Susfex, zonder eenig ongemak waren Ur neder gekomen, en dus in een uur en 8 minuten 40 mylen wegs afgelegd. Parys den eerften April. In onze Hof-Courant is het volgend Verhaal van; de bevalling der Koninginne aan het Publiek medegedeeld : Ferfüilks den zoften Maart. Den 27ften deezer gevoelde de Koningin op den dag eenige pyn en meenende dat dezelve van haare Verlosfing zoude gevolgd worden, deed zy de Prinfes van Lamballe, Sur-Intendante van het Huis der Koninginne. by zich roepen. De: Prinfes van Lamballe gekomen zynde, gaf order om Moniieur, Madame, Monfeigneu- de Graaf van Arto:s , Madame Graavinne van Artois, benevens Mesda» mes Acelaïde en Vi&oïre van Frankryk te waarfchouwen, die zich ook terüond' bv de Kon'ngin begaven; ook liet die Prinfes de Prinfen en Prinfesfen van deak bloede van haar toeftand verwittigen. De Koning wierd niet geroepen dewyl hy. reeds by Ha?re Majefteit was. De Zegelbcwsarder van Frankryk, alle de Ministers en de Secretarissen van Staat, die te gelyker tyd geroepen waren, begaven zich in het groot CaWnet van de Koninginne, terwyl het Appartement vol wasmet de Heeren en Dames van het Hof; Haare Majefteit verlostte na een korten Aibeid, een kwartier voor 7 uuren, van een Prins, wiens ftefkte en gezondheid alle hoop op. het betfoud -zyns levens gaven. Da Koning, d>e by de Kóningin bleef tot dat Haare Majefteit verlost was en kaar grduurende dien tyd blyken van H a.. te*  fob ) tederheid gegeeven had, kwam op het oogenblik van de geboorte des Heftogl van Normandiën buiten het Vertrek , blinkende de zuimfte eu tederlte vreugde uit de oogen des Kon:ng», die tevens getuigen wasvan de blydfchap van zyn Hot en de wenfchen, welk hetzelve voor zynen welvaart en die van de Koninginne deed. Na dat men» in tegenwoordigheid des Konings, de eerftë zorgen omtrent Monfeigneur den Hertog van Normandiën had hefteed, ging Zyne Majefteit weer naar deszelfs Gemaalinne en boodfchapten haar dat zy een Prins ter Waereld gebragt had. De Koningin begeerende denzelven te zien, wierd hy terftond door de Hertoginne van Pulignac, Gouvernante van de Kinderen van_Frankryk, vergezeld van nog drie Onder-Gouvernar.tes binnen gebragt; en weder uittreedende bragt de Hersoginne van Polignac, Monfeigneur den Hertog van Normandicn in haar Appartement, geleid wordende door den Hertog d'Ayen, Kapitein van'sKonings rLvfwacht, als door Zyne Majefteit gelast zynde om den Prins te vergezellen. Dien zelfden avond , omtrent len.tialf o uuren, ontving Monfeigneur de Hertog van Normatid:ën, den Doop van den Cardinaal Prins de Rohan, Groot-Al. moesfenier van Fiankryk, in het byzyu van den Heer de Broquevieille, Priester van de Parochie van Notre Dame, en werdgeheft door Monlieur en Madame Êlifabeth van Frankryk, in naam van de Koninginne van Napels; ook was de Koning en de Hertog van Chartres 'er tegenwoordig, doch de andere Piinfen en. Prinfesfen hadden z ch zo fpoedig niet derwaards kunnen begeeven. Monfeigneur de Hertog van Normandicn is genaamd Louïs Charles; na den Doop wierd die Prins weder in deszelfs Appartement gebragt, wanneer de Heer de Calonne, Minister van Staat, Controlleur-Generaal der Finantiën en Groot-Thefiurier van de Ordens des Konings, op bevel Zyrer Majefteit aan hem het Lint en het Kruil der Heiligen Geest-Orde bragt. Zyne Majefteit en het geheele Hof woonden na den Doop het Te Deum by , gecomponeerd door den Heer Giroust, Sur-Intendant van 's Konings Muziek, en hetwelk ter ceezer gelegenheid in de Capel van het Kafteel door de Muziek van Zyne Majefteit wierd gezongen. Zo dra de Koningin verlost was, vertrok de Graaf de St. Aulaire, Luitenant van 's Konings Lyfw2cht, van de Compagnie van Villeroy, naar Parys om deeze gelukkige tyding overtebrengen aan de Regeering van die Stad, welke op order van Zyne Majefteit, even te vonren gezonden, reeds vergaderd was. De Graaf de Vergennes, Prefident van den Koninglykeu Finamie-Raad, Minister cn Secretaris van Staat, het Departement van Bu'tenlandfche Zaaken hebbende, ging naar huis en verzond deeze tyding ten half 10 uuren, met buitenjjewoi ne Couriers, aan 's Konings Ambasfadeurs en Ministers aan de vreemde Hoven, hebbende de Ministers der Marine zo wel als alle de anderen daarvan in hunne Departementen kennis gegeeven. Des anderen daags hebbm de Poefen van den bloede de eer gehad, den Koning over de bevalling van de Koningir.n: en de geboorte van Monfeigneur den Hertog vao Normand én geluk te wenfchen. D>■.. blydfchap en goedkeuring gezegt te hebben : Bravo, terwyl hy zelve zegt, dst hy maar gezegt heeft: Goed Juffrouw Op deeze woorden, zonder de noodige tyd te neemtn, om den grond der Converfatie te onderzoeken, kwam de Graaf Sta» niflas Potocki met den Heer Taylor aanftonds binnen in de Kamer, alwaar den Heer Ryx was, msakten zich van zyn Perfoon meefter, cn befchaldigde hem by de Juflitie als een Misdadiger. Zodanig is de Gefchiedenis. Geen der befchuldigingen is voor de Jufüiie beweezen, die eenig gewicht aan de vuile laster van dit Vrouwsperfoon konnen geeven, tegens wieri zy befchuldigingen heeft ingebragt; aan den anderen kant hebben andere Vsrklaaringen ten vollen getoond, dat dit Vrouwsperfoon een diergelyke befchuldiging van een famenzweering tegen den Koning te Grodno, uitgeftrooid heeft. De Rechtspleeging van den Groot-Maarfchalk heeft insgelyks getoond, dat de beschuldiging niet anders heeft beftaan, dan in een kwalyk ingerichte handel wys door de zogenaamde Ougramoff, en daarenboven, dat haare voorgeevens zonder grond en tegenftrydig waren, terwyl de bedriegéryen, waarvan haar leven vervuld is, geen twyfel overlaat aan de valschheid haarer befchuldiging, zo is de Heer Ryx ontflagen, en de Aanklaagfter, die a< leen fehuldig is, wordt nog in hechtenis gehouden. De befchuldigingen gedaan door den Graaf Staniflas Potocki, Taylor en Oa> gramoff, worden zorgvuldig gehoord; maar de Verklsan'ngen van gemelde Perfoonen wierden niet aangenomen; die van den Graaf Staniflas Potocki, wegens zyne naauwe Verwantfchap met den Prins-Generaal van Podolie, en om dat hy tevens een der geïntresfeerdens in deeze Zaak was, en den Heer Ryx vastgehouden heeft, zonder eerst aan het Gerecht van het geval kennis te geeven, waarover hy voor het Gerecht heeft moeten veifchynen; die van den Heer Taylor, wegens veelvuldige redenen, en om dat hy ook deel gehad heeft in het vasthouden van den Heer Ryx; het was zyn belang dat deeze laatfte Heer fehuldig verklaard wierdj de getuigenis van de Aanklaagfter kon mede niet aangenomen worden, wegens de valfcae aantygingen, die reeds te klaar, en de bedriegeryen welke te kennsp lyk waren. . Volgens de uitfpraak van den Grsot-Maarfchalk beftaat 'er geen bewys tsgens de Befchuldigden: De Prins-Generaal van Podolie, heeft afgezien van de verdere vervolging van dit Proces, en de geheele aandagt van het Publiek is thans gevestigd op het nadere Decreet, aangaande het Vrouwsperfoon, die de oorzaak van al het gebeurde is. Hoewel den Prins Adam Czartoryski van de voortzetting van het Proces afgezien heeft; zo gelooft men niet, dat de Zaak daarby blyven , maar dat de Genera»! Komarzewski fatisfaélie vraagen zal, wegens den hoon welke men heeft willen opleggen, op de enkele getuigenis van een (legt Vrouwmensch. IVeemn den soften Maart. De Keizer is deezer dagen weder zeer onpasfelyit geweest door een lastig Abces, dat, dan eens hier, dan weder daar, en na op ds wang uitbreekende, meerendeels aan de at ts fterke werkzaamheid en het menig? vuldig nachtbraaken van Zyne Majefteit moet worden toegefchreeven, als die da groote Zaaken, welken thans in til zyn, en dagelyks menigvuldiger, gewigtigeren irgewikkelder worden, b^na alleen behandeld en b:ftuur$.  " C64) Antwerpen den 4 de Regalieis Bieêflnat, te Amftcidasü.  DÈ HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS*- V ER T E L D E R. Den 23 April 1785. N°. 17. et gettl der Dooden van de voorgaande week is 14c-. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Cottftantinopolen den 28 den February. Den 21 den deezer is de jongde Zoon van den Grooten Heer, Sultan Murad, overleden. De Groet-Admiiaal, Hasfan-Pacha de deun en luider van de Ottomannifche Mogendheid, is zeer gevaar» lyk ziek geweest; doch thans gelukkig herdeld. De blydfchap hierover is des té grooter wyl de kunde en dapperheid van dien grooten Man ons waarfchyclyk eerlang 'zeer zullen te dade komen; als houdende men eene VreJebreuk met dè beide Keizerlyke Hoven voor byna onvermydelyk. Men heeft h:er het zekere beticht dat de Rusfen in hunne Havens aan de Zwatte Zee verfcheidene Oorlogfchepen'timmeren, en dat hunne Legermagt in de Crim merkel yk vergroot wordt. Lillo den oden April. Om te voldoen aan het verlangen van Vaderlandfche Vrienden in hun Brief u;t hunne Vergadering te Amderdam, wordt hen, niet door een Militair, maar door een Inwooner van Lillo, zonder de minfte partialiteit verzekerd, dat, geduurende wy hïer byna ingefloten gehouden zyn, geen eigenlyk zogenaamd gebrek onder ons geleden is: 's Lands Hooge Overheid heeft zorge gedraazen, dat de Soldaat voor een mattigen prys, uit deMagazynen, nog al maatig goede Levensmiddelen bekomen heeft. Verre is het 'er echter van daan , ■dat overvloed alhier geheerscht zoude hebben; de voornaamde Winkels zvn gefloten de mindere profiteertn van de gelegenheid en doen den Burger en Militair voor hunne Waaren, want de Magazynen leveten niet alles op, anderhalf en wel tweemaal de waarde betaalen. " Alleraangenaamst was het toegezondene uit verlcheide Hollandlche Meden ; de Soldaat is 'er door verkwikt, doch dezze Liefdegiften konden, hoe kostbaar ook voor de liefderyke Zenders , den overvloed niet baaren onder een menigte van 700 Koppen, behalven Vrouwen en Kinderen, die e'.k hun gerechtig aandeel naar evenredigheid ontvangen hebben. De Vaderlandfche Vrienden wenfchen te weeten, of het waar is, dat 's Lands goeden Geld hier zo misbruikt wordt, dat 'er te Antwerpen Negotie mede zoude worden gedreeven? Deeze vraag is duister. Wie zoude dit misbruik pleegen ? niet de Commandant; die heeft noch *s Lands Geld noch Goederen onder zich j I toii-  (• 66' ) misfcbien door de Commifen? Neen! deeze kunnen in dit opzfgt n'et worden verdacht gehouden: Geloof me, die den Vaderlandfche Vrienden zulke tydingen heeft aangebiagt, is een eerloos Lasteraar. Zulke zich-zelve wederleggendepraatjes verdienen dat de Rapporteurs van zulke Nieuwijes genoodzaakfwierden voet by dek te houden, en hunne gezegdens te doea verifieeren, of anders als Eerroovers gebrandmerkt te worden: dit zoude rechte Vaderlandsliefde zyn; dus zoude de leputatie van den Commandeur gefaaveert zyn, op wien de Natie nog al eenig vertrouwen fielt, die aan 's Lands Hooge O veiheid genoegen geeft en in dat vertrouwen behoorde gemaintineerd te worden, alzo het de Natie niet ónverfchillig k3n zyn, met welk een reuk zulk een Man onder hun verkeerd. Utrecht den nden Aprl. De jaarlykfche uitieeiing der Pryze'n op het Sprnwerk, by den Oeconomifchen Tak beraamd, en in de Weeskerk alhier ten genoegen van eene menigte Aanfchouwerea, met de gewoone plegtigheid 'verricht Wierd de Vergadering geopend door den Hooggeleerden Heer Profesfor f ydeman' met een zo gepast als treffend Betoog over het noodige, nuttige, en de voornaame vereischten van een dagelyksch Werk. Na dat deeze Redenvoering met een zeer harteiyke enaanmoedigende Aanfpraak aan de werkende Jeugd geëindiud was, wierd door den Heer Fabrikeur Scherpenfeel, op eene zeer gratieufe en eiguiaartige wyze, de bedemde Prscmien en nieuwe Kleederen aan 13 Kinderen uitgedeeld, naamlyk, aan ieder een Ducaat en een geheel nieuwe Kleedimr van Inlandfche Fabrieken. Vervolgens wierden nog 33 andere Kinderen, die in het Spinnen van Wolle, Vlas en Catoen het naast aan bovengemelden evenaarden met eenige Pryzen van onderfchcidene waarde befchonken, terwyl dit alles onder een dankbaar en vrolyk. Gezang van ftichtelyke Liederen verricht en met hartgrondigen wensch, dat dit middel als het gepaste herflel der kwynende Fabrieken door den gunstryken Zegen des Alleihoogftén, mogt agtervoled. werden. ae* eindigd wierd. ' 6 Frankfort deni nden April. Volgens de jongde Brieven uit Napels van den aaften Maart, hield de Berg Vefuvius nog gedadig aan, eene groote menigte Rook en Vuur uittewerpen, gelyk ook een grooten.overvloed van Lava welke reeds twee mylen verre droomde; zo dat die Berg thans des nachts eene heerlvke vertooning maakte, waardig om befchouwd te worden. De glans der Vlammen welken hy uitwerpt, is zo groot, dat het fchynfel daarvan op de Muuren der Fiuizen van Napels te zien was. De nieuwde Berichten uit Zwitzerland getuigen nog eenpaarig.van den harden en lang aanhoudenden Winter aldaar. Uit Lucern wordt als iets byzonders aan-.gemerkt, dat men m het midden van Maart zich op het toegevróoren Meir aldaar nog met Schaatsfenryden bad kunnen vermaaken ; 't welk zo buitengewoon was dat . zelfs de ouade Lieden daar geen geheugen van hadden. Van andere Plaatfen wierd gemeld, dat aioaar zo ongemeen veel Sneeuw lag, en dezelve zo lanu aanhield, dat 'er Vogels levendig met de hand gevangen wierden Slim in Vlaanderen den i3den April. Den óiendeezer'savonds tegens8uuren vertoonden zich 14 Oostenrykfche Deferteurs voor de Barrière van de Kruisfchans' die aar.donds prtfenteerden om hunne Wapens overtegeeven. ■ Men liet hen bln' uen. komen, onder alle mpgeiyki voorzorg, en bragt hen in zekerheid. Des ap-T de-  ( °*7 ) derendaags *s morgens kwsmen 'er nog 15- anderen van hetzelve Complot, alfs' van het Regiment van den Prins van Ligne, aan hun hoofd hebbende een Defertenr van het Regiment van Hougdon, die by 2yn aankomst verklaarde, dat dit* de eerde gelegendheid was, die hy had kunnen vinden om we.'er te komen ; Volgens hun rapport waren zy den eerden deezer te Caülo gekomen en denzelven da* van daar des avonds ten 7 uuren vertrokken, zynde toen 2$--Man flerk. Zy waren voorby twee Militairen Wachten gegaan, alsmede voorby twee Bóeren-Posten, die op hen gefchooten hadden, 't geen zy op dezelfde wys beantwoord hebben om zich te bevryden, en zy meenden dat 'er 4 van hun gedood waren; dat de Prins van Salm hen vervolgt had, die zy meenden, dat van zyn Pa3rd gevallen,. maar dat haar onbekend was, of hy gekwetst wierd, of zulks door hun vuur, ot' door het vuur der Boeren was gefchied. Zy hebben met zich medegebragt agt Snaphaanen en twee Sabels. Zy zyn by gedeeltens naar Lillo gebragt, van waar de Commandant hen heeft doen inlcheepen op een Schip in dienst van Hunne1 Hoog-Mogenden, onder een Commando van cen Officier, twee Segeants, twee. Corporaals en twintig Musquettiers, en doen brengen naar cen Capitein Haringman, Commandant van het Hollandsen Oorlögfchip, by Saftingen post houdende,; om, indien zy wilden, hen op zyn Schip aanteneemen, of naar Holland te zenden, alwaar zy reeds zullen aangekomen zyn. Londen den ifden April. Men is thans op de Konings Scheepstimmerwerf te Chatam bfzig met het beproeven van een nieuw ontdekt Geheim, om het Tim. merhout voor het bederf en den worm te beveiligen; hetzelve bedaat hierin, dat men de Kniën en Planken naast eikanderen op zyn eind zette, en dat op het hovende gedeelte eene ontbinding van Zoutgeftoit wordt, die het Hout voor verrotting bewaard. De Royal George en de Royale Charlotta, beide van 100duk-ken Kanon, worden met dit toebereide Hout voltooid, en indien het aan de verwachting beantwoord, zal de Uitvinder ryklyk beloond worden. De Tolbedienden hebben deezer dagen, ineen Winkel binnen deeze Stad, eenaanhaaling van verfcheiden Franfche Waaijers gedaan, en voor ieder derzelven moet 200 Ponden Sterlings betaald worden; door deeze verbaazende zwaareboe-ten meent men den Sluikhandel eindelyk te zullen beletten. Voorleden Saturdag, 's middags tusfchen 12 en 1 uuren, is de groote Zaal varvf de Sprrng-Garden, gemeenlyk Coxe's Mufeum genaamd, geheel afgebrand; federt eenige dagen vertoon ie men in dezelve het Kadeel van Windfor, van Kurknage- ■ maakt, benevens eene navolging der Vuurbraaking van den Berg Vefuvius, en het was by de uitvoering van dit laatde, dat 'er vonkjes op eenige daarby leggendeBranddofren komende, de Vertooning allernatuurlykst gemaakt wierd, want bin- : nen weinig oogenblikken was het Gebouw in volle vlam en brandde geheel uit; t gelukkig echter heeft men de naastbyzyndc Gebouwen bewaard. Deezer dagen werd alhier ter dood veroordeeld zekeren William Hgfon, uithoofde dat hy zyn Zoontje, een Kind van omtrent 9.Jaaren, herhaalde reizen op , de allerwreedfte wyze mishandeld en eindelyk met een Yzeren Poker doodgefla-*.gen had. Toen hem kennis van het over hem gereide Vonnis moest gegeeven'' wordan, fprak de Griffier van de Rechtbank hemin deezer voegen aan : „ William H;gfon ! gy zyt door eene medelydende «n oplettende Re:htbank,  ( ÓS ) op een getuigenis,"het Welk geen twyfel aan uwe fchuldigheid overlaat, overtuigd van de allerzwaarde misdaad, die het karakter van een Meusch ontëeren kan. De .misdaad vau Moord, of de moedwillige en kwaadaartige berooving van zyna Evennaastens leven, is in zich-zelven van zulk een aart, dat de Natuur 'er een affchrik van heeft, cn een misdaad die de Goddelyke en Menschlyke Wetten noo-dig geoordeeld hebben ten (trengfte te (haffen: Dan wanneer wy overweegen dat het ongelukkig Voorwerp van uw misdryf niet alleen uw eigen Kind was, zynde van zeer tedere Jaaren, maar ook dat uwe fchuld niet gelegen is in eene fchielyke opftuiving van drift, of dat uw bedryf kan verdédigd worden, door iets dat naar een maitige kastyiing gelykt, zo wordt uwe misdaad daardoor zodanig verzwaard, dat 'er geene vetfchooning voor kan gevonden worden. Uw pligt tot uw Kind was geweest hem met tederheid en zorg op te voeden, de Bewaarder van zyne jonge Jaaren te weezen, met zachtzinnigheid zyne gebreken te verbeteren, in zyne behoeftens te voorzien, hem tegen de belédigingen van anderen te befchermen, zyn beftaan zo draaglyk te maaken als uwe omftandigheden toelieten, en alles te doen wat in uw vermogen was, om hem tot een gelukicig en nuttig Lid der famenleeving te maaken. Dan uw gedrag is in dit alles regelte^t (Irydig geweest. In plaats van die tederheid., zorg en toegeevendheid, welke wy van onzen grooten Schepperen Regeerder affmeeken, en welke onze Kinderen met recht van ons verwachten, fchynt uw geheel gedrag jegens dat ongelukkig Kind eene aauéenfchakeling geweest te zyn van ongehoorde Wreedheid, die ten laat Hen is uitgeloopen op een geweldigen dood, De toegenegenheid van Ouders tot hunne Kinderen is een van de fterkfte én diepgeworteldfte in'tmensch]yk hart, in welk het door onzen Schepper wyslyk geplant is, om ons tot Befchermers te maaken van onze Kinderen in die jonge Jaaren, in welken zy door een week Ligchaam en een onërvaaren Geest niet in ftaat zyn zorg voor hun zei* ven te draagen. Die natuurlyke neigingen zyn geheel en al uit uw hart verbannen geweest, en daartegen heeft de voorbeeldelooste en onmenschlyke Wreedheid uw geftadig aangezet, om van tyd tot tyd alle uwe kwaadaartige driften uit te laateti tegen een Kind, 't welk gy verpligt was te befchermen. Gelukkig was het voor 't ongelukkige Kind geweest, indien het ontflagen ware geworden van zulk cen Vader. Gelukkig zou het nog ten laatflen voor u zyn, indien uw eigen b'oed, gevoegd by het diepst berouw en leedweezen, dat in het hart van een Mensch vallen kan, u konde ontheffen van het gewigt eener fchuld, die over uwe Ziel hangt, en u'doen verkrygen de vergeeving van zulk een verfchriklyke en hooggaande misdaad by uwen Schepper en Rechter hier namaals, naardien de Wetten van uw Land zulk eene vergiffenis niet gedogen kunnen. Het is derhalven myn post om over u dat droevig Vonnis uit te fpreeken, welke uwe misdaaden zo billyk verdiend hebben, te weeten, dat gy aanftaanden Maandag aan uwen nek zult opgehangen worden tot dat gy dood zult zyn, en dat uw Ligchaam vervolgens zal afgenomen en Ontleed worden, naar de Wetten. God zy uwe Ziel geualig!" Gedrukt ly de Eive de Weduwe JAGOBUS van EGMONT: op de Reguliers Brelörsat, te Amfterdaa*.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 30 April 1785. N°. 18. Het getal der Doode» van de voorgaande week is 14a. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Lyst van Overledenen op Batavia , federt het midden van Juh I tot September 1784. Daniël Fredtik van Riemsdyk, Onderkoopman, Dagregisterhouder e:i Archi-1 varius; Claude Anthony d'Asfigny, Kapitein Militair; Hendrik Winkier" Ba'- ' juw, Onderkoopman, en Inlandsch Militair Soldy Boekhouder; de Èd". Metj Jan Hendrik Poock, Raad-Extraordinair van Indien, Direötur *an dc Amp'h'oenSocieteit, en Commisfaris van 't klein Zegel; Jufvrouw A. El. Bieren? Huisvrouw van den Oud-Secretaris der Hooge Regeering; Dirk Goedbloed; Jac. Anth. van Gesfel, Onderkoopman, Boekhouder, Secretaris, en Pandbewaarder van de Bank Couranten Bank VMf Leening; B. H. Robberts, Kapitein Titulair en Commandant van Meefler Cornélis; de Huisvrouw van den Kapitein Mitttaff Propholouw; Abr. Walkant, Oud^Onderkoopman en Binnen' , ,Du WaS ,omi.et «>" ,wec andete By-Zonnen, die voor de Zon zelve m iielderheii met wykten. De eene Hond naar het Noorden en de andere naar het Zuiden en waren beide geplaatst in een en dezelfde Lichtkring, welke uit de Zot. te voorfchyn kwam; die door beide By-Zonnen ging en in het Westen zich verloor. Rondom de Zon was mede een groote Kring van gelyke kleuren «k a. Regenboog, welke door beide By-Zonnen regthoekig veo l t " ï Straalen in een zeer dikke Wolk te famen kwamen, alwaar Öv'e zo fterk wl ren, dat zy naar de Aarde terug gekaatst wierden, en nog een andere Rv 7™, maakten. Het Verfchynfel van deeze By-Zonnen en Kr!?g£ van die waarvan men aanteekeningen heeft, en verfeilt niet veel met de te Haarlem in 173- waargenomen is. De Heer Condaminc zag 'er een in hetzelve Jaar te Parys, welke vier By-Zonnen hadt. Te Rome wierd 'er eengezen in i6z9 met vyf, er, te Artes in 1666 met zes By-Zonnen. De sStSÏÏata Hevelus nam m 1601 'er een te Dantzig waar, met zeven Neven-Zonnen. Napels den ziften Maart. Deezer dagen is men in onze Nabaurfchap oóggennge geweest van een allerzonderlingst Verfchynfel. Te weeten : den 1 aden dfL zer, des morgens, zag. men u.t de Rivier Majuri, by Salerne, eene groote Vuurt colom opftygen, omringd door een zwaaren en dikken-rook; vervoleens hoord* men eenige u.tbarftmgen, gelyk het losbranden van verfcheidene ftukkerKanon waarna vlam en rooit, en tevens de geheele Rivier verdween; zynde het wïteï' m plaatst van zyne gewoon».loop te volgen , wechgezonken in een grendeloozen Kolk, d.e door het geweld der Ur.deraardfche Vuuren geformeerd was Letpzwb Óen 9den April. Onder de onderneemendfte, Perfoonen, "welke uit zucht tot Weetenfchappen, geen moeiten ontzien, en haare Kundigheden zehï met gevaar van haar leven zoeken uittebreiden, kan men thans tellen van Emiidel, een Saxycb Edelman, die een uninnntende^ «Ï^S^ wanneer hy zo gelukkig is, om in zyne Onderneemirg te (lianen Deeze H,!?' een groot Natuurkundige bevind zich thans met twee zyner Bróed«s en andere Landslieden m Frankryk en is voorneemens met henlieden naar Senegïl te reizen; vervolgens.den Vloed van Senegal optevaaren, en alsdan met zyn Broeder, , «katern doortereizen, en over Cairo naar EÏopïSJ; Weenen den pien April. Het Wéér blyft hier nog zeer guur en het bykans nog dagelyks. In den nacht tusfchen den 7 en Sften eezer efc57e.' Liab, een Dorp niet verre van deeze Stad gelegen, zó zwaargereeend met f)Ón der en Bluem, als fomtyds midden in den Zomer'. O ver ' t a'gemeen £ftmen Hxromtren, waargenomen, dat de overgang van koude tot warmte ren" «e?erideel van warmte tot koude, zeer fchielyk gefchied. In een BenediaVner Klooster te Settcmtldten, m NeAr-Oostearyk, heeft men deezer dagen oP IcTtSZ me»»  (71) meter van Reaumur de koude, in den tyd'van Hechts 7 minuten, 4 (rraadea zien toeneemen. 0 De Koning van Pruisfen bevind zich, federt dat de Jigt aan de Hand uitgekomen is, wat beter, en de Abcesfen aan de Beenen zyn niet groot, noch van een kwaad foort. De Keizer is thans volkomen van deizelfs laatfte onüasfelykheid herfteld doch men verbeeld zich dat Zyne Majefteit veel ernftiger en 'droefgeestiger is dan'voorheen, of men zulks aan zynen geduurigen a-beid, of aan de onaangenaamheden, welke die Monarch- zo Binnen- als Buitenlands heeft, toefchryven moet. weet' men niet te bepaalen. ' ■ Luik den 1 fdtn April. Heden is de Booswicht, die voor eenigen tyd een Officier van het Corps van den Gölonel Matha vermoord heeft, op de plaats, daar hv dien moord gedaan heeft, gerabraakt. * ' Heden en gisteren is het Magazyn van Hooi; welke door eenige Oóstenrvkfche • Entrepeneurs verzameld is, te Tongeren, opentlyk verkogt. Londen den i^den April. Eenige Betichten van Zyne Majefteits Conful, te Leghorn, behelzen, dat de Algeiyren weigeren om een Engelsch Schip loste laaten, welke zy op deszelfs reis naar Maifeille genomen hebben, alsmede «een Mensch van deszelfs Equipage willen ontflaan, zo dat ons Hof mede betrokken wordt onder de Vyanden van deeze Barbaaren, wier Schepen, door de menigvuldige Gefchenken van verfcheide Europifche Mogendheden zeer talryk geworden zyn. Welk een fchande, dat de Europifche Natiën de vriendfchap deezer Roovers ten haaren kosten moeten köopen. FerfaiUet den I7den April. De Heer Graaf de Peyroufe, Kapitein ter Zee dezelfde die de zo we'gelukte als do n de Vyanden zelf gepreeien Expeditie naar dè Hudfons-Baai gedaan heeft, is door den Koning uitgekoozen om eene nieuwe Reize rondom de Waereld te doen, zullende zyne Majefteit binnen drie dagen de Geleerden en Kanstenaars, die den Grasf mosten verzeilen, benoemen. Het is uit eigen beweeging dat de Koning deeze Reis geördonneert heeft en Zyne Majeiteit zal zelfs den weg, dien zy vaaren moeten, op de Kaart aftekeHen en met eigen hand de Indrudiën voor de Bevelhebbers opftellen, willende niet dat men verder zal zoeken naarden beruchten doortocht van het-Noorden , dewyl de Heer Cóok klaar getoond heeft dat, zo 'er al zulk een doortocht-was, dezelve dan nog, uit hoofde van het gevaar, voor den Koophandel van geen nut zoude zynook meent men dat de Heer Peyroufe niet zal vaaren op de breedtens, welke de Engelfchen doorkrust hebben, zullende hem door de voorige en kundige Reizigers nog genoeg ter onderzoeking overgelaaten zyn in de groote Zeeën welke , tusfchen de Keerkringen liggen, buiten welke hy, ingevolge 's Konings orders met verre zal komen. Vier Academisten, waarvan twee Sterre- en Kruidkundigen, benevens eenige Tekenaars, zullen het Gezelfchap van den Heer Peyioufc uitmaaken, terwyl men-allet, wat tot bevordering der Weetenfchappen ende kennis van den Aardbol zoude kunnen dienen j aan boord zal bezorgen van een • Schip van 30 en een Fregat van 26 (lukken Kanon; dan dewyl het echter zoude-kunnen gebeuren, dat men, door de zwaarte dier Schepen, in fommige Baaijenof kwieren n:et konde komen, worden 'er twee Corvetten gereed gemaakt, die UM  ( 7i ) Na genommsrde ftukken mede lullen gaan en door de Scheepstimmerlieden binnen den tyd van agt dagen in elkander gevoegd en bekwaam gemaakt kunnen worden om Zee te bouwen; het is door het gebruik van deeze Vaartuigen, dat 'er niets aan zyne nafpeuringen zal kunnen ontfnappen , en behalven dat zoude hy indien hy, door een of ander ongeluk, een zyner Schepen moest verlaaten, hèt Voik daarvan op dezelven kunnen verdeden. De Koning heeft geen tyd van terugkomst bepaald, maar de Heer Peyroufe meent 3 of 4 Jaaren daartoe te befteeden ; Zyne Majefteit heeft dien Heer de vryheid gegeeven om de Officieren en Equipagiën zelf te verkiezen, hebbende hy ingevolge hiervan den Heer Le Langle, die hem op de Expeditie naar de HudfonsBaai vergezeld heeft, tot zyne Reisgenoot benoemd; en dewyl deeze Onderneeming op byzonderen last des Konings gefchied, heeft Zyne Majefteit bevolen, dat hy aan hem alleen fchryven en verflag van zyne verrichtingen doen moet. Den iyden Mey aanftaande vertrekt de Graaf naar Brest, om het oog op de - uitrusting der Schepen te hebben; hy is een Man van 40 Jaaren, fterk gezond en zeer kundig, en dit alles doet hoopen, dat deeze Reis volmaakt aan het oogmerk beantwoorden en 's Konings Officieren veel eer aan doen za!. , Voor het overige laat de bekwaamheid en menschlievendheid van den Heere s Peyroufe, van welke hy in de Hüdfbns-Baai doorflaande blyken gegeeven heeft geen twyfel over, of zyne komst zal den Bewooneren der Kusten en Eilanden van den Oceaan aangenaam zyn; hy zal zekerlyk de naam des Konings by hen in achting brengen, en zichzelven voor het ongelukkig Lot, dat den Kapitein Cook bejegend is, beveiligen. In minder dan drie dagen, zyn wy van eene Winterkoude in eene volkomene 'Zomerwarmte geraakt, want de Thermometer van Reaumur ftaat 10 en 12 graaden boven het Vriespunt. Zelfs hebben wy des avonds en des morgens eenen droogen Nevel gehad, gelyk die, welke voor twee jaaren door geheel Europa waargenomen werd. r Spa den aoften April. Den i^den deezer, 's middags ten half z uuren, ontftoni alhier brand in de Stallen van het Keizerlyke Posthuis, en ging metzul'keene woede voort, dat binnen 5 minuten al de daaraan hoorende Gebouwen vernield waren: Terzelver tyd ontftond 'er brand in de Straat van Sauveniere, omtrent 300 pasfen van de eerde, die mede zeer hevig was, en niettegenftaande' den yver van onze Inwooners en die van Theux en Verviers, verfcheiden Huizen in den a=fche lag, zo dat derzelver getal, de Stallen medegerekend, des Donderdags morgens, toen men de vlammen gebluscht had, tusfchen de 40 en 50 beliep: Offchoon deeze Gebeurtenis den Inwooneren zeer treft, moet men evenwel verzekeren, dat de Vreemdelingen, die de Wateren zouden komen gebruiken daardoor niets zullen lyden, nademaal de meeste Huizen van weinig belang en niet gefchikt waren om de vreemde Lieden te herbergen : Zynde het ook eene volftrekte onwaarheid, dat alhier eene befmettelyke Ziekte zoude heerfchen, en alleenlykeen uitftrooifel, om de Reizigers dit aangenaam Vlek te doen vermyden. Geirukt by de Erve de Weduwe JAGOBUS van EGMüNTj ©p de Regulier» Breeftrut, te Amfterdam,  D E HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 7 Mey 1785. N0. 19. JLXet gettl der Dooden van de voorgaande week is 15-3. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Op den Algemeenen Dank- Vast- en Bededag is in de refpeéive Gereformeerde Kerken gecollecteerd, de volgende Sommen: Te Dordrecht de fomma van ƒ 6818 - Amfterdam ... - 2105-9 - 15- Rotterdam .... 4827 - 12 - 8 Schiedam - ij-oi - 13 - Utrecht .... 4944 - j- Groningen - aj68 - 19 - 1 Leeuwaarden - ifyd - 2 - Lisbon den yden April. Haate Koninglyke Hoogheid, de Prinfes van Brezil, bevind zich thans ongefteld, en de Geneesheeren meenen dat de Maazelen zich tullen openbaaren. Een Courier in den nacht tusfchen den eerften en aden deezer van Madrid aangekomen, heeft de tyding aan ons Hof overgebragt, dat het Huwelyk tusfchen den Infant Don Juan met de Infante Dona Charlotta van Spanje, den 27ften Maart voltrokken is. De Ambasfadeur van Spanje gaf hiervan den gemelden morgen kennis aan de vreemde Ministers, die des avonds, per Misfive, door den Staatssecretaris Aires de Sa Mello, ook bericht kreegen, met verzoek om zich te voegen by de algemeene Vreugdebedry ven, die geduurende drie dagen zoude plaats hebben. Den 4den deezer ontvingen Haare Majefteiten deswegen» de Compli*mnten van Gelukwenfchingen. Het is vastgefteld, dat de Inhaaling van den Ambasfideur, de Ceremon'cn en Vreogdebedryvingen wegens het aanftaande Huwelyk van den Infant Don Gabricl, met de Infante Dona Maria Victoriaj aanftaanden Maandag den j Men deeztr zullen aanvangen. Van de Poolfcbe Grenzen den i3len April. Onlangs is op order des Konings vin Pru'sfen een Commando Husfaaren van do Paarden naar Skar Jowe , in Polen „ gemarcheerd, om aldaar aftehaalen de Trck-Osfen, Zaagen, Bylen eri Ketens, die weleêr, wegens gefchil over het Houtvellen, ontnomen waren van zekeren Silézifchen Graaf van Borghausf tot Sulaw, cn teffens om de noodigemsattegelen K te  ( 74- ) te. neemen wegens het ongehinderd Houtvellen: Een Koninglyke Fiscaal deed by die gelegenheid de eerften hak in 't Woud, en alles liep in rust af. IVeenen den lóden April. Uit Palermo wordt gemeld, dat de Boekhouder of Xa^iier, van het Leechuis of de Lombard aldaar, een-Banquerout van 5-00,000 Ducaaten heeft gemaikt, waartoe een blind vertrouwen op zynen Biegtvader, veroorzaakt door een biïitenfpoorig Bygeloof, hem aanleiding had gegeeven, vermits hy dacht zonder de raad en de leiding van dien Mm, geene zyner Zaaken te mogen veirichten. Deeze, eenMunnik , die, of even verblind, of een fchynheilige was, ried,hem gedadig om, zo wduit den Lombard als van Particulieren, aanzienlyke Sommen opteneemen en die tot publieke utgaaven tebefteoden-, beloovende htm, volgens eene gewaande Goddelyke ingeefing , dat hy in de eerstko* mende maand April eene extraordinaire fomme Gelds uit de Lotery zoude trekken , waarmede hy als dan alle zyne fchulden konde liquideeren. In volkomen vertrouwen op de zekerheid van die winst, gaf de Man ongemeen veele Aalmoesfen, huwde verfcheiden Meisjes uit, liet Kerken en Capellen bouwen, of voorzag die van Fondfen en andere. Behoeftens, en waagde teffens bedendig groote Sommen in de Lotery. Dit ging zo.verre, dat de Regeering 'er eindelyk zich' sjtq gelegen liet leggen en rekening van hem eischte, die.hy,niet konde doen, alzo de groote winst nog was u'tgcbleevefl. Geduurende het onderzoek wierd d* Biegtvader ook in hechtenis genomen: Men vond zyne Wooning op het prachtigst gemeubleerd en eene sanzenlyke fomme Contanten in zyne Kas, diede Regeering inmiddels heeft laaten confisqmeren. Het ©ngewoone (henge Wéér, welk wy hieromftreeks in de eerde dagen deezer Maand gehad hebben, is fïdert eenige dagen merklykzagtergeworden. . Voorleden Zondag was, op .hoogst bevel van den Ke'ztr, uit alle de Voordeden naar de Metropoli'taan-Kerk van St. Stephanus eene Profeslie gehouden, ten einde den Hemel om afwendig van den Winter en van de k.waade gevolgen, daatuit ontfjpruitende, te fmtektn. Parys den nden April. De Minister van de Marine heeft bericht gekreegen, dat 's Konings.Fregat de Belloria,.te Kadix was binnengeloopen, zynde deszelfs Commandant, de Heer.de Caftebelle, daartoe genoodzaakt geweest, dewyl het Schip 31 duim Water ieder uur in kreeg; de medebragte Dépêches zullen zeker zeer gewigtig zyn, dewyl die Heer,dezelve in perfoon moet overbrengen, doch njet gezond zynde, doet hy de reis met een Chais en.dus is hem de Post vooruit i^ereeden. Zo dra de_aankomst van dat Fregat bekend wierd, verfpreidde men bier d: tyding, dat Trinquenemale door de Engelfchen genomen was, doch nietVgenftiande dit gerucht algemeen wierd gelooft, ondekte men echter wel dra, dat hetzelve fifchts van een Koopmans Cmtoor kwamen eefchikt was om de nieuwe/ Oost-Indifche. Compagnie te benadee'.en., welkers Act en des anderendaags uitge- fer ven zouden worden, zynde door een Arrest van 's Konings. Staats-Raad, gcagtekend den i4den Apiil 1785-, bevestigd; dat Arrest bedaat in 57 Artykels, tn.uit heizelveiblykt, dat het previlegie, aamdie Compagnie gegeeven, 7 Jaaren van Vrede duurt, door i2.Adminidtateuren zal bedierd worden, en het Fonds Bjartoe gefchikt, uit ia Millioenen, in Portiën van icco Livres verdeeld, zal tfflraao. x}^ Werkea. te Cherjjourg. jgeluUen. thans zeer wel en,men arbeid met onvert moei,-'.  ( 7J-) moeiden yver aan de. voortzetting van dezelven, zynde geduursnde den Winter, de Steenen enlut Hout door het Wier, Schulpen &c. aan den anderen gehechten zitten nu zo vast als Roifen, doende veel eer aan den Opper-Direöeur, en ztlf zyn 'er twee Engelfche Ingenieurs aangekomen, om de manier van het bewerken* te z'en, welke men hen getoond heeft op eene openhartiger wyze als die Natie gewoon ;s Vreemdelirgen te ontvangen, dewyl zy alles voor hen verbergen. Frankfort den liften April. S.dert eenige dagen hebben wy Dooiweé. , waardoor den Miin zodanig is gewasfen, dat de Tuinen en Velden aan dezelve onder Water zyn gezet. Het is een groot geluk, dat 'er in deeze omftandigheden geenzwaare Regen by is gekomen, want anders zou de hoogte des Waters misfctüea die van het voorgaande Jaar overtroffen hebben. Ondertusfchen wordt de loop der Posten daardoor ongemeen gehinderd, vermits zy in de Bovenlanden doot het Water niet voort kunnen. . Parts den ajften April. Toen de beruchte Paul Jones inden voorigen Oor. log etn Landing op de Kust van Schotland deed, maakte het Volk zich onder anderen me*fier van een Kist met een Zilver Servies, toebehoorende aan den Grar.t Selkirk wordende dezelve voor goeden prys veiklaard, maar Paul jones, de Eqaipagie haar aandeel in Geld geevende, wierd du* alleen Bezitter van dien Buit, over welke hy onlangs aan de Graavinne van Selkirk heeft gefchreeven, dat het* hem leed deed haar zo lang beroofd te hebben van het Servies,, veczoekende dat-i zy. hem een Adres binnen Londen zoude-geeven, om- hetzelve aldaar zonder be- 4nOD*hrtbelée^ antwoord, dat-die Dame gaf, verzocht Paul Tunes* den Graave de Vergennes de vryheid om die-Kist, vry van uitgaande Rechten vna Deeie beklaaghke- toeftand wordt nog vergroot door de gevolgen van de Staat- ■ zucht d« VoiVeo. die door het opkoopen en aanleggea van Magazynen den nogj overe-n voorraad van voorleden Jaar aan den Landman ontrooven. L JJTA zoften April. Heden verneemt men, dat de Spanjaards.een Etablisfemtnt hebben aangelegd in het E,land Tinim gelegen de ZmJzec op McRcaTÏnVvitlyke lentfie en 16 graaien Noorder breedte, tmfchen de Ph:lhpPynfcïï F%nden in Aft», en Acapnlco, in Amerika , en aldaar een fterk Guarm£-n ?'£Zlh^a. 'Mm wil, dat de geJuu ende togten der Engelfchen m> den Streeb hen Mb* om aldaar dat MM tef«xaleIeni.w«£  f ?*■) Mven onze Zeevaareaden, die in *t vervolg een togt rondom de Waereld zullea onderneemen, dit Eiland niet tullen kunnen aandoen, om zich te ververfchen gelyk Lord Anfon in het Jaar 174.1 deed, wanneer zyn Volk, door de Scheurbuik aangetast zyn ie, binnen weinig dagen in dit verruklyk Eiland herfteld wierd Volger» Brieven van Charlestown, in Zuid-Carolina, gingen de Gouverneur en Staaten dier Provincie geftadig voort met het maaken van nieuwe Reglementen ten voo.deele van die Provincie, tonder zich weinig of liever in het geheel rifet te ftooren aan debeflaiten van het Congres; onderwyl bevond zich dat Land in een bloeijende ftaat, en de orders, van buiten 's Lands, voor Carolina Ryst waren zo groot, dat, hoe voordeelig ook de Oogst mogt ut vallen, men niet in ftaat zoude zyn, om aan dezelve te voldoen. De grootfte quantiteiten waren gevraagd voor de Markten van Sirhra, Scanderpon, Conftantinopolen en Misfilat; doch het neemen van drie Schepen in de Middelandfche Zee door de Barbaarfche Roevers, had hen doen befluiten om geene Schepen meer der waards te zenden dan die in fta.>t zoude weezen om zich tegen die Roovers te kunnen verdédigen. ' Amfterdam den eerften Mey. Met de laatfte Brieven van Batavia heeft men tyding, dat aldaar in het Najaar 1784 en Voorjaar i78y aangelegd zyn de volgende Schepen, als: Voor de praslidiaa'e Kamer Zeeland, O verduin,' Kapitein C. Meyer, waarmede als Admiraal van de Vloot retourneeren zal de Wel-Ed Geftrenge Heer Mr. J. van Plettenberg, Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop; nog voor dezelve Kamer, het Zweedsch Schip Le Dame Jeanne Kapit ■C. Alm. Voor Amfterdam, de Harmonie, Kapit. P. C.Hoek; hetLoo, Kapit. D. Hulfebosch, en het Zweedsch Schip Concordia, Kapit. K. Breidholtz Voor Delft, Rofenburg, Kapit. G. Bruin, en het Fransch Schip laComtesfeduNord Kapit. L. de Varcor. Voor Rotterdam, Bredenhof, Kapit. P. van de Werth' en de Franfche Schepen 1'Empereur et Roi, Kapit. L. F. Audievre, 't welk reeds 11 binnengekomen, en !e Jeune Stanisiaus, Kapit. P. Menard. Voor Hoorn Hoorn, Kapit. If. Thierens, en de Zweedfche Schepen PAigle Noir, Kapit ■-Het HeaieU Redei;cbt verheldere uw verklaaring , * Godgeleerde Man! en ruste op de Openbaring; Zo maait gy 't Ongeloof en Wangevoelen flora: Zo treft gy 'c Addrenkroost, en doet de Heldraak beeven: Zo moei gy lang voor de Eer en Leer van Jefus leeven: Zo hang* de Kruisheldin U 't blinkendst Feestkleed om. Uit Eerbied^ |Jeï getal der Doode* van de voorgaande week is 139. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Petersburg den iaden April. Van Moscon heeft men hier deezer dagen tyding gekreegen, dat aldaar een Rusfisch Koopman een Faillet had gemaakt van meer oan 260,000 Roebels, waarby twee Gomptoiren te Amfterdam meer dan 130,0001 Roebels zonden te kort komen; ook meldt men nit Vryburg, dat aldaar een der ©u3fte en folidefte Huizen van Negotie mei* cen Faillet van 100,000 Roebels ge* maakt had ; waarvan de verliezen voor het grootfte gedeelte op de Hollandfche en andere Buitenlandfche Crediteuren zoude vallen. Weenen den aoften April. Zonder dat men nog met zekerheid kan beflisfen, of'er werklyk een Oorlog zal plaata hebben, (iets, dat mogelyk alleen zal afhangen van de pa ty , welke Rusland en andere Hoven zullen kiezen,) worden ten. minden de Toerustingen voortgezet, als of dc Oorlog onvermydelyk te wachten Ware. En wyl dezelve onnoemelyk veel Gelds zal kosten, blyft Zyne Majefteit betïendig voortgaan, met zo veel mogelyk zyne Geldkoffers te vullen. Ten dien einde is 'er wederom een bevel uitgevaardigd, om een groot aantal Kloosters te vernietigen, en derzelver ryke Goederen in de Schatkist nitteftorten ; en wel, onder veele anderen, 22 Kloosters in Tirol, ij in Moravië'n en jy in Boheemen 5 fchynende Zyne Majefteit van begrip te zyn, dat den Vorften het recht toekomt, om over de Goederen van Particulieren te befchikken, en zich dezelven toe te eigenen. Ook zal 'er eerstdaags eene Belasting op de Landgoederen en derzelver Produöen gelegt worden; wordende de bepaaling van dien alleenlyk uitgefteld Hot dat men by de inzameling der Produ&en bevonden heeft, hoe veel de Landen fcunnen opbrengen; zullende dus de Eigenaars, naar maate de Vorst des Hemel6 hen meerder zegend, door den Vorst der Aarde te meerder gedrukt worden. Terwyl de Keizer door het Ediö van voorleden Jaar de Emigraiicn, of de verhuizing zyner Onderdaancn naar andere Landen, verboden, en hen dus, ftrydig met de natnurlyke vryheid der Menfchen, grondvast gemaakt heeft, is''er m\ eene nadere Ordonnantie ra het licht verfcheenen, waarby de verhuizing van de eene Keizerlyke Provincie in de andere gefaciliteerd worden, echter met eenige fcepaalingen, en provifioreele uiifluiting van Hongaryen en Zevenbergen. Dia fcteft dc Keizer de Ketting, waaraan hy zyn Volk gebonden heeft, cen weinig langer, en den kring hunner beweeging een weinig grooter gemaakt. Maar wee déti Hond, die zyne Ketttag breekt, en buiten den kring loopt ï Van Zevenbergen heeft men, dat aldaar nog een vierde Opperhoofd der muitende Wallachiers gearresteerd is. Zyn naam is Peter Botsch/ I Niemand dacht *in hem; hy was het onderzoek ontfUpt en leefde gerust in zyne WooniDg sonder dat hem waaifchynlyk ooit de luit bevangen zoude, om den Opftand te Servatten ; doch hy werd beklapt door een Priester, die mogelyk uit een-medeladend bsginftj gevreesd heeft, das zyne Straf bies namaals zwaarder zyn mogt, wan-;  C 79 )' wanneer hy de Aardfche Strafte onding. Alihèns, de Prielter kreeg voor deez** aanbrenging eene Aardfche Vergelding, te weeten een Gouden Medaille, ter waarde van 100 Ducaaten, (want men beloont thanj alles met Medailles,) en een Jaargeld van 200 Guldens. Men hoopt, dat de Executie van deeze Peter Botsch het laatfte Tooneel zyn moge van de Ysfelykheden, die het ongelukkig. Zevenbergen heeft opgeleverd, en den waaren Menfchen vriend des te dieper grieven, wanneer hyzict, hoe Heersctuucht Verdrukking voortbrengt, Verdrukking Tegenftand, nuttelooie Tegenftand Woede, Woede Misdaaden, en dc Misdaad op het Schavot brengt hem , die in andere omftandigheden mogelyk een braaf Burger geweest zoude zyn, en de Wetten der Burgerlyke Maatfchappye niet zou orertreeden hebben, indien ze alvoorens ten zynen opiigte niet op eene fchandelyke wyze gefchonden waren door die geenen zeiven, welken hem nu als Rechters veroordeelen. v . Magdenburg den zyften April. Thans iade geheele Dam by Prefter door bet geweld van de Elve wechgefleept, als dewelke nu ep het hoogst gefteegen is, en daardoor is de Ovcrftrooming zo groot geworden, dat het Water den zogenaamden Clus-Dam, en alle Dorpen die in dat Diftriö leggen, geheel overftroomd heeft, zodanig dat het reeds ter Toorn-Schans alnier dreigt intedringen. De pasfage van hier naar Berlyn is dus, te Lande, gantsch geftremd en het Tranfport der Posten moet nn met Vaartuigen gefchiedep. De geheels zogenaamde Krakauer Schaapertfokkkery is, benevens den Herder met eenige duizend ftuks Schaapen, in 't Water omgekomen en veel ander Vee is mele reeds verdronken. Men vreeie niet zonder reden van nog grooter ongelukken te zullen hooren. 1 Parys den i8ften April', Van den onlangs overledenen Heer van Pompignan 4 die een doodelyke Vyand geweest is van den Heer Voltaire, wordt dé volgende Ancedote vetteld: Toen 'er geen middel meer overig was, om hem in 't leven te behouden, wierd hy van zyne Vrenden aangemaand, om zich door Geëstelyken tot zyn einde te doen voorbeieiden. Niets konde hem hiertoe overhaalen. De by veelen zo vreeslyke naamen van Duivel en Helle, die men hem ge» duurig voorhield, konden niets baaten. Eindelyk riep zyne Gemaalinne angftig nit: „ Myn lieve Man, bedenk toch, dat gy eeuwig brandei) zult naast de zyde van den Schurk Voltaire, wanneer gy onze wenfchen niet vervult!" Terftond? beurde de Zieke zyn hoofd op, en onderwierp zich boetvaardig aan alle de ge» /woonlyke Plegtigheden. , Frankfort aan den Oder den a8ften April. Sedert gisteren heeft het hier allerdroevigst met het Water uitgezien. De Oder is zo ongemeen hoog opgezwollen* dat niet alleen de Oder-Brug door het geweld des Waters wechgedreeven, maar *ok verfebeidene doorbraaken daardoor veroorzaakt zyn, waardoor eene algemeene overftrooming en verwoesting in de omliggende Landftreek aangerecht is>. Alles ftaat onder Water, byzonder zyn onze Voorlieden gantschlyk geïnundeerd» Doch het geen nog. dit alles te boven gaat, is het onherftelbaar verlies, welk vrf door het ongelukkig ftetfgeval van den Doorluchtigen Hertog Leopnld vanBrunïwyk, gisteisn,' geleden hebben, die, om noodlydende Menfchen te helpen, zicto met nog drie Schippers in eene kleine Schuit des middags tuifchen li en 1 uuren ever den Oder, wilde laaien zettenmaai het ongeluk-had, aan den overkant der ' - i - . ;: Ba-  Rivier, digt by eene doorbraak, door het omflaaa van het Vaartuig te verdrinken. Zyn ontzielde Ligchaam heeft men tot heden toe nog niet weder kunnen vinden. De droef heid over het verlies van deezen beminnenswaardigenen veelbeloovenden Prins is hier algemeen. De geheele Burgery, de Univerlïscit, zyn Regiment, en byzonder de Armen, wier Helper hy was, betreuren hem. Berlyn den 3den Mey. Heden voormiddag om 10 «uren, heeft men eindelyk het ontzielde Ligchaam van den Hertog Maximiliaan Julius Leopold van Brunswyk gevonden, en wel op den grond, Hechts 100 fchreecen van de plaats alwaar Hoogstiénzelven verdronken is, en dus eerst zes dagen na zyn beklagenswaardig uiteinde. Tholen den gden Mey. Drie Soldaaten van ons Garnifoen onlangs, op eene baldaadige wyze, twee Boerenknechten op zekere Hofftede deerlyk afgeranfeld hebbende, zodanig, dat den een verfcheidene dagen het Bedde heeft moeten houden; zo zyn de voornoemde Soldaaten door den Heer Bailliuw deezer Stad (conform de Refolutie, by de Heeren Staaten deezer Provincie op de Militaire Jurisdictie genomen,) gereclameerd, en ook aanftonds door den commandeerenden Militairen Officier overgeleverd. De Heer Bailliuw deed tegen deeze Supplianten een drieteedigen eisch; te weeten : of een corporeele Straffe, of Bannisfement of wel alleen te Water en te Brood te zitten, welke laatfte ftrafte wel voor dezulken , die aan overvloed gewoon zyn, vry zwaar is, doch eenen armen Soldaat wiens dagelykfche Portie weinig beter is, dan Wateren Brood, niet buitengewoon hard kan vallen. Met deeze laatften cisch nochthans heeft de Weth zich geconformeerd, zynde twee dier Soldaaten vcrweezen, omveertien dagen lane en de derde tweemaal 24 uuren, te Water en te Brood te zitten. '■■ Van de Neder-Elve den 3den Mey. Over Petersburg heeft men tyding dat te Mosdok en Kislar, in het Caucafifche Gebergte, den ajften February'deeies Jaars, eene zwaare Aardbeeving gevoeld is, welke van 2 uuren des namiddagi tot 1 uur des nachts 'vier ondeifcheidene reizen herhaald werd. De Schokken duurde telkens a mirnten lang, en waren zo fterk, dat Soldaaten, op hunne Posten op Schildwacht ftaande, omgevallen, en Kagchels in de Kamers neêr^eftott zyn. 'Londen den 3den Mey. De Tapper Samuc'1 Hoafe, die zich berucht gemaakt* had door by alle gelegenheden te toonen cen groot Voorftander van deu Heer Fo£ te weezen, heeft daarvan deezer dagen op zyn Strefbed nog een doorflaande blyk gegeeven. Deeze ieverige Patriot zyn einde voelende na ieren, betuigde hy aan den Rid 'er Elliot, de Lyfmedicus van den Prins van Walles, aan wien men de zorg voor de herftelling van dien welmeenenden Samuël had toevertrouwd hoe gaern hy den Heer Fox nog eens wilde zien, om zyne laatfte zucht aan hem tr't te boezemen; en de Ridder Elliot daarvan aan den Heer Fox kennis tege^ven hebbende, begaf zich de laatstgemelde op ftaande voet naar den zieken Tapper dië hem zo dra niet zag inkomen, ofhy riep uit: „Ik fterf vergenoegd!" Engafoo'gen* bliklyk den Geest, tot groote aandoening van den Heer Fox en van alle die'er tegenwoordig waren. GeL-ukt by de Erve de Wednwe JAC,OBUS van EGMüNT'"~ op de Reguliers Brecftr-at, te Amilerdaia.  DE . „ HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 21 Mey 1785- N". ïl. , kaS^—^iMm ha gchK,e H,"s di"door" den iSden O^'^^^^, Sp,nje toebehoorende, is aangekomen, Hierro, een der Kanwnch e iu ana , PalleJrtrearigfte Gebeurtenis, welke op hebben wy een V erhaa» ^J"^;* „en. Daags te vooren, den 6ien deedcn 7den dee«M„ d t ^»d^°^M!Ilde K„ witfc Vlag, 37 Perfoonen aan „r, waren aldaarnu^/" ,w £ch bevonden vyf, of gelyk anderen zeggen, xer Land| gekomen« ™ "T^Brnffl. iy waren aan Strand gekomen, ven Vrouwen, met ^inderen.°èV;i,nH nr. een Dlaats die aan de Lmdiyde omaan de Zuid-Westzyde van dat E.£d J^^ff^^g in het Land volringd is ™th°K^ daar een fteile ftiekt onmooglyk maaken »"g"°n«;1 ƒ M > , k rasfeeren ban. Deeze en enge doorgang ,. f^^^^^ J^^^a^ 9 doorgang wierd terftondd«or eenige taan ^ ^ ^ bekcnd bezet, terwyl »™^« ^ 1 ^ Cald difi Urftond den Raad vaa «naken aan den Gouverneur Don J Ongelukkig voor deeze arme Menfchen, wade Stad over dit geval byéén hoofde vtn de Pest, die in font- ten 'er onlangs «"^te orders u,*£^ hoe genttmd te laaten **? g;deeUAn „T en S onderzoek van derzelver Papieren, ten einde daaruit *anl?du?\T 'er leen gevaar van befmetting te duchten was. De Gouvetzou'.e Wyk«. d« «^™|^"e le vreezen, dat 'et mooglyk onder deaangeneur, vreezende, of yo°rS"*e"° moeten weczen, ftelde voor, om hen alle gelandde Perfoonen met de 1P"^^^^" Raad «rzetten zich ten fterkf|en hals te breeken; d»^^1n^ radewe onnoozele Slagtoffer* ^^ySSS^^f% zweerden, dat deeze ongele  (8a) Vreemdelingen alle gezond fcheenen te weezen; dat waarfchynlyk eene onre?> Wachte ramp hen zoude genoodzaakt hebben, een verblyf op die Kust te zoeken ; dat het onrechtvaardig en y/reed was, om hun aan de allerftrengfte ftraf te onderwerpen, uit hoofde van cen Wet van dit Lsnd , die- toch maar een tyd moest dnuren, en van welke zy by mooglykheid geen kennis konden hebben, d3t de plaats, op welke zy zich bevonden, de Inwooner» genóag dekte voor alle befmetting, indien men anders maar den doorgang bezet hield; dat men ten minften die ongelukkige Vreemdelingen moest bewaaren, tot dat men aan den Gouverneur der Eilanden, die te TenerifTa refideert, kennis gegeeven had : Dan dit alles mogt niet basten by Don Briz en de andere Leden van den Raad, die, deeze redenen geen gehoor geevende, het fchandlyk en bloedig befiuit namen, om hen alle zonder genade en zonder uitftel te vermoorden. Dienvolgens'wierd de Militie order gegeeven, om te marcheeren naar de plaats, daar dit yslyk befluit moeit ter uitvoer gebragt worden, (lellende zich de wreede Don Briz.aan hun hoofd. Zy vonden de arme Slagiöfters verfpreid langs het Strand, zynde de Mans bézig met visfehen of wandelen, en de Vrouwen met, in het Zand zittende, elkandess Haair öptemaaken, of met eenig Linnen te wasfehen, terwyl, de overige hsare Kinderen reinigden. In dien toeftand wierden zy door hunne helfche Moordenaars gevonden, welke om hen by clkanderen te krygen, en dus gelegenheid te hebben, om hun Godvergeeten oogmerk te bereiken, eene ledige Kist op het Strand lieten nèderzakken: De ongelukkige Menfchen, denkende, dat 'er eenige verkwikking voor hun in zoude weezen, liepen ook terftond naar de plaats , daar de Kist nedergelaaten was, wanneer die bloedige Moord begon. De Menfchelykheid beeft 'er van! In weinig oogenblikken was het einde van hun beflaan daar «itgezonderd van een der Vrouwen, die met haar Kind tusfchen de Rotfèn vluchtte' en van een Man, die, in zyn Arm gefchootcn zynde, zich in Zee begaf en twee* uuren lang zwom, doch eindelyk, toen hem zyne krachten begaven, zich opeen .Rots begaf, op welke hy echter met een Sabel in (lukken gehouwen wierd terwyl de elendige Vrouw, insgelyks vervolgd wordende, door verfcheiden Ponjaard (leeken, met haar Kind aan de Dorst, vermoord wierd. De onbarmhartige en godlooze Gouverneur was de eerfte geweest, die op hen gevuurd had, doch merkende onder zyn Volk een zigtbaaren afkeer, om zo veel Menfchen in koelen bloede te vermoorden, dreigde hy, indien zy zyn voorbeeld niet volgden* of inasr aarzelden, hen voor de.kop te zullen fchicten, en om te toonen dat'het hem ernst was, doeg hy een Man, die het digst by hem Hond, en een afgryzen v w« w" » «"vi » utusitiiu," len, tot het Feest genaamd Giuoco del Porno, om hetzelve met alle pracht erï ycrfcheidentheid uittevoeren, federt dat men vernomen heeft, dat de Koning en Koningin van Napels, verteld van de Kounglyke Infame, hetzelve zal bywoo» pen.. Het Lust-Feest begint den Qien Mey, en den nden zal het Spel op'dea Brug gefchieden. Dit Heroïsch Gevec'it, wierd alle 3 Jaaren gehouden, o? den fchoonen prachtigen Brug over de Arno, die geheel uit Marmer gemaakt is. De Burgers deezer Stad aan deeze en geene zyde der Arno, komen in twee partyë'n, (deeeneSt. Ma* ria en de andere St. Antonicr) vech'.en tegens elkander met groote ernst, gewapend met Harnasfen ea Stormmutfcn, om de overwinning van de Brug. Toen dc tegenwoordige Hertog voor de eerflemaal deeze Stryd zag, wierd onder zyn oog een Burger doodgeflagen, federt dien tyd heeft het niet weder plaats gehad. Waven den z8ften April. Op de tyding van de bevalling der Koningin van Frankryk, eischte de Keizer de Rekeningen van de onkosten, welke de overledene Keizerin by een gelyke gelegenheid, aan Feesten, had gemaakt. Zo rasch Zyne Majefteit hiervan onderricht was, gaf Hoogstdezelve bevel, om een dier* gelyke Som uittebctaalen aai het Inftituut van den Armen. Breslau den eerften Mèy. De fchade, door de Overftrooming van de Rivierde Oder in onze Landftreeken veroorzaakt, bedraagt reeds twee Millioenen Daaii dërs en nog weeten wy alles niet. In andere ftreeken, by voorbeeld by Neisa; en Kolel, wil men, dat het 'ér nog droeviger uitziet. De meeste Bewooners der overftroomde Landen hebben hun Vee, en gedeeltelyk zelfs hunne Huizen, verlooren en eenigen, die nog ftaande zyn gebleeveu, moeten noodwendig inftcr- ten om dat zy zo. lang m het water geitaan nebben. Het water is nog ongemeen hoog, Ichoon het nameen wein'g begint te vallen. Wanneer de Menfchen niet geholpen worden, moeten zy van honger fterven. De Joodfchc Natie alhier heeft reeds, door een edelaartig medelyden over den algemeenen nood bezield > meer dan 1000 Brooden doen bakken, en in de naastgelegen Dorpen laaten ronddeelen. De Kooplieden zyn hierin ook niet agterlyk geweest, maar hebben voor 200 Daalders aan Brood doen uitreiken. De Magazynen zyn insgelyks, wel is waar geopend, doch door dit alles kunntn alleen de nabygelegen Landftreeken eenige hu1? worden toegebragt. Onze Minister, de Heer van Hoym, doet intus» fchsn zyn best, om, zoveel mogelyk is, allen Noodlydenden te helpen. Parys den 3den Mey. De onverwachte hulp van den Zuiden en Zuid-Oosten Wind welke een dag of twee gewaaid heeft; voerde meer dan 40 Sche-pen', waarvan de mcesten federt twee maanden voor onze Stranden gezworven hadden 3 in de Havens van Bourdeaux, Nantes cn andere, met Scheepsvolk, dat byna van henger ftotf. De Sthepen, welken met voorraad van Levensmiddelen van Nan» tos v.'^ren uirgevaaren, uui « uuu iv. u.^s».", >-'» »«- ..«uuw «un eeniger wyfe het leven geted.^ Ue cstal JNantes ïeverc menu ecu uiubuukuu «ouiurem up »uwniui|jcio.»gezindheid onder de Kooplieden met opzigt tot de gevaaren, welke de Schepen ia 1 Zee kannen fotipeti, die uit de Colonics afgevaardigd zyn, en door da Tegenwinden, be'et worden om aan de Franfcke Kusten en in de Havens-je koaen. Wys JU. 3, - aslsK-  : ....... (84) -tallen daarvan vetflag doen uit een Brief van een Inwooner dier Stad, gedagtekend den nden April; die xich daaromtrent dus uitdrukt: Sedert lange zucht onze Stad onder 't Lot der verwachte Schepen, en onder de'fchaarsheid van Levensmiddelen, waarin het Scheepsvolk zich moet bevinden; maar zich vleijende met verandering van Wind by elke Quartier Maan, ftelde zy de uitvoering uit van een Ontwerp, welke,goedgekeurd was. Eindelyk werd het Nieuwe Maan, zonder dat de Wind veranderde, en Maandag opende men eene Infchryving om Schuiten te doen vertrekken met Levensmiddelen gelsaden, om in de Golfte gaan kruisfen op verfcheidene afftanden; dezelve werd algemeen, en • twee Gommisfarisfen werden belast met de uitvoering. De werkzaamheid was zo croot dat twee Visfchers Schnteuen cen Engelfche Brik, gisteren avond in Zee gingen. De Laading beftaat in: 34 Vaten Befchut, 18 Kwarten Meel, 14 Zakken Aardappelen, 18 Vadem Hout, 9 Tonnen Ryst, 18 Vierendeels Oslèn•vleesch 9 Ankers Azyn, no Broodea van 18 pond, 4 Ankers Pruimen, 8 Kwanen Groene Erwten, 180 Vaten Water, 4f Vaten Wyn, 18 AnkersBrandewyn, 0 Kisten met Kaatfen, 8 Kruiken Olie, 14 Waschkaarfen, 4 douzynen Vuurpykn voor den nacht. Elk Vaarnfg heeft twee Officieren van de Rivier, die order hebben om alle de Schepen zonder ondetfcheid, die het noodig hebben, te voorzien. Het accoord met de Meeftets gemaakt is ao Livres op een dag, hun zullen daarenboven 40 Livres gegeeven worden voor elk Schip dat zy ontmoeten zullen. Men beantwoord hun voor de Schepen, die tegen een per Cent geasfureerd zyn. Zy moeten in Zee blyven tot zy hunne Voorraad zullen uitgegeeven hebben; en indien de Wind veranderd, zullen zy agt dagen blyven, om op de Schepen te wachten, die nog niet hebben kunnen binnen komen. Daar zyn ïóo Intekenaars, hetwelk de uitgave brengt tot 96 Livres voor elk. Een kleine Som, waarlyk, voor zalk een groot nut. Van de Neder-Elve den 6den Mey. Van Warfchau fchryft men, dat den lillen April het Vonnis in de bekende Zaak, wegens het voorgewende toeleg om den Prins Czartoryski door Vergift tedooden, over de zogenaamde Madame Ugramow uitgefprooken is. De groote Kamers van 't Paleis der Republiek waren niet groot genoeg, om al het Volk te bergen. Dat beruchte Vrouwsperfoon, welk pog (leeds gehoopt had, met een zacht oordeel te zullen vrykomen, werd gantsch .ontfteld, toen het vernam, dat zy den volgenden dag zou gebrandmerkt, en daarna voor haar gantfche leven naar Dantzig in het Tuchthuis gebragt worden. Den volgenden morgen werd de Executie aan haar volbragt. Zy werd op een flegten Wagen met wat Stroo, uit de Gevangecis, onder eene fterke Wacht, naar de Markt van de Oude Stad gereeden. De Markt was met Uhlaanen bezet. De Schetprechter nam ze van den Wagen, bond ze aan een Paal, en brandmerkte haar"op den linker Schouder, waarby zy hevig fchreeuwde. Vooraf werd nog eene menigte Papieren voor haare oogen verbrand. Na de brandmerking werd zy flaauw. Men wreef de gebrandmerkte plaats met Buskruit en Zout, maakte ze los van den Paal, en leide ze op den Wagen. Zy werd met een Mantel bedekt, cn zonder Wacht wederom naar de Gevangenis gebragt. - ♦SiAnks bj net mooijrr..WePr dan in 1767; en daardoor zelfs hebben wy reden > 1 te griaosfers,.^ wy in 't Èptt een groottyea overvloed van Regen zullen hete  C 9* ) ^ hebben, dan 'et in dat Jaar viel; om dat de menigte der Wolken, welke de uit> waatfeming al tyd vouitbrengt, op den een of den anderen tyd op de oppervlakte;, ten minde van een 7,0 groot Land, als Frankryk is, weder moet neervallen. Berfa ft den 21 Mey. Van Stettyn heeft men de onaangenaame tyding, dat op de Ree van Swinemunde veel fclude gefchied is. Door den zwaaren Stroom van het heoge Water is aldaar zo veel Zand.aangefpoeld, dat 'er veele ondiepten* ontftaan zyn waarop verfcheidene belaadere Schepen, door den hevigen Stroom en Wind vast zyn geraakt en in (tukken geftooten, waarby ook verfcheidene Menfchen verongelukt zyn. Onder anderen is eene Boot, waarin een ScheepsKapitein en verfcheidene Matroozen waren, om nssr het Tolhir's te gaan, omgeflagen, en alle die Manfcbap is verdrenken. Daar liggen veele be/ra.te Sch< pen van Bourieaux die wegens de hoogen Watervloed niet ontlaaden kunnen; ook niet eens met kleine Vaartuigen over de aangefpoeide ondieptens hunne Goederen kunnen laaten brengen. Extrsö uit een Brief van Breda den zyften Mey Heden ochtend hadden wy'hier twee Militaire Begravenisfen, een van den Baron van Weyhe, Luite* nant met rang van Kapitein, in het tweede Battaillon HolUndfche Guardes te voet- de andere van den Vaandrig Eichhorn,. onier het tweede Battaillon van het tweede Regiment van den Furst van Waldek, welke beide. Heeren voorleden Dingsdai middag, op eene ongelukkige wyze, in de Rivier de Mare verdronken zyn wordende beide zeer beklaagd. Men wil, dat de laatstgenoemde, door Memchlievendheid aangezet, den eerften ziende verdrinken, is toegefchooten; doch geene genoegzaame kunde van.'t zwemmen hebbende, en geen krachten genoeg, om zynen Vriend te reddeu, zyn leven ter redding van dat van zyn Vriend 'èr by in Soldaaten als Matroozen, cn uit deCompagnies Schepen en mindere Vaartuigen zo Europeefche, 25-7 Inlandfche Militaiien, en 35 Inlandfche Zeevaarenden, in alles een getal van 734 Koppen. Dit eiri" zo (lil in zyn werk, dat de Vyand daarvan geen de rmnlte kennis kreeg, terwyl voTgens het beraamde Plan, alle de Chaloupen en Vaartuigen, om de Oost, onder het Kreupelbosch verzamelden, daar zy lange-buiten het gezigt van den Vyaad koide blyven. Intusfchen hadden wy des daags te vooren zwaare Werp-ankers aan den Wal uitgebragt, en kortte zo als de Landings-Vaartuigen van board af waren, met het breeken der Vloed, zo digt tegen dendroogen, als de voorzit^ t:gheid vorderde, en hielden de Onder- en Beven-Batteryen gereed, omzoiaschde Vyand ons voorneemen ontdekte, dezelve aanftonds te kunnen befcföeten. De Kotters de Patriot en de Batavier hadden hetzelve gedaan, de beide Ponten met Kanon be-.et, en kortte in den donker-, in alle ftilfe, digt onder den Wal om de Landing te dekken. , Al>' E'fch'edde met zulk een ftilte, dat het kwartier voor 6 uuren. das reed**  (9M iigt was, eer 'er de Vyand iets van ontdekt had, dewélke daarop met een eroot gefchreeuw en het doen van een Kanonfchoot, allarm maakte. Oogenbliklyk begonnen wy uit alle de Schepen door een geftadig, doch wel geappoincWrd Vuur, den Vyand het verzamelen te beletten, dat van een zeer gewenscht effeér. was, te meer, wyl het Water maar zeer langzaam opvloeide, zo dat onze Chaloupen zich tot circa 7 uuren onder den Oostwal moesten ophouden, eêr het Water hoog genoeg was om de Landing met gerustheid te kunnen onderneemen wanneer alle onze Vaartuigen ftout en onder het continueel roepen van Hoezee? een welgeregeld Poloton-Vuur uit dc Chaloupen op den Vyand, langs het Strand in de Kreupelbosfchen liggende, maakten, en digt langs hunne Verfchanfineen met een ongelooilyke tranquiliteit, tot de beftemde Landingplaats opvoeren endoor den Major Hamell geleid , circa ten 8 uuren aan den Wal roeiden. De Lieutenant der Troupen van 't Schip Utrecht, de Heer Wifchcr, was de eerfte die aan Wal fprong, gevolgt van twee Grenadiers, cn daarop den Major Hamell zelve en niettegenftaande een hevig vuur en tegenftaad van den Vyand, waren de Europeefchen in een oogenblik geland en rangeerden zich direél, onder het continueel en geregeld Poloton-Vuur, met de grootfte moeden bedaardheid in zodanig Corps als door den Heer Hamell gecommandeerd wierd, die alle direö opmarcheerde' agter de grootfte Battery, waarvan de Vlag van Radja Hadjie altyd gewaaid had en nu nog woei; hier vonden onze Troepen een fterke tegenftand, doch door -hunne bedaardheid cn fermiteit triumpheerden zy over de Vysndelyke Meerderheid en Verfchanringeni terwyl ten 9 uuren de Overwinning zich geheel aan onze zyde decideerde, den Vyand overal op den vlucht floeg, met agterlaatine van alles het Slagveld met Lyken bezaaid hatende; terwyl aan de Oostkant van hun Campement de Vaartuigen en Verfchaniingen reeds in de brand ftonden 't welk de fchrik voltooide, en die, door het geduurig «pvliegen van het daarin zynde Kruit onophoadelyk gaande gehouden wierd. ' • In één woord, het heeft God goedgunftig behaagd, NeèMands Wapenen te ze*, genen, en ons de volkomcnfte Overwinning over den Vyand te geeven die im mer bevochten is geworden; al zyn Gefchut, groot en klein, ten getalle van 126 Metaale en 16 Yzere Stukken, is in onze handen gevallen ; 21 Vlagden en Vaan dels zyn door ons als zo veele Zegetékens genomen; een aantal van 47 zo groote als kleine Vaartuigen, nevens alle de Verfchaniingen en Magazynen zvn aan dl vlammen opgeofferd; en het getal hunner Dooden en Gekwctften is'zeer groot' Onder de Gefneuvelden is Radja Hadjie zelve, nevens drie andere Printen en zo gezegd wordt, drie zyner Zoonen, benevens verfcheidene zeer aanzien'lvke Grooten; terwyl wy aan onze zyde niet meer dan 12 Dooden op 't Slagveld en 41 zo zwaare als ligte Gckwetften bekomen hebben, van welke tot heJen' toe (6 July 1784) nog 6 overleden zyn, alle Europeefchen van', Lands Schepen , terwyl van de Inlandfche Militairen 13 gek west zyn geworden; de overiie Ge' kwesten worden thans buiten gevaar gerekend, behalven de eerfte Officier van 's Lands Fregat Juno, Kapitein de With, den Lieutenant Faber, dewelke door een Kogel het Dr.been, digt aan het Lyf, geheel vermorfeld is geworden, waarSyft worlSn»^ ^ ' M tl"fChen hooP-cn vrees van herftelling «sdrukt bZ de Erve de Wed. J. vAk ECfiOHT: oP dc Regulier, BteêfeTt, te AmOertanu"  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den ii Juny 1785. N°. 24. Jj[et getal der Dooden van de voorgaande week is 143. Van elders verneemt men de volgende Byzoüderheden. f Lisftbon den 3den Mey. Den 22ften laatstleden zyn Kunne Majefteiten, nevens de Prinfen en Prinfesfen van de Koninglyke Familie, van hier vertrokken, om de Spaanfche Infante Donna Charlotte Joachime, Bruid van den Infant Don Juan van Portugal, aftebaaien. Den 24 en 2yften te Evora ftil houdende, wyl de zwakheid des Konings geene lange dagreizen toelaat, vierden Hunne Maieftei* ten op den laatstgemelden dag, met veel plegtigheid, de Verjaaring der Bruid, welke toen in haar elfde Jaar trad, en dus in cénen fprong van de Kindsheid overgaat tot den Gehuwden Staat, alle wiens pligten zy dernalven nog bezwaarlyit zal kunnen vervullen. Den 2óften vervolgden Hunne Majefteiten de reize naar Ville-Viciofa, van waar men verneemt, dat zy behouden zyn aangekomen. ' Parys den zéden Mey. Eergisteren heeft de Koningin haare ftaatelyke intreede in deeze Stad gedaan, om in de Kerken van Notre-Dame en St. Genevive openlyke dankzeggingen te doen voor haare voorfyoedige bevalling en gelukkige herftelling, en tevens dc blyde hulde des Volks te ontvangen. De Trein van Haare Majefteit beftond uit 18 Koetfen, en de Straaten, waardoor dezelve pasfeeren moest, watcn met eene dubbele rei Franfche en Zwitzerfche Gardes bezet. Van alle kanten hoorde men niet daa luide toejuchingen. Des avonds verfchêen Haare Majefteit in de Cxtra, foupeerde by haare Schoonzuster, de Graavinne van Artois, reed na den Maaltyd door de Stad , om de fraaije Iliuminatiën en het prachtig Vuurwerk te zien, die inderdaad alle befchryving te boven gingen. JDes nachts fliep Haa:e Majefteit in het Paleis des Thuilleries, vertoefde hier gisteren den gantfeaen dag, ontving cen aantal bezoeken, woonde des avonds de Italiaanfche Gomedie by, en keerde, na het eindigen van dien, naar Verfsilles terug. Da Polieie had, by deeze gelegenheid, alle mogelyke voorzorgen genomen, om wanördens voor te komen. Dcsniettegenftaande is 'er eergisteren avond een droevig ongeluk gebeurd. De Paarden van een der Rytuigen, door de fhgen van het Vuurwerk verfchrikt, iaakteu aan het hollen, e» ftooven midden onder.het M 3 Vollt  (94) «olk in. Een Heer en eene Dame zyn overreeden, en hel-ben »ngelukkr' óe Beenen gebrooken; terwyl vctfcheidene Perfoonen meer of min zwaar itekwei* Zyn , eêr men de hollende Paarden konde (tuiten. geKwetst Voor eenige dagen heeft de Heer J.ff^on, nieuwbenoemde Gezant van h■ de terug reize naar Amerika aanneemtn. Men vroeg hem onlangs, waarom hVeene Ambasiade, weke hem zo aangenaam was, en,, het Climaat van Frank-vk 'i wek hy gewoon geworden was, verliet, om in zyne hooge [aa-en »nu V-ni verre reize te onderneemen ? Indien ik geen Vaderland had, (£f £ oude Mm ten antwoord) zoude ik wenfchen in Parys, onderden aangenaamen krmg mvner Vrienden,.myne dagen te eindigen; maar ik kan de verzoeking niet wedeET om al ware het Hechts voor écu «ogenblik, het genoegen ,e fmaaken vanm^e' Medeborgeren vry, en op het punt te zien van zo gelukkig te zyn als ik: hen il looi heb toegewenscht.» Zo zyre zedigheid hemniet weê.leld? ad hv 'er vrvt lya mosen by voegen : „ En om hen tot myne laat (te oogblikken nmL.LJI » • Mechekn den zSfteu Mey. Een Fransch Deferteur „ T„r~ Ta K ' k federt 4 h f maanden, by het Regiment van Kt^it^^dm^J^ en taal waren oorzaak, dat men hem in 't oog hield en hv hvV^c fY R ,? g uiig ng Ongelukkig was hy de, z3ttea deezer? by het Stgaan M^fr" v * m een Straat, alwaar hy on.moettede twee jonge Dochtè s van een^nrf». v' man, die ut dezelfde Kerk kwamen en wefkers eene he^vry^b^yïfSeS" Hy wilde haar #omaelzen; maar het Mesje, verfchrikt op 't Lzi«ïai1 «n ?«Y daat, dien zy n:et kende, neemt de vlucht, terwyl h^are Zuster f n Z inlhat De Deugniet vervolgt de eerfte/^iJS^^S ^SSi heeft den tyd met, om de Deur te fluiten, zo dat de Soldaat mede bïnm en niemand ziende, die zich tegen zyne dolheid kondeÏÏKtM %ïfi?AMt» meer dan 20 houwen met den Sabel. Deeze^neelukkfeïf?Wf'n& }7 «* Jagen. De Moordenaar gaat naar een K^cT^^toTetP^ Beeld, flaat zich op de borsr, en roept: „ Ik h.b-den dood v rS » pï"?' ner hammeraads-, die hem zag, en van den Moord niets wiu »nï" 2y" Kwart er brenger. Hy volgt ook, gednurigSdeVe^ brengt hem m de Gevangenis. Men ondervraagt hemHytktd ~ 2 geen andere reden, waarom hy die ysfelyke MMaad beireefen heeft d^ ^" net leven moede was. De Officieren van het Regimentv,1 St.ny deeze Gebeurtenis* fterk aangetrokken, en meSS" t y^y^^'van tlS Boosdaad zo veel mogelyk te moeten verzachten, door den onïdnkkLn u/van de Vermoorde met weldaaden te eyerlaadtn. IneevolJ!?-!, S "7"?" de Officieren, en op- 't eerfte voordel van den Colone oewi E 1?$?"** fireerg tot het opbrengen eener Som, die den Vader zo neT^ n verS goeaen, «en minden de bitterheid van zyn Noodlot kan vêizscheaZlm~ 'er eemgen onder da Onderen Hie 'er nn uitgebrande of uitgedoofde Vuur doffe, langzaam nederdaalde. Dus heeft de proef met dezen Luchtbol, volmaakt aan het oogmerk beantwoord, alzo men denzelven in het gezigt der Aanfchouwers wilde houden. Ook hebben alle dc daarby zynde, dezelve niet het grootfte genoegen gezien. De goede uitflag dezer Prosfneeming, heeft de voornoemde Heeren doen.beflaiteH om binnen korten tyd een anderen te laaten opgaan, en wel tot zo verre, •dat -by geheel ut het gezigt verdwyna; waarvan men den tyd vooraf .door de •Nieowspapieren zal doen weeten. • Uk verfcheidene Havens van Engeland zyn dit Jaar ter Walvisvargst uitgevaaten 5 gevoerd, te weeten : Des namiddags werd het Cavallery-Leger door delnfanter.y gantsch- onvermoeds overvallen; by welke gelegenheid zich de verwonderingswaardige vaardigheid der Cavallery openbaarde, want in drie minuten was het geheele Corps gezadeld, te Paard , en voor het Leger uitgerukt. De Hertog van1 Brunswyk was agt dagen voor de Revue te Maagdeburg gekomen, en had alle" dagen met de Troepen gemanoeuvreerd, ook daaglyks opene Tafel van 40 Cou* verts voor de Officiers gehouden. onab'nav n't iivJ. larf ttifil» tti&f'f Enkbuyzen dzn 4den Juny. De dag tot het uitzeilen der Haringfchepen bin» b«i deeze Stad, in de Havens ter uitvaart thans gereed liggende, is gefchikt oft* den 13 en I4den deezer, des voor- en namiddags; terwyl ter affmeeking vandeno Goddelyken Zégen-over het behouden vaaren en de Haring-Visfchtry derzelven,^ den Biddag is gearresteerd des Zondag3 namiddags, zynde den iaden deezer, in alle. de Kerken deezer Stad. j,m33 iievsnablnD o&q\ ï > Uit de Maas zyn of zullen zeil gaan in 't Jaar 178ƒ.. Van Rotterdam — —-2 Haringfchtpen. — Yslandsvaarderii. 1 Délfshaven — •— 3 dito. — dito. Schiedam — — 1 dito. a dito. .— Vlaardingen — — 74 dito. 31 dito. Maasfluis — — 23 dito. 16 dito. .— Zwartewaal — — — dito. 3 dito. «ao'T annuri na* jS>iÖb Haringfchepen. 5-2 Yslandsvaardersv 6 Hatmgjaagers moeten binnenkomen in Vlaardingen. 1 dito van Vlaardingen moet direct ut Zee naar Hamburg, j dito moeten binnenkomen te Maasfluis* 4utu aadaari,rs tn Bsvaaaa» nannai at nagcehsv 12 Haringjaagers uit de Maas. btoowiHü:-j ^ Haringfchepen van Amfterdam.. .lfltpS n\%a\noA aC Uit Noord-Holland zyn of zullen zeil gaan in 't Jaar 1787.3b ^altuS Van Enkhuyzen — —• 4f Haringfchepen.,,.)'^ 9i jffiSfal gin;-. Uit de Ryp ; ■ *-> 18 dito. m, 9bBOj{ 1S)rf33 .nanoj? sbnr.f -ggtnaa^o egaovag , —— ^-^iaH irp .f»aso« asibrv'jww'c 63 Haringfchepen uit Noord-HoISani;, 3 Haringjaagers rnceten binnenkomen in EBkhuyzsa. •ittbnaHajtoai? t**»^ .< N *. &'■ HOLLANDSCHE WÉEKLYKSCHE N I EU W S- VERTELDER. Den 25 Juny 1785. N°. 26. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 133. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. ■ Cotiftantinopokn den t iden Mey. Na het geen den ouden Groot-Vizier van dit Ryk gebeurd is, moet men toeftemmen, dat deezeuitfchitterehde Bediening niet' zeer aamrekkelyk is, voor die geenen welke hun Hoofd tén koste Hunner Eer» zucht zoeken te behouden. Hoe het zy met de meer of mindere grond der odrzaaken, d'e zyn ongenade berokkend hebben, zo kan men evenwel zich niet onW houden' van aantemerken, da't deeze eerfte Minister zyne Vermaardheid duur heëft betaald. Reeds ontbloot van al het geen hy bezat, heeft hy zélfs het vermaak^ niet mogen genieten, in zy"n Gouvernement te komen, halverweg is hy dócr den;; Gapidgi Bachi agterhaald, die, op bevel van den Grooten Heer, hém het1 noodlottige Koord heeft vereerd. Zyn Hoofd is in deeze Stad gebragt, en ; ha'yolgéns/ gewoonte aan Zyne Hoogheid geprefenteerd te zyn, publiek aan hét Serail ten., toon gefteld; een Plaats al te vermaard , in het pronken met Hoofden, die eertydsrt aangebeden wiefder. " . Stokbolm den 3iftën Mey. Ingevolge het Edi£t van Tolerantie, gepubliceerd*.' den Z4ften January 1781, heeft de Paus den Abt Ofter, in hoedanigheid van Vica-": ris van den Heiligen Stoel, herwaards gezonden, om alles 't geen betrekking 'heeft ter oefening van de Roomfche Godsdienst in dit Ryk te fchikken. Deeze Vicaris is reeds zodanig in zyne febkking gevorderd, dat de Roomsch-Catholyke Godsdienst by voorraad in een particulier Huis zal werden gehouden. Men verneemt ook dat-het Collegie de Propaganda, te Rome, eene aanmerklykefomme Gelds toegedaan heeft, om een fraaije Kerk in deeze Stad te bouwen. De Vicaris zal morgen van hiér naar. diverfe Provinciën van dit Ryk vertrekken, alwaar zich insgelyks veele Roomschgezinden bevinden, om met hun gelyke fchikkingen te befaamen. . fFeèrith dén 8flen Juny. Sedert'den eerften deezer is het hier zeer koud; en de gevallene Hagel heeft het Koorn en den Wynftok op veele Plaatfen aeer be* fchadigd. N 3 Van  ( 102 ) Van Gratz fchryft' men, dat binnen de veertien dagen meer dan yo Menfchen aldaar geftorven zyn aan üeroertens, waardoor groote fchrik in de Stad en den omtrek was veroorzaakt. . . De Overfte Luitenant Kotiy verliet, eenigen tyd geleden, den Keizerlyken dienst en g'rjg over tot de Turken , waarom zyn Beeldtenis wierd aan de Galg gehangen. Drie weeken na zyne aankomst te Choczim wierd hy, na eerst den Mahomethaanfchen Godsdienst aangenomen te hebben, tot Pacha benoemd. Frankfort den ïzden Juny. Uit het Oostenrykfche heeft men bericht gekreegen van eene Gebeurtenis, welke zo wel by Roomsch-Catholyken, als ook, en byzonder, by Proteftanten, ongemeen groot opzien heeft verwekt; te weeten: Een Franciskaaner Monnik te Gratz, met naam Paradeifer, uit een GraaflykGeflacht, vondt zynen Monniksftand onverdraaglyk, en verzocht den Bisfchop om ontflag van zyne Orde-Gelofte, dat is, om verlof, als Waereldlyk Priester te mogen keven De Bisfchop weigerde hem de Dispenfatie; en nu verklaarde Paradeifer, dat 'hy tot de Proteftantfche Kerk wilde overgaan. Het Hofgericht, voor welk de Zaak kwam, deed eene uitfpraak, welke behelsde, dat men het hem, volgeBS het Tolerantie-Edict, niet weigeren ken, indien,hy zich aan het zesweeklykfche onderwys in den Roomsch-Catholyke Godsdienst, in het gemelde Edict-verordend, onderwerpen wilde. Wyl hy desniettegenftaande niet ontflagen werd, kwam de Zaak voor den Keizer. Men verwachtte zo veelte meer eene bekrachtiging van het Vonnis des-Hofgericht», om dat hy kort te vooren aaneen WaereldlykePriester die trouwen wilde, Geld gegeeven cn bevolen had, om naar een Proteftantsch Land te trekken. Maar onvermoeds viel zyne refolutic anders, en wel op deeze wyze uit: „ Dat de Monnik middelcrwyl voor een Jaar in het Tuchthuis zou opgefloten worden, en gelyk de andere Tuchtelingen, gehouden zyn te arbei" den doch met uitzondering om zulks alleen binnenshuis te doen, en dat men " hem' zyn Ordekleed, wyl hy zo ieverig poogde zich daarvan los te maaken, niet afneemen zou." . . _ 'i Gravenbage den ijden Juny. Mat de jongfte Brieven van Elberfeld verneemt men, dat zyne Keurvorstlyke Doorluchtigheid van de Paltz, den oden deezer aldaar was aangekomen, zynde door 42 Kooplieden in blaauw Uniform met witte Braagen en witte Vesten, voorts een Genootfchap van Geleerden van 24.» Perfoonen met witte Rokken, blaauwe Kraagen en blaauwe Zyde Vesten, allen te Paard, ingehaald; rydende voor de Koets een Deputatie uit de Stads-Magiftraat, en van de Garen-Directie noBleekers, allen in't Sneeuw-wit gekleed, met blaauwe Linten, hadden geparadeerd met hunne Giet-Machines: Een menigte Sohlinger Fabrikanten waren mede daarby tegenwoordig, onder welke de Slypers byzonder uitmuntede, zynde met hunne Krie*Schutfels^ Houte Klompen, en ieder met een ftok Werk van haar Fabriek in de hand, met zwarte Aangezigten den Vorst voorby gemarcheerd. Des namiddags was gemelde Vorst naar de G emareke getrokken, alwaar hy, op dat Gebied komende, door 31 Kooplieden, alle te Paard en in Rood Scharlaaken gekleed, was verwelkomt; des anderendaags zoude Hoogstdezelve de terugreize naar Dasfeldeiff weder aanneemen. Pa*  ( "°3 ) Parys den iaden Juny. Onze Ambasfadeur in Zwitzerland meldt van dajr; dat het weinig gefcheeld heeft, of men zoude, in het Ganton van Appenzel, hei geen half Roomsch en half Proteftantsch is, die Schrik tooneekn, welke op het laatst der 16de Eeuw zo gemeen in dat Ganton waren , hebben zien vernieuwen : Het was namentlyk op Sacramentsdag, dat de Procesfie der Catholyken op den Weg een Veehoeder, welke eenige Koeijen voortdreef, ontmoette , er. willende dat de Beesten een anderen Weg zouden neemen werd zulks van den Proteftantfchen Veehoeder geweigerd, waarop een hevige Woordenftryd volgde, en wel dra raakte men handgemeen, fchietende de Proteftanten met Stokken op deRoomfchen toe • doch deeze zich niet anders kunnende verweeren als met Waschkaarfen, kreegen natuurlyk de nederlaag, en moesten zien dat hunne Pr.estm en het Sacrament door den Slyk wierden geileept, het geen hen om hulp naar het Dorp deed zenden en de Klok kleppen; dan de voornaamfte Magiftiaat Ziendesda een ieder zich begon te wapenen en men van rondsomme door het gelui der K ok op de been kwam, ging zelf op den Toren, dreigende dat, zo men met met luidea ophield, hy van boven neder zoude fpringen;,het geen van die uitwerking wss dat men met het kleppen ophield, en alles zonder verdere Bloedftortmg weder in rus^geraakw.^ ^ Gibraltar wordt gemeld, dat de Seraskier, die van wegens de Hooge Porte te Algiers aangekomen was, om de Betaaling en Agterflallen', federt 12 Jaaren, van de gewoone Schatting te eifchen, zeer kwalyk door den Dey ontvangen was , alzo de Dey zoude geantwoord hebben, dat hy van geeneSchatting of Agterftallen, te betaalen aan den Grooten Heer, iets wist; dat Algiers een vrye en onaf hanglyke-Staat was, en de befcherming der Porte niet behoefde; Die geenen, welke den Dey van Algiers kennen, zyn geenszins verwonderd over de ftoutheid van dit antwoord; want hy is een dapper Man^ Londen den ^den Jany. De dag van den i4den deezer is, door de voorzorg: der Regeering ter handhaving van de rust en goede orde, nog gelukkiger afgelopen als men het eerst verwacht had. De Bill tot het leggen van eene Belasting op., de Winkels, daags te vooren doorgegaan zynde en de kracht van eene Wet gekreegen hebbende , zag men dien morgen de meeste Winkels gefloten en op de Deuren en Venfters allerhande ftekeligeOpfchnften en Versjes, die alle s Volks haat tegen de nieuwe Belasting te kennen gaven; dus las men aan fomm.ge Huizen- , Deeze Winkel is te koop, adres by den Heer Pitt! ~ Geen Put! Geen Be'asting op de Winkels," en meer anderen van dien aart. 1 oen de Heer Pitt dien morgen naar het Parlement reed, waren alle de toegangen tot het Hus opgepropt met Volk, hetwelk hem zeer fmaadlyk lejescnde, fchrccuwende; PGeen Belasung op de Winkels! - Geen Ierfche BillsT-Dan de Koets van den Heer Pitt fterk doorrydende, geraakte hy gelukk;g in het Hus zonder eeoig ander letfel geleden te hebben, als het uitflaan van de fchrtk^e hem zulk eene groote menigte van hollend en raazend Volk veroorzaakt had. Dodor Pretty man,, de geheime Secretaris van den Heer Pitt, liep meer gevaar; want te voet aankomende kwam het Volk als dolle Honden op hem af, doch zich op de Zoldervan een Huis hebbende weeten te vetbergen, ontkwam hy ook de woede van den op*-  C 104 ) jopgeruiden hoop. Men wil dat Lord Gordon niet weinig deel heeft in de aanhitfing van het Gemeen, en men vind zelf fn onze Nieuwspapieren (die hem een Stooiebrand van het Oproer noemen) een verhaal van de geiprekken, welke hy met verfcheiden Winkeliers daaromtrent gehouden heeft. Amfterdam den zoden Juny. Eenige Scüippers, in Helvoetfluis binnengekomen, melden, dat het laatstleden Vrydag, den iyden deezer, tegen den avond op Zee zeer zwaar Weêr geweest is, van Donder en Weêrlicht, verzeld van buitengemeen groote Hagel fteenen. Ook heeft men bericht gekreegen, dat by Goeree, op het Goereefche Strand, verongelukt is het Schip Hofnung, Kaptein C. Ehben, van Libau naar Schiedam gedestineerd; het Schip en Laading is wech, doch het Volk behouden. Nog is op de Ooster een Smakfchip gebleeven, met Glas en S'ypfteenen gelaaden.; doch de Naam en verdere omdandigheden worden niet gemeld. Schipper Opke Knosfes fchryft van Fredrikshaven, in dato 10 Mey, het volgende: „ Ik heb desperaat in het Ys omgefukkeld, en ben den 4den deezer binnen Dageroord gekomen, daar ik toen voor het Ys opdraaide en te rug moest; den ï3den dito raakte wy met iy Schepen geheel in het Ys bezet, to dat wy heen noch weêr konden, en tot geluk de Winden altoos Zuidelyk, die ons met het Ys naar de Zweedfche Kust zette. Den igden, 's avonds, waren wy met alle onze Schepen door het Ys aan de Zweedfche Kust, in en by de Klippen; daarop woei het 's nachts een vliegenden Storm uit den Zuidwesten, d:e ons zodanig door het Ys en de Klippen heen arbeidde dat het verfchriklyk was. Den vo'genden morgen was het Weêr iets bedaard, wanneer ik my digt by een Schip bevond dat uit de Middel-Zee kwam, en kort daarna zag ik hetzelve, in 10 minuten tyds, met volle Zeilen voor myn oogen wechzinken, denklyk door het Ys te berden gekneld. Twee groote Schepen van myn Aflaader alhier hebben Ankers en Touwen ver» looren; doch ik heb, God lof! niets anders dan eenige fchade aan myn Spykerhuid bekomen, welke ik ten eerden moet doen repareeren, wyl ik niet eêr myn Laading inneemen kan. Den I3den deezer is van voor Rammekes in Zee geze'ld het Oost-Indisch Compagniefch;p Alblasferdam, Kapitein Valkenbu-g, van de Kamer Zeeland naar Batavia moetende; alsmede 's Lands Schepen Prins Willem, Kapite'n Bols, met de andere Lands Vaartuigen, die ter Rheede gelegen hebben en behooren tot het Esquader, hetwük onder commando van voornoemde Kapitein in de Noord-Zee kruisfen moet, zynde, behalven gemelde Oorlopfchip, de Frega.tenCeres, Medenblik en Scipio, de Kotters de Rheebok, de Vliegende Visch, de Panter, de Eefchutter, de'Sperwer, de Snoek en de Maasnimph, gecommandeerd wordende door de Kapiteinen van Halm, Bloys van Treslong, van Son, Allier en Holtzhey, en de Lu tenant Gobius, de Jong, Grootenray, Lucas en Rynbender: Men meent dat dit Esquader tot September aandaande in Zee zal blyven, en dan in Zeeland overw nteren. jSeJUukt by ie Erve de Weduwe JAGOBUS vak EG M ONT* op de Reguliers Breidraat, te Amöerdana.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 2 Tüly I78v N°. 27. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 101. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. s Koppenhagen den 3den Juny. Brieven uit Ysland melden , dat de elende aldaar niet minder is dan in het laatstverloopen Jaar, en Hiettegenftaande men alle mogelyke middelen in 't werk gefteld heeft om de Inwoonders te vooizien, zyn 'er veele van honger geftorven, en thans heerfchen 'er veele Ziektens, die onder de Menfchen zo groote verwoestingen aanrichten, als de Zwaveldamp onder het Vee, in het voorleJen Jaar. De honger verleid de Ongelukkigen tot fteden, en de menigte der Bedelaars is zo groot, dat het vermogen der Ryke:i, door de veelvuldige Aa'nuKsfen, verminderd wordt. Gelukkig zyn wy, dat de Winter zo zacht geweest is, dat die naauwlyks dien naam mag draagen, en dat het Voorjaar zeer gewenscht, en de Visfchery voordeelig gaat. Pïvay, by het Meir van "Geneve, den 7den Juny. Wy zyn hier getuigen geweest vau een verfchynfel, 't welk ons geene kleine omfteltenis heeft aangejaagd. Een der Huizen, den Heer Sauveur toebehoorende, is heden ochtend om y uuren onverhoeds door de Wateren van het Meir ingezwolgen. Ter zelfder tyd is een gedeelte van het Huis van den Heer Fr'qaet, en dat van den Heer Jeannot ver> dsveenen, zonder dat daarvan eenig fpoor is overgebïeeven. De Heer Friquet door het geraas wakker geworden, heeft rog gelukkig zyn leven kunnen redden; doch eenige Perfoonen zyn verdronken , waarvan het juiste getal nog niet bekend is. Men haast zich thans, om de Meubelen uit de nevensftaaiide Gebouwen te bergen, uit vreeze voor nkuïve ongelukken, waarvoor de Hemel ons behoedde! tVeenen den nden Juny. Men verneemt dat Zyne Keizerlyke Maj?fteit deri 3 ten deezer te Mantua gearriveerd is, en dat het leven van onzen waardigen Monarch in het uiterfte gevaar is geweest: Zyne Majefteit den weg over Saxènburg hebbende moeten neeaien, was naauwlyks de Brug overgereden, of dezelve wierd door den huilen Stroom der ©ngemeen gezwollen Wateren wechgefposld. In weêr wil va;i alie poogingen om dien met allen fpoed te herftellen, meest des Keizers Gevolg tot den volgenden dag wachten, eêr men de reis kon voortzetten. Na Brixsn gaande, zag zicti Zyne Majefteit verpligt terug te keeren om de Brug" van Labrits te passeren, ftaande alie we^en san dien kant verfcheide voeten onder Water, door de Ovcrftroomingen van de Kiens, de Eyfack en den Etsch. Tus O fchen  ( ioö ) fshen Neamark en Salurn moeit men eenige robufte Manfchappen, den weg kenSn "e aan de beide zyden van 's Keizers Rytuig doen gaan, om dat «e onderfteuoen ; in verfcheide plakn was het Water zo hoog dat het ,n de Keizerlyke Koets kwam: doch ondanks alle die hinderpaalen, amveerde dezelve gelukkig den 31 den Mev té Trenten, van waar de reis over Roveredo naar Mantua wierd voortgezet. Weenen den Aden Juny. Den 9ten deezer arriveerde hier een Ettafette van den Baron van Sturm, Commandant van Semlin met de tyding dat 4000^Bosniakken uit de Turkfche Armée in Servien gedeferteerd zynde, zch tot hem vervoeg'd hadden, met verzoek, om onder de Keueriyke Troepen te mogen dienen, ot dat hun Landeryen mogten aangeweezen worden, om die te bebouwen Men wist nog niet, of deeze Lieden van den Turkfchen of van den .Gnekfchen Godsdienst waren; doch hunne defertie is waarfchynlyk een gevolg van dc geweliige gisting, welke de jongde Minifteriaale ümwcntelmg in het Turkfche Ryk veroorzaakt heeft; zynde onder anderen den Pacha van Romehen, een Man van groot vermogen, en die een gantsch Leger onder zyn bevel he.ft opentlyk te zen de Porte opgedaan. Di Baron van Sturm, zeer verleegen met de Zaak, beeft deeze Lieden, zo goed mogelyk, verblyf en le.«ismiddelen bezorgt in afwachting van 's Keizers Orders; zynde'er tetdonder Courier naar ItaLe gezonden om Zyne Majefteit van dit voorval kennis te geeven. _ Parys den zoden Juny. Tot beter verltand der rampfpotdige gebeurtenis, den Ifden deezer voorgeval en, dient men zich te herii.neren, dat de Luch^-Machine van den Heer Rofi r beftond uit een Bol met omvlambaare lucht, en eene Montgo fiere met Lammen a la Qoinquet. Volgens de eerlte tydingen die men kreeg, Vas de Montgolfkre in den brand geraakt; doert de Marqais de la Mafonfort, eeu tong Ingenieur van 10 a zz Jaaren, hier gekomen om de Heer de Cnaioniie berictrt van het gepasfeerde te brengen, en die een van de eerfte is geweest, cue by de Ongelukkigen kwam, hebbende hen te Paard m het gezigt gehouden, verhaald, dat hy by de Machiene komende, een zeer groot gat in dezelve vondt, in de gedaante van een Bistchops-Myter, door hetwelk de lucht was u'tgegaan. De Heer Pilatre was gehed verbryzeld, zyn rechtervoet hing maar aan eene pees, zyne dvcn wsren veralenerd, en de wervelbeenderen kwamen ter zyden uit den hals;. de Heer Romain was byua in denzefden toelhnd, doeri minder gtkwetst; bly'kende hieruit, dat hunne dood niet door de uitberfting van de.gaz of lucht maar al'eenivk door den zwaaren val veroorzaakt is, niettegenftaande er verlengden Ge'cerden en Chi ur^yHS meenen, dat de breuk van de voet aaa mets anders dan saïl e-ne Ek& qua Schok kan worden toegefchreeven. Indien de Bol onderaan was «berften, loude het misfehien gelukkiger afgeloopen zyn, dewyl dezelve dan, even als die van St. Cioui, zch had kunnen uitfpreiden, en den val gebroken of gemaatigd zoude hebben. _ . D- Marquis de Maifonfort verhaald, dat hy veel moeite heeft gedaan, om de plaats van deu Heer Romain te mogen bekleeden, en hem op het oogenblik dat zy L reis zouden taan, nog te vergeefs 200 Louis d'Or voor dezelve geboden had. De naamen van deeze Reizigers zullen door dit noodlottig geval waarlcnyn.yx eene groote vermaardheid bekomes; doch die zekerlyk duur gekogtis, door m den bloei van huni e Jaa'en zo elendig omtekomen. Ds Heer Pilaue de Rofier, eerfte Luchtreiziger, maar tevens de eerde Marte- laar  ( iö7 ) laar dier Uitvinding , was masr 27 Jaaren oud, en laat twee Zusters en eene aaaftaande Bruid na; de Heer Romain h;td eene Vrouw met tw;e Kinderen, die hun verlies, te gelyk met alle Beminnaars der Weetenfchap, betreuren. Extract uit cen Brief van Deventer, den 2iften Juny. Voor eenige dagen te Gorfcl, tusfchen deeze Stai en Zutphen gelegen y pasfeerende, vernam ik, dat in de nabyheld van het gemelde Dorp, eene Begraafplaats iu het open Veld voor de Edele Capcllens (laat opgericht te worden. Ik verheuge my, dat de Aanzienlyken in den Lande voorgaan, om eens de Bygeloovige, GoJsdienstontè'erende en voor den Levendigen 20 gevaarlyke wyze van Begraaven, in de Kerken en in de nabyheid der Wooningen, te doen ophouien. By deeze gelegenheid vernam ik, dat het Familie-Graf der CapeUèns, aan de Kerk van Go^fd ftaat, en dat in hetzelve ruiten de Beenderen van den Edelen Ridder Capellen tot den Poll, dia met zynen 13loedverwant en Boezemv iend tot den Marscb, refds.wai overeen gekomen, dat eene Begraafplaats in het open veld, hunhe er ftoftidyk overfchot zou bevatten. Ook is deeze Overysfelfche B-utus in een Loo je Kiit in het bovengenoemde Graf bytezet, om, zo dra gemelde Begraafplaats in g reedheid zal zyn, dat, naar ik vernsm, voor net naastkomende Najaar bepaald is, in dezelve overgebra^t te worden. De beroemde,, en niet alleen in goeden fma&k, maar teffecs in Vaderlandsliefde uitmuntende Architect, de Heer Jacob Otten Husly, te Amfterdam, is voor een'ge dagen daar ter plaatfe geweest, om htt loc-ija'e te bezigtigen , ten einde het op- chten van dit Monument daarna te regu'eere»; hetze!ie wordt gezegd zeer eenvoudig en zonder Ostentatie te za len zyn , wordende door die van deezen Geftachte (waaronder de Weruwe van den Overvsfe fchen Ridder) bekostigd. Conftantinopïlen den ïoien Mey. Een Fransch Koopman, die z"ch langen tyd in Pe.fiën heeft op^houden, en onlangs van daar terug gekomen is, heeft een Verhaal opgemaakt van den tegenwooidigen (laat des Peilifchen Ryks, en hetzelve aan de Franken alhier gegeeven. Dit Verhaal is wel v$aardig medegedeeld te worden, en van den volgenden inhoud r Aly Murat Khan, is de tegenwoordige Souvere'n van dat Ryk ortbloot varr zyne beste Provinciën. Dit groote Ryk, hetwelk zich van het Noorden tot hes Zuid?n uiiftrekt, van de Caspifche Zee en de Gebergtens van Dageftanaf, totam> de Golf van Perfiëe ; in^ellooien aan het Oosten door den Indus, aan htt Noord» Oosten door den Pihon en aan het Westen door den Tigrus, bevat de Lan H£cbappen van geheel Periïë', en woedt genoemd Iran. Nader Schach . hal, behalve» zyne Overwinningen op den Grooten Mogol, van het Land der Usbekken, enz, ook de Iran geheel onder zyn magt gebragt. Na Jen dood van deezen Overwinnaar verbeeldden z'ch zyne Generaals, welke hem in zyne Overwinningen behulpzaam geweest waren, dat dit Ryk, door de punt van hun Degen verkreegen s. een algemeene Erfenis was, waarop zy allen evenveel recht hadden, en verklaarden derhalven elkander den Oorlog Kerim Khan, hiermede ingewikkeld zynde, eindigde het gefchil door de in bezitneeming van Erakatzem, een Landfcnap, waar* van Ispshan de Hoofdftad is, als ook door de Overwinning van het LaridfchapFars. De andere Landfchappen van Suihter, K.iirman, Aderbyan en Kilanv. bragt hy, zo door zyne Staatkunde als door de Wapenen,, onder zyn magt. Maar Schivan, Miianderan, Ghorazan en Kaodahar, hiervan afgefcheiden Mt*. O i. dfcr,  C 108 ) ■3e deedt hy zelfs gems de minfte pooging om dezelve wederom onder zyne ge hoomsmheid te brengen ; ten aangaan van Sitziftan en Makaran, ontving hy de Eerbewyzingen en GefcheBken, welke de Gouverneurs dier Landfchappen hem fleeden, omtrent het vjfce en de volgende Jaaren van zyne Regeering, maar hy vorderde hun geene Schattingen af. Kerim Khan, afkomftig van deKjurden, verfpreid op de Bergen van Kermencha, was gebooren met eene groote Ziel; hy had, volgens gewoonte van die geheele Natie, zyn loopbaan begonnen met het bero'oven der Caravaanen, en was vervolgens in dienst gegaan van Nader Schach, in hoedanigheid van Groot-Stalmeefter: zelfs by het leven van dien Vorst bad hy reeds zitting onder de Khar.s, cn na deszelfs dood wist hy te bewerken , dat hy voor Generalistimus van de Legers erkend wierd. Vyf Jaaten daarna, verklaarde men hem tot Regent van het Ryk, welke post hy, geduurende 24 Jaaren, met zo veel Staaikun;e, billykheid en welcaadigheid waarnam, dat zo welde Grooten als het Volk hem voor hunnen Vader hielden; hy flierf den iften Maan Ï779, oud 74 Jaaren, en liet twee wettige Zoons na, namentlyk Abou'.fatKhan en Mahomet Aly Khan. Saquis Khan, Üpper-Bevelhebber der Legers, veinzende de Zoonen des Konings, die belegerd waren, te befchermen, nam de Sterkte in, waarvan Nazer Aly Kh&n zich met 264 Perfoonen had meester gemaakt, en deedt 14 Rebellen het hoofd afllaan; hy gelaste aan Aly Murat Khan , zyn Medebevelhebber der Troupen, met icooo Mannen naar Teiran te trekken, ten einde in geheel Peifiê de rust te bewaaren. Vervolgens fchreef hy aan Sadik Khan, Broeder des Konings, in dien tyd te Barfora, waarvan de Perfiaatien zich in het voorgaande Jaar hadden meester gemaakt, van terug te komen, om door zyre tegenwoordigheid de Opftand, die dagelyks toenam, te doen bedaaren; maar dit was een fi.rik welke hy hem fpandde; de verdeeldheden namen in de Kir man hoe langs hoe meer toe, ea in Loriftan waren verfche'den Partyen, welker voordeelen en verliezen tegen elkander opwoogen. Aly Murat Khan, Overwinnaar zynde in Teiran en de omliggende Landen, keerde terug r»ar Ispahan. Saqo's Khan, zogenaamde Bïfchermer van de Konnglyke Familie, vertrok van Shiras, raar de Hoofdftad met de drie Zoonen des konings, Aboulfat Khan, Mahomet Aly Khan en Ibrahim Khan, Kleinzoon des Konings, tn de drie Zoonen van Sadik Khan. Alle de Bedienden en Slaaven van het Hof, tan de Koninglyke Familie verbonden verleiden hem met een Corps Troupen,; de Zoons des Konings en die van Sidik Khan waren in arrest en de handen gebonden, en onder voorwer.dfel, dat 'er geen provilie genoeg was, deedt hy, reeds in het begin van den Tocht, de Vrouwen en Dienaars, aan de Koninglyke Familie verbenden, ter dood brengen. Te Yestkait aangekomen zynde, openbaarde hy zyn vonrueemen, van in die Plaats drie Bergen van Dooden, zo als hy zeide, opterichten, faamengefteld van de Officieren van het Hof en andere Perfoonen, die op hetzelve betrekking hadden en op welker bovenfte gedeelte hy voor had de Hoofden van de Zoonen des Konings en die van Sadik Khan te doen plaatfen. ( Het vervolg hierna.) By de Drukfter de«_zes wordt in'Commisfie verkocht, de oprechte Stoughtons Elixer Magnum Stomachicum, of het groot en Hartfterkend Maag-Elixer; zynde een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veel andere Ligchaamskwaalea. GsdiuUi bj de Erve de Wed. j. van EGtfONT: op de Reguliers Biéêftjait, te Am'ftsidsm.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 9 July 1785. N°. 28. Het ^ctai de-r Üoo»ien van de voorgaande week is 104. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Lemberg den 7den Juny. Men heeft berekend, dat het getal der Bewooneren van Galiicxn, federt het Jaar 1783 tot het einde van 1784, met 100,000 Zielen vermeerderd is, zonder daarby te rekenen de uit verre Landen hier aangekomen Golonisten, die ten minnen op 10,000 Menfchen gerekend worden; men verwondert zich in 't algemeen zeer over deeze Volkrykheid, dewyl het bekend is, dat 'er verfcheiden verhuizingen herwen plaats gehad; maar daartegen zyn 'er zeer veele Boeren-Familiên uit het Poolfche Ryk met goed en have gevlucht, en hebben zich hier ter woon begeeven.. Hoe zeer de Keizer zich aan deeze Bevolking, en de befcherming van deeze zyne nieuwe Onderdaanen, laat geleegen zyn, blykt uit het volgende geval: . Eenigen tyd geleden was 'er een Poolfche Boer met zyne Vrouw naar Gallieren verhuist, en zette zich in de Zamoscer Kreitz ter neder; zyn Heer, de Graat Bielsky, Starost en Ridder van den Witten Arend, een jong en driftig Mensch, bad naauwlyks zyne vlucht en de plaats waar hy z ch ophield vernomen, ©f begaf zich , met vyf van zyne onderhoorige Land-Edellieden der waards, had de üoutheid hem mede te neemen, en het was niet dan na dat hy reeds een geruimen tyd in een onderaardsch donker hol gezeten en verfcheiden maal ftokflagen gekree^ei had, toen zyne Vrouw hoorde waar hy gebleeven was, die daarvan oogenblikkelyk kennis aan den Kaptein der Kreitz gaf, welke van dat geval aan den Keizer rapport deedt, waarop Zyne Majefteit terftond door deszelfs Gezant te Warfchauw voldoening liet vorderen; doch de Koning van Polen, ten antwoord gegeeven hebbende, dat zulks tot het Departement van den Permanenten Raai behoorende, hy daaromtrent niets beflisfehen, en die Raad zelfs de Rykswetten niet veranderen konden, befloot de Keizer derhalven om zich-zelven recht te verfchaff^n, en zondt, ingevolge het zeker bericht, dat de Graaf op zyn Buitengoed was, 120 Dragonders der waards, welke des nachts in het Slot vielen, hem met Zyne vyf Edellieden opligtte en naar Zamosc bragten, alwaar de Ridder in het Klooster der Barrevoeters geplaatst en de andere in de Gevangenis geworpen wierden. O 3 De  ( HO ) De Graaf wierd vervolgens veroordeeld om den Boer los te laaten, hem voor de gegeeven fla^en 100» Guldens te betaalen , en zo lang gevangen te zitten tot dat hy iyaoo Guldens in 's Keiiers Schatkist bezorgt had , als wanneer men de Edellieden oeloofden mede na het ontvangen van loo ftokflagen te zulten ontflaan. Dit Vonnis is volkomen ter uitvoer gebragt, hoe zeer de Vrienden zulks getracht halden voottekomenj hebbende onze Monarch daardoor veel roemt behaald, en de kleine Despoten een voorbeeld ge5eeven om menschlievender en vcorzigtiger te zyn Wtenen den i8den Juny. Een Gezelfchap van 12 Vrouwen hier ter plaatie, verléj:gd zich trans, om eene hervorming in de Kleeding voor alle Vrouwelyke Standen en Claslen te weeg te brengen. Zy willen al het overdaadige affchaffen, en zullen eerst eenige Poppen, naar den nieuwften fmaak gekleed, in eene groote Zaal plaatfen, vervolgens daarop de gedachten van verfcheidene Vrouwen inwinnen, hunne vootfhgen ter verbetering hooren, en dan de onderfleuning der Overigheid verzoeken. Volgens haar Plan, zullen de Dames niet langer de vet tooning maaken van rollende Stukvaten met een grooten Tregter, waarin het fchu'm boven dryft, dat is te zeggen: al het vallche Hair, Garn erfels, Reisrokken, Bouffantes, met één woord alles, 't geen den gebuuwden Mannen zo vede zuchten uit den Boezem perst, en daarenboven de Vrouwen zo zeer misftaat, zullen afgefchaft, en haare Kleeding zo na aan het eenvouwdi^e Griekfche gebragt worden, als ons Klimaat zal gehengen. Wanneer deeze 12 Vrouwelyke Apostelen in den goeden fmaak overeenkomen, zal men deeze nieuwe verandering op Elifabetbsday, het eerst in pn£tyk brengen. Etlyke dagen gele y wyze van reprefaüle, in bechtei is rieemen. Dit geval eenige imirmureenng veroorzaakt' hebbende, hebc-eu de Chineezen , in minder dan drie dagen tyds, dooi middel van hunne Seinen, een taryk Le^er byeen verzameld; en alle de Engelfche Schrpen, die zich hier op de Rivier bevonaen, zyn gearresteerd, tot Pat men hieromtient het goedvii. (en van den Keizer zal vernomen hebben, aan wien men e^n. Courier had afgezonden 'Fr zullen, voegt men 'er by, meer als vier maanden verloopen, eé> mei. dit antwoord ontvangen zal hebban. Extraéf 'an een ."kief uit Helmond van den 2ejft;n Juny.. Gisteren naar GemerS ryder.de, zagen wy van verre een zwaare damp, doch nader by komende, vonden genoegzaam de p, tfche Plaats in de vlam; ten half 12 uuren voor de middag had men nog niets gemerkt, en om 3 uuren (ionden reeds circa 60 Huizen in deBrand, zo dat veele der Bewoonders maar weinig van hunne Goederen hebben kunnen redden; het gekerm was algemeen zo groot, dat ik het niet befch y ven kan, en wa&r de arme iVlenfchen geborgen zullen worden , weet"ik niet. Voor vyf Jaaren is deeze: Plaats ntet een gelyk ongeval bezocht geweest, wanneer 'erruim 40 Huizen vetbrand zyn. Heden morgen wordt my gezegt, dat'er circa. 90 Huizen zoujen afgebrand zyn. Utrecht den 3ien July. Gepasfeerden Vrydag, in den agtermiddag, ontdond alhier een Onweêr, vergezeld van zwaaren Hagel, waardoor, zomen verneemt,, eenige ongelukken veroorzaakt.zyn; zynde op een Buitenplaatsje, even buiten de* Stad, de meeste Glazen van de Koepel ingehageld; en aan den eerden Dam, tmfchen deeze Stad en het Dorp Hermeien gelegen, een Schuur geheel door het Onweêr verwoest geworden. Vervo'g der Befcnryving van den tegenwoordigen daat des Petfifchen Ryks. De Soldaaten, verbitterd door zyne tallooze wreedheden, en een fsamenfpanning gemaakt hebbende, maakten zich meeder van hem toen by zyn Tenï uittrad, om zyne bloeddorftige voorneemens te doen uitvoeren. Des Konings en Sadik Khans Zoonen wierden ontflagen; Aboulfat Khan, de oudfte van 5s Konings Zoenen, wierd toi Koning uitgeroepen , en keerde terug caar Shiras 3 waar bf  C in ) *%7 den ziften Jany 1779 ïyne ope; baare intrede deedt. Terftond daarop ging by zvn Gebed doen op het Graf «au zynen Vader en zette zyn-jonge Broeder in anest, op ne oude wyze der Sofis van Ptrlïë ; vyf< ii trek in tiet oude Harem van zyn Broeder; zyne Zoonen onder voorwendfel dat het grootfte gedeelte van hunne Goederen door Saquis Khan vetftrooid was, p!eeKüen alle iborten van rooveryen, zy raakten inoi.min met hunne Neeven de Zoonen des Konings, en maakte vervolgens weder Vree., maar in fchyn. Sadik Khan, na veele woelingen veroorzaakt te hebben, om de Grooten in zyn belang te k>ygen, vondt, op den zóften Augustus, Aboulfat Khan aan Tafel zien in ^ezelfchap van ee'nige flegte Vrouwlieden dronken drinkende, dee.;t hem in de Gevangenis setten en verklaarde hem onbekwaam tot de R'geering; vervolgens maakte hy ^ich meefter van de Koninglyk»? Schatkist, en fchreef aan alle de Gouverneurs der Landfchappen, dat de onbekwaamheid van de Zoon des overleden Koning* bekend zynde, hy «ie Regeering op zich genomen had, om alle Staatsomwentelingen voor te komen. 'Er waren nieuwe onlusten ontftaan omtrent Casbin en Telran. Aly Murat Khan , Opper-Bevelhebber federt den dood van Saquis Khan, begaf zich top nieuw derwaards, overwon Selferan Khan , die'er de Aar.-ftooker van was en kwtim voor de tweedemaal te Ispahan, onderricht zynde van de gevana-cis van 's Konings Zoon, van de wreedheden, door Sa'ik Khan gepleegd en van de buteufpoorigheden zyner drie Zoonen, lloeg hy het beleg voor Shiras., waarvan hy bezit nam; vier Maanden daarna, zynde in Maart 1780, deedt hy zich voor Regent verklaaren. Drie dagen hierna liet hy Sadik Khan 't hoofd affla'an en Aboulfat Khan, benevens de twee andere Zoonen des Konings, de oozen uitfteeken. Aboulfat Khan bleef gevangen te Shiras, en de twee andero wierden overgevoerd na Arzerum. Het Gouvernement van Shiras droeg hy op aa i Seid Murad Khan, en hield zyn verblyfplaats te Ispahan. Aly Murad Khan , heeft daarna de Landfchappen, waarvan Kcrzin Khan in bezit was, onder zyne gehoorzaamheid gebragt; het votger.de Jaar bemagtigde hy Silriftan, en heeft zich 00 marsch begeeven meteen Leger van 40000 Mannen naar Teiran, daar hy zyn Winterkwartieren betrokken heeft, ten ende in het Voorjaar van dit Jaar iy8y, zich in fl&at gefteld te zien, om Maranderan te-bemagtigen. Dit Landfchap, en die van K'lan en Schirivan, zyn de besre van geheel Perfië, leveren inzonderheid ecu overvloed van Zyde op, en zyn gefchikt voor alle foorten van Voortbrengfelen. De lucht is 'er veel gemaatigder als in het midden van Perfië, en 'er is overvloed van Ryst en Oraoje-Roomen. Een reeks van Bosfchen dekken deeze Landfchappen. De Nocte-, Eike- en Vyge-Boomen, en zeer veel andere, byzonder eigen aan 'Moord-Amerika, zo ais de Pleditzin, -Drosperes, Rhus, enz. vindt men in de Bosfcnen van Kilan in menigte. ( Het vervolg en /lot in onzen eerstkomenden.") ^GelTuk7Ty~de Etve de Weduwe JAC O BUS vamIgMONTs op de Reguliers Brciftrzst, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den i<5 July 1785. N°. 29. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 119. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Rome de» i4den Juny. Voorleden week is door de Rota finaale uitfpraak gedaan in de importante Zaak tusfchen den Paus en het jonge Kind Lepri, wanneer, tot verbaazing van een ieder, alle zes de Rechters éénftemmig dezelve deeden ten voordeele van het Kind, waardoor de Donatie door Don Amanzio Lepri van alle zyne Goederen aan den Paus, of deszelfs Neef Onesti, gedaan, voor nul en van geener waarde verklaard wordt. Dit was eene Erfenis van 700,000 Kroonen, en gemelde Kind, welk tien Maanden na haars Vaders dood gebo'oren is, (waarom ook de Paus gaarne gezien had dat het voor onwettig verklaard was,) was in oppofitie tegens deeze Donatie van haaren Oom opgekomen. De algemeene vreugde over deeze decifie is onmogelyk te befchryven. De menigte welke voor 't Hof op dit Nieuws wachtte, was zo groot, dat de Rechters, met moeite hunne Koetfen kunnende bereiken, door het juichende Volk t'huis gebragt wierden. _ Den 7den der aanftaande Maand zal de triumpheerende Party eopy van het Vonnis in ferma vraagen, met de redenen van de uitfpraak, volgens gebruik der Rota, en 'er zullen 10,000 Exemplaaren van gedrukt worden. De Paus kan nu, volgens de Wetten, niet anders dan eene Reauditie vraagen, zo hy 't verkiest, en dan hangt de uitfpraak weder van dezelfde Rechters af. Men is van deeze Zaak alhier zo vol, dat 'er van niets anders gefprooken wordt, en het is als of een Geest van Vryheid de Romeinen bezield heeft; want alles is in gisting en men fpreekt opentlyk van alle andere klachten en grieven. Hierby komt nog, dat Don Amanzio Lepri, in de voorleden week met zynen Biegtvader verfchil kreeg, hem ontfloeg en om eenen anderen zondt. De nieuwe Biegtvader zeide hem ronduit, dat hy hem onmooglyk abfolveeren kon, ten zy hy zich met zyne behuwd Zuster en Nicht weder verzoende, en haar, wegens de haar aangedaane beledigingen, alle vergoeding, die ia zyne magt was, deed. De Boeteling fchreef terftond een zeer nedrig Biljet aan gemelde zyne Zuster, verklaarde zyn leedwezen wegens het gepasfeerde, en verzocht, dat zy het hem vergeeven wilde; 'er by voegende, dat, zo zyne Gezondheid het toegelaaten had , hy zulks in Perfoon op zyne knien van haar zou verzocht hebben. De Dame P toon-  ( r H ) toonde zyn Biljet aan haareti Befchermer, Cardinaal Albanl, die haat ried, om Don Amanzio terftond te gaan bezoeken, en haar Kind mede te neemen. Zy deed het ook, en de oude Heer Ontving ze met groote tederheid, herhaalde al 't geen hy in zyn Biljet gefchreeven had, omhelsde zyne Zuster, nam het Kind in zyne armen, en weende bitterlyk. Daarna verklaarde hy haar, voor een Notaris, d3t hy niet wel by zyne zinnen geweest was, teen hy de voorfchreevene Gift gemaakt had, en dat hy door wylen den Heer N., die, voegde hy 'erby, nu deswege fmert leed, en den Abt Pianta, daartoe verleid was. Hy hield toen by haar aan, dat zy bleef, om met hem te Dineeren, 't welk zy deed, en na de Tafel verfcheenen zy op het Balcon, om de Proccsfie te zien pasfeeren, tot groote verwondering der Aanfchouweren. Gisteren, na dat de Zaak uitgefprooken was, onthaalde hy haar op een groot Middagmaal, en betuigde zyne blydfchap en genoegen by die gelegenheid. Men meent, dat men hem bcweegen zal, om eene plegtige Verklaaring, van 't geen hy gezegd heeft, in gefchrift te doen, en het dan te laaten drukken. Hy heeft aan de Dame een prefent in Juweelen gedaan. De Abt Pianta werd gisteren in het Coffyhuis deswege wakker uitgejouwd. Van Barcano heeft men bericht, dat een Huis, den Prinfe Chigi toebehoorende, onverhoedsch is ingeftort; zynde drie Menfchen en zeven Paarden onder de Puinhoopen begraven. Weenen den zglien Juny. Aangaande Zyne Majefteit, den Keizer, hebben wy vernomen, dat Hoogstdezelve te Milaan door een Goliek aangetast is geweest, doch van welk dezelve reeds volkomen weder herfteld is. Ook heeft Zyne Majefteit den Adel laaten aanduiden, dat het niet noodig was, om tot zyne terugkomst in deeze Stad te blyven; maar dat zy, welke genegenheid hadden om naar hunne Landgoederen te gaan, zich onverhinderd derwaards konden begeeven. De alleroudfte Lieden hebben 'er geen geheugen van, dat de Donau, in dit Jaargetyde, eene zo vreeslyke Overftrooming veroorzaakt heeft, als tegenwoordig. De Soldaaten aan den Rooden Toren moesten hunne Wachtkamer verlaaten. Toen de gcheele Voorftad Rosfau in het Water ftond, ontftond 'er tweemaal Brand, die echter fpoedig gebluseht werd. De fchikkingen, gemaakt om de Lieden, die in het Water zitten, te helpen, zyn voortrefiyk. De fchaade, door deeze Overftrooming veroorzaakt, is ongemeen groot. Alleen aan Wyn is 'er voor meer dan ioo,coo Guldens verlooren gegaan. By Baden is voor 40,000 Guldens Hout wechgedreeven. By Marienzel, is een Dorp van ao Huizen met de Wynftokken en Ooftboomen wechgefpoeld. In 't geheel is het een bedroefd Jaargetyde. Het Weêr was, weinig tyd geleden, zo guur als in November. Zelfs in het warmer Hongarye verloopen nog weinig dagen, in welken het niet op de Bergen fneeuwt, byzonder op het Karpathifche Gebergte. De geduuriee Nachtvorst houdt de Veld- en Tuinvruchten grootlyks terug, en de Boomen flaan nog half kaal. Op veele plaatfen van Oostenryk is de hoop op een goeden Oogst verdweenen, de prys der Graanen buitengewoon geieezen en het gebrek aan Geld even zo groot. Hamburg den 3often Juny. Dat, in weêr wil van alle hinderpaalen, welke «en affchuwlyken Godsdienst-Yver aan de aangenaame Verdraagzaamheid heeft -sreeten te ftellsn, die evenwel in onze dagen hoe langer hoe ftetker doorbreekt, blykt  ( rrf) blykt ne-g weder daaruit, dat in het Hesfen-Casfelfche aan de Lutheifche Ge* meerite gunftig toegeftaan is, voortaan hunnen Godsdienst en Avondmaal in de Gereformeerde Kerken te houden, en hebben de Gereformeerde Geëstelyken te Hersfeld, Rothcnburg, enz. zich zo genegen getoond om deeze edele Tolerantie te bevorderen, dat zy gaarn en gewiilig de Kelk en Kerkvaten, tot de uitdeeling des H. Avondmaals gefchikt, tot derzelver eerfte Bediening hebben geleend. Wederkeerig wordt 'er dan ook aan de Lutherfche zyde de Verdraagzaamheid bevorderd, want de Hertog van Saxen-Meiningen heeft zyne Gereformeerde Onderdaanen vergund, om voortaan in de Lutherfche Kerken openlyk hunnen Godsdienst te verrichten. In Menjz, alwaar de komst van een Proteftantfche Geëstelyken , zeker als een zeer zeldzaam Verfchynfel wierd aangezien, laat thans de Regeering Lutherfche en Gereformeerde Leeraars uit het Nasfauwfche komen,, wanneer 'er Zieken in de Hospitaalen liggen, die hunne hulp benoodigd hebben. Btrlyn den zden Jaly. Dewyl de ondervinding hier geleerd heeft, dat de Weeshuizen voor de gezondheid en het leven der Kinderen, die daarin opgevoed worden , meer fchadelyk dan voordeelig zyn, wegens de kwaade lucht en de befmettende ziektens, die dikwils daarin heerfchen; zo heeft men ook hier begonnen zodanige Huizen te ontvolken, en de Kinderen op de omliggende Dorpen te brengen, alwaar zy onder de Boeren verdeeld worden, dip voor het onderhoud: en de verzorging derzelven Jaarlyks een zeker tantum krygen; en de Landlieden neemen deeze Kinderen zeer gaarne aan. Al het Geld, welk te Frankfort aan den Oder uit de Verkooping der Meubilerï van wylen den Hertog Leopold van Brunswyk, (wiens gedachtenis, byzonder by de Frankforters, in zégening blyft) gekomen is, heeft de Hertog Frederik, als> Univerfeel Erfgenaam, aan het Guarnifoens-School aldaar, door wylen den Hertog Leopold gefticht, vereerd, om dat weldaadig Inftituut te verbéteren. Parys den ïden July. Van Orleans wordt gemeld, dat een Luipaard, welke met eenige andere Beesten op de Kermisfen rond geleid wierd, zyne ketens heeft: losgerukt en in die Provincie rond loopt, weigerende de beste en ftoutfte Honden' hem te volgen; waarom door de Regeering uit ieder Diftrift of Dorp 12 Mannen geordonneerd zyn, om eene algemeene Jagt op dat Beest te maaken : en naauwlyk was dit geval hier bekend, of den Opper-Jagermeester zond eenige Jagers met' verfcheiden Henden van den Koning derwaards. Ondertusfchen heeft een Beest, hoewel mia*ler wild, voorleden Zondag in, deeze Stad waarfchynlyk meer onheilen veroorzaakt, als het Luipaard doen zalr het was namentlyk een Os, die, toen men hem zoude Aagten, uit de Slagtery losbrak, verwoed door verfcheiden Straaten liep, en alles wat hy vond ter neder wierp. Onder anderen ontmoette hem eene Wacht, die hem met de Bajonettentrachtte aftemaaken , doch hy ftiet 'er twee of drie van op den grond cn 'kwetfte een ander gevaarlyk, waardoor hy ruimte kreeg en weder voortholde, tot dat' men hem eindelyk door een kunstje meefter wierd; want tot by het Hótel-Diengekomen zynde, lief men de Osfen, die altyd tot daaglyks gebruik van dat groote Hospitaal op een der plaatfen ftaan , los, en toen hy zich onder zyns-gelyken be~ vond, bedaarde hy en liet zich vangen. Men verzekerd, dat hy drie Menfchen* gedood en 'er meer dan twintig gekwetst heeft. P 2. •< Gr-#~  C «6 ) '*s \Grftvettbage den ?den July. Wegens de byiondere en veel gernchts gemaakt hebbende Zaak van den Graave van Gersdorff, geweezen Saxifchen Gezant by het Spaanfche Hof, en den Heer Favre, voormaals Pruisfifchen Legations-Secretaris ten zei ven Hove, heeft men met Brieven uit Aaken tyding, dat den goden Juny laatstleden tusfchen beide Heeren een Duël plaats gehad heeft; welke na het wederzydsch affchieten van hunne Piftoolen, het welk zy nog eens herhaalde, doch geduurig misten, gecindigtis, met het geeven van een verklaaring door den Heer Favre, waarby hy betuigt, dat de dokken, ten nadeele van den Graaf in de publieke Papieren geplaatst, buiten zyn weeten het licht gezien hebben ; en dat hy afkeurt al wat dezelve ten nadeele van den Graaf bevatten, en overtuigd is, dat de Graaf altoos als een Man van Eer gehandeld heeft. Vervolg en flot der Befchryving van den tegenwoordigen daat des Periifchen Ryks. De andere Landfchappen, meer naar het Zuiden gelegen, zyn geheel ontbloot van Hout, en men ziet 'er geen enkelden Boom. Een fchakel van Bergen, byna de een op den ander gedapeld, vertoonen aan het oog van den Reiziger niets dan dorre Rotfen, zonder eenige Aarde, of eenige fchyn van Planten of Kruiden. Alle de Rivieren zyn niet anders dan Beeken, welke twee dagen na Onweders of Sneeuwbuien weder droog zyn; die geene, welke niet opdroogen, zyn nooit meer dan vier of vyf ellen breed. De Rivier Zenderond, die-voorby Ispahan loopt, is de grootde van geheel Perfië, en echter heeft dezelve by Ispahan geen zes ellen breedte; een Land van z a 3000 mylen uiigedrektheid, zonder Rivieren of Hont, met een Steen- en Bergachtigen Grond, en in een warme en drooge Luchtdreek gelegen, kan niet anders dan onvruchtbaar en flegt bevolkt zyn. De invallen der Agivans; de Staatsveranderingen, die 'er het gevolg van zyn geweest; de Strooperyen van Nader Schah, in de Indiën, en eindelyk de laatde Revolutien federt den dood van Kerim Khan, of alle die oorzaaken by elkander genomen hebben de ontvolking in de Steden en op het Land veroorzaakt. De in daat zynde Steden zyn doorgaans agt, tien of twaalf dagen van elkander gelegen; en in dien tusfehentyd ontmoit men naauwlyks twee of drie Dorpen, maar men kan duidelyk de overblyffelen zien van die, welke 'er eertyds gedaan hebben. Men zdet 'er ook verblyfplaatfen voor de Caravaanen, doorgaans een dag reizens van elkander gelegen. Deeze Gebouwen, van Harddeên gebouwd, zyn uitgeftrekt en aanzienlyk, de Vertrekken zyn 'er verwonderlyk wel verdeeld, tot gemak der Reizigers en der Bedienden; 'er zyn groote Regenbakken, enz. Alles vertoont 'er de grootheid en weldaadigheid der Vorden, die dezelvea hebben doen uitvoeren , en de fmaak en kundigheden der Boawers. De meeste echter zyn in Puinhoopen verkeerd, door de Verwoestingen, welke dit Land ondergaan heeft; anderen zyn in hun geheel, maar zy zyn alle onbewoond en verdrekken ten fchuüplaats aan de wilde of fenynige Dieren. Wanneer men het oog vestigt op deeze fpreekénde Schilderyen der wisfelvalligheid des Waerelds, gevoeld men een aandoening, gemengd met verwondering en droefheid, by het zien der rampen welke de eene Mensch aan den ander veroorzaakt heeft; men is 'er over verontwaardigd en fchaamt zch eindelyk een Mensch te zyn. Gediiikr. by ét Erve de Wed. J. van EGMONT: op de Reguliers Breêftrasc, re Amfteida«i.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 23 July 1785. N°. 30. Voorleden Saturdag avond ontftond hier voor de Stad, in de Laag op het Y Brand, op het Schip van Sikke Dirks Manje, naar Dantzig befte'md. Kort te vooren was er een Schuit met Goederen aangekomen, en de Luiken reeds gefloten , echter ontdekte het zich van daar het eerst, het geen 't Agterfchip terftond in volle vlam zette; doch door de fpocdige hulp der Brandfpuiten, kwam men het gevaar fchiely* te boven; dan de Laading is meest door het Water befchadiet. De brandbaare Stoffen op het Dek wierden terftond over boord geworpen en het Schip ten eerften uit de Laag gehaald, om aan de nevensleggende geen nadeel toe te brengen. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 104. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Volgens een Brief uit Helfingfors, in dato den z8ften Juny, is het Schip van Kapitein M. Mathiefen, van Ivica komende, den zótten dito doordeLoots die hetzelve m de Haven brengen zoude, met volle Zeilen en Stormweer op een verborgen Klip of Steenkop gezet; het Voorfchip is 3 voet hoog gereezen en door de Laading Zout is te vreezen dat het Schip geborften en befchadigd zal zyn dewyl de lekkagie fterk toeram. De Loots was in arrest. ' Van Christiania, in Noorwegen, heeft men, dat den zgüen Juny aldaar in een Pakhuis Brand was ontdaan, welke zo fchielyk had toegenomen, dat alle de Pakhuizen, aan den Zeekant daande, ten getalle van 140, met het nieuwe Koninglyke 1 olhuis, daardoor tot asch verteerd waren. Vermits de Pakhuizen met een groote menigte Waaren, als Vlas, Hennip, Teer, Zwavel, Tabak, Boter, Graanen enz., gevuld waren, wordt de fchade op meer dan 400,000 Guldens gerekend De Stad is gelukkiglyk verfchoond gebleeven. ; den zoden Juny. Onder de Fedynsn welke te Parma gegeeven zvn ra de tegenwoordigheid van Hunne Koninglyke Majefteiten van Siciliën heeft byzonder een Contredans uitgemunt, die door 24 Ridders te Paard is verricht De Paarden waren zo afgericht, dat zy alle wendingen en keeringen met eeneijroote' behendigheid verrichten, en den Dans in de beste order voleinden. ■Het Water van den Donau is federt den z^den deezer beftendig afgenomen. r 3 en  ( tt8 ) co bereids biBnen haare Oevers terug getreeden, doch heeft nog niet van alle Plaatsen kannen wechloopen. De kracht van 't Water heeft aan veele Plaatfen, Bruggen en Huizen befchadigd, en hier en daar ter neder gefmeeten, en ook groote fchade aangericht, van welke men tot nu toe geen naauwkeurige opgave kan mededeelen. Veele weldaadige Lieden hebben hier wederom bewyzen haarer goedheid gegseven. Onder anderen heeft een jongen Ridder de fomma van 1000 Guldens doen uitdeelen onder de Noodlydenden : Verfcheide Lieden in de Voordeden en elders, hebben de Inwoonders der ovetdroomde Huizen, federt dien tyd geherbergd. Dewyl Zyn» Majedeit, de Keizer, goedgevonden heeft, de voorheen gewoone Inauguraal-D sputaticn tot verkryging van de Doöoraale waardigheid in de Medicynen op alle de Univerfiteiten in de Erflanden aftefchaffen, is den zyften deezer by de Medicynfche Faculteit te Praag, de eerde Promotie naar de nieuwe manier gefchied. De Candidaat was een behoorlyk aangedelde Apothecar, genaamd Holly. Hy moest in het Hospitaal der Barmhartige Broeders aldaar, in tegenwoordigheid van den Deken der voorfchreeven Faculteit, de ziekte van dtie nieuwaangekomen Patiënten opgeeven, de Geneeswyze en ook den Levensregel verordenen, de Artzenyen zelf voorfchryven, en zyne Bezoeken daaglyks tweemaal herhaalen. De Kranken werden weder gezond, en toen moest hy een voilé lige Hidorie hunner ziekte opdellen. Het opdel werd beproefd, goedgevonden , cn de Candidaat kreeg vervolgens de waardigheid van Doctor in de Medicynen, zonder eenige voorheen gebruiklyke Ceremoniën verder in het werk te flellen. Weenen den 3den July. Heden namiddag is de Keizer zeer onverwacht, in goeden welftand, van zyne reize naar Italiën alhier terug gekomen, en dus nog ■vóói de aankomst der Hollandfche Gedeputeerden, die eerstdaags in deeze Hoofdrad verwacht worden. Hamburg den 8dcn July. Met eene Estafette, alhier doorgepasfeerd, heeft men de droevige tyding, dat eergisteren, te Oldenburg, aan eene Beroerte overleden is, in het 71de jaar zynes ouderdoms, Frederik Augustus, Hertog van Holftein-Gottorp, Prins-Bisfchop van Lubek; wordende in die laatde waardigheid opgevolgd door zynen Neef en Coadjutor, Prins Peter Lodewyk. Van Alcala, in Spanje, heeft men, dat door de Univerfiteit aldaar, den óden. Juny, met veele plegtigheid tot Meederesfe der Vrye Konden en Doétoresfe der Wysbegeerte, gepromoveerd is Donna Maria Ifidora Quintinia, Dochter van den Marquis de Monte'allegro. Deeze jonge Juffer, flechts 19 Jaaren oud , had ongeloof! yke vorderingen in voornoemde takken van Studie gemaakt, en twee dagen lang het drengst openlyk onderzoek met lof doorgedaan; hebbende onder anderen het aan haar onvoorziens opgegeeven Vraagduk van het IV. Concilie van -Carthago: „ Of eene Vrouw, hoe heilig en geleerd, wel bevoegd zy, om openlyk onderwys te geeven in de gewyde of ongewyde Letteren ?" Voor de vuist met veil oordeel en geleerdheid behandeld, en bevestigend beantwoord. Parys den &ften July. Gisteren verzekerde men, dat de Prins van Wallis vyf of zes dagen in deeze Stad was geweest, zonder bekend te woxdenj hy logeerde ia  ( H9 ) $n een gemeubileerd Hu!s in de Straat van Colomb'er, a'waar by niemand dats den Hertog van Chartres gezien heeft. Hy heeft alles in deeze Stad bezigtigd inde kleeding van een Ryknecht, en is ftil uit Engeland vertrokken; doch men meent, dat de Koning het hem niet kwalyk zal neemen, aangezien zyne jaaren hem zulk een Speelreisje wel permitteeren. Franeker den i4den July. Het verl;es, 't welk deeze Academie onlangs geleden heeft door het affterven van den Heer Schrader, en het vertrek van den Heer yan Swinden, is verzwaard geworden door een nieuwen flag. Hedennamentlyk is alhier, in den ouderdom van tuin 71 Jaaren, overleden onzealomberotmde en op één na oudfte Hoog-Leeraar Nicolaus Ypey, Mathefeos & Architecten as Militaris Profesfor ordinarius, welke Weetenfchappen, benevens al wat daartoe betrekkelyk is, hy 43 Jaaren lang, eerst een tyd lang als Lector, alhier gedoceerd, en veele beroemde Mannen gevormd heeft, die bet Vaderland tot nut en cere ftrekken ; als den Generaal du Moulin, den Heer Steenftra, en zo veele anderen. Het verlies van deezen waarlyk grooten Man zal niet alleen hier, maar alommê hartelyk betreurd en zeer bezwaarlyk kunnen vergoed worden. Londen den iyden July. Van Norwich heeft men tyding, dat toen aldaar dea y ien deezer de Belasting op de Winkels en de Dienstboden een aanvang zoude neemen, het Gemeen op allerlei wyzen deszelfs haat en misnoegen over die Belastingen heeft aan den dag gelegd. Sommige flooten hunne Winkels, en andere» vertoonden zich in het Rouwgewaad, de Klokken wierden bewonden en men hoorde nu en dan derzelver dof en treurig geluid, terwyl de Deuren en Venffer* met Scheldwoorden en Pasquillen befchreeven waren. Des avonds ten y uure» kwam 'er iemand te Paard aanryden met het Afbeeldfei van den Heer Pitt, den Uitvinder van deeze Taxen; het wierd afgewacht door zes Beulen, en onder dezelven een Dienstmeid in den Rouw gekleed, met eene Roedein de hand, die dit Afbeeldfei by tusfchenpoozen wakker geesfelde, tevens roepende: „ Daar „ Vervloekte ! dat is om dat ik uit myn Dienst geraakt ben door uw fchelrr'ach* „ tig Meidengeld." Na dat men het door de voornaamfte Straaten van de Stad rondgedraagen , en aan een hoogen Galg opgehangen had , wierd het eindelyk desavonds ten 8 uuren, onder de blyken der verontwaardiging van eenige duizenden Aanfchouwers, openlyk verbrand. 'sGravenbage den iSien July. De Heer Blanchard Is voorneemens, om eene dertiende Luchtreize te onderneemen, en zal opgaan te Rotterdam, mits 'eraan(taanden Saturdag den 13 July 1000 Infchryvers zyn, jeder betaalende één Ryksdaalder. Hy zul op deeze reize de Proefneemingdoen met de Parachute, aan dewelke hy cen Schaap zal binden , en boven de Wolken gekomen zynde, in de Lucht werpen, wanneer hetzelve langzaam op den grond zal nederdaalen. * Amfterdam den i8den July. Met de Engelfche Brieven van den 12 en lydem deezer wordt gemeld, dat aldaar 3 Visfchers uit Groenland gearriveerd waren, heobende 14, 17 en 2y Visfchen gevargen, en berichten, dat de Vloot van yd Schepen hunner Natie 122 Visfchen gevangen had, maar dat veele hunner Schepen in het Ys vergaan waren. Ook heeft men met dezelve een Lyst ontvangen van de vangst der Hollandfche Schepen van het laatst van Juny, waaruit blykt, dat de vangst van -f4 Schepen,  C ho ) die bekend waren, en waarby de meefte, die voor de Straat Davis geëquipeerd waren in 184 Visfchen beftond, ali: Commandeur H. Pieters, 16 Visfchen; C. D.'Hoek, u Vhlchen; G. Duyn en J. Blauwboer, ieder 9 Visfchen, zyo Quarteelen; R. P. Meyer, 13 Vhfchen, 170 Quarieelen; D. C. Duyn,8Visfcnen, ico Quarteelen; D. Mulder, 8 Visfchen; T. Tromp, M. Mooy en G. Visfer', ieder 6 Visfchen, de laatfte ico Quarteelen; H.Cornelis, J. G. Adriaan, G. Riekels, A. de Groot, P. D. Adriaan en C. J. Ruyg, ieder y Visfchen; J. Zitlo en S. J. Kleyn, ieder 4 Visfchen; G. R. Meyer, 3 Visfchen, 70Quarteelen • R. O. Meeuw, 3 Visfchen, 40 Quarteelen; G. Adiks, C. Baske en A. Bont, ieder 3 Visfchen; G. D, Meyer, J. J.Snel, B. H.Bakker, J.P.Bos, P. Slinger en P. Koning, ieder 2 Visfchen, de laatfte zy Quarteelen; J. Jansz, J. L. Walig, J. Hogeriyl, G. van der Wal, J. Blankman, J. S. Walig, ID. Pronk, R. Volkers, C. Boekjes, J. Dekker, D. Hopman, A. Walig, W. Oebles, J. Oebles, G. Derks, P. Bouwen en H. Barends. ieder 1 Visch, da laatfte zy Quarteelen; G. Adriaans, J. Gauw, A. van Hanxleden, A. Smit, P. Janfen en P. Hanfen ledig. Op Schermonikoog is geftrand en verbryield een Portugeefehe Brik, genaamd N. S. de 1'Oreto, Kapitein J. G. da Costa. Dezelve moest van Petersburg naar Port a Poit, doch had door Avary in Noorwegen binnen geweest. Een klein gedeelte van de Laading is geborgen. Den 14den deezer is te Hamburg en op de Elve een zwaaren Storm ait den Noord-Westen geweest: Het Schip Nepthunes, Kapitein S. Schluter, van Dantzig gekomen, was cp Strand geraakt, en de Mast en twee Ankers moeten kappen: Ook had het Schip van S. Adrichem, mede van Dantzig, fchade aan Mast en Zeilen, en meer anderen. De Oost-Indifche Compagnie-Schepen, de Draak, Kapitein A. Kikkert, van China; het Loo, Kapitein J. Hulfcbosch, en Jagtrust, Kapitein Andriesfen, van Batavia zyn eergisteren in Tegel binnengekomen, nevens hun Convooijer •s Lands Fregat de Waakzaamheid , Kapitein Willink. Met laatstgemelde Fregat, dat op Ceylon geweest is, verneemt men, dat de van daar verwacht wordende Schepen niet voor in 't laatst van January zouden kunnen vertrekken. Op Negapatnam was des tyds 't Schip Hoolwerf, Kapitein B. van der Spek, en zou belaaden in de maand January van daar naar Batavia retourneeren; doch was ter overlegging der kwaade Mousfon naar Triaconomale gezeild. Aan de Kaap de Goede Hoop zyn gearriveerd, de uitgaande Oost-Indifche Compagnie Schepen, Barbenftein, Kapitein D. C. Plokker, naar Chinabeftemd, en Huisduinen, Kapitein L. Cotnelisz., naar Ceylon moetende, beide van deeze Kamer. ~Byde. Drukfter deezes wordt in Commisfie verkocht, de oprechte Stoughtons Elixer Magnum Stemachicum, of het groot en Hartfterkend Maag-Elixer; zynde een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veel andere Ligchaamskwaalen. Gedrukt by de Erve de Weduwe J AC O BUS van EGMONT: op de Reguliers Brecüuat, te Amfterdam.  HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 30 July 1785. N°. 31. ï Iet getal der Dooden van de voorgaande week is ioy. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Weenenden 13 den July. Wy worden nog wederom door eene nieuwe Overftrooming van den Donau bedreigd; dc Kelders van de Voorflad Roifau zyn reeds vol Water. De Augarten is gefloten, en de Schildwachten hebben order, om niemand daar in te laaten gaan. Het Water terug gekeerd zynde, heeft een groote menigte dooden Visch agtergelaaten, die eenen ondraaglyken ftank maaken. Het Slym, welk de Rivier heeft afgelegd in de Plaatfen, die ze overftroomd heeft, brengt eene verbaazende menigte Infe&en voort, welke dc hitte uitbroeit. De Bewooners deezer Streeken krygen verfcheiden ongemakken, welke men aan de groote vochtigheid toefchreef. De Pacha van Bosnicn, tyding gekreegen hebbende van een zyner Vrienden uit Gonftantinopolen, dat een Capigi-üachi, hem een bezoek zoude geeven, omheroeeti hoofd kleinder te maaken, heeft zich met zyn kostbaarfte Goederen wechgemaakt; men weet nog niet waar hy is, maar men gist, dat hy zyn weg naar de Oostcnrykfche Staaten genomen heeft. Van Brunn fchryft men het vo'gende: „ Den 27ften Juny raakte het Dorp Exelkowim ongelukkig in brand, waarna een hevige Wind opftak, zo dat, ondanks alle toegebragte hulp, het gantfche Dorp, tot de Kerk cn Pastory toe, in de asfche gelegd wierd. Op dit droevig tydftip gaf de Priefter van die ftreek, de Heer Wallon, een duidelyke blyk van zyne liefde jegens zynen Evenmensen. Qp het oogenblik dat zyn Huis in btani geraakte, en hy door zyne tegenwoordigheid no< mogelyk een gedeelte zyner Effecten had kumnen redden, viel dce/é waardige Man in gedachten, dat een oigeluKkige Kraamvrouw, van alle hulp ve-ftooken, aan 't grootfte gevaar was blootgefleld. Op dit oogenblik zyn eigen belangen vergeetende, en zich alleen bekommerende om haar te redden, haastte hy zich om zyn Kalais in te fpannen, reed ftoutmoedig door de Vlammen, en kwam eindelyk aan het Hutje der Ongelukkige, die op het punt ftond, om door de Vlammen, die haar omringden, verfijnden te worden. Hy nam haar moedig Q in  ( I" > sn zyee armen, cn bragt haar en haar Kind naar een nabuurig Dorp. De rr.edelydende en onverfchrokken Geestelyke vónd, by zyn tertagkomst, zyn Huis geheel door de Vlam verteerd, en getroostte zich zyn eigen ongeluk, door het denkbeeld, dat hy het leven behouden had van twee Schepfels-, die, even als hy , Menfchen waren." Attona den ifden July. Den zden. deezer, 'i avonds tusfchen ƒ en 6 uuren , hadden wy in onze Nabuurfchsp, het zeldzaam Verfchynfel van eene zogenaamde Waterhoos. Omtrent Banneishof daalde eene Wolk, in de gedaante van een puntige zak, al draaiende, neder in de Elbe, vereenigde zich, na eenue wendingen, met het Water, en voerde een groots masfa mede naar boven. Op een weinig afftands zakte een tweede Wolk insgelyks in de Elbe neder; zwenkte ten of twaalf maal heen en weder en veroorzaakte zodanige kuil in 't Water, dat men byna tot op den grond der Rivier zien kon. Eenige minuten hierna fcheurde beide Wolken , en Hortten toen het Water wederom in de Elbe; hierop dreeven ze, geduurig draaijende, over deeze Stad, doende eenig na.ieel aan Daken en Huizen, en verdweeiien eindelyk buten het gezigt. Sedert heeft men nog verfcheide uitweskfels van dit Verfchynfel vernomen. Een Windmolen, aan de overzyde van de Stad gelegen, heeft eenig nadeel geleden; van het daarby ftaande Woonhuis werd een zwaar ttuk van de Scboorfteen neêrgefineeten; het Stroodak van een andere Wooning werd afgeligt, en het Hooi, 't welk op de Zolder lag, opgenomen; op eene Bieekery, in de Nabuurfchap van het zogenaamde Roozenhof, werd het op dezelve te bleeken liggende Catoen in de Lucht geneden; een gedeelte kwam t-pgerold, en een ander gedeelte geheel gefcrieurd, wederom naar beneden. Heet, by Nymegeu , den ioien July. Zondag den iyden deezer, laat in den namiddag hadden wy hier een droevige en akelige vertooning; zes Ruiters onder bet Regiment van den Generaal-Major van der Hoop , Commandant van Nymegen, uit 't Garnizoen van Nymegen, alhier in een Herberg, genaamd Oost-Indien, kommde, alwaar veele Lieden van den Bargerftaar, uit de Stad zich bevonden; deeze Cavalleristen hier wat vertoeft hebbende, trokken op eenmaal hunne fcherpgefleepen Pallasfen uit, begonnen op een woedende wyze op de altaar zynde Mans, Vrouwen en Kinderen aan te vallen, met. houwen en hakken, poch oud noch jong verfchojnende, vetfeheide Perfoonen zyn door haar gekwetst, door *t bekomejn van houwen over de vingers en door het hoofd. Ieder vluchtte herwaards en dcrwaards, in nabygelegen Stallingen en ruinen; en eenige Vrouwen zyn boven de Vengfters uitgefprongen. Men zondt iemand na de btad om daarvan kennis te geeven ; terftond zag m«n eenige Officieren en Onder-Officieren van dat Regiment aankomen, die deeze Bruteurs, hoewel met groote moeite, naar de Stad bragten, en aldaar op de Hoofdwacht in arrest hielden; doch Dingsdag avond, den ioien deezer, zyu dezelve, met twee te gelyk, onder een fterke Commando, naar het Stadhuis gebragt, en aldaar in welverzekerde bewaaring gefteld. Men is hier fterk verlangende hoe het mst deeze flegte Knaapen zal afloopen; en of iemand, die hier tot zyn vermaak een wandeling komt necmen, veilig kan zvn, im niet. dmfterdam den aoften July. D« Ed. Heeren Bewindhebbers van de Ooitrln- di-  ( 123 ) difche .Compagnie, ter Kamer alhier, hebben het Hoekerfcrrp Tesfelftroorn', 5e> geeven aan Kapitein P. Kroon; alsmede aan de te vooren in dienst geftilde Kapitein B. C. Muider, het Schip Zoutman, en het Schip Beverwyk aan Kapitein H. E. L. Pook van Baggen. Eergisteren is in Goeree binnengekomen het Oost-Indisch Compagnie-SchipRofenae-g, Kapitein G- Bruin, voor de Kamer Delft, van Batavia. Extraci uit eene Misiive van den Heer Kapitein Kuvel, aan den Heer Raid en Advocaat-Fiscaal van der Hoop. Hoog-Edele Gelirenge Heer! Ik heb de eer U Hoog-Ed. Geftrenge by deeie myn am'vement op de Caap bekend te maaken, welke geweest is den zoden April; het Schip en Equipagie bevind zich in een zeer goeden ftaat; ik heb geduurende de reize één Man verloeren die apparent de oorzaak is geweest van zyn dood, als hebbende zyn Maag buitenmaate gefatigueerd, door onvoorz'gtigheid van myn Hofmeeflar, die hem met het Aagten van een Varken, de Kop had gegeeven, aan dewelke ten minden drie pond Spek zat; de gulzigheid deed hem dezelve in weinig eurtn opeeten; dit was onder de Linie: Ik heb, geduurende de reize, het Volk, in de plaats van Graauwe Erwten, Zuurkool gegeeven, waaraan ik de gezondheid van hetzelve veel toefchryf. (was get) A. KUVEL. Op de Reede van Cabo de Goede Hoop den ziften April 1785-. Den iodèn deezer, 'smorgens, is voor Zandvoort geftrand het Tjalkfchip de Welmeenende Vrienden, Schipper H. B. Hoge, van Hamburg naar Cherbourg gedestineerd, belaaden met Balken en Kromhout, welke uit het Schip fpoelda;. van de Takelagie wierd geborgen. Kapiten J. D. Croefs, meldt, dat hy den 9'en deezer op de'breedte vsn 47 graaden en lengte 35-4 graaden, v»n een Franfche Vbfcher overgenomen heeft de Amerikaanfche Kapiiein Robert Gover, met ae helft van zyn Eqaipagie, welkers Schip daags te vooren gezonken was, van Maryland naar Londen gedestineerd. Ineen Brief van Sur innamen, door gemelde Kapiteoi me Jrbragt, wordt gemeld, dat aldaar tusfchen den 24 en 25-ften M«y een zwaare Aardbeeving geweest w»s, zo dat alles op en neêr fchokte en kraakte, 'r. we k den lóften dito door een zwaare Orcaan gevolgd wierd; van verfcheiden Huizen waren de Daken gebroken eneenige oude Gebouwen omgeworpen, 't welk groote vreeze verwekte, zo dardeMenfchen uit hunne Huizen vlooden; echter had het geen zwaare fchade of ongelukken veroorzaakt. Het Schip van Klaas van Glaanen, nu gevoerd by M. Weifenberg, hetwelk men reeds opgegeeven heeft te Surinaamen gearriveerd te zyn, was den4. enj.uny nog niet aldaar. Volgens de laatfte Berchlen van de Caap de Goede Hoop was aldaar aangekomen het uitgaande Oost-Indifche Compagnïe-Sch;p het Slot ter Hooge, Kapiteins J. Stiereveld, van de Kamet Zeeland naar China moetende ; doch dêeze brieven „ Q 2 hoe*  C 114 ) hoewel reeds loopende tot den aSften April, mélden niets van het verongelukt* Schio de Vrouw Everhardina, op de reize van Batavia naar Japan. Rotterdam den 2often July. Door de Edel-Mog. Heeren Gecommitteerde Raar en ter Admiraliteit op de Maaze, is in dienst gefteld 's Lands Oorlogfchfp Dordrecht van 60 Stukken, en ter commando begeeven aan den Kaptein Jan Satink. Dingsdag middag ten 1 uur, is alhier van Stapel geloqpen het nieuwgebouwde Oorlogfchip Willem de Eerfte, van 74 Smukken. Volgens zeker bericht, is 'er, geduurende eenige dagen, voor de Maas gezien, ;een groot Schip met een Galjoen, laaiende van de Voortop en van agteren een Hollandfche Vlag waaijen, tot cen fein voor een Loots, en heeft ook fteikgefchoten ; doch kon, vefmits 'er geen Lootfen buiten waren, niet binnen komen, fcynde waarfchynlyk een Oorlogfchip of Oost-Indischvaarder: heeft geankerd gelegen op 6 vadem tegens de vlakte van de Maas, en is op den ïoften dezer weder Haar Zee gewend. 's Gravenbage den zjften July. Men ziet hier thans twee Mjsfi ven van den Heer KapiteH van Braam, commandeerende's Lands Esquader inde Oost-Indien, beide gefchreeven op de Rheede van Malacca, de een gedagtekend 8 July en de andere 15- September des voorleden Jaars 1784. De eerfte behelsd een ampel relaas der compleete Overwinning, door de onzen den i8den Juny te Toele Gattappan , circa 3 uuren van Malacca, over den Koning van Riouw, Hadya Haoge* en zyne faamverbondene Vorften, die, fints het laatfte van January, Malacca belegerd en ingefloten hielden, behaald. Al 's Vyands Gefchut, ten getalle van 116 Metaalen en ij" Yztren Stukken, benevens 21 Vaandels en Vlaggen, waren daarby veroverd, en alle zyne Magazynen en Vcrfchanlingen verbrand. Het getal zyner dooden en gekwetften , onder welke eerften de Koning zelve met drie Zyner Zoons, en drie andere Vorften, benevens een aantal aanzienlykc Ryksgrooten zich bevond, was zeer aanmerkelyk: terwyl aan onzen kant de gefneuvelden niet meer dan 11, en de gekwetften Hechts 41 in ge al bedroegen. Deeze Overwinning had het ontzet van Malacca onmiddelyk ten gevolge gehad. In de tweede Mislire vindt men een breedvoerig verhaal van eene tweede Overwinning , door de onzen, onder de orders van denzelfden Commandant den aden Augustus behaald, inde verovering van de Stad en hetgeheeleKoningryk Salangoor , 't geen daardoor tot een Wingewest der Republiek gemaakt was: eene Overwinning, die niet meer dan het leven van flechts 3 Europeè'rs en 3 Inlandfche Soldaaten gekost hadde. De geweezene Siacs, Koning Radya Mahometh Ali was hierop tot Vorst van dat Ryk door de onzen aangefteld, en van alle de Ingezétenen, die hun ouden Koning weldra verlaaten hadden, gehuldigd, 's Lands Rch.-pen bevonden zich, op de dagtekening, allen in goeden ftaat; doch onder de Equipagie heersehten ongelukkig hardnekkige Koortfen en Roode Loop, waaraan, federt het vertrek van Salangoor tot op de dagtekening, niet minder dan i8ö overleden waren, terwyl toen nog een aantal van 35-9 aan die ziekte laboreerde. Gedrakt by de Erve d» Weduwe JACOBUS van HGMONTop de Reguliers Bxccftrsat, te Amfterdam,  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 6 Augustus 1785. N°. 32. Jrjet getal der Dooden van de voorgaande week is 110. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Algiers don iyden Juny. Gisteren middag begaven zich de Schout-by-Nachi Don Guisfepo Mosferade en de Heer Graaf d'Espilly naar het Paleis, en hebben alle Verfchillen vereffend en den Vrede geiekend, by welke de Koning van Spanje aangenomen heeft. 1. Aan deeze Regeering te geeven een Millioen Stukken vaa Achten, 2y Metaalen Stukken Gefchut, zy dito Yzeren, 4 Metaalen Mortieren, 4000 Bomben, iocoo Kanon-Kogels, 2000 Quintaalen Buskruit, yooi» Quintaalen Snapnaan-Kogels, yoo Quintaalen Touwwerk, iy Quintaalen greote zwaare Touwen en 30 Kabeltouwen, 100 Masten en yo Spieren tot Roeizeilen, 2000 Eiken Planken voor Affuiten, 400 Stukken Zeildoek , beha! ven een menigte ryke Prefenten voor den Dey en zyne Ministers. 2. Dat de Stad Oran, gelyk te vooren in Oorlogstyd, aan de Landzyde zal zyn, en dat alle de geenen, die Krygsgevangen zullen gemaakt worden, Slaaven zullen weezen. Con/lantinopolen den 2fflen Juny. De Heer Kaptein Kinsbergen, commaadeerende het riollandsch Oorlogs-Fregat de Pallas, met een Convooi, onder zyn bevel, gedestilleerd naar Smirca, op dc hoogte van Cerigo gekomen zynde, ea aldaar een Venetiaansch Vaartuig ontmoet hebbende, van wicn hy eenige onderrichting begeerde, nopens een Roover die federt eenigen tyd de Zeeën van den Archipel onveilig maakt; deedt de Kapitein ten dien einde eenige Manoeuvres or» gemelde Venetiaansch Vaartuig te doen bydraaijen ; dit was oorzaak, dat de Venetiaanfche Commandant de vlucht nam, en gekomen zynde in de eerfre Haven, Zo verfpreidde hy , dat hy door een Hollandsen Oorlogfchip was nagejaagd, die op hem gefenooten hadt, maar dat hy het gelukkig was ontkomen; waarop het gerucht zich door den geheelen Levant verfpreid heeft, dat de Republiek der Veréénigde Nederlanden met Venetiën in Oorlog was; ondertusfehen heeft gemelde ZeeRoover den geheelen Archipel doorgekruist, en volgens Brieven alhier ontvangen, heeft hy een Venetiaansch Vaartuig genomen, 't welk zeer ryk gelaaden was, en waarvan hy de gehcele Equipagie heeft vermoord, en de Kapitein in ketenen %t- Q 3 floo.  flooten. De Ambasfadeara van FrankryK, Rusland en Venetiën, hebben aan de Pone reprefentatiën gedaan, ten einde middelen beraamd worden om deeze Roover te doen arreiteeren, «n den Archipel veilig te maaken ; waarop'de Porte twee Oorlogfchepen naar den Archipel heeft afgezonden, welke zich met twee anderem moeten verééoigen, die aldaar zich bevinden, om de Jaarlykfche Schatting van de Eilanden optehaalen; derhalven vleidt men zien , dat de Zee-Roover genoodzaakt zal worden om den wyk te reemen. Lisbon den i8flen Juny. Men verneemt, dat de Prefident d'Entrecafleau* welke zyne Huisvrouw in Frankryk vermoorü heeft, aan een hette Koorts in zyn Gevangenis, geflorven is. ' Alhier ftaat een Nieuwen Handel of Compagnie opgericht te worden, welke öe.taan zal uit Kooplieden, die Correspondentie zullen houden met de voornaamfte handeldry vendc Steden van Europa. Het oogmerk is om te Tetuan, of te -Ï3nger, Faöoryen opterichten, om in den Levant Koophandel te dry ven. —. ■De gelegenheid van die beide Havens is zeer goed, voor een algemeene Stapelplaais tot den Handel met de Mooren. De Engelfchen fchynen mede dit Plan, tot han voordeel , gordtekcuren. Eenige Engelfche Kooplieden hebben reeds verlot gevraagd, om te Tetuan, of te Martin, welke maar twee my'en vandaargelegen is, een Fsöory opterichten: zy zyn voorneemens om aldaar beftendig een KtüJent te houden en Magajynen te maaken , waarin de Goederen , opgekocht in de Staaten van zyne Moorfche Majefteit, zullen bewaard worden, om daarna met Schepen verder vervoerd te worden. De Engelfche Conful heeft vyfduizend Fonden Sterlings geboden voor deeze Vryheid. By deeze gelegenheid be¬ denkt men zich, dat het Fort Tahger weleê'r aan Groot-Brittanniën behoord heeft ;_dit was een gift, welke Catharina van Poitugal ten Huwelyk medebragt. met Karei de Ilde. ' Maar de onkosten van het Garnizoen, tot befcherming van . hetzelve, Jaarlyks beloopende op yo of óo duizend Ponden Sterling, verliet de gemelde Monarch die Plaats, om geen onnoodige kosten te verfpillen. Petersburg den eerften July. Haare Ruskeizerlyke Majefteit is eergisteren middag tusfchen 6. en 7 uuren met een Jagt, waarmede zy de terugreize gedaan heeft, alhier in een volmaakte Gezondheid, tot groote vreugd haarer Onderdaanen, aangekomen. Liverno den zden July. Heden is alhier gerarriveerd een Schip van Tripoli, mtx verfehtiden Joodfche Huisgezinnen , die , uit hoofde van de aldaar fterk grasfeeten le Pest, het Land verlaaterr hadden, om hun leven te beveiligen. Men. verzekerd , dat aldaar ep éénen dag aan dien Plaag geftorven zyn 1 yoo Menfchen waaronder 77 Jooden. Bokgna den iaden July. Een Brief van Ancona van den 3den deeaer meldthet volgende: Een Vaartuig van Scutari is, na eene vaart van twee en een halven. dag, hier aangekomen, met de zekere tyding, dat de Basfa van deeze laatstgenoemde Plaats, aan het hoofd van 30,600. Albaniër*, zich meefter van Montenegro gemaakt heeft. Die bloedige Expeditie was den 27ften Juny tera eindegebragtd Be Overwonnenen zyn met de uiterfte wreedheid behandeld. De Turken heb5S» allarde Veldvruchten afgebrand, de Dorpen geplonderd en in dei.a»ch gelegd,. Meai  f UT) Men zegt, dat de eenige en kleine Stad Boduz een gelyk lot gehad heeft. Twi»»tig van de voornaamfte Inwooners de» Lands zyn als Gyzelaars naar Scuiari gezonden ; meer dan yo van die geenen, weike den grootften wederfland beloonden om zich te onderwerpen, zyn Onthoofd. De van Ragafa zyn in de ukcrfte verlegenheid, ea maaken allen fpoed, ©m zich in ftaat van'tegenweer te Ifeüen. Weenen den zotte» July. Volgens de nieuwfte Brieven van Gonftantinopel was de Mufci den ziften der voorledene Maand wederom afgezet, en een ander door den Grooten Keer in zyne plaats benoemd, die men zeide een Vriend van: goede orde en-den Vrede te zyn. De nieuwe Groot-Vizier, die de rust en goede orde in de Provinciën des Ryks hoe langer hoe meer zoekt te herflellen, wordt' gepreezen, en heeft zich, door den Janitfaaren hunne vierendeelsjaarige Soldy eenige dagen vroeger te laaten betaalen, de byzondere toegenegenheid derzelveni verworven. Eenige Fr3nfche en Zweedfche Officeren zyn van daar terug gekomen, zonder in hun oogmerk, om de Turken den Europafchen Krygstiandel teleeren, tehebben kunnen flaagen ; hebbet.Je de nieuwe Vizier een grooten af keer van alleswat van Vreemdelingen komt. Parys den izften July. Voor eenigen tyd ontftonden 'er hevige Onlusten in Breta^ne over zekere Pagten, en byzonder op het Landgoed van den geweezeni Bisfchop van Chalons, zo dat men genoodzaakt wss eenige Compagn'ën Jagersderwaards te zenden; doch deeze wierden, even gelyk de Strkruiters te vooren met geweld terug gedreeven;. en ait moet niet verwonderen , indien men opmerkt' dat die Boeren, alle Kustbewaarders zynde, den Wapenhandel zeer wel verdaan', en zich daarby nog van vier Drsaibasfen bedienden; echter zyn 'er van wedetzy-de» niet meer dan vyf Menfchen gedood, en thans verzekert men, dat alles door*" bet Regiment van Penthievre weder in ruit gebragt is. Rotterdam den 3often July. De Proefneeming van den Heer Blanchard , ?s; heden tot volkomen genoegen der Aanfchouwers gefchiedt. De Bol was ten1 y nuren volkomen met Inflammable Lucht gevuld, en de Heer Blanchard gereed: om ter beftemder tyd te vertrekken: maar, na eenige poogingen om met de Parachute en het Schaap naar de hoogte te gaan, en met dezelve eenige Proefneemingen te verrichten, was de Heer Blanchard\genoodzaakt van zyn voorneemen af te zien,, en alleen te vertrekken. De reJen welke htm hiertoe noodzaakten, warent i. Dat de Bol door de zwaare flagregen, geduurende den nackt gevallen, veeiverzwaard en doornat was geworden. %. Dat het Net, om dezelve reden, in' gewigt was toegenoomen. 3. Dat de Rukwinden den Bol veel hinder, toebragten, en door de Klep veel Lucht deed verlooren gaan. 4. Dat de Lucht,, welke in deeze Proef uit Yzer, waarvan een gedeelte verroest was, gehaald is9. minder ligt was, dan die uit Zinc getrokken wordt. Alle deeze vereende oorzaaken hebben de Heer blanchard genoodzaakt zyn Proef met de Parachute tot: een andere keer uitteftellen. Voor het overige heeft zyne Proef volkomen beantwoord aan de verwachting; hy is tot eene verbaazendc hoogte boven de Wolken* gefteegen, en van alle rabygelegen Steden gezien, en zal zekerlyk een groote weg; ifeggen.1 Men gist'dat-hy-. in.de; Provincie van Utrecht, cftn 'fGooiland, zali uw-  C r»8 ) rtiedefkomen. Men wacht met veel ongeduld om tyding van hem te verneemea. Tsfelftein den 3often July, Hedenavond hadden wy het byzonder genoegen, den Heer Blancha.d, met zyn Luchtbol, even buiten deeze Stad te zien rederko«  f *3* ) waardige tyding, met zekerheid berichten, dat, 't geen onlangs van Setlilih geimeld is als of aldaar 4000 Man gewapende Turken aangekomen waren , welke* hun Geweer Hadden neêrgelcgt, en verzocht, om in Keizerlyken dienst te mogen aangenomen worden, een bloot verdiehtfel geweest is. Londen den yden Augustus. Het Franfche Ediér. van het verbod onzer Manufa&uuren, heeft hier vry wat alarm veroorzaakt. De eerfte tyding 'er van aan onze Fabrikeurs, was vetzeld door eene algemeene Affchryving van alle gegeevene orders door de Franfche Huizen van Negotie. Deeze week hebben hier' meer dan honderd Getouwen in de Gaas-Fabriek alleen moeten ftilftaan, en de Fabrikeurs hebben reeds eene Conferentie met den Staats-Secretaris gehad. Het; is echter allerongerymst, om dit verbod tot een grond van eene aanftaande Vredebreuk met Frankryk te maaken, vermits Frankryk in deezen niets doet, dan ons gegeeven voorbeeld na te volgen. Zy, die onzen ftaat kennen, weeten, dat* wy naar eenen Oorlog niet begeerig kunnen zyn; en verftandige Lieden zyn van oordeel, dat 'er eene zeer goede reden is, waarom Frankryk 'er ons niet toe zal noodzaaken. . ■ _ . . De Oost-Indifche Maatfchappy heeft aan eene Sociëteit van Particulieren toegedaan , twee Vaartuigen naar Kamfchatka en de nabygelegene Deelen van NoordAmerik'a te zenden. Men weet, dat Kapitein Cook het laatstgemelde Land in 'ï algemeen en eene Rivier door hem naar zynen naam, Cook srivier genoemd, zeer ryk 'aan kostbaare Pelteryen gevonden heeft;, welke in China by uitftek gewild zyn. Het is het voorneemen, om daarmede een Handel te dry ven, en» men heeft daardoor een voorukzigt, om dit allerafgelegenfte en alleronbekendst gedeelte van onzen Aardkloot nu beter tt keren kennen en 'er vrucht van tr: trekken* Parys den yden Augustus. Men wil, dat 'er zich eene Compagniefchapaangeboden heeft om alle "s Konings Bosfchen in dit Ryk te beftieren, dezelve zodanig: beplantende en verbeterende, dat zy binnen den tyd van 30 Jaaren in den ailer»bloeijendften ftaat zyn zullen ; die Compagnie,, van eene zeer grooteKas voorzien,, bied aan om ten allen tyde op de Werven te Parys in voorraad te houden driemaal honderd duizend vragten Hout, mits voor ieder vragt-genietende een Premie van» één Li-vre en tien Sols. Men twyfelt echter of deeze Zaak wel ftand zal grypen, om dat men daardoor verfcheiden aanzienlyke Bedieningen zouden moetea vernietigen, en derzelver Eigenaars vergoeding, doen. Eergisteren moest 'ér een Knecht, die getracht had zyn Heer door Kruit in ós? Lucht te doen vliegen, levend verbrand worden, doch op het oogenblik dat fcf. zyne Straf zoude ontvangen, ontftond 'er zulk.een verfchriklyk Onweêr van Donder, BJxein, Hagel en Regen, dat de Aanfchouwers verfchrikt uit den anderen liepen, terwyl men genoodzaakt was om een nieuwen Houtftapel op. te' richten , ten einde de Ongelukkige niet al te langzaam fterven zoude. Amfterdam den Sften Augustus. Gisteren arriveerden in Tesfel het Schip dè Vrede Kapitein T. Keetel, van Cabo de Goede Hoop voor deeze Kamer, zynde den 2Qften April vertrokken en brengt naricht, dat aan gemelde-Kaap gekomeww«s; hei uitgaande Oost-Indifche Compagnie-Schip het Zeepawd, Kapitein Hi Swarts, ö R % rw*  C 13* ) deeze Kamer: Voor» liep 'er een gerucht, dat het mede uitgaande Schip de Taerel, Kapitein M. 't Anke*, van de Kamer Zeeland, te St. Jago wegens verlies van Masten binnengeloopen was: Wyders waren 'er nog geen andere Retourschepen aan meergemelde Kaap, als de Schepen Hoorn, van Batavia, enStraalen >van Bengalen, (die volgens berichten van den 28ften April agt dagen daarna herwaards (tonden te vertrekken) en van de uitgaande lagen 'er nog, de mede reeds gemelde Schepen Sparenryk, Barbenftein, Huisduinen, Java, Avenhorn Africa en het Meeuwtje, voor hunne refpe&ive Kameren naar Batavia moetende.' Van Stettyn wordt, van den aóften pasfato, gemeld, dat men aldaar daags te •vooren tyding gekreegen had, dat Schipper Regefer, van Riga naar Schiedam moetende, by Heel door Ssürm zwaar geftooten heeft, waardoor bet Schip zodanig lek geworden is, dat men het ter naauwernood te Pillau binnengebragt heeft alwaar het moest losfen, om geretireerd te worden. De Zeilen en Touwen fhadden osk veel geleden. Te Dantzig is met fchade terug gekomen Schipper Fred. Steinbok, naar Port ja Port beftemd, hebbende het ongeluk gehad een Staalfunder Schip, *t welk met Graanen van Koningsbergen kwam, te overzeilen, waardoor hetzelve ten gronde is gegaan. Een Matroos en een Pasfagier zyndaarby verongelukt, doeh de overige Manfchap heeft hy met veel gevaar geborgen. Rotterdam den ioden Augusten. Schipper Alexander Lykftroom van Bourtdeaux aan deeze Stad gearriveerd, rapporteerd: Dat hy op den 7 deezer het Land van de top zag, fiuurende naar de Lootsboot en zag dezelve ten half y uuren des namiddags; doch de Lootsboot zeilde naar binnen, fchoon ik myn Vlag toonden , en ik was genoodzaakt op 8 vademen ten anker te komen, en na den geheelen nacht ten anker te hebben gelegen, kapten ik Ankers en Touwen, doch toen kwam de Lootsboot aan boord, o» twee en een halve vadem; zullende dit alles door een beëedigde Verklaaring worden aangetoond; zynde nog zonder Loots binnengekomen William Barker, van Huil. Volgens Brieven uit Petersburg had de Admiraal Tfchitfchagoff en twee andere Keizerlyke Vlag-Officiers, den 4 en yden pasfato, de Revue over de Rusfifch? Vloot, op de Rheede van Kroonttad leggende, gehouden. De tyd wanneer dé aelve in Zee zou Iteeken was nog niet bekend. De Keizerin had den Vice Ad miraal Krufe, die deeze Vioot commandeeren zal, buiten het geen een Comman dant gewooslyk voor zyne uitrusting geniet, nog 2000 Roebels gefchonken" Deeze Vloot was niet alleen voor zes Maanden van Proviant voorzien maar Broeders!  ( *3<5 ) Ifc, «it Koninglyken Bloede gefprooten, en zelve een Koningm zynde, heb het treurigst leven geleefd, en ben de Waereld een aandoenlyk voorbeeld geworden dat noch Kroon, noch Scepter, iemand voor tampen bewaaren kannen. Ik verliet myn Vaderland in den bloei van myn leven, trok naar een ver afgelegen Koningryk, had eenen Man, welken ik lief hadt, verkreeg beminnelyke Kinderen, en fmaakte het Hemelfche genoegen, hier en daar iets tot heil van een geheel Volk te hebben toegebragt. Maar plotfelyk — ach de herïanering van dit fchrikkelyk geval verhaast mynen dood! — ftortte ik van het toppunt van myn geluk ter neder, verloor de liefde van mynen Man, werd met fcfaimp en fmaad overlaaden, moest uit het Ryk vlieden, zonder nog eens de vruchten van myn leven aan myn hart te kunnen drukken, of die te bevochtigen met traanen van Moederlyke fmerten. Was ik fehuldig geweest, dan zou ik de gevolgen van -my«e fchulden geduldig gedraagen, my ergens in een Hol verborgen, en den vloek en dood verwacht hebben van een Weezen, hetwelk ik zo vreeslyk beleedigde. Maar ik ben onfchuldig; — met eene beevende hand , waarop reeds het doodzweet ligt, fchryf ik — Ik ben onfcfouldig. Die God, tot wien ik de toevlucht ntein, die my fchiep, die my oordeelt, zy de getuige van myn onfchuld! Mogt Hy nog na mynen dood de Waereld overtuigen, dat ik geen eene van die fchrikkelyke befchuldigingen verdien, met welke de ftreeken van heimelyke Vyanden myn cara&er bevlekt, mynen goeden naam gefchonden, myne getrouwheid in ;twyfel getrokken, en myne waardigheid met voeten getreeden hebben. Geloof dit, Sire! van uwe ftervende Zuster, eene Koningin , — nog meer eene Christin ■ dit met fchrik en ontzettinge in de -toekomende Waereld zou inzien , indien haare daatfte betuiging een leugen was. Ik fterf vrolyk, geloof my, want eene ongelukkige zegent den dood. Maar dit fmert my meer dan de dood, dat niet een van hun, welken ik lief heb, voor myn Sterfbed ftaat, my door het drukken van zyne hand, en een mededoogend aanzien den laatften Levenstroost mededccld, en my in den dood met ;«eHe zagte hand de oogen luikt. Dech ik ben niet alleen. God, die eenige getuige van myne onfchuld, ziet neder op het leger, waarop ik fmerten lyde. Myn Befcherm-Engel zweeft om my heenen, en zal my haast breBgen in de plaats, daar ik voor mysie Vrienden, ja zelfs voor myne Pynigers, bidden kan. Leef gelukkig, myn Koninglyke Broeder! De Hemel zegeneU. mynen Echtgenoot, myne Kinderen, Engeland, Denemarken en de geheele Waereld. Vergun aan myn ontzielde Lyk eene Rustplaats in het Graf van onze Voorva* .deren ; en voor het laatst, leef gelukkig, meer dan ik wenfchen kan. U we ongelukkige CAROLINA MATHILDA. ■Gedrukt by de Erve dc Weduwe JACOBUS tan ÏGMONT: ©p de Reguliers Breïftraat, ts Amfterdaos.,  D E HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 27 Augustus 1785. N*. 35. Het getai oer Dooden van de voot gaande week is 101. Van elders verneemt men de volgende Byzonderbeden. Nieuw-Tork den 4den July. Wy verwachten alle oogenblikken den Eerwaardken Doftor Franklin, uit Europa. Het gerucht loopt, dat, indien hy gezond en behouden overkomt, de keuze op zyn Perfoon zal vallen tot Ptefi-ient van het Congres by de aanftaande Verkiezing, dewyl 'er memand beter dan hy m ftaat is om die Eereftoel te vervullen De verftandelyke vermogens van dien tweeden Newton zyn nog zeer gezond en geenszins verzwakt, onaangezien zynen hoo.en ouderdom. Welke voordeden zal de Natie by aanhoudendheid niet geafeen van de uitmuntende Talenten deezes Eerwaardigen Mans, die niet minder vermaar\ is als Philofooph, dan als Staatsman? miadelphia den i yden July. Men is hier fterk béng met het aankweeken van den Wvoitos, die hier zeer wel fchynt te flaagen. De Inwooners hebben Franfche m Duitfche Wy/gaardeniers in hunnen dienst genomen, en wy hoopen eerlang niet alleen de Buiieidandfche Wynen te zul:en kunnen misfen, maar ook een Tak van onzen Koophandel daarvan te maaken. Uirrekfel uit een Brief van Hallifax , in Jortahire, van den nden Augustus. De Heer lofeph B inns, van deete Stad, heifi eene zekere wyze ontdekt in het beft.eren der LuchtDollen, welke de verftandige Waereld zal verbaazen. Gisteren ging deeze Heer op, verzeld van de Heeren Nesvmarch en Forbisher, v»n dezelfde plaats, van Beacon-hill, eene verbaazende hooge Heuvel in deeze Nabnurfchap; en tot vermaak van eenige duizend Aanfchoawers, by deeze gelegenheid faamengevloeid, beftierde hy den Luchtbol, ao mylen ver, m eene hon- ^m'phSK verzekert de beftiering uit de onmiddelyke en rfaeleeene krachten der Eleörilche Terugdry ving; en uit dezelfde Kunstbewerking kan de Heer Brinns de uitgeputte ontvlambaar* Lucht weder aanvullen, en dezen* hooier en laager doen reizen naar welgevallen De Heer Newmarch en Forbishec »vn voorneemens den Heer Brinns naar Loaden te verzeilen; en buiten twyfelzal II Uitvinder eene gepaste belooning verkrygen voor zyne wondcrlykeontdikkmt Frankfort den óden Augustus. Saturdag voormiddag ontftond hier ineen nieuw- S ge"  ( 138 ) gebouwd Koffihuis een verfchtiktyke Brand, en toen binnenkorten tyd het geheele bovenfte gedeelte van dat fchoone Gebouw in vollen vlam was, ontdekte zfch in ander groot Huis van eeH Bankier, verre van het eerfte ftaande, insgelyks een feilen Brand, waardoor de ontfteltems ongemeen groot werd. Intusfchen is men 20 gelukkig geweest, om op beide plastf n deirBrand fpocdig te blusfchen , en het grootfte gedeelte van beide die Gebouwen te redden. Wetnm den 6den Augustus. Nog fteeds komen hier de droevigfte berichten aan van de groote fchade, door de laatfte onverwachte Overftrooming veroorzaakt. Het getal der Mïnfchen, welke in deeze Stad daarby om 'i leven geraakt zyn, kan men nog niet met zekerheid opgeeveis; om dat niet alle Lyken hebben kunnen opgev;scht worden, maar waarfehynlyk veele door den Stroom mede wechgevoerd zyn. Ondertusfchen telt men heden reeds 110 Verdronkenen ■ men vindt daaronder ook Onbekenden, die zeer deftig gekleed zyn. Byaldien deÖverftr.oommg des nachts gekomen was, verzekert men, dat het getal der Verdronkenen esnige duizende zou bedraagen hebben. De oude Veldmaarfchalk Laudon deed m zyn nabygelegen Bosch eene wandeling, en had zynen Ryknecht een weimg tersg gelaaten, toen de Wolkbreuk inviel. Doornat geworden zynde hadhy iiaauwlyks de tyd om zyn Paard te bereiken en over de Brug te zetten, die naar het blot leidt. Pas was hy 'er over, of de Brug ftortte in, en zyn Knecht met het Paard kwam in den Stroom om. De Engelfche Gezant, Ridder Keith welke ook in dien vreeslyken Stortregen op het Land was, is insgelyks in een zeergroot gevaar geweest. ö Den zoften der voorige maand hadden wy hier een zwaare aanhoudende Regen, en by Buckersdorf viel een zogenaamde Wolkbreuk, waardoor de kleine Rivier, en, omtrent deeze Stad, de Wien en Alfter tot zulk eene ongemeene hoogte opzwollen, dat federt Menfchen geheugen hier een dergelyke Watervloed met gewen is. Verfcheidene Diftriden, als Mauerbach, Hadersdorf, Neuwaldeck Dornbach, Weinhaus, Hernhals, Burkersdorf, Schonbrun, Meidling enz. hebben daarby min of meer geleden. Men heeft 'er een aantal Huizen op een's zien wechftroomen, en verfcheiden anderen ten vat zien neigen. De hooge Dyk van St. Pieter is onbruikbaar, en ten minfte zyn 'er 30 roeden Gronds van wechreipoeld. In onze Vooifteden telt men 30, anderen zeggen ico Perfoonen die verdronken, of op eenige andere wyze om 't leven gekomen zyn. Dé fchade 'we> gens het verlies aan Béerten en andere Effecten, is onnoemlyk. ■ ; Bèriyu den i3den Augustus. Men weet voorloopig, dat de Koning de SiléZifche Armée, drie dagen agter elkander, verfcheidene zwaare Hoofdmanceuvres zal laaten maaken; en byzonder zal de Cavallery, welke uit 8i Escadrons heiraat, den eenen dag «ene zeer mosilyke attaque uitvoeren. In het Leger zullen op s Konings kosten verfcheidene Tafels worden gehouden, waaraan de Officers dér Armee vry onthaald zullen worden. . De Prins.Bisfchop van Osnabrug gaat zo men verneemt, van Hanover o>er Dresden dired naar Breslau, en komt vervolgens mrt den Koning te Potsdam. Her onthaal van den jongften Zoon van Zyne Britfehe Majefteit door onzen Monarcri, en de receptie, welke men thans gereed maakt voor deezen jongen Frins, cie mIïs een der Rykslteaden is, wordt thans opgehelderd door de verbineï» te-  C 139 ) tenisfen welk*n bet jfceurvorfielyk' Hof van Hanover met het onze, en dat van Saxen heeft aangegaan. Na de Combinatie», wélken 'er federt een Jaar ptaats hadden mogt deeze Alliantie eenige verwondering baaren; maar wanneer men alles in aanmerking neemt, 't geen federt de reis van Prins Hendrik, en de aan. komit van den Prins Siafiietyberg te Parys voorgevallen is, zal deeze verwon sering weldra ophouden, en mca zal zich te binnen brengen, dat du met de eerdem«i was, dat eene gevreesde gebeurtenis, tusfchen twee Mogendheden, natuurlvkerwvze te«n eikanderen overftaande, eene onverwachte verandering m het Syfthema van Europa veroorzaakte. Hoe 't ook zy, men weet dat de onderhandelingen tusfchen ons Cabinets-Miniitery en den Baron van Beulwitz, Hanövers Minister, zeer druk en zelf» dagelyks- hebben plaats gehad; dsttr dezelven doorgaans van 's morgens 9 uuren tot den middag duurden; en de SaiifcheMinister 'er telkens bygeroepen is. Thans fchynen deeze Conferentien ten einde te loo pen, en men zegt, dat de Heer van Beulwitz op zyn vertrek ftaat. D^r«rt verwacht men binnen kort een Minister van den Landgraave van Hesfenoufel, welke gevolgd ftaat te worden door eenige andere Prinpn des KeizerfykS. Pans den i3den Augustus. Sedert langen tyd hield de Graf 'de! Vergenres z:ch bézit- met het beraiunen van middelen om den Oost-Indifchen Handel lang* zvn ouden weg te hervatten en is daarin, door de hulp van den Heere S.mandi, zvnde een ryk Koopman van Marfeille, benevens de goede dienden van den Frarïfchen Ambasfadenr te Conftantincpolen, zo verre gedaagd, dat men binnen weinig dagen de Koninglyke bekrachtiging op het daaromtrent Remmte Plan ver wach., als zynds dit het eenigfte, dat 'er nog aan ontbreekt, dewyl alles reeds met de B«vs van Egypte en de Arabieren voor eene geringe Contributie op een geregeidcnvoet eebragt is zullende de Koopmanfchappen door de voornaamfte Horaen der Arabieren van haare losplaats te Suez tot by Caïm begeleid worden , en ver volgenszullen de Officieren van de Beys met eenige Janitfaaren dezelve befchermen. Tot nog toe kan men omtrent deeze Zaak niets meerder zeggen, ook niet of de onlangs opgerichte Compagnie mede deel in dezelve zal krygea ; en hoe geheim alles is behandeld, zyn de Engelfchen te Cairo 'er echter agter gekomen en hebben, hoewel te vergèefsch, alles aangewend wat mooglyk was om dat Plan geheel te ïeSW den tólen Augustus. Men heeft tyding van de Kaap de GoedfcHoop in dato 23 April, dat het Oost-Indisch Compagme-Schip, het Slot ter Hoogè, aldaar behouden 'is aangekomen. Dit Schip was op de reize door den* Sonde getroffen, waardoor de Wr-Luiten.nt Wachtels met » Man doodga Z , gekwetst, en de groote Steng en Bfamfteng vetbryzdd waren ? óralïlage den , yden Augustus. Men verneemt, dat de Heeren Gecommitteerden Raïden van Holland klastcn gekreegen hebbende wegens net gebeurde Sn het Deenfche Schip van den Kapitein Bundes, aan Heeren Gecommitteerd* Raaden van Zeeland, by Misfive, hebben te kennen gegeeven: Dat, naexamt* naS van die klagten, het Hun Ed. Mog. is voorgekomen, dat her gedrag va* ™n Commandant van den Uitlegger klaarblyklyfc inheud eene fchendig van het Grondgebed der Heere*, Staaten van Holland, en mits den involveerd een volSaSoon aanHoogstderzelm Souvereiniteir, hetwelk met geen towygM  C 140 ) *„ 'gepasfeerd kan wérden, maar eece erhftige Straf voedert, vooral daar het ge„ pleegde geweld is gefchied door een cen dienfte van het verééuigd Bondgenoot „ fchap gewapend Schip; nirt twyfelende, of Hun Ed. Mog. zullen, na esami„ t;e der Documenten, ten vollen ovenugd zyn van het alleiins ftrafbaar eedrae „ van den commandeerenden Officier op den voornoemden Uitlegger en vervol „ gens aan de Souvereinitcit van deeze Provincie ten fpoedjgfte te doen geworden „ Ztfiani^e Saiisfaétie, als den aart der Zaake vereischt." Amfterdam den zoften Augustus. Van Duinkerken wordt gemeld dat Kapitein H. Melus, van daar naar Bajosne moetende^ door flegt Weêr op Zee eemee Tabak over boord heeft geworpen, en te Duinkerken teruggekomen is alwaar nog een gedeelte der Laaiing geftolen is, 't welk echter weder bekomen en in handen van de Admiraliteit gefteld was. Het Schip zou nu weder in Zee traan doch met een ander Kapitein. è>a<"1» „ Nog werd van Duinkerken gemeld, dat by Penzance gezonken is het SchiB 1 Arncain, gevoerd by George Krys; en by Bourdeaui het Schip van Kapitein Lambert, beide mede van Duinkerken naar Bajoene moetende. Het Volt van beide Schepen heeft zich gered. Den toden deezer is by Poitland op zyde leggende gevonden een Noordsch Schip van zoo Ton. Hetzelve is door een Engelfche Kotter op Sleeptouw aenomen, om in een Haven te brengen. Men heeft een Boot met 11 Man teBrtd port zien binnen roe jen, dcnkelyk de Equipage van het gezegde Schip In de maand Juny is op Ysland gefttand het Portugeesch Schip St. Anna Kapttetn Ant. da Costa Neto, met een laading Wyn van Port a Po-t naar Archangel moetende. De Laading is geborgen en te Coppcnhagen gebragt Veneüïn den z7fkn July. Men zal zich nog wel kunnen herinneren dat in het voorleden Jaar de Pest teSpalatro, de Hoofdftad van het Venetiaansch Dalmatiën oatdekt was es» Venetiën zelf niet buiten gevaar gerekend wierd, uit hoofde van de menigte Hout en Levensmiddelen, van welken die Provincie haar voorzat •en otfehoon de voortgang van die verwoestende Ziekte door het getrokken Cor' don wel gefluit wierd, konde men echter niet beletten, dat 'er van de <-Coo In wooneren Hechts weinig honderden ovcrbleeven, die in Kelders en Tuinen OD dë elendvfte wyze leefdan, tot welkers redding en zuivering der Stad deeze Renn bliek in den voorgaarden Herfst eene eigene Galley uitrustte, bemand met 20Ö Slaaven, die onder belofte van by hunne terugkomst vry te zyn derwaarts op re£ gii-gen, zynde ieder voorzien van greote Laarxen, een langen gep'kten Rok met een Kap, Handfchoenen van dezelfde Stof en een lange Tang, benevens verfchei dtn Artfenynen voor de Pest; zynde zy gelast om de op de Straaten liggende Lvken te begraven, en alles wat befmet konde zyn by den anderen te brenaen ral verbranden, met uitdruklyk bevel van niets daarvan te neemen ofte vertereendoch de msefien, dit verbod niet in acht neemende, zyn de Slagtöftèrs hunne- Hehl zucht geworden, en er zyn voor weinig dagen van de 100 niet meer dan avtern» gekomen, die na eene dubbelde Quarataine uilgehouden te hebben op vrye voetef gefteid zyn; zuhende het opbrecken van het Cordon en de ontfluiting van Spala ro in den aanftaanden Herfst plaats hebben. b apaiatro  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 3 September 1785. N°. 36. I~Iet getal der Dooden van de voorgaande week is ioy. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Pbiladelpbia den 3den Juny. Het groot getal Adventuriers, welke hier, terftond na het fluiten van den Vrede, uit alle Gewesten van Europa, met eene groote menigte Goe.eren van allerhande foort, famenvloeiden, en welke zy volft'rekt moesten verkoopen, deeden de Huishuur zo ongemeen hoog ryzen, dat alle de profyten by veelen nog niet genoegzaam bevonden wierden, om hunne huur te voldoen : doch wyl deeze verbeelding in Europa thans verdweenen is, zo dat •er dit Jaar naauwlyks één Adventurier meer van daar aangekomen is, zo daalt de Huishuur nu genoegzaam even fterk, als zy van te vooren klom. In veele Wyken der S'.ai kan men thans Huizen genoeg huuren voor twee derden van die Som welke zy eenigen tyd geleden opbtagten. Zelfs zyn 'cr Huizen die voor de helft van den voorigen prys verhuurd worden. Dit moet aan alle Handeldryvende Perfoonen alhier, by de fcrmrsbeid van Geld en Neeringloosheid , waaronder zy Zuchten, nog tot eene merklyke en gepaste hulp ftrekken. Extract uit een Brief van Tripoly, in Barbary'èn , in data den 2iften Juny. De droevige omftand:gheden, waarin deeze Stad gedompeld is, door Hongersnood en Pest de twee decrlykfte Plaagen die het Menschdom kunnen overkomen, doen een ieder middelen beraamen, om het gevaar te ontwyken en zyn leven te redden. Christenen cn Jooden haasten zich om elders cen fchuilplaats te vinden. De vier Schepen, die naar Europa ftaan te vertrekken, zyn opgepropt met Vluchtelingen, en onder dezelven is onze eenigfle Geneesmeefter. Het is meer dan yo Jaaren geleden, dat men hier geen Pest gehad heeft, en onder de Christenen lnwooners t'« 'er geen, die dezelve ooit te vooren heeft bygcwoond j dit maakt deeze droïvigè Plaag des te gevaarlyker voor ons, dewyl de voorzorgen, die men in deeze gevallen in de Levant in acht neemt, of onbekend, of van dien aart zyn , dat ze alhier niet in 't werk kunnen gefteld worden. Daar is flechts een geringe voorraad van Graanen en andere Levensmiddelen in deeze Stad voorhanden, en m:n vreest met reden, dat men. ons van buiten geen Toevoer za! aanbrengen, aangezien re S 3 Vreerr.»  ( 142 ) Vreemdelingen, welke van onze naare omftandigheden kennis hebben, hun leven en goederen met zullen waagen onder dit verarmd Volk. Het getal der arme Liaden » dit Jaar zo aanmetklyk geweest, dat men niet zonder aandoening door de & trawen konie gaan, dewyl men daar die Ongelukkigen van honger zag fterven of zich bezig houden met verdroogde Beenen afteknaauwen en den afval van Groentens, die zy op de Straat vonden, te eeten. e,1?"raani' «n P^ticulieren Brief van Bourdèaux, gedagreekend den 6den Aun ]' ^en zden deezer hebben wy alh.er zu k een verfchriklyk Onweêr van Snoi Zl •" R58« gehad, dat men z ch dergelyk niet kan herinneren; hoe frhttl r v, f 'S' h a"1:6 vero0r"akt, is nog niet tebepaalen, wordende fn Je tn 1 T ï Venfter^en allcen °P '5° a zoo ooo Livres begroot; en in de Senechausfee telt men 33 Parochiën, welkers Wyngaarden zo veil geleden h=bben, dat daardoor zy of 30,000 Vaten Wyn ver looren zullen weezen fen of" fchoon men nog geene tyding heeft van Saintonge, twyfelt men niet of dezelve St d'vJrf^'h"5^1"' ?d? hCt °nTeér 2'Ch ^«lyleninderondedee er M-L7f! 4rheeft' ^^"^^y nog dagelyks met nieuwe buijen gedreigt; de befchadgde Wyngaarden zyn, die van Anbrion, Ta'ances, Graves, Boardeaux Queues Senon, Montferran, Basfeno, Carbon Blanc, Flerac, 60^ La-' ZTZ\JkTn yef\******* 2yBdeJU1'St die V™> welker, Wynen het meest naar Holland en de Eilanden verzonden worden artiZZ*™ I2dCn Au§ust"?- Hunne Siciliaanfche Majefteiten houden zich nog geftad.g te Florence op, en diverteeren -zich daar ongemeen wel. Binnen weinhf d gen worden zy n deeze Stad verwacht, alwaar ter hunner eer een of meir ™f bheke Feftynen zullen gegeeven worden; onder anderen zal 'er Bal in de Schouwburg zyn, t welk ,n 43 Jaaren niet gebeurd is. Het fchynt dat hun vertrek naar hunne Staaten nog vooreerst niet gefchieden zal. Met Brieven- van Napels van den oden deezer heeft men, dat in Calabrie de Aardbevingen nog fteeds aanhouden, welke, offchoon wel'niet zwaar, échter maaken, dat niemand het waagen durft, om de Huizen, die 'er nog ftaan zvn «. bleeven, te bewoonen. Sedert dat Mesiina voor een Porto Franco ve klaard is begint de Koophandel dier Plaat» merklyk te herleeven.- Een ryrPortugeesch Koopman 12 Joodfche Negotianten, met hunne. Familiën, van T:ZligeïÏÏ men, hebben zich onlangs daar neergezet. P g Parys den 1,8 den Augustus. De Heer Graaf de BufTon heeft eene Plant ontvangen welke de kracht heeft van de gezette Razerny te geneezen DeezPlant genaamd GahjZine, groeit in Siberië; dus geeft m,en voor, dat men door di ffZZmrC S''mi ** dG B,eeten ,e le^en' cn de Leid"' eene" D ank van dat enkele Geneesmiddel gemaakt, te doen drinken, zeker is van ze te geneezen Deeze di-rbaare Ontdekking zal in Rusland een nieuwen Tak van Lophaïï maaken, d.e zo voordeelfg zyn zal, a's de Manna van Calabrie, en deRhabarb» Eene finguliere Hiftorie is tegenwoordig het onderwerp van alle gefprekken 10 m Hove als in deeze Stad. De Catdinaal' de Rotan mLjkSyJSSSSSS^ dag  C 143 ) dag op order des Konings in zyn Priesterlyk Gewaad in hechtenis genomen ea daags daaraan in de Baftille gebragt. Men had de Koningin 's morgens voor 11 uuren, hetwelk, geen gewoone tyd is, en zelfs nog niet gecoëffeërd zynde by den Koning zien ingaan. Weinig tyds daarna kwam de Baron de Breteuil en de Groot-Zegelbewaarder, en wierden Boden uitgezonden om den Cardiuaa! te roepen. Na dat hy gekomen was en eene conferentie van een half uur met Zyne Majefteit gehouden had, wierd hy by zyn uitgang uit de Kamer, op order van den Baron Breteail, in arrest genomen, en in zyj Apartement gebragt, alwaar hy zich ontkleedde, zynde tot nu toe, om de folemniteit van dien dag, in zyn Plegtgewaad geweest. Nademiddag wierd hy naar Parys gebrast; alwaar dit voorval zeer veel opziea baarde; maar men wierd rss onderricht, dat Zyne Majefteit aa-a de Familie van den Gevangenen had laaten weeten, dat het om geene Misdaad van Staat was. Reeds Maandag avond wist men te Verfailles, wat de oorzaak tot deezegevangenneeming gegeeven had; en men vertelt 'er volgende van : ' Mr. Bohmer, Juwelier der Kroon, had, eenigen tyd geleden, aan de Koningin een Collier van alleruitgeleezendfte Diamanten geprefenteerd, waarvoor hy 1600 ooo-Livres eischte. Doch de Koningin had 'er geen zin aan; volgens anderen 'zou Zyne Majefteit gezegd hebben, dat zyne Financiën niet in dien ftaat waren' om anlk een onnoodigen koop te doen. Op de weigering der Koningin zocht de Ju, weiier zich 'er buitenlands van te ontdoen, wanneer eene zekere Dame de Ia Motte by hem kwam, en hem zeide: dat de Koningin zich bedacht had, dat zy bet Collier neemen zou, 't welk in zekere vastgeftelde paa'jen betaald zou worden; maar zy eischte, dat deeze koop in de grootfte fecretesfe zou gefchieden. Intusfchen oordeelde Mr. Bohmer, zyn Collier niet te moeten afieeverenop een enkelen gepretendeerden Brief van de Koningin, welken Madame de la Motte hem prefenteerde'•. maar hy wilde eene fterkere verzekering hebben. Toen beloofde gemelde Dama hem, dat zy, om deeze Negotütie ten einde te brenger*^hem eene der confiderabelfle Perfoonen van het Hof zou zenden. En deeze was de Cardinaal de Rohan die na dat hy by Mr. Bohmer geweest was, en hem by zich had laaten komen,'den koop voor de fom van 1400,000 Livres floot. Het Collier wierd aan Madame de la Motte overgegeeven, tegens eenige Wisfeibrieven van de Koningin, op zekere beftemde termynen betaalbaar, waarvan de eerfte van 400,000 Livres den serften Augustus vervallen is. De Cardinaal op dien termyn niet betaald hebbende, heeft de Juwelier, aan een Perfoon van de Kamer der Koningin daaroyer geklaagd, en teffens zyne bewyzen ingebragt, onder anderen den eigenhandigen Brief van de Cardinaal, waarin hyaarx Bohmer meldt, dat het Collier overgeleverd is. Deeze zo domme msn'er van doen kwam aan de Koningin zoongelooflyk voor, dat zy omtrent tien dagen hefteed heeft om alles te overleggen, en haare bewyzen in te neemen, eer zy 'er den Koning over fprak. En het was eerst voorleden Zondag, dat Haare Majefteit 'erkennis van gaf aan den Koning. Den volgenden dag werd de Card'naal ten Hove. ontboden, en toen gebeurde het geen in den beginne"gezegd is. Men vertelt dat toen de Baron de Breteuil hem de Papieren van den Juwelier overgaf, hy ze aanftonds erkende, en zodanig ,011 titel de, dat men hem een gïas Water moest geeven. Om  C £44 ) Om hem tyd tot bedaaren te geeven, liet de Koning hem in een naby zynde Cabinet gaan om zyn antwoord optetteilen; wanneer de Cardinaal eene voliédige Schuldbekentenis op het Paper zette, den Koning om vergiffenis bad, en a4 uuren verzocht om deeze 1400,000 Livrei te betaalen. Men kan zich niet begrypen, hoe iemand van zo veel verftand, als de Cardinaal, van zulk eene hooge waardigheid een Prelaat, die meer dan 6 Tonnen Gouds Jaatlyks inkomen heeft, zich m*t 'zulk een dwaazen en ftrafwaerdigen Zwendelhandel heeft kunnen bemoeijen. De Handtekening der Koningin is niet nagemaakt. Men heeft zich daartoe geene moeite gegeeven. De Promeifes zyn geteekend Marie Antoinette de France, zo als Haare Majefteit nimmer gewoon is te fcaryven. Dingsdag avond ten 11 uuren is de Cardinaal naar de Baftille gebragt, na dat, op bevel des Konings, alle Papieren en EffcÖen zo van hem, als van alle Perfoor;en die aan hem verknocht zyn, verzegeld waren. Zyne Majefteit heeft den Grasf de Vergennes den Marechal de Caftries en den Baron de Breteuil benoemd, om de Zegels afteneemen, en de Papieren ca te zien. Men gelooft, dat het Collier wel zal gebroken, en dc Diamanten naar Holland en Portugal zullen verzon. de VatTde Nedar-Elve den zóften Augustus. Volgens de jongfte Brieven uit Petersburg van den oden Augustus, had Haare Majefteit de Keizerin een Manifest laaten publiceeren, waarin aan alle de Vreemdelingen, die zich in de Steden en Coloniën der Landfchappen aan het Gebergte Caucafus, welke aan den Rusfifchen Scept-r onderworpen zyn, met ter woon willen neêtflaan, de verguuning gegeeven wordt, om aldaar" onder Rus-Keizerlyke befcherming te handelen en Fabrieken aanteleggen naar hun welbehaagen, ook ongeftoorde vryheid van GodsdienstOefening te genieten, en 6 Jaaren lang van alle Schattingen bevryd te blyven; zullende na dien tyd vryelyk weder mogen vertrekken, zo zy daartoe genegen zyn, mits betaalende dan alleenlyTeene driejaarige Schatting. Amfterdam den zoden Augustus. Kapitein Mac Intofh, met het tngelsch O. I Schip ihe Comraaor, van China tePlymouthgearriveerd, is den7dendeezer bewesten de Wester-Eilanden gepasfeerd vyf Hollandfche Oost-Indifche Retourfchepen welke met nog een zesde van de Kaap de Goede Hoop gezeild waren, doch 't welk in het laatst van Apr.1 by Kaap Aguilles , beoosten de Kaap de Goede Heop, verongelukt was. . ■ Het Noordfche Schip waarvan te vooren gemeld is, dat by Portland op zyde gevonden, en door een Engelfche Kotter in de Haven van Pool gefleept is, heeft men ontdekt dat is het Snaauwfchip de Vrouw Margaretha Ehfabeth, gevoerd by J.*Lundgreen , van hier naar Faro gedestineerd. Van Antwetpen heeeft men, dat aldaar eene Ordonnantie van den Raad der Domeinen was aangeflagen, by welke den Invoer te Water en te Land van alle Visch van vreemde Viscbvangst, opftraften, geftatueerd tegen den Sluiknandcl, vet boden was. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêflraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 10 September 1785. N*. 37. Het getai aer Dooden van ae voo'gaanae weea is ioy. Van elders verneemt men de volgende Byzonderoeden. Madrid den iyden Augustus. Deezer dagen is den Infant Don Lodewyk, 's Konings jongfte Broeder, iu den ouderdom van y8 Jaaren o verleien. Mea weet dat toen die Prins zich in den Echt begaf met eene edele Juffer uit den Huize van'vallabriga, vooraf bepaald werd, dat de Kinderen, uit deeze ongelyke Verbindteris verwekt, niet adm'sfioel zouden zyn tot de Rechten van het Huis van Bourbon of tot de npvoljjing op den Troon. Men verwacht echter, dat Zyne Majefteit'voor de We uwe, eenea Zoon en twee Dochters, door zyn Bloeder nagelaaten, zodanig zoraen zal. als overeenkomftig is met de betrekking enhooge geboorte van hunnen Bentgenoot en Va ler. Weenen den zo len Angu-.tus. Een Kerklyk Perfoon, geneemt Eberlc, doet alhier wonderen in de Gei>*ttkunst, met een Pleifter van zyne uitvinding, die hy voor niet aan een ieder , die 'er om vraagt, uitdeeld, en welke voor al de beleedigde deelen van net Li,chaam met goeden uitflag gebruikt wordt, zodanig dat de Faculteit der Medicyren, welke dit Geneesmiddel, op order des Keizers, onderzocht heeft, het aanmerkt als een Gefchenk der Natuur om «Je fmerten van het Menschdom te verlieten. Men is reeds genoodzaakt geweest Schildwachten aan de Deur van deezen Geestlyfeen te dellen, om den aandrang des Volks te fceeren, en federt zyn hem twee Kamers in het Gasthuis ingeruimd, daar hy met een gcwe.schte aitflag zyne geneezingen voortzet. In het Dorp Galysch, in Hongaryen, vind men een voorbeeld van een alterzeldzaamfte hooge ouderdom. Een Walachyfche Boerin, genaamd Stane Goszoye, welke nog haar volkomen geheugen bezit, zo, dat zy nognaauwkeurig verfcheide Gefchiedenisfen verhaalt, waarvan zy in haar jeugd ooggetuige is geweest, die met de Gefchied-Boeken overeenkomen. Zy was 6 Jaaren oud, toen Rakoczi in net Jaar i6yg de Stad Hermandad te vergeefs Belegerde. Derhal ven is desze Boerin iaz Jaaren oud. Parys den zóden Augustus. De Cardinaal de Rohan is nog fteedsindeBadille. Tot gisteren toe mogt hy nog zyne Familie zien, welke hy altyd verzekerde,  (146) dat 'er met hem feeene zwaarigheid was. Maar federt gisteren is hv naauwer m gefloten, en mag niemand fpreeken. K'»«cu is Hy naauwer op- . gadame de la Motte, door wier tusfchen komst met den Iuwel,>r daar verwoestte het onder anderen 2ag kruipen, die de JoTfenin'dl?.,rt^ 6 .^r*ld«de Vlam °w het Veld de Venfter, 'van •^BitfchoSe vk Pak^van ot?33^ De *?aken> de GIa2eD> eenige.Fabrieken van het Land wSden om.2e rd^lnV Tu™ gebroken Het geen ter zelfder tyd inhet pJSfwr?In r ' V** Boomen ontworteld, verfchrikkeiykn: De Gravin d: A.LIw?? Gra«Q^ranta gebeurde, is allerklaps zag zy harT Venft Ji 0Mnet eSl gqte Bed T een klein Kind * Kind opSheitlyfSier Zvift Steenen daardoor, en haar én haar 'er. een gedeehe van het Dak de, fr^^t J? he- Bed; maar bem«kende, dat Mar Kind op den arm, af1eensS^m^' gI"g 2y ^ lederen,'met om zich aan GodTe'beUelen hJ^^'a^a "V? °P deKniënwierp, romentweeKamer^ Perfoonen daarby het leven verlonren hJZ^ gevJucht waren' Men zegt dat 9 Moeder, door de Ventre^S Wp te 700ren 2ag de Gravi" ook de Koorzolders, S[ sÏÏeT eS7 ^ Boerdcj7cn in^ten, gelyk ienTLbben"daar2yhunnee Ske? vïriSSf6 ^ M"r dan 100 »* Verfcheidene PerSen zydoor het ^,f^ee?,gedeSlte Van hunBc M™ren. voerd; een kleine Tonaen i/ÏÏ, v g a• deS °aweêrs v™ hunnen weg afgebouwde plet eTd Drl af «Se en yvTSÏS^ayBt0,,der de Püinen van een G^ net omtrent 6c Inwoo^fh^ gekwetSt' De P«ochie-Priefter Tien Molens ijTSTp^olZ ^n1"'8 f vaar^ke kneu^gen bekomem -.00 Huizen omgeworpen J^MaJ^"*" ^ rekent m« meer dan ander dsPaineabegwvïï. Perr°onen, benevens een groote menigte Vee ZtV  C rft y Livorno den 26ften Augustus. De Hollandfche Marine wordt door ZyneMs* jefteit den Koning van Napels, geduurende deszelfs verblyf alhier, met zeer veele diftinctie behandeld. Men weet dat-Zyne Majefteit een groot Lief hebber der Zeevaart is, fomtyds zelve commandeert', zyne eigen bedekken zet, en dat in het algemeen alles- wat de Marine aangaat een zyner meest geliefkoosdfte Studiën is.. Den i8den deezer verzocht Zyne Majefteit den Schout-hy-N-acht Kingsbergen en den Kapitein Rickers, op zyne Brik, die daartoe expres-ingericht is, by hem ter Maaltyd; des avonds wierden alle de Officieren, en Adelborften zo van het Hollandfche Eskader, als van de Engelfche en Ma'thefche Schepen, opeen Comedieparty, expres ter eere van de Marine gegaeven, verzocht. Aan het Gezelfchan wierden alle Ververfingen uit 's Konings Servies geprefenteerd. Den 24ften, des morgens om 8 uuren, kwamen de Koning en de Koningin, de Groothertog en Groothertogin met de Vorftelyke Kinderen op een Dejeune aan boord van het Oorlogfchip de jupiter , voor welk Doorluchtig Gezelfchap de Heer Schout-byt. Nacht Kingsbergen liet Manoeuvreeren, zo wel met Chaloupen met Pagaijers, als met Kanon, Handgewcer en de Zeilen, waarover die Vorstlyke Perfonagien zeer voldaan waren. Dezelven wierden in 't van boord gaan met 21 fchoten gefalueerd, gevolgd van een Train Chaloupen. Den 2yften, den NaamJag van Haare Koninglyke Hoogheid, de Aartshertogin, zynde, wierd 's morgens van de Napelfche en Hollandfche Schepen gevlagd, en 21 fchoten gedain, gelyk ook desmiddags en met den ondergang der Zon. 's Avonds waren deSchout-by-Nacht^ de Kapiteins en eerfte Officieren, met gedrukte Biljetten door den Koning geïnviteerd op een Bal en Soupc op vier Napelfche Chebccquen, die agter de Moelje aan elkander gefjord waren, en geapproprieerd met drie Vertrekken, zynde allen zeer fraai behangen, verfierd en met twee Orkesten voorzien. Des avonds wierd aan vier Tafels gefoupeerd, en tot in den morgenftond tce gedanst. 'Eïr zyn nog verfcheidene Partyen voor handen, doch men denkt, dat het vertrek tegens den y of óden der aanftaande maand bepaald is, wordende 'er reeds'verfchei** dene Goederen weder ingefcheept. Ferfatllesierx 3iften Augustss. "De Koningin heeft zich den 2often deezer-,. met Monfeigneur den Dauphin en Madame Dochter des Konings, naar het Kafteel' van St. Gloud begeeven, alwaar de Dauphin den eerften der amftaande maand deKinderpokjes-zullen worden ingeënt. Insgelyks zullen de Hertogen van Aegoulême en Berry aldaar mede die Kunstbewerking ondergaan. Parys den 2den September. Het gevangenneemen van den Cardinaal deRohsn blyft nog het onderwerp van alle de gefprekken. Men verneemt, dat Zyne Majefteit hem vier dagen tyd van beraad gegeeven heeft, om zich te bepaalen , of hy ' door een Commisfie uit den Raad, of door het Parlement wil geoordeeld worgden, of wel liever zich aan de genade van den Koning overgecven, en dewyl Zyne Majefteit begreep, dat zyne omftandigheden hem geene vrye keuze zouden laaten, heeft hy zyne Familie en Advocaaten by zich mogen doen komen, waarop vervolgens door zyne naafte Vrienden Maandag avond ten 5 uuren aan Zyne Majefteit bericht is, dat de Cardinaal het Parlement voor deszelfs Rechtbank verkoozen hadv Londen den óden September. De Proefneemingen met Luchtbollen hebben in dit:Ryk een elendigen uitflag, en ontmoeten allerlei foort van hindernisfen.- Die ven Weller en Dekker, te York, is-tegen sen- Muur aan ftukken geflagen, zo data  (tfl) dat ie Lucht »«r in 4 minuten is aitgegaan, en het Schuitje 'er afgevallen zynde; heeft men den Luchtreiziger byna dood van kneuzingen op een Dak gevonden, na dst hy over en tegen eene menigte Schoorfteenen van de Stad gtfleept was, terwyl de Aanfchouwers met de grootfte angst over zym Noodlot aangedaan waren. Maar veel verfchriklyker is de Proefneeming van Arnold geweest; meer dan driehonderdduizend Aanfchpuwers, die rondom het Plein van waar de Bol opgaan moest en op de By wegen verzameld waren, zyn alle te galyk getroffen geweest door een fchrik die naauwlyks te befchryven is: Het eerfte ongeval, hetwelk op het oogenblik dat de Bol op zou gaan de Proefneeming meer dan een uur vertraagde, was, dat een Matroos geklommen op een der Staaken, waaraan de Koorden vast waren, tot zyn geluk op het midden van den Bol nederviel en 'er zodanig inzakte , zonder dat het Taf gebroken was, dat men hem geheel uit het gezigt verloor en hy zich niet redden kon ; meer dan een half uur verliep 'er, eer twee Matroozen op de Staaken geklommen, hem door middel van Touwen, over Katrollen gaande en die zy hem toegeworpen hadden, uit den Kuil, waarin hy gezonken lag, konden ophysfen. Dit ongeval te boven gekomen en alles gereed zynde liet men den Bol los, doch de onderfte van de twee Gaanderyen, die'er om waren' en van welke de Parachute op zekere hoogte moest nedergelaaten worden, bleef haaken aan de Pallisfade, waarmede het Terrein omzet was, waardoor de Touwen daar dezelve mede verbonden was, aan ftukken gerukt zynde, de Parachute en de oude Arnold, die 'er zich van bedienen moest, ter hoogte van y voeten, nedervielen , terwyl de fchok daardoor veroorzaakt den Bol buiten het Terrein tegen den grond wierp. Ondertusfchen greep den Zoon, radder dan zyn Vader de Touwen en fprong in de Gaandery, en de Bol nu een Perfoon en z® veel van'zyn last verlooren hebbende, ging met eene verbaazende fneldheid op; en dewy! het Net en een gedeelte der Koorden gebroken was, zag men die wrakke Gaandery met ontzetting hellende hangen, heen en weêr flingeren en om den Bol als 'tware tonddraaijen. Naauwlyks had de kracht van den opgang die dirigerende beweegirg doen bedaaren, en naauwlyks begonnen de Aanfchouwers zich over het Lot van dien onverfchrokken Jongeling gerust te ftellen, of de Bol, reeds tot meer dan 7000 voeten opgeklommen, berste van boven open, en in minder dan een minut was al de ontvlambaare Lucht 'er uit, waardoor hy met eene zo toeneemende fuelheid nederviel, dat niemand gedachten kon maaken op het geluk, 't welk gebeurde. De Bol viel midden in de Theems, op eene plaats alwaar gelukkig geen één Schip was, en de jonge Arnold dompelde eenige vademen diep in de Rivier. Verfcheiden kleine Vaartuigen, 'er terftond naar toe vaarende, haalde men den Luchtreiziger, die in den toeftel van den Bol verward en op het punt was van te verdrinken , ongekwetst en wel by zyne kennis uit het Water. De Eerwaardige Heer Tempte, Zyne Majefteits Envoyé by de Staaten van Amerika, heeft den 2óften laatstleden te St. James affcheid van 't Hof genomen en is Saturdag morgen met zyn Vrouw en Huisgezin naar Portsmouth vertrokken, om daar t'Scheep te gaan, en naar Nieuw-York te vaaren, de tegenwoordige Zitplaats van het Congres. ', Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONTop de Reguliers Breêftraet, te Amfterdam.  1 , D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 24 September 1785. N°. 39. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 127. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Londen den oden September. De geweldige Storm van dea ó ien deezer hetft alhier aanmerklyke fchade veroorzaakt, zelfs zyn 'er twee Huizen omver gewcrpen en twee Schepen op de Theems gezonken, doch gelukkig zyn 'er geen Menfchen by om 't leven geraakt. Alle de Brieven nit de Zeehavens cn vooral die uit Plymouth en Donvres, zyn opgevuld met verhaalen van fchadecs, die door den woedenden Wind en de verbaazende hooge Zee zyn toegebragt. Voor eenige dagen is 'er in een Dorp, omtrent 3 myien van Coventry, een Vrouw van 112 Jaaren overleden, zynde zy gebooren onder de Regeering van Koning Carel den II. Deeze Vrouw ging dagelyks van haar Dorp raar Coventry, was nooit ziek geweest en had tot hasr dood toe zondsr Bril gezien. Zy heeft 11 Kinderen ter Waereld gebragt, van welken echter nog maar écY.e Dochter van 100 Jaaren in leven is; doch zy had nog een Kleindochter van 70 Jaaren. Tc Huil bevind zich eene Vrouw, genaamd Berty Jackfon, geboortig uit Schotland, welke na het overlyden van haar Vader en Moeder, zonder gebooren te worden, is in de Waereld gekomen, door de Operatie van de Keizersfnede; zy trouwde op haar ïzde Jaar, en verlastte van een welgefchaapen Kind voor haar 13de Jaar. Zy heeft by haar eerfte Man 27 Kinderen ter Waereld gebragt, waarvan 19 in 's Konings dienst zyn. Hetft deeze Vrouw niet zo veel recht tot het bekomen van een Penfioen van den Koning, als een zyner GepenfioneerdeBi ? Uittrekfel uit een Brief van drlon den nden September. Onder de lfef:!eryke Lieden, die onze Stad ter hulpe gekomen zyn, moet ik eenen Vreemdeling (den Heer Prenx, geboortig van Valencienne, in Henegouwen, thans Ontvanger vaa Zyne M^jefteiti Rechten aan het Comptoir van Gosfelies, by Charleroi,) nkt vergeeten , die daar geen eeren kennis, geene vcrftandhouding hadt. Eeniglyk geleid door de gevoelens van Menschlievendheid en Medelyden, in eenen ftaat, die hem niet toeliet,' door zich-zelven te voldoen aan de begeerte om Ongelukkigen te helpen, zo begreep deeze Vreemdeling een opzameling van Penningen by anderen te doen voor deeïe verbrandde Stad. Reeds had hy te Charleroi, FontameI'Evêque en in den omtrek ©coo panden Spykers verzameld, die ons ook toege- V si ou»  ( if4 ) jonden zyn, of by, döor dit eerfte goed gevolg aangemoedigd, verzocht en verkreeg van de Regeering de vryheid, om op zyne eigene kosten de liefdaadigheid te gaan verzoeken van de Abtdyen en Godsdienftige Gedichten der Nederlanden, welker genegendheid hy kende, als altoos gunftig voor Bchoeftigen , en welke men moet aanmerken als de eerfte en de zekerfte toevlucht in algemeene Ongelukken. Hy had nog maar alleen die van Velliers, Gembloux, en ArgeRton , in Braband , doorloopen , en in dit kle;ne getal had hy reeds eene verzameling gedaan van omtrent iyooo Guldens. Deeze werkzaame Man, en die zo wel in zyne JjefJaadigheid onderfteund wordt, is voorneemens binnen korten tyd de Abtdyen van Henegouwen, van Braband en Vlaanderen te doorloopen. Hy is tegenwoordig }n onze Stad ooggetuige van dit onuitdruklyk ongeluk, en door zyne oogen overtuigd, dat het onmogelyk is, het. droevig Tafreel, welke het medelyden daarvan maakt, te vergrooten. Parys den nden September. Het geval van den Cardinaal deRohan, blyft nog fteeds het onderwerp van alle de gefprekken. De L< ttres Patentes des Konings, door welken deeze zonderlinge Zaak aan het onderzoek van het Parlement gefteld is, zyn bereids uitgevaardigd. Ondertusfchen heeft zyne Familie een vertrouwd Perfoon naar Londen gezonden, om aldaar de noodige informatiënteneemen by den Juwelier Gray, die men weet, dat een groot gedeelte van de Collier gekogt heeft. Men twyfelt niet of de Man van Madame de la Motte is de Verkooper daarvan geweest, althans men weet zeker, dathy, omtrent twee maanden geleien, een Wisfel van lyo.coo Kroonen op Londen aan een voornaam Bankier iu deeie Stad te koop geprefesteerd heeft. Midlerwyl wordt 'er zeer veel haast gemaakt met de Verkooping der voornaamfte Goederen van den Cardinaal, zynde reeds zyn fraai Landgoed aan den Heer Harvelay voor 1400,000 Livres verkogt. Gisteren hebben de Aartsbisfchoppen van Vienne en Aries de Vertoogen van de Geeulykheid over het geval van den Cardinaal ingeleverd: Toen die Vergadering byeen gekomen w?s, om hst gebeurde met den Heer de Rohan in ©verweeging te neemen, heeft de voorzittende Prelaat aan dezelve de volgende Aanfpraak gedaan: „ Daar is niemand onder ons, welke het ongeluk niet bekend is, waardoor de Heer Cardinaal in 's Konings ongenade is gevallen. Wy hebben zonder twyfel reden om te vreezen, dat hy fehuldig is, gemerkt Zyne Majefteit geoordeeld heeft hem openlyk te moeten arresteeren, en zich van zyn Perfoon en Papieren te verzekeren. Het is federt gisteren morgen bekend dat de Lettres Patentes zyn uitgevaardigd, by welken aan het Parlement van Parys de kennisneeming en de uitfpraak wordt toegekend van de Daaden, die de Misdaad aitmaaken, welke moet onderaocht worden en waarby de Heer Cardinaal de Rohan ingewikkeld is. Van welken aart ook deeze Misdaad weezen mogte, fchroouaen wy niet by voorraad te zeggen, dat wy dezelve veifoeijen ;. doch de Heer Cardinaal de Rohan heeft niet alleen de qualiteit van Cardinaal en Groot-Aalmoesfcnier, maar ook die van ïiiifcbop aan het Ryk: Deeze Tytel, die wy met hem gemeen hebben , verligt ons de Wetten en Rechten te reclameeren, by welken is vastgefteld dat een Bisfchop door Bisfchoppen moet geoordeeld worden. Dé Hemel behoed ons echter, dat wy daardoor eene ftraffeloosheid voor onze Orde zouden beoogen, of deï*lve. willen onttrekken aan de gehoomamheid, dis wy den Keaing fehuldig zvn. Wy>  C isf) . Wv hebben hem zelf, by de opening van oute Zittingen,, betuigd, dat de hoedanigheid van een Bedienaar van het Altaar nimmer Itryden kanmetdiePlig.cn,. we*ke ons als Onderdaan en als Burger zyn voorgefcnreevcn. ... . Wv keren en belyden, dat de magt van onze Koningen is; onafhanglyk, algemeen en volkomen, betreklyk alk de onJerwerpen van welke de handhaving der Boede orde af hanglyk is. Wy beweeren ltandvastiglyk, dat onze wyd.ng tot den dienst d« Altaars nimmer aan eenige Magt op de Aarde kan overbrengen het R^c^t «ro welk wy, door onze geboorte, onderworpen zyn. Wy hebben der.nalven f«nr Voorrechten in te roepen, welke niet over een (temmen met deeze grondwaarheden; maar wy vorderen, met een volkomen vertrouwen d.e Voorrechten , weTke ons door de Wetten, de Koningen en de Natie zyn toegekend, en hetismt Zelfden oorfprong, dat de Pairs, de Edellieden en de Officiers van de Kroon hUïk\ePbridtf eefulX'voor te nellen om de Commhlie tot de Jurisdictiën te heiasten met het onderzoek en de overweeging van het geen 't meest ftrekken kan om ons in deeze moeijtlyke Zaak een wys en gemaatigd, maar tevens ernftig 8edF?tiiadmfrenUM^ van Deventer, in dato den idden September. Daar de of Ef"vv f laaren geleden, byna al net Weiland, niet alleen rondom deeze Stad, « ?n a Jaih^te Provincie, op verfcheide Plaatfen in Gelderland, het Graaffchap Zoen efeen gfoot getalboden op de Veluwe, van Rundvee had ontbloot, fo kan ik u thans tot groot genoegen onderrichten , na een naauwkeuug gedaan onderzoek dat wy federt vier Jasren van deeze Plaag verlost zyn, en dat 'er «en ^ befmeitelykeyZiekte onder het Rundvee heerscht in onze Provincie of nahunrk: Plaatfen- dat alle Weilanden bu-tengemeen opgevuld zyn met Hoornvee;. d8 «oofeTenigte Boter, welke de Boeren ter Markt brengen, is'er een opentIvk bewvs va?" en de Béésten-Markt, welke tweemaal 's laars gehouden wordt, in de mMnden Oaober en November, zyn zo overvloedig geweest in vet Vee, L méTkrTeen geheugen van heeft, dezelve ooit zo gezien te hebben. Volgens. d ! Sg Wnfnen wv thans nog melden, volgens berichten van goederhand, ïr^TpkYae^ opgehouden is in Holland, No.rd-Holland, Zee- uL G dieZï Utrecht, Groningen in het Land van de Generaliteit, en zelfs fa Jet Sïd iï Glee? De' Berichten uit Friesland vcfchilkn hierin een we;n,g dit men aanhoedt 0*1 de Beeften inteënten; doch men voegt 'er tevens oy, d»t wen tvd in 't geheel van geen Sterfte meer hoort. " 0Y0L r784. "van wegen de Hooge Regering deezer Lm den is heden de volgende Uitfchryring tot een pkgtigen Dank- en Bededag afSen onze braave Voorvaders, reeds federt de eerfte begfafdeu deezer Volknacneii i gewoonte der Nederlanderen hier ingevoerd, om Jaauyks- SÏÏn^**e^ DafaSSderen, tot verootmoediging om op dezelve de weldaadklSd1 der Voorzienigheid met dankbaare harten te erkennen, de bekngens van Lanf Maa fchappy en Kerk, onze Haardfteden en Altaaren, met de vnungfte Leeiing n er m ^genHeilbefchermer aan te beveelen, ootmoedige todteni -  (ifiS) svao onze onwaatdigheiden overtreedingen voor den Godlyken Troon te doen, en door ernftige opwekkingen en vermaaningen, tot waare verbetering aangefpoord te worden; en bleeven wy, federt zo veele afgerolde Jaarkringen, daarby onafgebroken volharden , overtuigd dat alie welvaart die eene Natie geniet van den Godlyken Zegen afvloeit. Wy hebben dit Jaar verdubbelde redenen, om in onzen bid-;ever niet te verflaanwen, maar als een eenig Man voor den Hemel-Troon te verfchynen, om de Godlyke onfferminge over ons aftefmeeken: Van wat zyde wy doch onze gefteldheid befchouwen, zy vertoon ons de ernuMgfte Voorwerpen, gefchikt om onzen aandacht te bepaalen, en ons, beide door den drang der Godlyke Goedertieren- en GeftTengheid, tot bekeering te bewecgen. Zien we op zo veele oordeelen die op ons rusten, den ftaat van onze Maatfchappy en Volkplanting, het verval van onzen Koophandel en de daaruit zigtbaar fpruitende vermagering onzer'Inkomften, de zwaare rampen de Maatfchappy overgekomen , onder anderen ook het verlies der Schepen Europa en de Dolphyn met de daarby in de Lucht géfprongene en deerlyk gefnetavelde Manfchappen: Herinneren wy ons daarby de meer dan gewoone fterfte in dit Jaar, onder Lieden van diverfe rang en ftat befpeurd, zo veele daardoor nutte Leden onzer Volkplantinge wechgerukt en derzelver Huizen met fombren Rouw vervuld; wat zigtbaare kentdkenen eencr tuchtigende Voorzienigheid vertoonen zich dan niet aan ons oogt Vooral, wanneer wy daarby de vertraaging der Vredes-OnderhandeÜngen in aanmerking neemen, die altoos billyke vrees overlaat, dat het pas opgeftoken Zwaard weder Hit de Schede getrokken mogt worden en de gruwel der Oorlogsverwoestingen op nieuw uitgebreid; te meer nog, daar een aandachtige befchouwing van onze zedelyke gefteldheid, de billyke vrees voor nog zwaarder flagen der Godlyke Hand inboezemd. Daar doch 's Hemels Tuchtroede altoos de verbetering eeser Natie bedoelt, en wanneer zy dat heilryk doelwit bereikt, telkens gevoeliger treft, tot dat een Volk tot waare verootmoediging voor God en weezentlyke verbetering gebrast zy, of wanneer dat in deszelfs verbastering halftarrig voortgaat en weigert weder te keeren tot den Heere die het geflagen heeft, hetzelve eindelyk aan alle de ysfelykheden eener uiterfte verwoestinge overlaat. Wat geduchte vooruïtzigten doen zich dan niet by ons op, daar wy, even zo ongevoelig voor de grieveedfte kaftydingen der Godlyke Hand, als voor de milde weldaadigheden die zich over ons verfpreiden. in de verregaandfte verbastering, onverfchrokken voortgaan, 't Ongeloof, de Ongodsdienftigheid en Losbandigheid in begicfelen en zeden, dagelyks het hoofd ftouter onderons opfteeken, en Weelde en Wellust, die al te vrnchtbaare Bronnen van Land- en Volksbederf, fteeds onder ons aanwasten, .zo dat wy niet dan met innige ontroering de gevolgen kunnen te gemoet 7.ien , die zy noodzaaklyk moeten voortbrengen , worden dezelve niet door eene fpoedige bekeering afgekeerd. ( Het Vervolg in onzen cerstltomenden. ) Gadrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den i O&ober 1785. N°. 40. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 107. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Algiers den iyden Augustus. Den 8ften July kwam het Spaanfche Eskader, dat van hier afgezeild was, weder terug, en den volgenden dag ontving deszelfs Commandant Depêches van Madrid; en dewyl de Commandant wegens onpaslyktieid niet aan Land konde komen, zo begaf de Graaf van Efpily zich by hem aan boord. Den oden was de gemelde Graaf van Efpily by den Dey, om hem te verklaaren dat Zyne Catholyke Majefteit geene Krygsbehoeften, noch Zecgereedfchappen' wilde geeven; maar wel de waardy daarvan in Geld betaalen. De Dey is hierover zeer gsftoord geworden, en heeft verklaard, dat, indien ZyneCaiholyke Majefteit de bedongene Goederen niet wilde inwilligen, den Oorlog van nieuws weder beginnen zou. Den nden Augustus kwam het Hollandfche Fregat de Tyger, gecommandeerd door den Grave van Byland, hier aan, en bragt de Gefchenkender StaatenGeneraal voor deeze Regeering mede. De Graaf van Byland had een ze:r vrieadelyk gehoor by den Dey. Morgen, den ióden deezer, gaat de Graaf van Efpily van hier naar Alikante, cn van daar ia r Malrid, om het befluit des Konings over het fluiten van den Vrede met deeze Regeering te verneemeti. Parys den ïó.icn September. Güteten moeften de Koning en Koningin byden Baron de Breteuil fpyzigen, doch dteze Maaltyd is uitgefteld tot dat de Dauphin volkomen herfteld en gezond is, en dus zal die Maaltyd niet dan voor den zoften of zyften deezer maand plaats hebben. Deeie gunst moet wel aangenaam voor dien Minhter zyn, te meer, dewyl Zyne Majefteit zich-zelven geuoodigd heeft, leggende op de'bevalligüe wyze, dat hy gehoord had , dat de Baroa zyne Gasten zo wel onthaalde en dat Zyne Majefteit ook eens een beurt wenschte te hebben. Berlyn den tydea September. Zyne Majefteit heeft op nieuw eene fom var» yoooo Thalers aangeweeien tot volkomene hetftelling der Dyken, welke door het' hooge Water langs den Oder geruïneerd zyn; en voor de Provincie Silcz e zou nog eene grootere Som aangeweezen zyn. V 3 Ham- ■et getal der Dooden van de voorgaande week is 107. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden.  ( i«& ) Hamburg den 2often September. Gisteren was de bepaalde dag dat de nieuwgegooten Klok, voor de St. MichaëVKerk beftemd, en weegende twaalfduzend honderd drie-en-zestig pond, naar het Kerkhof zou overgebragt worden en reeds was een_ ongemeene toevloed van Aanfchouweren by den anderen, om deeze plcgtigheid by te woonen, dan welke eenigermaate vertraagd wie d door eene Vergadenrg van den Hoog-Edelen Raad en Erfgezétenen van,den Burgerftaat deezer Stad, in welke, tot blydfchap van alle weldenkende Christenen, wederom een bl>k wierd gegeeven van de vordering der bevallige verdraagzaamheid in 't fluk van den Godsdienst, met aan de alhier woonende Gereformeerde en Roomschgetinde Inwooners voortaan een vrye Oefening van hunnen Godsdienst toe te ftaan4 Daar nu, geduurende die Verga ierngen, gewoonlyk de Poorten gefloten zyn waardoor de Paarden ter vervoering van gemelde Klok niet konden binnen komen' vondt het in groote menigte verzamelde Volk goed, om, naar de Engelfche wyze' zelfs de Wa^en met de Klok voort te trekken, en onder een luidruchtig Vreugdegejuich over de Wal en Lombards-Brug tot by de Dam-Poort te brengen van waar dezelve toen met Paarden naar 't gemelde Kerkhof gebragt wierd. ' Parys den 23ften September. De Dauphin den eerften deezer maand, op het Kafteel van Sr. Cloud, de Kinderpokjes ingeënt zynde, is thans volmaakt welvaarende, hebbende die Operatie het gewenschte fucces gehad, zo wel als by Monfeigneur Hertog van Berry, die ter zeiver tyd en met dezelfde plegtigheden is ingeënt geworden. rot, Eergisteren, *s morgens ten 7 uuren, kwam de Luchtbol van Juvel op het Plein van het Kafreel van St. Cloud neder, en ten 10 uuren gingen hunne Majefteiten denzelven bezigtigen, waarop men door verfcheiden Proefreem'ngen bewees dat de Bol tegen den Wind in konde gaan, mits dezelve niet te hard woei. en om aan te toonen, dat men hem naar willekeur kon doen ryzen of daalen, keerden de Bëftierders .daarmede weder naar Juvel terug, omtrent een halfuur van St. Cloud gelegen; de Koning fcheen zeer te vreden over de gedasne Proeven, uit welken Week dat men gemaklyk met een Bol tegen den Wind konde. ftuuren en dezelven indien den Wind al te fterk of geheel tegen was, door een Paard laaten voorttrekken, zullende dit veel fchielyker en zag ter a's meteen Ryruig kunnen gefchieden Met de laatfte Cour er van Turin heeft men tyding , dat de Koninginne van Sirdiniën zo gcvaarlyk ziek ligt, dat men omtrent haar leven geheel hoopeloos is aynde Haare Majefteit den i^ien deezer maand bereids de Sacramenter.ten toegediend, en men is aan ons Hof reeds bétig met den Rouw in gereedheid te brengen. D.; Koning van Sardiniën, zyre Gemaalïiïne teder betonnende, zegt men, is in, aulk een droevigen ftaat, dat men vtel bekommering heeft voor zyne Gezondheid die alreeds zeer ontfteld is. * AmJUrdam den zj-ften September. Den 2zften deezer zyn uit Texel in Zee gezeild 's Lands Schepen Overysfel, Kapitein Juft. Boot, nsar de Middelandfche Zee; de Batavier, Kapitein L. Spengkr, en het Zeepaard, Kapitein J. L.Bosch naar Zeeland; alsmede H Puters, naar St. Euftatius; H. Stokker, raar Nieuw-'" York, W. J. David, naar Magsdor; H. tiendriks, naar Lisbon. Den ziften deezer kwamen daar tegen in Texel binnen 's Lands Frega;ten de Amazoon Kapitein Smaafenj de Valk, Kapitein Abrefon, en Enkhuizen, KapiteinSeewold^ vare  C if9 ) van 'tkruisfen ; alsmede de Oost-Indifche Compagnie-Schepen Doggersbank,. Kapitein Swerus Vrolyk, van Ceylon; Straalen, Kapitein Willem de Wyn, van Bengalen, beide voor deeze Kamer; Beikhuut,. Kapitein Hulltman, van China, en Hoorn, Kapitein J. Tniercns, van Batavia, beide voor de Kamer Hoorn. Vervolg der Uafchryving van den Dank- en Bededag, te Batavia. En hoe teder worden wy daar, door 's Hemels Goedertierenheid, niet toe gedrongen, daar de Heere in 't mijden zynes Foorns- nog, des Ontfe mens over ons gedachtg is, beralven de Ruiling der alvernielende Oorlogsvlammen, die uit Europa tot ons overgeflagen waren, ïa^en wy nu jongst de Wapenen onzer Maatfchappye, met eenen alkrrcemruchtigflen zegen bekroonen, eenen verbitterden en gevaariyken Vyand, die niet dan verwoestingen dreigde, in 't zegenpraalend' Zwaard onzer braave Krygslieden gevallen en Neérlands bezwalkte ;oem in deeze Gewesten luilterlyk herlteld. Eene Gebeurtenis zo gewigtig voor 's Maat» fchappj's be'.angens, dat zy t iet dan de vrolykfte aandcet.ingen van dankerkentenis-, over een zo zigtbaar gebieekene Hemels Befchïiming, in den boeztm van welgeaarde Nederlanderen verwekken kan. Eene Gebeurtenis, die als een zigtbaar bewys, dat die God, die eeity ;s onze Vaders uit zo veele nooden ea dooden verlost heeft, ons derhalven alleriterkst aa- fpoort, om tot den God onzer Vaceren weder te keeren, en door eene onwnküaate gekleefdheid aan Zynen d tnst tn gehoorzaamit g Zyner bevelen, Zyne Zegeningen over ons-te doen bekiyven tn tot in de laatfte Gedachten te doen vereeuwigen. Eene eruftige overweeging van dit alles, deed de Hoo^e Regeeriag deezer Landen, op den 23ften der afgeloopene maand September befluiten, eene plegjigcn Dank- en Bededag uittefchryven tegen Woensdag, die weezen zal den r3den deezer kopende msaid, om, met een Godsdienlfgen aandacht gevierd teworcen in alle de Kerken deezer Stad , op de Reeds en ten Eilande Onrust, om ons p!eg~ tig voor den Troon der Hemc!-Msj;fteit te verootmoedigen, GoJs Goedertierenheden met dankbaare Lofgeiangen te vtrheerlyken, or.ze hooggaande Zondenen Ongerechtigheden met diepe verflagenheid des harten te betreuren entebelyden, om genaadige vergeeving, van dezelve te fmeeken, ons dierbaar Vaderland, onze Maatfchappy, alk derzelver Wingewesten en Handel iryvende Kielen, inzonderheid ook de Schepsn die thans en in' ha aanftaande Voorjaar zo van hier als van elders (laan te vertrekken, benevens alle onze openbaare en byzor.dere belangen» met Hem-lbeftorm"nde Gebeden aan de Godlyke Ontfermingen op te draaien, op dat.alk Rampen daarvan genadklyk afgeweerd worden, en derzelver bloei enwel vaart herlteld, gelyk in de dagen van ouds. En gelyk altoos, zullen wy inzonderheid op deezen pkgtigen Dag, in onze Gebeden moeten gedenken aan 's Lmds Hooge Overheden, zo in Nederland ais in deeze Cewesten, op dat de poogingen van 's Lands Hooge Staaten, Zyne Doorluchtige Esfftadhouder, der lmfterryke Bewindvoerderen van de Oost-Indifche Maatfchappy en Regeering alhier, met de heilrykuk uitkoomften bekroont rr,o;ea worden, hunne Huizen en Ge (lachten in welvaart bloeijen, en Godsdienst en, Vryheid onrer den lommer hunner befc'ierming by ons mogen gevestigd blyven,tot in kn?te van dagen; alles tot grootmaaking en verheerlyking van Gods gedachten Naam, welzyn van Land en Kerk , maar vooial ter bevordering van ons eeuwig Heil en Zaligheid. Lyjf»»-  (i*>) Lykftatie, eehouden den ioden February iy8y, ter gelegenheid van de plegtige Begravenis van den Wel-Ed. Geftr. Groot-Achtb. Heer Mr. IMAN WILLEM FALCK, Raad-Ordinair van Nederlandsch-Indié'n, mitsgaders Gouverneur en Dire&eur van het Eiland Ceylon, met deszelfs Onderhoorigheden. I. Twaalf Rantj?s Laskoryns, ieder van 24 Mannen, gecommandeerd deor hunne Officieren. II. Vier (tukken Kanon met hun Toebehooren. III. De Compagniën Pennisten met hunne Officieren. IV. Vier (tukken Kanon. V. Het Corps Artilleristen, gecommandeerd door den Heer Major Elias Paravicini de Capelli. VI. Vier (hakken Kanon. VII. Het HoliandschBataillon, gecommandeerd door het Hoofd der Mil.tie, den Heer Colonel Johan Jacob Coquart. Vlll. Vier (lukken Kanon van het Regiment Luxemburg. IX. Het Franfche Regiment Luxemburg, gecommandeerd door den Heer Luitenant-Colonel de Bas, Ridder van de Koninglyke Militair-Orde van St. Louis. X. De Compagnie Burgers met hunne Officieren. XI. Het Rouw-Paard, geleid door twee Palfrers'ers. XII. Het Wapen, gedraagen door den Heer Kapitein-Luitenant van de Genie, Adriaan Sebastiaan van de GraafF. XIII. De Helm, gedraagen door den Equipagiemeefter Olke Andringa, op cen zwart Fluweel Kusfen met Zilveren Pasfementen en Kwasten. XIV. De Staf van Commando, gedraagen door het Hoofd der Mahabadden, den Heer Diedrich Thomas Fretz. XV. Het Paard van Bataille, geleid door den Eerften Luitenant der Pennisten en Onder-Koopman, den Heer Mr. Joannes Adriaan Vollenhoven. XVI. De Wapen-Rok, gedraagen door den Onder-Koopman, den Heer Daniël Ditloff, Grave van Rantzouw. XVII. De Gantelets of Yzeren Handfchoenen, gedraagen door den Onder-Keopman, den Heer D. Eftendeau, op een zwart Fluweel Kusfen met Zilveren Pasfementen en Kwasten. XVUL De Zilveren Spooren, insgelyks gedraagen door den Onder-Koopman, den Heer Rudolph Samuel Tavel. XIX. De bloote Degen, gedraagen door den Kapitein-Luitenant, Jean Frazcois Pierre E. du Hul. XX. De Rouw-De-ren, gedraagen door den Eerften Luitenant der Artillery, den Heer Pieter Willem Ferdinand Adriaan van Schuier. XXI. Het Parade-Paard, geleid door den Heer Kapitein en Opper-Stalmeefter, Adriaan Cornelis Lever. XXII. Vier Ordonnantiën. XXIII. De Clercq. XXIV. De Hofmeefter. XXV. De Koks. XXVI. De Koetziers. XXVII. De Tuinier en andere zo Huis-als Lyf-Bedieridens. XXVIII Twaalf Aanfpreekers, vier san vier. XXIX. Het Lyk, gedraagen door Onder-Koopl;eden en andere gequalificeerde Perfoonen; zynde de vier Slippen van 't zwart Fluweel met Zilveren Pasfementen omboorde Basr-Kleed, met vier Zilvere Kwasten, aan de hoeken gehouden door de ^Heeren Kasiteins Emanüel van Berdky, Frarcois Baron de Mackenna, Chevalier de Roquee' en Wybier. En XXX. De Naastbeftaauden , een voor een, als : de WelEd. Gebooren Hteren Cornelis de Kok, Cornelius Dior,ifïus Crajenhof, Paul Engelbert van Halm en Martiiius Meckern, en verder alle hooge enllaage Gequaliftcecrdens. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOB US van EGMONT: op de Reguliers Bieêftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 10 Oótober 1785. N9. 41. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 103. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Cmftantïnopokn den 25ften Augustus. Woensdag, den 1700a deezer, is in de Haven deezer Stad in goeden ftaat ten Anker gekomen het Hollandsch Oorlogfchip Noord-Heiland, Kapitein van Ryneveld, aan boord hebbende Zyne Excellentie de Heer van Ded.-m van den Gelder, die als Ambasfadeur van de Republiek der Verécnigde Provinciën by de Porte komt refideeren. Het gemelde Sch'o was door het herhaald breeken der Ankertouwen, en den fterken Wind, od den fd-n deezer, in het Canaal der Dardanellen, binnen weinig minuten vast od Strand geraakt, en niet, dan na agt dagen daarop gezeten, en na al het Kanon der bovenlte Battery, alsmede de Kogels en Zeilen, gelost te hebben, 'er weder 4fg0^n°zTCnieuwe Groot-Vizier, van wien de Nieuwsfchryvers met zo weinig achting voor zyne Waardigheid en Perfoon gefchreeven hebben, als zy weinige kennis hadden van zyne perfoueele verdienften, blyft nog fteed» ome verwondering tot zich trekken, door zyne groote oprechtheid, en zich zo wel het vertrouwen als de achting der Vreemdelingen te verwerven, door zyne wyze van de Zaak en t- behandelen Alle de beweegingen, die mea onze Troupen laat doen in de oaeiibaare Nieuwspapieren hebben geen fondament, en daar is geen fchyn, ten m-nfte tot nog toe, 'dat wy in Oorlog zullen treeden met eenige Mogendheid, welke het ook zy. De heerlyke Vertocningen, en de groote feesten, welke by gelegenheid van den Beiram hebben plaats gehad, zyn deeze reis niet gevolgd van eenige wreede uitvoering van ffraffe: , , Hamburg den zoften September. Gisteren werd m de Vergadering onzer BarFerv een beflut genomen , weik onze Stad waare eere aandoet, en aan alle verfore'dde geruchten, als of Hamburg onverdraagzaam was, in eens een einde maakt. Deeze Stad is inde-daad federt veele Jaaren niet onverdraagzaam geweest; niemand werd om zyne Godsdienst vervolgd; maar tot nog toe hadden de Gereformeerden en Catholyken geene eigentlyke Bedehuizen, maar hielden (de Engelfchen uitgezonderd, die in het Engelfche Huis, aan de zogenaamde Engelfche Avantu' o ' YV r:er-  ( i6i ) rier-Koopl'eden-Maatfchsppy toebehoorende, hunne Vergaderingen tot Godsdienstoefeningen hielden) hunne Godsdienftige Vergaderingen in de drie Capellen der Keizerlyk-Koninglyke, Pruhfifche en Hollandfche Ministers; maar in deeze Vergadering werd aan de Gereformeerden en Catholyken vryheid vergund, om, onder billyke Voorwaarden, zich eigene Bedehuizen te bouwen; zo dat zy nu onmiddelyk onder de befcherming van onze Overheid (laan. Dit befluit werd zo eenpaarig genomen, dat de Vergadering 's middags ten 12 uuren reeds fcheidde. In het algemeen is men hier thans op verfcheidene nuttige verbeteringen in den uiterlyken Godsdienst bedacht. Regensburg Jen 2! ften September. Te Altenrandiberg, in de Baron-Leaprechtingilche Hofcnatk, ftortte den toden deezer, 's namiddags ten 3uuren, een Wolkbreuk neder, welke tot half ó uureu aanhield, en de gantfche Landftreek zo verwoest heeft, dat ze naauwlyks meir kenbaar is. Zes Huizen, een Zaagmolen en twee Koornmolens, werden met alle Gereedfchap, te gelyk met de Senuuren vol Koorn en Voeder, Stallen en andere daarby ftaande Gebouwen van den grond op en wechgenomen, zo dat 'er geheel geen fpoor van overbleef. De Weiden en Velden, aan het Kenrvorftelyk Perle en Muhlbach geleden, anderhalf uur in de lengte, zyn ten deele tot aan den dooden grond afgtfpoeld, ten deele met Steenen en Zand overftroomd, zo dat zy nooit, of toch eerst na veele Jsaren , terecht gebragt kunnen worden. Twaalf Perfoonen zyn een roof des Waters geworden; eenigen reddeden zich op Elzenboomen, waar zy dagen lang afgemat bieeven. Die deeze Overftrooming, de e'ende, den jammer, het kermen deezer goede Lieden, die alie hunne kleine Have verlooren hebben, zag, hief zyne handen ten Hemel , t'zidderde, weende, en riep uit: ,, De nood, welke thans onder die Ongelukkigen heerscht, is ombefchryvelyk " Deeze zelfde Wolkbreuk heeft in de nabuurige Baron-Schönbrunnifche Hofmark Miitach, de benedenfte Slots-Tuinmuur in de lengte doen inttorten. Een Huis geheel, en drie anderen half met de Schuuren wechgerukt; de overige Schuuren, met Koorn en Voeder opgevuld, over de helft onder Water gezet, en het Wintcrhout wechgefpoeld. De waardy der fchade op beide Plaatfen kan niet bepaald worden, om dat men, wegens de wecrigefpoelde Bruggen, en het veele daar r.og ftaande Water, aan de befchadigde plaatfen nog niet komen kan. Onze Msgiftraat heeft door een trek van gfzag, zo overwacht als ongehoord, een Befluit tegen de Vrye-Metzekats uitgefproken. Dezelve heeft eene bezt-nding gedaan by den Secretaris dier Maatfchappy, en hem alle de Papieren, die tot dezelve betrekking hebben, ontnomen. Buiten twyfel heeft het voorbeeld der Keurvorst van Beyeren, aan denzelven dit vreemde befluit ingeboezemd. Maar het geval is zeer verfchillendej de Keurvorst is M*efter in zyn Land, en naar ale waarfchyplykheid heeft hy wettige redenen gehad om tegen de Vrye-Metzelaars vsn zyne Staaten met ftrengheid te handelen ; in tegendeel beftaathier de Loge uit achtbaarc Perfoonen , die, wel verre van eenig vermoeden tegen zich te geeven, zekeriyk de eerfte en welmeenendfte Burgers zyn. Ook wordt die flap van den MagiÜraat in het algemeen gelaakt. Wraneksr den zaften September. Hebben de Ouden, zo Grieken als Romeinen»  C idj ) I cen, Feesten ingefteld, om al offerende en loovende hunne Goden eere fe hewylen voor ontvangene weldaaden, of die van hun te fmeeken, of ook de loffdyke daaden van uitmuntende Mannen, welke of Jaarlyks, of om de 4 Jsaren gevierd werden,, zy hadden ook die alleen om de 100 Jaaren wierden gevierd. Deeze lofwaardige gewoonte van de Heidenen door de Christenen overgenomen, ziet men djk-wils onder dezelve, ook in dit ons wonde* volle Nederland, Gebeurtenisfea vieren. De Friefche Academie in den Jaare ïy8y, onder het wys beleid van Zyn Excellentie den Graye Lodewyk van Nasfau, alhier opgericht, ondstrhJtgedruïjcit der Wapenen en het alverflindend Zwaard, hetft heden het Tweede Eeuw-Feest I ftatiess gevierd, welke Stade tene groote luifler is bygezet, door de tegenwoor• I dikheid van Haare Koninglyke Hoogheid en Vorftelyke Kinderen. De navolgende pjegtigheden hebben hierby plaats gehad. I 's Morgens tusfchen 6 en 7 uuren vergaderden de drie Compagniën Schutters, I en de twee van het Exercitie-Genbolfêhap op de Breéde Plaats, om de WachteO I te betrekken en te patadeeren, zynde door de Ed. Mog. Heeren Gedepuieerde } Staaten expresfclyk verzocht ■;. ten dien eince wierd uit de Schutte'y een Compagnie | gedeitineerd om de Hoofdwacht by het Staahuis te betrekken, alsmede nog 24 Man met derzelver Officieren, om tot Wacht ter Receptie, by de komst van Haare Koninglyke Hoogheid Meviou^e de Pripfésfe van Oranje met de Vorfte.yke Kindaren als ook de Heeren Gedeputeerde Staaten, die een haf uur na Hoogst? i derzelver vertrek, van Leeuwaarden vertrokken waren. Uit dezelve Wierden de noodige Wachten by de Poorten en Batteryen geplaatst. Na dat de Wachter, opgemarcheerd waren, fc eideu de overige Manfchsppen zo lang uit imlkanderen | tot tegen den tyd dat men moeit paradeeren, werdende toen van het Stadhuis af, | tot aan de deur van de St. Martini-Kerk, in één Gelid geposteerd. Haare Kor.ing| Jyke Hoogheid en. Vorff lyke Kinderea omtrent half 11 uuren met het Jagt binnen deStad gearriveerd zynde, pasfeerdebovengemelde Wacht, aldaar ftaande met ge* ] prefentesrd Geweer, voeren vervolgens de Stad in tot digt aan het Stadhuis, alwaar de Heeren Studenten , op het prachtigst uitgedoscht, met ombloote Degeps, alie met fraaije Cocardes aan de Hoed verfierd, onderfcheiden na hunne Faculteiten in twee Gelederen zich gefchaard hadden, alsmede de Schuuery en Exercite-Genootfehap, ook zeer fraai uitgedoscht. in een nette ordïr in twee Geitderen gefchaard ftond, hier was het, dat Haare Koninglyke Hoogheid en Vorftelyke Kinderen, van de Jagten wierden afgehaald, door den Hoog-Ed. Geftrengen Heet ! D. Blocq van Haersma, den HeogrWelgeb. Heer Jr. E. S G. J. van Burmania Rengers, den Hoo^-Ed. Geftrenge Heer A. Lyklama a"Nyeholt, en den Hoog* Welgeb. Heer Jr. W. H. Baron van Hambroek, als Curatoren van 'is Land* Univerfiteit, te Franeker, door dc gefchaarde Burgery geleid en op het Stadhuia 1 gekomen zynde, aldaar-door eenige Dames van diftinöie omvangen. ■ I Frankfort den 27ften Sfptember. Uit Geneve wordt het volgende gemeld 5 j De Mont-Blanc (Witte Berg) dien men voor den hoogden Berg in Euiopit houdt is eindelyk onder Boarrits aanvoering beklommen: De nasmen der PerI foonen, die het eerst zynen Top, mogelyk federt dat de Waereld ftaat, hetree1 den hebben, zyn Maria Coutery, Bokkenjaager, en Franz Caidet, Schaapherder . W 2 uit*  ( r i^,J"ch^S^ gangen hebben^ Visfchen van rz4o Quar- tC'By Croonftad is gebleeven het Schip the Gainford, Kapitein Clarck van NewCifteelraa IVersburg gedestineerd: En by Memel ia tot op het Water afgeSnd het Engelsen SchipV Christian, K.pitein Mackenzie van A berdeen. XcZentaTe ln ada Oöober. De Graaf de Mirabel, Minister P£apt** tiarsvaT3 Majefteit, de Koning van Sardien, heeft m et den Traden, van Snl Hoo^Mog. geconfereerd, en by die gelegendheid de droevige tyding gecommun'ceïd wegens het overlyden van Hiare Majefteit de Koninginne op den 7denSeptenSF ? avonds ten 7 uuren: Hebbende deeze grootmoedige V orftinntot bet uiterfte haarer einde, blyken gegeeven van haare bedaardhetden ftandvasdghe^d van Geest met zich te onderwerp» aan den wil van den Opperden Be tlra^Sn. Haare Majefteit wierd gebooren den i ;den November 1729, ^ndVeenDoSvan Philippu. de V., Koning van Spanje, en een Zuster van zyae thans regesrende Catholyke Majefteit. ~~By de~Drukfter deezes isrtans weder te bekomen : AMEL IA, of het ongelukkig Hawlykj eene waare Gefchiedènis. Uit het 1'ransch vertaald. De prys is y ftuivers. " GedruVt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêftrast, te Amfterdam.  HOLLANDSCHË WËEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 15 Oélober 1785. N°. 42. Voorgsanden Zondag morgen viel in de Schutfluis te Weesp een Maasperfoon in 't Water. D« Sluiswachter deed alle moeite om hem te he'psn, en dieze Ongelukkigen werd vervolgens met een Haak gevat en voor dood op^ehaa'd. Schoon men geen de minfte tekens van leven befpeürde, wierden echter de bekende Hulpmiddelen, ter redding van Drenkelingen, in 't werk gefteld, met dit gelukkig gevolg, dat deeïe voor dood geachten ais weder in hét leven kwam; en den volgenden dag bevond hy zich, naar omftandigheid van tyd, redelyk wel. Het getal der Dooden van de voorgaande Week is 102. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Parys den zoften Sepie-nber, Men heeft aan de Regeering eene zéér eenvoudige manier voorgefteld, om het Koorn tot eene foort van Geld te maaken. Dte Virginiaanen hebben, op den raai des Generaals Washington, het voorbeeld daarvan gegeeven, In elke Stad zyn Zolders, Waarop de Boeren hun Koorn kunnen brengen, dat men hun voor eenen bepaalden prys afkoopt; dat is te zeg' gen dat men hun daarvoor in de plaats geeft een Briefje aan Houder, omtrent gelvk die van onze Kasfe d'Escompte. Dit Brefje vertoont de waarde, de hoeveelheid der opgelegde Graanen, en het is zeer gemaklyk dat te verwisfelén tegen Geld dat men uitgeeft in de eerfte Kasfe , by de eerfte Markt. Dus heeft de Virginifche' Boer geene moeite om de Imposten te betailen, en voor zich zyne Behoeften te verkrygen; terwyl de Europefche Landbouwer fomtyds zeer veele moeite heeft om zyne Lasten te betsalen, cn om voor zich, voor zyne Vrouw en zyne Ridderen Kleederen enz. te bezorger. Door middel van deeze opleggingen zal men het Koorn beter koop maaken in zekere Provinciën. Deeze gelykheid van prys; tal het bewys zyn van eenen geduurigen overvloed. De overtollige Graanen van het voorige Jaar zullen aan de Vreemdelingen verkogt worden; het volgenden na den Oogst. Zodanig is het wyze Ontwerp, dat onder de oogen der Miusters gebragt is; Vet kon ondertusfehen wet gebeuren, dat de uitvoering zeer moeije- ^^nk'fort den zden October. De Heer Blanchard is voorleden Woensdag mei zyn Ballon nier gelukkig geweest. Des morgens was de Lucht helder en ftil. Ten 6 uaren ging de Heer Blanchard reeds tsaar buiten. Omtrent half 9 uuren W 3 werd  ( i66 ) werd het Sein gegeeven, dat men den Bol begon te vullen, en daarop liep allé» de Stad uit. Een uur daarna ftak de Wind op; doch de vulling ging gelukkig voort, en ten i uur prefenteerde de Bol zich in zyne volle grootte; met één •woord, de geheele vulling was gefchied. Reeds zouden de Heer Blanchard en zyne beide Reisgenootm, waarvan de eene Prins Lodewyk Frederik van HesfenDarmftal was, in het Schuitje gegaan zyn, en het Sein tot het vertrek willen laaten g^even, teen men den Bol op eenmaal zag rooken, daarna berden en zinken. Dus was de verwachting van veele cmzend Mtnfchen verydeld, niet door een misflag van de Heer Blanchard, maar door een enkel toeval. De Bol moest met fterke Touwen vastgehouden worden. De Rukwinden waren fomtyds zo hevig, en de Bol werd daardoor zo eeflingerd, dat hy honderd Perfoonen, die hem terug hielden, opligtte. Eindelyk flosg de fterke Wind den gevulden BoJ met zo veel geweld, en by herhaaling, dat 'er een fcheur in kwam, die, oogenbliklyk groottr wordende, zich van het eene tot het andere eind utftrekte. Het is te verwonderen, dat door het Tumult, by het verongelukken ontdaan, by eene zo yerbaazende menigte Menfchen geen ongeluk gebeurd is. Des avonds liet de H?er B.anchard in den Schouwburg bekend maaken, dat hy in 't kort het Publiek fc'radeloos wilde ftellen, en met den Ballon, waarmede hy van Engeland naar Frankryk gegaan is, opklimmen wilde. Frankfort den 3den Oétober. Deezen morgen is de Heer Blanchard in zyn Schuitje, omtrent ten half n uuren, in de Lucht gereezen met zynen Luchtbol, die 40 voeten over de middenlyn breed was. Hy rees majeftueus om hoog, en zich omtrent 60 voeten van de Aarde bevindende, groette hy alle de Aanfchouwers, eerst met zynen Hoed, daarna met een wit Vaandel, waarin drie Leliebloemen, het Wapen van Frankryk, gefchilderd waren. De Luchtreiziger fcheen zynen weg m&i het West-Zuid-Westen te neemen , naar het Gebergte Mor.s tauri genaamd; en omtrent cen half uur van de Stad, wierp hy zyn Valfcherm, met eenen Hond daaraan gebonden, raar beneden, diezagtjes op de Aarde nederkwam, zonder eenig ongemak, hoewel hy yco halve roeden hoog viel. Naauwlyks was de Parachute (het Valfcherm) nedergelaaten, ofmen zag den Luchtreiziger naar het Noorden keeren; men rekende, dat hy ten 11 uuren boven Homburg en Udagen zyn kou; een half uur daarna was de Luchtbol nog zigtbaar, hoewel zeer ver af, en kort dsarna verdween hy. P. S. Kort na 11 urnen is de Heer Blanchard gezien boven het Dorp Wehrheim , 6 uuren van Ft ankfort. Reifenberg den 3den Oétober. Deezen morgen ten n uuren hebben wy ds Heer Blacchsrd boven Seegelberg z:ea zweeven ; hy fcheen naar Keulen te dry ven. Ofiendeden yden Oétober. Den 3den deezer is op onze Reede komen dryven een groot Driemast Schip, zo men zegt, met Brandewyn gclaaden, leggende op zyde onder Water, met de Grootf-Mast verlooren, en is door huip van onze Visfchers by Blankenberg tegen de Kust gebragt; zullende na gedachten al het Velk verdronken zyn, kunnende men tot nu toe het Schip niet boven Water zien, om eenige tekens optegeeven; doch men hoopt zo veei mogelyk is te bergen. Amfterdam den yden Oétober. Den 2zften pasfato is 70 mylen bewesten Lelaid gezonken, het Schip de Amelia, gevoerd by.M, Murdoek, met Zout vra St. U-  C 167 ) St. Ubes naar de Oost-Zee moetende. Het Volk is door een Engelsch Schip geborgen, eu te Portsmouth aangekomen. Den 2yften September is, na verlies van een Anker en Touw, door Storm, ia Duins binnengeloopen Kapitein Pieter Murck, van Rotterdam naar de Kust van Guinéa; dezelve had even voor zyn binnenloopen, een Deensch Schip, dat da Loots aan boord had, met man en muis zien vergaan;.den zóften was het Weêr bedaard, en hy dacht met de eerfte goe ie gelegenheid zyn reis te vervolgen. 's Gravenhage den óden Oétober. Gisseren avond is het Lyk van den Heers Generaal Baron van der Duin, Vryheer van's Gravenmoer, Maasdam &c., in deszelfs Familie-Graf in de Kerk van Ryswyk bygezet, door Staaten-Bodens gedraagen wordende. Volgens een Brief van Frankfort, in dato 3oSeptember, was aldaar dien dag de Prins Maxlmiliaan van Tweebruggen in den Echt verbonden met de Prinfes Augusta van Hesfen-Darmftad. jfmjterdam den ioden Oétober. De Brieven van Eizenear van den eerften dee*er melden, dat in den Siorm van den zófren laatstleden da volgende Schepen op Strand geraakt zyn, als op de Zweedfche Kust, Volkert Lolkes, van hier, en Joh. Steffens, zynde van beide de Fokkemast gebroken en de Schepen lek; H. F. Hanfen, had twee Ankers moeten kappen en een derde verlooren, doch was digt j; Johan Ranneke, van Dantzig naar Portsmouth, zat op de Steenen, en waszwaas lek; George Brown, van Londen, zat mede op de Steenen, doch weinig lek alle de bovenftaande hoopte men weder aftebrengen : Jaeob Elert, Jacob Brandenburg, en J. J. Enfted, van Petersburg naar Havre de Grace, zatsn alle drie vol Wat*r en de Schepen aan ftukken; op de Buiten-Klippen van Terrico, zaten meds vol Water, Jan Ch. Meyer, van Riga naar Bourdsaux, en Hilbrand K. Roosr. met Balken naar Dordrecht; en in de Bogt van Schagen was geftrand And. Sidftrom; ook zouden nog, volgens berichten, tusfchen Wingo eu Mafterlacd 10.,. en by Waarburg 8 Schepen geftrand zyn, waarvan de naamen nog niet gemeld, worden. En in een ander 11 Brief wordt gemeld, dat in het Kattegat, tusfchen Kolen Schsgen, in 't geheel 34 Schepen op Strand zaten. Bshalven de bovengemelde» gefbande Schepen, hadden t.og fchade bekomen de volgende, als :Th^Lorenfen „. de Groote-Mast verlooren; P. S Teekes, tn Joch. Pust, beide het Roer en de, Ankers verlooren, m lek; M Engel, en G. Gercke, zyn tegen elkandergedree-* ven. Ankers en Touwen verlooren, en de Schepen zeer ontramponeerd en lek 5, C\ Nord wig , Junior, was mede tegen een ander aangedreeven, heeft Zeilen en. Ankers verlooren; J. Artes, ontramponeerd, en G. Weis, van Dantzig naar Leverpool, twee Ankers verloeren ; alle de bovenftasnde zyn naar Kopper.hageat gezeild; And.. Thomfen, B. Anderfon, D. L. Bollebakker, W. Fordyce,, T. Goytfes H. H. Schut, en J Lirfen, a'ie Ankers en Touwen, C..J. Dikj,, de Groote-Mast, en H. J. Kappel, de Boegfpriet verlooren; behalven de boven» ftaandei waren rog eenige Engelfche, ZweecTcae en sniere Schepen, met verlica/ van Ankers en Touwen , uit het Kattegat terug gekomen. Londen den 4den Oétober. Deuis Fhïoauan, een Schoolm?efter te Evre j in. de Provircie van Conrwught, in het Koningryk Ierland, zcion'angsaanRoov'eryy er> Doodflag hebbende fehuldig gemaakt, eu ftaande deswegens ter dood verwee^- MD  ( tóS ) %m te worden, idoor den Rechter gevraagd zynde: Of hy ook iets ter zyner ontfchuldiging had intebrengen; trok een Papier uit zyn zak en las de volgende zonderlinee verdédiging den Rechter voor: Mylord' Ik fta hier voor de Baly, overtuigd van een Zyner Majefteits Onderdtanen gedood en beftolen te hebben. Indien het, volgens den aarten het oogmerk der Gonftitutie, eene misdaad is wanneer men zyn Evenmensen van zyn ^.—ji™, k.™si -/r. heken ik die Roovery: en zo het een Manflag is een ander h-t leven te beneemen, erken ik fehuldig te weezen aan die daad. • H*t- eenige Mylord! dat ik heb intebrengen tot verdelging van myn gedrag, en om te bewyzen, dat ik niet zo m'sdaaoig ben als men meent, beflaat in eene «re-'vkfor van het geen ik gedaan heb, met het geen door anderen bedreeven is-; en Indien ik deeze myne eerfte ftelling kan betoogen, vlei ik my, dat uw Lordfc-<»ar> het gevolg, dat ik uit dezelven trek, bondig oordeelen zal. De Heilige Schrift, Mylord! welke de groote Wet in zich bevat, die tot een voorbeeld van alle de anderen most (bekken, zegt uitdruklyk: Gy zult niet dvodjlaan. "Eu is hier geene uitzondering op, of geen eenig beding m de gantfche 1 ïen Geboden welke iemand bevoegt maakt om een anders leven te beneemen. OndWmsfchen heeft het Menschlyk Vernuft een ftelfel van gepermitteerde Doodflag uitgevonden , welke men Oorlog noemt, en door dit ftelfel fchynt het, dat één Mensch (indien hy daartoe kans ziet) de vryheid heeft om er io.ooo den hals tebreeken op eenen dag; en voor die daad beloond men hem met met twee en een half El Touw om zyn Hals, maar met twee een en half El rood Lmt over zyn geheel Ligchaam, en hy ontvangt nog daarenboven de toejuiching van her geheele Konineryk. Vergelykt dan, Mylord! een Manflag en Dievery met Moord en P'andering Gedrukt door nood en door het gefmeek van een ziek Huisgezin, nam'ik een Piftool in de hand, om Geld op de hooge wegen te gaan zoeken ; de eerfte die ik ontmoette, was een ryken Dominé, dien. ik zyn Beurs afeischte; doch 'hy trok een Piftool uit zyn zak en brandde op my les;, dan dc fchoot misfende haalde hy een tweede voor den dag, maar intusfehen fchoot ik hemutr necY èn beroofde hem vervolgens. Ziet daar myne misdaad ! Vergelykt nu dit bedryf met demisdaaden van een Koning, van een Minister, van een Generaal, van een Admiraal, van een Kapirein, van een enkel Soldaat en van een Matroos. De overleden Koning, (de Hemel;zegene zyne nagedachtenis -en verreeve hem zyrc gebreken!) achtte zich zeer verongelykt toen de Onderdaanen van den Koning van Frankryk eenige Boomen hadden omgehakt in de Baai van Honduras; dit moet zekerlyk een yslyke belédiginggeweest zyn dewyl de Kroon en het Parlement zich uit dien hoofde bevoegt achtte om izo.ooo Menfchen te laaten dooden ofte doen fneuvelen, zonder dat één van hun het-gefchil wist, waarvoor hy zyn Jeven waagde. 'Er was hier geene noodzaafclykheid, die den Doodfla-er aanzette om zyn Evennaasten het leven te beneemen; want m plaats •w* brood gebrek te hebben, wierden zy tot dat oogmerk gevoed en gekleed: ook wierden zy door geen haat of nood geprikkeld en aangezet; het waren Moordenaars die beloond wierden om een ander van het'leven te beroover. {Het vervolg in onzen eerstkomende».) ' Qaüukx bi de Eïyï de Wed. J. va» EGüEONT : op de Reguliers Bieêftraat, te Amfteidam.'  DE HOLLANDSCHEWEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 22 Oétober 1785. Na. 43. Het getai aer Dooden van de voorgaande week is izy. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Conftantinopokn den 2yften Augustus De Porte heeft eene zeer onaangenaame Zaak op den hals: Een zekere Aly Pacha, Gouverneur van Janina en Delphina, in Albanië, die de orders der Porte niet gehoorzaamde, dan voor zo verhy wilde, werd door het Ministerie van het eerstgenoemde Gouvernement beroofd ; hy werd (Zelfs door Gourt Pacha met geweld verjaagd en genoodzaakt naar Delphina te wyken. In dit tweede Gouvernement aangekomen zynde, is hy nergens anders op bedacht, dan om zich te wreeken op Coart Pacha. Om dat met zekerheid te doen, heeft hy zich heimelyk verbonden met Mahmoad, Pacha van Scutari, die fey zyne wederkomst van zyne onderneeming tegen de Montenegriners zyne Troupen by die van den gemelden Pacha gevoegd heeft. Deeze twee Rebsllen hebben een Leger yan 30,000 Mannen byéén gebragt, en zyn Coart Pacha gaan opzoeken, die agser de Bergen der Landftreek Albafan gewceken is. Deeze laatfte, zich veel zwakker bevinden ie, dan zyne twee Vyanden, heeft bericht van zynen toeftand en hachlyke omftandigheden aan de Porte gezonden, en vraagt hulpe bm Zich te handhaven. De Troupen der twee Rebellen bedryven ondertusfehen allerlei onwaardigheden en wreedheden ; zy hebben verfcheidene Dorpen geplunderd en beroofd, den brand in het Koorn en in de Huizen geftooken, en verfcheiden Önderdaanen van Court Pacha vermoord. Indien den Grooten Heer binnen kort daar geen order in fteld, zouden deeze twee Vcrwoesters hem wel eene les kunnen ^geeven. Tripoly den zöften Augustus. Den i7ften der voorleden maand kwam's morgens alhier ten anker een Moorsch Vaartuig, voerende 12 ftukken Kanon en iyo Mannen, gecommandeerd door een Arnost, die zich uitgaf voor een Kruister van Tunis, aan boord hebbende een Venetitltnsch Kapitein en drie Matroozen van een Schip, hftwelk hy voorgaf vermeefterd te hebben. Des namiddags wierd het gevolgd door een klein Esquader, voerende de Vlag Van den Grooten Heer, beftaande in een Schip van 60, een Fregat van 44 en e*n Ghebecq van 18 Stukken, duor den Kap'tcin Pacha expres naar Barbaryen gezonden, om dat Schip op te zoeken en zich daarvan meefterte maaken, zynde geen Tunifche Kruisfer, maar een Roover, die de afgryslykfte daaden in de Levant gepleegd heeft, hebbende, zo X men  ( i7o ï men Zegt dertien Schepen afgeloopen en derzelver Equipagiën vermoord, alth ans van vyf Schepen te weeten een Fransch, een Rusiïsch, twee Venetiaanfche en ten Raguzeesch, weet men het zeker: Op het laatfte bevonden zich yo Pelgrims, die alle zyn omgebragt. ,,. , . , a TT De Turkfche Commandant kon niet gelakkiger zyn als in de eerfte Haven, daar hy het Aaker liet vallen, zyne Commisfie te kunnen volbrengea, althans zo dra de Regeering van zyn last kennis kreeg, gaf dezelve haare toeftemming tot deszelfs uitvoering, waarop dit Rooverfchip aan den Turkfchen Bevelhebberovcrgeeeeven tn het Volk aaa zyn boord gebragt wierd ; doch hy liet dit Volkzoflegt bewaaren dat zy alle middel vonden om den vierden dag daarna te ontvluchten, en zich naar een Kapel van een Heiligen te begeeven, die omtrent een half uur van deeze Stad gelegen is, en in welke de grootfte Misdaadigers veilig zyn tegen alle vervolgingen ; dewyl de Vorst zo wel als het Gemeen omtrent die Plaats ongelooflyk fuperftitieus zyn. Het Turksch Esquader is vervolgens weder onder zeil gegaan , zonder die Booswigten te kunnen medeneemen. , De Pest richt hier nog geftadig yslyke verwoestingen aan. Plet Kalteel van den Bacha is 'er fterk mede befmet: Alle zyne Ministers en voornaamfte Officieren, de Eerfte Secretaris en Schek van de Stad uitgezonderd. zyn alle daarby omgekomen gelyk ook de Broeder van den Bacha en twee Zoontjes van den Bey, benevens eene menigte Renegaaten en anderen: Het getal der gefneuvetdé Jooden wordt op 3300 begroot, en dat der Mooren, zo in dc Stad als m deszdfs omtrek,, op qo sco; ook zyn alle de Christenen , welke in deeze Stad eenige Neering deeden Slagtöfërs van deeze droevige Bezoeking geworden. Men hoort, van den morgen tot den avond, niet als fchreijen en klaagen van bedroefde Mannen en Vaders die hunne Vrouwen en Kinderen naar het Graf brengen, en van troostlooze Weduwen en Kinderen, die het verlies van haare Mans en Vaders betreuren. Gtehberg den zden Odober. Den loop van het Weêr met zekerheid vooraf te beaaalen is onmogelyk. Het onderzoeken ftaat ons vry; maar alles, wat wy eenigzins mogen waameemen, moet alleen met den naam van waarfchynlykheid beftempeld worden. Ik ben geen Meefter in deeze Weetenfchap, maar Hechts een Leerling; want in ieder Jaar verandert het Weör, en uit deeze verandering jukten ook de gistingen afgeleid woidm. | Wanneer ru iemand my mogt vraagen: Hoe ik myne gisfirgen by het verlooLn Herfst-Nachtëvenings-Punt ingericht hebbe, zo zal ik het volgende by brengen: 1 Naar het Waarneemings-Tydperk, welk eene aanwyzing pleegt te geeven van den loop des Weêrs in Oöober, maak ik het waarfchynlyk befluit, dat hier de maand Oétober meer droog dan vogtig, en daar benevens van zulk eenen goeden aart zyn zal, dat de Landman en de Liefhebber der Tuinen, even als in 't voorleden Jaar, geene reden van klaagen zal hebben. 2 Van 't begin van November tot den yden December, belooft veel goeds-, dewyl het Weêr tot aan den zaften November, aan dat.van Oétober gelyk zal zyn Maar op het laatst fchyM het, dat eene vogtighsid van flegter aart zal plaats hebbenwaarfchynlyker eerder Sneeow dan Regen. * Van den yien December tot den gden January. Hier denkt de gisBng, dat de Winter met ftrengheid zal intreeden. Doch of hy in 't begin Sneeuwachtig zyn aal, daaraan.wil zy gaarne twyfslen* 4. Van  c m) 4. Van den loden January tot den i4den February. Twee deelen vaa rJeeïea Tydleop zal de aangeftelde Waarneeming aan defcheipe Koude zonder vogtigheid toefchryven; maar in het derde deel zal zy wat vogt van Sneeuw of Regen te kennen geeven. y. Van den 1 yden February tot den zoften Maart, geeft zy een veranderlyk etr gemengd Weêr te kennen, waaruit ik befluit, dat de voorbereiding tot de toekomende Lente benevens de Lente zelve, beter zyn zal, dan de voorige geweest is. De Heere geeve, dat het zo gebeuren moge. Het is anders merkwaardig, dat het den fchyn heeft, als of de heerfchende Noorden-Wind zynen ftand een Jaar lang fchynt vast te houden; en de Herfst en Winterloop het aanzien heeft, van den voorigen vry naby te komen. De voorige Oétober en November waren goed'aartig. De Kwetfen of Dames-Pruimen, welker rypheid wy voor onmogelyk hielden, verkreegen in'tmi Men van November haare volkomene rypheid. Wy zyn thans in gelyke hoope; dewyl de Oétober zich begmt te beteren, en de Landman gelegenheid heeft, zyn Winterzaad ie r sftellen. Nu , bidt den Heere des Weêrs aanhoudend, dat hy ons voor Ruk- inden, zo als den ioden July en 6den September geween zyn, bewaa e. Dè Heere geeve, dat myne gisfingen tot eene aanttaande go<-de Lente mogen vervuld worden ! Het gaa den Koning in de Lande wel! P. E. LUDERS. Weenen den yden Oétober. Heden wordt de aanko nst van den Keurvorst van Trier, van den Groot-Hertog en Groot-Hertogin van Toskst en, gelyk ook vara Hunne Koninglyke Hoogheden, He, tog Albert van Saxen-Tefchen en deszelfi Gemaalin, uit de Nederlanden in deeze Refidentieftad versvacnt; by welke gele~genheid het bekende Huwlyk van dc TosKaanfche Prinfes Therefia, met PrinsAntoon vas Saxen, den Broeder en prefumptiven Opvolger van den thans regeerenden Keurvorst, veelligt zal voltrokken worden; de Keurvorften van Trier ea Realen, hebben beiden beloofd, tot beter onderhoud van het Doorluchtig Paar hef. hunne bytedraagen, worden het gelukken van dat Huwe yk voorcasralyk aan de goede verftandhouding tusfchen de beide Keur vorften van Trkr en Keulen toe» geferreeven. Haarlem den iyden October. Uit de Engelfche Brieven van den i4den Oétober j. kan men thans melden, dat volgens Brieven uit Nieuw-Schotland, eenige Engels fche Schepen onder Eskorte van een Fregat, te Boston gekomen, om 'er Levensmiddelen te koopen, de Officier van het Fregat met andere Officieren zich in Uaiform naar den Gouverneur hadden begeeven, maar by het terug keeren doos het Graauw zeer mishandeld waren. De Gouverneur nad hun wel fatisfaétie be-? loofd, maar geen woord gehouden; weshalve de Engelfchcn zich gereedmaakten 9„ om 'er zelfs wraak van te neemen, indien zulks door hetzelve herhaald wierd. Vervolg van de zonderlinge Vercédiging voor den Rechter, van den Schoolmeefter Deens Flanagan. Ik zal, Mylord! dit voorbeeld nog wat nader toelichten. Dagelyks wordenons de Tien Geboden in de Kerk voorgeleezen, en wy worden daar geleerd welkeö eerbied en gehoorzaamheid wy aan dezelven verfchuldigd zyn. De Leeraar leest*: Gy zult n:et doodjlaan; en de gaHtfche Gemeente antwoord daarop met luidec ftemme: ê Heere , neigt onze barten om uwe Geboden tebewaarenl Maar in r^aaïa isran die intevolgea, komt 'er eene Proclamatie uit, die een.gtoot en yslyk Bloed*- X a. b^acL.  ( m) Mdaankondigd, en by velke de Engelfchen gelast worden alledeOnderdaaaen vsa FranSvk te dooden, om dat een Franfche Matroos, m de Baai van Honduras, veor een ftuiver Hoat gehakt en wechgevoerd heeft ; daar onder tusfchen dat Hout van geen nut was, noch voor de Engelfchen, noch voor de F.anfchea Ziet daar het «val, en uw Lordfchap weet zeer wel, dat 'er duizenden Menfchea ve.moord en geplunderd zyn geworden, onder het voorwendfel van dat •ftnk Hout on dat de Moordenaars belooning ontvangen hebben m plaats van opa^anpen tè worden. S.taat my toe, Mylord! u te mogen vraagen, met welk £ gy 'denkt dat de Almagtige dit bedryf voor zyn Hemelfc.e Rectnbank zal befchoawd hebben? Zyn Wet gebied uitdruklyk niet dood te flaan en ik houdé my verSeit, dat ik in den grooten dag my voor den Opperften Rechter beter «a1 kunnen verantwoorden over den Manflag, dien ik begaan heb om brood Ton mynHSSxTn te hebben, als zy, welke op de Velden van Duitschl.nd duizenden Menfchen hebben doen vermoorden, om dat een Fransch Onderdaan .»pn frak Hout in de Baai van Honduras gehakt had. VVaarfSik Mylord ! zult gy denken, dat de Oorlog kan verdédigd worden Tndat heiverdienflelyker voor een Ierlander is, die zich al, Soldaat verbonden heeft, om lich te verhuuren tot het ombrengen van een Fransch Soldaat, zonder dat hy de Misdaad van den Franschman weet, of reden gevraagd heeftwaarom Mbrnikt wordt om zyns gelyken te dooden. Zou de Almagtige de daad van Ss^i^^nHÜ^uL oordeelen als de myne? Hy laat zich betaalen om een ander Mensch van het leven te beroeven, en geeft zich zodanig over aan het Ambagt van een Moordenaar, dat hy zich in eene eeuwige flaverny wik|f1t om het overige van zyn dagen brood te hebben. Ik zal nog verder gaan, Mvlord' en u vraagen door welke Wet vaa den Almagtigen (want ik maak zo dik viis gewag van den Almagtigen, om dat volgens de gewoone praöyk, in de aanklLie tegen my, gezegd wordt, dat ik de vreeze Gods niet m het oog geidenheb o:gdöo?ydengDuivel verleid b.n, fcfaoon ik die Perfoon nooit gezien heb en met hoop, dat uwe Lordfchap hem ooit: zien zal) door welke Wet, zeg ik men voor den Schepper kan verdédigen het bedryf van een Kaaper, die zich in'Zee begeeven hebbende, een Koopvaardyfchip ontmoet dat niet op zyn hoede is om dat het van geen Oorlog weet, het de volle laag geeft, een gedeelte van de Eouipasie doet fneuvelen, de Laading rooft en de overigen van het Volk, die zyn moorddaadig Geweer ontfnapt zyn, in een Cachot werpt? Is zulk een, Roof en Moord niet barbaarfcher en minder te verdedigen als die, welke ik bedreeven heb? Ondertusfchen worden zulke Knaapen, d.e zekerlyk wel verre zyn yan de 'vreeze Gods voor oogen te hebben, noch te recht gefteld noch geftraft. Als men vervaarlyke groote Boeken wil doorbladeren, zal men mogelyk wel eenige voorbeelden vinden, door welken Moord en Plundering, als 'er een Oorlog gedeclareerd veïdédigd worden ; maar ik ben wel zeker Mylord ! dat'er geen Wet is, dool welke de Moord en Roof, op welken ik hier het oog heb, gebillykt {Het vervolg e» /lot in onzen eerstkomenden.) ~~Gedrakt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Brellkiat, te Anifterdam. '  s D S HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERÏELDER. Den 29 Oétober 1785. N°. 44. Het getal der Dooien van heemfche Reuzengebergte, welke gantfchelyk met eenen witten Sluijer van e;nige ellen hooze Sneeuw b:dekt is. Pwy; den 14'dea Oétober. De Controlleur-Generaal aan den Koning te kencen gegeeven hebbende, dat de Intendant van het Franfche Gomté hem bencht had, dat 'er in die Provincie thans een Grysaart in leven was, welke byna den ouderdom van 116 Ja?ren bereikt had, als zynde gebooren den ioden November 1669, en dat die Man alleen zyn beftaan had uit den geringen arbeid vanzyre Dochter; zo heeft Zyne Majefteit hem eene gratificatie van 1100 Livres en eene Lyfrent van 200 L;vres jsarlyks toegelegd. Deeze Man geniet nog eene volkomen Gezondhe'd, beeft zyn Geheugen, draagt een Hoofd vol grys Haair en een Voorhoofd zonder eenige rimpels. Lenden den 18 Jen Oétober. De onlangs uit China terug gekomen Schepen hebben het bsricht msiegebragt van een Ediét des Keizers, het geen zo veel eer aan zyne kundigheden, a's nadeel aan de Europafche Natiën doet, dewyl het een Tak van Negotie vernietigd, van welke de Franfchen, Zweeden en Deenen, doch byzonder de Engelfchen, zeer groote voordeden getrokken hebben. De Onder-Koning van Canton en alle de Mandaryns van die Provincie, eikanderen willende overtreffen in het doen van Prefenten aan den K«izer, op de Verjaaring van zyne komst tot den Trcoo , informeerden zich naauwkeurig nsar de aar komst dier Schepen, welke Hniolog cn en andere Kot tbaarheden medebragten, ennoodsaskten dan de Kooplieden om hen die Goederen overtegeeven, fomtyds geen tiende gedeelte der waarde daarvoor bc;aalende, welke handelwys verfcheiden voornaame Kooplieden genoodzaakt heeft om bankroet te gaan, en anderen zodanig verarmd , dat zy de Rechten aan den Keher niet konden betaalen; deeze toe- j drast van Zaaken was zo onverdraaglyk geworden, dat de Kooplieden van Pekin, Welke groote Somnvn van die van Canton te vorderen hadden, door nvddel van eene der begunfligrfe Vrouwen van den Keizer, dat recht verkreegen,, het geen zy zo lang te vergtefs gezocht hadden; want, zo dra de Keizer onderricht was geworden van den droevigen toeftand der Cantorfche Kooplieden, heeft hy terftond een eerlyk en vertrouwt Madsryn derwaards gezonden,, die ;by het nazien der Sorfcen gevonden heeft, dat de Negotianten geruïneerd wierden door de verbaaaeode menigte Prefenten , die men naar het Hof zondt. en voor welken zy verre nnder de waarde wierden betaald: By die gelegenheid klaagden de Chineefche ïoopliVden over den ftsrken toevoer dier Artikelen door de Europtaanen, welke, door  c m) door hen tot den inkoop daarvan te noodzaakeH, hen nog verder ongelukkig, miakte a. De Madarin van zyne verrichtingen verfiag gedaan hebbende, heeft de Keizer een Edicü afgevaardigd, by welk het ©p zeer zwaare ftraffen aan al:e de JVIandarynen verboden wordt, a?,n Zyne Keizerlyke Majefteit eenig Prefent te doen, de Mmdaryn vai den Tol en den Handel, te Canton, daarvan alleen uitgeiondert, echter onder zekere bepaaling van de te zenden Prefenten en den tyd op welke.. D; Onder-Koning i» in ongenade verva?len en voor het Hof te Pekin geroepen. Door het bovengemelde Edi& wordt het verzenden van allerlei kostbaare era Mechatiifche Werktuigen, welke hier doorgaans tot een buitenfpoorigen prys verkogt wierden, geheel afgefneeden. Vervolg ea (lot van de zonderlinge Verdediging voor den Rechter, van den Schoolmeeliter Denis Flanagan. Het is niet lang geleden, dat onze zeer Genadige Sou ver'in, zich beléd'gd achtende door het gedrag der Amerikanen, zonder eenue ve klaaring van Oorlog, zyne Lyfwachten derwaards zondt, om zyn eigenOnderdaanen dood.teSflaan, om. dat men te Boston een once Thee goedkooper wilde hebben als hunne Broederen gedrukt hebben? Indien de Amerikanen geene Rebellen waren,, dan zyn de Engelfchen Moordenaars geweest, en in plaats van Ridder-Ordens„, in plaats van hunne Naamen in bu'tengewoone Hof-Couranten te plaatfen, had deGalg hunne verge'ding behooren te werzen. Ik bid uw Lordfchap nu de Misdaad van deeze Menfchen eens met de myne te* vergelyken, en zelf te beoorJeelen of Lord N..., de Heer J , Lord 8,... en anderen niet fchaldiger aan Moord zyn, als ik ? Zy hebben duizendeMenfchen: het leven doen verliezen, en ik heb 'er maar één gedood. Het seen zy gedaan hebben, is uit halftarrigheid gefchied, en ik heb het uit armoede gedaan. Zy zyn vervloekt door duizende Fatnü:ën, die zy geruïneerd hebben, en ik door geen één i eenigea; want de Weduwe van den Dominé heeft hetmy vergeeven, en KindereEhad hy niet. De Zaak uit drt oogpunt befchouwende, vlei ik my, dat uw Lordfchap, vol» gens den waaren zin van het Euangelie en de weezenlyke bedoeling van de Jum'toi! tam rwjsrfcZ ■Cedrakt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 12 November 1785. Na. 46. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 131. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Rome den i2ien Oétober. In den nacht van den 8ften deezer, gevoelde men omtrent 4 uuren in den morgen, drie nieuwe Aansfchuddingen, ongelyk fter-koc dan die van den 2Jen deezet maand. De Schokken waren 10 geweldig, en deHuizen kraakten zo vervaarlyk., dat het grootfte gedeelte der Bewooneren dezel* ven verliet, om^ich op de Pleinen en in de Tuiaen te retireeren. Mto heefc bereids publieke Gebeden ingefteld tot afwcering van deeze Plaag, waarop-mea des te meer hoop heeft, doordien 'er thans een heilzaame Regen valt, die de opédngepakte Danipen, door de droogte federt de maand Maart, kan doen verdwy ncn, aan welke men de ontvlamming der zwavelachtige Stofte onder den grend voornamelyk tocfcbryft. Weenen den 18Jen Oétober. D; Heer Boos, Tuinier van 't Hof, die den Profesfor/tvlaartler op zyne reize in Amerika verzeld heeft, is in 't laatst der voor* ledene maand hier aangekomen, hy heeft meer dan 1000 verfchillende foorten van Uitheemfche Planten mede$ebragt, welke hy in Amerika, en voornamelyk op de Bahama-Etlanden, verzameld heeft. Zy zyn in den Kruid-Tuia van Schönbrunn geplaatst, waar zy wonderlyk wel groeijen, eu het fieraad van dien heerlyken Tuin aanmerklyk vergrooten. Onder die Pianten iseeneIler5raS{ioe, welker Bladen op de wyze van Thee dienen in Carolina. Ook heeft de Heer Bcos verscheidene vreemde Vogelen en Dieren medegebragt. s Exttact uit een Brief van Stelpe den 21 ften Oétober. Sedert den 18 Jen deezer heeft men een woedenden Storm uit het Noorden, zo dat deoudfteZeeliedendiergelyke niet geheugen , en waardoor veele ongelukken gebeurd zyn. Het Schip van Jochem Brand, van Piliouw en Stolpmunde naar Bsurdeaux, ea dat van J. Hofmeister , van Dantzig naar de Bogt van Frankryk; benevens ren Stettynder, gevoerd by Schipper Godfchalk, zyn op Strand geworpen. Dat van Schipper Hefmeister zit op het binnenfte Rif tegen het Schip van Brand, zo dat beide de Schepen met hoo^e Zee zwaar tegen malkander (tooien. Men heeft reeds Touwen aan boord gebragt, om, ware het mogelyk, dc Schepen wat vaa malkander Y 3 te  ' v ■ f "81 "l ■ *ft»sw»r»«' Jol *br ( 1.*a )■■■■> ■, M „ir ...... , te bren?ea; doch vruchteloos, zynde zy beide reed» vol Water, en zullen wech svn By beaaard Wtêr zal tnen van de Laadingen, Hout en het Tuig zien te berjen. Zo ver mm tien kan, liggen 7 Schepen op Strand. De Stad Siolpmunde liae menigmaal in de Aarde woelde, en Heuvels en Klippen tot 180 voeten hoog in de Lucht wierp, welke met een Tc nklyk gedruis weder op de Aarde nederftor.ten. Het Werk van djo Heer btephenfen, die ooggem ge daarvan is geweest, is in 't Deensch gefchteeven , en zal ten e«ften in eene Duitfche °Üitt'reKel SttifeïSiW van Ofiendt in da'o den zóften OSober. Den zoften de-zer zyn twee Hollandfche Schepen, onder Piu»fi.xh« Vlag , voor onze oogen ver*aan Zy waren naar Londen beftemd. Het eerfte is gezonken onder het "be-ek v'*n 't Kanon van deeze Stad. Alle het Scheepsvolk en verfcheidene Pasfa$M zyn verdronken. Het Schip heeft zich or-.dertotfchen weder opgeheeyen, en h op Strand komen dry ven, waar het herlteld is. Men is by laag Water daar naar toe regaan, maar heeft 'er niemand op gevonden, Het tweede was reeds eenige roeden binnen de Havrn gekomen wanneer eene -ftilte opgekomen zynde, werd het door den fte-ken afloop van .'e Ebbe terug gedreeven op de Uhfteekfels by de Hn'p-Poort. Ue Kapitein en zyne V.oaw hadden z ch m de Paaien-geworpen, maar eene Biar van Water wie^p hen wed*i tn v«» By het laage Water heeft men de Vrouw gevonden, eene Paal omarmende. "Mes geloofde ht&r te kunnen redden ea in 't Ieren te houden, dóór veifthcidene  C 183 ) bewerkingen, die men beproefd heeft nn »l avonds tot 's morgens 4 naren ; rtnr tm»r> heeft daaria niet kaïieen flaai eu. . . DrVMatro.zen hebben het geink ge^ad zich 'e reiden. Eenige Manfchap . «wbo"d «klommen zynde, hebben den Zoon van den Kapiteingezoncen behoud^ *y°de ten Kirid van fof 6 jaa e'!*, fy,wlerpThcmT ïfZ NUtroozeu K» die binnen het bere k waren , en dus heeft men hem gered. Een de de Schip, naar dezelve Plaats gedes ineerd, atch ook verphgt v-ndende«non°e Haven wn ackïr te komen, was byna op dezelfde wyze by den «.gang, peVan^ebAW^-Ehe den ziften Oaober. Sedert drie da?en heeft men in deeze «We" met een.n West-Zuid-Westen Wind, benevens een weinig Regen, veel. K m fcl ook Srteuw- en, Hagelbu^» gehad. Dn* ot v er mylen verder Noordwaarls' is eergisteren avond, cn ververs, een zo diepe Sneeuw «van„ dat Sve nkttegenft,a.de de tegenwoordige groote vogfgheid des Aarü.odems, ÏSe en morpen nog bykans een halve voet hoog gelegen herft. Van KoppenEÏÏen heTft men reeds Lor emige dagen gefchieeven dat de Koude al .a- omemeen veel grooter was, dan n% anders omtrent dit jaargetyde dezelve p *W*»den aSften 03ober. Het Konings Fregat 'de Ariël. eergi.U-e-, van, laSin Portsmuuth bn.nengekomen zynde, he.lt de volgende Tyding me eg* K Den ayften A^.stes óp den nadl.g.haidea wy hier eeae ?^t^| fvke Orkam, zynde dit de vierde, welke wy in den tyd van vyf Jaaren ,ehad. hebben Den Wind wo.i van 's avond, ten 6 uuren allerverwoedstu . dc Noord™ O»ten da. toen geheel Noorden loopenöe, vermeerderde de Storm Cd' "t'ten it aureo, wanneer zy fcheen te bedaaren, doch kort <^*?Pff!ffig vïheffenïï duurde zy tot des anderendaags'», morgens, en den gamicne, g w,i h?t met Rukwinden gemengd met zwaue Regens, zo dat de St ast ap Jnglton geheel onder Water iWn; waaijende en regenae het oog .01 L, ^De'KontaK. Schepen de Europa, Jams, Flora, de Atlèl en de Bullog bo,en zo a ^en Storm begon, de ruimte en hebben geene ichide geie en, .ynd* ïn?l\ «00 endeels te danken aan de voorz ^ghe.d van den Aam raa Inne», die,, ££25 «ewoone Boijen in dit jaargetyde, Sten^e. e, ^ had lagen, K^totalke èSn" doch eelt"grifte fchade 'hekomen, zya.e het volft^K onmooel ™ om nog voor eerst een verhaal van alie de r.miea te teeve^.. Se kKÏÏÖ '« -ne m.enh.te Menfchen omgekomen *„. » ote GoaverH vreezen de, dat deeze Orkaan eene fcha.r.t..van tëffitë** kB mS vïoorzaaken, hetft een ftHfyt grlegt ' "s w«keït ^ * 6cbs° *°D^^ -heidom hem Jaovlyk* J;JtV^ voor zyne Sfljjft^ en hem aaateabo^n Ujj« -ad , ; *  ( i«4 ) Ioot het Parhmerrt 100,000 P< St., tot beualing van zyne Schalden en 100 000 P. St tot verdere opbouwing van zyn Paleis te dot» inwilligen, op voorwaarde fiat die Prins in '1 Huwetyk zoude treeden met de Prinfesfe Frederica Louïfa Wilhelmina, Dochter van den Prinfe van Oranje, welken den 28ften November 1770 gebooren is en dus byna iy Jaaren bereikt heeft. Zyne Majefteit hierop eenige dagen van beraad aan dien Prins gegeeven hebbende, hesft Zyae Hoogheid na verloop van dezelven, ten antwoord geaeevenj Dat hy zeer getroffen wat over , d;e nieuwe blyk van Zyne Majefteits Vaderlykejtoegenageiiheid, das hy niet tegen den Hnwelykea Staat had en zeer veel refpect toedroeg aan de Prinfesfe, die hem wierd voorgefteld, uit hoofde van haare loflyke hoedanigheden, maar dat hy Zyne Majefteit verzocht hem te oxcafccren eene Geftmlinne te «rouwen, welke hv nooi; gezien ha-i. 1 Parys den 28ften Odober. De Koninglyke Familie jaagt zeer fterk te Fonttinebleau ; onderdaags doodde de Graaf van Artois zelf een Wolf, en het Paard van den Hertog van Bourbon wiard door een wilJ Zwyn zo geraakt, dat hetzelve omver viel; doch de Graaf, een goed Ruiter zynde, fprocg 'er luchtig af en omwenk dus zonder eenigen hinder het gevaar. De beruchte Paul Jones is thans te 1'Orient Wtrklyk bézig met de uitrusting van drie Schepen, tot den Koophandel in Pelteryen langs de Kusten van Kamfchatka' Tot deeze ondtrneeming heeft hy 400,000 Livres beftemd, uitgelden welke hy van zyne veroverde Pryzes gemaakt heeft. _ Amfterdam den 31 ften Odober. Des avonds van den zs>fteB deezer ftranddeoe lesfel het Schip de Zusters, gevoerd by Jona Smidt, van St. Thomas herwaards ■komende. De Schipper en zyn Volk zyn geborgen. Het Schip is 's nachts aan Ipaanders gefla^en, en ligt, kort en klein, gedeeltelyk op Strand. Alle de'Saikervaten zyn leeg en boomloos. De Tabak is nat, en zyn na eisfintr -rcoBaaltiei ; tn Schouis Pakhuis opgeflagen. b B'WD»"J« \ Nachts ten z uuren is aldaar nog geftrand het Smakfchip de Jonge Jufvrouw Schipper Care! A. Onneke, van Nantes mede herwaards gedestineerd met Sui' ker en Pokhout. De Zeilen en eenige kleinigheden zyD daarvan geborgen De Suikervaten zullen denklyk ledig zyn. ° o • Ook is een Wrakje van een Schip, dat denklyk in voorige Jtaren aldaar ver©ngelukt is, opgeflagen. Voor Egmond is geftrand het SeSip van Ole Danielfen, van Noorwegen naar Oherbourg moetende. Het Schip zal weert zyu, doch het Volk is behouden. Rotterdam den ïden November. Volgens eene naauwkeurige berekening'van het getal der Jooïea, die zich in de Lsnden onder het Gebied van het Huis van Oofterryk bevinden, zyn 'er in Gallici&n en Lodomirie 1 f7000, in Bohème aóoco ra Mora'iei 24000, in het Mantuifche 2800, in het Tyrolfcie enOoftenrykfchè ino, in SA iaën 8co, in Neder-Ooftenryk y7o, in Gratz en te Gradhca 400 te-urnen uitmaakende een getil van 223100. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBÜS van EGMON T^ -op de Reguliers Brcêftraats te Amfterdam.  ! DE ' HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 19 November 1785. N°. 47. Het *etal aer Dooden van de voorgaanue week ,s 130. Van elders verneemt men de volgende iiytoi.uerheden. Conftantinepoien den 10kn Oétober. De Hollandfche Geia:t, Baron vaa Dedem van ac Gelder, heeft, gepasfeerden Donderdag, by den tegenwoordigen Groot-Vizier, Hafnadar Mehemet Pacha, deszelfs eerfte audiëntie gehad; biyvende deszelfs gehoor by den Grooten Heer, tot na het eindigen van het ingevallen Feett der Biiram, utgefteld. Gemelde Gezant is door den Vizier, by die gelegenheid, met eene fraaije Pels of Eerenkleed, van Sabelbont, omhangen: Terwyl bovendien, tegen gewoonte, en ali een byzonder gunstbewys, deizelfs Zoon, nevens zyn Secretaris, den Heer Tor, en de Eerfte Dragoman of Tolk der Ambasfade, elk met een Pels van Hermelyn zyn befchonken. In den gepasfeerden nacht is alhier Brand ontfiaan; echter zonder veel verwoestingen aanterechten, zynde dezelve gelukkig nog fpoedig gebluscht: Madrid den ziften Oétober. Den nden deezer ontftond 'er Brand in het Escuriaal, in de Quartieren , die boven de Apattementen des Konings zyn. Door de vaardigheid en promptitude van de Detachementen der Regimenten Spaanfche en Walfche Guardes, welken zich in dezelven bevonden, werd de vlam echter weldra gebluscht. Dan, onzeker zynde, of zich de Brand verder zou uittrekken, had men reeds 40 Rytuigen gereed gemaakt, om de Koninglyke Familie en het Hof naar St. Ildefonze te brengen, ingevalle de Brand had aangehouden. Weenen den aóiten Oétober. Uit Italiën wordt gemeld, dat de Berg Vefuvius, die den 2gften Oétober van het voorige Jaar begon te ontbranden, nog niet ophoudt, geevende federt altoos Vuur op, uit twee openingen, welkers eene groote in 't midden van den Berg is, en de andere zeer klein. Uit de groote opening fteeg geftadig eea Rook op, die fomwylen wit, dan eens rood en zwart was, en vermengt met Asch. In het midden van dien Rook wierden dtkwils hevige Vlammen ontdekt, en ftukken van Steenen, welke zeer hoog wierden opgeworpen. Uit de kleine mond vloeide een Lavaftroom, die zich in verfcheiden Takken verdeelde, en langs den Berg naar eeüe Valei liep, 't welk 's nachts een hcerlyk gezigt opleverde. Parys den 3den November. De Dauphin en de Hertogin ce Polignac, Gou- Z ver-  ( m) Terugrite der Kinderen van Frankryk, hebben eergisteren het KafteelvanSt Goud verlasten, alwaar den Dauphin de Kinderpokjes ingeënt geweest zyn, en zyn naar Verfailles terug gekeerd. Men zal in 't aan ftaan de Jaar 14000 Werklieden aan den arbeid der Haven van Cherbourg gebruiken; en het is befiischt, dat men daar een Werkhuis, Magazynen en Timmerwerven zal bouwen. De Ridder de Cesfatt, die te Parys is, verzekert, dat hy maar 30 Konen zal noodig hebben, en dat hy hoopt de uitvoering van zyn Ontwerp in 't Jaar 1790 geëindigd te hebben. Een zeer groote Rots van Granietfteen is onlangs met een gektaak van boven van een top op het Strand der Reede neêrgeftort; maar heeft geen kwaad veroorzaakt. De Koophandel heeft in de voorleden maand, te Bourdeaux 3y4, te Marfeille 98, en te Nar tes 43, te famen 495 Schepen georuikt, Londen den 4 en Novemoer. De Schooner de Dart, van Leverpool, op deszelfs reis van de Af.ikafche Kust naar de Barbados verongelukt zynde, heeft men daarvan de vo'gende byzoaaeiheden ontvangen: „ Dit Schip vertrok den aden April van de Kust en wierd üen lóien, 's morgens ten 4 uuren, op de breedte van 11 en de lengte van 34 graaden, door zulk een hevigen Storm beloopen, dat hetzelve teHond verging, benevens nog 143 Slaaven, n Matroozen en I Pasfagier; doch ce Ksp;tein. al zwemmende de oioep bereikt hebbende, vergaderde hy in dezelve 11 Mannen der Equipagie met één jonge Neger en hiermede zwierf hy 22 dagen op Zee, zonder eenig ander Voeafel dan 4 Aapenen een weinig Palm-Oly; de Aapen wier Jen, naar maate die van honger ftierven, opgegeeten, maar dat geringe hulpmiddel niet lang Kunnende duuren, wierd hun toettand zo elendig, dat zy den Neger, die de eerfte aoode was, op het oogenblik dat hy den geest gaf, den Hals affneeden, het daaruiikmende Bloed opdronken en onder anderen zyn Hart en Lever aten; deeze verfchriklyke Maaityd gedaan zynde, wierd h»nne nooddruft weêr telkers grooter, en de dorst wierd zo fte»ig, oatéén der Schipbreukelingen, al zieltoogende verzocht, dat msn met hem op dezelve wyze als met de Neger zoude bandelen, teneinde zyn Bloed nog tot verkwikking zyner Makkeren zoude ftrekken. Den Siten Mey ontdekte zy Land en kwamen op hetzelve aan, doch bevonden het dor en onbewooni, en derhalve» was hunne toeftaBd niet minder kommerlyk dan voorheen, wordende daarenboven nog vermeerdert door de vrees van door wilde Beeften, tegen welke hu ne zwakheid hen baiten ftaat ftelde zich te verweeren, verflonden te worden; zy vonden fchter een Beekje, het geen een hunner grootfte nooden herftelde, maar voor hen die *er te fchieiytc en te veel van dronken dooclyk was; hun Voedfcl belfond alleen in Druiven, wil e Vruchten en Boomsbladeren, zynde die geenen, welken alle deeze rampen overleefd hebben, eindelyk den 24ften Juny 37 da*en na het verlaaten der Sloep, te Cayenne gearriveerd, alwaar ay met Menschlievetheid ontvangen en behandeld wierden. Een dier Schipbrenkelingen , Hendrik Moracroff, van wien men dit Bericht heeft, is naderhand te Bridgetown aangekomen, zyude aeer verzwakt, en hebbende van alles gebrek om zyne gezondheid weder te kry» gen en rync Ftmüie optezoeken." Btrhn cen yden November. Toen de Franfche Gemeente alhier, heden agt j?ag€B, den apften Oétober, haar honderdjaarig Jubild wegens haare aanneming. in,  C 187 ) irr dc Koninglyke Landen vierde, heeft zy in haare Kerken eenige duizend Thaler»gecollecteerd, welke onder de Duitfche Armen deezer Stad zonder ouderfcheid van Godsdienst uitgedeeld zyn. Daarenboven heeft zy in haare vrolyke Gezelfchappen op disn zeiven dag nog eene byzondere Coiköe voor haareeigene Armen gedaan, welke ook zeer aanzierdyk is geweest. Voorts heeft zy de Weeskinderen n:euw gekleed, en dien dag ryklyk met Spys en Drank laaten voorzien. Parys den 7den November. De Baon Staal, Ambasfadeur des Konings van Zweeden aan dit Hof, ftaat binrea kort in 't Huwlyk te treeden met de Dochter, het eenigfte Kind, van den Heer Necker, geweezen Dirtéteur-Genetaal van 's Konings Financiën. 's Gravenbugt den 8 ften November. Gisteren morgen ten 4 uuren ««lfrttfjj . in de; ouderdom van 84 J*aren, overleden, de Hoog-Eerw. Hee^ CharlesChais, èmiritus Pre ,ikant by ae Walfche Gemeente alher, Medelid van de Hollandfche ■ Maaifc appy der Weetenfchappen te Haarlem. Hy wierd beroepen ut Gerevein deeie Gemeente in net Jaar 1718, waarin hy langen tyd zyn Geme nte voorge~ licht hefft. zyne uitmuntei de uaven, groote Geleerdheid en God"ruchtige Werken , zullen hem zeer doen betreuren, door de geene, die het geluk gehad hebben met hem gemeenzaam te vc keeren. Een Bode van Hun Edele Groot-Mog., laatst'eden Woensdag van hier naar Leeuwaarden gedepécheerd zynde, is op den weg tasfehen Zwol en die St&d met zyn Rytuig in een Sloot geraakt, era weinige oogenWikken daarna overleden. Men heeft tyding, dat de regeerende Landgraaf van Hesfencasfel, welke in^ den Jaare I7y4 de Roomfche Religie heett aangenomen, in den ouderdom vara .• ruim 6y Jaaren overleden is. Volgens Brieven van Hanau, was de Graaf van Hanau, Erfpnns van Hesfencasfel, terftond na het ontvangen van de tyding van den dood va ; den Landgraaf^ zynen' Vaier, van daar naar Gasfel vertrokken, om van dat LandgraaiTchap.,, thans op hem vervallen, bezit te neemen; welk, veréénigd met net Graaffchsp Hanau, dat «jeme'de Erfprins volgens Testament van zynen Grootvader terftond na deszelfs overlyden bezeten heeft, dien Prins toe eene der aaazi'eniykfte Duitfche Ryksvorften maakt. Men zegt, dat de overledene Landgraaf ved gereed Geld; nalaat, waaraan men ook wel geloof kan flaan, «ermi s de overleden Landgraaf een goed Oeconomist was, en hy ook gensurende ander Burger is aangerand door twee Booswichten, en even buiten de Stad is by een Bauwman ingebroken, de Lxden zyn aan banden en voeten gebonden, zeer mishandeld en van hunne contante Penningen beroofd; by onderfcheiden Huislieden zyn Brandbrieven gelegt, daaien van tea ver voomitzigt; daardoor wordt aan den Buitenman de nachtrust ontnomen, en jaagt hen vrees a&n, dat hun Huis en Goederen eerlang door zulke Godvergeeten Booswichten aan de vlammen opgeofferd zullen worden. Het is te wenfchen, dat deeze Gedrochten allen ontdektmo*en worden, endantenftrengftengeihaft, tenaffchrik van anderen. Eenigen tyd geleden is hier ingebroken; toen kreeg de Burgerwacht orier Patrouilles te lasten gaan, toen hoorde men van geen moedwilligheden meer ; maar na zyn die orders ingetrokken. Amfterdam den 17Jen November. Op de Rivier de Taag was leggende het Frepaifthip de Arao, Kapttin H. Reyntjes, tie Equ'pagie was weder herfteld, r?et Sch'p was gevifiteerd en afgekeurd, zynde zeven zwaare Knies, daaronder de Zeilbalk, (lakkend, buiten dat, geheel los en uil elkander gewerkt: de Equpagie nn Goederen Zullen by de eerfte gelegenheid met Koopvaarders overkomen, doch '*r leggen nog ge-n ledige Schrpen. In Brieven van Bourdeaux, wordt in dato den yden deezer gemeld, dat Schipper Nemme Fokke, van Bourdeaux na-ar Bremen, in het uitzeilen van de Rivier aan de Pomte ee Graves, met zyn Schip op denCr»nd had geftooten, waardoor hetzelve zodanig befchadigd en lek geworden is, dat'er geen mogelykhtid was hetzelve door pompen als anderszins te -edden, dus de Schipper met zyn Volk zich genoodzaakt hetft gezien , hetSelv'p by Veraun te verhaten. De Admiraliteit heeft, op ontvangst van deeze tyding en op verzojk van de Inlaaders, terftond ordre gefteld, om zo veel mojelyk van de Laading te redden; doch daartoe is weinig apparer.tie, dewyl by hoog Water niets daa de Masten van het Schip bo?en Water zyn. Te Hamburg is uit Zee term? gekomen Schipper Mirten Hsss, r.aar Bourdeaus gedesi'tneerd, had Ankers en Touwen verlooren cn onder Heylgeland over de Steane Rif geftooten; was door vyf-Lootfen van daar geholpen voor 230 Ryksdaalders,en op de Elve binnen gebragt. Verders rapporteert hy. dat twee Schepen by hem onder Hay'geksd gebleeven waren, een Engelsch- en een Smakfchip; de smak is op de Steenen verbryzeld en al het Volk verlooren gegaaa. Ook ves- neecat.  C ifi ) neemt men, dat aldaar voor eenige Marken wasbinnen gebragtMeigertRemmertsj welke vast had gezéten en fchade bekomen.; • -wdiaavoH as! Drie myhn van Memel is geftrand htt Schip van Itske Willems Drent, van Dantzig naar Hamburg gedestineerd; het Schip is aan (tukken. By het u'titilen van Altona, den 8ften deezer, heeft geflooten het Schip van Namen Knul, van daar naar de Middelandfcüe Zee gedestilleerd; had Ankers en Touwen verlooren. By Jutland is aat gedreeven een groote Smak, met Hout gelsaden; alsmede een* Tjilkfchip, de naasien onbekend. By I/ebau is geftrand FreJr k Jacobs de Jong , van Predriksbaven r.an Amfterdam geiestineerd; het Schip is wech, doch dc Lading hoopte men te bergen. By Fred.-ikshiven is verongelukt h?t Schip van Peter Schrnidt, van Petersburg naar Bour-eaui gedestineerd; men hoopte een gedeelte van de Laading te bergen 5, het Sch'p was gefcorften. Van Ri*a meldt men, dat het den 31 ften O&ober aldaar zwaar uit den Westen' •tl Noord-Westen geftormi hid, waardoor f a 6 Schepen op Strand zyn geraakt,, waaronder Cornelis Jacobs. |ongebro:r, naar Amlterdam; William Fordyce, »aar Londen, en Oitman Havighorst, naar Lisboa gedestineerd; Alsmede hst Schip V2n Ohe Tronheim, van öourdeaux komende mst Stamgoederen ; de drieeeefte waren digi- en zouden gelost worde*». Ook waren verfcheide Ligters en Booten verongelukt, waaronder een met Suiker enz., gelost ut het Schip van Ohe Tronheim, en een met 3oLsst R«gee voor het Schip van R. Jackfon, Kaar Rotterdam moetende. De Schepen van W. Jelies, cn H.Lr.Erens, waren medebehouden. Het Schip van W. Fordyce, boyen gemeld, was van vooren reedsweder vlot, en men hoopte den volgenden dag het geheele Schip vlot te krygen. Schipper Hendrik Buyzing, naar Sr. Malo gedestilleerd, had on.4er Oeft-I een> Anker en Touw verlooren; aldaar halden mede gelegen riaer Abes en Jan Po Visfer, doch van dezelve heeft men nog niets vernomen» In een onzer voorigen hebben wy gemeld vao twee Schepen, die in de Haven van Oftende veronge'ukt waren; tfeSns verneemt men van wegens het Schip van P. Kunne, nog dit Bericht. Hel Weêr bedaard zynde zocht Kien het Schip te raderen, waar een Kind van 4 Jaaren in ds Kooi hg, det zser welvaare.ade was J Die vertooning, gevoegd by m fat desieif» on^tlakk^e Vader en Moeder, die men op klaaren dag had zien omkomen, zonier dat het mogelyk was, hun eenigehulpe toetebrengen, was alleraandoenlykst. En deeze gebeartenis heeft nog een Zeer zonderling verfcHynfel voor t gebragt, hetwe'k wy aan de Natuurkundigen overlaaten te verklaaren. Zie hier wat het is: Het Kind was, door een gevolg van de Kinderziekte, federt 4 maanden verlamd gebleeven aan alle zyne Leden, en. byna ftom. De vrees en fchnk , waarin hy op dit vreeslyk oogenblik geweest is, had zyne vo'komene geneeiing uitgewerkt. Hy is thans zeer wel vaatenden kj? fpreekt doide'.yk en zyne Leden zyn wel vast. Mea hetft deeze byzonderheden van de drie Mamm, die van dit Schip gered zyn. Paryf den iSden November. De He-tog vsd Orlcarrs, Prins van den bloede5,. ligt sulergevaarlykst ziek $ cn mm vreest, dat hy op dit oogcablik reeds üttni'. la*-  ( 19* ) w,, *e,fcHei4e» i«. - Delfertcg van Pradin-, Oad-Mmiiter der Marine, i» dec sfcderi acexer overleden; hy b«z-it één Millioen aan jiarlykfche Inkomtlea, en bat een grooten Schat na. De Hertog van Richelieu, is mede zeer zwak Kon:PK verzocht hem deezer da*en , het Hof te verhaten, en zyne rust te neewten- doch hv antwoordde : „ Du hy zich nooit minder vermoeide, dan waaneer hv zvn ph?t dee 3." Kort daarna valt hy , in 't Appartement der jonge Prul» "v-'U z'chielve. Weder bykofsende; en altoos even vrolyk van geest, zeide hyl ' "p't'ts de eerfte val, die ik asn't Hof gedaan heb." > " Zok^b den tSden November. Volgens e!e jongfte Berichten uit de Oost-Ir*ftïcn was de vermaarde Tippo-Saib op het punt geweest, om door één zyner Vrouwen met een kop Koffi Vergeeven te worden. Dan, hef zy t Vergif .te isvak h't zy zyne Conftitutie te fterk was, althans het gelukte hem, door hu» «•«neen Pei inansch Doctor, het gevaar teöntfnappen. De Schuldige werd welhaast öntftekt g-vat en veroordeel om langiaam door een klein Vuur verbrand te wonen' we'ke' ysfelyke Straffe ook san haar is utgevoerd; hebbende dat deerniswaarWSchepftl, riet dan na drie uuren folttrens, den geest gegeeven. Hulst den 21 ften November. Eergisteren, zynde Saturdag, 's namiddags ytn;4 natci voor i uur precies, is de beroemde Heer Blanchard weder met zyn Luchtbol üii' de Stad Gend opgegaan, en tot de verbaazende hoogte van a a 33000 voeten gefteceh Vervolgens nederdaalende, en by den Groenendyk, m het Land van Hu'st met den Bol zo digt aan den Grond komende, dat hy als langs denzelven fchoorde, is den Heer Blanchard aldaar 'er vrywillig uitgefprongen. Het was toen juist kwartier over 1 uur, en daar die Flaats zeven uuren van Gend af lilt heeft hy, de groote hoogte, waartoe hy geklommen is, mede gerekend, af een zeer'verbaalenden weg in twintig minuten tyds afgelegd. De Bol, van de *waar" van den Luchtreiziger ontheven, rees toen weder ftaatig om hoog, en is omtrent anderhalf uur verder, voor Kruyningen . in de Hond of Schelde nedergevallen en door de Ghaloup van 's Lands' Erikfchip de Corneha, gecommandeerd door den Heer A. Riefe, opgevi-cht, en aan den Heer Blanchard terug gezonden , di- thans wed-:r in p.osden welftand met esn Chais naar Gend is terug gekeerd; hcbb'Hde op deeze zyne zettende Luchtreue geen ander letfel geleden, dsn eene Bfffa ondrasgiyke koude; want een fcheur, door het uitfpiingen in zyn Rok gekrimen, is niet waardig te noemen. . , , ... . "Pen Heer B'anchard verzekert, dat deeze zyne zestiende Laehtreize de aanroer-' Kelvklle tiewnuigfté en zonierlimfte van allen geweest is, zo door de waaroec-'' miniren 'welke'hy daarby grdaan heeft, benevens de verbaazende hoogte, waartoe hy fcfteepen is, en'welke hem door de felle koude, in die Luchtftreek, bet Bloed bvna in de Aderen deed vfiftyven, als ook door de veraadcring, welke zyn LuchtmtcMne caafibor heeft ondergaan, zynde hy van de hoogte der Wolken af eerde* met eerse foort van Patachate, dan wel rrfet een werkefyken Luchtbol mérgekornen.... pij , ,.. , . ,, n ., .. , .... liidMsstMLfi. GedTokTby de Erve de Weduwe j ACOB U S van EG MONT: op de Reguliers Bieêlïraas, te Amfterdam. .#.«. |»l fi9 «nsnvo^f» » i nt<» MWfil j*»> «.SLt» n»* »L i?Uw HSHM *?»H« qo Of.l.01 'n*rs:d,'WW Wtfp ifaffrl «!« «j. ,,.^fl( uljjjTtzarri «*fl al ia qoi««* , Jrt^mwwS lfW*l*# 3&vfiP*& mfmittmi -»«• *» *. j nanaiawu mmm W i»*t «» WW «*8 n» Mffftl m *d «WW ioov SS ■ .  HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 3 December 1785. N*. 49. Het getal der Dooden van de voorgaande week is 129. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden LisfaboH den zyften Oétober. Het Oorlogs-Fregat de Cifne 't geen reeds afgedankt en onttakeld was, is op het onverwachts weder in commhfie aeftetd en feet commando aan den Kapitein Francois de Pocula Leite, denzelven die het te vooren commandeerde, opgedragen. Dit Fregat, gelyk mede de Triton trioet morgen onder zeil gaan, om op de Kusten te kruisfen, ten einde dezelve tegen de Algerynen te befchermen. Het Gouvernement heeft ook de tydina van Cadix ontvangen , dat 'er y Mooifche Chebecquen by de Algarves kruisfen en dat een Deensch Schip, deezer dagen alhier binnengekomen, gedeclareerd heeft door een van dezelven gevifiteerd te zyn. * Zo de Zeeën, aan den eenen kant, eenigermaate onveilig zyn voor de Portugeefche Koopvaarders, kan men met meerdere zekerheid, aan den anderen kant getuigen, dat ieder afzonderlyk Perfoon veel meer gevaar in deeze Hoofdftad mo-t te gemoet zien. Men hoorde wel, zints eene;i geruimen tyd, van eenige moorden en aanrandingen fpreeken, zoncer dat de Politie, op eenigerhande wyze haar werk 'er van maakte; doch, federt drie weeken, zyn deeze ongeregeldheden tot zulk eene hoogte geklommen, dat een ieder met 'er daad beducht is, om uittegaan Eenige dagen geleden zyn 'er dtie Perfoonen, op éénen avond, tusfchen 6 en j «aren, aangerand; hebbende men onder anderen cen Eogelsch Koopman alles wat hy aan zyn Lgchaam had afgenomen, ondtr bedreiging, dat men hem dood zou fteeken, zo hy één woord fprak. Deeze en verdere ongeregeldheden hebben eindelyk het Hof genoodzaakt, om de Infantery en Gavallery des nachts te laaten patrouilleeren, 't geen reeds dit gevolg gehad heeft, dat men federt dtie dasen bv= kans 400 Perfoonen in hechtenis gebragt heeft. Wetnm den 12 Jen November. Dewyl Zyne Keizerlyke Majefteit uit deConduitc-Lysten , welke hem van alle Hof bedieningen overgegeeven worden gezien heeft, dat verfcheiden fubalterne Bedienden hunnen pligt zo flaauw waarneemsn dat zy dikwils eerst 's morgens om 11 uuren op hun post verfchynen en ten iï uuren weder de deur uitgaan , ja zelfs geheele dagen wechblyven; zo zyn op aller-* hoogst bevel in alle Ganfelaryen bezoudere Lysten geformeerd, waarop alle Beamptcn by het komen en gaan hennen naam en het uu: moeten optékensn Aa Voer  . ( i?4 ) Voor eea'ge dagen klom de Keizer in onze Voorftad, de Landftrasfe, ope?n n"et wel gemaakte Steiger aan een nieuw Gebouw; dezelve brak, maar een Handlanger r.aV't geluk het leven van dsn Monarch te redden, waarvoor hy met 24 Ducaaten en' een jaarlyks penfioen van 300 Fiorymn begiftigd wierd. ' Men verteld, dat by de eerfte Aud ëüt;e van onzen Gezant, den Prins van Reufs te Bsrly'n, den Koning van Pruisfen ondetanderen gezegd heeft, dat gemelde'Prins den Keizer kon verzekeren, dat hy genegen was om hem in alle zyne voorneemens te onderfteunen, in zo verre die met de gerechtigheid, het welzya van Duïtschland, en het evenwigt tan Europa overéén te brengen waren. Zyne Msjtfteit, de Keizer, hetft aan alle de Dutfche Regimenten, die naar de Nederlanden geweest zyn, wegens de menigvuldige motilykheden die zy hebben moeten ondergaan, eene geheele maand Soldy gefchonken; en thans zyn zy allen op hunne te rug marsch naar hunne gewoone Kwartieren. Parys den ióden November. Men heeft hier veel gelagchen om eenen misflag, die voor eenige'dagen is voorgevallen: De Heer Luitenant der Politie, alle de Gevangenisftn en Gevangenhuizen in deeze Hoofdllad bezocht hebbende, ftelde eenen dag'om dat van Charenton te bezien. De Luitenant der Marechausfse van dat Depa-te-ment voorneemens zynde, den Heer de Grosne by zyne aankomst eere aan te doen, deed de B;igades verzamelen, en ftelde zich aan hun hoofd. Zy zien eene Koets aankomen met vier Paarden, met eene groene Levrei. De Luitenafit, geloovende dat het den Heer de Grosne is, doet zyne Ruiters den Sabel in de hand'neemen, terwyl zy de Koe» omringen en verzeilen. DeKoettierrydt voort; en dawyl hy de Brug over de Marne wilde overryden, zo wyst een Rutter hem, 'dat hy rechts af moet keeren en de Plaats van het Gevangenhuis opryden: De Luitenant komt aan het Portier, en blyft zeer verwondert ftaBn, dat hy den Perfoon, die in het Rytuig was, tiet kende. Ha was de Threforier der Salpeter Poeders, die, zo bleek als de dood, niet anderi dacht, of men wilde hem op die p'aats brengen, uit kracht van eene Lettre de Cachet, waarvan hy echter de oorzaak niet kon iaaden. De Luitenant maakte zyne vetfehooning, en de Financier, boswel nog be;vende, was blyde met den fchrik vry te komen. Heden avonJ, ten 8 uuren, H in deeze Hoofdftad overleden de Hertog van Prssiin, voorheï'n Minister der Marine. Deeze Heer hadde één Mtllioen jaarlykfehe'lnkonfien, ïS& 40,000 Louis c'Or na, en he:ft in zyn Testament Mejofvrouw Dangeville, voo: neen Actrice op de Franfcne Comedie, gedachtig geweest. Deventer den ioJen November. In de voo:ibe week ftierf alhier een gepenfioneen Conftapel, die, een geruimen tyd geleden, op den Verjaardag van den Stadhouder htt engduk gehad had, door het te vroeg afgaan van het Kanon, zyn 'feeide Armen te verliezen. Deeze Man had.gesvenscht, met Militaire Eer te worden begraven, en, daar 'er tegenwoordig geen G'aarnizosn in die Stad is, verzocht, dat men na zyn dood het Burger-Vry-Gorp.s wilde aanzoeken, om zich met zyne Bï^ravenis te' belasten: Dit Corps voldeed geredelyk aan dat verzoek, en de Man'is voerleden Donderdag door hetzelve ter Aarde befteld, zynde gedraagen door agt. Gonfhpels van het Corps, voorgegaan door het Detachement, insgelyks uit Conftapel* beftaande, wordende het Lyk door alle de Officiers van htt Corps, die in de. Üïté'd'waren, en door verre de mtefte Leien van hetzelve gevolgd, en onder da. «woone Eerefchoicn in het Graf gelegdi.f'V .natóarf doit ?d na»boö asx „  C I9S ) 's Gravenbagt den 2 ƒ Ren Novtmber. Met de jongde D'uitfche Brieven hee'f men, bericht ontvangen, dat de Zaaken in dat Ryk tese vry gewigtige keer lchynen te memen; wordende verzekert, dat dc Keurvorst van Mentz mede tot het Düitrch Verbond is toegetreeden; tn men voegt 'er by, dst al de Takken van het Hesfsc'i Huis dat voorbeeld Haas te volgen. Het zal dan geen gering gewgt in de Ichaal der Confcedemie zyn, zo het gezegde waar is, dat de overleden Landgraaf van Hesfen-Casfel omtrent-honderd Mdlioenen aan coatanten nalaat. Met die zelfde B'ieven heeft men van Tyrnau tyd'ng bekomen, dat aldaar in den nacht van den óden deezer overleden is dc Prins Geörg August van Meklenbarg-Ssreiitz, Generaal-Majoor in Keizerlyktn dieast, Colond-Propritair van cen Regimeet Cuiraslieis en Brigadiers der beide Regimenten Cavallery Nasfau en Anfpsch, Broeder van Haare Majefteit de Koningin van Groot-Brittannie, no£ maar 37 Jaaren oud zynde. Va» 's Hertogenbosch verneemt men , dst de Dyk, dierden Overlaat tusfchen Drunen en Baardwyk geflooten hielJ, werkelyk wechgeruimd wordt; zyndeeea gevolg van de wechgeruimde Dykcn met Zyne Keizerlyke Majefteit, en san den anderen kant cen heilzaam vooruitzigt voor den Bommelerwaard , en menigten die door te hoog Water hinder leedt. ahflvx' ujarrjaamoov' iasmsi-JttsQ. tób' Parys den 2fften November. De Cardinaal de Rohan is deezer dagen'gevaarlyk ziek geweest, zodanig, dat men zelfs voor zyn leven beducht was; doch. thans begint hy weder te herftellen. Men verneemt dat het onderzoek van zyne Zaak eerder zal beginnen dan men gedacht had, zullende daarmede den 28ftepu deezer maand reeds cen aanvang gemaakt worden. Dus zal men eerlang verneemen of zyne Eminentie asn de bekende misdaad fchuld'g zy , of vrygefprooken zal kunnen worden. Voorleien Dingsdag avond wierd bet Lyk van den Hertog van Orlcans in defzelfs Familie-Graf ter Aarde gebragt; verzeld door de Hertogen van Beurbon c» d'Enghien, beuevens dea Maarfchalk de Segur, den Marquisde Caftries, alsmede," het Hofgezin van den Overledenen, eene menigte arme Lieden, en laatftelyk deWacht te Paard, alle met Flambouwen. De nieuwe Hertog van Orleans wilde volftrekt de Lykftatie van d«ze:fs Vader bywoonen, nitttegenftaande de Do<3oren het hem fterk ontraaden halden, dewyl die Prins-door een hevige Koorts in het Bedde gehouden wierd; doch toen hy 's avonds te vooren nog eens trscfrtteo? te ftaan, om zyne krachten te beproeven, viel hy zodanig tegen den grond, dat hy zich eene kneuzing boven hst oog toebragt, en dus genoodzaakt wierd vars zyn voorneemen af te zien. Indien deeze nieuwe Hertog van Orleans, voorheeB van Chartres, mogt komen te overlyden, zal de Titel van Eerften Prins van den> Bloede, overgaan op de Kinderen van den Hertog d'Angoulémc, oudtien Zoou van den Graaf d'Artois. , ,n>- (., navaiafsdJiab ' Londen den 2yften November. Voor eenige dsgen vernam rmn hier, dat.'er frt Amerika een Schip van Londondctry, meteen groot aantal, paifagiers geblèevea was-, doch federt heeft men door een Brief van één dier Pameiers, gedagtekend < Philadelphi* den t-den September, daarvan het volgend akelig bericht bekomen:; „ Op den 29ften July laatstleden gingen wy van Londonderry onderzeil, aan . b^ord hebbende 24^ Pasfaners, alle deftige Lieden, die voor cese groote waarde aan Goederen by'zich hadden. Wy hadden een vooilpoed:^ re's tot^es nachts t« A's 2 "V«3  ( 196 ) i,* vtn"Bonderdags den eerften deezer, wanneer men ten 10 «arengeraadenrondt „ te peilen, en wy ons, tot onze groote verwondering, op 4 vademen Water „ bevonden, zonder dat wy, van wegen de donkerheid, eenige tekenen van het „ naby zynde Land konden befpeuren. De ontftcltenis en fchr'k, die ong hierop „ beving, is eerder te begrypen dan te befchryven. Men wendde alle moeite aan „ om het Schip op Strand te zetten, doch in weinig minuten geraakten wy aan .„ den Grond, en zagen ons genoodzaakt de Ma*ten te kappen en al het Tuie „ over boord te werpen. By het aanbreeken van den dag bevonden wy ons op de „ Mohoba-Bank by de Indiaanfche Rivier, omtrent 4 mylen ten Zuiden van Kaap Hinlopen. Meo ftelde alles in 't werk om de ongelukkige Schepelingen te red» „ den, die gedaurende den geheelen nacht op het Wrsk gebleeven waren fchoon „ men 100 ellen afftand van de Wal sf was. „ Des avonds iloeg het Schip aan ftukken, terwyl de Zee zo hoog ftond dat „, men met groote moeite de Booten aan het Wrak konde brengen ; dan aleer'men „ dezelve vol Volks had, ftoegen zy door den hevigen Wind van het Wrak af „ en op Strand, waardoor alle hoep van behoudenis voor de overigen, die zich „ nog fcheep bevonden, verlooren ging, ten zy dezelven middel vonden om door „ zwemmen, of door het dry ven op ftukken van het Wrak, aan Land te geraaken „ Het fmert my te moeten zeggen, dar 'er maar 68 Menfchen gered zyn daar„ onder de Kapitein , dc Stuurman en het Scheepsvolk. „ Op den dag, kwamen 'er eene menigte Inwooners aan Strand, fpannende „ alle krachtenen middelen in om de Ongelnkkigen te redden die nog op het Wrak „ zaten, en onder welken omtrent 100 Vrouwen en Kinderen waren doehwaar„ van 'er niet meer dan 7 gered wierden. Verfcheiden onder deaan Land gekomen „ Perfoonen zyn federt geftorven door de Wonden die zy bekomen hadden en „ anderen zyn elendi/ gekneusd en bezeerd." ' Bras/el den 2Öften November. Alhier is een Plan uitgekomen van een allerbvzonderfte LOTERY. Een Jongman, van 24 Jaaren, welgemaakt, vaneen goed humeur en caraéter, doch zonder Geld, zyn eigen geluk en dat eeoer Echtgenoote, waaraan hy zich wenscht te verbinden, zoekende te bevorderen heeft ten dien e:nde voorgenomen eeDe Lotery opterichten, waarvan zyn eigen Perfoon de Hoogfte Prys zal zyn. — Alle Meisjes of Weduwen, welken niet ongenegen zyn tot het Huwelyk, kunnen een Lot koopen voor den gcriDgen prys van een Keizerlyke Kroon. Het getal der Loten is op 40 000 bepaald; zynde dus de geheele Inle* 40,000 Kroonen, die voor het Huwelyksgotd btftemd zyr. Om -onkosten voonekomen, zal men zich in de trekking fchikken naar de nieuwöpgerichte Brusfelfche Lotery; zullende het eerfte Nommer, dat daarin getrokken wordt, in deeze Hnwelyks-Lotery de Hoogfte Prys trekken; doch zode Perfoon, aan wien d t Nommer behoort, geen behaagen in den Jongman moit heb. ben, zullen zy elkander vrylasten, en de 40,000 Kroonen famen deelen. In gevalle de Infchryving een goeden voortgang mag hebben, zal de Hoogfte Prys de moeite neemen, om een tourtje door de Nederlanden te doen, om zich vóór de trekking, by de Geïntresfeerdens bekend te maaken. Gedrukt by dc Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT; op de Reguliers Brcéftraat, te Amfterdam.  DE HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTELDER. Den 10 December 1785. N°. 50. Hei gctai oer uooaen van ae voorgaande week is iyó Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Uittrekfel uit een particulieren Brief, gefchreevea te &. George Dehnina op de Kust van Guiné, in Afrika, den 23ften Juny 1785-. ' Ik heb de eer Uw Wel-Ed. te berichten, dat alhier ter Kust alles in een goede en gefchikte order zich bevind, het ware te wenfchen, dat wy onzeEtablisfemecten of Forten aan de Benedenkast weder in handen hadden, en dat de Engelfcfeen ftiptelyker hadden voldaan aan hunne Verbindtenisfen, by het laatitgefiooten Tractaat van Vrede; dan tot heden heeft het Engelfche Ministerie daarop, zo verreik weet, nog geen orders gefteld, en de Engelfchenjouïsfeercn daardoor van den gaatfchen Slaavenhandel, dewelke voor ons thans in een kwynende ftaat is, kunnende wy met geen mogelykheid eenigen Slaavenhandel doen, zo lang ^e geaeele Benedenkust in handen van die Nasie verblyft. In het laatst tan de maand Mei kwamen in het gezigt van 't Hoofd-Kwariëf • vier Engelfche Schepen, onder haar geleide hebbende een Portugeesch Schip van de Bahia, geiaaderi toet Tabak, en de wil hebbende naar d'Eimina, .em alhier te ver- i tollen; het gemelde Schip hebben de Engeifchen aan de Bovtnkust ontmoet, en met geweld voorby dit Hoofd-Kwartier gevoerd naar de Reede van Kaap Gors, en aldaar hetzelve van al zyn Tabak ontlaaden. ' Ik heb hier te^en niets kunnen doen, alzo ons de magt ontbreekt, maar heb alie inftantiën.gedaan, om ware 't mogelyk de verfchuldigde Recognitie aan de WestIndifc'ie Compagnie te bekomen, doch zalks is my gantfehetykafgeflagen, zynde het gemelde Portugeefche Schip door den Engelfchen Gouverneur aan Kaap Cor» van een Paspoort voorzien, waarmede hetzelve van de Kust vertrokken is.' Ik vinde my verpligt Uw Wel-Ed. hiervan kermis te geeven, de gevolgen kunnen niet anders als zeer nadeelig voor de West-Indifehe Compagnie zyn, en hst % ware te wenfchen, dat 'er middelen konden gevonden worden, waardoor de handel wys diér trotfche Natie mogt worden gefluit. Indien de Engelfchen maar toelieten, dat de Portugeefche Schepen haar verfchuldigde Rechten aan de Campagne, en aan dit Hoofd-Kwartierbehoorlyk voldcejen, dan zou de Compagnie haar wel kannen toelaaten, eenige Handel met de A a 3 Por-  ( ij* ) For!u|eefche Natie te doen, maar door deeze handelwyle betoonea zy, dai zy 'er op uit zyn, om zich met geweld meefter te maaken, niet alleen van den pantfchsn Portugeefchen Handel, maar zelfs ook dat ty trachïen aan de West-In iifche Compagnie haare Rechten op de Portugesfchen te ontweldigen. Extract uit een Brief van Bougxenon, m Lotharingen, den 23llen Oétober. De Stad en Graaffcnap Biiche hebben deezer dagen een voorbeeld van plegtige erkentenis gegeeven, 't welk merkwaardig genoeg is om gemeld te worden. De Graaf de Bombelles, Luitenant-Generaal van 's Konings Legers, en meer dan 20 Jaarea Commandant over de hooge en laage Jarre geweest zynde, had, fchoon reeds in den Jaare 1760 overleden, in aller harten een dierbaar en onuitwisbaar herdenken van eens weldoende en waarlyk Vaderlyke Adminiftratie nagelaaten. De De Stad Bitc'ae, deeze aandoeningen door een openbaar Gedenkftuk willende veréénigen, had vryheid verzocht ten haaren koste een Graftombe van Marmer en Metaal tot gedachtenis van haaien ouden cn achtingwaardigen Gouverneur te vervsa-digen. Dïeze permisfie, op eene zeer aandoenlyke wyze gevraagd entoegeftaanzynde, is de inweiding met de grootfte plegtigheid volbragt. Ds Marquis de Bombelles, des Konings Ambasfadeur in Portugal, Zoon van den teentn wiens roemwaardige Gedachtenis men vereeuwigde, (en Broeder van den Baron de Bombelles, Luitenant-Colonel van 't Legioen van den Graaf de Maillebois) woonde deeze plegtigheid by, en was over den yver en de gevoeligheid deezer goedhartige Inwoonders zodanig getroffen, dat hy zyne traanen niet wederhouden kon: Reeds bevoorens had hy de Stad een blyk van viiendfchap en vertrouwen beweezen, met daaraan te vergunnen een zyner Kinderen ten Doop te heffen, en welke den naam van Bitche voert. y ;9rj jbó ,hys Conjiantinep&kn den 2yften Oétober. De innerly^e onrusten in dit Ryk vermeerderen van dag tot dag, de Sultan en zyn Ministerie wordt vsn het Volk veracht, en men verwacht eerlang eene Revolutie ten voordeele van Prins Seüm, de Zoon van den overleden Keizer Muftafa. In Opper-Afië wint een Geestdryver, met naasna-Scheik Manfur, door gewaande Wonderwerken, een grooten Aanhang; zo dat aan den Basfa van Erzerum orders gezonden zyn om een waakend oog te houden. En een ander Volksgerucht, dat niet minder gevasrlyk kan worden, verbreid zich hoe langs hoe meer. 'Er is namelyk onderdeMufulmanren een oud zeggen , dat naby het einde der Watreld een groot Profeet, zynde de twaalfde Iman, Mahadi genoemd, die reesis veele Eeuwen onbekend voor de. Wa-reld geleefd heeft, zich te Damascas zal vertoonen. Nu is het gerucht onder het Volk algemeen, dat dit eerlang ftaat te gebeuren. Men heeft dus alle redenen om te denken, dat het begin der dertiende Eeuw van de Mohammcdaanfche Jaartelling merkwaardig voor het Turkfche Ryk zal zyn; zynde den I3den November aanftaaude twaalfhonderd Maanjaaren verloopen na de Hegira of vlacht van Mahsmmed, van welke, gelyk bekend is, ie Muiuimannen hunne Jaartelling beginner;. Napels den zóften Oétober. Men b'yft no? fchuddingen van Aardbeevingen gevoelen, niet alleen in Calabrie, maar ook in Abrusfo, welke des te meerfchrik veroorzaakenf, om dat de Berg Vefuvius federt eenige maanden ongemeen vol van Zwavel fchyat en andere Pikachtige Stoffen te zyn; dat hy meet Vlammen dsn ge*  C 199 ) ^ewoonlyk uitwerpt, en dat men ïelfs verfcheiie avöHden eenige geweldige Onderst irdfehé flagen gehoord heeft, die een fchrik verfpreideo by alien, die ze hooren. Madrid den yden November. De Koning heeft de edel moe iigheid gehad, de Marooien en Zee-Soldaaten, die 't Land 30 jaaren gediend hebben, of wel buiten ftaat gebragt zyn, om hun»en dienst verder waarteceemen, een toereikend Jaargeld tot hun onderhoud, toetelcggen ; alsmede aan de Weduwen en Moeders van hen die in 's Lands dienst zyn omgekomen. Het zyn deezen en dierpelyke dsaden' die den Vorften weezenlyk tot roem verftrekken, en den * ngeveinsden eerblei en liefde hunner Onderdaanen doen winnen. Weenen dea iQJeB November. By gelegenheid der aankomst van eenen Gour'er met de tyding van de getlotene Preliminairen tot het Vrede-Tïsöaat, fchreef Zyne Keizerlyke Majefteit eenea zeer vleijenden Brkf aan den Prins Ganceliervara Kaunitz, waarin de Monarch evea hartelyk zyn genoegen over den Vrede, als over des Prinfen arbeid om dien te betverken, betuigde. Z'c hier de Vertaaling daarvan: Myn dierbaare Prins! s^Inaobnsa m x an» qo ,. »n»q sssiG. "»jJs@y wenscht my geluk met ds aankomst van een Courier van Parys, met daPreliminairen ter fchikkin^ tusfchen my en de Hollanders. Ik moet u geluk wenfchen, op myne beurt, met eene gebturtsai's, die, gelyk alle anderen, onder myne Regeering voorgevallen, voor een groot gedeelte haareontwikkeling fehuldig is aan den iever en de overtreffende talenten, welke gy blyft toonen in 't bellieren van het Roer van Staat. Ook fchyrt de Hemel het uitmuntend deel te willen erkennen, welk gy hebt in 't wel f.aagen van deeze Zaak, door uzulkeenvleijendGe-fchenk te doen tegen morgen. Ik ken u al te wel, dan dat ik met overtuigd zoude zyn, dat het vermaak, welk gy gevoelt, niet zou kunnen opgewogen worden door' alle de Gefchecken, die ik u zou kunnen aanbieden. In onze eerfte byeer>koomst zal ik u deeze gevoelens breedvoeriger uitdrukken; maar myn hart was ts vol op dit oogenblik, dan dat ik de utftort'ng daarvan tot dien tyd toe zou hebben kunnen ophouden. Den z8ften September 1785-, 2 uuren nademiddsg." J OSEPB. f-3T Londen den 22 en 2yften November. Het Hof heeft Depêches van zyne Gezanten, zo in 's Hrgï a's elders, ontvangen, die aanleiding gegeeven hebbenrjtptr zeer ernftisre rsadpleegingen. Ook ontving het Hof, den 19 jen deezer, over Laad uit Oost-Indien de gewigtige tyding van eene bloedige Aétie tusfchen Tippo-Saib en de Maratten, waarby de eerstgemelde totaal geflagen, en op de vlucht gedree*. ven was, met asterlaating vaneen groot aantal Gefmu'/eldsn. Gekwetften, Krygsg-evangenen, Gefchuten Ammunitie. Deeze gebeurtenis kan van zeerot aangenaams pevolgen zyn, wyl Tippo-Saib, als Bondgenoot der Franfchen, zektrlyk hunnen byftand zal verzoeken, 'welk verzoek de Maratten dan , om gelyke reden, aan ons zullen doen; 't welk dus de vctfchülen tusfchen de beide Natiën in de Ooit-Iadi$a wederom zou kunnen doen herleven. Over Spanje heeft men Brieven uit Cwthagena, in Zuid-Amerika, welke melding maaken van een zwaare Aardbccvïng, die den izden Jsly laatstleden, des morgens ten 8 uuren, in de Siai Sjta Fé gevoeld is. Twee Kerken waren daardoor ten eeEemaal verwoest, en veele publieke ea vrivaate Gebouwen grootelyk» - be«-  b$fcbadigt!. -In de nahuurige Steien en Dorpen was ook tnerklyke fchade, byzonder aan de Kerken, gefchied. Te Santa Fé telde men 14 Perfoonen, 'die daarby verongelukt waren. Hamburg den 2yften November. Heden komt van Eutin de droevige tyding ia, dat Haïte Doorluchtige Hoogheid, Mevrouw de jonge Hertoginne, Gemaalinns van den Pri;.s-Bisfchop Hoiftem-Oldeiiburg, aldaar overleden is aan de gevolgen eener ongelukkige Verlosfing; hebbende een dood Kind ter Waereld gebragt. .Hulst den 28Hen November. Eenigen tyd geleden zyn hier y Soldaaten, die de Wacht hadden, van hunne Wacht gedeferteerd: Zy hebben twee Deuren van de Stal van een Particulier, en eenige Planken van de Beddingen van 's Lands Battery afgebroken, en vervolgens eenige Boomen gefloten hebbende, hebben zy uit du alles een foort van een Vlot faamgefteld, waarmede zy by nacht eerst de Gra^t overgekomen zyn, en daarna getracht hebben over de geïnundeerde Landen verder te ontvlachten; doch drie van hen, niet fchielyk genoeg kunnende voortkomen, hebben zich, toen de dag aankwam, op een Eilandje moeten verbergen, alwaar ontdekt zynde, zyn dezelven gevangen genomen, en wederom terug gebragt. Men dacht, dat het met deeze Knaaptn flegt zoude aflnopen, temeer daar 'er op dien tyd op 's Lands kosten een nieuwe Galg wierd opgericht; doch tot ieders verwondering zyn twee van dezelven , na dat zy door de Spitsroeden geloopen hadden, weebgejaagd, en de derde is wederom in dienst aangenomen. Nieuwkoop den 4den December. Op den 3den deezer, 's morgens om 3 uuren, ontftond alhier een hevigen Brand, waardoor in korten tyd twee Broodbakkeryën en een Hu:s, dat 'er tusfchen beiden ftond, zyn in de asfche gelegd, doch gelukkig, met behulp der Brandfpuiten en door de vigilantie van het Volk, zyn de andere Huizen, fchoon niet zonder veel gevaar, vrygebleeven; hoe of deeze Brand is aangekomen, is tot nog toe onbekend : Gelukkig heeft niemand daarby het leven verlooren, 't welk tot verwondering van alle Lieden, die het gezien hebben , ongeloof! yk iï. Rotterdam den yden December. In de Haven van Archangel zyn in den afgeloopsn Zomer aangekomen de navolgende Koopvaardyfchepen, als: laRmfifche, 37 Engelfche, iy Deenfche, 8 Hollandfche, 1 Zweedsch cn 19 Duiitche, ie ia-.me:i 94. En uitgezeild 19 Rusfifche, wasroncer y nieuWgebouwde, 38 Engelfche, waaronder 1 nieuwgebouwd, iyDeeafche, 9 Hollandfche, wsaroriycr 1 nieuwgebouwd, 1 Zweedsch en 19 Duitfche, te faamen ici. Daarenboven Zyn van Archangel voornoemt ter Vischvangst naar Spitsbergen, Nova-Si mbla e 1 en andere Kusten van de Noordzee vet trokken yoy en vau dat! t« ug gekomen 407 Schepen; onder de laatstgemelden Bevind 'er zich ook één uit Oncgs • wiens eerlle ondernetming om'ter Wal visch vangst uitteloopen, aietgcoote Whist b«lo< 1 J is., h't geen de verdere Inwooners zekerlyk ter uitbreiding van d Tak van Koopmanfchap zal aanmoedigen. By de Drukfter deezes zyn thans weder in gereedheid de Almanakkeu van LOUW en KRELIS en GRIETJE en DIEWERTJE, voor het Jaar 1786. De is 4 duiver*. ^ ^ • Gediukt bï dc E«vc de Wed. ]. van EGMONT; o? de Resulieti Bieêftraat, te Amiterdaai,  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- VERTËLDER. Den 17 December 1785. N°. 51. Het getai der Doodca van de voorgaande week is 142. Van elders verneemt men de volgende Byzonderheden. Petersburg den nden November. De tyding wegens de dood van den Chan van Ifpahan, of Overbeerlcher van Perliën, wordt bevestigt, en zou ie te weeg gebragt zyn, door den Cnan of Gouverneur van de Stad en Provincie Manzandaran, gelegen aan de Zuidkust van de Caspifche Zee; zynde deeze in correspondent e met den Colonel Tamora, en in de belangens van dit Hof en zich eenige tyd op de Grenzen opgehouden hebbende, was hy eindelyk tïgens denCh.n van Ifpahan opgetrokken, en had hem geheel verflagen, zodanig, dat syn geheele Armée verflrooid, en hy zelfs gevangen raakte, en daarna om het hven gebragt is. Lieden des kundig, willen, «fat de langvoorgenomen reis van de Keizerin naar Cherfon, welke wejws de omftaadigheden van tyden tot het Jaar 1787 utgefteld was, in de maand Mey of juny aanllaande zoude plaats hebben, en dat by deeze gelegenheid de voorgenomen Entrevue tusfchen Zyne Keizerlyke Msjefteiten onze Keizerin, ook we! plaats zoude kunnen hebben. Het Hawelyk van de Prinfes de Troebetzkoy, Staatsdame van Haare Keizerlyke Majefteit (dezelve welke voor eenige tyd met den Baron vaa WasfenaarSxarrenberg zoude trouwen,) met den Generaal-Major Samoilof, een Neef van d*n Prins Potemkin, is aan het Hof bekend gemaakt. Deeze Prinfes heeft zich, door haare bevalligheid en beminnelyk Carscter, de achting weeten te verwerven van alle die de eer hebben gehad haar te kennen. Parys alen z8lten November. Den 2yften 's avonds is een Memorie uitgegeeven door den Heer Do liet, Advocaat van de Dame de la Motte, welke hy met kracht verdel gt tegen alle befchildiging in de Zaak van den Diamanten Halsband. Hy voegt 'er by , wegens bygebragte bewyzen, dat die van Valois inderdaad van Hendrik II. afdammen. Da Aanhangers van den Cardinaal verxekekeren daarentegen, dat de Dame de la Motte zelve de Aétrice Oliva gecoëffeerd heeft, tosri ïy op het Terras des Kafteels van Verfaill-s de Sol van Koningin zou gaan fpeelen; maar de Dame la Motte betuigt, dat zy die Tontelfpeelfter niet kent, welke tot die Roüe fchynt bezorgd te wcezen door den B. van P. Die het hardfle be- Bb hau-. rct getat der Doodca van de voorgaande week is 142. L Van elders verneemt men de volgende Bvxonderheden.  ( XG2 ) hm Vd wor't in deeze Memorie is de Graaf van Cagl'cftro, een laage A*chinïït die in de Geheimen van alle Egyptifche Tomyeo isingewyd ; deeze Kwakzalver die men zeide veele E-uwe:; oui te zyn, bekent nu zelt, dat hy maar: lo lïr'en ond is Meu geeft voor dat de ftryd tusfe^n hei Kcfkelyk en Vv aereld- zLfc» den 2den December. Voorleden weck heeft men almer twee Strafoefeningen eezkn die u;t hoofde van cen ftand der Perfooaen, die dezelven hebben ondersaïn, on 'et de zeldzaams mogen geteld worden. De eerfte was aan den He-r C*iistoffel A.kinfon, Schildknaap, Lid van het Parlement wegens Heyden en Yorksh're en Leverancier van Graanen asn de Admiraliteit, tegen welken, wegens Meinedigheid, door *s Konings Bank het volgend Vonnis gefla^en was : Het Hof beveelt, dat gy één Jaar m ds Gevangenis van drt Gerechtshof zult ool/eu-oten wordeh,. geduurende welken tyd gy een uur lang, op de Koomm&rkt der Stad Londen, aan de Kaak zult gefield worden, en dat gy vervolgens eene Boete van 2000 P. St. aan den Koning betaalen zult, en zo lang in die Gevangenis zult blyven tot dat die Boete zal betaald zyn." . ^ Ineevo'ge van dit Vonnis wierd hy voorleden Vrydag morgen uit die Gevangenis nsar'een Huis di^t by de Koornmarkt gebragt, om aldaar te blyven tot den tyd op welken hy aan de Kaak moest gefteld worden; op den midoag wierd hem aangezegd dat hy zich gereed moest maaken en kort daarna wierd hy aan.de Kaak of Püori g'efteld Men had echter die Kaak, welke een foort van Kooi is,. z«damz gemaakt, dat hy zyne Handen konde beweegen en zyn Aangezigt bedekken te?en de beledigen van het Gepeupel, hetwelk in zulke gevallen gewoon is de Gevanaensn met'Eijeren, rotte Appelen en Slyk tefmyten; daarenboven waren 'ër 500 Dienaars van de Juft t'e op de plaats van de Esecuf.e gefteld en de beide Sheriffs bleeven, geduurende deeze StxafësfeniHg, in hunne Koetfen daarby tegenwóor ia welk een en ander veel toebragt om het Gemeen in orde te houden en d-n H»er Atkr fon voor de baldadigheid van het Hcmeene Volk te bevryden: N'e-tenfn wierd hy door den Brul, telkens als de Aanfchouwers het begeerde, met'zyn Aangeïigt naar hun kant gedraaid, hetwelk ten minfte om de vyf minuten moest gefchieden. ' . . «vsjof sr. Toen het uur verftreeken was, whrd den Heer Atkmfon wederom naar hetzelfde Huis gebragt, en bleef daar zo lang tot het Volk utéén geraakt en heen gcea*n was waarna hy naar de Gevangenis van's Konings Bank tèrug gebragt wierd. Dewyl'de Heer Atkinfon een zeer ryk en amzienlyk Man was, en magtige Vrienden had, waren 'er by den Koning ftetke fol icitatiëa gedaan om hem van de Kaak te bevryden, en dewyl daarby beweerd wierd , dat zyn Vonnis omechf maaiig was, hai Zyne Majefteit den CanceÜer gelaor zyne gewoone Middelen, dronk hy eene groote hoeveelheid Kersfïnw.aer, hetwelk hem eene ontlhekinj; in de Ingewanden veroorzaakte, welks geneeziug de Hter Duportail met veel moeite is te boven eekomen. g „are; a» . , . , Leuven den 6den Decembïr. Door een Befluit der Reeeenng, gedagtekend cen roden February laitstleóm, was ain. de Doét rei der Theologie op deeze Academie te kenren gegeeven, dat zy by geene The lis konden voorzitten, voor dat zy die betreffende de Baleifelen van hst Huwelyk, we;ke op hoo^e ord-r opgeceeven'was, veHcd;gd hadden. Sedert dien tyd hebben alle D'spuut-Oefjrdngeri in deeze Weetenfchap opgehouden. Maar gisteren maakte de Rcftor eese boodfchap van Hunae Koninglyke Hoogheden aan de Theologifche Faculteit , .tot dateinde vergaderd, bekend, waardoor alle de Doétoren, die niet goed konde vinden de bovengemelde Thefis geed te keuren e* te verdédigen, voortaan onbekwaam verkhard worden, om oo:t by eene ©penbaare Aétus voortezitten; en fe eelyk is aan de andere toegedaan zonder onderfcheid voortez:ttea by alie (oorten van Theologifche Stellingen. Wy hoopen, datdefchcuring, welke tusfchen deezeDoöoraa fcee;scn, welhaast zal verdwysen, ca dat daarin zal voorzien worden Bb i doa«-  ( 2Ö4 ) êoot de nieuwe fehikking, die men dsgelyks vervracht, tot groot voordeel van onze -rrrmarie Univerfiteit. Alkmaar den Men December. Gepasfeerde Maandagmiddag, den ƒ en deezer rs gin er eene Anna van Berkenhoven, oud 33 Jaaren, Huisvrouw van Johannes de Ra».d, eeu Siads-Timmerknecat, in de Kraam bevallen van drie welgefchapene Dochters, wtlke daags daaraan 's avonds in de Gereformeerde Kerk zyn gedoopt en geraamd Aatje, Metje ea Maria; de Moeder en de Kinderen zyn alle gezond en welvsarende. Antwerpen den 8ften December. De Zee-Slulzea by L'ef kenshoek, op het fcheiden van den Doelen en St. Amie-Polder, zo wel als die by Fredrik-Hendrik op het fcheden van de Polders van Barendregt, Sattvliet, Stabroek en Lillo' niet verre van het Fort Lillo, en die naast de Kruisfcrans, op den Kouwenftein' fchen Dyk, hebben federt den iyden November zo wel kunnen werken, dat de ieven vrye Staaten-Poldets den 2f(len ree-is van htt zoute Water bevryd'waren • de Klepflus, op hoog bevel gelegd in den Binnen-Dyk van Wilmersdonken Eec* keren, heeft mede wel gewerkt, om het Opper water uit de Mubroekfche Polder en naist Oul-Oorden te looien in oe Wiel van Wilmersdonk, het ^een verder door de Sluiien van St. Phiüppc naar Zee gevoerd is, zo dat de laage Wei- en Zaai-Landen al het Water kwyt zyn, en niettegenftaande de Boomen, Heggen ea T ui::en door de lengte des tyds van het zome Water dcrmaatevoortrokken zyn dat het mserd.-r gedeelte reeis geftorven is en voer de andere weinig hoop overblyft, zoude echter een drooge Winter de Zaai-Landen door het opvriezen in ftaat kunnen maaken, om nog eenige Zomervruchten voorttebrengen. De Landlieden zyn neds naar hunne Hoeven en Wooningen terug gekeerd, ook zyn 'er eenige M tfe'aar het vcnakken der Fondamenten als anderzins veroorzaakt te taxceercn, wordende dezelve inmiddels met-allen iever herfteld. Dj verwachting van fchadeloosftelling, de ontheffing van het Redemptie-Geld en andere Lasten hetwelk alles naar de ontruiming der Forten Lillo en Lief kenshoek eH de flegting van Fredrik-Hendrik en de Krusfchans, zal plaats grypen, moedigd de Eigenaar en Pagters der Landeryen fterk aan om alles weder te herftellen en de vrachten van den gewenschten Vrede te Cmaaken. Amfterdam den ioden December. De Brieven van Eheneur van densden deezer malden, dat Schipper Herman Helwigh, van Stokhoim , te Msasterland b;nrrenge'oope:i, rapporteert, dat hy op de hoogte van Flekkeroe, in Zee, zonder Volk gevonden heeft een Smak, met Hout gelaaden, Masteloos en vol Water-, naar aanzien een Noordsch Schip, en had hetzelve op Sleeptouw genomen tot op' de hoogte van Lefouw, alwaar door een z waaren Storm het Touw was gebroken en de Smak naar de Zweedfche Wal overgedreeven is; en van Waersb.-rg wordt gemeld, dat alda3r een Smak, als boven befchreeven, aangcdreeven is ea dus aeer wasrfchynlyk dezelfde zyn zal. * Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT' op de Reguliers Bredftraat, te Amfterdam.  D E HOL LAND SCHE WEEKLYKSCHE N I E U W S- VERTELDER. Den 34 December 1785. N°. 52. Hei getaj der Douwen van de vooifeaaiide weex u 144. Vau elders verneemt men de volgende Byzonderheden. ffesnm den yieu December. Zyne Keizerlyke M^jelleit is van zyne laatfce ïiekie uu Ier zodanig herlteld, dat hy Zondag in bet openbaar gefpysd heeft, eö in ftaat is alle zyne gewoone bezigheden waar te neemen. Maandag' vervoegde hy zich weder op het onverwachtst in de Hongaarfche Hof-Canfehry, en woonde de gantfche Zitting van 9 tot half 3 uuren by. Men is zeer nieuwsgierig welke veran ering in deeze Departementen, het gevolg van deeze herhaalde Vjfites zal zyn. Het is oereils bekend, dat de tegenwoordige PauslykeNunciqs, Graaf Caprara, nog in 't ^ehed geene Godsdierftige handeling ten Hove verrichr heeft, en enkel als Gezant of Minister eener vreemde Mogendheid aangezien wordt. Zynepiasts werd tot hiertoe door onzen Cordinaal-Aartsbisfchop, Graaf Mgazzi, bekleed op die dagen, wanneer ten Hove plegtige Godsiienst was. Doch in de voorleden week ontving de Cardinaal-Aartsbisfchop een Bi jet van de Hof-Ganfelary van deezen inhoud: Dat de Goisdienstvtrrich ing ten Hove voortaan alleen door den Burgt-Pharheer zon gefchieden , en by gevolg zyne Eminentie wel daarby kon verfchynen, maar geen Hoog-Ampt verder te houien had. De 6000 Florynen, welke als eens Jaarwedle daarmede verbonden waren, vervallen aan de Hofkamer. Da Pausly'se Nuncius wilie zich van deeze gelegenheid bedienen, om het oude gebruik te herfte'ien; dan de Vice-C-mfelier, Graaf van Cobenzel. verklaarde hem rondut, dat de Monarch zelfs verboden had, hem ook maar de miaile voorfteliïng deswege mzir te doen, Wy hebben de droevige tyding ontvangen, dst de Pest in Galllciën is overgebragt «iet Schaapen-Vachten, weken eer.i^e PoViche Jooden in de Levant bekoelt tud-fen. Men heift eeo Gorion getrokken op 12 myletj achter Leopold, om te beletien, dar de Geesfcl niet verder doordringe; en men verzuimt niets om de befmeiticg te ft.u't;n. ' De Zaak, betreffen ie het Huwelyk van den Prins Antonie van Saxen, met de Aartshertogin Maria Thsrefii, oudfte Dochter des Groot-Hertogs van Toscaanen, is van nieuws in ondêrhanddina: en uien hoopt dezelve teu einéegeDragt te zien, zelfs hog voor 't einde van dit jaar. .rnelm.imA M (iij^icj raüaftH »o as> Frank-  ( 2©6 ) Frankfort den i2den December. De Saxifche Hullen der Ernsteïnifche Linie zyn van de Verbintenis der Vorften, door den Koning van Pruisfen voorgtflaatren, weder afgegaan ; en derzelver voorbeeld vo'gen de Heeren Landgraven van Hesfen-Darmftad en Hesfen-Casfel. Deeze heeft , r a het affterven van zynen Heer Vader, groote veranderingen gemaakt in zyne reeds aanvaarde Rtgeering. Dc Loteryen zyn in Casfel gantfchelyk vernietigd, en alle Inleggen in buitenlandfche Loteryen is den Onderdaan Zyner Doorluchtigheid op zwaare ftraffen verboien. De gar.tfche Franfche CotnéJie en de helft der Hof-Muziek is-afgefchaft; de* Zwitzerfche- en Lyf-Garde wordt'onder andere Regimenten, ten deelel«,fantery tea deele Cavallery, verdeeld. De y6 Millioenen Guldens, by wylen den overleden Landgraave nagelaaten, zullen, uit kracht van zyn Testament, onder zyne Zoonen gelykelyk verdeeld worden; doch de Cap'taalen mogen niet aangetast, maar de Intresten alleen van dt Erfgenaamen getrokken worden. Neder-Elve den i3den December. Een Euangelifche Geëstelyken, die deezen Herfst, op Keiztrlyk bevel, de Keizerlyke Grensftreeken naat Turkyetoe, en byzonderlyk in de Buckowine, geheel doorreisd is, om in de verfcheidene Garnifoenen met de Lutherfche en Gereformeerde Soldaaten der Regimenten aldaar Aandacht en Golsdienst te houden, geeft van de goede opneeming, weke hy iu d'e wsinig'bebouwde Gewesten gevonden heeft, een allergunftigfte affcnildering: ,, Waar ik maar heen kwam, fchryft hy, baden de Gatholyke Paters my hun Huis aan, bragten my vrywillig hunne Kerk- en Altaar-Gereedfchsppen, ea ruimden my aan eenige plaatfen hunne Capellen tot myn gebruik in. De Heeren Officieren waren zo wilvaardig, dat zy de Lutherfche en Gereformeerde Soldaaten aanftonds lieten faamen komen, ja zelfs van de Wachten aflosfen; en zo hebben dan beide Partyen , elk op zytie wyze, het Avondmaal gehouden." — In Hongatyen gaat de Verdraagzaamheid zo ver, dat'men bun aan eenige Plaatfen zelfs Voorrechten toeftaat, die eigentlyk maar der heerfchende Kerke toekomen. Den 3©(ten November doopte zelfs de Lutherfche Predikant Sontag, teRafchau, eenen zo jaarigen Joodfchen Koopmaiis-Dienaar, uit Bohemen geboortig, en by den Doop was het Lutherfche Bedehuis vol van Catholieken, Grieken, Raitzen Lutheraanen en Gereformeerden. De nieuwbekeerde Lutheraan bekwam den naam Joftsph Sarhuël Felix, Londen den i3den December. De vermaarde Jofeph Brandt, Koning der Mohawks, uit Amerika te Salisbury en vervolgens in deeze Stad aangekomen zynde, is den 10 deezer aan den Koir'ng geprefcateerd^ deeze zonderlinge Man, zegt men, dat infde laatfte Vergadering van de VerbondenHoofden der Indiaanen in Amerika, heeft voorgezeten en door dezelve sangefteld is, als Commandant en Ghef over dc Armée, welke in den op handen zynden Oorlog tegen de Ver.éénigde Staaten zal gebruikt worden : Onmiddelyk naar het eindigen der gemelde' Vergadering, is den Coloncl Brandt Scheep gegaan, om eene Alliantie te maaken m?t dit Ryk, het welk zeker, voor het behoud haarer Colonien en verzekering des Koophandels, daaruit veele voordeden zal trekken. De Nieuwe Staaten zyn zeer bevreesd voor deezen Oorlog en neemen noodige maatregelen om 'er het verwoeftende van voortekomen. Met Brieven van Tanger van den aden November heeft men, dat'er een Vaartuig  C 207 ) tuig onlangs van Lisbon te Dar El Beyda gearriveert.zynde om Graanen te laadden, min aan boord, van hetzelve eenige Koopmanfchappen en daaronder Con» chenille ontdekt had, en-dewyl de Keizer van Marokko in zyne Staaten het Mono-i polie van de Gonchenille voor zich behouden heeft, had zulks aanleiding gegeeven^ dat 'er aan de Confuls gedeclareerd was, dat.Zyne Keizerlyke Majefteit het befluit had genomen, om voortaan naar eigen welgevallen en goeddunken te zullen handelen met alle de Schepen, die Goederen hoegenaamd zouden aan boord hebben, wanneer zy te Dar El Beyda, of te Mazagan, Graanen zouden kosnen laaden, om dat Zyne Majefteit die twee Havens alleen voor den Graancnhandel beftemd had; met by voeging van bedreiging aan alle Christenen, van hun die gunst te ontneemen, welke men aan dezelven tot nog toe beweezen had, om Levensmiddelen uit zyne Staaten te mogen vervoeren, indien diergelyk geval nog eenmaal gebeurde. Alkmaar den ryien December.. Na dat hier de Heer Abt Voglèr, gisteren avond, anderhalf uur kunstryk op het groot en pragtig Orgelwerk deezer Stad gefpeeld had, wierd aan den fungeerenden Organist gelast, om kortelyk te eindigen ; waarop dezelve met eene fuga over de vierletteren van Bach, hem door den genoemden Heer Abt in dit oogenblik opgegeeven, begon, en vervolgens kortheidshalve, (daar hy toch alle Donderdagen van 12, tot 1 uuren, tot vermaak van Alkmaars Inwoonderen enz. op dit Orcel fpeelt) met eenige Mufettea ' en Veld-Muziek befloot; welk alles in beste order en ten gcnaegenvan Kenncrera afgeloopen is. Haarlem den 16ien December. Gisteren is, na bekomen vergunning der Bungemeefteren en Regeerders deezer Stad, door Regenten van St. Jacob en de Aalmoesfeniers der Roomfche Catholyke Gemeenie binnen deeze Stad, ten behoeve der Armen-Kasfe derzelve Gemeente, aan de Huizen onzer Ingezetenen gedaan erne algemeene extraordinaire Collecte, en in dezelve opgezameld de zeer aanzienlyke Somme van ƒ 105-37-18-10. Amfterdam den igden December. Onlangs is 'er melding gemaakt van de laatfte dappere daad des Burgers van Dieppen, genaamd BousfarcT, bygenaamd de Braave Man; federt is ons een breedvoeriger en naauwkeuriger Bercht wegens de omftandigheden van dat geval ter hand gekomen, dat wy niet kunnen nalaaten aan onze Leezers mede te deelen;. het luidt dus: Bousfard heeft z'ch niet in Zee geworpen. Hy hadt vernomen in 't midden van den nacht, dat eeu Schuit verging; derwaards getrokken door bet geroep der Orrgelukkigen, die in 't Water worfteUea, wierp hy hun Touwen toe, waarvoor hy altoos groote zorg droeg, daarvan voorzien te zyn, en hy riep die geenen te hulp, die aan den Oever waren, zo naby, dat zy hem hooreu konden. Het was.-, zo donker, dat hy de Ongelukkigen niet zien konde, en dat zy zeiven bezwaarlyk de zwakke hulpe, die men hun bood, konden bemerken. De Zoon van den bnaven Bousfard was een der zes Schipbreukelingen; hy was handig genoeg om een Tóuw te grypen, maar een ongelukkig Kind van 14 Jaaren aan zyne zyde ziende, wiens krachten reeds waren uitgeput, en die zich door dc Golven liet beweegen, achtte hy het van zynen pligt, hem niette verlaaten; hy doet hem het eindevan het Touw onder de Annen en. zichzelven tusfchen de Beeaen ; maar deeze «SS* •  ( 2©8 ) dubbele la»t deed hetzelve breeken. Hy, die het van boven vasthield, gaf een fchreeuw waardoor de braave Bousfard verwittigd werd van het toeval; fchielyk werpt hv'een ander Touw toe , tutwelk de Zoon van Bousfard aatigrypt, en dewvl hv niet had kunnen beft uiten, enaangezien het gevaar dat hy zelf liep, om den JongeHng aan de Golven over te laaten, die hem reeds weder m de Zee gedompeld had ; zo bindt hy hem van nieuws met dit tweede Touw, en was zo gelukkig, dat hy dus gebonden op het Uitftek klom, meer dan 18 voeten boven de oppervlakte des Waters verheeven; drie anderen werden insgelyks nit het Water eerrokken met de Touwen van Bousfard ; maar de zesde is omgekomen. Wv moeten niet vergecten dat Boasfard, door zyne Menschlievendheid vervoerd mmder aangedaan was over de behoudenis der vyf Ongelukkige», onder welken zyn c'gen Zoon was, dan over het verlies van den eenen, die omgekomen is; en dat men veele moeite gehad heeft, om hem deswegens eene waare vertroofting te geeven. Edele Ziel! . Deeze zelfde Bousfard, de Zoon, is die, wdke m 't voorleeden Jaar het leven van 4. Schipbreukelingen redde; eene daad welke de Heer de Crosne, toen Intentant van Rouen, vergold met een Gefchenk van 400 Livres, waarby de Kamer van Koophandel een, Zilveren Gedenkpenning voegde; gelyk dezelve te vooren eenen Gouden aan den Vader gegeeven had. Met de laatfte Brieven van Bergen heeft men de volgende berichten, als dat 4 Mvien van daar gezonken is, het Kopenhagener Schip van Chr. Jurgens; van de Straat Davis komeade. Circa 6 Mylen van Bergen was op Strand geraakt het Schip van O. Somme, van Stavanger met Visch naar Ancona; en 9 Mylen van Bergen, dat van G. Stenbom, met Zout na Wyburg moetende. Dezelve waren 'er wed'er af, en zoude moeten losfen om te repareeren. By Dantzig is geftrand het Schip van KI. Bsrgfted , van Koningsbergen naBer- ^SchipperH*. Arends, van Boutdeaux herwaards "komende, meldt van Rysfel, 5n dato6 December, dat hy den 23 November van Bourdeaux vertrokken zynde, door Storm de Spaansch Zee indreef, vervolgens in het Canaal door een Fransch West-Indisch-Vaarder tegen het agterc'nd van zyn Schip is aangezeild, dat zodanig aangekomen is, dat het meerendeel der naaden van *t Schip open ftonden, en hy dus genoodzaakt was een Haven te zoeken; zullende op de beste wys zien te herftellen, het geen hy hoopte zoader losfen te knnnen doen. Schip er Ruurd Hendriks meldt uit Kalthais, in dato den 8ften Ocïober, dat hv met zyn Schip de Vrouw Maria by Yftad geftrand en zyn Schip aldaar op een KUp verzeild heeft, waardoor dire& een gat in 't Schip geraakt zynde, niet anders als e Takelagie was geborgen; indien het mooi Weêr bleef zou 'er mogelyk nog van de Lading kunnen geborgen worden. Van Cuxhaven wordt van den 7den deezer gemeld, dal aldaar cen Sloep eene Boot, met y Perfoor en bezet, geborgen had waaronder zich bevond de Schipper Harms, die met zyn Schip, welks Laading'üi 47y Tonnen Raapzaad beftond, naar Amfterdam beftemd was; doch èet welk in den nacht te vooren lek geworden en gezonken was. ^GcdrnkTbrdTErve de Weduwe JACOBUS van EG M ONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  D E HOLLANDSCHE WEEKLYKSCHE NIEUWS- 7ERTELDER. Den 31 December 1785. N°. 53. Het getal oer Doockn van ae voorgaande week is 15-4. n/r j -j JVa" dders vern£emt men de volgende Byzonderheden. Madrtd den ^ften November. Den i4den deezer heeft de Koning van Spanje een tdict doen puDliceeren, waarby, onder zwaare boete, verboden wordt aan alle ^"^rdaanen, om binnen den omtrek der Steden, meer dan twee Paarden u !?u,el' 7oor ?aDne Rytui8en " gebruiken. Aan de vreemde Ministers, by dit Hof refideerende, is een circulairen Brief gezonden, met een Gopy van dit Ldiét, u.tende Zyne Catholyke Majefteit daarby zyne hoop, dat zy, door zich naar dit nieuwe Reglement te fchikken, een goed voorbeeld aan het Publiek willen geeven. " • Hetzelve Ediét vernietigt ook de beruchte Stierengevechten, die federt eene zo langen tyd de byzonder geliefkoosde uitfpanning der Spanjaarden geweest zyn • uitgenomen alleen in zekere gevallen, in welken het voordeel, uit die Schouwspellen voortkomende, tot Godvruchtige of Vaderlandfche Gebruiken hefteed zyn en waarvoor nog geen Fonds uitgevonden is, om het gebrek, welk het gevola dier vernietiging zou zyn, te vervullen. Zyne Majefteit betuigt tot dit Edict bewoogen te zyn door de groote vermindering van het Vee, 't welk bster tot den .Landbouw en andere nuttige bezigheden kon gebruikt worden. Warfcbau den ioden December. Dewyl de verloopen Zomer gantsch niet voordeehg voor de Landvruchten geweest, en op dezelve een niet minder onaangenaame Herfst gevolgt is, welke voor het gezaaide Winter-Graan zo nadeelig is geweest, dat men zelfs voor den Oogst van het toekomende Jaar b;zorgd moet zyn, en daaruit misfchien een Hongersnood met deszelfs gewoonegevolge'nzoude kunnen ontftsan, heeft Zyne Koninglyke Majefteit, met goedvinden van den altoosduarenden Raad, den ziften der voorleien Maand een Univerfaa', hicrto»betreklytc, laaten bekend maaken, hetwelk door een Schats-Commhiie naar alle Grods en door dc Geestlykheid naar alle Kerfpelen verzonden is, om van de Predikftoelen afgekondigd en aan alle Kerkdeuren aangeplakt te worden. Terwyl nu door dit Univerfaa! alle Inwooners aangemaand worden, om by deeze droevige vooruitzigten hunne Graanen niet Buitenslands te zenden, of op toekomende tyden Gontracten te maaken, maar veel liever dezelven Binnenslands te kouden , Gc hoopt  C ito ) hoopt men dat deeze Vaderlandfche inlieten des Konings vervuld mogen worden. Uit dezelve oorzaaken hebben ook de Stsrosten en Waywoden in hunne D ftric*en laaten afkondigen, dat de Edellieden met hunnen gewoonen Koornhandel raar Dantzig motsten ophouden,. Parys den ióden December. Gisteren heeft de gerechtelyke behandeling der beruchte Zaak van den Cardinaal de Rohan, een aanvang genomen; zynde 'er 's avonc's op den Perfoon van den Cardinaal, den GraafCaglioftro, Mejufvrouw d'Oliva, en Mevrouw de la Motie, (die ailen reeds in bewaaring zyn,) alsmede op den Marquis de la Motte, (die gevlucht is) Corpoieele Apprehenfie verleend. Groningen den 2often December. Bargrmeefteren en Raaden deezer Stad hebben , op verzoek van den Kerken»aad tn andere braave Ingezétenen , het StadsArfena3l zodanig; laaten vertimmeren, dat het dienen kan en gebézigd zal worden tot een algemeen Werkhuis, waarin alle Behocftigen gelegenheid vinden kunnen, om te arbeiden, lu'heid en ledigheid geweerd, en de bloei van Fabrieken en Handwerken bevorderd worden; met qualificatie aan den Kerkenraad, om, ter bekoming van een Fonds, ter goedmaaking der kosten, op den 27 en 2Ïften deezer, eene algemeene Collecte by de goede Ingezétenen te doen. Amfterdam den 21 ften December. Offchoon de wegen der goede en wyze Voorzienigheid den kortzienden Sterveling veelal duifter en moeijelyk te doorwandelen fchynen, gebeurt het echter niet zeldzaam, dat, te midden deezer duifternis, een ftrail van licht aanbreekt, die weldra alles in helderen dag plaatst, en den ftruikelenden Reiziger op zyne levensbaan een vaster tred byzet. Hoe veele bewyzen ftaaven deeze troostryke waarheid! Dan, ikberoepemy hier Hechts op het geene wy omtrent ons lieve Vaderland nu onlangs ondervonden hebben. Immers, hoe donker zag het ser niet uit, toen wy op het onver wachtfte, nu juist ƒ Jaaren geleeden, op het Kersfeest, de doodelyke maare voor onze Zeevaardy en buitenlansifche Koophandel ontvingen, dat het verraaderlyk GrootBrittsnnicn, gerugfteund door huichelende en fnoode Pesten in onzen eigen boezem, ons den Oorlog verklaard had: Het heugt u in 't byzonder, AmftelsBeurfe, met welk eene kwaadaartige blydfchap de Voorftanders van dien heilloozen Kryg, onwaardig uwen grond te beireeden, de Lloyds-lyst in hunne verraa» derlyke vuisten namen, om hunne oogen te verzadigen met het gezigt der rampen, die het Vaderland ftond te ondergaan. —• Welke Menfchen ! Ja, het heugt «, Stadgenooten! en gy kent nog zulke Pesten, wier zelfzoekende eigenbaat dit liand gewisfelyk ten val gebragt zou hebben, zo de Godheid zulks Met genadiglyk had verhoed! —■ Gy heiïnnert u Maar, wat behoeven wy alle de On¬ heilen, wer geheagen te versch, wier gevoel te levenSig, wier voordracht te fmertelyk is, weder optehaalen! — Dank zy de Voorzienigheid. Gy zegepraalt, myne Landgenooten! Gy zyt de kïaauwen uwer Vyanden ontfnapt. Gy kent uwe valfche Vrienden, en verydelt hunne fnoode aanftagen. Gy ziet den weg op nleaws gebaand ter herkryging van uwe oude Eer, Bloeien Welvaart. Gy ziet uit het ftikdonkere een gewenschten dageraad aanlichten , die u het heuchlykst vooraitaigt aankondigt van cen vollen helderen middag. Onder de middelen, welken door Gods beftuur, en met zynen zegen, tot Heets heilzaams, ommekeer niet weinig kunnen toebrengen, moes inzonderheid ge-  C *rr ) gerekend worden de oprichting van het bekende Militaire Kweekfchool alhier s'{ welk reeds eene vastigheid verkreegen heeft, welke alle grond vaa hoop en vertrouwen geeft op eene beitendige duurzaamheid. Het was op eergisteren namiddag, dat de Commisfarisfen deezer voortrefFelyke Stichting in 't openbaar, in de Gasthu's-Kerk, tekening en verantwoording dee» den. De toevloed was groot. Men zag 'er veele Edelen van onzen Burgerftaat, nevens den bloem der Beurfe. Men zag 'er zelfs den Vice-Admiraal Hartzinck. Zyne tegenwoordigheid en deelneeming gaf het aangenaam Se voor«' uitzigt voor den gewenschten uitflag deezer Stichting, waartoe de veel vermogende invloed en medewerking van deezen Vlootvoogd zo aanmetklyk veel kas toebrengen. Intusfchen zag men den verdienftelyken, den fchranderen, den in het Ryk der Letteren niet min geöeffendeB, dan in het Mercantüe weezen nuttigen, Heere yan Staphorst te voorfchyn treeden, die in een juist en beknopt tafereel den finantieelen toeftand deezer hoogstnuitige Fundatie aan zyne fcherpluifterende Toehoor-ders- voordroeg. Dan men verbeelde zich de algemeene aandoening, toen de Vergadering gantsch onverwacht verrascht werd door de blyde tyding, even by Eipresfe uit 's Hage aangebragt: dat het 's Lands Vaderen, onze Hoogstgeëerbiedigde Souvereicen, de Heeren Staaten van Holland ea Wesifrieiland, gunftiglyk behaagd had, de aanzienlyke gifte van Tien Duizend Guldens, benevens nog eene jaarlykfche" Contributie van Vier Duizend Guldens, geduurende de zes eerstkomende Jaaren, aan deeze Stichting te fchenken, ten blyke van Hoogstderïelver goedkeuring enaanmoediging. Eene tyding, die veelen traanen van dankbaarheid en liefde u t de oogen perften, als een waardig Offer aan de goedgunftigheid van de braave Vaderen des Lands, en inzonderheid van den Algemeeaen Vader, die zo liefdeiykhet licht uit de duifterheid heeft doen te voorfchyn komen ! Niet minder aangenaam was het bericht, dat de edelmoedige giften vsn een groot aantal waare Vaderlanders reeds een aanmerklyk Fonds hadden bye'én^ebragt; terwyl zich alle hoop cpdeedt, dat deeze onöutbeerlyke onderfteu: ing in vervolg van tyd niet zal verfiasu sven. Ook gedacht de welfpreekcude Redenaar, met den verëischten lof en dankbaarheid, den Edelen Heer Hope v als die deezer nuttige inrichting met een fraai Fregat, onder opzigt van den kundigen Scheepsboawmeefter A. Staats vervaarcigd„ begiftigd had. Dan, met een ongemeene warmte en aandoening was de uitmuntende Redenaar gedachtig aan 's Lands Redder, den onfterffelyken Zoutman, diethsns in eene ftille rust en de algemeene liefde en hoogachting het loon zynerdaadengenietende, nochthans het hut der Zeevaardye, en deezer Patriottifche Schoole nog altoos behartigende, aan dezelve een Stel Vlaggen en Seynen ten gefchenks geien len had, om daardoor de tot de Navigatie opgeleid wordende Jongelingen tot de Zeevaart' bekwaam te maaken; eene omftandigheid, weike de verdienftelyke Spredcer zeer ter fneede aanvoerde, om in den fchuldigen lof van den dapperen Vlootvoogd uitteweiden; eene Lofreden echter, welke de kiefche zeedigheid van den H;lds ware hy tegenwoordig gewesst, t iet gekwetst zou hebben; maar waarvan de C c s tin  ( 212 ) èTgcmeetre toejuiching hém het edelst genoegen zou hébben doen fmaaken, dat van de achting, het vertrouwen, en de liefde jiyner Landgenooten; een Börgerloon, waarby geene Vorftelyke Gefchenken, hoe weits men daarmede ook praaien moge, op verre na kunnen haaien.' Zie daar eene byzouderheid, welke ik wel waardig dachte, openlyk aangekondigd te worden, ten einde deeze heilzaame inrichting des te algemeener bekend worde, en nog veelen mogen aangeprikkeld worden, omhet hunne daartoe by te dragen; ten einde langs deezen. weg, onder Gods zegen,.onze Nationaale rosm weder, u'tgebreid', en. de Zeevaardy en Handel, de zenuw van^deezen Staat, een nieuw leven en kracht worde bygezet. P. S. Men verneemt dat reeds omtrent vyftig Jongelingen in dit tsuttig Gebouw zyn aangenomen. Amersfiort den 23ften December. Gisterenavond, is.alhier, in de Groote Kerk, eene Joodin gedoopt, met den naam van Cara Christina,na dat zy, eenige dagen te vooren, haare Belydenis, tot veel. genoegen, had afgelegt; doende de Predikant Smith , by die gelegendheid , eene ' zeer gepaste Redevoering over Hofea III. vs.-4 en y; terwyl de Predikant .-yan'der Roes,'door wien-z'y inde Waarheden van den Christelyken Godsdienst onderweezen was ,»den Heiligen Doop bediende: Deeze is eene.Dochter,vari Hes'ter Levi,'die, voor weinige Jaaren, te.» Utrecht, in de Lutherfche.Keik aangenomen en gedoopt is. V Gravsnbage den zyften December.' Men .zegt thans , dat de Deduótie van den Hertog Louis van Brunswyk'nog niet-in-het.licht is, maar dat de Magiftraat van Aken binnen kort wederom eene nieuwe Edi&aale Citatie zou doen publiceeren, en dat gemelden Hertog verklsard zoade hebben, dat het verblyf in die Stad niet zou quïteeren, voor dat de zo veel gerachtmaakende Zaak yan het Complot tot opligting zyner Paperen zoude afgedaan zyn. ■ .V . Amfterdam den 2Óilen December. Schipper S. Kleyn, voerende't.Schip.het Klooster, van hier naar Petersburg gedestineerd, meldt uii Korsha.ven, by .ter Neus, dat hy reeds, twee maal onder Schagen geweest was, doch door zwaaren Storm te rug gedreevcn, was hy den.3den deezer, aldaar binnen geloopen, en zou overwinteren ; had eenige.fchade aan Zeilen en Touwwerk. De Brieven van Rome me'.de'n, dat de Dronkerfchap daar zeer in zwang gaande, en zulks zo ftrydig met-den Godsdienst, als verderffdyk voor den Burgerftaat zynde, de Gouverneur dier,.Stad een Ediét had uitgevaardigd, waarby gelast wordt, dat de Wynhu'zen 's avonds zouden gefloten worden, en dat de üronkenfchap in 't algemeen voartaan als eene Burgerlyke Crimineele Misdaad aangemerkt ea aan den Ly ve geftraft zal worden. N,B. De laatfte dag van dit jaar juist, de gewoone dagtékening van dit oros Weekblaadje zynde, komt dit Nommer in het Nieuwe Jaar eerst in licht, zullende No. t. echter op den gewoonen tyd volgen, en geene moeite noch' vlyt gefpaard worden om de weetgierigheid en leeslust onzer Leezeren gaande te houden. Welken wy allen een btftendig'heil en volkomen genoegen welmeenend 4oe wenfchen. 'Gedrnkt -by de Eive ds Wed. J. vah EGM-ONT: op de Regulier» Breêftiast, te Amfterdam,  LOUW en K R E L I S. N°. i. 4 January 1785. Louw. J^wensch u een goeden Avond, Vrind Krelis! ZytgyWeK Krelis. Frisch, Louweris! Gymede? Louw. Naar genoegen. — Wv hebben Plh„r'.f ,•„ 7 , met den aanvanf van dit Jaar onze^wSe^ m^r0,nder,re,eds ze onze Samenfpraak de eerfte is, welke wv dit iT4 T dTyl dee" onder het oog brengen, zal het naar billyïfae d Jer'fj? Lee^r^ als onze Medeburgeren en Landeenoaten hV P gr «yn» I,un> wenfchen, dat eenieder, die hit Te zenkH vl'.rdl?fte ^ tc land, deszelfs duurgekogte Vryhe d eri van o- dl Ja r ljf,ve,Va^rVoorrechten kent en bemint, dier^ Rechc,en CU wenfchen ten allen tyde gepast, zv zvn thans z^TTnJ-3'1 Tar,er;.?eezc het niet ontkennen/vanSen wanLlend gevoele\ d%Ch C? *** ï^%7^«bereikt ^^»Ms; „Getrouwen inden Lande! Welmenende Medeburger en ' „ Wy zyn nieuwlings getreeden in een laar fWwtiir >.. 1 „ Vaderland de akeligfte^rygs-Tooneelen drêi4 7nnl r V33 °"S „ der den GodIyken>ftand, niet zoudenfi n Xe?^ T" ,, met verlies onzer Rechten, BemctingSn^ „ Cifc gruwe 'er aan te denken!) met het roovVn IV. « m°°8h* „ Staats-Palladium, de door het bloid der ^tSn0,^^^^,, Reeds nadert eene magt van wreede en wreevele Wanden d J?' 7 „ fchen bodem, op bevel van een' Oorlogzuchtige?Szer wiJn „ gegronde Voorwendingen, verre van refhSSf?i VSÏÏiSÏ „ doel beoogen, dan onzen geheelen ondergane' ~p J'\' geen andf „ naar roof haakende en naar'bloed dorftend! BarWrfe p T VecIe „ dienfte van dien Monarch in aantogrftreelend' z ch met „ yke hoope op buit, door plonderfng, brand en móórd < Tf°ei" „ beelden zy zich de ryke Schatten der Hnlhnl^nl ^~ Re/ds ver" „ ben en te deelen! - Reeds fch^ £e „ te voldoen met geweldige Vrouwe- «SJSfe „ myne Medeburgers en Landgenooten! Deere allerzwarfte Phaï rid „ ons m de handen dier woedende Menfchen zoude dn^ JÏÏLg' d e „ ons naderen. Wy zyn dan genoopt om den AlmaXe^igg*2 ,„ dat Hy die nog, kan het met zyne Gerechtigheid hjftJ£ lR3feken „ land en Volk door zyne Genade5 en GoSerÖ BS* >, het zyner hand behaagde, ons, naar verdienfte, onmfddelvk teÏJl ;.s> den, zo viel het ons met het oude Israël nm 7P 7« 7 ^"^ ,„ zyner Koningen, zo zwaar niet. — d*ïwZntn™?Zïï ééan ,i pen aau den volftrekcen Wil van J Weeïnllê? WeeZen!s De1 vet. w der-  -co dervende Hand, die in ons midden heerscht, heeft ook aanleiding gegeeven tot het naderend Kwaad dat ons van buiten bedreigt. Deeze „ heeft het heil der Natie in den Oorlog met Engeland reeds verraaden, a, 's Lands vermogens wederhouden, het vrye Volk van Nederland verachtelyk gemaakt in de oogen van andere Volken, vooral van zyneBev nyderen, en zo wel geheim belaagende, als openbaar aanvallende Vyanden van deszelfs Burgerlyken Voorfpoed en Welvaart. —■ Deeze verderflyke Hand is het nog, die een ieder der Landzaaten tracht te weêrhouden, gelyk. zy eene menigte, die zy misleidt, doet, om de „ Wapenen, ter verdédiging van zich-zelven en al het hunne, niettelee„ ren gebruiken en op te vatten, op dat zy zich niet zullen kunnen verweeren, wanneer het wreed Vyandlyk Volk, opdeevengemeldewyze, hen koome aan te vallen. — Dit inwendig verderf ipruit uit een al te willekeurig bellier der uitvoerende Magt, wier Slaaven in derzelver tp onrechtiraatige Verheffing hunne valfche glori en hun verfoeilykZelfsbelang te vinden trachten; al het welk ook Ariftokratifche Geesten in beweeging brengt, om deeze wel hunne voordeelen te betwisten, om ip dat zy zeiven 'er gaarne het genot van hadden;, maar die derhalve de „ waare Conftitucie des Vaderlands ea het Gezag dat zy van het Volk j, ontkenen, en met dat van 't Volk, in 't welk het hunne berust, 3\ behoorden te veróénigen, uit Heerschzucht en Eigenbaat omverre 3, trachten te ftooten: Zo dat de waare Vaderlandfche Grondgefteld„ heid der Burgerlyke Rechten en Gerechtigheden, van ouds geves}, tigd op het vrye Volksvermogen, van twee zyden ondermynd wordt, „ om het geheele Gebouw van 't waare Volksheil, den Tempel der & Vryheid, te doen inftorten. — Dus wordt het Schip van Staat, 3, door een niet wel begreepen beftuur, nu hier dan daar geflingerd, toe „ dat het in de barning raakt, en eindelyk niets dan eene geheele ver„ bryzeling te gemoetziet, in wcêrwil van weinigen » die het trachten te „ behouden om des Volks wille. — Is het dusdanig met den toeftand „ des Vaderlands gefteld, gelyk het is, in welke droevige omftandigheden .,, bevinden we ons dan niet, 6 braave Landgenooten ! — Niets fchiet u „ over dan het. Geweer te eifchen , aan te grypen en u te bekwaamen om .het wel te gebruiken ! Gy hebt nog wakkere en u hartlyklie» ,, vende Vertegenwoordigeren, die niet nalaaten voor het heil des Vader., lands, en het uwe te zorgea en te blyven waaken, janevens u hun goed \, en leven 'er voor optezetten. Gy zyt verpligt, zulke dierbaare Voor,, werpen van. uwe Achting, van uwen Eerbied, met algemeene Stemmen, „ in hunne ongeveinsde Voorfteliingen te fchraagen, op dat gydegeheiJ5' me Vyanden van uw nut verhindere verkeerde befluitcn te doen neemen, of de Verkeerdheid derzelve krachtdaadig te keeren door ze gea, ftadig aan te toonen ! — Mogt de laffe vreeze, die het trotsch gedrag ri van 'ünïvelmeenenden nog in veelea voortbrengt, voor de Liefde en A Trouw, van welmeenende Regenten toch fpoedig zwichten; dan nog M mogt gy op Redding uit het u fel bedreigde gevaar — op de behou- ■ „ ding uwer Bezittingen— op de verheerlyking uwer Vryheid — op de over.  C 3 3 0 overwinning owar onrechtvaardige, uwer bedrieglyke, uwer EfoQw „ looze Vyanden, geen vruchtelooze hoope voeden. — Doet men u niet daarenboven overtuigend verftaan, dat gy niet aan u-zelven zult j, overgelaaten worden? — Wie twyfelt, of het edelmoedig Frankryk, welks trouwe en weldaadigheid ons Gemeenebest reeds zo heuglykon- dervonden heeft, zal in de tegenwoordige omftandigheden ten krachj, tigften zynen byftand bieden? en de God van Hemel en Aarde, die de „ harten der Koningen neigt als Waterbeeken, kan ook nog andera Mor gendheden ter onzer hulpe beweegen. —: Myn wensen, geliefde ,, Medevaderlanders! ftrekt zich dan uit over het betrachten van uwe, van 's Vaderlands Redding en llandhouding der Vryheid door uwen moed , „ beleid en vertrouwen op, nevens uwe vernederende fmeekingen tot den Aüerhoogften; op dat wy in zyn alverwinnend vermogen verwin- ninge genieten als van ouds, en dus zyn geliefd Volk op den Aardboy) dem blyven mogen; by 't welk ook alle Godsdienftige en Burgerlyke „ Deugden en Pligtcn, eeft vry Volk in't algemeen, en ieder Lid daarvan in 't byzonder achtingswaardig en gelukkig maakende, mogen groei„ jen, bloeijep en vruchtbaar zyn, tot aan het einde der Eeuwea, ter „ verheerlyking van Gods Allerheiligften naam, en ter verkr'yginge van „ het Zielzaligend genot zyner Eeuwige Genade." Krelis. Mogten wy deeze Wenfchen met die van alle waare Braaven vervuld zien, Louweris! — Maar wie vreest het tegendeel niet! God echter heeft, wel meer dan eens ons Vaderland zelfs boven hoope gered. Men bidde dan in de tegenwoordige angstvallige Tydsomftandigheden om zynen alvermogende Byftand ter reddinge uit de dringende gevaaren , die op ons aanloopen. — Reeds heb ik in de Utrechtfche Courant van gisteren gezien dat de Stad Utrecht door derzelver Magiftraat reeds daartoe is opgewekt geworden. Dus fchryft mea deswege. Utrecht den 2 January. Uit aanmerkinge van den tegenwoorcigen kommerlyken toeftand des Vaderlands, hebben de Ed. Groot-Ach tb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap deezer Stad goedgevonden, het houden van Maandelykfche Bedeftonden, in de Kerken alhier, te arresteeren, en zulks, by Publicatie, laatstleden Donderdag doen af kondigen: Gelyk meda de refpeclive Predikanten, zo van de Gereformeerde Gemeente., als die van de andere Christelyke Gezindheden, welken zich alhier bevinden, benevens de Roomfche Geëstelyken, van wegens Hun Ed. GrootAchtb. aanzeggens hiervan gekreegen hebben. —- Deeze Godsdienftige Saaraenkomften, zullen op den derden Woensdag in elke Maand, des avonds ten half 7 uuren,. te beginnen met den 19 deezer Loopende, gehouden worden, en niet langer dan cen uur duuren: Ten welken einde de refpedtive Predikanten verzocht zyn geworden, zich alsdan niet bézig tff houden met eene opzettelyke VerHaaring van een gedeelte,van Gods. Woord, maar hunne Vooraffpraaken alleenlfyk zo verre uittcbreiden, als naar de Tydsgelegcnheid noodig is, om de Toehoorders optewekken tot een hartelykea eraftig.Gebed van deezen of foortge.'ykcn hoofdzaakelyken inhoud; A. 3 «JDaca  04) 3, Dat het den Hoogen God, wien niets te wonderlyk is, en die zo „ menigmaal heeft getoond de God van Nederland, de Toevlugt en Uithelper van deszelfs Bewooners, te willen zyn, na zyne onbegrensde Barmhartigheid, moge behaagen, onzen Vrede, indien het mogelyk is, nog te verlengen en beftendig te maaken, en daartoe de harten der „ Vorften en Volkeren, in het byzonder der geenen, die ons kwaadzoeken, te neigen tot Vrede en Billykeid! Doch, indien volgens zynen „ ondoorgrondelyken Raad, het Vuur des Oorlogs moet worden ontftoosy ken, en tot onze Grenzen naderen, dat dan die bezoeking toch niet in Gods Toorn moge zyn! dat de Heere in dezelve ons niet alleen laate, maar integendeel krachtdaadig toone, dat hy met en voor ons wil ftryden, als in voorige dagen; op dat onze onrechtvaardige Vyand befchaamd worde! dat de Wapenen van den Staat, onderfteund }, door den gewapenden Arm van Edelmoedige Bondgenooten, zigtbaar 3, gezegend, 's Lands Overheden met alle npodige VVysheid, Eénsge„ gezindheid, Kloekmoedigheidenbelanglooze Getrouwheid, Neêrlands 3} Volk met goedwilligheid, met waaren ootmoed voor den Allerhoogften, maar ook te gelyk in eerbiedig vertrouwen op zyne oneindige „ Goedheid en alvermogende Byftand, met onverfchrokken Heldenmoed 5, en Dapperheid te mogen bezield worden, enz." Krelis. De andere Steden in de Republiek zullen waarfchynlyk dit ■voorbeeld van Utrecht volgen, en wie zal het by deeze gefteldheid van Zaaken niet hoognoodzaaklyk achten. Men leest echter nog niet dat de Staaten van Utrecht door de geheele Provincie Bedeftonden bevolen hebben; dan waarfchynlyk zal dit befluit wel reeds genomen zyn. De Staaten der andere Provinciën fchyncn echter deswege nog niet beflooten te hebben. — Plet Formulier der Utrechtfche Wethouderfchap komtmyzeer zaaklyk voor. Rechtzinnige Predikanten kunnen zich over de Zaaken 'er in vervat, nog wel verdere aanmerkingen eigen maaken, en met een'er byvoegen, dat de Oorzaaken der verderflyke Tweedragt uit het midden van ens moge worden wechgedaan, en de Partyzuchtigen, die dezelve begunftigen, als het waare Patriottifche tegengaande, door den yver der Braaven mogen gefluit worden in hunne woelingen en bedoelingen, op dat die Landverpestende Aanhanggeheellykworm een Cordon te formeeren. oordeelen van onze Ieder een, die kennis van Zaaken neen., a B afwachten, tegenwoordige en aanflaande fi^>och J puiteen Brief van daar en het beste noopenu DitQv>Drf M^ftHcht zegt: „ Dagelyk. van den 5den. — nf re y «^lyk ook Troepen ter verfterkmg komt hier Owlogs-Ammun^ i d temaa. van ons Garnizoen Den boosters is aang fc » , |eren: Hunne ken ter ontvangst van 1 W^i.™6 het „een 'er tot het voeren van Magazynen zullen ,°Pgenvru'd 1^"™ ?e hoop dat de Vrede Wflt^ ^S^^^^^lg^itfg^iri Gouverneur, heeft beven. De Prf snmala\ Y^foorn, ' welk in deeze Plaats is, te meeten. vel Sneven om al h^et^fe' . bevolen, on« een naauwkeurige Aan alle de Kooplieden en vv , Koopg0ederen, welken zy in Lyst op te geeven vanaHea V oonaai en i Pg ^ ^ ^ hunne Magazynen cm Winkels «gDem ^ ond efi vreezen, dat■ ,Stadi de eerlte t0 ™ee) d |on / vvel heC aiierdeer- dfakeügfte gevolgen ^P^t^0^^m ons heen zeer fchrikLouw. Indedaad Vrmd Het z^ e nietmoedeloo. worden; lyk dreigend u t dan eenter n wanneer de nood aan de man maar integendeel wakker zyn1, op , verdédiging van alles wat hem koomt, een ieder m to"^^lïgtZei benaauwder tyden beleefd dierbaar is. Im^nrpsnQnvV;nadreï? is aan allen Oorden overvallen gewordoor meer dan eenen Vyand, « is ^ wapenen. Wy den, eèr men e om dacht. men ons zo haast niet, of men kan zien het gevaar te gemoet,en t naae mmfte zo Yeei ». de middelen om het te ke« J gaan nog a we d ^ heeft reeds ieders phgt en ^JïSifannen ten platten Lande aangefchreeveXople TyscTHet is te weSen dat & hun ook ten grtWQft  tn Geweer, zo als noodig Is, Bezorge, om het rasch te Ieefen gebruiken en de overvallende ftroopende Vyanden vsn den bodem te houden. Andere Provinciën, eveneens handelende, zal zuil.i waarfchynlyk den barbaarfchen hoop Roovers, Brandftigters, Moordt nasis cn Schenders, wel te ru<*ge dryven, voorül wanneer de rabtunge Doiphcdrn elkander onderfteunen, en zo veel temeer, naardien de drie Dragonder-Regimenten in dienst van den Lande, op aandiarg v.n Haarlem, dcch Biet zonder tegenbedenkingen van den Capitcin-Gcncraal, volgens befluit van Hun Ed Gr. Mog. tot dekking der Frontitren van Gelderland en Ovcivsfel fBoedie'moeten eezor.ch n Vordtn ; en reeds heeft onze Veldheer, iugevolpe dit rt fluit, op bevel van zyne Mecfters, duwege het volgende verricht. Ik lees 'er dit van uit den Haag van den 9 deezer: ,, Heden is op de Parade door Zyne Hoogheid aan de Officiers van 't Regiment Dragonders aangezegd, om j.ich gereed te houden van op de eerfte waarfchouwing met Paarden , Teiten en Bagagie te kunnen marcheeren. Verder acht men het zeker dat de Graafje Maillebois reeds met volkomen genoegen iu dienst der Republiek getreeden is, op zeer voldoende voorwaarden , die men nog niet alle ftiptelyk kan melden. Deeze ervaar ren Generaal wordt binnen weinig tyds in den Haag verwacht. Krelis. Bravo! En wat zegt gy van den door onzen Eerften Staatsdienaar van de hand gelegden eigenhandigen en vriendelyken Brief des Konings van Zweden, by hem den 30 November des voorga3nden Jaars ontvangen? Gy weet, dat hoofdzaaklyk de Inhoud is, een voordragt Zyner Majefteit, om den Colonel Sprengporten ten dienst der Staaten afteftaan. . Louw. Ja, dit heeft men vernoomen, en men heeft ook het nagebleeven Antwoord van onzen Veldheer op dien Brief met eenig misnoegen befchouwd: Maar wat is het ook niet menfchelyk zelfs de grootfte Zaaken te vorgeeten! Dit is het geval omtrent dien Brief althans geweeft. Nooit zou Z. H. 'er mooglyk om gedacht hebben, ware Haar zulks van Staatenwege niet herinnerd. Dan, op die erinnering, zoekt onze Stadhouderlyke Staatsdienaar terftond naar den Brief — hy vindt — hy beantwoord hem; en geeft 'er fchriftelyk kennis van aan de Staaten van Holland, voegende daarby, ook tyding ontvangen te hebben van den Rhyngraaf van Salm, dat de Koning van Zweeden der Republiek 6oco Mannen zyner Troepen aanbood: Welke eerfte aanbiedinge, zo men wil, althans by H. H. Mog., zoude aangenomen zyn. Ook verneemt men, dat de Ottomannifche Porte aan den Ambasfadeur deezer Republiek verzekerd heeft, dat, ingevalle onze veréénigde Gewesten door den Keizer wiercea aangevallen, ons Gemeenebest dan ook zou kunnen ftaat maaken, onder* fteuning in haare Magt te zullen vinden. Krelis. Men heeft meer gezien dat de Mahometaanen de rechtvaardige Zaak van verdrukte Christenen voorftonden,; en dat zy-zelve het niet te rechtvaardigend woelen des Keizers tegen her.-zelven ondervinden, zouden hunne poogingen daartegen, aan de Grenzen vaa V*ü «igea Land, kat  ( 8 ) het onz? vu vaal nat kmmn zyn. Kondw wy nu voo-ts maar met z^Icor. heid varwieh:ea dit de Kiizer z:eii apenlyk verklaarde aan Frankryk, wulk een' w*g Zyne Mjïfteit mat da Republiek wilde infltan, fc^oo'i m«'n thans wel z^et dit deazi dosr den langfel Degen tegen dezelve (hat vsrkoozen te wo~den, dan h'td raa, zo in Frtnlcryk als ro: onzeat, re meer verlichting in de Zwksn. Men m;en: dit hat Haf vm V'erfiilles daswegens ook hoe 1 mgef zo meer te onvrede Wordt, hebbfna'é nog geen b;!lsl*enj antwoord van dat Vin vVeéoeri bekomen' zo dat ha; naet da Ooriogitoebareifalen nog te fterker doet voortga.n. Wit ondertusfchaa de Uitfte Cvarier, Zondag vm Pjrys in dei Hiag aangekomen, heeft medegebragt, blyft als nog een geheim, even als het medegebragte van eenen Berlyofc.hen Coarier op djnz;lfde:i dag. Men wil ondertusfchen du aan de Uffi :ieren der geheele A'-méa v40 den Sraat zou aj gazegi zyn, zich ten fpoedigfte van al het noodige rot een Veldleger te voorz:en, en deezs foiiielyke ordre houdt men als een voornaam gevoig der Refolutie van Hun Ei. Groot-Mog. de Heeren Staaten van Holland, orn VVoensd ig gereed te zyn om da Vergadering rapport te doen van den (laat der Defenlie en die der Fortifint'ëi, e»z. O >'< zouden by welgemelde Heeren Staaten van Holland het Plan van d;i braavèn en kundigön du Manlid, ter verbetering van het C>rp; Ingenieurs, mat uitliatinge vad de T lulaire AóT.?ns, fiiaal geoncludeerd zyn.— Deeze voortréffelyke Rsfulutie is ee ia waardige Kroon op het hoof.1 van deaze-i uitmuntende Va. derlandfchen Krygshald — wieos Puns vroeger en op zyn tyd ter uitvoer gebrast zynie, de Vaderen das Vaderlands en het Volk van Nederland, thans zo zeer zich over het fcntnielyk verzuim niet zouden behoeven te beklaagen. Noch ver¬ neem: men, dit H in El. Groot Mog. laatstleden Vrydag omtrent den Secretaris vm Hees, ter Zwke van de gefuppaditeerde Memorie van den Raad van Staaten aan dan Hiagfc'ien Courantier , wiirover da Heer P. Gosfe, Junior, tevens Agent, des Konings vm S*rJinierj, en vm ve-faheide andere Duitfche Vorften, zo menigmaal in't verhoor is geweest, by Heeren Gecommitteerde Ruden, en hos zeer hy de waarheid door eenige tournures zaalu te bewimpelen, dezelve evenwel hulde heeft moeten doen: Dj Refalurie ^anomm hebban tot relaxnie van deszelfs post, en ter Generaliteit géïnileerd is om hetzelve verder ter uitvoer te brengen. — Da Ge.1epateardens der andere Provinciën zouden hetzalve hebban overgenomen.— Zie daar , Vrind ! Hiagfehe Tydingan, die wat om 't lyf hebben. Louw. Gad zégene den yver en welmeeaendheid van onze braave en wakkere Landsvideren, en doe dan Vyanden weeten en ondervinden, dat zy niet ongefln-.ft hunne onreofitvaardige oaderneemingen tegen ons dierbaar Vaderland zullen hebben in 't werk gefield. Krelis. De Tyd zil ons verder da gevolgen der Zaaken ontvouwen moeten. Vaarwel, Louweris'. Slaap eerusr. Louw. Ik weasch je 't zelfde, Krelis! Wel t' huis en groet de Vrouw. By «Ie Drukfler deezej wordt thans uitgegeeren , het Vrouwen-Almanakje van DIEWERTjE en GRIETJE voor het tegenwoordige Jaar 1785; vervuld, buiten alles wat tot een Almanak behoord, met verfcheide aartigheden: als, vervolg van het nieuw merkwaardig Kronykje, vervattende de voornaamfte Diaden der Nederlandfche Zeehelden. Het vertrekken en aankomen der Posten, het ryden derPostWagens, ea hat vaaren der Beurrfehepen en Veerfchuiten. Het zesde vervolg van 't Buurpraatje tusfeben vier Buurwyf'jes. Vaderlandfche Veld- en Herders-Zangen; toegepast op den tegenwoordigen Tyd: En hat vyfde vervolg der Gevallen van Kaatje Ligt om 't Geld. Ds prys is 4 Huivers. G«üa*t ky d« Bi»* it w«d. j. va* EGMONtT öf it «les«iUer* BteifttMt, te AmAadanü"  LOUW en KRELIS. N°. 3. 18 January 1785. Louw. goeden Avond, Vrind Krelis.' Is 't nog in orde met het VJr Werktuiglykc van 't Ligchaam? Krelis. Het is 'cr nog redelyk wel£efteld meê, Vrind.' Ik hoon dat het metu insgelyks zal zyn. 1 Louw. Dat is het. - Maar om op de ftoffe te komen, over welke wy zouden kunnen fpreeken. Wat denkt gy nu van al die fraaiie Anecdotes, en zo veele geruchten van een, zo men meent, kort op handen zynde Vergelyk der Republiek met den Keizer? Krelis. Wat zou 'er my anders van dunken, dan dat die Tvdinjren niet zo gegrond zyn als fommigen wel meenen, maar veel eêr dat zv te houden zyn voor een mengiel van Slaapkruid, om de reeds begonnen werkzaamheidder Vaderlandfche Volksvertegenwoordigers, in de opwakkering des Volks, te verhinderen : Dit fterkt myn vermoeden te meêr, dewvl men fpreekt van eenen naderenden aandrang tot voortzetting der Waoe cinge ten platten Lande, door de Volfcs-Sowvereinen tebefluiten . in weer! wil van de Verdervende Hand en derzelver Werktuigen, die zulks trachten te beletten, niet alleen in veele Difr.ricr.en en Dorpen maar zelfs in fommige Steden, gelyk te Nymegen, die Sleutel der Veluwe, fchvnt plaats, te hebben. 't Is immers tebeklaagen, en te bewonderen metéén, aat er Regenten in ons Vaderland gevonden worden, die hunnen Plirrt niet genoeg betrachten, of denzelven zo deerlyk te buieen gaan, dat Ie het Volksbelang, de grondregelen van het'Staatsgeftel, en te eélvk die van hun Ampt vergeeten. Zy kunnen 'er immers niet onkundig va» zyn.- Dus redeneert ondertusfehen het beste deel des Volks: zegende: Het is eene zekere Waarheid, die zo voldingende is, dat zoalle tegenfpraak vruchteloos en vdel maakt; naamlyk hierin beftaande! dat een Republiek, die volkomen 111 alle haare handelingen moet beruste» op het Gezag des Volks, 't welk door de besten fdat is tevens de deu4zaamfte, de kundigfte, en de begoedften, die een onberispelvk -ebruilr van alle deeze hoedanigheden en zégeningen behooren te maaken f willen zy waare Volksvertegenwoordigers zyn,) alleen ftaan moet en ftaande blyven, door de pligtfchuldige handhaaving haarer Rechten volgens d% coniBitutioneele en vastgeftelde gronden van het Maieftueus Volks fil zag, dat haare Beftierders hebben beëedigd, als grootfte Deeleenool ten in dat Gezag, met hetzelve naar het voorfchrift van hunnen PHst te onderfteunen. Verwaarloozen zy deezen grooten Pligc uit Zelf b?! lang, of door misleidinge, of onrechtvaardige uitflappen., tot ril bedoelinge yan een hooger vermogen om het tegen de Volkswer *ST teoefenen, het Achtbaar Volk te bedriegen, de bronnen van deszelf, vermogen te floppen, en te doen uitdroogen of te verleiden, on datnV zelve alleen mogten uitloopen in den willekeurigen boezem, dien zy ter B ven.  « JLk nir*»pn behoudende Magt verkoozen hebben vergadering der voor zich alleen ben°u o ^ .q vreem tot verdere Onderhanflelingen^ou ovt™" Dan, iemand die recht Vaderlands denkt, kan niet vermoeden, dat de Hooge vl ks' n«Pb h l T zouuen venaagen op de onbillyke Eifchen van een Mo. ■narch d,e niet de minfte reden heeft, dan dat het Hern gevoeglyk dunkt jegens de Republiek zodanig te handelen als hy begeert. J-b^s ae Krelis. Waren Eendragt en Vaderlandliefde alleen de Dryfveeren van alle de haiu delingen der Handhaveren yan de Wetgeevende zo wel als van de UitvoercndcMae. men had voorzeker de M.ddelen in gereedheid om den Keizer en geheel zvn Magt onzen Bodem te kunnen ontzeggen, met verwachting van voor ons goede gevol Ren\~T tDa",'/er)fchUllt te ,ee\ Verraad van binKen om het ons dreigende gevaar van buiten krachtdaadig genoeg te kunnen afweeren. t,^*« Louw. Zo is het, Krelis. Dit wordt ten volle gekenmerkt door de voT gende Propofitie van Jonkheer Robert Jasper van de Capellcn tol da Mar«cbafchr ven in de Ridderfchap van Gelderland, om eene bezending te doen aan den Heere Capite.n-Generaal, tot Ouvertures omtrent gemaakte en voorgenomene fehittingèad deeze I ydsomftandigheden, ter Staatsvergadering gedaan op eene extraordinairK dag te Nymegen, den 14 January 1785. EDELE MOGENDE HEEREN' Daar ons Gemeenebest nog aanhoudend de jarnmerlykfie gevolgen moet verduureni van de verkeerde directe, di* deszelfs Uitvoerend*f Magt in den %™fie7Sl%\ ftraffeloos heeft durver, onderneemen; daar een ieder, die belangeloos zynT oógen op dat bellier vestigd, in ftaat is, om te ontdekken door welk eene Drtfveèr die mets minder dan het ter nedervellen onzer Onafhanglykheia ten doeleinde had,'den Vaderlande zo veele dnhcilcn zyn berokkend geworden, zou men natuurlyk móeten Verwachten, daar wy federt maanden meteen aanval van eenen rttagtigén Wand gedregd worden , dat niets onbeproefd zou zyn gelasten om voor te koment dat de Rfpuchek met andermaal door eene verdervende H.nd gedwarsboomd werde in het daarirellen en in het doen uitvoeren van maatregelen, die vereischt worden, om oenen naderenden Vyand, zo veel in ons vermogen is, te WeêrftaBö Het tegendeel is echter zeker, Ed. Mog. Heeren! de fchandelykedireaie van het Departement, waaraan de zorge is toebetronwd ofi voor 's Lands Defenlie te waa ken is ten top gereezen ! De Uitvoerende Magt aan den Heere Capiteta-Generpal " met «ten Raad van Staate opgedragen, niettegenftaande de menigvuUiVe Remonftranrien, en zonder op de rechtmatige verontwaardiging der Natie te letten, blvft. of onachtzaam op het geene in dit hachlyk tydflip tot'het weezenlyk behoud des V3! tterlands dient gedaan te worden, of, 'r zy door onkunde, 't zv door kwaadwillif- ^-3 huid,  C 14 ) - I «, m Hertaald zich töt maatregelen die, hoe zeer men ook sl eens eenen werkzaameh Set ziet maaken, verre af zyn om de waare Afliviteit te bevorderen, maar inSenueel al zeer dikwils ftrekken om de verwarring te doen toeneemen , en om 's Lands Schatkist tot den bodem uitteputten. Kanwel daar 'er niet alleen een argwaan ten deezen opzigte plaats heeft, masrrf.fr óowelerlepbaare bewyaen fpreeken, blyft nog eene fcbroomachtigheid, eene Werigb-id by de Vertegenwoordigers van Neêrlands Volk, de overhand behouden, om di«'Uitvoerende Magt naar behooren paal en perk te (tellen, om naar de waare nnrzaak v»n alle de Onheilen, den Lande toegebragt, te inquireeren, en om dezulke, zv zyn wk■ zyzyn, die zch aan zulk een enorm Wanbedryf hebben fehuldig gemaakt, liftn' naar werken te doen ontvai;gen. H»t'teeendeel'ziet men intusfehen plaats hebben, terwyl de eene Dienaar zyn ont-1 (Wver'-rvn zonder dat tot eene verantwoording zyns gedrags gehouden wordt, Llvft voor dén anderen, fchoon zyne malverfatiën den dag zien, een dergelyk veel minder verdiend toegeevend vooruitzigt over.... Vermoedelyk vleijen zich deezen, « lUSTiFlCATOl'RB MEMOR1EN hen mede zullen redden, en dat die, door «randervocht te blyven, als kenmerken van onfchuld moeten aangezien worden. p„ wanneer wv in het byzonder onzen aandacht vestigen op de verrichtingen van den Heere bpitein-Generaal, wie van ons is 'er, Ed. Mog. Heeren! die in gemoede te vrede te zyn ®ver deszelfs diredie, fpeciaal met relatie tot het Militaire Wenen, enkel eu alleen hierdoor bedorven ? Ikgevoele, Ed. Mog. Heeren ! dat deeze myne ronJborftige taal, met betrekking tot de« Eerften Dienaar Uwer Ed. Mog., deeze Raadaaale vreemd moet klinken; doch het tydftip is gebooren, dat niemand, ty 5 ook wie by zy, wanneer het op het behoud van het Vaderland aankomt, moet °'Tk'^ou^T* een al te groot detail komen, wanneer ik hierover in het breede wilde «i. wpiden ' Ik vraace alleen welk een denkbeeld zich de Natie, ja geheel Europa, moet vormen"van Zyne Hoogheids nalaatigheid om eene allervriendelykfte en welneeSe aanbieding aan den S.aat van een kundig Officier,, door Zyne Zweedfche MajeReit bv Misfwe tan haar voorgedragen, zulk eenen langen tyd bedekt te houden? Zal rf kan ruik een gedrag van onregelmatigheid (om my maar van eene z chte uitdrukVr-o re badienen-) vrygefprooken worden ?... Men verfchoone daarom deeze nalaatigw! Vp verge*fi' Het onbeantwoorden zelve van deeze aanbieding was genoeg om eene Mogendheid, die het wel met de Republiek meent, tegens dezelve te indispo^ren- trouwens die flrekte voorzeker om den Staat van 's Konings geneigdheid te overtuigen, waarvan de opgevolgde aanbieding van óoso Man zyner Troepen ten ^D^ai-6 Uw^Èd Mog. in het byzonder onkundig zyn omtrent al het geene tot het WPrk der Defenfie betrekking heeft; daar de Armé.e van den Staat op verre na nog wi^t in die orde is dat dezelve in cas van nood zou kunnen ageeren; daar het zich ! .... aanzien dat de Republiek fpoedig met de beoogde Duitfehe Hulptroepen zal eerieft worden; daar Uw Ed. Mog. zich zo alieen toonden, om, ingevolge myne frilanrën van gisteren, onder de hand op de meest effic.:cieu!e wyze by het Hof van VwfiJlles te'doen bewerken, de zekeiheid dat, inval van Oorlog, een Corps van a- a* %o ooo Man Franfche Troepen ten diende der Republiek gereed mogt en gehouden worden om des noeds daadlyk tot ons te kunnen overgaan; daar intusfehen -eene voldoende mefures worden werkflellig gemaakt om ons te beveiligen ;.daar nog daarenboven dezulken, die den Stadhouder trachten te behagen, de maatregelen tot Zelflvérdédiging onzer Ingezetenen, die Uw Ed. Mog. te vergeefsch fmeeken orn m D»aes daaraan is door de Piopofiiie der twee andere Quartiewn beOooien de Gccomroiüïei'imzm Genexaliisii w g^ten om or rr^ie.Adfittemie aaatcaiipgeo,  C 15 ) daartoe in ftaat gefield te worden, tegengaan en doen verydelen; daar met één woord, de toefhnd van dit Gemeenebest in het algemeen, en die van deeze Provincie in het byzonder, allerhachlykst is; daar men 'er op uit fchynt te weezen om de verdeeldheden te voeden , om, ware het mogelyk, door eene misleide menigte, die tot oproer aangehitst wordt, onze Vryheid eens vooral den hartader af te fteeken; zo moet myns oordeels niets verzuimd worden, willen 's Lands Vaderen zich van alle toekomftige vervvytingen vry kennen, om eens met kennis van Zaaken te kunnen oordeelen, of 'er indedaad op eene krachtdaadige en welmeenende wyze, maatregelen tot ons behoud by de hand genomen zyn, en, zo neen, om dan nog by tyds alie verkeerde en verdervende oogmerken te kunnen voorkomen. , En op dat zulks met hoop van eenen goeden uitflag gefchieden moge, daar de ondervinding ons leert, dat van de gewoone inlbntiëu door Mis.fives niet veel te verwachten is; daar de uitvoerende Magt tot geene Ouvertures door deezen weg zal te beweegen zyn, zo geeve ik Uw Ed. Mog. in ernftige bedenking, of de aangelegenheden en presfuice deezer Zaak niet zoude vereifchen, dat eene buitengewoone bezending van eenige Leden uit het midden deezer Landfchap (die in geene Generaliteit^ Coïlegiën Sesfie hebben^ aan den Heere Capitein-Generaal werde vastgefteld en benoemd om, op eene wyze met Uw Ed. Mog. Souverein Gezag overeenkomflig, van Zyne Hoogheid te eifchen Ouvertures van de gemaakre en voorgenomen fchikkingen en intentiën in deeze kommerlyke omftandigheden, in fpecie de Deftrfie van het Vaderland in het algemeen en van deeze Provincie in het byzonder concerneerende, en da-rvan met allen haast aan Uw Ed. Mog. rapport te doen, ten einde hierdoor te efT' ctueeren van niet langer door ombrageufe vermoedens in zulk eene ontrustende en voor onzer aller veiligheid angstvallige onzekerheid te blyven verftcren; als wanneer wy in ftaat zyn zullen om ons, na een manmoedig onderzoek van zodanig een opening, te kunnen beraaden omtrent het geene wy, als Vertegenwoordigers van een mishandeld, doch onafhanglyk Volk zuilen dienen by de hand te neemen, als ook in hoe verre aan onzen tegenwoor.digen reëeelen nood voldaan is, dan niet. Deeze voorzorge, Ed. Mog. Heeren '. is tot onze redding noodig; dan eerst zullen wy op eene voldoende wyze kunnen medewerken, om den fqoodflen toeleg te doen verydelen: dan eerst zullen U Ed. Mog. kunnen beoordctlen of ook van de amhoriteit, die aan de uitvoerders Uvrer Ed. Mog, bevélen is ge -temandeerd,,. een misbruik is gemaakt geworden. En deeze Precautien moeten genomen worden , wanneer men in confideratie neemt, dat hoe zeer men al eens den Gpitein-Generaal de vereitchr. wordende Theorie wil toekennen, het evenwei zeker is, dat die met geene ondervinding gepaard gaat, (a") en dat daarenboven Zyne Hoogheid te raade moet gaan met den Raad van Staate, waarop men geen vertrouwen mag noch kan Rellfln. Zonder dusdanige krachtdaadige voorzieningen zyn wy, by onverhoopte gebeurte* nisfen, d-iar de Vyand fteeds blyft. naderen, niet te redden. Zonder dezeive, al waren onze hulpbenden daar, kunnen geene verdere maatregelen baaten. D.-.ar integendeel uit deeze Ouvertures, waartoe, door inftantien vm Mannen die Vryheid en Vaderland weeten te waardeeren , mondeling kan aangedrongen worden , te verwachter) is, dat in- en uitwendige Verraders in hunnen toeleg zullen worden gefltiit, da: da activiteit in 't midden onzer, om Binnen-.en Buitenlandse!) Geweld te weêrftaan, krent en leven zal bekomen, op. dat onze edelmoedige Bondgenoot, die dcor onze laffe ea verraderlyke werkeloosheid veelligt zou kunnen worden afgefchrikt om ons krschtdaadig by te flaan, moge worden geanimeerd, om ons. met verdubbelde poogingen te fulpen en te redden. Era f.) zen -grond alleen dat de Eendragt in den Lande gevestigd moet blvven. en de Uitvoerende Magt in gehoorzaamheid moet gehouden worden lü dat de laatfte, hoe groot eenen aanhang zy ook moge verkrv<*en nV 'n har£> ^ znm.eid. Ik hebbe niet ^vi &e?3ïïe6i%yscr» ha™°»'"e cn gehooraantebieden een Affchrift van het S h rEd-„Grioot-Mog. by deezén ttepbè doen vervaardigen, " n waarv- n it ^f*?1* lfc met ,iat oogmerk het noodige getal gedrukte Èxemp ^n «^ÏÏw v f V"S ***« oekamen, met verzoek, om hSve aELXtSS???*1 ?^ afrU.e Le willen doen verzenden aan dn\rf f,?A ' ' tvrJ ubhciv.e m Steden en Plaatfen in Uwer Ec? Groot Mo! -" en rechteB d« Lt-risvaderlyke Zorg eaS vSukg' en rat'ene van d« gen véfwachfeeu , dat HoLstSv^ ?> - * Gr°°C-Mo- te mo" mmn, dat het kwaadf n!e verere re e\f"lle,n w,I,eP ^i^mefureB geitrengheid te-ens zuften dilnfJP ,1 d°°r het °*féhe« van al te veel die op i^^^S^^'Sgff j?*** hebbe n , dan daad. n , maar alleen t «iïrrfpf ?^iS,:i?och^^0*W^*yn» heien, ten zelfden tyd!" daf CM «ntandlfr laaten worden aan m^^^J^^^^^ zoude gi trouwen verwekkende midde en ïh V ?C?' ^ edraRc tn wa"Yan tyden-en WecT^^^^ ü & ftfy.  C 20 ) ftrvdig zvn vgens de Godlyke zo wel als tegens de Menfchelyke Wetten die in aüe welgeregelde Landen en Staaten in gebruik zyn. ' 's Gravenhage den 31 January 1785. (was getekent) W. Pr. van ORANGE. Louw. Wat zal ik 'er van zeggen ? Die grondbeginfelen van Gemaatigdheid Zachtzinnigheid en waare Vaderlandsliefde, gelyk de Staatsdienaar de inleiding van zyn Voorftel begint, kan ik. met het geen 'er volgt niet overeen brengen, dewyl ik hierin belet word door ftrydigheden van de eene uitdrukking tegen de andere. Hoe nederig is de vooraffpraak! maar hoe klaar ook blinken de gevoelens van den Voorftcller 'er in uit, die alles wat hy reeds gezegd heeft duister maaken , ten zy men in de klagten over de grootte., de langduurigheid, en het gewigt der beleedigingen, waarmede zyn Hoogh. waant dagclyks verongelykt te worden, moet zoeken de Patriotfche vry- en rondborftigheid in 't verdédigen van de Rechten des Volks en het tegengaan van verkeerde, ja verderfiyke uitvoeringen. Immers de fentimenten van des Staatsdienaars hart koomen niet met die van 't waare Vaderlandfche overéén. Vermaaningen aan 's Lands Ingezétenen tot rust, harmonie en gehoorzaamheid zyn Pligten van een ieder, en de eene Burger moet het den anderen doen op goede gronden, zoader evenwel een billyk misnoegen te veroordeelen : want hier is niemand boven de Wetten ; maar de Schenders derzelven mogen het misnoegen zien en ondervinden naar de Rechten des Volks, die door de Wettige Magt aan deszelfs Vertegenwoordigers toevertrouwd, befchermd eifchen te worden, tegen de willekeurigheid van eene heerschzuchtige Uitvoerende Ma»t en zynen Aanhang. Én deeze Misnoegdheid is het tegendeel van Mmterv. — Met reden kan en mag de geheele Natie zeggen, dat ze misnoegd is geweest over het bellier der Zaaken, waarin de Stadhouder de hand had, althans het oog over moest hebben, op bevel van zyne Meefters, en volgens de Pligten van zyn Ampt. — Het misnoegen deswege van het beste gedeelte der Natie is verre van oproerigheid. —■ Dus zullen die vermaaningen tot rust, harmonie en gehoorzaamheid (aan den wettigen Souverein is ""'er afgebleeven) die Mynheer de Stadhouder aan de Natie tracht bekend te maaken , even zo veel beduiden als of het geheele Volk zich zou behooren te onderwerpen aan zyne vermaaningen alleen, daar het klaar genoeg in 't oog loopt dat hy dezelve heeft do.en ' celden tot verkryging van dat Gezag dat hem verkeerdelyk wordt toegekend door Muitende Oproerigen , die hem met hun woest gefchreeuw boven zyne gebiedende Heeren verheiren; en welke Oproerigen dan Hem ook wel de eerc zouden laaten genieten van op zyne bevelen zich ftil te houden, om naderhand te beter van zyne handtedraaven. Maar, Krelis! onze goede Willem heeft hier de Aal flechts by den ftaart. Zyn oogmerk oncilipt Hem; want de-Heeren Staaten van Holland volgen het niet in, fchoon zyne noodelooze Publicatie door de Steden wierd overgenomen, en de maatregelen die Zvn Hoogh. verwacht van de Landsvaderlyke Zorg en Rechtvaardigheid'Hunner Ed. Gr. Mog., door Hoogstdezelveïi te neemen, dat is te zeggen, gelyk de Staatsdienaar .het begeerde, op dat  ( 27 5 dat het kwaad niet verërgere door het beoefenen van al te veel geRremheiht deeze maatregelen zullen door den Souverein , zonder Publicatie op eezaè van den Staatsdienaar, wel gei omen worden. — Maar zie hier het mededoogen van den Prins van Oranje met een oproerigen hoop zyner Leuzedraagei s, Schreeuwers en Ongehoorzaamen aan de bevelen der Souvereinc Staa" ten , die zy < ó gruwel!) voor Jongens durven uitmaaken en den Prins het Hoofd boven hen noemen. — Stoute en te gelyk misleidende, zo niet muitzuchtige taal wordt hier aangevoerd ter verfchooninge der Oproerigen De Eerfte Staatsdienaar begeert hier van zyne Gebiedende Meefters geene se. ftrengheii te beoefenen tegen dezulken, welken hy oordeel tm'eïr anders verricht te hebben dan daaden, op zich-zelven aangemerkt, noch misdaadig, noch ongeoor loofd te zyn. — Is het aangaan tegen het Souverein bevel van Leuze draagen geen Misdaad ? —- Is het niet ongeoorloofd met oproerig gefchrecuw de Vaderlandfche Zorg cn Gerechtigheid der Hooge Overheden tot de zo nuttige als noodzaaklyke Wapening te keer te gaan; ja, is het geene aller* grievendfte Majefteitfchending, openlyke Wanbedryven en Mishandelingen aan van Staatenwege Afgezondenen te pleegen, by het in 't werk ftellen van Hoogstderzelver Aanbeveelingen? En met de afgryslykfte Scheldwoorden de Souvereinc Magt te hoonen ? Dit ontkent de Oranjevorst: Maar zegt, zy kunnen misdaadig en ongeoorloofd worden door by. komende omftandigheden, even of de Misdaad-zelve haare omftandio-hedèri niet met zich bragt, maar als of het geregeld befluit des Sbuvereins de Oorzaak der M'sdaad zelve ware. — Het tegendeel evenwel worde nog verder aangedrongen door den Stadhouder, hoe dubbelzinnig hy op het tydpunt ook koomt, waarin een vrye en ongehinderde loop zoude ge laaten worden aan zodanige rustverftoorende , haat,, tweedragt en ■wantrouwen ver•wekkende middelen: (dit zullen dan die bygekoomen omftandigheden zyn , die niet onduidelyk aan de Wetgeevende Magt worden toegeichreeven : ) waarvan zegt de fchrandere Staatsbediende; het vtisdaadige niet afhangt van tyden en gelegenlieden. — Duistere Taal , die niemand denk'ik anders kan uitleggen, dan op deeze wyze: Dat het eigenlyk misdaadige aan Tyd of Gelegenheid niet is toetefchryven, 't welk zeer wysgeerig gered . neerd is, want Tyd en Gelegenheid zyn altoos in hun bèfraan dezelfde» fchoon de Menfchen 'er gebruik of misbruik van maaken. Maar die aangeroerde Middelen moeten verft:aan worden zulken te zyn, die uit hunnen aart regelregt ftrydig zyn tegen de Godlyke en Menschlyke Wetten, en in alle wel. , geregelde Landen en Staaten in gebruik zyn. ,— Bravo! Dit zyn Wetten die Conftitutioneel zyn, en zelfs niet mogen overtreeden worden doop i de Souvereinc Volksvertegenwoordigers, ten zy het geheele Volkeeniee gebreken in dezelven vindt, en ter verbetering'er op aandringt, of de inbreuken op dezelven begeert verbeterd te zien. — Dan ik vraag of i een Staatsdienaar vermag boven zyne Wetgeevers te gaan, daar hy maar i een Bezoldigd Hoofd ter uitvoering van de Geboden'zyner Aanftcllendtj ! Meefters is? En zal hy de oproerige Inbreekers op die Wetten voorftaan, i err van verdiende ftraffe trachten te bevryden , door in het Ampt zyaer : Souvereinen-te treeden, met aanbod van yplleJceucige Plakfch«-iPc'n,'die D-* ' hv .  C 28 ) hv'uir zvnen Naam heeft doen opftellen, om het Gezag van zyne Meefters te kne*- en zynen oproerigen Aanhing deezer wyze in Je hmd te werken; dun is hy eea Verb^efe-r d<-r gaiiüligle v'olksw;ttea Raadslieden. Louw Dit is zo zeker als drie p.ar cen halt do zyn uitmaakt. En die het -Po ïti'ek" Ver,oog van den verra.idenyken van Goens gelcezen heelt, viritn zich in twvfelina of de ftyl en draaiingen in du Üefc&rift althans met veel ^elykneid hebben met die van dit Volksverleidend Libel. Uan lier kan ook wel uit eene andere Pen getrokken uit dc Slagveêr van den Engel des Verderft, zyn voortgevloeid. Krel'S Dat beide ceez ' Iniïrumenien, w*.rop by de Leden tei Vergadering v^n Staaten witftelling van Refolutie na derzelver overlevering gevolgd is, door de verdervende H-ird in 't licht zyn gebr. gt, lydt niet ae minlie Tegenfpra-k. De Heeren der Stil Schie.iam hebben dit reeds fpoe.iig b.-greepen, en door hunre Gedipu teerden ter Vertr dering, volgens hun Alvys, doen uitbrengen de volgende corda te c-radufie. Dat hunne Prineipiaten »an ged enten zouden zyn, du te Waarfehouwing door Zvne Hoogh. overgelegd, expresf.iyX zoude behooien te worden gedtsapprobeerd en afgekeurd en onwaardig verklaard, om met eene Sarcfie van Hun E . Gr. Mog. te worden bekrachtigd; en «emciu dat Htm Ei. Gr. AchtP. wel willen ..dooteeren, dat het ft lfel van dte Propi.fi ie en Waaffetiouwifig, even als de bekende AÖj van Corrf ilentfch-p, haare geworte fchuidig i aan Eigenbehngzoekende en Lndberoertnde Ba-id'eeves, en het w^-j fcnelyk zyn zoude, du dezelven mogtan worden ontdekt» ■en "eens vooral v.,n de Pe foon van Zyne Hoogheid worden geëioigneerd, Hun Ed. Gr Achtb zich verpngt hadden geoordeeld in coi.fl.feruie te geeven: Of Hun Ed. Gr vlog. niet zouden kunnen goedvinden, in een Btfogne te doen eï.mineeren, op welke beste wyze en Imgs welke gefdnktile wegen en mid.ielen " de' Ainvoerders of Opbellers- van de gemelde Propoficie en Waarfehouwing zulltrfi " kunnen worden ontdt-Kt, ten einde alsdan zodanig te rel'olveertu, als zal «orden " ireo.jrieald te behooren " " Dit rechtzinnig Vaderlands Voorftel is ook van dat gewenscht gevolg geweest, dat de Stukken, die by de'Leden ovenrenomen waren, terftond -Commisfi .naai genaakt 7,vn ten ein.te fpoedig da-rover befoigne te nouden, wier uiillag door alle Wekten* kenden met ongeneen verengen wordt te gemoet gezien. Loaw Op deeze wyze moet het Verderf gefluit worden. Zo moeten aldeOrnjelovenfchreeaWers, tot zwygen worden gebragt, en leeren de G.boden der Wetgeevnde Magt te gehoorzismen. — Zo moeten vooral die Luidbedervende Verleiders van een door hen verbvfterden Staatsdienaar even, ja nog fterk-er de ftr ffe. der Hooge Overheid opetbiarlyk en rechtvaardig ondervinden, ten exempel van anderen . by het pevoel der verontwaardiging van het weldenkend Volk: Op ttat men niet zerue, dat h"t yJVIe klanken zyn dar de wettige Overheid het Zwterd dra-gr; rïrsar bekenne dit zv Gods Dieni'aresff is, hun die weldoen ten «oede er. tot ftr^fie der K-vaaden Zo zulle" doemwaardige Landverraders hunne ftrafte ook niet ontg >an, de Tweedragt zal 'ter HsWe daalen , te gelyk met al haaren Duive.fchen Amhang, en de Heinelfche •Ëendrgt zal de braave pjtriotten weêr met haare wonderbare vermogens zeegelEen. _J Vaar, in deeze Hoope. wel, Vrind Kreks ! en il.ap gerust. Kreiifi. Insgelyks, Vrind! Wel t'huis en groet Diewertje. "Gedrukt by de Erve d^TVedüwlTjA C O B U S van ËGMutNT; op dc Reguliers Breêftraat, te Amfierdars.  KRELIS en LÖÜf. n°. 8. 22 February 1785. Krelis. /"^een andere Pligtpleeging, dan de gewoone. Vaart gy VJT wel, Vrind Louweris! Ik ook. ' Louw. ja, Vrind! Zet u in 't hoekje by het fchynfel van de Veenzon , en blaas wat rookwolkjes, door raiddel van een aangeflooken met Tabak gevulde Pyp. Krelis. la, dat is goed. Maar hierop mogt eens weêr een Predikkwanfc fchrollen, die het zich had aangetrokken by gelegenheid dat wy vaneenen Catechizant eens Bloemenftrooijersfpraken, enonsmetLatynen Grieksch op de huid viel. — Een fchoon bewys van zyne Zaak, niet waar, toen hy ons onder anderen ook toe eene misdaad wilde aanreekenen, dat wy rookwolkjes door den Schoorfteen bliezen. Als die geleerde Man eens voor den dag kwame, fchoon hy nog, naar zyne overtuiging zelve, als een Nachtuil in het donker blyft fchuilen, en zich een Leugenaar heeft betoont, met te zeggen dat wy hem by zekere plegtigheid zouden zien. en zynen naam weeten; zouden wy hem ja hem-zelven op een Pypje verzoeken, om met ons in een buitengewoon Gezelfchap rookwolkjes te blaazen. Wy hebben nog wel een Flesje ook voor hem over; cn lust hy geen Bordeauxe Wyn, (Bourgonje bezitten wy niet,) laat hem dan jajinneSjorof, als de Difcipelen van Mofes gewoon zyn, met ons gebruiken, of wat hy wil in dc Machorim: Wil hy wat Sjimmes 'er by hebben , cen ft.uk Fransch Brood met Hollandfche Kaas van den Ouden, is, rbacliaje roufi , voor hem over, al moest ik ze ook by Mousje Melk op Marken loopen haaien. Ik wil die eerwaardige Ette toch wel daarop tradteeren ; misfehien zal hy 'er meer Ravochem in vinden dan in zyn onlangs te L gezochte 'Omit; doch hoe hy daar meê ftaat, zal hy best weeten. ■—- Maar laaten wy den Man Sjolem wenfchen ; hem verzoekende, als hy ons een Vifité koomt geeven, geen Magor Misfabib te fchreeuwen, op hetzien derrookwolkjes, die wy door den Schoorfteen uit een Vaderlandfche Pyp naar de hoogte opzenden. Dan, wil hy zyn Neus liever op een Snuifje traóteeren, zie daar myn groote Doos met het beeldtenis van een Moor, dien ik nooit fchoon weet te wasfen of te fchuuren, of het geheele beeldtenis gaat 'er meê heen. Wy hebben (gy weet het, Krelis! lang verlangt dien Man te zien, dien wy ook eenigzins op zynen naamloozen Brief antwoord gaven, om dat hy ons verzekerde dat wy hem op zekere plegtigheid onder 't oog zouden krygen) maar wy hebben hem tot nog toe'niet vernomen; en fchoon wy geene Briefwisselingen willen onderhouden , wenschten wy echter wel een wederantwoord te hebben ontvangen van dien Heer:— Ja, Vrind! in dit tegenwoordig tydgcwrichtzou het Zeerwel komen, om dat wy geen ftofs genoeg kunnen bybrengen om al het Staatkundige te onthaspelen. — Misfehien zou de Eerwaardige Man, die ons eens met een verkeerd: Plaatstekening een Brief zond, thans met eene D 2 tili-  C 30 ) echte Plaatsnoeming 'er eenen anderen verwaardigen, met onderteekening van zynen waaren naam 'er by, terwyl de Schryver onzer Samenfpraaken , hoe eenvouwdig en ongeleerd ook, altoos den zynen durft melden. , Louw. Wel zeker, Krelis! Maar dat hy blyve daar hy zy, of ons hem becer doe kennen als hy gedaan heeft. — Laaten wy dien OranjeZelateur daar laaten, en de Nieuwspapieren eens inzien, of 'er ook iets voor het waar belang ,van 't Vaderland in te vinden ware. Krelis. Dat heb ik al federt eenigen tyd dagelyks gedaan, en 'er wel het een en ander in gevonden; dan nog kan ik niet zeggen, dat 'er my genoegzaame redenen in zyn voorgekomen, diemy een "waaren grond tot hoope verfchaffen, waarop ik myn betrouwen op de weezendlykfte Nuttigheden der Heilbewerking voor 't lieve Vaderland kan vestigen, dan alleen op het gelukkig toeneemen der Wapening van Stede- en Landbewooneren ; waartoe de verleidende Publicatie des Eerften Staatsdienaars niets doet ; maar zelfs eenen tegendeeligen wederftand ontmoet, nu zelfs de eenvouwdigfte Boeren beginnen te bemerken, datdeOranje-Party ,voor welke zy zo zeer hebben trachten .te y veren, eene Landbedcrflyke Party is, een Volks vernielende Gahaal,, die alleen om, haar gezach te vergrooten, de getrouwe aanwendingen van Hollandsch braave Volksvertegenwoordigeren door het Despotieke boven het dienend gezag, en het Ariftokratieke boven het afhanglyke van het Demokratieke te ftellen; daar thans een ieder begint te begrypen, dat het volftrekt Souverein Gezag der geheele Republiek in alle de verbonden Gewesten van ons Vaderland alleen in den Boezem des Volks berust,.als de waare Bron uit welke alle wettige Magt moet voortkomen, en alle onwettige, die 'er tegen aandruischt en uit verderflyke Wellen ontfpringt, niet anders ten doel heeft dan de Vryheid des Volks en de natuurlyke Rechten van hetzelve allengskens te ontwortelen en eindelyk geweldig te verdry ven, of als in een-. Stroom van Vergeetelheid te doen verzinken. — En fchoon de onwettige Publicatie van den Grootften Onderdaan der Volksmajefteit, vandenEerften Staatsdienaar, by de Staaten van Gelderland het gezag van een. Plakpapier heeft verworven, noohthans heeft de braave Regeering der Stad Bommel van dit Souvereiniteithoonend Inftrument dat misbruik 'er niet van willen maaken, maar op een grootmoedige wyze het agtergelaaten, om 'cr waarfchynlyk grondige Aanmerkingen tegen te vormen. —Maar ook de Gelderlche Boeren, die evenwel nog tegen de Wapening, blyven , zeggen reeds, dat ze om den Duivel ook niet den Prins tot Sou-. v.erein zullen helpen maaken, alsdan te recht begrypende, dat ze Monarchaale Slaaven zouden worden, waartegen zy zich, als de nood aan den. man kwam, ten fterkften zouden verzetten, en 'er liever alles aan waagen, dan daarin toegeevcn.. Louw. Dus zou men hieruit mogen opmaaken, dat die Landluiden de Wapening wel zullen willen aanneemen voor den Souverein , dien het v'3 fiigt is te gehoorzaamen, gelyk hunne uitdrukking zelve dus genoegd zaan?.  ( 31 ) zaam de bewyzen 'er van opleevert, en derhalve men ook billyker wyze hoopen en in vertrouwen verwachten moge, dat het Souvereinen Wettig Gebod boven het van het Souvereine af hangiyk onwettig Verzoek zal gelden, ook by de Eenvouwdigfte aller Opgezétenen in die Provincie. Krelis. Zag men het maar; dan zou dien trotfchen Drost der Veluw© almede wel fpoedig een breidel in den harden bek krygen ; waartoe der Boeren Geweeren het best in Haat zouden zyn ; want met deezen gewapend, zouden zy, en te gelyk hunne aangebooren Rechten tegen Inheemfche' Verdrukkingen, en ook het grootfte oogmerk, dat de Souvereine Volksmagt bedoek, kunnen uitoefenen tegen de Uitheemfche Geweldenaaren, ter verdédiging en behoudenisfe van hunne Vryheden , Bezittingen, enalles wat hun dierbaar is. — Dus zouden zy waarlyk toonen braave Bataaven te zyn, en geene ontaarde Wederfpannigen aan de Bevelen van 't algemeene Volksvermogen, waaraan hunne Provincie, even als aile do andere, hunne Beiluiten in handen fielt, en waarby geenszins een enkele ordre of bevel van een voor zyne Ambtsbedieningen betaald wordende Groot-Amptenaar van Staat, den minften tegenfpraak mag doen geldén3 hoe zeer hy zulks thans ook, op de allerönwettigfte wyze, moog' zoeken }j Neen, braave Vaderlanders! Neen! Verbeeldt U toch niet, • dat een'kaam-Prins van Oranje, een Heer over de Souvereine Magt, 3' die gy zelf bezit en alleen aan uwe Vertegenwoordigers in handen " hebt betrouwd, om ze voor ü te handhaaven ; — Verbceldt'U in Gods naam niet, dat een kwalykberaaden Staatsdienaar uw Opperhoofd is, " of ooit wettig kan weezen: ■— Hy is door TJ aangefteld, door U worde" ' Hy betaald; zyn Hèerschzucht ryst naar maate dat uw Geluk dank,., * naar maate dat uw Welvaart vermindert. Hykost U's Jaarlyks Milli" oenen. Een groot gedeelte van uw zweet en bloed verfmclt onder hem en *' zvne Hovelingen, waaronder men Landverraaders heeft leeren kennen ; " waaronder men uitgemerkte Schurken ontdekt heeft, van welke de mee" ften onkundige, bederflyke Vreemdelingen zyn, of'Slaafiche Vleiers S' door Eigenbaat bezield, die boven de Braaven aan dit weelderig Hof, " als zich in Wellusten op uwe kosten, ömyneLandgenooten! baadende, vermaaklyk leeven , en fteeds nieuwe Vermaaken begeeren, ter vertee" ring der Voortbrcngfelen van uwen Koophandel — van de Wmften' " uwer Winkelwaaren — van deVoordeelen uwer Ambachtsöéfeningen — " van de Vruchten uwer Ploegingen, Zaaijingen, Maaijingen, Vee-wei^** dineren, en, 't geen alles is, van alle uwe Verrichtingen." " Louw. Het is 'er wel zo mede gelegen, Vrind! Maar veelen wtlicn 1 dit niet eelooven , of uit Onkunde, of uit Zelf belang, of uit voonnge-* noomenheid door een verkeerd Oordeel. - De verderflyke Oabaal bé-wect ondertusfchen Hemel en Aarde, om die verkeerde denkbeelden 1 onder Grooten en Kleenen aanteftooken, en heeft ook haare aaneienlyke Werktuigen by den Stadhouder,.in den Staatsraad, ja zelfs wel m *t Algemeen Stantcn hof zelf; Werktuigen, die te gelyk de Secondes op d n  C 32 ) '■ünrwyzer- des Grootften Amptenaars tekenen, als zy het de Minuten od bot mu». Staats-OrJogie doen; h erdoor verderflyke Intomen zynTe, die ééM Zuk moest fchikken, om m de tweede geene verbyftering te maaken , Xre ls; Zu ks ware niet meur dan recht en wettig. .Die recht Deutrdzaam h, zal er noott toe overgaan om God en den Mammon re gelyk e dienen Onze Phgten lyden geen voor en tegen; zy moeten de Zaak hun aanbeSlra beïracS" cn wil men ze aan eene tegengeftelde Zaak hechten, dan veranderen ze in Mis faa' den, of liever de Misdaaden verbannen de Pligten: —.-En zó ill^^LJMls , " in ons Land «M Zy fchynen wel voorde Volkszaal t°y ere a^eTd'n" maar zy druipen af als Bloohartigen, en kruipen in't Stof voor ee^ Heerschzüchd' gen Staats-Vazal wiens trotschheid zy behoorden te verfmaaden, j" met IfervS??" als braave Vaderlanders, te b.paalen, ja ten fterkfie te verhinderen, a] Se her' flechts om met als eer- en eedvergeetene Trouwloozen dp<»l t* Lh£L ^ l et én onder den Vloek des Achtbaaren VrtksZte^J^h^^ aan den fchyn, krygen de hoogmoedige Tarq,ynen, - dan krygen de dwin|e„gdè hunne Louw. Hiermede ga het zo het wensdilyk ware. Maar indedaad VrinH i n Trouwloozen altoos met list hunne aanflaagen fineeden en aanleggen^ kunnïn de G? trouwen in den Lande nooit 'er tegen oDwerken iiowui vo „n^Jt «unnen ae Oe,el te werk gaan, en de Rede hen veTedt SsSÏdS t?£^dStaf™d^ Wet en hun Pligt hen afvorderen, die genadig door he WeSozeen d? Willekeurige van een Zxb-zelfverheffende Magt weêrfproS hlS met allerlei Hooffche Aanloklykheden, vervormd in d^Uu^fc het grootfte aanzien is, om dat ze zich fraai opgefchikt vertoont, roef bSS? pronkt, en zich doet beminnen om haar galante bekoorlykheden , terwyl mL de naS Waarheid als een nietswaardig Schepfel den ingang van een VoHelykPa™"S *t fomtyds haar met mishandelingen wel gewelddaadig afweert ~ tlZ^l men het een of ander welhaast ai weder in een nieuw zogenaamd rechtvaardieend Gedenk fchnft van den Hoogst-Bezoldigden Staatsminister ontdekken. Althans^k"lees in t ITift. Cour. van deezen dag aldus: is ih- lees ln oe „ Hoe zeer de Prins Erffladhouder tot dus verte niet zeer jrelnktiV Dit duidt gewis een yver voor Oranje.aan. Maar, om dien te fruiten, en ware het mogelyk dien Yveraar ot Yveraaren te ontdekken, die deeze der Hooge Overheid hoonende'misdaad 's-nachts tusfchen den 24 en 25 February jongstleden gepleegd hehben, is door de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Riaden op den laatstgemelden dag reeds gearresteerd en daags daaraan gedaan affigeeren eene Publicatie, waarby eene Piïemie van 100 Gouden Ryders beloofd wordt, aan hem die den Daad'er of Daaders van dat fait en verfoeilyken indragt tegen de Hooge Souverainiteit van Hun Ed. Gr. Mog. zal weeten te ontdekken; beloovende daarenboven aan den Medehelper volkomen impuniteit of bevryding van alle ftraffon, (jndien hy niet de voornatme Aanlegger geweest is) welke hy met betrekking tot voorfchreeven faiten verdiend heeft, wanneer hy zyne Medepligtigen aangeeft,. Krelis. 't Is oabegryplyk dat een woelende Cabaal, niets dan oproerige beweegingen zoekende, tegen het welzyn van het Vaderland aan, nog geduurige bewyzen van haare verderflyke poogingen nlyft geeven , daar zy zo blykbaar haare wanbedryven ziet en kent! Is het met een moedwillige toeleg, die zy fmaedt om alles wat den waaren Vaderlander dierbaar is, te vernielen; daar zy 's Lands Rust tracht te verllooren ten gevalle» van een' Staatsdienaar, om hem een onwettig gezag te doen toekennen boven de wettige Souvereiniteit en Hooge Overheid van den Lande? — Is het geen gruwelyk verraad tegen de Wetten, Rechten en Vryheden van Land en Volk, dat de Hoofden deezer Cabaal Landzaaten tegen Landzaaten, Burgeren tegen Burge'ren ophitfen, Tweefpalt en Optoer ftooken ? — 's Lands Schatten ook wel daartoe, gelyk niet onwaarfchynlyk is, door omkoopingen kunnen misbruikt hebben,. althans wel Bronnen daartoe hebben weeten te vinden, met bevoordeeling ook van zieh-zelven?— En zouden deezs. misdaaden ongeftraft blyven?— Hardnekkig evenwel fchynen te zyn die doemwaardige Vcrraaders, die zelfs het Hoofd der Uitvoerende Magt misleiden, raaden en' aanzetten tot onbillyke uitöifeningen van Zaaken die buitei zyn Ampten zyn, en zelfs zo verre gaan, dat zy naar de verklaaring der Wetten, zo al geen ftraf, ten minfte een geflreng verbod uit krachte van 't Majeftucufe Vermogen der Gebiedende Overheid verdienen. Louw. Niets kan dan beter zyn om-onder het Volk de rust te bewaaren en de Eendragt tot volkomenheid aan te kweeken, dan de Verftöorers detzelven ten geftrengfte te (Iriffen. — Mogt men maar eenmaal zyn-vermoeden gegrond vinden op onlochenbaare bewyzen des fnooden handels dier Verraaderlyke Land- en Volksbedervers, die,om dat'ze zich in gruweldaaden gewikkeld hebben, als Wolven in 't Schaapsvel wandelen, in 't Duister loeren, en in alles arglistig en bedrieglyk te werk gaan om, uit vervloekte Baatzucht en Hoogmoed, het Heil, de Vryheid, de Welvaart van't geheel Gemeenebest, aan hunne heifche oogmerken opteofferen! — Mogt men d.n eens recht die Vcrraaders kennen; de Bronnen der Landplaag waren fpoedig geftopt: De .Verdervende Hand wierd door het Recht van 't Zwaard geftraft en afgehouwen. Krelis. Laaten wy vertrouwen, Vrind! dat de Groote en Rechtvaardige Rechter van Hemel en Aarde, mogelyk eerder dan men denkt, hiertoe zelf zyn Alvermogen ail toonen. De Onrechtvaardige Magt, die de Verdervende Hand beftiert, is reeds aan het verzwakken; haare zenuwen verflappen al meer en meer, en fpoedig zal zy haar. Moordgeweer, fchoon op. den mek der Vryheid gefcherpt-, om deeze-van agt^ren te treffen en het dierbaar Hoofd van het wakker Ligchaam te fcheiden, haar ontvallen, en op de K'oppen van haar Gebroed^zelfs ter neder koomerr, Djh zal de- E 2 Stugs»  „ , . (3ö) Staats-Anpteaaar zien, — «et fchaamte zal hy het dan zien, — ep welke Mor,. fters hy zyn vertrouwen gefteld had. Dan zal zo we! hét ii;t V u on* -Geweld voor Recht van den gaapenden W^^^w^ „ Gy dan, 6 Mede-Vaderlander! „ Wie ge ook moogt zyn, zweer aan geen Stander, „ Dan die van Vryheid uwe Trouw: „ Neem moedig Wapens in de handen', „ Ten fchrik van wreevle Dwingelanden, « VVyl geen Oranje u redden zou. n Zoude U een Oproertéken ftreelen ? — „ Zoudt ge ooir, als Landverraader, deelen „ In 't fclienden van 's Lands Hoog Gezag'—* „ Uw Majefteit, ó Landgenooten! „ In uwen Boezem zelf doorftooten? „ Natuur!... weer zulk een wreed gedrag! „ Verbindt u faam, getrouw en teder, „ En wenkt de lieflyke Eendragt neder, „ Met blank Geweer, op Vryheids-fchild • „ Zo fchuilt geen Tweedragt onder leuzen,' „ Om 't vrye Staatsgebouw te kneuzen, „ Daar Heerschzucht trotsch haar kracht op fpilt. „ Gy die nog al verkeerd biyft dwaalen, „ Blyft in uw Piigt niet langer faalen; „ Denkt om uw Eed aan Stad en Staaf. „ Zoudt ge ooit een Dienaar hulde zweeren, „ En door een Oproerkleur hem eeren, „ Of zoudt gy 't doen uit Eigenbaat ? „ Neen! wel kan die de Dryfveer roeren, -„ Om u ais raadren aantevoeren; „ Maar zyt 'er ftram voor, en gevoelt, »> Dat ge uw vernieling zult bewerken, „ Wilt ge op het waare nut niet merken, „ Dat Vryheid — Eendragt — Deugd bedoelt. Dit roit -zo uit de gedachten, Vrind! Ik zou 'er meer van kunnen maaken t^AVêi. plaats *n tyd het toeliet. en maaicen» '"dien Louw. 't Is al genoeg, Vrind Krelis! Vaarwel en flaap gerust Diewïtje WCnSCh jC Ze'fde' Wind L0UWeriS' Wel t,huis en ^ groetenis aaa Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUSvan EG MO NTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  KRELIS en LOUW. N°. iö. 8 Maart 1785. Krelis. Tk wensch }è eeri göeden Avond, Louw-Broêr! Is 't met de 1 Gezondheid nog in regel ? Louw. Ter deeg, Vrind Krelis X Hebt gy 't 'er ook naar behoorea Krelis. Al regt uit wél. — Wat Nieuws is 'cr ? Verhaal frïe ma-a* WLouw?Ul|fweet van geen Nieuws, dan dat de Eer/te Staatsdienaar zer Republiek van daag jaarig is; en dat 'er, vooral in den Haag, Van weés de Regeering goede voorzorgen genomen zyn tegen de zogenaamd* Vreu^debedryven, door het Gemeen, ter vieringe van' deezen dag? die immers ons zulk eene heuglyke Gebeurtenis niet aantoont dat men 'er z<» aitfpoorig vrolyk over zou moeten zyn, als een groote menigte van t vooringenoomen en onkundig Gemeen, dikwils opgeftookt en omgekogt óm onder fchyn van een Verjaarfeestviering eens Grooten Onderdaan» van 's Lands Souvereiniteit, in wien men niets uitmuntends dan zyne hoog-* Geboorte, niets voortreftyks dan zyne Ampten, en mets verdienftelyks dan de Luister van zyn Huis Vindt. Om welke hoedanigheden toch zal toen dan 's Jaarlyks den Geboortedag van Zyn Hoogheid vieren zien', zoalgemeen als fommigen maar wilden, in een Land daar men geen Meefier ineen Bezoldigde Staats- en Volksdienaar kent? Krelis. Ik weet 'er geen reden voor. — Immers Onderdaken vaft é-ene Monarchale Regeering vieren' nooit algemeen' een Verjaardag van hunnen Koning of Vorst; dat vindt alleen plaats by de Geboorte van een Prins of Prinfes, maar zulks wordt nimmer van Jaar tot Jaar herhaald: met een Feest ten Hove doet men dien Gedenkdag af, 't Volk weec naauwlyks dat hun Monarch, of iemand van zyn Huis jaarig is. — 't Is dan uitermaaten dwaas dat men een af hanglyke' Staatsdienaar in een vry Land door een onaf hanglyk Volk 's Jaarlyks G^oottekroonen zou viegten en tekens van Linten of Papier, die met de kleur van zyn Naanigév<^d zvn y aan het Hoofd of Lyf als fieraad'en ter zyner eere draagen. — W- 'rh met die mislykmaakende Verwe! - Wech met dVe Vodden !' T oup Medailles zyn evenwel geen Vodden , en, zyn het Gouden , vooral geen reden van aandrang — In de evengenoemde Courant volgt ?fJSnp ik u verder zal voorleezen, aldus: Ook verzekerd men, dat op den zz February het geene "■ " Fiscaal Liiikm de crimineele eitchen tegens vier of vyr Gevangenen aart jongstleden, ^J^tM^^V^*^' 5 w Amltcrdam in S!rSdtaSrar^^a%^Sg. dén z, February naarWxda» begeeven heeft, en da College ïesue uc , afdoening dier Zaak vertraagd wordt. ^^V^'^i"'^^ d'e fP°edige "Woenfng yeréUchen, vinde ik iets zonderlings; °pU*;,- 7>«"mUfchien : En zulks is in veele Zaaken nood.g. .... Kr.llf Maar niet in alle Zaaken, Vrind'. Htt langham haasten koomt ,u,st met,altoos te Krelis. m«: fj ^ d;u hej ^„^^ V00Ideel kan geeven; maar veel eer dat het pas. —" ,«- fa^ " , , _ Wat j,e„t gy 'cr van, Vrind Louwens S —— Ik verzoek 11 ten doorgaans tot• ''"deel "tcKt- niet de kw;ladc Zaak in acht te neemen '. Hoe zou men deezen opzigte de goedeen_op ^/( ^ vtrd ,, t m— „„ met kunnen uitroken i Aderen tyd te pa, brengen. — Fn^'^rwy^on^VaartndfX'Steden eens met ons begrip doorwandelden , zouden wy 'er, gelyk Indien wy 'cteden , meer dan eenen Ligenwtlligen , en mogelyk wel Tirannen van Anftoteles ,«, def"*™*™™' ™n de n akoiiieiiiiglchap , die wy met alle onze Tydgenoo.en ™e«™ defmoc" ,'er "gen werken, en wel voo.zigtig zyn dat men den kleenen Dwingelan- zyn , mogen en moeten ei « jleUL Toen de Tiran Tar^uimus uit dC" Eerften Brufus in den Roomfchen Raad: Welle eene Re- Rome verdreeva. -™>™*g£ , En zvn antw00Id was, da, het allergrootjle b.b,uH der Vry- geertngswyze hy voor M oesic n Ungduurig -maren. Een bepaaling van J^S d^> in ééif uur/kan een verkeerd begrip alle, bé- d™";, De Deu°d beftaat ook geenszins in de Geboorte, of in meer Kundigheden van een of j m h " Ik durf zelfs zeggen, en 'er zyn bewyzen genoeg van voor handen, dat men ander Mensen. ,oekt.n ,„ uitgebreide Vernuften, die dikwils een misbruik van hunne Be- haar niet« Z0°m dezelve wetteloos aan hunne grootheid e^ belangen op te offeren. — kwaamheden maaken om « M/ men de Eerampttn benyien in z,Me Men- fehen, welker n*ff «'«^ . tt u ncodzaaklyk dit Werk te hebben ter vcilkhticge det ven .te M.ddelbuig by ) J_J^ v/rJel va„ htt dagelykiche Nieuws. ^ff'W^ tan dFörehooflykeyen tevens oproerige diiften van de Oranje-Naamkleurklanten i Me welke onnozele beuzelingen tracht men het laag Gemeen niet aftrekken tot ongehootzaanvMet wtine o " . pevalle van een Prins, die men met Oianjerekens traent te eeten om heid aan ckn Souvere n , ten ge Pliftsdom voert! Maar, 6 '. die kj*»r van Z,nen ^ TZ^^^oo:\^M^ te wege. -~ Pu* is het gefield mi veelen  ( 4° ) die Kunne liefnebbety betienrea «uilen. Verfcheiden gevalletjes vindt men 'et in cfc Nieuwscao!*. len van gemeld. Onder anderen ook dit uit den Haag, in de genoemde Courant eeulaatst- Een zeker Man, Siert genaamd, houdende een Commenys- Winkel, m de Breélhaar 'fc, J, C«-, alhier, vondt goed, o«i de Waaren die hy verkogt, Coffy , Thee ent. in Oranje Papieren iak es of Peperhuisjes re doen, dezelven voor zyne Glazen te hangen, en voorts zv. ean.lche» Wmkel ryklvk met Oran,e Papier te verfierc». Dh gaf terftond veel opz.ei.s, en iéder Weldenke. de «as beducht voor de gevolgen dewyl dit juist gepraadeeid wieid in een det Volkrvkft* Buurten deezer Plaats, alwaar zeer veel gemeen Volk woont. Dan tegen den middag wierd roclde Commenys-Man dooi den Ondeifchout naar net Stadhuis gebragt. Onderweeontmoet hem een Medelaars Knecht, 4. *** genaamd; dee,e fprak eers? den^Commenys Man en, et! volgens dc Schout op eene zeei toperunente wyze aan; waarop hy door den Schout een klap o™ de ooien zoude gekrecgen hebben, dan toer., zo men verhaald, het Mes trekkende, wierd hv dadehk aoor de Dienders gevat, en geboeid wechgebragt. Sedert is 'er ook nos een Jonnen ,7t gemelde Buurt, opgebragt. Men verttoowd dat dit iiopresfie op onrustige Gemoederen zal m»* ken, en hen beletten om verdei eenige tustveiftoorende poogingen in 't werk te ftellen Is h« tntusfcnei. met ongelukkig, en kart het Zyne Doorl Hoogt. , wanneet hy dit bedaardelyk nazaat wel tot eenig vergenoegen ftrekken , dat een Dag, die weleer met algemeeneblydlchap wierd doÓ£! gehrag', tluns door ledei btaaf en weldenkend ingezeten alnier met fchiik te gemoet s. zien word. God geeve, dat alle Inwoondeteu van s Hage, zonder onierfchcid, hunne waare belaneen te»«J begiypcn mogen; om eenige de minfte aanleiding te geeve», dat lomtyds de Hoooe Veraadr,;» ge» »M hier «it naar elders verlegd wieiden , gelyk ongetwyfeld gebeuren zoude, zo dia 'er £ minfte onordemclykheden hier gepleegd wieiden: en wat zoude 'ei dan van den Haas worde»! Waarvan mocte» toch de meelt e ln wooners hun beftaan hebben, dan van de Hooae Collcaién ,» «I t geen daartoe betrekking heeft i Men neeme deezen weg, en niets blytt den Hatenaa Jn «„. Negotie is hier nier, en de Hofhouding van Zyne Doorl, Hoog*. , z0 d.e in dit geval hie,z07£ kunnen geviaugd blyven, is met toereikend om het verlies dat zy zouden lydtn te vf7*o,£„ Welk eene Eer in tegendeel voot ons, wanneet, midden in alle oproerde beweeeiWn du verfcheidene Plaatfen bHpeurd wotden, 's Lands Vaderen , die dooi alle hunne veiriolftinpi-, . ? nen, dat hun de Welvaart en het weezenlyk Belang ter harte gaat, redenen rullen hebben om SS, te be.oemen over het gedrag der Haagfchc Inwooneis! Ja zelfs zullen wy den Vo.st wiens n? T« men thans misbruikt, om, «ne het mogelyk, een algemeenen Opftand te verwekken een ««ï beieren dienst doet., dan zulken , die zich zyne Vrienden noemen, maar d.e in de daad door »lfi hunne bcdryven den Prins, tot een voorwerp van verachting zullen maaken. God eeeve d Jdt •ogen van Zyne Doorl. Hoogh toch eenmaal opengaan , en hy zyn waare belangen eens Vecht «.nen moge! Gebeurt dit, gelyk ieder weldenkend Nede».„det wenscht, dan zal hv. zei "e zun<, die zich, thans als ftille en vteedzaarae Buigcis. en Ingezetene» gedraagen, met zyne ac'itin» «eren. en in tegendeel die geenen, die zich laaten gebruiken om- Oproei aan te rechren LT' gelegenheid ti geeven dat het Bloed hunner Medeburgere» geplengd woide, met rerachtrai e« «r* giryzeo belctieuwen. ""^«h ai- Krelis. Zyn dit geen raare gevalletjes, Vrind? Louw. ]a: Maai zyn het ook geen tnoode voorneemens, totrerfoeilyke aansettngenterOproefi-ichtiiigen ; en dat tet flaaffchet uitmung recht verfcbaft'' door wapenen en dolk! Wee iedren dwingeland'. — Het bloed, dat dan zal Jtroomen, Zal, fchoon Hy werd gejlagt, nog op zyn fchedel koorn en. Of is de zaak van 't volk, 't belang der menschlykheié, Van geen gewigt in 't oog der oppermajesteit? Louw. God echter verhindere zulks, en beezeme den Staatsdienaar andere en betere denkbeelden in: „, . „ . ,, Zo eer' by 't waare Recht der Majefeit alleen, Dat in den boezem woont en heerscht van 't Algemeen — " Van 't Ondfbanglyk Volk: — Zo blyv' hem niet verhoolcn De Wraak van God, die 't kwaad natreedt op wollen zooien : " of, fiddert Heerschzuebt nog voor haaren blikfem niet; ' Zy bezig' dan haar magt, door eeuwig belsch verdriet. ,, Dood, fchiet uw fchigten Jlomp op waardige Bataaven! „ En treft gy hen — welaan! geen Vryën maakt gy Slaaven. 't Is zoet te fterven voor het dierbaar Vaderland. ' Een Vryman vdlP! — maar met de wapens in de band." Krelis Al weêr een rympje, zo als uw Geest 'er mede invalt. — Maar het is toch zo, en niet anders: — Die driften overvallen my ook wel eens. ■— Dm, Louweris' zou men evenwel niet beeven op het indenken van 't gevaar dat ons omringt zo wél van buiten als van binnen? — Wat zyn de Eifchen des Keizers (indien zedezelfde zyn als men ze opgeeft) "niet verbuazend groot cn gewigtig! en zou men een vrvcebooren Nederlander kunnen zyn, zonder den uitenten penning en laatllen druppel bloeds te fpaaren, of liever goed en leven opteofieren , eêr dan zulke alleronrechtvaardistte, trotfche en dwangzuchtige eifchen intewilhgen, om ons zelven, ons Land, onze Nakomelingfchap voor eeuwig ongelukkig te maaken ?— Neen, Vrind! Liever alles opgezet om zich ten uiterften te verdédigen. — Doch ik kan my van s Keizers geaardheid die onrechtvaardige Eifchen niet verbeelden waar te zyn: En op welk een grond van recht zouden zy toch fteufien ? Men geeft ze op te keftain: 1. In het afzenden van twee Heeren naar Weenen. 2. Het verleggen der Vredes-Negotiatiën nasr Parys. . 3. De Souvereiniteit van de Schelde tot aan Saaftingen, en voorts de vrye Negatie en Commercie. . 4. Zestien Millioïnen Ilollandsch voor zyn recht op Maaltrigt. s. De aflhnd van het Graaffehap Vroenshove en het Land van Overmase. 6. Het flegten van de Forten Ff.e^iik Hendrik ea Kruiifehajjs, Fa 2'  ( 44 ) 1 ■ y De overgave van Lillo en Lief kenshoek. t. Het doen ophouden der gemaakte Inuadatiën en het in handen des Keizers ftellen van A* Sluizen in Vlaanderen en aan de Maas, ten einde zulke Inuadatiën niet meet zouden kanen gemaakt worden. a 9. De Grensicheidingen van is«4 en de Arrangementen daarover, veoi zo vette 'et eenira twyfelingen omtrent mogte plaats hebben. «nijs ïo. De Geldëisfchen wederzydsch gecompenfeerd, uitgenomen die van eenige Oostenrvkfche Particulieren, die de Republiek moet betaalen, gelyk ook de fchaden doot de InuV/datië» veroorzaakt. »«"«u««i ■ Wic, lk,an' ni zfulkl enorme Eifchen van een tot geen van alle getechtigden Monarch, nog ee« , oogenblik in twyfel ftaan, of men moet ze ontzeggen van den eerften tot den laatften toe Maat wie kan er geloof aan liaan? Geld, Geld alleen kan waar zyn, dat de EifcheTdH Keizers kan afdoen. Maar waar voor zouden wy dat ook al geeven. —1- Is de Kri,,, AUdas J Dit immers a het niet dat ons bekommerd behoefd te maaken ! Geenszins' — Hy >s het tegenbeeld van dien Frygiaanfchen Koning. , Maar is hy geen Midas, hy zal misfehien een Alexander willen zyn .= Ai neen! Joieph de Tweede is geen va^herde -LI r^, ten wy voor t overige maar wenfchen en vertrouwen, dat de Vrye sFaaten .geene vérnederineof vernietiging van t waare welzyn en bezit der Natie op eenige onbehoorlyke vérgingen gedooeen zullen , maar het techt der Repub.iek veel eêr met de Wapenen verdedigen, onder defbyftltó des Allerhoogften en onze getrouwe Hulpgenooten. " "juano Louw ZeUerlyk zal men ter vermyding van den Oorlog wel overhellen, om in deeze neteliee Tydsomftandigheden iets in te fchikkenj maar te veel moet niets gelden Liever dan ? vechten en de beflisfching van 't gefchil aan >t Lot der Wapenen overte laaten U n"& zou ik ooideelen moeten wy volftrekt doen, en het zal der Natie, al moet zy bukken, tot eere ftrekken. Men beproeve het! God ,s rechtvaardiger als de Keizer, laaten zyneOnaerdaan« hem geeven wat hem toebehoort, zy zyn 't hem Ichuldig: Maar laaten wy Gode geeven waf G« des is. Wy zyn geene Ondcrdaanea dan van Hem alleen, en hebben het Recht aan onzLvde- — Hy trekke dan voor en met ons Heit ,en fttyde, Hy zy Verwinnaar en doe ons ™e°vfnne• ~ Maar, nog rets anders, ik lees uit Zutphen van Vreugdebedryven i en fchoon 'er in ï*l^,t«-j Oranje-Gekken zyn, heb ik ook uit de Nieuwspapieren^^ 'datXgeeTtónde"erb^t d gefnor van het zelfde foort in Zeeland en wel te Middelburg huisvest. ó Man' «t h£fc men daar de Prins|esdag van den ü Maart gevierd! Ten honderden uit! ' Krelis. Is 't waar i Louw. Ja, Vrind Krelis! Ik kan het je alles zo niet zeggen. Lees de Kranten maar na. Krelis. De Hasfelaars, is my gezegd door zekeren Reiziger, die 's morgens na den s Maan van diar vertrok, hebben het almede dol genoeg gemaakt. Hy verhaalt my dat het huis daar hyfliep van 't fchieten met Kanon dreunde met zyn Eedftede en alles, terwyl hy een uitermaateWest ?efchreeuw van buiten hoorde, zo dat hy den geheelen nacht niet heeft kunnen flaapen , hc* gaarne hy ook rusten w.lde vervloekende intusfehen die Oranjevreugd en al de Bedryvers 'er van Het luiden der Klokken had hem reeds den verloopen dag al verveeld j en hy dacht dat zo de ïtf geer.ng van dat Steed,e maar volgens haaren pligt had gehandeld, die dwaasheid w'el beteugeld zou zyn geworden, dewyl de meesten der aanz.enlykfte Burgers 'er niet voor zyn, fchoon ze over 't algemeen ook niet tot de Wapening met het klein Geweer genegen zvn Maar een LZtt van Keizeilyke Benden vrcezende, tonnen zy zich alle bereid of, de'behTddin^ Q et Kanoa te leeren ; zeggende, dat Haslelt alleen daardoor zrch moer verdédigen en behouden Maar voe gen zy er by, mi lammer, dat wy niet genoeg van Kanon voorzien zyn, anders zou ieder Burger of Konftapel of Kanonnier weezen, en er zou geen een enkele Keizerlyke Husfaar op de» Dyk durven verlchynen, zo verre als htm gez.gt maar kon bereiken, of zy zouden 'er hem een twee, drie met paard en al zo precies afblaazen of hy 'er van zyn Leven niet op geweest was ~ Zo net/chieten de Haslelaars met Kanon. — Zy zullen om meer verzoeken, wint zy hebb'eu-'et te weinig van zeggen ze, en ik geloof ook, dat het hun in tyd van nood, volgens hetgetui» n s van myn Vrind van den noodigften dienst zou zyn. Voor het overige zyn zy van Kruid ca Ka. gels zo zy zeiden wel voorzien ; en dus als zy manr Gefchnt genoeg hadden, zouden zyhetby ongelegenheid wel klaaren. De Boeren daarom heen, vertelde my die Vrind .oefenden zich redelyk wel m den Wapenhandel. De Affnyd.ngen, Sluizen en Werken van de Grebbe tot aan de Bourtange toe, werden, gelyk hy verftaan had , ook alle in goeden ftaat gefteld. — hv had nergens grooter. hekel aan gehad, dan aan het verontrustend geluid van het Prinsjes-Jaardags- Louw Wel dat geloof ik. Ik zou dat onaangenaam Muziek ook wel vetwenscht hebben naax wel te L°s°ten.S " * "~ *' gin°'S Vaarwel> V'ind ! Ik 8 ^ Krelis. Ik zeg je dank , Louweris! Insgelyks: Welt'huis en de gioetenis aan Diewer.je. fetokt by de Ext. d» W.d l^Tï^iö^ op "d^lCe^ïï^cifttaa,, t, Amne^  KRELIS e n L O Ü V. n°. 12. 22 Maart 1785. Krelis. A ls naar gewoonte, goeden Avond, Vrind Louweris! Ij^S; J\ nog wel met de Gezondheid ? L'ouw. Redelyk frisch, Krelis! Hoe hebt gy 't 'er meê? Krelis. Al mede nog wel, Louweris! — Wat zeggen de Nieuwspapieren, Vrind? xrr Louw. Te veel om het na te zeggen. — Wegens den Oorlog ot eea Vergelyk met den Keizer blyft men nog in 't onzekere. Men meent echter op geen Vrede te mogen ftaat maaken, zo lang de Duitfche Ryksmonarch by zyne Eifchen blyft. — Ondertusfchen meent men haast zekerer berichten deswege te zullen openbaar vinden. —■ Zo ik lees is het Traftaat van Alliantie tusfchen Frankryk en de Republiek op 't punt vaa geteekend te worden. — Ook is de Graaf de Maillebois laatstleden Zondag avond in den Haag aangekomen, en heeft zyn intrek in 't Logement het Keizershof genomen. — Voorgaanden Vrydag hebben ook yyr Boeren van Benthuizen, wegens hunne aldaar gepleegde Oproerigheid tegea 't verbod des Souvereins, volgens Sententie van Heeren Gecommitteerde Raaden hunne ftraf ontvangen:'Drie zyn 'er Gegeesfeld, met het Opfchrift OPROERMAAKER boven het hoofd, en twee hebben te pronken geftaan; van de drie eerfte zyn 'er twee voor zes Jaaren en eea voor vier Jaaren ingebannen, en dan voor altoos uitgebannen. — OoK is de demisfie van den Secretaris van Hees welzeker; doch men weet nog niet welk een waardiger Voorwerp dit gewigtig Ampt zal wordea aanbetrouwd. _ ,' „„: ' , . , j k Krelis Wat den Oorlog betreft, Vrind! Ik zou ook eêr gelooven, dat men genoodzaakt zal zyn 'er toe over te moeten gaan, eêr dan dat wy «uilen kunnen berusten in een Vrede , naar de voorwaardelyke Bedingen des Keizers, als veel te onbillyk en al te onaanneemlyk voor een vry Volk. — Van het Alliantie-Traclaat met Fraukryk heeft men reden coede gevolgen te wachten. Men zal 'er best over kunnen oordeelea wanneer men den inhoud 'er van moge raadpleegen. — Mfetde aankoomsc van den Graaf de Maillebois mogen wy de Natie geluk wenfchen, in hoope dat ze in het gedrag zyner Excellentie die hoedanigheden zullen vmdea die een Krygsoverften by Soldaat en Burger bemind en beroemd maaken, en dat zyn Krygsgeluk het geluk des Volks bevordere. - De ftraf welke de Benthuizer Boeren ontvangen hebben, hoop ik datanderen van dergel vke wandaaden zal affchrikken. — Ik heb ook in eenige Nieuwspapieren gezien , dat het Stadhouderlyk Huisgezin, geduurende de Executie aan die Muitemaakers, zyn verblyf op 't Huis in 't Bosch gehoudea heeft, en na het eindigen derzeive weder in deszelfs gewoon kwartier te rug kwam. — Of dit iets ongewoons is en eenige aanmerking verdient 4 mia als fiy- Ondertusfchen vind ik alraeie gemeld , F 3  ( 4* > éat 'er nog twee Rhynsburger Muiters op de GevangêH-Foftft zitte», ■en dat 's daags na de Executie de Ed. Mog. Heeren Commisfarisfen, uit het Collede der Gecommitteerde Raaden tot onderzoek der Oproeren, 'met den Heer Fiscaal Luiken naar Rhynsburg vertrokken zyn, om naar de ongeregeldheden , onlangs aldaar over de Wapening gepleegd, onderzoek te doen, volgende den Drost, die, verzeld van Dienders, een halfuur te vooren met een Wagentje derwaards gereeden was: Waarom het waarfchynlyk geacht werd dat deezen nog met andere Gevangenen •zouden te rug komen. Krelis. Gelyke Misdaaden , gelyke Straften, Vrind! Wenfckelyk ware het maar dat ook de heimelyke Raderen, die zich om den Spil van Volk- en Rustverftooring wentelen, ontdekt en geftraft wierden, ja wel allerzwaarst, gelyk zy verdienden. Louw. Ik geloof dat het vruchteloos gewenscht is zulks te zien gefeeuren. De Wetten worden door zekeren, ouden Griekfchen Wysgees by de Spinnewebben vergeleeken, in welken de kleine Infecten blyven hangen, ten prooi je der Spinne, terwyl 'er de groote, met verbreeking derzei ven, doorheen fnorren. En mogt de waarheid tot leugen maaken het zeggen, dat de groote Dieven vry loopen, maar de kleine gehangen wor~ den, het zou tot de krachtigfte overtuiging ftrekken van het Gemeen, dat 'er niets onbillyker was, dan dit het Recht toe te fchryven, waaneer de blyken zeiven fpraken. Krelis. 't Is echter zonderling dat die blyken zo zelden voor 't liche komen. — Men had verwacht, dat zulks gefchied zou .zyn vanwege den verdachten en zyn ontflag bekomen hebbende Secretaris des Raads van Staate, van wien men wel tegenkantingen tegen de goede oogmerken des Souvereins, maar geene verantwoording van zyn Amptsbeftier ziet •jaan den dag gelegd. — Ware in des Ontflagenen plaats eenen Man te vinden, gelyk Hun Ed. Gr. Mog. zodanig'eenen ter vervullinge van deezen post bedoelen, als de nuttig fit Perfoon voor de Republiek, en die het volkomen vertrouwen van de Natie heeft; en had men altoos zulke Mannen tot be.fliering van 's Lands Kasfe gehad?. Hoe zou 't aanwasfend Juk ontwasfen met de jaaren ? Wat wordt 'er nu gefpild? wat zou men dan befpaaren? Men had, in tyd van nood, een Schatkist zonder tal. Maar nu is 't Muizevreugd: de Kat zit in de val. Zo- fprak Vondel reeds ten zynen tyde; onze Tydgenooten denken veelal op dezelfde wyze; en wien is het onbewust dat het Volk doorgaans in 't algemeen opening der Generaliteits Kasfe begeert, om dat deszelfs billyke twyfeling aan 't welbeftieren derzelve zich op gronden van blykbaare vérönachtzaamheid gevestigd vindt. Louw. Wat oordeelt gy toch van de verdervende woelingen te Utrecht? Zou men de fchuld 'er van den Geconftitueerden wel kunnen toefchryven., gelyk veelen dit zo geredelyk doen. — Ik kan wel een drift, evenwel geen onverantwoordelyke drift, aan hunnen kant ontdekken; en deeze drift —• iRie. zyn ze, die dezelye, door aa^ikidinge 'er toe te geeven, veroorzaakt hes-  C 47 ) hebben ? — D§ BeWeegoorznaken daarvan zyn immers bekend. — De Gëconftitueerden kadden een andere handel wyze verwacht, die met het hun te vooren als wettig geoordeeld en vastgefteld recht flrookte: Zy vonden in plaats van deeze eene tegengeftelde behandeling, en daardoor werden zy gedreeven, om op eene dringender wyze, dan zy moesten, op dit recht te blyven ftaan en het te vorderen; de wyze op welke zy dit gedaan hebben, is alleenlyk aan hunnen yver te wyten, en wie betoomt denzelven altoos, wanneer hy het recht aan zyne zyde heeft, daar elk gemagtigd is, om te eifchen dat hem recht gefch ede? , . Krelis. 't Is waar de driften vervoeren dikwils den Mensch ook in de beste Zaaken , die 'er veeltyds door bedorven worde». Gemaatigdheid in alle Zaaken is het het beste middel tot herflel; dan echter 'er moet cordaatheid en doordrang by komen, anderszins vervalt men ligtelyk tot eene flaaffche laagheid, die veeltyds nog fchadeIvker dan een driftig gedrag is, dat altoos, %vanneer men de waarheid 'er door yoo^- ftaat, ven'chooning verdient. De ontwikkeling der Utrechtfche verwarringen zal ons doen zien aan welke zyde deszelfs oorzaaken te vinden zyn, of aan die van de weigerende Raadsperfoonen, of aan die der eifchende Burgeren. Men zou het voor en tegen reeds by aanvang uit de verfcheide ftukken deswege kunnen wikken; en hierin zou de Memorie of Deductie van den Heer Sichterman aan den Raad reeds eenig licht kunnen byzetten, om te onderfcheiden in hoe verre die Heer al of niet tot de openftaande Raadsplaats Czynde dit verfchil tusfchen Raad en Burgerye de geheele trifis geweest) bevoegd was. — 't Is onmogelyk dat wy in onze Samenfpraak alles, wat zich wegens deeze netelige Zaak heeft toegedragen, kunnen verhandelen. Alleenlyk zal ik betreklyk dezelve u eens voorleezen het geene ik vinde onder 't Artikel van Utrecht den 18den Maart. Ter Vergadering der Staaten deezer Provincie is by Heeren Geëligeerden voorgedraagen, en zonderling door het Advies van den Heer de Perponcher geappuieerd, om den Heer Hoofd-Officier en 't Gerecht-te gelasten, naauwkeurig onderzoek te doen, en prompte Juftitie te oefenen; en eene Commisfie uit de Vergadering de Stad aan te bieden, tot herftelling der fcheurrng, en NB. deeze Vergadering by provifie te verleggen op eene andere Plaats. Het voordel van de Heeren Edelen is mede op aanfehryving van Schout en Gerechte uitgekomen, om behoorlyk onderzoek te doen, en zonder aanzien van Perfoonen Juftitie te oefenen, met aanbiedinge van deizelver interceafie en mediatie tot herftel, en by non acceptatie zodanige andere middelen in het werk te (tellen, als tot herftel der goede order zullen oordeelen te bshooren; zynde yan Stads zyde opening gedaan van de in den haare gedecerneerde Commisfie tot wechneeming van alle gereezen ongenoegen , neemende voorts alles over, zo als door Wyk en Montfoort mede gedaan is: Dan hebben Amersfoort en Rhenen zich geconformeerd met de Heeren Geëligeerden en Edelen, nopens de aaufebryving aan Schout en Gerechte, en het overige overgenomen, zynde dus by detwee Leden, ten refpe&e van die aanfehryving, met Amersfoort en Rhenen geconcludeerd; alsmede de Heeren Gedeputeerden tot de verlegging der Vergadering, in geval van vreeze voor eenige ftremming in de Deliberatiën geauthorifeerd. Wy hoopen en vertrouwen dat de Tyd, welke de waarheid ontdekt, ook zal aantoonen, dat 'er geene zo dringende redenen en omftandigheden hebben plaats gehad of als nog plaatfe hebben, dat Heeren Gedeputeerden van die op hun verleendeauthorifatie zullen behoeven gebruik te maaken, of dat Burgers deezer Stad, zich onttrekkende de authoriteit van den Raad, op eenigerleie wyze voor hunnePeiloonen of Huisgezinnen in de omftandigheid of noodzaak zyn geweest, ter hunner voorgewende veiligheid, te imploreeren de immediate protecUe van den Souverein, en alzo den Raad deezer Stad aan te klaagen over iets, waaromtrent niemand van die Burgers, hoe aan». zienlyk en vermogend zy ook mogen zyn, eenige redenen hoe ook zullen kunnen bewyzen gehad te hebben ter onttrekking van het toebetroawd wettig gezag en befner .vVi den. Raad deezer Stad, orn he-tzelve ao ras over ta brengen in handen van hen,,  ( 4* ) -waartoe men het, tot krenkinge van Stads notofr reeèt, federt lange beeft toegelegt» Wy hoopen ook, dat die zelve tyd de waarheiden beoogingen zal ontdekken, van alle het zo zonderlinge dat voor, in en na de verkiezing van den Heer Sichterman onder voornaame Standsperfoonen alhier heeft plaats gehad. - Louw. Men kent den Leeuw gemaklyk uit zyi;en klaauw, Vrind! Het zon my niet verwonderen, indien men de Verdervende Hand niet weder in dit geval ten onvermoeidften, en wel misfehien ten wreedften werkzaam zag worden. Nochthans kon ook wel juist het tegendeel gebeuren, zo dat ze haar eigen Verderf bewerkte; welkeen heil ieder een, dien zich om 's Lands rampen hartelyk gevoelig toont, verpligt is Gode aanhoudend aftefmeeken. Krelis. Dit is aller Vaderlanderen Godsdienflige Pligt; en is God vóór ons, wie kan tegen ons zyn. De uitzigten op grootere en allerdreigendfte onheilen zyn echter naar en aaklig; en nog ligt men in Oorden, daar ket grootfte gevaar wasrfcbynlyk het eerst te duchten is, even als in fluimering, of liever zorgeloos in diepen flaap en als te teeren op zynen droesfem. Geen zorg voor het behoud des Lands fchyiit de Uitvoerende Magt wegens Zeeland ter harte te gaan. Die fchoone Provincie ligt als verwaarloosd, en het Volk acht zich onmagtig om zich-zelf te befchermen. Dit heeft het meer dan eens te kennen gegeeven, en doet het nog; blykens een bericht uit Middelburg van den 14 Maart, hetwelk men in de Hifi. Cour. van heden aldus geplaatst vindt : „ Niettegenftaaade de Oorlog met den Keizer onvermydelyk fchynt, is men hier zo ,gerust, als of men ftellige verzekering had, dat Zyne Majefteit deeze Provincie ongemoeid %»l laaten; zynde 'er in geheel Zeeland niet meer dan 4 Bataillons Troepen, en op zyn best .20 Artilleristen, ea alle de Batteryen ten platten Lande ep ons Eiland gedemonteerd, en buiten alle defenfie. Van het niet fluiten der Slagtboomen, en het ophaalen der Valbruggen voor de Poorten, zo hier als te Veere, willen wy nietfpreeken, -zynde dit mogelyk flechts eene onachtzaamheid of luiheid der Poortiers, die desnoods fpoedig gecorrigeerd kan worden." Loaw. Het is beklaaglyk, Vrind! Zou dan 's Lands Opper-Legervoogd, en Eerfte Edele van Zeeland, voor welke Provincie zyne Torflelyke Voorzaaten altoos het meest geyverd h«bben, geene voorzorgen tot derzelver behoud gebruiken, dat war« indedaad een bl.yk van weinig achting voor zyne getrouwe Zeeuwen ! — Dan men verneemt dat de Burgers, gelyk reeds te Goes gefchied, krachtdaadig by de Magiftraaten zullen aandringen op de Wapening en Zelfverdediging, «n men hoopt dat zy daartoe gewettigd zullen worden, om, ten minften zo veel als mogelyk is, geweld met geweld te keeren. Krelis. Dit is zeer noodig; maar behalven dat 'er tyd toe behoort, is de groore Wapening echter vooraf allernoodzaaklykst. Was 'er geen volftrekt verval in deSterktens die hun tot afweering van den Vyand konden dienen; waren zy met het noodige Gefchut en toebehooren voorzien ; waren de Sluizen en Waterleidingen in behoorly. ken ftaat; waren de Tuig- en Voorraadhuizen van al het noodige gevuld ; waren'er een genoegzaam getal van geregelde en kundige Behandelaars van het Gefchut en Krygsbouwkundigen; w*s 'er een goed aantal van geoefende Krygslieden by , dan hadden de Zeeuwen reden om niet te vreezen; maar daar dit alles ontbreekt; zou men byna moeten onderftellen dat zy zich te veel van zich-zelven en te weinig van eene vyandlyke Magt verbeelden. Men zou echter nog naar grootere gebreken gisfen kunnen, üie de tyd, doch waarfchynlyk te laat, ftaat aan den dag te brengen. Louw. De Tyd baart Roozen, Vrind! De Lente is op het punt om ze voort te teelec. Krelis. Ook niet zonder Doornen, Louweris! *— Maar genoeg al weêr. Vaarwel, Vrind! Leef gezond en Slaap gerust. Louw. Ik wensch 't U mede. Wel f'huis, en de groetenis aan Grietje. %ii J ifl de mee£ts gedee]ten ,n zyn voortgang ge1 As' ™gbest blyft het nog woeden, en in fommigen zelfs des Ltgchaams van_het G»™™^^^^ de Z*k der onwettige aanftelling van een vermeerdert het. Rentmeester der Geestelyke Goederen in de Graaffchap Zot- Ontvanger-Generaal en Ren ™««er «« fien > ^ verderfl k dat het> gelyk ph5H\, d^^Pt eeheelê^ Reg emeTt van'Regeering dier Graaffchap geheel zenuwloos men weet, het geheel e weet, Is die aanftelling by goedkeuring van een ge¬ maakt. ^ evenwel, gelyk men _ Qe pro;esten der Ledea ringe meerderheid der Leden van ae y aUe* nbüly6ksb£ en volftrekt tegen de Wet is. die 'er tegen zyn , doen zien uat aio F deputatie van wegen de Staaten van Thans zie '\in de Nieu«spapie^ q hunne Staatenbodens in den Haag zyn., Gelderland; ^^„isfie by de^Stadhouder hebben afgelegd, en naderhand .er Ver.' welke eerst een c°m ^ " eeweest. Wat deeze Deputatie toch wel den gadering van H. Hoo*-»iot,. „Zortedraagen gehad, en wat zy by de Algemeene Staaten Heer Eerften Minister hebbe v0^eu^ |nde tVzyn dit te mogen gewaar worden, hebbe verricht ? - Ikbeuiig u* ^ & bMreD< Misfchien zyn deeze Heeren Louw. GeduldI, ^reHS ■ F fjm Willem te beduiden dat hy buiten zyn Boekje Gedeputeerden gezonden om rjjae ^ aanftelling te handelen; en men zal ten is gegaan, met al te w'>!e*e";'ë e Gemagtigden der Unie, het oordeel 'er over wildien einde misfehien de «f^nk hierin weinig gepastheid te vinden; en dat het Jen laaten vellen. ■ benandcien naar de Wetten, die volftrekt anders fpree- beter ware de/.*n*J 'eerderheid ten gevalle van eenen onbevoegden Minister, die ken, dan een fl^uW« """fn finaak, door eenen Hem verleidenden Aanhang hunnaar zyn eigen f.^^""^„Totfche Party, die hier de zwakfte is, de Wet doen delt. ^a?r££Souder bekennen, dat hy tegen dezelve gezondigd heeft? — pelden? — Zal d St f^Vafneer een Meesterknecht ondereen Compagniefchap Dit zal hy nooit ooen beoogt, zal hy dan zyn oogmerk wel verzuimen , van Baasen ^.^^J^TL^r, aan de meerderheid te weigeren, die hem om zyne meerde re^»e™°S«* e° jd, 1 Het Naberouw koomt altoos te laat. Dan, daarin bevestigd tegen^de ^nderbeid. ^ ^ ^ > __ Eyen_ men ziet eerst recht wat mer.i ver gemeenfchap met duizenden anderen wel¬ wel mag men niet wech^ tig bezitten. ■ uit tb jui>i u deddeeren? - Ik weet hei: nie - dje D ie wel niet het tegendeel Krelis. Ik ook niet, maar ik i y ere dje dezdve bekleedenf beoogt dat gy 'er ™n fchvm 'e ™; u Tfiê üefden dan dat hem de rbetgdhS1 bzfn"ïmAd2wySzee ognder't oog zullen brengen. - De Tyd zal fpoedig leeren wat'er van worden wif.^eze wette]ooze handelwvze van den Stadhouder SX^Sn?'t^ w| om'z^n/eigen groo.heid ten top te doen  C50 ) ftygen, alle Orden tot zich over te haaien, met oogmerk, om eindelyk Despotiek te gebieden, de Vryheid te bepaalen, en de Achtbaarheid en Luifter van den Bataaffchen naam te krenken. —- Immers de onrechtmaatige flappen, welke die Staatsdienaar doet, kan men aan geene andere gronden toefchryven, fchoon men daarby moet bekennen, dat hy ze nooit uit zich-zelveti doen zoude, indien hy door heerschzucbtige en belangzoekende Land- en Volksbedervers 'er niet toe aangezet wierd. Krelis. Het is ook geheel buiten zyn Ampt, fchoon vcelen zich verkeerdelyk verbeelden, dat de Stadhouder magt heeft boven alle de Souvereinen der'byzondere Provinciën, en boven de Staaten Generaal dus mede Hem heeft, daar hy in 't geheel geen ftem in Staat mag voeren, dan daartoe door een of andere Provincie gemagtigd zynde. — Daar nu, vooral de Duitfchers, zich een verkeerd denkbeeld vormen van een meerder vermogen des Stadhouders als hem aanbedeeld is, hebben de kundige Schry vers van het Hollandsen Hoogduitsch Dagp ,pier in een hunner Bladen het volgende Antwoord aan een veriienjlelyk Staf-Officier van een Monarch in Duitschland medegedeeld HOOGWELGE6ÜÜREN HEER! Juist dezelfde vraagen, welke UEd. ons voorlegt, zyn, meer dan drie weeken geleden, reeds door twee Hollandfche Officieren aan een Lid onzer Sociëteit gedaan, en op uwe verzekering, dat ons antwoord met graagte door het Publiek van Duitschland «ou geleezen worden, neemen Wy de vryheid, hetzelve hier openlyk mede te deelen. Gy vraagt dan, of de Staaten Generaal in 's Hage niet den Souverain der Zeven Provinciën uitmaaken, of de Prins vtn Orange geen Prefident van gemelde Staaten is, en in derzelver Vergadering twee Hemmen heeft? — Dit, zegt gy, is het heerfchend gevoelen der Duitfchers, ten minden van veele Officieren. Het laatfte, inzon¬ derheid, verwonderd ons niet; nog onlangs troffen wy hier een Officier van de Hollandfche Guarde, een braaf Duitsch EJelman, aan, die reeds, fints verfcheidene Jaaren, onzen Staat diende, en evenwel nog dezelfde verkeerde begrippen koefterJe. — Zie hier, hoe het met de Zaak gelegen is. i. De Staaten Generaal in 's Hage maaken in geenen deele den Souveram der Zeven Provinciën uit. 2. De Prins van Orange is in 't geheel geen PrcfiJent in de Vergadering van genoemde Staaten. 3. De Prins heeft niet alleen geen Stem in, maar h ook in 't geheel geen Lid van, die Vergadering, en heeft ook dus geen gewoone zitting in dezelve. Eer wy verder gaan, moeten wy u vooraf zeggen, dat men in ons Land ann de drie zo even aangevoerde Hellingen in 't geheel niet twyfeld. De Erflbdhouder, en alle zyn waare of valfehe Vrienden en Raadgeevers, ftaan hieromtrent in één gevoelen, namenlyk: Dat de Staaten Generaal niet den Souverain uitmaaken, dat de Prins niet hun Prefident is, en noch ftem noch gewoone zitting in derzelver Vergadering heeft. Het is namenlyk dus met de Ziak gelegen. De Heeren Staaten van ieder Provincie zyn de eigenlyke, waare en wettige Souverain van hunne Provincie. Ieder Provincie maakt dus een kleinen Souverainen Staal op ztchzelfs uit, en is in haare Provinciaale Regeering en Beuuur van ieder der zes overigen, zo wel op zichzelven, als by eikanderen genomen befchouwd, ten vollen onafhangelyk. Alleen hebben deeze Zeven Souveraine Provinciën, of Staaten, zich met elkan.'eren tot eene gezamentlyke VerdéJiging vcrbotiden, en wel, om te f.men (onverminderd echter de Souverainiteit van ieder afzonderlyke Provincie) eene Republiek uit te maaken, gemeenfchappelyk over Vrede of Oorlóg, over Lmd- of Zeemagt, over Verbonden of Traétaaren , fchikkingen en inrichtingen te maaken, en befluiten te neemen. Alle zodanige Zaaken noemen wy Unie-Zaaken, of die de Unie betreffen. De Republiek is dus een Souverainen Staat, die uit Zeven, met elkctnderen verbondene, Souverainen te tarnen gefteld is. Om  C 51 > Om nu over de voornoemde Unie-Zaaken des te beter met eikanderen te kunne» raadpleegen en befchikken, en om een aanzienlyk Corps te hebben, 't geen in zekeie verrichtingen, de Unie betreffende, de Zeven Souverainen reprefenteert, en in derzelver naam en op derzelver last, handelt, is juist daartoe de Vergadering der Staar ten Generaal in 's H ge ingevoerd. Deeze Vergadering beftaat eigenlyk uit Afgevaardigden of Gedeputeeruen van den Souverain van ieder Provincie. Wanneer deeze Gedeputeerden met eikanderen vergaderd zyn, reprefenteeren zy, in een zekeren zin, den zevenvouwdlg verbonden Souverain der Republiek, doch kunnen dezelve in 't geheel niets belluiten, dan waartoe zy van hunne Principaalen, dat is van hunne Provinciaale Staaten, Commisüs, Inftruöie en Last hebben. Daar intusfehen de Vergadering der Staaten Generaal, in haar geheel fcefchouwd, de Zeven Souverainen der Republiek, in de Unie-Zaaken reprefenteert, en alle andere Europifche Mogendheden door derzelver Gezanten niet haar handelen, hebben de Zeven Souverainen goedgevonden , dat de Vergadering derzelver Gedeputeerden in 's Hage, oen Titel en het W.pen der Zeven Veréénigde Souverainen zou voeren; bx-ftaanita deeze Titel in die vjn Hoog-Mogenden, de Heeren Staaten Generaal der Veréénigde Nederlanden, en het Wapen in üat van eenen Leeuw, met zeven Pylen. Deeze Titel, Wapen en Rang, hebben waarfchynlyk, gantsch Europa , in het verkeerde denkbeeld g'ebnigt, dat de Vergadering, cie dezelven voert, de Souverain der Republiek moest zyn; daar dezelve noebthans inderdaad niets anders is, dan een Corps Afgevaardigden of Gemagtiguen van Zeven Souverainen, en in deezen zin den zevenvouwd gen^Souverain der Republiek, met opz gt tot de Unie-Zaaken, reprefenteert. De Soaverai.n van ieder Provincie zend ter deezer Vergadering zo veel Afgevaardigden als hy goed vindt. Doorgaans beftaat dezelve uit ruim 50 Petfeonen; decb wordt alle°nlyk Provir.ciaalswyze geftemd, en gevolglyk zyn 'er in deeze Vergadering hechts zeven Stemmen, 's Weeklyks en by beurte prefideert in dezelve één Provincie, dat is een Heer uit de Gedeputeerden van zyn Provincie. De Prefident der Staaten Generaal is dus eigenlyk in rong de hoogfte Perfoon in de Republiek; kunnende men hem in zekeren zin, ais den Prefident van alle de Zeven Souverainen der Republiek aanmerken. De Prins van Orange heeft, noch als Nederlands Edelman, noch als Erfftadhouder, zitting of ftem in dteze Vergaaenrg, en i* in 't geheel geen Lid uerzelve, ten ware dan, dat hy van deezen of geenen Provinciaalen Souverain daartoe gedeputeerd wierd. Gy 'ziet hieruit echter wederom, waaraan men deeze zo algemeene misvatting toe te fchryven hebbe, welke veelen, zelfs hier te Lande, aankweeken. Sints Willem de IV Stadhouder over ieder Provincie wierd, Honden de Zeven Souveraine» toe, dat de Stadhouder in deeze hooge Vergadering verfchynen konde, wanneer hy iets had voortedragen; en vermits de Prins van Orange de rvkfte en a;inzienlykfte Edelman is, vind men ook fteeds in die Vergadering een diftingueerende Stoel met zyn Wapjn; doch dit gefchied enk«l en alleen eershalven; zynde hy, zo als wy gezegd hebDen, wanneer hy op deezen Stoel gezeten is, niet alleen geen Prefident, maar zelfs geen Lid der Vergadering, en heeft in 't geheel geen ftem in dezelve. Wanneer hy in de Vergadering verfchynt, on iets voor te draagen, ftaat 'er altoos in de Notulen van dien dag: „ Is gecompareerd ter Vergadering van Hunne Hoog-Mog. Willem de Vde, Prins van Orange en- Nasfau, Erfftadhouder, &c. &c. &c. en heeft de voigende Propofitie gedaan. Uit dit Formulier blykt wederom ten overvloede, dat Zyne Doorluchtige Hoogheid geen Prefident, ja zelfs geen Lid deezer Vergadering is, en als hy aldaar verfchynt, geen ftem heeft. Wy hoopen hiermede aan Uw verlangen voldaan te hebben. By eene nadere gelelegenheid zullen wy U insgelyks melden, hoe het eigenlyk met de Souveraine Vergadering van iedere afzonderlyke Provincie gelegen is, en in welke betrekking Zyne Ga Door»  C 53 ) Doorluchtige Hoogheid tot dezelven ftaat. Zo veel moeten wy hier echter by voorraad zeggen, dat, alleen in de SouveraiGe Vergadering van Zeeland, Zyne Doorluchtige Hoogheid niet als Erfftadhouder, maar als eerfte Edelman dier Provincie een integreerend Lid derzelve is, en een geheele ftem heeft. Wy hebben de Eer te zyn, enz. Dit Antwoord, het welk ik in de Utrechtfche Courant van den 28 deezer dus vertaald vinde; hoop ik dat ook een menigte onzer nog deezer Staatsregeeringe onkundige Lindgenooten de oogen zal ontlluiten, en hunne verkeerdeMenkbeelden doen verdwynen. Louw. Maar wat hoort men vsn Utrecht? Krelis. Dat het daar alles in diepe rust is , terwyl men 'er nog met grond blyft hoopen, dat de bedankt hebbende Raaden zich zullen laaten overreeden tot het weder aanvaarden van hunne voorige posten. Louw. 't Is te wenfchen, dat zulks gefchieden moge tot volkomen genoegen van het Volk, en wederzyufcbe aflegging van alle driftige eigenzinnigheid. Maar is men nog niet onderricht van des Keizers befluit, het zy tot den Oorlog of tot een Vergelyk, aanneemlyk voor de Republiek, zonder de eer der Natie te krenken? ' Krelis. Men fpreekt nu eens van Oorlog en dim weêr van Vrede. Evenwel gist men op hst eerfte. In de Haarl. Courant van heden, lees ik dit Artikel. Weenen den 16 Maart. Men verzekert, dat de Keizer by zyne laatfte verklaaring zich nog op deeze wyze geuit zou hebben, dat zyne toegeeflykheid tot hiertoe genoegzaam beweezen had, en hy, zo het noodig was, door de bekendmaaking der gehoudene Onderhandelingen, aan gantsch Europa meende te bewyzen, dat hy al wat mooglyk was , gedaan had, om de Zaak in der minne by te leggen , maar nu geen ftap verder terug kon doen, Ook verzocht zyne Majefteit den Koning van Fraikryk, om zulks den Heeren Staaten Generaal emftig voor te ftellen, en dezelven des te meer tot een ernftig Vergelyk over te haaien , wyl hy anders in de noodzaaklykheid gefteld was, om zich.zelf genoegdoening te bezorgen. Voorts kon hv zyne Alierchristelykfte Majefteit zyne verwondering niet verbergen, dat op eenen tyd, in welke zyne vreedzame geneigdheden aan zyne Majefteit overtuigende bekend waren , van de Franfche zyde echter zodanige fchikkingen gemaakt wierden, waarvan men aan deezen kant by zo geftelde omftandigheden het oogmerk niet inzag, en dat de Keizer van de vriendfchap van zynen Heer Broeder hoopte, hieromtrent haast onderrecht te zullen worden" Met dat al verwacht men hier geen Oorlog met de Hollanders, en men denkt dat de Gedeputeerden der Republiek hier in de aanftaande maand zullen aankomen.' De Conferentiën, waarin de Artikelen zullen worden verhandeld, zullen te Parys gehouden worden; en men zal aan de Negociatiën kracht geeven, door den marsen der Croaaten. Het Vry-Corps van die Natie, te Warasdin onder den Overfte Brentano verzameld, zal den 21 deezer op marschgaan, en omtrent den 10 April door deeze Stad trekken. Het beftaat uit ruim 4000 allen uitgekoozen Manfchap. Ondertusfchen weet men nog niet naar welk een kant der Nederlanden die Croaaten zich begeeven zullen, 't Is te hoopen dat dit woeste Volk genoegzaamen tegenftand moge vinden, indien het al koome aantevallen als een zwerm Roofvogels om het platte Land te plunderen. Immers dit barbaarsch Volk is wel wreed, maar niet dapper genoeg om tegen welgeregelde en gewapende Benden te ftaan. En zo de Keizer tegen ons het eerst de Wapenen mogt opneemen, dan wensch ik, dat wy de laatfte mogen zyn in ze met roem neder te leggen. Louw. Dit gunne ons God, zo wanneer wy in dat geval mogten komen. Nu, Vrind Krelis! Vaarwel. Ik wenscb u wel te rusten. Krelis. Ik bedank u, Louweris 1 Ik wensch u 't zelfde; wel t'huis en de groetenis aan Diewertje. fcctnkt by dc ure 4c j. T11 ÜGMONT: op ét Hcgulicw Biccftraat, tc AmftfKtam,  KRELIS en LOUW. N°. 14. 5 April 1785. Krelis. Tk wensch je een goeden Avond, Louweris! Is 't nog wél JL met den toeftand van het Leven ? Louw. Zeerwel, Krelis! Hebt gy het'er ook" zo meê, Vrind? Krelis. Tot myn genoegen. Maar hebt gy ook eenig Nieuws van belang? Louw. Ik ben in geene onderhandeling met iemand, het zy binnen, het zy buiten deeze Stad, aangaande eenige Nieuwsberichten. Plet kan gebeuren dat my iets verhaald wordt van eenen of anderen Vriend, die eenige Tyding van buiten heeft bekomen; dan dit is zaldzaam. Gy hebt dit aangaande even weinig Correspondentie. — Van het Nieuws, dat algemeen is, merken wy"llechts een gering gedeelte aan, gelyk het de Dagpapieren opgeeven. — Die van gisteren hadden nochthans even. weinig Nieuws als die van heden. —■ De eene Nouvellist volgt den anderen, en zo doen wy almede hen, welken ons het meest behaagen; niet allen: want wat ftof geeven ons dezulken, die of listig of verkeerd fpreeken, of in 't geheel niet, fchoon 't hun voegen zoude ; en of deeze voor hun zwygen misfehien ook afzonderlyk betaald worden, zo wel als voor hun ontydig fpreeken, weet ik niet. — De Tyd levert altoos wel zo veel ftoiFe op, dat men ze juist niet behoeft uit Romans te haaien, of met Vertellingen van Moeder de Gans voor den dag te komen, of vermufte leuren van den Prullenzolder te zoeken. Neen, deezen zyn naaiden fmaak van 't Gemeen even weinig als een drooge Haring, die de boter' tot het braaden of bakken noodig, niet waardig is. — Evenwel zal ik u zeggen, dat 'er iets algemeens in de Nieuwspapieren is, waarover alle de Franfchen zich verheugen. Krelis. Ja, dat wil ik gaarne aanneemen. Het zal de Geboorte zyn van eenen Prins, in wien Lodewyk de Zestiende de vergrooting van zegen in de vermenigvuldiging van zyne Koninglyke Afkoomst ziet. — Dit heb ik even als gy geleezen, en dat die jonggebooren Prins op 's Konings begeerte genaamd is Louis Charles, met den Titel van Hertog van Normandie. Louw. Zo is 't, Krelis! Maar hebt gy dan niet meer Nieuws in de • Couranten gevonden? Krelis. Naardien gy ze geleezen hebt, mogelyk met meer opmerking ' dan ik, zult gy 'er ook wel meer uit onthouden hebben. Maar hier hebben wy fommig'en voor ons. Laat ons zien wat 'er het voornaanille ia ' js. — Ik zie 'er voor eerst uit, volgens de Buitenlandfche Tydingen , dat de Turkfche Troepen in Wallachyen vermeerderen, en hunne Armee reeds tot 6 mylen van den Dniesterftroom is voortgetrokken, terwyl 'er zich nog meer Soldaaten zullen byvoegen. Even zo werkzaam in 't by■ é6ntrekkcn zouden ook de Rusfen in de- Ukraine zyn, daar reeds veele G 3 Re-  ( 54 > Regimehten, zo Ruitery als Voetvolk waren aangekomen, en nog meer verwacht werden. — Uit deeze en andere Oorlogstoebereidfelen der Porte gist men dat zy wegens Rusland haare Verdraagzaamheid moede begint te worden. Louw. Het zou kunnen zyn, en niet onnatuurlyk. Maar wat denkt gy van de Verdraagzaamheid onzer Republiek? Zy zal, zo fommigen willen, een deel van des Keizers Eifchen involgen, waaronder ook de vrye Vaart langs de Schelde tot Saftingen toe zou behooren.. Krelis. Dat kan ik vooralsnog niet gelooven ; daar men te gelyk fpreekt van een Staatsbefluit, om liever eerst een Veldtogt te waagen, en het Lot der Wapenen te bep-roeven, dan den onrechtvaardigen Eifcher genoegen te geeven. — De fpraak ook gaat algemeen, dat 'er twee Cara. pementen voor de Staatfehe Legerbenden zullen worden aangelegd , het eene in den omtrek van 's Hertogenbosch en het andere by Bergen-opZoom. — Is dit niet een tegenbewys tegen de voorwendfels van zulke groote inwilligingen, als men voorgeeft den Keizer te hebben toegeftaan, zo terftond na het aankomen van den laatften Courier uit Frankryk? De Zaak zelve laat ons daartoe geen geloof over. — De Souvereinen der Provinciën moeten 'er immers eerst over gehoord worden.. — Om u de waarheid te zeggen, Vrind Louweris ! Ik acht tot nog toe alles wat zo In- als Uitheemfche Nieuwsfchryvers deswege zeggen ongegrond: De berichten die ze ons geeven, ter opening van een Oorlogstoneel op den Nederlandfchen Grond tegen de Republiek, of het fluiten van een Vergelyk in de Kabinetten elders, acht ik beide voor verwardegisfingen , de eene geduurig rechtftreeks met de andere ftrydig zynde. — Evenwel zal de Tyd het Gordyn der Twyfelingen wel fpoedig moeten openfehuiven en de waarheid der Zaak voor ieders oogen ftellen. Louw. Dit laatfte zal zekerlyk gefchieden: — Laaten wy het afwachten. — Vindt gy niets meer van belang betreffende de Zaak des Gemeenehests in de Tydingblaadjes ?— Ik zal voor deeze keer eens Toehoorder zyn. Krelis. Neen; het is uw beurt. Ik koorn. by u om wat te hooren. Leg gy uw Pyp neêr, ik zal terwyl een andere voor my aanfteeken. Louw. . Ik kan wel rooken en praaten; dit zal u immers om'teven zya. Of denkt gy dat dk niet met uw genoegen zou overéénkomen: dan zou ik zo boos worden als de negentien Utrechtfche Raaden, en toonen een tegenzin in de betrachting van myn fmaak, in zo-verre dat gy my nooit weêr tot uwejit krygt, ten zy gy my onder 't rooken het praaten toelaat. Krelis. Tk heb over u de magt niet om u te doen zwygen, gelyk gy wel uit het tegengeftelde van uwe willekeurige bedreiging, my denkt te doen. — Maar zoudt gy fpreeken, en ik niet ? Daar ik myne gedachten vry heb, kan ik ze dan wel uiten zonder de ftem vry te hebben? Of hebt gy, daar ik u wel hooren wil, het recht om my het fpreeken te verbieden? Is uw Geboorte daarin niet met de myne gelyk? Hebt gy, toen ge als Mensch het natuurlyk licht van 't leven eerst ontvingt, wel eenig voordeel boven, my gehad.. — Waart.gy toen grooter als natuurlyk Lid der  C 55 ) der Menfchelyke Maatfchappye dan ik? Geenszins,, al ware uw Vader ook een alleenheerfchende Monarch geweest. — Wy zyn alle eveneens gebooren als vrye en onaf hanglyke Schepfelen, om te ftrekken tot Leden van één en het zelfde Ligchaam, dat zyne waare belangen niet vermag op te offeren aan een of meer Leden van hetzelve, of het zondigt tegen zich-zelven, gevoelende de ongefteldheid 'er van, en overtreedt, mishaagende den Almagtigen Oorfp-rong, die het door eene evengelyke vorming, by vergelyking van ieder Schepfel, naamlyk het Menfchelyke, naar zyne, en geenszins naar het willekeurige van het werk zyner handen , beftierd wil hebben. De Wet van het Opperweezen, aan de Natuur bevolen , blyft altoos dezelfde: De toeftan d van Vorst en Slaaf is door 't misbruik maaken van de Godlyke Wetten in de Waereld gekomen. De Natuur brengt beide even aanzienlyk voort, beider beweegingen , hartstochten en inwendige gevoelens, zyn, volgens haare vastgeftelde werkingen altoos, zo verre het beftaanlyk Leven betreft, geduurig eveneens. Men wordt als Mensch gebooren en men fterft als Mensch. — Even zo weinig als God Vorften. fchept, vormt hy ook Slaaven. — Uit hun beider as-fche zal men ze ook door geene de minste tékenen kunnen onderfcheiden. Louw. Gy haalt alles door elkander , Krelis! En maakt even zulke vergelykingen, als Meester Jochem in Langendtks Blyfpèl Don Quichot,. op de Bruiloft van Kamacho. Gy koomt hier met de 19 Utrechtfche bedankt hebbende Raaden invallen; wat gelykheid hebben hunne onraadzaame uuren met het al of niet uitrooken van een Pyp gehad? — Ik hoop immers niet dat gy hun gedrag vergelyken wilt by het uwe. Spreek ik van een Meester Jochem, neem het niet kwalyk;.— van een Don Qjiichot ,.. die eigenlyk als een voorbeeld van trotfche gekheid, die Ridders van dedroevige Figuur eigen is, beheerscht:— En fpreek ikvan Kamacko, dien Ryken Boer, gy moet my ook verfchoonen. — Laat deezen Kinkel zich bly vertoonen, een ftervendfehynende Bazilius zal op zyn eigen toeftemming zyn Bruid Quiteria. toch voor de zyne neemen. — Ik verzoek ondertusfchen dat gy geene verkeerde uitlegging aan de Zaak geeve, en geene beteekenis gelieft te hechten aan de naamen van Quiteria- en Baziflus, — Het ware toch in dat opzigt den Inftelleren der Bruiloft aangenaamer ter Feest met een waardig Perfoon te gaan, dan een lompen Boer; een gedwongen Bruid aan zyne zyde te zien hebben. — Laat ik u nog eens errinneren dat gy geen verkeerde uitlegginge aan myne woorden moet geeven. Ik Ouiteer de Vryheid niet; het zy verre — voor die Ouu teria van een Kamacïïó moet elk een Bazilius zyn, even als een Brutm tegen een Ce/ar, voor het behoud van 't vrye Recht der Romeinen. Krelis. Ik kan u niet verftaan, Louweris! — Ik heb minder dubbelzinnig gefprooken dan gy. — Wat hebben wy met Donquichotterie^ noodig, wanneer wy van 's Lands omftandigheden fpreeken? — Ik heb u rechtftreeks willen brengen op betere aanmerkingen, die de natuarlykê Vryheid des Volks aangaan, en gy valt 'er tusfchen in, daar ik u juisttetr andere reden en niet tot dc zaak van Utrecht wilde trekken, —< Moeten* dacu  X »<) ....... <5an onze Samenfpraaken «hoos met beuzelingen zyn opgevuld; — "Wy zullen hierover misfcfcien wd in de Praatmoer befchimpt worden; feboo» wy etk^wel willen gewaarfchouwd lubben, dat dat Labbekaks Oranje-praatje niet by onze Dmkfi'r vah Egmodt, of de \eguliers Breéjiraat , maar by de Copy des Ori»ireels van den thar.s welbezoigden trends, W. G. Egmosd, tn de Huidenftraat wordt «itee«eeven, aan wiens Maagfchap onze Uitgeefftei, even weinig is als aan de bedryven geli"cht°van dien Perfoon, die met een manken Zoon van een overleden agtenveertiger Byitje, wetens het uitgeeven van dat Pru'.papiert je, in Compagnie doet. Louw Laat men ons befchimpen. Zeer zelden leezen wy die Vodden toch, dewyl ze ons Keen inziens waardig zyr. Dan ik weet dat gy dit laa- uitwerpfel hier aanhaalt, aU trenlvt- om den Naam der Drukfter onzer Samenfpraaken voor verkeerde denkbeelden te vrywaat * 3 , Ma.ar tcr reden. — Wat zege gy nu van de Utrechtfche Zaak? — Is et niet allés fl.il ? . . Kielis. Wel 'er is geen Onrust geweest geen Mutrery . • • ■ „ . 1 ouw Dan beken ik niet te kunnen begrypen , op welke gronden die Anftocratifche Publicatie 1>etust 'die den vryen Burger het fpreeken in openbaarc Gezelfchappen op zwaare boeten verbiedt; die VeVideriupen van Welmeenende voor attroupementen houdt, en ter dood toe, dreigt te vervolden "ten loon voor -hunne goede dienden aan de vtywillig afgeftaane Raaden, die toch allen uit de Bufcry zeiven zyn, en niet meer dan Aangcftelden door dezelve: Want immers de Majefteit f h-t Hooi/lc Gez.a Zeker Man, die, als een Baas, uit Burgergronden zyn Huishoudelyfc beftaan haalt, al ware het maar met fchop en fpade, (een Amfterdammer ■is hy niet) vraagt my zo dikwils als hy my ontmoet: Wat zegt ge van den Oorlog? en hy betuigt my een Liefhebber van den Vrede te zyn. — Een andere Buitenlander, maar onder 't Gebied des Keizers van daan, •dringt my dikwils met zyn bepoederden Rok op 't lyf, dewyl hy myn Pruikenmaaker is, en zegt, (zo wat met een Stok-Boheemfchen krommen tongflag:) Der RömiJ'citer Keifer, meinen gnsfen Jófeph, j'ol die kleiner Hoollender int kurtzen lemen das fie musfen gieben denen Keifer das er fraget; fo nicht, er wol, und fol ja nichts mtres zujlehn, aber feiner richtUchs fache durch die Wdffen erhalien. Ondertusfchen is die Knaap zelf den Keizerlyken Dienst ontloopen , gelyk hy zelf zegt. — Ik zou hier eea fraaijen Schets van hem kunnen geeven, maar ik Iaat het voor als nog» en ftel de praat van de beide aangeftipte Perfoonen, de eene als Hopman van de Schop, en de andere als Vaandrig van den Poederkwast, ter zyde. —i Een ander, die ik maar een Coffiwurm zal noemen, heeft my wel eens met ftouter taal bejegend, fchoon ikzeide, dat hy ftiller zang by zekeren Oom kon zingen. — Het fpyt my ook dat ik niet alleen eea gryshaairigen Leezer van de Amfterdamfche en Haagfche Kranten, dikwils domme en tegen 't welzyn van 't Vaderland aanloopende Aanmerkingen hoor maaken, fchoon hy nog al een Overysfelsman is, en dat de Redenecringen van nog veele andere Luiden, die zelfs Amilerdainniers zyn , en zich van fatfoen achten , wanneer zy my vraagen , en ik hun naar myn begrip beantwoord, zo liegt uitloopen, dat zy myne verwachting altoos te boven gaan. —■ Ik ken nochthans een'Grick, op 't fiiland Scio gebooren, die a!s een Nederlandfche Patriot denkt, cn h 3. tkt  C ci ) ik ken daarnevens eenvouwdige Ambagts- en Arbeidsluiden, fclioon alle geen Arnfterdammers, die mede wel denken. — Zeer opmerklyk vind ik het dat de eerfte Vraagers en Praaters over Oorlog, geduurende den laatften (doch helaas van onze zyde te flaauw) tegen het trouwloos en roofziek Engeland gevoerd, zich lieten voorftaan, dat men dien Vyand niet wel anders kon beftryden, dan men gedaan heeft; dat men in 't geval van den (thans «edeferteerden ) Hertog Veldmaarfchalk te verre was gegaan, en dat hy den Prins Erfftadhouder altoos wel had geraadenr Dat Mynheer de Stadhouder niets verkeerdelyks heeft gedaan; dat hy een der grootfte Staatkundigen van zynen tyd, en daarenboven goed Arms, goed Soldaats, en goed Vreemdelings is, als hebbende het eerfte altoos beweezen door noodlydende Luiden van den Adel- zo wel als Burgerftand, indien ze flechts betuigden Vrienden van zyn Perfoon en Huis te zyn, op de been te helpen en hun gebrek aan 't noodige te vervullen, door hen te befchenken met uitgezochte Bedieningen die hunne Beurzen konden vullen en hunne Schoorfteenen doen rooken: Een middel immers dat de armoede verdryft. — In de tweede zaak goed Soldaats en dit maakt men op uit de toegenegenheid van den Capt. Generaal voor de Schotjes weleêr doch vruchteloos getoond, om hunne Brigade in ftand te houden op hunnen eio-en voet en naar de wyze van hunnen Landaart, en 'tis al wat te zeggen, dat ze zich juist naar het bevel van den Souverein hebben moeten fchikken. Dus tevens een bewys voor 't nut der Vreemdelingen. De Herbergzaamheid behoort tot de Christelyke Deugden en is recht Bataafsch. Zo denkt zyn Hoogheid. (Ik weet trouwens niet of het Regiment van Nostitzhet Zegel 'er aan zal hangen.) ö Welke doorflaandc blyken van Herbergzaamheid vindt men in het zogenaamd Stadhouderlyk Hof ook niet voor Vreemdelingen! die 'er rykelyk beloond, gekleed en gevoed worden. —■ Dit alles is zeer deugdzaam, en het zou wel met het belang der Uitlanders overeenkomen, als we eens in Oorlog met den Keizer geraakten. Dan was 'er nog grooter hoop van belooning voor hen te wachten. Dan zou een gemeen Soldaat, mits een Vreemdeling zynde, nog wel tot rang van Capitein, en hooger kunnen klimmen. — Maar ik hoor die Luiden, die dit alles zo fchèrpzinnig op hunne wyze voorftellen, nooit reppen van des Capiteins-Admiraals weldaaden aan Matroozen ter hunner verhef£n'«e gedaan, gelyk wel in vroegere tyden gefchiedde. De Slag van Dogjiersbank heeft echter in den rang van Officieren die te wege gebragt. Trouwens men zoekt ook niet, als in de voorgaande Eeuw naar Helden tinder de geringe Knaapen. Een Baanders Jongen;, als de groote de Ruiter tras, e3r hy ter Zee ging, verdient thans weinig aanmerking op een Oor. Jo^fchip. — Dan alles wat uit naam van den Eerften Groot-Amptenaar gëlehiedtj blyft by dezulken goed, om dat ze een te flaaffcheZiel bezitten , die weezenlyk geen befef heeft van het waare oogmerk des Scheppers die ze hun gegeeven heeft.— Het eerfte Paar Menfchen wierd flaafsch aan den Satan , Verloor het vry en lustryk verblyf, hetniets ontbeerende Eden 'er door, en deszelfs Lot werd Sla'verny op een önbebouwden grond, dié zv bearbeiden metsten, ea cindclvk in dien flaaf£chca ftaat fterven- God,  .God, die reeds zich had getoond een God der Vryheid te zyn, ftrafte ia hun alle hunne Nakomelingen, om dat ze hunne Vryheid niet bewaard hadden, en Slaaven des Duivels waren geworden. Het Beeld der Vryheid zyne» Godlyke Almagt had Hy in het enkel Gedenktéken van eenen Boom voor zich behouden, ter beproevinge hunner gehoorzaamheid;— dit Beeld nochthans fchonden zy op aanraading en ingeeving van het afichuw.lykst Gedrocht der Helle, en maakten zich waardig die ftraffen aan Ziel eu Ligchaam, die hun door hunnen Godlyken Maaker werden opgelegd. — Zo wreekte de God der Vryheid het fchenden van het uitgezonderd Gedenktéken, in 't welk Hy zyne vermogens alleen wilde te kennen geeven , om den Mensch in vryen ftaat en ftand te houden. Louw. Dit ftel ik, nevens u, zeker. — Gy zoudt my hier nog veel meer van kunnen zeggen, en, zo ik vertrouw, op goede gronden. Myn befluit zal echter met het uwe overéénkoomen ; naamlyk hierin, dat alle Vryheidhaaters, naar Ziel en Ligchaam Haaters Gods zyn; en dat de Christelyke Vryheid, die een ieder, den naam van Christen voerende, in zynen Natuurlyken, Godsdienftigen en Burgerlyken toeftand allernaauwst verbonden is aan de bewaaring, verdédiging, befcherming, handhaaving en verheerlyking van die alleen genoeglyke Lcvensbeftierfter, en liever, eêr haar te verlaaten, te fterven. Zy eischt hiertoe Ge¬ weer en Wapenen; en door dezelven moet zy, en zy alleen, behouden worden, zal men alle de Rechten, die ze aan vrygebooren Menfchen geeft, tegen een Éénhoofdig Gezag of bekuipte overheerfching van een enkel getal Grooten en hunne meer en meer door Ondeugd en Weelde verbasterde Afzetfels, voet op haaren Troon in Neerland houden. — Zyn het niet deezen, zo wel de eerften als de laatften, die 'er op uit zyn, om ten koste der dierbre Vryheid, den getrouwen Burger ten Slagtoffer hunner Staat- en Baatzucht te maaken. „ Misleidende°Anfto„ kraaten, die anders denken en anders fpreeken! Weiffelaars op het „ punt van Zaak — ja Verraaders van Eed en Woord! Befpotters van „ het Recht des Volks! Bedriegt ge u zei ven of uwe Medeburgeren? — Als de God der Vryheid wraake over uwe fnoode Daaden oefent, en „ dit zal zekerlyk gefchieden, beeft dan! Siddert en gevoelt de recht,, vaardige Straf die gy verdiend hebt! ó Gelderland! Kweekt gy dan „ geene Bataaven meêr? Of is derzelver gewoonte van het klaatereu ,, hunner Wapenen tegen elkander u vergeeten, om de begeerde Volks„ befluiten toetefteramen, als ten tyde van Civilis? — Is het gemurmel „ van deezen uwer Voorouderen u niet bekend, waardoor zy te kennen „ gaven, dat hun de Befluiten hunner Vertegenwoordigers mishaagden ? Is „ 't u niet bekend, dat zy die naar het beste oordeel des Volks moesten verbeteren? — Maar dat oude Volk was ook altoos in de Wapenen, wanneer de Vrydommen vergadering hielden? — Het is thans anders, „ ik beken het; de Tyden en Zaaken hecten 'er niet gefchikt toe; uwe. ,, ftaaffche Stadhouderlingen , die met dit hun Karakter op een Ariftos. kratifche wyze i'peelen, beveelen u te zwygen, wanneer gy ootmoe„ dig verbetering in de aüervcrdei ftykfte Staatsgebrekcn verzoekt;—-. hoe! niet aMesn te zw-Vgcnj. maar zelfs te ftraffen cm uwe Deugd'm „Vry.  { H ) s, Vivbeidüefde, om het begeereo vsn uwe onoatvrsemb»are Rechten en om het voerftaa» r»o „ uwe Eer en Leven! «•«• Niet alle uwe Regenten doen dit, 'er zyn braaveu onder, doch weini„ gen. — Maat moet de Stem van vierduizend awer Patriotten dtfii voot de willekeurige onrecUt„ vaardige Samenfpanning van een Party trotfche Edelen zwichten i Gedoogt dit niet, ö Nakroost „ der Bataaven ! — Op welk eene wyze het ook zy, gy moet, nevens uwe wakkere Voorftanderen, uwe billyke vorderingen ti niet laaten omflippen ; maar met vernieuwde kracht doen gelden.*' Krelis. Ja, Vrind ! het is ergerl)lc dat men leekt van de zo Amipatrioilche Befluiten, die de .Meerderheid op de Landsvergadering, die het Volk heet te vertegenwoordigen, te Nymegea genomen heeft tegen het Volk. Het zal 'er misfehien te Utrecht almede zo wat doorloopen, als men zwygt, en vrees begint te voedeni want waailyk het is anders niet daa vrees, dia de eene den anderen inboczemd, en door Zelfbelang gekweekt wordt, onder geheime werking door Vrienden van een flaaffchen Aanhang, die niets meer wenfchen -dan hun lang bedoeld oogmerk te bekomen , om den braaveu Burger den voet op den nek te zetten. Louw. Zo is het. — Zo deed de onfterflyke Capellen tot de Poll niet, en daarom zal zyn Naam en Gedachtenisfe ook tot régeninge zyn, daar die van het Godloos Vaderland-haatend Basteidzaad verrotten zal onder den Vloek der Nakomelingfchap. Krelis. Ten ahoosduurenden roem en luister van dien waaren Nederlandfchen Publicola, en belanglooze Vryheids-vriend, ziet men de toebereidlclen ter zyner reiheerlyking. by den Nazaat teeds in 't werk ftellen , waartoe dient het volgende BERICHT, wegens de Inzameling van Penningen, tot de oprichting van een Nationaal Monument, ter gedachtenis van den Hoog-Ed. Gebooren Heer ]OHAN DER K Baron van der CA1'ELLEN, Heer van de Poll, Appeltern, Ahforst en Hagej befchreven ia de Riddeifchap van-Overysfel, Sec. &c. Daar het aanzieulykst gedeelte des Nederlandfchen Volks reeds vroegtydig, na het fmertclyk affteiven van wylen den Hoog-Ed. Geboorenen Heer Johan DerkBaron van der Capellen, Hiervan dc Poll, &c. &c. , deszelfs begeerte heeft te kennen gegeeven, om ten blyke van deszelfs erkentenis cn ongeveinsde dankbaarheid voor de uitmuntende dienften van dien grooten en belangloozen Voorftander van 's Volks Rechten en Vryheid, een Gedenkteken ter zyner eere op te jichitn; ea 'er te gelyk niets meer tot ioem van een vrygebooren Volk kan ftrekken, dan de gedachtenis der geenen, die zich ter herftelling en verdediging der aangeboorene Rechten hunner Medeburgejen, op eene zo voorbeeldige wyze, tegen de aanvallen en onderneemingen eener willekeurige Oupermagt in de bresfe gefteld hebben, te vereeuwigen} ten einde aan volgende Geflachten te doen blyken, hoe zeer het verlies van zulk eenen edelmoediger» Landgenoot door hunne Voorvaderen wierd betreurd, en hoe zeer zy, door aan hen een Gedenkteken van zyn aanzyn na te laaien ymrrig wenfchen, dat elk hunner Nakomelingen het fpoor berreeden zal, waarin die Doorluchtige Afgeftorvene hen is voorgegaan j zo is het, dat men thans aan het Publiek kan berichten dat de noodige maatregelen, om dit allerloflykst en pligtfchuldig oogmerk tej uitvoer te kennen brengen , dadelyk in het werk zyn gefteld en haare volkomenheid bekomen hebben. ; En daar het oogmerk is om dit Gedenkteken geenszins als een Monument, het welk Hechts door weinige byzondere Vrienden van den Overledenen is opgetichr, aan de Nakoaielingfchap voor te houden, maar veel meer om hetzelve als eene algemeene erkentenis dei tegenwoordige Na:ie voor de uitmuntende dienften door dien Vriend des Volks aan hetzelve heweczen , ie deen Volkomen; zo heeft men, ren gevalle van alle zyne Vrienden en Hoogfcha:iers, in de voomaarrile Meden deezer Republiek eenige wclmeenende Vadeilanders verzochr, om zich wel te willen belasten met den ontvangst der Penningen, welke dc In-en Opgczétenen genegen mogten zyn ter' bevordering van dit verfchuidigd en alleibillykst oogmeik aan te brengen j ten welken einde in Amfterdam verzocht zyn, de Wel-Ed.. Heeren J. Bleker, B. E. ^ilUtma, C. van Lennep, C van der i',op GyAz.. , J. ^i. de%ctb, D. Hooft, O. W. J. EerS, E. Eleling, P. H'. van Lankeren ,J. G' Teielaar til IV. van Irhoven van Dam; (welke Heeteu te gelyk van wegen de Burger-Commbfie der iiad Zwolle behoorlyke Acte van Quahfacutie hebben ontvangen, om het opzigt over de iiitvcerug van een zodanig Monument te houden) dewelke zich uit dien hoofde gaarne zullen verledigen om 'de ■aanbieding der vrywillige giften, welke door hunne Stadgcnooten tor bevordering deezei onderecerning aan hen zullen worden gedaan, te ontvangen en in te zamelen; zullende ten dien einde door gemelde Heeren gevaceerd worden des Dingsdags en Viydags van iedete Week, in den Doelen op de Gamaalen-Markt binnen deeze Stad, des namiddags van $ tot 's avonds ten 7 uuren. Louw. Bravo! Dat een ieder, die zyn Vaderlandfche Rechten in Braaven eert, hiertoe geneoen t.y, en opgewekt 0111 's Mans fpoor te volgen, zo veel als in zyn vermogen is, en dar op dit oeiden^teken alle fnoode en laffe Volks- en Vryheidhaatende Edelen, of wie het ook zju mo»er liinme lcheuizieke tanden ftomp knaagen ! 0 * Krelis. Dit zal gefchieden. —— Vn,ir intusfehen wel, Vrind ! Slaap gerust. Louw. Insgelyks, Krelis! Wel t'huis en groet f.-riet/e.  LOÜ? en KRELIS. ne. 17. 26 April 1785. Louw. f^oeden Avond, Krelis! Hoe is 't met de Gezondheid? . Krelis. VJTAI friscli. Vrind Louweris! Hoe hebt gy 't 'er meê? Louw. Ojfc zeer wel. Weet gy geen Nieuws? Krelis. Ik heb niets gehoord of geleezen, dat met zekerheid kan vastgefteld worden. — Men vindt in de Nieuwspapieren verfcheiden tydingen wegens de verfchitien met den Keizer; fommigen fteeken den Oorlogsklaroen, anderen blaazen de Vredetrompet. —— De waare oorzaak van deeze (Irydigheden heeft geen uitlegging noödig; de vleiende hoop by de Keizerlyke Ondcrdaanen, vooral die van de Nederlanden „ om fpoedig de verfchillen tusfchen de Republiek en het Huis van Oostenryk te zien bygelegd, heeft berust en doet bet mogelyk nog op de berichten der toegeevenheid van eenige Provincie», aan des Keizers voornaamfte eifchen, welken echter, dewyl de Eer der Natie 'er te veel door gekrenkt zoude worden, geene volftrekte inwilliging ^runnen billyken. Men leeze deswege het Vaderlands A.lvys van den Vryheer van der Capellen tot de Marsch, den oden deezer Maand ter Staaten-Vergadering van Gelderland te Nymegen ingeleverd, en het welk ik u uit een der Nieuwspapieren - zal voorleezen. Dus fpreekt die braave Staatsman zyne Medeleden aan: EDELE MOGENDE HEEREN! „ Hoe zeer de Vrede voor ons Gemeenebest noodzaaklyk is, en tot het voorkomen M van eenen Oorlog niets dient verzuimt te worden; is het evenwel zeker, dat tot behoud dier Vrede, wanneer een heerschzuchtige Mogendheid goedvind, metfchenp ding der heiligfte Verbonden, en zonder op genootene diensten te letten, deezen t, Staat met onrechtvaardige vorderingen, en woeste dreigementen asnteranden, geene „ opofferingen door dezelve moeten worden gedaan ten koste van haare eer en onaf„, hanglykheid. ,, Óns Gemeenebest, Ed. Mog. Heeren! is, Gode zy dank! nog niet tot die laagte t, gezonken, om zonder flag of (toot, het eigendunkelyke van een of anderen Gewei. pf denaar, die maar kan goedvinden hetzelve aantevallen, te moeten vieren. ,, Het is waar, dat de Republiek zonder hoop op hulp van buiten, en zonder een„ dragt van birmen, bezwaarlyk eenen Oorlog tegen eenen magtigen Vymd zou kun- nen uithouden : Evenwel ben ik verzekerd, hoe zeer het aan een allezins opmerke(, lyk verzuim te wyten is, dat dc eo noodziaklyke Alliantie met eene msgtige en „, weldoende Mogendheid niet voor lange is gefloten, dat die zelfde Mogendheid. „ vooral, wanneer by ons zelve de vereischte en waare activiteit tot zelfs verdediging „ had mogen blyken, deezen Staat, byaldien in gevaar mogtc geraaken, niet zon hebben geabandonneerd. En genomen, dat wy aan ons zelve werden overgclaaten , dan nog zyn wy in ftaat, om onzen wettigen eigendom te verdédigen. Hierdoot „ zouden wy by .geheel Europa den roem behaald hebben, dat hst Bloed onzer held* haftige Voorvaders nog door onze Aders vloeide. « In zodanige uiterftens M verbeelde ik my, dat een ieder, met ter zydeielling van den Geest van verdeeld„ heid, van heerschzuchtige, van averechtfche en eigenbelangzoekende inzigten, als T, om ftryd zou geyverd hebben, om deu laatften quadrantpenning, ja het leven ten „ beste te geeven, tot voorkoming van de fchandelykfle vernedering, die ons, bya'». ,, dien het zo moet blyven, tot een veracht Volk zal doen worden. En, Ed. „ Mog. Heeren! wanneer wy hier byvoegen, dat de aart zelve van des Keizers aaf„ gélegenhedcn, zyne dreigende taal minder geducht voor deezen Staat nuakte; eo „ dat voorzeker meer fermiteis, meerder blyken van moed van onze zyde, alle vet- I r, ne-  (.66 ) r, nedermg zou hebben voorgekomen; zo moeten wy, Ed. Mog. Heeren! met geheel Nederland van hartzeer wechfmelten, dat zulk een lafhartig en fehandelyk toegee», vend antwoord op het laatfte Ultimatum des Keizers, op een onbetaamelyke en »' ftr. „ den, om ons deeze laagheid te laaten welgevallen; en ik wil wel verklaaren, ve**„ trouwende hetzelve van U Ed. Mog , dat, ware de Zaak nog in haar geheel, ik „ my , zo veel van my afhing, tegen dezelve zou hebben verzet; en hiertoe zou ik my te meer verpligt vinden, wanneer ik overwesge, welke fcbroomelyke gevolgen " niét te duchten zyn, doordien men een Trsftaar, waarop onze Onafhangkelykheid „ gebouwd is, heeft durven fchenden, doordien men de voorzorgen onzer Vaderen, "f waarby voor den luider en de veiligheid des Vaderlands zo wys gewaakt was, in „ eens, door eenige weinige Menfchen, ó Tyden! 6 Verbastering! ziet verydelen; „ cn waardoor de Republiek van dien kant, by elke Ruptuure bloot gefteld blyft.— Hoe zullen die Vertegenwoordigers des Volks, die zich dit laaten welgevallen, „ zich deswegens kunnen verantwoorden ? Hoe zullen ze zich-zelven kunnen gerust, „ en de Natie te vreden ftellen, van in deezen alles gedaan te hebben? En hoe zullen „ ze z ch gedragen , in val van eene nieuwe Ruptuure, ingeval wy buiten deeze door „ andere Vyandelykheden in eenen Oorlog worden gefieept, ingevdlie van morrin„ gen over hst geene het Volk, ten algemeen welzyn, zo gewillig opbrengt? Aan „ wien zal het geweeten worden, in val dat zelfde Volk, zich-deeze opofferingen, „ deeze fchanden te binnen brengende , achterlyk mogt worden, om hunnen eigen„ dommen ten misbruike in 's Lands Schatkist te Horten? „ Dat wy daarom de handen in-één (laan, Ed. Mog. Heeren! en, zo.veel doer„ lyk, eene verdere fchande trachten voor te komen; ten minften, ik verklaar hier plegtig, van in myn geheel te willen blyven in het al of niet toeftaan der gevraag„ de Mdlioenen. Zyn de pretenfien op Majlricht en eenige Forten gegrond, dan „ moet men in een equivalent komen; zyn ze het niet, zo als het my voorkomt, *, dan zil ik my genoodzaakt vinden, voor zo veel het aandeel van dit Gewest aan*„ gaat, dezelve als een Poirét van bezwaar te weigeren. Voorts, Ed. Mog. Heeren! gedraag ik my andermaal aan U Ed. Mcg. betoond misnoegen, aan Hoogstderzeiver Gecommitteerden ter Generaliteit, die zich in het fecreet Bcfoigne van Hun Hoog-Mog., eigener aucioriteit, op zulke eene nimmer gebeurde, ja flrafbaare „ wyze heeft te buiten gegaan , door met zyne ftem, tegen den letter zyner inftruc„ tie, buiten ruggefpraak zyner Mede-Gecommitteerdcns, buiten voorkennis van CJ „ El Mog-', het voorfü. antwoord ter conduite te brengen. „ Ik vertrouw daarom, dat U Ed. Mog. op efficscieufe maatregelen zullen bedacht „ blyven, om hem tsn allen tyde rekenfehap van dit zyn gedrag te doen geeven, dat de Souvcrairiteit deezer Vergadering niet verder ftaat geviüpendeert te worden; dair M U Ed. Moc'. Gecommitteerdens ter Generaliteit meer dan eens, als om ftryd ge.- >» yverji  C 67 ) , yverd hebben om de paalan van derzelver gedemsndeerde magt, by veelvuldige ge,', legenheden, openlyk en bedektelyk te overrehryden. ,, En op dat ten alle tyde myn gedrag nis Regent, in dit hachlyke tydftip zal kun. „ nen blyken, heb ik geïslteert, dat dit myn Advys in de Recesfe deezes Kwartiers " blyve geïnfereert, gelyk ik doe by deezen." Nymegen getekend) den 0 April 1785. R. J. van der CAPELLEN tot de MARSCH, Wat zegt gy hiérvan, Louweris? Louw. Wat zal ik 'er van zeggen? — Ik hecht hartgrondig met alle waare Patriotten myne toeïlemming aan de ongeveinsde taal diens wakkeien R'aadslids, die het Oud-Adelyke bloed der Batavieren zyne Voorvaderen blykbaar toont te gevoelen in deszelfs fterkfte prikkeling, ter befcherming cn verdédiging des ouden luiftersder Vry. heid en het Vaderland tevens, met krachtdaadigen voorltand van de eer der Natie. Krelis. Iemand, die zyne natuurlyke— zyne aangebooren belangen— zyne rechten en voorrechten kent, bemint, betracht en behartigt, nevens zyne pligten, even za wel Godsdienftige als Burgerlyke;— iemand die-in ons geheel Gemeenebest het gewigt gevoelt van zynen Eed — van zyne Trouw voor 't Land zyner geboorte — zyner inwooninge, moet en mag deszelfs nut voorftaan on verdédigen tegen alle onwettige inbreuken op alle hindernisfen die in het eigendom des Volks zyn; dan echter niet buiten kennis van deszelfs f/eheel vertegenwoordigend Ligchaam, maar wel tegen eenen Oiigarchiquen of volftrekt Ariftokratifchen Samenhang, dat is of van weinigen, die Zich het bellier "over de belangen van het algemeen aanmaatigen, of in den anderen zin zyn het zulken, die wel het zelfde oogmerk ten doel hebben, naamlykde Vryheid van alle de Wetten en Rechten naar hun genoegen te fchikken, zonder fomtyds den waaren invloed van het Democratifche te dulden, ten zy het Volksvermogen hen dienen kan ter bereikinge hunner oogmerken, wanneer zy door oneven wigtige vermogens van een toenecmend Despotiek of Oiigarchiek Gezag, het Vex Popuit noo~ dig hebben; en het is weezenlyk de Zaak van 't Volk dat het met zyne Scftierderen welftaa; dat het ééne en dezelfde begrippen, ((bekken Zy tot nut van 't algemeen belang en welvaaren van Stad cn Suat) met en nevens hen meer en meer in eene goede verftandhoudinge, naar maate van wederzydfehe rangen, doch famenbopende belangen, blyve voeden en aankweeken; wantin zulk een rustig, on te geljk vry gedrag van Regenten, even als van Burgeren, Ingézetenen en Landzaaten, mo.-t do geheele Regeeringsvorm op den grond der liefiyke Eendragt met elkander gevestigd §]yven. ■ Het Éénhoofdige Gezag, even als dat van weinigen, gedoogt de waare Coiiftitutie van ons Gemeenebest in geen van alle zyner fiamverbonden Lafid- fchappen niet. In den boezem van hst Volk berust alles wat Wet, wat Rè- cul wat Recht genoemd wordt, of genoemd kan worden. Wordt het Volk uith°emsch veröngelykt, het moet zyner Regenten aanbetrouwen het noodige naarvolgens de bezwooren handhaaving zyner beste belangen. Staat 'er een — ftaan 'er meer Binnenlandfche Belaagers van deszelfs nut, welvaart en vryheden op; hunne Reeenten zyn insgelyks verpligt het waar Geluk des Volks te betrachten, rust» éénsirezindheid en recht by heizelve te onderhouden en te kweeken. Men moet hierby onderfcheiden, dat in groote Zaaken ook niet door enkele Leden van RegeerinE befluiten mogen citgebragt worden, die niet door de Stem des Volks bekrachtigd zvn Dit zou men zeer gemaklyk zelfs uit het gedrag van fommige Steden, gezwee- Een'het fiimgefteld Ligchaam eener Provincie, kunnen aantoonen. Dan men be'eeft thans andere tyden , en dat finds minder dan de helfte eener Eeuw. — Ctvilts was ceon Volksdwinger, maar een Voorftander van deszelfs Vryheid tegen de 3o_ tnc'wen die zich Heeren der Waereld noemden, fchoon zy der geringe Beziutogen»  ( 68 ) onzer eerfte Voorouderen, geene Wetten naar hunnen zin konden roorfchrvven — Zy moesten dan van Claudius Civilis, of Klaas Burgerhart hooren dat het Volk der Batavieren zo laf en laag zich nimmer zoude gedraagen als wel andere Volken die door de Romeinfche Legerbenden overheérd waren. Dat Syrië dat ^zis L dienen Criep hy uit) dat bet Oojlen onder Koningen bukke! — „Vv Batavie. „ ren ! gSf hy to kennen, wyl wier Vryheid ons leven, ons beftaan ons'dierbaar» „ Hemelpand isl Wy! wy zouden ons aan uwe eifchen -— aan uwe betreenen „ onderwerpen 1 Neen! eer zulks gefchiede, derven wv als vrye Menfchen' „ Eêr droog de bloedbron van ons hart, tot den laatften druppel toe, door vertee' „ ring van het Romeinfche Krygsvuur uit, wanneer dat trotfche Volk alle onze Bezit7 „ tingen zoude in vlammen zetten, eêr de Bataaven leeven zullen om het Dwaneiuk „ van uwen hoogmoedigen Keizer en -zyne Slaaven op den nek te neemen " Louw. Gy hebt in dit alles wel gelyk en men zou het nog breeder kunnen uithaa haaien. Maar ongelukkig zien wy een verbastering in veelen : Merk hierbv aan bui ten Staatkundige onderwerpen, en in *t afgetrokkene gefprooken, dat een Ezeld'rvver een Ezeldryver is Cal had hy zelf niet meer verftand dan hei Dier dat hy voort dreeM Als hy een Bileam denkt te zyn, fcrygt door hooger Magt het Dier meêr verlichting dan den Leugen-Profeet, en leert fpreeken. — Doch het gewyde verhaal daareei™ ten. — De taal van laage Menfchen in ons Vaderland koomt nader overéén met die v7n den Ezel van Fedrus I. Boek XV. Fabel, die men, hoop ik, niet kwal?^neemeS zal, dat ik overneeme, naar de vertaaling van Dav. van Hoo'jiraaten is deeze. * « TV7anneer 't gebiet der ftaten neemt een keer, W Verwiffelt maer het Graeu den naem van heer. Dat dit zoo is, zal deze Fabel melden. { Een Harder weidde een' Ezel in de velden. En fchrikkende op het vyandlyk getier, Dat fchielyk zich liet hooren, ried het dier Te vluchten, om aldus zyn lyf te bergen. Maer d'Ezel fprak: Zal my de vyant vergen Een dubbel pak te dragen? Neen, fprak hy. Toen fprak het beeft weêrom: Wat fcheelt 'het my In zulk een ftaet ? wat mag ik 'er naer vragen Wat heer ik dien, als ik myn' laft moet dragen? Krelis. Als Menfchen dus als Ezels fpreeken, wensch ik hen met hunnen ï^r m. luk — Zy, die een andere Fubel in de Aanmerking oP de boSandeg«S£ hebben, mogen 'er Camerartus wel voor bedanken. De Tvd «.hLir \Z. zwygen, Vrind ! —■ Laat anderen Uitleggers zyn. * g Ut m> 19 Louw. De Tyd zal ons op 't laatst nog wel beduiden willen dat wy niet denk™ mogen. God bewaare ons echter voor zulk een gebod: daar wv reeds een v„n " beeld hebben aangeft.pt dat hy zelfs eene Eeelinne den mond teg^, EenK heeft doen openen, en dien te doen vraagen waarom hy haar geOagen hadde en wei tot driemaal toe. Men leeze deswege Numeri XXII. Maar Kr/tfo zou misfehien meer dan te veel praaten, zo wy nog langer over deeze doffe wijdén sT'p gerJsT" V0°r 6 W ge!,0eg Zyn- ~ VaariveJ' Vrind! vm)eS' * WenSCh ^ * *e!fde' Louw-BroÊr! Wel l'huis en de groetenis aan Diefej dc ïnre it Wei.J, vA« SGUOKT : oP er van K&fiXr^SSrfl^^^' wiI da£ der Zedelyke Levensregelen, aan Xn 2 l eg?'\ naar hec "gtfnoer Gewvde Lesfen van del GrVote en **** om dezelven, zo flipt als mo»e'vk n? Leeraar der Christenen, ooit geftraft, dan om zvneTo^Vt™ P C V?Jgen- Wat Volk wierd Evenmensen ? en weleï t e wifrd ^""loosheid aan God of aan den zy Gode en haaren Naasten £hTndel en ÏSïïg gezeegend> d*" om dat de? - De oude Hollandfche Trouw fÏÏJf1 5etrouw was en bemfndgeroemd geworden: Zelf nebben de ?S vï°ï'-d°0r a3!e V,°!kercn deren dien Lof nooit geweigerd tIH Yan br?Uen onzen Voorvaren en Vryheden alleroCe^ Voorrccbv flach van Geweldenaaryen, uitgeoefendIdonrtViï^' do°r allerlei Staatsdienaars, fielden zy het zich nog ten°EermïS ?C £ou-verneurs e* te zyn tot den Bedelzak toe • dan rnf J, Lt* ^ d(P KoninS getrouw heid, wat hunne vryheid van^evoefïn n ^ gold wat hun°e veiligfcientien en denkwJzT^ co»" betrof, toen ware het dat zv HnSLn ' ^by d,!t al,es' hun Jeven «f te «weeren, om zich t hunne&SrW°OMn Dwingeland en de Godsdienftige en Burgerlvke VÏvheid ™5 ^aPenen te herftellen welk hun onder Gods zégf^elukte — t^w ?u0on te heffeD> het Republiek nog by de TrouwederTr ► °k t0t heden toe is deeze gebleeven, enVefc noo^ Mogendheden Ryken, Republieken of VoiftendoS , rboi?den met uitheemfche maar veeleer haare Vrienden enÏIS verbrooken, of gefchonden; grootere onderftandenln vSlfc e?0^^^°^^dnS • met derd kon worden ,. »c geen haar niet rt Irf °fin g •' ,da? van haar gevor" integendeel, door den kyft^d geS die verligt, maardaarenbovenweiniSpnd 1 Vrienden, geenszins loos- en VyMdlykhedcnnb3^ aandoeningen gevoelen de harren .71 J. , ,— N°g levendige den by den onlangs ge"in2-5en 00^f ^derJandf r^n deswege op heiand, dat, fchoon het on S Verbondbreekend Engehad, in het gedrag van onze zyde tZL ^ Zy"e beIangen te derland in dl Beifierin- ^ Vyand dan ook wel zyn voordeel £Ïfr J?"» °' Wdk gebrek die meenebest is ook altoos aaXt Hui. vS O™ ^ £<, d°en- — 0ns Ge" cn echter worden wy in deonbllvfeF?£g^rouw gebleeven, de d^kbaarheid i8. die dat HoofdI vfn ?Zuc\K%zT gewaar> *el^ uu. x.ooiü van t Dmtfche Ryk zynen ouden en hulp-  C 7» ) hulpvaardigen BondgeDoot 'er voor bewyst. — Zullen wc echter onde? ons zeiven weêr Oncrouw befpeuren, als het eens tot eenen Oorlog met dien Monarch kwame uittebreeken, dat niet on waarfchynlyk is? Ach, hoeongelukkig ware dan ons Vaderland niet! — Dan, gelchiedt dit, wy mogen het tegendeel hoopen, en de blyken van waare Liefde en doorgaanden Yver voor 's Lands en 's Volks belangen in het Bellier der Getrouwen in den Lande ontmoeten:. Want. die toonen nog 'alleszins in om midden te zyn. Louw. God geeve het, en daarnevens zynen zegen.-— Maar dat de Ontrouw door geheel Nederland al te fterk heerscht, is zeker waar. Hy, die getrouw is aan zynen Medeburger eu deszelfs goede Zaak, leert dagelyks meêr en meêr dezulken mistrouwen op wier getrouwheid hy volkomen ftaat. had gemaakt.. Men behoeft zelfs geene anderen hiervan uit te zonderen. De ondervinding heeft het ons doen gewaar worden.De eene Burger kan ook den anderen langer niet betrouwen. Duizende bewyzen zyn 'er van voorhanden, en vermeerderen van tyd tot tyd. Nog, is het niet alleen dat de Ondeugd van Ontrouw in de Burgerlyke Samen-* leeving plaats vindt, maar onder hoe veele Familiën, Huis- en zelfs Echtgenooten vertoont zy zich niet! — Men weet, indien men het llechts weeten wil, dat alle de zwaarfte Straffen, Oordeelen en Kastydingen, waarmede de Godlyke Richter van Hemel en Aarde ooi-teen Volk bezocht heeft, over hetzelve kwamen over de afwyking van de zo dier aan ieder bevoolen Trouw, aan Hem, en dus ook aan den Evenmensch verpligt in alle gevallen te betoonen. — Wy behoeven derhalve ons niet te verwonderen, dat wy der Godlyke gramfchap ten doel ftaan, by het gevoel van zwaar drukkende Rampen en vernielende Plaagen, alle welke harde bezoekingen , als daar is Rundveepest, ongewoone Ziektcns onder de Menfchen, Watersnooden, Stormwinden, die veel Zeefehade veroorzaaken, diere Tyden, en de zwaarfte Plaag van alle Plaagen, Oorlog! Deeze alle zyn niet agtergebleeven; maar wy hebben derzelver teifteringen gevoeld; wy gevoelen ze nog, en wy zullen ze, zo God zich niet over ons ontfermt, waarfchynlyk nog geftrenger gevoelen. — De onrustige Tweedragt fnelt reeds binnen 's Lands den gevreesden Oorlog voor. -— Hec is weder de Ontrouw die haar nieuwe krachten heeft bygezet ter verfterking van uitheemfche Vyanden, wier woedende aanvallen men hooglyk te duchten heeft, terwyl de Onéénigheden van binnen de handen der eerst welgewapende Burgeren te gelyk met hunnen moed verflappen. —Is-het wel anders dan Ontrouw, die alle deeze Kwaaien den Lande baart ? —< Wy hebben een Ongetrouwe Veldmaarfchalk gehad : i—. Ongetrouwe Bevelhebbers ter Zee: ■— Ongetrouwe Beftierders van 's Lands Inkoomften:— Ongetrouwe Raadslieden van het Hoofd der Uitvoerende Magt: — Ongetrouwe Maar laat ik zwygen;. want de Ontrouw heeft zo ¬ veel vermogen, dat zy de Waarheid wel aan den band kan kluisteren. Krelis. Zo is 't, Vrind! Maar het is en blyft ook te gelyk waar, al wilde men hier het woord Ontrouw als te fterk neemen, dat die genen, die.~ niet ter goeder trouwe handelen, wei deeglyk Ongetrouwen zyn. I w» -  ( 72 D Louw. Gy zyt dan volftrekt met my hierin van één begrip, Vrind! — Maar de grooie vraag blyf'c: Of wel iemand ter goeder trouweaitoos handelt? Een ieder Mensch heeft zyne zwakheden. Ons eigen hart klaagt ons van Ontrouw aan. Krelis. Meer dan te veel, Louweris! Wy zyn alle der bevelen van het Hooge Weezen ongetrouw, die verdorvenheid zit in den aart der Stervelingen. 'Dan het opzetlyke van Pligtverzuim kan geene zwakheid heeten, het is een verharding in het kwaad, waarvan men overtuigd is, eêr men het uitoefent, zich fteeds moedwillig aan *t zelve overgeevende, om het uitteoefenen. Het kwaad van Trouwloosheid weet men dat dikwils een geheel Land, een geheel Volk kan bederven. Hy die het doorgaans begaat is ook doorgaans geen Mensch, die niet redeneert, die geene kennis van Pligten heeft: Geenszins; hy is dikwils om zyne kundigheden tot groote Ampten verbever:. Wat doet hem dan die pligten met afkeer verwerpen ? — de hun gezwooren Trouw geheel uit zyn hart verbannen? — Hy zondigt hierin immers niet door overyling, door zwakheid, maar volftrekt met opgeheven hand, met voorneemen van geest. — Om zulke Snoodaarts aanteduiden heeft men niet eens een vingerwys noodig. — Het recht van hooger geboorte moest hen daarenboven beter ter harte gaan • zy echter misbruiken het, daar zy 'er op deunen, om hunne Medeburgeren te onderl drukken, en zichzelven groot., aanzienlyk en gevreesd te maaken voor de oogen van een geheefc Maatfchappy, van welke zy echter ook Leden zyn; maar die hunne wandaaden niettemin met verfoeijing befchouwt. Louw. Men zou het byna voor een wonderwerk moeten aanzien, Vrind! indien men de oude Trouw weêr op het Aardryk gewaar wierd. De oude Heidenfche Dichters klaagden reeds voor drie duizend Jaaren, dat zy met de Rechtvaardigheid, de Aarde, daar zy alles bedorven zagen, veflaaten hadden en ten Hemel waren terug gekeerd, om niet langer van ondeugende Stervelingen gekweld, befpot, verfchoven, verfchopt en onderdrukt te worden. Kreüs. De begeerte om over anderen te heerfchen en rykdommen famen te fchraapen, om prachtig en wellustig te loeven, en zich, al ware het ten koste van 't bloed en zweet zyner Medemenfchen, vet te mesten, als tot een dag ter flagtinge, is veelal Üe aanleidende oorzaak tot bekiaagenswaardige Trouwloosheden. Maar ftraft men geen misdryf, waartoe dan droef geklaagd? Wat baaien ydle wetten ; Wil men niet op de zeden letten; V Is vruchtloos in den nood baar byftand afgevraagd. Louw. Byna op deeze wyze fpreekt Horatius in het III. Boek Zyner Gezincrn het 24 tegen de >Giengaarts, m welk Gezang men meer toepnslyks op onze bedorven Tyden en Zeden zal kunnen vinden.— De Hoegde Wreeker drjft derhalven een onue trouw Volk en.Land al dikwils door trou wlooze Vyanden en andere welverdiende Plaaccr • dezulken, die wy gevoelen, overtuigen 'er ons van. Men keeie zich dan algemeen tot God met getrouwe Harten, en fmeeke zyner Goedertierenheid om vergeevinsre red dinge en uitkoomst van alle in- en uitwendige kwellingen, die ens dierbaar Vaderland ëh deszelfs Inwooneren drukken, en met een gewisfen val bedreigen, indien wv hér Ku aad niet uit ons midden wechdoen. J ' Krelis. Ja, Vrind! Dit behoort een ieder allernoodzaaklykst te betrachten door de oude Trouw weer als voorheen te beminnen; dus zou en Eendragt en Vryheid de rust, het geluk, den luifter en magt onzer Natie doen herbloeijen. — M-iar eeroei? hierover gefproken. De Tyd roept my naar Huis. Vaarwel, Louweris! en (laap cerust Louw. Ik bedank je, Krelis, en wensch je 't zelfde. Wel t'huis, en groet Gr-tje' Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. N9. 19. 10 Mey 1785. Louw. oeden Avond, Vrind Krelis! Vaart gy wel? Krelis. VJFlk ben gezond, Louweris! Hebt gy't met den Welftand ook nog naar genoegen ? * Louw. ó Ja, wegens de Ligchaamlyke gefteldheid ben ik nog frisch.— Zal ik wat byzonder Nieuws van u hooren? Of hebt gygeen NieuwsftofFc in de Couranten gevonden? Krelis. Niets van buiten, wegens Zaaken, ons Gemeenebest betreffende, waarop men ftaat zou kunnen maaken. Dit zult gy zekerlyk zo wet als ik weeten ; want gy leest immers ook de Couranten. Louw. Wel zeker. Maar 't is beter Fabelen aU aanftootelyke ftoffe te verhandelen. Een Ezel fpeelt dikwils in Fabelen de hoofdrol , en meent fomtyds meer dai een Leeuw te kunnen uitrichten. Fedrus geeft ons deswege de volgende Fabel op, ten tytel voerende: de Leeuw met dm k Ezel op de Jagt, gelyk wy by Hoogftraaien dezelve aldus vertaald en uitgelegd vinden. D: e zonder moed van ydle hovaerdy Gezwollen is, en breekt veel wint daer by, Mag iemant, dien hy niet bekent is, doeken, Maer ftrekt ten fpot van afgerechte kloeken. § De Leeu ging met den Ezel op de jagt, Die dicht bedekt met heefters op zyn vacht In laft had, dat door ongewoon ee tieren Hy fchielyk zou doen fchrikken al de dieren; ■ Dan zou de Leeu hen vangen in de vlucht. De Steiloor maekt hier op een naer gerucht, Verbaeft al 't wout, door feilen fchrik gGdreven, Dat elk begint te fiddren en te beven. 4 3 . K  C 74 ) Elk vhaeht, elk loopt, et zoekt een veilig pad, Maer/t is vergeeffch, dewyl de Leeu ben vat, En afmaekt door 't geweit van zyne krachten. Die eindlyk moê van zulk een yfflyk «achten Den Ezel doet intoornen zyn getier. Hy trots op zulk een heldenftuk vraegt fier: Wat dunfet u van rayn dienft aen u bewezen? De Leeu hier op: Uw dienft is onvolprezen; Zoodat ik meê my had ter vlucht gewend, Had ik uw' moed en aert niet wel gekent de RYDER S. Een Man, die Paarden mennen kon, Juist niet gelyk «en Faëton, : Zag, in een zeker perk, verfcheide trotfche Ryders» Zy waren alle zyn Benyders. Hy had een enkle Vriend, Daar de een den ander dient, Hy kon op dien ook hoopen, Indien de Perkpaal voor zyn Rytuig gunftig watr'. Maar zie, die ftond niet pal; men draait hem hier en daar, '« Geen juist gefchiedde op dat hy mis zou loopen. ,, Ga-  e 75) Oavrieadelyk onthaal! (Zo luidt zyn hartetaal) „ Is 't raooglyk? Ja! ik ben bedrogen; „ Maar. had gewis den Prys behaald; „ Myn fpoor was goed, had men den Perkpaal recht bepaald, „ Thans is hy fnood verzet en 't rechte fpoor onttoogen." Intusfehen lacht een valfche Guit, Met al zyn aanhang, hem vast uit. De Werkers van 't Bedrog zyn allen hem thans Meester.. Een aangenaame Balfemfpru.it, Acht men voor flegten Heester, Terwyl een Dadelboom, zeer hoog en dik van bast, Met fchubben om zyn Stam, vast bloeit en weêlig wast? Hy was een Major en geen Humilis geheeten. ( *■) Doch 'c is meest fleen en weinig eeten, Dat zyne vrucht den Indiaan,. < Of Arabier, of Syriër kan geeven,. De Bulfèmfpruit doet meer voor 't leeven, Dan ooit de Dadelboom kan doen, of heeft gedaan» Maar wat gebeurt 'er? — Ziet de lucht, aan alle flreeken,. Betrekt: De Blikfem komt door zwarte Wolken breeken, Van 't klaaterend geluid des Donders rasch verzeld; Het treft den Dadelboom! Hy wordt ter neêrgeveld. (*) Men heeft tweederlei {gorten van dien Boom, een grooteren ook een kleiner foort, de eene Major en de andere Humilis geheeten. De eerfte, zegt men, wii zonder Wyfken aan zyne zyde niet groeijen; maar zo ja, dan wordt hy hoogen krygt een, dik gefchubden bast. Men zie Jablonsky in zya Woordenboek op den Tytel Dadelboom, of Daccylastum., of Palma. K 2 De  C70 De laage Balfemplant blyft vry by 's Onweêrswoeden. Dus wordt het trotsch Geweld geftraft; Dus zégepraalt het heil der Goeden. 't Is God alleen, die recht verfchaft. •-Onze Leezers zullen misfehien wel vraagen, of wy hos niets anders dan oude Fabelen en laffe Vertellingen weeteo op üe disfehen? Zy hebben ook in eenen zekeren zin gelyk. Maat welke ftoffe zullen we'hun naar hun genoegen geeven? — Hoe het met het verfchil tusfchen ons en den Keizer gelegen is, weeten wy niet. 'Er wordt van onze zyde veel beweeging gemaakt, en Zyn Hoogheid is thans recht in zyn Krygs-Element mét benoemingen van Officieren. De Graaf de Maillebois is zyn Vriend — Bravo! — Niemand twyfelt of die kundige Generaal zai hem betere Lesfen als den Ex-Veldmaarfchalk VVolffenbuttel geeven. — Ondertusfchen'durven we onzen Leezeren wel verzeekeren, datd'e groote ophef, die wordt gemaakt van zo veele Keizerlyke Troupen, als men geduurig langs het Veld der Nieuwspapieren naar de Nederlanden, en dan weer naar elders laat marcheeren, loutere hersfenfehimmen zyn. — Indien de Keizer, ten hoogften genoomen 30,000 Man indeOostenrykfche Nederlanden raet Garnilbenen en al heeft, zal het ons niet moeten verwonderen, dat Wy 'er eens zo'veel tegen kunnen ftellen. — Men behoeft zich, naar myne gedachten, zo angstvallig niet te bekommeren over den toeftel des Keizers, 't Is goed dat wy ons te Lande gereed maaken, om- ons in ftaat te vinden geweld met geweld te keeren. —> De Brabandfche Vrouw, van welke myn Grietje wel eens een Kantje koopt, en die geduurig van hier derwaards over en weder herwaards reist, zegt, dat het in Braband en Oostenryksch Vlaanderen ftiller is dan hier; dat men 'er van niets ongewoons weet; maar dat de Öostcnrykfche Nederlanden door gebrek aan 't noodige verkwjmen, eh de bitterfte armoede onder het grootfte gedeelte van derzelver Inwooneren heerscht. — Ik zou, naar myn begrip, nog veel hier kunnen byvoegeo.'— Myn vooruitzigt, wensch ik, ydel te mogen zyn, en de Voorzigtigheid fluistert my in 't oor : Muisje wacht uw Staartje. Dit niet doende, zou ik mogelyk, als een Waarheidfpreeker lyden moeten, door zulken myner Medeburgeren, die de Les van Salomo: Wees niet al te rechtvaardig', ten groudregel hunner verrichtingen zouden kunnen ftellen. Louw. Dit vreest gy, en 't zou dus ook wel kunnen gebeuren-, om dat mén 'er voorbeelden van-voor oogen heeft. Dan echter, wy hoopen 'er voor ons deel geen rekening op te maaken. — Vaarwel, Vrind Krelis! Slaap gerust. . Krelis. Ik bedank je, Vrind! Ik wensch je 't zelfde. Groet DieVen je. . , • ^sjtoIu by de Erve ds U'ed. J. »** fcCSJi ONt: op de iUguüei* Biecltmm, tt a.iuuiüIiÖT'  KRELI S_en LOUW. n'. 20. 17 Mey 1785. Krelis. |^ oeden Avond, Vrind Louweris! Hoe zit gy dus treurig * KJT met de hand onder 't hoofd! Zyt gy niet frisch? Louw. Nog niet volkomen; het fchynt myn Maag geen Visch verdraagen kan, die ik echter zeer gaerne eet; want ik en ook myn Diewertje zyn 'er al meêrmaalen, van welke foort van Zee-ofStroam-voortbrengfelen het ook ware, ongefteld van geweest, Stokvisch en gezouten Visch uitgezonderd. Maar myn Maag begint thans weêr goed te worden, na eene zuivering, die ik 'er toe gebruikt heb. Dus vind ik het Hart wei frisch, maar nog zo fterk niet, als 't behoort. U fchynt het nog in geenen deele aan Gezondheid te ontbreeken. Krelis, Wel neen, Louweris! Ik ben nog zeer wel, en myn Grietje ook. Maar wat zegt gy van de Zaaken, die men hoort en ziet dat 'er gebeuren. Louw. wat ne er van zeg * iNiec anaers, aan aat wy in ons vaaenana nimmer tot die Twyfelingen gekomen zyn, die 'er thans ia heerfchen. Het is of al de dampen van 't Pyrrhonismus in onzen Luchtkring zyn faamgetrokken en opééngepakt, om het voor altoos te blyven bedekken, te helmetten en eindelyk geheel te vernielen. Men ziet 'er dien uitfiag vaa het waar belang des Naasten niet meer behartigen. De uitfpoorige Laster , de verfoeilyke Leugen, door het laagfte uitvaagfel onder het Menschdom 't meest gekweekt, durft fomtyds wel op de Eer van Braaven haare gal braaken, fchoon zulks hen nooit befinetten kan. Dit gefchiedt door andere aanleidingen, van vertwyfelde en ondeugende Schepfelen, die wat meer fchynen, en misfehien weêr hunne Dryfveeren boven zich hebben, van welken zy afhangen, om op eene of andere wyze den Eenvouwdigen zo verre te brengen en ora te zetten, dat hunne Ligtgeloovigheid de Lengen voor Waarheid erkent; want wanneer het zo verre gekomen is, dat men begint aan de Waarheid te twyfelen, dan beguaftigt men reeds de Leugen. — De Stad onzer geboorte is zeer Volkryk, en zy, die zich in dezelve voordoen uit liefde tot derzelver welvaart, bloei eu vryheid, tevens met die van 't geheele Vaderland ea Volk, zyn de eerfte Voorwerpen van den haat der Kwalykdenkende en Eigenbelangzoekende Trotfchen. Kunnen die, door hunne fhoo'de Werktuigen, zo veel uitvoeren , al moesten ze 'er zich inNachtkittenen Mothuizen om laaten vinden, dat zy daar hun Laster- en Leugengif verfpreiden, en het greetig wordt ingezwolgen, dan wordt eea eerlyk Maa doorgaans by het flegtfte Gefpuis voor een Schurk en nog erger aangezien en uitgemaakt. Maar zou deeze zich hierover veel bekommeren ? — Geenszins'! Wat men ook van hem moge zeggen of denken, zyn Deugd wordt 'er nooit door gekrenkt; zy blyft altoos dezelfde: Hy eert haareWetten , hy trekt geen eer uit den Lof dien Onwaardigen hem toezwaaijen , en is met geenen krans van ftroo gediend. Al moet by om der waarheid wille lyden, zyne grondregelen, welke hv eenmaal heeft aangeno» K 3 iaën  ( 7* ) men om haar te verdédigen, blyven ten fteuu van zyne oprechtheid. Eerlyke Lieden, die zyne daaden in een glinfterend daglicht ftellen, verfchaff«n hem dien troost, dat zy, kunnen ze zyne onfchuld niet doen scégepraalen, hem door waare lof bewyzen den Lauwer fcbenken, dien hy waardig is- Dit redt zyn eer genoeg; uit maakt zyne Deugd en Naam onfterflyk. De G«fchiedeftisfen van vroegere tyden, van ons Vaderland, draagen 'er de blyken van. — De tyden zyn niet verbeterd: Het geen yertwyfeling in de laatstvoorgaande Eeuw was, en tot Leugen en Laster, vervolgens tot Onrecht en Geweld overfloeg, is in onze Eeuw niet anders, en berust op een en dezelfde gronden, ja 'er heerfchen ten onzen tyde nog veel meer en grootere Ondeugden en Gebreken, dan ten tyde onzer Vaderen. Men mag meêr befchaafdheid in Kunsten en Weetenfchappen vinden, maar in het waare zedelyke zal men 'er veel by te kort komen. Krelis. Dat is zeker waar, Vrind! — Maar of wy hier lang of kort ever fpreeken, ons zeggen is van een al te gering gez3g, om het op de. femoeden onzer Natuur- en Landgenooten indruk te doen vinden? ■ )it dan daar gelaaten, voor dus verre. — Wat zeggen de Nieuwspapieren? Gy hebt ze zekerlyk meer ingezien dan ik; want federt laatstleden Vrydag heb ik ze niet in handen gehad, en gy zyt t'huis geweest, Uit noodzaakiykheid; maar gy zult by uwe onpaslykheid nog wel zo veel lust gehad hebben om ze te leezen. Louw. cV Ja, ik heb ze geleezen. Maar kan ik u alles zeggen, wat ik 'er in gevonden heb? — Wilt gy ze leezen? Daar, lees ze. Krelis. Gy fchynt wat gemelyk, Vrind Louweris! Ik dacht u niet in »*lk een luim te vinden. — Nu, ik fchryf het uwe oogefteldheid toe. —. Maar wat zal ik dan leezen? Hoe kan ik uit zo veele Papieren alles wat SM inhouden zo fchielyk byeen raapen ? — Zeg my Hechts het voornaamfte dat gy 'er in gevonden hebt. Wy kunnen onze Samenfpraaken immers set geene Kranten maaken. Louw. Ik zal u dan zeggen, dat de Tydingen uit het Noorden behelaet) dat Riga veel fchade door 't Wacer by 't losbreeken van 't Ys bekoRien heeft, en uit Duitschland vindt men med» de treurigfte berichten van Overftroomingen in Silézië, Saxe, en op den Pruisfifchen bodem, z«elfs zyn de Velden rondsom Berlyn als in een Zee veranderd. Magdeburg, Frankfort aan den Oder, en andere Steden en Dorpen aan die Ri. ' di-  ( 79 ) di*e- veelen meênen nog al grond van vermoeden te hebben, dat Beijerèn aJ den Keizer zou worden ingeruimd, en ze ft zouden er, zegt menfb^ichten zyn, dat reeds een aanzienlyk getal Keizerlyke Troupen ^louvv WWy hebben die tydingen meer in de Nieuwspapieren geleezen 3Sv warén ongegrond, en ik denk dat het/er thans eveneens meê gefield fal z^n De Tyd zal ons door zyne Leermg verlichten moeten. - Maar. II hebt van zo veele ongelukken, door 't Water veroorzaakt, gefprooken ; lïl het ooï geen ongeluk zyn, dat Londen door het Vuur gcleeden heeft? Krelis. Voorzeker een groot ongeluk. t, tr«««^U Louw. Weet gy 'er dan iets van, zo hebt gy zekerlyk ook Kranten 8etCrpSlf«11' Ta één, de Rotterdamfche van deezen dag, die ik fléchts doorgaans leeze om de Engelfche Tydingen In deeze vinde ik onder anderen het volaende uit Londen van den 10 Mey. SacuS den 7 deezer ontftond alhier, des morgens ten 3 uuren, een verfXikllke Brand in de Pakhuizen in Potters Fields, Toleyftraat,wïardoor een groot aantal van dezelven in den asch gelegd wierden; de Z£*£Z van dezelve gevuld zynde met Pik, Teer, Harst en Terpentyn f, ^^tl^S^rhtofkn, nam de vlam zo fehielyk toe, dat dezelve £ ™ofvle? Woonhuizen overfloeg, die insgelyks tot den grond afbranA.n Mer, rekend, dat deeze Brand zulk een zwaar verlies zal veroorzaken a?s men in lange Jaaren door een dergelyk ongeluk niet gehad heeft De Terpentyn f Pik en Teer , onder elkander fmeltende, maak. Ln niet alleen een yslyk vuur, maar toen 'er het Water uitde Brandfpm-ÏS be kwam, wierd de vlam , in plaats van te verminderen, nog veel verfcnriklyker. Behalven de Thee, die 'er in de Pakhuizen yan de Oostïnd fche Compagnie was, is 'er nog eene onnoemlyke quantiteit van dat Stikel verbraïd. De Berichten zyn hteromtrent zeer verfch.llende en nftr X • fommiee begrooten het getal der met Thee verbrande Kis'S 00 drfèï zeven, en een Serde op vyftienduizend Althans- heUs ze£ , dat de fchade nog niet te bepaalenis, vooral als men er l L rekend het -een de naastbygelegen en omftreeks ftaande Gebouwen,^Vnde meestPakhuizen en Magaz?nen van Winkelwaren,.daarby I Na'SeezeS'volgt nog een nadere Brief uit dezelfde Engelfche Hoofden Hofftad[ van den gten, behelzende wegens deezen verfchnkiyke» KSiedkhbkd^ ^ de Toleyftraat, welke den .7 deezer alhier ia- voof-t len! kan men nog melden, dat 'er, behalven de MagazynenSn 'Thee, oenoorende aan de Oost-Indifche Compagnie, en onlangs Sor dezHve in Holland en te Oftende opgekogi, nog drie Schepen insïelvk* met Thee gelanden en naar andere Havens van dit Ryk beftemd,, ve l ra-d zvn , gelyk ook nog drie Vaartuigen met Graanen gelaaden, mVerbra.10 z>n , b, y ,b Thee door dc vlammen ver-  ■ . • v. 8o ; ©■dertusKhen- is die Brand niet alleen zeer nijdeelig en fdndelyk, maar ook uitermaa^n verfchnkiyk geweest; de groote quamiteit van Pik, Teer en Terpentvn ! i f' Magazynen bewaard wierd, in brand geraakt en ondereen geloopen zynde verwekte een ftroom Vuur, zeer gelyk aan de Lava van' een brandenden Berg, en dié afta melde wat dezelve in h«ar Weg vond. Toen de Brand begon was het ón^elukkSvk laar Water, zo.dat'er twee utjren, verliepen eer de Spuiten aan den Kane konlre S 1 LouvT- *JJ#! ,ZHulk,e ™«* ongelukken zyn tnffSSff^SS^ E«n teder m dezelve lydt 'er door, maar meest zy, die 'er het m«^r hl Zllu Naardien gy nu aan 't fpreeken zyt wat hebt gy'dan even wel S itf dieSe Krant gevonden? 'Er u immers een Brief uit Weenen in, die nog al wat rat 7i gy dien hebt overgelegen , zal ik hem u voorleezen. Dus fchryft men ' Weenen den M April De met zo veel ongeduld verwachte Courier is eindelvfe van Petersburg hier afgekomen en men verzekert dat de medebragte Derêche onder anderen behelzen, dat de Keizermne volmaakt aan onzen Monarch overig, ~ ' der in 't minde acht te flaan oP eenige politieke inzigtenvanWette, aart Tok £ Zaak met de Hollanders by te leggen, of om zyn recht door de Waners ertn^ , den, indien die Republiekainen hardnekkig mogten bh/ven"Sda? Zvr\l M? f > verzekert konde zyn, dat de Keizerinne Aller Ruilen l Sdfga« hS%oïï hS rmt al haar magt te anderfteuuen zodanig befluit als Zyne M .jeftei rnr tl?{' 1 , DUItea . hield, behoorde ten rninften ^S^^^^S^V^m W öior *8 Jaarlyks « betaalen, 3^1^^®^ der  C &3 ) der Kerken wel eenige winst kunnen veroorzaaken; want'betaaïeö ofgeei van die Dieren te houden, zou de weg zyn om, ten deezen opzigtè, het heilige den Honden niet voor te werpen: En ik zou wel durvenWeddeni Vrind! dat, zo elk die Honden hield, het.gezette Jaarlyks Geld 'ervoor ■ opbragt, men zou kunnen ftaat maaken, dat uit deeze Source al veel voordeel voor den Lande te wachten was. — Ook tóOest men , sjet een Hónd door een of ander Tolhek gaande, almede voor dat Dier behooren té betaalen: Of zal de'Lucht aan den anderen kant van zulk een- Hek of Slagboom voor een Slaafsch Beest vry zyn , en voor den vrygeboorenMensch niec? — Daar men in dit geval den Mensch paaien ftelt, laatmea' het dan zulk een Beest, als een Hond is, ook doen. — Het fcheelt my niet of men myne aanmerking kwalyk neeme dan niet. — Ik prysden impost op de Honden in't Beijerfche. Krelis. Zo 'zoudt gy byna wel te kennen willen geeven dat men Geld betaalen moest voor een andere luchtverademing van Stad tot Stad in ons vry Vaderland. . . " Louw. Wel dat is zo: Noch Water noch Lucht is in ons Land zonder-; betaaling vry, dan.in een zekeren Kring die zyne paaien heeft. Maar.' dèwyl ook, met dit alles de Mensch verpligt is eenige geringe opofferingen voor deeze zyne Vryheid te doen, kan, zonder dezelve, deeze niet algemeen ftaande blyven. ; j .,'/ V. Krelis. Zois 't, ennieutnders: „ 6Hemelfche Vryheid! gy zaagtuwenr „ dierbaaren invloed nog plaats hebben in de harten der Braaven — in der „ 'zielen der Getrouwen in den Lande..— Gy geeft uwen indruk zelfs te. gevoelen aan uwe ftdderende Vyanden, die, beklemd van harte, hunne.„ "trotschheid zien bezwyken, en genoodzaakt zyn U al ftarnelendehuldfr. te doen. — God —' de God van Nederland, 6 lieve Vryheid! is uw Va-r '* der! Zy die U beminnen, beminnen Goedertierenheid en Recht." > u Louw. Dit alles is waar, Vrind 1 Maar hoe koomt het dat men in-on* vry Vaderland dan nog een geheel verkeerden handel daartegen ziet?" Hier door een Ariftokratisch, daar door een 'Despotiek misbruik var* magt?— ik weet het^nret! Dan de Zegepraal der goede Zaak is niet/ verre meer af. —■ De fnoode Landberoerders zullen wel dra hunne, zwaarfte ftraf erlangen. Veracht van ieder'hunner-Medemcnfchen , geknaagd door onöphoudelyke byting des Geweetensworms, zullen zy^ als Slekken , door het zout der waarheid geraakt, verdwynen moe* ; ter}. Ik durf my, Vrind Krelis! gerust deswege op het gevoelen varf" verre het grootfte gedeelte mynérStad- en.Landgenooten, die Waar-heid, Recht cn Vryheid lief hebben, beroepen. — De Tyd baarr--> Roozen ! — Dan nu al weêr genoeg voor dit maal. Andere Tyden zuU ' left' ook andere Zaaken voortbrengen ;. raaar dat de Vaderlandfche boven ' fta^ Dat Vryheid op haa".e Verdrukkeren zegepr'aale, dat der goede Zaak Recht gcfchiede, cn alle de Begiftigers der Kwaade Zaak, met de Verdervende Hand, die hen aanvoert, re gelyk zodatfig .-gefnuikt -worden i',< 1 t>■-■ ol.)■>./.,!■>< u:.s Ulfc a-/-'- - ' '* " ■ ■ ■ ■> ■ 3?'léaSt jen uuiv «uiutie mu^ui^..^....,,».., —-— - . ------ . fta^ Dat Vryheid op haa".e Verdrukkeren zegepraale, dat der goede Zaa.-r  -4ax zy in bat door hen berokkend Verderf van 't Goede, hun eeuwig Verderf in hunne eigene Aanflagen vinden, indien ze hardnekkig genoeg blyven om 'er in te volharden. — Laaten wy maar intusfehen 'er de waarheid van zeggwi als het te pas koomt. — Weet ge ook nog een of ander Nieuwst Krelis. Ik lees uit de aangehaalde Courant nog het volgende, onder den Haag van den 21 Mey. Gisteren zyn'er wederom drie Lieden van het platte Land by Gecommitteerde Raaden gevonnisd, wegens hun oproerig gedrag by de Loting van den derden Man. De eerfte, zynde uit Zoeterwoude, is op het Schavot gegeesfeld, en zo men verzekert, voor drie Jaaren geconfineerd in een Tuchthuis, en vervolgens voor tien Jaaren gebannen. Het Vonnis der beide andere Boeren, die van Zuidland by den Brielzyn, beftaatin een Bannisfement voor eenige Jaaren, zynde deeze niet op het Schavot geweest. De Wachten, zo te voet 'als te paarde, waren verdubbeld, en wierden de Delinquanten vergezeld door een fterke Eskorte van Paardevolk. Het Stadhouderlyk Hof was in dien tusfehentyd naar 't Huis ten Bosch. Zo men verzekert, zyn 'er nu nog op de Gevangen-Poort één Boer van Wasfenaar, en de Schoolmeefter cn Diender van Rhynsburg. De laatfte deezer drie Boeren, zegt men , zou in zyn verhooren bekend hebben, tot het Oproer aangezet te zyn, door het leezen van de Politieke Praatmoêr en foortgelyke oproerige Schriften; dewyl hy daaruit zoude begreepen hebben, dat het maar te doen was, om den Prins van kant te helpen: Hieruit ziet men, dat het eigentlyk die foort van Schriften «yn, welke quafï voor den Prins en zyne zogenaamde Party fchryven, die het Zaad van Oproer onder de eenvoudige en onkundige Gemeente verspreiden, en door leugens, lasteringen en kwaadaartige verdraaijingen die Lieden verblinden en tot ftrafwaardige Daadelykheden aaufpooren; daar in tegendeel de Patriottifche of tegcnovergeftelde Schryvers, die de Republikainfche Regeeringform en de verbetering der ingekroopene Misbruiken voorftaan, altoos op bedaardheid en bezadigdheid aandringen, tegen Oproeren waarfchouwen, cneo veel in hun is tegengaan, en trachten voor te komen.; gelyk die waarfchynlyk, in de eerfte hitte der Onlusten door hen meest voorgekomen zyn; en nooit heeft men gehoord, ^dat door hun fchryven iemand op de gedachten gekomen is, om Oproer of Daadelykheden te verwekken. Louw. Juist het tegendeel. De Vaderlandfche Schryvers hebben altyd ten doel gehad en nog, de Oproerzoekende Party tegen te gaan. Maar nu al weêr genoeg gepraat. — Vaarwel, Krelis! Ik wensch je •een aangenaame Nachtrust. Krelis. Insgelyks, Vrind Louweris! Wel t'huis, en de groetenis aan 'Diewerr.je. -Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUSvan EGMONT:^* " op de" Reguliers' Breêftraat, te Amfterdam.  K R EL I_^N_LOJJJ^_ Krelis. |^ oederi Avond, Vrind Louweris! Hebt gy 't met de Getond ^Tetis™ Wel neen, Louweris! Het Nieuwsfmeeden is myn werk met, ïchoon 'er wel TyTngkraamers zyn , die het doen. Dus vindt men dikS wei zogenaamd Nieuws in de Dagpapieren ; maar er.loopt ook veel van Sint Anne onder. Ik h»#^^^#ff^J^teWK , maakt denzelven vast aan zyne onzydigheid,muls^die geiu^te; ^ ■ ]Yk d mik een gelukkig gerucht, naar de denkwyze van ae Sehryver en Uitgeever der gemelde Courant! ■ gS? ÜX "et 1" feXgVche TydingMad van de„ ISiiiipiilii Bowl L 3  ( 86 ) worden, dat 'er partydigheid in het zo gretig gemeld gerucht gelegen is ? Louw. Ik zou 'er niet vreemd van zyn, dat het een uitftrooifel is, om der goede Zaak, ware het mogelyk, eenige verhindering toetebrengen. Ook fpreeken alle Nieuwsfchryvers niet als die van het Haagfche Dagpapier. Het tegendeel leest men met weinig omflags in de Zuidhollandfche Courant van denzelfden dag, wiens Haagfche Correspondent zegt: ,, Spreek vryelyk tegen het door eenige Couranten uitgeftrooide gerucht, dat de Keizer zoude infteeren op de Juftificatie van den Heer Hertog Louis van Brunswyk. Dit gerucht is bezyden alle waarheid." Ook lees ik 'er in de Utrechtfche Courant, mede van gisteren, dit van : Het kortelings ontftaane gerucht wegens eenen nieuwen en allerbedeokelykften Eisch des Keizers, den gewezen Veld- Maarfchalk van Brunswyk betreffende, vindt voor als nog, by Lieden, die iets meer meenen te weeten, dan de rest, weinig of geheel geen geloof." Krelis. Het zou dan immers beter zyn, dat men geene geruchten verfpreidde, die men niet voor waar kan houden. Ik wil juist niet ftaande houden, dat alle geruchten de bevestiging der waarheid misfen; maar waarom zo voorbaarig en dikwils met onwaarfchynlyke berichten voor den dag gekomen V — Dezulke misleiden doorgaan» het Gemeen, en wlanten 'er van tyd tot tyd in voort een volftrekte twyfeling aan de beste Zaaken, die in de daad de Waarheid tot heure Verdédigfterhebben, fchoon het zeker is dat de Tyd haaruitde Leugen doetleerenkennen.—- Dit heeft de Tyd immers mede gedaan in de lang verborgen geheime A6te tusfchen den .Stadhouder en den geweezen Veldmaarfchalk, tegen de Hoogheid en Souvereiniteit des Laads regelrecht ftrydende bevonden; gelyk vooral door Hun Ed. Gr. Mog. ten klaarfte is aangetoond. Hoe zou het dan Weèr een nieuwe Eisch van den Keizer kunnen zyn, dat een Krygs-Amptenaar, als Bezoldigde verpligt zynde het gezag des Souverein», als dat van zynen Meefter, te eerbiedigen, verre van met fpreekende daaden te toonen, dat hy 't integendeel beneden zich acht en openlyk hoont: — Hoe zou het, vraag ik, kunnen waar zyn, dat een Souverein zelf, gelyk de Keizer des Roomfchen Ryks, de blyken van Belediging aan een anderen Souverein voor oogen kunnende hebben, den Belediger van dien zou eifchen gerechtvaardigd te zien? Hieruit kan die Monarch immers geen het minfte voordeel trekken, als komende het geenszins met zyne belangen overeen , een Voorfpraak re zyn voor een Man , die zyn eigen affcheid tegen de Wet genomen heeft, by 't nederleggen van zyne Krygsbcdieningen en 't ontwyken van het Land dat hy trouw gezwooren had; ten zy men 'dit belang wilde gezocht hebben, inuitzigten, die men geenszins gelooft dat zyne Keizerl. Majeft. kan gehad hebben, om te gemaklyker voort- . gangen te maaken, door in den Hertog een Vriend te befchouwen, die hem veel dienst en den Lande veel ondienst zoude hebben kunnen doen ?— Öe achting voor de hooge Geboorte van den geweezen Veldmaarfchalk moge de Keizer voeden; zy is ook achting waardig, maar de Perfoon, die misdoet, hy zy dan wie hy zy, verdient op blyken van overtreeding vi Ampt, Eed en Pligt, onderworpen te zyn aan de uitfpraak der Wet- ',tcn., bOYensWelke niemand, zelfs de Souverein niet, veèlmin ec» bezoldig*  éitrde Krygs-Dienaar, verheven is, en ten ieder weet dat Louns van Brui», wyk het onderzoek volgens die Wetten, en wel met deshenneur zich heeft onttrokken. Derhalven, daar de Keizer dit alles weet, kunnen wy niet eens vermoeden , dat een zodanige Eisch, als men wegens den Hertog wil door dien Monarch gedaan te zyn, in Zyner-Majelteiti gedachten heeft kunnen opkomen. — Laat ons dan vastftellen, dat dit gerucht volftrekt valsch is, en geheel bezyden de waarheid. Louw. Ik zou 'er met u voor zyn, om zulks te gelooven; evenwel wil mca thans verzekeren, dat 'er nieuwe beletfels tot den voortgang der onderhandelingen met het Weener Hof zouden zyn opgekomen ; maar men' weet nog niet, waarin zy beftaan zouden. „ Inmiddels (zo leest men in de Leidfche Courant van den 3often deezer) wordt voor zeker opgegeeven, dat de Ambasfadeur van Frankryk eene Memorie aan Hun Hoog-Mog. heeft overhandigd; dat derzelver inhoud allergeheimst wordt gehouden; dat de Republiek pofitif weigerd het geen daarin wordt vermeld, en gezind fchynt liever eenen Oorlog te waagen, dan iets boven de ten dién opzigte eerst genomeae Rcfolutiën in te willigen: Reiolutien die eenoegzaame bewyzen behelzen van de toegeevendheid der Staaten Generaal voor Zyne Keizerlyke Majefteit; en dat, zoons Gouvernement tot het uiterfte moet gebragt worden, door zodanige handelwyzen als het geduurende den loop der onderhandelingen ondervonden heeft, het oatWyfelbaare hulpmiddelen zal vinden in den iever en genegenheid eener Natie, overtuigd dat men aan de liefde tot den Vrede reeds al te veel heeft opgeofferd." _ ■ *£ . „ . . . • Krelis. Volgens den Schryver van een Paryfchen Brief gedagteeken* n Mey, en waarvan een uittrekfel in de Haarl. Courant van heden te vinden is, zou de Zaak van de Schelde nogby verre na niet vereffend zyn. Men moet nochthans (wordt daarin gezegd; niet denken, dat men daar over vechten zal; de Partyen zyn 'er even afkeeng van, en het zou noch de eene noch de andere conveniecren. Maar de Keizer meent, dat hy beleedigd is, en zal niets van zyne voorftellingen laaten glyden, terwyl de Staaten Generaal alleenlyk tyd zullen zoeken te winnen, en zomin toeftaan , als zy kunnen. — Niettemin zou het my niet verwonderen, dat, fchoon tyd gewonnen doorgaans veel gewonnen is, de Republiek echter niet zal uitftellen zo fpoedig als mogelyk zy aantednngen om een einde van 't verfchil met den Keizer te bewerken, of, blyven de Eifchen van dien Monarch te hoog, zich in ftaat van tegenweer te ftellen, om te beproeven wat de Verweerder tegen den Aanvaller zal vermogen, en dus de beflisfching van het gefchil aan het Lot der Wapenen over te laaten. —De moed en yver der Voorouderen zyn by oeze \ ryheidlievende JNatie no^lop verre na niet dusdanig gezonken , dat ze zo laag zoude zyn van alles toeteftaan wat onbillyke Dwang- en Heerschzucht, ter bevordering van derzelver belangen, van haar zou durven eisfchen. —; Oelcmeade dit, zo zou de nog vrye Nederlander toonen, dat hy, geheel ontaard van t Bloed, uit welk hy fproot, zyne Eere, zyne Bezittingen, zyne Rechten , zyne Vryheslen moede was, om het Slaaftche Dwangjuk van Heerschzuchtige Vorften, met de yerfoeilykfte laf heid, gewillig en ouderdaanigils  e\ t • I c H } ..... Slaaf oc dm nek te neemen. Dit echter kan noch zilooitwsar zya. — Men kan, do* beminnelyk een Zaak ds-Vrede zy, haar nochthans ook te duur koopen. Het Paxep. tïma relum is wel een feboon gezegde by StUut ItaUcus; maar men kan niet a tyd roemen^ dat het beste% dat de. Mensch kent, 'er in gelegen 11, indien men zich door i overhee fcniög te vrede laat' ftellen. Men moet «1 dikwils door Oorlog Vrede zoeke». Het is aüe Mogendheden bewust, dat 'er geen Staat .n de Waereld >s, die meer den Vrede noodig heeft dan ons Gemeenebest; maar 'er is ook geen Republiek die door het vermogen haarer Wapenen den Vrede beveiligen of herkrygen moet, wanneer eene of andere OorloTzuchtige Mogendheid haar aanvalt, en haar rust en vermogen gewelddaad.g en gewapgndeilund onderneemt te Hooren, om haare Bezittingen en haare Schatteri in derzelver magt te krygen, en een vry Volk naar zynen zin tracht te dwingen, de wjug» •Overheden van hun rechtmaatig gezag teberooven, de heihgfte Verbonden te fc^nderv, .den Koophindel en Zeevaart zyner ftille Nabuuren te ontrusten en te vernielen, de Rechten der Volkeren niets achtende, en alles in een woord te vuur en te zwaarde dreigt te verwoesten, met het fcherpe Krygsfhal ter fchede. uit te rukken en zyn laatfte ftem door Toperen monden van K,rtouwen te doen donderen. Zal in dit geval de gene d.e ten onrechie wordt aangevallen: Vrede! Vrede , fchreeuwen?— Godfebept bet kwaade, fnet kwaad der ftraffe moet men hier achten, dat God oP de Zonden doervallen,) en Ue Oorlog is een dier allergroo.fte Kwaaden of Suffen, waarmede Hy een Volk oo t kezoch heèfrf Maar ook maakt Hy den Vrede Het is dan waar, dat God o.kw.Is ÏSriogen noodig acht om Vrede te doen bekomen aan een Volk, dat Hy begiftigen w,l Geen Salomo zou in Vrede geheerscht hebben, had Dav.d met meest al zyn tyd m geduurige Oorlogen gedeeten, en heeft het oude Isr ël, gelyk ook onze Voorvaderen, ëet de grootfte voordeelen op de Volks vyanden behaald, om dat het God Dus hou ik volftrekt ftaande, dat fomtyds een Oorlog noodzaaklyker is, vooral wanneer dezelve een vreedzaam Volk onrechtvaardig wordt opgedrongen, dan een Ut hartig, '^^^S^^^T^^^ Vrind! & niet in alle.' Men zou hals heeft doen komen om ons laager te vernederen, dan wy door Vrede of OnzyÏgheid zelfs zouden geworden zyn. Veelen onzer Tydgeuooten en Jö-ggn lilt 1 et nog in 't geheugen. Men weet dat de getrouwheid en erkentenis Deugden zyn wier Eigënfchappenlnze Natie als aangebooren is, en met alle die lengden hebben wy ons eerst een uitwendigen Oorlog, vervolgens cen Binnenlandfche., Tweedragt op den hals gelaaden; wy hebben eene Moeder door or ze Weenen helpen verhoogen om , zo het fchynt . door de Wapenen van haaren Zoon vernederd te worder, indien zy door een Vredebefluit niet worden afgewend: • • Krelis Weet gy dan , indien wy eens .roet den Keizer in Oorlog geraakten, da. hy mwtmSm en de onzen zullen overwinnen? — Indien wy genoodzaakt zyn !/dS35Sn, na alle .„«gelyke infehikhkheden te hebben ?eoru.kt. S plig.ma.tige voorzorgen ter vermydinge van Vyandelykheden aangewend, jer nut en vruchtloos; wat middel anders, dan onze eigen-zelfsvercedig ng door de Wap^en! fchiet ors over? De uife de gevolgen 'er van moet pen. W.ag1*.; God' zal echter onze «etuige zvn, het zy wy roet roem voortgangen maaken, het zy wy lyk wyken.d« wy nier'dan att gedwongen het Krypsgeweer m Mdenrfa.. vvy eenjk ys . )^ fl da{ wg een eer,yk vergelyk met den Keizer: • ^ülên mogen „effen, ter befpaaring rnn zo veel dierbaar Menfchenbloed als .er wede zyden door de wreedc Moordtuigen des Oorlogs geftort zou ~ ™\mede Vrind Louweris! wensch ik u insgelyks den Vrede. Vaarwel en fla p geruft. Lo'w^ Ik bedank je, Krelis! Ik wensch je 't zelfde. Weli'huis. en de groeter.s- aan' Grietje.. . , . . ■ 'i - ——— ti*b*t br it Vtvc it V/ïi- J. vi* KGMONT: o? it. Rc£u1Um »«tfti*«, tc Xmtaitm. 1 . .. , J vD»!on nnvor Tu.WnnO.CTl . ODS-ZelVen  LOUW en KRELIS. N°. 23. 7 Juny 1785. Louw. oeden Avond » Vrind KreIi$! Is 'C met de Gezondheid DOS Kjr in goeden ftand? Krelis Alredeïyk, Louweris l Hebt gy 't 'er ook nog wel meê ? Louw V y welTKrelis ! Weet gy me iets Nieuws te melden? Zal 't Vrede met den Keizer zyn, of moeten we Oorloogen ? Krel.™ Ik weet van 't een even weinig als van 't ander, en denk dat '« niet beter by ftaan zult. Alles wat men wegens deeze Zaak in ver?yu-f u~n.lt ll\ Wst zezt tot nog toe mets. — Wy moeten evenwel fchil hoort en leest zegt ™ J m we ook'den Leezer met Wat ^^nr^^l^rhSn. Het is zo! Maar wat zullen we hen KïK^^^ Iets dat niemand weet, kun- Jï ïv00%nfeSgen! Ondertusfchen leezen we van dag tot dag inde NTeuw%aPlreen Arffien, het verfchil met den Keizer betreffende, e* i>ieuw»F^H heflischt, ze fs beduiden ze niets. 'D T ouw Gv hebt gelyï, Vrind Krelis! Maar waar zal de NieuwsfchryL n'un,LÏd nSmer, altoos bepaald zynde, meê vullen, indien X?ufcyïe^ • y i?n7r»n ,„„ ri™ hrr eene hv volftrekt wist waar te zyn?— Ie veel ofte'w mg ftof bdeTemmeSrtheemyeven zeer; het waarfchyWfte kan ook ? f T. «ïü «vrnnrftp misleiding voor hem zyn , het zy het Uit- het zy het ÏT^mfrhe^aakeS Ten ondefwerp heeft. Dus kan hy door Berichten, 5?X meenfechte t?zT onechte verfpreiden. Hy moet zich echter d SakelenL melden, of volftagen onwaarheden uit te ftrooijen WKÏeUs Sk £%™MÏÏt\ buiten dit, is 'er altyd geen gelegenheid «m eene' ftoffe fWaklyk te doen voorkomen: De geduurige herhaaling yfn eene en dezdfde Lak, wordt eindelyk walglyk en lomtyds wel ber /,rT 7n i«'t althans met de dagelykfche Berichten in ?t verfchil ffi dl Keizeï e'n de Republiek" Wy kunnen gemaklyk napraatej 'wat men ons voorpraat. Maar wat hebben onze Leezers 'er aan ? De Tyd ^ imm rÏÏe crobtfte Meester, die alleen kan ons eindelyk de waarheid ereT Laat ons niet te voorbaarig zyn , in iet* te melder>, waarvan wy nipr weeten 'Er zal nog wel iets zyn, waarvan wy fpreeken kunnen, S gaan wy die zïaf met ftilzwygen voorby, tot zo lang wy'erdenuitflag Va? ouw Z Men kan, zonder een Sleutel van de Kabinetten der MogendhPden w hebben , evenwel iets algemeens zeggen. Deswege zal ik dan ierue de PerloSe des Schryvers vfu den f"?™™*»?*™*^^ S Courant van deezen dag (die ik zie dat gy meae hebt,) uniettemin VWT^'J^^^^ moede, om langer naar den ftaat der HoUandfche Negotiatiën te vraagen. Deeze groote langwyt.gheid ! S Yxiï; vcioorSït deels door den eigen aart vaa de Regeenngsform  del* Veréénigde Nederlanden , waardoor de Zaaken aldaar langzaam 3, voortgaan ; deels door den wyden omtrek, welke de Propofitiëa en de Antwoorden ondergaan, eêr zy op hunne laatfte destinatie aankomen."' Nu, Krelisl Gy hebt het denklyk geleezen , en wat zegt ge 'er van? Krelis. Dat het onze belangen, en, denklyk, ook wel de waare Politieken van Frankryk, die 'er in betrokken zyn, ten allerbefcheidetlfte, raakt, als Behandelaars vau Politieke of Staatkundige Zaaken, gelyk wy even zo wel als in andere Landen, waare Politieke Behandelaars hebben, wil ik yolflrekt gelooven. Maar dePolitieken, in deeze Periode gemeend", denk ik juist zo Staatkundig te zyn als wy; het zyn geen werkelyke Poïitieken: Een enkele inbeelding van Staatkundige gedachten te voeden., kan iemand in een Coffihuis wel op de Klapbank brengen, of in een Drinkwinkel den mond openen: Maar wat fchermt men 'er niet al in den wincj! — 'Er is echter nhts zo onregelmaatigs gezegd, of het verdient opmerking; en wanneer een Fries seit: Wie 't leuL, ik leutnaat; zal ik hem gelyk kunnen geeven. Ik heb alleen tot grond van myne verdédiging, dat- hy zegt niet te- gelooven dat ik geloof. Maar dan fta ik juist met hem gelyk; hy gelooft niet dat ik geloof, en ik geloof niet dat 'hy'gelooft. Zie daar, zo is 't met alle Zaaken. Zeer onlangs hoorde ik een Predikant zeggen, dat de Bekeering het Geloof moest voorgaan. Gy weet dat ik 'er wel eens- over denk, en een Vriend;, die naast my Jlond, fchudde zyn hoofd, als of hy te kennen gaf dat hy 't anders meende. Ik fprak 'er hem ook niet over aan: Evenwel dacht ik: Oominé! het is een intricaate Zaak: üwe verzekering kan my eenig licht geeven; maar zy -voldoet my nog niet. Zo dra als ik verlicht ben van de waarheid uwer itelling, verre van ze te verwerpen, zal ik gelooven.fat gy gelyk hebt-, .en dan eerst kan ik myn toeftemming aan uwe gezegden geeven. 't Is en blyft in de daad een eeuwige waarheid, dat een Geloovige een Bekeerde is, dewyl wy alk in zonden ontvangen en gebooren werden, en dat men -.iet bekeerd kan worden dan door het Geloof; derhalve ook niet eêr, als een Bekeerde, zeggen kan: Ik geloove, Heere! Koorn- myne ongeloovigTreii te Itulpe, caamlyk door de Bekeering. — Ik hoor u, dunktmy, zegden: Wat koomt dat hier te pas?— Dit doet niets tot het1 al of niet uitbrengen van zulke omftandigheden, als over welke wy Hechts gewoon y.yn een weinigje te praaten. Maar, dewyl het waar is dat men in yt ??eestciyke zyn Geloof uit zyne Werken moet toonen; het moet dan in Seri ailërvolften zin volftrekt blykbaar zyn, dat men het ook doe in hst oa'-uurlyke; niet als een Werkheilige, als een Geveinsde, maar in daad on waarheid, en anders- doende, is niemand een recht Geloovige, dtwyl >iy nog verre van de Bekeering is. — Ik beken dat deeze ftoffe de gewoone tot ons onderwerp niet is.. — Maar dezelve overgebragt op het Waereldlyke — op het-Burgerlyke — op een Volk dat zyn heerfchenden 'Godsdienst niet op een voorgezien Geloof vestigt, mag men echter aanmerken dat by den Keizer eenige gedachten in 't Staatkundige plaats hebben, dat hy voorziet dat ons Gemeenebest gelooven zal3'dat men hem gelyk moet. geeven. Immers is het waar,. Vrind! dat.alle Waereldfche Zaa*  ( 9ï ) Zaaken van het Beftier der Godlyke Voorzienigheid afhangen, en dae het voorgezien Geloof van den Keizer hier niet het minfte deel aan heeft. — Hy is een Mensch al is hy een groot Monarch. -— Toont hy zyn Geloof uit zyne Werken; welaan! laaten we (bekeerd zynde) ons Geloof dan ook uit onze Werken toonen , het natuurlyke hier als van het Godlyke afvloeijende genomen; dewyl men toch weet, dat de Keizer geen God is, ten zy men hem eenen Aardfchen God wilde noemen ; en met recht; maar zo worden alle Vorften genoemd, en niet alleen Vo/ften; maar ook, en wel voornaamlyk Richters, die van Godswege recht en gerechtigheid op Aarde behooren te doen»— De eeuwige Godfpraafc ftaat ontwyfelbaar dan vast: En, is 'er iets dat niet geloochend kan worden, 't is ondervindelyk waar, dat zulke Vernevelingen onder de Meniehen, fchoon Goden genoemd', echter fterven als Menfchen. Hiermede ftemt volftrekt het Beftier van den Almagtigen overéén in de Natuur: Deeze doet, volgens hetzelve, alle Menfchen op eene wyze gebooren worden, en vry gebooren worden om vrye Menfchen te zyn. Ik behoef niet te zeggen dat de Dood een befluit van de Geboorte zelfs is, omdat onze Eerfte Ouderen de rechtvaardige ftraf 'er aauftonds naar hun val op aangekondigd werd door God, die niet liegen kan. Maar hun werd evenwel de Aarde en hunne verrichtingen op dezelve, zo lanj. als zy leefdenvry gegeeven, met alle hunne Nakomelingen, welken het Aardryk vervullen zouden. — Nergens vindt men,- dat God eene onmidlyke Wetby de Schepping heeft vastgefteld, uit welker krachte de eene Mensch boven den anderen zoude behooren verheven te zyn. — Alleen ftond het aan zyne keuze hen te verheffen, een Saul,- die zyns Vade; s Ezelen zocht, en een David, die van achter de Schaapen zyns Vaders in't Leger kwam, Koningen te maaken. — Zy waren met dit alles Menfchen : De tweed?' nochthans beter dan de eerfte. Maar was het. in den Eerften een voorbeeld van Volksftraffè, dat zy eenen Koning begeerde, het kon in alle.derzelver Op volgeren niet minder, maar veeleêr meerder zyn. Men kan hier de Godftem zelve door Samuël openlyk verkondigd voor geheel Israël raadpleegeQ- —i Dan ik. mis- hier den draad in hetDóolhof van myne al te verdwaalde begrippen.— Alles wat God wil, moet volftrekt gefchieden. — Maar 't 18 niet ontegenfpr-eeklyk, dat de Menfchelyke Begrippen dwaalen; en zelfs zou men hierin de grootfte Vernevelingen, de grootfte Voorbeelden van kunnen aanvoeren. — Dit gebrek heerchst in Jofeph den Ilden ook; — Hy. is Mensch! Hoe kan die Monarch zich dan verbeelden, dat 'hy een grooter Ziel bezit, dan een vrygebooren Volksftemvoerder der Bataaffche Algemeene Samengevoegdheid? — Maar watwildéeze Samengevoegdheid zeggen;.wanneer de wagen altoos langs eengemaklykenweg loopt; en-ais men heuvelen en.ongelykheden over moet,- door tegenwilligheid van eenige dien Lastverveeleude Gareelgenooten uitfpatten, en de gevaaren wel ziende, maar niet aandringen om dezelve mede te helpen tc boven komen? 't Is dus voor één onmogelyk alles te doen, daar* 'er.meer toe behooren. Die dcegelyke Staatsfpreuk , Louweris! Eendragt tatuth n-:gt ■ b'eliaoKÏe dus door eene ftrikte Wet \ an- ons.- geheel Gêiq^e- M. 2 * aa>  nebest geftaafd te wórden; en wel door zulk eene Wet, die door eene krachtige fehikking in de Geldmiddelen een ieder der fiamverbonden Landfchappen behoorde beèedigd te worden, onder verbeurte van, tegen de Unie gezondigd hebbende, de Unie recht te doen, door vergeldinge van zulke boeren, ais by zulk een Wet op de Unie en aan dezelve gehecht door de Geünieerden zeiven bepaald wierde; naar welke Wet men de gevallen fchikken konde, en dit heeft het Concordaat in het Unie-Opftel zelf in 't oog, dewyl het Vryheid geeft om naar tydsgelegenheid verandering ten nutte van Volk en Vaderland te maaken, indien men zich enkel aan dat waare Eendragtige hoüdt, waarby Edelen of Ridder, den Regent van Staat of Stad; waarby den Burger, fnwooner en Veldbewooner allernuttigst zelfs, in onze, zo eoit in eene Republiek, zyne Pligten, maarookzyne Vryheden moeten worden voorgefleld;— indien men, zeg ik, een zodanige Wet, die waarlyk met den aart der zaak, buiten Stadhouderlyke Reglemen» ten, (want ook ter onderhouding van zulk een Wet, en het geboorzaamen derzelve, zou zich deeze Hooge Amptenaar niet minder dan de geringde Inwooner moeten fchikken) zulk eene Wet kon ftand doen grypen, met eene zelfde Regeeringsvorm in alle de Nederlandfche Provinciën, nochthans het Volk een ieder in de zyne het veréénigd Grondgeftel dier Wet betrachtende, zonder eenig gezach over eenen of anderen Bondgenoot te hebben, of te durven in aandrang brengen, waartoe punétueelyk, gelyk in alle andere onderfcheidingen, behoorde gezorgd te worden, om ze allen opéénenzin, óp één punt te doen uitloopen: Zo dat men 'er met waarheid van zeggen konde, en, als weleêr uit de blyken toonen, dat de Opperjïe Wet, de Welvaart des Volks ware. Zo lang men dit niet gelooft, kan men van zyne dwaaling niet te reckt gebragt worden. — En... maar wacht een weinigje. Onze praat is toch maar rabbelerye: Betweeters kunnen ook wat meer zeggen: en wy zyn niet waardig op eenen dag met hun genoemd te worden. Wat fpyt het my, Vrind' dat men my flechts het Letterzetten en Drukpersdraaijen heeft laaten leeren. Hoe gaarne zoude ik anders het Academie-ftof op myne Kleederen gehecht hebben gezien. —Dan, ik ben wel meer dan eens door Turfmollem beftoven geweest, doch geen Weger in de Waag geworden, gelyk men my nageeft; (ik fpreek als Schryver van dit onnoozel Papiertje,) in welks een derzelver Blaadjes, wel twee Jaaren geleden, een Brief voorkomt, die men niet dan eenvouwdig kan noemen, van welken de Heer Schryver (zegt men, en heeft het reeds lang gezegd) de Opfteller van alle onze Samenfpraaken zou zyn ; terwyl 't 'er verre af is dat wy om een veertig of vyftig regels verlegen zouden zyn, om een' of anderen Brief te plaatfen, waarmede wy wel hartelyk verzoeken dat ons niemand zulks moge vergen. En wat zegt gy, Louw-Broêr! zou 't ook niet vreemd ayn, dat iemand om het zenden van zo weinige regels, en maar op éénmaal, een Ampt by een Ampt zou kunnen bekomen ? — Maar het zy dan hiermee" zo het wil. Ik wenschte dat men meêr recht geloofde, en eer boven belang ftelde. Ik zal, noch kan U niet langer met gelooven en niet gelooven ophouden: Maar dat de Mammon van den crootften tot den geringften onder de Menfchen wordt aangebeden is waar. r- En dat daartegen weinig Bekeerlingen en Geloovigen zyn, is niet minder zeker. Ik zou hierop wel eene hedendaagfche toepasfing kunnen marken... Louw. Zwyg, Vrind Krelis! Uw Toepasfing zou eenige Aanmerkingenen een Parodie waardig zyn. Gy weet dat wy nog tyd noodig hebben om meêr te zeggen ? Wat die ons verder zal voorftellen, zullen we afpachten. —— Vaarwel, Vrind ! en fl.iap gernsr. Krelis. Insgelyks, Louweris! en de groetenis aan Diewertje. Gedmkt by de Erve de Wed, JACOBUS v an EGttOSI; ej> de Reguliers flreeltraat te Amfterdam.  KRELIS en LOUW. Ne. 24. 14 juny 1785. Krelis. 1\/fet het eindigen van een aangenaamen Dag, wensch iku 1v1 een'goeden Avond! Is 't wel met de Gezondheid, Vrind! Louw. Dezelfde wensch aan u, Krelis! Zyt gy daar? Dat is goetC Welkoom! — Ja, ik heb het nog zeer wel met den ligchaamlyken toeftand. Hoe is 't met den uwen? Krelis. Almede redelyk wel, Vrind! — De oude vraag al verderweêr. Is 'er rykelyk Nieuws voor handen? Louw. Ik kan 'er u niets met zekerheid van zeggen. Ik geloof dat fommige Schryvers van Dagpapieren zich toeleggen op de Voorzeggingskunst, uit begeerte om het Toekomende te weeten, terwyl ik echter niet ontdekken kan, dat deeze begeerte hen tot Waarzeggers maakt, nog minder als zy het den Navolgeren van Don Antonio Magino in den Almanach doet. Echter fchynt de Mensch gaarne het Toekomende te willen weeten. Die zucht is onaffcheidelyk van onze Natuur, en op dezelve zyn zo veele wankelende onderftellingen, meest dwaaze, ydele, verkeerde en dikwils verderflyke gebouwd, dat men niet begrypen kan, hoe het mogelyk is, dat Lieden van gezonde hersfenen, nog aan zulke losfe gisfingen verkleefd kunnen zyn. Sommigen flaan geloof aan Toovery, aan Handbekykingen, aan Phyfionomifche of zogenaamde Gezigtkundige grillen. Ik wilde nochthans wel eens iemand zien, die my het Zielsgeftel van den Mensch konde uitdrukken. Men zegt dat iemand met ros hair niet te betrouwen is. Hy bezit, meent men doorgaans, een valsch, een verraaderlyk, een ondeugend hart, even of men juist pikzwart hair moet hebben, om allerhelderst deugdzaam te zyn. Maar dan moesten de oude Duitfchers en Batavieren, naar de Schets die Tacitus van hen geeft, (en niemand heeft dit ooit beter gedaan,) altemaal allerflegtst gefpuis zyn geweest; want deezer hair en baarden waren doorgaans ros- of roodachtig, daar dié der Romeinen meest zwart waren, 't welk hun zekerlyk moet gefpeeten hebben; dewyl men vindt dat de Dames te Rome veel geld gaven voor het hair der gevangen Duitfchers, om 'er, in plaats van het hunne mede te pronken; gelyk Ovidius aan zy* Juffertje te kennen geeft: Jam tibi captivos mittet Germania crines, Culta triumphatce muitere gentis eris. Dat is, naar de vertaaling van Vondel: Germanje fchenkt u 't hair van zyn gevangen Heeren; Gy tooit u met de lok, waarmee wy triompheeren. Dus is een roshairige geen Judas; geen Verraader!, Daar de meesten onzer Voorvaderen aan de kleur van hun hair zelfs b/yken toonden van hunnen Landaart. En ik geloof dat, neardien de Schilders altoos in de fchets van eenen Hemelfchen Engel de hairen roskleurig maaien, dat Judas Iscarioth daarentegen pikzwart hair moet gehad hebben, naardien hy een Werktuig des Duivels was, en wie zou ooitandershet Beweegrad der Duisternisfe en den Vorst der Duisternisfe zelf, dan met de aller- M 3 don-  ( 94 ) donkerfte verwen, het diepfte zwart, niet moeten affchilderen? Het „™a it meerder waard dan eenig ander metaal: Het heeft ook eene rosfe Edr:8m/n zegtT by voorbeeld, de gouden Zon: Maar in de Natuur wft men seene verfchynfels aan welken men de kleur van yzer, dat hit naast naar 't zwarte van den nacht, naar het duiftere trekt, weet te Peeven, ten zy men zinfpeelen wil op de yzeren Eeuw, (liever in 't meervouwd Eeuwen,) na 't verloopen der gouden en zilveren, gelyk de aloude Poëeten onder Grieken ea Romeinen ze ons, op hunne wyze, niet onaartig hebben voorgefteld. ■ . Kr.lis Wel, Vrind Louweris! waar wilt gy met dien omflag heen? ^rhoon 'ik saarne beken dat in de kleur van 't hair de Deugd van een E niet is gelegen, onderftel ik echter, dat het zwart op ;t wit het h£« affteekt • ia, dat behoef ik niet te onderftellen, maar 't is een onrfprvindelvke'waarheid, die zo vast gaat, [èls tweemaal twee vier is. Men ,011 noch leezen noch fchryven kunnen, ware dit niet waar; of men moest ^dachten in houten berderen, met wasch bedekt, uiten; gelyk men in de vroegfte tyden deed. Men kan thans op een klein ftukje Papier, /dank zv den Uitvinder 'er van!) zwart op wit toonende, al veelzeggen. Hier komt het rosachtige of roode niet te pas. Al woudt gy uwe geHarhten over de Oranjekleur uitdrukken, zo hebt gy zwarten inkt en wit nanier noodig, of niemand zal u recht verdaan kunnen, ik zou hier meer »n kunnen zeggen, als gy van de rosfe kleur kunt doen. Is met alies w« men leest, zwart op wit? De zinfpeelingen op gouden, op zilveren, on v/eren Eeuwen, hebben haar byzondere, maar het zwarte heeft op het witte zyne algemeene betrekking. Het goud, om dat het een rosachihre kleur heeft, trekt alleen zyne waarde uit deszelfs ichaarsheid, en Zrnm is het van meer vermogen dan de andere metaalen, naamlyk op de beeeerlykheid der meeste Menfchelyke zinnen. Maar niet minder wordt het befteed om 't yzer af te weeren; want goud maakt 10 het Woordenboek der Waereld de grootfte Periode uit, fcnoon yzer het nllernoodzaaklykst en onöutbeerlykst metaal is, dewyl er byna mets tn.nc\er hetzelve ten nutte en onderhoud des Menfchelyken levens kan verricht worden. Schryf ik, en myn Pen is ftomp, ik heb yzer noodig om ze fcherp te maaken. Geen Ambagt, geen Knnst is cr bekend, of het vzer is rer meer of min noodig toe. Neem een Snyder of Kleermaaker ten voorbeeld, niets zou hy kunnen uitvoeren, zo hy geen Schaar, eeen Naalden, enz. tot zyn gereedfchap had, en ftyg met uwe gedachfen van des Snyders laagfte Tafel tot op het Kruis van den hoogften Tnren pv zult in uwen vaart niets ontmoeten, of het is door middel van 't 'yzer daargefteld. — Gy zult zeggen: 'Er is echter een tyd geweest dat 'er geen yzer bekend was. — 't Is waar: Maareven a s al de metaalen, is het yzer ook bekend geworden, en nog vroeger, geloof ik dan het goud. Trekt het yzer het meest naar 'tzwart, dat.geeft deszelfs onnut niet te kennen. De Mensch zelf is ook uit de Aarde, en die is zwart.- Maar al weêr zoudt gy.kannen gevoelen, dat de Aarde van welke Adam gebootfeerd werd, gelyk veelen zulks willen, ros- of roodïchtig zygeweest. Ik weet het even weinig als Adam zelf het zal geweeten  C 95 ) kebbsi» Maar Adam kende ook geene metaalen. Hoe is hy dan aan Spaden tot den Lacdbouw eeraakt' Door hout 'er toe te gebruiken? Maar hoe kan hout zonder yzer een eedaante bekomen, die noodig tot het werk i», dat men verrichten moet? — En... Louw En, is 't niet al geBoeg? Ik zeg nog eens dat men op den grond van voorzegging» niets kan zeggen, en daarop heb ik eenige geringe aanmerkingen gemaakt over de kleuren van 'i hair. Gy trekt dit in de kleuren Oer metaalen nog verder. Evenwel meen ik dat het goud, hat het yzer zo nut zyn als het kan weezen, het edelfte van aPe de metaalen is. De Keizer zelf zal asnftonds het yzer neêrleggen, zo men hem uoud-geeft De Prins van Pruisfen zal onze Republiek niet verder aanfpreeken om eert pretentie te doen gelden, zo men deeze met een toefchieting van een halve milltoen «ouden Ryders uit de Waereld helpt. Ook zal men mogelyk verder eenen anderen en nieuwen Eisch des Konings van Spanje, die men nog niet weet waarin te beftaan , almede door het goud uit den weg kunnen ruimen. — & Die fraaije goudkleur blinkt even fchoon in de oogen der Vorften als in die van den geringften hunner OnderdaanenJ Krelis Het is om uitzinnig te worden !— Weet men dan niet meêr, dat men yzer met vze'r moet fcherpen. Waartoe dan alle de Schutteryen tot de Wapenen aangemoe- died; Waartoe alomme ten platten Lande den Boeren geweer in handen gegeeven ? — Waartoe dan zo veel gouds gefpild, om 'er yzeren Verdédigtuigen voor te koopen, en een aanmerklyke menigte Bezoidelingen tot gebruik 'er van in dienst te neemen ? — Zo men evenwel boven dit alles nog goud, zonder de kracht van 't yzer, ot ftaal, zo irv wilt te beproeven, goedwillig en allernederigst aan een ieder, die 't maar eiicht, en daarenboven eerfte en beste Bezittingen van den Staat, (in 't algemeen en in waarheid 'gefprooken van het VOLK,) lafhartig zoude wechgeeven; gelyk men doen zou althans het verfchil met den Keizer betreffende, indien het waar is dat de Haarl. Cea■rant van heden ondér Weenen, met een men zegt meldt. Louw. En wat behelst oir zeggen dan? — . Krelis Dat de Voorwaarden van Vrede tusfchen Oostenryk en Holland de volgende zvn-' Het zal aan de Oostenrykfche Schepen, doch alleenlyk van eene beftemde e-ootte' ongehinderd vry ftaan, op de Schelde tot in Zee te vaaren, maar aan de overige'vreemde Schepen alleen tot Saftingen toe; eenige aan de Schelde liggende Vestinew-rken zullen geflecht worden; twee Afgevaardigden van de Republiek zullen naar Weenen gezonden worden, om wegens het voorgevallene op de Schelde voortellingen te doen; tot vergoeding en fchadeloosftelhng zal Holland aan Oostenryk ren Millioenen betaalen. Holland wilde wel in 't eerst niet meer dan zes Miljoenen intvil'igen, maar wyl de Keizer onveranderlyk op zynen Eisch bleef fhan, wa* Hoitard ook eindelvk daartoe overgegaan. En dit was de oorzaak van het uhftel, dat de Vreue nog niet openlyk bekend was gemaakt; hetwelk men nu echter in 't kort verwacht. Luw. En zoudt gy kunnen gelooven dat dit waar zy ? Krelis Ik weet niet wat ik gelooven moet, deeze Zaak aangaande; m het Godsdicnflice alleen is het Geloof allervoortreflykst, en eene loutere Gaai van God. —De Tvd zal ons het waar belton van alle Zaaken moeten voorftellen. Louw Zo is 't Maar ik heb u ook nog iets gezegd van eenen anderen E'sch dos Prinfen 'van Pruisfen, den Broeder der Koninglyke Gemaalinne van Mvoneer onzen Stadhouder. Gy zult denklyk nieuwsgierig genoeg zyn. te hoorei; -t««ru» die Eisch beftaat? .... Krelis. Wel ja: Weet gy 'er my eenig licht van te geeven ? ■ Louw In zo verre als een ieder het kan vinden. Ik lees 'er van, onder t Amkél van den Haag, in derHiftorifche Courant van deezen dag, het volgende, mét oyvü*X van een Qwstie met Spanje. Ik zal't je voorleezen: Luister, Krehs I De Zaak wegens een Geld-Eisch van Pruihfen ten laste van deezen Staat, zo »erfchil'end ©pgegeeven, komt hierop uit: Dat Zyne Koninglyke Hooeneid, de Erfprins  ( 96 ) van Pruisfen, by Misfive aan Hunne Hoog-Mog. heeft kennis gegeeven van ('^zelfs overneeming eener Praetenfie van het Huis van Hohenlobe, gróót 5 Tonnen Gouds en fpruitende uit eene Beleening, door Aartshertog Matthias in 1579 gedaan, doch federt,-uit hoofde van agterfhlhge Renten, tot eene fomme van meer dan 7 Mil4kwnen gemonteerd, welke Prstenfie de Prins gaarne aien zoude, dat deeRtpubliek liquideerde.. De inhoud deezer Misfive is aan de refpeöive Bondgenooten gecommuniceerd. — Ook is 'er eene Questie opgekomen tusfchen Spanje en deeze Republiek • docb, waarin .dezelve eigenlyk beftaat, is nog niet bekend; alleen meent men te weeten I «Jat H. H. Mog. de goede dienften van het Franfche Hof by dat van Madrid verzocht hebben. Krelis. Het is dan nog een geheim;!voor 't Volk, waarin die Spaanfche Questie beftaat. Nu, het Volk moet ook niet alles weeten. De Staatkunde mag ook niet zo algemeen zyn. Ik wil hier de rede niet van onderzoeken. Deswege zal de Tyd ons ook voorlichten. — Maar de Geld-Eisch van den Prins van Pruisfen, hoe kan die ten laste van onzen Staat zyn, dnar hy fpruiten zoude uit een beleening door den Aartshertog Matthias gedaan in 1579? Gaat dat onze Republiek aan? Is zy verpligt ter betaaling der opgenomen penningen voor dien Aartshertog, die in naam van Spanje, welks onwettigen dwang men in 1581 wettig en plegtig heeft afgezw'ooren, Gouverneur der Nederlanden was. — Voor het overige, om dat ik 'er al zo iets van in een en ander Nieuwspapier geleezen heb, vind ik wel een verdrag tusfchen de Aartshertogen van Oostenryk en H. H. Mog. in 1610 aangegaan; maar geenszins iets dat den Aartshertog Matthias betreft. By dit verdrag is dan alles vereffend, en indien het waar is dat de Eisch des Prinfen van Pruisfen grond heefr, moet hy *t Huis van Oostenryk in dien tyd nog het domineerende, in de 17 Provinciën aanfpreeken. Dus kan de Keizer zyn Schuldenaar zyn, maar geenszins onze Staaten. Louw. Ik kan het zo veel te minder vinden in de verhandeling der Unie, in 157» geflooten, en dus in hetzelfde Jaar, in welk men opgeeft dat de fchuld gemaakt zou jyn, waarover de Prins van Pruisfen ons thans zou kunnen aanfpreeken. Daar duidelyk alle aanfpra»k reeds toen krachteloos is gemaakt door het tweede Artike' der Unie aelve, toen men den Prins van Oranje, in een verklaaring van toetreeding tot «ie Unie wegens de Ommelanden, nog Luitenant-Generaal van den Aartshertog Mat tbtas genoemd vindt. Hoe kan men dan thans preteefien van Geldfchulden op een Republiek maaken, welke in dien tyd wel haare oprechting, maar op verre na nog haar beftaan niet had, en vervolgens by den Munfterfclien Vrede in 1648, alles g"lvk gemaakt heeft, wat haar betreffende, te vooren in gefchil was. Ik wil derhalve wel bekennen, dat ik niet in ftaat ben, eene verpligting van die fchuldbetaaiing, tenlaste .van onzen Staat te kunnen vinden, en denk dat, dewyl orze Republiek in dien tvd nog haar beftaan niet had, die fchuld, indien ze 'er al mogte^ewoest zyn na de vereffening van alle gefchilftukken, by het gemelde Trsétaat ook haare bepaaW ter vereffening gehad zou hebben. Dit zo niet zynde, is 'er de Staat niet aanfpraakhk voor, veel min tót de betaaling 'er van verpligt. ' Krelis. Wel, Louweris! Indien alle Eifchen ook zo maar door gingen. zou men op het laatst ons, onze Wyven en onse Kinderen, met alles wat men had wel ei fchen kunnen. — Laaten we toch zo laf en dwaas niet zyn, dat we ze ongehouden opvolgen. — Maar, wat zal ik aeggen? Die wrange Vruchten zyn altemaal voort, brengfels van het Zaad van de Jaaren 1747 en 1748. — Het is alles federt die Jaaren bedurven, en de Hand des Verderfs ftrekt zich zigtbaar hoe langer zo meer uit over ons wankelenden zuchtend Vaderland. God, hoope ik, zal 'er in voorzie» Ik weet niets meer te zeggen. — Vaarwel, Vrind Louweris! Ik wensch ie wel te rusten Louw. Insgelyks, Kralis! Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. OUiuk.1 bj de £iv* dc Wed. J. v*h EGMPNT: op de RoguJietf BieêftriM. te AnXleid.a,.  LOUW en KRELIS. N*. 25. 21 Juny 1785. Louw. Tk wensch je een goeden Avond, Krelis! Hoe is 't met de GeX zondheid, Vrind? En welke Nieuwsftofte is 'ervoor handen ? Krelis. Goeden Avond, Louweris! Ik ben gezond: Zyt gy het ook? Louw. Als een eerfte Baas, Krelis! Maar ik vraag wat Nieuws gy hebt? Krelis. Ik weet van geen Nieuws van belang; dat 'er is zult gyzowe! weeten als ik: Want ook gy leest de Couranten. Louw.. Zo is 't, Vrind! Dan ik vind 'er misfehien niet 20 veel in als gy 'er in zoudt hebben kunnen vinden. Dit merk ik, dac eenigen deezer Dagbladen Twistichriften worden. Men vindt 'er weinigen onder, die niet dagelyks eenen of anderen Brief hebben, die Partyzucht te kennen geeft, en in welken fomtyds de geest van verbittering vry fterk doordraait. Krelis. Dat is waar, Louweris! De Schryvers dier Bladen mogten wei wat fpaarzaamer hierin tc werk gaan. Dan echter 'er zyn Zaaken, die openbaar behooren in 't licht gefteld te worden. Men mag en moet den loop niet volgen van, en dien ook niet ongehinderd laaten, aan verkeerddenkende Menfchen, die, op eeneonbedachtzaame wyze, een kwaad, ongeregeld, verleidend fpoor inflaan, en zich-zelven voorby rennen. Lie< men dezulken begaan, zonder hunne gebreken hun aan te toonen, zy zouden zich niet ontzien van elk te overryden, om zo te fpreeken, trotfchelyk en wreed te vertrappen en te vermorsfelen. Yzer, zegt Salomo, fcherpt men met Yzer. Zwygen en toeftemmen behoort niet altyd tot de Menfchelyke Pligten; zeker niet. Indien ik ondervind dat iemand my vyandig is, wegens het yoorftann van de algemeen goede Zaak, zal ik hem dan zonder tegenfpraak in de algemeen kwaade naar zyne veroordeelenswaardige begrippen, naar zyne flegte oogmerken laaten handelen? — Betrouw uwen Vyand in eeuwigheid niet; vsant gelyk het koper verroest, alza [ook] zyne boosheid. — Dit is dc Les van Jefu Syrach voor een gedeelte. En wanneer hy zich kromt, en vernedert, moet men zich-zelven wel bedwingen; maar niettemin zich van hem wachten: En dan zal men, volgens denzelfden Schryver, voor hem zyn als iemand die eenen fpiegel heeft af gevaagd , dien hy tot den einde toe niet verroest kan maaken. (Gy begrypt ligt, dat Syrach hier van. koperen Spiegels fpreekt, naardien ten zynen tyde 'er nog geene van glas bekend waren.) Hy ziet op de verderflyke aanflagen van een Mensch die zich uwen Naasten, uwen Broeder noemt, en . daarby uw Landgenoot is. Hy waarfchouwt u tegen een zo kwalyk- < denkend en haat- en baatzöekend Mensch; hy geeft u een middel aan dc hand , om hem, die met vyandige lastertaal niet alleen uw' goeden naam tracht te bezwalken; maar zelfs te vernielen; ook niet alleen in uwen enkelen Perfoon en toeftand, maar daarenboven nog al het nuttige van het algemeen, terwyl hy zyn byzonder belang bedoelt, gebeeliyk ten N • ójj.  ( 98 ) ondergang te brengen. — Betrouw dan zulk een Vyand in eeuwigheid niet. Stel hem niet nevens u, op dat hy niet ten eenigen tyde, u omgekeerd hebbende, HEM-ZELVEN Jlelle op uwe plaatse: Zet hem niet aan uwe rechterzyde, dat hy niet ten eenigen tyde zoeke uwe zitplaatfe in te neemen. — Gy behoeft my niet te beduiden, Vrind! dat de Wetten van het Euangelie anders luiden. — Zo een ieder die opvolgde, was 'er nooit verfchil in de Waereld, en alles was goed, fchooa nochthans de Eerfte Infteller derzelven geen goeden Meefter wilde genoemd zyn : want een die Hem zo noemde, wierp hy toe: Wat noemt gy my goed! Niemand is goed dan Een, naamlyk God. — Daar dan het kwaade tegen het goede in weezen is en altoos blyven zal, mag en moet 'er een tegengefteldheid van het goede zyn , fchoon het den top der volmaaktheid niet kan bereiken. Nochthans het kwaad goed en het goed kwaad te keuren, is buiten alle Rede. — Maar al Rede genoeg om u te erinneren, dat men het Kwaade mag tegenfpreeken: Iets dat de Voorftanders der Kwaade Zaak niet gaarne hooren. Althans de Schryver van dien Brief uit Rotterdam, in de Haagfche Courant van gisteren geplaatst, fchynt zich zeer gebelgd te hebben, dar men de Kwaade Zaak haaren rechten naam gegeeven heeft, om dat de Voorftanders der Goede op het punt ftaan van te zegepraalen. Dus moeten ze zich van hunne gal ontlasten, intusfehen men, om hunne pynlykc poogingen, om ze kwyt te raaken, hartelyk lagchen moet; waartoe ze zich in allerlei bogten wringen en fteunfels aan dorre boomen zoeken, om 'er aan te leunen. Op deeze wyze gaan alle Haaters van de algemeene VolksVryheid, zo wel als vandiederBurgerlyke, inhetafgetrokkene, tewerk, om te onderftaan of het hun ook nog mogelyk ware beide, door Zelfbelang en Heerschzucht, den bodem in te flaan, ondanks hunnen bedrie"-lyken yver, die men te gelyk in hunne flaaffche Zielen ziet doordraaien. Is het thans de tyd voor een waar Republikein te zeggen , het gene men onder een dwangzuchtige Graaflyke Regeering, verongelykt en mishandeld door een doemwaardige Stedehouder des Tweeden Filips,' als Gouverneur der Nederlanden, zeide: Fidelles au Roy, jus qua perter la Be face als een gevolg van den Scheldnaam van Granveile? — Neen! andere Tyden, andere Zorgen, en andere Zorgen ook andere Zaaken'. — Ik kan my niet begrypen wat de rede zy van diens Brieffchryvers verkeerde aanhaaling van den Koning getrouw tot den Bedelzak. — "Immers zal niemand in ons Vaderland deswege eenige gedachten vormen. Wy eeren in onze Vryheid God alleen. Louw. Ja maar, weet ge wel, Vrind! dat we ook de Maften die over ons gefteld zyp, eeren moeten? En hierop koomt de BrierYchrvvèr t'huis. De Overheid en's Lands Conftitutiei (zegt hy ) getrouw tot den hoogften ( het was beter laagftenj) Jmaad toe. Dus zegt hy byna het zelfde dat gy wilt zeggen. Krelis. Ja, maar in zyn zeggen is een draai by overneeming van den lening getrouw te zyn, en dus plaatst hy de Qvtrheid ook voor de Conjlitutie y  C 99 ) tutie, daar het eehter eene eeuwige waarheid blyft, dat zelfs een Koningniet boven de Wetten verheven is: Veel minder derhalve de Volks-Vertegenwoordigers van een vry Gemeenebest, of Stad van hetzelve in 't byzonder. Evenwel wil dien Brieffchryver en Tekenaar van het Request Antidotaal daar heen; waaruit men blykbaar ziet door welk eenen Geest hy wordt gedreeven : Zoudt gy wel anders kunnen vermoeden, Vrind! of dit Request is voor Rotterdam al weèr ten grond van een nieuw BurgerOproer gelegd? — Maar welk een onuitwischbaare fchande! Welkeen verderflyke blaam voor een Aframmeling van den grooten Huig de Groot, wiens dierbaare asfche, zo zy gevoel had, in zyn Delffche Grafftede 'er zich over beroeren zoude! — De Groot, als Scheepen van Rotterdam, zoekt een ieder aan zyn lyn te trekken, om een Request te teekenen> dat ik volmondig Rustverftoorend durf noemen. Hiertoe heeft die Heer in de Haagfche Courant voor eenige dagen doen berichten, dat ten zynen Huize dat Request ter teekening ligt, en zyn Ed. Achtb. daartoe vaceert 's morgens van half 12 tot 1, en 's avonds van 7 tot half p uuren, den gewoonen Schoft- of Schooftyd der Arbeidslieden, voor wien de ftand van zyn Huis ook zeer gelegen is, als ftaande in de buurt van't Stads-Timmerhuis en 's Lands Werf, zo dat de Byltjes en verdere Arbeidslieden, naar of van hun werk gaande, met weinig moeite in pasfant by den Heer Scheepen kunnen inftappen, daar veelen van hen, ter gelegenheid van het eerfte Zoopjes-Request, toch getoond hebben, dat zy in ftaat zyn om hunnen naam te teekenen. Eergisteren middag zag men een gantfchen ploeg Mansperfoonen, met Schootsvellen voor, uit het Huis van den Wel-Ed. Geftr. Heer Scheepen komen. Een van hen werd, in het uitkomen, gevraagd: Wat hy daar gedaan had'. — Geteekend. -— En wat? Dit wist hy niet regt; maar het was voor de Regeering, en dat was alty'd goed.. — Dien zelfden avond verhaalde een Timmermansbaas in een Gezelfchap, dat hy het Request geteekend had. Men vroeg hem: Welk Request? — Dit kon hy niet zeggen, want hy had geen tyd gehad om hst te kezen, maar tot het fchryven van zynen naam was zo veel tyds niet noodig. Behalven het Huis van den Heer Scheepen, ontbreekt het aan geenè verdere middelen , om de teekening gemakkelyk te maaken. Die daartoe lust heeft, behoeft geen voet uit zyne Wooning te zetten, wyl men infchikkelyk genoeg is, om daarmede in zulke Buurten, alwaar men gading verwacht, van Huis tot Hu:s rond te loopen; inzonderheid in het AgterKlooster, de Buurt van de befaamde Kaat Mesfel. En om alles te fpoejdiger af te doen, hebben de Wervers zich in drie ploegen verdeeld. —Welk een aanzienlyk aantal notabele Onderteekenaaren heeft men dus tewachten, aan wier hoofd de Heer Scheepen pronken zal; Zo hebben ook twee Knechts van zekéren bekenden Vaandrig, door de gantfche Wyk No. 6. Tde Compagnie van den Vroedfehap van Staveren]' niet het Request byna"van Huis tot Huis rondgeloopen , veelen wysmaakende, dat het iets was ten nutte van de Burgerwacht. De Luitenant Na dier  C ico ) dier Compagnie deeze Zendelingen in hunne Werving ontmoetende, gaf hen te kennen, dat zy zo iets buiten last van den Kapitein niet vermogten te doen; doch hun Meefter nam deeze waarfehouwing zeer euvel op, en maakce hierover een verbaazend gerucht aan het Huis van den Luitenant. De Leden, uitgemaakt hebbende het Collegic van de Weth van 1783, zyn tegen morgen [Maandag] geconvoceerd, om te befoigneeren over de Vraagpunten,"door Hun Ed. Gr. Mog. Commisfarisfen hen toegezonden, cn daags daaraan de geweezene Scheepenen. Dus gaat nu deeze gewigtige Zaak, in fpyt van allen tegenftand, aan den gang; terwyl de uitflag van dien waarfchynlyk leeren zal, met hoe veel reden de Antidotaale Requestranten verlangd hebben, dat alle Zaaken op haaren tegenwoordigen voet mogten blyven. . Dit heb ik o vergenomen uit de Delftfche of Hiftorifche Courant, No. 74, van wier fchrandere Schryver en Uitgeever men wel eene genoegzaam fterke Mercuriale voor den befmettenden Misfive-Schry ver verwacht. Hierover dan thans niet meèr. Louw. Het is, zeg ik, vreemden vergezocht, dat men tegenwoordig taal voert die niet te pas kan koomen, in Zaaken , die over zyn. In toevallige wislelingen mogt men nog iets anders zeggen, en iets anders gevoelen; waut het is een Zot die zyn geheelen Geest uitlaat. —■ Zo ver zyn Louw en Krelis ook nog niet: Zy hoopen naar hun bekrompen Verftand hun even bekrompen Geest, zo die is, nog altoos op eene Vaderlandfche wyze te doen werken in hunne Samenfpraaken, die zy, fchoon niet altoos naar elks fmaak kunnende maaken , echter trachten te fchoeijen op den Leest van 't algemeen Belang des Vaderlands. Krelis. 't Is zo. Sprak men dan ook in 't algemeen gelyk men fpreeken moest, en liet de Scem des Volks zich eensgezind hooren, dan zou men geen Spreuken van een nog niet vry Volk behoeven by te brengen, om het reeds lang vrygevochten zynde, in den Mond te leggen, zo als die Rotterdamfche Slaafachtige Brieffchryver doet. Maar laaten we hem cn den Haagfchen Courantier, wiens laatftens Voorouderen toch met den Bedelzak om den hals in Holland zyn gekomen, en groot geworden door het air van d la Cour Stadhoudrienne te caimandeeren, of mendieeren, dat hetzelfde is, vaarwel wenfchen. — Ondertusfchen zal 't myn verlangen en tevens mynen wensch vervullen, wanneer ik hoor dat de Rotterdamfche Krabbelaars in hunnen greep misgetast hebben. Louw. God geeve het. Leef gezond, Vrind Krelis! Wel t'huis. Slaap gerust, en groet Grietje. Krelis. Ik wensch je ook Gezondheid en een aangenaame Nachtrust. By dc DruMer deezes wordtin commislie verkomt een ouverbeterlyk Middel tegen de Weegluizen, het we'.k dat affchuwelyk Ongedierte tc-rllond doodt en verdryft. Het'Flesje is 12 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe TACOBUS van TL Q MO NT: op de Reguliers Bteêihïat; te Avnftcidam.  KRELIS en LOOf. N°. 26. 28 Juny 1785. Krelis. /hoeden Avond, Vrind Lonwerisl Hoe hebt gy 't met de VJT Gezondheid? Louw. Naar wensch, Krelis! Hebt gy 't 'er ook nog meè naar uw genoegen ? Krelis. Volkomen, Man! Louw. Dat is goed: Juvenaal, fchoon een Heidensch Schimp- ea Hekeldichter, vermaant, in zyn Tiende Berispdicht, den Menfchen de Goden te bidden, niet om groote Schatten, om lof door Heldèndaaden te bekomen, waarmede hy op 't oog heeft de trotfchezegepraalingen der Griekfche en Romeinfche Veldheeren, die daarop van óuds zeer plagten gefteld te zyn; zo min als om hooge Ampten en Eertytelen; zeggende : Te dwaas verheffen we u, Fortuin! als een Godin, En onze onweetenheid voert u ten Hemel in. Men weet dat de Fortuin onder verfcheide gedaante en beaaamingea by de Romeinen geëerd werd, als onder die yan de Gouden, of Koninglyke , de Goede, de Kwaade, de Baardige, de Kleine, de Blinde, de Behoudende, de Ridderlyke, de Sterke, de Mmnelyke, de Vrouwelyke, de Maagdelyke, de Veeïborftige, de Goedwillige, de Byzonder e, de Wederkeerende, de Blyvende, de Aankleevende, de Weifelende; ja! tot de Uitzinnige toe, en nog al een geheelen ry van naamen meer werden haar door die Volkeren, welken nog al de befchaafdften wilden genoemd zyn, toegevoegd. — Juvenaal fchynt met haar te fpotten, en wil den Goden alleenlyk, om eene gezonde Ziel in een gezond Ligchaam, gebeden hebben. — En indedaad kan ik u verzekeren, Vrind! dat ik het laatfte geniete. Maar dat het eerfte in my huisvest, moet ik ontkennen; en ik geloof, dat 'er geen Mensch leeft, al mogt men hem onder de be6te Christenen tellen, of hy zal wel bekennen willen, dat hy, verre van eene rechtgezonde Ziel te bezitten , dezelve (zyn Ligchaam moge dat geluk genieten) vol gebreken zal vinden. Eindelyk is het echter een groot geluk een gezond Ligchaam te mogen behouden, tot dat het afgeleefd, zonder kwaaien, om zo te fpreeken, ten grave daalt. Krelis. Het is zo, Vrind 1 — Maar al is een Mensch nog zo nuttig, door Deugden en Kundigheden voor zyne Medemenfchen in 'talgemeen, of zyne Land- en Stadgenooten in 't byzonder; zo dat men wenschte, dat hy nooit mogt fterven, 't is ydel; zyn leven eindigt, het Sterflot ftort hem in het graf, fchoon zyn naam en roem by de Iaate Nakomelingfchap in eerbiedige gedachtenisfe blyft, en zyn voorbeeld ter navolginae ftrekken moge. Louw. Het is zo en niet anders. Het is den Menfche eenmaal gezet te fterven, en daarna het oordeèl. — Dewyl wy hier van fterven fpreeken, moet ik u zeggen, zo gy 't niet eêr mogt te weetea zyn gekomen, dat N 3 gis-  C 102 ") Visteren morgen vroeg de Wel-Ed. Geftr. Heer Mr. Egbert de Vry Temminck, Burgemeester en Raad deezer Stad, mitsgaders Bewindhebber der O. I. Comp., in den ouderdom van 84 jaaren en ruim 6 maanden, alhier is overleden. — Gy kunt ligt begrypen, dat des fchranderen Mans verlies door de meesten, zo niet door alle Burgeren betreurd zal worden. Een ieder kent de verdienften van dien Braaven voor Staat en Stad , dikwils ten blykbaarfte voor beider nut in 't werk gefteld, en aangedrongen met een wakkermoedigheid hem eigen. Dies neem ik de vryraoedigheid de volgende rymregelen op dit Sterfgeval uitteboezemen. Gy leeft niet meer tot nut des Volks van Amfterdam, Ja van den gaatfchen Staat, ó Temmincic! Eer der Braaven! Die 't Britsch gezag deed zien hoe het zyn Eisch bekwam, Dien 't zich, hoe ftout gedaan, moest fchaamen voor Bataaven. Gy weest de trotschheid en 't verachtelyk Beftaan Van eenen Vreemdeling, Veldmaarfchalk en niet meerder, 't Naaryvrig vrye Volk als met den vinger aan, En achtte nimmer den Uitvoerder voor Regeerder. 't Recht van den Burger en Regent hieldt ge even vast. Geen Bloedverwant zag ooit door u zich ingedrongen In eenig Ampt, dat hem niet billyk had gepast; Eén enkle Temminck leefde op aller Burgren tongen» Niet meer dan uw Perfoon voerde uwen naam alleen Op 't hooge Capitool en zyne marmren Zaaien, En echter klonk die naam door Raad, door Rechtbank heen, ' ' Voor éénen Temminck zag men Bondelpylen praaien. Gy waart der Burgren lust, en ftierft, fchoon oud genoeg-, ton Stad, Staat, Land en Kerk, helaas 1 nog veel te vroeg. 1 . Zie  ( to3 ) r,- j VrMic' tïit kunfteloos Dichtje, zo als het is, voorde Zie daar, V"ndnigeJ"nd^ die in alle Menfchelvke verrich- vuist uitgebragt, «onde' gebreken, ^ ^ ^ tingen, veel of weinig, meer o t m£» J ftj j hebben dg werpen vaö onzen roem, geiys Itc«""e, ^ • _ d t Krelis Dit allés is buiten tegenfpraak. Dan net is zeKe. , dat ae t^, 1 «» aZ. \^nd Veft Waartoe anders Graf tembés r.n Gedenk- SkenJ opgericht voor Mannen van naam ?_ Het zo uitmuntend FraaiLevaartePogp net Graf van Willem den Eerften zou nutteloos zyn geweesff, dere Zeehelden zouSe^ hu^nl£™f^2o Ml'men8^ "fouw^üffi '«> -oiklees, dehand .n het^nenfoen VïnVe^^rlemdeling toe gebruiken. Men kan deswege •n ne „pfr TTittrekfel 'er van, uit Deventer in de Hist. Courant van 5 ï «Ifde begrip.van den Schryver. - Zou ™en ïïen vlderlandfchen Praxitélès kunnen vinden , die dit wel zo goed, ?o niet beter *ou kunnen doen, of zou men zo fchrander in_'t ordonnee?en niet kunnen zyn in Nederland, dan men het zich m Frankryk laat a?«„ «it hnnfde van meerdere en vleiender byvoegfejs, die het voorftaan, u t ^de van rae« verdonkeren? — Dusverre behoorwaare van het ?f«^feeSen " My heugt een Meefterftuk in 't Beeldde ™™™b*fte\Tben van êen jongen Kunftenaar, die in deeze Stad tTSrfe^ data!le Kenners preezen. Waarom *? C BS fflnffJrften Vaderlandfcben vryen Kunftenaar uitgekoozen, om ü^j£dG*££ék** voor del Eerften Vaderlandfchen VolksÏSlicSS enV?yheid boven alles ftellenden Edelman, te vervaardigen? ïrelis Gv hebt gelyk, Vrind! voor zo verre gy het Vaderlandfche , h„f Vreemde ftelt. Kundige Lieden zouden uit de teekeningen boveD J/rflen Ik weet dat de Italiaanen in de Kunst van Teekenen, Schilderen en' « d Nederlanderen ooit overtroffen hebben. — Dan dezelve de *rtótt»en oen r* laatende berusten; wat hebt gy my meer ZUlkS ?j!^^Udeffl^^ tusfchen de Republiek cn den Keizer af- ^JVS^^^^Keizer °P ^ «*" teSeHs0etNu d^rbuiïnft^ksfreheel en al dwaas, zou ik wel dur- VeL^w!MwSTv3i?Mk weet u geen beter raad te geeven, om het i>!»a«!re 'er van te weeten. "£Ku. Ik zal het niet onderneemen.  ( 104. ) Louw. Gy zoudt dan wel gaarne hooren wat de Meawsfchryvers 'er van zeggen? — Zekerlyk ja. — Maar zy weetea *er niets ter waereld van. Krelis. Wie weet, wat de zogenaamde Prinfelykt Courant ons wel zou hebben opgegeeven, en of 'er niet wel geheime Politieke Kwaaien onder het zwachtel van een Oranje-verband, door een Staats-Kwakzalver gelegd, te voorfchyn zouden zyn gekomen. — Maar deeze Batcery is al weêr vernield.— Ik hoop dat de Ingenieur,, of liever Inventeur 'er van, verantwoording zal moeten doen over den kwaaden gronden den aanleg derzelve: Op dat anderen, die nog eenig vermaak in die Oproerleuze zouden trachten te vinden, afgefchrikt worden van eene verfoeilyke en verderflyke Muitzucht, die geen Eendragt, Recht- en Vryheidiievecd Burger betaamt. Louw. Ik weet dat de Haagfche Regeering dit Schendpapier verboden heeft, en ik heb om No. 2, (of het 'er ook zyn mogt)gezonden, maar men zegt ook hier, het is 'er niet. -— Evenwel gelooven fommigen, dat het in Amfterdam nog onder de hand voortgaat. Eö is ditao, dan ware het wenfchelyk voor een ieder die wel denkt, en pligtelyk der Regeeringe deezer Stad, om dit, of dergelyk Papier, terftojid en voor altoos ce doen verbieden. Want reeds in No. 1, voorgaande week voor niet by Arends, Bom en Uurling uitgegeeven, wordt Volftrekt het vermogen van Oranje boven de Volksmajefteit en de Gemagtigde Souvereingekende Handhavers derzelven gefteld. — Dit immers kan geen vrygemagtigde Regeering dulden; en vermag het zelfs, vólgens Eed en Pligt, niet te doen, ten zy zy zich-zelven ftraf baar maake. — De Volksftem, zich eens ter deeg verheffende , zou de Waarheid doen zegenpraalen door de weezenlyk haar eigen aaHgebooren Vryheid. Dus is in het nafpooren des Schryvers van die doemwaardige Prinfelyke Courant, en hetfteedsduürend Verbod derzeive, de Haagfche Magiftraat boven alle anderen te pryzen, als hebbende hierin recht Patriottisch gehandeld, met het kwaad ia zyn geboorte te fmooren. Krelis. Voorzeker, Vrind Loaweris ! Dat lompe Struikelblok is dan al weêr uit den weg geruimd. — Vaarwel en flaap gerust. Louw. Ik zeg je dank. Insgelyks, Vrind! Groet Grietje! Totweêrziens. Wel t'huis. By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkogt de oprechte Haag* fche Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tand»n fchoon en wit te maaken, en den mond van Scheurbuik te zuiveren; ook is het by uitneemendheid goed voor Kies- en Taadpyn. Het Doosje is 6 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBÜS van EGMGNT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. N9. 27. 5 July l7*s- Louw. f\V myn beurt tot «went. Hoe hebt gy 't met den Wel- Krelis Zyt ï^daa^Louweris? Welkoom! Ik heb het 'er frisch meê Gy ftiynf my toe al mede nog in goede Gezondheid te zyn. S WelbSu.00my aangenaam. Ga zitten, en.laat ons famen, onder een vriendelyk glas Hoflandsch Brouwfel, een weinigie over de 7aaken van den Tya fpreeken. - Zo men zegt, zal Mynheer de Stad houder In de Maand September over Amfterdam naar Franeker in Fr.es. IanTdouwtreDaetnneb ik ook geleezen; en in die Maand is 't juist in deeze JaKermis! di van dit Jaar zo vroeg komt als zy komen kan; want btad vermis, aic va j Saturdag invalt, dewyl St. L/™f'j^nrmXlhierbeginnen, om dat het den 18 Zonmoet daags daaraan het Kerm s Jgt*™°*p. , Eeuwfeest Sef FranckS H^oge Sctoo ?nie?*lï dmby tegenwoordig te zyn is den StadhoudervSzofhY, gelyk hy dan ook zou hebben aangenomen aan dit btaunouaer v«^u » & j ' , relze naar Friesland zyn. !"g&*Z# Sgfct'courïnïlan'den 4den deeze, beverig. he«. "Cl" "n™ dif ?s dv^teWn?Loeuwêrie"o,',r :. Is da. dan „iet ,n ™éi als •« r .rtï of Ml mr. - Men lee.t h,er immers van een tï komen Evenwel geloof ik niet dat zulks gefch oden zal aan te komen. * möet der Burgeren Wenfchen, in deeze Tyds- Louw. Bet zou ook mei mc . & w hebben in onze naast,2ÖttlS£& gTzegd da Sc CgeSde F***» Cm*»  C 106 ) Biet toegeeven, of weêrfpreeken. — Zeker is het dat onder dit No. ï naamen van Uitgeevers te Amfterdam gevonden worden, die wy genoemd hebben, als Arends, Bom en Uurling. Onder het eerfte No. van'den zogenaamde Philarche of Vorfienvriend, een week of twee vroeger uitgegeeven, ontmoet men de naamen van dezelfde Boekverkoopers mede; en dat Blad is ongetwyfeld uit denzelfden koker gekomen, als de Prinfelyke Courant.— De laatstgenoemde Boekverkooper, [/ar/mg naamlyk, fchynt intusfehen geen tyd of gelegenheid gehad te hébben, om zich te verontschuldigen, als geen Uitgeever van die verboden Courant te zyn , gelyk hy, by een Briefje, onzen Schryver voorgaanden Saturdagtoegezonden, verzoekt, dat deeze, door middel van onze tegenwoordige Samenfpraak zulks openbaar wilde maaken , om een ieder van di t denkbeeld af te trekken, Krelis. Hiertoe zal het Briefje zelf het voornaamfte oogmerk van deszelfs Schryver bereiken. J; * Louw. Zo is 't, Vrind! En dan verdédigt de Boekverkooper zichzelvcn. Dus fchryft de Vrind woordelyk, en in dezelfde fchikking, uitgezonderd de onderfcheidingstekens, die 'er onze Schryver heeft ïngevoegt: Want in het oorfpronglyk Schrift is 'er niet een. Myn Heer en Vrient — tot myn verwondering heb ik deefen week in UE. Weekblad van Louw en Krelis gelefen dat UE. myn Naam geplaatst hebt, als of ik een UyU reever van een Prinfelyke Crant was; maar dat kan ik UE. niet kwalyk nemen, om dat UE. met beter wist: Maar ik kan UE. beter verfekeren van het tegendeel; alfo ik door myn jongen 'er een heb laaten haaien.van Coertfe, heU ■mik ik vertrouw dat die ''er Uytgeever daar van is geweest. Wist ik waar hy van daan gekomen was, dan had ik anderen middelen gebruykt om het te keer te gaan. Nu was by de fen myn verfoek, terwyl UE. weder de volgende No. uyt- feeft, om daar myn Naam daarin te herroepen: Anders zoude ik in een geval ' omen daar ik nog part of deel aan neem^ Blyven met Agting ÜE. Vrient M. Uurling. Krelis. Wel Vrind, Louweris! Is het dan niet goed dat die Man zelf door dit Briefje (het zy dan opgefteld zo het zy) zynen Naam herroepe? Louw. Voorzeker. Maar waarom heeft men die geplaatst onder de Prinfelyke Courant, buiten weeten van deezen Man, die niet voor cen der üitgeevers bekend wil zyn? Maar, dit zyns ondanks zo zynde, waarom niet by een openbaar Advertisfement in een of ander dagelyks Nieuwspapier zyne verontwaardiging getoond over de ftoutheid , die anderen, buiten zyn medeweeten, genomen hebben, door misbruik van »ynen Naam te maaken?. Nu de Zaak verboden is, koomt deeze verdédiging, en juist met verzoek om dit in onze Samenfpraak voor dien Heer te doen, vry wat laat. Voor 't overige verzoeken wy zyn Ed. ons niet verder met Brieven lastig te vallen, om daaruit ftoffe voor onze Samenfpraaken te trekken, of, als hier, dezelven te plaatfen. Waarmeêwyzyn Ëd. Vaarwel wenfchen. — Laat ons wat anders fpreeken. Krelis. Weet gy wat anders, fpreek, Vrind! Verandering van fpys doet wel eeten. , , Louw. Gy vraagt my of ik wat anders weet. Men leert geduurig wat anders weeten, als men ons ohderfcheid van ftoffen te leezen of te ver-  < i©7 ) _ terftaan eeeft. Schoon bet gehoor door het woord is, kan men eohter, al ware men ©ok nog zo doof, doer het gezigt het weeten bekoomen, eB zelfs zyn 'er blinden» «ie meer dan zienden weeten, indien zy 'er ( NB.) niet doof by zyn. . Krelis Dat is waar. Maar dewyl wy zo gelukkig zyn van te kunnen zien en hooren, zal het niet kwalyk voegen, dat men eens het Nut der Drukkunst, mits haare Pers voor waare Vryheid loope, even aanftippe. De plaats, en even weinig de tvd, laat ons niet toe om alles te zeggen, wat anders gaarne wel door ons gezegd zou kunnen worden. 't Is volftrekt waar, dat het middel der Drukkunst hei eeniafte en erootfte 'middel is, tot verlichting en verbetering in alle omftandigheden van het befchaafde deel des Menfchelyken Geflachts. Hoe zal men iets weeten zo men haare Voortbrengfelen niet geniet ? Zy, die haare vryheid deswege trachten te hepaalen, bekennen ftilzwygende dat ze Geheimhouders poogen te zyn van Zaaken, die het licht niet kunnen lyden. In dit geval vind ik thans de Cabaale van de Meerderheid der Regeeringsleden te Rotterdam, die Glas voor Diamant acht, en niettemin de Drukpers wel zoude willen dwingen dat zy voor haar alleen liep. Hier komt het volgende voordel van die Heeren op uit. Luifter, Vrind I zo lees ik 'er van. Men verneemt datfce Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam ter Staats-Ver* Eradermg van Holland en West-Friesland hebben gedaan eene Propofitie, in fubftantie inhoudende- „ Dat de Regeering der Stad Rotterdam zeer veele klachten over het licentieus fchryven der Courantiers en andere Tydf*hriften ontvangen had. — Dat " daarover wel adresfen gedaan waren, doch tot heden toe daarop geene dispofitia- gevallen was; — dat ondertusfchen aan die licentie moest toegefchreeven worden " de woelingen en partyfehappen, die de Stad Rotterdam zo zeer ontrusten; — das " de Reeeerine wel getracht had, dezelve door Stedelyke voorzieningen tegen te gaan „ dóch dat de ondervinding geleerd had, zulks niet genoegzaam geweest te zyn; maar dat in tegendeel gemelde Courantiers en Schryvers, alles wat tot hunne kennisfe " komt beoordeelende, en met injurieufe reftexien affch lderende, tot merklyke onrust . van de goede Ingezétenen werken; waarom de Regeering zich verpligt geree- kend had, tot haare decharge, voor te liaan en ernftig te infteeren, dat eindelyk van " wegens Hun Ed. Gr. Mog. efficacieuslyk tegen deeze licentie mogt worden voor" zierj» _ Deeze Propofitie is door Hun Ed. Gr. Mog. commisforiaal gemaakt.' Louw. Indedaad,. Vrind Krelis! Gy hebt gelyk. De or.öpgehevene, laage en flaafachtige Party, ziet zich CGode zy dank!) nog onder de waare> verhevene, vrye en vrvmoedig getrouwe Party bepaald. Om deeze Bepaalmgen te boven te komen, ftelt ze alles in het werk, neemt alle ongeoorloofde draaijingen en wendingen ier tond om het vermogen van het Gemeenebest te ondermynen, op dat zy eens van kinnen vloekwaardigen Aanhang, (het zy Despotiek, het zy Ariftocransch; wam volgens de Er.ffbdhouderlyke Voimagt, zouden die beide Cabaslen zeer gemaklyfc kunnen veréénigen) zdgenpraale. Het zal, hoop ik, echter zo niet uitvalknr—, De Drukpers moet volkomen algemeen VRY blyven. Zullen 'er Despotieken, zullen 'er puure Ariftokraaten over heerfchen, dan is de waare Volksftem niet meer vry„ Krelis Ik ftem 'er in. Maar een Kaat Mosfel zelve kon vraagen: Behoor ik m<ït roede tot het Volk?— Ji, maar tot het Volk van 'r Gemeenebest niet. — 'Er is on-. derfeheid van alle Waaren in foorten: Zo ook tusfchen Leden en Leden van de Volks*, maatrchappy. Men weet zeer wel, en dat zal Kaat Mosfel zelve wel weeten, dat Verkensreuzel geen Boter is. Dus is het dan ook waar, dtt de Party waaraan zy. eehecht is, met al de verkeerddenkende Rotterdamfche Zoopjes-Rcqtiestranten, beIrvpen moest dat goede Wyn geen Krans behoeft; en al wroeten en wryten ze 'er nog zo tégen, dat de goede Zaak, zonder Oproerigheden, gewis uit zich-zelve UB en moet overwinnen. * Louw Het kan niet anders, zo dc Algoedheid nog haare ftraffen van ons lieve Vaderland af wil wenden. Zy zal nochthans geen kwaade Zaaken met haare Gun:: w-krooncn.— De verdervende Hand mope werken zo listig zy middelen vradt ora-het O 3 **  .< io8 ) » Naam als Koning van Pruisfen, 'er agter was, 'er nu niet vóór zal vvn Krelis. Dat begryp ik niet. Louw. Posteerde zich de dappere Zoon der Keizerinne Maria Ther? fia toen nie: geduurig agter dc Verhakkingen van opééngeftapclde IW men, welke hem dienftig ter zycer befchcrnainge dachten ?— Nu isFrel de-  (112 J 3erik 'er vóór, g«lyk altoos trouwens, om Jofeph den voortgang te betwisten, eêr hy 'er agter is. Men onderdek toch, dat 'er een troqueering van Landen in 't Onderwerp is geweest, dat door den Keizer zou hebben kunnen uitgevoerd worden, en, ao men meent, heitnelyk ter uitvoeringe beraamd was, om in Duitschiand den Keizer als onafhanglyk te doen heerfchen over alle de Ryksvorften, door uitbreidinge van aan te winnen, of liever over te geeven Magtige, Groote en Volkryke Landen, kwanswys by wisfeling tegen andere, in wien de Duitfche Vorften geen het minfte belang hebben, maar geheel'er door zouden zyn ten ondergefteld. —. Om zulks te verhinderen, dient het geene men in het volgend Artikel gemeld vindt. Verfailles den 3 July. De beweegingen,. welken men federt eenigen tyd onder de Duitfche Vorften befpeurd heeft, hebben eindelyk eene keer genomen, welke de byzondere opmerking van geheel Europa verdient. Te weeten: den 29 Mey laatstleden, is eene Alliantie, of liever Ligue, ter handhaving van de Vryheid, dc Conftitutie, en de ONVERDEELBAARHEID van het Duitfche Ryk, getekend tusfchen de Koningen van Pruisfen en Zweeden, dc Keurvorften van Saxen, Hanover en Trier, en de Vorftelyke Huizen van Hes fen, Brunswyk en Anfpach; zullende Frankryk en Holland mede genoodigd worden, 0111 tot deeze gewigtige Confcederatie toe te treeden. Louw. Nu, dat is zeer goed. Ik heb ook al geleezen dat onze Afgezondenen reeds te Keulen zyn; dus zullen ze denklyk ook fpoediger te Weenen zyn dan de Keizer zelf, die men zegt, door het Colyk te zyn geïncommodeerd geweest op zyne reize door Italië; maar nu wel haast, zomen hoopt, dat Gewest, niet zeer gezond voor de Duitfchers, verlaaten zal; dus heeft men alsnog, zo men meent, voor geeri Oorlog in de Nederlanden te vreezen. En heeft de Keizer, als 't 'er al eens op aankomt, Eifchen, de Republikeinen hebben veel meer redenen om het van hunnen kant rechtvaardig grooter te maaken. Wat zal de Keizer dan niet wel verftomd ftaan op de eifchen van Particulieren, tot de Burgerlyke Maatfchappy behoorende. Oordeel 'er van volgens dit Art. uit den Haag en in de Haagfche Courant geplaatst. Das lees ik. Den 22 der voorleden Maand, is ter Vergadering van Hunne Hoog-Mog. ingeleverd een Request van de Ingezétenen deezer Landen, Geïntresfeerdens in zekere Negociatiën van de Jaaren 1733, 1734 en 1736, ten lasten wylen Zyne Keizerlyke Majefteit Karei den VI., glorieufer Memorie, Zyne Erven en Nakomelingen, gehypothequeerd op de Hertogdommen van Opper- en Neder-Silééiën, enz. houdende dit Request een verzoek aan Hunne Hoog-Mog. om Hoogstderzelver Heeren Gedeputeerden en Ministers te Weenen te gelasten, op de gronden in dit en voorgemelde Requeste ter nedergefteld, of wel zodanig als Hunne Hoog-Mog. zoude oordeelen te behooren, derzelver alleszins deugdeiyke pretenlie, bedraagende met de daarop verloopen Intren van 43 Jaaren, de fomma van 39118400 gl. 11 ftuiv. aan Zyne Keizerlyke Majefteit Jofephus'den Ilden aan te toonen, mitsgaders op derzelver voldoening te infteeren, zynde gemelde Request commisforiaal gemaakt. Krelis. Laat den Keizer zyne Kasfen dan maar leêgeti — om den Rechtvaardigen Eisfcheren te betaalen. Louw. Leêgen of niet leêgen, laat hy juist voldoening geeven wegens dezorecht- maaiig geëischte Penningen aan onze zyde. Men zal moeten zien wat 'er van worden wil. —■ Vaarwel, Krelis! Slaap gerust, Vrind. Krelis. Ik zeg je d^nk, Vrind Louweris! Wel i'huis, en de groetenis aan Diewertje! fk wensch je 't zelfde. "«.edriskt by 4c Brvc dc Wed. J. ïah KGMONT; op de Rejulict* Brcèttwaï, itAaUcaam.  KRELIS en LOUW. .. N°. 29. 19 July 1785. Tfrplk /~\m ie een goeden Avond te wenfchen, Vrind Louweris f , jvrcus. m \ j ^ heb(_ >t me(. jen Ligchaamlyken toeftand? Louw. Nog frisch, Vrind Krelis! Hebt gy 't 'er ook nog wel meê? T^t-plio Naar wel re vredenheid. ; T n w Wel dat is goed. Want wel te vreden te zyn in zyn lot is alles en 'voor het Gemoed het aangenaamfte dat men immer kan gemeten. Fen vrolyk hart, zegt Salomo, is een geduurige Maaltyd, in tcgenoyerftelling van d dagen dts Bedrukten, die alle kwaad zyn Maar om dit niet verder aan te toonen, zal het genoeg zyn te zeggen dat de Zelfskwell.ng van eln StaatzuS, van een nydig, van een hoogmoedig, van een fchraaptfX Mensch eeuwig zwoegende om hunne nooit te vervullen begeerte volkomerte zienrheSn drukt", hen met fpyt drukt, hun hart knaagt, het £, o n rïs t in eeftadige onrust houdt, en hem, die zulk een hart met zich j «IV Zh^ne da°en kwaad doet zyn. — Ik weet wel dat'er onderHe a gen een grCt; Snderfcheid tusfchen Bedruktheid en Bedruktheid, tus^n Vrolytheid en Vrolykheid \s. — Maar ieder die hier den „r, var, o hevat. weet die onderfcheiding ondervindelyk zelf wel tSn - Laaten wy deeze verfchillendeWandigheden dan niet verde uitbreiden. - De vrolykheid is de uitwerking van een hart, dat jS^e^tta het fmaakén van een geluk, dat het gevoelt, en des zélfs lust opwekt, zelfs tot zingens, JUichens en dansfens toe. — Dus fs men op een Bruilofts-Feest vrolyk; dus is men vrolyk op andere TydfeSten?P Maar deeze Vrolykheid \s ^e gedmmge Maaltyd niet, d.e het Wr fmaikt meer dan ten tyde, dat anderer Koorn en Most vermenigvuldigd. iSr—f 'Men mag altoos wel rechttydig, maar niet ontyd.g vrolyk ~r„. Ik. fchei van deeze aanmerkingen af; en nochthans zoude ik u zyi , an «rillpn of 'er bv de Reize van onzen Grooten Staatsbedienden eflvn BÖ rlucnug Huigezin geen Vrolykheid heeft plaats gehad; ,nr u- hlh oeleezen, dat hy den 14 "iet zyne Koninglyke Gemaalinneen want k heb geleezen, leert een braave Man en Huisvader door zyn Vorstlyke Kinderen, Cj° endftond it deQ H vertrokken is IZ L' F onderfteden rom dezelve te bezigtigen, of'er alles wel naar behooren tot verfterking, ftandhouding en verdédiging is aangewend, ten ^elif hfa ,Vdaf h'èb ?k' ook geleezen, en ik geloof dat 'er het beste oordeel van dien Krygsbouvvkundigen Opperveldheer over vallen zal, totgenofjrvan /yneyMeefters, de Souvereinen van den Lande. Touw Wie twyfelt hieraan, Vrind! Want ware dit zo niet! zoude Gnaf de Mui lebofs geen drie dagen na het Stadhoudexlyk Huis vertrok-  ch4) ken zyn; een blyk immers dat onze hoogfte Legervoogd zeen onrf^vn ting van een ouden Generaal noodig tol - g0m ^J^^l het vrolyke, van welken aart het dan ook zyn moge, zal ik u do h peD by voorleezing uit het Artikel van Rotterdam, eedaeteekenri "t rffi' en te vinden in de Utrechtfche Courant No. 85 Le v£ yk men'e ders op het zien der Doorluchtige Reizigers geweest is eicers Gisteren morgen, vroegtydig, had deeze Stad'het eeluk d»r 7„L Door . Hoogh met Mevrouwe de Prinfes en het verde^hoogaanzienïïk Gevolg langs haare muuren pasfeerde, om de reize naar Breda enz re vZ volgen. — Reeds een eind weegs buiten de Stad, wierden dezelve ontmoet door eene Schaare, aanzienlyk wegens het getal, welk^hunne vreugde over het zien van hunnen Tedergeliefden nieFgenoeg konden aan den dag leggen, en d.e vervolgens het hooge Gezelfchap verlezelden tot aan de Maas, alwaar hetzelve moest worden overgezet — Aan H zyde bevonden zich, zo men wil eenigen van de vo'ornaamften ukTe" Antidotaalen, welke deeze gelegenheid niet wilden laaten voorby ïaan zonder Zyn Hoogheid van derzelver aankleeving aan deszelfs Perfnnn ?i verzekeren _ >c Is nog niet bekend of de Heer Schepln de Grïot ook onder dezelve geweest is, en by die gelegenheid wederom eene haranïue heeft ui.tgefprooken; maar 'er zyn 'er die willen, dat, daar bv deezele legenhe.d de Volksftem (men verfta dit niet petit apekt, of aflengskefs maar fpoedig, van een gr.ot Man in naam af, tot een Schooijer of veV achten Bedelaar toe,) zich niet weinig verheft heeft, men zich daarvan zTlvelS^ Te Overfcfie is Zyne Hoogheidl ookS^e'ffifa e^neuïgSe" c.p.eerd, zynde de Schuttery by die gelegenheid onder de Wapen"! ne' vreest, en Zyn Hoogheid langs dezelve, prefenteerende het Gewefr heen gereeden, terwyl het oud Vaderlandse!; Wilhelmus Z,lNasTule'n. zich lustig het hooren. (ö Welk een vrolykheid M i ) ^asjouwen. Krelis. Dan is het Teêrgeliefde Voorwerp der Rnr^^foi, * ■ dotaalen en Agterkloosterlingen echter niet door dé Stad zelv^l Louw. Dat hoefde niet, Vrind! Zyne AdoratenrLll gfre?de^ wel buiten de Poort afwachten. — 's Midda"s rpn o ? Hoogheid en Doorl. Huisgezin reeds te Breda aafgeSmen aI v houder en Baron van die Stad, heeft men de vSvÏp P r Erffta,dhet inryden derzeive, met 63 Kanonfchotenbegroet t.elefcn' ^ door 48 Ruiters van 't Garnifoen. Op 't Prinfehk Hofg-flH Worde?de men zynde werde dit Hoogvorstl. GezelSlap dooien ISuvS?" die het reeds te gemoet was gereeden, «elvk ootrWvJ10 °u\erneur, Magiftraat, en alle Lieden van Rang en Amptï[ Co™aDdant» grolt. Ten 4 uuren dineerde m7ngopQvS'd|stS frT/v ^ ^ be" fee Vorftelyke Perfoonen deeden venSlgeLZe ifgT^ Merg, eu bezagen het Bagynhof, daar zy zich met fef^zL^rs vrien-  C 115) vrtendelyk in gefprek begaven, terwyl zy het Kerkje bezagen , en het Orgeltje opeen Muzikaa eritoon, door des kundige Bagyntjes, hoorden fpeeIen, hetwelk mildelyk beloond wierd. 's Anderendaags den 1 er in ja Nieuwer-Amftelfohe Courant, by Schuurman, No. 86, en dus vun deezen dag', vind k iets onder den Haag van den I7den deezer, dat mede al vtH tot bewys'niervan zoude toebrengen. Luister, dus lees ik. Men hoort hier thans veel fpreeken, dat by Hun Ed. Groot-Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, het befluit zal genomen worden , omdeHollandiché Guardes Vaandels'te geeven met het Wapen yan den Souverain, zo als zulks door Heeren Gecommitteerde Raaden is voorgcfteld: ook dat de Hollsndfche Bodens Dieuwe Busfan zouden krygen, daar 't Wapen van den Souverain, Hun Ed. GrootMoe: alleen op z-illban, met agterlaating van dat van derzelver Eerften Staatsdienaar, het Keen boven den Leeuw ftaat, zo als zy die nu draagen, en waarover in de Post van den Neder-Rhyn reeds gefprooken is. Alsmede, dat 'er ter Vergadering en vervolgens zeker by de Meerderheid van die van Hun Hoog-Mog. een bef]uit zou uitkomen0, dat'geen K.merheer, Edelman of ander Bediende van Zyne Doorl. Hoogh. den Pr'ins van Oranje, onzen Stadhouder, zitting zal mogen hebben in Hun HoogMog. Vergadering, in den Raad van Staate, of andere Collegiën, de Adminiftratiö van den Linde raakende. . . Krelis. Wel nu; zou dat niet recht, niet redelyk, niet billyk zyn? "Louw. Dat vertrouwt gy zekerlyk van my niet anders te hooren. Maar w'aaf is uw Antwoord nu op den Brief van uwen Vrind l'Faarheidm'mnaar ? t Krelis. Ik-zelf heb vernomen, d-it die Vrind een verkeerd Perfoon moet voor gehad hebben, die zich voor den waaren Hofmeester heeft uitgegeeven ; want de laatfte heeft''er zich by de Drukfter onzer Samenfpraaken over beklaagr, en aangeboden z;ch in tegenwoordigheid van mvnen Vriend te ftellen, ten bewyze, dat hy dezelfJe Perfoon niet is, die iVaarheidminnaar zo onbefchoft en fchendig bejegend heeft. — Myn Vrind zal dan zyne tegenwoordigheid afwachten, otn den waaren Hofmeefter van dien anderen te onderkennen , en kan eêr niet oordeelen, wie van beiden zyn Party is. Dus verzoekt de Man onze Drukfter den Hofmeefter de plaatste doen aanwyzen, die haar bekend is, om Vrind Waarheidminnaar, die op het eerfte 'ontbod zich daar zal laaten vinden, te z^en en te fpreeken; wanneer het a;m Keen getuigen ontbreeken zal, die zullen kunnen bevestigen of hy dezelfde Perfoon is die gemeend wordt, dan wel niet. Verder breek ik myn hoofd hiermede geenszins meêr. 1 Vaarwel, Vrind Louweris! Slaap gerust. : Louw. Men zal die vertooning dan moeten afwachten. Wel i'huis, Krelis! wel re rusten, en de groetenis aan Grietje. Het aiömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Noteboome, Maghon;ehoute , Verlakte en Gebruineerde Cabinetten , Bureaux, Laêtafels, Stoelen, Schilderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig ta maaken, en de Wormen in 't geheel te verdry ven, gelyk men daaglyks by ondervinding heeft, wordt federt eenige jaaren met goed fucces verkogt by de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het -Potje is 6 Stuivers. . N13. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfcae, Alicantfche en andete foorten van Matten. GedruktTby de Erve de Weduwe JACOJBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêiiraat, te Amfterdam.  L O UW^n^ KRELIS. N*. 30. 26 July T785« Louw. Tk weusch myn Vrind Krelis een goeden Avond! Zyt gy nog I welvaarende, beste Medebroeder l , Krelis Na« wSch , Louw-Broêr! Hoe hebt gy het met den welftand* en die zult gy almede w« geleezen neb^^^^ dingen zelfs een beknopt Ver- Br even van s Lands Vlootg» gedoo8en, of allos, w>, ha iwSlm?!*1 borenalfcs zyrft  C I3t ) zyn ons te houden aan het Artikel van Rotterdam, in dato 5 Aug.en te vinden'in de Hift. Courant van deezen dag. Dus luidt het: Zyn de Vaderlandlievende Ingezétenen van elke Stad onzer Republiek de grootfte achting en liefde verfchuldigd aan die van husne Volksvertegenwoordigers, welke, met opoffering van eigen voordeel en grootheid, het wezeniyke belang der Burgeryen de handhaaving van derzelver Rechten, in alle hunne bedryven ten voornaamen doel hebben; het zyn in 't byzonder de Burgers van die Steden, welke flechts op een kleia getal van zulke eerbiedwaardige Regenten mogen roemen, en waarin de goede Zaak des Vaderlands, door gepurperde Dwingelanden en hunne laag kruipende Werktuigen, den meellen tegenftand ontmoet. — Het zyn allerbyzonderst de Rotterdamfche weldenkende Burgers, welken den zuiverden dank verpligt zyn aan eenigen van hunne. Regentenr die, fchoon gedreigd door een opgeruid Gemeen, fchoon worftelende tegen den wederftand van groote Aterlingen, voor's Volks Rechten blyven pal ftaan,. en zich geene gelegenheid laaten ontflippen, om het onwettige gezag de geweldige Hand der Heerschzucht te ontwringen, en tegen allerlei poogingen van haare Machtnaaten yverig te waaken. — En is fn deezen de gryze en ftandvastige Bogaerr en dewakkere Elfevier onzer aller gloeijende liefde waardig , de Heer Mr. Paulus Geverts-. doet zich voor de goede Zaak op de uitfteekendfte wyze zien; en het is daarom te; recht de begeerte van onze Vaderlanders, dat niet flechts onze Burgery, maar de gant* fche Nederlandfche Natie, van zyne cordaate handelingen, in zyne beiderlei posten' van Raad en Hoofd-Officier, kennis draage. —— Zyne Propofitie op den 7 Juny. laatstleden gedaan, om de Ele&ie der vaceerende Vroedfchaps-Plaatfen, en de jaarlykfche aanftelling van Burgemeefteren en Scheepenen niet meer aan den Stadhouder op te draagen, ais, conform den inhoud der nooit geabrogeerde Privilegiën, der Bur~ gerye competeerende, is genoegzaam algemeen bekend. Op deezen voorflag heeft, zyn Wel-Ed. Geftr. laatstleden Maandag eene Memorie van Adftruótie laaten volgen;,, die alle kentekens van cordaatheid, belangloosheid en kunde in 's Lands Rechten die; teert, en, niet flechts voor onze Burgery, maar ook voor alle 's Lands Ingezétenen en Regenten leezenswaardig is, als een model voor-alle de zodanigen, die'er bun.' werk van maaken, om vertreeden Burgerrechten te herftellen en de waare Vryheid tem Zetel te verheffen. Het is ook aan dien Heer, dat wy de zo noodige Waarfehouwing tegen het draagen, van allerlei foort van Oranje-Verfierfelen, welke voorleden week alhier ïs afgekon-digd, te danken hebben, zynde zulks door zyn Ed. in de Weth geproponeerd, door' Heeren Gecommitteerden van Hun Ed. Groot-Mog. aangedrongen, en voorts door dei Weth zelve in eene Waarfehouwing geconverteerd ; terwyl ook de Bedienden der Ju— ftitie van den Heer Hoofd-Officier de ftiptfte order hebben , om op alles van dien aarf: naauwkeurig acht te flaan, en, zonderde minfte oogluiking, eiken Contraventeur van-, dit verbod daadelyk opiebrengen, dat ook zeer accuraat, wordt nagekomen. — De Regenten van de Diaconie- en Weeshuizen (waarvan de Kinderen, zonder daarin verhinderd te worden, allermeest met de Oproerleuzen brilleerden, en dikwils de goede; Burgers, uit wier Liefdegiften zy hun onderhoud hebben, infulteerden,) zyn voorleden week hierover door Heeren Burgemeefteren onderhouden-, en voor het vervolg; zeer ernftig gewanrfchouwd. ' De tumultueufj beweegingen, by gelegendbeid van het doorpasfeeren van Zyne: Doorl. Hoogh. alhier voorgevallen, worden zeer naauwkeurig befchreeven in een, alhier uitgekomen Brief van een Rotterdammer, aan zyn Vriend in Dordrecht, wiens-; ]eezing\y ten hoogften ,. zelfs -aan de al te yverige Prinsgezinden, voor zo verre'eronder deezen nog eenigen gevondGn worden, die voor reden vatbaar zyn, aanprysen „, inzonderheid uit hoofde der daarby gevoegde allergewigtigfte- aanmerkingen,-waarvan ÉHt volgende tot eea ftaaltje-dienen kan;. Ik a. as  C *3* ) „ Ik en veelen met my hebben ongemerkt het zigtbaar oaderfcheid, dat'ertusfche» het gedrag van onzen Stadhouder, by gelegenheid van deeze zyne overkomst, en dat van Haare Koningl. Hoogh. deszelfs Gemaalin, by dezelfde gelegenheid, heeft plaats gehad. Deeze verftandige Vorftin gaf alle kentékens van aandoening, doormengd met die van verachting, over de onbezonnen tumultueufe Eerbewyzingen van een oproerigen Hoop; daar de Vorst in tegendeel de dutdelykfte bewyzen fcheen te geeven, dat hem al die omflag en al die beweegingen, die hy (want zulk een maat van onkunde kunnen wy ia den Stadhouder, die in de Hooge Collegiën zitting heeft, niet wel onderftellen,) volkomen verzekerd was, dat met den letterlyken zin van de wyze bevélen der Hooge Overheid, en met haar waare intentie ftrydig was, niet onaangenaam waren. — Ik bid u, welke denkbeelden moet Zyn Hoogheid toch hebben van Ear, die zyn beginfel aan liefde en hoogachting verfchuldigd is? En welke onderfcheiding moet hy tusfchen deeze en het oproerig gefchreeuw van het heethoofdig en onkundig Gemeen maaken ? Een Gemeen, dat flechts meê fchreeuwt, om dat het door anderen, Vleiers of Baatzoekers, hiertoe wordt opgewekt; dat alle gelegenheden tot zorgelyke en losbandige vreugde greetig aangrypt; en met dit alles geen de allerminfte denkbeelden of befef heeft, waarom het zich op deeze woeste wyze uitlaat, en in hoe verre de Voorwerpen, aan welken het deeze niets beteeketiende, en befchaafde Menfchen onwaardig zynde, offerhanden toezwaait, die verdienen. Kan dit alles, wanneer men het recht befchouwd, wel met eenige mogelykheid tot eer van den Vorst ftrekken? Hy nadert zulk eene aanzienlyke Plaats als Rotterdam, doch wordt, om wyze redenen, en om geen den minften voet aan het oproerig Volk, in hunne zorgelyke Eerbewyzingen, te geeven, door de Regeering niet gerecipieerd. Hy ziet eene groote menigte Menfchen, die elkander als Dollemannen verdringen en vertrappen, Hem, zonder eenig blyk van ontzag, omringen, vasthouden en nafchreeuwen; en, terwyl zy dit doen, den Souverein in het aanzigt fpuwen. Zyn dit Eerbewyzen, die een verftandig Man, een Vorst, uit zulk een Doorluchtig Huis gefprooten, waardig zyn? Is het Eer, (ik zal eens onderftellen dat al die woeste vreugd weezenlyk kentékens van liefde zyn,) is het dan nog, vraag ik, Eer, bemind te zyn van een woesten hoop Volk, dat in, en met die Eerbewyzen, 's Lands Hooge Souvereiniteit, welke de Stadhouder boven alles in de eerfte plaats reprefenteert, en ■verpligt is optehouden, fcbendt en met voeten trapt? Zelfs by eene gelegenheid waarin de Stadhouder, op uitdrukkelyke last der Staaten, in funélie is, en dus daardoor de Hooge Regeering deezer Landen ook voor zyne Wetgeevers, die over hem te gebieden hebben, erkent. En kan het aan een Minister, die, waar het ook weezen moge, een Staat of Vorst reprefenteert, immer tot Eere ftrekken, wanneer hem hulde beweezen wordt, ten koste van zynen Meefter! — Neen, men heeft hem eene Eere beweezen, die hem, by elke herinnering, moet doen bloozen." Louw. Men kan uit dit alles opmaaken in hoe verre de inzigten van het al of niet toegenégere voor het waar genoegen des Volks zich bepaalen of' uitftrefeken, en hoe verfchillig de denkwyze tusfchen hooge Perfoonen wegens de Zaak van een Gemeenebest is, in 't welk zy aanzienlyke Ampten bekleeden. Krelis. Zo is het, Vrind Louweris! Maar de Waarheid van het beste denkbeeld is doorgaans kenbaar a2n den Luifter, die Billykheid, Rede en Vernuft haar byzetten. Ik zal daarover geene verdere aanmerkingen maaken. Wy hebben al doffen genoeg tot onze Samenfpraak gebézigd. Ik wensch je voor 't overige een frisch herftel en een aangenaame Nachtrust. Vaarwel, Vrind! ' Louw. Ik zeg je dank, Krelis! Leef gezond ! Wel t'hais en de groetenis aan ■Grietje. ° Gedrukt bs dt JÈivt dc Wei. J. »a« fcGAlONT: op de Reguliers Bieêftiaat, tc Arcftudaau  _ L O U W en KRELIS. n9. 34. 23 Augustus 1785. Louw. goeden Avond, Krelis.' Zyt ge zo gezond als ik, dan zya VJT wy 't beide. Krelis. Welkoom, Louweris! Ja, ik ben gezond. Myn hoop voorfpelt my gezonde Zaaken, na een krachtdaadige geneezing van fleepende Kwaaien, door kundige Staats-Arcien, nu die Kwaaien zo fterk hebben toegenoomen , dat ze zeer fpoedig al het bloed verderven zouden, indien men niet fchielyk op zyn hoede ware het bederf te weeren. Louw. Zo is 't, Vrind Krelis! Ik denk gy doelt op het geval van Amersfoort. Mooglyk hebt gy 'er meer van geleezen dan ik; de Haagfche Krant alleen heb ik gisteren ingezien, en daarin gevonden een Brief van een Aterling, gelyk hy zich wel te recht noemt, om dat hy *er blyken van toont in zynen Schendbrief, die byna te;onwaardig is, dat men hem leeze, en dien nochthans de Haagfche Cour'antier in de ftoffe van zyn laag Dagpapier geplaatst heeft; fchaamende het zich-zelve, dat 'er zulke verfoeilyke Antipatriottifche en met de Volkszaak fpottende prullen plaats vinden in een Courant, die onder 't oog van de HoogAchtbaare Vergadering der Volksvertegenwoordigeren vervaardigd wordt, en in de Waereld gcftooten door een begunftigden, doch flaaf. fchen Afhangeling van den grootften Afhangeling der Souvereine Republikeinfche Magt. — In dien Brief des Aterlings wordt a! weêr het Boekje aan het Volk van Nederland als met de hairen 'er by gefleept en niet onduidelyk te kennen gegeeven, dat de Schryver van dien, wel gaarne het Hoofd der Verraaders zou willen zyn, om den Opfteller van dat Boekje te ontdekken. — Maar laat ons van Zaaken fpreeken. Ik zie gy hebt daar Kranten voor u. Wat zeggen ze? Krelis. De Zaak van Amersfoort is thans de Voornaamfte, Vrind! Zy betreft niet alleen die Stad, niet alleen de Provincie van Utrecht, maar ons geheel veréénigd Nederland; ja ons dierbaar Amfterdam zelf; en daarom is het dat een ieder Burger en Inwooner van Stad tot Stad in ons Gemeenebest voor het Behoud zyner dierbaare Vryheid Pligts- cn Eed'halve, zelfs onder indruk van Godsdienst, zorge moet draagen; gelyk zulks ook die van Dordrecht, Leiden, Delft, Deventer en anderen, waarby onze Medeftedelingen niet vergeeten moeten worden, aanvuurt, om daadelyk en fpoedig in de weer te zyn, ter herftelling van 't gekrenkte Ligchaam van den Vryveréénigden Staat in het Lid van Utrecht. Inde Nederlandfche Courant, by Schuurman, lees ik, betreffende deeze Stad, het volgende. " Amfterdam den 22 Augustus. Het inrukken van Militie te Amersfoort doet de Amiterdammers aan het geval van WILLEM DEN TWEEDEN denken; dierhalven zy op het voetfpoor van Dordrecht en Leyden meteen eerbiedig Adres zich by hunne geëerbiedigde Repra?fentanten zullen vervoegen, om met zo veel ernst als eerbied te verzoeken: R3  f-1 ■ • I ' < lSO„ < ■ r . . , i. Dar er 2flBiêr tydverlies zodanige befluit en mtgtn genomen worden -Tim » ter Staatsvergadering deezer Provincie het daarheen te helpen dirigeren „ dat ten allerjpoedigfte de Troepen, ^M^^o^SJffi „ «ggkfo af $j fêJ'f6f ^ 5"« "z «SP*2ffe zjw, voor zo veel zy ■ ,, ter notitie voor deeze Provincie flaan,, róqr^q «rfepe» * } z. „. Dat riun Edel GrocuMog voo&£-ge £ neemen, fê vandoor wordt voorgCKom;;;., dat verder geene Troepen, ter hunner re„ pvutte ,ofdte der Generaliteit ftaande, loch ét^kJlrofSvL „ &ee~en Staat, gebruikt worden tegen eenige Provincie, Steden, Bur„ geryen en Leden van dien. - > En 3.,, Dat Hoogstdazelve , in deeze critieke tydsomftandwheid, zodaniee na „ dere bepaahngen omtrent de Patenten gelieven te mlaken waaTdZ de'. „ zelve Troupen, met dan op bevel van Hun Ed. Groot-Mog onzen wet „ tigen Souverein, tot binnenlandfclie Expeditiën worden geëmployeert " c Lr;:,nDfM dne At"kel<** ten grond van een Request, dVin alïe Steden van deeze en andere Provinciën behoort te worden ingeleverd hoe ipoediger zo beter, zyn van te groot een aanbelang, dan dal een ieder Vaderlandlievend Mensch geen deel 'er aan zou neemen, om het bedaard te leezen, het zich te ernnneren en het te teekenen Krelis. Wy zullen geen oogenblik daarmede wachteadeeze ver maaning ftrekt er zo openhartig als dringend toe, om zulks gelvkerwv" ze, een ,egelyk 111 ce boezemen; opdat, gelyk men met recht zegt, d£ het Krygsyolk, zo onwettig in Amersfoort binnen gerukt, even wettS genoodzaakt zal zyn 'er weder uit te trekken, en dat wel ten fpoeSe Louw. Het moet dus zyn, en kan niet anders. Maar wat zullen be daarde Prinsgezinden thans zeggen van het overhaast oordeel van Zvne" Hoogheid? Zy, die nog aan zyne zyde waren, en zyne ui voeringen tot dusverre dekten, naar hun vermogen, moeten zich zekerlyk over zynen tegenwoordigen uitflap ergeren. ^cnyx over Krelis. Onze Voorvaders waren altoos in de weer om de m^r rW overheerfching te verhinderen, zelfs ten tyde der Graagte R3,-; Deeze werd ondraaglyk door Karei den Vvfden » 5ke J en het fcheeld'e weinig of het inneemen van den Brie!, die echter de eerfi's Planting onzer Nationaal* Vryheid was, ware door Hem afgekeurd geworden. Hy ftierf niet als Graaf deezer Provincie en anderen m Nederland, fchoon hy her. 'er op toeleide cm her. te worden, cn reeds eenige Geldmunce, als Graaf, te vooren had doen (tempelen, om, zo men zegt, onder het Volk. te ftrooijen. Nog eens, Wlllr.n de Eerfte was een braave Prins, maar haakte ook jfteeds naar de Graafiyke waardigheid en daarom was het, dat hy'den Koning van Spanje in deszelfs flègte Gouverneurs van Nederland tegenftreefde. Ongelukkig werd hy door de verraaderlyke hand van Balihazar Gerards, een Bourgonjon , te Delft in zyn eigen Hof doodgefchooten. Hadde hy ééne week langer mogen' leeven, hy ware voorzeker Graaf van Holland en Zeeland &c. geweest. Het waren de Steden'Amfterdam en Gouda, zo ik meen, die dit vier maanden lang hadden tegengehouden. Vervloekte Moordenaar echter , die Spanje dienst dacht te doen! — De braave Oldsnbarneveld was het, die daarna Prins Maurits als Stadhouder voorftelde; gelyk hy 't wierdDan echter laatftelyk zo liegt beloond werd, als men wéét dat gefchied is. Maurits was een Krygsman in zyn hart, en, naar myn begrip, een grooter Dienaar van Mars dan van Venus, fchoon de invloed der Avonden Morgenfter veel op hem vermogt. — Met dit alles had hv dwangzuchtige begrippen. Hy is nooit getrouwd geweest, en heeft c'cbter een goed deel Kinderen nagelaaten. Men zou zeer veel tot zynen lof künw' nen zeggen, indien zyne heerfchende zucht tot hoogeren rang ons niet hierin bepaalde. Hy ftierf en was dood , gelyk alle Menfchen die natuurlykerwyze fterven. — Zyn Broêr Frederik Hendrik volgde hem op als Stadhouder (want dien Tytel had men de Prinfen van Oranje, wegens Holland en Zeeland, laaten behouden en nog meêr;) maar deeze OranjePrins wilde meer zyn gezag by de Vredevoedinge vergrooten , en Haagde 'er, voor zyn byzonder belang, zeer wel in. Willem de Tweede, rata Zoon, fcheen tot een Dwingeland gebooren te zyn; men kent zyn aa'nflag op Amfterdam. —> Willem de Derde heeft den roem gehad, dien hy verdiende ;. doch meest door het inneemen-van Naamen in Nederland. Met de Staatfche Vloot,, en Nederlandfche Krygsbenden had hy zyn Schoonvader den Troon en het Ryk vooraf doen ruimen , welke plaats hem in zyn Perfoon en die zyner Gemaalinne veel beter dacht te voegen. — Willem dt' IV. was een door en door goed Staatkundig Man: Hy verzocht by de Staaten affchaffing van Pachten, en liet het Gemeen foupeeren, om: hen. naderhand op een Diné van een kostbaare aanrigting teonthaalen, en dit was alles wel. — Willem de Vierde ftierf: Thans vervult zyn Zoon, Willem.de Vyfde, zyns Vaders plaats. Maar hoe? Hy fchynt anders als zyn Vader te denken. Althans het blykt aai zyn gehouden gedrag, voetftoots aan een onvolledige Vergadering van Utrecht'frhe Gedeputeerden ten wille te zyn. — Alle de begrippen van Willem-de Vdczy^ nog niet in aanmerking te neemen-by dat van ongeonrlpofde fiföge-  C 136 ) f eeving en ongeoorloord Verzoek. En evenwel heeft de Capitein-Gene- IfLlU °P Zyr! eigen &ezaJ?» ZOödeIr H' H- M°g' 'er van te berichten of te erkennen als zyne Meefters , ondernomen, Militairen in Amersfoort te doen trekken, en wel zulken die niet ter repartitie van Utrecht ftaan. — Waar wil dit heen?- Zal men eindelyk niet moeten beluiken om een Bijluit in rerum natura op een gelyken voet met den Vyfden Stadhouder, l yken Willem te neemen, als men met den Graaflylten van dien naam deed?. Hoe fraai de ontfchuldigingen van onzen grooten Staatsdienaar ook luiden mogen, zy zyn by een ieder evenwel verdacht; en wie zou kunnen gelooven, dat een zo hoog Beampte in ons Vaderland, ons en zyn Vaderland zou kunnen of durven redenen tot misnoegen geeven in een tyd die een ieder beveelt voor Recht en Wet te waaken • welke Grondftcunfel» door de Willekeurigheid van eenen Stadhouder vernidd worden. — Wat moet men dan oordeelen van het zo fchielyk geeven van Patenten ? 's Lands Mogenhedcn moeten 'er zich aan ergerer 7» moeten , m den Naam van God en van het Volk, Eeds- en Pligtshalven niet alleen, maar zelfs door Natuur ei, Rede opgewekt worden tot een ZaakC' °m dêeD M°geDheid en di« ^ Louw. Gy fpreekt wel, Vrind ! En 'er is derhalve niets beter en nauwkeuriger m acht te neemen, dan het groot gezag van Eenhoofdig heid te bepaalen. Is 't met genoeg dat men door vrye VerkilznW ein" Capitem-Generaal heeft, dien men behoorde te geMedeu GaT^ar' of Komm herwaards: dat juist met zyn Ampt zou overeenkomen. Maar"dat Hy niet zegge aan de Krygsbende van zyne Meefters: Ruk in ' ik wil het ÏJ • enkel op het verzoek en den aandrang'van die of geene — n/Kïder Patenten moet bepaald zyn - Even als alle Suatszaaken van iedefe Provincie, ja van Stad tot Stad, in t byzonder moeten beoordeeld worden, zo behoorde het met het u.tdeelen der Patenten mede te gefchiedeJ Men zou hiertoe Heeren Gedeputeerden te Velde wel kunnef belasten of Gecommitteerden uit elke Provinc e, om het zevav n^l L \ ' hebben, na dat de Veldheer van den Staat H H Mog^Vit naam der Gedeputeerden van iedere Provincie, ontvangen'had ^g* Da„ wy laaten zeer gaarne dit Onderwerp over aan de bewerfinsr van SM^Vnn diger Vaderlandfche begrippen. —1 God ireeve d 7Pnm 1 gelyk is het geval van Amersfoort het middel ViT ' ï H°" Volks zegepraale. Hiermede Vaarwel, Vrind KreHs flann ^n,^ d" £je^p^i?edank jC' VriDd! WdVhuiSJ "^f^wil Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUsTLTËgMONtTop de Reguliers Breóftraat, te Amfterdam. mu£i 13  KRELIS en LOUW. N°. 35. 30 Augustus 1785. Krelis. /hoeden Avond, Louweris! Hoe hebt ge 't met deGezondKJT heid, Vrind? Louw. Al wel, Vrind Krelis! Is 't met de uwe mede nog in eea goede gefteldheid? „, a Krelis. Naar genoegen, Man ! — Wat Nieuws is erondertusfehen r Louw. Van buiten 's Lands verneemt men nog niets, dat tot beflisfchin°- der Verfchillen tusfchen den Keizer en onze Republiek kan ftrekken. °Alleenlyk verneemt men, dat de Heeren Gemagtigden te Weenea hunne Commisfie by Zyne Keizerlyke Majefteit volbragthebbende, terug zullen worden geroepen, en de Onderhandelingen, onder bemiddeling van het Franfche Hof, te Parys zullen hervat worden: Zo dat de Zaaken, denklyk, nog even zo ftaan als te vooren, fchoon ik het volgende in de Nederl. Courant, by Schuurman, deswege onder den Haag van 28 Aug. gemeld vinde: „ Men verzekert dat zyn Keizerl. Majefteit aan Hunne Hoog-Mog. de tyd bepaald heeft tot den 15 der aanftaande maand, om zich te declareeren wat Hunne Hoog-Mog., ingevolge de preliminaire bepaaliag der drie pointen , waarvan het zenden der Gedeputeerdens reeds volbragt is, ftellen voor de compenfatie van het behouden van Maftricht, en hoe verre Hoogstdezelve de uitgeftrektheid bepaalen van de vaart der Oostenrykfche Schepen op de Schelde; zöllende de overige in gefchil zynde pointen by de Onderhandelingen te Parys afgedaan worden, en de bepaaling der Grenzen door de wederzydsch te benoemen Commisfarisi'en in de Nederlanden. « Krelis. Ik twyfel fterk, of alles wel naar genoegen van onze Gemeenebestgezinden zal worden afgedaan, en of men zich niet weieerlang door een rampfpoedig Lot van buiten kon getroffen zien, terwyl men van binnen belemmerd is met Zaaken, die de Ingewanden des Staats ontroeren, waarvan echter zeer haast een einde kon gemaakt worden, wanneer de Stadhouder aan den eenen, en die van veelen, het Roer van Staatsof Stede-Regeering toebetrouwd, aan den anderen kant, den Burgeren hunne wettig toebehoorende Rechten en Voorrechten deeden genieten. Louw. Daar hebt gy gelyk in, Krelis! Dan zoude 'er fpoedig een ©inde aan den Twist zyn. Maar dewyl de Stadhouder de Waardigheden, die aan zyne Ampten verknocht zyn, meent (doch zeer verkeerdelyk) te zullen gekrenkt zien, door de Rechten des Volks te ftaaven, kan het niet misfen, of hy zal zich, met behulp van zyne Zelf belangzoekende Raadslieden, tegen de rechtvaardige verzoeken der rechtzinnige Burgeren, van welke Stad in ons Gemeenebest het ook moge zyn , altoos blyven verzetten, uit hoofde der hem ingeboezemde hoope tot verdere vermogens om het nog voor zyne Vryheid yverend Volk het Slaaffche Juk S op  ( 138 ) op den nek te drukken. Dit is nooit vreemd'by den Stedehouderen geweest; en waar van daan hebben die drukkende Regeerings-Reglementen anders hunnen oorfprong bekomen ?—• Uit welk een andere Bron zyn de verkrachtingen van 's Volks oude Rechten en welherbragte Vryheden, met de Grondwettige vastftellingen derzelven, gefprooten?— Is het niet uit die der Heerschzucht en eindelyk der Dwingelandye geweest? — De Eerfte Graaven zei ven hebben zo willekeurig niet gehandeld, dan'de onder den naam van Stadhouders aangeftelde Prinfen uit het Huis van Oranje. De Eerften erkenden de goede Dienften van veele Steden, aan hun beweezen, befchonken derzelver Burgeren met uitmuntende Voorrechten en Vryheden; maar de Laatften, de Stadhouders, trachteden altoos hun die Voorrechten weder te ontvreemden, en het is waar dat zy het deeden, wanneer tyd en gelegenheid hun daartoe aanleiding gaven.*Ik geef dit den kundigften Oranje-Vriend te wederleggen. — Men heeft alleenlyk een Schildery der handelwyze van een' ondankbaaren Willem den Derden voor het oog van het Nederlandfche Volk, ja van geheel Europa optehangen, en niemand van gezonde hersfenen zal 'er gevonden worden, die 'er zyne trotfche Heersch- en greetige Baatzucht niet in erkennen zal. — Men heeft het Regeerings-Reglement van 1674 voorde Provincie Utrecht Hechts te leezen, en by eiken opflag van het oog zal men zulks gewaar worden. Niet te vergeefsch noemden de Engelfchen hun Koning Willem den III., Stadhouder van Engeland en Koning van Holland; om dat zyn magt over hen zo uitgebreid niet was, als die, welke men in Nederland hem gedoogde te voeren. Dit gebrek heeft het Volk van Utrecht gezien, en daarom heeft het getracht en tracht hetbillykerwyze nog te verbeteren. Zekerlyk immers ontneemt de al te groote toegeevenheid van het Voorgeilacht het recht van 't Nageilacht niet. Daar het de Herftelhng van Conftitutioneele Wetten geldt, moeten de naderhand opgedrongene Bepaalingen derzelven uit den weg geruimd worden, ondanks alle willekeurige magt hier tegen aanlportelende. Indien myn Vader, by voorbeeld, meer aan myne Voogden had toegeftaan en ingewilligd, dan overeenkwam met het recht, my uit hoofde van wettig Ei gendom toekomende, toen ik nog onmondig was, en die Voogden kenden my met gerechtigd tot het aangebooren en natuurlyk bezit daarvan, maar onthielden my myn rechtvaardig Erfdeel', of maakten 'er zulke fchikkin^gen over als het hun goed dacht, tot myn geduurig nadeel, met hunne altoos belangzoekende aanwendingen tot hun voordeel overéén te komen zal ik dan, nu meerderjaarig en mondigzynde, die onrechtvaardige Voos*. den met kunnen noodzaaken my in gebruik van myn Vaderlyke Goederen te ftellen? — Ik meen ja! En zo doen de Stichtfche Burgeren.— Ditbe geeren zy —■ dit begeeren zy met bedaardheid — met reden — en anders niet" Krehs.. Indien het waar is, dat het Recht, zo wel het Natuurlyke als het Burgerlyke altoos (ondanks vroegere inbreuken op hetzelve gemaakt") zyn kracht nooit m zich-zelf kan verliezen, maar altoos behoudt, dan is het zo zeker als tweemaal twee vier is, dat de Nakomelingen van hen welken dat Recht gewelddaadig ontnoomen Is, den Nakomelingen der Qnt-  ( 139 ) Ontneemeren verpligten kunnen hec te rug te geeven. — Dit is dan ook de Zaak der Burgeren van welke Stad, in welke Provincie het zyn moge. — Waar is een Wet die een Staatsdienaar beveelt der Burgeren Rechten te regelen naar zyn goeddunken. — Men toone ze eens. —Heeft Willem de Derde dan, immers maar Staatsdienaar der Republiek zynde, Reglementen tot fchending der oude Rechten voor het Volk van de Drie ongelukkig OverheerdeProvinciën, doordeFranfchcn , gemaakt;: uit welken hoofde heeft hy daartoe het Recht gehad? — Dit zoude ik gaarne weeten willen. — Men zal mooglyk zeggen: Zy, die hem he2 Recht daartoe gegeeven hebben , zyn de billyke Reprefentanten des Volks geweest, en waren in zyn gevoelen. Maar dat vervreemd geen Rechten van overwonnen geweest zynde Provinciën , die wederom dnor den Vyand verlaaten , haar voorig Recht verkrygen moeten. Ik denk toch niet, dat iemand zo dwaas zal zyn van te willen opwerpen dat het Willem de Derde zy geweest die de Franfche Troupen uit die Provinciën heeft verdreeven, en deeze ons, als een gevolg zyner Overwinningen», onder nieuwe Wetten naar zyne keuze kon ftellen. Sommigen begrypea dit zo; maar het is 'er zo verre van daan als Peru in Zuid-Amerika van Spitsbergen in Groenland. — Het waren een deel Luiden van zynen'. Aanhang, die als laage Slaaven voor hem kroopen, welke kwanswys wyfelden of ze Utrecht vooral wel weêr als eene Provincie in de Unie wilde aanneemen. Maar ja,'zei Willem, men moet ze'er in aanneèmen : De1 Unie zelve te Utrecht geflooten, gedoogt geen yerdeeling of verwydering:- Laat my 'er meê begaan;, ik zal die Provincie, en de andere twee,. Gelderland en Overysfel wel onder de knie krygeu,. door een geftreng Reglement, wegens het befchikken over het Regeeringsweezen, dat myr en my voornaamlyk alleen , moet worden aanbetrouwd. Dit gefchiedde! — en zie daar een willekeurig Burgerrechtroovend Reglement op de Regeeringsbeftelling, naarden fmaak van Willem., voor de genoemde drie Provinciën in de Waereld. — Maar heeft hy, als Stadhouder in der tyd.'*. daartoe het Recht gehad?— Welk rechtgeaarde Nederlander kan , zonder zyn eigen natuurlyk Geboorterecht te verloochenen, hierop J.a zeggen; en ik wilde wel eens zulk een voorgewend Recht volftandig doorgezonde redegeeving op onwrikbaare grondtn gevestigd zien. — Dit %o niet zynde; hoe kan dan een Willem de Vyfde, als tegenwoordige' Stadhouder, de Rechten van een verlicht Volk betwisten , en aan een omvollédig getal Gedeputeerden, zonder noodzaake, de Stem van Burgeren in een Provincie door Krygslieden,. die door andere Provinciën (al warehet ook door dezelfde Provincie, door de eigen Ingezétenen derzelve) betaald, gekleed en tot een geheel ander oogmerk', naamlyk den Kryg. tegen Uitheemfche Vyanden te voeren, waartoe zy enkel en alleenlyk gefchikt zyn: —1 Hoe kan, vraag ik, een Stadhouder de magt van zyne Souvereinen gebruiken, en een onwettige Confederatie van eenige Regeerzuchtige Ariftokraaten , op hun verzoek terftond te wille zyn, omden vreedzaamen Burger, die voor zyne Rechten fpreekt,. zonder dat 'eroproer plaats heeft, gelyk te Rotterdam, en daar nog op bcve! der Sour-  ( Ho ) vettme Magt, tc drukken en te dwingen om (1,1 te zwygen, cm zyne gedachtnn tegen de Heerser, «ucht eu Dwang niet meei te mogen of te duiven uiten.» Aarwiens kant h«r?rl» ^? Verdervende Hand.' Het is onnoodig dit langer te vraasen dZrXtth ■ 1 c e reeds duidelyk verroot.r, en toelegt om dl Ovetysffifch^Vo^S.eten^^ kit '.Sï te d.»i«) .met haaren reeds daartoe: vervaardigden Geesfel te tetteren. Dan God lêeve lt liaar zulks met gelukke. — Inmiddels vertrouwen wy , dar, 70 de Bureerven v-i,, &rl,,V« i onze. Vaderland, moeds genoeg hebben am hunne Buuren en BondLnootenTrichtdald;^ XI ^ te bieden de Dwiiigclandy ha«r magt vernietigd zal zien, en de #fk?^ {teling zullen vinder; anders vrees .[< dat 'er beeken bloeds zullen ftreomen, waf rvoo,o„, CnA behoede, door zyne magt te hechten aan de Rechtvaardige Zaal- d« VnlLT ?• 0(1 «lier. Dwang, door zyne wysheid ter begunftigmg van Vefhr «Maffen ««hSffif van lendragt , den biaafften en wettigften Volksver:egenwoordigeren in te boezemen hCtltdlmS van Louw. Dit is te wenfchen, Vrind! En zou men niet in 't begrip vallen dar Af ',*AU a Het ook zo meende, na dikwiis zulke duure betuigingen desweee 7edla„ h,L. StadJloudc»oo Misfive van den z3 Augustus, aan de Staa,en%"n ütieeh,fezonden kan ik d?e'h™ " dige gevoelens niet v nden, daar Zyn Hoogh zich aanbiedt n». \l, u. j » cm n0°" Stad Utrecht tot ftihe en rust te doen keer en ; m ar hen echt« zkh t doen^' ^ Burgeie? der dunklyke befchikkingen en daadlyke beuniten der Zaaken van R«ee,^ «?»k°H)* "V*'"de gercchtelyke Verzoeken en billyke Eifchen der Utiechtfche Ï»E^'ofm^m /Sd'enu" me, Uwe Ed. Mog. tot het hdpenb'eraamen van alle zulke^ midde? f e co„cuTreerel,-Tn ïvTnil?' zeer gaarne die Ouvenuies van Uwer Ed. Mog. ontvangen, welke ons d^r.n/ ^ ' u Y ^lien le fuppediteaèn, of indien het Uwer Ed. Mog. goedvinden weezen m ™i« ï ? gel-Wlen tnidden van Hoogstderzclver Vergadering ,e qLlLeeren,"omeMi^'oZ'ïï fnbieft, ma ons te treeden in Conferentie, zullen wy dezelve me h« n'fpïftr g r" dlt ten en recipieeien; ten einde met alien erns en nadruk Ln de vTikominrr der 5™, f °„'W" en tet herftdling eener. gelukkige harmonie en vertrouw „. onde: de bewaard van e?^^^" Rechten, te helpen arbeiden, en .effens te effeftueeren, dat hctwnütt^^VlJ^ 'n™ l.eid .geeerbtedigd en heüiglyk geconferveert biyve. Het behoud en df voorfpoed van V & «**'* Provmce legt ons te naauw aan het hart, dan dat wy niet hooglyk Kn ioZ»» I' rampen die 'er uit eene verdere voortduuring der tegenwoordige Tables foideszëffs,JL i"/l even fpoedig als onvetmydelyk moeten volgen; en wy verfrouwerb t lPt Bl • l^^ Burgeiftem doof zynde Regenten heeft gegeeven . moet de Stad Ütrrrhr H J der klaagende Jeeglyfc declineeren, om niet in hetzeifde of nog Eer «va! a s Ame f *y" aanb,fd'"g wel zeer ook de Meerderheid der P.ovincie haar daartof za traehten „v« 1'f geraaken> hoe blyft. ftandvastlg met haare Regceiing nog ftand ho^d tooTdl^oVztl- ^^W» nog in een rechtzinn g begrip: Wat TS/«eL„ belandt dat u 1g a.1 ^»'ilt> Afonr/oorr is mede Maar dc braave Minderheid Pder Ame?s 0^ welhaast doen zien, hoe zeer die AriftoUrat.fche Verzot»mn„„.?jT &a,#,-deï Meerd"heid, Stadhouder, dien ze in hun hart toch haaienhaar felrielvkTnnn i? 8 °°fde M,lltli»e by den die den Ut.echtfchen S.aaten is veoigelèezen, 52 &ï(tfTrW".J*,,M'«t geen rechtzinnige Regenien voegende. ^iSXlm^'l,«e'ié,lll«,«" land wel middelen zullen be,a-len, om teven, met, dt«r™l? dat de Staaten van Ho!.' daarheen te leiden, dat de Caphein-Gene ra li "n 'Twilfektfrl^I1 *"* m£de tC en het de, en geene aadere Steden me'er door K:y\svöïk n ƒ"'"f btfU!d WOf- alvooiens verneemt met rede te moccn verwachten ditW . onderdrukt worden; terwyl men Miütie zo wettig uit zynen Muu.kiing zal z en ,/ u^n InT^ wS^?8-^ 0"Tf,ig Sebfui,<'e Niet meet tyd hebbende om onze sfubeW^aV^$£ !' i'I ,nge,'okke» »■ goeds, Vrind Louweris! Slaap gerust. '^volgen, wensen ik U tot weerziens alle. 9%$Z' lk "g ,e dank' Kldis' C" WMSch ie 'c ^ t'liuis, en de groetenis aan Gedrukc by de Erve de Weduwe JACOBUsTan EGMONTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam. *  L O U W en KRELIS. Ne. 36. 6 September 1785. Louvf. Tk wensch je een goeden Avond, Vrind Krelis! Is 't nog JL met den Welftand naar genoegen. • . Krelis Nog frisch, Vrind Louweris! Hebt gy 't 'er mede nog wel meê ? Louw. Niet beter, Krelis, als gezond. — Wat zeggen de Niéuwsnapieren? — Men zal moeten Oorlogen, niet waar? Krelis Het fchynt 'er niet vreemd naar uittezien. Althans naar den famenloóp der Zaaken, volgens het begrip des Schryvers van den volgenden Brief, te vinden in de Vaderl. Cour. van den 5 deezer, zou het 'er niet verre af zyn. Dus luidt dezelve. Brusfel den 23 Augustus. Men redeneert hier over de algemeene Zaaken , met opzicht tot de Vrede of Oorlog, op de volgende wyze: „ Het fchvnt genoeg beilist, dat wy Vrede met Holland zullen hebben; maar iull-n wv geen Oorlog hebben met Pruisfen? Zyne Keizerlyke Majefteit, cetered door de Verbindteuis des Konings van Pruisfen met eenige Duitfche Vorften, heeft zich daarover beklaagd aan alle de Hoven van •E Frankryk heeft zich ontwapend, zyne Paarden verhuurd, een gedeelte zvner Magazynen verkocht, en zonder onderfcheid verlof aan zyne Soldaaten verleend. Men weet van goederhand, dat de grondregel yan den Raad te Verfailles veranderd is, en dat men daar de onnuttigheid erkent van het Geld en de Franfche Jeugd over den Rhyn en in Italiën begraaven te hebben, geduurende twee Eeuwen. Daar Frankryk zelve niet *k-n aangetast worden , zo kan de meerder of mindere grootheid van het Huis van Oostenryk hetzelve niet ontrusten. [Het zou nochthans vreeze kunnen hebben voor den Elzas.] Eu dewyl het Huis van Oostenryk de beleefdheid gehad heeft, aan Frankryk toe te laaten, Engeland te verneederen zo als het wilde, zo kon het wel gebeuren, dat Frankryk:, ineeval van eenen aanval van onzen kant tegen den Koning van Pruislen, of anderen, zich ook niet daarmede bemoeide; buiten welk-men gebrek aan Staatkunde zoude toonen. . Ik ben altoos van gevoelen geweest, dat de twist, met de Hollanders gemaakt over de Schelde, geene Oorlog waardig was, hetwelk genoeg beweezen is; nademaal men de Afiatifche Compagnie niet ftaande gehouden heeft, welke de Kar was, die men door deezen weg met geweld wilde doen doorgaan; maar, aan den eenen kant voorziende,, dat de Koning van Pruisfen wel eens konde uitvoeren, het geen hy in 175S ontworpen heeft, indien hy zeker was van Frankryk, van in de Nederlanden te vallen, gelyk hy in Saxen deed, met wien hy thans verbonden is • en weetende van den anderen kant, dat men geenen langen Oorlog kan voeren, zonder zich by eenigen Nabuur te vestigen, en dat de Fortresfen, die men in de Bergen van Bohemen maakt, hem den ingang moeten weigeren; zoude het dan niet wel uit voorz'igtigheid kunnen s 3 . zyn»  C 142 ) xyn, dat men eenen twist met Holland gefmeed heeft om de Nederlan den te dekken, door de Troupen, die daar nu zyn, onder dat voorwend, fel te doen Komen ? De twist over de Landen van Gulik en Berg, moet by den dood des Keurvorsts van de Paltz uitbreeken;. hy kan zyne Rechten aan den Keizer overdoen. Men heeft gezien, dat de Keurvorst van Keulen, Broeder des Keizers, in zyne hoedanigheid van Prins-Bisfchop van Munfter, een Tractaat met Holland gemaakt heeft; dit Land neutraal, of Bondgenoot! of in de onmagt zynde van te bedryven, zon men dan niet 20,000 Munfier lchen, en zelfs 12,000 Paltiifche Troupen kunnen voegèn by die, welke wy hier hebben, en niet alleen dit Land openen, maar zelfs dê LipftadtS? Koniügs van P^isftn ontrusten, van de Maas af tot De Hertog, onze Gouverneur-Generaal, is gemagtigd om de Troupen van Brisgau en van de Grenzen van Tyrol te doen komen, zonder naa? Weenen te moeten zenden om nieuwe orders aftewachten Onaangezien de bovenftaande aanmerkingen, zeggen de Brieven van Weenen Heilig, dat de Troupen, die uit Duitschland gekomen zvn £ September zullen terug keeren; dat kan waar zyn, voof7o vS d? Huï faaren van Wurmfer betreft, maar ik twyfel ten aanzien van de overigen Louw. Het zou myniet verwonderen, dat de Keizer thansfterkerdan ©pit, met bedreigingen en mogelyk binnen weinig tyds wel met daaden deed blyken, dat hy zyn Ontwerp tegen de Republiek eerst wilde werkllelligmaï ken. Men meent derhalven, dat deeze vooreerst iets zal moeten toeeeeven en infchikken om dat de Tydsomftandigheden zo netelig^yn! en alle S ken, diein de Cabinetten der Vorften verhandeld worden, zoduisTer, S? l"1??6; minften,ftaat °P *te maaken, al lekt 'er fomtyds iets v n uit, om dat daarop geduurig weêr andere wendingen en draaijingen volgen, d.e het tegendeel van de eerfte Samenftelfels^chynen aantefoonen, door het neemen van maatregelen, die echter even zo veel grond van vertrouwen overlaaten als die, welke voorheen genomen warfn rvS zal dus aan den Tyd de gevolgen der Zaaken moeten overlaaten: Entk twyfel niet , of die groote Meefter zal ze wel fpoedig ontdekken Dat de Waarheid haat baart, weet hy wel, maar ftoort 'er lich niet atn\ even weinig als een braaf Patriot zich doet aan een Oranjefchilletfe - Schooien 'er maar geen ftyve Ariftokraaten onder de Hof-Paraplui e J Maar dit fs het grootfte bederf. Gys, myn Melkboer zeit, dat al die Ariftokgraaten evenwel nooit door de keel zullen willen , al waren ze ook in StSaars" les pmetarnorpholeerd, dat hy wel eens wenschte te ziem Maar wat weet die KoeijervU.jertrekker 'er van? Hoe meer Melk hy krygt/hoe liever hy het heeft; en dit heb ik hem ook wel eens ce^ngeworoeS hem als Boer, een ander, ja my-zelven, als Burge■ aaïmerSE M weêr Menfchen van wat hooger rang tot rang, als fiedea die op een frS ftaan, de eene een treê hooger en de andere weêr een trefi , of twee of drie kager,, fchoon h*t zonde en fchaude is dat iemand op den laagften Trap zyn eigen  ( 143 ) eigen plaats niet bewaart, om ten eenigen tyde, by recht en wettigheid een tweeden Trap te winnen; maar dat hy zo aanftonds, zonder dat de geliefde Perfoon van den laagften Trap opgeklommen is, hem met eea zet tot op den hoogften, of één der hoogfte gooit.— Maar dus zou ik van de redeneeringan over de Nieuwstydingen geheel afraaken, en niet meer dan zo wat kortswyiige praatjes doen hooren. Laat ons wat anders fpreeken, als betreffende ernftiger Zaaken. Dus lees ik in de Haagfche Courant van den 5 deezer, onder den Haag van den 4 September. Het wordt niet bevestigt, dat de Republiek aangezocht wordt om mede in de Confederatie, getekend tusfchen het Pluis van Brandenburg en Saxen , tot handhaving der Duitfche Conftitutie, te treeden; maar het is volftrekt buiten twyfel, dat deeze LIGUE gevestigtis op gronden, die haar aanzienelyk maakt, en dat deszelfs fluiting voor niemand meer een «eheïm is. — In het tegenwoordig tydsgewricht der Staatkundige ftaat aller Volkeren, kon geen beter middel uitgevonden worden, om aan de Zaaken van Europa een andere gedaante te geeven, en vooral aan die*, welke langer dan een Jaar de Hollandfche Natie ontrust en bézig houdc.— Naauwlyks geloofde men verlost te zyn van den eene, door de ftap van Hunne Hoog-Mog. met twee Heeren uit hunner Vergadering te deputeeren om naar Weenen te gaan, of 'er ontftaan van alle kanten niéuwe On1weêrsbuijen; ver, dat de Vrede tot een gewenscht einde zoude naderen, toonen de agtereenvolgende gemaakt wordende Krygstoerustingen» niet anders, dan Oorlogstoebereidfelen , en de geoefendfte Staatkundigen-, ftaat verftomt, over de tegen zyn verwachting aanloopende gebeurtenisfen. De een zeide, dat het voorneemen des Keizers was, de Republiek te dwingen, om een einde te maaken aan haar draalen, door een fpoadige en alles afdoende Negotiatie; den ander ging verder, en wilde dat Zyne Majefteit de gedaane ftap van Hunne Hoog-Mog. als een preliminair Articul, maar voor een zeer geringe Zaak aanziende, op niets anders bedacht is, dan om Zyne Pretentiën in haare volkomen uitgeftrektheid te doen gelden, en bepaald was in een Oorlog te treeden, om dezelve te doen gelden. Maar men heeft thans niet' noodig om de oorzaak van alle de vyandelyke beweegingen zo ver te zoeken, die men in alle Keizerlyke Erflanden bef peur d. De flüiting van de Duitfche LIGUE verklaard alles, en wy gelooven niet dat het noodig zal zyn, om tot andere voorneemans toevlugt te neemen van de zyde des Oostenrykfche Huis, dan tot die, om-het Hof van Pruisfen, (indien het mogelyk is) te doen berouwen, over deszelfs Staatkundige flreek, die. door hetzelve aan hem in Duitscbland is gefpeeld. Maar, zal de Republiek hierdoor zich in gunftiger omftandigheden bevinden? Z«l zy hierdoor 'er beter afkomen? Zal het verfchil over dc Schelde geëindigt worden, op een voordeeliger wyze voor haare Financiën? Zie daar het geen nog opgelost moet worden, en het geen zekerlyk nietgemaklyk is te doen, nademaal de Keizer hoogstwaarfchynlyk, voor en aleer zyne gevoeligheid aan Pruisfen te betoonen, gelyk zeer zeker fchynt dat de Keizer voorneemens is te doen, de zo moeilyke Zaak met Holland niet  ( f44 > «aal laaten fteekeu. Men heeft dan reden om zeer fterlce inftantiè'n , en zelfs bedreigingen, van de zyde van het Oostenryks Minifterie te verwachten, om de Negotiaiiën ten fpoedigften te fluiten: en dit is, zonder twyfel, den inhoud der Depêches, zo men verzekert, door den buitengewoonen Courier eergisteren aangekomen , medegebragt; maar men zoude zich waailer:ynlvk bedriegen, zo men geloofde dat de Marsen der Troepen, zo uit Tirol, als uit Brisgau en Oostenryk, naar de Nederlanden gericht is. Gebeurtenisfen van een geheel andere natuur, vereisfehen de aandacht van Zyne Keizerlyke Mdjefteit. Het aanzienelyk en talryk Camp, welke in Siléziën gefornieert wordt, alwaar de Koning zich de moeite geeft om zelfs in Perfoon te komen: De Duitfche Ligue meer of min hoonende die gemaakt is, heeft aan het Hoofd een Chef met aoo,oco Krygsknechten, om hetzelve te onderfieunen: eindelyk het gelief boost Beijeren, het geheim Onderwerp van de begeerten des eenen, en de vreeze des anderen: dit alles is genoegzaam om de üostenrykfche Troepen in beweeging te brengen, zelfs zonder de Turkfche Zaaken, welke nog niet aflaaten een gewigtig Onderwerp uittemaaken van de veelvuldige béxigheden des Keizers: Maar het geen men gemikkelyk km voorzien, uit alle Politieke Zaaken der Europifche Cabinetten, is, dat een algemeenen Oorlog, welhaast moet uitbarften , en dat de Mogendheden, welke rot nu toe geen byzonder belang hebben in de Projeöen van andere, 't zy hunne Geallieerden of'hunne Mabuuren, waarfchynlyk in de algemeene Twecfpalt zulien moeten deelen. Krfilis. Men zou dan toevlugt moeten reemen tot het Huis van Oostenryk, volgens deezen Haagfchen Brief, om het Hof van Pruisfen zyne Staatkundige rtreek te doen berouwen, uit hoofde der fluiting van de Duitfche Lig'le. De Brieffchryver uit •den Haag gelooft dit niet anders. — Du» zou ik durven onderftellen , dat die Schryver een onwelmeenend Mensch is, die den Vyand in de hand zou werken, Bondgenooien dwarsboomen en zyn Vaderland verraaden. Louw. Op zyn Engelsch, myn Vriend! Geloof vry, dat de Keizer in onze Gewesten zo wel zyne Spions heeft, als de EngeJfcben ze hebben gehad, ook nog hebben , en wel misfehien in Lieden die de Stadhouderlyke Hofkaart van myl tot myl en van graad lot graad met den Pasfer van Zelfbelang weeten af te meeten, om dat ze misfehien niet onkundig van het geheim der Mis zyn. — Maar wat zegt ge van het voorgevallene in den Haag, wegens de mishandeling van den Heer Harteveld, Grenadier-Capitein van 't Genootfchap te Leiden, en andere Heeren van 't Haagfche Genootfchap zelve, en dat nog wel op de Parade, den 4 deezer, voorgevallen? Krelis. Wat zou ik 'er anders van zeggen. Louw-Broer'. Dan dat het zekerlyk vervloekte Schurken zyn, die het Gemeen hebben opgeruid tot wandaaden, die, indiende vernaaien 'er waar van zyn, 't welk de Tyd wel fpoedig zal leeren, door de hand der Juftitie ten geftrengften behoorde geftraft te worden, even als eenige flegte Officieren en die twee kwaade Jongens, van welke men uit Zutphen van 28 Aug. in deNederl» Cour. by Schuurman fchryft. Louw. Zo alles waar zy, het geen men 'er in die Courant van vindt, verdienden die Knaapen billyk de geftrengfte ftraffe. —' Dan dit almede aan den Tyd overlastende, zullen wy, zo die 'er de gelegenheid toe aanbiedt, 'er verder over fpreeken . Vaarwel, Vrind Krelis! Slaap gerust. Krelis. Ik zeg je dank, Vrind Louweris! Ik wensch je 't zelfde. Wel t'huis, en de groetenis aan Diewertje. Gedrukt by de Erve de Weduwe JA CO BUS van EGMONT«p de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  KRELIS en LOUW. N\ 37. 13 September 1785. Krelis. TV Ta een goeden Avondwensch, Vrind Louweris! Zyt gy ge. LN zond? Ik kan u verzekeren, dat ik het ben, tot nog toe. Zit ge onder een Voldertje? Dat is goed. Louw. Zyt gy daar, Vrind Krelis! Dat is ook goed! En, daar ik, als gy nog frisch ben, zo Iaat ons faamen een Dopje doen; laat ons vrolyk zyn op zyn oud Bataafsch. Want de oudfte Bewooners deezer Landen waren het doorgaans, als zy byeen waren, en vooral wanneer eenige aan. genaarae Gebeurtenis hea aanleiding gaf tot vrolykheid. Krelis. Dat is zo, Vrind! Maar welke Gebeurtenis doet zich tegenwoordig voor, om ons tot vrolykheid te wekken? Kan men vrolyk zyn over meerdere Krygstoerustingen en bedreigingen van den Keizer? Kan men blydfchap toonen over het toeneemen van oproerige Muiteryen binnen's Lands! Het Oproer in den Haag, den4deezeruitgeborften, en dat zo gruwelyke Voorneemens ten doel had, is zelfs nog niet geheel gefluit. Het vuur 'er van ligt nog onder de asfche te fmeulen. Zelfs, ondanks de maatregelen die genomen waren, om'ertegentewaaken, zynnog'snachts tusfchen den 8 en 9 deezer aan drie onderfcheidene Huizen de Glazen ingeflagen, als aan dat van den Ed. Geftr. Heer Fiscaal voor de Maaze, P. Paulus, in de tweede Wagenftraat; van den Bakker Bisfchop, agter't Stadhuis, en van den Castelein Evertfen, over de Groote Kerk. Den avond te vooren, om 6 uuren, was de Stadhouder in blykbaare verlegenheid gezien, gaande naar zynen Geheimfchryver den Baron de Larry, en verzogt vervolgens eene buitengewoone Raadsvergadering van de Staaten, 't geen eefchiedde; maar hoorende het befluit van alle Stemmende Steden, ging hy met allen haast ter Vergaderinge uit, en begaf zich weder naar't Huis in 't Bosch. Gy weet denklyk wat het befluit des Souvereins behelsde, Louweris ? . ^ Louw. Ja, Krelis! Ik weet het, als gy uit de Nieuwspapieren. En dit befluit was reeds 's morgens genomen. Geen wonder dan dat het Mynheer den Stadhouder verlegen maakte; want het was, om het Commando over ons Garnizoen den Prinfe af te neemen, en in handen van Heeren Gecommitteerde Raaden te ftellen; eene Refolutie, welken de Prins, door zvnen reeds gemelde fingulieren ftap, vruchteloos heeft trachten te vervielen. Alle de Steden, zelfs die, welken de Prins onder zyne Vrienden meende te mogen tellen, waren in deezen (welk een fpyt voor Zyne Hoogheid) éénsgezind; de Ridderfchap alleen heeft zich tegen deeze Refolutie verzet." Het Commando der Troupen, Zyner Hoogheid wysfelyk ontnomen, is thans toevertrouwd aan den Luitenant-Generaal Sandoz, met last, om T £ee-  ( 146 > sreene ordres dan van Heeren Gecommitteerde Raaden, ofwel van den Heer Raad-Penfionaris in hunnen naam, te gehoorzaamen. Krelis. Sedert het neemen dier Refolutie gaan 'er 's nachts Patrouilles langs de' Straaten en Gragten, en zyn alle toegangen tot dezelven met Piquetten, zo van Ruiters als Voetvolk, bezet. Voorgaanden Saturdag werd door de Sergeanten raport van de Wachten gedaan by den Heer de Roo, Heere van Groep en Westmaas, wegens Dordrecht zitting hebbende in het Collegie van Gecommitteerde Raaden; een blyk dat de Souvereine bevelen der Volksgemagtigden alleen gelden, en van het Stadhouderlyk en Veldheerlyk gezag volftrekt onafhanglyk zyn. Men zegt dat Zyn Hoogh. deswegen zeer verdrietig is. Louw. Wel nu! en gy berispt myn vrolykheid. Is het die niet waardig; da-ar wie weet wat 'er anders nog ergers zoude gebeurd zyn, indien het'wakker Hoofd van 's Lands Krygsmagt zelf eens by dien oproerigen toeleg tegenwoordig ware geweest. De Hemel heeft hem oogfchynlyk daarvoor willen behoeden, 't Is maar jammer dat hy een zo ftouten Jongen van een zyner Pages of Lakeien niet vroeger agter op zyn Koets heeft genomen, om hem op 't Huis in 't Bosch te dienen; dan had die Knaap althans geen aanleiding tot de Oproerigheid kunnen geeven. Maar nu daarentegen de Heeren Staaten de Zaaken zo wel gefchikt, en den Stadhouder alle mogelyke voorzorgen, welke hy anderszins tegen verdere Oproerigheden waarfchynlyk Rond te neemen, befpaard hebben , ismy-. ne blydfchap verdubbeld. Ja, opdat onze Staaten en die der andere Pró-, vinciën even werkzaam mogen zyn tot verligting der gewigtige Lasten,, waarmede onze Vyf de willem zo zeer bezwaard is, wil ik gaarne met: u, onder he.t leegen van onze Fles, tot Conditiën neemen: het welzyni van het Vaderland, de Triomf der Eendragt, het Majestueufeder Volksvermogens in deszelfs Reprefentanten, de waare Pligtbetrachting van Myn- • heer den Eerften Staatsdienaar, en de vrucht der waakzaamheid van 's> Lands Vaderen, tegen alle Oproerigen,. die zy, naargelang der Zaaken,,, zelfs met de Galg zullen doen ftraffen. Krelis. Ik ben met die Conditiën te vrceden, Vrind Louweris! Maar,, behalven de Vair van 't Dolhuis, die nog in hechtenis zit, is een voornaa-ine Belhamel, Zoon van een Spekflager, P'ins, die bang voor de Galg» fchynt geweest te zyn, gevlugt; anderen zyn wel verhoord, maar we-der losgelaaten. Wat 'er nog van worden zal, weet men giet. Maarmeni verneemt niet van 's Prinfen Lakei, die de Aanvoerder van het Tumult l zou zyn geweest. Louw. Men zegt dat hy met eenige Equipagie van zyn Heer naar Fries-, land is, werwaards-de reize van het Stadhouderlyk Huis medebepaald was,, om de plegtigheid van het Eeuwfeest der Hooge Schoole te Franeker byir te woonen, doch welke reize men twyfe.lt of in deeze tydsomftandigheidi w,el voortgang zal hebben. Ook heb ik geleezen, dat Zyn Hoogh. laatstleden, Vrydag', tegen zyne gewoonte, d'e gantfche Bogt van Guïnée ende;:  C *47 ) , Sé Uilenboomen rond gewandeld heeft, zekerlyk om in Perfoon te gaar* In nf Hp rast in die afgelegene hoeken wel volkomen herlteld was; S6 d'at hvz^ngenoegen afdaaropenlyk heeft te kennen gegeeven , door een ied-r op hegt minzaams te groeten. Zy, welke deeze twee Buurten feSnen zullen 'er zich niet over behoeven te verwonderen W nu de Publicatiën, de eene van wegen de Staaten zeiven en de anderevaS wegen de Heeren Gecommitteerdentegen de bedreeven OproeSïheden betreft, in de eerfte, is deeze ftrafte tegen alle Oproerigen bemald- dit zy a s openbaare Wederftreevers aan Onze Souveraine belil en en moedwillige Schenders van de rust en veiligheid deezer Plaatfe veelen, enmoeuwi i» minften zul en worden-geconfineerd, o£ ïïïrS^ - van Zaaken, met de r?S «ftraft * hoedanige ftraffen in het byzonder ook zullen plaats heb£n ten aanzien van de zodanigen, die, offchoon zeiven de voorfz. daa, E n,Vr heiende pleegen, nochthans anderen door beloften, bedreigingen;het gePeven%Pan &eW, of op eenige andere wyze daartoe zouden "ïroïlï^ïIdSiken te eerder zoude kunnen ontdekt worden, gei ^.n Wv allen en een iegelyk aan wien eenigerhande voorftel tot,het Sen /an eenige de? bovengemelde daaden gedaan, of aan wien toe linde eenige belofte, gefchfinken, geldgeeving of bedreiging Sfch ld zoude mogen zyn, hetzelve aanftonds ter kennisfe van de Juftuie brengen , op^ne van anderszins als Medephgtigen te zullen werden olftraft ■ belooveïade Wy integendeel aan de Ontdekkers>van zulke ver. ^rffelïke voorftellingen en aauhitzingen eene volkomene impumtait of tevrvdins van ftraffe, ten aanzien van het geen zy uit krachte, en ter iSSnl van zodanige misleidingen, ftrydig met deeze Onze ordre,. K dfzluden mogen hebben gedaan, of ondernomen. De tweede! wefens het inflaan der Glazen aan de genoemde Huizen,, u nlr mede de^ze ernftige zucht tot onderzoek naar den Daader of Daa5rer;g dTt de Heeren Gelommitteerden Raaden aan den geenen, welke ^ n^L of Sders van 't voorfz. Fait zal komen te ondekken, zoda"- mg, dat aezeivcu, min ften od eene overtuigende wyze beicena W°^eQ Tloovln'ee^ \ i%J^£Z Itfwi Gou& halve W"» eE worden, belooven een rjƒm'~ « d lf d voornaïBie ^^Sn^i^ S1 fafstledeheelpZe°rntot het pleegen van het A fggFait zoude mogen hebben laaten gebruiken, eene volkomene imv00& F"f bevrvdmo-van alle ftraffen, welke hy met betrekking tot puniteit , of oevryain^ vara gelegenheid van hetzelve in den 't voorfz. Fa t, en het J«°s J » & verdiend hebben; zulgffiï ™°°$*>&ng*, des'begeerende, gefecreteerd: WS"ées ik, en nog het volgende ^er by. Behalven het genoegen cla.  C ï48 ) tsraave Lieden frnaaken van hunren Souverein dus werkzaam te zien tot hunne veiligheid, hebben de beide laatstgenoemde Burgers ook de fatisfadtie, dat de Magiftraat infpectie der fchade heeft genomen, en de Glazen op deszelfs kosten zullen gemaakt worden; mitsgaders dat twee aanzienlyke Leden van de Staaten-Generaal, namelyk de HeerenRomswinkel en Leftevenon, zich tot honoraire Leden van het Haagsch Exercitie-Genootfchap hebben aangegeeven, dat hetzelve niet weinig luifter byzetten moet. Wyders wordt verhaald, dat de Hollandfche en Zwitferfche Gardes waarfchynlyk eerlang Patent zouden gekreegea hebben, om naar Breda te marcheeren, maar dat zulks nu geen voortgang zal hebben. Gisteren namiddag hebben de Troupen , behoorende tot het Legioen van den Generaal Grave de Maillebois, die op 's PrinfenHuisbyRyswyk verblyf hebben, de Revue gepasleerd, en zullen eerlang van daarnaar 's Bosch of elders vertrekken- Krelis. Het is te hoopen dat men langs deeze cn dergelyke wegen het vernielend Monfter, dat op 's Lands verderf loert, geveld moge zien. Louw. Dit wensch ik met u van harte. — Hoor nu nog eens naar het volgende. Arnhem den 2 September. Gisteren hadden wy het genoegen, vaneen aantal onzer beste Regenten uit de Provincie Gelderland, binnen onze Muuren ts zien vergaderen, om met eikanderen vertrouwelyk te fpreeken over Zaaken van gewigt, het gemeene Bondgenootfchap concerneerende. Men mag hieruit opmaaken, dat de yver der Welmeenenden hoe langs hoe meer gaande wordt. — God geeve, dat de poogingen dier edele en braave Zielen, welke niets anders beoogen, dan den Lande van nut te zyn, met een gewenschten uitflag worden bekroond! Krelis. God fchenke vervulling aan deeze wensch. — Nu, vaarwel, Vrind Louweris! Tot weerziens. Slaap gerust. v Louw. Ik zeg je dank, Vrind Krelis, en wensch je 't zelfde. Wel t'huis, en de groetenis aan Grietje. By de Drukfter deeres wordt in Commish'e verkocht, de oprechte Stoughtons Elixer Magnum Stemachicum, of het groot en Hartfterkend Maag-Elixer; zynde een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veel andere Ligchaamskwaalen. Alsmede de oprechte Zeeuwfche Ambeijsn-Balfem, welke in korten tyd zo wel de in- als uitwendige Ambejen geneest, en terftond de zwaarfte Pyn ftilt. Het Potjs is 10 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT5 op de Reguliers Brcêftraat, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. n'. 38. 20 September 1785. Louw. /"\m je een goeden Avond te wenfchen, Vrind Krelis ! Hoe \_J hebt gy 't met de Gezondheid? Krelis. Al frisch, Vrind Louweris! Hoe hebt gy het 'er meê? Louw. Zeer wel, Man! Maar zult ge my wat goed Nieuws voor den daj; brengen met de Kermis? Krelis. Ik breek myn hoofd niet met Kerrms-Nieuws! Zou ik dat voor den dag brengen ? Ik fta niet vóór, in een Tent op de Botermarkt; ik ben geen Koordedansfer, Marioaettenfpeeler, of Goochelaar. Dat weet ge immers wel, Louweris! welke betrekking heeft dan het Nieuws, waarover wy alleenlyk wat praaten, en dat niet dan in daaglykfche Ty . dingblaadjes te vinden is, op de Kermis? Louw. Verftoor u zo niet, Vrind! Het is evenwel Kermis in Amfterdam: En het Nieuws dat 'er dan in de Papieren wordt voorgefteld noem ik Kermis-Nieuws. Ik praat van geen ander Nieuws. Gy verftaat dus wel wat Nieuws ik meen, en dat wenschte ik gaarne van u te hooien , en 'er een weinigje met u over te fpreeken. Om u op den Tekst te brengen : Weet ge wel dat Mynheer de Stadhouder in goeden welftand te Breda, en Haare Kon. Hoogh. met de Vorftelyke Kinderen in Friesland zyn aangekomen, even de eene als de anderen op den zelfden dag; naamlyk laatstleden Vrydag den 16 deezer. Krelis. Ja, dat weet ik wel, Louweris! Maar wat zeit dat toch? Louw. Wel veel! Is 't niet gezeegend, dat de Vorftelyke Familie ter plaatfe is gekomen, waarheen derzelver eigene beftemming was. Haare Kon. Hoogh. en 't overige Vorftelyke Huisgezin wordt over 14 dagen in den Haag weder terug verwacht; maar de Doorluchtige Vader des Huiseezins zal, zegt men, te Breda blyven. Ondertusfchen verneemt men dat, aangaande het geen men voorleden week omtrent de Guardes du Corps en de Guardes Dragonders verhaald heeft, men niet wel geïnformeerd geweest is, zynde het met die Zaak dus gelegen: Zyne Hoogheid aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland by Misfive gevraagd hebbende om te mogen disponeeren over het Escadron Guardes du Corps, mitsgaders de Guardes Dragonders, doch deeze met agterlaating van Zieken en Recruten, is door Hun Ed. Groot-Mog. daarop by Refolutie aan Zyne Hoogheid geantwoord: dat vermits het Escadron Guardes du Corps gefchikt was tot een Lyf-Guarde van Zyne Hoogheid, die Vorst daarover zelf ook had kunnen disponeeren, zonder zodanig verzoek aan Hun Ed. Gr. Mog. te doen, en dat Hoogstdezelve mede wel wilden toeftaan dat de Guardes Dragonders uit's Hage vertrokken, doch alsdan in hun geheel met Zieken, Recruten enz. Nu wil men ook weeten dat die beide Corpfen eerstdaags naar Breda vertrekken zullen. T 3 Kre-  C 150 ) Krelis Die Stad zal das al een vry talryk Garnizoen binnen haare Muuren krvgen Dan het is zo veel te aanzienlyker voor den Capitein-Generaal en ook noodzaaklyk dat de Troupen, daar hy ftaat op kan maaken , hem'bvblyven. Indien men (de Hemel verhoede het! )tegeA den Keizer moest oorlogen , fchynt het Hoofdkwartier te Breda te zullen zyn. Men ■verzekert dat zyn Excellentie de Graaf de Maillebois, die zyn Eed als Hoofd van zyn Legioen by de Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland en West-Friesland heeft afgelegd, ten diende der Republiek, onder Zvn Hoogheid, onzen Capitein-Generaal, als Generaalen Chefzalageeren , de Troupen in Staats-Braband onder zyn bevel hebben, en een Tractem'ent van 35 duizend Guldens in 't Leger zal genieten; hy zal naar 's Bosch gaan , en men vooronderftelt dat zyn Excellentie in Staats-Braband het bevel over de Troupen zal voeren, terwyl de Generaal du Moulin het Krygsvolk in Staats-Vlaanderen zal gebieden. Deeze doorkundige en wakkere Krygsbevelhebber, zegt men, heeft zich geuit, dat hy zich fterk maakt, Hechts met 10 duizend Mannen geoefende Militairen onder zyne bevelen den geheelen Grensftreek en onze Voormuuren aan den Vlaamfchen kant te kunnen befchermen en verdédigen tegen den aanval der Keizerlyken,. indien dezelven door hen mogt ondernomen worden. Louw. Volgens de Berichten, die men 't laatst uit Braband ontvangen heeft, zouden de Oostenrykers het fchynen te meenen. Immers is het waar, dat 'er op bevel van den Keizer al meer en meer Krygsbenden naar de Nederlanden afzakken, endacmen ook onder die, welke reeds daar zyn, buitengewoone beweegingen ziet. Te Oftende verwacht men veel grof Gefchut; Nieuwpoort wordt van een fterke Bezetting voorzien; Antwerpen is reeds vol Krygsvolk; in welke Stad het Ooftenrykfche Hoofdkwartier is. Voorts leggen te Brusfel, Namen , te Mcchelen, te Gent, te Brugge, te Thienen, te Diest, te Turnhout, en in verfcheide Dorpen van Oostenryksch Nederland,, een groot aantal Krygsbenden des Keizers, t- Niet te min wil men dat het tot geen Oorlog tusfchen het Hoofd van het Duitfche Ryk en de Republiek zal komen. Krelis. De Zaak kan echter niet lang beflisfching ontbeeren. — Men meent, en zelfs men verzekert, dat zulks, binnen den tyd van 7 dagen, na den 15 deezer maand, gefchieden moet. De Graaf de Mercy, Keizerlyke Ambasfadeur by 't Hof van Verfailles, heeft deeze verlenging van tyd, volgens 't geen men bericht, nog ingewilligd. Intusfehen moet alles aan' 't Hof gefchikt worden; en Frankryk zal onzer Republiek zekerlyk zo veel buiten verdervende nadeelen houden, als mogelyk is; want het. is deszelfs belang, en dat vergeet het nooit te handhaaven. — Maar genomen, men koomt niet overéén: Zal men dan Oorlogen? De Winter is op handen! Schoon de Oostenrykers alsdan veele Krygsvolkeren hebben, die zo woest zyn als het wreedfte Woudgedierte ïelf, zullen ze tegen weêr en wind vechten? Kunnen ze tegen 't water beftand zyn? — My dunkt, eêr de Staat zich tot die laagte vernederde cn juist den Keizer in zyne onrechtvaardige Eifchen toeftemming te gee-  C 151 ) „on ware de» Oorlogskans te beproeven. — Ik weet wel dat feeïen we yvirj Parotten, onze denkwyze verwerpen; maar• zyrede„ Sn na mvne mecning, verkeerd, wanneer zy wil en dathet Gemeeneeren, naar mY^ &' luider, ran zyne Bezittingen, van zyne Sebeïi,eR?H„"^ op te offeren aan een heerschzuchtigen hoogfte Belangen zeLts oen F eve0 om dit alles te behou- rt lent tó tegen inwendigen Dwang; zal men dan den. Men wapent z'cn >™ 9 N * men dempe den laatften, om den den uitheemfchen g^oogen JNeen, p ^ ^ ^ . eerften kraclueloo8 te maaien Vaderland, en de waardig, het waare oogmerk , n« wel*yJ ™iken eQ ftaande te houden. Word heid der RePub!l^!,nd^anCebu^en miedrongen, men zal dan voorzeeonzen Staat «» Ojv bgo ^^^ de thans kCr C^nde Butsen% eds doortnnne binnenïandfche verfchillen meêr gewapende Jmgeryen reeu> Muuren te weeren' en beter inftaat _gen*dd onx den vya , ^ toeQ. £ ™il0oUp geene wapefen dachten om ze voor hunne Rechten, Voorzy nog op geene■ J^V kunnen gebruiken. Dat iedere Stad m ons Varechten en Vryheden te Kunnen beo ondankbaaren en derland dezelven «nmoe^ opvatte g trachcte tr0tfCdheren ' /oor al^eszdfrDe^oten eigendommen het geheele Volk V!ï nrlU I maaken of met geweld te onthoven, dat zq gemaklyk echfer^^^^oxiler aleer hy daartegen ondervonden had, a \ ! ,vr 'eweld met geweld ten fterkfte hadden te keer gegaan. lykst doen H^afSÖ ® h?^t zcilrlfk ftaan hem mag. dusdanig zou kunnen L\ Q niec in 'c Turkfche daar- tige Tegenftreeveren in het Duuf^ t Nederland, enb°VZ2\i:^^ laaien vaaren en ver- genoeS'zynTdat onze Staaten. hem indien zy zich daartoe bevoegd Toni' ^7^^™^^> met andere Mogendheden onzeïondgeno^ten, om alleen en op ons zeiven te kunnen handeden , °°zeT?°n >, n wat men 'er van zal gewaar worden. den 19 deezer. 'ÏJÈii  C is2 ) 'j Hage den i<5 September. Op het voordel der Heeren Gedeputeerden van de Stad Leiden-, in de Vergadering der Staaten van Holland, was in de voorledene week van de Heeren Gecommitteerde Raaden nader begeerd, dat dezelve» aan Hun Ed. Groot-Mog. ten fpoedigften zouden berichten, nopens de prr.Qyk, die omtrent het werk der Patenten in deeze Provincie plaats gehad heeft: Aan deezen eisch hebben welgemelde Heeren in deeze week voldaan, en aan Htm Ed. Groot-Mog. deswegens eene Memorie overgegeeven. Men heeft derhalven reden van te hoopen, dat dit gewigtig ftuk eerlang op eenen beteren en vasten voet zal gebragt worden, en daardoor zulke ongeregeldheden, ongelegenheden eo onlusten worden voorgekomen, als tegenwoordig plaats hebben, door het willekeurig misbruik der Patenten, en het weigeren van Attachés daarop, door de- Staaten en Steden van verfcheidene Provincën, waarvan men dagelyks de berichten bekoomt; gelyk van Overysfel, Utrecht en nog laatst van Groningen en Zeehnd. Krelis. Ik twyfel niet of 'er zal door de Staaten van alle de Provinciën wel een befluit gevormd worden tot bepaaling van het misbruik ten deezen opzigte. Wenfctoeiyk'ware het dat de Prins Stadhouder zyne Vyanden uit zyne Vrienden leerde kennen, hy zou dan waarlyk de Liefde der Natie genieten. Hy is aan den verkeerden kant overgellaagen, en de inboezemingen van Heerschzucht door zyne zogenaamde Vrienden, die daar in hun belang beoogen, hebben hem denkbeelden doen verkrygen , die tegen zyn eigen belangen aanloopen. Ten deezen opzigte lees ik het volgende in de Z. H. Cour. van gisteren. 'i Gravenbage den 17 September. Schoon het opdragen van 't Commando over 'c Guarnizoen deezer Plaatfe, aan de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden, met het geen daarop gevolgd is, niet gefchied is, dan gedrongen door den hoogften nood, is het zeker, dat die verandering ni« flateus is voor Zyne Hoogheid, en niet voordee-lig voor zyn illufter Huis; en het is daarom te hoopen, dat eens eindelyk alle fcbeemerende oogên zullen opgehelderd worden, en ook Zyne Hoogheid bemerken zal, wie tot nog toe de Vrienden van zyn Huis, en wie de Vyanden geweest zyn. Niemand zal immers durven ftaande houden, dat die oorzaaken zyn van voorgemelde" evenementen, Vrienden van Zyne Hoogheid genaamd kunnen worden; integendeel, zal een ieder bekennen, dat de Bewerkers Vyanden zyn van zyn Huis: Maar, wié zyn die Vyanden ? Dezulken , welkers raad Zyne Hoogheid in de dire&ie van den laatften Engelfchen Oorlog gevolgt heeft: Alles wat 'er nu gebeurt, vloeit voort uit tiie direclie, en hieruit volgt van zelf, dat. die de directie in dien tyd hebben gelaakt, en daartegens zo mondeling als in gefchrifte zyn opgekomen, de waare Vrienden des Vaderlands en van 'c Huis van Orange zyn, en dat anderen niets dan hun eigen intrest en grootheid in 't oog gehad hebbende, het Vaderland en Zyne Hoogheid hebben gewaagd, om hunne particuliere vues te bereiken. Ach, dat der Boozen raad, die mogelyk op dit oogenblik fterk woelt, door den Almagtigen te fchande gemaakt magre worden, en dat de Braaven in den Lande tegens alle Achitofels Raadflagen aan alle kanten op hunne hoede mogen zyn! Louw. 't ls jammer dat onze WILLEM dat niet begrypr. De Hemel venneerdere zyne Kundigheden ten beste van 't Vaderland. Vaarwel, Vrind Krelis! Slaap gerust. Krelis. Ik wensch 't zelfde, Louweris! Wel t'huis en groet Diewertje. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: " op de Reguliers Bretltraat, te Amfterdera.  KRELIS en LOUW. N°. 39. 27 September 1785. Krelis. Am je een goeden Morgen te wenfchen, Vrind Louweris \J Is 't nog wel met dé Gezondheid? Louw. Het kan 'er niet beter meê als het is, en ik ben 'er vergenoegd over Hebt gy het ook nog in een gezonde gefteldheid, Vrind Krelis ? Krelis. Ik ben in eene gefteldheid, die my kan doen zeggen, dat my hiets ontbreekt, dan een fterk Geloof. Louw. En wegens welke Zaaken ? Krelis. Wegens alle Zaaken, die men in de Nieuwspapieren vindt. Ik kan my niet begrypen, hoe gy zo raar kunt vraagen! — Ik zeg nog eens dat het een gebrek in my is, niet te kunnen gelooven het geen de Nieuwspapieren zeggen van alle Zaaken , waarmede derzelver Schryvers zich bézig houden: Is dit niet genoeg gezegd; of moet ik juist alles zo naauw uitpluizen om dat gebrek aan uw verltand te brengen? Leest gy dan ook geene Kranten ? ..,,<•,• u 1 Louw. Wel zeker. Gy weet het. Maar ik geloof van den inhoud derzelven het geen my geloofbaar voorkomt. Krelis. ó Dan hebt ge ook wel wat van myn Geloofsgebrek wech. — Genoeg, Vriend! — Gelooft gy dan wel de taal van een overledene Predikant dooreen anderen by een aanzienlyke Gemeente, die de Haagfche Krantier ftoffe genoeg verfchaft heeft, om driemaal zyn Dagpapiertje 'er meê vol te proppen? — Gelooft gy de taal van dien Predikkwant? Vraage ik, nog eens. Louw. Neen, die taal laat ik voor de keuze van een ander loort van Geloovigen, gelyk die van Engelschgezinden by Leicesters tyd, of onder de Mauritiaanfche Zelateuis van eenige Jaaren laater waren , en welke beide Factiën nog haare Navolgers hebben,, die aangehitst worden door deezen Muitzucht Herkenden Kerkeling van onzen tyd, daar hy, door zyne laage Vleizucht, byna Godlyke Eere aan't Huis van Oranje betoonende, met minachtinge van 's Lands'Souvereinen, een valfche Leer predikt, geenszins ftrekkende om het werk dat hem is opgelegd, naar de Lesfen van onzen Godlyken en Grooten Meefter te betrachten , die gekomen was om den Volken Vrede en Vryheid te verkondigen , en uitteroepea het Jaar van des HEEREN welbehaagen: Niet om de Oproerbazuin te fteeken, en het Volk tegen zyne Regenten op te hitfen. De Heiland gebood zelfs dat men den Roomsch-Heidenlchen ■Keizeren van dien tyd fchattingen betaalde, dewyl zy het Joodfche \olk onder hen cynsbaar hadden gemaakt. Hy gaf ze zelf, en deed ze zynen Apostelen geeven. Het was de Stadhouder Pilatus niet, het was de Vorst Herodus zelfs niet; neen, het was de Souverein, de Keizer, dien hy oordeelde dat men Schatting fehuldig ware, gelyk zulks des Keizers beeldtenis op den Schatpenning alleen hem ten bewyze ftrekte, tot belchaaming dier geenen onder de Jooden, die hem dachten te verftnkken, als  ( 154 ) of hy de Schatting-eisch en dus ook de geheele handelwyze des Keizers zoude afkeuren, om hem derhalve als een Oproerige tegen den Keizer te verklaaren. — Ik onderzoek niet, met hoe veel recht of onrecht, de Romeinen de Jooden pverheerscht hadden. Dit doet hier niets ter zaake; maar daar zy echter den Keizeren en niet derzelver Stadhouderen, noch de door den Keizer uit hunne Natie aangeftelde Vorften, de Opperheerfchappy mogten toekennen, fchoon hunne Kerkelyken nog op den Stoel van Mozes zaten; daar mag even zo weinig een Kerkelyk Perfoon onder de Godgeleerden van ons Vaderland het Souverein Gezag der Staaten beneden de Waardigheid van hunnen Soldytrekkenden Dienaar den Stadhouder ftellen, gelyk deeze Oproerkraaiende Theologant, hoe fraai hy ook zyne Stelregels met fchynredenen beglimt, zo fterk doet, dat ze iemand van gezonde Hersfenen aanftonds van zyne Slaaffche zo wel als Tweedragtkweekende en Belangzuchtige Oogmerken overtuigen ; waarom hy ook Mynheer den Staatsdienaar een Eminent Hoofd noemt; en dit gefchiedt om de oukundigften onder het Gemeen in een denkbeeld te brengen , dat hy het Hoofd is over alle des Lands Staaten; daar hy enkel aan het Hoofd des Raads van Staaten prefideert, welk Gollegie in alle zyne Leden aan — en faamgefteld is uit door het Volksgezag gemagtigde Perfoonen, en één enkel Burger zelfs genoeg is, om, kan hy een misdaad in één of meer Leden bewyzen, denzelven ter reden te ftellen, en ter verantwoordinge te eifchen, op dat hun wedervaare als naar Rechten. — Maar wie heeft toch Zyn Hoogheid zo ongelukkig gemaakt, als hy dat Voor. werp van zyne kruipende Slaafschheid voorftelt, en waartoe door hem als by het hair worden ingefcheurd en misbruikt eenige Verfen uit het Nut der Tegenfpoeden van Juffr. van Winter, geb. van Merken; gelyk ook het grootfte gedeel te van den XXI liften Pfalmdoor dien Kerkiyken Oranjeflaaf op den Stadhouder wordt toegepast, en uit de Nieuwe Beryming is overgenomen ? — Ik verfoei zulke kruipingen en verkeerde vleijingen voor een. Mensch, gelyk zyn Hoogheid is. —• Ik geloof zelfs dat ze geveinsd zyn; althans kunnen ze op den Stadhouder en zyn gedrag niet toegepast worden.. Krelis. Gy gelooft, al die fraaije zedekundige toepasfingen op de Stadhouder enz. niet waar, en zelfs onbevoegd voor hem te zyn;. want het ongelukkig mensch op welke gemelde Diehteresfe doelt, is niets minder dan een Prins van Oranje, en 't geen 'er verder uit het zelfde overheerlyk Diehtftuk bygev.oegd wordt , is het nog minder. Met de laatfte aangehaalde Verfen kan ieder vertrouwend Christen zich vercrooften. Dat Zyne Hoogh.. veel achting heeft voor het Diehtftuk het Nut der Tegenfpoedenkan waar zyn , en tékent in dit opzigt zynen.fmaak. Nochthans is 't bekend dat zyne Keuze doorgaans meer op het Comique dan Serieufe valt. Dit kunnen al de Acteurs van het zo Hollandfche als Franfche Tooneel in den Haag getuigen. — Ik denk ook niet dat het hart van den Stadhouder juist zo gehecht is. aan de uitgekipte Verfen, welken zyn Eerw. hybrengf.. Zou hy ook niet begreepen hebben dat de Diehteresfe, het •®g op Barneveld, de Groot en andere Martelaaren van Staat, uit haar. van,  van 's Prinfen Voorgangeren tegen hen, ondanks hunne onfchuld opgev vat, gehad hebbe? Wanneer zy zegt, in het zelfde Nut der Tegenfpoeden,.- Tweede Zang: Hy, die met de ongenae der waereldgrooten itryd, Zyn fchuldloos leven in een engen kerker flyt, ïs aller deernis waard, en echter vind zyn harte In 't klemmend onheil ftof tot mindring zyner fmarte. Hoe flecht hy ook gehuisd, hoe naauw gekerkerd zy, Zyne onbefmette ziel blyft in de kluisters vry: De peinzende eenzaamheid kan zelfs zyn leed verzachten, En troost zyn zuiver hart met blyde nagedachten Van nooitgefchonden trouw voor Vorst of Vaderland. < Schoon 't onbefuisd geweld een wrecde vierfchaar fpant, Hem dagvaart, hem verklaagt, hem- vonnist tegen reden, Die pylen fluiten af op 't fchild der zuivre zeden. Men zou nog mcerbeteekenende uitdrukkingen deswege van dezelfdevoortreflyke Dichteresfe en uit het zelfde Diehtftuk, maar vooral uic haare Brieven, kunnen trekken, die waardig waren dat Zyn Hoogheid in acht name, als beter toepaslyk op zyn Perfoon en Ampt. Behalven den Brief van Claudius Civilis aan JMius Briganticus zynen Neef, heoos hy de (toffe intedenken van dien van Louize de Coligny aan haaren Zoon Fredenü Henrik Prins van Oranje. De Lesfen, die zy deezen haaren Zoon op'fc einde van haar Leven geeft, mogt onze tegenwoordige Stadhouder, die wv niet weeten of wel ooit zulke Lesfen van zyne Moeder kreeg, betrachten en involgen r Dan zou hy althans zich door zyne Vleiers niet tot heerschzuchtige begrippen laaten vervoeren, en zyne Vyanden beter uu: zvne Vrienden leeren kennen. , ,1 Louw 't Zal zich wel dra moeten fchikken, dat gy gelooven zult meer dan gv tot dus verre geloofd hebt.. Gy zult immers nu wel gelooven willen, dat de Voorwaardelyke Punten tot.Vrede met den keizer geregeld en geteekend zyn- . . Krelis. Dat weet ik nog niet :. Zo-lang als. ik 'er niet van overtuigd ben, geloof ik ook niets deswege. Louw. Dan zyt ge een ongeloovig Mensch! —. Behaagde het u ook beter dat wy Oorlog hadden'? Krelis. Geenszins! Vrede is in een billyk beftaan het best! Maar als7V ons in 't ondoorworftelykst verderf leidt; dan zeg ik, dat men geen ogenblik mag twyfelen om het onze te befchermen en te verdédigen. Het zv verre dat ge my zoudt verdenken als dit zeggende uit een zucht voor een kwalykdenkende Partyvoedende MonarcHaale of Anftokraatifr-he Cabaale. — Ai het despotiqtie van beide haat en verfoei ik ! Dit weet zv — Ik weet ook wel dat men doen moet wat men kan , cn niet wit men wil — Maar men is met de Zaak nog meer belaaden, zo men de beproeving van het geen menzon kunnen deen, laat vaaren, en zyne vermoVns niet ten uiterften toetst, wanneer het anders ons fleepfcod ve>derf zou-berokkenen. Kan men het echter door eenige loegeevenheid^ V 2; .Qj^5  ( IS6 ) •die deeze eindelyke vernieling niet met zich brengt, op draaglyke Voorwaarden vinden , om het onzeker Lot der Weenen te myden ? — Welaan dan ! laaten wy op dien vojt den Vrede boven den Oorlog verkiezen! — Kunt ge my verzekeren dat dit zo zyn zal, dan zal ik in dit ftuk geen Pyrrhonist, ofTwyfelaar meer zyn! Louw. Luister nasr eene Tyding, die men vast Helt waar te weezen. Ik vind in de Hist. Courant van deezen Dag twee Uittrekfels van Haagfche Brieven, het Eerfte gedagteekend den 25, het Tweede den 26 deezer. Zie hier ket laatfte. „ De Conditiën der Preliminairen zyn gunftiger dan men gedachthadde, hetgeen men aan het Hof van Frankryk, welk zints eenige Jaaren deszelfs edelmoedige en gunftige denkwyze over onze Republiek zo duidelyk geopenbaard heeft, te danken heeft. De eisfchen van den Graaf de Mercy waren zo hooggaande als dringende, te weeten 10 ÜVlillioenen, of orders naar Brusfel tot het beginnen der Vyandlykheden. De Ambasfideurs der Republiek difficulteerden met reden, om zo hooge Voorwaarden, tot het teekenen der Pixeliminaires; daar derzelver orders maar liepen op vyf Millioenen; dan de Graaf de Vergennes perfuadeerde dezelve, om die fomme te ver-, meerderen met vyf Tonnen Gouds, ter fchadeloosftelling der [nundatiën, en daar Zyn JVIajefteit niet wild», dat de Republiek de Vrede tot dien prys zoude koopen, declareerde gem. Graaf, dat de Koning de resteerende vier en een half Millioenen 'erzoude by leggen. Hoe zullen zy, die ons Vaderland gram zyn, moeten bloozen en verdommen over het edelmoedig Frankryk, welks handelwyze men fchandelyk heeft willen denigoeren, en van welks hulp en byftand men de Republiek zo gaarn had afgetrokken ! Zal 'er voor die Ontaarden nog iets overblyven, om Frankryk in verdenking te brengen, en ons Land verder te helpen verwoesten? " NB. Het recht van de Schelde voor den Keizer is bepaald tot Saftingen, en V3n daar tot aan Zee door den Keizer erkend als een wettige possessie'van de Republiek. Dit alles in behoorlyk verband zynde, twyfelt men niet, of'er zal een n»auwe Alliantie met Frankryk op volgen, '1 geen een beuglyk vooruitzigt voor ons Gemeenebest geeft. Krelis. God fchikke alles ten beste. Ik blyf my ondertusfchen, myns oordeels aangaande, gedraagen aan de uitkoomst der Zaaken, die ons de Tyd zal moeten openbaaren. Thans gebiedt hy my te vertrekken. Vaarwel, Louweris, en flaap gerust Louw. Insgelyks, Krelis! Ik wensch je wel t'huis, Vrind! Groet Grietje Doe haar onzen Almanacb prefent. Ik had het byna vergeeten 'er u een mede" te geeven... Daar is hy. — Nog eens, leef gezond en gelukkig. Tot Bericht voor den toegenegen Leezeren dient, dat de Almanach van LOUW >» ' KRELIS vpor het Jaar 17S6 by de Drukfter onzer Sarnealpraakeii, thans te bekomen is voor den gewoonen prys van 4 Stuivers. Dezelve behelst alles wat tot eenen vereischc wordt: als D^wyzjr; Kermi,rn^mJl/ctblltrtmhrJZd«» r:nde meer dan een (aar; Onderrichting omtrent het gebruik der Ztitls in allerleie de?n7m!j;»Z Zaaken; Luiden der KM>V*«*«i aankomen der l».„„f vertrekken van ^.p^^^J^ en van f».tw'».i ro op* van Seinen Schmtm; alles voorafgegaan door een Belcluy- v.ng va» den J^rlyKi^n VUm.t en desze.h. nawerkingen , alsmede aanwyzing va„ den „ J /Cr K"*Wta, enz. Verders behelst deeze oihUmd, tot nut ea vermaak voor een ieder eenTv.rr.li ' yan den \idderlykfn Oifrütofyi jMJöi van den Degfn en de Schede. Voorts: Geldryk onw Jukk.g do.r zyn «WWJ» en ^e^kcU; de dMd Mr.cfdt en uW **» fi«diukt br de Bivc~dc~we& J. van 3GMSQNT: of oTTeguliers SieêttTIat, » AmuerSio7 den, tot het teekenen der Pixeliminaires; daar derzelver orders maar liepen op vyf' Millioenen; dan de Graaf de Vergennes perfuadeerde dezelve, om die fomme te ver-.  LOUW en KRELIS. N°. 40. 4 Oétober 1785. Louw. Tk weasch je een goeden Avond, Krelis! Is 't nog wel met de _L Gezondheid? Krelis. Redelyk, Louweris! Hoe hebt gy 't 'er meê, Vrind? Louw. Ook nog frisch, Krelis! Hebt gy wat Nieuws ? Krelis. Een geheele Korf vol. Maar de Couranten hebben het reeds. Ik zal het u mededeelen. Het beftaat in twee Brieven van Zyne Pruisfifche Majefteit, de ©ene houdende aan Hunne Hoog-Mog. de Heerea Staaten-Generaal, en de andere aan Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. Ik zal ze, met nog eenige daarby gevoegde aanmerkingen uit de Nederl. Courant, die by Schuurman wordt mtgegeeven, overneemen. Het een en ander luidt dus: 's Hage den 2 October. De Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, die laatstleden Vrydag zyn vergaderd geweest, zullen aanftaandea Vrydag, den 7 deezer, hunne Deliberatiën weder vervolgen. De Misfive van Zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen , door deszelfs Extraordinaris Envoyé den Heer van Thulemeyer aan Hunne Hoog-Mog., verneemt men thans van den volgenden inhoud te zyn: WY FREDERIK, door Gods genade Koning van Pruisfen, Markgraaf van Brandenburg, des Heiligen Roomfchen Ryks, Aarts-Kamerheer en Keurvorst, Souverein en Opperfte Hertog van Silézië, Souveraine Prins van Oranje, Neufchatel en Valengin, alsmede van de Graaffchap Glatz, Hertog in Gelderen, van Maagdenburg, Cleeve, Gulik, Berg, Stettin, Pommeren, der Casfaben en Wenden, van Meklenburg en Crosfen, Burggraaf van Neurenberg, Vorst van Halberftadt, Minden, Camen, Wenden, Schwerin, Batzeburg, Oostfriesland en Meurs, Graaf van Hohenftein, Tecklenburg, Schwerin, hingen, Buuren en Leerdam, Heere van Ravefiein, van het Land van Roftock, Stargard, Lauenburg, Bulow, Arlay en Breda &?<;. &c. &c. bieden de HOOG-MOG. HEEREN STAATEN DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, Onze byzonder e goede Vrienden en Nabuur en, onze Vriendfchap, en wat verder lief en s.oed hebben aan: „ HOOG-MOG. HEEREN BYZONDÊ RE GOEDE VRIENDEN km NAB ü ü REN. Na dat Wy by de door Ons op den 29 February des voorleden Jaars aan Uw Hoog-Mog. afgezondene ampele Misfive onze bekommeringen " en meeningen, tot de onaangenaame omftandigheden, waarin de Heer " Erfftadhouder, Prinfe van Oranje en Nasfau, zich federt eenigen tyd * bevind, aan Hoogstdezelve hadden opengelegt; en Wy van Uw Hoog" Mog daarop, by derzelver Antwoord van den 31 Augustus deszelven " laars', zulke aangenaame verzekeringen dienaangaande ontvangen, zo " hadden Wy verhoopt, dat dezelve niet verder zoude heoben plaats " V 3 » ge.  ( 158 ) „ gehad; neen, maar dat welgedachte Heer Erfftadhouder in de rustige „ uitoefening van aan de zyn Erfftadhouder/chap gehoorende rechtmaa,, tige Voorrechten was gelaaten gewordenl „ Dan daar Wy het tegendeel, en zelfs zeer nadeelige Berichten uit „ eenige van Uw Hoog-Mog. Provinciën verneemen moeten, zo heeft ons „ zulks aanleiding gegeeven, om aan de Heeren Staaten van de Provincie „ van Holland en Westfriesland te doen afgaan de Misfive, by Copie ,, Bylage hier ingeiloten. „ Daar Wy nu, zo wel van de liefde tot billykheid, als van de gene„ genheid van Uw Hoog-Mog- voor het Huis van Oranje en Nasfau, het ,, welk zich dezelve in den gantfchen Staat der Veréénigde Nederlanden „ zo zeer verdient gemaakt heeft, overtuigd zyn, zo verzoeken Wy „ Uw Hoog-Mog. by deezen zeer inftantelyk en Vriendnabuurlyk, dat „ Hoogstdezelven by de tegenwoordige onaangenaame voorvallen ge„ lieven tusfchen te treeden; en zich zo wel by de Heeren Staaten van ,, de Provincie van Holland en Westfriesland, als- by de Heeren Staa„ ten der verdere Provinciën, daar het noodig mogt zyn, op het ieve„ rigfte aan te melden, ren einde de Heer Erfftadhouder by de aan Hem één„ maal Erffelyk gecoücedeerde Voorrechten, rustig gelaaten, het aan Hem ont„ nomene weder te geeven, en een volkomene goede éénsgezindheid weder daaret,, field werde.. 6 „ Wy beveelen Uw Hoog-Mog. dan by deezen op het ferieufte, het „ welzyn en de belangens van den Heer Erfftadhouder, van onze waaraf dige Nichte, en van hunne zo veel hoop geevende Familie: alsmede „ dat Hoogstdezelve wel in overweeging gelieven te neemen, en de ge„ zamentlyke Heeren geheven te doen opmerken, dat Wy omtrent het „ harde en zo onverdiende Noodlot, hetwelk bovengemelde ons zo na,, beftaande Perfoonen bejégend, niet onverfchillig kunnen zvn• neen. „ maar voor de behoudenis van derzelver verfchuldigt wel vaaren zorgen, „ en alles, wat mogelyk is, doen moeten, waartoe Wy teffens onze onpar„ tydige en Vriendnabuurlyke bemiddeling met de beste welmeenend„ heid aanbieden.. «-^«-uv* „ Wy hoopen onzen wensch deswegens in het vervolg vervult tezien „ en m die verwachting blyven Wy Uw Hoog-Mog met Vriendna-' „. buurlyke vnendfchap en genegendheid ten allen tyde toegedaan " Berlyn dm 18 September 1785. Uwer Hoog-Mog. Goedw. Vriend. . en Nabuur, (geteekend) FREDRIK. (laager ftond) FINKENSTEIN VAN HERTZBERG. loS'en Zit aldus": Gl00t-Uo*' is ™ eene* ™B meer byzonderen inEDELE GROOTMOGENDE HEEREN, byzcndere lieve Vrienden en: aaSZl'l' Vnmd^Jia^' en wat verder lief ^ goed hebben,, m de vcizrterag* Ons door: de Heerea Staaten.Gentraal'der Ver- éénig.  ( 159 ) ', c'éniede Nederlanden gedaan by Hoogstderzelver Antwoord van den 30 Augustus des voorleden ' jaars, hebben Wy Ons verzekerd gehouden, dat 'er in geene dei Veréénigde Provinciën meer " aan gedacht wierd, om aan den Heer Erfftadhouder, Prins van Orange en Nasfau, in het be" zit der aan hem éénmaal opgedraagen rechtmaatige Voorrechten eenige inbreuk te doen. Onze " verwondering en leedweezen was derhalve des te grooter, wanneer Wy tegen alle verwachting verneemen moeiten, dat men hem Heer Eifftadhouder onlangs het Commando van het Guarni" zoen van den Haag heeft afgenomen, 't welk doch indisputa'oel tot de chargé van eenen Erf" ftadhouder en Capitein-Generaal is gehootende en dat het zich al verder zo laat aanzies, als " of men hem van de wezendlykfte en gewigtigfte Voorrechten van het Erfftadhouderfchap, het één voor en het ander na, zoekt te ontzetten, en niet anders, dan een blooten naam en een " fcliynbeeld daarvan over te laatenj daar Wy nu in hei geheel niet van meening zyn Ons in " de interrieure omftandigheden van Uwen vryen Staat in te laaten, noch Uw Edel Groot-Mog. " tn de uitoefening van Hoogstderzelver Souvereine Rechten te prevenieeren; maar in tegendeel " van derzelver billykheid en liefde tot gerechtigheid overtuigd zyn, zo zullen Uw Ed. Groot-Mog. " Ons ook niet verdenken, wanneer Wy aan het noodlot van een Ons zo nabeftaande Vorst en " deszelfs Huis niet indiffetent kunnen 'zyn; te meer, daar Wy Ons verzekerd houden, dat de " Heer Erfftadhouder geene de minfte gelegenheid nog oorzaak tot eene zo harde en onverdiende " behandeling zal gegeeven hebben; maar weleer alles doet wat mogelyk is, om zyne hooge " charges na waarde te bekleeden, het welzyn van den gantfehen Staat te bevorderen, en het ver" trouwen en de genegenheid der gezamentlyke Heeren Staaten te verdienen en zich toe te eige" nen waartoe Wy hem ook by iedere gelegenheid beftendig aantnaanen. En gelyk Wy beven" dien' aan den welftand en tranquüiteit van eene 10 aanzienlyke en Ons zo naby gelegen Repu" bliek een zo gtoot en oprecht aandeel neemen, zo verzoeken en vermaanen Wy Uw Ed. Groot" Mog. by deezen nogmaals inftantelyk, en met inhzfie van den gantfehen inhoud van Onzeam" pele Misfive, door Ons den 2? February des voorleden jaars aan de Heeren Staaten-Generaal " der Veréénigde Nederlanden afgezonden; dat zy, met ter zyde ftelling van al het geen tot hier " toe veelligt uit misverftand of verhaasting, is voorgevallen, zich met den Heer Erfftadhouder " op 'eene betere en vriendfehappelyke voet gelieven te zetten; de voormaalige gelukkige éénsge" zindheid en hel wederzydsch verirouwen te herftellen, den H«er Erfftadhouder m de rusrige uit" oefeni„g van de aan hem en zyn Huis eenmaal Erflyk geconcedeerde Voorrechten en Pra:ioga" tiven van Erfftadhouder, Capitein en Admiraal-Generaal te laaten, hem daarin met verder te " ftooten, maar in tegendeel her geen hem ontnomen is weder te geeven. _ " Mogten Uw Ed. Groot-Mog. nu ten beste van haare Provincie voorneemens zyn, in het be- ftuur der openbaare en interrieure Zaaken eenige daartoe gelchikte veranderingen te maaken 5 " zal het Hoogstdezelve niet moeilyk vallen zich deswegeiis met den Heer Erfftadhouder, zon" der krenking zyner Rechten, te vetéénigen; terwyl hy zich gewis tot al wat billyk en voor " den Staat meest voordeelig is, gewillig toonen zal, wanneer Uw Ed. Gr. Mog. zich daaromtrent '! «aar met hem zullen gelieven te verftaan. En konden Wy door Onze bemiddeling, daartoe conttibueeren, en wilden Uw Ed. Gr. Mofc. 'bns daaromttent derzelver vertrouwen gunnen, zo kunnen Hoogstdezelven verzekerd *yn, dat, " lks „jet alleen als een Aanverwant van het Huis van Orange en Nasfau, maar ook als eea " waar en oprecht Vriend en Nabuur van den Staat der Veréénigde Nederlanden, metzoveeliever " als waare onpartydigheid- en optechte genegenheid verlichten zullen. W-v raaden Uw Ed. Groot-Mog. derhalve als nog op het feneufte aan al het voorenftaand^, doch zonder vooroordeel, te behartigen, en Ons met een aangenaam antwoord te veiblyden, " waartegen Wy Uw Ed. Gr. Mogs verzekeren , dat by voldoening aan deeze Onze verwachting, " Wy Hoogstdenzelven met de alleizuiverfte nabuurlyke vriendfehap en achting zullen zyn enb-ly- " B^rljTdi^lTseptimher 178$. Vw Ed- Groit-M.g. Gnedw. Vriend en Nahnxr, deteeke»*) F R E D R I K. (laagir fttnd) FINKENSTEIN VAN HERTZBERG. Men verftaat intuslchen , dat beide deeze Brieven reipecxiveiy* in uc ic'6«"'""S n™S' M en £d Gr. Mog. zyn commisforiaal gemaakt, en men verwacht dat Zyne Komngl. Ma]efteit omtrent'derzelver inhoud eerlang wel zodanige folide en waarachtige berichten zullen gegeeven worden, die den gryzen Vorst volkomen zullen desabu-feeren, en Hoogstdezelven even als te Tooien dooi aangenaams (tokmuu^u > — — ----- > -j— — Cvsu  ( K« ) baardige Nïchte, en derzelver zo veel hoop geevende Familie In geenen deele verkort wordt, ei ■wel in diervoegen, dat Zyne Koningl. Majefteit, wien men in zyne hooge Ouderdom door verkeerde voorftellingen zo veele moeite vergt, en roekeloos waagt van Zyne goedwilligheid een misbruik te maaken, allezins zal kunnen blyven volharden by de zo openhartige verklaaring zyner .meening aan Htm Ed. Gr. Mog. om zich namelyk in de interrieure omftandigheden van onzen vtyen Stsat niet in te laaten. Men wil, dat de Capitein-Generaal, toen onlangs de noodige fchikkingen omtrent het Commando van 't Guarnizoen alhier befloten waren , aanftonds een Courier naar het Berlynfche Hof heeft gezonden met de communicatie deezer gebeuitenis. Verder gaat defpraak, dat van het o;itvangen der voorgemelde Misfives van het Berlynlche Hof zoude kennis gegeeven zyn aan dat van onzen getrouwden Bondgenoot LODEWIK den XVIden , en dat, zo immer eenige vreemde Mogendheid het zoude hazaideeren zich, na gênoegzaarne onderrichting, met de Zaaken alhier te bemoeijen, deeze Vorst mede zulks met geene onverfchillige oogen zoude aanzien , waaromme de zo lang gewenschte Alliantie met Frankryk niet te fpoedig kan bevorderd en gefloten worden. Louw. Wat tracht Zyn Hoogh. toch met deeze vreemde Verrichtingen uittewerken ? — Weet Hy dan niet dat de Souverein boven hem is, en hy van denzelven af hangt 1 — Weet hy niet dat hy verpligt is alleen zyne gedraagingen zo in re richten en te fchikken dat hy niet meineedig worde, en- zondige tegen de door hem bezwooten Rechten zyner Meefters.' Of is het eo verre met zyne drift gekomen, dat hy volftrekt alleen gebieden wiij •— Dit weet hy immers Jat in een Gemeenebest als het onze geeti de minfte plaats kan of mag hebben. « Ik zoude wel durvefi onderftellen, dat hy vry veel buitenftreeks- gegaan is, met aan den Koninglyken Oom Zyner ■braave Gemaalinne Zaaken op te geeven, die hem geenszins voegen, en voorwendfels van zogenaamde Stadhouderlyke Rechten te maaken, die hem niet toekoomen. Immers blykt het duidelyk genoeg uit de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland van den zi September laatstleden, dat het Recht des Souvereins in veele opzigten door den Prins van Oranje en .zyne Party misbruikt is geworden. Waarom zon de Souverein dit misbruik dan niet vernietigen en uit krachte van deszelfs beftierend vermogen niet te rug neemen wat hem ontnomen is en volftrekt in eigendom toebehoort. Krelis. Ik lees nochthans dat de Heeren van de Ridderfchap en Edelen tot die Refolutie, betreffende de Zaak der Wapens op de Vaandels, van de i/pn Lyfgardes der Staaten en niet van den Stadhouder, niet toegeftemd hebben. Louw. Zy zyn 'ex echter door dertien Steden toe gefommeerd, en ik kan niet z*ien welke rede.nen dat 'Colregie zou kunnen voorwenden , om tegen het befluit der overige Staatsleden aan te druisfehen. Krelis. De Tyd zal ons doen zien wat de Heeren Ridders en Edelen 'er tegen inbrengen zullen. —— lk twyfel echter niet of de Zaak der Nieuwe Vaandels zal wel voortgang hebben, en dan zullen uit die Banieren der Staaten Lyfgardes weeten dat zy geen Gardes van den Prins van Oranje zyn: gelyk ik vinde in het Extrafi: der gemelde Refolutie, dat is goedgevonden en veiflaan: de Heeren Gectmmitteerde %aaden, alhier in den Haage, by deez.cn te cjualificeeren, om voor het 'Regiment Lyfgardes te -voet van Hun Ed. Cr. Mog. de NIEUWE VAANDELS te laaten maaken, voordien aan de cent zjde met het Wapen van deeze Provincie, en aan den anderen kaat met een gewapenden Arm met een Zwaard, en het Devies: PUGNO PRO P ATRIA, en de gemelde Vaandels aan de voorfchreeve Lyfgarde voor ditmaal uit Naam van Hun Ed. Gr. Mog. te vereeren, wordende welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden bovendien otk.vcrz.ogt, de uetdigc z.orge te draagen, dat deKJng.kraagen der Officieren by het gemelde \egi.ment insgelyks met het Waf en van Hun Ed. Gr. Mog. voorzien worden; en dat in bet generaal by heiz.elve geene andere Wapens, dan die van deez.e Provincie, voortaan tot uitwendige teekencu worden gebruikt. Louw. Wel, Vrind! dat zal recht eene voorloopige hcrftelling ten minfte van der Staaten i Recht van Souvereinitoit vertoonen. De Patriotfche braave Volksvertegenwoordigers fchikken, , onder de gunst van .het Hooge Weezen, alles voor Land en Volk ten beste. .-— Vaarwel, Krelis? en flaap gerust. Krelis. Ik zeg je dank, Vrind Louweris! Insgelyks. Wel t'huis en de groetenis aan Die-■ wertje. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Aiuilerdï».  KRELIS en LOUW. N9. 4-t. ii Oétober 1785. •Krelis. r1 «eden Avond, Vrind Louweris! Hebt gy 't nog wel met VT de Gezondheid? , T nnw Redelvk, Vrind Krelis! Hoe hebt gy het er meê * _ Kreuï" &nlVtag p igtnie«owat. Ik kan allerlei Spyze niet ver. draden.' ffirs befik w5. — fc 'er iets aanmerklyks om er met el- Vander een weinig over te kunnen ipreeken ƒ kander een we n g onzer Niéuws-Papieren vinde ik uit's Hage ge- 7, ^' Hun Kd Gr Mog. de Heeren Staaten van Holland en West??d^H dVn 7 deezerm HoogstderzelverSouvereine Vergadering beuopï" tt™ de leteekende vSdesvoorwaarden te bekrachtigen, zynde dit Gnomen"eflu^5»^ daïaan herhaalden vastgefteld, onder uitdrukfSbêdtag! da aleeneWwistbaare Voorwaarde zal bepaald blyven, Lt de Keilei de volkomene Souvereiniteit der Republiek over de Schelde , m0Si?U,tDi"t laat zich hooren ; of het van kracht zal zyn, moet de Tyd T? ^* 1 ,7,p. crpfrhik-t en ingericht naar het onweêrfpreekbaar Recht SrVdk^^ Verbond,zoP vast bepaald i , Zr 5S iets teeel te zeggen is gevallen, zelfs niet door de Komndat er nooit et8 JJ^0 " «gg ö Nederlanden onder hun ge- „£* bewees zvn - Wat de Zaak van Maaftricht betreft; bied ftaande>,^we^ opöfferen: Dan kan men-ook zeggen, S STsfi"iVaS ItTktenslen^igendom der RepubHek zyn e b y V4 ^^lèM^*^ # oïtle^di0, enLiefkenshoek, welke aan jen^e , getuigenis van den braaven en kundflef Genera du'Mounn?van geen'belan g%oor de Republiek al toos zyn^en S dezelve dus wel zou kunnen misfen, te meer dewyl zv  iC i€t ) veel van onderhoud kosteH, en het daartoe befteedde geld altemaal op vreemden bodem werd verteerd. Krelis. Dit zy zo; maar zyn die Forten ons van weinig dienst geweest, zy kunnen het van eea groote fterkte voor het Gebied des Keizers aan. den kant der Schelde zyn. Dan waarin zal doch het Etablisfement beftaan, dat de Keizer, ter vergoedinge 'er van, aan de Generaliteit zal hechten? Louw. Dat zal de Tyd, by ilot van Zaaken, moeten leeren, Vrind! Krelis. Nu goed! Hy doe 't ons ondervinden. Maar is 't niet al te edelmoedig van Frankryk, der Republiek, op dat ze Maaftrichtbehoude, vier cn een halve Millioen te ichenken,. zonder iets van dezelve voor zich daarvoor te bedingen ? Louw., Het gedrag van het Hof van Verfailles, de waare toegenegenheid van den onbaatzuchtigen en oprechten Lodewyk den XVI. kunnen niet helderer blyken, dan in den byftand, onze Zeevaardy en Handel in Oost- en West-indiën, geduurende den Engelfchen Oorlog toegebragt, waarin het vermogen en het geluk der Wapenen van dien Monarch onze Ooster- en Wester-Bezittingen of beveiligd of heroverd heeft op het verraaderlyk Engeland. Heeft Frankryk de geroofde Schatten en Schepen door Rodney, rechtvaardig weder voor zich heroverd, dat wy dan de aanbieding van den edelmoedigen Koning aanmerken, als eene erkentenisfe voor den zegen, dien hy verkreegen heeft door het recht des Oorlogs, en echter voor zich behoudt den geenen dien alles ontnomen is, by gepaste gelegenheid een gedeelte te rug te fchenken, zonder nochthans daartoe verpligt te zyn, dewyl Frankryk immers tot nog toe geen Geallieerde met de Republiek is; maar, zo men vastftelt, eerlang zal overgaan om het op eene plegtige wyze te worden. Krelis. Vrind Louweris! Ik twyfel niettemin nog aan het weezendlyk fluiten van Vrede, op dien voet, zo als men voorgeeft, dat dezelve gefchikt zal worden. Men wil dat, behalven Zeeland, ook Gelderland en Friesland niet in de Refolutie der vier overigeProvinciën geftemdhebben , en dat de Stad Amfterdam belloten heeft voor 't behouden van Maaftricht niet meer dan vyf millioenen Höllandsch in 't geheel te betaalen ; behalven nog eenige andere bepaalingen, in de Vredesvoorwaarden voorkomende; doch dat zy voor het overige in dezelven bewilligde. Louw. Men meldt evenwel uit den Hage, dat men de Bylage des Konings van Frankryk van 4 en 1 half millioen gunftig aangenomen heeft;, en erkent zulks niet vernederend voorde Republiek te zym Krelis. Het kan waar zyn. De geheime inzigten der Vorften zyn ondertusfchen ondoorgrondelyk. Hier vleit men onze Republiek, en daar tracht men haar te vernederen. De Rüsfifche Keizerin, thans de grootftei Vriendinne des Roomfchen Keizers, heeft H. Hoog-Mog. verzocht zich! be gelieven te intresfeeren ter bemiddeling eeniger nieuwe verfchillen, S&tftaan tusfchen Zyne Pruisfifche Majefteit en de Stad Dantzig; — dit ba-1  ( i£3 ) i i v ^«v,r.f>(v achtin» dier Keizerinne voor onze Republiek'; en betu'gt zekerlyk d*h°^ Majefteit; waardig eenen we^rkeerendtn ««b van Haare Majeft zelve Dan H. H. Mog. mje nen'd , oe r zy en van dat gewigt, dat die alleen in deeze Zaak *oWoende gcno g y ^ bemiddelen aan Hun toefchynt Sufficiënt te *Y">° by Zyne Majefteit den Koning zonder dat Hunner Ho'^^^^rJ, te minder daar Hunne van Pruisfen daartoe vui zou ^ noch aaB den Hoog-Mog. tot n°& w/i^ genomen. ; , anderen kant, in^deeze ff^] Zaak»n bemiddeling van Frankryk Louw. Wy nepoen m v> & d wy in deeze Tyds- noodig ;:hoe weinig voegly^ in't Verfchil van omftandigheden ze ven als Mg™ . Die b het ,eezen denk£, zal ook den]Kon.ng van Prmsfen ratt ü^vpi| J dan voordeclig voor ons Wsfe^z ^.sw^ °w provinde en Mynheer den Stadhouder. zeggen , Vrind? — Ik laat de Heeren en Louw. Wat zou ik^"Jfg^Arnptenaar zeiven fpreeken: 'Er is Meefters van onzen groo*cn &taa^s fbe? erd betreffende het antwoord reeds by Hun Ed Gr°°f^°^;feeate , op ki'agte van Hoogstdeszelven dat men Zyner PrnisGi^ & ^ ^eQ ^ y Door uchtigen Neef, den^^P^ ^r Staaten Souvereine Rechten zul- inwelk ^0°rd'J^e^r ^ehooren, en duidelyk ten toon geipreidj len aangevoerd worden, naar benoor , ^ Prjns yan 0ranje in waaru t ten vollen blyken zal».fdC °rr|.c°u is verkort geworden; maar zyne Hooge Bedieningen nooit, och nverk K * y_ zelfs tot heden toe nog in gebreK' ^chten, fchoon daartoe nen Koninglyken Oom, ^Jf^l^l bewys te toonen. - Heeft ten dien einde gefommeerd en opge^ eveneens, vertrouw ik, zal ly dit in 't eerfte geval met kunnendc»en, , Eq ^ .g het tweede gronden te zynerö Verftandige en Wysgeenge >er niet aan te twyfelen, otle ^100;^den om.on|en Capitein-Gene. Gryze rik zal eerder redenevind Hemin ngt;hoorzaam. raai zynen Pligt voor °°gen « lc^>ft ^ verfterken. heid tegen zyne wettige Heeren en ivi reeds met 00te Krelis. Ik vertrouw mct u het zeltde L°Misflve aan Hunne begeerte dit antwoord, qfybeide, zo «g» Qe & q f£ Q Hoog-Mog., als op die aan Hun_Ld w. Mg» den H ? hebben. - Maar Louw. Ik zeg je dank, Vrind Krelis! Ik wensch je 't zelfde! Wel jt'huis, en de groetenis aan Grietje. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Brecftrast, te Amfterdam.  LOUW en KRELIS. n^T^18 o&ober 1785. T nuw T Tet oude Compliment, Vrind Krelis! Is 't nog alles met de • |_i Gezondheid voegzaam? ,. *,* Xvhrr noefrisch, Vrind! Gezond te zyn voegt altoos den ^rlSbefer dan zS te lyn Maar hoe hebt gy het met den Welftand V Mfoui Zo RoedUls 't kaYn, Vrind Mis! Hebt ge iets Nieuws? S' Nieuws, Louweris! Ik weet niet wat gy Nieuws noemt. ~ Krelis. iNieuws ^im . d nder naar Nieuws, en on- ?Wrl Kn& ^^^ Zaak als Nieuws dertusfchen weet niemano1 ee > b Twistfchriften dan Dag- voor te disfchen. De mef"ed^™nce ywat aan die het Gemeen toch bladen van wf*eJ# Zaak van 't Vaderland betreffen ? "Louw" ZYGy h^bt gêlyt, Kr.fi.! Maar hoe is thans wel de gefteldheid dekXCh Dit zuk^gy beter dan ik weeten, naar gedachten; en ik wenschte derhalve zulks wel jan hooren. ^ ^ .fc ^ ^ med d le yoorUf PUT*n itverzekeren,°dat de Burger-Bezwaaren in de Stad Utrecht echteI kS™ nl "et afgedaan zyn: Öok zelfs niet die, betreffende de nog op. v^J^p.f'op den 12 deezer Maand: Niettemin is die geRegeX1DSa2 l^ rust, of Soon niet tot der Burgeren volkomen genoegen, vreesde Dag in rust, 01 vooren nog, dat de meefte Vroed- afgeloopen. ,M«°^Jd5ef v'oik,, Cr«gronden van deszelfs Recht gefchapsleden de begeerte des vo^s ^op g beter ^ De R bouwd, 8 S ^ hebbende de meefte Leden1 zich dcü' f ÏThct befluit der Staats-Commisfie van Sept. 1784, waarby zy 3eh°r fnn heï onwett kRegeerings-Reglement ontzegd hebben ; echter den Eed op het on^"'fe f t £ * onder we]ke minderheid ook dc heeft eene ^«he^ tegen ftrydig de Nieuwaangeftelde Raad Udft was a d * / weder nieuwe redenen billyke Verzoeken ^r Burfeery^ wence g ongcnoegen, hebbende T ^agnók"betuigd datïy zodanige Leden, welken^ zich in den Eed op dezelve ook betJ»gQ »dL * y ,en Goedvinden op nieuw te laaten opneehCt RetSth7e noAX het Reglement van 1674, men, en zich ae mvo m * betreft, te brengen, dezelve Re- VOSr 'Vondt6 f^ffi™EU?S&: en Vooronders van eene genten ^lJ^SoTmi welke ten eenemaal contraneerd, en in zó drukkende Regeering aormPreviiegiën , Handveste» en Gerechveele opz.gten (tijdig ia met ae^rrcv * , q Q kken alle righeden van deeze Landen , «mj hJudenheid Verpligting, vertrouwen , tn zien en bezwooren £ed gaarne zul- welken zy in tegenaeei, g welken met de daad betoonea len toebrengen ^^^^SSStsl^ voor te ftaan: Verklaarde ■de Voorechten en PrevUegien R ]ke b dea £,d van l6„ bovendien tegen alle zoaaniBe »-c«w 3 per-  ( l66 ) pertifteeren, of als voorfis. denzelven op nieuw presteeren, te protesteeren van eenen door hen, voor Stad en Burgery, gedaanen fchaadelyken en drukkenden Eed, om in tyd en wylen door de Burgery op hen te verhaalen al het fchadelyke en drukkende, mitsgaders alle verdere "■evoigen, waarin de Burgery door hen, met het voorftaan van dat Reglement, eenigzins zal zyn gebragt geworden; zo als zy ook vooraf tegen de vervulling der vacante plaats van geweld geprotesteerd heeft, en dus de voornoemde onwettig aangeftelde Raad (Odé) daarin ook niet kan blyven. Ten minfixn niet, zal de Utrechtfche Burgery, die op eergisteren zich alles heeft laaten welgevallen, vermits zy toch fuftineerde in haar geheel te blyven, nu conlequent handelen, zullende ten dien einde hoogstnoodig zyn, dat het Concept-Reglement, zo dra mogelyk, finaal vasgefteld worde, en vooraf hoe eer hoe liever die reconciliatie getroffen, en de verdere Zaaken afgedaan worden, waarop de Burgery voor de vastftelling met recht en billykheid geïnfteerd heeft. Men zie dit en nog meer in de Nederlandlcke Courant van laatstleden Saturdag.. " - Krelis.. 't Is indedaad te beklaagen, dat de Volksftem zo weinig in aanmerking wordt genomen in Steden daar de Burgeryen zo veele bewyzen van hunne vertrapte Rechten en Vryheden aan den dag leggen, die nochthans aanhoudend, langs allerlei listig uitgedachte By wegen worden tegengegaan, ter weeringe van derzelver Herfteliing en Handhaaving. Zo lees ik, dat 'er thans in Utrecht nog fommigen zyn welke voorgeeven, dat men van 't Regeerings-Reglement van 1674 niet mag afgaan, om dat de Regenten het beëedigd hebben, en men blyft ftaande houden, dat de Regenten eikander vtn dien Eed niet kunnen ontflaan. Maar hier tegens heb ik UEd. een kleine aanmerking willen mededeelen, hierin beftaande, dat indien men in 1673 de magt gehad heeft,. elkander van den Eed op 't Eeuwig Edict- te ontflaan, zelfs zonder medeweettn van het Volk, men dan nu te meer recht heeft, elkander, met medeweeten niet alleen, maar op aandrang van 't Volk, van den Eed op 't Reglement van 1674 te ontflaan. En indien de Regenten de magt in 1673 niet gehad hebben, om elkander van dien Eed te ontflaan, dan het Reg'ement van i674-vanzelfs vervalt, dewyl dan Willem de Derde nooit als wettig varkoozen Stadhouder heeft kunnen geconfidereerd worden, en dierhalven het voorfchree«èn Reglement, door hem aan de Provincie opgedrongen, van 't begin af aan, (al was 'er geene andere reden,) is geweest nul en van gsen'de aiinfte waarde. Dit heb ik uit de Zuidhollandfche Courant van gisteren. Louw. Och Man! De Werktuigen der Verdervende Hand zyn altoos in beweeging. Maar ik kan my niet begrypen , hoe het zyne Hoogheid van zich verkrygen kan, de Rechten van Vrygebooren Burgeren, door eene Cabaale die hem ten onrechte vleit, tegen te fportelen. Immers behoudt Hy zelf gaarne zyne Rechten , en niemand heeft ze hem nog ontjioomen. Ik kan niet zien dat zyn wettig Gezag 'er eenigzins door lyden loude^ wanneer, hy in een en 't zelfde begrip met braave Regenten en het Volk,  C I<57 ) Volle ftond, dat hv de gebreken mede hielp verbeteren, en tot nut des. Vo L "df de Tandjan het herftel van alle het vervallene hielp flaan. De Pligten, welken hy bezweoren heeft, roepen zelfs hem daartoe en maanen 'er hem ten fterkfte toe aan. Althans dunkt het my vreemd, dat by den Utrechtfchen Burgeren geen permanente Raad zou mogen plaats hebben,ï het, dafde Stadhouder bewyzen konde ('t welk zo met is) het recht te hebben van uit eene Nominatie eene openftaande Raadsplaatfe v herkiezing van Perfoon te vervullen. In Hol and weet ik wel heeft nLir laarIvkfche Verandering van Vroedfchap plaats. Dit zeggen de S?a°a^nJavtyHonand en We.tfee.land «elven in Hun Korte ^gtfj» 't Oude Recht van Holland, met zo veel ronde woorden: „ De Perioonen. /dieTan de Vroedfchap) eens verkoren zynde, dienen haer leven ofPoorterfchap lanV gedukrenoe ; in plaetfe van den genen d.e fterven , ofthaer Ktirfchappen verlaten, worden by het zelve tot haer en gelieve, (NB. N°2ma}M giMevm van den Stadhouder ) gekoren andere Perfoonen, me ^t midden der Burgeren, tot vervulling van 't getal. — Ik weet niet ofdTt van ouds in andere Provinciën, in Zeeland nochthans wel, mede heef plaats gehad; dan ik zoude het echter vertrouwen , om dat de Steden n die Provinciën doorgaans Gemeenslieden en Gilden, hadden, die \tf dè Reeeeringsbeflellicg gekend moeiten worden. Maar met dit alles£ het my8akoof zeer vreemd voorgekomen , dat de Staaten der vier niet peheel overheerd geweest zynde Provinciën door de Troupen van granl» Bk en zyne Geallieerden, in den Jaare 1672, den Prins Stadhouder in d en tvd zo veel hebben toegedaan dat hy over de drie zogenaamde over heerde Provinciën, Gelderland, Utrechten Overysfel, eene geheel mem we en van hem afhanglyke Regceringsheftelling konde maaken, volgens. Seglementennaar den maatftaf van zyne willekeurige Heerschzucht afgcmeeten; na dat het haar byna als eene gunst van de andere Provinciën was toegerekend, dat men haar in de Unie weder aannam als verbonden ?rov Scfën — Maar men fchreef de herwinning derzelve aan Willem, de^HIdcn alleen toe, fchoon hy waarlyk 'er zo veel niet toegedaan had* efzekerWk moeten ten dien tyde de meefte Regeer.ngsleden hem, alsZyne Gunftclingen , te veel ontzien hebben, om hem in ditallesden Mee,- fteKrelise itfSSri Maar fchoon dir drukkend Juk het Volk en deszelfs" Regenten alstoen zo willekeurig als onwettig op den nek is gedongen, is het echter altoos beider Recht gebleeven, en blyft het nog,, S'er weder bedaard en wettig van te mogen ontlasten. Wanneer een, 9Son of Zoons-Zoon na zyns Vaders of Grootvaders dood gewaar worde dat zv aan onwettige Voogden Goederen hebben overgegeeven ter zei. II TimèriSue waartoe zy bv oude Erfmaakingen niet bevoegd waren S wj£i heï velden wYas ïit den aart der Wetten zei ven den Narl f^ het Recht op die Goederen met te mogen onthouden ysytt dan hüS?e NakomïungenPniet volftrekt gehouden hun Recht op die Goe-dan nunne in^u . giramers ia ! — Wanneer een Vorst de confti- S^^^^^^^ o£naar Volk ftond, dat hy de gebreken mede hielp verbeteren, en tot nut des.  C róS ) verandert, ei», in de plaats van die, zulke maakt, die bekwaam zyn het geheele Welzyn eens Volks te vernielen, te vernietigen en de geheele grondgefteldheid van een Ryk o{ Staat om te keeren, is dan het Volk niet volkomen gewettigd dezelve te herftellen? _ Immers ja! — Dit was het geval van Willem den lilden zelf, die ten dien einde zien met der Staaten Schepen en Krygsvolk naar EngeL.nd begaf, om Jacobus den Ilden, dfen Vader zyner Gemaalinne, dio alle de gronden der Rykswetten het onderst boven dacht te wentelen, den Troon te doen ruimen, gelyk hst Willem ook gelukte, waarna hy met zyne Gemaalinne, zy als Koninginneen hy als Koning, in deszelfs plaats verheven werd. — Men zou het dus byna onmogelyk in dien Vorst geacht hebben, dat zytie handel wyze wegens de drie overheerd geweest zynde Provineën, niet geheel anders zy geweest, dan dat dezelve beftaan moest, naar zyn begrip, om de oude en welherbragte Wetten van Vrye Gewesten te veranderen en lastig te maaken voor Volk en Regenten, de Edelen 'er buiten gefloten; want deeze wonnen 'er by, om te meer hunne hoogmoedige en baatzuchtige belangen te doen gelden. — Sedert men weder Stadhouders heeft gehad, hebben deezen tot verzwaaring van dit Juk, 'er fteeds meerder willekeurig gewigt aan gehangen, opdat het byna ondraaglyk wierde, en de Heeren Stadhouders eindelyk het Volk zo verre onder de Knie kreegen, tot dat zy het, met de magt zelfs van hunne Heeren en Meefters, waarover zy het uitvoerend gezag oefenen, en waarover zy het gebied in runden hebben, vooral met eene meerdere onbepaaldheid in tyd van Oorlog, zich zouden konnen verhelFen tot den rang van Alleenheerfchers, en geheel het vrye Vaderland zich aan hunne Dwangzticht onderwerpen. — Herwas dan noodig dat van Stad tot Stad, van Dorp to: Dorp de Wapenen^der In- en Opgezetenen blonken, zo dra men bezefte dat de gevloekte Heerschzucht hét op 's Lands cn der Burgerlyke Vryheid tevens gemunt had. Geene Provincie, geene Stad is hierin zo yverig en te gelyk oplettend geweest dan Utrecht. De Wyk tot Duurfteedfche Regenten en Burgeren hebben hunne Bezwaaren, wegens de Regeeringsbeftelling reeds naar hun genoegen gefchikt, en men iwyfelt niet of de onvermoeide Burgerenen ingezétenen der Stad Utrecht zullen 'er mede wel in flasgen. Louw. God geeve het, Krelis! en een verydeling aan de fnoode Ontwerpen der trotfche Dwangzucht, het zy van Despoten, het zy van Ariftokraaten: Op dat de lieve Vryheid zich weder in haaren ouden luider venoone, en ons dierbaar Vaderland 'heteêlst genot der beminnelyke Eendragt fmaake. — Intusfehen blykt dat deOranjeCabaal van tyd tot tyd verzwakt, zelfs in Steden, daar zy het felst gewoed heeft. Deeze Periode uit het Artikel onder Rotterdam van den ïó Ocxober zal 'er U van overtuigen; dus lees ik: Woensdag zag men hier met veel genoegen ons Stads Binnen- fagt, met de GeJe.puteerden ter Dagvaart, onder eene origineele Rotterdamfche Vlag, zynde Groen en Wit, de reize naar 's Hage aanneemen; een nieuw blyk van de toeneemende betere der.kwyze hier ter Stede by een gedeelte onzer Regenten. — Wiehidde zig nog voor een jaar durven verbeelden, dit Rotterdam de eerfte Stad zoude zyn, welk h«t Prinslyk teeken vsn de toppen der Masten hiarer Jagten ftond wech te laaien ! Krelis. Ik heb het ook geleezen, Vrind! Denklyk zullen alle Steden in Holland en Wesifriesland dit navolgen, gelyk zy mogen, dewyl 'er geen Wei is, die haar verbiedt onder haare eigen Vlaggen te vaaren. Louw. Zo begryp ik het ook. — Nu al weêr genoeg gefprooken. — Vaarwel, Vrind Krelis ! en ILap gerust. Krelis. Ik zeg je dank, en wensch je insgelyks, Louweris. Wel t'huis en groet Diewertje. Ccdrckt '»ï d* Eiyc ét Weé, J, va* EGMONT : op d< F.tfiulki» Brcêftraat, a Amftenlair.  KRELIS en LOUW. N'. 43. 25 October 1785. Krelis Tk vrensch je een goeden Avond, Vrind Louweris! Is 't me-t 1 de Gezondheid nog in orde? Louw Dat gaat 'er nog al zo mee door. Ik kan niet zeggen dat ik fn'st ziek ben: maar zo wat roozig, koortzig en huiverig. Dan ik heb moed dat het fpoedig over zal zyn. Hoe hebt gy het 'er meê? 'Krelis. Al redelyk, Vrind! : Louw. Dat is goed. - Brengt gy ook eenig Nieuws meê? Krelis Wel neen, Louweris! Ik weet van geen Nieuws. Het fchynt met de Republiek, betreffende de Zaaken van buiten, zeer ftil en geheim toe te gaan. Ook verneemt men , dat 'er met die, aangaande het te geeven Antwoord op de Klagtc van Zyne Pruisfitcoe Majefteit, wegens de ïraetenfe verkortinge der Rechten van den Stadhouder, by Hun Ed. Gr. Mo-, insgelyks eene geheime behandeling p aats hebbe. T ouw Deeze geheimhouding zal zekerlyk by den Souverein geoordeeld worden noodzaaklyk te zyn, en volftrekt zyn 'er redenen voor, dh» met eenigen grond van waarfcnynlykheid zouden kunnen gegist worden Het befluit eener Staatszaak van gewigt vereischt doorgaans eene geheimhouding, op dat de Party, tegen welke zy is ingericht, de weeienlvkheid van zulk een Befluit niet by eene ontydige ontdekking kome te ftooren, of hetzelve door fpoedige tegenkantingen, ra deszelfs uitwerkingen krachteloos maake. Ondertusfchen zal ik my met geene verdere gisfingen uitlaaten. - Maar het verwondert my, dat de Prins Stadhouder ecen meerder zucht voor den Haag zyne Geboorteplaats doet blvken, als hy fchynt te doen: Want ik lees wel dat hy nog voor het einde deezer maand met Gemaalinne en Kinderen uit Leeuwaarden zal vertrekken; maar men voegt 'er by, dat-die Vorst en Hoogstdeszelfs Viimlie zich van daar naar Groningen, van daarnaar Drenthe, en vervorens naar het Loo zullen begeeven, om er een groot gedeelte van d?n Winter door te brengen , hoe weinig ook anderszins dat, in een bar en eenzaam oord afgelegen, Lusthuis tot cen Winterverblyf fchynt gc- ^Siï Z>De Heer Stadhouder zal 'er zekerlyk zyne oogmerken mede hebben.' Misfehien verveelt hem het Hofgewoel, en de meerdere bcSnmmerinK van Staatszaaken in den Haag, daar hy op het ftille Loo zo fterk niet door bezig zal worden gehouden, en in rust zynen geest vörrVr^en kan Het Buitenleven heeft zyne aangenaamheden zelfs des ?v°nrVrs Zvne Hoogheid kan zich daar ook beter met de Jagt vermar* Wo dan elders. Maar, wat anders. Schoon men juist van geene hÏÏtênlandfche Zaaken fteeds echte berichten ontvangt, en vooral van vS* Aie door den Tyd ontwonden moeten worden, kan men echter ui fomu^ ge tydingen opmaaken , dat 'er in Duitschland Zaaken van gewiVt ft™n te gebeuren , die mogelyk zich eerder zullen openbaaren dan men wel gedacht had. Ik vind aanmerklyk deeze tyding.  ( 17° > Uit het Oostenrykfche den 7 October. Den 5 deezer ontving de Rusfifche Ambasfadeur, Prins Gallitzin, een Courier van Petersburg, welke hem nieuwe Inftructiën en een beftemder Antwoord bragt op de Voorwerpen , welken hy onlangs aan zyn Hof medegedeeld had. Den volgenden dag had de Ambasfadeur eene lange Conferentie met den Prins van Kaunitz, in welke hy hem kennis gaf van het Antwoord vaö zyn Hof, op de Deelaratie, welke aan hetzelve gezonden was. Offchoon de inhoud van dat Antwoord niet publiek gemaakt is, zeggen echter Lieden, die 'er vaa onderricht kunnen zyn, dat de Keizerin daarin aan den Keizer nieuwe verzekeringen geeft van haare oprechte en onveranderlykc verknochtheid aan en het deel, welk zy neemt in de belangen van het Huis Oostenryk, die 'zy altyd als haare eigenen zal aanmerken. Zy betuigt, dat ingevalle Zyne Keizerlyke Majefteit lust mogt hebben, om bet Ruilings-Ontwerp van Beijeren te hervatten, zy zich verbond, niet alleen om het met alle haare magt te onderfteunen, maar ook, om in allen opzigte de Pligten eener goede en getrouw© Bondgenoote te vervullen, byaldien de tegen, kantin- van het Hof van Berlyn eenen Oorlog met die Mogendheid zou ■verwekken. En daarenboven, dat, indien Frankryk en Engeland hierover de Wapenen tegen elkander mogten opvatten, Haare Rus-Keizerlyke Majefteit aan den Koning van Frankryk belooft, de Engelfchen op geenerlei wyze te begunftigen; maar dat zy integendeel, om de edelmoedigheid des Konings van Frankryk met wederkeerige dienften te beantwoorden aan alle de Franfche Schepen, welke in haare Havens aan de Zwarte Zee' /gelyk ook in die v.an haare overige Staaten zouden inloopen, dezelfde befcherming en dezelfde voordeden aanbood, die de Rusfifche Schepen in de Franfche Havens genieten." Men zegt,, dat de Engelfche Ambasladeur te Weenen , Ridder Keitli, aan-aande deeze Declaratie der Keizerin van Rusland onderricht, terftond eenen Courier naar Londen afgevaardigd, heeft, om 'er aan zyn Hof' kennis van te geeven. Althans dat 'er een Samenvoeging van verfcheide Duitfche Vorften 1 plaats zal hebben,, en van welke de Koning van Pruisfen het Hoofd is,, daaraan wordt niet meer getwyfeld. De volgende Periode onder deni Haag van den 23 deezer, geeft dit genoegzaam hiermede te kennen. Naar men van Kasfel verneemt, is de Baron van Wittorf, van daar: naar Hanov.er vertrokken , om aldaar uit naam van den Landgraaf, zynen) Meefter , eene Commisfie uittevoeren. Daarna moet hy zich naarBerlyni be-eeven, om, aldaar eene dergelyke Commisfie te volbrengen, en mêni me°ent, dat de eene en de andere haare betrekking heeft op de bekende: Asfociatie , en dat die Minister de Accesfie van den Landgraaf tot de ge-melde Asfoeiatie aan de twee voorfchreevene Hoven overbrengt. Louw, Dat het ook zeer waarfchynlyk is, dat de Keizer eene ruiling^ van Beijeren voor heeft gehad, of nog heeft, biykt, zo de fpraak gaat,, immers uit den inhoud der Depêches, welke de Keizerin van Rusland: aan Haaren Ambasfadeur te Weenen gezonden heeft. Dit zult gy zeker-'ivf onder st leezen wel hebben opgemerkt, naardien die Keizerin dena Kei.*.  j 1,-1 mIL tp nnderftcunen, indien het Hem Keizer 'aanbiedt hem met ^^SU. By gevolg ia «^«01^^'^.. •« V* vetdet geeoeont- kennirig meer kan dulden. nordeelen. Maar mogelyk zal de Ver- Krelis. Men ^hetmjf R : onv geheel Duitschland bindtenis van zo ycele %ksvalUen Cn Duitfchers tcgerf niet door eenen allerblocd S^n u° Ontwerp weldoen laaten fteeken en Duitfchers in 't harnas tejaagen,,aue/ tdieMODarch het door ÏSSS liet Seniètdmisf n ^o alsdan'zal & gfheele Duitfche Bodem in hec yzelykst Kvygstooneel v^en; ■ ^ ^ Louw tiet zou er m te v * ver ^ mede in die Verbind. - 'er voor bevreesd, fin wmui Engelfchen by de Keizerin van 5,5. hegeeven hebbende , ™™ "^g1^ Natiye e„ de Branfcfaca Rusland, die deswege, « Oor o jn de ^he Havens fchynt te verzien, geen zo we^ ^ ^ Franichen, alsdan en Staaten blyven , als ^^htM die zwaare Plaag der Europeefcmr hunne Vyanden.. God vei noeac Waerelddeel zou dezelve dan niet. Volken! Want welJ cent N^meen Worden, zelfs ons reeds afgefolterd tl^^ ^^^^9^1^ 3lmCde ^ §S inSCWlkkd kTel,isgerzSên wy dan ook iets met den Twist tusfchen de Duitfche Vorften "en den Keizer noodig hebbe^fc 0ö2re Stadhouder heeft ook Louw- Misfehien meer fan gy den Kt un ^ rpany verfcheide B"^^^^ SJ niet tegenvallen. Wel is waar zoude kiezen; het wuisuic^c « ,£ b ftand van onzen Staat kuff- 5at deeze Bezittingen «e^c^g^S5e» In dS geval met de Zaak verleaen vorderen , maar men <^%Mk%£9 een geallieerde van Frankryk gen zyn , te me^\f^J\Zz Engeland in Oorlog geraakte; want im*as geworden, en dat K/k m s behandelen, rners zouden de Brit cn ons üa cn Schad e„ denk lk,r Krehs. GY ziet ^rat at ce_ Louweris! Immers onderftelt men op voor beftaanVyke Wee«m^£,J7ekfte Maje(tcit zich geheellvkburbetere gronden, *"ffiL ™dl houden en alle poogingen aanwenden omten zulk eenen Oorlog zoude Jbemiddeling van de ftryals Scheidsman tusfchen bemen fe voIftrckt OHZyd,g blyven. dende Pwtyen•.alsdan ^onze p ^ de toedrag[ d£J. Zaaken te. Maar genoeg hiervan.. U Louw? Ik lees 'er het volgende van in de Nederl. Courant van heden.,- onder hét /«ikel> . f rich een Commisfie üiftSeconftitu*- Utrecht den 21 Uctooer, neucuu^ „  C 172 ) .eetéen en Gecommitteerden vervoegd by den Heer PisefiJent van de Commisfie der tien Heeren, om in naam van de Burgery te inftecrei», dat Hun Ed. zo ras mogelyk rapport geliefden uittebrengen, op de den 7 deezer in hunne banden gefielde Coofidèratiën federt de Publicatie van den 15 September ingekomen. Hoe zeer men weet, dat die Gommis fi-j niet eensdenkende is, en het gewigt van het Jaar 1674, een en ander van die liSden drukt, vertrouwt men, dat, om aan bet verlangen van de Burgery te voldoen .aanftnanden Maandag door die Commisfie een rapport in de Vroedfchap zal uitgebragt worden; immers 'er is, zo men geïnformeerd wordt, niets in den weg, dat zulks zouüe verhinderen, ten ware het overwigt der bezigheden van de Heeren Secretarisfen van de Policie Hun Eds. zulks belettede; d,.n daar wy een zo extraordinaire bekwaamen tweeden Klerk van Policie voor weinig weeken bekomen hebben, om den Heer Odé te remplaceeren, die een ongemeene vaardige Pen fchryft, twyfelen wy alhier -niet, of in het geval dat de Heeren Secretarisfen mogten verhinderd zyn het »oorgèinelde rapport te vervaardigen, hetzelve alsdan door hem zal worden in gereedheid -gebragt, om een proef van zyn bekwaamheid te geeven, en de eer van zynen Promotor den Heer nu Oud-Burgemeefter van Musfchenbroek op te houden, als die zich byzonder beïeverd beeft, om niet dan Lieden van bekwaamheid te begunfligen. Wy verwachten dan alhier het evengemelde uittebrengen rapport, in dat vértrouwen dat ''er gelyktydig een Vergadering van de Vroedfchap by continuatie van de extraordmaris befchryving zal belegd worden, om daarin op de gerapporteerde Poinöen te deliberceren en arresteeren; on nog voor het einde van de toekomende week een flnaale afkomst van onze Stads Bezwaaren te bekomen, en door de zo lang gewenschte invoering van onze Stedelyke Regeeringsforme den grond tot eendragt, rust en herftellipg van een algemeen vertrouwen gebooren te zien. Krelis. De Hemel geeve het! Ik twyfel echter rog zeer fterk aan den goeden nitflag dier zo l.mg gewenschte Zaakj en vrees met reJen dat het uit te brengen npport niet zo fpoedig te voorfchyn zal komen, cn koomt het eindelyk a! te vooifch>n dat het dan nog veelszins niet naar der Burgeren genoegen gefchikt zal zyn Wart van tyd tot ryd blykt het ten klaarde dst en Sradboudersjrezioden en Ariflokraaren ter wederzyde hunne dryfveeren doen werJten, om' het Werktuig van WiliekeÜTtM Magtoafening aan den g.mg te houden, en het geduid der. tot nu nog bedaard voortgaande, Burgery tot wanhoop te doen overflaan, of haar zo moedeloos te maaken dat zy het hichje laat glyden. ' Louw. Dat vertrouw ik zal nooit door de Utrechtfche Stedelingen gefchieden Indien zy in 't geheel geen kans zien, om door billyke bemoeijingen hunne verwante •Rechten te doen herftellen, zal het noch wanhoop, noch moedeloosheid zyn wan. neer zy de Müjefteit des Volks voor hen doen fpreeken, op eene wyze d e al het *Ohbéftaanbaarë met haar Recht, wel uit cen weg zal wecten tcruimm. Maar'tismeer dan hoognoodig dat 'er een einde aan hunne Bezwaaren koomt, eer geheel ons Neherland 'er mede gemoeid zoude zyn. Het is onmogelyk dat de Zaak ksn blyven -fieeken. Zo de Utrcchifche Burgers geer, herflel van hunne Rechten zagen, Weedün al het Volk van Nederland! Eer het zyn onheil merkte, zou het zich aan eene dubbele Slaverny onderworpen z'en : Aan de eene zyde door Stadhouderlyken Dwan» aan de andere door willekeurige verdrukkingen van trotfehe Edelen en' heerschzuch■tige Regenten; en zulks toe te liaan, daartoe is het Volk van Utrecht te veel veracht Krelis. Indien het flechts eendragtig blyft, dm zal het mag tig genoeg zvn, om den Zegepraal der goede Zaak te bewerken. Jk hoop en wensch het hartgrondig. — Vaarwel, Vrind Louweris! flaap gerust. Louw. Ik zeg je dank, Vrind Krelis! en wensch je 't zelfde. L-ef gezond ' Wel t'huis, en dc groetenis aa.il Grietje. Cróiulu by d* Erve de Wed. J. vak EGMONT7^~dcReSalieis SieêfUaat, te AmnttdaïvT  LOUW en KRELIS. N°. 44. 1 November 1785. Louw. goeden Avond, Vrind Krelis! Is 't met het LigchaamsgeVjr ftel nog in voeglyken we'ftand? Krelis. Naar wensch, Man! Zyt gy uwe Roozigheid en Koortzigheidkwyt? . ,, ... Louw. Ja, Vrind! Ik ben weêr volkomen fnsch, Krelis. Wel dat is goed, Vrind Louweris! Dan zult gy ook wel lust hebben om my het een of ander, dat eenige aanmerking verdient, te doen hooren. Louw. Juist dat verwachtte ik van u. Krelis. Het kan waar zyn. Maar wat toch is 'er aanmerkenswaardrg dat het tegenwoordig Tydsgewricht oplevert? Ik vind niets in de alomzwc-vende Dagpapieren dat 'er naargelykt; ten zy men de Beantwoording ■des Keizers op de Verklaaring Zyner Pruisllfche Majefteit voor aanmerkIvk wilde houden, en dan zou vooral die Verklaaring mede en wel te recht aanmerking verdienen; want immers ware de Onderhandeling van het Hoofd des Duitfchen Ryks met den Keurvorst van Beijeren, wegens eene ruiling van dat Hertogdom, niet openbaar geworden, had de Pruisfifche Monarch dezelve, hoe geheimgehouden, niet ontdekt, fchoon ze eerst ontkendis, doch nu door den Keizer zelf genoegzaam openlvk wordt beleden, en wel als een Zaak, die, uit hoofde van Bloedverwandfchap, mag gefchieden, zonder de Grondgefteldheid der Rykswetten te krenken. Dit geval, herzegge ik , zou het meest merkwaardigfte zvn dat ik weet onlangs door den Tyd den Volken voorgefteld te zyn. Louw Wel nu, Vrind! Deeze Zaak is immers gewigtig genoeg om ■aaneeme'rkt te worden als een zonderling Ontwerp, dat echter van 'sKeitrrs zvde waarfchynlyk doorgezet zal worden ; en in dat geval zaldeKoTtina van Pruisfen, als het Hoofd van eenige faamverbonden Duitfche Vorften die het, nevens dien Monarch, van belang voor de Grondwetder Duitfche Vryheid en Veiligheid reekenen, niets onbeproefd laaten nm rulks te beletten ; zo'dat men reden heeft te vreezen, dat van zodanig Pene ruiling welligt een bloedige Oorlog het gevolg zoude kunnen zyn. MIS fchrvft reeds uit Weenen, dat men daar, wat Pruisfen betreft, op file eevallen bereid is; waarby men gelooft, dat, wanneer de ruiling met rtpiieren werklyk tot ftand mogt komen, die Zaak van den Keizerlyken vfnr zo voorzigtig zal gereguleerd en aangelegd worden, dar Pruisfen bezwaarlyk moeds genoeg zaï hebben, om de Wapenen optev^ten Ten minfte, naar men daar verneemt, zou Pruisfen in het Duitfche Ryk geeAanhangers meer vinden. Vrelis °Men heeft echter nog grond van hoop, dat het tot zulk een uiterfte wegens deeze Zaak niet komen zal; daar men onderfteltdat^Zyne  ( 174 ) Pnmfïfche Majefteit reeds genegen is de Bemiddeling van den Allerchris- i f rlon Tfnninfr ter beflisfchinge derzeive aan te neemen. teKw Wenïchïyk ware hef dat dezelve beide Partyen tot genoegen rorurt ftrekken. ter voorkoming van eenen feilen Kryg, die den Duit?E n Sm tot een gruwzaam Tooneel van verwoestingen zou maaken. Maa hot iT h?t cïana gefteld met de bekrachtiging det Vredes-VoorMaar ""c , Keizer, ons Gemeenebest betreffende? is Deeze bekrachtiging, of ratificatie fchynt by den Keizerlyken Ambasfadeur te Parys nog eenige zwaarigheden te ontmoeten. Althans dus fchrvft men deswege. - GralenhJe den 3often October, Men wil hier, dat 'er tyding is,. Hat de Graaf de Mercy, Keizerlyke Ambasfadeur te P^arys, geweigerd hebben de Preliminairen te ratihceeren met de bygevoegde conS voor Holland, welke laatfte men wel wil laaten aan het onderzoek in de Conferentiën , die men by 't reguleeren van het. definitive VredesTraftaat zal houden ; maar nu wil men voor eerst van 's Keizers zyde niet Srder goedkeuren/dan 't geen den 20 September te Parys door de wede zvdfche Ambasfadeurs geteekend is. Men denkt, dat die by de naafte HoTlIndfchei Vergadering aanftaanden Vrydag, zal worden uitgemaakt, ?n eez ook Sne zwaarigheid zal maaken om het te vinden, alzo men ZegfheTzekergfs, dat in de§ order tot ratihceeren niet gefteld is, datzulks huiten dien niet gefchieden moest. ..... , . Louw Men kan van den grond deezer zwaarigheid niet oordeelen, dewvl de waare inhoud der Vredes-Voorbedingen niet algemeen bekend ïvn • maar betreft dit punt de geheele vrye vaart door de Schelde en langs Sr Staaten volftrekt eigen Grondgebied naar Zee;, dan zou dit echter,. mVns bedunkens, zulks toegedaan zynde, ons tot een zeer nadeelige inwilliging ftrekken, en den Staaten tot iets-hebben doen befiuiten, waaraan eene volfttekte ontzegging had behooren gehecht te zyn, dewyl men li2telvk de knellende gevolgen 'er van voorzien konde. Dan laaten wy de fchikking, by het te bepaalen Vreêverbond in acht te neemen, niet vooruitloopen en liefst vertrouwen, dat 's Lands Vaderen het heil des Volks wel naauwkeurig in 't oog zullen houden en zo veel mogelyk yvelig betrachten. De Tyd zal eerlang ons heldere blyken van de uitkoomst der Zaak voor oogen ftellen. Frelis Dat is zeker. Ondertusfchen blyft het een volkomen waarheid dat ons Gemeenebest by de Eifchen des Keizers en het involgen 1 van fommigen derzelven veellydt, enraooglyknogmeerkan lydem Maar de Binnenlandfche Omftandigheden lieten in de tegenwoordige woelin-gen en «ezochte omwentelingen van gronden en vorm van vrye Staats-en: Stads Regeeringen niet toe, om de voorgenoomen Aanvallen van eenen 1 ma"Ti"en Vyand af te kunnen keeren , daar de éénsgezindheid van binnen; bv het Volk niet heerschte. Het ware wel niet onmogelykgeweest, date g£ hec openen van een Krygstooneel door den Keizer, de Binnenlandiche; ^artyen zich vcréênigd hadden; maar op welk eene wyze zou zulks'  C 17 .T ) hebben moeten gefchieden» Immers op geene andere, dan die volftrekt' den ondergang der Gemeenebestgezmden zou met zich hebben gefteept, en daarenboven nog waarfchynlyk den voortgang der Keizerlyke Benden on onzen Bodem niet hebben kunnen weeren. En ware du al eens boven verwachting gefchied; ZyneHoogh., onze Capitein-Generaal, als Opperbevelhebber over het geheele Leger van den Staat, en deszelfs Krygsmagt, zou alsdan zekerlyk op eenen hoogeren toon hebben kunnen fpreeken, en wie weet, daar Willem de Derde reeds een onbillyk misbruik maakte van de overheering, doch weder ontruiming der drie Provinciën, dooi-de Franfchen voor ruim eene Eeuw; wie weet, herzegge ik, of Willem de Vyfde alsdan niet op gelyke, zo niet nog heerschzuchtiger wyze met Holland en alle de andere Provinciën zou gehandeld hebben, t welk thans echter door eene Vrede met den Keizer en een Verbond van Vneudfchap met Frankryk zal worden voorgekomen. Louw Het is ten minfte zeker, dat de Oorlogskans onzeker is, en dat Oorlogen van vroegere Jaaren, of fchoon der Staaten Legers onder, vroegere Stadhouders zegepraalden, het Gemeenebest door de grooteSchatten, die zulke Oorlogen kosteden,. werd. uitgeput, en waarvan den Capitein-Generaal met deszelfs Huis en Nakomelingen alleen hetffenot van luifter en voordeel vonden, in het winnen van Steden buiten den omtrek van 't Gebied der Provinciën; welke Steden zy wel zorg droegen dat hun gezag voornaamlyk onderworpen wierden, mooglyk wel met inzigt om, wanneer ze eens hunne Magt volftrekt konden doen belden, aan 't hoofd van het Volk der Staaten, de Staaten en Steden delven in hunne eigene Previncisn te dwingen en de wet te ftellen; gelvk men althans een dergelyk inzigt aan Willem den Ilden, in zynen aanfiag op Amfterdam, zonder eenige bewimpeling mag aantygen. Derhalve zou in geval van eenen voordeeligen Oorlog zelfs de Burgerlyke Vrvheid den zwaarften fchok bekomen hebben, en alles zou aan het beleid des Opper-Legervoogds door zyne Aanhangeren, hoe weinig deel hyv ook in de uitvoering zou mogen gehad hebben,- toegefchreeven worden.- Krelis. Ta, dit kon het gevolg onzer Overwinningen opBuitenlandsch geweld geweest zyn; ook kon het daarna nog wel een Burgerlyken Oorlog van binnen veroorzaakt hebben. Even als toen een Cezar zyn Overwinningen op uitheemlche Volkeren voltogen had, en door het te onderbrengen van de oude Vryheid, Romeinen tegen Romeinen in hecharnas joeg, opdat hy de Spreuk divide et tmpera, ( verdeel_en heerseb ) fn zvn Perfoon als volftrekte Dwingeland van 't Roomsch Gemeenebest en Volk zoude mogen bewaarheden. — Men zou kunnen tegenwerken dat de Provinciën, die het Bondgenootfchap onzer Republiek uitmaaken, die uitseftrekte magt van onaf hanglykheid van haaren Veld», heer niet te vreezen hebben ,. dewyl deszelfs belangen met de vrye Staatsregeering famenloopen , en dus geene affcheunng van dezelven ooif te ve moeden is. Maar zyn weleer alle vrye Gemeenebesten door hunne ■ eieen Veldheeren en hooge Staatsbeampten niet deezerwyze overheerd* geworden? De meefte Republieken in het oude Griekenland hebben dn  C i7c ) a 'A t-at moeten ondergaan. Die van Ita!5en in laatere Tyden almede, en das (lelie rrie; ( h„r on-ier hei onmoirelyke, dat ons Gemeenebest zylk een allerongelukkigst Lot SSéfhSzÏSK en troifchen Staatsdienaar , Leger- en Vlootvoogd niet tetöafentoo tyde' mede zou kunnen beioopen; en dit ongeluk is mees.den Vryen Vo'ken in tyden van Oorlog overgekomen. Een Vrye Staat moet derhalve wel toeri^Ltt ze niet te veel magts hechte aan hooge Bedieningen van Aanzienlyke of Vorflelvke Perfoonen ; want dat dezulken altoos naar vermeerdering van gezag trachtenÏÏo natuurlyk als het behaaglyk is te heerfchen, en geen tegerfpraak te dulden en onderworpen fe zyn aan het bevel van Volksvertegenwoord.geren hunne Meeai onderworpen^ y afgeweeken: Z:,l de Burgery yan Utrecht dat der Kerlvke 'Vryheid krenkend en der Regenten Tang verdrukkend Regeermgi. Reglement haar door Willem den lilden in 't Jaar 1674 voorgefchreeven en opgedrongen, enTdóor volgende Stadhouders meer bezwaard dan verligt, uit de Waereld krygen. Louw. Betreffendè fommige punten niet, zou ik denken; even we is er hoop dp Jrander Reuiement van betere fchikking; waarmede men onderftelt dat de Burgeren lier Stad te weden zullen zyn.; en men verwacht dat zulks eerlang zal plaatshebben;. Kt» is 't Is te hoopen dat het genoegen aldaar de Eendragt tusfches Burgeren en Beeén en moge herftellen. en het misnoegen, thans billyk , voor eene gewenkte vol- Er" l wvken. Ondertusfchen zyn die van Wyk te Duurflede verder ge- S1 en, zo Regeering als Burgery, heeft daar gehandeld op eene wyze , d.e terftond. het kwellend Reglement vernietigd heeft, door de onmiddelyke in plaatsftell.ng;van 'ander, dat met de aloude Rechten en Vryheden der Stad beter ftrookt; ea 't welk rien é-nftemmig beëedigd heeft; doch 't welk geheel ftrydig is met den fmaak.des; Stadhouders en de, Leden der Staatsregeling in de Provincie Ter welker oorzaak© ^Stad Wyk zich dan ook voornellende, dat zy in gelyk geval als Amersfoort kunnende ^raaken byftand verzocht heeft van de Steden, waar men het oude Vrye boven de wXkeur van onheftaanbaare indringen (telt; hebbende zy zich vaste yk voorgenomen, cËweld met" geweld te kecren. Luister, Vrind Louwens! wat ik deswege m de f?w -r 1- r™;««' viïdeezen dae gemeld vind. Dus fctvyft men: am/mrnoD m°!£Ïé^ Kzd 4fblnnent'Leyden eene EXTRAORDINAIRE VERGADEvmc van GEWAPENDE BURGER-CORPSEN gehouden worden, bepaaldelyk.be£hVp=vrn om te delibereéren, over de gefchikifte middelen te beraamen ten opzigte v"n het verzoek om adfiftentie, door die van Wyk gedaan, ingevalle zy mog ten wor- fe" ^vfwvk6 zelve iheefn men reeds de proef genomen van de kleine Inundatie. DeM>!ve is vofawikt-goedr.bevonden, en heeft, te Utrecht geen kiemen fchrik veroorzaakt. Ak de «roote doorgaat raaken te», minnen zes Buitenplaatfen van voorfiaame Utrechtfche wtren"onder .W^er, . Hei jf inïusfchen harteiyk te wenfchen, dat d.e'van1 Wyk; met tn in den, dr'ihgpnflèn nood tot dit uiterfte komen zullen , en dat memand 'dfctóhuld 4 I rieweeten m, K U d-n, vUn hen tot dat uiterfte te brengen." Louw Wel zo! wt.-l zd'K'reliis! Dit laat zich geenszins eendragtig aanzien; Waren dé WykeYs toch maar zo fchielyk niet geweest. Krelis Zy zullen tot het uiterfte- niet konien, dan -aleer zy door geweld 'ertoe Stöwonèen wdrdériM Warom dan ni^nsvBabucii's- c ■. 9% t* ïZw -i't I's'ie-U^nfchsn darzulks-niet gefchiede'. Vaarwel, Vrind Krelis! • . Krelis.' Insgelyks, Louwerts! Wel t'huis eg groet Diewertje; flaap.gerust. j ' "lËedrukt by de Erve de~Wbd^w7TACOBUS van EGMONT? op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  KRELIS en LOUW. ~ " " n*. 45- 8 November 1785. Krelis p oeden Avond, Vrind Louweris! Hoe hebt gy 't met den Louw. A^el rTeMan van Gezondheid, Vrind Krelis! Hoe heibt gyKreHsmAl?rneê nog ftisch. Weet ge my het een of ander Nieuws te verhaalen? d ldcn dat VOor Nieuws zou kunnen Louw. Men Kan no^ dc" Zaaken niet den Keizer nog zo doorgaan. Veelen vermogen' ^ h t heeft. Dlt yer- fchoon niet ftaan, als menwe. ver P. fi Bdj d* x d ^ rasch ot moede* fteunj jggjgj ^^Ai^t^TTcljnlYk, dat de waar of va sch zal ™^cn. un< uia niet bevestigd is; Bekrachtiging der Voorbed^ worden> Men C M ÏÏwat 'erSS^ Onderhandelingen tusfchen Frankryk en de Rewi pok dat er gew.» fa wegens eene door het beste ge- rte dïr Nat? ïo lanrgcvvenschte'wedlrzydfche Verbindtenis, die deelte der JNatie ^ Ia hPnaaline der Vredesgronden haar beflag zoubedan tevens met de vaste bepaahng der s, g omftandigheden, die komen. M«™g gt "He. opu^ ^ dgwy ^ de oogen ^n,^f/n-geenWeeken van Parys komen, niet als aaa Zyn Exch,f' dlC^ M r de V ac, Amba.f/deur van 't Franfche Hof, worcellenties den Mwqu» de v er^' eenige Leden van de Regeering den g^dre**erdd^ worden gehouden. Zo men ver- communiceert door men die » ^ g hooJMOn d Franfchea zekert, is n<-c uc ™ h . d anderen naar Amfterdam, Haar- fenfefeïïge anderè^Sen de in onderhandeling zynde Zaaken is geweest. het fchrvven van Antwerpen moeten oordeelen, Kï/1^ i nnfoo drin«nderVunten ftaat, als men reeds opgegceven 5" * ter^beflSng vS '? geFchil met onzen Staat. Althans dus lees & Haarlemmer Courant var^deezen dag. ^ ^ b3e?el gebïgc om het vertrek der Oorlogsmunitie naar presfe hiei het Devei g | jën naar de aangeweezene Guarnizoenfce Magazynen, en van dggjf v de paarden der officieren, der Plaatfen, gelyk ook de verso op £ verlof aan Officieren Artillery- en Munitie-Wagens ^ ^ ^ uq_ tC gCeRv^'d-u onvernacht Nieuws willen fommigen verzekeren , dat ten ne?« n Tvdè Stafettes naar Luxembergen elders zyn afgevaardigd, met SÏM« voS £ Keizerlyke Troupen, om niet naar Duitschland te  ( «78.) rug te marcheéren._ De Prins de Ligne, Commandant deezer Stad, is-• 'gisteren met allen fpoed naar Brusfel vertrokken, van waar Zvne Hoogheid, als ook nadere opheldering aangaande den toeftand der Zaaktn, ten eer tien te r'ti'g verwacht wordt. Louw. De Hemel weet, wat de fcMkVtng dier Zaaken den Staat no.<* zal kosten ! Krelis. Men mag 'er zich zekerlyk we! over bekommeren, er. 't mu wel kunnen-waar zyn , dat 'er een lpaak in 't w'iej was geftooken , radia* nig dat de voortgang der Vredeszaak, zo niet verhinderd, ten niir.Ue'Ü1 herder vertraagd wierd. Laat ons echter den besten uit/lag 'er van hoo~ pen. De fchrandere en nutte zorg onzer Landsvaderen zai, gel vk'een ieder vertrouwt, het Belang en de Eer der Naiie, door onbevoegde en geheel der Republiek fchadelyke opofferingen, niet fpiilen, gefvk zy ook zulks volgens Pligt en Eed niet vermogen te doen/ Stoort Oós'ten'ryks Geweld, door te vee! te willen, de oprechte zucht tot Vrede ml-t de Republiek, deeze heeft dan zekerlyk de grootfte reden, om met dema^t" die God haar nog gelaaten heeft, zich tegen alle gewelddaadi«e en on! rechtvaardige onderneemingen te verzetten. Dan God verhinde-re het zo Verre te laaten komen, en geeve de beste middelen ter vermy dinge van eenen bloedigen Oorlog, den Bemiddelaaren der Zaaken Zyne Merchristeiykfte Majefteit, eh derzei ver groote Staatsministers/in hun begrip en- harten. Maar m welke omftandigheden bevinden zich thans de Binnenlandlche Zaaken? Louw. In zulken, die nog op verre na de Burgerlyke Vryheid niet begunftigen , en dagelyks de Heerschzuchtige begrippen der Burger drukkende Heerschzwcht, zo wel in de handel wyze van An'ftokraaten als- Despöoten, die den aanhang van het Monarchaale uitmaaken in -s2ve . «n H L ■ Provincie, Smten van Holland en We'tf™^ zelf we, uw geSct;n |ISo«S|iSS« Want.zekerlyk hebt ^Lo?wel Wefnu ja, Krelis! Ik weet ook wel wat ik 'er over denk. :Zeg my uwe ge dachten 'er eerst: eensover. eerbiedig is, zon- Krelis. Ik denk dat du Antwoordu3u^°0|ePde zuiverfte en,krachtig. der bedekt of vleiend te weezen ,' "fk-?eld»Pvoorheen door H. H. Mog. #e conftitut.oneele waarheden, we kA^fSJ van den .o AUg.. 17.84 de Algemeene Staaten in ff^^^^S Waarom Hun Ed. Gr. aan den Koning van Pruisfen zynW^fg gc&rngtn. Maar laaten *ttÜSfi » èSf» Souvereins zelf eens • V , L;»n Dm luidt het: • ■ " •" .n*aaar>ino ew. * nafta eM' volkomen «n«en. Du ; matnet ^ Doorluchugfte Groou™6»oK^ l8 W.voarledmmaaqd September, Wy hebben wel ontvangen de Misfive van..den 1au biet dan met #S het Uwer ^^eit behaag^ p en 'het grootfte genoegen daaruit gezien de ve rnieuwue\ vwarvan onze'Pro- iuentie van uwe Mdeftéït voor g^j^SJd^ de w.v-rdy fa£deeze ' vincie een voornaam gedeelte uitmaakt Wy^nneu a ^ vriendfchap en wel wdtenhe.d, #JWg2S uVe M..jefteit óp het pteg'den ftellen, en onze welmeenende erkemen ^a^oor (la£ on?e s.:aat. »og jajige t'gfte te betuigen, te-gelyk met ors vu ng ve.lang • — D naar maate daarvan aanhoudende: aangenaame onpJ^ d sSie van Uwe Mueftcit tj zui- 0pze zucht tot geweest, wanneer wy uit verder is, naar d.e maate zyn wy ,Q me"f voBornaarne aanleidende oorzaak tot het de voorfz. Misfive hebben ontdekt, dit c«^JJgg die nien aan Uwe Maje- fchryven van dezelve gelegen geweest W^Wfg* Heer van Orange met lleityfchynt te hebben gefuppedueen ?]*^f^f:$ de Charge van eenen alleen ontnomen zouden hebben iets, t g^" ""''^ ma-r als of de gefteldheid van Edhouder ^pjtfin^^^*^^.^ iiet inzien alsof Zaaken in ouze Provincie verder zodanig, zyn zouoe, Vo„rcohtcn Vaa het Erf- men welgemelde Prins van de wezcndlykfte en t-w.,"* ?> ^  C 182 ) Jhdhouderfcftsp, het eene voor en het andere na, trachtte te ontzetten, zodat hem met dan de bloote naam en bet fcbynbeeld daarvan zoude worden overgelaaten : op welke aan Uwe Majefteit tougeKomeno Berichten dan ook de verdere inhoud der voorfz. Misfive gebouwd is. — Voor zo veel deeze aan Uwe Majefteit gefuppëditeerde Informatiën in oen generaalen en ongederermineerden voordragt van. ZaaKen uitlaopen is het ons niet wal mogelyk om dezdve en detail te beoordeelen eu na te «aau, of ook, zonuer ons weeten en tegen onzen wil, hier of daar iets mogt zyn ondernomen, Waarop in t-byzonder by zodanige algemeene voordrag mogt zyn gedoeld';, maar dit kunnen wy Uwe.Mójefteit met eene cordaate openhartigheid, w.wrvan de waarboven van zeiven gelegen zyn in die biHykheid en liefde tot gerechtigheid , welke Uwe Majefteit ons openlys toekent, verzekeren, dat, hoe zeer wy ook overtuigd zyn van «4e noodzaakiykheid tet herftelling van verfcheidene, tot onheil van den Lande thans «rekkende abuizen en inkruipingen, en hoe zear wy ons niet mogen onttrekken om hieraan mede te werken, wy echter nimmer de hand hebben geleend, of daaraan leer>en zullen, dat iets tegen onze gewettigde Conftirutie, of de wettige Rechten van den Heer Prins fcriltadhouder, of van iemand anders, worde vastgefteld. Wy vleien ons ifet deeze onze welmeenende verzekering volkomen genoeg zal zyn, om alle verkeerde indrukie en, welke de voorfz. gegeeven abufive en zo 't fchynt geheel ongedetermineerde luiermanen by Uwe Majefteit mogten veroorzaakt hebben, ten eenemaale uit te wisiehen, en dat wy deeze onze gegronde verwachting ook met even veel recht mogen uulireKken, tot het geene wy uit Uwer Majefteits voorfz. Misfive moeten opmaaken, dat meer fpcciaal aan Hoogstdezelve, en wel zo 't fchynt uit onze Refolutie £? ^Jau^ laalsileden» 's opgegeeven als eene daad van om, waardoor de Heer Erfftadhouder in zyne notoire en indisputable Rechten verkort zoude zyn Naardien wy mat betrekking tot die Refolutie even ftellig verzekeren kunnea, dat noch de mhoud, noch de bedoeling derzei ve iets in zich bevat, of bevatten kan, 't welk in 't minfte met de deswegens gedaane opgaave zoude overéénkomen, of daartoe zelfs relat-e hebben. — Het zyn alleen de Egards voor Uwe Majefteit, die ons tot deeze nadere Exphcanen aanzeilen, fchoon wy anders, indien in eenige discufiën hiervan ons kondeu mlaaten, vry wat meer reden aan onzen kant zouden hebben, om ons gevoelig: te toonen over de denkbeelden welke men aan Uwe Majefteit, ten aanzien der voorfz. onze Rdolutie, fchynt te hebben gegeeven, als waardoor in effeCÏe wordt in twyfel getrokken ot wy die de enbetwistbaare Souverainiteit in deeze Provincie bekleeden. wel bevoegd zouden zyn geweest om tot onze eigen veiligheid en tot demping van op! roerige beweeg.ngen, die onder ons oog zelfs plaats hadden, het Collegie van onze Gecommitteerde Raaden, >t welk uit zyn aart en natuur gefchikt is om daartegen ie waaken. en tot weus- Deliberaties de Heer Prins van Orange mede toepang heeft', te qual,fieeereB, om van de alhier zynde Militie, meestal uit onze Lyfguarde biaande; door het emplo.eeren van Patrouilles uit dezelven, zodanig gebruik te maaken, waar! door de geftoorde Rust herteld zoude kunnen worden. Geenszins kunnen wy daarom ook vermoeden, dat de Heer Prins Erfftadhouder zeifezodanige ïnformatiën, by wege van beklag over ons, aan Uwe M.defteit zoude hebben doen toekomen, daar wy Ui dien Prins a te vett kennis aan onze Conftiiutie en verknochtheid aan de betrekkin/en-, waarin dezelve hem ten aanzien van ons (lelt, moeten fupponeeren, dan dat wy hem m fUt zouden kennen om een diergelyke demarche te doen, waardoor, naar ons in, zien, oe gronden zoulen worden gelegd tot eenSyfthema, 't welk, zo het geadmitteerd wierd, naauwlyks- den Mooten naam en-het fehynbeeld van Souverainiteit zoor Üns zouae overlaaten. By een Vorst, gelyk Uwe Majefteit, d:e de Rechten, onbetwistbaar en onaffclreidelyk aan alle Souverainiteit vastgehecht, zo wel weet té appreeieeren, zouden wy de confideratiëa, waarmede Hoogstdezelve ons wel heeft Z\liw^f' noi0,rDykJnoeten ver]iezen' indiM wy niet voor die aan ons zo indispuwbel toebehorende Rechten met allen ernst waakte, en in tegendeel derzelver aan-» «essen, door Ueaze of „geene fchikkingen oi»tre&t het een of ander gedeelte daarvan-, lis» f  C 183 > Beten verminderen. Om die zelfde redenen vertrouwen wy ook, dat- Zyne Hoort. ceHeer Prins van Orange zelf dit ons Syfthema -zal b.llyken, en zien we. zal willen overtuigd houden dat wy, gelyk wy nogmaals op h«t Plegugftc verzekeren, met m zyn om, ten zynen opzigte, Ce gevoelens van' 8,1 ykheid en Reebtvaard^hed, Waardoor wy fteeds ónze Regeering zoeken te doen caraótenfeeren een.gzms te verr^ochenenWym ,r in tegendeel fets yveriger bedoelen, dan de heilz :ame vruchten te y^SkX, welke de ngtige uitoefenirge en waarneeming der Hooge Ch.rges, c> n on Gemeenebest in 'fgeueraal en in deeze Provincie m YbyzotVer aan weieed 'ehtó PrinsTyr, toevertrouwd, tot het algemeene welzyn van den Lande, en van Ie nlezWenen, Unigzins zoude kunnen produeeeren. - Voor het overige neemen fch P wn Uwe Majeftéft e mogen aanbevalen, terwyJ wy God biddende dat hy de Reuring van Uwé Majefteit nog lange en voorfpoed.g maaken wil, tn de oprechtftefevHenf van eerbied en! hoogachting, de eere hebben ons te noemen, enz fe EenTeder, hoe fterk Prinsgezind hy ook zyn moge, kan mt dit Ant,1 tnnnUliar »ièn dat de Koning van Pruisfen wegens deeze Zaak We°rke^ en'zekerlyk door ztilken, die gaarne; ïaeen dat Hunne Ed. Groot Mog. naauwlyks den blootennaam en het. rchynbe'eld van Souverainiteit vierde overgelaaten; daar zy in tegendeel Voorgewend hebben, op de allerönwaarachtigfte wyze, dat den Pnnfe van Sie betreklyk hetErfftadhoudeifchap, niets dan den blootennaam.^K&M SlSwd* overgelaaten. , My dunkt dat Zyne PruisfiIche MÏiefteit reden genoeg zal kunnen vinöen, om nee gewigi ua ouu..reSe Magt niet afn de^mpten van den Stadhouder, maar van het wet., tS oeftief der Staaten te moeten toeëigenen, en Hoogstderzdver Ha* üg beitier oer o „heden, als onder hun oog gefchied, door delwyM en Befluit om » Stadhouder, die 'er zich met d^ers alleen hapert, 11 Staaten zich genegen toonen. ftrekken, en msf^lfn^^Mm Zyne Hoogheid niet; wanc Maar waarfchynlyk fm.a.t^^^XuipiJgen ais onwettig moeten door dezelve zouden dic abuizen en 111 f b Stadhouder zou- worden verworpen ,al het welke a» J^c ^ föqn?lig de toefchynen als cen verKorting in , o oorfbroaglyke Grondwet- Rechten en Voorrechten- ^tLdn^f ^rmaof zyne' fcwalyk oordeelende ten zou blyken geheel ve^eelfJ^r2en blykty het Recht en de.Magt Begunftigers gedacht ^^^JS^mmmè Gardes Te 'SoS b^offi; indgevol^denReSlutie van den Souverein, des1 ""uw^W fchikfttfS bcwyst dan immers duidlyk genoeg, dat  C 184 3 Stadhouder niets ontnomen is, en dus zou ik durven vertrouwan, dat Zvn- Pruisfifche Majefteit zelf zich van het Recht des Souvereins, entevens van het verkeerd bericht der geenen die het daardoor bewerkt nadeel des Stadhouders voorwenden , volkomen overtuigd zal houden. Maar weet gy cu verder geen Nieuws, Krelis! dat op andere Zaaken vaa 6Xdil.eV5aC,lghetS'is VREDE met den Keizer, Louweris! Althans dus lees ik in de volgende Artikelen. . . '". . ' ïJLitim den 8&Noveaiber. Heden is het Definitief Travaat van Vrede, tusfchen den K«»ei en dê Republiek der Veréénigde Nederlanden, alhier getekend, onderbemiddel,. g enguaramie " önzen Mon ch. De Keizer, een einde -aan deeze Zaak willende maaken , heeft mo de bcpiK d« Rwubliek vodaan, en haare Souvereinueir over de Schelde, voorby Saftingep tot wZee , plegtig erk-nd - Oi langduurig en zcrgelyk Verfchil dus gelukkig tor een goed uiteinde gebragt zynde . Ml nu'ook de lVnegewensehte Alliantie tusfchen ons Kof e» de Republiek eerstdaags tot uand gebragt worden Sommigen meenen zelfs re weeren , dat de tekening daarvan reeds op morgen is vastgefteld. ■VttoJ*t*»*n r4 November. Gisteren nacht zyn alh.er twee Exiraord.na.re Coune.s aangeliernen d" een by H H. Mog. en de anderen by den Marqu.s d. Vtrac Ambasfadeur van Zyne AUe.ch' Majefteit, waarop gisferen voormiddag H. H. Mog. en de Raad van Staaten Extraordinair * "„c,d«d geween. Sedert verneemt men, dat deeze Couriers de tyding hebben aangeoragt, da de Ratifica.iV der Preclinrnaire Vredes- Articulen den % deezer te Fomamebkau gefchied .S i en lat de Schelde, van Saftingen tot aan de Zee, ingevolge den mhoud van 'tTiaftaat van Munfler, »oor de Oostenrvkfche Nederlanden zal gellooten blyven. . Louw zeer gelukkige uitwerkinge zal die Vrede tevens roet de «anteganne Vetb.ndtems tg*td^J^t^l^*^** hct uia*C van »»e «Wenkende Vadet anderen , vportbre ,"en aïs zullende hierdoor de Vrye Gewesten bekrachtigd kunnen worden .n den groei van iünne vermo-ens, en geiuglleund tegen eenige onverhoopte Aanvalleren, gelyk de Engellchen 8e.oond hTbben dezulken te zyn geneest, toen men verlegen zat om ons «Wen te kunnen beft!lermen V ef liever verzuimde om het re doen , door wederhoud.ng eener kwalykberaaden Caoaal, wier Aanhang de besrgefchiktfte Ontweipen in 't tiei deed loopen , en alk Verded.g.ngs-middelen 'SS (ind^hë; gerucht nier lieg,) zou 'er een Hnwe.yk msfehenGcorge Frederik, prins van Wallis, Oudften ZoSn des Konings van Groot-Bru.a.,)e, en de Frinleste Frederrca lóurfa Wilhelmina van Ora.je, dc Dochter onzes Stadhouders, op her tapyt zyn zo deeze Prinfes den eerften Erfp.ins der Bri.fche Kroon, by her gezigt kon behaagen ; want l.y feegeers haar eerst .e zien, zo men zegr, eer hy denkt te befluiten haar hand als zyne Bruid te aanvaarde^ deswege wordt hy binnen weinig tyds, gelyk de lpraak gaat, in den Haag verwach , D.e Trins is den 12 Aug. laatstleden z3 Jaaren oud geweest, en de Prinfes van Oranje zal rj Jaaren oud zyn den isften van deeze loopende Maand. Maar zoudt gy aan de geruchten ran dit Huwelyk geloof kunnen flaan, Louweris ? „ ■ „ i'rt. Louw Wel waarom zou ik dit niet kunnen doen ï Zo wel als 'er Prinfen van Oranie met Engelfche Tiinfe«fen gehuwd zyn geweest, kunren 'cr ook Piinfesfen van Oranje met Engelfche Pnn Ier. trouwen. Kreïis Dat is zo; maar zou men echter, dit laatfte gefchirdende , dan n;et moeten oordeelen dat het Stadhouderlyk Huis door die omftandigheden blyken gaf van eene byzoncerebeirekk.ng tot. eene zo ranuwe vetbindtenis met Engeland, die on?e Republiek ten «dingen tyde, zo nier alreedsen ze'-erl.k lang voorheen, voo.31 in voorgaande aan Engeland door Huwelyk gehechte Stadhou-• dets fthadeWk roede zyn. Ik geloof ja. Want indien de tegenwootd.ee Stadhouder by het Neef-. fth'P no- het Zwagetfchap met den Engelfchen Monarch voegt, waarby zyn Dochter liet vooruitziet zoud"e hebben on eens Koningin van Groot-Biiitanje te worden , en zyne Zoonen in het Koning-■JykBioederfthap deelden, zou dan die Familiebetrekking niet wel de overhand kunnen hebben op. de Staatsbetrekking, ten nadee/e onzer Republiek ! Louw. Ja, dac'zou niet onwaarichynlyk zo kunnen zyn. Maar wanneer Engeland de Republiek i • een reden lot misnoegen gaf, zou du «ok haar geen vrees baaien. K'ieiis', Dan, neen! Maar hoe weinig ryds is 'et verloopen federr de oprechting der Republiek; ef Er.ge'md heeft haar reden van misnoegen en meermaalen van recht tegen deszei fsTrouwlooze en,. VvandeWke Bondbienk gegeeven. Dan zo dit Huwelyk ernst mogt zyn, zullen .= Staaten deeaet. Landen "denklyk wel her Recht van uirfluiting eener Engellche Koningin of haare Opvolgeis vaan het ErfiUdhouderfchap doen gelden. De Tyd zal fpoedig keren wat van de Zaak zal worden. Louw. 6 ]a, V.ir.d! wy moeien, gelyk van meer andere Zaaken, deuitkoomst ervan afwachten Vaarwel, Vrind Krelis, en flaap gerust. Krelis. Ik zeg je dank, en wensch je 't zelfde. Wel t'huis, en de groetenis aan Diewe 'ie. fptorsS bj de Erve d* Wed. J, va* EGMONT: ep de RcgeKeta Sieèftwat, te Amfterdam.  KRELIS en LOUW. N°. 47. 22 November 1785. Krelis. /^oeden Avond, Vrind Louweris! Is 't wel met de Gezondheid t Louw. vTZear wel, Krelis! Hebt gy 't ook nog friseh? Krelis. Naar genoegen, Man! — Wat hebt gy me te vertellen? Louw. Ik zoude u genoeg kunnen voorleezen, en wel alle de Vredes-Artikeleo, "gelyk men ze in de meefte Nieuwspapieren vindt. Krelis. Dat is goed; doe het. Ik heb ze nog niet met opmerking fngezien. Louw. Welaan! Zy zyn van den volgenden Inhoud. ART. 1. 'Er zal eene altoosduurende en oprechte Vriendfchap plaats hebben, &c. a. Het Traétaat van Munfter, van den 30 January 1648, dient tot bazis van het tegenwoordige, in zo verre heden daarin geene verandering gemaakt is. 3. Behoudende beide Mogenheden CentraQinten aan zich de vryheid, zodanige Reglementen te maaken, elk in Zyne Staaten, «Is dezelve voor de Commereie &c. noodig zullen oordeelen. 4. De Limieten van Vlaanderen blyven, volgens de overéénkomst vanbetjiar 1664, en wanneer daarin eenige duifterheden zich mogten opdoen, zullen, binnen een maand na de Ratificatie, wederzydfche Commisfarisfen benoemd worden, ter verbétering van de ingefloopen abuizen; ook is men overééngekomen, alles op de vriende^ lykfte wyzs te fchikken. 5. Wordt van weêrszyde aangenomen, ge8ne Forten of Batteryen aan te leggen, onder 't bereik van elkanders Kanon,' en die 'er zyn mogten, te demolieeren. 6. Hun Hoog-Mog. zullen, op de best mogelyklle wyza, tot genoegen van Zyne Keizerlyke Majefteit, dan afloop der Wateren bezorgen,in Ouftenjyks Vlaanderen en aan den kant der Maaze, tot voorkoming van Inundatién. — D» Sluizen, welke deswege op het Grondgebied van don Staat zullen aangelegd worden, blyven onder de Souvereiniteit van Hun Hoog-Mog. behooren, zullende insgelyks Commisfarisfen benoemd worden, alwaar gemelde Sluizen eest aan te leghes. 7. Hun Hoog-Mog. erkennen de volRrekte Souvereiniteit des Keizers, op alle de dealen van de Schelde, van Antwerpen af, tot aan het einde van 't Land van Safiinges, volgens de Linie van 't Jaar 1664, welke zal doorgefneden worden, volgens eene daarvan vervaardigde Kaart. Dus ftaan Hun Hoog-Mog. tevens af van den ontvangst van eenige Lasten, op dat gedeelte van de Schelde, of om aldaar eenigen hinder te kunnen toebrengen aan de Navigatie en Commercie van de ünderdaanen Zyner Keizerlyke Mjjefteit. Het overige van die Rivier, van de gezegde Linie af, tot aan Zee, blyft de Souvereiniteit aan de Staaten-Gener*"!, Sullende van hunne zyde gefloten g » houden worden; alsx-ede de Kanaalen vjn het Sas en Swin, en verdere uitwateringen in Zee, daaraan grenzende, volgens het Traftaat van Munfter. 8. Hun Hoog-Mo». zuüen ontruimen en demolieeren de Forten de Kruisfchnrs en Fredrik-Hendrik, ea het Grondgebied daarvan aflta»n aan den Keizer. 9. Hun Hoog-Mog. ftaan toe te ontruimen, en ter cfisp^iltie van Zyne Keizerlyke Majefteit over tegeeven, de Forten van Lillo en Liefkc-nshoek, in dien ftatft zo als dezelve zich tegenwoordig bevinden, behalven het Gefchut en de Ammunitie. 10. De volbrenging deezer beide Artikels zil gefch^den 6 weeken na de Ratificatie. 11 en '12. Staat Zyne Keizerlyke M >}efteit ef van Zyne Pretentië.r op de Bannen en Dorpen van Blade! en Reufel, geiyfc Hun Hosg-Mog. aan hunne zyde van het Dorp Postel, wel verftaande, dat de Goe deren der Abtdye van Postel, als Waereldlyk verklaard, doer de Staaten Generaal niet kunüen gereclameerd worden. 13. Een maand na de Ratificatie zullen tot fcHlkIcing van een en ander Commisfarisfen benoemd worden. 14. Staat Zyne Keizerlyke Majefteit af van alle Rechters cn Pretentiën, hoegenaamd, uit kraebte van het Tractaat des Jj-f's 1Ó71, Hem competeerende, op de Stad van Maastricht, het Graaffernp Vróenhoven, het Grondgebied van Sr. Servaas, en de Landen van Overmaas, pirtage van den Staat. 15 en 16 Hun Hoo^-Mog. zullen tot fchaêvergoeding wan het bovengemelde aaa zyn Keizerlyke Majefteit betaalen, een fora. van 9 en 1 hm  Mfllionn Guldens, Holknds courant, en insgelyks i half Millioen Guldens, ter vergoeding van het nadeel Zyner Onderdaanen, by de gemaakte Inundatiën geleden. 17. Raakt, de fchikking van betaaling der gezegde 10 Millioenen, in Termynen van 6 tot' 6 maanden, beginnende de eerde Termyn drie maanden na de Ratificatie van het tegenwoordig Traaaat. 18. Handelt van den afftand van Hun Hoog-Mog., van de Stad en het Kafteel D^Iem, en eenige andere Diftr.clen daaromtrent. 19. In ruiling van de bovenltaande Plaatfen, cedeert Zyne Keizerlyke M.jefteit aan Hun HoogMog. eenige anderen, op Zyn Grondgebied gelegen; en doet afftand van Zyne Prutentiën op andere Dorpen gemaakt. 20. Voor tien afftand der beide Forten, Lillo en L'iefkenshoek, cedeert Zyne Keizerlyke, M..jefteit alle de Rechten, welke Hy zoude kunnen hebben op de zogenaamde Dorpen van Redemptie, behalven drie, Falais, Argenteau en Herin d, waarvan Hun Hoog-Mog. aan hunne zyde afftand doen, zich verbindende, van °er geene Redemptie-Gelden te heffen, zo als Zyne Keizerlyke Majefteit zich insgelyks verbind, zulks mede op de gedecerneerde Dorpen, &c., niet te zuilen doen. 21. Het zal de Ingezétenen der wederzyds afgeftaane Landen vry blyven, dezelve te mogen verhaten, en die 'er blyven zullen eene vrye Godsdienst-Oefening behouden. 22 en 33. Hun Hoog-Mog. cedeeren aau Zyne Keizerlyke Majefteit al hun Recht, op het Dorp van Beriseau, in 't Land van Dalem, en welke onverdeeld gebleeven is by de Verdeeling van het Land van Overmaaze, tn htt Uit 1661 ; maar daarentegen wordt aan Hun Hoog-Mog. afgeftam een ander Dor.p in'c'Land van Fauquemont, dat mede onverdeeld gelaaten is. 24. Binnen eenmaand, na de Ratificatie, zuilen wederzyds Commisfarisfen benoemd worden, tot reguleering der Grensfeheidingen in de Linden van Overmaaze, &c. 25. Men is overééngeko' men, dat de Geldfchulden der Souvereinen, over en weder, by deezen voor vereffend en vernietigd gehouden worden, en betreffende die. der Particulieren, deeze zullen door Commisfarisfen onderzocht worden. 26. Een maand na de Ratificatie, zulJeivinsg8ly.ks wederzyds Commisfarisfen benoemd worden, om het juifte Contingent te bep-ialen, welke de Staaten-Generaal voortaan zuiien moeten opbrengen, in tie Renten, gehecht op de Oude Lssten van Braband, welke Commisfarisfen dit werk, in den tyd van één Jaar, zulten moeten afdoen, blyvende ondertusfchen de Zaaken op den ouden voet. 2.7. De beide Hooge Contractanten renuncieeren, zonder eenige referve, van alle verdere Pretentie^, weike de een tot des anderen hste, hoedanig ook, zoude kunnen hebben. 28. Wordt Zyne Allerchristelykfte Majefteit, van wegens de beide Hooge Contrt.öanten , verzocht deGuarantie van dit Trict.at op zich te willen neemen. 29. Dit Tn.£l at z-d door Zyne Keizerlyke Majefteit on Hun Hoog-Mog-, worden geratificeerd, «cn de Brieven daarvan uitgewisfeld, binnen zes weeken, of zo veel vroeger, te rekenen'vun den dag v?.n heden. Gedaan te Fontainebleau den 8 November 1785. (Was getekend) (L. S.) Graaf de Mercy ^rgenteau. (L. S.) Lefievenvii van Berkenroede. (L. S-ï Brantzen. • En a's Plenirotemiaris van Zyne Alle:cbristelykfte Majefteit , onde* welker Koninglyke Mediatie en Guarantie het- bovenrt-wnde TraQaat gcflooten is. CL. S.) Graave de F'ergenaes. By dit Deflnitif Tr;.3aat is nog gevoegd eene fep.irate Conventie (mede op'tJen.zelfden d; g gefloten, en door de wederzydfche Gevolmagtigden ondertekend) befiaande in 9 Artikels, en behelzende eenige fchikkingen en voorwaarden, zo met "opzigt op het heffen der Lasten , in de wederzyds gecedeerde Plaatfen, als het op Penfjsen ftelien der dienende Officieren, in den Staal van Dalem en het dedom;igeeren der ontflag krytjende Majors en Griffiers van die Stad en Heerlykheid, a!s.nede tot het overleveren der gecedeerde Phat fen , zonder Lands Lasten,en het obferveere.11 van het P;;rtageTr Qaat van 16G1, met betrekking tot het Leenroerige; en voorts eene overéénkomst aangaande'! Convent van St. Gerlach, 't welk aan dsezen Staat, volgens Art. 19, Isirfgeftaafl. Krelis. Hst is te heopen dat deeze Vrede aitoosduurend zy.  , Cod eeeve het * Kltl wat b /« Si* van het Verbend va» AlKantie «usfche* ■ Leuw. God geeve ; d\- de"*!ïiVhiistelykne Koning op zich MOgSmg's te be«= ' ■ f Mu„fter van t64S , en van '.f—nMp.K-k Artikel ot Convcni.e zal b.fc-tenu »u « v w0!den volgens ae waarde P krcel n zulks in na.ura -e doen. Her iecout. ^f^%^^f& her Seconrs zal kveren f lm» infantery en I ta betaalen en onderhouden over;,! - >t zv in Schepen en Fregatten, t zy n Troupen , z.a^ Mogendheid vorpligt zvn, waar z\r. GeaUiee.de dezelve zal 8Alul*eV 'lïn kit, of J,a,.g blyven in zyne Havens, dezelve kunnen zyn ten r«."' ■ r ■ Z1C[1 m0Si gewiK.Ke.ci nmw / V-, ,c Mi rirrzêlvi duurende den gan.lchen Qoll,og' T;'"» bet.efr, onder de orders fiaan van den 9^i^$£§0£*f men zich bediend, zal, war de P»-»";; ° ™™" °nrh eMIge ande.e wy/.eu mogen geemp.o eetd xal eemmandëeren, en zal met f7°"°" In Ch-fV.en aanzien van de Opera.ien zal heuelv* ■worden, dan met bewillign.g van den IH^Igg^g ea Chef der hulpvragende Mogen«hee" onderworpen zyn aan de orders ïW#Wg Gene.aal vesb.uden.z.cl. , om hurne leid. De Alferchnstelykfte Kor..»g; er. dHe g ^ compket en welgewapend Schepen, Fregauen en Troupen, weU; e« J g P£ ende „ heid h,t by '« *^*«&Hg te houden, in diervoegen , dat, «x1'* ^=nu'F.'V Hav£ns ,„ dotn wapenen een aantal Limer ft' pulee.de Secours zal gefonïneetdj^*»»^^ welk by he.zelve Artikel vermeld .s, teneinde fchenen en Frega.ren , geëvenred.gd aan dar g en ' ï C „ °.JUen van den Oorlog of der Z.ee rnogten. a^Cds die geene te remplacee.en, we'ke'VPefl;m.lèerde Secours niet genoegzaaru mogt weezee . v ïo° en gaan" 7- te gevalle fof»j£Sy3fë^& een b.Eoo.lvken Vrede te be.oj,. verd.'digiug der hulpvraagenda Mogeiitieio , o:t o™ vermeerderen, naar maate zvn Gealle„ "a Óe htlpgeerende Mogenhejd to&WSS^t *o de omftandigheden fieerJc za! nooi.3 hebben : zy zal kaar zells met U I;aaie Mag > Cün,inge8t in Land-T.oup^ - J$3 vo de.en. Uan men is e*piesfelj*"8^0.«^.W&.j ^„Wante.y en v.er Cutd" Staaten-Generaal, tn al e ^fö.fe^HfS^ « het vierde Artikel, .en vooidce£ zend man Civalkry niet zal ^^*dd lldd-Ttóo^», b. deezen van appheauc. 8. Warmee . der S:aa«en Gene.aal, met opzlg tor de 100„e contrafteetende Vartyen geen deel «cl Zee OWJeig tfdeetMeeïd «*«^^ *Efl%2 Zeeën guarandVtre», oveteenktm„"men, »» eikanderen °nd"' nf, VU van lenen Vriend de Vyandelyke Koopgoederen • m;„L:pe, «,-clke etscht: — Dar de vijg yan eoic . Artikel va» 'tC«-m- - tki£JZ& ecM«.U:,o»dens de R^^^,^^^ eo de Ve,ée'.u?1f • nfe.cie-T.afta,., pc.eUe«d .e Vn-oi d.n t AH^"» ' , gehouden worden, als of z> m P. ■ ine ën : welke Ai'.kelen van dereltei kracht en| j j;en (>, geer. God verhoede) £°Ugenwoo«a.g Ttaftant van woord tot ^^^^^f^^&eld. vind , in welken d,*nI e'l der beide l^Toge con.ttaflee«nde f^Wfr^gtgffiJ n;c*«fl, zuilen zy onder dkandeie zich iu 't geval zal bevinden, om owuaa KCMiunH #1  E I JL2LJI 2! a W TT o wT der de Operatiën beraamen, welken men zal overeenkomen In 'f »r<, n j Vyand afbreuk te doen, en hem tot den V.èdJ tenê^zwkea ■ \nz^'^\T^mitnSemaa,U «decleggen noch eenige voorllagen doen of ontva.^e, va" V de of wi^'ffi^f0»* gemeene bewillig, en , in gevalle eene Negodacie mogt geopend worderllvj^i,*™ " ?" gonnen of voorgezet worden dooreen der beTde hooge clnuaaeöendePar.ven A fS a*°~ tan dc anderen zullen zy, van tvd t.t tyd, elklnderen*S g even^an' .T. ^«en'ln'd! gezegde Negonacie mogte omgaan. 10. De beide hoogecontrafteelenderl.rvrn -.U 8 l » de de om de engagementen, welke dit Traftaat ifien^ffiKfgTvSc^ SSBBSÉ?" hddermgen mogen vorderen, die zv ten dien aanzien kunnen verlanptn n-Tl, .„ii. j ' 6 °p" kanten, den ftaat van Defenfie, waarin zich WeMibta^m SlUW.^^'j* *y *W,ai!*rs«ededee.en, en onderling middelen V^lL^^^^^^^^^^l ZÏÏ'T1* cont.a&eetende Panyen zullen elkander ter goeder trouwe open J gewen "n alléV^Lndt °r°gC die 'er mogen plaats hebben tusfchen dezelve en andere Mownbadfn va*Eu lettel ?a£' nisfen zuiver in kaar geheel blyven moeien; en zv belomfr Tk7,!»ï °T' Verbmatetrf eenige Veibindreni?, van „eiken aardéze"e ook moge weei^ \«„fe»V,fMM of indireft. tegen dit Ttaöaat zal nanloopen. Het doe^van dit Trafl.ar lelk"d^& e.kanderen , een Comme.eie-Traftaar vervaardigen dat de Inaefdtenen dt, n l: ir t y- „' tuslchen zo tea aanzien van de Commercie als de »So f 11, i?l a Republiek, in Frankryk , - • flu» *0 itéaffff rfi Vergennes. ilOOV (L. S.J Lefitvtnan van Berkenrode. „i^>-* f L S. 1 Brandden tDO\J , .„„„ n i u , AFZONDERLYKS ARTIKELEN. toebrengen, maat dezelve afbreeken en ter zyde atfS^i&htote\M J n.aded kunn™ ^Mfófó 5? tfffl -V 'er kennis va: zuu"nek^SWedetZJdS aiVa" »f Gedaan te Fmaimiieam^dea I0 November r7ss. (Was getekend.) (L. S.) Cravier de Vergennes. (L. S.) Lefievenon van Bercke-rode. «ef^en Zegau'.^ *M 'od bekracktige het i.ouw. Ik wensch lioenen f n» n et alle betaald zyn V en zyn dit de natuurlyke en permanente (fteedsdnurcnde) belaneen, welke beide. de Natiën altoos tot de volmaaktfte het r°0Ven onze Schepen IS Goéderen, in den Oorlog van i755 tot 1763, waarin zich Engeland L^lSi had, toen de Republiek, zeer verftandig haar nutbefeffende» Öi en 'erbuken blee?: « De trouwlooze Bondbreuk en RooveS van al wat ze ons geweldig konden pntneemen, inden door hen laatst aangedaanen Oorlog, zullen misfehien die fraaije belangen weezen om ons met hen te veréénigen - Mogen wy dan zulke belan-.. „„„ nns niet wel eer harte trekken , Krelis s"! ! § Krelis h, met de grootfte ergernis, fpyt en fchaamte, dat wy de, nrvSan de hunnen hebben opgeofferd, om hen, uit een al te goed vergouwe, in ftaat te ftellen, dezelven door hunne trouwloosheid tem eenenmaale te vernielen, zo en waar het maar in hunne magt ware. eenenmaaiete ^ is hiertoe niet Verder dienftig, als, door eene «ocdevêrftandhouding tusfchen de beide Natiën, zich meer en meer mee . C&1 Sï ^f^oor een Engelschgezinde van Citter,den Magiftraar .n Middelburg imaaklyk kunnen gemaakt worden; maar ik twyfel met Vf,lil andere Steden en Provinciën, ook, zo ik hoop, de Staaten en ° Srp §?Sen van Zeeland-zeiven, zullen hun rechtvaardigen afkeer van'dfe zo SdgLngepreekte goede verftandhouding en veréémging wel ^fou'w^latrar'dtTde locaale (plaatfelyke) gekheid van beide der Mn?endheden, zegt immers de Heer Harris, moeten natuurlyk rampen. nn?rfnruiten, en ep een geheel byzondere wyze. — Ik kan die geheel • ZVoS^n& vast maaken aan het voortfpruiten van rampen uit JSvï:-elepenheid, en zulks nog wel natuurlyk. Zulke rampen , de |Sf^JStoï? kunnen waarfchynlyk alleen uit eene onnatuur^t^SpSSSSA zclven voorruiten; wenfchelyk echter: Ê zulks nooit meer gefchiede; en daarom is het ons belang alleen, zon-, dat zulks hoor me g Fn»elfchen behoeven te vermengen, voordedcrdatwyhe^ en he?behoud vaa 1f neatemeenen Vrede , ten naauwkeurigfte'en krachtdaadigfte te zorgen . Wv moeTer dan nooitaf hangen van de Engelfchen , maar volltrekt vreemd. Wy moeten aan uuu & ^ het beste vooruuzigt. m Frankryk hebben en op ^onatnv^n u y juist de fteen des aanftootsis, waarover de 0^f'^S^S^^imSitl fPyt en vrees gedreeven, ftruiEngelfche Staatkunde ïléïalS& **** onze& Republiek zo ongelukkig Ichokt.(  ïs' aan te merken, waarin beboeten wy de oorzaak daarvan toch anders ts zoeken, dan ia het ongunftig tydftip, volgens de uitdrukking in dc Memorie zelve, tot het maaken van een Arrangement Cfchikking) van de wederzydfehe belangen der beide Natiën. Evenwel — fchoon de-Koning niet wanhoopt of H. H. Mog. zullen het hunner gewoone voorzigtigheid waardig oordeelen zich in geene Engagementen QVeTbrnAtenhfer,} re zullen inlasten, welke hen zouden kunnen wikkelen in een Samenftel, aanloopende tegen Tfe inzitten vin billykheid Zyner Gr. Britt. M jefteit; hen verwyderen van een vasten grond van onzydigheki, en onöverkomelyke hindernisfen te wege brengen ugeu de «ernieuwing van een ALLIANTIE tusfchen'de beide Mogendheden; *.hd.er Tyden en Omfhndighéden dezelve als volftrekt noodzaaklyk en wederzyds nuttig zou .en k'jnoen doen aarzien. —■ Evenwel, zeg-ik, komt het my voor, dat Zyne Groot Britt. M j. niet veel grond van hoop zal kunnen vesten, op eene zodanige A liantie, ■sis die Vorst fchynt te begeeren. Immers daar de Republiek reeds met Frankryk een Verbond van wederzydfehe VérdéJiging en Byftand heeft gefloten, legt het in den aart der Zaak zelve, dat zy het met Engeland niet insgelyks kan doen , ten zy alle drie de Mogendheden z,;ch onder één en dezelfde verpligting Melden | dan wie zou onnozel genoeg weezen zulks té onderftellen , daar de belangen van Frankryk en Engeland zozeer onderfcheiden zyn, dat ze nooit in eenenen denzelfden kring kunnen famenloopen , ëfl ons Gemeenebest haar belang ook niet ftellen kan of msg in een Alliantie met Groot-Brittannie, dewyl het zyn belang in dat met Frankryk gevoeglykst en voordeeligst vindt. Maar deeze door Engeland voorgeftelde uitnoodigiog, of liever aanmaaning aan H. H. Mog. tot een Verbond met die Kroon, fchynt my, en veele kundiger Lieden dan ik ben, toe, veel gelykheid te hebben met de bekende Misfive van de Heeren van Middelburg, om de Alliantie met Frankryk uïtteftellen, tot zo lange dat tyden en omftandigheden ons eene andere met Engeland als volftrekt noodzaaklyk en wederzyds nuttig zouden doen aanzien. Dat is, naar myn begrip, te zeggen: Frrsnkrykte blyven ophouden en hei geduld van Zyne AHerchristelykfte Majefteit langs dien weg ten einde te doen loopen , dat door het niet bekrachtigen van het Tr étaat dier Alliantie, de geheele Zaak verliepe en Frankryk een zodanig ongenoegen daardoor wierde gegeeven, dat hy de Republiek als Verfmaadfter zyner guiiften, en ongetrouw aan het ree ;s gefloten Verbond-, zou kunnen aanmerken, en haar dus in plaats van zyne Vrisnd- ■ fchap, zyne Verontwaardiging zoude konnen toonen, die in zulk een geval haar dan een aangeboden Verbond met Engeland zoude noodzaaklyk en nuttig doen achten. ' Krelis. Neen, Louweris! Dal zal nooit fhagen naar den zin der Engelfchen of Engéjsc'Rgezinden,; wat ze zich dan deswege ook verbeelden mogen. Maar het geen »y die men aan hunuc inzigtea tracht toe te brengen ,,fchynen ' " zich'  ( »S>5 ) zich-zdve' te vernietigen', èn alles doet zien dat de uitwisfeliDg.der Rairfficatién ten laatften op de befterade tyden zal gefchieden. Krelis. Hec geen men gaarne wensehte dac gefchied ware, isbelachlylc als gefchied zynde op te geeven. Dan hierin loopen de Brabanders en Vlamingers zichzeiven wel meer voorby. — Maar welke berichten geeft den Haag nog meer op ? Louw. Verder lees ik dus: Het Stadhouderlyk Hof fchynt by heC voorneemen te blyven om op het Loo te overwinteren , hebbende alle Huis* bedienden en de Perfoonen, welke tot de opvoeding der Vorftelyke Kinderen behooren , deezer dagen ordre bekomen zich derwaards te begeeven. Eergisteren is by Hun Ed. Groot-Mog. befoigne geweest over de Militaire Honneurs, welke de Wacht ©p het Binnenhof aan Hoogstdezelve ftaande de Vergadering zal moeten verrichten, volgeus Rapportvan Heeren Gecommitteerde Raaden. Men wil ook dat in 't voornoemde Rapport zou gefprooken worden, dat buiten de Schildwacht voor den Heer Raad-Penfionaris, 'er een zoude worden gegeeven aan den Heer Prefident, of het opvolgend prefente oudfte Lid van Gecommitteerde Raaden; Hun Ed. Groot-Mog. zouden by 'tinen uitgaan by 't eerfte Lid onder 't flaan der Trom de ordinaire Honneurs,, aan de Souvereiniteit verfchuldigd, ontvangen, en de overige Leden op die wyze met het Geweer in de hand , doch ftaande do Vergadering zouda aan niemand dan den Souverein de Militaire Honneurs worden beweezen. Krelis. Meldt men uit den Haag verdei niet nog een of ander aanmerklyk bericht? Louw. Het volgende, nacmlyk, dat de Gedeputeerden van een groote Stad, op last van hunne Principaalen, ter Staaten-Vergadering deezer Provincie zouden hebben voorgeflagen , om by Misfive de Heeren Staaten van Utrecht aan te maancn, tot het in 't vriendelykc byleggen van de Gefchillcn, in dezelve Provincie , federt eenigen tyd , ontftaan , en daartoe de medewerking van Hun Ed. Groot-Mog. aantebieden.. Mogt die gewenschte Zaait waar zyn, en eerlang volkomen effect fortecren, zodanig, dat elkbyhet' zyne, overeenkomft'ig de oorfprongklyke Conftitutie gehandhaafd, cn daarin herfteld wierd, zo als de braave Burgery van Utrecht alleen begeert, doch tot heden niet heeft kunnen bewerken. — Nog fchryftmcn uit die zelfde Vergaderplaats onzer Souvereine Volksvertegenwoordigers, dat de Ridder Harris, Extraordinair Envoyé des Konings van GrootBrittannie, met zyne Gemaalinne en Kinderen naar Amfterdam is vertrokken. Ik vind 'er in de Nederlandfche Courant van deezen dag het volgende bygevoegd: De Politieken meenen, dat de reis van dien Minister andere o'ogmerken zoude hebben, als om zyne Gemaeünne en Kinderen die Stad te laaten zien. — Het is zeker, dat Groot-Brittannie het verlies*der oude Verbindtenisfen met de Republiek zeer betreurt; — dan ditisr.u te laat *tr dat Ryk wyte zulks aan zich-zelven. -- Had hetzelve , of liever het Ministerie, want het grootfte gedeelte der weldenkende EngelfcheNatie ergerde zich over deeze ondaad genoeg, niet by herhaaling de oude vriendfchap in den jongden Oorlog, zo fchreeuwend onrechtvaardig verbroken, dan was het oud fanatiek vooroordeel van Gtloofs- en Zon'd• A.a a  ( 196- ) genoot, mogelyk no£ van dienst gebleeven — dan nu is zulks by de verlichte Hollandfche Natie verdweenen, —'en om by de Amfterdamrners zvn Hof nu te gaan maaken, zal weinig helpen, want die hebben nag Jaaren lang genoeg aan de genooten Engelfche vriendelykheden in den laat- ï^Krdi^^De Engelfchen fchynen thans meer dan federt den met hea voor ons zo fchadelyke Vrede te woelen, om zo veel mogelyk nog verhinderingen te verwekken, die aan Frankryk, wegens het reeds bekrachtigd Alliantie-Verbond, jegens de Republiek eenig ongenoegen zouden kunnen geeven. Dan zy zullen 'er zekerlyk niet in flaagen.— Maar hoe is het met de Burgerlyke Zaaken in -Utrecht gefield? Ik heb van eene opToeping der geheele Burgery van Utrecht door derzelver Gecommitteerdens en Geconftitueerdens geleezen. Zal dezelve voortgang hebben? Louw. Nog zo fchielyk niet, en hiertoe zyn gewigtige redenen. Een ■hunner voorige Medeftanders heeft het kleed van veinzery genoegzaam af,religt, waaronder men thans een geheel ander Man dan een waare Patriot meent ontdekt te hebben. De Hiftorifche Courant van heden heeft deswege hef volgende. Utrecht den 4 December. De oproeping der Burgery alhier, tegens Maandag den 5 deezer, welke in verfcheide Couranten geadverteerd is, "Sis flechts eene looze finesfe van een enkel Perfoon, om welligt een Plan uittevoeren, dat, volgens geftrooide Advertentiën, in April reeds beraamd was, te weeten, eene Haagfche St. Nicolaas-Vrolykheid alhier aantcrichten , onder den fchyn van Patriottisme. — Dan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens hebben dit oogmerk verydeld, door, fchoon ongehouden aan een onbillyk verzoek, hoewel op eene andere wyze dan •bedoeld was, te voldoen. Ondertusfchen wordt de bedoelde Aanlegger van Oproerigheden, indien •hv 7e ftiaten konde, aldus in die zelfde Courant befpot door de volgende y B EKEN D M A A K I N 'G. Alhier is onlangs, uit verre Landen, gearriveerd, een nieuwe THO'MASSO ANJELLO, welke reeds lange om een Volksftem verlegen is: Die hem dezelve 't fpoedigst weet te bezorgen, zal de tweede zyn in zynRyk der Onmogelykhcid, dat hy reeds op eenige Windballons gefticht heeft. NB. De Volksftem hoeft niet verlegen te zyn, wat ze fpreeken moet; hy heeft reeds alles in gereedheid — ds zy maar geluid kan geeven en niet tegenfpreeken! Krelis. Dezulken zyn niet alleen de befpotting, maar de diepfte -verachting hunner Medeburgeren waardig. — Ondertusfchen wensehte ik wel dat gy my de buitengewoone Utrechtfche Couraxit van heden kon 'laaten inzien; want, zo ik verftaan heb, wordt dat Voorwerpen zyne "flinkfche handelwyze en inzigten, ten kenbaarfte ten toon gefteld. Louw. Tot nog toe heb ik die Krant niet kunnen bekomen , Krelis. 'Krelis. Nu geduld dan ! Al genoeg. Vaarwel, Louweris , en flaap gerust. Louw. Insgelyks, Vrind! Wel t'-huis, en de groetenis aan Grietje. 'xjediukt bj ik Erve dc Wed- J. va» S&MONT: op de Regclieis Bieêftiaat, te Amfte j. m.  LOUW en K R Ë L I S. n°. 50. 13 december 1785. Louw. r^oeden Avond, Vrind Krelis! Hebt gy 't nog ^\sch\ Krelis! Cjlfc ben gezond, Vrind Louweris'. Zyt gy het .nsgelyks? KrZ' SrisTytn^aam. Neem uw gemak in 't Haardhoekja by het fchynfel va!fde^ verwlrmendJvelnzon. en rook een Pyp: Onderwyl kunt ge my wei het ecu »n<-pr verhagen, indien gy iets verhaalenswaardig weet. of;"fi zelfde kunt gy my ook wel doen , onder die zelfde mids, krelis! ■kÏÏ.' Da is zo, Louweris* - Wat de Tydingen van Buiten'sLands betretfen, k.r«ii&. Uai is z,o, "uu™ _ hpriphtan der inwendige Zadken van ons Eerften K-tygs- e* *\d yV" in _0 verre dat hy durft te kennen geeven, zo men ver- S^i^^^^ ^0^ geen rechtheb-be,rÏSfS£ 5~n 'r welk Zvn Hoogheid tracht te bewyzen in eenen zeer wyduufoopende Medoen, t weik Ayn «°°b^'« ' nooit gehoord is in het begrip va* m0ne ^dhr^der Jevïl en teSzyn; daar hy' alleen gehoorzaamheid verfchuldigd is als een aanstelde vnwnap | Waardigheden ten regel en wet ftrek- £n °Fu^&fdeCon tuttóneele VolksgMajefteit, door derzelver Opper«,agnge sas s ^Sb«SS £od.nige Wetten kunnen ftellen a Is bet^jun in gemi eld'heer eigen-bet Vojkbehooryk» Is hem aanbetrouw^i\°Vover hêT Garnifoen in 't betrokkene zelf rmg voeren. *f geene(-S, ï £ S ks eebyzonder Artikel in zyne Commisfie als Capitem-Gene. -ik geloof n e d^ J een oyzon zich-zelven té kunnen verkiezen als Vaal uitmaakt , en hoe, "°l ™ ^ n | het der Suaten recht is de benoemtng rCornm.inJmt van het rijagkh- ™miiixan »p°", ' Ste,ten'alken aan zich te behou- •J*«fiffliS'rf de Staaten zyne Meefters, van welke Prov.neie t^^T-v er'het Mffi dan bïllyk krehtdaadige fchifckingen *n beste v,« het Recht der ^f^^^^^S^^^^ uit oude herkom- A 3 3 ai ié*': iftaax* znUofftA :

MM. 4 lift >fc 4.; f- -  ( 198 ) cpdel der Unie te kunnen bewyzen, of aan te toonen, dat hy Meefter oyer.de Lyffchutbenden zyner Meefters, en dus over het Garnifoen of Bezetting van den Haag behoort te zyn; daar die Bezetting, als in geen Frontierplaats zyndè, enkel en alleen ter befcherming der Souvereine Vergaderingen en der Leden, die dezelve uitmaaken, volftrekt eigen is;,.en te meer daar de Stadhouder als Prirs van Oranje, Vorst van Nasfau enz. een byzondere Lyfwacht heeft Waar van daan zal men'dan haaien bet wettige bevel des Staatsdienaars over het Mzonderlyk Garnifoen van den H.ag ter befcherming der Souvereine Staaten , die 'er hun' verbiyf in 'jouden, Daeze zy.1 het immers volftrekt alleen , om en door welkers wille die Militaire Bezertiug daar is , en over welke dan niemand buiten hes het bevel uit eigen makt zich kan aanmaatigen, dewyl het boven het Opper-Velcheerlyke zou gaan, den Souverein te willen bepaalen om hem het bevel over het Garnifoen zyntr Reiideatie en de bedekking zyns Perfoor.s te willen betwisten. Gaat dit door , W?ar is der Staaten Souvereiniteit dan ? Moeten zy na^r e*sch van hunnen pjjgt zelfs de .inwendige rust en hunne eigen veiligheid niet beh.,rticen, en derzei vor verftoorende Party beteugelen, door het bevel aan z^cb te behouden, en het niet te laaten voer»n door iemand, die het verzuimt, verkeerdelyk denkende dat het volftrekt hem eigen is, intusfehen hy nochthans geen werk 'er van maakt om Belédigers van het Opper gezag in hunne Oproerige beweegingen te keer te gaan en het hem ingewilligd bevel niet uitvoert, om dat de Muiters vóór den Dienaar en tégen deszelfs Meefters zyn Klendige Landgenooten ! Vermogen uwe Souvereine Vertegenwoordigers niet meer uwe en hunne eigen rust te beveiligen, wat ftaat u dan te vreezen; immers niet anders dan overweldiging door Heerschzucht en Dwang! Zegt dan uw Vryheid in alles Vaarwel, en ziet als Slaaven koelmoedig de Verkrachting uwer geheiligdfte Rechten die met het dierbaar bloed uwer . dappere Voorvaderen bezégeld zyn. Maar neen' dit zal — dit kan niet gefchieden. Een vrye Ziel erkent en gevoelt te wel dat 'er geen Dwang plaats kan hebben in een Gemeenebest, welks grootfte en uitmuntendfte Burger en Amptenaar alles aan den Staat, en de Staat niets aan hem verfchuldigd "is Louw. Erkende de Stadhouder-dit, zekerlyk zoude hy zich geheel anders gedraal fien, en had het reeds voor lang gedaan. Maar hoe is zyn gedrag reeds voor er?in den Engelfchen Oorlog geweest? Is 'er roem op de uitvoering van de bevelen der Gebiedende Opperraagt in zyne handelwyze ooit .te vinden geweest' Heeft'er niet altoos verzuim, of draaling, of wel verwaarloozing van zorg voor het noodige in plaats e&. had? Is zulks met duidelyk genoeg kenbaar in het verhinderen van het vertrek der naar Brest befiemde Schepen? — Houdt zyne Wederwilligbeid, om zyne verkeerde R.ad' lieden van zich te verwyderen, niet nog heden ftand, en is de blykbaareovertw™2 met die Majeftettfchep.dende Aöe tusfchen hem ee den verloopen Hertog Veldmaarrch-'lk eoit in ftaat geweest, om hem die Staats- en Volkspest zyne vriendfchap te ontzet-een? Krelis. De Stadhouder heeft ten minfte nooit eenigen blyk van afkeer voor deezen aynen Beftierder of liever Misleider getoond. In tegendeel kent hy deszelfs Aanh^ns nog voor zyne Vrienden, en, indien het waar is, dat zyn Koninglyke Oom bv hem sangedropgen heeft, in eene goede Verftandhouding,met de Regeenog te leeven en zich van zyne verkeerde Raadslieden te ontdoen, zo betoont hy zeer weinitr voor den goeden raad van dien Monarch zelf te hebben. — Evenwel heeft de Baron van Thulerneyer, Minister des Konings van Pruitfen, weder een Memorie aan Huu-e Roog-Mog overgegeeven. betfeklyk den Stadhouder. — D,e van .Jen S-adhouu'er ze f aan Hun Ed. Gr. Mog., die men zegr dat Commisforiaal gemaakt is, was ver zelu van eene» rondwanden Brief aan de Burgemeefteren en Regeerders der Stem" hebbande Steden in Holland, en van den volgenden inhoud: Sr ent,.  Erent feite, Voorzienige, Discreet e, onze-lieve Byzonder et. Het R.ipport uit het Staats-Befoigne van Hun Ed. Groot-Mog. van den 4 November laatstleden, met alle oplettenheid by Ons overwogen zyn.e, en daaruit met geen minder leedweezen als bevreemding vernomen hebbende,-dat men de Zaaken daarheen tracht te dirigesren, om Ons voor altoos het Commando van het Girnifocn van den Haag te ontneemen, offchoon hetzelve aan Ons, in onze qualiteit als Ert-Gouverneur en Erf Oipitein-GeneraaaV van Hollanden Westfriesland, wettig competeert, en zo'by Ons als by onze hooge Predecesfeuren altoos ongeïnterumpeert, en op de duiJelykfiè Concesüë'i, Refolutiën , en Ordres van Hun Ed. Groot-Moi-. mitsgaders onder Hoogstderzelvêr oog, en met hunne voorkennis en approbatie is gtèxerceert. Wy hebben gemeend, dat onze eer en digniteit by het vooifz. Rapport te aanmerkelyk zvn gecompromitteerd, en dat ook de goede Ordre,. en het waare Belang der Provincie daarby te veel zyn geïnteresfeerd,. vooral uithoofde van de verkeerde ea beledigende denkbeelden, welke Ons met opzigt tot onze erkentenis van het Oppergebied, en de Souvereiniteit van Hun Ed. Groot-Mog. en Hpogstderzelver Provincie tekens onae waare gevoelens, en ten allen tyde gemanifesteerde bedoelingen, by't zelve zyn toegekend; dan dat wy niet alie gepiste middelen zouden gebruiken, om voortekomendat het voorfz. Rapport tot concluiie zoude gebragt worden. Dit heef: Ons verpligt, om Ons daarover op heden by Misfive te addresfeeren aan de Ed', GrootMog Heeren Staatea der Provincie, en by eene ampele Memorie, zo als wy vertrouwen te doen zien, dat de gronden en motiven, waarop het voorfz. Rapport is gebouwd, uit gebrek, van eene behoorlyke onderfeheiding'en bepaaling, niet alleen zyn irrelevant maar ook geheel .en al ongefundeert, en dat door de ontneeming van be: voorfs" Commando in die ondetfebikking aan het Oppergezag van de Heeren Staaten', zo a's Wy 't zelve fuflineeren aan Ons in onze voorfz. qualiteit té competeeren, een onhe'rftelbaar grief aan de hooge charge van Erf-Gouverneur en Erf Capitein-Generaal van de Provincie worden toegebragt. , ^ ,c r ■ En het is de importantie deezer Zaak, en het befef van onze beeedtgde verpïigtn om de voorfz. digniteit, waarmede wy bekleed zyn, naar behooren te blyven waurneemen, en vervolgens aan onze wettige Succesfeuren overtelaaten, welke ons verpligt U Ed. -van Ons voorfz. Addres aan de Heeren Staaten kennis te geeven, met inftantelyk verzoek, om met U Ed. verdere Deliberatiën over deeze materie tefuporfedeeren, tot dat onze.voorfz. Misfive aan Hun Ed. Groot-M»g., met de daarby invoegde Memorie, by U Ed. zal zyn geleezen en geëxamineerd, in het vertrouwen, dat onze daarby gedaane voordragt zo convaincant en van die evidentie zal worden gevonden, dat U Ed. geen zwaarigheid zullen maaken, om daartoe teconcurreeren, uit de Zaaken in dit opzigt op den ouden en conliitutioncelen voet gelaaten Ms^den'. Waafmode, enz., enz. enz. ( was getékend ) Op het Loo den 4 December 17S5. W. Pr; van ORANGE. Louw. Men wensehte wel te zien den Brief des Konings van Pnnsfen aan den Prirrs van Oranie. Waarom toont de Stadhouder dien mede niet? Maar hoe komen 11 de uitdrukkingea, van welke de Eerfte Staats-Dienaar aan de Regeerbgen der Steden zich bedient, voor? Krel's Niet zeer gevoeglyk, Vrind! Want ik-kan niet zien dat de Eer en W-irdiüheid' van den Stadhouder iets zoude lydsn by het misfen van het Commando over . ** n *~> :r .4„« rj„„rr. Pn ujot nor-ro vun Hat (intr d« impilt» nnlrf» pn hot riet Maaien u.inmue» m ucu 1^. ~.,v. — 0-~_ waare belang deezer Provincie 'er te veel by geïnteresfeerd zyn, dat Zyn Hjooafoeid j;. r™m,„Hn wnirH» hphnnden. oordeel ik, dat de 'goede ©rdre en het waars belang de»*.  ( 200 ) 'éeezer Provincie vorderen, dat het den Stadhouder onthouden blyve, om der "Muitzucht tegen den Wettigen Souverein geene nieuwe aanleiding tot oproerigheden te geeven; en dat dus het toekennen van verkeerde en beleedigende denkbeelden by Tioojjstdöszélfs Berden Staatsdienaar «elf te zoeken is. — Waarom ik dan wel zoude durven vertrouwen, dat de meerderheid der Steden deeze Misfive verwerpen zal, ajs van nul en geener waarde, en zich houden aan het Rapport van den 4 November, om het ten befluite te helpen brengen. Louw. Maar de Stadhouder zegt dat door die onderfchikking aan het Oppergezag, een onhèrftelbaare grief aan de hooge Bediening van Erf. Gouverneur (gelyk Z. H. verkiest hat Stadhouderfchap te noemen) en Erf-Capitein-Generaal zou worden toecebragt. Dit is genoegzaam te zeggen, dat hy zich in die Qualiteiten niet ondergefchikt kent aan het Oppergezag, als ware hy door het ontneemen van het bevel over *t Haagfche Garnifoen tot die onderfchikking niet gehouden. — Ten minfte ik begryp dat de Eerfte Staatsdienaar dit 'er mede betuigen wil. En deeze zyne denkwyze zoude aldus het duidelyk kenmerk van Ongehoorzaamheid aan, en Wederfpannigheid tegen den Oppermagtigen Souverein draagen, aan wiens bevélen hy, volgens zyn Eed en Pligt, zich in alle zyne hooge Bedieningen onderwerpen moet: Maar geenszins zich boven zyne gebiedende Meefters vermag te ftellen, die hem immers in' zyne Rechten niet benadeelen, wanneer zy de hunne doen gelden, fchoon het tegendeel, doch verkeerd , door den Stadhouder fchynt begreepen te zyn. Krelis. Maar, zo men verneemt , wil de Prins van Oranje nooit in den Haag zyn verblyf "weder komen neemen, indien het Commando over het Garnifoen dier Plaatfe hem niet te rug worde gegeeven. Louw. Indisn zyn tegenwoordigheid echter daar vereischt wordt, zal hy 'er zich dienen te laaten vinden, of gedoogen moeten dat de Hooge Vergaderingen buiten zyne aanweezenheid toi^eflisfchingen en befluiten treeden der noodiglie Zaaken , welkedoor die Collegien waarop hy betrekking heeft, ter afdoening ftaan. — Met dit alles gelooft men, dat Hun Ed. Gr. Mog. zich niet door deeze bedreigingen zullen laaten afleiden, om hunne wettige Magt aan het ingebeeld gezag van hun Legerhoofd op te 0jferen. De Tyd zal leeren. Vrind Krelis! hoe het met deeze woelingen en oogmerken van den Eerften Staatsdienaar zal afloopen. Ik wensch hem van harte een bedaarder gefteldheid van begrippen, en'een erkenlyker edelmoedigheid van ziel toe. — U wensch ik wel te vaaren, en wel te rusten. Goeden nacht, Krelis! Krelis. Dat wensch ik u insgelyks. Wel t'huis, Louweris! Degroetenis aan Diewertje. | De Almanakken van LOUW tn KRELIS, en DIEWERTJE en GRIETJE, voor het Jaar 1786, zyn tegenwoordig by de Drukster deezes in gereedheid, en voor den gewoonen prys van 4 Huivers te bekomen. Alsmede de oprechte Stoughtons Elixer, Magnum Stomachicum, of het groote Hartfterkend Elixer, zynde een ongemeen middel in heete Koortfen en andere Ligchaamskwaalen. <5edrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: sp de Reguliers Breêftraat, te AiHfterdam.  KRELIS en LOUW. N°. 51. 20 December 1785. Krelis. /hoeden Avond, Vrind Louweris! Is 't met de Gezondheid Vjr nog wel gefteld? Louw. Op een vasten grond, Vrind Krelis! Is de uwe"ook nog vry van wankelen ? Krelis. Volkomen, tot nog toe, Louweris! Wat oordeelt gy nu van de Memorie des Konings van Pruisfen aan de Staaten van Holland en W eistfriesland, doch door den Baron van Thulemeyer aan de Staaten-Generaal overgegeeven,-evenwel niet open aan den Prefident van H. Mog. Vergadering, gelyk men gezegd had; zynde het ook niet waar dat het Hof van Frankryk zich , ten voordeele van den Prins van Oranje, in deeze Zaak zoude gewikkeld hebben. — Maar dewyl wy in onze laatfte Byeenkomst den Brief des Staatsdienaars aan de Regeeringen der Steden den Leezeren. onzer Samenfpraaken hebben medegedeeld, en onze Vrouwtjes in de haare ook een groot gedeelte van deszelfs Misfive aan de Staaten deezer Provincie insgelyks gedaan hebben, zal het voegen ook deeze ■ Koningl, Pruisfifche Memorie in de fchaal vaa het oordeel onzer Leezeren te leggen en ze hun ter overweeginge te geeven zo als ze is. Hebben wy ze wat laat overgenomen, dat keft- by mogelykheid niet anders. 1 Wy doen het echter; en zie daar is ze! HOOG-MÜGENDE HEEREN! U. H. Mog. hebben tot heden toe uitgelteld te antwoorden op den Brief, die de Koning, myn Meefter, aan Hun, in dato 13 Oétober, heeft toegezonden. Maar Z. M. k2n niet dan gevoelig getroffen zyn over den inhoud van den Brief, welken de Staaten van Holiand hem den 3 der vorige maand hebben toegezonden. Hy ziet met leedweezen, dat, wel verre van eenige acht te llian op zyne vriendelyke aanbeveeling, ten behoeve van den Prinfe van Qrange, men eene nog fterker Refolutie ontworpen heeft dan die van den 8 September; en zulks terwyl men den Koning verzeekerde, dat man niet een enkelen ftap zou gedogen, welke firydig was tegen de wettige Rechten van den Erfftadhouder. Die Rcfolutien zyn gegrond op voorbeelden, gehaald uit tyden, toen het Stadhouderfchap opgeheeven was, of ten -tyde der Minderjarigheid van den tegenwoordigen Prinfe van Orange; voorbeelden, die niet zeer toepasfelyk fchynen op het tegenwoordig geval. Niemand zal gewisfelyk aan H. Ed. Gr. Mog., de Staaten van Holland, het volle recht van Souverainiteit betwisten, en in het byzonder dat om over hunne eigen Troepen te befehikken, maar men zou van den anderen kant geen recht doen aan den Prinfe van Orange, wanneer men hem befchuldigde, van daaraan ooit afbreuk gedaan, of gehaakt _te 'hebben, om het Militaire gezag aan de bevelen van den Soaverem te onttrekken. < Het fchynt ondertusfchen, dat, volgens de Coflfritutie van de Reprifeliek, in ha a/B teeenwoordige gefteld feeid, de Uitvoerende Magt, in 't Militaire gedeelte der Regeering, gefteld is in handen van den Kap. Gen., en dat het door middel van hem is, dat de ordres van den Souverain aan de Troepen moeten gegeeven worden. —- De Prins van Orange beeft ten allen tyde de pligten zyner bediening met naanwkeunirheid, en zelf met moeilyke oplettenheid, volbragt. Hy heeft niets verzuimd van het geen hy moest en kon doen, om , op den fataalen dag van den 4 September, de oproerige beweegingen, die als toen in 's Hage uitbarfteden, te fluiten. Eene ornftandigheid, zo gering en toevallig, kan geen reden of voorwendfel geeven, om den 9rins het Commando over 't Garnizoen van 's Hage te ontneemen, en het over te B b , gae-  ( 202 ) eeeven aan een Officier, ondergefchikt aan de bevelen van den Kapitein Generaal. Het fchynt eerder zeeker, dat, met eene zo fterke en zo min noodzaaklyke maatregel te adopteeren, zonder dringende of genoegzaame beweegredenen, men weezenlyk te kort heeft gedaan aan de waardigheid en het gezag van de eminente Charge, erffelyk toevertrouwd aan den Prinfe van Orange/door eene foletnneete -Aöezo wel van wegen de Provincie Holland, als van de overige. Provinciën. Erf nu zoekt men eene vaste Refolutie tot ftand te brengen , welke het Stadhouderfchap en de baaiening van Kipitein-Generaal tot eem blooten klank, eetseenkelëvertegenwoordiging-zou brengen, terwyl men betuigt dezelve in haare volkomenheid te willen handhaaven. De Prins van Orange heeft geene klagten aan den Koning gedaan. Het is bekend, dat de Piappen boven aangehaald , even min de goedkeuring der Natie in 't algemeen, als van alle de Regenten der Provincie Holland hebben weggedraagen. Deeze Zaaken zyn aan-geheel Europa bekend; en wanneer men de Stadhouderlyke Prarogattven, nog onlangs in meer dan eene Provincie, met eene zo edele als Vaderlandsgezinde ftandvastigheid heeft zien handhaaven, werd dit gedrag toegejuicht. De Koning ziet met aandoening, dat, onder bet getal van de Leden der Regeeringe, die de Staaten der Provincie van Holland uitmaaken, eenigen, mogelyk door vooroordeelen weggefleept, door misverfiahd, of te vergetrokken yver, geen acht fchynen te geeveH, noch voor zyne tusfchenkomst, noch voor het Huis van Orange, 't welk ten alle tyde der Republiek zo veel dienst heeft gedaan. Z. M. vleit zich ondertusfchen, dat zulk eene denkwyze niet die is van eene Natie, zo achtingswaardig als de Hollandfche. Hy twyffelt niet, of U. H. Mog., wier Vergadering het middelpunt en de ftem der Deliberatien van de Leden der Unie is, zullen beter op prys ftellen de vriendfchap van eene Nabuur-Mogendheid, welke by meer dan eene gelegenheid der Republiek nuttig geweest is, en nog verder zyn kan. De Koning kan nooit onverfchilüg zyn omtrent het lot van het Doorluchtig Huis van Orange, 't welk hem zo na beftaat, waarin hy eene Prinfes geplaatst heeft, welke hem zo lief is, en het even zo zyn moet aan de geheele Republiek, van wegens haare deugden, de groote hoedanigheden, waarmede zy begaafd is, en de uitmuntende opvoeding, welke zy aan haare Kinderen geeft. — Het is in deeze regtmatige onderftelling, dat Z. M. op nieuw U. H. M. verzoekt, en met vertrouwen van hunnentwege verwagt, dat zy, overeenkomftig hsnne zo verlichte als waare Vaderlandfche gevoelens, meer recht zullen doen aan die des Konings, en tevens des Prinfen van Orange; dat zy op 't kragtigfte hunne pogingen zullen aanwenden, zo in de Provincie vafj Holland, als elders, waar de omftandigheden het zouden kunnen vorderen, om alle verhaafte maatregelen te doen ophouden, om door hunne wyze raadüagen, en door hunnen invloed, de zo noodzaaklyke, maar tevens 30 openlyk van binnen verbrokene, eendragt te herftellen,, om eene algemeene overeenJftemmfng van denkwyze, maatregelen en fchikkingen te weeg te brengen; en inzonderheid den Prinfe van Orange in ftaat te ftellen, om zich te kwyten van defunétien, die verknogt zyn aan de Eminente Charges, waarmede hy volgens dePrimordiaale Conftitutie van den Staat bekleed is, ten weezenlyken nutte en genoegen der geheele Natie. * De Koning blyft nog altoos even zeer bereid, om zyne goede dienften aan te weiaden, indien men het nuttig of nodig reekent, zelfs met medewerking van Mogendheden, waarmede de Republiek in vriendfchap is, ter vereeniging der verfchillende ■ Partyen, tot eene welgegronde verzoening en eenftemmigheid, overeenkomftig de ware belangen van den Sraat. Z. M. hernieuwt aan H. H. Mog. in hoedanigheid van Nabuur, en op de allerfterkfte wyze, de verzekering van de onpartydigheid zyner ' tusfchenkomfte. Hy neemt, H. M. Heeren, een zo leevendig als opregt belang in het welzyn en de rust der Vereenigde Provinciën. De Koning zal door de uitkomst, wat deeze nieuwe reprasfentatien zullen uitwenken, zien, wat prys de Republiek op zyne Vriendicfcap aai ftellen. Zyne gevoelens zullen alteos ©nverand^rlyk blyven, .. < ■ i- ' maar  (. 205,) maar geêVenredigd aan de billyke wederkeerigheid, welke: Z. M. zal mogen ommoeten, voorïl met opzigte voor de billyke achting, welke hy voor het Hu*vat! Oratrge verzoekt. 115 'S ^sleféST 7 ™ THULEMEVER. . Krelis 't Is goed, Louweris, dat gy me vergenoegd met my hierin; voortekómen. Gy vraagt me niw lang naar Nieuwaftoffen, maar geeft ^ zelf op. Bravo! - Doch wat oordeelt men wel over 't algemeen yatx. die Misfi?es van den Prins en van de Memorie uit Naam van den Pruisfifchen Monarch? - Vaderlanders weet ik genoeg, die ziek van dezelveISnJe eevole verbeelden, en denken niet dat ze ten middel kunnen ftrekken om der S?aaten wettig genomen Befluit te vernietigen. Louw Ik heb 'er veel van hooren koeteren in onverftaanbaare Brabbek°al, van een deel Plauter-Hansfen, die om de Armoede en Slaverny; te ontwvken, op de ftraf des Kruiwagens af, het gewaagd hadden naat HrXnd te vlugten, om hun huid voor het verder priegelen van eerr NeêrTandschS Wandelftok, in handen van een Corporaa , te hBvrvden Efl dat verbasterd dom Gefnor, nu het m ons goede Land vrTe-n vèilrg het vette der Aarde geniet, rammelt geduurig met anders Il7vTn he vermogen des grosfen Fritz, met even zo veel onderfcheid ne als of men eel deel oude Wyven aan Silézifche Spinnewielen hoort Sen Alles wat men uit hunne ftyftongige Oratiën verftaan kan »| X ^ Friederich fprecht, musfen die Hollendifche Staaten fchweigen. - . Neen Vreemdelingen! denk ik dan, of zeg het, en nog dikwils wel St meèrf & groote Frederik is een al te verftand.g Vorst om u« zyn Dien™ en Land wechgeloopenen te wille te zyn , en het poe hat Pfi " een Oranie-Feest te doen fchreeuwen. — Hoe zeer het Haagfrh* Onmer van der] 4 Sent. zyner Majefteit eene Kleinigheid fchynt te wïetik met dkt les niet f of Hoogstdeszelfs geëerbiedigde Memo, ye zeWe niet met eene te ongemeene bekrompenheid'er van gewaagt , daar evenwel diTmerkwaardig misdryf tegen het gezag der Hooge Souve* daarevcuwu-un cjprXlpeed is < — Mv dunkt dit geval moest, alsde ^f^S^^^^V^^ byee^naauwkeurigongronü van t geicnu, . de Schaal van Recht, om'er, volgens ne dat voor do -ooettraalon , ÏE dVantónDïrt„od°ltn -Sidlytï gevoelens zou I&néo «Wanders dan op gronaeu Memorie, .op zynen naam mtgaanat-, gen, ^^^If^^y" om™o eene bevestigende Bcweering geen belanghebb^^Sf^r/fe ftr^kkSn, en het Recht des Scuvereins van 't Recht des Staats^le°aar4feV rof wel geheel vruchteloos te maaken. ïk "nd ook in Te Memorie glene aanwyzing van beticht defltadhoud.rs^uk hoofde van ^^^^S^ÈS: nifoen van den Haag zou .toe kom en 5 dit is ma ar ee° »gw geweast, die nooit natuurlyk aan^de StadhouaerrjKe dcujcu u&.0  Is; daar '" de" Authoriteit der Staaten zelfs de Graaflyice Regeeriag de wet heeft mogen eu kunnen ftellen, wanneer de eene of andere dier'Prinfea zich tegen deeze Authoriteit verzette. Men leeze deswege de korte Vertooning van het Oude_ Recht van Holland door de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie zeiven uitgegeeven in het Jaar IT87. Dus durf ik volkomen vastflellen, dat de Hollandfche Volksvertegenwoordigers hun Souverein Vermogen ook ia deeze Zaak wel verder zullen weeten te handhaaven; dewyl zulks tot onderhouding der Rust des Volks allernoodzaaklykst blykt te moeten gefchieden. Immers het weldenkend Volk keurt de Handelwyze der Staaten, waartegen de Heer Kapitein-Generaal, hua Dienaar, zich rechtftreeks aankant, goeden naar behooren; dus is die Dienaar dan, zonder tegenzeggen gehouden, de begeerte van het achtbaar Volk ftilzwygend in de befluiten van deszelfs Vertegenwoordigeren te eerbiedigen. Louw. De Stadhouder blyft niet te min denken, en zo het fchynt de Koning van Pruisfen ook, dat hy in dit geval onaf hanglyk van het Volk en deszelfs Vertegenwoordigers zoude zyn: Denkbeelden nochthans geheel onbeftaanbaar met het Souverein vermogen van 's Land« Rcgeerderen, met de Grondwetten van het Volksgezag en met de Piig» .ten des Stadhouders zeiven. Immers das fpreeken de Staaten in de door U aangehaalde korte Vertooning: Omme dan te ontdecken, waeruyt de authoriteit van den Staet is s3 fpruytende, foo ftaet te confidereren, dat de Princen, die ooyt wet3, telycken hebben gheregeert, niet alleen hare regieringhe met delatie, s, confent ende believen van den Landfaten hebben begounen, maer ook „ fulcks vervolcht, dat alle de leden van de lichamen, daer van fy tot 3, hooft zyn geftelt, zyn gebleven ongevioleert, onverkort ende onver3, hindert, dewelcke niet en heeft konnen worden verhaelt, (dewyJe de s, Princen by fchalcke ende ambitieufe luyden lichtelyk worden gecir3, curavenieerrj ten ware de landfaten middel hadden om hen met goede ordre ende beleydt ten allen tyden teghen alle quade pra&yken te opa, poferen, ende den Prince, van de behoudenisfe haerder vryheyt ende s, welvaren, uytten name van alle deleden , niet alleen t'allen tyden te ver3, manen, maer ook, om fo wanneer defelve hen tot tyranny foudelaten misleyden, mette middelen van den lande hen daer tegens te oppofe3, ren." — Daar deeze Authoriteit der Staaten nu betreklyk was ten opzigte der Graaftyke Regeering, en ten tyde vanLeicester, tegen wiens hoogmoedige handelwyze dit Scaatsfchrift is ingerigt, van kracht wns, en altoos blyven moet; hoe zoude dan thans, door eene Stadhouderlyke Bediening, dezelve krachteloos kunnen gemaakt worden ?— Maar laaten wy hiervan niet verder fpreeken, Krelis! De Tyd zal moeten leeren in hoeverre de Staatsdienaar dc bevélen zyner Meefters in naara des Volks al of niet zal gehoorzaamen. Krelis. _ Mm zal zyne tegenkanting denklyk nog zo fpoedig niet geëindigd zien. Vaarwel, Louweris! Slaap gerust. Louw. Jk wensch je 't zelfde, Vrind! Wel thuis en de croetenis aan ©rietje. Gedrukt by de Erve de Wtd, J. m EGMONT; &? de Regulieii Bieêfttaat, tc Atofteidaw.  LOUW en KRELIS. N°. 52. 27 December 1785. Louw. /"^oeden Avond, Krelis! Hoe hebt gy het in't koude Weêr? Krelis. VJTBy den warmen Haard, gelyk gy ziet, Louweris! Neem 'er ook plaats, Vrind! Louw. Dat vind ik goed. Maar vind ik u nog in een gezonde gefteldheid? 6 Krelis. Zo als ik 'er u in wensch te zien, beste Vrind! Louw. Wel nu, zie me dan gezond, zo zyn wy 't beide. Ik zie het Rookgereedfchap klaar, en zal de vryheid gebruiken om het ter hand en ten mond te neemen. Verhaal me, of lees me onderwyl wat Tydingen vsor, die ge uit de Nieuwspapieren in uw geheugen, of zelfs voor u hebt. Welke bedekten geeven ze op ? Krelis. Wegens de Buitenlandfchcn vind iJc niets byzonders. Men weet dat de Burgerbelangen, aangaande het Regceringsbeftel te Utrecht, volgens het vereffend Oatwerp, in die Stad zyn doorgedrongen, en het Volksgezag in zo verre gezégepraald heeft; zynde ook laatstleden Vrydag by eene buitengewoone Vroedfchaps-Vergadering befloöten tot het aanplak, ken der op Dingsdag te vooren genomen laatfte Refolutie, het welk den volgenden dag aan alle gewoone plaatfen gefchied is, na dat dezelve was gedrukt geworden. Dit zou, denkt men, nog zo fpoedig niet gefchied zyn, hadden zich verfcheide Burgers, des Donderdags den 12, zich niet aan het huis van den Burgemeefter Loten vervoegd, om naar de rede van 't vertraagen der aanplakking te verneemen; welke die Heer zeide te zyn, om dat 'er niet toe befloöten was; maar zoude zulks aanftaanden Dingsdag in den Raad voorftellen? Dan deeze Burgers verzochten hem zo lang daarmede niet te wachten, maar, ter voldoening aan het verlangen der Burgery (zo zyn Ed. oordeelde zulks niet te kunnen beveelen) daartoe op heden een Voorftel in den Raad te doen, ende Vroedfchap buitengewoon te doen vergaderen, gelyk gefchiedde. Z» d2t nu de Burgery de volkomen uitwerking van hunne billyke begeerte terzaake van haare Stedelyke Regeeringsfchikking met genoegen voldaan ziet* Hoe verder de Provinciaale Zaaken by de Haagfche Conferentien zich zullen laaten plooijen, zal de Tyd moeten leeren. De meefte Gemeenebestgezinden voorfpellen 'er geen genoeglyken uitllag voor de Volkszaak vau. Louw. Maar ik heb hooren fpreeken van het buitenfpoorig gedrag •der Hollandfche Dragonders te AJahem, in welke Stad die Tucnteloozc Soldytrekkers voor eenige dagen wirnifoen zyn komen houden. Krelis. Men zegge liever Oproer komen ftigten ter eere van Oranje, en ter onderfteuninge der verregaande oogmerken van deszelfs ichenzuchtigen Aanhang! ó Welk een Eergenot voor Mynheer den KapiteinGeneraal!!! — Doch dit foort van Eerbewyzingen is niet nieuw meer, en nog ouder is het Wilhelmus-Deuntje, dat deeze Burgervlegels dage- Bb 3 lyks  ( soö ) 'J k4v8 als kaf onder 't dorsfchen van hunne trommen doen ftuiven. Een kleene fchets van het gedrag dier fraaije Befchermers der Burgerly'ke Rust en goede Orde, vind ik in de Utrechtfche Courant van gisteren. Hoor, Louweris! Extract uit een Brief van Arirlum, gedagtékend 22 December,. laatstleden Vrydag en Saturdag, zyn hier agt Compagniën Gardes Dragonders in Garnilben gekomen, en Saturdag morgen dc vier Compagnon "Carabiniers, tot groote fpyt van de meefte Arnhemmers en van hun TclveS (daar zy over 't geheel weldenkende zyn) van hier naar Doesburg uitgetrokken. Het Bataillon van Douglas, dat,, zints eenige weeken, hierin ligt, had zich, zo laBg de Carabiniers by hen waren, ftil gehouletr doch den eigen'dag, waaröp deezen vertrokken waren, hebben fommicen hunner zich, met vloeken en fchelden, tegen de Patriotten nitgelaaten, dat zy die wel vinden zouden, en dit met de Dragonders., bv de hand, beloofd hadden, en dergelyke praatjes meerder. Ook werd 'er dien eigen avond, (Saturdag) by 't Taptoe, Wilhelmus geflageii., waardoor een party Volks byéén kwam. — Zondag avond, by 't optrekken der Burgerwacht, lieten zich veel Militairen zien, onder'tuiten van i liblentiëa, terwyl zy een zodanig gedrang veroorzaakten, dat de Burger-Officieren overleiden, de Geweeren te doen vellen, om ruimte te maaken; het geen echter niet afgewacht wierd. Ook zouden 'er dien avond a'an eenige Huizen ongeregeldheden gepleegd zyn. Maandag is 'er een Commisfie uit den Burger-Krygsraad by de Magiftrait geweest, met verzoek, om de ongeregeldheden der Militairen te willen beletten; overmits men voor de gevolgen vreesde; waaröp de welbekende Prefident-Burgemeefter van Eek, zeide : niets te kunnen doen, dat de Militairen onder de orders van den Commandant van het Garnifoen Honden; zynde de Collonel Baron van Quadr. 's Avonds by 't Taptoe werd 'er weder Wilhelmus van Nasfauwen geblaazen , in tegenwoordigheid van een menigte Militairen, waarby veele mat b'anke Sabels. Zy hebben onderwegen veel baldadigheden gepleegt, 'aan drie Huizen de-Glazen ingeflagen, anderen geattaqueerd, zo als onder anderen-de Knecht vaa Jufvrouw Opten-Noorth, die, nergens van weetende , uit een Slagters Huis kwam, en onverwachts meteen Sabel ceattaqeerd werd; komende nochthans door 't pareeren van den flag met lep fchram laags den Neus gelukkig vry.. - Dingsdag morgen is 'er weer een Commisfie uit den Burger-Krygsraad boven^geweest, met herhaald verzoek, van order, te ftellen, overmits men anders-voor niets wilde inftaan , maar moord en doodflagen vreesde, dcar de Burgery. furieus werd, en zflhzelve recht zoude zoeken te ver-fchaffen ; waarop men verzekert, dat door voornoemde Prefident, met zeer fterke termen, zou gezegt zyn : Patiëntie, en het flaan van Wilhelmus zo ras de Tamboers van de Markt waren, noch te kunnen noch te willen beletten. — Dien avond dan zyn 'er ontzaglyk veel Menfchen op ie. Markt geweest.: De Tamboer naar de Rynpoort werd voorafgegaan door  ( 207 ) Jror Sak met den Schout en vier Dragonders te Paard, en die naar den VelDcrooort, door cen Officier; wanneer alles vry ftil bleef; doch van te vooren zou de Hopman Troost door vier Dragonders geattaqueerd zyn. Ooi' verneemt men, dat de Commandant van het Garnifoen , en de Comtmndant-n der Dragonders en van Douglas,- boven geweest zyn , zonder du m-Vweet, wat hun gezegt is; doch de Dragonders hebben kwartier voor o uuren binnen 's huis moeten zyn. Nu verwacht men-hier nog het Regiment van Sommerlatte, en, zo dit d „elvk men hiervan fpreekt, is 'er geen goeds yan te wachten, maar m tegendeel zal men 's avonds de Straaten niet veilig kunnen pasieeren Gisteren morgen heeft de Magiftraat een Brief van-Zyne Hoogh. aan de Gildemeefteren gegeeven, om aan de Gemeente te communiceercn : Dezelve rouleert over de Scheepenen , die wettig, volgens 't Reglement van nso zouden aangefteld zyn (doch het geen de Gemeente anders heeft begreeoen) en die derhalven verzocht worden dat zouden blyven zitten. Wat de gezwooren Gemeente hierop heden ochtend gerefolveerd heeft, weet men no» niet: Dit ten minften is zeker, dat dit tweede Lid der Repeerinc zich 'tot hiertoe voorbeeldig heeft gedragen , en dat men van haar, hoe zeer zv ook verdrukt wordt, een onwrikbaare ftandvastigheid verwacht. Louw Wie is 'er in geheel ons Nederland, die maar eenigzins weldenkt 'en zulke geweldenaaryen goed kan keuren? — Wie, die de Rust in de Stad zyner Geboorte of Inwooninge, en de veiligheid zyntr Medeburgeren en Ingezétenen, zo wel als zyne eigen, ter harte trekt, eelvk zulks natuurlyk is, die deeze en dergelyke wanbedry ven ineen vry T and door ieder onzer Landgenooten betaald wordende baldaadige Kryge*. Y\e&»n kan gedoogcn, zonder de krachtdaadigfte Middelen ter hand te neemen. welke hem door God, zyn Recht en de Natuur verleend zyn? -Wie die niet geheel van zynen Pligt ontaart is, moet niet erkennen , dut ™lke' gruwelen ten hoogden ftraf baar zyn, fchoon ze ongeftraft gevleesd worden, om alles voor Eenen in oproer te ftellen? — Wie kent dien Eenen niet, die over het Krygsvolk gefteld is, om het by desze'is Plicrt te houden? Maar ook wie merkt niet klaar, dat Hy-zelf alle de Enueniboorige Bedryven der Soldaaten tegen den Burgeren koelmoedig hpfchouwt'? Om en met wiens wille zyn anders-de Oproerigheden m ons Vaderland ontftaan?— Alle de Muiters, die zich tegen de Wapening ten -fiatten Lande verzet hebben, en weèrfpannig het hoog bevel van sLanuS ^-mvereinen als metvoeten hebbengetreeden , zyn deezenietaltemaal Aarvoelingen van den Stadhouder en verderfiyke Werktuigen geweest? Dit hebben ze immers volftrekt getoond door hunne oproerige daaden , ter Fpre zo zv openlyk verklaarden, van den Prins van Oranje gepleegd,, onder het ónöphoudelyk gefchreeuw met verheffing van zyn Naam en het voeren van Leuzen, welken dien Naam door haare kleur aanduiden Pn dus den Voerder diens Naams, als het hooge Hoofd dier Muiters deeden aanmerken. - Heeft dan de Souverein deezer Provincie met met het grootfle recht dat Hoofd het bevel over het Haagiche Garniloen ontnomen? Een Garnifoen dat uit dezelfde Dragonders beftond^die  C 208 ) thans in Arnhem van hunnen intrek in die SrJad af tot heden toe reeds , almede ter Eere van dat uitmuntend Hoofd, zo veele ichandelyke wandaaden begaan, en veeleêr naar een faamgetroepte Bende van Straatfchenders en Moordenaars zweemen, dad naar een welgeordende en tuchtoefenende Stadsbezetting van Rustbevorderende Krygslieden! Krelis. Voorzeker heeft de Souverein het recht, en wel billyk het recht daartoe; ja zelfs het recht om deszelfs Dienaar meer teontneemen, wanneer het Volk (niet een hoop Oproerigen ; maar het braaveen weldenkend Volk, dat zyne waare Rechten, Voorrechten en Vryheden kent,) zulks begeert: gelyk dit Volk, niet alleen in onze Provincie, maar ook in meest alle de anderen, wel wensehte te gefchieden, op dat eens alle de misbruiken, die zich aan de Stadhouderlyke Bediening hebben gehecht, door ophooping van te onbedachtzaam gefchonken voordeden, die derzelver magt vergrooten, doch geen recht van kracht langer in zich hebben, dan als het Volk die gedoogt, op gronden van billykheid vernietigd worden, ziende de raisflagen van het Voorgeflacht, die het de Nakomeling vry ftaat, ja verpligt is te verbeteren. Louw. Zo is het, Vrind Krelis! Ook denkt men over't algemeen, dat de geëerbiedigde Vertegenwoordigers der Oppermagt des Volks geenszins zullen in bedenking neemen, om hun eenmaal zo wel genomen befluit te herroepen; maar eerder het achtbaar Volk het genoegen geeven van het verder te bekrachtigen. — Ik zou nog wel gaarne wat meer met u willen fpreeken; dan het zou ons bellek te buiten loopen, en te lang een tyd vereifchen. — Vaar dan wel, Vrind! Tot weêrsiens in het kort aannaderend volgend Jaar. Ik wensch je een aangenaame ^Nachtrust. Krelis. Ik zeg je dank, Louweris! Ik wensch je 't zelfde. Wel i'huis, Vrind! en de groetenis aan Diewertje. ; ' NB. Op de eerfte Pagina van dit Weekblaadje No. 51. ftaat aan de Staaten van Holland en Westfriesland — lees betreklyk de Staaten van 'Holland en Westfriesland. Tot Bericht voor den geSchten Leezeren dient, dat de Almamach van LOUW kk KB. £ LIS voor het Jaar 17*6 by de Drukfter onzer Samenfpraaken, thans te bekomen is voor den gewoonen prys van 4 Stuivers. Dezelve behelst alles wat tot eenen ^Almanach vereischt wordt: als Dagwy^cr; Kjrmisfen, en Jaarmarkten, afzonderlyk in ieder maand gefield; Kronyk, van de voornaamjie Gckt-urteniifm geduurende meer dan een Jaar; Onderrichting omtrenr liet gebruik der Zegels in aüerleie desnoodjge, Zaaken; Luiden der Poortklokken ; aa>komen der Vasten; vertrekken van Kjopmans Bodem; Utrtrek en ^tankpmst van Postwagens-, -zo oók van Schepen en Schuiten; alles voorafgegaan dooreen Belchnving vau den Jaarlyk, feben'Planeet eu deszelfs uitwerkingen, alsmede aanWyzingen van den tidettr Vacantien, enz. Verders behelst deeze -Almana.h tot nut en vermaak voor een iéder, een Vcitcllin* van den \iddirlyken Dcjntrekkcr, een Fabel van den De^en en de Schede. Voorts, Geldr^k. onget lukkig door zyn Wantrouwen en Gierigheid; de dubbel bedroefde en weder bh vertrooste t-Veduwtbeide fraaije ■ Vertelled. Vervolgens de -Jimfierdamfehe Kjrmis, een aartig Diclitftukje N02 .yerder eenige Gezangen, a!s op de Dronkenfcbap; voor de Vaderlandfche Vryheidminnaars, op e-u icelitJKigcnd Voorwerp: En einde!)k de Gtvallïn van de drie Gebroeders, Hans, fursen-en Bererd 6f dc Oomje.de Gilukk,>'ift-e. ' ' €*U:ikt bï it Sm it Wei, J, va* Ï jMONT : op de B.c°uliiw Bttêftiaai, tc AraSerd»».  GRIETJE en DIEWERTJE. 6 January 1785. N°. 1. Grietje. TVT^r cen goeden Morgenwensch, Diewertje! Is 't met i\ de Gezondheid nog wel gefteld, Vrindin? Diewertje. Volkomen, Grietje! Hoe hebt gy 't 'er-meê ? Grietje. Al mede neg in orde. Diewertje. ó Dat is goed. Is 'er ook eenig Nieuws dat gy weet? Grietje. Niet veel, voor zo verre ik my kan ennneren; ten zy me* «dies voor Nieuws wil neemen wat men in de loopende Dagpapieren vindt. Dat onze Samenfpraak evenwel de Eerfte in het Jaar 1785, en dus methet laar als vernieuwd is, gelyk zulks alle vaste Week- en Dagfchriftea met het onze gemeen hebben, is waar; en hierörn is het dat wy een ieder die zich verwaardigt onze Samenfpraaken te leezen, op nieuw toëwenfchen, niet alleen aanhoudenheid, maar ook vermeerdering vaa Patriottifche Gevoelens, ten hoogften noodzaaklyk in eenen tyd als deeze is, daar wy da klaarfte blyken voor oogèn hebben, dat'» Lands vervallen Toeftand alleen is toe te fchryven aan behaorlyke en altoos noodige zorgetoor st Volksheil, een reeks van Jaaren agteréén verwaarloosd niet alleen, maar zelfs als moedwillig verdrukt door Heersch- en Baatzuchtigen, die 'er hunne Eigen Belangen in beoogden, en wel meest door zulken wie* de uitvoerende Magt in handen hadden, en nog hebben. — Men heeft dit gezien in den kortsgeëindigden Oorleg met Engeland — men ziet het allerblvkbaarst in den tegenwoordig oavermydelyk te beginnen Oorlog met dén Keizer. Beide deeze Oorlogen hebben wy te wyten aan het verwaarloosd vermogen van ons Gemeenebest, door Slaaven van hunnen trotfehen Hoogmoed, willekeurig en onrechtmaatig uitgeoefend gezag, aan de zorgelooze Weelde ran een zogenaamd Stadhouderlyk Hof, vol Zedenbedervende Vreemdelingen en andere Creatuuren, naakte Edelen, en laase Vleiers des Eerften Staatsdienaars van 't Gemeenebest, die zyne Verleiders boven zyne Meefters ftelde, en zich daardoor eenen Landverpestenden Aanhang, als de waare oorzaak van Tweedragt, Misverftand en Wanvertrouwen, heeft verkreegen, om de gebiedende Magt aan zvne uitvoerende te hechten, om een dwingend Gezag te voeren bóven de hem bedeelde Ampten, en om geen Amptenaar meer van, maar He'erfcber over een van zyne Vryheid beroofd Volk en Gemeenebest ta ,-n _ De gewaarwordinge hiervan zyn niet oaaaagemerkt voorby gedaan Het achtbaar Volk, (dat is deszelfs voornaamfte en beste gedeelte^, Seen muitend Üitfchot, geen Oranje fchreeuwend Gepeupel,) T)egon te ontwaaken; men bevond dat het vermogen om den Vyaiid. te weêrftaan verkeerd werd aangelegd, en de Vyanden een begunitigde Party hier te Lande had, die zich ook te allcrwege voor het gedrag des Stadhouders  C 2 ) en zyner Aanhangeren openbaar in de bresfe durfde Hellen. Weliswaar, dat het deezen alleen niet waren, die tot het verderf des Lands medewerkten; want 'er ftak nog een ander flach van gevaarlyke Luiden het hoofd in verfcheide Provinciën en Steden der Republiek op, doende zich voor als kleine Dwingelanden over Burgeren en Boeren; maar ook de meesten deezer veinsden almede Oranje-Vrienden te zyn, om hunne heersch- en baatzuchtige rol te veiliger te kunnen fpcelen, 't geen hun eehter grootendeels mislukte, door de wakkerheid der Volksverdédigende braave Edelen en Regenten. Dan nog, fchoon deeze twee Partyen daardoor wel verflapt zyn, echter zyn zy op verre na nog niet onderworpen gemaakt aan het rechtvaardig Volksgezag,. ondanks hetzelve ft'eeds grootmoedige en ftandvastige Voorftanders in veelen van deszelfs Vertegenwoordigers vindt. — Het verhinderen der Wapening van 't Landvolk toont nog de vervloekte uitwerking der verdervende Hand, die door de. twee gemelde Partyen haar beftaan heeft, om de Vaderlandfche Volksparty. geduurig te beletten en te dwarsboomen in. derzelver aanwendingen, tot behoud van Vryheid en Welvaart van 't Gemeenebest, welker eindelyke ondergang noodzaaklyk volgen moet, indien de handhaaving der Bataaffche Grootheid niet kan worden ftaande gehouden door het vermogen der waare Gemeenebestgezinden. — Wy mogen dan immers wenfchen dat derzelver getal niet alleen vermeerdere, maar dat alle tegengeftelde Partyzucht fmelte. in een éénsgezind, Vaderlande.n Vryheidlievend Volk, by het onderhouden en fteedsduurend oefenen «an Recht, Gerechtigheid, Deugd, Godsdienllige en Burgerlyke Plig.. ten, zonder verzuim van een wettig en ftandhoudend gebruik der middelen, ter verdédiging en verzekering van alles wat een vry Vólk dierbaar kan zyn. — Voor 't overige onderfteune de Alvermogende Byftand vaa den God der Legermagten de Benden van den Staat, en die van deszelfs Bondgenooten en Medehelperen tegen de overmagt onzer Vyanden, die reeds den Mond als wyd opgefperd hebben om ons geheel te verflinden. Diewertje. Dit alles wensch ik wel met TJ ; maar ftaat het tegendeel ons .niet te. vreezen ? Ten minde het is niet oawaarfchynlyk; doch het is ook niet onraogelyk, dat onze Redding daar kan zyn, eêr men zulks vermoedt, en zelfs tegen alle vermoeden aan. 'Ef is niets onmooglyk by God, die zyne beloften altoos waar maakt, maar ook met onderfcheidinge van de Verpligting die op ons ligt, om het beloofde ons, door onderwerpjnge en opvolginge zyner Geboden, waardig te maaken. Zo lang een Volk dit .niet doet, kan het ook de daartegen bedreigde Oordeelen niet ontgaan, en zekerlyk zyn deeze rechtvaardig, al worden ze ons door onrechtvaardige Werktuigen toegebragt. Dan, tegen de ens naderende gevaaren te waaken en te bidden, is ieders pligt door geheel ons Vaderland heen. Dat een ieder das ook zich-zelven hiertoe opwekke, om den wreevelmoed onzer onrechtvaardige Vyanden tewedqr-' ftaan, ep. zelf ftaande te blyven. Grietv  (3) Grietje. Hiertoe behoort zekerlyk, onder de Befcherming de&Allerlioogften, meed en wakkerheid; zo kan men nog wel overwinnen, in vertrouwen op de hulpe des Allerhoogften. Diewertje. ó Ja, Vrindin! Maar veelen ftellen nog den booz/n dagverre, en roepen Vrede, daar geen Vrede is. Hoe zo» men toch kunnen ftaat maaken op Vrede; daar meerdere magtige Volkeren ons klein Gemeenebest meteenen Oorlog bedreigen? De Rusfifche Keizerin heeft immers, zo men wil, eene afmaaning aan den Pruisfifchen Monarch laaten doen, om Holland met geene Hulpbenden te onderlteunen, tegen haaren Vriend den Duitfchen Keizer, om dat onze Staat dezelve verongelykt had; en zy Keizerin derhalven verpligt zoude zyn, haaren getrouwen Helper tegen de Helperen van de Republiek by te ftaan. Men gelooft evenwel geenszins dat de groote CATHARINA zulk een Compliment aan den Pruisfifchen Monarch zoude kunnen maaken, zonder den gryzen Koninglyken Held het gerimpeld voorhoofd te doen ontfronfen. Grietje. Dit mag dan wel een Uitftrooifel zyn; doch het geen ik u uit de Haarl. Cour. van deezen dag zal voorleezen, is het evenwel niet. Men weet dat de Rusfifche Minister in den Haag onlangs eene Memorie, tot een Vergelyk met den Keizer dienende, aan Hunne Hoog-Mogenden heeft otergeleverd; nu fchryft men, wegens het Antwoord op dezelve, aldus: Het Antwoord van Hunne Hoog-Mogenden aan den Heer Califchef, Minister va*. Rusland, op zyne geprefenteerde Memorie, behelst, zo' men verzekert, in fubftaatie, eene voorafgaande Dankzegging van Hunne Hoog-Mogenden, wegens de vriendfchaplyke vermaaning der Keizerin, om met den Keizer de Onderhandelingen weder aaatevangen; voorts refereeren Hunne Hoog-Mogenden zich wegens hun Different met den Keizer op derzelver Refolutie van verdédiging van 3 November 1784^ dat 't geen dezelven aan de twee Keizerlyke Schepen op de Schelde hebben doen verrichten, is ia overeenkomst van hunne Souvereiniteit, 't welk Hoogstdezelve aan alle vreemde Mogendheden in diergelyke gevallen zouden deen, de Schepen hunner eigene Ingezétenen niet uitgezonderd ; dat Hunne Hoog-Mogenden het niet zyn, die de Conferentien te Brusfel hadden afgebroken, maar de Keizer, door het rappellearen van zynen Minister uit den Haag, met order om zonder affcheid te neemen van Hunne Hoog-Mogenden te vertrekken; dat Hunne Hoog-Mogenden met genoegen zullen zien, dat Haare Keizerlyke Majefteit, haaren Vriend en Geallieerden , zal kunnen brengen tot het wederom entameeren der Negociatiën, met afzien van deszelfs fuccesfivelyke en menigvuldige eifchen op de Rechten en inconteftable Bezittingen van deezen Staat; enz. Diewertje. _ 'Er is in dit Antweord ook niets dan waarheid. Maar me» verwondert zich nochthans over de zo zeer uitgeftrekte zorge der At leeabeerfcheresfe Aller Rusfen; wier Gebied geenszins ontrust kaa wor- A ar de*.  (4) den door onze Verfchillen met den Keizer. Dan het is echter goed naar de billykheid en waarheid der Zaak te verneemen, om dezelve niet onkundig tegen te gaan, en den Verongelykten niet verder te verongelyken; maar den Verongelyker te doen begrypen dat zyne handelwyze niet eebilJykt kan worden door de Rechtvaardigheid. Grietje. Zo is het, Diewertje! Denkt nu die Amazoone van het •Noorden 'zo, dan zal haar veelvermogende Mediatie niet onwaarfchynlyk ceen geringen invloed op het hart.van Jofeph den JIden maaken, om dien Monarch van deszelfs voorneemen te doen afzien, of ten minfte tot redelyke en rechtaiaatige fchikkingen te brengen. — Dan hieraan ontbreekt my al weder een genoegzaam fterk geloof. : Diewertje. Dewyl men reeds vernomen heeft, dat de Keizer, ondanks de zo vriendbroederlyke aanbieding van zyne Aller-Christelykfte Majefteit, ter bemiddeling van 't gefchil, op zyn ftuk vast blyft ftaan, oordeel ik het even weinig doenlyk voor de Keizerin van Rusland om haaren Vriend en Bondgenoot met Haare bemiddelings-poogen 'er van te zouden kunnen afbrengen. — In 't hart van 't barfte Jaarfaizoen zo veele duizenden Krygslieden op ons aftezenden, ftrekt tot niets minder dan tot een bewys van des Keizers welwillendheid om zich met de Republiek te vergelyken. De jongfte Berichten van Weenen zelve melden immers dat de Krygs'toerustingen geftadig aanhouden, en de Marsch der Keizerlyke Troepen geftadig wordt voortgezet. — Laaten we ons dan niet verbeelden, dat het Hoofd van 't Duitfche Ryk tot een billyk Vergelyk met de Republiek genegen is. . ', Grietje. De uitkoomst van alle omftandigheden moeten we van denTyd wachten. Vaarwel, Vrindin ! Eet fmaaklyk en groet Louweris. Diewertje. Ik bedank je, Grietje! en ik wensch je 't zelfde. Groet jCrelis. , By de Drukfter deezes zyn nog eenige Exemplaaren te bekomen raa de aanmerkiyke Levensgevallen van J ANNE T JE, die uit den flaat der Dienstbaarheid, na ontelbaare Wederwaardigheden, Rampen en allerlei byzondere vreemde Ontmoetingen, is opgeklommen tot die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zei ven kortelyk aangeteekend, ten voorbeeld, leering en aanmoediging van al de geenen die anderen Dienec en daardoor hun Fortuin hoopen te bevorderen. De prys is 4 duivers. De zeldtaame Befchryving van den Man met de Bontemuts, of ver-' haal van een wonderlyke Onderaardfche ontdekking; met io fraaije uitflaande Plaaten, in Hout gefneden door H. Numan. De Tweede en vermeerderde Druk. De prys is 10 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe JA CO BUS van EGMONT; op de Reguliere Breêftraat, te Amfterdam.  D I EVER T j E en GRIETJE. 13 January 1785. N°. 2. Diewertje. T? en goeden MorgerfwÊirsch, Vrindin Grietje! Hoe fs i_v het met de Ligchaams-gefteldheid; Grietje. Gezond, Vrindin Diewertje! Hebt gy 't'er ook zo meê? Diewertje. Ja, Vrouw Krelisfe! naar de Jaaren des Ouderdoms gaat het nog al wel. . . Grietje. Maar zo oud als wy zyn, wectikechterdatwy, en ik vertrouw zelfs de alleroudfte Mensch in ons' Vaderland, geene zulke tyden en omftandigheden , betreffende ons Gemeenebest, beleefd hebben, dan in welken onze Land- en Tydgenooten , met ons, federt ruim 4 Jaaren althans, verkeren. Diewertje.' Zo is 't, Vrouw Louwerisfe! Maarniet in allen opzigte. Ik begryp dat gy uw oordeel deswege vestigt op den korten doch verderflyken Oorlog met Engeland, en voorts op de thans plaats hebbende Verfchillen met den Keizer, en den door dien Monarch onze Republiek onrechtvaardig gedreigden Oorlog. Maar klimt men tot hoogere Oorzaaken van 's Lands Verval op, dan'moeten wy het Tydperk van de zwaarfte rampen, welke ons Vaderland zyn overgekomen, ftellen van het Jaar 1747 af tot heden toe. Wel is waar dat men vroegere Bronnen van Onheil zoude kunnen vinden» doch welken wy altoos nog met behouding der Bezittingen en Eer der Natie zyn doorgeworfteld. Maar toen de Republiek ter onderfteuninge van de toen benaauwde Moeder van den tegenwbordigen Joseph den llden, en ter hulpe van het toen verleden en naderhand verbondbreekend Engeland haare vermogens in Volk en" Geld gefpild hadden, fchoon door het jegens ons gemaatigd Frankryk meermaalen gewaarfchouwd niet boven onze Verpligting te gaan, ten zy wy mede onder zyne Vyanden geteld wilden zyji, gelyk gebeurde; federt dien tyd èamen "de rampen van ons Vaderland toe, en wel door het "-edüurig werken der geheime Vrienden van 't Oranjehuis, dieniet ophielden meerderen onderftand aan de Vyanden van Frankryk, de Keizerin Therefta en George den llden toe te brengen, fchoon de Onderdaanen van den laatften, zelfs als Vrienden, veelen onzer Schepen namen cn beroofden: Zo dat de Franfchen, na het inneemen der thans afgefchaft'e Barrière-Steden en andere in de Oostenrykfche Nederlanden, een einde aar. dien Oorlog willendemaaken, der Staaten Grondgebied niet langer verfchoonden. Hieruit volgde terftond ookcen Oorlog tusfchen Frankryk en de Republiek. Dit was het oogmerk der Oranje-Vrienden in dien Tyd, om de welgezinde Republikainen, die voor het onzydigc waren , den voet dwers te zetten, en deezen des Volks algemeencn haatte berokkenen, waartoe zy hunne omgekogte Aanftookeren in dc oproerzuchtige Hoofden der Prinsgezinde Factie hadden, kort daarna te Amfterdam onder den naarri van Doelisten bekend. — Dit oogmerk' bereikten die Zelfsbelangzoekende Werkers der Ongerechtigheid, om zich-zelven en hunne Familiën o-root te maaken. — Willem de IV. wierd Stadhouder, Capitein-Admiraal, Capitein-Generaal. — Deeze zou terftond (zo dacht het opge- A 3 rui*  (Q) «,M Gemeen 1 een tweede Jofua zyn in 't vcrflaan zyner Vyanden. ö Hoe fVhie'vk zou hv niet, aan 't hoofd van ons Leger geplaatst, Wonderen doen den Franfcheö uit het Veld flaan, en hen onzen bodem doen ruimen.'Maar het bleek wel anders; de Vyanden maakten na ernftigervoort«rnp«ren Het hneemen van Bergen-op-Zoom, de fterkfte van s Lands VooWiuren, hoewel voorzien van Volk, Mond- en krygsbeboeften, van welke deeze gewigtige Stad dagelyks onbelemmerd nog meer kon voorzien worden, was het eerfte bewys van hel: ongelukkig TVdgewngt, na t aanftellen van dat Hoofd der uitvoerende Magt Naderhand, zonder verfcheide fterke Forten te reekenen , ging er Maaltncht ook meê, en hierop wierd de Vrede tusfchen alle oorlogende Mogendheden te Aken Geteekend Ondertusfchen had onze toenmaahge Veldheer, als Veldheer niets uitgevoerd, maar als Staatsdienaar veel gedaan voor zyne Belangen, aan welke veele zyner Creatuuren, in rang nochthans ook vee e zyner Meefters, de hunre hechtten; en, des Volks aart zeer wel kennende, mengde hy een ioort van onderichikking aan het Souverein Gezag met een bepaaling van zyne voorneemens voor een korten tvd, veinzende ieders Vriend te zyn, om dus gemaklyk en fpoedig de hitten te winnen, en zo allengs zyn Grootheid, die hy wel wist op de Vermogens der Natie nochthans te moeten bouwen, en daartoe ook eenige nnr-weroen maakte, welke den. lof van ieder moesten wechdraagen, in ton te vvzelen Dit deed.de fchrandere Frifo Ampten bekomen, die anr derzins aan de"Stadhouderlyke Bediening nooit gehecht waren geweest, niis vond men ook goed die Bediening en andere Ampten in het Doorluchtig Huis" van. Oranje en Nasfau Erflyk te .maaken. De Oproeren in veele Hollandfche Steden verwekt,.door het Gepeupel, dat de Pagrerven wilde afgefchaft hebben, fcheen die Staatsdienaar wel met geen mwerfchilligheid te befchouwen ; maar hy fcheen 'er weinig werks van te maaken, om de middelen ter ftuitinge 'er van aan te dringen. Men fthafte de Pagten af, tot groot nadeel van den Lande; doch werd wel haast pewaar, dat 'er andere middelen ter inzaamelinge der Imposten moesten in 't werk gefteld worden; en deeze bepaald zynde, wierden de vveriffte Hoofden der Oranje-Party, der Doelisten m Amfterdam •dthars dic°eerst voor het affchaffen der Pagten zo fterk geyverd hadden en de Pachters, zacht genoeg in hunne behandeling., ten onrechte lïloeVui-'ers o-enoemd hadden, Gaarders der Impofitien, rnet meer rigueur "en&hoo-er recht voorzien, dan o.oit_de Pagtew te vooren hadden, en tot hunnen dienst daarenboven een geheelen Staart van door Oranje heannftigde Toezienders, uit de Oproerigen gekoozen, om hunne Medeburgers, die eerst door hen, uit beooging van hun eigenbelang misleid waren, te doen zien, dat men flechts dien laagen hoop had in de hand gewerkt, zonder het Land te meerder voordeel 'er door toe te brenü-en De Liberaale Gift ter redding van 't Vaderland was reeds wel een goed middel geweest; maar deeze was evenwel van dat gevelg niet dat het Volk 'er zich van had voorgefteld. De Stadhouder had dit.voorftel gedaan, en daarom ging.het door. Iadiea het voor zyne Aan=  C 7 ) Aanftelling door de Volks-Gerragtigden gedfatin ware geworden, nooit ware het ingewilligd. Thans kwam het echter te pas, onder milhoenen van Eeden, die het- vry Gemoed in geenen deele voor vrye aanbiedingen behoorde te doen, wanneer het- tot vrye Giften woedt opgewekt. Uit alles had kunnen verhinderd worden,. had Willem de IP". door zyne Vrienden onder de Edelen en anderen zyner Gunftelingen in de hooge Staats-Collegien zo \eel invloed niet gehad, eêr hy door dezulken Stadhouder gemaakt wierd. De rechtzinnige Party, die hunne Bon.igenoosen, vooralhet Huis van Oostenryk, wel met Geld, maar niet met overvloed vsnVoIk , waarvan we ons zeiven beroofde,.wilden onderfteund hebben, en voorts onzydig blyven, wierd voor een Verraaderlyke gefcholden. Had zy de fterkfte mogen zyn, men had geen Stadhouder noch Stadhouderlyk H«f vol Vreemdelingenen Landverteerende Dienaarsvan hetzelve noodig gehad, en het Land zou 'er ten minden vyf Miihoenen 's Jaars by hebben uitgewonnen. Frankryk zou onzen bodem niet hebben aangedaan, en wy. varen met dat fiyk buiten Oorlog gebleeven. Niet lang had Frifo het genot vanzyrcgrootheid. Hy ging in 't Jaar 1751 den 22 Odober den weg van alle vleesch. Zyne Koninglyke Weduwe wierd Gouvernante, geholpen door den Vcldmaaifch.dk, die. door de Staaten nog in dienst wierd gehouden, om tot de Meerderj larigheid van onzen, tegenwoordigen Stadhouderiyken Willem den Vden zyner, Mentor te zyn. Intusfehen kwam op den 19 January 1 759.. de Gouvernante, Engelfche Kroon prinfes, te overlyden : Zy had reeds drie Jaaren te vooren veel gewerkt om de Republiek in een nieuwen Oorle-g met Frsmkryk te wikkelen, om dat dat Ryk in Oorlog met Engeland was, gelyk ook. Spanje met hetzelve; maar dit gelukte haarWet, de Republiek bleef onzydig, enditTydperk is in detegenwoordige Eeuw het voordeeligfte voor dezelve geweest, hoe zeer de nydigeBiitten ook onze Koopvaardy door" Ksperyen afbreuk c'eeden, dat toch altoos hunnegewoonte is. Maar zodra was Willem de Vdemsx meerdetjaarigeninde Bediening zyn s Vaders gefteld, en zyn verleidenden Voogd in dienst gelaaten, of alles begon verkeerd te loopen. De Veldmaarfchalk bezwoer by eene plegtige Afte in 't geheim met den Veldheer zynen Raadsman te zullen blyven, in all«zowel Staats-alsKrygszaaken, en Amptenaaren van 't Stadhouderlyk Hof werden in alle Staats-Collegien gedrongen. Men vond 'er, die in de hoogde Vergaderinge, als Meeilers van hunnen Dienaar zaten, en de Volksbefluiten moesten helpen hmdhaven, na 't verhandelde, in den Tabbaart, de Hof kleeding terftond gehouden waren aan te trekken, om zich van Meefter in Knecht te transformeeren! — o Tyden! 6 Zeeden! — Deeze en meer la>.ge Vleiers van een bedorven Hof hielpen ook alles bederven. — "Wy hebben de bedry veloosheid in oen hatstgevoerden Eogelfchen Oorlog nergens anders aan toe te fchryven: En indien men het verval van onze Frontieren en Grensvestingen am dezelfde Gebreken niet denkt te kunnen wyten, dm zal men ze aan de werkeloosheid der uitveerende Magt in den aannaderenden Aanval der Keizerlyken even zo duidelyk ontwaar worden, als in dien van de Engetfctïenwant de Cafcaale blyft een. Die Oranje boven ftellen, wapenen • zich even weinig te^en de Laatften, als zy de zyde der Eerftenbegunftigden. — Dus dan geen Patriotten: Maar Haaters van hun Vaderland en Vryheid, ea Beminnaars van een voar derzelver verderflyke Party. Grietje- Genoeg biervan. Dan het is zo; — bet voegt ons dat men de waarheid fpreeke, en onze Mede-Land- en Stadgenooten de Bronnen van 't Verderf en het nog beftaan van 't zelve herinnere en doe kennen, gelyk zy uit de gevolgen, willen zy niet moedwillig blind zyn, zeiven, hoe langer zo meer, blykbaar zien kunnen. —— Betracht men den tegenwoordigen toeftand van ons Gemeenebest maar oppervlakkig, men wordt de gebreken, die in hetzelve heerfchen, terftond gewaar. Waarom de Wapening van Burgeren en Boeren nog gedwarsboomd, daar't gevaar ee» ieder ertoe noopt' Waarom de reeds ze welgekomene ondervindelyke en uitredderuie hulpe van  (8 ) aen magtige Mogendheid, wier welmeenendheid met ons Gemeenebest een ieder zo klaar als het daglicht is gebleeken, op de fnoodfte wyze verdacht gemaakt ?— Waarom Muiters en hunne Hoofden verfchoond? — Waarom de befluiten der Hooge Volksvertegenwoordigers als met voeten getréeden en weêrfpanniglyk verworpen ? Moesten zy van runnen Eerften Staatsdienaar komen, dit zou een blyk zyn van de verraaderlykfte en laffte onderwerping die ieder VolksreprefeursBt de pynelykfte doodïtraffe waardig maakte. Maar neen! 's Lands wakkere Vaderen werken ter onderhouding, ftaaving en onderfteuning van de Majefteit der algemeene Vryheid en ten nutte van het dierbaar Vaderland. Laaten die Oranjelingen hier tegen werken; laaten verfoeilyke Ariftocraaten, met hunne agterhoudende denkbeelden in 't geheim naar hunne belangen ham'.elen , en laat nog eene kwanswys moderate Party , die indedaad niets zegt, fchoon ze almede haare eigen belangen beoogt, en haare Coalitie wel vruchteloos zal zien:— Laaten alle die Partyen, zozeer woelen en werken als zy willen: De Patriottifche moet echter boven ftaan en zegepraalen; waartoe zy van tyd tot tyd zigïbaare krachten ontvangt: En dan zal waarlyk de Stem van God , de Stem des Volks zyn. Dan zal de Stadhouder door het welbeoefenen van zyne Ampten in de Liefde der Natie deelen, en de bevelen der Volksftem voerderen als die van zyne Wetgeevers gehoorzaamen. — Om thans nog iets uit de Nieuwspapieren aantehaalen, zal ik U voorleezen een Artikel uit de Nederlandfche Coun n: van heden Donderdag deu 13 Jamiary , (federt Nieuw [aar uitgegeeven wordende op Dingsdag, Donderdag en Saturdag, .by D. Schuurman, op 't Rokïn by de Visehpoort.~) Menfchryft het uit Utrecht van den 10 January, en luidt aldus: „ Men debiteerd alhier in het publiek, dat de Stadho-\'er en deszelfs Stadhouderlyk Hof eerstdaags op reis goan, naar de Bironnie van Breda, om aldaar de Winter te pisfteren ; terwyl anderen 'er byvoegen, dat de Stadhouder vervolgens een tourije naar Aaken zou doen; doch beide geruchten houdt men voor uitftrooif^ls van de ver.dervende Coalitie-Party, om, was het mogelyk, den Stadhouder daardoor van het ■roer van Zaaken af te krygen; want het is byna onmogelyk, dat de eerfte Staatsdienaar in zo eene critique tydsomftandigheid zich kan abfenteeren, uit de zo gewigtige Deliberatiè'.i der Staaten en andere Collegicn, in 's Hage reiideerende; ten zy men wilde aanneemen het particulier gevoelen van eenige waardige Vaderlanders, en "waare Vrienden van het Stadhouderlyk Huis, die volftrekt noo.iig oordeelen, dat Hoogstdezelve, als aan het Hoofd van de gedemandeerde uitvoerende Magt, khgten deede, en verzogt, om alle de tegenwoordige Leden van Staar, die in de yerfchillende Departetnei.tin van Oorlog en Finantiën, en vooral in den Raad van Staate, aan verregaande verzuim, inacliviteir en ftegte directie, fehuldig en verdachr worden gerekend, in hunne Posten en Bedieningen te furcheeren, en zo doende, het gantfene Ministerie van de uitvoerende Magt ie veranderen en te verbeteren, waardoor, eigenlyk gefprooken, de Stadhouder, als aan het Hoofd v:.n de uityoerende Magt, niet langer de Speelpop van flegte Raadslieden zoude kunnen gehouden worden', en even als daardoor mede deel hebbende aan de wandaaden , die bekend zyn." Diewertje. Ik betuigen,, hoe het ook zy, rooit anders dm Vaderlandsch te denken, zo ik meene, ten zy men my redelykerwyze wist te overtuigen van m een verkeerd denkbeeld te zyn geweest. -— Voorts het koome met den Keizer tot daadlykheden of niet, de z.icht voor Vaderland en Vryheid fta in my boven. — Hiermede, in afwichting van, en hoope op de krachtige Befcherming des Almagtigen, ter redding uit de ons bedreigde geraarerj, moeten wy alles aan de opgaave van den Tyd laaten en de uitkoomst deswege verbeiden. Vaarwel, Vrindin! Eet fmaaklyk en groet Krelis. Grietje. Ik wensch je't zelfde! Diewertje! De groetenis aan Louweris. 6sdiakt bf dï Ene de Wed. J. van EGMONT ; op de Reguliers Breêftiaat, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 20 January 1785. N°. 3. "Grietje. Tk wensch u een goeden Morgen, Vrindin Diewertje! Zyt j. gy wclvaarende, dan hebben wy beide hetzelfde geluk? Diewertje. ó" Ja, Grietje! — Wat Nieuws brengt gy meê? Zal het haast Vrede zyn ? Grietje. Weet ik het, Diewertje! Ik zou een Profetesfe moeten zyn, om u Zaaken te kunnen melden, die men nog niet weet of gebeuren zullen. Ik hou alle Tydingen deswege voor alsnog onvoldoende. Diewertje. Men zou nochthans uit verfcheide Berichten mogen opmaaken, dat 'er zich eene vastere hoope toe opdoet, aJs men voor weinige weeken nog verwacht had. Men fchryft uit Weenen zelf, als op eene verzeekerende wyze, dat aldaar den eerften deezer maand een Courier van Verfailles is aangekomen , die voorflagen tot eenen Wapenftilftand heeft medegehragt, die men wil, dat door zyne Keizerlyke Majefteit zouden aangenomen zyn. Het fchynt dus, vervolgd men, dat de o-efchillen, tusfchen ons Hof en de Republiek der Veréénigde Nederlanden, nog in der minne zullen vereffend worden; althans fpreekt men hier federt eenige dagen druk van Vrede, en worden de Krygstoerustingen vertraagd. Ook befpeurd men zo veel aóliviteit niet aan het Comptoir van Oorlog, dan te vooren. Grietje. Ik ila niet het minfte geloof aan deeze Tyding, Diewertje! Ziet men eenige verflaauwing in het voortzetten der Krygszaaken door den Keizer, men kan 'er echter niet uit befluiten, dat zulks is toe te fchrvven aan Vredelievende oogmerken des Keizers, maar uit een inzigt van Hoo^stdenzelven, op de inftantien van 't Hof van Verfailles, om het zelve, w^are het mogelyk, voor eerst niet al te fterk tot ongenoegen te wekken : Want immers blyven de meefte Keizerlyke Benden al voorttrekken naar de Nederlanden; ook kon het wel zyn, dat het opzeggen ter oprichting van Magazynen aan een of ander Oord, in Landen aan deNederlandenpaalende, of wel op het Grondgebied der Nederlanden zeiven, bvhet formeeren van cen ander Plan door Jofeph den Ilden, het geen misfehien dien Monarch beter dunkt, niet anders dan eene verlegging dier Magazynen ten oogmerk heeft, om dezelve niet te digt aan den Franfchen bodem te plaatfen. Wel is waar, men fchryft uit Parys van den r4 deezer, het volgende: • ' . . Men is hier nog in dezelve onzekerheid ten aanzien der gevolgen, welke het verfchil tusfchen den Keizer en Holland kan hebben. 'Er is no^ niet de minfte nieuwe order uit het Comptoir van Oorlog ten voorf-hvn gekomen voor de Armée, die beftemd is om te veld te trekken;  C io ) het welk doet gelooven, dat 'er voor dien tyd een Congres zal plaats kaviaar dit beflischt niets. De Hoftydingen fpreeken noch van geen plaats tot zulk een Congres, noch van de Ministers, op hetzelve te benoemen, noch van de Punten die het Ontwerp van Verhandeling zullen moeten uitmaaken, om tot de beflisiching der Verfchillen, of liever bezaaiing van 's Keizers Eifchen, ter treffing vaneen Verdrag, te komen. >— Voert men my te gemoete dat ik deswege te veel Vooringenomenheid voede, te ongeloovig en te ongeduldig ben, om 'er den uitflag van aftewachten, dan vraag ik, welke redenen my zouden verpligten om anders te denken en te redeneeren : Ik zie niet het minfte bewys dat myn gevoelen te°-en is: In alle Zaaken zyn rustingen noodig, zo ook vooral in den loop der Krygstoerustingen zelve. De geheimhoudende aart des Keizeps, die zyne voorneemens fteeds weet te bedekken, openbaart zich doorgaans niet eêr, dan wanneer hy dezelven in 't werk fielt, eêr men 'er om gedacht heeft, en dan kan het dikwils te laat zyn om ze tegen te werken en te verydelen.— Ook twyfel ik niet, of onze Welmeenende en Volksminnende Landsvaderen, neemen dit zeer wel in acht; weshalve die Braave Volksgemagtigden ook de handen niet flap laaten hangen,- gelyk de Werkers der Ongerechtigheid, die op het wenken der verdervende Hand vliegen, wel gaarne zouden zien, om het Hoofd der uitvoerende Ma°"t alleen met de Bezoldigde Huurlingen van den Staat in 't algemeen naar zyn believen te doen handelen; en was men hier niet tegen, dan zou de Wapening der Burgeren zo wel als der Landlieden reeds agterwege zyn gebleeven; daar zy echter thans op bevel van 't Souvereine Voiksgezag moet doorgaan. Hpe fterk men dan ook fpreeken moge van Vrede, van Vergelyk, ik blyf evenwel in 't begrip, dat deeze Wapening nood* zaaklyk is, en doorgezet moet worden. Diewertje. Voorzeker is die ten allen tyde nuttig, en zelfs, of Vrede of Oorlog, behoorde 'er eene algemeene ftipte en. volftrekte Wet, meerder dringende, dan zwakke Reglementen zynde, plaats te hebben, om een ieder door geheel ons Vaderland heen , bekwaam zynde de Wapenen te draagen en te gebruiken, aan die Wet ten naauwften te verpligten, om altoos ter verdédiging van 't Vaderland en Eigenzelfsbefcherming gereed te zyn. — Maar dit Artikel altoos ftaande blyvende, zoudt gy evenwel nog niets willen gelooven wegens een op handen zynde Vergelyk met den Keizer? Grietje. Neen, neen, Diewertje! Diewertje. Wel nu; wat zegt gy dan weder van de jongfte Tyding uit Weenen: Luister wat men oris van daar nog verder bericht. Dus. lees ik: Weenen den Sften January. Nog is geen der Couriers, naar verfcheidene Buitenlandfche Hoven afgevaardigd, terug gekomen. Intusfehen ?cntinueert liet gerucht yan Vrede nog geftadig. Sommigen beweeren, dat .  C " ) dat men reeds binnen veertien dagen nadere omftandigheden aangaande de voorwaarden van dien zal verneemen; maar anderen ftellen den termyn. daarvan nog tot op drie maanden uit. „ Met Brieven uit Parys verneemt men , dat de Onderhandelingen, onder bemiddeling-van Frankryk, tot vereffening van het verfchil tusfchen zyne Keizerlyke Majefteit en de Republiek Holland aldaar begonnen, zo verre gelukt zyn, dat reeds den 18 December eene Preliminair-Conventie tusfchen den Keizerlyken en de Hollandfche Ambasfadeurs, onder Frankryks guarantie, en accesfie der Ministers van eenige andere Hoven, on| dertekend is, waarvan men nu eenen fpoedigen en volkomen Vrede verwacht." Grietje. Ai, ai! Kunt gy niet merken, Vrindin! dat in deeze tydingnog niets is dat grond tot een waar begrip van Vrede geeft. Leest men 'er wel anders dan het oppervlakkige in ; ja zelfs is 't niet meer dan een gerucht. Men had wel Vrede kunnen behouden, waar men laf genoeg geweest, den Keizer zyne Eifchen niet alleen toeteftaan, maar zelfs zyne zo trotfche als onrechtvaardige bedreigingen, by wyze van bevél gedaan ; in te volgen: En men zal thans zo veel infehiklykheid gebruiken, om nog ten nadeele van Land en Volk over te gaan, om voor dat trotfche Duitfche Rykshoofd, dat zelfs het ontzag en recht van onze vrye Vlag op de Schelde heeft willen doen verbreeken, en om dat zulks niet gelukt is, ons den Oorlog opdringt, die wy met laage Kruipingen voor een Héerschzuchtig en Ondankbaar Vorst zouden moeten voorkomen, met opofferingen van groote Schattingen of Bezittingen des Volks. Ik hoop immers dat de Vertegenwoordigers der Eere en des Gezags onzer Natie, zulks niet Jcunnen gevoelen te mogen doen. Laat men veeleer, daar hez recht aan onze zyde is, den Oorlogskans beproeven, en ik verzekér U, fchoon een iedere Mogendheid dit Gemeenebest al aan zich-zelven overliet, dat de Meed en Dapperheid, met Eendragt verzeld, den Bataaven alleen genoeg zyn, om den Keizer in alle zyne vermogens te doen verzwakken , zo dat men hem geheel zou weeten af te Oorlogen, en zyne grootheid te doen verkleenen tot eene zodanige laagte, als weleêr drie Afstammelingen van Keizer Karei, en hunne Spaanfche zo wel als Oostenrykfche Gouverneurs in de Nederlanden ondervonden hebben, toen men nog met ongelyk grootere gevaaren, dan thans te worftelen had. Diewertje. Ik moet u, den toeitand van dien tyd aanmerkende, gelyk o-eeven, Vrindin! — Maar toen wierd geen Capitein-Generaal door een weelderig Hof en zyne Cabaale, verbasterde Slaaven van Eigenbaat, of bedrieglyke, laage en naakte Vreemdelingen, weêrhouden, om de grootheid van den Staat te dwarsboomen en Hunne Mogendheid door Land- en Volkbedervende Verkeerdheden als in 't gezigt te vliegen : Wel is waar dat zy 'er zich op toelagen, en niets is blykbaarer; maar dat zy den Vyanden der welvaart van 't Gemeenebest door eenen byzonderen Aanhang toen, als v/el in vervolg van tyd in de hand hebben gewerkt, ontken ik, en zoude het kusgen bewyzen, indien my zulks gevergd mogt worden» B 2 Wy  C »:0 'Wy hebben 'er in den tegenwoordigen Afzetteling van den Oranje-Stam •zelfs de klaarfte blyken van voor oogen. Alles wat tegen de Rust en Eendragt — alles wat tegen 't heil van 't Vaderland werkt, dekt zyn openlyk begunftigen van 's Lands Vyanden, met den zogenaamden yver voor Oranje, die zulke Oproerigen ook geenszins fchroomt vergeeving van hunne Wanbedryven toe te zeggen, even zo veel als hy weêrfpannige Zee-Officieren van hunne verdiende ftraffe vrywaart. — Dus is het een geheel andere tyd , dan die , waarin onze Voorouders tegen de Spaanfche Onderdrukkers en Dwingelanden moesten ftryden; wy hebben -thans ook Vyanden onder ons en in ons midden. Wat zal men van die verdervende Hand dan anders wachten, als verbystering, vernieling in en van 't geheele Vaderland en deszelfs-Vryheid? — Kunnen wy dit "Kwaad uit den Lande weeren, het ware te wenfchen; maar men moge het wel als een wonder achten, indien men het gefchieden zie; waartoe nochthans God zynen zeegen geeve , onder zyne daartoe (trekkende •krachtdaadige hulpe en byftand, om welke wy deswege ook niet moeten nalaaten te bidden, alles in 't werk hebbende gefteld, wat ieder oprecht vry Vaderlander ter zyner en des Lands Behoudenis door eene gemoe■digde zucht en waare ftandvastigheid met de Wapenen in de Hand kan .toebrengen. — Men zwyge noch zwigte maarniet, en de Rechtvaardige Zaak zal zegepraalen. Grietje. God doe zo, en doe 'er alles toe, ter zyner eere en verheerlykinge zyns Naams, door ons voor 't oog van alle Volkeren te helpen en uit te redden. —■ Vaarwel, Vrindin! Eet met fmaak, en groet Louweris. Diewertje. Ik .wensch je 't-zelfde, Grietje! Doe de groetenis aan Krelis. By de Drukfter deezes zyn nog eenige Exemplaaren te bekomen van de aanmerklyke Levensgevallen van JANNETJE, die uit den ftaat der Dienstbaarheid, na ontelbaare Wederwaardigheden, Rampen en allerlei byzondere vreemde Ontmoetingen, is opgeklommen tot die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zeiven kortelyk aangeteekend, ten voorbeeld, leering en aanmoediging van al de geenen die anderen Dienen en daardoor hun Fortuin hoopen te bevorderen. De prys is 4 ftuivers. De zeldzaame Befchry ving vaa den Man met de Bontemuts, of verhaal van een wonderlyke Onderaardfche ontdekking; met 10 fraaije uitgaande Plaaten, in Hout gefneden door H. Numan. De Tweede en vermeerderde Druk. Dc prys is 10 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe TACOBUS van EGMONT: pp de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 27 January 1785. No. 4. Diewertje. je een goeden Morgen te wenfchen , Vrindin Grietje! V_7 Is 't nog wel met de Gezondheid ? Grietje. Naar wensch, Vrouw 1 Hoe hebt gy het 'er meê? Diewertje. Frisch, Grietje! Ik zie gy hebt de Koffy klaar", en ik z'-c 'er me toe, om myn deel'er van te gebruiken. — Maar nu, wat Nieuws is 'er? Men fchynt niet te kunnen oordeelen over de Omftandigheden raakende den Oorlog of een Vergelyk met den Keizer. Zeggen 'er de Nieuwspapieren niets van? Grietje. Het volgende geeft ons de Nederlandfche Courant van heden (Donderdag) op; doch niet een van alle de Nieuwspapieren heeft juist eene beflisfchende Tyding, en kan ze ook niet hebben, dewyl omtrent deeze gewigtige Zaaken nog niets beflischt is. Dan hoor, wat onder het Haagfche Artikel van den 25 January gemeld wordt. „ 'Er zyn kort na den anderen drie Couriers door Hun Hoog-Mog naar Parys afgezonden, en wel twee federt laatstleden Saturdag en zo men verzekerd, zoude 'er een van daar dagelyks te wachten zyn. — De laatfte Donderdag aangekomen, zoude Depêches medegebragt hebben, volgens welker inhoud Frankryk raaden zoude de Zaak te accommodeeren.0 ■ Eene raadgeeving die goede Politieken geenszins kan verwonderen, maar elk moet goedkeuren, hoe zeer eene fnoode Aanhang der verdervende Hand, die thans openlyk door zo veele fchoonfchynende middelen den Eenvoudigen meer dan ooit tracht te verblinden, daaruit niet zalnalaaten eene min gunftige dispofitie van den Franfchen byftand afteleiden, daar het echter waarachtig is, dat Frankryk, zo lang zy als Mediateur de Zaak meent te kunnen reguleeren , en beide Partyen tot het hervatten eener Onderhandeling genegen zyn, volftrekt niet anders kan voorftellcn. Wat nu des Keizers nadere eisfchen betreft, het komt ons onmogelyk voor om te gelooven, dat de Keizer, reeds blyken gehad hebbende van de naauwgezetheid Hunner Hoog-Mog. op hunne Rechten en de handhaaving hunner Eer, andermaal het zoude gewaagd hebben aan Hoogstdezelven Voorftellen te doen, die zo onaanneemelyk en tegen alles aandruifchende voorkomen. Zo deeze Voordellen indedaad beftonden , fchroomt men niet te zeggen, na dat men den tegenwoordigen geest des Volks" meent te kennen, dat men dezelve eisfchen flechts openlyk bekend behoefde te maaken om alle de hinderpaalen uit den weg te ruimen, die de Nationaale Wapening nog ondervindt, cn om eene verontwaardiging tc verwekken, mitsgaders eene algemeene Wraaklust, waarvan de Keizer met alle zyne Legerbenden en "Rykdommen wel eens de nadeeliglte gevolgen zoude kunnen ondervinden, te meer, daar niettegenftaande de Vyanden van het Vaderland alles aanwenden, om dc Zaak der Repub'iek B 3 te  C H > te verkleinen, en de ïhwooners neêrflagtig te maaken, menalömme verri* af is van zich door eenige wanhoop te laaten vervoeren. Intusfehen moet men het zekere van alles afwachten, nadien men 'er niet veel van zeggen kan, gemerkt de geheime behandeling, die 'er gehouden wordt, fchoon iemand het hoofd fomwylen omloopt van alle de raifonnementen en gisfingen, die men dag aan dag hoort maaken. — De hoop tot Vrede is zeker ook niet verdweenen, dan met dit alles niets is veiliger en noodzaaklyker, voor alle on verhoedfche Gebeurtenis, als door de beste en promfte middelen te blyven werkzaam zyn, tot fpoedige in ftaatftelling, om als de nood het vorderde den aanval eens Vyands zo veel mogelyk tegenftand te bieden, waartoe de voorzieninge in de Uitvoerende Magt voorzeker de eerfte aandacht van 's Lands Vaderen tot zich moet trekken. Men meent dat gepasfeerde Vrydag iets gewigtigs by Holland zoude befloöten zyn, het geen men by gisiing opmaakt, om dat het vertrek van den Courier, Donderdag avond na de aankomst van Zyne Excellentie den Marquis de Verac, zoude uitgefteld zyn geworden tot den anderen dag." Behalven dit lees ik uit Parys in de Haarl. Courant, mede van deezen dag, dat 'er te Verfailles zo weinig van Oorlog gefprooken wordt, als of dezelve nooit plaats zoude hebben. Diewertje. Ik voor my (men houde my vry voor eene Ongeloovige Sn dit ftuk) verbeeld my nochthans, dat men weinig op een Vergelyk kan ftaat maaken. Immers yan de Oostenrykfche zyde gaan alle toebereidfelen tot den Oorlog nog voort. Al meer en meer naderen de Keizerlyke Krygsbenden de Nederlanden. De Tydingen uit Brusfel fchynen almede nog niet gunftig te zyn. Van onze zyde wordt de zorge der Souvereinen onzer Provincie althans mede niet zwakker, en is blykbaar genoeg aanhoudend, om de noodige Verdédiging niet alleen te betrachten, door goede befluiten deswege te neemen ten opzigte hunner eigen Provincie; maar zelfs ook ten nutte van andere hunne Pligt-oefeningen te betoonen; en het ware te wenfchen dat alle de Bondgenooten met hen een en dezelfde befluiten namen, ter afweeringe der Gevaaren, die het lieve Vaderland in 't algemeen bedreigen; dan dit is zo niet. De verdervende Hand blyft nog geduurig werkzaam daartegen. De van de hand wyzing der Wapening der Dorpelingen en Bewooneren in Gelderland, door een hoogmoedige Cabaal van kwalykdenkendc Ariftrokraaten, is 'er een doorflaand bewys van : Die Heeren Edelen en Ridders, onder welken 'er zyn, die durven zeggen, dat .een Burger te trotsch zou zyn, zo hy meer dan een Linnen Kiel droeg, geevende daarmede te kennen, dat hy in de laagte moest worden gehouden, tracht op deeze wyze het geheele Vaderland te bederven, terwyl zy hunne verfoeilyke oogmerken met den Oranje-Mantel bedekken. — Immers ontbreeken 'er geene bewyzen, dat de Oproerigen zo in het Gebied van Groningen als Gelderland, dezulken die tegen de Wapening zyn, alle door Oranjeleuzen willen uitmunten, om het algemeen Verderf te betrachten, door de uiterfte ongeil oor=  C ij) hoorzaamheid tegen de Wetten te doen blyken, en het Gezag derzelve moedwillig te fchenden, te vertreeden, en zich en hunne Mede-Land»enooten in den gaapenden Poel des ondergangs te Horten. Grietje. Evenwel heeft de Prins van Oranje, onze Eerfte Staatsdienaar, geen deel hier aan. Geheel niets, zou men zeggen. Hy heeft zich, fchynbaar, gerechtvaardigd by zyne Misfive van den 10 deezer aan de Algemeene Staaten. Zou men nu nog niet mogen oordeelen dat de Stadhouder het wel meent, daar hy zelfs zyn goed en bloed biedt op . te offeren voor het lieve Vaderland? — Daar hy voor eerst zyn Vorstelyk Vernuft zo klaar aan den dag legt, om duizend Mannen byeen te brengen : f binnen welken tyd zegt onze Willem niet.) — Ten tweeden, om een Corps vrywillige Burgers (Itrydbaare Mannen zynde) by Compagniën van 100 Man den Garnifoenen der Steden, dat is de Militie, in elke Provincie te verfterken, op dat 'er zo veel Soldaaten te meer zouden kunnen uittrekken, om een Corps d'Armée te formeeren. — Is dit geen Vaderlandsch begrip van eenen Vaderlandfchen Capitein-Generaal? — Dat vraag ik u eens, Vrindin? Diewertje. Ik ken noch de oogmerken des Stadhouders, noch die van zynen Aanhang. De Hof-Cabaal werkt niet altoos zigtbaar. Is'er iets voordèeligs in deeze Misfive ten blyke van Liefde tot het Vaderland , 'er is dan niets anders in als een aanbieding tot Pligtbetrachting, die onze Staats- en Krygsdienaar, volgens zynen Eed , willens of onwillens, wel moet opvolgen, op de bevelen van zyne Meesters, dewelke alleen gemagtigd zyn , om hem binnen de paaien van den door hem bezwooren Pligt te houden, en zulks niet van zyne aanbiedingen behoeven aftewachten. Maar dien yver van onzen Veldheer eens daargelaaten:— Hoe is jsyn gedrag in dit geval overeen te brengen met " dat gehouden wegens den Brief des Konings van Zweden, eigenhandig, aan Hem gefchreeven, en wel op de aflervriendelykfle wyze, om den wakkeren Colonel van Sprengporten den Staaten deezer Landen voortedraagen als een kundig Officier, met verzoek dien Krygsoverften in hunnen dienst te neemen ; daar de Souvereinen reeds onder raadpleeging hadden eenige duizend Mannen Zweedfche Troepen overtenecmen ? Immers is hierin de yver des Stadhouders niet gebleeken; en ware de Zaak niet ontdekt geworden, de geheele Brief zou voorzeker ahvillens wel in Lethes Poel verfmoord zyn gebleeven; ja, men had daarenboven niet durven hoopen op een ondernand van 6oco Zweeden, indien de Staat hen noodig mogt hebben. —■ Hoe zeer dan echter.Mynheer de Staatsdienaar zich tracht te verfchoonen met zyne vergectenheid, moet het een ieder als onbegrypelyk voorkomen, dat hy zyne Rechtvaardigende Misfive met zyn twee Voordellen zo fpoedig klaar heeft kunnen krygen , daar hy eene Misfive van een Koning, ten beste van onzen Staat, agter de bank fmeet. — Indedaad zyn het agterhoudende oogmerken van den Stadhouder, dat hy voorwendt dien Brief een Maand lang vergeeten had in te zien. Want hoe natuurlyk, hoe.eigenaartig is het niet,, dat-  C 1 het hair ken; by welke gelegenheid hy een ligte kwetfunr £1 f er 'n het %k getrofa Degen kwyt raakte/ Dat hy/aldus op den gmnj Erf* b,ekwa™' en zyn „ Laat ons evenwel geene Menfchen vermoorden:" Waamn hv,3ndh')001;^ zeggen: lyk voelde opgebeurd en in het Rytt.ig geholpen heS?™£ h °ok °n a*i-<,r 2, daar den 3i JanuarydeDagTek^ de* d3genilaater als het gevalmet denTHeei■ S«t J,>h ?iiCatle 18; dus twee port heeft toegedragen: En ^T&^chtS^^^i'^toen reeds eenige woorden ontvallen, uit wdken dnlli ^?engc Boereri ken, dat zy te vooren in 't geheim opgèftSt waïn Jk k°°mt te bI>rCreatuuren van den Staatsdienaar, ^tTd^r ^' a°01- een of meer Tan 's Prinfen Cabinet gezien hadden • want hTe 5„d'? h" seheim van Moerkapelle juist een Publicatie X den Prinfh uk*ts, de böeren geeren, d.e beginnen zoude moeten: Wy Wil rl enf 5° ^"P be' deeze verkeerde begeerte, is 't uit hnnn*. mTï * ■ A2" — Behalven kingen ook klaar glnoeg dat zv don? d™ Jefteit^endende uitdrukLand, Volk en Vrf heidVot het /oeren van dee^nf F6?8"*5» van zet geworden. — Hoe kan 't mogeI?k zyn dat dl ^A*1 7° °P^Werktuigen in zynen Dienst houdtV blvf? hoïde^ w hïud-er zu,ke Diewertje, Gy hebt het weJ recht, Vrindin i ■ Maar de door. een Geest van Partyfchap onder de IniezéSnpnT^aa7tf gen. zyn Ptfr>» nbtftuw uit wantrouwen ™ ™ en deezer Laoden te-. lenooten ingeboezemd, door ™ï??tiïZ?ngcn%*en> Zynen Land" C*egt ny met,..- Er,zyn geene Voor.  werpen op welken deeze befchuldigingen hechten kunnen. Zvn Pérfan as altoos veilig gebleeven en niemand heeft 'er aanflagen op gemaakt • ~t Wat zyn beftuur betreft, deswege zouden de blyken lenoegzaarn VnnnZ fpreeken en toonen dat hy tegen de waare belangen van 't Gerneenekest aan, of door zyne aangeftelde Schepfelen, of door eigen vemd™, tv„! Meefters, de Hooge Vertegenwoordigers des Onaf hanglyken vöSs hlefl te laag en beneden zich geacht, om eigenzinnig en willekeurig te handelen, tot groot nadeel van het Vaderland: — Getuige zvne vonrin^nn menheid ten gevalle van een Vyandelyken Afgezant tegen de braaveAm* fterdamfche Regeermg; - Getuige zyne afkeerigheid van toetreedt tot de aangeboden Gewapende Onzydigheid door Rusland •— GetS zyne vertraaging .in het doen uitvoeren der bevelen zvner Meefte^ fn het toelaaten der daar tegen-aankanting door de Scheepsbevelhebbers om niet naar Brest te zeilen ; - Getuige van zyne. befcherming aan Schelmen, gelyk een van Goens, en anderen, die de Eerfte Partyzucht voor Hem gevoed hebben, om het Volk te misleden, Tweedragt te ftooken en s Lands Vryheid te verkrachtenGetuige zyne misnoegdheid ove? den voortgang van 't geheiligd Recht tegen Stad- en LandbederU°ndI Oproermaakers, welke Hy gaarne Pardon had verleend, om dat ze om zynent wille, en als-ter zyner eere de Rust en Welgefteldheid der Magi* ftraaten en Burgeren verftoorde , en zich, gelyk te Leiderr er^. nS, terdam, na het Haagfche Sint-Niklaaspretj'e ^wLinHy^genoegen nam voor zyne Party verderflyke Aanhangen maakten, die zvn Beful■ veV heerlykte met Oproerleuzen van de kleur van zynen Naam , van een woest gelchreeuw met denzelven uittegalmen, en met de ftrafwaardigfte wan bedryven in dien Naam te pleegen. — Getuige, wat wil menWe* Getuige van zyn Wetteloos Beftuur, de zo lang geheim gehouden Verraaderlyke, en niet te mm bezwooren Afte.van in alle ZaakSn, zVne Bedieningen betreffende, den Hertog Veldmaarfchalk alleen, en niet zvne< bouvereine Gebieders te raadpleegen,.. indien hy zulks noodig had ter opklaaring zyner begrippen, die 'er door geleerd zouden hebbln kunnei worden, geen verkeerdheden tegen 't welzyn van 't Gemeenebest te voeden, tot bederf yan Land en Volk.-Getuige, doorgaans van 't misbruik der Patenten , titulaire Aften van Aanftellingen, verheffing van onkundigeen nieuw-hngs aangekomen Vreemdelingen, boven kundige en langgediend hebbende verdienftelyke Ingeboorenen des Vaderlands. - Getuige van zyn Beftuur de nalaatigheid in het onderzoek der Handelingen van den Raad van Staate, aan welker Hoofd hy prefideert, - en hoe veele Zaaken, die tegen* het Beftuur van Fyfden Willem getuigen, zou men niet kunnen bvbrengen? — Kortom, de ongeoorloofdheid zyner Publicatie, en liet oog^ merk van zyne Willekeurigheid, in derzelver inhoud uitblinkende, g|tmgen genoegzaam het onbetaamiyke Van zyne Befluiten, jajtrekken'er alleen heen-om (dat Hy 't zelf bekenne!) het dómile foort' van Volk aan syne zyde te trekken, en dus zyne Party, (men zou geene andere ■ k"ta=.-  , , , C U ) 'kennen, ten zy het de daaraan gehechte Ariftocratifche ware)doorTwee> dragt te kweeken., te doen zegepraalen op 's Lands gefta^de WetTen Rechten, Vryheden en Burgerlyke Handvesten, wier deeglvke Her' koorast hy door ingedrongen Creatuuren, door geen acht od de Wet £ flaan, geheel ongemaatigd behandelt, en alles toWf.oS^SS hulde te zien doen door hen, d.e als zyne Gunftelingen voor hem wer! ken, om het Zaad yan Muttery onder het onberedeneerde Vol k7e ft rooi jen en het aftetrekkcn van hunne wettige Vertegenwoordigers , die we " denken. - Hiertoe en tot niets anders is zelfs dleze Publicatie ingericht Diewertje. Zy draagt 'er zo klaar als de Dag het merk van" en valt, een ieder terftond in 't oog; maar om nog iets meer te zeggen zal het niet kwalyk voegen aantemerken, dat de Prins van Oranjtldf geloei zaam erkent, dat Hy gaarne het geheele Volk aan zyne belangen foS wi?" len fnoeren, naamlykmet Oranjelinten, dat zyn ze diedekleürvanz^vmen I Naam draagen ; dat zyn ze d.e Wilhelmus bhizen; dat zyn d e Lanebe roerders metdie muitkleuren opgefchikt; dat zyn die ANDEREN' r dar ■ is te zeggen het uitfehot des Volks,) ia! dat zvn rW hJt kj- ■ van Zyne Hoogheid, ( welk eene hooge^snelcl^Itl^^ffP \ s Lands Ingezetenen, die zich door den ftroom ^opgevatte vooringénoo S™«™et htbbmde lmten w^'p™, ZICH V E R O O RL O OF D HEBBEN, uiterlyke vertooningen te maaken. — Hoe zeer rechtvaardigt de Prins van Oranje zyne Leuzedraageren hier niet' Immers moet men hier de verderflyke Partyzucht zoeken, niet bvh7t; braaf en achtbaar Volk, maar enkel en alleen by dien woesten Hoop dfe ' muitende Oproerigen tegen de bevelen der doge Overheid, dieX'Tom mige Provinciën, daartegen noodig geoordeeld heeft VOO RZ IE N IK te doen, (en wel te recht, Willem!) _ Wy zullen 't hierby laaten en in onze eerstvolgende Byeenkoomst verder over ditgedrochtelvkE' fchrift fpreeken. ~ Vaarwel, Vrindin! Eet fmaaklyk0, en groet kS" Grietje. Ik zeg je dank, en wensch je 't zelfde. Groet LouwSc ' Diewertje ! Tot weêrziens. -«-ouweris j "lïeT^nbckende Middel 't welk onverbelerïykls" .m alk fo^en^Not^ hoome Magh.n.ehoute, Verlakte en Gebruineerde Gabinetten, Bureaux LaetT-• fels Stoelen, Sch.lderyen en ander Gladgoed in den grond fchoon en gl'anzi^e maaken en de Wormen m 't geheel te verdry ven, gelyk men daagNksby onde ! vti-> tiT • i . "M*" 13 " kluivers. *n van M?tte.° #nSemeen g°C<1 V°°r Sp*anfchc' Alica«^he en andere foor- Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam;  GRIETJE en DIEWERTJE. 17 February 1785. n°. 7. Grietje, goeden Morgen, Vrouw Louwerisfe! Hebt gy 't nog VjT frisch. Diewertje. Als een Vischje in zyn Element: Ik in net myne als Mensch nochthans. Grietje. Nu ja, dat bègryj» ik, en zo heb ik het er ook nog wel m. Diewertje. Goed, lang moog het duuren. Grietje. Dat wensch ik ook van uwent wege. — Maar wat anders: Weet gy wel dat belofte fchuld maakt. Laat ik u herinneren dat gy in onze laatfte Byeenkoomst de overgeleverde Publicatie van den Priis van Oranje in aanmerking hebt genomen, en by het doen van Fetrzieninge der Hooge Overheid tegen de Uiterlyke Vertooningen, de OranjeOproerleuzen naamlyk, zyt gebleeven. Diewertje. Ja, dat weet ik wel. Ik zal my kortelyk verklaaren over het geen 'er in die Publicatie verder volgt; en dan zal het dit zyn: Dat in weerwil derzelven, (ik geloof der Provinciën, om dat dit woord hier in het meervouwd ftaat,) eenige van 's Lands Ingezétenen daarin voortvaaren; en waardoor, zegt de Staatsdienaar, wordt aanleiding genomen, (niet gegeeven, dit zou een verkeerde Phrafes in de Redeneerkunst des Opftellers zyn,) om zo Valschlyk als Kwaadaartiglyk uit te ftrooijen en te verfpreiden, dat door Ons of van Onzent wegen (dat is de Prins met zynen Aanhang) de goede Gemeente zouden worden opgeruid en aangemoedigd tot Oproer. — Het zyn ook geen goede Luiden, die zich tot Oproerigheden hebben laaten opruien. — Dit wordt door den Stadhouder, by het ontkennen van meerder Gezach te begeeren, dan 't geen hem wettig toegekend is, echter niet ontkend; en het fchynt ook dat hy hier de Bevelen van 's Lanis Wettige Overheid goedkeurt: Maar het fmert hem, dat om Zynentwille onze Landgenooten, door het gebruik van verkeerde en onbetaamlyke Middelen (ter oorzaake van de bevelen der Hooge Overheid tot de Wapening ten platten Lande) zich in gevaar brengen van fchade en fchande, en alle de geftrengheid der Juftitie te moeten ondergaan. — Dit valt den Prins fmertelyk, fchoon hy de kleur van zynen Naam( zo hy zegt) nooit heeft willen doen dienen tot een Leuze van Oproer en Ongehoorzaamheid. — [[Maar, Oranje-Vorst! was het Haagfche St. Niklaaspretje onder de kleur van uwen Naam dan niet reeds de Eerfte Oproerigheid die gy met blydfchap aanzaagt, en enkel vooreen Vrolykheid ter Eere van U en Uw Huis gepleegd achtte ? ] ] Dan al verder: De Prins zegt (en wy gelooven het) hethartzeer gehad te hebben dat diekleur voor een Leuze van Oproer en Ongehoorzaamheid is verklaard geworden. Dus heeft dan die verklaaring hem fmert veroorzaakt. •— Dus zal het Souverein verbod van Leuzen te draagen hem niet zeer aangenaam zyn geweest. — Maar hoe dubbelzinnig vindt raen zyne uit-  ërukking met, dat hy niemand met genoegen daarmede heeft zien pronken, dan die zich dijlmgaeerdedoor liefde voor Vryheid, Eendragt en Gehoor! zaamheid, en DAAKJOOR zich betoonde een waar Vriend te zvn zo van HEM, als vm het Vaderland. — Zo dat hierdoor wordt aangeduid, dat hy dan eerst een wezenlykgenoegen zou vinden in die kleur tezien uitmunten by lederen Vriend van Vryheid, Eendragt en het Vaderland, maar ook als gehoorzaam zynde; en dit zo zynde, zou die kleur Cdit zou noodzaaklyk aan 'i Prinfen Genoegen voldoen) het algemeene Teken moeten zyn. —- Dan neen! de waare Vrienden van Vryheid,. Eendragt en Vaderland, gehoorzaam aan het wettige Souverein Gezach der Volks-Majefteit, verfoeijen die ffaaffche Kenmerken, om ze den Eerften Bezoldeling van Staat ter Eere te draagen, die geen verdienden dan zyn Rang oezit, en niet gebieden mag, maar geboden moet worden. Grietje. Wel te recht, Vrindin! Maar zo ik meen, is het zo, dat de Prins van Oranje geen grooter Gezach begeert te erlangen, dan hem wettiglyk competeert^ toebehoort) en door de HEE REN zyne Voerzaaten is bezeten geveest. Diewertje. Ja, Grietje! Maar anderesTyden andere Zaaken; en, andere Zaaken , andere Zorgen. Het fcheelde maar zeer weinig of Willem de Eerfte was tot Graaf verheven geworden, en dit recht competeerde hem niet: Zo ook zyn er voorgewende Rechten van de volgende Stadhouders, die hun op verre na niet eompeteerdeu; en, na het onderzoek van het wettigiyke, zal 'er veel zyn, dat onzen Vyfden Wilxem almede niet competeert. — Evenwel verklaart de tegenwoordige Staatsdienaar naar geen onwettig Gezach ce ftaan, en die anders denken, houdt Hy voor Zyne WA AR E V RI ENDEN niet. — Men kan verder in de aangeboden Publicatie zien zyne iever en begeerte, die (indien ze oprecht zyn) waarlyk op goede gronden berusten moeten;, maar niet te min wat te hoog draaven, als iets te zullen doen, evenwel met erkentenis van den byftand des Almagtigen, dat zonder zyne Souvereine Meefters, die hy naast God gehoorzaamheid verfchuldigd is, 'er byte noemen, hem buiten dezelven niet ter uitvoering^ ftaat te brengen. — Wel zegt de Stadhouder, dat het zyne iever en begeerte is om de eensgezindheid en harmonie onder alle de Inwooners van ons Vaderland te zien herleeven, allen Lasteraaren den mond te Hoppen, het Vaderland uit zyne nooden te redden, ea hetzelve tot het hoogstmogelyke toppunt van Luifter, Voorfpoed, Welvaaren,. Vrede, Vryheid en Onafhanglykheid te brengen. — Maar hier worden de middelen daartoe, als zekerlyk by den Stadhouder, die alleen geen vermogen heeft om ze zich te bezorgen, al weder vergeeten p en» verder wordt zyne Publicatie geheel in zynen naam befloöten. _ Grietje. De onwettigheid van deezen uitltap, met Publicatienopzyn eigen Naam te doen opftellen , met oogmerk om-ze ook dus te willen doen aftT-^eeren door de geheele Provincie heen,, is al te blykbaar, en draagt liet merk van een meer dan een Staatsdienaarlyk Bewind te willen oefenen» en hiermede treedt de Prins buiten zyn Ampt, ja traeht zich hei: Sczaclvover de Volks-Souvcreiocn aan te inaatigeu:. Be hal ven dat 'er meer re--  ( 27 ) redenen in voorkomen om de Muitery te ftyvea ,dan te dempen , er^dae de Sheéle Inhoud 'er van ter billyke ergernisle van alle weldenkendeVaderlanders ftrekken moet, die, ging des Prinien oogmerk eenmaal door, tot een akoosduurend misbruik, ter onder den voetdrukbng van alle de Voorrechten en Vryheden eens Onaf hanglyken Volks, dat geene Wetgeevers in een Staatsdienaar behoort te dulden; maar zyne eigen Vertegenwoordigers bemagtigen moet, om deszelfs waare belangen te onderzoeken , tot deszelfs nut te betrachten en te bevorderen , door het neemen van maatregelen ter herftellmg en onderhouding , even als ter befcherming en verdédiging der Rechten en Previlegien der Republikamfche Maatichappye, volgens conftitunoneele Grondwetten, en ter inStandhouding der aiergekogte Vryheid, tegen al e belaagmgen en inbreuken het zy door onderneemingen van Uit- of Inheemiehen Dwang, tegen dat dierbaar Pand van 's Volks Geluk en Leven 8 Diewertje. Zo is het, Grietje! - Indien de Staatsdienaar dan, als Eerfte Onderdaan van het Volksgezag, in onze Vrye Gewesten den loop van Muitery had begeerd gefluit te zien, ware htt zyn Pligt geweest, *ich bv zvne Meefters te vervoegen, niet met eigendunklyke Stuiken, fini" erlvk opgefteld tot verleiding des Volks, maar met eene cordaate roVdborftige Verklaaring, waarin hy dus, of op deeze wyze had kunnen ïedeneeren r „ De Pligten van myn Ampt bevelen my de Souvereine en Wetgeevende Magt te gehoorzaamen; ik weet , dat ze U, myneMee" fiers' in naam des Volks is toevertrouwd. Men heeft tegen uwe be" vélen' oproerigheden in fommige Steden en Dorpen aangerecht, uiteen " al te hooge inbeelding van myn vermogen, 't Is waar, ik ben Pnxs , " ik ben Vom, maar deeze Tytels hebben geene betrekkinge tot eenige " «rpzachvoeringe over het vrye Nederlandfche Volk ; neen Ik erken " fe» Vazal der Unie te zyn : En dus grieft het myn Vaderlandsch Hart , " dat ooieder u-wer geboden klopt, om volyverig het achtbaar Volk , myne " Landgenooten en Medeburgers ten dienst te ftaan, in betrachting van" mvn Eed en Pligt, om zo veel mogelyk het algemeene Heil naast God " en U te helpen onderfteunen en bevorderen, en alle Muitery en Tweo" drast te helpen dempen en vernietigen. Uit hoofde van deeze my»e "waare Vaderlandfehe gevoelens, verzoeke ik ü, allerootmoedigst, " dat Gv ó Vaderen des Vaderlands ! my toch niet ten kwaadften gelieft " te dui'den, dat fommigen met Oranjekleur pronkende Muitelingen> " als een verheffinge van een vermogen, dat ik niet bezit, fchoon zy ** od een onrechtvaardige wyze my daarmede wachten te verëeren: Dat 1 Gv , ze^ge ik, myne oprechte Vaderlandsliefde in acht gelieft te nee " men' die ik bevestige met de Erkentenis uwer Vaderlandlievende Ge" voelèns; en daarom wel wensehte, de myne met dezelve te verééni" lïv Veroordeelt (dawis myn verzoek; het gedrag dier Maners Wgeö.de " ODDermaatige Soevereiniteit; beveelt hun, dat zy die Oranjekleurige " Leuzen wechdoen, (zy ergeren my I) dat ze alle gefchreejm waarin- zv mvnen Naam als met het hair byfkepen , volftrekt wechla?.tca ; en Z zegt hun, dat zy 'er my op eene grievendfte wyze mpde Mttifcceo. Doet  (28) bun verdaan, dat ik hen voor Verrtoorders der Algemeene Rust houde, waardig de „ geftrengfte ftraffe, die Gy als Hoogüe Overheid tegen de Misdaadigen, van Gods„ wege moogt goedvinden uit te oefenen. Het voegt my niet uit mynen Naam daar„ tegen bevélen uittevaardigen ; die migt koomt u toe. Ik gedraag my aan uw goed„ vinden; maar wensehte Wel dat die, my fenandalifeerende, aanftootelykheden ten „ eenemaale en voor eeuwig mogten worden wechgenornen , door een vertrekt bevel ,, van uwen'twege, du niemand op zwaare ftraffe Oranje-Linten zou mogen draagen, „ gefchreeew van mynen Naam maaken, daarby Oproer-Vaandels doen waaijen.^of ,, iets te bedryven dat een hoop Canaille, my ten alfchrik, en geerszins tot genoegen, „ zoude in 't werk mogen ftellen. En hiertoe verzoeke ik, ter herftelling en bevor„ dering van Eendragt en Rust, dat Gy, als de Wettjeevenue Magt, uwe Orafhmg„ lyke Vermogens uitoefene." Deeze of dergelyke Taal moest da Staatsdienaar jegens zynei GebieJeren gevoerd hebben, in plaats van die, welke men in zyDen trotfehen Aanbod:-Brief en daarop overgeleverde Willekeurige Publicatie ontmoet, even als in het trotsch beftaan der geheele uitvoering, op zyn eigen Gez ch alleen. Grietje. God dank, dat de uitvoering, die de Oranje.Vorst 'er mede bedoelde, niet aan Zyne en der Zynen oogmerk beantwoordt. Het rondborftig Vaderlandsch Advys der Heeren van Schiedam daartegen, heeft reeds dit zo heerschzuehtig als wetteloos Srelfel een voornaame krak gegeeven, en alle braave Patriotten verkeeren in eene vertrouwende hoope, dat de overige Leden zich zullen famenvoegen, om het geheel den bodem in te fhan, naar 't welk een ieder hunner reikhalzend blyft verlangen. Maar wat zyn 'er nu toch voor berichten wegens Oorlog of Vrede met den Keizer? Diewertje. Veelen; maar die weinig zeggen. Evenwel zal ik u deswege uit de Hift. Courant van deezen dag iets voorieezen ait den Hage van den 16 deezer. Dus luidt de peiiode: Volgens particulieren Brieven yan eer.e goede hand, verneemt men, dat de Keizer veel ernftiger tot een Vergelyk genegen is, dan men algemeen fchynt te onderftellen. De groote zwaarigheid is niet zo zeer de vereffening zyner Eifchen, die hy grootendeels, zo niet allen, zou willen opgeeven, dan wel het uitdenken van een voldoend middel, waardoor zyne eer en waardigheid, welke hy als gehoond aanmerkt, voor het oog van Europa eene foort van fatisfacfie bekome. Het is waar, zulk een middel is riet gemaklyk te vinden; want de Republiek, (leunende op de rechtvaardigheid h3arer Zaake, haar eigene thans niet geringe krachten, en inzonderheid op de befcherming eener zo aanzienlyke Mogendheid,als Frankryk, zal nooit befluiten, om eenigen ftap te doen, waarby haare eigene eer, als OHafhangkelyke Mogendheid, iets zoude lyden. Dit wederzydsch point tfbonneur, ingebeeld van de eene, rechtmaatig van «ie andere zyde, zal dus waarfchynlyk het grootfte beleifel zyn tegen het fluiten van een Vergelyk; en men kan derhalven verwachten , dat de refpeólive Troepen legen het aanftaande Voorjaar werkelyk te Velde zullen trekken; iets, 't geen bevestigd fchynt te worden door de overkomst van den Graave dc Maillebois, die nog deeze week alhier verwacht wordt. Grietje. De Tyd alleen z^I ons de uitkoomst der Zaaken doen zisn. Ondertusfchen weet men zich niet te vleijen met hoop, of te bemoedigen tegen vrees. Het laatfte is wel het noodigfte, en dit moet elk de Wapenen leeren gebruiken daar het noodig is. —< Vaarwel, Vrindin! Eet fmaaklyk, en groet Baas Louweris. Diewerije. Ik zegje dank, Grietje! en wensch je 't zelfde. — Groet Krelis. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT; ep de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. £24 February 1785. N°. 8. Diewertje. TVTa een goeden Morgenwensch, Vrindin.' Hoe fielt gy 1m 't in de Kou! Hoe hebt gy 't met de Gezondheid? Wat Nieuws zult gy my vertellen ? — Wat... Grietje. Niet meer, als 't u gelieft. — Ik wensch je ook een goeden Morgen, Vrindin! — Tot antwoord: Ik ben Gezond: Het Nieuws dat 'er is zal ik u niet by de groote maat kunnen uitmeeten; en wat ik u vertellen zal weet ik zelve nog niet. Maar gy leest immers ook wel eenige Couranten. Diewertje. Nu ja; maar wie leest ze juist alle, dat de een 'er in aanmerkt, loopt de ander dikwils zonder opmerking voorby. Dan, zeg my flechts, wat gy 'er in hebt opgemerkt? Grietje. Meer verwarring dan waarheid. De Keizer fchynt nog den volftrekten ,Oorlog met Holland niet te willen aanvangen. Die Monarch bevroedt 'er misfehien de onzekere uitkoomst van, die , hoe zy ook zyn moge, ftroomen bloeds zou kosten; en bedenkende, dat zulks niet-overeenkoomftig is met de grondregelen van Menschlievendheid, met de Pligten zelfs niet van een Vorst, die een Vader en geen Tyran over zyne Onderdaanen wil zyn, (gelyk het Hoofd des Duitfchen Ryks, immers tot nog toe, niet onduidelyk zulks heeft getoond, door daaden die hem den tytel van Rechtvaardigen heeft doen verwerven, ) zal zyn Majefteit misfehien nog wel tot vredelievende denkbeelden overgaan; ia acht neemende, dat Hoogstderzelver Eifchen te weinig gronds van billykheid hebben, dan dat zy door de Staaten der Republiek zouden kunnen ingewilligd worden; ziende daarby ook de werkzaame befluiten derzelven om geweld met geweld te keeren. Het toegenegen gedrag des Konings van Frankryk jegens ons Gemeenebest, kan almede wel by dea Keizer in aanmerking genoorhen worden, om zyn opzet niet fterker aanen doortedringen. Zelfs fchryft men uit Parys, dat aldaar verzekerd wierd, dat 'ér een Vergelyk op handen en zo goed als getroffen was; ja, dat de Voorwaardelyke Bepaalingen daarvan reeds Zondags daaraan ftonden geteekend te worden. — Dan, dat men grond heeft om zodanig eene tyding voor een Verdichtfel te houden, is zo zeker als tweemaal twee vier is. Immers weet men niet dat over deeze Zaak nog nieuwe Onderhandelingen gehouden zyn, en waar of door welke Ministers. Dus houde ik my verzekerd, Vrindin ! dat deeze tyding flechts een al te voorbaarig gerucht is, fchoon ik wel wil gelooven, dat zyn Keizerlyke Majefteit wel veel toegeevener zal zyn, dan by de goedkeuring van het Tableau door het Brusfelfche Gouvernement den Staaten onzer Republiek voorgelegd, en zelfs met Willekeurige Eischvorderinge als ter in- D 3 vol-  ( 3® ) volginge aanbevolen. Veel toegeevener dan-toen, zeg ik, zal'thans de Keizer zyn , naar myn begrip; waartoe de grootfte aanleiding wel zal geeven de genoegzaam volflagen Bankbreuk der Oost-Indifche Compagnie van Triefte, van welke Antwerpen zich, door de Schelde te willen open hebben, en zyne Majefteit als gepermoveerd heeft, tot den Eisch deswege,, zich beloofd had een allergrootst en duurzaam voordeel, ja haaren voorigen luifter weder te erlangen, .tot ondergang der Koop- en Zeelieden in Holland en Zeeland, .— Dan, nu is de Hoop der Antwerpen naaren geheel in Ro.ok verdweenen, en tot de minfte Dienstboden toe, die Heeren en Dames dachten te worden door het toeleggen van 't geringe overfchot hunner zuinig vergaêrde Huurpenningskens, vervloeken zy tegenwoordig de misleidende Aanleggers en Beftiérers dier Compagnie , die zelfs den Monarch bedrogen hebben. — Luister, Diewertje! wat de weldenkende Delffche Courantfchryver 'er van zegt. Delft den 23 February. Wy kunnen onze Laadgenooten thans met volle zekerheid geluk wenfchen met eene aanmerkelyke gebeurtenis, een gevolg van het cordaat gedrag van onzen Souverein, op den 8 Oclober laatstleden^ ten aanzien van die fameufe zogenaamde Keizerlyke Brik, of liever Koopvairdy-Scheepje van den Heer Proli, op de Schelde gehouden ; alzo wy heden de volkomen bevestiging van A, twerpen bekomen , dat de Aüatilche of Oost-Indifche Compagnie aldaar, welke niet minder dan den ondergang van onzen Handel bedoelde, volftrekt Bankroet is. Den 10 deezer werdén de voornaamfte Gë'ïntresfeerden by elkander geroepen, wanneer de Directeuren te,kennen gaven, dat zy zich hadden in de noodzaakiykheid bevonden, om van het Gouvernement te Brusfel een Mandemept van Cesfiè voor 12 maanden te verzoeken, het. welk dit goedertieren ;Hof ook gunftig had verleend. . 'Er waren op dien zelfden dag reeds 36 Actiën totj'90 per Cent verlies verkogt; en niemand, die op zyn uiterfte lag , eri over zyn tydelyke Goederen nog wilde befchikken » kon op dien dag geholpen worden, zo druk was het onder de Notarisfen, om alle devervallen Wisfelbrieven tot laste dier beruchte Compagnie.te protestee-ren. Wy beklaagen alle onze Landgenooten, die deel hebben aan deeze Bankbreuk; doch clat zy zich tevens te binnenbrengen, dat een Kind> *i welk zyne Moeder verfcheurd, geen beter Lót waardig is. 'Ef is niet aan-,te twyfelen, of 'er zal nu pok omtrent de twee gewapende Kottere en'cïe Brik (die,.welke ophef men ook gemaakt hebbe van het kruisfen tusfchen "Antwerpen en Saftingen, nog nie.t verder dan te St. Philippegeweest zyn, daar zy nog post houden , J vry fpoedig verandering voorvallen; .indien het waar is hetgeen zulken , die wat weeten kunnen, verzekeren, dat namentlyk noch de Keizer, noch het Gouvernement van Bru;«fel, een enkelen Penning aan die Vaartuigen betaalt, maar dat dezelven alleen voor rekening van de Compagnie zyn gcëmploieerd geworden; waarin men dan ook de Sleutel vinden kan van deezen altoos-wel voorziejsen.r.döeh' zeer vervroegden flag, Ea, wat reden heeft csu rechtgeaart  C 3*0 Vaderlander dan niet, om den fchoot van den 8 Oétober te zeegenen-, • die, ware hy niet gefchied, de Schelde op dit oogenblik van Zeevaartuisen van allerlei Natiën reeds zou hebben doen krielen; influentie zoude gemaakt hebben op alle de Magten der Aarde, en teffens onze vermagering zoude hebben doen toeneemen, en dus onzen val vervroegd. Diewertje. Dus ziet men dat de befchermende en gunlhge Hand der aanbidlyke Voorzienigheid zich onzer behoudemsfe nog niet onttrokken heeft, ó Dat zy in alles ons mogte behulpzaam zyn, ten krachtdaadigfte tegen de Verdervende Hand onderfteunen, hen, die den Ondergang onze? Vaderlands, onzer Welvaart,. onzer Vryheid trachten te bewerken., krachteloos, befchaamd doe heenen gaan, of het gewigt van haare wree.kende magt doe haar gloeijendblaakendst toornvuur tegen hen ontlteeken; ja, hen als die weèrfpannige Muiters, Corah, Dathan en Abiram, ten tvde van Mozes, levendig, door het gaapend Aardryk ingeflokt, ter Helle daalén! Zo zullen de Voorftanders en Betrachtcrs der Volks-Wetten en Pligten, juichende over het vernielen van al wat tegen hen opftaat, mogen zegepraalen en gezégend blyven, m dankzeggende erkentenisfe der Weldaaden des Allerhoogften, by de beoeffening van Godvrucht, Deugd en Liefde tot het lieve Vaderlanden de dierbaare Vryheid. Grietje, ö Hoe ware dit te wenfchen! Maar hoe veiKrygen wy zulks , daar wy ons dit geheel onwaardig maaken , door misdaaden en wanbedryven, die geene oprechte Christenen betaamen : Wil men een goed Burger zyn, dat men dan ook zich bevlytige een goed Christen te betoa- O J. . . • r* t ta J K . r A11 /_/•-> A 1'Hu.nifwrn t ; n n rr p • In _ nen; dat men de f/atnottucne jueu^ucu uy uv. uul.™,,uu ^ »v<-&v . dan zullen wy, onder boetvaardige verbetering van ons hart in t zedelvke, ook volkomene herftelling in het Börgerlyke, met vertrouwen op de Hemelfche Góedheid, Genade en Hulpe, mogen uitzien, en het waare doel treffen, Eere en Zégen genieten, duurzaam, ja eeuwig by het lieflyk genot van onderlinge.Eendragt, Vryheid, Luifter en Welvaart, zo lang 'er Volken op den Aardbodem zyn; waarvan wy alsdan opgoede gronden moogen hoopen het Uftverkooren Volk van den Monarch des Hemels te zullen blyven, die met uitfluitmg van alle eigenwillig en dwingend gezag, als den God der Vaderen a leen den Ahvermogenden Gebieder over het Heel-Al, ook alleen Neêrlands Koning zy , en alle Oïze NakomeJingen zyne Onderdaanen , tut dat de fydl door de- Eeuwigheid vervangen worde , en in dezelve de oneindige hnlfche ftraffer- den Kwaaden , den Goeden het eeuwig heerlyk i.óon des.Hemels.zal wowen toegedeeld. - , . , , . , >tir> Diewertje. Dit oogmerk bedoelende, moet ook het geneeie' Voitf er in verkeeren met 'er^bewyzen van te toonen en te jaagen naar het wit dar Roeninge Gods, om den Prys die voor een ieder opgehangen wy om onder de Genade des Opperften Réchters van den Merxpaal der Eeuw gheid, als -Verwinnaar aftehaalcn, en dus de onverd-eriïyk» Aroone, jder: Zalige Onfteifiykheid te genieten..-— Maar, fchoon warnet deeze^an-  C 32) merkingen, als buiten den aart onzer Samenfpraaken zynde, moeelvk voor veelen reeds te veel zeggen, verwondert het ons nochthans dat men yan geenen Algemeenen Dank- Vast- en Bededag in ons VaderlandTe minfte hoort gewagen, ten zy dat zulks eenige üitftelling vercischt om de Maandelykiche Bedeftonden, in eenige Provinciën bepïSd" dan Jk kan niet zien, dat deezen ook daaraan verhindering zouden kunnen toe brengen — Immers in vollen tyd van Vrede en Welvaart"heeft men wel s Jaarlyks geregeld zulk eenen hoogstplegtigen Dag gevierd : Hoe veel te meer gevoelt men dan niet zich als aangedrongen dooi"de droe vige Omftandigheden in welken en Land en Volk zich bevindeif- daar onze geheele Republiek met de fterkfte Aanvallen gSt^ld imdt y^ eenen overmagtigen Monarch, die, wel is waar, buiten eenig r^chtonze" ?eTSge^ dee,Ze,r TyZC- Z°?de lanvaUen 5 maar echter dit doende> zal het dan, zo wel als dit niet doende , en tot den Vrede neigt, wel vruch- gero°epeT?J * t0tBoQte> BedeVen DanfaeggSge worSe oj- Grietje. Myns oordeels neen ! Doch laaten wy zulks den Vaderen des Lands over. Deeze Achtbaare Volksvertegenwoordigers zullen deswege wel redenen hebben, die hen tot dusverref dringend&genoeg voorkS Tvolï aDde,rS CC hanAdfn dan ^ doen, en -het met 's Land en s Volks belangen best overéénkomt. Diewertje. 'c Is mogelyk dat men haast den Vrede te gemoet ziet, om alsdan dien plegtigen Dag met dankbaare Harten te vieren j het geen EetluTftroedaKrf,eifled6Q ^ ~ Vaarwd' ^ ! &ES Lotwerit ïk Z£g Je dankj DiewertJ'e! Ik wensch je 't zelfde. Groet By de Drukfter deezes zyn nog eenige Ëit^plaa^r^^ de aanmerklyke Levensgevallen van JANNETJE, die uit den ftaat der Dienstbaarheid, na ontelbaare Wederwaardigheden, Rampen en allerlei byzondere vreemde Ontmoetingen, is opgeklommen tot die van een braave Burger-Vrouw. Door haar zeiven kortelyk aangeteekend, ten voorbeeld, leering en aanmoediging van al de geenen die anderen Dienen en daardoor hun Fortuin hoopen te bevorderen. De prys is 4 ftuivers De zeldzaame Befchryving van den Man met de Bontemuts, of verhaal van een wonderlyke Onderaardfche ontdekking; met 10 fraaije uitflaande Plaaten in Hout gefneden door H. Numan. De Tweede en vermeerderde Druk. De prys is xo Stuivers. n Gedrokt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers BreÊftraat, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 3. Maart 1785. N°. 9- Grietie. ^ oeden Morgen, Diewertje! Ik vaarwel. Gy ook?1 Diewertje. O Al frischjes^, Grietje! Gy koomt net van pas; de «offiüs gereed. Daar hebt ge een warme Stoof — Brengt.ge ook wat. Nieuws meê, over 't welkwy zouden kunnen fpreeken? — Ai, verhaal me dan wat van Zaaken,-die-gy weet. . , ;], . Grietie. Dat men léést , weet men juist met, of men moet er ftelhg. van verzekerd worden, zo dat men het niet kan weigeren te gelooven•:. 'Er zvn verzekeringen'yan waarfchynlykheden, aan welken men geloof kan en mag hechten. Men heeft zich van tyd tot tyd overtuigd gevbnden dat 'er Zaaken in 't licht kwamen, die men voorheen zelfs niet durfde vermoeden dat ooit zouden kunnen gebeuren. Diewertje Dat is zo, Grietje! en dus kunnen althans waarfchynlykheden door den tyd Ofte getoond worden waarheden te zyn Grietje Immers heeft men de waarheid van het Majefteitfchendeni Gedrag, van de misleiding en kwaade raadgeevingen des ongeftraft gebleevenê verloopen Veldmaarfchalks Hertog Louis van Brunswyk-Wblffenbuttel, zo klaar ontdekt als het licht op den middag, na dat men reeds voorheen van zyne Vriendfchaphoudende gedraagingen met s Lands Vyanden, de Engelichen, bewustheid had. Maar thans koomt er een' yerfoeilyker voornoemen van dien Aarts.Verraader voorden dag, ee« allergruwelykst voorneemen , om de geheele Repübliekin het uiterfte Ver- deDiewer°tje?n'ik heb 'er zo iets van vernomen. Maar in geen twèe daeen de Nieuwspapieren hebbende ingezien-, weet ik niets grondigs van' ÏÏet hooestverraaderlyk opzet diens ondankbaaren Scharks. Men zei mf ïet KmdM laatften Post van den Neder-Rhyn , en die heb ik niet ^GrS, Sommige Nieuwspapieren hebben het rétds gisteren uit dat Voortreflyk Weekblad overgenomen: Althans ik heb het in de-Utreen* fche en Vaderlandfche Couranten van dien dag gevonden; en de Nederlandfche Courant van heden is 'er, op eene Patnotfchewyze, vrybreedvoerig over. Hoor wat deeze'er van zegt. . Men verbreid hier, dat federt de Heer Rhyn-Grave van Salras alhier terug gekomen is, door denzelven uit naam van zéker groot Vorst <\ztv eenige principaale Leden van Regeering zoude zyn ontdekt, dat er ia' Maaftricht en andere Plaatfen nadeelige Correspondentie voor dërzelver z-ekerheid zoude omgaan." .-, . L, ,*r ,> , Het wordt dus niet alleen als maar al te.waar gehouden, het geer omtrent dien Vloek van Ne?rlands Volk en den Verleider van den Stadhouder in den Post van den Neder-Rhyn, No. 314', wordt gemeld „ dat 'er een echt bericht van een Gekroond Hoofd is, dat de Hertog vaa •! Brunswyk-Wolfenbuttel, ( dien eerloozen Ex-Veldmaarfchalk van deeZ zen Staat,) .geheime en ongeoorloofde Correspondentie in Maaftricht ' E 4, •n»U«t«!  . t (34)- hbudt, en die Stad door Verraad in handen van den Vyand tracht te „ leveren," raiar men is van goederhand nog geïnformeerd, dat 'er waarachtig eene Correspondentie tasfche» dien Verraader en het Stadhouderlyk Hof plaats heeft, zonder dat men echter tot hiertoe weet van welken aart dezelve is. —■ Dan, indien men niet zonder grond eens mogt vastftellen, dat zulks over Zaaken tot deezen Staat betreklyk was, en het cvengemelde Gmwelftuk daarby overweegt, welk een ysfelyk befluitzou men dan moeten maaken, en welk een overtuigend bewys zou zulks dan niet by elk een kunnen doen geboren worden, dat 'er in het Stadhouderlyk Hof eene Verdervende Hand huisvest, die door eenfnooden Aanhang het Verraad onderhoudt! —" ,, Men moge dit door gehuurde Pennen en die dezelve beftuuren, om dat zy belang by de moord onzer Vryheid hebben, doen verbloemen, ja zelfs Geweetenloos ontkennen, dan het gevoel van de onlydelyke wroeging in het Gewisfen zal wel dra hetzelve nader aan den dag brengen. — Het is zeker, dat voornaame Heeren in onze Republiek van eene aanzienlyke kant gewaarfchoutvd zyn, op hunne hoede te weezen, te<*en het mtwerkfel van zekere betrekkingen, die 'er plaats hebben tusfchen eenige Lieden van Aken en Maaftricht. . Zal het-nu niet eenmaal tyd worden, at men het oog eens vestige om des Hertogs agtergebleeven Secretaris te doen vertrekken? Dat men eenen bekenden Motman, te Breda* die zp openlyk gefuspc&eerd is, in 's Hertogs Dienst, even als een Expresfe heen en weêr naar 's Hage te reizen, ter verantwoording van dit vermoeden oproepe, en zich voldoende doe zuiveren; ja zal het, om den Stadhouder voor den haat des Volks te beveiligen , niet allernoodzaaklykstworden, dat men hem alle, die hem ten Hove dagelyks als Vertrouwden omringen en van hem afhangen, een beëedigde voldoende getuigenis doe afvergen, dat geene hunner eene Correspondentie houdt met dien ExVeldmaarfchalk, over Zaaken die eenige betrekking hebben op deezen Staat; en die met hem Correspondeeren, doe bloot leggen, ten genoegen van den Souverein, over wat Zaaken hunne Correspondentie rouleert, met byvoeging eener rpndborftige en onïngewikkelde Verkiaaring van Zyne Dóorl. Hoogh., dat hy geene dire&e of indirecte kennis draagt van eenige Correspondentie met. dien Ex-Veldmaarfchalk over eenige Staat*» zaaken, na deszelfs vertrek uit den Bosch en geduurende zyn verblyf te Aken, of zo ja, dat, hy dezelve dan insgelyks openbaare? Zal de Natie zemder deeze of nog andere meer voldoende middelen, die men aan de hooge Wysheid en Landsvaderlyke zorge van de braave Volksvertegenwoqraigers eerbiediglyk overlaat, wel konnen gerust gefteld worden, en de^wraake, dat God verhoede, zich niet eeniger tyd mogelyk tot mi* ichuldige Voorwerpen bepaalen? — Mag men hier niet uitroepen: Wie onzer, Nèêrlands-Volk! terwyl 't ons is bekend-,. Dat men het Land verraadt, en aan den Vyand vent, Kan deeze gruw'len zien, en ze ongeftraft gedogen ? • Js 6 niet elks pligt, dit kwaad-te fluiten naar vermogen?" ». Wat nu_eindelyk dien Schelmachtigen Hertog betreft, men wee% m Maczws&t.-efr wraake hem te meermaaiea tot eerlooze bedxyven hebr bea  ( 35 ) bén aangezet— ja dat hy, zyn zin niet kunnende krygen, mzyne woede zich niets on«ag, zo als men daarvan by eene volgende gelegenheid nog een byzonder ftaaltjc zal aan den dag leggen. Men merkt dus op, dat de aanleg van dit Verraad alleen een gevolg zoude zyn van zyne gefnuikte Heerschzucht en mislukte onderneeming alhier. — Hy zoude zich-zelven meer dan eens, uit dit Land nog niet gedeferteerd zynde, hebben laaten ontvallen, dat hy moetende vallen, zulks tevens met den val der Republiek zou trachten te doen. — Welk een Schurk! Welk eene ohdankbaare Verraader! Welk een Ealfaris, die by zyn vertrek uit 's Bosch nog veinsde nimmer tegen de Republiek te zullen dienen. Dit komt hy iu zeker opzigt na, maar door een grooter fnoodheid om ze ware het mogelyk te verraaden. ö Willem de Vde! zult gy na dit alles nog dien Bederver uwer Jeugd aankleeven, zult gy nu nog openlyk dien ondeugenden Hertog voorfpreeken of toegedaan zyn ? Dit kan — dit mag men van u niet veronderftellen om dat gy hierdoor te veel zoudt te kennen geeven, dat niemand wenscht bevestigd te zien. — Neen, veeleêr mag men de weldenkende Natie en 's Laads'Vaderen biilykvertrouwen, en van u eifchen, dat gy dien Verraader des Lands met hen zult verfoeijen, en promptelvk, .volgens uw Eed en Pligt, medewerken tot opfpooring dier affchuwefyke Confpirateurs, die in ons midden en in uw Hof zulks mogten onderireunen ! —' U.is immers niet onbekend, hoe verre de Magt vaa den Souverein gaat over Staatsdienaars, die zich door kwaade Raadslieden laaten misleiden? Voorkoom dit, en de braave Natie zal uwen waaren luifter doen herryzen." _ . Diewertje. Het zou wel haast fchynen dat er een famenzweering der Verdervende GSbaal heerscht, die haar helsch Broeinest aan 't Stadhouderlyk Hof zelve heeft, en met welke het allerwaarfchynlykst is, dat het Hoofd dier Verraaderlyke Land-Gedrochten correspondentie houdt ;, zo wel als met zyne Adherenten in Maaftricht, daar zekerlyk geene geringe Loontrekkers moeten huisvesten, die het gruwelyk Verraad zouden kunnen ter ultvoeringe brengen. Hoe zeer ftrafwaardig zyn die Monfters' Ja, heeft de Keizer zelf een affchrik van dit vervloekte Geipuis., gelyk' wy zulks vertrouwen, dan zoude het Zyner Majefteit tereeuwiger eere ftrekken, dat hy het doemwaardig Hoofd van dien Duivelfchen Aanhang, niet alleen zynen Dienst en zynen Bodem ontzeide, maar ih handen van den Söuverein, wiens ftraffe het, om voorigverraad, ontweeken is overleverde; op dat men met dien afgryslyken Böosdoender nfcar eisch van Wet en Récht handelde, en met hém allen die van zynen Ver*, oestenden Streng zyn, op openbaare Straftöqneelën, ten affchrik van een ieder, loon naar werken verfchafte, ter,geheele t'onderbrenging vaa die Vervloekten , die 's Lands en 's Volks .ondergang trachten te bewerken , en in dezelve te juichem . . . Gr'etje. Het ware te wenfchen dat men hun die ftraffe toe zag deelen, die zy gaarne aan fommige onzer Amfterdamfche Magiftraats-Perloonen, op voorftel hunner Engelfche Vrienden, eens begeerden te zien uitgeoefend _ Het beste deel des Volks kende toen reeds den VeldmaarfchalK voor een Verraader, en kon dien fnooden en crotfchen- Vracmdehng deswege £,'2.- xec&s-  •netYntet duiden, wettende dat hy dit Linden Volk, witrsan hy zyn-wdvasrt. alv leen te danken had, geen goed — neen,, maar een wangunftig — nvditr - «« verraaderlyk hart toedroeg. — Zyn *er Ariftokraaten, die zidkï. als on?ïekeen£ Baat- en Staatzuchtige Tuimelgeesten durven lochenen, dat hunne vroegere betuigen hen-zelven dan logenftraffen. — Het op nieiw ontdekt verraaderlvk aedrae vm den fchelmfchen geweesen Veldmaarfchalk zet 's Volks rechtvaardigen hsat te-en dit Moniler nieuwe gronden, by. En op deezen is het dat dc Schryvers van dén pSst hv de aangehaalde Periode, ook nog deeze voegen: ' * „ Dat de gantfche Natie hieruit ten vollen leere en overtuigd zv. welk een Slano „ zy in haaren.Boezem nebbe gekweekt: - Dat zy hieruit het VerVaadvan den voo. „ rigen- Oorlog-opmaake! - Dat zy hieruit oordeele over den oorfprong van de ver„ regaande Godtergende Werkeloosheid,^ overde geduurige in' de-hand(werking van ,, den Vyand ! — Dat zy hieruit opmaake, of men de minde .pooging tot 's Lands .„ behoud met eenigen grond kan verwachten van Zyne Holheid, op wien die Boos,, doener zulk een onbepaalden invloed heeft!" Diewertje. *t Is daarom dat ik my vastelyk verbeelde, dat, daar Zyn Hoogheid mets tegen zulke verderflyke invloeden m 't werk ftelt, die Staatsdienaar aan zyn ei. gen Hof. nog. Monfters voedt, die Hem van de kennis der Waarheid weeten af te wenden , of,, dezelve voor hem weeten te verbloemen, op dat ze ook Hem zeiven verraaden, om Hem eindelyk het Slagtoffer zyner Ligtgeloovigheid en hunner verfoeilyke en trotfche. Zelfbelangen te maaken. Dan het is by my echter onbegryplyk-' dat een Vorst vm zulk een boegen Staat . - een JJekleeder van zulke aanzienlyke Posten- als aan de Stadhouderlyke Bediening gehecht zyn, — een zo voortreiïvlStaatsmimster, wiens Advyzen doorgaans, door zyne Souvereine Meefters hoouwVs plagten genoemd te worden, zich kan laaten verdwaazen door Land- en Volks Ver raaders, die voor het -grootfte gedeelte zyne Gunftelingen zyn Grietje. Dit is zeker niet wel te begrypen; ten hy, ook 'de Stadhouder-zelve het -Oppergezag zich voorftelde langs dien weg. te zullen verkrygen, dien deeze zvne Verraaderlyke Gunftelingen hem misfehien toonen daartoe de gereedfte te zvn • en za dit■ waar mogt zyn, kan men hem niets minder dan hoogwys achten: Want immers de keuze van een wys Man valt op wyze Raadgeevers, die Oprechtheid Waarheid en Trouw voor/t Vaderland lief hebben. Deeze HoedanighedePn bezit géén Louï van Srunswyk, d.e echter des «tadhouders-beëedigde Raadsman, doch tevens Verleider va" deszelfs hart van zyne-Jeugd af aan was, en nogtot zynevlugt toegeble«ven is. Zodan de Pr.ns dit nog niet merkt cn den Aanhang van dien Verraader meer als 's Lands Vaderen gelooft;- wat zal men dan van zyne Wysheid oordeelen? Is ny met d en zegen begaafd ; dan moet het voortreflyke daarvan gepaard gaan met bewyzen dat hy Trouwlooze Verleiders uit getrouwe Meefters heeft leeren kennen. Dat hv de laatften eere en de eerften voor eeuwig verfmaade; — dat hv zvn Hofftoet vin al dat bederflyk Schuim zuivere; — dathy de.misdaadigen van zyn Perfoon - uit zv» gezigt verbanne: Dat hy eindelyk zelf. toone geen dóel met die Werke s hV, Ongerechtigheid te hebben, door allerf fchy« dé, KwL$ te myden ,Tn geSuw aan Eed en Phgt, de Souvereinneit des Lands , de Eendragt onder hét Volk dweife «echten en Vryheden, buiten willekeurige 'inbre.ken oP dezelven"teZ^n bil .j?e handhaaven, vasthouden en onderlteunen. Dit alfes niet doend* — w« dan ? — Zal men den Stadhouder ook onfchuldig kannen houden ? ' ê Vyfde Willem! Eer uw Vaderland naast God En, kent gy,'s Volks belang, verdryf dan 't fnoode rot. Dat uwen Geest verleidt, uit Oog.en. Hof.en Zaaien ; nh»«,«k * !Lgy uw.Hart» het tegendeel is ech= ter meer, te vreezea. — Het moet niettemin ieder weldenkend Patriot E 3 eea  (38) muitzuchtige Cabaal heeft ingeteugeld gezien. — Van iets wederfpannigs, heb ik nochthans gehoord, heeft de Oranje-Boekverkooper Arends kier in Amfterdam op des Prinfen Jaardag blyken durven toonen. Grietie. Ja, Vrindin! Maar die Prinfenklant is 'er ook terftond in belet geworden. Du,s lees ik 'er van in de Nederlandfche Courant No. 30 by Schuurman: * -r\„ .t„t, U art «.««inn hpt mijsf nndiiidplvlf fi-hvnr daI- dp Werk.' suigen der Verdervende Hand ook hier het toegelegd hadden om het vuur van Oproer te ontfteeken, is door het voorbeeldig gedrag onzer braave Ingezétenen in deezen, in de volkomen rust en ftilte afgeloopen, zo als men ook billyk niet anders verwachtte. — De bevelen van den Souverein yan Holland en de waakzaame Regeering deezer Stad, zyn ftiptelyk agtervolgt, uitgenomen, dat alleen een welbekende Boekverkooper H. Arends, voorheen Uitgeever van het oproerig Gefchrift de Na-Courant, nu in de Vaderlandfche Byzonderheden herfchaapen, zicl},heeft durven veroorlooven het Borstbeeld van den Stadhouder, tusfchen twee Oranje-Boomen, in Potten afgetekend, met eenige bygevoegde Regelen op deezen dag betreklyk, op Oranje-Papier in Quarto Formaat gedrukt, uit te geeven en te verkoopen; doch waartegen by den Gerechte deezer Stad, op de vaardigfte en loffelykfte wyze, zo ras hetzelve dit ftout ergerlyk gedrag, hetwelk 20. onbeltaanDaar met oen eeruieu aan ucu auuvciciu vtrin-iiuiuig^ t.u«. eluiie van deszelfs Vaderlyke voorzorg in 't algemeen befchouwd wierd, j„«.;., A«r\a.Urlr mipd unnr7i'pn. rlnnr hem den verkon» daarvan te doen interdiceeren, en de onverkogte Exemplaaren te doen ophaalen. — Ook zoude in de Haringpakkery van een Scheepje mede een Vlag gewaaid Jiebben, die insgelyks zoude wechgehaald zyn, terwyl- men verder wil, dat dit bedryf, naar bevinding van Zaaken, by de waakzaame Juftitie, zo des verdiend, zal behandeld worden." Diewertje. Het is te wenfchen dat de Amfterdamfche Rechtbank alle aulke Ongehoorzaamen tegen de Souvereine Wet naar verdienfte doe ftraffen, waaraan ook niemand twyfelt of daartoe zullen wel gepaste maatregelen genomen worden. — Voor het overige heb ik verftaan, dat zich alle de Werklieden der Scheeps-Timmerwerven, zo die der Admiraliteit als Compagnie, ftil en vreêzaam, gelyk het goede Burgers en Ingezétenen voegt, gedragen en deezen dag doorgebragt hebben, zon¬ der iets aanitooteiyKS aoor wooraen or uaaaen te aoen cyicen. meu was .ook .reeds van dit hun welvoegend gedrag des daags te vooren verzekerd. ! 't Gene ik deswege in de treflyke Vaderlandfche Courant No. 29. onder ,'t; Artikel Amfterdam van den 7 Maart, geleezen heb, luidt dus: ., Toen deezen avond ten 5 uuren de Scheeps-Timmeriieden (een getal van meer dan 1 joo) van onze Admiraliteits-Werf gingen > viel 'er niets voor , dat den minften fchyn had van het geen verfcheidene Lieden vreesden. 6—In voorige Jaaren gingen de Scheeps-Timmeriieden, opdien iag 'voor den 8 Maart, met Vlaggen en luidruchtig gefchreeuw van hunnen..  ( 3?) aen Arbeid naar Huis; maar heden is niets van dien aart gefchied , maar alles in behoorlyke ftilte toegegaan. — De gantfche Stad «al dit pligtmaatig gedrag der Scheeps-Timmeriieden ten uiterften pryzen; ook zag men in alle Straaten, waardoor zy rustig gingen, de goedkeuring der Bur-gers hen geleiden. . ,. , GrietK Waarom zouden die Lieden ook niet even zo rustlievend zyn als het-gros hunner braave Medeburgeren? Waarom zouden zy flegter denken? Zien zy niet dat hunne vooringenoomenheid van vroeger Jaaren voor den Capitein-Admiraal-Generaal, om welke Bediening zy hem alleen loueerden, zonder van zyne Bekwaamheden in de uitvoering 'er van overtuigd'te weezen, of zonder zyne Pligtbetrachtingen ten dien opzigte in aanmerking te neemen, om te onderzoeken of zy wel naar behooren werkzaam waren. Zouden zy mogelyk niet al voor veele Jaaren hebben opgehouden het Voorwerp van hunne toen reeds onvoegzaame Eerbetoo-' ningen te verheffen met gezang, gefchreeuw, gebaarden en teekenen?-— En zy hadden 'er meê opgehouden, ja zekerlyk, als zy hadden kunnen befeffen, dat zelfs het Voorwerp, dat zy als adoreerden, hunnebelangen in den Scheepsbouw tegen was, door zyne weigering van toe te ftemmen in den aanbouw van een genoegzaam getal Oorlogfchepen, ter befcherming en verdediging der Vaderlandfche Zaak tegen de Vyanden van ons Gemeenebest, en van deszelfs Zeevermogen en Welvaart. — Hebben zy dit nu begreepen, dat ze zich dan altoos als nu gedraagen, en om zo te fpreeken, geene Altaaren meer voor eenen enkelen Stervel'ing oprechten, ter zyner bewierooking , als of hy een halve God ware daar hy in tegendeel niets meer dan de Eerde en Grootfte Onderdaan der Souvereiniteit van de Republiek is, alleen de Bton uit welke hy zvn uitvoerend vermogen heeft, dat hy echter niet kan of mag en wel moet oefenen dan naar de Souvereine befluiten, die zyne gehoorzaam, heid vorderen. — Wel is waar dat men niet altoos blyken van zulk cn Pligtgedrag in alle de Stadhouders der Provinciën heeft mogen ontmoeten; maar de overtreeding der Wetten door veelen mag geen regel voor anderen zyn. — Dan, om niet verder hierover te redeneerens zal een ieder, die wel denkt en een waar Vryheidlievend hart bezit,, zich terftond herinneren dat niemand, hy zy dan wie hy zy, boven deWetten verheven is, en dat veel min een Dienaar van den Staat als Hoofd des Staats geëerd mag worden. , , , , xnJ Diewertje. Dit is het grootfte gebrek nochthans dat veele van Nederlands Ingezétenen als aankleeft, hoe zeer verachtèlyk het hen by allevrygebooren Braaven maakt. Grietje Iets aartigs fchreef den Dichter P.Langendyk deswege, toea hy een Italiaan eenen Hollander te Röme deeze regelen in den mond gaf r_ Gy ftaat verfteld te Rome, en zegt: Wat misverftand! I-k zie der Knechten Knecht als Vorst der Vorsten eeren. Dus ftond ik ook, toen ik in 'x vrye Nederland Den Stedehouder meer ontzien zag dan zyn Heeren» jDiiêwertje. Dit is zekerlyk: toepaslyk genoeg op de tyden- die mea  (~4°J onder Stalhouderlyke Bedieningen beleefd heeft en wy nog'beleeven Maar daar evenwel ook de oogen des Volks zich openen, mogen wy met grond hoopen dat het vleizuchtig R©t, alleen door Baatzucht en Hoogmoed gedreeven, van tyd tot tyd vermindering ja vernietiginge wedervaaren moge. Men vindt *er van 's Prinfen aanhang, die enkel Lof beedelen, om hem met lof te overlaaden, en dus niets anders hem te vergelden dan het geen hy hun geeft; men vind 'er ook die zyn onleerzaam Zelfvertrouwen koesteren ter verkryging van vette Ampten, aanzienlyke Posten in de Magiftrature, of in Faculteiten van Letteren, of voor zich-zelven of ter voorttluwinge hunner Kinderen en Nabeftaanden, en dus volftrekt uit baat- en ftaatzucht, en om boven anderen van meer Verdienften met den Tabbaard of Degen te braveeren : Ook is 'er nog een andere menigte van het laagfte foort van Menfchen, die of als kruipende Slaaven het ftof van des Staatsdienaars-voeten wel zouden lekken om in zyne gunst te geraakea, en als met den ftaart kwispelende honden, opzitten om een brokje dat meer dan gemeen is, en dit zyn meest werkelooze Vreemdelingen, die, hoe dom en ftom byna, zich tevens om het voordeel wel zouden laaten gebruiken tot de fnoodfte euveldaaden: Maar het zyn ook alle geen Vreemdelingen, die laag genoeg zyn om voor den Held van hunne verwachting laagheden te toonen. —— - Onder deeze Luiden zyn veele misleiden, die niet weeten wat zy doen maar die grootere -Stookebranden, door Omkoopingen, tot Aanftookers hebben. — Men zoude tot Hoofden dier menigte het eerstgenoemde foort kunnen reekenen. — Want deeze zyn het die, uit hoofde van Gefchenken, het recht verftooren : Deeze verblinden de oogen der Wjzen, en verkeeren de woorden der Rechtvaardigen. Te veel bewyzen vindt men deswege dagelyks voor zich, om 'er aan te twyfelen. AI zouden fommigen in 's Lands Kasfe ongeregeldheden plaats doen vinden, bereiken zy hun oogmerk maar, het zal hun bedanking met hun Eed doen verdwynen. Grietje. Voor zulk een Voorfchets houdt men den Secretaris des Raads van Staate, Ignatius van Hees; dien men had bericht zyn ontflag gunftiglyk van H. H. Mog. te hebben ontvangen; doch thans verneemt men, zo 'er-weder bericht wordt., dat hy 'er wel om verzocht, maar het niet verkreegen heeft. Diewertje. Een onderzoek van zyn gedrag zou men wel ook eerder mogen hoopen, by het eisfchen van verantwoording wegens zyneAmptszaaken. — 't.Is echter loflyk, dat het beste deel des Volks het oog op alles vestigt en fpreeken durft ter verbetering van die gebreken, die tegen Recht en Wet aanloopen. De God van Nederland kweeke deeze Vaderlandfche geneigdheden aan en doe ze in aller harten heerfchen , tot behoud en aanwas van Vryheid, Welvaart, Godsdienst, Trouw, Recht en Deugd. —- Vaarwel, Grietje! .Eet met fmaak, en groet Krelis. Grietje. Ik bedank je , Diewertje! Ik wensch je insgelyks. Groet -Louweris. 1 «cAnkt by «c fint «c Wt«. j. TA- JBOMONTj og . . , J , . . . t ~;na nanmaatijrden, dat het Volk niet minder drukte-, dan bet Z1tfder Ridderen, Edelen en Raad.hee- gezag d"R me,™nnck,n7de geduurige Twisten, Draaijingen, Kuiperyenhen Ve^war^ngen^en Steg. ten ladeele des Volks, daaruit voort- gefprooten. , echter geen Valeriusfen waren, zou- Diewertje. Isvz°A.^^ , en mogelyk zouden 'er het Vaderlanden°de Vryheid-zelve, aan de Belangen des Vyands opofferden. »;,y»nlvk het verderf onzer Republiek; waar- Griet]C; i K het veïr fi^edrl| de Brunswykfchen Ex-Veldvan men blykein hg vei»aderly^ J het Rech[ vaQ Stemvoe maarfchalks heeft^ fchoon £b Rome_ _ Dah nwel ring in den !' n'« had, ge£ onderfcheid is tusfchen de moet men oo^ aanmeiken, ca* "e fef h Vo]ks en de Cohftitutien oude Staatsgefte^^^^ ?n wat eigenlyk de Regeeringsvorm van onze Gemeenebestre eerm , and H^mtlsbreedte van die dei- betreft, deeze verfchil tin c vryct^ bepaalineen-, voorgefchreeven aan OUdS binten6 Sn h« V^-k Sgeene oidlrwêrpinglouden als hunne onze ReSe°tenVku^ als hunne Slaaven genoegzaam, Leenmannen, als hun ne bc huiaena ^ ft zulks het Gemeen deegelyk oudtyds te Rome d i*}™™™ eer^Tyden af, nooit voor een den; waarom ik Rome, zelfs van ^ ^ ^ beg£erlyk volftrekt vrye KepublieK nerj kuu uc ouwen . zv beide brengen al- der Vryheid nooit zojd« de D^ugd b^^^J^ e^eMa. ï^lvfLvin ha™e regefingen , handelwyzen en uitvoeringen , die ook het verband van naare jegeuug> > ten bvzetten, om haar te bepaalen de Wetten zeiven het^a^™/Je^mt°onetbrelEen mag, of het Recht geeft tot debillykheid, die .aan geen wet onto ve4erpen, veranderen* Vryheid en Deugdi volkomen Akr;«Jr°™ol^e ^lyk tPe maaken. Toen verbeteren, f f z/'jr Jt^\Burgerfyke waren, wasde Natuur^ ke w !' SHft^ teW» reeds genoeg om d, Ov. ■Wet, die ae gionuuab , J te„en gezondigd te hebben ; want „ceders derzelve te over uigen van er ege g^ g , ^ deeze Wet is al en Men;chen JJ^P1^1' fte.Bröedermoorder was Br., delyke Dieren als in acht genomnn JL»e etr te d na het pleegen ^ner gruwe y e M ^v^gg. dl, iNdlUurwct, u , Bron vloeijen alle fpr°^feir^l^.,d gn , moeten g< toetst w„rwelke ^/k*^ op ^^aarl 0^Setd^ Wo\km. en aan e!|en Medeburger u ; maar zy r^oï^evJeeken ^b^^tfek^ S iSKe Ö OjSSg i üiUeW-zyn; en daar  (44) fcdeï Mensch •natuurlyk vry gebooren wordt, is de'Wet der Narm,,-ni leen de grondflag van die der Vryheid en der Deugd aer JNa™«r Diewertje. Schoon men dit alles toeftemt, verheffen zich de Magtigften onder de Menfchen, als Dwingelanden en Verbreekers deezer IS? meene Wet, maakende weder anderen naar hun genoegen, of vermie" ken ze, naar het hun gelegen koomt. Dit heet de Wetten te verh^" ren; maar onzes oOrdee.'s ( want ik denk deswege even als gy, Vrindin n is het de Wetten verkrachten ; en drt zyn de poogingen van allen die de Heerschzucht voor hunne Troetelpop houden, en dus de Natuurlvke en Burgerlyke Vryheid, op welke wyze zy maar kunnen, belaagen, onder mynen en vernietigen zouden, 'had deeze met de Deugd genaard h^L Wetten niet aan de Wetten der Natuur verbonden geaard, naare Grietje. Maar daar onze Natuur bedorven Is, is haare Wet ook krachteloos geworden. Het overblyffel van haar vermogen in de begeerte tot Vryheid en het genot van derzelver vruchten, moge echter altoo VeL den: Dit is de wensch yan alle Braaven in ons Vaderland; en wie twy. felt, fchoon de driften de harten der Weidenkenden ook wel e fterk kunnen beroeren, (gelyk dit almede door de onvolmaaktheid des Men. fchelyken Weezens veroorzaakt wordt,) of de Billykheid en de Eê zullen met zachtvoenge gedraagingen zich ter verbetering der overvlende Hartstogten wel laaten vinden ter ftaavinge van'Rust, onderhoud nge en meerdere aankweekinge van Eendragt in ons dierbaar, maar van bit' nen en buiten -belaagd Vaderland en Vryheid tot derzelver behnmwi. door Eendragt, Rust en Recht, ter vernielinge vaf alle d^anflageïdfer fnoode Aterlingen, gemaatigd en afgemeeten naar derzelver ve-toeilvS bedoelingen en popgingen tegen te gaan: Langs deezen weg, hoop ik"zal en Raad en Burgery zich fchikken om beider ooe-merk en HnTJ,;,' l l welk ik vertrouw, toch het zelfde te zyn, tot IÏÏ en ïeil 5Ïhunne Medeburgeren en Landgenooten te bereiken, om met en nevensTle Gewesten de handen, ter uitroeijmg der Pesten van Vryheid, Recht Sn And?w'ism"u ^ f3"' —al Cn m°et EendraI'^Magt maa! kunn^njpraatén 'dISt^i'God ftSS' eTnldeH ÏÏe Louwe'riï ^ ~ ' Vrindin 1 Eet fmaaklyk> en groet Baaf Diewertje.^Ikbedahkje; insgelyks, Grietje! Groet Krelis. •'Thans is by de Drukfter deezes wéder herdrukt en te h^lmn™ e T jes van het Rood Kousje, of Vffttflingen ^ men onder andere Vertellingen ookvind, die: Va^ein ^ rlrfn poester de ihapendeTrinfes, de blaauwe^aard, de%ÏBeK^ehe' .-Twee Deeltjes. De Prys van ieder is' 6 ftuivers. gelaarsde Kat, enz. Gedrukt by de Erve de Wedawr J ACOB US van EGMOnF op de ReguUers Breêftraat, te Amfterdara. *  DIEVERTJE en GRÏEtjÈ. 24 Maart 1785. N°. 12. Diewertje. Al weêr, na een goeden Morgenwensch, hoe vaart £\ gy, Grietje? Grietje. Zowel als gisteren, en toen was ik gezond, Vrindin! Diewertje. Danzytgy het heden ook. <— Welnu, dat is my aangenaam* Grietje. My wel degelyk. Het zal my echter mede aangenaam zyn te hooren, dat gy met my in *t zelfde gelukkig Lot deelt. Diewertje. Ik heb de eere U, met dienstaanbiedinge, 'er van te verzekeren. Grietje. Met dienstaanbiedinge! — Ai wat Compliment is dat al weêr! — Dat deugt niet op zyn Hollandsch, ea welk een eer fteekt daar in? — Zou ik gelooven kunnen dat 'er eer in is gelegen, waaneer mea iemand zegt: ik ben gezond, en nog daarby voegt, om Ute dienen, of, zo gy het hebt uitgedrukt, met dienstaanbiedinge? — Gy weet immers in welk een Land gy zyt gebooren, opgevoed en leeft. — Hebben onze Voorouders ooit zulke flaaffche en daarby leugenachtige begroetin°-ea jegens elkander gebruikt? — Immers neen.... Diewertje. Is 't nog niet genoeg met vitteryen over het Compliment dat ik U gulhartig maak. Laat het niet op zyn oud Hollandsch zyn. Dat hoeft juist niet. Het is dan naar de Mode. Grietje. Daar breek ik myn hoofd niet meê. De Mode is een Duivelin, of nog grooter Toveres als Medea en Circe waren, daar zy de Menfchen allerlei monfterachtige gedaanten*- geeft, en de Ziel zowel als t Ligchaam mismaakt. — Maar zonder dit verder uit te breiden; zeg 'my of ge iets aanröerklyks medebrengt om 'er over te fpreeken ? ' Diewertje. Van een Oorlog of Vergelyk met den Keizer althans Weeü ■ ik niets te zeggen. De Tydingen deswege zyn vlak ftrydig tegen elkander: Zelfs die men van Weenen ontvangt. Uit die zelfde Hoofdftad fteekt het eene Bericht de Krygstrompet en het andere blaast ten zelfden tyde de Vrede-Bazuin. Men gelooft echter dat het eerfte wel het zekerfte is. — Maar hebt gy geene andere Berichten aangaande onze inwendige Vaderlandfche Omftandigheden ? Grietje. Ik zal U iets opmerkelyks dienaangaande voorleezen. Luister Zutphen den 18 Mairt. Zyne Doorl. Hoogheid goedgevonden hebben* de eenen Ontvanger-Generaal en Rentmeester deezer Graaffchap aan te ftellen, op eene wyze, die men oordeelt direót aan te loopen tegen den Letter van het Regeerings-Reglement, zo hebben deswege in onzeQuartiers-Vergadering hevige debatten plaats gehad. Zes Ridders, drie Regenten van Zutphen en de Stad Doesburg, overtuigd, dat, wanneer de Regeerings-Reglementen niet ftiptelyk worden onderhouden , 'er eene totaale Regeeringloosheid uit voortvloeit, fpanden alles in öm die voor te komen; doch eene kleine meerderheid de gedaane aanftelling goed. keurende, waren alle poogingen vruchteloos. De Vaderlandfche Ridder van de Marsch, evenwel, achtende dat oj* deeze wyze alle banden van Orde eif Regeering van eene zyde verbrokéa F 3 wo3>  C 4*-) teerden, oordeelde' dat zy dan ook van de andere zyde niet meer verbintelyk waren; en heeft op grond hiervan dit zo nadruklyke als in zyn gewigtige gevolgen alleropmerklykst befluit doen aanteekenen: ,, dat Hy, 'door de illegale aanftelling des Prinfen, tegen den Letter van 't Regle**ment, hetzelve van nu af aan rekende als geheel losgemaakt, en zich" zeiven niet meer verpligt, om naar hetzelve langer te leeven." Dus zyn de-Zaaken alhier tot een uiterfte gekomen, welker gevolgen gewisfelyk allergewigtigst kunnen zyn. Diewertje. Dit gedrag des Stadhouders is een blyk van meerder magt•efening dan zyn Ampt hem toelaat; daar hy zich boven de Wet verheft en°inbreuk op de Rechten der Regeering maakt. Deeze ftap dus doorgegaan zynde, zal hem waarfchynlyk te ftouter maaken om nog an. dere en grootere te doen, ten einde alles eindelyk van zyne .willekeur te doen afhangen, indien het achtbaar Volk de Braaven onder zyne Regenten niet krachtdaadig tegen zulke Rechtverkrachtingen de hand biedt, jnet deszelfs Stem op goede gronden te doen gelden. Maar welk een laa«e toegeevenheid is het niet in die meerdere Regeeringsleden , die de onbillyke handelwyze van den Staatsdienaar, in deeze eigenwillige Aanftelling geoefend, hebben kunnen goedkeuren! Welk een tegenpligtig beüuit hebben zy, durven neemen, daar zy op een dierbezworen Reglement «en inval'doen en zin en letter ten gevalle van een onbevoegd Perfoon »it zyn verband fcheuren en geheel krachteloos maaken! Welke Aterhiv sren die hunne eigene Vryheden en Voorrechten vernielen! — Maar daarentegen welk eene, Vaderlandfche Rondborftigheid en Moed in den «etrouwen Vryheids-Steun vanjer Capellen tot den Marsch. Hoe loflyk ware het, zo zyn groothartig befluit waare Navolgers mogt vinden, die e°'zind waren de gebreken en niet de deugden der Reglementen uitteroeijen.. Grietje. God geeve dat het gefchiede, Vrindin! Is het niet noodig, dat in zulke gevallen, het Volk in 't algemeen zich verpligt vindt tot handha^ ving der Wetten, om alle gebreken in dezelven te herftellen, en. verdere te weeren, of is de Staatsdienaar, zyn deszelfs flaaffche Vleiers en onrechtToleegende Afhangelingen boven de Wetten verheven? Zyn zy, zyn alle liegen ten om het Volk,, of is het. Volk om hen? — Zy ontleenen alle Bit het Volk hun bepaald vermogen; en zyn 'er dus onder hen, die dat vermogen misbruiken, de paaien van Reglementen, van wel ingefte.ide Wetten en diergeftaafde Rechten verbreeken, dezulken mogen door de algemeene Stem des Volks, voor 't oog van God op den yryen Vaderlandfchen Grond worden, opgeroepen , om aan dat Volk rekenfchap van hunne daaden te geeven, en qaar verdienften te worden behandeld. — Dit in aanmerking genomen, zal men ook, wegens het voorgevallene te Utrecht party voor de Geconftitueerden moeten kiezen; en die Zaak, fchpop wat driftig van 's Volks zyde voortgezet, zal echter geen verandering 'in deszelfs Rechten maaken. Dus lees ik 'er van. 'Utrecht den zo Maart. De eerfte driften, die men wegens het gepasfeerde alhier op den n deezer had opgevat, zyn niet alleen in deeze Stad aan, 't bedaaren, maar opk Brieven uit differente Steden alhier aangeicoMïea, geeven. ^e kennen, dat.mea ook cldejs geheel anders 9Yer die Zaak  gavy „ . , ... j„„v.„ v« c^p nriame zasen , dat hier alles^ in t-wilowas., • oSuVne o'ogme^ ^ om nunneoug fterkften u t te fchreeuwen, als allerge- bCSt, g£r tnor deTtad en Bu?"ery7 maar zy hebben ook niet nagelaaten Tnuïne Brieveï^ afgezonden, dat werk met de haa- telvkiïe kleuren aftefchilderen , om daardoor ook appui van buiten te kryten en nun rol van binnen te beter te kunnen ipeelen;.en waarlyk, in S'beginne is het hun Vry wel gelukt, en men had zelfs by fommige vreesSigen alhier eenigen fchrik verwekt, maar nu is alles weder beHaard Def Burger. Compagniën zyn wel te vreden, als Lieden die geen bewus'thefd hebben van efnigen misdaad, en die het gedrag van hunne S EueSensapprobeere»: Zy weeten van geen geweld, van geene ^roeri^rbew^eegingen, noch van eenige bedreigingen: Al wat zy weetin Ysf dat ly doïr GeconftitueerdensÖhun verzoek, als de Volksftem met'eenen nadruk aan de Volksftem voegende, hebben voorgeteld aaa hunne Reprefentanten, en dat zy, zeer begeeng te weeten, hoe hun Kesfan verzoek by den Raad zoude worden opgenomen, zich voor en n hl^ badhuis hebben vertoond, doch zonder eenige Wapenen, of bc* weegïnen d?è naargewdd zweemden: Zy begrypen dat,f indien in, het Tpnasfeerde iets kwaad fteekt, men dannietkan zeggen, wat de Vo ksftem InTet woord Reprefentanten zeggen willen ; want beftaat de Volksftem ^,rin dat zv vraagen, doch afgeweezen worden, en dan zonder nader aandrang^maa? moetln ftif zitten" dan, zeggen zy, i, bet best niets te vraÏÏen , en nooit meer van een Volksftem te fpreeken, vermits men dan o» veele Ifaatfen wel zeker kan zyn, dat de Volksftem niet zal verhoord worden dan alleen op die tyden, dat de Reprefentanten die gaarne hoo7m&k^^hl^^tJa»lyk volftrekt van de Reprefentanten af, de vSlk ftem af 7e wyzfn, zonder dat het Volk nadere inftantien mag doen, dan oordSelen zv! dat het woord Reprefentanten enkel uitgevonden i« ™ £n inflaaote wiegen, en te verblyden met het denkbeeld-van eenig recht enke in veTbeflding beftaande. Zy verheugen zich intusfchen, St men b^teï'de Stad in het denkbeeld koomt, dat veele Brieven van hier met drift, andere met kwaade oogmerken, gefchreeven zyn, en dat men bSint te begrypen welke kwaade gevolgen het zoude kannen hebK.n PPnP Vivheidlievende Burgery van alle kanten als voor 't hoofd te ftooten,en hoemïn S Haaïef. van onze-Vryheid daardoor in de hand loude werken: Men heeft reeds gemerkt, welke hoop zy voededen, en hunne vertooning van vreugde, zo hier als elders-al te vroeg begonnen , eTtTk^ reeds -maden ; wan len elkander <*eluk wenfchen, met een evenement, t geen men zeirs aKe- mentlyk de Vryheid der Burgers geheel-den bodem in te Haan, en ae Volksftem voor altoos te verfmooren? ^«inïterlaarftëeeDiewertje. Ziet men de.misleidmg met derzulken diemnetlaatiteg^  t 4 « ) cjeelte van deezen Brief betrokken zyn; daat Zy eerst een vnlyk,Vurtje opdeunen n ,^, >, * door eene Sarabande met rasfche fchreden geleid worden ter tekenine van in ' , r "««hana hunne en hunner Medeburgeren belangen aanr tekening van een Verzoekfchnft tegen Grietje, 't Is zeer goed, dat zy zich doen kenmerken. Zo worden de Braaven c\nnrA„ t a waar op wien zy vertrouwen kunnen ftellen, en wie hun achting:in'r ST? Ty,i 8e" zyn. Want eene doode Vlieg doet de Zalvê des Apothekers ft X* - En het besté ÏTlA* S Utrechts Burgery en Vrywilhg Gewapenden voor Vryheid en VadeiHn'd heeft ,e/,„ / edleIV.an deren. —- De aanmakingen op het gebeurde te Utrecht in H ft rl dit/e vcrhin" gepiaatst, zyn van te veel belang om ze u niet meê te deelen 1. Va" deJrMen da« (vraagt de*o fchrandere als weldenkendeAanmTrkeO d^ dé Agentee^To& des Volks, de uitvoerders van deszelfs wille zvn als bv Jf^u.ï l Plaatsbekleedeis Maar is deeze Majefteit des Volks wettig en heUig'n hLr aanwe'e^^ eri^eezaTV ^ wettig zyn in de dadelyke uitvoering. Laat ons zien wSnS, ? & S<' zo/-m?et z* ook De Regeering heeft hier de lanfgelmoord"vÓ ksftem eenSw , „ ''gCfc^ geeven. Zy zelve heeft het Volk opgebeurd1, aangevo™ f toThZ ^ berftaan Se" cefening in den Wapenhandel, redre'stenTn d^ Burge^ datien, aanzienlyke veranderingen en veibeterineen in dT;. , l^lsf* n ?-ec°mmanheeft, met behulp der Regeering, zich uUdë & W.00td > he< Volk des Volks, zich van een drukkend Dwangjuk verlost °Pgeheeven> en de Regeermg, met behulp Tot hiertoe was de Regeering te vreden over de pooeiaeen der Burrrerv en nV n„r„, zorge der Regeeringe; doch, daar het menfchelyk hart dolrêaans beha-Ln flh.nr • rg"y 0Tei.de van magt en aanzien , meenden de Bureers nu ook te kunnen be£^ de meerderhe.d van dien , hunnen Meeifer verlooren hebbende, th\u^\{» MicnMêX: * Zy vreesden, dat het Volk, 't welk het gezag der Reeenten «LafH h^ 5 Mee«« zyn. Dit heeft de goede God niet gewild; en nog gedoogt hv het niet rif „. j Sichterman heeft alles in een helder daglicht sefteldVzv h«ft e™ rZ Sn den He« fchok, die de Stad voor haaren val bewaardheeft7 fch°k geSe"en> maar eea r,^e" HCCr S'chteimal? '1 waarJ= laatendej waarom moest toch die Man volftretf v s fchap zyn ; waarom juist hy i daar uist hy by de gantfche Burgery was afeekeurd ^f -r°eLd" tegen de belangen van het beste deel des Volks geftemd en eefekend haH ? i. '■daar 'um h7 ifeÉkie zulke fterke en welgepaste: Remonftrantiën'aan de Vrledfchap war« «da.'""' "ynC Waarom moest juist hy Vroedfchap worden , daar de oantfche R 3 jH aa L Len=g P?otSerden veroLaake-« ssw- «~ ^sas^ VoIftanXs^ ?waaren tegen hem tngeleeverd /bezwaarenu dief ho \ Z^Jk u\%*riJ~ ï*™ wetti8e beis, in weerwil van diei, de Eleftie niet doorgezet." S ' "dcn aa»gen°men i Ea Moeit nu eene Burgery, die alles voor zyne Reeenten iredaan Wfi- j;» j.. 't geen zy zyn; moest eene verlichte Burgery, die haarlechfen k«r' 1 B«Makt heeft, die haare Rechten durft handhaven, moesf diedc^ verfmaadfne- hml^ Burgery hawer wettige eikhen, ongevoelig aanzien, lafhanig & 1. z0" d ,la Zl' Ingezetenen van een vry Gemeenebest paster g"ragzyn, 'twelk 2 a8an ITn ulil rT^Tnf ^ ™" ^ R'cht* " gewisfelyk °f meer geweldig; ^ «1 niet In*'&-z£^ «oodzaak.yk kwaad; zo hy Burgery van Utrecht lal, gelfk büly^ £ die «o"^ aame^o^n'de^e8};0'!^- ~ Ce Kwartier, Vergadering bewyst, dat da^jï^he? eg n teiTeTf^ p^ leh r^^"^' 8 Griet è Ik t=hoo^n- ,—T. Vaat^'» Grietje! Ee! fmaaldyk , eï ioef Krel'is Wy __Gnei|e. Ik^zeg ,e dank, Diewertje, en wensch je 't zelfde. Groet Louweris. Gedrukt by de Erve^e^duwe uTSiui;an egmÖh7, op de Reg.lier," Breeftiaat, te Amfterdam. ' «.egwiets  GRIETJE en DIEWERTJE 31 Maart 1785. N°. 13. Grietje, /hoeden Morgen, Diewertje! Is 't nog wel met de Ge\JT zondheid ? Diewertje. Al redelyk, Grietje! Is 't met u almede nog in welftand? Grietje. Zeerwel, Vrindin! Maar ik kan u verzekeren dat ik koud ben. Diewertje. Dat is volgens de Luchtgefteldheid en het Weêr, Grietje! De Koude treft een ieder. Neem deeze wel met vuur voorziene Voetwarmer onder u, en drink een warme Kop Koffi. Ze is reeds klaar, gelyk gy ziet. Ik zal 'er ook wat verwarming in zoeken. — Waar wil het heen met het koude Weêr? — Het fchynt of het Luchtgeftel voor geen zoelte vatbaar kan worden. Het fneeuwt en hagelt by herhaaling dagelyks, ook vriest het nog doorgaans, niet alleen des nachts, maar ook over dag, en nog heden, zelfs met alle Winden. Daar wy reeds den laatften Maart hebben, fchynt het veeleêr den laatften January te zyn; de anderszins zachte Lente-Westewindjes fpeelen thans niet door het fchommelend loof der nieuw beblaadde Telgjes, noch blaazen hunnen laauwen adem ever de jeugdige Grasfcheutkens; zy nypen zelfs vinnig, nu met Noorder- dan met Zuider-Winden faamgefpannen. Den laatstyerloopen nacht hebben zy hun deel inj't bulderen gehad. Het fchynt de Natuur-zelve op het Menschdom verftoord is: Dan, zy rigt en fchikt haare uitwerkingen naar de bevelen van haaren alvermogenden Vormer, Wetgeever, Beftierder en Meester, die alleen God is, die in den Hemel woont, en doet wat Hem behaagt. Grietje. Hy is het ook, die zo veele buitengewoone Verfchynfels in de Natuur te weeg brengt. Is 't niet verwonderlyk als men aanmerkt, volgens de berichten, die men 'er in de Nieuwspapieren van opgeeft, dat op een geftadig brandenden Berg, den Vefuvius, de fneeuw voeten dik opééngeftapeld blyft leggen, daar vuuraderen en gloeiende Mynftoffen doorheenen vloeien. Welk een fchoon contrast, of tegengefteldheid dit op een elkander fraai affteekende wyze aan 't Menfchelyk gezigt verfchaffen moge; billyk nochthans moe.t men 'er de Godlyke Almagt in bewonderen. — Ondertusfchen vreest men dat, daar de in ontzaglyke menigte gevallen Sneeuw de Bergen en Wegen in de hoogfte gedeeltens van Duitschland en Italië bedekt, wel veele Rivieren, fchoon thans zeer laag van Water, by het fmelten der Sneeuw; vooral wanneer "er fterke Regens bykomen, buiten haare Oevers zullen treeden, Dyken en Damme» in laager Gewesten overftygen en Akkers en Weiden in Meeren verande. ren. — God echter verhoede zulks! —• Het Winterkoorn belooft met dit alles weinig voordeel, en het uitzigt op eenen laaten en weinig vruchtbaar Jaargetyde, deet voor fchaarschheid cn duurte aan noodige Levensmiddelen dichte*. G Die-  niewertie ó ' De Mensch wikt; maar God fchikt. Alles kan Hy ten u Die„i„i;n en deed Hy ook het tegendeel; wie leeft 'er in ons Va, h/*,e h Ï k er en let dat de*Straffen en Kastydingen des AU derland d,e^eJ , en naar verdienden zouden worden uitgeoe- magtigen rechtvaaidS zyn^^ ^ nnijt Volk, gelyk het Nederlandfche, fend aan een hardnekk,g e:n weêi P^mgJ ^ b J■ ^ dat nog da^!vksanel7Henilfiiken. .—• Gods Toorngloeden dreigen t0t ?fe^aderi^ van een woeden! Oorlogsvuur, ?nS T onsallSeskens nader en nader koomt; en nog fchynt men in het ^^\^lSK^roep^: Daar is Vrede, en geen gevaar!-■ Men het midden van ons te «epc , Mmpu dm boozen heeft oogen en »e* «J^t wel^yds genoeg zyn, om zich met Gode dag verre. — ,Ma^L Wraake aan 't gaan isl J- als de Verwoester doorte ^red,Ichnoon Z etót f Go8d Rechtvaardig is, hy kan ons door Onrechtvaamigeo i T den waren dikwl]s geesfels in de Vorften eB™£;r^^^^ Volks, alhoewel zy de hand TiSntte voorwendlels gebruikten om geheel het Joodlche Volk enrfahnren a^e derSr Inwoonderen onder het Juk te brengen. Ir Lai te onderftellen nochthans, dat we op onze rechtvaardige Zaak tiïlvk zoudemogen vertrouwen , en dezelve met tot het uiterfte niet billyk z^7knemk°el aangemerkt hebben , dat wy ons betrouwen desVerweeren, wil ik. enkel aa^g ^ ftdlen maar daarnevens wege op den God der ^J[c { winnen door Hem te toor)en ZVn£ fl U'f?n%è raSal èghem vertoornende Wanbedryven in eene on verfchilmet aflaatinge van aue nem v to£ boe[e en enn°neg0nie SJ fen &Öcntige wyi , ( God laat zich niet bebekeermge, niet op eene en leedweezen, om als waare Chns- dr^n;) ^^ Leden der Maatfchappy tenen in het ^^lienitigtindelen. — Dit doende, met in het ^rgeidike , tc handelen e ^ ^ ^ . blyke° als^kwendï doen gewaar worden, dat hy ook het behaaglyke Z° in"n an Alm gefrouw Volk vervullen zal, door zynen Zégen, van een aan tiLin gecrou weeten echter niet wat het Grietje. Hei zy zo, UiwrW- . f ¥ z dan of het Vloek zal befluit des Oppermagug^ fiodhtjians met ^,All§önïee^^^ — Ondertusfchen mag ik dit,an£S tmerki^ dat geene Achitophels, geene oo.t wel in aan™X^ 4 zich zeiven , tot hunne eeuwige ver- konden ogwyken de ^Saden hadden. - Een David moge, met het doemenisfe, pP.denonaa'Lëeke des Volks, voor eenen misleiden en heerschkleenfte, doen beste g^d^ zuchtigen ^'d7r^er0Raa'dsheer ziet in een Hufaï zyn tegenftreever, men ; den yerraade yjee: jv heil van den v]Bgteoden.^ouveJ verwint, en de Zoon met verlies van  ( 5* ) zvn Leven verwonnen wordt, terwyl de verraaderlvke Raadsheer op ■ ciZ i« ri\n o-fweefcen , een ftron om zyn eigen hals wringt, zich fyn S1°nninrS™ L ot z v n eieen hand, als'een vervloekte, wanhooB"?gSïe^eli —Y Hef Lot van>«?t«, dien Verraadervan zyZ% Hee? is nUe aan alle Christenen bekend. — 'Er zyn nog navol«?s-van di vervloekten. — In een derznlken behoeft men ftcchtj, den Perfoon des geweezen Raadsmans van onzen tegenwoordigen Hoogen iaaSenaar in de eerfte plaats zich voorteftellen; en gelyk een Achitor^Tzvne Aanhangelingen had, zo heeft de BrunswykfcheEx-Veldmaarföf-IlKe Tvren almede nos. Dan men meent 'er reeds een of mooglyk Side? va?oSdekT te hebben , fchoon de Wolffenbuttler nog geen lust frhvnt te hebben om zich-zelven deswege aantetasten. GiietTe. De nimmerzatte Hel gaapt reeds naar zulke Doemelingen, niewertie' Hoe langer zy leeven, al maaken zy 'er geen kort einde van, ho ^ meerdere folteringen in hun geweeten zy gewaar worden ; het herd-nkfn aan hunne giWeldaaden zal hun tot een eeuwig zie moorden ftrekt\] Gelukkig indien het niet als met een altoos gloeijend Branayzer ware toegegroeid! - Dat zy nog openlyk voor God en de Waereld 7 IL h'eden en dus hunne Ziel voor het eeuwig Verderf behoedde ! b Siewer ie"' Wie ienscht ditniet van hunnen't wege ? Maar, tetrotsch lults- te bekennen, ftaat hun niets dan het eeuwige gemis van Gods OBrVSvn en de vervloeking van een door hen verraaden Vriend en een KeYVolk tot indelaatfte Nakomelingfchap-te wachten. — Ik moet ?7 inmiddels zegden, dat het vermoeden der Natie op dien VerraaderlyS^^ftai«& ongegrond blykt te zyn, de volgende Maaftnchtfche Brief uit de Hift. Courant zal 'er U van overtuigen. Zie hier deszelfs V°°r ne zonveeKuchtsmaakende Zaak van eene verraaderlyke Correspon, " >: rnsfchen een of ander Snoodaart te Maaftricht en den geweezen VeSdmaarfchalk, H« van Brunswyk-Wolffenbuttel, begint zich allengs ItS^optek afren, in zo verre "dat, fchoon de omftandigheden van J; " niet bekend zyn, men echter thans met zekerheid weet, dat , ilk eene Correspondentie waarlyk heeft plaats gehad Het is deHoofd^ffiHer der Stad Maaftricht zelf, de Heer van der Slype, die zich, zo ol , n n e? kan zesoen daaraan fehuldig, ten minften daarvan in zo men lerdichheeft "maakt, dat hy, op last van Hunne Hoog-Mog., ^4SSS{a^tffl*1*^«S Fiscaal der Generaliteit, den Heer Tulling van Oldenbarneveld, is gearresteerd geworden , en aHe zyne Koren in verzekering genoomen zyn. Onder deezen heeft men 30 BrFeven ^vonden, geschreven met oe eigene hand van den Hertog f„ 'ervan fommiPen in cyfer, en anderen zonder dagtekening. Men 3 ? li ten, Z<5tlden wy kunnen ftaande houden, dat de Oogst in 'c oude Cana'dnH* onze Maand April begon, op welks eerften dag in 't Jaar 1672 de Spaanfche Gouverneur Duc d'Alba; zyn Bril (den Ériel) verloor om naar den tienden Penning te zoeken, fchoon met tegenzin van Oranje, die wel gewild had dat de Watergeuzen zulke gaauwe Vinders van dien, om 'er de Vryheid opgeklaarde óogeiü door te geeven, met geweest warem. —Dit was een allervoordeeligfte Oogst vaaiGèwa*-\*oorNederlandsch Grootheid. — Onze tegenwoordige Maand. April, die ons geen verlichting der oogen gegeeven heeft, zal ons althans geen ryp Gewas mededeelen, eB wie weet of onze Oogstmaand Augustus ons wel van den verwachten dienst zal zyn. Vermeerdering vaa; Gewas-! — ó Hemel! — Vermeerderaars des Ryks heetea- de Keizers: 't is hun tytel voor altoos. Zouden zy dan de Zaak zelve niet betrachten? Diéweffj'e. Ja-maar... Wat zegt het Ryk ? Zo het geene paaien heeft, ï# hetgeen Ryk, dat van eenen Monarch kan afhangen. — Schoon gy noch trans-dien tytel Van Augustus wilt toepasfen op de vermeerdering 'er yan?. Geeven wy de Oogstmaand deezen naam, om dat wy. dan de Vermenigvuldiging der vruchten gewoonlyk zien , dat zegt niets. Wy moeten geeö eerften Overheerfcher der Vryheid van het Romeinfche Volk daarby gedenken. Die- Keizer was de eerfte Moordenaar en Tiran van alleö die den Naam. en het gezag van Keizer naderhand gevoerd hebben Dit is" t*Sör. ik fpreefc als een vrye Vrouw, Diewertje! — Ja, ik durf' Wél' wedden,! als men den tegenwoordigen Troonbezitter der aloude Keizere», al is het niet in Rome of Conftantinopel, (want Paus en Sult#n zondert 'er beide evenveel tegen, hebben,) eens mogt laaten beflisicheS, rïaa* zyne nchtvaardighsii, of het Augustus was die het Ryk vermeerderd, of bedorven heeft, dat hy, op de gevolgen ziende, gelyk ée Rede zulks vereischt, zou moeten befluiten, dat hy die oude verval niet vermogt te herfteüen, om dat hy 't onmogelyk vond. — Dus dan ,, aftd'ere Tyden, andere Zaaken; en eveneens vergeeffehe aanwendingen döóf trotschbeid en heerschzucht! Vergeeffehe trachtingen naar onbillyk Eigenbelang. —- Maar immers ziet de Keizer op geene buiténkaösjies -— Dus kan het niet zyn dat die van het Duitfche Ryk *ö Zêef eea vrye Vaart begeert op de Schelde; want me» weet toch dat, hoe fterker men een Hond- fcheldt hoe feller hy blaft. Grietje Zouden de Burgers in de Willemfiai hiervan niet tot getuigen k-ünnefl ftrekken? — Wat zullen de begrippen der Antwerpenaares 'er ovèf Oordeelen? *-> Wat die der Brusfelaaren? Diewertje. Ik weet het niet. — Maar men is evenwel in de Oostenrykfche Nederlanden goed Keizer». Grietje. Laat dit zo zya» en volgent pligt. Hy is Jefeph, maar geen Augustus, ets defhalvé& te na daartoe aan onzen tyd. — Hier zou men *f;pat konnen? bTengerl den laatften regel van het Diehtftuk dt Eigenbaat: EfcN JOS-lP» KVVi.it TK VROEO OM ZfCH Ao©CT»T TE MAAKEN. Bkwettje* ik geloof het t»ok> Vriadia! «■* Maar om dit aiet verder uit  C55 > «ft te haaien. Wat za! de Keizer doen ? — Zou hy met wel tot ee* Vergelyk met de Republiek genegen zyn? Grietie Dar kan ik niet beantwoorden , Diewertje!— Die eerfte fch00ti_l Die on-evatte hoon van een Keizerlyke Vlag! — Tot welkeen prys zal ons Gemeenebest dit recht van onze zyde afkoopen, om met 'Millioenen der opgebragte Lasten door 's Lands Ingezétenen , zo niet met opofferingen van Scerktens, Steden en Landfchappen op sLanas Grondgebied, amende honorable aan dien Monarchaalen Mensch te doen/ D^wertje Maar daar *c in nood zyn, en nood leert bidden: Wat zullen wy dan anders doen? . „wm Grietie Wy hebben deezen nood on« zei ven niet op den hals gehaald , Diew-r ie! Hy is ons onrechtvaardig op- en aangedrongen. — Maar mvV oordeel, cör dan laffe Koopluiden van een fchandelyk Vergelyk te wJezen, ftrekt daartoe, dat alle onze Landgenooten liever de vruchten ^n hun zweet en bloed behoorden te beftecden tot behouding van hunne rcfch ten^ en bezittingen, dan ze flaafsch te befteeden omcx nooit anders dan vernedering, bepaaling en eindelyk vernieling van alles wat hun lief waardig cn dierbaar is, door te ondervinden. ■— Wy behoorden dan een trotfehen Monarch, hoe groot hy zich voordoet, niets toe te ïiSven _ Maar, ó Tyden ! ö Zeeden! - Een Nieuwaangeftelde Stad, ffouder'in Willem de IV deed niets als 's Land, inkoomften te verainderim oor Affchaffing der Imposten , om naderhand, vrye Giften onder Eed* tedoen geeven. - Met dit Geld kogt men den Vrede van Frankryk.~ Alles wasgoed wat toen de Stadhouder deed ; men gaf hem gehoor e» oorloogde federt 1748 niet eer dan toen wy heetten te oor ogen van het h°t Tiar 1780 tót 1781, naar het einde; (zo als men dit zal gelieven aandirken:; - WaJnuV- De Keizer wil volftrekt zyne onbillyke ers ïvhen voldaan zien. - Wv moeten ze toeftaan , of oorlogen. — Voor den aanval opTeeze Gewesten in i747 heeft Frankryk ons d,t met ge„™m. L, het tegendeel. — Zyne aanraadingen ftrekten ons ten SSf-' maar' hel vooroofdeel was voor "dezelven doof. - Wy moeatea K voor den Keizer en Engeland opofferen, dien wy thans zien, dat onze Getrouwheid ten overvloede met overmaatige met alleen, maar on?"elma'ati«Ten tirannique handelwyzen beloond hebben en nog trachten ^°béloonèn! - Maar hoe greetig was men met om de Cabaale van een Vtadhouder e onderdennen;- een Stadhouder, die men verdienden gaf ?,iSchatkistenVop welken men te flaapen lag, om flechts gerust te leeuu Schatkisten, op e beweegen der klinkende Penningen, fó ia^al wa,ePhet iiderszinds ook gewerkt Goud en Zilver!) maaktV by telling en hertelling, uitreekening by uitreekening noodig, on» toch geen valfchen Eed te doen, maar naar,het genoegen van één Cte*. ïusr tl handelen, dien (het is fchande voor ieder toen verbyfterdNederLnLri ï als een algéraeenen Afgod adoreerde! - Die groote Ma« ko-t i. d« Vrede en B> en zyn^Zoon is Erflyke Opvolger vaozyne B^lieSage?, en eea Qpvoedeling vaa een Onderkruiper, *• geen Verre*.  C 56 ) ier, éer Sötivereiniteit. -— Wat zil nu Willem ie Vde doen ? — Zal hy ook liberaale Giften tegen den Keizer voorflaan, gelyk zyn Vader tegen de Franfchen ? Diewertje. De Keizer beeft Vyanden van onzen Staat in alle zyne Nederlandfche Provinciën, die wy toen befchermd hadden, zo veel als in ons vermogen ware, om onze Trouw te doen gelden. — Eene Leer, die wy aan de ondervinding te danken hebben, heeft ons dan ingeboezemd op gecné Schynvrienden ons te verlaaten. Wy hebben echter tot onze veraédiging ook Schatten noodig. Men zal ze zich moeten vuifchaiTcn, om 'er Wapenen en goede Gcbraikers voor te bekomen. Voor het overige kan ik zo veel gevaar niet zien in het tegenfiaan van den Keizer, indien elk maar aan zynen Pügt getrouw is. Een Land, doorfneeden met Meeren, Moerasfen, Poelen, Waterloopingen , Polders, Slooten en Greppen, behoeft natuurlykerwyze niet meer d.-m gewapende Inwooneren , om niet alleen een Vyand aftemat- ten,' maar hem eindelyk geheel te magteloos maaken. Maar dat men intusfehen *och zorge, dat men ter Zee geducht zy. Nooit zyn 'er Landbeheerfchers geweest, en zy kunnen 'er niet zyn, die hun geweld oi' magt over het fchuimend Eiemert hebben kunnen uitftrekken. Hiertoe zyn enkele Volken alleen gebooren, en deezen zyn alle Beminnaars der Vryheid; want alle voordeelen die een geduurzaame welvaart verfchiffen, kunnen nooit recht, nooit aangenaam, nooit voldoende zyn, of zy moeten vry genoten worden. Een ieder die hun dit voordeel zou trachten en onderdaan te beneemen, moet volftrekt hun gezwooren Vyand zyn. Op deeze wyze hebben de zwakgeachte Atheners de fterkfte Volkeren der Waereld, de Perfen doen zwigten: Op deeze wyze hebben onze Voorouderen drie Pbifppen arm en veracht , en zich-zelven ryk en aanzienlyk gemaakt. —— Laat den Keizer doen wat hem behiagen moge; een goed deel Oorlogfchepen voor de Gaten der in Zee uitioopende Stroomen , die zyn Braband en Vlaanderen doorksbbelen, kan hem met al zyn tegenfporteling binBen de paaien van zynen kring houden; en te Lande, wordt het wel gemeend, zal men hem, op de Frontieren zelfs berouw van zyne onderneemingen kunnen doen hebben, of by verdere geweldige Indrwgingen zodanig in eene Veldtogt afmitten, dat hy niet naar eene tweede verlangen zal. Met dit alles moet het noodige gedaan worden. Ik zou hier nog veele aanmerkingen kunnen byvoegen- Maar zal ze al weêr verfchuiven tot op eenen anderen tyd. Denk op Oorlog" Grietje! Wie weet hoe Krelis grommen zal als de Spys niet gaar is. ' Grietje. Wel als hy dat wat te veel doet, fmyt ik den Pot op den grond* is die gebrooken; hy moet ze toch betaalen. Diewertje. Foei, Grietje! — Nu, ik wil u niet langer ophouden. Vaarwel groet Krelis en eet met fmaak. Grietje. Laat ik het maar doen tot myn genoegen; Krelis zal'er wel meê te vrede zyn. Het alömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Notekoome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten, Bureaus Laëtaftls, Stoelen, Schild#ryen en ander Gladgoed in den grond fchoon en glanzig te maaken, ende Wormen in 't geheel te verdry ven, gelyk men daaglyks by ondervinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fueces verkoet by de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stuivers. 7 KB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere foorten van Matten. "©edrukt by de Erve de Weduwe JA60BUS van EGMONTop de Reguliers' Breêftraat, te Amfterdam..  GRIETJE en DIEWERTJE. 14 April 1785. N°. 15. Grietje. Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin! Is 't wel met X de Gezondheid ? Diewertje. Al redelyk, Grietje! Hoe hebt gy 't 'er meê ? Grietje. Zeer wel, Vrindin! — Ik zal 'er my toe zetten om waü JNieuws van u te hooren. Hoe is 't met de Zaaken ? Diewertje. Myn goede Grietje! Weet ik het? Ben ik in ftaat om 'er u verllag van te doen?— Laatea we liever van het Weêr fpreeken. Wat zegt gy 'er van ? Grietje. Wel dat het wat koeler is, als federt drie of vier dagen; dat net Luchtgeftel nog veel onftuimigheids bevat; dat het wenfchelyk ware aat de bmjen, die het Aardryk nog fchynen te dreigen, in regen, zonder ltorrn, ( voor het laatfte vrees ik nochthans !) mogten veranderen. Diewertje. Om regen wenscht de Landman, en luchtige windjes 'er by, Kunnen ook geen kwaad aan de Landeryen doen; het Gras groeit 'er te eerder en meerder door. Van ftorm zyn zekerlyk veele onaaneenaame ttiKJIei ^geM-te.Vreezen' ~ Ondertusfchen krygen de Landbewooners al veel Werklieden over, die'gaarne willen betaald zyn. — Het begint op t Land reeds te krielen van Moffen, die hunne kost in hunne vol mee 5pelc, Ham en Worst geftopte Ranfels voor een groot deel van den Zoïïeï, Ar °ren#en? weinig in ons Land verteeren, en het met de overige Hollandiche Penningen voor den Herfsttyd weêr verhaten. Gv zulc zeggen: Wy hebben dit Volk noodig, en 't is goed, dat ze ons komea nelpen. — ja, men Helt het federt lang zo, maar het plagt zo niet te zyn in vroeger tyden. — Evenwel wierd dezelfde arbeid verricht, door eigen Landvolk, die de Boeren thans uit Hoogmoed, Luiheid en Weelde zeiven niet willen doen, zo min als zy die doen in 't werk ftellen, door hunne Knechten en Meiden, die zy nochthans in een dubbeld getal betaalen en voeden, om zeiven hun gemak te honden; en deeze Knechts en Meiden volgen ook veelal het voorbeeld hunner Meefters en Vrouwen ; zy zien op hun gemak, zy zoeken ook vermaak, en verflappea daardoor m hunnen arbeid, terwyl ze eens zo veel loon eifchen enkrvgen als in voorgaande tyden, toen het oog van den Meefter, door eigen opzigt en arbeid, het Paard vet maakte, en hy en 't Wyf, met ten Zoon of Dochter, ea een Knecht, meer deeden, daa nu drie Moffen, by twee Knechts en Meiden gevoegd, met elkander doen. Veele Boaren fpeelen het Heertje, en hunne Dienstboden volgen naar gelanr hun fpoor. De Weelde kent by fommigen geene paaien. — Men verwondert zich m 't minst niet meer, wanneer men de Boeren onder hun' Fles zittende, Stedelingfche Heeren met Speelen durven uittarten ; en het zou byna ichande zya, indien zy geen Wyn drosten! Wat Kolfbaan is H 'er  ( 5» ) *et die *y 'et niet mede beftorten? — Wat Draefparty daar mei gee» Boeren ziet om de Eerfte Burgerlyke Steê-Ruiters het haaien van den Zilveren Zvreepprys te betwisten? — Daar een Koehouder voorheen aan één Paard genoeg had om het voor zyn Kar te gebruiken, tervervoeringe en verkoop van de Melk zyner Beesten naar de naastbygelegen Stad, daar houdt hy thans ten minfte twee, ja ook wel drie of vier vaa die dag- en nachtvreetende Kleppers, waarvan hy de besten gebruikt om voor een Chais of Wagentje te fpannen, en 'er meê, dan naar dit, dan aaar dat Dorp, waar 't maar Kermis, Paardenmarkt, en wat des meer is, te rennen, den Franfchen Slag 'er op te leggen, en ondertusfchen t'huis Vioolen te laaten zorgen. — Waarachtig zo deeden de oude Hollandfche Boeren, hunne Voorouderen, niet, Grietje 1— Ondertusfchen , by 't verfpillen van het zweet der Bestevaderen, raakt men in 't verval, en wordt berooid en arm. — Dit openbaar gebrek heerscht by de Boeren, behalven nog andere gebreken, welke ik, als werken der Duisternis, ook liever niet in 't licht wil ftellen. — J.s ondertusfchen de Landbewooner aan die gebreken gehecht; wat zal dan de Stedeling niet zyn ? Grietje. Nog wel zo deerlyk. Dezelfde gebreken die gy in de Boeren hebt aangemerkt, zyn het niet alleen die in de Burgeren en Stedelingen mede heerfchen ; maar deeze hebben 'er nog meêr. Het Bedrog, de Hoogmoed en de Weelde, fleepen by de laatften de allerllegtfte gevolgen meê: De eene Burger mistrouwt den anderen , wegens het ondervindelyke van zo veele bedrieglykheden en misleidingen, als dooreen groot gedeelte onder de Leden derzelfde Maatfchappye geoefend worden , om verder te fpringen dan hun ftok reikt, en dus valt men ten nadeele van zich zei ven en anderen zyner Vaderlandfche Medeleden. Hoe veele onder aanzienlyke Luiden zelfs, ziet men bankroeten maaken, om dat ze het zeil te hoog in top voerden , hunne eigen Schatten niet alleen, maar ©ok de hun toebetrouwden verfpcelden, verf/pilden, onmaatig, wellustig en overdaadig doorbragten. — Dit alles fchynt een heerfchend kwaad geworden te zyn onder het verbasterd Nakroost van onzezofpaarzaame, maatige, werkzaame en oprechte Voorouderen. Uit mondelyke overlevering van myne Groot-Ouderen, die het van de hunne verflaan hadden, was 'er ten tyde deezer laatften niet ééne Koetsin geheel Amfterdam bekend, ten gebruike van iemand der Regenten of Burgeren. De Paarden, die men 'er had, dienden alleen tot Werkbeesten voor de Sleepers «elyk myn Overgrootvader zelf als Lid van hun Gilde ze ook had. Deeze Man had ten zynen tvde reeds het verdriet van die en andere rollende Rytuigen te zien, doch nog maar weinigen, en met één Paard er , TOor- Thans hebben 'er fommige Kwakzalvers, ik zwyge van de Artzen, 'er twee voor, om 's Maandags naar de Botermarkt te ryden, ter uitventinge van hunne vergiftigende mengfels: Maar wat zal men vau de welgegoede Bnrgers zéggen? Moet een Koopmans Vrouw of Dochter eea bezoek by eea vaa haare Vriadianea afleggen, de Koets moet voor  * X 55 ) de derft g«eed flaa», en in dit fooit ran Rytuigc» moet rtog al onderfcheid «ym m meni «,««« fi/Vii/< (een foort van kleine Koets) voor acne raorger.-vifite gebruiken; 's Namiddags »eir«u ndere, van ruimer en luchtiger maaklel. By den Zomer weêr andere dan by den Wiater. Dos laat men zich voortfleepen door ten minfte twee Beesten, en Jam de Mof, die nog een Palfrenier ouder zich heift, voor op ter beftisring, terwyl cen of twee Lakeien op het Krat paradceie». Zo bezoekt mea de Toiletten der Vriendinnen, de Bouiiejues of Magaz-ins deMede, de Parfitmneri, en Tnpislcuri en wat des meer is, maar het moet vieemd zyn dat men beftelt eD koopt, parttHt c» dernier zoüt, al ware liet ook een Chemife van Bengaaliche Vleeschkleurde Zyde, o#i cp een iatie» Bal te gebruiken, terwyl de Dames wel zorg draagen 'er niet op te veifchynen, of zy hebben zich met de beste du \onge geflikt, Pleccm d'Cdeur voor haar eigen of gekogt Hair gebruikt, fcioo» haare Kappers wel kunnen getuige» dat 'er dat foort van Inteften of gekorvene Diertjes niet onder •ntbraeken, die men voorheen niet dan by luije Bedelaars, of ongehavende Menlchen vond; Kusfentjes van Paardenhair, van Wolle, van Watten en andere Prullen. — Neen', dat is al weer over. Een ronde Koed, als de Mannen, maar grooter, met Pleurt d'Ittlii uit een trit» van Linten, waaraan men tien Huisbiaak'is zou kunnen ophangen, uitkykende en praaiende als met een levendicen glans, is ihans de Mode. — Maar is dit een dragt, ölieveSexe! die de Vrouwen en Doch- teren der Oude Ba:avieie« droegen, en *er mede pronkten! Gaenszins! Wech 'er raeé . Leest Tacitus, leest de Zeden en Kleedinge uwer Voorouderen by hem, by uwe tyden nadere Vaderlandfche Schryveicn, cn volgt deezen, roet aflawingt van al dat zogenaamde prachtigei verfoeit dat luxitrieufe; leeft naar her deftige Vaderlaodlche en toont door uw voorbeeld dat gyzytea blyven moet, die waardige Scheplelen, welke zich om haare Deugden ea reine Zeden moete* doen beminnen. , -' . r ^.nu -j-i Diewert;e. Gy zyt een al te geftrenge Zedemeelleresfe over uwe Geflachtgenooten, Vrindin! Grie-ie.' Ik heb in lang nog niet alles gezegd, dat ik wel zeggen konde; Ik ben nog niet tot in de Saletten, Speel- en andere Pariyen doorgedrongen. Ik heb het oppervlakkige van het onderhoud met de Peiit-Maitres nog niet eens gezegd, en hier zou ik ook niet als Franfche, ltaliaanfche en Lngcllche uitdrukkingen , die ik alle niet verftaa , toe noodig hebben. — Het zal uenoez zyn om 'er de Weelde, de Hoogmoed eu de Pracht van onze Kunr.c onder veelen, in te ontdekken, en daaruit op te merken, hoe het verval van Deugd, Oprechtheid, Kuisheid, Godsdienitige en Burgeilyke Zeden, voorheen by onze Voor-ouderen niet gekend, helaas! \jt véél, te overvloedig; plaats heeft. , . , , , , , , d ewerue Een Vrouw, gelyk wy beide zyn, Vrindin! tiacht zich altoos bekoorlyk te maaken Haar ons zulks niet veibergeu,» vooral in haare Jeugd. Door welk een middel ka» zv her andeis doen, dan door een uiierlyk voorkomen! — Het is dus «en grooter Dwaasheid i» lonEelingeB en Mannen, dat zy aich voegen naar die zelfde gedraagingen, die gy m het Viouwelvk Gedacht veroordeelt. —— Laat een Vader zyne Zoonen andere denkbeelden inboezemen, of weerhouden, willen ze 'er niet in vatten, om op zyne kosten aich aan Pracht, Overdaad en Weelde over te geeven i dat hy hen dan liever naar onze verstïfgelegene Volkplantingen ver- zende of den Staat op eene of andere wyae doe dienen, dan dat hy toelaate dat zy zich door Verwv'fdheid en ongebondenheden niet alleen voor zyn geheel Gedacht, maar zeifs voor de geheele Samenleeving en het dierbaar Vadeiland onnut, zo niet volftrekt lchadelyk maaken. —— Het laatfte durf ik zelfs met grond onderftellen. —• De grootfte Zaaken moet een Vader en Man betrachten, in alle zo wel Godsdienftige als Burgerlyke Pligten. —- 't Is waar dar de Vrouw dat ten Moeder zeei veel invloed op haaren Man en op zyne Zoonen heeft, die tevens de haare zyn Maar moet de Man dan alles toeftaan wat zyne Vrouw begeert? Zal hy zyn Kroost aan de Eigenzinnigheid van een hoogmoedvocdende Vrouw tot deszelfs bederf overgce» eni , wanneer hy dit doet, gaat hy zyn Pligt te buiten, en dus «iet hy van tyd tot tyd verval in zyne Zaaken. Hy laat zich ook verleiden, af hy verkiest zelf zeer dik¬ wils «en verkeerd fpoor! Hy geeft kwaade voorbeelden aan zyne Kindeten, eo de Vrouw is'et al of niet meê te vreden: De verleidende fchyn zal evenwsl het waare van de Zaak verbyftc-. ik zeg dan dat zo wel de Man als de Vrouw, zo wel de Vader alj dt Moeder, bedo-Avfn bearippen koes eren, die eindelyk geheele Smmmen vernielen eu ['onderbrengen. —— H*j is dan >eer wel gegrond, dat men in den Bcdedagsbrief leest, dat de daarin aangehaalde d.ocï vi»e omftaiidigheden van ons Vaderland ons zekerlyk niet by toeval overkomen, muur vnm fStf vfntorr.de Vetrzjenigl.ttd, welke ons rechtvaardig dieigt met de gevolgen van ons eigen bedreeven kwaad waardoor wy haare weldaaden hebben misbruikt, om onzen bloei en welvaart mee* aait e-ne laffe Weelde e« kostbaare Levenswyze t« befteeden , dan aan eene naarttige verbetering ifa ons zelve en om ons tot eene «delmeedige en welgeplaatfte Vaderlandsliefde bekwaam te maaken. — Hierop zinfpeelen de waardige Schryvers vin het H«llands»h Hoogduitfche Dagpapiei, ten Zinfpïeuk vowate Txtiiid &*>*» Zitl, {De»id tm oe&terk..} Zie hxt voet z« verft m«* het ik ' 'r ■ Ui 4c  Waad" £«™«e^ -V °f W«M. «■ oni kwa.de gevolgen is daarut on.ftaan J~ HieYm'.T ^ "f* ,"~ £en Ch*°s ««• allerfe" Wier van daan het verval federt Mni»f T,,,» ,maar ce?e hand vo1 daarvan door elkande «routen — hier V|ln rf d «nzen Inlandfrh^n a^i ff / 7 de "«meerdering der Ban- hebber,, dat i) federt r774 ,0" „9XSJ.d-if "d?frCl,,",gl,?di ^ tot P»»ïp. gehad Ae tot verbetering en vermeerdering onzërZeSa« 1^, ï8™' de d.MS*ndfte WiWSgên Patriottische Regenten in Overyslel. FrieslandUn hÏu. a «n,8e yverige, vrymoedig fpreékendé de fchrifcelyke en mondelyke Voortellingen van'cntrn i S "n«eBMgt hebben, Tt5.Ï BB^R^ geheStt ' S^bettn^' het platte Land, en in veSte^ontftaa„WedCr°M daa'Uit d< -«»^lvfc tt te „„ .„ tM „ f Dan heerfchen in de Ziel, * ;„ »t GM, gAJ^ ig^Sf,^ eroet Louweris. wit te maaken, en den mond van Srh^nrkllw -de Tanden fchoon e» Gedrukt by de ErvedeWeduwe TA CfnTrTe rT^T  DIEWERTJE EN-GRIETJE, 21 April 1785. N°. 16. Diewertje. /hoeden Morgen, Grietje! Hoe is 't met den Welftand? Grietje. VjrAl redelyk, Diewertje! Is 't met u ook nog wel? Diewertje. Ik kan 't niet beter wenfchen. — Wat zegt gy nu van het Weêr? Zou men dit in het tegenwoordige Jaargetyde ook wei beter begeeren kunnen ? Grietje. Het is naar wensch, Diewertje! Althans fédert een da? of drie tot heden, dat 'er aangenaame Lente-regendruppelen gevallen zyn, die den fchoot der Aarde verkwikken en ons haare vruchtbaarheid tot eert gunftig Zomergetyde belooven. — Maar iets anders. Wy zoudett ook het vervolg der Aanmerkingen op de Uitfchryving van den Bededag den Leezeren onzer Samenfpraaken mededeelen, volgens het in onze laatfte , byeenkoomst aangehaalde Hoogduitfche Hollandsch Nieuwspapier. - Dit zullen wy dan naar de vertaaling der Vaderlandfche Courant doen, tot zo verre ons het noodig dunkt. — Men zie hier dan het meest van belang zynde vervolg, dat wy genoegzaam ten flot achten. „ Uit de Regcerings-Collegiën, door Weelde verbasterd, isookvoornaamelyk het gevolg ontflaan, dat de Republicainfche Regeeringsform, dié groote Caufafine qua non (onontbeerlyke oorzaak; van het beftaan en den bloei onzes Lands, zo droevig en zo diep heeft kunnen vervallen, als men dezelve in 't Jaar 1780 ontaart en vervallen bevond; want de Natuur en de Ervaarenheid leeren onbedriegelyk, dat de Weelde, met al haar rampzalig gevolg van allerlei Ondeugden, de groote Verftoorfter van de Republicainfche Kenfchets, en van het Republicainfche Ver(land is; en hoe kunnen dan nog Republicainfche Deugden mogelyk zyn? Voluntas enivifequitur intelleftum fwant de Wil volgt het Verfiand.) Doch wy zullen dien Baijerd van kwaade Gevolgen niet verder vóór oogen ftellen. — Alleen nog deeze eene Aanmerking :"Het bederf onder deaanzienlykfte Perfoonen van een Land is van dien aart, dat in dezelfde maate, waarin het toeneemt, de groote Waereld ook altoos te gelyk minder voor verbétering vatbaar wordt* Op deeze wyze vernietigt het aanweezend Kwaad de kracht dei' Geneesmiddelen zelfs; en dan ontftaan onder een Volk de tyden, waarin de gevoelige, vroome, verlichte Patriot tegen Rotfen fpreekt, of zyne ftemme de ftemme eenes roependen in eene ledige Zandwoestyn is. — Alle deeze dingen zyn de natuurlyke gevolgen daarvan." „ Dat, (gelyk „ Hunne Hoog-Mog. zeggen) in ons Land de Bloei en Welvaart deszél„ ven meer tot eenelaffe Weelde en koscbaare Levenswyze befteed wordt dan tot eene ieverige verbétering van ons zeiven, en om ons tot eene „ edelmoedige en welgeregelde Vaderlandsliefde bekwaam te maaken." De Vaderen onzes Vaderlands zeggen verder: ,, Dat de heilzaame Leere ,i des Euangeliums wel aanhoudend voortgegaan is, met tegeh de ver^ ,, waarloozing van alle de Pligten , die men aan 't Vaderlanden den Godsdienst verfchuldigd is, en van welken elks byzonder en des Lands alge,, meen Welzyn afhangt, te waarfchouwen ; maar dat de gevaarlykeGrond„ (tellingen van een fchandelyk Ongeloof, of van een ongelukkig Bygeloof, H & rnef  1**1 met Zedenloosheid verbonden, meer en meer de overhand neemen/' Het Ongeloof, dat is het verloochenen der Voorzienigheid en der Goddelyke Gerechtigheid — om niet van eene ongeloovige Godverloochening te Fpreeken— is federt eenige Jaaren, in ons Land, onder de nieuwmodifche groote Waereld zeer ingebrooken. — Gelyk in andere Landen, zo is ook in het onze, onder eenen zekeren rang van aanzienlyke Perfoo: nen, niets gemeener dan deeze ftelling: „ De Godsdienst is onder de „ Menfchen van weinig of geheel geen nut, en ten hoogllen maar alleen goed om het gemeene Volk in taom te houden." Eene oude verfleeten ftelling , die men federt eenige Jaaren met het nieuwe kleed van humanité , menfchelykheid , fenfibilité, gevoeligheid, honn'eteté, eerlykheid , (God beter 't!) grands fentimens, hooge gevoelens &c. bekleed heeft; en deeze fchoonklinkende woorden, worden ook reeds in ons Land van eene menigte aanzienlyke Lieden als het evenwaardige van den gantfehen Godsdienst zeiven gehouden, dien men alleen aan de ouderwetfche Waereld en het gemeene Volk overlaat. — Maar zie hier eene andere gebeur, tenis, die minder bekend en ( het geen ons Patriottendom inderdaad weinig eere aandoet) in geene van de duizend uitkomende Patriottifchc Schriften opzettelyk ontdekt of uitvoerig verhandeld is. Zy is deeze: M De eerfte en voornaamfte Aanftookers en Werktuigen der nu tot drie herhaalde reizen beproefde poogingen, om, het zy door daadelykOp„ roer, of door dreigende fchrikken, het Patriottisch Verbeterings-Ont„ werp te fluiten of te vernietigen, deeze weinige (BI. 15. III; Stuk) „ zyn byna alle." ... Maar eene allesoverwinnende vreugde over den gelukkig voortgaande en geduurig naderenden volkomen triomf , niet yan het dweeperachtige en blind fchreeuwende, maar van het ftille en waarlyk verlichte Patriottendom, wisfche liever, met eenen allesvergeevenden Christelyken traan, de gedachtenis en zelfs alle de geheime daaden uit, die onze Pen hier reeds ten deele nedergefteld heeft. De Grondftelling: ,, Alle middelen zyn geoorloofd en goed, die my tot myn oegmerknoodzaakïykfchynen, Leugen en Waarheid, Moord fchrikken en zachte „ Overreeding, Hemel en Helle," gelyk in den bekenden wanhoopigui uitroep gezegd wordt: Flectere Ji neqaeo Superos, Acheronta movebo! Indien ik de Hemelgoden niet kan overhaalen, zal ik de Helfche beweegen! Of: Qui mz vange, efi mm Dieu! (die my wreekt, zal myn God zyn.) — Deeze Grondftelling heeft zynen eerften wortel in ten uiterfte gevaarlyke dwaahngen. — Men ziê hier eene daadelyke Zaak, die in de Gefchiedenis der Republiek voor honderd Jaaren te leezen is. Toen in 't Jaar 1672, den 20 Augustus, de Gebroeders de WIT, door blinde, raazende Burgers, fchnkkelyk vermoorden met wilde woede aan eeneGalge gehangen werden, ftond de Admiraal 1 CORN.) TROMP, met den hoed in de oogen getrokken, en zag dit affchuwlyk Schouwfpel aan. Een oud Burger vraagde hem: „ Nu, wat dunkc den Heer TROMP daarvan?" — En TROMP antwoordde: „ Nu ja, het moet 'er nu maar eens zo door! "— Zoude deeze TRO MP, zo zeer ontaart van zynen onfterflyken Vader, den Admirasl IviARTEN HARP ERTS ZOON TROMP, wel zo gedacht en go Iprooken hebben, wanneer de Leer* des Euangeliums de grond, en mogen  • j i v»k.5 ,u Vprhrüerines-Geest, (Spiritus re&ficater) zygen wy om » eens uudrukken de'■V™g^&£,t ha'r£ /an zvnen Mede-Admiraal ner Heldendeugden geweest was, telyK zy net RTJITER , ? onzen onfterflykenen onvergelyketyk graten r> ï: k u va toiJW*a™£ ^ es[en kennen de Eer- het aanwenden hunner eerfte zorgen g-rvoor wa b en handelen veN fts Voorbeelden van het tegendeel Zy wielen a ^ ,, Lffi/Weclde M fteU keerd. Veelen omeeren h""^™^ zyn dezulken niet voor Jen, en zyn trotsch op hanne vvdnbedryve^ noe Z J | Vü]ks ,n S(aats. of een Gemeenebest, wanneer zt g e bl>T ?er by, dat feJert de tegenwoordige Steden-Ampten zyn'. -—- lK n ^ J Hofhouding zich heeft willen onErfftadboudor m «l['lluntendV?^ ^XhrDe^ftiRheid , die zorder zulk een pracht by derfcheiden boven de waare N^1^ zelfden fmaak is overgeflaagen, zyne Voorziaten was. a'le* °"d"in7™Xreer gevallen; het verderf onder Aanzienen dus van deezen weer °P van Zaaken, lyken en Garingen gebragt heeft. Vooral devvy ae i ogenBkunnen fchikken . in Vredestyd toegenoomen, zich n eby het •» Bevorderaar des Nuts van „aar het heTdhafuge Deugd^me V,derland V.yheiJ. Befcherrn^^ Ryk'aangetogen , komeopdonde- God behoede ons d« « ^ UJJopgeflikte üfficiertjes onder 't oog kryge; omniet ren, en onze (raai gepoederde, en oPB vreezen door de Krygsw?penen ge- te zeggen: Leg aan op hunne uornen. fw^w™eemd> om dat onze Republiek fehonden te oenl —- De «rgei} KiDB i* het endeel 1B „een Cefar tot Stadhojjde.- van eeoverw»»™n even , dal jB een afge- onze Ópper-Generaal huisvei , J ^n„en worden aan het dorre hout, dan wel Sffi SS «R^ SB! Si -ezenlyaer te kennen geeven i glcl^e°CWe?: dal %^SS Leezeresfen onzer Samenfpraaken gaarne wee- tegSE• DatókkwS6S^n «weet niets van Vrede, Maar als ,en toch wat zeggen E L L I N G van ben LIERSPEELDER en zynen AAP. I^en Draaijer van de Lier, een arme Savojaard, li/Gewoon op 't platte Land te loopen, Hv liet dit Beest, by 't fpeelen op zyn Lier, .Verfcheide kunstjes doen, gaf in zyn poot een (lokje, LVhoeï 5f .fhoa^w-rta het Dier by't eind van 'l f*l. By elk Toefchoawer liep om duiten te verkrygen, Fn dit eelukte ook doorgaands wol. Ma»; een, die aan een fpil papieren wist te rygen, Maafc.  (64) Maakte op een zeker Dorp de Boeren diets, dat zy Aan zulk een ydelheid zich niet vergaapen moesten, De Hemel zou hierom hunne akkeren verwoesten! Want dit vermaak hield hen van ftraf niet vry. Op 't oogenblik ontftaat 'er wind en regen, Zo fterk, dat Liereman en Aap het Dorp ontvliên; ün elk denkt Itr^f 'er in te zien: Maar ondertusfchen was 't een zé^en. In een vervallen Schuur, aan 't eind van 't Grondbeflek Des Dorps , ging Liereman en Aap re faam vernachten. (Een Aap is juist niet altoos gek.), Het Dier had honger; 't moest byna van dorst verfmachten. Miar durfde in 't Dorp niet komen. Evenwel Terwyl zyn Meefter fhep, begon hy 't Lierenfpel. 't Gehucht raakte op 't geluid aan 't woelen. Boeren-ïtnaapen Zyn aanftonds op de been; hun Vork ftrekt hun ten Wjpen; Zy vallen op den A^p; verbryzelen de Lier, Zyn Meefter wryft zyne oogen, Nog door den llaap betoogen, En vraagt: Hoe is het hier? Waar is myn Spjcltuig? — „ Wel, aan ftukken! Kreeg hy ten antwoord. Want uw Aip Fpeelde op dat tuig, Misleidde ons, wyl gy diept; dus kan Jc u niet gelukken, Dat ge ons gehoor weêr naar uw ydel Speelwerk buig*. De Meefter vloekte fteeds, en fchold zyn Aap geduurig. „ Dat Beest is wispeltuurig" (Riep hy uit al zyn irngt) i» Maar daar hy honger heeft „ En dorst, eisciit zyn beftaan, dat gy hem toch wat geeft? „Uw Dorpfchout heeft u vast bedroogen. „ Is niet Schynheiligheid een Zuster van de Logen? „ Ik ben myn Speeltuig kwyt; maar moord myn Aap toch niet. ,, Hy zal in korten tyd u weêr met my bezoeken, „ 'k Zal niet weêr fliapen; neen! ik zal. in deeze hoeken, „ Meer duiten gaêren, (als gy my weêr wakker ziet,) „ Dan ik voorheen wel deed, en ik zal niet meêr fpeelen, „ Maar op een andre wys myn wensch u mededeelen. „ Dan wie betaalt myn Liet? — Elk riep: Dat weet ik niet. Ga by den Dorpfchout, neem uw Aqp 'er by, en vraag 't hem." De Lieremm dacht neen! Ik win 'er toch niet door. Hy mist zyn Speeltuig, vloekt zyn Aap, en men beklaagt hem. 't Vreesachtig Dier volgt hem al hongrig op het fpoor. Wanneer die Liereman en Aap ons verder toonen Wat hun beftaan zal zyn , Dan zulien we ook hun doen, is 't go?d, met lof bekroonen, Zo niet, men gcev' dan acht op waarheid, niet op fcliyn. Grietje. Gy doet al vreemde Vertellinkjes, Diewertje! Diewertje. Wel, Vrindin! bet fs om ons blaadje vol te maaien. Liat men 'er om lagchen. Wat zegt dat?— Immers niets! — Mair 't is al te mooi een Weêr om lang te pranten. Jk groet je, Vrouw! Vaar wel, eet fmaaklyk. Myn Dienst aan den B ias. Grietje. Nu ja, ik zeg je dank, en wensch je 't zelfde. Groet Louweris. Gedrukt by dc Sive dc Wed.}, van EGMONT : op de Kesulici» Brceftraat, tc Amfterdam.  PIEKERT JE jen GRIETJE. ~ ~~ " 28 April 1785. n°. 17. Diewertje. TVTa een goeden Morgen-wensch, Grietje»! Hoe is't met i\ de Gezondheid? Grietje. Al vry wel, Diewertje! Welkoorn, Vrindin! Hoe hebt gy 't 'er meê ? Diewertje. Ook nog redelyk wel. Hebt gy gisteren niet ter Kerke geweest? . , ., Grietje. Ja, en ik denk gy mede. De plegtigheid van den Dag riep 'er een ieder toe. Maar om al het verhandelde volgens het gehoorde te verklaaren, daartoe ben ik niet in ftaat. Gy weet dat het in 't algemeen op den grond des Biddagsbrief berusten moet. De eene Leeraar heeft fterker de eene, de andere weèr fterker de andere Periode 'er van behandeld. — ik laat de onderfcheidene wyze van uitleggen door een ieder derzelve in haare waarde. —- Zy nochthans, die ik gehoord hebbe, en gy zult zekerlyk mede hiervan overtuigd zyn, hebben de Zonden des Volks, die men uit de Weelde, uit het Ongeloof en uit de Ongerechtigheid, die in ons midden, zo wel onder de Grooten, die echter Voorgangers der Geringeren op de Paden des Rechts en der Gerechtigheid moesten zyn, heerscht, afgefchaduwd met die eigenlyke Verwen, die een ieder haatelyk behoorden voortekomen in de befchouwinge van de fchets zyner eigene Ondeugden en Wanbedryven; — ik heb de myne 'er my in vertegenwoordigd. -— Godvrucht en Deugd moeten in de daad cn waarheid uit het doen van Recht en Gerechtigheid blyken. — Maar waar weêrfpannig Ongeloof, waar verbysterd Bygeloof, waar Ontrouwen Ongerechtigheid heerfchen, die allen zich hechten aan een uitzigt alleen op e.en vlugtig genot van den L'gchaamlyken en kortduurenden Aardfchen fmaak van ongebondene Wellustigheden , zonder aan het eeuwige genot van 't waare Zieleheil te denken, of althans te betrachten; daar is het dat alles bedorven is, zo wel in het Godsdienftige als in het Burgerlyke. — Dus zyn wy allen Godloozen! — H3aters van God, en Liefdeloozeo jegens onzen Evenmensch. — God echter kent de geenen die hem vreezen. — De Christelyke Godsdienst draagt het merk der vrye inftellingen van zynen Grooten en Godlyken Infteller, dien eeuwig onwederfpreekbaaren Leeraar der en ter Gerechtigheid. — Zyne Geboden, zyne Lesfen, zyne geheele Leere, is alleen gegrond op deeze twee op de Nituurwet gegronde aanbeveelingen ; naamlyk , om God boven alles lief te hebben, en zynen Naasten als zich-zelven: En hangt aan deeze twee Geboden de geheele Wet en de Propheeten, gelyk deeze Leer waar, ja eeuwig waar is; dan is het zeker ook eene eeuwige waarheid dat alles wat in den menfchelyken handel hiertegen aanloopt, zonde is, die ook zekerlyk trappen heeft, zo wel a's de Gerechtigheid, dat is de waare Godvrucht, Deugd en Eerlykheid, en wie deezen opvolgt, is zekerlyk een Vriend van'God en zynen Niasten. —. Een ieder Christen, of die den waaren Christelyken Godsdienst belydt, kent het beftaan van een drieëenig Opperweezen; beleeden zy 't I ech-  C 66 ) echter aüe maar, die voor Christenen willen bekend flaan! — Dan hier vale het trotfche Ongeloof, en verbysterd Wangeloof, of met eene onbezonnen drift, of met onrechtzinnigen eigenwaan in. — Dit is in de daad een» woeste afleiding van den eenen, en een moedwillige afwyking, ja alle Godsdienstpïigtende verachting, van den anderen kant. — Zouden dan de Knechten van God by deeze omflandigheden ook niet mogen uitroepen met der Dichter van den CX1X Pfalm : 116. 't Is tyd voor den HEERE dat hy werke , naamlyk tegen de Verbreekers van zyn Wet; - God werkr op de ailerzigtbaarfte wyze in de Natuur altoos. Maar hier koomt het op vVetbreuk aan ; op eene Wetbreuk die Onderdrukkers pleegden tegen e^ncn hun ner Medeburgeren, die tot God deswege klaagt, om dat ze tegen den wil zyner geboden hem onrecht deeden. Men kent het onderwern van de°ze klagten des Dichters niet genoeg cm 'er over te oordeelen, óf het Ware wegens zyn Godsdienstig en Zedelyk gedrag, dan pfhetzyneBurgerlyke en daarmede plïgtmaatig overeenkomende Gedraagingen betroffen. Waar. fchynlyk echter het laatftet De Onrechtvaardigen , over welke de Pfalmist zich beklaagt, zyn ontegenfpreeklyfc zyne Medeleden in den Burgerftand geweest. — Hy hadde anders God niet kunnen bidden, dat hy he?n verlos/en mogte van des Menfchen overlast, vs. 134.. Hy zoude ook niet hebben kunnen zeggen , vs. 139. Myne yver heeft my doen vergaan, cm dat myne Wederpartyders uwe woorden vergeeten hebben. — Indien hy niet geweeten had dat zy die woorden, naamlyk van de Wetten — van de Rechten, op welke hy zich beriep , voorheenen wel geweeten hadden — f/Wat het woord vergeeten in onze taal beteekent, weet ieder die ze fpree'kt Dan zy die niet vergeeten hebben kwaad met goed te vergelden, maaken 'er een groot misbruik van:) zoude hy dus niet hebben kunnen fpreeken. — ó Welk eene ongerechtigheid echter! De Wet van Mozes gebood zelfs den Vreemdeling recht in zyne goede Zaak Le verfchaffen. —Of zal de Wet even zo veel by Christenen niet gelden, daa; een i'eder zynen Naasten is? - Men zou hier op het woord van Naasten kunnen ftaan, en vraagen, wie zyn myne Naasten? — Alle Menfchen in hunne betrekking als Mensch, zou zekerlyk myn antwoord zyn. Maar'er zvn andere nadere betrekkingen , als tot onze Vaderen , Moederen , Broederen en Zusteren , Geloofs- Geflacht- cn Landgenooten. — Wordt men van deezen kwalyk behandeld zonder oorzaake, zonder recht, en Hechts om dat men, kleiner in hunne oogen, het onrechtvaardige, dat ze aan ons pleegen, niet opvolgt; wel is waar dat men dit met geduld moet draagen, doch neemt het ons recht niet wech, maar verfterkt het in de hoope der rechtvaardige poogingen, die wy hebben aangewend ten nutte van den Naasten , in zo verre wy eenige betrekkinge, vooral als Landgenooten — als Medeburgeren en Ingezetenen op elkander hebben. — Zou men ook van deeze Wet wel Richters kunnen uitzonderen ? — Mozes beval zyn Volk zich-zelf Richter en te ftellen. — Daarde Christelyke Vryheid no" grooter is om dit te doen, ftellen federt lang de Rechters Rechters aan, en het Volk wordt 'er weinig - zeer weinig in gekend. - Hiervan daan de eerfte Alleenheerlchers;—hiervan daan die Vorftelyke uitmuntende Perfoonen ; — hiervan daan fomtyds Rechtbuigende Geweldenaars, Onderdrukkers  C 67 ) kers des Volks, die den teugel des Rechts ter voldoeninge hunner Staaten Baatzucht vierden of inhaalden, zo dikwils het hun goeddacht. Diewertje. Om niet te zeggen , dat ons zulks van naby onder het oog valt, zou men kunnen zeggen, dat het andere Volken, Landen en Steden weleêr gebeurd is, dat zy meenden in vryheid en uit den na3m des Volks, naar de'Wetten der Vryheid te mogen fpreeken , overhecrscht wierden door fommige Kwaaddenkenden, fchoon men flechts algemeen fprak. — Ik weet voorbeelden genoeg om ze hier by te brengen uit oude Schryveren die ik wel geleezen heb, maar ik kan ze my zo niet herinneren. — Alleen weet ik dit, dat ieder Nederlander, die een vry hart bezit, de Tong, de Pen en Gedachten ten minften behoorde vry te hebben, indien hy daardoor het heil zyns Vaderlands, zynerLandgenooten cn zyner Medeburgeren betracht. Ik geloof het niet alleen , maar de Wetten gebieden my, dat ik zulksnietfltchtsmag, maar wel degel vk moet doen. — Dan men vindt overal verkeerddenkende Menfchen, zelfs onder Lieden van Verfland ; zo dat men met de Deugd in het Zinnefpél de Tiranny van Eigenbaat, wel klaagend vraagen moge: Verfland, waar is uw trouw gebleevenl Ga van klein tot groot — of zo gy wilt van groot tot klein na: Loop van de Muider- tot am de Haarlemmer-Poort, en verder, (neem 'er uw tyd toe) de geheele Stad Amfterdam door; zie en vraag, en oordeel dan. Gy zult by den eenen Mensch wel goede, maar by den anderen weêr flechte , dwaaze, woeste ontmoetingen ondervinden'. Ook zult gy 'er veele Eenvouwdige Lieden onder gewaar worden: Vreesachcigen, die overal mede te vrede zyn; — ook zulken die men Eenvouwdig noemt, en gaerne zo willen genoemd zyn , die zich weinig laaten gelegen leggen aangaande het geene 'er gebeurt, en echter hunne denkbeelden in veelerlei vouwen plooijen. Grietje. De Oprechten en Getrouwen zyn overal zeer dun gezaaid. Men laate een ieder zyne begrippen , en wy behouden de onzen. —- Dewyl men fmaak in Fabelen vindt, zal ik 'er hier een geeven van nieuws op. de LEEUWRIK en de KIEVIT. Di Leeuwr-ik bézig om een rest Op haar gewoone plaats te bouwen, Werd door de Kievit opgeprest, Om 't haar te laaten, met betrouwen, Van daar haar Jongen uit te broên. Des fprak ze op hoogen toon: „ Hoe! wilt ge uw nest hier maaken , „ Ruim op! dit zyn alleen myn Zaaken. „ 'k Heb deeze plaats voor my van doen." , Dat vind ik onbeleefd, en geenszins naar behooren! , ó Kievit! zoudt gy hier myn vryplaats Willen ftooren? , 'k Had Jaaren rgteréén dit grondbeftek voor my, , Hier leefde ik met myn Kroost, en die 't verwekte, bly. , Het Veld is ruim genoeg, ai wil aan andre hoeken , Een nest voor u ter broeijing zoeken. , Laat my hier veilig op myn overj^ardc plek.' . Zo fprak de Leeuwrik; maar de Kievit riep: „ Vertrek I 1»  v «8 ) „ Ik wil — 'k begeer bet zo: Hier helpt geen teeenfDreek,n; „ Is u myn grootheid niet fteeds Doven u geüleeken" „ Eu zal tk Jyden d^t ge, 6 kleine Leeu wrik' my ' „ Een plaats bjtwist, my duii't ontzeggen, M Myn eieren 'er neer te leggen. „Ik zeg nog eens: ruim pl.ats! laat deezen grond my vrv" , Hoe! wilt gy dan geen reüen hooren. * y' , 'k Had lang dit nest voor my verkooren, , 'k Bezat het vredig; 'k z Grietje. Da Nieuwspapieren zyn vol van.$ewe!dige Overftroomtngen in Duitscrjland, en van groote Droogte in Frankryk. Uit Berlyn fchryft men wegens de eerfte Kastyding dus. Berlyn den 5 Mey. Men ondervindt alhier ook de gevolgen der Overftrooming' yer/cheide Voordeden, en zelf veele Straaten in de laage gedeeltens der Stad, ftaan onder Water, maar in de Provinciën ziet het 'er nog beklaaglyker uit. De Óder heeft in geheel Neder-Siléz'ën en in de Nieuwe Mark verfchriklyke Doorbraken gemaakt en onbefchryflyke Verwoestingen veroorzaakt. Veele duizende Inwooners hebben alles moeten verlsaten, om hun leven te redden en zyn op de hoogten gevlucht alwaar hun thans Brood, Meel, Vleesch, Bier en andere Behoeftens, in Kanen worden aangebragt, al hetwelk de Konintr uit zyne Magazynen geeft, op dat deeze arme Lieden niet verhongeren zouden ; konöm, de nood is zeer groot en de fchade buitengemeen. Het troostrykfte in deeze naare omftandigheden is nog, dat Zyne Majefteit ryklyk Voorraad in Hoogstdeszelfs Magazynen heeft en mildlyk geeft: Zo heeft die Monarch ook onder anderen, aan de Inwooneren in de zogenaamdeOderbreuk, die overftroomd zyn, terftond eene aanzienlyke quantiteit Koorn tot hun onderhoud doen afvaardigen en 'er zal ook Geid onder dezelven uitgedeeld worden. De Noodlydende in de an'dere Provinciën krygen insgelyks hulp van wegens den Koning, zo dra 'er maar tyding van hunne behoefte inkomt. Wat het geduchte gevolg dar buitengewoone Droogte in het tweede onheil betreft, hiervan lees ik het volgende. Parys den 6 Mey. De droogte blyft hier nog al aanhouden, niettegenftaande men uit hêofde der groote hitte, da^glyks Onweêrs- en Regen-Bu^jen zoude kunnen verwachten ; in Champagne heeft het echter drie dagen agter den anderen geregend tot groote blydfchap voor Parys, dewyl die Provincie haar van Haver voorziet, doch in de andere Provinciën ziet het'er, van wegen het gebrek aan Voeder, droeviguit, kostende de Boter hier reeds één Gulden Hollandsch het pond; en toen de Leveranciers 'die hooge prys nog wilden vermeerderen, ontftond 'er tusfchen hen en de Winkeliers in de Hal zodanig eene beweeging, dat de Wacht te voet en te paard, benevens eenige Commisfarisfen, 'er aan te pas moesten komen, om de rust te herftellen, zynde echter het Gouvernement genoodzaakt geweest om aan de Leveranciers de gevraagde twee en een halve Stuiver per pond in te willigen; maar deeze vermeerdering zal door de Regeering betaald en dus de prys van de Boter voor den Burger niet verhoogt worden: De fchaarsheid van Brandhout is ook zeer groot, en men weet niet op welk eene wyze f men den gewoonen voorraad van Hout voor den aanftaanden Winter by den anderen zal krygen, zynde het allerwaarfchynlykst, dat hetzelve wel 6 Livres op ieder vaam .duurder zal worden. Voor het overige zyn 'er geruchten aangaande eene bezitneeming der Keizers va» ,een groot deel van Beijeren, waarop men echter geen ftaat kan maaken. God behoede 'jons Vaderland, en ftorte ook over hetzelve eenen gewensohten vruchtbaaren Regen. — Ik weet u voor het overige geen Nieuws meer te zeggen. Diewertje. Uwe wenfchen zyn de myne, en hiermede Vaarwel, Grietje! Eet ftmaklyk en groet Krelis. * Giietje. Ik bedank je, Vrindin! Insgelyks goeden Eetlust, en de groetenis aan Louweris.. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: ép1 de Reguliers Breftftraat, te Amfterdam.  GRIETJE en D IE W BRT JE. 19 Mey 1785- n*. 20. Diewertje. TVT* eea goeden Morgen-wensch, Vrindin! Is 't met 1a| den Welftand nog naar behooren ? Grietje. Volkomen, Diewertje! Hoe hebt gy het 'er mei ? Diewertje. Zo wel als 't kan; derhalve gezond. Grietje. Dat is my lief van uwent wege. Diewertje. Zo is 't my u aangaande ook. — Maar de oude Vraag naar nieuwe Tydingen. Weet ge iets, Grietje? Grietje. Wel zeker weet ik iets. Is dat nu een Vraag? Diewertje. Nu ja. Maar ik meen van 't geen 'er algemeen merkwaardig is, door den Tyd ons als nieuwe Gebeurtenisfen voorgefteld. Grietje. Hebt gy in de Tydingblaadjes van gisteren en van heden dan niet geleezen, dat de fonfe Mavors met de beminnelyke Irene van plaats zal verwisfelen, of, om zo te fpreeken, dat de Oorlog het veld voor de Vrede zal ruimen, de eerfte zich verre van den Nederlandfchen grond, dien hy bedreigde, zal verwyderen, om 'er de laatfte gerust te Iaatea woonen ? Diewertje. Ik heb 'er iets van geleezen. Maar dat ik 'er van geleezen heb, geeft my die verzekering niet, als gy u voorftelt, Grietje! Grietje. Hoor dan wat de Leidfche Courant van den 18 deezer 'er van meldt. Extraft uit een Brief van 's Hage den 15 Mey. „ Eindelyk kan me» „ met zekerheid berichten, dat de Oorlog geen plaats zal hebben, ende Vrede derzelver zoetigheden, zo niet over gantsch Europa, tenminftea „ over ons Vaderland verfpreiden zal. Gisteren en heden is aan de Ofit,, eieren van dit Garnifoen, welke, ingevolge voorige Ordres, zichreis„ vaardig maakten, aangekondigd, die toebereidfelen te ftaakea, en de „ voornaamfte kosten op te geeven. De bewilliging der Republiek in de „ Keizerlyke Voorftellen, door tusfehenkomst van Frankryk gemaatigd, „ heeft den gevreesden Storm afgekeerd. „ Niemand weet toe hiertoe den juistfen inhoud, en het precies getal j, der Voorwaarden, die zelve nog niet volkomen bepaald zyn, en ook „ misfehien daardoor different worden opgegeeven; zynde, volgens eea „ Brief van Weenen van den 4 Mey, dat de Keizer zich vergenoegd met „ de aanbiedingen der Staaten Generaal ten aanzien der Scheepvaart op „ de Schelde, en dat nu voorts maar te handelen was over eenige Tern„ toriaale Vergelyken, en hoe groot de Somma zyn moet ter vergoeding „ van de verdere aanfpraaken des Keizers en zyne gemaakte kosten. „ Wat hiervan zy, het is genoeg voor de rust van dit tydftip*te wee„ ten , dat de Republiek Maaftricht zal behouden, mitsgaders de Schelde „ gefloten, die flechts voor een zeker getal Oostenrykfche Schepen vaa K 3 R „ be-  u u , C 78 ) « bepaalde grootte zal geopend zyn. Verders »il h, * * ,', waarmede men dezelve meende* met recht te mnLnu^^ AanvaI' „ eene fomme Gelds afkoopen, die inderdaad Snbedre,Sen» ™r „ zo men verzekerd 7 Millioenen Guldens 8 g6n°eg 151 zvnde „ Wegens den uitflag deezer Zaak wordt vpi-Omh*.^ r , „ „ Natie, zegt men, if te overtuigd van, h^nnS i ndge-fpLroPken' De * fchils, daf men haar berokkend^ des Ge- „ fcheide Incidenten, geduurende den loon Vjprn„ i ig ïr?-ffen overver* „ keld; zy i, al te gevoelig over de bewaarini v?n h hMdpeIl,lgen °Dtwik„ om aich te vleijen dat zulk een VergeTvkTan ÏÏSÏi eD Eer' „ behaagen, dat dit de uitwerking^ „ voortbrengen, ligtlyk zal uitwiSfên7dSh ^ ZaI „ vaaren van eenen Oorlog ontgaan, ten minften de ge- „ onzeker zyn, dar- fomt/ds Js^tSut'd^^ü Wt mmdeT . „ Andere befchouwen deeze Gebeurrems^nVu ~ l- a„ herftel der binnenlandfche ZaaLn?v°±ï zoenerr,d'fft'g voor het „ bedoelingen der Verdervende &, '„& Dwttd™^ a, op den Troon te brengen, n ets gunsrio-pr V» ö y , erom om die van binnen te ^nm^^i"^^ °°?0g van bfte? ' „ zullen nalaaten, om, daar nu de Zaaken m2 ,S g*i?chtlgen °?k Diec „ weid van Wapens ftaan afgedaante ïiri L™^ Z°nder gt „ ten van Oorloge te verfprfideè, 5 Fmogelyk^^^ „ den door ongerustheid voor toekomende»«arTBhVd.„V i vredeiievenDiewertje. Indien deeze TydinTechtir 2 "htef]nClmdeKeren- ' tigd wordt, zullen we in de iJpubLk al een ™d elXrnnP-n 8ixVM' pen moeten betaalen, indien men é^elvL lVr \g T aan,ta Trouferftond een Vergelyk getroffen? ^oli^t^i ~EC\V ter is ons Vaderland er niet naar ppfhdH ™ ™ &cl,cnieQen- — "hduurzaam 0p de been te houden, t«tvï Si?6 Krygsbenden geaan de Vaderlandfche Vryheid kan geeven ™,rZ^™™ ^ fteun dezelve. Want in met Soldaaten vffaenrV«r? «-r verzwakking aaB den Burger als de handen gebonden eïhefKrwIvI?v?'St?d?n ^°rdt gaans den Meefter: ©e Buffer heef?W du, ivn7! °! Kfpeelt " door- Kostwinning, indien het een Ambagtsmani«* n'nn> 3 daar,hy zyne door het Werk, dat veele der Bezittellen' hST ?rt krytien' Wachten , of-metaanbefteedingen £S * ^ ^ ders, ten gevalle vaa een i^ IJtCl1 aerzelYeB anderen hunner Spitsbroe- aeïdeSteSn^^^ Mar buiten gefchiedendP r Jr»!i ^ i nebbcn> echter het vertier daarvan laar owuengeicmedende, terwyl de Ingezétenen, dieqog daarenboven tot - het;  0 7*) het onderhoud der Bezoldigden moeten toebrengen, hand over hand verarmen, ten zy het alleen de Winkeliers die Eetwaaren verkoopen en de*Tappers hei beste 'er by voeren. —- De menigvuldige wanbedryven van baldaadige Soldaaten doen allerleie ondeugden en gebreken in zulke Steden al veeltyds mede heerfchen, vooral wanneer ze ongeftraft gepleegd worden; — Maar ook eene aanzienlyke Krygsmagt llaande te houden, voedt geene ongegronde vrees voor eene geheele overheerlching door een der Uitvoerende Magt, die-het Opperbevel over geheel het Krygsvolk is aanbetrouwd ; zynde dit doorgaans het middel geweest waardoor de eerst vrye Gemeenebesten onder Éénhoofdige Dwingelanden gebragt zyn geworden. Grietje. Dit weet elk, die de Gefchiedenisfen der Volkeren heeft kunnen inzien: De gewyde Schriften zeiven ftellen 'er ons voorbeelden Van voor oogen, en zelfs zou men den Eerften Stichter der Eerfte Monarchie op den Aardbodem, den Geweldenaar Nimrod, zodanig een behandeling , of liever mishandeling zyner Broederen en Geflachtgenooten , tér vestiging zyns Ryksgebieds, billyk mogen toefchryven. — 't Is derhalven zeer noodzaaklyk, om ook deezen zwaarwigtigen ramp te verhinderen, dat de Burger altoos zelf gewapend, en in den Wapenhandel geoefend en ervaren zy. Diewertje. Zo waren alle onze Voorvaderen van ouds, zelfs toen 'er. nog geene vaste Steden in ons Vaderland waren, en na dat zy 'er waren al mede nog: Zelfs ten tyde der meeste Graaven en Graavinnen, die hunne bede aan de Staaten, Edelen en Steden moesten doen, op dat de' Poorters en Landzaaten van elke Stad en onderhoorigheid zich mogten wapenen, om ten hunnen afzonderlykén, of ook wel algemeenen dienfte' tè velde te trekken, ter onderfteuninge der Zaak, waartoe zy ter verdédiging verzocht wierden: De goede ui tkoomften blee ven niet onbeloond;' en hiervan zyn der Burgeren en Steden Privilegiën afkoomftig, die den Burger althans dan ook behoort te bewaaren, waartoe niets beter is dan het gebruik der Wapenen tegen iederen het zy Uit- het zy Inheemfchen Belaager of Geweldenaar. :— De Verdervende Hand, die dezelven reeds meer dan te fterk van tyd tot tyd heeft aangetasten getracht te fchenden, moet alleen door het gezag der Eigenaars hunner Rechten geftuit worden; en zou dit wel ooit kunnen gelden, indien men ze door gewapende Bezoldelingen liet kneuzen, wanneer men zelf niet gewapend ware, en als onnoozele Lammeren aan fcheurzieke Wolven wierd ten prooi gefteld? — Wy beleeven dagen, Vrindin! die wel deeglyke waakzaamheid en wapening daartegen vereifchen. — Maar wat denkt gy, zou men echtér den Vrede tot dien ongegeeven prys hebben kunnen koopen? — Is dit zo; dan kunnen wy ook wel buiten zo veel opëetende Vreemdelingen, wier Ambagt van onze Vyanden dood te liaan, alsdan geen plaats kan hebben. De Tyd zal al weêr verder leeren, wat van de Zaakea worden zal. Gtte*-  „. „ C 8o ) Grietje. Zo is 't. Mogelyk is 't ook no ' zo verre *,w ... i m mi» het Vergelyk te tig'gefteld, om hec te SS^U? kerlyk een Leger nood.g, om te beproeven of wy den kans 'er'r^ n ^6" Wy 2c_ door zouden Kunnen doee-verkeeren. Mogen wy in Vréde en r!?«!.? voordeele vm eenige G.ld-üporTenngen. Welaan! Men myde darlerïer X oï^^•,MQk!"e Verkwistingen, en tedere Stad v,n ons Vaderhmd ze^e- NUtsll°n"ooU,fSchat" rftf*. w,nt ontwyfelbaar kun het onnoodige niet anderfdan on^,, ^ dan bet m°VOlftrekt fchadelyk. en eindelyk geheel vlrde flyk ~ "k ZZTrlJ^fV'^ kerfte middel, om iets te bewaren, belraat in[dé handelI^1' dan. dat hetzeverkreegen heeft, en wat is dit middel anders dan de vtr^ ° °°J Wdke men heC Vryheidb,n •« algemeen en der ^JrTyL^ men h.ertoe bezoldigde Krygsknechten heeft noodig gehad — |a omL „, r^l' knechten tegen te ftaan; .mar dié llechts op hJJ^lJtJ^^r***™*déd.ging van het Land dat hen in dienst had. — Zoé^Xl^ °P dVCr_ wmnmg is geworden, hebben de Huurlingen, wier efend1gbenuj*ïïfêta o£ den Evenmensen voor een geringe Kostpennintr en een vrv* kuLa V ltref". om den, niemand grooter Dienst gedaaTdan de He"SchZuc^ « vermoor- ften zy. als Koning der Verfchrikking, terftond^ voor eenLn ?ïd ,Th' Welk™ den, zo rasch zy geen betaalme erianeen of ,1a, 1 ,.TA y '«enten te ontvlieIn het vestigen onzer VadS^ De W.tergeuzen waren althans geen Soldaaten? en Alba kon Lr It ^ g?h;)dzynen gedurende zyn geheel bewind over de hy den Briel.door hen ingenomen, weder in zvn maet fcrée^ "k hte"' dat gens de Burgers van andere Steden. diei zyne SoldTaten ufr?frL ' hV W&Tea JetvoU koppen afwegen, en dus hunne Rechte^ sr^un»^ de Koe behoort vat ze by de hoornen ofzlTk^ Die" aan. De Soldaat maakt zyn wtonlnT hier weSl od a I' Z iUiteV^ P*»ts Vrede goeden cier te maaken. de vftfté Koe7£mLr2 die '^Tn rvT ^ V* wel zou Aagten. Maar wanneer het Vrede is voorl in ons £.5 l ^ °°r\ZS Overlastigen niet noodig, ten minfte geenrVreernden , T.iT * het>b.en wv zulke als den Burger voor zich te beZTlyTdeZTe zyn overvIoediK naar ons gBS^i^^ = fes rs^ W^£^cpt hy -aar D.ewerne. Ik wensch je't zelfde, Grietje! Groet Krelis. i JÜr? wUkft,Cr- dC"u WOrdt in comm»l'c verkogt een onv.rbeterl^klvÏMaÜ ^yiïiï^^i^ ******* °Dgedierte ^oJZ^ ëcdrufct by de blTe de wcd. j, vah EGMONT, op dc W „ Arnft9cd^;  DIEWERTJE en GRIETJE. 26 Mey 1785. N°. 21. * Diewertje. |^ oeden Morgen, Vrindin! Hóe is 't ïiiet den Wclftandf Grietje. VjrAl redelyk, Diewertje! Hebt gy 't 'er insgelyks meê? : Diewertje. Naar genoegen, Grietje! Brengt gy het een of ander .Nieuws met u ? Grietje. Ai neen! 'Er is geen Nieuws. Wat zouden wy van Nieuws weeten? Men leest alle dagen de Tydingblaadjes, en men vindt 'er weinig van belang in; en wanneer wy ze eens nabaauWen, moeten we ons naderhand over onze dwaasheid of ligtgeloovigheid ergeren ; Wanneer men ondervindt dat de Schryvers 'er van het eerst verzekerde zelfs weêr ten ftoffe gebruiken om het in het twyfelachtige en onzekere te ftellen, en eindelyk wel als te voorbaarig hunne gefchreven Zaaken moeten belyden. Dus driemaal ftoffe over één en dezelfde Zaak, ter vullinge van een Dagpapier. Staatsftukken vindt men niet zo veel meer in dezelven. Men fchynt thans het weetenswaardigfte onder de Roos te houden, en 'het geheim van de Mis wordt niet zo openbaar meer. Dit kan iets gevolglyks van eene denkwyze zyn, die wat minder algemeen is, als nog niet lang geleden plaats had; en waar men niet van Weet, kan men niet van fpreeken. Diewertje. Het is toch waar dat wy Menfchen zyn, en praaten móeten, om dat ons eene tong is gegeeven om onze gedachteh Uit te drukken , dat is te zeggen, op eene wyze die vry is, maar met de waarheid behoorde overéén te Hemmen, en dan met bezadigdheid jegens zyns gelyken, ook zelfs jegens zynen minderen, en vooral met eerbied jegens zynen meerderen. Iemand te fchenden en fchelden, zonder althans iets 'er van te kunnen bewyzen, beteekent het Caracler van een Deugniet, die een allerlaagfte Ziel bezit; en doorgaans vindt men bydelevenswyze, by 't verachtelyk beftaan van dit uitgefchoten ras van Volk, de grootfte onbefchaamüheid om de verfoeilykfte Scheldnaamen toe te voegen aan braave Luiden, die nochthans hunne haatelyke uitdrukkingen even weinig achten, als 't blaffen van een Hond, die, niettemin, wanneer hy byten wil, zonder Kneppelflagen niet zal vry raaken, en daarenboven een Muilband en Keten toe krygen, om het losbandig Beest tot zwygen en onderdaanigheid te dwingen. Zodanigen zyn 'er onder dat kwaaddenkend Gebroedfel, dat ik 'er mede op 't oog hebbe, en deezen kunnen de toepasfing op zich-zelven maaken; maar wanneer men hen eens degelyk ter rede ftelt, zullen zy wel bekennen, dat zy naar hunneonweetende drift gefprooken hebben. —. Een hard woord, naar waarheid gezegd, kan den mond des eerlykften Mans ontvallen; maar Laster- en Leugentaal zyn in onze dagen (God beter 't) zo gemeen, dat men 'er moedwillige aanwendingen en toèieggingeft óp ziet, die de Eer der braaffte JL ■ ' 'Va-  Vaderianders door gewelddaadige^'nrechtvaardigheden trackten te ver- Grietje. Dit alles is wel waar, Vrindin! Maar heb geduld n„ ur heid_benc.eft z.ch met, gelyk de Leugen, in geleende De ^aar- prullen te winden; ze is, naakt zynde, hec^hSe' fÜWOaP^ch^ „ ieder praaten, (zeit Jaap de Melkboer0 Alle Menf'rh^," faaï -eeP „ hebbers van: Onze Dorpelingen.hebber bv^enTdi?«f f?yn-er L,ef' „ te doen dan dat,, en een Jasje te fpeelen o?ti &U"Jen,et ander« ü kunnen de Boeren ook al. Op Zo™ïni'F%t%^™> ™ *H zelfs tegen Stedelingen,, die 'er Matadors in m"S|n t™e° ZC °°k^ „ thans van de leep krygen, om dat ze de BaS zo weïniS ^nn™' r „ de Boeren ' ~ Dezelfde Jaap verklaarde rny even» ! I k'? ais in 't ordentelyke fprak met zyne Gebuuren 7 evenwel' dat hY liever . Diewertje. Wel dat is ook zekerlyk het hese Ma,v» • ,. tusfchen Gebuuren en Gebuuren. Men vindt W ^ ef iS onderfcheid ten, ja zeer flegten onder. r Soeden» maar ook Heg- Grietje. Zo is 't; en dat zei Jaap de Boer ook- Wan», u onderfcheidende geaartheden met hem hebben en nJZlt hy weet wie beste, r- Als ik hem eens naar den toeftanvant ? hy : „ 'Er woonen goeden en kwaaden : OndertiïïfS i P Vr5agf zeSc wel eens de Metten aan de laatften, en maake»h™« iee/-n d^ eerften wat hun de Leugen en Laster ingeef " 2f fterkïmrSfc^ dat Ze * droppel Gal meer overhouden. Sie ergerlvke Schenlf * dVygeen ons, in plaats van hen te fchelden en t"j|henden ^ door wat zegt dit?- Wy lagchen 'er om, en S&eraoftgd- "Tv ^ (vervolgde de fchrandere Boer,) als je eenshonrZt i ~u 6- Vrouw.ï over heen konnen flappen, als ons de bepaaïmg niet te Zoit^ Wy inderdaad met ons. meêftemmen. Koorn een? mee ion 1& r' JeZOudt zent. - Ik heb nog eenige mooije Schilderytjefvlnllnlt! f0t °n' d:e je ook bekyken kunt, befbande in eenige fi„,„ r Z n -ein ha"gen, kort pypje rooken, met het top'e op z^ Te bfZS ?e hun eene op een omgekeerde Tobbe, de andere od een ^Aêna d?ar de Biervat zit,'met de Kan 'er op en 't glasm?r £3 °.ud Melk-of leeg ander weêr tegen den houten w£ncde Vedhu TeUnt ° enUr, ^ ^ gefchuurden Stoel de Krant of een ander Da?n,«?il '-en-e?n °P eeD wit" lende.de Kinderen tot tydverdr.yf met een Kafie vT/-'-^ lez-en' fPeewit en rood; daar de Vrouw Jv.enwel deSIJ;cerleii"I'IW«. Pot kookt, om voor den knap te zorgen — E faarneemt, en den Schildery bymy van zien. — Mag- fchoon if™?1 ,er eeD Ievendig dit ftukje niet onbillyk is, (vervolgde Taan Vint-Ê^T?0 wi]' da* ftukjes van Jan Steen zyn: En waaróm llZ'Ji it?k ,k wel dat 'er beter lisfe! Ik heb eens op'lnecr^umeSii^^^gtn3 Vrouw Kreeen Schilderytje zag, dat men ook zei ,W T * dam g,ewe^t, daarik feaakfche pen'feel van )an sS gefchut 2 zvn natu,url>* e° niet min foeeltje, of fchetsje/hoe je A£ SS^St^ Bol-  C 83) lolletiknyper meteen grcoten Toethoorn voor zyn Deur, zyn Wyf hield in den Winkel hat' oog 'op hem (zo 't my voorftaat) en de Knechts waren in »t verfchtet aan 'r werk om heete Bollen,te vervaardigen. De Jongens, die op zyn getoet ronuiom hem (Inrnfen. fcheenen hem wel te befpotten, en als eraPBiaer wvze tegen elkami*r ai n>i fcbien het ligte Brood acnter aen uven vinaen. ik wierd deswege m myue ..jinkion r«,/ik'h:ni Annr pen ra;ire. masr dnmms Rr>pr riip mu «nr7aM. gaan. Deeze zei my : Hy beeft geen nood, Jaap! Al het ligte Brood zal wech zyn aleêr de Wttgers komen, en het zal nist noodig zyn, dat ze 'er hunne Schaalen om klaar maaken; de Bias en zyne Knechts zullen hen met een valsch Compliment vaarwel wenfchen, en de Balans zul niet uit zyn Evenaar geraaken, om dat 'er geen toets noodig zal zyn. Ik begreep dien Eenvouwdigen Mensch naar zyne Een vouwdig. heid, en d;icht: Wie weet of gy geen gelyk hebt, Vrind! — Evenwel voorfpelde my de beweeging der Zaak in dit Stukje zo iets, dat my vermoeden deed een tusfchenkooming van beproeving,, die echter den Baas en zyne Knechts met zeer veel eer aandeed. — Ik zal voor een oogenblik niet gelooven , dat myn domme Medeboer my zei: Maar men moet alles hooren, en wie zou my of een ander ook het fpreeken over een Schilderilukje by het gezigt 'er van kunnen beletten ?" Diewertje. Zei dit Jaap de Melkboer? En wat zegt gy nu. Hebben de Kranten niets. Ik ben thans by je om 'er wat uit te hooren. Grietje. Als ik je met Wartaal kan dienen, moet ik je 'er een geheele Rommelzóó van voordisfehen. Ik zal echter uwe Nieuwsgierigheid (fchoon uw geloof misPclven niet) voldoen met het volgende Haagfche Artikel, en deszelfs byzondere overfpringingen van vak tot vak. Dus lees ik in de Haarl. Courant No. 63. Vermits zyne Roomsen-Keizerlyke Mijefteit aan den Graave de Mercy, zyDen Am» basfadeur aan 't Franfche Hof, order zoude gezonden hebben o;n niets te teekenert voor dat de twee Gedeputeerden der Republiek te Weenen gekomen waren, om debewuste Commisfie wegens het voorgevallene op de Schelde aldaar afteleggen; over het welk de Marquis de Verac insgelyks aan Hunne Hoog-Mog. gedeclareerd had, dat de Onderhandelingen te Parys geduurende dien tyd ook zouden gefiaakt worden, en; dat derhalve zyne Excellentie Hunne Hoog-Mog. aanporde, om deeze bezending werk— ftellig te rniaken. 'Er zyn nog Provinciën, welke zich.voegen moeten by het Prseadvys van Holland,, het welk. naar Parys is gezonden; dus kan men nog niet Heilig zeggen, wanneer' dit vertrek volgen zal. Een ander Artikel, het welk volgens loo-i pende geruchten, ook een der voorafgaande Poinófcen van fchikking zoude moeten woezen, doch over de echtheid van welk gerucht'men in het allerminfie niet inlbar,. zoude.zyn eene door expresfe order van zyn Room^ch-Keizeilyke Majefteit gevorderde J'uftrficatie van den Hertog Louis van Brunswyk. .—. Wie leeft 'èr in ons Vaderland,, die het kwaade sou kunnen goedkeuren?— Wie van onzeAmfterdamfehe MagiftraatsPerfoonen zou feièraan zyn zegel kunnen hechten ? Offchoon men al foJert eenige dagen gezegd heeft, dat het Campement by.Waalwyk af zoude zyn, wil men echter beden weeten, dat het nog niet finaal afgezegd' is; zelfs waren 'er geruchten, dat 'er ia tegendeel orders gegeeven waren, om zichi tot den afmarsch derwaards gereed te houden. De Generaal Graaf de Maillebois, welke heden weder met zyne Doorl. Hoogheid, confereerde, is ook fomtyds in fommige groote Logementen van Hollandfche Gedeputeerden, en dikwerf met andere Leden van Regeering in conferentie. Dit laatfte kan de beste uitwerking hebben.... Maar de vrees voor iets nadeeh'gs is-nog niet by 't Volk uit den weg geraimd. i.- a. ug.  C «4 ) De Commisfie, Waarmede de Deputatie uit Gelderland, welke voorleden Saturdag avond in 's Hage is aangekomen, gelast is, gaat, zegt men, over dezelve Zaak, als by haare eerfte komst alhier, welke eenige Weeken geleden is , naamlyk over de fcbikking der Militaire Jurisdictie, welke eens op eeren vasten en duurziamen voet moet gebragt worden, dat te vooren niet heeft kunnen gefchieden. Wanneer men de ondergefcliiktheid aan den Souverain, uit mam des Volks, in acht neemt, omtrent een Krygsraad zonder Jurisdictie, die deeze nooit natuuriyk, maar wel op hoog bevel en met bepaaling kan en moet gebruiken, zal 'er niets dan rekenfeh^p aan de Vertegenwoordigeren des Volks voor dezelve overfchieten. Maar dat deeze dan ook over de gebreken van die het oordeel naar Recht en Billykheid velien. Want her zwaarlle moet het zwaarfte weegen. Een vrye Burger is verre bonen een bezoldigden Krygsman bevoegd, om zyn rang te doen gelden, en hiertoe heeft hy zelfs Recht. , Ik heb 'er iets by aangemerkt, en gy thans oordeeiende, dat ik niet genoeg gezegd heb } praat mtêr. Gy zoudt misfehien den Amfterdamfchen Burgeren geen ondienst doen met hun die Provifioneele Order van Myne Heeren van den Gerechte op de Schuttérye te recommandeeren. Gy moet dit Stuk in onze Stad aanmerken als door Burgemeetteren en Scheepenen gegeeven ; want die maaken hier de Heeren van den Gerechte uit, en uit dien hoofde hebben die faamverbondene Collegien de • Magt, indien ze 't ééns zyn, Keuren en Ordonnantiën te geeven: De Rtcmbauk alleen, als door Rechters bekleedt, geldt in die Zaak, zonder 't Burgemeesterl)k gezag, in onze Stad niet. Dan echter is het Waar, dat wanneer Burgemeesteren en Raaden, gehouden zynde ter betrachting van het algemeene nut, altoos in dat van den Staat, die waarlyk zyn Steun in de Burgerlyke Vryheid moet vinden, buiten I de Rechtbank den Burger moeten hooren, en 'er dus een groot onderfcheid tusfchen civiele en crimineele Zaaken, volgens de Wetten, plaats moet hebben, de Burgerlyke i Zaaken, buiten die der Rechtbank zynde.— Wat eu de Schimeryen wegeus de Pruvifioeeele Order van onze Regenten zullen oordeelen, zal de Tyd moeten leeren. Geen l Schutter mag zyne pligten verwaarloozen, het zy hy Burger zy dan niet. Maar alle Dwang is haatlyk. Uit de wyze van inftelling volgt doorgaans het gebrek of het naastvolkomene. Is het laatfte in de reeds Provifioneele Order opgewonden, dat het: zich dan met roem ontwinde by de uitvoering 'er van. De Tyd zal slles leereo.. Diewertje. Wel nu dan: Laat ons Wenfchen dst hy ons dierbaar Vaderland het t ^foede mededecle. Vaar hiermeê wel, Vrindin Grietje! en groet Krelis. Eet met fmaak. Grietje. loègelyks, Diewertje! Groet Louweris. Het alömbekende Middel 't welk onverbeterlyk is om alle foorten van Note-boome, Maghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten, Bureaux, Laérafels, Stoelen, Schilderyen en ander Gladqoed in den grond fchoon en glanii'e tet maaken, en de Wormen in 't geheet te verdryven , gèlyk men dadglyksbyonder-vinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fucces verkogt by de Erve de< Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stuivers. NB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfché, Alicantfche en andere foortén van Matten /Gedrukt by de Erve de. Weduwe JA GO BUS van EGMONT: 00 de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 2 Juny 1785- N°. 22. Grietje, ^k koorn op myn beurt tot uwent. Ik wensch je cen goeJL den Morgen , en hoop dat gy Gezond zult zyn. Diewertje. Welkoom, Grietje! Insgelyks goeden Morgen. Ik ben Gezond. Gyook? * Grietje. Ja, behalven dat ik het zo wat op de borst heb. Ik geloof dat dit door het fchraale Weêr veroorzaakt is. Maar, Diewertje! daar «V doorgaands nog al uw werk maakt van op de tegenwoordige gefteldheid der Zaaken uwe aanmerkingen te vestigen; zeg me dan toch wat gy 'er van denkt ? . i Diewertje. Myn goede Grietje! Op zo veele Zaaken als men tegenwoordig ziet keeren en wentelen, myne aanmerkingen, die dikwils nog verkeerd zyn, te bepaalen, om te kunnen zeggen, dat is het waare van die _ dit is het weezenlyke van deeze Zaak; zulks is my volftrekt onmogelyk, en het gene ik 'er over zou kunnen aanmerken, zult gy insgeIvks kunnen doen, naar myne gedachten op betere, maar misfehien verfchillende gronden. — Dan, op welke Zaaken begeert gy myne aanmerkingen te hooren ? — ' . Grietje. Op Zaaken, die men leest, dat gefchieden, of die men hoort en ziet, dat gebeuren: op Uit- en Inlandfche Zaaken. Diewertje. Ai! ai! — Maar dus eischt ge meer van my, dan ik in ftaat ben, naar myn beste begrip, u te kunnen, ja te mogen geeven, en in dit ftuk zoudt gy den Keizer wel evenaaren; want de Eifchen van die» Monarch loopen ook te hoog, om 'er aan te kunnen voldoen. Grietje. Nu heb ik je op het onderwerp van de Zaak met den Keizer gekreegen, Diewertje! Ga voort. Wat is 'er van? Diewertje. Dat'er van is, Grietje! Grietje. Maar dat weet ik niet. Diewertje. Ik zo min als gy. Grietje. Maar wat zal 'er dan van worden? Diewertje. Nog erger! Ben ik een Toverés? Ik ben op verre na geen Waarzegfter: Een Profetés ben ik nog minder. En zou ik U kunnen zeegen, wat 'er worden zal van Zaaken, waarvan zy, welken ze aangaan, zeiven den uitflag niet voorzien kunnen? Grietje. Gy hebt gelyk: Het is zo. — Maar de Mensch verlangt a^oos het toekomende te weeten ; en de eene is deswege doorziender van oordeel dan de andere. — Waarom pryst men in Staatkundige besriDDen anders hunne bewerkingen voor het toekomende? Zy hadden een vooruitzigt van de gevolgen der Zaaken, die gefchieden zouden, volgens het beloop der tegenwoordigen. Men behoeft daarom geen Toveraar, Waarzegger, of Profeet te zyn. L 3 Die-  ( 85 ) Diewertje. Maar ik bezit die Staatkundige begrippen niet, en ik ge-' loof dat ik 'er evenwei weinig op betrouwen zou kunnen, al meende ik Staatkundig te zyn. Ik zal my daarom wel wachten , om de Luiden , die onze Samenfpraaken leezen, te willen beduiden dat wy Politieke Praatmoérs — Politieke Snapfters zyn, (want Politiek beteekent Staatkundig,) en, niets dat naar het Staatkundige zweemt, zal men by ons vinden, fchoon in die zogenaamde Politieke Praatmoêrs of Politieke Snapfters even zo weinig Staatkunde heerscht als Kuischheid in myn Kat wanneer ze Krolsch is, dat meest in Maart voorvalt. — Wat zou de goede Gemeence onzer Geboorteftad niet af keerig van onze Samenfpraaken worden, indien wy 'er den tytel van Politiek aan hechtten. — Schriften, welke dien naam verdienen, zyn 'er; maar leuren en prullen die 'er meê durven beftaan te pronken, als de Kaauw van Ezopus, zyn voor ieder weldenkend Mensch befpottens- en verachtenswaardig. — Én nu dan, Grietje! zoudt gy nog willen dat ik Staatkundige begrippen hebbe, en welzulken, die de Geest van Voorzegging bevatten? Gy weet het wel beter. — Laaten wy liever fpreeken van het voorledene, en ons hoofd niet breeken met aanmerkingen op het toekomende te maaken. Het tegenwoordig geeft verandering genoeg: Wy zetten 't gryze hair, en rimpels veel te vroeg. Gy weet dat Vondel dit Maria Staart in den mond geeft, denklyk uit Religiezucht; maar de Spreuk is echter waar; en ze zou vooral in den mond van den gryzen Vader Joan van Oldenbarneveld wel gepast hebben. — Maar genoeg hiervan. Ik merk, dat ik iets van het voorledene heb willen zeggen, om dat gy wilt, Grietje! dat ik u opening van het toekomende zal doen; waartoe ik my volftrekt buiten ftaat beviude. — Wat begeert gy dan, dat ik u zeggen zal, Vrindin? Grietje. Uw oordeel over het gene men ziet gebeuren. Diewertje. Dat is dan niet over iets dat men nog niet ziet voorgevallen! — 't Is wel gevraagd. Ja, ik beken het. —■ Maar ziet men dan alles wat 'er gebeurt, en hoort men het zelfs wel? — Men wordt dikwils door verkeerde berichten misleid. —> Wanneer ik u zeide: Wy zullen vast en zeker in een Oorlog met den Keizer geraaken:— Of daarentegen de Zaak omgekeerd: Wy zullen een Vredesverdrag met Jofeph den Uien treffen; dan voorzeide ik in eene of andere te gebeuren Zaak, , bepaaldelyk genomen, iets dat ik niet wist: Evenwel, in het onbepaalde : van die twee Zaaken gefprooken, kan ik gerust met ieder zeggen; Wy , zullen Oorlogen, zo 'er geen Vredesverdrag mogt plaats vinden. Meir •weet ik 'er niet van, Grietje! Onder het drinken van onze Koffi, gelyk ; de Minnen onder hun glas Wyn, Bier of anderen Drank, redeneeren wy • ep onze wyze, maar het geheim, dat de Laadjes van de Cabinetten der Mogendheden beiluiten, is ons onbekend. Ondertusfchen is de grootfte Monarch- of Monarchin op Aarde niet meer dan een Mensch, die wikt ; •ait niet veel, dat hy r 9Üf'willpn doen om ons van veel tot weirog te brengen? Zullen wy £hyn n^vfehSSLeü, Bezittingen en veel Eer, die beter ?eDhe A even i w len wy den Vrede bewaaren, moeten opöfferen aan dan het Leven is, winen y tmaatigfte wyze aanvalt? Is 't niet eenen Vyand die ons op ^ °^ecnt; g y ^ ^ ■yeel, dat men den Dwang ten 1100 onöntbeerlyken Tak uitheemsch Geweld?' - ^ tmet 1« Keizerin van Rusland, onzes Koophande Is ™u ™eJe^slen» d en die reeds dreigende taal ais een timide Vnendin des x-izer^ ^ 'H flnot? Is -t niet veei fchynt te fpreeken .. doet uit- dat zy een Vloot Ooriogichepe^ Mogelyk door bygaande Pro- dLatVde Rusfifche Vlaglok7in deMiddenlandfche ^r^^^oof^, niet veel zyn. - Waar fl* g^ieetTeydi UitVde Nieuwspapieren van deezen dag. - 'Er zvn 'er «ree die 1 TeleeSn heb, welkeer melding van maaken. - _ Ik he^de  C 88 ) Hurlemfche Krant van heden ten dien einde by my genoomen; en luister eer ™ oordeelt, w?.t in dezelve deswege gemeld wordt, onder het Artikel ' ^nnverpen den 30 Mey. Een bedenkelyk gerucht was hier federt eenige d^ei uitgeifroou, dat namelyk een Rusincb Esdder op de Rcede van Ooftende .VearW?^ was; doch dit is zeker wat te voorbarig geweest. Evenwel heeft men hier JnZtZ? p,ge berichten, d ,t Haare Ruskeizeriyke M,jeReit een aanzieniyk Esc.dl On,Z' fchepen naar de Noordzee zal zenden, hetwelk voorzien zal zyn van al her nrn «-V dige voor een langdurige Zeetocht, en dus bekwaam om, des noods zynde, naar de Middenlandfche Zee voort te zeilen. J UC| nj,lr Diewertje. Wel verzonnen! — Ware het dus, het zou voor Rusland mWchien veel beteekenen; maar, indien wy een goede directie op onze Zeermet hebben » gen ons ter Waereld mets. Ik moet zelfs Iagchen over deeze Antwernn-h»-r ,v Men wil hebben dat een Rusfisch Vlagdeel Oorlogfchepen in OliZT^bl^f zefld zyn. en men verzeilt Zich-zelve op de ranke kiel van zyn begrip weêr tor dfor de Noordzee in de M.ddenlandfche! — Waarachtig men heeft ahyd Kfd dar Z Gasconjers en Spanjaards, de eene Gasconnades en de andere Rodomontades in'de Wae reld ftieten; maar de Tyd heeft ons geleerd en leert het ons nog dagelyks dat de Anr* werpenaars (alle de Brabanders wil ik hier niet gerekend hebben,1 a^te en lnm« Menteurs zyn. De Tyd zal fchielyk myn zeggen bewaarheden. X. B£vï*wel ï hlr oorbaar en nut niet alleen maar ook hoognoodzaaklyk (myns oordeels) voor Ut be houd der welvaart van het Vaderland,, en dus van het Vaderland-zelf. dat men etn cl' noegzaam getal Schepen van Oorlog, de meesten, al waren het Fregatten om ir" onze Kusten m de Noordzee hield; al is het juist niet om progresfen te maaken Lh 't welk wy nooit van onzen kant behooren te onderneemen, ten zv we v /J ! ' vergd worden; maar alleen tot Zelfsbefcherming. _ Ik ben niet kundig: «noer t op verre na niet, Vrindin! om te kunnen bepaalen boe veele en welke SchPn»nV-£ fpreek van getal en grootte) men hier en daar en overal wel noodig zou hebben 11H V dat nochthans in dit ftuk eene verdeeling plaats heeft, die niet aan den iuistVn 1 J des Volks beantwoordt- — Men heeft flechts cP de Amnerdamfchë B urs te ' f om deswege verfteüdigd te zyn van der Kooplieden klagten, welken h^r L, ï ' voegt hier by te haaien. Mag ik je dan zeggen, Vrindin8. dat wfbeidenIrlltZ veel of niets gezegd hebben. Laaten wy de Ongedukiigen fdie 'er n £ , de Leezers onzer Samenfpraaken zyn) een weinigje Tyds uitftels geeven -n h..n k veelen geduld te leeren oefenen; dewyl ik my /oWlIe, d.t deSe' Openbaa« van alles, de Tyd, ons gezigt zal doen vestigen op geheele andereTooneelendanriZ hy thans met geduurige verander.ngea van Kunst- en Vliegwerken ons Voor oo4n fielt. Men denke, men lette 'er op, en het zal waar zvn 8 Grietje. En wat zal waar zyn ? Diewertje. Dat waur «1 zyn. Onnoozel Mensch! Ontdekt de Tvd de w«, heid niet ? Ju llc " aar- Grietje. Ja! Maar a?s hy my niet drong naar Huis te gaan, zou ik al weêr veel fcni Hen zeggen Nu groet ik je, Diewertje! Vaarwel. Eet fmaaklvk erdoeKt groetenis ook aan Louweris. ' " uoe m>° Diewertje. Ik bedank je, Vrindio Grietje! Ik wensch je 't zelfde, en groet Krelis. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS^vTn^EGtZonTt^ op dc Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 9 Juny 1785. N°. 23. Dicwertie. /hoeden Morgen, Grietje! Hoe is 't met de GezoadVJjr.heid? Grietie. Ik heb het 'er redelyk rneê. Hoe is 't wegens u 'er mede gefteld ? Diewertje. Ik kan niet anders zeggen dan wel. Maarikhebwatdorst; het is goed dat gy, naar ik merk, de Koffi klaar hebt. Ook zie ik, dat oy eenige Dagbladen of Couranten voor u hebt liggen. Gy zult mogelyk rer genoeg Nieuws in hebben gevonden, dat gy wel zo goed zult zyn van my mede te deelen. Zo krygt onze Samenfpraak al weêr haar vervulling. Grietje. Het ontbreekt fommigen derzelven niet aan ftof. Zeer veel verfchaft daartoe de inhoud van het Request des Hoofd-Officiers der Stad Utrecht aan den Ed. Achtb. Gerechte dier Stad, om te mogen dagvaarden in Perfoon den Heer P. P. J. Ondaatje, als een der Gecommitteerden uit de Geconftitueerden niet minder dan 1215 fterk, waarby zich nog gevoegd hadden agt Burger-Compagnien, om met de Geconftitueerden op gelyken voet te gaan, ter eenpaarige handhaaving van de Zaak, welke hunne bezwaaren in 't verkiezen van een der Burgeren onaangenaam Perfoon tot Raad in de Vroedfchap, zynde de Heer jonathan Sichterman, ten onderwerp had, met verzoek aan den Magiftraat der Stad, van die Verkiezing te willen annulleeren. Men weet welke de gevolgen 'er van geweest zyn. De Heer Sichterman bedankte voor de Raadsplaats, en 19 andere Heeren lagen hunne Vroedfchaps-ampten neder; doch hervatteden ze weder, op verzoek der Burgeren. Thans wordt de Heer Ondaatje, als Spreeker voor de Volks-zaak, in den Requeste van den Heer Hoofdofficier der Stad Utrecht misdaadig geacht; en'door 't Gerecht is Zyn Hoó<*-Ed. Geftr. Citatie verleend tegen Ondaatje alleen, om in Perfoon te compareeren tegens Dingsdag den 2 Aug. 1785, 's voormiddags ten half tien uuren. Welke gevolgen deeze Dagvaarding zal hebben, zal de tvd moeten leeren, gelyk dezelve ook wel ontdekken zal de redenen van zo lang eene tydgeeving aan den Gedaagden, als van den 31 Mey tot den 2 Augustus. Ondertusfchen meent men, dat 'er Patriotten genoeg in Utrecht zyn, om voor hunne Rechten, Voorrechten en Burgerlyke Vryheden te blyven waaken, en een hunner yverigfte Medeburgeren ea Medepatriotten in dit geval rondborftig, en echter bedaard te onde.r- fteunen. *'- * „ , . , . . Diewertje. Dit zou hen voegen, tegen alle onrechtmaatige indringingen van volftrekt Ariftokratifche of Despotieke gevoelens. Het waare Patriottismus beftaat in het vry uitoefenen van gedraagingen, die volftrekt met de Wetten van een vry Volk overéénkomen; en dus moeteen .Patriot zyne Rechten kennen, het verval derzei ve met al zyn vermogen trachten te doen herftellen».behoudens den Eerbied , aan zyne Regenten ver• " M fchul-  C 90 ) fchuldigd. Een waar Patriot offert, zonder geveinsdheid, zvne eisren helan gen grootmoedig aan die van zyn Vaderland en Vryheid op: De Welvaart van het geheele Volk acht hy voor de Opperfte Wet. %ne Medebur. geren an Landgenooten befchouwt hy als Leden van één en hetzelfde Ligchaam, en wykt niet van zynen pligt om ieder aan te maancn van ten beste der Algemeene Zaak, die het Nut des Vaderlands en Volks b-doelt mede te werken, en eens ieders geluk even als het zyne te bevorderen! Hiertoe ftrekken alle zyne poogingen. Hiertoe geeft hy zich alle moeite. Hiertoe poogt hy de fchadelyke gebreken verbeterd, de ingefloooen misbruiken voor de rechteisfehende Grond/tellingen in Staats- in Burgerlyke-, in Rechts-zaaken plaats te doen ruimen. Hy legt 'er zich on toe orn zynen geest aan de kennisfe van 's Lands Conftitutioneele Bepaalingen en Onderfcheidingen te hechten, en ontziet den Overtreeder derzelven met zyn misdaad of wanbegrip aan te toonen. Nooit zal hV zich echter als Muiter, Weêrfpanneling of Oproerige aanftellen; de Waarheid en de Wetten blyven altoos de grondflagen, op welken zyne handelingen gevestigt zyn. Eendragt en Rust zyn het doel van zyne poo°ïngen , dewyl hy krachtig werkt tegen de verwarringen van byzondere begrippen, die 't algemeen belang trachten te doen zwichten voor hunne meervermogende aanmaatigingen, uit hoofde hunner verhevener randen en bedoelingen van Baat- en Heerschzucht. De haat van eenen of meer Dwingelanden trekt hem even weinig van zyne Pligtoefeningen af, als het onverftandig aandruifchen van een woest en fomtyds misleid, fomtyds omgekogt en opgeruid Gemeen tegen dezelven. Hy fpaart noch goed noch bloed voor 't welzyn van zyn Vaderland en Vryheid tot derzelver verdédiging en behoudenis. Omkoopingen en Kuiperyen zvn voor•werpen van zyne uiterfte verontwaardiging. Kortöm, een goed Patriot ia ook een goed Christen ; hy onderzoekt het waare van den Godsdienst, dat hem God boven alles, en den Naasten als zich-zelven doet bemint nen, naar het onderfcheid der Pligten hem daartoe bepaalende — Denk .niet, Grietje! dat ons Vaderland zo zeer verbasterd is, dat het ontbloot zou zyn yan zulke Patriotten. Geenszins; hun aanwas zwicht no<* voor rampen met. Zyn er flaauwmoedigen die zich aan alles onderwerpen : zyn er ook verkeerddenkenden, die dom genoeg zyn om zich oproerig tegen het nut yan hun eigen Vaderland te toonen en eene heerschzuchti. gen Aanhang begunftigen, 'er zyn daar en tegen ook nog zeer veele ia duizenden Getrouwen in den Lande, die hunne Kniën niet boogen noch bui gen zullen voor dien Afgod, die, als eertyds Baal, het verderf der Ifraëlf tifche Stammen zynde, thans ook ten verderve van Neêrlands vrve VoJ keren dreigt te ftrekken. De waare Patriotten zullen waarfchynlyk ze<*e-" •raaien , om dat zy het Recht aan hunne zyde hebben. Gefchiedt dtt A7aDuZalleriSi Têr de 'eflyke Eendragt met den Vrede en Welvaart dé Vryheid hulde deen en juichende haaren Troon omringen Grietje. Dat gunne ons God! Maar men kan nog niet'zeggen dat het Vrede van buiten is. Mogten we dien, op eet ewfyke wyzï, eerst weder  C 91 ) Aer vastgefteld zien ; dan zou men de inwendige Rust en Eendragt, met behoud van Volks-Recht en Vryheid, ook, naar myne gedachten, wel mder fpoedig in ons dierbaar Vaderland zien her eeven en heerfchen. Dieweïtie Wie zou zulks niet wenfchen, Vrindin! Maar is de vrees voor Oorlog met den Keizer reeds verdweenen? r rietie Ik geloof dat men 'er nog mets zekers van kan melden. Men zal den ui'tflag van de Onderhandelingen der Ministers van't Wcener Hof met onze naar dat Hof op hun vertrek ftaande Buitengewoone Gezanten moeten afwachten. Betreklyk deeze Zaak, lees ik het volgende uit Parys TwJedCoueriérs, die, van Parys komende, in den nacht van Vrydag ™ Vmirdasr hier gearriveerd zyn, de eene by Hunne Hoog-Mog. en de Mdere bv de Franfche Ambasfadeur, hebben goede tydingen aangeï° „ ten oDzigte der Voorwaarden, welke naar Parys gezonden waren Geweest door Hunne Hoog-Megenden; en men zegt, dat de Graaf de Kcv Keizerlvk Ambasfadeur te Parys, 'er een weing over geraakt is geweest, te meer, wyl men daardoor eenig mistrouwen omtrent IvriT aZrtlde betoond had; maar dat hy het over 't hoofd gezien en verzeLrd hfeft, da°rZo ras de twee Hollandfche Gedeputeerden te Weenen zouden aangekomen zyn, de Negotiatien hervat zouden worden op den vooïgaanden voet. Ingevolge van dien heeft men reden te gelooL Wot de femelde Gedeputeerden ten eerfte naar de plaats hunner beftemmtS zullen venrekkeH op dat de groote Zaak van den Vrede tot een fnoedig befluit moge gebragt worden. ee£ ie Veelen vriezen nochthans,. dat, zo men al een Vergelyk ► rwrJnr'vk mogt treffen, echter van /onze zyde te veel zal worden opgeoff d ot behoud van eenen Vrede, die onze Republiek niet alleen fchadelyk, zeer fchadelyk zou zyn, maar ook de eer en het gezag der Natie volftrekt te kort zou doen en 'er een blaam aan hechten, die zeer «maklvk was te weeren geweest. Men zal (zeggen ze) van zyne RechFn Kan zonder 'er toe genoodzaakt te zyn door den Eifcher, die net zvnmagion» nog niet beproefd heeft, intusfehen wy voortgaan met dezelve te vermeerderen, immers met geen ander oogmerk, dan orn z^ te-en de aanflagen en poogingen des Eifchers, die zich reeds ten onlen Vvand verklaara heeft, door het fchenden van ons Grondgebied; en wat nu gedaan met die magt, welke wy ons zo fpoedig tegen die des KeiWprV oneelvk geringer dan de onze , bezorgd hebben, en nog aanhouden tlf ve'rSelrderen? Zullen we al dit Krygsvolk alleen op de Grenzen fchaaren of aan deezen kant der Schelde doen paradeeren, om tot OoggetmlP1'te ftrekken van eene lydclyke Gehoorzaamheid op de onrechtvaardige frifchen van eenen trotfehen Monarch, die wy vreezen, zonder beproefd tehebben, of het niet eêr mogelyk ware geweest, hem voor ons te doen vreezen ; waartoe de waarfchynlykheid zicTi nog opdoet, en het recht zo wel £ dè -egronde hoop ter uicvoeringe, aan onze zyde is ? Dus fchandelyk  ( 92 ) (gaan ze voort) zou nooit in eenen Oorlog, zelfs in den laatst fisanucevoe^T m de Engelfchen, waarby de luider van den Bataaffchen moed door blvkS vï d?D£? heid nog niet bevlekt is geworden, gehandeld zyn. OflviLde vLliVri^^ des Volks niet verpligt de verwaarlozing van oe Eer^Sta^SSVoto 30?I keengften te fchuwen en vermyjen; — niet verpligt ten fco^a„^d**r?S voor te ftaan, even als het Volk-zelf, dat van Stad tot Stad.van^Dorp tot Do™ ach thans beter dan ooit, uit aanmerking van deszelfs ongelyk grootereb-lwS-' den in den Wapenhandel dm voorheen, kan en zal veSI|[OTw5K&' de bem.ddelnig van Frankryk onze Republiek geen nadeelen zd óetRen dat n en zekerlyk gelooft, dan had men indedaad zo veele Krygsbenden nier ro-X J»h te toonen dat wy zeiven wel kunnen; ma^et^C^dn^STÏlfWSö?lykheden van des Keizers zyde mogt aankomen; en dus gelooven wy nog nfe r , * volgen die ongeduld.gen) dat het met ons op een Vrede* zal SK^jSSfe begeerte des Keizers kan en nimmer moet gefchikt zvn. I^SeSl? Wanneer wy zonder flag of ftoot Vrede maaken, za men dan aanitónds al dit *r* geworven Volk nog der in dienstboudinge noodig achten > 1^ aangenomen om het te kleeden en te voeden zonder het te doen werk™» Op dee'^ wyze zouden wy wel ons tand en onze Steden met Soldaaten kt nnen'óphoopen - rS die ten onzen ondergang en niet ter onzer befcherming zouden MtoKeM' van het zweet en bloed der Burgeren en Landzaaten. — Z^fyi^kmd^lX y' liever een Oorlogskas wilde zien waagen, dan een Cpoeü^^Z^^ en waarlyk fchoon zy z.ch vergisfen in het opmerken dir gevolgenf de zuik een Oorlog zou kunnen naar Z,ch fleepen, kan ik echter niet voorby in de n cSte aannfer kingen hun gelyk te geeven en zelfs met hun in te Hemmen aanmcr. Grietje. De Vooraigtigheid raadt ons aan den eenen kant te zien op des Kei/er* SKPSI 1Mar °1 n^" £ene Z° ZeAT ma8t,i Bondg°ePnoo e alfdl: Republiek met toebrengen f daar zy Have" stoofo zïs^ n-Vfl'tn"^ Tnl^v Wrd,e °°St-?ee e" °P h9are Kusten houden - nie s van de ons ™ noodige Voortbrengfelen van haare wyduitgeftrekte Rvkpn Pn 1 ,n,!L ■ daarentegen dc Keizerlyke, de Venet Jnfcbe, de Éngeffch" vLK^Z/* ^ < zyn nog veel meer andere zwaarigheden, dié ons, idT^Sri^ rïS^' r dig door een voor ons gunlliger vervangen wordïï 5 al£ SS^ko^ïn^ Mogelyk duure he: geen vvfj;1aren, of wy zullen voordeeliger fyd^ d^A&ST ^ 'k " V0!k0me" geI^ V»™'. Grietje! Eet _G,eije. Insgelyks, Diewerije; Groet Louweris.  RIETJEen diewertje. i<5 Juny 1785. N°. 24. Grietje. Tl y een goeden Morgenwensch de vraag naar uwe Gezond JL> heid, Vrindin Diewertje! Is 't 'er nog wel meê? Diewertje. Al redelyk, Vrindin! Hebt gy 't 'er ook nog naar genoegen mede ? ° Grietje. Zo goed als 't kan, Diewertje ! De vraag is voor 't overige ©f gy my iets te verhaalen weet, dat eigenlyk Nieuws mag heeten ? " ' Diewertje. Nieuws te verhaalen!— Wel ja; men maake het oude aan 't nieuwe vast, en verhaalt het uit zyne voorige gefteldheid, zeggendeZiet daar; dit is zuiver Nieuws! — Dit is Despotiek — dit is Ariftokra* tisch — dit is Oligarchisch — Dit is Republikeinsch — dit is Demokratisch — en nog meer. Dit alles loopt onder het hedendaagfche Nieuws door. — Maar wat ons het aanftaande Philarchifche, of het Vorstlievende, in een Rotterdamsch Weekpapiertje zal opgeeven, moet de Tvd ieeren. Men zal het eerfte Nommer als een Inleiding by Arends en meer Boekverkoopers in Amfterdam en andere Hollandfche Steden voor niet kunnen bekomen. Grietje. Ik wensch dien Vorftenvriend te hooren redeneeren- men zou 'er zich naar den tytel van mogen voorftellen, dat hy aan een of ander Vorftelyk Hof opgevoed zy en dagelyks gewoon is met Vorften om te gaan; en zo dit daadelyk gefchiedt, dan zal hy geen groote Vryheidsvriend of Voorftander van eene Gemeenebest-Regeering zyn Diewertje. Denklyk neen! Maar waarom zou een Vorftenvriend iuist een Hoveling moeten zyn; 't zou my niet onwaarfchynlyk voorkomen dat hy een Kerklyk Perfoon ware. Onder de Leeraaren vindt men ook Vorftenvnenden. Dan, hoe het zy, de welbekende Rotterdamfche Uit geever belooft door zynen Philarche in de meer en meer gegrond wordende klagten over het verlies der Vredebazuin te vnorzien; want andere Week bladen, «egt hy, zyn te laag van ftyl om het algemeen te dienen — Dus zal dit Weekblad alleen ten dienfte van het algemeen moeten ftrekken Grietje. Dit belooft voor eerst veel; maar waarom zoekt men de verlooren Vredebazuin niet weêr op, daar zy te vinden is? Men zal 'ergeen Omroeper toe noodig hebben. Dan immers behoefde derzelver geluid door de redeneenng van een Vorftenvriend niet vervangen te worden Diewertje. De Bazuin zal denklyk geen aangenaame klanken voor Patriottische ooren hebben kunnen voortbrengen, en daarom zal men onderftaan den Pilarche zyne ftem te doen verheffen, het zy om de Deugden van een Vorst te fchetfen, en daarentegen de gebreken des VoJkl te heweenen tusfchen het Voorhuis en den Altaar, in de beurte zyner Dasordeninsre ' (indien de Schryver een Kerkelyk Perfoon mogt zyn:) of de Vorftelvke Regeering boven een Republikeinfche te doen voorkomen als de allerbt ste de allerbeminlykfte, de allernuttigfte voor een Volk. — Maar wie weet M 3 tol  nog wat hy zeggen zal ? Wy kunnen 'er niet over oordeelen voor dat wv t leezen. 1 Grietje. Zo is 't; en nochthans leest maa veeltyds iets, waarover men niet het minfte weet te oordeelen. Men Oorloogt en men maakt Vrede in een en dezelve Nieuwspapieren. Men doet Benden heen en weêr trekken, of vormt ze tot Legers, en ondertusfchen blyft de befiisfching der Zaak agterwege. Dus geeft men 'er dag aan dag een anderen ommezwaai aan. — Maar weet gy dan niet iets uit de Couranten te trekken, Diewertje! dat onzer Samenfpreekinge waardigis? ' Diewertje. Ik vind wel iets d3t ons ftoffe kan verfchaffen Men zou over de Haringfchepen en Yslandsvaarders wel wat fpreeken kunnen Ik lees dat het geheele getal, zo uit de Maas als Noordholland en Amfterdam beftaat m i70 Haringfchepen, 15 Haringjaagers en 52 Yslandsvaarders, dus 4 Haringfchepen en 3 Yslandsvaarders meer dan in 't voorleden laar De Haringfchepen en Jaagers zouden gisteren morgen ten 10 uuren zei1'en, zynde de Yslandsvaarders reeds alle in Zee. Wat is echter dit getal gering by vroegere Tyden! Men vindt dat de Vyanden in 't Taar i6*u fey t Dogger-zand 14.7 Haringbuizen, en drie dagen daarna nog een grooter Vloot, namen of verftrooiden! Hoe veelen moeten 'er dan nog wel óvergebleeven zyn, die niet in de magt der Vyanden geraakten ' Grietje. Het is zeker, dat de Visfcheryen, en voorïl de Haringvangst, Nederland de grootfte Schatten hebben aangebragt, en altoos voor den grond van deszelfs Rykdom zyn gehouden gewordei. Zulks heeft den onvergelykelyken A. Hoogvliet, onder het gispen der Weelde en Hovaardy, de groote Visfcherye fpreekende invoerende, in zvne Eerkroon voor Vlaerdinge, doen zeggen : . h Toen gaf ik Nederland door Haringkoopmanfchap „ Alleen zyn' Rykdom, en fteeg op den hoogden trap; » Geen wonder, want ik mogt met zestienhonderd Schepen, M £er Hapngvangst gereed, die Schatten binnen fleepen, „ .En Hollands Welvaart fier doen zitten op haar' Troon - Wat is onze tegenwoordige Haringvangst dan by die van nWr dab voor drie Eeuwen te Vergelyken ? Want Willem Beukelszoon vm Biervliet, dien Boxhorn eerr Visfcher van grooten naame noemt, en in v*Bb geitorven is, was de Uitvinder van 't kaaken der Haring, die zordi-r dat, niet goed in t zout kan blyven, en welgepakt en getond worden ter verzendinge. Di t kende van dien tyd af geene andere Natie dan de Nederlandfche, vooral lei in Noordholland, Enchuizen, en.in Zuidhoiland, Vlaerdinge zich federt hier op toe. Geheel Europa moest dus onzen Haring hebben, en dit gaf wel drie Eeuwen een groot vertier aan den Handel in dezelve, waardoor de Visfchery bloeide; maar wanneer de Engelfchen en Nopren ons hierin hebben nagevolgd, is deeze Tak van Negotie merkelyk geknakt geworden, fchoon het onwedeifpreeklvk-waw is, dat hun Haring nooit zo lang fmaaklyk en goed kan blyven dan de onze j 21 wordt ze ook op dezelfde plaatfen gevangen en op dezelfde wyzea ^- < . e gS9l3iI3V JaMasbnewowxD v,b Mo»  ( 95 ) behandeld. Hierin ligt dus voor ons die zegen. Zo ook is 't met de Kabbeljauvangst, om deezen Visch door het inzouten goed te houden en te vertieren. Dan, dit is ook al door andere Natiën in 't werk,rrgqfteld. Zo is 't ook met de Groenlandfche Visfcherye, of Walvischvangst: Dat de eene verkoopt, kan deandere niet verhandelen, en gelyk het Hollandsch Spreekwoord zegt: Veel Verkens, dunne Spoeling; zo is het met de Visfcheryen mede gelegen; dat men van zich-zelven heeft, behoeft meri van geen ander te ontbieden, en dat een ander winst geeft, kan het ons ook doen. — Wie kan 'er ondertusfchen tegen? Als het Ty verloopt t verzet men de Baaken. De Hollandfche Handelaar is hierop altoos bedacht geweest, en behoorde ook meer dan eenig Volk hierop bedacht te blyven, dewyl alle de Inwooneren van deeze Provincie hun voornaam beftaan uit den Koophandel en Zeevaart trekken moeten ; immers hangt derzelver Welvaart van dien genoegzaam alleen af. Diewertje. Het is zo, Grietje! Want daar de Naaryver en Volgzucht andere Volken werkzaam maakt, om dezelfde of nog grootere voordeelen te bejaagen dan het onze, moeten we altoos denken op nieuwe maatregelen daartegen, door welken wy (want Nood is Vader en Onderneeming Moeder van den Yver en 't Geluk) nooit ftil zitten, en door vertraaging den moed laaten zinken, om niet geheel ten onder gebragt te worden; maar in alle Zaaken 'er tegen aan yveren met ons Verftand, met onze Vermogens, met onze Eigenliefde zelve, om de krachten onzer Wederpartyderen te bepaalen, en mogelyk door den tyd geheel te verzwakken. Hiertoe is in de daad geen Volk bekwaamer, dan het Hollandfche, uit hoofde der natuurlyke ligging van het Land hunner geboorte en de vereischten van deszelfs behoeftigheden. Maar dit begrypen veelen onzer Land- en Tydgenooten niet, of zy willen het niet doen. Zy bederven zich-zelven en het geheele Vaderland, door het involgen der wellustige Weelde, onnutte Pracht, trotfchen Waan en Hoogmoed; voortbrengfels van den kwalyk befteeden Overvloed, die hunne Voorouderen met fchatten ophoopte. Dus fpilt de Naneef, die der Vaadren vlyt vergeet, De dierbre vruchten van hun faamgeronnen zweet. Deeze gebreken bevorderen het verval der beste Zaaken, in plaats dat de daar tegengeftelde Deugden het, zo veel mogelyk, behoorden te verminderen , of wel volftrekt af te weeren. Grietje. Gy hebt wel degelyk gelyk, Diewertje! Maar de Kanker zit reeds in 't gebeente, en de droevige ondervinding leert, dat alle middelen tot verbetering, hoe fcherp ook, onnut zyn. Ik zeg het, en blyf 'er by, dat die gebreken voornaamlyk vermeerderd zyn, federt men de manieren'van een Stadhouderlyken Hofftoet, meest uit Vreemdelingen beftaande , gevolgd heeft , en die thans zo algemeen zyn geworden , dat ze den fmaak der geheele Natie gewonnen en tevens bedorven hebben. De Adel, die zich voorheen laager moest houden, uit hoofde van minder inkomen uit vette Ampten en Bedieningen, door .begunftiging va i 't Hoofd der Uitvoerende Magt verkreegen, ftak allereerst uit, naar maate vaa  C 96 ) yan deszelfs meerder iekomen. Hierop volgde andere aan7m»!„t,0„ • ■. » dom dezelfde wyze van Ieve„, 0m nier onïer te doen voor 2 AdT ft ^«U™' delaar wilde almede den Huffmaak volgen, en braveerdeT^n cm , 6 ryke. h"n' kon hem overtreffen in Pracht en Overtt E>Keto u T"? ,nsecl>ki' >J aas, de Kantoorbediende, de Ambachtsman en zelfc £ ^i' Makelaar, de Beunmeen is 'er door medegéfleepr ^^V^^JSS^^? ^ net het geen zy aan onnoodige Pr cht en Overdaad te ko,,» !" ondertusfchen- Weelde die traag, magt- e'n lu.Sl^ ^i^.^.^ ^ 's Lands Welvawt fhande te houden, verdwvnt uit de ha«!« « , Zyne e,ge" en Tydgenooten. van welken een gróót aantal mar ™^V"Zer mb iSterde L;jnctde S/reuk v„ Teering naar Ne?rïng 7« o™£IWl Tuidt H^e Vnn" "5 breken in ons Gemeenebest verhinderd worden! indien"iel ieder ^ li f^A^^ De Volks-Gemagtigden kunnen dit niet verbieden. ^ nen beftieren; want woorden doen niet dan wrtkïn• ™ voorbeelden de zf». By voorbeeld,' zo iemand een iïtffcbïïvan ^^Ba^^S^^"1 ne Afhangelingen, flechts om te behaagen, hem vSrzekereS dar"ïÏÏJ ' ZU''ei] Zy- beter fmaakt dan die. Gebruikte hv liever RhS/Ify! , nun S^nen anderen Luiden by hunnen Smaak zweeren, dat waren; draagt hy een blaauwe Rok, zy vo^ zouden het ook in alle andere kleuren doen. En wït behoeven Zy wvk? Dus ma8 "len aan de volgzucht van hPr Vnit k eIzer LoUe- eenen of anderen Vorst of Vorftin, Gouvemeu- of Gonvlrimo ^beg,URft g,ng Vsn door een byzonderen Smaak hunne Hov^ ^^^^^t^Tr^^ Geringeren, het tegenwoordig verval van onzei Natie o o k rl™ andere uGroolen en deels toefchryven, hc*l»gen\ernedS gr00tenkomen, zonder het te kunnen verhinderen. Want V°°rwat zullen dan de weinige Weidenkenden 'er teeen nirv™ n . lks 9raan; nog veel aanmerkingen te maaken zyTlile vo^Ts^rBtSk^l^ den uitloopen. Het ware best, dat'wy al hetTr^^Sïï wtoe? t e"v" ^' en, gelyk onze Voorouders deeden, hartelvk belachten eêr wv "t, „„ J ™ ,g ' aanhingen; Dan zouden onze Deugden overïnzïGebreken baar Vaderland zyn ouden bloeiftand weêr herbooren zien. —— H ermede vaarwe " Vrindm Diewertje! Eet met fmaak, en groet Baas Louweris "lermede vaarwel, Diewertje. Ik bedank je. Vrindin ! Ik wensch je 't zelfde, de groetenis nn nw«n Kre„g. J propos! gy eerder dan ik dat No. r tot SSd nf vaneen rorjlenvrtend zullende dieren, bekomen mogt, zend het my dan eers * wil7 d.e.DrBlS«r^«wordTin Commisfie verkocliïTiro^rich^Stb^htorï. Elixer Magnum Stomachicum, of het groot en Hartfterkend Maag-Elixer fzvnde een ongemeen Middel voor de heete Koortfen en veel andere L^SwÏÏÏÏ Gedrukt by de ErveTdTWeduwe JACOBUSvak EG^folvTr op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 23 Juny 1785. N°. 25. Diewertje. oeden Morgen, Grietje! Hoe hebt gy't, Vrouw? Grietje. VJTAl zeer wel, Vrindin! Zyt ge ook nog frisch ? Diewertje. Als een Vogeltje; maar juist niet in de Lucht'; ook zal ik my wel wachten van my met Werktuigen, gelyk de Luchtbollen en hunne Schuitjes, naar boven te begeeven. Ik wandel liever met de Koetjes door de Klaver, dan met een Luchtbol door de Wolken; zo zal ik het Lot van den Heer Pilatre du Rofier, en zyn Vriend Romain dea ouderen, niet ondergaan. Grietje. Zo is 't, Diewertje!. Deeze Heeren zyn, volgens de berichten in de Nieuwspapieren, de eerfte Martelaars der Luchtbollen geworden. Zy zyn nog niet eens zo zacht in hun Sterfbed gevallen als Faëton en Ikarus, maar hebben het Lot ondergaan van den onfchuldigen Hippolytus, ik wil niet zeggen van den Godloozen Salmoneus ; want de uicvrnding eigenlyk had nuttige oogmerken ten doel. Dan laaten wy hooren wat van de Zaak is. Uit een Brief van Boulogne op Zee, gedagteekend 15 Juny, vindt men, dit ongeluk betreffende, het volgende in de Vaderlandfche Courant van den 22 deezer. ,, Gy beweent buiten twyfel met ons het droevig ongeval, waarvan wy getuigen geweest zyn: Pilatre du Rofier is niet meer, maar het Slagtoffer van zynen moed geworden. Hy was den 6 deezer uit Engeland wedergekeerd, waar hy vyf of zes weeken geweest was om nieuwe inkoop te doen. Aanftonds na zyne aankomst beloofde hy zyne Onderneeming ten eerften te zullen voltooijen. De Winden fcheenen hem ondertusfchen nog tegen te zyn. Eindelyk verklaarden zy zich gisteren gunftig; derhalven werkte men den gantfehen dag en nacht, en ten 7 uuren was alles gereed. De Wind gunftig blyvende, hadden Pilatre du Rofier en Romain de oudere, de ftoutheid van in hun Luchtfchuitje te gaan; zy hadden eene Montgolfiere aan hunnen Luchtbol gedaan; men geloofde dat zy veilig waren; zy verlieten de Aarde ten 7 uuren 5 minuten, gingen Majestueus om hoog, en wonnen wel haast de Zee. Doch 4 minuten daarna fcheen de Wind te veranderen; het Werktuig eenige oogenblikken heen en weêr gefüagerd zynde, nam den weg naar Calais, wanneer wy eensklaps eenen dikken rook zagen opgaan boven de Luchtreizigers. De Luchtbol geknaagd zynde door de ontvlambaare Lucht, die hy zo dikwils ontvangen had, barstte, de Montgolfiere raakte in brand, en in een oogenblik ftortten de twee Ongelukkigen van eene hoogte van omtrent 200 halve roeden. Men liep toe, en was byna zo ras op de plaats als zy; maar men vond ze dood, met verbroken leden. Zy zyn op den afftand van 5 kwartier uurs van Boulogne nedergevallen. De gantfche S:ad is in verflagenheid; men zal die twee braave Mannen lang betreuren , die va» eene zachte en lieftaalige hoedanigheid waren, die door hun gedrag zich de achting der Boulogneezen verkreegen hadden , en die van alle Franfchen verdienden. Diewertje. Ja, ik heb het ook geleezen, Vrindin! Maar ook betreur N ik  ( 98 ) ïk het deerlyk noodlot dief êlendig omgekomene Luchtreizigers. Ik denk nu, dat hun ongeluk een ieder zal affchrikken van het gevaarlyke naar boven ftygen met Luchtbollen. Een Arend is wel gewoon, zegt men, der Zonne in 't aanzigt te zien. Maar die Vogel is ook, als de Vorst aller Vogelen, daartoe natuurlyk bekwaam: De logge Mensch, zelf Aarde zynde, moet zo lang op de Aarde blyven, waartoe de Zee mede behoort, tot hy door 't Sterflot genoodzaakt wordt dezelve te verlaaten. Het hart naar boven is wel ee» aanbeveeling om het te vestigen op het heil dat boven is, maar evenwel is het een verbloemde fpreekwyze, komende overeen met zyn hart tot God te verheffen. — Men kan ondertusfchen niet dan by aandachtige overweeging, en nog beter by een ondervindelyk vertrouwen, de gewaarwording daarvan genieten. Grietje. Hierin ben ik het met u eens, Diewertje! Maar het woord boven heeft nog eene andere beteekenis, in onze zo wel als andere taaien. De Hoogte is ook boven, en zo wordt dit woord gebruikt van iemand, die niet alleen door aanzienlyke, maar ook en wel het meest, door voordeelige Ampten boven anderen in vermogen uitfteekt. Zulk een Verheveling noemt men wel Zyne Hoogheid, indien hy Prins is. Dus heeft de Koning van Frankryk dien tytel allereerst aan den Prins van Oranje Fredrik Hendrik gegeeven, wiens Nazaaten en Familie denselven federt ook gebruikt hebben, by hunne Stadhouderlyke Bedieningen, uit hoofde van welken hunne Voorzaaten niet anders dan Hunne Excellentiën genoemd wierden. Dus is die tytel onzen Willem den Vden, als in die Bediening zynde, eigen; maar met dit alles is hy een Dienaar van den vierden rang, het Staatsweezen betreffende, iu de Republiek. Indien men vraagt, hoe dit waar kan zyn, daar hy zo veel te befchikken heeft ? Dan zal ik moeten zeggen, gelyk het waar is, dat hy de Pligten, aan zyne hooge Bedieningen gehecht, moet opvolgen, wil hy zyne Meefters gehoorzaam zyn. Deezen zyn de Volksraad en Magiftraat van iedere Stad in 't byzonder, die op goede Wetten hun eigen rechten van ouds gegrond vinden; vervolgens de Souvereine Staaten van iedere Provincie, en verder de Algemeene Staaten, Handhavers der hun aanbevolen Zaaken door alle de Veréénigde Provinciën te gelyk. Dan komt eerst Zyn Hoogheid, als het Hoofd der Uitvoerende Magt, in aanmerking, en moet de bevelen, hem gegeeven, naar Eed en Pligt in 'c werk ftellen en volbrengen: Zondigt hy hiertegen, dan kan de Volksftem, hoezeer hy ook, in 't afgetrokkene, de voorzittende plaats in de crimineele Hoogfte Rechtbank heeft, hem voor den Troon der Volks-Majesteit door hunne Gemagtigden doen dagvaarden en vonnisfen naar uitwyzing van Zaaken. 'Er is geen Mensch in ons Gemeenebest, van wien men reden zou mogen hebben te zeggen, dat zy als uit de hoogte fpreeken en hunne tongen op de Aar de wandelen. Hierom is het zeer noodzaaklyk dat 'er Nationaale Vergaderingen zyn, die geene Wetten kennen om haar te verbieden, maarwelomhaartebegunftigen, en deeze zyn die der Algemeene zo wel als Burgerlyke Vryheid. 'Er moet aangedrongen worden op eene Grondwettige Herflelling. De Tegenftreevers derzelve zyn de Verdervers 'ervan. De Heerschzucht, even werkzaam in Despoten als Ariftokraaten 3 moet voorde bedaarde en wettige, doch krachtdadige  C 99 ) dige Volksstem zwygen en zwichten. — Ik zd hier iets uit eene Copie van een Brief uit Schiedam aan een' Vriend te Haarlem uit de Hift. Cour. van he^en bybrengen. „ Denk niet, Czegt de eene aan uen anderen) denk niet, dat de Heerscbzucht beftand is tegen de openlyke Verdedigers der echte Vryheid! — Indien zy haar magt had durven opweegen tegen die van cordaate Burgers, c!e Vergaderingen des vryën Volks waren al voor l:ng geftremd! — Want niets fteekt haar meer in 't oog dan deeze Byéé'ikomften! Niets is beter gefchikt, om haare Trotschheid te beteagelen, en haaren geweldigen Troon om te keeren , dsn de heldhaftige verbintenis van die VryheidJievende Burgers, over welke zy nimmer kan tyrannizeeren, zo zy dezelve niet verdeeld houdt, en met den geest der Slaaven bezielt. Wat dan ook veele Kleinmoedigen, of Luiden van weinig doorzicht mogen vreezen ? dit is zeker, dat de goede Zaak veld wint, en dat, zo wel de Nationale als de Provinciaale Vergaderingen der Burger-Corpfen, eene uitgeftrekte nuttigheid hebben, en de eenige grondflagen zyn, waarop men den Luiker, bet Geluk en de Vryheid van Nederlands B irgers behendig kan bouwen. De redeneering des Schryvers van dien Brief is gebouwd op de gronden van het Nut der welgewapende, weldenkende en weldoerode Vry-Corpfen uit het midden der VryheidJievende Burgeren, en wie wenscht niet, dat alle gebreken van Staat», en SteJeregeeringen langs deezen weg verbeterd mogen worden! Dan eerst zal Eendragt Magt maaken, door middel van den invloed der waare Vryheid, waartoe het Vr-ymajf» tig üpperweezen, de God van Eendragt, uitwyzensdeszelfsDrieéénig Beftaan zelf, zynen zegen geeve tot aan het verdwynen van den Tyd in de Eeuwigheid, die boven is. Diewertje. Gy redeneert wel, en ernflig, Grietje! Maar die wyze van redeneering zal niet elk behaagen. Gy begint met Luchtbollen die naar boven gaan, en eindigt in de Eeuwigheid die boven is, terwyl de Voerders 'er van (tndadaad ongelukkig genoeg) beneden op de Aarde verbryzeld worden! — Maar waarom maakt gv geen Schets voor Oranje boven, aan dien naam plaatfende den Perloon die 'er me.ie betékend wordt, üt' zyt gy zo fchrander in uitvindingen niet als de Schryvers vm den Prinslyken Courant en derzelver Uitgeever, den in jimfierdam zo welbekenden trends en anderen ? Grietje. Een Prinslyke Courant! — Een Prinslyke!! — Nog eens een Prinsjylce!!!— Welk een Tyd bekeven wy, Diewenje! Gy kunt my niet kwslyk neemen dat ik 'er my over verwondere! Want wie van onze Landgenooten heeft ooit vrfn eene Prinfelyke Courant gehoord?— Boven dezelve zal dan ook wel een Prinshk Wapen geplaatst zyn : Want oe naam van zulk een Dagpapier moer het teken dragen. Diew-rtje. Dat hoeft juist niet; een dikbebladerde en roe' vyf Appeltjes van dien naam voorziene tot een gebreklyk Kransje f'amgekromden Tak is het openbaar merk boven deeze Courant. Dit Krantje is in Houifiede, denklyk van een Oracjt bo»m. Iu 't midden is een y dele ruimte gelaaten, om'er in te kunnen zetten wat men wil, met gewoon gegooten Letteren, en men heeft verkoozen in hetzelve deeze uitdrukkingen te plaatfen : voor Oranje, Vaderland, Vryheid, Eendragt, Vrede, Waarheid, en R echt. Grietje. Is dat het merk van die Courant ? Men plaatst in dezelve Oranje boven Vaderland, Vry beid. Eend* agt, Vrede (cit woord mopt wel, het u;wendige betreffende, tusfchen Parentbejis en Conelnfie gefteld zyn geworden) IVaarbeid en Recht. 6 Hemel! zo luiden de oude Schutters-Briefjes niet. Men las daar op aeen Naam van Oranje. Men dacht 'er riet etns aan. Recht en Vryheid w 's de Spreuk. Wat werkt t< ch de Naam van Oranje tot nut van Stad en Staat uit? De Souvereinen deezer Provincie hebben het gefchreeuw daarvan zelfs verjboden en begeerd N 2 hst  C ico ) het geftraft te hebken als een Oproerkreet. Derhalven boven Vaderland, boven Vry. beid, boven Eendragt, Vrede, IVaarheid, Recht, Oranje te ftellen is een bJyk dat de Schryver of Schryvers 'er van Zotten, of Oproermaakers zyn. Diewertje. Het eerfte zal ik liefst gelooven : Want volgens het Recht, dat gelyk gy ziet, binnen dit Oranjakransje het allerlaagst gefteld is, behoorde zy, tot ee'n voorbeeld van allen die Oranje boven alle de genoemde DeugdpligtigeZaaken durven Hellen , van een ieder veracne te worden. Grietje. Ten minfte dat hun Lot dan ware met eenLuchtbol van Kykduin de Vaderlandfche Kust te verlaaten, en dus in, by en met hun geliefden kleur tot den hoogften graad naar boven te fnellen; waar zy ook ntêrdaalde zou my weinig verfchillen en ik zou hen, ja waarlyk, veel minder beklaagen, dan ik de onderneemende, en zó hunne Landgenooten verzeekeren braave Heeren Rofier en Romain doe. Deezer laatften onheil is elks beklag-, maar der eerstgenoemden ftraf, indien zy fneuvelden zou ieder weldenkend Vaderlands hart zyne blydfchap waardig zyn. Diewertje. Gy wordt driftig, Grietje! Grietje. Met rechr. Ik heb dat laag en laf, doch verfoeilyk Schendpapiertje, zo wel als gy met de uiterfte verontwaardiging geleezen. — Zie daar! Hoe fraai begint het: Het eerfte woord 'er van vind ik in geen één van de Boeken, die over de Nederlandfche Taal fpreeken. — Het is Kïmgelingelingeïmg t Dit gaf my terftond een denkbeeld dat de Schryver of Schryvers, Uitgeever en Uitgeevers deezer zogenaamde Prinslyke Courant niet anders dan Oranjezotten zyn; gelyk my doordans in dat woord boven met verheffing van Oranje uit dit Prulpapiertje bleek. Want als men den geheelen famenhang 'er van nagaat, loopt de bedroefde laage floffe, die als droog z-md aaneen kleeft, alleenlyk over dit woord. — Men zou die Courant, om het Gezelfchap te vermaaken, ia een Vergadering van Patriotten kunnen brengen! om 'er, na dezelve befpot te hebben, hunne Tabakspypen mede aan te fteeken. Diewertje. Ja wel, Grieije! Grietje. Maar wie toch de Opfteller van zulk een laf Oranjeprul mag zyn' Diewertje. Dat weet ik niet; men gist dat het de Man met zyn Toverhoedje is die een voomaame Steun aan een Haagfchen Prinfenvriend heeft, en dat, dewyl men weet, dat aan een anderen Boekverkooper de Copy, als uit den Haag komende, tot het drukken en uitgeeven is aangeboden, hierin een draai gelegen is. Dan deeze Boekverkooper heeft ze van de hand gewet-zen, en trends heeft 'er zich voor verklaard. Grietje. Die trends zal dan misfehien (louter zyn of gekker om de zucht voor Oranje in Aarsveegers (de woorden Hinken niet; te doen uitmunten in die Vodden dan iemand die beter denkt. Diewertje. Hem moest echter de ondervinding geleerd hebben, zo ftout of gek niet te zyn van verDoden Taal te voeren, die tegen de waare gefteldheid der Volksrechten lynftreeks aanloopt. Grietje. Het is zo. Maar zo veel te beter voor braave Lieden, die niets dan waarJieid voor den dag brengen. Dit laage — dit onrechtmaatige — dit ftrafbaare zelfs geeft hun den vlym des Rechts en der Vryheid in de hand, om hunne Pennen tegen dit Antipatriottifche te fcherpen, en bew\zen 'er uit te trekken dat zulken, die onrechtvaardig vemordeelen, rechtvaardig veroordeeld mogen, ja moeten worden. Diewertje. 't Is te wenfchen dat het gefchiede. Een ieder waar Vaderlander, houde maar by zyne bedaardheid moed ; dan is 'er geen verval in de goede Zaak te duchten; dan zal geen vermogen van Oranje en deszelfs Vrienden, noch van andere Heerschzucbtigen, maar dat van 't waar belang des Vaderlands, het Recht des Volks, de Algemeene cn Burgerlyke Vryheid zegepraalen. — Hiermede al weêr genoeg.— Vaarwel, Vrin.iin ! Eet met 1'm-ak, en groet Baas Krelis. Grieve. Ik wensch je't zelfde, Diewertje! Groet Louw-Baas. MCdrokt bjf «c aivc ttt wca. j. van ttiilüST: oj> de Rejulieu Br««ttuat, tc Anttci-«»*a*.  GRIETJE en DIE VE RT JE. 30 Juny 1785. n°. 26. Grietje, f^oeden Morgen, Diewertje! Hoe hebt gy 't met de GeVjr zondheid? Diewertje. Al redelyk, Grietje! Hebt gy 't 'er ook nog wel meê? Grietje. Naar genoegen, Vrindin! Wat is het mooi Weêr met den Oosten-Wind, die 'er waait! Diewertje. Niet waar? Mogt echter de Hemel het Aardryk zo gunftig zyn, dat hy het Regen gave, zulks zou allerverkwiklykst, alleraangenaamst en allervoordeeligst zyn voor een ieder; hoe zouden de Veldvruchten alsdan haare ipoedige volgroeijing krygen! Daar zy thans fchraal zyn in zich-zelven, en evenwel, de tyd daar zynde, van den grond moeten , om plaats voor laatere Gewasfen te maaken. Grietje. Het is wel zo, Diewertje! Maar wy hebben echter geen reden om juist te klaagen, dat wy het goede des Lands niet nog mogen genieten. —■ De Zomerraapen zyn 'er in menigte, groot van ftuk, en welfmaakend: Zy zyn ook maatig'in prys. — De Schelvruchten, gelyk het Peulgewas, zyn 'er al mede niet zeer fchaars, en, fchoon wel zo niet vollaadeh met Erwten als wel in menigte andere Jaaren, allerfmaaklykst en niet duur buiten gewoonte. Wel is waar dat de overige Schelgewasfen, wier binnenfte Vruchten, als tot de Graanen behoorende en voor Winterfpyze moetende ftrekken, Regen noodig hebben, zullen ze zwellen en vermeerderen; maar ook laaten we onze vreeze hierin niet te veel toegeeven; fchielyk kan men zyne hoop vervuld zien. De Hemel is nog niet, om zo te fpreeken, koper en het Aardryk yzer geworden. Wy hebben in onze Vaderlandfche ftreeken de milde Algoedheid nog voor haare zégeningen te danken. Men heeft my ook verzekerd^ dat het Koorn overal in de Nederlandfche Gewesten tot nog toe voldoet aan de verwachting der Akkerlieden, die den haast aanftaanden Oogst met blyde hoope op voordeel te gemoet zien. Diewertje. God geeve dat deeze wel moge uitvallen, en tot genoegen van den Landman en een ieder ftrekken: Want immers alles, wat de Mensch tot voedfel noodig heeft, moet uit de Aarde komen; de Koningen zelfs worden van het veld gediend. Maar is 'er geen Nieuws in de Dagbladen, Grietje! over 't welk wy zouden kunnen fpreeken? Grietje. Ik weet 'er u althans niet uit te vertellen. Maar hoe zal het te Utrecht met het beilisfchen der Burgerbezwaaren gaan? Zal men daar met toeftemming der Burgeren, een permanent, of fteeds aanblyvend Regentendom vastftellen, kvvanswys om de Stadhouderlyke Verkiezingen te beletten. — Men wil my zulks diets maaken; dan hoe kan dit doorgaan? Hoe ftrookt dit met 's Lands Conftitutie en met de vrye Volksrechten ? 't Is volftrekt waar dat dus doende de Burgerlyke Vryheid in Utrecht haar vermogen geheel kwyt was, en een dwingend Ariftokraten- N 3 dom  C 102 ) dom de magt in handen werd gegeeven, om juist willekeurig te hecten en gebieden wat zodanig eene faamverbondene en aan elkander vernipte Vergadering in den zin fchoot den Burger opteleggen. Verftandige Lie deri, die eenig vooruitzigt hadden op het bederrlyke van een duurzaam' Erfiyk Stadhouderfchap, hebben den overylden ftap daartoe door 's Lands Staaten gedaan, zelfs geacht onbehooriyk te zyn geweest, en de gevol gen 'er van zyn zo veele blyken van de fchadelykheid dier verfnildê yrymagt te roekeloos wechgegeeven, dat men reeds ziet en lan" gezien heeft, dat het onmaatige van het gezag eens Staatsdienaars de Republikeinfche Vryheid ten uiterfte fchadelyk is. — Dit.zo zynde, zal men dan thans om de willekeurige Beichikkingen eens Stadhouders te keer te gaan, een permanent gebiedend recht toeftaan aan Scedelyke Reeenten die uit en door de Burgeren behoorden verkiesbaar te zyn, als vanouds ?~ Ik kan niet gelooven, Vrindin ! dat zulks ooit zal plaats vinden Diewertje. Ai wech 'er meê! - Ik vind 'er wel iets van gemeld in de Nederl. Courant by Schuurman, van den 30 deezer; maar hoe zou men dit Ontwerp, indien 't 'er al ware, kunnen gronden ? Waar vond men ;er een enkel voorbeeld van in 't oorfpronglyke en ftandhebbende van s Lands Conftitutién, die alleen de Grondflag moeten zyn waaron haare wettige Herftelling moet berusten, 't Schynt echter waar te zvn dat de Vroedfchap van Ucrecht de Burgerftem in 't algemeen niet meer gehoor wil geeven, maar geheel van de hand wyzen, wyzende ieder Sunnli nt in 't byzonder naar den Ed. Achtb. Gerechte. Hoor wat ik 'er van lees in de Rotterd. Courant van heden. Utrecht den 28 Juny. Op den 13 deezer maand is alhier door een iet daarftttllctr önf het»*irjs en zal u-eens tfi' a'dnmerking' geeven het- volgende geval in Delft gebeurd. Luister* Grietje! Dus lees rk in de Leidfche Courant.van-gisteren den ij-deezer* 'Cbpilft' van'eetf-Brtef w Delft den 11 July... De zucht tot vervolging! wel verre- van uitgedoofd te zyn, begint op nieuw gewélddaadig te*ont* vlammen.' Dé vervolgde",",d'e TSélédigdé,' doch kloekmoedig ltandhoudende jLeden dés Délflch'cn Qenootfchaps, zo onbewimpeld in Jhèt'fpree* ken der befangrykllé waarheden, ten aanhooren van Regenten gd Burgers* zo cordaat .als.ftandvastig «r het handhaven hunner aangéfchondön Rechten, zyn te wel toegerust, te geducht om door hunne raazeude Vyanden gerechtiyk'bnderfdrukt te- worden. „In de-onzalige duisternis, loert,men op hunne onfchuld; uit het fchitteren der.Eergewaaden kent men de Laf hattigÊh) die dén vïyteh Vaderlander verraaderlyk aanvallen. De hand die hét'redenloos, het Isefchadigend werktuig beftiert, geeft zich dool onberaaderi 'dr^ft Van alien zyden bloot. De kwaadaartighëid kenmerkt haar,,hQos,caraeter openlyk, door, het bruU'chéndé fchuim dat yan haare beevende lippen afgudst. , Onze waat4ige..NVaderlander, onze cprdaate Voörftandqr'yan Burgerrechten en, Vryheid, onze nuttige Medeburger.Gèrarftus Verbeet, beyon'l zich eergisteren, avond,, . als. een ftik .Aanfohouwer, Jjy de. Schutterjyke Exercitie op den nieuwen Schutters-Doelen alhier.MMemand belédigeii£% werd hy Brutaal' eri'onbè-fchoft bejégend door den -Capiteirr-'Golohe^ Vaa Stads Sdhutterye,, dié'zich'wegens het Genoótfchap^ op efene hoonend* wyze uitliet, mét betrekking tot deszelfs'Epaufettds en Dragons, 'mtUx haar dé' couleur'van Stads Wapenen zyn ingericht;: Dé verftandige^aal van den bedaarden Burgér flopte" fchi?lyk den fcheldéndéit. mórld! ^'?I9è driftige Öflii?ierfinam,zy»: toevlugt tot-het oVertuigip^^midd^el yah;'MüMmedzytt.donderende tong. riep.de Invalides (alhjer ,in,Gu|rpifqeé".léggende, en aidi&j?-geposteerd zynde,. te> hulp 1 Dan deeze gryze.^Mgsknechcen, sdöofxtoor ouderdom, ofwederhouden door beprpefdeYMföland- 'eniBufge-rlièfcfe'i. hoorden>het onbezonnen beveh (fora ,djen ;pajiftaja#"drn PSêHöfbü'wtêliMe'rffJeïkiïig te tfryven )■ validen Capitein-Gploaeluie^, J»»e» ïy?t-ut(ï *n0'2"" y| — tMÏmh m<% m K-^dife .iwtftwj m-,0 — .vWsi3»w «oT ' t^w^M ,s«Wx i 4 «tos?»* «f Mmïfy  ( HO ) die zich daarop direct by den Capitein der Invalides vervoegde, welk bedaard en voorzichtig Heer , op eene raazende harangue, blootelyk de fchouders ophaalde, met medelyden den Sollicitant aanziende De onvertzaagde Burger, tegen welke deeze gewapende Grysaarts werden opgeéischt, keek op al dit getier neder als op den keffenden aanval van een tandeloos Schoothondje, van welkers keveltjes by geene dood lyke wonden te gemoet ziet. — De wysgeerige tegenftand, benevens de voorzichtige en menschlievende raad, die Verbeek zynen Belédiser gaf, dreef de drift van den Capitein-Colonel tot het uiterfte! — De woe dende Officier hief, met beide handen, de gezagvoerende Rottin» om hoog, en meende dezelve met zulk een geweld te doen vallen, dat de Vaderlander een doodlyk gevaar liep! ~ Dan! - eene menschlievende hand onderfchepte den vallenden Stok, en verhoedde aldus deonbezonne drift des Onder-Colonels. De gemoederen der Omftanders waren aan 't gisten, de meeste derzelver waren in de Wapenen, en de Partyen tegen over elkander • — De Voorzienigheid heeft ons merklyk bewaard! — En, het zy men deeze dolle drift aan een vlaag van innocentie al of niet toefehryve, de gevolgen hadden daarom niet nagelaaten allerdroevigst te weezen De nafleep van dit alles is dat de beledigde Vaderlander en Schutter Verbeek, zich ter plaats des Gerichts zal vervoegen, om volgens de ge ftrengheid, die- een belédiging van zo veel uitzigt vordert, zyn recht te doen gelden, hebbende hy reeds den Heere Hoofd-Officier van 'tgebeur de kennis gegeeven. Gy begrypt ligtelyk dat de Capitein-Colonel zyn Man aan den cordaaten Verbeek gevonden heeft; dat aller oogen op dit geval gevestigd zyn, en dat gy een openlyk en onbewimpeld verfiag, volgens de pryslyke gewoonte des Genootfchaps, van den uitflae deezer Zaak te wachten hebt. Ik ben enz. Grietje. Zo ziet men dat de woelingen van flegtdenkende Lieden, wanneer ze een aanzienlyker Post boven het Gemeen bekleeden aller^e vaarlykst voor het Gemeen zyn; het Gemeen hier voor het achtbaar Volkgenomen: Niet het uitfchot van 't Gemeen, waaraan zulke Roervinken hun vermogen hechten, om het tegen braave Burgeren opteruien, en Jan Rap en zyn Maat, om zo te fpreeken, aan hunne zyde te trekken, ca van hunne hand te doen vliegen. Geenszins, want onder het eigenlyk gezegde Gemeen, wil ik de geheele weldenkende Gemeente van Buree ren en Inwooneren verftaan hebben, zy zyn dan meer of min bemiddeld " ryk of arm. Want een aanzienlyk Ampt of Bediening, maakt den Mm niet deugdzaam; maar het zal hem, wanneer hy laag genoeg denkt Vr trotsch op doen zyn, en veel eêr bederven dan verbeteren Dik behoorde men wanneer men het Ontwerp der waare Republikeinfche Grondftellige Wetten mogt kunnen doen gelden, onder anderen ook in t oog te houden, dat men aan niemand Ampten gave, dan die ter be kleedinge derzelven niet alleen bekwaam waren; maar tevens onrecht van hart, getrouw aan Godsdienst en Vaderland, onbefprooken in han del en wandel, en van een' blykbaarea deugdzaarnen inborst. Die-  Cm y Diewertje. Waar vindt men zulke Lieden? Grietje. Ze zyn 'er: Hoe onvolmaakt ook alles is, moet men evenwel het naast volmaaktein achtneemen. Men plaatst by voorbeeld iemand in de Rechtbank, dien men weet dat over misdryven vonnisfen moet, van welken aart hy-zelf 'er begaan heeft, zal dat geen onwaardig Lid van zulk een Achtbaar Collegie zyn? En zou men voor zodanigen iemand geen beter Voorwerp kunnen vinden? — Ik oordeel ja! — Men ondervindt, wel is waar, het tegendeel, en wordt dikwils misleid in zyne keuze: Maar daar men echter te vooren weet, dat men iemand moet myden te verkiezen tot eene waardigheid, die hem niet voegt, kan men altoos 'er vóór zyn, om hem te weeren van de bediening eens Ampcs, welks waarde en gewigt zulk een Voorwerp niet toelaar. Diewertje. Het is wel zo, Grietje! Maar hoe zal men het te recht brengen ? Grietje. _ Door de Volksftem. Diewertje. Die wordt alomme tegengefprooken, gelyk men in byna alle Steden, daar zy zich heeft trachten te doen gelden, dedoorflaandfte blyken 'er van ziet, ea de uitwerkingen'er van ondervindt. — Neem Utrecht maar! — Verftaat men elkander niet, dan flaat men over tot uiterftens, welke men niet noodig had, indien men de waare Grondftelling eener wettige verkiezing van eenigen Regent of Amptenaar op den toets van 's Volks goedkeuring, zonder Ariftokratifche willekeurigheden, beproefd had. — De goedkeuring door het Volk behoorde de verkiezin^e vooraf te gaan; en niets is billyker en o veréénkomüiger met de aloude Rechten des Volks van Stad tot Stad door het geheel Gemeenebest, dan dat de Burgery van iedere Stad uit hunne Medeburgeren, de beste Regenten en Amptenaaren over zich-zelve verkieze. De weg hiertoe is zeer °-emaklyk te vinden. Men handele deswege op eene wyze die der geheele Natie en te gelyk der Regeeringe van de geheele Republiek eer aandoe. Men had niet noodig het Capitein-GeneraaU en Admiraalfchap, zelfs niet den Stadhouderlyken tytel, te vernietigen: Neen, verre van daar! Men had alleenlyk te zorgen, dat de Despotieke even zo zeer als de Ariftokratifche magt van de Volks-Majefteit af hanglyk bleeve. — Dit middel ware ligt te vinden; en welke oprechte Vaderlander hoopt niet, dat die de grondflag moge zyn, waarop de herftellinge zyaer Rechten, Wetten en Vryheden zullen en kunnen gebouwd worden. Grietje. Gy ipraakt van Utrecht. Ik heb iemand, onlangs van Utrecht gekomen, hooren zeggen in een Schuit, met welke ik van Ouderkerk tot aan Amfterdam voer, dat het 'erin die Stad niet te breed uitzag; dat 'er veelen van de Zelateurs flaauwmoedig wierden, en 'er nu geen andere weg op was, dan Mynheer den Stadhouder ten Mediateur te"verzoeken of dit nu waar is, weet ik niet. — Dan mogt het echter waar zyn, zo hebben zekerlyk de Utrechtfche Burgers hun geheel Ontwerp verkeerd behandeld; en dan is zelfs de zegepraal der Schryveren en Drukkeren van den Post van den Neder-Rhyn van geener waarde meer. Diewertje. ó Grietje ! Dat geloof ik nog niet. , Grietje. Ik ook niet. Maar laat ons Kottel yk zien wat de Heer Ondaatje te.  C "2 ) tegen des.zelfs dagvaardiging opwerpt, en zekerlyk met reden. Hiertoe zal liet beknopte Artikel uit de Hiftorifehe Courant van heden best dienen. Utrecht den 12 July. Gisteren is aan de Vroedfchap deezer Stad een zeer aanmerkelyk Request ingeleverd door den Heer P. P. J. Ondaatje, geadfifteerd met de verdere Geconftitueerdens van 1215 Burgers en Ingezétenen deezer Stad, mitsgaders de Gecommitteerden van de 8 Burger-Compagniën, waarby, na een uitvoerige voordragt van zaaken, betrckkelyk tot de bekende Actie van den Heer Hoofd-OfTkicr, R. O. tegen den voorn. P. P. J. Ondaatje, en daarop door het Gerecht jegens denzelven verleende Citatie in Perfoon, tegen 2 Augustus aanftaande, benevens een kort beteog, dat de daad in qusestie door hem Ondaatje niet voor zieh-zelve, maar uit na;itn en op last v,m het aanzienlyk aantal zyner Committenten is verricht, die dus gezamenlyk als Medegeconcerneerden in die geheele Zaak moeten worden aangemerkt; wordt aangetoond, dat negen van de negentien terug gekomene Regenten, thats mede eompofeerende het Gerecht deezer Stad, zich, als daadelyke P-irtyën in deeze Zaak, infruttueus hebben gemaakt, om by de geëntameerde Crimineele Procedures tegen voorn. Heer Ondaaije als Rechters geadmitteerd te kunnen worden, maar, behoudens derzelver Achtbaarheid, in deezen als Rechters gerecufeerd moeten worden j roet verzoek, dat in derzelver plaats, nevens den Heer Oud-Burgemeefter Berger, en de Heeren Scheepenen Boddens en van Westreenen, zo veele onpartydige en deskundige Perfoonen mogen worden aangefteld; en d.aar het onbetwistbaar is, dat het aandeden v-in Schepenen, het zy Jaarlyks, het zy by Surrogatie, of andere Plaatsvullingen, alleenlyk aan den Heer Stadhouder in der tyd, en aan niemand anders, competeert, zo wordt als het allergefcbikttte middel, om deeze Zaak naar billykheid en recht te behandelen, voorgefteld, dat 'er negen neutraaleen kundige Perfoonen door den Raad, ea even zo veele door de Supplianten benoemd worden, uit welke Nominatie van agttienen de Heer Stadhouder negen Perfoonen zoude Eligetren, om , in plaatfe van de voorn, negen gerecufeerde Heeren, tot de funftie van Scheepenen in deezen te worden gecommitteerd; tot welken voorflag de medewerking der Vroedfchap, en inftantie by den Heer Stadhouder verzocht wordt, zo dat inmiddels de Procedures worden gehouden in ftatu en furcheance. Dit Request in den Rnad geleezen zynde, hebben de negen voorn. Heeren Scheepenen, geduurende de Deliberatiën, buiten gtftaan; en is door de overige Leden van den Raad belloten, het Request te ftellen in handen van Heeren Burgemeefteren en Oud Burgemeefteren, met authorifatie, om daarop in te neemen het Advys van twee kundige Rechtsgeleerden, en voorts daarop te rapporteeren. Diewertje. Het zal my nieuw doen hoe deeze Zaak zal afloopen. Als-de verdwaalde Koe maar weêr ter ouder weide koomt, zal 't al wel zyn; doch ik gun haar eene betere. Maar dit daar gelaaten; weet je niet waar de Heeren Blanchard en Hunin&on met den Haagfchen Luchtbol gebleeven zyn? Grietje. Neen, Diewertje! Diewertje. Nu, dan Zal ik het je zeggen, dat hy den 12 deezer 's avonds omtrent 8 uuren uit den Tuin van 't Oude Hof opgegaan zynde, nog dien zelfden avond te Zevenhuizen, een Dorp tusfchen Rotterdam en Gouda, zachtjes en behouden mst de beide genoemde Perfoonen is neêrgedaald. Ook lees ik dat de Prins te Paard den Bol langs den Ryswykfchen Weg heeft nagerénd, en nageoogd, maar wel haast uit het gezigt had verlooren. Grieije. Wel nu , wy zullen dit den Bol van den Heer Romain, den Broeder des ongelukkig gefneuvelden in Frankryk, ook kunnen doen, wanneer hy van het Drilveld opgaat, dat, zo men by voorraad bepaald heeft, aanftaanden Donderdag te zullen gefchieden. — Wat 'er van worden wil zal de Tyd dan leeren. — Vaarwel, Diewertje! Eet met fmaak en groet Louweris. Diewertje. Ik bedank je. Vrindin ! Ik wensch je't zelfde. Groet Krelis. "caitukt bj de Eive de Wed. J. van EGMONT: op de Reguliers Bieêftraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 21 July 1785. N°. 29. Diewertje. /hoeden Morgen, Vrindin Grietje! Hoe is 't met den Kjr Welftand? Grietje. Al redelyk, Vrindin Diewertje! Wat Nieuws brengt gy meê? Diewertje. Niets, geheel niets: Of niets moest iets weezen. Grietje. Ja wel, de Nieten in de Lotery kunnen tegen verwisfeling van nieuwe Loten nog iets geeven. Diewertje. Ik fpreek van geen Lotery; daar waag ik niets meer in. Ik heb 'er wel een en andermaal meer dan iets in verlooren, en dat heeft my afgefchrikt, om liever te houden wat ik hebbe, dan door het ongunftig Lot het kwyt te raaken. Grietje. Gy hebt gelyk. Ik ben in het zelfde begrip, en evenwel ken ik Luiden, die 'er geduurig gelukkig in zyn. Diewertje. Dit komt misfehien by hunne Geboorteftér toe, die op het oogenblik dat zy gebooren wierden, een gunftigen invloed op de ondermaanfche Dingen, in derzelver geheelen Samenhang, en dus ook op den nieuwgebooren Mensch had. Grietje. Wel nu nog erger! — Men zegt als de Wyven oud worden, dat ze dan 't best bekwaam zyn om te kunnen liegen en bygeloovig te zyn , waarom de Apostel ook alie zulke bygeloovige Leugenên voorOudwyffche Fabelen uitmaakt, en eenig geloof 'er aan verbiedt. — Gy wordt ook al wat Oud, Diewertje, en overtreft my in Jaaren; maar ik hoop immers niet, dat gy daarom te dwaazer zult worden. Diewertje. Geenszins: Ik heb dit enkel gezegd, om dat 'er veele Menfchen aan gelooven. Evenwel moeten de Planeetcn toch eenige werking op den Mensch hebben. Grietje. Ja, even zo veel op den eenen als op den anderen, ten zy men de Maane, als eigenlyk de Trawante onzes Aardkloots, door haaren algemeenen invloed op denzelven, maar niet op het geluk of ongeluk van ieder in 't byzonder neemt; wel is waar dat zy ook op de Ligchaamen van een groot deel Menfchen werkt, gelyk men in fommige Waterzuchtigen gemaklyk kan opmerken, en dat zy door haare drukking op de Zee by den daaglykfehen omloop der Aarde om haaren eigen As> een beurtelingfche af- en oploop van 't Water, of Ebbe en Vloed veroorzaakt* is mede bekend genoeg. Maar dit betreft het lot der Menfchen wegens Voor- of cegenipoed niet, even weinig als het dat van Staats- of Regeeringszaaken doet, gelyk ook al zo gebeuzeld wordt. De Zon heeft ze* kerlyk invloed op alles, behalven op het geboortelot, of befluiten, of daaden der Menfchen. Men kent haare uitwerkingen, die algemeen zyn; en wat van de overige Planeeten, of van de vaste Sterren te zeggen valt, heeft niet de minfte betrekking op onzen geheelen Aardbol, veel min op deszelfs Bewooners, of derzelver verrichtingen, alsopdenLaadbouwof P het  T 3 ! 5ï f) ftfat&i T 31 1 W 3 IjÖ hét Hovenieren, of wat des meêr is. Alles heeft zynen eigen tyd. Tot vruchtbaarmaaking des Aardryks zyn Zon, Regen, Daauw, Dampen en Winden noodig, maar geene Planeeten, dan zo verre men de Zon voor een Planeet houdt. De Aarde kan te veel hitte hebben, en te weinig vogt, of daarentegen te veel vogt en te weinig warmte, en zo is hetmet den Regen, Daauw, Dampen en Winden ook; de uitwerkingen van deeze allen, te veel of te weinig, kunnen den Dampkring voor den Mensch ^ezond of ongezond maaken, dewyl een ieder weet, dat hy niet leeven kan zonder lucht in te ademen ; dus brengt een ongemaatigde lucht ziektens voort, daar een gemaatigde den Mensch gezond houdt, een ieder in de Luchtftreek onder welke hy huishoudt. Zo kan men ook des Winters te veel of te weinig Vorst, te veel of te weinig Sneeuw hebben. — Maar wat zegt gy van het tegenwoordige Weêr ? Diewertje. Dat het gezeegend is, Grietje! Hoe het er verder meê zyn zal, weet men niet. . Grietje. 'Er zyn echter veel Weêrvoorzeggers; en hoe zou men anders Almanakken kunnen maaken, als men die Voorzeggingskunst niet verftond? Diewertje. Men gist 'er flechts naar, Vrindin! Het is onmooglykeen vasten regel, van den eerften January tot den laatften December toe, 'er op te kunnen maaken : Een goede Barometer en Thermometer kunnen het wel een halveu, ja een geheelen dag, maar geen geheel Jaar agtereen te vooren aanwyzen; die Kunst verftaat nog niemand dan de Maakers der Almanakken; en waar zy die van daan haaien weeten wy immers, dewyl wy, gelyk ook onze Mannen, 'er alle Jaaren een in de Waereld ftooten. Men moet ten dien opzigte den gemeenen flenter van alle de andere Kalendriers volgen. — Men heeft wel gronden genoeg om 'er op te bouwen. Al wilden wy by voorbeeld voorzeggen wat Weêr het in het Jaar 1800 zyn zoude, zulks kunnen wy op die gronden zeer gemaklyk doeD. Maar men zal dan wel zo goed zyn van de Zon voor een Planeet te neemen, die in dat Jaar gefteld wordt de heerfchende te zyn. En dan zal het in January ontzaglyk koud zyn, doorgaans zal het fterk vriezen, op > 't einde dier maand zal het fneeuwen met fcherpe winden. Met February zal men dooi weêr en veel fneeuw krygen. Het losgeborften ys zal daarop veel fchade veroorzaaken : De geheele maand door zal het onftuimig weêr zyn. Maart zal in het begin veranderlyk weêr geeven , doch de lucht zal doorgaans fchraal zyn, en fommige dagen zeer koud; zelfs zal het van den 24 tot den 31 toe, nog alle nachten vriezen. Maar by die koude zal men dan over dag nog helderen zonnefchyn hebben. De drie eerfte dagen van April zullen ook nog guur zyn, maar dan krygt men warmte en goed weêr tot op den 8, wanneer het fterk regenen zal en windrig zyn. Met den 9 krygt men warme en fchoone dagen tot den 17; den 18 on- ■ ftuimig; den 19 onweêr; 20, 21, 22,23 buijig, 24, 25guur, 26fcherp > koud, doch droog; voorts tot den 30 toe droog, met een fchraale koude. Mey.... ~' . Griet- ■  C "5 D • Grietje. Schei maar uit. Al genoeg hiervan. Ik weet wel dat wy dus alle de Maanden van dat Jaar, zo we] als van andere Jaaren, van dag tot dag kunnen doorloopen. Maar als wy in deeze onze Samenfpraak een volledige Weêrvoorzegging van 't Jaar 1800 deeden, zou niemand in dat Jaar onze Almanakken willen koopen; en het is meer waarfchynlyk, dat wy het niet dan al beleeven zullen. Diewertje. Als wy dood zyn hebben we 'er geen verantwoording aan de dan levenden van te doen. Ik heb maar naar den regel der Almanakmaakery gefprooken. Wy moeten doch wat praaten. Grietje. Liever wat anders; fchoon men fomtyds onzen Leezeren ook meteen mengelmoesje kan dienen. Gy hebt gezegd dat gy niets Nieuws meêbrsgt, echter heb ik Nieuws in de Nieuwspapieren gevonden, dat waardig is verbreid te worden: naamlyk dat Joban Gryfzoe, de Koetlier van Mejuffr. de Wed. G. C. van der Meulen , nevens gyneMe^epligi\ge ^fobanna Corneiia van der Sandt, de Keukenmeid , den 16 deezer, te Leiden, volgens hun Vonnis, ftraffö naar verdiende ontvangen hebben, zynde de eerstgemelde openbaar met een Koord, waarvan het eene eind aan zynen hals en het andere aan de Galge was vastgemaakt met een Bord boven zyn hoofj, waarop ftond MEINEEDIGE FALSARIS, zeer ftrengelyk Gegeesfeld en Gebrandmerkt, met het gloeijend Zwaard, vervolgens voor den tyd van 30 Jaaren geconfineerd, et> wyders zyn leven lang geduurende gebannen uit Holland, Westfriesland, Zeelanden Utrecht; en is de laatfte openbaar Gegeesfeld, met een Bord boven haar hoofd , waarop ftond VALSCHE GETUIGE, alsmede voor den tyd van 9 Jaaren geconfineerd en voorden tyd van 18 Jaaren gebannen uit Holland, Westfriesland, Zeelanden Utrecht. Deeze Knaap, na den Rechter met eene voorbeeldelooze halftarrigheid eenen zeer geruimen tyd opgehouden te hebben, heeft vrywillig en uk eige beweeging infubftbntie beleden: „ Dat de voorn, zyne Meefteresfe, Weduwe van der Meulen hem nooit had aangezocht, om, of zelve, of door iemand anders, den Heere Prinfe van Orange van " kant te helpen, noch ook hem eenige belooning daarvoor had toegezegt; m3ar dat hy, door de gefprekken van zekere twee Bakkers, binnen deeze Stad, met naarne " Willem Devens en Frans van Duuren, aangemoedigd, zulk een voorwendfel alleen " verzonnen had, op hoop van eene belooning te zullen erlangen en om zyn Fortuin te ' " maaken, en dat hy zich dus door zyne voorgeevens had fehuldig gemaakt aan het " voortbrengen van eene onwaare en lasterlyke befchuldiging, welke hy, tot drie\\ maaien toe, met eenen plegtigen Eed had bevestigd." Zyne Medepligtige heeft mede erkend verfcheide Zaaken ten nadeele van gem. Jufvrouw valschlyk en tegen de waaiheid aan verklaard en met Eede bevestigd te hebben, en zulks op aanzoek en aandrang van den gen). J, Gryfzoe, die haar opgegeeven had wat zy verklaaren moest en haar daarvoor een beiouning had toegezegd. Diewertje. Zo zegepraalt de Onfchuld, en het knagend Geweeten van den Schuldigen openbiart toch eindelyk zyne eigen gruwelen. Maar die twee frikkers, door wier gefprekken hy gezegd heeft tot zyn gruwelyk befluit aangemoedigd te zyn, verdienden mede wel eene Kistyding, om anderen van zulke verderflyke Gefprekken aftefchrikken. Grietje. Men zal uit een volledig Verhaal van al het voorgevallene omtrent deeze Zaak, met al de Stukken daartoe betreklyk, (eerstdaags door den Boekverkooper Her ding te Leiden ulttegeeven,) volkomen verftendigd kunnen worden; en denklyk zien welk een grond die gefprekken al mede gehad hebben; althans de ftoffe van die gefprekken zou men vermoedelyk mogen oordeelen niet Patriottisch te zyn geweest. —. Het is waarlyk te beklangen dat 'er geen weibedachtheid in eene Zaak, da.ir her geheele welzyn des Volks en het Gemeenebest aan hangt, plaats vindt, en den Weidenkenden al veel partyzucht doet ontmoeten, die hem ook wel tot een drifiigen Voorftander, maar geenszins tot een Verraader van de goede Zaak kunnen maaken. Die-  r it« ) ' >'ï>te\vettie. Zo is 't, Vrindïn! — Malr die thans Recht en Waarheid met een befluitend hart* «onder oproerig te zyn, ten nutte van het geheele Volk, zo wel als zyner Medebuigeicn, duift ademen, zou men wel als een Schender der Wetten willen ftraffen j gelyk voorïl aan de haadelwrze der meerderheid van de Utrechtlche Wethouderfchap tegen den wakkeren Vaderland- Vryheiden Rechtlievenden Heer Ondaatje gebleeken is, en, wie weet hoe, mooglyk nog verder zal blyIjCn> . Maar hebt gy niet geleezen dat fraai twaalfregelig Dicht-Gebedje voor de behou¬ den Reize van Plins Willem den Fjfden, en Zyn Vorjlelyk. Huis, toen Hunne Hoogheden, den\a.detz.er by "Rotterdam de Maat overfiaken , om hunnen weg naar Breda te vervolgen, Zynde dit de ferjaariat, ■van 't tngelukkjg omkomen, van 'i Pritifen ürtottader Johan Willem frifo, in den Jaari 1711, by 't tvervaarea aan den Moerdyk.. Grietje. Een Dicht Gebedje op Willem den Vyfden! Neen ! Wat taal voert dan dc Bidder ? Diewertje. Luister, Vrouw! Deeze: De Zon klom, met Oranje ftralen Gehuld, deez' dag uit Zee. —■• O God', laat de Eng'Ien-wagt neerdaleni Reis zelfs met WILLEM meê ! Uw Vuur — en Wolk kolom bedekken Zyn Gemaalin, en Kroost; Blyt by Hun, waar zy heenen, trekken, Verkwik ze met Uw* troost ! Let op 't Gebed der ware Vromen ; Verhoor het tot Uwe Eer. Behoedt den Vorst! breng Hem, volkomem Gezondt, gezegend weer! Rotterdam den r4 July 17SJ. S-L-.'. r i , L M. V. D. Grietje. Aan de drie letteren, die het Ampt van den Bidder waarlcnyiilyk aanduiden , zou ik •vermoeden kunnen dat hy een Bedienaar dei Godlyke Waarheden zy , en dan is zekerlyk het bidden zyn pligi. ... . . , . . „ j- .2 i Diewertje. Evenwel met zulk een laage vleizucht met voor den Staatsdienaar en zyn Hutsgesin! — Wacht eens'. — Een Parodie, zo als ze is, op dit Gebedje, —• Luister, Vrindin! De- Zon, thans in den Leeuw aan 't itraalen, (*) Voert geen Oranje uit Zee. Een Hofttoet, daar geen Englen daalen, Reist flechts met Wukm meê ! Zal ook een Vuur- en Wolkzuil dekken Zyn Gemaalin, zyn Kroosr, Gaan zy dan door Wocstynen trekken, Tot hen een Canaan troost! Dit bidden toch geen waare Vroomen. Bedoelt hun Reis Gods Eer, Met die van 't Vaderland volkomen, Men zie hen rasch hier weêr. fv) Men weet dat de Zon in deeze Maand zich in het teken van den Leeuw bevindt. Grietje. Wel nu, dat is toepaslyk, Vrindin! Ik kan my nier begrypen, hoe 'er zulke veifoeilykc laage Vleiers van een Huis, dat door een vry Volk en in een vry Land zyn voornaam beftaan heeft, hun beftaan kunnen hebben. Diewertje. Dat is evenwel zo. Die llaarlche Zielen zyn gelyk aan dien Kamerdienaar van den Keizer Tiberius, die hem op zyn Lusthuis by Napeis met cen Watergieter vooruit liep, om den grond nat re maaken, op dat de Vorst geen ongemak van 't ftot nio^t lyden. Dit deed die Knaap op hoop dat hy zyn Vryheid, of een goede Vereering ten minfte, 'er door bekomen zoude. Maar 't was mis: want de Keizer, zyn ilaatichen Dienst verachtende, voerde hem te gemoet: Uw arbeid is vergeefs: daar 's niets te hoopen; De Vryheid pleeg ik dieider te verkoopen. Schoon echter Mynheer de Stadlioudsr de magt van geenen Tiberius bezit, ware het echter te weidchen, dat hy zyne Kiuipers met andere teepaslyke wooiden afzette, en zeide : Daar ik de Vryheid bemin, gedoog ik geene Slaaven i Wits dat hy dit zeggen ook met bekrachtigende daaden zelf bewees. - Dus al weêr van 't een en ander, evenwel genoeg gepraat, zal het tfd ayn dat ik myn Pettagie klaar maakc. Ik ga dan, Grietje! Vaarwel, eet fmaaklyk en groet ^Grietje. Ik wensch je insgelyks, Diewertje! Groet Louweris. ~~C*diukt bj de ïtve de Wed. J. vah EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfteidam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 28 July 1785. N°. 30. Grietje. Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin Diewertie S Hoe 1. is t met den Welftand? 3 ' Diewertje. Al frisch, Vrindin! Mag ik u in denzelfden to^ftand begroeten , het zal my aangenaam zyn ? wcisau» DeGrietje, ó Ja, Diewertje! [k bevind my gezond, en het ftrekt mr tot vergenoeging u mede wel te zien. — Malr wat Nieuws is'er ? 7 Diewertje Nieuws niet vee!, maar ftof genoeg, uit het oude voort vloeijende. Dan tyd en plaats vergunnen ons niet zo veel Tn onze Samen' fpraaken by te haaien, als wy anders wel zouden kunnen doen "5 noodfe ware. Wy moeten da. maar van fommige Zaaken iets zeien lïer■ vreemdst komt my voor het gene ik in verfcheide Nieuwspapieren Bevonden heb, wegens het vastgefteld Befluit der Vroedfchap Tn"dl Sud Utrecht, met betrekking tot de Regeeringsbeftelling dier Stad het benoemen en verbeten van Raaden enz., mitsgaders§e oprichtine en iï voering van een bevoegd Collegie van Gemagtigden uit S Burgïry Grietje. Waarin zoude dit befluit dan wei beftaan, DiewertiV V Diewertje. Hierin, dat de Vroedfchap by eene Publicatie kennis zoude geeven, aan de geheele Burgery, van het gene de Vroedfchan daarom trent, by voorraad, beraamden befloöten heeft, met Zainnt 2' een teder die eenige grondige bedenkingen tegens het bovengemelde R?«tonm mogt hebben, dezelve binnen den tyd van veertien dagen, na dato der Pull Zie verzegeld zal hebben op U geeven, met onderteekening van zynen naam, W ging van ouderdom, beroep en woonplaats; mitsgaders met waarfchouwlnle aan een iegelyk, dat, die geene nadere bedenkingelal komen op t?SS?Sfaï den zal worden, me het gecommuniceerde Reglement genoegen genomen u het ben, en hetzelve volkomen te approbeeren. Alsmede, 4at i» WSe7w hficatten of Procuratun van den een op den anderen zullen worden SangeSitn of gerefpecleerd, op dat (NB.) een iegelyk meerder vryheid en geleSeidl• vange, om zyne by&ondere gedachten aan de Vroedfchap voor te draairen Grietje. Dit gelylct eer naar fpotten met den Burger, dan naar v*^« landfche Ernsthaftigheid en Pligtbetrachting, om d?StbïeVolksftem gehoor te geeven, en de waarde der Rechten en PrivilegSÏdeStad ^ handhaaven, op de zo gegronde bezwaaren der klaagende Bureerv Diewertje. Daarom verzet zich deeze ook daartegen, en rekent zieb hierdoor te meer bezwaard; daar zy ten getalle van meer dan 1 roo waar van ten aanzien van 1215, eene volkomen erkenning plaats heeft', eenV opentlvke volmagt op 24 Perfoonen, als hunne Geconftitueerdens heeft gepasfeerd; ten aanzien van welke volmagt, de Vroedfchap. bv refol., tie van den 21 February deezes Jaars, heeft verklaard, de evengemelde' 24 Perfoonen, of die by hun gefurrogeerd mogten zyn „ tehoudmvtor »■, Geconftitueerden en Gratificeerden van 1215 Bürgtren en Ingezétenen iet- ^ 3 zer  ^MrStad In 't waintinteren van derzelver Burger-Privilcgiên en Rechten waar- " Onder déeze genoegzaam openbaare Spotterny met der Burgeren vyye en onveuvreemdbaare Rechten, loopt, zo my dunkt, niet weinig Arifto■kratifche Willekeurigheid, ja zelfs zou men deeze handelwyze onbillyk, en 2een Burger- Vertegenwoordigeren voegende, noemen kunnen. Want, 'in de eerlte plaats moet het Collegie in alle Burgeren te faamcn hunne wettige Aanftelleren erkennen , als voerende het Raads-Gezag uit hunner aller naam Ten tweeden heeft ieder Lid zyn Ampt met aanvaard dan onder Eede' van geheel het Volk, de Burgerye, Land en Stad gehouw en getrouw te zyn, derzei ver Rechten en Gerechtigheden te haudhaaven , voorteftaan en te.befchermen. Ten derden, en zulks vloeit voort uit hunnen Eed en Pligt, mogen zy geen onderfcheiding maaken om willekeurig enkele Perfoonen te hooren, en de geheele goede Gemeente, die doch haare bezwaaren alleen aan de door haar verkooren, gewettigde engemagtigde Stemvoerderen kan doen gelden, om dus als uit eenen mond te fpreeken- terwyl de Regent, Eeds- en Pligtshalve, gehouden is, de taal van «kezen aan te neemen als .de taal der Burgeren en Ingezétenen in 't algemeen, i— Laaten de Regenten, die elks bezwaaren in't byzonder/eifchen, eens bedachtzaam overweegen en inzien, om wien en door wien zv hunne Ampten bekleeden; dan zullen zy zelve ontwaar worden, dat zv hunne verheffiage, zonder onwettig te zyn, niet fehuldig zyn üan enkele Perfoonen uit de Burgery, maar aan het geheele Ligchaam der Bunïery alleen en volkomen: Of zoude een ieder der Magiftraats-Perfoonen wel durven wenfchen, dat een ieder der Burgeren in 't byzonder de aanftelling van dien of deezen Perfoon, of wettigde of af keurde, door elk zyne byzondere reden fchriftelyk daarvan te geeven. In Zwitferland "heb ik wel gehoord, vindt zulks plaats, met den enkelen naam van dea ' Perfoon tot wien men geneigd en die verkiesbaar zy, op een Briefje te fchryven, en in de Kerk in eene Maale of Bus te fteeken, wanneer by Collectie der Briefjes de meefte Stemmen op den begeerden Perfoon doorstaan. Zulks is wel niet kwaad; maar ik geloof niet dat de Utrechtfche Regenten deeze .Nieuwigheid gaarne zouden toeftemraen; want een opgedrongen Regeerings-Reglement, door eea Heerschzuchtigen icge■ voerd^ iiun zeiven mishaagende, zouden ze althans in hunne verkiezinge niet begeeren aftehangen van ieder Burger m 't byzonder. En waarom dan begeeren zy, op de alleronrechtvaardigfte wyze, dat ieder Burger in 't byzonder zyne bezwaaren zal opgeeven wegens de algemeene Zaak? Laaten zy de Les in acht neemen: ' - 't Geen gy niet wilt dat u gefchied', Doe dat ook aan een ander niet. Ondertusfchen zyn der Burgeren bemoeijingen alleeslyk en over een ieders hunner Stadgenooten belangen één en dezelyen. Men verzoekt aleemeen, en moet algemeen gehoord worden. Die fraaije vinding van een ieder op zieh-zelve zyne bezwaaren ïn te brengen* duit het Recht van  *g& eere geheele Stadgsmeente niet. Ging dn door in dit univerfeel geval, dan mogt men dTzflfde handelwyze iri Rechtzaken JÖrfBWByrS»^ bezigen, en dan moest iedere Rechtbank gedoogen, dat zo wel bèlcLu!digde als bcfchuldiger, zrne belangen fchriftelyk, zö hy 't verkoos, zou mogen inbrengen. Maar'hoe ongelukkig ware dan de Eenvoudige niet, die zich dikw':is uit minder vermógen, om zyne Zaak niet zo 1'chrander voor te draagen als een Schurk de zyne, om zyn Party in 't ongelyk en zich-zelve in 't gelyk te zien ftellen, 'er door benade-eld zou zien.— Wech dan ook met Voorlpraaken en Pleitbezorgers! Wech tlan met de geheele Rechtsgeleerdheid! Men heeft dan dezelve in 't geheel niet meer noodig. = u>oGrietje. Het kan 'er niet door, Vrindin! Ik vertrouw ook, dat die Publicatie, volgens dat ilngulier befluit, gelyk te Wyk te Duurftede, ook niet te Utrecht zal opgevolgd worden. Want, om recht uit te fpreeken, niemand van gezonde hersfenen kan ze anders dan volftrekt onwettig 1, 5bhè|Hls§s3 f>3 «djoïJisw-js aaioailtav 7fiüd iLuw» M ": "jtsj* ' =09idpiewertje. Ik weet u niets deswege tegen te fpreeken. Alle deteg«)nfpor-telingen, die.tegen de vrye Burgeren thans gefchieden, komen alleen - voort uit een Ariftokratique bron, die, Wil men'de vrye Volksftem doen i 'gelden, even zo wel en met nog meêr yver géftopt moet worden, danldie van eerst blykbaar hegonnen despotieke aanwendingen van Eenen. i— Maar zoudt gy wel gelooven, Grietje! dat de Ariftokraten zich vergist hebben, toen zy als de Aap hunne Maatregelen hadden genoomen örnhet i Volk voor de Kat te gebruiken, die de Karftengen voor hen uit het vuur zoude haaien, op dat zy hunne eigen poóten niet zouden branden? — Laat nu het Ariftokratifche het Despotifché betwisten , en laat den'vrlyen Burger zyne vrye Rechten vasthouden, dan zal de'onecnigheid der beide Partyen een vasten grond voor de derde onaf hanglyke geeven , öm hen het terrain voet voor voet te doen cedeeren ; en dus kan alles^ blyft de i Republikeinfche Party maar eendragtig, wel tot goeden ftand komen, gelyk Nhet behoort, Be Wapenen moeten 'er echter kracht aan geeVen, zonder dezelve ten onnutte te gebruiken. Zy'moeten dienen tot veirdédiging en ftandhouding dier edele gevoelens eri verrichtingen;, waairtoe de vrye Burger haar in de handen neemt, en wel rhoét kunnen bézigen, wanneer de nopd, het zy by in- het zy by uitheemfche voorvallen , .hem daartoe dringt, op eene rechtvaardige en geoorloofde wyze. Dan .geldt de meermaal aangehaalde Spreuk op de oude Amfterdamfche Schutters,: briefjess ;, .,- ' :'.',"v w{3s,lQOïafrB ^f^^J^^^'J9^? .. , • 't Geweeten vry: «}' Geen Dwinglandy; I Mmr Recht en Vryheid, Der Burgren Blyheid! »9 WVO «J9 ü^lh fj | gffi ^rfiM^g 1 If* J S „ , m , r, ' , Waarvoor tk waak. Grietje. Dit hebben de Vertegenwoordigers der Volks^Sóuvèreiniteit in de meefte Gewesten, yan ons veréénigd Vaderland ook aldus begree-  c 120 ) pen. Men heeft onder het Landvolk de onwilligcn te«*>n n„ . naffen, op verfcheide plaatfun, en fchoo,, forr En ff r 7 ?a*bevo,en wapening zien nomen , hebben zy wel vtiWtfcfrÏÏJlgSE? iSLS^M*e na^hand zyn opgjl Deezen aangaande,'lees ik het volgende"üit den HïJJinT"'"8 !"? rtrafFa tornen. ,. De feweezene B.nlluw, Scüo t e" SecreVarf p"l7*„ Sebooimeefter, Voorleezer, &e ófer plaats £.„ /yr^burg' p- Mejan, oe Hendrik Hogenboom, en dé Boer of Tu nman ,5tt™ Gerechtsdienaar aldaar, jan van der Marck, op hun verzoek geSlvkfa toSSSu?* °nd6r Wanfententieerd > kW* L Mejan is inhdbie! verklaard, om in deeze Prn»;™», „ • hem bekleede Posten waarteneemen • R™ u T « ' r*^/ le bev0ret1s *»* rondte, hem ontzegt, en voorts gecondemnSi„mJ?sze]fs D'rtriö 6 mylen in de Bout op gelyke wy* mh.bi.1* ffiïi^ rondte hem ontzegt, en gecondemneerd in Zw^Lï, van Rynsbarg 3 myi«m in de boom en van der Marck verweczén om God ™h. n ™fen Van Jü™ Hogergelyk door hen gedaan is, v'oons gVcondeSnee d M & » «4». die eenigen tyd op de Gevangen-Poort uezeten hPhh!»n !1 C dne ,a*«'genieldeDt Van Groningen heeft men dittZffi yn vervol^s ontfl;.t?en •behoeve van e'en der ^^^^^^^'^^^ ten '(gelyk men wel verwachtte,) is afgelorW 1^ H^B%?id"Ampte^ vr«c!»e'0°s Wien het Hof zich vervoegd had, hebben na J5--2n? der Provi™e. tot fideratiën van den Hove, Lh d»;,£S^£^iWJ?S,,Ben. Ad^S en Cop' goedgekeurd, wier Executie nu eeratdaaw E Dr0st lyk is het bygebragte der Heeren van den Hove in heXBlTdet aanmerk" „ hun voorkwam, dat gratie te verzoeken. iridir I Z! ^un Adv,s: „ da.t hel „ om dat het eene Zaak was, win"?™ hÏ,K '? """^ kon P'Mt' ^n, „ kon worden gecorfi.lereerd.» y HooËbeld met geheel buiten eigenbelang Gy ziet hieruit, dat ook de Groninger VoIksrpnrPfpnt-n»«« • • om net waare Vaderlandfche Recht te Joen celde«^""j6" D,etS^ke blyven roerigen, en hunne (Irafvonnisfen eedfinnen roidm''n de naamen der °P" verricht is, z,l zulks te onberwplykerkunnen wShÏÏ? " Wanneer de E^cune eerden Correspondent het juiste neriS:dTr^J^tT\', teWyl w* van ™™ ge. het overige moet ik ons onderhoudI wÏÏm^ S afwachleA v°or Vrindin Diewertje! Eet fmaakfyk en groe&'f 81 ^ ftaaken" VaaWel' Dtewer.je._lk zeg je dank? Vrinln Grietj^^wensch je't zelfde. Groet Krelis fels, Stoelen8, Schilde yèn en and r gS f^edTn d^f'Tr^ BUreaUI' rnaaken, ende Wormen in 't geheel te vfrdrvven ^ d *,anz,'S « vinding heeft, wordt federt eenige 1^ j^^0ok ongemMfl goed voor Spaanfche> Al.camfGhe en andere ^ Gedrukt by de Erve de Weduwe'jJco^J^t^ONT^ op de Reguhers Breérfraat, * AmüttdaiA. N  KRELIS en LOUW. N°. 3r. 2 Augustus 1785. Krelis. goeden Avond, Vrind Louweris! Is 't met den Welftand KJt nog m een goeden ftreek? vveutano Louw. ó Ja, Vrind Krelis! Hebt gy 't mede nog friscfa ? Krelis. Tot myn genoegen. Louw Wel dat is goed. Zo zyn wy beide nog gezond, en h^ni ons met lastig vallen, dat wy dan ook fpreeken. *czona' eö net zal Krelis. Daarom zyn wy byeen. Spreek maar, Louweris' Wat i« „» Onderwerp over 't welk gy meent te fpreeken? Zal heTover helrL Reglement van Utrecht «yn? Dat vindt men inw&teltffiïïïï' Courant van gisteren, voorafgegaan door de Publicftie der UtreJhrfe Regeering, al es betreklyk de Bezwaaren der BurgSvadieSud De Courant van dien dag is waardig bewaard te worden, gelyk doorSan,Sr Nieuwspapier eens ieders achting verdient. aoorgaans dat Louw. Ik zoude hierover wel gaarne met u willen fpreeken en d*»r byvoegen het Protest der Gecommitteerden uit de 8 ComSniën Rnr geren van Utrecht, in hartige Vaderlandfche en ongeve°nïSegvrve taal zo tegen de Publicatie als tegen het Concept-Reglemlat S n£ ftuk vindt men m de Nederl. Courant van heden di*hv <£h.™g J uitgegeeven. Men behoort deeze beide ftukken' vSfffi tï hS£r7°rdt over het een en ander te konnen oordeelent Zy zvn vó! sïmeT fpraak veel te uitgebreid. Wy moeten dan ove/iets anders fpreeken Krelis. Dat mogen wy doen. Wy hebben nog m^ llSl^u^ rpRe ^avatetiandsch PLA?' lmTU van NEERLANDS BUR S f. 7 • i aemSenomm door ¥ Genootfchap van Wapenhandfl c7 der it Zinfpreuk: totnutderschutterye, opgericht in Amftü' dam, en aan alle andere Genootfchappen in de VII Provmdën r^r n.t^ aangeboden. Dit Plan, na het NutTe en Nood^d^^ dels, ter beteugeling van allen onwettigen Dwan», het zv dnnr ten, het zy door Ariftokraaten bedoeld? te hebben Voorgemeld SSt eene uitnoodiging tot toetreeding in hetzelve, betreklyk's Lands Fa brie ken, van welker kwynende ftaat men in hetzelve eene waare fchetfe onr" moet. Zy is te eigenaartig, te nuttig om ze niet gedeeltelyk voor 't oo* onzer Leezeren te brengen. , t erwyl het dan die kwynende ftaatonze? Fa?nikCc{; 'J* °m ST r6 we]denk;?»de Opftellers te fpreeken, waardoï geheele Steden en Plaatfen in ons Vaderland, daarweleêr rykdomenovervloed huisvesteden, nu byna ontvolkt, Stads- en Lands-Inkomften meJkelyk verminderd, importante Geldfommen buiten 's Lands gevoed, vreemde Fabrieken op de Ruinen van de onzen gebouwt zyn, en wv hun hebben ryk gemaakt, om onszei ven te verdelgen; heeft eene zuivel zucht en liefde tot het Vaderland, Se dryfveerenvtn onLat. V zuck.  ( 122 ) -uchtize Vaderlander en, reeds federt eenige Jaaren meer dan ooit uitgeblonken wy beöogen de Patriottifche Oprichters en Opvolgers van den OEconomischen Tak, wiens onvermoeide vlyt enzorgenimmer verflaauwt om alles, wat tot herftel en aanmoediging derzelver kan in 't werk gefield worden, aantewenden. Hunne Prysvraagen, deswegens uitseeeeven, en de doorkneedde en welberedeneerde (*) Antwoorden 00 dezelve, hebben ons van tvd tot tyd meer en meer hierin verlicht, ons het gevaar, waarin het lieve vaderland zich bevindt, vollédig ontdektf en de middelen tot redres deswegen aan de hand gegeeven. Dan wat baaten alle de poogingen dier Braaven, zo Neer lands Volk met een■draziiglyk de handen in-één Jlaa, om hierin mede te werken, en het zich geen schande rekene, dat een Vaderlandfche Ziel in een vreemd Gewaad huisveste? Welaan dan, waarde medebroeders! zo honoraire. als werkende leden, die een eere ftellen tot nut der schdtterye mede te werken, en alles hebt toegebragt tot inftandbrengmg van ons Genootfchap, om op onzen eigenen Grond, in navolging van andere waare Vaderlandfche Genootfchappen, ons bekwaam te maaken. Geen oogenblik twvfelen wy, of dezelve zucht bezielt Ulieden, om mede te werken tot nut der maatschappte. Verhinden wy ons daneendragtiglyk hiertoe, voor ons en de onzen, dat voortaan onzen aankoop van Kleederen en andere benoodigdheden, vaderlandsch zy: ja, dat hetzelve in 't vervolg een Roofd-Articul in ons Reglement uitmaake. Laat ons alle vaderlandsche genootschappen, die al in eenige duizende Leden beftaan, (**) van dit ons voorneemen kennis geeven, en hiertoe uitnooddendie, bezield door hunne Vryheidlievende gevoelens, hunne grootfte&eer zullen ftellen, en zich verbinden, om ieder in den hunnen, met ons tot dit gewigtige oogmerk mede te werken." Louw. Hoe dikwils, hoe fterk is het nut deswege niet betoogd; hoe klaar en'duidelyk het noodige hiervan niet aangedrongen; hoe volftrekt de weg daartoe niet aangeweezen in zo veele Verhandelingen op voorgeftelde Prysvraagen ; maar niets heeft tot nog toe eene verbindende kracht gehad op de Gemoederen van de meeften onzer Landgenooten. Het ware È • dan (*) Zie 16de Deel, Verhandelingen van de Maatfchappy der Weeienfchappen te Haarlem, beantwoord door de Heeren van den Heuvel, Rogge en Zillezen. (**) Zonder de za^ik te vergrooten, durven wy vryelyk het getal der zo werkende als honoraire Leden der Vaderlandfche Genootfchappen iu de zeven Provinciën bepaalen, op 20,000 Leden. Nu eens gerekend, dat ieder van die, door één geflagen, jaarlyks maar benoodrgt is, en befteei ƒ 50, maakt eene fomme van 10,00,000 Guldens, die jaarlyks alleen aan Kleeding bedeed wordt; als men nu hierby neemt ós benoodigde uitgaaven, voor Vrouwen en Kinderen, en wat men meer benoodigd is, welk eene aanzienlyke fomme zal dit niet uitmaaken ?—. Aan wie, vraagen wy riu, ftaat het, die fomme in ons Land te houden, die door onze Medeburgers te laaien' verdienen, dan aan ons, als wy hiertoe de banden in-één flaan? Nog zouden wy kunnen vraagen, hoe veele duizenden wy daardoor een eerlyk befiaan zullen verxdiaffeB? Hoe merklyk 's Lands Inkomften daardoor zullen vermeerd worden ? enz. enz.  C 123 ) dan te wenfchen, dat de Heeren Beftierderen van den OEconomifchen Tak het ftandgrypen van het voorgeftelde in dit den Vaderlande zo nuttig Ontwerp , krachtdaadig hielpen onderfteunen, en, naar derzelver geëerbiedigde Kundigheden, 'er nog verdere behulpzaame middelen toe uitdachten en byvoegden. Krelis. Men vertrouwt zulks ook van die Vaderlandlievende Directeuren en andere Medeleden des Huishoudelyken Taks. Immers ziet nsen reeds blyken van goedkeuring, by aanneeming en verbindtenis ter opvolging van dit Plan, door het Delffche Genootfchap van Wapenhandel;, 't welk, na eene Acte van Plegtige Verbindtenis, ter verdédiging en handhaaving der rechtvaardige Zaak des Genootfchaps in 't gemeen , en vaa ieder der Leden in 't byzonder, in deeze hunne qualiteit, te hebben ondertekend, ook insgelyks gedaan heeft de volgende acte van plegtige verbindtenis, ten nutte van Neérlands Burgerftaat; aangeboden door het Genootfchap van Wapenhandel te Amsterdam, {onder de Zinfpreuk:) tot nut der schutterye. en aangenomen by het Schutterlyk Genootfchap van Wapenoefening te delft , (onder de Spreuk:) t0t herstel der delfsche schuttery, voor vryheid en vaderland. Wy Ondergetekenden, zo gewoone als buitengewoone Leden, van het Schutterlyk Genootfchap van Wapenoefening binnen Delft, onder de Spreuk : Tót Herftel der Delffche Schuttery, voor Vryheid en Vaderland, verbinden ons hiermede, op het allerplegtigst, een ieder voor zich-zelfs, vrywillig, dat voortaan onze aankoop van Kleederen en noodwendigheden, na de ondertekening deezes, zal beftaan, zo verre wy het bekomen kunnen, (onzes besten weetens,) alleen in Goederen binnen den kring van onze Republiek gefabriceerd, en binnen deeze Stad zo veel mooglyk te bekomen of gemaakt kunnende worden. — Voorts verbinden wy ons in 't byzonder, dat door ons geen Aardewerk van Buitenlandsch Fabriek zal worden aangekogt, maar alleen Inlandsch, of het geene uit de Coloniën van den Staat, in de Oost-Indien, alhier werd aangebragt, en by voortrekking boven het Republicainsch Aardewerk, inzonderheid dat, het geene alhier in Delft is gefabriceerd; en tot nakominge vaa deeze onze welmeeninge, bekrachtigen wy zulks plegtiglyk met onze handteekeninge. Actum in Delft den 31 July 1785. Louw. Braaf en volgens Pligt gehandeld! Dus behoorde een ieder te doen, en alle Buitenlandfche Stoffen zouden fchielykin vergetelheidzys: Onze Inlandfche Fabrieken zouden bloeijen als van ouds, en duizenden Ingezétenen; ja, de duizenden tot honderdmaal en nog meer vergroot:, zouden 'er een fteedsduurend beftaan door vinden. De Nederlandfche Werken zouden zelfs door andere Volken moeten gezocht worden, door Volken althans, wier Fabrieken af hangen, van de middelen, welke zy van niemand anders dan van ons bekomen kunnen, en waarvan zy Stoffen Q 2 COS.  f "4 } tot ICleederen maaken, die ze or.t zelven weder roerenden. Dus bieden wy hun, om zo te fpreeken, den ftrop als aan, op dat re 'er or.s de keel meê toeworgen. —— Dit kon verhinderd worden. —— Men kon by den Burger-Eed nog dit Toegen, dat een Gildebroeder, tot welk een Gild hy ook mogte behooren, geene andere ftoffen, dan van niet te Lande gewettigde Materiaa- Jen, vermogre te maaken of bereiden. Men kon een ieder, die Li»rei-Bedienden* houdt immers als eene Vaderlandfche Wet aankondigen, dat zy voor die Bedienden niet dan van in'(Vaderland gefabriceerde Stoffen tot Kledderen gebruikten 5 zo ook zou men de Regenten van alle Godshuizen daartoe verpligten kunnen : en zo zou alles, rot een enkel knoopje, kniebandje of lindjetoe V-iderlar.dsch kunnen zyn. —— Dit alles is zeer gemaWyk mogelyk. En waarom het niet gedaan} —I Onzen Hooge Vertegenwoordigeren , een reder in de Provincie hun Beftiering aanbevolen, een iede«n Srede-Magifhaat in hunne byzondere Steden, zoude het zeer wel voegen deswegen maatregelen te neemen, zo verre het, zonder den algemeenen haiidel te krenken, immer mogelyk ware om het Nur en Welzyn van het Vaderland cn deszelfs Inwooneren in 't algemeen dus op onwrikbaare gronden te vestigen. Krelis. Men zou, indien een ieder deeze nuttige Zaak ter harte trok, zekerlyk veel voordee' voor het Algemeen 'er in vinden. Gy fpraakr van Livrei-Bedienden , deezen den Livrei-Rok veiwisfelende, by het bekomen van cen Ampt of Bediening, zou men immers onder de mits van Binnen 's Lands gewerkte ftoffe tot Kleederen te draagen volftrekt kunneu doen belooven, als een ■deel van hunnen Amptspügt, zulks wel in aanmerking te neemen eH met de opvolging'er van te bevestigen. Ook zou men de Winkeliers, die bevonden mogten worden tegen dit Arrikel van hun Gild gehandeld te hebben, in boeren kunnen condemrteeren, naar min of meer gewigr van Zaaken. — Het ftaat met dit alles aan het Vo'k . om zyn eigen nut, en met hetzelve ook dat zyner Medeburgeren, Landgenooten en van het geheele Vaderland, te betrachten. —■ <$ Dat men toch eenmaal een wanfma.ik in dat vreemde mogt ktygen ! Louw. Het zou vooral den Jooden niet fmaaken, even weinig als de Marchands en Marehandes de Galanterie en des Modes. Hoe het daar dan mede gefteld ? —- Krelis. Dit zou alles almede wel tot het Vaderlandfche kunnen gewend worden. De Stoffen die Eugelfchen, Franfchen en Duitfchers gebruiken, kunnen ook hier bewerkt worden, en om zé te bekomen, die men niet mogt hebben, behoott weinjg moeite; ja men zou tet hunnent al wel te vreden zyn, indien zy maar tegen Hollandfche Ducaaten die Stoffen ruilen mogten, zonder het Voordeel van detzclvet bewerking 'er by te hebben. Louw. Gy weet, Vrind! dat ik wel denk. Ik kan u geen ongelyk geeren. Maar weet cv wat my verwonderd heefr? bJ Krelis. M*ogtyk dit: dat gy in alle Nederduitfche Couranten, behalven de Haagfche (inwelke toch nooit optechte Vaderlandfche zucht te zoeken of te vinden 15,; echter in de Amfterdamfche Courant fkchts het geringde uittrekfel niet van dit zo onpattydig en Vaderlandlievend Plan ee vonden hebt; daar anderszins de Schryver van die Courant nog al genegen fchynt om Proeram tna's van Genootfchappen, dat ook zeer wel is, te plaatfen; en dat niet alleen, maar fomtyds ondet de Nieuwsftoffen een breede uitweiding van uittegeeven Boeken maakt, daar deeze Annonces flechts tot de Advertisfementen behooren, van welke het bepaalde Geld voor derzelver plaatfin? moet betaald worden, gelyk het behoort: En immers is her onweêrfpreeklyk , dar die Schrvver zulke fteffen niet voor Nieuwstydingen kan doen doorgaan, en dit hy 'et volftrekt redenen voor moet hebben om ze te plaatfen als Artikelen onder den naam van eene geheele Star*" Een Schryver van Nieuwspapieren, vooiSl die onder bepaaling van inregrecrende Reeeerine«leden ftaat, moet dan naar eigen keuze niet werken , en nuttige Zaaken van de har.d wyzen. Louw. Ik kan my niet begrypen wat redenen die Schryver moge hebben, om dus te handelen Dan genoeg hiervan. Krelis. De Vaderlandfche Zaak blyve toch de Zaak van ieder braaf Vaderlander. ■ Vaarwel, Vrind Louweris! Goeden nacht ! Ik wensch je een zachte rust. Louw. Insgelyks, Vrind! Wel t'huis en de groetenis aan Grietje. By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkocht, het oprechte Hamburger Vliegen Water, 't welk de Vliegen binnen korten tyd doet Sterven. Gedrukt by de Erve ie Weduwe JA CO BUS van EGMONT^" op de Reguliers Breêftraat, te Amftrdam.  DIE VERT JE en_GR I È TJ E. 4 Augustus 1785. n". 31. Diewertje. oeden Morgen, Grietje.' Hebt gy 't frisch * ïletl% KjrM redeJyk' Diewertjei Hoe hebt gy het met de Ge- zondheid f ' Diewertje. 't Is 'er wel meè, Vrindin! Hebt ge iets Nieuws? ^Grietje. Meer dan wy kunnen verhandelen. Vooreerst heeft men hier tyding bekomen van eene derde Overwinning door den Commandant v™ der Staaten Oorlogs-Eskader in de Oost-lfdien , den d«??eÏÏSiïS J. P. van Braam, op de Riouweezen behaald, zynde het Eiland Mars en vervolgens geheel het Koningryk Riouw door de onzen overmeefterd ni een hevig Gevecht tegen de Vyanden, van welken veel Volksgefneuveld en de overigen op de vlugt geflagen zyn; zynde veele hunner Vaartuigen deerlyk ontredderd, en hebbende alle hunne Oorlogs-Ammunitie moeten aaten in de handen dei-Hollanders-, die 's Lands Vlag, byïïafced™gvan het end door den Maleitfchen Koning, terftond als een overwonnen Bezitting op deszelfs bodem planteden. me" Diewertje Dit is zekerlyk eene groote Tyding, die het Vaderhhc een nieuwen luifter toebrengt, en der OostJndffche MaatfchappyeeeSï germge voordeelen belooft. — Maar weêr iets anders nog. Gf hebt zekerlyk geleezen dat de Koning van Spanje Vrede met den Dei van Al giers geflooten ^heeft; dat de laatfte daarby veele voordeelen geniet " doch dat 'er de Bevelhebbers der Rooffchepen van die Barbaarfch! Natie zicrt niet al te wel over vergenoegd toonen-; zo dat men denkt dat zy hunne Kooi-zucht op de Schepen van andere Mogendheden en Handëlftedenmet we ke zy geene Traftaaten hebben, zullen uitoefenen. Gelukkig! dat Holland een Eskader onder den Ridder Kinsbergen in de Middelland! lche Lee heelt, dat dien Rooveren ontzag voor NeSrlands Zeebanier kan leeren. — Maar wat zegt gy van de ftaiïdhoudende Utrechtfche Burgeren, op den Eisch van hunne Rechten en Voorrechten? Zoudt gy twvfelen , Vrindin! dat zy het 'er niet door zouden haaien ? . Grietje. Neen! 'k ben verre van hieraan te twyfeleh, Diewertje! Maar alles deswege te uitgebreid zynde voor onze Samenfpraak, acht ik het gevoeglyicst, dat wy onzen Leezeren wyzen naar de Nederl. Courant. hchuurmanjche uitgaave, in welke men volleedig de geldige Eifchen der Burgeren kan vinden, en voldoening zien genieten. ■ Diewertje. Laat ons dan van wat anders fpreekën. ~ Laatefi wv dan toornen op het ftuk, waarvan myn Louweris, in een Uittrekfel uit den hem ter hand geftelden Brief van Groningen van den *2 deezer, me ! ding heeft gemaakt, wegens het eerfte gebruik der nieuwe Vaandels ^tJ1^ Exercitie-Genootfchap aldaar, onder de Zinforeuk: VO O ff ONZE DUURSTE PANDEN; doch waarby aCn gee"^ fchryvmg der Schilderftukken op dezelven is gegeeven. Dan 'het is my verzocht geworden deeze, nevens de uitlegging 'er van> In ónze'te- 9 geit-  genwootdige Samenfpraak te voegen;, waartoe de Groninger Courant van den 19, July aanleiding heeft gegeeven.; Gy hebt zekerlyk, uit onzer Mannen Samenfpraak, opgemerkt, Vrindin! dat'er twee Vaandels zyn. Het eene beteekent den verheven Luifter der Vryheid, dat dierbaar Palladium van Neêrlandsch veréénigd Gemeenebest, onder befcherming der Burger-Wapenoefening. — Het andere geeft zinnebeeldig te kennen, hoe dezelve van ouds befchermd en verdédigd is door dierbezwooren Burger-Trouw, die ten allen tyde, en vooral in het tegenwoordig Tydgewricht, by het herdenken aan de Dapperheid en Moed der Voorvaderen, welke noch goed noch bloed voor dat allerdierbaarfte Pand, deMajestueufe Vryheid,. gefpaard hebben, terwyl het Nageflacht deswege ten fterkften wordt aangenoopt hetroemryk glorifpoor, volgende de ftappen zo van hunne Voorvaderen als van bun tegenwoordig Nakroost, vervol, gens grootmoedig op te ftygen. —- Dat ik nu de befchryving der Beeldtenisfen op de Vaandels volge. Op het Eerfte ziet men verbeeld dien heuvel, den Hondsrug genaamd, waarop de Stad Groningen ligt.. Op deszelven uitfteekendst verhevenfte gedeelte is een voetzuil gefteld, waarop men in eene grootmoedige houding het Beeld der Vryheid, in een los en zwierend, doch prachtig gewaad uitmuntende, het hoofd ten Hemel ziet heften. Zy is gewapend naar gewoonte: In de rechterhand heeft zy den forsfen Speer, op welker fpits den ongetoomden Hoed-praalt: Aan haar voeten heeft zy het Wapenfchild, gelyk het der Stad is gefchonken door Keizerlyke Gif te van vroegeren tyd, zynde een zwarte dubbele Arend op een Goud Veld: (het oude Wapen der Stad was eertyds een groene Streep of Balk op een witten grend:) Boven haar vertoont zich een helder verlichte Hemel, uit welken haar door een afvliegenden Genius een Zwaard en Burgerkrans wordt toegereikt;, waarmede wordt aangeduid, dat derBurgerwapenöefening, ter befcherminge hunner dierbaare Vryheid, de heerlykfte gevold gen,. en onfchatbaarfte belooningen te wachten heeft van den Hemel. Voor haar op den grond ftaat een brandend Wierookvat uit welk geurige reukwolken opwaards golven, omringende het geheele Beeld der Vryheid, waarna zy zich, als een aangenaam dank-offer in een glorivollen Hemel verliezen.. Als penfoen- of beitelwerk ftelt zich op het voorfte deel van 't Voetftuk voor een Busfel of Bondel van faamgevoegde Bylen, om aan te duiden, dat deeze zo verhevene Vryheid op eene wettige Regeering rust, en beveiligd wordt door dezelve. — Ter eiker zyde van èe&Hondsrug ziet men een liggenden Riviergod, elk zyne Wateren uitgietende rondsom den heuvel, totdat zy famenvlieten; zy zyn metmorgenfterren en gepinde knodfen gewapend. — Op den voorgrond ligt Kanon, Schild , Speer en ander Krygsgertfedfchap. Het Tweede Vaandel pronkt met een Eikenboom-, beteekenende dien3 Waaronder onze Voorvaders, de vrye Friezen, van oudsbyéénkwamen en ten gemeenen beste hunne befluiten namen;.aan een tak dier Eike hangt het Zegel van die Upftalsbomifche Vergaderingen, beftaande in een geharnast Man onder eenen Eikenboom, houdende.indejrechtexhandeeaLans3 e»  ( I23" ) en in de flinker een opgeheven Zwaard over de fchonder hellende r*l n* der den Boom ftaat de Grwiii^r Afeqgd, voerende het Zinnebeeld der Vryheid. Zy reikt de Burgerkroon, (welke de Romeinen, uit eenen krans yan Eikenbladeren, om het hoofd vlogten van hem, die in dei ftryd het leven, eens Burgers behouden had,) eenen gewapenden Man •er belooninge toe. Deeze, een Burger, in eene Wapenrustinge van den ouden tyd, nadert haar blymoed.g , en biedt haar met de eenl hand den Olyftak der Vrede, als het gewenscht gevolg zyner Vaderlandlievend? Dapperheid, aan; terwyl hy m de andere hand den Ring der Eeuwi/heid! ten teeken van deszelfs geduurzaamheid, vasthoudt. ~ De Stads Maltd leunt tegen een zerken Tombe, op wier voorkant men de Belegering dfr Stad als afgebeiteld befchouwd, met de woorden Obf. Lib. zo veel ab van de Belegering bevryd Agter die Tombe ontdekt men eene oude Graf? naaide, met Wspenfchilden, als door den Tyd gefleeten, omhangenTteV aanduidinge, dat die opgerichte bewaarplaatfen van het koud gebeenteem de asfche oazer Voorvaderen ons een prikkel ter erinnering behooren tezyn, om de. door hun op ons overgebragte Vryheid, mede ongefchonden aan ons Nakroost over te leveren. Waarom men ook aan de andere zyde deezer E«r- en Gedenktékens het aankomend Geflachte, de gevolgen van die liefde voor haardfteden en altaaren, gerust en onbekommerd ziet genieten;, zulks afgebeeld zynde door eene jeugdige Maagd, bekoorlyk en bly van voorkomen, in eene hedeadaagfche Kleeding/zittende met de Wet op haaren fchoot, en hebbende nevens zich een Manlvk Wichtje, dat vrolyk bézig is met de Wapenrusting te fpeelen Oo den voorgrond ligt een verzameling van Krygswerktuigen, ten deezen tvde m gebruik zynde. ■> Ik heb deeze ftoffe (fchoon niet in alles woordelykgevolgd ) uit het gemelde Groninger Dagpapier overgenomen. Wanneer, of onze Mannen, of wy, m een van beider Samenfpraaken ook wegens de Afvuuring var! 't vrye Groninger Wapen-Genootfchap, gelyk ook'vaa een of ander aanmerklyk voorval, door onzen Vriend in ftaat gefteld worden, zal zulks * onder andere ftofte, niet verzuimd worden onzen Leezeren mede tedee len; het altoos ons tot een hartelyk genoegen ftrekkende der goede Vaderlandfche Zaak, naar vermogen, iets toetebrengen. Grietje. Maar daar zich de waare Liefdezucht voor Vrvheid en Vader land zo luifterryk by het Groninger Wapen-Genootfchap in 't licht ftelt, Q;2 kan C) „ Deeze Vergaderingen wierden voor eenige. Eeuwen by jlurich in Oostfriesland, op een open Veld, onder drie groote oude Eikenboomen gehouden: mennoemde dezelve Upjïalbomifcbt, waarfchynlyk om dat men onder dezelve het Opftef vormde van het te neemen befluit, terwyl de Afgevaardigden der vrye Friezen rondsom dien, als geheiligden, plek Tenten opfloegen, en verder beraadllaagden en balloten tot het beste der gemeene welvaart, waarby altoos de aanwending en het grootfie Beto»g was, dat gelden moest. 'Er zyn geene fpoo'ren voor handen dat men. na het fiar ujv aldaar ten dien einde verder fimengekomen is: Dan in SeDtember-van het [aar iióVis dezelve alhier (te Groningen) gehouden, wanneer men dé aloude. Verbonden tér verdédiging der Vrygevochten Vryheid, .hernieuwd heeft." ' Volgens Ubk» Em'mius  ( 134 ) kan het niet dan welvoeglyk zyn, dit aanzienlyk Corps met eenige Dichtregels te vereeren, die wel eenvouwdig, doch niettemin wetaeenend zyn. Mogelyk zal het eenen bekwaameren Geest en-kundiger Penne niet ontbrooken hebben om het reeds met meer vermogen en kunst te doen. Dan echter, zie hier eenige weinige rymregelen op deeze Vrye Gewapende Groningers en hunne Vaandelen. N ooit van der Oudren Deugd ontaard, Volgt Gruno's moedig Kroost, iinds Eeuwen zyn verloopen, Der Vaadren voorbeeld na, bedaard, Om den Nakomeling naar 't Wapenperk te noopen; , Daar't Vryheid, Wet en Recht betracht; In deez' bedurven Eeuw 't Bederf van zich durfc weeren, Om 't woest Geweld en wettelooze Magt, Van binnen even als van buiten aftekeeren. '^V ' • V 'i'!/^. ■ ' Gy gordde Her de Wapens aan.; r Gy bondt hef.blinkend ftaal op zyde, en nam.gewceren In handen, om ten ftryd te gaan, Zo»'t mogt noodzaaklyk zyn den trotfehen Dwang te keeren. Gy ziet (doch ééns van grond en krachtj De Vryheid pronken in tweevouwdige Banieren, ' Waarin haar vuur uw Land- en Stedemagt Op haar Belaageren verheugd deed zegevieren. Welaan dan, wakkre, vye Lièn, •f* Afftammende van 't Kroost der onbevreesde Friezen., Daar O ld enne el u mag gebiên! '1 Gaat voort in Moed en Deugd, nooit zult gy 't Pand verliezen, Het dierbaar, het onfehatbaar Pand Der Onafhauglykheid, dat Heerschzucht tracht te floopen, - Door een van ouds verderfelyke Hand, - Die zwicht! — Gods zegenkroontuw Trouw en Recht. — Blyft hoopen. Myn 'Vaderlandfche zucht, Vrindin! als uit den boezem van een vrvt gebooren Vrouw voortgevloeid, is niet anders dan deeze myne een vouw. dige taal, waarmede ik wenfche dat onze Groninger Vryheidminnaarcn mogen voldaan zyn. J ! ; Diewertje. Zy zullen het zyn, gelyk ik wel durf vertrouwen. Het 'Patriotfche hart kan niet anders clan de.Liefde voor't Vaderland goedkeuze^ —. Tot weerziens, Grietje! Vaarwel, eet fmaaklyk en groet Krelis. Grietje. Insgelyks Gezondheid en goeden Eetlust, Diewertje! Groet Louweris- «edinkt by tettitMt Wed. J.'y* EGMONT; op de Reguliers Bieêflraat, te Amftetdam,  GRIETJE en DIEWERTJE. ii Augustus 1785. N°. 32. Grietje. /""■< oeden Morgen, Diewertje! Hoe vaart ge? — Wat zit \jr gy daar te kladden ? Diewertje. Ha! Goeden Morgen, Vrindin Grietje! Zyt gy daar * Dat's goed. Neem plaats. Ik ben nog wel. Grietje. Gy moet wat luider fpreeken, of ik kan u niet hooren. Diewertje. Wat fchort 'er dan aan je gehoor? Grietje. 'Er is op myn linkeroor een Zinking gevallen, en die heeft my zo doof als een Kwakkel gemaakt. Diewertje. Dan zal ik aan uw rechterzy' gaan zitten: Maar ik moet zo hard fchreeuwen, en dat verveelt my. — Hoort gy 't wel? Grietje. Ja, dat kan ik nog wel hooren. — Myn doofheid begint ook al een weinigje over te gaan. Maar wat fchryft ge? Diewertje. Een weinigje geduld! — Lees terwyl de Nieuwspapieren eens, behalven het geen ik voor my heb. Grietje. Goed! Maar ik vind 'er niets, om zo te fpreeken, dan Kluwens in, die men niet dan door wakkere en redelyke gedraagingen, zo binnen's als buiten's Lands, tot Eer der Republiek en Repnblikainen zal kunnen ontwinden. — Wat zegt gy toch van die nieuwe Rotterdamfche Oranjevreugd weer? Diewertje. Gy kunt het zelve kortelyk leezen in de Vaderl. Courant van gisteren den 10 deezer. Of, luister; ik zal 't u wel voorleezen. Uittreklel uit een Brief van Rotterdam den 8 Augustus. „ Bydendoortogt van den Prins Stadhouder (Saturdag avond ten 8 uuren) alhier, zyn eenige duizend Menfchen op de been geweest, en heeft het gemeenfte foort zich wederom met tieren en fchreeuwen, ook met zich in Oranje uit te monfteren, vry brutaal gedraagen. Een myner goede Vrienden ie by die gelegenheid in levensgevaar geweest, en met moeite uit den drang der grimmige menigte gered. Het gemeene Volkje heeft als klisfen aan de Koets van hunnen teörgeliefden Prins gehangen; zelfs zaten 'er, als Aapen, boven op de Koets. Ik ben enz. Een groote menigte van verbyfterde Slegthoofden, hebben zich weêc allerflegtst gedraagen, en getoond, dat zy de Eer des Vaderlands ea zelfs hunne eigen, (zo zy nog maar eenigzins deelachtig waren der Eere van een Vry Mensch) opofferen durven, en zulks met de grootfte vreugd aan een misdaadig Gefchreeuw, verboden Tekendragt, en uitzinnigeweêrfpanmgheid, tegen de Eer van 't Vaderland, om een verdord Kransje te vlechten voor die geen, welk verpligt is het Gemeenebest pnder deszelfs Volksvertegenwoordigeren te dienen, te geheorzaamen, en naar derzelver wettige bevelen, uit de Rechten des Volks voortgevloeid, te Q 3 haa-  (126) handelen. — Moet ge u niet ergeren, Grietje! Wanneer gy wederom uit de flegtkleppende Ojevaars-Krant van laatstleden Woensdag het volgende leest, of hoort leezen? Luister eens. Wat fraai Gedichtje!!! . Dankzegging aan God, en Avondgroet aan Prins willem dei* vyfden, tctn Zyne Doorluchtige Hoogheid, van zyne gedaane Reize, behouden over de Maas te Rptcerdam was aangekomen: om zynen weg naar de Oranje.Zaal te vervolgen, by den Avond van den 6den dezer, , Triumph! God wou myn Beê verhooren s- 'k Heb' blyde dankkens ftof, Help my! ö Heilige Eng'len Chooren, In 't zingen van zyn Lof. Hy bragt myn lieve ORANJE weder, 'k Mogt Hem in welftand zien! Nu zal zyn Gaade, en Krooft Hem teeder Haaft kusfchend' welkom, biên Myn dank! ó God, zy Uw geheiligt, Gy trok met WILLEM meê! Uwe Eng'len wagt heeft Hem beveiligt, Zyn weêrkomft was in vreê! Hy reisde op Uw vrygeleide, Uw voorzorg baande 't padt; Dat dan Uw oog niet van Hem fcheide, Nu Hy myn Vaderftadt Verlaat; daar de Chriftalle ftroomea Der Maas, de muuren Kult; Hier is de blydfchap niet te toornen. ORANJE blyft de Lult; De Hemel dreunt! 'k voel de Aarde beven, 't Gejuich dringt tot Gods Troon, 't Was, welkom PRINS! God rek' het Lévèn ^ Van FRIZO's Grooten Zoon! 'k Zeg Amen op dien wensch; ze is kragtig Want 't is der Volk'ren ftem, God hoor ze, en fteeds da?r aan gedagti? Vervullen Hy ze aan Hem! ° Myn VORST, vaar wel! 'k zie de Avond .daalsn „ De Zon ontzinkt niyn oog; De Starren rei begint te pralen, Aan 's Hemels blaauwen, boog; Vaar wel! en treè behouden binne' De fchoone ORANJE ZAALj Duar  X 127 ) Daar wacht Uw Krooft, en Gemaalinne Uw op het Avondmaal: Ruft veilig op des Hemels zorgen, Ontwaakt verheugt van Geeft! Vier' op den blyden dag van morgen, Het Heug'lvk JAARDAGS FEESTVan Uw VORSTIN, *t Zieraad der Vrouwen, Die wyze DEBORA! » God zy Haar toevlucht en vertrouwen, Zyn Gun ft koom' Haar te ftaa! Wy zullen 't biddend' met Uw vieren En in een volgend' Jaar: Misfehien Haar Kruin ook zingend Heren • Zoo God ons Leven fpaar. ' Rotterdam den 6 van Oogjlmaand 1785. ^* ^' Maar, zie daar, Vrindin! op dit armhartig, doch ereerlvk Antin» tnottcisch, en Godehooneud Dichtftukje, al weêr eenPodie tS den Maaker yan hetzelve. raroaie, tegen Zal, laage Ziel! God u verhooren? Verkies geen andre ftof, Dan die de-Vaderlandfche Chooren,- Opzingen tot z^n lof. Gedoógc Hy dat ge oranje weder Met flaafsch gezigt moogt zien, Ge ontëert dien God door al het teder, * Dat ge aan een Mensch durfc biên, Waardoor ge uw Pligt, uw Eed ontheiligt, En Wet en Vryheid meê. Of acht ge U voor Gods wraak beveiligd 9 ö Huichlaar! wacht gy vreê? Neen, Mammonsdienaar! 't Vrygeleide Der Baatzucht baande u 't pad, .Opdat uw oog van haar niet fcheide, Als Roervink van uw Stad; Maar dat de Maas, by 't helder ftroomen, Haar ryken Muur nog kuscht, Gefchiedt om 't wreevle woên te toomen. Van den ORANjE-Lust, Die Aarde en Hemel wl doen beeven la zelfs Gods Gloritoon, O.n voor een prins in dwang te Ieeven, En niet als Vryheids-Zoon. Dat  ( i4« ) Dat God alleen dea wensch bekrachtig' Der Vaderlandren S>em, En Recht en Eendragt zy gedachtig, Als eigen Kroost van Hem. Dan zal 't Verderf ten Afgrond daalen. Ontzinkende ieders oog; Dan zal de Vryheid heerlyk praaien, Aan 's Lands verlichten boog; Dan treedt de Moed by Trouw weêr binnen, In 's Volksvermogens Zaal, En mint geen andre Gemaalinnen, By Dag- of Avondmaal. Dan rust men veilig op Gods zorgen, Vervrolykt in den Geest I Dan ryst de glorieufe morgen Van Neêrlands Zégenfeest. è Lieve vryheid! Eer der Vrouwen, Voor welke een Debora Een Barak mogt uw Heil betrouwen, Dat Isrel kwam te ftaê, God doe ons uw Herftelling vieren, Uw Dankfeest, jaar op jaar, Opdat we uw kruin met lauren lieren, Zo lang Gods Gunst ons fpaar'. Grietje. Dat is aller Braaven wensch , Vrindin! — Maar hebt gy gisteren den zo lang beloofden Luchtbol niet zien opgaan? Diewertje. Hy is immers niet opgegaan; en het gene ik 'er van gehoord hebbe, ftrekt geenszins ter eere des Toeftellers van, en voorgeweade Reiziger met deazeiven. —• Het Gemeen veroordeelt zyne Handelwyze, en houdt die Frere Romain of voor een laffen Bloodaart, of voor een Baatzuchtigen , of voor een waanwyzen Gek. — Laaten we het laatfte het liefst gelooven, tot dat wy ziea voor welke van deeze drie gecaraclerifeerde Schepfels hy naar waarheid beftempeld mag worden. Grietje. Nu ja! Men krygt van alles de beste berichten door den Tyd. Vaarwel, Vrindin! Eet fmaaklyk en groet Louweris. Diewertje. Insgelyks, Grietje! Groet Krelis. By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkocht, de oprechte en onverbe» • terlyke Koorts-Pleisters, die door hunne nutte uitwerkingen tegenwoordig zeer; beroemd zyn, 20 wel voor Bejaarden als Kinderen. De Prys is 8 Stuivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe JA CO BUS vaw EGMONT:^ op de Reguliere Breêftraat, ae Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE, i ' I * . i—■——t— | ; 1.8 Augustus 1785. N°. 33. , Diewertje. 'THot uwent, op myn beurt, Grietje! Hoe hebt gy 't X met uw Doof heid ? Grietje. Ze is nog niet geheel over; maar evenwel veel geminderd. Anders ben ik gezond. Hoe hebt gy.het met den welftand, Diewertje? Diewertje. Vry wel, Vrindin! Is 'er iets van belang in de Nieuwspapieren? Ik heb ze niet alle geleezen. Dan, de Zaaken van Utrecht ftaan, volgens de meeste berichten van daar, zeer netelig. Grietje. Dat doen ze. Wie had ooit kunnen ^denken, dat de rechtvaardige Volksbezwaaren by de Meerderheid der Stichtfche Regenten, die naar Pligt en Eed niet willekeurig tegen het Volk mogen handelen, een zo gewelddryvenden tegenftand zouden ontmoet hebben; daar die Regenten maatregelen beftaan te neemen, die alle bedaarde aanwendingen des Volks, ter herftelling van "deszelfs Natuurlyke en Burgerlyke Rechten , voor de borst ftooten, dm het braave Volk, als ware het een menigte van oproerige Muiters, door Krygsvolk tot een Slaaffche Onderwerping te dwingen, zonder zich tegen de onwettige handelwyze eener dwangzuchtige Overheid verder te zouden mogen verzetten; zich een eigendunklyke Magt aanmaarigende, die tegen de Grondgefteldheid der Republikainfche Wetten rechtftreeks aanloopt; dat gemaklyk te bewyzen is; maar in het beftck onzer Samenfpraak onmogelyk te betoogea zou vallen. Diewertjöi 'Het is zo, Grietje! Maar welke grondoorzaak wendtmea toch nu voor, die tot deeze gewelddaadige Befluiten van een deelde* Stichtfche Regenten zoude hebben aanleiding gegeeven? Grietje. De onwettige handelwyze der onvolkomen en zich mètopaet verwydërd hebbende Regenten uit Amersfoort, om de Burgeren dier Stad geen gehoor te willen verleenen, is het ontwerp geweest, dat zekerlyk met een overlegd-Befluit genomen is, om de achtbaare Volksftem krachteloos te maaken, of, hoe 't ook gaan mogte, geheel te ontzenuwen. Men kan dit uit den loop der zaake opmaaken. — „ Maandag den 8, (zo luidt een Brief uit Amersfoort van den 14 Aug. en geplaatst in de Leidfche Courant van den 17) kwam de Burgery, ingevolge eene door de Regeering gedaane oproeping , omtrent het Vendumeefterfchap en het Ratelgeid, en wel een aanzienlyk aantal van dezelve, by een^ By deeze gelegenheid wierd voorgefteld en gerefolveerd, om, terwyl als nu de Ratad vergaderd was, uit hun midden vyf Leden tecommitteeren, om van den Raad als nu te verzoeken, de Qualiteit van Geconftitueerdens,te erkennen , en met dezelve in Onderhandeling te treeden over de opgegeeven en ingeleverde Bezwaaren. Deeze Commisfie vervoegde zich ten dien einde by de vérgaderde Raad, doch kreeg tea an-twoord: Dat R dt  ( 130 ) de Raad by derzelver voorige Refolutïèn bleef perfifteeren ; zo als dit antwoord hetzelfde bleef, niettegenftaan.de de tot vyf'maalen toe herhaalde inftantiën van de Gecommitteerdens, op verzoek van de Burgery; — de Raad fcheidde vervolgens, — en wat moeite men zich ook gaf, de Burgemeefteren wilden tot geene Extraordinaire Vroedfchaps-Vergadering verftaan begeevende de meefte Leden, die eene zogenaamde Meerderheid uitmaaken , zich in alleryl de Stad uit. ■— De Burgery bleef intusfehen met de voorbeeldigfte bedaardheid en langmoedighetd.voor het Raadhuis vergaderd, en toen men dien dag tot geene afdoening van Zaaken oordeelde te konnen komen, ging.in alle ftilte en geregelde ordre uit den anderen, elk naar zyn Huis. — Den volgenden dag vergaderde men weder in nog'veel grooter en aanzienlyker aantal, als den voorigen dag, waarop men het verzoek tot extraordinaire Vroedichaps-Vergadering wederom deed herhaaien; doch zulks wierd .door den Prefident-Burgemeefter,- den zo befaamden W. Methorst, weder geweigerd; waarop Gecommitteerdens zich toen vervoegden by de overige Leden van den Raad na rang, en eindelyk by den waardigen Vroedfchap J. Craanenkwamen, die, volgens Eed cn Pligt, der Burgeren begeerte getrouwelyk opvolgde, en de Vroedfchap tegen 's namiddags ten half 5 uuren liet convoceerea, wanneer 'er negen braave Heeren verlcheenen zyn, die der Schutters, Burgers en Ingezétenen billyk verzoek gehoord hebbende, daarop wei en wettig hebben genomen eene Refolutie, die zy aan Gecommitteerdens ter hand ftelden;. en waarby de benoemde Gecommitteerden en Geconftitueerden van een aantal van 625 Burgeren en Ingezétenen dier Stad erkend worden in hunne hoedanigheid, zonder herhaaling van dit volkomen Raadsbefluit. Waarop door de vergaderde menigte den Gecommitteerden en Geconftitueerden verzocht werd, om.verder met allen yver het wjelzyn der Burgery te bevorderen, haare Rechten en Voorrechten voor te ftaan en tegen alle gewelddaadige belédigingen voldoening te zien erlangen. Ondertusfchen verneemt men thans, dat de Hoofd-Officier deezer Stad, nevens de meerderheid van de Raaden, gisteren ochtend, den Raadderzelve Stad extraordinair hebben doen vergaderen, en aldaar befloöten: Alle gewoone en extra Vergaderingen van den Raad, zonder eenige tydsbepaalingen, op te fchorten, en voorts de Refolutie van den Raad tot erkenning van GECONSTITUEERDEN en GECOMMITTEERDEN vin de. Burgery, den 9 deezer in een Vergadering, ten verzoeke van de Burgery, genomen, als onwettig buiten effeEt teJtellen, en in ts trekken, en voorts te reJplveeren, by Misfive aan Heeren Gedeputeerde Staaten te Imploreeren, derzelver Adfiftentie en fterke Hand tegens de Burgery , op gronden van oproerige bewegingen. Welke Misfive gisteren tegen den avond, naar Utrecht, door een Deurwaarder van Amersfoort, js ovexgebragt, wanneer 'er aanftonds ordre wierd gegeeven om de Vergadering, van Heeren Gedeputeerden tegen half 8 uuren te doen beleggen, doch welke Vergadering vruchteloos moest, fcheiden, vermits de beide regeerende Burgemeefteren deezer Stad iSweezig.waren; ,dan3 ten .9 ,uuren reverteerde de .Heer Burgemeefter van  ( UI ) *dn Musfihtxirttk ui- 's Hage, wanneer een oogenblik daarop de Vergadering van Heeren Gedeputeerden tegens half io utfren wietd gelast, met dit gevolg, dat 'er ordre wferd gegeeven om de Catharyne Poort open te houden: toen om half n uuren de Staten-Bode Heiman «2w 's Haee i« geëxpedieerd, met eene .Misfive aan den Stadhouder, zomen zegt, om de Meetderneid der Re genten van Aniers.ooit, door toezending van Militie, tegens een braave Buieery de fterke Hand te bieden. Wat hiervan het gevolg zal zyn , moet de Tyd leeren. "«•"» Tot dus verte het Artikel uit Amersfoort. Uit eea ander onder Utrecht van den is deezer (in de Nederl. Courant by Schuurman geplaatst) biykt, dat de zogenaamde Extraordinaire Verpadermg van Heeren Gedeputeerde Staaten dier Provincie, niet alleen onvolledig is faamgefteld %r weest, maat dat deszelfs genomen befluit tegen de Cónftitutie van 't Gemeenebest volftrekt ftrv dig is. Alles ts voot ons te breedvoerig om te verhandelen. Hoor echter by vetkartine welk een braaf gedrag de Geconftitueerden en Gecommitteerden det Stad Utrecht gehouden hebben or, den ontvangst der zekere tyding yan t verleende Patent by Zyne Hoogh. cm Militie uit Nvmè°ea te trekken, ter voldoening aan het verzochte door de onvolledige en onwettige buitennewoone Staatsvergadering der Provincie van Utrecht, om der Burgeiye van Amersfoort, als 't ware tat gehoorzaame onderwerping te dwingen. ' Diewertie. Dat denk ik met vermaak- te zullen hooien. Wat heeft de onbezweeken Burger» Van Utrecht dan deswege verricht? »uismj Grietje. Zy heeft door haare genoemde Woordhouders een Adres doen inleveren aan Bursemee. fteren en Vroedfchap dei Stad, voomaamlyk inhoudende: „ Dat de Ondergefchreevenen de ftar, van die weimge Heeren, welke zich gequalificeerd hebben te compofeeien het Collegie van Heeren Gedeputeerden deezer Provincie niet anders kunnen befchouwen dan eene allerfchïoomelvkfte e» tevens geweldige daad, welke zo veel influentie op het Ligchaam deezei Burgery heeft gemaakt dat de Burgery deezer Stad geen oogenblik heeft gehanteerd te befluiten, dat zy verpligt is lecours te moeren neemen tot haare beeedigde verpligting, inhoudende om ook alle binnenlandsch geweld af te keeren, en zich dus door de voorfchreeven maatregelen verpligt vind aan U Ed Groot Achtb. ts motten voorftellen „ dat het U EJ. Groot Achtb. gelieven zal, zittens deeze V-rzade „ ring, te verftaan, dat alk de Toonen deezer Stad oogenbiikkelyk zullen bezet en beivaard wot„ den door een bekwaam aantal Butgers, by dag en by nacht, en dat daartoe a.m den Colonel „ Cap'teinen en Officieren van de Buiger-Schurtery deezer Stad de noodige orders zul'en worden „..uitgevaardigd; en dar immediaat aan de geheele Burger-Schuttery een dubbeld getal fcheipe Pa „ tioonen zullen worden uitgcgeeven; en dat de Burgemeeftei va.» Mmfehenbraek zal hebben te „ verklaa.-enen op te geeven, wie die Heeren zyn geweest, welke op naam van Gedeputeerden het „ bovengemelde verzoek hebben gedaan en afgevaardigd; en vooits, dat aan Heeren Burgemee„ fteren ten fterkften zal worden geinjungeerd, om niet alleen nu, maai zo lang het pofnt d-r „ Bezwaaren niet zal zyn afgedaan , eenig confent te draagen in een veizoek tot Militie of tot „ Attaché op.Patenten tooi Militie, naai deeze Piovincie gedispicieeid, ondei wat vooiwenden „ ook; maai, zulks gedaan woidende, daaivan immediaat opening en communicatie aan U Ed „ Groot Achtb. te doen, en in alle gevallen wel zorge te draagen, dat, hoe het ook moge ko„ men, 'er geene gewapende Militie de Viyheid of het Tenitoii deezei Stad nadeie; als de Bui „ gery by deezen openlyk verklaard, hetzelve (onverhoopt gebeurende; te zullen houden voor een „ tentamen van geweld niet alleen, maar van een opzetteiyk vyandelyk voorneemen tegen deezer „ Stads-Burgery, eu in dezelve ook van de geheele Piovincie, hei welk zy, ingevolge van haare „ beeedigde verpligting, gehouden zouden zyn met geweld en ten koste van haai Goed en Bloed „ af te keeren; ook onveimindeit haar lecht, tegen den geenen die mogt ondeiftaan daartoe „ in wat qualiteit ook, confent gediaagen of verioek gedaan te hebben, die zy inspelvks ver^ „ Maaien te zullen houden voor Vyanden van deezen Burgetftaat, om tegens dezelven ais zoda„ nig na bevind van Zaaken, met verbeuttverklaaring van Leven, of ontzetting van Anipren en „ Bedieningen, als anderszins, te zullen Procedeeren. Verzoekende hierop U £d. Groot Achtb „ piompte dispofilie." ' 't Welk doende, enz. ' i Dit ingeleverd zynde, heeft de Vroedfchap daarop aan het billyk verzoek dei Burgery op het genoegelykst voldaan ; luidende derzelver Refolutie aldus: De Vioedfchap declareert ten cenemaal onbewust te zyn geweest van de extraordinaire Vergadering van Heeren Gedeputeerden, op Saturdag avond den 13 deezer gehouden, veel meet van' htt geen op gemelde Vergadering is gerefolveerd; betuigd ook met zeei veel leedweezen te hebben veinomen de viees, die daardoor by de Burgery, met relatie tot-deeze Stad , is ontflaan. deel 1reeit wydeis, tot wechneeming van dezelve, op 't plegtigfte de minfte intentie niet gehad te hebben, of nog te hebben, om, hangende de Delibeiatiën ovei de ingeleveide poincienvan Bezwaar eenig Guainizoen binnen deeze Stad of deizelvei Viyheid in te neemen. Dat de Vroedfchap vootts Heeren Burgemeefteren op het ernftigst veizocht en gelast heeft, vooitaan geen conlent te diasgen in Uet yeileCHeB van eeBige Attaché» op Patenten tot het GiMinizoea houdenvan eenige Militie a.3 tu^  ( m) binnen de Stad of Provincie,-zonder alvoorens door de Vroedfchap te zyn geauthorifeerd. Dat de Vroedfchap bovendien zal ordonneeren , dat de Poorten by provifie na n uuren des avonds wosden eeliooten , zo dat het aan niemand zal gepermiieerd zyn daat uit of in te gaan; geevende de Vroedfchap de Burgetye in conlideratie, of dezelve piovifioneel in deeze Declaiatoire en genomen Precautiën niet zoude kunnen berusten en van.haar verzoek afzien, als daardoor buiten ftaat S-fteld wordende hun Beroep naar behooren waar te neemen , en het nadeel dat daaruit zou refulteeren te pratvenieeren; dan byaldien de vrees der Burgery onverhoopt mogt blyven continueeren ea de bezettin» dei Poorten volftrekt noodig oordeelen, zo laat de. Vroedfchap-het aan de 13uieery over om",.met kennis en overleg van den Ktygsiaad , zodanige Wachten by de Stads-roorten te ftellen als zy tot fecuriteit en ten minften bezwaar van de Schutïeiy zal oordeelen te behooren Waarvan met den eerften cen Extraft, zo wel als van het verdere getefolveerde, aan Geconftitueerden en Gecommitteerden ftaat uitgeleverd te worden.. En verder den Gedeputeerden bevolen nog heden middag extraordinair de Gedeputeerde-ns te befchryven ten einde aan Stadswege te protefteeren tegen dit gedaane verzoek van Militie en het verleenen van Attaché op het Patent, en daarheenen te dirigeeren, dat zo ljsoedig mogeljk een Courier na de Grenzen wierde gezonden, om het intrekken in de Provincie nog vooi te koomeo , dan de Meerderheid van Gedeputeerdens g.eperfitteert hebbende, is zulks enkel by het protefteeren gebleeven terwyl het nu verder zal te bezien ftaan, of 'er tegen zodanige verregaande demarches leen redres zal te verkrygen zyn , hetwelk naar des kundigen oordeel daarin te recht moet gezocht worden om eenpaariglyk op de meest efficacieufte wyze aan te heuden, dat die Troepen, zo wettig weder ten fpoedigften uittrekken, als zy onwettig zullen intrekken, waarop de Burgeryen, In- en Opgezétenen deezer Provincie niet te fpoedig kunnen bedacht zyn, en waatomtrenr deizslver hoogstbillyk verzoek, niet kan, niet mag afgellagen worden, »il men zich niet aan eene ppenlyke vyandfcbap tegen het btaave Volk fehuldig maaken, en deszelfs veidienftelyke verontwaardiging en billyke wiaak op zich laaden. . . :■ Diewcrtie. Wanneer en Magiftraat eu Burgery de Vaderlandiche Zaak eenmoedig betrachten, moet alle geweld daartegen zyne ingebeelden flandbaaren grond veiliezen, en dan zal de geheele Vaderlandfche Volks-Zaak zegepraalen, ook zelfs op de verkeerde Handelwyze der Raadslieden van een misleiden Stadhouder, dien zulke Raadslieden Parenten durven afvorderen, als zo veele Zwaarden, om den waaren Vaderlander en met hem de.Vryheid den ftrot te doorfnyden. ó God ! wat ftraffe is Neerland niet bereid door alle de onrechtvaardige woelingen dei Verdervende Hand 1 Maar kunt gy allesbcftierend Opperweezen'. —— Kunt gy onrechtvaardig zyn> iu beef op deeze vtaag ! • ö Neen'. —• Gy, ó Eeuwige Zon der Gerechrig- held, zult eindelyk de venaadeilyke Ongerechtigheid, het fch>nheilig Bediog, den moordzieken Dwang, en gewclddryvenden Hoogmoed, in hunne ondcraariifctie N acht! pel on.ken den Oprechten - van hatte ontdekken, en eindelyk uw wraake op dien heKchen Stoet doen nederfnellen ; op dat ze het Etfdeel dei Getrouwen in den Lande niet. als hunnen Roof verlcheuren ! Bewaar dit dierbaat Erfdeel de waaie Viyheid, waarmede het U behaagd heeft onzen braaven Voorvaderen; dit van niemand dan van U oniffhanglyk Volk.; dit Land, in aller Natiën oogen, en in zyn weezenlyk beftaan, door Uw aanbidlyk Vermogen greot gemaakt! Ja om het tc ftellen tot een Wonderland! —— Bewaar, befcherm het tegen de vernielinge van Uit- en Inlieemfchen Dwang ! Laat het de waare Vryheid behouden; en roep tegen allen, die deszelfs val betrachten, uit: Eine Vryheid ten z.waarde, ter pestilentie, ten honger, enter bcroeringc aller Kjnlngrykfn der ^ia*de.'" —» w'at zal ik meet zegen, Vrindin? Myn hart is vol van weedom, by de overdenkingen van zo veele verderflyke °aanllagen der Ondermyneren van 's Lands en 's Volks Gercchrigheden, die, verkracht, dooi Werkers dei Ongerechtigheid, om wraake fchreeuwen tot God, die hunnen Reddei zy uit alle tampen en onheilen, waarmede men gedreigd wordt, zo wel van buiten als van b;nnen, ■ Haast zal echtei, zo.men niet met flappe armen en tr.aage kniën werkt, het heuglykst Licht eener volkomen veilosfing opdaagen; de lieflyke Eendiagt zr.l weder tot ons Volk en Vadeiland nederdaalen, en een ieder, het gerust, vry. en bly genot mogen fmaaken van veilig te woonen onder zynen Wynftok en Vygenboom. , , Grietje. Alle opiechte Vadeilandeis mogen, al werkende en biddende hoopen, dat het zo ZyDiew°rtje. Dat elk, by zyn opftaan en.nederliggen, en by alle mogelyke gelegenheden zulks doe, en indedaad betrachte, dan zal men ongetwyfdd welhaast eene glorivolle herftelling dei goede Zaak bejuichen kunnen, cn den Lof 'ei van met onberispelyke vreugde aan het Opperweezen toewyden. Ik hojp, intusfehen, in onze eerstaanftaaude Byeenkoomst ftoffe te hebben van de gronden daartoe geleed te zien. —— Vaarwel, Vrindin Grietje! Eet fmaaklyk, e« groet Krelis. Grietje. Ik zeg je dank, Vrindin! Ik wensch je 't zelfde. Groet Louweris. 'jGedrnkt by de Eive de Wed. J. van EGMONT: op d* Reguliers Bieëftraat, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. 35 Augustus 1785. N°. 34. Gri*je. QpgnVgfö, V«4« Diewer[je! Is .£ «, „ £ Diewertie. Ik- hpn top! Ur;nJm 1 tj„„ j. . , »Sletf V -A'f CeQ ZW3ar ftudee>-ende Paatoraale Meditateur in dePasfie week, dat ls te zeggen, gezond van Ligchaam, maar bekomt hart, en niet minder van begrip, om de8 goede Zaak voor Te?ftelen zo het wel voegde. — Een ieders Gemoedsïngeevingen daar edS Dit Jaar ziet zich door den Planeet^ regeeren.8 Ze? da't dl oude Heidenen ongelyk hebben, om dat zy dien Troefelaa- en VriVnS adoreerden. Het toont zich blykbaar dat hy de Schepfe enbeziek die zynen invloed eeren. A Mars! fort! zo fchreeuwt ee/véldhee? om heVolk, dat hy de eer heeft te gebieden, naar zyn ingebeelden"vvand re doen optrekken. — Maar, om weder tot den Planeet tetoroen met den 20 Maart m het aapftaande Jaar zal dezelve ophouden feTieeren en dan zal de al verkwikkende Lente-Zon hem vaarwel wenfchen 'Er zal geen Almanach-Maaker in de Waereld zyn, ofhyJtlIk^efta"^ neSSdlg Apreetvan^^d^61 W" ^ ~ * & Amersfoortfchen Burgeren .yn^d» haï g^fmee Sf^oVrSdik■ £ onwe tig, als de Staatsleden en hun befluit daartoe zeiven zyn , lelv? ook dat van 't onachtzaam, doch met vermaak toeftaan1 en geevei! vïï ongeoorloofde open Patenten by den Stadhouder ten allerfpSedSen ' De ongewettigde ftap var. een onvolkomen Vergadering va? GedenurèpT den uit de Provincie van Utrecht, en het onwettig uitdeelen van fe Fï" •C h °r lnbTï-Vë TJ^gsvolk ?« Amersfoort door den Staaïsdienafr is het fchendigfte en fchreeuwendfte wanbedryf, dat immer Zr» ' ten of Stadhouders in ons Vaderland gepleegds en m?i Zf r^"' diensts- Piigcs- en Vryheidshalve, onfaSês wat in h-tJLhTr' dS' best een Mensch kan dierbaar zyn', ^^dSi^ïi^ïg woelingen der Hecrschzucht, het zy ze Èigendunklyke ReLntei het ur^lif 3dter Stadhouder bezielt". Dan Llks begr S 'men S^Sif6 verlichte Burger, koomt het zo helder voof als de Zon op den Middag 't Is daarom dat men reeds in veele Steden deeVer Provincie, gelyk ook in eenige Steden van andere Provinciën Sdifid R 3 faRe.  • C 134 ) Reauest, te Dordrecht ontworpen, ter teekening vindt liggen voor een ieder, die het met het lieve Vaderland wel meent. — Het is van dee- ^Geeven^net fchuldigen eerbied te kennen de Ondergeteekenden, alle Burgers en Inwooners deezer Stad,, dat zy met ontroeringe, fchrik, en niet minder verontwaardiging gezien hebben de geweldige Refolutie, om Militie v-in deezen Staat te doen a-mrukken tegens Amersfoort, wier braave Burgery, wel verre van zich aan eenig Oproer fehuldig te maaken, in tegendeel enkel en alleen bézigwas, om haare onvervreemdbare Rechten op eene wettige wyze te reciameeren, waartoe zy door hunnen Souverein zelve uitgelokt en opgeroepen w;.s Dat deeze aandoeningen by de Ondergeteekenden nog zeer veel toeneemen, nu zy ontwaar worden dat een gedeelte dier Troupen (taan op repartitie deezer Provincie. Dn"het gebruik maaken van Militairen tegen Burgers, in eeo tyd als tegenwoordig-, waarin de Republiek zo zeer verdeeld is, weinig anders kan befchouwd worden dan ■ls een daad van geweld, door welke de eene Party boven de andere tracht te triumfeeren en dus de aangevallen Party gewettigd wordt, om van die middelen tot tegenfi nd gebruik te maaken, die de Voorzienigheid aan elk Schepfel tot Zelfverdediging gefchonken hetft; 't welk niets dan de fchroomlyklte gevolgen, nieu minder dan een Burger-Oorlog , kan ten gevolge hebben. Dat de Ondergeteekenden bovendien, hun gemoed en geweeten bezwaard vinden., het hunne ontebretigen en dus mede te contribueeren tot het onderhoud van Troupen, die sebruifet worden tot onderdrukking hunner braave Land-en Bondgenooten, welke zich onlédis houden hunne Voorvaderlyke Vryheden en Voorrechten op eene wettige wyze uit de'vergeeteïheid op te delven, en van hun, die dezelve onreehtmaatig mogten bezitten, terug te vorderen. Daar de Grondwet van deezen Staat, de Unie van Utrecht, van bun vordert, een ieeehke Provincie en de particuliere Steden, Leden en Ingezétenen van dien, 'met alle behoorlyke en mog.elyke middelen, ja met Lyf en Goed Cis 't nood) te helpen befchermen, jegens allen en een iegelyk, wie en hoedanig die zoude mosen weezen die eenige daadelyke inbreuke zoude willen doen op bun luider fpeciaale en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemtiën, Rechten, Statuten, loffelyke en welherbragte Cojlumen , ÜJantiën en alle anderen baar luider ^rii^M\Üe^'^rn de Supplianten zich keeren tot U Ed. Groot-Achtb., met zo veel eerbied 'als'ernst verzoekende, zonder tydverlies, zodanige befluiten te neemen om ter Provinciaale Staats-Vergadering het daarheen te helpen dirigeeren, dat ten allerfüoedi^fte de Troupen, thans in Amersfoort zynde binnengerukt, of die derwaards nog \f\ aaotogt mogten zyn, voor zo veel zy ter repartitie ftaan deezer Provincie, worden 16 Tem8Tweeden, dat Hun Ed. Gr. Mog. gelieven zodanige voorzorgen te neemenr waardoor wordt voorgekomen dat verder geene Troupen, ter hunner repartitie, of tot d^'der Generaliteit ftaande, noch ook gten Hulptroupen van deezen Staat, gebruikt wor'en tegen eenige Provincie, Steden, Burgeryen of Leden van dien. En Ten derden, dat'Hoogstdezelve in deeze critique Tydsomftandigheid zodanige nadere Seoailingen omtrent de Patenten gelieven ta maaken, waardoor dezelve Troupen, niet d a op uitdruklyk bevel van Hun Ed. Gr. Mog. onzen wettigen Souverein, tot binaenltnafehe Expeditsèn worden geëmploieerd. Het welk doetlde &c; Zie da-r Diewertje! wat een ieder te doen ftaat' Dat onze Stadgenooten (die bet gebrek'hebben van doorgaans wal langzaam, toe te treeden in het behartigen van  ( f35 ) de Vaderlandfche Zaak, maar fpoedig tot die Van Zelf belang) dan algemeënlyk befefTen* dewyl het hunne byzondere belangen wel deeglyk betreft, dat zy vry hunne Pcrfoonlyke en Hjislyke Delingen moeten bevorderen door van dezelven alle verhindering te weeren- Dat zy toch den kwaaden dag niet verre ftellen. Het is beter bet gevaar voor te komen, dan het te ondervinden. Men teekene dan dit b.mdig Adres aan onze Amfterdamfche Regesten. Een ieder Burger, een ieder Inwooner, indien hy Recht* één druppel Vaderlandlievend bloed door zyr.e Aderen voelt tintelen, of het welzyn iler Siad zyner inwooninge en van zich zeiven en de zyr.en betracht, behoort geen oogenblik te verzuimen om 'er met een vryheidminnend hart zynen Naam onder te fchryven. Het ligi ter Teekening in de Herberg de Karfenboum, in de Kalverjiraat, en het zou als eene beëedigde verpligting mogen aangemerkt worden, dat men 'er ook het zelfde gebruik van maakte op alle Hoofdwachten der waakende Schutteren in An> fterdam , - op de verbindende kracht der voorteekening van Golonellen en zo hooge ais mindere: Officieren van iedere Wyk der Stad. Ondertusfchen fielt de braave Amfterdamfche Burger cn Inwooner zyn bil lyk vertrouwen op de Vaderlandfche zucht zyner teugel voerende Regenten, en hoopt dat zy hen in dit verzoek, zo nuttig ea noodzaaklyk ter handhaving van de algemeene en goede Lmdszaak, niet voor 't hoofd zullen ftooten ;. maar het "fpoor volgen van andere Volks- en Vaderlandlievende Mar giftraaten; vooral als die van Schoonhoven, van welker Refolutiën, door de Vroed*, fchap dier Plaats genomen den 22 deezer Maand, het Extrsö aldus luidt. „ Geleezen een Request van een groot en aanzienlyk getal Burgers en Inwooners deezer Stad, daarby om geüllegeerde redenen met zo veel eerbied als ernst verzoekende, zonder tydverlies zodanige"befluiten te neemen, om ter Provinciaale Staats-Verga* dering het daarheen te helpen dirigeeren, dat ten ailerfpoedigfte de Troupen, thans ïn Amersfoort zynde binnengerukt, of die derwaards. nog in aantogt mogten zyn,. voor zo veel zy ter repartitie ftaan deezer Provincie, worden terug geroepen; —■ ten tweeden: dat Hunne Ed. Groot-Mog.-zouden gelieven zodanige voorzorgen teneemen, waardoor wordt voorgekomen, dat verder geen Troupen, ter hunner reparv titie, of tot die der Generaliteit ftaande, noch ook geene Hulptroupen van deezen Staat gebruikt worden tegen eenige Provincie, Steden, Burgeryen of' Leden van djfcrv; - en ten derden: dat Hoogstdezelven in deeze critique Tydsomftandigheden zodanige nadere bepaalingen omtrent de Patenten zouden palieven te maaken, waardoor dezelve Troupen niet dan op uitdruklyk bevel van Hunne Ed. Groot-Mog. tot binnenlanul'clis Expeditiën worden geëmploieerd:" Waarop gedelibereerd zynde, is éénpiarig goedgevonden en verftaan, het verzoek van de Supplianten volledig ie accordeeren, en-tevens te verklaren, „.dat Haar Ed. Groot-Achtb. op de best moogiyke wyze ter Staats-Vergaderirge zuilen-trachten taeffeftueeren, dat aan den inhoud van het voorfz. Request worde voldaan; terwyl-' Haar Ed. Groot-Achtb. niet kunnen verbergen, aan de goede Burgery deezer Stad tekennen te geeven, dit het aan Hun niet dm zeer aangenaam is geweest, en tot gro< n genoegen heeft verftrekt, op nieuw wederom,in de Supplianten te befpeuren een fehhterende blyk van Vaderlandsliefde en goede Trouw, gebooren uit een waar grondbeginfel en- met alle befebeidenheid voorgedraagen, ter herftelling van de-gemeene zekerheid voor de goede Burgery en Ingezétenen der Stad Amersfoort, en ter bevordering van de Ioffelyke poogingen, aangewend tot in ftandhouding van de oude Rach*ten welherbragte Coftumen , en Prseëminentiën, en tot bcteugsling wan eens geweldige Heerichzucht van die geenen, die derzelver verheffing en grootheid tnc-hten te: vestigen op den ondergang van de zo duurgekogte Vryheidvan dit gezegend Vaderland hetwelk Haar Ed. Groot-Achtb) op- goede gronden, vertrouwenen zeker ftellen-, in: in deezer Stads Burgery onafgebroken zal bevinden en befuhouwen kloekmoedige, we - be—  ■ aangaat. — By my Secretaris. — (get.) — Q. « OKEKVELDT Diewertje. Men zou billyk mogen vraagen, Grieije ! Hoe het mooglyk £n zyn dn er onder Stemvoerderen van een vry Volk kunnen gevonden worden , laag genoeg om hunne Acht.rg, hunne Eer hunne Belangen, ja hun Geweeten zelfs op tloS min een enkel vnoraitzfgt van hoogete Ampts- en Eigen-Belangzaaken, of heeffchendè SIS' 'enifVa' 6 Va" die ze ,eSen Eed « PHgt St Verraaders van Staat en Verdrukkers hunner Medeburgeren, de hoogde Magt trachten toe te voegen" WM.om zy met alle recht en overeenkoomftig der Grondwetten van de Republiek! door de Burgery der Stad Utrecht, gelyk ook door die van fTyk by Duur Bede el hunnen recht weidenkenden en wekenden Burgervader HAANT|ENS, ZfPLZ den,,a ien hoogste strafwaardes WANDEN, doodschuldige VYANDEN m den burgerjiaat, rechtvrerdigljk en biliyk mogen gehouden worden De Heer Musjcbuwroek *U Oud-Burgemeefter en rL der Stad Utrecht, £■geergering deel ,n he befluit heeft gehad, om als Mede-Gedeputeerde, op dezelfde onwetrVe wyze ais Myjord XWort*. Hoofd-Officier der Stad, met den^fyne^Heer S I? Zplt CW('enDS Voor^cht juist nooit gewoon wasgeel goeds doen ) is dan wel emft.g door de Burgery genooddrangd geweest, en verpligt aan de Vroed- thZ^^Tfke Heere" by n;amen °P te Keeven' vervolgcnsvfrklaarende d t teiyk nid opgegeeven. Dart, ot die Heer geweeten had of niet wat 'er befloöten zou worden js nog met onderzocht. Althans, de Vergadering is onvolledig en hebefluS vo ftrekt onwettig geweest; moetende 'er vyf Leden, zal'er befloöten worden, daa Op het tweede Point, Burgemeefteren te gelasten, de daarby gemelde Corven Authentyk over te brengen; hetwelk door die Heeren is aangenomen Rechter onder nTu^nk ykv CMe: Z° Verre *y die **m kunnen bekomen Op he derde Point is gerefolveerd, Woensdag -aandaande , v,ln Stadswege ter Staaten-Vergadering het voordel tot het terug roepen der Troupen te doen. g ÏSif' betreffende de Circulaire Misfive aan de Bondgenooten, is in Co nnvsfie gefteld, om opgemaakt te worden. ' En eindelyk is op het vyfde Point bedoren, de Leden onder de daarby gemelde ver phgrmg te brengen, voor zo veel de Stud betreft * &emeiUe ver" a„2™l'r% t ^üeu; '1e ZwkJA[ zich wel ontwinden: 'Er fchuilen nog meir geheimen agter D,t de Heer van ylmerongen, naar zvne Graaffchappen lfi?S2 in Yrl,nd ve, huisde zou vooreern niemand,beklaagen; dat de Amersfoortfche Hoofd Nate^cb zyn oude Familie opzocht, zou niemand betreuren eu dTdè andere Me, efhnders amende booor-ble desden. was niet meer dan pligtfe -!1 God geeve den Burger door geheel bet Vaderland heen maar moed, en den Re-enten wW beid en kracht tot noodige en fpoedige befluiten , ter beteugeling der Heerschzuch tH.eB °Wang 611 Dwingelanden, en ter rechtvaardige ftrk derzelven zy zyn d n w,e zy zyn, op dat de Burgerlyke Rechten en Vryheden niet ongeftraft g" ehonden en ü, en Eendragt onder her braave Volk herfteld worden en zegepraalen — Va-r wel.. Diertje! Eet f.naakjyk, Vrindin, en groet den Bias. ^P"-""1, Va"N Diewertje. Ik wensen je 't zelfde, Grietje! Groet Krelis ,V ■. ■■' rH 1 J. '■' - $«fe$t by 4.,E„. 4« Wei. J. v»k EGMONT: op de ütgfdka Brccft7««t, « AmfliTaT,^ •K itfgsia^is |f?dp(«| 4>s resd tóoii jqmA ays atv mi-  DIEWERTJE en GRIETJE. i September 1785. N°. 35. Diewertje. Tk wensch je een goeden Morgen, Grietje! Hebt gy *t J. nogfrisch, Vrindin? Grietje, ó Ja! Ik heb het redelyk met de Gezondheid. Hoehebtgy't? Diewertje. Almede naar genoegen, omtrent den Ligchaam lyken toeftand. Maar ik word geduurig aangedaan door ergernisfen, die myn hart gevoelt over de onrechtmaatige handelwyze van die geenen, welke de Burgerlyke Belangen, in plaats van dezelve te behartigen, als Regenten die eene vrye Gemeente van eene Stad, of Volk van eene vrye Provincie voorllellen, en ondertusfchen Verachters en Ontëerders van derzelver eigen Pligten zyn, om het Volk te drukken, en onder het Juk te krygen, derzelver Rechten en Voorrechten te vertrappen, en als willekeurige Ariftokraaten over vrygebooren Lieden, hunne Medeburgeren, te heerfchen, als of deeze hunne Onderdaanen waren. De onbillyke handelwyze van de Meerderheid der Regenten van Amersfoort geeft een ten onzen tyde door de Vryheid der Drukpers, federt den zo flegt gevoerden Oorlog tegen Engeland, verlicht Gemeen, weêr overvloedige ftoffe tot nadenken van voorige Gebeurtenisfen. Het vraagt, betreffende het geval van Amersfoort, of een Hoofd-Officier eener Stad, wanneer in dezelve geene misdaadige bedryven plaats hebben, ooit bevoegd kan zyn, uit hoofde van zynen Amptspligt, al ware hy ook een befchreeven Edelman of Ridder, dit de Stedelyke Zaak niet betreffende, vermag, opeigen gezag, zich tegen eene geheele Burgery in Burgerlyke Zaaken aankanten, in zo verre, dat hy zich onderwindt, gelyk de Heer van Natewisch zich heeft durven onderwinden, Krygsvolk, en dat nog wel van andere Provinciën, in den Eed te neemen? Is dit geen ftrafbaare trotschheid, geen openbaare overtreeding van Ampt en Pligt? Een Schout, zegt men verder, heeft zelfs over geen enkel Mensch, laat hy zelfs zo misdaadig zyn als het zyn kan dat hy is, geen recht fpreeken, geen vonnis ftryken; dit behoort tot het Collegie van Scheepenen. Hy is in alle Steden wel uic naam der Staaten gefteld als tot een openbaare Aanklaager en Befchuldiger, maar geenszins Rechter; hy moge de misdaad voorftellen, en ftraf naar gelang 'er op eifchen ; maar by de Scheepenen is de magt om dezelve te onderzoeken, en hem of zynen Eisch te ontzeggen, of toeteftaan, of te maatigen en recht te fpreeken, naar bevinding van Zaaken. Dit alleen betreft het Crimineele. — Hoe veel verfchilt dit echter van het Civile, van het algemeene Steedfche Burgerlyke? Daar geen HoofdOfficier vermag Verzoek- en Vervoegfchrifcen eener geheele Gemeente, zonder oorzaake van oproerigheid, aan den Raad, die haare Stem moet voeren, en het Hoog-Achtbaarfte Collegie van elke Stad is, waaruit de geheele Magiftraat zyn vermogen ontleent, dwarsboomen, of hy treedt zyn Ampt en Pligt te buiten, en zondigt regtftreeks tegen zynen Eed. — Hoe veel verfchilt dan het gedrag, door den Heer Natewisch gehouden, niet van dien Amptspligt— van dien duurgezwooren Eed, by 't aanvaarden van zya Ampt door hem zo plegtig afgelegd; daar hy beeft durven S oa-  •nderftaan, op eene alleronwettLfte8*™ „ ii Bode vergezeld, zonder der sSdf-SKTZS', Ju™ d?°f eeH Staate«den Eed afteneemen, tegen df iurSJSier ^^/Krygsbenden need.g worde? - Men weet immers d« zffi* £ f °,p- dat hy zelf mei. ?eert men in Amfterdam 'er over. And J^ ^ $ ~ Düs rede' Uitvoerend Vermogen zyn, zeg^n Wen Jen 'd^ VrÈnden van heC verpligt is zorg te draagen, ooi in BurTerfvfe gen te doen ftraffen, en des nood ? de"iï%& u P?30^* de Schuldi. hebben gelyk: Maar'zy mStT^fh acXH^ Zv niet verftaan; ea het is «eenwin. J i ,d de Stadhouderlvkê gelegen. Opr'oermaakers ^™L™y*J^gf°0Tph° ^ & men eene geheele Burgery, dfc op dringt, van oproerigheid befchuldifenf Wdke miSr aarer RedlCen aanyan? Men toone ze eens! - OprSe^ zvn 'erb!y^n rige daaden de Souvereine MaS nen eJl dle,met uitlP°°- derworpeling aan die Magt, telerihetkrlJT teaAn. Aderen On'. tegen de Wetten van den Lande SoSn ! yke ?? Cn™'neele Recht, en Rust der Stede SM lg^Ö *n *& Belang gen maaken, en duidlvke Bewvzen dnnr hnJf/ u Z3"' famenrortir. toonen. — Dezulken zvn O^roeri™ ho°gstverboden Wanbedryven Juftitie vervolgd ^otd^TRelb^n ^d!?^11* ja m°eteD do0'- d" gen. Dit is nog in het jongfte ^ damfchen Hoofd-Officier, ^ig^7ont^%^irlen RottST' Maar hoe zeer verfchilt het aednï r g SPf^og'JeopdeMaas.— fchen Recht-, Wet- en RustbetSter Je[vntQaenden Vaderland, foortfche Hoofdfchout: heeft gehouden ' HeV^n-het Welk de Amers" tegen zyne Medeburgeren?dolr eeSronriShr MC5- W°Lrdt zelf 0ProeriS de Eerfte derzelver Medeburgeren!hTslen handeIwy", daar met allen yver tracht te bezorgen dol eenïZïïZ™ Rec,hten' ^ ™St Amptsbevel. Welk een onderfchèid r,Llh wemge °Pvolging van zyn en | zelfde Ampt bekleSenf l ^ Staaten anders dan de ücrechtfche denken Kuil-' da,C de Hollandfche dige, wakkere, kundige, Recht! en v3d^ tegenovergeftelde Cabaalezalzegepraalei d^f CVendeu °^ers over de hartige Bnrgerhaacer Natewisch T^™^^"**^ e" laag- Grietje. Het is zo, Diewertie r JvLi-h, KxfQen onderfteunen ! Medevaderlanders niet Slpcn M m „ ^ 6 Zy° °DZe Scic^fche fteune. Men hoort thaS. mommiedï'e^Sne'^i"^^* onder-' de Algemeene Vrvheid nlaan ™,, hikk e^e famenzweering te^en is, of ?| ichuilen' 'er van Si ras". Sdknt'",8"'1 6én Pro™ der om dat men 'er niets van opgeeft dan en ^ . gelooven, en te mi* eenf zogenaamde Coalitie-Party^wVarin de AH ft Zy Z°,ude befta™ aarchaale zou veréénigd hebben oïit n °CrJt',e Zlch met het Mohet zelfde doel te doen treffen - ^ : » Die-  , i j Uiewertje. Die dit uitrtrooijen, onderlid ik vastten venronwpt, ;* braave Regenten te ftellen; en mogelyk fpreeken zyJ^SÏ gaarne dus zagen gefchieden. Neen, Vriadin! Nooit kan d?pi lt d™ geheel ons Nederland hebben. Althans de blyken SSftg Volksvertegenwoordigers by een fteeds aangroeijende Meerderl' Üwo nen, zyn doorflaande genoeg, om ons hunnerwege tod het teeend-ï te verzekeren, 't Is waar, dat men laage Zieien genöefc en cverSI ïfr * die zegge» met den Ezel van Fedrus : ? * ? eral Y1Eu'» Wat fcheelt het my, als ik myn last msef d^aa^n, Wat ffter # dien. fm} Maar deeze onnoozele Menfchen begrypen den zin vftj »t Lor der vorfchen niet, die eenen Koning van de Goden begeerden, e^Ma?&^ toe een Balk ,a den floot gaven f maardie^-«ra^iS^SOffi drek bemorschten; des zy om eenen anderen wenschten ên ïS&cMHP' "£"da3rtofe) £e bennen gaven. Maar welk een Vorst we?d haar tó-ï door het Hoofd der Goden gefchonken ? - Een WutcrfiamT dWhWê één voor één, zo groot als klein, verflond. Ik ^Wdaïfffideeze Fabel op ftfiftratus, een der beste Dwingelanden van A he- °K fT^SË% dewyl hy het Volk by deszelfsStxhten S Vo ^cbS»" liet; maar ik weet ook toen ze een vryercn blyer Volks-R&0r^mti$S waren, eveneens dachten als men in de jaaren 1672 33ÏS0jö welke gedachten toen op de opgehitfte gemoederen van *AWt%W& zelfden indruk maakten als het op den Ezel deed: & lISs^SS 'er nog wel erger meê afloopen als met de yi^SlS zwaarder Lot begeerde dan ons reeds drukt. Men mo t Jv al S!a.v"a ^ die het begeeren, tegenftand bieden, omniet vL q( m'snandeld en overheerscht te worden, of ais èhm&W Vee den Stok des Dryvers te gevoelen. Ongelukkig is ord>- :üSh 'n een Volk, waar de Heerschzucht haaren Zetel op GnlëltcSteSJ Dan evenwel, dat onrechtvaardig begonnen wordt ^$Sfml*M' Recht^ behouding van zyn Recht? Een onrech 13 Kecmer, ais hy zelf uw Party is, zal eerst uw goederen en vrvbeid n „7 deren, en op dat gy hem verder niet in den weg zult z-vn ï£ li t S 2 Die.  ( 140 ) Diewertje. Dan zil gewisfelyk ook dit oordeel van Godswege g»an over die genen, die, als een vuur, dat aan/leekt, zich met fpr anken omgord hebben; maar als dan zullen wandelen in vlammen van hun eigen vuur, dat zy ontjiotken hebben, lef. L : ii. En wie zullen het anders zyn, dan die ongetrouwen in den Lande, oie bet Recht verre van zich hebben afgewend, en het Onrecht voor hun hebben doea heenen gaan als den Leidsman ten Verderve?— Hun Lot zy dat van jlchitophel, nunne onderneeming als die van ^ibfalum! Een Hufaï kan nog door zynen Raad meer doen, ter reddinge van het overfchot eens enkele onderdrukten Stams, dan de allerkwaadaartigfte Raadgeever ooit had kunnen of mogen uitwerken. Grietje. De Tyd zal alles leeren. Maar wat anders! —— Ziet men niet -duidelyk dat hec 'er op toegelegd wordt om het Volk te trekken tot onbehoorlyke daaden, door onbehoorlyke middelen? — Dan het laat zich thans zo ligt riet meer verleiden. — Wat zegt gy van het Gevalletje, op den Verjaardag van den Jongen, befiempelden Erfftadhouderlyken Opvolger van den Ouden ? — Luister zo lees ik in de Z. Holl. Cour. onder 's Gravenhage van den 27 Augustus. „ De avond van den 24 Augustus, zynde de Geboortedag van den oudften Zoon des eerften Staatsdienaars, is met meer luidruchtigheid alhier gevierd, dan den 8 Maart en 7 Augustus. — 's Avonds illumineerden de Grenadiers hunne Wacht, gecommandeerd door een Nasfouwfchen Edelman, genaamd de Baron vanOnperen, dievoortyds Page by Zyne Hoogh. is geweest. Zy dachten niets te vreezen te hebben, en verrichten dit met veele betuigingen van eene opgehitftc vreugde, en door drank aangeftooken liefde. De Voorgével van 't Gebouw du Corps de Garde, de Pdalen van 't Geweer, en de Tromftoelen, wierden met Kaarfen verfierd. 't Hof was niet ondankbaar, en van wegens hun Colonel, wiens Geboortedag zy vierden, en den Capitein-Generaal, wierden zy dien avond befchonken ieder met een Fles be^terooden Wyn, om na zo een hartfterking op zulk een verdienftelyk werk, hunne Wacfai ftil en geregeld waar te kunnen neemen; maar, Mynheer! is dit nu niet verfoeilyk, dat ettelyke kundige en oude Politieken en Militairen dit laaken, om dat eenige Grenadiers, den Wyn niet gewend zynde, dien niet hebben kunnen verdraagen? Dit is immers natuurlyk, en gantsch niet te verwonderen, daar zy alle dagen geen Wyn drinken. — Nu zegt men, de CapiteinGeneraal had dit niet alleen niet moetendoen; maar zelf niet toeftaan, vermits het ten eerften ftrydig was, (name'yk de Illuminatie) tegen de goede order van den dienst; want Militairen zyn om op haar pligt te pasfen, en niet gefteld tot Illuminatie-Jongens, en ten anderen was bet een ir.frsctie tegen het Placaat van Hun Ed. Gr. Mog. — Ook moest Zyn Hoogh. het tweede, natnelyk 't geeven van Wyn, nie; hebben toegedaan, en nog minder bevelen, vermits hy als Capitein-Generaal moest vreezer» dat het Volk, door deezen ongewoonen drank onbekwaam geraakt zynde, niet alleen hunnen post niet konden waarneemen, maar zich ook aan buitenfpoorigheden had kunnen overgeeven.— Ook vertelt men, dat 'er 2 a 3 Dienaars van het Hof van Holland zeer mishandeld zyw geworden op het Voorplein van 't Huis in 't Bosch, zo dat 'er één een (leek met een Degen, en de ander eea ll^g met een brandende Flambouw zou ontvangen hebben, om dat zy eenige aanmerkingen op 't Illumineeren gemaakt hadden. — Hoe deeze Zaaken nu zullen ;,floopen, verlangt men zeer te weeten. 't Is te hoopen, dat de Souverein haare gpfehonden bevélen, en de mishandelingen , aan Dienaaren der Juftitie gedaan, niet ongeftraft zal laaten. Is dat niet mooi!!! DieMvertje. Het ftelt zich eer allerfchandelykst voor! Had men den Wyn liever gefpaard, hy bad zekerlyk die flegre uitwerkingen 'er van belet. Maar dit is al weêr niet anders. Vaarwel! Tot weèrziees, Vrindin! En dan aiweêr gezien en gefprookea* ïfc wensch je fmaaklyk eeten ! Groet Krelis. Grietje. Ik wensch je 't zelfde, Diewertje! Groet Louweris. Ccdrakt bï 4« Xivc 4t Wei. I. va» EGMONT: of dt Ktgtfiici» Srcetttiu, t< Amrttrrf*».  GRIE T J E en D I Ef ERT JE. " 8~~September 1785. n°. 36. Grietje. f""* oeden Morgen, Vrindin Diewertje! Zyt gy nog wclvaa\jr rcnd, Vrouw ? Diewertje. Behalven dat me de Kiespyn plaagt , ben ik gezond. Grietje. De Plaag van Kiespyn is geen van de draag! ykfte, wanneer ze zich wat hevig doet gevoelen. Diewertje. Dat ondervind ik, Grietje! Maarwst zal ik 'er tegen doen ? Zy moet van zelve ophouden. — Brengt gy iets Nieuws meê. Grietje. Ik heb wel iets naders in de Leidfche Courant van gistèren, wegens "het oproerig geval van den 4 deezer in den Haag op de Parade uitgeborften, geleezen; dan laaten wy het liever uitftellen om hec verhaat 'er van overteneemen, tot dat 'er ons de waarheid volledig van blyke: Want men verwacht, gelyk ik lees, ten opzigte van dat heilloos Huk, onder het oog van den Souverain zelf gebeurd* nog nadere ophelderingen, zynde deswege reeds verfcheide verklaaringen gepasfeerd. Diewertje'. De berichten, welke men van deeze Oproerigheid heeft, komen echter alie hierin overeen, dat zy met een' opgezetten moedwil is aangevangen en voortgedreeven door een Page van den Stadhouder en een Soldaat van een vreemd Regiment, en dat tegen eenige ftille Burgeren, zo uit Leiden als Schiedam, en zelfs uit den Haag, en verder tegen de Juftitie zelve. Dus ziet men al weêr op nieuw aan welke Party men den oorfprongk zulker muitzuchtige gevoelens en oproerige fchenddaaden te wyten hebbe. — Maar wat anders. — Men verzekert thans, dat de Zaaken tusfchen den Keizer en de Republiek op verre na zo flegt niet ftaan als men 'er in fommige Nieuwspapieren van gemeld heeft. Want men vindt thans die ontrustende tydingen, fchryft men, geheel onwaarachtig te zyn, en de Depêches, Saturdag van Parys gekomen, verre van on gunftig in tegendeel vry favorabel, zo dat men niets van nieuw geree• zene Gefchillen met den Keizer weet, en de verfpreidingdier onwaareinformatiën alleen moet toegefchreeven worden, aan zulken, die misfehien daardoor de aandacht van de binnealandfche Zaaken poogen af te-leiden. Grietje. Het is te wenfchen, dat de Verfchillen tusfchen deeze twee Mogendheden ten fpoedigften, met de minfte opofferingen aan de zyde onzer Staaten mogen vereffend worden. Dan, wat men 'er ook van zegden moge, of waarvoor men ook al weder moge houden de gewilligheid van den Heerfcher op den Troon der oude Cefaren tot infehiklykheid, ik kan my nochthans niet verbeelden, dat die Zaaken nog zo haast haar beflag zullen hebben, als fommigen wel voorgeeven: Ten zy de Keizer 'er toe befloot door eenen krachtdaadigen en tevens vriendelyken aandrang van Frankryk in dit aaklig Tydgewricht, waarin men , volgens verfcheide Berichten, eene Ligue van de magtigfte Duitfche Vorften, aan welker hoofd de Pruisfifche Monarch zoude zyn, tegen alle Overheerfchehd-  ■ ( hO Onderneemingen des Keizers oprecht, om de Onafhanglykheid der Duitfche Vryheid, zegt men, te fchraagen, en een Tegenwigtig Verbond tegen,het Overwigtige Gezag van 't Hoofd des Ryks te ftellen: Zullende J.ofeph de Tweede mogelyk wel begrypen dan hy, onze Republiek daarby cen Vyand houdende, zyne handen minder ruim tegen zyne andere- Beilryderea zonde hebben, indien hy door dezelven eens wierde aangevallen, of dat hy hen aanviel'e. Öiewertje. Het is natuurlyk dus te denken. 'Dan, de Keizer heeft in het Duitfche Ryk ook geen geringe Vorften tot zyne Vrienden. De' Keurvorst van Keulen en Bisfchop van Munfter is zyn Broeder. Beijeren en de Paltz zou hem zekerlyk mede niet afvallen, en of Rusland aan den anderen kant tegen Pruisfen ook niet in zyn voordeel zou werken, mogt te bezien ftaan. Men heeft in veele Papieren van den Dag geleezen , dat ook Hanover in de Ligue of Confederatie ter behouding van het Evenwigt van Magt tegen de oogmerken en onderneemingen van het Huis van Oostenryk is toegetreeuen ; en men wil dat onze Staat 'er mede toe verzocht zy. Dit moet indedaad veel belemmering in den tegenwoordigen toeftand van Zaaken aan de Vertegenwoordigers der Souveraine Magt van ons Gemeenebest vcroorzaaken. Wil men den Koning van Pruisfen en de Vorften zyne Bondgenooten deswege genoegen geeven, dan verbitteren wy de Keizer te meer, en Frankryk zou dan niet onwaarfchynlyk de hand van ons kunnen aftrekken, te meer om dat we alsdan weder de Engelfchen onder onze Bondgenooten zouden moeten achten, ten opzigte van Hanover. — Hoe men dan ook dit alles befchouwen moge, hes-is zeker dat 'er voor ons nieuwe zwaarigheden in liggen opgeilooten. — Een Oorlog in Duitschland wordt voorzien, en men meent dat geheel Europa eerlang in openbaaren Kryg konde geraaken. — Ach mogten die meeningen, met alles wat men in deiMeuwspapierenbetreklyk die veruitgeziene gevaaren vindt, flechts gisfingen zyn! Grietje. Dat 'er veele gisfingen onder loopen is ontwyfelbaar. De Vorften zyn tegenwoordig geenszins zo roekeloos met hunne geheimen, dat dezelve dusdanig openbaai zouden worden, dat 'er het Volk over mogt kunnen oordeelen. Maar weet ge ook hoe het met de Zaak van Amersfoort gelegen is? . Diewertje. Niet anders dan dat het Krygsvolk'er nog in is. Wat verder het Adres van Utrecht, van'Amersfoort, ende daadelyk genomen Refolutie door de Vroedfchap te Wyk by Duurftede, betreft, zal ik U, uit de Hi(t. Courant, die 't beknopt by elkander heeft, voorleezen. Utrecht, den 6 September. Gisteren is door Geconftitueerden en Ge. committeerden alhier, uitnaam hunner Committenten, by de Vroedfchap een ampel Adres tegen de jongfte Misfive van den Prins aan de Staaten, en tegen de medegemelde Propofitie van Heeren Edelen ingeleverd; behelzende, ten hoofdzaaklyken befluite, een verzoek: „ Dat, alvoorens „, men zich. op de voorgeflagene Cönferemiën en refpective Commisfiën « in--  C 143 ) „ inlaate, Hunne Ed. Groot-Achtb. eersten alvoorens,. zo dra moge-„ lyk, Zyne Hoogh. by Misfive zullen gelieven te desabufeeren, dat ,, deezer dagen alhier geene zo onrustige en verwarde omftandigheden ,, exteeren, die reeds tot zodanige hoogte zouden geklommen zyn, ,, dat 'er, zonder eene gepaste tusfeheckomst en prompte voorziening, „ de allerdroevigfte en gevaarlykfte gevolgen te wachten zouden zyn; „ en voorts, dat, itigevalle Hunne Ed. Groot-Achtb. mogten begrypen, ,, dat 'er eenige Cömmisfien en Conferentiën noodig zyn, dat Hunne Ed. „ Oroot-Achtb. het daar heenen zullen dirigeeren, dat dezelven alsdan „ niet in 's Hage, maar in deeze Stad, zullen befoigneeren, ter zodanige „ plaatfe, als Hun Ed. Groot-Achtb. met de voorftemmende Leden en. ,, Steden zullen komen te conveniëeren." Een foortgelyk Adres is mede door Geconftitueerden en Gecommitteerden te Amersfoort aan den Magiftraat dier Stad geprefenteerdgeworden. En gisteren is reeds, ingevolge het voordel van Burgemeefter Haantjes, te Wyk by Duurftede, door.de Vroedfchap conform deeze Adresfea eene dadelyke refolutie genomen. In eene Extraordinaire Vroedfchaps-Vergadering alhier it heden finaal geconcludeerd, dat, behalven de permanente Raad, een Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery zal geïntroduceerd worden; als hebbende de Vroedfchap begreepen, dat onder de Rechten en Preyjlegiëa die der Gilden mede begreepen zyn; cn is het 16de Artikel van het Reglement voor dit Collegie, zo als hetzelve door de Inleveraars der Be zwaaren van No. 3. was opgegeeven, geadmitteerd; zynde voorts gerefolveerd, dat het intrekken der Refolutie van den 2 Mey, raakende het toelaaten van perfoneele Commisfiëa in den Raad, een point zal zyn van deliberatie ter eerstvolgende ordinaire Vroedfchaps-Vergadering ; en wy.. ders de Commisfie der 10 Heeren verzogt, van het gercfolveerde aan Geconftitueerden en Gecommitteerden kennisfe te geeven. Grietje. Dewyl de Zaak ook de Provincie Utrecht betreft, is 't, myns bedunkens, billyk, dat zy ter gewoone plaatfe van derzelver Staatsvergadering, en dus in de Stad Utrecht bebsort beflïscht te worden. Diewertje. Ik ben met u van 't zelfde gevoelen. — Ondertusfchen heeft het geval van Amersfoort andere Steden en geheele Provinciën geleerd op hunne hoede te zyn tegen dergelyken onverhoedfehen Overval' als aan die Stad. door. het zo gretig inwilligen van der Staaten Veldheer,, om, op 't onwettig verzoek van een onvolkomen gedeelte van Gedeputeerden , en dus niet Staatsgewyze bekrachtigd, Soldaaten en Ruiters tegebieden om te Stem te fmooren van Burgeren, die hen betaalen, gelyk7 zy dien grootften Staats-Krygsman almede zyn traclement helpen bezorgen. — De Overysfelfche Staaten hebben althans het volgende Beflnlr. genomen , volgens dit bericht. Zwolle den 3 September. Gisteren zyn alhier op den Landdag-door-dek Heeren Staaten. deezer Provincie de volgende Refolutiën genomen : „> Ge*.  C i44 ) , Gerefolveerd, om provifioneel aan de comtmndeerende Officieren van de Militie, fhanda ter repartitie van deeze Provincie, thans in Amersfoort Garnizoen houdende, te gelasten, zich in de gefchillen te dier Stede tegenwoordig tusfchen de Leden van Regeering onderling, alsmede tusfchen een gedeelte der Regeering en het Ligchaam der Burgery fubfifteerende, niet te laaten emploieeren, en om aan die der verdere Mijitie, ter repartitie als boven, «an te fchryven, dat ingevalle zy eenige orders mogten ontvangen hebben, om zich mede naar die Stad te begeeven, zich mede in de voorfz. gefchillen niet te laaten gebruiken, met last, om hiervan aan hunne onderhebbende Officieren, fpeciaal aan die geenen, welke eenige Detachementen mogten commandeeren, kennis te geeven, om zich hier na te reguleeren, en voorts om van deeze Refolutie by Misfive kennis te geeven aan den Heer Capitein-Generaal, met by gevoegde requifuie, om voortaair naar gemelde Stad Amersfoort, of aadere Plaatfen van de Republiek, waar dergelyke gefchillen mogten plaats hebben of ontdaan, geene Troupen, ter repartitie van deeze Provincie ftaande, te doen marcheeren, of ook aan zodanige Militie, als binnen de voorfz. Stad Amersfoort, of zodanige andere Pli.ifen, als boven vermeld, Garnizoen houden, geenerhande ordres, betreklyk tot zulke verfchillen te geeven, buiten voorgaande deliberatie of confent van Ridderfchap rn Steden; alsmede eindelyk. om van al het geen voorfz. by Extracf aan de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit kennisfe te geeven, tot derzelver naricht on informatie. ■ a Nog is door Hun Ed. Mog. een andere Refolutie genomen, waarby Heeren Ordinaris Gedeputeerden gelast zyn, om, wanneer Patenten mogten ontvangen, op eene der drie Steden houdende, dezelve niet te teekenen, alvoorens aan de Magiftraat van zodanige Stad daarvan kennis hebben gegeeven, en van dezelve antwoord ontvangen, dat de Militie, in het Patent vermeld, daar ter plaatfe aangenaam zal zyn. Alle de Ridders, die prefent waren, hebben tegen deeze Refolutie geprotesteerd, behalven de Heeren Palland tot Suithem en Sloet tot Marksveld, die beide op deezen Landdag nieuwe blyken van hunne cordaate en Vryheidlievende Sentimenten gegeeven hebben. Grietje. B,ravo! Ik ben met een ieder zeer nieuwsgierig hoe het met die Zaak der Patenten zal afloopen, en of 'er de noodige voorziening door de Staaten der byzondere Provinciën, een ieder in de haare, niet in acht zal worden genomen, ten einde den Staatsdienaar te noodzaaken meer onbepaalde magt aan zyne Meefters te laaten, en geen misbruik van zyne bepaalde meer en verder te doen maakes. Een volftrekt Reglement deswege wenscht men dat zulks ten grond moge hebben. Dit wenfchen niet alleen de weldenkende Burgers door geheel Nederland, maar alle braave Militaire Benden, die thans door willekeiaren naar believen van 's Lands Capitein-Generaal even als onwaardige Schepfelen behandeld worden, en a's Beefien-Troepen van de eene Plaats naar de andere, dikwils tot op de verfte afftanden, wat Saizoen, wat Weêr het ook moge zyn af- ja fommigen doodgedreeven worden, gelyk zulks aan 't Regiment van Nostitz immers klaasblykelyk gebeurd is. — Nu, de Tyd zal, hoop ik, de ge wensehte verandering geeven , en Roozen voor Distelen baaren. — Vaarwel, Diewertje! Ik wensch je een fpoedige herftelling van je Kiespyn. Leef gelukkig. — Goeden Eetlust, en de proetenis aan Louw-Baas. Diewertje. Ik zeg jè dank, Grietje! Eet insgelyks met fmaak, en groet Krelis. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Regulier* Breêllraat, te Arafterdaia.  DIE VERTJE_£W GRIETJE. 15 September 1785! N^T^ " «3 W'S.^Ü! £,7"" Hm 8^ l«t ««„e Ce. Diewertje. Nieuws/- Ja? SSr^?™?'^ meJ? zult weeten.; want immers leest'^vnnl Mif, » dat g? het mede reeds derzelven melden iets Nieuw fan^nS h TPitren J en de mecft™ het waar is, al byzonder raarTs aaDgaande den s«dhouder, dat, indien Ee?iteenJSuaSieSnuit1en H^^^rlS^0^ VCmt* ™ de* wertje ? ° naag naar «reda, zou ik vermoeden, Die- nie^Sy" Maar «geloof Juist het ontzeggen van zyne bevelcm aan EI^H^rWel denkt' ^ zo ik IeesfArt Woerd no?Zar r Men 16 Ga,rülz°en. Hy blyft, van den 13 deezer in dt Neder/ Cour vil w £ge d%ü ^ uit 'sHage wyl de Capitein-GenerL^ En immers, de- met den Keize?™ikkf„^aJntyf °J5raVkan Zyn' en de gefchillen jGeneraIiteit.-Land?n%eveï * ïyn zoS en n?^? ¥a? den S"aat in d^ fchen, zo is 't by my vasda?nnZ? L f naauw£urig toezigt vereinoodig tot 'sLa/ds^u^ ^uder bet ;zyne verre voorn tzisten d-ir venaaten, inziende, naar den Lande noodzaaklykeHs effi '} ™c van Gecommitteerde Raaden, dooirhnnnï v J ? jVagu5 aiwaar de Heeren het Garnizoen, deBur^rfc (chikkingen over gemagtigden, zo ProvinciaTals AlVenee,\t Hf^^ der Voto" digheid des Stadhouders zIeweefen te bewaarên ^ de j^^oorzegt men dat Haare KoninglykrèoogheidP met dP"^n 9nde,rtu^hen ren, naar Friesland zal vertrekken 1 £ nw^C ,de.70rfte!yke Km deder Franeker Hooge Schoolbytê iww/h T 7 ' ieuwfte" ■zekerlyk oordeelt, (indien dit alkwTarStTvnf,?,? h Zy° HooSheid t.ger Belangen zyn Perfoon op de F?onTiefen Yvlr?L °gGT e-° g^wig" zynde, is hy te fpoediger daarto?by de hand ver^fche" i en m Breda de Veldheer] yke Eaga|ie dezelfde VrW™ ~ MeQ denkt dat ond« van de beweegingen dif de KeizSfvkeÏ Sl; 2* recT°fceeriaS Zyn Hoogh. & Capitein-Adm raa L T^ Welkc ted«. taxeering, en noafcreeri^ het  C Ï46* ) het voor onze Zeegaten te fterk vond, om onze Vloot tegen hetzelve te doen uitloopen. . Grietie. Is het dezelfde niet, laat het een anderen Verrekyker-zyn. Een Legervoogd heeft 'er zo wel een noodig als een Vlootgebieder. Want men heeft tegen overvallen zorgvuldig te waaken. Men hoort van veele beweegingen van Oostenrykfche Troupen in de Nederlanden; men zegt, dat het draalen der Republiek om tot een befluit te koomen , den Keizer ongeduldig maakt en verhindert in het neemen van befluiten tegen de Duitfche Confederatie en verfchillen met de Porte. Ook lees ik iets in de Haarl. Cour. van deezen dag, dat eenige ongerustheid voor onsGemeenebest zoude baaren, naamlyk dat de Raad van Staate Saturdag avond en Zondag morgen vergaderd zoude geweest zyn, en dat in deeze buitengewoone byeenkomften geraadpleegd zoude zyn , over een Tydin" van den Gouverneur van Bergen-op-Zoom ontvangen, dat naamlykde keizerlyke Troupen op de Grenzen verfcheiden beweegingen maakten, zonder dezelven echter tot nog toe gepasfeerd te hebben; met een verzoek van gemelden Gouverneur, hoe zich te gedraagen, ingevalle zy over de Grenzen kwamen. Naar men verneemt, is 'er gerefolveerd hét Garnizoen aldaar nog te verfterken, en de Guardes Dragonders alhier hebben bevel zich gereed te houden om op de eerfte ordres te kunnen uitmarcheeren. ' , . . . Is dit nu zo, Diewertje! dan zyn dit Zaaken die een goed vooruitzigtr noodig hebben, om op zyne hoede te zyn, en hiertoe immers is niemand beter in ftaat en gewettigd dan 's Lands wakkere Gapitein-Gene» zelf*- Diewertje. Dan zal Zyn Hoogheid zich ook wel weder in 't Militair Gewaad fteeken; want het zou aan 't Hoofd van Krygslieden niet wel ftaan met een elfen rooden Rok te verfchynen, gelyk men zegt datMynheer de Stadhouder zich in zulk een Kleed vertoond heeft, geduurende hy verkoozen had van de Parade in den Haag af te blyven, dewyl myne Heeren de Gecommitteerde Raaden hadden kunnen goedvinden , volgens het Befluit dej Staaten deezer Provincie, als Meefters van den Staatsdienaar, en Vertegenwoordigers van het Souvereine Volksgezag,alleen bevelen aan den Generaal Sandcz te geeven, om het Garnizoen dezelve te doen gehoorzaamen. Maar waarom toch zou het Kleed hier den Man maaken? 't Is onbegrypelyk dat men dus onnozel redeneeren kan! Men kent den Stadhouder in den Haag immers wel, al verkoos hy ook in 't ftaatig zwart gekleed te gaan. Het is wel de gewoonte by de Romeinen geweest, dat fomtyds hunne Krygshoofden in 't zwart voor 't Volk verfcheenen, en rood is een geliefde kleur der Poolfche Heeren , gelyk men my wel verteld heeft , als zy een deftige en ftaatige houding noodig hebben. — Maar dit alles zege niets* — Onze Vyf de Willem zal wel blyven die hy is-. — Wanneer vertrekt die Doorluchtige ¥.oxst *aar Breda ? Griek-.  C 147 ) Grietje. Men meent morgen, ten zei ven dage zoude ock Zyne Ko- , ninglyke Gemaalinne met de Vorftelyke Spruiten in een Jagt naar Friesland overfteeken, zullende te Spaarendam t'Scheep gaan , en dus zou dit Hoogstdoorluchtig Huisgezin nog deezen dag onze Stad voorby zeilen. Dan anderen meenen te weeten, dat de Prinfes en de Vorftelyke Kinderen den weg te Lande over Utrecht en Overysfel derwaards zullen neemen. _ > . Diewertje. Hunne Reize zy gelukkig, cn ftrekke hun tot genoegen. Hebt gy nog iets meêr, en dat wat van Belang voor de Natie is, te vertellen , Grietje S Grietje. Het volgende, 't welk ik in de Leidfchc Courant van gisteren vind, en aanmerklyk genoeg is, om het den Leezeren onzer Samenfpraaken mcdetedcelen. Middelburg den 9. September. De Prins Erfftadhouder aan 6 Bataillons, te Bergen-op-Zoom in Garnizoen, ordre gezonden hebbende, zo als ook aan het Corps ligte Troupen van Salm, uit Breda, en aan de Garnizoenen van Veere en Vlisfingen, om naar Staats-Vlaanderen te marchecren, de laatfte enkel met agterlaating van 50 Man in elk dier beide Plaatfen, baarde dit laatfte veel bevreemding, vermitsmen niet begreep, waartoe dat uittrekken diend,z.o 'er niets van den Keizer te vreezen, is, en zo ja, waarom dan 't gewigtig Eiland Walcheren aan flechts 100 Solr daatcn te vertrouwen. Weidenkenden Lieden zagen veel zorg in dien ftap, te meer daar'erop dit Eiland Muitzieken genoeg zyn, die ligtelyk, weetende dat 'er geen Militie is , genoegzaam om in geval van Oproer wederftand te bieden, tot uiterften zouden kunnen overflaan , die de Zaaken een gantsch anderen keer zouden kunnen doen neemen, en Holland en Utrecht den; doodfteek geeven; dan het fchynt de bevelen van den Prins geheel anders uitvallen, dan misfehien Zyn Hoogheid had verwacht; althans de Regeering van Vlisfingen beflbot eenpaarig die Troupen NIET te laaten uittrekken, welk befluit door de Staaten deezer Provincie pooglyk isgëapprobeerd, die gelast hebben dat de Militie aldaar in Garnizoen'moefiblyven , tot door anderen zoude geremplaceerd zyn ; en daar de Regeering , te Veere de ordres van den Prins zouden hebben gehoorzaamd, hebben dé Heeren Staaten derwaards contra-order gezonden en gelas:, dat ook die Troupen NIET mogen uittrekken zo lang de Prins-geen anderen in de plaats zend. Toen de' Patenten voor voornoemde Troupen by de Heeren Gecommitteerde Raaden deezer Provincie werden ingediend , om' daarop at' tache te verleenen , werden dezelve door die Heeren aan de Staaten getenvoijeerd, niettegenftaande alle poogingen, door den Baron van Lynden in 't werk gefteld, om te bewerken , dat men in deezen den Prinfe genoegen gave. Sommigen deezer Heeren, fchoon welgezind, fcheenen* ook meer. of min huiverig, om. den Prins, hoe noodig het ware, dus* T. 2 ra--  ( 14*8 3 «üweiyk voor het hoofd te ftooten; doch de cordaatc Vaderhndfchetaal der Heeren Turcq' en W. Schorer, en het befef van hunnen pligt, werkte fterker dan alle andere •bedenkingen. Ook verzekert men, dat dc Secretaris van de Spiegel zich in deezen jiiet veel cordaatheid en voorzigtigheid tzedraagen heeft. Diewertje. Bravo ! Indien men de Zeeuwfche Steden, die het eerst aan de beurt liggen, ontledigde, zo het eens met de OostenrykfcheKrygsbenden, totdaadlykheden mogt komen; hoe zou men dan dezelve kunnen ver weeren; te minder immers daar geene Burgeryen noch Genootfchappen verlof, veel min aanmoediging tot nog toe hebben mogen vinden, om zich behoorlyk in de zo noodigen Wapenhandel, ter befcherming van alles wat een vry Volk dierbaar is, te oefenen. Even dan als de welmeenende Staatsleden van Zeeland het noodig achten Krygsvolk in hunne Steden te moeten houden: Even onnoodzaaklyk en onregelmaatig vinden het de Overysfelfchen, om éoor hunne Provincie een andere Party van hetzelfde beroep te laaten trekken. Althans deswege lees ik in de Zuidhollandfche Courant van den 14 deezer. Extraö van een Brief uit Overysfei den 10 September. De Waldekkers, die te Coeverden Gamiezoen houden, zouden voorleden Woensdag van daar naar Ommen marcheeren, en, zo men zeide, verder door deeze Provincie en Gelderland naar's Herlogenboscb. Zyn Hoogheid had hiertos de noodige Patenten verleend; dan de Lieutenant-Generaal Kwaruermeelter Knoch , die Patenten daags te vooren aan 't Collegie van de Heeren Gedeputeerde Sraaten deezer Provincie vertoonende, wierden dezelve niet gerefpecleert, met dat gevolg, dat de Waldekkers, 's Woensdags morgens vroeg te Coeverden reeds op de Markt byeengekomen, weêr naar hunne Kwartieren konden gaan, en de Heer Knoch aanflonds de reize naar den Haag ondernomen heeft; zekerlyk om van het gebeurde rapport aan Zyn Hoogheid te doen. • Grietje, 't Is jammer dat de Capitein-Generaal zo wonderlyk met de Patentan tracht tc fpeelen. Zal men dan alle da Steden van Krygsvolk ontblooten, om het op de Grenzen en in de Frontier-Steden alleen te gebruiken; en is Coeverden vooral geen Stad aan den kant van Groningen en de Ommelanden, die befcherming en verdediging verdient? Wat Men.sch kan dit ontkennen? Diewertje. De Hemel ge«ve, dat het verkeerde , 't welk hieromtrent zo lang reeds plaats gehad heeft, eindelyk eens op eenen beteren voet door's Lands Souvereine Magt gefield en bepaald worde. Laat ons wegens alles het beste hoopen, opdat wy het noodige met -bet nuttige gepaard mogen zien, tot herftelling van Eendragt, ftaa*ing van Recht, en welzyn van Volken Vaderland!— Vaarwel, Vrindin! Eet met fmaak, en groet Krelis. Grietje. Ik bedank je, Diewertje! Ik wensch je't zelfde. Groet Louweris. Het alömbekende Middel't welk onverbeterlyk is om allé foorten van Ndteboome, Moghoniehoute, Verlakte en Gebruineerde Cabinetten , Bureaux Laétafels, Stoelen, Schilderyen en ander Gfadgoed in den grond fchoon en gl'anziV te maaken, ende Wormen in 't geheel te verdry ven, gelyk men daaglyks by ondervinding heeft, wordt federt eenige Jaaren met goed fucces verkogt by de Erve de Weduwe J. van EGMONT. Het Potje is 6 Stuivers. NB. Het is ook ongemeen goed voor Spaanfche, Alicantfche en andere foor» sen van Matten. -Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breèftraat, te Amfterdam.  GjETETJE en DIE¥ERTJE. 22 September 1785. n°. 38. Grietje. oeden Morgen , Diewertje! Is 't by u nog in een eoed«. . gefteldheid met den ligchaamlyken toefta»?d ° 2 fris^hTertJe' ' reddyk Wd meêj Gfiecje] Hebt SS * «ede nog Grietje, ó Ja, ik ben gezond, beter kan het niet. Zal ik wat bwnn ders van u hooren Zal men Vrede met den Keizer kunnen maakef of moet men den Oorlog doorzetten? "JidKcu, or Diewertje Ik weet het niet, Grietje! Men zal het aan de onenbaa ring van den Tyd moeten laaten, en debeflisfching van onsLotinShi-n daaromtrent moeten blyven afwachten van de bemiddeling; de Hofi ; van Verfailles. Men fchryft er in de Vaderlandfche Courant van den ai dee zer dus van, onder 't Artikel van Parys, gedagteekend 13 September „ Men gelooft in 't algemeen , dat de afeebrookenp Ond^,,^ r tusfchen de Ambasfadeufs der Republiek fïï"e°V^ en den Grave van Mercy, Keizerlyke Ambasfadeur, ten8eerften zul en hervat worden; het Pras-ady s der Provincie Holland heeft alle de Iwaa righeden wechgenomen, welke in den weg waren tegen het fluiten de; twee voorlóópse punten, te weeten, de vergoeding voor MaaSirhï en de Vaart op de Schelde onder eenige bepaalingen gfbraït Maaftnchc Grietje, 't Is eene zekere Waarheid dat in den Oorlog geen heil ff. maar wanneer heerschzuchtige en magtige Monarchen opë hunne wel tï vredene Gebuuren aanvallen, hunne rust verftooren , hunne bezitti^en hunne kratten e.fchen1: zou het dan niet beter vóór hen zynTeer luei m te willigen, het heil in een Oorlog, die hen wordt opgedrongen 2 zoeken , of zy het 'er mogelyk in vinden mogten. Immers onmofpfvl • het met. De grootfte Magt zegepraalt niet altoos. Men heeKee^ zien dat een kleinere eene grootere heeft overwonnen. De Keizer frh™ intusfehen zyne vermogens te willen doen gelden. Dit zou men £8ï £ moge* opmaaken uit de volgende berichten, die ik ïdus in de Hi?l Courant van heden vinde. c am- Antwerpen den 19 September. Men heeft van hier Detachementen nir gezonden, om te recognosceeren op de Hollandfche Grenzen, inzondef" heid naar den kant van Bergen-op-Zoom; en 'er zyn alomme BrSach ten uitgezet op de Grenzen der Baronnie van Breda en de Meyerv van" 's Hertogenbosch. Eene fterke Divifie van Voetvolk, Ruitery7Kton n.ers en .gtgewapende Troupen, houdt de Opper-Maas bezet, van Huv af, voorby Luik, tot Vifet toe, zo dat het Hollandsch GuarnTSen tï Maaftrichc niet alleen van naby in 't oog gehouden, maar in weinig oogenbhkken tyds geheel kauworden ingeflooten Den iW der,ZL g fettHTtt van het Regiment van Clairfai? van hier^^Ikk^Tmelzyl 1 3 Veld-  ( 150 ) Veldtrein en Bagagiewagens, om door den Lande van Waas te marcheeren en by Beveren te campeeren. Intusfehen pasfeeren hier dagelyks Couriers tusfchen Frankryk en Holland; en men meent nog altoos reden te hebben, om zich te vleijen, dat de Vrede zal kunnen behouden worden; zynde de Krygstoerustingen van onzen kant waarfchynlyk beftemd om het fluiten van dien te verhaasten. Diewertje. Niettemin blyven de Franfche Staatkundigen, gelyk de Nieuwspapieren ons ook al melden, van oordeel, dat de Hollanders niet zullen aangevallen worden door de Oostenrykers. Te Parys, de tyding ingekomen zynde, dat de Keizerlyke Troupen uit Mons , Aath en andere Plaatfen naar de Franfche zyde gelegen, zyn uitgetrokken, men | aldaar van meening was, dat de Keizer de Pruisfifche Staaten, aan dien j kant het naafte grenzende, zoude doen aantasten; 't geen my echter voor als nog ongelooflyk voorkoomt, te meer om dat 'er nog meer Keizerlyke Krygsbenden in de Nederlanden verwacht worden; waar men ftaande houdt, dat zich niet meer dan 40 duizend Mannen Oostenrykers bevinden, een getal te gering om groote Onderneemingen xe beginnen en uittevoeren. Men wacht dus, zegt men, nog 30 duizend Mannen uit Duitschland, en men denkt, dat deezen een Legerplaats voor Maaftricht zullen vormen, om,dat 'er in het Dorp Mheer, digt by die Stad gelegen, Ovens zullen aangelegd worden, gelyk reeds te Herve gefchied, waarin men duizend Brooden, elk van 4 pond , te gelyk zal kunnen bakken. Andere Berichten, en zelfs uit Duitschland, zyn zo Oorlogszuchtig niet. Dus lees ik in de Haarl. Courant van heden. Regensburg den 11 September. Eergisteren is hier een Courier van Weenen aangekomen, ingevolge wiens Depêches alle beftellingen van Levensmiddelen voor de in aantogt zynde Keizerlyke Troupen , waarvan de eerfte Colom van het Vry-Corps van Brentano reeds overmorgen ge- ■ wacht wierd, wederom afgezegt zyn. Men weet nog niet of hetzelve alleen halte moet houden, dan of deszelfs beftemming geheel veranderd is; doch het fchynt, dat^de aankomst van een Koninglyk Franfchen Coulier deeze contra-orde veroorzaakt heeft. Grietje. Men kan op de zaaken in gefchil nog weinig ftaat maaken. Vrindin! Is het mogelyk, en koomt het met de Eer der Republiek over- • één, is het allerwenfchelykst dat zy ten fpoedigften beflischt worden,,1 eer men t»t het uiterfte moet komen van geweld met geweld te keeren. ,1 Indien echter de Capitein-Generaal, thans te Breda zynde, de bevelen li van zyne Meefters wel opvolgt, en, uit hoofde van zyn uitvoerend! 1 vermogen, de zyne wel overlegd, aan de Armée, of Bezettingen derr I Steden naar behooren zal weeten te geeven, ben ik van gedachten, dat tl ons Gemeenebest deszelfs luifter in dat uiterfte geval wel deeglyk zallfï kunnen fchraagen en handhaaven. — Zo niet, zie ik treurige omftandigheden, en (dat God verhoede 0 zelfs eene fcheuring te gemoet, die 'li' dea Baad dwUnie wel eens zou kunnen fchendea. — Men hoope noch-.tl thans'li  C iJi ) thans dat dc Stadhouderlyke vermogens zich niet zó verre zullen uitbreiden , dat zyne gevoelens daartoezouden aangevuurd worden, door Raadslieden, die als zo veele Achitofels zyn, om zyn en 's Lands bederf te berokkenen. Ach! dat de goede Voorzienigheid hun nog tydig indrukken van zyn waar en weezenlyk nut tot heil van 't dierbaar Vaderland ten fterkfte deed ondervinden! Dat de Opperfte Wysheid dien Doorluchtigen Staatsdienaar, dat uitmuntend Legerhoofd, volkomen deed befefren, waartoe hy in weezen is; hem deed kennen, waartoe hy zyne vermogens moet befteeden! Zyn geheugen is fterk genoeg om hem te binnen te brengen, welke Lieden het zyn die zynen Geest reeds voor lang misleid hebben, en wie het daarentegen zyn, die denzelven tot de waare nutbetrachting van Volk en Vaderland fteeds poogden aantefpooren. Men roemt het fterk geheugen in den Stadhouder , zou hy dan zyne Vleiers om hun eigen belang nog niet uit de belanglooze Vrienden van het waar belang van zich-zelven en zyn Doorl. Huis leeren onderkennen? — Nog eens; het behaage Gode zyn Vorftelyk Hart daartoe te bewerken, opdat hy als Gideon handele, die geen volftrekte Heerfcher over Israël wilde zyn, fchoon zy het éénftemmig zulks begeerde; zeggende : Heersch over ons; zo gy als uw Zoon, en Zoons Zoon. Dat Hy (zegge ik ) met Gideon dus fpreeke: Ik zal over u niet heerfchen; ook zal myn Zoon over u niet heerfchen: De HEERE zal over u heerfchen. Die God, die de God van Israël was, is ook de God van Ne,derland: Maar welk een Vyand het ook weezen moge, het zy uit- het zy inheemsch, dat de Vryheid met de taal van de allervoortreflykfte Amfterdamfche Dichteresfe L. IV. van Merken, dit ons Nederland hem toe doe voeren: In haarFeess* zang op het Eerfte Eeuwgetyde der Nederlandfche Vryheid. Zeg, zeg dien wreevlen Vyand aan Dat, eer gy zyn geboón zult eeren, Gantsch Neêrland zal in puin verkeeren, . En met zyn' laatften Held vergaan: Zeg dat uw Volk zich nooit zal wennen Een wetteloos Gezag te erkennen: 't Eert, in zyn Vryheid, God-alléén. Geen trotsch Monarch, hoe grootsch in zyn vertooning, Geen Magt, op 't Aardryk aangebeên; Maar God, der Vadrea God, is Neêrlands groote Koning. Die  ( 152 ) . Diewertje. Het is zo, Grietje! Indien dit de tegenwoordige Stadhouder maar wilde beletten; maar de Raad der Braaven fchynt Zvne Hoogheid den flegtften te zyn. Dit is allerongelukkigst voor een'Volk dat hem anderszins in zyne hooge Waardigheden eerbiedigen en achten zoude naar zyne Verdientten. Zyne bcdneglyke VJeiers bedriegen — ia mis bruiken zyn hart, opdat zy het naar hunne verderflyke gevoelens vormen ■ en dus wordt en is hy reeds een Slaaf van zyne Slaaven 1 Die Mon' fters! Waardig dat zy, daar ze om zo te fpreeken, mét vreemd vuur ten offer komen, als Nadab en Abihu door Godlyk ftraf vuur verflon den worden. — Maar hoe ftaat het met de Medeftanders deezer Lieden onder het Gemeen? Grietje Zy hebben nog meer dan te veel en grooten aanhang. De Stad Bnelle, zo wel als Rotterdam, en vooral het uiteeftrekte Dom Overfchie, levert elk nog dag aan dag doorflaande Bewyzen 'er van on te breedvoerig om ze te melden. Dan in den Haag is het weder ftil zo' men verneemt, en behalven den Dolhuisvader, die nog in hechtenis'zit heeft het Gerecht in verzeekering doen neemen het oproerig Vrouwsper! foon, dat de Heer Voogd yan Schiedam met zyn eigen Parapluye geflageo en mishandeld heeft; hebbende zy reeds bekend dat zy het gedaan heeft Voor het overige wordt ook bericht, dat de Generaal Sandoz, door den Stadhouder naar Breda ontboden, derwaards zal vertrekken of reeds ver trokken is, waarop de Heeren Gecommitteerde Raaden den Generaal ra» Kretsmv-, alsjoudften Officier van 't Guarnizoen en Generaal-Major van de Hollandfche Guardes, het bewind in deszelfs plaats over de Bezetting hebben opgedraagen. De Generaal-Major Baron Verfchuur over de Guar des Dragonders , is insgelyks door den Capitein-Generaal naar Breda ontboden. Voor het overige verwacht men eerstdaags de volkomen befluiten ter fchikking der Burgeren bezwaaren van Utrecht, tot genoegen des Volks Hoe het verder met d.e over de Regeerings-Regllmenten met de andere overheerd geweest zynde Provinciën zal afloopen, moet de Tyd leeren. Men belooft er zich een goede uitkoomst van. — Maar ik vrees echter dat, indien wy geen Vrede krygen, Zeeland wel iets droeyigs ondergaan konde. De Algoedheid zy ons genadig! — Vaarwel, Vrindin ! Let met tmaak, cn groet Louweris. Krdi5Wenje' K' Z°g JS daDk5 Grietje! Ik wensch ie 'c zeJfde. Groet r^l4e ?ruk,fter deez?s wo^ in Commisfie 'verkogt d^ÖpreThte Haag. fche Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchoon en wit te maaken , eu den mond van Scheurbuik te zuiveren : ook is het bv uitneemendheid goed voor Kies- en Tandpyn. Het Doosje is 6 Stuivers7. Gedrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONTop de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam. .  DIEWERTJE en GRIETJE 29 September 1785. N°. 39. Diewertje. f*\ oeden Morgen, Vrindin Grietje! Hebt gv het nou . VJ wel met den ligchaamlyken toeftand ? frietje. Redelyk, Diewertje! Hoe hebt gy 't 'er meê? Diewertje. Als de oudfte van myn Kippetjes, die nog wel kan taateren, maar geen eieren meer Jegt. Ik ben wel gezond-, maar de jeugdige vlugheid is verdweenen. j^usu'bc hi* fS* man kan °ök niet aItXd jonS b]yven 5 al» men maar in gezond, he d oud wordt, en met eere: Dat is een groot voorrecht. Men vindt zelden Jongen die de Ouden verbéteren. Diewertje. Dat komt by de gezondheid niet te pas, of gy moest iuist de betcrfchap yan eer in den ouderdom zoeken. Maar di« beSrfchao is dÏÏ^T Spedrngen fraaiJ.?heid> die ^ Natuur zelve bewerk danks veele Perfoonen, vooral van onze Kunne, wel wenschten dat ze u.t noodzaaklykheid met zo eerlyk waren, dewyl ze te oud zyn ofn on! eerlyk te weezen. — Hoe veelen van dat foort kennen wy 'eï niet, die reeds oud en af zyn , en die wy gekend hebben toen ze jong en fleurt Q TW'a Pf, Cene 18 h3lf bImd Vde andere is kre^> de derdegfchynt eea Schuddebolletje met een wasfen hoofdje, de vierde kucht geduuSg als een oude Koe, die 't Longfpe heeft; anderen hebben nog andere Kwaaien; maar zy zyn met eere oud, nietwaar?- Wel ja! ze willen'er vrolm by zyn. Maar hoe was haar beftaan toen zy jong waren ? De Hgtfte Lol bollen waren haar het aangenaamst, en zy kenden de Bordeel verkeerd door en door Was het ergens Kermis, gelyk het thans nog L Amfter? dam is, o wat was het haar dan geen vreugde! Konden zy maar Matjes ™le° ?. daar Zy 1 mef V° hlcldeD ' doch wi« Beurzen zy wel wisten Iele •te maaken ; zy waagden er greetig een dag en nachtje, al waren • 'cf wee, ja drie aan, welk laatfte getal zy met den naam van Jonasie doop! ten; en thans zouden ze wel in de Kerk en onder 't gehoor van ' WooTd willen leeren en fterven, gelyk ik deeze uitdrukking eens hoorde van een fcïe Ka?"Mnlru " ™ ^ *° kü'lSCh was §ewee" als eenK Grietje. Wel Diewertje! wel Diewertje! wat zyt ge ook een Flanüit' Het behoort immers niet tot ons onderwerp Lieden die van de Waereld lalLTLT' vo,orheen gezochte Waereldiche Wellusten tfverwyten Zalig is de geene die zich betert, zegt men. 1 ™' Diewertje. ö Dat is een mooije Spreuk! Maar ze rust op al te zwakke gronden om 'er de waarheid van te kunnen betoogen. — Dan ginoe^ hiervan. - Gy hebt misfehien met uw Krelis reeds te Kermis gast ~ V Hebt  C 154) Hebt gy wat fraais gezien, gekogt en t'huis gebragt? — Hebt ge in den Schouwburg, of in Speel-enten geweest? — Hebt ge Poffertjes — hebt ge Wafelen gefmuld? — Hebt ge Koek, Utrechtfche Moppen, of Heilikmaaker gefnoept? — Hebt ge Wyn gedronken, gezongen, gedanst, vrolyk geweest, etcétera. Grietje. Hebt gy 'er ook te veel Wyns ingenomen, die uw tong heeft losgemaakt, Diewertje? Diewertje. Neen, goede Vrindin! Ik wil u 't genot der Kermis-Wyn wel laaten, met al de Kermiskost en 't Kermisvermaak 'er by. Maar gy fchynt over myn vraagen wel een weinig geitoord te weezen. Grietje. Dat koomt om dat ge openlyk den gek met my fteekt. Gy weet wel, dat ik van dit alles, geen Liefhcbfter ben, even min als gy. Als ik eens wat deeglyks wil zien, ga ik met myn Krelis, wanneer 'er een of ander fraai Stuk vertoond wordt, in den Schouwburg; maar ook daar niet, als het Kermis is. Ik kan u verzekeren, fchoon ik wel de Kraamen op de Markten eens wilde bezien hebben, ik 'er weinig anders dan op de Westermarkt van heb gezien, en daar in lang na, nog niet alle. Op de Nieuwe- noch Botermarkt heb ik niet geweest; alleenlyk heb ik met myn Krelis Vaderlands Linnen gekogt by een zyner Vaderlandfche Vrienden, die met een Kraam op 't Amftelveld ftaat. —- Van daar begaven we ons rechtftreeks naar Huis, onderweeg nog wat Aardewerk, van Potten en Schotels koopende. — Zie daar myn Kermisgaan. Mag iku vraagen of gy ook te Kermis zyt geweest? Diewertje. Ja, dat moogt gy wel vraagen, Grietje ! — Maar ik moet n antwoorden, dat ik myn hoofd met de geheele Kermis niet breek. Zoude ik ook door zulk een ruw Weêr als wy meest alle de Kermisdagen gehad hebben, by den weg loopen flenteren? Neen, Vrindin! Ik bedank 'er voor. — Maar wat anders gepraat. De Vrede met den Keizer ftaat op een goeden voet. Men heeft thans zekere Berichten, dat, aangaande Maaftricht, om die Stad en Vesting tot een bezitting van de Republiek te laaten, en waarover meermaalen getwist is, voor oen i halve Millioen Guldens, tot welke Frankryk eene aanzienlyke fomme, eenige zeggen byna de helft, zoude toedoen, de Zaak gefchikt is. — Men meent ook de andere punten, betreffende de Vaart op de Schelde, en de in gefchil zynde Forten en Dorpen binnen 4, anderen zeggen 6 weeken, afgedaan te zullen zien. Grietje. De Tyd zal on9 moeten leeren wat 'er van de Zaak zal worden. De Brabanders zyn 'er ondertusfchen zeer mede in hun fchik, en men fchryft uit Antwerpen, dat men reeds toebereidfelen maakte om de Troupen van de Grenzen aftetrekken, zynde onder anderen een Stafette naar Mechelen gezonden, om Logement en Provifiën gereed te houden voor het Regiment van Bender, 2800 Man fterk, hetwelk op morgen door die Stad zal terug trekken. Voor de andere Regimenten zyn zonder twyfel gelyke beftellingea gemaakt, en het was zeker noodzaaklyk dat dc  C 155) de Soldaaten, welke door de zwaare Regens een zeer moeilyken dienst op de Grenzen gehad hebben, ten fpoedigfte verligt wierden, hebbende onder anderen het Regiment van Wurtenberg, te Capelle een gantfehen nacht te halverbeen in 't Water moeten ftaan. Diewertje. Aan welke elenden en gevaaren wordt de Soldaat niet al gewaagd! Grietje. En veeltyds zonder noodzaakiykheid. Diewertje. 't Is met den Zeeman fomtyds ook alzo gelegen, doch niet altyd. Die heeft doorgaans de dagelykfche fpys en (ten minfte zo 't behoorde) goede fpys, en veel meer levensnoodwendigheden, tydelyk nut en gemak, dan het Volk dat te Velde dient. Grietje. Dat is waar, het Zeevolk heeft een altoosduurend verblyf in de Schepen , zo lang het op dezelve huishoudt. De Kok fchaft driemaal 's daags op. Dit heeft het Krygsvolk niet. De gevaaren nochthans voor een Zeeman zyn, vooral in tyden van Oorlog, almede groot genoeg, en zy gaan in Vredestyd die van een Krygsman te boven.. Evenwei wil dit zo veel niet beteekenen , als een geduurige Slaaffche dienstbaarheid van een Krygsman te Lande : Daarom verkoozen drie van myne Jongens liever hun Fortuin by de Zee te zoeken, als opgevoed te worden om te Land te dienen, fchoon een op Zee het hachje 'er by in heeft gefchooten. Wat de vierde verkiezen zal, weet ik nog niet. Maar in een van beide te kiezen, zoude ik hem liever Matroos op een Schip, ais Soldaat in een bekrompen Veldtent zien. Dan zy moeten 'er beide zyn, zo wel Land- als Zeevolk. Diewertje. Dit weet de Capitein-Admiraal en Capitein-Generaal onzer Republiek ook wel. Hy is meer dan eens ftoutmoedig genoeg geweest om, infpeótie van onze Zeemagt in Tesfel neemende, het Zeegevaar te tarten. Meer dan eens heeft hy Campementen by Breda gezien, en dagelyks was het Militaire hem aangenaam. Nu zegt men echter, daar hy nog niet lang te Breda is geweest, om, op hetgevaarlykuitzigt van eenen Oorlog met den Keizer, der Armée van daar fpoedig van zyne Krygskunde te verzekeren, en bevelen tot derzelver verrichtingen te geeven, dat dit zo waardig Legerhoofd, op het bekomen van vreedzaams berichten, van daar naar Friesland zal vertrekken, om zyne Koninglyke Gemaalinne en Doorluchtige Kinderen aftehaalen, en te begeleiden naar den Haag, vaa waar men verneemt dat de Guardes du Corps, gereed zynde om naar Breda te vertrekken, tegenbevel gekreegen hebben van" te blyven daarzy nog zyn. Het Regiment Dragonders heeft, gelyk ik lees, echter bevel tot hun vertrek naar Breda bekomen. —• Maar het volgende dat ik in de Hift. Courant van heden, onder het Artikel van den Haag geplaatst vindt, komt my aanmerkenswaardig voor. Luister, dus fchryft men: ,, De Pruisfifche Gezant, Baron van Thulemeyer, heeft gisteren eene Misfive aan Hunne Hoog-Mog. en Hun Ed. Groot-Mog. overgegeeven, s, waarby de Koning, zyn Meefter, zich als Bemiddelaar aanbiedt, in V 2 „ dar  ( I5<5 ) ,s de Zaak tosfchen de Staaten en den Capitein-Generaal, betrekkelyk „ de Staats-Refolutie van 's avonds den 8 September laatstleden." Grietje. Dat vind ik vreemd! Onze Staaten hebben denklyk den Koning van Pruisfen toch niet verzocht om wegens hun vry gezag, dat zy den Stadhouder met reden hebben getoond, eenige beflisfching te veroorlooven, en dus dit aanbod van Zyner Majefteits Bemiddeling, dunkt my, niet zeer te pasie zullen kunnen vinden. Onze Staaten zyn immers Souvereinen van hunne eigen Zaaken. De Vergaderplaats hunner Overleggingen — hunner Raadpleegingen fn den Haag moet niet ontrust worden door eenige wanörde, of zy, en zy alleen kunnen (al waren 'er o-een Wetten voor, die hunne handelwys rechtvaardigden -,j ja moeten, volgens Eed en Pligt, voorzorgen neemen tegen het minfte Gemuit dat 'er gelchiedt, te meer daar een oproerig Gemeen, voor hun oog, hunne bevélen hoont, waarmede zich een Krygshoofd niet bekommert, die hun Dienaar is, om dezelven uit hoofde van zynen Pligt en Eed te ftuiten — Wat dan ! — Moet hier de Souverein niet fpreeken? Zal men geen Luitenant onder een Capitein meer mogen ftellen? Dit is natuurlyk: Men neeme het zo men wil. Het Volksbelang eischt het belang van zyne Vertegenwoordigers, en niet dat van cen hunner Dienaaren, die blyken geeft van het niet te behartigen. Ik denk, dat die wel leest wel zal kunnen oordeelen. — Wat meer hierna, Vrindin Diewertje' Dit is iets anders als een Kermis-Praatje. Nochthans beveelen wy den Alm* mch van LOUW en KRELIS, onzer Mannen (niet in 't gemeen maar elk in 't byzonder; want dat is natuurlyk eerlyk) aan de Gunst van onze Leezeren en Leezeresfen, om dat 'er ook al de Amfterdamfche Kermis van welke wygefprooken hebben, nevens andere Wisjewasjes inkomen! die niet onaartig om te leezen zullen zyn. Diewertje. Wel dat weet ik, Vrindin Grietje! Hiertoe dient het Ad vertisfement, 't welk onder de Samenfpraak van onze Mannen geplaatst is. — Vaarwel, eet fmaaklyk, en groet den Baas. Grietje. Ik wensch je 't zelfde, Diewertje! Groet Louweris, die <*e ook uw Baas noemt. fa By de Drukfter deezes is thans weder te bekomen: Den wegwyzf» «er MINNAARS en MINNAARESSEN, of onderrichting voor al de geenen die Minnen. De prys is 6 ftuivers. Alsmede de oprechte Stoughtons Elixer, Magnum Stomachicum, of hot groote Hartfterkend Elixer, zynde een ongemeen middel in heete K )ortlcn en andere Ligchaamskwaalen. Gedrukt by de Erve de Weduwe JA CO BUS van EGMONT' op de Reguliers Üreêitraat, te Amfterdam.  GRIETJE en DIEWERTJE. , 6 Oclober 1785. n#. 40. Grietje. /"~\m je een goeden Morgen te wenfchen, Vrindin Diewer\J tje! Ik hoop dat gy het fris zult hebben , en vergenoegd zult zyn; is het, in 't laatfte opzigt, niet geheel, het zy ten minfte gedeeltelyk. Diewertje. Gezond ben ik. Ik wensch van en wegens u het zelfde te hooren. Maar Mensch als Mensch befchouwd, wiens Ziel is dan ooit recht vergenoegd? Zo lang 'er ydelheid by het Schepfel heerscht; zo lang alles op Aarde ydel is, kan geen volkomen vergenoeging het gebied voeren by den altoos onvergenoegden Mensch, in welk eenen ftaat of ftand hy ook moge gefteld zyn, en met welk een Lot hy zich ook moge bedeeld vinden. De Schepper van ons Hart, die het beter kent dan wy, welke het in onzen boezem voeren , bemint ons te veel, dan dat Hy alle onze Begeerten ons zoude toeftaan. Hy ziet ze — Hy kent ze; maar heeft zyne wyze — zyne Menschlievende oogmerken, om zelfs zeer dikwils onze Gebeden niet te verhooren. — Onze verbeelding is doorgaans ontfteld, ook in onzen yver tot de beste Zaaken. — Hoe kan men dan volkomen vergenoegd zyn? — Dat men ten minfte niet verwaand zy om vergenoegd te weezen. Men gevoelt altoos het meest de ongemakken zyner eigen Driften: Maar laaten we ons 'er op toeleggen , om ze zo veel mogelyk door eene geregelde en rechtmaatige bedaardheid te beteugelen. — Wy fpreeken den meeften tyd met elkander over algemeene Zaaken, en wenfchen, volgens Pligt, dat ze ten beste van Vaderland en Vryheid mogen beftierd en gefchikt worden, door den Alvermogenden Schikker aller Dingen , fchoon wy ook in deeze Zaak, gelyk in alle anderen, ons ongenoegen niet ontveinzen wegens Menfchelyke Schikkingen — ja dikwils onbehoorlyke Schikkingen van Menfchen, die, fchoon in hoogeren ftaat gefteld, van natuure niet meer dan Menfchen zyn, en daar de natuurlyke Vryheid alle Menfchen eigen zy, hoe veel te meer dan de Burgerlyke, evenwel niet als eene algemeene Zaak voor Slaaffche Onderdaanen van eenen dwingenden Monarch aantemerken; welks fpoor alle mindervermogenden wel gaarne volgen, met hoogmoedig tegen de waare Vryheid aan te druisfchen, om over hunne Medefchepfelen heerfchappy te voeren, uit hoofde van het vermogen, dat hen dezelven hebben aanbetrouwd, om de gemeene VolksLands- en Rechts-Zaaken ais Vertegenwoordigers van elke Gemeente van Stad totStad in 'tbyzonder en van hetlieve Vaderlandin 'talgemeen, ieder gewettigd Genootfchap in zynen kring te handhaven en te befchermen. — Wy befchouwen, zeg ik, in geene willekeurige magt, door welke Perfoonen zy uitgeoefend worden, zy zyn dan volftrekte Ariftokraaten, ofhetzy de Siadhouder-zelf, eenig Recht tot overheerfching; fchoon men ons nageeft dat wy het Ariftokratisch Gezag niet fterkgcnoeg beftryden. Maar zy, V 3 die  C 158 ) die zulks voorgeeven , kennen onze waare Stelregels niet. Waarom zou men met braave Stemvoerderen onvergenoegd zyn ? Behooren dezulken onzen eerbied niet te erlangen? Met andere Wet-en Rechtfchendende eigenwillige en trotfche Heerschzuchtigen, die, fchoon Regenten zynde, misbruik van hunne Amptspligten maaken, zullen we nooit vergenoegd kunnen zyn. Dan zy, die de genegenheid van hunne Medeburgers door een onberispelyk gedrag en waare toegeneigdheid voor het Heil des Volks, erkennende zich afhanglyk van deszelfs Oppermagt, als zynde daaraan hunne vermogens verfchuldigd; —'zy verdienen alles wat een braaf en deugdzaam Gemoed eenen Burger kan afvorderen. Men moet hen befchouwen als waare Landsvaderen, die het hun voornaamfte zorge reekenen de Vryheid, Veiligheid, het Recht en 't Geluk des Volks te betrachten. Dezulken zyn 'er, gelyk in andere Steden van ons Vaderland, ook in Amfterdam, en de Lust en Liefde van 't Gemeen. Zo dat 'er geen gemor tegen hen ontftaat, noch geene verderflyke Aanflagen eenig gevaar voor de rust der Stad verwekken. Grietje, 't Is waar, Diewertje! Dan het ware te wenfchen, dat ook hier alle Regenten op die wyze dachten, als gy eene Befchryving van die Braaven geeft. 'Er zou alsdan nog meer vergenoeging onder de Gemeente heerfchen; welke echter begrypen moet, dat''er niets volmaakt op Aarde is, en in onze Vaderftad het meestgebrekkige voor het naastvolmaakte zwichten moet; fchoon dan niet geheel vergenoegd, laaten wy evenwel te vrede zyn. Diewertje. De waarheid deezer Zaak vindt plaats. Maar laat ons wat anders fpreeken. — Volgens eene Refolutie der Staaten van Zeeland, is het teekenen der Preliminairen tegen den zin en meening dier Heeren : zy befchouwen het nadeel dier Provincie in dezelven; verklaarende : ' ,, Dat om deeze redenen Hun Edel-Mog. zich in geenen deele met de Ratificatiën van de meergemelde Prasliminaires kunnen bemoeijen, maar de Deliberatie daarover, gelyk ook alle gevolgen die daaruit noodwendig, tot gevoelig nadeel van den Staat, moeten fpruiten, overlaaten voor rekening van die Provinciën, welke, door haare Direclie in deeze Negociatie, tot zulke onereufe ftipulatiën oorzaak gegeeven hebben, of mogten oordeelen dezelve te kunnen approbeerem-" Ondertusfchen verneemt men, dat deeze week ia de Vroedfchappen der Stemhebbende Steden der Provincie van Holland gedelibereerd zal worden over de Ratificatie der gezegde Prseliminairen, en het verder reguleeren der Inftruftiën voor de Ambasfadeurs van deezen Staat te Parys , om tegen de aanftaande byeenkomst van Hun Ed. Gr. Mog. eene Refolutie deswege te neemen. Niettemin onderftelt men, dat Zeeland de fchade, die het door eene vrye vaart langs een gedeelte der Schelde voor de Oostenrykers denkt te misfen , van weinig of wel geen gewigt is. De overgaave der Forten Lillo en Lief kenshoek, dus lees ik onder anderen in een Brief uit Middelburg van den 2p September, is wel een groot verlies voor de Admi-  C 159 ) miralfteitj maar daarentegen een groote winst voor onze Provincie, welke tot het onderhoud dier Plaatfen jaarlyks importante fommen moest betaalen, en in de twee laatfte Jaaren meer dan 6"o,ooo Guldens aan dezelve heeft te koste gelegd, zonder dat daarin door de andere Provinciën eenig deel genomen werd; zynde de voordeelen daarentegen zeer gering Wel is waar, de Heeren Gecommitteerde Raaden en de Raaden der Admiraliteit, zullen nu de begeeving der Ampten, en de Staats-Ministers Klerken &c. het voordeel der Leges misfen; dan 'er zyn altoos middelen genoeg voor handen, om het verlies van byzondere Perfoonen, dat doch met het belang van het algemeen niet in tegenwigt kan ftaan, op eene andere wyze te vergoeden. Grietje. Het is ontegenzeglyk waar, dat Zeeland, en insgelyks Holland, eenige nadeelen by deeze overgaave zullen hebben. &Dan het is niet minder waar, dat men in de tegenwoordige Tydsomftandigheden genoodzaakt zy geweest van twee kwaaden het minfte te kiezen. Een Oorlog met den Keizer zou aUerwaarfchynlykst verderflyk voor 't Vaderland zyn geweest. Men moet onderfcheid tusfchen tyden en tyden maaken • en andere tyden vereilchen andere zorgen. Indien men begrypt, dat de Nationaale Schuld over het Gewest van Holland en Westfriesland alleen binnen tien Jaaren tyds, naamlyk van 1741 tot 1750, behalven de Negociatiën daarna nog opgenomen, ter goedmaakinge van de agterftallige Üorlogsfchulden, Subfidiën en Renten, ruim 61 Millioenen opgenomen Schats bedroegen; en de andere Gewesten of Provinciën daarby eens 40 Millioenen hebben toegedaan, dat verre over de honderd Millioenen bedraagt, fchoon het Vaderland niets daarby gewonnen heeft, om in der tyd alle deeze zo ontzaglyke kosten, zonder nut verftrekt, goed te kunnen maaken : Is het dan niet beter, in plaats van zodanig een meer dan aanmerklyken Schat, zonder nog daarby de Leeningen der Generaliteit en Admiraliteiten te rekenen, men ter vermydiug van eenen Oorlog liever een tiende gedeelte van zulk eene ontzaglyke fomme geeft, dan in het onzekere van den Oorlogskans tegen een zo magtigen Monarch als de Keizer, en wel voornaamiyk in minachting van Frankryk, in eene nieuwe Krygsinwikkeling met Engeland, en mogelyk nog meer magti^e Mogendheden, ons te begeeven? — Welk een Liefhebber van ons dienbaar Vaderland zal dan niet in 't zelfde begrip met ons ftaan. Gelooft men my niet, men zie de juifte berekening 'er van by j. van der Hey, in zynen Eerzuil Hoofuft. II. Diewertje. Het is zo : fchoon men de Republiek misfehien in Duitschland de Dupe der Hiftori zal noemen, blyft ze niettemin in haare waardigheid; want in nullafahis bello, wanneer men vooruitziet dat men verliezen zal. Dus dan in den Oorlog geen heil zynde, mag noch moet men den geheelen welvaart yan Land en Volk waagen, zo roekeloos, dat men 'er doch geen redding uit verwachten kan , dan met ongelyke grootere opöfteringen, die nog misfehien fchadelyker, fchandelyker en veel meer verneederende voor een Vry Land en Volk zouden zyn kunnen. Ia  ( loo ) In fommige Omftandigheden kan en moet men Oorlogen, wanneer de allerdringendfte Nood'er ons toe roept: Maar de gevallen zyn dikwils Heröelsbreedte van elkander onderfcheiden. — Indien men daarenboven in aanmerking neemt, dat men weinig ftaat op het beftier van een Leger kan maaken , dat ééns vernield, niet fpoedig weder tot volkomenheid kan worden gebragt, en een overwinnend Vyand vast groote voortgangen maakt; al vecht men dan gelyk men moet, wat zal het baaten? Geen hulp van buiten hebbende, zal men alles ten laatften moeten opgeeven; te meer wanneer men* elkander van binnen niet verftaat. Een Ongeluk, zegt men, komt nooie alleen. Zulks is doorgaans by de uitkomften der Zaaken bewaarheid geworden. — 't Is nochthans niet onmogelyk dat men over de drukkendfte rampen kan zegepraalen: Maar inmiddels' blyft men, wanneer ze ons dreigen, en vooral wanneer men zich 'er in bevindt, onzeker van. De Stem des Volks, maar indedaad van cen opgehitst Volk tegen de Vaderen des Vaderlands en verfcheiden van deszelfs Wethandhaavren en Regenten, kraaide in 't Jaar 1747 niet dan Oproer. De Staaten van den Lande hadden reeds te vooren veel, ja zeer veel voor hunne Geallieerden opgeofferd, zo in Geld als Volk; ja meer gedaan, dan zy hadden behoeven te doen tegen Frankryk, wier aanbiedingen van Neutraliteit aan de Republiek telkens van de hand wierden geweezen; enzy, die het onheil derzelve te gemoet zagen, en voor de on'zydigheid waren, wierden met den fchendnaam van Landverraaders beftempeld. De Vrienden der Stadhouderlyke Regeering rustten niet, voor dat zy hun doel, door eenen omgekogten hoop Slaaffche Oranjelingen, by de woefte menigte bereikte, die niet deed dan om Oorlog roepen; maar hoe dezelve haar bekomen , is te gelyk met den last der Stadhouderlyke Bediening, weet elk, die of in dien tyd geleefd heeft, of de gebeurtenisfen van dien tyd geleezen hebben. Grietje. Dezelfde Aanhang van het Oranjehuis heeft nog dezelfde begrippen: Maar zeer verkeerd, gelyk zulks eenen iederen weldenkenden Vaderlander dagelyks blykt. —• De God van Nederland fchikke het ten beste met door Vrede, Vryheid, Recht, Volksvermogen en Welvaart, onder de bemoeijingen en aanwendingen der Braaven en Getrouwen in den Lande, weder te herftellen in den roem en luifter als van ouds. — Vaarwel, Diewertje! Eet met fmaak, en groet Louweris. Diewertje. Ik zeg je dank, Vrindin, en wensch je 't zelfde! Groet Krelis. By de Drukfter deezes wordt in Commisfie verkogt de oprechte Haagfche Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchoon cn wit te maaken , en den mond van Scheurbuik te zuiveren ; ook is het by ttitneemendheid goed voor Kies- en Tandpyn. Het Doosje is 6 Stuivers. Gedrukt Dy de Erve de Weduwe JACOBUS van EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  DIEWERTJE en GRIETJE. 13 Oétober 1785. N°. 41. Diewertje. Tk wensch je een goeden Morgen, Vrindin Grietje' Is't . i- nog wel met de gefteldheid des Ligchaams? Grietje. Ik heb het nog frisch. Hoe hebt gy het'er meê, Diewertje? Diewertje. AI mede nog in een redelyk goede order. — Ik wensehte wel^ gaarne wat Nieuws van u te hooren, indien gy het my weet te ver- ■ Grietje. Aan het laatfte zal het my ontbreeken. — Daar geen Nieuws is, kan ik het u ook niet verhaalen, Vrindin ! Diewertje. 'Er is echter akyd nog wel iets daar men over fpreeken kan, Grietje! r Grietje. Dat is iets anders. Maar doorgaans geen Nieuws Diewertje. Wel is het dan geen Nieuws, dat de Vrede mét den Keizer (zo men gist) naby is? Is het ook geen Nieuws, dat de Stadhou. derlyke Familie op het Hof te Leeuwaarden huisvest? Schynt het ook geen Nieuws te zyn, dat een of meer Heeren Gedeputeerden der Staaten van Utrecht zich afweezend houden, om de Burger-Bezwaaren wegens het voornaame Onderwerp van het Regeerings-Reglement niet te" hooren, daar het gisteren de dag is geweest, waarop men hoopte, dat alles tusfchen Volk en Regenten tot wederzydsch genoegen zoude beflischt worden; dan van zulks zal al weder niets gekomen zyn, naar ik vermoede. Echter ben ik zeer verlangende naar de Utrechtfche Berichten van den 12 deezer. — Het Nieuws, dat deezen ons zullen aanbrengen , moet men dan afwachten. Grietje. In vergelyking van voor lang gebeurde Zaaken met zulke die men nog dagelyks ziet gebeuren, is 'er niets Nieuws onder de Zonne' zo men Salomo zal gelooven. Niettemin gefchiedt 'er fomtyds wel iets* en wordt wel iets uitgevonden, waarvan weinig of geen voorbeelden zyn. Het gebruik van 't Compas was althans aan Salomon niet bekend en veele Eeuwen na hem nog niet aan eenig Mensch of Volk in de Wae' reld. En wat zegt gy van de Luchtbollen? — Deeze zyn een uitvin ding van onze dagen. Maar het fchynt dat in derzelver fchikking en be" ftiering niemand beter flaagt, dan de Heer Blanchard. Dienaangaande lees ik het volgende in de Vaderlandfche Courant van gisteren. Frankfort den 3 October. Deezen morgen is de Heer Blanchard in zvn Schuitje, omtrent ten half 11 uuren, in de Lucht gereezen met zynen Luchtbol, die 40 voeten over de middenlyn breed was. Hy rees majeftueus om hoog, en zich omtrent 60 voeten van de Aarde bevindende" groette hy alle de Aanfchouwers, eerst met zyn Hoed, en daarna met een wit Vaandel, waarin drie Leliebloemen, het Wapen van Frankryk gefchilderd waren. , y 5 De Luchtreiziger fcheen zyn weg naar het West-Zuid-Westen te nee- W taen,  ( 162 ) men, Haar het Gebergte Mons tauri genaamd; en omtrent een halfuur van de Stad wierp hy zyn Valfcherm, met eenen Hond daar aan gebonden, naar beneden, die zagtjes op de Aarde nederkwam, zonder eenig ongemak, hoewel hy 500 halve Roeden hoog viel. Naauwlyks was de Parachute (het Valfcherm) nedergelaaten, of men zag de Luchtreiziger naar het Noorden keeren; men rekende, dat hy ten 11 uuren boven Homburg en Ufingen zyn kon; een half daarna was de Luchtbol nog zigtbaar, hoewel zeer ver af, en kort daarna verdween hy. P. S. Kort na 11 uuren is de Heer Blanchard gezien boven het Dorp Wehrheim, 6 uuren van Frankfort. Dus heeft hy met zyn Bol in ruim een half uur een weg van 6 uuren afgelegd. Ook fchryft men uit Reifenberg, dat hy met zyn Bol omtrent dien zelfden tyd mede van daar in de Lucht gezien was, boven Segelberg zweevende , en fchynende naar Keulen te dryven. — Deeze nieuwe manier van reizen is onzen Tydgenooten alleen nog maar kenbaar geworden. Wie weet welke te vooren nooit gebeurde Zaaken onze Nakomelingen nog ontwaaren zullen. Diewertje. De uitvinding is iets byzonders: Dan waarin beftaat het nut, dat zy zou kunnen toebrengen, indien men het Werktuig al beftaanbaare eigenfchappen wist te geeven , om naar de beftiering van den Reiziger door de Lucht te dry ven, tot zo verre hy 't konde ophouden van de eene Stad naar eene andere beftemde Stad. De Luchtreiziger zou zekerlyk Waarneemingen in de Natuur der Verhevelingen kunnen doen, die men nog niet kent; hy zou nadere ontdekkingen kunnen doen in de Sterrekunde; maar zoude hy ze gepast kunnen doen, daar zyn Bol in eene geduurige beweeging is, en hy nooit een vasten ftilftand kan hebben, om de Voorwerpen, welken hy zich zyner Befchouwingen, Waarneeiningen en Proeven waardig achtte uiteen onwrikbaar oogpunt te begluuren ; (want in de fyne Lucht, daar geen enkel windje waait, en men niet in Haat is adem te haaien, kan niemand leeven;) daar hy 't geene hy op het eene oogenblik ziet, op het ander weêr uit zyn gezigt is. Dus vind ik ten deezen opzigte wel eenig, maar niet veel, en geen volkomen nut in deeze Werktuigen. Het grootfte nut, dat 'er in kon gelegen zyn, zou aan de Krygsbedryven van Legers of belegerde Steden gehecht moeten worden, zo het my voorkomt, om ten allervlugfïe tydingen af-en aantebrengen, en zeker te zyn van niet opgehouden, noch door den Vyand agterhaald of onderfchept te kunnen worden: Maar dan moest 'er'ook een vasten regel op zyn, die door een onfeilbaar beftuur van den Bol nooit de plaats zyner beftemming konde misfen; doch deeze Stuurmanskunst met zulk een Luchttuig verbeelde ik my, dat nooit gevonden zal worden. Grietje. Ik twyfel of uwe verbeelding daarvan zo vast gaat. Alle uitvindingen hebben by haare geboorte haare gebreken gehad , die door Tyd en Oplettenheid nochthans zyn verbeterd, ofwel geheeüyk wechgenomen. Maar genoeg van de Luchtbollen ! Schoon ik geloof dat'er veele Meufchen zyn, die andere hunner Even-Menfchen plaagen en veren-  C 163 ) angelyken, door de genen welken zy plaagen, wel gewenscht worden in zulke Bollen voor altoos te verdwynen, zonder ze ooit wc êr te ziéüL Onder deeze Wenfchers zullen denklyk de Amersfoortfche Burgers zyn j die zo deerlyk met een hoop baldaadig Krygsvolk zyn opgefcheept. Althans men zou het moeten oordeelen uit het volgende Extract van een Brief uit Amersfoort den 7 October. Gy begeert, of liever gy verzoekt, van my te weeten, hoe of het zich in onzeSrai, na het intrekken der Militairen, toedraagt? Akelig, myn Vriend! Onze Perfoonen, onze Bezittingen, onze Goederen, niets is meer veilig binnen onze Stad. Een Stad, waarin de Vyand huisvest, kan niet flegter behandeld worden, dan wy van onze eigen Troupen Een ftil Jongeling, onlangs met eenigen zyner Kammeraaden des avonds langs de Straat wandelende, wierd op het onverwachtst door een Soldaat de rechter Schouder van-één geklooft. Twee nachten na elkander zyn de Glazen ingeflagen, de eerfte nacht by den alomberuchten Hoofdfchout, die weinig beklaagd wierd, als zynde de voornaamfte Bewerker van al dit Onheif; ma3r de tweede nacht meest alle by braave Luiden. De kwaadaartigheid gaat zo ver, dat men dit laage werk de Burgers heeft willen aantygen. Niettegenftaande de Nachtwaakers de Soldaaten zelfs betrapt hebben, neemt men nu tot een laatfte uitvlugt, het kunnen wel Burgers , met Söidaaten-Rokken aan, geweest zyn. Dit is het nog niet al. De Veldvruchten, en wel Aardappelen, worden door de Soldaaten uitgerooid, als of zy zelfs de Planters waren. Koperen Ketels, Hembden , enz. Gy zult my waarfchynlyk vraagen, waarom niet geklaagd? Maar ik bidu, myn Vriend ! wat zou dat helpen, daar de klagt van byna de gantfche Burgery, door het beste doch minder gedeelte der Regeering onderfteund, niets heeft vermogt, wat toch zouden de klagten van enkelde en wel meest arme Menfchen helpen? Gy begrypt hoe vreemd ons d t alles voorkomt, daar wy finds 4 Jaaren, bevryd van Militairen, in de grootfte rust geleefd hebben, üf het nacht of dag was, men kon even gerust en veilig langs de Straat gaan. Niemand, wie hy was, wierd eenig hinder toegebragt. In dien tyd wierden wy door onze Regeering opgeroepen, om onze Bezwaaren optegeeven : Wy gehoorzaamden hier aan; en, om het gebrekkige uit ons Provinciaal en Stedelyk Beftier wech te neemen, benoemden wy uit ons eenige Perfoonen, die wy van een ampele volmagt voorzagen, om met onze Regeering, overeenkomftig onze overgeleverde Bezwaaren, in onzen naam een verbeterd Regeerings* Reglement vast te ftellen. Weinig dachten wy in dien tyd, dat dii op. roeping voor on* zulke bittere gevolgen zoude hebben. WenlchcKk ware het van ons, dat 'er nooit een oproeping had plaats gehad; dan was Amersfoorts Burgerye bevryd gebleeven van den fmaad, dien zy nu gevoeld; dan had de bekende Meerderheid het vermaak niet gehad, door eene Militaire Magt onze vrye Stemmen te fmooren; ja, wat zegge ik, op eenmaal alle onze Vryheid te ontneemen. Ik moet eindigen, het hart bloed my. Daar blyft voor ons niet overig, dan te vertrouwen, dat een rochevaardig God ons zal helpen. W 2 Die-  Diewertje. Hoe ferjimer^'s Ket', datj.de braave .AmefsfooFtfcte Burgers door hïm goed vertrouwen dus elendig ihfsleid zyn géwordén van'een AriftokrWeh- M»"'r derheid, met een heerschzuchtigen Opperfcfiout aan 't hoofd! — Dm het is bb-i^Ms met anders. Zy moeten du Lot zich getroosten-Mbgelyk koomt'er met ver-nde rmg verbetering tevens in de Provisie Z.aken, en eerlang ook voor hen verlos finge. Ondertusfchen houdt Wvk by Duurlïede zich manlyk, en volgens berichten *RfuS is de afkeuring van het'oude Regèerin'gs Reglement eenpaarigby de S op éen na , zegt men , befloöten, hebbende zy eindelykalie verklaard, volkomen bere;d te zyn, om het op nieuw vasrgeftelde Regeerlngs-Rt-gieineiit te beëedigen. Evenwel he.fr die Stad weder een nieuwen hoon in b;uten Gedeputeerden ter Staatsvergadering Me den, zynde dezelve nogmaals'er uitgezet; en, zomen wil, ook met goedvinden SÏPÈiï» Utrecht; bet Welk-nevens het declineeren van een voorig Adres door Geconflhtrerden en Gecommitteerden , den Gedeputeerden en Staaten aangeboden om ten iboedicftu Z vergaderen , dan ook .en gevolge had , da den i iden deezer 's namiddags ten hJf d-tó uuren alle de Burger Compagniën, elk ep haare refpeftiveLooppIiatfen zvn ve-eadéHd geweest, alwaar hen d.e uitllag wierd gecommuniceerd, en wyJers voorpefteld vvf Pom-en, die Geconftitueerdens en Gecommitteerdens onder der Burgeren armrnh J» in eene extraordinaire Vroedfch.,ps-Vergadering ten 4 uuren in te leveren1 merel | tot behandeling van Ziaken, op morgen den 12 Oftober, ten einde de Burgery door verdere voortduuring van het Reglement van 1674 geen nadeel kwame te lyden, Z emig Regent den Eed daarop moge afiVggen, miisgaders ten opzigte der cont'nmtS van den Hoofd-Ofhcier, en over het fifij arrefleeren van het nleuw^RSmen binnen eenen bepaalden tyd van zes weeken, gelyk ook omtrent de vervulling der vacante Vroedichapsphats, en eindelyk mede tot proteftatie tegen het geconcludeerd en-voorgevallene, zo by de Heeren Staaten, als derzelver GedeputeeK, w r oe zy dan ook door de Burgery gelast zyn geworden, zo als dien ten gevolge de Vroed fenap extraordinair is vergaderd geween, en over dit Adres, door eene Meerderheid"' der pref:rte Leden, gunftig zoude zyn gerefofveerd. wwww«¥ Grietje. Op morgen zal men, denklyk, wel berichten ontvangen, hoe het z:ch met de Zaaken welke op den 12 deezer beOjjcht moesten worden, heeft toegedragen en of de Volksftem getriomfeerd hebbe dan niet. ^^cuiadgen, Diewertje. Ik hoop en wensch het eerfte, fchoon ik het laatfte vreeze rv dag van morgen zal t ons leeren. — Vaarwel! Tot weêraens, Grietje' Eet fmaak lyken groet den Bias. J *-tl Giietje. Ik zeg je dank, Vrindin! Ik wensch j^VzelfJe. Groet Louweris. Tot B«!cfct voor den toegenegen Lederen dient, dat de A t ^TTTTTvln'LO UW~77~~ vo"; liei &* »•-«« ^ ^ Drukfter onzer SrfnlSftalfei' thans te ■■ & , , , tornen is voor den gewoonen prys van 4 Stuivers. »«dw behelst alles wat tot eenen ^fegfe* vereischt wordt: als ^«rt K.rmisfm en Jaamarkt**, afzonderlyk iu ieder rnaand gefteld; Kronyk van de voorn.-,m,h (,^, .r,l,; ü ^ r;nde „..eer dan een Jaar; Onderrichting'omtrent liet W£^ lnM<^ \7t^s Zakken; Luiden der Poortklokken; aankomen der Pesren; vertrekken'vin ^S^kS lnf'!'k°Y T 5WT„! zo 00k Vla *•>«,'» " .V.Wt<», alle. voo,af>egaan door een Be cIutv.ng Van den Jaarlyk. chen Planeet en deszelrs uitweikii.«n alsmede aamvvzrm.fr»a„ Z , / i *P v^ ó.n^uUerl^en üeeen,rekkfr, een van den en' de t« Voorn G^/ni óne^ ukkjg door zyn «^«f..«;» en Vurigheid-, de dM^hd^fet, en beide fraane Vertelfe.s. Vervolgens de ^mhrdamftht JUmh , een aam'e Difhttutte * i verder eeo.ge Gezangen a's o» de I^/H-af ; voor d^^^^l»"^ üednskt by de tive de W*d. j. vam tCMONT:"*, de IWg'wB^TBtüüHMTte A^fte^i:  GRIETJE en DIEWERTJE. 20 Oélober 1785. N9. 42. Grietje. oeden Morgen, Diewertje! Hoe is het met deö WefVjr ftand? Diewertje. Al wel, Grietje ! Hoe hebt gy het 'er meê ? Grietje. Ook nog frisch, Vrindin! Wat hebt gy te verhaalen. Is 'er iets byzonders in de Nieuwspapieren? Diewertje. Ik weet zeer weinig te verhaalen, Vrinditr! En geduurig een en het zelfde te herhaalen is niet voeglyk, maar walglyk. In de meefte Nieuwspapieren vind ik niets van belang, of het is alreeds gezegd. Alleenlyk vind ik in de Vaderlandfche Courant van gisteren een Antwoord op een Brief, uit Rotterdam, dat wel Aanmerking verdient. Het is gedagteekend 17 October, en van den volgenden inhoud. „ lk wil ü Ed. wel toeftaan, myn Vriend, dat de voorwaarde, op welke wy met den Keizer Vrede zullen erlangen, hard en vernederend zyn; maar ik kan niet met U Ed. inftemmen , dat ze zo fchadelyk voor onzen Koophandel en voor het Patriottisme zoude zyn, en de weg baant tot de geheele vrye vaart van de Schelde. Gy weet, myn Vriend, hoe erbarmelyk onze Landmaat, in plaats van in ftand gehouden, verwaarloosd is; hoe men geftadig tot vermeerdering van dezelve heeft aangedrongen, zonder acht te flaan, of die, welke reeds in dienst waren, en betaald wierden, wel voltallig, in goeden Krygstucht gehouden ea met den noodigen Voorraad en Magazynen voorzien en onderhouden wierden, om, wanneer het'er op aankwam, zich te kunnen verdédigen. Gy weet hoe bedroefd en voor de welmeeuende Ingezétenen zo fmertelyk figuur onze Zeemagt gemaakt heeft; en dat, zo de Slag op Doggersbank niet gelukkig tegen alle verwachting was uitgevallen, wy mogelyk reeds de voetwis van andere Natiën zouden geworden zyn. Gy weet, myn Vriend, welke voomitzigten ons nog overblyven, dat'wyiii een Land-Oorlog mogelyk dezelve Dryfveêren zouden hebben zien werken ! En ik geloof zeker, dat deeze voomitzigten de voornaame redenen zyn van het overgaan tot eenen Vrede, die, fchoon niet voordeelig noch roemryk, echter in geval van Oorlog, ons Land zeer rasch 50 Millioenen zoude kosten! En dus heeft men van twee kwaaden het minfte moeten kiezen; eene keuze, die echter zo nadeelige voomitzigten niet heeft, als U Ed. zich voorftelt. Het is waar, wy moeten de Forten Lillo en Liefkenshoek aan den Keizer overleeveren; doch wat zwaan>heid? Deeze Forteü ftaan als op zich-zelven, en als aan alle zyden aan het Keizerlyk Grondgebied grenzende; dan wanneer de Schelde beneden Saftingen tot aan de Zee geflooten blyft, en door Forten op die Grenzen wordt verzekert, zal de fluiting der Schelde zekerder dan voorheeft worden , en zonder gelegenheid tot twisten, om dezelve in der tyd open te krygen, gefloten moeten blyven. De Verklaaring, de duidelyke Verklaaring van den Keizer, in dit opzigt, zal en moet alle twyfeling wech- W 3 nee*  ( Itföi) 'neemen. Gefchièdt dit door den Keizer," dan blyft dezelve eeuwig,gefloten; dan gefchièdt deeze Verklaaring niet, dan eerst zou men kunnen 'opmaaken wat de Keizer bedoelt, en in zulk een geval zou men eerst kunnen denken, dat het oogmerk was om de opening van de Schelde zeker te ftellen, en alsdan zouden eerst de fchadelyke gevolgen, die U Ed. daarvan afleidt, plaats neemen; maar alsdan vertrouw ik ook, dat wanneer deeze cordaate Verklaaring van de zyde des Keizers niet gefchied, 'aan het oogmerk van de Preliminaire Vredes-Articulen niet voldaan zou worden, en de voorbereidende Vredes-Articulen wel in eenen ernftigen Oorlog zouden kunnen verwisfelen'. aa t naddadl srisarvag taOÉw'ladaoij Wat betreft, dat deeze Preliminairen aan de Zaak van het Patriottisme kwaad doet of doen, ben ik mede van contrarie gedachten. Men weet algemeen genoeg, dat de Patriottifche Party den Oorlog niet berokkend heeft, dat zy niet de Vestingen hebben doen vervallen, of oorzaak zyn dat onze Magazynen zonder voorraad zyn, en onze Landmagt niet in ftaat van defenfie gehouden is; dit moet mes toekennen aan die geenen welken het beftier daarvan is toevertrouwd; in tegendeel, zo de Patriottifche Party het niet gedaan had, zou de algemeene lust tot de Wapenoefening niet opgewekt, maar verdoofd en in de geboorte geimoord zyn, en de binnen- en buitenlandfche Vyanden zouden zekerlyk in hunne oogmerken zodanig geflaagd zyn, dat men , zo niet alles , ieder zyn merite .Bezittingen zou hebben moeten opófferen, met het aanneemen van de Kluifters der Slaverny! 't Is de lust tot de Wapenoefening, de wyze beftieringen van welmeenende Lands Vaderen; die ons voor nadeeliger gevolgen heeft behoed; en zo lang de lust en yver tot die oefening ftand houden, zo lang zal Neerland toonen het voetfpoor hunner Voorvaderen te willen navolgen, en van Jaar tot Jaar de zekerheid van hunne Vry, heden en Bezittingen doen aanwinnen; maar verflaauwt deeze, geeven we ons weder tot de voorige fluimering over, ja dan voorzie ik, dat we onze eigen Kéetenen zullen fmeeden, en van een vry Volk tot Slaaven zullen verwisfelen." Ik ben , enz. «'t£g .sna ksj - Grietje. Juist ben ik in het begrip des Schryvers van dit Antwoord, ,.~DfejBejtieA.f • -r-, .{".f^il f «t>«6J «' labiiodhej?, eb ncfe Diewertje. Ik met' U, en ik denk zulks ook van alle welmeenende ; Vaderlanders. Want het is een eeuwige Waarheid, dat men doet wat men kan, en niet wat men wil. En hier zyn wy in 't geval. .Hadden ' wy terftond na den Oorlog, of by het fluiten van den , Vrede met Engeland, in eene enge Verbindtenis met Frankryk kunnen treeden, dan rge.loofjk, dat het gene de Keizer tegen ons in den zin had, wel agterwege zoude gebleeven zyn: ten minftej denk ik, zou die Monarch zyne eifchen zo verre niet uitgebreid hebben, als'hy, zonder dit, gedaan , heeft; en had de Keizer hét evenwel gedaan, dan had Frankryk zeker* 3ryk verpligt geweest ons met een gedeelte zyner magt te hulpe te ko;" tóen » om den gedreigden aanval des Keizers te helpen af keet en, op welk eene wyze zulks dan ook gefchieddë. Want ik acht het zeker, .. :da£,' daar Lodcwyk de XVHe ^ï'RepuW'reJe reeds-in de voldoeninge / " " aas  C i«7 ) aan dén Geldëisch des Keizers zo veel verligting toebrengt, dat hy 'er ■' byna de heift toe verfchalFen zal, zonder wederuitkeering te hegecré/b, die Koning alsdan niet in gebreke zoude zyn gebleeven, dit Gemeenebest krachtdaadiger te onderfteunen, als daartoe meerder recht en vryheid hebbende dan ten deezen tyde, en in het tegenwoordige geval. Grietje. - Men zou dit mogen onderftellen. Het geval is echter nu geheel anders, en men moet het neemen gelyk het is. Ook is de Oorlogskans onzeker; indien wy met dit alles met den Keizer in Oorlog waren geraakt, zouden waarfchynlyk de Engelfchcn op nieuw in ftit troebel water gevischt hebben , en redenen hebhen opgezocht om ons' al mede 'Vyandelyk te behandelen; terwyl de Keizerin van Rusland'/ais Geallieerde van den Keizer, onze Schepen haare Havens niet alleen zoude ontzegd hebben; maar mogelyk mede wel tegen dezeive zich Vyandelyk gedragen. Dus zoude onze Koopvaardy allerdeerlykst verhield kunnen zyn geworden, en dan waren wy de elendigfte.'Natie op den Aardbodem geweest. Dan ware het voor ons lieve Vaderland zekerlyk geweest fchrik van rondsomme. Wy mogen derhalve de goede Voorzienigheid danken, indien wy op dien voet by Holland bepaald, hoe eer zo liever tot cen Vergelyk met den Keizer kwamen, en ten' fpoedigfte eene'Alliantie met Frankryk mogt gefloten worden,. JtiiEHewertje. God geeve dat zulks gelchiede: En het zou der Republiek ten grooten voordeele ftrekken , mogt daarby het Traftaat van Koophandel met Frankryk, in 1739 opgericht, mede weder ftand gfypen , als'zynde het in 't Jaar 1746 vernietigd, door Lodewyk den XVden uit 'hoofde der meer dan te fterke verkleefdheid van onzen Staat aan 't Huis van Oostenryk en Engeland, waardoor wy ons ook dien voor ons zonadeelig gevoerden en uitputtenden Oorlog met dien Vorst op den hals haalden; een Oorlog, die onnoemlyke Schatten, zeer veel bloeds, en het grootfte deel der Vryheid eener Republikainfchè Regeering gekost heeft, dewyl hy ons een Stadhouder, Capitein-Generaal en Admiraal enz. gaf. oSn3 0ad il " nslalainjisv n-drs* Grietje. Men noemde dit laatfte een gefchenk des Hemels; hoe'kon dan de Stadhouder 's Lands Vryheid nadeelig zyn ? ' ^ f sia* vt ' Diewertje. 'Er is zo veel dat men wel een gefchenk des Hemels zou kunnen noemen; maar dat dikwils den Mensch, tot zwaafé en geduurige kaftydingen ftrekt. De Schatten en Rykdommen zyn ook gefchenken van den Hemel, maar het misbruik 'er van.door Gierigheid, Ontucht» Weelde en andere gebrekpn , doet derzelver Bezitteren kaftydingen genoeg gevoelen, nis osb aï ano naasj iss-bXsj-, anJL isdssh jliSn p Grietje.' Gy hebt gelyk, Diewertje! Maar ach! het is piet anders. — Hebt gy ook nog cenige,andere-Stofte^„^3ir.'' ^ ^,,_v ']. Diewertje. Nog deeze.. Ik "vind in dezelfde aangehaalde Courant, uit Deventer van den 2 Oclober, dat de Magiftraat dier Stad zelf eene Af kondiging heeft gedaan, waarby alle, Inwooners zyn opgeroepen om hunne Bezwaaren open te leggen tegen het Regeerings-Reglement der Provincie,;bet,welk'ihp.v,eryslel ingevoerd is, gten als die vaja Utrecht * ' «■ ' 2 Hoor  C '68 ) Ócor Willem den Derden. Men twyfelt geenszins, of dit Reglement zal erndelyk geheel vernietigd, of ten mtnften grooteiyks verbeterd worden, ten vourdeele der Vryheid, der Provincie zo wel als der Burgers, die eindelyk eens de oefening van hunne Rechten en Voorrechten zullen genieten. En dewyl de Regenten onder eikanderen, en deezen met de Burgers, het volkomen ééns zyn, zo gelooft men niet dat de hand der Tweedragt, die het maar al te veel gelukt is in Utrecht alles in de war te breng»n, in deeze Stad iets zal winnen. Dus zd de Provincie van Overysfel waarfchynJyk de eerfte zyn, die uit de Slaverny zal geraaken, na dat zy daarin zo lang gezucht heeft door het overwigt dat de Ridders altoos hebben weeten te behouden in de Provinciaale Vergaderingen, ten nadeele der drie (temmende Hoofdlieden. Grietje. Dat is recht een blyk van Vaderland- en Burgerliefde in die weldenkende en cordaate Heeren. Mogten alle de Steden van de drie Provinciën, zo kleene als grootere, die de harde drukking der Regeenngs-Reglementen, zo lang met fmert gevoeld hebben, op dergelyke Beftierderen kunnen roemen, wel haast zou de Slaverny van hun geweeken zyn, en de luistervolle Vryheid het glansryk hoofd ten Hemel hef. fen, zo heerlyk zegepraalende ais toen ze van daar eerst in den Kring der faam verbonden Gewesten nederdaalde! — lk meen ook verdaan te hebben, dat de andere twee groote Overysfelfche Steden, Ctmpen en Zwol, hetzelfde fpoor zullen inflaan. — Op deeze wyze zou men, Vrede van buiten hebbende, oak de Eendragt van binnen kunnen bewerken, en ieder zyn recht, hem toekomende, vry en bly genieten mouen. Diewertje. Gebeurde dit eens! Maar Grietje! het heeft zoveel voeten indetarde om alles uit den grond ie recht te brengen, en herftelling te doen bekomen. Grietje. Ik beken het. Wanneer men echter een begin heeft, moet mes voort werken ter verkryging van een gewenscht einde. Maar, Vrindin! wat ver¬ neemt men thans wegens het antwoord, welk Hun Ed. Gr. Mog. ftaan te geeven op de Misfive van Zyne Pruisfifche Majefteit, betreffende de Klagten vm Zyne Hoogheid aar) dien Monarch, als of hy in zyne Rechten ware verkort geworden ? Diewertje. Ik lees, dat 'er nog niet, of niet genoeg op beraadfhagd is, zo het fchynt om dat de Heer Stadhouder nog te Leeuwaarden is; maar in den Haag te rug gekomen zynde, denkt men, dat Hun Ed. Gr. Mog., volgens deonpartydigeen voor* zigtige behandeling onzer Staatszaaken, nog een nader bericht over die Klagten van hem eifchen zullen. Grietje. De Heeren Staaten, als Souverein van deeze Provincie, moeten zekerlyk gronden tot hun Antwoord hebben, als wanneer de Heer Stadhouder dan ook die moet namoenen, welken hy heeft gehad in 't geval zyner Klagten aan den Pruisfifchen Monarch, wegens voorgegeevene verkorting in de Rechten en Voorrechten van zyne Hooge Bedieningen. — De Tyd zal leeren, wat 'er van zal worden. Maar daar zyn Hoog. heid op zyne eerfte voorgeevens van Recht verkorting zch nog niet verklaard heeft, waarin die beftaat, fchoon 'erdoor de Staaten toe verzocht zynde, zal hy het, waarfchynlyk, even weinig kunnen doen in dit tweede geval. —. Weet men ook wanneer by in den Haag komt? ' Diewertje. Dat verneemt men althans nog niet. 't Staat misfehien aan hem, of hy lang of kort h Leeuwaarden wil blyven. Grietje. Als de tegenwoordigheid des Stadhouders echter in den Maag noodzaaklyk ve-e'srht wierd, zou hy, naar myne gedachten, niet mogen nalaater , op het ontbod der Staaten derwaards te keeren. Dan b'yft onze Eerfte Staats-Amptenaar in Leeuwaarden logeeren, ik zal het tot awent evenwel niet doen; maar fchielyk naar tflfti eigen C'banes traan wandelen, en de fpys voor 't Huisgezin klaar maaken. Vaarwel, Diewertje! Goeden Eetlust! Groet Louweris. Diewertje. Ik bedank je, Grietje! Ik wensch je 't zelfde. Groet Krelis. «eiw «* tivc len zyn, om met aufloriteit van de beroemdfte en kundigfte, zo Vaderlandfche als vteemde Suatkimd'ge en Rechtsgeleerde Schryvers, en dus met eene opereufe compilatie van argumenten, de onwettigheid van die delatie verder te ftaaven. En het is dieshalven uitovermiging, datUwEd.Gr. Achtb. volgens Eed en Corfcientie verpligt zyn te befluiten, om met het zenden van die Nominatiën optebouden, en van deeze Refolutie aan Zyn Hoogh. den tegenwoordigen Stadhouder, op een gepaste w>s behoorlyk kennis te geeven, dat ik my verpligt reken aan Uw Ed. Gr. Achtb. ernftig te verzoeken, zonder delay, zulks in ferieufe deliberatie te neemen, my gegrond vkijende van Uwe Ed. Gr. Achtb. kunde en doorzigt, dat na ryp onderzoek van de pligtmaatigheid en noodzaaklykheid daarvan zullen zyn overtuigd, en dus lang voor den gewoonen tyd van 't formeeren van de Nominatie voor Burgemeeftcrs daaromtrent iinaal zullen refolveeren. Alzo ik my nu meer en meer overtuigd vinde., dat ik met 't helpen formeeren van een Nominatie ter electie voor den Stadhouder tegen myn Eed en Pligt zoude hande» • len, zoude ik, ingeval de Deliberatie hierover wierde geprotraheerd, my op den 15 December noch op Nieuwe-Jaarsdag aanftaande, in geene Deliberat'ën tot't maaken : van een Nominatie kunnen inlaaten, ten ware my zulks van den Souverein wierdgebo-• .den, en ik van myn Eed in dst geval gedispenfeerd." Op deeze bovenftaande Propofitie is by de Vroedfchap het volgende befiuit genomen., "Waarop gedelibereerd, en wyders gecot fidereerd zynde, dat ten Propofjiie van dien 1 aart, en v^n dat gewigt niet is gefchikt tot eene directe afdoening, is goedgevonden 1 ,.en verftaan Heeren Burgemeefteren te verzoeken, gelyk dezelve verzocht worden 1 mitsdeezen, om de voorfz. Propofitie ten naauwkeurigfte te willen exmiineeren, en: de Vroedfchap te dienen van derzelver Confideratiën en Advys, ten einde de Leden: na rype Examinatie van Zaaken, en na gehoord te hebben-bet Prie-Advys van Heeren 1 Burgemeefteren over de voorfz. Propofitie, zouden kunnen delibereeren, en helpen re-dblveeren, als overeenkomftig het Octrooi en de Previlegiën deezer Stad geoordeeld 1 231 worden te behooren. Diewertje. Dus z:et men dat toegeevenJheid aan cen Voorwerp, dat men vleit omi zyr.en verhevenen rang, een groot misbruik is, wanneer het onze vrye Rechten geldt die echter nooit door iemand voor altoos kunnen weebgegeeven worden. Doet ditt .-een tydelyk Regentendom eener Stad, het Ligchaam der Burgery , dat altoos beftait ,, en uit welk de Regenten hun Gezag ontleer.en, magen kanhet, op eene wettige wyze,, weder tertig eifchen. — Nu, Vrindin» ik wensch u aatdroudenheid van Welzyn, eni sfmaakTyk eeten. Groet Krelis. Grietje. Ik zeg u dank, Diewertje! Ik wensch u hcrftel van uwe hoofdpyn; vaarwel; goeden eetlust, en groet Louweris. ___ .fiediukt by de Esve dï Wed, ]. us EGMONT: o/ it E.eguiie.s Breêftraat, ur Arnfteidaia,  GR IETJE en DIEWERTJE. 3 November 1785. N°. 44. Grietje. l\^^&V^Wg^UorgmlHoeit u Diewertje. Al redelyk, Grietje I Is het ook nog wel gefteld met de plaS^Ssenoegzaame **> den,'die eenige weSsw^ 2=' gen tyd ten onderwerp heeft «-urcugieien van den tegenwoordi- oPSt^ keer, die de Burgertaken 7anü^U^^^^ goeden op het punt te zyn van tot genoegen des H be lhf neemen, en wanneer die beilisfching daar is, Llhe met^ vofle vSzeker^^ÈV ^ gen. - Insgelyks zal het, by de üitkooms:der-7^1f wr°? £es* voe- om oproer te verwekken, de BurgerlvS tegen 's Lands Staaten, de wetE?™v/i en het Gemeen ruijen. Deeze twee RoervinkenzyDu?tfcheS de^/™^ °P te kraamer en de andere een Juwelier , ^ Diamanrtprrpi-c r 660 ^3 anterieden Magiftraat voor eenigi J^t^^^h^£ dieGdo1r^ m durft uitftrekkenJ ImmTrs isTt a'an d^^ïïïït^r Stfh' onderneemmg en aan den anderen kant ee^ ve?foê Ivk aa? hS**6 gelyk die beide kenmerken zich ook opdoenin he/v^Z if3^' waarmede die Muitzuchtigen by de Huizen hehtnl!. ,°el(fclinft' reeds »p Teekenaars hadden opgedaan" toen de ,°0p.en' Cb verftend.gd, den Onderfchout van ^XS bevï/ £?, < ' »er VaD onderzoek te doen; ten einde Hnn7nli a' i 7 naar dac Request zouden kunnen ^ptS^^^i^^S^ Dfar beh^en ren gefchieden zal, of reeds gefchied is Vertrouwt dat weI naar behoo- m»Op^ «* zo misdaad^, dat te* kend te krygen., niet bngeftraft fi£ ^KlSSE^c J oor-  C 174 > oordeelen alle waare Liefhebbers van hun Vaderland; daar de listige fehikking van het Request zulks uitwyst, en de muitzuchtige gevoelens dier Vloekwaardigen klaar aan den dag legt; zynde het Verzoekschrift ingericht aan den Burger-Krygsraad van 's Hage, om met gezamentiyke Schutters een verzoek aan den Magiftraat te doen, ten einde Hun Ed. Achtb. huti verzoek, aan de Staaten van Holland en West-Friesland te doen, te onderfteunen, dat namelyk de Staaten mogten afgaan van Hoogstderzelver Refolutie, waardoor het Commando van 't Haagfche Guaruizoen aan den Stadhouder ontnomen is; om, zo zy voorgeeven, daardoor voor te komen, dat de Burgery door het wechblyven Van den Stadhouder, niet langer nadeel lyde. Grietje. Zie daar dan zekerlyk den allermuitzuchtigften toe!e°- tegeïi het Befluit des Souvereins, en een aanzetting der geheele Schutterv°tot oproer. Echter is het te hoopen dat de Magiftraat van 's Gravenh'age, volkomen onderricht van die oproerige poogingen, den loop derzelven ten fpoedigfte zal ftuiten. Wat voor het overige omtrent deeze wederwillige handelwyze zich zal toedraagen, zal de Tyd moeten leeren. Diewertje. Zo is 't; maar die twee Duitfchers vooral verdienden niet ongeftraft te blyven , dewyl zy den Souverein een Befluit poogen te doen intrekken, dat niet zonder rede en billyk genomen is; daar deeze vreemde Woelgeeften geen ander inzigt toonen te hebben, dan hun eigen belang, en oproerzucht om de Schutteren van den Haag 'er mede in te wikkelen, kwanswyze om ook derzelver belang door het te rug keeren van den Prins van Oranje naar den Haag bevorderd te zien; als of 's Lands Staaten gehouden zouden zyn , om 's Prinfen tegenwoordigheid in den Haa* te herkrygen, hoogstderzelver vry en wettig genomen Befluit te laaten vaaren. Maar dat immers duldt hun Onafhanglyk Vermogen niet. Evenwel zullen die baatzuchtige Prinsgeziuden hunnen Teêrgeliefden binnen weinige dagen in den Haag kunnen befchouwen; wordende zyn Hoogheid aanftaanden Maandag den 7den aldaar verwacht, om, zo men verzekert de Verkiezing van eenen nieuwen te befchryven Ridder in de Ridderfchap van Holland by te woonen, ter plaatsvulling van wylen den Heer Baron van der Duyn, Heere van Maasdam: Zullende, zo men gelooft de Keuze op des Stadhouders Oudften Zoon vallen. Grietje. Wie weet wat die Prinfenvrienden dan niet uit vrolykheid zullen aanregten, om langs deezen weg het dierbaar Voorwerp hunner wenfchen te beweegen tot een befluit, om zich niet langer onttrokken te houden aan het gezigt van zynen nederigen Vereerderen, die hem als den Lust hunner oogen, maar nog meer hunner beurzen, befchouwen! En dit Zyn Hoogheid beweegende, die men zegt een medelydend Hart voor zyne Haagfche Medeburgeren te bezitten, zal Hoogstdezelve zich om hunnent wil misfehien fpoediger weêr naar den Haag begeeven dan men gedacht had, om 'er altoos, gelyk federt den Engelfchen Oor log gefchied is, te verblyven. Zouden zyne Liefhebbers dan wel Rp. questen of Adresfen noodig hebben gehad ? Diewertje. Ik lees deswege in de Leidfche Courant van gisteren, dat on^  .. ( 175 ) onder de fmalle Gemeente gemompeld wordt, van Zyne Hoogheid, zo hy in den Haag mogt komen, met groote vreugde en blydfchap in te haaien: Dan men vertrouwt dat van hooger hand wel zulke maatregelen zullen genomen worden, welke die vrolyke inhaaling in ftaat zullen zyn voor te komen; en dewyl reeds drie Tekenaars van het Request voor den Magiftraat gedagvaard zyn, is het ook wel te vermoeden, "dat de verderflyke loop van dat oproerzoekend Gefchrift reeds zal gefluit zyn. Grietje, 't Is onbegryplyk, dat, daar nog zo onlangs oproerige bcdryven gepleegd zyn, en wel zulke die Hun Ed. Gr. Mog. oorzaak gegeeven hebben om Hnogstderzelver Recht van zelfbefchikking te herneemen over het Haagfche Guarnizoen , dewyl zyn Hoogheid zich geenszins beyverdc om door hetzelve de RustvciHoorders te fluiten, ja toeliet dat zelfs Soldaaten Staats- en Magiftraats-Perfoonen belédigden ! — *C Is, herzégge ik, onbegryplyk, dat 'er nog weer nieuwe Muitelingen durven in 't licht verfchynen, die het gedrag van 's Lands Staaten, of derzelver Gecommitteerden, beftaan aftekeuren, met oogmerk om Hun Ed. Groot-Mog. als te verpiigten van hun Befluit deswege af te gaan! daar het Rechtsbeftier zelfs, misfehien ten dage dat reeds tot het opftellen van dat oproerig Request befloöten, of dat het wel al in gereedheid was, nog ftraffe heeft geoefend aan twee der Oproerigen, de eene een flegr. Vrouwsperfoon , en de andere een Soldaat. Diewertje. Geloof vry, Grietje, dat het opftellen en ronddraagen ter tékening van dat Schendpapier een uitvinding is van Volkbedervende Werktuigen van Geweld, van Pesten van 't Vaderland, die hun helsch vergif op geringere Voorwerpen fpreiden; op dat deeze de geheele Gemeente 'er mede zoude befmetten, en eindelyk als in dolle woede aandryven, om het wettig Staatsgezag voer de dwingende Heerschzuchc te doen zwichten. —■ Dit is de bezwooren toeleg derzulken, die fteeds de Volksvryheid niet flechts trachten te krenken, maar zelfs den gewisfen doodfteek toe te brengen. Hiertoe fpaaren die Verdrukkers van der Burgeren Rechten geen moeite noch vjytj hiertoe fmeeden zy onöphoudelyk andere en andere Ontwerpen, of zy 'er ook eindelyk een konden tot ftand brengen, dat hunne dwang- en baatzuchtige oogmerken in zo verre begunftigde, dat zy het bedoelde wit, of liever helfche zwart, 'erdoor getroffen zagen. Grietje. Het is zo, Diewertje! Maar God zal eindelyk de Rasdflagen en Aanwendingen dier Aterlingen eens geheel vernietigen, en den vloekwaardiger ftoet van Belialskinderen, die hen aankleeft, rechtvaardige Straffe doen toekomen. Hy zal eenmaal in hunne verkeerde, bedrieglyke en geweiddaadige handelingen blaazen , en zy zullen verftrooid worden als het ligte Kaf voor den Wind: Zy zyn der verdwyninge mogelyk nader by als men kan gisfen. Diewertje. Men mag het hoopen. Van tyd tot tyd althans ziet het verlichte Volk dat hunne verrichtingen onwettig zyn, en beteugeling verdienen. Men neeme flechts een voorbeeld aan het onfchuldig Amersfoort, daar men, kwanswys om de Rust der Stad en de veiligheid der Burgeren te  te bewaaren, baldaadige Soldaaten heeft doen inrukken, die indedaad hun werk van het tegendeel maaken, en niet anders dan als Geweldenaars kunnen befchouwd worden; ja zelfs het op Moorden fchynen te hebben toegelegd : Een wangedrag dat fchreeuwende en voor den Burger onlvdelvk is geworden. Deeze daardoor verbitterd zynde, heeft zich te<4n dat ichendig Krygsvolk, beflaande meest uit Duitfchers, eindelyk verzet, als blykt uit het volgende bericht van veiztc, Amersfoort den 30 Oclober. Het geen men zo lang gevreesd en voorzien heef , is gebeurd. Gisteren, tegen den avond, heeft alhier eene hevige Schermutlebng tusichen de Militairen en Burgers plaats gehad, waarby onder anderen twee Soldaaten deerlyk gehouwen zvn — De Militairen, hunnen moed niet hebbende kunnen koelen op de Perfoonen der Burgers zeiven, hebben vervolgens, des nachts, derzelver Huizen en Glazen het moeten misgelden. — En dit alles ter confervatie van de orde, rust en veiligheid der goede Burgers en Ingezétenen ■' ■ Grietje. Ja, zo heet het immers by de meerderheid der Amers'fo'ortfeke Regenten en den Heer Hoofd-Officier dier Stad, gelyk ook by anderen der Gedeputeerden van de Provineiaale Staaten y Diewertje Het ware te wenfchen, dat God der Burgeren harten en handen zo fterkte, dat zy eendragtig op de moedigfte wyze, dit Bur gerplaagend Gebroed in eens ter Stad uitdrecven, en dezelve vervolgens tegens rule mrukkingen van andere dergelyke Benden verzekerden Grietje Dit zal hen niet doenlyk vallen ; want de Bezetting is meefier yan de wapenen, en daarenboven zou men het Volk als Afvallig van zyn Overheid, en Ongetrouw aan Pligt en Eed aanmerken. De hooge Bondgenooten , famenftemmende, kunnen alleen Amersfoort van die knellende Inlegering verlosfen. Wat zullen de Burgers dan anders doen, wendenl ^ ' t0C " de Hemül behaa^ hun hot Cen b«te te Diewertje. Het valt niettemin allerverdrietigst in een weleêr vrve Stad van t vrygevochten Vaderland, onder zullen yzeren Juk des geweldigen Dwangs gebukt te gaan. Ik woonde liever in 't kilfle van 't Noorden of in t hcetfte van de verzengde Luchtftreek, indien ik'er vryxonleeven, dan in zodanig een Stad, daar men alle oogenblikken ten doel ftaat aan mishandelingen van zyn Perfoon en Goederen, door gehuurde Geweldenaars , die men zelf mede helpt betaalen Grietje. Wat zal men'er tegen doen ? Het is niet anders, Diewertje. .Vaarwel, Vrindin! Eet imaaklyfc en groet Louweris r"e"?W Diewertje Ik bedank je , Grietje! Insgelyks Gezondheid, «roeden eetlust, en de groetenis aan Krelis. . ' b°^en NB. In de Samenfpraak van TMwh'fï^m ^riitiT^JZÏÏ^tf^ Joqrende: feil mgefloopen. In den iSden regel van onderen K fchorn' deeze Ctbaaic; nes ichoon deeze Vrede zekere CabaaleT— Gadrukt by de Erve de Weduwe JACOBUS van Eg¥oNt - 7 op de Kegalieri öieöflrist, te Amfterdara.  DIE WE R T j E en GjtlETJ E. 10 November 1785. N°. 45. Diewertje. f*\ oeden Morgen, Grietje! Is 't nog wel met 4e Ge. \jr zondheid, Vrindin ! Grietje. Volkomen wel, Vrindin Diewertje! Is 't met de uwe ^ nog in een goede gefteldheid? J 06 uwe oofc Diewertje. Het kan 'er niet beter meê, Vrouw Krelisfe! Want ikhP vind my in een gezonden toeftand. De Grietje. Dat is my aangenaam. Gy koomt om wat Nieuws van mr te hooren, met waar, Diewertje? w van Diewertje. Dat kunt gy ligtelyk raaden, Grietje! Maar het kan ank wSe"gy tnieCkunt^-; en dan is 't onmoglly" !lf gy'tmy Grietje. In dit geval bevind ik my öp heden. Hebt kv mv nnl- ïgk mede te deelen , dat men voor Nieuws kan houden? g> Y C S DieweTtje. Niets van belang, Vrindin! Men heeft alleenlvk ver™ men, dat de verloopen geweezen Veldmaarfchalk van den Staat dl H^r' tog van Brunswyk-Wolffcnbnttel,- Aken zal verhaten en naaf MeinufX vemekken, om aldaar, zo mei. zegt,-zyne overige^ïgSYn ffiffif* Grietie. -Mogelyk zal hy, berouw hebbende van zynen voor Ned^r land verderflyken handel, en verkeerde indrukken in den gelst en'ttrt van zynen Doorluchtigen Opvoedeling en RaadöpvoW eemSkr 3 £ zyn hart tot boete fchikken, op dit hy den Se?^SjéeySi zyner wangedraagingen beweege. vergeevinge Diewertje. Het kon waar zyn, Grietie' Maar alc ria xr~„ ,? ft /• preêkt, zegt het Spreekwoord^f heeft de Boer^vL riLY? de Pasfie Ai is hyin W te'Meinungen, daarom kan hV m« ten in Nederland wei Briefwisfeling onderho Jden Z dSweSoï aldaar verdacht te zyn dan te Aken. Evenwel kan m?n ol delerich^f van zyn aanftaande vertrek uit de laatstgëmelde Stad geen ftaatmaaken den hebben genomen, geen fchyn of blyk, die door eene enkele vnl doende omftandighe d kan worden ODseheldprd 5 ■ 3- Ioi" neeming zou aanfelegd worden fm^Swyz^^ is te vinden, even zo weinig als een zogenaamde St. GerieVSinkÖ fchynt gekend te hebben als die Lieden, welke men eehnnrc S!l dregondVPra?f ^°Udt- ^ T" de o-befSÏSdfte^kwïd SigheSS die ondervraagingen en geheel verbyfterde antwoorden. ofalthans het opftel van dezelven iff heeft, verdiep eeüS ieders F^twwföj d- X -Wy|  vryl in hetzelve voörnaamlyk de Heer de Gyzelaar als -de groote Dryfveêr van de Onderhandeling tot die onderneeming betrokken wordt; zo dat ide Akenfche Magiftraat heeft kunnen goedvinden aan het Gerecht van Dordrecht zekere antwoorden op ondervraagingen toe te zenden,.met verzoek om den Heer de Gyzelaar. daarop te hooren. Dan (ik zal hier de Leidfche Courant van gisteren volgen) indien deeze Staatsman niet reeds de gegronde reputatie had van de vlekkeloofte oprechtheid en de uiterfte braafheid te bezitten, behoefde men alleenlyk dié gewaande Extracten te leezen om. zich te overreeden van de onbe.fchaamdfte bqosaartigheid, welke in. al die Procedures doorftraalt, en inderdaad, in zo verre derzelver duifterhei.d, verwarring en uitlaatingen, d^e daarin werden, gevonden, toelaaten eenig gevolg te trekken, blykt, dat deV gevangene Baron d'Arros, die zelfs aan Hertog Lodewyk, den draad van het gewaande kluwen heeft ontdekt, of doen ontdekken, en van welk Spel hy zelve een der principaalfte Acteurs moest zyn, verze. derd gehoord te hebben van zekeren onbekenden VarenchandeSt. Genie, dat een gewaand geheim Commisfie, en byzonder de Heer de Gyzelaar, den ouden Veldmaarfchalk van zyne Papieren zocht te berooven. — Dus tracht men op het hooren zeggen van een byzonder Perfoon, welks Garacter door Procedures kenbaar is, een der achtingswaardigfte Ministers der Republiek voor 't oog van zyne Medeburgers en van Europa te bezwalken» Hoedanig voor het overige de onzydigheid der Akenfche Rechters is, nitsgaders den invloed van den Hertog van Brunswyk in deeze geheele Zaak, kan'men afneemenuit'.t volgend Artikel, getrokken uit een Nieuwsnapier dat in- de Opstenrykfche Nederlanden het meest geacht wordt. 3 De Gevangenen zegt men zyn nog in hechtenis, en het is waarfchynlyk, dat zy 'er nog langer in zullen blyven door het volgende finguliere geval. De Majeur of Hpog-Bailliuw dier Stadt Baron van Geyr en de twee Scheepenen Commisfarisfen, de Interrogatoiren , waarvan het Protocol in Scheepenen Kamer ter bewaaring gelegd is* geëindigd hebbende, heeft de Advokaat-Fiscaal van den Kgurvorst van Palts-Beijeren zyn rapport met de Conclufiën ingeleverd. Maar dat Géfchrift niet naar den fmaak 'van den Hertog of de Majeur zynde, heeft deeze.het terug genomen, en 'èr een ander voor doen opftellen, welk inderdaad veel beter fcheen «■efteld, en-van,den Advokaat te zyn, waarvan de Hertog.zich bedient.Ivïen hoeft 'er nief; aan te twyfelen, of deeze verwisfeling heeft den Advokaat-Fiscaal, die ^er zyne reputatie dopr gekrenkt rekende te zyn, in t harnas gejaagd. Hy heeft 'ér aan de Rege.ering van Dusfeldorp over geklaagd, die nu beflisfen zal, welke van beide rapporten een gedeelte ter Aften zal uitmaaken, dat .van den Fiscaal, of dat weUcrnen 'er voor ïn de'plaats gefteld heeft. Ondértusfchen blyven de Gevangenen in den Kerker,' en zuchten onder de-onzekerheid der. rechten eH ftylen in.crimineele Zaaken gebruHclyk.;' - ^ Grietje. Foêi, welke helfche listen ;neemen.de'Werktuigen des Ver? derfs niet a] ter hand, om uit haare donkere fchuilhoeken braave Mannen :e Waagen, effiyare hét mogelyk gehaat te maaken by eene Natie, diezy * met.  C i79 ) met hunne heldere daaden-getrouwlyk voorlichten, ter bevordering van het heil des Vaderlands, dat zy nooit,door valfche ftreeken gezocht hebben,"' of blyken gaven van daarin hun eigen, maar het waar belang des Volks alleen getrouwelyk te blyven behartigen. — Dan neen kent de bittere vyandfchap, die de Hertog den Heer de Gyzelaar, juist om zyne Vaderlandfche getrouwheid en zucht voor Recht en Vryheid, toedraagt; eri daar de Hertog voorheen den ondergang van het Gemeenebest zocht, ea ongetwyfeld door zyn Landverpestenden Aanhang nog blyft zoeken + doch zo reebtftreeks niet kan vinden, fpuwt dat Ondier uit zyn Schuilhol zynen vergiftigen, doch krachteloozen zwadder op dien braaven, wakkeren, fchranderen en onverfchrokken Voorftander der Vaderlandfche Zaak, die-, gelyk men weet, al vroeger de blyken ondervond van den haat der Medeftandërs en Vrienden des geviugten Veldmaarfchalks, eer deeze zyn Vrygelei-Brief onder de voeten zyner Paarden nam, die hem in allen haast met Zyn Charet van 's Hertogenbosch naar Aken voerden , om niet ter veraatwoording te ftaan voor een hooger en rechtvaardiger Rechtbank, dan de Akenlche, die zyne valfche befchuldigingen voor ;waarheid wil doen doorgaan, doch welker handelingen indedaad zo ohregelmaatig als belagchelyk zyn : Waarom men ook denkt, datnoch de Heeren van Dordrecht, noch de Heer de Gyzelaar zelf, 'er zich het minfte aan ftooren zullen. Diewertje. Dit Werk der Onrechtvaardigheid en des Bédrogs zal bok zich-zelf vernielen, en de Bewerkers 'er van op nieuw met fchande en fchaamte overdekken. De wroeging van deeze en andere verraaderlyke handelwyzen kan dus den Hertog welligt tot het befluit gedreeven hebben, om voor zyn ongerust gemoed te Meiuungen ftilte te zoeken; dan. zulks zal hem weinig kunnen baaten; want de.geweetensworm knaagt in. de afgetrokkendfte ftilte het allerfterkfte. Grietje. . Zo is het, Vrindin! Zo zullen ook anderen, welke -aan dienzelfden verderflyken Streng als de Hertog verknooptzyn, dit wel ten grievendften gevoelen, daar zy niet zonder vrees voor ftraffe hunner ongehoorzaamheid kunnen leeven. Wat zal een oude-Graaf van Byland in zyn geval moeten gewaar worden, nu de Zaak van Brèst, in welke hy het gebod des Vertegenwoordigers van de Volksmagt onwaardiglyk ter. zyde heeft gefteld, weder hervat is geworden, en Hunne Hoog-Mog. het onderzoek .derzei ve aan de Admiraliteits-Raaden van dé Maas en. Zeeland gerechtelyk hebben aanbevolen, en daartoe ter waarneeming. van Hoogstderzelver recht den weidenkenden en verdienftigen Vader-, lander den Heer Mr. P. Paulus,, Fiscaal by 't eerstgemelde. Collegie,het bedienen van dat.recht hebben aanbetrouwd? Diewertje. Niet zonder reden om het te handhaven, ?t welk alle waare Beminnaars • van bun Vaderland wenfchen te mogen zien, by hef rechtvaardig.ftraffen der fqhuldigen, die eea Befluit verhinderd hebben* door hunne meerdere gehechtheid aan dea Dienaar van den Staat, daja aan: zyne em-hanne Meefters; een Befluit, op 't billyk verzoek van Frankryk genomen en moedwillig verwaarloost, ter telewrfteUing van dat op Y 2, de-  f 1S0 ) de getrouwheid der&epubliek fteunena Ryk, en deszelfs ten hairen-opzigte zo weidoenden Monarch; waardoor dan ook de Vrede met Engeland zo vernederend als fchi ?e,lyr,k Ê Gemeenebsst geflooten heeft moeten worden , daar Zyn AllercAnstelykfteMijeften anderszins eenen veef gundiger voor onzen Staat zoude kunnen en Sïfï1£8 beWerrl- ?,Kh'ddJn!t> dan aI terftond een Verbond met Frankryk gehad het geen waarfchynlyk den Keker wel zou te rug gehouden hebben van ons Vyandelyk te bedreigen, of te dwingen aan zyne eisfchen te voldoen • Grietje. Het is natuurlyk dus te denken : De aart der Zaak geeft 'er volkómen ™?KS £%• K P«we"iel'Wat hebt ^ n°8 meer Setrokken «* gelykfehe Tydingen!. Zal de Stadhouder-met deszelfs Gemaalinne en Kinderen-eerlane weet-naai- den'Haag te. rug keeren ? . Ik heb geleezun, dat al zyn ragebleeven HofgeÜ yolg urt di-e plaatf naar't Loo vertrokken, is. . . 5 . Diewertje. De Stadhouder en zyn Familie zal ook fpoedig daar zyn: want men denkt dat hot yerblyf te Groningen kort zd weezen, en men ziet hun reeds voor het éinde deezer Maand weder m den Huig tegemoet. Ondèrtuifohen is. zo men zelti voorgaanden Vrydag by de Heeren Suateh van .Holland en wes'tfriMnd met £r! ■3 ff Tl- aeTo15 ^^. ^öalven de Ridderfchip, die de' ibde uitmakt, befloten, dén, Capitein-Generaal her gevel over >t Garnizóèn'van'den Haag niet1 weder1 aan te bieden, maar *y 'het fecht .vïn'berchikking:en-ae*Hi/tEe->makre{;«-len deswe*« genomen,' volftandig fe blyven. Waartegen dan ook 's Lands ÜtfperlemhooidWs wettigs zal kunnen inbrengen. f " , Grietje» Het komt my dus ook voor.- Tot het Capitein-Generaalfehap behoort imt mers het Gouverneur-of commandantfehap, zo als men het zou willen noemen, van den Haag met; ook.is het geen Stad, die een Mijjtair Gouvernemsnt of Commanderv royns oordeels, kan hebben, fchoon ..'er een Gbirmzeen in ligt;' maar dat volftrekt van de bevelen der Staaten van Holland en We&tfriesland afhangt.' D» Tyd zal wel haast leeren welke uitkoomst deeze en andere Zaaken he>bëh>zullen Diewertje. De Tyd is zekerlyk de grbotfte Ontdekker van de grootfte "Zaaken; gelyk hy daarvan ook de Bevorderaar is, fchoon fomtyds eener Natie ten goede en fomtyds ook wel ten kwaade. — Volgens het geen men echter van dag tot dag hoort bevestigen en geene flaauwe blyken 'er van gewaar wordt, zal het zo lang niet vérwylen dan men wel gevreesd had; eer men den Grondflag tot eene Grondwettige Herftelling gelegd zal zien. Hieraan heeft de Provinciale Vergadering der Gewapende Corpfen in Holland ,den 4. der laatstverloopen maand te Leiden geopend. de kracht. daadifTKe hand e-eflapen. pn haar hpflnir nan -jii» Ac. 1 r.A„„ ,„„ u • t^^?, om ^Republiek, door eene beilzaame Vereeniging van REGENT en BURGER van binnen gelukkig en van buiten geducht te. maaken. Hetzelve is 68 bladz. m Octavo groot, te Leyden by L. Herdingh gedrukt, en alöm voor 4 Stuivers te bekomen. De gronden daarby vöorgefteid, verdienen door lederen 'Jlul,cuuc' vauerwwus en aeszens welzyn, als een zyner eerfte Pligten met trouwhartige betraohtinge te worden gehandhaafd, daar zy zyne hulpe ten bil'lvkfte eifchen, immers zo veel als in elks vermogen is, om eens die zo langgewensehte Zaak tot volkomenheid te zien gebragt: Dat God geeve! — Voor het overige, Grietie heb ik u met niets meer te onderhouden. Op den loop der Buitenlandlbhe Zaaken ïs nog geen pyl te trekken; dus is 't onnoodig die aanteroeren. Ook naderen wy den middag, en voor ds %? moet vooral gezorgd worde». -Vaarwel. Grietje" goeden eetlust, en de groetenu aan Krelis. , Grietje. Ik bedank jj. 'Diew'erije! Ik wensch je 't zelfde : groet Louweris. Gedrukt by 4e Erve de Weduwe JACOBÏJS^^^GMONT: «p de Réguliers Bre&lraat, te Amfterdam,  GRIETJE en DIEWERTJE. 17 November 1785. N°. 46. Grietje, goeden Morgen, Diewertje! Is 't met de Gezondheid vJT nog in goeden toeft ind? Diewertje. 't Is 'er redelyk wel meê, Vrindin! Hebt gy 't ook no» frbch? 0 Grietje. Ik kan 't niet beter wenfchen, Vrouw Louwerisfe! — Gr weet wel dat wy Vrede met den Keizer hebben ? Diewertje. Zo lees ik, en uaarby de bepaaling, dat de Schelde voor de Onderdaanen des Keizers in de Oostenrykfche Nederlanden van der Staaten zyde zal gefloten blyven, volgens het 14de Artikel van hetTractaat van Munfter van 1648. — Dit Vredebefluit is getékend te Parys, Dingsdag; den 8 deezer, onder Guarantie of Vrywaaring des Koning*van Fnmkryk. —< Daarenboven is twee dagen laater, naamlyk Donderdag den 10, het zo lang g.°wenscht Verbond van Aanval en Verweering tusfchen den Koning van Frankryk en de Staaten-Generaal te Fontainebleau getékend. Grietje. Dus zien alle weldenkende Vaderlanders hunne Wenfchen door beide deeze nog zo fpoedig niet verwachte Gebeurtenisfen vervuld; en dus blykt het dat de Werktuigen der verderflyke Gemeenebestbelaaging, by een weinig ftilfland van de Onderhandelingen over den Vrede hunne raderen hebben doen wentelen door de Dryfveêren van Leugen en Bedrog, als waren 'er nieuwe zwaarigheden van 's Keizers zyde voor handen, die het werk des Vredes krachtdaadig zouden verhinderen, ea niet te vereffenen zyn dan met grootere opöfferingen door den St*at, onder welke men niet minder dan de geheele opening der Schelde tot in Zee, en de vrye Vaart op de Bezittingen der Republiek in Oost- en West-Indien telde. Dit heeft men in de meefte Buitenlandfche Nieuwspapieren , zelfs in veele Inheemfche en Vaderlandsgezinde gevonden, door misleiding van hen, die gaarne de vernedering en inftorting der vrye Republiek zagen , en daarentegen den heerschzuchtigen Dwang in ons Vaderland op flaaffche fchouderen ten Troon getorscht. — Maar is de inhoud der verdere Artikelen van het Vredes-Tractaat nog niet openbaar bekend, Diewertje? Diewertje. Neen, Grietje! Wilt gy dien zo terftond openbaar hebben? Nochthans houdt men zich verzekert dat alles en ten voeglykften voordeele voor den Staat gefchikt is. Welhaast zal men 'er over kunnen oordeelen; want dc volkomen Vredespunten zullen zekerlyk eerlang openbaar gemaakt worden. — Indien men voorts gelooven mag, 't geen in de Vaderlandfche Courant van Woensdag den 16 deezer, ondereen Artikel uit Parys van den 8 November, gemeld wordt, zo zou men daar zelfs verzeekeren, dat 'er nog een Commercie-Traélaat gereed is om gefloten te worden , tusfchen den Keizer en de Staaten-Generaal; dit Traftiatis vooral, zegt men, voordeeiig voor de Hollanders, Y 3 ' Griet-  Grietje. De Tyd zal de gegrondheid of ongegrondheid deezer Tyding dan mede fpoedig ontdekken; en is het waar, dat het ons Vaderland ook in deezen deele mogt medegaan, wie, dieweldenkt, zal dan geen rede hebben om uit te roepen: Zo God voor ons is, wie zy tegen |ns i _ Wy zien intusfehen allerklaarst dat Zyne Aller-Christelykfte Majefteit een krachtdaadig en hóogstgezeegend Werktuig in de Alvermogende Hand der goede Voorzienigheid, ons Gemeenebest ter behoedinae, is geweest, zo in den bedwelmenden Oorlog met deEogelfchen, als ter ftuitinge van eenen allerhachlykften en vee! gevaar voorfpellenden met den Keizer; terwyl billyk der Braaven vertrouwen groeit , dat het Volk van Nederland voor zich de geduurzaamfte en voordeebgtie uitwerkingen der met dien weldoenden Monarch aangegaan Verbindtenis zal te wege zien gebragt. Diewertje. Dit niet alleen, Grietje! Maar zy verydelt reeds de verfoeilyke oogmerken der He'erschzucht, die zich uit een Kryg op de Grenzen, ja op den grond onzes Vaderlands zelfs haare eigen verheffing beloofde, door de BinneniandfcheTweefpalt aan te kweeken, en het gros ■ van 't gemeen gaande te maaken, opdat het, door 's Lands Magten alle verloop van Krygszaaken aan te tygen, zich geheel overgaave aan den lang bedoelden Dwang van Binneniandfche Tirannie, ter verwoefting van den Zetel der Vryheid, van haar zelve, en van het lang verdrukte Recht des Volks. Grietje. Mogt toch maar die woelende Party gedempt, of ten minfte «eftreao- beteugeld worden ; maar daar derzelver Mnitzucnc geduurig nieuwe gronden tot oproerigheden legt, zal het zeer bezwaarlyk zyn dat verderf uit het midden des Volks te weeren; dan echter zal het een der eerfte Pligten van alle welmeenende Regenten en Burgeren zyn, te waaken dat de poogingen der Verdervende Hand haare kracht in zo verre verliezen, dat ze geen den minften inbreuk kunnen maaken op het zo heilryk gefloten Verbond van Alliantie met Frankryk; want dat zy daartoe niets onbezocht zal laaten, is meer dan vermoedelyk. Dau het vertrouwen op de Landsvaderlyke zorge der Hooge Overheid fielt ons gerust in de handhaving haarer Trouw aan dierbezwooren Verbonden. Diewertje. Met recht,. Grietje! Reeds kan men ook, indiende berichten op grond van waarheid fteunen, geene andere gevoelens voeden of deeze Verbindtenis is voor ons van een te allernuttigst voordeel en te eewiatfa belang om ze niet heilig te onderhouden/ Het Trattaat 'er van meent men 15 of 16 Artikelen te behelzen, wordende onder anderen •'daarby de Bezittingen Hunner Hoog-Mog. zo wel binnen als buiter, Europa, door Zyne Majefteit geguarandeert. Voorts geeft Zyne Majefteit 10000 Man Infantery en 2000 Cavallery aan Hunne Hoog-Mog., benevens 4 Oorlogfchepen en 3 Fregatten, als zy geattaqueert worden; Hunne Hoog-Mog. geeven de helft in het zelfde getal, doch in hunne ktuze of zv het in natura of in geld willen geeven. . , TIT Grietje. Moet dit den mond der EDgelschgezinde Wryters tegen de goed-  (■i83 ) goedwilligheid en getrouwheid voor het Welzyn en aan het waar belang der Republiek niet doen yerftomnien? Diewertje. Voorzeker. Mogren de verknogten aan dieCabasle, of de daaraan gehechte Ariftocraaten, .zich ook den mond en handen gefnoerd vinden, om hun oproerige fchreeuweryen zo wel als fnoode handelingen gefluit te zien. Dan eerlang zal daartoe ook alles aangewend worden j wat mogelyk is; zullende, gelyk ik in de Haarl. Courant van deezen dag onder den Haag gemeld vind, de Vergadering der Zeven Provinciën, hier Extraordinair te houden om de Binneniandfche Zaaken ook op een vasten voet te brengen, zo men verzekert, ook met den eerften werkftellig gemaakt worden. Grietje. God fchikke de Beraadflaagïngen der Souvereinen ten beste en bekrachtige Hoogstderzelver te neemen Beiluiten met zynen zegen. Diewertjel Dat is de wensch van een ieder die weldenkt;. opdat geene. Partyzucht meer plaats hebbe tusfchen Burger en Burgeren, en derzelvt r algemeene Veiligheid en Vryheid niet verder door uitberftingen van oproerige daaden, om ,'des Stadhouders wille, in 't werk worden gefteld , gelyk den 10 deezer ,te Meppel, waarvan de Tyding in de Hift. Courant van heden te vinden is, in het volgende Uittrek/cl uit een Brief van Meppel den 12 November 1785. Gisteren hadden wy hier een Treurfpel, door een woc lenden hoop zogenaamde Prinsgezinden, in tegenwoordigheid van den H<-er Erfftadhouder, Mevrouwe de Prinfesfe, de Vorftelyke Kinderen eh dezelver Gevolg, aangericht. By gelegenheid dat het Hof by de te rug reis van Groningen hier ftond te vernachten, had ons Esercitie-Genootfbhap, voor onaangenaamheden beducht, verzocht jde eere te mogen hebben, om de Vorftelyke Perfoonen intchaalen , waarover den Heer Graaf van Heyden, Landdrost van Drenthe, den voorigen dag ter receptie, van Huune Hoogheden hier gekomen, zeer zyn genoegen betuigde', en by Publicatie gelastte, dat ieder zich rustig en vredig houden, en het Genooefchap ongemoeid laaten zónde. Vrydag namiddag trok hetzelve naar Buiten, en marcheerde voor de Koetfen, tot by het Huis van den Heer Schout Kniphorst, zich aldaar in twee Kyën fchaarende, terwyl Hunne Hoogheden aan dat Huis zouden aftreeden. Niettegenftaande de gedaane Publicatie, was een menigte gemeen Volk, waaronder een party Schippers, Sjouwers en Scheepstimmerlieden, gewapend met Bylen, Zaagen , Beitels en Knuppels, alle met Oranje Linten en Strikken veriierd, op de been gekomen, en omringde de Koetfen onder een ysfelyk gefchreeuw cn getier, ja klom zelfs op de Koets, waarin de Stadhouder z;.t, voor, agter en in de Portieren, zo veel'er maar plaats konden krygen. Het Genootfchap kreunde zich hieraan niet, maar naauwlyks was het Gezelfchap afgetreeden , of die verwoede hoop. kwam te rug, onder het geroep, dat de Patriotten, die het toch niet wel meen de, wech zouden, en dat zy den Prins eere wilden bewyzen, op de Schutters indringende, om die uit elkander te krygen. De Scheut, die alles,in ff werk  't werk fteldé om dVfezen opftend te doen beda'aren, kreeg floot op floot on de borsr. Zelfs werden de Drost en Landfchryver mishandeld. De Schout deed de Deuren van een breede Gang bezyden zyn Huis openen, en verzocht het Genootfchap daar binnen te trekken, doch de woedende menigte, drong op de Schutters in , om mede binnen te komen , en het laatfte Pelotton wierd met Stokkeir, Beitels en Zaagen , wakker begroet, ea zelfs tweemaal met Piftoolen op den Kapitein Kniphorst gefchoten. De Officieren, ziende dat het 'er op aankwam om het leven te befchermen, lieten-met fcherp laaden en vuuren. De eerfte fchoot trof niet, maar by de tweede wierd een onnoozel Toefchouwer doodgefchooren, het geen echter meer dan waarfchynlyk door een Piftoolfchoot is gefchied. De woede floeg daarop wederzyds fen top, en men zag een ysfelykBloedbad te gemoet, terwyl de Schutters, hoe zeer de Officieren hun decden begrypen, dat men zo wel Onfchuldigen of Vrienden, als Oproermaakers konde treffen, niet te wederhouden waren. Gelukkig raakte in dit critica oogenblik de Deuren van de Gang digt, en de Partyen van elkander. Een tweede Publicatie had die uitwerking, dat de nacht tamJyk rustig is doorgebragt; doch het Hof, waarvoor in de Wildeman Logementen waren vervaardigd, oordeelde raadzaam op de best mogelyke wyze aan het Huis van den Heer Kniphorst te overnachten, en is deezen morgen over Zwol naar het Loo vertrokken. De woede en wraakzucht is echter hiermede niet bedaard, en men bedreigt onze Huizen te zullen plunderen en in brand te fteeken, ja zelfs zyn 'er Officieren den ctood ge?wouren. Men wil het Genootfchap vernietigd hebben. Wanneer de Sehipperyê met de Winter t'huis koomt, en wy geen onderfteuning krygen, zullen wy het moeten opgeeven ; doch ik hoope dat alle waare Vaderlanders ons zullen adfifteeren. Grietje. Wat doet de verbittering niet! De Godlyke Vloek echter volgt de geene die aanleiding door ergernisfen aan hunne Medemerdchen "er toe geeven , gelyk hier zulks al weder door Begunftigers van Oranje gefchied is. God verhoede dat niet in verdere Steden van ons lieve Vaderland zodanige vernielende Wangedraagingen ovcrflaan. Maar, Diewertje, ik merk het myn tyd tot vertrekken te zyn. Leef gezond, eet fmaaklyk, cn groet Louweris. Diewertje. Ik zeg je dank, Vrindin! Ik wensch je't zelfde. Groet Krelis. By de Drukfter deezes wordt in Comm;-<]e verkopt Që oprechte Haagfche Tandpoeder, zynde een ongemeen Middel om de Tanden fchoon t-n wit te manken , en den mond van Scheurbuik te 7uiveren ; ook is hetby nitnecmendheid goed voor Kies- ea Tandpyn. Het Doosje is 6 Stuiver,». Gedrukt by de Erve de Weduwe JA CO BUS van EGMONT: op de Reguliers Breêikaat, te Amfterdam,  DIEWERTJE en GRIETJE. 24 November 1785. N°. 47. Diewertje. goeden Morgen, Grietje! Is 't nog wel gefield met VJT uw Gezondheid? Grietje. Al redelyk, Diewertje! Strekt u de uwe ook nog tot genoegen ? Diewertje. Zo wel als ik begeeren mag. — Ik heb nog een goed gehoor daarby; en hoe meer aangenaame Zaaken gy het zultvoordisfchen, hoe beter zy myne Ooren fmaaken zullen. Ik luifter al greetig toe, Vrindin! Welaan, laat hooren wat gy te zeggen zult hebben. Myn Louw en uw Krelis hebben de laatfte keer niet veel kunnen praaten, dewyl ze overgenoeg hadden, aan het leezen van den inhoud der beide .Tractaaten , zo van den Vrede met den Keizer, als van het Verbond met den Allerchristelykften Koning. Grietje. Gy hebt denklyk beide die Traftaaten geleezen, Diewertje? Diewertje. Ja wel, Vrindin, en met het grootfte genoegen. Grietje. Een ieder die met een ongeveinsd gemoed en een getrouw hart het waare welzyn van her lieve Vaderland en alles, wat voor hetzelve dierbaar is, oprechtelyk weet te beminnen en op zyne juifte waarde te fchatten, kan niet anders dan blyken van genoegen deswege toonen : Dan echter zyn 'er Lieden, en wel aanzienlyke Lieden, ja zelfs Magiftraats-Perfoonen in ensGemeenebest, dieeersteenevreeze, fchoon ongegrond, hebben voorgewend, wegens het fluiten van een Verbond van wederzydfehe Vriendfchap en Byftand tusfchen Frankryk en de Republiek; en thans wel deeglyk zullen misnoegd zyn, nu zy met hunne krachtelooze vreeze te laat zyn gekomen. Diewertje. Wel te het mogelyk, Grietje! Wie zyn die MagiftraatsPerfoonen dan? ■— Welke vreeze kon hun Vet fluiten van een Verbond 'met Frankryk aanjaagen? Wat was naar hunne gedachten dan het middel om die vrees te dempen ? cn welk gevaar voorzagen zy in het aangaan van dit Verbond, het welk gy zegt dat hun thans wel zal misnoegd doen zyn, dewyl het reeds gêflouten is? Grietje. Om op uwe vraagen ftukswyzc, doch kortelyk re antwoorden : — Het is het geheele Ligchaam der Regeering van de Stad Middelburg, in Zeeland: De regeerendq Burgemeefters, Oud-Burgemeefters, de Heeren van de Wet, en die van de Vroedfchap. — Hun vreeze is gebouwd op hun vooruitzigt van cen fpoedig wederkeerenden Oorlog, waar buiten de Republiek niet zou kinnen blyves, (gelyk zy fehym-n tast te ftellen) indien zy in cen Verbond met Frankryk trad, en derhalven hebben alle die Heeren, op het voorftel van eenen Heer van Citters, alleen het befluit genomen om den Gecommitteerden Raaden hunner Provincie eene Misfive te doen toekomen, waarin zy breedvoerig genoeg den grond hunner vreeze aan den dag leggen : Opdat die Heeren Gecommitteerden het daarhecnen mogten wenden, dat het uitftellen van ee» Z Ver-  Verbond mt't Frankryk by Hun Hoog-Mog. mogt worden in achtgeno* men, ter vermydinge"van eenen nieuwen Oorlog, die ligtelyk eerlang in Duitschland konde uitberften tusfchen de faamverbonden Vorften aldaar, en den Keizer met zyne Hulpgenooten, in welk een Oorlog de Staaten 'alsdan party zouden moéten 'kiózen , wanneer hun Bondgenoot pajty gekozen had. Waarom de Raad dier Heeren Zeeuwen dan was, niet eer een Verbond van Alliantie met zyn Allerchristelyke Majefteit te fluiten, dan na dat al die zwaarigheden voorby waren. Want dusdanig een Oorlog kon in deeze Tydsomftandigheden onmogelyk van vrucht zyn,-maar zou het middel weczen om den yd van dit fchoone Gemeenebest te voltooijeii. — Op deeze of dergelyke wyze redeneeren die Heeren in Hun Ed. Achtb. Misfive, die gedagtekend is den 5 November, cn dus te laat voor den dag is gekomen; zynde het Verbond alreeds geklonken, eer dit daar tegenaanloopend Werktuig eenige kracht kon doen. Diewertje. Waren' alle verderflyke Werktuigen zo fchielyk zonder kracht gcbleeven , als dit,.de Welvaart der Republiek zou 'er zo deerly.k niet door kwynen als zy thansdoet. Maar zy hebben veel Lands Ingezétenen echter hunne waare belangen, rechten en vryheden doen kennen, en opgewekt uit fluimeringen,. in welke'zy door Slaapkruid van 't Hofbetirog gevallen waren , terwyl Verraad en'Heerschzucht ketenen en boeijen fmeedden, om hen als Slaaven voor den trotfehen Dwang te dóen bukken. — Dan dit heeft men in Zeeland zo niet kunnen opmerken. Men heeft daar altoos eene zekere gehechtheid aan het Engelfche noodig geoordeeld,, en uit dien wortel is een haat tegen Frankryk gefpraoten, die de harten van het meerderdeel der Zeeuwen blyft beheerfchen,. fchoon zy fteeds meer nadeel door de Engelfchen dan door.de Eranfchen 1'eeden. Men behoeft ook niet te vraagen of zy Vleiers van den Staats» dienaar zyn?- Het is elk genoeg bekend, dat derzulker gedrag hunne fpreuk van goed rond, goed Zeeuws onwaar maakt; — Maar, Grietje! ik ben in myn gemoed verheugd, dat die Middelburgers zo fraaiagterhet tob ui;ciii.t.ij iiii5uut:^i-i tuncu iju wugciisuc vei yuciing iiuunei kc^cuui; oeuoeungen ï vourai z.u ue ut er voorireuer van aeeze z^aax van ïpyc «ËQ tahdenknersfen. Maar, Diewertje! Gy fchynt wat te algemeen de Denkwyze der Zeeuwen te befchouwen. Ik verzeker u, dat een groot gedeelte des- Volks, en ook verfcheide braave Regenten in die Provincie, geheel anders en recht Vaderlandsch gevoelen.. Diewertje. Het is loflyk da: uien, zyne Dwaaüng erkennende,.te rug keert. 'Er dwalen in Holland én andere Provinciën mede nog meer dan se veel. kwalykgevoelende Lieden, en overal vindt men 'erdie hardnekkig, en icgen hun beteTweeccn, of uit Heerschzucht, of uit Zelfbelang, den regten weg van Vaderlandfche Trouw cn Bnrgerpügt moedwillig .venrnyuea.. ?. r,1**'"* *u 8 (^riütir*. Her is waar itar 'rr v.°r>lf>n ynlVcn »wn ;• #>n tvanrfrhvnIvkznr- A-t.v. fki.,f.;. Anri*:':^ x^-r fmaak m een vernieuwde Alliantie me: min « « tt*r ujjus sun"  e**,7) . Engeland dan in een geheel nieuwe met Frankryk gevonden hebben. —» Volgens een Artikel uit de Vaderl. Courant van den 23 deezer, onder* Amfterdam* zoude het fluiten des Verbonds met het laatstgerhelde Ryk het Hof van Londen veel lpyts verwekt hebben. Dus lees ik deswege. In een buitenlandsch Nieuwspapier vindtmen het volgend'merkwaardige' Artikel uit 's Hage, gedagtékend den 1 ü November. „ Het Cabinet van St. James heeft niets verzuimd orn het fluiten van een Traftaat voor te komen , waardoor de heerfchappy der Zee volftrekt in handen van Frankryk gefteld wordt: Het heeft, zegt men, aangeboden: 1) Negapatnam te. ru^ te geeven; 1) de Millioenen aaö den Keizer te betaalen.; 3')hetTractaat, dat met cen Keizer ftondgeficten te voorden, teguarandeeren;4) de beruchte Acle van Cromwel te vernietigen, ten voordeele der Republiek, op voorwaarde, dat zy haare oude Verbindtenisfen rhet Engeland zoude vernieuwen. Maar alle deeze aanbiedingen zyn verworpen." Met recht, want de Republiek heeft de fchadelykheid van die Verbindtenisfen niéï alleen meer dan eene Eeuw lang gevoeld; maar Ook het gevaarlyke daarvan, voornaaralyk in den laatften Oorlog, te duidelyk gezien, dan das zv zich van nieuws in die gevloekte ketenen, waardoor haar nog anderen- bereid wierden, zoude laaten klinken. Indien dit Artikel waarheid beneist, geiyK 'er veel reden is om-zuijcsre gelooven; dan is het te begrypen wat aan den Heer Harris, Engelfche Ambasfadeur, onlangs zo ongemeen veele drukte veroorzaakt heeft. Diewertje. Dus zouden de Engelfchen even als de Middelburger Hee» ■ ren aartig genoeg gefluit hebben , zonderden Vinkin hun Net te krygen, of het Paard aan 't pisl'en tc kunnen helpen, .Maar onze Souvereine Volksgeraagtigden zyn veel te fchrander, te.getrouw en te voorzigtig orn zich zo ligt te laaten misleiden. — Dan over welke Zaaken wordt thans wel in den Haag gehandeld? Grietje. Ik zal u liet voornaamfte daarvan doen hooren uit de laatfieHaagfche Berichten, zo als dc Nieuwspapieren dezelven opgeeven. 's Hage den 22' November. Men verneemt, dat Hun Ed. Mog. de Hee» Ten Gecommitteerde Raaden van Holland en Westfriesland de vraag van den Capitein-Generaal, om ook het tweede Battaillon Guardes Zwitfersan Guardes Dragonders herwaards te doen te rug komen, gerenvoieerd hebben aan het oordcel van Hun Ed.. Groot-Mog. in derzelver aanftaand? Vergadering. Ondertusfchen is het zeker, dat het tweede Battaillon Hollandfche Guardes te voet morgen uit Breda zal marcheeren, .en-aanltaauden Saturdag of Zondag hier te rug.verwacht wordt. Thans fpreekt men weder veel, dat, gelyk by de affchafïhg van den hco"en Krygsraad verfpreid wierd, op het Prins Maurits-Huis in deszelfs-plaats de weeklykfche Prefident van Hunne Hoog-Mog. aan de buitenlandfche Ministers voortaan audiëntie zoude verleenen ; waarby men thans . mede voegt, dat, buitendeStaaten-Ilodens, daar ookeenbehoorlyke Mii;,-*;*» Wnpfft TTindp komen. die bv het in- en uitiraan aan den Heer Pre¬ fident de verfchuldigde honneurs, die den Souverein competeeren, zoude Öoea. —i Verder wil men ook, dat .insgelyks Schildwachten voorde • Loperresten van de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van deez- Z. 2. Pre»-  Provincie, geduurende derzelver verblyf, zullen uitgezet worden — iets ,'dst hier door -Weldenkende Burgers reeds langen tyd gewenscht is en allezins u elvoegiyk zoude zvn Gisteren en heden heeft de Magiftraat van 's H;.ge met het Hof in befoigne geweest * ■Over de Muitzuchtige Beweegingen Vi.n het üranje-üraauw a4hier, op den 4 Septemèer jongstleden. v Ook'verneemt men, dat Hun Ed. Gr.-'Mog. voor Hun laatfte adjournement bun •confent gegeeven hcoben aan eene Propofitie, ter Vergadering van Hun Hoo" Mog. gedaan, en aan Holland gecommuniceerd, om Oktnelyk een Fort aantele^geriop het Edand Zuidbeveland, aan de zogenaamde B r outiwuu,  C 101 .) Keizer en de Republiek der Veréótiigde Provinciën; die zeilde Depêches verkondigen de naby zynde fl uiting en tékening van een Alliantie-, Tra&aat tusfchen Frankryk en'de Republiek. Indien dat Tra-étaat plaats heeft, zo zien wy ons, door het kwaad beilier der Ministers in den Iaatften Oorlog, beroofd van eenen magtigen Bondgenoot, dien wy byna konden leiden zo .als wy wilden, en waarvan wy byna alles maakten wat ons behaagde. Het verlies, dat wy daarby Iyden , is bnherltelbanr, en het is te gevoeliger voor ons, om dat Frankryk zich met onzen buit verrykt. —- Ome Minister in den Haag, de Ridder Harris, kondigt door zvnc laatfte Depêches aan ons Ministerie aan de tékening van het Vrede-TrdCluac tusfchen Hunne Hoog-Mogendén en den Keizer; gelyk ook de tékening van het Alliantie-Tradtaat tusfchen de Republiek en Frankryk. Dus is 'er geen twyfel meer te maaken over de wcezenlykheid deezer beide Tractaaten, noch eenige hoope om eene Alliantie krachtdaadig te beletten, die ons zekerlyk niet voordeelig is. —- Ons Cabinet fchynt ernftig aangedaan over "de Alliantie van 'Frankryk met de Republiek. Deeze flag, dien men zich vleide te zullen af keeren, of ten minfte te vertraagen, brengt byna alle Ontwerpen van vergrooting in de Indien in de war. Het fchynt dat ons laatfte Vrede-Tiaéhat met de Hollanders ons eenige hoope overliet om hun een gedeelte van hunnen Koophandel in de Oof.r-Indiën te kunnen ontneemen; maar thans zou het zeer gevaarlyk zyn hun daar de Wet te zetten; want Frankryk guarandeert hen alle hunne Bezittingen in de vier deelen der Waereld, en fielt hen in veiligheid tegen alle geweld. Grietje. Zo verbergt die Vriendbedervende en Verraaderlyke Natie zelve haaren fpyt niet alleen; maar belydt dus openlyk de oogmerken van haar gevloekt gedrag tegens de onze altoos gehouden , cn nog te houden, zo het haar had mogen gelukken haaren trouwloozen Aanhang, dien zy in Nederland heeft, te doen zegepraalen, door de Republiek van Frankryk aftetrekken , en Engeland toe te doen vallen, opdat het eindelyk ons dierbaar Vaderland geheel ten val bragte, door alle onze Bezittingen in Oost- en West-Indien, alle onze Schepen en Goederen, waarzy dezelven konden aantreffen, ons teontrooven; waartoe het niet nagelaaten zou. 4a hebben de reeds voorgenoomen verfoeilyke middelen in 't werk te ft< 1lea, om de Vryheid, Welvaarten het nog overgebleeven vermogen van ons Gemeenebest den wisfen doodfleek te geeven; 't welk dat Ryk thans niet mogelyk is, doordien de Vrywaaringe Van dit alles, by het Verbond van wederzydfehe Vriendfchap en Byftand, tusfchen Zyne Allerchristelykfte Majefteit en Hunne Hoog-Mog geflooten , het uitzigt der Engeliciien om hunne roofzucht te voldoen en de gruwelmaat '«unner onrechtvaardigheden tot overloopens te vullen, hen zulks volftrekt belet, en zo een ieder braaf Gemeenebestgezinde met grond vermag te hoopen , voor altóós belet zal blyven. Waarom het voornaanjlyk noodig is dat alien Engelfchen invleed op het Staatsweezen der Republiek door Neêrlands Souvereine Staaten ten krachtdaadigfte en eendragtig ten allen tyde geweerd worde, door zorgvuldig te waaken, dat de Anglomaan, i ' ' " ' - '• - • icfare  ( lp*) fche Aanhang zich met, door verdere Stadhouderlyke Familiebetrekkingen, vergroote enverfterke. Zy is het meer dan genoeg, federt WillemdêTweede zich aan de Dochter van Karei den Tweeden in 't Huwlyk verhoedt doch altoos, tot op deezen tyd toe, tot groot nadeel van de Republiek' waartoe bewyzen genoeg voor handen zyn, fchoon 't ons aan bellekonu breekt om ze alle in eene rye te plaatfen. — Dan wat denkt gy, zoude< de tegenwoordige Stadhouder het zich laaten welgevallen, mede te werken tot het in fland brengen van eene Grondwettige Herftelling, om de. waare en vrye Rechten en Voorrechten, zo van 't Volk als van deszelfs Vertegenwoordigers, ja ook die, welke zyne hooge Amptsbedieningeneigen zyn, op een vasten voet te brengen? Diewertje. Hierover heeft zich de"Eerfte Staatsdienaar immers niet t verklaard, en ik twyfel fterk of hy het niet beneden zynen Vorfteiyken i rang zal blyven achten, zyne Meefters en het Volk, in wiens boezem het Oppergezag berust, hierin te wille te zyn en genoegen te geeven dewyl men 'er van zynen kant geen het minfte blyk nog van befpeurt' Ondertusfchen ware het wenfchelyk dat die Prins deswege eene grootmoedigheid betoonde die hem boven alle zyne Waardigheden, hoe luis- • terryk, verheffen, en dezelven den heerlykften glans byzetten zoude, ja zyne Nagedachtenis met onverwelkbaaren roem by de Nakomeling- : fchap in zeegening doen blyven tot het Einde der Tyden. Grietje. Voorzeker. Maar dien Prins, altoos omringd van Zelf belangzoekende Vleiers, wordt door dien Stoet van laage Zielen en Vreemdelingen , die of door hunne Ampten en Bedieningen van hem afhangen" of geheel onkundig zyn van eenige Rechten of Wetten van dit Land en \ Volk, zekerlyk de Herftelling 'er van ontraaden, terwyl zy hem als i een Voorwerp, dat aan hun heersch- en baatzucht kan voldoen, ais aan- ■ bidden , en het fchynt dat Zyne Hoogheid zich door die kruipende Slaavenhoop aanhoudend laat misleiden. Diewertje. Evenwel gelooft men vastelyk dat men zich fpoedigt aan 3 zodanig eene Herftelling, op gronden van de wettige Rechten der Bur- . geren en derzelver Vryheid. . Grietje. God geeve dat men den nuttigen arbeid der Braaven, die ge. . trouwelyk daartoe de hand leenen, binnen korten tyd met gewenschte i vrucht voltrokken zie. Vaarwel, Vrindin! Eet fmaakiyk, en groet t Louweris. ». fa Diewertje. Ik zeg je dank, Grietje! Ik wensch je 't zelfde Groet t Krelis. By de Drukfter deezes is thans te bekomen, de zwen^^Keuker> ■ meid, of de Gevallen van Cornelia, eene Amfterdamfche Dochter- be- • hdzende al het geen haar geduurende haare Dienstbaarheid is overgeko- ■ roen. De prys is 4 Huivers. Gedrukt by de Erve de Weduwe~J A C O B U S vak"Ëgm O WtT op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam. *  DIE VERTJE en GRIETJE. 8 December 1785. N°. 49. Diewertje. goeden Morgen, Grietje! Is 't met de Gezondheid nog VJT naar uw genoegen ? u IJO*» Grietje. _ -Ik heb het 'er wel meê, Vrindin .' Zyt ge ook no" eezond * Diewertje Volkomen, Grietje.' Weet je me ook het een of ander J verhaalen, dat weetenswaardig is? anüer te Grietje. TTic Parys fchryft men van den 28 November dat her mW lang zal aan popen , of het Traftaat van Koophandel tusfcher Frankrv 'en de Republiek zal geflooten zyn. tuMcnen irankrvr. Diewertje. Dit zal den Engelfchen op nieuw een doorn in den vo-t wlrl ?P Tfflyk' JUllein 27 daarceSe" weder beletfelen trachteS SS werk te ftellen , dan ik vertrouw dat zy deeze Zaak even zo Si zy hcc fluicen vac ^^-T^Ê: Sh??ÏI ^ te„kTeD m,erken' Cot welke doeleinden zy zvn n. ' H£* weTsh^ve dat Hof ze ook doorgaans weet te doen mislukken of ver. ydelen. Immers hebben de listen der Engelfchen, zomen mdd? aan t Hof van Petersburg niet kunnen verhinderen, dat het Traftaat vin Kf,TfrtJen-A1 ,Teder,een gevoelige neep voor de Lords. Grietje. Dit alles erkent het Volk van Londen zelf, befchuldiV-ndehet Mihistene, dat het doof is voor 't geroep van brta^diffirï en onverlchi hg wegens de waare belangen der Natie No« n r vo ' gen de doorzigtigften 'er by, en zeggen ronduit d arm £ ^ nadeehge gevolgen voor Engeland moeten voortvloeien eTK een naare fchildcry van deszelfs werkelyken ^oüS^kZSSié Groot-Bnttanmë als beroofd van Vrienden en torfdtSeotÏÏJ leSta Huizen van Bourbon en Oostenryk, zo wel als Ktt^h Mogendheclen tegen zich hebbendé,mSlffi'ÏS^; ? 1 u 1 ^''Tf' 0!Ub!,00C ,van v<™°gens, en misfende zo wel dehulp als de vnendichap van het Americaansch Ryk, enz Diewertje. Het Hollandsch foreekwoor,d zegt: Die'het onderft-uit de Kan wil hebben, die valt het Lid op de Neus" Zo gaat het den Br ten ook. - Maar wat zeggen onze Nederlandfche bedchten? onetje. Veel, Diewertje! In aile de Veréénigde Provinciënfmcnzou 'er Groningen alleen van kunnen uitzonderen) is°de EénffiwSS verre te zoeken De Heerschzucht van een meer dan AriSokrat theS ?n kïdtlZ S^P£% VCrheft zich hoe lai1^r zo meer in Gelderland, en-wel meest m de Graaffchap Zutphen, daar een Negental van willekeurige Burgerdrukkeode Regenten de Klaagft-m des vreedzaamen Volks door ftraf bedreigingen fmoort, en dus aftoo dooJ heï overwigt van Meerderheid onbevoegde befluiten neemt tegen dé A* ° dui-  C m) duioelykfte aantooning van de Minderheid der braave Recht- en Volklievende, en der Burgerlyke zo wel als Staatkundige Vryheid voorftaande Overheidspersonen, welke men echter thans niet meer weet te beschuldigen van partydigheid tegen den Stadhouder; daar hetzo krachtig Voorftel van R. J. van Capellen van de Marsch, om Hoogstdenzelven ten Landdage te verzoeken, en waarin dc Baron van Nyvenheirn en 7,uylen van Nyeveld, voor cordaate Ridders bekend, medeftemden, door hunne Antagonisten vruchteloos is gemaakt, door het in advis houden dier Propofitie; dan waartegen de wakkere Baron Capellen van de Marsch. de volgende Aantékeniipg ter infertie in des Quartiers Recesfe heeft gedaan. Myne fuirpnfe, Ed. Mor. Heeren! uver het in ndeys houden van myne Propofitie, op Maandag liatsileden ajn deeze Vergadering, en ééaftemmig door Leden-aan de twee andere Kwartieren, met even weinig fucces voorgedragen, overtreft al het £eene, dat he^'en, zo menigmaal tot vtrbi.zing van gantsch Nederland, door deMeerderheid van da El. Mog. Heeien Staaten deezer Provincie, is daar gefield gewee. t. Te vergeefsch, alles wat in myn vermogen was getendeerd hebbende,, om onze in 1675 en 1748 overweldigde Conflitütie by ons zeiven teberltellen; dageiyks daarentegen, met eene hïrtgtievende gevoeligheid aanfehouwende, zonder dat op ijjyne Venoogen refi.ctie geflaagen is, het beraamen van maatregelen tot verfmaadirg en aétervolgmg onzer beste Burgers en Ingezétenen, die een misdaad bega;m, om dat zy eene by Uw Ed. Mog. zelve j-ewettigde Rechme hunner vertrapte en rc-iifurpeerde .Rechten en Privilegiën, op. een bezadigde wyze, wcrkftellig maaken: Terwyl dit gepaard gaat met eene toeneemende violente direétie, om een Syftema doortezeuen , . dat Regenten van een vry Volk van eene oveiheerfching afhangelyk moet doen blyven! — Hiervan de gevolgen inziende, dat gewis eene r.idelooze Natie, die, hoe geduldig ook, op den duur nimmer heeft willen bukken, eindelyk tot die uiterders zou kunnen doen overflian, welke onze Voorouders, toen zy de onderdrukking moede wierden, te werk fielden , overwoog ik de miJdelen, die nog overig zyn, om dit nog by tyds voortekqmen. — Ik bragt my onder anderen te binnen die circulaire Misfive van den Heere Erfftadhouder, en vergelykende de gevoelens van Zyne Hoogheid, tkiarby voorgedragen, met onze gefteldheid, werd ik te raade, om die aan Uw Ed. Mog eens te hetïnneren, om ware't mogel)k dour deezen weg aan Zyne Hoogheid I gelegenheid te geeven tot het overtuigend aan den d-g leggen van Hoogstdeszelfs be- ■ leid willigheid, om van zyne zyde te concurreeren tot herlle! van den j.mmerlyken 1 toeftand van Zaaken in deeze Provincie. — Daar nu het oog van geheel Nederland, ., ji van gantsch Europa, op de gefteldheid van dit Gemeenebest , door inwendige twee- • dr.igt vetfciieurd, gevestigd is; daar al wat Weldenkend en Menschlievend is, vierig ; wenscht, dat deeze gevaarlyke,, ja byna doodclyke wonden, eens geneezing mogen 1 erlangen, om den val van een Staat, die nog voor weinig Jiaren de bewondering der ; Volkeren verdiende, voortekomen; zo is bet zeker, dit een ieder als verfleld zal ftaan over de onverfehiliigheid, met welke deeze myne vootll ig by Uw Ed. Mog. is geconfidereerd geworden; te meer, daar uit dezelve zou voortvloeijen eene gelegenheid ^oor den Heere Erffhdhourter, om door zyne tuslchenkomst, tot redres en berde! van Zinken, de geheele. Waereld met de daad te overtuigen van Hoogstdeszelfs be- reid willigheid en oprechtheid, om ten bette van het lieve Vaderland, onze verbasterde en bedorvene Conflitütie te willen helpen herflellen. Hierdoor vermeene ik (hoe zeer k ook ger-irgfchikt worde onder dezulken, die den Erfftadhauder in deszelfs wettige en conftitutioneele Rechten zouden trachten te verkorten,) Zyn Hoogheid een weezendiyken dienst gedain te hebben, wyl alsdan, in conformiteit van Zyne Hoogheid be-. S«*é», zou hebban kunnen wordaa gede&aiëert, ,wat tot de Conflitütie deezer Lan. dea,  ( IP5 ) dos en Kevö.glyk ook wat tot het Erfltadbouderfcbap relatif is. — Dit in. advys hoLidoi), Ed. Mog. Heeren! moet gevolglyk, myns oordeels, al zeer oi.a.ngena.m voor oen Heer Erfftadhouder zyn; alzo heizelve, behalven andere vermoedens, Zyne Hoo-heid by liet Publiek bloot flelt aan verdenkingen, als of Hoogstdezelve dec/.e a mbied'in'eo niet zou gedaan hebben met die opiechtneid en Vaderlandlievendegevoelens dieCvereischt worden, om van dezelven gebruik te kunnen maaken. — Ik acht bet óvertoUi-;, om hierover verder te com nent .riëeren. Het oapartydig Publick zd myne poog ngen billyken, omeens, tot verbetering van den iawendigen (bat, deh inden aJ 'het werk te (1 -isn. — Ik nebbe het myne gedaan, en ik ben onverantwoordlyk voor de pèvoL'en dc-.zer opmerkelykc handelwyze, waartoe myne Aantekening, nevens myne Mnrartaaena Prowofitie» tot myne decharge, in den Kwartiers Recesfa worde gtïnfereerd. (was getekend) ' R. J van CAPELLEN van de MARSCH. Diewertje. Die Aantékening zegt in de daad veel, en ik kan zeer" ligt begrypen dat het voorftsl ter uitnooding van Zyne Hoogh. op vaste gronden van reden en billykheid gevestigd is. Grietje. Voorzeker. Zyne Hoogh. had onder anderen in zynen rondgaanden Brief van den 16 April 1784 verklaard bereidwillig te zyn, om van zyne zyde te concurreeren tot alles, wat dienen konde om de inwendige rust in den Lande, de goede verftandhoudinge tusfchen de Leden, der Regeering onderling, en het vertrouwen tusfchen Regenten en Ingezétenen op duurzaame gronden te vestigen, en om alles tecontribueeren rnr de bevordering van de belangen van het lieve Vaderland, en OM 7 CH VAN HOOGSTDESZELFS V E RPLI GTINGENGETROUW TE KUNNEN KWYTEN. — Nademaal, (zege de Heer Capellen van de Marsch) van deeze aanbiedingen, die immers door Zvn Hoogh. met cordaatheid en welmecnenheid gefchied zyn , tot heden s hv Uw Ed. Mog. het vereischte gebruik niet is gemaakt geworden , doordien door Uw Ed. Mog. aan Hoogstdenzelven geene gelegenheid is gegeeven, om overtuigend aan den dag te leggen zyne bereidwilligheid om te concurreeren tot herftel der inwendige rust en harmonie tusfchen de Leden van Regeering; alles tot verbetering van onzen inwendigen ftaats ► en tot bevordering van het heil van 't lieve Vaderland; zo geeve ik Uw Ed Mog. in bedenking, daar de Heer Erfftadhouder zich thans binnen dee'ze Provincie bevind, of de gefteldheid van Zaaken niet komt te vorderen, dat Hoogstdezelve by UwEd. Mog. worde verzocht, om ten fpoedi^fte te willen overkomen, ten einde op deeze Uw Ed. Mog. Landelyke Vergadering de vereischte ouvertures van Hoogstdeszelfs Vaderlandlievende intentie, als vooren, te geeven, de eenigfte en rechte wyze, . WAAROP ZYN HOOGHEID ZICH VAN HOOGSTDES, 7 EL p S DUURE VERPLIGTI N GEN MET. GETROUWHEID ZAL KUNNEN.KWYTEN. Diewertje. Indien het de Heer Stadhouder behaage zich aan deeze zvne verzekering te houden, zoude 'er eene volkomen herftelling van ■ de Inwendige Rust te hoopen zyn, vooral wanneer Zyn Hoogheid alle ingekroopene of den Volke opgedrongen, misbruiken in deszelfs Vryheden , Rechten en Voorrechten, onwettig keurt, gelyk ze zyn, en alken od de Rechten zyner Ampisbedieningen ftaan blyft., welke dan ook, Aa % doot =  , ' C roe ) door niemand hem ontnomen zynde, wettig vastgefteld kunnen worden n,.. oogmerk is der braave Volksvertegenwoordigers. worden, gelyk hei Grietje. God geeve dat zulks eerlang gefeh'iede. Dan zou onlr «.n'i i • Anrtokratie haare trotfche handelwyze LWkeuze voor Zo^ verydeTdïS"^ Eendragt weder Magt maaken. - Men is ondertusfchen niet zShmp J^ toe. Men zegt dat de Stadhouderlyke F,milie welhaast weder in den Haag «» Z' Ook fpreekt men van eenen Brief, die door Zyne Pruisfifche M.iefr san ?Ll u y heid zoude zyn afgevaardigd; en waarin die wyze Monarch en Heer Sr^H nHS* zoude geraaden hebben : zich met de STAATEN der ProvZlTteZ^t ^ zulks boe eer boe-heter, en met H. ED. GR. MOGTlkentefZlT^' mei^ agter laat mg van zyne tegenwoordige Raadslieden, om handen aan^Zl Ujaam, m verbetering der ingekroopene Misbruiken. TdTgeruchinu ZZ dan is er ?rond van verwachting dat alle verfchillen eerlang beflischt Fu!l"n 7™ L' beste der Republiek en vastftelling van derzelver ConftitutionaK welker u,tfPra,k het Volk, de Overheden en de Stadhoudeeik by zvne Reéh^'nT Jundhaafd mogen worden, en altoos blyven zullen. y y echwn S5" Diewerije. Men vordert zekerlyk met de goede Zaak u-annPPr «>n,>™ i de Wetten Dan ik geloof dat bet veel voel in S^^S^^fZ danige gelykbeid te bewerken, met welke de Partyen algemeen te vYp W ?/ In Utrecht is weêr nieuwe Tweedragt gereezen, S^^t^kSSÊ het verwjchte doeleinde zal doen miifen, en al het «mvuV^n , j d olks Vryheid en derzelver Rechten den bodêm'zal in aan K^D-^'u^1"1 dacnt te zyn voor "t Volk van Utrecht in 't algemeen aangena-me rZZ r?i, Pü"C brengt gy eensklaps (leekende Distelen voort; a"ngena°me Roozen te baaun, Gneije. Dat is waar en indedaad beklaaglyk. De onfhndvasrirrhpM „aM „o • nigen kan veelen bederven. De Zaak kan ecW nog eengoeden £ Z** vergeete voor het overige toch niet als waare Rariotten te handelen in we^ P^—" van ons Veiéénigd Gemeenebest het ook zyn moge. tenanaelen' ln welke Provincie Diewertje. Wierd zulks maar wel betracht, Grietje' — Gv weet Ao, u~ i aanmoedigen niet ontbreekt. Onder anderen, daar h!t'Almanak^ L tVn ^m'06 men, voor het Jaar I786 reeds bet licht ziet.' hebben we 5FK\2&n*fe andere Burger-Gezangen, zulks by een vrolyke luim te doen met een- J,£ teug aan alle waare PATRIOTTEN, tot oelang^eemi^ in hpf L L ^an™edicri Vryheid. Nevens deezen Z,ng vind? mM^^^^^^^M' BURGER; op het VRYE GENOOTSCHAP <™ w £ 4' r , ™ApENDE DER SCHUTTERY; ï,%^yV^^l^uSr^^^T^^7 VRYE GENOOTSCHAPPEN; ROEM vooa £^2.^^^$ aanzenaame en bekende PVyzen gefield. Zullende deeze G~ZL«r ~„ -P twyfelen, mede wel in der Leezeren fmaak valleni. J megen te ervaaren in het. fiot van V kronykje van de vOStrW DER NEDERLANDSCHE ZEEHELDEN; in het zevende SSï buurpraatje tUSptben jannetje . marytje , tryntie en 1 ysi» - ,v, l ° ° f volg der Gevallen van KAATJE LIGT OM 'T GELÜ^èVzV?" *en Almanak behoort, voorafgegaan zynde. kan men dit JlmanSe7oJZ Jurvers by de Drukfier onzer Samenfpraaken bekomen ??"* 4 Dit. ter aanbeveeünge der Leesbegeerigengenoeg zycde, wenich ik u wd & vanren, Vrindin Grietje! Eet fmaaklyk en gróet Krebs ' 1 Gneije. Ik weriSCQ.ja 't zelfde, Vrindin Diewertje! Groet Louweris. Nadrukt by de Erve de Weduwe JACOBUsTIrj EGMONT^op de Reguliers Breêftraet, te Amfterdam. 1Jr^XH 2' t  GRIETJE en DIEWERTJE. 15 December 1785. N°. 50. Grietje, goeden Morgen, Diewertje! Hoe is 't gefteld met uwe v_T Gezondheid? Diewertje. Al redelyk, Grietje! Hoe met de uwe? Grietje. Mede nog wel, Vrindin! — Wat zult ge my verhaalen? Is er met iets van belang in de Nieuwspapieren ? Ik heb gezien dat uw Louw en myn Krelis, in hunne laatfte byeenkomst, gefprooken hebben over het ongenoegen des Stadhouders, wegens het hem ontnomen Commando over hetGarnifoen m den HaaS> waarop betreklyk is die Misfive aan de Magiftraaten der Stemhebbende Steden, die men in de meefte Nieuws, papieren federt een dag of drie gevonden heeft. Maar vindt men in verdere Dagbladen niet iets meer deswege? Diewertje, Men vindt in fommigen de Misfive van den Stadhouder aan,, ™-r G,n ¥°Z- de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland; welke Misfive by s Prinfen Memorie aan Hoogstdezelven gevoegd is Grietje. En wat zegt die Misfive? Diewertje. In den aart het zelfde, dat die aan de Regeeringen der bteden zegt, en met even weinig eerbied voor de Souvereine Vergadering der Staaten opgefteld. Zy is voor onze Samenfpraak te uitgebreid om ze in haar geheel te plaatfen. Zy draagt het volftrekt Kenmerk van des Stadhouders Belgzucht. — Hy beweert 'er in, dat hem alleen, als Gouverneur en Capitein-Generaal deezer Provincie, het bevel over het Garniloen van den Haag behoort, en niet aan de Gecommitteerde Kaaden der Staaten, by welke men dat vertrouwen niet vindt, het p-eea hy meende te verdienen, door zyne Beftiering en Voorziening in°het itellen der noodige ordres ter handhaaving van de gemeene Rust en Veiligheid. Ook weet de Heer Stadhouder niet, en kan zich niet erinne. ren, ooit iets te hebben nagelaaten, 't geen hem, ter voorkoming of demping van eenige oproerige heweegingen, door Heeren Gecommitteerd» Raaden, of door de Juftitie in 't algemeen, is verzochten voorgedraagen , en verbeeldt zich , dat daarvan verfcheide verfche voorbeelden ■voor handen zyn. — Hy brengt hier een uitftap by van zyn Verzoek om de Staaten te doen vergaderen nog dien zelfden dag, (den 8 Sept. naamlyk-, toen de Heeren Gecommitteerde Raaden eenige ordres aan het Haagiche Garnifoen gegeeven hadden,) als wanneer hy 's avonds in Perloon m die Vergadering verfchecn, en ingebragt heeft zyn beklag, om herftelling te bekomen; doch met zo weinig fucces, dat hy niet alleen het ongenoegen van Hoogstgem. Hun Ed. Gr. Mog. wegens deeze te famenroeping heeft moeten verneemen; maar dat door Hun Ed. Gr. Mog. approbatie, op het goedvinden van welgem. Heeren Gecommitteerde Kaaden, Hy met er daad ontzet is van een Voorrecht, waarvan alle zyne Voorzaaten onafgebrooken hebben gegaudeerd. (Genot gehad, geloof ik, zal dit hier zeggen willen ; anders beteekentgaudeeren verblyden, verheugen, zo ik meen; en in dien zin zouden alle 's Prinfen Voorzaaten zich Aa 3 ic  In dit Voorrecht, van het Haagfche Garnifoen te hebben mogen commandeeren , vererf-, hebben. — Ook al goed. — Ondertusfchen is het jammer, dat, men in de meefte Staatsfchriften zo veele onduitfche woorden en uitdrukkingen gemengd vindt, die voor het grootfte gedeelte*onzer Landgenooten geheel ohverftaanbaar zyn.) Verder vindt zyn Hoogh. zich bovenül gegrieft, zegthy, of doet de Opfteller deezer Misfive hem zeggen, door den Voordragt en de Stellingen by het Rapport van het Staatsbefoigne van den 4 deezer gemanifesteerd, en tot niets minder ftrekkende, dan om hem voor altoos van het geheel Commando van het Garnifoen van den Haag te ontzetten. Voor - het overige gebruikt de Staatsdienaar zodanige uitdrukkingen tegen zyne Souvereine Meefters, om hunne rechtvaardige handelwyze in een haatelyk licht te ftellen , dat geen weldenkend Vaderlander, zonder zich 'er aan te ergeren', het leezen kan. Grietje- Het zal den Stadhouder echter zwaar vallen alles te bewyzen, geloof ik, wat hy van zyn gefuftineerd Recht tegen de handelwyze van Hun Ed. Gr. Mog. en Höogstderzelver Gecommitteerde Raaden opgeeft'. Immers is deeze reeds door den Souverein vooraf genoegzaam verdédigd. Maar weet men niet wat 's Prinfen Memorie inhoudt-? : Diewertje. Neen, Vrindin 1 Hy gedraagt zich wel aan die Memorie ; maar de inhoud 'er van is nog niet openbaar in 't licht. Grietje. Wel my dunkt dat die Memorie, echter zonder deezen on* eerbiedigen Brief, alleen genoeg was; gelyk het my ook voorkomt cen niet zeer voeglyke uitflap van den Hoogen Staatsdienaar te zyn, een byzonderen Brief aan der Steden Regeeringen te hebben-doen rond gaan. Diewertje. Deeze handelwyze bedoek alleen om de Verwarring en Tweedragt onder 't Volk te vergrooten , Vrindin Grietje! en met hoe veel grond van recht of hy zulks ondernomen heeft te doen, laat ik kundiger oordeelen; insgelyks over de aanmaatiging die hy genomen heeft, om der Staaten Vergadering, op eigen gezag, den 8" Septemsber byéén te roepen, en dien zelfden avond zyn beklag 'er by in te brengen. Dit alles fchynt my toe een blyk van minachting voor het Oppergezag te kennen te geeven, en in dat te gelyk voor het achtbaar Volk, in welks boezem de Majefteit des Lands berust.- —- In zyne Misfive aan Hun Ed. Gr. Mog. verklaart Zyn Hoogh. verder; niet te begrypen, hoe hy, zo het Syftema van het voorn. Rapport tot ftand wierd gebragt,, behoudens zyne Eer en Qualiteiten-, zyne refidentie in 's Hage zoutfe kunnen continueeren ; en eindigende voorts met de fterkfte betuigingen, dat hy de Souverciniteit der Heeren Staaten over de Militie, zb in de gantfche Provincie, als het Garnifoen in 's Hage, benevens zyne ondergefekiktheid aan hetzelve, ten vollen erkent, en conform dien zal handelen , alsmede alles wat in zyn vermogen is toebrengen tot handhaving van het Heil-, de Rechten en Privilegiën van het Land en de lögezetenen , in wier midden hy is gebooren en opgevoed, van den luifter v'an den- Staat, "én in 't byzonder van Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering. •Grietje.- Hier -verklaart- de Stadhouder zich dan juist- gelyk • bet zyn  C *99 ) pligt is te verklaaren; maar deeze eerbiedige betuigingen maaken een* vreemd tegenftel, indien men ze toetst aan zyne voorige uitdrukkingen by zyne vorderingen gebruikt. — Weet men niets van de Memorie des Konings van Pruisfen ? Diewertje. Ik lees deswege in de Haarl. Cour. van heden het volgende: Men verneemt, dat de Memorie van den Baron van Thuleraeyer, Ex» traordinaris Envoyé van Zyne Pruisfifche Majefteit, overgegeeven isaan den Heer Pesters, voorleden week ter Vergadering H. H. Mog. geprefi-' deerd hebbende, en door de Provinciën overgenomen; en dat'de Geneputeerden van Holland en Westfriesland hier tegens, als eene informaliteit van eene Domeitieke Zaak hunne Principaalen alleen betreffende dusdanig algemeen gebruik te maaken, fterk hebben geprotesteerd. Gemelde Memorie verzekerd men hoofdzaaklyk te behelzen : „ Dat de Koning zeer gefurpreneerd was over het weinig werk hetwelk men gemaakt had van zyne vriendlyk aangeboden Mediatie, en dat men eene nog fterker Refolutie had genomen, in een tyd wanneer men verzekerde geen de minfte atteinte te willen toebrengen aan de Prserogativen van den Prins van Oranje. Dat het geüllegueerde van de Staaten van Holland , om hunnen ftap te bekrachtigen, getrokken was uit de Refolutiën van Stadhouderloze tyden , en dus in het geheel niet applicabel op het tegenwoordig geval. Dat de Prins van Oranje alle de Charges ea Prasrogativen aan zyne Voorvaderen en aan hem geaccordeerd exaótlyk en werklyk had vervuld, en dat hy nooit eenigen inbreuk had gemaakt op dë Souvereiniteit. Dat de fataale dag van den 7September, fameus doordezogenaamde feditieufe beweegingen, op zichzelve een zo gering objeclwas, dat het geenzins verdiende, dat de Prins van Oranje daarom van het Commando van het Garnifoen van 's Hage beroofd wierd. Dat Zyne Majefteit wel begreep, dat 'er Leden waren, welke door haat, misverftand enz. zich hadden laate emporteeren, om te doen het geen gedaan was, maar dat Hy aan de refpe&ible Hollandfche Natie in het algemeen geheel andere fentknentee toefchreef. Dat Zyne Majefteit den Prins in zyne billyke Rechten niet zou vcrlaaten, en dat Hy zich vleide, dat H. H. M. de Zaaken daarheen zouden dirigeeren , dat den Prins het Recht, dat hem toekwam, gefchiedde, waartoe Zyne Mijefteit nogmaals zyne goede Ofiiciën aanbood, enz." Verders fchryft men dus: Sedert eenige dagen heeft zich het gerucht verbreid, dat de Marqufs de Verrac, Ambasfadeur van Zyne Allerchristelykfte Majefteit by deeze Republiek, aan diverfe Leden van de Regeering had te kennen gegeeven , dat zyn Hof met leedweezen de inwendige verdeeldheden, welke deeze Landen verfcheuren , aanzag, en derzelver goede Officiën aanbood om mede te werken tot herftelling van de Harmonie en goede Veritandhouding tusfchen het Gouvernement deezer Provinciën en den Prins Erfftadhouder.' Of dit confirmeeren zal, dient men aftewachten ; ondertusfchen verneemt men , dat gemelde Ambasfadeur een zyner Huisbedienden naar Parys heeft afgevaardigd, zo men verzekert met de Pruisfifche Memorie en die van den Prins Erfftadhouder. Griet-  ( 200 ) cGrietje. De Tyd zal moeten leeren , wat van deeze Zaak zy; dan bezwaarlyk kan ik gelooven dat zulks de bekrachtiging van het AlliantieTraftaat met Frankryk zoude verhinderen, gelyk lommigen voorgceven. Maar men zegt dat de Memorie des Konings van Pruisfen, die aan Hun Ed. Gr. Mog. gefchreeven is, door den rechtftreekfehen weg Hoogstdenzelven niet is toegekomen, en eene zonderlinge behandeling ondergaan heeft, die de Souvereinen deezer Provincie met geene ongevoeligheid kunnen laaten doorgaan. Diewertje. Zo zegt men ; cn is de Zaak waar, dan zou men ook mogen vertrouwen, dat Hun Ed. Gr. Mog. zich aan dezelve wel zullen laaten gelegen liggen. Men verhaalt deswege, dat de Heer Thulemeyerde Misfive aan Hun Ed. Gr. Mog., zo men meent open, had geremitteerd aan den Prefident der Staaten-Generaal, toen, volgens opgave, geweest zynde deHeerHeeckeren totBrantfenburg, wegens Utrecht, fchoon fommige dit voor abuis wilden houden, en zeggen dat het de Heer N. Pesters,, mede wegens Utrecht zitting hebbende ter Vergadering H. H. M., is geweest. Dat, de voorn. Brief by H. H. M. geleezende werdende, de tegenwoordig zynde Gedeputeerden van Holland fterk zoude geprotesteerd hebben tegen deeze informaliteit, als behoorende dielvlisfive in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering gebragt te zyn, en ook dezelve reclameerende; dan waarvan de Heer Griffier Fagel zich zoude verichoond hebben met te zeggen, dat die reeds in de Griffie was om te copieeren : Dus dezelve ook door alle de Provinciën overgenomen en mede terStaatsvergaderinge van Holland ingekomen is, welke Vergadering, zegt men ook, gantsch niet vernoegd is over deeze informaliteit, die van gewigtige gevolgen zoude kunnen zyn , daarin de tegenwoordige toeftand van Zaaken het zo heilig Recht der Souvereiniteit naauwkeurig in acht wordt genomen. Grietje. Het zyn waarlyk voor Volk, Vryheid en Vaderland gevaarlyke Tyden , die wy beleeven ! Tyden waarin een openbaar Verderf tracht te heerfchen over alles wat recht en billyk is, een Verderf door Heerschzucht en Eigenbaat verwekt, een Verderf dat de grondvesten der Wetten en Volksvoorrechten niet ophoudt te ondermynen, om warehetmo°-eIyk, zelfs door vreemde hulp, het geheele Gebouw van de met het Bloed der Vaderen gekogte Vryheid, eensilaags te zien inftorten. — Dan die God, die over Koningen heerscht, blyve alleen onze Onderwerping waardig. Geen Dwangzuchtige Staatsberoerders, die het Volk gaarne in zo verre verdrukten, dat het als verachte Slaaven de Ketens torschte, die zy 'er voor fraeeden 1 Eer fterve men, dan zich geboeid te «ien! Een waar [Bataaf, die zyne Pligten omtrent God en zyn Vaderland kent en eert, kan onmooglyk de laagheid hebben van zyne Vryheid te overleeven. De Almagtige befcherme ons, fterke 's Lands Vaderen in derzelver Volksnutte befluiten, verhindere den loop der TweedragtvoedendeLandpesten door zynen krachtdaadigen arm, en betoome die Monfters in hunne woede!—Dit wensch ik, Vrindin!—Vaarwel, eet fmaaklyk en groet Louweris. Diewertje. Ik wensch met u het zelfde. Tot weêrziens, Grietje! •:Goeden Eetlust, en de groetenis aan Krelis. ««drukt by de Erve de Wed. J. va* EGMONT: op de Reguliers Breêftraat, te Amfterdam.  PIEPERTJE en GRIETJE. 22 December 1785. N°. 51. , Diewertje. oeden Morgen, Grietje! Hebt gy 't nog jrernnd 9 Grietje. > Lr Al redelyk, Diewertje! Zyt ge ook nogg|efvaarend ? .s Diewertje. Ik bevind my wel, Vrindin! Deoude vraag TvvSNieuws Grietje. De Duitfche Tydingen ftrekken thans het meest ter vulling van de Dagpapieren; en de berichten die ze opeeeven bevatten h t geene andere ftoffe, dan de ruiling van Beijeren, tegen een gedeelte Nederlanden ; maar ondertusfchen weetcn zy het eigenlyke der Zaak- 1 zelfs ofzy weezendlykbeftaat, niet tebepaalen. Dus zyn het gisfingen on gisfingen, diedeswege gemaakt worden , en men brengt byna alle de Vnrft-n van Duitschland op het Tooneel, om ieder derzelven zyn rol naar des zelfs Staatsbelangen te doen fpeelen: Men voegt reeds den Hertog van 1 weebruggen aan de zyde des Keizers, in toeftemming van het ontwei dier ruihnge, waartoe die Prins zich zou hebben laaten overhaalen fch'or-i hy en zyn Huis echter het grootfte belang 'er by hebben , dat zulks kier gefchiede. Men fpreekt van de Keizerlyke Kroon in een ander Hui 'te doen overgaan, en men beftemt 'er dat van Saxen toe, hebbende reeds 15 Vorften uit het Oostenrykfche Huis in opvolging dezelve gedragen , en de nieuw te maakea Roomsch-koning, bedoeld zynde in den Perfoon van den Aartshertog van Franciscus, zoude die opvolging al weder ver grooten: Ook zelfs in de Vereeniging der Hoven van Weenen en DreT den, door een Saxifchen Prins aan een Toskaanfche Prinfes te huwenwaartoe de Keizer den Keurvorst van Saxen van dePruisfifche Verbindt»' nis heeft trachten aftetrekken, om hem te helpen aan de Kroon vin Polen " door afftand van den tegenwoordigen Koning, die men onderftek daartoe gereed te zyn; en alsdan zouden Oostenryk en Rusland hunne man* byéén voegen om de Poolen dien nieuwen Koning optedrin^en- doch reeds zouden de magtigfte Grooten onder dat Volk zich gereed maaken om zich te verzetten tegen alle verandering in de Conftirutie dier Reoubhek In andere Berichten laat men den Keizer aanbiedingen doen aaiden Erfgenaam van 't Paltzifche Huis, van eenige Bezittingen in Zwa' ben. — Deeze laatfte Berichten komen uit Frankryk. — uft Munchen de gewoone Hofftad van Beieren zelf, fchryft men, dat 'er veranderingen m de Militie worden gemaakt; dat de Troupen alle als de Keizerlyke gekleed, en op denzelfden voet gereguleerd worden; en fchoon dit k'ei mgheden zyn, fchynen echter deeze en andere veranderingen aantekónl digen, dat de Beierfchen, zo zy meenen, zich langzaamerhand moeten gereed maaken tot de ruiling, van welke reeds zo lang géfprooken is Zie daar, Diewertje, wat van eenige (want 'er zyn 'er nog meer) Berich ten deezer Zaak zy. Ondertusfchen kan men uit dezelve niets bepaa len. — Laaten de Politieke Schermmeefters met hunne pennen derhalve zo veel ih de Lucht fchermen als'zy willen, de Tyd moet alleen het Bb oog-  ( 2042 ) eogmerk van deeze en alle Zaaken blykbaar ftellen, en ontdekken wie zyn doel zal treffen; 't zy dan dat die Ruiling al of niet mogt ondernomen worden. Diewertje. 't Is verre het best zich aan het zekere te houden. Maar dikwils zyn de Berichten van naby, en die betrekking op onze inwendige Zaaken zeiven hebben ", zeer onzeker en verfchillende. De dagelykfche Hollandfche Nieuwspapieren geeven dikwils, onder eene dagtekening en uit dezelfde Plaats, van een en 't zelfde Onderwerp geheel tegen elkander aanloopende Berichten. —- Maar, Vrindin! heeft de Burgery der Stad Utrecht, op het Bericht haarer Geconflitueerden en Gecommitteerden byóén gekomen, de Zaak 'er mede klaar gekreegen ? Grietje. Ja, betreffende het Stads-Regeerings-Reglement, zo als het gefchikt en geregeld was; maar na herhaald verzoek en fterk aanhouden. De Utrechtfche Courant zegt 'er in de twee volgende Artikelen dit van. Utrecht den 20 December. De Vroedfchap is, heden morgen, extraordinair vergaderd, om nader over het op gisteren aangedrongen verzoek der Burgery te delibereeren. Ook de Burgery was even als gisteren, en zelfs in grooter getalle, rondom.het Stadhuis byéén. Omtrent 1 uur, na dat reeds een Commisfie uit de wachtende Burgery binnen geweest was, is 's Vroedfchaps Refolutie, door den Secretaris, van 't Stadhuis afgeleezen : Waarby de Raad op nieuw verklaarde, noch ,, zichzelven, noch door de Burgery, van den Eed op het fubfifteerend Reglement te kunnen ontflaan, echter met by voeging, van deszelfs „ uiterfte poogingen te zullen aanwenden ,, dat zulks binnen vier maanden „ Staatswyze gefchiede, of by ontftentenis hiervan, de Burgery naar „ rechtvaerdigheid allen genoegen te geeven." — Dan deeze Refolutie niet goedgekeurd wordende by de vergaderde Burgery, bragt de Vroedfchap, kort daarna, een nadere en meer voldoende uit, waarvan terftond het onderftaande Extract, aan de Requestrauten wierd uitgeleverd. Extracl: uit de Refolutie van de Ed. Groot-Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Utrecht.. Dingsdag, den 20 December 1785. De Vr-bedfchap accordeerd het verzoek der Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, op gisteren by Reqesten gedaan, en verftaat dienvolgens, dat het Concept-Reglement,. concerneerende de beftelling deezer Stads Regeeringe, zodanig hetzelve geapplaneerd en gereguleerd is, gerekend zal worden heden gearresteerd, en vastgefteld te zyn, met verder Declaratoir, dat hetzelve, vastgefteldc Stads-Regeerings-Regfement, het zy de Bezwaaren van het Provincjaale Regeerings-Reglement binnen den tyd van de eerstkomende drie maanden, mogte zyn afgedaan.' dan niet, na verloop van dezelve drie maanden dadelyk met de Burgery aai worden ingevoerd, en wederzydsch beëedigd. Accordeerd in kennisfe van my (was getékend) J. W. de ROEVER. Diewertje. Deeze vereffening toont dan klaar, dat de Utrechtfche Bergers, omtrent de voorftelliDg vaa.het Regeerings-Reglement voldaan  203 ) zyn, en deswege eenpaarig hun wettigen Eisch, ten' opzigte van die Volksrecht, hebben doen gelden. —• 'Er is federt ruim twee faaren al vry wat over te doen geweest. Grietje. Zo is 't, Diewertje! Niettemin fchynen de Haagfche Confe rennen te zullen doorgaan; zynde van wegen de Vroedfcbap°van Urrecht daartoe benoemd de Heeren Raaden van Eyck en van der Does • En hoe het dan verder met de fchikking der Provinciaals Zaaken zal aflöoben' moet men by de uitkomst zien. — De Volksvergadering heeft twee dazen na elkander byéén geweest, zo Schutters als Wachtvryën, en had zich om en by het Stadhuis, doch ongewapend, geposteerd, even als den 2 Augustus gefchied was; den tweeden dag, naamlyk Dingsdag den 2odee zer, had dit aanzienlyk Ligchaam het Befluit des Raads blvven afwachten van 's morgens ten 8 uuren, tot's avonds ten 8 uuren, wanneer het eerst derwyze genomen was, als de Publicatie'er van inhoudt, en de Gemeente 'er in berusten konde, tot dus verre. Voor het overige hebben Hun Ed.. Gr. Mog. de Staaten van Holland, met eenpaarige Stemmen der 18 Steden, den Staaten van Utrecht by eene beleefde Misfive Hoo^sr derzelver aanbieding gedaan, om weltneenend mede te werken naar hun vermogen, indien het van vrucht kan zyn, om het onderling vertrouwen en de goede harmonie in de Provincie van Utrecht weder te herftellen en op duurzaame gronden te vestigen. Diewertje. Het is te hoopen, dat zulks ten genoegen des Stichtfea Volks moge ftrekken, en het doel van deszelfs begeerde Rechtherltel'inic treffen moge; in diervoegen dat en Overheden en Bargeren beide voldaan mogen zyn. — Welke Tydingen zyn 'er verder uit den Haag, Grietie'1 aangaande de inwendige omftandigheden deezer Provincie ? " Grietje.. In de meefte Couranten heb ik gezien onder het Artikel van den Haag, dat de Staaten vaa Holland en Westfriesland, rypelykberaad flaagd hebbende, zo over de Memorie van den Baron van Thulemever" Pruisfifchen Gezant, den 0 deezer overgegeeven, als over de twee Brie' ven van den Heer Stadhouder, met betrekking tot het Commando over het Garnifoen van den Haag, geoordeeld hebben ; dat 'ergeeoe reden was om eene Refolutie te neemen , ftrydig met die van den 5 November laatstleden; en dat zy by deeze volhard zyn in haare gantfche forme en in" houd. — En in de Vaderl. Cour. van den 2.1 deezer vind ik 'er dit bv" gevoegd: — Men gelooft derhal ven vastclyk, dat de nieuwe aanbieding" van Zyne Pruisfifche Majefteit tot bemiddeling niet zal aangenomen worden; dewyi de bemiddeling, volgens den inhoud der Memorie partvdig zou fchynen: Ook zeggen eenigen, dat de Zaak van dien aart is, dat zv volftrekt geene bemiddeling van buitenlandfche Magten toelaat; welvoer fpraak en vriendelyken raad, maar geene eigenlyKebemiddeling • wamt deeze zoude ftryden tegen de Souvereiniteit, van welken aart z'y ook mogte weezen. ' Ondertusfchen vindt men deswege, in de Haagfche Cour. van denzelfden dag, het volgende : Men is van goederhand onder-richt dat het bezydeu de wïarheid 13 .dat Bb 2. ' d^;  C. 204 ) de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland reeds een finaale Refolutie zoude genomen hebben op de Memorie door Zyne Doorl. Hoogh. aan H. Ed. Gr. Mog.-overgegeeven, alsmede op de Memorie van den Baron van Thulemeyer, den 9 deezer aan H. H. Mog. overhandigd. In tegendeel verneemt men dat beide Objecten, welke thans een punt van Deliberatie by de Vroedfchappen in de refpe&ive Steden uitmaakt, niet eerder by H. Ed Gr. Mog. zullen verhandeld worden, dan in hunneaan'ftaande Vergadering, op den 5 January vastgefteld. Diewertje. Welk van die verfchillende berichten zal men dan gelooven , Vrindin ? Grietje. Een van beide; het komt my niet onwaarfchynlyk voor, dat het laatfte, fchoon veeltyds de Courantier in zyne berichten verkeerd handelt, in dit gelyk zou kunnen hebben. Wy zullen fpoedig zien, welkeen keer die zaak zal neemen. Voor 't overige wordt bevestigd, dat wegens de Militaire Eerbewyzingen aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland bepaald is, dat dezelve ook zullen beweezen worden aan den Heer Prefident van Gecommitteerde Raaden, en aan den Heer Raadpenfionaris, by het in- en uitgaan der Vergadering. — Ook verzekert men dat in acht zal genomen worden de Stadhouderlyke Poort voor de Leden, die naar de Vergadering gaan, te openen, even als voor de Stadhouderlyke Familie gefchièdt. —* Alle blyken , dat der Staaten Oppcrmagt zich niet meer zal laaten vernederen door hooger Vertooningen van den Eerften Staatsdienaar. Diewertje. 't Is dan ook wel te denken, dat het befluit der Volksvertegenwoordigers deezer Provincie, wegens het bevel over 't Garnifoen van den Haag geen verandering zal ondergaan, gelyk ook zulks geenszins met de eensgeftaafde Wet, die op de goedkeuring van 't Volk berust, niet al te wel zou overéén te brengen zyn. Want daar het Volk dit Befluit, als ten voordeele van deszelfs Vryheid en Veiligheid erkent genomen te zyn, en deeze de natuurlykfte zyner Voorrechten zyn, zo zyn de Overheden, die het Volk en deszelfs Oppermagt voorftellen, gehouden dezelve alleszins te befchermen en ftandvastig te handhaaven, als ware dit door het Volk in 't algemeen zelf gefchied: Ja, al wilde het Volk, uit krachte zyns hoogften gezags, alle voorheen wechgegeeven Voorrechten aan anderen, te rug eifchen door de Vertegenwoordigers zyner Souvereiniteit, zo vermag het dit vry, en zonder zich aan eenige overtreedisg van hunnen pligt fehuldig te maaken, doen, dewyl 'er geen Wet is, die zulks verbieden kan, zo lang de Leden van een Gemeenebest hunne Vryheid voor de Slaverny verruild hebben, en dit is iets dat nooit gefchieden kan, dewyl zulks geheel tegen de een ieder ingefchapen Natuurwet ftryden zoude. — Maar heden genoeg. Ik wensch je wel te vaaren , Vrindin ! Eet fmaaklyk en groet Krelis. Grietje. Ik zeg je dank, Diewertje! Ik wensch je 't zelfde. Groet Louweris. GtrfiBii &i ks *us «« wet. j. va* fcUttONTs op ^J^j^ervolg ner Gewllen van Kaafje ngt om j Geld.J DepryV i. 45t$ff M at*c« * w*. j. S aejtpitTi « dc m^^mi^AMïu^ ■.