VERHANDELINGEN, UITGEGEEVEN DOOR DE HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYE DER WEETENSCHAPPEN? T E HAARLEM. XX. DEELS i. STUK.   TWINTIGSTE DEEL.   VERHANDELINGEN. uitgege even door de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYE der WEETENSCHAPPEN, t e HAARLEM. XX. DEELS i. STUK te haar.lem, iiY J A N van WAL RÉ, Junior, Drukker van de Hollandiche Maatfchappye der Weetenfchappen , 1781. Met Privilegie der Edele Groot Mogende Heer en Staaten van Holland en West-.Vriesland,   Bladz. v VOORBERICHT VAN DE HOLLANDSCHE MAATSCHAPPTE DER TVEETENSCHAPPEN, OPGERICHT TE HAARLEM. C >r» 5er voortzettinge van de gefchie*r 1 dcniiïe dcezer Maatfchappye 9 federt den 20. November van het jaar 1780. als wanneer het Tweede en Derde Stuk des Negentienden Deels haarer Verhandelingen zyn uitgegeeven , vindt dezelve noodig , het Algemeen te berichten , dat Zy tét haare groote foierte door den dood heeft verboren twee van de Heeren Directeuren . te weeten: * 3 Den  vi VOORBERICHT. Den Hoog Edel Geborenen Heer JACOB PHILIP, Baron van Boetselaar ; Deer van Nieuwveen, enz. enz. den 26 April 17 81. overleeden. Als mede Den Hoog Edelen Heer REINIER de KLERK, Gouverneur Generaal k van Nederlands Indien, enz. enz. En van haare Leden zyn geftorven de Heeren H. D. GAUBIUS , Med. Doélor en Prof. op , 's.Lands Hooge Schoole enz. enz. te Ley'den op den 29. November 1780. in den ouderdom van 75 Jaaren en ruim tien Maanden , overleeden. JACOB van LIL, Stads - Heelmeester te Rot. ter dam , geftorven op den 5. January 1781 oud ruim 70 Jaaren. JOSUA van IPEREN , Predikant te ' Batavia. GERHARDUS JOHANNES NAHUYS Theol. Doctor en Prof. op de Hooge Schoole te Leyden, enz. enz. op den 9. October dee' zes jaars, in den ouderdom van ruim drieënveertig Jaaren, haar door den dood ontrukt. Vóórts '  VOORBERICHT. . vu Voorts zyn op den ai. Meyvan dit, jaar 1781. door de Groote Vergadering van deeze Maatfchappye benoemd, tot Directeur de Heer Mr. JAN CAREL GODIN , Raad in de Vroedfchap enz. enz. der Stad Utrecht. En tot Leden, de Heeren C. BILGEN , Geheime Raad van Zyne Kon. ' Majefleit van Pruisfen , enz. enz. te Smithaufen hy Cleve. J. W. C. A. BARON van HUPSCH , Lid van verfcheide Geleerde Genootfchappen, enz. enz. te Keulen. CASIMIR CHRISTOPH SCHMIEDEL, M. D. Geheime Hof-Raad en eerfte Archiater van Zyne Doorl. Hoegheid van Brandenburg Anfpach , enz. enz. CAROLUS PETRUS THUNBERG , Med. DoSlor en Profejfor op de Hooge Schoole enz. enz. te Upfal. JACOBUS GUMMER, Medic. Doctor, en Archiater van het Landfchap Drenthe, te Groningen. * 4 JOSÉ.  vin VOORBERICHT. , .JOSEPHÜS BENKÓ , Predikant te Kozep. Ajte in Zevenbergen. BERNARD KEUN , Predikant in de Gereformeerde Gemeente te Smyrna. H. iENEiE\ A. L. BI. Phihf. Doiïor, enz. enz, te Amfterdam. HERMANUS van DYL , te Amfterdam. M. COURT de GEBELIN, te Parys. Van het verder voorgevallene op haarc Groote Vergaderinge van den 21 Mey deezes jaars, heeft Zy in het volgende Programma bericht gegeeven." 5 T> V de Vergaderinge van de Hollandfche Maatfchap3 pye der Weetenfchappen , opgericht te Haarlem, , gehouden op den ar. Mey ïyUi. - » ï De Antwoorden op derzelver Vraagen in over, weeging genomen zynde , is geoordeeld : 5 ^0 Dat de Vraag: Kan men den tuisten tyd , en geboorte der Texelschg Zeegaten , uit echte His- ? tonjche bewyzen , befaalen ? Welken zyn de ' y voor-  VOORBERICHT. n , voornaamfte Veranderingen , die dezehen ondergaan , hebben ? En van welken invloed is dit één en , ander op de Zuideü- Zee en het Ye , mitsgaders óp i de Kusten en Zee-weeringen der Provinciën , welken , aan deeze Wateren -paaien ? Voor de eer [ie maal , opgegeeven in het Jaar 1776. en voor de tweede reize , in het Jaar 1778 best beantwoord is door den Schry, ver, onder de Zinfpreuke: In ipfa quoque maris i«* , confiantia Certce leges motus deprehenJuntur , met by, voeginge van een L , om , volgens Refolutie van de , Groote Vergadering , genomen in het laatstvoorleeden j> Jaar , en by het Programma van het zelfde jaar bekend , gemaakt, aan te duiden , dat de Auteur Lid was van , deeze Maatfchappy ; om welke redenen met gemelde , Antwoorden ook volgens voornoemde Refolutie is ge- , handeld. En is by het openen van het Billet be- s vonden, dat de Schryver daarvan was de. Heer A. Ypev, , A. L. M. Pbilof. 8» Medic. Doftor , Lf8er Botanie. , Medic. Legal £f Anatomes , op de Hooge Schoole te , Franequer. , Voorts is beflooten , om aan den Schryver van een , tweede Antwoord, onder de Zinfpreuke: Cley en Veen , fleyt af met feilen Wind en Stroom en gaat heen ; , aan te bieden eene Zilvere Medaille , ingeval dezelve , vóór den Eerflen July 1781. gelieft in eenen Brief, , met dezelfde hand gefchreeven , en onder het zelfde , Signet, als by zyn Antwoord is gebruikt , vryheid te , geeven tot het ligten van eenige Aanmerkingen uit het , zelve, om die by het eerstgenoemde bekroonde Ant, woord mede te doen drukken. , B. ) Dat de Vraag: Welkn zyn de oorzaa* , ken , dat men van den gewoonen direclen Handel van , en na deeze Landen zoo verre is afgeweeken ; en dat * 5 , de  % VOORBERICHT. , de handel van de Nuordfche na de West erfche Landen ,.en vi ce versa zoo fterk , met voor by gang van ons , Land , gefchied ? En welken zyn voor ons de midde, len , om den- laatstgetnelden te beletten , ofte te doen 3 verminderen , ten einde ons Land wedoom te maaien , tot de Stapelplaats van Europa , met opzicht tot de , Noordfche en Westerjche Producten ? In hec Jaar , 1779. opgegeeven , om te beantwoorden vóór het Jaar , 1781. niet voldoende is beantwoord. , C.) Dat niet volledig beantwoord was de Vraag: , Hoe verre kan men thans de Natuurlyke Historie des , Dampkring* van ons Vaderland, uit de Meteorologi, gifche Waarneemingen , op Zvvaanenburg genomen , , vergeleeken met die van andere plaat/en , opmaaken ? , Men bedoelt byzonderlyk > dat men hieruit aan- , toone : 1. Welken de doorgaande of meest gewoone s gevolgen van het Weder zyn, die men naa het vermeer, deren of verminderen van de zwaarte of dichtheid van 9 den Dampkring , dat is, naa het ryzen of daalen van 3 den Barometer-, als mede naa de Veranderingen van , Warmte en Koude, en van de kracht en ftreeken der , Winden , op verfchillende tyden van het jaar en plaat, fen , waarneemt ? 2. Of de verandering van Wind en , Weder hier te Lande ook fomtyds eenen zekeren loop , houde ? 3. Welken invloed de verfchillende (tand der , Maanc op dezelven hebbe ? 4. Of 'er aan de ver5 fchillende Handen der Planeeten ook eenige invloed op , den Dampkring is toe ce fchryven ? 5. Welke over3 eendemming 'er is tusfchen de verfchillende afwykingen 3 van de Compasnaalden en de Weèrs - veranderingen ? , 6. Welke Regelen 'er uit deeze Waarneemingen kun, nen worden afgeleid, volgens welken men in fommige , gevallen , eene aanftaande Verandering van Wind en , Weder met waarfcbynlykheid kan vooruit zien ? Men , zag  VOORBERICHT. -x, , zag hier ook gaarne bygevoegd : of 'er , behalven dee, zen , ook eenige andere Voortekenen voor aanftaande , Weers-veranderingen , in ons Vaderland waargenomen , worden? zo ja : welken? In het Jaar 1778. , voorgefteld, om te beantwoorden vóór primo January 3 1781. En is bellooten , de gemelde Vraag nog , eens op te geeven , om ze te beantwoorden vóór ul, timo December 1784. , onder aanbod van eene dub, belde Medaille aan den Schryver, die ze volledig be5 antwoordt. , II. Dezelve Vergadering vervolgens getreeden zyn, de tot het opgeeven van nieuwe Vraagen , heeft vast, gefield, en (lek voor, , a.~) Om te beantwoorden vóór het begin van 1783: , Wat moet men denken van de Trapswyze Opklim, minge, welke veelen , zoo oude als bedendaagfche Wys, geeren , hebben gejteld plaats te hebben tusfchen de , Natuurlyke Weezens ,- en tot welk een zekerheid kun, nen wy geraaken omtrent het daadlyke bejlaan van die , Opklimminge , en van de Orde, welke de Natuur daar y in houdt ? . , b.) Uit het byzondere Fonds, (volgens bekend» , maaking in het Programma 1773. door wylen den Heer , Nicolaas Willem Kops , eenen der Heeren Direéleu, ren van deeze Maatfchappye geveftigd ) , tot eene Vraa) ge , om te beantwoorden vóór 1783 : , Kan men de Snelheid van ftroomende Wateren , op , allerlcije diepten , en dus ook de middelbaare Jnelhe'id , in iedere doorjnede , dor eenigen Theoretijchen regel, y die door de ondervinding bevestigd is, bcpaalen ? of y is zulks alleen mogelyk door middel van daadlyke Proeven ?  *« VOORBERICHT, , ven ? En welk is in dat geval bet werktuig, het , geen aan de viinftc gebreken onderhevig , en door , voldoende proefneemingen gewettigd, in alle gevallen , tot bel vinden der verfchillende fnelheeden gebruikt kan m worden ? , c.) En overmits het Genootfchap der Konflen en , Wectenfchappen te Batavia deeze Maatfchappye eene , zekere fomme Gelds heeft overgemaakt, om ééne of , meerdere Vraagen, ten nutte van ons Land, ofte van , deszelven Colonien , vooneftellen , is befloocen dit jaar , optegeeven, om te beantwoorden vóór het begin van , 1787. de Vraag: , Welken zyn de beste en vaardigde middelen, om het , gebruik der Nederduitfche Spraak onder de Malajers , , Javaanen , Cingaleezen en Malabaaren intevoeren , en , meer en meer algemeen gebruiklyk te maaken ? Nade, maal het ontegenzeggelyk is, dat het gebruik der Jpraak , eener Natie , de andere , die ze aanleert, meer aan , haar verbind ; hoar meer genegenheid en yver voor die , Natie inboeze m ; ze gejebikter maakt, zo het een , nog onbefchaafde Natie is , tot betere begrippen van , Godsdienst, Zedekunde, Natuurkundige Najpeuringen, , om befchaafdheid van het Vcrfiand te ontfangen , en , dus bruikbaarder tot de Zeevaart , Wapenoefening, 5 en veele andere nuttige en noodzaaklyke Konfien en , Handwerken te worden. , d.) Ook heeft de' Maatfchappy op verzoek het , volgende beflooten ; te weeten : Naadien de , voornaamftV Stroomen in de Texelfcbe Zeegaten , en , wel hoofdzaaklyk in en by het Marsdiep, hoe langs , hoe meer de aldaar liggende Dyken en Zeeweeringen , naderen , en dezelven , door de toeneemende diepten, , in gevaar brengen ; zoo word gevraagd : ,0/",  VOORBERICHT. «ft , „ Of, en door welke middelen de gemelde Stroomen. , „ van den Wal afgekeerd , en het naderen der ge~ , „ vaarlyke diepte voorgekoomen , of de Zeeweeringen , „ tegen de naadeelige uitwerkingen van dien beveiligd , „ zouden kunnen worden" 1 , De Maatfchappy verwacht , dat de Schryvers der , Verhandelingen , gefchikt om eene Vraag van zoo veel , gewichts te beantwoorden , eene duidelyke en naauw, keurige befchryving der Werken , die zy ter bereikinge , van het voorgellelde oogmerk mogten dienflig oordee, len , mitsgaders eene berekening der kosten, tot de uit, voeringe van dezelven benoodigd , zullen opgeeven. , En om allen , welken lust en gelegenheid mogten , hebben , hunnen arbeid ter beantwoordinge dier Vraa, ge te befteeden , des te meer aantemoedigen, bericht , zy tevens, dat dezulken, des begeerende , alle noo, dige onderrichting en hulp tot het onderzoek deezer zaa, ke , of ook tot het doen van eenige Waarneemingen , , in loco kunnen bekoomen , mits zich ten dien einde al, voorens addrefleerende aan den Secretaris deezer Maan, fchappye. —« Men belooft op de gewoone Voor, waarden, aan den geenen , welke deeze Vraag vóór , primo January 178a. voldoende beantwoordt, eene , Goude Medaille en honderd Goude halve Ryders tot , een Eerprys en belooning; en , wanneer een tweede , Antwoord mogt geoordeeld worden het Acccffit te ver, dienen, zal den Schryver daarvan eene Zilvere Medaille , en honderd Zilvere Ducatonnen aangebooden worden ; , offereerende men daarenboven , om aan die gec- , nen , wier Verhandelingen den Gouden of Zilveren , Eerpenning zullen weggedraagen hebben , behalven de , vastgeftelde P"eemien , nog te zullen vergoeden zoodanige kosten en daggelden, als zy zullen kunnen aamoo- , nen  tfv VOORBERICHT. , nen aan Landraeeters of andere Perfoonen, tot het doen , van meetingen , peilingen , en andere waarneemineen , betaald te hebben. 6 ' ,111. De , voormaals door deeze Maatfchappv op, gegeevene, Vraagen zyn: 1 ^ , A.) Kan men, behahen de Koffy, Suiker Camr- , den Staat, ook eemge andere Planten , Boomen , ofte , GewaJJen , met voordeel aanleggen, welken «efchikt , ^levensmiddelen, ofte „£ gebruikZ^etweÏ , zen tn Manufacturen en Fabrieken van dit Land De j uit™"-' eeniS^j^ren geleeden , met den Indigo ' Jïmiïn™!™?*?'™™*' ^vylmendes, zelfs Culture bevonden heeft, voor de gezondheid der , Negers naadeehg te zyn ; maar zyn 4 dan niet wel , anderen 1 zojaa : welken'? — I„ het Jaar f , voor de eer/te , en in het Jaar 1776. voor de tweed , reize opgegeeven, om te beantwoorden vóór i7$4. 2 ®) Wdkel ^ de Grmkn en Kenmerken van , de Analogie ? en hoe betaamt het eenen Wysgeer , zich daar van te bedienen by het onderzoek der IW , sche en Moreele Waarheeden ? Om te beantwoor, den vóór 178a. - t'^lhTr^^ Gdd ' leiden, gelyk de Heer Euler in de Memoires ds , ïAcademie de Berlin de fannèe 1763. te kennen ge, geeven heeft ? Men verlangt, dat men de Theorie op , de Waarneemingen toepaflè. De Maatfcbappy , zal aan den geenen, die deeze Viaag best beantwoordt , de Dubbelde Medaille tot eenen Eerprys geeven. ' , E.) Welkt  xvi VOORBERICHT. , É.") Welke ts de waare Natuur der ZeevlAm- * MEN ? Hoedanige uitwerkingen brengen zy te- , wcge ? En welken zyn de beste Middelen, om , derzelver naadeelige gevolgen voor te koomcn ? - '9 De eerfie reize voorgefteld in het Jaar 1777. en voor , de tweedemaal in het Jaar 1779. om te beantwoorden , vóór het begin van het Jaar 1783. , F.) In het Jaar 1780. om te beantwoorden vóór , het begin van het Jaar 1782: , Aangezien de Veerkrachtige VIoeiftofFen , welken , men uit verfcheidene zelfftandigheden op verfcheidene , wyzen verkrygt, door fommigen voor zoo veele byzon, dere foorten van lucht gehouden worden , doch door , anderen niet als zoodanigen worden aangemerkt ; en , vermits het te wenfchen ware, dat deeze zaak door , Proefneemingen volledig beflist wierd , terwyl uit de , verfchillende begrippen hierover veele verwarring in , deezen nieuwen Tak der Natuurkennis oncftaat, en dus , derzelver vordering hier door noodwendig vertraagd , wordt; zo (telt de Maatfchappy deeze Vraag voor ; , „ Welken zyn de waarlyk onderfcbeidene Jbortcn , „ der lucht -gelykende Vloeiftoffen , aan welken men , „ de naamen van vaste lucht, gedephlogijieerde lucht, , „ ontvlambaar e lucht, Salpeter - lucht, zuure lucht, , „ Loog - lucht, en anderen gegeeven heeft; en waarin , „ zyn dezelven van elkander en van de lucht des Damp, „ krings onderfcheiden ? 1'. Heeft elk deezer foorten , van Veerkrachtige Vloeiftofièn zoo veel met de luchc , „ van den Dampkring gemeen , dat zy voor eene foorc , „ van lucht verdient gehouden te worden ? 3. Hoe , „ verre kan uit de Proeven en Waarneemingen omtren: , „ de genoemde Luchten , de aart der Lucht van den > „ Dampkring worden opgemaakt"? • , G.) ïo  VOO Pv BERICHT. xvn , G.) In het zelfde Jaar 1780. om mede te beant'y woorden vóór het begin van 178a : , Aangezien de Maatfchappy zich reeds fèdert lang , heeft voorgefteld de beoeffening der Natuurlyke Historie , onzes Vaderlands ten nutte van het zelve te bevorderen , , doch de Onderwerpen, die tot deszelfs Natuurlyke His, torie behooren , zoo menigvuldig zyn , en de meesten , van dezelven gééne nuttigheid voor de famenleving fchy, nen te belooven, en anderen daarentegen van dien aart , zyn, dat men billyke reden heeft om te vreezen, dac, zy door verdere naafpooringen niet zullen worden opge, h'elderd, zoo oordeelt de Maatfchappygevoegelyk thans , deeze Vraag voorteftelien; , Welken zyn de Onderwerpen , betreffende de Na, tuurlyke Hiflorie onzes Vaderlands , waarvan men , met gegronde reden te verwachten hehbe , dat eene , verdere naajpooring ten nutte van het Vaderland ver, Jlrekken zal ? , H.) En , om te beantwoorden vóór primo Ja, nuary 1786: , Vermits men, uit gebrek van eene goede inrichting , ter opvoedinge van de Jeugd te Batavia, genoodzaakt B is zyne Kinderen na het Vaderland ter opvoedinge te , zenden, of, zo men hen aldaar houdt, zy alsdan door, gaans eene goede Opvoeding misfen ; zoo vraagt de 3 Maatfchappy: > Welke is de beste inrichting , om aan de Jeugd te , Batavia eene opvoeding te geeven, die meest gejehikt is , om hun verjiand te befebaaven, hen m nuttige Konfien , en Weetenjchappen hedrteven te maaken, en hun goede , Zedelyke gevoelens in te boezemen ? XX. Deel. ** ? Het  xviii VOORBERICHT. & ® & , Het zal der Maatfchappy aangenaam zyn , wan, neer de Schryvers hunne Antwoorden , zoo veel mo, gelyk is, bekorten , door alles daar van af te laaten , , het geen niet volftrckt tot de hoofdzaake , die Zy , vraagt, behoort. , Më de Antwoorden op de Vraagen, èn Opfcbrif- , ten der BtHetten , moeten niet met de eigene hand des , Schryvers gefchreeven , nogte met derzelver eigenen , Naam, nogte met meldinge van hunne WoonplaatTe , , maar met eene Zinfpreuke, ondertekend , en met een , verzegeld Billet, het welke dezelfde Zinfpreuk tot op- , fchnft heeft, waarin des Schryvers Naam en Adres, , door hem eigenhandig gefchreeven , vol ■ uit gemeld ' ^"ivT3311 C" C' VANDER Aa > Secretaris dee, zer Maatfchappye , zeer leesbaar gefchreeven , in het , Neder duit/eb , Franjcb ofte Latyn, Franco gezon, den worden. , De Prys , gefteld op ieder van de bovengenoemde , Vraagen , ( a. b. c. A. B. C. E. F. G. H.) voor den , geenen, die, haars oordeels, dezelve best beantwoord, » ■ ee° yke toeftemming van deeze Maatfchappye daartoe ver? kreegen te hebbes." Met  VOORBERICHT. ® * 0 s3* Met opzicht tot het Twmtigfte Deeï .der F e? handelingen , heeft de Maatfchappy goedgevonden byzonder te mêl.den , dat Zy dc Verhandeling van den Heer Trembl&y , daarin voorkoomende , wel heeft den Prys waardig gekeurd , wegens de menigvuldige uitmuntende Zaaken, daarin voorkoomende 5 en om dezelfde reden heeft gemeend aan dezelve onder haare Verhandelingen mede te moeten plaats geeven 5 maar dat .Zy om verfcheidene redenen noodig vindc bierby te herinneren, dat de Maatfchappy door het bekroonen en nitgeeven van Verhandelingen in géén geval, en dus ook niet in dit, wil aangemerkt worden in alles van het zelfde gevoelen te zyn met het geen de Schryver in d ezel ven voorftelt 0 maar dat Zy de Verhandelingen, zoo ais zy zyn, geheel en al aan derzelver Schryveren ter vcrantwoordinge overlaat. * * i De  .\x VOORBERICHT. De Maatfchappy heeft hierby niets te voegen , dan dat zy fteeds volhardt by haaren Grondregel om God en het Vaderland te dienen, en daarom vast vertrouwt op Gods Zegen, en altoos de goedkeuring en hulp van alle haare kundige en braave Landsgenooten zal trachten te verdienen. Uit Naam der Maatfchappye, C. C. H. VANDER AAj Secretaris. Haarlem, den 6. Oétober 1781. NAAM-  NAAMLY ST der tegenwoordige ffe § s 'k & sr DIRECTEUREN van de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYE der WEETENSCHAPPEN, geschikt naar de orde des tyds. Mr. CORNELIS ASCANIUS van SYPESTEYN, Raad in de Froedfchap , en Burgemeefter der Stad Haarlem, enz. enz. den ai. Mey 1752. Mr. ANTONIS SLICHER , Raad in de Froedfchap en Burgemeefter van dezelve Stad, enz. enz. den 21. Mey 1752. Mr. JAN THEODORUS KOEK, Raad in de froedfchap en Schepen derzelver Stad Haarlem , den 21, Mey 1752. * * n zy.nb  ZYNE DOGRLUCHTICE HOOGHEID W ILL E M§ PRINS van ORANJE en NASSAU, 'sLANDS ERFSTADHOUDER , etc. ctc. etc. Aan wien door de Heeren Direclewen de Tytcl van PROTECTOR deezer Maatfchappye is opgedraagen , den 31. July 1754. . Mr. CORNELIS A ARNO UT van BRAKEL, Raad in de Vroedschap en Schepen der jtad haarlem , enz. enz. den 31. July 1754. Mr. JAN FREDIK PARVE, Raad inde Vrosdjchap en Schepen der gemelde Stad , Rentmeefler van Rhyn* land, enz. enz. den 15. July 1755. ANTONI KUITS, Raad in de Vroedfchap en Burgemeefter der flad Haarlem , enz. enz. den r. February 1757. Mr. JAN DIEDERIK PAUW, geb. HOEUFFT, Heer van Buttmgen en Zantvoon , Heemjlede r Rietwyk en Rietwykeroort , Raad in de Vroedjchap en Schepen der flad Haarlem, enz. enz. den 1. February 1757. ZYNE DOORLUCHTIGE HOOGHEID LUDOVICUS ERNESTUS, Hertog van Brunswyk WolfenbuUel , Veldmaarjchal van het Room/che Ryk , en der Vereenigde Nederlanden , Gouverneur van 's Hertogenbofch , &c. &c. &c. den 22. Mey 1758 zyne  ( xx1« ) ZYNE DOORLUCHTIGE HOOGHEID CAREL, Prins van Naflau-JVeilburg , Generaal en Collonel van een Regiment, ten. dien/ie deezer Landen , &c. Sc &c. den 22. Mey 1758. Mr. ABRAHAM PERRENOT, Raad der Domeinen van Zyn Hoogheid , enz. den 20. Juny 175S. OTTO FREDERIK, Graave van Lynden , Heere van Nederhemert en de Voorst, Amptman van de Overbctuwe , Sc. Sc den 5. February 5765. ADOLPH JAN HESHUYSEN , Raad in de VroedJchap en Schepen der Jtad Haarlem , den 5. Fe? bruary 1765. JAN HOPE , Schepen en Raad der jiad Amfterdam, Bewindhebber van de Oost-Indifche Compagnie , enz. enz. den 5. December 1765. JEAN GYSBERTO DECKER , Schepen en Raad der Jiad Haarlem. , den 21. Mey 1766. W. H. Baron van ROUWENOORT, Heer van den Ulenpas , Ridder van de Duitjche Orde , &c. Sc. den at. Mey 1770. Mr. ABRAHAM CALKOEN , Heer van Kortenhoef, enz. enz. den 21. Mey 1772. Mr. JAN van LOON, Oud-Secretaris der ftad Amfterdam , enz. enz. den »t Mey 1772. * * 4 Mr.  Mr RUTGBRUS PALUDANUS, Bemesten ia:i i UW? $StaA Alkmaar"enz-enl Mr;Kf°,R^IS/AN LENNEP, Commisfans enz. enz. te Amfterdam, den 21, Mey i772. Mr,fiEZER/;VAN BLEISWYK , Raadpcnfionaris en Groot-Zegelbewaarder van Holland en West-Vries- %cRrrT' T ,sLallh Ü0"Ze Sch00k te ^iden trc. gsV. in sHage, den 24. Mey 1773. Mr ZACHARIAS HENRIC ALEWYN , Heer van Mynden en beide de Loosdrecbien , Schepen en Raad . der ftad Amfterdam, enz, enz. den 24. Mey 1773. CORNELIS JACOB van der LYN , enz. enz. te Amfterdam , den 24. Mey 1773. Mr IMAN WILLEM FALCK, Raad van Nederlands Indien en Gouvern. van Ceylon, den 25. Mey 1774. Mr. ALEXANDER HIERONYMUS ROYER Secretaris van Hun Edele Groot MoS. enz. enz. den 22. Mey 1775. GEORGE FREDERIK, Baron thoe' Swartsenburg en HotiELANSBERG , Grietman van Menaldema - deeh en Curator van de Academie te Franeker, enz. enz. den 21. Mey 1776. Mr NICOLAAS FAAS , Schepen en Raad der ftad Amfterdam , enz. enz. den 21. Mey 1776. Mr. JOACHIM FERDINAND de BEAUFORT van Duivendyke, Raad der Domeinen van Zyne Doorluchtige Hoogheid, Drost van rsjelftcin , enz. enz. den 25. Mey 177& Mr.  Mr. HENDRIK HERMAN van den HEUVEL, Mede - Secretaris van Staat der Provincie van Utrecht , enz. enz. den 21. Mey 1776. Prins DEMETRIUS van GALLITZIN, Extraordh naris Envoyé van haare Rus-Keizerlyke Majefteit by hun Hoog Mog. den 21. Mey 1777. Mr. JOACHIM RENDORP , Heer van Marquette, Burgemeester der ftad Amfterdam , enz. enz. den 21. Mey 1777. Mr. PAUL le LEU de WILIIEM, Heer van Drongelen , Schepen en Raad der jiad Haarlem , den 21. Mey 1777. Mr. GYSBERT ADRIAAN PATYN, Schepenen Raad der laatst gemelde Stad, den 21. Mey 1777. Mr YSBRANDUS JOHANNES FABER van RIEMSDYK, Raad in de Vroed/chap en Schepen der jiad Haarlem , enz. enz. den zi. Mey 1777. Mr. J- C M. RADERMACHER , Raad Extraordin. van Nederl. Indien , enz. enz. den 21. Mey 1777. JOHANNES MATTHIAS ROSS , Directeur van Bengalen, enz. enz. den ai. Mey 1777. Mr. HERMAN GERLINGS , Schepen en Raad der, ftad Haarlem, enz. enz. den 21. Mey 1778. CORNELIS PIETER Baron van LEYDEN, Vry beer van Warmond , Schepen en Raad der ftad Haarlem , den 21. Mey 1778. WILLEM ANNE LESTEVENON, Schepen en Raad der ftad Haarlem , den aïi Mey 1778. * * 5 JOAN  C sxvr ) Spm FREDRIK d'ORVILLE , Schepenen Raad der ftad Am fierdam , den 2U Mey 1778. Mr JEAN DEUTZ , Schepen en Raad der ftad Am* fterdam, den 21. Mey 1778. FRANS JACOB HESHUYSEN, Commisfaris van bovengemelae Stad, den 21. Mey 1778. Mr. ERNESTUS EBELING, Advocaat enz. enz. te Amfterdam, den 21. Mey 1778. Mr. WILLEM EMMERY de PERPONCHER de SEDLNITZKY, Heer van Wolphaartsdyk , *eWgeerde Raad in Itet Eerfte Lid van hun Ed. Mogendcn de Heer en Staat en 'sLands van Utrecht den 21 Mey 1778. GERLACH THEODORUS van der CAPELLEN Heer van Scbonauwe , befchreeven in bet Lid van dé Heer en Edelen en Ridderfchappen1's Lands van Utrecht den 21. Mey 1778. ' GERARD AARNOUT TAATS van AMERONGEN, Heer van Schalkwyk , befchreeven in het Lid van de Heer en Edelen en Ridder fchappen 's Lands van Utrecht den 21. Mey 1778. Mr. DANIËL CORNELIS de LEEUW, Schepen en Raad in de Vroedfchap der ftad Utrecht , den 21 Mey 1778. FREDRIK CHRISTIAAN REYNHARD, Baron van Ree de en Agrim , Graave van Athlone , Fr yheer van Amerongen , enz. enz. den 21. Mey 1779. Mr. C. vander HOOP, Gvsbertsz. Schepen ent,, enz. der ftad Amfterdam , den 21. Mey 1779, WILLEM  WILLEM ARNOLD ALTING , Directeur Généraal ' van Nederlands Indien-, enz. enz. te Batavia, den 2i. Mey 1779. TOHANNES JACOBUS CRAAN, Raad Extraordinair van Nederlands Indien , enz. enz. ie Batavia , den 21. Mey 1779. ALBERT VERRYST, Mei. Doft. Schepen en Raai der Jiad Gouda , enz. enz. den 22. Mey 1780. Mr. F. HL van BERCK, Advocaat voor den Edelen Hove van Gelderland , enz. enz. te Arnhem , den 22. Mey 1780. Mr. JAN CAREL GODIN, Schepen en Raad in de Vroedfchap , enz. enz. te Utrecht, den 21. Mey 2781. NAAM-  naamlyst van de TEGENWOORDIGE LEDE • N, NAAR ORDE Van het inkomen. C- C H. vander Aa , Zeeraar der Gemeente 'tl gedaan de Onveranderde Ju^bur^cZ r Jf r binnen deeze ftad Haarlem 1%, ,! ^ f Gonfesfle > fcbappye , den fr. Mey ^2 JAN ENGELMAN, Med Dn» fc&< meene-Lands Werken van H?' i *?'"" I™ s Ge' Sparendam , £ tj™?fga ' <* Schout «* HENRICH FLORENS SVRFT p j-i den .* AugustusT^f^ ' J°£Tf ,Nf°> SEBAS™NUS ALLAMAND iW«r ft , den io. January ,753. ' JAN  ( XXIX *) JAN SNELLEN, te Rotterdam, den io. Januarj 1753- ÏOAN GEORGE HOLTZHEY . 0:d Munt - Meester van de Provinciale Munt te Utrecht, enz. enz. te Amfterdam, den 10. January 1753. CAROLUS CHAIS, Predikant in 'sHage, den lóf? January 1753. Mr. P. LYONNET, Advocaat in 'sHage , den 10* January 1753. Mr. JAN FRANCOIS DRYFHOUT , Advocaat in 'sHage, den 15. July 1755- JOHANNES DAVID HAHN, ProfeJJor te Leiden , den 15. July 1755. JAN SCHIM , Koopman te Maasjluis , den 15. July 1755- LAURENS PRAALDER, Mathematicus te Utretbt, den 15- July J755LUDOVICUS CASPARUS VALCKENAAR , Pro« fejjor te Leiden , den 15. July 1755HERMANNUS VENEMA, Frofejjbr tt Franeker, den 22. Mey 1758. NICOLAUS YPEY, ProfeJJor te Franeker , den sa. Mey 1758. DAVID RUHNKENIUS , ProfeJJor te Leiden , den 22. Mey 1758- * Mr. NICOLAAS BONDT, Advocaat te Amfterdam, den k22. Mey 1758. Mr. JAN  C xxs ) Mr. JAN de GROOT, Advocaat in aea DIRK KLINKENBERG , Ordinaris Klerk ter Secre, tarye van Holland, den 22. Mey i75s. J. FREDER. MARTFELDT r„;; ; a'.v' b"?*^ v£ot* Medic. Do!tir4er Daronni' van Brida , den 21. Mey i75g. p"f^s,eclsTILL?N- eBz. te Berhn, den 21. Mey 17Ó0. PE™US CAMPER , é. L. M. PHlofoph. & Medic- C"i£j |L°EKHOF> ^ ^ en Burgemeefter der ftad Kuilenburg , ,enz. enz. den 21. Mey i7Z ' SALOMON de MONCHY, Med. DoSlor en ProfefTor *e -Rotterdamden 21. Mey 1760. J JJoT G. ten HAAFF, Heelmeejler te Rotterdam, en Steen Jnyder te Delft, den uu Mey i7óo. ' DAVID DE GORTER, J.Z. Med. DoSlor en Profe/T Lyf. Medicus- van haare Rus-KeizerMe Maieftet enz. enz. te Zutpben , den 21. IVJey 17Ö1. J J ' MAR.  ( xxxi ) MARTINUS VITRINGA, Predikant te Arnhem den ai. Mey 1761. JACOBUS HOVIUS , Medicina Duclor te Amfterdam den 21. Mey 1761. JOHANNES FREDERICUS HENNERT, Profe(Jbr te Utrecht , den 21. Mey 1761. GERARDUS FRIDERICUS MULLER , Hiftoriographu? Rusficus , Academ. Imper. Scient. Petrop. Sc. Sc den 21. Mey 1762. JOHN PRINGLE, Medicinee Doitor te Londen, den ai. Mey 1762. EWALDUS HOLLEBEEK, ProfeJJor te Leiden, den 24. Mey 1763. HERMAN de GORTER , Medicina Doclor te Amfterdam , den 24. Mey 1763. LAMBERTUS BIKKER , Medicinee Doclor te Rotterdam , den 24. Mey 1763 JOHANNES PETSCH, te Tsfelftein , den 24. Mey 1763. JACOB vander HAAR , Heel • en Hand - Arts van de ftad en het Hospitaal der Hoofdftad 's Hertogenbofch , den 24. Mey 1763. GEORG van STENGEL, Geheime Staats - Raad en Kabinet - Secretaris van Zyne Keurvorjil. Doorl. van de Paltz , enz. enz. den 21. Mey 1764. JOHAN DAVID MICHAELIS , Philof. Profeftfor Ordinarius op de Hooge Schoole te Göttingen, Sc. ■Sc den 21. Mey 1764. JO-  JOHANNES OOSTERDYK SCHACHT ha a- • CHARLES BONNFT Ha j « , uwiMNn,! , L.id van den Raad tmn S&>&3 f^T? Gewotjchafpen , GEORGIUS COOPMANS , ^W ^ „ , »*fcr , den 5. February 1705. m M'rZ\LA LANDE> ^ «« t*r/^ GeW, Snbf ' ^ " W i denG3 Df- GUALTHERUS van DOEVEREN n « iW*r te Leiden , «ien^^^^^ «» Mr. PETRUS BONDAM « P , „. . den 3. December*$5?" ? ts MAR-  ( xxxia ) MARTINUS SLABBER , Baillum en Secretaris van Baarland en Bakendorp, Secretaris van Oudelande , Lid van de Zeeuwfche en Keurvorflel. Saxifche Phyficaalfcbe Maat/chappyen, den aï. Mey 1767. CORNELIS PLOOS van AMSTEL', Jacob Cornelisz. , Diretteur van de Academie der Tekenkonst der ftad Amfterdam, enz. enz. den 24. Mey 1768., DIONYSIÜS van de WYNPERSSE, A. L. M. ProfeJJor in de PhiloJ. Aftron. en Matbefis , op de Hooge Schoole te Leiden , den 22. Mey 1769. JEAN HENRY van SWINDEN , Philofoph. Dottor en ProfeJJor, enz. enz. op de Hooge Schoole te Franeker, den 22. Mey 1769. JOHANNES FLORENT. MARTINET , A. L. M. philof. Dottor, en Bedienaar des H. Euangeliums te Zutphen , den 22. Mey 1769. CHRIST1AAN BRUNINGS , Infpetteur Generaal der Rivieren van Holland en TVest - Vriesland, en Opziener van 'j Gemeenen - Lands Werken van Rhyn~ land , enz. enz. op het huis Zwaanenburg, den 22. Mey 1769. JOHANNES FRANCISCUS CLEMENS MORAND, Ridder, Dottor en Profejf. in de Medicynen, enz. enz. te Parys, den 21. Mey 1770. ROGERUS JOZEPHUS BOSCOVICH , Profeffor in de Matbefis te Milaan , den 21. Mey 1770. PAULUS FRISI, ProfeJJor in de Matbefis te Milaan , den 2i. Mey 1770. XX. Deel, * *'* A. BRUG-  C xxxiv ") A. BRUGMANS, Philof. & Mathcf. Prof. Ordinar* op de Academie te Groningen, den 21. Mey 1770. FRÏDERICUS ADAMUS WIDDER, PhilofcpL Dottor en ProfeJJor , op de Academie te Groningen, den dl* Mey 1770. 6 ALLARDUS HULSHOFF , A. L. M. & Phihfoph. JJotlor , Leeraar der Doopsgezinden te Amfterdam , den 21. Mey 1770. AARNOUD VOSMAER, Diretteur van bet Kabinet van Zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Pnnce van Oranje , enz. enz. den 21. Mey 1770. MATTHIAS van GEUNS , Med. Dottor en Profeffor te Har der wy k , den al'. Mey .1770. BOUDEWYN TIEBOEL , Apotbecar te Groningen. den af. Mey 1770. DAVID van GESSCHER, Heelmeester, enz. enz. te Amfterdam , den 21. Mey 1770. M. le Marouis de St. S1MON, den 21. Mey 1771. Mr. FREDERIK ADOLPH vander MARCK, J. U. D. ProfeJJor te hingen, enz. enz. den 21. Mey 1771. EDUARD SANDIFORT, Med. Dott., Anat. Chirurg. Prof ejfor te Leiden, den 21. Mey 177'j. ENGELBERTUS MATTH7EUS ENGELBERTS , Bedienaar des Heiligen Euangcliums te Hoom, den 21. Mey 1771. ALEXANDER PETRUS NAHUYS , Medic. Dottor en ProfeJJor te Utrerht » den 21. Mey 1*71. MAXI-  Q xxxv ) MAXIMILIAN JACOB de MAN, Medic. Dottor en Archiater te Nymegcn , den 21. Mey' 1771. JOH. FRED. CLOSSIUS , Medic. Doclor in 'sHage, den 21. Mey 1771. PYBO STEENSTRA , Pbilofopb. Dotter , Lettor 'in de Wis- Zeevaart - en Sterrekunde te Amfterdam , den 21. Mey 1771. Mr. JAN van LIER, Ontfangcr Generaal van het Lmdfchap Drenthe , enz. enz. te Affen , den 21. Mey 1772. GEORG BRUGMANS, Med. Dottor, Burgemeester', enz. enz. te Dockum , den 21. Mey 1772. P. BODDAERT, Med. Dottor, Oad-Raad der ftad; Vlisfingen , Lid van ver/cheide Academiën, enz. enz. te Utrecht, den 21. Mey 1772. Mr. HENRICUS JOHANNES ARNTZENIUS, J. U. D. & Profeffor te Groningen , enz. enz. den 21. Mey 1772- Mr. GERARDÜS NICOLAUS HEERKENS, J. U. D. Lid van de Arcaden te Romen, van de Academie van Cortone, van Vlisfingen , en Correspondent van de Academie des Belles Lettres te Parys enz. enz. te Groningen, den 21. Mey 1772. C G. WAGLER , Med. Dottor, Hofmedicus van zyne Dood. Hoogheid, den Heere Hertog van BrunsuijkWolffenbuttel, enz. enz. den 21. Mey 1772. BENJAMIN CARRARD, Miniftre du St. Ev. a Ürbe , Cantons de Berne & Fribourg , en SuiJJe , den 21. Mey 1772. * ** a ' FRAN-  C xxxvi ) FRANCOIS HEMSTERHUIS , Commu van den Raad van Staaten, enz. enz. in 'sHage, den . . . . LOUIS , Secretaire de VAcademie de Chirurgie , &C&C. a Paris , den 22. Mey 1775. IMAN JACOB van den BOSCH , Medic. Dottor in 'sHage, den 22. Mey 1775. ADOLPHUS YPEY , A. L. M. Phihf. en Medicinee Dotlor , en Botamces Lettor , enz. enz. te Franeksr, den 22. Mey 1775. JACOBUS ROCQUETTE, Medic. DoStor, en Lettor in de Anatomie, Chirurgie en Vroedkunde, enz. enz. te Haarlem , den 22. Mey 1775. JOH. FRED. MIEG , ProfeJJor op de Academie, enz. te Heidelberg , den 22. Mey 1775. C. HOEFMAN, Jansz. Medicinee Dottor , en Lector in de Vroedkunde, enz. enz. te Alkmaar, den 22. Mey 1775. •JOHANNES LUBLINK, de Jonge, Diretteur der Maatfchappye tot redding van Drenkelingen enz. enz. te Amfterdam ; den 22. Mey 1775. * * * 3 JOHAN-  C xxxviii ) JOHANNES MUNNIKHOF, Chirurgyn, enz. enz. te Am/teniam , den 22. Mey 1775. FLORENTIUS VERSTER , Med. Dottor in 'sBofcbr den 21. Mey 1776. GAÜSO COOPMANS, ProfeJJor ie Franeker enz. enz, 11. Mey 1776. j DB VRIES , Mat. êf Chirurg. Lettor te Leeuwaar, den 21. May 1776. .... MIC HA IN , Aftronome de la Marine de Fröbel , den 21. Mey 1776. II. J. COLLIN, Conjeillcr bnp. g5 Rojal a la Regence de la BaJJ'e Auirichc, fif Phyficien de VHopital Pazmannien a Vienne , den 21. Mey 1776. MARTINÜS van MARUM, A. L. M. Philofoph. & Medicina Dottor , Phyfices & Mathefcos Lettor, Directeur van het Kabinet der Natuurlyke Zeldzaamheeden deezer Maatfchappye, enz. enz. te Haarlem , den 21. Mey 177Ö. JERONIMO de BOSCH, Jerommusz. Eer/te Clercq ter Secretarye te Amfterdam, den 21. Mey 1776. EVERARD PI ETER SWAGERMAN, Chirurgyn te Amjlerdam , den 21. Mey 1776. M. MO RE AU , Confeiller h la Cour des Aides de Provence , Hijioriograpbe de France, a Paris , den 'M. Mey 1777. Mr. M. TYDEMAN , 7* U. D. & Profeffor op de Hooge Schoole te Utrecht, den 21. Mey 1777. NIC.  ( sxxix ) NIC. WILH. SCHROEDER, ProfeJJor inde Oosterfche Taaien en Antiquiteiten te Groningen , den 21. Mey 1777. C. J. BEUTH; Medic. Dottor, Profejfor artis Qbftetr. te Cleve, den ai. Mey 1777. Mr. WILLEM HENDRIK van HASSELT, te Zutphen , den' 21. Mey 1777. D. H. GALLAND AT , Medic. Dottor, en Lettor te VU fingen , den 21. Mey 1777. FERDINAND de JEAN , Medic. Dottor te Leiden, den 21. Mey J777. AGGE ROSKAM KOOL, Koopman in de Beverwyk , enz. enz. den 21. Mey 1777. DENTAN , Citoyen de Geneve, menende in 'sHage , den 21. Mey 1778. MELCHIOR HURTER , toen te Jmjlerdam , thans wonende te Schafhaufen , den 21. Mey 1778. ACHARD , Lid van de Koninglyhe Academie te Berlin , den ai. Mey 1778. J BALLEXSERD , Burger van Geneve, woonende te Parys, den 21. Mey 1778. JEAN SENEBIER, Miniflre du Saint Evangile & Bibliothecaire de la Ville de Gerieve , den ar. Mey 1778. JOHN HOPE , M.D.M.S Botan. Profejfor , tc Edenburg , den ai. Mey 1778. *** 4 . DIRK  ( xl ) DIRK van den BOSCH , Schepen der ftad Ts fel/tem enz. enz. den 21. Mey 1779. ' ' WJtem, CHRISTOPHORUS SAXE , A. L. M. g» PhiMoth Dottor AntiatJ Human. Lin. Hof op defolge Schoole te Utrecht, den 21. Mey 1779. & JACOBUS de RHOER , Jacobi Fil. Eloqu. g> Ling. Cr. Prof. Qrdin. te Groningen, den 21. Mey 1779? Mr. CORNELIS W. de RHOER, J. U. D. Hifi. Eloa. & Ltng. Gr. Prof. Ordinar, te Harde, wyk , den P ' U Gro™£™> de» JOSEPHUS B E N K Ö , Predikant te Kozep-Ajte in Zevenbergen , den 21. Mey 1781. BERNARD KEUN, Predikant inde Gereformeerde Gemeente te i>myrna , den 21. Mey 1781. Rif/E* '/L' M-Jh'Üof- Do£lor > ^ te Amfterdam , den 21. Mey 178 (. •H^ANUS van DYL, te Amfterdam, den ar. M. COURT de GEBELIN, te Parys, den 21. Mey 1781. IN-  C XLIII ) <&% <&% W W *W InP INHOUD van dit XX DEELS i. STUK. Antwoord op de Vraage : Welke is de Nuttigheid der Zielkunde (Pfychologie) in de opvoeding en beftiering van den Menfch , en met opzicht tot het geluk der Maatfchappyen ? En welke zou de beste manier zyn, om die fchoone Weetenfcbap te volmaaken, en haar en voortgang te bevorderen ? door Jean Trembley. Bladz. x Vertoog over de Veranderlyke Steens n , Oculm Mundi genaamd, en een Zeldzaame , van dien aart; befchreeven door M. Houttuyn. ANT-   ANTWOORD op de VRAAG Welke is de Nuttigheid der Zielkunde ( Pfychologie ) in de opvoeding en beftiering van den Men/eb , en met opzicht tot het geluk der Maatfchappyen ? En welke zou de beste manier zyn , om die /cboone Weetenjchap te vohhaaken, en haaren voortgang te bevorderen ? voorgesteld door de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYE WEETENSCHAPPENR te HAARLEM. door JEAN TREMBLE1. R É P O N S E A LA QUESTION, PROPOSÉE PAR LA SOCIÉTK DE HAR.LEM : Qjielle ejl V Utilité de la Science Pfycbologique dans l' éducation ö5 la direStion de fHomme, £f relatiuement au bonheur des Societés ? Et quelk ferait la meüleure maniere de perfeftionner cstte belle Science, £ƒ d'aecroitre fesprogrès? XX. Deel A  Hunc igitur terrorem animi, tenebrasque neceOè eft Non radii folis , neque lucida tela dicei Discutiant, fed Naturse fpecies, ratioque. Lücret. de Rerum Natura, Lib. I.  VOORBERICHT VAN DE HOLLAND SC HE MAATSCHAPPY^ D E R WEETENSCHAPPEN. O ffchoon de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen zich tot eenen algemeetien grondregel gefield heeft : „ dat zy nooit j, wil aangezien zyn , als verklaarde zy iets „ voor haar gevoelen , het geen zy wel waar-* „ dig rekent, om het onder haare Verban„ delingen plaats te geeven " en Zy het, by het uitgeeven deezer bekroonde Verhandelingc A 2 mn  VOORBERICHT. van den Heere J. Tremblef , daarby zou kunnen haten berusten ; heeft Zy echter noodig geoordeeld, eenige uitdrukkingen van den Schryver derzelver Verhandelinge , dewelken Zy oordeelt, dat tot misvattingen aanleiding zouden kunnen geeven , uit de Nederduitfche Vertaalinge te laaten , alhoewel Zy aan den anderen kant, ter voldoefiinge van het verzoek des Schryvers , zyn Franfch oorfpronglyke onveranderd heep willen laaten. Uit Naam der Maatfchappye , C. C. H. vander AA. ANT-  Bladz. 5 VERHANDELING OVER DE. NUTTIGHEID der ZIELKUNDE. r f o 'er eene Weetenfchap is, die onder de f J Wysgeeren veelvuldige gefchillen verwekt heeft, en omtrent welke de gevoelens volftrekt ftrydig geweest zyn , is het zekerlyk de Zielkunde. Somtyds met vsrrukking bewonderd en met drift beoeiFend; dan weder TRAITE de l'U T i l i T E de li SCIENCE PSTCHOLOGIQUE. S' e(l une Science, qui ait excité des frequenres disJL putes parmi les Plvlofophes , & fur lauuelle on ait porté des jugemens tour a fait oppofös , c'efl: fins doute a tfycualc-gie. Tantot admirée, & cultivée avec enthouA 3 fias-  6 Antwoord over de Nuttigheid weder verbannen en verfmaad, is zy beuitlte het^ voorwerp geweest van der menfchen eer bied en verachting. Terwyl de beminnaars en voorftanders der Boven - natuurkunde ff? 2 de nutugfte aller Weetenfchappen , befchóuwden , allen vlyt aanwendden , om haare geheimen te doorgronden en optelosfen, befchouwden andere niet minder fcherpzinn ge en ftoul achting en merkten die ontdekkingen , op len-lchimmen en dwaaze verbeeldingen. DeSe Ind "Tdh,Cid gGVOelens heeft ° ^nd gehouden , en nog heden is de yve>- met ilerkei , dan de verachting, welke de tegenflanders dezer Weetenfchap haar toedraaien Een waar Wysgeer echter zal niet, dan met voorzichtigheid , tot het eene of andere dezei- onze' fiasme , '& tantot profcrite & neelteée ' elJe a ètf fn„, * tour 1'objct de Ia venPMtinn Z r ' , . tour a effom avec une efpece d^dedai'n * e°v'%aienf meres & rta htij* «F . aecJ?ID > traitaient de chSes Cette fll'Z ^* 'eUrS deco^erteS les plus van- cmre  der ZIELKUNDE. 7 onzekere en ftrydige gevoelens overgaan. Even zo ver verwyderd van de blinde verrukking des Geleerden , als van de dwaaze en onberedeneerde verachting des onweetenden , die niet belluiten kan , iets , waar van hy onkundig is , achting toe te draagen , zal hy die berugte , zo dikwerf betwiste, doch doorgaands verkeerd opgeloste gefchillen, met oplettendheid en aandagt overweegen. Dit doende , zal hy wel ras bevinden , dat in dit , even als in alle andere gevallen , de dwaaling in het eene of andere uiterlle overflaat . Daar de waarheid alleen in het juiste midden gevonden wordt. — Hy zal zien , dat men dikwyls de Zielkunde geroemd heeft en verheven , zonder haar verder dan by naam te kennen. -- Dat men gemeend heeft haar te bevorderen en uit te brei*den , door eene nuttelooze opéénftapeling van niets betekenende woorden en leerffcellige hars- fen- cntre des opinions fi incertaines & C oppofées\ Egalement éloigrié de hueu^le enthoufiasme de 1'erudit , & da mepns imöedlle du vulgaire , qui ne peut le refoudre è eftimer ce qu'il ignore , il foumertra a un examen refiechi & attentif ces quefticns fi fameufes , tant do fois agitées, & fi mal eclaircifes ; il s'apperccra bientot, qu'ici co.unie en d'aurres chofes, 1'erreur occupe les extremes» pendant que la veiité rentte dans un jutte miüeu. I! verra qu'on a fouvent loué la Pfychologie , fonc en connaitre aut e chofe que Ie nom ; qu'on a cru Ia eukiver & 1'étendre , tandis qu'on ne faifait qu'accumuler des mots» & encafler des chimères fyftematiques les unes fur les auA 4 tres-  8 Antwoord ovvr de Nuttigheid fenfchJmmen Aan de andere zyde zal hy bevinden dat de befbyders der zLlkifnde■? vonr ^ rdraIingcnh^rervooritander voor de Weetenfchap zelve genomen hebben , en dat men haar denkende te befchimpen, in Ivk ÏÏ*? r6 dvralinSen van het menfchlyk verftand befpot heeft. - De Wysgeer zal zig derhalven niet langer verwonderen Sver 11-eLT 9 ,dlÊ hCm in den eerften opllag zo vieemd voorkwam, en zo deze dwaalingen van het menfchlyk vernuft hem bedroefd hebben , zal hy zig kunnen troosten door het leezen van fommige Werken , voortgebragt door vernul ten die bekwaamer waren , en wys genoeg , veelt , 5 PP?, teuVerm^d^n ■> op welken L veele andere fchipbreuk geleeden hebben — Uit hun voorbeeld zal hy leeren veilig op den kant dier gevaarlyke fteiiten te wandelen , en Zig alleenlyk te houden aan de wezenlyke en waare S'e SeW™ ™ fïï "°tre co.té • W« combacant SS te i&isSTt, ffi «"te* >■ StUX  der ZIELKUNDE. 9 waare grondbeginselen dezer Weetenfchap, en aan de uit dezelve onmiddelyk voorvloeijende gevolgen. — Reeds met den eerden opflag van het oog gezien hebbende , dat de Zielkunde , eigenlyk in eene grondige kennis van den menfch beltaande, derhalven niet nutteloos zyn kan noch fchadelyk ; — dat het den menfchen niet kan onverfchillig zyn , of zy zig zeiven kennen dan niet; zal hy dienvolgens zeer ligt bcgrypcn , dat , zo men ooit deze Weetenfchap met regt berispt hebbe of verfmaad , zulks niet haare fchuid , maar wel die geweest is van zodanige Wysgeeren , die een werk onderneemen durfden , waar toe zy onbekwaam waren. Hy zal zig derhalven toeleggen , om bepaalde en duidlyke denkbeelden van de Zielkunde , zo wel als van haare nuttigheid en- toepasfmg , te verkrygen , ten einde niet als een onkundigen te handelen , of zaaken aux principes fondamentaux de Ia Science , & aux confequences qui en refultenc immediatement. Un premier coup - d'oeil avoit fuffi pour lui faire fentir que Ia Pfycho'ogie étanc Ia Science de rhomme, ne peut-étre inutile ou nmfible ; qu'il ne peut être indifferent aux hommes de fe connaitve eux-mêmes, & par confequent que li cette Sceuce a eflayé des jultes reproches , ce n'effc pas par fa faute , mais par celle des Philofophes qui ont ofé entreprendre une tache, dont ils étaient incapables. 11 s-'attachera donc a fixer & a éclaircir les idees , qu'il doit fe faire de la Pfychologie , & de fon application , afin de proceder avec conuaiflance de caufe , de n'enA f tre-  io Antwoord over de Nuttigheid zaaken te onderneemcn , die zyne vermogens overtreffen , en niet, ais een anderen kants roekeloos te hoog vliegende \ in de diepte ne' der te Horten. Het is hier de plaats niet-, om eene fchets te geeven van Zielkundige Grondbeginleïen of my in eene breedvoerige ontvouwing dezer Weetenfchap uit te laaten. Ik fchryve voor geoeffende boven - natuurkundigen I die alles , wat ten dezen opzigte gedaan is , weeten , en deswegens geene onderrigting behoeven. Ik zal derhalven den ftaat , in welke die Weetenfchap thans is , als bekend onderzeilen , en terftond overgaan om haaren invloed m de opvoeding , en op het geluk en welzyn der Maatfchappye , te onderzoeken. Vervolgens zal ik handelen over de middelen tot volmaaking der Zielkunde , en by die gele* gen- treprendre que des chofes proporcionnées a fes forces 2enteé':Cr C d'/care' en fc Prcrc"ant de fa ce^ Je ne dois point ici tracer des elementsde PfychoIo trepine, on séconnera mo ns du peu de ihrr£[ « ?  der ZIELKUNDE. 15 lieden ; — een zo vaardig, juist en doordringend oordeel; eene zo aandagtige opmerkzaamheid op de geringfte zaaken , en op de ia fchyn beuzelagtigfte daaden en voorvallen ; eene zo ingewikkelde en diepzinnige ontwikkeling van alles , 't welk men tot dit ftuk betreklyk vindt ; - eene zo groote bekwaamheid om alle hinderniüen te voorzien en te ont- ' wyken ; in een woord , zo veel geduld ■met zo veel fchrander oordeel gepaard , dat I geene , dan flegts zeer weinige lieden , door ■ de omftandigheden even zeer als door de Natuur begunftigd , gefchikt zyn om dezen moeijelyken taak te volbrengen ; om zo veele hinderpaalen , die den ftoutmoedigften zelfs af- ! fchrikken kunnen, uit den weg te ruimen, en om de vooroordeelen uit te rocijen, die in der snenfehen verftand zo diep geworteld zyn. Uit des faits les plus minutieux en apparence; une analyfe fi profonde & fi compliquée de tous les rapports apperqus; une fi grande habile'é a prevoir lc^ inconveniens & a les prevénir ; en un mot , tant de nanence fomte a rnnt de genie, qu'il n'appartient qu'a up pent nombre d'hommes , egaler ent favörifés par la Nature, & par les circonftancev. d«> fournir une carrière aufil difficile , de lever tant d'o!-fiacle<; bien piopre= a effrayer les plus Hardis , & de detroire des prejugés , qui ont jècté des racmes fl piofon i„ deve,0PPemenc de fes vrage  i) è ii ZIELKUNDE. .ij) )f lyk Werk nagelaaten , en by het geene die? I- groote Man deswegens gezegd heeft, is tot nu i toe niets van belang gevoegd. Eene zaak ;e ; alleen zal ik aanroeren , die meer onmiddee ! lyk tot de Zielkunde betrekking heeft, en , :o myns bedunkens, in de eerfte beginfelen der i opvoeding van het alleruiterfte gewigt is. — :• ! Alle Lieden , die zig op het beoetrenen der :■ ' Weetenfchappen toeleggen , weeten door on: - dervinding , hoe zeer het Ligchaam vermoeid wordt en afgeflooft door den arbeid en de infpanning van den Geest , en hoe ligtelyk die , wanneer zy te langduurig voortgezet worï den , het geheele Ligchaams - geitel üoopen. : Van deze treurige waarheid levert ons, helaas! de ondervinding maar al te dikwerf de treffend: fte en aandoenlykfte blyken op. Wanneer men :t i nu in aanmerking neemt , hoe zwak de Kinderen in de eerfte jaaren van hunnen leeftyd , ' — en hoe uitneemend teder en ligt - aandoen- j ; vrage excellent, & 1'on a peu ajouté a ce qu'a dit ce grand homme. Je dirai feuiement un mot fur une chofe, qui :■ eft plus inimediatement du reflbrt de la Pfychologie , & qui eft a mon avis de la plus extreme importanCe dans r ,es commencemens de PEducation. Tous les gens de leti i tres favent par expetience a quel point le travail del'efpric , : fatigue le corps , & avec queiie facilité il le detruit s'il eft trop longtems continué. Nous n'avons que trop foui vent des exemples frappans de cctte trifte verité. Que 1'on confidere maintenant 1'état de faiblefTe , oü font les t • Enfans dans leurs premières années, l'extreme delicateffe & la grande mobilité de leur cervcau , & 1'ou fentira que li a nen  Antwoord over m Nuttigheid lyk hunne harsfens, geduurende dien tyd zvn t SL"? T 5* b6grypen ' dat "ietsS! lyke is , dan die harsfens , als ik my L uitwen" 1 M§ ' §eh6el/n °«baayr te bederven. Men moet derhalven het onderwvs ï*frt\ Zdve ' 20 langzaam mogelyk ge, byna onbemerkbaare vorderingen. Nooit moet men hen tot vermoeijens tol laaten leeren , maar m tegendeel hen te rug houden of een zeffTo vn11 ^ tyd 611 aanho^end op een zelfde voorwerp te willen vestigen is de kooid dansfen wanneer zy beginnen te gaan. Het gevaarlykfte in dezen is? dat men het nadee , den Kinderen hierdoor toegebmgt met hgtlyk ontdekt. Alles wat inwendig hy hen de plus dangereux iri <-vn- ,lu'M"';l-r- quil y a «af qu'on fail cnez'l," Rrqf °n ne ^PPfiqoit pas du 1 vu idic3 cnez les Enfans, tout eft, pour ainfi dire  der ZIELKUNDE. 21 hen omgaat ontwykt als 't ware ons gezigt, en ontflipt onze doordringendfte naarfpeuringen.' Dan ik zal hier op niet verder ftaan blyven ; dit alles is te klaarblyklyk. Ook doe ik niets dan alleen de noodige denkbeelden aan de hand geeven; zonder dit zoude iedere bladzyde de zer Verhandeling ftoffe voor een geheel boekdeel kunnen opleveren. Deze Natuurkundige opvoeding der Kinderen is niet bepaald tot hunne eerfte jaaren alleen. In tegendeel, zy wordt veel moeijelyker en verehcht langs hoe meer omzigtigheid , naar maate de jonge lieden in jaaren vorderen. Men kan , door veel voorzigtigheid en oplettendheid aan te wenden , den Kinderen het noodig onderwys geeven , zonder hen te zeer te bepaalen , of hunne zwakke vermogens geweld aan te doen. Dit is , voor zo ver het verftandelyke der opvoeding betreft, genoegzaam; dire en Miniature , nos Microscopes font infuffifans , pour nous faire faifir tout ce qui s'y paffe. Mais je n'infifte pas Iklefïus, tout ceci eft trop evident , d'ailleurs je ne fais qu'indiquer les idéés, fans quoi chaque page de ce difcours pourroit devenir un volume. Cette Education Phvfique des Enfans ne fe borne pas ii leurs premières années. Elle devient encore bien plus difficüe & plus compliquée, a mefure que les jeunes gens avancent en age. Avec beaucoup de prudence on peut conduite les Enfans dans leurs études fans les forcer, fans fecouer leurs fibres avec trop de violcnce. Voü.i pour ¥> 3 la  23 Antwoord ovfr de Muttksiimd mm ; maar het Zedelyke deel der opvoeding vereifcht veel meer zorg en moeite. Men be hoeft met lange de driften bepeinsd te hebben, om te weeten hoe veel invloed de getemperd! heid des hgchaams op dezelven heeft, en hoe ^ïï^88*^ dGS Menfchen 'er van at hangt. Wanneer het ligchaam eens veel kragt en vlugheid verkreegen het Z1edende bloed in de aderen beg nT e gTs loT h;..rneer f* Z1'nlyke ^eens daps os barften, en de ziel van alle kanten fchokken en doen wankelen ; op welke wyze zal men als dan den heevigen aandrift der lusten wederftand bieden ? Door wat middel zal men dien geweldigen ftroom afkeeren, die alles wa" hy ontmoet verbryzeld of medefleept ? Wat zullen drooge en koude leerftellin*en ' of af getrokkene befchouwingen uitwerken by eenen verbysterden , die dronken van wellusten en over- voir longtems medité fürWp,'(r PV befo,n d a" r Peuvfnt de froids preceptes , des idérs ah taes, f«r un homrae en defira MJvré de voluPté, er, pro-  der ZIELKUNDE. 23 overmeesterd is door de driftigfte en verleidende verbeeldingen. Alles , wat tot voldoening zyner drift dient , vertoont zig aan hem op het aanlokkelykfle, en het wezenlykfle kwaad neemt de gedaante aan van het grootfte goed. Het is derhalven van het uiterfte gewigt en hoognoodig, reeds vroeg de getemperdheid des ligchaams in haaren aart zorgvuldig naartefpeuren , en haar behoorlyk te vormen ; — alles te vermyden , wat dezelve te zeer aanzet en verfterkt; — voedzel, en eene levenswyze uit te denken, die dezelve doen bedaaren , en haare al te groote levendigheid maatigen. Hier in kan een kundig Arts de gelukkigfte uitwerkzelen te wege brengen, en de ervaarenfte Zielkundige kan ten dien opzigte zyne hulp niet ontbeeren. Het groote , het voornaame oogmerk der Natuurkundige opvoeding moet zyn, den jongen lieden zo veele temperaments-deugden te doen verkrygen, als maar eenigzins mo- gelyk prove aux images les plus vives & les plus feduifantes. Tout prend alêrs le couleur de la paffion , Sc le mal le p'us réel fe prefeme fous les apparences du plus grand bien. Tant il eft important, de fonner de bonne lieure le tetnperamment, d'étudier avec foin fa nature, d'ecarter teut ce qui peut lui donner trop de reffort, de chercher des alimens, & un genre de vie qui le rendent moderè & difficüe a emouvoir. C'ett ici qu'un Medecin habile peut produire les plus heureux effets , te Pfychologue le plus experimenté ne peut fe paffer de fes fecours. Le grand but de 1'Education Phvfique doit être de donner aux ieunes gens un auffi grand nombre de vertus de temJ B 4 peram-  24 Antwoord over de Nuttigheid lSÏÏS ;a Wyl ,d6Ze deLlgden de Srond% zyn van alle de anderen , en het fterkite bolwerk tot af keenng der ondeugden., Verre het grootfte dee dezer laatllen fpruiten voort uiteene alteiterke en overvloedige leevendigheid, welke fteeds zoekt op eene aangenaam! wyze beSVer T ^eZe ^endi^d is doorgaans teder? iSS- 7 ? gfd gegr0nd Zwakke e» tedere heden , ofzodanigen, die van een zag- dr ften ni^f ^ l 'VT WyZÊ Van leeve* de driften niet aangehitst heeft, zyn niet zo zeer'er net hetef?rg- * m^hien niet het fchoonfte waaruit men den menfch befchouwen kan ; dan des niet te min is 't het nuttigde en met de waarheid overéénkomftigvf; ^7 ^ ^den to§ alle de zwetzcryen LrZieJ ^*»*** > over de iJagt der Ziele , — over de middelen, om de driften te overmeesteren en te dempen , en de- vleefch- Peramment qu'il eft poffible, paree*que ces vertus font 1 fondement de toutes lesanr>-p« *TiI i r trcus I0DC le J «neme que les hommes d'un naturel dou? & dom e genre de v.e n'a point excité les paffions. Ce voim < p vue n'eft peut - être pas le plus noble de óeux f0Us les quels on peut envifager 1'homme , mais il eft au rnnfn.' Ie plus vrai & ]e plus utile. Què dev ennen ?es Tc£ niat.ons de tant d/Moraliftes & la fo ce dV me t k raaniere de brifer las fens, de les xeduire au fifence, de domp-  der Z I E L K ü NDE. 2$ vleefchlyke lusten onder te brengen ? — Wat vrugt , vraag ik , brengen alle hunne fraaije gezegden en zielroerende vertoogen voort ? —■ Men raadpleege flcgts de Ondervinding. —* Het zien alleen van een aanloklyk voorwerp , doet alle die fraaije Lesfen eensklaps in rook verdwynen , en een paar fchoone oogen overwinnen in een enkel oogenblik alle de indrukzelen van die opgefmukte wartaal. Men denke echter niet , dat ik alles tot het Natuurkundige alleen brengen , en de Zedekunde geheel verbannen wil. Het vervolg dezer Verhandeling zal van het tegendeel blyken opleeveren. Maar dit zeg ik , dat een Zedekundig LeeriMzel, 't welke het natuurlyke geitel niet in acht neemt , of in plaats van het zelve met verftand te vormen en zorgvuldig te befhiuren het régtflreeks beftryden en met geweld onderbrengen wil, een leerflclfel is alleen dompter tous les.appetits charnels, que deviennent dis ie , toutes leurs belles phrafes , & leurs pathetiques pêroraifons, quand on conl'ulte Fexperience. La feule vuë d'un objec feduifant fait disparaitre toutes ces belles inïtruftions, & deux beaux yeux triumpheht en un inftanc de ce pompeux galimathias. Qu'on ne s'imagine pas, que je veuille tout reduire au Phyfique *& bannir la Morale. On verra par la fuite de ce discours , combien j'en fuis éloigné. \ Mais je dis , qu'un Theorie Morale, qui negligé le Phyfique , ou qui au lieu de le former & de le diriger avec foin, pretend le combattre dire&ement & le detruire , eft une TheoJ3 5 ne  &6 Antwoord over de Nuttigheid leen op harsfenfchimmen en tegenzeglykheden gebouwd. De waarheid van het geeSJik fc zeg is door de uitkomften reeds duizendmaaen bevestigd Aan de andere zyde is het ontwyffelbaar zeker , dat de Zedekundige lesfen wel en in hun verband voorgefleld, en gepaard zynde met gepaste vermaningenen leevendige opwekkingen, zeer veel op den geest der menfchen vermogen , mits dat maar derzelver goede uitwerkzelen door de onhandigheden niet verhinderd of vernietigd worden. *L Wat dan ï Zyn den menfch zo veele kragten overgebleven , dat het hem onverfchillig is 0f hy zwaarere of ligtere hindernisfen te beftryden,_— fterkere of zwakkere , — Gf meer hebhe" g?IaarJyke ^rzoekingen te wederftaan nebbe ? Moeten met de veelvuldige, voorbeelden van zyne zwakheden , weiken ons de ondervinding dagelykfch doet zien ; - de zo dikwyls herhaalde Voortellen der Zedekundi- gen rie chirnerique & contradictoire. Et les faits nnf AJi rmlle-fois prouvé Ia verité de ce' oue i'avarcJ \ri had kunnen verhoeS -?engen met de Zw^e Gal- en de Mik-Zlekten magtig veel toe tot die verkeerde en wreede Godsdienffigheid , welke aües aan haare geestdryvende woede opoffert ? En fpruiten met doorgaans die kwaaien voort fut v "uimdS Verft0PPÜlg ' tegen ^inSverzuimd heeft gepaste middelen te gebruiken • liiïl TneU tG zeerverhittendenLeeS we ke de vogten fcherp maakt en derz Jv^ omloop hmdert ; uit een zittend? Leuven? wyze enz. ? Voor hoe veele onheilen Z0li" men het menfehdom behoed hebben zo men deze ongemakken in tyds te keer S verholpen had ? Daarenboven ^^eel menfch atroces de violenrps rl'„™„„ . été B fune/teT, qui ónt ^T"5 d°nt ?es fuites <™ & trop abondance ; & Jol aur fr^" U"C biI-e tr°P acre ques remedes pns a proSosf , m iP PveVC,n"' par c!uel" hypocondriaques ne co?trib^l l\fnC°,,e' le;Laff^ons n'aufait-on pas evité aux hnm™" &C' ^ue,s mau* Hicouvcniens. II % a oï,. fiil h' C° remedianl: a ces 11 y a pms, f, U!? homme eft né fenfib'e  der ZIELKUNDE. • menfch uit den aart zeer gevoelig is , en die aangeboorene gevoeligheid reeds vroeg door eenigerlei toevalligheden aangezet wordt en meer en meer ontwikkeld , zal zy by dien menfch , naar maate zyn ligchaam fterker is en vlugger ; ook des te meer wanorde veroorzaaken , en hy zal , zo hem heevige hartzeeren treffen tienmaalen fterker door dezelven aangedaan worden , dan wanneer hy een flegts middelmaatig fterk ligchaams - geitel gehad had. Men moet zig derhalven zorgvuldig wagten , om de gevoeligheid der kinderen niet te vroeg en te zeer in beweeging te brengen ; ook moet men alle mogelyke voorzorgen aanwenden , om die ligchaams - geltellen , die al te fterk zyn en veerkragtig , te maatigen en te temperen , en om alles te vermyden wat dezelver fpanning vermeerderen kan. In 't algemeen hoe fterker men is en hoe hardvogtiger , hoe meer men uit- 11 les evenemens onc exité & developpé de bonne heure fa fenfibilité , plus eet hom me aura de force & de resfort dans le corps , plus la fenfibilité fera de ravages chez lui , & fi eet homme eft expofé è de violens chagrins, il fouffrira dix fois plus que s'il n'eut eu qu'une conftitution mediocre. 11 faut donc fe garder foigneufement dc fecurer trop fortement & de trop bonne heure la fenfibilité des Enfans , & il faut prendre toutes les precautions polfibles , pour ramener les conftitutions trop fortes & trop alaftiques , a un état plus moderé, & plus tranquille , & pour eviter tout ce qui peut augmemer leur tenfion. En general, plus on eft fort & robufte , plus  fftW kan , en men verheelt zia fPn n fat tedere en zwakke Perfoon^n hPr egt^ lyden. Het tegendeel h7Pf> T , meeste fchoon , zo vef mv L, -dlkwvIs PIa^ 3 nooit hier op het oog °eve t-d h^ 0^1^ durve zeggen dit Lf ,gd hebbe"- Ik tnn^u , nut bunnen zvn in de 7iPi kunde zo wel als in de Opvoedt %fl my zeer leet dat het bellek & *fef. 13 belet breedvoerig hier ovo^ I N Ik verzoeke den ^sgeereTli * beezig te houden, JKüSS^i™*. fchappen om van tvd tor rvH f Genootftellen die byzond*tot 1 aTT* V°°r te volkomen Ih^^^^1^^ zenlyke bevordering e*n te tenplus od eft en etat de foi>flrn- * p„ que les perfonnes delicates fon ceV*Zi\?£ d%?aS«W Le contraire arrivé fouvent & l [ouffreD£-!e plus. Inftituteurs., & ceux qui " occuoenr /ÏÏ^ P3S' <^ ,es tourné leurs vuës de ce co?é? 'nfr h-""01! ' a>'enc L'fe fu.vie de Ces Ca8 moiordm'ai^V*"6 ■qu une anatadspmuans & nullernenT iS^StkhS^i^^ ioit a l'£ducation. Ie ventri ï V a pf>'chologie, discours m-empecbent d ï fo" que es bornes de ce Iep  der ZIELKUNDE. 31 :tenfchappen , dan andere te zeer algemeene 1 voordellen , die nimmer grondig en volkomen I kunnen opgelost worden. Men heeft reeds ! meermaalen foortgelyke Vraagen , tot de Natuurkunde betreklyk , opgegeeven , en een i: ieder weet van hoe veel nut dezelve geweest !: zyn. Laaten wy nu zien welke onderrigtingen de Zielkunde oplevert , omtrent de beginfelen der verftandelyke en zedelyke Opvoeding en de wyze van die Opvoeding te befluuren. Het is klaarblyklyk , dat hy , die het eerfte gezogt heeft juiste denkbeelden te verkrygen van de regte wyze om Kinderen op te voeden ; hunne natuurlyke vermogens te ontwikkelen , uit te breiden en met vrugt tot bondige en nutte kundigheden en weetenfchappen op te leiden en toe te pallen. Het is klaarblyklyk zeg ik , dat die man heeft moeten beginnen , met eerst zig les Sciences , que des queftions trop generales , qui ne permettent pas de ren approfondir. C'eft ce qu'on a deja fait pour la Phyfique, & 1'on fait combien 1'on en a retiré d'avantages. Voyons maintenant ce que la Pfychologie nousenfeigne j fur les commencemens de l'Educatbn intelleftuelle & morale, & fur Ia maniere de diriger cette Education. 11 eft evident que 1'homme qui a le premier voulu acquerir des idéés juftes fur la maniere d'elever les Enfans, de developper leurs facultés, & de les appliquer avec fruit è des études folides, 11 eft evident, dis-je, que eet homme a  I* Antwoorb over de Nutttgheid zig zelve en andere mcnfchen grondig te onderzoeken; dat hy met opiettendheid^en 00t fprong en de uitbreiding of ontwikkelihfz^r eigene denkbeelden heeft moeten nagal ^en einde de middelen te ontdekken , om de Enderen op de gemaklykfte en voordeeligltewyZe te beftuuren Zonder dit zoude eene goede hefS8' o 6611171 6611 VOOrtbl-§-l zyfv£ T of §eval > e« men zou niets an¬ ders behoeven te doen , dan flegts den Kin fnhent S dCnkbedden Z°nde? °nd^ m bet hoofd te prenten , zonder zig te bekom meren of dezelve onderling in ve?b nd en ?a' menhang waren. Zo nu dele grondbe tzelen waar zyn moet men erkennen , dat de zleT 5^de Voeding een alkrpooStefinvloed heert. Het tegendeel ftaande te houden zoude even veel zyn als te zeggen, dat men een kunstwerktuig volmaaken kan , zonder van deszelfs famenftel en werking kundighddX heb- 1-origipe & le d'velVpeitt felldSs "ffi^ couvnr h methode de dineer les F„ft„! ' " ,de de' de facilité & de fuccès Sans cZ r£ ? '• 3VC ]e p,us *<* « WK fop  ber ZIELKUNDE. 33 hebben. Dut de zinnen de eerfte oorfpróng zyn van alle ónze kundigheden, en dat de overpeinzing niets anders doet , dan op de zinlyke denkbeelden te werken, ten einde afgetrokkene denkbeelden te vormen , is eene waarheid die reeds in vroege tyden bekend geweest, doch door de hedendaagfche bovennatuurkundigen in een helderer daglicht geplaatst is. De Zinlyke denkbeelden zyn derhalven de eerfte welken wy verkrygen , en van derzelver juistheid * hoeveelheid , en onderling verband hangen de waarheid , en het nut der afgetrokkene denkbeelden af. Hier uit vloeit onmiddelyk de handelwyze voort, welke men met de Kinderen behoordt te houden. Men moet met de zin! lyke denkbeelden beginnen ; hen lange by de; ze bepaald houden , en hen niet dan langzaamerhand en trapswyze tot de afgetrokkene ! leiden. Wanneer wy de Kinderen gadeflaan 9 i ontdekken wy nog nader de waarheid van het ge- Ifon jeu. C'efr. une verité deja fort ancienne, mais que lies Metaphyficiens modemes ont mis dans un plus grand jour , que les fens font la première origine de routes nos connaiiTances, & que la reflexion ne fait que travailler fur les idéés fenfibles, pour former des idéés abftraites , nous :commcnconsdonc par acquerir des idéés fenfibles > & de la tufteflè, du nombre & de la linifon de ces idéés dependeuc Ia verité & 1'utilité des idéés abfrraires. Dela refulte imi mediatement la methode que 1'on doit employer avec les Enfans , commencer par les idéés fenfibles , les y tenir flongtems, & ne les conduire aux abltractions que lentement & par degrès. Et fi nous obfcryons les Enfans , XX. Dc,!. C nous  34 AMTWOOKb OVER' DE NUTTIGHEID gezegde. Als dan zien wy dat de verbeeldingskragt het eerfte vermogen is 't welke zig in hen ontwikkelt. — Dat zy zeer begeerte zyn alles wat hun voorkomt te 'bezien , aan te raaken en te betasten , en dat het hun nimmer verveeldt dat foort van Proefneemingen te herhaaien. Nu komt het 'er op aan om deze werkzaamheid, welker uitoeffening hun zo veel vermaak oplevert, en die , zo als wy in 't vervolg zien zullen , den menfch zo natuurlyk eigen is, voordeelig te doen zyn en dezelve by nutte voorwerpen te bepaalen. Van dezen levert de befchouwing der Natuur een groote menigte op ; iedere wandeling verfchaft een aantal van die voorwerpen , en niets is gemaklyker dan derzelver naamen en gebruik , met weinig woorden, den Kinderen te leeren. Doorgaands is de verbeeldingskragt der Kinderen zeer beitendig; zy herinneren zig zeer wel dat geene, 't welke nous remarquons Ia même chofe ; jious voyons que ITmagmation eft la première faculté qui fe developpï en eux qu ils font tres avides de voir, de toucher,de manie tout ce qu'ils recontrent, & qu'ils ne fe lalTent point de faire de parei les experiences. Cette aclivitó qï'ils on? tant de plaifir a exercer & qui eft fi naturelle è 1'homme comme nous Ie verrons plus bas, il s'agi£ d'en tirer par! ti , & de le diriger vers des objets utiles. PObfe-vation de Ia Nature fournit une foule de ces objets , chaaue leur apprendre en peu de mots leurs norm & leurs ufaecs £es Lnfans ont pour Hordinaire une imagination trés ffdeIe, ils fe fouvieoneot fort bien de ce qui les a une fois , frap-  de u ZIELKUNDE. ?5 't welke hen eens getroffen heeft j en zo men zorg draagt hun de zaaken in een gefchikte orde voor te draagen , verkrygen zy , zonder zelve het te bemerken , kundigheden m de Natuurlyke Hiftorie , die menigmaal den geleerdften lieden ontbreeken. De eerfte beginzelen der handwerken en konften ; de werkI ftoffen en gereedfchappen welke men tot dezel1 ven gebruikt, leveren ook voorwerpen op, die j< den Kinderen zeer nut , van veel belang , en : binnen het bereik van hun begrip zyn. Men kan hun , naar maate zy in jaaren vorderen , : meer en meer van dezelve onder het oog brengen ; hun réde geeven van de onderfcheidene i bewerkingen en kunstgreepen der handwerksl lieden , en op deze wyze in hunnen geest de f eerfte beginfelen der Werktuigkunde vestigen „ van welke weetenfchap men hun in de Schoo! len de befchouwing onderwyst , zonder dat zy -1 ooit gelegenheid hebben derzelver beoeffening te jfrappés , & li 1'on a foin dc leur prefenter les objets dans un certain ordre , ils acquierrent fans s'en appercevoir les conuaiffances d'Hiftoire Naturelle, qui manquenc fouj vent aux gens les plus inflruits. — Les premiers details des Arts, la connailTance des Materiaux & des Inftrumens :qu'on y employé, offrent auffi des objets trés intereflTans pour les Enfans, & ne furpaefTnt point leur portee. A. mefure qu'ils avancent en age , on peut leur en decou«vrir d'avautage, leur rendre raifon des divers procédés ides ouvriers , >Sc jetter ainfi dans leur efprit les premiers : fondemens de la Mechanique , dont on leur enléigne la ,Theorie dans les Ecoles,' fans qu'ils foyent jamais aporC 2 tée  36 Antwooad ovêr bk Nuttigheid te zien of te onderzoeken. Hier van komt het dat zy mets begrypen van de Lellen welken men i hun geeft ; wyl men hun wil doen redekavelen over zinlyke denkbeelden welken zv met bezitten. Hunne verbeeldingskragt kan .hun geen waare fchets opleveren van werktuigen welken zy nooit gezien hebben. Zy vormen er zig derhalven valfche denkbeelden van, en dit geheele deel der Natuurkunde word hun onnut. Niets is moeilyker dan de Kinderen tot eene bepaalde overdenking te brengen , wyl deze eene lastige bezigheid is voo? een iederen die aan dezelve niet gewoon , noch in ftaat is haare nuttigheid te bezeffen. Ook vestigen de Kinderen zelden hunnen aandagt, en wanneer zy dit al eens doen is het flegts voor een oogenblik. Lr is derhalven veel beleid noodig , om tée d'en etudier Ia Pratique. Cela fait, qu'ils ne com prennent nen aux inftru&ons qu'on leur dïnne ï qu on veut es faire raifonner fur des idéés fenfible's £g IZnFlï Macn^g,Ba"^ ne Peuc.ieur reprefenterZÏÏ jemenc ües Machines, qu'ils n'ont jamais vues • ils «»«, forment des idées faulfes, & toute cette partifde Ia Phv Cque leur devient inutile. y ny c'e^la^Jfll3 dC P,US diffici,<; * exciter chez 'es Enfans, b e poui tout homme qui n'y eit pas accoutumé, & qui n cit que pour un moment, j] fau£ donc beaucoup d'arc. pour  DER ZIELKUNDE. 37 om hen tot eene wel - aan - een - gefchakelde en ;';' bondige opmerkzaamheid te brengen. Het eer•' . fte gezigt der voorwerpen die onder hunne zini nen vallen verwekt in hen eene drift, die by ••; den menfch algemeen en van zeer veel vermo';. gen is , ik meene de nieuwsgierigheid. Deze ■' 1 dryft hen zeer fterk aan tot veelërlei zaaken , ;• n en befpaart eenen bekwaamen Onderwyzer de • moeite om hen aan te fpooren. Het is genoeg wanneer hy llegts weet hen derwaards te gelei- > den en hunne nieuwsgierigheid te regter tyd op te wekken. Deze drift nu de Kinderen van jongs af aan dryvende naar zinlyke voorwerpen 1 i en zig zeer nauw met de verbeeldingskragt ver1 eenigende , houdt hen daar door zelve te rug \ van alle denkbeelden die afgetrokken zyn , en , van alles wat alleen van het geheugen afhangt. De rede hier van is zeer eenvouwig. De in» drukzelen der zinlyke voorwerpen , en de weder- : pour les amener a reflechir , & a bien reflechir , d'une s maniere fuivie & folide. La première vue des objets fen■ fibles excite en eux un defir trés univerfel & tres puis] ifant chez 1'homme, je veuxparier de la curiofité, ce de- • ifir les pousfe trés fortement vers certaines chofes, il evite a un Inftituteur habile la peine d'aiguülonner les Enfans , il lui fuffit de les guider & de faire naitre a propos , leur curiofité. Or cette curiofité, par cela même qu'cl- • le porte^ d'abord les Enfans vers les objets fenfibles, 1 qu'elle s'allie intimement avec 1'Imagination , les detour- • ne par cela même des idées abftraites, & de ce qui ne 5 tient qu' a la memöire ; la raifon en efl; bien finiple/ Les t ampreffioas dej objets fenfibles, la reaftion de rlmagina- C 3 tion 3 f( eenigende , houdt hen daar door zelve te rug van alle denkbeelden die afgetrokken zyn , en I van alles wat alleen van het geheugen afhangt.  3:3 -Antwoord over de Nuttigheid derkeerige werking der verbeeldingskragt zvn veel leevendiger, en verfchaffen den Kinderen veel aangenaamere gewaarwordingen , dan de werkzaamheden van het geheugen en der overdenking. • Zo nu , gelyk de waare Zielkunde ons leert, de Wet der Geneugte tevens die is des Wils, volgt daar uit noodwendig , dat de Kinderen greetig naar zodanige voorwerpen, die nunne verbeeldingskragt treffen , overhellen en alle andere fchuwen zullen. Hier in, gelyk in alles , moeten wy de wyze fchikkingen bewonderen van den Maaker der Natuur , die ons langs den weg van het genoeglyke tot het nutte opleidt. De eerfte neigingen welke wy gevoelen zyn juist die welke wy eerst moeten involgen ; want ieder menfch die tot afgetrokkene denkbeelden wil overgaan , zonder eerst een genoegzaamen voorraad van zinlyke denkbeelden te bezitten, zal zynen geest met gee- ne tion , font tout autrement vives , & produifent chez les En rans des impreflions tout autrement agreables que les üperations de la Memoire & de Ia reflexion, or fi comme nous l'enfeigne une faine Pfvchologie. la Loi du Plaifir elt en même tems la loi de Ia Volonré , il fuit neceflaiTement de la que les Enfans fe porteront avec avidité vers les objers qui frappent leur Imagination , & s'eloigneront des autres. lei , comme par tout ailleurs, nous devons admircr 1'arrcngement de I'Auteur d.> Ia Nature qui nous conduit è I'utile par la voye du plaifir. Les pre' miers penchans que nous cprouvons , font precifement ceux qu'il faut fuivre les premiers. Car tout homme, QUI YQudra palfer aux idées abftraites fans avoir une pro- vifion  der ZIELKUNDE. 39 ïie dan verwarde en onzekere denkbeelden vervullen. Hy zal misfchien te eeniger tyd een half-geleerde , — maar nimmer zal hy een kundig man worden. Men behoeft het grooter deel der hedendaagfche Schoolinrigtingen flegts ter loops en oppervlakkig te befchouwen, om te zien , hoe verre zy van deze grondregels verwyderd zyn. Welke tog zyn in der daad de voorwerpen , die het eerst den Kinderen voorgedraagen worden? Het zyn grondbeginzelen van den Godsdienst , welker minfte het begrip van den diepzinniglten Wysgeer overtreffen. — Regelen der Spraakkunde , die , behalven dat ze duister zyn en onverftaanbaar, altoos de allerafgetrokkenfte denkbeelden onderftellen. — Een menigte van woorden en fpreekwyzen , uit een vreemde taal overgenomen , die hun als een woeste en vreem- vifion fuffifante d'idées fenfibles, rcmplira fon efprit d'idées vagues & confafes , il deviendra peut-être une foi un demi - favant, mais jamais un homme eclairé. II n'eft pas befoin d'examiner longtems la plupart des Inftitutions modernes pour voir combien cl'es s'eloignent de cette regie. Quels font en effet les objets qu'on prefente d'abord aux linfans ? Des principes de Keligion dont le moindre abforbe toutes les conceptions du plus profond Philofophe; des regies de Grammaire trés fouvent obfeures & inintelligibles, mais qui fuppofent to tjours des abftraclions poiiuecs au plus haut degré ; une mukitude de mots & de phrafes , tirées d'une Langue C 4 . etran-  4° Antwoord oven de Nuttigheid vreemde brabbel - taal voorkomen. Zie daar grotendeels de denkbeelden, welke men den Kinaeren reeds van hun vyfde , zesde , of zevende jaar wil inprenten , wanneer hunne nog zwakke harsfens geen gedwongen en aanhoudend werk uitftaan kunnen. Vervolgens doet men hun zeven of agt jaaren toebrengen , om met veel moeite , doch vrugtloos , een doode taal te leeren , welker fchoonheid zy even weinig als haare nuttigheid bevatten kunnen : Hm of deze oeffening hun niet lastig en verdrietig genoeg viel , kiest men juist die leerwyze uit, die de langwyligfte is en verveelendfte. Men verwaarloost geheel en al het opfcherpen van hun geneugen , 't welk in dezen leevenstyd buigzaam is en vatbaar , en men dwingt hen oplettend te zyn en aandagtig wanneer zv daar toe nog niet bekwaam zyn. Wat is hier Van het gevolg ? De meeste Kinderen worden vol- u. iiiunie. vo.ia pour la plus grande narde les irte™ dont on yeut remplir la tête def Knftn?"" ès cmq fijt, fept aDS, lorsque leur cerveau enéore fa bfe ne peut fupporter un travail forcé & foutenu Knfuue orï leur fait confumer fept ou huit ans, è appréndreTenibla S ^ZrJ^ m°rte ' «SS! pPeSlent ïenm ni ia Beauté, m les avantages , & comme li crrr° etude n etoit pns poUr eux alfe2 dure ^affe^Hfte on cegiige ieur ïviemoire qui eft au mo ns founle & nrnnVf» i retemr , & on les force a fe fervir de a ref Liof facul té qui n'eft pas encore nee chgz eux. (JSlS te?  der ZIELKUNDE. 41 yolyasfen Jongelingen , zonder iets anders te , weeten dan een weinig liegt Latyn , en fom. mige fpreekwyzen van eenen Godsdienst , van ; H welken zy niets begrypen. Volgens deze leerwyze is men , in plaats van de aangeboorene :; nieuwsgierigheid der Kinderen zig ten nutte te : 1 maaken , verpligt dezelve geHadig tegen te 1; gaan , en hen ieder oogenblik uit hunne zogenaamde onopmerkzaamheid te trekken , om . hun het grootlte verdriet aan te doen en den ifterklten afkeer in te boezemen van alles wat ; flcgts Letteroeffening genaamd wordt. Deze !; afkeer duurt niet zelden zo lang als het lee1 ven , en is oorzaak dat veele menfchen hunnen i lceftyd doorbrengen in onweetendheid en dwaa1 lingen ; daar hunne natuurlyke bekwaamheden; - zo die beter opgeleid en beltuurd geweest v» ren , met zeer goeden uitflag hadden kunnen ; ontwikkeld worden. De ! li ? Que la pluspart des jeunes gens parviennent a 1'adc.llescence, fans favoir autre chofe qu'un peu de mauvais Latin , & quelques phrafes d'une Religion qu'ils font bien. eloignés de comprendre. Par cette methode, au lieu de ! s'aider de la curiofité naturelle des Enfans , on eft obligé : de la combattre perpetuellement, de les retirer a chaque : inftant de ce qu'on appelle leurs diftraflions , pour les accablir d'ennui , cc leur infpirer le dégout le plus fort I pour tout ce qui s'appelle etude, dégout qui dure fouvenc i toute la vie, & qui condamne a 1'ignorance & a I'erreur des hommes , dont le Naturel aurait pu fe developper trés heureufement, s'il eut été mieux conduit & mieux dirigé, G jr L'etw-  4% Antwoord over de Nuttigheid De beoeffening van leevende Taaien heeft reeds eemg goed voortgebragt , en fommire misbruiken doen verbeteren. Men heeft begrepen, dat men nutteloos veel tyd fpilde met het maaken van Thema's en met het blokken op de Grammatica's ; dat het aanhoudend leezen , met behulp eener getrouwe vertaald , eens Woordenboeks , of ook van eenen Taalmeester, genoegzaam was, en men heeft langs dezen weg m eenige maanden eene Taal leeren verftaan , waar toe verfcheiden jaaren zouden noodig geweest zyn, zo men zig aan de oude Leerwyze gehouden had. De rede is, dat men veel hgter een merkelyk aantal woorden onthouden kan , vooral wanneer die eene zaak in welke men belang neemt, verllaanbaarvoorliellen, dan men algemeene regelen bevatten kan, die woorden en zaaken betreffen welken men niet kent; daar en boven werken voorbeelden veel fter- j h^Yélüde dr g?r* ^sê» s as, ]i% Sis quis I'habicude du travail * rL £ 00 ' qu' 0nt ac" & ennuvp. v • « ^ r ' & louvent d'un trava l penible ft ennuyeux , fi ces hommes, dis.jCj eprouvent fant de dinv  der ZIELKUNDE. 4S , veele moeijelykheden ontmoeten, en zig gedwongen vinden zo veele voorzorgen aan te i wenden , hoe wil men dan dat Kinderen , ïwien alle deze moejelykheden onëindig zwaairer vallen en verdrietiger , en die de ftraksgei melde hulpmiddelen niet bekomen of gebruiken ;kunnen , zig met goeden uitflag op zodanige izaaken toeleggen zullen ? Moest men niet, i aleer men hun eene Taal onderwees , de lust >:om dezelve te verftaan in hen doen gebooren i worden ? Hoe tog zal men de lust in hen opi wekken , zo men niet begint met hun fommi:ge denkbeelden in te prenten , die overéénIkomftig zyn met den inhoud dier boeken welIken men hen kan doen leezen ? Sommige ':der leevende Taaien zyn niet minder moeije|; lyk dan het Latyn , en echter kan men in één ,;jaar dezelven wel genoeg leeren om goede IWerken, in zoodanige Taaien en in onrym ge- fchree- idifficuUés , & font forcés de recourir a tant de precauItions, comiTienc veun on que des Enfans, pour qui routes ces difficultés font infinement plus fortes , & qui ne Ipeuvent avoir les mêmes fecours , s'apphquent avec fuc|cès a de pareilles etudes. JNe faudrait- il pas avant de leur enfeigner une Langue, faire au moins naitre en eux ]e defir de la favoir , öt comraent leur infpirer ce defir, 1; on ne commencc par leur donner quelques idées anailogucs aux Ouvrages qu'on peut leur faire iire. II y a des Langues vivantes tout auffi difikiles que le Latin , :& ces Langues on peut dans un an les apprendre aflez bien pour entendre les bons Auteurs qui oac ccrk cn Pro- fe,  46 Antwoord over de Nuttigheid fchreeveny te v*rftaan , daar de Kinderen ten minflen vier of vyf, ibmtyds agt of tien iaaren toebrengen om Latyn te leeren, zonde?datzy dan nog zo ver gevorderd zyn j want waar tol T men jonge lieden, die de Schooien door van decoufu, tronqué , quel jugement 1, A, fP F°r CT de \ m^niere dont on fait K« aux Enfans les Auteurs Latins & Grecs. On les transportc tout h coup ;  der ZIELKUNDE. 5i 1 Idaps doet men hen een werk , een dichtftuk [ by voorbeeld , in het midden beginnen; dagellykfch laat men hen eenige verzen van het zelive leezen; kort daar op geeft men hun op dezelfde wyze een anderen Schryver , die wel ras van een derden gevolgd wordt. Op zekeren dag van de week moeten zy Cicero bewonderen ; den volgenden dag Virgilius :pryzen ; den derden dag de fchoonheid der ge|dichten van Horatius verheffen, en dit alilles zonder dat zy van de zaaken iets begrypen, :; zonder dat zy in flaat zyn de aanéénfchakeling [der denkbeelden of de fchryfwyze eens Schryjivers te bevatten. Hier door worden hunne leez-oeffeningen van een geheel jaar even zo beilagchelyk famengelapt als een Arlequins- pakje. 1 Men handelt juist, als of de waare aart en keninis eener taal niet belfond in het verband en iden famenhang der gedagten en der verdeelinI gen, en even als of het mogelyk was eene taal gron- * coup au milieu d'un Ouvrage, d'un Poëme par exem] ple , on leur en fait lire chaque jour quelques Vers, puis ion les jette dans un autre Auteur, de la dans un troiI fième avec la même rapidité. II faut qu'a un certain jout* i de la femaïne ils admirent Cicerof, le lendemain Vi r- 01 le , le fur-lendemain Horace, & cela fans favoir.de rquoi il eft queftion , fans qu'ils puifient faifit Ie til ues i idées, ni la maniere d'un Auteur, & leurs le&ures d'une année fe troavent paria auffi bigarrées & non moins ridi1 cules que 1'habit è'Arlequin. Comme fi le genie d'une Langue ne confiftait pas dans la 'ü;te & dans la livlön des penfées & des periodes, & comme etait posfibl • Da de  52 Antwoord over de Nuttigjiud grondig te leeren , zonder haar waaren aart te kennen. Op deze wyze vermenigvuldigt men de moeijelykheden by uitftek. Nauwlyks begint een Leerling zig aan den ftyl eens Schryvers te gewennen , of hy wordt verpligt een anderen onder handen te neemen , met wien hy weder van vooren af aan beginnen moet. Op deze wyze zetten de jonge lieden hunne Letter- of Taal - oeffeningen voort, zonder dat zy het minfte denkbeeld verkrygen van den ftyl , van de welfpreekendheid , van het geestige en het fchoone der verbeeldingen , of van de juistheid der uitdrukkingen. Het blykt echter dat mannen, die in de beoeffening en kennis der Taaien het verfte gekomen zyn, meest alle een enkelen Schryver uitgekozen, en door denzelven duizendmaalen te leezen en te herleezen, zig deszelfs denkbeelden en wyze van behandeling als 't ware eigen gemaakt hebben. Langs de fe rendre maitre d'une Langue, fans en connaitre le genie. On multipiie ainfi prodigieufement les difïïcultés . au moment oii 1'on commence è s'accoutumer au llyle d'un Auteur, on eft obligé de palier k un autre , ou töuc eft k recommencer, & au moven de cela, les jeunes gens avancent dans leurs ecudes fans avoir la moindre idéé du Style , de 1'elegance des tours , de la beauté des images, de la juftefle des expreffions. Cependant nous voyons que les hommes qui ont le mieux reufil dans 1'etude des Langues ont prcsque tous choifi un Auteur, qu'ils ont lu & relu mille fois, dont ils fe font, pour ainfi dire, appropné les idées & la maniere, & font parvenus ainfi k pofieder la Langue de eet Auteur; or c'eft un principe bien I  der ZIELKUNDE- 53 ie i Langs dezen weg wierden zy de taal van dien !ti ÏSchryver in den grond kundig. Nu is het een ie- jwaare en wel geftaafde grondregel, dat hy die y. één ^reemden goeden Schryver grondig verin ftaat, weinig moeite hebben zal om ook anden re Schryvers in die zelfde taal te verllaan , en t hunne fchoonheden te ontdekken. Deze leeri5 wyze paart het voordeelige met het nuttige, at De Leerlingen zullen , zig aan hunnen Schrya [ver hegtende , den draad en het verband zy:S.. ner denkbeelden volgen , en met de woorden au teffens de zaaken leeren. Ik eifch niet dat r, men hen voUirekt aan een enkelen Schryver ft. binde ; maar ik wilde dat zy nooit meer dan st eenen telfens lazen, en dat zy by denzeiven zeer lange bepaald bleeven. ! Deze aanmerkingen geeven natuurlyk aanleï- ' jding tot veelvuldige vraagen , als : Op welke ' jaaren des ouderdoms moet het leeren van Taa- ïen 5, bien confhté que celui qui connaic a fond un bon Auteur, le aura peu de peine a entendre les aucres, & a faifir leurs ut ibeautés. Cette methode reunit 1'interet al'utilité, les % iEnfans s'attachcront a leur Auteur, ils fuivent le fil da du fes idées , & 1'etude des chofes fe trouvera reünie a cels, Ie des mots. Je ne pretens pas qu'on les borne abfolu■j ment a un feul Auteur, mais je voudrais qu'ils n'en lusIs fent jamais qu'un a la fois, & qu'ils le fuivirent tres lu longtems. :• ia Ces confiderations font naitre naturellement une multw B tude de queltions. Öuel eft 1'age ou il faut commencer , H D s 1'etu-  54- Antwoord- over ds Nuttigheid len begonnen worden ? Aan welke Taaien moet men in dit onderwyz den voorrang geeven ? welke Letteroefeningen moeten vooraf gaan en welke onderwyzingen moet met met dezelven paaren ? enz. — Ik heb reeds gezegd , dat ik niet voorneemens ben hier een ontwerp der Opvoeding voor te fchryven. Ik heb , zo kort my doenlyk was , de voornaamfte denkbeelden voorgelteld , welke de Zielkunde ons ten dezen opzigte aan de hand geeft. Ik laate den Meesters in deze kunst, hun die in dat ftuk meer inzigt en ondervinding bezitten dan ik hebben kan , de zorg over, om deze vraagen te beantwoorden en alle deze byzonderheden in eene natuurlyke en gepaste orde te fchikken. Alleenlyk zal ik zeggen, dat alle de Leerftelzels der Opvoeding, welke men tot nu toe ontworpen heeft, en inzonderheid die , welke men ter uitvoer en tot ftand gebragt heeft, byna alle niet genoeg uitgebreid 1'etude des Langues ? Quelles Langues faut - il apprenöre preferablement ? Quel eft le cours precis des etudes qu'il faut faire auparavant ? Quelles font celles qu' on doit leur afiocicr ? ^c. &c. Je l'ai deja dit, je ne veux point ici tracer un plan d'Educarion , j'ai expofé le plus plus brievement qu'il m'a été poffible les principales idées que fournit la Pfychologie fur ce fujet, je iaifle aux Maitres de 1'Art, è ceux qui ont plus de lumieres & d'expenence que je puis en avoir , le foin de repondre a ces queftions, & de ranger tous ces details dans leur ordre naturel. Je dirai feulement que les fyftemes d'Education cu'on a formée jusqu'ici, cVfurtout les etabliiTemens qu'  der. ZIELKUNDE. 55 &yn, en van geen genoegzaam getal bekwaame Leermeesters in de verfchillende Weetenfchappen voorzien. De beoelfening der doode taaien is voor de meeste menfchen van geen groote noodzaak! ykheid. Krygslieden ; Menfchen die naar hun vermaak en den hedendaagfchen trant leeven ; Kunftenaars en Handwerkslieden van allerlei foort , kunnen dezelve zeer wel ontbeeren : dit blykt, wyl zeer weinigen van deze lieden die Taaien verftaan , en het geene zy in hunne jeugd 'er van geleerd hadden, wel ras vergeeten hebben. Men behoordt echter deze zo talryke klalfen niet te verzuimen, maar hun onderwyz te verfchaffen, dat hun nuttiger en met hun beroep en leevenswyze overëenkomftiger is. Wanneer zy alle de noodige kundigheden verkreegen hebben , kunnen zy ver--* volgens , zo zy lust hebben , overgaan tot het leeren der doode taaien ; maar hen daar toe te dwingen is genoeg om hun een onöverwinlyken af- on a executé, font presque tous trop bornés & rescreiuts è un trop petit nombre des gens. Pour la plus grande partie des hommes, les Miiuaires , les Gens du monde, les Artiftes, les Ouvrjers dc toute efpece, 1'etude des langues mortes n'eft point une etude de première neceffité ; la preuve en eft qu'il y en a trés peu qui les pofledent, & qui n'ayent oublié en peu de tems ce qu'ils en ont appris dans leur jeunefle. 11 faut avoir egard cependant h des clafTes fi nombreux , & leur preparer des inftru&ions plus utiles , plus analogues a leurs occupations , a leur genre de vie. Quand ils auront été fuffifamment eclairés , ils feront a même enfuite d'apprendre les Langues m * D 4 mor-  56 Antwoord over de Nuttigheid afkeer 'er van in te boezemen. Men befpeurt maar al te zeer , dat het meerder deel der inngtingen ten dienlte der opvoeding, ingevoerd zyn ten tyde van de wederöpregting der Weetenfehappen dus in eenen tyd, wanneer de weinige kundigheden alleen in het bezit der Monniken waren, en wanneer geheel Europa, nauvvlykfch der woeste onweetendheid onttoogen , niets anders zogt dan Theologanten en Regtsgeleerden aan te kweeken. Dit oogmerk alleen bewyst genoegzaam, hoe verkeerd, hoe gebreklyk die inrigtingen zyn. — Is het nauurlyk ? is het billyk, het welzyn van het geheel aan dat van één der deelen op te offeren ? Waar toe tog kunnen Godgeleerden, — waar toe kunnen Regtsgeleerden dienen, zo lange het Menfchdom in 't algemeen diep onkundigis : zo lange het voor den Godsdienst geene achting, — voor de Wetten geen ontzag heeft, zo menT VS,165 l f°rcer' c'efr ,cs en deS°utei- abfolu. Sences f ° °nt été formés au ^nouvellement des les moines . & ou 1'fcurope fortanc k peine de Ia Barfaarie fukes gCe ffr VVr*** Tbeo!o^s & ^es |urisconju ces. Ce uur. feul fuffit pour prouver combicn ces eta- eit - U jufte de facnfier ainfi le touc a la parcie P A auo fes hltVU' t$ Th^giens & des JurisconfultÜ fi clêr ni h, Rp|-fteDC- ,,gn°IranS ' S'ils ne Pcuvenc aPP'c" ciei di Ia Rel.gion ni les Loix, & s'ils font en proye aux pre-  der ZIELKUNDE. 57 zo lange het llegts de prooi is der eerfte dwaalingen en vooröordeelen, welke men het zelve doet inzuigen? Het onderwyz in de verhevener' Weetenfchappen moet vooral niet te vroeg begonnen worden. Nimmer moet men het zelve aanvangen aleer het verftand der Leerlingen ryp, —• hunne oplettendheid fterk geworden is en hun* ne harffenen in ftaat zyn tot eene tamelyk langduurige infpanning. Men zal door dit uitftel geen tyd verliezen ; wyl het 'er niet op aankomt om vroeg , — maar wel om wezenlyk en op den duur kundig te zyn. Daarenboven, zullen de Kinderen reeds verre genoeg gevorderd zyn, zo zy alle de zinlyke denkbeelden, van welke ik hier boven reeds gefproken heb , en die de waare grondflag zyn der weetenfchappen , wel in hun geheugen behouden hebben. Men premiers prejugés , aux premières erreurs , qu'oa voudra leur faire adopter. Quant aux fciences plus relevées, il eft trés important de les commencer tard , & de n'y appliquer l'efprit des Enfans que lorsqu'il fera mur , que leur attention aura acquis des forces, & que leur cerveau fera en etatdefoutenir une application un peu longue. Ce retard n'occafionnera aucune perte de tems , paree qu'il ne s'agit pas de favoir de bonne heure , mais de favoir bien & Iongtems, & que d'aüleurs files Enfans ont confervé toutes les idées fenfibles , dont j'ai parler plus haut, & qui font lés vrais materiaux des fciences, ils feront deja afiez avan; D 5- cés.  33 Antwooud over de Ntjttichhd Men laate zig niet verleiden doorliet voorbeeld van fommige Kinderen, die reeds"zeer jong de Wiskunde beoelFenden en in dezelve vorieringen fcheenen gemaakt te hebben. Vooreerst bewyzen eenige weinige uitzonderingen niets : ten anderen moet men een zeer groot onder' . fchem maaken tusfchen eenen Jongeling , di» verfcheidene Leerffeilingen der Meetkunde van buiten geleerd en onthouden heeft, en eenen anderen , die derzelver verband en toepasfing verftaat. Deze laatfte is op den weg om een Meetkunftenaar te worden; daar de eerfte flegts als een welgeleerde Papegaai aan te merken Is. Niets tog is gemeener, dan die vroeg-wro Jongelingen, van wien de Leermeesters te goeder trouw zo veel ophef maaken , na eene opgefmukte vertooning van kundigheid, eensklaps te zien verftomd en verbyfterd worden op de hgcfte voorftellen, of op de geringfte verfchik- king Th^mpc ?nfUer UD Jeune homme 1ui retient plufiéurï Iheoremes de Geometrie, d'avec celui qui enPS L delenni?rVaPP0,'tS? Ce,U,'-ci ^ réelleme^ è même de quer. Kien de plus ordinaire cependant que de voir r« jeunes gens fi precoces , que leurs maitre^ vanten de fi tion» .1  der ZIELKUNDE. 59 king der gewoone Leerwyze. Alieenlyk by het van buiten leeren hunner lesfen bepaald, zyn zy niet in ftaat over dezelve te redekavelen ; ook zyn zy na verloop van eenige jaaren genoodzaakt van nieuws af aan te beginnen. Het weeten van veelërlei z aaken, gepaard met eene uitgebreide beleezenheid en een zeer fterk . geheugen , is genoeg om een geleerd Man te zyn; doch het waare — het grondige begrip, der Weetenfchappen niet alleen, maar ook van derzelver toepasfmg , wordt volftrekt vereifcht. om een Wysgeer , — om een kundig Man te zyn. Wyl het voornaame oogmerk der Wysbegeerte alieenlyk is , den menfchen te leeren , hoe zy alle voorkomende zaaken in derzelver waaren famenhang en betrekkingen befchouwen zullen , is het klaar , dat de beoefTenmg van die Weetenfchappen , welke de oplettendheid i ver- tions les plus fimples, par le plus leger changement d'ordre ; immobiles fur leurs leeons, ils font incapables d en raifonner, aulfi au bout de quelques années ils font reduits a tout recommencer. Une grande multitude da connaifiances, une vafte lefture , une memoire prodigieufe peuvent bien faire un Dofteur , la perception des rapports & des vrais rapports peut feule faire un Philoiophe, un homme éclairé. Puisque le principal objet des Sciences Philofophiques eft d'enfeigner aux hommes, la maniere d'en vifager les chofes fous leurs vrais rapports, il eft evident que 1'etude des fciences qui forufient 1'attention , & donnent de la  o Antwoord ovlr de Nuttigheid verfterken , en het oordeel juiste denkbeelden doen vormen, het eerfte in aanmerking komen moeten. Het is derhalven de Wiskunde die ranTbeHeed?2 * W*t^ -ften rang bekleeden moet. Die Weetenfchap is van algemeen nut; zy fcherpt het vernuft, en baant aan het zelve den weg tot ontdekkin* tn r^-, De NatuurkuSde inzondeS kan haare hulp niet ontbeeren. De Wiskunde dan , gepaard zynde met de kennis der Natuurlyke Hiftone , maakt de waare en egt. Redeneerkunde uit, welke niet meer, als voorheen beftaan moet, in eene verwarde ftapehng van Schoolgeleerde onderfcheSen blyklyke doch ln der daad p re Voortellen ; maar alleen in het leeren en vo gen der regelen en redeneeringen s welker W men m het naarfpeuren der waaiJl ondervonden heeft. Aleer men de jonge heden gela juftefle a 1'efprit doit nreceJpr rrfi» ja. > r ■ ceJes & des regies que 1'experiencö a prouvé être uSï°« dans la recherche de la verk Ce ntfq^S cxercé  Dtn ZIELKUNDE. . rèmes r?ifönsre ^""^ genS d'étre vi£Hmes de Pa" Si Ia Nature & les circonftances introduifent neceflairement une grande diverüté entre les individus . & fi les linfans montrent deja dans les premières années de leur vie , des dispofitions & un naturel trés differens , fi 1'on Sf ^r? P!"'a01? moins d'aP£,'tude a des certaines cliolcs, & (1 les obfhcles qui arrêtent les uns n'apportenc aucun cmpechement aux autres, il fuit dela que 1'Education tjoit s'accommoder a ces duTerences , qu'il faut fuivre  der ZIELKUNDE. 65 het verftand der Kinderen volgen; — dezwaafigheden die den Kinderen het meeste hinderlyk zyn, moet tragten te ontdekken , en de orde, in welke men hun de denkbeelden voordraagt, zo lange verfchikken , tot dat men die gevonden heeft, voor welke hun verftand natuurlyk meest vatbaar is. Men moet zig derhalven wanten van alle Leerftelzels die te algemeen , Ö van alle regelen en fchikkingen die te juist en te zeer bepaald zyn. Eene al te onverzettelyke en volftrekt bepaalde Leerwyze is even hetzelfde, als de bedftede, welke de ontmenfchten huiswaard wilde dat aan alle de ongelukkigen, welke hy 'er door dwang op deed nederliggen , pasfen zoude, dus hy den eenen met geweld de leden uitrekte , den anderen dezelve afknottede. Het is zekerlyk eene zwaarigheid in de openbaare Schooien , dat men genoodzaakt is een groot getal Kinderen , die in neigingen en bekwaamheden zeer verfchilien , by eikanderen fuivre habilement Ia marche de Pefprit des Enfans, cher* cher è decouvrir les difficultés , qui leur font le plus de peine, & varier 1'ordre , dans lequel on leur prelente es idées, iusqu'a ce qu'on ait trouvé celui qui entre le plus naturellement dans leur efpric. II faut fe garder par confequent de tout fvfteme trop general, de toute regie trop precife & trop determinée ; une methode trop roide & trop abfolue, reflèmble au lit de eet hote inhumam qui voulait que tous les malheureux , qu'il foreait a sy etendre , fuffent de la même longueur. C'eft faus doute un des inconveniens de 1'Education publique , que d'être obligé de reunir un grand nombre d' Enfans megaus par XX. Deel, E 1«  66 Antwoord over de Nuttigheid ren te plaatzen , en hen allen denzelfden weg te doen houden ; ook is het zeker dat hoe meer men hen verdeelen kan, hoe nuttiger het voor hun zyn zal. Dan wanneer men aan de andere zyde hen, wien men de byzondere opvoeding der Kinderen toevertrouwt , van naby beziet, vindt men zig niet zeer aangemoedigd om hun onderwys , boven dat der openbaare Schooien, te verkiezen. Wie zyn tog doorgaands die Leermeesters, welken men het byzonder beftuur over de opvoeding en het onderwys der Kinderen aanvertrouwd ? Het zyn jonge lieden, die zelve nog geen volledige opvoeding genooten hebben ; — die veeltyds in de fraai]e Letteren en in de Wysbegeerte flegts zeer oppervlakkig geoeffend zyn; die zelfs geen tyd gehad hebben om het geene men hun geleerd heeft na te denken , en 'er zig duidlyke denkbeelden van te vormen ; veel minder om tou.la même route, & il .ft certain que p!us on ™ J les d.vifer, & plus on leur fera de bien. Maisquand on examine ceux auxquels 1'on conrle les jeunes gens dans 1 hducauon prtvée, on n'eft gueres tenté de la preferer J l m.aucation pubique. Qui font ces Precepteurs auxquels on confie pour 1 ordinaire' les Enfans. Ce font des ?eu! nes gens dont 1'^ducation n'eft point encore firne , qui ?o.IZ t >6S f f df, beiies Letcres & de Philofophie, SflppWPfès fuPc:fic,flles » q«i n'ont point eu le terns dè ff™? ce.Su on 'e"»- a enfeigné & de s'en former des idets claires, bien moins encore celui de cheicher la me- thods  der ZIELKUNDE. 67 om de gefchiktfte wyze te ontdekken , door welke men het verftand der Kinderen voor het onderwys vatbaar maaken moet. Ook ftraalt in hunne Lesten zelden goede fchikking of fmaak door. Gemeenlyk heerfcht in dezelven eene ftyve en verveelende eenvormigheid; de woorden bekleeden doorgaands de plaats der zaaken; zy gewennen de Kinderen veel meer aan eene Haaf achtige herhaaling hunner Lesfen , dan aan het bevatten van derzelver waaren zin en oogmerk. In een woord , men ziet klaar dat zy Lesfen geeven , veel meer om te voldoen aan de verbinteniffen welken zy aangegaan hebben, dan om den Kinderen die vorderingen te doen maaken , voor welken zy vatbaar zyn. Wy zullen ftraks tot dit ftuk te rug komen in het verhandelen der Zedelyke Opvoeding, tot welke wy nu overgaan. Zo thode ia plus propre a faire entrer les inftrucTions dans 1'efprit des Enfans. Auffi leurs lecons font trop fouvent depourvuës d'ordre & de choix , il y regne pour 1'ordinaire une Monotonie qui rebute, les mots y tiennent frequemment la place des chofes , ils accoutument les Enfans k repeter fervilement ce qu'ils leur enfeignent, plutot qu'a en faifir 1'efprit & le fens , enfin 1'on voit qu'ils donnent des lecons , pour fatisfaire aux engagemens qu'ils ont pris, plutot que pour faire faire aux Enfans les progrés dont ils font fufcèptibles. Nous reviendrons k ce fujet en traitant de 1'Education Morale dont nous allons nous occupcr. E * Si  68 Antwoord over de Nuttigheid Zo de vorderingen welke de menfch in de Weetenfchappen maaken kan, afhanglykzyn en van de overëenkomften of betrekkingen welke hy tusfchen de denkbeelden befpeurt , en van de wyze volgens welke hy die overëenkomften en betrekkingen in famenhang en verband weet te brengen , dan hangen ook zyne vorderingen in de deugd af van de betrekkingen , welke hy tusfchen zyn gedrag en zyn geluk vindt. Hoe meer zyn verftand verlicht wordt , hoe meer hy tot de waare kennis dier overëenkomften naderen , — hoe meer hy der vroomheid en deugd aankleeven zal; want in alle goede Zedekunde zyn de begrippen van deugd en die van het nutte volftrekt eenërlei. Alieenlyk moet men zig wagten aan het woord nut gee- ne verkeerde betekenis te geeven ; geen fchynbaar met een wezenlyk nut te verwarren; of een kortftondig geluk voor het waare geluk des Si les progrès que I'homme peut faire dans les fciences dependent & des rapports qu'il appercoir entre les idées, & dc la maniere dont il fait enchainer & combiner ces Tapports, les progres qu'il peut faire dans la vertu dependent des rapports qu'il trouve entre fa conduite & fon bonhcur ; plus il fera eclairé, plus il s'approchera de la connaiffance des vrais rapports, & plus i! s'attachera a la probité & è la vertu. Car en bonne Morale, les notions de vertu & d'utilité font parfaitement Synonymes, il faut feulcment prendre garde de fe trompcr fur ce mot d'utilité, de confondre une utilité apparente avec une utilité réelle , Óc de prendre un bonheur paffager pour le veritafale bonheur de 1'hoinme. C'eft a bien diftinguer 1'aoparent du réel, & a raettre les hommes en état dc faiflr eet-  du ZIELKUNDE. 69 des menfchen te neemen. De Zeden-leeraars, ,: zy inzonderheid die zig met de Opvoeding bemoeijen , moeten vooral zig toeleggen om den Ifchyn van het wezen der zaak wel te onder! fcheiden , en om de menfchen in Haat te ftelI len dat onderfchcid wel te bevatten en zig het : zelve ten nutte te maaken. De voomaame I Dryfveer van 's menfchen daaden is de Zelfs liefde , of, 't geen op het zelfde uitkomt, de izugt naar geluk. Dit is eene zielkundige waarIheid , welke men wel dikwerf verduisterd — idoch nimmer heeft kunnen doen wankelen. iEen wezen dat zig zelve niet beminde zoude niet kunnen in wezen blyven ; het zoude niets tot zyn zelfs-behoud aanwenden , en zo de menfch ooit iets anders wilde clan dat geene , thet welke hy tot zyn eigen best dienftig acht , : zoude hy in die oogenblikken ophouden zig (zelve te beminnen ; en dit fluit eene volftrek; te tegenftrydigheid in. Wat heeft men byge- bragt cette di;tinct.ion & d'en faire ufage, que doivent travaili]er les Moraliftes , & fur tout ceux qui fe meient d' hdu:cation. Le premier mobile des aftions de 1'homme eft 1'amour de foi-même, ou ce qui eft Ia même chofe 1'amour du bonheur , c'eft la une verité Pfychologique qu' ion a fouvent trouvé moyen d'obfcurcir, mais qu'on a jamais pu ebranler. Un Etre qui ne s'aimerait pas foi même, ne pourrait pas exifter, il ne ferait rien pour fa propre confervation , & fi 1'homme ne voulait pas toujours ce qu'il croic etre fon grand bien , il ceflerait dans ces momens la de s'iaimer lui • même , ce qui eft contradictoire. Qu'a- t«on fait pour attaquer une theorie fi fim^ E3 ple?  jo Antwoord over de Nuttigheid bragt om eene zo eenvouwige Leere te beftryden ? Men heeft den zin der woorden verdraaid. Men heeft den aart van 't gefchil-ftuk geheel en al veranderd. In de plaats der zugt tot geluk heeft men een laag en vuil eigenbelang gefteld; — eene uitfluitende aankleeving aan dat geene alleen wat ons eigen perfoon betreft ; — eene ganfchlyke overgegeevenheid aan de dierlyke vermaaken, zonder dat men in aanmerking genomen heeft, dat de zugt tot geluk zo wel de edelmoedigfte —, de verhevenfte gevoelens influit, als de vleefchlyke lusten; — dat het vermaak , 't welk eene verhevene ziel in het weldoen vindt, verre de wellusten overtreft in welke een losbandige zig baadt; — dat de geneugten der ziel dikwerf veel leevendiger zyn dan die van het ligchaam, en dat niemand ooit eene loflyke daad deed , zonder in het verrigten derzelve genoegen te fmaaken. Het zonderlingfte is dat dezelfde Zeden-leeraars , ple ? On a changé le fens des mots , on a denaturé la qucftion , on a fubftitué ö 1'amour du bonheur un interec bas & fordide , un attachement exclufif a ce qui nous regarde perfonnellemcnt, un devouement entier aux plaifirs Phyfïques , fans (bnger que 1'amour du bonheur embraffe auffi bien les fentimens les plus genereux & les plus elevés que les appetits charnels, que les plaifirs de 1'ame jont fouvent beaucoup plus vifs que ceux du corps, que la (atisfaftion qu'une ame noble retire de Ia bienfaifance eft au defïus des voluptés dans lesquelles fe plonge un libertm , cc que jamais on n'a fait une belle aétion , fans avoir du_p!aifir a la faire. Ce qu'il y a de finguüer, c'eft que  der ZIELKUNDE. y.i rrars , die zo hevig tegen de zelfs - liefde uit* vaaren ; — die zo gul en vriendlyk den menfchen gevoelens toefchryven , die geheel met geenërlei foort van zelfs - liefde gemengd zyn ; dat, zeg ik , die zelfde Leeraars vervolgens alle moeite aanwenden, om ons de gelukzaligheid der Vroomen op het verrukkelyklte af te fchilderen; om de geneugten der ziel verre boven die van het ligchaam te verheffen; om ons onöphoudelyk de vreugden van het Paradys en der eeuwige Gelukzaligheid voor te ftellen. Laaten die Mannen , die, terwyl zy tegen de vooröordeelen uitvaaren , zo zeer met dezelven ingenomen zyn, tog met hun zeiven overeenflemmen. Laaten zy nimmer uit het oog verliezen , dat het fraaijer is waarheden dan hartroerende zaaken voor te draagen, en laaten zy tog eenmaal ophouden eene Zedekunde , die alleen gefchikt moet zyn om de zelfs - liefde que ces mêmes Moraliftes qui inveclivent contre 1'amour propre avec rant de viokmcc , qui pre ent fi gratuitement aux hommes des fentimens denué* de tout efpece d'amour de foi-mê.ne, mettent enfui'e tous leurs foirs a nous faire des peintures raviflantes de la fe'icité des gens de bien, a elever les plaifirs de f'ame au defiiis de ceux du corps , qu'ils nous parlcnt fans êfsfe de* joyes du Paradis, & de la beatitude eternelle. Qu'iis s'accordent donc avec eus mêmes, ces hommes qui donnent tant au preju^é, tout en dedamant contre les prejugés, qu'ils faftent attehtjon que s'il eft beau d'être patht-tique , il eft encore plus beau d'être vrai ,„& qu'ils ceffent de remplir d'antitheles E 4 dc  72 Antwoord ovlr de Nuttigheid menfchen hun waar geluk te doen kennen , vullen § 611 ^^eg^kheden te ver' De menfch die waarlyk zig zelve liefheeft, *au\?? °? de plaatS' welke ^ in deze waeield bekleedt, acht geeven 3 en de betrekkingen welke hy op andere wezens , inzonderheid op zyne medemenfchen heeft, in het oog nouden. Hy zal gewaar worden , dat ieder Wezen werkzaam zyn moet , overëenkomftig deszelfs eigen aart en de betrekkingen welke het heeft op alles dat rondom het zelve is • dat zonder dit, dat Wezen gevaar loopt zig zelve of andere wezens te befchadigen of te vernielen ; ~ dat , om geduurigen aanftoot en een geltadigen twist en oorlog van allen tegen allen te verhoeden , men zorgvuldig alles, dat an- Hommes a connaitre leur vemable bonheur. cht'!"r,mT V S>aime ve"tablemenc lui-même, refle- v£ l£ y plaCe qa I';°CCUPe dans ce monde? Vobfef. vera les relations qu'il foutient avec les autrcs êtres: * furtout avec fes femblables. 11 fenti-a que tout Etre Jg-r convenablement a fa propre nature"! aux r ppoS mult Tha^^1 , envii:onnC' ^ue fans ceia ce K t.es ErT f n 'Un'e lü' même' ou de detrUi>e d'auties jties , & que pour eviter des chocs continuels un e te rfnn'e dE t0US COntre tous' 11 f™< foianeufement tvnei ce qu, peut nmre aux autres hommes: & fe coS' duire  der ZlELK U ND E. 73 1 anderen fchaden kan , myden en zig gedraagen moet op die wyze, welke de gefchiktfte is om het algemeene Welzyn te bevorderen. De deugdzaame menfch is derhalven die , die op de redelykfte wyze zig zelve lief heeft ; 1 dus moet het oogmerk eener goede Opvoeding voornaamlyk zyn , den Kinderen te leeren op die wyze zig zeiven lief te hebben, en om de- ■ : ze rede moet men beginnen met hun verftand [ 1 te verlichten , wyl de wil door de oordeelen van het verftand bepaald wordt en dat geene ; verkiest, het welke hy vindt het beste te zyn. ! Om derhalven in de ziel der Kinderen de eerfte grondflagen der deugd te leggen, moet men den kring hunner denkbeelden zo veel mogelyk is uitbreiden. Men moet hen gewennen op de gevolgen te letten van het geene zy doen en : zien doen. Ik begeer niet dat men hen van 1 eerst af aan lastig valle met de veelbeduidende woorden van Orde , — van zedelyk goed of kwaad. duire de Ia maniere la plus propre a produirc le bien general. L'homme vcrtueux eft donc celui qui s'aime de la maniere Ia plus raifonnable, il faut donc qu'une bonne Education enfeigne aux Enfans a s'aimer ainfi , & pour cela il faut comrnencer par eclairer leur entendement, puisque Ia volonté fe determine fur les jugemens de 1'entendement, & choifit ce qu'il a trouvé etre lemeilleur. Ainfi pour jetter les prera ers fondemens de Ia vertu dans I'ame des Eiifins, il faut etendre leur point de vuë autantqu.il eft poffible, il faut les accoutumer èfuivre les confequences de ce qu'ils font, &de ce qu'ils voyent faire. Je ne pretends pas qu'on lesaccable dès 1'entrée des grands mots d'ordre, de bien cc de mal maft s ral,  74- Antwoord over ce Nuttigheid kwaad. Ik heb niet vergeeten het geene ik hier boven , van de moeite die het den Kinderen kost om afgetrokkene denkbeelden te bevatten en 'er zig aan te gewennen, gezegd heb Ook wil ik niet dat men hen rukke uit den kring der zinlyke denkbeelden , binnen welke hunne jeugd hen bepaalt ; maar ik wenfchte dat men hun de kwaade gevolgen der boosheid en ongeregtigheid , zelfs onder hunne medemakkers , deed opmerken. Dat men hun de onheilen voor oogen hielt, welken zy, die anderen zonder rede beledigen en verbitteren zig op den hals haaien , zq wel als den haat welke men den zodanigen toedraagt, en de verachting welke zy op zig laaden. Men doe hun opmerken, dat een Kind , 't welk andere zoekt te mishandelen, meest altyd zelf mishandeld wordt, — Dat een Kind , 't welk aan andere het geene hun toebehoort ontneemt ten laatften doorgaands zelfvan alles beroofd wordt. In ral je n»ai pas oublié ce que j'ai dit plus haut de la difficulté qu'eprouvent les Knfans a faifir les abftraftionsTa s y accouturner, je ne veux point qu'on Ie tire du cercle didées fenfibles dans lequel leur age les renferme ; 3 je veux quon leur fcffe voir les mauvais effets de Ia me- , n?nnnemPr& t ' W'Ce * m?mc Parmi Ieurs camaradTs , qu on mette fous leurs yeux les maux que s'attirent ceur qu. ofTenfent les autres lans fujet, la haine qu'on leurpoï SrJr ™e?mrd?nc ,,s.fe ?ouvrenc » q^'on leur faue oblei ver qu un Lnfant qui enleve aux autres ce qui leur aopament ficit presque toujours par etre depoa;ilé de ce qu' il  MK ZIELKUNDE. 75 In een woord : ik wilde dat men geene dier gebeurteniffen , hoe gering ook, die eenigzins bewyzen eener uitdeelende regtvaardigheid opleveren, onaangemerkt liet, en dat men, naar nrate de Kinderen opwasfchen , hun gebeurteniffen voorhield die (leeds gewigtiger zyn en treffender. Het zien van een in wellusten gedompelden menfch en het daar op volgend befchouwen van een Gast- of Ziekenhuis, met de bejammerenswaardige flagtöffers der onmaatigheid en ontugt vervuld , zullen hunne verbeelding fterk treffen en op dezelve eenen indruk maaken , w^elke van tyd tot tyd levendig gemaakt zynde , hun tot een veel vermogend behoedmiddel ftrekken zal. Men kieze zorgvuldig en met oordeel die ftukken der Historie uit , welke men hun wil doen leezen. Dat het verhaal van de overwinningen der heerfchzugtigcn altyd gevolgd worde door het verhaal van de rampzalige gevolgen hunner heerfchzugt en il a. En un mot, je veux qu'on ne negligé aucun de ces pents faits qui font des efpeces de preuves d'une julbce diftributive , & qu'a mefure que les Enfans grandifient „ on leur faffe remarquer des faits plus importans, & plus propres a les frapper. La vuë d'un homme pïcngé dans 1'yvreffe , le fpedacle d'un Hopital rempli des triftes victimes de la debauche , frapperont leur Iraagination , y graveront des tableaux qui rappellés de tems en tems feront pour eux un puiffant prefervatif. Qu'on choifiue avec foin les morgeaux d'Hiftoire qu'on leur fera lire , que le recit des triomphes des ambitieux foit tcujours fuivi des funeftes cocfequences de leur ambition , de leur cliute  ?6 Antwoord over de Ndttishbid en van hun doorgaands fpoedigen onderen? zo wel als van alle de onheilen welkfzy den volken toegebragt hebben. Hier uit neeme men gelegenheid , om hen op den fta t Z ïïft&S1 TQ Maatr^PPy TaLn verö" onderhn, link ^ *Y ZJn ' °m tot elkander* ne hnn i ^ Tde te Werken' Me» vertoone hun de onheilen , die uit een te zeer be- £ verkeerd begreepen eigenbeLgToor _ ipiuiten. Men moet zig derhalven niet vergenoegen met het verftand der Kinde en tl ver v.CnT; himjuiste ^nkbeelden e geeven me hunTer6 het Wezenl?k »K met bun het onderfcheid te leeren tmf>L« goed en kwaad ; en hun de Sd"^ ichynlylvheid , te doen ontdekken. Dit alles is met genoeg ; men moet hen danr en Doven behandelen als redelyke Wezens ; men moet aan inotifi  der ZIELKUNDE. 77 ;; aan de beweegredenen van hun gedrag kragt en fj 1nadruk byzetten. De rede hier voor is zeer e ; 1 eenvouwig en klaar. De menfch is een Wet : zen, begaafd met gevoeligheid en verbeeldings. kragt. Deze begaafdheden hebben by hem meest altyd veel vermogen. 'Er wordt zeer 3 1 veel tyd en zorg , met zeer gunftige omftandigheden gepaard, verëifcht, om de overpeinsde denkbeelden zo verre te geleiden , dat zy de zinlyke denkbeelden opweegen. De menfch zou byna altyd verleid en weggefleept worden door de zoetvoerige beguigchelingen der , driften en de verleidende aanlokzelen der zonde , zo men, om hem daar van af te wenden, geene dan afgetrokkene beweegredenen , en alieenlyk denkbeelden aanvoeren wilde, die nog 1 door hun verband met de zinlyke denkbeelden, geen genoegzaame kracht verkreegen hebben om op hem indruk te maaken en hem in Haat te motifs de leur conduite. La raifon en eft bien fimple. C'eft que 1'homme eft un Etre doué de fenfibilité & d'Imagination , que ces facultés ont presque toujours chez lui beaucoup de force , qu'il faut beaucoup de tems, de foins & des circonftances trés heureufes pour que les idées reftechies parviennent au point de contrebaiancer les idées fenfibles, que par confequent 1'homme ferair presque toujours entramé par les douces illufions des paffions, par les attraits fedu&eurs du vice , fi 1'on n'employa;t pour 1'ert détourner que des motifs abftraits , que des idées , qui nV"r pu encore acquerir par leur afibaation avec des idées fenfib.es , affez de force pour influer puiflamment fur lui, &  ?8 Antwoord over de Nuttigheid te fteïlen, om aan de hevigheid der verzoekingen wederftand te bieden. Hier moet men het Zedelyke met het Natuurlyke te hulpe komen. Men moet de verbeeldings - kragt tegen haar zelve wapenen : de eene hartstogt tegen de andere ftellen. By de verlokkende Tafereetón der Wellust voege men de afbeeldingen van de fchnkïyke gevolgen der losbandigheid en ontugt. Men vertoone hun den heerfchzugtigen het flagtöffer van zyne listen en vertreeden wordende door zyne vyanden. - Den nydigaart, door den geesfel der raazernyen geteisterd wordende. Deze laatfte tafereelen fchildere men zo leevendig en kragtig , dat zy den menfch in het midden zelfs zyner vermaaken, doen zidderen. Dit is het eenige middel om de kragt dier heimelyke neigingen , die het eerlte op de jonge lieden beginnen te werken tegenftand te bieden ; om die onbekende be- wee- & pour Ie mettre en etat de refifter a 'Ia vivacité des tentaaons II faut luppléer alors au moral p fique, il faut armer 1'Imagination contre lMriagination lier aux peintures feduifantes de la volupté^I tabTeau des horreurs de la debauche, & de fes cruellés Sfrïf montrer 1'ambitieux fuccombant fous fc^pTop^s" ces & fouléaux pieds par fes ennemis, Pen view des ch.ré par le fouet des furies, & donner è ces dermerls images affez de coloris & affez de vie, pour faire tm bier 1 homme dans Ie fein méme de fes pla.fi" Ceft le feul moyen de, faire equ.libre è ces Lees fourdes qu. commencent a agir fur les jeunes gens, de Sodere? ces  der ZIELKUNDE. 79 weegingen , die hen zo geweldig doen wagge! len , te maatigen en hunne hartstogten te behoeden voor eene ongeregeldheid , die onver: mydlyk kwaade gevolgen na zig lleept. Die neiging tot gezelligheid, tot vriendfchap ; en tot weldaadigheid , welke men in het meerdere deel der menfchen vindt , befpeurt men inzonderheid by de Kinderen. Niets is gemaklyker dan hunne erkentlykheid gaande te maaken , en in hun het vermaak leevendig te doen worden, 't welk ieder braaf gemoed in het weldoen fmaakt. Deze geneigdheden zyn den menfch zo natuurlyk eigen , dat de geringfte gelegenheid dezelven doet ten voorfchyn koI men. Zy vervullen de ziel met de zoetffe en ftreelendft e gewaarwordingen. Zy vermeesteI ren haar zeer gemaklyk, zo lange zy niet door I lïerkere hartstogten, door hevigere en uitfpoo- rige- ces mouvemens inconnus, qui les emeuvent fi puiflam* mant . & dc preferver leurs fens d'un desordre qui rend le mal inevitable. Ce penchant a la fociabiüté, a 1'amitié, k la bienfaifance , qu'on remarque dans la plupart des hommes eft fur' tout fenfible chez les Enfans. rien de plus aifé que d'ex» citer leur reconnaiflance, de developper en eux le plaifir que toute ame men née trouve è faire du bien. Ces affeclions fonr fi naturelles a 1'homme que la moindrc occa« fion les fait naure. hlles rempliffent 1'ame des fentimens les plus doux & les plus flatteurs Elles s'en emparent avec la plus grande facilitó, lorsque des affedions plus fortes ,  So Antwoord over de N&utéBOD rigere driften beinagtigd is. Zy gewennen haaf r.en§tZ01!ge dei?kbeelden ™ gemaatigde neigingen. Ongevoelig veroorzaaken zy in haar eenen afkeer van alle overmaatige oeffening de werkzaamheid. Naar deze neigingen wordt de teZ^T^ , Dê m^hlielendheid en weldaadigheid worden deszelfs grondflag De geduange geneugten, welke de menfch uit het verrigten van goede daaden geniet, verlterken die fehoone hebbelykheden °in hem langs hoe meer. De rede niet beroerd wordende door het geweld der hartstogten , behoudt haar gezag en haare uitfpraaken worden fteeds in acht genomen. De Menfch gewent zig tot dien ftaat van vreede aangenaam geluk en gerustheid. Hy vermeldt alles wat hem te zeei^zoude kunnen ontrusten of doen wankelen; hy fchuwt de hevige aandoeningen, die met die gemoedsgefteldneid , welke hy het meeste bemint , ftrydig fortes, des pasfions plus violcntes & plus exasrerées nP sen lont pas encore emparées, cllea 1'accouSent è des dces douces, è des penchans moderés , elles ]J dornenc nfenfiblement de raverfion pour tout èxercice exS de 3aLlTf' [6 C?9erc fe fonne en confequenc^> Yhuml nué & la bienfaifance en font la bafe , les iou Ses connnuelles que retire Phomme de la pntique du bien fotifient en lui puiiïamment ces belles habitudS, la raifon netant point troublée par les fecourfes des paffión con" forve fon empire, fa voix eft toujours eco^tée° IW mnaume0UtTf * Tr ^ pa'*' de *nhenr'doS?Sfc onqfineJJ if ^ è tOUt °e ^ poumk 1'ebranler trop iortement, ft eraint ces mouvemens violens qui font con-  Dra ZIELKUNDE. |t r I ftrydig zyn , en oiitwykt dus uit zig zelve ihet meerder deel der verzoekingen , die an: idere menfchen doen bezwyken en ongelukkig : i' worden. Men moet vooral den jongën lieden belet: } ten zig by eenige byzondere voorwerpen vol: I ftrekt en geheel te bepaalen ; in hunne beezig-» ; ! theden moet men s zo wel als in hunne uitfpan- ningen, eene altoos nutte verfcheidenheid bren: gen. Hunne werkzaamheid zig als dan op ver- fchillènde zaaken oerfenende , verkrygt geen der denkbeelden kragt genoeg , om de overigen 1 te overwinnen. Een menigte van welbeftuur- de hartstogten belet dat het verftand door fom• mige heevige hartstogten overmeesterd worde , en dat alle de vermogens der Ziel op een en■ ikel voorwerp gehegt en uitgeput worden. Aan gcvaarlyke Hartstogten ftrydige Hartstogten tegen contraire? a 1'erat qu'il cherit le plus, & evite ainfi par fa propte nature la plupart des tentations qui font fuccom» ber les hornrnes & les rendent malheureux. II faut furtout empecher les jeuttes gens de fe concenj trer fur quelques objets particuliers , il faut introduire dans leurs occupations & dans leurs plaifirs une variété toujours utile , l'aéhvité s'exercnnt alors fur diverfes chofes , aucune idéé n'acquiert aflez de force pour I'emporter fur toutes les autres, une multitude de mouvemens nroderés empeche necelTairement que le cerveau ne foit en proye è certains mouvemens violens, & que toutes les forces de 1'ame ne fe confument fur un feul objet. Oppofer a des Pasfions dangereufes des Pasfions differentes * XX. Deel F roili  g2 Antwoord ovek. de jSuttigheïd gen te Hellen, is een van de grootfte geheimen der Opvoeding en der Zedekunde ; wat ook afgetrokkene en Iteeds by de bloote befcbou wing blyvende vernuften , die altoos veel bekwaamer zyn om aan anderen nutteloozen raad mede te deelen , dan om zig zeiven wel te beftuuren , hier van zeggen mogen. De geheele Zielkunde bewyst eenftemmig het nut dezes Grondregels. Maar, zal men zeggen, door de eene hartstogt tegen de andere te ftellen, doet men niets dan de reeds te zeer beroerde harsfenen nog verder in verwarring te brengen , en men doet den brand toeneemen welken men blusfchen wilde. Dit zoude waar zyn, zo de Averkzaamheid der Ziel onbeperkt was, zo dezelve, even als het licht, zig Iteeds voortzetten en uitbreiden koncle zonder uitgeput te worden, en zo voila fans doute, quoiqu'en puiflent dire des efprits abftraits & fpeculatifs toujours plus habiles è donner aux autres des confeils inutiles qu'a fe guider. eux - mêmes , voila un des grands fecrets de 1' Education & de la Morale , & toute la Pfychologie concourt a en prouver 1'uïilité. Mais, dira- t--on, en oppofant une Pasfion è une autre Pasfion , on ne fait qu'augmenter 1'ebranlement qui eit deja trop grand dans le Cerveau, on etend 1'incendie qu' on voudrait etemdre. Ceiafcrait vrai fi 1'activité de 1'ame etait illimité'e , fi comme la lumiere elle fe propageait fans s'cpuifer, & fi elle pouvait embralTcr de nomeaux objets lans •  der ZIELKUNDE. 83 jÊy- zig konde toeleggen op nieuwe voorwerpen zonder gedeeltelyk of geheel die te laaten vaaren met welke zy zig reeds bezig hielt. Doch men zou. den menfch zeer weinig moeten kennen , om foortgelyke denkbeelden te kunnen hebben, Een ieder immers weet dat de vermogens der Ziel beperkt zyn ; dat zy in kragt verliezen het geene zy in uitgebreidheid : aanwinnen , en dat men de werkzaamheid deiZiel dwingende om zig met nieuwe voorwerpen bezig te houden, haar juist daar door noodzaakt zig by de voorige min fterk te bepaalen, fomtyds zelfs geheel van dezelven af te Happen. Men behoeft derhalven , om deze tegenwerping op te losfen , den menfch eh het geene dagelykfch in ons omgaat , flegts met een enkelen opflag van het oog te befchouwen. ^ Wanneer men van waarheden en ondervinding afftapt , om zig grondbeginzelen en regelen naar eigen goeddunken te vormen , moet men niet ver> fans prejudicie de ceux fur les quels elle s'exercait deja. Mais i! faudrait etre bien ignorant dans la connaiüance de 1'homme poür avoir de pareilles idées. Qui ne fait que les forces de 1'Ame ont desbornes, qu'elles perdentneceffairement en intenfité ce qu'elles gagnent en etendue, ci qu'en forcant l'aftivité de 1'Ame k fe deployer lur de üouveaux objets, on 1'oblige par cela même k s'occuper moins vivement des anciens , quelque fois même a les abandonner tout a fait. Ainfi pour renverfer 1'objettion, il fuffit de jetter un coup d'ceil fur 1'homme & fur ce qui fe paffe en nous tous les jours. Quand on abandcnne les faits & 1'experience pour fe crcer a fon gré des pnnF j cipe*  B4 Antwoord over de Nuttigheid verwonderd zyn, zo men zig verward vind in itrydigheden tegen de Natuur, en men de zwakheid befpeurt van die middelen, welke men de Kragtigften dagt te zyn. Eer wy verder voortgaan met het onderzoek van de Grondbeginzelen , welke de Zielkunde ons m de Zedelyke Opvoeding aan de hand geelt, is het van veel belang onzen aandagt te vestigen op eene eigenfchap die algemeen is ; tot welke de kennis en befchouwing van den menfch ons noodwendig opleidt, en welke in verband met de zelfsliefde befchouwd wordende , genoegzaam is , om ons de rede van alles wat m den menfch omgaat te doen bezeffen en telfens tot grondflag dienen kan der aan hem voor te fchryvene regelen van zyn gedrag. Ik beöoge het vermaak het welke de menfch vindt in de oeffening zyner werkzaamheid, wanneer die ceffenmg noch te gemaklyk is , noch te moei- jelyk, cipes & des regies, on ne doit pas etre etonné de fe trou* •ver en contradiction avec ia Nature & de voir 1'iniüffifance des moyens qu'on avait jugé les plus efficaces. Avant de pouiTer plus loin 1'examen des principes que fourmt la Pfychologie pour I'Education Morale, il eft important de rcmonter a un Phenomene univerfel auquel i analyie de 1'homme nous conduit neceflairement , & qui combine avec 1'amour propre fufflt pour rendre raifon de ce qui e pafle en 1'homme, & pour fervir de fondement aux regies de conduite qu'on doic lui prescrire. Je veux parler du plaifir que trouve 1'homme dans 1'exercice de ion activué, lorsgue eet exercice n'eft ni trop facile, ni trop  DtR ZIELKUNDE. 85 « ielyk noch te vefdrietig. Alle ontdekkingen loopen te famen tot bewys van het wezenlyk - beftaan dezer eigenfchap, en het bewonderenswaardig voordeel, het welke fommige Wysgeeren van den eerften rang uit haar getrokken heb. ben , laat ten dezen opzigte geene de mmfte ! twyfeling over. De begeerte om aan zyne i werkzaamheid oeffening te verfchaffen , een : noodwendig gevolg zynde van het vermaak het ; welke de menfch daar in vindt, is de vrugtbaai re bronwel van het goede zo wel als van het ; kwaade. Deze begeerte heeft die treffelyke ■ daaden voortgebragt over welke wy ons verbaazen ; zy is het die de Helden zo verre boven den gewoonen kring der menfchen verheven heeft. — Doch daar en tegen ook heeft : zy tot de fchriklyklte gruweldaaden, tot de afI gryslyklte misdryven aanleiding gegeeven ; zy is het , die zoo veele befaamde booswigten , zo veele verrooveraars , tot onheil van het trop penible , ni trop embarrafle. Tous les faits concourent k prouver Ia realiteé de ce Phenomcne , & e parti prodigieux qu'en ont tiré quelques Philofophes du pre: mier ordre, ne laifle aucun doute la defius Le defir , d'exercer fon aclivné qui eft une fuite neccffa:re du plaifir , ou'y trouve 1'homme, eft un Principe fecond de biens cc üe maux. C'eft ce defir qui a produu ces behes aflions qui nous etonnent, & qui a elevé les heros bien au des■ fus de la fphere ordinaire des hommes. Mais d un autrc cote , c'eft lui qui a produit tant d'aaions atroces , de crimes eclatans, c'eft lui qui a animé tant de fameux icelerats, tanc de conquerans nés pour le n.alheur des homF 3 r:es.  8ö Antwoord ovkr de Nuttigheid van het menfchdom gebooren , aangedreeven heeft. In de Opvoeding derhalven°moet alle zorg aangewend worden , orn de oeffening dier werkzaamheid wel te beftuuren. Naar maate men hier in flaagt , zal men alles te hoopen , of alles te vreezen hebben. Eene verkeerd beftuurde oeffening van het verftand vervult het zelve met valfche begrippen en is de bronwel van alle dwaalingen. Uit het verkeerd beftuuren van de oeffemngen der Ziel en der zedelyke hartstogten fpruiten alle misdaaden en boosheden voort. Wyl in de geeftelyke waereld , zo wel als in de ftoffelyke en in de zedelyke, alles onderling in verband en in betrekking is ' zullen , zo dra de werkzaamheid eens begonnen heeft zig aan valfche en ingebeelde betrekkingen te _ gewennen, de gevolgen die daar uit voortvloeijen nog valfcher zyn en ongegronder dan die betrekkingen zelve. Hoe meer de werkzaamheid de ontbinding van die gevolgen voort- rnes. L'Education doit donc employer tous fes foins è dinger 1'exercice de cette aftivité , & fuivant Ia maniere dont elle y reuffira , elle aura tout a attendre > ou touc a cramdre. Un exercice de 1'efprit mal dirigé , le rend faux , il eft la fource de toutes les erreurs. ■ Un exercice de 1'ame ma! dirigé, les Pasfions Morales mal conduites , produifent tous les vices & tous les crimes. Puisque tout eft lié dans le monde intellecluel, commé dans le monde Phyfique , & dans le monde Moral , fi l'achvite a commencé une fois a fe dcployer fur des rapport faux & chimeriques , les confequences qui refulteïQflt de ces rapports feront er.core plus faufies & plus  1 der ZIELKUNDE. 8? voortzet, en hoe meer zy dezelve aanëenfchakelen en ontwikkelen zal, des te meer zal zy zie bedriegen en in dwaalingen vervallen, iedere pooging welke zy doet zal de "eid en de verwarring vermeerderen. Het verltana zal zig valfche begrippen, — het hart zig ondeugende Grondregelen vormen. Het za n dezelven verhard worden, door iteeds de menfchen uit een valfch gezigtpunt te befehouwen. De dagelykfche gewoonte zal die kwaade neigingen langs hoe meer verteken , en de beguigchelingen eener ongeregelde verbeeidmgs kragt, met de aanlokzelen der zinlyke vermaaken gepaard , zullen den menfch, langs een fchynfchoonen weg , tot misdaaden en derzelver rampzalige gevolgen vervoeren, zonder dat het mogelyk zyn zal die uitfpoorigheden te verhoeden of te ftuiten. Dit alles komt daar van dat men het onderwys begonnen heeft metee- rhimeriaues , & plus l'aclivité poufiera 1'analyfe de ces SS dus elles les combinera & les decompofera, & d'erreuvs, chaque efforc Welle fera augmentera 1'obfcurité & la coufufion , 1 es^ "e formerade faux principes, le cceur des maximes Senravées il s'endurciraFa force.de contempler les hommïl fous un faux point de vuë, f'habitude f«.rtifiera pmsSmment ces raauvSfes dispoütions & les preft.ges d'une maSnauon dereglée, les anWcs des lens ^ndu:ront homrneoar une route trompeufe au crime & au malhcui, luns auil foitpoffible de prevenir ou d'empecher ces ecart . Tout celaP ere de ce qu'on a commencé par quelques quln a cedé a quelques penchans  83 ' Antwoord over de Nuttigheid nige valfche voorftellingen, en datmenfömmige neigmgen ingevolgd heeft die onfchuldig en van geen belang fcheenen. Hoe vlugger en hoe werkzaamer een menfch is, hoe grooter de on heilen zyn zullen die uit deze misilagen voorl fpmiten en hoe minder 'er mogelykheid zvn zal om dezelven te verhelpen. Zomen7nTe gendeel begonnen heeft met aan het verftand eenvouwige en waare betrekkingen voor te ftel- de" Zie? ZTv a Za§tzinni^ aandoeningen in de Ziel der Kinderen opgewekt heeft , welke hun zo natuurlyk eigen zyn ; zo men ter zell der tyd , wanneer men hun het nutte der goede daaden voorhielt , hun teffens voorwerpen onder t 00g bragt? die gefchikt pen mededoogen op te wekken , zodanig dat hun" ne gevoelens door oordeel verligt wierden en die gevoelens daar en tegen weder aanteVoo" tmhef n7f fden' Z°Uden ^hunne werkzaamheid met des te meer vermaak bezig houden 3 par prefenter a 1 efprit d^^^ümA^Tff^ a excité dans J'ame des Enfans ces eEion^dóuêfs au; leur font fi naturelles , fi en même tems qK lm na? a t de 1 «tilité qu',1 y è faire du bien , on leur n efen ta t des objets propres a exciter leur compaffioj et force que les Jumieres eclairaffent en eux leVfenfimPnr ff que les fentimens donnaflent de la force a?x SSES * Ui mmwm leur aftiyjte ww w JïS^Kg; giand  der ZIELKUNDE. 89 den , wyl hunne natuurlyke goedhartigheid ingevolgd worden en de trek tot wederkeerige j toegenegenheid hun duizendërlei geneugten verIfcharfen zoude. Eene behendige omwinding 1 van hunne vermogens en neigingen ; eene op; merkzaame in - acht - neeming der regelen, van ' welke ik hier boven , wanneer ik van het on; derwys der Kinderen fprak , melding maakte ? zullen aan hun verftand eene reeks van waare : en eigenaartige betrekkingen verfchaffen ; deze ; zullen zy zig gewennen te onderfcheiden van 1 die betrekkingen , die niets dan duisterheid en i onzekerheid opleveren. Hier door zullen zy 1 een regt gevoel van het waare krygen , en dit i gevoel , op de denkbeelden van zedelykheid 1 toegepast zynde , zal hen tot den fmaak van het fchoone en van het goede opleiden. Zy zullen deze gevoelens in zig gevormd hebben , ■ zelfs reeds aleer zy de hoogdraavende naamen ! kennen , met welke men dezelven opgefchikt heeft, grand que leur bonté naturelle ferait en öiêlne tems fatis» : faite, & que le penchant a la fytnpathie leur ferait eprou1 ver mille douceurs. Un developpement adrait de leur 1 genie , une obfervation attentive des regies , dont nous avons fait mention ci-defTus, en parlant de l'inftruclion 1 des linfans , fourniront a leur efprit une fuite de rapports vrais & naturels , ils s'accoutumeront a diltinguer ces rapports d'avec ceux qui n'olfrent qu'obfcurité & incertitude, ils acquerront par la un tacl: du vrai, cSc ce taófc appüqué aux idées Morales les conduira au gout du beau du bon . ils auront formé en eux ces fentimens, avani; lïïfime de coanaitre tous les noms pompeus dont on les a  'jo Antwoord over de Nuttigbad heeft, of iets weeten van de veelvuldige Leerftelfels, welke men over dit ftuk faamgefteld heeft. Het zou zekeiiyk van veel belang zyn den voortgang dezer werkzaamheid en de verfchillende ontwikkelingen derzelve naar te fpeuren , en de byzonderheden , die haar hinderlyk zyn of van het regte fpoor afleiden, te onderzoeken, zo wel als de hulpmiddelen die verëifcht worden om die hinderniffen te overwinnen. Doch den aart dezer Verhandeling my geene breedvoerige ontvouwingen toelaatende, moet ik my flegts by de voornaamfte denkbeelden bepaal en. Het zal my genoeg zyn zo ik dezelven voorftellen kan op eene wyze die gefchikt is , om in myne Leezeren den lust op te wekken , om zelve die denkbeelden grondig naar te fpeuren en te ontwikkelen. — Ik keere derhalven tot myn onderwerp weder. Uit decorés, toutes les theories qu'on a etablies a leur occafion. 11 ferait fans doute interelTant de fuivre la marche de " cette aétivité, & ces divers developpemcns, d'examiner les obftacles particuliers qu'elle rencontre , & qui la detournenc, & les fecours qu'on doit lui donner pour 1'aider a les furmonter. Mais les details m'etant interdits par la nacure de ce discours, je dois me borner aux idées principales, je ferai content fi je les expofe d'une maniere propre a faire naitre dans mes leéteurs 1'envie de les approfondir cc de les deyelopper eux mêmes, je reviens a raon fujet,  m* ZiELKUND E. f$ • Uit het geene ik gezegd heb volgt natuurlyk: la dat het voornaame oogmerk der Opvoeding daar heen moet ftrekken, om aan de werkzaamheid ider Kinderen genoegzaame ocffening te ver'fchaffen ; doch ook teffens om te zorgen , dat .die oeffening niet overmaatig worde. Veel heeft men gezegd en gefchreeven over de wyze om de werkzaamheid der Kinderen aan ts ; moedigen en over de middelen om hen uit dien l ftaat van luiheid en traagheid , aan welken zy zig maar al te ligt gewennen , op te wekken ; ' om hen te leeren uit zig zeiven denken en uit ': hun eigen brein denkbeelden voort te brengen, !' in plaats van op eene ilaaf achtige wyze over te neemen en te herhaalen het geene anderen gezegd of gefchreeven hebben , en zig te gewennen aan eene navolging, welke, lange aanhoudende , het vernuft uitdooft en den geest verzwakt. Ik geloov dat het beste middel, om die'werkzaamheid aan te moedigen, het zelfde is II fait naturellement de ce que je viens de dire, que Ie bat dc 1'Education doit etre de procurcr k I afbvite des Enfans un exercice fuffifant, mais en meme tems d em- ■ pecher , que eet exercice ne deviennc -excefln. On a ■ beaucoup parlé de la maniere d'exciter 1 aftiyité des Enfans des raovens de les tirer de eet etac de parefle zy doen of zien doen; wanneer alle voorwer;- pen hun nog nieuw zyn en geftadig hen aftrekken of hen in verwondering brengen. Men zoude misfchien denken , dat men getragt heb;: be het onderwys te fchikken naar de zwakheid ,;I hunner jeugd ; dat men hun geene dan de een) vouwigfte en bevatbaarfte denkbeelden voorf- houdt. Dan dit is geenszins waar. De famen3 ff ellen, die tot hun onderwyz gefchikt zyn, beP heizen een menigte van denkbeelden die duis51 ter zyn , en van andere die tot de verhevenftë • Boven - natuurkunde behooren. De woorden , e i met welke men hun geheugen belaadt, zyn ;t • hun veeltyds onverllaanbaar. De Kinderen zyn ■': zeer gelukkig wanneer zy deze zo kragtige bei paalingen üegts als bloote woorden aanmerken ; de e ])rendre , dans un age oh ils peuvenc è peine balbutier I quelques mots , oh ils ne favent fe rendre compte a euxmêmcs de ce qu'ils font cc de ce qu'üs voyent, oii tous les objecs font nouveaux pour eux , cc leur font un fujec l! continuel d'etonnement óc de diftraclion. On pourraic ï croire qu'on a cherché & accommoder les enfeignemens a , la foibleiTe de eet age, qu'on nc leur prefente que les ■ idées les plus fimples & les plus faciles a acquerir ; point ■ du tout , les recueils qui leur lont deffinés renferment 1 une foule d'idées obfeures , cc d'autres trés metaphyfi- ques, les mots dont on charge leur memoire font fouvene inintelligiblea pour eux. — —- —« Les Enfans fontbic»  io8 Antwoord over de Nuttigheid de kundigheden, welke zy zig verbeelden zouden int dezelve te verkrygen , zyn gcvaarlyker dan de onkunde zelve , en het beste 't welke door dit onderwyz gebeuren kan , is , dat zy niets begrypen van het geene men hun zegt. Vervolgens fielt men hun de voornaamfle waarheden van den Godsdienst voor , volgens eene leerftelhge en afgetrokkene Leerwyze , welke voor hun volftrekt ongefchikt is. Men fpreekt met hen van Verborgenheden; van Verzoeningen ; van Offerhanden ; van Erfzonde ; van Vervloeking en Verdoemenis; van de Wedergeboorte des onden menfch enz. Zy ftaan op het hooren hier van verbaasd, en zy herhaalen het blmdlmgs , om de flraffen te ontgaan met welke men hen dreigt; en hy die het grootfle getal dezer fpreekwyzen , welke hy niet veritaat, van buiten leert en opzegt , wordt boven andere beloond en alóm gepreezen. Men valt £n^ÜI;eU'r'i01*squ'iI^ne v°yent q«e des mots dans des defimtions de cette force, les Jucurs qu'ils croiraient appercevoir, font plus dangereufes que 1'ignorance & tout ce qu, peut arriver de mieux , c'eft qu'ils ne com. prennent nen a ce qu'on leur dit. On leur prefente enfuite les prmcipales verités de la Religion fous une forme dogmatique & abftraite qui ne leur convient abfolumenc pomt , on leur parle de myfteres, d'expiations, de facnfices de pêché originel, de malediction , de reeeneration du vieil homme , etc. ils reftcnt ftupefaits, ils repetent aveuglement pour eviter les punitions dont on les menace, & celui qui a retenu & repeté le plus grand nombre de ces phrafes qu'il n'entend pas eft couronné & van- té  der. ZIELKUNDE- 109 valt hun lastig met Leerredenen , naar welke zy niet eens luisteren. Men dwingt hen lange gebeden op te zeggen , zonder dat zy eenigen lust tot bidden hebben , en zelfs aleer zy weeten wat het gebed is. Van den morgen tot den avond doet men hen Geestelyke boeken leezen , die hun verdriet en de verbystering hunner denkbeelden ten hoogften top doen ftygen. Deze wyze van doen noemt men de kunst van Opvoeden en van Christenen te vormen. Beftaat dan de waare en regte leerwyze in te beginnen met dat geene , 't welke het allerduisterfte is en moeijelykfte ; — in van eerst af aan afkeer en verdriet in de Ziel der Kinderen te verwekken , en in hun het leeren eener weetenfchap , die de weg is tot genoegen en geluk , moeijelyk en lastig, te maaken ? Even als of het te doen was om Schoolgeleerden ? — niet om kundige en verlichte lieden; Drog- té panouc- On les accable enfuite de fermons qu'ils n'ecoutent pas , on les force de reciter de longues prieres , avant qu'ils ayenc eu la moindre envie de prier, avant même qu'ils fachent ce que c'eft que Ia priere, on leur fait lire foir & matin des livres de devotion , qui portent è Fextreme leur ennui & la confufion de leurs idées, & 1'on appelle ce procédé 1'Art d'elever & de former des Chretiens. La vraye methode eft - elle donc de commencer paree qu'il y a de plus obfeur & de plus difficile, d'e-dès que les Paffions **™tY£3 en eux , ils s y uvrent :avec transport, & cherchent au m. .eu des plaifirs k fe defaire de 1'ennui dont on £ a pe. netrés. La Religion eft-elle donc fi difficile ? 1 a cot Lefi3éesddeeDp,eU Sft'** d'e* ^s? ^es idees de Pere & de Bien-faiteur ont - el/es tant de peine a entrer dans la tete des Enfans? Eft-ii abfolu men;  der ZIELKUNDE. m >< :noodig dat zy als Christenen redekavelen aleer S :zy denken en oordeelen kunnen ? Waarom r- wagt men niet tot dat hun ligchaam en geest :een weinig meer kragt gekreegen hebben , en ■ i waarom zoekt men als dan niet hen door de beIfchouwing der Waereld tot de kennis van haa1 i ren Schepper op te leiden ? Waarom ftelt men ï God aan hun niet voor als den gemeenfchaplyken Vader der menfchen , die in hunne fchepi ! ping hun geluk beoogde , en naar wien zy in , ! hunne nooden zig wenden moeten ? Waarom fchryft men hun voor wat zy van Hem begee- ren moeten en verhindert men hunne nog te. dere en onnozele Zielen zig ongedwongen uit . te Horten en zig te verlustigen ? Wat is eeni j' vouwiger dan hun Jesus Christus voor te ï ! Hellen, als van God gezonden, om de menfchen van hunne verdorvenheid te geneezen ; om hunne Zedekunde te zuiveren ; om den vroo- men mens neceflaire qu'ils fachent raifonner en Chretiens avant i de favoir penfer & fentir ? Ponrquoi ne pas attendre , que leur corps & leur efprit fe foyent un peu plus developpés , pourquoi ne pas chercher alors a les conduire de la vuë du Monde a celle de fon Auteur ? Pourquoi ne pas leur reprefenter Dieu comme le Pere commun des hommes qui les a créës pour leur bonheur, & auquel ils doivent s'adrefler dans leurs befoins ? Pourquoi leur prefcrire ce qu'ils doivent defirer, & empecher leur ame encore tendre & naïve de s'epancher & dc jouir ? Quoi de plus fimple que de leur reprefenter Jr.su Christ comme envoyé de Dieu pour remedier a Ia corrupr'on des homme?,  ti» Antwoord over de Nuttigheid men door de verzekering der Onfterflykheid moed in te boezemen , en de godloozen af te fchrikken door het voordel van de gevolgen hunner zonden ? — Dan ik moet my thans in geene verdere byzonderheden inlaaten. Deze Itoffe is reeds gefchetst door Lieden van vernuft en bekwaamheid, wier zaak het ook is dezelve voort te zetten. Maar hunne waarfchouwingen en raadgeevingen zyn tot nu toe van zo geringe vrugt geweest, en hebben zo weinig van den geweldig grooten hoop der vooroordeel en weggenomen , dat ik gemeend heb een voorwerp van zo veel belang niet ffcilzwygend te moeten voorbygaan. Te, meer wyl wy in het Tweede Deel dezer Verhandeling de gevolgen welke uit dit alles voortgevloeid zyn, befchouwen zullen. Ik mes ■> pour epurer leur Morale , pour raflurer les gens de bien par la cercitude de 1'immortalité, & pour effrayer les mechans par le tableau des fuites de leurs pechés. Mais je ne dois pas entrer ici dans ces details. Cette matiere a deja été ebauchée par des Hommes de genie, ce font eux feuls qui doivent la continuer , mais leurs reclamations & leurs confeils ont auffi peu d'efFet, ils ont fi peu ebranlé la mafic enorme de prejugés , que je n'ai pas cru devoir pafier fous filence un objet aufii important, d'autant plus que nous verrons dans la Seconde Partie de ce Discours les confequences, qui ont refulté de tout ceci. Je  der ZIELKUNDE. 113 Ik zal echter deze afdeeling niet eindigen , ; zonder iets te zeggen van de wyze op welke i men hun leert hun gedrag te regelen, en hen ' De Raadgeevingen en het beduur der Ouders , zyn altoos veel nuttiger. Deze begrypen beter de gevaaren voor welke hunne Kinderen bloot daan. Zy hebben meer ondervinding. Zy kennen beter de middelen, die de gefchiktI de zyn om hunne Kinderen voor uitfpoorigheden te behoeden. Deze beweegredenen moesten de Regeerders aanzetten om de zorgen eeïrner goede opvoeding zo veel mogelyk uit te breiden, ten einde het meerder deel der Vaders jen Moeders zelve over de opvoeding hunner : Kinderen zou kunnen waaken; dat zy de Meesters font dans une ignorance fi profonde de Phomme , ils onc tant de prejugés & tant de prefomption, que leurs direcItions font au rnoins inutiles, fi elles ne font pas nuifibles : combien de fois les jeunes gens n'ont-ils pas été Éntrainé par leurs Precepteurs dans toutes fortes d'excés. Les confeils & les diredtions des Parens font toujours plus utiles , ceux-ei fentent mieux les risques que courent leurs Enfans, ils ont plus d'experience , fis connaiflenc ) mieux les moyens propres a les preferver des excès. Ces motifs devraient engager les Gouvernemens a etendre au!tant qu'il eft posfible les foins d'une bonne Education , afin que la plupart des Peres & Meres puisfent veiller eus ■ meines a 1'Educacion de leurs Enfans, apprecier les MaiH 3 tres  n8 Antwoord over de Nuttigheid ters dien zy hun geeven, op hun regte waarde fchatten, en in ltaat zyn zouden te oordeelen over de vorderingen die hunne Kinderen maaken en die welken zy behoordden te maaken , en vooral om hunnen Kinderen die achting in te boezemen , die de vasrite grondflag is der leerzaamheid en der eerbied , doch hedendaagfch maar al te fchaars gevonden wordt. Uit dit gezegde volgt, dat de voornaamfte grond van alle regtvaardigheid en ondergefchiktheid in het vaderlyke gezag huisvest. Het regt van gebieden is nooit achtenswaardiger dan in eenen Vader , wyl het zelve op liefde en weldaadigheid gegrond is ; ook zyn de natuurlyke uitwerkzelen van dat gezag van het aliergewigtigfte nut, wyl zy den menfch van kindsbeen af gewennen tot gehoorzaamheid en tot onderwerping aan de Wetten, die hem voorgefchreeven worden. De Regeerders behooren derhalven zeer tres qu'ils leur donnent, connaitre les progrès qu'ils font cc ceux qu'ils devraient faire , cc lurtout infpirer a leurs Enfans une eftime qui eft le meilleur fondement de Ia docilité cc des egards , cc qui n'eft que trop rare de nos jours. 11 fuit de ce que je viens dc dire , que le premier fondement de toute juftice cc dc toute ftibordination refide dans 1'autorité Paternelle, le droit de commauder n'eft jamais plus refpeclable que chez un Pere, puisqu'il repofe fur 1'Amour cc fur la bien - faifance, cc les effets naturels de cette autorité font bien precieux, puisqu'ils accoutument les hommes dés leur enfance a obeir, cc a fe foumettre aux loix qu'on leur impofe. Auffi les Gouvernemens doivent Ils veiller avec beaucoup d'attention i  der ZIELKUNDE. 119 1 zeer oplettend te zyn en waakzaam , om het 'Vaderlyk gezag meer en meer te bevestigen en ; aan het zelve alle noodige hulp en onderftand itoe te brengen. De Ouden , wier Zedekunde ,;meer beoeffenende was en meer op de onder1 vinding gegrond dan de onze , voelden zeer 1 ' wel het gewigt dezer waarheid ; fomtyds zelfs hebben zy haar al te verre uitgebreid , (waar van de wetten der twaalf Tafelen bewyzen opleeveren). De hedendaagfchen in tegendeel :zyn in het ander' uiterfte overgeflagen. Zy 1 hebben te zeer verzuimd een gezag te onder1 fchraagen, het welke, behoorlyk geoeffend wor1 dende, getrouwe Onderdaanen, verltandige en < edelmoedige Burgers vormt. Zy hebben niet l genoeg opgemerkt, dat eenhalftarrig Kind meest altyd een wederfpannig Onderdaan wordt , en i dat de eerfte indrukzelen onuitwifchbaar zyn en I gevolgen voortbrengen, die op den geheelen lee- vens- [lr - a fortifier l'autorité Paternelle , & lui donner tout l*ap< t pui, tous les fecours dont elle peut avoir befoin. Les s Anciens dont la Morale etait bien plus pratique & plus 1 experimentale que la notre , avaient bien fehti cette verité , ils 1 avaient même quelque fois pouffé trop loin , C comme le prouvent les loix des douze Tables, ) mais » les modernes ont donné dans 1'autre extreme, ils ont t trop negligé de löufenir une autorité qui bien exercée for1 me des fujets fideles , des citoyens fages & genereux , i * ils n'ont point affez lenti qu'un Enfant indocile eft presque toujours un fujet rebelle , & que les premières impreffions font ineffac,ables , & ont des fuites qui s'eteudent a toute la vie. Un Legislateur eclairé doit donc H 4 I0ur*  i?o Antwoord over de Nuttigheid vensloop invloed hebben. Een kundig Wetgeever moet dus vooral het oog hier op vestigen Hy moet door alle mogelyke middelen de Kinderen in onderwerping en gehoorzaamheid houden. Hen , die daar van afwyken , ftrengelyk ilraffen. In een. woord , hy moet door zyne wetten de Ouders zo wel als de Regeerders doen achten en eerbiedigen.' De ontvouwing der voorzorgen, die hjer toe verëifcht worden, zoude te langwylig zyn, en het is hier de plaats met om in dezelve te treeden. , Het is niet minder noodig te onderzoeken hoe verre men het onderfcheid der Sexe en der getemperdheid moet in het oog houden , ten opzigte van den aart en de fchikking der denkbeelden, welke men den Kinderen moet mededeelen. Ik heb nog geen gewag gemaakt van die denkbeelden , welke de Zielkunde ons opleeveren kan omtrent de opvoeding der Vrou- welyke tourner fes regards de ce coté lè, il doit retenir mr m„c les moyens poffibles les Enfans dans 1 VSSrd „Eta?" dans 1 obeiflance , punir feverement ceux qui S ecaï m , en un moe refpecter les Peres par les o x comme on refpecle les Mag.ftrats. Le detail des precautioTi Cd'y ePn°tTer"la ,0D«' & ce " fÏÏStè II faudrait chercher auffi quel egard 1'on doit avoir k a naTu^&^PnH^ ? dWe«, relativeme° t L Enfin? t n', 6 deS,,iiées ^ ü «'«Si1 de do«ner aux ünrans. Je n ai point parlé des idées que la Pfychologie peus  der Z I E L K ü N D Es jat iwelyke Sexe. Men begrypt ligtlyk dat de algemeene en wezenlykfte grondbeginzelen deizelfde zyn , en dat haare opvoeding alleen in ; zekere byzonderheden van die der Manlyke ISexe onderfcheiden is. Haar zwak geitel ; I haare tederer en aandoenlyker zintuigen , ver: eisfchen nog meer zorg en toevoorzigt. 'Er is veel bekwaamheid noodig om haaren geest wel te leiden en haar hart te vormen. De Natuur ; heeft haar niet gefchikt tot te zeer afgetrokke>. ne en diepzinnige Letter - oeffeningen. Eene> l te fterke en te aanhoudende infpanning van den iaandagt krenkt haar en verfpilt haare vermoigens. Zy hebben daar en tegen de grootlte I gefchiktheid tot alles wat van het gevoel en de iverbeeldings-kragt afhangt. In de fraaijc Lett teren en in ftoffen van fmaak , hebben zy een \ zo vaardig begrip , een zo fyn gevoel , dat zy I niet zelden op het eerfte oogenblik dat geene ont- i peut nous fournir fur 1'Education des Femmes. L'on : fent bien que les principes generaux & efièntiels font les , mêmes, cc que ce n'eft que par les details , que leur edui cation peut differer de celie des Hommes. Leur conc ftitution plus faible, leurs organes plus delicats, exigent ■ encore plus de precautions & de foms; il faut des mains habiles pour manier leur efprit & former leur coeur. La IS'aturc r.e les a point deftinés è des etudes trop abftraites & trop profondes , un exercice trop fort & trop foutenu de 1'attention les blefle , cc les epuife. Au contraire, elles ont la plus grande aptitude pour tout ce qui tienc au entiment cc a 1'imagination ; elles ont dans les belles lettres, dans les maücres dégout, un.coupd'ceil fi prompt, tl s un  12» Antwoord over de Nuttigheid ontdekken, het welke Mannen niet dan na een langduurige overpeinzing uitvinden. Zo haar begrip al niet gefchikt is , om haai- verafgelegene betrekkingen te doen zien, is het zelve echter ten opzigte der naby zynde een uitfteekend goed Vergrootglas. De byzonderheden eener zaak begrypen zy met het grootlte gemak. Zy ontdekken heimelyke Itreeken in de Maatfchappy , welke den geoeffendlten Mannen ontllippen. In een woord, alles wat niet eene te groote hoeveelheid van vermogens en eene te langduurige aanwending derzelven vereifcht , voegt haar volmaaktlyk. De lcevendige taaien leeren zy zeef wel, zo dra haare verfa eeldings- kragt werkzaamheid genoeg heeft om haar den lust 'er toe in te boezemen. Zy zyn niet ongenegen noch onvatbaar voor eenige kennis der Natuurkunde en der Wysbegeerte , zo verre die dienen om haar oordeel juister en haare un tacl fi fin , qu'elles decouvrent fouvent dès le premier inftant ce que les hommes ne trouvent qu'au moyen d'une longue reflexion. Si leur entendement n'eft pas propre a leur faire appercevoir des rapports trés eloignés , il eft au moins un excellent Microscope , elles faifisfenc les details avec la plus grande facilité , elles demelent des intrigues de Société qui echappent aux hommes les plus exercés; en un mot , touc ce qui ne demande pas une trop grande quantité de forces , & une trop longue application de ces forces , leur convient parfaitemeut. Elles apprennent trés bien les langues vivantes, dèsque leur Imagination a pris afiez d'aótivité pour leuren infoirer le defir, & ne fe refufent point è une teinture de Phyfique Cc de Philofophie , qui ferc a leur dunner un efpric  der. ZIELKUNDE. t*ft -haare redeneeringen zekerer te maaken. Zy ; zouden ongetwyfeld veel verder kunnen komen. 'Wy hebben daar van vermaarde voorbeelden , ; en het zoude bezwaarlyk zyn te bepaalen, hoe «verre de meeste van haar het brengen konden. Maar moet men haar zo verre brengen als mo: gelyk is ? Zullen de vorderingen welke zy in de verhevener Weetenfchappen maaken , haar , van groote nuttigheid zyn , en zullen die be: antwoorden aan het oogmerk waar toe zy beiftemd zyn ? Zullen die het verlies opweegen ■ van den tyd , 'dien zy 'er aan belteed hebben , i en van de aanminnige bevalligheden welke zy :aan die beoeffening zullen opgeofferd hebben , - en zullen die haaren geest al het genoegen ver: fchaffen , dat zy zig zouden kunnen vooritel' len ? Zullen de beezigheden van verfcheiden; ërlei foort, aan welke zy verpligt zyn zig over te eeeven , haar niet een groot deel ontneeö men eforit Plus iuste , & un raifonnement plus fur. Elles nou aient fans doute aller plus loin , nous en ayons des Knies celebres , & il ferait difficile de fixer le terme qu! &ïï?a^ MaisfauMl es SSufler autant que cela eft poffible 9 Les progrès qu elfes feroM dansjes hautes fciences leur feront -ils d une erande utilité ? Repondiont-ils a leur deftmation ? Sefont ils une compenfation fuffifance de la perte de tcms Sles y auront deftiné , des graces & de 1'agremenc , Jïe cette etude leur aura fait perdre P Et procurerontils a leur efprit toute la fatisfaclion qu'elles pourraient en attendre? Les occupationsdedifferensgenres, auxquelles elles font obligées de fe livrer ne leur prendront-elles pas  1^4 Antwoord over de Nuttigheid men Van den tyd, welken die Letter - oeffeningen verëisfchen zouden ? Zullen zy niet genoodzaakt zyn dezelven dikwerf af te breeken en flegts by tusfchenpoozingen waar te neemen ? Zullen zy, geftadig door andere zorgen gen afgetrokken wordende , in haare denkbeelden die orde kunnen brengen en dat verband , die het wezenlyke van alle Wysgeerige oeffeningen uitmaaken ? Zy zullen derhalven genoodzaakt zyn of zig te vergenoegen met duistere en onzekere denkbeelden , die altoos veel fchadelyker zyn dan de onkunde zelve ; of haare zaaken geheel en al te verwaarloozcn, en daar door aan de Maatfchappy een wezenlyk nadeel toebrengen. Daarenboven zal dat mengelmoes van afgetrokkene en doorgaans niet wel overwogene denkbeelden, haare verbeeldingskragt bederven; die zagte en lieftallige leevendigheid , door welke zy alles wat zy zeggen fraaiheid weeten by te zetten , wegneemen , zo Hoe grande! partie du tems qu'exigeraient ces etudes? Ne feront-elles pas forcées de les interrompre fouvent de les prende par lambeaux, cc fans celle diltraites par d'autres foms ? Pourroit-elles mectre dans leurs idées eet ordre, cette Iiaifnn qui fait Peffence de toute etude Philofophique. Elles feront donc obligées, ou de fe contenter d'idées vagues & obfeures, toujours plus nuifibles que 1 ignorance même , ou de negliger entierement leurs affaires , & de caufer par la un tort rée! a la Scciété. 11 v a plus: ce melange d'idées abftraites, le plus fouvent mal digerées, nuira è leur Imagination, il lui otera ce coloris doux cc fuare, dont elles favent embellir ce qu'elles diient,  der ZIELKUNDE. «5 • zo wel als die bevallige manier van zig uit te t drukken , van welke zy zig zo behendig wee- ■ ten te bedienen. Zy zullen dien fynen, gees- • tigen en van ter zyde treiïènden draai, welken i zy aan veele zaaken geeven en die vaardigheid • van gevoel in welke zy uitmunten , verliezen. , Redekavelingen die al te diepzinnig zyn , zul- ■ ien de vrolykheid van haarcn geest wegneemen, ■ en haar die heblykheid van over alles te redetwisten , welke voor anderen zo lastig is en verveelende , doen verkrygen. Haar ftyl zal ; gedwongen en gemaakt , — haar fpreekwyzen zullen fluitredenen worden ; alles wat zy zeggen zal als 't ware afgemeeten zyn. Haare denkbeelden zullen niet meer die oorfpronglyte en eenvouwige aartigheid hebben , die het bevallige 'er van uitmaakt. In plaats van bekoorelyke Vrouwen , zullen zy zeer verveeiende Leermeesters worden. Ik geloov derhalven dat het van veel belang is haare Letter- oeffe- difent; ces formes gracieufes qu'elles employent fi adraitement ; ces tournures indirect.es fi fines & fi piquantes ; cette promptitude du tacl, dans laquelle elles excellent. Des Raifonnemens pouflës trop loin desfecheront leur efprit, leur donneront cette habitude de diflerter fi trifte & fi ennuyeufe pour les autres , leur ftyle deviendra affeclé , leurs phrafes arrondies , leurs periodes arrangées , 'leurs idées n'auront plus cette naïvité originale , qui en faifait le charme , & deJFemmes charmantes , elles deviendront des Doéteurs fort infipides. Je crois donc, ou'il eft important de bomer a propos leurs etudes , cc d'en oter touce theorie abftraice trop approfondie. Elles font  126 Antwoord over de Nuttigheid oeffeningen in tyds behoorlyk te bepaalen , en alle te zeer afgetrokkene en te diepzinnige befpiegelingen uit dezelven te verbannen. Zy zyn gefchikt om het aangenaame het bekoorlyke van dit leeven uit te maaken , en niet om over alle voorkomende zaaken fierlyke en langwylige vertoogen te doen of op de twist - banken te redekavelen. Zy alleen kunnen treurige gemoederen zagtelyk opbeuren en troosten ; waardy by te zetten aan het betrouwen en aan de geheimfte vertrouwlykheid. Zy alleen weeten regt belang en deel te neemen in onze verdrietlykheden , en dezelve door aftrekkende kleinigheden te verligten, onzen leevens-loop te veraangenaamen en onze vermaaken te vermenigvuldigen , door in dezelven deel te neemen. Maakt haar geleerd en diepdenkend , alle die bevalligheden zullen verdwynen , en met haar al het nutte al het genoeglyke der Maatfchappy. De font deftinées a faire le charme & la douceur de la vie , & non a difierter longuement furtout, & a argumenter fur les bancs. Elles fèules favent confoler & manier doucement les ames affligées, donner du prix a la confiance, aux confidences les plus fecrettes. Elles feules favent s'intereifer & nos peines, entrer dans ces perits details, qui diltraifent & qui ibulagent ,• nous faire avancer agreablement dans la route de la vie , & multiplier nos plaifirs en les partageanr. Rendez les des femmes favantes, donnez leur de 1'erudition & de la profondeur, tous ces agremens difparaifient & avec eux tout ce qui fait le prix de la ö'ociété. L'Edu-  der. ZIELKUNDE. 127 De Zedelyke Opvoeding der Vrouwelyke Sexe is van nog zeer veel meer belang en veel moeijelyker. Men vindt zig verlegen op welke wyze men het ontwikkelen van haare denkbeelden en het vormen van haar karakter aanvangen zal. Wanneer men acht geeft op de Rol , welke zy, zo draa ze ter waereld intreeden , fpeelen moeten , ziet men haar genoodzaakt dezelfde zaaken teffens te begeeren en te fchuwen , en in fchyn dat geene te ontvlieden naar 't welke zy het meeste verlangen. Alle voorwerpen die haar omringen , die haar behaagen , zyn voor haar gevaarlyk. De Welvoeglykheid laat haar niet toe opregtelyk haare gevoelens en denkbeelden te uiten. De verdorvenheid onzer Eeuw geeft aan haare onfchuldigfbe gezegden een kwaaden zin. Zy vinden zig genoodzaakt haare gedagten of in te houden of geftadig te ontveinzen , en haar karakter L'Edncation Morale des Fcmmes eft tont autrement importante & difficile, on ne fait pas trop comment s'y prendre , quand il s'agit de developper leurs idées , & de former leur carattere. Quand on examine le role qu'elles font appellées a jouer dés leur entrée dans le monde, on les voit forcées de defirer & de craindre en même tems ; de paraitre fuir ce qu'elles recherchent le plus. Tout ce qui les entoure, tout ce qui les flatte leur prefente des objets dangereux ; les bienfeances les empechent d'exprimer naïvement leurs idées & leurs fentimens; la corruption du fiecle denature leurs propos les plus innocens; elles fe voyent obligées de fe renfermer en elles mêmes , de dilfimuler fans cefle, & leur carac- tere  iaS Antwoord over de Nuttigheid rakter behoudt niet zelden voor altoos den indruk dezer veinzery. Eene opvoeding , die voor de welvoeglykheid zorgende , teffens alle uitfpoongheid verhoedt; die het verftand der jonge Dogters genoegzaam verlicht om haar zo min over alles als over niets te doen bloozen , die haar eene eerbaare vrymoedigheid geeft -ZOOder haare zedige befchroomdheid weg te neemen. In een woord, eene opvoeding die haar even verre verwyderd houdt van eene waanwyze en belagchelyke ingetogenheid , als van eene lakenswaardige zugt om allen mannen te behaagen. Eene zodanige opvoeding , zeg ik , is niet gemaklyk te vatten. Door middel van boeken kan men dezelve niet onderwyzen; zy is alieenlyk de vrugt eener welbepeinsdc kennis der waereld , en kan niet gegeeven worden , dan door Ouders die zelve even zo bèfchaafd zyn als verftandig. Zo deze het ver- - trou- nïuhrinnPOrtTeTnlUp^OP l'**P™»te de cette diffi- muiation. Une Education qui en pourvoyant aux bienfeances previenne tout ecart ; qui eclaire aflez ï'efprit c es jeunes I Ieur donne 1'alu■ Ian„ce de 1'honnêteté fans ieur oter Ia timidité de la mo. dcftie; En un mot, une Education qui les tienne egalement eloignées d une pruderie toujours ridicule , & d'u. ne coquettene blamable ; Une telle Education dis je, neft pas facile h faifi,- , on ne peut lenfeigner dans les T,> el e ne P^ut etre que Ie fruit d'une connaisfance efledue du monde, & ne peu- etre mife en ufage que pai des Parens auffi dclicats qu'imelligens. S'ils favent gagner :  der ZIELKUNDE. tv(> trouwen hunner Dogters weeten te winnen; zo zy niet toornig worden over het geene zy hun in vertrouwen zeggen, en het haar niet als eene misdaad toerekenen een hart te hebben dat gevoelig begint te worden ; zo zy haar leeren de opregtheid met de noodige agterhoudendheid te paaren; de Mannen niet als de natuurlyke voorverpen haarer kunstgreepen - , maar als wesens te beichouwen die haar kunnen gelukkig maaken, en welken zy zig toeleggen moeten :e kennen en met verftand te beoordeelen, zulen zodanige Ouders niet bloot gefield zyn om »ver het gedrag hunner Dogteren fchaamrood te vorden ; haar geluk en de gerustheid der Oulers zullen op vaste grondflagen fteunen. — k keer tot myn onderwerp weder. : Men zoude nog kunnen naarfpeuren de ver>intenilTen , welke men den Kinderen moet doen agner la confiance de leurs filles', s'ils ne s'effarouchenc oint de ce qu'elles peuvent leur dire , s'ils ne leur font oint un crime d'avoir un cceur qui commence k fentir , lils leur apprennent a allier la bonne foi k la referve neeflaire , a ne point regarder les hommes comme les ob:ts naturels de leurs artificcs, mais comme des Etres, ui peuvenr faire leur bonheur, qu'elles doivent s'atta;her a connaicre & a juger fainement , de tels Parens ne 'expoferonc point a rougir des demarches de leurs fil!e« , s affureront fur des fondemens folides leur tranquilité & :ur bonheur. Je re viens a mon fujet. On pourrait rechercher encore quelles lont les liaifons, lu'on doit faire contractcr aux Enfans, dans quel tems & . XX. Deel, l dans  M? Antwoord over de Nuttigheid .doen aangaan ; op wat tyd en in welke omftandigheden men hen in het gezelfchap van Perfoonen der andere Sexe brengen moet; welke byzondere beftuuringen by de opvoeding in acht te neemen zyn , betreldyk de verfchillende ltaaten tot welken men de Kinderen fchikt zo wel als tot hunnen rang en de Regeeringsvorm van het land waar in zy gebooren zyn , enz. enz. Eene volledige en wyzgeerige naarfpeunng van alle deze en van duizenderlei andere voorwerpen van dit foort, zoude verfcheidë wel uitgewerkte boekdeelen verëifchen Werken van dit foort ontbreeken ons nos , en zv zullen zeer veel arbeid kosten, wyl het aanwyzen der denkbeelden zo veel moeite vereifcht. Ik geloov des niet te min , dat men deze zaaken grondig befchouwende, vinden zal, dat het onmogelyk is ten dezen opzigte volitrekt bepaalde en algemeene verhandelingen te gee- dans quelles circonftances on doft les introduire dans la Socete des perlonnes d'un Sexe different queUes di rect.ons particulieres doit fuivre 1'Educat S relSemenc" aux d,fferens etats, auxquelles on deftineles SesS a leur rang au gouvernement du pays oh ils font Sé f&c! «cc. La discuffon fuivie & Philofophique de ces d^rTexens objets & de mille autres de cett? é?pece demande iar plufieurs ouvrages travaillés avec foin ; ces ouv?a2eS' DuTsouflT^ -Tïe- ' & ne font Pas aifé ïïairf puisque la feule mdication des idées fe trouve fi difficile ces matieres, on trouvera qu'il eft impoflible de donner Ja deffusdes traités abfolumenc deterrainés / que les d"n aéèi  per. ZIELKUNDE. 131 . creeven ; dat het geene wy 'er van weeten te a onzeker is en te veranderlyk, om alle de voor• komende gevallen aan eene vaste Leerwyze te 0 binden ; wyl de geüartheid en de omftandighe■ den op oneindig veelërlei wyzen verfchillen . . en ieder geval byzondere zorgen en beftuunnMs gen verëifcht. Men moet derhalven zig ver2.1 genoegen met de Grond - denkbeelden en die a-i Grondbeginzelen te overweegen, die van algere i meen- nut zyn. Men moet over de eerfte bete i ginzelen van alle de takken der menfchlyke i-l kundigheden werken famenftellen , die wel gey ifchreeven en in onderling verband zyn , die dienen kunnen om de jonge lieden te onderwy'4 zen en teffens hunnen Geest te vormen, voorts sp aan de Meesters en Onderwyzers der jeugd de i, : zorg overlaatende voor de verdere byzonderhe- 1 1 den , die ontelbaar veele zyn. Het is 111 zeej kere opzigten met de Opvoeding als met de kunst n Vr.ées font trop incertaines & trop variables , pour qu'on Suisfe foumettre tous les cas a une theorie fuïe, praw?ue!e naturel & le, ciiconftances vanent: djine infinue de s 1 manieres. & que chaque cas demande des loins , öc une ' di S Particuliere. 11 faut donc fe contenter de pofer fü ks fdePe fondamentelies, fur les principes d'une unhté generale , compofer fur toutes 'les branches des con•S iaiffaScês humaines des ouvrages elementaire» bien faits & b en 1 és , qui puiffent fcrvir a inftruire les jeunes gens ' & aformer eUr efprit, & laifler aux Maitres, aux Infti- futetïs le foin des details , dont la 1 brable. II en eft a certains egards de 1 Education comme ;. de 1'art d'obferver, le nombre des regies generales, des ia Pie  13a Antwoord over de Nuttigheid kunst van Waarneemen. Het getal der algemeene regelen en der grondlesfen , die op alle gevallen toepaslyk zyn , is klein ; maar derzelver toepasfing en gebruiken zyn ontelbaar veele ; men leert deze niet dan door de oefening en door het waarneemen zelve , wanneer dit door bekwaame lieden gefchiedt. De handelwyze van eenige Waarneemers flegts in 't algemeen op te geeven, is zo veel als niets te doen; het zyn de verfchillende byzonderheden die leerzaam zyn : niet die welke een Geleerde in zyne ftudeer - kamer uitdenkt; maar die wezenlyke byzonderheden , welken men by iederen flap ontmoet , en even zo weinig befchryven als voorzien kan. Ik houde my niet langer op by deze aanmerkingen , maar gaa over tot de tweede afdeeling dezer Verhandeling. TWEE- preceptes communs eft petit ; mais leur application & leurs ufages font immenfes , ils ne s'apprennent que par a pratique, par 1'obfervation même , lors qu'elle eft dirigée par d'habiles gens ; rapporter en gros les procédés de quelques Obfervateurs , ce n'eft rien faire , ce fonc les details qui inftruifent , & non pas les details qu'un Savant imagine dans fon cabinet ; mais les details réels, qui fe rencontrent è chaque pas & qu'il eft auffi impofiïble de decnre .que de prevoir. Ainfi, fans m'arrêter plus longtems de ces reflexions, je paffe a la feconde partie de ce discours. SECON-  der ZIELKUNDE. »3S TWEEDE AFDEELING, Van den Invloed der Zielkunde op het Geluk der Maatfchappy en. Ik heb misfchien in de eerfte afdeeling my breedvoeriger uitgelaaten, dan den aart dezer Verhandeling mede bragt. De denkbeelden echter welke ik daar door gelegenheid had voor te ftellen, zullen ons van groot nut zyn in deze tweede afdeeling, en dienen om dezelve zeer merklyk te verkorten. Het SECONDE PARTIE. Inftuence de la Pjychologie fur le bonheur des Sociétéf. Je me luis etendu dans la première panie , peut-etre, plus que ne le comportait la nature de ce discours , mais les idées que j'ai eu occafion d'expofer nous feront d'une grande utilité pour cette feconde partie , & ferviront al'abreger confidcrablement. I 3 11  134 Antwoord over de Nutttohmd Het zou nutteloos zyn alle de voorwerpen te verhandelen , welke deze ftoffe ons opleevert. Zo ik my zorgvuldig gewagt heb van in de byzonderheden eener Verhandeling over de Opvoeding te treeden , moet ik nog des te meer my onthouden van de veelvuldige naarfpeuringen die zig hier opdoen. Daarenboven heeft men , ten opzigte van dit Onderwerp , êên voordeel, het welk ons ten opzigte der opvoeding ontbrak; dit naamlyk, dat het meerder deel der zaaken , die voor het geluk der Maatfchappy van belang zyn, reeds dóór anderen op eene zo bondige als wysgeerige wyze verhandeld zyn. Ik heb derhalven thans geen. ander oogmerk , dan alieenlyk fommige der voornaamfte trekken voor te Hellen. Zo het my gelukt deze wel te fchetfen, zal men van het overige zeer gemaklyk oordeelen en 'er dezelfde regelen op toepaffen kunnen. Dat II ferait inutile d'eritreprendre de traiter tous les objets qu'elle nous offre; fi je me fuis gardé foignculément d'entrer dans les details d'un Traité d'l'ducation, a bien plus forte raifon dois - je m'abftenir de la multitude de discusfions qui fe prefenteraient ici. On a d'ailleurs pour ce fujet un avantage qui nous manquait pour 1'Education, c'efi; que la pluspart des matieres qui interefient le bonbeur des Sociétés , ont été traitées d'une maniere egalement'folide & Philofophique. Mon but n'eft. donc ici que de prefenter quelques uns des tra'ts principaux , fi je reuflis a les esquifer, on pourrait facilemenc juger du reste, & y appliquer la même methode. Qu'une  der ZIELKUNDE. 135 Dat eene gezonde Zielkunde in het beftuur der Maatïchappyen van nut konde zyn, fchynt niet wel te kunnen ontkend worden, en de-aelfde redenen , die haare nuttigheid in de opvoeding bewyzen , doen ook haar nut blyken ten opzigte van het geluk der Maatfchappy. Zou het voorzigtig zyn menfchen te willen beftuuren zonder hen te kennen ? Kan men zig waare en juiste denkbeelden vormen van een famengefteld wezen, zonder te weeten welke de enkelvouwige deelen van deszelfs famenfteL zyn, en zonder den aart dier deelen te kennen? Hangen niet de beweegings - wetten van een famengefteld werktuig af van de wetten der enkelvouwige werktuigen, die in deszelfs famenftel plaats hebben. Men moet derhalven, zal men over de menfchen , in eehe Maatfchappy verzameld zynde , wel Ou'une faine Pfychologïe puiiTe etre utile dans la direc tion des Sociétés, c'eft ce qu'il ne parait pas ailé de nier, & les mêmes raifonnemens qui prouvent Ion utilite dans V Education, la rendent fenlible auffi quand il s agit du bonheur des Sociétés. Serait-il prudent de vouloir conduire les hommes fans les connaitre, peut-on .e former des idées iuftes d'un etre compofé, fans favoir quels font les mdividus qui le compofent , & quelle eft la nature de ces individus; les loix du mouvement d'une machine compofée ne dependent-elles pas des loix des machines firnpies qui entrent dans fa conftruétion. Ainü pour bien juger les hommes raffemblés en SociéI 4 lt»  136 Antwoord over de Nuttigheid wel oordeelen, de betrekkingen van den menfch op zyne medemenfchen kennen. Om zo eene Maatfchappy van menfchen wel te beftuuren moet men de gevolgen van die betrekkingen begrypen en niets dat daar mede ltrydig is van die Maatfchappy eisfchen. De Zedelyke wezens hebben , zo wel als de bloot - natuurlyke , hunnen aart en eigenfchappen , welken men met tegenftreeven kan , zonder het geluk van die wezens, en daardoor teffens dat der geheele Maatfchappy, van welke zy leden zyn, te benadeelen; want eene Maatfchappy is niets anders dan eene verzameling van enkelvouwi- ge au tl' dlÊ; Zig tot hun ei§en best verëemgd hebben; dus ieder voor zig een onbetwistbaar regt hebben op alle de voordcelen , welke die vercemging te wege brengen kan. Men kan derhalven aan geene Maatfchappy denken zonder ieder der enkelvouwige wezens, die de! zelve fèmbïaS? C<&$ J^WW de 1'homme avec fes Société fl fnnr r 4l"$ef Ies hommes «ffemblés en t£»■ 1. 2,fir les refu,tacs de ces rapports & ne Tien exiger d'une Société qui foit contraire a ces rannorts Les etres moraux ont comme les etres PhyfiSues iS: na' ture « leurs propriétés, on ne peut chocquër eet è ïa ture & ces propriétés fans nuire au bonlWdce etres & par cela même au bonheur de la Société qu'Ss coTpo'. d mdividCusr UaSiSfeafonrn'eft ^ ch ,fe ^ C0',S* m umivjuus , qui le lont reunis pour eur plus grande uti- ÏuepJut Procter"?^ Órf™°»^'™étages i, qS aIa £!OCU/ei ,a Société, on ne peut donc fon?er i te Société faQsfongerauxindividus, il fmfeuSeShe* cher  der ZIELKUNDE. 137 zelve uitmaaken, in aanmerking te neemen. Het komt alieenlyk 'er op aan naar te fpeuren welken invloed hunne verëeniging op ieder hunner heeft, en welke gevolgen uit dezelve , ten opzigte van de Regeerings - vorm dier Maatfchappy, voortvloeijen. Wanneer men met oplettenden aandagt den aart des Menfche befchouwt zo wel als den lust dien hy heeft om zyne werkzaamheid te oeffenen, en de verfchillende wyzigingen welke die werkzaamheid ondergaat, naar maate der voor werpen op welke zy zig toelegt; de onderfcheidene hartstogten die daar uit voortfpruiten, en die , wel beftuurd wordende , zeer veel tot des menfchen geluk toebrengen j den hoogen trap van volmaaking , voor welken de menfch vatbaar is; het vermaak dat hy vindt in zyne denkbeelden uit te breiden , dezelven aan een cher quelle influence a leur reunion fur chacun d'eux, quelü font les principes qui refultent de cette reunion , & quelies confequences en decoulent relativemenc a la pratique du Gouvernement. Quand on confidere attentiveraent la nature de 1'homme , le defir qu'il a d'exerccr fon aftivité, les diffcrentes mod ficauons qu'eprouve cette aöivité , fuivant les objets tüxquels elle s'applique , les diffcrentes pafllons qui en refultent. & qui bien dirigées contribuent puiffainraent au bonheur de 1'homme, le haut degré de perfeólibilité dónt il eft fufceptible, le plaifir qu'il trouve a poufier fes idées, a les combiner, h en tirer des rcfultats nouveaux, 1 5 le  13S Antwoord over de NüTtighwd een te fchakelen en 'er nieuwe uit te trekken ; en het nog grooter vermaak dat hy vindt in dezelve mede te deelen en bekend te maaken ; het genoegen 't welke hy in de verkeering met zyne medemenfchen fmaakt ; de geneugten, welke eene regtfchaapene ziel geniet wanneer zy wel doet, wanneer zy aan andere menfchen dienden bewyst. In een woord , wanneer men acht geeft op de veelvuldige aangenaamheden , welke de menfch in de oeffening der gezellige deugden geniet, en op de geneuglyke voordeelen welke hy daar uit trekt ; wanneer men eenen Marcus Aurelius of eenen Socrates vergelykt met een onverfchilligen menfch, die alleen voor zyn eigen behoud en welzyn waakt , en wiens zelfs-liefde zig niet hooger verheffen , — niet verder uitbreiden kan dan tot zig zelf, als dan zal men moeten erkennen , dat de menfch tot de famenlee- ving le plaifir plus grand encore qu'il trouve èlesrepandre, ales communiquer, celui qu'il goute dans le commerce de fes lemblabes, Ia fatisfaftion qui refulte pour toute ame bien née de Ia bienfaifance & des fervices rendus aux autres hommes; en un mot, quand on reflechit fur la multitude de plaifirs que trouve 1'homme dans 1'exercice des vertus fociales , fur les heureufes influences qu'il en recoit quand on compare un Marc Adreie , un Socrate , avec un homme ïfolé, umquement attentif aux foins de fa conlervation & chez qui 1'Amour propre n'eft fufceptible d aucune levation, d'aucune extenfion, on ne peut nier que Phomme ne foit né pour la Société, que la Société ne loit pour lui le veritable etat de nature, puisque toutes  per ZIELKUNDE. 139 ving gebooren is, en dat die voor hem de waare flaat der Natuur is; wyl alle zyne Natuurlyke neigingen hem naar dezelve dryven , alle zvne begeerten 'er zig naar uitftrekken, en zyn natuurlyk zo min als zyn zedelyk geluk buiten dien flaat immer toeneemen kan. Wyl dan de gezelligheid een wezenlyke eigenfchap is van den menfch, en de verëeniging der menfchen in eene Maatfchappy een geheel eenvouwig gevolg van hunnen aart, is de wyze welke men volgen moet om de Maatfchappyen wel te kennen en te beftuuren , zeer klaar en bfykbaar. Indien , zo als fommige Wysgeeren gedreeven hebben , de flaat der famenleevmg een tegennatuurlyke flaat was ; zo de Natuurlyke neVingen van den menfch hem aandreeven om zig van dezelve af te fcheiden , en om onaf hanglyk van anderen en op zig zelf te leeven, ö J zoude *-e r« facultés s'v portent, que tous fes defirs 1'y entrai„ent & que fon bTheur PhyWe & Moral ne peutprendre quelque accroifement hors de eet etat. Puis donc que la fociabilité eft une qualité eiTentielle k Yhomve , buisque la reunion des hommes en Société Pft u^e fuite toute fimple de leur nature , la maniere , fn^ n doit s°y prendre pour connaitre & dineer les So été°s eft encoVplus claire & m*»ffiZfaJ* fe frr fi comme l'ont pretendu quelques Philoiopnes, l et 'de SoSI etait u'n etat comre|nature fi •- facultés de 1'homme le portaient a le feparer , & a vivre ind.pendantTifolé! on pourrait croire que les moyens pro-  140 Antwoord over de Nuttigheid zoude men in der daad rede hebben te denken dat de middelen die gefchikt zyn om de Maatlchappyen te beftuuren en in wezen te houden dikwyls willekeurig en ftreng zyn moeten ; —! dat het gevaarlyk is den menfchen eenige' vryheid over te laaten , en dat men hen door geweld tot onderwerping dwingen moet. Dan wyl de ftaat der Maatfchappy die is , welke de menfch zoekt en begeert; wyl hy in dien ftaat de meeste voordeden en zyn grootfte geluk vindt is het beftuur der Maatfchappyën geen willekeurige zaak. Het verëifcht noodwendig de kennis van den menfch ; het is niets anders dan het ter uitvoer brengen der Wetten, die uit de betrekkingen voortfpruiten, welke de menfchen onderling op eikanderen hebben. Het kan derhalven het voorwerp zyn eener aanhoudende Beoeffening en eener bondige Weetenfchap Het is hier myne zaak niet de verfchillende re* geerings- vormen te overweegen , ofteonder- zoe- pres è gouverner & k conferver les Sociétés doiven' fouvent etre arbitraire* & violens , qu'il eft dangereux de Jaiiler aux hommes quelque liberté , & qu'il faut les fou- ' mettre par la force. Mais puisque Petac de Société eft celui que 1'homme defire & recherche naturellement puisque c'eft dans eet etat, qu'il peut trouver fes plus' grands avantages & fon plus grand bonheur, le gouvernement des Sociétés n'eft point une chofe arbitraire, il iuppoie necellairement la connaifiance de 1'homme il n'eft autre chofe que 1'execution des regies qui refultent des rapports que les hommes ont entre eux il peut donc etre 1'objet d'une étude fuivie , & d'une fcience loliqe. 1! n eft point ici queftion d'examiner les differen- tcs  der ZIELKUNDE. 14» zoeken welke van die het meeste overëenftemt met den aart der menfchen en met de natuurlyke omftandigheden in welken zy zig bevinden. Ook niet welke verfcheidenheden in die regeerings - vormen plaats hebben kunnen ; of welke dezer nadeelig zyn en tegenftrydig. Dit onderwerp ( zo het al in het vermogen ware van eenig menfch het zelve volledig te verhandelen ) , verëifcht zo veele niet alleen — maar ook zo grondige kundigheden ; het is aan zo veele moeijelykheden onderheevig en zo verbaazend ingewikkeld , dat geene dan de allerfchranderfte vernuften zig in het zelve moeten inlaaten. Ten anderen is het hier ook de zaak niet Maatfchappyën op te rigten ; het menfchlyke geflacht in deszelfs oorfprong te befchouwen ; een Gemeenebest te vormen in den fmaak van dat van Plato , of den menfchen te onderwyzen hoe zy zig zamen vertes formes de Gouvernement, de chercher quelle eftcel]e qui s'accorde le mieux avec la nature des hommes, & avec les circonftances Phyfiques , dans lesquelles ils fe trouvent , de quelles variétés elles font fufceptibles, & quelles font celles qui font abfolument nuifibles & contradiftoires. Ce fujet, fi tant eft qu'il foit au pouvoir de 1'homme de le traiter complettement, eft embarraffé d'un fi grand nombre de difficultés , il fuppofe tant de connaiflances , & des connaiiTances fi approfondies ,• il eft d'une complication fi effrayante, qu'il n'appartient qu'aux plus grands genies de 1'entreprendre. D'ailleurs il ne s'agit point ici de créer des Sociétés, de confiderer le genre humain a priori , de former une Repubüque dans le gout de celle de Plaxon , & d'apprendre aux hommes com-  142 Antwoord over de Nuttigheid verëenigen, — hoe zy zig onderling gedraagen moeten. Alle die fchoon - fchynende befchouwingen ; alle die zo vernuftige en weluitgewerkte Leer-ftelzels; alle die fchikkingen die in de Studeerkamer gemaakt worden zyn meer geestig en aartig dan nuttig. Zy houden het vernuft en de verbeeldings - kragt op eene aangenaame wyze beezig ■ zy kunnen fraaiuitgedagte denkbeelden opleeveren ; doch met dit alles zyn de Maatfchappyën reeds op een vasten voet , en alle de befpiegelingen der Wysgeeren kunnen niets in die reeds plaats heb- bende rangfchikkingen der menfchen veranderen. Men moet derhalven zoeken aan de reeds m wezen zynde Maatfchappyën nuttig te zyn ; men moet onderzoeken , of men niet, zonder de tegenwoordige gefteldheid der zaaken te veranderen , de menfchen verbeteren kan ; . of men de ingeltelde Wetten niet tot mee'rdere volmaaktheid brengen — en hun, die het bewind comtnenc ils doivent fe reunïr & fe gouverner. Toutes ces theories fi brillantes, tous ces fyftemes fi ingenieux & fi bien travaillés , tous ces ararngemens pris dans ]e caoinet lont plus cuneux qu'utiles, ils exercent agreablement le genie & 1'Imagination, ils peuventfournir des idées heureufes, mais enfin les Sociétés exiftent deja , toutes 'jV.pecuIations des Ph'lofopnes ne peu vent rien fur cette diltribution acïuelle des hommes. II faut donc eflaver d etre utile aux Sociétés qui exiftent, il faut voir fi fans changer 1'etat prefent des chofes on ne peut pas rendre les hommes meilleurs, perfeclionner la Legislation , cc indiquer a ceux qui gouvernent des principes , qu'ils ne pa- rais-  der ZIELKUNDE. 143 wind voeren, die grondregelen kan aan de hand geeven , welke zy niet altyd fchynen gekend of wel begreepen te hebben. Dit gefield zynde , zeg ik , dat de burgerlyke, zo wel als de halsftraflyke Wetten, op het natuurlyke regt gegrond en alieenlyk eene uitbreiding en ontwikkeling van het zelve zyn moeten ; — dat het Natuurlyke regt , zo wel als de Zedekunde , in de Zielkunde gegrond zyn , en dat alle andere opklimming een willekeurig beftuur der Maatfchappyën voortbrengt ; — geene dan duistere en onzekere kundigheden opleevert; - tot valfche gevolgtrekkingen aanleiding geeft; — dweeperige gevoelens en fchadelyke driften begunffigt. Dan het is niet genoeg deze Stellingen als waar voor te draagen; zy moeten vatbaar gemaakt, zy moeten beweezen worden. Dit is het dat ik met weinige woorden zal tragten te doen. Zo raifïent pas avoir toujours bien connus.l Cela pofé, je dis que les Loix Civiles & Criminelles doivent avoir leur fondement dans le droit Naturel, & ne doivent en etre qu'une extenfion & un developpement; que le droit Na. turel & la Morale ont leur fondement dans la Pfychologie , & que toute autre gradation introduit de 1'arbitraire dans la direótion des hommes, engendre des fciences obfcures & incertaines , conduit a des refultats faux , & prête au paradoxe & aux paflions. Mais de pareilles asfertions ne fuffiffent pas, il faut les prouver & les rendre fenfibles, & c'eft ce que je vais efiayer de faire en peu de mots. S'il  144 Antwoord over de Nuttigheid Zo 'er in de Ziel der menfchen onwrikbaar vastgelegde Grondbeginzelen zyn , van welke zy nimmer afgaan ; zo alle hunne daaden van eene eerfte beweegrede afhangen, enzo het onmogelyk is hunnen wil te dwingen , of iets an ders te doen verkiezen, dan het geene zy denken het beste te zyn, moet men zekerlyk bekennen , dat het eerfte , het voornaame voorwerp van alle de naarfpeuringen der Regtsgeleerden en der Wetgee veren, geen ander zyn moet, dan de kennis van de beweegredenen, door welke der menfchen daaden beftuurd worden en van hunne verpligtingen en oorfpronglvke phgten. Nu betoogt ons de Zielkunde , zo .als wy 111 de eerfte Afdeeling zagen, dat de Zelfs-hefde of de zugt tot geluk de eerfte beweeg-veer is van der menfchen daaden Zig zelf hef te hebben , voor zyn eigen behoud te zorgen is geen pligt van den menfch; neen! het is S'il y a dans 1'Ame des hommes des principes fonds mentaux dont tis ne s'ecartent jamais , ? S /?"o„s dependent toutes d'un premier mobile ,' & s'il eft mpo ! fibie de contra.ndre leur volontc & de lés porter a ffir fce qu;ls ne croyent pas etre Ie meilleur, on ne fS disconvemr que Ie premier objet de toutes les recherches des Junsconfnltes & des Legislateurs , ne doive etre fe conna,flance des motifs qui portent lés homme? a agir de leurs obhgations & de leurs devoirs primitifs. 'Or rfarri? J°S'e ' comme,?ou* l'^ns vu dans Ia première E ' dlm?ntre <3ue 1 Amonr propre ou 1'Amour du bonheur eft le premier mobile des aclions de iSmme ^e n eft pas pour 1'homme un devoir de saimer foimême \ &  der ZIELKUNDE. 145 is zyn eigene Natuur die hem daar toe dwingt; een gevoelig wezen kan nooit anders beftaan. Men verduistert derhalven de befchouwing van den menfch , door eene van hem onaffcheidelyke eigenfchap , eene eigcnfchap zonder welke hy nimmer beltaan kan, als eenen pligt aan te merken. Het is derhalven zeker, dat de menfch , in welke omftandigheden hy ook geplaatst zy , zig altoos bepaalen zal tot dat geene , 't welke hy het gefchikfte kent om zyn geluk te bevorderen , en 'er zullen noch Staatkundige Grondbeginzelen, noch eenigërlei aanfpooringen noodig zyn , om hem daar toe aan te dryven. Hy kan niet anders doen; alle andere keuze wordt hem door zyn eigene Natuur belet. Wat moet men dan den menfch leeren, of in welk gewigtig ftuk moet men hem onderwyzen ? Heeft men veel tyd noodig, om hem te bewyzen , dat hy verpligt is tot zyn eigen geluk & de pourvoir a fa con'fcrvation , c'eft fa propre nature qui le vent ainfi , un Etre fentant ne peut exifter autrement. C'eft donc obfcurcir la theorie de 1'homme que de faire un devoir d'une proprieté efientielle , d'une proprieté , fans laquelle 1'homme ne poürrait exifter. Ainfi dans quelques circonftances que 1'homme foit placé, il fe determinera roujours pour ce qu'il croira le plus propre i contribüer a fon bonheur , & il ne faudra ni principes politiques, ni cxhortations pour 1'y engager , il ne peut faire autrement, tout autre choix lui eft interdit par ia nature. Que faut-il donc faire connaitre è 1'homme, fur quoi eft il important qu'il foit inftruit ? Faut-il cmplover beaucoup de tems a lui prouver qu'il doit travail* , XX. Deel. K Ier  14Ö Antwoord over de Nuttigheid geluk te werken ? Voorzeker geene moeite zou nutteloozer zyn dan deze ; hy gevoelt dit uit zig zelf duizendmaalen levendiger, dan men het hem immer zou kunnen voorftellen. ïs het noo ig veel moeite aan te wenden om een Zedelyk grondbeginzel te zoeken , dat de Regel zy zyner daaden en de beweegrede zyner belluiten ? Immers neen. Zo de zugt naar geluk dat grondbeginzel is , huisvest het reeds in den menfch ; het is in hem altoos werkzaam en aan geenërlei uitzondering onderhevig. Wel verre van het te moeten zoeken, wyst de geheele Natuur het ons terftond aan en zy roept ons toe dat 'er geen ander is. Zo men ooit meende een ander grondbeginzel ontdekt te hebben , zal het of een grondbeginzel zyn , met het eerfte overëenftemmende en van het zelve afhangende , dus niet in deszelfs plaats moetende gefield worden ; of zo het met dat eer¬ ier a fon propre bonheur , jamais travail ne ferait plus ïomi e, ij fent cela millefois plus vivement qu'on ne?auiait le lui expnmer. Faut-il fe donner beaucoup de peine pour cherchei- une principe de Morale qui foit la regie de fes afbons, & e motif de fes determinations ? Non! ShnemSnC1?C °fl ' a"?0Ur éa Kon»eur, il exifte deja dans iïn Jhi ■ a?lt WT?rs ' 11 n'eft fujet a aucune excep' & 11 a,fi Peu befoin d'être cherché oue toute la dÏÏffi °T ie m0R"e ' & "0US cne n'v en a point fPr n P,- -V C1'H t-r0Uver un autre Principe, ou ce lera un Principe fecondaire, qui depend du premier, & qui par confequent ne doit pas etre mis a fa place , ou SJ1 eXt contraire au premier, ce fera un Principe imagi- naire,  dér. ZIELKUNDE. 147 eerfte grondbeginzel ftrydig is , zal het enkel denkbeeldig , met de natuur van den menfch ftrydig en van nadeelige uitwerkzelen zyn; wyl ieder grondbeginzel, dat niet uit de wezenlyke eigenschappen van den menfch voortvloeit, en op niets anders dan op de verbeelding van deszelfs uitvinder gegrond is , noodwendig fchadelyk zyn moet , alzo het tot valfche Leerftellingen en verkeerde beftuuringen aanleiding geeft. Het is van het uiterfte belang , het algemeene grondbeginzel onzer daaden in deszelfs waare gedaante en in alle deszelfs eenvouwigheid voor te ftellen , ten einde alle fchynbaare tegenftrydigheid en alle willekeurige leerftelzels te vermyden. Wat is dan het werk des Wysgeers ? . Den menfch den weg te doen kennen, die naar het waare geluk leidt. Ieder menfch , die zyn naire , qui repugne a la nature de 1'homme & qui ne peut que faire du mal , par ce que tout principe qui ne decoule pas des proprietés eflè'ntielles de 1'homme, & qui ne repofe que fur 1' Imagination de fon Auteur, eft necefiairement nuifible en donnant lieti a de faux preceptes , a de mauvaifes regies de conduite. 11 eft trés important de reprefenter le principe univerfel de nos aftions fous fa vraye forme , & dans toute ia hmplicité, afin d'evitcr toute contradiétion apparente, toute theorie arbitraire. Quel eft donc 1'objet du Philolophe? De faire connaüre a 1'homme le moven de parvemr v K x ^  H-8 Antwoord over de Nuttigheid zyn rede magtig is , begrypt zeer wel, dat hy gehouden is zig te gedraagcn op eene wyze die met zyne Natuur overeenkomt. Het is onnoodig by hem op deze verpligting aan te dringen Dagelykfch ziet hy voorbeelden van de onheilen, die den geenen, die van dit fpoor ardwaalen , overkomen ; doch verre na niet zo gemaklyk is het hem' en dikwylen wordt hy dooidenSamenloop veeier omftandigheden belemmerd m de wyze te ontdekken om zig naar zyn eigene Natuur te voegen; het is hem eene kunst haare item wel te onderfcheiden en haare infpraaken te volgen ; het waare van het ichynbaare te fchiften ; zig voor alle bcguigchelingcn en verleidingen der zinnen te wagten. Het waare Grondbeginzel van de Zedekunde en van het Natuurlyke Regt is derhalven gemaklyk te ontdekken. De Zielkunde wyst ons het zelve duidiyk aan 5 maar de gevolgen van dit grond- bc- au veritablc bonheur ■ tout homme , qui peut raifonner fent fort bien qu'il doit fe conduire dWe maniere conforme a fa nature , il n'eft pas befoin d'infifter auprès de lui fur cette obhgation, il voit tous les jours des exemples des maux que fouffrent eeux qui s'ecartent de cette ouCe Mais ce qu il n'appergoit pas fi aifement, & ce que Ia comphcation des circonftances rend quelquefois trés difficle a appercevoir, c'eft la maniere de fe confirmer a fa BE notUre VC'Cft Vfn d^.dlftl'nguer fa voix de faire ce qu elle nous mfpire , de dift.nguer le réel de 1'apparent, ndPr,eferVei' Óe,s ilIufions & des caPrices des paffions. Ce n eft donc pas le Principe de la Morale & du Droi Naturel qu,l eft difficile d'etablir, la Pfychologie nous Ie  der ZIELKUNDE. M9 beginzel; de onderfcheidende kenmerken van deszelfs nuttigheid , zyn moeijelyker te onderkennen en verëisfchen allen mogelyken aandagt, alle de naarfpeuringen der Wysgeeren. Men zoude in dit onderzoek veel verder gevorderd zyn , zo men niet den tyd verfpild had met over woorden te twisten; zo men het ftuk wel had willen ontwikkelen , en tot den oorfprong der neigingen en daaden van den menfch opgeklommen was, in plaats van terftond eigendunklyke grondbeginzelen te fmeeden , en 'zig in eene ontallyke menigte van byzonderheden te verliezen. Verfcheiden zeer achtenswaardige Schryvers houden den Wil van God voor dit algemeen en vastgefteld grondbeginzel , en zy verbeelden zig zeer veel te verfchillen van hen die de Zelfs - liefde 'er voor houden; tegen dezen vaaren zy dikwyls en fomtyds zelfs zeer ; bitter uit , de betekenis van dat woord in een volle decouvre , mais ce font les confequences du Principe , ce font les marqués diftinftives de 1'utile qu'il'eft diffici.le : de reconnaitre , & qui exigent toute 1'attention poffible i & toutes les recherches des Philofophes. Ces recherches feraient plus avancées . fi 1'on eut moins perdu de tems a disputer iur les mots, fi 1'on eut bien voulu anaI lyfcr & remonter a la fource des penchans & des aftions j de 1'homme, au beu de fe forger d'abord des Principes , & de fe noyer enfuite dans un mer immenfe de details. Plufieurs Auteurs tres refpcttables prennent pour Principe fondamental la Volonté de Dieu , & s'imaginent etre fort loin de ceux quifecpnnaiffeht 1'amour propre , contre lesquels ils declament fouvent & ■ quelquefois même K 3 avec  150 Antwoord over de Nuttigheid volftrekt verdraaiden en belagchelyken zin opvattende , zo als ik hier boven reeds aangetoond heb. ' Maar wat is de Wil van God°? Kan God anders willen dan de Natuur der Zaaken medebrengt ? Immers neen. Want als dan zouden Zyne befluiten kunnen ftrydig zyn met de natuur der zaaken , het welke ongerymd is, wyl de Wezens zelve der zaaken eeuwig zyn en onveranderlyk, en wyl ieder denkbeeld, het welke God meester maakt over die wezèns, eene uitdmklyke tegenzeglykheid inÜuït. Zo nu God niets willen kan , dan het geene uit de vastgeftelde natuur der zaaken voortvloeit, kan Hy ook van den menfch geene daaden eisfchen dan die met deszelfs Natuur overëenkomftig zyn. Gods Wil ftrookt derhalven volkomenlyk met des menfchen zelfs-liefde , met die naamlyk, welke wy hier boven befchreeven hebben. De Grond- avec aigreur, en prenant ce mot dans un fens abfolument alteré & ridicule, comme je 1'ai fait voir plus haut. Mais qu'eft-ce que Ia Volonté de Dieu ? Dieu peut-il vouloir independamment de la nature des chofes ? Non , ces decifions pourraient alors etre en comradiclion avec la nature des chofes, ce qui eft abfurde, les eftences des chofes etant eternelles & immuables , & toute opinion qui fait Dieu maitre des effences renfermant une contradiclion dans les termes. Or fi Dieu ne peut vouloir que ce qui refulte de Ia nature des chofes, il ne peut esiger de 1'homme que des aébons conformes a fa nature. La Volonté de Dieu coïncide donc avec 1'amour propre , tel que nous 1'avons determiné, L'on fent bien que tout ceci fe reduit a dire que la Nature des chofes coïncide en- tiere-  der ZIELKUNDE. 151 Grondbeginzelen komen derhalven op een en het zelfde uit , hoe zeer zy ook in den eerften opflag fcheenen te verfchillen. Het is echter niet onverfchillig , of men het eene dier grondbeginzelen in plaats van het andere neeme , en de wyze van voorftellen is in dit ftuk van veel meer gewigt dan men denkt. Voor eerst is het een wezenlyk verëifchte, den menfchen hunne verpligtingen voor te (tellen op eene wyze die hen treft , en welker juistheid en noodzaaklykheid zy met den eerften opflag befpeuren. Zy zyn niet alle bedreevene redeneer-kundigen, en men moet hen voor valfche redeneeringen behoeden. Wanneer men hun nu zaaken voorfchryft, die met hunnen fmaak en neigingen ftrydig zyn , en men zig vergenoegt 'er flegts by te voegen , dat zulks de Wil is van God , opent men de deur voor eene tierement avec les idées de {'entendement divin, & qu ainfi bien loin de feparer Dieu de la Nature des chofes , je cherche a faire voir que c' eft un tout indivifible. Les Principes reviennent donc au même, quoiqu'ils paraisfent au premier coup d'ceil trés differens. Mais il n cit pas indifferent de prendre 1'un de ces Principes a la place de 1'autre , & la forme eft ici plus importante qu on ne croit. D'abord il eft eflentiel de prefenter aux hommes leurs obligations d'une maniere qui les frappe , & dont ils fentent fout de fuite la jufteffe & la neceffité. lis ne lont pas tous de bons Logiciens, & il faut prevenir leurs faux raifonnemens. Or quand on leur prefent des choles qui font contraires k leurs gouts & k leurs penchans , cc qu'on fe contente de leur dire que c'eft la Vojonte de K 4 V\eu :  15* Antwoord over de Nuttigheid ne menigte van murmureeringen , klagten en valfche redeneeringen. Waaröm (dus mort de menfch) eifcht God zo veele onthoudingen van my. en waaröm legt Hy my zo veelvddlge kwellingen op ? Waaröm verbiedt God die goed is, het geene dat my vermaak verfcnaft? Hoe weeten de Leeraars , die my eene zo har'- Zoefcen V°0r P1'ediken' den wüle GodS? Zoeken zy my met te bedriegen ? _ Als ten G Verbeeldi^-kraÖgtzig te verhit- ïedenerfvr T ^ menigte fch°™*hynende redenen voort; en zy vernietigt de vruet der al ervoortreflyklle vermaaningem Zo men in plaats van onmiddelyk den Wil van GodTan e voeren , zig toegelegd had, om den menfchen te doen zien , dat hun waar geluk af hangt va het m acht neemen hunner phgten , en dat de vermaaken met zelden den weg ba nen to de grootfte onheilen. Zo men ifen hTzoeken te ™i do.p^^^J^^ Dieu exige t-il de bon s'oppofe t-STrnes ohSr, SA Pour même. En fuivant les d.ffe-eStes c.rconftances de la vie de 1'homme , on examinera ïucceflivement les differentes relations qu'il foutient, & l'on verra decouler dela les devoirs reciproques des Peres & des Enfans, des Mans & des Femmes, des Maitres & des  «er ZIELKUNDE. »57 ters en dienenden : Pligten , welker noodzaaklykheid en juiste gepastheid ten klaarden en duidelyk blyken zullen , wanneer men dezelve afleidt uit de voordeelen welke zy opleeveren kunnen , en uit het wcderzydfche nut, het welke die onderfcheidene perfoonen eikanderen onderling toebrengen kunnen : mits echter men zig eene Wet maake , nimmer andere pligten voor te fchryven , dan die, welker nut men op de zo even gemelde wyze betoogen kan. Men zal vervolgens de verfchillende beczigheden doorloopen tot welke de menfch gefchikt is; en de voornaamfte posten welke hem kunnen opgelegd worden; als dan zal men geene 11 rydigheid vinden tusfchen zyne regten en zyne pligten , mits men flegts dezen grondregel vast Helle, dat de menfch verpligt is te werken tot zyn eigen voordeel, in zo verre dit niet de voordeelen van anderen op een onwettige wyze verkort, en dat des Serviteurs , devoirs qui s'etablifent de la manieré ia plus fimple & la plus lumineufe , lorsqu'on les tirera des avancages qui peuvent refulter , de 1'utiücé reciproque dont ces differents perfonnes peuvent etre les unes pour les autres, & qu'on s'impofera la loi de n'en prescrire aucun dont on ne puifle rendre raifon de cette maniere. On parcourra enfuite les differentes occupations, auxquelles 1'homme eft deftiné, les principales affaires dont il peut etre chargé , & 1'on ne trouvera point de conflicl entre fes droits' & fes devoirs , des qu'on aura etabli ce Principe , que 1'hommc doit travailler a fon avantage , entant qu'il n'cmpicte point fur ceux des autres , & qu'il ne doit  158 Antwoord over de Nuttigheid dat hy niet aan aan anderen doen moet het geene hy zelf niet wilde dat hem door anderen aangedaan werd. Hier uit zal men ook zeer gemaklyk de regelen kunnen ontwerpen , welke men in de verfcheidene takken van den Koophandel en andere handteeringen , zo wel als in allerlei foorten van verbindtennTen , behoordt te volgen. Door dit alles zullen het Natuurlyke regt en de Zedekunde eene gefchiedkundige naarfpeuring worden van des menfchen lee vens - loop , welke men verder ophelderen zal door aanmerkingen, in welke men den invloed van zyn gedrag op zyn waar nut , of, 't geen het zelfde is, op het algemeene nut, zoeken cn vinden zal. Men zal, op deze wyze, ongemerkt tot een befchouwend Leerftelzel van alle deugden geraaken , het welke in een flegts gering getal van zeer eenvouwige en allerklaarblyklykfte grondregelen zal bevat zyn. Daar door doit jamais faire k autrui ce qu'il ne voudrait pas qu'on lui fit a lui même. On connaitra dès lors facilement les regies que i'on doit fuivredans les differentes branches du Commerce & du Negoce , & dans toutes les efpeces de contracis, le droit Naturel & la Morale feront alors un examen hiftorique de la vie de 1'homme , auquel on joindra des notes oh 1'on cherchera les rapports de fa conduite avec fa veritable utilité ,• &, ce qui revient au même , avec 1'utilité generale. L'on arrivera, de cette maniere, fans s'en appercevoir è la theorie de toutes les vertus, qui fera renfermée dans un petit nombre de maximes trés fimples, & de la plus grande evidence. Les vices  der ZIELKUNDE. i& door zelfs zullen de ondeugden verbannen worden ; 'er zal geene moeite verëifcht worden, om de onheilen aan te toonen , welke zy der Maatfchappy toebrengen, en die in het vervolg ffeeds hunne Stigters zelve treffen. Hier van daan den oorfprong der ftraffen , als natuurlyke gevolgen der ondeugd , en die der belooningen , als de natuurlyke gevolgen der deugd ; van welke beiden wy in 't vervolg nog kortlyk handelen zullen. De Menfch is verpligt, voor zyn affterven, de veiligheid en het welzyn zyner Kinderen of naastbeflaanden te bezorgen ; hier van daan de voogdyfchappen , uiterfte willen en alles wat daar toe betrekking heeft. In een woord , deze gefchied - kundige befchouwing van den Menfch in alle zyne betrekkingen , zal natuurlyk opleiden tot de naarfpeuring van het geene waar toe hy beftcmd is. Het onderzoek van zyne vermogens , die , wel beftuurd zynde , alle naar de volmaaktheid {trekken; vice fe trouveront prescrits par cela même , il ne fera pas difficile de faire voir les maux qu'ils caufent a la Société , & qui retombent enfuite fur leurs Auteurs, deli 1'origine des peines , fuites naturelles du vice , & des recompenfes, fuites naturelle de la vertu, dont nous dirons un mot plus bas. L'homme doit pourvoir avant de mourir , a la fureté & au bienêtre de fa Familie ; dela les Tuteles , les Teitamens , & tout ce qui s'y rapporte. Enfin cette analyfe hiftorique de l'homme , conduira naturellement a chercher fa deftination ; 1' examen de fes facultés qui bien dirigées tendent toutes a la perfeétion , la confideration de fes defirs qui tendent tous k un ac- crois-  i6o Antwoord over de Nuttigheid ken; de overweeging van zyne wenfchen, die alle eene vermeerdering van geluk bedoelen ; de veelvuldige beletzelen, die aan de uitbreiding zyner vermogens , en de verkryginr zyner wenfchen hinderlyk zyn; De wanorden , welke door valfche beoordeelingen , door ongeregelde hartstogten en door de uitfpoorighedcn van een bedorven en ondeugend hart in de Maatfchappy veroorzaakt worden ; dit alles , zeg ik , zal tot dit befluit opleiden . Dat dé Menfch , gebooren zynde om onophoudelyk der volmaaktheid te naderen en een Itooreloos geluk te genieten , derhalven niet kan bepaald zyn binnen den engen kring alleen van dit tydelyk leeven; dat de beweegredenen, die hem tot deugdzaamheid aandryven , maar al te dikwyls zouden duister , onzeker en wankelbaar 'zyn , en dat hy dienvolgens tot een anderen flaat na dit leeven gefchikt is , in welken alle wanorden herfteld worden -— en de natuurlyke croiflement de bonheur , ]e gnnd nombre d'obftacles oui s oppofent au developpemenc de fes facultés & de fes de iirs , les desordres, caufés dans Ia Société par les fauxjugemens, par les Paflions dereglées , par les excès des cceurs gatés & corrompus, conduifent a cette conclufion que I homme crée pour approchcr fans ceffe de Ia oerfection & jouir du bonheur ne peut etre renfermé dans le cercle etrolt de cette vie, que les motifs qui le portent a Ia vertu , feraent trop fouvent obfcurs , incertains & chancelans , & qu.'il eft par confequent deftiné è un autre etat ou tous les desordres feront reparés , & ou les fuites naturelles des aftions auront leur accompliftement. Cet  dek ZIELKUNDE. tói ke gevolgen der daaden hun volkomene vervulling erlangen zullen. Deze ftaat zal voorkomen als een noodzaaklyk gevolg der volmaaktheden van God , tot wiens kennis alles den menfch opleidt, en deze zal alle die gevoelens gewaar worden , welke het denkbeeld van een Wezen, dat de wezenlyke Goedheid zelve is, : inboezemt. Hy zal teïfens begrypen , dat de ! betragting der deugd, of 't geen het zelfde is, : i de zorg voor zyn eigen waar geluk , alle zyne pligten jegens dat Wezen in zig bevat , en dat de betuigingen zyner dankbaarheid en de uitboezeming van een hart dat met liefde vervuld is, nimmer een pligt zyn kunnen , maar altoos noodzaaklyk voortvloeijen moeten uit iedere 1 verlichte ziel ; uit ieder braaf en deugdzaam I hart. Ik verftaa hier door niet, dat men nooit ; zoude mogen de liefde en dankbaarheid als pligi ten doen aanmerken ; doch als dan wordt die uitdrukking een weinig verbloemd en oneigen- lyk, i Cet etat paraitra decouler neceflairement des perfeclions de Dieu , a la connaiflance duquel tout ramene l'homme. | Celui-ci eprouvera tous les fentimens, qu'infpire 1'idée i d'un Etre dont la bonté fait 1'eflence , il fentira que la | pratique du bien , c'eft è dire , le foin de fon veritablc bonheur, renferme tous fes devoirs envers cet Etre , & que le temoignage de fa reconnaifTance, 1'epanchemenc d'un cceur rempli d'amour , ne peut jamais etre un devoir, mais eft un effet necelTaire pour toute ame eclairée, pour tout cceur bon & honnête- Je ne veux pas dire qu'il ne foit jamais permis de faire confideier 1'Amour & la reconnaifTance comme des devoirs , mais alors cette XX. Deel. L  IÖ2 Antwoord over de Nuttigheid lyk ; daar ik my hier ten ftipften uitdruk , zo als deze ontwikkeling van de Grondbeginze'en der Zedekunde my toefchynen te verëisfchen. De zuivere Godsdienst zelve , uit het waare gezigtpunt befchouwd zynde, zal alle deze gevolgen bevestigen, dezelven zekerheid en kragt byzetten, en den menfch ten fterkften aanfpooren , om alle de beletzelen , die hem in dezen zynen weg voorkomen, te overwinnen. Op die wyze handelende , zal men die veelvuldige kinderachtige , niets beduidende en beuzelachtige pligten en alle die bygeloovige gebruiken vermyden , die de Zedekunde verduisteren en zo veelen Lieden eenen weerzin tegen dezelve inboezemen. Men zal niet meer in fchyn deugdzaame daaden voor de deugd zelve neemen. Men zal niet meer , zo ligtvaerdig als naar gewoonte , de menfchen beoordeelen volgens het geene zy fomtyds voorgeeven ; maar wel volgens hunne daaden, volgens hun geheel gedrag. exprefiion devient un peu figurée, & je parle ici a !a rigueur , comme cette analyfe des principes de !a Morale me parait 1'exiger. Une faine theorie de Ia Religion confïrmera toutes ces confequences , leur donnera plus de certitude & de force, & fera pour l'homme un puiiTant aiguillon pour furmonter les obftacles qu'il rencontre dans fa route. En procedant ainfi , on evitera cette multitude de petits devoirs pueriles & ininutieux , toutes ces pratiques fuperftitieufes qui obfcurfifient la Morale & degoutent tant de gens, on ne prendra plus des actes exterieurs pour de la vertu , on ne jugera pas des hommes ausfl legerement qu'on le fait , fur quelques discours, mais  dèr ZIELKUNDE. 163 1 gedrag. Men Zal daar door de fchadelykè uit- 1 werkzelen der fchynheiligheid verhoeden, welke maar al te dikwerf voortfpruiten uit de ligt- > geloovigheid , met welke men de minfte ver- . tooningen van gemoedlykheid aanneemt , hoe ■ zeer men ook anderszins rede hebbe om dezel- '. i ve te mistrouwen. Men zal niet meer als eenen 1 pligt eisfchen dat geen, het welke de vrugt van t het gevoelen zyn moet. Men zal werken om , het Oordeel te verlichten en het hart te raaken. . lAlle Godsdienftige verrigtingen zullen als dan 1 leenvouwig worden en natuurlyk; en zonder dit i I kunnen zy niets anders zyn dan grillen en huig- . ichelaary," welke men niet behoorde op zo hooI gen prys te Hellen. Men begrypt wel , dat eene zo onvolmaak: i te en verminkte Schets als deze , nauwlykfch i genoegzaam is , om fommige der voornaam!!e , trekken aan te wyzen; doch zonder een geheel boek mais fur leurs afbons, fur tout 1'enfemble de leurs conduite , on previendra par la les mauvais effets de 1'hypocrifie, qui ne nait que trop fouvent de la facilité avec la quelle on cede aux moindres demonftrationsdefentimens, ' quelques raifons qu'on ait d'ailleurs pour s'en defier. L'on n'exigera plus en devoir ce qui doit etre le fruit du jefitt- : 1 ment , otf travaillera a eclairer 1'Entendement & a toucher le cceur , alors tous les aftes de devotion deviendront naturels & fimples , fans cela ils ne peuvent etre que des grimaces & des lingeries, auxqnelles on ne devrait pas attacher tant de prix. L'on fent bien qu une esquiffe auffi imparfaite & auffi tronquée fuffic a peine Li Pour  164 Antwoord over de Nuttigheid boek te fchryven , zoude het onmogelyk zyn zig over dit ftuk verder uit te laaten. Ook durv' ik zeggen, dat de verdere byzonderheden dezer zaak gemaklyker zyn dan zy fchynen ; en wy hebben reeds eenige Werken over het Natuurlyke Regt, in welke zy zeer wel verhandeld zyn. Dit zelfde echter kan ik niet zeggen ten opzigte der Zedekunde , welke de Wysgeeren al te zeer veronachtzaamd hebben, en overgelaaten aan lieden , die dezelve op eene te zeer willekeurige wyze behandeld — , en haaren oorfprong niet in de Natuur van den Menfch zoekende , ons niet dan flegts eenige trekken 'er van opgedifcht hebben, die geheel geen verband noch kragt hebbende , derhalven geene uitwerkzelen van eenig bejang voortbrengen konden. Ik zal hier niet fpreeken van het regt der Volken , het welke niets anders is dan het Natuurlyke regt van de bewooners der on- der- pour indiquer quelques uns des principaux traits , mais il ferait impoffible de s'etendre davantage lans faire un lis vre tout entier , j'ofe dire que les details font ici moins difficiles qu'ils ne paraillent, nous avons deja quelques ouvrages de Droit Naturel , oh ils font bien traités, je n'en dis pas autant de la Morale , que les Philofophes ont trop negligée , & qu'ils ont abandonnée a des gens qui 1'ont traitée d'une maniere trop arbitraire. & quin'an cherchant point Ie fource dans la nature de i'hommes , ne nous ont donné que des morceaux depourvus de liaifon & de force , & qui par confequent ne pouvaient produire de grands effets. Je nc dirai rien ici du droit des Gens, qui n'eft autre chofe [que Ie droit Naturel des Na- tions,  der ZIELKUNDE. 16$ 1 derfcheidene Landen en Ryken , en welks 1 Grondbeginzelen derhalven in de daad dezelfde zyn als die van het Natuurlyke regt. Over dit regt- der Volken zien verfcheiden' goede werken het licht. Zo dra men eens de Zedekunde en het Na:tuurlyke regt op vaste gronden gebouwd heeft , izal men, daar door alleen , reeds verre gevor!derd zyn in de befchouwende kennis der Regtsigeleerdheid en der Heilige Wetten. Wy hebben reeds gezien, dat de Menfch, uit eigen aart en wezen zig zelve beminnende, daar door verpligt is zig te gedraagen op eene wyze, die met zyne Natuur overëenkomftig is. Het Natuurlyke regt nu niets anders zynde dan een zamenItel der gevolgen , die uit zyne Natuur voortfpruiten , en der regelen van gedrag die 'er uit voortvloeijen , moet dat regt uoodwendig den Men- I tions, & dont les principes font par confequent lesmêmes pour le fend que ceux du droit Naturel. On a de trés bons Ouvrages fur le droit des Gens. Si l'on a une fois pofé le droit Naturel & la Morale fur ie folides for.demens, l'on aura par cela même bien avancé la theorie de la Jurisprudence & des Loix pofitives. Nous avons vu que l'homme s'aimant eflentiellement lui même , eft obligé paria a fe conduire d'une maniere conforme a fa Nature, & le droit Naturel n'etant que la collettion des confequences qui refultent de cette Nature , & des regies de pratique qui en decoulent, doit necelïaiL 3 remen  i66 Antwoord over de Nuttigheid Menfchen onveranderlyke Wetten opleveren ; wyl Wetten niets anders zyn, dan de gevolgen der betrekkingen die tusfchen de Wezens ftand grypen, en niemand die Wetten fchenden kan, zonder de Natuur der menfchen tegen te ftree ven, zonder zyn eigen geluk omver te ftooten. Dan de oprigting der Maatfchappyën , en de verfchillende zaaken , welke tusfchen de menfchen verhandeld worden , hebben aanleiding gegeeven tot zo veelvuldige en fomtyds zo ingewikkelde gefchillen , dat de eerfte kundigheden van het Natuurlyke regt niet genoegzaam waren om dezelve op te losfen , en men genoodzaakt is dat gebrek te vervullen door vastgeftelde Wetten en Keuren , ten einde in de Regtsgeleerdheid niets dubbelzinnigs en onbepaalds overblyve, dat tot onbeüifchbaare twistgedingen aanleiding geeven zoude. Van daalde oorfprong der Burgelyke en halsftraflyke regts- rement fournir aux hommes des loix invariables puisque les Loix ne font que les refultats des rapports , qui fubfiftent entre les' Etres, & l'on ne peut violer ces loix fans aller contre la Nature de l'homme , fans detruire fon /•propre bonheur. Mais Ia formation des Sociétés & les diflerentes affaires qui fe traitent entre les hommes ont donné lieu a un fi grand nombre des queflions & quelquefois a des queftions fi comphquées , que les premières potions du droit Naturel ne fuffifent pas pour les refoudre, & qu'il faut y fuppléer par des fanciions pofitives , afin qu'il n'y ait dans la Jurisprudence rien de louche & d'indeterminé , qui puifle donner lieu è des disputes interminables. Dila J'origine de la Jurisprudence civile & cri-  der. ZIELKUNDE. 167- regtsgeleerdheid, welke, gelyk men ziet, niets anders zyn dan eene aanvulling van het Natuurlyke regt . en eene ontwikkeling van deszelfs grondbeginzelen ; of welke liever niets anders zyn moeten dan het Natuurlyke regt zelve , toegepast zynde op de byzondere voorvallen van het Leeven en op de verfchillende inrichtingen der Maatfchappyën. Want men moet zig niet verbeelden , dat de Burgerlyke Regtsgeleerdheid op eene willekeurige wyze aanvullen kan het geene aan het Natuurlyke regt fchynt te ontbreeken. Zy moet in tegendeel geene beflisfmg aanneemen , die niet overcenkomftig is met de grondbeginzelen van dat regt, en in voorvallen die ten vollen bepaald zyn, in welke het noodig is zekere hoeveelheden, zekere maaten vast te Hellen, moet men ten minlten met de ondervinding raad pleegen , en die zoeken , welke de voordeeliglte fchynen. Alle criminelle, qui n'eft comme l'on voit, qu'un fupplemenc au droit Naturel, qu'un developpement de fes principes, ou plutot qui ne doit etre que le Droit Naturel luiméme, appliqué aux affaires particulieres de la vie , & aux differente! formes de la Société. Car il ne faut pas s ïmaginer que la Jurisprudence civile puiffe remphr arbitrairement; les vuides que parait laiffer le droit Naturel, elle ne doit adopter aucune decifion qui ne foit conforme a fes principes , & dans les cas tout a fait dêterminés ou l'on a befoin dc fixer certaines quantités & certaines inefures , il faut au moins confulter 1'expenence , & cnercher celles qui paraiffent le plus avantageufes. ioute autre maniere de proceder nak eflentiellement au bonheur L 4 de  ï68 Antwoord over de Nuttigheid Me andere wyze van handelen is voor het geluk der Maatfchappy wezenlyk nadeelig en eene inbreuk op de geheiligde wetten van het Natuur-regt. Zy maakt de Volken moedeloos, die hun geluk zien verminderen, en zig onderworpen vinden aan Wetten, die dikwyls alleen door de eigenzinnigheid ingegeeven en ftrydig zyn met de Rede. Hier van daan roofzugt! bedrog , en duizend andere Onheilen van dien De inftellingderbeflisfchende Wetten op deze manier overëenkomftig zynde met het Natuurt regt, en op eene fchrandere wyze deszelfs gapingen vervullende ; ook de grondbe^zelen van dat Regt ontwikkelende o^T^e ^ fnwelke d?"" ^P**^ gefteldhe'den! m welke de menfchen zig bevinden, zo we ?s TddeVait ^ MaatfchaPPyën /gefchikt 13, zal daar door een wel verbonden en zamen- han- de cette nature. modes , & mille autres raaM «> & » la «f Ö.lo^S 'S \Zl bien  der ZJ ELKÜNDE. 169 hangend geheel maaken ; wyl de betrekkingen die uit de Natuur zelve voortvloeijen nimmer onder eikanderen kunnen ftrydig zyn , en de fteilige bellisfchingen der Wetten flegts de overgebleevene gaapingen vervullende , altoos aan een gewisfen regel gebonden zyn, en dus nooit zullen kunnen gebrekkig zyn of fchadelyk. Alle ftelzels van Wetten derhalven zullen in fommige deelen dezelfde zyn, om dat alle menfchen, in den grond dezelfde regten — , dezelfde behoeften hebben ; doch zy zullen ook teffens andere , verfchillende deelen, hebben , die aan ieder van die ftelzels in 't byzonder eigen zyn zullen; wyl de omftandigheden een zeer merklyken invloed hebben op den menfch , en de 1 verfcheidene gefteldheden in welke hy geplaatst i is , ook onderfcheidcnc vastftellingen, naar die I gefteldheden gefchikt , vereisfchen. Vervolgens , wyl het den menfch niet gegeeven is alles bien lié & coherent, paree que les rapports qui decoulent de la nature ne peuvent etre en contradiótion les uns avec les autres , & que les decifions pofitives ne faifanr. autre chofe que remplir les mailles du tisfu , auront toujours un modelle fur & ne pourront devenir vicieufes & nuifibles. Toutes les Legislations auront donc des parties communes, paree que les hommes ont au fond les mêmes droits & les mêmes befoms , mais elles auront des parties qui leur feront propres , paree que les circonftinces influent confiderablement fur 1'homme, & que les modifications qu'il eprouve exigent des fandtions particulieres & adaptées a ces modifications. Enfuite, comme il n'eft, pas donné a l'homme de tout prevoir, & que L s les f  170 Antwoord over de Nuttigheid • les te voorzien , en de best ingerichte ontwerpen niet zelden in de uitvoering gebrekkig bevonden worden, zal men altoos moeten met de ondervinding raadpleegen , met dezelve de aangenomene beflisfchingen vergelyken , en de misbruiken , welke men langs dezen weg ontdekt , verbeteren. In het algemeen kan men zeggen , dat by alle vastgeltelde Wetten twee voorwaarden volftrekt verëifcht worden. De eerfte is : dat ieder menfch die Wetten gemaklyk en] in haar geheele uitgebreidheid begrypen kan ; en de tweede : dat hy, flegts eeni*zins in ftaat zynde om met ondervinding en rede te raadpleegen , terftond het nut derzelve gewaar worde. Verwaarloost men de eerfte dezer voorwaarden, zo zullen de Wetten door onweetendheid overtreeden worden. Verzuimt men de tweede , zo zullen zy gefchonden worden , uit vrees voor de moeijelykheden die uit haar ontftaan kunnen. De Wil kan niet ge- dwon- les plans les mieux arrangés fe trouvent fouvent defectueux dans la pracique , il faudra toujours confulter 1'exDenence , m comparer les decifions qu'on a adoptées, & cornger les abus qu elle aura fait obferver. L'on peut dire en general qu ily a deux conditions eflentiellesa toute fanction , la première que lesbommes la comprennent facilement & dans toute fon etendue, la feconde qu'üs en fentent 1 u-.lité, pour peu qu'ils fachent confulter 1'expenence & le raifonnement. Si l'on negligé Ia première de ces conditions, les loix feront violées par ignorance , fi 1 on neguge Ia feconde , elles le feront par la crainte des mconveniens qui peuvent en refulter. La volonté ne peut  der zielkunde: 171 I dwongen worden; dit is een van de zekerfte grondbeginzelen der Zielkunde ; en zo dra de menfchen eens het opzet neemen om zig der crehoorzaamheid aan de Wetten te onttrekken , zal men het gezag derzelven nimmer door dwang genoegzaam ftaande kunnen houden. Zy zullen duizenderlei gelegenheden vinden , om een juk af te fchudden dat hun ondraaglyk fchynt , en nooit kan eene Maatfchappy , in zoodanige gefteldheid, gelukkig zyn. Wanneer men , volgens deze Grondbeginzelen , de verfchillende aangenomene ftelzels der Regtsgeleerdheid met aandagt overweegt, moet men zig ten uiterften verbaazen. Het Natuur-regt fchynt uit het onderwys der Regtsgeleerdheid verbannen — en flegts overgelaten te zyn aan zekere Leermeesters, die tot niets anders beftemd zyn, dan om op de Schoolbanken peut etre contrainte, c'eft la un des principes les plus certains de la Pfvchologie , & fi les hommes perdent une fois 1'intencion d'obeir aux loix, on ne pourra jamais luppléer aflèz bien par la violence qu'ils ne trouvent mille occafions de fe fouftraire a un joug qui leur paraitra infupportab'e, & la Société ne peut jamais etre heureule avec une telle conftitution. Quand on examine d'après ces Principes les differens fyftemes de Jurisprudence qu'on a adoptés , 'on a peine k revenir de fon etonnement. Le Droit Naturel femble avoir été relegué dans les Ecoles , & abandonné a quelques Dofteurs uniquement deftinés a dispurer furies banc*  I72 Antwoord cver de Ndttighud banken te zintwisten en zig iteeds met loutere befpiegehngen beezig te houden. De meeste der Burgerlyke Wetten fchynen voortgefprooten te zyn uit eigenzinnigheid en eigen belang Zy worden veranderd, niet naar verëifch der omftandigheden, maar naar de zinnelykheid van hen die het beltuur voeren , en het geene den eenen dag billyk wvs is het den volgenden niet meer , om dat het bewind in andere handen overgegaan k Wel verre van de uitwerkzelen der omftandigheden en het verfchil der onderscheidene gefteldheid in acht te neemen , hebben de meeste Volken van Europa het Wetboek aangenomen van een Volk , dat reeds federt verfcheidene Eeuwen niet meer in wezen is , en wiens Zeden en Gebruiken geheel en al verfchillend waren van de onze. Welk is dan dat "Wetboek , welks gezag de tyd, die anders alles vernielt, fteeds vermeerderd heeft en bevestigd ? Ongetwyfeld zal het een meesterftuk zyn vlies tSlmet f™1^ -La PIuPart *» W* cïr£rP in.. 1° ffet du caPrice & de J'interec particulier elles chanpnt non avec les circonftances ma s avec la fantaifie de ceux qui gouvernent, & ce quiS? ifc" "/ ''f P'US * 'endemain, paree que Ie M mfte a changé Lom d'avoir egard aux effets des cirl0 ,tees &»If diftrence des conftitutions*Ia S J des Natious de 1'Lurope onr adopté le code d'un peunle ge ÏSmJZtw*™ b,'e" des 'iedes ' & ^ntlïlt L , d'ffera!en<: entiercmcnt des notres. Ouel eft donc ce code dont le tems qui detruit tout i'a faiffi ifferuur & augmenter la puiatce ? Sans douce c'eftTe chef  der. ZIELKUNDE. 173 zyn van het menfchlyke vernuft; — het werk van de grootfte Mannen der Oudheid; — een zamenftel , zo wel aaneengefchakeld en zo wel verbonden met het Natuurlyke regt , dat men geen ftuk 'er van afneemen — , 'er niets byvoegen, noch deszelfs verlies zou kunnen herftellen. — Dan niets van dit alles is waar. -— Het is een wanfchapen zamenraapzel van een half barbaarfchen Keizer, die, by het vervallen des Ryks , begreepen heeft, dat men door woorden misleiden moest , zo men zulks niet door daaden doen konde , en die by gevolg begon met het Gemeen te verblinden , door de opgefmuktfte Tytels , door de heerlykfte beloften en de fnorkendfte Voorberigten ; die vervolgens zonder een zamenftel van Regtsgeleerdheid te ontwerpen ; zonder zig iets ter waereld te bekommeren over het. verband der denkbeelden , of over de ftrydigheden die daar uit chef d'ceuvue de 1'efprit humain , c'eft 1'ouvrage des plus grands hommes de 1'antiquité ; c'eft un fyfteme fi coherent , fi bien lié avec le Droit Naturel que l'on ne peut en detacher aucune partie & que l'on ne faurait ni lui fuppléer, ni reparer fa perte. Point du tout, c'eft unecompilation informe d'un Empereur a demi barbare, qui dans la decadence dc 1'Empire a fenti qu'il failait en impofer par les mots, fi l'on ne pouvait en impofer par les chofes , & qui a commencé en confequence par eblouir le vulgaire au moyen des titres les plus pompeux , des promefles les plus magnifiques , des prefaces les plus ampoulées. Enfuite, fans concevoir un fyfteme de jurisprudence , fans s'embarafler. le raoins du monde dc la liaifon des idées,  i74 ' Antwoord over de Nuttigheid uit voortfpruiteri konden,, eenige duizenden Boekdeelen verzameld heeft ; en zonder zi Zaamgelteld gebouw —, een ruw-op-een-ge- * ftapeldcn hoop van bouw-lloffen , de voorkeur een verdiendde boven de meester - Hukken der er611 Vaarenlte en best - beredeneerde bouwkunde ; * even als of de waare gronden van de gezonde ee& rede , de beöeffening van de Wetten der Nams' tuur , en de onverbreeklyke betrekkingen der $ Wezens flegts fchraale en onvrugtbaare voor120 werpen van befpiegelingen waren ; even als of fr de befchouwing geen den mïhftën invloed had »• op de beöeffening, en van deze altoos moest af- ge- t de ~f nions particulieres, opinionsdont chacuneoccupedes cen- ;,| taincs de Volumes, lans en etre mieux prouvée pour tour. f, cela. Et l'on n'a pas roucü d'appeller ce Code la vraye ['a Philofophie & de le mettre fort au deffus des meditations ™ & des ecrits des plus grands hommes. Comme fi un edi- a Sce conltruit au hafard & fans defiein , un amas infirme 'P de materiaux entaflë les uns fur les autres, pouvait etre ïlJ" preferable aux chefs d'ceuvre de l'ArchitecT:ure la plus fa- iCS' rante & la mieux raifonnée. Comme fi les principes de ::!" la droite raifon, 1'etude des loix de la Nature, des rap- K ports eflenncls des Etres, n'etaient que de lleriles objets ¥' le fpeculation , comme fi Ia Theorie n'avait'pas le moina XX. Deel. M dre  178 Antwoord over de Nuttigh::io gefcheiden blyven. Het zou zekerlyk niet moeijeïyk geweest zyn , uit deze Roomfche Regtsgeleerdheid de beste Hukken, de nutte Grondbeginzelen te kiezen , en dezelve naar de tegenwoordige omftandigheden en behoeften der Maatfchappyën te verfchikken. Doch het ligchaam der Rcgten (Corpus Juris*) wierd gevonden in de tyden der duisterheid en der domme onweetendheid ;' het diende eenigzins om den lust tot de Letteröeffeningen weder op te wekken : doch de Uitleggers , aan hun eigene grondbeginzelen omiffcheidlyk gehegt blyvende , maakten het zelve eerlang tot een geheiligd werk , waar-aan niet geoorloofd was iets te veranderen. De onweetendheid en lafheid der diestyds regeerende Vorsten wettigde dit misbruik , en men vergenoegde zig, met flegts van tyd tot tyd die inftellingen 'er by te voegen, welke de voorkomende gelegenheden noodwendig verëifchten, en hier door vermeerderde men dre rapport avec la pratique & devait en refter toujours feparée. II eut été faeile, fans doute, d'extraire de cette Jurisprudence Romaine, les morceaux bienfaits , les principes utiles , & de les accomoder aux circonftances prefentes & aux bcfoins des Sociétés , mais le corps de droit fut trouvé dans des tems de tenebres & de crafle ignorance, i! fervit a ramener le goutdes lettres, bientot les Commentateurs fideles a leurs principes , en firent un Ouvrage facré, il ne fut plus permis d'y toucher, 1'ignorance & la faiblefie des Princcs autorifa cet abus, on fe contenta d'y ajouter les regiemens qu'occafionnait la necesfué , & l'on ne fit qu'augmenter paria le dcsordre & la con-  öer ZIELKUNDE. 179 men flegts de wanorde en verwarringen. Een zo itóslyfc zamenmengzel van oude en hedendaagTche Inrichtingen moest noodzaaklyk dit gevolg voortbrengen. Dus is de beöeffening der Wetten een doolhof geworden , waar uit het byna onmogelyk is zig te redden. De uitvoering Idier Wetten is aan duizenderlei moeijelykheden onderhevig. Telkens vindt men zig gefluit door rafwykende' uitzonderingen en onzekerheden : [In een wóórd, het is onëindig moeijelyker geworden die Wetten uit te leggen, dan het zyn zoude nieiïwe in te voeren , die overëenftemmende Waren met de hier boven vastgeftelde grondbeginzelen. De Pleit-zaal is de fchuilplaats geworden- der vitterye en der looze ftreekeri , en de bezittingen der Onderdaanen worden uitgepüë door die fchikkingen zelve , welke men voorgeeft tot derzelver bewaaring uitgedagt te zyn. Daar confufion. Un melange auffi bizarre d'inflitutions anciennes & modernes devait necelTairement produire ceteffet, 1'etude des loix eft devenue un labyrinthe dont il eft presque imposfible de fe tirer, 1'execution de ces loix eft fujette a mille difficultés, on fe trouve arrêté a chaque pas par des anomalies , par des incertitudes ; en un mot, il devient infiniment plus difficile de les expliquer qu'il ne le ferait d'en faire de nouvelles conformes aux principes etablis ci deflus; le Palais de Themis fe trouve etre 1'antre de la chicane , & les fortunes s'epuifent par les möines formes qu'on dit etre inventces pour les conferve. M a Je  i8o Antwoord over de Nuttigheid Daar en boven vraag ik, welke begrippen de J 1 jonge lieden zig zullen vormen , wanneer men 11 hen tot de beöeffening der Regtsgeleerdheid doet §I; overgaan. Zo zy volgens een verllandige lei-1' dmg zig m de Wysgeerte geoeffend en het ge- §P luk gehad hebben door bekwaame en kundige |rJS Leermeesters onderweezen te worden , hebben zy zekerlyk geleerd geregeld en trapswyze voort oö; te gaan, en zig ten ftipften aan de waarheid en H ondervinding te houden; hunne grondbeginze- fa' len uit de Natuur zelve der zaaken te ontlee- zl" nen ; de gevolgen , die daar uit voortvloeijen , F beftendig en zonder afwyking in acht te neemen; 'ffl' hunne denkbeelden aan eikanderen te hegten en foo in dezelve geene gaapingen , geene onzekerhe- K1 den, over te laaten ; nimmer blindlings op ee- '£ nig gezag te gelooven, maar alles ten nauwkeu- ecr ngften en zonder eenig vooroordeel te onder- vee zoeken. Na het doorloopen dezer oeffening , P. doet . Je demande d'ailleurs ce que doit devenir 1'esprit des kh jeunes gens , Iorsqu'on les fait paflèr a 1'etude de la Juris- f prudence. S'ils ont fait en Philofophie des etudes foli- iZ des, sils ont eu le bonheur d'avoir des maitres eclairés. le t ils ont apprisa proceder methodiquement & par degrès, £* è fe temr exaftement attachés aux faits & a 1'obfervaTion t\ a puifer leuw principes dans la nature des chofes, a fui- 'L vre fidelement & fans s'ccarter les confequences qui en $ refultent 4 her leurs idées entre elles, a n'v rien laiiTcr {, de vague & d incoherent, a ne jamais ceder aveuglement al autorité, mais a foumettre tout 4 une analyfe rigou-' y fhrH? AJindHPendantC/ie tout,PreJ'ugé- On IesV jette au j' lortir dela dans une fcience oh la memoire prend la place 1 de  der. ZIELKUNDE. iSr i do:t men hen zig toeleggen op eene Weetenfchap , in welke het geheugen de plaats bekleedt L van het o'ordeel; in welke Schoolfche fpitsvindigheden den voorrang hebben boven die Wiskundige juistheid , welker nut zy zo zeer bewust zyn; in welke onzekere grondbeginzelen ? alleen op gezag en op oude Spreuken , welker oorfprong onbekend is , rustende , als klaarblykelyke waarheden aangenomen worden; in welke men tcgenftrydigheden vindt die onoplosbaar zyn ; grilligheden van welke men geene rede geeven kan: eene Weetenfchap eindelyk, welker bepaalingen niet zelden valfch — , meest laltoos onnauwkeurig zyn en duister; in welke men den woorden een verdraaiden en van den natuurlyken zeer verfchillendcn zin geeft; in een woord , in welke men het verftand met zo veele niets - betekenende woorden en beuzelingen, van welke men zeer grooten ophef maakt, over- de la raifon, oh des fubtilités fcholaftiques tiennent lieu de cette exaclitude Mathematique dont ils fentent fi bien hitilité, oh des principes precaires , fondés fur 1'autoritc , fur quelques vieux Proverbes dont on ignore 1'ori^ine , font adinis au lieu de 1'evidence , oü l'on trouve des contradittions que perfonne ne peut expliqueis des sizarreries dont on ne fait rendre aucune raifon, oh les dèfinitions fouvent faufies font presque toujours obfcures & inexact.es, oh l'on donne aux mots un fens detourné,. S: tout diiferent du fens naturel , enfin oh l'on charge 'efprit de tant de verbiage & de bagatelles que l'on fait bnner bien haut, qu'il eft imposfible que les jeunes gens M 3 ne  182 Antwoord over de Nuttigheid overlaadt, dat de jonge lieden noodwendig van het fpoor afraaken , .een groot deel van hunne verkreegene kundigheden verliezen moeten en de beöeffening der Regten ten einde brengen , zonder den leid-draad te weeten welken zy behoorcn te volgen, zonder de regelen te kennen die hen in 't vervolg befluuren moeten. Hoe tog kan men vergen , dat de menfchen zig zullen verbinden aan Wetten, welke zy noch kennen, noch begrypen kunnen; wyl die gefchreeven zyn m een vreemde taal, en verfcheiden jaaren werk en oeffening verëifcht wordt om 'er iets van te bevatten. Deze waarheden, fchoon reeds voor lange begreepen en duidlyk voorgeiteld , hebben echter tot nu toe geene groote uitwerkzelen voortgebragt. -Sommige Vorflen, kundiger en ftoutmoediger dan andere , hebben dit juk afgeworpen, en begreepen: dat een kort en eenvouwig Wetboek , hoe zeer ook anderszins re fe trouvent pas entierement deroutés, qu'ils ne perden t une grande partie de ce qu'ils ontacquis, & qu'ils ne parviennent au terme de leurs etudes fans connaitre le Fil quils doivent fuivre , & Ia methode qui doit les guidc a iavenir. Et comment veut-on que les hommes foyent attachés a des loix qu'ils ne peuvent ni connaitre ni comprendre , puisqu'elles font ecrites dans une langue etrangere, & qu'il faut plufieurs années de travail & d'etude pour y entendre quelque chofe. Ces verités quoique deja lenties & detaillées n'ont pas encore produit de stands ettets. üuelques Princes plus eclairés, plus hardis, ont iecoue fe joug , ils ont fenti qu'un Code hmple & court, qucl-  der. ZIELKUNDE. 183 : zins gebrekkig zynde , echter altoos oneindig 1 verre de voorkeur verdiende boven het Roomi fche Regt. Zy hebben moed en vernuft genoeg gehad om hunne onderneeming ter uitvoer te brengen, en hunne Onderdaanen werden terftond de gelukkige gevolgen daar van gewaar. Alle de andere Volken van Europa echter , liggen ten dezen opzigte nog in de woestheid I gedompeld. Daar de andere Weetenfchappen Iteeds meer en meer gezuiverd worden en volmaakt , blyft de Regtsgeleerdheid kwynen , ja verergert zelfs langs hoe meer, om dat men aan den aart van het Roomfche Regt verkleefd blyft, en men zig vergenoegd met jaarlykfch eene menigte niet zamenhangende inftellingen te maaken , waar door de verzameling der Wetten onmaatig groot en het dus onmogelyk wordt, de hngwyligheid der Regtsgedingen te bèkorten. In fommige Landen heeft men , fchoon niet duide- quelque defeftueux qu'il fuc d'ailleurs, ferait toujours infiniment preferable au droit Romain , ils ont eu aflez de courage & de genie pour executer leur entreprife, & les peuples n'ont pas tardé d'en reconnaitre les heureux effets. Mais tout le refte de 1'Europe eft encore plonge dans la Barbarie a cet egard ; tandis que les autres fciences s'epurent & fe perfeftionnent, la Jurisprudence languit & fe deteriore même toujours davantage, paree quon a adopté 1'efprit de cette Jurisprudence, qu'on fe contente de faire toutes les années une multitude des regiemens ifolés, ce qui fait que la maffe des Loix devjene enorme, & qu'il n'eft plus posfible de diminuer le lonM 4 gueur  184. Antwoord over de Ninur.na.'> duidelyk , de moeijelykhedcn van ha Roomiche Regt begreepen : de bellisfmgen van hetzelve hebben aldaar veel van hun gezag verloeren , en worden 'er meer als bewyzen dan als Wetten aangehaald. Dan wyl men de plaats van dat Regt niet vervuld heeft, is uit dat verzuim voortgevloeid , dat dc Regtsgeleerdheid m die Landen is willekeurig geworden ; dat de Pleitgedingen de Speelpop geworden zyn van de vooroordeelen en driften der Regters , dus men 111 eene zeer gevaarlyke onzekerheid vervallen is , met weetende of eene Wet nog Hand grypt dan niet ; en de jonge lieden hunnen tyd verfpillen met zig op de beöeffening toe te leggen van een zamenraapfel , dat hun waarfchynlyk nimmer van eenig nut zyn zal. • Ik gueur des procés. II y a des pays oh 1'on a fenti obfeurement les inccnveniens de Ia Jurisprudence RonSne ou fes decifions ont commencé a etre peu refpecS & ou on les cue plutot comme des autorités quecomme des loix mais comme on n'a point rempli ce vuide il en eft refulté que la Jurisprudence eft ïevenue arbitraire que les proces font devenus Ie jouet des prejuS & des' pasfions desjuges, & que l'on eft tombé dan! une in! cermude bien dangereufe , puisqu'on ne fait fi une Loi ex.fte ou n'exifte pas , & que ïes jeunes gens perden SeSt d'Se^C°ffiPiIati0n * f-P- Je  i) k r. ZIELKUNDE. 185 Ik zal hier niet uitwyden over dat deel der Regtsgeleerdheid, het welke tot het Staats-bewind betreklyk is. Eene Verhandeling over deze ftoffen zoude te langwylig worden, cn daarenboven zyn zy reeds, federt een geruimen tyd, r het voorwerp der naarfpeuringen van verfcheiden Wysgeeren, die niet minder kundig zyn I dan fchrander. Hunnen moed en yver kan men : niet te veel pryzen , noch hen te veel aanmaanen om hun werk voort te zetten ; hun invloed is langzaam doch gewis , en dit is de gewoone loop der waarheid; vroeger of laater zal de Nakomelingfchap de vrugten plukken van hunne poogingen. Dit alleen zal ik aanmerken: dat de menfchen niet kunnen gelukkig zyn, dan voor zo verre zy hunne vermogens ocffencn , • en dezelve tot hun welzyn aanwenden. Men moet hun derhalven alle mogelyke vryheid laaten ten opzigte der verfchillende zaaken , op welke Je n'entrerai ici dans aucun detail fur cette partie de Ia Jurisprudence qui regarde 1'adminiftration , ces matieres font trop longues k traiter, & d'ailleurs elles font depuis longtems 1'objet des recherches de plufieurs Philofophes auffi eclairés que penetrans. On ne peut trop louer leur courage & leur zele , on ne peut trop les exhorter k ne point fe relacher, leur influence eft lente mais fure, c'eft la marche ordinaire de la verité, & Ia pofterité recueillera tot ou tard le fruit de leurs efforts. Je dirai feulément, que les hommes ne peuvent etre heureux qu'autant qu'ils exercent leurs facultés , & qu'ils les exercent pour leur bien , on doit leur laiffer toute la liberté po-.fiM s We  136 Antwoord over de Nuttigheid welke zy zig toeleggen. De begaafdheden van ieder menfch hangen niet af van hem zelf , maar zyn een gefchenk van de Natuur. Zy worden door de omltandigheden en door de opvoeding aangekweekt en ontwikkeld; en welke vorderingen tog kan een menfch maaken, wiens neigingen men dwingt , die niet dan met weerzin en onwil werkt, en die altoos misnoegd is, om dat hy de vryheid mist zig op dat geene toe te leggen , waar toe hy geneigd en waarlyk gefchikt was ? Men berooft zig derhalven van alle de nuttigheden , welke hy zou hebben kunnen toebrengen , en men weet door ondervinding , wat de arbeid vermag , wanneer deze door een aangenaame verbeelding en door fmaak in de voorwerpen met welke men zig bezig houdt, aangemoedigd wordt. Het meerder deel der nutte uitvindingen — ; meest alle de vorderingen in Kunlten en Weetenfchappen, is . men ble dans les differentes chofes auxquelles ils s'appliquent, jes talens de chaque individu ne dependent pas de tui, ils lont un prefent de la Nature, ils font developpés par les Circonlhnces & par V Education , & quels penvenc etre les fuccès d'un homine dont on 3 foreé les inclinations , qui travaille avec dégout & avec repugnance , & qui regrette fans ceflé d'avoir manqué fa veritable deftinanon. On fe privé ainfi de toutes les chofes utiles qu'il aurait pu faire , & l'on fait par experience ce que peut le travail lorsqu'il eft anirné par 1'Imagination & par le gout de la chofe. La plupait des inventioqs utiles, presque tous les progres qu'ont fait les Arts & les Sciences font dus  der ZIELKUNDE. 187 men aan deze oorzaak verfchuldigd. Men moet derhalven de natuurlyke vermogens van den menfch ontwikkelen en uitbreiden , door middel eener gepaste opvoeding, en men moet als dan vermyden hem te dwingen , niet alleen in de verkiezing van eenen Staat , maar ook niet in zyne liefhebberyen en bezigheden. De verfchillende takken der Werkzaamheid en Vlyt, brengen zo veelërlei en zo ingewikkelde uitwerkzelen voort,. dat het onmogelyk is dezelve vooraf kundig te zyn ; en dezelven te willen beltuuren zonder die te kennen, is even zo veel als welziende lieden door een blinden te doen leiden. Men moet zig veilig verzekerd houden , dat , om in alle zaaken een genoegzaam evenwigt te doen ftand grypen, het eigen belang een gids is , veel kundiger en zekerder dan alle Leerftelzels , dan alle befpiegelingen ; en dat , zo dra men eens dwang en willekeurige dus a cette caufe , il faut donc developper avec foin les facultés des hommes par le moyen de 1'Education , & alors il faut eviter de les gener, non ieulement dans le choix ü'un etat, mais auffi dans 1'exercice de leur art &. de leur commerce , Ia complication que produifent les differentes branches de l'aftivité & de 1'induftne eft fi grande, qu'il eft impoffible de la connaitre a priori, & pretendre la diriger fans la connaitre, c'eft vouloir qu'un aveugle conduife ceux qui ont des yeux, il faut etre bien convaincu que 1'interet particulier eft un guide plus fur pour etablir dans les affaires un equilibre fuffifant que toutes les fyftemes & toutes les fpeculations, & que ü l'on introduit une fois des genes & des regiemens. arbitraïres, la  ISS ANTWOORD OVtR DE NUTTIGHEID rige vastftellingcn invoert, de vrees den menfch overmeesterd , en hem in eene moedeloosheid doet vervallen , uit welke hy zig niet opbeurt, dan met oogmerk om zig te onttrekken aan rekten die hem haatelyk zyn ; en wyl men hem met dwingen kan iets te willen dat met zyn belang ftrydig is , zal men nimmer zyne werkzaamheid en vlyt kunnen opwekken , dan door hem van banden en boeijen te bevryden, endoor met de beweegingen te belemmeren van een werktuig, dat uit eigen aart beftendig en aanhoudend werkzaam is. Deze bedenkingen zyn inzonderheid van groot aanbelang ten opzigte der Schattingen , welke aan iederen Staat moeten opgebragt worden , om deszelfs veiligheid te befchermen en deszelfs uitgaven te vervullen Zo die fchattingen te zwaar zyn ; zo zy op eene drukkende wyze geheven worden; zo zyde vlyt en nyverheid ftremmen; zo zy den Armen druk- hom^5 il tombent dans le de. couragement, ils ne s en relevenr. que pour chercher a ne peut fo.cer un homme a vouloir ce qui ne lui convient pas, on ne pourra jamais reveiller leur aclivité & leur zeie, qu en les uehvrant de toute entrave , & en laiffanr i°nUSa H,emCnC maCi,inf qui fe mec d'^!le même dans un etat de permanence & de durabilité. Ces confiderations font furtout importantes, lorsqu'il s'agit des contri- ^K,qU^ChaCUni d°jC ^r*-lV; Pour la fu! é publique & pour les depenfes communes. Si ces contr butions font trop forces, fi elles fonc pereuës d'une maniere onereufe, fi elles arrfiteac la marche de Hndu! ftrie ,  der ZIELKUNDE. 189 drukken ; zo zy naar de inhaaligheid der Pagte'rs gefchikt zyn ; in een woord , zo de verdceling der gemeene lasten niet op eene zo eenvouwige, verftandige en billyke wyze ingericht is als de omftandigheden toelaaten , zal het getal der Onderdaanen verminderen, en zy zullen elders een gelukkiger ftaat gaan zoeken. De Landbouw zal kwynen; de Handwerken zullen yervallen , en die zelfde middelen , welke de fchraapzugt uitvondt om haare fchatten te vermeerderen , zullen de jammer - volle en onuitputbaare bronwel zyn der rampen en verzwakking van den Staat. Ik beooge echter niet hier door de Regeering achteloos en onoplettend te maaken , of haar het opzigt over de Maatfchappy te onttrekken. Neen , haare voornaame zorg moet altoos gerist zyn om de goede orde te handhaven en de alge- ftrie, fi elles retombent fur les pauvres , fi elles fatisfont la cupidité des craitans; en un mot, fi la diltribution des charges publiques n'eft pas auffi fimple & auffi lumineufe qu'elle peut 1'etre, la population diminuera, les hommes ironc chercher ailleurs un etat plus heureux, 1'agriculture languira, les fabriques tomberont, & les memes moyens inventés par 1'avarice pour augmenter fes richeffes, feront une fource funelle & perpetuelle de mifere & de degradatioft. Je ne veux point oter paria au Gouvernement fa vigilance & fon infp.ect.ion fur la Société , fon premier foin doit toujours etre de maintcnir 1'ordre & la fureté publiques ,  igo Antwoord over de Nuttigheid algemeene veiligheid te befchermen. Om het ongeftoord genot van hunne bezittingen te hebben en de geruste oeffening van hunne bekwaamheden cn vermogens te gemeten , hebben ?i*  t$$r Antwoord over de Nuttigheid Moomenaars te zwaar zy; ik begryp niet dat men te fterke voorzorgen tegen die Misdaad neemen , of den Móordzugtigen te veel vrees inboezemen kan. Nog minder begryp ik , hoe de dood verkieslyker zyn zoude dan de Arbeid m de openbaare Tugthuizen. De ondervinding fchynt my toe met dit gevoelen geheel en al ftrydig te zyn. De Liefde voor het Leeven is de fterkfte van alle de Neigingen der Menfchen. Zo lang zy ademen kunnen zy nog eenige hoope opvatten. Ook zyn 'er onder duizend hals - ftraf baare Misdaadigen geen twee , die den dood kiezen zouden boven de gevangenis en een geduurigen arbeid , van welke duizenderlei toevallen hen verlosfen kunnen. Die arbeid ook is hun niet ondraaglyk , wyl de Armoede hun dat zelfde juk oplegt. Het bewyz van dit gezegde is, dat de Misdaadigen , die tot den Arbeid in de Gevangenisfen verweezen vois pas pourquoi la peine de mort eft trop grande pour les meurtners, je ne concois pas qu'on puiffe prendre trop de precautions contre ce crime , & infpirer aux meurtners trop de crainto. Jc comprens encore moins comjnent la mort eft preferablc aux travaux publics , 1'expenence me parait tout h fait contraire a ce fentiment • Pamour de la vie eft le plus fort des penchans de l'homme tant qu ils refpirent, ils peuvent conccvoir des esperances , auffi fur mille criminels n'y en a t-i! pas deux qui preierairent la mort a un travail perpetuel , dont mille circonftances peuvent les dclivrer, travail d'ailleurs qui ne ieur eft point mfurportable puisque la pauvreté leur ünpole le même jong. La prcuve de cc que je dis, c'eft qtre  m Z1ELKÜND E. i9S zen worden , zig zelve niet om hals brengen. Wie of wat tog zou hun zulks beletten, zo hun s i toeftand in der daad ondraaglyk was ? Is niet ' i een vrywillige dood veel zagter dan een fchan,! idelyke , en zal men gelooven dat booswigten, [ i die de Natuur, die alle gevoelens geheel en al [ uitgefchud hebben , zig van de Zelfs-moord 1 i onthouden zullen, uit vreeze van zig te bezonu ; digen ? Daar en boven fchynt het my toe een T gewigtig verëifchte te zyn , dat 'er een verbaa3 : zend groot onderfcheid plaats grype tusfchen de ftraf van Moordenaars en die van andere Mis1 i daadigen. Het nadeel dat deze laatfte aan de l Maatfchappy toebrengen is niets, in vergely- * king met dat het welke een Mooi denaar ver' öorzaakt, en geene dan de doodftraf kan een genoegzaam verfchil maaken in hunne verdiende ftraffen." Ook ben ik overtuigd , dat Die' ven, om dievcry alleen , niet met de dood moe- i que les criminels condamnés aux travaux publics^ne fe tuent poiac, & qui les empecherait de fe uier , s'ils ne 3 pouvaienc fupporter leur etat ? Une mort Volontaire * ' n'eft-elle pas plus douce qu'une mort ignominieufe , & croira -1 on que des fcelerats qui ont etouffé tous les fen:" timens de la nature s'abftiennent du fuicide par la craipte :' de mal faire. 13'ailleurs il me parait de la plus grande 1 irnportance qu'il y ait une djftance prodigieufe entre la pei- rfe des meurtriers , & eelle des autres criminels, le dom- mage que ceux ci caufent a la Société , n'eft rien en ; comparaifon de 1'autre , & la mort peut feule mettre un affez grande difference entre leurs peines. Auffi fuis-je ; perfuadé que les fimples voleurs ne doivent p.oiut etre pu' * Na nis  ï5 Antwoord over de Nuttigheid moeten geftraft worden. Men ftraffe hen, die anderen van hunne bezittingen berooven , met het verlies van hun goed en van hunne vryheid . en dwinge hen te arbeiden. De fchade door het verlies van eenig geld is te gering om met verlies van het leeven geboet te worden , en deze ftraf is nimmer met het Natuur-regt overeen te brengen. ■ Immers kan men , door hen op te fluiten , de Maatfchappy behoeden voor het kwaad dat zy haar toebrengen kunnen; teffens belet men dat zy haar niet tot last zyn , door hen te doen werken. De langer of korter duur van hunne gevangenis , de meerdere of mindere ftrengheid met welke men hen behandelt , moeten naar den aart hunner Misdaaden gefchikt zyn. Een kundig en billyk Wetgeever kan zonder veel moeite de voornaamfte trappen dezer ftraffen bepaalen , wyl hét niet mogelyk is ten opzigte van alles vooraf fchikkingen vast te ftellen. Men behoordt echter geene nis de mort , c'eft par la pene des biens, de Ia liberté par un travail forcé qu'on doit punir ceux qui depouillent les hommes de leurs propriétés, & le contraste entre Ia perte: de quelque argenc , & Ia perte de Ia vie eft trop grand pour que le droit Naturel puiffe 1'approuver. On prelerve la Société du tort qu'ils peuvenc lui faire en les entermant, & on les empeche d'être a charge a cette même bociéte en les faifant travailler. Lc tems de leurcaptivite , la feverité plus ou moins grande , avec laquelle on doit les traiter , depend de la nature de leurs crimes un Legislateur eclairé pourra aifement en fixer les princi! paux dcgies. Car on ne reut tout determiner , mais au moins  der ZIELKUNDE. 19? • ne zaaken van belang aan de willekeurige beflisfmg van den Regter over te laaten , wyl in de I : hals "ftraflyke Regtsgedingen de driften en by)f 1 zondere belangen veeltyds ten fterkften medet • werken. Wat moet men dan gelooven van hen 0 1 die denken, dat het een geluk zy geene hals- : ftraflyke Wetten te hebben, maar alles wat den 0' 1 menfch het dierbaarfte is llegts willen overge- II ! laaten hebben aan vooröordeelen en valfche be- i grippen. Hier uit moeten beflisfmgen en vast, : Hellingen voortfpruiten , die onderling ftrydig t zyn , die eene onherftelbaare verwarring en ( wanorde voortbrengen , en die het Volk dóen ■ zugten over de onregtvaardigheid zyner Re- 0 geerders. Zo het eene zaak is van gewigt, de uitfpoo- • ; righeden der Boosdoenders te beteugelen , en • 1 de wanorden , welke zy aanrigten , tegen te gaan , moins ne faut-il rien laiffer d'effentiel k 1'arbitraire du juge, puisque c'eft dans les caufes criminelles que les pas; fions & les interets particuliers agiffent avec le plus de 1 force. Que penfer de ceux qui croyent que c'eft un bien 3 1 de n'avoir point de loix criminelles, & d'abandonner aux 5 ; aux prejugés & aux illufions tout ce que les hommes ont s de plus cher. II en refulte des Arrets contradictoires , qui produifent une confufion & un trouble irremediable , 1. & qui font gemir les Peuples fur 1'injuftice de ceux qui e les gouvernent. S'il eft importune de mettrff un frein aux paffions des , mechans & d'arrêter leur desordres, il ne 1'eft pas moins N 3 w  io8 Antwoord over de Nuttigheid gaan , is het tevens niet minder gewigtig zig juiste denkbeelden te vormen van die bepefkingen , welke men nirnmcr overfchreeden moet , . ten einde men niet , om aan de Maatfchappy dienst te doen , de Wetten der Natuur beledige , en het beraamde oogwit misfe , door het zelve met al te veel drift te willen bereiken. Zodanige onheilen echter zyn de gevolgen der ftraffen , wanneer deze in eene onmaatige ftrengheid overflaan , en die onheilen zyn maar al te veelvuldig. Men heeft gemeend dat men , door de ftraffen wreed en ysfelyk te maaken, de menfchen des te zekerder vanwanbedryven wederhoudcn zou ; dan men heeft daar door niets anders uitgericht dan hun een wreed gemoed in te boezemen, zonder het vermenigvuldigen der Misdaaden te beletten. Dit komt hier van, dat men geen achtgeflagenheeft op den aart der menfchlyke ziel en op de eigenfchappen haarer verbeeldings - kragt. Had men dit de fe faire une juftc idéé des bornes, dans lesquelles on doit fe renfermer, afin de ne pas chocquer Ia Nature en voulant fer.vir la Société, & de ne pas manquer Ie buq qu'on fe propofe en cherchant a 1'atteindre avec tropd'ardeur. Tels ibnc cependant les inconveniens des peines portées a 1'exccs, cc ces inconveniens ne font que trop frequens. On a cru qu'en rendant les peines atroccs on letiendrait encore plus furement les hommes , mais on n'a fait autre chofe paria que rendre les ames atroces , & les crimes n'onc pas teilïè de fe multiplier. C'eft quOn n'a pas reflechi fur la nature de 1'efprit de l'homme & fur les quahecs de fon Imagination , on aurait yu que pour Ie .rame-  der ZIE L K U N D E. i$y i die gedaan, men zoude gewaar geworden zyn, dat men, om den menfch van zyne rede, op eei ne bezadigde en veilige wyze te doen gebruik i maaken, men geene dan gemaatigde aandoeninI gen in zyne harsfens verwekken moest, om da£ I alle te heevige aandoeningen en alle denkbeelden die gefchikt zyn om hem tot wanhoop te doen i overflaan , hem verharden in plaats van hem te i verzagten, -en hem in eenen ftaat van vervoerd* heid brengen , in welken hy naar niets meer luistert. Men weet hoe veel de gewoonte on den menfch vermag. Derhalven moet men zig vooral wagten, hem door het zien van wreede bedryven tot hardheid en ongevoeligheid te gewennen. ,Hy zal wel in het eerfte eenen afkeer van dezelve" hebben , doch langzaamerhand zal hy 'er aan gewoon worden ; hy zal zelfs daar door die zagtzinnigheid, die menfchlievendheid verliezen , die het aangenaame , ik zou byna zeggen de ziel der Maatfchappy , uitmaaken. Hy wordt ramener h un exercice tranquille & fur de fa raifon , il ne faülaic exciter dans fon cerveau que des mouvemens moderes, paree que tout mouvement trop violent, toute idéé propre a le reduire au desespoir le roidiffait au lieu de 1'amollir , & le jettait dans un etat de convulfion ou Pon n'ecoute plus rien. L'on fait combien 1'habitudc a de pouvoir fur les hommes , il faut donc prendre garde de les accoutumer a des afles de dureté & d'infenübilite , ils en font révoltés d'abord , mais ils enviennent eniuite a fe famiüarifer avec eux, ils perdent par cela même cette douceur & cette humanité qui fonc le charme, je dirais presque 1'effence de la Société, ils nereüencenc plus N 4 les  'ioo Antwoord over de Nuttigheid Wordt ongevoelig voor de zoetvoerige invloeden der vroomheid en deugd , en hy wordt tot de ondeugd vervoerd door die zelfde middelen , welke men aanwenden wilde om hem van dezelve te wederhouden. Eene gezonde Wysgeerte verbiedt derhalven die wreede ftraffen en uitgezogte folteringen , met welke men de ter dood gebragt wordende Misdaadigers martelt. De doodftraf alleen is zwaar genoeg om de grootfte misdaaden te boeten. Dan dit is het fchadelyke gevolg der gewoonte , welke men aangenomen heeft, van de dieven met de dood te ftraffen. Deeze doodftraf heeft men willen verzwaaren ten opzigte der Moordenaars. De eene onregtvaerdigheid heeft de andere na ziff gefleept, en men is zo ver gekomen om wreede daaden als eigenaartig en billyk aan te merken. Ik zwyge van die Barbaarfche gewoonte welke men eertyds aangenomen bad , om de Misdaadigen door folteringen tot belydenis te dwin- Jes douces influences de Ja pieté Sc de Ja vertu & ik SufaÏÏS^eChaM,par ,M P"*««i°ns mêmS quSn a toulu prendre pour Jes en empecher. Une faine PhilrT fophie proscrit donc ces tourmens recherchés ces f> m 3fn aiRI2,ld P°U1* Va on doive s'en coutenter Po n % nrifrS !a/i,cheufe confequence de Ia couturn" cue cherir Ür^ Jr J^ m0m,V ,,es V0,eui's' on a vouTu rS? cnenr lui cette peine pour les meurtriers , une iniuftice Si aSsleTrnW f^V &, \" eft Parv™° » SÏKÏ ccj,_actes de ciuanté tout fimp es & tout naturels In ri> du-a. nen de ces coutumes barbares qu'or?avait a'doptées rcut  der ZIELKUNDE. idwingen; eene gewoonte die zo veeie onfchuli digen door beuls handen heeft doen fneeven. i Omtrend dit ftuk is reeds door anderen alles gei zegd wat gezegd worden kon. En het is niet i dan in fpyt van de Natuur, van de Menfchlyk: heid en den Godsdienst, dat die afgryslyke gewoonte tot heden toe , nog in zommige plaatI fen , blyft ftand houden. Ik zal my hier niet ophouden , met den geIheelen fchakel der verfchillende misdaaden te doorloopen, en dezelve in zekere foorten en i rangen te verdeelen ; dit behoordt tot myn oni derwerp niet. Dit is het voorwerp eener Verhandeling over de Hals - ftraflyke Regtsgeleerdheid , in welke men zeker zyn zal op eei ne Wysgeerige wyze te handelen, zo men zorg i draagt die rangfchikkingen af te leiden , uit het i meerder of minder gewigt van het aan de Maatfchappy toegebragte nadeel, en niet uit zekere wille- pour tirer la verité des coupables, coutumes qui ont fait perir tant d'innocens fous le fer des bourreaux , on a dit fur ce fujet tout ce que l'on pouvait dire, & la Nature, 1' humanité & la Religion font egalement indignées de voir fubfifter encore des etabliflèmens auffi monllrueux. Je ne m'arrêterai point ici a parcourir la chaine des crimes , & a les claffer, je fortirai*de mon fujet, c'eft 1'objec d'un traité de Jurisprudence crlminelle , dans lequel on fera fur de proceder philofophiquemene, fi l'on a ioia de tirer cette claffification de 1'importance des maux caufés Ü la Société , Sc non de certaines idées arbitraires, de N s eer-  202 Antwoord over de Nuttigheid willekeurige denkbeelden, of uit zekere Godgeleerde Grondbeginzelen, die met de waare Godsdienst ftrydig zyn. Altoos moet men hier het Grondbeginzel van het nutte in 't oog houden. De Zedelyke waereld moet, zo wel als de Natuurlyke, beftuurd worden volgens zeer cenvouwige Wetten. Het Grondbeginzel der Eenheid , fchoon op verfchillende wyzen toegepast, is altoos het waare grondbeginzel van het fchoone, en nimmer moet een wysgeerig Wetgeevci' daar-van afwyken. Sommige zaaken zyn regtftreeks het voorwerp van de oplettendheid en zorg der Regeering. Andere zaaken zyn 'er op welke zy flegts van ter zyden invloed hebben kan , en in welke alle dwangmiddelen onbetaamlyk zyn zouden en van rampfpoedige Gevolgen. Onder deze laatfte voorwerpen behooren de zo zeer ver- certains principes Theologiques qui repugnent a la vraye Religion , c'eft toujours le principe de 1'utilité qu'il faut -ramener ici, le Monde Moral comme le Monde Phyfique doit fe gouverner par des loix trés fimples, le principe de 1'tmiré variée eft !e vrai principe du beau , & le Legislateur Puilofophe ne doit point s'en ecarter. II y a des chofes qui /ont 1'objet direér. de 1'attention & des foins du Gouvernement, il en eft d'autres fur lesquels on ne peut influer quMndirecTrement, & ou toute actioa ïmmediate ferait abfurde & funefte. II faut ranger parini ces objets, les differentes opinions qui regoent parmi les  der ZIELKUNDË. qö3 (Verfchillende gevoelens, die onder de menfchen Iheerfchen. Die gevoelens verdienen de naar'fpeuring der Wysgeeren , wyl derzelver werkingen ftil en geheim, doch daarom met minder gewis zyn. Zy vormen of ltandvastige zielen len verligte verftanden, of zy brengen die vooröordeelen voort, van welke wy ftraks fpreeken -zullen. Zo 'er in de Zielkunde ééne onwrikbaar, beweezene waarheid is , is het deze , dat onze oordeelen niet van ons zelve afhangen. Men kan derhalven den menfch niet dwingen i iets, het welke hy bevindt valfch te zyn, waar te . vinden. Redeneeringen alleen kunnen by hem , deze verandering te wege brengen , geen ge: zag, geen dwang vermogen iets in dezen. De | wil volgt noodzaaklyk het laatile belluit van ! het verftand. Deze noodzaaklykheid is Zede* ! lyk en niet natuurkundig, fchoon haare uitwer1 king daarom niet minder zeker is. Men kan dus jpS hommes, ces opinions ne lont point todigne* de 1'examen 'du Philofophe, leur aclion eft fourde inais elle n eü eft que plus fure , elles forment des ames fermes & des efprits eclairés, ou elles produifent ces prejugés dont nous parlei-ont bientot. S'il y a une verité prouvée en 1 lychologie, c'eft celle-ci, que nos jugemens ne dependent pas dc nous, on ne peut donc forcerun hommc k trouver vrat ce' qu'il trouve faux , il n'y a que le raifonnement qui puiffe produire en lui ce changement , mais 1'Autonté & fa violence n'y peuvent rien. La Volonté nut neccffai* rement le dernier jugement de 1'Entendement, cette neceffité eft Morale & nou Phyfique , mais 1'effet n'cn eft  204 Antwoord over de Nuttigheid dus op den Wil geenen invloed hebben , zonder eerst het verftand te verlichten. Alle middelen van dwang of gezag zyn ongerymd , om dat het ongerymd is te onderftellen , dat men de Ziel zou kunnen dwingen, haare werkzaamheid op de vezelen der harsfenen volgens zekere bepaalde wyze aan te wenden. 'Er is dus voor de Regeering geen andere weg, dan die van het onderwys, over, om invloed te verkrygen op de denkwyze der Onderdaanen. 'Die denkwyze rust of op leeringen, of op voorbeelden, en de werking dezer laatften is veel gewisIer en vermogender dan die dereerften, wyl het geen dat teffens op de zinnen , op de verbeeldingskragt en op den Geest werkt, veel meer kragt heeft en vermogen , dan het geene alleen op het verftand werkt. Zo pas moms fur, on ne peut donc influer fur Ia Volonté qu en cclanant 1'Entendement , toute aaion direöe eft abfurdeparee qu .1 eft abfurde de fuppofer qu 'on paiffe forcer I Ame a deployer fon activité fur les fibres du Ce?. ZaZ\ „ I! nï 3 d°nC que la v°ye de ''inft'-udtion qui foit ouverte au Gouvernement pour influer fur 1'opimon des ÏÏÏTiV 01T'°n P£ut ™°fifter en precepPte ou en % rlP & CCS de,rme,'S ont uns aOion bien plus fure & ^ PU,^Ce «" Ce Vne vTqü>aa Si nos  dér ZIELKUNDE. 205 i - Zo nu onze oordeelen niet van óns zelve af- i ! hangen, en wy altyd de voorkeur geeven aan B i het geene ons het beste toefchynt, wat moet ei ! men dan denken van. een Leerllelzel, dat over j- 1 de gedagten en gevoelens poogt heerfchappy te j- ' voeren en den Wil te dwingen; dat niet fchroomt i ; zig ten dien einde te bedienen van alles wat den ie 1 menfchen het verfchrikkelykfte is, ja zelfs van de j- wreedfte vervolgingen ? Van een Leerftelzel , : dat de menfchen tot liefde en getrouwheid wil ; leiden langs dien weg, die juist de gefchikfte is ;. om hen tot afkeer en wederfpannigheid te bren- et gen ; dat op eene willekeurige wyze de neigin- '. gen wil beftuuren, die uit de natuurlyke vorming • van het karakter voortkomen, en het geweeten u even als de Armen boeijen wil. Is dit niet eene noodlottige afhanglykheid invoeren, die even ■zo ongerymd is als verbitterende ; cn is echter 0 idit niet het egte Tafereel der onverdraagzaamheid , op eene Zielkundige wyze befchouwd ? Is Si nos jugemens ne dependent pas de nous, fi nous pre» • ferons toujours ce qui nous parait le plus grand bien, que ' faut-il penfer d'un fyfteme qui pretend domincr fur les £ penfées & fur les fentimens , fixer le volonté, employer ; pour cela tout ce que les hommes redoutent le plus , la J plus cruelle perfecution , d'un fyfteme qui pretend con- • :duire les hommes a 1'amour & h la fidelité , par tout ce ' qu'il y a de plus capable de les revolter, donner une di- 1 reftion arbitraire a des penchans qui refultent de la forma1 , tion du caraétere , enchainer les confeiences comme on er,c'i3ine les bras, n'eft-ce pas introduire un fatalisme ; auffi abfurde que revoltant; & n'eft ce pas la cependani. ' le tableau ce 1'iatolerance envifagce pfychologiquement: Faut -  206 Antwoord oveh de Nuttigheid Is 'er rede zig te verwonderen , dat zy in het Staats - beduur zo jammerlyke gevolgen heeft voortgebragt; dat door haar de fchoonfte Landftreeken verwoest zyn en ontvolkt; dat zy magtige Ryken verzwakt heeft en ontzenuwd; dat de Volken , die onder haar yzeren juk bukten , of weerfpannelingen zyn geworden , of fchynheiligen ; dat zelfs de geheiligfte naamen hun haatelyk wierden ; Dat de fterkfte banden der Maatfchappy verbroken zyn; Dat alle beweegredenen van onderwerping en gehoorzaamheid verdweenen , en in haare plaats niets dan eene flaaffche vreeze, eene morrende en rampfpoedige wanhoop, overlieten ? Is dit niet willen dat alle menfchen een zelfde getemperdheid — een zelfde natuurlyke vorming hebben zouden ? Zo de zinnen en het inwendig maakzel van ons Ligchaam de indrukken , die wy ontfangen , op verfchillende manieren wyzigen ; zo Faut-il s'etonner que fes efFets politiques ayent été fi funeltes, que la mifere & la depopulation ayent ravagé par ion moyen les plus belles contrées , que les empires fe foyent affaiblis , que les Peuples foumis a fon youg de fer foyent devenus des rebelles & des fiypocrites , que les noms les plus facrés leur foyent devenus odieux, que les liens les plus forts de la Société fe foyent rompus, que tous les motifs de foumisfion & d'obeilïance ayent disparu , & n'ayent lailTé a leur place qu'une crainte fervile, un desespoif fombre & funefte. N'eft - ce pas vouloir que tous !es hommes ayent le même temperament, Ia jnême conformation phyfique ; fi les lens & ia fabrique interieure de notre corps modifient diverfement les im- pres-  der ZIELKUNDE. 20? Zó de omftandigheden en opvoeding van ieder verfchillend menfch verfchillende zyn, hoe zou het dan kunnen zyn dat alle menfchen dezelfde denkbeelden vormen — dezelfde befluiten opmaaken zouden ? Is niet die verfcheidenheid van gevoelens en bevattingen een noodzaaklyk gevolg van de verfcheidenheid der Zintuigen , van de verfcheidenheid der voorwerpen die op de menfchen werken, of misfchien zelfs van de verfcheidenheid hunner Zielen ? Men kan den menfch dwingen tot zwygen, maar niet om iets, het welke hy ziet waar te zyn, te verwerpen en eene dwaaling, welke men hem opdringen wil, als waar aan te neemen. Men kan wel zynen mond — , maar niet zyn geweeten dwingen ; doch wat is daar van het gevolg ? Dit, dat men Kweek - fchoolen oprigt van bedriegery en leugen ; dat men de geheiligfte Grondbeginzelen der Zedekunde om verre werpt ; dat men de pvesfions, que nous recevons, fi les circonftances & 1'Education font differcntes pour les differens individus , comment fe pourrait-il que tous les hommes fe formasfent les memes idées, & portaffent les mêmes jugemens? Cette diverilté de fentimens & d'opinions n'eft-elle pas une fuite neceffaire de la diverfitc des organes, de la diverfité des objets qui agiffent fur les hommes, & peutetre de la diverfité même de leurs ames. On peut forcer un homme a fe taire , mais non a rejetter une verité qu'il a devant les yenx , pour une erreur qu'on vcut lui faire adopter. *On peut forcer fa bouche & non fa confciencé, mais alors qu'arrive - t-il ? qu'on etablitdes ecoles de fourberie Sc de menfonge, qu'on renverfe les principes  2og Antwoord over de Nuttigheid de vastfte gronden der Trouwe en Deugd vernietigt. De Onderdaanen beklaagen zig heimlyk ; zy vervloeken de dwingelanden, die hun de vryheid van denken, het eenigfte hun overgelaaten goed , ontrooven willen. Het ongeluk en de dwang, doen hen fterker dan ooit aan hunne begunftigde begrippen kleeven. Hun yver verdubbelt en wordt byna Geestdryvery , en hoe zeer , hoe grof zy ook dwaalen , wordt het echter onmogelyk hen tot betere begrippen te brengen ; wyl hunne wederfpanniggewordene verbeeldings-kragt aan hunne geliefde begrippen nieuwe fchoonheden byzet, en hun duizenderlei fchoonfchynende redenen aan de hand geeft, om waarheden te verwerpen, die zig in eene zo afgryzelyke gedaante ver' toonen. Zo cipes les plus facrés de la Morale, & qu'on detruit les fondemens les plus folides de la bonne foi & de la vertu Les peuples gemiffent en fecret, ils maudiffent lesTvrans qui veuleut leur enlever Ie feul bien qui leur refte , 'la liberté de penfer , le malheur & la contrainte leur rendent leurs opinions encore plus cheres, leur zele rcdouble & s'approche de 1'enthoufiasme, &fuffént-i!s millefois d'ans lerreur, leur mft.ruct.ion devient impoffible, parceque leur Imaginanon revoltée donne un nouveau luftre è leurs opinions, «Sc leur fournit mille raifons fpecieufes pour fe refufer a la verité qui fe prefente fous des apparences fi hombles. , Si l'ir>  der ZIELKUNDE. zeg Zo de onverdraagzaamheid ooit rampfpoedige gevolgen na zig fleept, is zulks vooral wanneer het op dat aankomt , 't welke den menfch i het heiligfte is , te weeten zyne Godsdienftige ' begrippen. Niets kan de fmerte evenaaren van die ongelukkigen , wien men al hunne hoope i en verwagting beneemen wil. Op deze Waereld ' vertreeden; door fnoode Gierigaards geplunderd ; door baldaadige Ryken verfmaad; heft deellen;dige, de behoeftige, zugtend, zyne fchreijende i oogen hemelwaards. Daar ! daar ! ziet hy ee; nen God, die een Befchermer is der rampfpoe; digen , der verdrukten. Hy troost zig met der , zo hartftreelende hope op een toekomftig bei ter leeven , in 't welke alle rampen vergoed „ lalle wanorden herfteld zyn zullen. Hy wende allen vlyt aan , om zig het verkrygen dier beloften waardig te maaken , waar in al zyrt heil, al zyn geluk beftaat. Maar wil men hem dezen zyn laatften , zyn eenigen toevlugt ont- nee- Si l'intolerance a des effets funeftes, c'eft furtout lorsqu'il s'agit de ce que les hommes ont de plusfacré, de leurs principes religieux , rien ne peut egaler le douleuc des malheureux auxquels on veut enlever leurs esperances. Foulé aux pieds fur cette terre , jouet de la fordide avarice , & du riche infolenc, le pauvre leve en foupiranc les yeux au Ciel, il y voit un Dieu Protecleur des malheureux, il fe confole par 1'efpoir fi doux d'une vie imeilleure , oh tous les rcaux feront reparés , oh Tordre fera retabli, il s'efforce de fe-rendre digne de ces promesfes , dans lesquelles confifte tout fon bonheur. Mais fi I l'on pretend le forcer dans ces derniers retranchemens, XX. Deel. O fi  ■ SIO ANTWOOIID OVEll DE NfJTTIGHEID neemen ; werpt men zyne bedehuizen omver ; fleept men hem naar vreemde Altaaren , en dringt men hem eenen Godsdienst op dien hy verwerpt ; wil men hem teffens meineedig maaken en heiligfchendig ; hem dwingen zynen God te vertoornen , dan wordt zyne fmerte allerbitterst ; dan ziet hy geheel geenen troost meer; geene de minfte verligting zyner rampen. Geprangd tusfchen de bevelen van zynen Vorst en tusfchen de wroegingen van zyn geweeten ; gedwongen of zynen Vorst weerfpannig te zyn, of zynen God te vertoornen, flaat hy tot woede en wanhoop over. Van daar die Burger - oorlogen , die de ysfelyklte zyn van alle, wanneer de Godsdienst'er de dryfveer van is. Dus wordt die Godsdienst, die tot het geluk der Menfchen beftemd was, het werktuig hunner rampen. Zo gewigtig is het denzelven in zyn waare dagligt te befchöuwen , den menfchen dien in het beval- fi l'on detruit fes Temples, fi l'on le traine aux pieds des Autels d'une Religion qu'il rejette , fi l'on veut le rendre a la fois parjure & facrilege , le contraindre a offenfer fon Dieu, c'eft alorsque fes larmes coulent ameres, qu'il n'entrevoit plus de confolation & de foulagement k cris fes maux, preflë entre les ordres de ion Souverain & les de fa confeience, forcé d'etre rebelle a fon Prince ou d'offenfer fon Dieu, il tombe dans le desefpoir, & de lè iiaifient ces guerres civiles, les plus terribles de toutes, Jorsque la Religion en eft le principe. Ainfi cette Religion, née pour le bonheur des hommes, devient l'inltruinent de leur< maus. ïant il eft important de 1'envifager fous fon veritable jour, de la prefencer aux hommes fous le  der ZIELKUNDE. 211 tvalligfte , in het troostrykfte gezigts-punt voor te ftelien, en in het geïchikfte om hen te treffen en hunne fmerten te leenigen ; om gevoe- lige zielen door het gevoel m te neemen ; om door eene juiste redeneerkunde en bondige re¬ dekavelingen kundige Lieden te treffen, en een iederen den Godsdienst, als de waare Leere aer deugd en des geluks, te doen befchouwen. Hier toe wordt vooral vesraifcht den Godsdienst tot de grootfte eenvouwigheid te brengen en dien te ontblooten van alle de bedekzeien waar mede het bygeloof denzeiven verduisterd heeft ; van dien te brengen tot eert wel - verbonden en aanëenhangend Leerftelzel „ gefchikt naar de natuurlyke vermogens der menfchen en naar hunne omftandigheden. Dagelykfch beklaagt men zig over het toeneemen des Ongeloofs en der Ongodsdienftigheidover de ïe point -de vuë le plus doux & Ie plus confolant, le: plus capable de lei toucher & de fufpendre leurs douleurs; de prendre par le fentiment les ames fenfibles , de frapper par une Logique exacte , par des raifonnemens furs, les gens eclairés, & de faire regarder a tous la .Religion comme la doctrine de la vertu & du bonheur. Pour cela il eft eflentiel de la reduire a fa plus grande fimplicitè , de Ia depouiller de tous les voiles dont la fu- perftition favait couverte , d'en faire un fyfteme fuivi , bien lié, adapté aux facultés naturelles & a leurs circonftances. L'on fe plaint tous les jours des progrès de 1'incrcdulité & de I'irreligion , de la froideur que temoigner.r. O % 'les  2 12 Antwoord over de Nuttigheid de koelheid, welke de menfchen betoonen omtrent het geene 't heiligfte is en het voortref» lykfte ; over de geringe uitwerkzelen , welke de heerlykfte beloften , de verfchriklykfte bedreigingen , op hen voortbrengen. Maar ftelt men hun altyd de zaaken voor zo als zy behoordden voorgefteld te worden ? Zoekt men wel zorgvuldig den weg naar hun hart; de middelen om hunne verbeeldings - kragt te treffen, en deze van andere voorwerpen af te wenden ? Wanneer men aan de eene zyde befchouwt de voorwerpen der hartstogten , met al hunne begeerlyke aanlokzelen bekleed ; de vermogende beguigchelingen der Wellust ; de gezagvoerende ftem der zinlyke vermaaken ; de ftreelende bekooringen 'der Weelde ; de bedrieglyke praal van de voorwerpen der Hovaardy en Staatszugt; en men vindt aan de andere zyde niets dan koele vermaaningen en drooge leeringen , van allerlei les hommes pour ce qu'il y a de plus faint & de plus fublime, du peu d'effet que produifent fur eux les promefl'es les plus brillantes, les menaces les plus terribles. Mais leur prefente-t on toujours les chofes comme elles devaienc etre prefentées ? Cherche-t-on bien foigneufement le chemin de leur cceur, les moyens de frapper leur Imagination , de Ia detourner d'autres objets. Lorsque l'on confidere d'un coté les objets des Pasfions. revetus de tous leurs charmes , les puifl'antes illufions de Ia Volupté, la voie imperieufe des fens , les attraits flatreurs de la mollefle, la pompe impofante des objets de la vanité & de I'ambition, & de 1'autre, de frbides exhortations, des ana yfes feches & depouillécs de toute efpece d'ornemens, l'on con-  der ZIELKÜ N D E. om lerlei verfierfels ontbloot, zo. zal men gemaklyk begrypen , dat de Menfch , een gevoelig Wezen zynde , wiens vermogens alle meesteni deels aan het ligchaam ondergefchikt zyn ; die : geene dan ftoffelyke Weezens ziet, gevoelt, : aanraakt , wel ras naar de eerfte voorwerpen i djfe hem treffen zal weggefleept worden. Zyne i hoogfteigende begeerten , zyne verhitte verbeelding zullen hem buiten zig zelve voeren ; Jhem doof maaken voor de zagte ftem der rede, i en de Zedekunde zal in zyne verblinde oogen ! niets anders zyn dan een verveelende harsfenI fchim. Hoe tog zal men door middel van eeinige afgetrokkene denkbeelden , die geene dan i flegts ligte beweegingen in de harsfenen kunnen i voortbrengen , ooit die hevige aandriften ; die beroerende en als't ware ftuipachtige beweegingen ; die algemeene fchudding van het geheele werktuiglyk geftel, kunnen opweegen, welke men, in den door zyne hartstogten aangedrevenen menfch conclura aifement que l'homme, etre fenfible, dont toutes les facultés font en grande partie fubordonnées au corps , qui ne voit, ne fent, ne touche que des Etres materiels, fera bientot entrainé vers les premiers objets , fes defirs exaltés , fon Imagination echauffée le mettronc hors de lui même , le rendront fourd kh voix tranquille de la Raifon, & la Morale ne fera plus k ces yeux eblouïs qu'une ennuyeufe chimère. Comment au moyen de quelques idées abftraites, qui ne peuvent exciter que de legers mouvemens dans le Ccrveau , contre balanccr ces violentes impulfions , ces mouvemens convulfifs , cet ebranlement genera! de la Machine cm'on remarque dans O 3 rhórrt  2i4 Antwoord over de Nuttigheid menfch befpeurt ? Gylieden kent dan het vermogen niet der verbeeldings - kragt, koude Redenaars ! die den menfch door fluitredenen wilt béftuuren , die het hart aan uwe lesfen wilt onderwerpen , even zo als gy het begrip onderwie/pt aan de regelen der Spraak - kunde. Gy weet niet dat dit magtig , dit vreeslyk vermogen ten allen tyde de grootfte voordeelen, zo wel als de zwaarfte rampen die ooit het Menfchdom getroffen hebben, voortgebragt heeft. Dit vermogen is het, het welke menfchen boven den kring der Menfchlykheid verheven heeft; liet welke , door de kragt zyner vervoeringen, de ziel verhart in het tegenwoordige , haar in het toekomende doet inzien, en 't welk maakt, dat zy , geheel en al bepaald by het voorwerp waar mede zy zig bezig houdt, bezadigd en gerust alle voorwerpen befchouwt, die anderen Stervelingen fchrik aanjaagen of beroeren. Dat ver- rhomrne agité par les Pasfions. Vous ne connaifiez donc pas Ie pouvoir de fimagination , froids Raifonneurs, qui -voulez conduu-e les hommes par des Syllogismes , & qui pretendez affervir le cceur k vos precep'tes, comme vous affujettisfez 1'efprit aux regies dc la Grammaire ; vous ne favez pas que cette faculté puiffante & terrible a toujours produit les plus grands biens & les plus grands maux qui ayent affecté les hommes. C'eft elle qui eleve les hommes au deffus de Ia fphere de 1'humanité , qui par la force de fes preftiges roidit 1'Ame contre Ie prefent, la transporte dans 1'avenïr , & fait que toute entiere a 1'objet qui 1'occupe, elle envifage avec tranquillité tousles objets , qui peu vent cffiayer ou emouvoir les mortels. C'eft  der ZIELKUNDE. 215 vermogen deedt eenen Decius, eenen Codrus, midden in de vyandlyke ilagörden, eenen dood zoeken , die hun duizendmaalen verkieslyker fcheen dan het Leeven. Het deedt eenen Regulus in zyne boeijen , midden in de folteringen, door de wreedfte Beulen gepynigd, van de aangenaamheden des fhaps beroofd , Rome in vryheid zien en overwinnende , en zig met dat, voor zyne Vaderland - lievende Ziel zo verruklyk gezigt, verlustigen. Dan dit zelfde vermogen heeft ook die berugte Booswigten voortgebragt , wier naam alleen den menfch. doet zidderen ; het deed hen van hunne bekwaamheden een verkeerd gebruik maaken, en aan het menfchdom de allergedugtfte onheilen toebrengen. Door dit vermogen was het, dat Cromwell, het geheele Ryk met fchrik en dweepery vervuld hebbende , de Moorder wier* van zynen Koning , en eenen Troon beklom die met het bloed des Gezalfden bezoedeld was.. Het C'eft par elle que les Decius & les Codrus cherchaient au milieu des bataillons ennemis une mort qui leur paraisfait mille fois preferable a la vie , que Resulus dans les fers, au milieu des fupplices, tourmenté par le? plus cruels bourreaux , privé, de la douceur du lömmcil, vo:jait Rome libre, triomphante , & fe liyrait a ce fpeclacle delicieux pour une ame Romaine. JVlais c'eft elle aufli qui a produit ces fcelerats, dont le nom leul fait frettiir 1'humanité, & qui en cxagerant toutes leurs Faculeés, k porté a fon comble le malheur des hommes. C'eft par elle que Cromwell, excitant par tout la terreur & 1'cnthufiasme , til devenu raeurener de fon Roi, & eft monté O 4 f"-  2i6 Antwoord over de Nuttigheid Het was door dit vermogen , door in wanke• lende zielen de akeligite en rampzaliglte Verbeeldingen in te boezemen , dat doorkneede Schelmen, verfoeijelyke Schynheüigen, de onderdaanen tegen hunne wettige Vorsten opgeruid en aangedreeven hebben hun den mooitdolk m het hart te dryven , zonder de afgrysyke ftraffen te fchroomen die zy te wagten hadden. Gy ziet wat de verbeeldings-kragt vermag. Gy ziet haare onwederflaanbaare kragt, haare verbaazende uitwerkzelen; en gy zult onverzettelyk dezelve alleen met bloote redeneeringen blyven beftryden ? Merkt gy niet dat zy met vrugt nimmer dan door zig zelve kan beftreeden worden , en dat men , om haare uitfpoongheden te verhoeden , haar met kragt naar het goede moet dryven ; haar vervullen met vuunge begeerte naar het waare goed en haar eene vreeze inboezemen voor dat gewaande £r "!inTr0ne r°ui,,é ,du fa,nS ,e PIus facr^ C'eft par elS,ïc r k e/'ïant ,danr ,es Ames mobiIes les Images les plus fombres & les plus funeft.es, que des fourbes adroi s des hypocntes deteflables ont armé les fujets contreTem-s Pnnces & les ont porté è plonger Ie poignard dans leur fe n mfenfibles è la crainte des^upphces affreux qui les fo ee r'ref ^hiy0Ur/0yffeZ " Pe«t I'ImaginatioVfa IZrn.Zf^ CfetS Pr0dl£,eux ' & vous vous e- charnerez a ne la combattre que par le raifonnement eUe meme ; & que pour prevenir fes ecarts , il faut la pouffer punTamment vers Ie bien , Ia retnplir d'ardeur pour les biens réels , dc lui faire c'aind.e ccl'biens ima- ginai-  der ZIELKUNDE. ai7 de goed, welks gevolgen zo gevaarlyk zyn ? Wapent ulieden dan met moed : zoekt in de welfpreekendheid de middelen om de zielen te beroeren en haar tot de deugd te leiden. Stelt op de kragtigfte en leevendigfte wyze die voortreflyke beloften voor, zo wel als die fchroomlyke bedreigingen , welke de Stigter van het Christendom zelf wel heeft willen gebruiken , om de menfchen op den regten weg te leiden. Doet derzelver vervulling naby fchynen door de vervoeringen der verbeeldings-kragt, die alleen het toekomende als aanwezig kan voorftellen, en den Menfch voor zynen opperften Regter kan doen beeven, als of hy reeds voor zynen Troon nedergeboogen lag. Houdt uw egter niet alleen by dat toekomend leeven, zonder van den tegenwoordigen ftaat des Menfchen te reppen ; maar zoekt hen teffens te verlichten omtrent hunne tegenwoordige belangen. Vertoont hun den ginaires dont les fuites font fi dangereufes. Armez vous donc de courage , cherchez dans 1'eloquence les moyens de remuer les 'Ames, & de les conduire a la vertu. Prefentez d'une maniere pleine de force & de vie ces promesles fublimes, ces menaces terribles que 1'Auteur du Christianisme a voulu rhettre en ceuvre pour diriger les hommes. Suppléëz a leur eloignement par les preftiges de l'Imagination, qui feule peut fubftituer 1'Avenir au prefent, & faire trembler les hommes devant leur juge fupreme , comme s'ils etaient adluellement profternes devant fon Trone. Et ne vous en tenez pas a cette vie future, ne negligez pas 1'etat attuel des hommes , cherehez a les ecl'aircr fur leurs interets prefens, montrez leur 1'envieux l O 5 fans  2i8 Antwoord over de Nuttigheid den afgunftigen , onöphoudelyk gefolterd wordende door het zien van het geluk zyner medemenfchen. — Den moortdolk boven het hoofd der Moordenaars hangende. — De zugten en traanen der Weduwen en Weezen , tot in de binnenkamer des verdrukkers doordringende , zyne vermaaken ftremmende, zyne rust verftoorende , zyn leeven vergiftigende , en zyn laatfte oogenblikken met fchrik en angst vervullende. Stelt hun den Wellustigen voor, vol fmerten op zyn leger uitgeftrekt, een kortftondig genot met jaaren vol folterende pynen betaalende , en wel , doch helaas te laat , den wyzen raad bezeffende, die hem voorheen gegeeven werd. Doet vervolgens op deze fchrikverwekkende denkbeelden het verrukkelyk tafereel volgen der ftille gerustheid , welke de braavc , de deugdzaame Menfch geniet; de onfchuldige geneugten, die het hart van een braaven Vader , van een tederlievend Egtge- noot, fans ceiïe dechiré par Ia vue du bonheur de fes femblabïes, le poignard fufpendu fur la tête de 1'aflaflin , les gemiiTemens des Veuves & des Orphelins qui penetrenc pjsques dans la retraite de 1'Oppreffeur, interi-ompent fes plaifirs, troublent fon repos , empoifonnent fa vie, & repandent 1'horreur fur fes derniers momens. Faites leur obferver le voluptueux couché dans un lit de douleurs , payant de courtes jouiffances par des années de tourmens, & penetré , mais trop tard de la fageffe des confeils qu'on lui avait prefentés. Faites fucceder enfuite a ces idées effrayanres le tableau fi doux de la paix dont jouit l'homme de bien, des innocences delices qui inondent le cceur d'un Pere,  der. ZIELKUNDE. 219 noot, van een regtgeaart Kind, vaneehdeugdzaamen Vriend, overftelpen. Schetst hun den verdrukten Vroomen , die in zig zelf troost en hulpmiddel vindt tegen zyne rampen, en wiens gerust geweeten hem pal doet ftaan midden in de zwaarfte beproevingen. Als dan zult gy gewisfe en duurzaame indrukken voortbrengen ; gy zult de verhardfte zielen week maaken ; gy zult de uitgeblufchte wroegingen der geweetens weder ontfteeken; gy zult de zielen der deugdlievenden ontvlammen , en op dezen aardbodem het Ryk der vroomheid en deugd weder doen bloeijën. Maar ten anderen : Geeft men den geenen die tot de Godgeleerdheid gefchikt zyn de opvoeding die hun voegen zoude ? Maakt men hen hun ampt éri bediening waardig ? Het meerder deel der Godgeleerde inrigtingen zyn zeer Pere , d'un Epoux, d'un Enfant, d'un Ami vertueux, Je tableau fublime du jufte opprimé, qui trouve en lui - même un remede a fes maux, & que la confcience reiterrruï contre les plus rudes epreuves. Alors vous produirez des impreffions fures & durables , vous ramollirez les Ames endurcies , vous rallumerez les remords etemte dans les confciences , vous echaufferez les Ames dés gens de bien, vous ramenerez fur la ïeire le regne de la probitë & de la venu. Dcnne-t-on d'ailleurs aux Theologiens 1'Education, qui leur convièndroit, les rend-on dignes de leur etat & de leurs fouftions ? La plupart des etabliffemens Theo- log-  220 ANTWOOUD OVER DE NUTTIGHEID zeer oud. Zy zyn ingefteld in eenen tyd , m welken de beoeffening der Letteren nauw' lyks begon te herleeven ; in welken de Weetenfchappen nog de prooi waren der woestheid: en de waare bronnen der Welfbreekendheid nog onbekend waren. Alles is zedert veranderd; het Licht is verfpreid; de Weetenfchappen en fraaije Konften zyn in bloei geraakt; zv hebben op nieuw over het Menfchdom beginnen te heerfchen , en des niet te min is het onderwyz der Godgeleerdheid niet verbeterd noch gevorderd. De jonge Lieden , welken men tot dien ftaat fchikt, ontfangen eene opvoeding geheel verfchillende van die der andere ; men doet hen fchielyk de fraaije letteren en de verfcheidene deelen der Wysbegeerte doorloopen, en werpt hen eensklaps in de Godgeleerdheid. Men overftelpt hen met verklaaringen, die door den text der Schriftuur breedvoerig ^ t!'èS ann''enS' i!s ont été fon^ dans un tems ou les lettres rena^ieat a peine , oh les fciences T toient encore en proye a la &Jatfe,9au es^ verSles ources de 1'elpquence etaient inconnuès ; tout caneéles lumieres fe font repandues , les Sciences & les £x Arts ont fleur,, ils ont repris leur Empire fur l« hnm ™J C ;rleS ]eunes ^eDS on les aecable de Commenta re» qui a force dc d.fcuter les textes de 1'Ecriture Ten fbnc fou-  der ZIELKUNDE. ssi voerig uit te leggen , niet zelden den waaren zin doen verdwynen. Men boezemt hun den Godsdienstigften eerbied in voor de vooröordeelen hunner Meesters; de flaafachtigfte aankleeving aan derzelver bevattingen ; den fterkften afkeer van alles wat nieuw is en daar door zelfs van alle middelen van volmaaking. Men neemt de moeite niet , hen in hun eigene Moedertaal te onderwyzen , of hun de zo gewigtige kunst te leeren van de menfchen te beweegen en te treffen. Een zeer laffe en zeer koele ftyl ; zeer flauwe teemachtige maar teffens rechtzinnige uitdrukkingen, zyn alles wat men van hun eifcht. En zodanige Mannen wil men dat gewigtige uitwerkzelen zullen voortbrengen ; men wil dat zy den menfch van de ftreelendfte beguigchelingen , van de verleidendfte aanlokzelen der hartstogten zullen aftrekken. Men wil dat Lieden , die doordrongen zyn van den fmaak fouvent difparaitre le fens, en leur infpire le refpecl Ie plus religieus pour les prejugés de leurs Maitres, le devouement !c plus fervile pour leurs opinions ; l'horreut la plus vive pour toute nouveauté , & par cela même pour toute moven de perfeétion , on ne fe met point en peine de leur enfeigner leur langue , de leur apprendre ce grand art d'emouvoir & de toucher les hommes , un ftvle bien lache, bien froid , des periodes bien languisfahtes mais orthodoxes , voila tout ce qu'on leur demande. Et l'on veut que de tels hommes produifent de grands effets ! Qu'ils arrachent les hommes aux preftiges les plus flatteurs, a tout ce que les paffions ont de plus|feduifanc, l'on veut que des gens penetrés du gout des beaux Arts  2*2 Antwoord over de Nuttigheid fmaak der fraaije kunften en der waare welfpreekendheid, genoegen vinden zullen in die droevige redevoeringen, die teffens de Taal en den goeden fmaak beleedigen ; in die rederykkundige voor/tellen , vervuld met valfche gedagten , in een opgefmukten ftyl gefchreeven , en die op zyn best tot niets anders dienftig zyn , dan om Drogredenaars en bedrieglyke Redeneerkundigen te vormen. Wilt gy een overtuigend bewys , dat de afkeer, welke de menfchen hedendaagfch betoonen, niet van de Godsdienst voortkomt, maar alleen van de manier, volgens welke men dezelve onderwyst ? 'Er kome een Man te voorfchyn wiens vernuft de ftraksgemelde hinderpaalen te boven gekomen is ; die met een verlicht verftand die eigenfchappen paart, die aanlokken en treffen ; laat die Man den Godsdienst voordraagen als het fchoonfte Leerftelzel der Zedekunde , aangedrongen door de vermogendfte beweegredenen; laat & de la veritable eloquence , trouvent du plaifir dans ces trifr.es declamations oh l'on chocque a la fois & la langue le gout , dans ces periodes oratoiresremplies de penfces faufles, ecrites dans un ftyle rempli de faux brillans, & qui ne peuvent fervir tout au plus qu'a feimer des Sophiftes & de faux Rheteurs. Voulez-vous une preuve que le dégout acluel des hommes ne vient pas de la Religion , mais de la maniere dont on 1'enfeigne. Qu'il s'eleve un homme dont le genie ait furmonté les obftacles, %ui reuniffe a un efprit eclairé les qualités qui feduifent & qui touch en t, qu'il expofe la Religion comme le plus beau fyiteme de Morale, fortifié par les motifs les plus puis-  Der ZIELKUNDE. 223 laat hy die beweegredenen met kragt en welfpreekendheid aantoonen ; en laat hy zig gedraagen overëenkomltig met de waarheden welke hy onderwyst; wel ras zal ieder een als 't ware ontwaaken; zig met vlyt fpoeden naar zyne Leerredenen ; 'er geftadig van fpreeken en op nieuw fmaak krygen in den Godsdienst. Dat dan de Opvoeding zig bevlytige om zodanige Mannen te vormen , en men zal de Godsvrugt zien verryzen. Maar zo lang men alle middelen om te behaagen verwaarloost; zo lang men het Volk geene dan by uitftek naakte en drooge Godsdienst-pligten voorftelt, moet men niet verwagten daar uit veel yver of eenige uitwerkzelen van belang te zien voortvloeij en. Zo lang de Leeraars zig vergenoegen met üegts het bederv der Zeden , den verdorven fmaak dezer Eeuw te bejammeren , zonder tot hun zeiven in te keeren ; zo lang zy niet gevoelen al wat hun puiflans, qu'il etablifle ces motifs avec force & avec elo. quence , & qu'i! fe montre digne par fa conduite des verités qu'il enfeigne , vous voyez bientot tout le monde ie reveil'er , s'emprefler , courir a fes Sermons , en parler fans ceffe, & reprende du gout pour la Religion. Que 1'Education s'attache donc a former de pareils hommes, & la piété renaitra. Mais tant qu'on neghgera tous les moyens de plaire , qu'on n'offrira au Peuple qu'un culte d'une nudité & d'une fechereffc extreme , il ne-' faut pas s'attendre a voir beaucoup de zele, &a produirede grands effets; tant que les Ecclefiafbques fe contenteronc de gemir fur la corruption des rcceurs , fur les gouts depravés du Siècle , qu'ils ne feront aucun retour fur eux- mê-  224 Antwoord over de Nuttigheid hun zeiven ontbreekt, om overëenkomftig met de zaaken welke zy voordraagen te wandelen ; om in ftaat te zyn de Zielen der Menfchen te doorzoeken, en de verborgen dryfveeren die hen doen werken, naar te fpeuren; zo lang zal het kwaad toe- in plaats van afneemen, en zullen zy dagelykfch nieuwe gelegenheden hebben , om van de nutteloosheid hunner moeite en poogingen overtuigd te worden. Zo ik tot hier toe wel geredeneerd hebbe ; zo myne gelegde gronden waar zyn, en ik uit dezelve wettige gevolgen afgeleid heb , behoev' ik my niet breedvoerig uit te laaten over de uitwerkzelen van de onkunde der Volken Ik heb niet noodig die berugte vraag te onderzoeken , of het hêt belang zy der Regeering de Kunlten en Weetenfchappen aan te moedigen. Dit is zelfs geene vraag meer voor ieder Menfch , mêmes, tant qu'ils ne fentiront pas tout ce qui leur manque pour etre durnes de leur caufe , pour etre en etat de fouiller dans 1'Ame des hommes , & d'y chercher lel reflorts qui les font agir , le mal augmentera au lieu de diminuer & ils auront tous les jours de nouvelles occa- kurs effens00"™"0"6 ^ 1,inuciIité de leurs veiI!es & de ™«Lj? b'en -raifT^ iuf(lu'ici' fi "es Principes que j'ai pofés font vrais , fi j en a, ciré des confequences leg times , je fins difpenfe de m'etendre fur les effets de 1'jsTnorancedes peuples , je n'ai point h traiter la queftion ff fameule , s ,1 convient aux Gouvernemens d'encouraser les progres des Sciences «Sc des Arts. Cette queftion n'en eft I  der ZIELKUNDE. ^25 Menfch , die tot de eerfte beginzelen kan opklimmen , die zig dagelykfch op de kennis van den menfch heeft toegelegd en de beweegredenen die hem doen werken weet te ontdekken. . Iedere Regeerings-vorm, die op de onkunde des Volks gegrond is , heeft noodwendig een ontleend en wankelbaar gezag. 'Er is flegts één welfpreekend en bekwaam Oproermaaker noodig om haar over hoop te werpen. Nimmer zal men op de Menfchen kunnen ftaat maaken , zo lange zy niet kundig zyn omtrent hun waare belangen. Zy zullen zig fteeds laaten vervoeren door den eerlten die hunne driften weet aan den gang te helpen. De onkunde laat de Zeden onbefchaafd en woest; de Kunften en Weetenfchappen befchaaven en verzagten dezelven , en wat ook de Befchimpers onzer Eeuw zeggen mogen, men ziet in onze Eeuw byna nooit die gruweldaaden gebeuren , die in eft point une pour tout homme qui fait remonter aux Principes , qui eft familiarifé avec 1'etude de l'homme , & quï fait demeler les motifs qui le font agir. Toute conftitution fondée fur 1'ignorance eft neceffairement precaire „ & menace ruine, il ne faut qu'un feditieux eloquent & habile pour la renverfer , on ne pourra jamais compter fur les hommes tant qu'ils ne feront pas eclairés fur leurs vrais interets, ils fe laifferont entrainer par le premier qui faura mettre en jeu leurs Paffions; 1'ignorance laiffe les mceur? rudes & fauvages, les Sciences & les Arts les adouciflent, aufii quoiqu'en difent les detra&eurs de notre Siècle, on ne voit prefque plus de nos jours ces adtions atroces fi XX. Deel. P fvc  tiö Antwoord over de Nuttigheid in voorige Eeuwen zo gemeen waren. De Bar- baarfche gewoonten en inftellingen verminde- ö ( ren. Men fchaamt zig thans der Menfchen v;c bloed te vergieten om hunne byzondere begrip- Wi pen. De Vorften worden meer geëerbiedigd , c 1 en de Zeden , hoe verdorven zy ook fchynen, fc zyn het verre na niet zo zeer als eertyds. t0£': Doch ik flap af van deze naarfpeuringen , die Sffl my al te verre wegvoeren zouden. Al wat ®. men wegens de tegenöverftelling der kunde te- :gen de onkunde zeggen kan , is uit het geene ik voorgefleld heb ligtlyk af te leiden. Ten ^ anderen is deze ftoffe reeds genoegzaam opge- helderd , en de fchrandere Mannen , die dat 'l ^ werk ter hand namen , hebben, ten dezen op- ^ zigte, hunnen Nakomelingen niet veel ftoffe H overgelaaten. lette OVj Wanneer 'c W c frequentes dans les Sledes precedens , les inffitutions foarbares s'affaibliflent, l'on rougit de verfer le fang des \, hommes pour des opinions, les Souverains font plus re- L l ipeftés, & les mceurs, quelque corrompues qu'elles pa- u ïaillent, ne le font pas a beaucoup prés autant qu'elles ü " ï'etaient autrefois. Mais je laiffe des queftions qui m'en- u' traineraient trop loin , tout ce qu'on peut dire fur le pa- L" rallele des lumieres & de 1'ignorance , fe deduit faale- T ment de ce que j'ai expofé, d'ailleurs cette matiere com- Z\ mence è etre eclaircie , & les hommes de genie qui s'en . les" fulvro" ' D 13 é beaucouP k faire è ceux ' Grondbeginzelen dier werkingen , blyven voor r ■ ons eene volftrekte verborgenheid. Wy wees ten derhalven niet wat de zaaken in haar zelve :• : zyn , maar alieenlyk wat zy op ons kunnen te :e ■ wege brengen; want een gewrogt is geene ei'« genfchap zelve , maar vloeit uit een' of andere ¥ i eigenfchap voort. De val der Lighaamen is - ; derzelver zwaarte - kragt niet, maar wel een tt 1 yoortbrengzel van die zwaarte-kragt. Wy zyn , verzekerd , dat de Wezens die op ons werken ï eigenfehappen bezitten, die in ftaat zyn om de uit- s« ftance que j'appelle or, mais quelle eft la raifon de cehi, ;, en vertu de quelle propriété 1'or produic- il chez moi cets te fenfation , c'eftce que je ne puis deeouvrir. L'Univers i' eft donc pour nous un Phenomene , produit dans notre :ri iame par 1'aér.ion des Etres qui le compofent , mais les »s :caufes de ce Phenomene , les principes de cette aótioa ts nous reftent abfolument cachés. Nous ne favons donc dj po:nt ce que les chofes font en elles mêmes ; mais feu'ei, ment ce qu'elles peuvent produire fur nous. Car un efs fet n'eft pas une propriété , mais il refuke d'une propriéi- té , la chute des corps n'eft pas la pefanteur, mais elle ti ' refulte de la pefanteur. Nous fommes affurés, que les 5' Etres qui| agillènt fur nous pofl'edent des propriétés capa■; R 3 blés  «6: Antwoord over ee Nuitigfieid uitwerkzelen voort te brengen welke wy gewaar worden ; doch waar in die eigenfehappen beftaan weeten wy niet. Zie daar al het geene wy afleiden kunnen uit de zinlyke denkbeelden, die de grondflag zyn van alle onze kundigheden. Wat doet vervolgens de overpeinzing ? Zy ontbindt de zinlyke denkbeelden, om dezelve vervolgens weder te verbinden, en derzelver eerfte gronden op verfchillende wyzen aan een te fchakeleir Dan wyl zy zig alieenlyk met gewrogten beezig houdt kan zy geene dan aanëenfchakelingen van gewrogten bekomen. Deze gewrogten kan zy tot eenen hoogen trap van algemeenheid brengen ; doch verder kan zy niet komen , om dat zy verder niets kent. Dus wanneer zy geraakt tot eenig algemeen denkbeeld , dat van eene Plant by voorbeeld , het welke zy verkrygt door een groote menigte Planten onderling te vergelyken , komt het geene bles de produire les effeis que nous appergevons , mafs nous ne favons point en quoi confiftent ces propriétés. Voila tout ce que nous pouvons tirer des idées fenfibles qui font le fondement de toutes nos connaiffances. Que fait enfüite la reflexion ? Elle decompofe les idées fenfibles pour les recompofer enfuitc , pour combiner leurs clemens de differentes manieres, mais comme elle ne travaille que fur des effets , elle ne peut obtenir que des combinaifbns d'effets , elle peut bien generaiifer extremement ces effets , mais ne peut remonter au dela , paree qu'elle oianque de données. Ainfi , quand elle parvient & 1'idée génerale de Plante , par exemple, qu'elle acquiert en comparant entre elles un grand nombre de Plantes, 1'ope  der ZIELKUNDE. 263 Tj doet 'er op uit, dit te zeggen : De onderfcheidene voorwerpen, welke wy Planten noemen , brengen tweeërlei foorten van Uitwerkzelen voort. Sommige uitwerkzelen zyn aan alle Planten in 't gemeen eigen; andere daar en tegen alieenlyk aan zekere byzondere foorten , en wanneer wy het algemeene denkbeeld vor- . men van eene Plant, doen wy niet anders dan zekere uitwerkzelen te vercenigen, die allen Planten , welke wy waargenomen hebben , eigen zyn. Vervolgens vergelyken wy die algemeene uitwerkzelen der Planten , met de algemeene uitwerkzelen , die wy in het Ryk der Dieren befpeuren. Wy neemen de uitwerkzelen te zamen die aan beide die rangfchikkingen ' van Wezens gemeen zyn , en uit de verzameling van die onderfcheidene uitwerkzelen vor- , men wy het denkbeeld van gezintuigde Wezens. Dus klimmen wy, door onze denkbeelden langs hoe 1'operation qu'elle fait fe reduit k dire: Les differens objets que nous appellons Plantes , produifent des effets de deux fortes , les uns leur font communs a tous , les autres font propres a chaque efpece , & lorsque nous formons 1'idée generale de Plante , nous ne faifons que reunir certains effets qui font communs a toutes les Plantes que nous avons obfervées. Nous comparons enfuite ces effets generaux des Plantes avec les effets generaux des Animaux, nous prenons les effets qui font communs a ces deux clalTes d'Etres , & de la colleétion de ces effets , nous formons 1'idée de corps organifé. Nous remontons ainfi en generalifant jusqu'ct 1'idée le plus generale , celle d'Etre. Elle comprend la conclufion la plus R 4 gene'  2ü4 Antwoord over de Nuttigheid hoe algemeener te maaken, op tot het atgerneenfte denkbeeld, dat naamlyk van een Wezen. Dit denkbeeld bevat het algemeenfte belluit, het welke wy uit alle onze gewaarwordingen opmaaken kunnen. In der daad, hoedanige pok eene wyziging zy welke wy ondervinden, kunnen wy altyd zeggen, deze wyziging, welke ik ondervinde, is een gewrogt; wyl 'er nu geen gewrogt is zonder oorzaak , is 'er eene oorzaak m wezen van die wyziging , en de bewustheid welke ik van die wyziging heb , doet my verzekerd zyn dat ik wezenlyk beftaa. Het beftaan is derhalven een gewrogt , en' wel het algemeenfte 't welke ik kan gewaar worden. Zie daar hoe verre ons het aanwenden der overpeinzing brengen kan. Men breide de aftrekkingen zo verre uit als men wil, nimmer zullen zy ons iets anders doen ontdekken dan gewrogten die meer of min algemeen zyn. Wyl dan alle onze denkbeelden alieenlyk uit twee bronnen, de zin- f,nn!raI! W%noas P,Visfi°ns recueilïir de toutes nos fenfa. JnvnnJn ' qUeIle que foit ,a modification que nous epiouvons , nous pouvons toujours dire , cette modifica- Snn * ?S Caure ' 11 ex!fte une caufe de cette modification , & la confcience que j'ai de cette medification , me fait connaitre que j'exifte auffi, 1'exiftence eft donc un V -L\ n r u P!us,general je puiffe appercevoir. Jo.lè è quo. fe borne Ie travail de la refiection , les abitiattions pouflees auffi loin que l'on voudra ne nous decouvriront jamais que des effets plus ou moins generaux. 1 uis donc que nous n'avons que deux fources de nos idées, les  der ZIELKUNDE. 165 Kinnen naamlyk en de overpeinzing, voörtvloeijen , en die twee bronnen ons nimmer eene andere kennis dan die der gewrogten opleveren , is het klaarblyklyk dat wy geenërlei middel hebben, om tot de oorzaaken zelve op te klimmen, en dat de befchouwing dier oorzaaken niet voor ons gefchikt is. Niets is voorzeker minder nieuw dan deze waarheid. Zy is zeer wel ontwikkeld, door Wysgeeren van den eerften rang. Dan wyl het geene zy deswegens gezegd hebben en gefchreeven , niet al die uitwerking gehad heeft welke men 'er van verwagten moest , en men thans nog lieden vindt , die zig onderwinden verhevener waarheden te bereiken en tot de innerlyke Natuur der zaaken door te dringen , heb ik gemeend dat het niet onnut zyn zoude deze denkbeelden nauwkeurig te ontwikkelen , ten les fens & la reflexion , & qne ces deux fources ne nous font jamais connaitre que des effets, il eft evident que nous n'avons aucun moyen de remonter aux caufes, & qué la theorie des caufes n'eft pas faite pour nous. Rien de moins neuf aflurement que cette verité , elle a été trés bien developpée par des Philofophes du premier ordre, mais comme leurs üuvrages n'ont pas produit touc 1'effet qu'ils devaient produire, & qu'il exifte encore des gens qui pretendent atteindre k des verités plus relevées , & penetrer jusques dans la Nature in time des chofes , j'ai cru qu'il ne ferait pas inutile de developper exacleR s mene  2,66 Antwoord over de Nuttigheid ten einde men wiste waar aan zig te houden ten aanzien van het geene men van hunne uitwerkzelen verwagten moet, zo wel als ten opzigte van het nut dat zy in de betragting opleveren kunnen. Om des te overtuigender de waarheid te bemerken van het geene ik zo even gezegd heb, behoeft men flegts den weg gade te liaan, dien die fpitsvindige Bovennatuurkundigen, die de innerlyke wezenlykheid zelve der Wezens aan hunne naarfpeuringen onderwerpen willen, volgen. Zy wyken af van de zigtbaare waarheden en verlaaten derzelver ontwikkeling , om eenige bovennatuurkundige denkbeelden te volgen , die zeer duister zyn en onzeker. Deze denkbeelden neemen zy aan als klaarblyklyke Grondbeginzelen , en zy verwarren de befluiten , welke zy 'er uit trekken , met de wezenlyke waarheid zelve. Den eenen tyd brengen zy Leerftelzels voor den dag, welker gronden men niet kan om verre werpen , wyl zy 'er geene heb- ment ces idées, afin qu'on feut k quoi s'cn tenir fur ce qu'on doit attendre dë leurs effets, & fur I'utilité qui en peut refulter pour la pratlque. II ne faut pour fe convaincre encore davantage de la verité de ce que je viens de dire , qu'examiner la marche de ces Metaphyficiens fubtits qui veulent foumettre k leurs recherches 1'efience même des Etres. Ils abandonnent les faits & 1'analyfe des faits pour fuivre quelques idées Metaphyfiques trés vagues & trés obfeures, ils prennent ces idées pour des principes evidêns, & ils confondent les conclufions qu'ils cn tirent avec Ia realité même. Tantot ce font des Syftemes qu'on ne peut pas detruirc , parcé qu'ils ne repO- fent  dhr ZIELKUNDE. 26*7 hebben. Dan weder zyn het kunftig gefchikte woorden , Natuurkundige uitdrukkingen , die wel in fchyn eenen zin , — doch in der daad geenen hebben. Op andere tyden weder zyn het roekelooze uitweidingen over de Natuur zelve van het Opperwezen , en over de wyze volgens welke het alles kent. De Ziel is met het Ligchaam verëenigd , zonder dat wy weeten hoe. De groote Leibnitz past hier op terltond een uitfluitende Leerwyze toe. Hy bewyst dat alle verklaaringen , de zyne alleen uitgezonderd , onmogelyk zyn; waar uit hy de waarheid van zyne verklaaring afleidt. Ongelukkig bevat zyn bewys eene valfche redeneering. Hy fielt de kragten der zelfftandigheden in de plaats der zelfftandigheden zelve , en om dat de Natuur der zelfftandigheden ftrydig is , belluit hy terltond daar uit, dat de Natuur der kragten het insgelyks is; en dat zy wederzydfch clkan- fent fur rien , rantot ce font des mots artiftemcnt arrangéb, des exprefilons Phyfiques qui paraifTent avoir un fens & qui n'en ont point, tantot ce font des excurfions temeraires fur la nature même de 1'Etre Suprème, & fur la maniere dont il appercoit. L'Ame eft unie au corps fans que nous fachioris comment. Le grand Leibnitz y applique tout de fiiite la methode d'exclufion , il prouve que toutes les explications font impoffibles , excepté la fienne, d'ou il deduit la verité de celle-ci. Malheureufcment fa prëuve renferme un paralogifrne , il fubftitue les forces des fubftances aux fubftances mêmes.. & paree que la nature des fubftances eft contradictoire, il conclut tout de fuite que la nature des forces 1'eft auffi, & qu' elles  26*3 Antwoord over de Nuttigheid eikanderen niet wyzigen kunnen (*). Dit belluit vloeit; gelyk men ziet, in geenërlei wyze uit de voorafgaande ftellingen ; en de voorafgestelde overeenftemming QHarmonia Praftabüitnj die geheel en al op dit belluit gegrond is, heeft by gevolg geheel geenen grond. Dezelfde Leibnitz heeft het Leerftelzel der Monaden uitgevonden, om dat hy heeft willen de Rede vinden der Natuur van het zamengeftelde , even als of wy gefchikt waren om die Rede te ontdekken. Hy heeft gemeend dat de- tr'nZl DlfmZu" TOê^'2 f elkande™i, uit hoofde der Z?£ ?J Wdke zy,LbeS^fd zjn. Om te bewyzen, dat ÏZL JZeT>nT # elhander™ werken hunnen , Lest men J,WrUh\dat de ¥atUUr van bmne kragen ftrydig is, en befAeene Leibnitz niet doet, vergenoegende fo zie van de zelfftandigheden zelve te freeken? m"Lma' *7 ZIS elles ne peuvent fe modifier rccïproqnement (*\ Cet. te conclufion , comme Pon voit, nedecoule en aucune ShH^ ?1'emres ' & Par c°nrequent PHarmonie Pre! eihblie qui repofe toute entiere fur cette conclufion ne Mne°T Le même Le,bnitz a inventé Ia Syfte. me des Monades , paree qu'il a voulu trouver la raifon de la nature du compofé, comme fi nous ecions faits pour trouver cette raifon , il a cru qu'elle ne pouvait fe trouver que * 5*7' agi-iïent les unsf™ les autres en vertu des forces ■  de r ZIELKUNDE. 269 'dezelve niet kon gevonden worden, dan in de enkelvouwige Wezens , en dat het onmogelyk was, dat zy in het zamengeftelde zelve gevonden werd , als of het onmogelyk was, dat de onderfcheiden hoofdftoffelyke deelen der ftoffe zonder eikanderen niet beftaan konden , en dat by gevolg de zamenftelling in der daad tot hun wezen behoordde; even als men betoogen konde , dat de ontbinding dier hoofdftoffelyke deelen in enkelvouwige Wezens, niet ftrydig is met de Natuur der zamengeftelde Wezens. Leibnitz heeft ons ten dezen opzigte niets geleerd, en hy kon ons ook niets leeren , om dat in dit ftuk alles duister is en onzeker. De eenige te. genwerping welke men maaken kan , is deze : Dat God de Natuur van die hoofdftoffelyke zamengeftelde deelen kennen en derzelver ondeelbaare deelen onderfcheiden moet; dat het, zal de denkbeeldige reeks van die hoofdftoffelyke dee- que dans les Etres fimples , & qu'il etaït impoflible qu* elle Te crouvat dans le compofé même , comme s'il etaït impoflible que les diverfes parties des elemens de la matiere s'oppofaffent reciproquement , & que par eonfequent la compofition leur fut effentielle , comme fi 1'on. pouvait demontrer que la decompofition des elemeus en Etres fimples , n'eft pas contradictoire avec Ia nature des Etres compofés. Leibnitz ne nous a rien appris la des« fus , & il ne pouvait rien nous apprendre , paree que dans ces matieres tout eft obfeurité & incertitude. La feule objedtion qu'on puiffe faire , c'eft que Dieu doit connaitre la nature de ces elemens compofés , & en diftinguer les parties ifltegrantes, que pour que laprogres- lion  270 Antwoord over de Nuttigheid deelen niet tot in het oneindige voortloopen, noodig is, dat men by enkelvouwige deelen opgehouden worde. Hier op antwoord ik dat het geenen Wysgeer toekomt de kundigheden van het Goddelyke Verftand te onderzoeken ; dat wy niet gefchikt zyn tot zo verhevene befpiegelingen , en dat men , om in een verwarden hoop van duistere naarfpeuringen en onbeflisbaare verfchillen te blyven wroeten , juist dezen weg inflaan moet. Wel haast zal het Opperwezen een zamenftelzel zyn van menfchlyke hoedanigheden ; een Wezen volgens de begrippen van onze Rede gevormd , en men zal, door alles te willen doorgronden , alles het onderfte boven geworpen hebben , om dat men niet heeft weeten ftil te houden by de eindpaal van onze kundigheden. Zo een Wysgeer, die gebooren was om. de Waereld te verlichten; een Wysgeer van een zo verbaazend vernuft r\ als fion ideale de ces elemens n'aille pas a 1'infini , il fauE que l'on foit arrêté par des Etres fimples. A cela je reponds qu'il n'eft pas d'un Philofophe de chercher a favoir comment Dieu appergoit, que nous ne fommes pas faits pour des fpeculations auffi relevées , & que fi l'on veut fe jetter dans un Cahos de queftions tenebrcufes, de dtfputes interminables , on n'a qu'a proceder ainfi, Bientot 1'Etre Suprème fera un compofé de qualités huniaines, un Etre de raifon» & en voulant tout approfondir , on aura tout renverfé, paree qu'on n'aura pas feu s'arrêter au terme de nos connaiiTances. Si un Philofophe né pour eelairer le monde, fi un Philofophe d'un genie auffi pro- digieux  der ZIELKUNDE. 271 lis' Leibnitz was , van de waare Redeneer* kunde is afgedwaald, door zig te diep inbefpiegelingen in te laaten, in welke uitfpoorigheden moeten dan zy niet vervallen, die noch zyn vernuft, noch zyne kundigheden bezitten, en die tot de ontdekkingen van dien grooten Man niets kunnende toedoen, zig vergenoegen met zyne dwaalingen te vermeerderen ? Wat is hier van ook het gevolg geweest ? Men heeft onöphoadelyk geredeneerd over die enkelvouwige Wezens, even als of hun aanwezen daadlyk betoogd was. Alle de verfchynzelen der Natuur heeft men naar dit Leerftelzel willen fchikken. Wyl men zig geen denkbeeld vormen kon van de beweeging der enkelvouwige Wezens , heeft men het aanwezen der beweeging ontkend , en ftaande gehouden dat in de Natuur geene beweeging plaats had, even als of men wist wat de beweeging in haar zelve is, en digieux que 1'etaït Leirnitz , s'eft ecarté de la faine Logique , pour avoir voulu trop donner a la fpeculation , dans quels ecaus ne doivent pas tomber ceux qui n'ont ni fon genie ni fes lumieres , & qui ne pouvant ajouter aux decouvertes de ce grand homme , fe contentent d'ajoua fés erreurs. Auffi, qu'eft-il arrivé ? On a raifonné k perte de vuë fur ces Etres fimples , comme fi leur exiftence etait demontrée, on a voulu accommoder k cette Theorie tous les Phenomenes de la Nature ; comme on ne pouvait fe faire une idéé du mouvement des Etres fimples, on a nié 1'exiftence du mouvement, on a fou« tenu qu'il n'y avoit point de mouvement dans la Nature , comme fi l'on favaic ce.qu'iil; lc mouvement en lui même,  *?i Antwoord over de Nuttigheid en aïs of het mogelyk was het beftaan eenei zaak te ontkennen , zonder te weeten wat die zaak is. In plaats van de Leere der beweeging, heeft men de agtereenvolgende bereidingen gefield der eenvouwige Wezens , en men heeft gemeend een gewigtigen flap gedaan te hebben m de ontdekking der waarheid. In de Zielkunde msgelyks , in plaats van te zeggen dat de Ziel een werkzaam Wezen is, het welke vermaak vindt in zyne werkzaamheid te oeffenen, heeft men gezegd , dat zy eene kragt bezit die zig kan uitbreiden, dat zy voortellingen heeft die duidelyk zyn en andere die duister zyn ; dat haare werkzaamheid zig niet dan op haar zelve, en nimmer buiten haar zelve oeffende. Op deze wyze heeft men de Natuurkunde en de Zielkunde vervuld met duistere denkbeelden , en zo deze Leerwyze der Wysbegeerte algemeen geworden was, zou men wel ras vervallen zyn 'm & comme il etait poffible de nier 1'exiftence d'une chofs lans favoir ce que c'eft. On a fubftitué a la Theorie du mouvement , les pteparations fucceffives des Etres fimples , & on a cru avoir fait un grand pas dans Ia decouverte de la verité. De même , en Pfvchologie , au lieu de s en temr a dire tout fimplement que 1'Ame eft un Etre adbf & qui aime a exercer fon aftivité , on a dit qu'elle avait une force expanfive , des reprefentations diftinctes & des reprefentations fourdes, que fon acïivité ne s'exercait que fur elle même, & jamais au dehors d'elle. On arempli de cette maniere la Phyfique & la Pfychologie d idées obfcures , & fi cette methode de Philolopher etaic devenue generale, on ferait bientot tombé dans une fcho. lafti-  der ZIELKUNDE. 273 in eene Schoolgeleerdheid , >even zo duisteren geheimzinnig als die welke wy verlaaten hebben. Het is met de Zielkunde even als met de Natuurkunde; beide die Weetenfchappen moeten , de eene zo wel als de andere, op zigtbaare waarheden rusten. Haare vorderingen zullen afhangen van de hoeveelheid der fchrandere Waarneemingen welke men zal kunnen doen. Zy zullen niets vorderen , zo lange men zig bezig houdt met uitvoerig over de eerfte oorzaaken der Verfchynzelen te redekavelen , en met befpiegelingen aan een te fchakelen , die zelfs geene fchaduwe van wezenlykheid hebben. Men heeft lange getwist over de kragten der Ligchaamen ; over het grondbeginzel der Logheid ; over de natuur der BotZing ; zonder van dit alles iets opgehelderd te hebben: en zo men , door de geleerdfte en fchranderfte naarfpeuringen, zo verre kwam van de aantrekking tot de botzing te rug te brengen, zou men nog ] laftique aufli abftrufe que celle dont nous fommes fortis. . II en eft de Ia Pfychologie comme de Ia Phyfique, ces i deux Sciences doivent egalement repofer fur des faits, leurs progrès dependront du nombre d'obfervations fines 1 qu'on faura faire, elles refteront fteriles fi l'on s'en tient k t diflerter fur les caufes premières des Phenomenes, & a icombiner (des fpeculaeions qui n'ont pas même 1'ombre de 'reahté. On a beaucoup difputé fur les forces des corps , ;fur Ie principe de 1'inertie , fur la nature de 1'impulfion , ifans avoir rien eclairci , dc quand par les recherches les j plus favantes & les plus ingenieufes, on viendrait è bout 1 de ramener l'attracfjon a 1'impulfion, on n'aurait fait que XX. Deel. S ra-  274 Antwoord over de Nuttigheid nog niets verrigt hebben dan het eene gewrogfj tot het andere te rug te brengen , en die zeer fraaije ontdekking, die genoegzaam zyn zou om den naam van haaren Uitvinder onfterflyk te maaken , zoude ons echter geheel niets opleveren in de naarfpeuring van derzelver oorzaaken. De Natuurkunde heeft geene vorderingen gemaakt aleer men haar met Proefneemingen gepaard en de gewrogten berekend heeft, zonder zig met derzelver oorzaaken op te houden. De Heer Newton raade het Waereldftelzel , zonder de oorzaak der zwaarte - kragt te kennen. De Heer Euler gaf aanleiding tot het uitvinden der Achromaüfche Verrekykers, zonder de oorzaak der ftraalbreeking te kennen. De Heer Franklin ontdekte het middel om Gebouwen tegen den Blixem te beveiligen, zonder de Natuur der Elektrieke Vloeiftofre doorgrond te hebben , en alieenlyk bouwende op eenige Gewrogten , die door Waarneemingen wei ramener un efFet h un autre effet, & cette decouverte trés belle tres propre k immortahfer fon Auteur , ne nous fournirait quoique ce foit pour la recherche de ces caules. La Phyfique n'a fait des progrès que depuis qu' elle eft devenue experimentale, qu'on a calculé les effets fans s'embarrafier des caufes. Newton devine le fyfteme du Monde fans connaitre la caufe de la Pefanteur. Mr. Euler a donné lieu è la decouverte des Lunettes Achromatiques, fans connaitre la caufe du la refraclion. Mr. Franklin decouvert le moven de preferver les edifices de la foudre , fans avoir penetré la nature du Buide Eleftrique, en partant feulemeut de quelques effets bien deter- ïninéa  der. ZIELKUNDE. 2/5 wel bevestigd waren. Zo lange de Heer des C art es zig aan zyne Inbeelding overgaf; zo lange hy uitriep : Geev my ftoffe en beweeging , en ik zal eene Waereld maaken, heeft hy niets dan dwaalingen voortgebragt, die in der daad fchoonfchynende , doch des niet te min dwaalingen waren; doch zo dra hy de Meetkunde gebruikte en de Natuurkundige Gewrogten aan berekening onderwierp , bragt hy het fchoone Werk over de Dioptrica, het beftendigfle Gedenkteken van den roem dien hy verworven heeft, te voorfchyn. Even zo is de Zielkunde eene Weetenfchap gebleeven die alleen in woorden belfond , tot zo lange men begonnen heeft Waarneemingen te doen ; de zigtbaare waarheden te verzamelen en uit deze gevolgen af te leiden betreklyk tot de Natuur van onze bekwaamheden , en de wyze om_ dezelve te volmaaken. Het minés par 1'obfervation. Tant que Dts Cartes s'eft livré è fon Irnagination, lorsqu'il s'eft ecvié : Donnez m»i de la matiere ê? du mouvement , & je ferai un Monde ; il n'a .produit que des efreurs, brillantes a la verité, mais enfin ce n'etaint que des erreurs. Lorsqu'il a fait ufage de Ia Geomettie , qu'il a foumis au calcul les effets Phyfiques . il a produit le bel Ouvrage de fa Dioptrique , le monu» ment le plus folide de fa reputation , de même la Pfychologie n'a ceffé d'etre une fcience de mots que depuis qu'on a commencé a obferver , qu'on a recuelh des faits, qu'on en a deduit des confequences fur la nature de nos facultés j & fur la maniere de les perfecVionaeri S 2, II  üfö" Antwoord over de Nuttigheid Het is derhalven hier de zaak niet te fcheppen « maar het gefchapene wel te fchikken; en wyl wy de Ziel niet kennen dan door middel van het ligchaam ; wyl alles wat wy ten opzigte des geheugens, der overpeinzing, der begeerten enz. weeten , alleen voortkomt uit eenige Natuurkundige en wel ontwikkelde Waarneemingen, moet men het getal dier Waarneemingen , zo veel maar immer mogelyk is, vermeerderen. Iedere der 'zinnen moet men volgens eene ontbindende Leerwyze verhandelen. Dit is een langduurig en moeijelyk werk ; doch de Zielkunde zal 'er groote voordeelen uit trekken. Het gezigt alleen is genoeg , om de Wysgeeren een geruimen tyd bezig te houden , en men moet bekennen , dat fchoon men in het Wiskunftige deel der Gezigtkunde zeer uitgebreide vorderingen -gemaakt heeft, des niet te min het Natuurkundige deel van die Weetenfchap als 't ware II ne s'agit donc pas ici de créer , mais d'arranser, & puisque nous ne connaifïöns 1'Ame que par Ie moven du corps , puisque tout ce que nous favons fur la Memoire, iur Patténtrön , fur Ie defir &c vient de quelques obfervations Phyfiques bien analyfées, il faut multiplier fe plus qu ï eft poffible ces obfervah'ons , il faut foumettre chaque lens ó la methode analvtique , ce travail eft long & d/fficile , mais la Pfychologie en retirera de grands avantaps. La vué feule fuffit pour occuper lonetems les PHiïofophcs, & l'on eft obligé de con'venir que fi la partie Mathematique de 1'Optique a fait des progrès immcnles, Ia partie Phyfique eft eucore au rxrceau^on-nia'pas pro- cedé  der ZIELKUNDE. 2-7 xe nog in de wieg is. 1Men is niet langzaam en geregeld genoeg voortgegaan. Men heeft niet [ lang genoeg by iedere zigtbaare Waarheid ftiï gefcaan. Men heeft zig te zeer gehaast om tot verklaaringen over te gaan. Een werk, waarin de waarheden die tot het zien betreklyk zyn , wél en onderfcheidenlyk verhandeld en betoogd worden , zonder dat 'er eenige verklaaringen bygevoegd waren , zou van eene veel grootere nuttigheid zyn ; het zoude den grond leggen tot eene menigte ontdekkingen. Het zelfde behoordde men te doen ten opzigte van iedere der zinnen , en die uitkomlten aanëengefchakeld en verëenigd zynde , zouden duizenderlei kundigheden opleveren omtrent de wyze , op welke de Menfch ziet en werkzaam is, die ons tot nu toe volftrekt ontbreeken. Het is hier de. plaats niet om zig daar over breedvoerig uit te laaten ; doch de Wysgeeren , voor welken ik fchryve, hebben niet noodig dat ik hun deze denk- cedé afTez lentement & aflez methodiquement, on n'a pas aflez infifté fur chaque fait, on s'eft trop preffé d'expliquer un Ouvrage ou les faits relatifs a la vifion feraienc bien detaillés & bien conftatés , fans qu'on y ajoutat aucune explication , ferait d'une utilité majeure , il ferait le : fondement d'une multitude de decouvertes. On en ferait ; autant pour chaque fens , & ces refultats combinés cc : reunis nous vaudraient mille connaiflances fur la maniere dont l'homme voit & agic, qui nous manquent abfolu: ment. Ce n'eft pas ici le 'lieu de s'etendre la deflus, mais i les Philofophes, pour qui j'ecris, n'ont pas befoin qu'on S 3 leur  27S Antwoord over de Nuttigheid denkbeelden verder ontwikkele , en hier voegt het fpreekwoord Sapienti pauca. Zo men vervolgens het gezigt keert naar den kant der Opvoeding; zo men al zyne zorgen aanwendt om deze te volmaaken en de uitkomften daar van waar te neemen, zal men der Zielkunde nieuwe vorderingen verfchaffen ; want zo de Zielkunde dienftig is om de Opvoeding te volmaaken , kan ook aan de andere zyde de Opvoeding meer dan eenige andere zaak toebrengen tot volmaaking der Zielkunde. Het geene deze Weetenfchap zeer moeijelyk maakt is de zamengefteldheid der voorwerpen , met welke zy zig bezig houdt , en de veelvuldigheid der betrekkingen die men onderfcheiden moet. Zo de Menfch bloot een aanfchouwer zyn kon van zyne Opvoeding ; van den oorfprong zyner denkbeelden en derzelver ontwik- ke- leur developpe ces idées, & c'eft ici qu'on peut appliquer 1c Proverbe Sapienti pauca. Si Pon tourne enfuite fesregards du coté de 1'Education, qu'on mette tous fes foins a la perfeftionner & a en obferver les refultats, on fera faire a la Pfychologie de nouveaux progrès, car fi la Pfychologie fert k perfeétionner 1'Education, d'un autre coté, 1'Education peut contribuei- plus que toute autre chole a perfeétionner la Pfychologie. Ce qui rend cette fcience trés difficile , c'eft Ia complication des objets dont elle s'occupe, c'eft la multipheité des rapports qu'il s'agit de demêier. Si 1'Homme pouvait affifter comme fpeftatcur é fon Education , k h  der ZIELKUNDE. 279 keling; van de vorming van zyn karakter, zoude hy eene menigte kundigheden verkrygen die hem nu ontbreeken ; hy zoude in ftaat zyn befluiten op te maaken over zaaken, die thans voor hem ongenaakbaar zyn. De Opvoeding nu is een middel tot waarneeming , het welke een gedeelte dezer voordeelen verfchaffen kan. ; Wanneer men de Kinderen befchouwt in alle de ' Staaten welke 1 zy doorgaan , ziet men hunne denkbeelden ongevoeliger wyze gebooren en zaamgefteld worden , en fchoon zy niet in ftaat zyn rekenfchap te geeven van het geene in hun omgaat, verfchaffen echter hunne gefprekken , hunne daaden, hunne gebaarden zelve, 'er dikwyls de blyken van. Wanneer men op zyn pas zig bedient van een goede Leerwyze , kan men oordeelen over de uitwerking, welke ieder voorwerp van onderwys by hen te wege brengt. Men kan nauwkeurige aantekening houden van hunne la naiflance de fes idées , & a leur developpement, è la formarion de fon caraftere , il acquerrait une foule de Notions qui lui manquent, il ferait en etat deporter des jugemens des chofes qui lui font encore inacceffibles. -ür V Education eft un moyen d'obfervation qui peut procurer une partie de ces avantages. En examinant les Enfans dans tous les etats divers par lesquels ils paffent, on voit leurs idées naitre & fe compofer infenfiblement, & quoiqu'ils ne foyent pas a même de rendre raifon de ce qui fe paffe en eux , leurs discours , leurs aclions, leurs geftes même , fournifl'ent fouvent de bons indices. _ En employant a propos une bonne methode, on peut juger de 1'effet que chaque objet d'nftrucbon produit fur eux,  28o Antwoord over de Nuttigheid hunne vorderingen ; van de natuur der verhinderingen die hen opgehouden hebben ; van de wyze waar op zy dezelve te boven gekomen zyn , en tenens van den indruk welke de onderfcheidene zaaken , die in de Waereld voorkomen , op hen maaken. Voorts van de orde in welke hunne hartstogten zig ontwinden; van het.vermogen dier hartstogten; van de meerdere of mindere moeite welke men heeft om de-' zelve te beteugelen; van de veranderingen welke hunne getemperdheid ondergaat. Eindelyk, men kan eene vergeJyking maaken tusfchen de Natuurkundige omlfandigheden waarin zy zig bevinden , en hun verftandlyken en zedelyken ftaat. Indien ieder kundig Leermeester een dusdanig dagverhaal aanleidde, zouden wy eerlang veele gewigtige Waarheden kennen, van welke wy thans volftrekt onkundig zyn , en men zou door dit middel goede ftoffen verkrygen om de Ziel- on peut tenir une note exaöe de-leurs progrès , de la nature des obftacles qui les ont arrêtés , de la maniere dont ils les ont furmontés, & en même tems de 1'impresfions que font fur eux les- diverfes chofes qui fe rencontrent dans le Monde, de 1'ordre dans léque! fe developpent leurs paffions de 1'intenfité de ces paffions, du plus ou du moins de facilité qu'on a k les reprimer, des changemens queprouve leur temperamment , l'on peut enfin faire un paralle des circonftances Phyfiques oh ils ie trouvent , avec leur etat intellectuel & moral; fi chaque Inthtuteur eclairé entreprenait un pareil Journal, nous launons bientot une multitude de faits importans que nous Jgnorons abfolument, & l'on aurait par ce moven de'bons mate-  der ZIELKUNDE. 282 Zielkunde op te bouwen. Door de jonge Lieden, zoveel mogelykwas, oplettend na te gaan, zou men tot aan de gefchiedenis van den volwasfchen menfch geraaken , en men zou zeer goede gelegenheid hebben , om de onderfcheidene zaaken, die in de Maatfchappye voorvallen , op hunne waarde te fchatten , en om uit de befchouwing der Zedelyke Waereld , zo als die zig aan ons voordoet, veelvuldige beoeffenende waarheden af te leiden , welke men vervolgens zou moeten in orde fchikken en met het algemeene Leerftelzel verbinden. Ongetwyfeld zullen alle deze byzonderheden laf en beuzelachtig fchynen aan lieden, die aan zekere bepaalde Leerftelzels verkleefd zyn. Het verheven gezigtpunt waar uit zy de zaaken befchouwen , boezemt hun de diepfte verachting in voor de eenvouwige aanëenfchakeling der betrag-. materiaux pour Ie Science Pfyehologique. En fuivant, les jeunes gens auffi loin qu'il ferait poffible , on arriverait jusqu'a 1'hiftoire de l'homme fait, & l'on ferait trés bien placé pour apprecier les differentes chofes qui fe pasfent dans la Société , & pour tirer de la confideratïon du Monde Moral tel qu'il fe prefente a nous, une grande quantité de verités pratiques, qu'il faudrait enfuite arranger & lier au fyfteme general. Tous ces details paraiffent fansdoute infipides & minutieux aux gens a fyftemes , le point de vuë d'oh ils confiderent les chofes leur infpire !e mépris le plus profond pour la fimple concatenarion des verités pratiques, cpeiS 5 ne  28 a Antwoord over de Ni/ttighhd tragtende waarheden. Nauwlykfch verwaardigen zy zig dezelve in 't voorbygaan te befchouwen , en wel ras, het voor hun te laag achtende zig met dusdaanige kleinigheden beezig te houden, ftygen zy weder naar de allerbovenfte gewesten , alwaar zy naar hun goedvinden omzweeven. Laaten wy hun het vermaak gunnen van naar genoegen om te zweeven en zig zeiven toe te juigchen over de verhevenheid van hunne begaafdheden en verrigtingen. Wy hebben boven reeds gezien hoe min bondig alle die naarfpeurmgen zyn, en zo haaren grondllag louter denkbeeldig is, zal haare nuttigheid het niet minder zyn Want, vraag ik , welk nut tog heeft het Menfchdom uit alle die bovennatuurkundige befpiegelingen getrokken ? Hebben alle die overweegingen van de innerlyke natuur der Ziel ons eenige beflisfende kundigheid opgeleverd ten opzigte van de beöordeeling en het beftuur der Menfchen ? Waar toe zouden alle !lïlPn mfcte ces occupatiorre, ils remoatenc dans l L S' & s aPP audir de la fubümité de leurs talens & de leurs occupanons , nous avons vu plus hauc quelle eta.t la fol.d.té de toutes ces recherches, & fi Tul Si H, rin, mand?' qa,el fmk ,es Hommes ont-ils retiré de toutes ces fpeculations Metaphyfiques ? Toutes ces confiderations fur la nature intime de 1'Ame, nous nfÜ- Va'U, qu,e,(ïue c^naiflancc ulteneure fur a maQteie de juger les hommes & de les diriger, A quoi pour- raienc  der ZIELKUNDE. 283 alle die fraaije bovennatuurkundige verklaaringen van de beweeging en van de eigenfehappen der ligchaamen dienen kunnen ? Zo men dezelve aannam, zou men dan niet moeten de Wiskunde verlaaten , die op foortgelyke voorwerpen geen vat heeft, en zig houden by eenige onzekere redekavelingen , die onmogelyk zouden kunnen bepaald en verklaard worden 9 Nogthans weet men hoe wankelbaar en nutteloos de Natuurkundige Leerftelzels zyn , wanneer zy de hulp ontbeeren der Wiskunde , het eenige werktuig, door welks behulp men de ingewikkeldfte betrekkingen bevatten en oplosfen kan. Wy zyn des te meer verpligt in de Zielkunde gehegt te blyven aan de zigtbaare waarheden , wyl wy de Wiskunliige ontbindingen op dezelve niet toepasfen kunnen, en wyl men, genoodzaakt zynde zonder 't behulp der Merktekenen te redekavelen , dus veel grooter gevaar faient fervir ces belles Explications Metaphyfiques du mouvement & des propriétés des corps. Si on les adoptait, ne faudrait - il pas renonccr aux Mathematiques qui n'ont point de prlfe fur de pareils objets, & s'en tenir è quelques propos vagues qu'il ferait impoflible de determiner & d'expliquer. Cependant l'on fait combien les theories Phyfiques font precaires & (teriles quand elles font denuées "du fecours des Mathematiques, inftrument precicux a 1'aide duquel on peut fahir & demeler les rapports les plus compliqués. Nous fommes obligés de nous tenir d'autant plus col'és aux faits en Pfychologie , que nous ne pouvons point y appliquer FAnalyfe Mathematique , éc qu'etant forcés de raifonncr fans Ic fecours des fignes , nous  Antwoord ov£r de Nuttigheid nL^aTu m $ fpoor af te d^n. JNiets is ei dat haare plaats kan veivullen dan eene nauwkeurige en beftendige aaiSehake Img van alle de beoeffenende waarheden welke" ontdekken zullen. Zo dra men de zi Jtbï re waarheden wel . zal verbonden , en men de betrekkingen van den menfeh op zyne mede- ffonfn1 f bepaald hebben > z" e llond gemaklyker worden alërlei noodige wetten en inngtingen te maaken. Ongetwyfeld Wyft het onmogelyk hier in volmaal^ffl^ Het menfchlyke hart is een te diepen afgïnd * heeten al ^ Zyn ZOude d»n „eneei en al te doorgronden. Maar het is des maaken mnT™ * f W* vordermgen te maaKen. Ten dien einde moet men de Zielkunde in verfcheidene deelen fchfen even ge Vic men de Natuurkunde gedaan heeft'. C volgens zouden Wysgeercn , die wegens de Grond- touS Ie SeritésqpSiae;e1arPment & ^onftant de puifte nous en teni>Ö■ aua^f^T dercou™*, qui fes rapports de 1'hornrne' avLndfér|"ilf^nrbiCn Üés > determinés , & dès Iors tnmL u .,abI? (eront b,en tion deviendron: püfac ?es I eVn^Vfl hrLe^' dj reuffir complement Ie c Lu^«SP?hïïJ?n81?Ute abysme trop profond non? mA r 1 nomme eft un connaitre ent&S foit permis de Ie Prin-  dér ZIELKUNDE. &Z$ ]' Grondbeginzelen en den Regel der Leerwyze on2 derling eens geworden waren, groote dienften toebrengen, zo ieder het deel, dat hyopziggëno; men had, bewerkte. Hunne vorderingen zullen zekerlyk langzaam zyn en byna ongevoelig; zy : zullen geene van die luisterryke ontdekkingen doen, die den naam hunner Uitvinders onfterflyk maaken; zy zullen geene van die algemeene Leerftelzels te voorfchyn brengen , die den gemeenen hoop der Wysgeeren verblinden; die ■ ! onder hen zo veel gerugt maaken , en die huni nen Uitvinders het vermaak verfchaffen van zig 1 ' in weinig tyds een grooten naam gemaakt hebben ; maar de kleine zaaken,- welke zy uitvin■ den , zullen wezenlyk zyn en nuttig ; het zullen kleine deelen zyn van een groot geheel het welke onmogelyk in eens kan bevat worden, en welks kleine byzonderheden , met behulp van een vergroot - glas (zo ik my dus uitdrukken mag) Principes & de la methode de proceder , rendraient de grands fervices en travaillant chacun dans fa partie. Leurs progrès feront lents & infenfibles a la verité, ils ne feronc aucune de ces decouvertes brillantes, qui immortahfenc leurs Auteurs ; ils ne feront point eclore de ces Syttemes generaux qui en impofent au commun des Philotöphes, qui font tant de bruit parmi eux, & qui donnent a leurs Inventeurs le plaifir de s'etre faits en peu de tems une grande re;>utation. Mais les petites chofes qu'ils trouverontferonC réelles & utiles, ce feront de petites parties d'un grand touc qu'il eft impoffible de faifir a la fois, & dont il faut èl'aide .du Microscope (fi je puis parlerainfi^ determiner avecfoin les plus petits details. Chacun doic s'accouturacr a faire fur  aSÓ Antwoord over de Nuttigheid mag) moeten waargenomen en bepaald worden Ieder hunner moet zig gewennen ten opziS van zig zelve aanëengefchakelde waarneemS te doen, zig zeiven rekenfchap te vorderen va? het geene m hem omgaat by eiken nieuwen toe" Hand; om de onderfcheidene ftaaten tebSeffen welke zyne Ziel agtervolgende doorgaat S zonder dat 'erin de uitwendige omftLigheden eenig blykbaar verfchil voorvalt), die zo fterk zyn gezigtpunt wyzigen en de Ziel van d oef? S V^u 0rfom§^erd, doen ovet gaan. Want 'er heeft in den menfch geftadieen rondloopende ftroom plaats van denkbeei den en gevoelens , die eikanderen opvoïen t eene orde die van de Ziel geheel en al onaf" hanglyk is (wyl deze de magt niet heeft om haare denkbeelden te rug te roepen) , en d e haar een zweemzel van vrolykheid of óroefgeeï tig- è faifir V. H.fff! n UI' 3 chat2ue fituacion nouvelle ment dLAhom™ „„VoiIJfTf f™!™»*' melanco e qu'il eft trés rfiffi^nV^iir p Iir ' ou de rij.  der ZIELKUNDE. aS? tigheid geeven dat zeer moeijelyk is uit te wisfchen , wyl die indrukken duurzaam zyn en zelden verdwynen kunnen, ten zy 'er een nieuwe toevloed van denkbeelden kome. In■dien men zo verre geraaken konde, om de algemeene Wetten van dien toevloed te ontdekken, zoude men misfchien fomtyds in ftaat zyn denzelven te fluiten , en daar door eene der voornaame oorzaaken van des menfchen ongeluk verhelpen. Want hoedanige ook de vertroostingen en de aftrekkingen zyn , welke men hun voorhoudt , is echter derzelver goede uitwerking flegts kortftondig ; hunne denkbeelden zyn onderhevig aan zeker foort van vloed en ebbe , die in één oogenblik al het werk vernielen dat gedaan is. Dit verfchynzel is tot nu toe door de Zielkundigen niet onderzogt geworden ; dus is het zelve nog geheel duister. Het konde wel een weinig meer opgehelderd worden ; dan raitre que lors qu'une nouvelle flu&uation furvient. Si l'on pouvait parvenir a demeler les loix generales de cette fluöuation , on ferait quelque fois peut-etre en etat de 1'arrêter, & de remedier par Ia a une des grandes caufes du malheur des hommes. <^ar quelles que foyent les confolations, les diftraétions qu'on leur prefente , le bon eftet produit fur eux n'eft que momentané , leurs idées font fujettes a une fo^te de flux & de reflux , qui detruit en un moment tout le travail qu'on avait fait. Ce Phenomene n'a point été examiné par les Pfychologes, il eft encore tout a fait obfcur, il ne ferait pas impoflible de 1'eclaircir un peu davantage, mais cela me mene- raic  288 Antwookd over de Nuttigheid ' dan dit zoude my te verre weg Voeren , en ïl heb maar reeds al te zeer de voorgefchreeven* paaien dezer Verhandeling overfchreeden. De beöerTening der Gefchiedkunde is , wat „ Men bepaalt zig niet meer by een verdrietig verflagvan Veldtogten en Belegeringen. Men volgt den loop van het Menfchlyk verftand • men vestigt den grootften aandagt op de zeden en gewoonten der onderfcheidene Volken en op de omwendingen die by hen voorvallen ' men kiest de fterkfte trekken uit, om de neigingen en den aart, die in ééne Eeuw of bv een Volk heerfchen, te doen kennen. Men ont- SdcriS?'ce' icours!; **' ^ ^ 1êS t,KECUde ae 1,HiftoIre» quoi qu'cn puiiTent dire fes deJh«£mS'f,enC°rC m m°yen de peW.onne" a Pfychologie & Ia man.ere dont les bons Hiftorieis t ravaiï Jent aftuel letnent, eft tout è fait propre?Tbm O ' fe borne plus è un detail faftidieux de Sieees & de Cam pemens On fuit la marche de Pefprit huraairi on don ne Ia plus grande attention aux miurs & aux co^umes" des differens Peuples , & aux variations qu'elles enron 5 d'un SÏÏÏ on g;aDdS ^itS P°Ur faire connaiST ipnt d un Siècle ou d'une Natioa. On nous decouvre fef-  der ZIELKUNDE. 2S9 ontdekt de uitwerkzelen , welke de vorderingen der Weetenfchappen en kundigheden by de Volken te wege gebragt hebben, en op die wyze bevat men veel gemaklyker de algemeene grondbeginzelen die de menfchen aandryven ; de gevolgen hunner daaden , de onheilen welke de ondeugd na zig fleept en- de voordeelen die aan de betragting der deugd gehegt zyn. De Gefchiedkunde , op die wyze voorgefteld, wordt het beste School der Zedekunde. De Nieuwsgierigheid die allen menfchen eigen is, om de gebeurteniffen te weeten der vroegere tyden , doet hen hunnen aandagt op deze Weetenfchap vestigen, zy doet ons dikwils tot ons zeiven inkeeren; en doet den Vorften zien hoe gevaaiiyk het is blindlings den aandrift zyner hartstogten in te volgen. Zy is niet , zo als fommige geemelyke Vernuften goedgevonden hebben haar voor te ltellen, alieenlyk een Tafereel 1'effet des lumieres & des connaïiTarices fur les Penples & de cette maniere, on faifit avec beaucoup plus de facilité , les Principes generaux qui meuvenc les hommes , les fuites de leurs aöions , les maux qu'entrainent les vices, & les avantages attachés a la vertu. L'Hiftoir© ainfi prefentée devient la meilleure Ecole de Morale , elle attaché par la curiofité naturelle a tous les hommes de favoir les evenemens qui les ont precedés, elle nous ramene fouvent fur nous mêmes, & fait voir aux Prinfes ce que Ton gagne a fuivrc aveuglement 1'impulfion de ices Paffions. Elle n'eft point, comme des efprits chaigrins fe font plu a la reprefenter, un fimple tableau de iperfidies & d'horreur, une narration dégoutante des atXX, Deel. T ten-  290 Antwoord over de Nuttigheid reel van trouwloosheid en wreedheden : een walgelyk verhaal der gruwelykfte aanflagen, en geen andere uitwerkzelen opleverende, dan een bewys der boosheid van het Menfchdom. In tegendeel, zy is leerzaam; overal vindt men de Ellende , de Ontvolking , de Oproeren , enz. als de noodzaaklyke gevolgen van een kwaad beftuur. De Heerfchzugtigen ziet men geftraft door de gevolgen zelve van hunne heerfchzugt , en gedwongen zig te vernederen voor hun , die eertyds het voorwerp waren van hnnne verachting. Men vindt in haar de béste uitleggingen van het Natuurlyke recht en van dat der Volken , en de gefchiedkundige voorbeelden maaken het gewigtigfte en leerzaamfte deel uit der verhandelingen welke men ons over die Weetenfchappen geeft, en hoe tog zullen wy de menfchen leeren kennen , dan alleen uit hun voorig gedrag ? Welk denkbeeld tentats les plus atroces, dont Ie feul effet fe reduit a prouver la mecbanceté ces hommes. On y voit par tout Ia milere, la depopulation , la revolte , etre les fuites necetiaires d un mauvais gouvernement , les Ambitieux punis par les fuites mêmes de leur Ambition , & forcés i s'humilier devant eux qui etaient auparavant 1'objetdeleur mepns. Les Principes du Droit Nature! & du Droit des Gens y trouvent la plus belle exphcation, & les exemples hiitoriques font Ia partie la plus interefl'ante & Ia plus inltructive des Traités qu'on nous donne fur ces Sciences. Lt comment pourrions-nous connaitre les hommes fi ce neft apofteriori ? Quelle idéc pouvons-nous faire des rapports qui fubfiltent entre eux, fi les faits ne nous de- cou-  der. ZIELKUNDE. *9i beeld kunnen wy maaken van de betrekkingen die tusfchen hen plaats hebben , zo de zigtbaare waarheden ons die betrekkingen niet ontdekken ? Is de natuur van den menfch ons door iets anders bekend dan door waarneemingen , en is niet de Gefchiedkunde eene verzameling van die waameemingen ? Het is das zonder grond en alleen uit zogenaamde Wysgeerige geemelykheid , dat fommige afgetrokkene en befpiegelende Geesten de Gefchiedkunde zo leelyk afgefchilderd, en alles te rug gebragt hebben tot ik weet niet welke kennis van de eeuwige betrekkingen der wezens, die genomen zynde in dien zin welke zy 'er aan geeven, een volftrekt ingebeeld wezen, — een verwarden hoop van denkbeelden is. Niets ftremt zo zeer de vorderingen in de Zielkunde , als dit ; dat ieder onderneemen wil een geheel Leerftelzel van deze Weetenfchap couvrent ces rapports. La nature de 1'homme nous eftelle connue autrèment que par des obfervations, & 1'histoire n'eft-elle pa's un recueil de pareilles obfervations ? C'eft donc fans fondement &par pure morque Philofophesque, que quelques efprits abftraits & fpeculatifs ont entrepris de denigrer 1'hiftoire, & de tout ramenerajcne fais quelle connaiflance des rapports eternels des etres. qui prife dans lé fens qu'ils lui attribuent, eft un Etre ablölument fantaftique, un pur cahos. Ce qui nuit confiderablement aux progrès de Ia Pfychologie , c'eft que chacun pretend former un fyfteme entier T 2 de  202 Antwoord oveh ds Nuttigheid fchap te vormen , en niemand by gevolg den tyd heeft noch de noodige vermogens om eenig deel dier Weetenfchap grondig te leeren kennen. Men weet dat de Natuurkunde geene vorderingen gemaakt heeft , zo lange men haar op die wyze behandelde. Het is niet dan federt dat de Natuurkundigen ieder onderfcheidene en byzondere takken uitgekozen , en zig op dezelve geheel en alleen toegelegd hebben, dat men in de kennis der Natuur merklyk gevorderd is, en een groote menigte nieuwe wegen gebaand heeft. Waaröm heeft men in de Zielkunde dit voorbeeld niet gevolgd ? Waaröm hegten zig niet eenigen aan het Zielkundig onderzoek der Zinnen en der wyze langs welke wy tot de kennis der voorwerpen en het oordeelen over dezelve geraaken; anderen aan de zielkundige Historie der Kinderen, en zelfs aan die der Dieren , die ook gezintuigde Wezens zyn- * de cette Science . & n'a par confequent ni Ie tems m'Jes torces neceiTaires pour en approfondir aucune partie. Lon fait que la Phyfique n'a fait aucun' progrès pendant quon 1'a traicée de cette maniere, ce'.n'eft que depuis que les Phyficiens ont choifi des branches particulieres & SJ font donnés tout entiers, qu'on a fait de grands pas dans la fcience de la nature, & qu'on a ouvert une grande quantité de routes nouvelles. Pourquoi n'a t-on pas fuivi cet exemple pour la Pfychologie ? Pourquoi les uns ne s'attachent-ils pas è Pexamen Pfychologique des lens , a Ja maniere dont nous parvenons a connaitre les objets & a en juger, d'autres a 1'hiftoire Pfychologique des fcnfacs, & même 4 celle des Animaux," qui etant aufll des  der ZIELKUNDE. &0.3 zynde , verfcheidenërlei betrekkingen op ons hebben ; anderen weder aan de Historie der hartstogten; — aan de verfchillende rangfchikkingen van de bedryven der menfchen, te zamen in eene Maatfchappye verëenigd; — aan de Wysgeerige befchouwing der Gefchiedkunde enz. enz. Alsdan zou de Zielkunde eene even zo uitgebreide als klaare Weetenfchap worden ; dagelykfch zou men nieuwe fchatten ontdekken en misfchien zou men t' eeniger tyd in ftaat zyn alle die onderfcheidene naarfpeuringen zamen te verëenigen,. en onderneemen durven een befchouwend Leerftelzel over den menfch aan 't licht te brengen. Dit is ongetwyfeld het voornaame middel om deze Weetenfchap te volmaaken; zolange men het zelve verzuimd zal men nimmer tot iets gewigtigs geraaken ; men zal of in nuttelooze herhaalingen, — of in die Leerftelzels vervallen a welker waarde wy hier boven des Etres fenfibles ont plufieurs rapports avec nous; d'autres a l'hiftoire des Paflions, d'autres aux differentes clas,fes des afbons des hommes reunis en Société ; d'autres è la Philofophie de l'Hiftoire, &c. &c. La Pfychologie deviendrait alors une Science egalement vafte & lumineufe , chaque jour lui procurerait de nouvelles richefies , & peur-ette un jour ferait-on en etat de reunir toutes ces richefies feparées , & d'ofer entreprendre une theorie de l'homme. Voili fans doute le principal moyen de perfectionner cette Science, tant qu'on le neghgera on ne parviendra point è quelque chofe de grand , on tombera dans d'inutiles repetitions , ou l'on fe jettera dansl es Syffierjies que nous avons apprecié ci-deilus. Ce font cé& T 3 sYfte-  2P4 Antwoord over de Nuttigheid boven aangetoond hebben. Die Leerftelzels zyn het, die veelen bekwaame verftanden een zo grooten afkeer van de bovennatuurkundige weetenfchappen ingeboezemd hebben , en hen deeden gelooven , dat die weetenfchappen den geest der jonge lieden met ydele fpitsvindigheden vervulden ; hen gewenden zig met bloote woorden te voeden ; alle ftipte betoogingen te verfmaaden, en wel verre af te wyken van de zigtbaare waarheden en de ondervinding. De Zielkunde echter, wanneer die voorgefteld wordt volgens de wyze welke wy ftraks opgaven, verdient geenszins die tegenwerpingen, en wy hebben hier boven reeds gezien of zy eene beuzelachtige Weetenfchap is, en of zy, die haar met zo haatelyke verwen afchilderen , niet in weerwil van hen zelve by duizenderlei gelegenheden genoodzaakt zyn haar ter hulpe te neemen De beöeffening der Wiskunde is ongetwyfeld van het Syftemes qui ont donné h plufieurs bons efprits un fi grand dégout pour les Sciences Metaphyfiques, qui les onfporte è penfer que ces Sciences rempliiTaient 1'efprit des jeunes gens de vame fubtilités , les accoutumaient a fe repaitre de rnots è meprifer les demonftrations rigoureuies , & a laifier bien loin derrière eux les faits & 1'experiencc. La Pfychologie prefentée de la maniere que nous venons d mdiquer, ne donne aucune prife a ces obiec tions , & 1 on a vu plus.haut fi c'etait une Science futile, & ü ceux qui la peignent fous des couleurs fi odieufes ne iont pas obl.ges malgré eux , a v recourir en mille occahons. L etude des Mathematiques efl: fansjcontredit de Ja plus grande utilité ; elle doit pieeeder 1'Etude de la Philo- Ê  der ZIELKUNDE. 295 hetgrootfte nut; zy moet gaan voor de beöeffening-der befchouwende Wysbegeerte; zy geeft aan het verftand die juistheid en bondigheid die van zo groot belang zyn ; maar zy heeft ook haare ongemakken , wanneer zy niet met de oeffening van andere Weetenfchappen gepaard wordt; wanneer men niet genoegzaam acht geeft op de natuur van de onderfcheidene deelen onzer kundigheden , en de verfchillende foorten der bewyzen voor welke zy vatbaar zyn, geraakt men zo verre , dat men de zekerheid in een geheel valfch gezigtpunt befchouwt. Men erkent geene bewyzen voor dugtig , dan die uit de meetkundige betoogingen afgeleid worden ; alle de andere waarheden befchouwt men als twyfelachtige en wankelbaare voorftellen ; men kent volftrekt geene ontbindingen die zonder behulp der tekenen gefchieden , die lieden ook , van welken ik fpreeke , kunnen van de Meet- Philofophie rationelle ; elle donne a 1'efprit cette juftcfle & cette folidité fi defirables, mais elles a auffi fes indonveniens , fi l'on n'y aflbcie aucune autre etude, fi Ton ne reflechit pas aflez fur la nature des differentes parties de nos connaiflances , & fur les differens genres de preuves dont elles font fufceptibles , on en vient a cnvifager ]a certitude fous un point de vuë tout a fait faux, on ne leconnait de preuves fufiifantes que celles qui refultent des demonftrations Geometriques , on regarde toutes les autres verités comme des propofitionsdouteufes&chancelantes , on meconnait abfolument cette Analyfe qui procédé fans les fecours des fignes , auffi les perfonnes dont je psrle ne peu vent fortir de Ia Geometrie fans faire les T 4 P'us  2Q6" Antwoord over de Nuttigheid Meetkunde niet afwyken , zonder de grootte misflagen te begaan ; zy vervallen tot de lompfte drogredenen , en zyn beurtlings ligtgelooX en ongeloovig , zonder zelve regt te weeten waarom. Men ziet derhalven , dat men n e? om eene Weetenfchap alle de andere moet £ fluiten; dat de Meetkunde niet altoos een meetkundig oordeel geeft, en dat zo het nuttig Is vondelingen 111 nauwkeurig - betoogde Weetenicnappen te maaken, het echter niet minder nuttig is zig op de befchouwende Weetenfchappen toe te ieggen deZelve grondig te leeren ken nen en op de beöeffening toe te paffen. [Het gebrek aan ontbindingen en aan wel bepaalde denkbeelden is oorzaak, dat men tot nu toe over de Grondbeginzelen twist. Zo men de moeite neemen wilde van tot de zekere en ontwyfelbaare waarheden op te klimmen , zoude men plus grands ecarts, elles tombent dans les ParaToirkn,« les plus groffiers, «Sc devfennenc oua our■ 32 faire des progrès dans les Sciences' exactes , ne "eft nas d^tZl6'^nny%^ d'idées bien dètërmmées ou'on bka-  der ZIELKUNDE. 29? men algemeen vaste punten hebben , van welke men kon beginnen , en dus voet voor voet voortgaande, geene befluiten toeftemmende dan die op ondervinding en de beste Redeneerkunde gegrond waren , zoude men geene klaare met duistere denkbeelden vermengen ; men zoude geene onzekere en verwarde kundigheven vormen , welke ieder op eene verfchillende wyze befchouwt , eii die een onuitputbaare Bronwel zyn van twisten en misflagen. Maar nu maakt ieder zig byzondere Grondbeginzelen , in welke hy eene menigte vooröordeelen mengt ; deze gewaande grondbeginzelen vergelykt hy met die van anderen, die meestendeels even zo gebreklyk zyn. Wat middel is 'er dan om het eens te worden en buiten onöphoudelyke twisten te blyven ? De waarheid is enkelvouwig en onveranderlyk; doch de dwaaling vertoont zig in oneindig veele verfchillende go- daan- bitables , po aurait des points communs d'oïi l'on pourrait partir , & en procedent picd 4 pied , en n'admettint aacune conclufion qui ne fut fondé fur 1'experience & fur la Logique la plus rigoureufe, on ne mclerait point des idées claires è des idées obfcures, on ne formerait poinc de Notions vagues <& confufes que chacun envifasre Jifferemmenc, & qui font une fource intariffable de d'ifpu'es & de mepnfes. Mais chacun fe fait des Principes particuliers , dans lesquels il feit entrer grand nombre de Prejugés , il compare ces pretendus Principes avec ceux des autres , qui font pour Ja plupart egalement vicieux , le moyen qu'ils pmflènr s'accorder & qu'ils ne foyent pas perpetuellement en oppoficion ; la verité Cft une, mais X 5 ' i'ér-  298 Antwoord over de Nuttigheid daanten. Het verdiïetigfte en het geen de meeste verwarringen veroorzaakt, is het onophoudelyk misbruik het welke men van de woorden maakt; de weinige zorge die aangewend wordt om aan dezelve juiste en bepaalde denkbeelden te hegten ; de gemaklykheid met welke men hun natuurlyken zin verdraait, en de nog grootere gemaklykheid met welke men zig verbeeldt dat zy eenen zin bevatten , fchoon zy geheel geenen hebben. Alle die Natuurkundige uitdrukkingen , waar mede men de hedendaagfche Boven - Natuurkunde overlaaden heeft, die ganfche gewaande omwinding van het Leibmtziaanfche Leerftelzel , wat is dat alles anders dan eene opëenftapeling van woorden ? Ik vraag den Voorftanders dezer Leerwyze , of men 'er toe komen kan om het beltaan der enkelvouwige Wezens toe te ftaan , anders dan door het grondbeginzel der tegen- zeg- I'erreur prend une infinité de fbrmes. Ce qu'il v a de plus facheux, & ce qui caufe 'le plus de trouble , c'eft labus perpetuel qu'on fait des mots, c'eft le peu de foin que 1 on prend de leur actacher des idées nettes & precifes, ceft la facihté avec laquelle on detourne leur fens naturel , & la facilité plus grande encore avec laquelle on simagme qu'ils renferment des idées, quoiqu'ils n'en renrermcnt point. Toutes ces expreffions Phyfiques dont on a chargé la Metaphyfique moderne, tout ce pretendu developqement du Lsibnitzianisme , qu' eft - il autre choie qu'un amas de mots ? Je demande aux Partifans de cette methode h l'on parvicnt a admettre 1'exiftence des htres. famples autrement que par le principe de con- tia-  der ZIELKUNDE. 295 ?" zêglykheid ? Of men eene hunner Heilige hoedanigheden kent, uitgezonderd de bekwaamheid '" om werkzaam te zyn , en of 'er eenig middel I is om in deze kennis verdei» door te dringen ? i* ' Wat kunnen de woorden van bereiding , van omwinding betekenen , wanneer men dezelve ■ : toepast op enkelvouwige Wezens ? Welke § omwinding kan men begrypen in een Wezen II dat zonder deelen is , en wat verffaat men in de Natuurkunde door bereiding ? Is deze niet een zekere verandering in de onderlinge gefteldheid der deelen, en hoe kunnen de deelen veranderen van gefteldheid in een Wezen dat geene deelen heeft ? Men moet derhalven bekennen , dat die uitdrukkingen gebooren zyn uit de waarneeming van zekere Natuurkundige eigenfehappen , die geheel en alleen tot de za- 1 mengeftelde Wezens behooren , en die , wanneer zy op enkelvouwige Wezens toegepast worden, tradiclion , fi l'on fauralt aucune de leurs qualités pofitives excepté la facuké d'agir , & s'il y a quelque moven de penecrer plus avanc dans cette connaiflance. Que peuvent fignifier les mots de preparation & de developpement appliqués aux Etres fimples ■ quel developpemenc peut-on cpneevoir dans un Etre qui eft fans parties, & qu'eft-ce qu'on eutend en Phyfique par preparation? 3N'eft - ce pas un certain changement dans la fitüation rcfpeftive des parties, & comment les .'parties peuvent-elles changer de fitüation dans un Etre qui n'a point de parties ? II faut donc convenir que ces expreffions font nées de 1'obfervation de certaines qualités Phyfiques appartenantes exclufivemcnt aux Etres compofés , & qu'en les appli-  300 Antwoord over de Nuttigheid den, ftrydig zyn met derzelver natuur, ten zy men haar ontblooten wilde van de Natuurkundige denkbeelden die haar wezen uitmaaken wanneer 'er van -haar niets overblvven zoude' By zodanig eenen Leerregel der Wysbegeerte' komt geheel geen Wiskunde meer noch ondervinding te pas.- De woorden beflaan de plaats der denkbeelden, en na langduurige navorfchingen , na alle de deelen onzer kundigheden uitvoerig verhandeld te hebben, vindt men zig even zo verre gevorderd als toen-men begon. Zo die Wysgeeren ons wel van eerften aan hun Woordenboek geeven wilden ; zo zy goedvonden alle hunne bepaalingen te rug te brengen tot enkelvouwige en klaare denkbeelden, en in alle de voorftellen welke zy invoeren , de bepaaling in de plaats van het bepaalde te ftellen, zouden zy wel ras zien wat zo veele naarfpeuringen en infpanningen des vernufts opleveren. Zy appliqnant aux Etres fimples , ou elles font contradicïoires a leur nature , ou bien il faut les depouiller de ces idees Phyfiques qui conftituent leur efience, enforte qu' il ne refte plus rien. Avec une telle methode de Philolopner , il n'eft plus queftion de Mathematiques ni d'expenence, les mots prennent Ia place des idées, & après de longues dicuflions , après avoir traité en detail toutes les parties de nos connauTances, on fe trouve aufil peu avancé qu'au commencement. Si ces Philofophes vou. laient bien nous donner d'abord leur Dictionnaire , reduire toutes leurs definitions a des idées fimoles & claïres, & mettre Ia dafinition a Ia place du defini dans toutes les Propofitions qu'ils ctablilTent, ils verraient bien- tot  der ZIELKUNDE. Sor Zf IZy zouden gewaar worden , dat(hunne boven«• natuurkundige Leerftelzels, welke zy uitgedagt t, hebben om van alles rede te geeven juist in k dat opzigt misfen en geheel geene rede geeven se izelfs van de eenvouwigfte en gemeende zaaken. Dit zoude men \ ware het hier de plaats, ais ten lf.rengfr.en kunnen betoogen. Zodanig derft- halven is de kwaads uitwerking van het misit- bruik der woorden , dat die deelen der Weeag tenfchap , die het meeste fchynen verbonden fi. i en het beflisfendfte te zyn, juist die geene zyn a i die de meeste gaapingen en afwykingen bevatt-; ten. Hoe veele twisten heeft alleen het woord a Vryheid niet verwekt ? Hoe veele Boekdeefl len zyn over het zelve niet in 't licht gekomen ? 'E- Tot hoe veele dubbelzinnigheden heeft het zeli, ve niet aanleiding gegeeven , en om dat men :.- het nu voor de zelfswerking , dan wedpr voor r, het vermogen om zynen wil te oeffenen, genomen i,. tot ce que produifent tant de recherches, tant d'efförts s d'efprit. Ils fentiraient que leurs Theories Mecaphylli ques , qu'ils ont imaginées pour rendre raifon de toüt , * pechent precifement de ce coté la , & ne rendent aucu;• ne raifon des chofes les plus fimples & les plus communes, s On pourrait le demontrer rigoureufement fi c'en etait ici s le lieu. Tel efl: donc le mauvais efFet de 1'abus des mots, u que les parties de la Science qui paraifient le mieux üées, j. & le plus concluautes, font precifement celles qui reuFerment le plus de vuides & d'anomalies. Quelles dis- ■ putes n'a pas excitées le feul mot de Liberté, combien . de Volumes n'a-t-il pas enfanté, è combien d'equivo- ■ ques n'a-t«il pas donné lieu, & par ce qu'on Pa pris tamoe  302^ Antwoord over de Nuttigheid men heeft; is men in tegenzeglvke Leerftelzels vervallen ; men heeft gedreëven dat een vry Wezen moet kunnen werken zonder beweegredenen te hebben. Men heeft gewrogten als waar aangenomen die geene oorzaak hebben ; men heeft die berugte vryheid om onverfchilhg te zyn geloofd , die in den grond niets anders is dan eene vermomde nootlottigheid ; want een vermogen dat zig tot het eene of andere bepaalt, zonder daartoe beweegredenen te hebben, hangt noch van onze kundigheden af noch van onze gevoelens ; het is een blinde kragt die blmdlings werkt, en welker uitwerkingen by gevolg aan ons niet kunnen toegeweeten worden. Een dusdanig vermogen, in het waare gezigtpunt voorgefteld zynde, zou alle Godgeleerden hebben doen zidderen en hen met afgryzen, vervuld hebben; maar men heeft het zelve Vryheid genoemd , dit was, genoeg om hen tantot pour Ia fpontaneité, tantot pour Ia faculté d'exercer fa volonré , on s'eft jetté dans des Syftemes contradiöoires , on a pretendu qu'un Être Iibredcvait pouvoir agir fens mocfs or. a admis des effets fans caulE, on a era a cette fameufe I.berté d'indifference qui n'eft au fonds qu un fatalisme deguifé. Car une faculté qui fe dete°raine fans motifs ne depend ni de lumieres/nj de nos i ntimens, c eft une force aveugle qui s'exerce aveugiement & dont les effets ne peuvent Joint par confeque7noul e re imputes. Une telle faculté prefentée fous fon vemable point de vué , aurait fait fremir tous les TheoIoXs tnl ™v™ door de befchouwing van het grootfte goed , ;ï- heeft hun toegefcheenen affchuwelyk te zyn en ^ gefchikt om tot Godverloogchening aanleiding -; te geeven, alieenlyk om dat men goedgevon- ;-<- den heeft aan het zelve den naam van zedelyke noodzaaklykheid te geeven. Te vergeeffch & heeft men hun voorgehouden dat de naam niets fe tot de zaak deedt; dat de zedelyke noodzaak- 11- lykheid geen waare noodzaaklykheid was ;, dat » een zedelyk Wezen zig in alle gevallen bepaal- 12- de door zig zelve , zonder aan eenigen dwang, i of aan eenige uitwendige werking, onderhevig te it- zyn. Alles is vrugtloos geweest en men heeft iet hen nimmer kunnen te rug brengen van dat vooral oordeel, het welke de woorden hun ingeboezemd i? hadden. Het Leerftelzel der onverschilligheid heeft ■!■ ple & fi nature! qui fubordonne les agens 'moraux aux cauï fes Morales, qui fait agir 1'Etre penfant par la vuë du plus u grand bien, leur a paru monftrueux & propre k conduire is a 1'Atheisme , uniquement paree qu'on s'eft avifé de lui »■ donner Ie nom de Necefiité Morale. On a eu beau leur 0' reprefenter que le nom ne faifait rien k la chofe , que t, la Necefiité Morale n'etoit point une vraye Necefiité, que 1'Etre Moral fe determinait dans tous les cas par lui. même, fans etre ibumis k aucune contrainte, k 1'influs ence d'aucun agent exterieur. Tont a eté inutüe, on i' n'a jamais pu les faire revenir de la prevention que les mots leur avaient donnée, le Syfteme de 1'Indifference a al-  3°4- Antwoord over de Nuttigheid hoeft de Zielkunde zo wel als de Zedekunde vervalfcht, en wyl het onmogelyk was het zelve door redenen ftaande te houden, heeft men toevlugt genomen tot een gewaande innerlyke zin , welks natuur en uitwerkingen men niet bepaalt, en die , in den waaren zin genomen zynde , volftrekt niets betekent; want het inwendige gevoel van onze vryheid leert ons niets anders , dan dat wy het zyn die eene werking aanvangen; maar het leert ons niet dat wy werken zonder daar toe beweegredenen te hebben. Op deze wyze heeft men woorden uitgevonden om een Leerftelzel te fchraagen dat aan de verwarring der woorden zynen oorfprong verfchuldigd was. Men heeft eene rangfehikking als 't ware gefchapen van daaden , die noch goed — noch kwaad zyn kunnen , wyl zy met geheel geen oogmerk verrigt zyn. Men heeft eene deur geopend voor alle de ongelukkige gevol- a alteré egalement la Pfychologie & la Morale, & comme il etaït impoflible de le foutenir par des raifons, od a cu recours a un pretendu fens intime, dont on ne determine ni la nature ni les effets , & qui pris dans fon vrai lens ne fignifie abfolument rien , car le fentiment interieurs de notre hberté ne nous apprend autre chofe fl non que c'eft nous qui commencons 1'action, mais il ne nous apprend point que nous agisfons fans motifs. Ainfi 1 on a inventé des mots pour etuyer un Syfteme qui de■vait fon origine è la confufion des mots, l'on a créé une ciafle d'a&ions qui ne peuvent etre ni bonnes ni mauvaiies, puisqu'elles ne font faites dans aucun butl, l'on a ouvert la porte a toutes les funeftes coqfequences qui --"u- vent  der ZIELKUNDE, 305- Ie volgen die daar uit voortvloeien kannen , en I hier door heeft men gemeend de zaake Gods t ftaande te houden en de regten des Menfchdoms ;e te verdedigen , daar niemand gedagten had de ■c ! eene of andere aan te tasten. Men is langzaa- II mer hand gewoon geworden zig door woorden :• | te laaten affchrikken , en de vrees van kwalyk s verftaan en verkeerd beoordeeld te worden , g i heeft de gewigtigfte en nuttiglte Wysgeerige . i nrjarfpeuringen geltremd. Om dat onze kun1, digheden haaren eerften oorfprong hebben uit 0 1 de Zinnen ; om dat wy de Ziel niet kennen :. i kunnen dan door middel van Lighaam ; om dat . 1 de Wysgeeren deswegens niet zelden verpligt 1 zyn de Zielkunde van de zyde der Natuurkun1 j de te befchouwen , en over dc harsfenen , van welke zy eenige wezenlyke denkbeelden ver[ kreegen hadden, te redeneeren, liever dan over de Ziel, van welke zy niets anders wisten, dan alleen dat zy een werkzaam wezen is. Eindelyk om 1 - vent rcfulter de la, & Fon a cru foutenir la caufe de Dieiï I & vanger les droits de 1'homme que perfonne ne fongeaic a attaquer. On s'eft accoutumé peu a pee a fe laifler effrayer par des mots, & la crainte d'etre mal entendu «Sc mal jugé amis des entraves aux recherches Philofophiques les pius intereftantes & les plus utiles. De ce que nos connaiflances derivent originairemen des fens, de ce que nous ne pouvons connaitre 1'Ame que par le moyen du corps, de ce que les Philofophes ont été obligés par la , d'cnvifager fouvent la Pfychologie du coté Phvfique , «Sc de raifonuer fur le cerveau dont ils avoient acquis quel^ues idées réelles, plutot que fur 1'Ame dont ils ne conAA. Deel, V naia-  3° Antwoord over de Nuttigheid om dat zy ontdekt hebben dat onze vermogens van het Ligchaam afhangen, fchoon zy door de Ziel geoeffend worden; dat wel het ligchaam maar niet de Ziel de ontfangene indrukken bewaart , en dat dezelfde middelen die invloed hebben op het ligchaam, ook op de vermogens der Ziele invloed hebben; om dit alles, zeg ik, heeft men geloofd dat die Wysgeeren vermomde Materialisten waren , en men heeft, zonder bedenken , hen als zodanigen gehandeld. Te vergeeffch hebben zy doen zien, dat zy op verfcheidene wyzen de enkelvouwigheid der Ziel betoogd hadden, dat zy beftendig aan haar den oorfprong toefchreeven van alle gewaarwordingen , van alle gedagten, en van alle werkingen; dat zy het ligchaam niet anders befchouwden dan als het werktuig der Ziel, en dat een werktuig noodzaaklyk een ander Wezen onderfielt dat van het zelve gebruik maakt. Men is doof naiflent autre chofe finon qu'elle eft un Etre aftif, enfin ce ce qu'ils ont reconnu que nos facultés tiennent au corps, quoi qu'elles foyent exercées par 1'Ame, que c'eft e corps qui confervc les impreffions & non 1'Ame, &que les mémes moyens qui influent fur Ie corps , influent auffi lur les facultes de 1'Ame; on a cru que ces Philofophes cta.ent des Materialiftes deguifés , & l'on n'a point hdité ó les traner comme tels. Envain ont-ils reprefenté qu' ils avaient demontré la fimplicité de 1'Ame de plufieurs manieres, quils lui attribuaientconftamment l'origine de touc lentiment, de toute penlëe , & de toute aftion, quMs ne conlideraient le corps que comme 1'inftrument de 1'Ame, cc qu un inftrument fuppofe neceffairement un auuc Etre qui  der ZIELKUNDE. 307 doof geweest voor alle die aanmerkingen; ment heeft de oogen gefloten voor de klaarblyklykfte waarheden; men heeft niets willen zien dan de Natuurkundige woorden , die in het Zielkundige Leerftelzel den Menfch betreffende , voorkwamen , en .op de enkele befchouwing van die ■ woorden heeft men beflist dat zy Materialisten ' waren, en alles, wat zy tot hunne verdediging inbragten, als drogredenen en bedriegeryen aan; gemerkt. Men moet derhalven niet meer re: deneeren , wyl eene zo onredelyke dwinglandye het Ryk der Rede overweldigd heeft. Hoe ,; kan men tog willen , dat men zig van andere woorden bcdiene , daar 'er geene andere zyn ; men brenge ons woorden ten voorfchyn die tot geenërlei dubbelzinnigheid aanleiding geeven kunnen en op welke de onkunde en kwaadaartigheid geen vat vinden , en men zal dezelven in dc plaats ftellen der geenen die ten onregte zo L"Sd. Bat.>1647.  VERANDERLYKE STEENEN. 313 Hy gaf'er zekeren Hoogduitfchen naam aan, „ die my nu niet infchiet, en is geftorven. Niet „ lang geleeden zondt my de zeer vermaarde „ Wormius, uit Deenemarken , dergelyk L, Steentje , een vveinig dikker , en niet volL komen rond , onder den naam van Oculus „ Mundi; waar mede ik de zelfde Proef geno„ men heb ; maar dit wordt zo fchielyk niet k, helder als 't voorgaande en fchittert niet zo„• danig , koerende ook zeer langzaam tot zyl?, nen voorigen ftaat te rug." In de bcfchryving van het Kabinet van Calceolarius , welke in het jaar 1ö22 uitkwam, i vindt men gewag gemaakt van een dergelyken , dien Cerutus achtte een foort van Opaal te zyn, onder den naam van Lapis mutabilis, dat iis Veranderlyke Steen. Zo blykt dan, dat men die eigenfchap , van in het Water doorzigtig te worden, als een kenmerk heeft opgegeven van het zogenaamde Werelds - Oog ; hoewel , tot de volkomenheid daar van , het uitgeeven van ^zekeren vuurigen glans of een fchitterend Licht fcheen vereifcht te worden ; waar van Plinius in de bcfchryving van zyn Oculus Beli of Bellokel, die aan den Afgod der Asfyrieren toegeiwyd was, heeft gefproken De (ÏO Beli Oculus albicans, Pupillam pingit nigram, e meidio Aureo fulgore lueentem, lïifl. Nat. v5 I  3i+ VERTOOG over de De zeldzaamheid, waarfchynlyk, van deeze Veranderlyke Steenen , heeft: veroirzaakt , dat dezeben , hoe aaitig ook, by de Liefhebbers van Natuurlyke Zaaken, geduurende de laatfte helft der voorgaande en de voorfte der tegenwoordige Eeuw , naauwlyks in aanmerking zyn genomen. De vermaarde Robert Boyle hadf 'er één aan de Koninglyke Sociëteit der Weetenfchappen van Groot - Brittannie vertoond, die, in zuiver koud Water gedompeld binnen een zeer kleinen tyd van Kleur veranderde , en byna doorfchynend geelachtig wit wierdt, daar hy anders de kleur van Onyx hadt, zo Charleton verhaalt (c). in het Brittanmifch Mufaum te Londen bevonden zig drie zodanige Steentjes , welke uit Toskanen zouden gekomen zyn , volgens het fchryven van den Heer Quist , in den jaare 1755. Deeze hadden de grootte van een Erwt en de figuur van een Kreefts-oog, zogenaamd. De kleur was uit den graauwen geel, de hardheid niet zeer groot. In 't Water gelegd , wierden deeze ' Steentjes, van een punt af beginnende, allengs doorzigtig, tot dat zy geheel doorfchynend waren , en van eene geele Barnfteen - kleur. De kleinfte kostte by inkoop 200 pond Sterlings , dat is meer dan 2000 Guldens, en de Koning , van (O Onomafl.Zoktn, Lond. iööS. Quarto. pa" 283 Item Exircit. appervi, Oxon. 1677. Foi. pjtg; 41. °' •  VERANDERLYKE STEENEN. 3t5 mn Vrankryk hadt voor één derzelven 6000 \Livres, dat wat minder dan 3000 Guldens is , idoen bieden (V). Hier door wordt de zeldzaamheid deezer Weranderlyke Steenen, waar van Boyle fpreekt, bevestigd. Hy zegt, deswegen geen gelegenheid gehad te hebben, om 'er de noodige Proeiven tot onderzoek mede in 't werk te Hellen. Ook wordt in 't uitvoerige Werk van den Franfchen Heer d'Argenville , over de Delfftoffen, in't jaar 1755 te Parys uitgekomen, dat op kosten der Leden van de Koninglyke Sociëteiten van Londen en Montpellier met Plaaten opgehelderd is , alieenlyk ter loops van deezen Steen gefproken (O- Hy verwart den, zeiven met den Tourmalin , dien hy voor den \Oculus Beli houdt , en deezen voor de Oogfteenen , fchryvende dus een zwarten Oogappel daar aan toe, van doorfchynende Goudkleur in 't midden. „ Aan deezen Steen (zegthy) , „ geeft men den naam van Oculus Mundi, en „ fommige Autheuren noemen hem Lapis mu\ „ tabilis , om dat dezelve , z» zy voor geeven , , „ in koud Water gelegd , van Kleur verandert „ en geel wordt , daar hy te vooren de afch-' „ graauwe kleur van Onyx hadt en doorfchy- „ nend (J) Stockb, Verhandel, van 't jaar 1766. bl. 233. O) Ory3oh°ie, Par. 1755. Quarió. pag. 171.  Sr6 VERTOOG over de , nend was als de Opaal." Dus blykt, dat die Heer de verandering meest in de Kleur aangenomen, en den genen, dien men tegenwoordig Lapis mutahhs of Oculus Mundi noemt eii reeds voor ruim een Eeuw dus genoemd hadt niet gekend hebbe. ' Omtrent tien Jaaren laatcr is deeze Steen eerst regt hekend geworden, wanneer de Hooggeleerde Heer D. van de Wynpersse , die?tyds Hoogleeraar in de Philofophie te Groningen, thans in de Philofophie, 'Sterrekunde en mskonst, op de Hollandfche Univerfiteit te Leiden , een uitmuntend Vertoog publiek maakte waar m zyn Ed. een Veranderleken Steen uit de Verzameling van wylcn den beroemden F E Bruckmannus , die door zyne EpifïoU iiinL rarice bekend is, toen in zyn Ed. Kabinet beyincielyk befchreef (ƒ). De te genwoordiffe Heer F. B. Bruckmann, Zoon van den voorgemelden, Lyf- Medicus van den Hertog van Brunswyk, heeft dit Vertoog waardig gekeurd om als tot een grondflag te leggen van zyne befchryving van den Oculus Mundi of WereldsOog, _ (ƒ) Dit Vertoog, fn het Latyn gefchreeven, en van Gra tungen naar Balie gezonden in 't jaar is in Z.Tl? t my. AK FM. Med. Acad. Nat. £ gepl a't t, e r dafe ir, c NeJerduitfch vertaald zvnde , aan 't iïc! t gegeven in da NMundtSeVerbanddïngm by Toncerlo 1768 IV. Stukje  VERANDERLYKE STEENEN. 317 « Oog, in zyn Werk over de Edele Steenen Qp; • hoewel zyn Ed., ik weet niet door welke mis; tasting , den naam van gedagten Hoogleeraar •! zeer onduidelyk gefpeld heeft (/z). Sommi. ;gen, zegt hy aldaar, houden deezen Steen, met den Heer Wallerius, voor eenen Achaat van -Onyx-kleur (/), of Opaal-foort, anderen n voor een Chalcedoon. De groote Linn;eus hadt hem , onder die benaaming, als de vierde > i verfcheidenheid van Opaalen opgetekend, De Heer Bruckmann naderhand twee ftuk. jes van deeze eigenfchap bekomen hebbende , onderzogt dezelven naauwkeurig , en werdt overtuigd: „ dat het Werelds - Oog (zo hy „ zegt) niet Kwartsagtig , maar een taamelylc . „ harde Kleyaartige Steen zy , hebbende on„ „ gevaar de hardheid van Glas of Opaal." Zyn Ed. hadt ze niet alleen zelf met de Vyl geprobeerd , maar ook dcor een bekwaam en ervaren Steen-flyper op de Schyf laaten onderzoeken. ■, Deeze kleine Werelds - Oogen waren eigentlyk wit-geelachtig , en, wel gepolyst, vertoonden zy zig als een Onyx of troebele on- „ door- (g> AWmndlung von Edel Steinen, 2. druk, Brunfchw. 1773. :Cap. 28. (6) Naamlyk Dionys van de IVinperJee , en in de Beytrags ivan 1778 , Wimpersee. (O Achates ünguiUm colore , Syjl> Min. Ed. II. Tom. L ,pag. 29Ö.  3* VERTOOG over de „ doorfchynende Barnfteen , hebbende eeniga „ kleine witachtige doorfchynende Vlakjes of „ Piekjes Zy wierden, ongevaar binnen een „ vierendeel-uurs , geheel doorzigtig , en ge„ leekcn dan naar witachtig - geelen helderen 5, Barniteen. v»FZ ïï d6eZen Heer ' h gezelfchap van den Heer Kamerraad en Vice-Bere-Hoofdman ym Veltheim , te Zellerfeld, veel nafpoonngen gedaan zynde , om meer dergelvke Sternen te ontdekken, werdt hunne moeite eindelyk met een goeden uitflag bekroond! Gedagte Berg-Hoofdman vondt in zyn Kabinet een ruuw ftuk van deezen aart. Dit waeigendyk een graauwe Opaal uit de Faroe-Èt landen, benoorden Hitland, welke in eene fyne witachtige en geelachtige harde Kleyaartige Steenloort ingePoten was, als in een Schors of Bast die den fchoonften en echten verander Ivken Steen uitleverde. Het Stuk was ongevaar een Vuist gioot, en de Schors, die op fommiae plaatfen omtrent de dikte van een Duim hadt! wierdt hoe nader aan de Kern hoe fyner en be' ter m verandering. De Opaal zelf is harder hoewel men hem als Glas kan vylen, en onder' fcheidt zig op de breuk , door een vettig aan zien , en in hardheid zeer van de Chalcedoon en alle foorten van Hoornfteen. Van  ■ VERANDERLYKE 5TEENEN. 31,9 Van dit ftuk liet de Berg - Hoofdman ver>:<. ïcheide groote en kleine Steentjes flypen, waar :1 van het grootfte ongevaar de grootte en dikte :" hadt van een Gulden , doch ovaal was van fi;! guur. Op eenige plaatfen was hetzelve ,. geheel droog zynde , eenigermaate doorfchynende , met witte Yvoorachtige vlakjes aan de eene , maar aan de andere zyde geheel wit als Elpebeen, met eenige bruinachtige Vlakken. Een ■ kwartier uurs in gemeen 'Water, in Sterk Water, of in loog van Potafch gelegen hebbende, wierdt > het bruin geel, en aan den rand eenigzins door• ifchynende , 't welk van Uur tot Uur toenam ; ' zo dat het, na zes of zeven Uuren verloops , 5 volkomen naar bruin - geelcn Barnfteen geleek , " uitgenomen eènige minder doorzigtige witte Vlak' ken. Vervolgens, uit het Water genomen, wierdt 1 het , naar de droogte van het Weder , en de '[ warmte der Lugt, rasfer oflangzaamer ondoorfchynende. Andere Steentjes , uit die zelfde Opaalfchors gefneeden , veranderden , op verfchillende manieren, in't Water hunne kleur. Eenigen wierden bruin - geel , als een Rook - Topaas ; anderen rood - geel , als een Brafiliaanfche ; anderen geelachtig, als Barnfteen , en de minften blaauwachtig, Paarlemoer- of Opaalkleurig. Eenige plekken van den Steen , die naast waren aan den Opaal, vertoonden zig wit van kleur als Melk. Voorts J  Sao VERTOOG over de Voorts heeft de Heer Bruckmann bevonden, dat de witte Schors of Saaibanden van de Yslandfche Chalcedoonen en Achaaten, als ook: van de Hongarifche , Saxifche , en Silefifche Opaalen, en zelfs van de zogenaamde Peklteenen , echte Veranderlyke Steemn uitleveren. Zelfs heeft dit in de Matrix der Silefifche Chiyfopraazen of Prafers plaats. Verfcheide groene Werelds - oogen , die de Naturaliën- handelaar Danz verkoopt , fchreef Doktor Bloch aan Doktor Martini , worden uit den gemeenen Winkel-Nierenfteen (Lapis Nephriticus') die men overvloedig by Toplitz in Saxen vindt, vervaardigd. Zelfs alle Speklteenen kunnen dezelven uitleveren, zegt Bruckmann ondervonden te hebben , wanneer dc Speklteen droog zynde ondoorzigtig is. Maar deeze Werelds Oogen hebben op ver naa de volkomenheid niet van de genen , welken men aan den Opaal en Chalcedoon vindt Dus blykt, dat 'er thans Veranderlyke Steenen , van veelerlei foort, bekend zyn geworden. In geen derzelven echter fchynt die fchitterende Goudkleur of Vuurglans waargenomen te zyn, welken de Ouden toefchreeven aan het Werelds - Oog. Gedagte Heer Danz heeft zodanig O) Bruckmann Iieytrage vim Edel Steinen , Brunsw 17-8 I pag. 184. "I  Veranderlyke steenen. ;" danig een onlangs by den Heer Doktor Linfl denberg te Lubek gevonden, waar van hy de ]i\ befchryving geeft, als volgt (/). Naar zyne :5i Afbeelding was dezelve byna een half Duim ;' lang en omtrent drie agtfte Duims breed, regel1 maatig ovaal, droog zynde met een witte ft reek ': of band, fchuins loopende over den Steen, die c' voor 't overige met eenige roodachtige en groe- ne Vlakjes was getekend. Die middelftreek: ; was veel harder dan het overige , en weder:" ftondt de Vyl. Vier of vyf Minuuten in Wa) ter gelegen hebbende, was de Steen niet alleen » doorfchynende , maar uit denzelven kwamen levendige Straalen voort , als Vuurvlammetjes. ' De middelftreek veranderde ook wel eeniger5 imaate van Kleur, doch bleef ondoorfchynende. Wegens dit ftraalend Licht aoht hy, niet zoni der reden, dat deeze Steen met regt den naam verdiene van Oculus Mundi, dien men gewoonlyk aan alle Veranderlyke Steenen geeft. Imi mers men kan byna zeggen , dat hy hier den ■ Bettokel der Ouden weder gevonden hebbe. ■ Alle overigen (zegt hy) toonen onder 't Water ecnerley hoedanigheid. Naar den verfchillendcn trap haarer dikte worden zy, daar in , nu meer dan minder , rasfer of langzaamer, doorfchynende , en komen doorgaans tot den trap van CO Natnrforfcber , XII. St. p- i! foc/ ~>^.   E R. R. A T A, Behorende tot de bekroonde Verhanielinge van den Heere Jban Trembley over de Zielkunde, geplaatstin't XX, Deel: i. Stuk, deezer Verhandelingen. i>ag. 26. Un. 10. Dostentations lifês des tentations - - ao. - - 7. fecurer lifés fecoüer _ _ si. - - 8. fuirirent Ufés fuiviscent - - 54. - - S' effawz p!us - - 18. - - 8. qu'il y a lifés qu'ii yal - . 107. - - dtrn. ajoutés : on comuience par leur en- feigner ce que les hommes font deftinés a ignorer eternellement, par leur apprendre quelle est la nature de dieu, on leur dit que c'est un esprit infini, tout parfait, prefent par tout , et on y ajoute une muititude de qualités qui prourent feulement qu'a force de vouloir exalter 1'Etre fupreme on a approché de plus prés quon ne penfe de 1' Antropomorphisme et qu'on est tombé ainfi dans le Precipice qu'on a taché le plus foigneufement d'eviter. - - na. - - 7. auffi lifés eu fi - -114..- 8. ce lifés il - - 120. - - 4. après mot ajowtès faire - - 124. - - dem. fuare lifés fuave - - 131. - - 5. pofer lifés pefer _ . ij2. pen. <3e lifés a . . 134. - - pen. pourrait lifés pourta ■ . - 138.-- 11. levation lifés elevation - . 148. - - 8. confirmer lifés conformer - - 150. - - 5. ces lifés fes. - - 167. - • dem. nait lifés nuie _ - 177 . - 6. infirme lifés informe - - 179. - - dem. conferve Ufés conferver. - - 182. - - dern. fe lifés ce - - 183. - - dem. Ie lifés la - - 185. - - antenerii peuvent lifés pouvant - - aio. - - 6. tffacez cris ...... 7. meltez cris au commencement ae la hgnt . .'3ia. 10. voie lifés voix - . 248. - - 6. 1' esprit ceperdra Ufés on reste noyé _ _ 250. - - 10. revolution Ufés refolution s _ 2?"?. - - 7- après monde ajoutèz tant. - • 355' - • 7- ne viendront ils Ufés en viendront a" - -3<57. •- dern. conduire lifés foumettre - - ^9. - - 4. s'oppofasfent lifés fe appofasfent . - 2?>, . _ antenerii après Franklin ajoutés a - -290... g. explication lifés application - - 398. % 4. faurait Ufés connait