VERHEERLYKT en VERLICHT ROTTERDAM.  < 15 > Velzen (Bartholomeus van) Profesfor en Predikant te Rotterdam, Best Papier.- Verbeek (B.) Schilder, Verwer en Glazemaker, te Rotterdam. Verdam (D. D.) in 't Zwaanshals. Verblaauw (W.) Boekverkoper te Gouda. Verbrusge (B. JO Prefident Schepen Vaa den Ed. Hove en Hooge Vi-rfchaar yan Schieland, ie Rotterdam, 2 Exemplaaren, B:st papier. Verhaagen Cfiïi) te Rotterdam. Verhell (G. L.) Boekverkoper in den Briel. Vermeer (D. A. Engelbertus) Commis tot het opnemen der Comptabele Rekeringcn van de Admiraliteit op de Maas te Rotterdam, Best pap. Verfchuur (Jan) te Rotterdam. Verfteeg (Adrianus) te Rotterdam. Verftolk 'AbrahanO Regeerend Scheepen der Stad Rotterdam, en Diretteur dei-OprechteVaderland- fche Sociëteit, Best papier. Vcrteogen (.Dirk) te Rotterdam. Vester (Hendrik) Boekverkoper te Rotterdam. Vester (Wed.) te Rotterdam. Veur (J. C.) Koopman te Rotterdam, Bes papier Virolle (J.) te Rotterdam. Vis (G.) Krankbezoeker te Rotterdam, Best papier. Vis (D.) Boekverkoper te Rotterdam, 4 Exempl. Visfer ( Joh.) te Rotterdam. Vletter (W.) Koopman te Rotterdam, 2 Exempl. Vogel (G.) Schipper te Rotterdam. Vooren (Albertus van der) Broodbakker te Rotterdam. Vos  BERICHT VAN DEN U1TGEEVER ^fj/e hier Waarde Lcczers, een Gedenki\uk van groot aanbelang. Lang ftond ik in beraad om dit Werk ter uitvoer te brengen, dikwerf afgefchrikt door de meenigvuldige moeiten en den arbeid, die 'er aan be/leed zoude moeten worden, wilden ik alles nauwkeurig te weeten komen: dan, na alles rypelyk overwogen te hebben, en bemerkende de vriendfchapsblyken myner Stadgenooten; Qoewel ik 'er niet weinige Vyanden onder ontmoet:') beseffende het belang voor 7 laute Nageflacht; f ert  UITGEEVER. 3 my de Voerfchriften, die ons in de Heilige Bladeren voorkomen, als ook het waare Characler van onzen Beminden Oranje Vorst, Zyne Doorluchtige Hoogheid WILLEM DEN VTFDEN, en dezen beft uur den my in i volgen van 't gemaakt ontwerp. Volgens beloften meest dit Etrfie Stuk, reeds lang zyn uitgegeeven, doch door het ophouden des Drukkers als onderzints, ben ik hier in belet geworden: dan daar ik thans zelf eene Drukkery magtig ben, kan ik met des te ft erker grond beloven, dat de volgende Stukken , binnen kort en zoo 't immer mooglyk is het geheele Werk, nog dit Jaar het licht zal zien* Dit Eerft'e Stuk is voorzien met eene reeks van Vaerfen, op verzoek myner Vrienden; doch de volgende Stukken zullen enkel en alleen, de Befchryvingen der llluminatien en De* coratien bevatten, beginnen de het Tweede Stuk met het Vyfde Wyk. f 2 t**  KORTE SCHETS DER BESCHRYVING O F VOORREEDEN. t 3  KORTE SCHETS DER BESCHRYVING, O F VOORREEDEN. Om dat dit Gedenkftuk, den HiftorieSchryveren, welken de gevallen onzes Vaderlandsch, en vooral die van den TegenwoordigenTyd, voorde Nakomelingfchap, willen befchryven, tot eene Handleiding kan en moet vertokken: zullen wy echter zoo veel mooglyk de kortheid, hieromtrent betrachten, en het voorbeeld volgen der grootfte Kunstfchilders, die eerst met ruwe trekken, de Omtrekken van een groot Tafereel fchetzen, en daar na het Opmaken. 14 Het  VOORREEDEN. m den wrevel weder voelden herleeven, niet nalaaten, eene openbaare blyk hier van te geeven; cn niet zonder reden, dewyl dezelve waarlyk, door deeze verkiezing, als eenen nieuwen trap op het harte kree^: dan de herroeping onmooglyk zynde, hadden zy den üag weg. Tot de Opvoeding van onzen Jeugdigen Erfftadhouder, Wilkm den Vyfden, offchoon, zyne Edele Vrouwe Moeder, zich gcene der zorgen liet ontfljppen, ware 'er, orn meer dan eene reeden» eenen Mentor noodig. Waartoe in ons Vaderland allerbekwaamïïe Mannen voorhanden waren: Heeren van beproefde Kunde en Vaderlandfche Trouwe: dan dit diende de Factie niet; men moest, zoo het mooglyk ware, zulk éénen zien te verkiezen, van denwelken men, door hunnen Staatkundigen Verrekyker befchouwd» die gewenschte vruchten, aangaande zulk eenen t 5 Vorst,  VOORREËDEN. Mit niet ter goeder trouwe, in de uitvoering dier Commisfie gehandeld: daar het echter openbaar bleek, dat anderen die konkelparty hadden gebrouwen, en men ajleenlyk, maar eenen toeleg maakten, om den Stadhouder, met eene Opeenflapeling vanfalfi. teiten te overrompelen. De Faclie, welke zich altoos van laage Huurlingen bedienden, deed het by deeze geleegenheid weeder , door de gehuurde Pennen, van de zoo even gemelde Schryvers, en derhal ven, zond ook de Faclie al zulke Hukken, aan die twee Patrio ttifche Orakel Schryvers, welken zy wilden dat zouden gebeuren. — Die Bafuynen' der verfchrikkingen, ademden dan niets meerder als „ Wapend U! Wapend U! Bur~ „ gers. Maakt Corpfen, Regt Sociëteiten „ op! Houd Correlpondentien! word één „ Ligchaam! Maakt een Nationaal Fonds! „ Zet Regenten af! Ontneem den Stadtt 2 „ hou-  VOORREEDEN. waren de Hoofdftudie en Bedoelingen der Faclie, by Dagen en Nachten. Het eerfte hunnes Plans was, de Burgeryen of liever de Faclie te wapenen: want die onder de Faclie niet behoorden, wierd door een meenigvuldig aantal kunstgreepen geweerd , en de Boetens zoo ondraaglyk gcfteld, als maar immer mooglyk was, en als dan by vacature, vervulden men die plaatzen met Huurlingen, dewelken men niet alleen, Uniform, Wapens en Geweeren, pro Deo bezorgden, maar ook onder de hand, en by laateren tyd openlyk Geld gaf. De Wachtdoende Burgeryen y moesten eene geheele hervorming ondergaan, om dat, zoo lang de Capiteinen en Officieren, niet allen van de Faclie waren, kon men zyn oogmerk niet bereiken. De aanflipping deezer Hoofdbedoeling, brengt ons een en ander geval, aangaan* de de Burgerwacht, klaar in 't geheugen; 11 3 be-  VOORREEDEN. XVI i is 't, dat 'er onder de toenmaalige Regenten, al vry hooge Debatten zyn voorgevallen; te weeten: of dit gewaand gevaar met geweld, dan met zachtheid zoude gefluit worden. Eindlyk het Geweld, datmentoen' Cordaatheid noemden, moest uitgeoefend worden: gelyk dan ook op dien beklaaglyken Derden April 1783 , aller rigoureusd is gefchied; waarvan de zaaken naar waarheid, ons opgegeeven, zich hebben toegedraagen als volgd: De Refpective Vergaderplaatzen, gelyk een ieder weet, waren voor het VaandrigsQuartier. — De Tambours, het zy op order of door Ufantie, zyn gewoon, eenige Airtjes of Deuntjes te Trommelen, naar willekeur, en hunnen fmaak; geduurende dat de Burgerye vergaderd op de Verzaamelplaats. F én der Tambours van deeze Compagnie No. 9. flaat het zoo zeer aangenaam© Deuntje, van Wilhelmus van Nasfouwen, ff 4 waar-  VOORREEDEN, xix den toegegooid. Door de groote meenigten van Toekykers, die in de Halfleeg flonden, was den doormarsch der Wacht, min of meer belemmerd, en de Compagnie moest, zoo wel als de zaamgevloeide meenigten, eenigen aandrang ondervinden; dit wierd opgenomen als een geweldig attentaat tegens de Burgerwacht, echter betrok dezelve de behoorlyke Posten, en niemand was beleedigd. Daarop volgden dien moorddaadigen Verden April, die wy met niets te zeggen zullen overflappen, om dat het onfchuldig Burgerbloed , in dien Nacht, moorddaadig ge'ftort, zyne Klaagflem in den dag des Oordeels zal verheffen: elk fchrikke op de herdenking, re meer wyl L. van Zwyndrecht, als Luitenant het Comando voerende, op aanraading van eenen openbaaren Hoerenwaard, die den Rol van Adjudant fpeelden, order gaf om met fcherp te laaden. tt 5 De  VOORREEDEN. xxt konden vinden ook; doch het is gebleeken, dat men hier omtrent zomwylen merklyk heeft misgetast — Een Corps dat zich tegens uitdrukkelyk verbod der Stads Regeering, had opgeworpen, (want toen de Regeering geen Corps Fr y willige Schutters, wilden permitteeren, namen zy den Naam aan van Palmboom,) wierd door die Commisfie geprotecleert, en allerwaarfchynlykst, mag men haast zeggen, in cognito gepreviligeert. Want naderhand hebben zy, als het ware, hunne Afgezanten op allen die zoogenaamde Vaderlandfche Vergaderingen zoo inAmfterdam als elders gezonden: door welke Commisfte ons te gelyker tyd eenen Krygsraad verordend wierd, die ons gansch niet voordeelig was: ja had Arnold Kreet die Secretaris in naam, doch Prefident in de daad was, in de Vergadering zitten flaapen, zoude hy Don Vargas overtroffen hebben. Zoo dra men zag, dat de Faclie doordee- ze  VOORREEDEN. xxix den onderteekend, enden 4denApril 1787, fngeleeverd, tegens de Remotic van de wettige Raaden en verdere geweldige Maatregelen , was aller irnportanst, en duidde klaar aan, dat zy cordaate Mannen van Eer waaren. — Den geheelen zaamenloop, tusfchen den Krygsraad en Hun» is te wydloopig om hier te befchryven; dan alleen zullen wy het zoodaanige verkiezen, 't welk de cordaatheid dier Mannen, het klaarde ten -toone fpreid; eene reeks van gevallen dus, moeten wy overflaan, en Hechts als het ware, tot het Ultimatum koomen. Op' de allerlaatfle Dagvaarding, toen de Krygsraad reeds had gezegt, geene Gequalifïceerdens te willen kennen, en Arnold Kreet, zich niet ontzag, al wat hoonénde was te zeggen; heeft Walstein geantwoord: „ Nu meent gy over ons te „ heerfchen, maar wy zullen den Dag nog ttt 2 » be-  VOORREEDEN. XXXI „ zal gehouden worden in Statu„ quo. „ Declarerende wyders, in ge„ valk den Krygsraad, mogte „ goedvinden, hier omtrent de „ Deliberatien van hunne Ed. „ Gr. Mogende, vooruit te loo* ,, pen, als dan ter behoud van hun„ ne Vryheid, Perfoonen en Goe„ deren, zoodanige middelen by ,, der hand te neemen, als God, ,, de Natuur en het Recht hun ,, verleent heeft, latende voor den „ Krygsraad, de gevolgen die daar „ uit mogten voortkomen; terwyl „ wy intusfchen, voor God, en „ de geheele Waereld betuigen, „ niets vuuriger te wenfchen, als „ dat deze Stad moge bewaerd „ blyve, voor alle onheilen: be„ houdende tevens aen ons, Rapttt 3 » port  VOORREE DEN. xxxm — Dit alleen, willen wy ons op nieuw, nog eens herinnerd hebben, dat dien Nacht ten gevolgen gehad heeft, dat wy hier eene Staats Commisfie kreegen, dje niets anders verricht heeft, dan de Faclie met Wapenen te voorzien, om, door die gewaapende Burgers, de Wettige Regenten, Onwettig aftezetten, en verder alles zoo veel in de war te helpen, en de Geldkisten leedig te maaken, als 't hun maar immer moogelyk was; en of men daar tegen Vertoogen fdeede in 'sHaage, men kreeg, of geen Antwoord, of de Zaak wierd Domejticq verklaard. Van het byzondere, meest al Rotterdam betreffende, gaan wy kortheidshalven weder over, tot algemeener zaaken, en wel tot onzen Geliefden Erfftadhouder. Zyne Eminente Chargien, wierden van tyd tot tyd zoodaanig bekort, dat 'er bypaar niet meer aan overbleeve. Den ttt 4 moed-  VOORREEDEN. paste zuinigheid plaats moeste hebben, om zulk eenen grooten Schat in voorraad by Kasfe te doen zyn: doch de Spreuk wierd ook, zoo 't gros der Tydgenooten dacht, bewaarheid, dat na eenen goeden Spaarder, «enen goeden Verteerder komt. Dit Cordon wierd gecommandeerd door Generaals, die zich daar door eenen Naam verworven hebben, naamelyk van Ryssel, Suljart de Leefdaal , en anderen met hun, die te voren Hechts by weinigen bekent waren, maar nu uit de Couranten ontdekt wierden, dat zy al veele jaaren gediend hadden. Eenen Capellen, commandeerden in Gorincbem, dit was een Man van Naam, nogthans wisten 'er maar zeer weinigen, dat hy een Krygsman was: alleen de Courant Leezers van een ongemeen geheugen, wisten zich te herinneren, dat zyne Doorluchtige Hoogheid, eens eenen Brief gefchreeven hadde, die in de Courant geplaatst tttt was,  VOORREEDEN. xlv kenen. Die Teekening vond op veele Dorpen harden tegenftand, om dat meest al de Schouten of Balliuwen met de Factie het eens waren, doch döor de Vigilantie van de Cordaate Mannen, die dit groote en te gelyk toen allergevaarlykst werk ten uitvoer bragten, kwam 'er zulk eene opeenftapeling van Teekenaaren voor de Oude en Wettige Conjlitutie, dat het de Faclie niet mooglyk waare , zoo fchielyk dien loop met de dreigendfte en onwettigfle Placcaaten te verbieden, of dè geheeie Notable Vblkjiem, van de Faclie, was gefmoord, en wierd niet meer gehoord. Toen bleek het middagklaar, dat de Faclie maar een zeer klein gedeelten van de Natie uitmaakten, maar hunnen moedwil wierd daardoor niet minder, zy hadden nu de Wapenen in handen, én wreekten dikmaals, de neerlaag van hunne gemaakte Volksftem, door fchandciyke daaden. — De Faclie regeerden getttfst gen-  VOORREEDEN. XLVII eindelyk hunne woede zoo hoog, dat zy iets uitrichtede, 't welk nimmer, als'tware, uit het geheugen kan uitgewischt worden. Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princejfe, als één, eenig voorbeeld onder haare Kunne, waagd het, om in Uilten cito te vertrekken, naar 'sGravenhage, om zoo 't moogelyk waare, de zaaken tot eene vriendelyke fchikkinge te brengen: dan Helaas, de Drift der Vryheid Schreeuwers, ging zoo verre, dat toen deeze Doorluchtige Vorflin genaderd was tot aan de Goé Jan Ferzvelle Sluis, booden de Helden haar Edele, tegenftand, en wel in diervoegen, zoo fterk, met geweld, dat deeze waardige Vorftin zich genoodzaakt zag om terug te koeren, en wel zoo, dat zy door deeze Geweldénaaren gebragt wierd, eerst naar Woerden, en daar op, naar Schoonhoven, wordende aldaar, tttt 3  VOORREEDEN. Lxnr benevens de andere Directeuren der Sociëteit de Eendracht, voortrokken, en in dezelfde orden alle de Societeits Leden, met Geweer, opgeflooten wordende door alle (uitgezonderd 5 a 6) der lofwaardige Zakkendraagers, met blanke Sabels. Aldus trokken dezelven naar het Stadshuis , komende aldaar aflosfen alle de Vryheids Helden, die 'er nog Honden, dewelken hunne Vaandels en zoo voort overgaaven, en als zoete Kinderen, met een bedrukt en bedorven gelaat, naar Huis keerden, doch niet zonder een Strik of Lint van Oranje Coleur, 't welk zommigen der gemeenen, te vooren nog openlyk vervloekt hadden. Men wachte hier geene uitbreiding van het gebeurde, voor cn op het Raadhuis, fchoon 'er nog al iets te vernaaien zoude zyn. öNeen! meermaalen zeiden wy, en 'tis ons ernst, wy keuren het af, om *t ttttt 3 ou"  VOORREEDEN. lxv gemeen; doch na dit belcefdelyk afgeflagen te hebben, deed denzelfden Heer, als in't Publicq, in 't aanfchouwen van duizenden van Menfchen, alles af, tot zyne Escarpt en Ringkraag zelf, 't welk zeer aandoenlyk was om te zien. Vervolgens ftond 'er eene geheele andere Schaar van Menfchen, rondomme het Raadhuis, alles was nu in eene volle vreugden, den Weidenkenden wierd hunnen wensch vervuld % en vonden zich duurzaam in verwondering opgetoogen, vraagende zich zelf en elkander, hoe is't, bedriegen my myne; oogen, of is 't eenen Droom? —• Hoe,, is 'twel moogelyk, zoo op'tééneoogenblik. zagen wy Groen en Wit, Zwarte Cocardes,, en wat al meer? en nu op 't ander oogenblik, alles met Oranje gefierd, van den Grootften tot den Kleinflen, van den Rykften tot den Armften. Alles nam dus eenen geheelen omkeer, men zag geene zoottttt 4 ge-  VOORREEDEN. lxvii Ziet daar geëerde Lezer, eene korte Befcbryving van het Hoofdzaaklyke , doch ook flechts gefchetst mogen wy zeggen, dewyl wy, met oogmerk, veele byzonderheeden voorby gingen , het welk anders ons beftek voor de uitgave dezes gemaakt, zoude hebben overfchreeden: te meer nog verkoozen wy dit Plan te volgen , alzoo wy hoopen, misfchien binnen korten tyd, ons in Haat geftelt te zien, om door behulp van onze goede Vrienden en bekenden, nog eene byzondere, en meerdere uitgebreide Befcbryving met veele byzonderheeden in 't licht te geeven, en wel geheel onderfcheiden van deeze; zoo zelf, dat wy onzen vlyt zullen aanwenden, om indien 't mooglyk zy, alle de noodige Stukken of Bylagen, daar in voorkomende, die of in de Republicq of wel in onze Stad Rotterdam zyn voor handen, daar by te geeven. Wy flappen dus hier van af, en merken itttt 5 nog  VOORREEDEN. lxix om zyne Decoraiien in gereedheid te brengen, een ieder op 't fraayfte; derwyze dat op dien Avond en Nacht, de gant^ fche Stad zoo verlicht ware, dat men in verrukking opgetoogen, zich waande verplaatst te zien, in eene geheele andere of wel Nieuwe Waereld; en op dat het late Nageflacht, niet onweetende zoude blyven, van zulk eene, alle verwachting te boven gaande gebeurtenis, vonden wy goed, om dit zoo belangryk werk, denTydgenooten en hunne Afftammeiingen aantebieden > onder den Tytel van : HET VERUEERLTKT e n VERLICHT M O TT JE XL JD JLM. Wat  Cf 2 r God maakte dus myn woorden waar: Men zag in 't zelfde Wonder-Jaar Der Staaten Hemel, door de Orahje-Zom befchynen» De donkre Wolken weggevaagt: Den Vorst zoo lang verdrukt, belasterd, en belaagt, Weêr in zyn recht hcrfteld; zyn haateren verdwynen. Vind men in 'sLands Hiftorie blaan, De wond'ren die God heeft gedaan, In de uitgeftrekte reeks van tweemaal Hondert Jaaren, Bewaard, voor 't flyten van den tyd: Die! die nu zyn gefchied, zyn de Eeuwigheid gewyd! 't Verwondert Nakroost zal daar op aandagtig Staaren. Een' Adelaar , van fteile vlucht En breede Vleuglen, kloof de Lucht; Kwam op des Hoogtens wenk' ter redding' aangevlogen; En eischt vergoeding, van den hoon Aan *t Echtjuweel gedaan van Frizo's Grooten Zoon : En was dus 't werktuig om gantsch Neerlakd tc verhoogen * i Triumph'.  C 9 ) De Oranje kleur , nog korts gehaat, En als een Oproer Leus verfmaat, Mag nu en Hoofd, en Borst, ds Zegenteekens lieren: Men ziet het luchtig Vlaggendoek , Dat als vergeeten lag, verfchoven in een' hoek , Nu fpelen met den wind, en van dc Transfen zwieren! De Vryheid draaid en zwaaid den Hoed: De Godsdienst vrolyk, wel gemoed, Verzeld de Dankbaarheid, en wyst zeTroonwaards henen; Ja de Eendragt fnoert de Pylen vast, Met den Oranje-.^; de Tuin-Leeuw moedig, past En waakt voor 't wettig Erf; zyn flaapzucht is verdwenen. 'sLands Pylers! die op hunnen grond Aan 't wagg'len waren; en 't Verbond, ' Dat Bolwerk van den Staat, doch onlangs fnood gefchohden; Op nieuws bekragtigt, en herfteld; Zoo, dat 't niet moog'lyk is, dat Heerszucht of Geweld D?n knoop ontbinden kan, waar meè 't nu is gebonden. " • * 5 Z°°  Zong Mozes aan de Roode Zee , Toen Jakobs Nakroost op zyn beê Pntkwam van Pharao's wrok , langs ongebaande paden; Zong Isrels Moeder, Débora, 't Triumph Lied , na den ftryd en dood van Sizera: 'kStem met hun toonen in tot Roem van 'sHeeren diaden. Gods Regterhand verhoogd in Macht Heeft 'sVyands trots befpot, veracht; Belachte hun gewoel en wraak; hoe fel ontftokcn: Zyn Naam is KrygsmanI God der Goön! De wolken en den wind gereedt op zyn geboon, Die lïrccden tot 'sLands nut; hun toeleg wierd verbroken. Kniel, Aardfehe Goden! Loof den Heer.' Leg Vorsten, Uwe Kroonen neêr Voor Hem, die 't Ryksbewind , voert over alle Landen: Die van omhoog zyn ftemme geeft; Aan Muitzucht paaien fteld; voor wien de Duivel beeft; Men Loof zyn grooten Naam, tot aan de veerfte ftranden! Ce*  C *3 ) Nu vlucht het Last'rend onbefcheid Voor 't wraakzwaard der Gerechtigheid! De Nydt, mist al haar doel; verfcheurd zich d' ingewanden: Den Vloek keert weder op den Kop, Van die Hem heeft vervloekt! Myn Prins ten glorie top Verheven, als nooit Vorst beklom in deeze Landen. Geen Konings Kroon , hoe ryk van glans, Haalt by de fchitt'rende Eerekrans , Die Vyfden Willem draagt; nu Hy mag zegepralen! Zy werd Hem na Gods hoogen Last Door d'Eng'kfl toegereikt, en op de Kruin gepast; Terwyl 't Trlumphgezang klonk door de Hemelzaalen. Nog niet genoeg!.. Een Nieuw Geluk Begroet den Vorst: na ramp en druk Door God verhoogt, ziet Hy zyn J aar dao vrolyk ryzeni Gantsch Neerland, als één eenig man, Verheft een Feestgejuich: men zingt, men fpreekt 'er van; Uwe Eer 6 God zy 't doel van al de vreugdbewyzen! ■ f ó Al- Die Vyfden Willem draagt; nu Hy mag zegepralen'.  ( ts ) Oranje Leef!— ó Levensbron! Blyf Hem naby: terwyl zyn Zon Ter Middaghoogten klimt; zy fprei Haar gouden glansfen; Tot dat eenJ laaten Avondfrond Ze hier aan 't Oog onttrekke, en'twisf'lend Weercldrond Ontzinke, om op te gaan aan Hooger Hemeltransfen! , Om dan... maar zacht.' — 'k Leg 't Speeltuig neêr. Getrouwe God! alleen Uwe Eer, Voor 't Heil aan ons gewrogt, was 't doelwit rnyner zangen: Ik geef ze Eerbiedig in de Hand Des Grootcn Middelaars: Hy bidd' voor Nederland; Dat op zyn voorgebed, den Vorst myn beê" ontfangen! Cos»  I 29 ) ROTTERDAM IN VREUGDE, WEGENS DE VEERTIGSTE VERJA.ARINGE VAN z ij N E DOORLUCHTIGE HOOGHEID WILLEM DEN VIJFDEN; ENZ. ENZ. ENZ. Nooit moo£ de Qrange Zon wcêr in de kimme daalenl Zij b ijv', met fcboonen gtonscb, aanNtérlands bemelpraalenl JÉ nicht Rotterdammers, juicht! het is den achtsten Maart! Het is den blijden doch dat onzen Vorst Verjaard, Dien heuchelijkcn dach, o dapprc Batavieren! Verfchijnd aan 's Hemels trans. — de Orange vaanen zwieren Weêr door de dunne lucht. — al 't volk is op de been. — Het Trolijk handgeklap dringd door de wolken heên. De Maagden gaan ten Reij de Jongelingen danfen, Gantsch heerlijk uitgedoscht, verfierd met vreugde kransfen.  ( p ) De Faam komt, vol van vreugde en blijdfchap aangevlogen, Zij blaasd Oranges Lof. door 's Hemels ruime boogen.— 6 Aangenaamtn doch! aan mij zoo lief en waard. ó Vorstlijk' Vreugdefeest! ó Blijden achtsten Maart! 's Lands EMiNENTEHoorDzalop deez dach VerjaarenU Koom wild uw Vreugdeftem ook bij de mijne paaren, ó Blijde Orangefchaar! — thans rijst mijn vreugd ten topp'! Ik drink U allen toe, uit deezen gouden Kop, Daar op zijn afgebeeld de braave Orangehelden, Die met hun goed en bloed ons land in vrijheid fielden.— Hoezee! — lang leef den Prins! — o aangenaamen ftond.' Koom Feestelingen zingd en danst met mij in 't rond-, Wild aan de vreugde thans uw hart en handen geeven. Lang moog' de O range Vorst, lang moog' Prins Willem Leevenü! — Mijn hart is vol van vreugd. — ik hoor het fchel geluid Van Trommels en Trompet, van Bas, Fiöol en Fluit! — Nu weêr den gouden Kop ten boorden vol gefchonkan En meteen blij - gejuich, gulhartig leeg gedronken, Op 't welzijn van den Vorst en zijn Doorluchtig Huis, Ten fpijtt' van 't moorders rot, het Loeyenfteins gefpuis. ol Dat ik aan dat ras mijn hart eens op mogt haaien.' Maar neen! dan zon ik wis van 't fpoor der rede dwaa- len! De  ( 33 ) e Zuil Van 't Vaderland — o Puik der waare Helde»! Ik wil, op deezen dag, uw dappre daaden melden! Gij hebt door wijs beleid, ons lieve Vaderland, Geholpen uit den nood, — gerukt uit 's vijands hand. Gij bracht het Schip van Staat weêr in behoude haaven, Wij waaren, zonder U, een hoop verachte flaaven : Daar Was voor ons geen recht. — men dreigden ons den dood. Wy waaren weereloos, van hulp en macht ontbloot. — Die voor uw onfchuld fprak, moest in den Kerker zuchten. Die U verêercn wou, moest uit den I.ande vluchten. Ja! 't geen nog hooger gaat, men had voor Uwe Vlag, Die waare Vrijheidsleus! geen eerbied of ontzag: Men deed haar met geweld van Kerk en Torens rukken; — Men trad ze met den voet; — men fcheurden haar aan Hukken Met ijfelijk misbaar, tot hoon en bittre fmaad Voor U , Uw Vorstlijk Huis, ja! voor den gsntfeheh Staat. Men fchond Uw hoog gezag; — ging eed en plicht te buiten; — Men gaf het hoogst bevel aan vier beruchte g..t:. Die Voerden 't hoogfte woord te Water en te Land! — Men Hak 's Lands Dijken door; — men dréTgde moöroL en brand; — * * * 'fl.affds'  ( 35 ) y, Het heilig recht des Volks is jammerlijk gefchondenj ,; De Vrijheid word vermoord! doorpriemd., met diept wonden! ;, Dehelfche Vioekcabaal, fchend eer en goede trouw.' ,} Zij flaat héur wreede klaauw aan een volmaakte Vrouw! i, PRINS WILLEMS GEMALIN, uit Heldenbloed gcfprooten i ;, Ja! — Pruissens Rijksprinces word fmaadelijk verftooten! i, Verftooten, door een fnood,— een vuig, een laag gebroed, j, o Trouwelooze daad, daar elk van gruwen moet! „ Zal Pruissens Rijksmonarch die gruweldaad gehengen? „ o Neen: hij zal gewis het bloed dier fnoodiiarts plengen! „ Ja! mooglijk wreekt hij zulks aan 't gantfche Vaderland! o Hemel ftaat ons bij, in deez' bedroefden ftandü!" — Maar GÓD, die 't grootfie kwaad ten goeden kan bellieren, Deed, door die gruweldaad, de Vrijheid Zcegevieren! Dus moest Uw Gemalin, hoe wonder is Gods Raad! 't Gefchikte middel zijn, tot redding van den Staat, Dus wierd, op haare Klacht, heur Koninglijken Broederi (Bewoogen met ons leed) 's Lands Redder en Behoeder. De Muiters beefden reeds, op 't hooren van 't gerucht Van 'sHertogs aantocht. — 't laag geboefte nam de vlucht;' * * * i Her  C 37 ) De heerschzucht, die den toom van't hooge Staatsbewind, Had uit uw hand gerukt, door eigenbaat verblind, Ziet gij, door hoogcr macht, uit haaien Zetel rukken; Zij moet vol angst cn fchrik, voor uwe voeten bukken, Ontbloot van roem cn eer, — van elk op 't hoogst veracht; Ja! door Rechtvaardigheid, geheel ten val gebracht. — De Simie's die uw naam vervloekten cn verachten, Die leggen neergeknield, op uw genaê te wachten! — Gij wierd op 't laagst verneêrd door heerschzucht en geweld: Maar nu Rechtvaardigheid het vonnis heeft geveld, Word gij, o er aaven Vorst! verhoogd, — geroemd, — gepreezen! — . " Uw wonderbaar geduld, ten hoogften top gereezen; Uw Lijdzaamheid, zoo vaak; zoo Vorftelijk getoond;' Word thans, door Gods bestuur, met lof en eer beloond! ■— Wat hebt gij niet al hoon en bittre finaad geleeden ! Gij wierd, o braaven Vorst ! als met den voet vertreeden, Gelasterd en befpot, — veracht en valsch beticht, — Befchuldigd met verraad, ja! als in 't aangezicht Gefpoogen en vervloekt, door eervergeeten fielen, Onedel van geflacht cn de alderlaagfte zielen; Maar nu gerechtigheid weêr zit op haaren troon, Nu is dat fnood gefpuis naar elders he'êh gevloón. "~ * * * n Hoe  ( 39 ) Hebt alles voor den Prins en 't Vaderland ten besten. Verjaagd de PLUNDERAARS uit uw beroemde vesten: 't ZijnHAATERS van den Prins en zijn Doorluchtig Huis; VIJANDEN van uw Stad; een wuft, — een fnood gefpuis. Helpt toch, in 's Hemels naam, de rust en vreê bewaaren! Orangezogt nooit hulp bij DOLLE PLUNDERRAAREN.— Een waare Orange Vriend verlangd naar vrede en rust, En dat het vuur van twist eerlang moog' zijn geblust — Hij zoekt geen eigen wraak; — hij wil in vreede leeven; — Hij wil, ó Eedle deugd! vergeeten en vergeeven; — Hij mind zijn Overheid met eerbied en ontzag; — Hij jaagd den vrede na waar dat hij kan of mag; — Hij zoekt het onheil fteeds van Land en Kerk te weeren; — Hij fteld geen wetten voor aan hen, die hem regceren. De GODSDIENST, voorgeftcld in "t Heilig Bijbelblad Word, door de Orange Vriend, op 't alderhoogst gefchat. Zoo moet een Burgervriend, zoo moet een Prinsman wezen, Zulk een Orange Vriend, word op het hoogst geprezen! Weest dan ó Burger ij op deezen dach verblijd r Toond dat ge Orange mind en Stille Burgers zijt. Zoo moog' het nageflacht uw naam met eerbied noemen! Zoo moog' gants Leeswendaal de Rotterdammers roemen !! J. B. *** 4 TE R  ( 41 ) God zy gelooft, gedankt, dat wy deez' dag beleven, Dat onzen Vorst in eer en luifter is verheven! God zy alleen den roem , die Neerland van 't geweld, Heeft door Zyn Magt verlost en onzen Vorst herftclt! De Deugd behoud het veld naa een langduerig ftryden, Wy roemen ons in Godt, *n zullen ons verblyden, En danken — zoo ik hoop — den Heer, die 't al beftiert, Dat dezen blyden dag, van ons mag zyn gevieit. Gbdt wou Oranjes Huis befchermen en bewaren; Den Vorst beleeft den tyd nu reeds van Veertig Jaaren, Al heeft dat Vorst'lyk Huis veel fmaadheid ondergaan, Zyn hoop bleef vast op Godt, die heeft hem bygeftaan. Godt toonde hem te zyn , de Godt van Zyne Vaders, En brak het vals desfeyn van guiten en verraders : Dit boofe helfchc rot legt door Gods Magt ter ncêr; Den Vorst die zegcpraald tot roem van Godes eer, Want zv _ die tegen regt — haar Eed en pligt verzaakte*, En met een' nieuwen Eedt vervloekte plannen maakten, Zoo wel in Politic, in Kerk, als Bsrgerftaat, pie zogten Ncêrlands val, door moord, list en verraed. Het lukte haar een poos, maar al hun wanbedryven, Was tegen Wet en Regt, het kon niet ftaende blyven; * * * <- Want  C 43 ) . Dat ik in myn gedigt Jehovaa's lof vermelden, Die Neerland bragt tot eer door de Oranje Helden] En daar nu 't Schip van Staat een Vyfde Willem heeft, Een hoog beminden Vorst, die'k v/ensch dat nog lang leert: Een Vorst van God begaaft met Kristelyke deugden, Een Vorst van Godt bemind; der vroomen troosten vreugden. Een Vorst aan God getrouw, wat dat hem wedervaart; Eeh Vorst die in Godts gunst tot hier toe is bewaard, Een Vorst voor wien wy ons eerbiedig nederbuigen, En in opregtigheid ons harten wensch betuigen. Beminnelyken Forst', zyt dan Tan ons gegroet, Godt zy uw al in al! Godt zy uw hoogfte goed! Myn wensch is dat Gods Geest op uw mag nederdalen, En U C waarden Forst', met wysheid zal beftraalen! 'De Heere zeeg'ne U, tot heil van Land en Kerk! Behoed U op uw weg, en zegen al uw werk! Mevrouwe de Princes, uit 's Konings Bloed gefprooten, Het Forstelyke Kroost, die werden overgoten, Met gaven van Gods Geest, tot Wysheid en Verftand! Zoo blyft Oranjes Huis de fteun van 't Vaderland! Dit is nu mynen wensch, voor 't Edel Huis Oranje. Kpmt Rotterdammers! komt, nu zamen in Companje, Eer  C &j ) Maar zacht! de Dolk is Homp, — de heerschzucht ligt geveld ; Zij, kan mijn hart, niet meer door haare taal beroeren; Ik zal, als *en Bataaf, op 't Friigevogten veld Mijn trceden lichten, en geen vrees in 't vaandel voeren. Ja Dierbre Willem-, heil eo fteun van Kerk en Staatl Thans, ziet ge een Burger van de Rotte en Maas uw naderen ? Een Burger, die in nood, zijn hulp en toeverlaat Öp God gevestigd heeft, den God van uwe Vaderen; Nu ziet zijn oog, den dag, den langgewenste ftond, Waar op gy 't levenslicht ontfing, uw weèr begroeten: Zijn ziel fchept adem, daar de nijd , heur bitfe mond Gefnoerd is, zal zij u, met heusfche zang ontmoeten, Befchouw mijn zang gèenfins als laffe vleijerij : Neen! 'k ben dezelfde _ Forst! — die nu een Jaar geleden Niets fchroomde, en zijn' zang,— in zulk een woest getij Uw aanbood, als de taal, 't welmeenend hart ontgleden! Toen, ftaafde ik met den Eed, dat eer het middaglicht Bedekt, met .'t.nagtgordijn zou voor mijn oog verfchijnen, Eex ik zou afzien,— van mijn dierb're Eed en Pligt — 6{> 't glechtigst afgelegt, voor 't oog der Cherubijnen: ***** 2 Jïn  ( 79 ) De Dorpen fmeulende in bun' asch, Beweezen wie de Franschman was; Toen zyn moorddadig ftaal, de Burgers dorst verflinden: Tuicht Bodegraav en Zwammerdam! (ƒ) En ziet hoe Nassau's glorie Stam,, ü in zyn fchaduw weêr een ftillen wyk deedt vinden! En evenwel dit wreed verfchiet, Verdoolden! wederhield u niet! Gy dorst, tot Nassau's hoon, uw heul by Frcmkryk zoeken?'" By Vrankryk'. . . . doode Vaders! 'k grutiw! . . . Staan zulke Einders nevens u? —• Neen: 'k hoor u hun beöaan, uit uwe graaven vloeken. ó Hemel! — 'k voel een traan in 't oog! Wat myne. denkkracht dus bewoog? Is 't droefheid, — dankbaarheid, o.firandre Zielsverrukking? • * - Wat vraage ik ? — Ja 't is dankbaarheid : De traan die aan myn oog ontgleid, Vormt reine erkentenis, voor 't einde der verdrukking! Juicht! (ƒ) 't h niet nodig, denke ik, den Nederlanderen het nood. lottige Jaar 1672 afteteekenen: als' ik de dorpen Bodegraavet tn Zmmmerdam noeme, is dien yrenk genoeg.  ( 8? ) Willem! te onregt zoo gedoemt, Willem! d'Eer der Batavieren! Ziet zig nu op 't hoogst geroemt, d'Eerkrans om zyn' fchedel zwieren; |< Roepen wy hem vrolyk toe: Leef geliefden Erfftadhouder, Leef nu gy de ftrenge Roe, Die onfchuldig lang uw fchouder Heeft gedrukt, verbroken, ziet: Ja, wie roept niet op dees blymaar, (Want de Beuls beletten 't niet,) Vivat onzen Overwinnaar! Leef beininlyke Vorstin , 's Prinfcn lust en Neêrlands Eere, Met Uw Vorstelyk Huisgezin : Om met roem te triompheeren. Blyft lang in ons Vaderland, Een getrouwe en tecdre Moeder: Leeft in dien verheven ftant; Daar Uw Koninklyken Broeder, U met Magt in heeft herftelt:, Dat den Groten Frederik leeve! Als verdrukker van 't gewclt, Als Verlosfer ons gegeve. ****** 5 Maar  ( 91 ) Lang bloeje wéelig 't Edel ,ooft, Van den Oranje-Boom: Gods zeegen kroon hun jeugdig Hoofd, Aan Neêrlands Waterftroom: Zoo lang dien'Boom in luister bloeit: De Republiek haar welvaart groeit Altoos'! Altoos [ Altoos! Lang leef den Grooten Frederik! Wiens arm ons heeft verlost, De landveraders tot een fchrik Die vloden van hun post: Lang leef! lang leef! dien dap'rcn Held , Die Nasfauw in zyne eer herfteft, Hoezee! Hoezee! Hoezee! Dat in ons lieve Vaderland, De Liefde Vreede en Rust, Geftrengelt door den EenJragtsband , Weêr als voorheên zig kust: Zoo blyve Oranje in 't Nageflagt. Gelyk by-ons gelieft, geagt. Hoezee! Hoezee! Hoezee! Door een Liefhebster van Godsdienst ,-Vryheid en't DOORLUGTIG O RANJE-HuiS. Rotterdam den 27 Septemb: r/87- AAN  /tr.Carnet E.xauJit  EERSTE WYK» \¥7cik ecnc ge'ukkige omwenteling.' — Wat verandering ƒ -— Hoe is 't? 'k Mag immers myne oogen betrouwen? — Is 't mooglyk! — Is de Nacht in heldren Dag herfchapen! Wat gezicht.' en — en om welk eene reden! Wat onverwachte verandering, wat omkeering: van zaken, ... De Vorst verjaert .... elk: 'toontzyne oprechte vreugd.-— en de benyders! "wat zal ik van hun denken ? — 't zy zoo. < ; Ik ben verblyd. .... Das denkende en als 't ware in zich zelf redenerende, gaat onze ware Vaderlander voort, en naderd vast aan't Stads Bolwerk. Hy komt te laat, de Seinfchotea zyn. Voibragt en zyn by zich hebbend jeugdig ÏCnaepje, kan hy deze woadre werking niet laten zien, maer dubbel vindt hy zulks vérgoed>' door hem den Eerboog te doen opmerken, welke fchoon eenvoudig, doch netjes gemaakt zynde, z.yn oog bekoorde, 4 pe-f,  EERSTE WYK. | jrïoogheden: Bovèn op de Zuil was Ge*ne kroon geplaetst met de Waereldkloot. Waer onder ftond: De Gerechtigheid befcbsrmd die beiden. Het §H Was eené vertooning der Hoop mét het Anker, rustende insgelyks tegen eene Zuil, waer voor gehecht waren dé Wapenfchilden van de Koning van Engeland en, dat der Staten Generael, boven op de Zuil als voorens, een Kroon cn Waereldkloot* Waer onder ftond : Op dit is onze Hoop gegrond. Op het 4'. nog zinrykdf: zag men het Schïri van Staet, op het welke zyne Doorl. Hoogh» het Commando fcheen te voeren, als hebbende de Staf derzelver in handen; 't Schip ■Word vertoond zeilende in onftuimè Zee, by 't gevaar eencr fteile Rotz; dan in 't verfchict, komt de Noordftar opdagen; 't welk veroorzaekt dat het Schip affchynt te wenden, ter vermydinge van die Rotz: agter op 't Schip ftaat Willem de VYFDEWi Ter rechterzyde ziet men de Voorzichtigheid , met een Slang in de ëene en een Spiegel in dc andre hand; ter linkerzydè A 2 és   VERHEERLTKT E N VERLICHT MO TT JE Mn JL Jüff o f BESCHRTVING DER PLECHTIGE ILLUMINATIEN en DECORATIEN, Welken binnen voornoemde Stad hebben plaats gehad, den Sftcn Maart 17S8. EERSTE STUK. Met Plaaten. Te ROTTERDAM, By NICOLAAS CORNEL, Drukker en Boekverkooppr, pp de Meent,  DER. LEBEI, WELKE OP DIT WERK HEBBEN 1NGETEEKENT. A. J^cker (H. J. van den) te Rotterdam* Alebeek (L.) Schout enz. van Stad aan 't Haringvliet. AUart GO Boekverkoper te Amfterdam, Best Pap. Allart (Jan) Wynkoper te Rotterdam. Alphen (G. van) te Rotterdam, Best Papier. Althuyze (Jan) Lystenmaker te Rotterdam, Best Pap; Areman (Joh,) Commisfionair te Rotterdam. Arrenberg (G. A.) Boekverkoper te Rotterdam.. Best Papier. Afchert (J. v) 3 Exemplaareri. A Bal  <"3i> l 4 Bornefels (J. w0 Lakenkoper te Rotterdam. Bosch (J. c- terO Boekverkoper te Utrecht, g Exemplaaren. Boskoop (Barth. van) te Rotterdam. Bothall (Abraham) Boekverkoper te Rotterdam. Braasfem (David den) te Rotterdam. Brandly (Henderik) Koopman te Rotterdam. Branden (David van den) te Rotterdam. Breda (Gerrit) te Rotterdam. Breet (Jan de) te Rotterdam, Bregman (Roeland) te Maasfluys. Brinckman (Hermanus) Koopman te Rotterdam. Broek (A. van den) Vleeshouwer te Rotterdam; Broekman (Joh. Willem) Koopman te Rotterdam* Broekman (Elizabeth) te Rotterdam. Brouwer (Sirach) te Rotterdam, Best Papier. Brouwer (Hugo) C. S. te Delft. Burgerhout (Jacobus") en Zoon, Dlrtacur der Oprechte Vaderl Sociëteit de Eendragt, Best Pap. Burgvliet, Boekverkoper te Rotterdam, i best eri a ordinaire Exemplaaren. Byl (Jacobus van der) te Rotterdam. C. Coeper (A.) Koopman te Rotterdam, Best Papier; Corbeau (P. H.) te Rotterdam. Corbelin (J. v.) 4 Exemplaaren. Cornel (Joh. Francois) Couvret (Pieter) te Rotterdam. A a Da-  < 5 > Engelen (C. van) Confituur en Bankelbakker te Rotterdam. Evermans (Jan) Schryfmeester te Rotterdam. Eyk (P. G. Sprenger van) Predikant te Rotterdam. Eysden (K. v.) F. Freeswyk (Pieter) Vleeshouwer te Rotterdam. Formin (N.) a Exemplaaren. Fyte 0-) ïe Rotterdam. Geer (A. G. de) Heer van Rynhuyzen te Utrecht. Gelder (Jacob de) Onderwyzer in verfcheide Wee- tenfchappeu tc KotterHam. Gevaerts (Heere en Mr. O.) Johs. Zoon, Raad in de Vroedfchap en Oud Burgermeester der Stad . Briel, Raad en Rentmeester Generaal van Hun Edele Groot Mogende Domeinen in den Lande van Voorne en Beijerland, enz. enz. te Briele. Giltay (M.) Ginkel (A. J. van) Boekverkoper te Rotterdam, a Exemplaaren. . Groeneveld (Gillis) Koopman te Rotterdam. Groeneveld (Jac) op de Pisvverf onder Kralingeiu, v H. Ham (Pieter) Pondgaarder te Rotterdam, Best Pap. A 3 Har-  < 7 > Hoppenftein CJ.) zedert i Febr. 1739, Makelaar te Rotterdam. Houten (J- van) Mr. Timmerman te Rotterdam. Hulst (Nicolaas van der) te Rotterdam, Best Pap. Huysman (J,,) Boen ver koper te Goes. J- Jonge (B. de) Regeerend Scheepen van Schieland, en Directeur der Oprechte Vaderlandfche Socie. teit te Rotterdam, Best Papier. K. Kaderus (Wilh.) te Rotterdam. Kagenaar (Wed ) ,te Aarlanderveen. Katzwyler (P.', te Rotterdam. Kelder (Ant.) te Kuucid.t», Rest Papier. Kempen (Dirk van) te Rotterdam, Best Papier. Kerveze (KUas) te Rotterdam. Kleef ^Martinus van) te Rotterdam. Klement (Adrianus) te Rotterdam, 2 Exemplaaren. Klink (Geertruy) te Rotterdam. Kloot (Severyn van der) te Rotterdam, Best Pap. Kloppenburg (Herms.) te Rotterdam, B.-st Papier. Knipfchaar (W. Jac.) Clerq ter Secretary te Rotterdam, Best Papier. Knor (Lodewyk) Trompetter van de Compagnie, te Rotterdam. Koelenkoek (Kornelis) te Rotterdam. A 4 Koert  '< 9 > Lees-Géfelfchap te Rotterdam, onder de Zinfpreuk: Onderzoekt de Schrüten. Lees-Gefelfchap te Rotterdam, onder deZinfpreuk: Houwd aan in 't Leezen. Lees-Gefelfchap van de Heer Piket te Vlaardingen. Lees-Gefelfchap van J. van der Smisfen te Rotterdam. Leuwen (Bastiaan van) Koopman te Rotterdam. Lezenne (Joh. de) Breukmeester te Rotterdam, Best Papier. Lezenne (Bernardus de) Hoofdgaarder te Vlaardingen. Lichtenberg (C. van) te Rotterdam* Lil (J. van> Pakhuysmeester by de Compagnie, te Rotterdam. LoefF (M. M. van der) Notaris en Mukelaar te Rotterdam. Logman (W.) Jfranfche Koetfchoolhouder te Rotterdam. Lohr. (Joh. Hendr.) te Rotterdam. Louron (Joh ) te Rotterdam. Loyd (Corn.) Janz. te Rotterdam, Best Papier. Luwema (J.) Koopman te Rotterdam, Best Papier. Luyks (Henderik) te Rotterdam. M. Malta (Willem) Scheepstimmerman te Rotterdam. Marle (Wed. B. G. J. van) te Rotterdam, Best Papier. A 5 Mas-  < II > Nvveld ( ... van Zuilen van) Secretaris van de Weeskamer te Rotterdam, Best Papier. O. Olften (Andries van)" te Rotterdam. Oogelbie (Jan) te Rotterdam. Oordt (Hendrik van) Out Commisfaris van 't Zee. regt te Rotterdam. Oostendorp (Herman) Dire&eur van de Levaatfchen Handel te Rotterdam. Oosthout (J. G.) te Rotterdam. Os (Roelof van) te Rotterdam. Ostberg (J. S. B.) te Rotterdam. Ofy (A.) te Rotterdam. Oven (M. J. van) te Rotterdam. O Verbeek (Pieter) ilovenicr te Rotterdam. 1 . P. Paauw (Gerrit) Koopman te Rotterdam. Pajenburg, te Rotterdam, i Exemplaaren. Peppink (Jacobus) te Rotterdam. Perk (J.) Boekverkoper te Leyderr. Peters (J."ï>0 Koopman in Wynen te Rotterdam, a Exsmplaaren, Petit (Gebroeders) te Rotterdam, Best Papier. Pevpers (M. T.) Direfteur der Oprechte Vader- landfehe :Spq|eteitfte.rvotterdam, best Papier. Plag-  < 13 > Rosmulder (L.) Boekverkoper te 'sGravenhage* Ruyter (Ary de) te Rotterdam. Ryn (Corn. van) 3 Exemplaaren. Ryneker (W.) te Rotterdam. S. Sarton (W.) Koopman te Rotterdam, Best Papier» S. B. te Rotterdam. Schaap (Jan) Zakkedrager te Rotterdam* Schel (Leendert van der) te Rotterdam. Schipper (Ary) Captein op Schielands Jacht. Schintzel (David) Apothekar te Rotterdam. Schintzel (N.) Predikant te Breukelen. Schomaker (G. J. E.) Geboren van Herzelen, té Rotterdam. Schouten (A.) van Sprankhuyze, Koopman in Tabak te Rotterdam. Schorteldoek (Korn.) K. Z. Schrank (Joh.) te Rotterdam. Schuurwater (Dirk) te Rotterdam. Schuitzei (E.) S. S. Theol. Stud. te Leyden. Sesfing (Pieter) in Jaffa, Best Papier. Seppeveld (Corn.) te Rotterdam. S'Jacob Makelaar te Rotterdam. Smith (Janus; Koopman te Rotterdam. Smits (Leendert) Zeil en VhggemakerteRotterdaxö. Smits (Wed. Jac) te Rotterdam, Snel-  VOORREEDEN. v Vuur kan zoo ftil en zacht niet fraeulen, of laat nu of dan wel een flikkeringetje zien; even zoo was het geleegen met het Vuur dier fnoode Cabale. Om hier van de bewyzen uit veele Steden aan te voeren, ware nutteloos, te meer daar men'er Boekdeelen meeden zouden kunnen vuilen. Een generaal Bewys voor allen, is: dat elk der Prinsgezinden, of die, welken zich, {taande de Verheffing van fVillem den Vierden, als Yveraars, voor het Huis van Oranje getoont hadden, beftempeld wierden met den bynaam van Agt en Veertigers, en meest overal uit het Regimen der Burgerlyke Officien en Beneficiën gehouden wierden, ja zelf dikwerf op de fubtielfte wyze alle fmaadheden en torten wierden aangedaan: dit aanvoerende, gedenke een ieder Hechts aan de beruchte Begraavenis van zekeren Pieter Raap, totAmJierdam, voorgevallen. Men moest dan, om verder voort te gaan; men  VOORREEDEN. vn *t geen nog fterker fpreekt, den WelEd. Heer Bleiswyk, ter dier tyd Penfionaris te Deljt,-ontwerpt, met nog eenige Heeren uit de andere Steden, eene Acte van Confulentfchap, tusfchen den Hertog en den Stadhouder; helpt die met zyne goedkeuring tot ftand brengen , en weêrzyds bezweeren. Zulk eenen fchoonen Morgen, moest immers eenen alleraangenaam? ften Dag belooven? den Staatkundigften Argus immers, zoude hier geen verraad of misleiding in hebben kunnen zien, en nogthans het was 'er in, geïyk gebleeken is: ten minflen die Acle, heeft tot een allergrootst ftruikelblok voor den Hertog moeten dienen. Intusfchen doen zich de Onlusten op, in Amerika: het is over bekend door wien dit zaad van twist geftrooyt is, gelyk de gevolgen, volgens gevoelen van 't grootfte gedeelten onzer Tydgenooten, klaar ge-  VOORREEDEN. het noodige beftellingc maakt, ja zelf Dag 'ftelt om Zee te kiezen. Maar wat ge¬ beurd 'er? De Schoepen — blyven leggen! en de .Expeditie naar Br est loopt op niet uit. Frankryk, zend de eene Memorie, op de andere, om Satisfactie daar over te vraagen. — Wat nu ? — 'Er wierd geweldig onderzogt, aan wien dit mogte haperen: — 'er wierd alles in het werk gefteld, om de fchuld daar van op den Capitein, Admiraal Gene. raai te fchuiven; ja, hoe zeer het ook bleek, dat eenige anderen, daar in, één der grootfhe Rollen gefpeeld hadden: wilden de Factie de fchuld daar van op den Capitein, Admiraal Generaal doen neerkomen. Wy zouden te wydloopig worden, wilden wy deeze zaak, fchoon overwaardig, verder naarvorfchen. Het Gaaren, gelyk het Spreekwoord zegt, was nu gefponnen, het moest ook getwynd worden. — Dan, zoo lang, dien doorkundigenHertog aan 'sPrinfen zyde bleef, kon men niets grootsch tegen  VOORREEDEN. xi Schryver, de Post van den Neder-Rbyn, denwelken deeze Able uitkreet, als een openbaar Landverraad, 't welk ook gretig door de geheel e Faclie wierd toegeflcmd. — De Hertog diensvolgens, fchoon in zyn Gouvernernent, els in eene eerlykeBaliingfchap zittende, wierd door twee van de CabaaU zoo geweldig vervolgd, dat zich den Hertog , op zyne onfchuld {leunende, tot een gerechtelyk onderzoek aanbood, en zich wierp in den fchoot des Rechts: dan dit was al meeden te vergeefsch, het ftuk was nu begonnen, en het moest volvoerd worden. Het Recht mogt hunne fchenddaad niet zien, daarom weigerd men het Recht aan eenen Ryksvorst: men rukten, hoe langs hoe meer, de gryns geheel en al af » en deed de aanzichten zien, welken niet dan Moord en Vervolging dreigden. De Hertog ziende dat alle zyne poogingen , alle zyne verdedigingen, in den wind tt  VOORREEDEN. xxnt zwaayen, ik meene den Keer a. Wels(§), welken zich altoos getoont heefty een Voorftander te zyn, der Oude Conftitutie, en by deeze gclecgenheid, zich ook in het heetfte van 't vuur Helden. —— Deezen Man, had het reeds zoo verre in ftiice weeten te brengen, door behulp van bovengemelde Heeren, en anderen; dat 'er binnen den tyd van 5 a 6 uuren een Secieteits Huis was, en teiFens ook gezorgd, om een en ander, zyner vertrouwdfte Vriendenj te doen weeten, dat zy heeden avond by een moesten zyn, zoo dat het den een den anderen bekent maakten, en zeer weinigen die zich onttrokken om te koomen. Onder anderen moet ik hier byzonder gedenken, aan den vlytigen jongen Heer H. Kloppenburg, die" bP (5) Deezen Heer, heeft men ook vereeuwigt, met de Siitgaavc zyns Pourtraics.  VOORREEDEN. xxv en J. P. de MoNTe, die zulks ook aannamen; en van dag tot dag wierd vervolgens, die Sociëteit derwyze vermeerderd, datheteen geducht ligchaam wierd; zoo zelf, dat'er eene groote vreeze ontitond, onder de Patriotten, want alles wierd zoo Uil bekuypt, onder deeze waare Voorltanders, dat men 'er zich over moest bewonderen; ja nogmaals dank, zy de Goddelyke Voorzienigheid, die alles in deezen, zoo wel befchikt hadde, dat men 'er over uitriep, en zeggen moeste: „ God is met ons." -— De Faclie nu, gelyk gezegt is, bragt het grooten fchrik aan, en wel in diervoegen, dat zy het Plan, om op den anderen dag de wettige Regenten te Kemoveeren, niet durfden ter uitvoer brengen. — De Voorftanders van de Wettige ConJlitutie, hadden ook Requesten, door veeIe duizenden Burgeren en Ingezeetenen ge-  VOORREEDEN. xxvn tie bleef toegedaan, daar door gedrukt: die de Faclie aankleefden, liepen'er zacht genoeg door. Eenige weldenkende Burgers, klaagen onder elkander over dien drukkenden last, en neemen een Mannelyk befluit, om zich tegens dien Gewelddryvenden Krygschraal te verzetten, door middel van het Recht. Twee Honderd en Twintig, verbinden zich onderling, om geene Extra Boetens te betaalen: en qualificeerden gezaamentlyk deeze navolgenden, hunner Medeburgeren; te weeten: SEVERYN ANDRIES WALSTEIN. CORNELIS BROUWER, Hs. Zoon. JEAN PIERRE ROCQUES. STEVEN VAN WAGENINGEN. JAKOBUS BURGERHOUT. LAURENS WILLEM CHRISTIAAN LETTOUW. JOHANNES CAMERLING, (als Cas/tcr). HERMANUS KLOPPENBURG, (als Secretaris). fff Dee-  VOORREEDEN. xxxv Vaderlandje Maaltyden, ter eeren van die Alliantie; men maakten fchrikbaarende Onkosten, en ailes ging verzeld van de allergrootfte pracht. Intusfchen wierd Zyne Doorluchtige Hoogheid, nu van deeze, dan van geene zyner Waardigheeden ontzet, en ook nimmer ontbrak 'er een voorwendzel; tot dat eindelyk hem de Patenten en het Commando over 't Guamifoen in 'sHaage, ontnoomen werd: en ziet door het gemis van die twee Eminente Posten, was hetgeheele Capitein Generaalschap weg. Zyne Hoogheid al te vatbaar voor zyne Eere en de Eere van Zyn Vorftelyk Huis, om dit alweer met zyne gewoone toegeevendheid te laaten doorgaan; verliet met zyne geheele VorftelykeFamiellie 'sHaage, en wygelooven, waarlyk ter goeder Uure; want het zoude moogelyk de Faftie niet ontbrooken hebben, aan Guiten of Vuilgewinzoekers, die met weinige moeiten, Vorlienmoorders zoude» kunnen geworden zyn. itt 5 Zyne  VOORREEDEN. xxxvn die nog bedwelmd was van in de Mallabaarfche Put te zien, gevangelyk meede genomen. In Utrecht wierd de Comedie zoo ernftig gefpeeld, en zulke toebereidzelen gemaakt, dat zy een Trooijaans Beleg-, fcheenen af te willen wachten. Holland fpeelden met de Generaliteits goederen, naar welgevallen. Het Magazyn te Woerden, wierd geplonderd, en naar Utrecht vervoerd. Het geene te Woerden ontbrak, wierd uit '5hands Magazyn te Delft of anderen gehaald; om dat Utrecht, eenKrygstooneel zoude .vertoonen, zonder voorbeeld. Het was niet onvermaakelyk dit Spel van naby te zien: de Stad grimmelden van ingebeelde Helden , uit genoegzaam alle de Steden en Plaatzen der Unie, ja uit veele Dorpen zelf, onder den Naam van Auxiliairen, allen daar naar toe gevloeid; dit maakten geene onaangenaame ver-  VOORREE DEN. xxxix door de drift der Patriotfche Helden, zoodaan ig wierd gekoeld , dat zy zederd geene Attacque meer, hebben gezogt. Alhoewel het getal der Dooden, nooit recht is bekend geweest, weet men zeeker dat het ruim Twee Honderd en Dertig was, en van de Gelderfche zyde geen één. Vriesland zat meeden niet ftil, maar de Faclie verklaarden de wettige Staaten, voor afgezet. Beriepen in Franeker, de Vergadering; alwaar niemand, dan alleen die, die onder de Faclie behoorden, verfcheen. Men verkoor nieuwe Staaten, die altoos in Fratteker vergaaderden; terwyl evenwel de Wettige Staaten van Leeuwaarden in hunne Posfesfie bleeven. In Holland wierd het langs hoe gekker; zyne Hoogheid het Commando afgenoomen zynden, wierd dat aan Gecommitteerde Raaden gegeeven; dan dit duurde meeden niet lang.  VOORREEDEN. xli oprichten der Vry corps: ook wierd dit Defenjk Weezen, eene onbepaalde Dispofitie gegeeven over 'sLands Geldkist, ja zelf ten eenenmaale buigen alle verantwoording geftelt, waar door deeze Nieuw verworvene Edel Uogenden, als in eenen oogenblik, de Nieuwe Souverainen van den Landen wierden. Dit Defenfte Weezen, vestigde zynen Zetel te Woerden. — Den Schryver en Uitgeever van de Zuid-Hollandfche Courant, Costerus , zynde Courantier, en Burge. meejier te Woerden , eenen Prima Voorvechter by de Faclie, oordeelde dat Woerden , de gefchiktfte plaats was, om dat men van daar, het gemakkelykfte met Utrecht konde correfpondeeren; maar ei-" genlyk was het in de daad, om zynen Zoon die Secretaris van het Defenfie Weezen was, en aldaar woonden, in de hand te wer* ken. • Het is hier de plaats niet, om over  VOORREEDEN. xli* hét noodzaakelyk was om de Princes aldus den doortocht te beletten. — Dan dit is gebleeken, hoe noodzaakelyk dit was, alzoo de Koning van Pruisfen, Broeder van Mevrouwt de Princesfe, niet kunnende dulden dat den Koninglyken bloede oneere aangedaan-wierde, na een kort beraad, eens Krygsbenden naar Holland afzond, van eenige Duizenden Mannen, onder bevel van den Hertog van Brunswyk Lunenhirg. Dit voorneemen en befluit des Konings, wierd bekend by voornaame Burgers in deeze Stad, en over hetzelve, ontftond groot verfchil: den Koninglyken aart, by dePrinsluy bekend, en de hoop op den Goddelyken byiland en trouwe, verzeekerden dat als men zich maar Uil hield, de zaaken binnen korten, ten-goeden moesten keeren; doch ook anderen deeden Weddingfchappen van het tegendeel, en meenden de onmoogelykheid aan te kunnen toonen. De Vryheid Schreeuwers lagchten 'er om, en tttt 4 fpot-  VOORREEDEN. li By deze gelegenheid zullen wy nog een geval aannaaien , waar van wy vorens eenig gewag maakten: een geval 't welk den Drukker en Uitgeever deezes , in die laatfte dagen overkwam en wel in diervoegen, dat denzelven bynaar het laatfte Slachtoffer geworden zoude zyn, dezer overheerfchende Party, indien denzelven niet met eenige kundige Vrienden hadde geraadpleegd, en hier door aangemoedigd zich door een wyle tyds abfent te zyn , der woede ontfnapt ware, 't geval droeg zich dus toe: Den Boekverkooper ziet en leest van een goed Vriend, zeekeren Brief gefchreeven uit Arnhem, verzoekt aan zynen Vriend om denzelven cito te mogen doen drukken, 't welk hem gereedlyk toegedaan word , en ziet hier deszelfs inhoud. tltt 5 ECHTE  VOORREEDEN. lih van den Generaal Kalhruiter, om 9 uur en het Regiment Dragonders van den Generaal van Kogh, om 11 uuren het Regiment lnfantery van den Generaal van Goud, om 12 uuren het Regiment Infantery van den Generaal Echerberg, alle onder het ge/ladig zingen en roepen Vivat de Prins! Vivat Oranje, enz. enz. het welke van een groot aantal Aanfchouivers met het roepen van Hoezee be* andwoord wierd. Hier op volgde de Bagagie-Wagens en Rak-Baerden , als mede de Battery , deeze laaft e beftond uit 24. Wagens yder met 6 Paarden befparmen, de Veldft'ukken en pontons pasfeerde yder voor zyn Regiment als mede de voeragie en Broodwagens, by het (luiten deezes is de ontzachelyke train nog nietvoorby. Ik kan niet nalaten UE. ook mede te deelen, eene algemeene Waarfchouwing des Konings, welk is als volgd: —». Zyne  VOORREE DEN. lv gen yder Stad welke ikh zal tegenkanten de Poorten te openen en aan de Troupes van zyn Majefleit of yder Inwoonder die men met de Wapens in de hand zal vinden zal zich te wy~ ten hebben, de droevige gevolgen welke daar uit te ontjlaan niet mankeere kunnen. Zie daar myn Vriend! de tyd nog omftandigheid laat niet toe UE. meerder tefchryven, •aagt zulks by een andere occajie. En ben met achting, Myn Heer en Vriend! UE. Dw. Dienaar* Arnhem den 13 Sept. 1787. Dee  VOORREEDEN. tem huivrig zynden, om hier aan te Obedieo ren, zoo op Traande voet, alzoo- toen ter tyd de Braave Burgers maar in Civiel Avfest wierden gezet, om meest al onfchuldige zaken, 't welk ook nog kort te vooren gebleeken was: zoekt en tracht naar eene kleine Uitvlucht, en- zegt, zoo aanftonds te zullen volgen, alzoo hy nog eeniget£i)ieven voor de Post moeite klaar maaken , den Bode echter met groote tegenftribbeling , zich latende overreeden, vertrekt met deeze Boodfchap..—. De Boekverkooper in deeze tusfchen tyd ,, gaat naar een goed Vriend om raad-te neemen, welken hem het gaan volftrekt afraad.. In den tyd nu, van circa een half uur, komt de Bode weder tot twee maaien toe, doch den Boekverkooper niet t'huis vindende.,, maakten de Bode hierin zoo veele zwaarig.beid, dat de Vrouw des- Boekverkoopers-, het cordaat befluit neemt, om zelfs: in perfoon te gaan,.naar het Raadhuis, en \ i daar  VOORREEDEN. ui ring antwoordde, met te zeggen , „ dat }, haar Man, meede zoo min als zy, dagt ,, gezondigd te hebben, door eenen Brief uit te geeven, voor welkers echtheid „ men binnen ftond, en waar van het Oru „ gineel konde getoont worden." — Dus na eenige zamenfpreekingen, voor en tegen , bevond den Hoofdofficier in de daad, dat hy met haar deeze zaak niet konde afdoen, en vroeg dus: „of zy binnen„ ftond, dat haaren Man vast, aanftaan„ den Maandag zoude compareeren." — Doch niet zot genoeg zynden, om hier voor binnen te ftaan, antwoordde zy, „ dat zy, indien zy haar Man fprak, hem „ wel het bericht zoade doen, doch 'er „ niet voor konden inftaan." Intusfchen bleef haaren Man abfent, en wierd des Maandags weeder gedagvaart, om zonder uitftel te komen: maar hy verfcheenniet, echter wierd denzelven, te dien zeiven dage, nog voor de derden maal geciteert, tuit  Voorreeden. lxi Êoekverkooper zoo veel op zyn koker hadde? — neemt nu zelfs de vlucht, en met hem ook verfcheiden van de Weth, zonder dat zy nog gejaagd wierden: waar uit men duidelyk moeste opmaaken, dat dë fchrik en vrees hun zoo bevong* dat zy reeds vloden, daar 'er nog geenen Vervolger was. — Wy vonden het goed, dit geval hier in te lasfen, als een Haaltje \ want van honderde ongehoorde dingen, geheel nieuw in zyn zoortj willen wy niet eens gewagen, by voorbeeld: dat de Brieven van V Post Comptoir gehaald wierden, en de Lieden volgens het Addres geciteerd, voor myne Heer en van de Weth, om dezelven daar eens gindsch endeweer te openen en te laaten leezen, op dat deWethi het Origine der Conefpöndentie te weeten kwamen. Wy flappen 'er af, met uitteroepen! o Edele Burger Vryheid! op welk eene wyze word gy fomtyds gehandhaafd "ttttt 2 Dé  VOORREEDEN. lxxi ftrekken, dat wy eenige Dicht/lukken, ter blyde nagedachtenis deezes- heugchelyken tyds, vooraf laatcn gaan. Voor Hukken van waare Verdienden, voeden wy zeer gaarne achting, en de gulle verzoeken onzer Vrienden, trachten wy op rechten prys te fchatten. Rotterdammer. HET  Viva den Prins herleefd, In fpyt der Oproermaakers, En Eed en P lickver zaakers, Gy Prinfenhaaters beefd, Eer gy door Nasfauw fneefd, Cy had de Deugd verjlondcn , Gy had het Pad gevonden , Waar door gy 't Vaderland\ Op (FOever en den Rand, Ter Onderdrukking leiden, Wen Willem 't niet vermeiden^ Lang was den Vryen Staat, Ten prooy der Eygenbaat. Viva lang Leef deti Vrêe, In Neêrlands Vrye Staaten, Ten Spyt die Willem haatèn, Het Eeuwigduurend Wéó, Vervliegd op onzer Bei, Nu zullen wy weer leevent Daar wy de wrok zien jnee ven t Wy waar en zeer in Nood, Door 't dreigend Staal en Loodt Zy hadden ons Verraaien t Het Moordmusket gelaaden, Om ons met eenen Schoot, Te brengen tot 'er Dood. Viva  toëgebragt AAN DEN GOD van NEDERLAND: Op den 8Jlcn van Lentemaand 1788, DOOR MAE.IA VAN DYCIé  L O F-O F F E R; TOEGEBRAGT AAN DEN GOD van NEDERLAND. JLeiumph! de God van Nederland, Die door zyn wonderdoende hand, Op 't onverwagst het Licht, uit 't duister op deed dagen; Zy myneu danktoon toegev/yd, Hy heeft en S taat en Kerk voor ondergang bevryd, En door zyn Mogentheid het Korachs rot verflagen. * 2, Juich!  C 5 ) Maar — 'k voel, hier fchiet myn kragt te kort. ó Dichtkunst! die ge-eerbiedigt word In 't ryk der zaligheêri by alle Hemellingcn, Daar gy den gouden Citertoon Der Dankbaarheid verzeld, by 't Hallel voor Gods troon : Leer ttiy door U geleid', hier het Hozanna zingen! Kom help me ook Echt Bataafs geflacht, Hem, die na den ftikdonk'ren nacht Die Neerland immer zag den fchoonften dag deed ryzen; Help Vroom en, die met Uw gebeên, Toen d'afgebedcn Vorst door 't vloekrot wierd beftreèn, Den Hemel hebt beftormt: God zingende Eer bewyzen. En gy, gewyde Priesterschaar! Die tusfehen 't Voorhof en 't Altaar Aanhoudend hebt gefmeckt; God wou zyn Erfdeel fpaaren: En gy, Myn Wa a r m o n d , (*) Gy vooral! Die in den bangften noodt onwrikbaar ftond, en pal Gelyk een fteile Rots in 't woeden van de baaren. . Zong C*) Prof: vm faljln. * 3  ( 17 ) Ööi al' het bovenfte om te keeren» d'Qranje Heilzon met een' flag; Én 't Vorstlyk Huis geheel te weren, Dat 't nooit dit Vaderland meer zag'; Men woud' de Lely, hier doen Bloeijen! De Godsdienst* met den Voet vertreên* Het ongeloof, zeer vast doen groei jen.' De Kerk van Ncêrland in 't gemeen Met Afgodsdienst, en Roomfche Misfen Bezoedelen? — Dit was het Plan! Maer Godt die 't hart kent, en gewisferi> Doorgronde ook 't hart van yder Man! Het oogmerk , van die Muitelingen, Heeft Hy, door zyn alzienende oog , En zyne Heerfchappy, doen dwingen*. Dat 't fcherp gewette Stael i of Boog * Moch Krygsvolk; noch geen Watervloeden * ï-'.i Ons kon befchaden; maer dit Landt* Zyn Volk — genomen in zyn Hoede! En 't onkruid, door zyn fterke Hand * * Ver-  ( 19 ) Van Jezus; — Dat u kan genezen; Sla op de Borst; fmeekt om geriaê; Dan kunt gy recht gezuivert wezen, Zyt gy dan rein! — Vertoon u dra , Aen 'sVorftcn Hof, die gy gehoont hebtj En onrechtvaerdig, hebt gevloekt! Ja, in uw hart geheel onttroont hebt, Die zal uw voorfpraek zyn; — maer zoekt 's Lands Vaders , met hun gunst te winnen j, Of brengt uwe Offers, in 's Lands Zael! Gantsch Ncêrlahd zal u haest beminnen En u weêr zeeg'nen — Altemael. Komt dan als Broeders zamen woonen i Geen afgunst, geen verwyt, of haet, Zal geen rechtfehapen Vader toonen, En nimmer werd gy meer verfmaedtr Dan zal men, om geen nieuwigheden Meerdenken, — of verandering, Dan zal men Neêrlands oude zeden Betrachten! — en geen Waereldling i '** i Zat  ( a* ) Zoo 't na myn wensch gaet, ftadig hooren, Dees Landftreek bloei, naer Godcs wil? En die en die werd daer herboren. Ag! waerdig Neêrland, weest dan ftil? Vertrouwt op Godt — wilt met my fmeeken, Om zynen Geest, en onderftand: Zoo word dit Landt van zyn gebreken Gezuivert:— en in Nederland Word duurzaem onzen God geprezene Ja 't zal hem fchooner Lof en Eer. Dan al uw Vuur en Kaerfen wezen* Komt buigt u, voor dien Hemel Heer! En gaet dan vry, uw hart ontfluiten, Het oog naer boven, roet gebeên Opheffen, voor Gods Raedsbefluiten; Die ons, toen 't al verloren fcheen. Zoo zonderling heeft gaê grflagen; Zoo wonderbaarlyk heeft geredt; En na 't verloop der duiftre dagen; Geweld en Heerschzucht perk gezets • • 3 Wat  C 23 ) Geen wonder! nu wy zyn verbonden, Met d'Adelaer, en 't Britfche Hof : En Neêrlands Leeuw, weêr ongefchonden, Het hoofd vry opbeurt uit het ftof. — Komt Loofc nu t'zaem, den Heer der Hoeren! Die 't al Regeerd'. zyn fterke Hand, Zy over hun die 't Landt regeeren, Befchermen Volk , en Vaderlandt! Vorst Willem, en zyn Braove Loten! De Koninglyke Hof-Vorftin! Zyn lang' de Lust van klein en grooten! Godt zegen hun Jaer uit, Jaer in: En doe d'Qranje-Stam fbeds groeijen; Gods Oog bewaek haer Dag en Nacht.' Dat's Prinfen Hof, nog meerder Bloeijen Tot in het laete Nagedacht! Ja! gaet het naer myn Wensch en Bede, Het vreê Verbondt zal nooit vergaen! Het Konings Bloed, zal verder treden, Zoo lang de Waereld zal beftaen, * * 4 Ge-  C 25 ) OP HET B L Y D E ORANJE-FEEST» Gevierd den s8 Qfiober 1787. (*) ees blyde dag, zoo lang verwagt, Zy ons tot vreugd, zelf in de nacht, Nu we eind'lyk onzen wensen vervult zien, en beleven: Wat zyn wy in ons hart verblyd, Geliefde Vrinden, op dcez' tyd, Paar God pas heeft verhoort, en onze beê gegeven, Wy zyn dan aan deez' blyden disch, Onthaald, op Vorftelyke Visch, Op eene Broeder wys, als graag getrouwe Vrinden; Onsf (*) Dit Versje is cpgejleld, door een Lidt, van «n gezelfchap, van^opregte Oranje-Vrienden; die langen tyd gemkhalst hellen, dat de Heilzon , over Vaderland en Kerk, zoude doirbreken, en nu tindelyk gekomen is. ?* 5  ( *7 ) Vorst WILLEM zy dit Land getrouw! Bewaer Gods Kerk en Volk --! ook nouw, Wanneer 't werd ondermynd, en nog werd ondernomen, Om 't wacr geloof het hoofd te biên, Dat onkruid zal eerlang, — misfchien , Den doodfteck voelen, en nooit weêr tevoorfchyn komen. Geluk! gezegend Vaderland! Uw Haters zyn al reeds van kant; Ze zyn ontdekt; en meestal in hun wiek geflngcn: Den Adelaer en 't Britsche Hof; Onz* Burger Vaders herben: Lof! Zy zyn altoos geroemd: wie zal ons verder plagen? Nu krygt dit Land wcèr nieuwe Rust, De Schcepvaert bloeije op onze Kust', De Vreê bevestigd , en wy zien het all' herleven! Werd de Eendracht eens vol roem herfteld, En 't Vloekverbond ter neêr geveld, Zy't Land' zyn vrucht, en bloei, en wasdom weergegeven. Met lust, myn Vrinden! weest verheugd! Ons hart zy vol van Edele vreugd; Wy mogen nu gerust, het hoofd om hooge Heken: Des  C 45 ) HET BLYDE ROTTERDAM, GEVIERT VAN DES ZELFS welmeenende inwoonders> OP DEN PLEGTIGEN VERJAARDAG VAN zyne doorlugtige hooghe1t den heere PRINSE van ORANJE en NA SS A'UW, BETREKKELYK, TOT DE GEZEGENDE omwenteling, en herstelling VAN DIEN VORST, in alle deszelfs hooge eminente waardig IIeeden, Gehouden op den %ften Maart, in bet laar 1788. \JJ lang gewenfte dag! zyt welkom agflcn Maart! Daar gy ons tyding brengt, dat onzen Vorst verjaart. Wy wenfchen de?en dag, roemrugtig nu te vieren, En ook ons Rotterdam eens beerlyk op te. fleren Ter  C 47 ) ORANGE LENTEZANG, ter HEUGELYKE VERJAARING' VAN ZYNE DOOllLUGTIGE HOOGHEID, WILLEM de VYFDE, PRINS VAN ORANGE EN NASSAUW, ENZ, ENZ. ENZ. jü^Teemt elk zyn Liertuig in de hand En fpeelt op blyden toon! Ik gryp de myne ook van den wand, Het is nu niet verboón: De muitfcugt is geboeid, geveld: De Prins weêr in Zyn Eer herfteld: Nu mag men vry Oranje wierook zwaaijen, Terwyl de Wimpels van de Transfen waaijen. Triumph!  C 49 ) Men trekt naar geen onftigtlyk Stiebtl Geen aanfpraak, noch gebed Bemoedigt als een Kristenpligt, Daar 't Kristenen befmet: Men fleept Kanonnen, noch Mortier; De zwetfeher dooft zyn heldenvier, bie yd'le praal is als een mist verdweenen, Zoo dra de Oranjezon ons heeft omfcheenert Geen Landberoerende Cabaal; Geen vloek noch lasteraar: Geen moorders met hun lood en ftaal, Dreigt thans de Burgerfchaar: De Wolf is in een Lam verkeerd, | En door een hooger Magt verneêrd. Geen woeste benden loopt alom rinkinken: Men hoort hen met geen doemnis-bekers klinket!. Geen onverdraagbre dwinglandy; Geen knevelen om geld: Baatzugtige bedriegery: Geen huisraad met geweld Te nemen als een prooi en roof, Voor fmeekgebeden, hoorend, doof; Geen Volkverleiders die den wervel draaijen, Hoort men nu Vryheid! Vryheidi Vryheid kraaijen! * * * * Mert  C 51 ) Nti juicht een ieder ongcftoord, In 't roemryk Leeuwendaal; Men juicht dat heel Germanje 't hoort Uit monden van metaal; Dè weérgalm klinkt aan 't Britfche ftrand, • En voorts tot in het Morgenland; Ook daar Auroor duikt in de Westerkimmen, Nu wéér Oranjes Gloriezon moog klimmen. De Staatsörkanen zyn geftild, Het onweer is bedaard j Men vreest nu voor geen Midas fchild , Noch banjonet, noch zwaard , Voor houwcrtjès, noch Snaphaanfchoot, Voor fcherpen dolk, noch die hem floot: De tyd geeft beurt om beurt verwisfelingen; Men mag nu vry voor Vyfden Willem zingeri. Die toon ftreelt thans het gretig oor; De laster wordt verdooft; De muitzucht mist hour fterke fchoor,' En is van hulp berooft. Het vloekgefpan is op de vlugt; Hun bange boezems zoeken lucht; Zy fchuwen deugdërkennende Ooije.vaaren; Dé komst der rust aanbrengende Adelaaren, * * * * 2' Men  ( 53 ) My dunkt, ik hoor' een Englentaal Uit Wilhelmina's mond: De galm vervuld de ruime Zaal, Zyt welkom morgenftond! Gezegend zy de Lentemaand! Heeft Neêrlands Gloriezon getaant! De Godheid heeft de nevels doen verdwynen, En laat uit duisternis het licht weêr fichynen. Zoo juicht 'sLands Moeder, Debora , Die moedige Heldin! Eene andrc Dorcas, Tabithai Germanjes Ryksvorftin! Zy, die zig offerde aan de wraak, Van een vergifte lange Draak! Is waardig dat de weereld Haar zal roemen, En fteeds de Estber der Bataven noemen. Hoe juieht de prille Oranjejeugd! Het drietal Vorstlyk Kroost.' De hoop en ftut van Neêrlands vreugd, Der Oudren lust en troost: De blydfchap ftraalt Hunne oogen uit, Hun Hemmen zyn een Feestgeluid; Een ieder poogt den Vorst zyn kruin te fleren; ' Met Heilwensch en een krans van Eerlaurieren. * * * * # ^ Üc  C 55 ) Zyn zucht voor Kerk en Vad.rlaad: Zyn gulle vriendlykheid: Zyn oordeel en Zyn fcherp verftand; Ernsthafte Majesteit: Beminnaar van de rust en vree, Die fraaie harten maakt gedwee.' In voorfpoed dankbaar en in ramp geduldig; Zagtmoedig, onverdrictig en zorgvuldig. Elk juicht nu met een' blyden geest, De Lente lacht ons toe: Zy nood ons tot een vrolyk Feest, Heilwenfchcnd wel te moe! De Grysaart en de teedre Jeugd, Zyn vol Bataaffche Oranjevreugd , Hun harte raakt door Prinfemin aan 't branden, Vivat.' den Erfvoogd leeft tot heil der vrye Landen' i Geen Titus, Antonyn , Trajaan, Was eertyds zoo geacht; Noch wellust van den Onderdaan, En 't menfchelyk gedacht; Als Vyfden Willem! Neêrlands Vorstï Die 't Juk der Wingewesten torst; Een Juk te zwaar voor menfchelyken Schouder,. Voor Nasfaus eerstgeboren Erfftadhouder. * * * * 4 Wierd  C 57 ) De Troost der nypende avremoê! De Helper in den nood: Hy reikt zyn liefdegaven toe, Aan hen die zyn ontbloot; Het zy ftokoude of ouderloos, Die aangenaame Lenteroos Verkwikt, en fpreid een guer van kristen deugden; Het weldoen is zyn lust, vermaak en vreugden. De Eêlfte en Rykfte Inboorelingj Der Staaten Regterhand; De Keurftecn in den Zegelring, De gulden Eendragtsband: De Zeilfteen die alle oogen trekt; De Kroon die Zeven Pylers dekt, De Noordftar.en Kompas der Vrye Landen: De Stuurman die de Hulk behoed voor 't ftranden. Het Hoofd der Land- en Zeevoogdy; De Steun van 't Koopbedryf; Bemoedigcr der Visfchery, En ander nut geryf: De Standaart onder 't Veldgefchreeuw; De Moed en Dapperheid der Leeuw. — Dan, wie zou 't heil in zyn befpiegelingen, Den besten Vorst op zyn Verjaardag zingen? * * * * H. 'sJakob op de Scheepma.a-' kers Haven, alwaer op een Chasiinet Verbeeld wierd een Oranje Boom, aan denwelken de Wapens gehecht waren , van 't Vorstelyk Paar, ter rechterzyde ftond de Holl. Maegd, met Speer en Hoed der Vryheid , en aen de linkerzyde den Leeuw met de 7 Pylen ih de Poot geklemd. De Bierhaven langs tredende ter westzyde, viel zyne opmerking op de Huizing van P. CovjYREr Mr. Konst-yvoordraycr. 'er was: Een Chasfinet, waer op verbeeld ware ter rechterzyde de Maas-ftroom als eenen ouden Gryfaerd, zittende op eene vlietende Rivierkruik : op dewelke ftont Mos .■ Fluv: omringt van Netten, Hengels en ander Vischtuig. Ter linkerzyde zag men Mercurius de Koop-god , met deszeifs Slange-fcepter, gevleugelde Hoed en Voeten, omringt van Vaten, Pakken, Ankers, Roer, Kabels en ander Zectuig en Koopwaren. — Op de hoogten van het midden dezer voorfchreven Beel-* den, zag men eene afleheidinr in welks bovenfte gedeelten men cenOorlogsfchip verbeeld zage , met name de Eendracht, in volle Zeilen, voorzien van Vlaggen en Wimpel, zeilende als 't ware met een bezeilde wind, in  EERSTE WYK» $$ Onder aan dit volgende ; God zegent zyn Pruisfifcbe Majefieit) vit ons van jlqvèrny bevrydt. 'Prins Willem de Eerjle, Vinder van ons Land: Prins Willem de Tweede, Die bragt bet in jland: Prins Willem de Derde, Die plante Oranje : Prins Willem de Vierde, Vreesden geen Frankryk, noch Spanje: Prins Willem de Vyfde, is geboren , Om dat ons Land en Kerk , niet zou gatn verlorenl den 8 Maart 1788. De Wynhdven verfchaften onzen Wandelaer^ ruime fcoffe tot beichouwing. (*) By Adrianuï Groenendyk, zag men in 't voorraam, eene Piramide verlicht met Glazen, waar men in de midden doorzag, eene Decoratie, die op drie Spiegels, eene fterke werking deed, met eenigbywerk, en boven in dezelven, was eeis verlichtend rond, met dit vaers; De Deugt gefticbtf In 't vro'.yk licht, Verp.crt deez' nacht, Met licht vol pracht, Ter eéren van Oranje. Qp  EERSTE WYK. t$ Op de andere zyde, zag men de Vryheid , in 't Romeinsch gekleed, met de Speer en Hoed van Vryheid, in de eene hand, en een Schild in de andere hand, waer onder dit vaers Mondt* De Vrei uit 's Hemels Hof gedaeld, Stelt Nederland weêr Vrank en Vry ; Zy macht dat Vryheid Zegepraelt, Op boos geweiden Dwingelandy! Boven dit midden Huk zag men het Borstbeeld van zyne Doorluchtige Hoogheid Prins Willem drVyfden in eene Medaillon, hangende in de Wolken waerin men twee verbonden handen zag, met de zeven Pylcn tuslcheri dezer/en; met dit byfehrift: ËENDRAGT MAAKT MAGT. Verbeeldende de Vcrceniging met den Staet 'en den Vorst. Öp de eene zyde hier Van, zag men Zyne Hoog* heid té Paardt, met eene bende Krygsvolk; verbeeldende hier als Erf-kapitein Generael, in welk verichiet men een Domkerk zag. Aan de andere zyde , een Strand daar eeii Oranje Vacndel geplant ftond , met eenig Krygsgcwecr enz. en een Vloot Schepen, in het verfchict-, verbeeldende het Erf-ka- piteiö  EERSTE WYK. ??, Öp dc linkerzyde zag men den Godsdienst, onder de gedaante van eene biddende Vrouwe , welke geknield zat voor eenen brandenden Altaer waer boven een' Engel uit de Wolken nederdaeldc, ten vcrtog'e dat haare Offerhande de goddelyke goedkeuring weg droeg, met dit byfchriït De Godsdienst. Waer onder ftond dit Vaers: De Godsdienst offert heilig vuur Aan Neêrlands God• wiens albejluuri. Heeft Tweedracht paal en perk. gezet, En 't Vaderland uit druk gered. Boven dit middelvak, de Faam-, zag men hei: Borstbeeld van Haere Koninglyke Hoogheid, Mevrouw de Prinfesfe van Oranje enz; waer boven ftond het Pruififche Wapen, dit Medaillon was omringt met Wolken, waer boven mén een gekronkelt Lint zag, waer;. ih dit byfehrift ftond, Wy rusten onder uwe Schaduw. Aan de rechterzyde van Haere Koninglyke Hoog' beid, zag men het Borstbeeld van den overledenen Koning van Pruisfcn, in ëeri Medaillon met dcszelfs Wapen daer boven: met eenig Krygsvolk in 't verfchiet, op 't. Gebergten/als- zyndé de Aanlegger van  EERSTE WYK. 19 gen, die te wagten ware door de herftelling van den Vorst, waerondcr ftond dit Vaers: Zre Overvloed daelt nelr , in Holtandsth Vryen Tuin $ De gulde Zon niet glans, verdryft btt Winters bruini In het vierde Chasfinct zag men eene Eerepoort, waerin eene ftatige Vrouw zat in 't rood gekleed, met een blaeuw Overkleed; aen de Poort zag men de tcckens van Landen Zeemacht, en van onder de Koophandel en Akkerbouw , verbeeldende den vollen zegen door 'sVorsteri herfteliing , met dis Vaers daer onder.: "Zoo zal dit Gods gefcheak , 't Gemeenebest doen bloeijsr. 4 Ve Zee- en Akkerbouw, met Overvloed beffroeijen* By Nikolaes de Koning , werden twee Chasfmetten gevonden. Het een Verbeeldende Zyn Hoogheid, uiteen Paleis tredende, tegen over het welke, eene Maegd gezeten, ware , hebbende in hare rechterhand , eenen groenen Eiken Kroon; 8ie zy den Vorst aanreikt, en agter haer, benen Oyevacr^-wacr boven gelezen, worctej Pit kómt bevi ta, B a Het.  EERSTE WYK. 21 Voor het Huis van J. Elging, Kooplieden in Steen cn Tras, &c. zag men cene opgerichte Eere - poort: Wedcrzyds verfiert met Oranje-takken en Appelen; boven op dezelve, de letters P. V. O. geheel cn al netjes verlicht. ' Onvermoeid in de befchouwing, vestigde hy zyn oog op hctChasfinet ten Huize van dé Hg eren DüBBELDEMUTS, Kooplieden, 't Welk Eenen Oranje Boom voorftclde , waer onder dc Voorfpocd zat, met den Hoorn des Overylocds in de rechterhand, cn wyzende met de linkerhand, naer een Schip, zeilende in eene ftillc Zeéï afbeeldende de Koopmanfchap : acn dc andere zyde eene opgerichte Eerzuil, waer voor hongen de Pourtraitöri van 't Vorstelyk Paer; voor dezelve ftaec de Leeuw met het Zwaerd, cn van ondren leest men: De Voorspoed. Hoe gaet het, vracgt onze Wandelacr aen zyn jeugdig knaepje, 't welk onvermoeid fcheen. . Kom aen, de Wynftraet door naer Huis niet waer? — Dc Wynbragftraet doorgaendc, yond hy ftof tot lachende blyfehap, ziende , by zekeren Johanxes Munts, het volgende gefchreyen, B3 ' ffatt*  EERSTE WYK. a3 Onder dit alles wierd een' Marmerfteen verbeeld en daer op als gegraveerd Op het 2e Chasfinct wierden voorgcftclt, twee Colommcn mee eene Toog, waer door eenen groeten Adelaer fchecn te vliegen , houden d°c de Wapens van 't Vorstlyk Paer. Aen de Colom ter rechterzyde hang het Pnjifiseb. en ter -andre zyde het Engelfche Wapen. Op den Voorgrond ftond het Schild cn Wapen der Unie : verbonden , als 't ware, met de voorigc Wapens, door een Oranje lint, en hier onder mede als bovenopeenen Mar-* menie en ïjecre li tm;c UDttstbtr; <5)e ïjcert i§ on;e 53ic'f)ter: tytfêt&jt t^ anse ïtnning: ï}p $aï arijï öegouöen. Qp het 3e Chasfinet, ftonden twee Colommen met Bloem-fcftonnen, daer op eenfoortvan Eerenboog als tusfehen de Colommen. Op den Voorgrond eenenfchoonen Oranjeboom; onder denzelven als vorens een' Marmer^ ftecn waer op J Hy groeit zelf op, in ramp en tegenfpoed, Het gaet hem wel,'( gelukt hem wat hy doet. B 4 Bo.^  EERSTE WYK. i$- By Christiaen van! aken/werdjJeen Chasfinet gevonden, met dit zinnebeeldige: Een Hof met een diep en vergezicht van groenende Boomen, en van vooren een Land in de rondte groen; op het welk een Hitte • Paerd ftaet en fpringt, wat verder ziet men het Vorstelyk Paar nader treden, en ter zyde dezes Hofs een Paleis, waerin vier Vengfters: uit drie van dewciken, de Vorstelyke Telgen , en uit het vierde de PruisOfche Monarch gelegen is. Ei zie, zegt dc ware Vaderlander, hoe een oprecht welmeenend , en waerlyk bly Burger, zonder pracht of prael van de kunst te ontlecr nen, het wezenlyk gevoel des harte, aan den dag legt: terwyl hy voortgaende, voor de Huizing van Hendrik Onderberg, dit volgend^ leest (*) : Prins Willem is weêr in zyne Eer^ Daar voor ik ook. Elemencer, Al is myn magt en plaats wat kleyn» Het is toch opregt maer niet in fchyn Wy zyn zoo wel voor het Vaderland, Als die wel duifend Kaerfen brand. Het tweede Vers. Het is hceden veertig Jaer Die wy nu tans beleeven4 Dat onzen lieven Vorst Aen Nederland is gegeven, B, 5 Van  TWEEDE WYK, v gorden, en de Kaerfen ftaen vast: nou het Jasje 'er op aen getrokken, en met Moederlief >, de hord op Waerzkje, — waer zitje, treu- » zeikousje; benje nou nog niet klaer; zyn 'er 5» noS al kruiken te bcfchikken? —kom, kom, „ al mooi genoeg; wy zullen waerlyktydte kort „ komen. "•— Dus hoor ik, dunkt my, de welgezinde en vrolyke Winkelier zyne Gade roepen: — en ziet, zy komt; doch hem den arm toereikende, beveelt de zorgvuldige Huismoeder hare wichtjes, toch vooral den thuisblyvenden aen Zy treden voort; en de verwonderlyke fchoonheid des weders na guure buijen, op dezen n'achtftond, verfchaft een kort onderhoud; tot dat zy ftand houden voor de wooning van G. Damme, Kruidenier op de Gelderfche Kaay. De  TWEEDE WYK* fy Hetvcrtoonde een' Krans waer in een'Leeuw houdende in de eene Poot het Zwaerd, in de anders de Zeven Pylen, boven de Krans was een Strik van breed Oranje Lint, dienende ter zamenbindinge van twee dwars over een leggende Oranje Takken; op het welke ftond VIVAT ORANJE. Bovenden gémeldcn Leeuw ftond de Eendracht entusfchen die Krans twee Oranje Boomen in Potten, waer op ftond; P. W. D. V. en E. S. H. Wat verder gaende, zagen zy by den Heer Suermondt, voornaem Koopman, Eene verbeelding vaü het Wapen van Zyne Hoogheid , en ten andren het Pruisfifchc Wapen; onder dewelken Vruchtdragende Oranje Takken, met deze letters van allerhande couleuren Pw W* D. V. By Mejuffrouw, de Weduwe van Wylcn den Wel Eerwaerden Heere J. P. van ds Vemje* vertoonde zich Èene Oranje Zon, met dit omrchriftï JDe Oranje Vryheid, Neêrlands blikeid!.  TWEEDE WYK. §1 èaerflgevloeide meenigte hun iets zonderlings fcheen aen 'te duiden: 't was zoo: de algemeene befchouwing viel op het Huis van den Heer Jan David Peters, Koopman in Wynen. (*) Een Ch'asfmet hoog 5 voeten 8 duim, en breed 4 voeten 3 duim Qi). In het verfchiet ziet mei: den Tempel der Heiligheid, ftaandeop een fteilen Berg: Zy.rte IEoogheid, afkoinende, houd in de rechterhand een' Vredcntak, welk teeken door Deugd , zynen Leidsman, onderftcund word; aan de linkerzyde werd den Vorst door de Waakzaamheid vergezeld; voorts is zyn Hoofd met verkregen Lauweren verfierd. Aan den voet des Bergs, (rechterkant) flacn eene meenigten, die juichende, Zyn Hoogheid afwachten,.ten blyke van 't groot genoegen der Herflelde Conftitutie en zyne Waardigheden. Aen den linkervoet des Bergs, ziet men een* talryke meenigten. vliedende langs wegen bezaaid van Wapens, Slangen , Adders, enz. zynde in dc grootfte verbaesdheid en fchrik; terwyl dc Lucht, die betrokken is, de akeligheid vermeerderd en door Biixemftraelen lchynt (a) De fpialheid van dit Huis, heeft n'ets van 't ziniyke benomen in de te famcnrtellin? der Teekeoi»2cii5 ffie ten qcnenmaale. fpreekende wsres.  TWEEDE W Y K. 33 Hier fcheid de Voorgrond af, op welkers beide boordenëindens de Rivier-Goden dezer Stad zyn geplaatst, Hortende het water uit hunne Kruiken, die zich ftroomende vermengen langs het vruchtbaer K.oorngev/33 en het kronkelend Riet, hebbende tot Byfehrift; Oranjes Stam zal zoo lang blocijen, Als Rotte en Maas te famen vloeijen.- Het ander Chaünct, boven de Deur vr.n 't Huis geplaatst, was hoog 5 voeten 7 duim, en breed 3 voeten ...duim. Vyf Oranjcboomen, zinfpelendc op de Naam van Willem de Vyfde, en het getal van Zyn Doorluchtige Huisgezin, ftaan, in een , gewensehten Hand, geplant in kuipjes die blauw geverwd en wit omcirkeld zyn , op een weelderig Gras-groen-Land , wasr van Palm en Lauwïierde omheining uit maakt. — De Gerechtigheid en Godvrucht, ftaen op Piedeftallcn in Nisfen ; zinfpelende op hét behoud van het Land , dat alleen door dezen beltaet. Eene duistere Wolk dry ft af, zoo, dat de Zonneftraelen doorfchieten , de Vyf Oranjeplanten befchynen , ten blyke, hoe '«Hemels gunst op het Zinbeeld werkt. — Een' Adelacr, van de verlichte kant ofte regterzy.de, komt nederdalen , houdende in zyn' bek een' Vredetak en aan zynepooten, de C Wa-,  TWEEDE W Y K. 3o- ze. Eenen bloeyenden Oranjeboom waer boven in een Lint ftaec, Onder zyne Schaduw' zyn wy veilig. 3'. De Wapens van Hunne Doorl. en Koninglykc Hoogheden. 'Aen de rechterzyde 'ftttot een Leeu w met eene Kroon op 't Hoofd, den welken met zyne Pooten het Wapen vast houd, en ter linkerzyde ftaet een' Wilde, man, houdende met zyne hand het andre Wapen. Geen wonder, zegt Moederlief tegen haar Man > dat hier zoo veel Volks ftaen blyft; 't iskostbaer, elk ftuk is een Schildery , hoe kan het zoo bedagt worden; wy kwamen tyd tekort, wilden wy aües ter deeg befchouwen. Ja, zegt onze Wandelacr tot haer, laet ons daer over zien , by Pietervan Rogge, Ui. Zilverfmit. — .... Kom .... kom .... kyk hier; dat's netjes. Zie dacreenengrootcnOranjeboom,diedoorde ilralen van de Zon befchenen word. Daer aen de rechterzyde eenen Brandenden Alcaer, dat verbeeld de Godsdienst. Zie, onder den Oranjeboom die Vrouw, zy rust met haer' linkerarm op den Bybel, zy fchynt haer andere hand toetereiken aen de Vrouw dieaen de andre zyde zit, dat's de Vryheid, dat blykt aan de Hoed en Speer. Yoor deiTOranC 2 je-  Tweede w y k. 37 eenen Oranjeftrik tc zaem verbonden , waer rondfomme ilont: Eendracht maekt Macht-, fin by P. van Dun , Het Wapen van dc Prins en dat der Princesfe, en ter wederzyde eenen Oranjeboom By den Papïerkooper J. A. Harmans wierd het volgende gezien: Ter rechterzyde 'tPoiirtrait van Willem dén Vyfden , boven denzelven het Wapen. Ter linkerzyde dat der Vorftinne benevens dcrzelver Wapen. En als nog eene helder fchynéndc Zonnéi 'tls alles dubbel wacrdig 'befchouwt te worden, zegt de een tegen den ander; en 'twandelende Paer fpoed zich voort, in vast vooruitzicht, ombydeBoekverKopersJoHANNEsHoFHou* en Zoon, als bekend voor lieden van fmaek. en waerlyk welgezind, iets fraais en byzonders te zullen vinden: de menigte der voorbygangers cn die ftil ftonden, belettede alles naer eisen optcmerken; dus zullen velen zich het herinneren kunnen door deze hunne opgave : (:f) De cerfte verdieping met Licht-iliumlhai"ieft  TWEEDE WYK. $9 difche-wyze Bogen, ryklyk met Kaarslicht bezet, op welken bovenfte dc Hollandfche Leeuw zich vertoonde, waaren op hetvoorftuk van dien Altaer geplaest. Een glazen Bol die achter deze Verlichting hing, gaf aen dezelve een aengename weêrkaatflng, en verdubbelde de afftraling der Doorluchtige beeltenisfen. Waer op deze bygaende Regels toepasfelyk zyn. Elk rechtgeaarde Vaderlander; Die God vereert als Neêrlands God, Plant in zyn hart de Oranje-itander, En zwaait den wierook voor dit Lot.' liet was zyn wille in deze daegen, (Zyn goedheid kent nog pael nog perk> Het Vorstlyk Huis van nieuws te fchraegen Tot heil van Vaderland en Kerk. Tr worden wat onkosten gemaekt! roept de Huismoeder als in verrukking uit, terwyl zy haren Man alsbydenArm voortport, zeggende:, ja , als men alles zien wilde, de tyd was te kort, en wie weet hoe ze het t'huis maken. —■ Kom kom, zegt hy tot haer, treuzel je weêr? is 'tnoa tyd om naer huis te jagtcn; 'k moet op de Viscb* markt wezen, en dangaen wy naer huis; hou je maer kras Kom hier, by de Wed. Dilbeek» (op eenChasfinet) Een Vlootje met twee dubbelde Rozen, en xrx C 4 ïïcs  TWEEDE WY£ Het 4e Chasfinet ware de afbeelding der Hoop. 't Wel vcrnocgde Pacr, wandelt al voort,en befchonwt nog vele aertigö en fraaije Illuminatien, Decoratien, Verfen enz.; doch welker bcfchryving, als niet ingekomen zynde, wy thans moeten voorby treden: terwyl wy met des te meerder genoegen ons in ftaet zien gefteld, om de befchouwing van onze Vrienden te bepalen by de Huizinge van J. van der Graaf, Mr. Schoenmaker, op bet einde van den Visfchersdyk, by de Keizersfiraet, alwaer onze Wandelaers twee Chasfinetten vonden: Het een', vertoonde eenen Oranjeboomt ■waer aen hingen 2 Bladen, of IN°». voorheen uitgekomen, namclyk een van de Po* iiücQUt Kruijcr, en een van de Post van den Neder-rbyn, waer by gevonden wierd een' Leeuw met het Zwaerd en Pylen-bondel, denwclken als vergramd,op die Schendbladen fchynt aentevallen, om die te verfcheuren, ja van welk laestgemeldde hy reeds een gedeelten fchynt opgevreten, en nog een groote fcheur daer in getrokken te hebben : daer benevcn ftond het Beeld der'Gereebtigbeid, met de Oogen als ten Hemel opgeheven, houdende in de eene hand de Weegfchael en rustende met de ander op eeaen Bybc!. C g -Hef  TWEEDE WYK. *g fchcmcren door dc menigvuldige befchouwingen, las het voortgaende paer met genoegen het volgende by H. van Binsbsrgen, Mr. Koekbakker en Kruidenier, De vier eerfte Chasfincttea vertoonden dc Wapens van Den Staet, Den Koning van Pruisfen,: Der Princesfe , en dat Der Vofst, Willem den Vyfde; Het 5' verbeeldde de drie jonge Spruiten cn eene Kroon waer in een Hart was hangende, met deeze 2 volgende Vaerfcn, TER HEUCHEL YKE VERJARINGE VAN WILLEM den rTFDEN, PRINS VAN ORANJE. Op den S/f van Lenttmaend 3 1788. 't Is nu 40 Jaer geleeden Dat die Vorst ter Waereld kwam : Van den Hemel afgebeden! Haet dus nooit de Oranje Stam,  TWEEDE WYK. 45* Koninglyke Kroon: aan de eene zyde van denzelven Troon ftond den Erfprins, Zynen Vader aenbicdendc een bloedig hart, Waer uit vloeide deze Spreuk: Vrede zy U. Aen de andere zyde van den Troon, ftond dc andre Prins en de jonge Princcsfe, houdende te zarnen een Lint met deze Spreuk: 't Is alles eensgezind. En onder alles dit toepasfelyk Vaers; Prinsgezinden weest verheugd] God beflraeld de Oranje deugd! Nu beleven ivy weêr de dag Dat men Zyn Geboorten vieren mag! Voor de Schuifraem der ingang ftond een Jweede Chasfinet, met deze Vertooning: Een brandend Autaer , beftraeld wordende door de Zon, en boven den Autaer twee Engelen behoedende dc Vlamme, houdende beiden een Lint vast, waer op ftond gcfchreven: Door liefde voor Prins Willem den Vyfden. By den voet des Altaers ftond een Wierookvat cn eene Lamp , waer onder . Dankoffren wy. En hier naest ftond Jakobus de VjRi.es. By.  TWEEDE WYK. 47 Bierglazen en alles met lampjes verlicht—i ja. zie, zie de pomp zelf befchilde-rd en verlicht. —— Luister, luister, wat zingen ze: „ Speel op Trompet, Viool en Snaren, „ Wil het Oranje Huis bewaren. „ En bevryden van tegenfpoed , Voor die " . . Wat doeje, ga je ook zingen? — Ja 'k moet meê neuriën: —- Hoor, hoor, al weêr een andere Ruy, „ Al buigt de Stam en al kraekt het riet; „ Al evel treurt Oranje niet " enz. Daer, daer, drinken ze: laet ons ditnog eens hooren, dan gacn we , „ Wilhelmus van Oranje „ Geteeld uit Nasfauws bloed Verzwagerd aen Germanje, „ Smaekt, na veel zuur, weêr 't zoet.'' Enz. enz. Wel nu , wel nu, zie hier, by AsiBeeriwout: kyk dat Katje ; dat's aartig gevonden. Drie Eereboogjes töt agtren toe. Zie in de Spiegels acn *teinden : wat fraais gezicht! een op den ftoep, esn in 't Voorhuis, een in den ingang van de Ka-  T W E E D E W Y K*. & r Meenje niet kwaed zaed te brouwen Dezen Boom omver te bouwen? Neen! de God van Nederlands! Houd dezen Boom gejlaeg in fland, iÉn aan de andere zyde], De Heerschzucht van Bourbon De Staatzucht van Brittanje Verdryft uit Nederland de Rampfpoed van Oranje. 't Is kostlyk! — En zie hier, by de Weduwe jakob de Klerk , Koopvrouw in Linnens &c. t ih uitgehakte Letters fraai verlicht: ORANJE BLOEJE. Laat ons dit afflacn. — Zie by Pieïhr d« Haan, op 't Steiger , 't Chasfimt vertoont, eenen Oranjeboom met Appelen, onder den welken de Leeuw zich befchermt , houdende Zwaerd en Pylen : waaronder het Afbeeldfel van zyne Hoogheid in eenen Krans; rondom hetzelve leest men, Willem den Vyfden. Prins Alles daarenboven verfierd met groene vruchtdragende Oranjetakken; en ter weéïzyde vari den Leeuw ftaet: Vivat Oranje,  DERDE WYK, I' 7~oTttt, Kinderen komt: zegt FieterBaas,als Vader des Huisgezins, 'c Hang in: Links zwenk... —— waer drommel zyn ze. — Is me Pelotton gedeferteerd ? ■— Hier zoo, Vader.» hier zoo, — Allons, Mannen , in gelederen.'—> Marsch.' — *t Geweer in den rechter arm! ...t Jongen, hou je Nichtje wel vast? — Men zou zeggen , hoe wordt het verzonnen ! Zie hier by Hendrik Luyks, Mr. Schoenmaker, (in de kromte van 't Hang.*) Eene Eerepoort, geplaetst op de Stoep, fraai verfierd en geïllumineerd ; en in dezelve' dit volgende : Dezen vreugd te bewyzen^ En Godsdienst te pryzen, ds ten allen tyden goed! Hy is verjland:-g die dit doet ƒ «** D 5 t$ 5*  DERDE WYK. 55 Een Chas/ïnet, met het Wapen van Zyne Hoogheid, en deze woorden: Vivat Prins Willem de Vyfde. Èn hier, by Willem van Zeeland, Mr. Hoedenmaker, Een Chasfinet, met eenen Oranjeboom , en dit volgerjde: Oranje in het hart geplant Is beter ah veel licht verbrandt! Jongen, vraegt Pieter Baes, met een torsie ftem, wat zeg je van dat versje? ■ goed, goed, Vader; hec Oranje moet in het hart van alle waare Vaderlanders geplant zyn, dat is het waare; allons, de Zyl op! —» Zie daer, by Jan Dykman, De Wapens van den Prins en de Princesfe, en boven dezelven eene Keizerskroon: weêr* zydfch eenen Oranjeboom, en alles vol brandende Lichten in BierglazenAl voort, al voort Mannen! ziehier, by Ary van Hattem. D 3 Een  ViRTUS CORONAT IPSI O; Prince GROOT van Magt» In GOEDHE1T en VERSTAND; J A; VA ADER in Myn HART, En S T A D T H 0 U D E R van ons LAND, Zoo Lang dee Zon en Maan zal ftaen, Zal Nooit de 'ORANJE Kleur vergaeu, f VIVAT ) PRINZ j DePrinz IFREDERICA, SOP WILLEM dc Veyfde. i WILLEM \ WILHELMIN 1 F R E D R I K. r < , ,_ ^_ J FREDERICA, LOUISA, . . . . WILHELM, CE( WILHELM I NA. . . , . F R E D E R I K. Het is Liefeley.ck B A T A V I, E R, dit. Veyftal te anfchouwen, Den VORST, VORSTIN, en D R I E, der Telgen van NASOUWEÏ Pit hemelde mee Oranje Waapen nae. Behoorden verzien^ r  DERDEWYK, doorluchtig Vorst, met Redt, roemt min uw' edlen aartt Uw en uwe Bgai's Deugd, h K/trland fcbatten waird". Het tweede Chasfmet vertoont eenen Held% dewelke de Triomf behaeld hebbende, ten Tempel treed; noodigende den Vrede, de Waerbeid, en de Gerechtigheid, als zynde zyne beste vrienden, hem derwaerds te ve.» zeilen. In 't verfchiet vertoonen zich de Pourtraiten van Hunne Hoogheden,- en onder het Schilderftuk deze woorden: Den Overwinnaer ! waer zal men meer Deugden vinden? Steld Waerbeid, Vrede en Recht tot zjne bene Vrinden. Daer, daer, ziet dat eens, by Casper ?eev Dat's niet zonder zwier, zegt Nicht; terwyl Pieter Baes, zyne bende al weêr doet zwenken naer de Zoctenjieeg. — Geen wonder dat het hier zoo vol ftaet, zegt hy, zie me dat lieve leven eens aen; dat's by Gerei? Paauw. Wat's dat? Een J5?e« in zyn Uniform gekleed, ftaende in eene bedrukte houding, met ïchreijcni© Oogen ; waer by zeker' Captcin, mede in Uniform gekleed; hem een Oranje Lintje prefenterende, 't welk hy , als 't ware, nïèt durft acnzien , cn het ook afwysr. Op de plaet van zyn' Sabel ltaen dc Letters R. V.S. Devies van 't zelve is; d 4 m  DERDE WYK. 5? jfor.» mstcnde elk op een Voiijluk met afhangende Falbalaes. Hoe aertig is die Arend verricht'i — z?e die Colommcn, enden verderen Gevel; mét welk een ontelbaere meenigte van Glazen is het verlicht. — De Maker heeft 'er eer van; maer 't Huis is 'er ook by uitftek toe gefchikt Nichtje , valt niet over den Misthoop. . . Komt, Vrinden, komt; de Var* kejlecg af. — Ha! Ha! daer krygen we wat te lezen , by Willem BellaArt. Onder eene Kroon en Boog, dit Versje, Wees welkom , s Vorst! 6 Nrirlands Voedjlerheer ! Den Hemel kroone uw Hoofd, met Eer en lange dagen: De Waerbeid zy uw Stut, de Vrede zy u de Eer; Zoo det uw Kroost, bier na, uwe Èernaam nog moog1 dra%en\ Zie , by j. A. Verróen, twee Cba'sjlnettcn, Het Wapen van 't Vorstlyk Paer, boven aen met een' blauwen Strik, en van onderen een' Oranjetak met Appelen. — 't Ander: Een vruchtdragende Oranjeboom, uit deszelfs Wortel fchieteh op, twee Oranjetakken met Appelen* By Laurexs van der Kaal; Schilder. Twee Pyranlidên. In dc eene het Wapen van den Vorst, cn in de andere dat dér Vor- ftinné. Nu eens halte gehouden en een Snufje genoSjerji — WïX geeft het toch een verrukkend  Ö è R D E W Y tï $ Stil! Stil! hier is meer tc zien en te lezen, by G. Wessels. (*) Twee Hartjes, hebbende het een, aen de ee~ re zyde een' Oranjeboom, aen de andere de Letters F. S. W. Het tweede, aen de eene zyde, het Pruisji* fche Wapen , aen de andere de Letters F. S. W. Nog een Boog en Kroon, waer onder dit Vaers* getyteld: VREUGDEGALM Uitgefproken ter gelegenheid van de beugelyke Geboortedag van zyne doorluchtige hoogheid j WILLEM de FTFDËf Erf-Jladbouder, Capitein-Jdmirael Generael der zeven Proviatien, Oudt wordende 40 Jaer, op den 8. Maert des jaers 1788* Zoo zien wy weêr dees blyde tydix Een yder is nu zeer verblydt; Men wil alöm zyn vreugd betoonen: Men vlegt nu Boogen, Kranfen, Kroonenj Illumineert de gantfebe Stadt .Ons blydfcbap is nu groot, om dat Zyn Hoogheid op decs dag verjaart.(Bid heeft hem nog dees tyd gefpasrt}  DERDE W Y IC. o' Ter Eer£ van Prins WiLtrii de Vtfde. Geluk 6 Nederlanden faetti, . , Looft God! gedenkt tcg aen zyn Naem! Die wonderen deed aen Nederland, My gzefi °ns nu Prins Wiiltm te pand, De Paercl van's Slaeten Kroon. Lang leef die lang verdrukte Vorst, Die zo lang 's Vyands juk beeft getorst r Tot dat God tot zyn b'ülp kwam , Hy werd verfogt uit Staten Naam ! Zie zoo, zie zoo. nu den Dyk eens ginds en WCér gcloopcn : — Allöns, Mannen, die war. byzohderszict, waoiPmouwe : Marsen! Marsch! dat ga je voor. — Hoe. gaet bet Nichtje, ben jc 't hoekje té boven? Zie hier by Ü.W. HooYKAAS- Een Pyramide, ia dezelve een' Oranjeboom , cn aicfl wcêrzydc twee aüucguc Potjes, mét dit byfchrjft; Dc Qratijehpom is do ar Gods handt, Toi heil in Reïrlrinrfi Tuin geplant, BV BijNEDICTUS JÓKAS, Drie öko.sfine.tten mot Ll»é".r,Jh,kjcs, een ander" waerup eenige. pyu;:JïjM Uujann, met di: ti c v jcs ; t De Koning man Pruisfen zyn Magt: Geen C'npituel wierd 'er geagt Op Prins IV. Hem dc Vyf de witrdgedagt Én weder op zyn troon gebragt, x eWel  DERDE W Y K. é3 liëele reeks van Chasfmetten. No. i. wat's dat? Een Vrouwsperfoon, houdende in de rechtehaftd eene Slang; in de linker eenen Spiegel. In 't verfeniet ziet men een Landfchap; van onderen dit Bflchr-ift; Voorzichtigheid en Hoop verzeilen Jlecds den Vorst, Die 't Heil van 't Vaderland op zyne fchouders torscht, 2. De Prins geharnast, houdende in de rechtehand, een' Staf*, met de linker rustende op den Byhel, welke op een Colom is gcplactst. Van boven ccn Oog uit den Hemel op Hem nederziende. Aen dc rechterzyde van buven een' Oranjeboom, onder denzelven het Staten Wapen: aen dc iinkerzyde de Wapens der zeven Provintien, hangende aen een' Lauwrieriak, met dit Byfchrift: Hy vestigd daer toe 't cog , op 't Eeuwig Alvermogen j {f'ebovab! ziet op hem , met zyne gunstryke Oogsn. Verbeeldende de Hoop, rustende met hare rccntcha'.id op 't Anker, en in dc linkerhand, een' bloeijcnden Oranjetak, 4« Een Orcinjei'ocm, i 5 „.  D; E R D E W Y K. 6S fieegeens doorgacn: wat ?egjc van die drie Eerepoprten van Palm en Verfierfel; cn dcTIuizen Vpl, vol Kroonen en Boogen ; wel, of 'er ook iets te zien is! — Maer nu hier by de Wed. Stikker, Eene Ecrepoort ook met palm en verfierfel, en, drie Kroonen ; waer by dit volgende: 1. ) Dit is tot Eer van dien van Godt gefmeekten Oranjevorst en van 't ontfet van den Pruisjifeben Monarch , door de hand des Allerhoogjlen. 2. ) Soo tang de Son fal jlaen, Sal nooit de Oranjekleur vergaen Dit fag ik in den middagflont, Juist in het teken van 't verbont, Met Eerbied daer ik God moest loven , Daer door fag ik Oranje Booven. .5.) Prins Willem den Eerflen won het Landt, Prins Willem den Tweeden bragt het in Jïant, Prins Willem den Derden plante het Oranje, Prins Willem den Vierden was niet bang voor Frcnkryk of voor Spanje^ Prins Willem den Vyfden vjierd geboren , Om dat Holland niet Jou gaen verloren.. Alles is yroiyk! De een zoekt den anderen «Jen loef af te fteken.—• Fris op, Moeder, baelt de zuilen van je ligchaem wat naje. Nu daer zyn we 'er weêr boven op. Zie hier, by Frans, Snitker, Timmermans P.aes, Es B.ü-.  DERDE WYK. 6j verbecl me van verre dat 'er nog al iets te zien zal zyn. — Wat hebben we hier, by Cap/emFaEpaiK Blum. Een Cbasjinet. 't Verheelt het Huis in 't Bosch, waer neven* twee Granadiers* op 1'childwacht ftaen, met hunne gewoone Montering en Wapenen. Ter rechterzyde een' Oranjeboom , onder denzelven een ftaende Lecuvj, houdende in zyn' eenen poot het Zwaerd , in den anderen den bundel Pylen. Ter linkerzyde het Prulfiscb Wapen. Geheel onder aen, dit Versje, 't Oranje Huis verheven, Kan ons veel vreugde geven i Boven 't Huis (tact: Oranje Boven. By de Rée, (Bockbindersknccht. Op een Kamer) Een Cbasfinet, waer op eenLeeuiv, houdende in den eenen pootcen Zwaerd, en in denanderen een Hart, waer op dit woord genoemt ftondt: VREDE. E | Yart  DERDE Vv Y K. 6% 'By Harmanus Lut, Een Chasjinet. Verbeeldende den Koning van Pruis/en , te ' paerd gezeten; voor Hem heen , een vliegende Mercurius, die fchynt uit te blazen: Vivat Oranje. Aen de andere zyde drie Oranjeboomen , wordende vastgehouden , door een'Leeuw, hebbende Zwaerd en Pylen in de klaeuwen: onder denzelven den Pruisjlfchen Adelaer, by zich hebbende eenige Krygs Ammunitie. Geheel van onderen deze fpreuk: De Byflandt komt! Nn dit eens befchouwt, by Jan Trek ; l ) De Wapens van den Prins, en dc Vrinces; rondom dezelvcn eenige Oranjetakken met Appelen; boven dezclven een Cupido, welke de Wapens kroont. 2) Een Vruchtdragende Oranjeboom ; acn de eene zyde van denzelven van onderen den Hoorn des Overvloeds ; ter andere zyde , een Leeuw, houdende het Zwaerd en den Bundel Pylen.- rondom eenige Praelboogen, over den Oranjeboom heen fchietende.  DERDE WYK. Vmr ziet.' den Mcnsch verleidt, laten hun' ommckoopïn , Loor S«hans-list, vergaarden zy, met groote hoopen; 't Was om d'Oranje forst, met zyn gehcclcn Stam , Om zoo te Roeyen uit, van toen , die , ter wecreld kwam, O 0 O Ceze^ent zyt myn Vorst, ï,% o"k uw' dierbre — Kroost, Uw', dierbaar Gema/i/i', Godt is Uw Heri cn troost, Voor't. laaft. , noch een wens aan a!l' die Uw' beminnen, Tot troost van hun gemoet, een Oranje-hert cn zinnen, H. Ben t. Ei lieve! laeï ons de Baan eens ingaen : 't .geeft eene rare vertooning als je zoo links en rechts kyktS Be zie niet veel anders dan 't geen we al gezien hebben. Wat heb je hier, by H, van Heemstee , (Brander) Vier Cbasjinetten met Striklctters , namelyk P. W. D. V. omvlochten met Krans/en van Oranjetakken en Vruchten. Korr.t aen, laten wy 't in de Baan voor gezien houden, en deze Steeg maer weêr opfchictcn. — Ziet hier, ei lieve! ziet hier, by Verwey, Schilder. Het eerfte Chasfinet. Een Falbala, in de rondte met Oranjeappelen doorvlochten, en eene Jcrufalcrrfcbe Veér van onderen. In het zelve dit volgende:  DERDE W,Y IC f 3 Aen de rechterzyde: Vivat Willem: Prins van Oranje en Nasfaaw, Aen de linkerzyde: bp de beuglyke Ferjacrdag den SJle Maart I78§. £>e andere Naald van vooren: Triomphl Triomph ons Vaderland Ons vaste fteun; de Oranje-band; Bind als voorbeen de zeven Pylen t'zamen: Aen de rechterzyde, Wy,'leven door Nasfauws zorgen vry. Aen dc linkerzyde, Wy zien Oranje wéér hsrfleli i^j. Nog een Cbc.sf.net, Verbeeldende dc Ecidra'ibt. act dei Pntiifij'cbcn Adelacv. By' Aris Klos, Een Leeuw, hebbende in zyn' ccnen Poot," een opgeheven Zwaerd, in den anderen de Bos met Pylen: rustende onder cencri Oranjeboom. Aen de rechterzyde de Hoop , volgens hare gewoone verbeelding: ter linkerzyde eén Schip, varende midden in de £eej boven hetzelve, ecri OogeadeNoord-  DERDE W Y t # de twee hoeken van boven ziét men twee Oranjeboomcn.• en aen dc rechterzyde. de Waarheid, houdende den Bybcl in haare hand , hebbende eene Zon boven 't hoofd : aen de linkerkant den Vrede houdende een' Lau'ivrienak in hare hand. Van onderen dit ByTcfcrift: Waerbeid en Vrede ontmoeten malkandercn. Komt aen , lact ons de Zevenhui sf.eeg eens aftreden. Zie hier,by H. van Zon. Een' Leeuw onder een Oranjeboom, houdende het Zwaerd in den ecricn, cn den handel Pylen in den anderen klaauw. En hctPourtrait van Zyne Hoogheid. Boven hetzelve. Vivat Orar.je Ha! Ha! daer hebje wat anders, by Jacóbüs Steenis. 00 Een' Lccuiv, feaendeinden Hollandfcben Tuin, onder vier Oranjcboomen. Beven aen, de V/agens , met de fpreulc: Eendracht maekt Macht, (2.) Éff-B' Pruisjtfchen Hufaer ,,• vertrappende den Nydi  DERDE W Y C 77 Maer Oppermajefteit gy hebt niet toegcftaen, Dat een verbannen rot vol Monsters en Ronfbends , Ons Verst cp ons Vorstin nog Jantrer zoude fch.nlc; Waer zet zyn blanke Ziel en onfciiuld hier ter neer, Tot draf voor zulk een Volk dat den Du'veldient et !I:er; Gy geeft o s lieven Vorst den ouden luist r we 'er, Gy geeft o God den Hoed weer op de'ri vryen Sp'eder, 3Su mag de Pnnfcvlag van Top en To^rn wa i' n, Nu mag de Oranjekleur van H oft en Borsten ZAr.ie-.jcnj Loof Prüiiens KenirigS lof als 't middel in Gods hand; Die met z>n Kr.otc Magt komt in ons Ixederland, Die roeit het Moordrot uit, nu kan men al era halen, O Heerfto-t zeijen uit en laet ze op Pruisfen dalen5 Ei helpt 't Oranjehuis weer in zyn ouden ftand , Vivat lang leef de Pruis dat middel in Ge.ds hand, Vivat lang leef de Prins en ons Princes te zamen , Vivat d.. Oranje fpruiten • 0 God bewaer de N.amen Tot in het Nagefla»t; ja op het aerdfche dal, Zoo lang tot daer geen Zon of Maen meer zyn eu zal; ]Nu menfchen wi 't gy zyt laet men God hier voor looverij Dat men vry roepen mag: Vivat Oranje Booven. Ziezoo, hieris'tafgedaen. Nu op den Dyk, (*> daer is al vry wat te bezichtigen; laet zien; hier, zeggen ze, ilaet Een Hart; waer in de volgende Infcfiptie; Vivat W. P. V. O. Reftaurator Concordia vivant Unitarum 7 Vrovintiarum ordini Pax femper fit Omnibus totius Reipubiicae Civibus. f Wa?i'  DERDE W Y TC. 79 Het Middenlr.uk verbeeld de Dankbaerheid, welke op de cene Knie ligt voor een' AU tan,, waer op zy fchynt te JViero-Aien, Hier onder ten byfehrift : ■©act tocï fin -giött. En wat lager, met groóte Letteren: Vivat iP. W', D. Vl Het derde: wederom twee liggende Lteuwen\ voor een Pedejlal, op 't welke een Boom iïaet in eene Tobbe, waer by twee Engelen verbeeld worden te rusten, vlechtende eenen Lauwerkrans om dien Oranjeboom; even als het eerlte, met afhangende Gofdynen't en deze fpreuk: Deze Rust is veilig. 't Is netjes, en zindclyk, 't zyn de ware Zinnebeelden, en 't is alles fraei verlicht. Maer; hoe zullen wy doen, Vrinden? laet ons de ftenamen eens opnemen, — zullen we een korte vifite doen by Kniertje, onze oude Baker? wac zegje?..... — Hawaerhy gaet.:— (Klariorum, zegt Pieter Baes, en huppeld met Moederlief^ cn 't gantfche Boeltje, de trappenaf en op. ) —> Waer is Kni-ertje nou te vinden,, denk ik, mooglyk in de Zaal? —- Wel Heer neen, Oom, zoeken wy daer na, die ligt lang te bed, denk ik, —- Patiëntie dan, wy hebben het F s We}  DERDE WYK. 8t By Kornelis de Velt , dit Vacrsje. Prins Willem den Eerjien won het Landt; Prins Willem den Tweeden bragt het in ftandt; Prins Willem Jen Derden planten het Oranje; Prins Willem aen vierden was niet bang voor Frankryk of voor Sfan^e, Vrins Willem den Vyfd-n was geboren, Om dat Bolland niet zou gaen verloren. By de Groot, Broodbakker, Eene Eerepoort met twee Cbasjlnetten. De Poort van boven met 3 Oranjeboomen, en dit vaers: God zat hem niet baeten, Maer uit liefde nog bier laten: God heeft hem tveer te regt gebragt, Dat veten hebben nooit gedagt .Maer door hulp en byflant van dc Vroomen, j Js hy weer te regt gekomen. 't Chasfinct, Een liggende Leeuw onder eenen Oranjeboom, houdende in zyn' Poot het Wapen van Zyne Hoogheid, met eene Kroon boven hetzelve. Rondom dit, de Wapens der 7 Provintien aen elkander' geflingerd met Oranjetakken, benevens de fpreuk: Eendragt maekt Macht. Geheel van onderen: De Oranjeftam, herleeft met dezen, God wil zyn Raed en Helper wezen. J 3 Bo-  DERDE WYK. 83 Pruisfifche Wapen, geheel geïllumineerd. In dezelve Poort een Cbasjinet, verbeeldende den Tyd, die het Wapen van Zyne Hoogheid mede brengt, en het zelve aen de Waerbeid fchynt te overhandigen; met dit Byfchrift: Uwe wederkomst is ons aengenaem* By JppANNES Dou, een Cbasjinet, .Verbeeldende het Wapen van Zyne Doorlucïfr. tige Hoogheid, met dit omfchrift: Honi foit qui mal y penfe! Van onderen dit volgende: Guelmo Quinto Republica Capiti Belg: corum amori 1787, Verduitst aldus: Voer Willem de Vyfde bet Hooft der Republiek, de liefde der Nederlanders.. Boven het gemelde Wapen twee Leeuwen,. die het zelve vasthouden, met eene Kroont boven dezelven, By RlCKART BoOGERT, Een Perfpeftief, Tempelsgewyze; boven heczelxc twee Leeuwen, die het vast houden. f * Wel  DERDE WYK. 85 hebbende , zyne BHxems op den Grenadier neêrfchict , en hem met den Nyd en de Tweedracht ter helle fchynt te doen Horten, Dit byfch.-ift 'er onder: Weg Tweedracht, Nyd en fnood Gebroed, Nu Holland Willem weer begroet. Maer (til / laet ons verder zien , by Sevkryn Van der Kloot (*). Sakkerloot.' was ik pou een tjjomjqëe of een half Geleerden! Kom, Buurman , verhef jy je item eens, je bent toch zoo een Latinist. Och je fpot met me. — Kom , kom, ik za', 't zeggen. Vader; luister toe! Heek je Hoofden wat by e'én. 't Zyn drie grootc Hukken op Zyden Taf gefchildcrd , met een' Houten Zon buven dezelven: zy zyn ieder verdeelt in twee deelen. . Doe ik het niet ne.jes? Nu..... In 't ftuk aen de rechtehand van boven wordt de Zeemagt verbeeld, met Harnas, Vaendels, Kanonnen, Trommels, Ankers, Compas, Zandloper, en allerlei Oorlogstuig, waer by de JV~aekzaemheid, met dit omfchrift; Floriat 6f Crescat* ? 5 m  'DERDE WYK. 87 en dit omfchrift: Et Tutpr (3 protetier. Daer onder een Vrouwebetld, boven wiens hoofd vliegt een Duif, met eenen Olyftak in den Eek voorts boven het Hoofd van het gemelde Vrouwebeeld, de zeven, Pylen, aen e'e'n gebonden, in hare rechteband een Lauwriertak, en in hare linkerhand een Slakken-^ huis, waer uit een Slak om haer duim kruipt; met dit omfchrift: Res Parva? Concordia Crascunt, Wel ik moet je zeggen, dat ik de helft niet gewacht had , 't is overal vol; ja.' men komt 00gen te kort. — Zie hier by van Houten , 't Eerfte Cha fmet: De Prins in 't Harnas, rustende met zynen Arm op den Bybel, die op een Pedejïal ftaet: aen zyne linkerzyde ftaej dc Gerechtigheid, hebbende een Doek voor de Oógen; in de eene hand een Zwaerd, en in de andre dc Weegfchacl. Ter rechterzyde een Oranjeboom, daer onder de Leeuw met Zwaerd en Pylen. Naest denzelve vertoont, zich de Liefde, hebbende een zuigend Kind aen de Borst, en twee_ Kinderen , ftaende aen hare Knien, van boven komt eene Hand uit de Wolken, met. dit Byfchrift: PÜJfttis befeberm ik, tn gerf macht cm te hfehermen. .' . géi  DERDE WYK. *9 t>ïe roeyt het moordrot vyt nu kan men adem halen O Heer Jiort Seegen vyt en laatfe op Pruyfen daUn Dy belpt V Oranje Huys weer in Syn ouden Stand Vivat lang leef de PW t,at r,üddel *» Gods haKd Vivt lang leef de Prins en ons Princes te /amen Vivat de Oranje Spruyte O God bewaart de Name Tut in bet Nagejlagt ja op het aardfche Dal Soo lang tot daar geen Zon of Maan meer fyn en fat tfu Menfcbe wie gy jyt laat men Godt hier voor Loven Dat men vry roepe mag Vivat Oranje Boven Nu hier in de Varkejïeeg, by Pikter Moulyn: dat's trant, daer's weer by te lezen, laet zien: 't Verbeeld dc Waerbeid, houdende in de eene hand de Speer en Hoed der Vryheid, met de andre leunende op den Bybel, die op een' Jltacr ftaet. Aen de andere zyde de Eendracht, zynde een ftaende Leeuiv, hebbende eene Kroon ©p den kop, en in de pooten Zwaerd en Pylen. In 't verfchiet een Pruisfsch Hufaer , bezig zynde om den Nyd te vertrappen , waer onder dit Devies : De Nydt zyn Hetfcbe vonden, Word door de Waerbeid verjlonden! Boven den Leeuw, komt eene Hand uit dë Wak ken , acn de Waerbeid deze woorden toezwaaiende : Ons lief gezegend Nederland, Bragt Vader Willem in goeden Jlant. Aes  DERDE W Y TC 9i breed 10 voeten , mot eene Zon, mede van 'Glas-, boven dezelve; en onder deztMve, boven de Poort, een Chaftnet, 't verheelt Zyne Hoogheid, in 't midden van Lmd- eit Zeemagt, beitaende in Vlaggen, (Vimpels, Trommen, Fluiten enz. met dit bylchrift: Daer nu de Oranjezon, rysl boven ónze kimmen. En wy dat Flonl er Hebt . tot onze nvt zien klimmen'. Zoo kaetfen wy dit Hebt te rug, gelyk de M en, De gouden Znnnejl, ael tot ons doet overgaen, 'Lang most die b.'ld e glans den Hulk v 7n Staei• verliepten ^ Op dat zvy onzen Haerd"1 en dltaers veilig Jllcbten! Ik moet zeggen , het is een Mcésterftuk. —■ jongen, had ik wat te zeggen, 'k zou dat tol een Glazenmakers Proef willen hebben? hoe is1 't mogclylc, dat het zoo gemaekt kan worden, en dat zoo eene hoogte ..... ik begryp her. niet. Wat zouden we dóen, Vrienden, willeb we. met het Oorlogfchip van een Duit overvaren , of zullen we te rug keeren? wat denkje? -— zoo' gezegd, zoo gedaen, zie daer hy gaet: — Ei lieve, ziet nu de Leuvehavens eens langs; wat woitdcrlykc vertooning? 't ftact zeker aerdig» Hoe zon iemand fïacn kyken, die 'er nooit vart gehoord of gezien had! — Welkom aen den Wal, Vrinden. De Voorzichtigheid is de Moed»r van de Wysheid, hoor je 't wel, Nichtje.'  DERDE W Y K. PJ Prins IViV.em., Neêrlands Trouw, En Eer der Batavieren ! Braveert de Haat en List, En doet ons zegevieren! Vertoont inigelyks eene Eerzuil, aen dc welke hangt het Wapen der Vorstinne , ornflingérd door eenen bloedenden Oranjetak; welke door een Kindje wordt vast gemaakt; terwyl een ïinder het Wapen met de eene hand onderfteunt, en in de andere eene Bazuin houdt. Beneden, aen den voet van 'tftuk, ziet men eenen Hoorn des Qvervlocds ; alles zinipclende op de Deugden en den Roem dej Princesfe. Tot Byfchrift: Grootmoedige Vorstin, Princesfe uit Germanje! Door Bloed en boog Verbond Verëenigt mei Oranje! 3- bit verbeeldt een' kloeken Oranjeboom, waer aen 2 groote en 3 kleinere Vruchten gezien, worden; aldus ftaet hy te bloejen aen deh voet van eenen Ouden Stam, uit welkerx hy fchynt voort té komen. By dit alles ziet men eenen Leeuw, levens grootte, als wacht  DERDE W Y IC. $| De Gevel is verlicht door Flambouwen, op de Cofynen der Ramen ftaen Vetpotten, en agter dezelven Takken met Bladeren en Oranjeappelen. Boven de Deur een Cbasjinet, verbeeldende den Tempel der Vryheid, met de Wapens der 7 Provintien ; waer in , onder het Alziende Oog, door eenige vliegende Kindertjes gebragt wordt liet Wapen van Zyne Hocg~ beid. Öp de lyst des Tempels deze Spreuk; Rejïoratus ejï! dat is : Het is Bérftefd l Boven op het Frontispice der Deur ftaet eenen' Al ia er met twee brandende Harten ,bencven$ Spreuk: Cratitudo! dat is : Dankbaerbeid! By jcHANNss Hooggeboren, Junior. Ken Cbasjinet, waer op vertoond wordt: D© Prins geharnast, fïaande voor een Voet/luk, houdende met de rechtehand de zeven Pylen gebonden , en in de linke f het Snoer, waar  DERDE WYK. 97 gen 2 Medaillons ; op het een ftaat gefcld!derd een Oranjeboom, met vyf Appelen, waar op een Arend, met eenen Palmtak in den bek neêrvliegt; in 't verfehict vertoont zich een uitgeftrekte Lusthof. — Onc>er aan deze woorden : Hy befchermt en verlost ons. Op het andere: eene Hand uit de Wolken, houdende dc Schaal van Gerechtigheid met een Lint aanëcngefnocrd, waar op ftaat gcfchrevcn: Door Gerechtigheid verhoogd. Op den voorgrond ligt een Anker, en in 't verfehict een Zeetje , met een dobberend Scheepje. Onder ftaat: W. D. V. P. V. 0> Nu , 't is wacrlyk met fmaek en byzonder uitgevonden : 't voldoet kcurlyk. — Allons, Vrienden dc Brug over, en de Leuvehaven heen. De Liefde, zittende onder eenen Boom, hebbende een Kind aen dc Borst en een 7G';ii G 5 nac££  DERDE WYK. 403 f$y Jan Schoemans, drie Chasjïnetten. ï.) Een Oranjeboom, boven denzelven eene Zon, welke dien be'chynt: aen de zyde twee Oranjetakken, uit deszelfs Wortel voortfpruitende, met dit byrchiift: God alken de Eer! 2.) Een AHaer, waer op ftaet: God geeft recht die recht heeft. Boven denzelven eene Zon; aen de rechtezyde eene Kroon, waer uit Oranjetakken voortfpruiten, in dezelve Vivat Oranje* Boven dezelve eene blazende Faem, aen de linkerzyde de Gerechtigheid zonder Blind' doek; met dit byfehrift; Nu zie ik vjedcr. Daer nevens nog een Altaer, waer op ftaet*. Vivat Oranje. e.) Een Oranjeboom; aen de rechtezyde Zyre Hoogheid; aen de linkezyde een gekroonde Leeuw; boven flenzelvea een zwart* Adelaer ; aen de üoeken Zon, Maen en Sterren. •—* 2{e  Pag. 10$ Hier, Lange, een Glas Punch! 'k moet de Tabak eens affpoelen ; dat gebrek heb ik ^ dat ik wat dorstig ben , als 'er geïllumineerd word ƒ — Ja .' anders gebeurt het je niet veel, zegt Klaes , (een even zoo groote Spreeuw als Jak,) terwyl hy in een' hoek van de Kamer fchier zit te dutten. — 't Is hier een charmant gezicht, ik zou wel haeSt nog een Pyp ftoppen, "Want van het drentelen word men moede, en raekt vaekrig, net als jy, Klaes! —Klaes' Klaes! hei ... hier, Jongen , fchoone vlucht* :— verlakje me weêr? zegt Klaes, terwyl hy geheel en al wakker wordt, en een Glas Punch, eischt. Waer is ze? waer zyn ze? — Maer hoe verwonderd was hy, toen JAn hem een paer; Ouwetjes, zeker nog van de voorige Eeuw, aen™ wees; en aen't ander eind van de Kamer vloog5 ter- VIERDE WYK»  Vierde wyk: 107 wy zullen ze gindsch nog wel eens op fteven draaijen. Hier heb ilc nog niet geweest. (o) Dat's by Johannes Kloppenburg , Papierkooper, (*) Drie grootc Chasjinetten, 1. Een Schip, - zonder goed befluur, worstelende niet de woedende Colven, 't welk, zo aan desze'lfs Tuig als Vlag, (kenteken waer het zelve te huis behoort,) reeds veel heeft geleden. — Voorts Dc Godsdienst en Vryheid op ccn voetjlük, van hetwelk groote Hukken worden afgebroken*, beide wenden zich in dezen nood naer het Alziende Oog; de Godsvrugt pleit op belofte van het Euangely, 't welk zy, geknield, mee (» Hier zoude moeten volgen de Sefcbryving van het allerkcurigfte en zinrykfte der Decoratien, namelyk die der cprecbee Vaierlandfcbe Sociëteit; doch daer deze Befchryving ons een weinig buiten ons beftek zou brengén , wil men ons ten goede houden, dat dit hier onaengeroerd blyve. By de uitgave der Plaet, voor éen dezer ftukken t» plaetzen, zal eene Befchryving gevoegd worden , welke wy niet twyfelen, of zal dit wachten dubbel vergoeden, zullende dezelve tevens dan wel zoo duidlyk .'c/jimen beoefen worder,  VIERDE W Y Üfi i<*> CupiJoos, houdende een blaauw lint, waSr pp ftaat: Gor/e zy de.JSer*. En, daar het elk'Nederlander past die gezegende omwending fteeds in geheugen te hébben, cndes wegens met dankzeggingc vervuld t'e zyn", (Stont 'er onder:) Dat mek Gedenkteekens oprichi'e \ 't Is fraai uitgevoerd ! eene charmante VÜ» 'ding! de ftant van 't Huis is ookfuperbe! 't frappeert!—Laet ons voort wandelen. Maer wacht.U Hier by den Heer Gillis Groenev'elt , voornaerii. Koopman, zie hier: Agter de drie Schuiframen TV P E V O SH boor meer dan 200 Lampen verlicht. Voor t Bcnedën-Raem in 't Comptoir eene Co/om, waer aen de vyf Pourtraiten der Forjïelyk's, Famillie, met Oranjetakken omfiert ; 'Öp het lint boven i Dat den Staet 'Uw Heil zie ', jfjy den Voorfpoed van den Staetï Onder aeii het plint ; O Zalig Folk dat zulk een Heil verwerft ] P'ap met 'Oranje leeft en mei Oranje Jierft!  VIERDE W Y K. fff Ten Byfehrift: Ziet hier den Ouden Leeuw verfeit met groot e kracht. Tot welzyn van ons Landt! — Wit bad dit zoogedagt* Aen de rechterzyde van 't voorgarnde : eens Zeef, gehouden wordende door eene Hand, komende uit de Wolken, een groote hoop Valt doorde Zeef, en hlyft 'er onder liggen, doch in dezelve blyven echter eenige groö-i te Kooms liggen; Tot Byfehrift; . Door Wysbeid vjord alles gezuyeerti Ter linkerzyde - een Oranjeboom , welke Örl ■de Wolken door eenen Hoorn befproeid wordt , terwyl hy vyf Vruchten draegt: hier onder: God geeft den Wasdom. Aen de rechtezyde van denzelven, deDank^ beterheid en de Hoop : hier onder; Door Gods bevel, Gelukt bet wel'K H 3 Ji:eii  VIERDE WY.K. tf% Kyk, kyk, Jan.' daer hebben we onze O** wetjes weêr.' — Wat lagchen ze vrolyk ƒ kyk, Moeder loopt de kwyl langs 'er wvntje: wat zyn ze vast aen elkaêr geftrengeld.' — Wat doet 'gr zoo'n deugd? laet ons zien, 't is by ICryh van Loon : wat ftaet 'er ? Een Vrouzvsperfoon; met de eene hand biedt ze een bundel Oranje Linten aen, en met de andere , jlreenen Oranje Saai. Wat ftaet 'er onder? Zyt allen welkom Vrinden 3 Hier in 't Oranjebuis ! Oranje is bier te vinden Yan Lindt tot Saai in kluist Is deze Kleur gebaet zoo lang, Oranje bleef by ons in zwang; Oranje zal ook niet verdwynen , Zoo lang de Zon en Maen zal fcbynen. Nu begryp ik waerom dat ze zoo lagchten.' - 't is kapitael, 't is wel pp den vorigen tyd. *t Is immers die Man, daer de nyd zoo opgevallen was, om dat hy ftrecnen Oranje Saai Voor deur hing; ja, 't is hem nog verboden, geloof ik. — Waeht , ik moet ze eens aenfpreken ? — Val niet, Vadertje .' ... 't is hier nattig. Ja, ja, 'k dankje. — Wat zeg je 'er van Papaetje ? wel 'k 'eb veut 'ezien in me leven — matr .... jCik — kik — ik ben in 't Jaer één 'eboren, en  VIERDE WYK. rij van 't jaer agt en veertig. — Kom, voort maer .— Wacht eens, wacht eens; zie hier nog by J. IJ endriksen, Bockverkooper. Een' P-Ki.if.fcben Adelaer , jagende een' Haen3 die voortvlucht, En daer onder: Vluchten is dc Boodfchap. Dat's al wat ik 'er van zeggen kan, «T- Wie lust heeft, en het wordt henf gepermiteerd, kan het breeder melden; zoo niet, Patiëntie. Al voort, al voort, mon Ami. Zie hier, by J. de Breet , Jun. In 't midden eene Nacld, met het gantfche Vorstlyk Huis, met een' Oronjeboom d:cr boven: eene donkre Wolk daer benevens hangende. Aen dc eene zyde den Tikvan Vriendfchap met het Anker der FIoop. En aen de andere zyde , van boven, den Tak van Vrede, de Koopmanfchap en den Hoed van Vryheid, beftracld wordende door de Zon. Daer onder gefchreven: Dewyl 't Oranjehuis, berfield door 's Hemels zegen, is t rede, yriendfehap, Hoop, door Gods gunst weer verirefe^ Au Jlaet de Koopmanfchap , en welvaerd fieeds te pralen. Wanneer Gods dierbre gunst op ISeïrland* Volk zal dalen. 't Is fraei, en in een'goeden fmaek verlicht; ei! zie den Gevel, de Puye, — 10 — 20 H 4 >sr  VIERDE WYK. ttf 5Nog aen beide zyden 2 groote Oranjebaomen* By BURGMETER, Een Oranjeboom, aen deszel'fs eene zyde,eene Henne met haer Kiekens, welke zy bedekt met hare Vleugelen , en aen de andere zyde de Leeuw met den Bundei Pylen, Daer onder: Gelyk de zacht gepluimde Kieken, Sefcbaduwt wQ.rd doo.r 's Moeders wieken.3 Zoo rust den Leeuw van Nederlandt In 't fehaduw van de Oranje Plant. Dat's geen kwaed Versje , dat's zinryk, da* gal wel voldoen; — maer Klaes wie pas/eerden ons daer? kende je ze niet? dat's ai wonder,jy hebt op die Kusten wel meer gevaren; of ik heb het mis. — Wat drommel, Jan, denkje, dat ik al de Kanalen kenne? — Kom, — kom; hou je rust maer; en zie hier, by Pieternella Poesburg, (*) Een' Oranjeboom, waer boven het Engel/ebt " Wapen, en onder het zelve de Wapens der zeven Provintien, hangende aen een Lint. Ter eene zyde van den Boom het Wapen van Zyne Hoogheid, en ter andere zyde her. Prnisfifcbe. Daer boven de Zon en Maen, en een' Vogel met een' Oranjetak in den Poot. Aen weêrzydevan dit Cbasjinet, twee Eerzuilen; tusfehen beide, de Waerbeid, rustende op den Bybel, als ook de Gerechtigheid, " '■'■•» H. 5. W>es  NAEMLYST DER. PERSOONEN. By deiuclken eenige Illuminatien of Decoratie i te zien, zyn geiveest, en bejcbreven in dit eerfte Stuk. A. ken , (Chnstiaen van) in dc IVynflraet. 2: Azon , (Theodorus Jacommetca) in de Var■ kenjleeg. . . . . . ov Arrenberg, (Ü. A.) op 't IVestniemvland. jc? Ambac-lisxieer, (de Wed.) in bet Hang. . n >. Blok, (Tan) op de IVynbaven. . . 2> Binsbergen, (H. van) op 't VH$hertdykk ' 4.} Beerwont , (Ari) Kastelein in de Kat op de groote Vischmarkt. , , t ^7 Bol, (Pi eter van der) in het Ham. ,' c:- Blankenbyl, (de Weduwe) in het Han?. 5; Bellaart, (Willem) in de magere Varkenfieeg. -7 Benjamins, (Salompn) op denSchiedumfhen Dyk. '&t Blom , (Fred rik) in de Scbilderjleeg. . 6' Bol 1 eraan , (Vrouw) in de Schildc-jleeg, . 70 Bruyn , (Pieter de) in de Zevenhuisjleeg. 76' Boogert, (Richart) op den Scbiedamfchen Dyk. 8Broek , ( van den) in de Brcggeftceg. . 8 ! Breukelman, ([. B.) op de korte Hoofdjlraet- 102 Breet, jun. (J, de) in bet Hang. ' . . j^- Bilyyrd , (Robertus) in het Hang, . \ iris Burgmeycr, (F.) in bet Hang, . / C. Cantley, -(James) by '* Bolwerk. „ , a pranffurd, (|.) in de Boompjes. . , 7 Convret, (Pieter) op de Bierhaven. , it Couyret., (jufvrouw) in de Breigiftce^, \ 84  n a e m l r s f. ïti ito Hake, ( ~) in de IVynflraet. .... 2$ Hoogwerf, (de Wed. D.) op Noordblaek. J Hoedt, (N.) op Je Noordblaek. . gf> Harmans, (|. A.) op de Noordblaek. . 37 Hofhouten Zoon, (Johannes) op de Noordblaek. 37 Haan, (Pieter de) op den Steiger. . . 4^ Hattem, (Ary van) op de Zyl. . - 54 Houten, j(,acobüs van) op de Zyl. . 5y- Hooykaas, (G. W.) op den Scbiedamfcben Dyk. 61 Heemir.ee, (H. van) in de Baan. . . 71 Hemert, (G. v. d.) op den Scbiedamfcben Dyk. 82 Houtbn , (D. van) op de Leuvenhave. . 87 Heijerman, (de Wed.) in de Janflypcnflceg. 8S Hooggeboren , Jun. (joh.) op de Leuvebaven. 95 Hendriks (J.) in bel Hang. . . I14 Ji Yfakob, (Jakob Hendrik) op de Scheepmakershaven. . . . . rt* Jonas, (Bendictus) op den Scbiedamfcben Dyk. 6t, ki Kup, r(Pieter) in de groot» DraeiHeeg. . 10 Koning, (Nicolaes de) op de IVynbaven. ic, Kuypers, (Martinus) op 't V'isfchersdyk. . 4^ Kalf, (Martinus) 00 de groote Fiscbmarkt. 46 Klerk, (de Wed. Jakob de) in de Keyfersftraet. 45» Kaal, (Laurens van der) in de Varkefieeg. gj Korver, (Adrianus) in de Schilder/teeg. . 6Ï Klos, (Arie) op den Scbiedamjcbcn Dyk. . 79» Kempen , (Dirk. van) als vooren. . 74, Kloot, (Severyn van der) op de Leuvebaven. 85 Kloppenburg,'(johannes) op 't IVestnieuw- iand. . . .1 « » . 107 Koster (J.) in het Hang. . , ui L. ÏAiyks, (Hendrik) in het Hang. . 'f .5c Losfum, (Joris van ) op den Schiedamscbcn Dyk. 64 Lut, (Herraanus) in de Schihierjleeg. . , l^aon (Kryn van) op de gros;e Mark:. . ti%  NAEMLY § T. W$ Pag. Steehis , ("Jakobus ) in de ZevcnhuisUeeg. . 75 Suykerraflinadery, op den Scbiedamfcben Dyk. 77 Sarton, (W.) op J« Leuvebaven . . 97 Schoemans, (Jan) op de korte -Hoofdjlraet, 103 T. 'Tak, (Willem van der) Zn de Keizersflraet. a§ Trek , (Jan) m de Scbilderfteeg. . 69 Thamfon, (Thomas) op de Leuvebaven. . 90 V. Velde, (de Weduwe J. P. van de) op de Zuid- blaek. . ■ -,. , . 29 Verftceg, (Adrianus) op t Visfcbersdvk. 4-j Vries, (Jakobus de) op de'groote Viscb'rnarkt. 44 Valkentreinder, ( ) .idtrn. . . 46 Vischmarkt, (de) . . . 46 Verroen , (J. H.) in de Magere- Varkenfleev. 57 Vredcnburg, (Carnelis) op den 'Scbiedamfcben Dyk. . -. . . . . , . 62 Vcrwey, ( ) «Jm. . . Vries, (Switfert Janfe de) wem* . . 72 Velt, (Kornelis de) idem. , . . ot Vletter, (Willem de) op de Leuvebaven Voorn, (A, van der) op de korte Hoofdjiraet. ua W. Wilt, (Mattbetis) op den Wolf boe':. . . 35 Wenfingk, (Hendrk) op aen boekvande Weexeftraet. . . . . . £Q Wentelaer, (Johannes Peter) in de K.vre- fleeg Westels, (G.) idem. ... 'ern Waal. (Leendert van der) o? den Scbiedamfcben Dyk. . , ; . , g2 SU  !