HEILBEDE aan GOD.   TER. GELEGENHEID van het HÜWELYK mijner DOCHTER MARG. KATH. de WAAL MALEFYT, tc Blocmcv.daal in den echt vereenigd MET DEN HEER JjA N VAN den BERGH, den 2 Maart 1754. ."Vergun, toegeevend God, dien ik eerbiedig nader, Dat ik me: lof en dank mij voor uw voetbank buig 5 Uw goedheid eischt van mij, 0 goedertieren Vader Dat van uw milde gunst mijn Vaderhart getuig. Ik kusch, met gansch mijn hart, uw zeegenrijke handen Daar 'k mij en mijn gedacht aan u ten dienste wij; Ons offer moet voor u, op 't heilig outer, branden j Och! dat ons reukwerk u ten welgevallen zij! A 2 Gij  C 4 ) Gij zijt het, die zo mild mijn loopbaan hebt gezeegend ! En, trof mij al eens leed, 't was mij een Vader-roê; Daar altoos voorfpocd lacht, en nimmer ramp bejegent, Daar kent de mensch al rasch 't geluk zig zeiven toe. Gij deedt nogtans mijn huis in blijde welvaart bloeien! Een aantal kindren in twee echten aangeteeld, Zie 'k darden op de vloer, tot vollen wasdom gro:iën, Terwijl op raoedersfehoot het zuigend wigtje fpeelr. Zou ik de volheid van mijn boezem thans niet uiten? Zou ik verdommen, daar gij milden zegen fchenkt? Niet letten op uw gunst? moedwillig de oogen fluiten, Daar gij me uit beeken van een vollen wellust drenkt? Dses dag, dit plechtig uur, dees zaal en vrienden reien, 't Spoort air tot blijdfehap, aff tot dankbre zangen san. Een van mijn talrijk kroost, zag ik ten tempel leien, Ter echtvereeniging voor uwen Priester itaan. Mijn  C 5 ) Mijn margaretha , die zig plechtig heeft verbonden Aan haren van den bergh, draag ik u biddend op. Heeft die verbintenis uw zaalge gunst gevonden, Dan is mijn wensch voldaan; — dan klimt mijn vreugd ten top ! Och goede Alzegenaar! dat toch uw wakende oogen, In gunde neder zien op dit vereende paar! Uw liefde zij hun fchat, uw onbeperkt vermogen Hun fchild, uw Vadertrouw hun toevlugt in gevaar! Mogt nooit het vuur der min door ouderdom verkoelen! Vooral, weer 't huis-krakeel van hunne wooning af. Laat ook de jonge Bruid, een moeder-hart gevoelen Voor 't hulpbehoevend kind, 't geen 't eerder huwlijk gaf Aan haren Bruidegom! laat dat haar troetling wezen, Dat zij met zorgen kweek' als eigen zuigeling! Dat z' opwek1 tot de deugd, en dat z' om u te vreezen; Door uw weldadighccn tot wederliefde dring! Na  C 6 ) Nu dan Alzeegenaar wij geeven 't u in handen: Ai! hoor een Vader, die, al biddend voor zijn kind, Het Amen! Amen! zegt op de eeuwige offeranden, Van hem, bij wien ons hart een eeuwgc voorfpraak vindt. A. de WAAL MALEFYT.