CALIFORNIA. &5 Daar kon geen beqnamer Man dan Vader SalvaTerra gevonden worden, die ten opzigte van brandenden Yver, Goedaardigheid en gulhartige Neigingen van Vader Kino meer evenaarde. En deze was dan de eigentlyke Perfoon , welke God tot eenen Apoftel der Califomianen verkoren had. Hy was door den Allerhoogdcn op eene ganfch buytengewoone wyze met alle de Gaven uytgerud, die toe eenen zo zwaaren Dienft vereifcht wierden. Hy was van eene kloeke en fterke Gefteltenis, welke alle Moeijelykheden en Ongemakken kon verduuren, zonder zyne Gezondheid daardoor te krenken. Zyn Oordeel en Voorzigtigheid hadden hem de eenpaarige Goedkeuring der Mastfchappy tot de Aanvaarding en Bekleeding ecner zo gewigtige Bediening verworven. Hy bezat eene inneemende Lieftaligheid in zyne Redevoeringen , en was met eene Vrymoedigheid en Onverfchrokkenheid begaafd, welke tot het beginnen en volvoeren der grootfte Onderneemingen vereifcht wierden. Het algemeen Gevoelen van zyne Kundigheid, Verftand en Gemoeds-Gaven had hem alom in Achting gebragt, welke door de Vereering zyner Chriftelyke Deugden ten hoogden Top gereezen was. Deze was het uytverkooren Vat en Werktuyg , door wien het God behaagde de Evangelie-Leer onder de ongelukkige Califomianen te laten verkondigen. Geduurende de Vidtatie wierd hy door Vader Kino volkomen onderrecht van de goede Geneigdheid der Califormanen in het aanneemen van het Geloof, en van de Wegen en Middelen, die men moed inflaan en gebruyken , om eene Onderneeming , welke reeds twee Eeuwen lang zo veelvuldige Moeijte veroorzaakt had , eindelyk door eenen gewenfehten Uytflag te mogen gezegend zien. Hiervan fpraken zy met den anderen , wanneer zy reisden; dit was het On-  ao6 De HISTORIE van Onderwerp hunner openbaare en byzondere Ver~ keering en Byeenkomft : En Vader Kino fchryft, dat de godvruchtige Yver van Vader Juan Maria de Salva-Terra zo hertroerende was, dat hy op ftaande voet te rade wierd, alle mogelyke Poogingen aan te wenden, om de Toelating in California te verwerven. Dit alles wierd dan dienvolgens by Vader SalvaTerra in 't Jaar daaraan volvoert; doch om niet wydloopig en langwylig te zyn, zullen wy de Byzonderheden zyner zo buytengewoone als uytmuntende Dienften, ter Vervordering van dat Bellek , welbedachtelyk overflaan. De Maatfchappy der Jezuiten dwaarsboomde de Onderneeming, en de drie Provincialen Ambrofio Oddon, Diego Almonacir, en Juan de Palacios wilden zyn zo veelmaal herhaald Verzoek nimmer toeftaan , dewyl zy de Volvoering van zodanig eene Onderneeming volltrekt on mogelyk oordeelden te zyn. De Audiencia van Guadalaxara en de Onderkoning vielen hem insgelyks tegen, dewyl hunne Schatkamer ledig, en het Geval van Otondo nog in verfch Geheugen was. Eindelyk wierd hy ook by het Hof van Madrid afgeweezen , alwaar de Vertoogen van Vader Salva-Terra aan zyne Majefteit in den Raad der Indien gedaan, geenen Indruk konden maken. Om kort te gaan, de ganfche Waereld verklaarde zig tegen het Onderwerp en Oogmerk van dien godvruchtigen Vader. Doch op het laatft, wanneer alle Zwaarigheid fcheen geheven te zyn, quamen de Vaders Salva-Terra en Kino op den 8 January 1696 te Mezico aan, de eene van Guadalaxara, en de andere uyt het Midden der Provincie van Pimeria , over de vyfhonderd Mylen van de voorfz. Hoofdltad gelegen. Beide verzogten om Verlof van na California te mogen gaan, en Vader Kino daarenboven nog,ons van  CALIFORNIA. 207 van zommige andere Zendelingen voorzien te worden , die hem in het zaaijen van het Evangelie-Zaad onder de by hem in die zo ver ontlegene Geweften bezogte Volkeren mogten onderfteunen. Zy deeden hunne uyterfte Poogingen en de allernadrukkclykfte Vertoogen, om de Vryheid en behoorlyke Onderfteuning tot en in hunne Onderneemingen op California te verwerven; doch alles was vergeeffch, en zy wierden genoodzaakt terug te keeren, de eene na zyne Zending van los Pinas, en de andere na de aan zyne Zorg toevertrouwde nieuwe Leerlingen te Tepotzotlan. Doch Vader Salva-Terra gaf by alle deze krachtige Tegenftrevingen den Moed niet verlooren ; hy verzogt andermaal by den Pater Generaal om Verlof van die Zending te mogen aanvaarden. Die haoge Waardigheid wierd toen ter tyd bekleed by den Vs.devTyrfoGonzalesde Santa Ella, wiens Geleerdheid en Schriften tot grooten Roem en Luyfter der Academie van Salamanca verftrekt hadden, en wiens Zendingen , die over het ganfche Koningryk gingen, met verbazende Voordeeïen en Zegeningen gepaard waren. In de Dekcering der Mooren had hy met eenen weergalozen Voortgang gearbeidt, en door gelyken Yver bezield, de Zendingen naar zyn uyterfte Vermogen vervordert; hy quam ter rechter tyd en wel van pas na America over, om Vader Salva-Terra te vervangen en van verderen Arbeid te ontheffen , indien men de Verwinning van California te Mexico oordeelde mogelyk te zyn. Het Verlof en de Vryheid quam kort na het Vertrek van den Vader te Mexico aan, alwaar hem zyne Overheden , na eene zo langduurige Tegenftribbeling, eindelyk toeftonden op nieuws den nodigen Toeftel tot zyne Onderneeming te maken. De Audiencia van Guadalaxara zag die Voorwerp met ganfch an-  ao8 De HISTORIE va* andere Oogen aan, en befchouwde het daaruyt fpruytende Voordeel in een helder Licht: ZynVoorflag wierd by dezelve zodanig aangetrokken en bebertigt, dat de Rechtsbevorderaar Don Jofeph de Miranda Villizan, een Man van ongemeene Partyfchap, zyn eerfte en befte Boezemvriend verklaarde te zyn, hem in alles met Raad en Daad byftond, cn eene getrouwe Briefwifleling met hem onderhield. Deze Rechtsbevorderaar of Solliciteur overhandigde aan de Audiencia den 16 July 1Ó96 een Verzoekfchrift, waarin hy betoogde, datdieOnderneeming derzelver Aanmoediging ten hoogften verdiende ; vervolgens wierd daarop befloten en gelaft, aan den Onderkoning eenen Brief te laten afgaan, waarby die Zaak in deffelfs Befcherming aanbevoclen wierd. De Zwaarigheden bleeven echter nog even groot, doch waren niet fterk genoeg, om Vader Salva-Terra in zyn Befluyt en Voorneemen te doen wankelen. In 't begin van het Jaar 1697 begaf zig Vader Salva-Terra van Tepotzotlan na Mexico, zynde als nu van zyner Orde Overheden gevolmagtigd, om Geldinzamelingen te doen tot het volvoeren van een Werk, waarin de Vlooten en Schatten van den Koning niet hadden kunnen flageri. Hy ontmoetede alhier eenen waardigen Medemakker in de Perfoon van Vader Juan Ugarte, Hoogleeraar in de Wysgcerte van het Collcgie. Deze Vader trok de Veroveringvan California insgelyks ter herten, en was onder andere Gaven bedeeld van eene byzondere Bequaamheid in het beftieren van tydelyke Zaaken, om dezelve tot eenen zeer gelukkigen Uytgang te bevorderen. Doch vermits de Verovering van California niet kon ondernomen worden, zonder in Mexico eenen Bewindsman te hebben, door wiens Voorzigtigheiden Oplettendheid eonigerhande fclne-  CALIFORNIA. 20g lyk opkomende Zwaarigheden konden geheven worden, en die van tyd coo tyd Zorg droeg de nodige Underftanden te doen inzamelen en over te zenden aandegeenen, die de Uytvoering dier Verovering op zig genomen hadden; zo aanvaarde Vader Uiarte dien Laft, en volvoerde denzelven met zo grooten Yver en Nyverheid, dat alhoewel hy zyn Vcrblyf binnen Mexico hield , hy echter van het goed Uyteinde der Expeditie van Vader Salva-Terra op California de Verzekeraar was. Kort daarna beloofde Dón Alfonfo Davatos, Graaf van Mira Fallez \ en Bon Maithe'o Fernandez de la Cruz, Marquis van Huena-Vifta aan de Maatfchappy twee duyzend Ryksdaalders te fchieten , welke door de Milddadigheid van andere Weldocnders met nog vyftienduyzend vermeerdert wierden. Bon Pedro de la Sierpe , Thefaurier van Aquapulco, bood hem een Galjoot'ter leen aan,om hen over te voeren, en fchonk hem daarenboven een lange Boot in eigendom. Doch dewyl het Wmgeweft voor alsnog gecnen veiligen en verzekerden Grondflag kon hebben, by gebrek dér nodige Sommen, waaruyt eenige Jaurlykfe Inkomften konden geheven worden • zo gaf de Vergadering van Ntieftra Sennora de los Bulores te Mexico, gcftiche m het Collegie van San Pedro en San Pauh , achtduyzend Ryksdaalders tot een Fonds voor ééne Zending, waarby vervolgens nog tweeduyzend gevoegt wierden; men rekende vyf honderd Ryksdaalders aan Jaarlykfe Inkomften voor de aagfte en minfte Som , die men aan ieder Zending kon toeleggen , dewyl dezelve in een Land lagen, hetgeen , behalven den verren Afftand en aan de zyde der Zee , van alle Behoeften onvoorzien was Wyders wierden door Bon Juan Cavalero y Ozio, Pnefter van de Stad Qnteretaro , en Commiffaris l Deed. O deI  sIO De HISTORIE van der Inquificie, een Man van groote Middelen, doch ook van gelyke Milddadigheid, twintigduizend Kroonen tot een Fonds voor twee andere■ Zendingen ingefehreven, met Verzekering, dat hy alle de WilTelbneven, by Vader Salva-Terra geteekend, altoosmet Betaaling zoude vereeren. Op zulke Beginzelen cn Beloften werden de Vaders aangefpoort den Onderkoning, Graaf van Moiezuma* eenen edelmocdigen Man , wiens Nagedachtenis by Nieuw-Spanjen altoos in Zegening behoort te blyven , om Brieven van Verlof te: verbeken. De Vader Provinciaal Juan de Palaaos Se ten dien einde een zeer fraai en oofdeelkunS^GeSklcbnft op, hetgeen aan denOnder^g ingedient wierd. Hy ontmoetcde m den Raad des Konings veelerhande Zwaarigheden , tot dat eindelyk, na verfcheidene Vertoogen, dat niets ten lafte van de Kroon geëifcht wierd , dewyl uyt de Ren • fiers der Thefaurie quam te blykeu, dat de ExpediS van den Admiraal Otondo tweehonderd vyf-entwintigduvzend en vierhonderd Ryksdaalders aan zy„T Majefteit gekeft had, oP den 5 February in t ]> Volmarten wierden aan Vader Juan Maria de Salva-Terra overhandigt, waarby hem en Vader Kino eeoorlooft en tocgeftaan wierd zig na Lalifornia* mogen begeven onder de volgende twee Voorwaardenr Eerftelyk, niets te verwoeden noch te verquiftcn , hetgeen aan de Kroon behooide, ol op de Thefaurie eenige Penningen re trekken, buyten een uvtdrukkelyk Bevel van den-Koning; en ten tweeden? uyt Naam van zyne Majefteit de Bezuung van California te zullen noemen Wyders wird hen geoorlooft Soldaten tot hunne Lyfwacht op hun ne eigene Koften aan te neemen; daarover eenen Bevelhebber te ftellen; denzelven en de Soldaten na r  CALIFORNIA. trt willekeur wederom af te danken , doch daarvan tel kens aan den Onderkoning kennis te geven; dat dezé gelyke Vrydommen als de Koninglyke Troupeu zouden genieten , en hun Dienft voor een Dienft te Velde gehouden worden; en eindelyk dat de Vaders naar eigen believen tot handhaving van Recht en Gerechtigheid, in het nieuwe Wingeweft zodanige Perfoonen zouden mogen verkiezen, als zy daartoe allerbequaamft. oordeelden. Vader Salva-Terra verhaaftede zyn Vertrek van Mexico, en liet-aan Vader Ugarts de Zorg aanbevoolen, van de Geldinzamelingen te bellieren, en de Bctaalingen te bcheeren , mitsgaders de nodige Schepen van Aquapulco na Hiaqui te doen afzakken. Hy verliet den 7 February die Hoofdfcd, nam den Catechismus en verdere Papieren , door Vader Copart in de Landtaal der Califomianen overgezet, mede, en by zyne Aankomft xzTcpotzotlan van zyne Leerlingen Aficheid met eene hertroerende Aanfpraak, dewyl tuffchen hem en hen altoos de tederfte wedcrzydfe Liefde en Aanklevinge Hand gegreepen. en gehouden had. Te Guadalaxara trad hy met de Audiencia en zynen Vriend den Solliciteur Miranda over dien Tocht in Onderhandeling. Van daar keerde hy na Cinaloa, alwaar hy de nodige Beveelen gaf, en alles, hoewel onge* lukkiglyk vergeeffch, in 't werk ftclde, om de twee Chriitenen , Califomianen, welke by den Admiraal Otondo overgebragt waren , uyt te vinden Beide waren nog in levenden Lyve, maar wierd.-n fchuyl gehouden door de verfoeijelyke «Gierigheid van eenen Vrek, die dezelve tot zynen Landbouw bezigde Hier zond hy om zynen verkoorenen Medegezel Vader Kino , en deed middelerwyle eene Reis,om zyne voorige Verblyfplaats in 't Gebergte van (btnapas te.bezoeken. Hy vervorderde tot aan O 2 Si-  CALIFORNIA. 213 Don Domingo Gironza Petris de Cru fat, eerlle Perfoon der Overheid in de Provincie van Sonora, tegengehouden, uyt vrees, dat een gelyke Opftand in deze zo hachgelyke Tydsomftandigheden zig ook onder de andere Natiën mogt verfpreiden. Vader Francifco Maria Picolo wierd derhaiven in zyne plaats benoemt; doch Vader Salva - Terra, die nieuwe Opfchorting bemerkende, befloot na California te vertrekken, zonder na hen te wachten. Hy vertrok dienvolgendc op den 10 O Sober 1697 uyt de Haven van Hiaqui. Zyne Militaire Reisgenooten, beftaande in vyf Soldaten en eenen Bevelhebber , byzonder bereidwillig tot het vervorderen zyner Onderneeming, waren Don Luis deTorresTortolero, Vaandrig en eerfte Capitein der Bezetting van California; Don EftevanRodriguesLorenzo, die naderhand verfcheidene Jaaren als Capitein diende ; Bartholomé de Robles Figuerra, een Creol uyt de Provincie van Guadalaxara; JuanCaravana, een Matroos van Maltba; Nicolas Marqués, een Matroos uyt Sicilien, en Juan , een Mulatto uyt Peru; behalven deze had hy nog drie Indianen, namentlyk Francifco de Topahui van Cinaloa, At lonfo de Guayavas van Sonora en Sebaflian van Guadalaxara. Met deze kleine Magt zeilde de Vader, ten dage als vooren gemeld , na California in 't voorfz. Galjoot, en nam een lange Boot mede , hetgeen wel haaft goeden Dienft moeit doen; want het Galjoot was naauwelyks eene halve Myl buyten de Haven, of het wierd door eenen fchielyk opkomenden ü wariwind op Strand en valt in 't Zand gezet. Men had weinig Hoop het wederom vlot en 'daaraf te krygen, hetgeen echter door middel van de lange Boot en de Kundigheid der Matroozen gelukte, cn zy dus het Gevaar fchielyk wederom te boven quamen. Den O 3 der-  t,4 De HISTORIE van derden dag zagen zy California ; doch de lange Boot was van het Galjoot gefcheiden , en met weelende waar beft te landen was, liepen zy de Concemions-Baai, dertig Mylen benoorden Loretto, binnen. Zy bezigtigden insgelyks de Baai van i>an Bruno, alwaar de Admiraal Otondo weleer zyn Leger had opgeilagen; doch men keurde die Gelegenheid af, dewyl zy te ver van de Zee was, en met dan brak Water opleverde, en wel byzonder, wanneer Juan Antonio Romero de la Sierpe, Capitein van het Galjoot, zig aanbood , hen eene veel bétere Plaats, die hy in den Tocht van O tonde.gezien had, te zullen aanwyzen. Zulks was in de Baai vin San Dionyfïo, tien Mylen bezuyden^van San Bruno, alwaar de Kuft haar zelve m de Gedaante van een halve Maan vertoont, wier Hoorens omtrent vyf Mylen van den anderen afilaan. De LandhVeck was met Boomen en andere Groente overdekt, en naby den Oever genoegzaam van verten Water voorzien. Hier quamen en landeden zy op Saturdag den 19 Oclober 1697, en wierden by ruym vvftig Indianen uyt de nabuurige Rancheria en by andere van San Bruno met groote Vreugde en 1 ocgenegenheid ontfangen. Eene bequaame Plek Lands bv eene Waterplaats, omtrent anderhalve Myl van den Oever , wierd tot hun Campement verkooren, en de Leeftocht met de Bagage wierden gezament- , Ivk ontfeheept De Vader , alhoewel het Hoofd dier Expeditie zynde,was de eerfte, die zyne Schouders bevrachtede. Men bouwde de Hutten voor de kleine Bezetting , en wierp eene Linie van Verfchanfmg op , in welker midden eene Tent opgeflaeen wierd, om by voorraad en voor eenen tyd lang tot eene Capel te dienen. Voor dezelve wierd een Crucifix met Bloemkranfen geplaatft, en alles in behoorlyke cn beft mogelykfte Ordening gefchikt.  CALIFORNIA. 115 Vervolgens wierd het Beeld Onzer Lieve Vrouw van Loretto, als de Patrones van 't nieuwe Wingeweft, in Proceffie uyt het Galjoot aangebragt, en met gevoeglvke Plechtigheden opgerecht. Op den 25 Oclober van hetzelve Jaar wierd het Bezit van het Land genomen uyt naame van zyne Majefteit den Koning. Vader Salva-Terra begaf zig nu met allen yver tot het leeren der Land-Taai, en om de Indianen te ondcrwyzen, waartoe hy eenige byzondere Uuren bepaalde, wanneer de Indianen by hem quamen en hunne Gebeden herhaalden, en hy hen een gedeelte uyt den Catechismus, en de Papieren, by den Vader Copart nagelaten, voorlas, waarna de Vader gewoon was te luyfteren, en hunne Redeneeringen op te teekenen , om, dus doende, derzelver Taal te leeren. Hy fprak met hen en de Indianen , en op die wyze verbéterde hy zyne Misdagen in de Woorden en derzelver Uytfpraak. Hy bediende zig van allerhande Uytvindfelen, om de Jongens in de Spaanfe Taal te onderwyzen; doch wierd dikmaals by jongen en ouden wegens zyne verwrongene Uycfpraak uytgelacht, en hunne Boerteryen waren van geene Aartigheden ontbloot. Wanneer die Onderrechting geëindigd was, deelde hy gewoonclyk onder zyne Toehoorderen, die telkens daarby verfcheenen, eenige Porden Pozoli , of gekookte Weftindifc Graanen, met eigene handen-uyt. Deze ■ Byzonderhedcn zullen mogelyk Beuzelaarycn fchynen te zyn, die geene Aanmerking verdienen. Maar ik verzoek den Lezer derzelver Gewigt in de Schaal der Redenen 8e willen beproeven. Hy gelieve te bezeffen , welk een aangenaam Voorwerp het niet moet zyn , en zelve in de Opgen van het Opperwezen , eenen Man te zien, die groote Schatten in eenigerhande Waereldfe Bediening kon vergaderen , en teiTcns • Ü 4 Se*  aïö De Hl ST O R TE van geruft en geacht in zynen verkoorenen Staat leven, zig echter ganfëh gewillig uyt zyn Vaderland bant, van zyne Vrienden en Magen afzondert, en America gaat bezoeken, ei; daar gekomen zynde, zig van zyne Bedieningen ontdoet, en een geruft Leven verwiffelt tegen Ongemakken en Moeijelykheden, om onder de Wilden zyne Dagen te flyten , en in 't midden van Droefheden en altoos duurende Doodsgevaaren te zwerven , uyt geene andere Redenen, dan alleenlyk zig tot zo laage en ongeachte Bedryven te vernederen, om de Heidenen en Indianen te bekeeren. Laat iedereen zig ten minden zelve ondervragen, of wel eenigerhande Waereldfe Belangen hem tot diergelyk een Befluyt zouden kunnen overhaalen? dan zal hy van de Waardy en het Gewigt, welke die Bedryven , hoe verachtelyk zy ook in de Oogen der Stervelingen mogen zyn, van hunne Verhevenheid der Beweegredenen erlangen, gemakkelyk overruygt worden. II. HOOFDSTUK. De verfcheidene Gevallen , welke tot de Kómft van Vader Francisco Maria Picolo in California gebeurd zyn. Wanneer dit klein Guarnifoen nu eenigzins opgerecht was, zo zond Vader Salva-Terra het Galjoot na de Rivier Hiaqui, om den Vader Picolo met eenige Soldaten en Leeftocht over te haaien , gelaltende den Capitein te gelyk onderweg na de lange Boot te zoeken. Het Galjoot vertrok den 26 Oclober van San Dionyfio , terwyl de nyvere Vader in het Guarnifoen bleef, en de Pod niet alleen van eenen Zendeling en Huyshouder , maar ook  CALIFORNIA. Uj ook van eenen Officier en Soldaat waarnam; gevende geduurig de behoorlyke en nodige Beveelen , en ftaande de ongemakkelykfte Uuren op Schildwacht, hetgeen ook van de uyterfte Noodzakelykheid was; want de Indianen, in de Pozoli,oïgekookteGraanen, groot behagen vindende, en begeerende, dat hen eene ruymere dan de gewoone Bedeeling mogt toegelegt worden , offchoon zy niet in de Onderwyzing quamen, vielen hem zeer laftig met Klagten, en hoe gaarne hy ook zogt hen door zagte Middelen genoegen te geven , zo onderftonden zy echter de Zakken te belleden. Dus was het nodig hen uyt het Guarnifoen te houden , ten welken einde eenige Voorziening gedaan wierd. Hierdoor wierd hunne Graagte en Gevoeligheid eensklaps gaande gemaakt, en eindelyk by hen , vertrouwende op huune groote Meerderheid in Getal, beflooten, door het vermoorden van den Vader en de Spanjaarden , alles te vermeefteren. Zommige onder hen, die redelyker en zagtmoediger waren , rieden hunnen Landslieden die Ondankbaarheid en Wreedheid af, doch zulks was van zeer geringe Uytwerking. Zy vielen dan op de weinige Bokken en het ander overgebragte Vee aan , terwyl dezelve in zeker Slach van daartoe vervaardigde Hokken en beflootene Plaatfen gevoed wierden, en gaven door hunne verdere Bewegingen genoegzaam te kennen, dat zy niet ongenegen waren eene Overrompeling op het Camp te onderneemen. Zy hadden de Nacht van den 3iften O&ober tot den algemeenen Aanval beraamt, van welken Toeleg de Vader by eenen Capque-Indiaan onderrecht wierd , die zeer ziek leggende , om den Doop verzogt , en de eerlle van alle .was, die dus tot het Chrütendom ingewydt wierd. De Vader kon zig van de Vrees en Bekommering daarover niet ganQ 5 fche-  si8 De HISTORIE van fchelyk ontdaan, doch hy hoopte, dat de Voorzienigheid, die hy wift, dat op eene ganfch ongewoone wyze hem kon verloffen, nog alles ten bede zoude keeren. Te middernacht wierd een MusquetSchoot gehoort, welke door eenen tweeden in het Camp beantwoordt wierd , en oogenbliklyk daarop hoorde men eenen Canon-Schoot uyt Zee, en eenen tweeden uyt het Stuk grof Gefchut, by den Capitein van het Galjoot in het Camp terug gelaten. Hierop wierden de Indianen uyt de naadgelegene Rancberias en andere, die tot het doen van den Aanval gekomen waren, door eenen yffelyken Schrik en Vrees bevangen; doch onze Manfchap, denkende , dat de lange Boot verlooren was , deed door middel van eenen Indiaan, die zig als Vriend binnen de Bezetting bevond, uytroepen, dat de Spanjaarden aangekomen waren , om hen by te daan. 's Ochtends zag men byhet nabuurigEiland ak/ C^rmen een Vaartuyg, doch in plaats van op de Reede tc komen, devende hetzelve na het Eilaud Coronados ; waarop een Matroos met eene Bargilla, of klein Vlot van Balken, gezonden wierd , die een Briefje van Bon Juan,icn Capitein van het Galjoot,overbragt; inhoudende , dat hy aan de Overkud, zes Mylen te lywaard van Hiaqui, geweed zynde, door het flechte Weêr genoodzaakt was geworden, na de Kud van California te devenen , om zyne Reize met béteren Wind te vervorderen. Wanneer het voorfz. Schip , hetgeen de Indianen beteugelt had, uyt het gezigt was, hervatteden zy hunnen opgefchorten bloedigen Toeleg, en nodigden de meede Takken hunner Natie, genaamd Lauretana , Ligues , Monquis , Bidyus , Laymones, en zommige der zuydelyke Edues, om deze beraamde Slachting en Plundering by te woonen. Hunne Baldadigheden gaven aan de Spanjaarden gele-  CALIFORNIA. £19 gelegenheid van met hen te fchermutfelen; doch zy bragten aan de Indianen zo weinig Schade toe, als maar mogelyk was, en deden hen teffens eenigzins gevoelen , hoe gevaarlyk het voor hen zoude zyn, indien zy eenen dadelyken Aanval wilden onderneemen. Vader Salva-Terra deed wyders zyn beft, om door de hem eigene bedaarde Zagtzinnigheid alle verdere Redenen van Misnoegen en Klagten voor te komen, doch zonder de nodige Voorzieningen tegen eenigerhande onaangenaame Toevallen ter zyde te ftellen. Geduurende dien onzekeren Staat van Wantrouwen ontftond echter eene openbaare Vredebreuk uyt eene zeer geringe Gebeurtenis, beftaanhierin: Zekere Nacht in de Maand van November quamende Laymones, onder begunltiging van den Donker , in het Camp; maakten het Paerd van Vader Salva-Terra , het eeniglte dat hy had kunnen medebrengen, los, en ontvoerden hetzelve, om het te Aagten en op te vreeten. Het Dier in den Morgenftond gemift wordende, namen Eftevan Rodrigues en Juan Caravana het ftout Befluyt van deszelfs Spoor zo lang te volgen, tot dat zy by de Dieven zouden komen. Het fcheen eene Onbedachtzaamheid te zyn , gelyk het ook in der daad was, dat alleen twee Mannen na een ganfch onbekend, en daarenboven nogVyandlyk Geweft zouden gaan, om de Beleediging te wreeken, welke door de Dievery in hun Camp gepleegd was. Aan de andere zyde, behalven de Noodzakelykheid, indien mogejyk, van het Paerd wederom te bekomen , was het ook een zeer verflandig Beftaan; want dit Indianen, gelyk ik reeds hiervooren aangemerkt heb, verliezen altoos den Moed, wanneer zy bevinden, dat zy door eenen kloekmoedigen Vyand te keer gegaan worden 5 en waar zy eenigerhande Teekenen van Vrees  220 De HISTORIE van Vrees befpeuren, daar twyfelen zy niet aan de Overwinning. Zommige Indianen, die zig als Vrienden gedroegen, quamen in het Camp, verwonderden zig over het dapper Befluyt dier twee Mannen , en over het Ongelyk, door hunne Landslieden aan de Spanjaarden gedaan, van Verontwaardiging brandende, boden zig gewillig aan hen in dien Tocht te verzeilen. Zy floegen vervolgens den Weg landwaards in , en twee Mylen van daar op den Top van eenen Berg gekomen zynde , ontdekten zy het Dieve-Rot, die beezig waren met het Paerd te flachten, doch hetzelve verlieten en op den Loop teegen , zo dra zy de Spanjaarden met hunne Makkers zagen naderen. De Soldaten verdeelden het Paerd onder hunne Vrienden de Indianen, die het als de grootfte Lekkernyaannamen, en keerden gezamentlyk na het Camp. Na deze Gebeurtenis wierden de Misnoegden met het Voorneemen bezwangert,om ons by nadere gelegenheid te belpringen; doch de meeflen onder hen waren nog zo dom en bot, dat zy van tyd tot tyd in het Camp quamen, om onder voorwendfel van onderweezen te worden, de gcwoone Pozoli totSpyze te ontfangen, betrouwende op de Zachtmoedigheid van den Vader, wiens Naarlligheid cn Liefde tegen hen hoe langs hoe meer aanwies, hoewel zy van weinig Vrucht was. Het Ongemak van genoodzaakt te zyn eene geduurige Wacht te houden, viel eindelyk vuor eene zo kleine Handvol Volks onverdraaglyk. Over dag waren zy aan de alles verzengende Hitte der Zon, en 's nachts aan de zwaare Regenen blootgefteld, tegen welke laatfte men in Nieuw-Spanjen geene Voorziening van Dekking gedaan had, dewyl men geloofde , om de geduurige Droogte ten tyde der Onderneeming van den Admiraal Otondo, dat het in Califomianooit regende. Ein-  CALIFORNIA, 221 Eindelyk en op het laatfte nam de Trotsheid en Haat der Indianen zodanig toe , dat men van dag tot dag hunnen quaden Toeleg uyt verfcheidene Gevallen van minder Belang hoe langer hoe duydelyker kon afneemen. Het was dan op den 13 November, zynde de Feeftdag van den Heiligen Stanislaus Koftka, wanneer de vier Natiën of Gedachten der Indianen byeenquamen , om den befliffenden Slag te volvoeren. Om nu op ons Volk met voordeel aan te vallen, zo quamen zommige van hen omtrent den Middag in het Camp, terwyl men at: De Schildwacht poogde wel dezelve terug en daarbuyten te doen blyven , doch te vergeefich; een der kloekde en ftoutde Indianen viel hem aan, en ontwrong hem de Piek, die hem tot eene Hellebaard verdrekte. Op het roepen der Schildwacht quam Tortolero te voorfchyn, ging den Indiaan telyve, en herwon de Piek. Door die kloekmoedige Daad wierd het Geboefte zo verflagen, dat zy alle afdeinsden;doch zy waren zo dra niet afgetrokken, of ons Volk wierd andermaal ontrud door het luyd Gefchreeuw van Alonfo de Tepahui, eenen Indiaan, die eenige weinige Verkens en Schapen in eene met Bies en Lifch begroeide Valeije bewaarde , en die door eene andere Party Schelmen overvallen wierd ; men onderdeunde hem ecber ten fpoedigden , en bragt hem en het Vee behouden in het Camp over. Deze Aanval gefchiedde onder eene Hagelbuy van Steenen en Pylen by vyfhonderd Indianen, die zig in vier Compagnien verdeelt hadden, om het Camp aan alle de vier zyden teffens te befpringen. Maar een Man van de Califomianen , en Vriend der Spanjaar den, bleef binnen het Camp, alwaar de kleine Bezetting, uyt tien Koppen bedaande, genoodzaakt was, alle de vier zyden te verdeedigen. Tortolero, die  522 De HISTORIE va» die als Capitein het Bevel voerde, verkoor met Bartbolomeo de Robles de gevaarlykite Poft, welke tegen het laager gedeelte der Valleije lag; de daar tegen over gelegene zyde wierd by Alonfo de Tepabui en Juan, een Mulatto van Peru, verdeedigt; op de zyde na het Strand Hond Marcos Guazavas,een Indiaan, een ftout en dapper Man, en op de vierde zyde Eftevan Rodrigues, een Portugees. Juan de Caravana, een Malt hees, die op het Philippynfe Schip gedient had, droeg zorg voor het Canon , hetgeen in de Poort van het Camp geplaatft was; niet ver van dezen ftond Nicolas Marqués, een Siciliaan , die insgelyks eenige kennis van 't Gefchut had, om Juan de Caravana te onderfteunen. De Vader en Sebaflian, zyn Indiaan, bleeven in het midden, om zig te vervoegen , waar het meed noodig zoude zyn. De Compagnien der vier Natiën quamen dan met een yslyk Geïchreeuw na de vier zyden naderen; doch wierden door de uytmuntende Kloekmoedigheid van ons Volk, met gering Verlies ten opzigte derBefpringers, afgeflagen. Vader Salva-Terra had verzogt, dat men op hen niet eerder met Scherp zoude fchieten, dan na dat het tot het alleruyterfte zoude gekomen zyn. De Vyanden hervatteden den Aanval geduurende twee Uuren achtereen nog verfcheidene maaien in de grootfle Wanorde , en zonder eenig Voordeel te behaalen ; wierpen Steenen en Aarde tegen de twee zyden der Tranchée, doch hun geheel Corps retireerde eensklaps ganfch onverwagt, en het ganfche Gevecht was gedaan. Ons Volk verbeeldede zig , dat de Vyand Berouw had wegens de aan ons gepleegde fmadelyke en onrechtvaardige Behandelingen, of dat hy alle Hoop van eenig Voordeel te doen had opgegeven; doch het duurde naauwelyks eene halve Uur, of zy quamen ons,  CALIFORNIA. «&3 ons, na dat hunne Benden met vcrfche Manfchappen verfterkt waren , op nieuws en met grooter Woïde dan te vooren befpringen. Nu quam het zo ver , dat ons Volk , niet tegengaande het Wonderen van Dapperheid gedaan had, zig zelve in de uyterfte Verlegenheid bevond ;weshalven Caravana door den Capitein gelaft wierd uyt het Canon op den Vyand te vuuren; doch hetzelve , waarin onze grootfte Hoop en Toeverlaat, om de Indianen te verfchrikken en overhoop te werpen, beftond, ftoeg aan ftukken, en vlóóg door het Camp ; veroorzakende door Gods Voorzienigheid geene andere Schade, dan dat de Mahhees, ter neder gefmakt,eenigen tyd ongevoelig en zinneloos bleef leggen: Ook deed het fpringen geene de minfte Uytwerking onder de Indianen. Dit Ongeluk ftak den Indianen op nieuws een Hert onder den Riem , en de Compagnie , op welke het gepointeerd was, gaf daarvan kennis aan de andere; hen doende boodfehappen, dat, dewyl hej Canon niemand gedoadthad, men voor het klein G-weer nog minder hoefde bang te zyn. Ook in hê| laatfte wierden zy des te meer gefterkt, dewyl de Vader ons Volk bevoelen had maar met los Kruyt te vuuren. De Aanval klemde ons vervolgens van alle zyden zodanig, dat de Capitein het hoogeTyd oordeelde te zyn van met Scherp onder den Vyand te fchieten; doch ook in deze uyterfte Toevlugt vond Vader Salva-Terra geen behagen; hy liep demeeft geavanceerde tegemoet, fmeekende, aandringende èn waarfchouwende, dat zy ten fpoed.igften geliefden terug te trekken, indien zy geene Mannen des Doods begeerden te zyn. Hy wierd door drie op hem' afgefchootene Pylen , die echter alle milten, beantwoordt: Hierop week hy ter zyde, en men vurde onder de Vyanden wel ernftig; de Indianen  224 De HISTORIE van begonnen van alle kanten af te deinzen ; hoewel hunne Dooden en Gequetften maar weinig in getale waren , zo wierden zy alle door die Uytwerking zodanig vervaard, dat zy hals over kop na hunne Rancherïas vlugteden. Des niet te min was men zorgvuldiglyk voor eenen tweeden Aanval beducht, en onze Manfchappen bleven in hunne Waakzaamheid volherden. Doch zy zagen wel haaft eenige Afgezondenen om Vrede naderen ; dc eerlle was de Indiaanfe Cafique, dien geoorlooft wierd binnen ons Camp te mogen komen, en die aan ons Volk metTraanen in deOogen betuygdc, dat die van de nabuurige Rancheria onder hem de eerlle geweeft waren, welke dien Aanflag gefmeedt, en, vermits het gering getal hunner Huysgezinnen en Gebuuren, de andere Naden opgerokkent hadden; met byvoeging , dat deze over het dooden hunner Medemakkers zeer verbitterd zynde, daarover Wraak hadden zoeken te neemen, doch dat zo wel de eene als de andere Party een oprecht Berouw wegens hunne Onderneeming lieten blyken. Kort daarop verfchcenen de Wyven met haare Kinderen, om de Vrede te bemiddelen, gelyk de Gewoonte van het Land medebrengt. Zy zaten neder aan de Poort van het Camp; huylden en kreeten, en gaven duyzende Beloften van Bétcrfchap, onder aanbieding van haare Kinderen tot Gyzelaars,voor de Nakoming van dien,te zullen achterlaten. Vader Salva-Terra aanhoorde dien Voorflag naar zyne gewoone Zachtzinnigheid, en leide hen de Godloosheid hunner Behandelingen te vooren ; beloofde de Vrede, eene algemeene Vergiffenis en Vergetenheid van het gebeurde, indien haare Mannen zig 'voor het toekomende béter wilden gedragen : Hy deelde wyders verfcheidene kleine Gefchenken onder hen uyt, en om alle Wantrouwen, waar-  CALIFORNIA. waarmede zy nog mogten behebr zyn , weg te neemen , nam hy maar een. enkel Kind tot Gyzelaar over, en dus keerden de Wyven verheugd cn opgetogen na de Rancherïas terug. 's Avonds wierd wegens de veelvuldige Weldaden aan God , zyne allerheiligfte Moeder en aan den heiligen Stanislaus, eene. plechtige Dankzegging gedaan ; en waariyk , het fcheen , buyten deiibyzonderen Byfland van den God den Heirfcharen, völftrekt onmogelyk, dat enkele tien Mannen, uyt verfcheidene Geweften byeen gezogc, de verwoede Bcfpringing van vyf honderd Wilden zouden hebben kunnen keeren en verydelen. Men heeft daarby teffens aangemerkt, dat meeft alle, hunne afrefchqtene Pylen in het Voetftuk van hetKruys zvn fteken gebleeven , tcrwyl het Kruys zelve , als mede de ient, die tot eene Capel verftrekte, door geene van alle geraakt was. Wanneer men een Onderzoek na de bekomeneQuetftzuren deed,bleek het wonderbaarlyk, dat midden onder eene zo zwaare Buy van Pyl-Regenen maar twee Mannen verwond waren ; zynde Tortolero en Figueroa , doch zo \\"èSer aanbiddelyke en ^m^^, Gods Nog twee andere Kinderen wierden insgeIvks gedoopt, en verkreegen de Naamen van juan en Pedro, gedachtenis van Don Juan Cavale-  CALIFORNIA. 229 ro y Ozio, en Don Pedro Gil de la Sierpe, zynde de uytmuntcndlle Weldoenders en Voorfhmders dier Zending. De vyfde Plegdgheid van den Heiligen Doop wierd aan eenen in de Actie gequetflen Indiaan verricht, dien onze Soldaten by een vrybyzonder Toeval, of liever door Gods Beftiering, alleen in eene Hut vonden. Hy wierd dan met alle Spoed, welke zyn gevaarlyke Toeltand vereifchtc, pnderweezcn, en verlangde met groote Bekommering en Benaauwdheid gedoopt te worden; en, gelyk als of zulks al het geene was, wat hem nog ontbrak, zo offerde hydicnzelven Nacht nog zyne Ziel aan zynen Vertoner op , tot onuytlprekelyke Stichting cn Sterking van alle dc gecnen, welk zig in her Camp bevonden. ■ Na dat de eerwaardige Vader aldus, voor de Zielen gezorgt had, nam hy ook de Moeite van het Guarnifoen in goede. Ordening te fchikken. Hy deed alle Soldaten, benevens dc Manfchappen vaji de lange Boot, voor hem komen ; las hen de Beveelen van den Onderkoning voor , en ondcrrcchtedc hen zo wel van hu.nne Vrydommen cn Geregtighcdcn als van hunne Vc-rpligtingen qn. fchuldige Gehoorzaamheid. Hy benoemde Don Luis ds Tcrres Tortolero tot Capitein , en andere tot mindere Officiers; hy maakte dc behoorlykc Schikkingen omtrent derzelver Oeffcning in den Wapenhandel cn omtrent het waarneemen hunner Pollen, miasgpders de Bepaling-hunner Aandacht cn vposbeddigen Le venswandel; teffens beltend, makende, dac zy alle den volgenden Saturdag byeen hadden te komen, om van hem een Sermoen en Vermaaning' tot Godvruchtigheid tc hoorei) , ter navolging van de uytmuntendflre Deugden derallerheiliglte MoederGods, en daarin alle Sacurdagcn voorevaaren , naar. de loffelykc Gewoonte, by de eerwaarde Mr^ufchapny in T3ver-  o3o De HISTORIE van verfcheidene Geweften van Nietnv-Spanjen ingevoerd. Deze Godsdienftige I luldiging was aan Onze Lieve Vrouw zo aangenaam, dar het haar op den voornoemden Sabbathdag, zynde dc 13 November, behaagde hen allen op eene byzondere Wyze te vertrooften, invoege zulks by gemclden Vader in het Einde van zyn Verhaal van zyneAankomft en Intrek in California aangeteekend is; luydende aldus: „ Het was eene groote Vervulling onzer Ver„ troofting, wanneer wy Saturdag laatftleden, on„ der het doen onzer eerfte voorbeeldige Leerrede ,, ter eere van de allerheiligftc Maagd Maria en van „ haarheilig Huys van Loretto, om derzelver Zetel „ alhier te veftigen, en wel na het verhandelen van^ „ het eerfte Voorbeeld, aan den Mond der Zee, „ tuflchen het Eiland van Coronandes en den Uyt„ hoek dezer Baai, het Galjoot in eene ftyve Koel„ te en na twee dagen zeilens zagen verfchynen, en ,, op dienzelven Saturdag naaft ons Camp ten An„ ker komen. Onze Blydfchap op dat Gezigt was „ des te grooter , wanneer wy verwittigt wierden, „ dat Vader Francifco Maria Piccolo, een aloude „ Zendeling,die, na Vifttator en Stichter der Ker„ ken voor de Zendelingen onder de Tarrahuma„ res, welke het Geloof en de Trouwe bewaarden, „ geweeft te zyn , dat hoogwigtig Ampt gewillig „ en blymoedig nederleide , en een ander niet min ,, luyfterryke Bediening aanvaardede , namentlyk, „ om deze onze arme Wilden, de Califomianen, „ tot het Chriftendom te brengen. Ik kan niet uyt„ drukken, hoe zeer ik daardoor gefticht en ver„ trooft wierd, niet alleenlyk voor myne eigene „ Perfoon, maar ook ten opzigte van het Belang „ der Spanjaarden en Indianen. Thans is de „ Vervordering dier Bekeering naar alle Waarfchy& nelykheid vaft en zeker: Van nu af aan en voort- „ aan  CALIFORNIA. 231 „ aan zal de Standaard van Chriftus uyt deze Gewe„ Hen nimmer omrukt, noch de Grondflagen van „ het heilig Huys onzer groote Stichtcrefle Maria „ onder derzelver Uytverkoorenen ooit beweegt „ worden." Nu wierd het ook Tyd van eenigerhande Bericht van California na Nieuw-Spanjen te zenden, alwaar men onverduldig benieuwd was, om de Vervorderingen in dit Wingewelt te verneemen ; en nademaal het Galjoot enkel ter Leen gegeven was, zo vereifchte de Billykheid hetzelve ten eerden aan deffelfs Eigenaar terug te zenden. De Capitein wierd derhalve door den Vader Salva-Terra gelaft den nodigen Toeltel ter Terugkeering na Aquapulco te maken, en hy zelve vervaerdigde middelerwyle zyne Brieven, welke aan de voornaamfle Weldoenders en gunlligeVoorllanders dezer Zending te gelyk moeiten afgaan. Deze zyne Brieven waren met zodanig eenen Apoftolifcn Geelt, Zachtmoedigheid, Liefde, Nederigheid en Dankbaarheid opgelleld en aangevuld, dat vier van dezelve in Druk verfcheenen , welke wy , indien wy verzekerd waren , dat dezelver Verhaaling voor onze Lezers niet walgelyk zoude zyn, alhier zouden inlalfchen. Dezelve beftonden in eenen aan den Onderkoning; eenen tweeden aan deffelfs Gemalin Donna Maria Andrea Guzman y Manrique, eene byzondere Befchermfter dier Onderneeming; eenen derden, doch niet zo wydlopig, aan Don Juan de Cavalero y Ozio; en de laatfte behelsde een omftandig Verhaal aan Vader Ugarte. In den Brief aan den Onderkoning deed deze uytftekende Man blyken, dat hy altoos genegen en wilvaardig was alle mogelyke Dankerkentenis voor eenigerhande genotene Weldaden te betoonen, en over zyne Weldoenders, Opperh oofden, Commandanten en Soldaten, mitsgaders alle de geP 4 nen,  232 De HISTORIE van nen , aan welke hy maar eenigzins verpligt moge zyn, alle dierbaare Gunften en Zegeningen van den Almogenden af te fmeeken. Hy verzogt daarbenevens, daV van dit alles een uytvoerig Verhaal aan den zeer eervvaardigen Vader Tyrfa Gonzdles,Generaal zyner Órde; aan zyne Majefteit Koning Karei II. en aan den Höogen Raad der Indien medegedeek mogt worden, ten einde zyne Majefteit, door deffelfs Bevel en Befcherming die Geeftelyke Volkplanting ih hét Wingcweft gelieve r'e vervorderen. Doch de Zwaarigheden , welke zig hieromtrent opdeden , als ook den Uytflag der ganfche Zaak heeft de Lezer hierna te verwachten. HL HO.OFDSTU K. Cebeurtenifen en Handelingen der eerfte beide Jaaren, benevens de Pogingen, om het binnen fte Gedeelte van California te onderzoeken en te verwinnen , tot aan de Ternederzetting en Oprecbting der tweede Zendingvan St. X ave mus. Wanneer men voor geenerhande verderen Toeleg der Indianen beducht was , zo leiden verfcheidene Leden der kleine Bezetting, door dc twee Vaders aangefpoord,, zig zelve toe, om eenige kleine Werken van Verdediging met zommige Gebouwen binnen het Camp op te werpen en te timmeren. De Doorfnyding wierd wyder gemaakt, en met Palifaden en Hekelachtige Boomtakken verfterkt; eene Capel van Steen en Klei gehpuwt met een Rieddak , om het Beeld Onzer Lieve Vrouw daarin te plaatfen , behalven nqg.drie Woonhuysjes, •• • • een  CALIFORNIA. 233 een voor de Vaders, een voor den Capitein, en het derde voor een Magazyn , en naaft deze wierden de Barakken voor de Soldaten aangelegt. Men bepaalde den eerden Kersdag tot Inwyding der Capel, welke door zes Miffen, en onder, veelderhande Vreugdebedry ven, voltrokken wierd- Kort daarop vertrok de lange Boot na Cinaloa, met Brieven aan de Zendelingen der Maatfchappy dier Provincie, om in twee Terugreizen alle maar te bekomen zynde Leeftocht, benevens vyf Soldaten, om de nieuwe Werken te bezetten , mede te brengen , terwyl de Vaders beezig waren met de Landtaal te leeren, en het Onderwys en de gehoorzame Onderwerping der Indianen te. vervorderen. Binnen weinige Maanden wierd de Aangelegenheid dier Verfterking in eene Soort van Bataille in 't open Veld befpeurt, wanneer onze. Manfchappen niet meer binnen het Camp opgellooten waren , en waartoe het volgende Geval de Aanleiding gaf. De Indianen , dagelyks by de Verklaaring over den Catechismus verfchynende , verbeeldeden zig éindelyk, en wierden in hun Begrip hoe langer hoe meer gefterkt, dat het Oogmerk der Aankorafl van de Spanjaarden in hun Geweft geenzins in het doen viffchen van Paerlen beftond , om dat daarop nooit toegelegt wierd, maar enkel en alleen, om in Car lifornia eenen nieuwen Godsdienft te, planten, van welken zy de Geheimenïffen begoaden te leeren. Doch dit was even de Zaak, waarover de Tovenaars of eerfte Leeraars hunner Natie, welke alsnog hun Gezag onder dezelve bleeven handhaven, het allermeelt gebelgt wierden. Wanneer deze in 't vervolg van tyd befpeurden , dat hun Gezag, en gevolgelyk ook hun heilloos Voordeel, begon te verminderen en te flenken, zo verklaarden zy alle eensklaps in 't openbaar zig met eene helfe Verwoedheid zo wel tegen P 5 de  234 De HISTORIE vaji de nieuwe Leer als de nieuwe Aankomelingen te zullen verzetten. Wat men in het Camp hoorde, daarvan wierd in de Byeenkomften en daarbuyten en in de Rancherïas gefprooken : Zommige wierden trapsgewyze in de Leer en Levenswyze der Vaders overgehaalt, en andere bleeven de Vervoering hunner Meefters en derzelver oude Gewoontens hardnekkig aankleeven, waardoor onder hen tweederhande verfchillende Partyfchappen in het Stuk van Godsdienft ontftonden. De Tovenaars waren geduurig beezig met den Wrok hunner Aanhangers op te ftooken ; en vermits Vader Salva-Terra de bekeerde Indianen , welke de Admiraal Otondo uyt California medegenomen had, niet had kunnen terug brengen, zo maakten de Tovenaars daaruyt een fchynbaar Voorwendzel, hetgeen zy door het ganfche Land verfpreideden, dat namentlyk de Spanjaarden maar alleenlyk gekomen waren, om hen te ligten en na hun eigen Land over te voeren; en zodanig eene gewaande Trouw van Bondverbreeking veroorzaakte meenigvuldige zwaare Klagten. De Onruft wierd met allen yver aangequeekt, doch flechts in 't geheim , tot dat dezelve eindelyk in de Maand April 1698 in openbaare Vyandlykheden uytbrak, en door eenen Hoon aan ons Volk ganfch onverwacht bekend wierd. Een by het Galjoot terug gelaten Bootje was de Baai ingekomen en naaft de lange Boot gelegd. De Misnoegden fmededen eenen Aanflag, om hetzelve te fteelen. Zy namen daartoe de gelegenheid waar, wanneer ons Volk middagmaalde , en het voor de twee Man , welke in de lange Boot gebleven waren, onmogelyk viel zulks te beletten; een van hen fpoedede zig echter na het Camp, om Tyding van het gebeurde te brengen. Hierop trok de Capitein Tortolero met twaalf welgewapende Mannen uyt, en  CALIFORNIA. 341 by Vader Ugarte te Mexico zouden betaak worden, dewyl Vader Juan Maria geen Geld by zig had. Het was niet lang voor de Ontdekking van dat verfoeijelyk Bedrog van dien eervergetenen Eigenaar, dat men nog 6000 Daalders te kolt leide, om de Boot ter Zee-Uytrutting in Haat te Hellen In de eerfte Reis ging de ganfche Lading verlooren, en in de tweede ftrandede de Boot te Aquapulco, wordende het Wrak aldaar voor 500 Daalders verkogt, en dus daarby 17500 Daalders ingefchoten ; welk Verlies voor de Zending zo gewigtig als gevoelig was. Het Gebrek van een Schip wierd echter wel haaft geboet door den Thefaurier Don Pedro Gil de la Sierpe , die aan den Vader Juan Maria ter gelegener Tyd cn goeder Uur eene Bark, genaamd San Fermino, als mede eene lange Boot,genaamd San Xaverio, toezond, van welke terltondgebruyk gemaakt wierd, om Hout en Vruchten van Cbacala en Metanchel, en Leeftocht van Taqui, Ahome, Guaytnas en uyt andere Havens over te haaien, als mede zommige Merrien , Hengften en Hoornvee, welke Don Auguftino Eucinas, een uytmuntende Weldoender der Zending van hare Oprechting aan, gefchonken had, en wiens voorbeeldige Milddadigheid naderhand op zynen Zoon Don Miguel overgeërft wierd. De Vaders redelyk wel in de Taal van California geoeffend, en tot meerder Gemak, in het doorreizen van een zo ruuw en fchraal Geweft, van Paerden voorzien zynde, namen een Befluyt langs verfcheidene Wegen dezen hunnen Tocht door het Land te volvoeren. In 't begin van 't Jaar 1699 trok Vader Juan Maria, begeleid door zommige Soldaten, voor 't eerftemaal Noordwaards na eene Plaats , genaamd Londo , 9 Mylen van Loretto gelegen , alvvaar eene talryke Rancheria gevonden wierd. De /. Deel, Q eer*  CALIFORNIA. 51 fchreevene Voetfpooren volgende , den derden dag in de Zending van la Conception de Caborca aanquaraen, alwaar zy den onlangs derwaards gezondenen Vader Luis Gallardi vonden, en aan hem de Brieven van Vader Ugarte en den Vader Zendeling van San Ignacio overhandigden. De laatfte verzogt in zynen Brief om het afzenden der aan hem m het voorleden Jaar beloofde Provifien; en vermits Vader Gallardi den voorgaanden met de Seris afgezondenen Brief reeds ontfangen had, zo ftak hy ten fpoedigften met eenigen Voorraad, en zo veel andere Behoeftens af, als hy maar byeen kon brengen , dewelke waarlyk maar gering waren om dat beide de Boodfchappen op éénen tyd quamen, wanneer hy zelve flecht voorzien was: Want alhoewel Vader Ugarte hem meende onderrecht te hebben, hoe aangenaam zyne Aanbieding was, en hem daarby den Tyd van derzelver Afzending bepaalt had, zo had hy echter die Brieven niet ontfangen en derhalve Haat gemaakt, dat zyne Reis voor dit Jaar geenen Voortgang zoude hebben. Hy vergaderde dan al hetgeen maar te Caborca te bekomen was door middel van de Bylander, en ftevende na de Kult, alwaar Vader Ugarte na de Terugkom!! zyner uytgezondene Boden bleef wachten. Doch zyne Pynelykheden vermeerderden van dag tot dae en hy wierd genoodzaakt, om dezelve maar ct mgzms te verzachten , geduurig op zyne Knien te leggen 111 welke Houding hy zyn eenigft Gemak vond. Het was reeds de twaalfde Dag, dat hy door die Pynelykheid belet wierd aan 't Strand te komenhoewel zulks ook gedeeltelyk byquam door dè Woeftheid der Zee; want na dat hy reeds tweemaal in deCanoe gebragt was, zo kon men dezelve echter met naar behooren bellieren. Hy wierd op cntlangene Tyding, dat de Vader Zendeling van D 2 Sa»  5a De HISTORIE van San Ignacio by hem ftond te komen, met geene geringe moeite en gevaar eindelyk na het Strand ge bragt, van waar hy hem anderhalve Myl te gemoet voer, en door die Oeffening merkelyke Verligting befpeurde. De Vader was zeer verlegen over den loberen Voorraad, dien hy aanbragt, en uyt hoofde van dien vvierden Middelen gebruykt, om in de naaltgelegene Woonplaatfen der Pima-Indianen eenen ruymen Leeftocht, gedeeltelyk by Leening, en gedeeltelyk by Mangeling van hetgeen op de Bylander gebragt was, byeen te krygen. Men was insgelyks verdacht, om vers Water te bekomen, hetgeen, niet tegenftaande de verre Afgelegenheid, echter in korten tyd gelukte door het Bellier en de Uytvinding van Vader Ugarte, dewelke het Volk op zekere Afïlanden deed plaatfen, en dus het Vaatwerk aan elkander toebrengen. Ter zeiver tyd was de Bylander in groot Gevaar wegens de fterke Beweging der Zee; een van derzelver Kabels was reeds gebrooken, en de Boegfpriet, alhoewel uyt Maria, een zeer fterk Slach van Hout gemaakt, was door eene zwaare Baar, die over de Bylander heen ging, weggeflagen. 's Anderendaags, wanneer de Wind bedaarde, wierd de Boegfpriet,zo goed als mogelyk was,hcrftelt, en de Water-Vaten aan Boord gebragt. Het Scheepsvolk was echter zeer mistrooftig , om dat het Kruys aan de Boegfpriet verlooren was; hetzelve wierd vervolgens by de Indianen opgevifcht, en wederom op zyne Plaats valt gemaakt. Geduurende deze Verrichtingen ontdekte het Volk van de Bylander in 't verfchiet eenen jongen Californiaan, die in de Pinnas flapte, om een Onderzoek langs de Kuil te doen : Men had eenigen tyd lang reeds beducht geweeft , dat het ganfche Gezellchap door den Storm op Zee, of door den Hon-  CALIFORNIA. 53 Honger vergaan was, om dat het maar voor 8 dagen Provifie medegenomen had; ook waren zommige onzer Manfchappen langs de Kuft noord- en wedwaards gaan zoeken en vorfchen, zonder eenig het minde Bericht van hen te kunnen hekomen. De Californiaan wierd door drie zyner Makkers gevolgt, dewelke verhaalden , dat zy, na groot Ongemak en Gevaar op de onftuymige Zee uytgeftaan te hebben, eene wyde en ondiepe Baai ingeloopen, en aldaar in den donker op twee Vademen Water voor Anker gekomen waren; doch dat zy 's ochtends daaraan de Boot ten eenemaal op het Drooge gevonden hadden, dewyl de Zee geëbt had, en over de twee Mylen ver weggezakt was, en zy van hunne Legplaats in 't geheel geene Zee hadden kunnen zien; een Stuk van hunne 'Kiel was daarenboven afgeftooten of afgebrooken. In deze Gefteltenis waren vier van hen uyt de Pinnas gegaan, om Water tc zoeken, cn niets dan de Dood in een zo woed Geweft voor oogen ziende, en de Provifie in de Pinnas ten naaden by verteerd zynde, hadden zy beflootcn niet wederom derwaards te keeren, maar het Strand zo naby te volgen als maar doenelyk was, tot dat zy Tagui zouden bereiken, indien zy niet het Geluk mogten hebben van de Bylander alvoorens te ontmoeten. Op dat Bericht wierden terdond zommige Provifien en Water derwaards gezonden, en de in de Pinnas terug geblevene Lieden, die op de Terugkeering der Vloed dezelve met groote moeite in eene Kreek gebragt hadden , door dien Voorraad verquikt en herleefd zynde, herdelden de Kiel, daken wederom in Zee, en quamen binnen de vier dagen by de Bylander. Den tweeden July wierd deze gevaarlykeGelegenheid by hen alle verlaten,met voorneemen, om wegens de Opneeming dezer fchraale Kuft geene verdere moeite te doen, dewyl dezelve naar D 3 al-  54 De HISTORIE van alle naauwkeurige Oplettendheid der Manfchappen in de Pinnas, nergens eenige Waterplaats uytleverde, en ook geen eenige bequame Haven te vinden was ; want aangaande de Baaijen, welke voor de Merkteekenen van Pimeria gehouden wierden, mogt men zekerlyk onderftellen, dat dezelve door de Ongeftuymigheid van het Ty veroorzaakt waren. _ Zy ftierden derhalven na de Kuft van California, en (levenden den Inham in drie dagen over, wiens Breedte daaromftreeks niet boven de veertig Mylen bedraagt; quamen, zonderde Haven in te loopen, voor Anker leggen, en zonden de Pinnas na het Strand. Wanneer de Indianen de Boot zagen, quamen zy gewapend derwaards afzakken; trokken eenen Linie op het Strand, en gaven Tekenen van Bedreiging tegen de na Strand roeijende, indien zy onderdaan wilden eenen Voet daarop te zetten. Doch onze Manfchappen deden dezelve door Tegenteekenen en kleine Vereeringen vanVoorneemen veranderen, zo dat zy op eene vriendelyke wyze naderden , en hen na hunne Rancheria of Waterplaats geleideden, en van daar na eene nog grootere en niet ver gelegene Rancheria overbragten. Door deze vriendelyke Ontmoeting en Aanwyzing deed ons Volk eenen Tocht langs dc Kuft tot negen Mylen ver; zy vonden in die Tuflchenwydte vyf verfcheidene Rancherias, cn zo veele Waterplaatfen, en wierden alom by de Inwoonders met alle Openhertigheid en Vrymoedigheid ontfangen. De B\ lander vervorderde insgelyks haare Reize, om eene Haven of Baai op te zoeken, en quam, na eenen zeer ver in Zee uytftekenden Hoek te boven gelaveerd te zyn, in eenen ruyme Baai ten Anker, alwaar zy voor de toen ter tyd geduurig waaijende Zuydweft-Winden veilig en gedekt lag. Doch zy ©ntmoetede aldaar eene Omftandigheid , die veel vrees-  CALIFORNIA. 55 vreeslyker dan de Wind zelve was; namentlyk den fnel affchietenden Stroom, waardoor het Vaartuyg belet wierd met de Voortleven na den Wind te rydcn, en niet anders, dan in den zwaarften Srorm geflingert wierd. Vervolgens, en terwyl de Pinnas nader by Land hield, om eene Haven te zoeken, zo befloot de Stuurman Strafort met de Boot na 't Strand te gaan, om verder op in de Baai eene Ankerplaats te vinden \ de Boot was fchielyk uyt het gezigt, en quam niet voor 's anderen daags wederom te voorfchyn, wanneer zy zydelings aandreef, doch zo zeer ontramponeerd , dat men het Volk niet dan met de uyterfte Zwaarigheid aan Boord kon neemen. De Stuurman verhaalde , dat hy, de Boot eenen dag op 't Zand gelaaten hebbende, met zyne Makkers na de Rancheria gegaan, en aldaar by de Indianen met alle teekenen van Vriendfchap ontfangen was ; dat hy onder hen verfcheidene Snuyfteryen uytgedeelt had ,en onder het midden deezer wederzydfe goede Toegenegenheid het Ty terug gekomen was, niet allengskens naar gewoonte, maar met eene verfchrikkelyke Bruyzing en fchielyken Aanwas tot over de drie Vademen. De Boot was ogenbliklyk tegen de Rotfen gefmakt, cn in korten tyd in twee verfcheidene Stukken van de Voor- tot de Achterfteven gefplceten. De Indianen waren toegefchoten, om hen te helpen, en door Tekenen hun Belang in die Rampen uytdrukkende, hadden zy door iemand van hen te veritaan gegeeven, dat in de Nabuurfchap daaromftreeks een Bofch gelegen was, waarin men Hout van gelyke Soort kon vellen, om een ander te timmeren. Doch zulks was by hunne Gefteldheid van Zaaken ten eenemaal onmogclyk. Het eenigfte Middel en Toevlucht was, de twee Stukken met de uyt de Roei - Riemen getrokkene D 4 Na-  56 De HISTORIE vabj Nagels wederom aan een te klampen: De Peil-Lyn wierd uytgeravelt, en benevens de Zwabber tot Werk gebruykt, om de Naden te breeuwen , en de Klei moeft in plaats van Pik en Teer te baat genomen worden. Hiermeede wierd een groot gedeelte der Nacht gefleeten, terwyl de Indianen hunnen Arbeid met Licht hielpen vervorderen , hetgeen van de Bylander gezien wierd; 's anderendaags, by het terugkeeren der Vloed, gingen zy wederom in Zee, houdende geduurig het Strand in 't Oog, om by eenigerhande Ongemak na het Land te kunnen zetten. Een van hen was altoos beezig met het uythoozen van 't Water; en wanneer zy naby de Bylander quamen, was hetzelve zodanig aangewaffen, dat zy zig zelve verlooren gaven. Ook waren zy by gebrek van verfch Water in de uyterfte Droefheid geweeft; doch wanneer zy het Strand naderden, zagen zy verfcheidene Indianen, aan dewelke zy hunne Verlegenheid door Teekenen te kennen gaven; zy wierden op gelyke wyze beantwoort, en vervolgens door de laatftcn twee Vrouvvsperfoonen afgezonden, om verfch Water aan te brengen. Wanneer zy dezelve daarmede zagen terug komen, gingen zy zonder eenigen Achterdocht aan Strand, en namen daarvan zo veel, als zy oordeelden nodig té hebben , tot dat zy de Bylander konden bereiken; op welke alle en een ieder even onverduldig en verlangende was, om te verneemen , hoe hun Tocht was afgeloopen. De Bylander ftevende op hun Verhaal wederom noordwaards, cn na eenige dagen gezeik te hebben, befpeurde men eene Verandering in de Kleur van 't Water, het geen nu afchgraauw, en dan zwartachtig fcheen te zyn, hoewel meefl doorgaans na rood te hellen. Uyt de laatfte Kleur wierd opgemaakt, dat de Rivier Colorado, dewelke zodanig Water voert en ontlafl, niet ver van daar haa-  CALIFORNIA 57 haare Uytvloeijing moeft hebben. Zy Huurden derhalven , om de Ondieptens en Droogtens te myden, na de Kuft van Pimeria toe, en de Pinnas peilde de Gronden geduurig voor uyt. In 't midden van den Inham was het Water wat ongeftuymer en drabbiger, en de Diepte naby de Kuft wierd op zommige Plaatfen zeven, acht, tien en meer Vademen bevonden, doch geduurig veranderlyk en zonder eenig daaraan paaiend Canaal. Zy quamen echter eindelyk ankeren naby den Mond der Rivier aan de zyde van Pimeria, alwaar zy twee van derzelver Uytvloeijingen ontdekten, dewelke Gras,Bladeren, Onkruyd, Takken van Boomen, gebrande Blokken, Timmerhout van Hutten, en diergelyke bovendryvende Stoften, in Zee wierpen. Wanneer de Overftroomingen ophielden, zo beflootdeManfchap aan Boord dc Rivier op te vaaren; doch Vader Ugarte hield het tegen, dewyl het geduurende twee Nachten achtereen zeer ftormachtig Weêr, verzeld door Donder en Blixem en fterke Regens, geweeft was, en daardoor beide die Overftroomingen veroorzaakt waren, cn ook daarenboven de Lucht nog fcheen te dreigen eene derde Overftrooming te zullen uytwerken, en dat, wanneer zulks mogt komen te gebeuren , terwyl zy in de Rivier waren, zy alle onvermydelyk zouden moeten verlooren gaan. Buyten dien was Vader Ugarte, en verfcheidene andere Manfchappen, zeer ziek. Zy ftevenden derhalven den Mond der Colorado voorby, en ankerden op vier Vademen Water; geduurig vreezende op eene Zandplaat te zullen blyven zitten. Wanneer men deze Opneeming met die van het Jaar 1746, by Vader Fernando Confag gedaan, vergelykt, dan zal komen te blyken, dat Vader Ugarte van de twee Uytvloeijingen der Colorado, dewelke door een tuffchen beide gelegen Eiland geD 5 fplift  5S De HISTORIE van fplift worden, alleenlyk die beooflen van hetzelve, of aan de zyde van Pimeria, voorby gevaaren was, en dat hy, tuffchen beide de Canaalen voor anker leggende , de andere Uytvloeijing beweften moet gezien hebben. Uyt even dezelve Legging had Vader Ugarte ook een klaar en duydelyk CJezigt van Cabo de California, paaiende aan het nabuurig Gebergte, en alleenlyk door de Rivier van de Kuft van Pimeria afgezonderd. Dat hy op dien Uythoek niet aan Land gegaan is, om verder Onderzoek te doen, moet gedeeltelyk aan zyne eigene Zwakheid en de Ziekte van zyn Scheepsvolk, en gedeeltelyk ook aan zyne Waarneemingen omtrent de Eb en Vloed aldaar,toegefchreven worden. Hieromftreeks verandert het Ty van zes tot zes Uuren; de Vloed ryft met een yslyk Gedruys van drie tot zeven Vademen, en overftroomt de Iaage Landen eenige Mylen ver; de Eb moet dus ook noodzakelyk met eert diergelyk fchroomelyk Geweld terug keeren, en de Bylander had gevolgelyk geenerhande veilige Ankerplaats; ook was in de Nabuurfchap geen goede en bequaame Haven te vinden. Hy ontdekte ook, dat deze Wateren de fchadelyke Hoedanigheid hadden, dewelke zedert door .de Ondervindig van Vader Confag beveiligd is; namentlyk , dat dezelve Blaaren verwekken, en byzonder zwaare Pynen in de gevoeiiglte Deelen veroorzaaken, dewelke geduurende eenige Maanden ongeneeslyk zyn. Ook was de Loots, in de Pinnas aan Strand vaarende, om eene naauwkeurige Afteekening van hetzelve in zyne Kaart te brengen, insgelyks overtuygd, dat deze Caap de Uythoek en het Einde van den Inham van California, en de Waters, ter zyde van denzelven,die van de Rivier Colorado waren. In de Peiling bevond men geene Teekenen van een Canaal, hetgeen ruym en diep had beboojen te zyn; maar flechts de Diepte  CALIFORNIA. 59 te van vier of vyf Vademen. De Grond beftaat in flymerigeen taaije Klei, die aan het Anker blyftvaftkleeven. Daar is ook geenerhande Schyn van een Canaal, zo ver als het Oog kan reiken ; wordende noordwaards alom het vafte Land gezien. Het gevaarlyk en buytengewoone Ty in deze Geweften, en ook op beide de Kuften, (trekken verder tot Bewys, dat de Inham aldaar zyn Einde heeft; want indien dezelve eenige Ontlading of Uytgang in de Zuydzee had , dan zouden deszelfs Wateren met zulk eene Snelheid niet ryzen , noch tot zodanige Hoogte vloeijen; dus blykt dat dezelve aldaar ftuyten, en aan het Einde van dc Naauwte door die der Colorado beteugelt worden. Eindelyk wierd onder de Matroozen een Scheeps-Raad gehouden, en daarin beflooten, dat het voor de Bylander onmogelyk was, in eene zo hachelykeLegging langer te blyven , zonder eene veilige Haven te kunnen vinden; dat de Pinnas zonder Dek by de Woede van het Ty en den Storm groot Gevaar liep, en dat het veelmeer naar Onbedachtzaamheid, dan naar Kloekmoedigheid zoude gelyken, wanneer men bcdaan wilde verder te gaan. Hetzelve wierd ook door een algemeen Gejuych van buen Viage 1 opgevolgt. En den 16 July in 't zelve Jaar 1721, zynde de Dag der Zegepraaling van 't Kruys, wierd het Anker geligt, om na California te keeren. Zy vervorderden hunnen Cours langs het midden van den Inham, doch hielden nu na deze, en dan wederom na.de andere Kud, om dc aldaar gelegene Zandplaten en Eilandjes op te neemen. Ter zeiver tyd ontdonden hevige Orcaanen en zwaare Rcgenbuyen, waarin zy ongetwyfeld vergaan zouden zyn, indien men, naar den Voorllag van zommige, de Rivier Colorado had opgezeilt. De Vader, zig in de Bylander bevindende, waarfchouwde de Maats in  6o De HISTORIE van in de Pinnas, die geen Dek had, dat zy aan groot Gevaar bloot gefield waren; dat de Boot van minder Aangelegenheid, dan het Behoud van 't Volk was, cn dat zy derhalve dezelve zouden verlaten, en in de Bylander overkomen; doch de onvertraagde Bootsman antwoordede daarop, dat hy geenerhande Gevaar op Zee fchroomde , en dat, indien de Vader hen van Provifie geliefde te voorzien, hy kort aan en langs de Kuft na Loretto zoude zeilen, cn des noods na de Wal toe zetten, om het Volk te falveeren. Zy ontfingen dan de geëifchte Provifie, en vervorderden hunne Reis in de Pinnas. De Bylander was nu in de Eilanden van Sal-fi-puedes aangekomen, welke een groot Getal uytmaken, en aan den Ingang eener wyde Baai verfcheidene Canalen formeeren, dewelke by de Parelduykers onder gelyken Naam bekend is. Hier geraakten zy door den opgekomenen Storm en den fnel fchietenden Stroom in Gevaar van Schipbreuk, en wierden genoodzaakt zommige Nachten voor hun Anker te ryden ; en na verfcheidene verdrietige Wendingen gemaakt te hebben , laveerden zy het Eiland van Tibaron te boven , hetgeen vermoedelyk hetzelve is, dat by Vader Confag in zyne Kaart met den Naam van Angel de la Guarda beflempelt wordt, op welke Hoogte zy door de fnelle Stroomingen zo ver lywaards afdreeven , dat zy binnen de zes Uuren den Arbeid van acht Dagen verlooren. De Stroomen fchieten met eene verbazende Snelheid, en hun Gedruys gelykt na dat eener groote Rivier tuffchen de Rotfen ; ook fchieten dezelve niet recht toe recht aan, maar kronkelen in verfcheidene Draaijingen ; want dewyl daaromftreeks eene groote meenigte Eilanden zyn, zo loopt de Stroom in verfcheidene en ganfch verfchillende Richtingen. De  CALIFORNIA. 61 De Aanhoudendheid van het. Gevaar verminderde echter allengskens de algemeene Vrees. Te meer, dewyl het Volk drie nachten achtereen onder de geduurige Stormen aangemoedigt wierd door het zogenaamde Vuur van San Elmo, dat het Kruys in den Top van den Mail verligtede, en by hen allen voor een Teeken der godlyke Befcherming gehouden wierd; en niet tegenllaande de voorfz. fnelle Stroomingen hen grootelyks weerhielden , zo beflooten zy echter eene derde Onderneeming werkftellig te maken, aan dewelke zy den Tyd van acht Dagen beftededen, wanneer hen de Moed begon te begeven, en eene bequaame Plaats in een der gemelde Eilanden ontdekt hebbende, ten Anker quamen, om aan Land te gaan. Zulks was nu des te noodzakelyker, dewyl van al het Scheepsgezelfchap maar vyf Man in ftaat waren het Dek te houden. Zommige waren door Schurftheid overvallen; andere quynden elendiglyk aan de Pyn, door het Zeewater veroorzaakt, en Vader Ugarte zelve was, behalven zyne andere Ongemakken, insgelyks met Schurft befmet. Het quam zekerlyk byGods Voorzienigheid tc pas, datzy hier ter plaats ingeloopen waren;want terftond daarop volgde eenzovreeslyke Orcaan , dat indien de Bylander niet genoegzaam befchut en vertuyd geweeft was, dezelve onvermydelyk te gronde zoude hebben moeten gaan. In deze Haven bleevcn zy vier dagen leggen ; doch de Ongemakken van Vader Ugarte namen zodanig toe, dat hy te rade wierd in de Boot na de Kuft der Seris over te fteeken, en van daar, zo het mogelyk was, over Land na Guaymas te gaan. Doch dat Befluyt veroorzaakte onder het Scheepsgezelfchap zo groot eene Verflagenheid, dat de Vader zyn Voorneemen veranderde, en beloofde, hetzelve met te verlaten , al waar het, dat hy zyn Leven daarby mogt  62 De HISTORIE van mogt infchieten. De Zieken begonnen van dag tot dag te beeteren, en op Saturdag den 18 Augufti geraakten zy met eene ftyve Koelte voorby den derden Stroom van Sal-fi-puedes, welke na de Kuft van California affchiet. Hunne Blydfchap wierd 's anderendaags ochtends nog grooter, wanneer zy in de Wolken boven het Eiland, by hen zo even voorby geloefd, drie Regenboogen boven den anderen zagen flaan. Zy vervorderden nu hunne Reis ganfch verheugd, zig vleijende, dat alle Gevaar over en verdweenen Was. Doch kort te vooren, aleer zy in de Baai van Conception aanquamen , verrees zeer fchielyk een Storm uyt Noordooft- ten- Noorden, dat zy naauwelyks zo veel tyd hadden, om hunne Topzeilen te gorden, en twee Recven van 't Fokkezeil in te haaien ; het was op den Middag zo donker als of het Middernacht was ; de Donderdagen waren vreeslyk; de Regen viel uyt de Wolken als een Stroom, en de Zee brak op eene yslyke wyze. Doch hetgeen hunnen Schrik nog meer deed toeneemen, beilond daarin, dat zy ten afftand van naauwelyks eene halve Myl eene Hoos zagen , dewelke op hen afquam. Hadden zy ooit onze lieve Vrouw en het H. Kruys vuurig om derzelver Befcherming aangeroepen, het was waarlyk nu; en Vader Ugarte zeide zelve, dat onder alle dc Gevaaren, dewelke men geduurende de Reis ontmoet en doorgedaan had , nog geen zo groot, als dat van dezen Dag, geweeil was, die met recht een Dag der alleruyterfte Verflagenheid behoorde genaamt te worden. Gods Voorzienigheid deed echter den Wind veranderen, waardoor de Wolken haar zelve in het Gebergte van California ontlafteden. Dc Bylander quam vervolgens in 't begin van September behouden in de Baai van Conception binnen. Hier-  CALIFORNIA. 63 Hiervandaan trokken zy in Booten en op Muylezels, om Gemak en Ververfingen, tot verzoeting hunner geledene Ongemakken, van de Goedheid van Vader Siftiaga, en van zyne Indianen te Mulege te bekomen. Hier genazen de Zieken, en de weinige Gezonde wierden by uytftek vcrquikt, en alle quamen in 't midden van September in de Bylander te Loretto terug, alwaar zy de Pinnas vonden, die eenige dagen voor hunne Aankomft aldaar gearriveerd was. Het Voordeel, door dezen Tocht over den Inham behaald, deed hen de Herdenking der geledene Rampen en Tegenfpoeden ten hoogften aangenaam zyn. Want nu wiften zy by ondervinding, dat op verfcheidene Plaarfen, langs en naby het Strand verfch Water te bekomen was; en dat de Indianen daaromftreeks zig heufch en vriendelyk tegen de Vreemdelingen betoonden, om hen de naaftgelegene Waterplaatfen aan te wyzen, dewelke langs de Kuft van Nieuw-Spanjen, van de Guaymas af tot de Seris toe, in een zeer gering getal, en dc allernaafte ruym eene Myl van 'c Strand, te vinden waren. Van de Seris tot aan de Uytvloeijing der Caborca is de Kuft doorgaans fteil en zonder verfch Water, en van de Caborca tot de Colorado toe worden maar drie \Vaterplaatfen, en weinige, of in het geheel geene bequaame Gronden tot Weiland gevonden, dewyl het Strand veele Mylen achtereen fchraal en zandig, en gevolgelyk onbewoond en woeft is, zonder dat'er ooit een Indiaan gezien wordt; gelyk dan ook, by de daarop gevolgde Opneeming der Kuft van California, door Vader Confag gedaan, de Waarneemingen en Aanteekeningen van Vader Ugarte in alle deelen beveftigt zyn geworden. Een ander, en niet minder uytfteekend Voordeel was, dat men zig van de Aanteekeningen en Ondervin-  64 De HISTORIE van vindingen van veele kundige Cocbemies, buyten en behalven die der aan de Overkuft van California woonende Indianen en zelfs van de Inwoonders van hetzelve Half-Eiland, kon bedienen. Want de Seris en Tepocas, ten tyde dat Vader Ugarte onder hen verkeerde en eenige Voldoening aanbood, waren tot geenerhande Hulp cn Byfland over te haaien, offchoon zy het Scheepsgezelfchap in de uyterfte Verlegenheid zagen, en in tegendeel, wanneer alle Man naar het uyterfte Vermogen aan 't Werk was, zagen zy het ganfch onverfchillig aan, of lagen op den Grond te luyeren; ook hebben zy geduurende de veertig Jaaren, dat de Vaders by hen bekend geweeft zyn, nooit eenige de minfte Beleefdheid aan dezelve beweezen. Men had hen eene Vereering, ruym van gelyke Waarde, aangebooden voor zommige Hechte aarde Vaten, doch zy waren op geenerhande wyze tot die Ruyling over te haaien. ^ Daarentegen betoonden de nooVdelyke Califomianen, in gelyke en andere Gevallen, altoos de grootfle Heulchheid cn Oprechtheid;en offchoon zy de Vaders nooit gekent, noch eenigerhande Vaartuygen op hunne Kuft gezien hadden, zo quamen zy echter van zelve en blymoedig hunne geringe Gefchenken aanbieden, eer dat men iets het minfte aan hen gegeven had. En wanneer zy bevonden, dat hunne Gaften geene Vyandlykheden pleegden, dan onderfteunden zy dezelve met de grootfte Wakkerheid en Bereidwilligheid , zo veel maar in hun zwak Vermogen was; ook floegen zy, wanneer'er gearbeidt wierd, ongevraagd en onverzogt, de Handen aan 't Werk; zy voorzagen insgelyks de Manfchap van de Bylander van zo veele Potten en Vaatwerk, als dezelve nodig hadden , zonder iets het minfte daarvoor te begeeren; en zelfs waren die Potten zo fraai bewerkt, als of zy een kundige Potte»  CALIFORNIA. 65 lebakker gedraait had, en Vader Ugarte deed zyn beft, om zommige dier Potten te bewaaren, en aan de andere Zendelingen te vertoonen. Ik heb van deze Omftandigheden opzettelyk willen gewagen, om dat, gelyk ik reeds op eene andere plaats, namentlyk in het zesde Hoofdftuk van het eerfte Deel hiervooren, aangemerkt heb, dat het nooit gebleken was, dat de Indianen in eenig ander Geweft van California eenige de allerminfte Kennis hadden van de Klei tot zodanig een Gebruyk te draaijen. Hetzelve wordt ook beveiligt by den Capitein IVood Rogers in zyne Reis na de Zuydzee, waarin hy insgelyks de zuydelyke Califomianen van zodanig eene Bloohertigheid enLuyheidbefchuldigt, als Vader Ugarte onder de Seris bevonden heeft. Doch een veel grooter, dan het hiervooren verhaalde Voordeel, beftond daarin, dat door dien Tocht en Opneeming eene meenigte groove Misflagen in de oude Teekeningen, Kaarten en Reisbefchryvingen ontdekt wierden; zynde daarin Eilanden, Rivieren, Baaijen en Havens geplaatft, dewelke nergens, en andere in tegendeel, welke wezendlyk op beide de Kuften aan den Inham van California te vinden zyn, ten eenemaale overgeflagen en uytgelatcn. Het Uyttrekzel van deeze Reis, hetgeen ik in handen heb, maakt geen gewag van de daartoe betrckkelyke byzondere Omftandigheeden; want ik zoude dezelve zeer gaarne uytgefchreven hebben, dewyl daardoor de nuttige Kundigheid veel meer, dan door eene meenigte andere Reisbefchryvingen, zoude vervordert worden. Ik zal my derhalven Hechts moeten laten genoegen met te zeggen, dat de voorfz. Reis ■ volkomen beantwoort heeft haar voornaamfte Doelwit; beflaande daarin, dat men verzekerd mogt zyn, of California een Eiland, E dan  66 De HISTORIE van dan een Half-Eiland was, hetgeen met het vaite Land van Nieuw-Spanjen zamenhing. Maar tegenwoordig is het volkomen gebleeken , dat het een Half-Eiland zy, alleenlyk door de Rivier Colorado van Pimeria gefcheiden. Derhalven is het Gevoelen van zommigen te Mexico, dewelke ondcrftelden, en zelfs wilden beweeren, dat de Galjoenen uyt de Philippine-Eilanden door een Canaal in denInham van California paffeerden, en dus mNieawSpanjen zeilden, ten eenemaale buyten alle Grond en Zekerheid. Het is nog verder gebleeken , dat indien 'er eenige Getncenfchap tuffchen dien Inham en de Zuydzee was, alsdan de Scheepvaart langs dien Weg, ten opzigte van het onftuymig Weêr, de Ondiepte van het Water, de Naauwte van de Doorvaart, de Snelheid van den Stroom, en deszelfs verfcheidene Richtingen, voor zo groote Schepen, als de .Galjoenen van de Philippines, volftrekt ondoenelyk zoude geweeft zyn. Dus was'cr geen ander Middel over, om voor die Schepen ergens eene Bergplaats te vinden, dan alleenelyk eene Volkplanting en Guarnifoenplaats aan of omtrent eene bequaame Haven aan deZuydkuft op te rechten. En om dezelve nu aan de Landzyde te beveiligen , behoorde men dc Zendingen tot aan de Haven toe uyt te breiden, cn daardoor de Inwoonders der wederzydfe Kuiten van den Inham onder Gehoorzaamheid te brengen. Wy kunnen uyt dien hoofde gemakkelyk naleiden, waarom zo menigvuldige Onderneemingen, van dewelke wy in de voorige Deelen van dit ons Werk gewaagt hebben, vruchteloos afgeloopen zyn, zonder eens aan te haaien verfcheidene andere, dewelke van tyd tot tyd, hoewel met minder Omflag, Gerucht en Koften gedaan, echter alle mislukt, en even ïampzalig in haar Uyteinde geweeft zyn. Omtrent  CALIFORNIA. 6> a-ent dezen tyd heeft ook Vader Tamaral te meermaalen, van de benoorden zyne Zending laPurifJima gelegen Kuft; een groot Gedeelte bereift en opgenoomen, en wel volkomen degeene , welke zig tot aan Cabo San Lucas uytftrekt, dewyl hy door den Onderkoning afgezonden en gelaft was, om na eene bequaame Haven en Landsdouwe te zoeken, al waar men eenige Volkplantingen en Guarnifoen-Plaatfen zoude kunnen oprechten; doch zulks alles wierd ondoenelyk bevonden. Wanneer Vader Ugarte te Loretto aanquam , deed hy ten gelyken Einde alle Toeftel maken tot eene nieuwe Onderneeming ; namentlyk, om de Zuyderkuft zo ver in het Noorden te onderzoeken en op te neemen, als maar mogelyk was. Op zyn Bevel vertrok de Capitein van het Guarnifoen met zommige Soldaten na de Zending van Santa Kofalla de Mulege, en van daar, met Vader Sebaflian de Siftiaga, na die vaaGuadaloupe, alwaar Vader Ever ar d Helen zyne Ternederzetting had. In hetzelve Jaar 1721, den 19 November, vertrokken zy van Guadaloupe na de Kuft, dewelke zy naauwkeurig opnamen tot over den 28 Graad in Breedte, En alhoewel zy in dien Tocht groote Ongemakken uytftonden, zo hadden zy altoos het Genoegen van drie verfcheidene goede Havens,met bequaame Waterplaatfen en dikke Boffchen, te vinden; doch de Grond was alom te fchraal, om bebouwt te kunnen worden. De ruymfte en veiligfte Haven, en die het befte verfch Water had, was niet ver van het IndiaansDorp San Miguel, naby de Zending van San Xaverio, en waarvandaan de Schepen van alle Behoeftens konden voorzien worden. Met deeze aangenaame Ontdekkingen quamen zy te Loretto terug, alwaar Vader Ugarte een uytvoerig Bericht van zyne Reis opftelde, en de E s Kaars  6*8 De HISTORIE van Kaart benevens het Dagregifter van den Stuurman Strafort daarby voegde. Vader Siftiaga vervaardigde insgelyks een Verhaal van zyne Ontdekkingen, en de Afteekeninge der Havens, dewelke hy langs de Kuft ontmoet had, alle hetwelke na Mexico gezonden wierd, om aan den Onderkoning overhandigt te worden, en wyders daaromtrent zodanige Maatregelen te beraamen, als hy zoude vinden te behooren, en verder alle die verfcheidene Papieren aan zyne Majefteit en den Raad der Indien te zenden. Of nu deeze Dagregifters, Kaarten en Berichten ooit te Madrid aangekomen zyn , daarvan kan ik geene de minfte Verzekering geven ; maar wel is het eene ongelukkige en bekende Waarheid, dat by geene van beide de Regeeringen iets het minfte gelaft wierd, hetgeen daartoe eenige Betrekking had. Ik meen verpligt te zyn alhier aan te haaien, dat geene dier voorfz. Papieren, hoe zeer ook daarna gezpgt wierd, ooit te Madrid hebben kunnen gevonden worden; ook kon men geen Bewys bekomen, dat dezelve na Mexico terug gezonden waren. Ik verbeeld my, aan den nieuwsgierigen Lezergroot Genoegen te geven, wanneer ik in ftaat was van het ganfche Dagregifter van Vader Ugarte, als meede het Bericht der Vaders, dewelke de verfcheidene Havens ontdekt hebben, benevens dc Brcedtens der Hoofdplaatfen, de Gelegenheid en Gczigten der Eilanden, Kuften, Baaijen, Havens, Ondieptens, Banken, Ankerplaatfen, Tyen, Stroomen, Afwykingen der Naald, &c. te kunnen mededcelen. Ten minften zouden de in deeze Tochten gedaane Opneemingen en de daarvan gemaakte Kaarten van een wezendlyk uytftekend Nut zyn, om van alle de Ontdekkingen een volmaakt Begrip te bekomen; want, wanneer zodanige Kaarten naauwkeu- rig  CALIFORNIA. 69 rlg getekend zyn, dienen zy tot het voornaamfte Voordeel van diergelyke Onderneemingen. Doch niet tegenftaande alle de Onderrechtingen, welke ik dien aangaande heb kunnen bekomen, zo ben ik echter de eerfte en voornaamfte, die zig uyt byzonder Belang daarin moet beklaagen; doch ik getrooft my dit, dat zulks buyten myne Schuld is, en dat ik vroeg of laat het Genoegen zal hebben, dat myne tegenwoordige Aanwyzingen de Goedkeuring van het Gemeen zullen wegdragen, en deze leége Vakken door een ander vervult worden; als mede, dat zyner Majefteit Onderdaanen van de Gelegenheid dezer Landen, tot Voordcel van het Ryk en de Kerk, eene volmaakte Kennis zullen bekomen. XVI. HOOFDSTUK. De Zending van Nueftra Senhora de los Dolores del Sur, door Vader Guillen, en die van San Jago de los Coras, door Vader Napoli gefticht. De zorgvuldige Oplettendheid in het volvoeren der algemeene Vervorderingen ,by de Beveelen zyner Majefteit en deszelfs Minifterie gelaft, en om daaruyt meer andere Onderneemingen te doen voortkomen, door dewelke diergelyke Landwinningen uytgebreidt kunnen worden, deed den byzonderen Yver van verfcheidene Zendelingen ganfch niet verflaauwen in het Onderwys der godsdienftige Kundigheden, en de Befchaving der Zeden onder de Inwoonders van hunne Parochiën; niet minder in het doen aangroeijen hunner Zendingen, en die chriftelyke Ternederzettingen zo wyd en breed uyt E 3 te  7o De HISTORIE van te leggen,als de Omftandigheden van Tyd maar kon* den toelaaten. Uyt de Stichtingen, Tochten, Reizen, Opneemingen en Vervorderingen, by de Vaders te Water en te Land ondernomen en volvoerd, was genoegzaam gebleeken , dat de noordelyke Geweften van California niet zo bar en fchraal, als de zuydelyke waren, en ook meerderen Overvloed van verfch Water, dan deze laatfte , hadden. Men had wyders bevonden, dat de Natiën en Bewoonders dier noordelyke Geweften leergieriger, fchranderder, zachtzinniger, oprechter, en ook min ondeugend en dcrtel, en gevolgelyk uyt de Natuur veel bequamer waren tot het omhelzen van den chriftelyken Godsdienft, en het opvolgen der Geboden, in het Evangelie vervat, dan die van het Zuydergedeelte. Men zag daarentegen een Bericht, by dc Zending van La Paz opgefteld en rond gezonden, dat de ganfche Natie van Pericu, beftaande uyt verfcheidene Takken, en daaronder ook die der Guaycuros, Uchities , Coras , Eilanders , &c., onverzocnelyk wraakgierig, altoos oorlogende waren, en door Verraderyen en Geweldenaryen altoos elkander zogten te vernielen; dat niet tegenftaande zy alle Chriftenen, en tot eene algemeene wederzydfe en ftandvaftige Verzoening gebragt waren, echter geene de minfte Veiligheid onder hen plaats vond, en dat door eene byzondere Bekeering de Wanorde nog meer zoude aangroeijen : Ook waren meer andere Ondeugden, en wel voornamentlyk deLuyheid,Ondankbaarheid, en het Bedrog by hen inden hoogften Top gereezen, en daarenboven de beeftachtige "Wclluft, niet alleen onder hen geoorloofd, maar zelfs in den hoogften Roem, wanneer iemand onder hen de meefle Vrouwen kon berechten en onderhouden. Doch  CALIFORNIA. 7* Doch dezelve Redenen, om dewelke men aan de Bewoonders der noordelyke Geweften van California den Voorrang boven die van hec Zuyderdeel behoor: re geven, komt ons noodzaaken-, voor eerft van de Pericues te gewaagen. Want'dewyl men, niet tegenftaande alle daartoe gedaane moeite, geene Bezetting voor de Zending van La Paz heeft kunnen verwerven, en dat de vyf-en-twintig Soldaten te Loretto niet toereikend waren, om tot de hoogftnodige Dekkingen, Tochten en Verdediging der zo ver van den anderen afgelegene Landen. te kunnen dienen; zo was het ganfche noordelyke Wingeweft aan allerhande Gevaar geduurig bloot gefield, tot die tyd toe, dat alle de verfcheidene Natien in het Zuyderdeel zouden met den anderen verzoend, en van hunne Ondeugendheden befchaafd en gezuyverd zyn. Daarenboven hadden de Uchities, woonende tuffchen La Paz en Loretto, zommige nieuwbekeerde Indianen daaromftreeks deerlyk mishandelt, en gezogt door dien weg alle Gemeenfchap en Briefwiffeling tuffchen beide de Zendingen af te fnyden : De Coras, of degeene, welke het uyterfte Einde van het Half-Eiland bewoonen, namentlyk by Cabo San Lucas, lagen dagelyks met hunne oude Vyanden de Guaycuros van La Paz en de Omlanden overhoop; verdrongen en verdrukten de Inwoonders der naby gelegene Eilanden van San Jofeph, Efpiritu Santo, Ceralvo en andere, tuffchen Loretto en La Paz gelegen; en alhoewel deze Vyandlykheden door Vader Ugarte eenen tydlang opgeheven en de Partyen verzoent wierden, zo begonnen echter de Guaycuros, den ouden Wrok tegen hunne Gebuuren hervattende, dezelve op eene onraenfchelyk wreede wyze uyt te plunderen; aangelokt wordende door derzelver Voorraad van Maize , Pozoli, yzere en ftaale fcherpe GereedE 4 fchap-  f% De HISTORIE van fchappen, te La Paz opgelegd, dewelke hen alle Omzag en Infchikkelykheid hadden behooren in te boezemen. Door deze Eilanders was de Zending van San Juan Baptifta Ligui, of Malibat, in afwezenheid' van den Zendeling Vader Guillen, driemaal achtereen uytgeplunderd, zonder het allerminfte over te laten; en alhoewel de Capitein en de Soldaten van het Guarnifoen hen op de Hielen volgden , drie of vier onder de Voet fchooten, veertien Booten en elf Man vermeefterden en gevangen namen , welke te Loretto vriendelyk behandelt, en, ten blyk van Vriendfchap en Liefde , na hunne Eilanden terug gezonden wierden, zo duurde hunne voorgegevene Verzoening echter niet langer dan hunne Vrees, of zo lang als hunne Wraakzucht daardoor tegen de Bewoonders der Kult beteugelt wierd, en zy geen gebrek aan kleine Gereedfchappen hadden. Dus was het eeniglte Middel, de Uchities en Coras , aan wederzyden van La Paz woonende, onder Gehoorzaamheid te brengen. Om zodaning een groot Oogmerk te bereiken, wierd in hetzelve Jaar de Stichting van twee nieuwe Zendingen ondernomen, en teffens de voorfz. Opneeming van de Kult en den Inham ter Zee en te Land begonnen. Het Fonds der Zending van San Juan Ligui of Malibat was, gelyk wy reeds hierboven aangehaalt hebben, door het Gemis der Begiftiging van Don Juan Baptifta Lopes ten eenemaale weg; en alhoewel Vader Guillen en de andere Zendelingen voor hen zelve en voor hunne Indianen bezorgd waren, zo quam zulks alleenlyk voort uyt de itrikte Bezuyniging der Uytgaven, en de Bekrompenheid van ieder op zig zelve ten behoeve der algemeene Zaak. Boven dien waren het Dorp en de Rancherias van Malibat, door eene vreeslykc befmettely- kc  CALIFORNIA. 73 te Ziekte,zeer ontvolkt, en derzelver weinige overgeblevene Inwoonders, in afwezenheid van den Vader geduurig voor de Overrompelingen der Eilanders beducht, genoodzaakt, hunne Wyk en Schuylplaats elders te gaan zoeken. Ter dier tyd wierd de godvruchtige en edelmoedige Marquis de Villa Pu-, ente bewogen, de Fondfcn tot Stichting van twee Zendingen tuffchen Cabo San Lucas en Loretto op te fchieten. Hierop wierd beflooten , dat Vader Guillen de Villtatie Plaats San Juan de Malibat zoude verlaten, om tuffchen de Ucbities cn de Guaycuros, wier Verwinning van het uyterfte Belang was, eene nieuwe Zending op te rechten. Dienvolgens begaf zig de Vader in het Jaar 1721 derwaards , om 'er zyne Wooning te houden; hy liet kort daarop den Grond tot eene Kerk leggen, richtede een Dorp op, en deed de noodige Gebouwen tot eene nieuwe Zending vervaardigen. In de Maand Augufti floeg hy zyne Vcrblyfplaats op langs de Kult en het Strand van Aparte, ter Zee 40 cn over Land 60 Mylen van Loretto gelegen, welke laatlte Afltand door den onvermydclyken Omweg van het Gebergte veroorzaakt wordt. De Zending wierd aan Nueftra Senbora de los Dolores, bygenaamd del Sur, toegewydt, om dezelve van eene andere van gelyken Naam in 't Noorden te doen onderfcheiden. De Ongemakken, welke Vader Guillen aldaar onderging cn doorftond, als zynde eene Landftreek, die voor de fchraalite en onbequaamfte ter Bewooning van ganfch California mag gehouden worden, als mede zyn onvermoeide Yver en ongeloof baare Arbeid, door dewelke hy dien Wyngaard des Heeren aanbouwde, hebbennooit by andere kunnen vergeleeken, en veel min overtroffen worden; doch dc daaruyt voortgekomene Gevolgen zyn van veel gootcr Nut cn Voordeel, dan die van eenige andere E 5 Zen-  74 De HISTORIE van Zending in California geweeft. In het Jaar 1744 zondhy, op Bevel zyner Overften, een kort en bondig Verhaal van den Toeftand zyner Zending. Hetzelve is met zo groote Omzigtigheid als Ootmoedigheid gefchreven , en betoogt doorgaans en volkomen zyne weergaloze Deugden, groote Bequaamhcid en doordringend Oordeel. Zulks gebeurde in het dertigfte Jaar van zynen Dienft als Zendeling in California, alwaar hy in't Jaar 1714, na eene rampzalige Schipbreuk, waarin zyn getrouwe Medeftander Vader Guifi verdronk, geleden te hebben , voor de eerftemaal beland was. : Deze Zending van Nueflra Senhora de los Dolores del Sur wierd alleenlyk tot Geryf en Gemak der Indianen aangelegt, doch naderhand van het Strand na eene andere Plaats, genaamd Tanuetia, 10 Mylen van den Inham en 25 van de Zuydzee, overgebragt. De Vader zogt en vergaderde byeen alle de Huysgczinnen der Indianen, dewelke in de Holen, BolTchen en afgelegenfte Hoeken van het Gebergte aan beide de Zyden maar te vinden waren, en verdeelde dezelve in zes Dorpen, namentlyk Nueflra Senhora de los Dolores; la Conception de Nueflra Senhora; la Incarnation; la Trinidad; la Rcdemption en la Refurre&ion, dewelke te vooren by de Indianen van Malibat waren bewoond geweeft, aleer zy deze Landftreek verlieten. Hy bekeerde daarenboven nog meer andere Indianen, dewelke in drie Dorpen verdeelt wierden, en uyt dezelve rees, op dc edelmoedige Begiftiging van den Graaf de San Jago, die binnen Mexico woonde, de nieuwe Zending van San Luis Gonzaga, en in 't Jaar 1737 wierd dezelve van eenen hyzonderen Zendeling voorzien. Laatftelyk onderwees en bekeerde hyalle de andere Heidenen op de zuydelyke Kuft, van de Zending San Xaverio af tot  CALIFORNIA. 75 tot aan de Natie der Coras. Zy wierden alle als Geloofsonderwyzelingen aangeteekent, en zo ver gebragt, dat zy in eene andere Zending, welke in hetzelve Jaar opgerecht wierd, konden ingelyfc worden; zulks wierd te meer nodig geoordeelt te zyn, om dat het, vermits de groote Afftanden en de Natuur der Landftreek, onmogelyk viel, hen in het byzonder te kunnen onderwyzen, en alle te onderhouden : Dus wierden by hem alleen alle de Inwoonders van het Half-Eiland, ruym 40 Mylen ver, van de eene Kuft tot de andere gereekend, tot het Chriftendom bekeert; doch in deze gchecle Streek is de Grond zo rotsachtig en fchraal, dat men geene Plek Lands wift te vinden, om eenig Graan te kunnen zaaijen , uytgenomen voor een weinig Maize te Aparte,dewelke naauwelyks voor de aldaar woonende Indianen toereikte. Hieruyt komt de uyterfte Armoede en Gebrek der Indianen daaromftreeks genoegzaam te blyken; ook kan men wel begrypen, dat de Zendelingen zelve niet in ftaat waren, hen eenigen Onderftand te doen. Doch des Vaders Arbeid wierd alhier door eenen zo goeden Uytflag gekroont, dat hy, zelfs in alle de op elkander volgende Muyteryen in 't Zuyden, alle zyne Guaycuros en Uchities, hoe toomeloos en oproerig zy ook weleer waren , alsnu , tegen alle de Voorbeelden en fterke Ophitfingen der Pericues en Coras aan, niet alleen in de Belydenis van het Evangelie beveiligde, maar ook de Zending van Nueflra Senhora de los Dolores del Sur tot eene Vryplaats maakte, werwaards de Vaders met hunne Nieuwbekeerden konden vluchten, om alle Veiligheid en vriendelyk Onthaal te genieten. Om Redenen hiervooren reeds gemeld , wierd nog in hetzelve Jaar eene andere Zending onder de Natie der Coras, niet ver van Cabo San Lucas, opge-  De HISTORIE van gerecht, cn by den Marquis de la Puente van een rckkelyk Fonds voorzien. In het aanleggen van dezelve was de Vader Superior Ugarte zeer zorgvuldig en omzigrig; ook had hy dienvolgens, aleer' hy de Opnecming van den Inham werkftellig maakte, zyne Schikkingen en Beveelen achtergelaten, dat Vader Ignacio Maria Napoli,van alle daartoe nodige Behoeftens voorzien, na La Paz, en van daarna de Baai van Palmas, moeft vertrekken; want deze laatfte Plaats was tot het aanleggen dier nieuwe Zending verkooren. De Zending van Loretto worftelde toen ter tyd met eene groote Schaarsheid van Leeftocht en andere Behoeftens; doch de Bark met de Provifien cn Onderftanden wierd dagelyks uyt Nieuw-Spanjen te gemoet gezien , en derhal ven bevohnachtigde Vader Ugarte den nieuwen Zendeling-, om hetgeen voor zyne Zending van San Xaverio ftond gezonden te worden, en ook hetgeen hy verder benoodigd zopde zyn, daaruyt te houden, cn met de Bark na zyne Standplaats te vertrekken; zig wyders zorgvuldig gedragende naar den Laft en Bevel, aan hem in alle Ontmoetingen, ten opzigte van zyn te houden Gedrag, bv fchriftelyke en mondclingfe Ouderrcchting gegeven. De Bark quam in 'c midden van Jttly opdaagen, enden 2iften dierzelver Maand begaf zig Vader Napoli met den Capitein Don Eftevan Rodrigues en vier Soldaten aan Boord, en quam den tweeden Augufti daaraanvolgende gelukkig te La Paz belanden, wanneer hy by de Indianen dier Zending met de grootfte Blydfchap en Achting ontfangen wierd; zy kuften al knielende zvne Handen, en geleideden hem met den Capitein en de Soldaten in Proceffie na de Kerk, alwaar hy by Vader Jayme Bravo ingewacht wierd. De Bark ftevende vervolgens na de Kuft van Cinaloa, om Maizevoov Lorei-  CALIFORNIA. 77 retto te laden; zo dat men genoodzaakt wierd, de voor de Baai van Palmas en derzelver Zending gcfchikte Provifien in de geleende Booten, behoorende tot de Bylander van den Generaal Rezaval, welke ter Parelviffery in de Baai van La Paz aangekomen was, over te fchecpen , cn na Palmas te bezorgen. De Vaders en de Soldaten gingen over Land, om eenen Weg derwaards te baanen , ten welken einde zy alle de Indianen, die by hen ontmoet wierden, tot Gezelfchap en Gidfen verzogten. Binnen de acht Dagen bereikten zy de Baai van Palmas, en wel den 24 Augufti; alle de Indianen trokken verder het Land in, en de langs den Weg gelegene Rancherias wierden alle ledig en zonder Volk bevonden. De met de Provifien en andere Behoeftens geladene Booten quamen eerft acht Dagen daarna in de Baai aan , waardoor, als mede door het vluchten der Indianen, Vader Napoli in de grootfte Verlegenheid geraakte; daarenboven had hy het Ongeluk gehad van zynen Muylezel te vallen , en zig zodanig te bezceren, dat hy eenigen tyd ongevoelig ter Aarde bleef leggen, en by zyn Gezelfchap reeds opgegeven en voor Dood gehouden wierd. Op zekeren avond, wanneer hy, op eenigen Afftand van zyne Tent,eene Wandeling deed, om het Strand te bezigtigen, zag hy eene meenigte naakte Indianen ganfch verwoed op hem aanrennen ; zy hadden eenen Aanvoerder of Capitein aan hun 'Hoofd, die, behalve zyne buytengewoone Grootte en Dikte, over zyn geheel Lichaam zwart en rood geverfd was; gedeeltelyk gedekt door eene Soort van haire Deken, en aan zynen Buyk met verfcheidene Beefte-Voeten omhangen ; houdende in de eene 1 land eenen Waaijer van Veeren, en in de andere eenen Boog, en eenen daarop gelegden Pyl. De Schrik  7» De HISTORIE van Schrik voor deszelfs vreeslyk Gehuyl, gevolgd door het Gekryfch zyner Medemakkers, wierd door hunne dreigende Gebaardmakingen vergroot. Vader Napoli, voor vaft denkende, dat zyne laatfte Uur verfcheenen, en de Dood onvermydelyk was, verhefte zyne Ziel en Hert tot God, aan hem al knielende met de vuurigfte Smeckingen zyn Lyf en Leven tot eene Offerande opdragende, en dat hem zyne Zonden genadiglyk mogten quytgefchoiden worden. Hy rees vervolgens wederom op, ging de Indianen onvertfaagd te gemoet, en deed, zo veel maar mogelyk was, de hem aangeboorene Vreesachtigheid, volgens den aan hem medegedeelden Laft en Onderrechting, voor die Ongelovigen niet blvken. Hy had eerftelyk nog niets van de gewoonë Klcedin"der Indiaanfe Tovenaars vernomen, en was ten tweeden door die vreeslyke Gedaante ten uyterften ontfteld, en wel zodanig, dat hy zig verbeeldede den baarlyken Duyvel te zien, die de Indianen in eene zigtbaare Geftalte aanvoerde, om hem, als eenen Apoftel van het Evangelie, te vernielen. Doch van zyne eerfte Ontfteltenis bekomen zynde , ging hy denzelven met een verontwaardigend Gelaat te gemoet, en gaf aan de Indianen door Tekenen te kennen, dat hy het zeer qualyk zoude neemen, indien zy hem eenig Leed zochten aan te doen, en deelde vervolgens onder dezelve, met eene vriendelyke Vrypoftigheid,verfcheidene geringeSnuyfteryen uyt,die hy mede gebragt had ; hen nog meer belovende, wanneer zy hem na zyn Camp wilden volgen. Deze Heufchheid van den Vader had haare verwachte Uytwerking; zy verzelden hem derwaards, en hy bragt hen allengskens na zyne Tent, alwaar hy dezelve niet minder vriendelyk onthaalde, en hen niet alleen eenige Provifien en kleinen Huysraad fchonk, maar ook aan degeene, die in hunne Rancherias terug ge-  CALIFORNIA, 79 -gebleven waren , in gelyke Gefchenken bedeelde, die by hen, als een Teeken van Vrede en Vriendfchap, met groot Genoegen aangenomen wierden. De Indianen keerden ten hoogden voldaan terug; doch verzogten den Vader, wanneer zy wederom mogten komen, zyne Becden en den Hond, die zy nooit gezien hadden, en voor dewelke zy zeer bevreed waren, te willen opfluyten. Den volgenden Dag quamen zy in kleine Partyen, die echter tot ruym vyfhonderd Perfoonen aangroeiden, terug keeren, en bragten zodanige Gefchenken aan , dewelke hunne Landsdouwe uytleverde, en ontfingen daartegen Pozoli, grove linne Kielen , Scheermeden en diergelyk gering Geryf, allesten dien einde by de hand en in gereedheid gebragt. Daar waren reeds vyf Dagen verloopen, na dat zy hunne Tent opgeflagen hadden , zonder van de Boot eenige de minde Tyding te hebben, door welker Verlies zy in de uyterde Verlegenheid zouden gedeld zyn; doch dezelve was vier Dagen bevooren in een klein Meir, weinige Mylen van daar, belancr en blyven leggen, om het Gezelfchap, hetgeen over Land ging, in te wachten, alzo het Volk zig verbeeldede, dat aldaar de Vergaderplaats voor hen allen bepaald was. De eerde Tyding wierd door de Indianen derwaards gebragt, en verneemende, dat de Vader niet ver van daarop de Kud te vinden was, wierden de Goederen ontladen, en eene Opneeming dier Landdreek gedaan , om ter bequaame Plaats eene Zending op te rechten. Behalven verfcheidene Kreupelboffchen van Palmboomen en Heiden met Duynhelm bewallen, vonden zy ook naby het Strand eenige Moeraden en Poelen met zoet Water; doch hetzelve was in het geheel niet bruykbaar. Wyders ontmoeteden zy hier en daar eenige Gronden , welke tot Wei- en Bouwland fcheenen be- quaara  8o De HISTORIE vam quaam te zyn ; doch dewyl La Paz niet ver van daar gelegen was, en men zeer gemakkelyk de nodige Behoeftens uyt die Zending kon bekomen, zo befloot de Vader zyne nieuw ontworpenc Zending aan tc leggen terPlaatfe, alwaar hy allereerft dc Tent had laten opflaan. Vervolgens wierd de Grond daartoe klaar gemaakt, en het Dorpje beg on eene Gedaante te bekomen , wanneer dc Indianen gezamentlyk ganfch onverwacht en zeer fchielyk verdweenen. De Vader, de Redenen eener zo plotfelyke Verandering niet kunnende naleiden, befloot op ftaande Voet, en nog dienzelven Avond, daarna te verneemen; zynde flechts verzcld door eenen Soldaat en eenen onkundigen Tolk. Hy vond zommige der Vluchtelingen uyt, die hem, op zyne vriendelyke Klagten en lieftaalige Vragen, ganfch openhertig onderrechteden, waaruyt de Oorzaak hunner zo fchielyke Vlucht ontftaan was. Zy zeiden , dat de Coras, uyt eenen verouderden Wrok, tegen de Guaycuros van La Paz te Velde leggende, vernomen hadden, dat de Vader van het Gebied dier laatfte Plaats, waarin reeds eene Zending opgerecht was, zig met gewapende Manfchappen derwaards begeven had; dat de Coras in hunnen Achterdocht nog meer verfterkt waren door de Opneeming dier Landftreek, cn het aanleggen der Muuren tot eene Kerk ; dewelke , offchoon zy maar van Klei en Aarde opgevoerd waren, by hen gehouden wierden voor het Begin eener nieuwe Vefting;dat eindelyk de Vader zommige Guaycuros medegenomen had, van dewelke drie op zyn Bevel dien dag langs den gemeenen Weg na La Paz gegaan waren, om van daar eenen metMaize geladenen Muylezel af te haaien. Deze byzondere Gebeurteniffen hadden in de Coras een quaad Vermoeden verwekt, dat de Guay- cu-  CALIFORNIA. Bz euros gekomen waren, om hen alle te vermoorden, • en dat om die Redenen het Land opgenomen was zy getradteert en verzogt wierden, dagelyks aldaar wederom te komen en aan deVerfchanfingen te helpen arbeiden tot hunne eigene Veiligheid, en dat'zy, daardoor van den goeden Uytflag hunner gefmeede Onderneeming verzekerd , de ganfche Natie der Guaycuros ontboden hadden, om met hen te vereenigen, en gezamentlyk die der Coras met Wortels en Stammen uyt te rocijen. De Vader befteededc alle mogelyke Moeite, om dien Achterdocht te doenverdwynen en hen geruft te Hellen, en eene meenigte van hen quamen by hem in zyne Tent en in het van Palmbladen gemaakt Prieel, waarin de Soldaten de Wacht hielden Aan de andere Zyde ftookten de vreesachtigfte Indianen verfcheidene Vuuren , om hurme Vyanden in den Donker des te béter te zien naderen, wanneer zy hen mogten komen verftrooijen en vernielen. Den daarop volgenden Morgen wierd hunne Vrees nog meer vergroot, en zelfs zodanig, dat zy zig twee dagen achtereen niet durfden kten zien. En Vader Bravo, die nu eene maatige Kennis van de Taal der Guaycuros bekomen had, dewelke ook tamelyk wel by de Coras verflaanbaar was, wierd tot het behertigen hunner Aangelegenheden in t geheel niet verzogt, offchoon hyzig dezelve ten uyterften liet ter herten gaan ; want zy hielden hem voor den Vader, het Hoofd en den Aanvoerder hunner Vyanden. De Muylezel, die met zyne Lading Maize opgehouden was, quam eindelyk opdagen, en offchoon de Indianen op eenigen Afftand de Wczendlykheid van hetgeen Vader Napoli verhaalt had, klaarblykeiyk zagen, zo wilden zy evenwel niet na hunne Wooningen terug komen. Eindelyk begaven zy zig echter met hunnl Vrouwen en Kinderen akengskens wederom derF waajds  8a De HISTORIE van waards, en verzogten, dat hunne Kinderen, eveneens als die van La Paz mogten gedoopt, en zy voor altoos als Vrienden gehouden worden. Op zodanig eene wyze wierd de Vrede tuffchen de Guaycuros en de Coras geffooten, en die Verzoening aan wederzyden vaftgeftelt, om naar hunne Gewoonte, door het houden van Vreugde-Feeften en Danferyen bekrachtigt te worden. Den 4 September wierden door Vader Napoli negen-en-twintig hunner Kinderen gedoopt; ook quamen de Vrouwlieden hem dagelyks verzoeken, gelyke Gunft aan haare Kinderen te willen laten wedervaaren. Dus waren de Inwoonders dezer Landftreek, hoe zeer te vooren achterdenkende, nimmer gerufter en vergenoegder, dan wanneer zy zig by de Vaders bevonden. Al hetgeen aangebragt was, en zelfs tot Opfmukking van het Altaar zoude dienen, wierd onder de Indianen uytgedeelt, om hunne Gunft en goed Vertrouwen te winnen, en wel zodanig, dat 'er naauwelyks zo veel Provifie overfchoot, om na La Paz te keeren, en nieuwen Voorraad van Behoeftens te bezorgen. Dienvolgens wierd het van Palmboomen vervaardigd Huys, benevens eenigen Huysraad, ter Bewaaring van de oudften onder hen gelaten, en alle verzekert, dat Vader Napoli ten fpoedigflen ftond terug te komen. Zy vertrokken dan langs eenen nieuwen Weg, om des te naauwkeuriger de Opneeming dier Landftreek te kunnen doen. Vader Napoli vertoefde twee Maanden in de Zending van La Paz, om na de Provifien te wachten, en de Taal der Coras, zo veel mogelyk was,te leeren verftaan; waarlyk eene Onderneeming van groote Zwaarigheid, doch' volftrekt noodzakelyk, om volvoert te worden. Terwyl de Vaders van de Palmas-Baai afwezend waren, zo deeden veertig Man van het Eiland Ceralvo, tegen over de Baai van  CALIFORNIA. 83 van La Paz gelegen, eene Landing, en de Zending zonder Vader en zonder Bezetting vindende, vielen zy in eene Rancheria; doodende eenen Mar^ twee Vrouwen, en zes onnozele Kinderen; namen eene volwaffene Perfoon gevangen, en pionderden alhetgeen aan Voorraad en Gereedfchappen in de Rancheria te vinden was. Ook zouden de Kerk en de Capel niet verfchoond gebleven zyn, indien de Plonderaars niet beducht waren geweeft, dat wanneer zy zig langer aldaar ophielden, de ganfche Natie der Guaycuros tegen hen in de Wapenen zoude verfchynen. Onze Capitein ftak daarop in twee Booten met eene Party Soldaten na het Eiland Ceralvo over, en alhoewel de Eilanders na de Holen in de Rotfen de wyk namen, om zig te verbergen, wierden echter twee of drie van hen doodgefchooten; dus wierden zy door onze verfchrikkelyke Vuur-Roers gewaarfchouwt, zig in het toekomende voor diergelyke Buytenfpoorigheden te wachten. De Capitein marcheerde onmiddelbaar daarna na Loretto, en Vader Napoli keerde in de Maand van November na Palmas-Baai, dewelke, offchoon hy dezelve tot het oprechten eener Zending, wegens den verren Afftand van La Paz, niet bequaam oordeelde te zyn, echter toen ter tyd de eenigfte Plaats was tot het ontfangen van Provifien en Onderftanden. Wyders zogt en ontdekte de Vader eene bequame Plek Lands, genaamd Santa Anna, dertig Mylen van La Paz, en vyf van den Inham landwaards in gelegen, alwaar hy een klein Huys benevens eene Capel deed bouwen, en de Inwoonders der naaftgelegene Rancherias tot het Evangelie bekeerde, en tot een ftichtelyk Leven en Wandel aanfpoorde. In het Jaar 1723 bouwde hy eene Kerk nog eenigzins verder van de Zee, voorneemens zynde de ZenF £ ding  g4' De HISTORIE van ding te verleggen, hetgeen echter by een onvoorzien Toeval in duygen geraakte. De Kerk was nu zo ver gevorderd, dat men reeds de Balken en Sparren voor het Dak daarop gebragt had, en terwyl de Vader eenen zieltogenden Indiaan berechtede, ontftond een yslyke Orcaan, wier gelyke alhier te Land ganfch niet ongewoon zyn, waarop de Indianen hunne Schuylplaats in de Kerk zogten; doch het Dak nog niet ter deeg voorzien, en de Kerk-Muuren nog niet naar behooren droog en hard genoeg zynde, zo wierd het ganfche Gebouw door de zwaare Rukwinden ter neêr geworpen, waarby zommige Indianen hun Leven verlooren; andere verminkt; veele gekneuft, en de overige door Schrik en Ontfteltenis buyten hen zelve geraakten. Vader Napoli, het Gedruys dier Inftorting hoorende, fpoededezig derwaards, en fprak de nog levende eenen goeden Moed in, met zodanig eene Tederheid, Medelyden en kragtige Vertroofting, als men van eenen geeftelyken Herder en getrouwen Vader zoude hebben kunnen wenfehen; doch door dit ongelukkig Toeval wierd dc Grond gclegt tot eene Zamenzweering onder de Nabeftaanden der geenen, welke in de Kerk gefneuveld waren; de Vader zag dezelve dagelyks aangroeijen, en het Tydftip haarer Uytberfting om mindere Beweegredenen naderen; want hunne Woede wierd ganfchelyk tegen den Vader uytgelaten, dien zy verwceten dc Moordenaar hunner Vrienden te zyn. Zy quamen echter fchielyk tot Bedaaring, wanneer zy door de m het Leven geblevene Indianen onderrecht wierden, dat zy met hen vrywillig in de Kerk gevlucht waren, zonder by iemand daartoe verzogt te zyn. Des niet tegenftaande wierd de Kerk fpoedig herbouwt, en wel op eene bequamere Plaats, deweke niet all een tot het drinken, maar zelfs tot het beg.eten  CALIFORNIA. 85 en vruchtbaar maken van zommige nabygelegene kleine Plekken Bouwland, genoegzaamverfchWater opleverde , en aan den Apoftel San Jago toegewydc. Wanneer men eenige Gronden omgefpit en tot het ontfangen van Zaad bearbeidt had, wierd bevonden, dat dezelve de goede Verwachting volkomen beantwoordeden. Doch met het zaaijen en opgaan van het geeftelyk Zaad liep het zo gelukkig en gezegend niet af. Deze wervelzieke, traage, onachtzaame en beeflachtige Natie betoonde eene groote Tegenftreving en Walging voor de zuyvere Evangelie-Leer; en alhoewel de Vader, als een getrouwe Dienaar des Hceren, niets het allerminfte ten dien opzigte verzuymde, zo beliep echter het Getal zyner Nieuwbekeerden en Doopelingen maar vicr-honderd en negentig, waaronder zig nog omtrent vier-honderd Kinderen bevonden. In 't Jaar 1726, wanneer Vader Napoli na de Zendingen op de andere Zyde beroepen wierd, verving hem Vader Lorenzo Carranzo, wiens Bloed in deze Wildernis, by wege eener verfoeijelyke Omkooping en Overrompeling, zo jammerlyk geplengt wierd, gelyk wy in het vervolg breedvoerig zullen verhaalen. F 3 XVII. HOOFD-  §6 De HISTOR IE van XVII. HOOFDSTUK. De Oprechting der noordelyke Zending van San Ignatio door Vader Luyando, benevens derzelver Vervorderingen. Dood der Vaders Piccolo en Ugarte. Oproeren der Pericues, en Stichting der Zending van San Jofeph op Cab» San Lucas, door Vader Tamaral. % Men had reeds zedert het Jaar 1706 alle Poogingen aangewendt, om eene nieuwe Zending op te rechten benoorden die van Nueflra Senhora de Guadaloupe, en wel in de Landftreek van KadaKaaman, (dat is Duynhelm-Beek,) gelegen in de Siërra van San Vincent e, ter Breedte van acht-entwintig Graden; veertig Mylen ten Zuydooften van Santa Rofalia Mulege, en vyf-en-twintig bezuyden Guadaloupe. De daaromftreeks woonende Cocbimi - Indianen hadden, met alle uyterlyke Tekenen van Oprechtigheid, eene groote Begeerte getoont, en wel ter gelegenheid, dat Vader Piccolo in het voorfz. Jaar tot hunnent een Bezoek afleide, om Chriftenen te worden; doch by gebrek van het daartoe noodig Fonds en de Schaarsheid van bequaame Onderwyzers, mitsgaders by devolftrekte Noodzakelykheid, om alvoorens de Edues en Pericues in 't Zuyden te verwinnen, moeit die zo zeer gewenfchte Onderneeming geftaakt en tot eene bcquamere Gelegentheid uytgeftelt worden. De nabuurige Zendelingen bezochten dezelve echter nu en dan by Toeval, om hunne Geneigtheid te polfen, en zulks duurde tot in het Jaar 1728. In het voorgaande Jaar 1727 was Vader Juan Baptifta Luyando, een Jefuit uyt Mexico, een Man  CALIFORNIA. 87 Man van goeden Huyze en uytftekende Hoedanigheden, te Loretto aangekomen, die niet alleen zyne Middelen, tot het oprechten eener Zending in California, aan zyne Overften overhandigde, maar daarenboven ook zyne eigene Perfoon aanbood, om van dezelve de Stichter te mogen zyn. Hy vertrok ten dien Einde in January 1728 van Loretto, door negen Soldaten verzeld, en quam den 2often derzelver Maand ter Plaats, welke by Vader Sifliaga van Santa Rofalia Mulege uytgekooren was tot den Aanleg eener nieuwe Zending. Laatftgemelde Vader Sifliaga had nog weinige Maanden te vooren de Indianen bezogt; hen van zyn Voorneemen verwittigt, en hen voorbereidt, om den nieuwen Vader met alle Heusheid te ontfangen. Ingevolge dier Voorbereiding wierd Vader Luyando by de Inboorlingen met alle Blyken van Vriendfchap en Hoogachting aangenomen en verwelkomt, en binnen weinige Dagen zag hy zig door ruym vyf-honderd Indianen uyt verfcheidene Rancherias omgéven. Hy aanvaardede daarop zynen Dienft, die hem des te gemakkelyker viel, dewyl zommige van hen reeds hunnen Catechismus verllonden, en door Vader Sifliaga daarin onderwezen waren. Zy betoonden zig gelladig zo yverig en oplettende, omtrent het Begrip der Leerftukken als de Oeffening der Pligten van den Chriftelyken Godsdienft, dat de Vader het Genoegen had, uytdeStandvaftigheidhunner goede Neigingen te befluyten, dat hy aan de Volwaffenen onder hen geruftelyk, en zonder eenige verdere Bedenking, den heiligen Doop mogt toedienen; en des te meer, dewyl zy van zelve beloofden, alvoorens alle de bygelovige Gereedfchappen der Tovenaars te zullen verbryzelen en verbranden. Binnen de zes Maanden was de Vader zo ver gevorderd, F 4 dat  «8 De HISTORIE van dat hy omtrent vyf-honderd Leerlingen in den Catechismus onderwees; en alhoewel zommige van hen na den Doop zig wederom na hunne Rancherias begaven, zo wierden de afgaande echter door nieuwe Aankomelingen geduurig en overvloedig vervult; en om nergens aan gebrek te lyden, hetgeen tot Volmaking van een zo gelukkig begonnen Werk vereifcht wierd, zond hy zeven Soldaten met Brieven na Loretto, waarin hy zeer ernffig om eenen fpoedigen Onderftand verzogt; dus hield hy alleenlyk twee Soldaten over. Men moet tot Roem der Soldaten aannaaien, dat zy, ziende den Vader zynen hem opgeleiden Dienft met den uyterften Yver ten eerlten aanvaarden, en dat zyne Onderneemingen zo voorfpoedig gelukten, vrywillig overnaamen den Bouw en Arbeid eener Kerk en Wooning, dewelke door de vaardige Hulp der Indianen, die zig mede, tot al hetgeen men hen verzogt, blymoedig aanboden , voltooid waren, aleer de opgenoemde Soldaten na Loretto keerden , en de Kerk wierd op den eerftcn Kersdag van hetzelve Jaar ingewydr. Over deze gewenfchte Vervordering was de Zendeling hertelyk verblyd, en aangemoedigd, om alle de geenen, welke zyne Zending quamen bezoeken, ten fpoedigften in Onderwyzinge te neemen; als mede, om in alle Quartieren de Indianen op te Ipooren, welke maar eenigzins Genegenheid toonden in de Gronden van het Chriftendom onderrecht te worden. Eens wierd hy byzonder uyt een dier afgelegene Quartieren gezonden tot iemand, die van eene Adder gebeten was; en alhoewel hy zig zonder zynen Soldaat en den Knecht bevond, die de Taal kundig waren, zo ondernam hy echter de Reis, alleenlyk verzeld by iemand der Inboorlingen, die reeds den Doop ontfangen had. Op zyne Aankom ft  CALIFORNIA. 89 komft ter aangewezene Plaats vond hy eene groote Rancheria van Wilden, die nooit te vooren eenen Europeaan of een Paerd gezien hadden; zy waren derhalven op het eerfte Gezigt ten hoogden verfchrikt en bevreeft, doch de vriendelyke Houding van den Vader, mitsgaders zyne medegebragte Vcreeringen, deden de Vrees en Ontfteltenis wel haaft verdwynen , en alle quamen hem omcingelen met Aanbieding van hetgeene zy maar bezaten en in hun Vermogen was. Deze Leerzaamheid der Cocbimies , gevoegd by derzelver Levendigheid, Verltand en Lichaams Gaauwigheid, waarin zy alle andere Volkeren overtreffen , ftelden den Zendeling in ftaat van onder hen groote Verbeteringen tc maken. Dc Landftreek was zeer bequaam tot den Akkerbouw, zo wel ten opzigte van de Zachtheid der Aarde, als ook wegens het Gemak en Geryf van verfch Water, zodanig, dat eene groote Volkplanting daarvan haar Beftaan kon hebben; ook hoefden de Indianen niet langer zo kommerlyk hun Onderhoud in het Gebergte en in de BolTchen te zoeken. Vader Sifliaga had bevoorens aldaar Maize en Tarw gezaait, hetgeen in het eerfte Jaar te zamen ruym honderd Schepels uytleverde; doch in het vierde en laatfte Jaar van Vader Luyando, beftond de Oogft, allerhande flach van Graanen byeen gerekend, in omftent duyzend Schepels. Het gevolg daarvan was eenè makkelykcreen rekkelykere Bedeeling in Voorraad van Leeftocht voor de Indianen, dewelke fchranderder dan hunne Gebuuren zynde, vrywillig de Handen aan 't Werk floegen, dewyl zy zagen, dat hetzelve ten ecnemaale tot hun eigen Voordeel ftrekte. Vader Helen had hen in een ander Bezoek reeds onderwezen in het aanqueeken en winnen van allerlei Soorten Tuyn- en Moeskruyden, dewelke hy F 5 zei-  9ö De HISTORIE van zelve voor hen geplant had; en Vader Luyando verkoos daarenboven nog eene Plek Bouwland tot eenen Tuyn, waarin, onder zyne Opzigt, de uythcemfche Gewaden zeer wel daagden, en de inlandfe grotelyks verbétert wierden. Ook plantede hy vyfhonderd Wynlfokken, mitsgaders Olyf- en Vygengenboomen en Zuyker-Ried, alle dewelke zedert aan deze zo verafgelegen e Zending groote Voordeelen tocgebragt, en niet weinig tot derzelver buytengewoonen Aanwas geholpen hebben; ook is daardoor het werkdadig Chrillendom onder de Indianen verbeterd en grootelyks vermeerderd. De Vader beneerftigde zig wyders de Indianen in Dorpen te doen vergaderen; hy leide dezelve aan in de voor de nabyleggende Rancherias meed: bequaame Plaatfen,en ftichtede in ieder eene Capel, om dagelyks hunne Aandacht daarin te kunnen verrichten. Hy onderwees hen insgelyks kleine Huyzen van Adauhes en Takken van Boomen te bouwen; doch vermits zy altoos aan de opene Lucht gewoon waren, zo had men veele Moeite en Zwarigheid om hen over te haaien, daarin hun Verblyf te neemen. In de Streeken, dewelke bequaam Weiland uytleverden, deed hy insgelyks zyn beft, om ten behoeve der Zending groote en kleine Veefokkeryen op te rechten. Dus vertoonde zig alles alom in eene zeer aangenaame Gedaante ; doch de groote' Vyand der Vrede en Gelukzaligheid van 't Mcnfchdom prikkelde de Indianen aan, om de Ruft der Zending te ftooren, en alle de Zorgen en Arbeid des Vaders vruchteloos te doen zyn. Dienvolgens namen acht dezer Wilden eene donkere Nacht te baat, en vermoordeden naby des Vaders Wooning eenen zyner Catechismus-Leerlingen ;vermoedelyk om redenen,dewyl hy wegens zynen vriendelyken en zachtzinnigen In-  CALIFORNIA. 91 Inborft by den Zendeling byzonder bemind was. Men was genoodzaakt, om nog grootere Euveldaden voor te komen, een zo wreed Bedryf zonder Onderzoek te laten doorgaan; doch zy konden de godlyke Wraak niet ontvluchten, en quamen alle acht in het volgende Jaar 1728 aan de befinettelyke Ziekte elendiglyk te derven. Eene andere Rancheria weigerde hardnekkiglyk in de Zending te komen , en wanneer de eerlle drie Volwaüenen gedoopt waren, quamen zy dezelve opzoeken, om ze te vermoorden, hetgeen zy zekerlyk werkllellig gemaakt zouden hebben , indien die Nieuwbekeerden niet hunne Vlucht na 's Vaders Huys genomen hadden. Hunne Halfterrigheid duurde volle twee Jaaren, tot dat hunne Boosaardigheid eindelyk door het Geduld, de Beleefdheid en Milddadigheid des Vaders verwonnen wierd; doch het duurde nog zeven Jaaren daarna, eer deze in hunnen hoogen Ouderdom het Evangelie quamen omhelzen. De oudfle Lieden in alle Rancherias betoonden in der daad de grootfte Verbittering tegen het Chriftcndom; en nademaal dezelve meell doorgaans de Tovenaars, Priefters en Onderwyzers, of liever Bedriegers der Rancherias zyn, zo was het geen Wonder, dat zy den Voortgang der Chriftelyke Leer allezins en naar hun uyterfte Vermogen zogten tegen te houden, dewyl daardoor hunne Achting, Gezag en Voordeel in duygen geraakten :Zy waren van een ongebonden Leven, en hunne beeftachtige Gewoontens hadden diepe Wortelen in hunne Gemoederen gefchooten, welke niet dan met de «yterfte Moeite uyt te roeijen waren : Wanneer zy ter Kerk quamen, en de Godsdienftoeffeningen bywoonden, zo fcheen hen zulks de allerpynelykfte Dwang te zyn, dewyl zy, als zeer geachte Onderwyzers hunner Natie geweeft zynde, niet konden verkroppen, zig tot Leerlingen van  92 De HISTORIE van van Vreemdelingen te moeten vernederen, en onder de Jongens te ftaan, door welke zy, wegens hunne ongerymde Leerftellingen, uytgelacht en befpot wierden. In 't midden en onder alle deze Gebeurteniflen, groeide de Zending zeer voorfpoedig aan, hetgeen voor 't meerder gedeelte toe te fchryven was aan de Leerzaamheid en Oprechtheid van zodanige Indianen , welke gewoon waren, vrypollig en uyt eigene Beweeging, aan Vader Luyando verflag te doen van al hetgeen onder hunne Landgenooten wel of qualyk gedaan of gefprooken wierd; dus kon hy ligtelyk op hen verwinnen, om zyn Bezoek in hunne Rancherias zonder eenigen hinder te mogen komen doen, wanneer het hem behaagde ; vervolgens in de Dorpen, welke aangelegt wierden, voor hen hunne Verblyfplaatfen klaar te maken; en om hen aan te moedigen, bood hy Belooningen aan de geenen, die in hun Werk allermeelt uyemunteden. Zommige wilde Indianen uyt het Noorden, door Quaadaartigheid tegen den bloeijenden Staat der Zending en het geruft Leven der Nieuwbekeerden aangeprikkeld, overvielen eene der Chriftelyke herlas ; doodeden aldaar twee Indianen en een Meisje, en deden de overigen na de Zending hunne Toevlucht neemen. De Chriftenen der andere Rancherias waren genegen, om de Wapenen tegen de Befpringers op te vatten, doch de Vader, vreezende dat daaruyt een langduurende Oorlog kon ontftaan, bad hen zeer ernftig, zulks geduldiglyk te willen verdraagen en alle Beleedingen te vergeven, gelyk zulks de Chriftenen betaamt. Hy vleide zig zelve met de Hoop, dat deeze Geruftheid en Onthouding van Wraakneeming op den Vyand van goede Uytwerking zoude zyn, en hem allengskens tot de Omhelzing van het Chriftelyk Geloof kunnen over- haa-  CALIFORNIA. 93 haaien. . Om zulks nu te vervorderen, zo zond de Vader eenige Boodfchappen met Gefchenken aan hen; doch de Ondervinding leerde, dat hy daarin eenen Misflag begaan had, en deze Wreedaarts eerft door Geweld beteugelt dienden te worden, om hen in 't vervolg des te eerder en béter te doen begrypen, dat alle de Vriendfchap, welke men hen bewyft, uyt enkele Liefde voortkomt, dewyl zy anderzins zig verbeelden, dat dezelve flechts aan Blohertighcid en Onmacht toe te fehryven zy, en dat zy door Milddadigheid en Vereeringen in hunne Trotsheid maar gerterkt worden. En waarlyk de Befpringers beflootenuyt de vriendelyke Boodfchappen en Gefchenken, dat de Vader en zyne Indianen zig in eene vreeslyke Verflagenheid bevonden , en wierden daardoor aangemoedigt in meer andere Rancherias te vallen; zy pionderden alom , waar zy maar quamen; doodeden of joegen de Chriftenen weg, en dreigden zelfs den Zetel der Zending te zullen komen bezoeken. Vermits de Vader maar-twee Soldaten by zig had, en de Indianen alle bevreetr en ongewapend waren, zo vond hy beft te zyn, na de Zending van Guadaloupe te vertrekken , alwaar Vader Sifliaga den Dienft waarnam. Van daar keerden beide de Vaders na San Ignacio , en men befloot aldaar den Vyand met alle Kracht en Dapperheid tegen te trekken , zonder na Soldaten van Loretto, nog 70 Mylen van daar gelegen, te blyven wachten. Dienvolgens wierden de Chriflelyke Rancherias opontboden ; men gaf hen met groot Geraas en Gewoel de noodige Wapenen, zo wel om hen den Moed op te wakkeren, als ook om da Indianen en Wilden voor zo groot eene Krygstoerufting te doen verfchrikken, gelyk zulks de oude Gewoonte van California altoos geweeft is. Zommige maakten Bogen; andere  94 De HISTORIE van re maakten de Steenen fpits en fcherp voor de Pylen; wederom andere gingen Hout kappen rot Spiesfen, welke tot dién tyd toe in deze Geweften nooit gezien waren, en op wier Einden de Soldaten groote Meflen vaft maakten, dewelke aangebragt waren, om onder de Zendingen verdeelt te worden. De Vrouwlieden zelve floegen mede de Handen aan het Werk, en vervaardigden Zakken en Netten, om de Provifien , gebradene Maize en gebakken Biscuit na te dragen. Na dat alle Toeftel gemaakt was, wierd het Volk gemonftert, en bevonden in ruym zeven-honderd weerbaare Mannen te beftaan; maar dewyl voor dezelve geen genoegzaame Voorraad van Leeftocht voorhanden was, zo wierden de zwakfte Manfchappen ontflagen,en alleenlykdrie-honderd-vyftig ftoute en dappere Mannen tot de Expeditie gehouden.. Doch ook deze hoorden in verfcheidene Rancherias t'huys, dewelke in diergelyke Gevallen altoos gewoon waren ieder hunnen eigenen Aanvoerder te verkiezen, waaruyt als nu eene zeer noodlottige Verwarring zoude gefprooten zyn. De Vaders deden hen derhalve begrypen, dat het zo wel gevoeglyk als noodzakelyk was, hen alle onder één Hoofd en Capitein te ftellen ; dat echter daartoe twee, namentlyk een by henlieden, en de andere by de Vaders zoude aangeftelt, en beide uyt hunne Natie, en wel de dapperfte, voorzigtigfte" en dier Landftreek kundigfte Mannen, zouden verkooren worden. Zy floegen vervolgens uyt hun midden eenen kloeken en onder hen zeer geachten Man voor; endieby de Vaders aangeftelt wierd, was de Beftierder van het Dorp in 't zelve Jaar; een jong Man van goede Hoedanigheden en beproefde Getrouwigheid, te -Loretto opgevoed , en door Vader Ugarte derwaards als een Kind medege- bragt.  CALIFORNIA 95 bragt, wanneer hy aldaar het Hout tot de Bylander deed hakken. De ganfche Armée, aldus na behooren in Staat gefield zynde, aanvaarde den March, om den Vyand op te zoeken, en de Verfpieders bragten wel haall de Tyding aan, dat hy hen aan den Voet van het Gebergte by eene Waterplaats flond af te wachten. Hierop wierd beflooten denzelven geduurende de Nacht aan te taften. Zy trokken ten dien Einde lynrecht op hem aan, en flooten hem van alle Zyden in , waarna zy hem allengskens, flap voor flap en met de uyterfte Stilte, quamen naderen, zonder eenige de allerminfte Opfchudding onder zyne Bende te verwekken. Met den Opgang der Zon, wanneer alle de Vyanden reeds omcingeld waren, verhieven onze Indianen een vreeslyk Veldgefchreeuw, waardoor de Wilden, dewelke buyten Zorg, en zonder op eenigerhande Gevaar verdacht te zyn, geruft lagen te flaapen, ontwaakt wierden. Zy quamen op dat yslyk Geroep in groote Verwarring op de Been \ zogten na hunne Wapenen , terwyl de anderen in de befte Orde van alle Zyden op hen indrongen ; zodanig dat de Vyand, zig door onze Overmacht ten eenemaale ingefloten ziende, en geenen Weg noch Kans vindende van zig met de Vlucht te redden, terflond, tot een Teeken van Onderwerping, de Wapenen neêr leide. Twee van de Vyanden ontfnapten echter, en zommige hunner Makkers uyt eene andere Rancheria van het hen overgekomene Ongeluk onderrecht hebbende , vlooden ook deze hals over kop na hunne eigene Landftreek , zo dat hun Overfchot, beflaande in vier-endertig Man, met geringe moeite tot Gevangenen gemaakt wierden ; Vervolgens ging men de Omlanden doorzoeken, en bevindende, dat dezelve door de Vyanden ten eenemaale ontruymd waren, keerde  pö De HISTORIE van de ons Volk na San Ignacio, en hielden aldaar mee hunne Gevangenen eenen zegepralenden Intrek. De Vaders geleideden de Overwinnaars in de Kerk alwaar de Almogende, wegens deze heerlyke Zege zonder eenige Bloedftorring, en Afïchiering van eenen Pyl behaald, plechtiglyk gedankt wierd De lVlanichappen wierden vervolgens onthaalt, en 's anderendaags quamen alle de andere byeen ter Vergadering ; de Soldaten met hunne Bevelhebbers formeerden eenen Krygsraad, waarin de Iaatften voorzaten; de Gevangenen wierden voorgebraor, ondervraagt en overtuygt van Oproer, Roof en Moord, en gevolgelyk gevonnifl na Loretto , als fchuldig aan capitaale Misdaden, verzonden te worden Wanneer het Vonnis aldus over hen geveld was wierden zy in de grootfte Verflagenheid wederom na de Gevangenis gebragt, terwyl zommige van de nieuwe Chriftenen van Vreugde danften en iuyehten; zig verbeeldende het Vermaak te zullen hebben van hunne Vyanden te mogen dooden, en dus voor de hen toegevoegde Beleedigingen zelve Wraak te neemen. Doch de Vaders quamen tuffchen beide , cn verzekerden de Gevangenen , dat zy niet zouden fterven; gaven hen eenige Vereeringen, cn berispten op eene heufche en zachtzinnige wvze alje de geenen, die zig over derzelver Ongeluk zo buytenfpoorig verheugden ; zy onderrechtcden de Nieuwbekeerden wel nadruklyk in de Pligten van Liefde, van Chriftelyke Mededogendheid , van Vergiffenis der Beleedigingen, en van vredelyke Zamenleving met hunne Gebuuren en met alle Menfchen' zonder eenig onderfcheid. Den volgenden Dag wierd, op Verzoek der, Vaders, andermaal Krygs-Raad gehouden; de Vaders vericheenen m denzelven , en bragten verfcheidene der gevangene Indianen mede, die de Soldaten ba-  CALIFORNIA. 07 baden hun Vonnis re willen verzachten, zonder hen te dooden, noch na Loretto op te zenden. Vervolgens wierden zy veroordeelt ieder een zeker gë» tal Geeflel-Slagen te zullen ontfangen. De Volvoering dier Uytfpraak wierd aan den voornaamften Moordenaar begonnen ; doch de Vaders bramen het door hunne Tuflchenkomft en Voorfpraak zo verre dat die Strafoefening flechts aan dezen éénen bepaald bleef, en alle de overigen gepardonneerc wierden : De Gevangenen wierden derhalven op vrye Voeten geftelt; doch moeiten hunne Wapenen achterlaten, dewelke onder de Opperhoofden en Bevelhebbers onzer Armee verdeelt, en tot Gedenktekenen hunner Overwinning bewaart wierden Dezebuytengewoone Zachtmoedigheid wa's onder de Wilden van eene zeer goede Uytwerking. De Chriftenen wierden daardoor in hunne Pligten onderrecht, en de Heidenen met Liefde en Achting voor de Vaders en derzelver Wetten vervult, in dewelke hen eene zo vriendelyke en zachte Behandeling, omtrent hunne Vyanden, gelaft wierd. Zy wierden nog eenige Dagen onthaalt en opgehouden doch in volle Vryheid, om van het goed Gedrag en de welgeregelde Huyshoudingen en Levenswyzl hunner Landgenoten in de Zendingen Ooegetuvgen te zyn Zy verzogten, dat de'Vaders hen en hunne Kinderen geliefden te doopen ; doch zulks wierd geweigert; eensdeels , om hunne Begeerte nog meer gaande tc maaken, en anderendeels, om hunne Oprechtheid ter deeg te toetfen. Men liet hen met veele Tekenen van Liefde na hunne Rancherias keeren; zy quamen echter wel haalt wederom, en baden de Vaders, ten minden hunne Kinderen te willen doopen, of dat zy anderzins niet konden verzekerd zyn van der Vaders volkomenc Liefde cn zouden hebben te vreezen, andermaal door dè lL Bes" G Nieuw-  98 De HISTORIE van Nieuwbekeerden hunner Landgenoten beoorloogt te worden. Omtrent dit laatfte Artykel wierd hen Genoegen gegeven, uytgenomen dat de Doop aan den Zoon van den voornaamften Rebel, Oprokkenaar, Moordenaar en Aanvoerder der Muytelingen, geweigert wierd, die, benevens verfcheidene anderen , zeer mismoedig vertrok. Doch deze laatfte quam andermaal, met zyn Zoontje op den Arm, terug, metTraanen fmeekende, dat het Wichtje gedoopt mogt worden, of hy Vader het anderzins zoude dooden : Het Kind wierd dan eindelyk gedoopt, en zyn Vader keerde met hetzelve blymoedig en zeer vergenoegd na zyne Rancheria. Weinige Maanden daarna, quamen alle de voorheen gewezene Gevangenen,met hunne Nabeftaande en Huysgezinnen, en daaronder een flok-oud en afgeleefd Man, zig wederom by de Vaders vervoegen, verzoekende in de Evangelie-Leer onderwezen, cn vervolgens gedoopt te mogen worden ; hetgeen dan ook aan hen allen toegeftaan , en ter bequamer tyd toegedient wierd. Deze Overwinning was voor het Belang van het Chriftendom van groot Nut en Aangelegenheid : De Heidenen wierden door dezelve beteugelt, en de Wet, by de Vreemdelingen gepredikt, ontzachgelyken teffens aannecmelyk gemaakt, om dezelve met Blymoedigheid te omhelzen en op te volgen; dus was ook de vrye Doortocht na de alleruyterlle noordfe Naden gebaand,onbelemmerd en open. Maar de Gezondheid van Vader Luyando wierd door alle dieVermoeijingen zodanig verzwakt, dat hy genoodzaakt was de Zending, by hem zelve op zyne eigene Kollen aangelegd, en door zyne Bequaamheden en weergalozen Yver beveiligd, te moeten verlaten. Hy wierd opgevolgt by Vader Sifliaga, dien onvermoeiden Zendeling van Santa Rofalia Mulege. Ca-  CALIFORNIA. 9S> California verloor ter zclver tyd twee hunner oudlte Arbeiders in den Wyngaard des Heeren; de eerde was Vader Francisco Maria Piccolo, die van Dagen zat zyne Loopbaan eindigde in de Koninglyke Bezetting van Loretto, en wel den 2 2ftcn February 1729, in het 32fte Jaar na deszelfs Aankomil in California, en het / Qfïe van zynen Ouderdom. In het volgend Jaar 1730 gaf ook Vader Ugarte, met de uyterftè Gelatenheid, den laatften Snik in het Dorp van San Pablo, onder de Zending van San Xaverio behoorende, en wel in den Ouderdom van 70 Jaaren, na 30 Jaaren den Dienft, als Zendeling in California, waargenomen te hebben. Ter zeiver tyd deeden de zuydelyke Natiën dagelyks de hen aangeboorene oproerige, ongebondene, wetteloze cn verraaderlyke Nukken en Neigingen blyken, van dewelke men reeds, zedert der Vaders Komft in die Geweften, menigvuldige Proeven had gezien. En niet tegenftaande, dac Vader Guillen in de Zending van los Dolores; Vader Bravo, in dis van La Paz, en Vader Napoli, in die van San Jago, mitsgaders hunne Opvolgers, al hetgeen in hun Vermogen was, befteedt hadden, om de'Ucbitics, Guaycuros en de Coras in Zedenen te befchaven, en tot dc Chriften-Kerk over te brengen; zo waren echter, onder deze en de nabygelegene Natien , zeer veele het Heidendom blyven aankleven, door welke de Chriftenen en Nieuwbekeerden geduurig vervolgt en gequelt wierden. Eene meenigte der laatften vergaten van dag tot dag, en hoe langer hoe meer, de hen ingeboezemde Leften tot eene redelyke en ordentelykc Levenswyze, dewelke zy in het begin opgevolgt en onderhouden hadden; zelfs vcrwyderden zy daarvan zo ver, dat zy hunne Walging daarvoor ganfch niet geheim hielden, maar openbaarlyk deden blyken; zy zaaiden niet dan enG 2 ke  De HISTORIE van kei Twid en Oproer, en deeden zelfs diegeenen wankelen , dewelke men oordeelde in Geloof en Trouwe het allermeed beveiligd te zyn. In 't jaar 1723, wanneer de voorfz. drie Zendingen naauwelyks aangelegd waren, deed de Capitein van 't Guarnifoon met eenige Soldaten eenen Tocht rondom en buyten het Gewed, om alle degeenen, die hunne Gebuuren laftig vielen, te beteugelen, of ten minden Vrees aan te jaagen. De Coras van Cabo San Lucas verzogten toen ter tyd, dat de Vader tot hunnent mogt komen, om hen tot Chridenen te maken; doch andere, die reeds het Geloof omheld hadden, gaven hem Handen vol Werk en Moeite. Zeker Heiden quetdc hem, hoewel by Toeval, door eenen Pyl in zyne Schouder; doch de Vader hield de bekomene Wonde geduurende twee Maanden geh im en verborgen, terwyl hy zig tot derzelver Geneezing te La Paz bevond, en dus hadden de Nieuwbekeerden te Loretto daarvan geene de allerminde Kennis; alhoewel hy ook, om verfcheidene Redenen, goed vond, hen niets daarvan te laten weeten , en alle Omzigtigheid daaromtrent te laten gebruyken. In het Jaar 1725 wierd de Capitein genoodzaakt andermaal met eene gewapende Bende na zommige Rancherïas der Uchtties en Guaycuros op te trekken. Hy deed hen van daar na de overzydfe Kuil verhuyzen, doch zonder iemand van hen allen te dooden. Deze, en zommige der Coras, hadden in het Jaar 1719 hunne Buytenfpoorigheden enGeweldenaryen hervat, en wel voornamentlyk op de Aanhitzingvan zomrrige Mulattoes enMe/iizos, door vreemde Capers, by geval op deze Kuden beland, nytgezet. Deze drekteu tot Zuurdeeffem, waardoor de onnozele, doch van zelve tot alle quaade Indrukzelen overhellende Indianen, opgehévelt wierden. Want  CALIFORNIA. icu gelyk de Capitein Don Eftevan Rodrigttes in zyn gehouden Dagregifter aanhaalt, is het eene Waarheid : „ Dat de Inboorlingen dier Geweften van „ Natuur zeer misnoegd, quaaddenkende, partydig „ en oproerig zyn; dat indien by een Gedeelte van „ het Guarnifoen van Jaar tot Jaar niet een Tochc „ gedaan wierd, om on hunne Bewegingen te let„ ten, en hunne Baldadigheid te beteugelen, nie„ mand aldaar in Ruft en Veiligheid zoude kunnen „ leven." De Capitein wieid gcduurende zeven Maanden , namcntlyk van Maart tot September, tot dien Tocht en Opneeming gebruykt, wanneer zommige Rancherias van Cabo San Lucas wederom aanhielden , om Vaders tot hunnent tc willen zenden. Doch zy wierden genoodzaakt zommige ligte Strafoeffeningen te baat te neemen. De goede Geneigdheid, welke by eenigen van hen tot het Chriftendom befpeurt wierd ; de geduurige Vrees voor vyandlyke Overrompelingen, en voor het vluchten der Nieuwbekeerden , maakte de Verhaafting der Oprechting van Zendingen onder de Pericues volftrekt noodzakelyk, om de Verwinning van het Half-Eiland,tot de voorfz.Kaap toe,des te meer te verzekeren. De Marquis de Villa Puente, de edelmoedigfte Weldoendcr dezer Zendingen, nam de ganfche en algemeene Bekeering der Indianen zeer ter herten; hy bood een rekkelyk Fonds aan, om eene nieuwe Zending in de Nabuurfchap van Cabo San Lucas te doen oprechten, en Donna Ro/a de la Penna, zyne Nicht, en Zufter van de Marquife de Villa Puente, eene in Deugden uytmuntende en ten uytcrften milddadige Vrouw, volgde zyn Voorbeeld, om eene andere, dewelke men befloot in de Baai van Las Palmas te ftichtcn, insgelyks te begiftigen. Deze Plaats was te vooren de oorfprongkelyke Zen-, G 3 ding  ro2 De HISTORIE van ding van San Jago de los Coras geweeft, doch zederc van daar tot zodanigen Afftand verlegd, dat de Zendelingen onmogelyk in ftaat waren,deze Indianen van behoorlyke Behoeftens en Onderwyzingen te voorzien; waarby nog quam, dat de Vaders, door den onleerzaamen Aart en wifpelruurigen Inborft dier Natie, afgefchrikt wierden, een zo gewigtig en ten uyterflen gcvaaiiyk Werk te onderneemen. Vader Jofeph de Echeveria was toen ter tyd der Zendingen Bewindsman te Mexico, die na het Verlies der Bark met alle Provifien in 't Jaar 1729, van dewelke het Scheepsvolk met het uyterfte Gevaar nog in eene Boot ontkomen was, na Cinaloa overftak, om een ander Schip te koopen, en Toeftel te maken tot het vergaderen van verfen Voorraad van Leeftocht en andere Behoeftens. Terwyl gemelde Vader daarmede beczig was, ontfing hy, door den Pater-Generaal Tamburini, dc uyt Komen gekomene Aanftelling tot Vifitator van alle de Zendingen der Jefuïten. Op het ontfangen van zodanig een Bevel maakte hy Toeftel, om zyne Vifitatie met die van California te beginnen, wier Bewindsman hy verfcheidene Jaaren reeds geweeft was; cn voorncemens zynde, de Grondleggingen der twee nieuwe Zendingen in het Zuydergedeelte, waartoe de nodige Fondfen reeds aangeboden en gereed waren, te voltooijen , ging hy te Atbome aan Boord van el Triumpho de Cruz, hetgeen den 27 Oclober vobrfpoedig en behouden in de Baai van San Dionyfio, of van Loretto, binnen quam. Weinige dagen na zyne Aankomft aldaar, wierd hy door eene quaadaartige Koorts zodanig overvallen, dat men voor zyn Leven begon te vreezen; doch het behaagde Gods Voorzienigheid hem tot Gezondheid te herftellen. Hy bleef echter aldaar zo lang niet, tot dat dezelve volkomen vaft en zeker  CALIFORNIA. 103 kerwas, maar verliet Loretto, en vervorderde zyne Vifitatien, in gezelfchap van eenen Vendrig, en eenen Soldaat, genaamd ^cö/fo, en zommige weinige Indianen, in de noordelyke-Zendingen van het Half-Eiland. De goede Vader geraakte van Blydfchap byna van zig zeiven, wanneer hy het welgeregeld Bellier dier Zendingen, de Kennis, dc Aandachtigheid en het befchaafd Gedrag der Indianen zag, en van den onvermoeiden Yver en Liefdadigheid der Zendelingen, hunnen Arbeid en Verduldigheid in de Aanlegging, en Oplettendheid van cn over hunne Kerfpelen, onder alle de Ongemakken en Ongeryflykheden eener zo wilde en woefte Landftreek, mitsgaders van den grooten Voortgang en Aanwas van 't Chriftendom, binnen eenen zo korten tyd, overtuygt wierd. In eenenden 10 February 1730 by hem gefchrevenen Brief bedient hy zig van de navolgende Uytdrukkingen : „ Na dat de Koorts „ my door Gods Goedheid verlaten had, zo vcr,,, trok ik, om de Zendingen te bezoeken; beginnende met die van San Ignacio del Nor te, dewelke '„ de laatfte, en omtrent tachtig Mylen van hier „ gelegen is. Ik heb over die ganfche Reis acht„ en-veertig Dagen toegebragt, en heb de Koude „ veel felder bevonden, dan dezelve in de Maand ,, van January te Guapango kan zyn. Doch ik „ ben voor myne Vermoeidheid zeer wel beloond, „ al was het maar enkel en alleen door het zien „ der Nyvcrheiden der Geregeldheid van deze nieu-,; we Chriftelyke Volkplanting; het minfte wat ik „ daaraan kon toebrengen, beftond in Vreugde„ Traanen te ftorten by het zien en hooren, hoe „ God zo veelvuldige maaien geprezen en gedankt „ wierd by deze arme Schepzelen, welke tot deze „ laate Dagen toe geenerhande Denkbeeld van zo„ danig een Wezen gehad hebben." In denzelven G 4 Brief  104, De HISTORIE van Brief geeft hy ook een naauwkeurig Bericht van alle de Byzonderheden, dewelke by hem in ieder Zending aangemerkt zyn, mitsgaders van derzelver Geregeldheid; den onvermoeiden Yver der Vaders, en van derzelver blymoedig doorgeftaane Ongemakken, Rampen en Tegenfpoeden. Vader Echeveria maakte verder den nodigen Toeftel, om ook de zuydelyke Streeken van California te bezoeken, alwaar hy zeer verlangende was beide de nieuwe Zendingen onder de Coras op te rechten; doch die van San Jofeph del Cabo kou toen ter tyd maar alleenlyk plaats vinden. Vader Sigismund Taraval, benoemde Zendeling voor de andere , die ter Eer van derzelver Stichteres aan Santa Rofa toegewydt zoude worden, quam niet eerder dan in de Maand Mey 1730 aldaar aan: Daarenboven wierd , vermits het overlydcn der Vaders Piccolo en Ugarte, en het Vertrek der Vaders Helen , Bravo en Napoli, veroorzaakt door den zwakken Staat hunner Gezondheid, ten hoogften noodig geoordeelt, alvoorens zodanige Zendingen van nieuwe Arbeiders te voorzien, dewelke daaraan gebrek hadden. De bepaalde Oprechting eener Zending by Cabo San Lucas vereifchte eenen Man van beproefde Dougd^ onvertfaagden Yver, volmaakte Kennis en éé uyterfte Bequaamheid; zodanig ccn was Vader Nicoias Tamaral , Stichter der Zending van I^a P-jnffima Conception', deze wierd ter goeder Uur verkooren tot Stichter der Zending van San Jofeph' del Cabo. Hy ging dienvolgens den 10 Maart met den Vader Vifitator fcheep, met achterlating var Bevel, dat Vader Taraval, op zyne Aankomft, terftond na La Puriffima moeft vertrekken, om aldaar den Dienft waar te neemen. Zy arriveerden voorfpoedig, met eene llyve Koelte, in negen Dagen in  CALIFORNIA. 105 in dc Baai van La Paz, alwaar hen Vader Willïam Gordon, Opvolger van Vader Bravo te El Pilarde la Paz, met de tederfte Liefde en Blydfchap ontfing; en zy vierden aldaar met hem op eene uytiteekend-plechtige Wyze het Feeft van den Aartsvader San Jofeph. De Zachtmoedigheid en het chriftelyk Gedrag der Guaycuros, onder deze Zending behorende, voor dewelke men te vooren altoos bevreeft geweeft was, gaven aan de Vaders het allervolmaakfte Genoegen. Vervolgens wierd de Zending van San Jago de los Coras door hen bezocht; van daar vervorderden zy hunnen Weg na Cabo San Lucas, aan het uyterfte Zuideinde van California, en in de Nabuurfchap der nieuw op te rechtene Zending van San Jofeph gelegen. Op eenigen afftand van de Kaap vonden zy eene fraaije groene Plek Lands, befchaaduwd door de omleggende Bergen, tuffchen en door dewelke twee Beekjes heenen droomden, die naby derzelver Uytvloeijing in de Zee, omtrent eene Myl van dc opgenoemde Plek, met elkander veiv ecnigt wierden; aan het Strand waren verfcheidene Meiren , overvloedig van Vifch voorzien, en met gefchildc Palmboom-Stammen rondom bezet, van dewelke de Takken door de Indianen afgekapt waren. Naby een dier Meiren van verfch Water; in ccne vlakke Plek, goed van Grond en vry van Overftroomingen , verkooren de Vaders de Plaats der Aanlegging voor de nieuwe Zending; zy bouwden vervolgens aldaar eene Capel en een Woonhuys, gedekt met Bies en Duynhelm, welke aan 't Strand overvloedig gevonden worden; en beide de Gebouwen waren metter haart voltooid. Ingevolge het by den Capitein van het Guarnifoen gegeven Bericht van het groot Getal der Indianen, en derzelver herhaald Verzoek, om eenen Vader G 5 ®n~  io6 De HISTORIE van ónder hen te mogen hebben, waren de Vaders inde goede Verwachting, dat dezelve met ganfche Schaaren tot hen zouden komen afzakken; doch daar wierden maar weinige van hen gezien ; en geduurende de drie Weeken, welke de Vader Vifitator aldaar bleef vertoeven, quamen zig naauwelyks twintig Huysgezinnen onder de Zending begeven. Vader Tamaral aanvaardede echter met dezelve zyn Ampt en Beroep, en onderwees hen in dc Leerftellingen van den Chriftelyken Godsdienft. Wanneer de Indianen gevraagt wierden, waar alle de andere hunner Landgenooten na toe beland waren, gaven zy tot Antwoord,- dat zy aan de befmettelyke Ziekte getlorven waren; doch zulks was Hechts een Voorwendzel, hetgeen by hen uyt Bevrecftheid verzonnen wierd; want zo dra de Vader Vifitator, met de twee hem verzeilende Soldaten, vertrokken, cn Vader Tamaral met twee andere alleen terug gebleven was, quamen de Indianen in meenigte tot hem terug, en de Redenen, waarom zy zig niet eerder na de Zending vervoegt hadden, beltonden in de Verbeelding, dat de Vaders met Soldaten en gewa. pende Manfchappen gekomen waren, om zommige by hen gepleegde Ontruftingen en Overrompelingen in de Zendingen van San Jago en La Paz Ce ftraffen. Nadat zy anders onderrecht, en alle Verfchillcn bygelegd waren, deed de Vader eene Reis door het Land, om de Rancherias, en eenen bcquamen Grond tot Bouwland voor de Zending, op te zoeken, dewyl derzelver eerfte Aanleg door Musquettos en ander Ongedierte, tot eenen onverdraaglyken Graad toe, geplaagt wierd; ook was zy te naauw ingefloten cn te heet; de Landftreek zeer dampig, en voor de kleine Plek Bouwland niet ge- I noegzaam van Water voorzien. Door deze Omllan- : digheden wierd de Vader bewogen zyne Zending i elders i  CALIFORNIA. 107 elders heenen te verplaatfen, en verkoor daartoe eene andere Plek, vyf Mylen van de Zee gelegen, alwaar terftond , zo goed als de Omftandighcden toelieten , eene Kerk en Woonhuys gebouwt,. en vervolgens verfcheidene zwervende Rancherias, met veele moeite,byeen verzamelt en in tweetorpen verdeelt wierden. De Vader onderwees dezelve met eene zo gezegende Vervordering , dat hy, binnen het verloop van een Jaar, duyzend en zesen-dertig Zielen doopte. Hy droeg voor het tydelyk Welzyn der Zending gelyke Zorg, dewyl hetzelve cenigermatc dc Grondflag van derzelver Aanwas en Veiligheid was; doch door dc Dood van dezen Zendeling zyn ons de byzondere Berichten van de volgende jaaren niet tot handen gekomen. XVIII. HOOFDSTU K. De Opneeming der Eilanden Los Dolores by Fader Taraval. Bericht van andere, in de Kreek van Santa Barbars aan de Zuydzee ondernoomen. De Stichting der Zending van Santa Rofa door dien Vader, en de Opftand der Coras, by gebrek van behoorlyk Guarnifoen. f flPJ wee Maanden, na dat de Vaders Echcveria JJ_ cn Tamaral, tot het volvoeren der hiervooren gemelde Expeditie, vertrokken waren, quam Vader Sigismund Taraval, als benoemde Stichter der bepaalde Zending van Santa Rofa onder de Ctow^ih de Maand Mey 1730 in de Baai van Loretto belanden. Deze Vader bezat alle de Hoedanigheden, dewelke tot diergelyk eene gewigtige Onderneeming vereifcht wierden. Hy was nog jong, en eerft in zyn  ïo8 De HISTORIE van zyn dertigft Jaar getreden, doch in alle Geleerdheid en Wetenfchappen een voiflagen Meefler, en gevolgelyk tot de Waarneeming van zodanig een Beroep volkomen bequaam. Hy was te Lodi, in hec Hertogdom Milanën, gebooren, en een Zoon van Miguel Taraval en Donna Therefa de Andrade. Zyn Vader had de grootfte Eer en Roem in de Armée verdient; was door zyne Dapperheid tot den Trap van Luytenant-Generaal vervorderd, en aan zyne in den Dienft voor 't Vaderland bekomene Wonden overleden. Zyn Zoon , onze Zendeling en Vader Sigismund taraval, was maar achttien Jaaren oud, wanneer hy in het Collegie van Ocaita, alwaar hy Koftganger was, het Ordens-Gewaad aanvaarde. In zyne Noviciaat - Jaaren vertrok hy na Madrid, en na zig in 't vervolg in 't Collegie van Alcala de Henarez, onder Vader Alexandro Laguna, gelukkig in hoogere Wetenfchappen volmaakt en uytgemunt te hebben, wierd hy, om zyne Studie te eindigen , na Mexico gezonden , alwaar zyne weórgaloze Begaafdheden hem de Eer verwierven , van tot Stichter eener nieuwe Zending in California verkooren te worden. De Vader Provinciaal Antonio de Oviedo verzogt en gelaftede hem te dier Tyd, de Stoffen en Behoeftens tot eene gefchiedenis-kundige Befchryving dier geheele Zending, van haar Begin af-aan, byeen te verzamelen; en aan zyne Oplettendheid en gezond Oordeel zyn? wy de meefte Byzonderheden van dit ons Verhaal verfchuldigd. Geduurende dit Jaar kon de Oprechting der Zending van Santa Rofa niet wel ondernomen wopden. Vader Taraval ging, volgens het by den Vader Vifitator Echeveria te Loretto terug gelaten Bevel, den Dienft in de Zending van La Puriffima waarneemen, en wel voor zo lang, als Vader Tamaral  CALIFORNIA. 109 ral van daar afwezend was, om de naby de Kuft gelegene Eilanden op te neemen. Hy vertrok op den Feeftdag van San Xaverio, in gezelfchap van zommige Indianen, en na^zes Dagen reizens quam hy by eenen Uythoek of Kaap op de Kuft van Anavoa, alwaar eene wyde cn ruyme Baai, verfcheidene Mylen breed , haar Begin neemt, en aan dewelke hy den Naam van San Xaverio gaf. Uyt en van deze Plaats ontdekte hy twee Eilanden, zes of zeven Mylen van de Kuft gelegen; en na een Vlot van Balken naby het Strand te hebben doen vervaardigen, ftak hy na het voorlte Eiland over, hetgeen by de Inboorlingen Afegua, dat is Vogel-Eiland, genaamt wierd. Hetzelve is zeer klein, niet boven eene halve Myl in Lengte, en nog minder in Breedte houdende; het was daarenboven onbewoond, en ten eenemaale zonder eenige Groente en verfch Wateri wordende geduurig van eene verbazende meenigte Vogels bezocht, die aan hetzelve den Naam gegeven hebben. Onder dezelve zyn , behalven de bekende en gemeene Soorten , tweederlei Slach byzonder aanmerkelyk; het eene is cenigzins dikker en grooter dan een Mufeh, doch ten eenemaal zwart; zy zwerven.over dag in Zee en vliegen 's avonds na 't Land, alwaar zy hunne Nelten hebben, welke zy in de Aarde , gelyk de Konynen , delven , ter diepte van naauwelyks vier Voeten, waarom zy zeer gemakkelyk te vangen zyn. Het tweede Slach is van Grootte als onze Ganzen ; zwart van Veêren, wit van Borft en Klaauwen , en gebekt als de gemeene Roofvogels. Deze maken, gelyk de eerfte, mede hunne Netten in den Grond, doch 334 Ellen diep onder de Oppervlakte, en bezoeken dezelve nooit, dan alleenlyk by (til Weêr, dewyl zy by ongeftadig en ftormachtig Weêr dag en nacht in Zee blyven. De Ii>  iio De HISTORIE van Indianen, welke de Kuft en de naaftgelegene Eilanden bewoonen, komen dikwyls derwaards, om die Vogels te vangen. Het ander Eiland wordt in de Landtaal Amalgua^ dat is het Mi/lig Eiland, genaamt, en legt omtrent 4 of 5 Mylen van het voorige. Zy namen het?/ lve insgelyks op, en bevonden het byna driehoekig te zyn. De Afftand van den weftelyken tot den noordelyken Hoek bedroeg twee, en over dwars, alwaar het allerfmalft was, maar ééne Dagreis. In deszelfs Midden was een fteile Berg, gelyk een Kegel, en van eene aanmerkelyke Hoogte; ook was het van verfche Waterwellen voorzien , en in drie kleine Baaijen vond men verfcheidene by dc Indianen gegravene Putten; doch derzelver Ankerplaatfen waren zeer naauw, en zonder eenige Dekking voor de Zee, dewelke op deze Kuften zeer hoog opvloeit. Ook ziet men aldaar verfcheidene Soorten van Dieren, doch kieinder van Slach, als die in California, en hun Hair langer en dichter; ook veele Konyaen, en onder deeze eene zwarte Soort, wier Bont nog zafter dan dat der Bevers is ,• zy zyn in groote meenigte te vinden, en de Indianen vangen van dezelve groote Partyen. Dit Eiland wordt insgelyks iterk van Zee-Wolven bezogt, die van verfcheiden Slach en Grootte zyn ;ook houden veelerlei Soorten van Vogels hun Verblyf aldaar, van dewelke de Indianen hun Voedzel hebben; cn in plaats van Brood gebruyken zy de Mescales, die alhier veel zappiger, dan de Man/ons in California zyn. Langs het Strand worden , behalven meer andere gemeene Soorten, ook hemel-blaauwe Schelpen, van byzondere en uytgelezene Schoonheid, gevonden. Men heeft in deze Zee te meermaalen Walviffehen gezien , welke dc Indianen nu en dan met Harpoenen gedoodt hebben. Van .  CALIFORNIA. ï 11 Van den hoogen Berg , in dit Eiland ziet men nog twee kleindere Eilanden, ten Afftand van acht of tien Mylen, in 't Wcften leggen. Nog zyn drie andere kleine Eilanden in de wyde Baai van San Xaverio, dewelke alleenlyk tot Schuylplaatfen van de Zee-Wolven en Bevers verftrekken. Alle deze Eilanden wierden by den Vader met den Naam van Los Dolores beftempelt. Verder-op ten Noojrden, zagen zy nog andere groote Eilanden, welke drie Dagen zeilens van de Baai fchcenen te leggen. Men onderftelde dezelve degeene te zyn , welke het Canaal van Santa Barbara formeeren; en das het voorfte van dezelve door den Capitein Viscaino opgenomen, en Santa Catalina genaamd was. Doch alle deze Eilanden waren zo ver afgelegen, dat men onmogelyk derzelver Getal kon bepaalen, en nog veelminder hunne Legging en Hoedanigheid befchryven. De Inwoonders van Amalgua weten van deze Eilanden niets het minfte te verhaalen; want de oude Tovenaars verbieden hen niet alleen den Omgang en Verkeering met derzelver Bewoonders, maar zelfs ook, op hen een Oog te mogen flaan. De weinige aldaar gevondene Inwoonders waren gemakkelyk tc bewegen na San Ignacio te komen, om in'tChriften-Gcloof ondcrwézen te worden. De eenigfte onder hen, die zig daartegen aankantede, was een Tovenaar, cn men befloot hem alleen op het Eiland te laten achterblyven, wanneer zyne Vrouw zelve met dc andere wilde vertrekken. Doch ziende , dat zyalle reisvaardig waren, begon zyne * Halfterrigheid te minderen, en hy vond goed van mede te gaan, werwaards zyne Landgenooten het gemunt hadden. Vermits het flechte Weêr wierden zy genoodzaakt het onbewoond Eiland Afegua aan te doen, om aldaar eenige Dagen te blyven; doch zo  112 De HISTORIE van zo dra het Weer ophelderde, haaireden zy zig her vafte Land te bereiken ; ontmoetende alleen een Ongeval, hetgeen op de volgende wyze gebeurde. Vermits zy langs het Strand heenen zeilden, zo zagen zy op de Zandplaaten een meenigte Zee-Wolven ; en de voornoemde Tovenaar, die geduurig zyn Misnoegen deed blyken, en op zyne Gaauwigheid èn Krachten fteunde, fprong in Zee,en zwom na de Zandplaaten toe, om een dier Beeften te dooden; doch zy koozen op zyne Aannadciing al te maal het Water, en verdweenen. De Indiaan deed vervolgens zyn beft, om de Bark wederom in te haaien ; doch terwyl hy dezelve achterna zwom , wierd hy door eenen Haai gevat; hy wift zig echter, door eene buytengevvoone Gaauwigheid, aan dat Slach van Volk eigen, hoewel fterk gequetft, wel haaft uyt de Kaaken van het Gedrocht te redden, en wierp aan den Haai, al fpeelende en kortswylende, Bloed toe; doch het verftindend Dier kreeg hem andermaal beet, en wel met zodanig een onwederftaanbaar Geweld, dat dc Indiaan eensklaps met hetzelve onderdook, en na den Grond ging; van zyne Makkers was niemand in ftaat, hoe zeer zy daarover ook aangedaan mogten zyn, dien elendigen uyt de Kaaken des Doods te redden. In het Dagverhaal der Reize van den Capitein Sebaflian Viscaino wordt van deze kleine Eilanden , alsnu bekend onder den Naam van Los Dolores, geen het allerminfte Gewag gemaakt; moge' *iyk, dewyl zyne Vloot, dezelve miftchien by nacht pafteerende, daarvan geen Gczigt had; ofdathyin zynen Cours, uyt de Haven van San Diego na de nieuwe Baai, laatftelyk San Xaverio genaamd, op eenen al te verren Afftand van de Kuft gezeik heeft. Tegen over de voorfz. Baai had gemelde Capitein, na  CALIFORNIA. "3 na Puerto deMonte Rey ftevenende, hetEiland gezien , hetgeen by hem Santa C at kalina genaamt wierd , als mede de andere, die het Canaal van Santa Barbara formeeren. Alle de Onderrechting, dewelke Vader Taraval van die Eilanden kon bekomen , beftond alleenlyk in een ver-afgelegen Gezigt, hetgeen hy op den Top van den Berg in het Eiland Amalgua daarvan genomen had. Want beide derzelver Bewoonders, noch die van Cabo San Xaverio, hebben over en weder geenerhande Handel en Verkeering met de Inwoonders van dit Eiland, en ook niet met die van het vafte Land aan de andere Zyde van den Inham. Wy hebben in hec zevende Hoofdftuk van het eerfte Deel reeds gezien, hoe zeer het Bericht van Vader Taraval, aangaande het Geloof, den Godsdienft en de Gewoontens der Eilanders van Amalgua, verfchillend is met het Verhaal van den Capitein Viscaino, ten opzigte van gelyke Byzonderheden onder de Inwoonders van het Eiland" Santa Catbalina. Het zoude waarlyk van groot Nut zyn, wanneer eene naauwkeurige Opneeming gedaan wierd van deze Eilanden, dewelke by den Capitein Viscaino flechts gezien zyn, alsmede van de Kuft van 't vafte Land tot aan de Siërra van Santa Lucia toe, welke in 't Gezigt der Schepen van de Philippines komen ; want hy vond het Volk aldaar zeer handelbaar, doch kon by hen niet vertoeven. Hoe wenfchclyk echter zodanig eene Opneeming zoude mogen zyn, zo heeft men dezelve tot heden toe onmogelyk kunnen volvoeren, dewyl de Afttand tuffchen de Zending van San Ignacio en het Canaal van Santa Barbara al te groot is. Nu was het Tyd, dat Vader Taraval, op Bevel van Vader Guillen,ten nieuwen Vifitator,de nieuwe Zending van Santa Rofa , als zyn eerft Be//. Deel. H roep  u4 De III S TORIE van roep in de Baai van Palmas, naby Cabo Cali» fornia, moefl: oprechten ; zynde die Zending even eens, als die van San Jofeph te Cabo San Lucas, dooi* de Coras bewoond. Deze Zending was zeer noodzakelyk; dewyl de Coras daaromftreeks op geenerhande wyze uyt de Zending van San Jago, hoewel de naaftby gelegene, behoorlyk kon beftiert worden , zo wel, om dat de meelte Ingezetenen dier Zending uyt Guaycuros beftonden, als ook, en wel voornamentlyk, om dat de wilde, onruftige en bedriegelyke Inborft dier Indianen een groot Getal Zendelingen , en derzelver geduurige Tegenwoordigheid vereifchte , om hunne Verwinningen te beveiligen en Muyteryen voor te komen : Men ondervond echter, dat door alle deze wyze Maatregelen nog niet genoegzaam het bedoelde Oogmerk kon bereikt worden. Wanneer nu in alle de voor de nieuwe Zending nodige Behoeftens te Loretto voorzien was, zo begaf zig Vader Sigismund na de Baai van La Paz, en van daar na de Zending van San Jago in de Baai van Palmas, alwaar de Oprechting zyner nieuwe Zending begonnen wierd op dezelve Plek, waar eenige Jaaren tc vooren de Grondflag tot die van San Jago door Vader Napoli gelegd was. Hy vond, tegen alle Verwachting, de Indianen dezer Kuil zeer beleefd en befchaafd, hetgeen men gedeeltelyk aan den Yver en Vlyt van Vader Napoli , en gedeeltelyk aan de veelvuldige Bezoeken, welke de Vaders Carranco en Tamaral onder hen uyt hunne Zendingen gedaan hadden, verfchuldigd was. Doch zommige Indianen, dewelke aan hunne beeflachtige Levenswyze verflaafd waren, dwarsboomden deze wel genomene Maatregelen zodanig, dat het ten uyterften onvoorzigtig geweeft zoude zyn, de drie Soldateu, die hem verzelden, te hebben  CALIFORNIA. ,IS ben laten vertrekken. Zyne Oplettendheid cn onvermoeide Yver waren echter ten hoogden aanmerkenswaardig; want eer nog het Jaar ten einde liep' had hy het meerder Gedeelte der Heidenen van zyn Gebied, zo oude als jonge, reeds gedoopt; en aan dezer Liefde en Getrou wigheid was de Vader ook in den algemeenen Opftand dier Natie, het Behoud van zyn Leven verfchuldigd. Men was van dieti Opdand in de twee Zendingen van San Ja; «ndeyK g d en i vSrnrnr af hanakelyk zouden zyn, en hunne ouden Voet gebragt worden. XXI. HOOFD-  158 De HISTORIE van XXI. HOOFDSTUK. De zuydelyke Zendingen worden gelukkig herfielt. De uytftekende Maatregelen, L Konmg Philippus V., tot Vervordering Jn bet mngeweft genomen Zyne tegenwoordige Majefteit Ferdinand VI. keurt dezelve volkomen goed. De Pericues of Uchties, benevens de Guaycuros en Coras, waren zo dra niet door den Yver en de Kloekmoedigheid des Gouverneurs van Cinaloa, wederom tot Gehoorzaamheid gel™ noch de Bezetting tc San Lucas door nieuwe Manïchappen herfteld, of daar wierden by de Maat fchappy nieuwe Zendelingen benoemt, om de verftrooide Leden hunner Gemeenten wederom byeen te verzamelen; en wel voornamentlyk in de Plaat fen, dewelke met het Bloed der twee getrouwe Zendelingen bevlekt waren. De vier Zendingen van Püar m de Baai van La Paz; van Santa Jioja m de Baai van Las Palmas; van San %jeph by Cabo San Lucas, en die van San Jaso onder de Coras wierden ten fpoedigften op nieuws aangelegt. Vader Antonio Tempis wierd na de laatfte gezonden, die door onophoudelyken Arbeid de verftrooide Indianen wederom vergader de, en onder dezelve den heiligen Dienft, tot zyn Lmde toe, met eene voorbeeldelyke Nyverheid waargenomen heeft: Hy was een Man van bondige, eenvormige en verhevene Deugden en Henerfntr°UWe Arb€ider in den Wyngaard des De  CALIFORNIA. 159 De Onderkoning had zyne Majefteit den Koning Philippus V., by Brieven van den 23 April 1735, en van den 10 April 1737, van den Opftand der Indianen en de daaruyt voortgevloeide Gevolgen onderrecht, en de Maatfchappy was genoodzaakt , zyne Majefteit insgelyks met dat Onderwerp lattig te vallen, en te fmeeken, dat het Dezelve behagen mogt, de Zending , door zyne vorftelyke Voorzorg zo zeer aanbevolen en begunftigd, te behouden en voor haaren Ondergang te bevryden. En deze Brieven hadden eene gewenfchte üytwerking. De Herftelling der afgelopene en verwoefte Zendingen vereifchte zo groote Koften, dewelke door de Voortbrengzelen hunner Landen , noch door de Fondfen hunner Onderftanden, op verre na niet konden goedgemaakt worden: Ook waren zy door de buytengewoone Laften, geduurende den Opftand gedragen, ten eenemaale uytgeput; doch niet tegenftaande alle deze Zwaarigheden, wierden de Droefheden en Beflommeringen van California zeer gelukkig geëindigt en verholpen. De hierboven gemelde droevige Verhaalen quamen den Koning Philippus V. ter ooren, en zyne Majefteit beval niet alleenlyk een nieuw Guarnifoen op te rechten ; maar verleende en ondertekende daarenboven den 2 April 1742 eene Volmacht, uyt hoofde van dewelke gelaft wierd, alle de door de Muytery veroorzaakte Schade en Koften uyt de Koninglyke Thefaurie te Mexico te doen vergoeden; en wyders, dat de Raad der Indiën aan zyne Majefteit zoude hebben open te leggen de alleroirbaarfte Middelen, welke men diende by de Hand te neemen, om geheel California tot een Wingeweft te maken. Het Beftek en de Bepaaling der Maatregelen ter Vol-  iéo De HISTORIE van Volvoering dier gewigcige Zaak wierd by zyne Excellentie, den edelmoedigen Don Jofeph Carvajal de Lancafler, toen ter tyd Préfident van den voorfz. Raad, Secretaris van Sraat en Ridder der Orde van 't Gulde Vlies , met alle Yver overgenomen ; hy liet terftond alle de voorige Gebeurtemsfen , die maar eenige Betrekking tot California hadden, naauwkeurig onderzoeken, en naar zyn doordringend Oordeel begreep hy wel haalt de groote Aangelegenheid van het voorfz. Wingeweft voor de Kroon, en dat dezelve tot nogtoe, door opgekomene menigvuldige Zwaarigheden en Tegenfpoeden, verhinderd en vertraagd was, en dat men derhalve de allerbequaamlte Middelen behoorde te hefteden, om zodanig een gewigtig Oogmerk te bereiken. Hy bleef ook hier y niet uil flaan, maar drong met alle Yver aan op de uytdrukkelyke Beveelen en Ondertcekening der Volmacht van den Koning, oni dezelve werkftellig te maken. Dienvolgens wierd den 13 November 1744 eene behoorlyke en volftandige Volmacht aan den Graaf van Fuen Clara , Onderkoning , en teffens daarby verfcheidene Brieven aan byzondere Perfoo- \ nen afgevaardigt, om zyne Majefteit op nieuws, f aangaande veelerhande Zaken van Aangelegen- ! heid, behoorlyke Onderrechting te laten toe- ! komen. Vader Chriftoval d'Ef'cobar Lam as, Provinciaal f van Mexico, gaf daarvan een zeer omftandig Verhaal, by hem onderteekend den 30 November 1745, hetgeen eerft den 9 Juny 1746, na de Komft van den 1 tegenwoordigen Koning Ferdinand VI. op den Throon, te Madrid aanquam. Deze zyne Majefteit, den Yver en Grootmoedigheid van wylen : deszelfs Vader, roemwaardiger Gedachtenis,opvol- j gende, beval, naar ingekomen Raport van zynen j Raad,  CALIFORNIA Haad famrqvfedelaEnfenada, toen ter tyd Se* cretans van Staat en van de Indien, eene anderen en nieuwen Laftbrief, meer uyt^ebreid dan de Ma efteit geteekend, aan den tegenwoordig Onderkoning van Nieuw-Spanjen verzonden wierd in HuAm&t VO°rb/' alhier een letterJyk Aflcbrift m te Menen van zodanig een Gedenkftuk, hetgeen £?w m ^fte InZ,gten en de" brandenden Yver beider Monarchen; van de Voorzfgtigheid, de Ervarenheid cn Wysheid hunner Raadden en van de Kundigheid, het Vernuft, de Godvrugtigheid? de Nyverheid en de Oplettendheid der DienaaS Hetzelve Juydt aldus: » De KONING. Aan Don Juan Francifco de Guemes ê Horcafita, Luytenant - Generaal myrter * Aimeen, Onderkoning, Gouverneur en Capi» " w C"pr^ idtT Provincie" van Nieuw*Span- > | jen, en I reficlent ,n myne Koninglyke Audien| cm aldaar , Verblyf houdende binnen de Stad ï ?eb, ^November i744, ü aan uwen VoorI ?aaffniWGW, Onderkoning in dezelve Geweften, het navolgende Bevel, ter J zake als in den Text, afgevaardigt geworden; 4> De KONING. " u ' ^rV,dder der doorluchtige Orde " 7/ /;2/Gu|d£n VHeS' &™*«r van myn L „ Slaap-  ï64 De HISTORIE van Slaapvertrek, Onderkoning, Gouverneur, Ca" pitein-Generaal der Provinciën van myn Komng1 ryk van Nieuw-Spanjen, en Préfident van my„ ne Koninglyke Audiencia aldaar, Verblyf hou" dende binnen myne Stad Mexico : „ De Aarts-BifTchop-Onderkoning, uw Voorzaat „ in gelyke Waardigheden, My by zyne Brieven „ van den 23 April 1735, en van den 10 derzell ver Maand 1737» een Verhaal hebbende ^jP , zonden van hetgeen in den Opftand der India* „ nen, van de Natiën , genaamd Pericues en Guaycuros, in de Provincie van California ge" beurd is; mitsgaders van de genomene Maatregelen en gedaane Koften tot de Verwinning en !' Herftelling der Ruft aldaar, dewelke door het goed Beleid van den Gouverneur van Cinaloa toen ter tyd werkftellig gemaakt zyn; en ook de " voorgaande Verhaalen onder het Oog van mynen Z Raad der Indien ter Overweging gebragt zynde, benevens den Oorfprong , de Vervordermg en den tegenwoordigen Toeftand van ons Winge!! weft California; en Ik, op het Verzoek van den Vader Altamirano van de Maatfchappy der Je-M T f uiten, Generaal en Beftierder van derzelver Provinden in de Indien, en wel byzonder van de Zendingen zyner Orde in California, de by ' hen genomene Maatregelen en opgefchotene r Koften ter Herwinning goedgekeurt hebbende, gelyk lk u in mynen Brief van den 2 April m t I! voorgaande Jaar heb laten weeten ; zo heb Ik ' ooirbaar gevonden, ter tyd en wyle toe, dat is de verdere Verhaalen en Berichten, tot deze " Brieven betrekking hebbende ,■ en die dagelyks ! verwacht worden, zal hebben bekomen, m my„ nen voornoemden Raad te overwegen, welke de allerbequaamfte en krachtdadigfte Middelen zou-  CALIFORNIA. „ den zyn, om de volkomene Herwinning van het „ meergemelde Geweft te volvoeren, hetgeen ze» dert het Jaar 1523 verfcheidene maaien onderno„ men is geworden; als eerftelyk by Don Fernan„ do Cortes, Marquis del Falie, eerften Onder„ koning dier Provinciën, en naderhand by zorn5, mige zyner Opvolgers, en te meer maaien by „ byzondere Perfoonen ; en alhoewel uyt myne „ Koninglyke Thefaurie daartoe ruyme en rekkelyU ke Onderftanden opgefchoten zyii, zo hebben „ dezelve, by Ongeluk en onoverkomelyke Zwa„ righeden, nooit de gewenfch'te Uytwerking geh had, niet tëgenftaande het voorgenomene Win'■'*» geweft, ten opzigte der ryke Parelvificheryj ■ n tot eene bekoorlyke Aanmoediging kon ftreki„ ken. „ Behalven dat gebleken zynde, hoe de Inboor:„ hngen zeer geneegen en bereid waren, zig in de .„ Gronden van de ChrüMyke Leere te laten on,„ derwyzen, onzen heiligen Godsdienft te om hel»i zen, en zig tot eene regelmatige en befchaafde „, Levenswyze te begeven, gelyk zulks onder meet ,„ andere Je/ut ten, derwaards gezonden , by de ,„ Vaders Juan Maria de. Salva-Terra en Eufe,„ bh Francisco Kino iri 't Jaar 1698 , bekrach>" "Sd' en n°g meer en duydelyker by den Vader ,„ Francisco Picolo in het Jaar 1716 aangetoond ,„ is, wanneer, door den onvermoeiden Yver der „, Geeftelyken van de voorfz. Maatfchappy, dewel,„ ke de eenigfte geweeft zyn, die zodanigen prys,», lyken Dienft en Arbeid hebben willen en durven ,„ op zig neemen, als mede door de Liefde-giften ,„ en de Mededeelzaamheid der Gelovigen, deze „, Zendingen en Bekeeringën reeds zeer verre ge,„ vorderd waren, en ook myne Koninglyke The'ii fauriè eenen jaarlykfen Oncferftandvan dertienL 6 i dtfy-  ,64 De HISTORIE van „ duyzend Daalders,beginnende met het Jaar 1703, daarby voegde , voornamentlyk bepaald , tot " Goedmaking der Koften, welke aan het Onderhoud eener Bende Soldaten voor de Zendingen, " en de Soldyen der Officiers en Matrozen tot de „ Bark, met dewelke de Zendelingen van de Kuft „ van Cinaloa derwaards opgevoert wierden , be„ fteedt moeften worden: Dat wyders, myn Raad „ van de Indien, met de grootfte Vlyt en Naauw„ keurigheid, alle de daartoe betrekkelyke Stuk, ken ingezien en onderzocht hebbende, en de " Berichten uyt de Auditeurs-Kamer, en van den \' voornoemden Vader Pedro Ignacio Altamira' «0, en andere oordeelkundige Perfoonen zyner * Orde, die in deze Bekeering wel geoeffend wa' ren • en ook het Advys van mynen Sollicitcuf nopens de ganfche Zaak aan My in mynen Raad " den i" Mey van dit Jaar vertoond zynde, betoo" eende de grootfte Aangelegenheid, dat ten fpoe" digften de krachtdadigfte Middelen behoordefa by de hand genomen en werkftellig gemaakt te " worden , om de voorfchrevene Provinciën van " California wederom in den Schoot der Kerk " en onder mvne Domeinen te brengen ; wel" ke voordeelige Onderneeming, hoe zeer ook " door den Catholvken Yver myner dooriuchn" ge Voorzaten, en der Onderkoningen m die ■ Provinciën, onderftcund, echter zo veelmaal " mislukt was, en wel in diervoege, dat nooit een " Voet Lands in dat zo wydluftig Geweft heeft " kunnen verzekert worden : Om nu zulks met " meerder Spoed en volmaakter Vervordenng te " bereiken , gaf myn Raad dienzelven dag m een " Vertoogfchrift aan My te kennen, dat de vafte en " duurzaame Grondflag daartoe behoorde gelegt te " worden, door de Bekeering der Inboorlingen tot " „ on«  CALIFORNIA, 165 „ onzen heiligen Godsdienft, en wel onder het Be„ Hier van de byzondere Zendelingen uyt de Orde „ der Jefuiten, dewelke onder hen te vooren dier„ gelyke Vervordcringen gemaakt, en alle de onge„ lovige Natiën van ganfch America onder hunne „ Opzigt genomen hadden; en dat men gevolgelyk „ in alle ruyme en veilige Havens, welke in de°her„ wonnene Streeken konden ontdekt worden, eene ,» Ternederzetting van Spanjaarden, voorzien van „ eene Sterkte en Guarniloen , moeft oprechten, :„ als mede eene Stad van gelyke Natie aanleggen, in .„ het bequaamfte Gedeelte en omtrent in 't Midden „, van het Land, om den Indianen tot eene Beteu,„ geling, en den Zendelingen , in geval van Op,„ ftand, tot eene veilige Wyk en Schuylplaats te „, (trekken : En vermits het overvoeren van Spaanfe ,„ Huysgezinnen na deze Volkplantingen veele ,„ Moeite en Koften zoude vereifchen, boven en behalven dat daardoor een Gebrek van het bezet,„ ten van andere Colonien veroorzaakt zoude worU den, zo oordeelde men belt te zyn, dezen Uyt„ tocht en Vcrplaatzing uyt de Stad Mexico en de L nabuurige Provinciën te volvoeren; Wy verwachL ten dien aangaande de Raportcn en Onderrech, tingen, welke Wy geëifcht hebben, om de be,, quaamfte Middelen daaruyt te kunnen kiezen. „ De Raad heeft My wyders voorgeflagen,' dat tot krachtdadiger Volvoering der Herwinning van California het bequaamfte Middel zoude zyn dat dc Zendelingen der Je/uiten door de Provincie' van de andere zyde zouden trekken, gelegen tegen over diegeene, van dewelke zy tegenwoordig gewoon waren daarin te komen ; namendyk in het Noorder-Deel, alwaar de Provincie aan het ' vafte Land gehecht is, dewyl door gedaane Ontdekkingen verzekerd was, dat dezelve geen Eiland, ' L 3 „ ge'-  |g$ De HISTORIE van , gelyk men zig te vooren verbeeldt had, maar een, vaft Land'was, met deffelfs Boveneinde of in 't „ Noorden, aan dat van Nieuw-Mexico paaiende; „ dat men op die wyze de Inboorlingen zoude kunnen „ omcingelen,en zodanig influyten, als of Califor„ nia een Eiland was, zonder eenigen Doortocht te „ Land na de Geweften der andere wilde India„ nen; en dat alle de Zendelingen, langs en door „ de onder hunne Zendingen behoorende Landen *, na het Midden toe aanrukkende, de ganfche Re„ duftie met minder Moeite en in korteren Tyd dan „ anderzins zoude kunnen volvoert worden. Doch „ tot Bereiking van zodanig een Oogmerk zoude her, „ van groot Gevolg zyn, wanneer in de Zendingen „ van alle de reeds verwonnene Smaldeelen de On„ derwyzers verdubbelt wierden, om dat het vol„ ftrekt nodiff is, telkens in de naaft daaraan paalen„ de Geweften der' Indianen gelyke Vervorderin„ gen te maken; en behalven de algemeene Voor„ deelen zoude men alsdan eenen dier Zendelingen, " door de Geweften der ongelovige Indianen kun„ nen laten voorwaards trekken, om dezelve te bekeeren , wanneer de reeds bevolkte Gedecltens " niet zonder de nodige Onderwyzers gelaten wier„ den, en nergens zig eenig Gebrek zoude opdoen !, aan bequaame Perfoonen, die op alle voorvallen, de Bewegingen, welke de minfte Betrekking tot " eenigerhande Verraad of Muytery mogten hebben, een wakend Oog kunnen houden , dewyl men; " anderzins, wanneer men die Volken op zig zel„ ven en buyten Opzigt liet, daarvoor geduurig 3, zoude moeten beducht zyn. „ Insgelyks zal nocdig zyn, dat in alle de reeds „ verwonnene Streeken op derzelver Grenzen eene • Wacht van Soldaten geplaatft worde, om zo wel •, de Zendelingen als de Indianen te dekken, en  CALIFORNIA. ió> „ ook om de Zendelingen in zodanige Gewe* „ (ten, welke nog ongeloovig zyn, te verzeilen ; en „ geenerhande Dingen, dan volgens derzelver Bevel „ te doen, en veel minder onder de Indianen „ door Stroopingen en Baldadigheden eenige Op„ fchudding te veroorzaken : Door zodanig een „ Gedrag kan men verhoopen, eene goede Vervor„ dering te zullen maken in alle de Geweflen, al„ waar de Zendingen opgerecht zyn. Ook is goed,, gevonden,dat, om de Verwinning dezer Provincie door toedoen der Zendelingen te vervorderen, „ dezelve zuydwaards tot aan de tegen over gele„ gene Streeken uytgebreidt worden, om degeenen ,, te ontmoeten, welke noordvvaards-aan hunne „ Vervordcringen volvoeren ; dat zulks alles zeer „ gemakkelyk kon werkftellig gemaakt worden in „ de Zendingen, aan dezelve Maatfchappy behoo„ rende onder de Hooglanders van Pimas in de „ Provincie van Sonora, wanneer de Zendelingen „ in ieder Diftricl:, hetgeen aan dc ongelovige In:„ dianen paalde, verdubbelt wierden, en men hen „ van de nodige Wachten, gelyk hierboven gemeld ;„ is, wilde voorzien. Dus zouden de Zendelini „ gen, onder de Pinas in de Hooglanden , van ;„ daar kunnen overgaan tot de Bekecring en On:w derwerping der Natiën van de Co c om ark op as. „ en Tumas, (trekkende tot aan de noordelyke Ri.„ vier, mede Colorado genaamd, ter plaatfe, al-, .„ waar dezelve zig in den Golf van California ,„ ontlaft; dewyl de Jejititen, ingevolge de daar.„ van voorheen gegevene Berichten , goede Ver. „ wachting hebben van aldaar by gemelde Natiën .„ zeer wel ontfangen te zullen worden. Na dat .„ wyders aan den Oever der voorfz. Rivier Colorado „ een Dorp voor de zig onderwerpende Indianen ,„ aangelegd was, zouden zy gemaklyk na de OverL 4 » zyde;,  j68 De HISTORIE van „ zyde der Kult van California kunnen paffeeren, „ en aldaar, na met deHoabonomas, ofdeBaijo' „ pas, eene leerzaams en handelbaare Natie, in „ voege voorfz. het nodige geregelt te hebben , een ,, tweede Dorp aanleggen, om daardoor de weder„ zydfe Paffage van en na beide de Oevers dier „ Rivier te beveiligen, en verder de Gemeenfchap „ met het vafte Land vry en onbelemmerd open te „ houden; en eindelyk van daar, zuydelyk aanruk- kende, door ganfch California heenen, de ou„ de Zendingen wederom te bereiken. „ Ten opzigte der in de Zendingen van de Hoog„ landen van Pimas verzogte Bezettingen, zoude „ het Smaldeel Soldaten, thans te Terrenate, of „ dat te Pitiqui, kunnen toereiken, gelyk zulks „ uyt het Bericht van Don slgoftino de Vildofola, p Gouverneur der Provincie van Cinaloa, geblce„ ken is; namentlyk, dat dezelve aldaar overtollig en onnoodig zyn; doch tot des te meerder Ge„ rultheid zoude het Smaldeel te Pitiqui na Terre„ nate,en het laatfte na de Zendingen in de Hoog„ landen van Pimas kunnen verplaatft, en dus de „ behoorlyke Wachten zo wel in de nieuwe als in „ de voorgaande Zendingen van California onder„ houden worden , zonder eenigerhande Verhoo„ ging van Laftcn tot nadeel myner Koninglyke „ Inkomften te vergen. „ Nog is by denzelven Raad aan My vertoont, „ dat, offchoon de Onkollen der Zendelingen daar?, door zouden aangroeijen, men zig behoorde te „ herinneren, dat by een Patent in 't Jaar 1702 „ reeds gelaft was,de Zendelingen van California, „ met al hetgeen tot derzelver Verligting en Vol„ voering van hun ondernomen Werk kon ftrekken, „ te onderfteunen; en nog by een ander van het „ Jaar 1733 , dat de toen ter tyd Dienft doende w Zen-  CALIFORNIA. 169 „ Zendelingen, of die in het toekomende in Cali„ fornia mogten arbeiden, gelyke Jaarwedden zou„ .den genieten, als die van hunne Orde, en regu„ lierlyk en prompt betaalt worden, hetgeen toe „ nog toe niet gefchied was, vermits daaraan nooit „ eenigerhande Koften hefteed, noch aan hen ooit „ eenige Jaargelden toegelegd en gegeven zyn: „ Vyftien Zendingen, zynde het tegenwoordig Ge„ tal in California, hadden zig zelve, buyten dc „ allerminfteLaft.cn van My, gehandhaaft, en en„ kei en alleen van de vrywillige Giften, by dc „ Geeftelyken dier Orde, door hunnen Yver en Be„ lang in 't voorplanten van 't Geloof, van zommige „ byzondere Perfoonen verworven, hun Beftaan ge„ vonden. En nademaal de voorgeflagene Middelen, „ ten opzigte en in Vergelyking der uytfteekendé „ Voordeelen, ganfch niet koftbaar zullen vallen, „ zo is het noodjg, dat alle deze myne Beveelen,of „ zodanige andere Schikkingen,welke dc Jefuiten, „ die de befte Kennis van de Provincie hebben, en „ van dewelke Ik dienaangaande dc nadere Berich,, ten verwacht, zullen goedvinden, naauwkeurig „ achtervolgt en. nagekomen worden : Zy zullen „ van nu af aan ,en wel ten fpoedigften,met alle de „ tot de Vervordering van het Werk nodige Som„ men, uyt myne Koninglyke Inkomften onder„ fteunt worden: Men zal hetGeta'1 der Zendelingen „ dier Orde vermeerderen , dewyl het noodig is, „ dat twee van hen in alle en een ieder der hervvon„ nepe Lnndftrceken, dewelke aan die der ongelo„ vige Indinnm paaien, hun Verblyf houden. „ Laatftelyk, om deze Onderfchïkktng te fftven, „ zo zai de Soldy der Sol Jaaten aan de Zendelingen „ overgemaakt, en door Handen der laatfte aan de „ eerfte betaalt worden; en wanneer iemand van „ hen zig daarover moeijelyk betoont en niet beL 5 ^hoor-  17©. De HISTORIE van „ hoorlyk gedraagt, dan zullen de Zendelingen hem mogen wegzenden, en eenen anderen in deffelfs „ Plaats verzoeken; nademaal, buyten en zonder „ deze en andere Voorzieningen, van dewelke „ zommige bequaame Zendelingen, in verfcheide„ ne Gelegenheden, ten opzigte dier Provinciën „ aan My hebben Verflag gedaan, de Soldaten door „ hunne Buytenfpoorigheden de Verwinning derIndianen grootelyks verhindert hebben; daar het „ integendeel van hen vereifcht wordt, dezelve in „ Vrees en Ontzag te houden, ten einde zy niet „ eenigerhande Verraad mogen berokkenen, en teffens met alle Vricndelykheid en Liefde te behandelen, om hunne Wantrouwigheid weg te nee„ men, en hen tot de Onderwyzing in de burgerij lyke Befchaafdheid te doen wederkeeren." XXII. HOOFDSTUK. De Voorbereidingen , ter Voldoening aan de voorenftaande Koninglyke Beveelen te Mexico gemaakt. De Pogingen, om in de Provincie van Maqui door te dringen. Vader Sedelmaijer begeeft zig na de Rivieren Gila en Colorado. De Kuft van California ivordt tot aan de voorfz. Rivieren toe opgegenomen. De Expeditie van Vader Courfay tegen de Apates. De laatfte Berichten van de Zendingen van California, Sonora en Pimeria, tot het Jaar 175a toe. TT\e hiervooren gemelde Koninglyke Beveelen Jj j gaven aan veele der Inwoonders te Mexico groot Genoegen; als (trekkende tot een uytftekend en  CALIFORNIA. 17» en geloofbaar Getuygenis van de Godvruchtigheid, Voorzigtigheid en Grootmoedigheid van den Monarch, mitsgaders van deffelfs Oplettendheid omtrent het algemeene Welzyn zyner Onderdaanen. Wy hebben reeds aangemerkt, dat Vader hujebio Francifco Kino het ganfche noordelyke Geweft, tuffchen de Rivieren Gila en Colorado m de Provincie van Sonora, en de weftelyke Haven van den Inham van California opgenomen, en de Kuit ten eenemaale door Indianen , en wel voornamentlyk door de Ongelovigen, bevolkt gevonden hebbe; dat hy met de verfcheidene Natiën dier wydluftige Geweften, uytgenomen met de Apaches, een Verdrag van Vriendfchap aangegaan; dezelve m Dorpen verdeelt; Kerken gcbouwt; meenige duyzenden Indianen gedoopt; veele andere tot de Omhelzing van't Geloof bequaam gemaakt, en met alle Yver aangehouden hebbe, om meerder Arbeiders tot het maalien van den overvloedigen Oogft, die zyne volle Rypheid voor den Zikkel van het Euvangehe bekomen had, te mogen verwerven;dat de grootmoedige Vorft Philip V. bevoolen hebbe, de gewoone^Onderftaanden en Koften op te fchieten voor acht Zendelingen, om in Pimeria, en in zodanige Geweften , dewelke door Vader Kino reeds verwonnen waren, gebruykt te kunnen worden; doch dat door de Hinderniffen, ten opzigte der Verfchotten van zodanigen Aardt, te Mexico volgens gewoonte te meermaalen ontmoet, alleenlyk maar vier Zendelingen toegeftaan zvn. Door het overlyden van Vader Kino in't Jaar 1710,liepen de by hem ,met eenen onvermoeiden en weergalozen Yver, gemaakte groote Vervorderingen in de volkomene Verwinning dier Natiën ten eenemaal achter uyt en tot Niet. ' Vader Juan Antonio Balthafar, van wiens Papieren wy in het derde Deel en het vyfde Hoofdftuk  17* De HISTORIE van gebruyk gemaakt hebben, en tot dewelke wy wederom onze Toevlucht moeten neemen, klaagde zeer over het derven van de Berichten, dewelke in het volgend Jaar na de Dood van Vader Kino vervaardigd waren. Al hetgeen Vader Balthafar in zyn Bezoek der Zendingen van Sonora en Pimeria, aangaande ons tegenwoordig Onderwerp, kon byeen vergaderen, beftaat alleenlyk hierin, dat Vader Agofltno de Campos, Zendeling van San Ignacio, en Medegezel van Vader Kino, denzelven vyfen-twmtig Jaaren overleeft, en geduurende dien Tyd zynen voorbeeldelyken Yver en Goedaardigheid in het Beftier van deffelfs Zending opgevol|t had. in het Jaar 1720 quamen nieuwe Zendelingen te la Conception de Caborca en te Tibutama aan, dewelke vervolgens zig na de Rancherias van San Lduardo de Baipia, San Luis de Bacapa en San Marcello, ver in 't Noorden gelegen, begeven hebbende, eenen grooten Afval onder de Indianen ontdekten. Zy vonden de kleine by Vader Kino gebouwde Kerken in Puynhoopen veranderd, en den Land-Bouw der vruchtbaare Vlaktens, in denwelken zy by dien wondcrbaaren Man onderwezen waren, ten eenemaale verwaarlooft. Deze Volkeren zyn tegenwoordig,doch men weet niet de Redenen waarom, by den Naam van Papagos bekend In Guebavt en te San Xaverio del Bac was het Ver val nog veel grooter, dewyl men aldaar zedert meer dan twintig Jaaren zig zonder eenige Zendelingen bevonden had. Don Bonito Crespo, Biffchop van Durango, bezogt zyn zo wydloopig uytgeftrekt ' Diocees in eigene Perfoon met het alleruyterftc Ongemak en Vermoeijing; en bevindende, dat 'erin Pimeria groot Gebrek aan Arbeiders was, en bezeffende de Aangelegenheid, om de Verwinning dier Landftreek te vervorderen, verzocht zyne Maje*  CALIFORNIA. 173 iefteit voor dezelve nog drie Zendelingen te willen doen bezorgen, waartoe de nodige Beveelen dan ook afgevaardigt wierden. Ingevolge van dezelve quamen in het Jaar 1731 drie Jefuiten derwaards, medebrengende eene goede Ruymte van Gefchenken, door gemelden Kerkvoogd aan hen overhandigd, om onder de Indianen uytgedeelt te worden En dus wierden in Hoog-Pimeria zeven Zendingen aangelegt; zynde de volcende: i„ Die van Dolores, met twee Vifitatie-Dorpen. 2. Die van San Ignacio, met 1 Vifuatie-Dorpen. 3. Die van Tibutama, met negen Dorpen. 4. Die van Caborca, met vier Dorpen. 5. Die van Suamca , met verfcheidene Kan- 6. Die van Guebavi, met verfcheidene'Spaanfe Pachthoeven. 7. Die van San Xaverio del Bac, insgelyks met een groot Getal Indianen. De Marquis de Villa Puente, by zyne Terugkomft uyt Romen in het Keizerlyk Collegie te Madrid \n February 1739 overleden, had eene rekkelyke Som by uyterfte Wille gemaakt,, om daaruyt twee andere Zendingen in Pimeria op te rechten; doch dezelve waren in 't Jaar 1749 nog niet aangelegd , bv Gebrek aan Jefuiten in de Provincie van Mexico, tot wier Vervulling, vermits den Oorlog, uyt Oud-Spanjen geene Geeftelyken dier Orde konden overgezonden worden. In zodanig eenen Staat bevond zig Pimeria onder de zeven werkelyk opgerechte Zendingen en de twee, waartoe de Fondfen wel gereed, doch om aangehaalde Redenen nog niet hadden kunnen gefticht worden; wanneer een Bevel van zyne Majefteit Philip V. te Mexico aanquam, uyt hoofde van * he&-  174 De HISTORIE vas hetwelke de Onderkoning gelaft wierd, de Maatfchappy der Jefuiten tot de Verwinning der Provincie Moquiaaü te zetten, en al hetgeen daartoe vereifcht wierd, uyt de Thefaurie te doen afleveren. De Overften der Sociëteit, hoe zeer ook bereidwillig , om aan zyner Majefteit Bevel te voldoen, bevonden zig volftrekt onvermogend, by Gebrek van Arbeiders j eene zo gewigtige als ver afgelegene Onderneeming te volvoeren. De Provincie Moqui paalt aan het Noordweften van het Koningryk Nieuw-Mexico, en derzelver Inwoonders waren door den Yver der Franciscanen ten eenemaale reeds bekeerd en onder Gehoorzaamheid gebragt geweelt; doch in 't Jaar 1680 wederom afgevallen, en,na hunne Onderwyzers vermoordt te hebben, met de andere Indianen van Nieuw-Mexico gezamehtlyk aan 't muyten geflagen. De Vaders herltelderi echter,met onuytfprekelyke Moeite en Arbeid,den Godsdienft en de Ruft in 't voorfz. Koningryk; doch alle hunne Vlyt en Onvermoeidheid kon de Hardnekkigheid derMoquinos niet vermurwen, offchoon zy verfcheidene Jaaren achtereen de uyterfte Pogingen en Aanbiedingen aan de Natie deeden,om wederom onder dezelve te mogen verkeercn. Dewyl men zig echter rtog met de Hoop vleide, dat Geweft wederom ten volle te zullen herwinnen, en vermits de groote Aangelegenheid, om Nieuw-Mexico van. die Zyde voor alle Overrompelingen te beveiligen; zo wierd op nieuws in 't Jaar 1723 aan den Onderkoning Marquis de Cafa Fuerte het Bevel afgevaardigd otn ter Herwinning van Moqui alles werkftellig te.maaken, hetgeen maar mogelyk was. De Onderkoning raadpleegde daarover met den Biffchop van Durango, die van Gevoelen was, dat men de Volvoering eener zo gewigtige en hachelyke Onderneeming in de Handen der Sociëteit behoorde te ftellen. 0e  CALIFORNIA. 17S De BhTchop had tot dien Tyd toe nog geene Vifitatien gedaan, en uyt dien hoofde van de Gelegenheid dier Landftreek geene behoorlyke noch toereikende Kennis De Franciscanen konden uyt NieuwMexico het weftelyke Gedeelte van Moqui bezoeken, zonder eenigen anderen Hinder dan de Botheid en Beeftachtigheid der Indianen te ontmoeten. Doch de Jefuiten konden alleenlyk uyt Sonora en Opper-Pimeria daarbinnen komen. Moqui legt eigentlyk benoorden de Zendingen van Tibutama, Guebavi en andere van Pimeria, doch de Arftand tuffchen Tibutama en de Rivier Gila is met minder dan tachtig Mylén, en de ganfche Streek door Indianen bewoond, met dewelke men Wel een Verdrag van Vriendfchap geflooten had; doch op het meerder Gedeelte van hen* als Ongeloovige zynde, was weinig te vertrouwen. Naaft deze woonen de Wilde Apaches , Doodvyanden der Spanjaarden, en alle de Indianen trekken met hen eene Lyn. By en ter zyde der voorige beflaan de Moqui een wyd uytgeftrekt en bergachtig Land; en gevolgelyk was 'er voor de Jefuiten geenerhande Weg open, om regelrecht in die Provincie te kunnen dringen, en dus°diende die Onderneeming alleenlyk werkfteliig gemaakt te worden over en door het Geweft deT Sobaypuris of der Pimas, nu Papagos genaamd, hetgeen zig langs de Rivier Gila tot aan het Land dei{ Cocomaricopas uytftrekt, dewelke volflagen Ongelovige, en geduurig met de Nijoras Oorlogzyn ;'de Cocomaricopas verkoopen de Nqoras, welke in hunne Handen geraaken, aan de Pimas, en deze dezelve vervolgens aan de Spanjaarden. Nog dient aangemerkt te worden , dat, behalven het groot Getal der Zendingen, die zig reeds onder het Bellier der Jefuiten bevonden, en meeft op de Grenzen der Ongeloovigen gelegen zyn, dé  t?ö De HISTORIE van. Onderkoning Marquis de Faltero vyf Jaaren te vooren, namentlyk in 't Jaar 1718, dié Orde belaft had met de Herwinning van Nayaritb, eene Provincie door de Siërra Madre omcingeld en ingeftooten,en maar tweehonderd Mylen van de Hoofdftad Mexico gelegen. De Pooging en Arbeid der Je/uiten was van eenen zo gelukkigen Uytflag, dat het Hoofd dier Natie, met eenen Mantel, Schortekleed, Armbanden, Kraag, Kroon van Pluymen cn andere Verderfden, volgens gewoonte der oude Koningen van Cbichimeca , uytgedofcht, aan den Onderkoning de Huldiging quam doen. Zodanig eene gewigtige Onderwerping diende geenzins opgefchort, maar ten fpoedigften aangenomen te worden, dewyl men anderzins beducht was, dat zy eerlang van Gevoelen mogten veranderen, cn wederom aan 't muyten flaan. Ook wierden de Franciscanen gebruykt in de Zendingen van Junta dg los Rios, tweehonderd en vyftjg Mylen ten Noordooflen van Mexico gelegen, dewelke weleer by den Hertog de Linares, Onderkoning van Mexico,opgerecht en met alle Yver vervorderd waren. Deze Zendingen zyn van gelyke Aangelegenheid als de voorfz. , dewyl zy aan de Franfe Domeinen van Mijjifippi en Louifiana paaien. Uyt hoofde van deze en andere Hindcrniffen wierden alle de Onderneemingen, om Moqui te verwin-, uen,. opgefchort : Doch wanneer het nieuw Bevel van 't Jaar 1742 aanquam, waarby de Sociëteit wel ernftclyk gelaft wierd, dat Geweft, het koftc wat het wilde , onder 's Konings Gehoorzaamheid te brengen, zo wierd Vader Ignacio Keier, Zendeling van Santa Maria Suamca, derwaards gezonden , om het alkreerft de Hand aan dat gewigtig Werk te flaan. Deze Vader had in de voorgaande Jaaren verfcheidene maaien tot aan de Rivier Gila toe  CALIFORNIA. 177 geweeft, zo wel om zyne Nieuwbekeerden te bezoeken , als om de Vriendfchap aan te queeken met de daaromftreeks wooncnde Indianen, die geduurig als Vyanden met de Apaches overhoop lagen. Hy vertrok dan in de Maand September in 'tjaar 1743 uyt zyne Zending met eene geringe Lyfwacht, dewyl de Spaanfe Wethouder, die op den Vader, wegens de Befcherming zyner Indianen misnoegd was,hem geene grootere Bedekking wilde toeftaan, aan welke onvriendelyke Behandeling ook de Mislukking dezer Onderneeming moet toegefchreven worden. De Vader bereikte de Rivier Gila, en vervorderde zyne Reis Van daar noordwaards, tot dat hy na eenige Dagen zig onder de Rancherias van een onbekend Volk hevond, dat eene ganfch andere TaaWprak, dan hy gewoon was te hooren. De Indianen hadden wel niet Moeds genoeg, om den Vreemdelingen by dag eenigen Overlaft aan re doen, doch 's nachts wierden deze door hen overvallen en gcplundert; zy hadden de grootfte Moeite, om hunne Paerden te behouden, en zig door de Vlucht te redden, latende eenen hunner Soldaten, die door eenen Boogfchoot der Indianen gefneuveld was, ten Prooi dier Barbaaren terug. De Vader was wel genegen zynen Tocht te vervorderen; doch dewyl de Indianen zyne Oppaffers hem begonnen te verlaten, zo wierd hy genoodzaakt na zyne Zending terug te keeren. In 't volgende Jaar 1744 wierd Vader Jacoh Sedelmaijer, Zendeling van Tubutama, welke Zending minder aan 't Gevaar voor de Barbaaren bloot gefteld was, gelaft , om de voorfz. Onderneeming en Onderzoek te hervatten: Hy was gemachtigd Gidfen mede te neemen, en indien hy eenige by de Francifcanen opgerechte Zendingen mogt ontmoeten , de Inwoonders te vermaanen , dezelve te be- II, Deel. M min-  178 De HISTORIE van minnen en hen te gehoorzamen, en dan verderte trekken ; wanneer hy diergelyke Zendingen niet mogt vinden, dan zoude hy die Streeken naauwkeurig doorreizen en opneemen; een Dagregifter van zyne Reis houden, en eene Kaart van het Land vervaardigen, doch zig in geenerhande oogfchynelyk Gevaar hegeven. Ter voldoening van dien Laft vertrok de Vader in de Maand Oclober uyt zyne Zending, en bereikte, na tachtig Mylen terug gelegt te hebben, de Rivier Gila,alwaar hy zes-duyzend Papagos,en byna een gelyk Getal Pimas en Cocomaricopas vond, dewelke in verfcheidene Rancherias woonden. Hy wierd onder die Natie zeer wel ontfangen, dewyl hy reeds te vooren met hen een Verdrag van Vriendfchap had aangegaan. Verfcheidene van hen waren van Bylen en Meffen voorzien , dewelke Vader Kino nog onder hen uytgedeelt had. Hy gaf aan dezelve tc verftaan, dat hy voorneemens was de Moquis te bezoeken, wanneer zy in 't eerft vrywillig aanboden hem den Weg te wyzen en derwaards te verzeilen; doch kort daarna deden zy blyken daarin weinig Zin te hebben, en eindelyk verklaarden zy ronduyt, aan die Reis en Onderneeming in 't geheel geen Deel te willen neemen : De waare Oorzaak dier fchielyke Verandering van hun Gedrag quam gedeeltelyk voort uyt 's Vaders Gezelfchap, waaronder zig zommige Tibutamas bevonden, dewelke, een bloherdg Volk zynde, hem tegen wille en dank in eene zo verre en lange Reis moeiten verzeilen, en ook gedeeltelyk van de Cocomaricopas, die met Nyd en Wangunft behebd waren over de geringe Gefchenken , welke de Vader mede voerde, om onder de Nijoras en Moquis uytgedeelt te worden. Daar quam nog eene andere Reden by; namentlyk de' Beduchtheid en Vrees, dat de Spanjaarden met beide de  CALIFORNIA. 179 de voorfz. Natiën wel een Verdrag van Vriendfchap mogten fluyten, waardoor zylieden, wanneer 'er een Oorlog ontftond, tuffchen beide inleggende, ten eenemaale buyten Staat van Tegenweer en Verdediging zouden gefield zyn; te meer dewyl de Cocomaricopas, zo wel als de Nijoras eene wispeltuurige Natie waren , en geduurig na Verandering haakten. De Moquis zelve vertoonen zig zomwylen op hunne Grenzen als Vyanden, en dan wederom als Vrienden. Deze Voorzorg zal miffchien aan zommigen al re vernuftig en te voorzigtig van zulk een wild en woef! Volk voorkomen; doch wy moeten bezeffen, dat nooit eenigerhande Zamenleving gevonden wordt, dewelke niet haare geheime Inzigten en Redenen van Staat heeft, en dat alom hec Menfchdom wel of qualyk geregeert wordt, naar maate dat derzelver Zinnen befchaafd en geoeffend zyn. Het zy daarmede nu gelegen hoe het wil, de Vader liet niet* onbezocht, om zyne Onderneeming te vervorderen, doch ontmoetede alom zo groote Zwaarigheden, dewelke onmogelyk waren te boven te komen; het eenigfte Middel zoude geweeft zyn, den Weg door Geweld te baanen, hetgeen echter met zyne ontfangene Beveelen niet overeen quam, en daarenboven met zyn Beroep en Orde ten eenemaale ftrydig was. Ten einde echter deze Tocht en Onderneeming niet ganfch vruchteloos en vergeeffch mogt zyn, zo nam de Vader, na dat de Cocomaricopas hem zulks vrywillig toegeftaan hadden, de ganfche Landftreek naauwkeurig op, en wel eerftelyk beide de Zyden aan de Rivier Gila, dewelke by hen beflagen en bewoond zyn; vervolgens begaf hy zig na derzelver binnenfte Gedeelte, en keerde van daar na de Co/örado en het Land dei Tumas, die toen ter tyd met de Cocomaricopas, hoewel naar allen fchyn met M 1 hen  ,8o De HISTORIE van hen van ééne en dezelve Afkomft, overhoop lagm; zynde de Tolken, die de Vaders medevoerden, de Taal der Tumas genoegzaam machtig. De oorfprongkelyke Berichten van Vader Sedelmaijers Reizen,en de daarby gevoegde Kaart,zyn my nooit onder 't Oog en tot Handen gekomen; ik moet echter betuygen, dat dezelve my grooten Dienft zouden hebben kunnen doen in het vervaardigen der Kaart, dewelke aan het Hoofd van dit'kleine Werk gevonden wordt; de voornaamfte Inhoud dier Berichten kan echter nageflagen en gezien worden in 't Novum Tbeatrum Americanum, en in dc hiervooren gemelde Aanteekeningen van Vader Ballhafar, dewelke hoofdzakelyk overeenftemmen ; als zynde gefchreven by zodanige Lieden, die alvoorens van gelyke Berichten voorzien waren , cn van dezelve zig zeer getrouwelyk bedient hebben. Uyt beide komt klaarlyk te blyken,dat de Oeverbanken omtrent den Oorfprong der Gila by de Apaches bewoond zyn, en dat die Rivier op eenigen Afftand na beneden de ^fz«/ontfangt, die men onderdek uyt het Gebergte te vloeijen; doordromende en bewaterende de aangenaame en vrucht>aare Landftreek der Nijoras, tot aan derzelver Vereeniging met de Gila. Vervolgens is aan wederzyde dezer laatftgenoemde Rivier eene ganlcn onbewoonde ötreeK van omtrent twintig Mylen, aan welker Einde de Pimas drie groote Rancherias hebben , waaronder de voornaamfte, Judac genaamd, eene Streek van veertien Mylen zeer aangenaam en vruchtbaar Land beflaat, hetgeen door middel van Kreeken en Affnydingen wel bewaterd is, en vermits de Bodem vlak en effen legt, worden dezelve gemakkelyk uyt de Gila doorfpoelt en ververfcht. Twaalf Mylen verder na het Noordooften toe ziet men de nieuw-ontdekte Rivier van la Afumption, beftaande uyt twee Stroomen,  CALIFORNIA. 1S1 men, namenclyk el Solado en el Ver de, dewelke in. derzelver Loop na de Gila door een aangenaam vlak en bebouwbaar Land heenen fchieten, bevolkt by de Cocomaricopas , die door eene Woeftyne van de Pimas wel gefcheiden, doch met dezelve vermaagfchapt zyn. Hun Koningryk is ten Weften afgepaald door een onbewoond en bergachtig Land, hetgeen zig tot aan de Rancherias der Tumas uytftrekt, die langs de Rivier Colorado woonen, doch beneden derzelver Zamenvloeijing met de Gila. Door dit woeft en bergachtig Land trekken de Cocomaricopas na de Rivier Colorado, alhoewel de Weg aan en over de Zamenvloeijing der beide Rivieren veel korter is. Midden door deze Woeftyne wierd Vader Sedelmaijer door hen heenen geleidt, die naar allen fchyn de Zamenvloeijing der beide bovengemelde Rivieren, die Vader Kino zag, en met den Naam van San Dionyfio beftenrpelde, niet bezigtigt heelt; ook had hy geene Kennis van de Achedomas, dewelke, volgens het Verhaal van Vader Kino, derzelver ooftelyken Oever, benoorden haare Vereeniging met de Colorado, bewoonen. De Tumas , alhoewel hunne Taal van die der Cocomaricopas aan de Gila weinig verfcheelt, zyn echter derzelver Doodvyanden : Doch aan den weftelyken Oever der Colorado zyn insgelyks eenige Rancherias der Cocomaricopas gelegen, dewelke met die aan de Gila als Vrienden verkeeren; zy beflaan eene Vlakte van zes-en-dertig Mylen lang, van dewelke negen byzonder vruchtbaar en aangenaam zyn; bebouwd ter Voortteeling van Nierboonen , Calabaffen, Meloenen en andere fmakelyke en eetbaare Vruchten, en ook door hunne Nyverheid zeer wel bewaterd. Hieromftreeks zagen zy zommige Indianen met hunne Huysgezinnen en Leeftocht langs M 3 en  182 De HISTORIE van en over de Rivier vaaren, en bevonden dezelve met zodanige vriendelyke en befcbaafde Neigingen begaafd , gelyk Vader Kino tot hunnen Lof gemeldt had; doch de Tumas fcheenen in 't begin over dat Bezoek eenigzins verfteld te liaan , als zynde het eeniglle, dat zy zedert de Tyd van dien beleefden Zendeling ontfangen hadden. Uyt deze Berichten wierd opgemaakt, dat men, by wege van zeven of acht langs de Gila op te rechtene Zendingen , alsmede twee onder de Cocomaricopas aan de Colorado, eene daarenboven onder de Sobaypouris, benevens eene tweede te San Ambrofio del Bufanic, gevoegd by degeene, dewelke zig reeds in Hoog-Pitneria bevonden, de ganfche Reduélie der Pimicas en Papabotas of Papagos, zonder veele Zwarigheden zoude kunnen voltooije n. De Vaders waren derhalven eenpaarig van Gevoelen , dat deze Onderneeming met alle kracht behoorde werkftellig gemaakt te worden, dewyl men zig op deze Wyze den Doortocht tot de Moquis kon openen, en zig daardoor tegen de aanhoudende Vyandlykheden der Apaches allerbeft beveiligen. Om nu het gewenfehte Oogmerk in dezen te bereiken, zo vond men goed, dat Vader Sedelmaijer, die onlangs deze zo moeijelyke Reis en Opnecming gedaan had, na Mexico terug zoude keeren. Dienvolgens aanvaardede deze onvermoeide en tot alles bereidwillige Vader de Terugreis met de grootfte Blydfchap; zynde gemelde Hoofdftad ruym vyfhonderd Mylen van daar gelegen, en had by zyne Aankomft aldaar het Genoegen van den Vader Provinciaal beezig te vinden in het opftellen van het Bericht, hetgeen zyne Majefteit, ten opzigte van den Staat der Zendingen in Pimeria en California, van de Maatfchappy geëifcht had. Hy was daarenboven zeer verheugd te zien, dat de Gedachten en het  CALIFORNIA. 183 het Bewerp van den Provinciaal met zyne eigene volflaagen overeenquamen, en wel nog aleer hy by denzelven over zyn Gevoelen gehoord was; maar nog meer, wanneer hy het Gewigt en de Bondigheid zyner Voorhagen , door het Verhaal zyner nieuwe Ontdekkingen, klaariyk quam te betoogen. De Provinciaal, door de hem ten opzigte van California voorheen medegedeelde Berichten, in deze nieuwe Ophelderingen, aangaande Pimeria, volkomen onderfteund zynde, bevond zig in ftaat, het behoorlyk Bericht, gelyk de Koning bevoolen had, met alle maar mogelyke Klaarheid en Oprechtheid te vervaardigen, om zig in alles van zyne aan dien zo edelmoedigen als milddadigen Monarch verfchuldigde Pligt te quyten. Vermits nu dit Bericht of Gedenkfchrift in zommige Byzonderheden, van dewelke wy reeds hiervooren eene genoegzaame Schets gegeven hebben, zeer breedvoerig en uytwydend is, zo zullen wy alleenlyk nog een kort Uyttrekzel van hetzelve alhier inlaffchen. De Provinciaal begint met eene Aanmerking, dat geene Ternederzetting van Spanjaarden langs de Kuft van California, noch binnen 's Lands, kan opgerecht worden; dat zelfs de Vaders, geduurende den Tyd van vyftig Jaaren, iets diergelyks nimmer hebben kunnen werkftellig maken ,dewyl 't ganfche Geweft doorgaans ten uyterften bar en fchraal is, waarvan hy de Hoedanigheden befchryft; en dat het derhalve noodzakelyk blyft, het grootfte Gedeelte der Inboorlingen aldaar te handhaven en te onderfteunen, om dat by dezelve niet alleen dc Voortbrengfelen en Gewaffen van hun eigen Land, maar ook de Onderftanden der Zendingen van de andere Zyde, benevens alle Toevoer uyt en van de vier Geweften van Cinaloa, gefleten en verteert wierden. Dat alhoewel de Gronden te Monte Rey M 4 en  184 De HISTORIE van en te Cabo Mendocino ecnigzins vruchtbaarder waren, het echter zeer bezwaarlyk zoude vallen, de noordelyke Streeken, zo wel uyt hoofde van derzelver Schraalheid, als van het Gebrek aan Arbeiders , onder de behoorlyke Gehoorzaamheid te brengen en te houden, en dat om die Redenen ook de vyftier.de Zending uyt die van San Ignacio, dewelke zedert dien tyd aan de Ongeloovigen paalde, niet tot Stand had kunnen gebragt worden. Daarenboven konden de Zendingen op eenen verren Afftand van het Guarnifoen niet bêklyven, noch aan de weftelyke Zeekufl gehandhaaft worden , dewyl men aldaar geenerhande Onderftanden kon bekomen , ten zy dat de Natiën aan de Ooftkuft van den Inham alvoorens verwonnen wierden; dat derhalve eerft nodig was , de Verzending van Leeftocht van de tegenover gelegene Kuft van Caborca, op't vafte Land van Nieuw-Spanjen, volkomen te beveiligen, en dat men aldaar, flechts eene oppervlakkige Opneeming tot nu toe gedaan hebbende, nergens eenige Kreeken of Havens had aangelegt. Ook is de Kuft aldaar hoog en fteil, en byna nergens van eenig verfch Water voorzien ; en men zoude boven dien , vermits die Streek door de Seris .en Tepocas, eene nog niet volkomen verwonnene Natie, bewoond, en de Stad Caborca twee-entwintig Mylen landwaards-in gelegen is, eene tweede nieuwe Bark nodig hebben; wordende de eerfte gebruykt, om de Jaarwedden en Behoeftens, benevens de Voortbrengzelen van Cinaloa ten behoeve der Zendingen, van Matanchel en Taqui na Loretto en La Paz over te voeren; ook was het volftrekt onmogelyk, dezelve tot het vervoeren van Ladingen na en van de dieper in den Golf gelegene en zeer onftuymige Geweften te gehruyken. Ten derden was het hoognodig,de Bezetting van Loretto te ver-  CALIFORNIA. 185 verfterken, dewyl dertig Soldaten niet konden toereiken , om de zo ver afgelegene Guarnifoenen en Ternederzettingen te beveiligen, nademaal de eerfte nieuwe Zending omtrent 50 Mylen van San Ignacio gelegen was; dat wyders alle Dingen voor den Koning wel mogelyk, doch dat de daarop lopende Koften te groot waren. Om deze Redenen, en zonder alvoorens het Secours voor California te vergeeten , floeg hy de Verwinning der Hooglanden van Pimeria voor; als zynde een Geweft, daar men gemakkelyk kon bykomen, vlak, wel bevolkt, en omftreeks de Gila en de Colorado zeer vruchtbaar. Door dit Conqueft zoude dat van Moqui,indien hetzelve niet over Nieuw-Mexico kon lukken, grotelyks verligt worden ; daarenboven zoude hetzelve een Breidel voor de Apaches zyn, of ten minften derzelver Onderbrenging bevorderen. Vervolgens beftond alhetgeen ten opzigte der Maatfchappy vereifcht wierd daarin, dat de Verfchikking der twee en twintig Zendingen in het Diocees van Durango, alwaar de Indianen volkomen bekeerd waren, mogt toegeftaan en goedgekeurt worden , om dezelve in zo veele Dorpen te kunnen veranderen, en dat daardoor het Getal der Jefuiten zeer vermeerdert zoude worden, zo wel om de overige Zendingen te beftieren, als de Zendelingen op de Grenzen te verdubbelen, en dat de Vader Generaal ten dien einde Verlof zoude verleenen aan eene meenigte Perfoonen in Europa, dewelke zeer verlangden tot zodanige waardige Verrichtingen gebruykt te mogen worden;dat men den Golf op nieuws door de Jefuiten zoude laten onderzoeken en opneemen, om verzekerd te zyn, of California aan het vafte Land van Nieuw-Spanjen paalde, alzo daaraan wel tc Mexico, maar niet in Europa getwyfelt wierd. M 5 By  186 De HISTORIE van By den Vader wierd wyders aangetoont, dat de Onderftand van driehonderd Daalders voor de byna Coo Mylen van Mexico opgerechte Zendingen veel te gering was, en wel voornamentlyk in derzelver Begin, dewyl de Toevoer der nodige Behoeftens alleen ruym de Helft daarvan beliep; dat het Guarnifoen van Pitquin thans tot eene Onderneeming aan de Rivier Colorado niet kon gebruykt worden; want alhoewel de Naden der Taquis en Majas tegenwoordig zig ftü en geruft hielden, zo was het echter te duchten, dat zy ,de onaangenaame Middelen, welke men ter Bevordering eener volkomene Bevrediging bepaalt had, ziende ter uytvoer brengen, 'by het Vertrek van het Guarnifoen voor de tweedemaal aan het muyten mogten flaan. Dit Guarnifoen paalt in 't Zuyden aan de Taquis, en in 't Noorden aan de Seres en Tepocas, dewelke of Ongelovige, of nog niet volkomen verwonnen zyn ; en alhoewel Vader Salva-Terra dezelve befchaaft, en de Zendelingen meenig van hen gedoopt hadden, zo zyn en blyven zy nog even fterk op hunne Vryheid en Gewoontens gefteld, dat alle de Arbeid en Moeite der Zendelingen tot nu toe vergeeffch geweeft is, om hen die Gevoelens te doen vergeten, en dus is het volftrekt onmogelyk-, hen by wege van Zagtainnigheid onder eenige Zendingen in te lyven. Aan de andere zyde kan de Schraalheid en 't Gebrek aan Water , in verfcheidene en wel de meefte Streeken van dat Geweft, niet gedoogen,dat eenige Zending daarbinnen opgerecht worde : Zyne Majefteit zoude derhalven deszelfs Amptenaaren kunnen gelaften, dat zy die Natie door middel van Gefchenken overhaalden, om zig na de Dorpen te vervoegen, of dat eene Zending ergens op eenen vruchtbaaren Grond opgerecht wierd , na dewelke zy zig gezamentlyk zouden kunnen begeven. De Verplaatling van het Gu-  CALIFORNIA. 187 Guarnifoen van Terrenate fcheen nog veel ongevoeglyker te zyn. Want indien,niet cegenffaandedic Guarnifoen, by den Onderkoning, als Hertog vatv hetConqueft, opgerecht, de Trotsheid der Apaches, dier Befpringers van Sonora, tot zulk eene Hoogte gerezen was, wat zoude men dan niet te vrezen hebben, wanneer mende Provincie, van dc Colorado aftotaan het Guarnifoen van Coro de Gerachi de hronteras toe, buyten Verdeedigingliet? Om welke aangehaalde Redenen men beter zoude doen, wanneer men de Bezettino-, dewelke tot nu toe veranderlyk en buyten eenige vafte Bepaling van Plaats geweeft was, voortaan onder de Sobaypuris in de Zending van Santa Maria de Suamca quam te verplaatfen, en aldaar beftendig deed blyven; aldus zoude men derzelver talryke Ingezetenen kunnen onderwyzen, en tegen de Apaches aanvoeren; ten gelyken einde zoude men ook een Smaldeel van twaalf of vyftien Soldaten na de Zending van San Xaverio del Rac kunnen laten trekken, om aldaar Guarnifoen te houden. - Laatltelyk fcheen het ook den Vader Provinciaal allerooirbaarlt te zyn, dat een nieuw Guarnifoen m het Gebied der Apaches, en wel aan de Oeverbanken der Rivier Gila opgerecht wierd, en dat men, in plaats van vyftig, daartoe honderd Soldaten behoorde te gebruyken; dewyl zy ver af van onze Grenfen, en in 't Land der Apaches, zig moeiten handhaven , zo wierd ook daartoe een grooter Getal vereifcht; dat op eene en dezelve Tyd zommige van hen den militairen Dienft en de Bebouwing der Gronden konden waarneemen, terwyl de andere na de vyandelyke Geweften konden trekken, om derzelver Ingezetenen tot vreedzaame Gedachten te brengen , of van daar te doen verhuyzen. Dus zouden alle de Landen, welke onder de Heerfchappy des Konings zyn , als door eenen Kring omcingelt en in-  i88 De HISTORIE van ingeflooten; de woefte Trotsheid der Apaches ingetoomc; de Verwinning der Landen van Moqui grotelyks verligt en bevordert, en alle de tufTchen beide gelegene Streeken, insgelyks tot Onderwerping gebragt zynde, het voorfz. nieuwe Wingeweft tot Nieuw-Mexico roe uytgebreidt worden. De vredelievende Natiën, langs de Gila en de Colorado woonende, namentlyk de Sobaypuris, Pimas, Papagos, Cocomaricopas en Tumas zouden daardoor gedekt en beveiligt; de Deur tot de Voortplanting van het Chriftendom aan de andere Zyde dier beide Rivieren geopem, en, hetgeen een der voornaamfte Gevolgen was, de vrye Doortocht na California over Land verzekert worden. De Oprechting van zodanig een Guarnifoen zoude wel in het eerft vry koftbaarder vallen, dan de tegenwoordig gebruykt zynde mindere Bezettingen; doch,alles wel aangemerkt wordende, dealier goedkoopfte zyn, dewyl eerlang, en wel binnen eenen korten tyd,'t meerder Gedeelte der thans met zo groote Koften onderhouden wordende Guarnifoenen van zelfs zouden onnut en onnodig, en in 't Vervolg de daaraan tot nu toe befteede Koften ingehouden en gefpaart worden. Want zodanig een Guarnifoen zoude alleen en voor zig zelve kunnen volvoeren, hetgeen de Ondervinding geleert heeft, dat door alle de andere onmogelyk heeft kunnen werkftellig gemaakt worden. Zie daar den Inhoud en de voornaamfte Hoofdrukken van 's Vaders Bericht, en alhetgeen ingevolge van hetzelve, by 's Konings Yver en Wysheid, tot Onderzoek aan den Onderkoning gezonden wierd, met Bevel, om alhetgeen hy zoude oordeelen te behooren, zonder eenige verdere Volmacht en Laftbrieven af te wachten, ten fpoedigften werkftellig te maken. Miffchien zal het zommigen vreemd voorkomen, dat in het voorfz. Bericht niets byzonders ten op-  CALIFORNIA. 189 opzigte van California voorgeflagen is. Want de Oprechting eener nieuwe Zending op de Kuft van den Inham, zo naby de Rivier Colorado, als maar mogelyk was, ofwel, by behoorlyke Onderfteuning, op de daartegen-over gelegene Kuft van Caborca, zoude aan de zo lang gezogte Communicatie by Land, tuffchen de Zendingen van beide de Kuften, groote Verligting toegebragt hebben, daarenboven zoude de Handel der Zending met de Kuft van Caborca, om Onderftanden van daar te bekomen, en de Gemeenfchaphouding der eene met de andere Zyde van den Inham, grootelyks geftrekt hebben tot wederzydfe Kennismaaking en goede Verftandhouding met en onder derzelver Inwoonders; teffens zouden ook de verfcheidene Kreeken , Eilanden ,Rotfen, Zandbanken , Droogtens en gevaarlyke Doortochten van Sal-fi-Puedes, en wel voornamentlyk die der Seris en Tepocas over Zee hebben kunnen bevaaren worden; niet minder had men de Inwoonders, door diergelyken gemeenzaamen Handel, kunnen befchaven, andermaal tot de Omhelzing van het Chriftelyk Geloof genegen maken, en gevolgelyk onder het zachte Juk van het Evangelie en tot Gehoorzaamheid brengen, indien men, in plaats van hen met Geweld van hunne Kuften te doen verhuyzen,met dezelve eenen geregelden Handel wilde dry ven, volgens 't Verlangen en Beftek van Vader Salva-Terra , hiervooren in het negende Hoofdftuk van het derde Deel breedvoerig aangehaald. Daarenboven zouden de Zendelingen m het Noorden van California, door ééne of twee Barken meer, en een grooter Getal Soldaten onderfteund, en het Gemak hebbende, van hunnen Leeftocht en Behoeftens lynrecht van de andere Kuft te kunnen bekomen, zonder na de flaauwe en langzaame Onderftanden van Loretto te wachten, dewelke na eene  ipo De HISTORIE van ne lange Reis over Zee nog aan eene zeer laffice Wagenvracht over Land onderhevig waren, de o-an_ fche Landftreek, aan de eene zyde tot aan de Rivier Colorado, en aan de andere zyde tot aan de vermaarde Puerto de Mome Rey, hebben kunnen doordringen. Wanneer nu in 't Vervolg het achter hen gelegene Land ten eenemaal verwonnen was, door wat Zwaarigheid zoude dan de Oprechting van eene groote en heerlyke Volkplanting of Bezetting te Monte Rey, uyt de Philippines of uyt Meuw-opanjen, kunnen belet worden ? Met hoe veel meer Gemak zouden niet de Zendelingen, Soldaten, of de Inwoonders dier Volkplanting, van daar uyt de Rivier Colorado, de Gila, het Land der Apaches, Moqui en zelfs Nieuw-Mexico kunnen bezoeken ? Doch de Vader Provinciaal vergenoegde zig alleenlyk met den Voorflag tot de gemakkelykfte en mmft koftbaare Verwinning van Pimeria te doen alhoewel het ganfche Conqueft op verre na van zodanig eenGewigt en Aangelegenheid niet was als de enkelde Volkplanting te Monte Rey, en de Oprechnng eener Bezetting in 't Land der Apaches aan de Gila, van flechts één-honderd Soldaten zoude geweeft zyn. Van zulk een Gevoelen was ook dc vermaarde Don Martin Eliza Coechéa, Biflchop van Mechoacan, die , wanneer hy den Zetel van Durango befloeg, het ganfche Sticht met de grootfte Oplettendheid en onuytfpreekelyken Arbeid bezocht had. Vader Juan Antonio Balthaf ar, die als Vifitator der Zendingen, het ganfche Land bezigtigt had, voegt daarby, dat op zodanig eene Wyze, buyten en behalven het hiervooren aangehaalde Gemak en Geryf, de Begeerte en het Beftek der Vaders Kino en Sedelmaijer, om in deze afgelegene Landen eeneStad te ftichten, zouden hebben kun-  CALIFORNIA. 191 kunnen volvoert worden, en dat daardoor deze nieuwe Conqueften met zyner Majefteit andere Domeinen in deze Streeken aaneen gehecht zouden zyn; want de Omlanden zyn niet alleen zeer vruchtbaar, maar ook ryk aan Mynen, en dus zoude een Guarnifoen hier ter plaatfe eerlang tot eene Stad aangegroeid zyn, en ieder van derzelver Inwoonders in den Wapenhandel, gelyk de Soldaten, hebben kunnen onderweezen worden. En waarom zoude men ook niet de Apaches, wanneer zy zig door de in hun Land opgerechte Ternederzettingen bevoordeeld zagen, tot vredelyke Gedachten hebben kunnen brengen, gelyk omtrent de Cbicbimicas, eene weleer zo beeftachtige en wreede Natie , gefchied is; voornamentlyk, indien men dezelve zachtzinnig en menfchlievend had willen behandelen ? Men zoude hierby nog kunnen voegen het betamelyk Voorbeeld van een deugdzaam Levensgedrag onder de Spanjaarden , hetgeen deze Schepzels ongetwyffelt zouden gadeflaan en navolgen ; als mede de Aanftelling eener Overheid, en zyner Majefteit koninglyke Wetten en Keuren tegen alle Slach van Ongeregeldheden en Wanbedryven. Terwyl deze Berichten na Madrid verzonden, en zyner Majefteit bedillende Befluyten daarover te Mexico verwacht wierden , zo liet de Vader Provinciaal Efcobar, door den Vader Juan Antonio Balthafar, algemeenen Vifitator der Zendingen, zyne circulaire Brieven aan alle de Zendelingen afgaan, met Laft, dat alle en een ieder van hen een beknopt Verhaal van het Begin, de Vervordering en den tegenwoordigen Toeftand zyner Zending zoude hebben in te zenden, om voor zyne Majefteit den Koning opengelegt te kunnen worden. Hy beval teffens langs de Kuften van den Inham van Califorma eene nieuwe en caauwkeurige Opneeming ter Zee  iga De HISTORIE van Zee te doen, en dat men te gelyk de nieuwe Inrukkingen in de Landen, na de Gila toe gelegen, zoude onderneemen. De Zendelingen van California fielden, ingevolge van het voorfz. Bevel, hunne Berichten op, en uyt dezelve hebben wy getrokken, hetgeen tot de Vervaardiging van dit ons Werk nut en dienfh'g was. Behalven hetgeen reeds daarvan ingelyfdis, zullen wy hier nog laten volgen eene Lyft van alle de Zendingen , Viluïitie - Steden en van de Zendelingen, dewelke zig in 't Jaar 1745 in California bevonden; namentlyk: I. NUESTRA SENHORA de LORETTO, gelegen op 25 Graden en 30 Minuten NoorderBreedte ; zynde de Koninglyke Guarnifoen-Plaats, en alwaar alle de Barken haare Ladingen loffchen. De Zendeling aldaar is Vader Gafpar de Truxillo. II. SAN XAVERIO. Dc Zendeling Vader Miguel del Bar co; de daaronder behoorende Dorpen zyn de volgende: 1. San Xaverio, op 25 Graden en 30 Mi¬ nuten. 2. Santa Rofalia, 7 Mylen van daat ten Wellen. 3. San Miguel, 8 Mylen ten Noorden. 4. San Agoftino, 10 Mylen ten Zuyd-Ooflen. 5. Los Dolores, a Mylen ten Ooften. 6. San Pablo, 8 Mylen ten Noord-Wellen. HEL NUESTRA SENHORA de los DOLORES del ZUR, eertyds genaamd San Juan Baptifta Malibat, of Ligui. De Zendeling is Vader Clemente Guillen, en de daaronder hoorende Dorpen zyn: i. Nue-  CALIFORNIA. 193 1. Nueflra Senhora de los Dolores, op 24 Gra¬ den en 30 Minuten. 2. La Concepcion de Nueflra Senhora. 3. La Incarnation de el Ferbo. 4. La Santiffima Trinidad. 5. La Redempcion. 6. La Refurreclion. IV. SAN LUIS GONZAGA. De Zendeling Vader Lamberto Hotel, en de daaronder behoorende Dorpen: 1. San Luis Gonzaga, op 25 Graden. 2. San Juan Nepomuceno. 3. Santa Maria Magdalena, in dè Baai van gelyken Naam. V. SAN JOSEPH de COMMONDU. Zonder Zendeling, vermits het Overlyden van Vader Francifco Xaverio fFagner zedert 12 Oclober 1744; wordende inmiddels de Dienft aldaar waargenomen by Vader Druet. De onderhoorige Dorpen zyn: 1. San Jofeph, op 26 Graden. 2. Een ander Dorp, 1 Myl ten Weften. 3. Een ander, 7 Mylen ten Noorden. 4. Nog een ander, 10 Mylen ten Ooften, op de Kuft. VI. SANTA ROSALIA MULEGE. De Zending Vader Pedro Maria Nafcimben. De daaronder behoorende Dorpen zyn: 1. Santa Rofalia , op 26 Graden en 50 Minu¬ ten. 2. La Santiffima Trinadad, 6 Mylen ten Zuyd- Zuyd-Ooften. 3. San Mar cos, 8 Mylen ten Noorden. IL Deel N VII. LA  Ip4 De HISTORIE van VII. LA PURISSIMA CONCEPCION. Vader Jacobo Druet. De daaronder behoorende Dorpen zyn : i. La PuriJJima Concepcion, op 26 Graden. », 3. Deze 6 Dorpen worden in de Lyfï niet me1 4.1 Namen bepaalt; doch zyn alle binnen de 8 My- 5. len romdom Cabecera, als de Hoofdplaats en 6. de Zetel dier Zending, gelegen. 7^ VIII. NUESTRA SENHORA de GUADALOUPE. Vader Joj'epb Crafleige. De Dorpen zyn: 1. Nueflra Senhora de Guadaloupe, op 27 Graden. 2. La Concepcion de Nueflra Senhora, 6 Mylen ten Zuyden. 3 San Miguel, 6 Mylen ten Zuyd-Oollen. 4. San Pedro en San Pablo , 8 Mylen teh Ooften. 5. Santa Maria, 5 Mylen ten Noorden. IX. SAN IGNACIO. Vader Sebaflian de Sifliaga. De daaronder behoorende Dorpen : 1. San Ignacio, op 28 Graden. 2. San Borja, 8 Mylen van daar. 3. San Joachim, 3 Mylen. 4. San Sabas, 3 Mylen. 5. San Athanaflo, 5 Mylen. 6. Santa Monica, 7 Mylen. 7. Santa Martha, 11 Mylen. 8. Santa Lucia, 10 Mylen. 9. Santa Nynfa, 5 Mylen. X. NUE-  CALIFORNIA. 195 X. NUESTRA SENHORA de los DOLORES del NORTE. Vader Fernando Confag. Deze Zending was vereenigd met die van SAN IGNACIO, en bediend door de Vaders Sifliaga en Confag : Binnen derzelver Smaldeelen, 30 Mylen van San Ignacio op de Breedte van 29 Graden gelegen, waren toen ter tyd reeds vyf - honderd - en acht-en-veertig Indianen gedoopt. XI. SANTA MARIA MAGDALENA. In \ Noorden; begonnen door dienzelven Vader Fernando Confag, die daarover aan den Vader Provinciaal Jofeph Barba heeft gefchreven , doch geene bequaame Plaats tot zynen Zetel kunnen vinden; alhoewel de bekeerde Indianen zo geregeld als die van San Ignacio geplaatll en verdeeld waren. XII. SAN TAGO del SUR. Vader Antonh Tempis. De Dorpen zyn : 1. San Jago, op 33 Graden. 2. Santa Maria de la Luz, eene Anker- Plaats. 3. San Borja, eene diergelyke Anker-Plaats. XIII. NUESTRA SENHORA del PILAR de la PAZ. Van deze Zending is geenerhande Bericht te Mexico gekomen, gelyk mede niet van de volgende, dewelke in het Zuyden herfleld zyn; namentlyk: XIV. SANTA ROSA, in de Baai van Palmas. XV. SAN JOSEPH del CABO de SAN LUCAS, de Poft van het nieuwe Koninglyk Guarnifoen. N 2 XVI. SAN  196 De HISTORIE van XVI. SAN JUAN BAPTISTA, begonnen in 't [ Noorden;men was teffens op alle Middelen verdacht, jr om in het Noorden van hetDorp van gelyken Naam, r eene andere nieuwe Zending op te rechten; men \ deed dienvolgens verfcheidene Tochten derwaards,en fc voornaamentlyk poogde Vader Confag den weder- j: barfbgen Inborft der Indianen te verwinnen , en ï tot het ontfangen van Zendelingen voor te bereiden; | doch men kon geene behoorlyke Fondfen vinden tot | derzelver Onderhoud, noch tot Betaaling der nodige | Soldaten, om die Zending te handhaven en te j dekken. Terwyl Vader Confag daarmede bezig was, ontfing hy een Bevel, om zig gereed te maken en te houden tot het doen eener Ópneeming der Kuflen van den Inham. Men had hem boven alle andere tot dien Dienft uytgekipt, dewyl hy met alle tot diergelyk eene gewigtige Onderneeming vereifchte Hoedanigheden by uytltek begaafd was. Doch hy ontmoetede onoverkomelyke Zwarigheden in derzelver Volvoering, dewyl hy van alle de daartoe behoorende Behoeftens en Onderftanden ten eenemaale verfteken bleef. De Vader zelve heeft aangemerkt, dat alle die Zwarigheden de Aangelegenheid en het Gevolg van zodanig eenen noodzakelyken Dienft op verre na niet konden opweegen. De Zendingen, wel bezeffende, dat die Onderneeming en Arbeid, zo wel tot de Voortplanting van het Geloof, als ook voor den Dienft zyner Majefteit, zeer voordeelig zoude zyn, alhoewel zy zelve met de grootfte Bekommeringen hadden teworftelen, beflooten echter, de nodige Koften op te fchieten tot al hetgeen ten opzigte van de Vaartuygen , Bootslieden , Provifien en alle andere Behoeftens , dewelke by degeene, die het Gevaar van de Zee te bouwen, en de on-  CALIFORNIA. 197 onbekende Kuften, flechts door Wilden bewoond, op te neemen,durfden onderdaan,vereifcht mogten worden. Zy deeden derhalven zeker Getal van bekeerde Cochinis, wel gekleed en gewapend, infcheepen ; en wanneer alles gereed was, vertrok Vader Confag van Loretto, verzeld door Don Bernardo Rodrigues la Larrea, een Zoon van den braven Capitein Eftevan Rodrigues Lorenzo, die te meermaalen in deze Gefchiedeniffèn genoemd is. Hy bereikte vervolgens de Kuft van San Carlos op 28 Graden Breedte, van waar hy met zyne byhebbende Manfchap den 9 Juny in 't Jaar 1746 in vier Booten afvoer. De Capitein zelve woonde den Tocht van Vader Confag niec by , doch befebikte hem een Canöe, en Relde de krachtiglte Middelen in het werk, om die Onderneeming te doen gelukken. Weinige dagen daarna ontfing men de droevige Tyding, dat de Vader, de Soldaten,de Matrozen en de Indianen, door de Wilden vermoord, en de Booten aan Spaanderen geflagen waren. De Capitein,dit ongelukkig Geval verneemende, wilde terftond in een Canoë met gewapende Manfchap na San Carlos vertrekken, doch wierd by de Vaders weerhouden, tot dat men van dat onaangenaam Nieuws nader en met zekerheid onderrecht zoude zyn , dewyl zy onderftelden , dat het flechts eene Verfiering van de Indianen was, gelyk zulks in het Vervolg ook quam te blyken. Vader Confag volvoerde, met zyn byhebbende Manfchap de voorgenomene naauwkeurige Opneeming tot aan de Rivier Colorado toe, gelyk uyt desfelfs gehouden Dagregifter komt te blyken, van hetwelke wy aan het Einde van dit Werk een Affchrifc mededeelen, om onze Lezers te genoegen, en andere aan te moedigen tot het volvoeren van diergeN 3 lyk  io8 De HISTORIE van lyk eenen zwaaren Arbeid; betoogende, dat degeenen , die de hen van den Hemel verkende Gaven van Bequaamheid ten behoeve der meiTchelyke Zamenleving gelieven te hefteden , nooit hunnen welverdienden Roem en Eer zullen derven. In het nieuw Theatrum Americanum wordt mede een fraai Uyttrekzel van 't voorfz. Dagregifter gevonden. Alhetgeen wy tegenwoordig hebben aan te merken, of liever te herhaalen , beltaat voornamentlyk hierin, dat uyt dezen Tocht oogfchynelyk en buvten alle Twyfeling komt te blyken , dat CALIFORNIA een HALF- of SCHIER-EILAND zy, paaiende aan het vafte Land van Nieuw-Spanjen; als mede dat de Rivier Colorado het alleruyterlt Einde van den Inham uytmaakt, en het eerfte van het laatfte Geweft affcheidt. Terwyl de Maatfchappy, om aan's Konings Bevel te voldoen, in deze zeer moeijelyke Onderneemingen gebezigt wierd , zo Avicrden insgel} ks by den Onderkoning nog andere Maatregelen genomen en werkitellig gemaakt. De Verlating der twee en twintig Zendingen in het Diocees van Durango wierd tocgeitaan, alzo dezelve aan de Maatfchappy flechts tot Laft ftrekten , en geene Gelegenheid oplcverd n , om derzelver gewoonen en onvermoeiden Yver in het voortplanten der Evangelie Leer te kunnen vervorderen. Het vliegend Guarnifoen van Terrenate was, volgens het Theatrum Amertcanum, to n ter ryd te San Philippe de Jefu Guevavi in Bezetting getrokken, en wordt onderdek aldaar voor het Jaar 1748, wanneer het voorfz. Werk te Mexico gedrukt wierd, opgerecht te zyn. Guevavi, onder de Sobaypuros gelegen, is eene fraaije en wel doorwarerdc Vlakte, overvloedig van Boffchen en Weilanden voorzien, doch ten op-  CALIFORNIA. 199 opzigte van andere Voortbrengzelen van geringe Aangelegenheid; paaiende ten naaften by aan de Landen der Apaches, en maar eenige weinige Mylen van de Zending van Suamca, ter plaatfë, alwaar Vader Efcobar voorfloeg dezelve in 't eerft op te rechten. Het Guarnifoen bellaat in eenen Capitein, Luytenant, Vendrig, Sergeant en zeven en veertig Soldaten. Hetgeen het mcelte tot de Verhaafting dier Onderneeming toebragt, fproot uyt de algemeene Klagten der Provincie van Sonora, dewelke door de onophoudelyke Overrompelingen en Plunderingen der Apaches geduurig ontruft wierd; en zedert het Jaar 1740 worden uyt dien hoofde alle de Ongelovigen en Afvalligen, of die zig als volflagene Vyanden gedragen, met den algemeenen Naam van Apaches beilempelt. He Apaches, op dewelke men hier het Oog heeft, zyn eigentlyk de Inwoonders binnen den Cirkel van den Omtrek der Landen, die zig van de Rivier Cbigagua, voorby het Guarnifoen van Janos Fronteiras en Terrenate, of Guevavi, tot aan de Gila uytftrekken. Zy paaien ten Noorden aan het Land der Moquis en aan Nieuw-Mexico; ten Ooften aan het Guarnifoen van Paffo, en ten Zuyden aan dat van Cbigagua. Binnen dezen Omtrek van drie honderd Mylen woonen de Apaches in hunne kleine Rancherias, dewelke zy in dc Vlaktens en Openingen van het Gebergte aangelegt hebben. Ook is de Toegang tot hun Land zeer bezwaarlyk, dewyl het Gebergte zeer (teil en rotsachtig, en daarenboven alom Gebrek aan Water is; en volgens het zeggen van zommige Gevangenen, dewelke men wederom geloft heeft, zyn zy doorgaans ten uyterftenwilden beeftachtig; zy hebben weinige Bouwlanden, en de ganfche Streek, dien zy beflaan, kan N 4 van  too De HISTORIE van van zelve zo veel niet voortbrengen , waarvan zy hun rekkclyk Beftaan zouden hebben. Zy zyn wreed tegen degeenen, die het Ongeluk hebben van in hunne Handen te vallen, en men ontmoet eene meenigte Afvalligen onder hen. Zy gaan ten eenemaal naakt, doch ryden fiiel te Paerd , die zy in andere Geweften fteelen, en bedienen zig van Vellen tot Zadels. Zy maken uyt de Vellen ook kleine Laarfen en Schoenen van een Stuk, en by deze kan men hen, wanneer zy op de vlucht zyn, gemaklyk nafpooren. Hunne Aanvallen beginnen zy met een yslyk Gcfchreeuwin eenen verren Afftand, om den Vyand te verfchrikken. Zy zyn van geene byzondere natuurlyke Dapperheid bedeeld,doch de weinige , welke zy bezitten, wordt buytenfpoorig betoont, wanneer zy eenig Voordeel behaalt hebben. In den Oorlog bedienen zy zig meer van Lift, dan van Kloekmoedigheid; doch wanneer zy in 't Onderfpic raaken, dan onderwerpen zy zig aan de allerlaagfte Voorwaarden, hoewel zy hunne Vredehandelingen niet langer houden en nakomen, dan zy dezelve hun denken voordeclig te zyn. Zyne Majefteit had bevolen , dat wanneer zy na Vreede mogten verlangen , men hen dezelve zoude toeftaan, en zelfs zoude men ze aanbieden, aleer men hen quam aan te taften. Hunne Wapenen beftaan in de gemeene en gewoone Boogen en Pylen dier Landaard. In hunne Strooperyen is de Plundering hun ccnigft Doelwit, en voornamentlyk van Paerden, dewelke zy zo wel torBeryding als tot Spyze gebruyken, dewyl zy het Vleefch dier Schepzelen voor hunne grootfte Lekkerny houden. Deze Natie heeft reeds zedert tachtig Jaaren de Schrik van Sonora geweeft, en geen Gedeelte dier Landftreek was voor hunne Wreedheden en Gewelde-  CALIFORNIA. »or denaryen veilig. Ons Volk heeft wel by Toeval nu en dan eenig Voordeel op haar behaalt , doch de Slag was zelden of nooit algemeen, en gevolgelyk niet ontfeheidende. In de laatfte Jaaren is de Trotsheid dier Wilden tot eene verbazende Hoogte opgeklommen , zo wel door zommige Vervordering en goeden Uytflag hunner Krygsliften, als doordeWispeltuurigheid en Ongevoeligheid der Spanjaarden, in verfcheidene Veldtochten betoond. In eene dier Schermutfelingen verloor de Capitein Efcalante, die in California gedient had, zyn Leven. Gelyk ongelukkig Lot was ook befchooren aan Don Juan Baptifta de Aufa, laatften Capitein van 't Guarnifoen te Coro de Guache de Fronteras, een IVlan van uytfteekende Dapperheid en Beleid, en benevens hem quamen nog veele Gemeenen te fneuvelen. De Apaches weeten in de Provincie door de ongemakkelyklle Wegen te komen, en na dat zy den Buyt en Roof opgeladen hebben , in eene Nacht vyftien, achtien en twintig Mylen ver te ryden. Hen over het Gebergte na te zetten is zo bezwaarlyk als gevaarlyk, en in de Vlaktens houden zy ganfch geen Spoor. Wanneer eenige Inval in hunne Landen gedaan wordt, dan verwittigen zy daarvan elkander door Rook of Vuur, en op zodanig een Sein gaat zig elk verfchuylen. De Schade, dewelke zy, voornamentlyk zedert den Dood van den dapperen Capitein Anj'a, in de Dorpen, Ternederzettingen, Hoeven, Wegen, Weiden, Boffchen en Mynen veroorzaakt hebben, is onbefchryflyk; en men heeft eene meenigte der laatlte, hoe ryk dezelve ook mogten zyn, moeten verlaten. Van de vier-en-twintig Zendingen der Jefuiten in Sonora en Pimeria leggen twintig aan de Overrompelingen en Stroperyen der Apaches bloot; in een gelyk Lot is ook bedeeld het Kerfpel N 5 van  aoa De HISTORIE van van Nacofari, en een Gedeelte der Bezetting van San Juan Baptifta, de Hoofdftad dier Provincie, en de eenigfte twee Gemeentens, dewelke door waereldfe Priefters bedient worden. Hieruyt komt de Zwaarigheid voort, dat men de nodige Onderrechting aan de Indianen niet kan toedienen, dewyl men nooit den Tyd heeft, van eenige Dagen achtereen zig in de Rancherias te kunnen ophouden; ook kunnen dc Indianen niet anders dan met Gevaar van hun Leven na de Zetels der Zendingen overkomen, en daardoor wordt men genoodzaakt, dat men hunne veelvuldige Ongeregeldheden moet door de Vingeren zien, waarvan het ongelukkig Gevolg is de volftrekte Omnogelykheid, om de Nieuwbekeerden en de Chriftelyke Gemeentens tot een befchaafd en Godsdienftig Leven en Wandel op te leiden, gelyk in andere Streeken gefchicd is. In't Jaar 1747 befloot dc Onderkoning, na daarover met den Marquis de Altamira, Secretaris van Oorlog, geraadpleegt te hebben, aan de Apaches zodanig gevoeligen Slag toe te brengen, dewelke hun langen Tyd zoude geheugen. Vervolgens wierden de ernftige en naauwkeurige Beveelen afgevaardigt,dat ieder der Guarnifoenen van Nieuw-Biscaya ,Paffo, Nieuw-Mexico, Janos, Fronteras en Terrenate, of Guevavi, dertig Soldaten zoude hebben te zenden, en dat deze Benden door de Spaanfe Militie, en door zo veele Indianen, als men kon van Wapenen voorzien , zouden verfterkt worden, om alle te gelyk op eene en dezelve Tyd in het Land der Apaches te dringen, en dezelve in hunne geheime Schuylplaatfen op te zoeken. De Jefuiten van Sonora moedigden niet alleen de Indianen hunner Zendingen aan, zig by die Onderneeming te voegen, maar gaven daarenboven nog tot dien Tocht eene meen-  CALIFORNIA. 203 meenigte Paerden, Provifien en Penningen,om denzelven te doen gelukken. Doch de Gouverneur van Nieuw-Mexico quam ter beftemde Tyd niet tevoorfchyn,dewyl hy ganfch onverwacht en fchielyk genoodzaakt wierd zyne Wapenen tegen zommige nabuurige Indianen te wenden, dewelke gelukkig ontdekt wierden op het Ogenblik, wanneer zy meenden eenen bloedigen Toeleg te volvoeren. Deze dan nog verder afgelegen, en onwillig zynde met byzondere Gedeeltens in een vyandlyk Land te rukken, vereenigden zig, en vervorderden hunnen Tocht een goed einde Wegs na binnen, zondereenen cnkelden Indiaan te ontmoeten. Wmtèe Apaches, van deze voorgenomene Expeditie by tyds onderrecht zynde, hielden zo goede Wacht, dat zy, naar mate dat onze Troupen naderden, telkens achteruyt wceken, en terwyl onze getrouwe Manfchappen het Land doorzworven,zonder eenig Voordeel te behaalen, vielen de Apaches in de Provincie van Sonora, thans buyten alle Verdediging zynde, en moordeden, plunderden , verwoefteden en vernielden ai hetgeen hen maar tegen quam en in hunne Handen viel. Het bleef hier niet alleen by; zy zochten zelfs tot in het Land van Moqui door te dringen; doch wierden in hunne Onderneeming geftuyt, doordien zy Gebrek aan Leeftocht hadden. Dus moeft de zo welgeregelde Expeditie, om de Apaches onder te brengen,in haare Geboortefmooren; de Koften waren verlooren; de Contributie van Sonora aan vreemde Oogmerken befteed; de Provincie zelve aan grooter Gevaar bloot en buyten behoorlyke Verdediging gofteld ; de Vyanden door hunne Vervordering trotfeh, en ons Volk van diergelyke Onderneemingen voor het toekomende ten eenemaal afkeerig geworden. In 't Jaar 1748 wierd ech-  <20a De HIST ORÏE van echter Toeftel tot eenen nieuwen Veldtocht gemaakt; by de Soldaten en Spaanfe Militie wierden driehonóenApatas en een gelyk Getal Pimas gevoegt, dewelke andermaal by de Vaders,naar hun uyterfte Vermogen , van alle Behoeftens voorzien wierden. Hunne Zamelplaats was te Coro de Guachi de Pronteras, alwaar zy in de Maanden van November en December, die tot hunnen March bepaald waren,door den alsdan onophoudelyken zwaaren Regen groot Ongemak moeften lyden. Zy doorzochten het Gebergte van Cbigagua, de gewoone Schuylp'aats der Wilden, doch verre van eenige Apaches te ontdekken; zelfs konden zy geenerhande Biyk of Spoor vinden, dat zy daar geweeft waren, dewyl de Sneeuw gefmolten,en dus hun genomene Weg ganfch onnafpoorlyk en onkenbaar geworden was. In hunnen Terugmarch ontmoeteden zy eene Rancheria, alwaar zy eenige Vyanden doodeden, en tien van hen gevangen namen. Hierin beftond de ganfche Uytkomft van eene Onderneeming, dewelke een zo groot Gerucht en Gewoel in America verwekt had. Doch het behaagde de goddelyke Voorzienigheid zodanig een Werk te volvoeren, waartoe alle menfchelyke Poogingen en Beleid tot nog toe vruchteloos geweeft waren. Want zommige der Apaches door den buytengewoonen Toeftel der Spanjaarden ten uyterften verfchrikt, vervoegden zig na het Guarnifoen van Janos, om de Vrede te verzoeken, en teffens om de Vryheid te verkrygen van zig naby de Zending te mogen ternederzetfen. Terzelver tyd quam eene andere Troep ten gelyken Einde te Fronteras verfchynen; fmekende boven dien, dat het den Vader behagen mogt haar in de Leer van het Evangelie te onderwyzen, en offchoon dezelve niet fterk in getale was, en men op haar Verzoek wei-  CALIFORNIA. ao5 weinig ftaat kon maken, wierden zy alle echter gewillig coegelaten,alleenlyk uytInzigt,om andere hunner Landgenoten derzelver Voorbeeld te doen volgen. Eene Maand voor de laatfte Expeditie, namentlyk in Oclober 1748, ondernam Vader Sedelmaijer eenen tweeden Tocht na de Rivier Gila; hy reisde wederom door en over het Grondgebied der Papagos, en bezogt de Pimas aan de voorfz. Rivier; vervorderde van daar zynen Weg onder de Cocomaricopas ; doortrok vervolgens de Landen van hunne Vyanden, de Tumas, die aan de weftelyke Oeverbanken der Colorado woonen; van daar terug keerende langs de linker of ooltelyke Zyde van gemelden Stroom, en bereikte na weinige Dagreizen deffelfs Uytvloeijing In den Golf, alwaar hy verfcheidene andere Rancherias van de Tumas bezigtigde. Deze Indianen fcheenen over het Gezigt van den Vader en zyne Wacht zeer verbaaft te zyn, doordien zy geen het minfte Geheugen meer hadden van het laatfte Bezoek, by Vader Kino, veertig Jaaren te vooren, daaromftreeks gedaan. Zy toonden eene groote Begeerte, om zommige Kleinigheden te plunderen, doch durfden het nier onderneemen. De Vader gaf hen te kennen, dat hy gaarne de Rivier zoude willen païïèeren; doch dewyl de andere, of de weftelyke Zyde van dezelve, door de Quiquimas, Vyanden van de Tumas , bewoond was , zo waren deze laatften Over zyn Voorncmien zeer misnoegd, en weigerden hem derwaards te verzeilen. Vermits deze en andere onaangename Ontmoetingen en Hinderniffen wierd de Vader, op het aanhouden van het meerder Gedeelte zyner Lyfwacht, genoodzaakt, na de Zending van Tuhutama terug te keeren. In de Maand February van 't volgende Jaar 1749 befloot de Vader eenen anderen Tocht te doen, en bleef  ao6 De HISTORIE van bleef, om dezelve met meerdere Veiligheid te vol* voeren, na de Aankomft van den Gouverneur van Sonora wachten, ten einde dezelve daaromtrent alle de noodige Voorziening mogt doen; doch of die Onderneeming eenen goeden Uytflag gehad hebbe, dan mislukt zy, ben ik buyten ftaat van te kunnen ( verzekeren, alzo daarvan geenerhande Bericht na 1 Europa overgezonden is. Terzelver tyd wierden by de ongelovige Seris en ' Tepocas, in 't Gebergte langs de Kuft van den Golf 1 woonende , ■ en aangeprikkeld door het Voorbeeld { der Apaches , de Vyandlykheden in die Provincie 1 met de grootfte Stoutmoedigheid hervat, en zyne 1 Excellentie de Onderkoning daardoor genoodzaakt, ! hen van die barre Kuft te doen verhuyzen, en on- j der de voorige Zendingen in te lyven. Zulks wierd < Overlegt en in Beraad genomen met het Begin van ( hetzelve Jaar 1749; en in de Maand Mey daaraan- n volgende zond Vader BalthaJ'ar zyne Papieren na Europa, waarin hy onder anderen meldt, dat de « by den Onderkoning genomene Maatregelen , om g derzelver Aftocht werkftellig te maken, groote Hoop K gaven , die onhandige en woefte Natie te befcha- i Ven, en dezelve onder geregelde Zamenwooningen ' te brengen. Deze Schikkingen waren ongetwyfeld ? ïeer onzydig en wyslyk beraamd; doch, naar het 1 fchynt, moet derzelver Uytflag aan de daarvan op- i gevatte Verwachting ganfch niet voldaan hebben; E nademaal Vader Sigismund Taraval, in zynen » Brief, te Guadalaxara in 't Jaar 1751 gefchreven, it gemeldt heeft,dat de Vaders Thomas Tello en Hen- « ri Rohen hetzelve Jaar in de laatfte Zending van è Caborca door de Seris vermoord waren, alhoewel lo men terzefver tyd van de Omftandigheden dier Muy- C tery en Moorden der Seris te Guadalaxara nog ü gee- ■  CALIFORNIA. 207 geene volkomene Kennis had. Vader Thomas Telk\ geboortig uyt de StadAlmagro, was in 't Jaar 1750 daarbevooren van Mexico in de voorfz. Zending aangekomen, en ingevolge van 's Konings Bevel, waarby twee Dienaaren in ieder der Zendingen op de Grenzen bepaalt wierden , tot Ampr- en Medegenootvan Vader Henri Rohen te Caborca benoemd. Vader Juan Antonio Balthafar zegt in zynen Brief, gedagteekend den 27 February 1752, dat hy by dezelve Gelegenheid een Bericht, van alhetgeen geduurende de twee laatllvoorgaande Jaaren in Pimeria gebeurd was,benevens eenen tweeden,behelzende de nieuwe Aankomlt in California van het Jaar 1751 , na Europa overgezonden had; doch geen van beide die Stukken zyn my ooit tot Handen of onder't Oog gekomen, en dus blyf ik van het Genoegen verfieeken deze Verhaalen aan het Gemeen te kunnen mededeelen. Wy hoopen midderlerwyle, dat het in California geplengde Bloed der Dienaaren van het Evangelie op het krachtdadig!! ten Hemel zal fchreuwen, ter volkomene Verwinning en Onderbrenging van deze rampzalige Wilden, die als nog in de Schaduwe des Doods gedompeld en beneveld leggen mitsgaders dat het den Almogenden behaagen zal, de Ternederzetting , Voortplanting en Veiligheid van den Chriftelyken Godsdienft in deze alleruyterfle Deelen der Aarde te beveiligen. In Pimeria zo wel als in California zyn thans aan beide Zyden de Deuren geopend , om het Evangelie te doen voorfpoedig zyn. In 't Noorden van beide die Landen zyn wydluftige Geweften, bewoond door ongelovige Volkeren, die nooit het allerminfte van het Chriftelyk Geloof gehoort, noch iets van de blyde Boodfchap der Zaligmaking, dewelke door hetzelve  ïo8 De HISTORIE van ve aan hetmenfchelyk Geflacht aangebooden wordt, vernomen hebben. En zeker, het is eene ten hoogften pryzelyke Onderneeming , gevoeglyk en overeenkomende zowel met het Voorfchrift vanMenfchlievendheid,als met de Geboden van het Evangelie, dat eene zo overgroote Meenigte van redel\ke Schepzelen uyt haare Beeftachtigheid gerukt, en van de buytenfpoorige Wegen der Ondeugden , tot de Paden van Deugd en Waarheid, overgebragt worde. VIER-  2 Op NATUURLYKE E N BURGERLYKE HISTORIE VAN CALIFORNIA. VIERDE AFDEELING. Behelzende V. BYVOEGZELEN, tot het Bericht van CALIFORNIA behoorende. INLEIDING. p^TpSJ en einde het Bericht van California, I hetgeen ik tegenwoordig ter Beoordee- Jl^ «'ng van 't Gemeen in 't Licht geef, voor de Spaanfe Natie zo volmaakt en dienltig moge zyn, als maar immer mogelyk is; zo heb ik, tot hetgeen in 't Begin der eerfte Afdeeling, aangaande de Aardrykskundige Gelegenheid van California, gezegd is, nog willen voegen de aller op« rechtfte en geloofwaardigfte Verhaalen, dewelke tot //• Detl. O m  aio De HISTORIE van nu toe tot onze Kennis gekomen zyn, ten opzigte van deflèlfs ooftelyke en weftelyke Kuften, en de Vereeniging en Zamenhanging met het vafte Land, als een Onderwerp waarover men zo lang en veelvuldig getwift heeft; desgelyken ook de Berichten, welke wy van de naby gelegene Eilanden, Landen en Zéen in Handen hebben, en die tot de natuurlyke en burgerlyke Gefteltenis van California betrekkelyk zyn. De Redenen daarvan zyn genoegzaam klaar en blykbaar : California in zig zelve aangemerkt is het alleronaangenaamfte, fchraalfte en llechtfte Land van de ganfche Waereld. Doch niet tegenftaande alle deze onfmaakelyke Byzonderheden, zo heeft men echter, van de eerfte Ontdekking der Nieuwe Waereld, en wel ten Tyde van Cortes af, getracht, dat Geweft met overgroote Koften te verwinnen, en aan de Kroon van Spanjen te hechten : En eindelyk is de gewenfchte Verwinning door de Jefuiten volvoerd; zynde by onzen Souverein vervolgens, en nog onlangs, de allernadrukkelykfte Maatregelen genomen , tot het voltooijen van hetgeen aan de Onderneeming nog mogt ontbreeken, gelyk wy reeds in de voorgaande Deelen verhaalt hebben. Maar, men zoude mogen vragen : Uyt welken hoofde is toch California van zo groot eene Aangelegenheid voor de Kroon van Spanjen, en voor de Jefuiten, derzelver Onderdaanen ? Waarom heeft men daarin een zo uytftekend Belang? Om welke Redenen wordt dat Conqueft van meerder Gewigt, dan eenige andere Landen in een der beide Deelen \a.n America, geacht te zyn, die even eens als dit door ongelovige Wilden bewoont worden ; die in een zachter Climaat gelegen zyn; die ryk en vruchtbaar, met minder Moeite zouden verwonnen, en met minder Koften onderhouden kunnen worden, en in dewelke  CALIFORNIA, 2if ke een ongelyk groocer Getal Zielen zig in den Schoot der Chriftelyke Kerk zoude laten overbrengen? Ik vind my verpligt, deze zo billyke als redelyke Vragen, zo veel mogelyk is, behoorlyk te beantwoorden; en zulks is eigentlyk het eenigfte Voor-, werp en de voornaamfte Inhoud van dit vierde Deel, Ik antwoord derhalven op de eerde Vraag in 't algemeen : De voordeelige Gelegenheid van Califir? nia is alleen hetgeen dat Wingewed zo gewigcig maakt, en hetzelve boven eenig ander Land \x\ America den Voorrang doet hebben. Zo Hecht en arm hetzelve ook zy, zo doet deffelfs Gelegenheid zulks vergoeden, dewyl het van grooter Belang dan alle de andere gehouden wordt, en ookwaarIykis,zo we| ten opzigte der Voortplanting van hetEvangelie, als, omtrent het aan den Staat toevloeijend groote Nut en Voordeel. Voegt nog daarby, dat, indiende koftbaare Pogingen en herhaalde Onderneemingen der Spaanfe Natie, in beide de laatft voorgaande Emwen aangewend,om California te verwinnen, wys en billyk geacht wierden, dezelve Natie tegenwoor* dig nog veel meerder dringende en gewigtige Rede* nen heeft, om die Onderneeming te volvoeren, dan ooit te vooren, hoewel ook de voorige Redenen als nog blyven ftand houden. De Bewyzen van onzeBevediging kunnen gedeeld telykuyt de verfcheidene Aanhaalingen, in de voor* fte drie Afdeelingen gedaan, nagezien, en ook ge^ deeltelyk gevonden worden, in hetgeen wy in deze vierde Afdeeling zullen te berde brengen. California heeft eene wezendlyke Betrekking en Zamenhang tot en met de daaraan paaiende, cn tot het vafte Land van Nieuw-Spanjen behoorende Provinciën. De Americaanfe Kuften aan de ZujéZee^ van Cabo de Corientes, en zelfs van Aqua-. O 3 pU},  aia De HISTORIE vam pulco, noordwaards-op gelegen, zyn en blyven onveilig, zo lang als California door de Wilden be* beert, wordt, en van de Spaanfe Kroon onafhangkelyk is. De Bewoonders dezer Kuften kunnen nimmer de rykeParelviflcheryin den Golf vmCalifornia vervorderen, noch de Provinciën van Aquapulco eenigen Handel ter Zee na de Rivier Colorado dryven. De geringe Canoës 'der Califomianen kunnen wel weinige Vrees verwekken; doch California heeft te meermaalen tot eene Schuylplaats voor Capers en Zeerovers verftrekt, die van daar de Zéen alom gefcbuymt; eene groote meenigte Spaanfe Schepen genomen; den ganfchen Handel in den ftillen Oceaan ontruft, en deze zo verafgelegene Geweften in Rep en Roer gezet hebben. Welke Gevolgen zouden niet te duchten zyn, wanneer iemand der Européife Mogendheden op de Kuft van California eenige Volkplantingen en Veilingen zoude vwiIIen oprechten? De Admiraal Anfon, uytwyzens deszelfs Reisbefchryving, was van Gevoelen, dat wanneer hy zig van Baldivia op de Kuft van Chili had kunnen Meefter maken, hy alsdan in Staat geweeft zoude zyn, door zodanig een Voordeel het wydluftige Ryk van Peru te doen daveren. En alhoewel zulks alleenlyk op Giflingen mogt fteunen, zo zal men echter niet kunnen ontkennen, dat, vermits eenigerhande vreemde Mogendheid Middelen mogt vinden, om in California Veilingen aan te leggen, en i eene Opperheerfchappy aldaar te veftigen , het Ryk : vm Mexico alsdan daardoor aan de alleruyterfte Gevaaren zoude bloot gefteld zyn. California is uyt dien hoofde van gelyke Aangelegenheid voor onzen Koning, om zyne Domeinen in America verder uyt te breiden. Wy hebben gezien, dat de Zendingen der Jefuiten niet alleen de ryke Provinciën van Culiacan, Cinaloa, Oftimu-  CALIFORNIA. 2i3 ri, Taqui en Sonora vermeeftcrt hebben , maar ook tot aan de Baai in Opper-Pimeria, alsmede tot aan de groote Rivieren van Gila en Colorado doorgedrongen zyn, en de aan Nieuw-Mexico paaiende Landen van Moqui doorreift en opgenomen hebben. Hetgeen 'er nu nog overfchiet, beftaat in de Onderbrengingder Papagos, Guaymas, Tepocas en Seris, die de uyterfte Kuft van NieuwSpanjen aan den Inham van California bewoonen, en gelyk wy verhaalt hebben, onlangs aan 't muyten geflagen zynde, hunne Zendelingen vermoordt, en zig by de onhandige en wetteloze Apaches gevoegt hebben. De Verwinning dezer Indianen zal altoos groote Zwarigheden ontmoeten, wanneer men dezelve van de Landzyde zal zoeken by te komen; doch zy zal zeer gemakkelyk vallen, wanneer men uyt California zig na hunne Kuften wilde vervoegen, gelyk zulks door Vader Salva-Terra klaarlyk aangetoond en genoegzaam bewezen is. Indien de Zendingen en Spaanfe Ternederzettingen veilig en geregeld in 't Noorden van America zullen aangelegt en uytgebreidt worden, dan moeten dezelve niet alleen by de overige van Nieuw-Mexico gevoegd zyn , maar ook van deeze laatfte, ter zyde der Rivieren Gila en Colorado,na de allerverfte bekende Kuften van California aan de Zuyd-Zee, zig uytftrekken; dat is tot aan Puerto San Diego,Puerto deMonte-Rey,de Sneeuw-Bergen, Cabo Blanco, San Sebaflian, en tot aan de by den Marquis de Aquilar op de Breedte van drie-en-veertig Graden ontdekte Rivier. Met welk eenen goeden Voortgang zoude zodanig eene Onderneeming niet gekroont worden, indien de Zen-, delingen, op cénen en denzelven cyd,langs elke Zyde van den Inham van California heenen trokken; de tuffchen beide gelegene Natiën verwonnen, tot O 3 da:  èi4 De HISTORIE vat* dat zy alle elkander aan de Oeverbanken der Colorado wederom ontmoeteden, en vervolgens gezamentlyk van daar zo ver voorttrokken, tot dat zy de voorfz. Kuilen , Baaijen , Havens, Kaapen en Rivieren aan Ac Zuydzee bereikten? En hoe veel grooter zoude niet de Vervordering zyn , wanneer de noordelyke Zendingen van California aan te Zuydzee, aan de Kuft van San Xaverio en de Eilanden los Dolores, gelegen in de acht-en-twintig Graden» en laatft by Vader Taraval opgenomen, tot aan de voorfz. Havens van San Diego, Monte-Rey, en andere uytgeftrekt wierden, alwaar de Zendelingen van California en Pimeria, aan de Rivieren Gila cn Colorado bereenigd zynde, hunnen Voortgang Zouden kunnen eindigen ? De onmeetbaare Afllanden dier beide Rivieren en de daaraan gelegene Provinciën, die door dezelve doordroomt worden, en wel voornamentlyk die der Geweften omftreeks Monte-Rey en Mendozino,vm de Hoofdftad Mexico, maken over Land den Toevoer van Kleeding, Gereedfchappen en andere Behoeftens voor de Zendelingen en Spanjaarden volftrekt onmogelyk. Het is derhalve noodzakelyk, eene Gemeenfchaphouding over Zee te openen, en ten dien einde naby alle de Havens langs de Kuft der Zuyd-Zee, en wel tuffchen de 30 en 40 Graden Breedte, als mede aan den Mond der Rivier Cofa fado, in den Golf van California op 33 Graden gelegen , verfcheidene bequaame Veilingen op te werpen. Zonder en buyten eene diergelyke Voorziening en Beveiliging der voorfz. Gemeenfchaphouding ter Zee, kunnen deze zo ver afgelegene Geweften op geenerhande wyze gehandhaaft worden; en nog Veel minder zal men eenige Spaanfe Volkplantingen , Steden , Dorpen en Pachthoeven kunnen aanleggen en doen beklyven. Maar wanneer men de  CALIFORNIA. 015 de Onderbrenging van California niet gelieft werkftellig te maken, hoe zal dan zodanig een Aanwas en Verbetering kunnen voltooit worden? Hoe zal men Havens ontdekken,en eenigen Toegang in den Golf van California, of aan de Ruftende ZuydZee vinden? En indien deze Toegangen alleenlyk aanjde Zyde van Pimeria en Sonora, na den weftelyken Oever der Colorado, ondernomen wierden, hoe zoude men alsdan in Staat kunnen zyn, zig geduurende eenigen aanmerkelyken Tyd te handhaven, dewyl het ganfche Schier-Eiland van California by Ongelovigen en wilde Indianen beflagen en bewoond is? Dus is California, ten opzigte van deszelfs Gelegenheid, altoos geweeft, en blyft alsnog, van de alleruyterfte Aangelegenheid voor de Behoudenis der Spaanfe Opperheerfchappy in America. Miffchien zal het aan zommigen eene ganfch onverfchillige Zaak fchynen te zyn, indien de Domeinen zyner Majefteit van Spanjen tot aan de Rivier Colorado en Cabo Mendozino uytgebreidt wierden, en veele zouden mogelyk de Redenen van het maken zodanig eener Verwinning, en derzelver Handhaving, voor buytenfpoorig houden : Doch ten opzigte van het eerfte dient, dat alhoewel het Bewerp tot alle groote Onderneeming fchielyk opgefteld is, deffelfs Uytvoering en Voltooijing echter eenen langen Tyd vereifcht. En wanneer eene Natie, zonder 't maken van een behoorlyk Beftek, zyn bedoeld Oogmerk zoekt te bereiken, zal zy zeer zelden de door den Tyd daaruyt te verwachtene Voordeden genieten. Ten tweeden, zo heeft de Ondervinding getoont, dat binnen het Beloop van honderd Jaaren de Domeinen van zyne Majefteit in Noord-America, en de Zendingen der Jefuiten, van de 20 tot aan de 35 Graden, of wel van Cinaloa tot aan de Rivieren O 4 Gila  tió De HISTORIE van Gila en Colorado, uytgebreid zyn. De Siërra, of het aan den anderen hangend Gebergte, van Papaja en Tarahumara, mitsgaders die van Nayaritb, zyn reeds onder Gehoorzaamheid gebragt: Ook zyn de oude Zendingen van de Par ral, Parras, Tepehuanes, Cinaloa, en meer andere, benevens eene Streek van 3ooaMylen in California, ten eenemaale verwonnen; zynde zulks alles gefchied zedert het midden der laatftvoorgaande Eeuw, en zelfs heeft het Gouvernement in ééne van alle deze Onderneemingen en Vervorderingen zeer weinige Onderfteuning toegebragt. Indien nu de Verwinning en Handhaving van California geweeft is,en tegenwoordig nog blyft,een wezendlyk Hoofdftuk voor de Vervorderingen Voortplanting van het Catholyk Geloof, en voor de Uytbreiding der Spaanfe Domeinen in de overige Provinciën van America; zo is dezelve ook niet minder voordeelig ten opzigte der Philippines, en derzelver Koophandel met Nieuw-Spanjen. Myns bedunkens is het ganfch niet noodig,zo veelerhande ftaatkundige Bewerpen te maken, om de Zeevaart en den Koophandel over en met de Zuyd-Zee te ftaaven, als zig zyneEminenrie, de Cardinaal Alberoni, verbeeldt heeft. Een enkeld Galjoen , jaarlyks eene Reis van de Manilla en Aquapulco uyt en terug doende, is daartoe genoegzaam in ftaat; want deze zo ryke, wei-bevolkte en welgelegene Eilanden kunnen niet gehandhaaft worden, wanneer die Koophandel zoude quynen; alhoewel zy van deszelfs Verbeetering en meerder Voordeel voor als nog zeer verwyderd zyn. Wy hebben gezien en aangemerkt, dat het voorfz. Schip volftrekt genoodzaakt zy, geduurende zyne Reis, ergens in eene Haven in te loopen,en dat zulks «ergens dan alleenelyk in California kan gefchieden; dat  CALIFORNIA. 117 dat by Gebrek van zodanig eene Haven eene Meenigte Spanjaarden door de Lengte van de Reis gecreveerd zyn, en zelfs ten tyde van eene diepe Ruft en algemeene Vrede; en eindelyk, dat het voorfz. Galjoen te meermaalen by den Vyand, die zig in California, binnen wiens Bereik en Gezigt het noodzakelyk moeft paffeeren, aangerand en genomen was. Indien dan de Philippines waardig zyn behouden en gehandhaaft te worden, hoe kan en mag men dan nog langer de Verwinning en Ternederzetting van en in California in Overweging neemen en bet willen ? Behalven deze Beweegredenen zyn nog meer andere van gelyke Klem, dewelke zo wel tot den Godsdienft als tot den Staat betrekking hebben. De Puffen of Mufcoviters, wier wydluftig Ryk aan de noordelyke Eindens xanA/iën paalt, en vervolgens niet ver van de Zuyd-Zee gelegen is, zyn niet alleen gebezigd met het befchaven der Inboorlingen van die Landen; maar rechten werkelyk Volkplantingen en Veilingen op, en hebben reeds verfcheidene Dokken en Magazynen in die Geweften; zy hebben hunne eigene Kuften naauwkeurig opgenomen; zy zyn tot aan de Eilanden van Japan gezeild; zy hebben de Zuyd-Zee overgekruyft, en in verfcheidene Geweften van Spaans-America Voet aan Land gezet. In 't Jaar 1741 deden de Ruffen eenen Tocht over Zee, en belandedenop deze Kuft ter Breedte van 55 Graden en 36 Minuten, niet verder dan 12 Graden van Cabo Blanco,het in 't uyterfte Noorden van California tot nogtoe bekende Geweft. Het is ook niet vermoedelyk, noch natuurlyk te denken, dat de Ruffen in hunne toekomende Tochten het zo laag als na Cabo Blanco, zullen toeleggen, zelfs wanneer geheel Caltfornia, tot aan Cabo San Lutas toe, by de Spanjaarden mogt worden verlaten. O 5 Wy  *i8 De HISTORIE vak Wy mogen op goede Gronden onderftellen, datzy, die heden de Kuften en het Land komen opneemen, morgen wel eenige Volkplantingen aldaar zullen zoeken op te rechten. De laatfte Spaanfe Bezetting op de noordelyke Kuften van America is die van Cabo San Lucas, aan den zuydelyken Uythoek van California , en tegen den Keerkring van Cancer. Maar op en langs den onmeetelyken Reeks der noordelyke Kuft ontmoet men geene enkelde Spaanfe Veiling. Hoe zal men nu de Ruffen kunnen beletten , aldaar eenige Ternederzetting op te rechten, ten zy wy hen van onze zyde daarin voorkomen? Zoude het wel betaamen, dat wy den Ruffen toeftonden , onze Gebuuren en Mededingers te mogen worden, en dat het Gevoelen der Griekfe Kerk in California zoude ftand grypen? De te meermaalen herhaalde Onderneemingen der Engelzen, om eenen Doortocht na de Zuyd-Zee, in 't Noorden van America en Hudfons-Baai, te vinden, zyn aan de ganfche Waereld bekend. De laatfte wierd in de Lente van 't Jaar 1753 gedaan. Indien zy te eenigerTyd daarin mogten flaagen,dan zouden de Engelzen ganfch gemakkelyk over en door hunne Wingeweften kunnen afkomen, en henzelve Meefters maken van de Provinciën Nieuw-Mexico,Moqui,te Rivieren Gila en Colorado, Pimeria, de Papagos, en de Apaches. De gemeene NiéuwsPapieren hebben ons verwittigt, dat byte Engelzen een Toeleg gemaakt was, om uyt de Oojl-Indiën na de Zuyd-Zee te ftevenen, en eenige Veilingen en Ternederzettingen op de Kuft van America, boven California na den Kant van Hudfons-Baai, aan te leggen; zynde dezelve Streeken en Geweften, dewelke de Ruffen reeds bezogt en opgenomen hebben. Wie maar eenigzins Kennis heeft van de tegenwoordige Gefteltenis de Engelze Natie, en ver-  CALIFORNIA 219 Vernomen heeft , met hoe grooten Ernft en Yver de voor- en vaftgeftelde Doortocht in het Noordweften by meenige vermaarde en uytftekende Perfoonen goedgekeurd, en als mogelyk gehouden is, die zal van zelve overtuygd zyn , dat hun Bellek geenzins in eene enkele Herfenfchim beftaat , en dat het ganfch geen Wonder zoude zyn, wanneer hetzelve te eenigerTyd mogt ondernomen en volvoert worden. Indien zulks eens quam te gebeuren, dan zoude ik vragen, wat voor eene Gedaante zullen onze Bezittingen verkrygen? Zoude de Nakoming en de goede Trouwe der voorheen opgerechte VerbindtenifTen eene genoegzaame Waarborg en Verzekering zyn? Is niet Jamaica, Georgia, Carolina, Virginien, Niewco-Tork, Penfylvanien, Newfoundland, en andere Provinciën dier Natie in America, door de Spanjaarden ontdekt? Hebben alle die Landen niet voor eenen langen Tyd aan onze Domeinen gehecht geweeft? En zyn zy tegenwoordig niet in de Handen der Engelzen ? Even eens, en met gelyk Gemak, kunnen zy zig ook op de noordelyke Kullen van California terneder zetten, ten zy wy hen in de Verwinnig van die Geweften voorkomen, en wel ten fpoedigften, zonder eenigen Tyd met langer Overleg te flyten.Ik neem derhalve de Vrypoftigheid van Verlof te verzoeken, om te mogen herhaalen, dat het Wingeweft der fchraale en arme Provincie van Calir. fornia altoos te vooren geweeft, en als nog tegenwoordig is en blyft, het aanmerkelykfte Voorwerp van Aangelegenheid, zo wel ten opzigte van den. Godsdienft, als van den Staat; en zelfs van meer Gewigt, dan dat van verfcheidene andere Landen in America, dewelke ryker en met meerder Voorfpoed gezegend zyn- Men dient zig wederom te binnen te brengen,hetreen wy reeds hiervooren ten opzigte der Gelegen& beid  aao De HISTORIE vam beid van California zdve,vznSonora,van Pimeria, en van andere daaraan paaiende Provinciën, als mede van het vafte Land van Nieuw-Spanjen, gezegt hebben. Alhetgeen nog verder aan myn Bewerp dezer Hiftorie ontbreekt, beftaat in een Byvoegzel van trouwe en geloofwaardige Gedenk - Schriften, zo oude als nieuwe, dewelke tot beide de Kuften van dit Schier-Eiland eenige Betrekking hebben, en ten dien opzichte wordt het eerfte Byvoegzel in dit vierde Deel overgelegt; behelzende eene beknopte Befchryving door Gomara; wyders worden nog medegedeelt de Tocht van den Capitein Sebaflian Vizcaino in het Jaar 1603; de laatfte Reis en Opneeming by Vader Fernando Confag, in en langs den Golf van California tot aan deszelfs uyterfte Einde, de Rivier Colorado, in 't Jaar 1746 gedaan; en Jaatftelyk eene korte Befchryving van den vermaarden Engelzen Reiziger ter Zee , Capitein Woods Rogers. Achter deze volgt nog een Bericht van CALIFORNIA, getrokken uyt het Verhaal der Reize van den Engelzen Commandeur en Schildknaap George Anfon, tegenwoordig tot Pair van Groot-Britannien verheven, waarin hy van den Koophandel der Philippines gewaagt, en van hetgeen hy onderftelt,dat tuffchen die Eilanden en California gedreven en gedaan wordt: Hierby hebben wy de Gelegenheid van verfcheidene nadeelige Misvattingen te verbéteren, en in 't Gemoed van den Lezer de allerheilzaamfte Gevoelens omtrent den Godsdienft en den Staat in te prenten, zonder het tydelyk Belang der Maatfchappy eenigzins gade te EER-  CALIFORNIA. EERSTE BYVOEGZEL. Eene beknopte Befchryving der buytenfte Kuft van CALIFORNIA, door Goraara. Om aan te toonen,hetgeen voor de Opneeming van Capitein Vizcaino, ten opzigte der buytenfte Kuft van California, als zeker bekend was, zal ik aan den Lezer mededeelen het kort en beknopt Verhaal van Francifco Lopes de Cromara, een naauwkeurig Schryver, en wiens Aardbefchryving door Antonio de Herrera hoofdzakelyk nagevolgd is; zynde een Man van groot Verftand en Oordeel; alleenlyk dient daarby aangemerkt te worden, dat de by hem zo genaamde Punta de Balenas de Uythoek van California, oïCabo de San Lucas zy; doch dat men toen ter tyd, zo wel in Boeken als in Kaarten, de gemelde Cabo met geenen anderen Naam dan met dien van Punta de Balenas beftempelt heeft. UYTTREKZEL van V XII.Hoofdftuk der GefcHiedeniffen in de Indiën, door Francifco Lopez de Gomara. De Afftand tuflchen de Baai van Mira Flo~ rez en Punta Balenas, over en voorby Puerto Efcondido, Beien, Puerto de Fuegos, de Babia de Canoas en het Parel-Eiland, beloopt ruym twee-honderd-en-twinrig Mylen. Punta de Balenas legt onder den Keerkring, en tachrig Mylen van Cabo Corientes, en tuflchen beide deze Kaapen loopt de Zee van Cortes heenen, die roodachtig van Kleur is, en na het Adriatife Meir, of den Gou vkViVtnetien gelykt. Van  De HISTORIE van Van Punta de Balenas tot de Bahia del Ahad telt men langs de Kuft honderd Mylen, en van de voorfz. Babta na Cabo del Enganno, gelegen op omtrent 30 Graden en 30 Minuten Noorder Breedte, nqg honderd daarenboven; doch by zommiee wordt deze Afftand veel grooter opgegeven S Van Cabo del Enganno tot Cabo de Cruz zyn omtrent vyfhg Mylen; van Cabo de Cruz tot Puerto deSardtnas, op zes-en-dertig Graden, omtrent een-honderd en tien. Langs deze Kuft lelZ An 7amal7aMi^ ^ * Van Puerto de Sardinas tot de Sierras Nevadasy ofhetSneeuw-Gebergte, telt men, lanesden Weg ^Puerto de Todos Santos, Cabo deGalera> CaboNevado en Babta de los Pinos, een-honderd^ en-vyftig Mylen. De Sierras Nevadas, of het Sneeuw-Gebenrte eggen m den veerrigften Graad, en is de aJlcrale-' legenfte en uyterfte Landftreek aan deze Zyde L in de Kaarten afgebakent wordt. Doch de Kuft ftrekt zig nog vyf-honderd-en-tien Mylen verder noordwaards na onze Zyde uyt, wanneer mcn in dat wydlufog Eiland zo wel Laborador als Groenland gekeft te fluyten. twee;-  TWEEDE BYVOEGZEL. Verhaal der Reize van den Capitein SebafHan Vizcaino in het Jaar 1602; waarin de Buyten- of Weft-Kuft van CALIFORNIA aan de Zuydzee is opgenomen. De drie Boekdeelen van de Monarchia India«^,gefchreven by den geleerden Vader Juan de Torquemada, uyt de Orde van St. Franciscus, zyn in 't Jaar 1615 in Seviliën gedrukt en uytgegeven, en in 't Jaar 1725 is van dezelve te Madrid een tweede Druk uytgekomen; en wy meenen te kunnen volftaan, wanneer wy den Lezer derwaards verwyzen, zonder ons tegenwoordig Werk door een breedvoerig Verhaal der Reize van den Capitein Vizcaino te doen uytdyen; doch de Exemplaaren van den eerilenDruk zyn zeer raar geworden,doordien derzelver grootfïe Gedeelte op Zee verongelukt is; en wanneer de vermaarde Voorftander der Geleerdheid Don Andreo Gonzales de Rarcia, 's Konings Geheime Raad en Commis ter Thefaurie, het voorfz. Werk wilde doen herdrukken, zo kon hy daarvan, na alle maar mogelyke Moeite en Navraaging , maar drie Exemplaren binnen Madrid uytvinden; zynde de Herdrukking volvoerd na hetgeen in de Keizerlyke Bibliotheek der Jefuiten voorhanden was, en door den edelmoedigen Vader Martin de Raxas ten dien einde medegedeelt wierd. Vermits nu zedert dien Tyd ook deze tweede Druk der Monarchia Indiana zeer fchaars geworden, en het Verhaal der Reize van den Capitein Vizcaino wezendlyk hoognodig is, om eennaauwkeurig Bericht van California te geven; en alhoewel CALIFORNIA. 223  *24 De HISTORIE van wel zommige Lezers daarin zullen zien voorkomen, hetgeen zy reeds in de Boeken van Vader Torquemada ontmoet hebben, zo heb ik echter goedgevonden aan het meerder Gedeelte myner Lezers, dewelke het voorfz. Werk niet bezitten, het Genoegen te geven van hen met eenUyctrekzel te geryven, om al hetgeen tot California eenige Betrekking heeft, alhier by den anderen te kunnen vinden; en wel voornamentlyk, om dat dit Werkje niet alleen ten behoeve myner Lezers in Europa, maar ook voor die in America, dewelke in deze zo ver ontlegene Zéen en Geweften, alwaar men zo gemakkelyk aan geene Boeken weet te komen, hunnen Koophandel dryven, met alle Vlyt en Naauwkeurigheid vervaardigd is. Ik was ten uyterften begeerig en verlangende, om het meergemelde Verhaal van den Capitein Vizcaino, en de Vertoogen van den Raad aan zyne Majefteit Philippus III., mitsgaders en wel voornamentlyk , de Teekeningen, Planten en Kaarten zyner Reize en Ontdekkingen uyt te vinden,, om dezelve gezamentlyk aan 't Gemeen mede te deelen. Dienvolgende wierd ook, op myn inftandig Verzoek,ter Secretary van den Raad der Indien wel daarna gezogt; doch ik heb myn Oogmerk daaromtrent, en om het Gemeen met die Stukken te dienen, onmogelyk kunnen bereiken. ÜYTTREKZEL uyt het vyfde Boek der Monarchia Indiana, gefchreven hy den Vader Juan de Torquemada. Onder de Regeering van Philippus III. en van Don Antonio de Mendoza , Onder-Koning van Nieuw-Spanjen, wanneer de Scheepvaart na de Eilanden van Luzon, by ons de Philippines genaamd,  CALIFORNIA. 225 naamd,aüereerft met eenige te La Natividad,eene in Nieuw-Spanjen aan de Zuyd-Zee gelegene Stad en Haven, gebouwde Schepen ondernomen en uytgevonden wierd, zo wierd by dezelve op de Terugreize, omtrent ter Breedte van twee-en-veertig Graden, een Uythoek ontdekt, en ter Ecre van den Onderkoning, die dezelve uytgezondcn had, met den Naam van Cabo Mendozino beftempelt; ook quam teffens te blyken, dat van dien Uythoek af tot aan La Natividad langs de Kuil: zeilende, de ganfche Streek uyt eene Terra Firma, of uyt een val! aan den anderen paaiend Land beftond. By derzelver Aankomlt in Nieuvo-Spanjen, wierd van die Ontdekking aan den Onderkoning kennis gegeven, die zeerbegeerig was, de ganfche Kuft, tot aan Cabo Mendozino toe, voor zyne Rekening en Koften, naauwkeuriglyk te doen onderzoeken. Doch de daartoe verkoorene Perfoon kon niet verder komen, dan tot aan de Haven, toen ter tyd San Jago, en nn La Magdalena genaamd, gelegen op de Breedte van vyf-en-twintig Graden, doordien hy door de geduurig aanhoudende Noordweft - Winden zynen Cours onmogelyk verder kon vervorderen. Zyne Majefteit insgelyks verwittigd zynde, dac andere Onderkoningen, op Bevel van deffelfs Vader, diergelyke Ontdekking wel ondernomen, doch daarin niet geflaagt hadden, gelyk wy in 't Vervolg zullen anhaalen , vond onder andere Papieren ook een Verhaal, by zommige Vreemdelingen aan wylen zynen Vader gedaan; behelzende een Bericht van verfcheidene zeer aanmerkelyke Byzonderheden, dewelke zy daaromftreeks gezien hadden, wanneer zy door quaad Weêr van de Kuft van Nezvfoundiand derwaards verflagen en afgedreven waren ; daarby voegende, dat zy, uyt de Noordzee door de Straat van Arian, gelegen ter zvde van Cabo Mendozino, P ia  sa6 De HISTORIE van in de Zuydzee gekomen zynde, aldaar eene ryke, wel bevolkte, en van Muuren en Veftingwerken wel voorziene Stad ontdekt, eri derzelver Inwoonders, onder eene geregelde Regeering levende, zeer vernuftig, menfchlievend en vriendelyk bevonden hadden; benevens nog meer andere Byzonderheden, dewelke een nader en naauwkeuriger Onderzoek verdienden. Wyders was zyne Majefteit ook onderrecht, dat de Schepen op hunne Terugreize van China na Nieuw-Spanjen in groot Gevaar waren , en dat zy geduurig omtrent Cabo Mendozino quaad Weêr ontmoeteden; dat het derhalve voor derzelver Veiligheid, ten hoogften nodig was, de Kuft van daar tot aan Aquapulco naauwkeurig te onderzoeken, om eene Plaats uyt te vinden, alwaar zy zouden kunnen inlopen,dewyl dezelve toch gewoonelyk aan zyne Majefteit toebehoorden. Om deze en andere Redenen wierd de Graaf van Monte-Rey, Onderkoning van Nieuw-Spanjen, gelaft, diergelyk een Onderzoek en naauwkeurige Opneeming, ten Koften van de Kroon, zo dra mogelyk, werkftellig te maken. Ingevolge van zodanig een ernftig Bevel des Konings , en om aan zyne Majefteit in alle deelen Ge-' noegen te geven, vervoegde zig de Graaf van Monte-Rey tot zodanige Perfoonen, door welker Kundig-' heid en Ondervinding hy dienaangaande de befte Onderrichting vertrouwde te zullen bekomen, om vervolgens daartoe de bequaamfte Schikkingen te beraamen. Na dat alles wel overlegd was, deed hy met alle Spoed en Zorgvuldigheid de noodige Behoeftens ten dien einde in gereedheid brengen, cn benoemde den Generaal Sebaflian Vizcaino tot Ópper-Bevelhebber dier Reize, gelyk hy te vooren in die Hoedanigheid in California reeds geweeft was. Tot Admiraal wierd benoemt de Capitein Toribio Qomez ds Corvan; beide zeer wel verdiende Man* nen,  CALIFORNIA. Hf nen, op dewelke men geruftelyk kon vertrouwen. Want de Generaal Sebaflian Vizcaino was toen ter tyd gebruykt in de Vredehandeling en Verwinning van California, en had boven alle andere Perfoonen in Nieuw-Spanjen de meefte en befte Kennis van de voorfz. Kuft,doordien hy wel naarftiglyk, gelyk wy reeds hiervooren verhaalt hebben, in het Jaar 1594 bezig geweeft was, aldaar zodanig eene Ontdekking te doen, en nu des te meer Belang daarin had,dewyl dezelve op ernftig Bevel, en ten kofte van den Koning, ftond hervat te worden. Om van den goeden Uytflag dier Onderneeming des te beter verzekerd te zyn, wierd de Poft van Admiraal aan den Capitein Coribio Gomez de Corvan opgedragen , zynde een volmaakt-ervaaren Zeeman, die 's Konings Dienft lange Jaaren op de Kruyffers had waargenomen, en tot Belooning zyner Getrouwigheid en Dapperheid tot Capitein van de Pataches verheven was, en het Bewind over verfcheidene Zaken van Aangelegenheid verkregen had,gelyk uyt de by hem aan den Onderkoning vertoonde Papieren en Getuygfchriften genoegzaam quam te blyken. Hy wierd dan ten fpoedigften na de Provinciën van Honduras en Guatimala gezonden, om twee Schepen op te zoeken, ten welken einde hem Sebaflian Melendez, cn Land-Officier, een Antonio lHorez, een kundig Stuurman en Loots, derwaards verzelden : Ook zond de Onderkoning den Vaandrig Juan de Azevedo Texeda na Aquapulco, om aldaar alles tot dc Reis in gereedheid te doen brengen, en een klein Fregat onder zyn Opzigt te laten bouwen. De Generaal was gelaft eene Lyft in te leveren van al hetgeen tot dien Tocht aan Provifien, Behoeftens, Matroozen en Soldaten vereifcht wierd, en de Onderkoning deed hem van alles volkomen voorzien, en gelaftede daarenboven nog drie onge- > P 2 fchoej*  228 De HISTORIE van fchoeide Carmeliten, namentlyk Vader Andrez de la Affumpcion, Vader Antonio de la Afcenfton, en Vader Thomas de Aquino,om hem ce verzeilen.En nademaal, volgens het zeggen van Cicero, geenerhande Zaken van groot Gewigt door Sterkte en Gaauwigheid alleen, maar wel door Beftiering der Wysheid en Voorzigtigheid van verftandige en kundige Raadslieden,kunnen volvoert worden,zo voegde de Onderkoning nog daarby den Capitein Alonfo Eftevan Peguero, die in de Nederlanden, en ook onder Magellan, gedient had ; den Capitein Gaspar de Alarcon,geboovtig uyt Bretagne,een Man van uytfteekende Dapperheid en Beleid; wyders voor de Zeezaken, verfcheidene kundige Stuur-en Bootslieden; als mede den Capitein Geronimo Martin,^ Aardbefchryver, om alle de ontdekte Landen af te fchetfen,tot Opheldering van de Berichten, dewelke aan zyne Majefteit wegens hunne Ontdekkingen en Verrichtingen dienden gezonden te worden. Wanneer nu alles in diervoege bezorgd en gereed was, zo wierd Don Francifco de Valverde, Commiffaris der Thefaurie te Mexico en van 's Konings Schepen ,door den Graaf van Monte-Rey gelaft, alle de Behoeftens en Contanten, dewelke hy onder zig had, na Aquapulco te zenden, en de Soldaten te betaalen, die alle in uytgelezene Manfchappen beftonden , en eene der aanzienelykfte Compagnien uytmaakten, dewelke ooit in Nieuiv-Spanjen aan-» geworven en opgerecht zyn. De Vaandrig van dezelve was Juan Francifco Suriano, en de Sergeant Miguel de Legar. Wanneer de bepaalde Tyd tot hun Vertrek genaderd was, deed de Onderkoning hen alle voor zig komen, en aanbeval hen ernftiglyk de Zaak te behertigen , om dewelke zy afgezonden wierden; onüer zig zelve ruftelyk en Vredelyk te leven i aan hunne  CALIFORNIA. 229 ne Officiers alle Gehoorzaamheid en Achting te bewyzen, en wel voornamentlyk aan de Geeftelyken, op dewelke hy hoofdzaakelyk zyne Hoop velhgde, dat zy eene behoudene cn voorfpoedige Reize zouden hebben. Den 7 Maart in 't Jaar 1601 vertrokken de Vaders en Capiteins van Mexico na Aquapulco , alwaar zy den 2often dierzelve Maand aan Boord zouden gaan. Alles tot de Reis in gereedheid zynde, zo wierd door den Generaal bevoolen, dat zig ieder op het hem toegewezene Schip had te vervoegen; en wanneer zulks fliptelyk volvoerd was, zo gingen de Capitana, de Almiranta en het Fregat, op Zondag den $Mey in 't Jaar 1601 ,'s namiddags ten 4 Uuren, van Aquapulco onder Zeil. Zy hadden nog by zig eene Bar co Longo, om de Baaijen en Kreeken op te neemen, en andere Dienften te doen , waartoe de zwaare Schepen onbequaam waren. Omtrent 2 Mylen in Zee gevorderd zynde, naamen zy hunnen Cours na 't Noordweften, werwaards de Weftkuft zig uytftrekt. Geduurende het ganfche Jaar heeft men langs deze Kuft- byna geene andere dan Noordwefte-Winden, waardoor de Vaart van Aquapulco af tot aan Cabo San Sebaflian toe, bezyden Cabo Mendozino, altoos belemmert en tegengehouden wordt,en men genoodzaakt is, negen Maanden achtereen op Zee te zwerven, en geduurende dien Tyd de allergrootfte Ongemakken te ondergaan. De Wind dus tegen zynde en hard waaijende, zo kon men onmogelyk voortfpoeden, dan alleen met Laveering, waardoor het Volk zeer vermoeit en afgemat wierd; en wanneer eene ftyve Koelte en de Stroom tegen vallen, dan moet het Schip, in plaats van te vervorderen, achteruyt dryven. Doch wanneer de Wind hunne Vervordering onmogelyk fcheen P 3 tc  23o De HISTORIE vak te zul'en maken, zo veranderde hy ganfch onverwacht tot hun Genoegen, waardoor zy op Zondag den 19 Mey, 'savonds ten 5 uuren, Puerto de la Nathidad bereikten. Zy waren genoodzaakt aldaar binnen te loopen, dewyl de Schepen, by gebrek van BalM, bezwaarlyk konden zeilen, en derzelver Lading ganfch niet evenredig was met derzelver Holte en Ruymte. Daarenboven had de Capitana eene meenigte Water ingekregen, en dus moeft derzelver Lek noodzaakelyk geflopt worden; zulks wierd echter met alle maar mogelyke Spoed gedaan , en de Schepen teffens van Hout, Water en genoegzaame Provifien voorzien , dewelke zy zonder eenige Zwaarigheid en Belemmering konden bekomen, alzo het Geweft onder Nieuw-Spatijen behoorde , en deffelfs Inwoonders Chriftenen waren. In deze Haven waren de Schepen gebouwd, met dewelke men de Philippines en Cabo Mendozino ontdekt had : Ook wierd dezelve , voor de Ontdekking van Aquapulco , door de Galjoenen van China gewoonelyk bezogt. De Haven is zeer goed en geryflyk ; men heeft daaromftreeks Overvloed van Hout; de nabuurige Landftreek is vermakelyk,en in allerhande Slach van Beeften en Leeftocht rykelyk gezegend. Zy vertoefden echter niet langer, danzy tot hunne Proviandeering nodig hadden , en ftaken den 22 dier Maand wederom in Zee; vervolgden de Reis, gelyk te vooren, onder veelerhande Zwaarigheden, tot dat zy den 26, op den eerften Pinxterdag, te Cabo Corientes aanquamen. Hier namen zy de Landftreek op; vervorderden hunnen Cours langs de Kuft heenen, en bereikten den 2 Juny, omtrent den Middag, de Eilanden van Mazathan, Dezelve zyn van eene middelmatige Grootte, en leggen zeer naby den anderen , zo dac tuffchen dezelve en het vafte Land eene  CALIFORNIA. 231 eene goede Reede gevonden wordt, waar in zig eene groote Rivier uyt Nieuw - Galicia ontlaft. Hier ter plaatfe heeft de vermaarde Engelze Zeevaarder, de Heer Thomas Cavendish, zyn Schip gekrengt, terwyl hy na de Terugkomfl: der Vlooten uyt China wachtede, om dezelve te plunderen. Beide de Capitana en Almiranta quamen op deze Reede ten Anker , om het Fregat, hetgeen kort na dezelver Vertrek van la Natividad van hen afgeraakt was , aldaar in te wachten; doch het was reeds te vooren in die Rivier aangekomen. De Generaal en Admiraal, de Religieufen en Capiteins, Hapten op een dier Eilanden uyt, en vonden aldaar een oneindig Getal Zeevogels , dewelve die Landftreek aanqueekt, en wier Jongen nog niet konden vliegen; beftaande hun Voedzel in Sprotjes , Sardynen en andere Visjes, die daaromftreeks in meenigte gevonden worden. Dit Gevogelte heeft byna de Grootte en Zwaarte van onze Ganzen; voorzien van eenen Snavel ter Lengte van byna eene halve Elle, en van zo lange Pooten als de Ojevaars; zynde hunne Bekken enPooten met die der Ganzen overeenkomende. Zy hebben wyders eenen grooten Krop, waarin zy de Viflen voor hunne Jongen bergen, en voor dezelve op den Grond uytwerpen. Men vindt hier insgelyks eene meenigte wilde Bokken en Geiten , benevens verfcheidene andere Dieren; als mede een Gewas, hetgeen men bevonden heeft zeer heilzaam voor de Zieken hy hunne Terugkomfl: te zyn, gelyk wy daarvan ter behoorlyke Plaats nader en breedvoeriger zullen gewaagen. De Inwoonders van het vafte Land alhier zyn Chriftenen , en gevolgelyk onze Vrienden; het Land zelve wordt de Provincie vmAcaponeta, oïChametha genaamt. Hier begint de Inham van' California, langs de Kuft van Nieuw-Spanjen heenen; en tusP 4 fchen  33a De HISTORIE van fchen de dertig en veertig Mylen van deze Eilanden, ra Cinaloa en Culiacan toe, ontlaft zig Rio Grande, nu de Toluca genaamd, in dc Zee, dewelke aldaar met den Naam van Riviera de Rarho beftempelt wordt. De Capitana en Almiranta, het Fregat aldaar gevonden hebbende, gingen denzelven Dag wederom onder zeil, om den Mond of Arm der Zee, tuflchen de vocrfz. Eilanden en Cabo San Lucas, zynde de uyterfte Hoek van California, over te ftevenen; de Afftand van de eene tot de andere Zyde bedraagt omtrent ZeftigMylen, en den 9 Juny, met het vallen van den Avond, wierd het vafte Land van California bereikt. Wanneer zy op de Hoogte van Cabo San Lucas gekomen waren, ontftond een zo zwaare Milt, dat zy elkander geduurende zes en dertig Uuren achtereen niet zien konden, en de Almiranta bevond zig, op vyftig Paften na, voor eene Reeks van Rotzen, voor dewelke zy bewaart wierd door eene fchielyke Optrekking van den Mift, denwelken ik enkel en alleenlyk aan Gods Voorzienigheid mag toefchryven, dewyl zy buyten die Opklaaring lang genoeg het haar nakend Gevaar voorüyt gezien zoude hebben. Dit gebeurde omtrent ten 7 Uuren in den Ochtendftond, en ten 9 Uuren was de Milt zodanig opgetrokken, dat de Zon eenigzins doorbrak , waardoor de Almiranta en de Capitana elkander konden zien; en zo dra zy zig konden beroepen en hooren, wierd Bevel gegeven, de naaft de voorfz. Cabo San Lucas gelegene Baai in te loopen, alwaar zy, tot wederzydze Blydfchap, het Fregat reeds vonden voor Anker leggen. Dewyl de Vloot die Baai op den Feeftdag van St. Barnabas aandeed, wierd dezelve met den Naam van dien Heilig beftempelt. Wanneer zy aaby het Strand ten Anker quamen, en de Zeilen in-  CALIFORNIA. 233 ingordeden, ontdekten zy langs de Kuft eene meenigte naakte Indianen met Boogen en Pylen, en zommige van hen met Spieflèn gewapend,dewelke, door hun Geroep en door het opwerpen van Zand in de Lucht, de Manfchap in de Schepen fcheenen aan Land te noodigen. Hierop beval de Generaal de Booten uyt te zetten, en zommige Soldaten mer hunne Wapenen na 't Strand te roeijen, om van de Indianen teverneemen, wat hun Geroep, en het werpen van Zand in de Lucht, wilde beduyden. Vervolgens flapten de Generaal, de Admiraal, de drie Geeftelyken , zommige Ofrkiers en twaalf Soldaten in de Booten, zynde de laatfte van hunne Musquetten en brandende Lonten voorzien. Zo dra de Booten aan den Oever quamen, en de Indianen een zo groot Getal van gewapend Volk zagen, vluchteden zy ganfch ontfteld na eene Hoogte toe, om zig voor de geduchte Aanranding dier Vreemdelingen te beveiligen. Zy flapten alle uyt de Booten aan Land; doch wanneer zy de Indianen begonnen te naderen weeken dezelve nog meer terug, tot dat Vader Antonio de la Af een/ion alleen na hun toeging, om de Indianen tot eene vriendelyke Onderhandeling over te haaien; hy verwon door allerhande Teekenen en Gebaardmakingen zo veel op hen, dat zy ftand hielden, en de Vader, dicht by hen gekomen zynde, omhelsde dezelve met de vriendelykfte Tederheid. Zy wierpen hunne Boogen,Pylen en Spieflèn op den Grond , en verzogten hem, door Tekenen en kenbaare Gebaarden, by hen te willen komen nederzitten,en de andere Manfchappen niet te laten naderen, zonder alvoorens hunne Wapenen afgelegt te hebben. Vader Antonio voldeed aan hunne Begeerte, en riep eenen Negro onder zyn Gevolg toe, eene Mande met Bifcuit aan te brengen, om onder de Indianen uytgedeelt te worden. Zy fcheenen op P 5 het  =34 De HISTORIE van het zien van dien Negro zeer verbJyd te zyn, en' gaven hen:, te kennen, dat zy met eene Natie van gelyke Couleur in goede Verftandhouding en Vriendfchap leefden, en dat niet ver van daar een geheel Dorp door dezelve bewoont wierd. Inmiddels leiden ook de Generaal en Admiraal hun Geweer af; naderden , met de andere beide Geeftelyken, Vader Antonio en de Indianen, die van hunne Zitplaats niet oprezen, en onder hen verfcheidene Kraaien en andere Snuyfteryen uytdeelden, die zy wel greetig, doch niet buyten Schroom voor eenigerhande quaden Toeleg, aannamen, en daarmede verheugd na hunne Rancherias keerden. Na dat de Indianen vertrokken waren , zo ging de Generaal, benevens de overige van 't Gezelfchap, eene Wandeling landwaards-in doen, alwaar zy, niet ver van de Reede, eene Vyver van helder en aangenaam Water vonden, en vermits de Avond viel, weeken zy na zommige Rotfen aan de Zyde der Zee. Hier zagen zy eene meenigte Sprot en Sardynen, die voor de grootere Viffchen vlugtende, door de Baaren op 't Strand geworpen waren. Hiervan bediende zig de ganfche Troup diezeive Nacht en den volgenden Dag, wanneer zy langs het Strand ganfche Hoopen van Paarel-Oe!ter-Schulpen vonden,zo glad en glinfterende, dat men by de Terugkaatiing der Zonneftraalen byna verblindt wierd, hetgeen aan den Oever eene luyfterryke Vertooning gaf, en waaruyt men het groot Voordeel der Parelviffchery eenigzins kon naleiden. Aan den Voet der voorfz. Rotfen deed de Generaal eene groote Tent opflaan, en daarin eenen Altaar oprechten, om geduurende zyn Verblyf den dagelykfen Dienft der Geeftelyken te kunnen doen houden en bywoonen. In deze Baai bleef de Vloot voor eenige Dagen leggen , om de Verandering der Maan af te wachten; de Sche-  CALIFORNIA. 235 Schepen te herftellen, en Hout en Water in te neemen, en vermits ieder Schip Netten medevoerde, zo gingen de Booten geduurig viflchen, dewyl de Baai van Tongen, allerhande Platviflchen , Kreeften en Paarel-Oefters krielde. De Bodem is aldaar zeer vruchtbaar, gezond en van eene goede Luchtftreek; wyders vlak en effen; bequaam tot Verbetering, en overvloedig voorzien van Hazen, Konynen, Harten, wilde Duyven , Quakkels en ander Gedierte , en zelfs van Leeuwen en Tygers. Aan Boomen ontmoet men onder anderen eene meenigte Vyge-,Maftik-, Pithahaja- en Pruyme-Boomen, welke laatfte in plaats van Hars of Gom een byzonder aangenaam Reukwerk uytleveren. Aangaande de Pruymen zelve, heb ik dezelve nergens anders dan klein en groen, en op verre na zo aangenaam niet van Smaak, als de onze, bevonden; alhoewel degeene, die in California geweeft zyn, dezelve ten hoogften aanpryzen. Doch het voordeeligfte van al beftaat daarin, dat men hier ter plaatfe Zoutketen zoude kunnen aanleggen; alzo door eenen zuydooftelyken Wind aldaar eene groote Plas van Zeewater gemaakt wordt, dewelke toen ter tyd uyt wit en helder Zout beftond. De Indianen quamen in de Tent, wanneer de Dienft verricht wierd, en bragten aan den Generaal en de Soldaaten eene meenigte Harte-, Leeuwen- en Tyger-Vellen, Cattoene Kappen en kleine fraai- gewerkte Netten. Deze Indianen waren moedernaakt, en hadden in hun Hair allerhande glinftcrende Snuyfteryen gevlogten; zommige onder hen waren roodhairig ; zy beftryken hunne Lichaamen met zwarte en witte Verwen, en zyn doorgaans vrolyke, leerzaame, beleefde en welgeaarte Schepzels. In deze Baai hebben de Engelzen, eenige Jaaren geleden , de St. Anna, van de Philippines terug-  *36 De HIST ORIE van rugkomende, opgebragt; het Volk aan Land gezet, alle de Goederen ontladen, en vervolgens tot aan het Water toe doen verbranden; doch wanneer het Wrak aan het Strand quam dry ven, begaven de Spanjaarden zig wederom daarop; wierpen deBallaft over Boord;rechteden Noodmaften op, en quamen met hetzelve behouden in de Haven van Aquapulco aan. Deze Spanjaarden, zo het fchynt, hebben een Indiaans Vrouwsperfoon geweldiger wyze ontvoert, waarover de Inboorlingen nog ten huydigen dage bedroefd zyn. En die Gebeurtenis was de waare Oorzaak, waarom zy niet zeer genegen fcheenen te zyn, met het Volk van de Vloot eene naauwe Vriendfchap aan te gaan; vreezende, dat daardoor wel een ander Ongeluk van diergelyke Slach mogt komen te gebeuren. Ik haal dit Geval aan, alleenlyk om te betoogen, dat men behoore Zorg te dragen, aan deze Natie geenerhande Beleediging te pleegen, dewyl daaruyt natuurlyk onder hen een Afkeer en Walging van alle Vredehandeling, mitsgaders eene groote Wantrouw omtrent de Spanjaarden, die het Evangelie verkondigen, verwekt wordt. Hier wierd daarentegen een goed Gedeelte van de, op 's Konings Kollen, ten behoeve der Soldaten medegebragte Goederen onder hen uytgedeelt, waardoor zy ten uyterllen geryfd en zeer wel voldaan en vergenoegd betoonden te zyn. Intuffchen was de Verandering der Maan voorby, en het Weêr fcheen gunfliger te worden; weshalve de Generaal beval,alles aan Boord te brengen, en dat de Vloot te middernacht de Baai zoude verlaten, en haare Reis vervorderen. Doch men had nog geene drie Mylen ver gezeik , wanneer de Wind uyt het Noordwellen zo hard begon te waaijen, dat het Fregat niet langer Zee kon houden, en genoodzaakt wierd na de Baai terug te keeren, werwaards de Ca-  CALIFORNIA. 237 Capitana en de Almiranta volgden, om hetzelve niec alleen te laten. De Vloot zeilde tot driemaal toe uyt de Baai, doch moeft telkens, door den geweldigen Storm gedwongen, en vermits de Ongeftuymigheid der Zee, derwaards terug keeren. Eindelyk wierd beilooten de Bar co longo, door dewelke de Capitana tot aan het Zoet-Water-Meir in de Baai geboegfeerd was, te laten uytligten, en aan de Capitana te hechten , om dezelve gemakkelyk te doen voortkomen. De Wind en de Zee vervolgens bedaard zynde, ging de Vloot den 5 July voor de vierdemaal onderzeil, en vervorderde eenigzins in haare Reis; doch het Fregat kon de twee Schepen niet byblyven, en was genoodzaakt onder de Wal te houden. Ondertuflchen Haken de Capitana en Almiranta zo diep in Zee, dat zy California uyt het Gezigt verlooren, om te bezoeken of zy eenigen Weg konden fpoeden, en dus bleef het Fregat achter, en de Manfchappen waren verblyd in de Baai terug te mogen keeren. De Capitana en Almiranta onderleiden, dat het Fregat zyne Reis langs de Kuft onder de Wal zoude vervorderen, en ftevenden geduurig voort; doch befloten eindelyk het Strand wederom te naderen, om te zien of zy het Fregat konden vinden. Zy kreegen hetzelve op den 8 dier Maand in't Gezigt; en onder eenige Hooglanden komende, wierden zy door eene Stilte zodanig bevangen , dat zy in eene geheele Week geene enkelde Myl terugleiden, om welke Redenen zy aan die Hooglanden den Naam van Siërra del Enfado, of het verdrietig Gebergte, gaven. Zulks wasechter niet geheelyk aan de Kalmte alleen, maar ook gedeeltelyk aan den fnel-fchietenden Stroom te wyten; en dus wierd hetgeen by het eerfte gewonnen was, by het ander wederom verlooren. Eene byzondere Om-  238 De HISTORIE van Omftandigheid wierd daarby aangemerkt; namentlyk, dat wanneer de Wind bedaarde ook teffens de Stroom ophield, en wanneer hy begon op te Reeken , het Gety zyne voorige Snelheid wederom hervattede. Eindelyk quam echter eene aangenaame en middelmatige Koelte op, waardoor de Schepen tot naby de Haven van Santa Magdalena, anders genaamd San Jago, gedreven wierden, alwaar een zo dikke Mift ontftond, dat de eene Man den anderen , ten afftand van 6 Paften, niet meer kon zien. De Capitana wendde landwaards, om die Haven aan te doen; denkende door de Almiranta gevolgt te worden, en liep dezelve den 20 dier Maand binnen. De Almiranta, geduurende dien Mift vreezende op eene Droogte te vervallen , of tegen de Rotfen te ftooten, hield van de Wal af, en had, na dat de Mift opgeklaard was, de Capitana uyt het Gezigt verlooren, ook kon zy daaromftreeks geene Haven aandoen; eindelyk, na dat dezelve vooruyt gezeild was, vervorderde zy insgelyks haaren Cours, en dus geraakten beide ten eenemaal van den anderen af, tot dat zy op het laatfte aan het Eiland van Cerros gelukkig by den anderen quamen. De Capitana was, gelyk wy reeds gemeldt hebben , de Haven van Santa Magaalena binnen gelopen ; onderftcllende door de Almiranta derwaards gevolgt te zullen worden, 's Daags daaraanvolgende deed de Generaal eenige Soldaten eenen hoogen Berg beklimmen, met laft, om van deffelfs Top over Zee na de Almiranta uyt te zien, en dezelve ontdekkende, daarvan door den Rook kennis te geven. De Rook wierd dien ganfehen Dag gemaakt, en het Schip was geduurende dien Tyd in 't Gezigt; doch hetzelve verbeeldede zig, dat de Rook by de Indianen tot een Sein gemaakt was, om hunne Nabuuren te verwittigen, dat 'er een Schip gezien wierd,  CALIFORNIA. 239 wierd, en zy zig na hec Strand hadden te vervoegen, gelyk zulks langs de Kult onder hen altoos gebruykelyk was. De Almiranta hield haren voorigen Cours, om de thans zo zeer verrachterde Capitana op te zoeken, en zag na dezelve om in alle de Baaijen, Eilanden, Havens en Kreeken. De Generaal deed nog verfcheidene andere Poogingen ,ora de Almiranta uyt te vinden; doch alle zyne Moeite was vergeeffch belteed. Vermits nu de Capitana op den Dag van Santa Magdalena zig alleen bevond, zo hielden de Vader Commiffaris en Vader Thomas de Mis aan 't Strand, en ter gelegenheid van dien Feeftdag wierd de Baai met den Naam dier Heilige beftempelt. De Baai is ruym en groot; van verfcheidene veilige Kreeken en Ankerplaatfen voorzien ; heeft twee Invaarten, en door dezelve loopt een Arm der Zee landwaards-in. Binnen de Baai vonden zy eene Kaar eene halve Myl in Lengte, en van groote Stukken Hout gemaakt, waarin de Indianen hunne Viffchen levendig hielden. Op her rondom de Baai gelegen Land zag men eene meenigte naakte Indianen, alle met Boogen en Pylen gewapend, wel-gemaakte en redelyk handelbaare Schepzels. By derzelver Nadering tot de Spanjaarden boden zy hen hunne Bogen en Pylen aan, tot een Teeken van Vrede; ook bragten zy hen Wierook, alzo hun Land hetzelve op eene Soort van Pruymboomen overvloedig uytleverde. Binnen deze Baai is nog eene kleindere, waarin eene Meenigte van uytftekende Moffelen gevonden worden. Doch daar was geen vers Water te ontdekken, behalven in de Holtens der Rotfen, en ook was hetzelve zeer flecht; eenige Tonnen wierden echter daarmede gevult, doch onder de uyterfte Bedroefdheid ten opzigte van de Almiranta en van het Fregat.  240 De HISTORIE van Wy hebben hiervooren reeds verhaak, dat het Fregat na de Baai van San Barnabas terug gekeerd was, zonder iets het minfte van de Capitanaen de Almiranta te weten. Wanneer echter de Wind ging leggen, zo liep hetzelve voor de tweedemaal uyt, om ze op te zoeken, en naby het Land gekomen, zag men eene wyde Baai, dewelke ingeloopen wierd, in Hoop van dezelve aldaar te zullen vinden. Deze was eene der Invaarten, van dewelke wy hierboven gewaagt hebben; zy ontmoeteden aldaar insgelyks eene meenigte Indianen, die zig ganfch beleefdelyk gedroegen, en aan zommige der aan Land geftapte Manfchappen hunne Boogen en Pylen aanbooden. Doch de. Schepen, die zy zogten, daar niet vindende, keerden zy terug langs dezelve Invaart, door dewelke zy gekomen waren, en noemden deBaai Eugannofa,dat is de bedriegelyke, om dat zy in hunne Verwachting te leur gelteld waren. Zy voert tegenwoordig den Naam van el Puerto del Marqués, of San Jago. Het Fregat voer langs de Kuft verder op, en het ander Gedeelte der Baai van Santa Magdaleua ontmoetende, wierd hetzelve ingelopen,en de Capitana daarbinnen gevonden. De Generaal nu het Fregat by hem hebbende, beval de Baai te verlaten, en de Almiranta op te zoeken, die hy nu zeker wift, dat haare Reis vervordert had. Vervolgens zeilden de Capitana en het Fregat, op Zondag morgen den a8 July, beide van daar; om nu by den anderen te blyven, beval de Generaal het Fregat met een Touw aan de Capitana vaft te maken, en hetzelve voort te fleepen. Omtrent vyf Mylen van de Baai Santa Magdaleua gevorderd zynde, quam eene ftyve Koelte uyt het Noordweften op, waardoor zy in groote Verlegenheid geraakten. Want wanneer zy eene Baai meen-  Dc HISTORIE van dcne maaien daartoe alle Kracht en Koften befteedt, welke hy maar kon byeen brengen. Door zyn Voorbeeld wierden verfcheidene byzondere Perfoonen aangemoedigt: Gouverneurs, Admiraals en Onderkoningen wierden bekoort hetzelve ten hunnen Larte en Gevaar te beproeven. Eindelyk namen de Koningen van Spanjen zelve de Volvoering dier Zaak over; doch het Uyteinde van alle deze engemcene Koften , krachtdadigfte Poogingen en onnoemelyke Moeite was alleenlyk , dat men de Verovering van California als eene onmogelyke Zaak moeft opgeven; en waarlyk het was aldus daarmede gelegen ten opzigte van alle de menfehelykc Middelen en Wegen, doch niet van degeene, welke by God daartoe verkooren wierden. Men bouwde flechts op het Vermogen en de Wapenen, om deze Onderneeming te doen gelukken; doch het behaagde den Almogenden God, dat een diergelyke Zegepraal aan de Zachtmoedigheid en Eerbiedigheid zyner Dienaaren , aan de Vernedering voor het Kruys, en aan de Kracht van zyn Heilig Woord, zoude moeten verfchuldigd blyven. God fcheen alleenlyk te wachten, tot dat het menfchelyk Vermogen zyne Zwakheid erkende , om de Sterkte zyner Almacht te doen zien, en de Waereldfe Grootsheid door de allerzwakfte Werktuygen befchaamd te maken: Miflchien was de vrymachtige Opperheer misnoegd over de eerfte Onderneeming op California, dewyl het voornaamfte Oogmerk dier Verwinning flechts in tydelyken Rykdom beftond, en de Godsdienft maar voor eene min-voornaame Bewegreden gehouden wierd. In tegendeel geliefde hy de Onderneeming te zegenen, wanneer zynKoningryk het eenigft Doelwit, en het Voordeel der Waereldfe Heerfchappy alleenlyk voor een waarfchynelyk Gevolg uyt het eerfte gehouden wSmfc ^2  CALIFORNIA. aoS Na dat de Onderhandeling te Mexico afgebroken, cn de Deur tot alle de verdere Onderneemingen op California, by Bevel van den Koning, toegeiloten was, zo wierden de Vaders, die den Admiraal Otondo verzelt hadden , onder andere Zendingen verdeelt. Zy bleeven echter volharden in de Bekommering en het Verlangen van eenen overvloedigen Oogft, dien zy in California gezien hadden, in zyne volle Rypheid door de Zeiffe van het Evangelie te mogen maaijen ; en wel byzonder ging die Verwinning den vroomen Vader Kino ter herte, wien de Volvoering op verre na zo moeijelyk niet dan den anderen toefcheen. Deze Vader, in gevolge van zyne Belofte , in eene doodelyke Ziekte aan den heiligen Franciscus Xaverius gedaan, had het Opperleeraars-Ampt in de Wiskunde op de hooge School van Ingolfiad, alwaar hy met de byzondere Gunft van het Doorluchtig Huys van Beyeren vereerd wierd, verlaten, en was na America overgegaan. En nademaal hy dien heiligen Gezant zig zelve tot eenen Voorganger en tot een Voorbeeld ftelde, zo volgde hy ook alle de Voetftappen van hem ten opzigte zyner Seraphife Hoedanigheden. Hy had moeds genoeg tot de allergrootlle Onderneemingen; zyn Yver was onvermoeibaar; de Vervordering van het heilig Geloof was zyn Hoofdwerk; zyne Bequaamheid wilt zig in alle Voorvallen te fchikken en te voegen; en om kort te gaan, hy wilt zig, buyten de Hulp enByftand van anderen, uyt alle Verlegenheid en Zwaarigheid te redden. Zyne volmaakte Kundigheid in nuttige Weetenfchappen, welke hem tot die Onderneeming aanmoedigde , quam hem byzonder wel te flaade in derzelver Volvoering. Zyne Gulhartigheid en heufche Manieren verwierven hem een volitrekt Vermogen op aller Herten; en zelfs de allerwildlte Volkeren gaven zonder de min-  *o4 De HISTORIE van minde Tegenltribbeüng aan zyne Overredingen gehoor , welke hy zo zagtmoedig en hertig wilt voor te dragen , dar hy daardoor hun goed Vertrouwen ten eenemaal verwierf. Hy was zodanig een Man, ■As tot de Verwinning van California vereifcht wierd. Alhoewel nu die Onderneeming op zyn aanraaden begonnen en by hem onderfteunt wierd , zo was hy echter nog de rechte Man niet, dien God daartoe had uytverkooren , maar een ander , die hem ten opzigte zyner fraaije Hoedanigheden zeer naby geleek, Vader Kino verzogt tot de Zendingen van Sonora befcheiden te worden, op hoop van in 't vervolg van tyd uyt die Provincie , palende aan California , en door derzelver Inham befpoelt wordende, eenen Ingang aldaar te volvoeren, en het Land wederom te bemagtigen. Met zodanig een Oogmerk verliet hy Mexico op den 20 Oclober 1686, en doortoog het ganfche Geweft, om de Gemoederen der Jezuitife Zendelingen met het vuurigfte Verlangen tot Onderfteuning eener zo roemryke Onderneeming te doen ontvlammen. Hy zelve had den Pater Generaal tot het doen dier Reize om Verlof verzogt, gelyk mede Vader Francifco Maria Piccolo en Vader Francifco Xaverio Saëta , die kort daarna het Geluk had van te Pimeria den Marteldood te ondergaan, daarom aangehouden hadden. Omtrent dezen tyd keerde Vader Juan Maria Salva-Terra, die reeds lange Jaaren als Zendeling in de Provincie van Tarrabumara uytgemunt had , als Vijitator der Zendelingen van Cinaloa en Sonora terug. In het laatftgemelde Gouvernement wierd hy by zyne Intrede in de Zendingen van Pimeria , paaiende aan de Heidenfe Apacbas, door Vader Kino ontmoet, die deze Zendingen door zynen uytftekenden en onvermoeijden Yver met goeden Voortgang uytbreidede. Daar  112 De HISTORIE van Siërra de Tarrabumara, en keerde zeer voldaan terufr, na dat hy de Gemeentens zyner meuwbeLeerdè Kinderen in goeden Wehïand ontmoet had, verneemende onderweg, dat de Indianen van Tarrabumara aan 't muyten geflagen waren. Hy wierd in zyn Gemoed bedroefd over het Gevaa, waarin de Zendelingen Nicolas de ^ado^Martinde V^ vavides, die toen ter tyd het Bewind » dat Geweft voerden en geene andere Befchermmg dan die hunner Nicuwbekeerden hadden, zig bevonden Hy waagde hen Byiïand te bieden , en ondergmg met hen duyzendcrhande Gevaaren m t midden de. Z eede Afvalligen , tot dat de gaarden ^ nabuurige Bezetting tot hunne Hulp quamen- Hy vertoefcfe hier tot half Augufli, en op re^zc vernam hv, dat het Gal oot reeds eemgen tyd in gereedheid lag. Hy haanede ag de, halve , quam te Hiaqui aan , en wierd door den CapiteinCjuM Antonio Romero delajierpe cndeirccht, dat hy in 't midden der Afwiffehngen van Gevaaren , -flecht Weer, Rotzen , en Schaarsheid van Leeftocht volle zeven Maanden had gezworven, en niet Sder met het misnoegde Scheepsvolk te (lellen gehad , wanneer het gewaar werd, dat de Tocht m California geenzins gefchiededc= om Paarlen te vifTchen, gelyk het zig verbeeldt had Hy vertoefde twee6 Maanden binnen de Haven, So wel om nieuwen Voorraad van Leeftocht op e loèn dewyl de in Nieim-Gallicien mgefcheepte bedorven en onbrnykbaar gorden was als ook eenige hem aangebodene Soldaten en VaderJfag om wien hy gezonden had, in te wachten. De Solom witu ay u, nnf>nnd der Tarrabumadaten wierden door den Opitand der ^ }?s in hunne Komft verhindert. Vader A»fl negat orltond op Reis, doch wierd tot zyn leedwezen d?or den Vader Horatio Police, den-Vifitator^en  CALIFORNIA. 235 en langs de Kuft den Weg neemende, ontdekten zy in 't verfchiet de Indianen , welke zig in twee Benden, namentlyk eene in het Bootje en de andere op den Oever, vertoonden. Van de laatfte quamen hen zommige te gemoet, om hen met Schermutzelingen op te houden , terwyl de eerften het Bootje op Strand trokken, hetzelve met groote Steenen aan Hukken floegen, en vervolgens in de BofTchen vlugreden. Wanneer onze Manfchappen daarby quamen , zagen zy , dat de Schade önherftelbaar was; en dewyl de Uytvoerders van dien Hoon niet gevonden wierden, befloten zy dezelve alle langs de Kuft te gaan opzoeken. Zy lchaarden en verdeelden zig m twee Hoopen, welke zig elkander op eenen Uythoek , die in Zee liep, wederom zouden ontmoeten. In deze Nafpeuring verviel Figueroa met drie Soldaten en eenen getrouwen Californiaan, welke zeker Pad infloegen , in eene Hinderlaag van over de 50 Indianen, die op ftaande Voet hunne Steenen en Pylen op hen deden afvliegen; ons Volk vuurde hevig daaronder, en herhaalden hunne Evolutien zo fterk , dat men hen niet kon inhemmen; de Californiaan haaftede zig na den Capitein toe, die door het Geraas der Zee en den van hem afwaaijenden Wind de Musquet-Schooten niet kon hooren. Onze vier brave Soldaten Honden inmiddels pal, zonder tegen eene zo groote vyandlyke Overmacht, welke nog geduurig aanwies , eenen duymbreed Terreyn te verliezen. De onverfchrokkene Figueroa was door eenen Steen aan zyne Lip, en een ander Soldaat door eenen Pyl gequetft. Door het Ontzag voor onze Vuur-Roers, en wel voornamentlyk door de Goedertierenheid Gods en Onzer Lieve Vrouwe van Loretto , de Befchermfler dier Zending, wierden de Indianen afgefchrikt van hen te dooden. De Munitie onzer Manfchap begon te ont»  né De HISTORIE van ontbreeken, wanneer ter rechter tyd de Capitein met vyf andere Soldaten aanquam, en het Getal der Indianen was reeds tot over de honderd Man aangegroeid, welke alle met de grootfte Verwoedheid voeten. Wanneer eindelyk ons Volk, na verfcheidene Aanvallen in het uyterfte Gevaar, en de Nacht op handen was , gaven de Indianen door het Sein van Fluyten hunnen Aftocht te kennen; achterlatende, gelyk zy in 't vervolg zelve bekenden, verfcheidene Dooden en nog meer Gequetften. Deze O verwinning, welke by allen aan de Befchermmgvan Onze Lieve Vrouw toegefchreven, en waarvoor eene plechtige Dankzegging bepaalt wierd , verootmoedigde de Muytelingen zodanig, dat zy auengskens wederom in ons Camp en onder de Indianen onze Vrienden verfcheenem De Capitem wdde zommige van hen voorbecldelyk itraffen, doch de Vader verbad het, en wanneer de Muytelingen hun Berouw betuygden,en toiBlyk hunner Vernedering en Onderwerping de Stukken en Brokken van de gedoopte Boot in het Camp bragten., wierd eene air gemeene Vergiffenis afgekondigc De ganfche goede Week wierd in eene diepe Ruft geviert, waarover de Indianen zo groote Vcr,baafthcid als Genoegen lieten blyken. Kort daarna wierd de lange Boot na Rio-Hiaqui. gezonden, om nieuwen Voorraad af te haaien, terwyl die van Kleedy, Huysraad en Leeftocht , waarom men na Mexico gefchreven had, aldaar in de Maand van Aprilss op den beftemden tyd, moeit aangekomen zyn. Na het Vertrek der lange Boot begaven, zig de \ aders met friffen Moed wederom tot de Onderrechtmg der Califomianen , en tot het leeren hunner Faal. Om zulks des te gevoegelyker te volvoeren, en ook om zk tegen de Wispelturigheid der Indianen des te meer te beveiligen , zo nam Vader Piccolo het ° On-  CALIFORNIA. 237 Onderwys der Knechtjes en Meisjes over hem , eri deed dezelve binnen de Verfchanfing komen, terwyl Vader Salva-Terra daarbuyten de Volwaflenen onderrechtede; door welk Middel en zachtzinnige Behandeling men hunne Zoonen voor zo veele Gyzelaars kon houden. Dus begon de Oogft van 'tEvangelie zyne Rypheid te bekomen ,\van welke de Kennis, Verduldigheid en Nyverheid^genoegzame Blyken gaven, cn wel voornamentlyk in het Oog viel en zig openbaarde, wanneer de Indianen in de Maand Jttny allengskehs achterbleven , dewyl de Inzameling der Pitabayas alsdan begint, en zy geduurehde dien Tyd zig het allermeeft verheugen. „ Wy Waren alle over dit achterblyven even zeer „ in onzen fchik (zegt Vader Salva-Terra/) terwyl „ ook onze Oogft begon te rypen , na dat wy over „ de zeven Maanden en langer ons Onderwys ver„ vordert hadden , hetgeen ons , wanneer wy hen „ zagen en hoorden , tot de volmaaktfte Blydfchap „ verftrekte. De Knechtjes en Meisjes, welke in „ de Onderwyzing gekomen , en in de Gebeden van „ \ heilig Kruys en andere Godsdienftplechtighëden „ genoegzaam onderrecht waren, konden my en „ anderen de Tranen over de Wangen doen biggc„ len ; en Wel voornamentlyk een Jongetje , ge„ naamd Juanico Cavalero, nog geene volle vier „ Jaaren oiid zynde ] die met een Schelpje op zyn „ Hoofd en met eène Rysje in de Hand de anderen „ ondervraagde; hy hield den kleinen Vinger aan „ den Mond, wanneer iemand pratede, niet toe„ hiyftcrde , of aan 't vechten met eenen anderen „ geraakte , waarover wy zeer verheugd en aange„ daan wierden. Zomwylen vattede hy de Roze„ kranfen en Reliquie-Kaften der Soldaten, viel ,, daarvoor op zyne Knien, kufte dezelve aandach•5 tiglvk,drukte ze aan zyne Oogjes, en bad alle de „ Span-  23§ De HISTORIE van „ Spanjaarden , hetzelve te willen doen ; waa„ neer iemand op hem geene gade floeg , of hem „ niet wilde involgen, dan was hy zo moeijelyk, „ dat hy niet tot bedaaren kon komen, dan ru dat „ hy, op zyne Knien gevallen, een Kruysje of Re„ liquie gekuft had , wanneer en middelerwyle alle „ de aanwezende genoodzaakt wierden de aandach„ tige Moeijelykheid van dat Kind te zegenen." God geliefde den Arbeid der Vaders te beloonen met het Genoegen van zommige Volwalfenen en Kinderen , in geval van Noodzakelykheid, te doopen, waarby, in fpyt der Woede van den boozen Geeft door toedoen der Toovenaars, verfcheidene zeer aanmerkelyke en zeldzame Voorbeelden van Gods Barmhertigheid quamen te gebeuren ; doch alle de Smeekingen van zommige Volwaffenen konden echter de Vaders niet overhaalen , om aan hen den H. Doop toe te dienen, terwyl zy beducht waren voor derzelver Wispelturigheid , en ook, dat zy van de Zending zouden afzien. Buyten andere Belangen geduurende de Afwezenheid der Indianen begon men in het Camp een van meerder Gewigt te gevoelen; namentlyk de Vrees van by gebrek van nodige Behoeftens te zullen vergaan. Het was nu reeds over de twee Maanden, dat de lange Boot vertrokken was, en men hield dezelve voor ten eenemaal verlooren; te meer, dewyl het Weêr in 't laatfte zeer onftuymig geweeft was. Men kon ook weinig ftaat maken op de van Hiaqui verzogte Onderftanden; het Gebrek nam zodanig toe , dat in 't midden van de Maand Juny de ganfche Voorraad van Leeftocht maar beftond in drie Zakken Meel, zeer flecht gemaalen , en noch drie andere met Mais, welke reeds van Wormen krielden, wanneer zy nog aan Boord van 't Schip waren. De Verflagenheid was zo algemeen en groot, dat Va,  CALIFORNIA. 239 Vader Salva-Terra zelve zyn Verhaal, hetgeen door dien voorfz. Brief begeleidt wierd, met de volgende Woorden begon : „ Ik fchryf dezen Brief „ en het daarby gevoegd Verhaal, doch in groote „ Onzekerheid, of ik wel zo lang zal leven, tot „ dat hy geëindigd zy; want bydit myn tegenwoor„ dig Schryven is ons Gebrek aan Leeftocht reeds „ algemeen, en dewyl hetzelve noch dagelyks zal „ toeneemen , en ik de oudde van Jaaren ben van „ alle, die zig in het Camp van Onze Lieve Vrouw „ van Loretto bevinden , zal ik natuurlyker wyze „ het eerde Lot moeten leggen, om de Schuld der „ Natuur te betaalen." Doch de allerwonderbaarde Omdandigheid was , dat de Vaders onder zo zwaaren Arbeid, en in het midden van zo veele Gevaaren nog in daat waren van het Volk in het Camp in goede Order te houden , alhoewel het uyt verfcheidene Natiën bedond , en de meeden van hetzelve te vooren een los en ongebonden Leven geleidt hadden. Alhoewel de Bezetting nu uyt tweeen-twintig Man bedond , zo wierd echter geenerhande Twid noch onbetamelyk Woord onder hen gehoord. Zy bleven daarentegen nooit in gebreke van de Godsdiendige Oeffeningen by te woonen, en vermaanden eikanderen blymocdiglyk alle die Zwaarigheden door te daan , of daarin hun Leven te eindigen. Zy verfcheenen in de negendaagfe Godsdiend- Oeffeningen , welke de Vaders tot Affmeeking der Hulp en Bydand van de Befchermder hunner Zending ingedelt hadden, met eene voorbeeldelyke Aandacht. Na het hooren eener Leerrede tegen het Vloeken en Zweeren, een algemeen Eeuvel onder de Soldaten en Matrozen, uyt welker Slach het Camp bedond, en verneemende, dat in zekere Stad in Duytsland by alle en een ieder, die aldaar vloeken en.zweeren, eene Boete betaald moed  a4o De HISTORIE van moefl worden, zo beflooten en Honden zy met een-, paarigheid van Stemmen toe , dat eene gelyke Straf onder hen daarop geftelt, en aan de Betaling hunner Soldyen gekort wierd, welke Boetgelden zy in byzondere Gelegenheden met den anderen zouden verteeren; Zommige der Soldaten waren met den Ontfang der Boetgelden belaft, en zo iemand zwoer of vloekte, wierd hy door de anderen als door eenen Byezwarm omcingelt, óm hem de Boete te doen betaalen. Hierdoor wierd al het zweeren eri vloeken uyt het Camp verbannen, en het was te wen fchen,dat diergelyk eene Praftyk alom,cn wel voornamentlyk in de Guarnifoenen, mogt ftand grypen. De negendaagfe Godsdienft-oeffenirig liep nü ten Einde , gelyk mede de Voorraad van hunnen Leeftocht; wanneer op den 21 Juny, zynde het Feeft van den heiligen Luis de Gonzaga , eene groote nieuwe Bark van Chacala , genaamd San Jofeph, onder het Bevel van eenen Inwoonder van Compoflella , en door wien Vader Ugarte alle mbgelyke Onderftandeh toezond , op de Recde quam verfchynen; daarby bevonden zig ook zeven Vrywilligers, welke als Soldaten iri 't Guarnifoen quamen dienen. Zy wierden met de uyterfte Blydfchap ontfangen , en men deed eene plechtige Dankzegging aan God , aan Onze Lieve Vrouw te Loretto, en aan derzelver beminden Zoon Sdn Luis de Gonzaga. Eh hademaal men onderftelde, dat de lange Boot verongelukt was, zo poogde Vader SalvaTerra met den Eigenaar over het afftaan zyner Boot te handelen. Deze toonde zig daartoe zeer gewillig en bereid , dewyl hy geduurehde zynen Tocht ondervonden had , dat dezelve ontrampeneerd en van weinigen Dienft was. Hy handelde dus op eene zeer bedriegelyke Wyze by derzelver Verkoop, die voor 12000 Daalders toegeflagen wierd, welke  ï42 De HISTORIE van eerwaarde Vader deed wel van tyd tot tyd zyne Bekentmakingen van het voorgenomen Bezoek aan de Indianen te doen, doch kon hunne Bevreeftheid over zyne Komft niet uyt den weg ruymen. Zo dra hy daar ter plaatfe verfcheen, liepen zy terftond al te zamen weg, en offchoon hy en zyne Oppaflers hen toeriepen , en twee dagen na hunne Terugkomft bleeven wachten , had hy echter het Verdriet van zonder hen te zien wederom te keeren. Wanneer zy in het Camp quamen, beklaagde hy zig over zodanig een Gedrag tegen hem ; deed hunne Vrees verminderen en allengskens verdwynen, en wanneer hy in het Voorjaar andermaal een Bezoek by hen afleide, onderrechtede hy dezelve in de Geheimenisfen en Verborgenheden van 't Geloof; fprak zeer lieftaalig tegen'hen, en befchonk ze met kleine Vereeringen; hy onderzogt de Deugdzaamheid van den Bodem, mitsgaders van het naby gelegene Water, om het Land te bezaaijen, en noemde de Plaats San Juan Baptifta. Onder anderen, die na het Camp quamen afzakken , bevonden zig ook zommige Indianen uyt de Streek , genaamd Vigge Viaundo , bezuyden Loretto achter zommige ruuwe Bergen gelegen, welke gezegt wierd zeer bequaam tot Wei- enBouw-Land te zyn. Deze Natie toonde zig ten uyterften vriendelyk en handelbaar , en liet byzonder haare groote Geneigtheid tot derzelver Bekeering blyken; en wel dermate, dat een Jongeling onder hen , welke zeer levendig van Geeft , fchrander en van zagtzinnigen Inborft was, tot den heiligen Doop toegelaten , en Francifco Xaverio genaamt wierd; doch aan de Volwaffenen wierd die Gunft en dat Voorrecht geweigert. Vader Piccolo begaf zig den loMey^ derwaards, en na dat hy veel Ongemak op de Reis,en ponder eenig Pad of Spoor te vinden, doorgedaan had,  CALIFORNIA. 243 had, en de Soldaten verder met hem vreesden voort re trekken , zo befloot hy zig alleen onder de voornoemde befchaafde Indianen te begeven: Wanneer hy de fteile Hoogtens te Voet overgeklautert was, vond by eene Opening, en daarachter eene Rancheria , by welker Bewoonders hy met de hertelykfle Liefdebetuygingen ontfangen wierd. Hy bleef vier Dagen onder hen vertoeven, en onderrechtede hen in de Gronden van den Godsdienft; verneemende met groot Vermaak, dat de nieuwe Chriften Francifco Xaverio , in navolging van den Heilig, zynen Naamgenoot, gelyke Daden verrigtede, weshalven hy ook de Rancheria met den Naam van San Francifco Xaverio beftempelde. Zommige Indianen uyt verfcheidene in dien Reeks van Bergen gelegene Rancherias quamen derwaards, gelyk ook andere uyt de WeftelykeGedeeltens,welke van de buytenfte of tegen over den Inham gelegene Kuft, die van de Zuydzee befpoelt wordt,Onderrechting gaven. De Vader nam de ganfche Vlakte naauwkeurig op , en bevond zommige Plaatfen bequaam tot Bouwland , werwaards men het Water kon henen leiden, den Bodem met Vruchtboomen beplanten , en boven dien tot goede Weide voor Bceftcn en Paerden kon gebruyken. Zy keerden vervolgens wederom na het Camp, doorkruyftende het Gebergte op de bezwaarlykfte en ongemakkelykfte Plaatfen, en aan den Voet komende , vonden zy hunne Paerden by de getrouwe Indianen in goeden Staat bewaard , waarop zy 's anderen daags langs eenen korteren Weg na Loretto reeden. Acht dagen later ging Vader Salva-Terra, op het Verzoek der Indianen , andermaal na San Juan de Londo op reis , dewyl hy onderrecht wierd , dat verfcheidene Rancberias van de Taal en Natie der Liyti en andere der Cocbimies aldaar zouden verfchynen, Q ï om  *44 De HISTORIE van om de Leer van het Evangelie te aanhooren. Vermits men gebrek aan Beeften had , om den nodigen Leeftocht te vervoeren , zo beyverden zig de Hoofden der Indianen om ftryd de Zakken te mogen dragen; niet zo zeer om in de Provifie eenig Aandeel te hebben , dan wel om zig door die Gelegenheid met de Cocbimies te verzoenen , die zeer over hen gebelgd waren wegens het dooden van eenen Jongeling , die Chriften geworden , ex\ Andreo genaamd was , en van welken de Vaders uytftekend veel gehouden hadden. Hy predikte aldaar voor hen allen, en na eene naauwe Vriendfchap met hen geflooten te hebben , trok hy na eene andere Rancheria drie Mylen verder, om eenen anderen getrouwen Indiaan , genaamd Nicolao , die toen ter tyd ziek lag , op te zoeken. Het meerder Gedeelte der Inwoonders dier Rancheria ging vluchten ; doch by de teruggeblevene wift de Vader zig zodanig te gedragen , "dat hy door zyne Heusheid derzelver Herten won. Doch by deze Terugkomft te Londo vond hy de Gemoederen der Indianen zeer veranderd en bedorven, zo wel ten opzigte zyner Prediking, als ook wegens de Herleving van den ouden Wrok tegen de Monquis geduurende zyne Afwezenheid. De Zaaken verwyderden eindelyk dermate, dat zy tot eenen openbaaren Vredebreuk uytfloegen, De Muyl van den Vader wierd, terwyl hy acht Kinderen van den heiligen Doop en Olie voorzag, door eenen Pyl gequetft, ook wierd een gedeelte zyner Bagage by de Monquis geftoolen. Ten laatften geraakten echter beide de Parryen ,door de nyvere Poogingen van dezen Vader wederom aan het bedaaren; zy keerden alle na Loretto, en waren zo blymoedig als gewillig in het opruymen en pletten van zommige Ruuwigheden en Ruygtens langs den Weg, welke anderzins door de Beeften niet  CALIFORNIA. 245 niet konden gepaflèert worden. De Landftreek van Vigge was voornamentlyk een Voorwerp der naauwkeurigfte Oplettendheid ; als zynde de allerbequaamfteterOprechting eener tweede Zending, en uyt dien hoofde zeer gewenfcht; beftaande de eenigfte Zwaarigheid flechts in de Ruuwigheid en Steilte van den Weg, die voor de Menfchen zeer moeijelyk, en voor de Beeften ten eenemaal onbruykbaar viel. De Soldaten , by Vader Piccolo aangemoedigd , en door de Indianen onderfteund , openden echter door onvermoeiden zwaaren Arbeid de nodige Baan van eene genoegzaame Wydte tuffchen de Steiltens van het Gebergte heenen, zo dat dezelve den 12 Juny kon bereiffc worden. Naby dien Weg lag een vry hooge Berg, welken de Capitein met twee Soldaten zogt te beklauteren , en van den Top de ganfche omleggende Streek op te neemen, hetgeen een zeer moeijelyk en gevaarlyk Werk fcheen te zyn , dewyl de Grond rotsachtig en tuffchen de Steiltens en Afhellingen met eene menigte BraambofTen bezet was; doch zo dra zy deffelfs Top bereikt hadden, verdroot hen de aangewende Moeite in het minfte niet; want zy ontdekten niet alleen aan wederzyden eene ruyme Landftreek , maar teffens ook den Inham van California en de Zuyd-Zee , waarover zy zig zodanig verheugden,dat zy terftond hunneBlydfchap wegens die Ontdekking door het loffchen van bun Geweer te kennen gaven ; hunne Medemakkers wierden daardoor zeer ontruft, en vreesden, dat zy in eenigerhande Hinderlaag vervallen waren , weshalve zy Zig derwaards fpoededen, om hen te ontzetten. Doch op eenigen Afïtand derwaards genaderd , en van de Redenen hunner gedaanc Schooten onderregt zynde, liepen zy met die blydc Boodfchap na Vader Piccolo terug, die, na zyne OnderrechtinQ 3 gen  S46 De HISTORIE van gen by de Indianen hernieuwt, en hen van zyne onwrikbaare Toegenegenheid en Liefde verzekert te hebben , met zyn ganfch Gezelfchap langs denzelven Weg wederom na Loretto keerde. Ter zeiver tyd leide Don Luis de Torfes Tortolero, Capitein van het Guarnifoen , die door de m het maken van dit Wingeweft geledene zwaare Vermoeijingen eene llerke Afzypeling aan zyne Oogen bekomen had, welke dagelyks verergerde, zyn Bewind neder , waarover de eerwaarde Vader juan Maria zeer verlegen was ; want zyne Dapperheid, voorzigtig Beleid en uytmuntende Godvruchtigheid hadden hem in het oprechten dier Zending grootelyks geholpen. De Vader benoemde tot zynen Opvolger in het Bewind Don Antonio Garcia de Men%za, een oud ervaaren Soldaat uyt Fuentaraha, en verleende aan Don Luis de Torres Tortolero, behalven de Getuygfchriften van deffelfs allerroemwaardigft Gedrag, Brieven van Recommendatie aan de Audiencia van Guadalaxara, ten einde het haar behagen mogt, dien zeer achtbaaren en welverdienden Man van eenig rekkelyk Gouvernement te voorzien; dit was eene pryslyke Gewoonte van opgemelden Vader in alle Voorvallen , wanneer zig iemand in zynen Dienft wel en behoorlyk gequeten haDe nog overige Tyd van den Zomer 1699 wierd, behalven eenige Tochten van minder Belang, met het verachten der Apoltolife Bezigheden by de Vaders doorgebragt; men ging eene nieuwe Capel in het Camp van Loretto ter eer van Onze Lieve Vrouw oprechten, en daarenboven omtrent honderd Schreden vandaar, op eene daartoe zeer bequaamePlaats, den Grond leggen tot het Gebouw eener Kerk, welke , offchoon in zig zelve aangemerkt, maar klein van Beftek, echter voor die Landftreek ruym en fraaj  CALIFORNIA. 247 fraai genoeg was ; ook wierd een Vertrek voor de Zendelingen daarby gevoegt. Deze en andere Gebouwen, die tot het Gemak van 't Guarnifoen aangelegt wierden, en in welke de Vaders, als Directeurs, Officiers en Werklieden,hunnen Arbeid befteededen, vervorderden zeer flaauwlyk , dewyl zig daaromtrent van tyd tot tyd verfcheidene Zwaarigheden en Hindernilfen opdeeden. De Capel binnen het Camp wierd in het daaraan volgende Jaar voltooit en ingewydt, en de Kerk daarbuyten vyf Jaaren laater, namentlyk in dat van 1705. De gezegende Maagd wierd dus door de Godsdienftigheid van haaren ootmoedigen Knecht Vader Salva-Terra ten hoogflen verheerlykt, en hy had eene gelyke heilige Eerbiedigheid tegen dezelve in de Herten van het ganfdie Guarnifoen ontftoken , welker Vlammen door de Godsdienft-Oeffeningen alle Saturdagen onderhouden wierden. Deze allergoedertierenfte Koningin geliefde haare byzondere Befcherming over deze haare kleine Kudde te openbaaren, gelyk zulks in de uyterfte Nood ten klaarften gebleeken was, wanneer zy dezelve op de Saturdagen uyt haare Droefheid en Verlegenheid geredt had, en die zy derhalven tot aart dachtige Pligtpleegingen ter haarer Eer toewydden. Op dienzelven Saturdag, wanneer men befloot eene Kerk en Capel te bouwen , en den Dienft van den Rozekrans, de Litanyen, de Sermoenen en de Voorbeelden bywoonde , riepen de Indianen zeer fchielyk en onverwacht Puha ! Puha! Puha ! hetgeen in hunne Taal een Schip of Vaartuyg beteekent, hetwelk men bevond een Galjoot van Don Pedro Gil y de la Sierpe te zyn , en waarby de door hem en den Préfident van Guadalaxara gezondene ruyme Menigte van Leeftocht ter gevoegelyke Tyd aangebragt wierd. Ook verwekte het een uytfteekend Q 4 groot  14g De HISTORIE van groot Genpegen , dat alle de door de Soldaten ge* trokkene Wiflelbrieven te Mexico voldaan waren, en dat Vader Ugarte alle de byzondere Behoeftens befchikt en overgemaakt had , gelyk zulks uyt eene by hem opgeftelde Rekening quam te blykcn. Na het ontfangen dezer nieuwe Verfterkingen oordeelde Vader Piccolo, de Ternederzetting eener nieuwe Zending te San Xaverio de Viaundo niet langer te moeten uyrftellen; hy liet vervolgens den Vader Salva-Terra te Loretto, en begaf zig zelve na het Gebergte van Vigge, om in deszelfs Midden onder de Indianen te verkeeren. Hy vertrok in \ begin van Oclober met eenige Soldaten derwaards, door welker Hulp, als mede door den Byftand zyner nieuwe Zoonen, de in het Gebergte woonende Indianen, zommige Huysjes of Hutten van Andoves, of ruuweTichgelfteenen,gebouwt wierden,om daarin benevens zyn Gezelfchap te kunnen woonen; ook wierd eene Capel uyt gelyke Bouwfloffen vervaardigt. Terwyl dezelve droogden , deed hy en Vader Mendoza, door eenige Soldaten verzeld, en «ommige Indianen tot Gidfen by zig hebbende, eenen Tocht, om de tegen over gelegene Kuft der Zuyd-Zee te bezigtigen en op te neemen , waarin de Admiraal Otondo, hoe zeer ook vermaard wegens zyne Verrichtingen ter Zee , nog nooit had kunnen flaagen. Zy quamen omtrent ten Zuydweften in eene ruyme Rancheria van handelbaare Indianen, die Vader Piccolo aan zyne Landgenoote Rofalia toewydde. Wyders volgden zy eenen kleinen Stroom, die hen na beneden tot aan de Zee bragt; hier zagen zy langs de Strand eene menigte lichtblaauwe Schelpen, van welke men zo veel Ophef maakt; doch vonden,na eenen langen Weg afgelegt te hebben , op de Kuft geene bequaame Plaats, alwaar pien eene Ternederzetting kon oprechten; ook geene  CALIFORNIA. 249 rie Baai, Kreek noch Haven , waarin de Galjoenen Van de Philippynfe Eilanden konden inloopen, hergeen by de Kooplieden en het Gouvernement zo zeer gewenfcht en gezogt wierd. By hunne Terugkeering vernieuwden zy de Vriendfchap met de Indianen van San Rofalia ; hen nodigende na San Xaverio, waarvandaan men aan Vader Salva-Terra had laten verzoeken derwaards af te willen komen, en op den Dag van Alle Heiligen de Capel aldaar in te wyen , wanneer het Gebrek der Plechtigheden en Luyfter door de Aandacht en Blydfchap zoude vervult worden. IV. HOOFDSTUK. De Zwaarigheden, welke zig in het Begin dezer tegenwoordige Eemv opdeden ; mitsgaders het rampfpoedig Bewind van Zaken by dc Zending van Mexico. In het midden dezer Mengeling en Omwenteling van Voor- en Tegenfpoed begon de tegenwoordige Eeuw van 1700 te verfchynen ; doch dezelve bragt zodanigen Stroom van Elenden mede over de Zending van California , die zig met goeden Voortgang van Aanwas vleide , dat dezelve ten eenemaal vernield en uytgeroeid zoude zyn, ten ware zyniet op de verhevene Bergen der heilige Maagd gegrondvelt, en onder derzelver byzondere Hoede en Befcherming gefteld geweelt was. Het Getal der Spanjaarden , Meftizos en Indianen uyt Nieuw Spanjen, welke zig in California ter neder gezet hadden , beftond in ruym zeshonderd Perfoonen. Doch ten opzigte van dien uytfteekenden Aanwas Q 5 ' 1*1  250 De HISTORIE van had men tot nog toe den nodigen Leeftocht en an~ dere Behoeftens uyt het Land zelve niet kunnen vinden , en derhalven met ruymen Voorraad van elders moeten onderfteunt worden. De Scheepvaart deiZending beftond te dezer Tyd in twee Vaartuygen, genaamd San Jofeph en San Fermino , en de lange Boot San Xaverio. De Spanjaarden hadden zig tot nog toe in hunne Onderdanigheid omtrent de Vaders zeer geruftelyk en naar genoegen gedragen , en men kon op de byzondere Gunft van het Gouvernement van Mexico, en de ruymc Onderstanden van vroome Chriftenen, met goeden Grond van Redenen vaften ftaat maken, om zodanig een Wingeweft, hetgeen men zo vuuriglyk gezogt, en met onuytfprekelyke Moeite en Kollen verkreegeh had, te kunnen onderhouden, handhaven en verwyderen. Maar de Alvermogende God geliefde deStandvaftigheid zyner getrouwe Dienaaren te toetfen , en gehengde, dat eene zwaare donkere Wolk over dc Zending quam verfchynen. De San Jofeph, gelyk wy hiervooren aangemerkt hebben , wierd voor dezelve eene onnutte en zwaare Laft; de Zending moeft onnoemelyke Koften doen voor de nuttelooze Herftellingen enCalefateringenvan het voorfz.Schip, tot dat het eindelyk ten eenemaal verongelukte. De San Fermino geraakte door de Onachtzaamheid der Lootfen by de Haven van Ahome op het Strand, en by Gebrek van behoorlyke Hulp, veroorzaakt door de Quaadaartigheid der Matroozen en Officiers, welke zig meerder Voordeel uyt het bouwen van eenen Nieuwnagel beloofden , dan een oud Schip te redden , floegen de Baaren hetzelve in 't begin van 't Jaar ten eenemaal aan Hukken. Dus bleef de lange Boot van San Xaverio alleenlyk over, die mede door het quaad Weer zo zwak en ontrampeneerd was, dat Vader Salva-Terra, na het Bellier van het  CALIFORNIA. 35Ï het Guarnifoen in handen van Vader Piccolo gelaten te hebben, groot gevaar liep van daarmede Cinaloa te bereiken, alwaar hy vernam, dat de San Fermino vergaan was. Te Cinaloa ftelde hy alles in 't werk, om fpoedige Voorziening in die Verlegenheid te erlangen , doch daaromtrent veelerhande Zwaarigheden ontmoetende, befloot hy het uyterfte te wagen , en zig ten dien einde by den Onderkoning te vervoegen. Vader Juan Maria had reeds in 't begin een Verhaal van Verrichtingen aan zyne Excellentie gezonden. Ook had hy in de beide eerfte Jaaren verfcheidene andere Brieven gefchreven, waarby hy te meermaalen om deffelfs Byftand en Befcherming gefmeekt had. Den eerften Maart van dat Jaar ftelde hy een wydloopig Gedenkfchrift op, hetgeen by de Vaders en vyf-en-dertig andere geteekent en aan den Raad des Konings gezonden wierd : Hy gaf daarin een breedvoerig Verflag van al hetgeen in het conquefteeren van California gebeurd, en hoe het tegenwoordig in dat Geweft gefteld was ; met welke Gebreken hetzelve te worftelen had; hoe groote Koften men in die Onderneeming had moeten ondergaan , en vertoonde de Onmogelykheid, dat het Guarnifoen door toevallige vrywillige Giften konde beftaan en onderhouden worden , en wel voornamentlyk , wanneer men als nu deffelfs cnvermydclyken Ondergang en totaal Verval begon te voelen; verzoekende zeer inftantelyk om dc Koninglyke Befcherming, ten einde de zo menigvuldige Moeite en Arbeid niet te vergeeffch mogten hefteed zyn; dat het Guarnifoen ten kofte van den Koning, gelyk alle de andere op de Frontieren, mogt betaalt worden; verklaarende wyders, aan de Opgeving en Verlating dier Zending, daaruyt onvermydelyk voortfpruytende, ten eenemaal onfchuldig te zyn, en  252 De HISTORIE van en eindelyk, dat hy en zyn Mededander Vader Pic* colo befloten hadden in het begonnen goed Werk te volharden, offchoon zy alleen mogten achterblyven, en den gewiffèn Dood door Handen van de Wilden hebben te verwachten. Te Cinaloa vervaardigde hy een tweede Gedenklchrift aan den Onderkoning , waarin hy aandrong op de Vergoeding der geleedene Schade, die door het herdellen van de San 'Jofeph, door het Verlies van de *an Fermino, en door den Hechten Staat der lange Boot, thans het eenigde Vaartuyg voor het Guarnifoen , veroorzaakt was ; hy betoogde het ophanden zynde Gevaar, dat de Coloniften inmiddels door Gebrek elendig zouden vergaan , en wel ter tyd, wanneer zy zig met de Hoop vleiden , dit zo wydluftig uytgeftrekt Geweft ten eenemaal onder het heilzaam Juk van 't zaligmakend Geloof en van de Heerfchappy zyner Catholyke Majefteit te zullen brengen. Hy verzogt derhalve , dat de Onderkoning aan California een Schip geliefde te geven, hetgeen kort te vooren by Volmagt bepaald was, om aan zommigp Handelaars na Peru, in de Haven van Aquapulco woonende, overgelaten te worden. De Onderkoning nam echter de moeite niet van des Vaders eerfte Brieven te beantwoorden; en alhoewel Vader Ugarte onophoudelyk aanhield, dat de voorfz. Brieven in de algemeene Vergadering gelezen mogten worden, zo kon hy echter niets meer verwerven, dan dat daarvan een enkel Verflag by monde gedaan wierd, hetgeen de Uytwerking had, dat flechts één duyzend Kroonen tot het goedmaken der Onkoden van de Zending toegedaan wierden; doch Vader Ugarte weigerde dezelve te ontfangen, om dat daardoor ganfch geen Herftel van Zaken kon bewerkt,en teffens alle de Liefdegiften hunner Weldoenders eensklaps zouden geduyt worden en komen  CALIFORNIA. 253 men op te houden. Hy betoogde verder, dat weinige Jaaren bevooren 30000 Daalders Jaarlyks aan de Maatfchappy beloofd waren, om die Onderneeming op haar zelve te laten aankomen, en dat, dewyl aan het meerder gedeelte dier Aanneeming reeds voldaan was, het Gouvernement geerzins van die Grondflagen behoorde af te zien * waarop zy toen ter tyd hunne Befluyten geveftigt hadden. Doch deze en meer andere ernihge Vertoogen wierden met zo groote Koelheid en Onverfchilligheid ontfangen , dat in de eerfte twee volgende Jaaren geene de minfte Voorziening gedaan wierd, om de Zending behoorlyk te onderileunen. De latere Gedenk- en Verzoek-Schriften wegens het voorfz. Schip en het Guarnifoen hadden ganfch geene bétere Uytwerking, maar wierden daarentegen met dewreedfte Lalteringen beantwoordt; dat namentlyk het Verlies van de San Fermino flechts een looze Trek der JeJ'uiten was , om met 's Konings Geld naar believen te kunnen fpeelen. Hier wierd waarlyk een Hert vereifcht, hetgeen met het ondoordringelyk Schild des Geloofs gewapend, en door den Yver van deffelfs Voortplanting ontftoken, zig tegen zulk eene Zamenfchakeling vanZwaarigheden kon verzetten. Doch het zoude Gods Zaake niet geweeft zyn, indien men dezelve niet zo wel onder Kleinmoedigmaking en Schaamte, dan onder Voorfpoed en Achtbaarheid gehandhaaft en vervordert had. Vader Salva-Terra leide derhalve toe, zonder op zyn eigen Belang te zien, om die finaadelyke Tegenwerping te wederleggen , en zond vyf Brieven aan den Thefaurier en andere Perfoonen van Rang en Achting over, waarby het Verlies van het meergemelde Schip bekrachtigt wierd. Door deze Brieven wierd deLaftering wel geheven, doch daardoor geene de minfte Begeerte verwekt, om tegen het betoog-  254 De HISTORIE van toogde Gebrek eenige Voorziening te doen. • Alle de Papieren wierden in handen van den Solliciteur o-eftelt, die na eene lange Opfchorting en Vertraa^ing eene Overziening van de Vrybrieven verzogt, uyt Kracht van dewelke de Vaders het eerftemaal na California overgegaan waren; en in zyn daarop gegeven Bericht poogde hy te bewyzen , dat de Vaders op de Inkomften geenerhande Aanfpraak konden maken. Deze Zwaarigheid was opgekomen door de Betooging der Verandering van Omftandighedcn , en van het Onderfcheid tuflchen de Onderneeming van een Land te verwinnen, en tuffchen de Handhaving en Behoudenis van hetgeen men reeds verwonnen had ; en na lang daarover geredeneerr. engetwid te hebben, wierd befloten, de Zaak en het Geval aan den Onderkoning te verwyzen, dewyl derzelver Uytfpraak en Befliffmg van hem alleenlyk afhing. De Drang van het Gebrek vereifchte alle Spoedmaking ; doch al hetgeen te verkrygen was, beftond in eene Aanbieding van een omltandig Verhaal van het Gebeurde na het Hof over te zenden en daarop het Befluyt van zyne Majefteit m te wachten ; en aangaande het Schip van Peru wierd celaft dat indien Vader Ugarte by Verdrag wilde aanneemen, de Waarde van hetzelve, by Intrekking der Vrybrieven, te'betaalen, men het Schip ten dienfte en tot gebruyk van California zoude oplecveren % en anders niet. Doch de Vader kon aan dien Eifch niet voldoen, en dus wierd het Schip noch de Boot toegeftaan ; ook was het niet geoorloofd het Galjoot van Don Pedro Gil de la Sierpe, nu overleden, tot het overvoeren van het gereed zynde Secours, by Leening te gebruyken. Men verzogt om Getuygfchriften hunner Dienden, om bv het Hof Vergoeding te bekomen, doch zy wier dengeweigert, en dus hielden deze menfehhevende  CALIFORNIA. 255 Vaders geenerhande Toevlugc over, dan tot de Geduld en eene Chriftelyke Standvaftigheid. De Onderkoning had in Mey 1698, en Oclober 1697, in den Raad der Indien een Verhaal der Onderneeming op California voor den Koning opengelegt. Dat Bericht was zeer aanneemelyk,en men beloofde tot derzelver Vervordering ruyme Onderflanden; voornamentlyk op het fterk aandringen van haare Excellentie Mevrouw de Gravin van Galves, Donna Alvira de Toledo, die Onder-Koningin van Mexico geweeft was, en die haar zelve in den goeden Uytflag dier Onderneeming grootelyks verheugde. Na het overlyden dier Dame, en onder de Opfchudding en Verlegenheid, waarin het Hof door de Ziekte van Koning Carel II., met wien men vreesde, dat de Monarchy zelve zoude ten Grave daalen, en nog meer door Deffelfs daarop volgenden Dood, die den eerften November 1700 voorviel , gedompeld lag , wierd echter geenerhande Toeftel gemaakt, om de Zaak van California te vervorderen. De Komft van Philip V. tot de Kroon deed den Geeft en de Kracht in het quynend Lichaam, van den Staat op nieuws herleven; en alhoewel het derde Bericht, hetgeen de Onderkoning belooft had te zenden, te Madrid nog niet ingekomen, en echter by Brieven van byzondere Perfoonen de wanhoopige Gefteldheid van datWingeweft aan het Hof bekend gemaakt was, zo wierden maar de beide eerfte Berichten in den Raad gelezen, en door deszelfs Goedvinden de jonge Monarch den 17 jfuly, zynde flechts de achtlte Maand zyner Regeering, bewogen tot het verleenen en afzenden van drie zeer gunftige en voordeelige Volmachten voor California, welke niet minder tot Roem en Luyfter der eerwaarde Maatfchappy verftrekten. Dezelve wa-  256 De HISTORIE van waren gericht aan Don Juan deOrtegaMontanes, Aarts-Biflchop van Mexico, kort te vooren tot Onderkoning verkooren; aan den Biflchop van Guadalaxara, en aan de Audiencia der laatftgenoemde Stad. . By de eerfte Volmacht, welke op beide de eerfte Berichten geveftigd was , wierd gelaft , diergelyk een goed Beginzel van zo groote Aangelegenheid geenzins te verwaarloozen, maar met alle mogelyke Krachten te onderfteunen, en dc Zendelingen van zyner Majefteits Toegenegenheid en Dankerkentenis te verzekeren. Nog wierd daarby bevoolen, Jaarlyks uyt de Koninglyke Thefaurie 6000 Daalders ten behoeve dier Zending te betaalen, en wel zonder eenigen Uytftel en Nalatigheid, om wat Voorwendzei het ook zoude mogen zyn; als mede, dat men een naauwkeurig Verhaal zoude opftellen van den Toeftand dier Landftreek; van het Guarnifoen; van de Middelen ter Vervordering van het Wingeweft; van deflèlfs Gemeenfchaphouding met Nieuw-Spanjen ■ van de byzondere Gefteldheid der Zendingen van'Cinaloa, Sonora en Nueva Biscaja, en van de Onderftanden, welke dezelve aan de nieuwe Zending zouden kunnen opleveren; laatftelyk, dat de Aarts-Biflchop en Onderkoning door zyn Gezag het daarheenen zoude zoeken te brengen, dat de beide voorCinaloa en Sonora, by Alonzo Femando de la Torre , Inwoonder van Compojlella , onlangs gedichte Zendingen ten behoeve van California bekeert, en derwaards verplaatft mogten worden. By de twee andere wierd de Biffchop en de Audiencia van Guadalaxara gelaft, die Onderneeming aan te moedigen en te bevorderen; een bericht van haare Verrichtingen dienaangaande in te zenden, en bequame Middelen tot de Verwiflelmg der Zendingen aan te wenden. Nog eene andere  CALIFORNIA. 25? Volmacht, by haare Majedeit Maria van Savojen geteekend, wierd 'sjaars daaraanvolgende aan den Hertog van Albuquerque, te dier tyd Onderkoning gezonden dewelke ik alhier zal inlaffchen, zo we om derzelver Inhoud, als om by wyze van een aangenaam Gedenkschrift de Volmaaktheden dier minjelykè Vrouwe, die by de ganfche Natie wegens haare uytftekende Hoedanigheden en Deugden als eene Godes vereert wierd, by de Nakomelingfchap te vereeuwigen; luydende woordelyk aldus: „ De regeerende Koning en Koningin aan den „ nertog van Albuquerque, mynen Neef, my„ tien, Kamerheer, mynen O nder koning,Gou„ vemeuren Capiteïn-Generaal der Provin„ eten ^«Nieuw-Spanjen, en Préfident der „ Koninglyke Audiencia van Mexico, Salut! " TKTrï111331 d° Pater-Provinciaal van de Maat" ,lchaPPy fcrjezuitenm de Provincie van „ loledo aan my vertoont heeft, dat het reeds over " f ^J^en geleden was, wanneer zommige " f?"gingen zyner Orde de geeftelyke en tyde„ Jykc Lonquefteering der Califomianen allereerfr " °nde™™n en dat zy, in de Maand Augufius » ^» ^t voorleden Jaar , 7o i, de Indianen in den „ Omtrek van 50 Mylen onder hunne bepaalde Ge„ hoorzaarnheid gebragt, vier Steden aangelegt, ruym „ 600 Perfoonen, voor het meerder gedeelte nog „ jong, aoor den heiligen Doop in den Schoot der „ algemeene Chriftelyke Kerk ingelvft, en meer „ dan 2000 Volwaflenen in de Gronden van hetGe„ loof onderwezen hadden en nog onderwezen: „ dat zy in het midden dier gelukkige Omftandig„ heden welke buyten eenige Koften der Konin|M lyke Inkomften, alleenlyk door den onvermoeï1 Deel' R „ den  s58 De HISTORIE van den Yver dier Geeftelyken en de Liefdegiften " van/odv nchnge Lieden, tot dat in 't voorleden " kar daa oe 600 Daalders voor ieder van hen,uyt " aT-Surie van Mexico aan- en toegewezen " wieden ot z0 verre vervorderd zyn, alsnuvoor " Ten On mft ng van de zyde der Wilden groote" Vks beducht mren,en dat de Voorteekenen daa " van daSvks aangroeiden ; dat men alle moge" X en hoogftnodige Voorzieningen behoorde te " doen om het dreigend Gevaar in eene zo gewig" % Zalte keeren en voor te komen en dat hy l grhat van my verzogt, ten dien «n& ^mge Middelen te willen hemmen , als ik zoude " oordeelen en goedvinden te behooren: " 7o is 't dat ik, niet tegenftaande het Gou„ dement by myne den ?7 M^,^ Taan 700 gegevene en overgezondene Volmacht, " Jan mynen§ byzonderen Laft en Onderrechtmg " SdsTvoom» geworden, ™Z™^™ " re doenftond, om in het Conqueft vanCalifor" te beter te flagen, en de Ternederzettin- " ^SaTrS^^en echter als nu by myne " loniSe Beveelen van den u deezer befloten " heb Senmaals gemaakte Schikkingen wederom " m vern euwen , en teffens aan u bekend te ma" ken hoe^eer'aangenaam my die Berichten, ge" weeft zyn ten opzigte van de groote Voordeden, " welke van den brandenden Yver der Zendelingen " Te e™rde Maatfchappy verwacht wierden. " Gy wordt derhalve by deze gelaft dereWc e " onderfteunen , en in alle Gelegenheid aan te " moedtan , t n einde zy met Verligting en Gel noegen^het'heilig Oogmak.^gg^ moeiden Arbeid toeleggen, mogen bereiken je lyk ik zulks van uwe Verphgtmg aan God e\my ne Kroon zal verwachten. Gy zult msgelyks heb  CALIFORNIA. &S9 „ ben Zorg te dragen, dat zy, des noods, byalle in „ eenigerhande Bediening zynde en andere p«" „ ioonen onderfteunt worden, en my van alle uwe Z toeEn860 m dCZen lW Wede™a™ l««t „ Gegeven te Madrid, ii December „ 1702. (ge teekend) „ IK de KONINGIN. (en Zager) •n " 2P Bevel van haare Majefteit, * U0N Manuel de Apperregui. Terwyl men met het vervaardigen van dien Laft te Madrid bezig was, wierd tefc^voor rdfe «mg van haare Majefteit niets het allerminfte ten behoeve ^n de Zending gedaan. Het is de Wa rheid mlf °°SdC7 Wee by hec Gouvernement v „ Mexico met afte Kracht ondernomene Conqneften beiet wierd. Het eerfte beftond in het GuaTnS van Panzaco a aan de Golf van Mexico in de Pro vmcie van Florida , alwaar zy, volgens dZ Ver ™3awnamdbfChry^ vS ÏÊ^t^^l »Ö van t Liland Ferro , of in den aojften Graad der cl%e L7f f * .e" den 3°to» ^n eenen nalven S ^D°crda2ke BvreedfC' ^Louifiana zaam'n grenfr. De andere Verwinning was die van de Pro vincie losTexas gelegen benoorden MeJd or>T~ Graden Weftelyke,of 265 Ooflclyke Lengtevan Vn zeiven algemeenen Meridiaan , en oD\ rr NoordelykeBreedte. Menbel'oofte z^gÏytdeVc? wmmn z ^ «ytfteekende vXdeel' " en derhalve wierd dezelve, zonder eenige KoS .ontzien,oP het yverigft vervordert ;hoewel hetöZ R 2 ver-  26o De HISTORIE van vernement door die beide de voorfz. Conqueften deszelfs Oplettendheid omtrent California ten eenemaal liet vaaren. Doch de Hoofdoorzaak vanzoveelerhande Opfchortingen en Beletzelen was de Jaloer hdd; eL Euvel, waaraan de Maatfchappyreed, tTn begin afhad gequynt, en hetgeen allederze ve Bedekken in Duygcn geworpen had. Dezequaad aartje Hertstocht wierd by vcclen gekoeftert ondei verfcheidene Schynredenen en Voorwendzels, en daaS wierden mede de goede Geneigtheid en Eenvoudigheid van veele Onnozelcn befme,. Degene wier Herten altoos in het Slyk dezer WaeSnoeten, houden het voor enkeleDweeperj, en vdele Inbeelding , wanneer zig iemand aan groote Ongemakken en Gevaaren bloot ftelt, zonder eem^Srgereede en gevoeglyke Belooning te bedoelen en hoe kunnen dan Menfchen, welke met ftk Gevoelens behebd zyn, overgehaaltwordentegelooven , dat de Vaders onder en mi het Sdengv n zo jaaren Arbeid, Rampen en MoeiSheden alleenlyk op de Verheerlyking van Gods Sïm en op de Bekeering der wilde Heidenen zou- deDreerft? Onderneemingen in California, hoe- wel dezelve müduktzyn,>e*^«^-^ ten Rykdom voor eene menigte Menfchen te ver werven het zy door middel van de ruyme en rekSJe ónderftanden, welke uyt knmften op°-efchooten wierden , of door de 1 aerei VnTcher^ePn derzelver Handel. De Jczuïten bevonden %van alle deze Voordeden ten eenemaale verftecken Do h de Tyding hunner Vermeeftering vS California was zodra niet r^V*^* of zommige te Mexico verbeeldeden zig , en be £52n0 o§pzettelyk , dat de Jeunten d aar onnoemelyke Schatten gevonden hadden. Behalven  CALIFORNIA. 261 verwekten de Liefdegiften hunner Weldoenders, offchoon zy de Koften dier Onderneeming geenzins konden opweegen, eene groote Opfpraak onder degeenen, welke, alhoewel zy de Jezuiten wegens hunnen Arbeid, Ongemakken en Gevaarlykhcden geenzins benydeden , zig echter het eerft en meeftc belgden over hunne tydclyke Grootwording en Aanwas van Achtbaarheid. Dit laatfte ontbrak waarlyk in een Wingeweft, hetgeen alleen in Gebrek overvloedig was. Doch het eerfte Bericht van de PaerelViffchery ftaafde alle deze quaadaartige Geruchten, welke onder het Gemeen als Waarheden en Klemredenen voorbedachtelyk verfpreidt, en door den Schyn van Liefde voor het Vaderland , van Bezuyniging van 's Lands Penningen , en van Yver voor 's Konings Dienft opgefmukt en bemantelt wierden. Eene tweede Oorzaak was uyt den Boezem der Zending zelve voortgefprooten ; namentlyk de Ongemakkelykheid van den Capitein der Bezetting, Antonio Garcia de Mendoza, die in de Moeijelykheden, welke zyne Bediening verzelden , zeer weinig behagen vond; doch zyn allergrootft Misnoegen beftond in zyne ondergefchikte Afhaugkelykheid van de Vaders, die hem geenzins wilden toeftaande Indianen onder eenigerhande diergelyke Voorwendingen, van welke in andere Geweften, om zig ten Kofte en tot INadeel der arme en onnozele Invvoonders voorfpoedig te vcrryken,gebruyk gemaakt is, te quellen en te verdrukken. Hy fchrcef vervolgens omtrent dezen tyd verfcheidene Brieven aan zyne Vrienden en aan den Onderkoning, met Klagten over de Vaders opgevuld, doch met Dubbelzinnigheden bewimpeld. In eenen aan den Onderkoning gezondenen Brief, gedateerd den 22 Oclober \ 700, beftempelt hy de Vaders Salva-Terra en Piccolo met de Namen van heilige Mannen , Apoftelen cn R 3 Che-  26a De HISTORIE van Cherubims;hypryft en verheft hunnen Arbeid, Yver en Afkeerigheid van Eigenbaat; hy vaart echter uyt tegen alle binnenlandfe Onderneemingen , Gelykmakingen van Wegen, Beplantingen, Landbouw en anderen Arbeid, en fluyt eindelyk den Brief met de volgende Woorden : „ Ik zie tot Stuyting van hun „ vermetel en roekeloos Bertek geen béter Middel, Z dan aan den allercerwaardigften Vader-Provinciaal Z hunner Maatfchappy daarvan Verflag te doen, en „ hem te verzoeken, beide deze Geeftelyken van hier „ na huys te ontbieden, om hen aldaar ergens op te , iluyten , alwaar zy hunnen wel verdienden Loon 1 kunnen ontfangen; en myne Perfoon aangaande, ' mag ik lyden, dat ik geboeid en op een CaÜeel ge„ zet worde, om tot eene Baak en Waarfchouwing ' te dienen voor alle degeenen, welke na my komen, ten einde zy nimmer door zodanige Beguyghelin'„ gen vervoert en weggefleept moogen worden." Deze Brieven, alhoewel door eene doldriftige en wraakzuchtige Hand gepend, wierden by de Vyanden der Zending niet alleen greetig ontfangen en gelezen , maar ook, zonder eenige Knaaging van Gewiffe, uytgefchreven, en daarvan eene menigte Affchriften binnen Mexico en elders uytgedeelt, alwaar zy doorgaans , en zelfs onder zommige van 's Konings Dienaaren, veele Geloofbaarheid en Indruk verwierven; gelyk ook by alle degeenen, welke de ondergefchikte Afhangkelykheid der Soldaten van de Vaders Hechts voor eene Botviering enGunftbewyzingaan derzelver buytenfpoorige Heerfchzucht aanzagen, en die Onderwerping eene Schending en Smet voor den Naam van Soldaat oordeelden te zyn, alhoewel hunne Soldven uyt de Liefdegiften betaalt mogten worden. Doch het Ongeluk wilde , dat zodanig een Misverfland en Tweedragt gezaait wierd ten tyde, wanneer de Schatkiften uytgeput, en  CALIFORNIA. 263 en elkeen nergens anders op verdacht was, dan zyne eigene Rekening ce maken en het meefte Voordeel te doen, ter gelegenheid der onzekere Leeftyd van eenen Koning, die van eene natuurlyk zwakke Gefteltenis, thans ziek en zonder Manlyk Oir en Opvolger was. Eene andere ongelukkige Uytwerking van deze door Perfoonen van Aanzien onder het Gemeen verfpreide Geruchten en Berichten bedond hierin; dat zy den blaakenden Yver van vroome Zielen, welke te vooren zo wilvaerdig als weldadig tot het onderhouden der Zending medegewerkt hadden, deeden verflaauwen en uytbluffchen, in zo ver, dat de Zending door deze Nood geprangt en gedwongen wierd, de Bezetting van Loretto alleenlyk tot twaalf Man te verminderen, welke als Vrywilligen terug bleeven, om de Vaders niet ten eenemaal in hunne Elende te verlaten. Dit klein Getal van Manfchappen moedigde de Indianen aan verfcheidene Zamenfpanningen te maken; ook wierden alle Tochten en Reizen, mitsgaders de Ternederzettingen binnen 's Lands, vergeeten en verwaarlooft. Het Doopen der Volwalfènen wierd langen tyd afgebrooken, en de Beflommeringen en Ongemakken dezer Zending in California namen hand over hand zodanig toe, dat men klaarblykelyk daaruyt de vrymachtige Wille van God kon befpeuren , wiens Welbehagen was, dat dit geeftelyk Conqueft op Tegenfïrevingen en Verduldigheid zoude gegrondveft worden ;°als zynde de algemeene Wegen in alle hem alleen eigene Befliering van eenigerhande Onderneemingen. In zekeren Brief van Vader Salva-Terra, gedateerd den ^Oclober 1700, voegt hy, na aan zynen Vriend, den Solliciteur van Guadalaxara , van het afdanken van agttien Soldaten kennis gegeven te hebben, nog daarby : „ Tot de Afdanking der overige SolR 4 „ da-  s.6\ De HISTORIE van „ daten wacht ik alleenlyk na het laatfte Befluyt der „ Audiencia van Mexico, aan welke ik myne uyt„ eindige Verklaaringen en Vertoogen heb laten af„ gaan. Na de Afdanking der ganfche Manfchap „ zullen wy voor de Vereffening aller Achterftallen „ Zorg dragen; en indien wy,by gebrek vanKrygs„ macht, door onze Califomianen na God toege„ weezen mogten worden , om aan denzelven Re„ kenfchap te doen, dan zal Onze Lieve Vrouw „ van Loretto aldaar terug blyven, en ongetwyfeld „ alle de nagelatene Schulden betaalen." Wanneer alle Hoop van By- en Onderftand der Regeering van Mexico opgegeven en verdweenen was, zo vergaderde Vader Ugarte aldaar alle maar mogelyke Liefdegiften, uyt dewelke hy, achtervolgens de op hem gétrokkene Wiffelbrieven, de bepaalde Betaalingen deed; cn befloten hebbende zyne Levensdagen in California voor altoos te flyten, fmeekte hy het Gouvernement om Verlof, van het rampfpoedig Schip San Jofeph , hetgeen , reeds twee-en-twintig Maanden op de Werf der Kuft van Nueva Gallicia gelegen hebbende , nog niet herfleld was, over te mogen zenden. Hy ontmoetede groote Zwaarigheden by zyne Overften , die in zyn Verzoek zeer noode wilden toeftemmen : Hy liet het Belang der Zending in handen van den vroomen en oprechten Vader Alexandro Romano, en vertrok van Mexico den derden December , Feeft van zynen Befchermheilig San Xaverio; nam zynen Weg over Qiieretaro en Guadalaxara, om aan Ozio en den Solliciteur Miranda van Zaakomftandigheden Verflag te doen. Na dat hy op de Kuft van Cinaloa en Ahome tot de Verzending van de nodige Behoeftens met de lange Boot behoorlyken Toeftel gemaakt had, reisde hy over de 400 Mylen ver na de Rivier van Hiaqui, alwaar hy den Vader Juan  CALIFORNIA. 165 Juan Maria verhoopte te ontmoeten , doch zyne Verwachting liep te loor. Vermits zyne Onverduldigheid en Yver, om Heidenen te bekeeren, hem niet toelieten zyne Reis na deze nieuwe Zendingen langer op te fchorten , zo ging hy , in plaats van nog wat te wachten, tot dat de San Jofeph gereed mogt zyn, ganfch onvertfaagd in eene oude kleine Boot, die op de Kuft als onbruykbaar lag, onder Zeil, en flapte na drie Dagen, met eene ftyve Koelte de Golf ovcrgeltoken hebbende, den 19 Maart by Loretto aan Land; zynde juyft de Feeltdag van den AartsVader St. Jofeph , dien hy in dezen gevaarlyken Overtocht tot zynen Befchermheilig verkooren had. Hier vond hy Vader Piccolo en het ganfche Guarnifoen in de uyterfte Droefgeeftigbeid en Beflommeringen , dewyl zy zedert Offo&er laatflleden geencn Leeftocht, noch eenige de minfte TydingvandeKuft ontfangen hadden. De Voorzienigheid behaagde het echter weinige Dagen daarna hen, door de Aankomft van de lange Boot San Xaverio, met Provifien te vertrooften, welke Vader Ugarte reeds drie Maanden te vooren had doen in- en affchepen. Doch vermits dc zwaare Storm en Tegenwinden had de lange Boot geduurende dien ganfehen Tyd op Zee gezworven, waardoor een groot gedeelte van dien Voorraad gekrompen was. R 5 V. HOOFD-  266 De HISTORIE van V. HOOFDSTUK. Poogingen en Tochten ter Ontdekking van den Zanenhang van California met het vafte Land van Nieuw-Spanjen : Een kort en beknopt Bericht van het Ontwerp en heldhaftige Uitvoeringen van Vader Francisco Kino in de Zendingen van Sonora en Pimeria, benevens een Verhaal van derzelver Vervordering. Yader Salva-Terra zag zig zelve, tot onuytfprekelyke Droefheid, en na zo groote Koften en Onderftanden van veele gegoede Lieden genoten te hebben, tot het uyterfte gebragt, om de Bekeering van California op te geven, dewyl hy onmogelyk van de Zendelingen en anderen in het Land eenig Onderhoud kon erlangen, en de Hulp en Bylland uyt Nieuw-Spanjen vertraagde, onzeker was en ten eenemaal achterbleef. Hy bevond , dat alle de Pogingen van zynen blaakenden Yver in de Bekeering der Indianen , zonder alzulke Onderftanden , ten eenemaal vergeeffch en vruchteloos waren. Hy befpeurde eindelyk, dat te Mexico van dag tot dag, en hoe langer hoe meer Zwaarigheden en Tegenftrevingen, omtrent het zenden der noodige Behoeftens, gemaakt en gefmeedt wierden. In deze Verlegenheid befloot hy den Inham over te fteeken, om andere Onderftanden te zoeken, en eenen Weg te vinden , om dezelve met meerder Zekerheid en minder Gevaar te bekomen. Zyne Hoop was geveftigd op de Zendingen óerjezuiten in de Provincie van Sonora ; zig vleijende, dat dezelve in het vervolg met die van California één en hetzelve Lichaam zouden uytmaken, en dat men elkander over en  CALIFORNIA. 267 cn weder van nodigen Voorraad zoude voorzien,en onderlingfe Liefdedienften bewyzen. Ten dien einde verliet hy Loretto in't uytgaan van Oclober 1700, cn belandede te Cinaloa, van waar hy, na eenigen Onderftand en Leeftocht voor zyne Zending verzamelc te hebben, na Sonora vertrok , om zynen ouden eerwaarden Vriend Vader Kino te bezoeken. Deze Apoftolife^z«*V,die, gelyk wy hierboven gewaagt hebben, onzen Vader Salva-Terra in de Belangen van California had overgehaalt, en thans gelyk als gevangen te Sonora bewaart wierd, dewyl zyne perfooneele Tegenwoordigheid aldaar hoognodig was, had zyn uyterfte beft gedaan, om laatltgemelden Vader te onderfteunen : Hy had verfcheidene Liefdegiften vergadert; Huysraad , Beeften tot Aanfokking, en allerhande Levensmiddelen uyt de Mynen en Zendingen verzamelt, en van Guayama en Hiaqui overgezonden. Doch de verhevene Gedachten, van hem zo wel als van den eerwaardigen Salva-Terra, waren geenzins tot het Tegenwoordige , noch tot laage Onderwerpen bepaald: Zy poogden beide even zeer, om hun Bellek in het brengen dezer aan de Zuydzee gelegene wydluftige Landen van America onder's Konings Gehoorzaamheid te volvoeren , en vervorderden hunne geeftelyke Conqueften, de eene langs het Noorden van California , en de andere door het vafte Land van America, tot dat zy eindclyk in de Geweften tegen over Puerto de Monte-Rei en Cabo Mendozïm zouden aankomen , indien California geen Eiland mogt bevonden worden te zyn. Deze groote Mannen waren echter niet in flaat van hun voorfz. wydluftig Beflek te volvoeren, ook hebben de Jezuiten , welke hen in hunne Zending en Arbeid opgevolgd zyn , daarin tot heden toe niet kunnen flagen. Doch het is wel waardig, om aK  268 D- HISTORIE van alhier aangemerkt te worden, hoe zig yder van hen in 't byzonder beyvert hebbe omtrent de Werkftelligmaking van een zo uytgeftrekt Bewerp, en wy zullen derhalve de edele Inzigten, waarmede zy bezield waren, voor onze Lezers openleggen. Want dewyl de Redenen,welke hen toen ter tyd daartoe bewogen , als nog dezelve zyn en gelyke kracht blyven houden, zo zal het voegen tot de Openlegging der Byzonderheden van het Ontwerp over te gaan, welke te eeniger tyd in deze Onderneeming dienen in acht genomen en gevolgt te worden. Hieruyt zal in't vervolg komen te blyken, van hoe groot een Gewigt de Aaneenfchakeling van de verfcheidene Zendingen zy, en wat men, onder Welbehagen der Goddelyke Voorzienigheid , uyt derzelver Uytbreiding en Welvaart zoude mogen verwachten. Maar om zulks gevoeglyk te doen, zal het nodig zyn, by wege van Uytweiding , eene korte en beknopte Schets van de Zendingen te Sonora te geven. De byzondere Vernaaien der voorfz. Zendingen zullen de Nieuwsgierigheid onzer Lezers zeer omftandiglyk en met eene oneindige Verfcheidenheid van Berichten kunnen geryven. Deze , welke ik voor dezelve openleg , zyn inmiddels van de grootfte Achtbaarheid en Geloofwaardigheid, en ik heb zelve de Moeite genomen van dezelve uyt de oorfprongelyke Dagregifters van Vader Kino, en Vader Juan Antonio E alt baf ar, eertyds Vifitator der voorfz. Zendingen , en nu Préfident der Provincie van Mexico, af- en over te fchryven. Deze was een Man, wiens Yver, onvermoeide Arbeid, Deugden en Bequaamheden hem billyk by de Nakomelingfchap tot Eer, en teffens tot Verwondering moeten ftrekken. De Provincie van Sonora legt beooften California ; de Golf van dien Naam ftrekt tuflchen beide heenen , en befpoelt, gelyk wy gezegt hebben, de  CALIFORNIA. 269 de wederzydfe Ruften. Zy is het laatfte en uyterfte Geweft der Spaanfe Herfchappyen in America langs de Kuft der Zuydzee; doch alhoewel NieuivMexico, ten Noordooften van Sonora gelegen, eene hoogere Breedte heeft, zo is het echter eene Provincie, rondom en van alle zyden met Land omflooten, zonder eenigen Uytgang Zeewaards te hebben. Het Gouvernement van Sonora ftrekt zig Noordelyk van den Mond der Rivier Hiaqui tot de Apaches uyt, welke Natie tot heden toe de Geeftel en Schrik dier ganfche Landftreek geweeft is. De laatfte Zending aldaar was die van Concepcion de Caborca, omtrent op 31 Graden , en 90 of 100 Mylen van de Rivier Hiaqui gelegen ; doch dezelve is in het laatftleeden Jaar 1751, in eenen Opftand, door de Wilden ten eenemaal vernield en uytgeroeid, wanneer de Vader Thomas Tello, geboortig xmAlmagro, een Zoon van Alonfo Tello en van Ifabella Buytron, en de Vader Henrique Roben het Geluk hadden van hun Geloof door den Marteldood te verzegelen, doch tot een onbefchryflyk Verlies en Nadeel der nieuwe Oprechting van het Chriftendom in deze Geweften. Ten Weften paalt die Provincie aan den Golf van California , en ftrekt ten Zuyden tot aan de Provinciën Rio Mayo, Cinaloa, en Ofli Muri, en ten Ooften tot aan het hoog Gebergte van Terrabumara ; zynde derzelver ganfche Omtrek omtrent 350 Mylen, en wordende by verfcheidene Natiën der Indianen bewoont; als daar zyn de Opatas , Top as , Teguaiamas , Heguis , de hooge en laage Paymas, de Seris, de Tepocas en de Guayamas, onder alle dewelke twintig Zendingen van dejezuiten gevonden worden. De Lucht is zacht en gezond, doch de Landftreek zeer verfcheiden; men ontmoet'er fteile Bergen , en daartuflchen aangenaame Daalen en vruchtbaare Vlak- tens,  n7& De HISTORIE van tens, welke by verfcheidene Af hellingen van 't groote Gebergte geformeert worden, waarin en waarop, behalven de uytfteekendfle Weiden , men de keurlykfte Planten en Gewaden van Europa en America vindt. Het grootfte Ongemak by dit alles beftaat hierin, dat langs den Inham van California heenen de ganfche Kult door eene Reeks van ongenaakbaare Bergen omgeven , en door dor en onvruchtbaar Zand , zonder eenig vers Water, gedekt is; en daarom wordt die ganfche Streek, van Hiaqui af tot Caborca toe, alleenlyk by de Guayamas, de Tepocas en deSoris bewoont, die van den Vifchvangft leven. Zodanig eene Gefteldheid van 't Strand, en een ander Slach van Ongemakken , heeft niet alleenlyk de Ternederzettingen van de Spaanfe Colouiften op de Kuft ondoenelyk, maar ook het oprechten van eenigerhande Zendingen ten uyterften bezwaarlyk gemaakt. En alhoewel herhaalde Poogingen tot het eene en het ander gedaan zyn, en de Indianen op de Kuil het Chriftengeloof omhelft hebben, zo is het echter tot nog toe verre van daar gebleeven, dat dezelve hebben kunnen volvoert en tot Stand gebragt worden, gelyk hetzelve zeer ongelukkig uyt den hiervooren gemelden Oplland in in het Jaar 1751 is komen te blyken, en uyt hoofde van welken men met redenen heeft te duchten, dat de Hinderpaalen in het t'onderbrengen van dat Geweft zeer bezwaarlyk zullen te boven te komen zyn. Ten dien opzigte moet de Provincie , offchoon dezelve van eene wyd-uytgeltrekte Kuft voorzien is, voor een binnen 's Lands gelegen Geweft gehouden worden; ais zynde geenzins bequaam, om eenigerhande Koophandel ter Zee met de andere ver en naby gelegene Provinciën te dryven ; en zulks is ook de Oorzaak, dat de Frontieren van California niets uyt Sonora kunnen trekken, hetgeen echter zoude kun-  CALIFORNIA. *?i kunnen gefchieden , indien de Gefteldhfid van derzelver Kuft daartoe gunftiger was. Men mag derhalven naar Waarheid verzekeren, offchoon het tegenftrydig moge fchynen, dat de Provincie van Sonora eene der allerrykfie en der allerarmfte van America en van de ganfche Waereld zy. Buyten en behalven derzelver Vruchtbaarheid van allerhande Slach nuttige Planten en Gewaffen, is zy doorgaans en overal opgevuld met Mynen en ryke Zilver-Ertzen, en wel zodanig, dat de Berichten van zommige dier Mynen alle Geloofbaarheid te boven gaan. Indien men aan de herhaalde en voor den Hoogenraad der Indien opengelegde Vertoogen mag geloove flaan, dan zal men zig met Potofi en andere Mynen niet langer hoeven op te houden; want de Provincie van Sonora leevert Bergen uyt, welke byna ten eenemaale van maffief Zilver zyn. Eene menigte Spanjaarden, welke daarbinnen hun Verblyf met hunne Familien genomen hebben,trekken daaruyt de aanmerkelykite Voordeden. Tot nog toe is deze Provincie eene der allerarmfle; en men zal in de ganfche Waereld naauwelyks een kkarder en handtaftelyker Bewys dier Waarheid vinden, hoewel daarop weinig gadegefiagen wordt, dan hier; dat namentlyk het Welzyn en het Vermogen van eenigerhande Staat in geen Goud, Zilver, Edelgefleentens en heerlyke Metalen , maar alleenlyk in de Volkrykheid en de Nyverheid van deffelfs Inwoonders gelegen zy. De Landbouw en Vetweidery, de GewafTen en Handwerkzelen, Neering en Hanteering, Slyting en Verzending , en de naauwkeurige Handhaving van Rechtvaardigheid en heilzame Wetten , zyn de grootfte Voorwerpen en Middelen, waardoor een anderzins niet te wel gelegen Geweft kan verbétert en tot Volmaaktheid gebrast worden. 6 De  272 De HISTORIE van De Provincie van Sonora, ik moet het herbaaien, is een der allerarmfte Geweften ; en men ziec derzelver lnwoonders dagelyks in getale verminderen. De Oorzaak daarvan is zo wel in het Spaans America, als in Oud-Spanjen zelve algemeen; doch in de Provincie van Sonora, van den Koophandel, ten opzigte van Europa , zo zeer afgelegen en verwyderd, heeft dezelve veel meerder Kragt , en men zoude die Stelling in eene byzondere Verhandeling, waartoe hier de Plaats ontbreekt, volkomer kunnen bewyzen. Doch nademaal zulks een wezendlyk Stuk der Kennisneeming van onze Gefteldfteid in deze Provincie uytleevert, en de reeds aangeleide geeftelyke Ternederzettingen, met den goeden Uytflag en de Vervordering onzer Zendingen in beide de Conqueften van Sonora en California, daarvan afhangen; zo zal het gevoeglyk zyn, zonder andere en min gewigtigere Overweegingen aan te haaien, de twee voornaamfte Grondoorzaken alhier open te leggen. De eerfte beflaat hierin : Dat nademaal het Zilver alhier als het voornaamfte Voortbrengzel, of enkel en alleen als eene tot de Koopmanfchap behoorende en ter Uytvoer bequaame Geryflykheid dient gehouden te worden, zo kan het daarby te behaalene Voordeel echter de daaraan befteede Moeite en Arbeids Koften naauwelyk opweegen. De Scheiding van het Zilver door het Vuur is met zo zwaare Onkoften verzeld, dat , hoe groot ook de Uytleevering zy, daarby zeer weinig of in 't geheel geen Voordeel te behaalen is. De Scheiding van het Zilver door Quik zoude nog duurder dan d!e door het Vuur komen te ftaan. Want behalven de buytenfpoorige Duurte van de Quik uyt de eerfte Hand, wordt het Werk nog bezwaart door het vervoeren van alle Toebehoortens met Beeften over Land voor niet  CALIFORNIA. m niet minder dan zeshonderd Mylen ver, als zynde de Afftand tuflchen Vera Crux en Sonora. Uyt dien hóófde-worden de Mynen niet geacht en verlaten. De Scheiding van 't Zilver door Quik kan geen Voordeel uytleeveren, gelyk zulks, by eenen des kundigen Mexicaan ondervonden en betoogt, ook by eenen anderen, niet minder bequaamen&en ervaarenen Rechter, in zyn daarover geuyt Gevoelen bekrachtigt is geworden. Hieruyt volgt nu , dat de Provincie, de haar ontbrekende Goederen van buyten 's Lands zelve niet kunnende aanqueeken, dezelve by Ruyling moet zoeken te bekomen tegen het waare Fonds, hetgeen zy nodig heeft, en den Stapel hunner Producten uytmaakt; waardoor haare Arbeid ten eenemaal komt ftil te flaan, en alles in duygen te vallen. De tweede Grondoorzaak dezer Armoede komt daaruyt voort, dat in America, en wel voornamentlyk in de Provincie van Sonora, een zeer beklaaglyk Gebrek van allerhande Slach bequaame enhoognoodige Arbeidslieden, Handwerkzelen, Koophandel en andere Beroepen heerfcht. Andere Europeife Natiën , offchoon zy binnen haare eigene Landen zo ruym en overvloedig van verfcheidene Goederen en Manufacturen voorzien zyn , en eene oneindige menigte Produften op vreemde Markten kunnen brengen, echter alle Yver en Vlyt blyven belleden om in hunne Americaanfe Colonien allerlei Soort' van Koophandel, Fabryken, Kunflen en Handwerken aan te moedigen en te doen bloeijen; wel begrypende, dat anderzins alle hunne Plantagien eerlang zouden verbalteren en tot Wilderniffen worden De zekere Gevolgen dier Ternederzettingen zyn de Landbouw en Veefokking, waaruyt de Kunltenaars en Ambachtslieden hun Beftaan,en teffens eene menigte Stoffen tot hunnen Arbeid, kunnen hekomen. /. Deel, S Dè-  574 De HISTORIE van Deze beide Onderwerpen alleen zyn genoegzaam inftaat,om den waaren Rykdom in een Land te brengen ; want dezelve beftaat ten eenemaale in Overvloed van Leeftocht en andere Behoeftens; in de Volkrykheid en in den Koophandel, welken de Inwoonders over en weder onder en met den anderen voeren. De groote Cortes poogde, zo veel maar mogelyk was, om alle de Kunftcn en Koophandel, aan welke Oud-Spanjen zyne Volkrykheid, Voorfpoed, Welvaart en Vermogen verfchuldigd was,in Mexico in te voeren; en wel voornamentlyk achtervolgens de Beveelen der Catholyke Koningen , om de ordentelyke en heilzame Bewegingen en Bezigheden aldaar te doen onderhouden. De Grondregels van Cortes wierden by zommige Onderkoningen opgevolgt, gelyk by den grooten Aartsbiffchop Ouiroga, Neef van den Cardinaal van gelyken Naam, en Biifchop van Toledo, die daardoor in ganfch Mechoacan de tydelyke en geeftelyke Gelukzaligheid uytbreidcde, welke zyne Nagedachtenis in die Gewesten voor altoos in Zegening zal doen blyven. Doch zedert dien tyd is het Toneel droevig veranderd, en Oud-Spanjen, hetgeen , gelyk bekend is , weleer buyten de Goederen, Koopmanfchappen en Manufacturen , welke binnen 's Lands vertiert en gefleeten wierden, eene zo groote Menigte van elders trekt,moet als nu de halve Waereld, namentlyk^»;?rica, van Behoeftens voorzien. De Provincie van Sonora, van welke wy hier fpreeken , moeft alle hetgeen het Land niet opbrengt, noch de Inwoonders kunnen maken, en dusdeonontbeerlyke Behoeftens in 't algemeen, eenige weinige Producten uytgenonnm , niet direct en immediaat uyt Europa, maar flechts uyt Mexico laten komen; en na alle de Gevaaren en de op deVerzendfhg loopende Koften voor eigene Rekening genomen te F 9 heb-  CALIFORNIA. a?5 de Go1£deren n°g Mylen over Land W T";- Dusmoefl eene El Laken, uycflWland^Cadix, van daar na ^ O*,*, en wyders na Mexico vervoerd, en eindelyk ten mmften m de twaalfde;0f vveltwintigfteHandte^ ™over gegaan en yerkoeht, tot zodanigen Prys aan»eftaan worden als Koopman zo8er GJ M geliefde te verlaten. America is derhalve van dl memgerhande en veelvuldige OnderSng vTaf> dere Staaten ten eenemaal ontzet, en we?voornv nientlyk uyt hoofde van Gebrek van Fab yien e i Handwerken, welke binnen 's Lands kunnen ver' t.ert en gefleeten worden; dus kunnen de Inwoonden m hunne onderlingfe Zamenleving wnfch n°ec aangenioedlgt worden tot eenigerhande Landbouw ofVeefokkery; en verfcheidene van het Gemeen geene Landerycn hebbende, of onbequaam eTon- SSJS Tn 'CZelr ? beb—n,\ereiken op Zïi 'wf ,m C geheel niet' het bedoelde Oog- S^zln^Tl rai'°m Zy ^^ veflietef maar zyn m tegendeel ten eenemaale van alle de Mid ft e De * h?"?d7k Onderhoud Vct iteeken. De Mynen worden in 't algemeen als dp eerfte en voornaamfte Toevlugt tegfn de Voo fz Ongemakken en voor de eenigfte Herftdlh2£ vSf^ït^ V°TfZ- Te^Wn gehouden" veeie zvn in het opmaken van derzelver Voortbreng zo Verbhnd' * de daaraa^beftede Onkoften vergeeten te rekenen, en het meerder Ge deelte van het Gemeen , zonder op 'aS Wet vaart gade te flaan, of het Welzyn derNaSmdinS tebn„e„g£meene Kofe, wdte ^eca.J.ng  2?6 De HISTORIE van gevallen zyn en nog loopen , moeten gevonden, ers ook de noodige Behoeftens van buyten aangelchatc worden, cn naar Aftrek van alle dezelve nog een Voordeel dient over te fchieten ; zo vloeit oaaruyt de Noodzaktlykheid voort van de Werk- en ArbeidsLoonen zo laag, als maar mogelyk is, te bepaalen: Men doet de Arbeiders van buyten 's Lands aanbrengen; legt dezelve Duytenfpoorige Taakenop; put ze ten eenemaal uyt, cn betaalt ze met quaade Speciën, of in't geheel niet; hen dwingende met de fobere Kolt Genoegen te neemen : Men beichuldigt ze veelmaals van Misdaden, welke zy nooit bedreeven hebben; neemt hen daardoor wederom at, hetgeen reeds verdienden overgefpaard is, oi teifte« de arme en rampzalige Schepzels door allerhande Wreedheden en Verdrukkingen. In de verft afgelegene Geweltcn van Sonora zyn • de Laften meer dan dubbeld zwaar, en dus de Bekommeringen des te grooter; hierby komt nog het doorgaande Gebrek van Levensmiddelen, en de Onhaalbaarheid van alle de Knevelaaryen, welke door geene Opper-Gerechtshoven , om derzelver verren Atftand , kunnen nagefpoort noch geftraft worden. Wyders worden geene Negers derwaards gezonden, en dus moeten zwakke en moedeloofe Indianen in de Mynen arbeiden, offchoon het een der allerzwaarfte Bezigheden is. Tot dezen Arbeid worden degecne, welke niet tot de Bouwing der Pachthoeven , des noods, gepreft worden , met niet minder Geweld uyt de Zendingen weggefleept cn gedwongen. Doch daar is noch iets van meerder Schyn ten opzigte van de eerften : De zo genaamde Miw-Dagen, op welke, volgens hunne Wetten, de Arbeid in de Mynen en op de Velden moet verandert worden, voldoen nog niet aan de Schraapzucht der Eigenaars, welke door duyzenderhande flinkze Vonden ha  CALIFORNIA. 277 Volk altoos vveeten te bezigen , zo dat menigeen, die eens na de Mynen gezonden is, nooit, zo lang hy leeft, wederom na zyne Geboorteplaats mag keeren. De Zendelingen eifehen dezelve vergeeffch terug , en worden boven de Teleurftelling zomwylen nog met de allervuylfte Lafteringen bezwalkr, en ook wel wrcedelyk behandelt in zodanige Streeken , alwaar het Misbruyk doorgaans by degeenen gepleegt wordt, die hetzelve behoorden te keer te gaan, en van welke men tot eenigerhande hoogere Macht geene Toevlucht kan neemen. Indien men zig tot dezelve beroept, dan wordt terftond de Vrede met diegeenen gebrooken , welkers Bvitand en behulpzaame Hand de Bekeering moeit bewerken; ook worden tegen de daarop beleide en ingediende Onderrechtingen en Klagten eene menigte Informatien van de Party ingebragr, door welke de Zaak der eerfte, hoe rechtvaardig dezelve ook moge zyn, om ver geworpen, en de Klager op den Tuyl gehouden , of wel ten eenemaal van de Hand geweczen wordt, zonder ooit eenige Uytfpraak van het Gouvernement te kunnen erlangen. Om deze Redenen weigeren de als nog vrye Heidenfe Indianen met alle Krachten Chriftenen te worden, en zig onder het Juk van het Evangelie te begeven ; want zy zien en ondervinden , dat de Bekeerden onder hen tot de allerrampzaligfte Slaverny gedwongen worden. Degeene, welke op zodanige wyze zyn t'ondergebragt, flaan veelmaals aan het muyten , en worden zelfs wel ten tyde van de allcrdiepfte Ruft befchuldigt eenen Opftand verwekt te hebben, ten einde onder zodanig een Voorwendzel eenige gewapende Macht tegen hen gezonden , en zy daardoor tot het doen van Tegenftand genoodzaakt mogen worden, wanneer men hen gevangen neemt en tot Straf voor hun levenlang tot den Arbeid in dc MyS 3 nen  a78 De HISTORIE van nen doemt, ofwel in de Pachthoeven doet werken. Door zodanige Behandelingen vermindert het Getal der Indianen hoe langer hoe meer, en wel voornamentlyk , wanneer zy zelve dikwyls de Ontflaging uyt deze Elenden zig eigenhandig bezorgen. Dus wordt het Land van zyne grootfte Voordeden ontzet , en legt, in weerwil van alle zyne Vruchtbaarheid en onuytputbaareMynen,in de uyterfteElende en Armoede gedompeld. Vader Eufebius Francifcus Kino quam in het Taar 1687 binnen de Provincie van Sonora, als bescheiden voor de eenigfte toen ter tyd in wezen zynde Zending , paaiende aan de Indianen van Pimeria Sllta; eene Provincie, die nog over de honderd Mylen Noordelyker dan die van Sonora legt. Hy .irbeidede aan de Zending en Verwinning der Indianen met eenen Yver, die waarlyk verwonderenswaardig was; verkeerde onder hen alleen met eene groote Onverfchrokkenheid ;i verdeelde dezelve in Vlekken en Dorpen , en leerde hen het Land bezaaijen en Beeften aanqueeken, als zynde het gevoeglykfte Middel, om hen by den anderen te houden ; ook ftelde hy over hen zommige Bewindslieden , welke onder zyn Oppergezag de Burgcrlyke Rcsieering beftierden. Hy had de Geduld van de verfcheidene Taaien der Inboorlingen te leeren; daarin den Catechismus en zommige Gebeden te overzetten, en hen dezelve, zonder door hunne Onleerzaamheid en Botheid geftoort en afgefchrikt te worden , by monde in te prenten. Hy vervaardigde inso-elyks eenige Woordenboeken en Aanmerkingen tot gebruyk zyner Medehelpers cn Opvolgers; alle hetwelke , vermits zyne wonderbaare Zachtzinnigheid en Toegevendheid, van. eene zo gelukkige Uytwerking was, dat de Indianen hem tederlyk bcmincen, en in hem, als hunnen algemeenen Vader, het  CALIFORNIA. 279 het grootfte Vertrouwen fielden. Hy bouwde Huyzen en Capellen; ging Vlekken en Steden aanleggen; verzoende de Natiën, welke met den anderen in Vyandfchap leefden, en indien hy, achtervolgens zyne herhaalde Smeekfchriften, door andere Zendelingen was onderfteunt geworden, dan zoude hy de Bekeering van alle de Natiën tuffchen Sonora cn de Rivieren Gila en Colorado zeer gemakkelyk hebben kunnen volvoeren , en de Zendelingen van Nieuw-Spanjen en California zouden over en binnen 's Lands met den anderen tot eene vvcderzydfe Onderhandeling en Gemeenfchap gebragt zyn, hetgeen altoos groote Zwaarigheden ontmoet had, en byna onmogelyk fcheen te zyn. De Wederwaardigheden en Ongemakken, welke deze eerwaarde Man onder de Indianen ontmoet en doorgeftaan heeft, zyn wel menigvuldig , maar geenzins te vergelyken met de Geweldenaaryen, hem by de Spanjaarden zelve aangedaan, waartegen hy echter, ten behoeve zyner Nieuwbekeerden, als een ftaale Muur pal itond. Zy dwarsboomden alle zyne Poogingen , en fneeden hem alle Onderftanden af, welke voor hem by vroome Weldoenders gefchikt waren : Hun Belang was de arme Pitverianen met den Naam van Rebellen en Vyandcn te brandmerken, om onder dezelve vry enongeftoord te kunnen plunderen, en de.Indianen te noodzaken, om zig als Slaven aan hen te onderwerpen. Daarenboven geraakten de Pachthoeven en Landhuurcn , welke, tot Onderhoud der Burgerlyke Regeering der Indianen en hunne mindere Bedienden, met zo groote onuytfprekelyke Moeite en Arbeid reeds in goeden Staat gebragt waren, eensklaps in het uyterfte Verval : Want Vader Kino was de eenigftc, die van de Audiencia te Guadalaxara had weeten té verwerven, dat de Nieuwbekeerden onder Au IndiaS 4 «e?*  28o De HISTORIE van tien, geduurende de vyf eerfte Jaaren van hunnen Overgang tot hec Chriftendom, geenzins gehouden waren op het Land of in de Mynen te arbeiden; en Koning Carel II. geliefde, uyt eenen Godsdienftigcn Yver , by zyn Bevel, gedateerd den 14 Mey 1686, de voorfz. vyf tot twintig Jaaren te verlengen; maar hetzelve is nooit nagekomen geworden. Dus moeft de goede Vader Kino, tot zyn Hertzeer en Verdriet, gehengen en gedoogen, dat zyne nieuwbekeerde Doopelingen, uyt de Gebergtens en Woeftynen getrokken, en by hem met oneindige Moeite onderweezen, hem met Geweld ontrukt, en na het Graf der dicpfte Mynen gefleept en gefleurt wierden, waaruyt zelden iemand wederom ten voorfchyn quam. Behalven deze Manier van hen uyt de Zendingen te trekken, moeften zy zig in de Mynen en Landhoeven van de verfoeijelykfte Misdaden en Buyten fpoorigheden laten befchuldigen, waartegen alle de Vertoogen des Vaders niets het minfte vermogten. Doch ongeacht alle deze zo menigvuldige Wederwaardigheden , was Vader Kino echter in 't Jaar 1690 nog in ftaat, van aan Vader Salva-Terra,die. als Vifitator der Zendingen in Pimaria quam, verfcheidene nieuwe by hem aangelegde Vlekken en Dorpen te vertoonen , en van de veel beloovende Schikkingen, by hem tot het doopen der Pimarianen en andere verder afgelegene^ Natiën gemaakt, een uytvoerig Verhaal te doen. Nademaal beide deze Zendelingen zeer verlangende waren, oxh, was het mogelyk , zig na California te begeven , zo wierd goedgevonden , dat Vader Kino zoude trachten op de Kuft van Pimaria en Sonora eenige Medehelpers te bekomen, om de eerfte Proef in deze Provinciën te neemen, en van daar-uyt de Onvruchtbaarheid van California te vervullen; vertrouwende op de hertelyke Liefde en Toe-  CALIFORNIA. 281 Toegenegenheid, welke hy alom in de Indianenbefpeurc en ondervonden had. Volgens dit Beftek vervorderde Vader Kino zyn Oogmerk in het volgende Jaar, wanneer hy, tot aan de Kuft doorgedrongen zynde, in het Smaldeel van Pimeria, genaamd Soba, belandede , alwaar hy in't Jaar 1694 een klein Vaartuyg deed bouwen, waarmede hy na de Baai van Santa Sabina overftak , en op eenen bequamen Grond , twintig Mylen landwaards in , de Zending van la Concepcion de Caborca ftichtede. In't Jaar 1698, wanneer Vader Salva-Terra het eerftemaal in California quam, verliet Vader Kino in de Maand September zyne Zending van Los Dolores ; trok Noordwaards op tot aan de Rivier Gila; bezocht onderweg de Rancherias zyner Leerlingen onder de Pimas, Opas, en die van la Jncarnacion en San Andreas , van waar hy zyne Reis vervorderde. Tachtig Mylen verder bereikte hy den Zeeboezem van California, waarin hy op twee-en-dertig Graden Noordelyke Breedte eene Streek vond , van vers Water en Hout overvloedig voorzien, en weleer genaamd de Baai van Santa Clara, gelegen naaft den hoogen Richgel der Bergen van gelyken Naam. Hiervandaan bezigtigde hy de Zuydelyke Kuft tot aan de Baai van Sabina; toog verder na Caborca, van waar hy na zyne Zending Los Dolores keerde, na eene Reis van over de driehonderd Mylen afgelegt, en in die ruuwe en onbebouwde Streeken de Inwoonders zonder eenigerhande Godsdienft gevonden te hebben. Vader Kino zond een Dagverhaal van deze zyne Reis aan zyne Overften , die hem voor zyne Onverfchrokkenheid, en genomene Moeite ter Vervordering van het algemeene VVelzyn dier VVingeweften, hertelyk bedankten. In het volgende Jaar deed Vader Kino nog verS 5 fchei-  fl8i De HISTORIE van fcheidene andere Reizen, die niet minder lang, moeijelyk en gevaarlyk waren; zomwylen om zyne Leerlingen te bezoeken ; dezelve in het Geloof te Herken, en verder te onderrechten omtrent hetgeen zy tot hun Onderhoud nodig hadden, en in welke Ordening zy hunne Geryflykheden behoorden te fchikken. Zomwylen wierd hy door den Capitein Mattheo Mange begeleidt, om daardoor de Lafteringen en onwaare Berichten te kunnen wederleggen. In zyne laatfte Tochten was hy by de Vaders Antonio Leal en Franisco Gonzaho verzeld, met voorneemen van de Apaches te gaan bezoeken, welke,hoe zeer wegens hunne Wreedheid berucht, echter te dier tyd, door de Achtbaarheid van Vader Kino bewogen zynde, verzogten, dat eenige Vaders onder hen mogten gezonden worden, die hen konden onderrechten. Deze Reis liep echter vruchteloos af, en de allergunftigfte Gelegenheid ter Befchaving dezer Wilden ging ten eenemaal verlooren. In het midden dezer zeer gewigtige Belangen droeg deze groote Man zorg het Gebrek van Leeftocht in California, door de Voortbrengzelen zyner Dorpen en der andere Zendingen in de Provincie, uyt de Havens van San Jofeph de Guayamas en van Hiaqui, te vervullen; betoogende wyders een wakker en voorzigtig Bevorderaar van Zaken voor deze Zendingen te zyn. Hoe vreemd en onverwacht zulks ook mogt fchynen, zo was de Onverfchrokkenheid van Vader Kino echter binnen geene Paaien te houden. In alle deze moeijelyke Vervorderingen , en meer andere door onbekende Geweften gedaane Reizen, werwaards zyn onvertfaagde Moed hem had gedreeven, wierd hy altoos door de Begeerte geprikkelt van te mogen weeten , of California met het vafte Land van Nieuw-Spanjen zamenhing, dan de Zeeboezem  CALIFORNIA. 283 zem zig Noordwaards zo ver uytflrekte, tot dat hy boven Cabo Mendozino in de Zuydzee viel, en dus een der allergrootfte Eilanden van de ganfche Waereld moefl uytleeveren. Dewyl hy een volmaakt Aardbefchryver was, zo kon hy niet onkundig zyn, dat California weleer voor een Gedeelte van het vafle Land gehouden zy, en dat men echter ook zedert de Tyd van den beroemden Engelfen Zeevaarder Francois Drake van een tegenflrydig Gevoelen geweeft was, en alle de hedendaagfe Schryvers hetzelve beweerden een Eiland te zyn; dat men in verfcheidene Dagverhaalen van Vaarendslieden aangeteekend vond, hoe zy California door eene naauwe Straat rondom bevaaren , en de Plaatfen, welke zy voorby gekomen waren, met hunne eigene Naamen beftempelt hadden. Ook was de Vader ganfch niet onverfchillig ten opzigte van de groote Aangelegenheid, om dat zo onzeker Vraagftuk der Aardbefchryving op te loffen, als mede niet omtrent de Voordeden , welke door de Voortzetting der Zendingen van Sonora en California in derzelver Noordelyke Deden , tot dat zy van wederzyden eikanderen bereikten, ten behoeve van dit Wingewelt zouden kunnen komen voort te fpruyten, wanneer men den onderlingfen Byftand over Land aan den anderen kon bezorgen. Derhalve befloot hy in het volgende Jaar 1700 zyne Nieuwbekeerden te bezoeken, en zo ver maar mogelyk was, zyne Reis te vervorderen en door te dringen, om van zodanig eene Zamenlooping , die hy uyt de Verhaalen en Onderrechtingen der Indianen kon naleiden, ten volle verzekert en overtuygt te worden. Hy vertrok dan den 24 September 1700 uyt zyne Zending Los Dolores, en, na de Vlekken "de los Remcdios en San Simon en Judas bezogt te hebben,  284 De HISTORIE van ben, quam hy te San Ambrofio del Bufanio, te Tucubabia cxï te SantaEulalia aan, wanneer hy alvoorens eenigen Tyd onder 300 Indianen gefleeten had, die aan hem gezonden waren ter Aanbidding, om in de Zending van San Ambrofio ingelyft te mogen worden. Nog 6 Mylen verder wierd hy by 40 andere Indianen ontmoet, en niet ver van daar quam hy in het Vlek della Mercede; nog 20 Mylen terug leggende , bereikte hy het Vlek van San Geronymo en vier Rancherïas; vyf Mylen van daar quam hy aan eene Waterplas ; twaalf Mylen verder ontmoecede hy eene andere, en na nog tien Mylen voortgerenï te hebben, bevond hy zig aan de Rivier Gila, welke uyt her Land der Apaches voortvloeit ; Ooft- en Weftelyk tot over de 44 Graden Breedte heenen ftroomt, en na het Water der Azul ontfangen te hebben, zig in de vermaarde Rivier Colorado ontlaft. De Vader volgde den Loop dier Rivier ter Lengte van vyftig Mylen , verzeld door eene Mengeling van Pimas, Opas en Cocomaricopas;en na verfcheidene Rancherïas der laatftgemelde Natiën doorgetrokken te hebben, bereikte hy die der Tumas, welke aan de uyterfte Oeverbanken der Gila woonen, aleer dezelve in de Colorado valt; ook bezogt hy de Bewoonders der Weftelyke zyde van de voorfz. Rivier. Hier beklom hy eenen Berg, die tamelyk van Hoogte was, doch aan hem geen Gezicht na de Zee verfchafte; ook kon hy door zyn Telefcoop niets dan Land ontdekken. In 't vervorderen zyner Reis bereikte hy het Gedeelte van het Geweft, alwaar de Gila in de Colorado vloeit, waaromflreeks hy onderrecht wierd, dat de vier Natiën , genaamd de Quiqulmes, de Bagiopas, de Hobonomas en de Cutguanes hunne Woonplaatfen hadden. Op het Verzoek der Tu'iias trok hy verder tot aan de Zamenvloeijing der bei-  CALIFORNIA. 285 beide voorfz. Rivieren ; ftak de Gila over, die aldaar tamelyk wyd en in drie Takken verdeeld is. Tien of twaalf Mylen hooger quam hy in eene vruchtbaare Streek Lands , gelegen op de 35 Graden in eenen Hoek, welken de Zamenvloeijing dier beide Rivieren uytmaakte , waaraan hy den Naam van San Dionyfio toeleide. Alhier quamen hem vyfcienhonderd Perfoonen in eene Troep bezoeken,, welke, byhem ondervraagd zynde, eenpaarig verklaarden*, dat daaromftreeks geene Zee te vinden was, en dat veele van hen, aan de Weftzyde van de Colorado woonende, te meermaalen die Rivier over gezwommen waren. Zy verzogten hem, dat Land insgelyks te willen komen bezoeken; doch hy vond niet raadzaam daaraan te voldoen, vermits zyn Voorraad van Provifien dagelyks kromp , en de Pimas zeer vermoeid, ziek en misnoegd waren. Dus keerde hy,na hen van zyne Liefde en Achting verzekert, cn eenige geringe Gefchenken onder hen uytgedeelt te hebben, wederom na de Plaats, alwaar hy het eerftemaal die ganfche Streek overzien en Opgenomen had. Hier beklom hy den allerhoogften Ber°van den ganfchen Richgel, van wiens Top hy door zyn Telescoop de Gebergtens vanCalifomia ganfch duydelyk befchouwde, en ontdekte, dat na de Zamenvloeijing dier beide Rivieren te San Dionyfio, de Colorado nog 10 Mylen Zuydweftelyk, en'verder 20 Mylen Weftelyk ftroomde, tot dat zy zig in den Zeeboezem van California ontlaftede. Hy vervolgde zyne Reis na Caborca langs eenen nieuwen Weg, en bereikte in het uytgaan der Maand Oclober, na eenen Tocht van omtrent 400 Mylen afgelegt te hebben, zyne Zending van Los Dolores. Vader Kino was nu overtuygd en ten voile verzekerd, dat California met het vafte Land vxaAmerica zamenhing, en alleenlyk door de groote Rivier  286 De HISTORIE van vier van Colorado daarvan afgefneden was; hy gaf vervolgens van deze Ontdekking kennis, en de Commandant van Sonora bedankte hem uyt Naam van den Koning voor zyne deswegens genomene Moeite, gelyk ook by de Overften zyner Orde gedaan wierd. Vader Juan Maria Salva-Terra, die in deze Maand uyt California gekomen was , om uyt de Zendingen en Guarnifoenen van Sonora eenigen Onderltand te verzoeken, was over dat Verhaal ten uyterflen verheugd, en wenfchte aan Vader Kino wegens zyne Ontdekking, eerft by Brieven, en naderhand by Monde, veelGeluks. Doch nademaal dezelve alleenlyk op eenen verren Afftand gedaan was , zo wierd Vader Kino door hem aangemaant en aangemoedigt, om eenen tweeden Tocht derwaards te doen; als oordeelende, dat het Welzyn cn Behoud zyner Zending van California daarvan ten eenemaal afhangende was. Hy verzogt hem van Sonora na de Rivier Colorado te willen vertrekken, en den Loop van dezelve volgende, langs de Kuft van California zyne Reis tot aan het Guarnifoen van Loretto te vervorderen. Vader Kino was daartoe terftond wilvaardig; en alhoewel de Reis nog eenige Dagen uytgefteld wierd, om dat de wetteloze Apaches het Vlek Cucurpe overrompelt hadden, en in het daamaaft gelegen Land doorgedrongen waren, zo begaven de Vaders zig echter den eerften Maart 1701 op Reis, en wel langs verfcheydene Wegen, om teffens hunne Leerlingen te bezoeken; hebbende alvoorens met den anderen afgefprooken, zig te la Concepcion de Caborca wederom te zullen ontmoeten. Vader Salva-Terra floeg den Weg over San Ignacio in, om de Rivier van Caborca te bereiken, langs welker Loop hy door Tibutama, Jxi, San Die-  CALIFORNIA. 287 Diego de Uquitoa en San Diego de Pitquin volgde, tot dat hyterafgefprookenZamelplaats aanquam. Vader Kino nam eenen Omweg over Cocofpera, San Simon en San Judas, tot dat hy te San Ambrofio de Bufanio mede de Rivier van Caborca bereikte, langs welker Oeverbanken hy, doorSarrii, Tibutama en andere Vlekken en Dorpen voorttrekkende, eindelyk te Caborca belandede. Hiervandaan toogen beide de Vaders , door 10 Soldaten verzeld, Noordwaards na San Eduardo de Baijfia en San Luis de Bacapa, alwaar zy den Vader Mar cos de Niza, Provinciaal der Francifcanen, ontmoeteden, gelyk ook dezelve Pater daarvan gewaagt in zyne Befchryving der zeven Steden van Ctbola. Na nog twaalf Mylen van daar afgelegt te hebben, bereikten zy San Marcelo, zynde de eenigfte Plek langs de ganfche Kuft en aangrenzende Landen, om eene Zending te kunnen nederzetten, doordien de Grond tot Bouw- en Weiland zeer bequaam is, en ook daaromftreeks uytftekend goed Water tot allerhande Geryf gevonden wordt. Deze Plaats, volgens de Aanmerkingen van Vader Kino, legt 50 Mylen bezuyden Caborca , en 50 benoorden de Rivier Gila, en in eenen gelyken Afftand van San Xaverio delBac; ftrekkcnde Noordweftelyk van den Mond der Colorado. Te San Marcelo ontfingen de Vaders een zeer aangenaam Antwoord op de aan de Qjiicimas gedaaneBezendingen, en zommige dier Natie quamen hen acht Mylen van daar aan eene Springader bezoeken , door welke zy onderrecht wierden, dat'er twee Wegen waren, langs welke men na den Mond der Colorado kon komen; loopende de eene over de Vlaktens, Gebergtens en langs eenen grooten Omweg ter linkerhand van 't Gebergte Santa Clara heenen, en de andere, als de kortfte, langs de Kuft, wan-  288 De HISTORIE van wanneer hen voorfz. Gebergte aan de rechterhand bleef leggen, over zeer zwaar Zand tot aan de Rivier toe. De Indianen, gewoon met Pakken en Leeftocht te reizen, zyn milfchien voor het Ongemak in het palfeeren dier Zanden niet bevreeft. De Vaders verkooren echter den Weg langs de Kuft, om dezelve teffens op te neemen en af te fchetfen. Wanneer zy 30 Mylen in het zoeken na de Zee terug gelegt hadden, quamen zy in eene kleine Rancheria ; lieten van daar af het groot Gebergte van Santa Clara, wiens Afheliingen ten eenemaal met Puymfteen bedekt zyn, Noordelyk leggen, en quamen den 19 Maart in de Zandwoeftyne. Den 20 beklom de Capitein Juan Mattheo Mange met Vader Kino eenen hoogen Berg, van wiens Kmyn zy niet alleen de Zee, maar ook de ganfche daartegen over gelegene Kuft en het Gebergte van California ontdekten; vindende de Breedte van 30 Graden te zyn. Den 21 ften bereikten zy het Strand; doch vermits zy geen Water noch Proviand hadden, konden zy onmogelyk het Zand doorkomen, en keerden derhalve na San Marcelo terug, van waar zy wederom vertrokken, doch eenen hogeren Weg infloegen : Ter Breedte van 32 Graden en 35 Minuten beklommen zy eenen niet zeer hoogen Berg; doch omtrent eene Uur voor Zonnen Ondergang hadden zy een volmaakt Gezigt van den Richgel der Bergen van California, en wel byzonder van de Heuvelen van Mefcal en Azul. Hier zagen zy dan klaarblykelyk, buyten eenigerhande Twyfeling, dat California met Aha Pimeria zamenhing, en dat de Inham van California aan den Mond der Rivier Colorado quam te eindigen, gelyk Vader Kino zulks in zyn gefchreeven Verhaal beveiligt, en om het te bewyzen , de by den Capitein Juan Mattheo Manga in de Franfe Taal uytgegevene Berichten aan-  CALIFORNIA. agQ aanhaak; doch ik heb toe heden toe geene gelegenheid kunnen vinden, van dezelve in die of in de Spaanfe Taal magtig te worden. Zodanig een Bewys zal ook niet eens nodig zyn, doordien Vader Salva-Terra van even dezelve Zaak in zekeren Brief gewaagt, gedateerd te Loretto den 29 Augufli 1701, alwaar hy van die Ontdekking en de daaruyt vloeijende Voordeden aan den Pater Generaal Thurfo Gonzales aldus fchryft; „ Ik moet, eerwaarde Vader , u wyders verhaa„ len, dat ik , aan de Overzyde van Nieuw-Span„ jen geland zynde , myne Reis langs deze Kuilen „ vervordert heb, tot dat ik door de eenpaarige On„ derrechtingen der Indianen overgehaalt wierd te „ gelooven , dat Nieuw-Spanjen en California „ met den anderen zamenhingen; dat ik, om van zodanig een gewigtig Onderwerp meerdere Vol„ doening te bekomen, myne Reis vervolgde tot „ aan zekeren Berg, van wiens hoogen Top ik de „ Hout- en Bofchryke Bergen van California met „ die van Nieuw-Spanjen zag in elkander loopen. „ Deze Ontdekking fchryf ik aan de heilige Maagd" „ van Loretto toe , en ik meen daarvan een vol„ ftandig Verhaal op te ftellen , en hetzelve ten „ fpoedigften aan u over te zenden. Ik heb Vader „ EujehioFrancijcoKino medegebragt, die, naar „ ik hoop, wanneer deze Reis volvoerd is, in Per„ foon na die Geweften zal gaan, welke maar al„ leenlyk in eenen verren Afftand, namentlyk op „ den 32ften Graad noordelyke Breedte, by ons „ gezien zyn. Deze Tocht fchynt tegenwoordig y, voor ons van weinig Voordeel te zyn, dewyl de „ Afftand der 26 Graden, waarin wy ons in Cali„ fomia bevonden, van tot boven de 32 Graden, „ alwaar de Inham fcheen te eindigen , voor ons al p te groot is. Deze Ontdekking is echter een Be-  29o De HISTORIE van ginzel, hetwelke binnen weinige Jaaren het Land " van California voor de Ziel van dit Koningryk, Z de Bronader van deffelfs Rykdommen en hetToo" neel eener blymoedige Nyverheid zal doen aanmerken; en derhalven verhoop ik tot Slot, dat gy alle en een ieder zult gelieven te gclaften, ten einde men ons in deze Zendingen van Nueftra "„ Sennora de Loretto de California moge hand" haven en onderdeunen." Zy vonden het meerder gedeelte der Indianen, welke zy het Jaar te vooren te San Diony/ïo ontmoet hadden , boven de Zamenvloeijing der Rivieren by den anderen , en vernamen van hen , dat men van daar tot aan het Zand nog by de 30 Mylen te reizen had. De Leeftocht begon reeds fterk te krimpen, weshalve Vader Kino , niet zonder groot Ongemak en Gevaar te ondergaan, na San Marcelo'keerde, om aldaar eene Kerk te bouwen , en den Toedel tot het aanleggen eener uieuwe Zending te maken Vader Salva-Terra vertrok na Caborca, Los Dolores, en na de overige Zendingen van Sonora, om aldaar eenige Liefdegiften te verzamelen, welke hy na de Rivier Hiaqui deed overbrengen, en van daar in het uytgaan van de Maand April verder na Loretto verzenden. Ik kan dit Hoofdltuk, om aan Vader Kino zyn behoorlyk Recht te laten wedervaaren , nog niet eindigen, zonder van zyne onvermoeide Dienden te gewagen , welke hy tot de Bevediging van den Zamenhang dezer Geweden, en in het bewerken der Verzoening dezer nieuwe Natiën , en derzelver Bekeering tot het Chridendom, en in de Aanneeming van het Evangelie betoont heeft. Hy trok in de Maand November van hetzelve Jaar 1701 na San Marcelo langs eenen ganfch anderen dan den voorigen Weg; van daar na de Rivier Gila, wel-  CALIFORNIA. m welke hy by derzelver Invloeijing in de Colorado doorwadede. Vervolgens paffeerde hy de G at dermaal , en volgde den Stroom der Colorado langs de Rancherms der Yumas en Quinquimas ten AfHand van 20 Mylen. Hier ontmoetede hy eene zo groote memgteIndianen, dat een Spaanfe Jongeling uyt Vrees van hem wegliep. Hieromllreekf is de Rivier Colorado wel 200 Tards breed. De Indianen zwemmen dezelve over, en iruwen hunne Coryftas een Slach Trogen of Vaartuygen van Bfe? zen en Groente gemaakt, vooruyc, \Lvh7zy l woonelyk een of cwee Schepels Mal mede voe^n; deze Jrogen zyn zo dicht in den anderen gevloch- hetwï ldaann P,V°erdc Gocderen «>3t door het Water kunnen befchadigd worden. Hier vervaardigde Vader Kino eene Êalza van StukkenBoi men, waarmede hy tot Verwondering der Indianm de Rivier overvoer. Aan derzelver Wyken Oe! S£ -e menigte/^e72 van J£to£ ne Stammen, als Qjnnqmmas, Coanopas, BanoP,ZnuelëuTSt 3an wdke ^ voot delerite. g b u'ykte bt PFVan die hy t0C Tolk™ gebruyk e , het Evangelie verkondigde. Hv deed eene Reis van 3 Mylen te Voet door het Land tot dat hy de Verblyfplaats van den Calque clTót iï qumas bereikte. Hv vond hier hetK \x effen met Boffchen hier en daar tui?en tidn " bïïS' eH trïï? f B0UW"C" oequaani. Het Getal der In woonders in deze Buurt aan welke hy den Naam van la PrelTaci™ A fchat. Zy boden hem hier eene eroorp m Ja,, s ■dMrm.gde, wierd hy onderred*, d,tdSve™ T 3 «■  m De HISTORIE van eene Reis van i o Dagen kon bereikt worden Vate Kino was ten hoogften verlangende, om het ganfcheb l tot a%n Monte-Rey of Cabo Mendocino Ie doo reiZen;doch daar was geenerhande Vaartuyg, omV Beeften over de Rivier te ^ten -onder welke hy die Reis niet kon vervorderen Hy moeit derhalve genoegen neemen met aan Vader SahaTerTa mLorL te fchryven, welke Plaats hy oordeelde omtrent 130 Mylen van daar te leggen. Hy SLTzyne brieven aan de ftM*^ dezelve zyn nooit te recht gekomen. Wanneer ny nu door de Ontdekking van zo memgerhande Na„1 voldaan was , zo keerde hy wederom na Huys, rbczocïo^de'rweg de by hem te vooren opgerechte Vlekken cn Dorpen. . In Februan dced Vader Km° eene? Zendeling, die uyt eigene Bewegmg en vrywiïli" aanbood hèm geduurende zodanige Reis,welS'ongemaken M^eijelykhcden alleen door den Moed en de Onvcrfchrokkenheid van Vadei Ktno konden gedragen worden, te zullen oppaffej. Den 08 cuamen zy te San Dionyfio aan, alwaar de twee rS Tn dYen anderen loopen , en zy eene mefSTJZn , welke met ganfche Troupenjtjfc hen toevloeiden , in de Gronden van hetChrftenfrl onderweezen. In de Maand van Maart bevonden zyzL in de Rancheria van Quinjmmas ïïke zv me den Naam van SanRude/indobetem- In ZyTevordericn b»n« Rei» Ruwaards na  CALIFORNIA. 293 beneden en langs de Rivier Colorado, tot dat zy derzelver Mond en de Zeekuft bereikten. Hier wierden zy door eene menigte Indianen van de weftelyke Oeverbankcn der Rivier ontmoet, die hen verzogten na hunne Landftreekcn te willen overkomen. By deze deeden zy een Onderzoek omtrent den Aart der Naden, Gebergtcns en Rivieren der Overzyde; zy wierden wyders onderrecht en andermaal verzekert, dat zy van daar binnen de tien Dagen tot aan het Strand van de Zuydzee konden komen. Den tienden dier Maand quamen zy aan den Mond der Rivier, welke ten tyde van hoog Water zeer naby aan hunne Bedden quam. Men begon eeneBalza toe te Hellen, om de Rivier over te vaaren; doch wegens deBeflommering der Beeften, de Breedte van dc Rivier, de Snelheid van den Stroom, en wel voornamentlyk wegens de Ziekte, welke den Vader Gonzales door de geduurige Afflovingen overkomen was, moeft die Arbeid gefhakt worden ; cn al hetgeen in zyn Vermogen ftond , was met zynen zieken Broeder wederom terug te keeren. Vader Kino meende door het Zand, als lan^s den kortften Weg, zyne Terugreize te neemen, en te gelyker tyd de Kuft tot aan San Marcelo toe naauwkeurig te onderzoeken; maar hy vond zulks onmogelyk, en keerde derhalve zo fpoedig alsdocnlyk was, en de Toeftand van Vader Gonzales vcreifchte, na de Zending van Tibutama, alwaar hy zynen getrouwen Reisgenoot en Dienaar verloor, die zig al te zeer en boven het Vermogen zyner Krachten beyvert had. In de volgende Jaaren was Vader Kino met niets, anders bezig,dan met het vervorderen en ftandvaftig maken der Zendingen van Pimeria , welke in het midden der wreedfte Vervolging tegen hem en zyne Nieuwbekeerden begonnen waren; en vermits hy T 3 nie-  a94 De HISTORIE van niemand had, die hem daarin de behulpzaame Hand kon bieden, en de zeer wydluftige Provincie hier en daar door nieuwe Chriftenen en Leerlingen heilagen was, zo wierd hy genoodzaakt de moeijelykfte Reizen van het eene Einde na het ander te doen. Doch het was eerft in het Jaar 1706, wanneer hy na de Rivier Colorado keerde, en zyne Intrede aldaar deed met de voornaamfte Officieren van Sonora, welke op Bevel van den Gouverneur derwaards gezonden wierden , om het Land te bezigtigen; zynde hen Manuel de Ojuela, een Minderbroeder, toegevoegd. Zy vonden hetzelve nog in gelyken Staat als by de voorige Intrede, van waar zy wederom na Huys keerden, en Vader Kino vertrok insgelyks na zyne Zending, alwaar hy naar zynen gewoonenYvcr en Onverfchrokkenheid den Dienft van het Evangelie tot in het Jaar 1710 vervorderde, wanneer hy uyt dit aardfe Verblyf na de Wooningen deiEeuwigheid overging. VI. HOOFDSTUK. Nieuwe Omwentelingen in California, en de Vervordering der Zendingen aldaar , tot aan het Einde van het Jaar 1703. e Aankomft van Vader Juan Maria Salva\Jj Terra te Loretto verwekte alom eene onbeichryflyke Vreugde, dewyl men hem aldaar voor den algemeenen Vader dier Zending hield, en hem de allergrootfte Achting toedroeg ; byzonder wierd hy by den Vader Ugarte, die hem allerbeft kende, en zyn eerfte Boezemvriend was, met de uyterfte Verrukking van Blydfchap ontfangen. In 't eerft had hy  CALIFORNIA. 295 hy van zyne Overften nog geen Verlof kunnen verwerven , om in California te mogen blyven ; doch aangemerkt zynen blaakenden Yver en de onwederhoudelyke Begeerte, om in de nieuwe Zending onder de Heidenen mede te mogen werken , zo verkreeg hy hetzelve door Voorfpraak van Vader SalvaTerra, die aldaar ter rechter tyd verfcheen, en hem tot zynen Medegezel en Amptgenoot verkoor,doch zeer gevoelig gegrieft was , dewyl hy zynen altoos werkzaamen Agent binnen Mexico voortaan moeil derven. Men befloot ten eerften, dat Vader Piccolo na Nieuw-Spanjen zoude vertrekken , om de Bark te Matanchel te doen herftellen , en wyders het Belang der Zending aldaar te bevorderen. Vader Piccolo frak derhalve tweemaal in Zee , doch wierd telkens door het flordig Weêr genoodzaakt terug te komen, en dus wierd de Reis tot een gunftiger Jaargetyde uytgeflelt. Middelerwyle keerde Vader Piccolo na San Xaverio, om zyne Zending te bellieren, en Vader Ugarte bleef met Vader SalvaTerra te Loretto, om de Taal van het Land te leeren, en de behulpzaame Hand te bieden ter plaatfe, alwaar het nodig zoude zyn. Capitein Don Antonio Garcia da Mendoza'bleef alsnog in zyne Misnoegdheid volharden, het Guarnifoen ontruflen , en hetzelve by alle de geenen, welke eenig Gezag hadden, gehaat en zware te maken; doch ziende, dat na alle zyne herhaalde Klagten geen Bevel van Mexico quam , om hem van de Subordinatie der Vaders te ontheffen, en dat deze Van hunne zyde hem geenzins wilden toeflaan , de Indianen door de gedwongene Parel viffchery en andere hem voordeelige zwaare Bezigheden te plagen en te verdrukken, zo vond hy geraden zynen Lallbrief op te geeven, en van zyn Ampt af te zien. T 4 Va-  ao6 De HISTORIE van Vader Salva-Terra had hiertegen niet in te brengen , ftond hem zyne volle Begeerte toe , en benoemde in zyne Plaats tot Opvolger Ifidoro Figueyra, die niet lang daarna deed blyken, en wel by een zeer gedenkwaardig Geval, dat hy onwaardig was die Plaats te bekleeden. Dc Indianen van Vigge Viaundo hadden, door hunne Priefters en Geneesmeefters opgerokkend, ganfch fchielyk en onverwacht eene Zamenzweering gemaakt, om den eerwaarden Vader Piccolo te vermoorden , en zyne kleine Wooning en Capel onder de voet te haaien. Om hun Beftek te volvoeren , quamen eene ontelbaare Menigte dier Vloekverwanten ganfch verwoed derwaards afzakken ; en de dappere Tegenweer van eenige weinige getrouwe Nationalen kon het gevreesde Quaad niet keeren. Door Gods Voorzienigheid had Vader Piccolo zyn Huys en Wooning reeds te vooren verlaten. De Muytelingen dus in hunne Verwachting bedrogen, vielen verbitterd en raazende öp het Huys en de Capel • vernielden beide en alle de daarin zynde Meubelen. Vader Piccolo , van dien Opftand door eenen getrouwen en nieuwbekeerden Indiaan onderrecht, keerde na Loretto terug. Vigge Viaundo was echter van zodanig een Belang, dat men van dat Wingeweft niet kon afzien; als zynde de allerbequaamfte Streek van alle de Landen , welke tot nog toe ontdekt waren, om bezaait en bebouwt te kunnen worden; en de algemecne Veiligheid vereifchte derhalve, dat men zodanig eenen Stap ganfch niet onaangemerkt en ongeftraft moeft laten doorglyden. Dienvolgens trok de Luytenant Ifidoro Figueyra met een Detachement Soldaten op ; doch de Indianen teegen by derzelver Aannadering uyt hunne Rancherias op de Vlucht. Dê Soldaten waren van meening dezelve te vervolgen,  CALIFORNIA. 297 gen, doch hun Bevelhebber wilde het niet toeftaata. Zy keerden derhalven met hem zo misnoegd terug, dat zy daardoor gelegenheid vonden van hem af te mogen zetten en een ander Opperhoofd te verkiezen, hetgeen met meerderheid van Stemmen volvoert wierd. Don Eftevan Rodrigues Lorenzo wierd dan verkooren, om het Bewind in plaats van dien ondeugenden Ifidoro Figueyra te voeren, hetgeen hy met alle Eer en Achting waarnam tot en met het Jaar 1740. Doch dc Indianen, bemerkende de naare Gelleltenis van het Guarnifoen, hetgeen voor zyne Beveiliging , niet tegenllaande het gering Getal van Manfchappen, weinig Zorgdroeg, ondernamen, ten dage dat een hunner Landslieden, wegens de Deelneeming in het Verraad van San Xaverio, te Cinaloa door de Spitsgaarde gejaagc wierd, binnen het Guarnifoen te komen, cn zommige Pylen op den Capitein en de Soldaten af te fchieten, welke hen, zonder eenig Voordeel te behaalen , vervolgden. Einclelyk bevond men , de Rekening van achteren opmakende, den Indianen dit Misbedryf te moeten vergeven, en te meer, om dat zy reeds aan de hen voorgefchreevene Voorwaarden werkelyk voldaan hadden. Wanneer Vader Ugarte in het einde van her, voorfz. Jaar 1700 eene genoegzame Kennis in de Landtaal verkreegen had, en de Indianen van Vigge Viaundo zig geruft en wel vergenoegd betoonden , zo diende aan deze Zending vooral de Hand gehouden te worden. Vader Piccolo op zyn Vertrek na Nieuw-Spanjen ftaande, wierd door den Vader Ugarte inde Zending opgevolgt, en daartoe by Vader Salva-Terra beveiligt. Hy vertrok dan met zommige Soldaten ; doch zyne- Kloekmoedigheid wierd wel haaft beproeft. De Indianen , het zy «yt Misnoegdheid, of uyt Vrees voor de Soldaten, T 5 vloo*  C98 De HISTORIE van vlooden zo diep in het Land, dat men geduurende verfcheidene Dagen niemand van hen meer zag ten voorfchyn komen. De Soldaten wierden vervolgens zeer moeijelyk op den Vader, dewyl zy geene Indianen hadden, die hen oppaften, en hyaan hen ook niet wilde toeftaan dezelve te gaan opzoeken : Zy poogden hem eindelyk eenig Ongelyk en Hoon aan te doen, tot dat hy , hunne Trotsheid moede wordende, overging tot het Befluyt, dezelve uyt zynen Dienft te ontflaan , en alleen onder de Wilden te blyven , die maar zyne half-verzoende Vyanden waren , en de Zaak voor het overige aan Gods Voorzienigheid te Hellen. Na dat de Dag aldus gefleeten was , quam te Middernacht een Jonge , als Verfpieder,voor de Deur van het Leerlinghuys,dien de Vader na binnen deed komen, en zeer vriendelyk ontfing, zo dat hy na zyne Landslieden vergenoegd terug keerde, en aan dezelve boodfchapte wederom te willen komen , dewyl alle de Soldaten vertrokken waren. De Indianen volgden de eene na den anderen, zo dat hy, na eene verbazende Geduld en Lydzaamheid, het Genoegen had van zyne ganfche Kudde wederom byeen te zien , weshalven hy de geheele Zending op eenen valleren Grond begon te brengen. Hy ondernam dan tweederhande Oogmerken te volvoeren, van welke het eerfte ftrekte,om de Indianen te leeren en te onder wyzen:. hen vriendelyk overhaalende,omdagelyks in de Mis te komen, en de Bedeftonden en Catechifatien by te woonen , waardoor zy van hunne bedrieglyke Priefters of Tovenaars vervreemt wierden: Het andere was, hen tot den Landbouw te wennen; op hunne Beeften te paffen, en de Indianen , die tot eene geduurige Leêgheid overgegeven waren, en hun Voedzel in de Boffchen •zogten, te befchaven en een burgerlyk Leven te doen  CALIFORNIA. 290 doen aanvaarden. De Behendigheid en Voortduurendheid zyner nieuwe Zending hing voornamentlyk af van de Bezorging der nodige Onderftanden voor hem zelve en zyne Indianen, zonder langer op het onzekere Onderhoud van de Kuft van Nieuw-Spanjen eenigen ftaat te maken : Ook was die Voorziening hoognodig omtrent het Guarnifoen van Loretto , hetwelke dagelyks gevaar liep door Gebrek van Leeftocht te verloopen en te niet te gaan; want niet alleen moeiten hunne Kleedcren en andere Behoeftens , maar ook hun dagelyks Voedzel van de overzydfe Kult, door de dikwyls zeer onltuymige Zee, in eene Hechte Bark en ontrampeneerde Boot derwaards worden aangebragt. Loretto was van zo weinig goeden Grond voorzien, dien men kon bezaaijen, dat men niets dan eenen Bogaard van Vruchtboomen en eenen Moestuyn had kunnen aanleggen, doch die, naar mate hunner Grootte, zeer weinig uytIeeverden ; weshalve Vader Ugarte, die genoegzaam Land van eenen goeden Aart bezat, aannam, het algemeen Geryf, of ten minlten de noodzakelykfte Behoeftens, uytgenomen het Onderhoud zyner Indianen, te zullen verzekeren en bezorgen. Men kan naauwelyks naleiden, hoe groote Lichaams Ongemakken en VcrmoejenilTen van Geelt hy onder alle deze Wispelturigheden en het beellachtig Slach van Menfchen heeft moeten doorltaan, alhoewel dezelve in het oprechten van eenigerhande nieuwe Zending altoos gemeen zyn. Wy zullen echter eenige weinige Byzonderheden aanhaalen, waaruyt men eenig Denkbeeld en Begrip kan bekomen van de Zorg en Arbeid, welke met deze edelmoedige Onderneemingen ouaffcheidelyk gepaard gaan. Alle Morgen, na dat hy de Mis gedaan had,waarby hy zyne Nieuwbekeerden met alle Zedigheid en Eer-  300 De HISTORIE van Eerbied deed verfchynen, gaf hy een Ontbyt van Pozoli aan dezulken, welke aan den Arbeid moeiten gaan, om de Kerk en de Huyzen voor hemzelve en voor Indianen te bouwen; de Gronden tot Bebouwing van Onreinigheden te zuyveren; Groeven cn Affnydingen tot Waterleidingen , en Kuylen tot het planten van Boomen te maken, of het Zaailand te bereiden en te meften. In het bouwen was Vader Ugarte Bouwmeefter, Timmerman, Metzelaaren Opperman; want de Indianen waren van hunne aangeboorene Loomheid en Luyigheid, hoe zeer zy ook door zyn Voorbeeld aangemoedigt wierden, door geene goede Woorden noch Giften en Gaven af te brengen; zy zouden zekerlyk ten eenemale verflapt en verflaauwt zyn , indien zy niet gezien hadden , dat de Vader meerder en zwaarder Werk verrichtede dan zylieden zelve Hy ging hen voor en te boven in het haaien en aanbrengen van Steen; in het treden en kneden van Klei; in 't mengelen van Zand, en 't hakken, dragen, vervoeren en bearbeiden van Timmerhout; in 't graven en delven, en het handelen der Bouwftoffen. Hy was niet minder onvermoeid in zyn Dagwerk; hy velde de zwaare Pynboomen met zynen eigenen Byl; fplitfte de Rotzen met zynen Yzeren Koevoet; fchoot de Waterleidingen en Grachten met de Spade ; dreef de Beeften, welke hy voor zyne Zending bezorgt had, na de Weide en te Water, en onderwees hen geduurig door zyn eigen Voorbeeld in allerhande Slach van Arbeid. De Indianen konden in 't eerft , zo wel by gebrek van goed Begrip, als uyt hoofde hunner aangeboorene Traagheid en Loomigheid, tot dien nuttigen Arbeid niet wennen ; te meer dewyl zy daardoor van hunne gewoone Vryheid van in de BolTchen te loopen zwerven, ten eenemaal verhoeken wierden. Zy beproefden zyne Geduld in duy- zen-  CALIFORNIA. 301 zenderhande Gelegenheden; zy quamen laat, ofble^ ven in 't geheel achter; zagen den Arbeid aan, zonder de Handen aan 't Werk te flaan; liepen weg; Haken de Spot met hem, en floegen zelfs wel aan het muyten ; dreigende hem te dooden en zynen Arbeid te vernielen. Zulks alles moefl: hy met eene ongeiooflyke Verduldigheid verdragen, en kon zyne Toevlucht alleenlyk tot Zachtmoedigheid en Vriendelykheid neemen , die echter zomwylen met Ernft en Achtbaarheid gepaard was; vooral droeg hyZo'-g hen niet moeijelyk te maken, en zig altoos naar hunne Zwakheden te voegen. Alle Avonden wierden zy door den Vader voor de tweedemaal tot de Godsdienftigheid aangevoert, wanneer de Rozekrans gebeden en de Catechismus verklaart wierd , waarna hy gewoonelyk eenige Mondkofl en andere Behoeftens onder hen uytdeelde. In 't begin waren zy geduurende den Tyd zyner Prediking zeer moedwillig en laflig; gekfeheerden en boerteden met al hetgeen hy tot hen fprak. De •Vader verdroeg het eenigen tyd lang; doch eindelyk verweet hy het hen ook, en ziende geene kans hen door goede Woorden in Orde te houden, zo nam hy een vry gevaarlyk Middel by de hand, en beproefde zyn Oogmerk door Vrees te bereiken. Naaft hem 'ftond een Indiaan , die wegens zyne Sterkte in groote Achting was , en op zodanig een Voordeel fteunende, zig zelve aanmatigde veel ruuwer en onbefchofter dan de andere te mogen zyn. Vader Ugarte was mede een Man van eene fraaije Leeft en eene ongemeene Srerkte ; en bemerkende, dat de Indiaan in zyne Uytlachging op het hoogfte gekomen was, en andere opftookte , om hem in zyne Befpottingen te volgen , zo greep hy dien Karel by 't Hair, ligtede denzelven van den Grond, en fljngerdc hem herwaards en derwaards; hierop tee- geiï  302. De HISTORIE van gen alle de overige ganfch bevreeft aan 't loopen; doch quamen wel haafl een voor een terug, en de Vader wilt het zodanig te beleggen, dat zy alle wel begrepen , zig voor het toekomende ordentelyker tegen hem te moeten gedragen. Hy wierd eindelyk gewaar , dat hunne buytenfpoorige Spotternycn uyt zyne Misflagen in Woorden en derzelver Uytfpraak voortquamen, weshalven hy zig zelve daarin door de jonge Lieden deed onderrechten, dewyl hy ondervonden had , dat de oude en volwaffene Indianen hem uyt Hardnekkigheid qualyk onderweezen, alleenlyk , om Stof te hebben van over zyne Kromtaal in 't vervolg te kunnen lachgen. Alhoewel hy alle mogelyke Moeite deed , om de Botheid cn Traagheid dier ongelukkige Schepzels allcngskenste doen verdwynen, zo ging het echter daarmede zeer langzaam toe. Doch eindelyk quam hy ook deze Zwaarigheid door zynen onvermoeidcn Arbeid, Aanhoudendheid en Kloekmoedigheid te boven , volgens welke hy zig tot Verhecrlyking van zynen Schepper geenerhande Ongemakken liet verdrieten. In de volgende Jaaren zag Vader Ugarte de gezegende Vruchten zyner Verduldigheid • hy had de Indianen niet alleen tot de Kennis der ChriftelykeLeeringen gebragt, cn hen eene betamelykeEerbiedigheid en Aandacht by den Godsdienft ingeboezemd, maar dezelve ook tot een ftichtelyk Leven en Wandel opgeleidt, en hen alle de Wanbedryven van hunnen voorigen wilden en woellen Staat doen vergeeten. Hy wift hunne onleerzaame Leegheid tot den Arbeid te doen wennen, en kon jaarlyks eenen ryken Oogft van Tarw , Maiz en andere Graanen vergaderen. Men kan van hem getuygen, dat hy de Onmogelykheid zelve mogelyk gemaakt hebbe, in het bewateren en bebouwen van dorre en ruuwe Gronden, Hy won insgelyks eene aanzienlyke Menig-  CALIFORNIA. 3^ nigte uytftekende Wynen , van welke hy niet alleen de Zendingen in California voorzag, maar zelfs ook eenige na Nieuw-Spanjen zond , en tegen andere Behoeftens verruylde. Hy had insgelyks Stoeteryen enSchaapskoijen aangelegt,en was waarlyk de algemeene Voorraadbezorger van de Guarnifoenen en Zendingen, welke zonder den Byftand der Nyverheid en Kloekmoedigheid van Vader Ugarte niet lang zouden hebben kunnen Stand hóuden; want geenerhande Zwaarigheden en Ongemakken konden hem eenige Vrees aanjagen , of van zyn eens genomen Bellek doen afzien. Hy zag eindelyk zynen Arbeid met eenen gewenfchten Uytflag gezegend, en onder de Voortduurendheid van veelerhande Dwarsboomingen en Hindernilfen wierden alle zyne Wenfchen, Begeerte en Verlangen met eene gelukkige Vervulling gekroont. In 't Jaar 1707 was men in Nieuw-Spanjen ,by Gebrek van Regen, in de uyterfte Verlegenheid: Cinaloa en Sonora waren uyt gelyken hoofde in groote Droefheid gedompeld, en 'California lag ook onder de aanhoudende Droogte deerlyk te zuchten. Vader Ugarte bevond zig echter in Staat, van in eenen Brief op den 9 Juny aan Don Jofeph de Miranda te kunnen melden 1 „ Het zyn reeds „ twee volle Maanden, zedert de Zee- en Landlie„ den alhier goed Brood van onzen eigenen Oogft „ eeten, terwyl de arme Bewoonders der Overkuft „ in Cinaloa en Sonora van Gebrek verfmachten. „ Wie zoude ooit iets diergelyks gedroomt heb„ ben?" Deze Oogften , offchoon voor het ganfche Jaar niet toereikende, dienden echter grootelyks tot Vermindering en Verligcing der Lallen en andere Nooddruftigheden van gelykeNatuur, en ook,na dat men reeds de Indianen, de Guarnifoenen en de Zendia*  304 De HISTORIE van dingen van genoegzamen Voorraad voorzien had? om daaruyt zyn eigen Onderhoud te vinden. Maar om aan onze Lezers eensklaps een volkomen Denkbeeld te geeven van de Nyverheid en Yver van dien vroomen en godvruchtigen Man, zo zullen wy nog daarby voegen, hetgeen by hem in de volgende Jaaren gedaan en verricht wierd, om zyne naakte Indianen te kleeden. Wanneer zyne Schaapen , die hy van de Overkuft had doen komen , genoegzaam aangegroeid waren , dat de Indianen van derzelver Wol een goed Gebruyk konden maken , zo befloot hy dezelve te onderwyzen, hoe zy de Wol moeiten bereiden, fpinnen en tot Kleederen wecven. Vervolgens vervaardigde hy zelve de Spinrokken, Spinnewielen en Weefgetouwen. Doch om zodanig een voordeelig Bellek te vervorderen en te volvoeren, zond hy iemand v&Tipeque aan eenen Meelter-Wever, Antonio Moran genaamd, met Verzoek van over te willen komen, en zyne Indianen, voor eene Jaarwedde van vyf-honderdDaalders,in het weeven te onderrechten. Moran verbleef eenige Jaaren in California, tot dat de Indianen genoegzaam in dat Ambacht en in zommige andere Handwerkfelen onderrecht en geoeffend waren. Door deze nieuwe Manufacluuren bezuynigde hy de zwaare Koften voor Zeildoeken en Baaijen op eene zo flaatkundige als godvruchtige Wyze, welke het eenigft Middel zoude zyn, indien men dat Voorbeeld in Spanjen en America navolgde, ten opzigte het vertieren en llyten vati allerhande Slach van Handwerkzelen, om de Armoede en Ontvolking dier Landen, tot oneindig Nut en Voordeel van den Staat, eerlang en volkomen te herftellen. De Rampen en onaangenaame Toevallen van den Staat komen voornamentlyk uyt het Gebrek van Aanmoediging voort, en daaruyt veïvolgens de Behoeftigheid en Derving van Nyverheid  CALIFORNIA. 305 heid in het vervaardigen van zodanige Manufacturen, om welker Verkryging door Aankoop beide de Waerelddeclen uytgeput, 'en onze Vyanden ryk gemaakt worden. Deze Voordeden, welke door eene veeljaarige Oeffening en Bewerking van den onvermoeiden cn yverigen Vader Ugarte behaald en tot Stand gebragt waren, hadden by de andere Zendelingen behooren gevolgt en vervordert te worden , als de aüergewigtigfte Middelen tegen Verlegenheid, Hongersnood en Cevaaren, waarmede zy in de eerfte Jaaren hunner Ternederzetcingen hebben moeten worftelen. Het Jaar 1701 liep dus ten Einde, en met hetzelve ook de ganfche Voorraad van Leeftocht van het Guarnifoen te Loretto , weshalven het Vertrek van Vader P/fffo/o verhaalt wierd, zowel om den dringenden Nood tc kennen te geven , en Onderftanden langs de Kuft van Nieuw-Spanjen te zoeken, als ook te Guadalaxara en Mexico in eigen Perfoon te ontdekken, waaraan het haperde , dat alle zyne Beklag-Brieven van geene de minfte Uytwerkmg geweeft waren. Het was den 26 December, wanneer de Vader aan Boord ging. De Vaders' ' Ugarte cn Sak a-Terra bleeven onder de erootfte Bcnaauwdheid by het Volk van 't Guarnifoen, welke tot den 29Hen January 170a voortduurde, wanneer de Boot met eene Lading Maize, Meel en andere Behoeftens terug quam. Doch deze Voorraad was zeer bekrompen, en kon op verre na niet toereiken, .weshalve de Capitein Rodrigues Lorenzo daaromtrent in zyn Dagregiftcr aanmerkt ; „ De " Sl,]harn*gc Goedaardgheid van den eerwaarden „ Vader Salva-Terra omtrent de Indianen, in het „ uytdeelen van Liefdegiften, was zo uytfteekend, ,, dat wy andermaal door het grootfte Gebrek wier" fen overvallen." Hetzelve wierd in het Voorjaar L Deel. V en  So6 De HISTORIE van en den Zoomer zeer gevoelig, en veroorzaakte de uyterfte Verlegenheid. De verwachte Onderftanden in dat Jaargety bleeven achter, hetgeen men alleenlyk aan het herftellen van de Bark moeft toefchryven, welke langen tyd op de Werf bkef leggen; daarenboven ging het met de Inzameling van Leeftocht en andere Behoeftens zeer langzaam voort, en Wind en Weer vielen geduurig tegen, waardoor de Afzending nog meer vertraagde. De gewoone Bedeelingen waren reeds cemgen Tyd verminderd , en eindelyk geraakte de ganfche Voorraad van Leeftocht op, behalven eenig onbruykbaar Vleefch : Zy wierden dus genoodzaakt, gelyk de Indianen, hun eigen Vleefch te bezorgen; dagelyks langs het Strand na aangefpoelde VifTchen, en in t Gebergte na Pitabajas en ander Gewas en Wortelen te zoeken, en Vader Ugarte was altoos de eerfte in alle Toeftel en Bezighied, om voor zyn Volk de Koft te verfchaffen. Niemand kan de Brieven van dc Vaders zonder eene gevoelige Aandoening lezen, wanneer zy de Byzonderhedcn van den Honger en de Wederwaardigheid, waarmede zy te worftelen hadden, en de verfcheidene , om het Leven te houden , by hen aangewende Praftyken komen aan te haaien. Hun droevige Toeftand wierd nog meer verzwaart door eenen Opftand der Indianen , welke uyt de Onbefcheidenheid van eenen Soldaat, Poblanogenaamd, voortquam. Deze was dat Jaar met eene Indiaanfe Vrouw uyt deze Landftreek getrouwd, welke by de Vaders gedoopt was. In de Maand van Juny quam haare Moeder in het Camp, cn wift de jong getrouwde Vrouw over te haaien, haaren Man te verlaten, met haar te gaan bywoonen de Danferyen en andere Vermakelykheden , welke onder de Indianen te dierTyd,zynde de Inzameling der Pitabajas, ge-  CALIFORNIA. So? gepleegt worden. De Dochter Juyfterde zeer gaarne na dien Voorflag; zy vertrokken by nacht in ftj]te en zonder ontdekt te worden. De Soldaat, zyn Wvf ramende, verzogt den Capitein om Verlof hetzelve te mogen gaan zoeken en terug brengen. De C-ni tem ftond het hemroe, doch bepaalde zekeren Mitand, welke hy met moert te buyten gaan. De Soldaat vertrok met eenen zyner Makkers* en zyn Wvf met vindende quam hy onverrichter Zaak terug. Doch zyne Liefde of Gevoeligheid was zo groo? c? athy weinige Dagen daarna andermaal, in Gezelfchap van eenen Indiaan uyt California, na eene Rancheria ixok, alwaar hy een luyd Gejuych en d^eeCürnhvVr0lyl5heid Vernam' ^en oude Indiaan, die hem by geval ontmoetede en de Reden zyner Komft verftond, waarfchouwde hem ten fpoedi/ften terug re kee of andcBfns ^ P * » zyn Leven te zullen moeten verliezen, De Soldaat door zyne Driften verblind, ging den India n te' Lyve, d,e zyne Tegenweer deedfdoch dooi den Aanvaller terlïond onder de Voet gefchoten wierï Op het hooren van den Musketfchoot quamen dé Indianen uyt dc ganfche Rancheria voo • den dS fprmgen, en maakten den Soldaat met hunne Pylel msgelyks af; ook wierd zyn Makker door dl Call formanen gequetft, dochdiequam in't Camp terug om van het gebeurde Verflag te doen. VervoTgeS ï| de Capitein de Vaders te Londo waarfchouwen,om zig van daar na W/* te begeven l Hygelaftedewyderf drie Soldaten , welke te Santa Rofalia, het vS der Vifitatie van San Xaverio deVi^e, agen, Op hunne Hoede te zyn : Hy zelve trok meteen 1 deeltc van zyn Volk uyt, om na dat Misdrvf by% /» k Gcdeclte der was; temeer, dewy\ ~n y hem E^péJeMo^dheden «BggJ*, dat wyders, van de S^IS^S^ nieuwe Jaar- ^^^^^ -de kunnen zenden. Verhaal der Grond- van to^Sm«^»'^Ge*laren, aan Verwarringen, bekommeimywelke zo wel zyne Domeineals■ ^ ^ Perfoon bloot gefteld waren geenzms del duydelyke en ftiptelyke Beveelen, om aeze»pv ^  CALIFORNIA. 325 ïiCe cn heilzame Onderneemingen te vervorderen, deeden vcrflaauwen. Door de Rampen, welke de Vloot te Vigos waren overgekomen , wierd het meerder Gedeelte der Wcldoenders in Nieuw- Spanjen in het opfchieten van verdere Liefdegiften, ten behoeve der Zendelingen van California, vvcderhouden, cn dus waren derzelver Inzamelingen zo gering , dat Vader Baffaldna daarvoor alleenlyk maar zyne Bark kon laten -herftellen, cn eenige wéinige Behoeftens inkoopen, met dewelke hy, in gezelfchap van Vader Ugarte, die voor zig zelve de Opvolging van Vader Minutili in California verzogt en verkregen had, in Zee Hak, en in de Baai van San Dionyfio behouden aanquam, en wel met zo geringe Vertroolting, dat hy, noch het Guarnifoen van Loretto , daardoor in hunne Verlegenheid konden verligt worden. De Vaders en de Soldaten in California wierden in nog grootcre Bekommeringen gcdompelt, wanneer in het uytgaan van den Zomer het Gebrek aan alles ten hoogden Top gerezen was: Beide het groote en kleine Schip, welke na 't valte Land om Leeftocht gezeild waren, wierden, tot twee keeren toe, door de zwaare Stormen uyt het Noordweften, genoodzaakt ledig wederom terug te ftevcnen. De Manfchap van 't Guarnifoen, welke met de Matrozen en Indianen uyt Nieuw-Spanjen zeftig Zeilen uytmaakten, toonden zig zeer misnoegd te zyn, om dat de te Mexico verzogte en van daar verwagt wordende Betaaling hunner Soldyen en achterftallige Maandgelden niet quamen opdagen; zy wilden het Guarnifoen ten eenemaale verlaten, doch wierden in hun Befluyt wederhouden door de Liefde en het Ontzag, welke zy aan de Vaders toedroegen , en die zy zagen in geene mindere Verlegenheid dan zy zelve te zyn. Eindelyk nam het Gebrek aan alle BeX 3 hoef-  326 De HISTORIE van hoeftens zodanig toe, dat de Vader Juan Maria gedwongen wierd, alle de Vaders, benevens den Capitein, byeen te roepen, en te raadpleegen, ot men de Zending zoude verlaten, dan met^ femelde eerwaardige Vader zelve had waarlyk beflooten onder zvne Califomianen te blyven, of zig m Eenzaamheid van hen af te zonderen , van welk Voorneemen hy den SFebruary van dit Jaar_aan den Thefaurier Miranda Kennis gegeevenhad,als volgt : Ik zelve zal alleen, en zonder eenigen So daar, ' alhier blyven, het mag dan gaan zo het wil, en , ik geloof, dat Vader Ugarte het ook zal wil en doen." Zy waren dan de eenigfte twee, welke in afwezenheid der Vaders Piccolo en Bajfaldua aldaar terug bleven. Maar het kon met de Redenen niet overeengebragt worden, dat men die uyterlte Nood ook op de andere zoude fchuyven , welke, offchoon zy genegen mogten zyn zig zelve op te offeren, echter niet konden verfteeken worden van her Recht eener ongedwongene Verkiezing; ook was het niet voorzigtig en wys gehandeld, zodanig eene menigte Volks aan haar Verderf bloot te Hellen, noch, indien zulks quam te gebeuren, zig zelve alleen met den Haat en het Verwytwan Oorzaak aan zodanig een Ongeluk van alle te zyn, te willen bezwaaren. Het was volftrekt nodig en oirbaar, het Misnoegen van het Guarnifoen, hetgeen zo rechtvaardig als onherftelbaar fcheen, op alle mogelyke wyze te doen bedaaren. Alle de Vaders, de Capitein, en een ander Officier der Bezetringwergaderden derhalve, en de eerwaarde Vader Juan Maria deed aan dezelve den volgenden Voorflag. Dat het niet nodig was henlieden de tegen„ woordigc droevige Gefteldheid van Zaken m t breede voor te dragen , nademaal zy alle even y, ongelukkig waren in dezelve te zien en te voelen;  CALIFORNIA. 3*7 „ dat offchoon men dezelve geenzins aan een Ver„ zuym zyner behoorlyke Oplettendheid kon toe„ fchryven, dewyl zy alle Ooggetuygen van zynen „ onvermoeiden Yver en Arbeid geweeft waren, zy „ ook daarenboven nog volkomen en wel willen, „ dat Vader Bajfaldua onmogelyk zyn Oogmerk „ te Mexico had kunnen bereiken, en dat tegen5, woordig van daar geen fpoedige Onderilandmeer „ te wachten was: Dat het Guarnifoen cn de Zcn,, ding wel byzonder 's Konings Milddadigheid ver„ dienden, en dezelve ook door hem reeds onder„ recht waren van zyner Majefteit in de Maand Sep„ temher des voorledenen Jaars verleende opene „ Brieven; dat hy,na Mexico ontboden zynde, om „ over derzelver Volvoering cn Nakoming inOnder„ handeling te treden;echter het Land van California „ niet had willen verlaten, dan na alvoorens zyne „ Zending verligt en onderftcund , of ten eene„ maale opgeheven te zien : Dat, dewyl dc Nako„ ming van den Inhoud der voorfz. opene Brieven „ opgefchort, en de Nood en't Gebrek, dagelyks „ aangroeijende, geene Hoop tot Verligting over„ lieten, en het Wingeweft geduurig aan dezelve „ Onzekerheid en Bekommeringen bloot gefteld „ bleef, hy derhalve hen allen verzogt , hun Ge„ voelen vry en zonder Achterhouding te willen „ uyten en vaft Hellen , of zy niet alle, bene„ vens de Califomianen , welke genegen waren „ hen te volgen, in het groote en kleinder Vaar„ tuyg na de Kuft van Nieuw-Spanjen zouden „ overfteeken, en aldaar zo lange vertoeven , tot „ dat zig eene bequamere Gelegenheid en gunftige,, re Keer van Zaken opdeed, om de Terugreize „ na California te hervatten, en onder 's Konings ,, vermogende Hulp en Byftand, de Verovering „ van dat Wingeweft te voltooijen?" X 4 Va-  328 De HISTORIE van Vader Piccolo, als Stichter en Grondlegger der Zending, wilde, om niemand der overigen tot zyn Gevoelen over te haaien, zyne Meening niet uyten, en verklaarde daaromtrent ten eenemaale onverfchillig te zyn; doch Vader Ugarte fprak de Verlating der Zending en van het Land ldoekmoedig tegen; hy floeg voor: „ Dat alle degeene, welke „ vertrekken wilden, ontflagen, en van Getuygfchrif„ ten hunner verdiende Loonen en Wedden voor„ zien zouden worden ; dat hy voor het overige „ aannam, aan de Indianen wild Voedzel te bezor„ gen, tot dat de verwachte Voorraad van Leeftocht „ van de Ovcrzyde der Zee zoude aangekomen zyn; „ dat wyders hy zelve volkomen genoegen nam met „ de Pitabayas , Vruchten en Wortelen, welke „ zyne Vrienden, de Califomianen , aten." Hy wierd in zyne Uytfpraak en Befluyt onderfteunt door de Vaders Pedro Ugarte, Bajfaldua en Piccolo, en wel tot groote Blydfchap van Vader Sak a-Terra. Dc Capitein en andere van het Guarnifoen, welke tot die Onderhandeling genodigd cn verfcheenen waren , wierden over zodanig een Befluyt ganfch onthutll, en verklaarden: „ Dat, indien California „ verlaten wierd, zy alle daartegen cn tegen het Ge„ drag der Vaders folcmneelyk zouden protefteeren." Men maakte des niet tegenftaandc aan het Gemeen bekend, dat degeene, die maar wilde, ineen der twee Schepen aan Boord kon gaan, om na het vafte Land van Nieuw-Spanjen over te ffeeken, en dat men aan hen hunne Afrekeningen, tot Betaling aller Achterflallen , zoude mede geven ; doch geen van allen wilde dien Voorflag aanneemen; verklaarende eenpaarig en met luyder Stemme: „ Dat zy „ eeuwig en voor altoos by de Vaders zouden bly„ ven, en met hen leven en flerven." Ter zeiver tyd veranderde het Weer ten goede, en  CALIFORNIA. 329 en Vader Piccolo vertrok met de Bark na Guaymas, en het Schip met Brieven voor de Zendelingen na de Rivier Taqui. Vader Juan Ugarte, nu alleen, en dan by Soldaten en nieuwbekeerde Indianen verzeld, ging dagelyks uyt, om in de BolTchen en het Gebergte Vruchten te zamelen , Wortelen uyt te delven, en dezelve na Loretto te doen brengen. Hetzelve wierd ook by de Indianen van San Xaverio en van San Juan de Londo gedaan, om hunne Getrouwigheid te betuygen, en te doen blyken, dat zy wilvaardig waren hunne Vaders en zig zelve te verdeedigen, en van derzelver Moordenaars Wraak tc neemen. Zy toonden alle eensgezind, verduldig en kloekmoedig te zyn, om de uyterfte Elenden, waartoe zy nu gebragt waren, te ondergaan en door tc liaan. In het midden van dien hachgelyken Toelland van Zaken verledigde zig Vader Salva-Terra , by wien het Hoofd-Oogmerk alsnog de Overhand behield, eene Reis na Liguj of Malibat, bezuyden Loretto, te doen; de Gelegenheid dier Landftreek op te neemen, en aldaar, volgens het reeds genomen Befluyt, eene nieuwe Zending op te rechten, dewyl de benoorden de Rivier Mulege voorgeflagene Oprechting ondocneiyk bevonden was te zyn, en dc Wegen derwaards ten eenemaale onbruykbaar waren. Vader Salva-Terra bereikte de voorgenomene Plaats den izjuly; alleen verzeld door Vader Pedro Ugarte, éénen Soldaat en twee Indianen, welke laatfte hem tot Tolken moeiten dienen; dewyl de Landtaal daaromftreeks van degeene, welke te Loretto gefproken wordt, eenigzins verfchillende was; doch nader by de Rancheria komende, waren zy niet weinig verfchrikt, wanneer eene menigte Indianen , geheel onverwacht en eensklaps uyt eene Hinderlage voortrukkende, ganfch verwoed hunne X 5 Py-  330 De HISTORIE van Pylen op hen deeden afvliegen, waarop de Soldaat Francifco Xaverio Valenzuela zynen Zabel trok, denzelven met de eene Hand zwaaijende,deed fchitteren, en met de andere zyn Musketon in de Lucht iofchte, alleenlyk om den Indianen Vrees aan te jagen, hetgeen dan ook van eene gewenfchte Uytwerking was; want zo dra zy den zwaaren Slag van den Schoot hoorden, wierpen zy zig zelve en hunne Wapenen op den Grond neder; vervolgens zaten zy overeinde , en bleven hunne nieuwe Gatten al ftilletjes inwachten. De Vaders gaven aan hen door de Tolken te kennen, dat zy geenzins hoefden bevreeft te zyn; dat ze niet gekomen waren, om hun eenig Leed tc doen, maar alleenlyk, om hen te onthaaien en eene vriendelyke Gemeenfchap met elkander te onderhouden. Op deze Verklaaring quamen zy alle naderen, en de Vader, die by zommige van hen bekend was, omhelsde hen,en gaf aan ieder een klein Gefchenk; zeggende wyders, dat hy tot blyk van Vrede en Vriendfchap, tot hen gekomen was, om hen by den Vader Ugarte te brengen, die juyft hieromftreeks aangeland was, om met henlieden te leven, hen te onderfteunen, voor hen en hunne Kinderen Zorg te dragen, en hen in den Weg na den Hemel te onderwyzen. De Indianen betuygden hierop hunne Openhertigheid en Vriendelykhcid aan den Vader, en deeden, ten blyke van hunne goede Gefteltenis en Neigingen, hunne Vrouwen en Kinderen voor den dag komen. Zy namen wyders de Landftreek op, en bevonden dezelve ter Oprechting eener Hoofd-Zending volkomen bequaam te zyn. Doch dewyl alle de Zwaarigheden en Bekommeringen, waarmede men te dier Tyd had te worftelen, niet toelieten eene Capel of eenig ander Gebouw aldaar te ftichten , en den Landbouw te beginnen, zo beftond alle hunne Verrichting voor ditmaal daarin,  CALIFORNIA. 331 in, dat Vader Ugarte het Genoegen had,van zyne Zending Bezit te neemen met het doopen van achten-veertig Kinderen, welke door de Moeders gulhcrtig aangebragt wierden; zy keerden daarop na Loretto terug, waarover de Indianen zeer bedroefd waren, hoewel men hen verzekerde, haaft tot hunnent wederom te zullen komen, en teffens Vader Ugarte mede tc brengen. Het Schip en de Bark quamen, tot Blydfchap en Vertroofling van het Guarnifoen, met eenen goeden Voorraad van Leeftocht van de Rivier Taqui San Jofeph de Guaymas, in het uytgaan der Maand Augufïi,temg. In dit Jaar was Vader Salva-Terra, in plaats van Vader Pineyro, tot Vifitator der Zendingen van Cinaloa en Sonora benoemd; doch hy ftelde die Vilitatie geduurig uyt ; gedeeltelyk, om zyn zo zeer gelieid California in zulke droevige Ómftandigheden niet te verlaten , en gedeeltelyk, dewyl hy onderrecht was, dat men hem in Perfoon te Mexico verwachtede, om de door den Koning belaftc Vergadering by te woonen, welke Reis hy echter, om Redenen , zo even gemeld, insgelyks opfchortede : Hy ontfing vervolgens nieuwe Brieven van daar, waaruyt hy quam te zien, dat in de Zaaken van California niets kon gedaan worden, dan na dat hy te Mexico zoude aangekomen zyn; vermits hy nu zyne Zending, die voor eenigen Tyd van Leeftocht voorzien was, en zeer waarfchynelyk met noch grooteren Voorraad, op geregelde Tyden, uyt de Zendingen van Cinaloa en Sonora ftond geryft te worden, des te gerufter kon verlaten, zo befloot hy zonder uytftel te vertrekken. Hy vond zig echter wederom genoodzaakt de Reis tot in het uytgaan van September op te fehorten; zo wel om hetFeeir. der Inwying van de nieuwe Kerk te Loretto op den Dag der Geboorte van O. L. V. door eenen plechtige  332 De HISTORIE van gen Dienft te vieren, als ook, om dien Dag nog meer te verheerlyken, den Doop aan verfcheidene volwaffene Perfoonen toe te dienen , niet tegengaande daartoe de gewoone Tyd, ingevolge het oud Gebruyk der Kerk, en uytwyzens het Rituale Romanïtm , op Paafchen en Pinxteren bepaald was; vyaarby noch quam, dat hy alvoorens verfcheidene Schikkingen ten opzigte der Zendingen, en wel voornamentlyk van het Guarnifoen, had te maken. Onder de Soldaten was eenig Misnoegen gerezen, waardoor de brave Portugees Eftehan Lorenzo zynen Dienlt nederleide, offchoon hy anderzins redeïyk wel met zyn Ampt vergenoegd, en ook met de Vaders byzonder eensgezind en ééne Lyn trekkende was; hoe zeer nu ook de laatlten hem verzogten den Dienft te willen continueeren, zo mogt zulks alles niet helpen. De Vaandrig Ifidoro Grumeque bedankte insgelyks, en bood zig aan, den Vader na Mexico te verzeilen, hetgeen hy ookwerkelykdeed. De Vader benoemde hierop Nicolao Marqués, eenen Siciliaan, tot Capitein-Luytenant, en de Poft van Capitein wierd wederom vervult by Don Juan Baptifia Efcalante, toen ter tyd Vaandrig van het Guarnifoen te Nacofari in Sonora, die zig in zynen Dienft tegen de Apaches by uytftek wel gequeten had. Wyders ftelde men het Oppergezag van bet Guarnifoen en Zending in handen van Vader Ugarte , en voorzag denzelven , op zyn Vertrek, van zodanige Onderrechtingen , waarna hy zig in •alle voorvallende Gelegenheden kon gedragen. Wanneer nu alles gefchikt en wel bezorgd was, zo vertrok hy den eerften O Bob er van Matanchel na Guadalaxara, alwaar hy tot den 26 dier Maand vertoefde , om met de Leden der Audiencia, en wel voornamentlyk met den Heer Miranda, thans Auditeur, in Onderhandeling te treden. Inmiddels over-  CALIFORNIA. 333 overleed de Vader Vifitator Manuél Pineyro den ai Ottober binnen Mexico, en by de Opening van den tweeden Briéf éjt Romen wierd bevonden, dat Vader Juan Maria de Salva-Terra tot Provinciaal benoemd was. Hy quam in h begin van November, zonder iets van het gebeurde te weeten, binnen Mexico aan ; verzogt aldaar zeer ernftelyk van zulk een zwaarwigtig Ampt ontheven temogen worden, doordien zyn Heit en Ziel alleenlyk op de Zending van California geveffigd waren; gevende zyne Redenen daartoe met alle Ootmoed en Onderwerping aan het Provinciale Confiftorie te kennen. Doch hy wierd door de Vaders overwonnen en ©verschaalt, welke daartegen inbragten, dat de Wetfen en de Gewoonte in diergelyke Gevallen geenerhande Uytzondering konden veelen, en hy daarenboven verzekerd behoorde tc zyn , dat zyne eigene zo zeer geliefde Zending, zo wel als alle de andere, door hem als Provinciaal, zouden verligt en bevoordeelt worden. Hy aanvaardde daarop het geeftelyk Opperbefflcr der Provincie ; doch fchreef zonder uytftel daarover aan den Pater Generaal Tbyrfo Gonzales, met Verzoek van zynen Dienft te mogen nederleggen, om het Geluk en Genoegen te hebben, van onder zyne Califomianen te leven en te derven. Hy verkreeg inmiddels van den Onderkoning de Goedkeuring en de Bekrachtiging zyner in het Guarnifoen getïaane nieuwe Aanftelling van eenen Capitein en Capitein - Luytenant, en daarenboven nog de Continuatie der Soldyen van beide de gereformeerde Officiers, hetgeen hem tot grooten Roem cn Eerverftrckte, benevens de Verzekering, dat de Soldyen van beide de nieuwe voortaan ftiptelyk zouden betaalt worden. Wyders begon hy het Belang en Welzyn zyner Zending by den Onderkoning te bevorderen. ^ HOOFD-  334 De HISTORIE van VIII. HOOFDSTUK. De verdere Dienften , by Vader Salva-Terra aan California bewezen; de Gunftbtwy zingen van zyne Majefteit den Koningde Zwaarigheden en Hinderniffen tegen zy- nf'irZfJldjVê''hhmen mex'c° opgekomen, 'en dejfelfs Vifitatien , in de Hoedanigheid als Vat er Provinciaal gedaan. De nieuwe Provinciaal quam zyne Excellentie den Onderkoning dikwyls opwagcen, om aan denzdven van den Toeftand der Zending in California een volleedig Verflag te doen , en te verzoeten, dat het hem behagen mogt, zig naar den Laft en het Bevel van zyne Majefteit den Catholykcn Koning, als mede van den Hoogen Raad der Indien, zonder langere Opfchorting te voegen. Hier- ' op wierd byden Onderkoning eene generale Junta, of algemeene Vergadering, op den 6 ?w;y vaftee' ftelt, op welke de Vaders insgelyks zouden verfc'iynen; doch deze en andere Leden van den Raad die van sLands Gelegenheid de befte Kennis hadden konden derwaards niet komen. Het Raport van den Ihelauner, aangaande de fpoedige Betaling zo wel der oude als nieuwe aan de Zendingen toegelegde Onderftanden, Schepen en Guarnifoenen , wierd cenpaarig goedgekeurt; doch het Onderwerp der Oprechtmg van een nieuw Guarnifoen op de ZuydZee-Kuft, en de Betaling van zeker Getal Soldaten , uytgeftelt, tot dat de Vaders, en andere Leden der Regeering, die grondige Kennis van California, en de naby gelegene Zee hadden, daarover zouden gehoord zyn. Doch dit alles ongeacht wierd gee- ner-  CALIFORNIA. 335 nerhande werkelyke Betaling gedaan; zelfs niet van de voorige Achteritallen der 6000 Daalders, ten behoeve van de Zending by den Koning toegeftaan, alleenlyk wierd in eenen Brief, gedagteekend den 24 September van hetzelve Jaar 1704 , aan zyne Majefteit Kennis gegeven, dat, by eene in den Raad gepafleerde Acte, de Voldoening en Nakoming van 's Konings opene Brieven van den 28 December 1703 , uytgefteld en opgefchort was , tot na dat men met Vader Salva-Terra, ten dien einde uyt California na Mexico ontboden,daarover, en over meer andere byzondere Zaken , behoorlyk geraadpleegt zoude hebben. De Onderkoning verleende aan den nieuwen Pater Principaal, met zo groote Beleefdheid als Toegevendheid, een zeer lang Gehoor, en ftond over deffelfs Apoftolifen Yver, Nederigheid, Zachtzinnigheid en Kloekmoedigheid, en andere uytftekende Bequaamheden, opgetoogen en verfteld. Hy verkreeg Gelyk, dat aan 's Konings Beveelen, en aan den Inhoud van zyn Verzoek behoorde voldaan te worden. Ook wiejd daarenboven by het Minifterie der Koninglyke Audiencia, door zyne ingebragte Bewys- en Klemredenen ten volle overtuygd , aan hem de verzogte Onderhandeling toegeftaan. Thans was het allergunftigfteTydftip gekomen tot het houden eener Vergadering van zodanige Perfoonen, die het Land grondig kenden. Binnen Mexico bevonden zig de Stichter der Zending; de Capitein en Vendrig van het Guarnifoen, en daarenboven nog verfcheidene andere, die eene Reis na de Philippines gedaan hadden; maar daar wierd in 't geheel geene Junta gehouden. Ook wierd geene de minfte Hoop daartoe gegeven, zo dar de Vader Provinciaal Salva-Terra, ziende hoe de Zwaarigheden en Hinderpaalen daaromtrent  336 De H IS TOR IE van trcnt van alle zyden vermenigvuldigt wierden, tot het doen der Vifitatie van het Collegie vertrok en eerft na de Lente in het Jaar 1705 te Mexico terug quam , wanneer zig eenige Hoop tot het houden der Junta opdeed. Hy ftelde over het meergemelde Koninglyk Patent een Gedenkfchrift op, om hetzelve in de Vergadering ter Tafel te brengen; en nademaal daaruyt het Gevoelen van dien waardigen Man , omtrent het voorfz. Onderwerp, mitsgaders de Chriftelyke Eenvoudigheid en Vrymoedigheid zyner Uytdrukkingen komen te blyken, zo heb ik niet ondienftig geoordeelt, hetzelve ten behoeve myner Lezers alhier woordelyk in te laftchen. „ Met Believen uwer Excellentie. " 1Tk ^uan Mar'ta de Salva-Terra van de So» Jaiftèttitfe/Ui door uwe Excellentie herwaards „ ontboden, uyt krachte van zyner Majefteits Pa„ tent, in dato den 28 Oclober 1703, waarby uwe „ Excellentie gelaft word, de Meeningen en Ge„ voelens der Vaders omtrent de Zendingen in Ca„ lifomia te hooren cn op te neemen, ben ter Vol„ doening aan het voorfz. Patent, en ter Gehoor„ zaamheid aan het Bevel van uwe Excellentie, bin„ nen weinig meer dan één Maand Tyds, uyt Cali„ fornia in deze Stad gekomen. Zo dra ik my „ hier bevond, gaf men aan my te kennen, dat Va„ der M'anue'l Peneyro overleden ; ik daardoor „ tot Vader-Provinciaal van Nieuw-Spanjen verhe„ ven , en te gelyk nog Zendeling van California „ gebleven was. ,, In Voldoening aan zyner Majefteits Patent neem „ ik de Vryheid van aan uwe Excellentie te vertoo„ nen, dat het volftrekt onmogelyk zy met een en„ kei Schip in California te kunnen beftaan; nade- „ maal  CALIFORNIA. 337- „ maal wy reeds voor achtehalf Jaaren aldaar drie „ Schepen gehad , doch door Rampen op Zee, „ Stranding en Verongelukking; door het lang wag„ ten na derzelver Herftelling, Kielhaaling en Kren„ ging; door Gebrek van Voorraad, Onderftanden, „ Inkomften en Officiers, mitsgaders door de Ver„ afgelegenheid der Havens cn Kreeken, alwaar de„ zelve moeften gecalefaat worden, zeer dikmaals „ de grootfte Benaauwdheid en Verlegenheid uyt„ geftaan hebben : Want de Onderneeming is zo „ nieuw en verfch geleden, dat men tot den Dag „ van heden toe nog geene gereedere en bequame.„ re Wegen heeft kunnen uytvinden. „ Het zoude ook daaromtrent niet anders noch „ béter gegaan zyn, offchoon wy, gelyk ten tyde „ van Don Ifidoro de Otando , die de Koninglyke „ Thefaurie beftierde, overvloedig van Geld waren „ voorzien geworden; want van de drie aanzien„ lyke Schepen , uytdruklyk voor den Dienft van „ California gebouwd , is de Bylander nooit in „ California gekomen, en al de Uytflag beftond „ in eene vrugteloze Befteeding van 's Konings Pen„ ningen, Verlies van Voorraad en Leeftocht, be„ halven noch de Laften cn Loonen der Ambachts„ lieden, Soldaten en Matrozen : De twee andere „ Schepen, de Capitein en de Admiraal genaamd, „ waren van zeer weinig Nut, en de Ternederzet„ ting aan dc Haven de la Paz, het waare Middel„ punt der Placeres, of Paerelbanken, wierd fchan„ delyk verlaten , om dat de Admiraal niet tydig „ genoeg met de Onderftanden quam opdagen. „ Een ander Staal van ongelukkig Wanbeleid be„ ftond daarin, dat men door het vermoorden der „ Indianen, die, door den Admiraal op gekookte „ Maize genodigt, rondom eenen grooten Kétel „ zaten, de Natie der Guaycuranen, welke in de I' Deel. y Na-  338 De HISTORIE van „ Nabuurfchap woonden , tot Weerwraak tergdej. „ waarna men 70 Mylen hoogerop zig nccrfloeg, „ en geduurende tien Maanden aldaar zyn Verblyf „ hield, zonder eenig het minfte Schip noch Vaar„ tuyg te zien. „ Wyders moet ik aan uwe Excellentie van 's Lands„ Onvruchtbaarheid Verilag doen. Want zedert den „ Tyd, dat Fernando Cortes, en veele andere, „ die binnen het Verloop van 180 Jaaren aldaar aan „ Land geflapt zyn, heeft men geene Mogelykheid „ gezien, om hetzelve te kunnen bevolken; zulks „ is immers een vaft Teeken, dat men zo groote „ Zwaarigheden ontmoet heeft, welke men niet „ kon te boven komen : En had de allerheiligfte „ Maagd van Loretto te dezer gelegenheid niet de „ de Verwinnareffe en Stichtereftè van dat fchraale „ Geweft en der Zending geweeft, dan zoude het,, geene nu gedaan is, nimmermeer hebben kunnen „ volvoert worden, of ten minfte gecnen Stand ge„ houden hebben. Ik was geen Nieuweling myner „ Orde, wanneer ik dit Bellek maakte en volvoer„ de, maar reeds onder den Arbeid in Nieuiv-Bis„ cajen oud geworden, alwaar ik het Geluk had, „ by wege van blymocdige Verkeering met Span„ jaar den, zo wel Soldaten als Inwoonders, cn „ door myne Vriendelykheid tegen de Indianen, „ den Opftand dier Natie te beteugelen en te doen „ bedaaren. „ Ik zal in de derde Plaats, volgens myne voorfz. „ Kennis en Ondervinding, aan uwe Excellentie „ voor oogen Hellen het onvermydelyk Gevaar van „ dat Wingeweft te moeten verlaten, indien deVa„ ders in deze Beginzelen niet de Magt behouden, „ van eenen Commandant over een zo gering Ge„ tal Soldaten aan te ftellen of af te zetten. Want „ ik weet by Ondervinding , dat buyten zodanig „ eene  CALIFORNIA. 339. „ eene Magt, het my nooit gelukt zoude zyn eenen >» enkelen Stap landwaards in California te doen, „ en dat ik veel meer Tyd in de eerde Plaats onzer „ Aanlanding zoude hebben moeten flyten. Ook „ hebben de Commandanten , uyt Vrees van we„ derom afgedankt te worden, op de erndige Ver„ maningen der Vaders, in hun Gezag onderdeund, „ verfcheidene Ontdekkingen gedaan en het Land „ opgenomen en afgemeeten. „ Ik voeg hierby, dat de Paerels een derk en be„ koorlyk Lokaas zyn; en indien de Vaders, volgens „ hun voorfz. Gezag, niet alle Onbehoorlykheden „ cn Ongeryf hadden weeten voor te komen, dan „ zouden zommige geweldige Geeden, gelyk veel„ maals te vooren gebeurd is, onder allerhande „ Voorwendfels, de Indianen, zo wel Heidenen „ als Chridenen , tot het viflchen gedwongen, en „ zekere Schatting op hen gelegt hebben. Uyt zo„ dang eene Knevelary zoude onvermydelyk een „ Opdand, en gcvolgclyk het Verlies van het Land „ gefproten zyn, hetgeen, ten opzigte van deflèlfs „ Hobbclachtigheid, onmogelyk kon bereeden en „ herovert worden. Het drekte ook tot Gemak voor „ de Spaanfe Soldaten, welke, zig in een zo ver „ gelegen en door de Zee afgefneden Gewed be„ vindende, onder de Bcfcherming der Vaders, of „ derzelver Overden, veel geruder konden leven, „ dewyl dezelve de Magt hadden, van hunnen Ca„ pitein te mogen aanitellen en wederom af te zet„ ten , en zy konden verzekerd zyn , dat geener„ hande Verdrukking of Wreedheid hen in hunne „ Quartieren zoude overkomen , aan welkerhande „ Euvel dit Land voor alle andere byzonder valt is. „ By voorbeeld: Een Indiaan komt eenen Soldaat „ van zyne Kennis vinden, dien hy boven den Ca„ pitein bemint, om aan hem eene fraaije Paerel te Y % „ ver-  34o De HISTORIE van „ verkoopen : De Capitein zal zekerlyk zo wel op „ den Soldaat als op den Indiaan een quaad Oog „ hebben; en indien de Spaanfe Soldaat de ge„ kochte Paerel niet voor gclyke Prys, als zy hem „ kolt, aan zynen Capitein wil overlaten, dan wordt „ de laatlte woedende, en vervalt in zyne Driften „ tot de uyterfte Buytenfpoorigheid, zo als men „ ten tyde van Otondo verfcheidene Gevallen daar„ van gezien heeft, die zyne Soldaten en Matrozen „ in gclyke Gelegenheden zo wreedelyk behandelde, „ dat zy hem byna zouden vermoordt hebben. „ Wanneer men dat Gezag den Vaderen ont„ neemt, dan moet ik betuygen vooruyt te zien, „ dat de Liefde van zyner Majefteits Onderdanen „ allengskens zal verminderen, en op het laatlte ten „ eenemale komen op te houden. Dezelve moet „ ryzen of daalen, naar mate dat de Schattingen af„ en toeneemen, en het Vertrouwen zat eveneens, „ als Quik in den Barometer zyn; want dusdanig „ hebben zy Redenen van te duchten, dat alhet„ geen zy met de eene Hand bouwen, door de an„ dere wederom overhoop gefmeeten en vernielt „ wordt. Hierdoor zal insgelyks de Bronader der „ Liefdegiften en Onderftanden van veele byzonde„ re Perfoonen, zo Spanjaarden als Indianen „ van Nieuw-Bifcaje verdroogen ; geene Cali„ fornianen, Indianen of Spanjaards, zullen zig „ op het eerfte Verzoek der Vaders verledigen tot „ het verlaten hunner Landen, en in Barken over „ te ftevenen, gelyk drie Jaaren geleden gebeurd is, „ wanneer eene Bark met Spanjaards uyt Cinaloa „ tot onzen Byftand quam; de Oorlogslieden der „ getrouwe Natie van Taqui insgelyks in een Vaar„ tuyg overltaken, en alle welgewapend te Loretto „ in California aan Land flapten. Want zodanig „ eene Verandering van Oppergezag zoude zo wel „ de  CALIFORNIA. 341 » de Indianen' als de Spanjaarden affchrikken, de„ wyl zy alsdan op de Befcherming en de tedere „ Liefde der Vaders niet langer zouden kunnen ftaat „ maken; het zoude boven dien een der grootfte ti Verliezen voor dit nieuwe Wingewelt zyn, na„ demaal het wel bekend is, dat Don Ifidoro de „ Otondo, Admiraal van California, Capitein der „ Bezetting van Cinaloa, en Gouverneur dier Pro„ vincie, met alle zyn Gezag en herhaalde Bevee„ len van den Onderkoning, niet in ftaat was eenen „ enkelen Indiaan in Cinaloa en Sonora als Vry„ williger tot zynen Dienft te ligten; ook de wei„ nige onder hen, welke hy wegens hunne Boeve„ Hukken bevorderde, voeren voort en volharde„ den hunnen aangeboorenen Aart te doen blyken, „ en berokten den allereerften Opitand, na dat zy „ in 't Land gekomen waren. Ik verzeker derhalve, „ dat alle de voorfz. Beweegredenen, de Behoude„ nis van het Land, en de duurzaameBeveftiging „ van het Chrifïéndom aldaar, alleenlyk tot haar „ Oogmerk hebben. ,, Ik meen het oirbaar te zyn aan uwe Excellen„ tie te betoogen, dat de tot deze Onderneeming „ tot heden toe befteede Koften reeds eene Som van „ twaalf-honderd en vyf-en-twintig-duyzend Daal„ dersbedragen, buyten nog acht-en-zeftig duyzend „ Daalders, welke tot de Oprechting van zes Zen„ dingen uytgegeven zyn ; en van deze Sommen „ heeft de Thefaurie, geduurende zulk eenen reeks „ van Jaaren tot dezen Tyd toe, niet meer dan „ maar achttien duyzend Daalders opgefchooten; „ zynde het ganfche Overfchot dier groote Poften „ doordeZorge,Vlyt en den onvermoeidenArbeid „ der Vaders van de Maatfchappy befchikt en aan„ gebragt geworden. Door dit alles is aan zyne „ Majefteit een groote Dienft gefchied, en zyne Y 3 „ The-  34* De HISTORIE van „ Thefaurie raerkelyk verfchoont gebleven; het was „ ook uyt hoofde van dien, dat ik van zyne Majc„ fleit eene Party Manfchap van 25 Soldaten en „ eenen Commandant, alleenlyk ten behoeve van „ het Land, verzogt; een Verzoek voorzeker, het„ geen naar myn Gevoelen de grootmoedige Ge„ neigdheid van onzen Koning op verre na niet kon „ evenaaren. „ Ik ga voorby eenigerhande Aanmerkingen te maken over het in 't Jaar 1685 by den Raad des „ Konings genomen Befluyt, ten opzigte der Ver„ lating van California, na dat daaraan zulke ruy„ me Sommen vergeeffch beneed waren geworden. „ De Raad deed den Vader-Provinciaal der Maat„ fchappy, en by zyne afwezendhcid den Onder„ Provinciaal Vader Daniël Angelo Marras, in „ de Vergadering verfchynen, en floeg aan denzel„ ven voor , de Infchikkelykheid en Goedheid te ,-, willen hebben , om de eerwaarde Maatfchappy ,j met de ganfche Onderneeming op California „ voor haare Rekening te belaften, en dat op die ,, Voorwaarde aan haar Jaarlyks veertig duyzend „ Daalders uyt de Thefaurie zouden betaalt worden. Doch wanneer gemelde Vader Daniël Angelo Marras, het Confiftorie dier Provincie heb„ bende doen Vergaderen, dien Voorflag ter Ovcr„ weeging bragt, wierd dezelve met eenpaarigheid „ van Stemmen verworpen. Het is echter eene Waarheid, dat de Vader-Provinciaal Barnabé del <,i Soto, wanneer hy van zyne Vifitatie terug quam, ;, begon te begrypen, dat door het verwerpen dier „ Aanbieding het Welzyn der arme Califomianen5, zoude benadeelt en verwaarlooft worden; dat de5, zelve het eenigfte Middel uytleverde, waardoor „ men hctChriftcndom in dit Koningryk kon voort% planten. De Raad des Konings was ten volle ver-  CALIFORNIA. 343 zekerd, dat, wanneer men de ganfche Zaak in „ handen van dc Vaders liet, de Bckeering der Ca„ Uforniatien , en de Verwinning van dat ganfche „ Geweft allerbeft zoude kunnen volvoert worden; „ weshalven dan ook de Voorflag en het Verzoek, „ kort daarna by den Capitein Francifco de Luce„ nilla aan den Raad ingediend, waarby dezelve aannam gelyken Dienft, voor minder Geld, dan „ men aan de Vaders belooft had, ten behoeve van „ dc Kroon te zullen doen, zonder eens daarover „ raad te pleegen, van de hand gewezen en ver„ worpen wierd. „ Nademaal de Maatfchappy zelve de nodige „ Sommen niet bezuynigen kon; maar, op de Aan„ maaningen van den allerwaardigften Vader-Genc„ raai Tbyrfo Gonzales, in de Perfoon harer Zoo„ nen alle de Huyzen van welgegoede Lieden ging „ bezoeken, en zig ook by de Amptenaarcn en Ge„ rechtshoven vervoegde, om derzelver Onderftan„ den en Hulp tot de Onderwerping van dit Ko„ ningryk aan ons heilig Geloof, zo ben ik van Ge„ voelen, dat zulks niet byzonder door onze Maat„ fchappy alleen kan gedaan worden ; maar wel „ door middel van hernieuwde Beveelen en Voor„ fchryvingen uwer Excellentie ; terwyl het Raporc „ aan zyne Majefteit overgezonden wordt, en door „ de uyterfte Poogingen der Vaders zelve, om niet „ alleenlyk voor de geeftelyke, maar ook voor de „ tydelyke Belangen te zorgen; en wel als nu des „ te meer, daar zy den Onderftand van de dertien„ duyzend Daalders, welken zyne Majefteit weder„ om aangeboden heeft, daartoe kunnen bekeeren : „ De Vaders zullen daardoor verligt worden, wan„ neer zulks in tegendeel aan een waerelds Perfoon „ maar tot Beflommering zoude ftrekken; want by de Ondervinding, welke ik door het Beftier deY 4 ;, zër  344 De HISTORIE van „ zer Onderneeming geduurende acht Jaaren ver„ worvenheb, moet ik ronduyt betuygen, dat het „ volftrekt onmogelyk zy met die Som te handelen „ op zodanige Voorwaarden, als in de Brieven voor„ gefchreven zyn. „ En indien iemand mogt aanneemen aan die ,„ Voorwaarden te voldoen, en het Land met der„ tien duyzend Daalders vry te houden, die zoude „ zodanig eene Verbintenis uyt eene grove Onwe„ tendheid aan moeten gaan, of de Kroon met op„ zet zoeken te bedriegen, en alleenlyk zyn byzonj, der Voordeel te behertigen. Daardoor zouden „ duyzenderhande Tegenfpraaken en Twiften met „ de Vaders ryzen, die zig tegen diergelyke Verdrukking der Soldaten en Matrozen , en nog „ meer der Indianen, zo Chriftenen als Heidenen, „ onvermydelyk zouden moeten aankanten; zyzou„ de alle hunne Toevlucht tot de Wapenen neemen, „ en terwyl men zig daarover met Brieven en Ge„ fchriften aan 't Hof vervoegde, dan zoude echter, „ aleer daarop eenig Antwoord, hoe gunftig ook „ voor dc Indianen, terug kon komen, de Vlam „ van Opftand zig door alle de Geweften reeds ver„ fpreidt hebben ; want deze onbefchaafde Natie „ weet zig tegens de Onrechtvaardigheid niet an„ ders dan door de Wapenen te verzetten. Zoda„ nig een Commandant zal Jaar op Jaar genood,, zaakt zyn alle Slach van Leeftocht van over Zee „ te doen komen; en nademaal hetzelve, voorna„ mentlyk het Vleefch, dikmaals bedurven en vol „ Maijenis, aleer men het ontfangt, dan zullen de „ daarop vallende Koften ruym driemaal zo hoog „ loopen, dan men wel ftaat gemaakt had; dus zal, „ buyten eenen rekkelyken en redelyken Onder„ ftand, niemand, die zyn Vermogen niet mocd„ willig wil inbrokken, aldaar kunnen huysveften. Uyt  CALIFORNIA. 345 „ Uyt al het hiervooren aangehaalde befluyt ik, „ dat het Land van California, ten opzigte van. „ deszelfs barre Schraalheid, geene Spanjaarden, „ tot Inwoonders kan veelen,dewyl het zo veel niet „ opbrengt, dat enkele twee Vaders daaruyt hun „ Beftaan kunnen vinden; en tegenwoordig ont„ moet men niemand van de Spaanfe Natie, die „ zelfs in vruchtbaare en gematigde Geweften eeni„ gerhande Ternederzittingen zoude willen onder„ neemen, zonder by het Gouvernement voor zyne „ Moeite beloont, of in zyne Straf van Ballingfchap „ verligt te zyn; en al hetgeen daardoor zoude kun„ nen uytgewerkt worden , zal nergens anders in „ beftaan, dan alleenlyk het ganfche Geweft geduu„ rig, door hun onbehoorlyk en buytenfpoorig Ge„ drag, op te rokkenen, en Misnoegen en Twee„ dragt tuffchen de Ingezetenen en het Guarnifoen „ te zaaijen, waaruyt onvermydelyk een binnen„ landfe Oorlog moet voortkomen, gelyk zulks, „ weinige Jaaren geleden, tuffchen de Inboorlingen „ en Coloniften van Mexico en tuffchen de Spaan„ fe Soldaten gebleken is. „ Het laatfte Artykel behelft myn Antwoord tot „ de voorgeflagene Oprechting van een nieuw Guar„ nifoen aan de Overzyde of Weftkuft, langs welke .„ de Schepen na de Philippines hunnen Cours nee„ men. Het is een Artykel van Gewigt; voortfpruy„ tende uyt den allercatholykilen Inborft van den „ Koning, onzen Souverein, en uyt deffelfs edel„ moedige Ontferming over eene menigte zyner „ Onderdanen , welke aan de Schurfheid crevee„ ren, dewyl men eenige duyzend Uuren daarom„ ftreeks geene Plaats ontmoet, alwaar men het „ Volk aan Land kan zetten; hoewel men dezelve „ met verfch Vleefch en zuuringachrige Moeskruy„ den zoude kunnen genezen. Y5 ,, Ik  j46 Dz HISTORIE van „ Ik moet wyders dienaangaande betuygen, daa „ ik myne Levensdagen met groot Verdriet zoude h eindigen , wanneer men my met onverfchilligc „ Oogen deed aanzien, dat de verhevenfte Gedach„ ten en gewigtigfte Oogmerken zyner Majefteit, ,, welke met myne zo lange Jaaren gevoede Inzig„ ten en Poogingen overeenftemmen , ten eene.„ male verydelt en te loor geftelt wierden. Ik ben „ tot in het binnenfte myner Ziel gegrieft, wanneer ,, ik zodanig eene menigte Zieken zie, van welke „ zo veele, by gebrek van behoorlyke Voorziening, „ clendelyk moeten creveeren; en ik heb in alle „ myne Reizen, mocijelyken Arbeid en Ondernee,, mingen,altoos gepoogt, om dat Ongemak te ver„ helpen. Doch tegenwoordig is de Wille en Be„ geerte zyner Majefteit, niet om eenige nieuwe „ Kollen ten lafte der Thefaurie te brengen , door „ de Onderftanden, aan de Vaders, welke in de „ Bekeering der Ongelovigen reeds tot aan de Weft„ kuft toe gevorderd zyn , voorheenen toegelegd, „ nog meer te verhoogen ; maar alleenlyk , dat „ de Onderftand van dertien duyzend Daalders bin„ nen kort, en buyten de Kollen van een nieuw „ Guarnifoen, zoude betaald worden, wanneer dc„ zelve, by de Liefdegiften en vrywillige Schattin„ gen van weldadige Chriftenen gevoegd, zoude Ü kunnen toereiken, en men zig naar alle waar,, fchynlykheid van eenen goeden Uytflag durven verzekerd houden. Aangaande de zes duyzend „ Daalders tot Verligting der Laften , moet ik zeg- gen, dat daarmede nog geen één derde Gedeelte „ kan geboet worden ; en naauwelyks zal iemand begrypbn, hoe groote Moeite en Arbeid ik moet -,, ondergaan en doorftaan in 't ophaalen der voorfz. „ Liefdegiften, om het aan de nodige Som ontbre„ kende goed te maken. « Buy-  CALIFORNIA. 34? i-, Buyten en behalven de dertien duyzend Kroo„ nen, was het nodig, dat men voor twee Jaaren ,, zig van eene Bark uyt Peru moeit bedienen, wel„ ke, van Leeftocht en Matrozen behoorlyk voor„ zien, eenen Tocht na de Weftkuften deed , om „ derzelver Oevers, Baaijen en Kreeken te onder„ zoeken, en naauwkeurig op te neemen. Ik zelve „ ging mede fcheep, en zeilde van de 24 tot 27 ,,, Graden ; hierop bezogten wy de Ooftkuft , en „ quamen ter bepaalde Hoogte aan Land, terwyl „ dat op de Weftkuft de Bark zig by eenen Chinas„ Vaarder voegde, om aan deffelfs Capitein en Man„ fchappen Kennis te geven, dat op de Kuft van „ Nieuw-Spanjen geene Vyandlyke Schepen ver„ nomen wierden. ,, De tegenwoordige Staat van California is zo„ danig, dat zyne Majefteit, onze Souverein, in het' „ Bezit geraakt is van eene Landftreek ter Lengte „ van 50 Mylen langs de Kuft, te rekenen van Con„ ceptions-Baaï tot aan Aqua-Vercle toe ; zynde een Meir, 50 Mylen landwaards gelegen , het„ geen na eene byzondere Zee gelykt, die van de „ andere door het Gebergte afgefcheiden is, en „ ruym 100 Mylen in Omtrek heeft. Alles is daar„ omftreeks zo ftil cn vredelyk, dat de Vaders alom „ het Land kunnen doorreizen, zonder van eenige „ Wacht van Soldaten voorzien tc zyn; dewyl de „ Inboorlingen dier ganfche Streek zeer gewillig „ en gehoorzaam zig aan alles onderwerpen, en na „ der Vaders Beveelen voegen, het zy wat zy ook „ van hen komen te eifchen; ook gedragen zy zig „ ltiptclyk naar de Beveelen van den Capitein der j, Soldaten , en zyn al te maal gereed cn bereid, „ om met twaalf honderd nieuw-bekeerde Chrilte„ nen en Heidenfe Leerlingen de Wapenen tot on~ „ ze Verdeediging op te neemen. » Buy-  34§ De HISTORIE van „ Buyten deze reeds gemaakte Wingeweften, zyn „ nog meer andere Landftreeken alleenlyk maar „ ontdekt. Wy hebben driederlei Wegen opgeno„ men, welke na den Oever der daartegenover ge„ legeneWcftkuft loopen, en twee Dagreizen ver „ de Kuft zelve, langs welke dc Schepen uyt en na „ de Philippines gaan en komen, naauwkeurig be„ zigtigt; en alhoewel de Indianen , welke die „ Kuft bewoonen, uyt eene natuurlyke Vrees, op „ het gezigt onzer Soldaten op den Loop teegen, „ zo zyn dezelve alsnu echter ganfch befchaafd, en „ komen uyt eigene Beweging Vader Ugarte zeer „ dikwyls, in het tuffchen beide de Zéen gelegene „ Gebergte, op het allervriendelykfte bezoeken. ,, California is de Wyk en Schuylplaats van alle „ Spanjaarden, welke in de Zuyd-Zee door Storm „ beloopen cn van hunnen Cours verflagen worden. „ Twee Jaaren geleden hebben zeventig Perfoonen* „ wier Schepen verongelukt waren , en die zelve' „ van Honger cn Gebrek zouden geftorven zyn, „ hun Behoud en Onderhoud by ons gevonden! „ Daarenboven zyn in de tot nu toe geconquefteer„ de en ontdekte Geweften van California, naar „ alle waarfchynlykheid , eene menigte Mynen, „ welke tot groot Voordeel van zyne Majefteit zou„ den kunnen ftrekken, wanneer zy door ervaarene „ Bergwerkers onderzogt en bearbeidt wierden. „ Dus heb ik, om aan zyner Majefteits opene „ Brieven gehoorzaamd te voldoen, aan uwe Ex„ cellentie, van al hetgeen binnen het Bereik my„ nerKundigheid en Ondervinding bepaald is, Ver„ flag gedaan, en deze, ten Oirkunde der Waar„ heid, eigenhandig onderteekent. „ Gedaan te Mexico, den 25 Mey 1705. „ JUAN MARIA de SALVA-TERRA. Dien-  CALIFORNIA. 34S>\ Dienzei ven Dag, namentlyk den 25 Mey , behaagde het zyne Excellentie den Onderkoning te beveelen, dat het voorenftaande Vertoog van Vader Salva-Terra in handen van den Thefaurier-Generaal zoude geilek worden, om hetzelve te examineeren ; daarop Raport te doen, en vervolgens ter generaale Vergadering van den Raad over te brengen. Men had de grootlte Redenen ter waereld van te hoopen, dat die zo lang opgefchorte Vergadering zoude fland grypen; te meer, dewyl gemelde Vader, die allerbeft op'de daartegen ingebragt wordende Zwaarigheden kon antwoorden, binnen Mexico tegenwoordig was; doch de Vergadering wierd niet belegt. Vermits hy wederom zyne Hoop verydeld zag, zo vertrok die brave cn uytltekende Man in het midden der Maand Juny, als Provinciaal, na California, om de Zendingen aldaar te bezoeken, en bragt alle de Liefdegiften en Onderllanden , welke hy met alle mogelykheid had kunnen inzamelen, derwaards over: Ook vertrok met hem tegelyk de Portugees , Don Efleban Lorenzo , die voor de tweedemaal genoodzaakt wierd het Bevel over het Guarnifoen aldaar, als Capitein, te hervatten : Onderweg viliceerdc Vader Salva-Terra alle de Collegiaat-Huyzcn, welke hy doortrok, of die ter zyde lagen. Te Guadalaxara vertoefde hy tot in de Maand van Augufti, om met dc Leden der Audiencia aldaar te raadplcegcn over de Bevordering en Aanmoediging zyner Zending, terwyl het Bezoek der overige Collegiaat-I Iuyzen door hem aan Vader Jofeph Vellido aanbevoolcn bleef. Vader SalvaTerra had Mexico naauwelyks verlaten , wanneer aldaar den 27 Juny de generaale Vergadering gehouden , en het voorfz. opgeltelde Vertoog daarin gelezen wierd : Men befloot, dat, dewyl de omtrent het Onderwerp dier Zaak meeft kundige Per- foo-  35© De HISTORIE van foonen, gelyk by het Koninglyk Patent vereyfck wierd, niet tegenwoordig waren, men geenerhande Verandering in de bevoorens genomene Befluyten behoorde te maken, en alleenlyk te verblyven aan het Gewysde der junta van den 6 Juny van het voorleden Jaar, van welk, en ook van het tegenwoordige, men aan zyne Majefteit Raport zoude doen, en Deffelfs nadere Beveelen daaromtrent afwachten. Doch dit laatfte Befluyt wierd eerft acht Maanden daarna, namentlyk by Brieven van den 23 Maart 1706, na Madrid verzonden. Elk redclyk en verftandig Man moet over diergelyk een Gedrag ontzet en verfteld ftaan; want hy zal niet kunnen bevroeden, dat, onaangezien deze uytdrukkelyke en klaare Beveelen zyner Majefteit, zodanig een onmedogende Hardnekkigheid omtrent de arme Califomianen, alleenlyk en werkelyk uyt eene Begeerte, om gereede Penningen na Spanjen over te zenden, zoude voortgefproten zyn; ook kan men zig nooit verbeelden, dat het Gouvernement zig zoude hebben laaten begoochelen en voorinneemen door het quaadaartig Raport van het Gemeen, aangaande den overgrooten Rykdom en de onverzadelyke Gierigheid der Jezuïten , mitsgaders de Geruchten van derzelver Voordeel, welke zy uyt de Paerelviffchery van California trokken, om dat het Gouvernement zckerlyk daarvan ganfch anders en béter onderrecht was. Men moeft derhalve eenen anderen Oorfprong van dat Quaad nafpooren , cn dezelve beftond eigentlyk en wezendlyk in 't volgende: Vader SalvaTerra drong niet alleen aan, als Bewindhebber en Beftierder van California, dat de Jaarwedden aan zyne Zendingen aldaar, maar ook, als Vader-Provinciaal, aan die der Zendingen van de Jezuïten in Nieuiv-SpanjenftivJtelyk behoorden betaalt te worden.  CALIFORNIA. S$ den. De Achterftallen waren zodaning verouderd, dat de Zendelingen in beide de voorfz. Geweften, met hunne Kerken en de daaronder behoorende Indianen, zig zedert eenige Jaaren in eenen allerelendigften en droevigften Toeftand bevonden. By de Provincie was wel eene groote Somme Gelds geeifcht, doch dezelve was npg te gering en niet toereikende , om alle Zwaarigheden weg te neemen,j Daarenboven waren de gemeene Fondfen en die der Collegiaat-Huyzen grootelyks beflommerd, en men kon met geene mogclykheid bequaame Perfoonen , Boeken, Kerk-Cieraden , Gewaden cn andere noodzakelyke Behoeftens, hoe gering of eenvoudig dezelve ook mogten zyn, ten behoeve der ten hoogden verlegene Gemeentens uyt Europa bekomen. Doch onze Vader-Provinciaal vorderde niet meer noch béter in zyn Verzoek ten behoeve van deze laatde, dan in dat van zyne zo teder geliefde Califomianen. Hy herhaalde zyn Verzoek ten allen tyde en by alle gelegenheden, altoos mes dezelve Ootmoedigheid, doch geduurig zonder eenige de minfte Uytwerking. Eindelyk ziende, dat alle zyne Pogingen te leur geftelt wierden, en de Zendingen der Maatfchappy, onder welkers Bewind zy gefticht en aangegroeid waren, hoe langer hoe meer, buyten hoop van herftel, in duygen vielen; zo gaf hy, naar ingenomen Advys en met eenparige Toeftemming van alle verftandige en ernftige Jezuïten , eene volftrekte rondborftige Opzegging en Verlating van alle de Zendingen aan zyne Excellentie over, welke by de oudfte Vaders der Maatfchappy onderteekend was; met Verzoek , dat hy, als Onder- en Mede-Patroon, dezelve in het toekomende van Seculiere Priefters geliefde te voorzien. De Onderkoning was over dien ganfch onverwachten Stap der Vaders, die het zeer gaarne anders ge- wenfcht  35* D e H I S T O R IE van wenfcht zouden hebben, ten uyterften onthutft, en beval, dat de Wedden van dat Jaar zouden voldaan worden; doch de Achterftallen van voorige Jaaren bleven opgefchort, tot dat de Hoop van bétere Tyden vervuld zoude zyn. Hy volhardede echter in alle zyne heetgebakerde Driften, en California moeft in 't vervolg by alle Gelegenheden de Uytwerking van dezelve gevoelen. Geduurende deze Verhandelingen en Gebeurteniflen te Mexico, ontfing men het Raport, in de eerfte Vergadering van den cerften Juny 1704 uyrgebragt, te Madrid, alwaar hetzelve by den Hoogen-Raad der Indien in Overweging genomen wierd. Op deffelfs Advys en Goedvinden deed de Koning den 15 Augufïi 1705 nieuwe opene Brieven afvaardigen , waarby zyne Majefteit het Befluyt der gehoudene Junta goedkeurde , om ten opzigte van het nieuwe Guarnifoen op de'zuydelyke Kuft, alvoorens de Meening en het Goedvinden van Vader Salva-Terra af te wachten. Doch aangaande de dertien duyzend Daalders, tot het verwinnen en het oprechten van Ternederzettingen in California, reeds te vooren toegeftaan , wierd daarby wederom gelaft, dat dezelve zonder eenig verder Uytftel zouden betaalt, en van alles ten ipoedigften een naauwkeurig Bericht ingezonden worden : Dit Patent wierd den 20 Juny 1706 in tegenwoordigheid van den Onderkoning gelezen , en vervolgens in handen van den Thefaurier geftelt,om daarop te dienen van Bericht, hetgeen daarop uytquam, dat vermits Vader Salva-Terra reeds zyn Raport in Gefchrift gedaan had, men hetzelve aan zyne Majefteit kon zenden; met byvoeging, dat de geordonneerde Som van dertien duyzend Daalders reeds betaalt was, dewyl men die Betaaling, uyt krachte der Koninglyke herhaalde Beveelen, niet langer kon weigeren. Plet  CALIFORNIA. 353 Het Patent en Raport van den Thefaurier wierden wyders ter Vergadering van den Koninglyken Raad overgebragt, dewelke den 24 September van hetzelve Jaar befloot, na langen tyd ten overftaan van tien Onderkoning over den uytgeputten Staat van s Konings Inkomften geharrewart te hebben, dat het Vertoog van Vader Salva-Terra aan zyne Majefteit zoude gezonden worden, dewyl hetzelve verfcheidene Onderwerpen behelsde, welke noodzakelyk ter Kennis van den Koning behoorden te komen , om daarop Deffelfs nadere Beveelen af te wachten; en dat men voor het overige alles by de Befluyten der Vergadering van den 27 Juny 1704 zoude laten verblyven, zonder daarin, buyten 's Konings nieuwe Beveelen, eenige de minfte Verandering te maken. _ Het Vertoog van Vader Salva-Terra was reeds m Mey van het voorfz. Jaar na het Hof overgezonden, en nu wierd hetzelve andermaal, benevens de Aanmerkingen en Bedenkelykheden van den Onderkoning op zommige Articulen, derwaards bevordert Deze Handelingen wierden zo geheim gehouden, dat van dezelve niets kon uytlekken, en de Vaders waren onvermogend, om eenigen Stap ten behoeve hunner Zendingen te kunnen doen. Deze Papieren quamen in Spanjen aan, wanneer men aldaar Kennis bekomen had , dat de Zuyd-Zee door eene menigte Kapers geweldig onvry gemaakt wierd , en dat dezelve hunne Wyk en Schuylplaats op California hielden; onder deze Vrybuyters bevond zig ook eene Woods-Rogers, gelyk men uyt zyneReisbefchryving, begonnen met het Jaar 1708 , kan zien; zynde hetzelve Jaar, waarin men over dit Onderwerp te Madrid raadpleegde. Alle deze Stukken aldaar ter Tafel'van den Hoogenraad der Indien gebragt zynde, wierd by zyne Majefteit een ander ƒ. Deel. z pa.  354 De HISTORIE van Patent, gedateerd Buen-Retiro den 26 Juïy 1708, na Mexico afgevaardigt,• hetgeen drieleedig was: In het eerfte Lid wierd de Inhoud der voorgaande opene Brieven herhaalt; het tweede behelsde de Aanmerkingen op het Vertoog van Vader SalvaTerra, en op de door den Onderkoning daarby gevoegde Bedenkelykheden; in het derde wierd wederom gelaft de gereede en fpoedige Betaaling der zo lang betwifte dertien duyzend Daalders, en dat nien ten eerften de algemeene Vergadering van alle de Amptenaaren , Krygs-Officiers , en andere Perfoonen, welke van de Gelegenheid en Toefland der Kuften en Binnelanden van California grondige Kennis hadden, gelyk van te vooren reeds bevolen was , zoude hebben te houden ; en wyders , dat de Onderkoning de bequaamfte Plaats ter Oprechting van het zo lang gewenfcht Koninglyk Guarnifoen op de Kuft der Zuyd-Zee zoude hebben te bepaalen en aan te wyzen : Zyne Excellentie wierd teffens gevohnachtigt en in ftaat geftelt, om uyt de Koninglyke Inkomften zodanig eene Som van Penningen te mogen ligten, welke tot 'sKonings Dienft, en tot Voordeel van het Wingeweft van California, zouden vereifcht worden, mits daarvan behoorlyke Verantwoording en Rekening aan zyne Majefteit te doen. . Deze opene Brieven, in 't Jaar 1709 te Mexico aangekomen, en in handen van den Thefaurier gefteld zynde, zo was dezelve van Gevoelen, dat elk en een ieder Articul behoorde nagekomen te worden. De Onderkoning was van gelyk Advys, en beval derhalve, in Bewoording als volgt: „ Na inge' „ komen Raport van den Thefaurier, en achtervol„ gensonzeToeftemming, beveelen Wy by dezen, „ dat, om des te béter en gevoegelyker aan 'sKo„ ningsLaft, omtrent de Betaajing en Onderftan6 „ den  CALIFORNIA. 355 „ den der re lywaard gelegene Guarnifoenen, de „ nieuwe Patenten zyner Majefteit in Overweging „ genomen, en alle de daartoe betrekkelyke Papie„ ren aan den Raad overhandigd zullen worden, „ dewyl dezelve tot de eerfte en voornaamfte On„ derwerpen der Beraadneemingen over het Wel„ zyn der algemeene Zaaken, en tot Nakoming van „ zyner Majefteit uytdrukkelyke Beveelen, voorna„ mendyk ftrekken; en ook de Heer Thefaurier der „ Kroon, achtervolgens dien Laft, verlangt, dat by „ het Comptoir der Secretary naauwkeurig Onder„ zoek gedaan en eene Lyft vervaardigt worde, na „ en van alle zodanige Perfoonen van den Militai,, ren Stand binnen deze Stad Mexico, welke men zal „ oordeelen en bevinden eenige toereikende Kennis „ van die Geweften, Zeén, Rivieren en Wateren „ te hebben; alles ten einde, dat die by zyne Ma„ jefteit geordonneerde Onderneemingen , zonder „ Uytftel en met des te béteren Uytflag mogen vol„ voert worden." Door dit Befluyt wierd echter de Nakoming der Koninglyke opene Brieven, ten opzigte van de Betaaling der dertien duyzend Daalders zonder eenig Uytftel, op nieuws opgefchort, en aan de Overweging van den Raad des Konings in eene algemeene Vergadering verwezen; alhoewel uvt krachte van zyner Majefteit opene Brieven alle Üytvlucht dienaangaande ten eenemaale afgefneeden was. Des niet tegenftaande bleef de Onderkoning op zyn Ontflag van Charaéter aandringen, zonder zig in het minfte met de Zaken van California te bemoeijen, tot aan het Einde van 't Jaar 1710, wanneer hy door Don Fernando de Lancafter Nor onna y Syha, Hertog van Linares, opgevolgt wierd, die den eerten January 1711 zyne openbaare Intrede binnen Mexico hield. Z 2 De-  356 De HISTORIE van Deze uytmuntend-edelmoedige Heer was een Zoon van Don Agojiino de Lancafter, Heer vmAbraites, Marquis van Porto Seguro en Val de Fuentes, Graaf* van Mejorado , en van Donna Juana de Nor onna y Sylva, Hertogin van Linares; hy hereenigde in zynen Stam verfcheidene Geflachten der Koninglyke Huyzen van Caftilien, Portugal en Engeland; daarenboven quamen nog by zyne uytftekende Hoedanigheden en Ondervindingen van Zaken, dat hy zig als Vicaris vunltalien, OnderKoning van Sardinien, en Luytenant-Generaal der Arméen van Spanjen, byzonder wel ten genoege van de Kroon gequeten had. De Liefde en Toegenegenheid tot en voor de Maatfchappy der Jezuïten was in het Geflachte van dien braven Man erflyk, en dienvolgende, geduurende het ganfche Beloop zyner Regeering, de Yver omtrent de Befcherming der Zendingen van California onverzettelyk : Hy leide niet alleen ruyme Sommen van zyne eigene Penningen aan dezelve te kofte, maar bezorgde ook by andere gegoede Lieden binnen Mexico eene menigte Liefdegiften, om derzelver Aanwas te bevorderen. Wanneer de Jaaren zyner Regeering als Onderkoning ten einde liepen, wierd hy door zynen Neef Don Gaspar de Zumiga , Marquis de Valero daarin opgevolgt; en dewyl hy voorneemens was, om wederom na Spanjen te keeren, zo deed hy in volkomene Gezondheid zyne laatfte Wille opftellen, welke den 26 Maart 1717 binnen Mexico gezegelt en onderteekent wierd, en maakte daarby aan en ten behoeve der Zendelingen van California een derde Deel zyner Goederen; zynde al hetgeen waarvan hy kon disponeeren, om Redenen, dat zyn Vader alsnog in levenden Lyve was; luydende het 17de Articul van zyn Teftament aldus: „ Ik wil en „ begeer, dat uyt myne Goederen en Effeclen aan » de  CALIFORNIA. 357 „ de Zendingen van California vyfduyzend Dou„ blonen zullen gegeven worden, ter Dispofitie „ van de Vaders, welke zig ten tyde en wyle van „ myn Overlyden in de voorfz. Zendingen zullen „ bevinden, indien ik alhier kom te fterven; doch „ zo het in Europa mogt komen te gebeuren, dan „ zal de voorfz. Som aan den Procureur-Generaal „ der eerwaarde Maatfchappy der Jezuïten betaalt, „ en door dezelve na deze Provinciën overgemaakt ,, worden." Wanneer zyne Excellentie op het Punt Hond van na Vera-Crux te gaan, om zig aldaar fcheep te begeven, wierd dezelve zeer ziek, en op den 28 Mey van hetzelve Jaar opende hy zyne laatlte Wille, om dezelve nog eens te overzien , waarna zy wederom toegezegelt wierd.- En alhoewel hy by twee Codicillen in zommige byzondere Legaten eenige Verandering maakte, liet hy echter die ten behoeve der Zendingen van Califomiava haar geheel en onaangeroerd: In zodanig een gelukkig Gevoelen overleed hy den derden Juny daaraan volgende binnen Mexico, en wel in de Armen van Vader Francifco de Solcbaga, een Jezuït, en Hoogleeraar der Godgeleerdheid aldaar. Doch onaangezien de uytftekende Neiging en Schikking van dien edelmoedigen Man, welke hy voor zyne byzondere Perfoon omtrent de Zendingen en Zendelingen deed blyken, zo was hy echter, als Onderkoning, buyten Staat van aan dezelve eenigen Dienft te kunnen ofte mogen doen: De voorgaande Koninglyke Patenten wierden zo ftiptelyk geheim gehouden , dat hy niets het minfte van derzelver Inhoud kon ontdekken ; ook waren geduurende den Tyd zyner Regeering geenerhande nadere Beveelen omtrent de Zaken van California ten Hove ingekomen; de Vaders zelve zaten mede ftil, en verzogten verder om geene Gunit, alzozy Z 3 van  358 De HISTORIE van van de voorfz. laatfte Koninglyke Patenten insgelyks geene Kennis hebbende , zonder eenige Hoop van buycengewoone Onderftand zedert het Jaar 1705 moeften leven; en zelfs was de gewoone Betaaling in alle de Zendingen grootelyks verachterd; zy konden het verdere Conqueft van California niet anders dan door hunne eigene Middelen, en zelfs maar flaauwelyk, vervorderen. Hetzelve gebeurde ook in Sonora en Pimeria aan Vader Kino, die tot zyne groote Droefheid den Oogft in de zeer wyduytgeftrekte Landsdouwen voor de Zeiffe der Evangelie-Leer wel ryp zag, maar denzelven, by gebrek van behoorlyken Onderftand en genoegzaame Arbeiders , in de Schuur niet kon vergaderen. California moeft derhalve onder zodanig een Ongeryf noodzakelyk blyven zukkelen ; want niet alleen was het verfteeken van het zo lang verwachte Secours uyt Pimeria, wanneer die Zending eens ten volle geconquelteerd en bebouwd zoude zyn, en men van derzelver Kuft langs den Inham heenen, die volkomen ontdekt, en tot aan de Rivier Colorado naauwkeurig opgenomen was, het gewenfchte Nut zoude kunnen trekken; maar ook, dewyl het Hoofdoogmerk, om namentlyk de Verwinning der aan beide de Oevers dier Rivier gelegene Geweften te vervorderen, en de wederzyds opgerechte Zendingen met den anderen, tot onderlingfen Byftand, te vereenigen, mitsgaders de Ternederzettingen tot aan de vruchtbare Landsdouw van Puerto de Monte Rey uyt te breiden, door Onmacht geftaakt moeft worden. Deze ten uyterften gewigtige Onderneeming zoude buyten alle twyfel door de Vaders Salva-Terra en Kino volvoerd zyn, indien men hen, volgens zyner Majefteit Beveelen , had gelieven te onderfteunen; maar alles liep hen tegen, en wierd ten eenemaale gedwarsboomt.  CALIFORNIA. 359 Ik ben byzonder breedvoerig geweeft omcrent de by hen ontmoete Hinderpaalen, om daardoor te bewogen , dat alle degeene, welke de Maatfchappy van Verzuym en Nalatigheid in de Vervorderingen haarer Zendingen befchuldigen, geene de minfte Schaduw van Reden en Waarheid op hunne Zyde hebben. Ik heb de Uytkomften van verfcheidene Jaaren aan den anderen gehecht, om den Draad van myn Bericht niet te dikmaals af te breeken. Maar alsnu zullen wy eens na Vader Salva-Terra terug keeren, dien wy in de Maand Augufti 1705 by zyn Bezoek van het Collegiaat-Huys te Guadalaxara gelaten hebben. De Vader-Provinciaal had het voorfz. Bezoek wel haaft geëindigt, en ook met verfcheidene Leden der Audiencia aldaar, en met andere toegenegeneWeldoenders van California, in Onderhandeling geweeft; en verkregen en opgehaalt hebbende al hetgeen maar mogelyk was, vertrok hy daarmede na Matanchel; bragt zyne Onderftanden en Vervullingen aan Boord, en quam, na eene aangenaame en behoudene Reis, den 3o(fen Augufti in de Baai van San Dionyfio, binnen het Gezigt zyner geliefde Zending van Nueftra Senbora de Loretto del California ten Anker: Hy flapte, tot eene onbefchryflyke Vreugde, zo ten opzigte van hemzelve, als van de Vaders, de Soldaten, en ook de Indianen, die hem voor hunnen algemeenen Vader hielden, onder eene algemeene Toejuyching, aan Land. Hy vond dezelve echter niet in zodanigen Toeftand, als hy wel verwacht had; niet tegenftaande zy de nu en dan by Vader Piccolo uyt Sonora gezondene Onderftanden en Vervullingen wel ontfangen hadden. De Provinciaal had hem tot Vifitator dier Provincie aangeftelt, om dat diergelyk een Ampt een Onderwerp van gelyken Yver en Onvermoeidheid, als hy Z 4 be-  3óo De HISTORIE van bezat, vereifchte; daarenboven kon hy, door zyne Achtbaarheid en Ontzag getraafd, hoewel van eene armelyke Gedaante, uyt die rykere Zendingen zeer gemakkelyk eenige Onderftanden aan Leeftocht trekken , en na California overbrengen, alwaar dezelve volftrekt hoognodig waren. Hieromtrent was Vader Piccolo zo oplettend en yverig, dat men met waarheid kan zeggen, dat zyne Zorg en Liefde voor en tot de Zending dezelve dit Jaar behouden heeft. De eerwaarde Provinciaal bedankte hem dienzelven Dag , namentlyk den 30 Augufti, wanneer hy aan hem van zyne Komft te Loretto Kennis gaf, in de volgende Uytdrukking: „ God loon uwe Eerwaardigheid voor den Onder„ ftand ! welken gy gezonden hebt aan deze Va„ ders, die ik anders by myne Herwaardskomft zou„ de dood gevonden hebben." Door de Wreedheid en den Hoogmoed van den Capitein Escalante, die zig zo weinig aan het Oppergezag der Vaders ftoorde, als het geheel Guarnifoen zyn Bevel toonde te gehoorzamen , wies het Ongemak en teffens de Lydzaamheid der Vaders oogfchynelyk aan. Door zodanig een Wangedrag wierd Vader Ugarte eindelyk bewogen , en zelve genoodzaakt, een Verhaal daarvan aan Vader Salva-Terra na Mexico te zenden, om daarin de behoorlyke Voorziening te doen. De Vader bragt om die Redenen ook den Portugees Don Efteban Rodriguez Lorenzo mede, dien hy nu tot Capitein aanftelde, en teffens, door middel van zyne verwonderenswaardige Zachtmoedigheid, zo veel op de Gevoeligheid van Escalante over zyne Afzetting vermogt, dat hy nog eenigen tyd lang als flecht en gemeen Soldaat den Dienft in California bleef waarneemen, tot dat hy tot Capitein-Luytenant verhoogt, en na het Guarnifoen van Nacofari gezonden wierd, van waar hy frekomen was. ' De  CALIFORNIA. 361 De eerwaarde Provinciaal vertoefde twee Maanden in California, arbeidende met het Volk van het Guarnifoen en onder de Indianen niet anders, dan als of hy maar een gemeene Zendeling was. Hy wierd onderrecht, dat de Vaders Baffaldua, Juan Ugarte en Pedro Ugarte kort na zyne Afwezenheid van den anderen gefcheiden, en na San Juan Londo, na San Xaverio en na Loretto vertrokken waren, en wel de laatfte, om zig in de Taal nog verder te oeffenen, en teffens het Bewind over het Guarnifoen te voeren. Vader Juan Urgate had geduurende dat Jaar verfcheidene Gronden te San Xaverio tot Bouw- en Zaailanden bequaam gemaakt, en de Indianen in de Landbouw onderrecht, tot wiens Aanmoediging hy hen geduurig, als de eerfte Arbeider, voorgegaan was. Hy had wyders verfcheidene Vorderingen in die Landftreek volvoert, en veele Rancherias zo verre gebragt, dat zy zig zelve in Dorpen veranderd zagen. Hetzelve was ook by Vader Baffaldua in San Juan Londo gefchied, en de Stad daardoor vergroot geworden: Zommige Indianen quamen zig vry willig derwaards ternederzetten; andere, in het Gebergte en tuffchen de Rotfen opgejaagd en gevangen, wierden gelyk wilde Beeften aangebragt, en dus in deze twee Zendingen en derzelver Vifitatie-Steden, niet minder dan in de Hoofdftad Loretto, alle de gewoone Oeffeningen van Catechifatien der Kinderen en Volwaffëhen, de Uytdeeling van Pozoli, en andere tot de Zending behoorende Zaken, op het yverigft vervordert. De Provinciaal trok alle de Zendingen door; bezogt de Dorpen, welke men begonnen had aan te leggen, als mede de Rancherias, welke met dezelve in Vriendfchap leefden, en verwon, door zyne duydelyke en ligt-begrypelyke Onderwyzingen en lieftaligenOmgang,de Herten van alle de Indianen. Z 5 Hy  3Ö2 De HISTORIE van Hy prees wyders aan , de Zendingen te Lïgui of Malibat en op de Rivier Mulege tot ftand te brengen , waartoe hy alle bequame Middelen aan de hand gaf, om dezelve zonder Uytftel te kunnen volvoeren. Daar waren maar drie Zendelingen, en het was nodig, dat een van hen het Bewind en Bellier van 't Guarnifoen te Loretto, en der Zendingen van San Xaverio en Londo zoude moeten aanvaarden , terwyl de overige Vaders bezig waren met het oprechten der twee andere Zendingen. Het was v/aarlyk eene zo zwaare Laft, welke de Schouders van éénen en denzelven Man onmogelyk konden torffen. De Zorg in der tyd voor het Guarnifoen, deffelfs Magazynen, Leeftocht en derzelver Verdeeling; de Betaling der Soldyen van de Soldaten en Matrozen; de Oppaffing der Zieken en Indianen, en de Bezorging van Levensmiddelen en Onderftanden voor en aan de afwezende Vaders en Soldaten, waren zo menigvuldig en zwaar, dat niemand, die geene de minfte Beflommering ter waereld had, dezelve kon beheeren. Maar God voorzag daarin, en geliefde een bequaam Middel daartoe te befchikken. De Vader-Provinciaal had den Broeder Jayme Bravo, eenen naarftigen en zeer verftandigen Man, van een uytftekend-vroom en godsdienftig Gedrag, en die als Dienaar en Oppaflèr wylen den Vifitator Pineyro verzelt had, van Mexico overgebragt. Deze Broeder, verneemende , dat de Vader-Provinciaal na California zoude gaan, verzogt denzelven, om hem in eene zo verre en zwaare Reis te mogen verzeilen. Het Oogmerk van Broeder Jayme hieromtrent was, om van den Vader-Provinciaal Verlof te verwerven van in California te blyven, en de Vaders in den Dienft, tot de Zendingen betrekkelyk, te onderfteunen. De Tyds-Omftandigheden en de Gefteltenis van Zaaken begunftigden zyn herhaald Ver-  CALIFORNIA. 363 Verzoek : De Vader-Provinciaal zag, dat'er groot Gebrek aan Zendelingen was, en dat deze wenfchten eenen Broeder te mogen hebben, die hen in het bezorgen der tydelyke Belangen kon onderfteunen, terwyl zy de Handen vol hadden, om hunne Geeftelyke en Priefterlyke Bezigheden naar behooren te verrichten. Hy aanbeval hen gevolgelyk dezen van Yver blakenden Broeder Jayme Bravo, die geduurende den Tyd van veertien achtereenvolgende Jaaren, met eenen uytfteekenden Yver , als tydelyke Mede-Helper, aan de Zending en aan de Zendelingen de grootfte Dienften deed, tot dat men goedvond hem tot hetPriefterfchap toe te laten, en hem, als Mede-Zendeling, in zynen Yver ter Voortplanting van het Geloof des te meer te kunnen doen uytblinkea. De Vader-Provinciaal befloot zyne Vifitatie, zonder eenige fchriftelyke Beveelen, aangaande het toekomende Bewind der Regeering, achter te laten; het zy, dat hy, volgens zyne aangeboorene Zachtmoedigheid, dezelve niet wilde geven, dan onnodig oordeelde te zyn ; alleenlyk bezorgende , dat men van de Inftellingen , by den Vader Hernando Cavero, als Vifitator, voor andere Zendelingen ontworpen , en van zodanige Articulen, als in California konden te pas komen, naauwkeurige Affchriften nam. Na dat hy vervolgens van de Vaders, Soldaten en geliefde Indianen zynen Vaderlyken Affcheid genomen had, ftevende hy na Nieuw-Spanjen, om het Beftier dier Provincie te vervorderen, tot dat het verzogte Ontflag van het aan hem opgedragen Ampt uyt Romen zoude aankomen. IX. HOOFD-  3^4 De HISTORIE van IX. HOOFDSTUK. De twee Zendingen van San Juan Baptifta Ligui, en van Santa Rofalia Mulege; de Vordering en Vwrtgang van de andere, en een nieuwe Opneeming der Kuft aan de Zuyd-Zee. De Provinciaal had aan zyne Zendelingen in California voornamentlyk drie Dingen aanbevoolen ; eerftelyk , de beide Zendingen bezuyden en benoorden Loretto zonder verzuym te voltorjen; ten tweeden, het Land verderop te bezigdgen, en na gevoeglyke en bequaame Plaatfen voor nieuwe Zendingen te zoeken, onder aanbieding, dat, wanneer zy zouden gevonden zyn, hy dezelve van de nodige Zendelingen zoude voorzien; en laatftelyk, eene Opneeming van andere Streken langs de tegenover de Zuyd-Zee gelegene Kuft te doen, en eene Plaats uyt te vinden, alwaar de na de Philippines gaande en van daar komende Schepen veilig konden inloopen, welk Geryf men tot nog toe, hoe zeer gezogt en gewenfcht, had moeten derven. De Vader-Provinciaal was zo dra niet uyt het Land vertrokken, of de Stichtingen der Zendingen wierden by de hand genomen. Dienzelven Dag, zynde de laatfte November 1705 , aanvaardeden beide de Vaders, onder geleide en opzigt der Groote Moeder, Befchermlter en Voorftanderes hunner Zendingen, hunne Reis over Land langs verfcheidene Wegen : Vader Pedro Ugarte vertrok na de Kuft van Ligui, 14 Mylen bezuyden Loretto gelegen; en Vader Juan Manuël Baffaldua na de Rivier Mulege , ten Afftand van 40 Mylen noordwaards , terwyl Vader Juan Ugarte terug bleef, om  CALIFORNIA. 3^5 om voor de drie eerfte Zendingen en derzelver onderhoorige Dorpen Zorg te dragen. Vader Pedro bereikte de Kuft zonder veele Zwarigheid, dewyl de Landftreek langs dien Weg niet zeer hobbelachtig was. Deze Streek noemen de Monquis in hunne Taal Ligui, en de Laymones in de hunne Malibat; doch nu verkreeg dezelve den iSaam van San Juan Baptifta, ter Eere van Don Juan Baptifta Lopez, een Inwoonder van Mexico, die deze Zending met een Capitaal van tien duyzend Daalders begiftigde, hetwelke in zyne handen bleef, en waarvan hy Jaarlyks den Intereft aan de Maatfchappy, voor rekening dier Zending, betaalde. In het vervolg van Tyd had gemelde Weldoender het Ongeluk van zwaare Verliezen in zynen Koophandel te ondergaan , waardoor hy buyten ftaat geraakte het Capitaal en Intereft aan de Zending te betaalen, en dus was het ganfche Fonds verdweenen. De Zending wierd echter niet verlaten; en na dat de Indianen in de nabuurige Streeken bekeerd en in Rancherias en Dorpen verdeeld waren, wierden zy ter Bezorging en onder het Opzigt van andere Zendingen geftelt. Vader Pedro Ugarte vond zyne Indianen volkomen geruft en vreedzaam en zonder eenigen Achterdocht , alhoewel hy voor langen tyd geene andere Schuylplaats onder hen had, dan den Lommer der Masquites,en naderhand in eene Hut, die hy van de Takken der Boomen vervaardigde, terwyl de Capel en eene kleine Wooning van Adoves (ongebakkene Steenen) gebouwt wierd. Hy poogde de Toegenegenheid zyner Indianen door kleine Gefchenken en Liefkozingen hoe langer hoe meer te winnen; niet zo zeer, om hem in den Bouw behulpzaam te zyn, als wel, om hen den Catechismus behaaglyk te maken], welken hy hen,zo goed als hy kon,verklaarde, daar-  366 De HISTORIE van daarin by zommige Indianen van Loretto onderfteund, terwyl hy zig zelve in de Taal oeffende. Doch zyne Vriendelykheid kon by de Volwaflènen niets het minfte verwerven, dewyl zy, uyt hoofde hunner onverwinnelyke Luyheid, hem in geenerhande Dingen eene behulpzame Hand wilden leenen, alhoewel zy benevens andere eveneens door den Vader bedeelt wierden in Pozoli en andere eetbaare Waren, wanneer zy nooit in gebreke bleven van hem te komen vinden. Dus was hy genoodzaakt zig met den Byftand van Jongens te behelpen, welke hy door bekoorlyke Spyzen en Gefchenken hem overal deed volgen, waar hy maar wilde : Om dezelve nu aan eenigerhande Werk te leeren wennen, zo was het nodig zig van Vindingen en Konftgreepen te bedienen; zomwylen ging hy met hen eene Weddingfchap aan, wie deMesquites en kleine Struyken het gezwindfte uyt den Grond zoude rukken; zomwylen beloofde hy aan degeenen, welke de meefte Aarde wegdroegen, eene buytengewoone Belooning; hierby moet men niet vergeeten, dat de Vader zelve onder deze Kinderen een Kind wierd; hy tergde en vergde hen met de aarde Kluyten te fpeelen, en op de Klei te danfen. Hy deed zyne Sandalen uyt en trapte de Klei met bloote Voeten, waarin dan de Jongens hem al huppelende en fpringende navolgden; de Jongens zongen en waren vrolyk; de Vader zong mede, en dus bleven zy danfen, kneden en treden totEetenstyd toe. Hierdoor geraakte hy in ftaat van zyne elendige Wooning en de Capel te kunnen oprechten; welker Inwyding de andere Vaders quamen bywoonen. Hy bediende zig van gelyke Uytvindingen, om hunne Taal te leeren; hy leerde de Kinderen eenige Spaanfe Woorden, welke zy hem in 't vervolg ook in hunne Taal moeften leeren, en na dat hy door deze kleine Meefters, de Tolken van Loretto, en door  CALIFORNIA. 367 door zyne eigene Opmerkzaamheid en Redevoeringen onder de Volwaflènen, eene toereikende Kennis in hunne Taal verkregen had, zo begon hy aan deze arme Heidenen de Gronden van het Chnftendom voor te nellen; hy gebruykte duyzenderlei minnelyke Middelen en Wegen , om hen over te haaien ter Catechifatie te komen; hy bediende zig ook van de kleine Kinderen, om door hen, hetgeen zy geleert hadden, ook aan andere te laten weeten, en tot verder Onderwys by hem te doen komen. Dus beyverde hy zig met eene onverwinnelyke Standvaftigheid, Geduld en Arbeidzaamheid, de Wilden, welke daaromftreeks en in de nabuurige Rancherias woonden, tebefchaven, en tot Chriftenen te maken; hy ging ze zelfs in de Wouden en BolTchen, Kloven en Holen, opzoeken; onderwees dezelve,en geraakte eindelyk zo ver in de Voortplanting van 't Geloof, dat hy eene menigte Volwaffenen door den Heiligen Doop der algemeeneChriften-Kerk inlyfde,en deze nieuwe Ternederzetting eene goede Gedaante deed verkrygen. Vader Pedro was van Blydfchap opgewogen, dat zyn onvermoeide Arbeid eindelyk eenige Vruchten van groote Verwachting had voortgebragt, wanneer een flecht en gering Toeval, zonder van andere te mentlyk by de Vaders een Capitein of Commandant moge aangeftelt worden,dien zy oordeelen een Perfoon van Kloekmoedigheid, Beleid, Ondervinding en Godvruchtigheid te zyn, hoewel de Onderkoning denzelven moet goedkeuren ; eveneens is het ook met het aanneemen en afdanken der Soldaten gelegen; en eindelyk moeten de Capiteins en Soldaten alsnog van de Beveelen der Vaders in alle Vervorderingen, Begeleidingen en andere Gevallen, welke niet onmiddelbaar tot het Krygsbewind behooren, afhangkelyk blyven; en offchoon de Soldaten onder het Opperbeftier van den Capitein gefteld zyn, zo genieten zy echter gelyke Rechten en Vrydommen als die van 's Konings Heir-Leger; hun Dienft wordt gelyk gefchat, als of zy te Velde trokken, en op de Grenzen van 't Ryk geplaatft waren, en hunne Soldyen over gelyken Leelt gefchoeit met die van Sonora, Cinaloa en Nieinv-Biscayen; en wyders, dat de by den Vader en den Capitein geteckcndeGetuygfchriften zouden {trekken tot Volmachten, om de voorfz. Rechten en Vrydommen te kunnen en mogen gemeten; de Capitein van de Bezetting was teffens gerechtigd, om als Hoofd en Baüluw van het ganfche Land van California, mitsgaders over de Soldaten, het zy in krygs-of burgelyke Zaken, en over de Matrozen, Knechts, Ingezetenen en Indianen te gebieden; alle Gedingen te hooren, ontfeheiD d 4 den,  424 De HISTORIE van den, en de Gewysdens ter uytvoer te doen brengen, Hy wierd Capitein - Generaal , niet alleen binnen 's Lands, maar ook over de Zee en de Kuilen van California genoemt, en uyt dien hoofde wierd het eerfle en voornaamfte Vaartuyg van het Guarnifoen met den Naam van Capitana beftempelt; hetzelve voerde eene byzondere Vlag, en deed dezelve by het inlopen van eenigerhande Haven waaijen, uytgenomen in die van Aquapulco, wanneer het Schip van de Philippines aldaar mogt leggen. Laatftelyk; had hy nog bet Bewind en Opzigt der Parelviftchery, gelyk wy in 't vervolg zullen aantoonen. Het Beftier van Krygszaken in het Guarnifoen is, gelyk hetgeen in andere Bezettingen op de Grenzen Hand grypt, cn de Capitein verpligt daaraan naauwkeürig de hand te houden, de Overtreders re ftraffen, en zo het nodig geoordeelt wordt, weg te jagen; doch in het laatfte Geval, indien de Misdaad niet te zwaar is, worden de Soldaten, uyt den Dienft wel ontflagen, en van een Getuygfchrift, om elders hun Geluk te kunnen zoeken,voorzien: Geene oncpoorterde en buyten de Befcherming der Wet geflootene Perfoonen mogen tot Soldaten aangenomen worden; echter wierd in het eerfte Jaar, wanneer de Zending met verfcheidene Zwaarigheden te worftelen had, by den Thefaurier Miranda aan Vader Salva-Terra voorgcflagen, alzulke Perfoonen, die by de Audiencia tot den Dienft buyten Soldy gedoemd waren, in de Zending te willen ontfangen; doch de Vader weigerde dezelve aan te neemen,dewyl zy aan de nieuwe Ternederzettihg en omtrent het zedelyke meer quaad dan goed konden toebrengen : De meefte Soldaten neemen in de Bezetting hunne Pligt behoorlyk waar; 'de andere dienen tot Dekking en Begeleiding der Vaders, wanneer zy eene Reize in 't Land doen, of nieuwe Terneder- zetf  CALIFORNIA. 425 zettingen aanleggen. In ieder Zending bevindt zig geduurig een Soldaat die den Vader moet verzeilen enoppaflen; en alhoewel men daarvan heeft zoeken verfchoont te worden, wanneer men voor geene Indianen hoefde te vreezen, zo is het echter tot heden toe op gelyken Voet gebleven. Geenerhande Indianen van de overzydfe Kuit worden als Knechts in de Zendingen toegelaten, dewyl men by Ondervinding geleert heeft, dat dezelve niet dan Moeijelykheden enOnruft ftichten. De Vader is dikwyls verpligt uyt de Hoofdplaats ter bezoek van ander Dorpen en Rancherias te gaan, en teffens alle Uuren gehouden de Zieken in verfcheidene Streeken , zo dra hy geroepen wordt, te berechten. By deze Regeeringsform is iets byzonders , hetgeen aan zommigen zeer vreemd voorkomt ;namentlyk dat de Capitein en Soldaten onder het Bevel van den Vader flaan; en uyt dien hoofde zyn 's Konings Amptenaars, welke zo zeer voor de Eer van den Degen yveren, te meermaalen ten uyterflen gebelgd en misnoegd geweeft, en hebben daartegen hunne Klagten aan zyne Majefleit ingebragt. Eene meenigte andere Perfoonen vinden zulks zeer aanftootelyk, en laten alsnog hun Ongenoegen daarover blyken; zommige van hen, ik wil het gaarne bekennen, doen het uyt geen quaadaartig Opzet; doch de meefle uyt eenen ingewortelden en verouderden Haat en Tegenftreving omtrent alle de Vervorderingen , welke de Maatfchappy van \ begin af aan gemaakt heeft, en waarvan dezelve nooit zal ontheven worden, zo lang zy voortvaart de groote Oogmerken hunner Pligt en deEindens van derzelver Inftellingen te bereiken: Ook hebben de afgedankte en weggejaagde Soldaten de Inwoonders van NieuwSpanjen te meermaalen met onwaare Vernaaien en Klagten tegen de Vaders vooringenomen, welke alD d 5 le  426 De HISTORIE vaw le die Lafteringen zeer greerig als zuyvere Waarheden ontfingen; tegen de Vaders opgehitft, en dezelve zomwylen zo ver verleidt, dat zy verzekerden die Verongelykingen en gewaande Heerfchzucht krachtdadigft te keer te zullen gaan en affchaffen. Vader Salva-Terra was van alle die verkeerde Berichten ten lafte van de Maatfchappy in 't algemeen, en van hem in 't byzonder, ganfch niet onkundig. De quaadaartige Verkeringen wierden door de Wraakzucht van eenen Capitein en verfcheidene Soldaten, die geduurende dien Tyd door den Vader afgedankt en terug gezonden waren , nog meer geffaaft en geloofbaar gemaakt. Het was wyders eene bekende Zaak, dat de Kuft van California, in eenen Overvloed van Paarel-Banken bedeeld zynde, de Amptenaaren des Konings deed denken, dat de Vaders de Indianen en ook de Spanjaarden van het Guarnifoen nergens anders toe, dan tot de Parelviffchery bezigden ,en hen daarvoor Loon en Soldy deden betaalden, waarover de Vaders dikwyls het fchamperfte Verwyt moeften verkroppen : Wyders quamen van dien Vangft geene in handen van byzondere Perfoonen binnen Mexico , gelyk dezelve zig verbeeldden te behooren,ook ontfing de Koning niet het gewoone vyfde Deel van derzelver Waardy. Wat kon daaruyt anders opgemaakt worden, dan dat de Paarlen verduyftert; 's Koning Inkomften verkort, en de goede en openbaare Trouw daardoor gefchonden wierden ? Waar was het Voordeel en het Ontzag van cn voor den Koning, die zyne Troupen aan eene zo fchandelykeKnevelary derGeeftelykheid onderwierp, en aan dezelve daarenboven nog Jaargelden betaalde, Schepen leverde, en zulke groote Sommen befteede tot Onderhoud cn Befcherming der Bedriegers , welke , onder de kaaje Voorwend/els van het Geloof te planten en te bevorderen, 's Ko* nings  CALIFORNIA. fat nings Inkomften zo oogfchynclyk verkorteden? Zoude het betamelyk zyn, 's Konings Schatkift uyt te putten, alleenlyk, om de Eer- en Heerfchzucht der Je [uiten te genoegen ? Deze en meer andere diergelyke Smaadredenen, alle even Hecht gegrond, moeft Vader Salva-Terra verkroppen. Hy zag mede, hoe weinig hy zelve en de Vaders wegens hunne Zorg voor het tydelyk Belang van California geacht wierden; ook waren het Misverltand en de Moeijelykheden, welke zy zo meenigmaal met de Soldaten en Matrozen gehad hadden, hen geenzins vergeten. Doch Vader Salva-Terra, buyten zyne natuurlyke Schranderheid, door eene lange Ondervinding het Climaat dezer Geweften, de Gronden der Landen, en de Geaartheid der Inwoonders kennende , had reeds van het begin af begreepen, dat de Onderneeming der Verwinning van California op eene ganfch andere Wyze behoorde volvoert te worden, dan op zodanige, van welke men in Europa, en zelfs ook in America, zig gewoonelyk bedient. Het bleek hem klaar en duydelyk, dat alle Pogingen, Moeke en Kollen vergeeffch aangewend zouden zyn, indien de Capitein en het Guarnifoen niet van zyne Beveelen afhingen; mitsgaders, dat buyten het beheeren van die tydelyk, hoewel zeer laitig en koftbaar Beftier, de geeftelyke Verwinningen met geene mogelykheid konden vervordert worden. Van dit alles was hy zo wel overtuygd, dat hy, aleer dit Onderwerp volkomen geregeld cn vaftgefteld was, zynen voorgenomen Arbeid niet wilde aanvaarden. De gewigtige Redenen, waarom hy In diervoege de Zaak vervorderde, zyn gedeeltelyk in zyn Bericht, hierboven in het achtlte Iloofdlluk aangehaald, te vinden, en gedeeltelyk na te leiden, uyt hetgeen wy in het vyfde daarbevooren, ten opzigte der Provinvindevsn Sonora, gezegt hebben. De  4*8 De HISTORIE van De Capitein van het Guarnifoen, teffens Capitein ter Zee en langs de Kuft van California zynde, heeft eene volkomene Magt en Gezag over alle de Schepen en de daartoe behoorende Matrozen; doch reet ge yke Afhangkelykheid en Onderfchikking van de Vaders. De tot California behoorende Schepen zyn eigentlyk eene wy'de en ruyme Bark, om de Rekeningen en Betaalingen van Aquapulco, Matanchel en andere verafgelegene Havens af te haaien, en eene kleindere, tot Vervoering van Leeftocht en verdere Behoeftens van de Kuft van Sonora, en andere daaromftreeks gelegene Landen. Beide de voorfz, Schepen moeten op 's Konings Koften gebouwt, en met het daartoe behoorende Volk onderhouden worden ; doch van zestien groote en kleine Schepen welke tot het Jaar 1740 toe aan California behoort hebben , zyn twaaalf gebouwd of aangekocht ten Me en kofte der Zending. Wel is waar, dat, zo lang de Marquis de Cafa Fuerte als Onderkoning het Bewind gevoert heeft,deze Schepen om de twee Jaaren te Aquapulco gekielhaalt, en op koften der Inkomften herftelt wierden. Zeer dikwyls is het gebeurd, dat men op California maar een enkel Schip had , waardoor men in groote Verlegenheid en Gevaar geraakte; en aan dat Gebrek heeft men ©ok te wyten,dat de Ontdekkingen in den Inham nog «iet naar behooren hebben kunnen ondernomen en volvoert worden; en zelfs de laatfte wierd flechts met kleine Booten langs den Oever met de uyterfte Gevaaren volvoert, gelyk het daarvan gehoudene Dagregifter zal doen blyken. Om gelyke Redenen wierden ook de andere Opneemiugen der-Wefikuft van de Zuidzee voor nog moeijelyker en kofthaarder gehouden; alhoewel de Koning dezelve ia zyne Beveelen gelaft had te volvoeren. Het Oppergezag van den Capitein over de Barken  CALIFORNIA. 439 ken is niet minder van belang ten opzigte der Behoudenis en goede Regeering van California, dan hetgeen hy natuurlyker wyze over de Soldaten van de Bezetting voert; ook is zyne Af hangkelykheid en Onderfchikkïng van de Vaders omtrent dit Articul veel noodzakelyker,dan omtrent hetgeen den Dienft van 't Land betreft. De voornaamfte Beweegreden is,buyten en behalve verfcheidene andere, by Vader Salva-Terra in zyn meergemeld Bericht aangetoond. De Soldaten zoeken altoos gelegenheid, om Paarels langs de Kuft te viffchen; doch de Matrozen vlammen 'er nog meer op, dewyl zy veele hunner Kenniffen op de Kuft van Nieuiv-Gallicien en Cinaloa zo fchielyk by die Viffchery zien ryk worden; en indien derhalve de Capitein van het Guarnifoen het Bevel niet over de Barken te gelyk voerde, dan zoude daaruyt natuurlyk volgen, dat men dezelve te meermaalen, dan nu gefchiedt, in den Dienft der Zendingen zoude gebruyken; dus kan men op hen niet vertrouwen omtrent het Stuk der behoorlyke Bezorging van Leeftocht en Onderftanden; en indien de Capitein en Soldaten van de Je/uiten niet afhingen, dan zouden zy de eerfte zyn, die den anderen tot het duyken na de Paarels tot een Voorbeeld zouden verftrekken : Zy zouden ongetwyfeld, in plaats van de veroverde Wingeweften te bewaaren , de Vaders in hunne Vervorderingen te verzeilen , en de Zending in alle Voorvallen volgens Pligt behulpzaam te zyn, de Indianen en de Barken misbruyken en met geweld dwingen,om hunne Gierigheid ten fpoedigflen te verzadigen. Hieruyt kunnen immers geene andere Gevolgen voortvloeijen, dan dat de Indianen, door die Knevelaryen onderdrukt, geduurig zouden klagen, gevoelig zyn, wanhoopig worden, Zamenzweeringen fmeden, en eenen algemeenen Opltand verwekken; en dus zoude, na alle de  jfo De HISTORIE van de gedaane zwaare Moeite en Kollen,het onvermydelyk Verlies van 't ganfche Wingeweft niet kunnen afgeweert worden. Indien eenige Zaak anders uytvalt, dan is zulks enkel en alleen aan het Gebrek van grondige Kennis toe te fchryven, dewyl zy nimmer onderrecht worden van hetgeen 'er tot onzent omgaat. Dus was het volftrekt nodig, dat de aan California toebehoorende Schepen, zo wel in burgerlyke als militaire Gevallen, onder het Bellier van den Capitein der Bezetting, en deze onder het Oppergezag en Bevel der Vaders geftelt wierden ,• want de Jurisdiélie over alle de Schepen, welke den Zeeboezem van California bevaaren,was reeds van te vooren by de Regeering van Mexico aan den Capitein opgedragen. Wanneer de Jefuiten in California quamen, en de goede Verftandhouding langs de Kuft, van de Baai de la Paz tot la Concept ion toe, herftelden, zo wierd daardoor andermaal gelegenheid gegeven, den Handel en de Vilfchery van Paarels te hervatten, zonder daarin, naar de gewoone Tegenllreving der Indianen, door de Bewoonders der Kuft gellremt te worden. De Eilanders van San Jofeph, de Guaycuri en Coras, van la Paz af tot aan Cabo San Lucas toe, boden hunnen Dienft aan, om de Duykers te ftooren, om dat zy weleer veelvuldig Ongemak van dezelve hadden moeten verdragen , wanneer zy zig vervorderden te naby hunne Kuft te komen. De Inwoonders der Kuft van Nieuzv-Gallicien en Cinaloa, die te vooren, hoewel maar zelden, en wel met kleine Barken, en daarenboven met groot Gevaar, gêwoon waren op de PaarelvifTchery te komen, begonnen gtootere Vaartuygen te bouwen, en daarmede, zonder eenige Bekommering, na deOverkuft te zeilen, om den Vangit, of ten minften den Handel van Paarlen, te vervorderen;  CALIFORNIA. 431 ren; zy gebruykten daartoe voornamentlyk de Califomianen, welke langs het Strand woonden, en wel doorgaans door Dwang, hoewel zy nooit eenig gewigtig Voordeel konden behaalen. De Soldaten en Matrozen van het Guarnifoen verzogten te meermaalen, om na de Paarels te mogen duyken; doch Vader Salva-Terra,om alle Quaad voor te komen, vond goed zulks telkens te weigeren, en hen nimmer eenig het allerminfte Verlof daartoe te verleenen. Zulks verwekte een groot Misnoegen onder hen; veele verzogten ontflagen te zyn, en alle klaagden even zeer. De Vader was echter van zyn Oogmerk niet af te brengen, en wilde ronduyt nooit gedoogen, dat iemand na de Paarels zoude duyken. Hy wierd door een byzonder Geval noch meer in zyne Meening gefterkt. Hy had eene Bark na het nabuurig Eiland Carmen gezonden, dewelke aldaar langer achterbleef, dan de Dienft vereifchte. De Vader vermoedede, dat de Tyd met de Duyking verfpilt wierd; hy wierd in 't vervolg door byzondere Kundfchap daarvan ook verzekert, en was daarover zeer misnoegd. Het Guarnifoen was, uyt hoofde der Afdanking van Verfcheidene om diergelyke Misbaden, zeer verzwakt, en hy overleide by zig zelve, ofhy niet alle de Overtreders zoude afdanken, en in California alleen blyven. Hy befloot eindelyk dezelve uyt den Dienft te ontflaan, en betrouwde op Gods Voorzienigheid, in Hoop van eene verftJhe Verflerking van Manfchappen te zullen bekomen, waarin hy ook niet mifte. Omtrent het Einde van 't Jaar 1702 wierd door twee Barken zodanig eene Wanorde gepleegt, dat de Capitein met zommige Soldaten moeft opbreken, om de Indianen te befchermen. Na dat hy het Krakkeel gefcheiden had, vraagde hy het Volk van de Bark na de Vergunning van den Onderkoning, om  43a De HISTORIE van om temogen duyken;hetzelve antwoordde met eene Tegenvraag, of hy eenige Volmagt van den Onderkoning had, om als Rechter en Opperheer te handelen ? Doch vermits hy die niet kon vertoonen , zo liep de Zaak voor ditmaal niet verder. Wanneer de Capitein te Loretto aangekomen was, zond hyaan den Onderkoning een Bericht van het voorfz. Krakkeel , en van verfcheidene andere aan de Indianen gepleegde Geweldenaryen, mitsgaders van het ophanden Gevaar van eenen algemeenen Opftand, die onvermydelyk daaruyt zoude fpruyten, met Verzoek van onderrecht te mogen worden, hoe hy zig omtrent diergelyke Voorvallen in het toekomende zoude hebben te gedragen. Dit Bericht wierd den 18 Jamtary 1703 in 's Konings-Raad te Mexico gele-, zen, en in handen van den Thefaurier geftelt, die daarop van Gevoelen was,dat men de Paarelviffchery zo lang behoorde te verbieden, tot dat aan zyne Majefteit daarvan Verflag gedaan, en by dezelve daarin nader voorzien zoude zyn ; dat men Onderzoek behoorde te doen na alle degeenen, welke zig zonder Verlof het duyken aangematigt hadden, om dezelve , ingevolge de nieuwe Inflellingen, waarby hetzelve verboden was, te kunnen flraften; en dat, om voor het toekomende alle Wanorde te keeren, aan den Capitein van California eene Volmagt zoude gezonden worden, uyt kragte van welke hy alle de Vaartuygen, die ten Paarelvangft voeren, kon beletten en aanhouden. Doch de Vergadering befloot den a7di erzelver Maand,dat dieViffery aan niemand zoude verboden worden, die daartoe door den Onderkoning Verlof verkregen had: Dat de by den Fiscaal voorgeflagene Volmagt aan den Capitein van het Koninglyk Guarnifoen in California zoude gezonden, en de Vaders Salva-Terra en Piccolo verzogt worden, aan de. Ver-  CALIFORNIA. 433 Vergadering te berichten, of zodanig eene Volmagt ook eenigerhande Ongeryf zoude veroorzaken i Dat men de aan de Indianen gepleegde Geweldenaryen voor het toekomende door Waakzaamheid zoude hebben te verhoeden , of Geweld met GeWeld te keeren, en dat men derhalve geenzins ooirbaar oordeelde te zyn, uyt Vrees voor eenig Onheil, hetgeen zo gemakkelyk kon verholpen worden, een algemeen Voordeel te beletten en te verbieden. Vervolgens wierden de Beveelen, tot dat Befluyt betrekkelyk, na California afgevaardigt, alwaar de Capitein als nu gemagtigd was, om alle heimelyke en ongeoorloofde Parelduykingen te beletten, als mede de Indianen voor alle Knevelaryen en Verongelykingen te dekken. Vermits Vader Piccolo afwezend was, zo liet Vader Salva-Terra zyn byzonder Antwoord aan den Onderkoning afgaan in eenen Brief, gedagteekend Loretto 1704, van welken het oorfprongkelyke, by hem eigenhandig gefchreven, alsnog in bet Protocol der Secretary van Mexico bewaard blyft; behelzende hoofdzakelyk : Dat hec Verlof voor de Inwoonders der Overkuft, om na Paarlen te mogen duyken, om verfcheidene Rede-nen behoorlyk en rechtmatig was : Dat onder andere Voordeden zig ook bevonden de Aanwas der Koninglyke Inkomflen in de Vyfdens; de Aanmoediging ter Scheepvaart; de Scheepsbouw in den Zeeboezem en nabuurige Wateren, alwaar ieder Schip tot een Guarnifoen verflrekte ;• de Uytroeiiing der Vrybuytcrs; de fpoediger en veiliger Toevoer van Leeftocht ten tyde van Schaarsheid; het bequaam maken der Zeelieden in grooter Getal dan te voorenen eindelyk, dat de Billykheid ten opzigte van CalU firma vereifchte, aan de Kroon voor de genootene Weldaden en Gunden eenigzins haare Dankbaarheid ie doen blyken : Doch dat het teffens ganfch niet E e raad-  434 De HISTORIE va» raadzaam was, aan de Zeelieden, of aan den Capi^ cein en zyne Soldaten, Verlof te verkenen,om Paarels te viffchen, en veel min dezelve voor anderen daartoe te bevorderen, dewyl zulks de grootfte Ongelegenheden zoude na zig fleepen. Hy eindigde | i met het zeggen : Dat men van de Soldaten weinig goeds te verwachten had, zo wel ten opzigte der Verdediging van 't Land, als der Bedekkingen in het maken van Vervorderipgen, wanneer men aan hen toeitond na de Paarels te mogen duyken. Dit was hu het Antwoord van Vader Salva-Terra, waardoor de Junta in derzelver voorheen genomene Befluyten beveiligt, en de Onderkoning in ftaat geilek wierd ,van de befte Middelen tegen de ongeoorloofde Duyking, cn de Verkorting van 's Konings Vyfdens, werkfteiijg te maken'. Het is zeker, dat 's Konings Vyfde van ieder Duyker-Bark jaarlyks voor fwaal!'duyzend Daalders verpacht wierd; cn dit Artykel hewyft genoegzaam alleen,dat de Aangelegenheid van California nog veel vocrdeeliger zy, en grootelyks zoude kunnen vermeerden worden. Zodanig ftond het toen ter tyd met het nkuw-opgerechte Beftier der Paarel-Viffchery vzw California, naar het Gevoelen van Vader Salva-Terra, hetgeen hy geduurende zyn Leven handhaafde, cmookr tot heden toe van de zyde der Je f uiten, van het Guarnifoen te Loretto en de daartoe.behoorende Barken, onveranderlyk blyft ftand houden. Het is de Waarheid, cïat de Soldaten , en wel meer dan de Matrozen en hyzonderc Inwoonders van NieuwSpanjen , daardoor ten uyterlten gebelgt wierden ; en deze voegden zig te zamen , om hunne-. Lalteringen tegen de Vaders over de ganfche Wae-? reJu te venprciden. "s Onderkonings Beveelen, aan* gaande dc Paarel-VifTchcry, en d? Volmagt van den Capitein van Californiawkvdea zo dra niet bekend,- Mi ' 't*  CALIFORNIA. 435 of verfcheidene Inwoonders dier Kuft, wier ongeoorloofde Handel nu geftuyc was, vervulden alle Geweften mee hunne Klagten, en onder "alle dezelve waren die der Soldaten de aanmerkelykfte; voorgevende dat, offchoon dit Wingeweft de Vrucht van hunne Dapperheid en onvermoeiden Arbeid was, zy echter van het Genot der eenigfteZaak van Waarde in dat Land, namentlyk van de Paarelviiïchery, ontzet en verfteken bleven, daar dezelve echter aan een ieder van de Overkuft vry en geoorloofd was: Dat het zeer hard en bitter voor degeenen viel, welke door hunnen onvermoeiden Arbeid het vredclyk Bezit van 't Land verworven hadden, dat hen de Vryheid van deffelfs Vruchten te mogen genieten, geweigert wierd: Dat de Vaders op de grilzieke Verwinning van het GeWeli roemende, nooit de Indiaven tot het Viflchen gebruykten, noch aan hen toeftonden te mogen duyken; en dat derzelver eeni"fte Vrydom beftond in den Paarelhandel, en wei onder Bepaaling en'Voorwaarden, welke, tegen alle Redenen aan, voor de Indianen zeer gunltig, en vervolgens voor hen ten uyterften nadcelic en imadclyk waren. Hierin beftond de algemeene Klagte der Soldaten cn Matrozen, welke werkelvk afgedankt waren, of voorgaven afgedankt te zyn. Maar, indien men naar Waarheid en Rechtvaardigheid wil fpreeken, dan moet men ook betuygen, da't'er in California zommige Soldaten geweeft zyn en alsnog zyn, welke tot voordeel van de Vaders ganfch anders geruyedenen wel voornamentlyk de Oud-Capitein Don Eftevan Kodriguez Lorenzo, wiens goed Gedrag nooit naar Waarde kan geprezen worden. Doch aan de andere Zyde hebben de Vaders zig genoodzaakt bevonden het Schuym en Veegfel van de Waereld tot Soldaten aan te neemen, dewyl weinige andere gene-  43Ó De HISTORIE van negen waren na een zo zeer afgelegen Geweft te gaan, waardoor het Guarnifoen, zo wel als het bemannen derVaartuygen, voor de Zending ten uyterfien bezwaarlyk viel. Indien nu deze Zwaarigheden liand houden , wanneer de Soldaten en Matrozen onder het Bewind der Vaders gefield zyn, waar zouden dan de Zendingen belanden, zo zy van dezelve onafhangkelyk waren? ÈINDE van het EERSTE BOEK-DEEL. :z, nfflaoro si ibutV êtitiüyb ut/  HEDENDAAGS CHÊ HISTORIE, O F TEGENWOORDIGE STAAT VAN CALIFORNIA. Behelzende Eene nauwkeurige Befchryving van dat Geweft, deffelfs Grond, Bergen, Havens, Meiren, Rivieren en Zêent Dieren, GewaJJ'en, Mineralen en vermaarde ' Parel- Viftcheryen. De Gewoontens van deffelfs Inwoonders, hunnen Godsdienft, Regeering en Levenswyze voor derzelver^. keering tot den Christelyken Godsdienft, door de Zendelingen der J'efuiten. Mitsgaders De Berichten van verfcheidene Reizen en Tochten, tot Ternederzettingen derwaards gedaan; van de dadelv'ke Opneemingen dier Landftreek, derzelver Inham, en der Kuft van de Zuid-Zee. Opgeheldert Met een Kopere Plaat, en eene nauwkeurige Kaart van het Land en de naaftgelegene Zécn. Uyt het oorfprongkelyk Spaans van Micuel Veneg *3 jefuit te MexiSo, te Madrid in 't Jaar 1758 uytgekomen, in 't Engels en Frans, en nu in 't Nederduyts vertaald door J. J. D. TWEEDE DEEL. 'sGRAVENHAGE, ByJOHANNES MENSERT, M. DCC. L X X X I I I.  I  INHOUD VAN II E T TWEEDE B O E K-DE EL. Vervolg van de Derde Afdeeling. De Verovering van CALIFORNIA door de Je/uiten, en derzelver Verrichtingen aldaar tot den tegenwoordigen Tyd toe. Hoodfstuk- Pag. XIII. Zyne Majefteit de Koning zendt nieuwe Vtrfterkin&en na California; fader Salva- Terra ft erft op zyne Reis na Mexico ; de Toeftand van Zaken in bet voorfz. Geweft. x XIV. De Vervorderingen der Zendingen onder het Beftier der Vaders Siftiaga en Tamaral. De Stichting der Zending van La Puriffima. liet bouwen van een Schip in California, onder Opzigt van Vader Ugarte. Vader Bravo verwerft een tweede te Mexico : Hy fticht de Zending van La Paz, en Vader Helen die van Guadaloupe. 21 XV. Vader Guillen onderneemt de Opneeming der Weft-Kulr, en Vader Ugarte die van de Bocht van California tot aan de Rivier Colorado, en aan de Kuft der Zuydzee vierden drie Havens ent dtht. 40 • XVI. De  INHOUD. Hoofdstuk. pa!r, XVI. De Zending van Nueftra Senhora de los Dolores del Sur, door Vader Guillen, en die tw/SanJago de los Coras,door Vader Napoli gefticbt. typ XVII. De Oprechting der noordelyke Zending van San Ignatio door Vader Luyando, benevens derzelver Vervorderingen. Dood der Vaders Piccolo en Ugarte. Oproeren der Pericues , en Stichting der Zending van San Jofeph op Cabo San Lucas, door Vader Tamaral. 86 XVIII. Be Opneeming der Eilanden Los Dolores by Vader Taraval. Bericht van andere, in de Kreek van Santa Baf bara aan de Zuydzee ondertioomen. De Stichting der Zending van Santa Rola door dien Vader, en de Opftand der Coras, by gebrek van behoorlyk Guarnifoen. I0y XIX. De eerfte Aankomft van een der Galjoenen uyt de Philippines te Cabo San Lucas. De Ververfing van het Scheepsvolk en de Geneezing der Zieken. De Vaders Carranco en Tamaral ft erven als Martelaars door de Banden der Pericues. Vader Taraval ontkomt door de Vlucht. Vier Zendingen voorden afgelopen , verftrooit en vernielt. 120 XX. Alle de Zendelingen neemen, uyt Vrees en PVantrouwen voor de noordelyke Indmnm, bunne Vlucht na Loretto. Een ' zeer aanmerkenswaardig Voorbeeld van de Getroinvigheid der Yaquis. De genomene Maatregelen der Vaders , om de zuydelyfo Indianen te bevredigen. liet  INHOUD. Hoofdstuk. Het Ongeluk, het Galjoen van de Philippines overkomen. De Gouverneur van Cinaloa gaat na California. De Dood van den Vader Julian de Mayorga. De Pericues bedaaren ; en de Zending van San Lucas bekomt een nieuw Guarnifoen. 14* XXI. De zuydelyke Zendingen worden geluk¬ kig herfielt. De uytftekende Maatregelen , by Koning Philippus V. , tot Vervordering van bet Wingeweft genomen. Zyne tegenwoordige Majefteit Ferdinand VI. keurt dezelve volkomen goed. XXII. Jie Voorbereidingen , ter Voldoening aan de vQorenftaande Koninglyke Beveelen te Mexico gemaakt. De Pogingen , cm in de Provincie van Maqui %or te dringen. Vader Sedelmaijer begeeft zig na de Rivieren Gila en Colorado. DeKüH van California wordt tot aan de voorfz. Rivieren toeopgenomen. De Expedide van Vader Courfay tegens de Apates. De laatfte Berichten van de Zendingen van C amfornia, Sonora en Pimeria, tot bet Jaar 1752 tei, *7° " 2 Vi Eg.»  INHOUD. NA- Vier.de Afdeeling. Behelzende V. BYVOEGZELEN, tot het Bericht van CALIFORNIA behoorende. Pag. . INLEIDING. 209 bvvoegzel. I. Eene beknopte Bcfchryving der buytenfte Kuft van California,doorGomara. 221 II. Verhaal der Rcize van den Capitein Sebaflian Vizcaino in bet Jaar 1602; waarin de Buyten- o/Weft-Kuft van California aan de Zuydzee is opgenomen. 223 III. Verhaal ^«-Reize van Vader Fernando Con- fag, Zendeling van California, gedaan ter Opneeming der Ooft-Kuft van California tot aan derzelver uyterfte Einde, de Rivier Colorado; uyt Laft en op Bevel van Vader Chriftoval de Escobar en Slamas, Provinciaal van NieuwSpanjen , in 't jaar 1746. 298 IV. Eene Befchry ving van California, op- gefteld door den Capitein Wood Rogers, een Engelsman; alsmede van zynen Tocht, in bet Jaar 1710 na de Zuydzee gedaan. 341 V. Uyttrekzel van zommige Plaatfen in de Reisbefchryving van den Commandeur Anfon; benevens eene Verdediging van de Jefuiten. 049  Bladz. i NATUURLYKE en BURGERLYKE HISTORIE VAN CALIFORNIA. DERDE DEELS, XIII. HOOFDSTUK. Zyne Majefteit de Koning zendt nieuwe Verwerkingen na California; Vader SalvaTerra fterft op zyne Reis na Mexico; de Toeft and van Zaken in het voorfz. Geweft. TT "iret Jaar 1717 Wierd in hec midden van i J1 de Bekommeringen en Zorgen begon- f 11 nen, gelyk wy daarvan hiervooren in J i- J L_ het eerfte Boek-Deel gewaagt hebben. De onvermoeide Vader Salva-Terra was nu door hoogen Ouderdom en Ongemakken afgefloofd; de Pynelykheden van den Steen, waaraan hy lang gequync had, wierden hoe langer hoe hevi■ //. Deel. A " ger  a De HISTORIE van ger; doch zyn Yver kon echter nog niet verftaauwen, om zynen nuttelyken Arbeid te vervorderen, behalven wanneer hy buyten ftaat was van over einde te zyn, en alsdan maakte hy zyne meefte Bewerpen van ieder byzonder Ding met de grootfte Zorg en Oplettendheid. Doch het quam wel haaft te blyken, dat zyne Arbeid na het Einde fnelde. Vader Nicholas Tamaral, voor de beworpene Zending van la Purijftma befcheiden, quam in de Maand Maart in de Baai van San Dionyfto, of van Loretto aan, met Brieven van den Pater Provinciaal Gafpar Kodero, waarin gemeldt wierd, dat de nieuwe Onderkoning Don Gafpar de Zuniga, Marquis de Valero, op den 10 Augufti 's jaars te vooren te Mexico aangekomen was, en de uytdrükkelykfte en byzondere Beveelen van het Hof tot de Verwinning van California mede gebragt had; dat hy zelve ook zeer genegen was die gewigtige Zaak werkftellig te maken, ten welken einde zyne Excellentie zeer verlangde met den Vader SalvaTerra daarover te raadpleegen; hem verzoekende zonder uytftel na Mexico te keeren, in welk Vertrouwen hy Vader Tamaral had afgezonden, en hem, by zyne Terugreize, nog van andere Zendelingen en Medehelpers zoude voorzien , niet tegenftaande de Provincie daarvan niet al te rekkelyk bedeeld mogt zyn. De goede Vader Salva-Terra befloot, onaangezien zyne hooge Jaaren, Zwakheden en Pynen, geene Ongemakken , Gebrek noch Gevaaren te ontzien , en ging den 3iften dierzclver Maand na Matanchel fcheep, verzeld door Jayme Bravo, die hem in zynen bekommerden Toeftand niet wilde verlaten, terwyl het Bewind van Zaken aan Vader Ugarte opgedragen bleef. Zy hadden eene gemakkeïyke Reis van negen Dagen over den Inham;doch de  CALIFORNIA. 3 de Beweging by den verderen Tocht over Land na Tepique vergrootede de Pynelykheden van dien ouden Man, en wel zodanig,dat hy niet te Paerd kon .zitten: Nu wilden zyn Yver voor de Regeering, noch de Noodzakelykheid zyner Reize gedogen, zig langen Tyd te Tepique op te houden, weshalve hy zig op de Schouders der Indianen na Guadalaxara deed dragen , hetgeen met de grootfte Pynen gepaard ging. Dezelve namen alhier zodanig toe, dat hy geduurende twee Maanden met den Dood lag te worftelen. Wanneer hy nu bemerkte, dat zyne laatfte Uur quam naderen, zo deed hy Broeder Jayme by zig komen, dien hy onderrechtede en Volmagt gaf, om het Belang der Zending te Mexico te verVorderen , waarop hy met de uyterfte Gelatenheid den Geeft gaf. De ganfche Stad en de geheele Provincie was over zynen Dood ten uyterften bedroefd. Zy hadden hem lange Jaaren als haaren Vader bemint, en als eenen Man, van voorbeeldelyken Wandel en uytftekenden Yver in het bekeeren ter Indianen, in groote Achting gehouden ; dochjover eene Omftandigheid waren de Lieden van allerhande Staat en Rang het meefte aangedaan; namenrlyk over de buyeengewoone Droefheid en Verlegenheid der Califomianen , welke met hem mede gekomen waren. De ganfche Srad woonde zyne Begravenis by; alle Plaatfen weergalmden van zynen Lof, en zyne Overblyfzelen wierden in de Capel, by hem ter Eer van O. L. V. van Loretto gefticht, bygezet. Vader Bravo fchikte de verfcheidene aan hem overhandigde Gefchriften in Orde; èn begaf zig na Mexico, alwaar hy den Onderkoning volkomen ge* negen vond, om het Welzyn der Zending, zo wel als de Verwinning van California, te bevorderen. Het Bevel daartoe Was by zyne Majefteit Philippus F.den zojanuary i7i6onderteekend,en eindigde, A a na  4 De HISTORIE van na de Herhaaling van alle de voorgaande Beveelen, tot en met het laatfte van den zóüenjuly 1708, in dÊzeUytdrukkingen: „ En nademaal nooit eeniger„ hande Rekenfchap aan den Raad der Indien ge„ daan is van de Volvoering myner laatlte ernftelyke „ Beveelen, noch eenig het minfte Verflag van den „ tegenwoordigen Staat der Bekeering van de Cali„ fornianen ; en overwegende de groote Aange„ legenheid der Aanmoediging en Bevordering van „ den Chrillelyken Godsdienft aldaar, door alle „ maar mogelyke Middelen en Wegen, zo heb Ik „ goedgevonden aan u deze Zaak bekend te maken, „ ten einde gy, daarvan behoorlyk onderrecht zyn„ de, u zelve,gelyk Ik u by dezen gelalt en beveel, zorgvuldig en met allen Yver U zult hebben te ,1 benaarftigen, de Volvoering en Nakoming der den „ 26 july ijoS gegevene Lalt cn Volmagt,byzon„ der ter* Vervordering'van dat Wingeweit Itrekkenj] de, te doen verligten en gemakkelyk temaken, „ en My Verllag tc doen van al hetgeen omtrent de „ Volvoering dezer Beveelen zal verricht zyn; doch ]] zonder eenige de minde Verandering in de Form „ der Regeering en het Beltier van Zaken in Cali^ fornia te gedoogen; maar alles op dien Voet te „ laten, als het aldaar tot nu toe geweeft is, ten „ einde Ik , na hetzelve ontfangen en onderzogt te hebben , in het vervolg zodanige Maatregelen „ daaromtrent moge neemen, als lk zal oordeelen „ te behooren : Want zulks is myne Wille en Wel„ behagen". Dit Bevel quam ten eenemaale voort uyt de ernItige Begeerte des Konings, om Calijomia te verwinnen, en wierd by den Abt Julio Alkeroni, toen ter tyd het Bewind van Zaken voerende, opgewakltert: De fchrandere Denkbeelden van dien Prelaat bezielden niet alleen den Koophandel en de Scheepvaart  CALIFORNIA. 5 vaart van Spanjen in Europa en op de Ooft-Kuft van America, maar deden denzelven ook op de Kullen der Zuyd-Zee herleven, welke ter dier Tyd door de vyandlyke Kapers, ongeftraft ontruft wier-, den. Deze vernuftige en wakkere Staats-Dienaar,' die kort daarna tot het Purper verheven wierd, h id gelaft alle de Zaken, welke van den Raad der Indxti afhingen, voor hem open te leggen, wanneer hy daaronder een Bewerp van de Verovering van California vondj hetgeen wel reeds ondernomen, doch geduurende acht Jaaren in de Vergetenheid hegraven Was gebleven. Zyn fchrandere Geeft begreep terftond de voordeelige Gevolgen , welke ongetwvfeld uyt de Vervordering dier Onderneeming moeiten fpruyten, en liet zig zonder uytftel daaromtrent nader onderrechten. In deze Omftandigheid bood zeker welgegoed Heer in Nieuw-Spanjen den Koning in zynen Raad aan, tachtig duyzend Daalders op te willen fchieten, indien zyne Majefteit hem tot Gouverneur van California, en eerften AJcaldtvan A.caponetra en Santipac, geliefde te benoemen. Zulks was waarlyk eene fterke Verzoeking en Bekooring voor eenen Staats-Dienaar, die om Geld verlegen zynde, eenen Overflag der op die Ondcmceming vallende noodzakelyke Koften gemaakt,en dezelve boven zyne Verwachting buytcngemeen zwaar en groot bevonden had. Maar Alberoni, nooit gewoon op eenen loifen Grond te werk te g.-an, hield zyne Oplettendheid niet flechts. boezig met het bepaalen der voor de hand daartoe nodige Sommen; weshal ven hy.de Aanbieding cn het Verzoek van cpgenoemden Heer rypelyk overwoog, en bevond van. gevaarlykeGevolgen te zyn,dewyl hy,naaral!e waar-, ftdiynelykheid, zig metter tyd zoude zoeken fchadede.ee ftellen,en al hergeen hy maar kon, tot Nadeel -•n en der Ingezetenen, zig/elve toe te *igeA 3 nen  De HISTORIE van nen: Hy bevroedede klaar en duydelyk, dat deze geringe Onderftand onfeilbaar her Verlies van meenige Provinciën, en wel voornamentlyk de Vernieling van California, zoude na zig fleepen; waartoe zyne Majefteit oneindig meer Koften behoorde te belleden, of dat Geweft voor altoos onafhangelyk van zyne Kroon te verklaaren. Men was insgelyks beducht, dat de Ontwerpmaker niet alleen de JeJuiten en Nieuwbekeerden in California ten uyterften zoude onderdrukken, maar de Soldaaten en Zeelieden aldaar, benevens de Inwoonders en Indianen van de overzydfe Kullen, met alle magt cverheerfchen; en gevolgelyk, dat, om aan de onverzadelyke Gierigheid van éénen Man te voldoen, duyzend andere elendig zouden vergaan, en een zo wydluftigGeweft by de Kroon verlooren worden. De Koning gaf hem derhalve op zyn Verzoek en Aanbieding tot Antwoord, dathy alvoorens van de Biflchoppen, welke het Opzigt over die Geweften hadden, behoorlyke Getuygfchriften diende over te leggen, waaruyt blyken zoude, of zyn Voorflag aan en voor die Chriftelyke Ternederzettingen aldaar nadeclig zy dan niet, en indien men het laatfte bevond, dan zoude hetzelve in nadere Overweging genomen worden. Deze Aanbieding deeden de Gedachten van Al* beroni na het Noorderdeel der Zuyd-Zee draaijen, alwaar hy zig verbeeldede zeer groote Vervorderingen te kunnen maken. Onder verfcheidene andere Ontwerpen was ook de Oprechting van nieuwe Volkplantingen op de Noord-Americaanfe Kullen ia.n&eZuyd-Zee,en teffens deUytbreidingderHecrfèhappy van. Spanjen in de wydluftige en onbekende Landen benoorden Sonora, van de Rivieren Gila en Colorado af aan , en om over Zee eer Marktplaats te. vinden voor de VoortbrengZfnoefVolkplantingen, en dezelve tegen andc tens  CALIFORNIA. 7 tens te vermangelen. Hy was wyders verlangende, den Koophandel en het Onderhoud dezer Colonien en andere nieuwe Volkplantingen in de binnenlandfe Geweften, niet ten eenemaale van de Goederen en Voortbrengzels in Nieuw-Spanjen en Europa te doen afhangen; maar in tegendeel, en voornamentlyk, den Koophandel en de Scheepvaart der Philippine Eilanden uyt de breiden; bepaalende dezelve tot het Midden en de Stapelplaats van den Handel op China en andere Geweften in 't Ooften; als zynde daartoe zeer voordeelig gelegen. Van deze Eilanden zoude men op en na beide de Zyden van Noord- en Zuyd- America Handel dry ven, en Nieuw - Spanjen tot een veilig Canaal gebruyken ter Vervoering van alle Goederen uyt het Ooften na Oud-Spanjen en andere Geweften van Europa ; De Koophandel van het laatlte Waereld - Deel na Noord- en Zuyd-America, en van deze na het Ooften, aldus gefchikt zynde, zoude daardoor geen Afbreuk, of Vermindering der behoorlyke Afhangkelykheid der Wejl-Indi'én, ten opzigte van Oud-Spanjen, plaats vinden, maar daarentegen het Voordeel van beyde grootelyks aangroeijen , wanneer de fchadelyke Koophandel, die zo lang tusfchen Europa en America met Goederen, welke voor 't meerder gedeelte aan andere Natiën toebe^ hooren, en van welke de Arbeid en het Gevaar op Spanjen valt, gedreven is, komen te verminderen, of wel ganfchelyk op te houden. Het zoude buyten ons Bedek gaan , indien wy hier uytweideden over de voorgeflagene en gedeeltelyk werkllellig gemaakte Maatregelen ter Verbetering der Zeemacht, derzelver Herfrelling tot den, voorigen Luyfter en ter Oprechting van allerhande Manufaduuren en Fabryken; ter Vervordering van Overvloed en. Kpophrndel tufTchen de Provinciën; A 4 tot  g De HISTORIE van toe Aanvulling der Koninglyke uytgeputte Schatkifr, zonder nieuwe Lallen op de Gemeente te brengen, maar dezelve nog meer te verligten ; ter Vernietiging der Misbruyken, omtrent de buytenlandfe Tollen ingelloopen , en om dezelve op gelyken Voet met de binnenlandfe te brengen, ten einde alle de uyt Oud-Spanjen na Ooft- en IVefi-Indi'ën gaande en van daar terug komende Schepen onbelemmerd hunnen Cours mogen vervolgen; ter Beveiliging deiReizen en Tochten van het eene na het ander \Vaereld-Deel 5 ter Afweering van allen ongeoorloofdén Handel; tot Aanmoediging en Aanwas der Traryken tuffchen Onderdanen en Onderdanen > tot Voordeel en Vermeerdering der Inkomften van de Kroon; geenzins door het doen fteigerert der Pryzen en het verzwaaren der Rechten ten op'zigte van de Schaarsheid der Goederen, maar door het doen vermcenigvuldigen der kleine Winften, welke uyt den Overvloed en het gemakkelyk Geryf met diergelyke Waaren voortkomen; ter Opwekking van Oud-Spanjen \iyt de doodelyke Slaapziekte, dat het in plaats van deszelfs Koophandel binnen Europ-a, dewelke enkel en alleen op eene lydende Wyze gevoert wordt, het vrv Bellier moge hebben,- om alle.de Voordeelen van Noord- en Zuyd- America in zynen eigenen Schoot te vergaderen, en door hereende Fondfen zig ook volftrekt Meefter van den Koophandel in de Oojï-Indiën, en in alle de Geweften der ZuydZee, te maken, en eindelyk aan de ganfche Natie eenen nieuwen Geeft en Leven by te zetten. Het zal dan genoeg zyn te zeggen, dat men, om dit Bewerp tot onderling Welzyn van Oud- en Nieuw - Spanjen behoorlyk te doen ftand grypen en houden , de Maatregelen beraamde , om beide Noord- en Zuyd-America met Goederen tot tM lagere Pryzen, dan te vooren, te geryven, te» ein-  CALIFORNIA. 9 einde de Onderdanen aldaar de Vruchten hunner Nyverheid mogten genieten; om zyner Majefteits Heerfchappy langs en op de Atlantife en Pacifique Oceanen te beveiligen, en de Kapers en Rovers, welke ons Gezag aldaar zo fmadelyk hoonden, uyt die Wateren te doen verhuyzen. Hierdoor zoude de Spaanfe Natie haar zelve in vollen Eigendom van den Koophandel in beide die Zéen kunnen Hellen, en de wyduytgeftrekte Voordeelen uyt Noorden Zuyd-America, mitsgaders uyt de PhilippineEilanden binnen Oud-Spanjen bepaalen , eveneens, gelyk de Franjen, Nederlanders en Engeljen het Voordeel hunner Ternederzettingen en Volkplantingen in Ooft- en Weft-lndien na hunne Landen overbrengen. Het valt voor eene byzondere Perfoon ganfch niet zwaar, zyne Denkbeelden met alzulke verhevene Befpiegelingen te onderhouden; maar de Volvoering daarvan hangt van eene menigte Handen cn Hoofden af: De eerfte Beweegoorzaak wordt wel gevormt en gercgek volgens een algemeen Beftek; doch derzelver Werkfteiligmaking is te meermaalen door 011overkomeïyke Zwaarigheden vcrzeld. De Staats-Dienaar wift by ondervinding, dat geenerhande Onderneeminn; voor dc Grootmoedigheid van zynen Vorft te moeijelyk viel,wanneer dezelve tot meerder Luyfter van zyne Kroon ftrekte,en derhalve,om van een zo byfter groot Ontwerp ,voor zo ver 't zelve tot California, met de daaraan paaiende Geweften en Zéen, betrekkelyk was, de Uytvoering te wagen, wierd de nieuwe Onder-Koning gelaft, de Zendingen van Sonora aan te moedigen, en wyders zig naar deOnderrechtingen, gelyk hiervooren ten opzigte van California gemeld b, in aile deelen te gedragen. De Staats-Dienaar had hem daarenboven nog by monde aanbevoolen, voor de Ternederzectingen van VolkA 5 plan-  De HISTORIE van plantingen en Guarnifoenen aan de Zuyd-Kutten, alsmede voor de verdere Ontdekkingen der nog onbekende Geweften, alle mogelykeZorg te dragen. Ingevolge van deze volftrekte en vaftgeftelde Beveelen ging de Onder-Koning, zo dra hy te Mexico aangekomen was, met den Pater-Provinciaal Gaspar Rodero, over de gevoeglykfte Middelen ter Voldoening aan zynen Lalt, te meermaalen raadpleegen;en bewoog denzelven, benevens Vader Alexandro Romano, Zaakbezorger voor California, de ophanden zynde algemeene Vergadering van 's Konings Anrptenaaren by te willen woonen. In dezelve deed de Onder-Koning zyne Laftbrieven leezen, en verklaarde zyn Voorneemen, om ten minften eenige Spaanfe Volkplantingen aan de Welt-Kuft van California op te rechten, welken Voorflag de ganfche Vergadering goedkeurde. Vader Alexandro, de belle en naauwkeurigfte Kennis van dat Geweft hebbende, hield vervolgens eene beknopte Redevoering , waarin hy betoogde : „ Dat de Vaders „ altoos zodanig een Oogmerk met alle Yver bert hertigt hadden, gelyk genoegzaam uyt derzelver „ meenigvuldige en koftbaare Opneemingen dier „ Landllreeken en qualyk uytgevallene Ondervin„ dingen was gebleeken; dat derhalve, het hervat„ ten dier Onderneeming met meerder Zwaarighe„ den , dan men dacht, gepaard , en tot nog toe „ geene bequaame Haven , verfch Water, Hout, „ noch naby gelegen bebouwbaar Land omftreeks „ die Kuft gevonden zynde; alsmede, offchoon „ men zodanig eene Plaats met alle die Vereifchtens „ mogt vinden, zyne Majefteit de Kollen tot On„ derhoud dier Volkplanting geduurende eenige ,, Jaaren zoude moeten dragen, dewyl het ganfche ,, Geweft zo bar en fchraal was, dat de tegenwoor„ dig zig aldaar bevindende Zendelingen en weini-  CALIFORNIA. „ ge Soldaten daaruyt op verre na niet hun noodig „ Onderhoud konden hebben, en nog minder zoda,, nigen Overvloed en Verfcheidenheid van Behoef„ tens , welke voor eene Volkplanting vereifcht „ worden." Hy voegde wyders daarby de Zwaarigheden aangaande de Scheepvaart; de tegenwoordige elendige Gefteldheid der Vaders, alleenlyk van eene oude Bark voorzien; de Hongersnood, Ongemakken , Rampen en Schipbreuken, waaraan zy bloot gefield waren, &c. Deze hertige Aanlpraak deed den Onder-Koning en de Vergadering befluyten, den Vader Salva-Terra te ontbieden, om denzelven, als beter dan iemand van allen kundigzynde,omtrent de Zaak, waarover men raadpleegde, te ondervragen, en zyn Gevoelen te verneemen, op wat wyze men de gevoeglykfle Maatregelen ter Uytvoering van het zo gewigtig Ontwerp diende te beraamen. Doch deze dierbaare Man overleden zynde, zo was het Bellek zodanig aehteruytgezet, dat men genoodzaakt wieH met Broeder Jayme Bravo daarover te raa*-^^"De Pater-Provinciaal bragt hem ver---'&ens ^y den Onderkoning, die hem bevon^" IVian van grotere Bequaamheden te ZK' f" hv v<™acht had. Dezelvebetoogde/.? he; freede al|e de Zwaarigheden we^ 7 dierSeIvk eet1e Ternederzetrinc te V T overhandigde aan zyne Sr ff twee Gefchriften : Het eene behelsde Wencht van het Land en de Inwooders van Califorma; van de Kuil, welke men ontdekt had, en van de Aanlegging cn den tegenwoordig™ Todhnd i ™^d,ingen aIdaar: Het andcrc deed Verflae van de Middelen, welke hy allerbequaamft oordeelde te zyn tot de Uytbreiding van het Wingeweft , en ter Nakoming van V Konings Beveelen De Onder-Koning gelaftede daarop beide die Gefchriften in  ia De.HIS TORIE van in den Grooten Raad over te brengen, denwelken hy ten fpoedigften deed vergaderen. Den 25lteh -September wierden alle de Befchei-, den, Berichten en Beveelen aangaande California, zedert den Lift, den 2Óften September 1703 ingekomen , mitsgaders de twee by Broeder Bravo ingediende Gefchriften', in de Vergadering, gelezen, en alle de in het laatfte, ten opzigte der Volvoering van 's.Konings Beveelen, aangehaalde,Articulen onderzogt; vervolgens wierd daarop het Gevoelen cn Goeddunken van 's Konings Rechtbevorderaar gehoort; hetzelve hyrde ganfche Vergadering goedgekeurt, en wyders eenpaariglyk het volgende Befluyt genomen s5 „ Achtervolgens zyner Majefteits Beveelen is ter „ Vergadering beflooten, dat de Zendingen van Ca„ Ufomia zuilen onderrteunt worden met al het,-, geen neodig is tot Betaling van vyf - en - twintig „ Soldaten met eenen Capitein; van de Matrozen, ■■■■ de Jongens, en de Scheeps-Timmerlieden; ven „ eenc^jp van zodanig Maakzel, als tot deszelfs „ Gebruyk■».-ejfcni: WOrdt, en Van. een kieinder tot „ het aanbrengen Behoefcens en Leefcocht. ^ „ indien de tuegcieiu d n d d DaaWers. . ' niet moeten toereiken a^Tr n, , , , J t daaraan te kort fchiet'^" g°ed «maken, Thefaurie zal vervult, en dc *£**gg „ n-eenerhande Vermeerdering van Lafte7uk ., worden : Dat men alle Uytftel, zo veel maSïemc „ gelyk is, zal hebben .te mvden, om het.ganfch „ Verlies van alle de, buyten eenige aanmerkelyke „ Koften ten lafte der Koninglyke Inkomften ,by de „ ' Jefuiten in dezen genomene Moeite voor te ko,t men, dewybde daaraan befteede Sommen, over „ de vvfmaal honderd duyzend.Daalders bedrag', n„ de, door henïby wege van behulpzaame Lignn-. » gen  CALIFORNIA. 13 „ gen en Liefdegiften opgehaald zyn. Het is zyner „ Majefteits Wille en Welbehagen in deszelfs her„ haalde Beveelen, dat niet alleen deze Zendingen „ gehandhaaft, maar ook zo ver als mogelyk is uyt„ gebreidt zullen worden; alsmede, dat men alle ,, Vlyt zal aanwenden tot Ontdekking eener bequaa„ me Haven, alwaar men eene Vefting kan aanleg„ gen, en een Guarnifoen plaatfen tot geryf eh gc„ mak van het Schip, hetgeen jaarlyks van de Phi,, lippines komt, 'om veilig daarbinnen te loopen; „ zig van Leeftocht te voorzien; deszelfs Manfchap„ pen te ververfen; zyne Zieken uyt te zetten, en „ in ftaat gebragt te worden tot Vervordering der „ Reis na Aquapulco, zonder voor eenigerhande „ Gevaar van Vyanden , gelyk thans gebeurt, te „ vreezen, noch aan de Sterfte van veele Manfchap,, pen by de eerfte Aankomft op die Kuft onderhe? „ vig te zyn. Om nu dat gewigtig Oogmerk te bert.reiken, zal zo fpoedig als doenelyk een bequaam „ Schip getimmert, en met een behoorlyk Getal „ Soldaten en Matrozen bemand , m-California ge,, zonden worden , om eene naauwkeurige Opnee„ ming der Kuften aldaar te doen, zo als de Vaders „ die Opneeming zullen goedvinden te moeten ge„ fchieden; wordende het ganfche Bellier en deVol-. „ voering dezer Zaak aan der Vaders Bewind over„ gelaten, als zynde degeene, welke van dat Ge„ well, en deszelfs Kuften en Zéen, de meefte en „ befte Kennis hebben; te meer, om dat men bert vonden heeft, dat alle de Perfoonen, welke met „ onnoemelyke Koften, ten lafte der Koninglyke In,, komften, tot nog toe gebruykt zyn, om het Onderzoek en de Opneeming dier Landen en .Stree„ ken te volvoeren, daarin geenzins gellaagt, en, „ hoe zeer men ook wenfchte daarvan,wegens hun„ ne groote Aangelegenheid , eene naauwkeurige. „ Ken-  .i« De HISTORIE van „ Kennis te bekomen, in dezelve Beneveling en „ Duyfterheid hebben laten fteeken, waarin zy van „ begin af aan gedompeld lagen. Wyders zullen „ deLootsman en andere daartoe bequaame Perfoo„ nen, naar aanwyzing der Kaarten, gevoegd by „ de Aanteekeningen en Waarneemingen der ge„ melde Vaders en derzelver Goeddunken, eene „ Haven opzoeken, en den nodigen Toeftel maken „ tot het aanleggen van eene Veiling en het volvoe„ ren van alle andere byzondere Onderwerpen, wel„ ke tot de Voldoening aan 's Konings Beveelen „ eenige betrekking hebben. En voor zo veel de „ Jaarwedden der Zendelingen in de hierna op te „ rechtene Zendingen aangaat, zal men alle Oplet„ tendheid gebruyken omtrent de groote Moeijelyk„ heden en Ongemakken, welke zy by de Verrich„ ting van hunnen Dienft in het Land moeten on„ dergaan; alsmede omtrent de Zwaarigheid in het „ overbrengen van Provifien, Kleedingen en ande„ re Behoeftens, en wel byzonder, wanneer die „ Vervoering te Water moet gefchieden, en dus „ z^er veel fcheelt met zodanige Zendingen, welke „ binnen 's Lands gelegen zyn. Ten opzigte van „ de Zout-Putten, welke ten behoeve der Zending „ van Loretto gevraagt worden, en als een Koning„ lyk Voorrecht aan zyne Excellentie in Eigendom „ behooren, ftellen wy in deszelfs Believen, om „ zodanig eene Gunll aan opgemelde Zending, of „ voor eenen bepaalden Tyd, dan voor altoos, toe „ te willen ftaan." Het voornaamfte Articul, by Vader Bravo aangedrongen , beftond in de Betaaling van vyftig Soldaten, en het oprechten van een tweede Guarnifoen, het zy te La Paz, of te Cabo San Lucas; ook dit, gelyk mede eene Queekfchool ter Opvoeding der Kinderen van California,meid hem toegeftaan. De  CALIFORNIA. r5 De Zout-Putcen waren die in het Eiland van Carmen naby Loretto, om welke Vader Salva-Terra wel te meermaalen verzogt had, doch geduurig van de hand gewezen was, ook zyn zy zedert nimmer ingewilligt geworden. Andere Articulen , waarom Vader Bravo verzogt, als by naame de Belooning van den Capitein Don Eftevan Rodrigues; de Uytzondering en het Ontflag der twee Dorpen Ahome en Taqui van de Mita, alsmede die van den Arbeid zyner Indianen, wierden insgelyks aan het Goedvinden van den Onder-Koning gelaten. Doch den volgenden dag geraakte de Vader in een ganfch onverwachte Verflagenheid. De Thefaurier Mendoza, die de Belangen der Zending altoos met eenen onvermoeiden Yver begunftigt, en zelfs by de Regeering de Zaak bevordert, in de Vergadering van den Raad doorgedrongen, en de Stemmen opgenomen had, geliefde vervolgens de toegeftaane Articulen in nadere Overweging te neemen, namentiyk die van vyftig Soldaten; van het bouwen en bemannen der Schepen; van het ontdekken der Kuften, Baijen en Havens; van het onderhouden der Bezettingen te La Paz en aan de Zuydkuft; van de nieuwe Zendelingen, Queekfchoolen en andere in Omvraag gebragte Articulen; en begreep vervolgens, dat de by den Koning aangewezene, doch nooit betaalde dertien duyzend Daalders, op verre na niet toereikende waren, om alle die Poften te vervullen, maar dat men in tegendeel genoodzaakt zoude zyn die Som drie- of wel viervoudig op te fchieten. Hy was derhalve beducht, dat het Hof van Madrid zodanig eene VerquifHng ten hoogften zoude afkeuren, en dat het Verwyt daarvan voornamentlyk ten zynen laffe zoude vallen. Het fcheen ook geenzins vreemd te zyn, dat die Heer voor het Hof van Madrid bevreeft was, nademaal  ió De HISTORIE van maal zedert de gelukkige Regeering van Koning Philippus V. van daar niet anders vernomen wierd, dan van Zwaarigheden, Schulden, Verachteringen, Tekortfchietingen en naauwkeurige Bepaalingen, om de Koninglyke Inkomften zo veel mogelyk te verbeteren ; dat de Natie zo wel in Europa als in America buyten zodanige Zuynigheid en Verbetering in het vervolg maar als een Lichaam zonder Ziel zoude kunnen gehouden worden, &c. Den volgenden dag deed hy aan den Onderkoning Verflag van deze zyne nadere Gedachten en Bekommeringen, en wilt by zyne Excellentie het daarheenen te bellieren, dat dezelve beval de Stemmen, welke tot nog toe alle de Formaliteiten niet doorgegaan waren, niet in het Regifter zouden overgebragt worden. Hy deed terftond de Vaders ontbieden, en offchoon deze naar hun beft Vermogen alle bondige Redenen bybragten, om hunne in den Raad overgeleverde Vertoogen nog meer te ftaven, zo bleef de Onderkoning echter, tuffchen de herhaale Beveelen van 't Hof en de opgehoopte Bekommeringen van den Thefaurier, in Twyfelingen dobberen : Hy verminderde de vyftig Soldaten tot vyf-en-twintig; weigerde het aanleggen der Bezetting van vyftien Soldaten te La Paz, Ofte Cabo San Lucas, hoe hoognodig dezelve ook mogt zyn, alsmede het oprechten van het Queekfchool; niet tegenftaande hy te vooren van gedachten was, dat ééne niet genoeg zoude zyn; en eindelyk weigerde hy ook de Zout-Putten af te ftaan. Vader Bravo ver'flaauwde echter daardoor niet in zynen Yver: Hy vervorderde de Zaak by den Onderkoning met alle kragten; doch de Overdenkingen der Klagten van Madrid bleven zyne voorheen genomene Befluyten tegenhouden, en deeden deeze laatfte ftand grypen: Hy wift de Zwaarigheid niet weg *5 neemen, dan door de Betaaling van devyf-en-  CALIFORNIA. ,?. twintig Soldaten en van de Matrozen op gelvken Voet met die van Cinaloa, NieuwBiscayen en de Zuyd-Zee te brengen; doch dezelve op omtrent negentien duyzend Daalders begroot wordende, zo kon hy daartoe insgelyks njet befluyten, en veranderde derhalve die Oprechting in die der Lyfwacht van t Paleis te Mexico, en der Bezettingen van VeraCruz en de Leeward-Eilanden, en dus wierd de Som tot op tien duyzend Daalders vermindert. Deze Som fcheen echter aan Vader Bravo zeer gering, en ganfch niet toereikend te zyn; en alsnu bevindende, dat alle zyne Poogingen en Vertoogcn vruchteloos waren, zo verzogt hy om eenGetuygfchrift van alhetgeen in dezen gedaan was, om van den Raad zig op den Koning te kunnen beroepen. De Onderkoning weigerde zodanig een Gefchrift te geeven, alhoewel hy bekende, dat de aan hem en aan den ^taats-Dienaar opgedragene Beveelen van zyne Majefteit beknopt enduydelyk inhielden, dat die Ondernceming, zy mogt koften zo veel zy wilde, volvoerd moeft zyn. Eindelyk, en na verloop van verfcheidene Uytftellingen , vleiden de Thefaurier en Onderkoning zig met de Hoop, dat zy, ingevalle de Klagten van Vader Bravo voor den Koning gebragt w.erden zig konden ontfchuldigen aangainde de volflrekte Befluyten van den Raad, dewelke alhetgeen geëifcht was, vaardig had toegeftaan, en dat deszelfs eerfte Stemmingen geteekend en geregiftreerd waren; doch met deze Bepaaling, dat min het Getal der Soldaten op de Helft gebragt, en het Queekfchool, het Guarnifoen te La Paz, en de andere Articulen daartoe behoorende, ten eenemaal overgeflagen had; maar deze Stemmingen bleven buvten het Protocol der Verhandelingen van den Raad ' ™?.en£el en alleen de Gedenkfchriften van den I Qng^mJayme ingelyft wierden; en drie Jaaren daar//. Deel. r ■* na  ï8 De HISTORIE van na geraakten alle de tot den Raad betrekkelyke Papieren in handen en bewaaring van een ampteloos en byzonder Perfoon. Achttienduyzend twee-honderd vyf-en-zeventig Daalders en vier Realen wierden toegeftaan tot Betaaling der Soldaten en Matrozen, op gelyken Voet, als die van Nieim-Bucayen en van de Zuydzee gebragt: Wyders drie duyzend en drie-en-twintig Daalders tot Betaaling der Schulden by wylen Vader Salva-Terfa nagelaten : Nog wierden vier duyzend Daalders uyt de Thefaurie betaalt tot de Kooppenningen van een Schip ten behoeve van California, hetgeen echter na alle deze Kollen daaraan befteedt te hebben, door eene t out in deszelfs Kiel, in het daaraanvolgende Jaar, binnen de Haven van Matanchel verlooren geraakte. Alle andere byzondere Beveelen bleven alleenelyk van 's Onderkonings Beveelen afhangen, die ten eenemaale de Verwinning en Bevolking van California, en de Ternederzettingen langs de Kuil, wilde volvoert hebben, hoewel hy ganfch niet genegen was de tot een zo voordeelig Bewerp volltrekt nodige Sommen op te fchieten. ■ Doch deze vrekachtige Zuymgheid van den Kaad in America wierd in Spanjen by den Koning en zyne Staats-Dienaaren ganfch niet goedgekeurt. Ie gelyker tyd, namentlyk omtrent het uytgaan van het Taar 1717 .fchreef Vader Piccolo aan Vader Br aft al %ua toen ter tyd Beftierder van het Collegie te Guadiana. In dezen gemeenzamen Brief deed hy Verflag van zyne Ontdekkingen in 't Noorden van California, en derzelver gelukkige Vervorderingen; mitsgaders van de goede Geneigtheid der Bewoonders van de Zuyd- en de daartegenover gelegene Kuft, tot de Omhelzing van 'tChriftendom,indien zy van Onderwyzers voorzien wierdennen eindelyk van de Armoede, het Gevaar en den droevigen Staat,  CALIFORNIA. 19 waarin zy alle,by gebrek van Vaamygra,Leeftocht, Kkeding en Onderftanden , zig bevonden. Deze Brief geraakte in handen van Don Pedro Tapiz, ijlichop van Dnrango, onder wiens Kerkelyk Beider California behoorde, en die, over deszelfs Inhoud ten hoogften aangedaan, verzogt den oorfprongkelyken Brief te mogen houden, om denzelven met een by hem zelve opgefteld Vertoog, aan den Konmg te zenden. Hy floot vervolgens den Brief van Vader Piccolo in den zynen, dienhy, gedagtekend den iZFebruary i7I8, aan zyne Majefteit het afgaan,en in denwelken hy,na eene hertroerende Vertooning van den Toeftand derZaaken m California, geftoffeerd door ftaatkundige Klemredenen, den Koning ftneekte, die nieuwe Chrifteiij lC derzettingen aan te moedigen, en het Getal der Zendelingen te vermeerderen, om eene zo groote meenigte Heidenen tot het Evangelie over te brengen. ö Deze Brieven, m het Jaar i7i9 te Madrid ontfangen, wrerden by zyne Majefteit in den HoogenRaad der Indien overgebragt; op wiens Goedvinden, onderfteund door den Invloed van den Cardinaal Alberoni,te Koning den i9January van hetze ve Jaar eenen nieuwen Laftbrief teekende ; denzelven aan den Onderkoning deed afgaan, en daarin het voegen de Beveelen, welke hem by zyn Vertrek na Mexico gegeven waren; wordende in dezen andermaal herhaaltr en wel in de allerftrengfte en ernftigfte Uytdrukkingen : „ Dat hy zoude hebben „ te volvoeren den aan hem opgedragenen Laft, „ van welken hy tot nog toe geen het minfte Ver„ flag aan zyne Majefteit gedaan had; en dat hy „ tenallerfpoedigften een omftandig Bericht zoude „ hebben te doen, van hetgeen daaromtrent verricht „ en vervorderd was." Ba Op  se De HISTORÏE van Op het ontfangen van dien nieuwen Koninglyken Laitbrief was de Onderkoning in eene doodelyke Verlegenheid gebragt; nademaal hy bevond , dat de Verhandelingen van den Raad niet na het Hof gezonden waren, en dat men, by gebrek der daartoe behoorende Befcheiden, welke onvindbaar fcheenen te zyn, geen behSorlyk Bericht kon geven , van hetgeen ten opzigte der Zaaken van California volvoerd was. Eindelyk en ten laatften wierden dezelve in het Huys van eenen Particulier ontdekt, werwaards dezelve, gelyk hiervooren reeds gemeld is, overgebragt waren. En alhoewel men geloofde , dat de Onderkoning in zyne Brieven van de openbaare Verhandeling aan den Koning Verflag gedaan had; zo kon men echter m deRegifters ter Secretary niet ontdekken , dat die Gefchriften en Aften van den Raad na Spanjen overgezonden waren. , Tr . In het Jaar 1719 wierd het Hof en het Koningryk van Spanjen by den Cardinaal Alberoni ontruymt, en teffens geraakten ook zyne wydluftige en groote Ontwerpen, ten opzigte van America, de Philippine- Eilanden en de Zuyd-Zee , mitsgaders die van Europa, welke aan de ganfche Wareld bekend zyn , ten eenemaal in duygen. XIV. HOOFD-  CALIFORNIA. XIV. HOOFDSTUK. De Vervorderingen der Zendingen onder het Beflier der Vaders Siftiaga en Tamaral. De Stichting der Zending van La Puriffima. Het bouwen van een Schip in Califorivia , onder Opzigt van Vader Ugarte. Vader Bravo verwerft een tweede te Mexico : Hy plicht de Zending van La Paz, en Vader Helen die van Guadaloupe. Ma dat Vader Jayme Bravo de Zaken te Mexico bevordert, zyne Pligtpleegingen vari Dankzegging by den Onderkoning en andere Staats-Dienaaren afgelegc had, zo was zyne eerfte Zorg, om zodanige Provifien en Goederen in te koopen, waaraan men hetmeeftGebrek had; en zulks verricht zynde, keerde hy met Vader Sebaflian de Sifliaga na California , aan Boord van het by den Onderkoning gekochte Schip uyt Peru, en quam in July 1718 behouden te Loretto belanden. In den Herfft i 7.1.7 ontftond een yslyke Orcaan, die zig over ganfch California en derzelver Zeeboezem uytftrekte, en met zo zwaare Regens verzeld was , dat daardoor alles weggefpoelt wierd. De Kerk en het Huys van Vader Ugarte geraakten onder voet en gelyk met den Grond, en de Vader zelve moeft zyn Leven onder eene Rots bergen, alwaar hy geduurende vier en twintig Uuren achtereen aan de ftrenge Woede van het Weer blootgefteld was. De Gracht, langs welke het Water moeft afzakken, was toegedamd ; de Sluys te San Xaverio weggedreven , en de bezaaide Landen, zo wel aldaar als te Mulege, ten ecnemaale verwoeft en met S:eeB 3 nen  De HISTORIE van nen overdekt. De Rukwind was zo fterk , dat daardoor te Loretto een Spaanfe Jongen, Matheo genaamd, opgenomen en weggcvoert wierd, zonder ooit, hoe zeer men ook na hem gezogt heeft, wederom gevonden te zyn. Verfcheidene aan de Duykers op de Kuft van California toebehoorende Barken geraakten verlooren; gelyk mede twee van Compoflella, waarin vier Menfchen verdronken; de overigen ontquamen het Gevaar in twee ruyme Bylanders, die by geval dicht daarby lagen, waarmede zy eene Schuylplaats onder eene Rots zogten, en aldaar vertuyden. In deeze Vaartuygen bclandeden die Ongelukkigen te Loretto, alwaar zy by Vader Ugarte zeer minzaam en gulhertig ontfangen en geherbergt wierden, tot dat zy gelegenheid vonden, met het Schip van den Onderkoning, na Nieutv-Gallicia te keeren, hetgeen kort daarna verongelukte. De Vaders hadden hier eene meenigte Orcaanen en zwaare Regens gezien, doch geene gelyk deeze, ten opzigte van Hevigheid cn Langduurigheid. Indien diergelyke Orcaanen weleer in California meenigvuldig geweeft waren, dan zoude hetgeen Wonder zyn, dat alle de Aarde weggeveegd cn weggefpoeld; niets dan barre Rotfen overgebleven , en de Vlaktens en Dalen met Hoopen van Steenen overdekt waren. Nu keerde Vader Tamaral, met betere Hoop van Vervordering, na het Dorp van San Miguel, werwaards , als de Eerftelingen der Vruchten van zyne Zending, zig twee Rancherias van Heidenle Indianen vervoegden, en hem verzochten gedoopt te mogen worden , hetgeen hy ook aan hen volvoerde. Vervolgens nam hy zynen Weg, met het uyterfte Ongemak, door het Gebergte van Siërra. na de Rancherias van Cadigomo, dewelke eenige Jaaren te vooren by Vader Piccolo bezogt waren ge-  CALIFORNIA ~3 geweeft. Hier quamen hem de Rancherias van La Purijfima Conception te gemoet: Hy verhoopte te La Puriffima meer Gerief van Bouw- en Weilanden , dan te Cadigomo te zullen vinden, alwaar hy, na eene Sluys of Dam tot het vergaderen van Water aangelegt te hebben, zynen Arbeid bevond vergeeffch en vruchteloos bedeed te zyn , zo wel wegens de fnel affchietende Beeken , als door dè Achteloosheid der Indianen. Te La Puriffima vond hy de Aarde door de laatftgevallene Regens weggefpoeld; doch eindelyk, na zig eenige Jaaren afgeflooft te hebben, bouwde hy eene Kerk en Woonhuys aldaar, en had inmiddels hier en daar eenige Velden met Maize voor hem zelve en zyne Indianen aangelegt. Een tweede Werk van groote Zwaarigheid was het maken van eenen bequaamen Weg voor de Beeften na de Zending van Santa Rofalia, als zynde de naaftgelegene, om Leeftocht van daar te haaien; de Dorpen van San Miguel en San Xaverio lagen te ver uyt den Weg; ook was dezelve , vermits zyne Ruuwheid, zeer gevaarlyk. Hy befèierde deeze Zending verfcheidene Jaaren ; en om van zynen Yver en Onvermoeidheid eenige Proef te geven, zal het genoeg zyn te zeggen, dat hy dezelve, niet tegenftaande de zwakke GeIteldheid van zyn Lighaam en de veelvuldige Ziektens, tot over de dertig Mylen door de Bergen en Rotfen heenen, uytbreidede; zynde dezelve by over de vyftig Rancherias bewoond, welke geduurig van Plaats tot Plaats veranderden ; drie- en- dertig van dezelve wierden by hem befchaaft cn onderwezen, en het Getal der door hem gedoopte Zielen beliep omtrent tweeduyzend. Aldus hervormde hy deeze elendige Wilden in eene der talrykfte en beft beftierde Zendingen in dat Waerelddeel. Door de goede Neiging van het Hof te Madrid B 4 cn  De HISTORIE van én van de Regeering te Mexico wierd Vader Ugarte hoe langer hoe meer aangemoedigt, en beflootzyne Onderneemingen, welke hy alleen bequaam was eenen goeden Uytflag te doen hebben, werkftellig te maken. Hy was zeer zorgvuldig omtrent de Opneeming van beide de Kuften aan den Zeeboezem van California, en de Ontfcheiding der Twyfeling, of dat Geweft aan Nieuw-Spanjen gehecht, dan daarvan afgefneeden mogt zyn. Want zulks was tot nogtoe onbeflift gebleeven, hoewel de Ontdekking, by Vader Kino te vooren gedaan, daaromtrent geen gering Licht gegeven had; dewyl men vermoedede, dat tuffchen Loretto en de Rivier Colorado miflchien eene Straat of Zee-Engte mogt zyn, door welke de Inham van California met de Zuyd-Zee zamen liep , en de Doortocht geweeft was van zodanige Schepen, die men zeide weleer rondom California gezeik te hebben. Hy was niét minder oplettend omtrent de naauwkeurige Opneeming der Zuydkuft te Water, om eene bequame Haven voor de Philipp/«e-Schepen te vinden; niet alleen, om dat zodanig een Beftek reeds in het begin der Onderneeming gefchied, maar ook, dewyl hetzelve als nu zo ernftiglyk by de Regeering, uyt naam van den Onderkoning, als een Hoofd-Articul van zyner Majefteit Beveelen, aangedrongen en gelaft was. Tot diergelyke Volvoering was een groot, hecht en fterk Schip ten uyterften noodzaakelyk; doch zodanig een wift men in geene der Zéen hieromftreeks te bekomen. Het oude Schip San Xaverio was daartoe ten eenemaalc buyten ftaat, en hetgeen de Onderkoning gegeeven had, weinig bequamer dan het eerfte. Indien men mogt goedvinden op de Kuft van Aquapulco een ander Schip te koopen , dan was men niet alleen beducht, maar ook zelfs verzekerd, van andermaal bedrogen te zullen worden; want de Peruvianen  CALIFORNIA. ^5 zyn niet zeer oplettende in het bouwen van hechte en fterke Schepen, dewyl zy wel weeten, dat zy in hunne Zeetochten, buyten zekere omlopende ftyve Koekens, geene de minfte Zwaarigheden te duchten hebben. Wilde men eenen Nieuwnagel op de Kuft van Nieuw-Spanjen doen timmeren, dan zoude men zeggen, dat men de Manfchappen en het Geld voorbedachtclyk in 't Water wierp, dewyl reeds te vooren door Ondervindingen gebleeken was, dat de aldaar weleer gebouwde Barken, met naame San Fermen, San Jofeph en Santa Rofaria, door onkundige, bedrieglyke en quaadaardige Scheeps-Timmer- en Werklieden vervaardigd en opgeleverd waren. De Philippine Eilanden, alhoewel door derzelver verre Afgelegenheid onvermydelyk een lange Tyd daartoe vereifcht wierd, zouden de Zending wel van een behoorlyk groot en deugdzaam Schip hebben kunnen voorzien , nademaal aldaar tegenwoordig allerhande Slag van goede Vaartuygen gebouwt worden : Doch door den by Spanjen en Mexico vaftgcftelden Koophandel wierden de Philippines tot eene Vryplaats en Toevlucht gemaakt , waaraan men toen ter tyd niet dacht, alhoewel daarvan in de Beveelen van Koning Philippus HL, gedagteekend den 19 Augufti 1706, en in het tweede Deels vierde Hoofdftuk, hiervooren aangehaald, genoegzaam Licht gegeeven wierd. De eenigfte Uytkomft beftond dan in het doen bouwen van een volmaakt Schip, en wel in het arme en fchraale California, alwaar geene Planken, Zeilen , Want, Touwwerk , Teer, noch eenige andere Behoeftens tot diergelyk een Werk te vinden waren : Ook had men geene Bouwmeefters, Scheeps-Timmerlieden,Zagers noch andere tot den Scheepsbouw behoorende Handwerkers, en even zo B 5 min  20 De HISTORIE van min wift men het Onderhoud voor eene zo groote meenigte Volks te bekomen. Deze Zwaarigheden fcheenen onoverkomelyk te zyn; voornamentlyk dewyl de Zending, zelfs by dc nieuwe Onderftanden, met veelerhande Moeijelykheden belemmerd was, en het Guarnifoen en de Uytgavcn boven de Maat en Pyl van Vermogen aangegroeid waren; doch men wiit ter Voldoening aan Konings Beveelen, met dewelke de Bevordering van den Godsdienft gepaard ging, geen ander Middel uyt te vinden. Vader Ugarte ondernam derhalve een zo hachgelyk Werk, en volvoerde hetzelve zeer gelukkig: Hy bragt eenen Bouwmeefter en zommige Werklieden na Loretto , en befloot het TimmerhoutvandeOverkuftte laten haaien, gelyk hy tot den Bouw zyner Kerken gedaan had; want geene der tot nu toe in California ontdekte Streeken konden eenigerhande Bouwftoffen opleveren. Wanneer hy echter by de Indianen onderrecht wierd, dat 70 Mylen benoorden Loretto veele groote en zwaare Boomen te vinden waren, zo vertrok hy in September 1719 met den Bouwmeefter, twee Soldaten en zommige Indianen na Mulege. Van daar reisde hy, verzeld by Vader Si/liaga, nog verder; doortrok het ruuw Gebergte, hetwelke aan de Zending van Guadaloupe fluyt, en na onbefchryflyke Ongemakken en Zwaarigheden doorgedaan te hebben, vond hy eindelyk 38 Mylen van Mulege een aanzienlyk getal Guarivos; doch dezelve donden in zodanige Gronden en Poelen, dat de Bouwmeeder geene mogelykheid zag dezelve langs eenen zo bezwaarlyken Weg tot aan den Oever der Zee te vervoeren. De Vader zweeg op die Verklaaring, en keerde wederom na Loretto, alwaar met zyne ganfche Onderneeming, en wel voornamentlyk met deeze gedaane Reis, by het Gemeen geboert wierd. Dc  CALIFORNIA. De Vader liet zig door dat alles niet aflchrikken; hy trok andermaal na 't Gebergte en velde met alleen het Timmerhout aldaar binnen de 4 Maanden, maar baande daarenboven nog eenen Weg terLengte van 30 Mylen, en bragt dc Planken, door hulp van de aan de Zending toebehoorende Oflên en Muylezels, na het Strand van Santa Rofalia Mulege. Hy gebruykte maar drie Werklieden van de Overkufl, welke hunnen Dienft aanboden, om de Boomen te vellen; alle de andere bellonden uyt Chriftencn van California, of Heidenen uyt de nabuurige Rancherias , en de Vervoering wierd door de Wilden uyt het Gebergte verricht, welke de Vader by die gelegenheid beichaafde en in de Gronden van Deugd cn Godsdienft onderwees. Dus wierd eindelyk onder het beftier van dezen Vader een Schip gebouwt, hetgeen aan Fraaiheid, Grootte, Sterkte en Toetakeling, volgens het eenpaarig Oordeel der Timmerlieden cn Kenners van America en de Philippines, alle de andere, die men ooit op deeze Kuften gezien had, ver te boven ging ; hetzelve wierd zo fpoedig vervordert, dat het reeds in de Maand September 1719 van Stapel liep, en el Triumpho della Croce, de Zegenpraal van 't Kruys, genaamt wierd. Door dien Scheepsbouw was het ganfche Overfchot van den Leeftocht en Penningen der Zending uytgeput, alhoewel de Indianen altoos zig zelve van het noodig Onderhoud voorzagen. Ook fpaarde de Vader geenzins de Gcfchenken, welke tot zyn byzonderGebruyk aan hem by zyne Vrienden te Mexico gezonden wierden. Wanneer men de Rekening opmaakte, wierd bevonden , dat de Koften van het Schip veel minder beliepen, dan als of het in Nieuzv-Spanjen gebouwd geweeft was. Terwyl hetzelve, als het eerfte cn eenigfte van dat  28 De HISTORIE van dat Maakzel, in California getimmert wierd, ontfing de Zending een ander nieuw Schip, en verkreeg teffens eenen nieuwen Zaakbezorger in derzelver tydelyke Belangen. De Bark van Peru. by den Onderkoning gegeven, en in de Maand Augufti 1719 verongelukt, en California, door de gewoone en buytengewoone Uytgaven en Onkoften der nieuwe Soldaten en Werklieden te Mulege, in groote Benaauwdheid zynde, zo vertrok Broeder Jayme Bravo, als Agent en Voorraadbezorger, uyt de Zending na de Kuft van Cinaloa, om Goederen en Provifien van daar over te haaien. Aldaar komende vond hy Brieven van Vader Alexand'ro Romano,nu Provinciaal, in dewelke hy, op Bevel van den Vader Generaal Tamburini, aangefchreven wierd na Guadalaxarate komen, om aldaar tot Priefter gewydt, en tot Zendeling voor California aangeftelt te worden. De Broeder was over dat Bevel ten uyterften onthutll, doch kon geenzins weigeren daaraan te gehoorzamen : Hy vertrok dan na Guadalaxara, alwaar hy binnen drie achtereenvolgende Dagen, naar 't Voorrecht der Maatfchappy, by Don Manuël de Membela, die hem met alle Vriendelykheid en vaderlyke Liefde ontfing, in de Orde beveiligt wierd. Van hier vertrok hy, op Bevel van dienzelven Provinciaal, na Mexico, om aldaar van den Toeftand der Zending Verflag te doen. De grootfte Verlegenheid beftond toen ter tyd in het Gebrek van Schepen; want alhoewel de Bylander voorfpoedig voltoid was, zo diende dezelve echter beter tot het doen van nieuwe Ontdekkingen, dan tot het overvoeren van Goederen en Voorraad. Hy wierd door die Omftandigheid bewogen, een Verzoekfchrift aan den Onderkoming Marquis de Valero op te Hellen en te overhandigen , hetwelke aan den Thefaurier medegedeelt, ook ter Rekenkamer en in  CALIFORNIA. =9 in den Raad overgebragt wierd , van welken altoos de Omfcheiding der Zaken van California heeft afgehangen. De Raad gaf den 15 Maart 1720 Bevel, dat men aan Vader Jayme eene Bark uyt Peru, van welke de Onderkoning gewaagt had , zoude hebben te leveren, voorzien van de behoorlyke Wapenen en andere Behoeftens. De Bark bevond zig niet te Aquapulco, maar te Guatulco, van waar zy niet eer dan in de Maand Juny terug kon komen. Inmiddels wierd by den Marquis de Villa Puente, hoognoodig oordeelende te zyn, de Guaycuros te befchaven en onderdanig te maken , het gewoone Fonds ter Oprechting van eene nieuwe Zending te La Paz opgefchooten, en Vader Bravo tenens door hem verzogt, van dezelve de Stichter te willen zyn. De Vader toonde zig bereidwillig die Aanbieding te volvoeren, hoewel die Onderneeming niet vry van groote Zwaarigheden fcheen te zyn, en zeilde in July na Acapulco met zyne nieuwe Bark, geladen met Kleeding, Gereedfchappen &c. voor de Bezetting en Zending. Hy liep te Matanchel binnen, om Ververfmgen, en in Augufti quam hy, tot uytftekende Vreugde van alle, in de Baai van San Dionyfio belanden , alwaar hy den nieuwen Bylander van California in gereedheid vond. Hetzelve Jaar 1720 was aanmerkelyk wegens de Stichting van twee nieuwe Zendingen, de eene bezuyden en de andere benoorden Loretto gelegen, door welke zo wel het verwonnene Land verzekert, als het Chriften-Geloof grootelyks bevordert wierd. De eerfte en voornaamfte dier Zendingen was in de Baai van La Paz, 80 Mylen van Loretto, onder de Guaycuros; doch dit is de byzonder eigene Naam der Inwoonders van dat Geweft niet, maar wel die van Periques. Zy hadden den Naam van Guaycuros in  3a De HISTORIE van in zommige voorgaande Expeditien bekomen, wanneer men de Soldaten zig elkander te meermaalen hoorde toeroepen Guaxoro ! Guaxoro ! hetgeen in hunne Taal Vriend ! Vriend ! beteekent; en van dien tyd af wierden zymet den Naam van Guaxoros, en in 't vervolg met dien van Guaycuros beftempek. Zedert de Expeditie van den Admiraal Otondo zyn deeze Indianen omtrent de Spanjaarden altoos zeer quaaddenkende geweeft, en hebben geduurig met degeenen, welke hunne Kuft quamen bezoeken, overhoop gelegen : Doorgaans wierd aan weerzyden veel Volks verlooren, gedoodt en gevangen» zelfs was het zo ver gekomen, dat men vreesde door de Guaycuros de eene of de andere tyd onder de bekeerde Natie eenen algemeenen Opftand berokkend te zullen zien. Hierdoor wierd Vader Salva-Terra bewoogen, hen een Bezoek te geven, hetgeen, gelyk wy reeds hiervooren gemeldt hebben, zonder vracht afliep,. Het was hoognoodig, om in dat Gewelt tenens ter Zee en by Land in te dringen; by Land, om eenen Weg binnen- door na Loretto te vinden, en de tuflchen beide woonende Natiën te befchaven ; by Zee, om des te gemakkelyker en fboediger de tot eene zo gevaarlyke Onderneeming behoorende Manfchappen, Leeftocht en andere Behoeftens aan te voeren. De Expeditie byLand wierd aan Vader Clemente Guillen, uyt hoofde zyner Zending van San Juan Baptifta Le'gut, opgedragen, en die ter Zee nam Vader Ugarte over, die voor de eerftemaal met den Nieuwnagel el Triumpho della Croce, een Bylander van California, derwaards ftevende. Hyging met Vader Bravo aan Boord, die zeer verlangende was zyne Zending te aanvaarden , en ftaaken den eerften November 1721 van Land. Wanneer zy te La Paz behouden aangekomen waren , wierd het Volk  CALIFORNIA» 31 Volk met alle voorzigtigheid en welgeregeldheid, die men op vyandlyken Bodem behoort te gebruyken , aan Land gezet. Doch het quam wel haaft te blyken, dat het Gevaar zo groot niet was, als men zig yerbeeldt had; want alhoewel zommige Guaycuros zig op eenigen afftand onder de Wapenen vertoonden , zo gingen zy echter, zo dra zy de Vaders, flechts verzeld door eenen IndiaanfenTolk, zagen naderen , op den Grond nederzitten ; ais zynde een Teeken van Vriendfchap en goede Genegenheid. De Vaders deelden, na veelerhande vriendelyke Gebaardmakingen, onder hen eenige Stukken grof Linnen, Meffen, ScheermefTen en andere Gereedfchappen uyt, als mede zommige Vercierfelen en andere geringe Beuzelaryen, dewelke zy met groote Vreugde, en als Gefchenken van uytftekende Waarde, aannamen; zy wierden wyders door den Tolk onderrecht, dat de Vaders tot hen gekomen waren, om met hen als Vrienden te leven, alsmede, om tuflchen hen en de Inwoonders der Eilanden van San Jofeph, Spïritu Santo en van andere nabuurige Geweften, die derzelver verouderde Doodvyanden waren, en groote Bloedftortingen onder hen aangerecht hadden , eene algemeene Verzoeninge te bewerken. Zy lieten over eene zo aangenaame Boodfchap veele Vreugde blyken; doch bleven eenige dagen fchuuw en bevreeft voor de Soldaten. Metter tyd quamen zy echter allengskens uyt verfcheidene Rancherias derwaarts naderen, voornamentlyk door de by Vader Salva Terra terug gelatene drie Gevangenen onderrecht zynde, dat zy geduurende hun Verblyf te Loretto zeer vriendelyk en wel behandeld waren; zodanig een Verhaal, als mede de byzondere Begaafdheid van Vader Ugarte, om zig alom bemind en teffens achtbaar te kunnen Waken, mitsgaders de Liefde der Wilden tot zyne Per-  32 De HISTORIE van Perfoon, deeden de ganfche Zaak ten fpoedigften eene zeer gelukkige keer neemen : Zy floegen Hutten, Tenten en Prieelen op voor alle de Manfchappen, en een Stuk bequame Grond wierd tot het aanleggen van een Dorp, en het bouwen eener Kerk, in gereedheid gebragt. De Leeftocht en Beeften wierden uyt de Bylander ontfcheept, en de nieuwe Zending verkreeg, tot zo groote Verwondering als Blydfchap der Guaycuros, haar vol Beflag. Doch daar rees geene geringe Ongeruftheid by de Vaders, wanneer zy in langen tyd geene de minfte Berichten van het Wedervaaren van Vader Clemente Guillen en deszelfs Gezelfchap ontfingen. Deze had de Reis met eenige Soldaten en Indianen aanvaardt ; doch de tuffchen beide leggende Bergen, BolTchen en Mperaiïen hadden hunnen Weg tot over de 100 Mylen uytgeftrekt, aleer zy de Baai ontdekten en de Bylander zagen leggen, dewelke uyt hunne Musquetery begroet wierd. Men zond terftond eenige Booten derwaards, om hen na de Hutten over te voeren, alwaar zy tot wederzydfe Blydfchap belandeden, zonder eenigen Tegenftand, en zelfs geen den minffen Blyk van Misnoegen der Guaycuros,te ontmoeten of te befpeuren. Vader Ugarte bleef drie Maanden achtereen te La Paz, en gewon tot eenen verbazenden Graad de Liefde en Toegenegenheid van alle de Wilden. Ook bewerkte hy de Vrede tuffchen hen en de Bewoonders der nabuurige Eilanden, dewelke hy, vermits zyne onwederftaanbaare Beleefdheid en Goedaartigheid, wift te overreden, op het vafte Land te komen, alwaar beide de Partyen elkander de blykbaarfte Teekenen van eene oprechte en ongeveinsde Verzoening gaven. Zy hielden zeer fterk by hem aan, ten einde zy van de Dwinglandy en Slaverny der Parelduykers mosten verloft. worden. Hy  CALIFORNIA. 33 Hy liet vervolgens Vader Bravo en zommige Soldaten tot hunne Veiligheid terug, en ging in het einde van January 1721 wederom fcheep na Loretto; de Ligui keerden insgelyks terug,en wel langs de door de onbewoonde Woeftenyen gebaande nieuwe Wegen ; blyvende Vader Bravo met zommige Soldaten in de nieuwe Zending achter. Gemelde Vader leide eerft en voornamentlyk toe, gelyk in alle nieuw-opgerechte Zendingen noodzakelyk vereifcht wordt, om de Land-Taai te leeren; vervolgens bouwde hy eene Kerk, Paftory en eenige Hutten; benaarltigde zig met de grootfte aanhoudendheid en yver hunne Gemoederen te doen overeenkomen; hen te befchaven; onderwyzen; by te liaan en te verligten in alle Dingen, voor zo veel maar in zyn Vermoogen was. In deeze getrouwe en chriftelyke Liefde - Dienften en Pligtcn bleef hy volherden tot het Jaar 1728 toe, wanneer hy na Loretto keerde, omVader Piccolo te onderfteunen, die zig, buyten en behalve zyne hooge Jaaren, in eenen zeer zwakken Staat van Gezondheid bevond. Binnen dit zyn zesjaarig Verblyf had hy over de zeshonderd Kinderen en Volwaffenen gedoopt, en de Zending tot achthonderd volwaflcne Perfoonen doen aangroeijen, dewelke in 3 Dorpen verdeelt wierden, namentlyk in Nueftra Senbora del Pilar de la Paz; in Todos Santos, en in Angel de la Guarda; ook had hy ao Mylen van La Paz zommige Streeken ontdekt, welke tot het planten van Maize bequaam waren, en die hy vervolgens tot Bouwlanden.deed maaken. Terwyl de drie Vaders zig te La Paz ophielden, wierd ook de Zending in het Noorden, onder de Befcherming van Nueftra Senbora de Guadaloupe , opgerecht. Gcduurende den tyd , dat Vader Ugarte zig in 't Gebergte bevond, om Hout voor C de  3+ De HISTORIE van de Bylander te vellen, had hy alle de Cocbimies daaromftreeks zodanig eene Liefde en Geneigdheid tot het Chriftendom ingeboezemt, dat hy door hunne afgezondene Booden dagelyks verzogt wierd, hen andermaal te willen komen bezoeken. De Vader betoonde zig daartoe gewillig en bereid; wierd derwaards verzelt by Vader Ever ar d Helen, eenen nieuwen Zendeling, welke in April 1719 na California gezonden was. Aleer hy na La Paz wederom fcheep ging, liet hy zyne Beveelen en Onderrichtingen achter, om die Stichting te beginnen; zond kort daarop Vader Helen derwaards , die reeds te vooren, door de onfmakelyke Onderwyzing van eenen Indiaan, de Land-Taai eemgzins had leeren verftaan. Hy wierd door den Capitein en zommige Soldaten verzelt, en arriveerde den 26 December 1720 te Huafenapi, 90 Mylen benoorden Loretto. , Dit Geweft legt op de Hoogte van 27 Graden noordelyke Breedte in het midden der Siërra ; 27 Mylen ten Noordweften van San Ignacio, en 30 van Conception, in eene koude en ongezonde Luchtftreek. De Indianen quamen uyt alle de Rancherias der Omlanden derwaards zamen vloeiien om hunne allergrootfte Vreugde en Genoegen te betuygcn, dat de Vader onder hen was komen Woonen. Men begon eene Kerk te bouwen, die aan Nueflra Senhora de Guadaloupe toegewydt wierd, vervolgens ook eene Wooning voor den Vader, en verfcheidene groote en kleine Hutten voor de Indianen , waarby byzonder aanmerkelyk was* dat de Capitein en zyne Soldaten, die anderzins, volgens hunnen aangeboorenen Aart, van alle Arbeid afkeerigzyn, hunne Luyheid lieten vaaren, en de Handen mede, gelyk andere, aan het Werk floegen. In het midden van deze Verandering ont-  CALIFORNIA. 35 fing hy eene meenigte Booden , met verzoek, de ver-afgelegenfte Rancherias met zyne Tegenwoordigheid te willen vereeren, en de aldaar woonende Zieken en oude Lieden, dewelke niet na de Zending konden komen, te onderwyzen. Middelerwyle waren de Capitein en zyne Soldaten met alle yver bcezig, de kleine Gebouwen der Zending te vervorderen, en ten einde van zes Weeken was alles voltooid en in goeden Staat gebragt, wanneer de Capitein vertrok , achterlatende vier Soldaten tot derzelver Bcwaaring, dewelke hy, ten opzigte der Uytgeftrektheid van het Land, en het gering Vertrouwen, dat men tot de Indianen kon hebben, zeer noodzakelyk oordeelde te zyn. De Yver der Indianen bleef in alle haare Kracht volharden, zo dat Vader Helen in ftaat geftelt wierd, op Saturdag voor Paaffchcn in 't Jaar 1721, voor de eerftemaal het Doopzel aan de Volwaffenen toe te dienen. Hierdoor wierd in andere ver-afgelegene Rancherias eene onverduldige Begeerte onder de Inwoonders verwekt, om gelykervvyze in den H. Doop bedeeld te mogen worden ; doch de Vader deed dezelve begrypen, dat zulks niet eerder kon gefchieden, dan na dat zy alvoorens naar zyn Genoegen in de Gronden van het Chriftendom onderwezen wat en, en heinde Stukjes Hout, de Hairlokken , Manteltjes , Beeftevoeten , Paruykjes en andere Vodderyen , waarvan zy zig by hunne Gochelaryen en Bedriegeryen bedienden , uytgeievert hadden , gelyk by alle hunne Landslieden gedaan was, aleer zy door hem gedoopt waren geworden. Doch zulks was voor den Vader eene zwaare Poft te verwinnen; want de doortrapfte onder hen bedienden zig van die Grollen en Kuuren,om den onnozelen Eerbiedigheid in te boezemen, en van hen alles Ca te  36 De HISTORIE van te verkrygen, wat zy nodig hadden, of maar wilden en begeerden. De Vader bevond onder ben echter geenerhande dadelyken Afgodendienft ,ofTovery-en Verbond met boozc Geeften, cn wat van diergelyke Natuur is, in zwang te gaan; maar was in tegendeel by ondervinding te meermaalen en volkomen overtuvgt geworden , dat alle de zogenaamde Tovenaars niet dan Guyten en Bedriegers waren, welke voorgaven eene geheime Kracht van den Hemel te bezitten,om,aan wien zy maar wilden,goed of quaad te kunnen doen, en dat zodanig een Handel doorgaans gedreven wierd by Perfoonen van hooge Jaaren , om door middel van die Begoochelingen een rykelyk en gemakkelyk Beftaan te vinden , wanneer zy niet langer in ftaat zyn hunnen Nooddruft in het Gebergte en in de BolTchen te zoeken. Zy geven zig ook voor Geneesmeefters uyt, en onderftaan de Kinderen in nuttige Wetenfchappen en verbazende Geheimeniften te onderwyzen; doch alles loopt op enkel Bedrog en Valsheid nvt; zynde hun Oogmerk alleenlyk van den Arbeid hunner Landgenoten te leven, en hun Onderhoud te bekomen; gelyk wy reeds in het eerfte Deel, en by het zevende Hoofdftuk, aangemerkt hebben. Hierdoor wierd echter de Uytbreiding en Aanwas van het Chriftendom allermeeft verhindert, en Vader Helen was derhalve, gelyk de overige Zendelingen «rewoon waren, op Middelen verdacht, om de. Indianen alle de Werktuvgen hunner Bygelovigheid in zyne Handen te doenïeveren; op het laatft wierd daaraan by de Wilden voldaan, wanneer zy alle die Beuzelaryen aan hem uytleverden , welke by den Vader in 't openbaar verbrandt wierden. De beide volgende Jaaren van 172a en 1723 waren voor geheel California, en wel byzonder voor de nieuwe Zending van Guadaloupe, zeer v ramp-  CALIFORNIA. 37 rampzalig. In het Jaar 1722 wierd het ganfche HalfEiland by eene zo groote meenigte Sprinkhaanen overftroomt, dat door hunne Vlugt de Straalen der Zon, als door eene donkere Wolk, ten eenemaale veduyftert wierden. De Pitabayas en andere. Vruchten , der Indianen voornaamft Voedzel, wierden door dat Gedrocht opgevreeten, en indien dc Vaders de Zendingen in hunnen Voorraad van Maize met hadden kunnen bedeelen, dan zouden zeer veele Indianen van Honger en Gebrek onvermydelyk hebben moeten creveeren. Doch vermits die Voorraad tot Onderhoud van hen allen niet kon toereiken, zo waren de Indianen genoodzaakt het Infeft alom te vernielen , om gelyke Plaag in het volgend Jaar voor te komen, en hetzelve, by gebrek van beter Voedzel, geduurendc hunne tegenwoordige Verlegenheid tot Spyze te gebruyken. Het Gevolg van zodanig een quaad Voedzel was eene doorgaande Ziekte onder hen , verzeld door boosaartige Zweeren, waardoor eene meenigte in het Graf geflecpt wierden. De Yver en Onvermoeidheid van Vader Helen, ter dier gelegenheid befieed, om zyne Californiaanfe Kinderen te behouden , was niet uyt te drukken : Hy ging van de eene Rancheria na de andere; klauterde cn gleed de fteile en ruuwe Bergen op en af, en bezogt de Zieken geduurig als Geneesmeefter, Paftoor, Biechtvader, Voedfterheer en Voogd. Hy wierd door die uyterfte Elenden in zyn Hert gegrieft, en nog meer, wanneer hy hoorde , dat verfcheidene wreede en van alle Menfchelykheid vervreemde Rancherias, terwyl andere door die epidemiqtie Ziekte aangeftoken waren, en eenigerhande Voedzel overig hadden, de Lyders levendig begroeven, of dezelve met Struyken en Takken dekten, om daaronder elendig te fmooren. C 3 Naau-  3S De HISTORIE van Naauwelyks was die Plaag overgegaan, of in het volgende Jaar 1723 ontilond een algemeene Buyken Roode-Loop , dewelke eene nog yslykere Verwoefting onder de Indianen aanrechtedc. Vader ƒƒ ftreeks de naderhand nieuw-opgcrechte Zendingvan San Luis Gonzaga. Zy was rondom voor dc fterke Winden door hooge Bergen gedekt ; eene halve Myl breed, en liep landwaards in na Cabo San Lucas. Naby dezen Arm ontdekten zy eene Rancheria van Indianen, met dewelke zy, door her, geven van eenige Vereeringen, zig tot Vrede en Vriendfchap verdroegen. Wanneer zy de Indianen na Water vraagden, wierden zy onderrecht,' gelyk zy ook bevonden, dat het eenigfte verfch Water daaromftreeks by hen uyt eene in het Zand gegravene Wel gehaalt wierd; daarby voegende, dateen nabuurig Eiland, Santa Rofa genaamd, overvloedig van verfch Water voorzien was, ea dat zy te meermalen aldaar geweeft waren, doch tegenwoordig op geenerhande wyze wiften, het breede Canaal na derwaards over te komen; ook vonden zy zulke blaauwe Schelpen niet in de Baai, noch eenige Zweeming van ryke Parelbanken , van dewelke deeze Kuft gezegt wierd overvloedig voorzien te zyn.  44 De HISTORIE van zyn. Men bevond , dat dezelve twee Ingangen had, en de Capitein zond eenige Manfchappen af, om dien aan de Zuydzyde op te neemen, en den Loop eener Beek volgende, te onderzoeken , of de ander Arm dier Baai, die de Haven, genaamd del Marqués, formeert, ook verfch Water uytleverde. In dezen Tocht ontdekten zy insgelyks op eenigen Afftand den tweeden Mond of Arm; doch bevonden, dat de Beek, aleer zy zig in de Zee ontlaftede, door zommige brakke Plaffen liep, en het dus voor de Schepen onmogelyk was, om aldaar verfch Water te haaien. Deze Ontdekking fpoorde hen aan van dien ganfchen Omtrek de Opneeming te doen; doch vermits de Rotfen op verfcheidene Plaatfen ongenaakbaar, en de Moeraflen hier en daar niet over te komen waren , zo wierden zy genoodzaakt eenen Omweg na de Rancheria, San Benito a"Aruy genaamd, te neemen, dewelke 4 Mylen van de Zee lag, en alwaar hun de Indianen insgelyks het onaangenaam Bericht gaven, dat langs de Kuft geen verfch Water te vinden was. Hier quam alle het Volk by den anderen, en Vader Guillen deed al zyn beft, om hetzelve over te halen tot het opneemen van het overige Gedeelte dier Kuft, of ten minften, voor zo ver mogelyk was, van derzelver Streek na het Zuyden. Doch hy kon zulks van den Capitein noch van de Soldaten verwerven , en de Indianen drongen in die onfmakeiyke Omftandigheden aan, wederom na Loretto te keeren. Dus wierd Vader Guillen genoodzaakt zyn Beftek te laten vaaren, en Toeftel tot de Terugreize te maken; hy nam zommige Indianen, met welke hy Vriendfchap gemaakt had, tot Gidfen mede, en door derzelver Beftier wierden eene meenigte Omwegen en Ongemakken gemydt, zo dat zy binnen de vyftien dagen, na omtrent zeventig Mylen  CALIFORNIA. 45 len omgezworven te hebben , wederom te Lo~ retto aanquamen. De by Vader Ugarte aanvaarde Onderneeming liep gelukkiger af, alhoewel de Ongemakken en Gevaaren ongelyk grooter waren. Hy zeilde den 15 Mey in 't Jaar 1721 uyt de Baai van San Dionyfio de Loretto in de Bylander, el Triumpho della Croce genaamd, en aldaar getimmerd ; medevoerende een Boot, Santa Barbara genaamd , ook aldaar gebouwd, zes Voeten breed, elven in de Kiel lang, en zonder Dek, om gebruykt te worden ter plaatfe, alwaar de Bylander niet kon komen. Aan Boord van de Bylander bevonden zig zes-en-twintig Perfoonen ; zes van dezelve waren Européanen, van dewelke twee de Straat van Magellaan gepaffeert hadden ; een ander, behalven op den Atlantifen Oceaan bevaaren zynde, had eenen Tocht na de Philippines gedaan, en was na het neemen van het Philippine-Schip van Cabo San Lucas, als Gevangen te Batavia opgebragt, en nog een ander had verfcheidene Tochten na Newfoundland gedaan; de overige waren Indianen en Inboorlingen van de Streek onder San Dionyfio de Loretto. De Stuurman , Guilermo Eftrafort genaamd, was een kundig en zeer ervaaren Man; in de Pinnas of Boot bevonden zig 8 Perfoonen; namentlyk 1 Chineefen of Philippynen, welke Naamen inde gemeene Landtaal van Nieuw-Spanjen eensluydende zyn; een TaquiIndiaan en vyf Califomianen, zamen acht- entwintig Perfoonen uytmakende. De Voorraad van Leeftocht,welke aan Boord genomen was,viel voor eenen zo onzekeren Tocht niet rekkelyk genoeg, dewyl men ftaat maakte op de Vervulling eener Belofte , 's jaars te vooren by eenen Zendeling van Pimeria gedaan, ten opzigte eener overvloedige Proviandeering van de tegenover leggende Kult der Seris.  46 De HISTORIE van Zy zeilden met eene ftyve Koelte den Inham op tot aan de Baai Conception in de Rivier Mulege, alwaar Vader Ugarte de Zending van Santa Ro/'alia en zynen Zendeling Vader Siftiaga bezogt; van daar vervorderden zyde Reis, omde^Kuftvan California tot aan de nabuurige Eilanden van Sal-fi-puedas af te fchetfen, en wyders den Inham dwars over te fteken na de Haven van Santa Sabina in de Baai van San Juan Baptifta, beide gelegen naaft deze Eilanden aan de Kuft der Tepoquis en Seris. Zy bereikten de Haven in vyf dagen, en ontmoetenden by hunne Landing geene levendige Ziel op het Strand; doch van Boord komende zagen zy eenen Indiaan , die , na een Kruys in 't Zand geftoken te hebben, fchielyk op de Vlucht teeg. Ons Volk vervoegde zig met alle fpoed na het Kruys toe, en naderden hetzelve met Gcbaardmakingen van verfchuldigde Eerbiedigheid. Hierop maakte de gevluchte Indiaan een groot Gekryfch, en terftond quamen zyne Medemakkers, dewelke verfchoolen lagen, en insgelyks gezien hadden, dat de Bylander een Kruys op de Boeglpriet voerde, voor den dag fpringen, en gaven door meenigvuldige Teekenen hunne Genegenheid tot Vrede en Vriendfchap te kennen. Vader Salva-Terra had hen te vooren onderrecht, dat het Kruys de Leus en het Merk van Liefde en Vriendfchap was, en hen aanbevoolen, aan de Manfchappen van alzulke Schepen, dewelke een Kruys voerden , alle Gunft en Herbergzaamheid te laten wedervaaren; dewyl daardoor quam te blyken, dat dezelve aan de Vaders van Califorvia toebehoorden. De Indianen waren zo onverduldig , om den Vader te zien, dat zy, in plaats van te wachten, tot dat hy aan Land flapte, zig met meenigte in de Zee wierpen, en na het Boord toe zwommen; zy klommen  CALIFORNIA, 47 men in 't Schip ; omarmden zyne Voeten, kuften zyn Aangezigt en Handen, en gaven meenigvuldige Teekens van Blydfchap, Liefde en Verrukking over deffelfs Aankomff. De Vader bleef mede niet in gebreeken dezelve tan zyne zyde te beantwoorden, en onderhield hen met een vriendelyk Gefprek en verfcheidene Ververfingen, gelyk hy ook deed by de anderen, die aan Strand gebleven waren. Hy zond twee van hen met eenen Brief aan den Vader der Zending van San Ignacio, die aan hem eenen Voorraad van Leeftocht belooft had , en aleer zy vertrokken, wierden zy ieder in een canefaffe Jurk geftoken, en door den Vader met eenige Snuyfteryen befchonken. Vervolgens wierd al het ledige Vaatwerk van Boord aan Strand gebragt, om het met vers Water te vullen; op het zien van hetzelve fchecn eenige Twift onder de Indianen te ontftaan, en kort daarop vertrokken zy gezamentlyk ; door Gebaarden te kennen gevende, dat zy 's anderendaags wederom zouden komen. Onze Manfchappen waren niet zonder eenige Achterdocht; dewyl het laat wierd, begaven zy zig, tot hunne Geruftheid, wederom aan Boord. De volgende Ochtendftond was zo dra niet verfcheenen, of men zag geheele Troupen Indianen, alle met Watervaten beladen, aankomen; de Mansperfoonen droegen twee in Netten, aan dikke Stokken dwars over hunne Schouders hangende, en de Vrouwlieden één op haaren Rug. Deze Vriendfchap liet de Vader niet onbeloond, en hy wierd door de Indianen zeer inftandig verzogt, de Bewoonders der naaftgelegene Eilanden, hunne Vrienden en Maagen, te willen bezoeken. . De Vader ftond hen hunne Begeerte toe, en ftevende nog dienzelven avond met twee dier Indianen van de Kuft derwaards; zy bevonden zig 's anderendaags in den vroegen Morgenftond in eene naau-  43 De HISTORIE van naauwe Doorvaart, dewelke zy zig verbeeldeden het Eiland van het vafte Land te fcheiden, hetgeen zy benieuwd waren naauwkeurig te onderzoeken. Ten dien einde voeren zy met de Kaan en de Pinnas verder op,doch bevonden zig wel haalt op eene Plaats, van waar zy naauwelyks konden terug keeren. De Vaart was eng en krom, en daarenboven vol Ondieptens, zo dat de Bylander, offchoon de Loots in de Boot als een Gids vooruyt voer, aan den Grond ftiet, en in Gevaar geraakte van te vergaan, doch eindelyk met groote moeite wederom vlot gemaakt wierd. Een ander Toeval, waardoor nog grootere Verlegenheid veroorzaakt wierd , beftond daarin, dat de Kaan en de Pinnas, door den Herken Stroom, zo ver weg gerukt wierden, dat zy ten eenemaal buyten het Oog geraakten. De Bylander was genoodzaakt het Canaal verder op te zeilen; niet tegenltaande het Gevaar aan beide zyden en alom toenam, en oogfchynlyk grooter wierd. Na drie dagen aldus tuffchen Hoop cn Vrees gezukkelt te hebben , geraakten zy eindelyk in den Mond van de Naauwte, en vonden teffens de Boot en Pinnas wederom; doch in plaats van in de Bocht uyt te komen, gelyk zy onderllelden, bevonden zy zig in eene ruyme en wyde Baai, van waar zy het Eiland, werwaards zy het gemunt hadden, ganfch klaarlyk ontdekten ;zy ftuurden vervolgens ,buyten eenigen hinder en zwaarigheid te ontmoeten, daar na toe. De Pinnas fleepte achteraan, en omtrent ten afftand van een Musquetfchoot wierd men gewaar, dat het Volk daaromftreeks, naar zyne wyze met Boogen en Pylen gewapend, en eene Soort Helmen van Veêren dragende, het Strand door hun Gekryfch deed weergalmen, om daardoor de Manfchap in de Pinnas te vervaaren; doch de Indianen, derzelver Landslieden, zwommen aan Land, en onder  CALIFORNIA. ^ derrechteden hen, dat de Vader, zig aan Boord van hetgrooterVaartuyg bevindende, hen een Bezoek quam geven, waarop zy terftond hunne Wapenen afleiden, en ons Volk met alle Teekenen van Blydfchap en Genoegen ontfingen, en na de Haven verzelden, alwaar zo wel goed Water als eene veilige Maats om te ankeren gevonden wierd. Vervolgens naderde ook de Bylander, en ging aldaar voor Anker leggen; doch Vader tfc^door hevig Pyn van zyn Midden tot onder toe aangevallen, kon onmogelvk van Boord gaan. Dit Ongemak had hy in de Haven der Seris vergadert, alwaar hy aan Land komende van het Zeewater doornat was geworden dewyl hy zo zeer als iemand van de Matroozen arbeidede, om verfch Water in te neemen De Eilanders ziende, dat de Vader niét aan Land quam , vervaerdigden dertien Balfülas , of kleine Vlotten waarmede vyftig Indianen aan Boord voeren, en hem verzogten zig mede tot hunnent te begeven, alwaar zy reeds een Huys voor zyne Woonmgin gereedheid gebragt hadden : De Vader gaf daarop Laft, hoe pynelyk hem ook alle Beweging viel, hem in de Boot te helpen, en aan Strand geï komen zynde wierd hy by de Matrozen en Califormanen gedragen. De Eilandeis ftonden in twee Kyen, de Vrouwen aan de rechter, en de Mannen aan de imker zyde gefchaard , om hem te ontfangen Wanneer hym zyn Huys, van Boomen en lakken met twee Deuren vervaardigd, gekomen en gezeten was, quamen alle de Eilanders één vooréén zonder de minfte Opfchudding , eerft de Mannen en vervolgens de Vrouwen, hem begroeten Zy gingen de eene Deur in en de andere wederom uyt en boogenin tvoorbypaüeeren hunneHoofden voor den Vader, om zyne Handopleggingen te onrftn gen, hetgeen hymetde grootftelifoe en TederD heid  5» De HISTORIE van heid verrichtede, waarna zy zig by hunne Landgenoten en Huysgezinnen vervoegden, en alles wierd in eene verbazende goede Order volvoert. De ganfche Plechtigheid beftond in deze voorbygaande Begroeting en Bezoek; vervolgens vergaderden alle de Eilanders rondom den Vader, die zyn uyterfte belt deed, om zig onder de fmertelyke Pynen over einde te houden, om hen met alle mogelyke Lieftaligheid te ontfangen. Hy prees hen alleen aan, na de Zending van del Populo te willen gaan, dewelke omtrent twee of drie dagen reizens van dc nabuurige Kult gelegen was, om van daar eenen Indiaan, als Temacbtien of Onderwyzer, af te haaien en tot hunnent terug te brengen. De Tyd van zyn Verblyf aldaar was van korten duur, dewyl hy genoodzaakt wierd na de Kuft te keeren, om Voorraad van Leeftocht te bezorgen. Hy ging derhalve wederom Scheep, en vervorderde zyne Reis tot aan den Mond der kleine Rivier Caborca. In zyne verdere Opneeming dier Kuil ontmoctedehymaar eene enkelde gevoegelyke Plaats, namenlyk eene kleine en opene Baai, alwaar men ging -voor Anker leggen. Van daar wierd de Pinnas, tot Ontdekking der verdere Kuft, noordwaards - op gezonden, om aldaar de Merkteekcncn van Pimeria, beftaande in zommige Zandbanken bezyden Co/la Brava, op te zoeken; ook wierden drie Man tot gelyke Opneeming over Land uytgezonden. Deze quamen in een dag of twee terug; verhalende, dat langs de ganfche Kuft geenerhande Baai te vinden was, en hunne gedaane Ontdekking, welke eenige Aanmerking verdiende , alleenlyk beftond in eene Put of Groeve van vuyl Water , in een bewandeld Voetpad en in de Voetfpooren van eenenMuylezel. Op deeze Onderrichting zond de Vader terftond twee Matrozen uyt, dewelke, de voor fchree-  CALIFORNIA. Hi meenden aan te doen , zo fcheen hen derzelver Invaart zeer gevaarlyk te zyn, dewyl zy aan beide de Zyden ganfch klaarlyk eenige Klippen ontdekten, weshalven zy, in plaats van dezelve in te loopen, wederom Zee koozen, om de Almiranta op te zoeken. De ganfche Kuft voorby de Baai Santa Magdalena legt vlak, en is zeer vermakeiyk; zynde maar eenige Bergen na binnen 's Lands te zien. Den 30 July kreegen zy eene Baai in 't Gezigt, die door de Uytvloeijing eener Rivier fcheen gemaakt te worden. De Generaal, om daarvan een verzekerd Bericht te bekomen,zond hetFregat derwaards, om dezelve op te neemen. Doch het Fregat daarvoor komende, bevond de Invaart wegens de veelvuldige Kreeken te gevaarlyk; befloot derhalven terug te keeren, en van de Bevinding aan den Generaal verflag te doen. Deze Baai, San Chriflovat genaamd, was te vooren by dc Almiranta insgelyks opgenomen, wanneer zy twee Mylen van dezelve ten Anker quam, en de Capitein Peguero met de Boot dezelve van naby onderzocht, en bevond die veelvuldige Kreeken door de Zamenftootmg der Stroomen van de Rivier en de Vloed der Zee veroorzaakt te zyn. Doch in derzelver Invaart wierden zy over de 6 Vademen diep bevonden, en indien de Avond niet had komen te vallen, dan zoude de Almiranta dezelve ingezeild zyn. De Capitein quam derhalve terug en gaf aan den Generaal Bericht van zyn Wedervaaren, niet weetende van hetgeen teoen 's anderendaags ochtends kon gebeuren. De Baai wierd San Chrifioval genaamt, om dat zy op den !Dag van dien Heilig ontdekt was. Zv voeren die: zelve Nacht verder, tot dat de Baai van las Balenas bereikt wierd, van waar de Capitana en het Frejgat hunne Reis vervorderden, om na de Almiranta ien teffens na verfch Water te zoeken, waaraan beide U Deel. Q &.Q0t jgat hunne Reis vervorderden, om na de Almiranta  a4a De HISTORIE va» groot Gebrek hadden. Op eenen verren Afftand van daar zagen zy wederom eene wyde Baai, werwaards de Generaal het Fregat afzond, in verwachting van in hunne Omftandigheden eenigerhande Verligting te zullen bekomen; doch nader daarby komende wierd ontdekt, dat dezelve door verfcheidene Ondieptens omcingeld was, weshalve aan de Capitana een Sein gegeven wierd, niet nader te komen , en vervolgens hervatteden zy met den anderen hunne Reis. Ook deze Baai was reeds door de Almiranta bezocht, van dewelke zy met den Naam van las Balenas, of de Walvifch-Baai beftempelt wierd, om redenen, dat men aldaar eene meenigte dier groote Schepzelen vond, dewelke door den Overvloed der kleine Viflchen derwaards gelokt waren. De Vluchten van Gevogelte konden niet zonder Verbaaftheid aanfchouwt worden, zo wel ten opzigte der Grootte als van derzelver Verfcheidenheid; levende alle, gelyk de Wah iflchen , van den Roof der kleine Viflchen. De Landftreek langs de Baai is bevolkt, en deszelfs Bewoonders zyn byzonder fpraakzaam en vriendelyk; ook zyn zy zo welgemaakt, en veel fraaijer van Gefteltenis, dan men eenige tot nog toe langs de Kuft gezien had. De Indianen befchonken hen met Paerel-Oefters en fyne en wel gebreide Nettenen waren zeer verlangende, om mede aan Boord van het Schip te mogen gaan; doch het Water was zo hol en het Weêr zo onftuymig, dat zy niet na hetzelve durfden toezwemmen; ook kon het Volk der Almiranta niet aan Strand komen, dewyl derzelver Boot zeer klein was. De Vaendrig Azevedo en een Soldaat fprongen echter over Boord en zwommen na de Wal, om het Land te bezigtigen. Aldaar komende, ontfingen zy van de Indianen eenige Netten met Paerel-Oefters tot een Gefchenk, welke  CALIFORNIA 243 welke hen aan lange Stokken toegereikt wierden; want zy durldcn de Spanjaarden niet aanraken, dewyl zy zig verbeelden, dat dezelve geene .Menfchen, maar zo veele Goden waren. De Indianen gaven hen te kennen, dat in de Nabuurfchap goed Hout en verfch Water te vinden was, als mede dat hun Land wyd uytgeftrekt, volkryk en met eene meenigte Steden opgevuld, en daarin alles te bekomen was, waarmede men met de Inlanders kon Handel dryven; want zy fcheenen Viffchers te zyn, en hunnen Vangfl: op de Markten in de naby gelegene Steden veil te bieden. De Almiranta bleef hier nog twee Dagen leggen, om na beter Weêr te wachten, en eenige gewapende Manfchap aan 't Strand te zenden, om Hout en Water, waaraan zy groot Gebrek hadden, aan Boord te halen; en geduurende dien ganfchen Tyd bleven ook de Indianen zig aan 't Strand ophouden; om het Volk van de Schepen aldaar te ontfangen. Doch de Zee niet willende bedaaren, zo zeilde de Almiranta verder, om de eene of de andere Plaats op te zoeken, alwaar men beter Verligtenis in de dringende Nood zoude kunnen vinden. Het was den laadten July, wanneer de Reis vervordert, en acht of tien Mylen van deze Baai het Eiland van San Iloque bereikt wierd. In deffelfs Midden is een Reeks van hooge Bergen gelegen, los Siete Infantes genaamd, dat is, het Gebeigte der z^ven Kinderen, zynde hec Getal, gelyk zy in eene Linie naafr. elkander volgen. De Capitana en het Fregat, uyt de Baai van las Balenas hunne Reis vervorderende, kreegen den 8 Augufti eene Baai in 't Gezigt, welke hen zeer bequaam ter Inlooping en ter Vervulling hunner Wenfingen fcheen te zyn; dezelve wierd opgezeilt, en Ibeide de Schepen quamen daarbinnen voor Anker; Q 2 doch  S44 De HISTORIE vaj* doch eenige Soldaten aan de Wal gezet zynde, om Hout en verfch Water te zoeken, vonden het Land alom ten uyterlten bar en fchraal, en keerden onverrichter zaak wederom na Boord toe. Dus in hunne Verwachting gemift hebbende, ging men weder onder, zeil en quam 'sdaags voor O. L. V. Hemelvaart by een Eiland, niet ver van de Kuft gelegen , alwaar de Almiranta te vooren insgelyks geankert had. Doch de Capitana twee Mylen van daar een ander Eiland ziende , ftevende derwaards, en deed het eerfte niet aan, hetgeen La Ajjumpcion genaamt wierd, en alwaar de Admiraal den 5 dierzelver Maand aangekomen was. Dit Eiland is van eene middelmatige Grootte ; de Grond zandig en keiachtig, en door Zee-Meeuwen als overdekt. In zommige Kreeken van hetzelve was een oneindig Getal van Zee-Wolven, zo groot als Kalveren, en eene Meenigte van allerhande Slach van Viffchen, van dewelke maar twee Soldaten binnen het Uur, alleenlyk met Lynen, zo veel vongen als hun Boot kon laden; wordende doorgaans gezond en aangenaam van Smaak bevonden; byzonder zyn de Sardynen groot en voortreflyk aldaar. Hier ter plaatfe deed Vader Antonio den Dienft op den Dag der Verheerlyking van onzen Zaligmaker. Na het eindigen van denzelven , ging de Sergeant Miguel de Legar met zommige Soldaten na Water en Hout zoeken. Zy vonden in 't Gezigt van het Eiland, alwaar de Capitana ingeloopen was, een Meir vol goed Zout, en naby hetzelve zommige Putten, of Wellen in 't Zand gemaakt, die gedeeltelyk zoet en gedeeltelyk brak Water uytleverden. De Admiraal, met zynen Raad, den grooten Afftand bezeffende , en dat het gevolgelyk zeer bezwaarlyk zoude vallen aldaar Water te haaien, zo wierd beflooten, den Cours te hervatten, om het Eiland Cer~  CALIFORNIA, 245 Cerros aan re doen, en de Capitana op te zoeken. Dienvolgens ftevende de Almiranta den 9 Augufti van daar, na dat Vader Antonio alvoorens van het Eiland eene Opneeming gedaan, en dezelve in eene Kaart gebragt had. Wy hebben reeds gezegt, dat de Capitana en het Fregat wel in \ Gezigt van 't Eiland la Ajfumpcion quamen;doch dat zy,in plaats van aldaar te ankeren , na een ander twee Mylen verder gelegen Eiland overflaken, en aldaar 's avonds voor O. L. V. Hemelvaart het Anker wierpen; wordende hetzelve by hen la Iftar de San Roque genaamd, 's Anderendaags deed de Generaal den Vaendrig Forez Alarcon, met zommige Soldaten, aan Land gaan, om Water te zoeken; de Vaendrig Martin de Aguilar ging mede, en zy vonden met onvermoeiden Arbeid eindelyk dezelve verfche Wellen en ziltige Putten, dewelke het Volk van de Almiranta vooren ontmoet hadden; ook ontdekten zy,tot hunne grootfte Blydfchap, zommige Merkteekenen, dat de Manfchappen van de Almiranta aldaar geweeft waren. Uyt deze Wellen voorzagen zy zig van verfch Water, hoewel niet zonder Gevaar wegens de zwaare Zeegolven. Terwyl de Spanjaarden zig aldaar bevonden, quamen de Indianen in meenigte na het Strand afzakken, en verwiffelden hunne Préfenten tegen die der Spanjaarden. Wanneer de Capitana en het Fregat aldus van Water, Zout en Hout voorzien waren., gingen zy na Cerros onderzeil, en men befloot aldaar mede aan Land te zullen moeten gaan. In 't vervorderen der Reize quamen zy, omtrent twaalf Mylen in Zee, voorby eenen hoogen Berg, doch naderden denzelven niet. Alhier was de Almiranta door eenen fterkenNoordwefte Wind omtrent acht dagen tegen gehouden, na dat zy de Kaap, Q 3 de-  546 De HISTORIE van dewelke door den voorfz. Berg gcformeert wierd, te boven gelaveert had; en al voort lavecrende quamen zy te meermaalen ten afftand van eenen Steenworp het Voorland en het vafte Land te naderen, Aan en op dezen Berg was geenerhande Groente noch Struyk te zien; dezelve was overal met Streepen van verfcheideneCouleuren als befchildcrd,hetgeen eene zeer fraaije Vertooning gaf, en zommige Soldaten, benevens een ervaaren Matroos uyt Peru, dewelke alle in de Mynen bekend waren, en daarin gearbeidt hadden, verzekerden eenpaarig , dat die verfchriklyke groote Berg ten eenemaale uyt Gouden Zilver-Mynen moeft beftaan; en indien de Wind en het Strand hadden willen toelaten met de Boot aan Land te gaan, dan zoude de Admiraal zommige Manfchappen derwaards gezonden hebben, om dc Waarheid dier Verzekering te onderzoeken. Wanneer eindelyk de Wind begon te bcdaaren, laveerden zy dien Uythoek voorby , en ftevenden na dien Berg, of na het Eiland Cerros toe, Cours zettende tuffchen het vafte Land en het Eiland la Natividad de Nueflra Senhora heenen, en quamen den 19 Augufti dicht onder het Eiland Cerros voor Anker. De Capitana en het Fregat, geenen Hinder van dien gefchilderden Berg, gelyk de Almiranta, ontmoetende, deeden eene goede Haven aan, dien zy San Bartholomeo noemden, gelegen drie Mylen aan deze zyde van het Eiland Cerros. Hier zond de Generaal den Vaendrig Alarcon, met zommigen Soldaten, wederom aan Land, om verfch Water te zoeken; doch zy vonden 'er niet, alzo het Land overal zeer bar en fchraal was. Langs het Strand ontmoeteden zy eene Soort van Hars, doch dezelve van een q aade Reuk zynde , wierd onwaardig geacht daarvan iets mede te neemen. Achter-  CALIFORNIA. *47 tervolgens hun Bericht geleek dezelve wel na Barnfteen; doch wat het ook moge zyn, daar was genoeg, om 'er een Schip van vol te laden. De Admiraal had gaarne die Haven opgenomen; doch de Nacht ophanden zynde, wierd het niec oirbaar geacht; en vermits men aldaar geen Water kon vinden, zo gaf ook de Generaal Bevel den bepaalden Cours te hervatten, en vervolgens vertrok men 's nachts den 24 Augufti wederom van daar. Kort daarna voeren zy het Eiland Natiuidad voorby, zonder hetzelve te zien, en den volgenden Dag bevond men zig naby het Eiland Cerros; doch dewyl men het verkeerdelyk voor het vafte Land hield, zo wierd beflooten langs deffelfs Kult heenen te zeilen. Maar echter behaagde het dengeenen, dien Wind en Water gehoorzaamen, dat zy geduurende negen dagen niet in ftaat waren , den Uythoek, genaamd Cabo de San Auguftino, te boven te komen. Eindelyk, door de geduurige Laveeringen afgemat zynde, beval de Generaal, kort onder Land te zetten; oordeelende aldaar voor den fterken Noordwefte Wind gedekt te zullen zyn, en voor Anker te kunnen leggen, wanneer hy het Fregat met den Aardbefchryver Gueronymo Martin afzond, om de Legging van het Land af te fchetfen, en van zyne Bevinding verflag te doen. Dus quamen zy den laatften van Augufti aan 't zuydelyke Gedeelte van het Eiland Cerros voor Anker leggen. Wy hebben wyders reeds aangemerkt, dat de Almiranta den 19 Augufti insgelyks dicht onder het Eiland Cerros ten Anker gekomen was. Den volgenden Ochtend, zynde de Feeftdag van San Bernardo, begaven zig de Admiraal Toribio Gomez, Vader Antonio, en de Capitein Peguero met zommige Soldaten aan Land, om Water en Hout te zoeken: Daarmede bezig zynde quamen zy op een Q 4 naauw  »48 De HISTORIE van naauw Voetpad, waarin zy eene meenigte'Afdrukfelen van Menfchen-Voeten zagen; dit Spoor volgende, geraakten zy op eene Hoogte, en wyders op eene Plek met Lifch, van eene helder groene Kleur, overal zeer dicht bewallen, en daarby vonden zy eenige Merkteekenen, dat aldaar een Beekje doorgeflxoomt moefl: hebben, hetgeen alsnu opgedroogd was; deze Grep volgende, quamen zy over eene hobbelige Vlakte by zommige Wellen van brakachtig Water, hetgeen echter in geval van Verlegenheid nog kon gebruykt worden. Het Pad nog al verder opgaande, geraakten zy op eene fteile Hoogte , en quamen eindelyk op het allerhoogfte Gedeelte van het ganfche Eiland. Doch zeer benieuwd zynde, werwaards dit Spoor hen mogt brengen , zo vervorderden zy langs hetzelve hunnen Weg, tot dat zy na de Zeezyde, niet ver van Cabo San Auguftino, dewelke, gelyk wy hiervooren gemeldt hebben, de Capitana niet had kunnen voorby loeven, uytquamen , zonder ook aldaar en elders eenige Teekenen van verfch Water te ontdekken; weshalven zy beflooten by de voorige brakachtige Wellen daarna te graven, hetgeen zy met onbefchryflyke Moeite volvoerden, het Water in Vaatwerk floegen, en 't zelve over eene halve Myl ver weg fleepten. Na volle twaalfDagen daarmede gebezigd te zyn, vond de Admiraal en zyne Raden goed, het ganfche Eiland rond te zeilen , om na de Capitana te zoeken. Ten dien einde ging men den 31 Augufti onderzeil, en ftevende zuydwaards aan; doch naauwelyks eene Myl gevorderd zynde, zo ontdekte iemand van 't Volk een Schip, dicht onder het Eiland voor Anker leggende; en terflond dasrop wierd de ganfche Equipagie gewaar, dat de Matroozen met het gorden van deffelfs Zeilen beezig waren, even eens, als of zy op dat oogenblik het An-  CALIFORNIA. 249 Anker lieten vallen. De Blydfchap over zodanig eene Ontdekking was onuytfpreeklyk;want men was volkomen verzekerd, dat het de Capitana moeft zyn. Terzelver tyd ontdekte ook de Vader Thomas de Aquino , die zig aan derzelver Boord bevond, onze Almiranta,en zag duydelyk,dat dezelve derwaards aanftevende,hetgeen onder alle het Scheepsvolk eene groote Vreugde veroorzaakte. Het is onmogelyk, de wederzydze Gelukwenfchingen en Verwelkomingen uyt te drukken, dewelke by de Aankomft der Almiranta by de Capitana gepleegt en betuygt wierden. De Manfchap der eerfte, uyt Naam van den Generaal, gevraagt zynde, in wat Gedeelte van California men zig bevond, wierd onderrecht, dat het aan'tEiland Cerros was, en dat zy twaalf dagen achtereen na de Capitana aldaar had leggen wagten, en nu van het kruyffen, om dezelve op te zoeken, juift terug gekomen was. Die van de Capitana ftonden over dat Verhaal ganfch verwonderd , alzo zy zig verbeeldede aan het vafte Land van California te zyn; doch beider Verwondering wierd veel grooter, wanneer zy herdachten , hoe het de Goddelyke Voorzienigheid behaagt had derzelver Hereeniging te bellieren. Wanneer het Schecps-Volk der Capitana over Gebrek van Water cn Hout klaagde, zo keerden beide de Schepen te rug na de Plaats, alwaar de Almiranta te vooren geankert had, en de Generaal beval terftond aan het Strand eene Tent op te rechten, om geduurende hun Verblyf aldaar den Godsdienft te kunnen verrichten; doch wanneer zyne Excellentie de Wellen ging bezigtigen, uyt dewelke het Volk van de Almiranta het Water gehaalt had , zo fcheen hem dat Werk zo zwaar en moeijelyk te zyn, dat hy den Vaandrig Juan Francisco, benevens den Sergeant Miguel de Legar en twaalf Soldaten uy tQ 5 zond  «5° De HISTORIE van zond, om het Eiland te doorkruyfTen, en te zoeken , of men mogelyk eenige Wel of Beekje kon vinden, die nader by het Strand gelegen was. Na lang in verfcheidene Kloven en Greppen gezogt te hebben, wierd door den Sergeant twee Mylen landwaards- in, een kleine Stroom verfch Water gevonden , die zig in de Zee ontlaftede. De Generaal deed aan Boord vervolgens den nodigen Toeftel maken , om met het Schip na den Mond dier Rivier te zeilen, dewelke by de Soldaten ontdekt was; zulks wierd ook volvoert, en daar ter plaatfe eene Soort van Kerk opgerecht, waarin de Geeftelyken den Dienft konden verrichten. Terwyl men bezig was met Water en Hout aan Boord te brengen, en het Scheepsvolk zigververfchte, deed de Generaal het Fregat gelaften, het ganfche Eiland om te vaaren, en de Baai, dewelke tuffchen het vafte Land, en de Streek naby de Haven van San Bartholomeo, gelegen was, te bezigtigen, ten welken einde de Vader Antonio de la Af een {ion en de Azxdbe^chxyvet Gueronimo Martin zig op het Fregat en onder zeil begaven; blykende uyt derzelver Waarneemingen dat het Eiland 30 Mylen in Omtrek hield; dat de Kruynen der hoogfte Bergen met Denne-en Ceder-Boffchen gedekt, en door een groot Getal Indianen bewoond waren, die echter zeer woeft en onhandelbaar fcheenen te zyn : Want hoe zeer ook de Spanjaarden, door Tekenen en Gebaarden, hen alle Liefde en Vriendfchap aanbooden, zo wilden zy daarna geenzins luyfteren, maar liepen op de Bergen, en dreigden hen, indien zy niet aftrokken en hun Land verlieten, met Pylen en Boogen aan te taften, en daaruit te dry ven. Het Fregat zeilde vervolgens na de Baai, om dezelve op te neemen; gelykende naar eenen langen Arm der Zee, zig zeer verre landwaards-in en na het Ooften uyt-  CALIFORNIA. 251 uytftrekkende. Vervolgens wierdook het klein Eiland van L^Ar^/^opgenoraen,tuüchen hetwelke en het vafte Land de Almiranta heenen geftcvend was. Doch dit Eilandje is-flechts eene Woeftyne, en brengt niets voort, dan eene Soort van wilde Venkel. Na dat de Beveelen van den Generaal volvoerd waren, keerde het Fregat na zyne voorige Legplaats, en wierd, de noodigen Voorraad van Water ingefcheept zynde, gelaft"zig zeilvaardig te maaken en te houden. Het Eiland wierd dienvolgens den 9 September by de Vloot verlaten, en de Cours na dat van de Lenizas genomen, hetgeen van daar ten Noordweften niet ver van 't vafte Land gelegen is. Den 11 September wierd hetzelve bereikt, en by de Aannadering zeer aangenaam en vlak leggende bevonden; ook quamen de Schepen in eene Baai, die met den Naam van San Hypolito beftempek wierd, voor Anker. Hier beval de Generaal eenige Soldaten van de Almiranta en Capitana , onder den Capitein Peguero en den Vaendrig Alarcon, aan Land te doen zetten, om te zien, of het Geweft eenige goede Voortbrengzelen mogt uytleveren; als mede by hunne Terugkomft met de by zig hebbende Netten te viflchen. Zy vonden het een vruchtbaar en zeer vermakelyk Land te zyn; ook zagen zy eenen breeden welgebaanden Weg, die van den Oever af landwaards-in liep. Zy ontmoeteden wyders eene groote met Palmbladeren gedekte Hut,dewelke bequaamlykvyftigMenfchen kon bevatten. Zy bragtcn ook eene meenigte uytftekende Vifch aan Boord , Pexes Rey es genaamd; gelykende na de Wit-Viflchen van Mecboacan, van Kleur en Smaak als de Sardynen. De Generaal gaf daarop Bevel tot Hervatting der Reize ,en men ging dienvolgende 's avonds tuflchen 8 en 9 Uuren wederom onder zeil. Vijf  85* De HISTORIE va» Vier Mylen verder na het Noordweften der Baai van_&w; Hypolito, is een ander Eiland, San Cojmo y Damiano genaamd , hetwelke by de Almiranta opgenomen wierd, wanneer zy na de Capitana zogt. Het legt voor de Noordwefte-Winden gedekt, en niet ver van den Oever is een vermaard Meirrje van verfch Water. Het Land is 'er effen en vlak, en maakt eene goede Vertooning. In't Vervolg der Reize zag de Vloot langs de Kuft heenen alom groote Vuuren branden, waaruyt genoegzaam bleek, dat zig aldaar eene meenigte Rancherias van Indianen bevonden. De Noordwefte Wind langs deze Kuft is gemeenelyk door rauw en ftreng Weêr verzeld; en thans waaide dezelve zo geweldig, dat de Vloot genoodzaakt wierd kort onder de Wal te loopen, en zig achter zommige hooge en zwarte Bergen te verfchuylen, op welker Kruynen groote Viaktens gezien wierden, genaamd Me/as de San Cypriano , of St. Cypriaans Tafelen. Ten Zuydooften van deze Siera of Richgel van Bergen bevinden zig zommige witte Steiltens, waarop zig eene meenigte Indianen vertoonden. De Generaal gelaftede derhalven het Fregat, kort onder de Wal te leggen, om te ontdekken welk Slach van Volk aldaar woonde, en den Aardbefchryver het Land op te neemen en in eene Kaart te brengen, terwyl de andere Schepen na hunne Terugkomfl zouden blyven wachten: Doch het Fregat, onder het hooge Land komende, wierd door eene Kalmte bevangen. Den volgenden Dag quamen de Schepen ook onder de Wal leggen, doch konden het Fregat niet in het Gezigt krygen, en de Wind zeer hevig uyt het Noordweften beginnende te waaijen, en de Zee ganfch hol gaande, wierden zy genoodzaakt vier-en- twintig Uuren  CALIFORNIA. 253 ren ftil te blyven leggen, geduurende welken Tyd de Almiranta gevaar liep van te vergaan. Zy vervorderden hunne Reis in den Ochtendftond, zo goed zy konden ; doch tegen den Middag ftak de Wind nog heviger op, dan 's nachts te vooren, en 's avonds quam een dikke Mift op , dewelke in deze Wateren eene Voorfpelling van quaad Weêr is. De Generaal ziende, dat de Almiranta groot Gevaar zoude loopen, veranderde van Cours, om eene Plaats te vinden, alwaar men voor Anker kon leggen, doch had het Geluk niet van dezelve te ontdekken Den volgenden dag helderde het Weêr op, en woei een luchtig Landwindje, waarin zy, hetgeen geduurende den Storm verlooren was, wederom in haalden; zy bereikten de Me/as, alwaar het Land eenen Uythoek formeert, naaft denwelken het Fregat hen verlaten had. Hier wierden zy op nieuws door eenen zwaaren Storm uyt het Noordweften beloopen, dien een dikke Mift verzelde, zo dat zy genoodzaakt wierden, die ganfche Nacht ouder de Schoverzeilen te blyven leggen, en vermits het quaade Weêr en de Donkerheid den Nacht geraakten de Capitana en de Almiranta elkander uyt het Gezigt. De Oorzaak der gewoone Hevigheid van den Wind aan deze Kaap, el Enganno genaamd, beftaat hierin, dat de Lucht alhier fterk in een gedrongen is, wanneer men tuffchen de Kaap en het Eiland Ceniza paffeert; leggende het voorfz. Eiland omtrent acht Mylen Ooft-Noord-Ooft van 't vafte Land by Cabo Enganno, dewelke hetzelve in 't midden van den anderen fcheidt, en twee groote ronde Bergen van gelyke Hoogte formeert. Het was by de Almiranta ontdekt, wanneer zy van 't Gezelfchap fcheidede; doch alsnu kon het, vermits den dikken Mift, njet gezien worden, De  *5 + De HISTORIE van De Capitana, zig dus wederom alleen bevindende , befteedede alle maar mogclyke Middelen, om de Almiranta te ontdekken; wagende Cabo Enganno nogmaals voorby te zeilen, en zo naby Land heen teftevenen, als maar doenelyk was, wanneer by haar ook het Fregat gevonden wierd : Doch van de Almiranta niets verneemende, zo was men beducht, dat dezelve, geduurende den aanhoudenden zwaaren Storm, vergaan moeit zyn; en ten Noordweften van de Mefas de San Cypriano en Cabo Enganno eene goede Haven vindende, zo beval de Generaal beide de Schepen aldaar binnen te loopcn. Zy quamen vervolgens den 3 Oftober in de Baai, en beftempelden dezelve met den Naam van de Babia de San Francifco. In eene Rancheria vond men Dragant en Ajuyn. Het Land legt vlak en is zeer vruchtbaar, en uyt de Mefthoopen en andere Merkteekenen bleek, dat het ook van Beeften en klein Vee niet misdeeld was. Het Volk van het Fregat verhaalde, dat zy een weinig verder ook een klein Eiland ontdekt, en hetzelve San Geronymo genoemt hadden; en de Generaal beval zommige Matrozen aan Land te gaan, om hetzelve te bezigtigen. Zy zagen hier eene verbazende Menigte van Vogels, en het ganfche Eiland met Wouden cn Bosfchen overdekt; en de Schepen wierden rykelyk van Kabeljaauw :n andere Viflchen voorzien. Een weinig ter zyde van 't voorfz. Eilandje San Geronymo fcheen eene ruyme Baai te zyn,door dewelke by de Eb en Vloed een onftuymige Stroom heenen fchoot. De Generaal, onderftellende, dat aan het Einde der Baai eene breede Rivier mogt zyn, voer dezelve met beide Schepen binnen, om te zien of zy eene goede Haven uytleverde, waarin men eenige dagen de Almiranta kon afwachten, dewelke , indien zy niet verongelukt was, aldaar moeft  CALIFORNIA. *55 moeft voorby komen. Het Fregat voer eerft na binnen, geduurig de Gronden en Dieptens peilende ; doch aan den Mond der Kreek wierden maar drie Vademen Water gevonden,zo dat deCapitana niet raadzaam oordeelde te zyn derwaards te volgen; het Fregat zeilde echter door, en vond daarbinnen eene zeer bequaame Haven. De Vaandrig Alarcon wierd met twaalf Soldaten aan Land gezonden , om Water en Hout te gaan opzoeken : Zy vonden naby de Kreek een groot Getal naakte Indianen, dewelke in hunne Canoes, uyt dikke en buygzaame daaromftreeks in 't verfch Water groeijende Lifch gemaakc, zaten te viflchen. De Indianen naderden de Spanjaarden met de grootfte Teekenen van Vriendfchap; deelden hen mede van hunnen Vangft, en weezen hen verfcheidene Wellen aan van goed verfch Water, waarvan zy zelve dronken. Deze Wellen wierden in eene dichte Boflchadie van Wilge- en Rys-Boomen gevonden, waarin ook de vóorfz. Lifch groeide, waarvan zy hunne Canoes vervaardigden. Deze Berichten waren voor alle de Manfchappen aan Boord zeer aangenaam te hooren, en de Generaal beval eene Tent op te flaan, waarin de Geeftelyken den Dienft konden verrichten; en terwyl zy na de Almiranta lagen wachten, wierd een Overvloed van verfch Water, Hout en gevangene Visfchen aan Boord gebragt; doch van de laatften hadden zy geene groote Meenigte van nooden, dewyl de Indianen dagelyks in den ochtendftond daarvan zo veel aanbragten, als men kon verorberen; ook waren zy met de Spanjaarden zodanig ingenomen, dat zy geduurig zig by dezelve vervoegden, en naauwlyks van hen wiften te fcheiden. Zelfs wilden zy hunne nabygelegene Rancherias niet bezoeken, len zy alvoorens daartoe Verlof van den Generaal en  t$6 De HISTOR IE vam en de Geeftelyken verzogt en bekomen te hebben, De Spanjaarden beantwoordden hunne Vriendelykheid met Vereeringen van geringe. Waarde, dewelke de Indianen niet genoegzaam konden pryzen; en zo dra het Gerucht onzer Aankomft in 't Land .verfpreid was , quam een oneindig Getal van hen, met ganfche Schaaren, na het Strand afzakken ;• zy aten met ons Volk, en bootften de Spaanfe Taal zo vaardig na, als of zy in Spatijen gebooren waren. Al hetgeen zy ons zagen doen, wierd by hen nageaapt, en zy herhaalden ganfche Spreekwyzen , zo dra zy dezelve gehoort hadden. De Vrouwlieden Waren gedekt met Huyden van Beeften, en droegen zig zeer zedig; hebbende de meefte onder hen twee Kinderen aan de Borft leggen. Deze Indianen dryven met de Volkeren der binnenlandfe Geweften eenigen Handel,en wel byRuyling; zy ontfangen voor hunne Viffchen gekookte Mexcalli- ofMaguey-Wortelen, welke zeer wel ingelegd zyn, en lang kunnen goed blyven, alsmede fraai gebraaide Beursjes van Netwerk. Van deze byzondere Dingen gaven zy eene byftere Meenigte aan de Spanjaarden voor zommige weinige Kraaien en andere geringe Vercierfelen. Ook gaven de Indianen door Tekenen te kennen,dat landwaardsin zig veele gekleede en gebaarde Lieden bevonden, dewelke van Vuur-Roers voorzien waren. Misfchien waren dezelve de Manfchappen , welke toen ter tyd Don Juan de Onnate verzelden, om eene Expeditie in Nieuw-Mexico te volvoeren: Want volgens de Schets van het Geweft; den Afftand der Middag-Lynen, en het Verfchil der Luchtftreeken, by Vader Antonio de la Afcenfion in Kaarten gebragt, kon het Campement van Don Juan de Onnate niet boven de twee-honderd Mylen van daar gelegen zyn; doch indien zulks niet te bewyzen ftond.  CALIFORNIA. 257 ftond , zo moeft echter het by de Indianen bcduyde Volk eene befchaafde en onder eene geregelde Policy levende Natie zyn, en wel dezelve, van dewelke de Indianen van Nieuw-Mexico gewaagden, dat daaromftreeks zouden woonen. & Na dat de Capitana en het Fregat den bepaalden Tyd in deze Baai gelegen hadden, zo gaf de Generaal Bevel, wederom in Zee te fteeken, en ha de Almiranta uyt te zien : Zy gingen derhalve den 24 O&aber van daar onderzeildoch zy waren naauwelyks uyt de Baai, of de Almiranta wierd ontdekt, waarover zy ten hoogften verblyd waren, dewyl men dezelve in geene vier Weeken gezien, en reeds voor verlooren gehouden had. Wy hebben hiervooren verhaalt, hoe de Capitana van de Almiranta aan Cabo Enganno gefcheiden, en wat de Capitana na die Scheiding, tot beider Hereeniging in de Baai der ElfduizendMaagden , overgekomen was. Het zal als nu ook te pas komen een Verhaal te doen, van 'tgeen zedert dien Tyd tot die Hereeniging de Almiranta wed rvaaren is. De Almiranta onderftellende, dat de Capitana, in quaad Weêr van daar gefebeiden z- nde, volgens de met haar genomene°Affpraak , lywaards-aan zoude hebben voortgeftevent, zo befloot de Admiraal en deffelfs Raad, na dezelve in de Havens , dewelke reeds gepaffèerd waren, te gaan zoeken; vervolgens keerden zy den 24 September langs de Kuft terug; zagen in alle Baaijen daarna om , namentlyk in die van San Co/'mo y San Damiano, San Hypolito, en aan 't Eiland Cerros, alwaar zy Water en Hout innamen, waaraan zy gebrek hadden; doch het Fregat niet vindende , ftevende de Almiranta wederom na haare voorige Legplaats,geduurig langs de Kuft,in Hoop van dezelve aan de andere Zyde der Scheiding te zullen 11 Veel. R 0 vin*  S58 De HISTORIE van vinden leggen wachren; en om by Cabo Enganno niet andetmaal belemmert te worden, zo wierd vyf Dagen achtereen de Cours na 't Ooilen gehouden, wanneer zy zig, omtrent acht Mylen van een groot Eiland, zo men onderftelde de Paxaros genaamd, bevond; en hoewel men twee dagen alle Moeite deed,1 om hetzelve te bereiken, zo wierd zulks echter door den Herken Tegenwind verydelt. Eindelyk bequam het Schip, door de Hevigheid der Winden en de ongemeene Slingering der Zee, veel Water in, en behalven dien geraakte het ingefcheepte Water aan 't rollen; weshalven men oordeelde voorzigtig gedaan te zyn, na het Land toe te zetten, ten einde, wanneer hetzelve mogt aan Hukken ftooten of zinken, het Volk deffelfs Leven nog kon redden. Wanneer zy naby de Wal quamen, zagen zy het Eiland Cinoza voor zig leggen; en de Baai der Elfduyzend-Maagden ingeloopen zynde, de Capitana en het Fregat in Zee fleeken. Hier deed zig andermaal een Vreugde-Toneel over die gewenfehte Hereeniging open, en de Generaal beval den Cours te vervorderen, en de eerfle Haven aan te doen, die men maar mogt vinden : Zy zeilden vervolgens een klein Eiland, dicht onder het vafte Land, voorby, hetgeen zy den Naam van San Hilario gaven, en verder langs de Kuft heen vaarende, kreegen zy eene wyde Baai in 't Gezigt, dewelke de Generaal beval, door het Fregat gepeilt en opgenomen te worden : Dezelve wierd bevonden eene veilige Schuylplaats tegen de Noordwefte-Winden te zyn , en op het Strand vertoonden zig eene meenigte Indianen. TerHond daarop wierden zy door eenen hevigen Storm uyt het Noordweften beloopen, en genoodzaakt de voorfz. Baai in te zeilen; en vermits het de Feeftdag der ApoHelen St. Simon cn Judas was, zo wierd dezelve met de  CALIFORNIA. 959 de Naamen dier beide Heiligen befiempek. Hier beval de Generaal de Almiranta van verfch Water te doen voorzien. Den volgenden Morgen zond de Generaal den Capitein Pegaero, enden Vaendrig Alarcon met eenige Soldaten, in de Booten der Capitana en AU miranta, na 't Land, om verfch Water op te zoeken. Zy vonden aan het Strand eene groote Meenigte Indianen , die zeer oplettende, gaauw en moedig fcheenen te zyn, doch de Spanjaarden ganfch ongemoeid lieten begaan, dewelke op eene vochtige en door Duynhelm en Lifch begroeide en bedekte Plek verfcheidene Putten groeven, en verfch Water vonden. Doch wel kort daarna, wanneer de Indianen bemerkten, dat onze Manfchappen zig zeer beleefd gedroegen, en hen eenige geringe Snuylleryen tot Vereering aanboden, zo onderleiden zy, dat zulks uyt enkele Vrees aan hen gedaan wierd; zy verftouteden zig derhalve de Soldaten van zommige Dingen te beroven; hielden hunne Boogen, by wyze van Minachting, boven hunne Hoofden, en maakten Toeftel, om eene der Booten, welke door de Jongens bewaart wierden, aan te klampen en weg te voeren. Wanneer nu de Spanjaarden van Land ftaken, wierden zy door de Indianen met Steenen nagefmeeten, tot dat een der Soldaten, om hen Schrik aan te jagen, zyn Schietgeweer in de Lucht lofchte; de Indianen echter, bemerkende, dat hen daardoor geene Schade gedaan wierd, quamen 's anderen daags, wanneer de Capitein Peguero met zes Soldaten, niet ver van de Plaats, alwaar de Vaendrig Alarcon met een gelyk Getal, om Water te haaien , aan Land Hapte, wederom ten voorfchyn; en hun zwak Getal befchouwende, hervatteden zy hunne daags te vooren betoonde Moedwille en Stoutigheid; R 2 waar;  Bob De HISTORIE van ( waarop drie van de Soldaten hunne brandende Lonten vertoonden, en hen door Tekenen beduydeden, op zekeren Afftand terug te blyven; doch in plaats van daaraan te gehoorzaamen, zwaaiden zy wederom hunne Boogen over het Hoofd, en deden hetzelve ook werkely.k over dat van eenen Soldaat, waarop dé Loots en Stuurman Antonio Florez zynen Zabel trok, en met éénen Houw zo wel den Boog als de Pees doorkapte De Indianen wierden daarop zo verwoedt, dat zy by Benden quamen aanrukken, en hunne Boogen gereed hielden, om de Pylen af te fchieten; doch men vond raadzaam hen daarin voor te komen: De Soldaten, hunne Lonten klaar hebbende, wierden gclaft, onder den Hoop met fcherp te vuuren; en op de eerfte Vlugt van Patrys-Hagel en Koogels geraakten zes Indianen onder de Voet, en wierden door hunne Landslieden op den Rug na eene nabygelegene Hoogte weggefleept; gevende terftond van het voorgevallene Kennis aan hunne Gebuuren. Omtrent een Uur daarna quamen twee honderd Indianen , met verfcheidene Couleuren befchilderd; groote Pluymen van Vederen op hunne Hoofden dragende , en met Boogen en Pylen gewapend, in eene geregelde Bende afzakken, om op de Spanjaarden, dewelke met den Vaendrig Alarcon aan Land gekomen waren, eenen Aanval te doen; de Vaendrig, zulks ziende, gelaftede zyne Manfchap zig gereed te honden, om dezelve te keeren. De Vuur-Roers deeden hen echter op eenen tamelyk verren Afftand ftil ftaan; en eindelyk zonden de Indianen eenen hunner Makkers met eenen kleinen Hond af; zynde het Merkteeken van Vrede; wanneer de Spanjaarden hen begonnen nader by te komen. De Indianen hielden hun Oog op de Vuur-Roers geveftigd, en gaven ons Volk door Gebaardmakingen zo veel te verftaan, dat vier hun-  CALIFORNIA. 161 hunner Medemakkers gefneuveld waren , en twee andere, aan hunne bekomene Quetfuuren, op het jfterven lagen. Zy gaven teffens hun Berouw en Leedwezen,wegens hunne gepleegde Woeftheid,te kennen, en te gelyk ook aan ons Volk, tot Betuyging eener ongeveinsde Vriendfchap, eene meenigte kleine Vereeringen , waarna zy aftrokken. Na dat men genoegzaam van verfch Water voorzien was, gaf de Generaal Bevel tot het Vertrek, heLgeen op Woensdag den eerften November volvoert wierd. De Vloot, de Baai van San Simon en San Judas verlaten hebbende, en haren Cours, onder gelyke Zwaarigheden als vooren, vervorderende, quam voor eene wyde en ruymeBaai, rondom, behalven aan derzelver Invaart, door hooge Bergen ingeflooten; doch men bevond dezelve, by het vallen der Zee, de Mond eener Rivier te zyn. Aan derzelver Weftzyde leggen twee Eilanden, dewelke zy, ter Eere van dien Dag, met den Naam van las IJl as de todos los Santos beftempelden. Het Fregat voer voor, en wierd door de Almiranta gevolgt; doch de Capitana hield af na Zee, dewyl het donker geworden was, en de overige {levenden mede terug, om niet van den anderen te geraken: Zulks gebeurde den vyfden November, en den naaftvolgenden Morgen vond men wederom goed, de vooriz. Baai binnen te loopen, om dezelve te beter op te neemen ; doch wanneer eene gunftige Koelte opquam, cn de Generaal raadzaam oordeelde te zyn, zig van dezelve te bedienen, om de nadere Opneeming dier Baai by hunne Terugkomfl te doen, zo vervorderden zy hunnen Cours. Na eenige weinige Mylen gezeik te hebben, liep de Wind wederom na het Noordweften; doch zy laveerden langs de Kuft heenen , en vermaakten zig met de langs het Strand R 3 door  *6a De HISTORIE van door de Indianen geftookte Vuuren ; f! rekkende toe Nodiging der Schepen, om eenige Manfchappen aan de Wal te doen komen. Ten Afftand van zes Mylen van 't vafte Land, ontmoeteden zy vier Eilanden, aan dewelke zy den Naam van los Coronados gaven; de twee kleinfte geleeken naar Zuykerbrooden , en de andere beide iets breeder. Benoorden deze Eilandjes, na het vafte Land toe, legt eene vermaarde Haven, San Diego genaamd, welke by de Vloot, 's avonds den tienden December binnen geloopen wierd; en 's daags daaraan beval de Generaal verfcheidene Perfoonen, het aan de Noord-Weftzyde dier Baai gelegen Bofch te bezigtigen, hetgeen by Vader Antonio de la Afcen/ion, den Capitein Peguero, den Vaendrig Alarcon en acht Soldaten, volvoert wierd. In dit Bofch vonden zy groote en kleineEike-,benevens ander Slach van Boomen , mitsgaders zommige Struyken, dewelke na Rosmaryn zweemden , en eene Menigte van verfcheidene fterk riekende heilzaame Gewaflen: De Hoogtens leverden een fraai Gezigt over de ganfche Baai uyt, die ruym, bequaam en wel gedekt fcheen te zyn. De voorfte Reede in deze Baai, aan de Noordweftzyde, houdt omtrent drie Mylen in Lengte en eene halve in Breedte, en na gelyke Streek van het Bofch is nog een tweede veilige Haven. Op hunne Terugkomfl en gedaan Bericht van Bevinding deed de Generaal, tot Verrichting van den Godsdienft, eene Tent^opflaan; de Schepen fchoonmaaken en fmeeren, en de Manfchappen inmiddels Hout vellen en de Wacht houden. Het Water wierd uyt een klein zandig Eiland gehaalt, alwaar eenige diepe Greppen gegraven waren, waarin, geduurende de Vloed, goed en verfch, doch in de Eb-Ty, ziltig en brak Water gevonden ^ïerdp Qp zekeren dag gaf een in het Bofch geplaat-  CALIFORNIA. 263 plaatfte Schildwacht Kennis, dat hy eene Meenigte van naakte , hunne Huyd met Zwart en Wit geftreept hebbende, en van Boogen en Pylen voorziene Indianen langs het Strand had zien trekken. Hierop wierd Vader Antonio door den Generaal verzogt zig derwaards te vervoegen, om aan dezelve Vrede en Vriendlchap aan te bieden, en de Vader wierd ten dien einde door den Vaendrig Juan Francifco en zes Soldaten verzelt. Wanneer dezelve de Indianen te gemoet quamen, en door het vertoonen van een Lapje witte Lynwaat,en het opwerpen der Aarde met hunne Handen , hen de Vreede verkondigden, zo gaven zy terftond hunne Boogen en Pylen aan de Soldaten over. Vader Antonio omhelsde hen zeer vriendelyk, en befchonk ze met Brood en Kraale- Kettingen, waarover zy ten hoogften verblyd waren; doch aan het Hoofdquartier van den Generaal gekomen zynde, en eene zo groote Meenigte Volks ziende, weeken zy achterwaards na eene kleine Hoogte toe, en zonden van daar twee Vrouws-Perfoonen terug, dewelke, meteen bevreesd Gelaat, de Tent van den Generaal naderende , door de Religieufen en andere, Vereeringen van Kraaien, Biscuit en glaze Snuyfteryen ontfingen, en vervolgens terug gezonden wierden, om aan haare Landgenooten te berichten, hoe vriendelyk een Onthaal zy by de Vreemdelingen ontmoet hadden. Hun Verhaal moet ongetwyfeld zeer gunftig geweeft zyn ; want het duurde niet lang, of zy quamen alle met hen terug, om de Spanjaarden te zien. De meeften onder hen waren befchilderd, of liever befmeerd, met zwarte en witte Verwen , en hunne Hoofden met Pluymen geballaft. De Generaal en andere ontfingen hen met de uyterfte Minnelykheid; deelden onder hen verfcheidene Dingen uyt, en eene menigte Viflchen, R 4 de-  2ö4 De HISTORIE van dewelke in hunne Tegenwoordigheid met Netten gevangen waren. Het Slach van Verwen, waarmede zy zig befchilderen , gclyke na eene Mengeling van Zilver en Blaauw; en door Teekenen gevraagd zynde, wat het was? zo gaven zy een rouw Stuk Metaal over, met beduyden, dat die Couleur daaruyt vervaardigt wierd; daarby te verihtan gevende, dat zeker Volk in 't Land, gebaard en gekleed, gei lyk de Spanjaarden, van dat Mineraal zeer fraaije Linten maakten , die na het Borduurzel der Iedere Kolders van de Soldaten, en andere, die na het pmper-fluweele Wambes geleeken, hetgeen de Generaal toen aan zyn Lyf had; en wyders, dat deze Lieden, zo in Kleeding , Houding", Gedaante en Gewoontens van dezelve Landaart als zv, de Spanjaarden, fcheenen te zyn. De Indianen waren zeer in hunnen Schik,en uytgelaten in Vreugde over het aan hen bewezen goed Onthaal, en quamen om den anderen dag Vifch en Biscuit haaien; daartegen medebrengende allerhande Diere - Vellen , als van Zabels en wilde Katten, benevens de Netten, waarmede zy dezelve vingen. In deze Haven wierd eene Meenigte van allerhande Vifch, als Moffelen, Oelters, Kreeften, Tongen &c., gevonden , en op zommige Rotfen binnen 's Lands zag men Ganzen, Eenden, Quakkels en ander Gevogelte, mitsgaders Hazen en Konvnen in grooten getale. De Generaal en Vader Antonio, begeerende het Land op te neemen, namen zommige Soldaten mede; zy wandelden eenen aanmerkelyken Afftand van de Kuft na binnen, en waren over de zachte en aangenaame Luchtftreek,en den bevalligen Grond dier Landsdouwe, ten hoogften verheugd. Wanneer op Bevel van den Generaal alles in gereedheid was gebragt, zo wierd die Piaats den 20 No-  CALIFORNIA. 265 November verlaten ; doch veele Soldaten waren ziek, en ook verfcheidene zeer aanzieneiykePerfoonen , geduurende het Verhlyf in die Haven, reeds overleden. Zy waren naauwelyks buyten San Diego gekomen, of ontmoeteden de gewoone Zwaarigheid van door eenen hevigen Storm uyt het Noordweften beloopen te worden. De Schepen quamen echter in 't Gezigt van eene Baai, wier naby gelegene Landen een; vermakelyke Vertooning uytleverden. Aan wederzyden dier Baai zagen zy den Rook van groote Vuuren opgaan, dewelke by de Indianen geftookt waren, om de Schepen aldaar te doen binnen komen. Doch het Land naderende, kon men voor den Noordweft-Wind geene Schuylplaats vinden, en derhalve wierd de Cours vervordert, en eenige Mylen verder in dc Baai van Santa Catbarina, ten Afftand van twaalf Mylen van het vafte Land, een groot Eiland ontdekt, aan hetwelke men dienzelven Naam toeleide, dewyl het op den Feeftdag dier Heilige gevonden was. Den 28 November liepen de Schepen daar binnen, en zagen van daar het Eiland in zyne ruyme Uytgeftrektheid ganfch duydelyk leggen ; doch vonden goed, hetzelve niet eerder dan na hunne Terugkomfl: op te neemen. Op hunne Aannadering hadden de Inwoonders van het Eiland overal Vuuren geftookt, en wanneer de Schepen aan het Strand gekomen waren, zakten de Vrouwen, Mannen en Kinderen van zommige Hoogtens, onder een groot VreugdeGefchreeuw, derwaards af. De Generaal beval den Admiraal ToribioGomez, met Vader Antonio de la Afcenfion, den Capitein Peguero, en den Vaendrig Alarcon, met vier-en-twintig Soldaten, aan Land te gaan, om te weten, wat het Volk begeerde, en teffens om het Land op te neemen. De Admiraal was met zyne Manfchap naauweR 5 lyks  «66 De HISTORIE vam lyks aan Land gekomen, of wierd door een groot Getal Indianen van beiderlei Geflacht omcingelt, dewelke zig alle zo heufch en vriendelyk betoonden, dat men daaruyt kon naleiden, dat die de eerfte maal niet was, dat zy Spanjaarden tot hunnent zagen. Wanneer men hen om Water verzogt, bragten zy een Vaatwerk aan,van Biezen gemaakt,en de Gedaante eener groote Fles hebbende. Het Water was zeer goed; doch zy moeiten het zeer ver van daar ^aan haaien uyt eene kleine Wel, met Zevenboom en Doornftruyken omgéven, waarmede dit ganfche Eiland als overdekt is. Wanneer de Generaal van bun Wedervaaren onderrecht wierd, beval hy voor de Vaders Andreo en Antonio , (Vader Thomas ziek zynde en aan Boord blyvende,) eene Tent op te flaan, en alle het Volk begaf zig aan Land, om den Godsdienft by te woonen. By deze Gelegenheid quamen ook eene groote Menigte Indianen, alle fterke en gezonde Mannen, na de Tent toevloeijen ; dezelve hadden daags te vooren gevifcht in eene Soort van Vaartuygen, van wel in den anderen geflagene Planken gemaakt; doch van een zeer vreemd en mislyk Stelzel. Zommige dier Vaartuygen konden wel twintig Man voeren ; doch wierden alleenlyk ieder door twee Mannen en eenen Jongen beflagen. De Manier van 't viflchen by de Indianen is zïnryk, ligt en vermakelyk. Zy voeren in hunne Vaartuygen lange en dunne Stokken, aan een van dewelke zy eenen Harpoen van Vifchbeenderen vaftmaken, en aan den Stok eene lange Lyn hechten. Wanneer zy nu, op den Bodem naby de Rotfen, eenen Zee-Wolf, of eenige andere Viflchen ontdekken, die zy vangenswaardig oordeelen te zyn, dan fchieten zy den Harpoen daarop af; vieren de Lyn na, tót dat de Vifch zyne Kracht verlooren heeft; trek-  CALIFORNIA. a67 trekken hem, zo hy groot is, na het Strand toe, en zo hy klein is, haaien zy hem in 't Vaartuyg. Dus vangen zyzo veele Viflchen, als zy maar willen. De Zee-Wolven ftrekken hen zo wel tot Voedzel als tot Dekzel. De Indiaanfe Vrouwlieden zyn welgemaakt; fchoon van Oogen en fraai van Gelaat; zy toonen eene defrige Houding en eene wezendlyke Zedigheid, en beide Knechtjes en Meisjes eene aangenaame Mengeling van witte en roode Couleur; zynde doorgaans en in 't algemeen van eenen zeer goeden Inborfl. Deze Indianen woonen in groote en ruyme Hutten; hunne Gereedfchappen zyn meed. alle van Bies gemaakt, en zo valt gewerkt, dat zy Water kunnen houden. Het Eiland is als opgevuld met Wortelen, gelykende na kleine Aardappelen, en de Indianen dryven daarmede grooten Handel na het vafte Land. Dit, en meeft alle de nabyleggende Eilanden, zyn fterk bevolkt, en de Inwoonders leven met den anderen in Rancherias verdeeld. Hier was ook een Tempel, waarin zy hunne Offerhanden verrichten; beftaande in eene ruyme beflootene Plaats, ten eenemaal vlak en waterpas leggende ; by het Outaar zag men eenen grooten ronden Kring, beftooken met Veêren van allerhande Vogelen, miflehien van zodanige, dewelke aan hunne Afgoden geofferd waren. In het midden van dien Kring , was eene Gedaante, met verfcheideneCouleuren gemaald,en gelykende naar het Beeld, door hetwelke de Indianen in NieuwSpanjen den Duyvel vertoonen; houdende de Teekenen der Zon en Maan in zyne Handen. Het gebeurde, dat, wanneer de Soldaten dien Tempel gingen bezigtigen, binnen dien Kring twee Kraaijen van een zeer vreemd en ongemeen Maakzel zaten, dewelke op de Aannadering der Spanjaarden wegvlogen, doch op eene nabygelegene Rots gingen zit-  s68 De HISTORIE van zitten, alwaar zy door de Soldaten, om dat zy zo groot en zwaar waren, beide dood gefchoten wierden; waarop een Indiaan, die de Spanjaarden als een Wegwyzer verzelde, vreeslyk begon te huylen, en over zodanig eene wreede Daad zyne Afgryzing te betoonen. Dit Eiland heeft verfcheidene bequaame Havens, en eenen Overvloed van goede Viflchen, en wel byzonder van Sardynen; op het Landt vindt men eene meenigte Patryzen, Quakkels, Konynen, Hazen en Harten. De Inwoonders zyn zeer fchrander, en wel voornamentlyk geflcepen in 't ontfutfelcn en verbergen van Kleinigheden, van welke Gaauwigheid zyden Spanjaarden zommige Proeven gegeven hebben. Na dat verfcheidene Streeken van dit Eiland opgenomen waren, vertok de Vloot den 25 Decemher van daar, om de andere naby gelegene Eilanden insgelyks te bezoeken, en vervolgens na het vafte Land tc ftevenen. Bezyden dat van Santa Catharina legt nog een geregelde Reeks van Eilanden, yder vyf of zes Mylen van den anderen: Zommige zyn grooter en zommige kleinder, maar alle naar mate even fterk bevolkt, en derzelver Inwoonders dry ven onder elkander, en ook op het vafte Land, eenen tamelyken Handel. Deze Eilanden beflaan byna eene Lengte van honderd Mylen, en volgen elkander in gelyke Linie,als het vafte Land, waarom dezelve te meermaalen, vermits hunne Meenigte, Grootte en Nabygelegenheid, door de uyt de Philippines na Nieuw-Spanjen keerende Schepen, by Misvatting, voor het vafte Land zelve gehouden , en om die Redenen op zekeren Afftand gemydt worden. Zy zyn echter wel bevolkt,en hebben eene veilige Doorvaart,tuffchen hen en het vafte Land heenen, dewelke op zommige Plaatfen twaalf,op andere tien, en op de naauw- fte  CALIFORNIA. 269 fte acht Mylen breed is , genaamd el Canal de Santa Barbara, ftrekkendc Ooit en Weft. Wanneer de Schepen aan den Mond van het voorfz. Canaal het vafte Land begonnen te naderen, zo zag men een Boot van vier Roei-Riemen aankomen , met eenen Indiaan daarin, die de Heer var» de Kuft aldaar was. Dezelve quam rechtdraads voor de Capitana; roeide met eene verbazende Gezwindheid driemaal rondom het Schip, terwyl al de Indianen, die by hem waren, den Reije maakten, eveneens als de Indianen in Nieuw-Spanjen hun Almatote zingen. Vervolgens quamen zy ter zyde leggen, en de Indiaanfe Koning, of Cacique dier Landftreek, in het Schip klimmen. Na alvoorens twee of driemaal het Companje , onder gelyken Zang, rond gegaan hebbende, fprak hy den Generaal en andere Perfoonen in zyne Landtaal aan; na dat zyne Aanfpraak geëindigd was, gaf hy door Teekenen en Gebaarden te kennen, dat het Volk van 't Eiland Santa Catharina hem tot vier reizen toe , door middel van Canoes, had doen boodfchappen, dat op hunne Kuft eenige Schepen verfcheenen, en de zig daarop bevindende Mannen gebaard en gekleed waren ; met byvoeging, dat zy dier Vreemdelingen Heufchheid , Edelmoedigheid en Vriendfchap ondervonden , en meenigerhande Gefchenken van hen ontfangen hadden : Dat zodanig een Bericht hem aangefpoort had, aan Boord te komen,om zyn Land, en al hetgeen hetzelve voortbragt, aan te bieden; verzoekende derhalve aan Land te willen komen, om door hem van alle Behoeftens voorzien te mogen worden. De Cacique, geene Vrouwsperfoon ziende, vraagde na dat Geïlacht aan den Generaal, die hem daarop antwoordede, geene mede te voeren, en dezelve ook niet van noden tc hebben. Op dit Befcheid hield de In-  270 De HISTORIE vak Indiaan nog fterker aan, dat de Generaal met zyne Manfchap aan de Wal geliefde te komen, om aan hen allen,ieder Hoofd voor Hoofd,tien Vrouwlieden te geven, over welke Aanbieding de ganfche Equipage begon te grimlachen. De Indiaan, onderftellende, dat zulks uyt eene bitfe Befchimping gedaan wierd, om dat zy niet geloofden , dat hy aan die Belofte kon voldoen, gaf daarop te kennen, dat, indien één der Soldaten aan Land geliefde te komen, dezelve terffond van de Waarheid zyner Aanbieding zoude overtuygd zyn; teffens voorflaande, dat hy en zyn Zoon zo lang, alsGyzelaars,aan Boord zouden blyven, tot dat die Soldaat wederom quam, en van zyn Wedervaaren Bericht gaf. Doch vermits de Avcnd begon te vallen, vond men niet raadzaam daarvan eene Proef, dan 's anderen daags ochtends te neemen; wanneer, Wind en Weêr dienende, het Schip aan de Wal zoude komen leggen. De Indiaan wierd derhalve met eenige Vereeringen befchonken, en vertrok, met de innigfte Blydfchap over het genooten vriendelyk Onthaal, na 't vafte Land, en deed aldaar Toeftel maken, om zyne Gaften behoorlyk te ontfangen. Doch binnen een Uur na het Vertrek van dien Cacique liep de Wind na 't Zuyd-Ooften, de eenigfte Streek van 't Compas, dewelke men geduurende de ganfche Reis had moeten miffen; en dewyl het daarenboven uytftekend helder Weêr was, vond de Generaal goed, zyn Bezoek by den Indiaan tot deffelfs Terugkomfl op te fchorten. Alle de Zeilen wierden bygezet; en vermits de ftyve Koelte van 's avonds den 3 December ten zeven Uuren, tot 's anderendaags ochtends ten acht Uuren, aanhield , zo hadden de Schepen byna de laatfte Kluylter dier Eilandjes bereikt, dewelke zes in Getal waren, en twee Mylen van elkander lagen. Het Canaal is omtrent vier Mylen lang,  CALIFORNIA 571 lang, en de Kuft van 't vafte Land zeer vermakelyk niet Bofchadien, en eene meenigte Rancherias van Dorpen der Indianen uytgemonfterd. De voJgende Nacht liep de Wind na 't Noordweften om, hetgeen eene groote Verflagenheid verwekte , dewyl de Vloot zig binnen de Eilanden en in een Canaal bevond, alwaar de Zee zeer hoog gerezen was. Die ftyve Koelte duurde de Nacht en de twee volgende Dagen onophoudelyk; den derden ging zy leggen; doch het Fregat was onder en tuffchen die Eilandjes uyt het Gezigt verlooren. Het helder en zacht Weêr Itelde de Schepen in ftaat, om uyt dien Archipel te geraken, en na het vafie Land toe houdende, om deszelfs Kuft op te neemen , wierd het uytermaaten fteil en bergachtig bevonden te zyn; doch men vond nog eenige bequaame Baaijen, waarin men welgedekt kon leggen, uyt eene van dewelke vier van Bies gemaakte Canoes, ieder met twee naakte Indianen, rechtdraads na de Schepen toeroeiden , en aan Boord komende, van hunnen Vifchvangft rykelyk mededeelden ; en wel voornamentlyk van gezouteneSardynen en een kleinder Slach,die ons Volk,alsLekkernyen, gretig aannamen. Deze Indianen, duchtende niet verftaan te zullen worden in hunne Landtaal, maakten geen het minlte Geluyd, en gaven hunne Meening alleenlyk door Tekenen en Gebaardmakingen te kennen. Zy zyn langer, beter gemaakt en fterker van Geftalte.dan eenige andere, die men tot nog toe gezien had, en dekten zig met Geite-Vellen, wanneer zy na Boord gingen. De Spanjaarden deelden, onder hen zommige Provifien en Kleedingen uyt, zo dat zy ten uyterften vergenoegd vertrokken. Deze Indianen fcheenen zeer wel geaart, en ganfch niet tot eenige Rovery of Geweldenary genegen zyn. Den volgenden Dag quamen nog andere Indianen aan Boord,  fi?2 De HISTORIE van Boord, wier Bezoek eveneens als het voorige afliep Deze verzochten zeer inftantelyk, dat de Schepen tot hunnent mogten komen ankeren, om van eenen ruymen Voorraad van Vifch en Akers, hunne dagelykfe Kolf, voorzien te worden. Zy ontfingen insgelyks Gefchenken van Mondkofl-, Kleeding, Kraaien en Kettingjes, waarmede zy zeer voldaan na hun Eiland keerden. Hier quam ook het Fregat by de Schepen; verhalende door de Indianen van de voorfz. Eilanden met Vifch en Akers in Overvloed befchonken te zyn. Wanneer het Fregat opquam, gelalïede de Generaal de Schepen nader onder de Wal te doen loopen, om te zien, of ergens eene bequaame Haven te vinden was ; zynde de Kuft door eenen zwaaren Mift beneveld. Hier ontmoeteden zy eene gunftige Koelte, die tot den 14 December aanhield; en wanneer het Weêr opklaarde, bevonden zig de Schepen naby eene Richgel van hooge en witte Bergen, die aan derzelver Zoomen roodachtig fcheenen te zyn. Dit Gebergte wierd by hen Siërra de Santa Lucia genaamt, en ishet gewocne Land-Teken voor de Schepen, die na China vaaren. Vier Mylen verder ontlafl zig eene Rivier tuffchen de Rotfen heenen in de Zee, na eenige Vallen over het hooge en witte Gebergte' gemaakt te hebben;de Oeverbanken dier Rivier zyn door zwarte en witte Populieren, Wilge- en andere Boomen en Struyken , in Spanjen wel bekend, ganfch dicht bezoomd , en de Rivier zelve wordt del Carmelo genaamt. Twee Mylen verder legt eene fraaije Haven, en tuffchen dezelve en de voorfz. Rivier een Woud van Pyn-Boomen, ter Lengte van twee Mylen; wordende by den Mond der Haven door het Land een Uythoek geformeert, genaamd Punta de Pinos. Hier quam de Vloot den 16 December voor Anker, om van daar de Be-  CALIFORNIA. m Berichten van haar Wedervaaren na Nieuw-Spanjen af te zenden. Wy hebben reeds aangemerkt, dat de Schepen den 16 December deze Haven binnen liepen, die Monte-Rey genaamt wierd, ter Eere van den Graaf van gelyken Naam, Onderkoning van NieuwSpanjen , door wien zy , ingevolge de Beveelen van zyne Majefteit, uytgezonden waren. Den volgenden Dag deed de Generaal den nodigen Toeftel maken, dat de Vader Andreo de la AjJ'umption en Antonio de la A/cenfion , geduurende derzelver Verblyf aldaar, den Dienft konden doen. De Kerk wierd onder eenen zwaaren Eikeboom opgerecht* en was na de Zee toe welgedekt, en binnen de twintig Paffen van daar had men verfcheidene Wellen, die eenen Overvloed van uytftekend goed verfch Water uytleverden. Na dat de Mis gedaan was, wierd by den Raad in Overweging genomen, op wat wyze men de Berichten van derzelver Ontdekkingen en Ontmoetingen allerbeft aan den Onderkoning van Nieuw-Spanjen zoude kunnen bezorgen. En dewyl alle de Manfchappen min of meer ziekelyk,en geen van hen allen volkomen gezond waren,en maar weinige hunnen Dienft behoorlyk konden waarneemen; zelfs de Schipper en de Stuurman van de Almiranta plat te Bed lagen,en zig niet verroeren,en die van de Capitana naauwelyks op het Verdek ftaan konden; mitsgaders eene groote Meenigte der Soldaaten zeer ziek, en zestien voor derzelver Aankomft in deze Haven reeds overleden zynde: Zo wierd befloten, de Almiranta als een Advys-Jagt, onder den Admiraal ƒ oribio Gomes de Corvan , en de beide Lootfen en Stuurlieden Pasqual en Balthafar, af te zenden; dezelve alle de Zieken te laten infchepen, en met een bequaam Getal Matro11 DteL S zea  De HISTORIE van zen na Aquapulco in Nieuw-Spanjen over te voeren, en de overigen uyt de Almiranta op de Capitana en het Fregat te doen overgaan; en wyders uyt dezelve , na haar eenen ruymen Voorraad van Leeftocht tot het doen dier Reize gelaten te hebben, aan de laatfte beide Schepen het Overfchot te doen overbrengen. Na dit Befluyt beval de Generaal al het voorfz. ten fpoedigften werkftellig te maken. Alle de Byzonderheden, die men. tot nog toe ontdekt had, wierden in eene Kaart gebragt, en benevens eenen brcedvoerigen Brief aan den Onderkoning afgezonden , van wien teffens eene Verfterking van Volk verzogt wierd, om eene volkomene Ontdekking en Opneeming der Toegangen in California te kunnen doen, met Affpraak, dat de Capitana en het Fregat, tot in het midden der Maand Mei, na die Verfterking zouden blyven wachten. Ook wierd eene Lyft opgemaakt van alle de Behoeftens, die men tot de volkomene Ontdekking van California oordeelde nodig te hebben. Dienvolgens wïerden alle de Zieken, en daaronder ook Vader Thomas de Aquino , aan Boord der Almiranta overgebragt; en wanneer alles tot haar Vertrek gereed was, gingen de Matrozen insgelyks over, cn de Almiranta den 2gften December uyt de Haven onder zeil. Het zal niet ongevoegelyk zyn hier ter plaatfe aan te teekenen, dat de Ziekte, dewelke op de Vloot graffeerde, ééne en dezelve was met degeene, waardoor in 't algemeen alle de nieuwe Aankomelingen uyt China in Nieuw-Spanjen aangetaft worden; zynde te meermaalen zo doodelyk, dat de Helft der Manfchap op de Schepen daaraan komt te fterven. In deze Breedte is de Lucht redelyk fcherp en koud, en doordringt degeenen, die eenigzins zwak van Lichaams Geftake zyn; en miflchien is de-  CALIFORNIA. *75 dezelve ook van eene befmectelyke Natuur, ten ware wy onderftelden, dac derzelver Fynheid genoegzaam in ftaat was van zodanige Ziektens in Lichaamen, dewelke door zwaaren Arbeid en Ongemakken vermoeid en afgemat zyn, te kunnen veroorzaken. Derzelver eerlle Toeval bellaat in eene doorgaande Pynelykheid over het geheele Lichgaam , dewelke eindelyk zo zeer de overhand neemt, dat de Lyder geenerhande Aanraking meer kan veelen, en zelfs zomwylen de allerdapperfte Mannen daardoor genoodzaakt worden, als Kinderen te kryten en te fchreeuwen. Wyders wordt het Lichgaam, en wel voornamendyk deszelfs Onderdeden, met purpere Vlakken overdekt, dewelke breeder en meer na buyten puylende zyn, dan de Korreltjes van Mofiardzaden : De tweede Toeval beftaat in het uytkomen van Puyllen van gelyke Couleur, ter Breedte van twee Vingers, dewelke eerft onder de Kniebuyg verfchyuen, en zig tot het midden der Dye toe verfpreidcn, waardoor die Deelen zo ftyf worden, dat de Beenen fchynen verfteend te zyn, dewyl het volftrekt onmogelyk is dezelve maar eenigzins te roeren , en veel min zig in eene andere Stelling te vertoonen , dan men by de eerlle Verraffing van dien Toeval was. De Lyders zwellen op eene zo wonderbaare wyze, dat zy zonder de uyterfte Foltering niet van de eene tot de andere Zyde verlegt kunnen worden; en de Bloedvinnen verfpreiden zig dermate, dat deKuyt van het Been en de Dikte der Dye ten eenemaale loodverwig en bont en blaauw daarvan zyn, en aldus trekt het quade Vocht door het ganfche Lichgaam heenen; ontltekende voornamentlyk de Schouders, veel meer dan alle de andere Deelen, waardoor teffens de onlydelykfte Pynen in de Lendenen en Nieren veroozaakt worden. Van de Verplaatfing is geene de minfte Verzachting te verwachten, doordien de S * ge*  476 De HISTORIE van geringde Beweging met de wreedde Pyn gepaard gaat, en zelfs de Lyders onder de Handen van hunne Oppaifers zouden bezwyken, indien men dezelve, op de eerde Verfchyning van dat verfchrikkelyk. Euvel, zoude willen doen verroeren. Dit venynig Vocht woedt zo geweldig door het ganfche Lichaam, dat hetzelve ten eenemaal met Zweeren overdekt is, en de Lyders ganfchelyk buyten daat geraken eenige de minde Drukking te kunnen veelen, en zelfs niet die van hunne Dekkleeden , zonder hun Leven daarby in te fchieten. Dus leggen zy geduurig te kermen en te zuchten, en zyn voor geenerhande Verligtenis vatbaar. Want alle de mogelyke Hulp, die hen kan toegebragt worden, bedaat alleenelykdaarin , indien men zulks met den Naam van eenige Hulp mag bedempelen, dat men hen nergens, en zelfs niet hunne Bedlakens, moge aanraken. Deze zo droevige Uytwerkingen zyn echter op verre na nog de eenigde niet, dewelke die aandekende peftachtige Vochten veroorzaken. In zommige Lyders wordt het Tandvieefch, beide van de Opper- en Onder- Kinnebakken, zodanig van binnen en van buyten geperd, dat de eene Tand de andere niet kan noch mag aanraken ; en daarenboven zyn dezelve zo los en ontvleefcht, dat zy, by de minfte Beweging van het Hoofd, waggelen en daveren, en by zommigen met het Speekzei uytgeworpen worden. Dus zyn de Lyders onbequaam, eenig ander dan vloeibaar Voedzel, gelyk Watergruel, Vleefchnat , Amandelmelk &c., te kunnen nuttigen, en daardoor wierd allengskens de Zwakheid zodanig vergroot, dat veele, onder het fpreeken met hunne Vrienden , den laatden Adem gaven. Zie daar den Aart der Ziekte, met dewelke alle onze Manfchappen befmet waren, en door welke eene  CALIFORNIA. *77 eene Meenigte van hen uyt deze Waereld na de Eeuwigheid weggerukt wierd. Maar om wederom na de Haven van Monte-Rey te keeren, alwaar de Capitana en het Fregat terug gebleven waren, om Hout en verfch Water in te neemen, zo zullen wy van dat moeilyk Onderwerp en deze breedvoerige Üytweiding afflappen. Deze Haven is een der uytmuntendfte langs de ganfche Kuft , en tegen alle Winden beveiligd. Naby het Strand ftaan eene oncelbaare meenige Pynboomen, dewelke alle byzonder hoog, effen en glad, en dus tot Maften en Sprieten zeer bequaam zyn; alsmede een Overvloed van by uytftek zwaare Eiken , dewelke tot . den Scheepsbouw kunnen gebruykt worden. Ook ontmoet men hier Rozeboomen, witte Doornen, Denne-, Wilge- en PopulierBoomen; ruyme en heldere Meiren;. fraaije Weiden en Bouwlanden; wilde Dieren, en voornamentlyk Beeren van eene ongemeene Grootte; Hoorn- Vee, gelykende na Buffels, en omtrent van dezelve Zwaarte; nog andere, zo groot als Wolven, doch na Harten gelykende, en geveld gelyk de Pelicanen, met eenen langen Hals en Hoorens op den Kop, zo wyd en breed uytgefpreid , als men aan de Harten ziet; hebbende eenen Staart ter Lengte van eene ganfche Yard, en eene halve breed, en de Hoeven gekloven, als die van eenen Os. Die Landftreek krielt mede van Harten, Conynen, Hazen en wilde Katten, Trap-Ganzen, Ganzen, Eendvogels, Duyven , Patryzen , Lyftcrs, MufTchen en Goudvinken; ook worden Kraanen en Reigers aldaar gevonden, benevens een ander Slach Gevogelte, ter grootte van onze Calkoenen; en de grootfte, die men geduurende de ganfche Reis ontmoet heeft, houden van de Tippen hunner Vlerken tot elkander zeventien Spannen. Langs de Kuft zwerven s 3 gan-  B78 De HISTORIE van ganfche Vluchten van Meeuwen , Waterduykers, Kraaijen en andere Zeevogels. In de Rotfen zyn eene meenigte Holen en Kloven, van dewelke zommige naar de Matryzen van Schelvifichen, uytgevuld met paarlemoere kleindere Holtens, zeer natuurlyk gelyken. De Zee is met Oefters, Kreeften en Krabben&c. opgevuld; ook worden groote Zeewolven en Waiviflchen daarin ontmoet. De Haven is door de Rancherias der Indianen omcingeld; eene Natie daaromftreeks,zo minzaam en handelbaar, als ergens in de naby gelegene Streeken, en zeer bereidwillig, om aan de Vreemdelingen hunne Voortbrengfelen mede te deelen. Ook zyn zy onder eenige Form van Regeering gefteld. Hunne Wapenen beftaan in Boogen en Pylen. Zy gaven hun Belang voor een groot Gedeelte te kennen, wanneer zy vernamen, dat de Spanjaarden hen Honden te verlaten, hetgeen op den 3 January in het Jaar 1603 quam te gebeuren. Zo dra de Capitana en het Fregat uyt de Haven van Monte-Rey in Zee Haken, kreegen ze eenen zeer gunftigen Wind, die twaalf dagen achtereen aanhield, en beide de Schepen tot voorby de Haven van San Francifco deed voortfpoeden; doch daags daaraan volgende ,*zynde de 7 January, liep de Wind na 't Noordweften; doch maakte maar eene tamelyke Koelte, by dewelke zy, zo veel maar doenelyk was, haare Reis vervorderden. Het Fregat zeilde voort; niet nodig denkende te zyn, dat men ergens hoefde in te loopen, terwyl de Capitana meende hetzelve te volgen, zonder eenig Licht te lnten zien , waardoor het gebeurde, dat zy 's anderendaags ochtends elkander uyt het Oog verlooren hadden. De Generaal liep inmiddels met de Capitana de Haven van San Francifco binnen; denkende het Fregat, hetgeen by onderftelde, met Byzetcing van alle Zeilen, achter-  CALIFORNIA. $79 teraan te volgen, aldaar te zullen inwachten; doch de eerfte Tyding, by den Generaal van het Fregat ontfangen wordende, quam niet eerder in, dan na dat de Capitana van haren Tocht terug gekomen was. Eene tweede Reden, waarom de Capitana de Haven van San Francifco aandeed, was, om van dezelve de Opneeming te doen, en te onderzoeken , of men een Bericht zoude kunnen bekomen van 't Schip,genaamd el San Auguflino,hetgeen in 't Jaar 1595, op Bevel zyner Majefteit en van den Onderkoning, door den Gouverneur der Philippines afgezonden was, om de Kuften van California, onder Bellier van Sebaflian Rodrigo Cermennon, een zeer ervaaren Zeeman, naauwkeurig op te neemen , doch door den opgekomenen Herken Storm, omtrent deze Haven, geftrand was. Onder anderen had zig aan Boord van de San Auguflino bevonden de Stuurman en Loots Francifco Volanos, die teffens de Opper-Stuurman van de ganfche Vloot was. Hy had eene grondige Kennis van die Landftreek, en betuygde eene Meenigte van Wafch, benevens eenige Kiften met Zyde, aan Strand gelaten te hebben, en de Generaal was ten hoogften nieuwsgierig, om aldaar inlopende te zien, of nog eenig Overblyfzel van het Schip en Lading zoude te vinden zyn. De Capitana quam achter eenen Uythoek, genaamd la Punta de los Reyes, voor Anker leggen; doch daar was geen Volk aan de Wal gezet,om het Schip voor het Fregat in gereedheid te houden; weshalve de Capitana den volgenden Dag van daar vertrok , om hetzelve op te zoeken. De Wind was wederom Noordweft, en blies zo ftyf, dat de Capitana weinig kon vorderen. Men zag echter op Zondag den 12 January zommige hooge roode Bergen, en veertien Mylen verder ten Noordweften eene Kaap, die zig ver in de Zee uytftrekte, en naaft deS 4 wel-  a8o De HISTORIE van welke zommige Sneeuw-Bergen lagen, waaruyt de aan Boord zynde Lootfen opmaakten, dat het Cabo Mendozino moert zyn, gelegen op de Breedte van 41 Graden en 30 Minuten. 's Anderendaegs, namentlyk den 13 January, verhief zig een hevige Storm uyt het Zuydweflen, verzeld door zwaaren Sneeuw en Regen, en van zodanig eene hooge Zee, dat men niets, dan den Ondergang van'tSchip voorOogen zag; om nu dat Gevaar te ontkomen, en eene hoger Breedte te myden, alwaar de Storm nog heviger, en de Koude nogfelder zoude worden, dewyl het in 't Midden van den Winter was; zo wierd beft geoordeelt, zo lang ftii te leggen, tot dat men, na dat de Wind het zoude toelaten, na Aquapulco zoude kunnen keeren. Op de Aankomft der Capitana in deze Geweften, waren geene zes Man in ftaat, óm over het Verdek te kunnen gaan; de Soldaten, Matroozen en Jongens moeften zig, vermits de verfchrikkelyke Ziekte, dewelke wy hiervooren befchreven hebben, daaronder houden : De Geeftelyken , benevens de overtallige Capiteins, waren zo ziek, dat de VaderCommiffaris hen naauwelyks kon doen biechten, noch aan de Zieltoögende het laatfte Olyzel toedienen; boven dien konden de weinige gezonde Manfchappen zodanig een Schip niet beheeren, en de Zwaarigheid wierd nog meer vergroot, doordien zy zig in eene yslyke Ontfteltenis naby eene gevaarlyke Kuft, en zonder eenigen den minften Byftand bevonden ; en indien een Storm opgekomen was, dan zouden zy ongetwyfeld, by gebrek van Handen, om de Zeilen behoorlyk te regeeren, hebben moeten vergaan. De Generaal deed in deze hoogfte Nood den gewoonen Scheeps-Raad byeen komen, waarin goedgevonden wierd, niet verder te zeilen, maar met den eerften goeden Wind en Weêr terug te keeren;  CALIFORNIA. s8i ren; den Haven van La Paz in California aan te doen, en aldaar 'tSecours in te wagten, hetgeen door de afgezondene Almiranta van den Onderkoning van Nieuw-Spanjen geëifcht zoude worden. Door dit Befluyt wierden de Gemoederen der Manfchappen wederom tot Bedaaring gebragt, dewyl zy zig nu verbeeldeden eenige Dagen langer te zullen leven, dan wanneer zy tot eene hoogere Breedte voortgezeild waren. Den 14 dierzelver Maand begon het Weêr ten eenemaale op te klaaren, en men bevond, by goede Gilling, op de Hoogte van Cabo Mendozinogekomente zyn, werwaards» het Schip in maar tweemaal 24 Uuren, alleenlyk door den Stroom, gedreven was. Doch de Zon wierd fchielyk daarop door eenen dikken Mift verduyftert, dewelke met eenen kouden Stofregen gemengeld was; en de W7ind alsnog uyt het Zuydooften waaijende, zo moeft het Schip tot den 19 January blyven ftil leggen, wanneer hy na't Noordweften liep', en den Mift deed verdwynen. De Stuurlieden deeden vervolgens eene andere Waarneeming, en ondervonden by Peiling op de Breedte van 42 Graden te zyn. Aan de Kuft wierd eene Kaap ontdekt, die ganfch wit, en tot hooge met Sneeuw bedekte Bergen uytgeftrekt was, en om die Couleur, alsmede om dat zy 's daags voor hetFeeft van St. Sebaflian allereerft ontdekt wierd, den Naam van Cabo Blanco de San Sebaflian verkreeg. Door den Wind wierden de Zieken aangemoedigt, de gezonde Matrozen by te liaan; zo dat men, met de grootfte Moeite , de Sprieten ophaalde , en het Schip voor de Wind deed heen ftevenen, om na Aquapulco te keeren, en langs de Kuft zo wel na het Fregat om te zien, als dezelve naauwkeurig op te neemen. Het Fregat, gelyk ik hiervooren aangemerkt heb, was van de Capitana afgeraakt, en denkende, dat zy vooruyt zeilde, haar nagevolgt, om ze te achterS 5 haa-  a8a De HISTOR IE van haaien, wanneer zy, ter Breedte van 41 Graden, dezelve ook bereikte; doch het Schip, niet langer de Zee kunnende houden, {levende voor den Wind na de Wal toe, en quam onder eene byfter groote Rots, niet ver van Cabo Mendozino, voor Anker leggen, van waar het, na dat de Wind bedaard was, zynen Cours langs de Kuft vervorderde. Den 19 January bevond zig Florez , Stuurman van het Fregat, ter Breedte van 43 Graden, alwaar het Land eenen Uythoek, Cabo Blanco genaamd, formeerde , en de Kuft na het Noordweften begon te loopen , en ter zyde, naby dien Uythoek, eene groote Rivier, wier Oevers met Effe-, Wilge- en andere Spaanfe Boomen bezoomd waren, zig in de Zee ontlaftede. Deze aangenaame Vertooning behaagde hem byzonder, en fpoorde hem aan die Rivier in te zeilen; doch derzelver fnelle Stroom hield hem tegen. [*] Kort daarop beflooten echter de Vaendrig Martin de Aquilar, Commandeur van het Fregat, en de Stuurman Florez, befpeurende dat zy zig op eene Breedte bevonden, dewelke des Onderkonings Laft en Bericht te buyten ging, en vermits de Manfchap byna geheel ziek geworden was, wederom na Aquapulco te keeren. Deze Rivier wordt onderftelt dezelve te zyn, dewelke door een Hollands Schip , tot eene groote Stad toe, opgevaaren is, als mede, dat dezelve de Straat van Anian zoude wezen, waardoor datSchip uyt de Noord- na de Zuydzee was gekomen. De Stad Quivira is ongetwyffeld daaromftreeks gelegen , en tot dit Geweft heeft ook het aan zyne Majefteit ingeleverde Bericht, hetgeen dezelve aan- fpoor- [*] Aanteekening van den Engelzen Vertaalder : „ Hier dient „ aangemerkt te worden, dat hetgeen alhier by de Spanjaarden gezien wierd, geene Invaart, Straat of Arm van de Zee , maar flechts eene Rivier was. Hetgeen verder daarby gevoegt wordt, ten opzigte der Straat van Anian, beftaat maar in enkelde Gifliug, „, zonder eenigen den allerminften Groffd."  CALIFORNIA. *83 fnoorde die Ontdekkingen nader te beveiligen, en daarvan en van andere Verrichtingen, Verflag te doen, de voornaamfte Betrekking. Wy hebben mede reeds aangemerkt, dat de Lamana van Cabo San Sebaflian vertrokken was, om na Aquapulco in Nieuw-Spanjen, van waar zv eerftelyk uytgelopen was, terug te keeren; zy hield geduurende dien Tocht zo na byLand,als maar mogelyk was, om klaarlyk te mogen zien, of ook iets dat eenige Aanmerking verdiende, by derzelver eerfte Opneeming mogt overgeflagen en ontfnapt zyn. Op deze Hoogte heeft het Land langs de Kuft eene zeer aangenaame groene Geftalte; en dat de binnenfte Geweften van hetzelve vruchtbaar en wélbevolkt moeiten zyn,zulks quam uyt de veelvuldige alom geftookte Vuuren te blyken. Vermits de Wind uyt het Noordweften waaide, gevolgelyk zeer gunftig, en het Weêr byzonder goed en helder was, zo kon men ganfch duydelyk, van Voet tot Voet de ganfche Landsdouw langs het Strand opneem'en. Terwyl de Capitana langs deze zo vermakelykeKuft ganfch geneuglyk heenen zeilde, zo quamen, niet ver van 't Canaal van Santa har bara twee Canoes na dezelve toe roeijen, m ieder van dewelke zig drie Man , zonder eenig ander Dekzel, dan eene Soort van Geite-Vellen, bevonden ' en die, na driemaal rondom de Capitana geroeit te hebben, zonder eenige verdere Plegdgheden aan Boord klommen, met gelyke Vrymoechgheid en Blydfchap, als of zy in hunne eigene Huyzen gingen. Men gaf hen Biscuit en andere Snuyfteryen , waarmede zy ten hoogften voldaan wederom na de Wal keerden. Wanneer de Capitana in haare lerugreize omftrceks deze Kuft quam, was derzelverToeitand ten hoogften beklaaglyk; alle de Manfchappen aan  ■84 De HISTORIE va» Boord, uytgenomen de. Generaal en drie Soldaten, quynden aan de hier vooren gemelde Ziekte, en d* Vader- Commiflaris kon de Lyders niet dan met de grootfte Pynelykheid vertrooften, en hen de laatfte Kerkgerechten toedienen. Vader Antonio de la AJcenfton was niet in ftaat, van zig te kunnen verroeren, en de Ziekte was doorgaans zo pynelyk, dat men binnen Scheeps Boord niets dan een jammerlyk Gefchreeuw en diepe Zuchtingen hoorde. Zomttuge berftedcn, by wege van Verligringen, 1 uydkeels m Klagten uyt; andere befchreiden hunne Zonden met de diepfte Verflagenheid; zommige ftierven al Iprekende; zommige flapende; zommige eetende en zommige, terwyl zy in hunne Bedden overeinde zaten. Op het Gezigt der Lyken van zo veele brave Waaghalzen, en het Gehoor der Zuchtingen, Klaeten en Kermingen der elendige Lyders, zoude hit allerongevoehgfte en verftoktfte Hert vermurwt Ceworden zyn. Het behaagde de Godlyke Voorzienigheid degeenen gedwee te maken, die te vooren van alleMenfchlievendheidenMedelyden vervreemd waren; inzo verre, dat de weinige Gezonde alle de Zieken met eene zo vuurige Liefde en Tederheid, Yver en Vlyt oppaften, als of ieder maar enkel en alleen voor ééncn Lyder had Zorg te dragen De Geeftelyken, en wel byzonder Vader Thomas de Aqutno, die yslyke Toevallen vooruyt gezien hebbende, had te Aquapulco eenen Voorraad vanHertfterkmgen en Conferven opgedaan, welke alle tot dien Dag der Verdrukking gefpaard waren; en zekerlyk moeft meenig een zyne Herfteliing, naaft God, aan de Vaders Dank wy ten, doordien zy, zo voorzigtig als mildelyk, iedereen daarin bedeelden Zo dra de Indianen na 't Strand gekeerd waren zeilde de Capitana het Canaal van Santa Barbar a bin-  CALIFORNIA. «85 binnen, met Voorneemen, om het groot Eiland, in derzelver eevften Doortocht beooflen dat van Santa Catharina gezien, op te neemen, en floeg ten dien einde voor, aldaar eenige dagen te blyven leggen, en het Fregat in te wachten. Doch de Raad verwierf op den Generaal van hetzelve af te zien; voor Redenen aanhaalende, dat de Matrozen niet in ftaat waren van de Zeilen behoorlyk te behandelen, noch het Anker te laten vallen en op te haaien; dat het Volk dagelyks door Sterfte verminderde, en dat men, aldaar blyvende , eindelyk geenen Man meer zoude overhouden; dat men daardoor niet alleen den Dienft van zyne Majefteit den Koning zoude te kort doen; maar ook eene fnoode Misdaad tegen de Menfchlievendheid zelve pleegen. De Generaal gaf zig terftond aan 't Gevoelen van den Raad over, en beval den Opper-Stuurman, zonder het voorfz. groot Eiland, of dat van Santa Catharina, aan te doen, lynrecht na het Eiland Cerros, en van daar na Cabo San Lucas te ftevenen, en de Havsn de la Paz binnen te looen, om aldaar het verzogt Secours van den Onderkoning in te wachten. De Reis wierd derhalve vervordert; en in 'tvoorbyvaaren van het Eiland Santa Catharina, ten afftand van vyf of zes Mylen , quamen drie Canoes van hetzelve aanroeijen, geladen met Zee-WolvenVellen en Viflchen , dewelke de Indianen tegen Koralen, Kettingjes, Schaarcn en Meffen verruylden. Wanneer de Spanjaarden aldaar de eerftemaal aanquamen , hadden de Indianen gemerkt, dat zy in die Vellen groote Gading vonden, en derhalve hadden zy, als fchrandere Kooplieden , van dezelve eenen goeden Voorraad vergadert, en quamen nu daarmede te markt. Doch toevallig ontdekt wordende,'dat zy knaphandig diergelyke Snuyfteryen willen te ontfuifelen, wierden zy gelaft na hunne  a86" De HISTORIE van hunne Canoes te keeren , en de Capitana vervorderde haaren Cours. Hier verflaauwde de Wind zodanig, dat het Schip maar weinig Wegs langs het Strand kon afleggen ; eindelyk wierden echter de Putten in deBahia de todos los Santos bereikt, dewelke, gelyk ik reeds aangemerkt heb, te vooren overgeflagen waren, om dezelve by de Terugkomfl: op te neemen ; doch men was als nu insgelyks genoodzaakt zulks achter te laten; nademaal het meerder Gedeelte van 't Volk, hetgeen tot in het Canaal van Santa Barbara gezond gebleven was, thans mede met de Ziekte lag te worftelen, cn wel zodanig, dat maar drie of vier Man overfchoten , die het Schip beheeren konden , en om die Redenen verliet men die Kuft, om den Doortocht te verkorten; alleenelyk wierd de Cours langs het Strand naauwkeurig aangemerkt, om met Goedkeuring van zyne Majefteit, de Schepen uyt China te kunnen onderrechten , welken Streek zy boven Cabo Mendozino hadden te houden, om Nieuw-Spanjen te bereiken. Den derden February quam de Capitana in het Gezigt van 't Eiland San Hilario. Hier verhief zig de Wind in het Noorden, waarom de Schepen verder van Land moeiten houden, en zig laten genoegen met hetzelve in 't Verfchiet te befchouwen, en deffelfs verfcheidene Geweften aan te merken. Den vyfden dierzelve Maand wierd de Bahia dos Virgines voorby gezeilt, en het Eiland van Cenizas aangedaan, hetgeen , gelyk wy hierboven gemeldt hebben, by de Almiranta opgenomen was. Hier verhief zig de Noordwefte-Wind, en de Schepen zetteden het na het Eiland Cerros toe; den volgenden dag quam de Capitana op haare voorige Legplaats ten Anker, om Hout en Water op te doen. Hier hadden zommige Matroozen, vermits de gezonde  CALIFORNIA. s87 zonde Verandering der Luchtftreek, eenigzins wederom Krachten bekomen , en de eene moedigde den anderen aan na de Wal te gaan, om Water en Brandhout te haaien. Voor hun Vertrek achterlieten zy Seinen en Brieven, dat ingeval het Fregat aldaar mogt inlopen , hetzelve onderrecht mogt worden, waar de Capitana te vinden was. Alles dus in gereedheid zynde, zo itevende het Schip met eenen guniligen Wind en goed Weer na Cabo San Lucas. Den 9 dierzelver Maand, zynde Zondag *s ochtends, zeilde de Capitana van tuflchen de Eilanden; zynde de Baai cn de Arm der Zee reeds bevooren door Vader Antonio en't Fregat opgenomen geweeft. Wanneer het Schip buyte de Eilanden gekomen was, zo nam de Opperstuurman den goeden Wind te baat, om de Reis te verkorten, en ftevende lynrecht van Land na Cabo San Lucas, dewelke hy omtrent tegen den Middag den 14 dito in 't Gezigt kreeg. Hier wierd beflooten de Baai van San Bamabas niet aan te doen, noch de Invaart van den Inham van California te raaken,maar rechtdraads op de Eilanden vanMazatlan aan te zeilen, en aldaar zo lang te blyven wachten, tot dat men iemand na Mexico zoude kunnen zenden , om clen Onderkoning van derzelver Aankomft aldaar te verwittigen, en deszelfs verdere Beveelen te ontfangen. Dienvolgens kruyfle de Capitana dwars over den Mond der Golf van California heenen, en quam op Maandag den 17 February de Haven van het Eiland Mazatlan gelukkig binnen. De eerfte Zorg • van den Generaal beftond in een der Inwoonders van het vafte Land van hunne Aankomft kennis te doen geven : Hy vertrok zelve in Perfoon met vyf der ftevigfte en gezondfte Soldaten, en ging met dezelve na bet Dorp van San Sebaflian, omtrent acht  *88 De HISTORIE van acht Mylen landwaards- in gelegen. Den 19 in den vroegen Ochtendftond, roeide de Generaal met zyne vyf Man na Strand toe, doch niet ter deeg onderrecht zynde, na welke zyde toe San Sebajïian gelegen was, en geenen Weg noch Spoor derwaards vindende, zo geraakten zy in een Woud, en dwaalden twee Dagen achtereen, zonder Nat of Droog te nuttigen; waardoor, alsmede door de ongemeene Hitte, de Soldaten zodanig flaauw en zwak, wierden, dat zy het grootfte gevaar liepen van in het Woud te vergaan ; doch daarbuyten gekomen zynde, vonden zy eenen breeden Weg voor zig leggen, dien zy infloegen, zonder te weten werwaards hen dezelve zoude brengen. Terwyl zy onder eenen Boom zaten, om wat uvt te ruften, hoorden zy het Geluyd van Schellen; zy reezen vervolgens op, zagen rond , en ontdekten eene Drift Muylezels, die met Provifien van Caflilla na Culiacan gingen. Wanneer die Caravana naderde , zo vraagden zy den Dryver, werwaards die Weg heenen liep? die hen tot Antwoord gaf: Na Culiacan; en de Generaal na de Stad San Sebaflian , en den opperften Alcadi van het Land vragende, zo bood de Dryver aan, hem na deszelfs Woonplaats te zullen brengen; en na hun gebrek geboet en zig herftelt te hebben, wierden zy van Muylezels voorzien , die hen droegen, werwaards het den Generaal behaagde. De opperfte Alcaldi hield zig in een Dorp in de Nabuurfchap op, en men bevond denzelven de Capitein Martin Ruiz de Aguire te zyn, een zeer goede Kennis en Boezemvriend van den Generaal, en by alle de Manfchappen in het Schip bekend. De Generaal gaf hem hunne Verlegenheid te verftaan, en verzogt van Brood , Gevogelte, jonge Geiten, Kalveren en andere Behoeftens voorzien te mogen vvor-  CALIFORNIA. a8g worden voor den Tyd, dat zy aldaar zonden vertoeven : Hy begeerde wyders hem eenen getrouwen en voorzigtigen Man te willen aanwyzen, dien hy met alle fpoed met Brieven aan den Onderkoning na Mexico zoude kunnen doen vertrekken, om aan denzelven hunne Aankomft aldaar ter plaatfe te boodfehappen,- en teffens van hunne uyterfte Verlegenheid te verwittigen , dewyl de vyf Man, die hy by zig had, maar de eenigfte van het Schip waren , dewelke zig in eenen dragelyken Staat van Gezondheid bevonden. Do Capitein Aguirre geryfde hen blymoedig met al hetgeen zy begeerden, en zonder deze Voorzorg van den Generaal,en buyten de Wilvaardigheid van den Capitein, zoude alle de Manfchap aan Boord vergaan, en het Schip als een onbruykbaar Wrak verlaten zyn. Ten fpoedigften wierden zeven of acht Muylezels, geladen met Brood, Vogels, Geitjes, Groente, Citroenen, Oranje-Appelen en andere Provifien,na 't Schip gezonden , en daarmede om den derden dag in gelyke Meenigte voortgevaren; dus was het Volk niet alleen , geduurende deffelfs Verblyf aldaar, overvloedig van alle Leeftocht voorzien, maar wierd daarenboven in eenen zo rykelyken Voorraad daarvan bedeelt, dat dc ganfche Reis na Aquapulco kon vervordert wórden, alwaar zy van alles de Ruymte zouden vinden. Uyt dit Verhaal zal men eenigzins kunnen naléiden, in wat voor eenen bedroefden Toeftand zig het Volk aan Boord der Capitana bevond, wanneer dezelve ia deze Haven aanquam., Wy zullen derhalve maar alleenlyk nog daarby voegen, dat alle de Manfchappen door de hierboven breedvoerig befchrevene Qualen ganfch radeloos en doodziek, met Zweeren en Puyften overdekt, en hunne Kinnebakken zo zeer gezwollen waren , dat zy II Deel. T fpree-  •po De HISTORIE van Ipreeken noch eeten konden; mitsgaders dat niemand onder hen kon hoopen, ooit wederom tot zyne voorige en volmaakte Gezondheid herftelt te zullen worden. Op hunne Aankomft aldaar wierd in 't Schip niets dan een deerlyk Gekerm en Jammerklagt na den Hemel gehoort. Binnen den Tyd van negentien dagen genazen zy echter al te zamen, en verkreegen wederom hunne voorige Gezondheid en Sterkte; zo verre, dat by hun Vertrek de Zeilen losgemaakt, bet Schip bewerkt, en alle de Arbeid, volgens ieders Poft, verricht wierd, eveneens als in het voorgaande Jaar, wanneer zy in hunne Reis diezelve Haven bezogten. Van zulk eene heilzame Uytwerking waren de verfche Provifien en Vruchten, dewelke door den Generaal na Boord gezonden wierden; ook was het nuttigen van zeker Gewas , in deze Eilanden zeer overvloedig groeijende, en by de Inboorlingen Xocobuiltzles genaamd, van eenen zeer uytfteekenden Dienft. Hetzelve gelykt naar eenen Appel; de Bladeren van den Boom, waarop zy groeijen, naar die van Pynappels, en de Vrucht groeit in Troffen, gelyk die van de Cypresfen; ook is zy byna van Gedaante als eene CypresNoot; derzelver Baft of Schil geel, en haar Vleefch als dat der witte Tuna, doch haar Zaad wat grooter dan dat der Tuna. Zy heeft eenen lieflyken Smaak, met een aangenaam Zoet en Zuur gemengeld. De Vrucht heeft de Deugden aan zig, dat zy den Mond reinigt; de Kinnebakken zuyvert; de Tanden fchoon en vaft maakt, en als dezelve tweemaal genuttigt wordt, dan fluyt de Mond wederom na behooren, zo dat men in ftaat is van allerhande andere Spyzen, zonder eenige Pynelykheid, te kunnen eeten. Het Gebruyk dier Vrucht wierd ontdekt op de volgende Wyze : Zommige Soldaten metdenVader- Com-  CALIFORNIA. sqi CommifTaris op het Eiland ter Begraving van een Lyk zynde, zo gebeurde het, dat de Officier Antonio Luis die Vrucht in 't Oog kreeg, en nieuwsgierig, om de Voortbrengzelen van dien Grond te leeren kennen, plukte een Stuk daarvan af en beet daarin, doch met geene geringe Pynclykheid van zyneKakebeenen cn Tanden; en dezelve van eenen keurlyken Smaak vindende, verorberde hy ze ten eenemaale , en fpoog terflond daarop een meenigte etterachtig Bloed uyt; doch de tweede in den Mond fteekende, bevond hy de Pyn in de Tanden merkeIyk verminderd, en hy kon dezelve veel gemakkelyker kaauwen. Wanneer hy wederom aan Boord quam, deed hy van de gelukkige Uytwerkingen dier Vrucht verflag, en deejde daarvan onder zyne Vrienden uyt., dewelke alle gelyke aangenaameOndervinding en Gevolgen hadden, en daardoor aangefpoort wierden aan Land te gaan, om van dat Gewas eenen goeden Voorraad te vergaderen, en ook andere daarmede te verquikken. Dus vond ook de Generaal by zyne Terugkomfl: aan Boord veele Manfchappen, dewelke hy zig verbeeldede nimmer eenige verfe Provifien te zullen kunnen nuttigen , door die geduurig aangebragte heilzame Vruchten in "Staat gefield, om alle Spyzcn, zonder onderfcheid , met goeden Smaak te verorberen. Deze Vrucht was het eenigft Geneesmiddel, waardoor alle de aan de voorfz. verfchrikkelyke en noodlottige Quaal quynende Lyders, binnen de negentien Dagen , tot hunne voorige en volmaakte Gezondheid herftelt wierpen. Deze Vrucht is het voornaamfte en lekkerfte Voedzel der altoos te Veld leggende Indianen, dewelke de Provinciën van Acaponeta en Chametla, onder het Gouvernement van Nieuw-Galicia, beflaan; doch zy zyn gewoon, dezelve doorgaans Ta t*  apa De HISTORIE van te kooken ofte braden; onderftellende, dat zy alsdan gezonder'en fmakelyker zy. De Generaal, ziende, dat zyne Manfchappen ganfch gelukkig en fpoedig herfteld waren ; doch zyn Schip lek bevindende , en geen Werk noch Brceuwers hebbende, beval het Anker te ligten, en ha Aquapulco te ftevenen , om hetzelve aldaar te doen herftellen, en meerdere bequaame Handen cn Provifien op te doen , ten einde , indien het den Onderkoning behaagde , na California te mogen keeren, of anderzins het Tydfh'p der onbepaalde, zo onaangenaame als gevaarlyke en droevige Reis, eensklaps te fluyten. Dienvolgens ging de Capitana den 9 Maart van deze Eilanden met eene ftyve Koelte na Aquapulco onderzeil*; en na Cabo Corientes voorby gelievend, en in 't Gezigt van Puerto de la Natividad gekomen te zyn, hield zy geduurig naby de Wal, tot dat zy Aquapulco bereikte, in welke Haven den 21 Maart in hetzelve Jaar 1603 het Anker geworpen wierd. Op de Aankomft der Capitana te Aquapulco wierd de ganfche Stad door eene onbefchryflyke Blydfchap verraft; nademaal niemand zig verbeeldede dezelve ooit wederom te zullen zien, en wel byzonder de Manfchap aan Boord in eenen zo volmaakten Staat van Gezondheid te ontmoeten; dewyl men by de Aankomft der Almiranta al daar vernomen had, dat alle de tot de Capitana behoorende Manfchappen, benevens de uyt de Almiranta daarin overgebragte Zieken, by het Bezoek van Puerto de Monte-Rey, door«de befmettelyke Ziekte aangeftooken, en ongetwyffeld daaraan overleden waren. Het zoude ook volftrektelyk niet anders geweeft zyn, indien zy niet in haare Terugreis gunftigen Wind ontmoet, en voorfpoedig in de Eilanden van Mazatlan voor Anker gekomen waren. Doch  CALIFORNIA. 293 Doch het zal alsnu Tyd worden te verhaalen, hetgeen de Almiranta, na haar Vertrek uyt Puerto de Monte-Rey , tot binnen de Haven van Aquapulco , overgekomen is. Het natuurlyk Ongemak en de gewoone Befiommering, geduurende zodanig eene Reis, wierd nog meer bezwaart door de algemeene Ziekte, dewelke binnen 'sBoords onder de Manfchappen de Overhand verkreegen had; en die zo noodlottig uytviel, dat wanneer zy de Haven binnen quamen , maar flechts drie Mannen van hen gezond, en alle de overige in den allerelendigften Toefiand waren. Deze drie Perfoonen beftonden in den Admiraal Torribio Gomez de Corvan, den Corporaal Francifco Vidal, geboortig uyt Galicia, en Juan de Marcbina, een Soldaat; zo dat, indien de Admiraal niet had geweeft een Man van groot Beleid, Dapperheid en Kundigheid in Zeezaaken, het Schip die Haven nooit zoude hebben kunnen bereiken. Van alle degeenen, die te Aquapulco ziek wierden, hebben maar zes Soldaten hunne voorige Gezondheid wederom bekomen. In de Almiranta zyn vyf en twintig Zielen na de Eeuwigheid verhuyft, waaronder vier Bediendens en drie Slaven van den Admiraal getelt wierden. Hieruyt wierd het Befluyt opgemaakt, dat de Capitana nog meer, dan de Almiranta zoude hebben te lyden, te meer, dewyl het grootfte Gedeelte van derzelver Manfchappen, op het Vertrek der Almiranta, ziek te Bed en Kooi lag, en dat zy, op de Hoogte van 42 Graden gekomen zynde, opgegeven, doorgefchrapt en verlooren gehouden waren, en niemand zig vleide ooit daarvan Stomp of Steel wederom te zullen zien. Hieruyt heeft dan ook zeekerlyk het verbazend Vermaak, en de vermakelyke Verbaaftheid over de behoudene Aankomft der Capitana, en T 3 over  194 De HISTORIE van over den gezonden Staat der Gezondheid haarer Manfchappen, moeten fprüyten. Zo dra de Almiranta te Aquapulco binnen gekomen was, wierd terftond van derzelver Aankomft aan den Onderkoning kennis gegeven, die ook op ftaande Voet aan de Hoofden dier Haven zyne Beveelen liet afgaan, om alle maar mogelyke Zorg voor de Zieken, en wel voornamentlyk voor Vader Thomas de Aquino, tc dragen : Deze Vader wierd van alle Behoeftens en het noodig Gemak voorzien, om na Mexico overgebragt te kunnen worden; en men moet bekennen, dat de Officiers aan deze Beveelen met de allcruyterfte en hertelykfte Naauwkeurigheid voldeeden. Wanneer de Generaal van Boord aan Land ftapte, vervoegde hy zig tot den Opper- Alcaldi, en bewerkte de fpoedigfte Afzending van eenen Bode aan den Onderkoning, met Bericht zyner Aankomft, en het Verzoek om zyner Excellentie nadere Beveelen, hoe hy zig verder zoude hebben te gedragen. Omftreeks ter zeiver tyd dat de afgevaardigde Bode te Mexico aanquam ,had de Onderkoning reeds Bericht ontfangen, dat het Fregat insgelyks gearriveerd was ; want Eftevan Lopez, Stuurman en Bevelhebber van hetzelve,had zyne Excellentie doen verwittigen, dat hy, na zyn Vertrek met de Capitana, tot de Hoogte van 43 Graden toe na haar gezogt, en de hiervooren gemelde Geweften reeds opgenomen had; dat zy, volgens het Goedvinden en den Raad van den Schipper Antonio Florez en den Vaendrig Martin de A~ quilar, wederom na Aquapulco gekeerd was, en dat aleer men San Diego had kunnen bereiken, de Vaendrig en Schipper beide overleden waren, en dus het Bevel op hem overgegaan was; zynde alleenlyk, buyten hem , maar vier Man aan Boord gelaten; dat hy lynrecht na Nieuw-Spanjen ftevenende, om de  CALIFORNIA. £95 de Capitana op te zoeken , te Natividad ingelopen , en de Eilandeji van Mazatlan, alwaar dezelve geankert had, voorby gezeild was. Lopez aldaar aangekomen zynde,ging met opzet van Boord, om zig by den Onderkoning te vervoegen, en liet het Bellier van het Fregat aan de vier alstoen nog in Leven zynde Soldaten over. Hy wierd terftond daarna by zyne Excellentie terug gezonden, om het Fregat na Aquapulco te brengen , hetgeen binnen het verloop van eene Maand na zyn Vertrek uyt Mexico volvoert wierd. De Onderkoning, den aan hem door den Generaal uyt Aquapulco gezondenen Brief ontfangen hebbende, gaf daarop een fpoedig Antwoord; gelaftede's Konings Amptenaren aldaar, aan de Soldaten alle hunne Achterftallen te voldoen; de Geeftelyken te onderhouden, dewelke in de Vaders Andreo de la Affumpcion en Antonio de la AfcenftZon beftonden, en hen van alle de Behoeftens, dewelke zy tot het vervorderen hunner Reis na Mexico nodig hadden , behoorlyk te voorzien , gelyk met derzelver Staat en Character overeenkomftig was. Zulks alles wierd met de grootfte Zorg en Oplettenheid volvoert. Het grootfte Getal Perfoonen, aan Boord der Vloot geduurende de Reis na Cali' fornia overleden,beliep 48; waaronder zig bevonden de Vaandrig Juan de Azevedo Texada, een Portugees; de Vaendrig Sebaflian Melendez, een Andaluziaan; de Vaendrig Martin de Aquilar, geboortig van Malaga; Antonio Florez, geboortig van Aviles, e.x\B althaf ar de Arm as , beide Stuurlieden; de Sergeant Miguel de Legar, een Biscaijer; Juan del Caflillan Bueno, Scheepstimmerman, geboortig van Sevilien, en meer andere brave en dappere Mannen, doch minder van Rangen Bedieningen. T 4 Den  2.96 De HISTORIE van Den April vertrokken de Geeftelyken , de Generaal, de Capitein Peguero en Alarcon, de Vaendrig Juan Francifco en de Soldaten van Aquapulco, en quamen den 19 Mei behouden binnen Mexico; van daar begaven zy zig gezamentlyk na Chapulta Peque, om den Onderkoning te begroeten , die hen alle met groote Blydfchap en Beleefdheid ontfing, en hen wegens hunnen goeden Staat van Gezondheid geluk wenfchte; hun Beleid en Befluyt goedkeurde en prees, en beloofde daarvan Aantekening te zullen doen houden, en van dezelve Gebruyk maken,wanneer zig de Gelegenheid daartoe opdeed. Zulks was niet alleen de Uytwerking van Vriendelykheid, maar zyne Beloften wierden ook ten fpoedigften vervult; en wel in alle deelen na derzelver alleruyterft Genoegen en Voldoening, wanneer zy binnen korten tyd, naar den Inhoud hunner verfcheidene Verzoeken , bevordert wierden. Deze Reis,waarin niets vergroot,noch ietsbygevoegdis, zal, naar ik denk, een uytftekend Bewys der Spaanfe Dapperheid en Grootmoedigheid zyn; nademaal onze Landgenooten onder zodanige Ongemakken , Gevaaren, Afmattingen, Rampen en Ziektens , eene Onderneeming volvoert hebben , dewelke allen anderen voorheenen mislukt was : En indien zulks aan de voorigen tot Roem en Eer heeft kunnen verftrekken, hoe veel te grootere Glorie en Zegepraaling hebben dan niet deze onze Waaghalzen in den voorfz. Tocht behaalt ? Hunne Ontdekkingen zouden meenigvuldiger,en hunne Vervorderingen veel grooter geweeft zyn, indien derzelver Beftek niet door de Ziekte en Sterfte was gedwarsboomt geworden. Want indien maar veertien Man aan Cabo Blanco in ftaat geweeft waren van behoorlyken Dienft te kunnen doen, dan zoude de Generaal de daaromftreeks gelegene Straat van Anian  CALIFORNIA. 297 an ingevaaren zyn, door dewelke men onderftek dat de vreemde Schepen de Paffage na de Zuydzee gevonden hebben; van daar zoude men mogelyk ook de Noordzee bereikt, en na Terra-Nuova opgenomen te hebben, lynrecht na Oud-Spanjen hebben kunnen ftevenen. Op zodanige wyze had men eenen Tocht rondom de Waereld kunnen doen, alzo aan Cabo Mendozino de Tegenvoeters van Oud-Caftilien, en wel byzonder van de Steden Salamanca, Valadolid en Burgos woonachtig zyn. Doch alhoewel zy daarin hun Oogmerk niet hebben kunnen bereiken, zo moet echter de Nyd zelve bekennen, dat men hen voor hetgeen zy werkelyk volvoert hebben, eene uytftekende Belooning verfchuldigd was. Want zy hebben eene nieuwe Waereld ontdekt, waarin tegenwoordig onze heilige Godsdienft: geplant is, dewelke eenen zo overvloedigen Oogft van Vruchten uytlevert, dat deSchuuren des Hemels daardoor kunnen aangevult worden : Bovendien zal de Staat daaruyt de grootfte Voordeden trekken, hetgeen alle Hoofd-Artykels zyn, dewelke by onzen Souverein met alle Yver en Oplettendheid altoos behertigd geweeft zyn , en alsnog vervordert worden. Wy zyn immers altemaal Kinderen van Chriftus, cn Broederen met- en onder den anderen; en gevollyk , boven en behalven de algemeene Menfchlievendheid, door de Wet der Broeder-Liefde alle verpligt, om den goedertierenen en barmhertigen God, in wiens Handen de Herten der MenfchenKinderen zyn, vuuriglyk te fmeeken, dat hy zig dezer onzer Broederen gelieve te ontfermen, en onder hen bequaame en voorbeeldelyke Arbeiders tot derzelver Bekeering te zenden, ten einde zy, aldus in het Bezit van ons allerheiligft Geloof gefield zynde, eindelyk de eeuwige Gelukzaligheid mogen verwerven ! T 5 III. BY-  üq8 De HISTORIE van DERDE BYVOEGZEL. Verhaal der Reize van Vader Fernando Confag, Zendeling van California, gedaan ter öpneeming der Ooft-Kuft van California tot aan derzelver uyterfte Einde, de Rivier Colorado; uyt Laft en op Bevel van Vader Chrifioval de Efcobar en Slamas , Provinciaal van Nieuw-Spanjen, in 7 Jaar 1746. Den 9 Juny in 't Jaar 1746 vertrokken wy in vier Canoes van San Carlos, gelegen onder de 28 Graden Noorder-Breedte; kunnende de Ondiepte van 't Water in de Haven aldaar geene grootere Vaartuygen dan Canoes toelaten. De Waterplaatfen van Santa Anna leggen drie Mylen verder van daar landwaards-in, en beftaan in verfcheidene brakachtige Putten; doch door de Regens wordt de Brakachtigheid daaruyt gefpoelt en het Water grootelyks verbétert. De Haven, derzelver Waterplaatfen, en zommige Gehugten leggen binnen twee Kaapen beflooten, dewelke ver in de Zee uytfteken; dezelve zyn Cabo de las Virgines en Cabo de San Gabriël de las Sarmejas, of anders gezegd Sal-fipuedes. Beide de Uythoeken zyn hoog en verheven , en leggen de eene van den anderen Noordooften Zuydweftelyk. Aldaar na den Vloed gewacht hebbende, zo vertrokken wy 's voormiddags ten elf Uuren, en quamen tegen den Avond in de Baai van la Santiftima Trinidad, alwaar eene Paerelviffchery opgerecht is. Doch alhoewel die Baai voorby de eerfte Kaap ruym en groot is, zo geeft zy echter maar geringe Dekking tegen de ZuydOoft-Winden , en achter de tweede is men voor den  CALIFORNIA. 299 den Noorden-Wind bloot gefield. In derzelver midden legt een Eiland, van hetwelke een Reeks van Rotfen zig tot in de Zee uytftrekt, die by de Eb en Vloed beurtelings gezien en onverdekt worden. Dit Eiland is voor de Paarelduykers zeer rampfpoedig, alzo eene Menigte van hen aldaar omgekomen is. Het Water in de Kreek dier Baai is brakachtig; en offchoon de Kaap, alwaar dezelve eindigt, ZuydZuyd-Ooft ftrekt, zo loopt de daarnaaft gelegene Kuft Noord-Ooft, en is vol Rotfen , van dewelke zommige boven 't Water uytfteken, en andere daaronder verborgen zyn. Aan derzelver Uythoek en Einde legt de Baai van San Barnabas, en daar tegenover een laag Eiland, hetgeen door de ZeeWolven bezocht wordt. Den 10 Juny vervorderden wy onze Reis tegen den Wind aan; doch wanneer met het laatfte Quartier der Maan een Storm opquam , liepen wy de laatftgemelde Baai binnen. Den 1t Juny zeilden wy 's ochtends met eene Kalmte en bedaarde Zee na San Juan Baptifta, eene Kaap ten Noord-Noord-Weften van de by ons verlatene Baai gelegen, en wel ten opzigte der Baai van San Barnabas, dewelke achter dezelve legt; doch voorby dezelve loopt de Kuft geduurig insgelyks dienzelven Streek, Het Strand is laag , kleiachtig van Couleur ; de ganfche Kuft zeer quaad, en wegens de veelvuldige Rotfen en fteenachtige Droogtens gevaarlyk. 's Ochtends ten drie Uuren wierden wy genoodzaakt, tuffchen eenen Richgel van Rotfen en Cabo San Juan, weinig verder gelegen , onze Schuylplaats te zoeken tegen den hevigen Noorde-Wind, die dien ganfehen Dag, en gedeeltelyk de volgende Nacht, bleef waaijen. Den 12 Juny, omtrent ten zes Uuren 's ochtends, na dat de Dienlt gehouden was, laveerden wy  3°° De HISTORIE van wy de eerfte Kaap van San Juan te boven. Deze en nog een andere Uythoek formeeren eene Baai, waarin men echter tegen geene andere , dan de Landwinden gedekt is. De Baai aldaar is wel ruym en groot, doch door zo weinig Land omgeven, dat alle de Winden in dezelve eene vreeslykeZee maken. Wy doorkruyften dezelve in eene Kalmte, die zig eindigde aan de laagc Kaap van San Miguel. Deze Kaap en Punta Gorda formeeren eene andere Baai, waarbinnen insgelyks eene Paerelviffchery gevonden wordt; ook werpt de Zee, wanneer zy onftuymig is, eene meenigte Schulpen op, waarom dezelve by de Duykers hier ter plaatfe la Pepena genaamt wordt. Naby eene Kreek aldaar is eene Wel, doch derzelver Water wordt troebel en brakachtig bevonden. De Inboorlingen zyn altemaal Chriftenen , en de Baai kan met alle Winden binnen gelopen worden; uytgenomen met degeenen, dewelke uyt het Noorden en Noord-Ooften waaijen, en wel den Uythoek van Gorda beftryken, alwaar wy, door den Wind tegen gehouden, moeften ankeren. Den 13 Juny quamen na dit Geweft wan San Miguel de la Pepena eene menigte Indianen uyt hunne Rancherias afzakken, voor dewelke eene Prédicatie gehouden wierd, waarna verfcheidene hunner Kinderen, door derzelver Ouders uyt eigene Beweging en vrywillig aangebragt, den heiligen Doop ontfingen. Den 14 Juny, omtrent ten 6 Uuren 's ochtends, verlieten wy de Baai van San Miguel, na de bequaamfte Bergplaatfen gepeilt te hebben. Naby Punta Gorda, tegen over eene keiachtige Bank gelegen, is by laag Water eene zeer bequaame Ankerplaats, houdende vier Vademen Water boven derzelver zandigen Qrond; doch nader by den Uythoek, aan wiens Strand eene gebrokene Rots legt, heeft men zes Vademen Water, en eenen fteenachtigen of zandigen Grond. Eene  CALIFORNIA. 301 Eene tweede Ankerplaats wierd tegen over eene gebrokene Rots ontdekt, en van daar-af-uyt veele andere Rotfen gezien;de Landftreek kleiachtig,met Diftels en Braamftruyken begroeid, en door de van de Bergen afftroomende Beekjes doorwaterd bevonden. De Zeeftranden en Uythoeken beftaan in kleine Steenen; en ten Afftand van eenen Musquet-Schoot is eene bequaame Ankerplaats, ter Diepte van negen Vademen by laag Water, op zandigen Grond. Alle deze Pleifterplaatfen zyn voor de Noord-en Noord-Oofte Winden door de opgenoemde Kaap gedekt, en door dezelve wordt ook het onftuymig Geweld der Zee gebrooken. Cabo Gorda beftaat uyt Rotfen, dewelke naar rood, met geele en witte Plekken door fpikkeld Marmer gelyken, en wordt door eene ontelbaare Vlucht van allerhande Slagh van Gevogelte bezocht. Het Eiland Tortuguilla, by de Califomianen Serro Blanco, of het wit Gebergte, genaamd, legt Ooft en Weft van Punta Gorda aan de Overzyde, die veel laager is, en zig van San Gabriël de las Almajas, oïSal-R-puedes, Zuyd-Zuyd-Ooft en Noord-Noord-Weft heenen ftrekt. Deze Kaapen formeeren eene lange Baai, welker Helft door een Gebergte omcingeld is; doch de Wederhelft is vlak, laag en zandig. Aan het Einde van dit Gebergte wordt eene Springader gevonden, uyt het midden der Rotfen voortwellende, en uyt dewelke de Indianen , ten tyde der Eb, hun Water haaien. Ook is aldaar eene Rancheria van Indianen op de laage Kuft, achter het laatfte Perceel der Hooglanden, alwaar men in eene moeraffige Streek eene kleine Wel van brakachtig Water gevonden heeft. Wanneer de Indianen de Canoes zagen naderen, hielden zy ons voor Duykers, en vlooden landwaarden, dewyl dat Slach van Lieden, om hunne Ge-  302 De HISTORIE van Geweldenary en Wreedheid, onder hen gehaat en by alle de Inboorlingen van California verfoeit wordt; doch zo dra zy van zommige hunner Landgenooten , die zig by ons bevonden , verftonden, dat een Vader in de Canoes aangekomen was, zo keerden zy ten fpoedigften terug. Vermits de hooge en holle Zee , cn offchoon het helder Weêr was, zo konden wy alhier echter niet lang vertoeven, en wy hadden de grootfte moeite, om een weinig verfch Water mede te neemen. Wy ondernamen vervolgens de Kaap van San Gabriël, of Sal-fi-puedes op te loeven, dewelke by alle de Zeevaarende zo grootelyks gevreeft wordt, dewyl men by en omtrent dezelve veele aan den anderen volgende Uythoeken, benevens eene meenigte Brokken van verzonkene Rotfen ontmoet, die zig van het vafte Land vry diep in de Zee uytftrekken. Hier gaat de Zee zo hol, vermits den fterken Stroom , dat men in eene ftyve Koelte even veel als in eene Kalmte kan vervorderen. Onder de daartegen overgelegene Uythoeken legt eene geelachtige Holte, en een Strand van wit Zand , die eene goede Ankerplaats heeft, en voor alle, uytgenomen de Ooitewinden, veilig en gedekt is ; een weinig ter zyde van die Holte bevindt zig eene Kreek, in wier Monding men by laag Water drie Vademen Diepte heeft; doch verderop twee, en eindelyk maar eenen halven Vadem uytlevert. Na de Land- of Weftzyde toe is dezelve dieper dan tegen het Ooften, en derzelver Bodem is met Zand en Keifteenen overdekt. Zo dra wy aldaar voor Anker gekomen waren, zakten de Indianen, van dewelke ik by de voorgaande Waterplaats gewaagt heb, derwaards met hunne Kinderen af, en verzogten my dezelve te willen doopen. Tegen over de Kaap van San Gabriël beginnen de beruchte Eilanden van Sal-f-puedes, die als in het midden  CALIFORNIA. 303 den der Naauwte leggen, en vier Kreeken uytmaaken. Wanneer wy (tonden te vertrekken, quamen twee Nieuwbekeerde ons boodfehappen, dat de dieper in 't Land woonende Indianen welgewapend in Aantocht waren, om my en myn Gezelfchap te dooden; zy gaven my eenige Bondels Pylen en Bogen, onder de Waarfchouwing, van voor al op onze Hoede te willen zyn. Den 15 Juny 'snamiddags, verlieten wy met eenen gunftigen Zuydooft-Wind deze Haven, die aan derzelver Einde eene zwarte rotsachtige Kaap heeft, en aan beide derzelver Zyden verfcheidene Holen en Brokken van Rotfen zeewaards-in vertoont,dewelke zig tot aan de naaftgelegene Baai, San Raphaël genaamd, uytftrekken, en alwaar men insgelyks eene menigte Uythoeken en Klippen ontmoet; doch ook daaronder verfcheidene Holtens voorde Canoes, en eene tamelyk goede Haven voor grootere Vaartuygen. Wy hadden wel eenen goeden Wind, die Uythoeken voorby te loeven; doch bedienden ons van denzelven niet, dewyl ik beluft was die Baai te bezigtigen en op te neemen. Dezelve is doorgaans vlak en effen, en heeft eenen Zandgrond, voornamentlyk aan derzelver ooftelyke Zyde; gedeeltelyk door Rotfen en hooge Zandbanken, en gedeeltelyk door Uythoeken ingefloten en orogéven De drie naby California voor deze Baai gelegene Eilandjes zyn,ten opzigte van derzelver Afftand, niet in ftaat, om dezelve tegen de Zee te beveiligen. lVlet het vallen van den Avond wierpen wy niet ver van het Strand onze Ankers op eene Plaats,alwaar wy voor den Zuydwefte Wind gedekt lagen. Den 16 Juny vervorderden wy de Opneeming dier Baai; alhoewel de Zee vry ontftuymig was. Aan den Mond der Cadacaman zagen wy eenige Indianen, aan dewelke wy re kennen gaven, dat zy  «o4 De HISTORIE van zy zig zouden hebben te wachten van eenigerhande Vyandlykheden tegen de Duykers te pleegen ; wy ontfingen van hen tot Antwoord, dat zy noch eenige andere Bewoonders dier Kuft die Lieden ontrufteden, maar dat zulks alleenlyk by de Berglieden gedaan wierd. De Noordooft-Wind verhinderde ons de Waterplaats van San Raphaël te kunnen bereiken; doch gaf gelegenheid ter Ontdekking van verfcheidene Wellen van heet Water, welke naaft zommige witte Rotzen opborrelden. By hooge Zee zyn dezelve overdekt, en by laag Water kan men ze uyt het Zand achter zommige Stukken en Brokken der Rotfen zien uytkomen. Daar zyn nog eenige andere diergelyke Wellen langs hetzelve Zeeftrand, aan het Begin eener zandige Baai. By hooge Zee is het Water aldaar eene halve Myl ver geverft met Rood, waardoor eenige flaauwe blaauwe Streepen heenen fchieten. Hier zagen wy zommige Indianen, die aan de Kuft woonen, en eenige andere, dewelke hunVerblyf in het Gebergte houden, welke ons van eenen vrolyken, vriendelyken en zachtzinnigen Inborft toefcheenen te zyn. Zy booden ons ganfch gulhertig alles aan, hetgeen in hun armelyk Vermogen was,doch wy betaalden hunne Gefchenken ruym en rykelyk, dewelke voornamentlyk in Vifch beftonden. Wanneer zy vernamen, dat wy na de Waterplaats van San Raphaël meenden te gaan, zo geleideden zy ons derwaards, cn wy bereikten dezelve voor Zonnen Ondergang. Hieromftreeks is geene bequaame Bergplaats voor de Canoes, en derhalve moet men dezelve ter Beveiliging op het Strand zetten. Niet ver van het Zeeftrand is een ruyme ftaande Plas, en naaft dezelve eene Wel, dewelke gezuyverd zynde goed verfch Water uytlevert. Hier vonden wy ook eene meenigte Indianen, die over onze Komft aldaar zeer verblyd fcheenen te zyn, en ons  CALIFORNIA. 305 ons met Vifch befchonken, alhoewel zy 's Jaars te vooren eenen Duyker gedoodt hadden; doch zy waren door onze Geleidslieden, hunne Landgenoten, reeds onderrecht, dat wy noch onze Canoes tot dat Slach van Volk behoorden , maar dat 'er een Vader aangekomen was. Over zulks beloofden zy zig een goed Onthaal te zullen ontmoeten, en uyt Nieuwsgierigheid, om den Vader te zien, zo qua' men zy altemaal na het Strand afzakken. Maar wanneer zy zommige Inboorlingen van de andere Kuft, by hen wegens derzelver Hechte Geaardheid Taquis genaamd, onder ons Volk ontdekten, zo begonnen zy elkander in de Ooren te luyfteren, tot dat zy eindelyk, hunnen Afkeer niet langer kunnende verbergen, de Nieuwbekeerden onder hen duydelyk quamen te vragen, hoe de Vader, wanneer hy herwaards had willen komen , die Taquis had kunnen goedvinden mede te neemen? Ik heb hier vooren reeds verbaalt, dat deze Wrok der Califomianen tegen de Taquis zynen Oorfprong heeft van de by de laatfte onder de eerfte gepleegde Vyandlykheden, en de Uitplunderingen hunner Rancherias, dewelke zy te meermaalen hebben moeten ondergaan. Ten tyde der Duyking benaarftigen zy zig dezelve uyt het Land te jagen, en dus is het niet dan natuurlyk, dat de Wilden, wier wraakzuchtige Inborft door geenerhande Onderwyzing verzacht is, geene Zwarigheid maken, om eenen Taquis, waar zy hem maar vinden, dood te flaan. By onze Terugkomfl; van deze Verrichting zagen wy ejn uytmuntend Voorbeeld van den Schrik, dewelke deze Buytenfpoorigheeden in hunne Zinnen gedrukt had; want verfcheidene ganfche Huysgezinnen , welke na 't Strand afgekomen waren, door hunne Landgenooten gewaarfchouwt wordende,om met het vallen van den Avond zig mee II. Deel. V hun-  3o6 De HISTORIE van hunne Vrouwen en Kinderen na eene veilige Plaats te vervoegen, lieten eene Onwilligheid daartoe befpeuren;en wanneer ik verder aanhield, zulks tot hun Gemak te willen doen, zo gaven zy tot Antwoord, dat wanneer zy zig weg begaven, de Taquis dienzelven Nacht hunne Wooningen zouden komen bezoeken. Ik gebood hen daarvoor niet bevreeft te zyn, dewyl de Schildwacht der Soldaten, mitsgaders de Inboorlingen diergelyk eenen Toeleg zouden beletten; en indien 'er eenig Ongemak mogt opkomen, zy alsdan op eenen fpoedigen Byltand konden ftaat maken. Zy fcheenen daarover vergenoegd te zyn, en trokken af, na dat ik hen alvoorens verzekert had, dat ik de Taquis alleenlyk van de Overkuft mede genomen had, om dat zy in het bellieren der Canoes geoeffend, en hunne Landgenooten de Califomianen , op het vafte Land en in 't Gebergte woonende, dier Bezigheid ganfch onkundig waren. Den 17 Juny liet ik alle de Indianen byeen komen, en deed hen de Onrechtvaardigheid van dat Bedryf begrypen , en de Leelykheid dier Misdaad bezeffen , met Betooging van het Gevaar, waarin zy zig zelve zouden ploffen, wanneer zy zodanig eene Geweldenary zouden willen hervatten ; ook ftelde ik hen de Onbetamelykheid hunner woefte Levenswyze en beeftachtige Gewoontens voor Oogen. In die Tuffchentyd had men het Water aan Boord gebragt, en wy zeilden met een gunftig Landwindje van daar, hetgeen ons echter niet lang daarna wederom begaf, weshalve wy genoodzaakt wierden de Kaap, door behulp der Roeiriemen, om te vaaren. Tuffchen deze en eene andere noordelyk van daar gelegene Kaap, geformeerd door de Kuil van San Antonio, vertoont het Strand eene Baai, die een volkomen Halfrond maakt. Een weinig verder legt een donkerachuge Berg, zynde een Schier-  CALIFORNIA. Schiereiland; hebbende aan de eene Zyde eene veilige Dekking voor de Zuydooft-Winden; en aan de andere ten Noorweften , voorby het midden der Kuft, ziec men nog twee andere Kreeken , welke byna zamen hangen; doch wegens de daaromftreeks onder Water leggende Klippen zeer bezwaarlyk in te vaaren zyn. Door deze Openingen heenen heeft men een fraai Gezigt van een vruchtbaar Geweft ; dewyl echter de Oevers aldaar te gevaarlyk waren, zo moeft men van eene naauwkeurigere Opneeming afzien. Hier wierd ons door twee Indianen van den Top eener Rots toegeroepen en onderrecht , dat een weinig verder eene bequaame Baai te vinden was, en dat zy de Inwoonders aldaar van onze Aankomft zouden verwittigen. Na dat wy byna dien ganfehen Dag met roeijen doorgebragt hadden, zo ontdekten wy tegen den Avond eenen Inham, die met hooge Bergen omcingeld was; en de Kaap rondvaarende, zagen wy daarbinnen eene Reede , alwaar de Canoes voor de ooft- en zuydooftelyke Winden ganfch veilig konden leggen. Wy vervorderden onzen Cours nog voor eenigen Tyd in den donker, zonder ter deeg te weeten, waar wy zouden belanden, tot dat wy verfcheidene groote Vuuren zagen branden, waaruyt wy opmaakten niet ver van 't Strand te zyn, hoewel wy hetzelve niet eerder, dan te middernacht bereikten. Dewyl wy nu die Kuft niet kenden, en voor eenigerhande Vyandlykheden van de Zyde der Indianen beducht waren, om dat dezelve te meermaalen zig van de Lift bedienen , eenige Vuuren op de Hoogtens der Kuft te ftooken, en daardoor de Vaartuygen tot hunnent te lokken ,by welker Aankomft zy uyt hunne Schuylhoeken komen, en dezelve overrompelen; zo vonden wy geraden dien ganfehen Nacht aldaar voor Anker te blyven leggen, en den Dag af te wachten. V a Deo  • 3o8 De HIST ORIE van Den 18 Juny. De voorgaande Nacht was, wegens hec geduurige rollen en ftommclen der Canoes, zeer onruftig. In den Ochtendftond bevonden wy onze Legging aan een keiachtig Strand genomen te hebben, weshalven wy het Anker ligteden en deBaai verder in voeren, in welker midden eene Kom door drie Eilanden geforn?eert wordt, binnen dewelke men eene veilige Schuylplaats voor alle de Winden, eene genoegzaame Diepte, en eenen zandigen Grond heeft. Daar zyn drie Invaarten, aan ieders Einde één, en nog ééne in 't Midden, dewelke de ondiepfïe is, en aan het Einde dezer laatfte Kreek legt de Waterplaats. Alhier quamen wy op eene gemakkelyke en veilige Reede ten Anker, alleenlyk op Aanwyzing cn Zeemanfchap van eenen der met ons vaarende Indianen. Deze Baai wierd by ons met de Naam van el Purgatorio, of het Vagevuur, béftempelt, om dat wy de Nagedachtenis der gelukkige Ontwyking van het door de Duyfterheid der Nacht, over ons Hoofd hangend alleruyterfte Gevaar wegens de onder Water leggende blinde Klippen, zochten te vereeuwigen. De Tuffchenwydte dier Baai, van dien Oever tot aan de Uythoeken, is omtrent drie Mylen. Niet ver van den eenen Uythoek, of van het Midden der Invaart, legt een ander Eiland, wiens Bodem by uytftek vol Greppen en hobbelachtig is. De Inwoonders dier Landftreek quamen na ons toevloeijen, om hunne Achting en Verwelkoming te betuygen; en buyten en behalven zommige aangenaame Vereeringen, ter Verfterking hunner Lighaamen , liet ik die Schepzelen niet vertrekken, dan na dezelve alvoorens ook van geeftelyk Voedzel voor derzelver Zielen, naar maate van hunne Bevatting en Oordeel, voor zo veel maar mogelyk was, voorzien te hebben. De nabygelegene Landftreeken , als - een Ge-  CALIFORNIA. 309 Gedeelte van California aangemerkt, zyn ganfch niet te verachten. Den 19 Juny. De Canoes, die 's avonds te vooj ren in eene genoegzaame Diepte van Water voor Anker waren komen leggen, lagen 's ochtends valt op den Grond, doordien de Zee meer dan eenen ganfehen Vadem gevallen was. Wy maakten de Canoes wederom vlot , en haalden de Zeilen op, wanneer een Indiaan quam boodfehappen, dat de Berglieden , of Hooglanders, de Nacht te vooren bepaalt hadden, ons een vroeg Bezoek in den Morgenftond te geven ; doch nademaal alle de geene, die in het voorfz. Voorflag aandeel hadden , niet ten voorfchyn quamen, zo wierd zulks by hen uytgeftclt, tot dat wy aan de Waterplaats zouden aangekomen zyn. Eindelyk wierden wy genoodzaakt met eenen Tegenwind wederom Zee te kiezen; en wanneer dezelve zig hoe langer hoe meer verhief, geraakten wy buyten ftaat van de Kaap te boven te kunnen laveeren; en alhetgeen nog in ons Vermogen was, beftond enkel en alleenlyk in na het Strand toe te houden, en aan het Noordeinde der Baai de Droogte te baat tc neemen. Wy ftevenden derwaards, en vonden eene goede, doch ondiepe en zeer zandige Reede , met hooge Bergen omgeven, en door zommige rotsachtige Plekken vry gevaarlyke Schuylplaats. Den 20 Juny wierd Cabo las Animas voorby geloeft, dewelke alom door Rotfen onder en boven het Water omcingeld is, en derzelver twee Uythoeken leggen Zuydweft cn Noordooft van den anderen. Benoorden deze Kaap legt een laag Eiland, hetgeen met de Rotfen, dewelke van hetzelve zeer ver in Zee fchieten, driehoekig fchynt te zyn; ftrekkende alleenlyk tot eene Verblyfplaats van Zee-Wolven en Gevogelte. Een weinig verder ontmoet V 3 men  3io Ds HISTORIE van men verfcheidene Inhammen, alwaar men voor de Zuydooft- en Noord-Winden, dewelke men binnen deze Straat het meeft moet vreezen, goede Dekking heeft; en niet ver van deze legt nog eene Kaap, die na eenen Drietand gelykt, en van welke de verborgene Rotfen omtrent eene halve Myl ver zig in de Zee uytftrekken. Hier gaat het Water gemeenelyk zeer hol. Ter zyde van deze Kaap kunnen de Schepen, die niet al te groot zyn, voor den Zuydooft- Wind gedekt en veilig leggen, en na dezelve doet zig eene Baai op, genaamd Bahia de los Angelos, langs welker Invaart een Reeks van Eilandjes legt, die tot derzelver Veiligheid dienen, en welker Getal zo groot is, dat wy dezelve by onze Aankomft en Terugkomfl onmogelyk konden tellen. De meefte dier Eilandjes leggen verheven , maar zyn van eenen kleinen Omtrek. De Baai is ruym en wyd, en levert voor alle Slag van Schepen eene goede Ankerplaats uyt. Het Water komt tot aan den Voet van eene hooge en ruwe Siërra, of Richgel van Bergen , en wanneer men lynrecht daarin vaart, dan heeft men , tot een Kenteeken van bet Land, aan Stuurboord eene zwarte , cn voorby dezelve eenige witte Rotfen , en aan Bakboord eenen zandigen Oever, ter lengte van eene Myl langs het laage Land heenen. Behalven deze Kenmerken toonen de naaft den Oorfprong der Rivier gelegene en met Groente overdekte Plekken dc Waterplaats aan. Het Water is zeer goed, en kan, vermits het op eene afgloijende Hoogte opwelt, gemaklyk aan Boord gebragt worden ; hetzelve is rekkclyk genoeg voor de Schepen, die om Water verlegen zyn , doch niet voor de Landen , dewyl het gecnen grooten Overvloed uytlevert. De alhier woonende Indianen zyn eene Verzameling uyt verfcheidene Rancherias, alle wel ge- wa-  CALIFORNIA 3n wapend, trots en verwaand, en tegen de Gewoonte van het Land van Kookers vol Pylen voorzien. Behalven de Waarfchouwing, dewelke wy te Los Animas ontfangen hadden, konden wy uyt hunne Gebaarden en Gefchreeuw wel bemerken , dat zy niets veel goeds in zin hadden. Wy poogden echter op allerhande wyze hen door Vereeringen en Tekenen van Vriendelykheid te vrede te hellen, doch vergeeffch; zy voeren voort in 't wilde te lopen en te fchreeuwen, vertoonende teffens hunne Boogen, om ons tot Handgemeenfchap uyt te dagen. Hierdoor wierden wy aangezet, om ons tegen eene Overrompeling in den Donker behoorlyk te beveiligen, dewyl zy moedig genoeg fcheenen te zyn, ons verradelyk te kunnen befpringen, weshalven zy ook dc Nacht afwachteden, dewelke hun tot de Volvoering van hunnen Toeleg het allerbequaamit fcheen te zyn : Zy komen gewoonlyk met alle omzigtigheid en in ftilte aanfluypen ; fchieten hunne Boogen af; geven een luyd Gekryfch en tyo-en op den Loop. Deze Indianen hadden zig by dc^op ons gemunte Befpringing verdeelt; zommige van hen ftonden noordwaards, niet ver van ons Camp, gefchaard; andere zuydwaards en wat nader by, om , was het mogelyk , ons , zo te fpreeken, tuffchen twee Vuuren in te fluyten, en uyterlyk de Retraite af te fnyden. De Inboorlingen der Bahia de los Angelos, onder de geduurig aan de Duykers gepleegde Moorden opgewaffen, verbeeldeden zig zelve onoverwinnelyk te zyn; voornamentlyk, dewyl zig hunne Gebuuren, met welke zy in goede Vriendschap leefden, uyt alle de Rancherias tot hen gevoegt hadden; dus was mogelyk'nok te vooren eene zo groote Meenigte van dat Gefpuys by den anderen gezien; doch met de Hulp en den Byfiand van den Almogenden wierd die vrceslyke Schaar V 4 en-  3iï De HISTORIE van enkel en alleen door eenen Uy'tval van vyf onzer Soldaten en dertig bekeerde Indianen verflrooic, dewelke omtrent drie Uuren 's namiddags tegen hunne fterkftc , aan onze Noordzyde gelegene Bende, aantrok. Wanneer onze Manfchap in hun Gezift quam te naderen, en de Vuur-Roers aanleiden, teegen die grootfche Snoevers, zonder eene enkele Loifching door te flaan, als veege Bloodaards, hals over kop , en in de uyterfte Verwarring, op den Loop, en lieren hunne Wyven en Kinderen achter; zy ftonden ook niet eerder ftil, dan na dat zy de Toppen der Rotfen bereikt hadden, alwaar zy, zig voor alle Vervolging gedekt ziende, begonnen te danfen en fpringen , juychen en fchreeuwen , en allerhande dreigende Vertoningen te maken, die wy echter ons niet verwaardigden te beantwoorden. "Wy doorzochten vervolgens alle hunne Holen en Schuylhoeken ; doch vonden alleenlyk hunne Wyven en Kinderen , dewelke zy ganfch onnatuurlyk verlaten hadden. Wy handelden dezelve met alle maar mogelyke Tekenen van Tederheid, met Verzekering, dat hen geen het allerminfte Leed gefchieden zoude; alle onze Betuygingen konden niet baten ; de Wyven liepen insgelyks weg, en lieten hunne Kinderen leggen. Deze en zommige weinige terug geblevene Wyven wierden in Bewaaring genomen , en behoorlyk bezorgt, terwyl eenige onzer Manfchappen de Vluchtelingen volgden, om dezelve wederom terug te doen komen; vermits nu de Zon reeds aan het ondergaan, en het Gebergte zeer bezwaarlyk te beklimmen was, zo wierden eenige Schooten uyt het Geweer gelofcht, om hen eenen Schrik aan te jagen; hetgeen zodanig eene Uytwerking had, dat, alhoewel het Gebergte boven en achter hen zeer fteil was , het byna ongeloofiyk fcheen te zyn, hoe zy de alleruyterfte Toppen zo gc-  CALIFORNIA. 313 gezwind wiften te bereiken; in den volgenden Ochcentftond was geen één van hen allen ergens meer te zien: De tweede Bende, die bezuyden van ons gelegerd was, bleef aldaar leggen, zonder eenige Beweging te maken; en alhoewel wy daaruyt beflooten, dat deze door Verfpieders, of door de andere noordelyke Vluchtelingen, van het Noodlot hunner Medemakkers en Bondgenoten onderrecht zouden worden , cn dus van de op ons gemunte Bcfpringing in de volgende Nacht zouden doen afzien; zo wierd echter de tegen dat Quartier uytgeftelde Schildwacht gelaft, van tyd tot tyd te vuuren. Wy ondervraagden de teruggelatene Wyven, om wat Redenen een zo groot Getal van Volk byeen vergaderd was;en zy bekenden oprecht en openhertig, dat zy tot de noordelyke Rancherias behoorden, en dat zommige in gebreke gebleven waren van derwaards te komen afzakken, en dat de bepaalde Tyd dier ganfche Vergadering diezelve Nacht verfcheenen zoude zyn,- dat zekere Indiaan, Vader van zommige Meisjes, aldaar tegenwoordig, de Belhamel en Oprokkenaar der Muytelingen in het Noorden was, die eenen doodelyken Haat tegen alle degeene deeden blyken , die in Canoes aan de Kuft quamen ; zy voegden van zelve en ongevraagd daarby , dat de Scheiding in twee Partyen met goed Overleg by hen gefchiedde, om ons van beide Zyden in te fluytcn, en dus de Ontwyking te beletten. Wanneer zy om Water verzochten, gaven wy hen eenige Spys daarenboven , cn genoegden de Kinderen insgelyks met zachte en zoete Kolf; wyders deeden wy ze al te maal geruft gaan flapen, onder Verzekering, dat de Schildwacht op hen zoude paffen. Eene Zaak verwekte onder ons eene groote Verwondering; namentlyk, dat de Meisjes moeder-naakt waren. De Califomianen van de Natie der Cocbimies, hoe V 5 arm  314 De HISTORIE van arm zyook mogen zyn, geenerhande Dekzel hebbende, hebben echter geleert, waarin de Eerbaarheid en Betameiykheid beilaa, en uyt de Vezelingen van Duynhelm, gcreegen aan Draden van Mliscal, eene Soort van Schortkleeden weeten te vervaardigen, dewelke van den Buyk tot aan de Knien raaken; en zulks is, myns bedunkens, een genoegzaame Blyk dier Deugdzaamheid, waarin de Uytftekendheid van het vrouwclyke Geflacht gelegen legt; en zelfs de Vrouwen maken, wanneer zy zwanger zyn, diergelyke Schort-Kleedjes in Voorraad, om wanneer zy by de Verloffing het Kind van haare Kunne bevinden te zyn , hetzelve daarmede de Schamelheid te dekken; wy zagen echter in deze Baai niets, hetgeen naar die zo pryslyke Gewoonte zweemde. Laat ons dan verhoopen, dat dezelve by 's Hemels Gunft onder hen eerlang ingevoert moge worden, en dat zy door het Licht van 'tEvangelie de Schandelykheid hunner Naaktheid mogen komen te zien. Den 21 Juny wierden de Indianen met haare Kinderen en Goederen weggezonden ; doch men ftond lang in Beraad, om dezelve te laten vertrekken, zonder dat zy, gelyk de voorige, haare Kinderen en Goederen mogten achterlaten. Zy wierden echter Wel haaft wederom gebragt, en men onderrechtede hen door nieuwe Betuygingen, dat zy in het minfte niet hoefden bevreeft te zyn, en haare Mannen, en de overige van haare Natie , hadden te verzekeren, dat dezelve insgelyks konden geruft zyn , en telkens in alle Veiligheid na het Wetten en de Waterplaats terug keeren; alsmede, dat offchoon zy daags te vooren nagezet en vervolgd waren, zulks geenzins gefchied was, om hen eenig Leed aan te doen, maar enkel en alleen om Redenen, dewyl zy door hunnen onbehoorlyken Toeleg der Overrompeling by Nacht de Chriftenen getergt hadden, om hen, niet-  CALIFORNIA. 315 mettegenftaande hunne fterke Benden, te toonen, voor hen in 't minfte niet vervaard te zyn : Dat indien wy Vyandlykheden hadden willen pleegen, geen van hunne Wyven en Kinderen levendig uyt onze Handen geraakt zouden zyn; dat zy op eene oprechte Vreede en Vriendfchap van onze zyde volkomen konden ftaat maken, dewyl wy, als Chriftenen, teo-en geenerhande Natie den Oorlog zochten te voeren, maar altoos en alom de Ruft en Vriendfchap te bevorderen; dat de Canoes , en de Manfchap in dezelve, onder het Bellier van eenen Vader Honden , die de Indianen op het allertederfte beminde, en zo voorts. Door deze Aanfpraak quamen zy ten eenemaale tot Bedaaring; namen haare Kinderen en Gereedfchappenop, en vertrokken na hunne Landslieden. Vervolgens ontdekten zommige onzer Lieden eenen Verfpieder, die uyt de zuydelyke Bende afquam, en wien zy naliepen, om hem te vangen; doch hy was voor hen tegaauw, en ontfnapte, wanneer zy echter onderweg eene Vrouw ontmoeteden , die hen van eene andere Waterplaats goede Onderrechting gaf. Het Volk was ten eenemaale gevloden en verftrooid, en men vond terplaatfe, by de Vrouwe aangewezen , eene meenigte verfch afgefnedenen Duynhelm. Terzelver tyd quamen zommige van de noordelyke Bende wederom te voorfchyn; mogelyk bewogen door het Verhaal hunner Vrouwen , of door het zien hunner Kinderen en Gereedfchappen, dewelke zy achtergelaten hadden, of wel door Dorft gedrongen, alzo in eenen grooten Afftand geen Water te vinden was, behalven ter plaatfe, alwaar wy campeerden. Tegen den Avond, wanneer de groote Hitte over was, gingen drie Soldaten met de Indianen uyt de Canoes eene Wandeling doen, om de Kuft in 't Zuyden te bezigtigen; onderweg zagen  8*6 De HISTORIE van gen zy zommige Indianen aan het afhellen van eenen Berg flaan, doch wanneer zy derwaards nader quamen, viooden de Indianen, met eene in Europa nooit geziene Gezwindheid, na deffelfs fteilen Top. Zy konden, vermits de Zon onderging , de Waterplaats dien Avond niet beryken, enkeerden derhalve na hunne Canoes. • De Landwind blies geduurende den Nacht zo fterk, dat de Tent, waarin de Dienft des ochtends verrigt was, weggerukt, en daarenboven een der Canoes, van het Anker los' geraakt, zeewaards weggeflagen , en niet weder gevonden wierd, dan naby de Eilanden, dewelke voor de Invaart der Baai van los Angelos leggen. Den 22 Juny vervorderden wy onze Reis met eenen gunlligen Wind, die eenige Uuren daarna door eene zo hevige Land-Koelte gevolgt wierd, dat wy genoodzaakt waren onder de Wal te loopen! Op eenen Uythoek van 't Strand zagen wy verfcheidene met Boogen en Pylen gewapende Indianen flaan, die by onze Aannadering alle aan 't loopen teegen. Wy vervolgden dezelve tot dat het laat wierd, en niet weetende, of wy dien Uythoek konden te boven laveeren, zo liepen wy den noordelyken Elleboog der Baai binnen, die ruym genoeg was, om verscheidene Schepen te bevatten, en in eene ondiepe Kreek eindigde, alwaar de Stroom der Ebbe byzonder fterk ging. Den 23 Juny voeren wy den Uythoek van los Angelos om, dewelke ten opzigte van den anderen Noord-noord-Ooft en Zuyd-zuyd-Weft legt. De Noord-noord-Ooftelyke Hoek wordt door drié rotsachtige Hoogtens geförmeert,aan welker Voet eene menigte Klippen onder en boven het Water gezien worden. In de Baai zyn twee Havens, waarin men by quaad Weer ganfch veilig kan leggen; doch dient aangemerkt te worden, dat boven de Cor- de-  CALIFORNIA. 3i7 delera van het Eiland los Angelos , en tegen over een ander Eiland , eene Kaap legt, dewelke door eene meenigte Rotfen omzoomd is. De Kuft toe ■aan los Remedios toe is insgelyks met Rotfen en groote Keifteenen als overzaaid. De Baai van Nueflra Senhora de los Remedios begint by een fmal Eiland cn naaft een wit Strand, en men kan daarin voor de zuydooftelyke Winden ganfch veilig leggen ; ook is men achter zommige zwarte Hoogtens voor de noordelyke gedekt. Hier is eene Paarelviffchery. Den • 24 Juny, door den Wind opgehouden wordende, zo gingen zommige van ons Volk her. Gebergte bezigtigen,doch ontmoeteden niets,hetgeen eenigerhande Aanmerking verdiende. Zy verbeeldeden zig eene Baai ontdekt te hebben; maar het was de Kuft, dewelke, ten opzigte van het groot Eiland del Angelo de la Guarda,z\g als eene Baai vertoonde. Dit Eiland begint niet ver van Cabo San Raphaël, en eindigt een weinig aan deze Zyde van San Juan en San Pablo. Dit zeer bergachtig Eiland heeft verfcheidene Baaijen en Kaapen; loopt in 'tEinde vanZuyd-Ooft ganfch fmal toe, doch is in 't Noorden wat breeder. Het Canaal tuflchen hetzelve en de Kuft krielt van Walviffchen, en wordt derhalve Daranal de Balenas genaamt. Terwyl dat Eiland door zommige onzer Lieden opgenomen wierd, zo namen andere eene Proef van de Paarelduykery, en de Schelpen naby het Strand wierden fraai jer, dan de verder afgelegene bevonden. Den 25 Juny meenden wy met eene Landkoelte van daar te zeilen; doch vermits derzelver fterk Geloei wierden wy afgefchrikt zulks te wagen; eindelyk hield het op, en geduurende het Overfchot van den Dag geraakten wy verder, nu in eene Kalmte* en dan weêr tegen den Wind in. Wy hielden onzen  318 De HISTORIE vam zen Cours langs de Kuft heenen, die zeer bergachtig, en hier en daar met Klippen onder Water zodanig bezet was , dat de Canoes te meermaalen daartegen ftieten , en degeene, waarin ik my bevond, aan haar Roer befchadigt wierd. Eene ligte Canoe ging vooruyt, en was gelaft alles in gereedheid te brengen , om Water in te neemen. De Indianen van die Streek, ons ziende naderen, liepen tot hunne Wapenen, en maakten een luyd Geroep en yslyk Gefchreeuw, hetgeen ons tot een Sein diende, datzy ons zochten vyandlyk te ontmoeten. Dit Gefchreeuw wierd door allerhande Sprongen en belachelyke Gebaardmakingen verzelt; doch wanneer zy zagen, dat ons Volk de Canoe op 't Strand trokken, en welgewapend op hen afquamen, zo tegen zy naar gewoonte op de Loop, en beklauterden de hoogfte Toppen van 't Gebergte ; bleven aldaar ftaan, om te zien of men hen nader by zoude komen. Onze Manfchap daagde hen uyt, doch zy, in plaats van af te daalen, en met dezelve te fpreeken , weeken nog al verder achter uyt. Met het vallen van den Avond bereikten wy eene vlakke en fteenachtige, doch onveilige Reede; en dewyl wy by gebrek aan Water niet verder konden ftevenen, zo wierden wy genoodzaakt, offchoon wy de Kuft van wederzyden niet kenden, aldaar niet zonder Gevaar te blyven leggen. Den 26 Juny wierd eenige Manfchap uytgezonden, om in eene tamelyke wyde Kreek na verfch Water te zoeken, hetgeen wy vermeenden aldaar te zullen vinden, dewyl wy derzelver Oevers hier en daar met verfche Palmtakken en Lifch beftrooid zagen, dewelke de Indianen hadden laten leggen, en zekerlyk van elders derwaards aangebragt waren, vermits men nergens, hoe zeer men ook daarna zocht, eenige Palmboomen of Lifch kon vinden. Andere  CALIFORNIA. 319 re, dewelke de vluchtende Indianen op hun Spoor volgden, ontdekten echter weinig Mylen van daar, eene ruyme Plas. Om nu dezelve, uyt Zee komende , met zekerheid te vindon , dienen de volgende Kenteekenen aangemerkt te worden : Het Strand is aldaar niet breed; wit van Zand, en eindigt aan den Voet van eenen roodachtigcn Berg; deze Waterplaats wierd, om dat zy op den Feeftdag van San Juan en San Pablo ontdekt was, met den Naam dier Martelaaren beftempelt. Den 27 Juny vertrokken wy met een Landwindje daar van daan, en langs de Kuft naait eenige laage Heuvels heenen zeilende, zo zagen wy op eenen daar achter leggenden Berg twee Indianen , die ons toeriepen ; doch wy bevonden ons te ver van hen af, om hunne Meening te kunnen verftaan; echter begreepen wy zo wel uyt de Ongenaakbaarheid dier Plaats, als uyt hunne dreigende Gebaarden, dat wy tot eene Handgemeenfchap met hen uyt gedaagt wierden. Wanneer zy bemerkten, dat wy op hen geen gade floegen, zo zwaaiden zy hunne Boogen met luyd Gefchreeuw over hunne Hoofden in de Lucht, en liepen met de grootfte Behendigheid weg. Een onder hen muntende daarin boven alle anderen uyt, het zy om zig te vertoonen, dat hy de bequaamfte, of wel het meefte op ons verwoed was; zyne Bewegingen waaren wonderbaarlyk gezwind ; zomwylen danfende , en zomwylen eenigemaalen op één Been rond draaijende, en wel zodanig , dat hy eindelyk zig zelve in het maaken dier Poftuuren ten eenemaale vergat, en op het Gevaar dier fteile Rotfen niet denkende, uytglipte, en als een Steen van boven na beneden rolde;doch,tot onze groote Verbaaftheid , geen het minfte Letfel daarvan kreeg, en , hoewel niet met zyne voorige Gezwindheid,wederom na boven klauterde,vvanneer  3so De HISTORIE van zyne Makkers zig by hem voegden, om hem te hek pen. Hierin vond ons Volk groot Vermaak; doch de Indianen wierden daardoor zeer befc'haamt, zo dat zy aftrokken, en wy dezelve niet verder zagen. Tegen den Middag liepen wy eene Baai binnen, die eene bedrieglyke Vertooning van Veiligheid gaf, alzo dezelve maar eene enkelde Bergplaats achter derzelver Uythoek had, dewelke daarenboven klipachtig en ganfch fmal van Oevers was, die met dc Vloet ten eenemaale bedekt wierden. De Bergen, door welke dezelve omcingeld is, fchynen ryk aan Mynen te zyn. Wy namen het overig Gedeelte der Baai op, terwyl andere de Kuft ter zyde bezigtigden, en na dezelve alom door Rotfen aangevuld bevonden te hebben, en de Zon beneden de Kimmen gedaald zynde, gingen wy voor Anker leggen. Den a 8 Juny ftaken wy met eene ftyve Landkoelte wederom af; doch door den Rukwind, van tuffchen de Bergen komende, wierd een onzer Maften ter neêr gefmakt, die in 't vallen op eenen van de Manfchap affchampte, cn byna twee andere zoude verplettert hebben. Wy voeren zommige rotsachtige Hoogtens voorby, die zig zeer ver in Zee uytftrekten. Na het oploeven eener witte Kaap, die met Klippen onder en boven Water omcingeld was, quamen wy eene Baai binnen, dewelke niet al te ruym was,en de Gedaante der Letter G formeerde. In het Gedeelte, tuffchen eene hooge Rots op het Land en de Kaap gelegen, is een bequaame Ankergrond, en de Schepen, tegen de voorfz. Rots leggende, zyn voor de Stormen uyt het ZuydOoften wel gedekt. By laag Water ziet men de Klippen alom uytpuylen , tot ver in Zee van het Strand af. De tweede Uythoek zoude voor den Noordwind tot eene goede Bergplaats verftrckken, indien de rotsachtige Gronden de buyten gewoone Af-  CALIFORNIA. 3at Afvloeijing van het Water,wanneer het ebt,het niec ten eenemaale beletteden. Omtrent een vierde Myl van den Invaart dier Baai legt eene Plas, doch derzelver Water is ganfch droef en onfmakelyk. Wy noemden die Baai San Pedro en San Pablo, dewyl wy dezelve op den Feeftdag dier beide groote Gezanten ontdekten. Den 29 Juny roeiden wy , onder eene groote Kalmte, uyt de Baai, en na dat wy de witte Kaap voorby gekomen waren, zagen wy eene andere Baai, die weft-en zuydweftelyk ftrekte. . Zy is van eene aanmerkelyke Wydte; heeft verfcheidene Eilanden, en bevat in derzelver Omtrek eene nog kleindere Baai, genaamt Babia de San Luis Gonzaga. Ter zyde van dezelve formeert de Reede zommige Ellebogen, dewelke echter zeer ondiep zyn; in eenen van welke wy een Slach van Paarlemoer-Schelpen zagen, die zeer fraai waren, en na degeene geleeken , waarin de echte witte Paarlen gevonden worden. Wy deden van die Baai geene Opneeming, en Helden dezelve uyt, tot dat wy de andere Zyde zouden bereikt hebben ; doch het Weêr liep ons tegen, tot dat wy terug quamen, wanneer wy bevonden , dat de Baai ruym genoeg was, om eenige Schepen te bergen. Dezelve is door een naauw Canaal van eene andere Haven gefcheiden, en beide zyn voor alle Winden en Stormen even veilig. Zy heeft verfcheidene Kreeken, dewelke met Visfchen opgevuld zyn , waarvan zo wel de daaromftreeks gelegene Landen , als de nabuurige Rancherias, zig overvloedig kunnen voorzien. Doch onder deze Voordeden wordt het allergrootfte gemift, dewyl het Water tc ziltig is, om gebruykt te kunnen worden. Zes Mylen landwaards-in is het echter volkomen goed, hoewel niet te ruym te hebben. Om te onderzoeken, of die zo bequaame //. Deel. X Re-  322 De HISTORIE van Reede geen verfch Water uytleverde, groeven wy over de negen Voet diep, doch zonder eenige Wel te vinden. Na drie dagen binnen die Baai vertoeft te hebben , wierden wy door het ondragelyk Gebrek van Water genoodzaakt dezelve te verlaten , en elders daarna te zoeken. Deze Havens worden door een Eiland van zodanig eene Lengte geformeert, dat men hetzelve, uyt Zee komende, voor het vafte Land zoude moeten houden. Ter zyde dezer Baai formeert het witte Strand eene halve Maan tuffchen twee zwarre Bergen , waarin wy eene Rivier van brak Water vonden;doch niet ver van daar in de Serrania wierden wy door de Indianen onderrecht, dat beter Water, benevens eene menigte Palmboomen,te vinden waren,hetgeen wy ook bevonden de Waarheid te zyn; maar wy maakten daarvan weinig Gebruyk. Wy voeren drie andere Kaapen voorby, en quamen 's avonds in eene kleine Kreek, alwaar onze Canoes voor den Zuydooft-Wind ganfch gedekt en veilig lagen , hoewel dezelve vol Klippen onder Water was. Hier zagen wy wel eene Balza, maar geen het minfte Spoor, dat daartoe eenige Inwoonders behoorden. Den 30 Juny, aleer de Dag begon te krieken, zagen wy een Licht langs het Strand heen flikkeren, waaruyt wy opmaakten, dat daaromftreeks eene Waterplaats moeft zyn ; dienvolgens wierd eenig Volk ten fpoedigften derwaards gezonden, om daarna te zoeken, en dezelve gevonden hebbende, quamen zy met een oud Man en een aarden Vaatwerk terug, hetgeen de Indianen aldaar zeer fraai weeten te maken, en waarvan de noordelyke Indianen geene de minfte Kennis hebben; en zelfs niet de Chriftenen, die onder en naaft dezelve woonen, ien zy zy daarin by de Inwoonders aan de andere  CALIFORNIA. 3^3 ZyJe der Baai onderwezen worden. Na dat wy van het verfch Water en de goede Reede aldaar verzekerd waren, gingen wy ten elf Uuren, met eene flyvc Koelte uyt het Zuydweftcn, derwaards ftevenen; maar dezelve, tegen den Stroom aan waaijendc, maakte eene zo holle Zee, dat onze Aankomft ter bepaalde Plaats daardoor grootclyks vertraagt, doch eindelyk ook ten naaftenby bereikt wierd. Hier vonden wy eene Meenigte Indianen uyt verfcheidene Rancherias by den anderen, welker Spraak en en Tongval wy naauwlyks konden verftaan. Zy fcheenen in hun Gedrag en Verkeering van eenen korfcligen en wreeden Aart te zyn, cn een van hen was bezig zynen Boog gereed te maken, om verradelyk eenen Pyl op my tc laten afvliegen : Doch ik quam hem daarin voor; hield my als of ik zynen Toeleg niet merkte, en veranderde van Plaats. Wy behandelden hen met alle maar mogelyke Vriendfchap en Heusheid, en deelden, behalven eenigen Leeftocht , verfcheidene Verderfden en Snuyfteryen onder hen uyt, waarmede zy zeer wel in hunnen fchik fcheenen te zyn, en wy wierden daarentegen van hen met Veêren en Pluymen befchonken, waarmede zy hunne Hoofden vercieren. Zy begeerden, dat wy dezelve tot een Teeken van hunne Toegenegenheid zouden aanneemen ; maar zulks was alleenlyk eene Geveinsdheid; want zy deden hunnen krakkeelzieken Inborft genoegzaam blyken door het likken hunner Boogen, hetgeen onder hen tot eene Voorbereiding tot Handgemeenfchap dient. Wy quamen vervolgens van eene Hoogte, dewelke wy , om verfe Lucht te fcheppen , opgeklommen waren, na de Laagte, om dat de Hitte aan het Strand onverdraaglyk was, wanneer de Indianen door hunne Sprongen en Gefchreeuw ons begonnen jjyt te dagen. Een Chriften Jongen onder ons, die vol X a Vuur  3*4 De HISTORIE vam Vuur en Moed was, nam eene oude Vod in de Hand , om met hunne belachelyke Gebaarden te fpotten. Door dien Hoon wierden zy zodanig getergt , dat zy iemand uyt hun midden, dien wy het belt verdaan konden, na ons toezonden, om ons formeel uyt te dagen; doch voegden daarby, dat zy derk in getal waren en eene Hinderlage gemaakt hadden , welke Onderrichting wy wel begreepen, dat uyt geene Onwetendheid voortquam, maar dat zy wel opzettelyk en met Overleg gefchiedde, om ons voor hen te doen vreezen. Het Antwoord van onze Zyde was, dat wy hen ten fpoedigden zouden Genoegen geven. Het Woord was zo dra niet uytgefprooken, of zes Soldaten en zes-en-twintig Boogfchutters van onze Indianen rukten voorwaards. De Gezwindheid, waarmede deze de Hoogte beklommen, alsmede de Dapperheid en Knaphandigheid van een Chriden , die den Boog van eenen Indiaan, die op hem aanleide, uyt de Handen rukte en verbrak, verwekte zodanigen Schrik onder de Wilden , dat zy ten fpoedigden gingen afdeinzen. Doch eene Party quam met zommigen op, met dewelke de Soldaten en onze Chriden Indianen, uytgenomen twee, terugkeerden, die de Vluchtelingen op de Hielen gevolgt hadden. Ik had zo dra derzelver Vermetelheid niet waargenomen , of ik zond de Manfchappen, die by my gebleven waren, met de Canoes weg. Zy geraakten met der haad uyt het Gezigt en quamen op eene Plaats, alwaar verfcheidene Rancherias tegen ons in de Wapenen gekomen waren ; en onze twee Manfchappen nu ziende , in welk Gevaar zy zig zelve geploft hadden, zo was een van hen zo dout, van met eene onbeteuterde Houding en onvertfaagd Gelaat, niet anders dan of hy eene derke Bende by en achter hem had, de Wilden uyt te dagen; met Hef-  CALIFORNIA. 3=5 Heftigheid te meermaalen, als aanwyzende, zeggende : Laat deze zig hier, en geene zig daar plaatfen ! Haaft gy u derwaards! Sluyt ten fpocdigtten een Rond, om deze wilde Berglieden te omcingelen, dat geen van hem allen ontfnappe! De Indianen waren in eene Linie, met hunne Wapenen in de Handen, aangerukt, doch (tonden verbaaft over hetgeen zy hooiden; gingen tot geenerhande Bedryf van Vyandlykhcden over, en bleven Halte houden. Terwyl zy zig in deze Onzekerheid en Tvvyfeling bevonden , quamen ook de nagezondene Manfchappen, om onze beide Waaghalzen te onderfteunen, in 't Gezigt, en de Indianen daaruyt opmakende, dat dc ingebeelde Aanval op hen terftond volvoert zoude worden, begaven zig op de Vlucht, met Achterlating van hunne Wyven, Kinderen en Behoeftens : Zy wierden alle zo wel en vriendelyk behandelt en bezorgt, als de Wet der algemeene Chriitclyke Liefde komt te vcrcifchen; en wel voornamentlyk in Gevallen, wanneer de Gevolgen zeer nadeelig, of wel voordeelig ter Voortplanting cn den Aanwas van de EvangelieLeer zouden kunnen zyn. Verfcheidene Indianen, die gevangen wierden, boden hunne Wyven, Kinderen en Gereedfchappen voor de Rantfoeneering aan. Wanneer de Nacht aanquam , wierd eene Wacht uytgeftelt, om op hen te paflèn , terwyl zy (liepen. In deze Rancheria zagen onze Manfchappen eenen Hond, die de eenigfte was, welke ooit onder de Califomianen ontmoet is, aleer de Vaders-Zendelingen in dat Geweft aangekomen waren. Den eerften July ontfloegen wy de Krygsgevangenen, na voorgaande Waarfchouwing van in 't toekomende alle de op hunne Kuft komende Canoes minnelyk te ontmoeten, en te beletten, dat door hunne Natie aan dezelve eenigerhande Overlaft of X 3 Vyand-  3&6 De HISTORIE van Vyandelykheden gedaan en gepleegt wierden, Wy hielden twee van hen by ons, om ons den Weg na de Waterplaats aan te wyzen. Het was reeds laat geworden, wanneer wy op Reis gingen, doordien wy op eene Canoe moeiten blyven wachten, die verderop gegaan was; doch de loeijende Winden, alle de Streeken van het Compas doorloopende, noodzaakten ons met de Canoes na 't Strand te zetten , dewyl wy onderrecht waren , dat het Water verderop vry ftilder was. De Afftand der Canoes van de Waterplaats verhinderde ons eenen genoegzaamen Voorraad op te doen, en dus beflooten wy na eene veiligere Legplaats uyt te moeten zien. Zommige onzer Manfchappen gingen aan de Wal, om de Kult op te neemen; maar het Gefchreeuw van eene Bende Wilden in het Gebergte hoerende, en vreezende door hen te zullen afgefneeden worden, keerden zy terug;hun doorGebaardmakingen te verftaan gevende, dat zy wel haaft by hen zouden zyn. Doch de Indianen hervatteden hun Gefchreeuw, en teegen , na de Waterplaas toe wyzende, op de Vlucht. In dit Moeras zagen wy eenige Palmboomen , dewelke door de Vloeden weggedreven waren. Het Merkteeken, om deze Waterplaats, San Eftanislao genaamd, te kunnen vinden, beftaat in eene roodachtige Rots, naby de Serrania gelegen, en in de laagere Gedeeltens der Kuft zig rood opdoende Oeverbankcn : Aleer men dezelve nadert, heeft men eenen gemakkelyken Weg na de Waterplaats, en na aldaar tot Namiddag toe gelegen te hebben, gingen wy verder; doch de Wind verhief zig, en blies zo fterk, dat de Baaren geduurig in onze Canoes floegen, en het was reeds Middernacht, aleer wy de by ons bedoelde Plaats konden bereiken. Den 2 July liepen wy de Baai van la Viptation binnen, en vonden in eene van derzelver Einden eene  CALIFORNIA. 327 eene Berg- en Sehuylplaats, die wel goed, maar nier, te ruym was. 1 lier zagen wy wederom eenige Indianen, die, zo dra zy ons gewaar wierden, zig eveneens als hunne andere Landslieden gedroegen. Doch één onder hen, te San EJianislao t' huys hoorende, had echter de Beleeftheid van ons eene Waterplaats aan te wyzen, dewelke in eene tamelyke Tuflchenwydte van daar gelegen was; dus vonden wy goed, censCanoe na San Eflanis^ao terug te zenden, terwyl eene andere, die zeer lek geworden was, herftelt wierd. Hier heeft d>- Baai, welke te San Luis Gonzaga begint, haar Einde. In de Nabuurfchap van San Efta-nislao vindt men eene overgroote Menigte van Paarlemoer-Schelpen. In onze Terugreize quamen wy hier te middernacht belanden, en uyt de meenigvuldige Vuuren, welke wy langs de Kuft zagen branden, konden wy opmaken, dat de Plaats aldaar fterk bewoond moeft zyn, en gevolgelyk ook, dat men het verfch Water daaromftreeks veel nader had , dan ons te vooren door de Indianen aangewézen was geworden. Wy deeden ons beft, om daarover met zommige Inboorlingen te moogen fpreeken, en zonder eenigen Omweg ten fpoedigften aan verfch Water te geraakcn. In den vroegen Ochtendftond quamen verfcheidene Iluysgezinnen tot onzent afzakken, en gaven ons gelyk Bericht als de voorige. De Vrouwlieden gaan hieromftreeks ten eenemaale naakt, en hebben niets meer, dan het gewoone Dekzel hunner Schamelheid, gelyk wy by haare Kunne in de zuydelykere Streeken, ten blyk haarer Eerbaarheid, voorheenen gezien hadden. Hier eindigt ook de Reeks van Eilandjes, welke binnen de Baai leggen; ftrekkende de Kaap van la Vihtation, in welker Baai wy ankerden, ten naaften by noordelyk. Aan deze Zyde der voorfz. Kaap is eene kleine Holte of X 4 In-  3*8 De HISTORIE van Inham, om de Canoes te kunnen bergen. Aan Bakboord-zyde leggen eene meenigte Rotfen, en wel meelt onder Water, en aan Stuurboord-zyde ziet men eene Jaage Kaap. Tuffchen deze Hoofdbanden zyn nog twee andere Holtens, of kleine Havens. Den 3 July qUara de Canoe, byna vol Water, terug; alle de Schade aan dezelve wierd herftelt, en gereedheid gemaakt, om wederom onder zeil te kunnen gaan. Den 4 July ftaken wy met eene ftyve Landkoelte in Zee; dezelve woei uyt het Zuydweften, en wy zeilden Cabo de la Fifitation te boven en voorby. Het Strand was laag en byna vlak; de Bodera zeer klei- en rotsachtig. Wy vervorderden onzen Cours tot na den Middag, wanneer de Wind ons tegen liep, en wy naby eene Schelpbank, eerft onlangs opgeworpen, ten Anker quamen. 's Avonds vonden wy goed hetzelve te Jigten, en die Legging te verhaten, dewyl de Canoes tegen de Rotfen aan kaatften, en op de onder Water leggende geduurd bonsden ; deze laatfte bevond men by laage EbÖ wanneer wy de Baai binnen quamen, droog en boven het Water uytpuylende te zyn. De drie Canoes geraakten door de fchielyk afvloeijende Eb op den Grond, en dus was het onmogelyk ons gemaakt Beftek te voltooijen. Den 5 July vervorderden wy onze Reis met Roeiriemen , dewyl de Wind vlak tegen was, en zagen eene meenigte wilde Geiten cn Californiaanfë Schapen. Verfcheidene onzer Manfchappen begaven zig aan Land, om eenige dier Schepzelen te vangen cn aan Boord te brengen; zy ontmoeteden eene Rancheria van Indianen , en vraagden na eene Waterplaats: Zy wezen ons na eenige Zandplaaten aan het Strand, die by hoog Water onder lie-  CALIFORNIA. 329 liepen, en teegen terftond op den Loop. Dit Water is zo heet, dat het eenen Damp uytwerpt,en heeft eenen zwavelachtigen Reuk. Degeenen, die achter de Geiten liepen, bezigtigden het Strand,en vonden eene diepe Put van brakachtig Water, alwaar wy met het vallen van den Avond aanquamen. Zommige, die landwaards infloegen, ontmoeteden twee Huysgezinnen, en een der Indianen vraagde hen, of zy als Vyanden aldaar quamen; een onzer Nieuwbekeerden antwoordede daarop, dat zy hunne Vrienden en niemands Vyanden waren , wanneer zy hen na hunne Canoes verzelden, en deze waren de laatfte Indianen, met dewelke wy eenigen Omgang hadden. Ook viel ons zulks zeer moeijelyk , ten opzigte van de groote Afwyking hunner Taal van die der Cocbimies, uyt dewelke zy maar zommige Woorden overgehouden hebben. Deze Plaats is vermoedelyk de uyterfte Grenspaal der Paarelbanken , want boven dezelve hebben wy geene meer gezien. Den 6 July begaven zig wederom vyftien Man aan Land, om die Streek te bezigtigen en na beter Water te zoeken. Wy lagen in eene Baai aan de Zuydzyde, en beooften van ons was een rotsachtige Uythoek, die ver in Zee liep. Noordwaards was eene Zandbank,beginnende by eene laage Kaap,die wy by de Eb ruym eene Myl ver in de Zee zagen uytfteeken. Eene onzer Canoes geraakte op dezelve vaft , en dewyl zy verfcheidene uytloopende Hoeken had, zo wierden wy te meermaalen genoodzaakt eenen tamelyken Afftand wederom terug te keeren. De laage Kaap aan deze lange en breede Zandbank, benevens eene andere rotsachtige Plaat, benoorden van dezelve gelegen, formeert eene ondiepe en ganfch niet veilige Baai. Na dat wy met veele moeite dien fteenachtlgen Hoek omX 5 ge-  33° De HISTORIE van gevaaren hadden, wierden wy onderrecht, dat ons Volk de Opneeming van hec Land zoude vervorderen, en ons terzelver plaats wederom vinden. Wy begaven ons aan Strand, om na de Waterplaats te zoeken, dewelke in de zo even gemelde Beek beftond,en wier Zoomen by hooge Vloeden enSpringtyden door de Zee befpoelt wierden. Hier hadden dc Canoes het Geluk alle haare Vaten te kunnen «uilen. Tegen den Donker quamen onze Verlpieders terug, met Bericht, dat de ganfche Streek bar en fchraal, onbebouwd en onoewoond was; daarby voegende, dat zy eenige Mylen van daar goed vers Water, doch te weinig en gering tot. Vervulling, gevonden hadden. Den 7 July. Een onzer Canoes wierd ontladen, en dewyl men aldaar geene Indianen vernam, terug gelaten, doch de overige daken in Zee; zy waren echter wel haad genoodzaakt by eene zeer hooge Zee het wederom na Strand toe te houden. Het Water bleef dien ganfehen Dag en de volgende Nacht even hol, en wel zodanig, dat men geene Provifien aan degeene kon zenden, die aan de Wal gegaan waren. Den % July dierden wy na een ander Gedeelte der Kuft toe, hetgeen beter door het Land geflooten was, gelegen tuffchen twee Zandbanken , en San Fermin genaamd. Drie Canoes quamen behouden binnen , maar de vierde geraakte op den Grond, en met de Vloed eerft wederom vlot. MiddeW-wyle wierd de Lading van eene aan Strand gebragt , om dat zy lek geworden , en de Provifie daardoor zeer befchadigd was. Het Water is hier goed ; doch groote Schepen kunnen zig, buyten veelvuldige Zwarigheden, van de Waterplaatfen achter la Vifitation niet bedienen. Dit Gedeelte van San Fermin heeft twee zeer lange Zandbanken in het  CALIFORNIA. 33« het Noorden en Zuyden, dewelke by laag Water t-r Lengte van over de twee Mylen bloot leggen, Sëlyk wy by onze Terugkomfl: zagen. Den o July vertokken wy 's namiddags ten drie Uuren met de Vloed van daar, en quamen vervoleens in de Baai van San Phelipe de Jejus, welker Kaapen Noord enZuyd van den anderen leggen. De noordelyke eindigt met zommige zwarte Bergen; doch wy, niet faame de goede Gelegenheid van eene ftyve Koelte willende laten glyden, vervorderden onzen Cours, en fchorteden de Opneeming van het Land tot na onze Terugkomfl: op, wanneer wy bevonden, dat ook de grootfte Schepen tegen den Noordwind aldaar gedekt en veilig konden legeren • doch op eenen verren Afftand van het Strand, hereeen zodanig met Zandbanken omringd is, dat men aldaar niet dan met hoog Water kan bykomen. m Reede is mede zandig , en op de Noordzyde eene Kreek, die by de volle en nieuwe Maan Diepte eenoeg voor de Booten heeft, maar op andere Tyden ten eenemaale droog legt. Aan den Voet eener vlakke Hoogte vindt men overvloedig Water, maar dik, onaangenaam, quaad van Reuk en fchadelvk van Aart; bevorderende in de geenen die daarvan drinken, den Uytflag en de Schurftheid. By onz~ Terugkomft vertoefden wy eenige dagen by deze Waterplaats, doch ontdekten geenen cnkelden Indiaan daaromftreeks, en onze Manfchap, van Rio Colorado komende, was afgemat en ziekelyk, en dus buvtcn ftaat van eenen Tocht landwaards-iu te doen. "Langs het laage Land, van la Viptanon tot aan deze Reede toe, ziet men eene meenigte Schapen en wilde Geiten; wy voeren den Noordhoek om, dewelke echter by hoog Water verfcheidene Hoitens heeft, die voor de zuyd-en zuydooftclyke Winden eene veilige Schuylplaats fchynen te  33* De HISTORIE van zyn; maar wezendlyk is 'er maar ééne tegen het Zuyden,die geene grootere Vaartuygen dan Canoes kan bergen, hoewel men in Springvloeden, en van goede Kabeltouwen voorzien , voor de zuydelyke en zuydooftelyke Stormen met grootere Schepen aldaar gedekt zoude kunnen leggen , doch niet by laag Water, wanneer men niet nader dan anderhalve Mylen van het Strand eene genoegzaame Diepte heeft. Van deze Plaats zagen wy by den On-en Ondergang der Zon het overzydfe Land, en'van den Noordhoek van San Phelipe hadden wy het Gezigt van eene andere Kaap aan deze Zyde, die eene wyde Baai fcheen te formeeren ; doch het was ook maar een enkelde Schyn, dewyl zodanig eene Baai aldaar met te vinden is: De Spits van den Heuvel legt binnen den Mond der Rivier Colorado op het Land. Van dezen Hoek aflegt het Strand ten eenemaal vlak en effen, in Springtyden op verfcheidene Plaatfen brockig en moeraffig, en by onftuymig Weer ganfchelyk onder. Geduurende den geheelen Weg, van San Phelipe tot aan de Rivier Colorado, is zo min eene Baai als eene Waterplaats te vinden Den 10 July konden wy, vermits eene flyve noord-ooftelyke Landkoelte, die ons tegenhield weinig vorderen, en de Invaart van 't Naauw, wier Uythoeken noord-en noord-noord-ooftelyk ftrekken bleef voor ons afgeflooten. 's Middags bereikten wy echter met groote moeite en zwaarigheid de Walhet Water was zeer ondiep, hoewel de holle Zee' ganfch onftuyming langs de Kuft heenen itreek dewelke ten uyterfte dor en onvruchtbaar is De Serrania, of Richgel van Bergen, legt drie óf vier Mylen, en op zommige Plaatfen nog verder van de Zee. Met den Avond bereikten wy eene betere Reede, doch met hoog Water, en bevonden het btrand met Modder gemengeld te zyn. Den  CALIFORNIA. 333 Den 11 July tpoededen wy mede maar weinig Weg, en quamen aan zommige roode Moeraden, waaruyc wy opmaakten niet ver van den Mond der Rivier Colorado te zyn. Wy vervorderden echter onzen Cours tot den Avond toe; wy poogden verfcheidene maaien hier ert daar aan Land te komen, doch alle onze moeite was vergeeffch, doordien de Moeren en Veenen niet alleen de Canoes van Strand hielden , maar ook degeenen niet konden dragen, dewelke met dezelve daarover poogden heenen te kruyffen. Onder deze Zwaarigheid geraakten wy voor Anker in 't Gezigt van een Eiland , hetgeen aan het Einde der Engte eene Kreek, in de Gedaante van eenen Boog, formeerde. Hier was het Water van dat der Zee ganfch verfcheiden, en van eene zo quaade Hoedanigheid, dat het, waar het op viel, het Vel weg vrat, en alle waren daardoor befpat en nat, buyten ik alleen; zy waren uyt dien hoofde geplaagd met de pynelykfle Ontftekingen in de meelt gevoeligfte Deelen van hun Lichaam , dewelke tot het Einde van den Tocht toe bleeven aanhouden. By zommige quamen de eerfte Toevallen van Sehurfdheid alleenelyk te voorfchyn ; doch by andere rees dezelve werkelyk tot zodanige Hoogte, dat zy geduurende de Tcrugreize ganfch onbequaam waren eenigen Arbeid te doen; kunnende zommige zig naauwelyks verroeren. Den 11 July hadden wy eenen hevigen Storm uyt hctZuyden, waardoor onze Canoes van den anderengeraakten. Eene van dezelve poogde te meermaalen den Uythoek van het Veen, alwaar het hierboven aangehaalde Eiland eindigde, te boven te laveren , doch vergeeffch, Deze Canoe liep het gevaar van te vergaan, dewyl de Zee zeer hol ging. Een andere Canoe wierd genoodzaakt het meerder Gedeelte haarer Lading over Boord te werpen \ doch de ove-  334 De HISTORIE van overige beide , alhoewel haare Lading en Manfchap doornat was, hadden het Geluk, na de Kaap voorby gelocft te zyn, aan geene Zyde der Moeien eene behoudene Reede te vinden. Den 13 July quam de Canoe, die op de andere Kuft na 't Strand toe gehouden , en geduurende byna de ganfche Nacht doorgezeilt had, 's ochtends tuffchen zeven en acht Uuren te San Buenaventura aan, alwaar de Lading ge'ofcht en in de Lucht te drogen gelegt wierd, terwyl de Canoe op het Strand vafï lag. Zommige Manfchappen uyt de andere Canoes quamen na dezelve zoeken, doch konden, vermits eene tuffchen beide leggende Kreek, hun Voornemen niet volvoeren. Den 14 July. Terwyl de Provifien, Kleederen en andere Dingen gedroogt wierden, gingen zommige uyt, om de nabuurige Landftreek te bezigtigen, en vonden hier en daar eene meenigte Voetftappen van Menfchen en Beeften. Die te San Buenaventura deeden al hun beft in het opzoeken eener Waterplaats, doch na anderhalve Dag daaraan befteedt te hebben, keerden zy onverrichter zaak te rug. De Ideinfte Canoe quam hen aldaar de Tyding brengen, dat alle het Volk en de Canoes aan den Mond deiRivier Colorado in goeden Staat by den anderen lagen , en dat men aldaar ook eenig drinkbaar Rivierwater gevonden had. Den 15 en 16 July hielp de kleine Canoe de andere in het laden van Water , en den 17 vertrokken beide van daar na de Legplaats, alwaar dc overige zig bevonden. Den 18 July bereikten zy den Mond der Rivier Colorado, waarbinnen het voorfz. Eiland legt, hetgeen eene driehoekige Gedaante heeft, cn den Stroom in twee Armen deelt; de eene in California na het Noorden, en de andere daar tegenover na  CALIFORNIA. 335 na 'c Noordweften vloeijende. Het Volk flapte aan Land, en bevond zig tuflchen twee finalle Stroomen. De eene Rivier ebde, en de andere vloeide, en wel met zodanig eene Hevigheid, dat zy naauwlyks konden ontkomen, en een Gedeelte hunner Lading verlooren. De Canoes begaven zig hierop na de Kuft van California, dewyl dezelve veel veiliger was ; zy zagen 's nachts wel eenige Vuuren branden, doch by dag liet zig niemand van de Indianen zien. Den 19 wierd met het Onderzoek en de Ontdekking der Rivier voortgevaaren ; maar de Stroomen gingen zo fnel, dat men dezelve met geene Roeiriemen kon opkomen , en derhalve genoodzaakt was de Trektouwen te baat te neemen , waarmede echter maar weinig Wegs gevordert wierd ; doch dewyl eene Canoe,by gebrek van Touwen,niet kon getrokken worden, veranderde dezelve van Cours, en ftevende na de andere Zyde toe, dewelke in een der by die gelegenheid door ons Volk ontdekte drie Eilanden heftond. Don 18 wierd het eerfte gezien, hetgeen de Rivier in twee Deelen fcheidt; het tweede legt binnen derzelver Bedding gelyk het eerfte, en tegen over hetzelve ; het derde ter zyden van beide de anderen, en de Rivier, dit laatfte van de Overkuft fchcidende , formeert aldaar mede eenen Arm, die echter zo fmal is, dat dezelve by laag Water doorgaans droog legt. Deze Zyde van California, laag leggende, wordt door de Colorad» overftroomt, en langs den Voet van het Gebergte ziet men Stukken van Boomen, Kreupelboflchen, Struyken, Onkruyd &c, al hetwelke, door derzelver Stroom derwaards aangefpoeld, aldaar by de Afzakking blyft leggen. Ook heeft ons Volk alhier een Slach van Dorfchvloeren gezien, waarop de Inboorlingen eene Soort van Zaad uytdorfchen, hetgeen  336 De HISTORIE van geen naar Tarwe gelyke, doch niet grooter dan Anys is. Den ao July bleven de Canoes op het drooge; de Vloed quam met eene verbazende Snelheid op, en de Zee wies teffens zo hoog, dat de van de andere gefcheidene Canoe zig in het uyterfte Gevaar van te vergaan bevond : De kleinfte, binnen gekomen zynde, begaf zig ten fpoedigften na dezelve toe, om het Volk te redden; en het behaagde God en zyne heilige Moeder, dat zy nog by tyds dezelve bereikte; haar Voorneemen gelukkig volvoerde, en alle de Manfchappen geborgen wierden; doch alle de Provifien, Goederen en Gereedfchappen gingen verlooren, en de Canoe wierd verbrandt, om'er het Yzerwerk uyt te haaien. Den su July wierden de Canoes uytgezonden, om te zien, of'er ook iets van het Wrak was komen aandryven, en men vond op de Kuft van 't vafte Land twee Vaten Water. Den 22 July wierden de Canoes, door het opgekomen ontftuymig Weer, in het uytloopen belet; inmiddels gingen onze Manfchappen het Land bezigtigen , en zagen op den Afftand van vyf Mylen Cauzal en Sauceda leggen. Geduurende den 23 en 24 July deeden wy al wat mogelyk was, om verder te gaan;doch wy wierden telkens door den Wind cn den Stroom na onze Legplaats terug gedreven. Dezelve beftond in eenen Elleboog naby eene groote Oeverbank, die ooftvvaards ftrekte. De Canoes konden niet vervorderen. De ter Opneeming uytgezondene Manfchappen gaven tot Bericht, dat de Rivier haaren Loop langs de Serrania, aan de Zyde van CallforTÜa, heenen nam. De Opneeming van den Inham, of de Zee van California , tot dezelve uyterfte Grenspaalen den =5 j*  CALIFORNIA. 33? 25 July voleindigd zynde , zo ftevenden wy niet regtuyt terug na de Haven, van waar wy uytgevaaren waren; maar wy beflooten zommige Baaijen nog op te neemen, dewelke wy in onze Uytreize, wegens opgekomene Omftandigheden , hadden overgeflagen. Vyftien Man trokken een einde Wegs over Land , en vervaardigden eene naauwkeurige Teekening en Bericht van de Legging en den Loop der Kreek aan den Veen-of Moerhoek, gelyk dezelve in de Kaart gebragt is Eerftelyk dient aangemerkt te worden, dat wy in dit Dagregifter geene Aanteekening gedaan hebben van de Breedtens, alzo dezelve in de Kaart naauwkeurig aangewezen worden. Ten tweeden behooren de Paarelduykers verzekerd te zyn, dat, indien zy niet door een goed Getal gewapende Manfchappen gedekt worden, en zig met alle Omzigtigheid in hunnen Arbeid gedraagen, veele van hen gevaar zullen loopen van hun Leven onder de Handen der Wilden te verliezen; want alhoewel zy na den Doop handelbaar, oprecht en goedaartig mogten worden , zo zyn zy echter alsnog niet bekeerd, en blyven liftig en ftout in hunne Onderneeming, trotfch en wreed van Gedrag tegen andere Schepzels, en wel meer tegen Vreemdelingen , dan die van hunnen Landaan, met dewelke zy insgelyks veelmaals overhoop leggen. Behalven dat dezelve door gewapende Manfchappen gedekt zyn, is het ook noodzakelyk, dat zy zig zorgvuldig wachten de Indianen door eenigerhande quade Behandelingen te verbitteren; als daar zyn de Dievery en Beroving; de Ontvoering hunner Kinderen; de Misbruyking hunner Wyven, door welke laatfte Verongelyking zy het allermeeft getergt en gaande gemaakt worden: Om deze Redenen is het ook, dat zy, buyten de hen aangeboorene Wreedheid, door II Deel. Y ee-  33» De HISTORIE van eenen onverzoenlyken Haat ontftooken zyn tegen alle de Vreemdelingen, die hunne Voeten op derzelver Kuft komen te zetten. Degeene, dewelke todanige Vermaaningen aangaan , moeten doen blyken, dat zy Chriftenen zyn, en de Eer der Spaanfe Natie met alle Yver zoeken te handhaven , op dewelke zy, door de allerfchandelykfie Lafhertigheid, eene onuytwifchelyke Smet gebragt hebben; voornamentlyk in het voorleden Jaar tc San Raphaël, in een Geval, dat alle Dapperheid vereifchte ; wanneer de Wilden, na eenen der Duykers verraderlyk vermoordt te hebben, eenen tweeden in het Gezigt zyner Eigenaars quamen te dooden, enzy, in plaats van denzelven te ontzetten, hals over kop weg liepen. Door zodanig eene Bloohertigheid worden zy aangemoedigt, gelyke Onderneemingen aan andere te volvoeren; te meer,wanneer zy alvoorens verzekerd zyn , dat niemand hen daarin kan eenigen Tegenftand bieden. Om nu deze Nadeelen voor te komen, en eenen Weg tot de tydelyke en geeftelyke Verwinning dier Landfchappen te baanen , zo was zedert eenige Jaaren de Toeftel gemaakt, eene naauwkeurige Opneeming van den ganfehen Inham van California te doen, om daardoor de gevoeglykfte en bequaamfte Plaatfen tot Guarnifoenen, Havens en Zendingen, uyt te vinden. Zulks kon echter nier eerder dan in het tegenwoordig Jaar 1746 werkftellig gemaakt worden, wanneer VaderJuan Antonio Balthafar, de algemeene Vifitateur der Zendingen, my de Beveelen van den Vader Provinciaal toezond, om den Golf van California op te neemen, en de hiervooren gemelde Omftandigheden daarvan te boek te flaan, om het eene met het ander aan zyne Majefteit, dien God gelieve te fpaaren, en aan deszelfs Koninglyken Raad open te leggen, roet Betooging der goe-  CALIFORNIA. «*o goede Gelegenheid en Bequaamheid, dewelke deze Kullen ter volmaking van het Wingeweft uytleveren. Ik ontfing dat Bevel met de verfchuldigde Gehoorzaamheid en Onderwerping; doch de Volvoering was aan veelerhande Zwaarigheden onderhevig, dewyl men hier aan verfcheidene tot zodanig eene Onderneeming noodige Behoeftens een groot Gebrek had, en het Onderhoud der Zendelingen zelve niet dan met de grootfte Moeite en Gevaar kon gevonden worden. De Aangelegenheid van den Dienft overwoeg echter allerlei'andere Bedenkelykheden. De Zendingen, dit Werk uyt eenen Yver voor Gods en zyner Majefteit Dienft ter herte neemende, bragten in het midden van alle Bekommeringen cn Verlegenheden alles toe, waardoor de Koften der Canoes, Zeelieden, Provifien en alle andere Behoeftens , tot het doen eener Reize na onbekende en alleen door Wilden bewoonde Kuften, konden gevonden worden. Zy voegden teffens daarby een aanzienlyk Getal van tot het Chriftendom bekeerde Cocbimies , dewelke zy van Wapenen en Kleederen voorzagen. De Capitein Don Bernardo Rodrigues de Rea> Bevelhebber der Koninglyke Bezetting te Loretto, liet insgelyks te dier gelegenheid zynen Yver zo wel omtrent de Voortplanting van het Geloof, als zyne Zorgvuldigheid en Onvermoeidheid in zyner Majefteit Dienden, by uytflek blyken. Hy fpande alle zyne Krachten in , en al hetgeen in zyn Vermogen was, cn van zyne hem opgedraagene Ampten afhing, met de uyterde Spoed in gereedheid te doen brengen ; bezorgende eene goede Canoe, en gevende eene Bende Soldaten, dewelke voor de Veiligheid van my zelve, en van degeenen die my verzelden, vereifcht wierden. En alhoewel zyn Ampt, als Bevelhebber van het Guarnifoen, njet kon gedoogen, dat Y a hy  34° De HISTORIE van hy in eigene Perfoon de Soldaten aanvoerde, zo verzelde hy ons echter tot San Carlos toe; zynde de allernaafte op de Grenzen gelegene Haven en de Zamclplaats der Canoes en Soldatenalwaar hy alle de tot de Reis nodige Schikkingen maakte , en tot ons Vertrek toe bleef vertoeven. Zommige dagen daarna ontftond een Gerucht, dat de wilde Heidenen ons alle, Soldaten, Matrozen en Indianen vermoordt, niemand in 't Leven gelaten, en de Canoes verbryzelt hadden. Hetzelve quam dien braven Capitein zo dra niet ter ooren, of hy befloot terftond met eene Bende Soldaten in eene Canoe na de Kuft te vertrekken, om zelve te zien, hoe het met de Zaak gefield was, en daarin naar alle mogelykheid de noodige Voorziening tot Herftelling te doen, terwyl hy betere en bequamere Maatregelen beraamde, allen Tegenftand te boven te komen, tot Verhecrlyking van Chri/lus,m ter Eer van zyne Majefteit , welke door den Duyvel en zyne Medeftanders beftreeden wierden. Doch de Capitein vond goed niet eerder af te fteeken, dan na de Bekrachtiging dier quade Tyding bekomen te hebben, alzo hy by ondervinding wel wift,dat de Indianen zeer vaardig in het liegen waren, en ook onderftelde, dat de Manfchap in de Canoes, eene dappere Tegenweer gedaan hebbende, niet ten eenemaale konden overweldigd en gedood, en dus dat Gerucht, zo niet ganfchelyk, ten minften voor een gedeelte, bezyden de Waarheid en valfch moeft zyn. Het wierd dan ook onwaar bevonden ; en dus behoefde de Capitein zyn edelmoedig Befluyt niet werkftellig te maken. God en zyne heilige Moeder, de Voorftanderes en Befchermller dezer Zendingen, gelieven te verkenen , dat deze Dienften , alleenlyk tot Uytbreiding van derzelver Glory, de Bekeering der Heidenen en de Behoudenis hunner Zielen, en tot de Ver-  CALIFORNIA. 341 Vermeerdering en Aanwas zyner Majefteit Domeimeinen, ondernomen, het gewenfcht Doelwit bereiken , en wy daarvan de Vruchten mogen zien, onder zodanige Voordeden en Zegeningen , dewelke deffelfs Luyfter en Gelukzaligheid hoe langer hoe verder kunnen verhoogen! VIERDE BYVOEGZEL. Eene Befchryving van California , opgefteld door den Capitein Woods Rogers, een Engelsman; alsmede van zynen Tocht, in het Jaar 1710 na de Zuydzee gedaan. Men is tot nog toe niet eigentlyk verzekerd, of dit Geweft een Eiland zy, dan of het met het vaite Land zamen hange ; want wy hebben geene Tyd noch Luft gehad , om die Byzondcrheid te onderzoeken. Ik heb de Spanjaarden hooren zeggen, dat zommige hunner Landgenooten, langs de Kuft van California zeilende , en tot den 4 aften Graad nooderlyke Breedte gekomen, zo veele Ondieptens en Eilanden ontmoet hadden , dat zy voorzigtigft oordeelden, niet verder op te vaaren. Indien zulks waar is,dan zoude men naar alle Waarfchynelykheid kunnen onderftellen, dat California een weinig verder noordwaards aan het vafte Land fluyt; want Droogtens en Eilanden zyn doorgaans de Kenteekenen, dat niet ver van dezelve eenig vaft Land gelegen zy. Maar vermits de Spanjaarden reeds meer Land in dit Geweft bezitten , dan zy kunnen beheeren en bebouwen, zo is hun Geelt en Yver, om nieuwe Ontdekkingen te doen, verflaauwd. en uytgeblufcht. De Schepen, uyt de Philippines Y 3 na  34* De HISTORIE van na Aquapulco gaande, zeilen, wanneer zy op de Hoogte van 40 Graden komen, langs deze Kuft heenen; doch ik heb nooit vernomen, dat één van hen allen ooit verder noordwaards eenige Baai of Haven aangedaan hebbe. In zommige oude Kaarten wordt dit Geweft aan het Land van Tedfo gehecht, en ik heb geene geringe Redenen, om te onderftellen, dat zulks eene wezendlyke Waarheid zy; maar ik zal het over my niet willen neemen, hetzelve in alle deelen volftrekt te bekrachtigen , en het liever met de Hollanders houden, die, als men aan hunne Verhaalen geloof mag flaan, in deze Wateren een Schip vermeeftert hebben , hetgeen California geheel rondgezeilt, en hetzelve gevolgelyk bevonden had een Eiland te zyn. Ook is 'er, ten opzigte van deffclfe Gedaante en Uytgeftrektheid, geene meerdere Zekerheid te vinden; zo dat de Lezer, omtrent deze Byzonderheden, zyne Toevlucht tot de Kaarten moet neemen, om uyt dezelve naar zyn eigen Begrip te kunnen oordeelen. Aangaande het Gedeelte van het voorfz. Geweft, by my zelve gezien, kan ik getuygen, dat hetzelve vol Gebergtens, fchraal en bar, hoewel ook hier en daar van eenige kleine Boomen cn Struyken voorzien was, op dewelke allerhande Slach van Beziën wafTen. De Manfchap, by my in een Boot ter Opneeming dier Kuft, na de Wal gezonden, wandelde byna vyfden Mylen noordwaards, alwaar zy eene meenigte groote en zwaare Boomen vond; maar ten opzigte van goede Baaijen , Reeden en Havens wierden wy door de Spanjaarden onderrecht, dat men omflreeks deze Kaap niets van dezelve kon zien. Wy zagen echter ganfch duydelyk den Rook van verfcheidene Vuuren langs de Kuft opgaan, waaruyt wy beflooten, dat het Land tamelyk wel bevolkt moeft zyn; doch onder  CALIFORNIA. 343 der alle de Geweften, dewelke wy, na ons Vertrek uyt Engeland, ontmoet en aangedaan hebben, levert dit de weinigfte Voortbrengfelen tot Onderhoud zyner Inwoonders op. In deze Tyd van het Jaar heeft men doorgaans aldaar eenen geftadigen en luchtigen Landwind, zo dat men langs de Stuurboordzyde dier Baai, wanneer men dezelve binnen komt, veilig en geruft voor Anker legt; doch een der befte Ankerplaatfen is op eene Bank, dewelke van tien tot twintig Vademen Water houdt, hoewel men naby de Rotfen gcenen Grond noch Bodem kan vinden. Geduurende ons Verblyf alhier , was het Weêr ganfch zacht en helder; wy hadden zeer weinig Regen , alhoewel nu en dan zwaare Stormen ; doch 's nachts viel telkens een rykelyke Daauw, door denwelken de Lucht verkoelt wierd. Eens zagen wy omtrent drie-honderd Inboorlingen by den anderen, wel uyt de Kluyten gewalfen, fterk en recht als Dennen-Boomen, doch zwarter dan eenige andere Indianen, die wy in de Zuydzee ontmoet hadden; met lang fluyk Hair, hetgeen tot aan hun Middelyf ftrekte. Zy waren geheel naakt, uytgenomen de Vrouwlieden, die eene Soort van Schortekleden of Rokken droegen, uyt de Vezelen van zeker Kruyd, of wel uyt de Vellen van Dieren en Voogels vervaardigd. Alle degeene, welke wy zagen, waren hoogbejaard en fterk gerimpeld; wordende de jonge , zo ik onderftel, uyt eene wyze Vooruytzigt, om niet door onze Matrozen misbruykt te worden, achterbaks gehouden; alhoewel ik geloof, dat zy geene Reden hadden daarvoor te vreezen; nademaal de Schoonheden van California geene de allerminfte Aanlokzelen voor eenen Engelsman uytleveren , die hem zouden ontvlammen, om haare Kuyfchheid te beftormen. Derzelver Y 4 Uyt-  344 De HISTORIE van Uytfpraak is byzonder, en komt uyt de Keel voort; hunne Taal gelykt naar die van hun Gelaat en Wezen , en hun Handel en Wandel fcheen ons toe ganfch ftyf en onaangenaam te zyn. Ik zoude zeer gaarne een Koppel van hen geligt en mede genomen hebben , om daardoor een geloofwaardig en naauwkeurig Bericht van de Geiieldheid hunner Landftreek te bekomen; maar dewyl onze Leeftocht niet rekkeiyk genoeg was,zo vreesden wy door dien Aanwas eerlang tot Gebrek te zullen vervallen. Zommige van hen hadden Armbanden,andere Halskettingen , en eenige waren van beide voorzien; doorgaans gemaakt van houtte Kraaien, Schelpen, roode Beziën en Paerlen, dewelke zy, zo ik onderftel, niet weeten tebooren; zynde alle rond gefneden, en met eenen Draad van Pita aan den anderen gehecht. Zy zyn met die Vercierfelen zodanig ingenomen , dat zy geene van onze Snuyfteryen en glaaze Korale-Kettingen wilden aanneemen, alhoewel ik dezelve van verfcheidene Couleuren aan Boord had; daarentegen waren Meffen, en andere fnydende Gereedfchappen, hun ten hoogften aangenaam. Ik moet nog iets ten opzigte van hunne Eerlykheid melden; namentlyk, dat zy nooit iets van hetgeen ons toebehoorde, aanraakten, offchoon onze Kuypers en Timmerlieden doorgaans hunne Gereedfchappen aan de Wal lieten. • Wy konden ook niet bemerken, dat zy eenigerhande Slach van diergelyke zo noodige en uyt Europa aangebragte Gereedfchappen bezaten. Hunne Hutten zyn zeer laag, en beftaan enkel en alleen uyt Takken van Boomen en Ried, en zo flecht gedekt, dat zy wind-noch waterdicht zyn: Van Tuynen en Bouwlanden kon men by hen geen Spoor noch ■Blyk vinden. Terwyl wy hier vertoefden zagen wy hen geene andere Kolt dan Vifch gebruyken , en zulks  CALIFORNIA. 345 zulks,gevoegd by hunne elendigeHutten,die flechts voor eenigen Tyd fcheenen gebouwd te zyn, deed ons onderflellen , dat zy geene vafte Woonplaats hielden, en maar alleenlyk in dit Saifoen herwaards quamen, om eenen Voorraad van Vifch op te doen. Hier zagen wy Viflchers zonder Hoeken en Netten; hun eenigft Gereedfchap beftond in een Slach van houtte Spieflèn, vermits dewelke zy, op eene verbazende knaphandige wyze, de Viflchen wceten te treffen; ook zyn zy teffens zeer kundige en uytmuntende Duykers. Zommige onzer Manfchappen verhaalden my, dat zy eenen dier Indianen hadden zien duyken,en na eenen Vifch gefchoten en aangefpieft te hebben, denzelven,, zonder met zyn Hoofd boven Water te komen, aan zynen Makker, die in eene Canoe op hem pafte, overgeven. Dien het niet behaagt zulks te geloven, die mag daaraan twyfelen; maar ik vindt daaromtrent geene de minfte Zwaarigheid, alzo ik zelve zommige dier Duykers gezien heb, die, wanneer ik een oud Mes over Boord wierp, hetzelve konden opvangen, aleer het den Grond bereikte. Hun Brood, indien ik het met dien Naam mag beftempelen, beftaat in een klein zwart Zaad, hetgeen zy breeken en by Handen-vol eeten. Zommige onzer Lieden, die hun Brood daarmede verlangden , betuygden hetzelve eene Coffy-Smaak te hebben. Zy hebben ook eene Wortel, weinig verfchillende van de Tam, en een Slach van Peulvruchten in Schillen, die ons Volk zeide naar groene Erweten te gelyken. Wyders hebben zy Beziën, die zy aan het Vuur droogen, en welke ten naaftenby dezelve Smaak, als onze gedroogde Nierboonen hebben. Andere, die de Inboorlingen boven alle de overige fchatten, fmaaken als onze Kruysbeijen; doch derzelver vleefchachtige Deelen hebben eenen y 5 zuur-  346 De HISTORIE van zuur-zoeten Smaak, en in derzelver midden zit een Steentje. Wy vonden ook zommige Vvgeboomen, wier Vrucht gelyken Smaak als onze Korenten had, en ganfch geen onaangenaam Zop van zig gaf. Behalve deze Gewaflen zagen wy nog meenigerlei andere Planten; doch hadden den Tyd niet, om ons met kruydkundige Onderzoeken op te houden. Aangaande de, Dieren, welke wy zagen, zo fcheen het ons toe, dat de Califomianen een byzonder Saifoen toe de Jagt verkiezen. Ik bemerkte, dat de Inwoonders eene uytftekende Eerbiedigheid aan eene Perfoon betoonden, wier Hoofd met Veêren vercierd was; doch ten opzigte van alle andere Dingen fchynen zy elkander gelyk te zyn, en alle Goederen onderhen gemeen te hebben. Tenminften bemerkten wy, dat terwyl zy met ons hunnen Vifch tegen oude Metten ruylden, van dewelke wy eenen overvloedigen Voorraad hadden , zy dezelve aan den voornaamften hunner Landslieden, die toevallig naby was, wilden overgeven; en wanneer zy daarvan een genoegzaam Getal van ons ontfangen hadden, zo waren wy verlegen, op wat wyze wy meerder Vifch van hen zouden kunnen bekomen. De by hen opperheerfchende Ondeugd isdeLuyheid, en zy zorgen alleenlyk voor den tegenwoordigen Tyd. Zy ftonden flechts toe te kyken, wanneer ons Volk bezig was met Water en Hout tc haaien en in te fcheepen, zonder eenige de minfte behulpzaame Hand te bieden. Om kort te gaan, zy fchynen onder alle de Volkeren, die ik ooit ontmoet en gezien heb, den grootften Afkeer en Walging van Moeite en Arbeid te hebben. Hunne Wapenen beftaan in Boogen en Pylen, waarmede zy ganfch gemaklyk eenen Vogel in de Vlucht kunnen dooden. Hunne Boogen, die zeven Voet lang zyn, waren uyt wit Hout gemaakt, hetgeen ons onbekend is, en de Pee,  CALIFORNIA. 347 Peezen uyt Pita vervaardigd. Hunne Pylen zyn van Ried, aan het Einde van wclgefcherpte Vifchbeenderen voorzien, en omtrent de vyfdehaive Voeten lang: Meeft alle hunne Snygereedfchappen zyn van Zeewolven-Tanden. In zommige hunner Halskettingen ontdekte ik twee of drie groote Paarels, en o.ize Spaanfe Gevangenen verzekerden my, dat dezelve in groote Meenigte in den Inham van California , alwaar de Zendelingen zig ter neder gezet hebben, gevonden wierden; daarby voegen^ de, dat het binnenft Gedeelte van dat Geweft, tot aan het vafte Land wn Mexico toe, zeer aangenaam, vruchtbaar, en van groot en klein Hoornvee , en allerhande Soort van Vruchten, overvloedig was. Wanneer wy wederom in Zee ftaken, verhaalden zommige onzer- Manfchappen , dat zy vry groote Steenen hadden gezien, dewelke eene glinfterende en fchitterende Vertooning gaven,en naar alle waarfchynelykheid eenigerhande Soort van Metaal moeiten bevatten; doch hunne Onderrichting quam te laat; anderzins zoude ik eenige van dezelve aan Boord hebben doen brengen, om een naauwkcurig Onderzoek daarna te doen. Zommige der Inboorlingen , die gemeenzaamelyk met ons verkeerden, quamen nu en dan tot onzent aan Boord, ^en bezigtigden onze Schepen met de grootfte Verwondering. Zy hebben alleenlyk maar Balzas of Vlotten, die zy met Roeiftokken bellieren. Wy gaven aan eenen van dezelve een Hemd; doch in plaats van hetzelve aan to trekken, fchcurde hy het in verfcheidene Stukken, en deelde ze onder zyne Medemakkers uyt; zig verbeeldende hetzelve Graan te zyn , hetgeen zy voor hun Brood gebruyken. Ik weet niet, dat zy eenigerhande Keukengereedfchap hebben; ten minften was dcWyze van hunnen Vifch toe te rechten niet anders, dan hem in 't Zand te del-  343 De HISTORIE van delven , en daar boven-op een Vuur te ftooken. Wanneer hy nu genoegzaam gebraden was, wierd hy wederom uytgehaalt en zonder eenige verdere Plechtigheid verorbert. Hunne Manier om Vuur te maken beftaat in het fterk wryven van twee drooge Stokken over den anderen ; hetzelve wordt ook by andere Indianen in America gedaan; doch zy houden geftadig een Vuur in hunne Hutten. Het Water is alhier byzonder goed. Ik zag 'er ook eene groote meenigte Zee-Venkel, doch geen ongemeen Gevogelte. De Invaart in deze Haven, uyt het Wellen komende, is kenbaar aan vier witte Rotfen, gelykende na de Naalden op het Eiland JVight, en de twee op de Weftzyde doen zig op als"Zuykerbrooden. De naaft het Land gelegene heeft eenen Boog, gelyk eene Brug, onder welke het Water heenen ilroomt. In het inkomen der Haven moet de buytenfte Rots na de Zee toe, ter lengte van eenen Kabel , aan Bakboord zyde gelaten worden; en zo dra men dezelve voorby is, vaart men vlak op den Bodem der Baai aan, die alom veilig is, en van tien tot twintig Vademen Water houdt. Hier is een Schip van Noordooft tot Zuydooft door het Land beflooten , doch indien eene ftyve Koelte uyt het Zuyden waait, dan heeft het Schip maar eenen ganfch onvcrfchilligen Cours te volgen, hetgeen echter geduurende myn Verblyf aldaar niet gebeurd is. & V. BY-  CALIFORNIA. 349 VYFDE BYVOEGZEL. Uyrtrekzel van zommige Plaatfen in de Reisbefchryving van den Commandeur Anfon; benevens eene Verdediging van de Jefuiten. In den voorgaanden Oorlog tuffchen de Kroonen van Spatijen en Engeland, zond de laatfte in het Jaar 1740, onder Bevel van den Commandeur Anfon, eene Vloot na de Zuydzee; dewelke, KaapHoorn voorby geftevend zynde,de Kuften van Peru en Nieuw-Spanjen zeer ontruftede, en na de Stad Payta uytgeplundert, en verfcheidene Schepen genomen te hebben, na de Mariaanfe Eilanden zeilde , om aldaar op het uyt de Philippines na Aquapulco keerende Galjoen te paffen. Hy bereikte zyn Oogmerk, en vond aan Boord van hetzelve vier Millioenen Ryksdaalders : Met deze ryke Prys ftevende hy na China, en van daar voorby de Kaap de Goede Hoop na Europa. Van dezen Tocht heeft de Heer Ricbard Walter, die deze Expeditie by woonde, uyt het Dagregifter en verdere Papieren van den voornoemden Commandeur, een Verhaal in 't Licht gegeven, hetgeen in 't Jaar 1749, in de Franfe Taal overgezet, binnen Amper dam gedrukt en uytgekomen is. In dit Verhaal wordt ook van California gewaagt, ter gelegenheid van den Koophandel en de Scheepvaart na de Philippines, en den derwaards te houdenen Cours; als mede de Staat der Zendingen in California in 't voorbygaan kort enbeknoptelyk aangeroerr. Vermits nu de Schryver een Proteftant is, zo kan men van zyne Pen niets anders daaromtrent verwachten, dan eene fchampere Hekeling der Je-  35° De HISTORIE van fotoen. Hy heeft ook ganfch niet toegelegt, zig onder zommige weinige Autheurs te fchaaren, dewelke, offchoon Prote/lanten, echter de Oprechtheid en Zedigheid in hunne Schriften nimmer uyt het Oog verliezen. Het quam met zyne Belangen overeen! om het Gemeen te Londen te vermaken, en hy was ganfch niet geneigd eene zo gunffige Gelegenheid te laten vaaren, door dewelke hy hetzelve kon paaijen met zodanig eene Tentoonftelling der Jefuiten , als hy wift dat voor zyne Landgenooten de ulleraangenaamfte zoude zyn, offchoon de Waarheid en Vroomheid daardoor verkort wierden. De ingebeelde Befchuldigingen, ten lafte der Jefuiten by den Heer JValter te boek geflagen , zouden geene de minfte Aanmerking verdienen , wanneer ons niet de bedroefde Ondervinding geleert had, dat de Proteflanten byna niets, hoe vallch en ongegrond het ook moge zyn, tegen de Maatfchappy der Jefuiten in hunne Schriften geoppert hebben, of het is door zommige Catholyken, die zig vermaken derzelver Orde met Laftèringen tc bezwalken, begunftigd, en zowel by Gefchrifte als by Monde aangenomen en goedgekeurd ; daar zy echter niet onkundig kunnen zyn, dat die Vaders geheel en al zig beneerftigen, om deUyteindens en het Oogmerk te bereiken, tot dewelke hun vermaarde Voorganger derzelver Maatfchappy in de Kerk heeft opgerecht, en zig met niemand ter Waereld bemoeijen, ten zy zy, uyt hoofde van den Godsdienft, in zommige opzigten over denzelve als Overften gefield zyn. En dit is ook de eenigfte Beweeg- en Klemreden, waarom ikmyne Gevoelens omtrent het meergemelde Verhaal moet uyten, op dat myn Stilzwygen op dat Onderwerp niet moge fchynen eene Goedkeuring in te fluyten van al hetgeen de Heer lV~alter, ten lafte onser Maatfchappy , heeft gelieven voor te dragen. De  CALIFORNIA. 351 De Heer Walter befteedt het tiende Hoofdftuk van zyn tweede Boek tot de Befchryving der Wyze van Handeldryving tuflchen de Stad Manilla, Hoofdftad van het Eiland Luccn,en Aquapulco op de Kuft van Mexico; en na zyn Gevoelgp over de Wingcweften der Philippines geuyt tt heboen, oppert hy Eifchen , Aanfpraaken, Betwiftingen en Verdragen tuffchen en onder de twee Kroonen van Spanjen en Portugal; de Vergunning en Inwilliging van den Paus; den Tocht van Magellan; de Ternederzettingen der Spanjaarden; den ouden Koophandel met Calao, en de Zwaarigheden der Reizen, die lynrecht derwaards ondernomen worden : Hy verhaalt, dat de verkeerde en quaade Manier van het Zeilen, naar de Raadgéving en het Goedvinden van eenen Jefuiet, verbéterd en veranderd was; dat die Vader de Spanjaarden had overgehaalt, om geduurende de Terugreize uyt de Philippines fteeds noordvvaards-aan te ftevenen, aleer de/Jm^w ,ofPasfaat-Winden opquamen, tot dat men de weftelyke Winden, die doorgaans op hoogcre Breedtens waaijen, zoude bereikt hebben, waardoor men binnen korten tyd de Kuft van California in 't Gezigt ken krygen. Zodanig een Gevoelen was in zommige opzigten wel waar en regelmatig; maar dat hetzelve door eenen Jefuiet zoude aan de hand gegeven en ingeboezemd zyn, is enkel en alleen aan een vliegend Gerucht toe te fchryven , hetgeen niet meer noch minder Waarheid behelft, dan eene meenigte andere Verhaalen van gelyke Slach. Hy voegt daarby, dat deze nieuwe Manier ten minfte geduurende de laatft verloopene honderd- en- zeftig Jaaren gevolgd was, en dat de Heer Thomas Cavendish in 't Jaar 1586 een Schip, van Manilla na America gaande, aangeklampt had. Alhoewel nu het tegenwoordige Bedek der Scheepvaart niet volkomen naar de Smaak van  35* De HISTORIE van van den Engelfen Vlootvoogd is, en het den Spanjaarden zoude kunnen te pas komen en ook dienftig zyn, dat zy, deze Zéen bezeilende, niet onkundig waren in het Gevoelen van een zo ervaaren en vermaarden Reiziger ter Zee, als de Lord Anfon is, zo zal ik daarby voegen, dat zyn Schryver de Heer IValter , in het derde Boek cn achtfte Hoofdftuk, van de Route tuffchen de Philippines en Aquapulco andermaal gewagende, op eene zeer befpottelyke wyze van de buytengewoone Voorzorg (preekt, dewelke men in de Latïbrieven voor het Galjoen van Manilla heeft laten invloeijen; als ftrekkende alleenlyk om de Reis verdrietiger en ziekelyker te maken, dan zy anderzins zoude zyn. De Capitein is gelaft niet boven de 30 Graden noordwaards-aan te zeilen,om dat men,zege hy, wanneer men het op de Hoogte van 40 of 45 aanleide, de Paftaatwindcn zoude kunnen te baat neemen , en daardoor van de Beflommeringen ontheven blyven, met dewelke men thans moet worftelen, uyt hoofde van de naauwe Bepaaling van geen zeil te mogen maken ; want op deze Breedte zouden zy de weftelyke Winden veel gunftiger en fterker ontmoeten. Ingevolge van hunne eigene Dagregifters zyn zy te meermaalen vyf of zes Weeken bezig geweeft, om de Hoogte van 30 Graden te winnen, wanneer zy in tegendeel, den noordooftelyken of noordelykeu Streek houdende , in een vierde Deel der voorfz. Tyd de Breedte van 40 Graden zouden kunnen bereiken , alwaar de weftelyke Winden hen veel fpoediger na de Kuft van California zouden brengen. (*) De (*) De Woorden van den Heer Wallet Juvdcn aldus: „ Het komt „ uyt deze Dagregifters, en uyt andere, die ik gezien heb, te blyken, „ dat zy te meermaalen eene Maand, of zes Weken, van Land af zyn, „ eer zy de Breedte van 30 Graden bereiken, daar men echter, den „ Cours meer noordelyk-lioudende, in minder dani4Dagen zulks ge„ makkelyk zoude kunnen doen." Onze Autheur fleunr op de Franfe Overzetting, dewelke in haare Vertaaling zo dikwils van de Woorden van den Heer Walter fchynt af te wyken, als zy derzelver Ziu era Meening niet begrypt, of qualyk verflaat.  CALIFORNIA. 353 De tegenwoordig gewoone Route van het Galjoen is noordelyk op te ftevenen, doch niet verder dan tot de Breedte van 30 Graden toe, alwaar zy de weftelyke Winden ontmoeten. Door de Hulp dezer Winden zeilt men lynrecht en evenftreekig de verbazende Wydte van 96 Graden Lengte van Cabo Spirito Santo af, tot dat men de Zee niet dryvende Groente overdekt vindt, hetgeen voor ZeeWrak gehouden wordt. Deze Groente is het Kenteeken der Nabyheid van California, en wanneer zy dezelve bereiken, dan wordt een Te-Deum gezongen; doch men houdt niet na de Kuft toe, dan alvoorens in eene laagere Breedte gekomen te zyn, om redenen, dewyl eene meenigte Eilanden en Droogtens in den weg leggen. Zy ftuuren wederom zuydelyk af, en gebruyken de uyterfte Voorzigtigheid, om zo diep in Zee te houden , dat men geen het alderminfte Land in 't Gezigt krygt, tot dat men zig naby Cabo San Lucas bevindt, en wei tot Verzekering van hunne gemaakte Rekening, en teffens ook, om aldaar verwitrigt te worden, of'er ook eenige Vyanden daaromftreeks zwerven, welke op hen paffen. In en geduurende dit overgroot en onmeetbaar Beftek der Reize wordt geenerhande Baai noch Haven ontmoet, dewelke men zoude kunnen aandoen. Het eenigfte Middel, om verfch Water te bekomen, geven de Regens aan de hand, dewelke doorgaans en reguiierlyk tuffchen de 30 en 40 Graden vallen. Dit aanhoudend en langduurig Verblyf binnen een Schip op Zee verwekt onder het Volk eene doorgaande Schurfdheid, waardoor een groot Getal van hetzelve buyten Boord geraakt. Maar zegt de Heer JValter, wanneer zy het noordwaards tot aan de 40 of 45 Graden toe hielden, dan zouden zy van de Schurfdheid bevryd, en van het Gebrek aan Water en aan Havens verloftzyn, waar- II Deel. Z door  354 De HISTORIE van door zulke onbefchryflyke Elende onder hen veroorzaakt worden , alleenlyk dewyl men eene hollere Zee en hardere Winden zoekt te myden. De Heer Walt er brengt, ter Beveiliging van zyn Gevoelen, eene Gebeurtenis te berde, die echter in Waarheid, wanneer eenig Commandeur van een Philippine-Schip zyn Gevoelen zoude willen volgen, dezelve ganfch niet zoude begunftigen, maar in tegendeel derzelver groote Ongeryflykheden en Ongemakken doen blyken. Hy zegt dan, dat in het Jaar 1721 een Franfch Schip, langs zodanigen Cours, als hy aanwyft en bepaalt, uyt China te Falie de Nauderas, op de Kuft van Mexico, in minder dan vyftig Dagen, aangekomen was; maar hy voegt'er ook by, dat binnen dien korten Tyd de Schurfdheid binnen 's Boords zo yslyk woedcde, dat maar vyf of zes Man van de ganfche Equipagie in Leven bleeven. Indien dat ongelukkig Schip, gelyk het my toefchynt, onderweg nergens ingeloopen of aangeweefi is, dan ben ik over deszelfs Elende ganfch niet verwonderd, om dat hetzelve al te ver noordwaards-aan gcftevent heeft. Wy weten by ondervinding, met welk een Geweld de Schurfdheid in de hoogere Breedtens woedt, en wy lezen zulks met de grootfte Aandoening en Medclyden in de Verhaalen der Reizen, uyt deze Zeen na het Noorden en Hudj'ons-, Baffins- en andere Baaijen gedaan. Het blykt uyt de laatfte Tochten der Rusfen na de allernoordelykfte Geweften van de Zuydzee, van dewelke wy een beknopt Verhaal gegeven hebben; wyders uyt de vroegere Reizen onzer eigene Landslieden, en eindelyk ook uyt de Tochten en Opneemingen in den Inham van California zelve, alhoewel de Breedte aldaar naauwelyks 33 Graden haalt. Wanneer echter ter Breedte van 40 of 45 Graden eenigerhande bequaame Baai of Ha-  CALIFORNIA. 355 Haven te vinden was, alwaar de Schepen konden binnen loopen, en de Schurfdheid in derzelver eerlle Verfchyning, door de verfche Lucht, de zuurachtige en bittere Vruchten en Gewaffen, verfche Provifien en andere Geneesmiddelen geltuyt, en eindelyk het Schip van Water en Provifien voorzien wierden, dan zoude men waarlyk minder voor de Schurfdheid hebben te vreezen,dan langs de Route, dewelke men tegenwoordig uyt de Philippines na Aquapulco gewoon is te volgen. Dus denk ik, dat de Heer Walt er, indien hy het Gevoelen van zynen Commandeur had willen llaven, in plaats van het ongelukkig Geval van het voorfz. Franfch Schip, een ander meer toepaslyk , alom bekend, en mede aan een Franfch Schip gebeurd Geval, had behooren aan te haaien. Het zelve was genaamd Le Saint Antoine de Padoue, en gecommandeerd by den Heer Frondal, die in de Maanden Mei, Juny en July van 't Jaar 1709, uyt China na America zeilende, noordwaards-aan hield tot op de 45 Graden Breedte en 197 Graden Lengte van de gemeene Middag-Linie, uyt en over het Eiland Ferro getrokken, en zeer naby met den Meridiaan der Tegenvoeters van Parys overeen komende, alwaar hem de weftelyke Winden na America bragten. Nogthans wierd geenerhande Woede der Schurfdheid binnen Boords van dit, gelyk in dat van het by hem aangehaalde voorige Schip, hetgeen in eenen zo defolaten Staat te Falie de Nauderas aanquam, en even zo min, als naar gewoonte in het Galjoen der Philippines, befpeurt: Doch zulks was men aan de Voorzigtigheid van den Heer Frondal verfchuldigd, die de barre en open leggende Kuft van California op de Breedte van 31 Graden aandeed , en door de gewenfte Gevolgen dezer Voorz'gtigheid, niet tegenftaande de Schraalheid Z 3. der  356 De HISTORIE van der Kuft, in ftaat geftek wierd, van zyne Reis ge lukkiglyk te kunnen vervorderen. Hy zoude nog meerder Gemak en Geryf voor zyn Schip gevonden hebben, indien hy aldaar eene bequaame Volkplanting had aangetroffen , door dewelke hy van Ge neesmiddelen, Provifien en allerlei Ververfchingen had kunnen voorzien worden. Het Befluyt van al het voorenftaande komt hier op uyt, dat het Gevoelen van den Lord Anfon, aangaande den Cours der Reize van de Philippines zeer goed en wel getroffen is. Maar daarbeneven dient aangemerkt te worden, dat, om hetzelve werkftellig te maken, het volftrekt noodzakelyk zy, alvoorens eene Ternederzetting van Spanjaarden, of van Indianen, die der Spanjaarden Vrienden zyn, aldaar te hebben ,• of wel eene van alles voorziene Volkplanting en Bezetting te Puerto de San Diego, of te Cabo Mendocino , of in een ander nog verder gelegen Geweft, om tot eene vafte en veilige Bergplaats der Galjoenen uyt de Philippines te kunnen dienen; en nademaal zodanig eene Ternederzetting voor die Eilanden zeer voordeelig is, zo zoude het mogelyk niet zwaar vallen, tegenwoordig diergelyk eene Volkplanting of Bezetting van dezelve aldaar aan te leggen, en wel onder gelyke Maatregelen en Voorzieningen, als men zulks reeds voor anderhalf Eeuwen heeft gepoogt in ftand tc brengen, en ook by Koning Philippus III. daartoe de nodige Penningen opgefchoten wierden. De Heer iWalter voegt verder daarby, dat de Lading van het Galjoen (alhoewel op zes honderd duyzend Ryksdaalders bepaald, doch altoos die Waarde ver te boven gaande) in de Terugreize onder de Goederen uyt de Manilla gefchaart wordt, en dat de Jefuiten het grootfte en befte Deel daarin hebben. Mogelyk heefede Lord Anfon, of zyn Schry-  CALIFORNIA. 357 Schryver, zodanig eene Onderrechting van den eenen of den anderen Lorrendraaijer bekovnen, die aldaar gevangen, en een volflagen Vyand van alle geeftelyke Orden, en wel voornamentlyk van die der Jefuiten geweeft is. Doch het komt my waarfchynelyker voor, dat het Oogmerk des Schryvers omtrent deze Aanmerking, ten opzigte der geeftelyke Orden, gewell is, om flechts het Gemeen van Londen te behagen. Het is de Tyd en de Moeite niet waard, deswegen in eene formeele Wederlegging te treeden; ganfch Spanjen, America en de Philippines zyn zeer wel onderrecht, op wat wyze deze Handel gedreven wordt, en niet minder kundig in alle de Schikkingen en Keuren, aangaande denzelven van tyd tot tyd gemaakt en vallgefteld. De Lading der Galjoenen behoort voor het grootfte Gedeelte aan de Kooplieden dier Eilanden, en gevolgelyk ook,by de Terugkomft,het meerder Deel der daaruyt gemaakte Produóten. De Geeftelyken hebben waarlyk de Vryheid van eenig gering Aandeel in derzelver Tonnage; want hoe zouden zy anderzins, by wyze van Ruyling, zig zelve kunnen voorzien van zodanige Goederen uyt America en Europa, als zy van tyd tot tyd noodig hebben? En dit Aandeel is doorgaans, zonder eenig Onderfcheid van Orde, voor alle de Geeftelyken, en dus ook voor de Jefuiten, op eenen gelyken Voet geregeld; het is'er ook zo ver van daan, dat zy ooit zouden gepoogt hebben de bepaalde Grenzen te buyten te gaan, dat men in tegendeel Voorbeelden kan te berde brengen, hoe meenigvuldige maaien de Geeftelyken geklaagt hebben, dat zy in de aan hen toegeftaane Rechten zelve, tegen de Keuren aan, verkort zyn geworden. Dus is de Befchuldiging van den Heer Walter ten eenemaal valfch, en moet in America en de Philippines tot Stof van Uytlachging verftrekken. Maar Z 3 om  35^ De HISTORIE van om zulke Befchuldiging te doen gelden, moeft hy zig van het Gezag van den Lord Anfon bedienen, en daaronder fchuylen, om de Engelzen te doen geloven , dat de Belangen en Inzigten, door dewelke de Jefuiten en andere catholyke Geeftelyken bewogen worden na de Indien te gaan, ééne en dezelve zyn met die der Engelzen, door dewelke zy na hunne Volkplantingen getrokken worden; en dat zy in de Philippines, in plaats van Onderwyzers der Leerlingen en Herders der Zielen te zyn, als de eenigfte Kooplieden aldaar, hunnen Tyd met Winft en Woeker zouden doorbrengen. Het was nog niet genoeg, de Jefuiten als Hoofden van den ganfehen Handel te Manilla ten toon teftellen, daar zy echter aldaar, meer dan elders, onder de grootfte Armoede, Ongemakken en Verdrukkingen leggen te worftelen : De verouderde Haat en Afkeer, waarmede de Engelze Pr oteft anten tegen de Jefuiten vooringenomen en overkropt zyn, vereifchte nog iets meer van de Pen van den Heer Walter. Dienvolgens, en om aan zyne Landgenoten nog meer Genoegen te geven, neemt hy ook den Zamenhang tuffchen de Philippines en California te baat; van begrip zynde, dat derzelver Zendingen en hun tegenwoordige Toeftand, om redenen voorfz., niet met ftilzwygen behooren voorby gegaan te worden, Hy zegt dan, dat alhoewel zedert de eerfte Ontdekking van California zommige Zendelingen dat Geweft van tyd tot tyd bezocht hadden, derzelver Dienft echter aldaar vruchteloos was geweeft, tot dat de Jefuiten, door eene ruyme en ryke Begiftiging van den edelmoedigen en godvruchtigen Marquis de Valero aangefpoord en onderfteund , na dat Half-Eiland overquamen, en aldaar eene aanmerkelyke Zending oprechteden. Uy»  CALIFORNIA. 359 Uyt hetgeen wy hiervooren gefchreeven hebben, komt echter te blyken, dat de Heer Walter, omtrent de Oprechting der Zendingen in California, zeer qualyk onderrecht zy: Hyhad, zonder buyten Europa te gaan, daarvan een genoegzaam Bericht m de Lettres Edifiantes; in de Diclionaire Hiflorique de Morery, en in andere Boeken kunnen vinden. De Marquis de Valero vond, wanneer hy Onderkoning was, die Zendingen reeds aangelegd; alhoewel men niet kan ontkennen, dat deffelfs Edelmoedigheid en Godvruchtigheid uytfteekend geweeft zy; doch hy heeft nooit iets van zyn eigen aan de Zendingen van California gegeven, gelyk deffelfs luyfterryke Voorzaat de Hertog van Ltnares gedaan heeft. Verder zo voegt de Heer JValter daarby, dat de voornaamfte Ternederzetting der Jefuiten te Cabo San Lucas was, en dat zy aldaar een groot Getal Indianen byeen verzamelt hadden , dewelke door hen in den Landbouw en Handwerkzelen onderwezen wierden: Dat zy tegenwoordig aldaar eenen aanzienelyken Oogft van Wynen hadden, dewelke van Smaak waren, gelyk de Middel-Soorten van Madeïra. Hier begaat hy wederom eenen Miflag; want tot het Jaar 1736 toe, wanneer na de Vermoording der eerwaarde Vaders Caranco en Tamaral een nieuw Guarnifoen opgerecht wierd, zyn geenerhande Zendingen omftreeks Cabo San Lucas herfteld; ook zyn de Zendingen aldaar, ten opzigte van het Getal en den Inborft der Indianen, van weinig Belang,en byna geene Opmerking verdienende. Eveneens is het ook gelegen met derzelver Wyn-Oogft; want een groot gedeelte van Wynen wordt derwaards terUytvoer gebragt, en byna alhetgeen aan Wynen in California gewonnen wordt, gaat na buyten 'sLands, J Z 4 om  3&3 De HISTORIE van óm dat het Gebruyk van dat Vocht den Indianen om rechtmatige Redenen verboden is. DeUeer/Valter gelieft wyders nog te melden, dat de Je/uiten de eenigfte Meefters en Beheerders van den Koophandel in California zyn, en dat alle hunne Moeite en Zorg nergens anders toe ftrekken,dan hunne Maatfchappy te bevoordeelen ; dat zy wyders alle hunne Opmerking op het Galjoen uyt de Manilla veftigen, van hetwelke hunne Kloofbrs binnen de voorfz. Stad de voornaamfte Reeders en Eigenaars zyn : En om die Redenen, vaart hy voort, dragen zy de grootfte Zorg, om alle Slach van Leeftocht en Ververfingen voor dat Schip in gereedheid te brengen; ook is aan Cabo San Lucas eene beftendige Wacht geplaatft, dewelke onophoudelyk moet uytzien, of 'er eenige vyandlyke Schepen in Zee zwerven, die op het Galjoen, uyt de Philippines terug komende, leggen te loeren; zynde deze Kaap de befte .Poft van de ganfche Waereld, om hetzelve in te wachten. Ingevolge van deze tusfchen de Jefuiten van Manilla en California bepaalde Maatregelen, is de Capitein van het Galjoen gelaft, benoorden Cabo San Lucas de Wal te naderen , en zo dra hetzelve ontdekt wordt, fteeken de Inwoonders zekere Vuuren aan, op welke Seinen de Capitein zyne lange Boot, met twintig welgewapende Mannen, na Strand toe zendt, die de Brieven ter Jefuiten uyt Manilla aan hunne Broeders in California overhandigen, cn daarentegen de in gereedheid zynde Provifien aan Boord terugbrengen, cn teffens verneemen, of'er aan de Kaap ook eenige Kundfchapzy omtrent het kruyffen van Vyanden langs de Kuft. Indien de Capitein dan verwittigt wordt, dat 'er niet voor hem te vreezen zy, dan ftevent hy na Cabo San Lucas toe; van daar na Cabo Corientes, en wyders langs de Kuft na Aquapulco. Dus  CALIFORNIA. 361 Dus verre gaat de Heer Waker, die Geloof verdient omtrent zyn Bericht aangaande de Zendelingen der Jefuiten aan Cabo San Lucas, dewelke Zorg dragen, dat het Galjoen der Philippin&s van Ververfchingen voorzien worde; hy mogt teffens daarby gevoegt hebben voor de Overneeming, Verligting en Genezing der Zieken. Deze Dienft van Liefde en goede Policy, erkennen de Jefuiten alleen, beneden alle Vergelding te zyn; ten minften kan zy hunnen brandenden Yver en innigft Verlangen niet evenaaren, hetgeen men aan de alleruyterfte Schraalheid van 't Land behoort te wyten. Echter moet men dien Onderftand, mitsgaders de aan de Kaap gehoudende Schildwacht, en het Bevel, dat het Schip der Philippines dezelve moet aandoen, niet aan eenige by de Jefuiten genomene Maatregelen toefchryven; maar enkel en alleen aan de wyze Voorzieningen, by de Koningen van Spanjen daaromtrent gedaan , dewelke reeds in het begin van den Koophandel op de Philippines de Noodzakelykheid bezeften, dat voor de van daar komende Schepen eene verzekerde Aanvaart in California moeft bezorgt worden; en zulks was onder anderen de voornaamfte Beweegreden tot het ondergaan van zo groote Koften en machtige Toeruftingen, door en met dewelke men zo meenigmaal gepoogt heefr dit Half-Eiland tot een Wingeweft te maken; aldaar Volkplantingen en Guarnifoenen op te rechten, en Havens aan te leggen. Ik zal nog daarby voegen, dat de Schildwacht, aldaar gehouden wordende , om na eenigerhande Vyanden langs de Kuft uyt te zien, en de Seinen, dewelke men aan de Galjoenen geeft, by de Soldaten , tot het nieuw Guarnifoen van San Lucas behoorende, waargenomen en gedaan worden. Dit Guarnifoen wierd bv de Maatfchappy verzogt, Z 5 als  362 De HISTORIE van als eene ten hoogften noodige Beveiliging voor haare Zendingen ; doch hetzelve wierd niet te Cabo San Lucas, maar in de Bahia de la Paz, binnen den Inham van California, aangelegt, werwaards het Galjoen niet kon komen. Eindelyk wierd ook een te Cabo San Lucas opgerecht; en wel zeer wyslyk,om tot Dekking der Aanvaart van het Galjoen te kunnen dienen; doch die Oprechting gefchiedede buyten eenig het minfte Verzoek der Maatfchappy, maar alleen uyt hoofde van een Smeekfchrift, door de Philippines ingediend, als van deffelfs Noodzakelykheid volkomen overtuygd zynde, door de veelvuldig geledene Schade en diergekochte Ondervindingen. Ook wierd het opgerecht by eenen Onderkoning, dien, alhoewel in den Schoot der Maatfchappy opgevoed, echter niemand, dan een Vreemdeling, zal onderftellen , het Beftek der Maatregelen, by de Jefuiten flechts tot hun eigen Voordeel gemaakt en voorgeflagen , opgevolgt en volvoert te hebben. Indien men geene andere Bewysftukken voor de Aangelegenheid van California, en voor de Guarnifoenen aldaar, kon overleggen ; dan zouden de Bedryven en Verrichtingen van de Vloot, onder den Lord Anfon zelve, genoegzaam al het voorfz. kunnen beveiligen. Want zedert California, tegenwoordig ten eenemaal verwonnen, door Spanjaarden bevolkt en van Guarnifoenen voorzien is, kon die Vlootvoogd aldaar geene veilige Kyk-uyt en Bergplaats vinden, om op het Galjoen der Philippines te paffen en hetzelve te overrompelen. En de Schryver zelve bekent ook, dat de Cabo San Lucas de befte Standplaats ter Waereld zy, om het voorfz. Galjoen in te wachten. Doch hy verkoor veel liever de ganfche Zuyd-Zee, tot aan het Eiland Tiiiian toe, door te kruyflen; en wel niet.zonder groot  CALIFORNIA. 363 groot Gevaar, gelyk een ander Schryver te boek geflagen heeft, zig tuffchen de Eilanden van Marianaen de Philippines te pofteeren, om hetzelve m deEngtens van San Bernardino te overvallen. Aangaande den Koophandel van California, zonder van de Duykery en den Paarelvangft te gewagen , als hebbende derzelver Manier en Wyze reeds befchreven, en aangetoont, dat^de je futen en de Soldaten daarin geen het minfte Deel hebben, zal ik vrv en ongedwongen erkennen en bekennen dat de ganfche Koophandel van het Half Eiland. in de Handen der Jefuiten zy; en indien ik zulks ontkende, dan zoude het Tegendeel zig van zelve openbaaren. De Koophandel zy aldaar zo gewigtig of gering als hy wille; ik vraag, met wien de Europeanen denzelven zullen dryven, indien er geene andere Handelaars dan Jefuiten te vinden zyn? Maar dewyl de Heer Walter ons dien Koophandel niet gunt, en wel deegelyk benydt, zo wenfch ik, ter Vergelding zyner Vriendelykheid, dat de Handel van Engeland met Spanjen den eenen Dag of den anderen, hoe eerder hoe liever, met onzen in California op gelyken Voet moge geruiken» De eenigfte Waar, die uyt California vervoert wordt, beitaatinde geringe Wynen, hier en daar in de Zendingen gewonnen , en die m NieuwSpanjen verkocht wordt. Deze is het eenigfte Voortbrengzel, en geen ander Geryf, Koopmanfchap of Handwerkzel kan van hier uytgevoert worden , dewyl dezelve in 't geheel niet te vinden zyn, ook geene de minfte Hoop en Kans is en gezien wordt, om daartoe te geraaken. Daar is in tegendeel naauwlyks iets tot Voedzel of Dekzel te vinden , buyten hetgeen derwaards over Zee aangebragt wordt; en wanneer door het gebrek aan Scheö pen  3^4 De HISTORIE van pen, door het quaad Weêr, of door andere Tegenspoeden de nodige Onderftanden uytblyven , dan zyn de binnenlandfe Zendelingen met de Indianen m eenerhande Lot bedeeld; namentlyk om naakt te gaan en zig, om den Honger te ftillen, met Wortelen, Groente en wilde Vruchten te behelpen Het eenigfte Schip, by hetwelke dit Half-Eiland yoor eenige Jaaren aangedaan wierd, was het Galjoen uyt de Philippines, gelyk wy hiervooren gezien hebben; wiens Capitein , tot Dankerkentenis voor de aan hem geleverde Ververfchingen, aan de Zendelingen van Cabo San Lucas eenige aan zyn Boord zynde Gerieflykheden vereerde. Dit is de ganfche Koophandel, van denwelken de Jefuiten op California alleenlyk Meefter zyn. Indien de Heer IValter mogt willen wenfchen, dat zyn Gebed by den Hemel verhoort wierd, om den ganfehen Handel van Engeland tot eenen zo hoogen Top verheven te zien, wy zullen hem de Verhooring zyner Bede van herten toewenfehen. Dat de Jefuiten alle deze Ongemakken ondergaan, om het Welzyn der Maatfchappy te vervorderen , is eene verzekerde Waarheid, dewelke ik bereidwillig aan den Heer Walter betuyg en toefta; doch de Maatfchappy is geene uytgezondene Orde voor haar zelve, maar betrekkelyk ten behoeve van bet Algemeen. Zy is afftammende van God, en by hem mgefteld onder zodanige Regel, Tucht en Beftier, dewelke zelfs by haare grootfte Vyanden moeten verwondert en geacht worden; enkel en alleenlyk , om den Dienft zyner algemeene Kerk te vervorderen, en dat derzelver Ingelyfden getrouweJyk ten Dienft behooren te ftaan van alzulke Natiën, van dewelke zy Onderdaanen zyn, ingevolge den ganfehen Inhoud en de üytgebreidheid hunner Inftellingen. Derhalven is het Voordeel en Doelwit der  CALIFORNIA. 3^5 der Jefuiten alleenelyk in en op de Bereiking van die Eindens geveftigd, om heldhaftig in den Wyngaard desHeeren ce arbeiden, zonder Zorg, zonder Hoop, zonder Begeerte, en zelfs zonder Aanneeming van eenigerhande Belooning; doeh op eene gewettigde Wyze. Want zy arbeiden ten behoeve derCatholyke Kerk, als mede tot Nut en Voordeel der tydelyke en eeuwige Welvaart van alle Volkeren, van dewelke zy, onder de Regels hunner Orde, een wezendlyk Gedeelte uytmaken. De Zaak aldus begrepen wordende, zo neemt de Maatfchappy alzulke Zorgen en Beflommeringen over haar, alleenelyk om haar eigen Beft wille; dat is te zeggen, tot Behoudenis der Zielen van de Jefuiten, en tot Verwerving der geeftelyke en tydelyke Welvaart en Zaligmaking haare Gebuuren. Dit is haar Oogmerk en Inzigt; dit is haar eenigft Doelwit; doch zulks is niet hetgeen de Schryver denkt, noch miffchien gelooft. Laatftelyk zegt de Heer Walter, als een Yveraar voor het Welzyn der Spaanlè Natie, hoewel een Vyand van dezelve en haar Gevoelen te keer gaande, dat de Handel op en na de Philippines voor Spanjen zeevnadeelig en bederflyk zy; dewyl de ZydeStoffen uyt China, en de Cattoenen van Coromandel , aan den Verkoop en Uytvoer der Zyde en Wollene Manufacluuren van Valencia, en van andere Steden in Spanjen, zeer nadeelig zyn, en dat Don Jofeph Patinho in 't Jaar 1725 van Gevoelen was geweeft, dat die Handel behoorde vernietigt te worden ; doch dat het Belang der Jefuiten dien zwaaren Slag had weeten te keeren. Indien ik door alzulke nietswaardige en hoonende Bedenklykheden kon opgehouden en gepaait worden, wanneer men een zo groot Voordeel onzer Natie zoekt te betwiften, dan zoude ik ten opzigte van zo-  $66 De HISTORIE van zodanig een Hoofdftuk zwygen; want ten minlïen zoude myne Verdediging aangezien en gehouden worden, als voortkomende uyt het hoofdzakelykrt Belang, hetgeen de Jefuiten, volgens het zeggen van den Heer Walter, in den Koophandel op en na Philippines hebben. Mogelyk zal hy Kennis verkregen hebben, dat de Jefuiten,™ deze hunne Zendingen gewagende, en herdenkende derzelver eigentlyke Gefteldheid, wederom zouden mogen opwakkeren de voorgaande Benaauwdheden en Pogingen der Spaanfe Natie, om de aan haar beloofde Voordeden uyt den Handel na de Wefl-Indiën te verkrygen, die echter onder de verfcheidene Takken en Geflachten dier Natie zeer wel gereguleerd is; en dat men door die Staatkundige Geflepenheid hen zogt te misleiden en in geduurige Vrees te houden. Hoe het ook daarmede mag gefield zyn, zo is echter zodanig eene Beweegreden te zwak, om eenigerhande Indrukzel op my te maken. Deze Bedryven zyn in Apen, America en Europa bekend, en kunnen uyt hunne Natuur zelve niet verborgen blyven ; want iedereen kan zeer ligtelyk van dezelve Onderrechting bekomen. De bloote Beveiliging van den Heer Walter zal, hetgeen de ganfche Waereld ziet, niet kunnen opweegen, en wel voornamentlyk in zodanige Handelingen, waarvan hy geen Getuyge kan zyn. Aan de andere Zyde zal het redelykfle Gedeelte onzer Natie , voor dewelke ik fchryf, myne Gprechtheid en goede Oogmerken moeten pryzen; en of fcboon derzelver Begrippen met myne Gevoelens niet mogten overeenkomen, zo vlei ik my echter ten minften, dat zy my niet zullen verdacht houden iets anders, dan de Bevordering van Gods Eer en Dienft, en het Welzyn van het Gemeen te bedoelen. Ten dien opzigte vind ik my zelve verpligt be- knop-  CALIFORNIA. 367 knoptelyk te zeggen, dat ik my wel onthouden zal te verklaaren, of de Handel na de Philippines op den tegenwoordigen Voet voor Spanjen fchadelyk en verderflyk zy, dan niet; maar dat'er geen Middel of Weg te vinden zy, door dewelke, niet alleen de tegenwoordige geringe, maar zelfs ook een ganfchelyk grootere Koophandel, zodanig zoude kunnen gevormt en gefchikt worden , dat dezelve voor de Kroon in het algemeen , wier Onderdaanen de Inwoonders van beide die Geweften zyn, of in het byzonder voor Oud-Spanjen niet nadeeligzoude zyn, zulks is eene Zaak, die ik niet geloven kan. Waarin nu deze Middelen en Wegen mogen beftaan , zulks is zo vreemd voor myn Beroep, als het myne Bevatting te boven gaat. Hetgeen ik'er van weet, is, dat Spanjen ten tyde der Regeering van Carolus V. zig ten hoogften Top van Voorfpoed en Welvaart verheeven zag : Het Getal va» deffelfs Steden en Inwoonders, zynde de Grondveften der Gelukzaligheid vaneenen Staat, was merkelyk grooter; niet alleen de Steden, maar zelfs de kleinfte Gehuchten krielden van Volk en Handwerkslieden : De Voortbrengzels van 't Land waren dubbeld, en een gelyke Aanwas wierd ook omtrent het Vee gezien. Spanjen voerde eenen Koophandel van zyne eigene Waaren, en in zyne eigene Schepen na Italien , Vrankryk, de Nederlanden en het Noorden; had alom in alle Plaatfen zyne Kooplied'-n en Faftooren, gelyk men kan zien in de Ordinancias de Conjulado, of de Wetten en Keuren der Commercie-Conrpagnie te Burgos ; wyders zeer aanzienelyke Ladingen na de Indien , en deze beftonden voornamentlyk uyt eigene Produéten en Manufaftuuren, wier Stapel te Toledo was, alwaar zy, als in het algemeen Magazyn, opgelegt wierden; gevolgelyk bleven de Voordee- len  368 De HISTORIE van Jen van den Koophandel, de Penningen, en andere verbazende Schatten der Indien in handen der Natie, zonder iets, of ten minften, zeer weinig van dezelve , by wege van eenen verderflyken Handel, onder Vreemdelingen en Buyienlanders te verfpreiden. Toen was het, dat de wyze Schikkingen der Catholyke Koningen, ten behoeve van den binnen-en buycenlandfen dadelyken Koophandel en de Zeevaart van Spanjen, in haare volle Kracht bevonden wierden; zy waren wezendlyk dezelve, dewelke hedendaags by andere Natiën gevolgt worden, en waaraan dezelve den Bloei van haaren Koophandel en Vermogen terZee verfchuidigd zyn. Hiertoe behoorden de Aanlegging van nieuwe Dokken; de Aanmoediging tot alle Kunften en Wetenfchappen, welke tot de Zeevaart betrekkelyk zyn; het bepaalen van Belooningen voor den Scheepsbouw; voor het aanbrengen van Timmerhout, Maften en Touwwerk; het verleenen van Oefroijen aan degeenen, die de zwaarfte Schepen voerden, en de Ladingen op de befte wyze wiften te Houwen; het weeren en affchaffen der Misbruyken en Knevelaryen ten opzigte der Tollen en Havengelden; het doen uytgeven van billyke en rechtvaardige Willekeuren ten opzigte van alle Neeringen en Hanteeringen binnen het Koningryk, en derzelver naauwkeurige Handhaving; het aflehaffen der beflommerende Veelvuldigheid van Rechtsbannen; de Beveiliging der Wegen door de Sant as Hermandades *; de herhaalde Verbetering van 't AUoy der Munten; het doen vieren der heilige Dagen, zonder dezelve te vermeerderen; het vernietigen van Importen enLa- ften (*) Een Broederfchap in Spanjen, opgerecht ten tyde eener groote Verwarring, om de Straatroveryen te beteugelen en uyt te roeijen, hetgeen nog tot den huydigen Dag in wezen is. Hierdoor Jtan men alom zeer veilig reizen; zynde dit Broederfthap overal tioor be; ganfche Koningryk verfpreid. *w*r «  CALIFORNIA. 369 Laften, waardoor de Onderdaanen geplaagt en gedrukt worden , en van dewelke het Gemeen weinig Voordeel heeft; het verlaagen van Tollen en Rechten , en het te boek zetten van dezelve op eene klaare en duydelyke wyze, om alle Bedrog en Knevelary te verhoeden; het verhoogen der Rechten op het inbrengen der binnenlandze Producten voor de Helft', eenige ruuwe en onbearbeide Goederen nycgenomen; het Bevel, dat in zommige Havens Verzekering gegeven worde , dat voor de van buyten ingebragte Goederen derzelver Waarde in binnenlandze Producten moge uytgevoert worden; het vergunnen aan Steden en Provinciën, om, zoveel mogelyk is, op gelyken Voet in den Koophandel en deffelfs Voordeel te mogen deel neemen; het bevorderen van overvloedigen Voorraad van gewoone Provifien, door alom derzelver Pryzen te bepaalen; het verpligten der Hoofden van de Natie, der Magiftraten van de Steden en de Edelen van 't Koningryk, om deze Beveelen altoos en ftrengelyk te doen nakomen; en eene meenigte andere tot de Policie betrekking hebbende Artykels, door dewelke geduurende eenen Reeks van Jaaren het Lichaam der Monarchy in zodanig eene Macht, Uytgeftrektheid en Luyfter verheven zat, dat hetzelve daardoor den Na-yver, de Jaloersheid en Razerny van ganfch Europa gaande maakte. Zie daar de Gefteldheid der Natie ten tyde van Koning Carolus V., en vermits dezelve kon zy, met alle Eer en Luyfter, de groote Ondernemingen en onnoemelyke Uytgaven van dien alles beftaan durvenden Monarch , zomwylen genoodzaakt en zomwylen willekeurig, krachtdadigft onderfteunen. Niet tegenftaande deze overgroote Gelukzaligheid van Spanjen te dier tyd, zo leide men echter toen en in de volgende Jaaren te meermalen toe, om de hier II Deel A a voo»  37® De HISTORIE van vooren in 't breede aangehaalde Poogingen, ter Beveiliging van een Gedeelte der Ooft-Indiën en derzelver Koophandel van de Zyde van America, werkftellig te maken. Men hield het voor eene Commercie van Oud-Spanjen in America ganfch niet nadeelig te zyn, derwaards de Speceryen en andere Waaren,uyt de Eilanden en van de ooftelyke Kuften van Aften,over te brengen;en wel ten tyde, wanneer Spanjen een zo onbefchryflyk groot Overfchot van Goederen te koop had, en deffelfs Schepen en groote Caravelas na de meefte Geweften der Waereld voeren, geladen met deffelfs eigene Producten en Manufacturen. Waarom zoude hetzelve niet wederom kunnen gefchieden, wanneer Spanjen van meer Goederen terüytvoering,dan tegenwoordig, voorzien was, en dezelve in zyne eigene Schepen kon laden, zonder die van Vreemdelingen daartoe te gebruyken, waarin thans het Geval hoofdzakelyk beftaat ? Toen ter tyd was het Vertier in America van gering Belang, en kon gemakkelyk met Goederen uyt Spanjen geboet worden. Tegenwoordig is hetzelve aldaar groot, en Spanjen\m hetzelve niet onderfchragen. Toen ter tyd waren de Producten en Manufacturen van Spanjen meenigvuldig, en tegenwoordig maar weinig. Toen ter tyd wierd het Zilver cn Goud door Kunftenaars en Werklieden in Spanjen verarbeidt; nu valt het in de tweede Hand van Vreemdelingen. Toen ter tyd had Spanjen geene Mededingers na den Handel in Aften, uytgenomen de Portugeefen, en die waren onze Vrienden , en, om zo teTpreeken, zelfs onze Broeders : Tegenwoordig hebben alle Natiën daarin Deel genomen. Nogthans wierd toen ter tyd het gewigtig Commercie van de Ooft-Indiën waardig gefchat, om door zulk eene Verfcheidenheid van Maatregelen vervordert te worden. En zoude men ons  CALIFORNIA. 37» ons als nu willen doen denken, dar de Spaanje Natie tegenwoordig onmachtig zy, hetzelve op eenigerhande Wyze te konnen herftellen; dat het in haare tegenwoordige Gefteldheid zeer verderflyk zy, en,zo klein als het is,diende opgegeven te worden, zonder de groote en gunftige Gelegenheden gade te flaan van hetzelve te doen aangrocijen? Aldus denkt de Heer Walter; en ik geloof, hy zoude geen gering Vermaak fcheppen in dezelve Gedachten,was het mogelyk, den Spanjaarden: te kunnen indampen. Ten opzigte zyner eigene Natie befpeur ik , dat hy in zyn Verhaal het Voordeel, aan dezelve door den Handel op China en de ganfche Kuft der Oofi-Indien toevloeijende, hoogftatiglyk opvyzelt, en zig bezig houdt, de groote Aangelegenheid voor de Britfe Kroon te betoogen, wanneer het dezelve behaagde,haare Ternederzettingen in deze Geweften te onderfteunen en te doen aangroeijen. Wy hebben aan den anderen kant gezien de dappere Poogingen der Engelzen, om derwaards uyt Engeland eenen korteren Doortocht te vinden , als mede dc Begrooting der Voordeden, dewelke uyt zodanig eene Ontdekking zouden komen te fpruyten. Behalven en buyten dat komt, uyt de vuurige Na-yvering tuffchen de Engelfe en Franfe Ooft-Indife Compagnien, genoegzaam te blyken, hoe verre beide deze Natiën vervreemd zyn van te onderftellen, dat haare Européife Koophandel door dien op de O oji-Indien zoude verkracht en ontzenuwt worden. Wie zal uyt dien hoofde wel willen geloven, dat de ganfch ongemeene Handel der Engelzen een uytmuntend Voordeel toebrengt aan de Kroon van Groot Britannien, die de Waereld, als eene Zondvloed, met Goederen, Stoffen en Manufacturen van allerlei Slach overftroomt, ea te gelyk onA a a der-  37* De HISTORIE van derftellen , dat daarentegen de jaarlykze Handel van een enkeld, uyt de Philippines komend Schip, niet alleen voor de Kroon van Spanjen fchadelyk en bedcrflyk zoude zyn, (hetgeen ik echter tegenfpreek) om dat de Zyde uyt China en het Cattoen uyt Coromandel het Vertier der weinige Zyde en Stoffen, dewelke in Valencia en in andere Steden van Spanjen gefabriceert worden , zeer belemmeren ; maar ook daarenboven nog ftaande houden, dat men geenerhande Middel zoude weeten te vinden, om over de Philippines met de Ooft-Indiën eenigen Handel te dryven, die voor Oud-Spanjeu niet nadeelig en fchadelyk zoude zyn? Niet alleen Engeland, maar ook Holland, Vrankryk, Zweeden, Denemarken en Pruyjjën, vervorderen hunnen Handel in de Ooft-Indiën dagelyks^ en echter befpeurt men niet, dat de Zyde uyt China en de Cattoenen uyt Coromandel het Vertier hunner eigene Lynwaten en Stoffen belemmeren ; want van beide dezelve wordt eene groote Meenigte na Spanjen overgebragt, om tegen de Muntfoorten, die wy uyt America ontfangen , te verruylen. Portugal, hetgeen een Smaldeel van Spanjen is, voert na de Ooft-Indiën eenen voordeeligen Handel, maar niet zo fterk, ah het wel zoude kunnen en mogen doen. Het heeft, eveneens als Spanjen, zyne Bezittingen in America, en ook aldaar een groot Vertier en Slyting van Afiatife Waaren, die veel beter koop dan de Européije zyn. Is dan de Kroon van Spanjen maar de eenigfte onder alle andere, die diergelyk een Voorbeeld niet kan volgen, en gelyke Maatregelen neemen , als alle de andere Natiën van Europa daartoe verkooren hebben , wanneer hetzelve boven hen eene veel grootere Bequaamheid en meerder Gelegenheid tot dien Handel heeft ?  CALIFORNIA. 373 Ik zoude gevoeglyk kunnen denken, dat de Heer ÏValter zeer wel in zynen Schik zoude zyn, indien de Spanjaarden den Handel op Manilla lieten vaaren, en de Philippines aan haar eigen Noodlot overgaven, dewyl zy, buyten den Handel na America en Europa, niet kunnen gehandhaaft worden; en de Engelzen middelerwyle de zoo zeer gewenfchte Doorvaart na de Zuydzee, in 't Noorden van America en boven California, mogten uytvinden, welke Doorvaart niet ganfchelyk ontkend en opgegeven is, maar mogelyk nog wel den eenen of den anderen Tyd ontdekt en uytgevonden zal worden; dan zouden zy henzelven aan beide de Zyden dier Doorvaart kunnen vaft zetten, en daardoor de Engelze Domeinen van 't Noorden na het Zuyden van America uytbreiden, en aan onze Bezittingen komen te paaien. Indien eenige Engelze Volkplantingen en Guarnifoenen langs de Kuft van America, aan de Zuydzee ter zyde van Cabo Mendocino, of lager na beneden op California zelve, aangelegt wierden, dan zoude die Natie buyten alle Tegenfpraak als eene Meeftereffe over die Zee en derzelver Koophandel regeeren , en in ftaat zyn van de Spaanfe Geweften te Water en te Land te doen vreezen ; dezelve van alle Zyden te knellen, en goede Kans ziende, uyt het Ooften, Weften, Noor» den en Zuyden met Geweld te benaderen. Maar door Gods Goedertierenheid, en de nieuwe Kloekmoedigheid, dewelke het wys Beftier der tegenwoordige allergelukkigfte Regeering aan de Natie van alle Staat en Rang ingeboezemt heeft, zal men kunnen hoopen, en verzekerd zyn, dat zy zal voortvaaren, in de Zuydzee en de noordelyke Geweften van America, zodanige Middelen te beraamen, die alle den Toeleg, die by eenige andere Natie, die haare Macht en Luyfter aan ons Vcrzuym en A a 3 Ach*  3?4 De HISTORIE vam Achteloosheid verfchuldigd is, kunnen verydelen en in den Rook doen verdwynen. Hetgeen de Heer Walter van Don Jofeph Patinhe gelieft terneder tc ftellen, is volftrekt bezyden de Waarheid. Ik vraag hem : Oï de Engelzen, die veelvuldige Gelegenheid gehad hebben het Charaftcr van dien Staatsdienaar te leeren kennen, zo gemaklyk kunnen geloven, dat hy in 't Jaar 1725 van Gevoelen geweeft zoude zyn, dat de Handel na de Philippines behoorde opgeheven te worden? Wel is waar, dat omtrent dien Tyd tuffchen de Kooplieden van de Philippines en die van NieuwSpanjen, aangaande de Tonnage en de Quantiteie en Qualiteit der Lading van de Galjoenen, hevige Verfchillen gerezen waren; doch dat deze omzigtige en wyze Staatsdienaar , ganfch niet geneigd, de algemeene Belangen der Kroon naar den Leeft der grilzieke Luymen van zommige weinige Kooplieden te fchoeijen, van Oordeel en Gevoelen geweeft zy, dien ganfehen Handel te vernietigen, is eene Vaftftelling zonder de allerminfte Gegrondheid. Daarenboven is het eene volflagene Onwaarheid, dat het Belang der Maatfchappy der Jefuiten dien Slag zoude afgekeert hebben. Don Jofeph Patinbo was een Man , op wien geenerhande Invloed van diergelyke Natuur eenigen Vat had, om ïh zaken van zodanig eene Aangelegenheid en Gewigt,zigte laten overhaalen tot de Goedkeuring van een Beftek, hetgeen andere wilden ter uytvoer gebragt hebben. Men kan insgelyks klaarblykelyk aantoonen en bewyzen, dat de Maatfchappy der Jefuiten zig met deze hevige Verfchillen in het allerminfte niet bemoeit hebbe. Eindelyk en na dat alles , of deeze Staatsdienaar ooit eenige Gedachten van die Natuur, en tot den Handel na de Ooft-Indiën betrekkelyk, moge gevoedt hebben, zulks  CALIFORNIA. zulks gelieve de onzydige Lezer na te leiden, door de Vergelyking van zyn Oordeel met het hiervooren, in het derde Deel en dertiende Hoofdftuk, aangehaalde Gevoelen van den fchanderen Cardinaal Alberoni, die weinige Jaaren te vooren de Staatsdienaar van dienzelven Vorft was, en aan wien dc waardige Heer Patinbo voornamentlyk zyni* Bevordering had te danken. EINDE.        H EDENDAAGSCHË HISTORIE, O F TEGENWOORDIGE STAAT VAN CALIFORNIA. Behelzende Eene nauwkeurige Befchryving van dat Gewe/1, deffelfs Grond, Bergen, Havens, Meiren, Rivieren en Zien, Dieren, Gewajfen, Mineralen en vermaarde Parel- ViJJ'cheryen. De Gewoontens van deffelfs Imvoonders, hunnen Godsdienft, Regeer ing en Levenswyze voor derzelver Bekeering tot den Christelyken Godsdienjl, door de Zendelingen der Jefieiten. Mitsgaders De Berichten van verfcheidene Reizen en Tochten, tot Ternederzettingen derwaards gedaan; van de dadelyke Opneemingen dier Landftreek, derzelver Inham, en der Kuji vaa de Zuyd-Zee. Opgeheldert •Met een Kopere Plaat, ea eene nauwkeurige Kaart van het Land en de naaiïgelegene Zéen. Uyt het oorfprongkelyk Spaans van Miguel Venegas, Jefuit te Mexico, te Madrid \n 't Jaar 1758 uytgekomen, in 't Engels en Frans, en nu in 't Nederduyts vertaald door J- J- D. EERSTE DEEL. »i Q R A V E N H A Q ' Ê, . ByJOHANNES MENSERT, M. DCC. L X X X I I I.   korteling, en wel zeer onvolmaakt, bekend geworden. Desfelfs Kullen zyn wel by andere Natiën, als by de Spanjaarden, bezogt; doch dewyl de eerlle hetzelve maar flechts aandeeden , zo kon mengeenewaare en volflandigeBefchryving van dat wydloopig Gewelt, dan alleenlyk van de laatfte, verwachten. De eerlle Berichten , door de Spanjaarden uytgegeven , vertoonden hetzelve naar Waarheid, en gelyk het in der Daad is, als een Half-Eiland; doch op de Achtbaarheid eener Spaanfe Kaart, by geval in de handen der Hollanders geraakt, en van welker Geloofbaarheid men echter niet kon verzekerd zyn, kreeg het Gevoelen de overhand, dat California een * Ei- et Landfchap CALIFORNIA, desfelfs Benaaming in den allerruymilenZin genoomen, is al overlang ontdekt geweell, en echter eerfl VOORREDE.  VOORREDE. Eiland was, en de daartegen ftrydende Onderftelling wierd by de befte Aardbefchryvers zelve voor eene gemeene Dwaling uytgekreeten. De vermaarde de VIJÏe ging die Bevatting zeer oordeelkundig te keer, en betoogde met zo groote Bequaamheid als Schranderheid, dat men ten tyde wanneer hy fchreef, nog geen genoegzaam Licht had, om die verfchillende Meening te ontfcheiden. In zodanig eenen onbclliftert Staat verbleef die Zaak, tot in het Begin deezerEeuw, wanneer Vader Kino zyne gemaakte Ontdekkingen in 'tLicht gaf;waaruyt bleek,dat hy van Nieuw-Mexico over Land in Ctilifornia gekomen was, en de Vermillioen-Zee gevolgelyk niet meer dan een Zeeboezem of Inham, en Califomia werkelyk maar eenHalf-Eiland kon zyn,gelyk by vroegere Spaanfe Schry vers te boek geflagen was. Hieruyt komt te blyken, dat men de oude Gevoelens, en wel byzonder, wanneer zy op wezendlyke Onderwerpen gegrond zyn, niet te fchielyk moet verwerpen; dat de oplettendfte en fchranderfte Lieden misleidt kunnen worden, en dat men in Verfchillen van diergelyk eene Natuur allerveiligft kan ftaat maken , en volkomen vertrouwen op de Achtbaarheid en het Gezag van zodanige Perfoonen, wier wezendlyk Hoofdwerk  VOORRED E, werk in de dadelyke Ontdekking der onbekende Landen beftaan heeft. Uyt een tot dien Tyd toe zo onvolmaakt gedaan Onderzoek zyn ook verfcheidene andere, zo wezendlyke als fcbynbaare Tegenfpraken, voortgevloeid. Men vindt Berichten , in welke de Kullen van California, uyt hoofde der doordringende Koude, als onbewoonbaar opgegeven worden ; andere daarentegen melden, dat de Hitte aldaar onverdragelyk* zy. Zommige vertoonen dat Geweft als een onvruchtbaar, dor, bar en ondoorwaterd Land , niet alleen onbebouwd, maar wegens het laatfte Gebrek volftrekt onbebouwbaar. Andere vyzelen het op vooreen vruchtbaar, aangenaam en by verfcheidene Rivieren doorfneden Geweft. De eene klaagt over desfelfs Kus* ten cn Oevers, als bezwaarlyk en gevaarlyk wegens de meenigvuldige Rotfen en Klippen , waarmede dezelve omgeven en belemmerd zyn : De andere daarentegen beweert, dat de Aanvaart overheerlykzy; dat verfcheidene ruyme diepe en breede Rivieren uyt het Land in de Zee ftroomen, in welker Monden eene meenigte fraaije en vruchtbaare Eilanden leggen, en dat, zo wel in deze als op het vafte Land, verfcheidene zeer bequame en veilige Havens gevonden worden. De Verandering en het Verfchil, zo wel in * 2 de  VOORREDE. de Opgave der Waardy, als omtrent de Gelegenheid en Gedaante van dit wydluftig Half-Eiland, is ten nyterften verward en naauwelyks te ontfcheiden. Indien men zommige Schryvers wil geloven , dan is het Hechts een fchraal, arm, elendig en verachtelyk Land, en naauwelyks de Moeite waardig, die daaraan van tyd tot tyd hefteed is. En evenwel moeten degecnen, welke gelegenheid gehad hebben hetzelve naauwkeurig te onderzoeken , ganfch anders daarvan oordeelen; deeze getuygen, dat het zeer bequaam zy tot allerhande Bouwingen en Aanqueekingen ; dat 'er onbetvviftelyke Tekenen van rykeMynen gevonden, en op deKuft eene meenigte zeer voordeelige Parelviflcheryen gedreven worden. Dus heeft men ook de Inwoonders met ganfch verfchillende Verwen uytgefchildert: Zommige {tellen dezelve voor als botte, onbefchofte, beeftachtige en onbuygzaame Schepzels; en andere daarentegen pryzen dezelve wegens hunne Snedigheid , Beleefdheid en Herbergzaamheid. In beide deze tegenftrydige Verhaalen vindt men echter,ten opzigte van de Verfcheidenheid der Landftreek, waarop dezelve kunnen toegepaft worden , als mede uyt hoofde van verfcheidene Omftandigheden, weinige Valsheid, en in't algemeen genomen, hier en  VOORREDE. en daar eenige Waarheden ondermengd. Doch het voornaamfte Punt, hetgeen men altoos ten opzigte van dit Geweft bedoelt heeft, is de Bepaaling van desfelfs Grenfen in het Noorden ge weeft, waarvan men tot nog toe geene verzekerde Berichten bekomen had. Men heeft wel gewaagt van een Landfchap en van eene Zee-Engte van Anian , door dewelke men onderftelde, dat Ca/ifomia van Afia gefcheiden wierd. Anderehebben beweert, dat California, zig geduurig noord -weftwaards uytftrekkende, zeer naby aan de ooftelyke Tartary grensde, en men aldaar ook het Fretum Aniani behoorde te onderftellen. Andere hebben daarentegen zoeken ftaande te houden, dat die Straat of Zee-Engte maar in de Verbeelding beftond; totBewys aanvoerende, dat zommige door de Spanjaarden tot het Chriften Geloof bekeerde Indianen over Land in China geweeft waren, doch aan de Waarheid van zodanig een Verhaal had men geduurig getwyfelt. Zommige meenen, dat tusfchen het Noord-Ooften van Afia en het Noord-Weften van America de openbaare Zee eene Scheiding maakt, terwyl andere onderftellen, dat zulks maar voor een gedeelte plaats heeft, en alhoewel aldaar eene Zee mogt zyn, dezelve echter door een meenigte van groute en * 3 klei-  VOORREDE. kleine Eilanden beflagen was. Doch alle deze Berichten beftaan maar in loiïe Giffin gen, waarop menigeen den minften ftaat kan maken, en weshalve wy alsnog na de Oploffing dier Vraag behooren te wachten, tot dat dezelve Geeft van Ny- • verheid, welke ons in het eerfte tot de Ontdekking der Indien en der Americaanfe Geweften aanfpoorde,ons ander» maal komt te bezielen, en met eene gelyke Verzekering te overtuygen, of het de Zee dan het Land, of eene Mengeling van beiden zy, hetgeen tivflchen deze zo wyduytgeftrekte vafte Landen de Paaien maakt. Men behoort wyders te aanmerken, dat het ver van daar zy, zodanig een Onderwerp voor eene enkele Befpiegeling te houden ; maar dat men in tegendeel weinige naauwkeurige Navorlingen ontmoet, welker Aangelegenheid 3 |M palende Koten, binnen dewelke dezelve ^ DeTl'nlL is een Arm van de Stille Zuydzee d °1M «n ft*, en fl— ^ f « / 1„ nlortoclit der .teelten te voet vermaard at,, om den »«™ »f Zendelingen beltanpefenTem SenoLauri,ano « ™ ftoe Lieve Vrouw van Zorewo, de BeSnenXr en V„„ Lderes dier Zending; ook wel SSSE *S «On™,»,om dat^ota woordigdoorgaansaande7.elvedievan»r*^»r, °f ^aden Breedte laage, van mtm-Stmm mm verfcheidene Rjchung.  H De HISTORIE van legt. Labo de Corientes lege, volgens 7) J rT Juan, op o_68 Graden 10 Minuten ooffe vlr ^ te van den Meridiaan van wSÏÏS*5 2o Graden 2o Minuten noordelyke Breedte «? noorden dien Uythoek nnj/i a ; Be" AeopeaGradeo ,o Mtama, „oorderB«dS' Cmrnr, welke het Köolnsn* TV™ rl/r • ^' deProvioeie CWtó JSi'S"™ de Kuil ziet men Punta JVeera eene T 2"j"a'Elotai TavalamCuliacan, welkehatfle OW.doe, op o„„L?'^ad JVt te fa de Zee legteeoe groote R„B> of lieve?em kleit*  CALIFORNIA. 15 klein Eiland. Tegen over deze Kuft is de Baay van Santa Maria, de Rivier en Haven van Abome op 06 Graden en 30 Minuten Breedte; wyders de Rivier Puerte , de wydlte van alle in deze Geweften; de Efleros en de Haven van San Lucas, door een Eiland geformeerd, en een weinig bezyden, op omtrent 28 Graden en in 't gezigt van 't Myngebergte, de los Frayles en de Rivier Mayo, welke zig m de Haven van Santé Crux ontlaft. Aan de andere zyde der Rivier Mayo begint de Provincie Oftimuri, die zig 40 Mylen tot aan de Rivier Chico uytftrekt, en een gedeelte van Ptmeria Baxa omgeeft. Ten Ooften is de Baay van Santa Crux, de Kreek van San Martm, San Bartholomeo en Punta de Lobos. Omtrent 29 Graden de Rivier Yaqui, of San Jgnacio, welke by haare Uytvloeijing in de Zee, tuffchen de Dorpen van Beien en Raun , de Haven van Taqut formeert, alwaar veel Geryf te haaien is, en weshalven zy het meelt door de Barken van California bezogt wordt. Van deze Rivieren af begint de Provincie Sonora, welke zig diep in t Land uytftrekt Deze zyde van 't vafte Land is het laatlte by de Spanjaards veroverd , en by de Jezuïten bekend geworden. Die Kuft opvolgende, ontmoet men deHaven van San Xaverio, de Baay van San Jofepb de los Guaymos en de Rivier la Sonora; zynde de Naam der ganfche Provincie. Hiervandaan tot aan Caborca toe, 90Mylen van de Rivier Taqui gelegen , heeft de Kuft , ten opzigte van haare Schraalheid en Roden, de gedaante eener Woeftyne; zynde de Bewoonders, buyten eenige weinige Indiaanfe Seris en Tepocas, altemasrl Heidenen, of zeer onvolmaakt in 't Chriftendom onderweezene Schepzels. Deze Kuft bevat de groote Baav van San Juan Baptifla, by welke het Eiland 3 " van  ¥ De HISTORIE van van San Agoftino, en verder weftwaards dat van San Lfhvangekgen zyn. Verder noordwaards naby de Kuft der Seris legt het Eiland San Pedro. Een weinig bezyden valt de kleine Rivier , waaruyt de Zendelingen van laConcepcion de Caborca, zynde een Streek binnen's Lands, omtrent 2 Mylen van de Zee gelegen , hun verfeh Water haaien. Deze Streek was de laatfte Chriftelyke Volkplanting, welke m de Provincie van Pimeria Aha , in \ Gouvernement van Sonora, ter hoogte van 31 Graden noordelyke Breedte , opgerecht wierd. Doch in 't Jaar 1751 hebben de Indianen, hunne Gelukzaligheid niet bezeffende , eenen Opftand verwekt • de Volkplanting verwoeft, en beide de aldaar woonende Zendelingen van de Sociëteit een heerlyk Marteldom doen ondergaan. Niet ver van dezen Stroom heeft Vader Eujebio Francijco Kino eene Haven ontdekt, aan welke hy de Naam van SantaSabina gaf, en aan het Strand een klein Eiland, omtrent 3 Mylen lang zynde, hetwelke by hem Santa Ine* genaamt wierd. In het overige gedeelte dier Kuft van 31 Graden al hebben vericheidene oude en nieuwe Aardbcfchryvers de Rivieren Coral, Tizon, Santa Cl ara* Amgouche, Per/as en Lajas, Ondieptens, Uythoeken en Baaijen geplaatft. Doch Vader Kino , die veele Reizen door deze Landftreek gedaan , en van de Rivier Caborca tot aan de Colorado zeer naauwkeunge Waarneemingen aangeteekent heeft, maakt in zyne Kaarten daarvan geen het minfte gewag, dan alleen van het Riviertje Santa Clara , hetgeen in de Zee loopt. Wanneer hy langs de Zoomen van t Gebergte,by hem del Carrizal en San Marcello genaamd, en op 31 Graden 30 Minuten gelegen, zyne Reize deed, heeft hy geene van alle de opgeroeide Rivieren ontmoet, en alleenlyk een Water van  CALIFORNIA. 17 van de Beek Santa Clara tot de Rivier Colorado op zyne Kaart gebragt, hetgeen hy Tres Ojitos, of de drie Oogjes noemt, niet ver van het Riviertje Santa Clara. Wy fteunen derhalven op de Kaarten en het Verhaal van Vader Kino , en kunnen geruftelyk vaftftellen, dat van de Beek Santa Clara af de Legging der Kuft verandert, loopende ter tuffchen wydte van eenen halven Graad rechtftreeks van Ooft tot, Welt, van waar zy wederom na 't Noorden draayt. Het overige dier ganfche Kuft beftaat ten eenemaal in dorre en onvruchtbaare Zandgronden tot aan de Rivier Colorado toe, welke, gelyk wy hier vooren aangemerkt hebben , op 32 Graden 30 Minuten noorder Breedte zig in dc Zee ontlaft. Daarenboven kunnen geene der opgemelde Rivieren aldaar zyn , doordien de Colorado aan het uyterft Einde van dien Zeeboezem ftroomt, ter plaatfe alwaar de Ooftkuft van California met die van het vafte Land van Nova Htfpama zamen-loopt, cn zig aan beide de Oevers der laatfte Rivier vereenigt. De Colorado is de breedfte van alle de Rivieren, welke in de wydluftige Uytgeftrekcheid van het Ouderkoningryk Mexico gevonden worden. Derzelver Mond, wanneer zy in den Zeeboezem valt, is byna eene Myl wyd. In denzelven leggen drie Eilandjes, welke dus 4 Killen formeeren, door welke de Snelheid van den Stroom in zyne Ontlading zeer vergroot wordt. Ingevolge de Verhaalen van Vader Kino, die in het begin der Zending van Pi* meria Alta, in het uytgaan der laatfte en in den aanvang deezer Eeuw , verfcheidenemaalen de Rivier Colorado opgezeild is ; en volgens het Getuygenis van Vader Diego Sadelmaijer, Zendeling van Caborca enTubutama, die met onvermoeyden yver die Rivier op verfcheidene tyden zedert het Jaar 1744, en wel voornamentlyk in October 1748 be- ƒ. Deel. B vaa»  i£ De HISTORIE van vaaren heeft; zo loopt de Rivier Colorado van de 34 Graden af rechtüxeeks van Noorden tot Zuyden, tot dat zy zig in de Zee ontlaft. Omtrent 35 Graden ontfangt zy de breede Rivier Gila, en ftroomt geduurig Noordooft en Zuydweft tot de 34 Graden, en deezc is haare Loop na de Vereeniging van beide Rivieren, en haare Oeverbanken zyn tot dus ver by «Je Natie, genaamd Alchedomas , bewoond. De Loop der Gila, van het Land der Apoches af, is Ooft en Weft, èïi eer zy in de Colorado valt, wordt zy door de Affuncion verwydert; dezen Naam'van Affuncion heeft Vader Sadelmaijer aan eene andere wyde Rivier gegeven , welke hy bezyden de Gila ontdekt heeft, en waarin twee mindere Rivieren, by hem Rio Salado en Rio Ver de genaamd, komen te vloeijen. De Rivier Gila ftroomt omtrent 100 Mylen van de uyterftc Zendingen van Sonora en Pimeria, en gevolgelyk over de 600 Mylen benoorden Mexico. Wy gaan over tot de Befchryving der Weftkuft van onzen Zeeboezem na dc zyde van California. De Inham begint by de Baay van San Bernabé, en is tuflchen twee Uythoekcn ingeflooten; zynde de zuydclykfte Cabo San Lucas, en dc meer binnenwaards gelegene Por/ia , waarby zig de kleine Rivier, welke door de Zending van San Jofeph de los Coras vloeyt, in de Zee valt. Binnen den Zeeboezem is de Baay van las Palmas, en behalven deze nog eene andere, genaamd Serralvo, als mede een Eiland in 't midden der Zee , vlak tegenover leggende. Van hier loopt de Kuft noordelyk , eenigzins na 't Weften hellende tot aan de Hoogtens van Santa Cruz, en van het Eiland Rofario, waar zy volftrekt weftelyk is , en vervolgens, van 't Noorden tot Zuyden draaijende , eene Landtong in den Zeeboezem formeert, welke van Zuydwell: naNoord- 00-  CALIFORNIA. *9 öoften ftrekt, en tegen over de Landtong legt het Eiland Spirito Santo. Deze Kaap geeft haare geflalte aan de ruymeBaay van de la Paz, gelegen op 23 Graden 30 Minuten noorder Breedte , waaraan zig de Haven Pitchilingues, en naall dezelve eene menigte Eilandjes bevinden.- In deze Baay is de Admiraal Don Ifidoro de Otondo y Antillon op zyne eerlle Reize na California aangelandt, blyvende geduurende 4 Maanden voor Anker leggen tot den 31 Maart 1683, wanneer hy nog 60 Mylen hooger op na 'tNoorden zeilde, namentlyk tot in de Baay van los Dolores, in de Landtaal de Apate genaamd, tegen over welker Kullen de Eilanden van San Jofeph en andere , genaamd las Animds, San Diego, Santa Cruz, Montalvan en Catalana leggen. Kort hierachter formeert de Kult de Baay van San Carlos, ten eenemaal met kleine Eilanden omgeven. Buyten de Kuil: van Malibat is Loretto-Baay, te vooren San Dionyfio genaamd , gelegen in 't Land van Idiom Concbo, waarin, gelyk wy reeds hiervooren aangemerkt hebben, de eerlle Zending van California zig ter neder gelaten, en hetzelve aan O. L. V. van Loretto, als Befcherm- eh Schutsvrouw van dat Wingeweft, toegcwydt heeft; leggende op 26 Graden noorder Breedte. In deze Baay leggen ook de kleine Eilanden van Montferrato en San Marcial, als mede een weinig verder in den Zeeboezem dat van Cdrmen, hetgeen grooter dan de voorige is. TulTchen deze en de Kuil: van Ligui legt het Eiland Danzantes, en verder op die van San Cofmo ,SanDamiano en Coronados. Niet ver van deze Eilanden en dat van laMefliza formeert de Zee de kleine Baay van San Bruno, waarin verfcheidene Eilanden leggen , welke den Naam van San Juanico voeren, en alwaar de AdB a mi-  De HIS TORIE van miraal Otondo zyn Leger opfloeg. Ter zyden dier eene Landtong, welke in de Zee uytfteekt, en die wegens haare gedaante den Naam van Pulpito verkreegen heeft, begint de Baay van Comondu, tegen welke het Eiland San Ildefonfo over legt. Van hieromtrent loopt de Zee rechtflreeks noordelyk, doch keert kort daarop van Noorden na 't Zuyden, maakende eene andere Landtong, na de voorfz. van la Paz gelykende, doch fmaller. Tuffchen deze en de vafle Kuft legt de Coticepcion-Baay, wier Mond door eene menigte aan den anderen gelegene Eilandjes geflopt is , op de Hoogte van omtrent 27 Graden. Omtrent twee Mylen van deze Baay valt de Rivier Mulege in den Zeeboezem van California , en ter zyde legt Cabo San Marcos. Tegen over deze Kaap, in 't midden van 't Naauw,legt het Eiland Tortuga of Tortoife; aan de Zuydzyde de zogenaamde Tortuguillas, of kleine Tortoifes, en ten Noorden meer andere, genaamd Galapagos of Slakken-Eilanden. Van hier ftrekt de Kuft eenigzins noordelyk tot aan Cabo Virgenes, gelyk de nabuurige Keten van 't Gebergte genaamt wordt, waarin men in Jaar 1746 verfcheidene Vulcanos, of vuurfpouwende Bergen , ontdekt heeft. Bezyden deze Kaap neigt de Kuft wederom weftwaards. Niet ver van daar is de Haven Santa Anna, en drie Mylen verder die van San Carlos, gelegen op 28 Graden noordelyke Breedte. Hier quam Vader Fervando Confago, daartoe gelaft by Vader Chrifloval de Efcobar, Provinciaal van Nova Hifpania, met vier Canoës belanden, om eene Meeting te doen van de overige Geweflen, welker Einden by de Rivier Colorado bepaalt wierden. Boven de Havens van Trinidado, San Barnabé en San Jttan en de Baay en Cabo SanMiguëlde la Pepena, volgt Cabo San Gabriël de las Almejas, of de Mof elKaap;  CALIFORNIA. ai Kaap; zynde voor alle Zeevaarenden op deze Kuft een zeer gevaarlyk Voorgebergte., en met den Bynaam van Punta de Sal Sipuedes, of Point d' Escape, dat is, houw af, zo je kunt ! De Breedte dier Kaap is 29 Graden en 30 Minuten. Ter zyden van dien Uythoek is eene ontallyke menigte van kleine Eilanden , welke om dezelve redenen van Gevaar Iflas de Sal fi puedes genaamt worden. De grootfte Plaats van eenig belang op deze Kuft is de Baay van San Raphaè'l, en tuflchen haar en San Gabriël legt het Eiland van San Lorenzo, met eenige andere van mindere Grootte. Verderop ontmoet men de Baay van las Animas en die van los Angelos,vin waar de Kuft voortloopt na Sanjuan en San Pablo, welke met het groot Eiland van Angelo de la Guarda het Canaal van las Ballenas, of de Walviffe-kreek, formeeren; dus genaamd van de menigte dier Schepzelen, welke aldaar gewoonlyk gezien worden. - Ter zyde de Baay van San Louis Gonzaga en die van la Vifitacion legt de Kuft volftrekt noord- en zuydelyk tot aan de Baay van San Pbilipe de Jefus, en formeert in die Tuffchenwydte de Havens van Santa Ifabella en San Termino, en van ter zyde San Termino en San Bonaventura is de Kuft met Moeraflen overdekt, leggende Zuydweft enNoordweft, of tuffchen Noord en Ooft, van den Mond der Colorado af tot aan de uyterfte Grenfen van den Zeeboezem van California, gelyk wy hiervooren aangemerkt hebben. B 3 III. HOOFD-  22 De HISTORIE van III. HOOFDSTUK. Befcbryving van V Landfchap California,met een Verbaal van den Aardt van dejfelfs Landsdaauwen, Men mag op goede gronden bevveeren , dat zedert het begin dezer Eeuw geen Europeaan tot in de binnenfte Deelen van California doorgedrongen zy , en dat gevolgelyk alle de Verhaaien, welke iemand daarvan zig aangematigt heeft te geven , alleenlyk in onzekere Gillingen en Gevolgen beftaan van de weinige Aanmerkingen, die op de Kuft gemaakt zyn. Hoewel ook zommige Schryvers de gevoelige Aandoening over het mislukken hunner Onderneeming eenigzins door zonderlinge en verbazende Vernaaien zoeken te verzachten , en zig te vermaken met hunne Toehoorders in Oplettendheid en Verwondering te verrukken, dewyl zy van alle die Byzonderheden voorgeven Ooggetuygen geweeft te zyn ; zo hebben ook veele andere ,met Schade en Schande van den Tocht na California teruggekomen, zig by 't gemecne Volk weeten in gunft te zetten; hunne Misdagen te bewimpelen , en hunne Maatfchappy met vruchtbaare Uytvindingen van Sprookjes bevallig te maken. De geduurige Herhaling dier Fabelen opent de Deur tot Verbétering en Nayver. De laatften, welke van daar t'huys quamen, meenden zig gehouden te zyn nog eene grootcre menigte verbazende Omftandigheden, vol van Schrik en Verwondering, te verzinnen, dan dewelke reeds by de ecrfte Waaghalzen en Goedergelukzoekers verhaald waren; en zulks zonder eenige de minfte Omzigtigheid en Voorzorg, dewyl hunne  CALIFORNIA. 23 ne Vernaaien niet gemakkelyk wederleg! en verworpen-konden worden. Ook de Jezuiten zelve waren by hunne eerlle Aankomft op dit Halfeiland niet in (laat van eenig vollecdig cn geloofwaardig Verhaal te kunnen geven ; het was een Werk van veele Jaaren, om tot in de binnenitc Geweften door te dringen, en dezelve op hun gemak te befchouwen en te meeten, en van 't zelve aan de Waereld een waarachtig Bericht mede te deelen. Welke Misdagen zoude iemand niet begaan, die de Natuur en de Hoedanigheden van Spanjen zoude willen befchryven , wanneer zyne Waarneemingen dechts tot een klein gedeelte van de Spaanfe Kuft bepaald waren. Ik zal derhal ven geene dier valfche Berichten van dc eerfte Waaghalzen herhaalen , maar allcenlyk den Lezer voor Oogen leggen, hetgeen by herhaalde nieuwere Berichten tegenwoordig ten volle verzekerd en bcveftigd is. De Lengte van California van Cabo San Lucas tot aan de noordelyke Grenfen, van welke wy reeds in bezit zyn , is omtrent 300 Mylen; en daarbenevens is dc Streek van maar eene Myl op zommige Plaatfen byzonder onderzogt en befchreven. De Breedte valt ten opzigte der Lengte veel fmallcr, want dezelve kan by Cabo San Lucas maar 10, op zommige Plaatfen 20 , op andere 30 en 40 Mylen van de eene Zee tot de andere haaien; alles naar niaate dat beide de Kuften draaijen. Vermits de Uytgeftrektheid van dat Geweft kan men gemakkelyk naleiden , dat'er eene natuurlyke Verfcheidenheid in de Gematigdheid der Lucht en in de Hoedanigheid van den Bodem moet zyn. Doch men kan in 't algemeen zeggen, dat de Lucht by uytftck droog en heet, en het Aardryk overal dor, oneffen, wild, alom met Bergen, Rot/en en Zanden en van weinig Water voorzien zy , cn gevolgeB 4 lyk  H De HISTORIE van lyk onbequaam tot Bouwland , Weiland en Beplantingen. Echter is, om iets meer in 't bvzonder te zeggen, de Lucht ter tuffchenwydte van'20 of 30 Mylen van Cabo San Lucas van eene zachtere en aangenaamere Hoedanigheid; de Grond niet zo fchraaj en oneffen, en de kleine Rivieren en Beeken van verfch Water gemeenzamer, dan in de andere Streeken. Van hier tot aan het Guarnifoen van Loretto, leggende omtrent in 't midden van dit WingeWeft, is de Hitte doorgaans byna onverdraaglyk; de Bergen ruuw en iteil, en het Aardryk bar en fchraal. In de overige Streeken, welke by de voorige en eerfte Zendelingen beflagen zyn, is de Lucht veel gematigder, in zo ver, dat zelfs in zommige Jaargetyden het Water aldaar bevriefl; doch deGeiteltenis van den Bodem is al even wild en woeft,als die van alle de andere Streeken. Van den 28ften Graad, tot zo ver men het Halfeiland langs de Kuft ontdekt heeft, is de Grond wel niet zo oneffen en rotsachtig , doch weinig minder onvruchtbaar. Echter heeft Vader Kino, die de Rivier Colorado tuffchen de 34 cn 35Graden opgevaaren is, en eene nauwkeurige Befchouvving en Afmeeting van debeweften die Rivier gelegene Landen, tuffchen de Cana]en van Santa Barbara, Puerto de MonteRey en Cabo Mendocino,gedaan heeft, ons verzekert, dat aldaar vruchtbaare en vlakke Streeken zyn , welke door vermakelyke Boffchen, Rivieren en eene menigte Weilanden doorfneeden worden , en zo bequaam tot het oprechten van Volkplantingen, als eenigLand ter waereld. Dit Verhaal is-bewaarheide, door het Bericht van 't geen de Generaal Fizcaino langs deZeekuflen dier Streeken ondervonden heeft, en nog later by Vader Taraval's Waarneemingen op de Kuft van San Xaverio en de daarover gelegene Eilanden van los Dolores, welke het voorfz. Ca-  CALIFORNIA. n-5 Canaal van Santa Barbara formeeren, beveiligd is. Beide {temmen daarin overeen , dat deze Kusten , zo ten opzigte van de Lucht als van de overvloedige Vruchten, met de overige Geweften van California weinige of ganfch geene Overeenkom!!: hebben. Het Denkbeeld van California, hetgeen men, op hetGezag van geloofwaardige Schryvers, in zo ver ' het Land tot omtrent 300 Mylen na boven ontdekt is, kan formeeren, is derhalve niet zeer voordeelig; doch niet tegenftaande het Land doorgaans ruuw, rotsachtig en fchraal, en de Lucht onaangenaam en ongezond moge zyn, zo vindt men echter langs de Kuft heenen verfcheidene Streeken, welke men met voordeel tot Bouwlanden kan bezigen, en die allerhande Leeftocht en Behoeftens voortbrengen. De Nabyheid der Zee matigt door haare Uytwaaflemingen de Hitte van den Dampkring; de afhellende zyde der Bergen doet Vlieten en Beeken van verfch Water ftroomen, zonder welke de Zaaijing veelmaals zoude mislukken, om dat'er zeer weinig Regen valt, en de Tyd daarvan zeer onzeker is. Eindelyk zyn ook die Streeken niet zonder Vlaktens, welke toe Wei- en Bouwlanden kunnen gebruykt worden. Zelfs in 't midden van California vindt men zommige Valeijen en ryzende Gronden, welke van eene matige Vruchtbaarheid zyn, en Wellen tot het drinken en tot het bewateren van't Land uytleeveren. In deze Streek houden de arme Californianen zig het allermeeft met der Woon op; en hier worden ook de * Cabeceras der Zendelingen gevonden, als mede de Dorpen, welke van hunne Bezending afhangen. Het is altoos eene Hoofdregel geweeft, deze CaB 5 be- * Dit is de Naam der voornaamfle Stad, waarin doorgaans de Zendelingen woonen , die gemecnlyk nog verfcheidene kleine Dóryen onder hunne opzigt hebben.  26 De HISTORIE van beceras aan de Oevers van Rivieren en Wateren aan te leggen, om de Indianen in Steden te laten woonen, en daardoor allengskens te doen wennen tot een Chriflelyk en gezellig Leven onder de Wetten Doch langs de ganfche Binnenkufl van Cabo San Lucas tot aan de Rivier Colorado zyn maar twee Stroomen, en zelfs zeer klein. De eerlle loopt dooide Zending van San Jofepb del Cabo, en ontlafl zig m de Baay van San Barnabe ; de tweede is de Muleje , bewaterende de Zending van Santa RoJalia, en vloeijende in den Zeeboezem van California op de Breedte van 27 Graden. De andere Zendingen leggen aan zommige Welbronnen, wier Water de Zee niet kan bereiken,ten zy in tydvanzwaare Regens. Andere vallen niet in den Zeeboezem, maar op de Weflkuft in de Stille Zuydzee; doch vermits ten dien opzigte nog geene naauwkeurige Waarneemingen bekend zyn; zal ik omtrent de Rivieren, dewyl zeer veel Onzekerheid daarby voorkomt, voortaan niets meer gewagen. De Heer de Fer en andere hedendaagfe Aardbefchryvers plaatfen op deze Kuil ter Breedte van 16 Graden, naby Cabo Santa Apollonia , de Haven van San Martino, die van Anno Nuevo, en de Rivier van Santo Thomas , met die Byzonderheid dat dezelve in 't Jaar 1648 ontdekt zoude zyn. Dit was het Tydftip der Expeditie van den Admiraal Otondo, waarin hy door meergemelden Pater Kino verzelt wierd. Echter kan ik in de Vernaaien dier Expeditie niet vinden, dat de Admiraal ooit aan Land geflapt zy, dan alleenlyk om de Havens aandeOoflkufl en aan den Zeeboezem te bezoeken ; ook is het ten opzigte van den brandenden Yver cn de Nieuwsgierigheid van Vader Kino, als mede uyt hoofde van het groot Belang, hetgeen hy in deZaaken van California had, niet denkelyk, dat hy omtrent  CALIFORNIA. 27 treot eenigerhandeByzonderheden, tot die Ontdekkingen betrekkelyk, eenigen Misflag zoude begaan hebben. Hy plaatfl zowel in zyne geteekende groote als kleine gedrukte Kaart de Rivier van Santo Lbomas; ontfpringende tuflchen de 26 en ^Graden noordelyke Breedte, en na het ganfcne Halfeiland doorftroomt te hebben , zig zelve ontladende in de Zuydzee op 26 Graden, en formeerende eene Haven, bv hem genaamd Vuerto del Anno Nuevo, als zynde ontdekt in't Jaar 1685. Aan beide de zydendier Rivier leggen Chridelyke Dorpen, gelyk blykt uyt derzelver Naamen, San Jago, Santos Innocentes, Sanjuan, SanEjïevan, los Reyes, Noche Buena, Thebayda en San Nicolas; maar inde Verhaalcn dier Tyd vind ik geene van alle die Ontdekkingen aangeteekend ; waarby ik nog moet voegen, dat in die der volgende Tyden ook niet gewaagt wordt van eenigerhande diergelyke Rivieren, Volkplantingen en Havens, daar zelfs de kleindcBeeken naauwkeurig aangemerkt zyn. Deze en verfcheidene andere Redenen hebben my bewogen daarvan o-ecne ontfchcidende Uytfpraak te doen; cn nademaal veele andere Zwaarigheden van gelyken aardt zig omtrent deze Buy tenkud opdoen, zo verzoek ik ontfchuldigc te mogen worden wegens het gebrek van laatere en naauwkcurigere Onderrechtingen, en den Lezer te mogen wyzen na 't Verhaal der Reize van den Generaal Vizcalno, hetwelke aan het Einde van dit Werk gevonden wordt. IV. HOOFD-  28 De HISTORIE va» IV. HOOFDSTUK. Van de Beeflen , Vogels, gekurvene Diertjes, PiJJchen, Schelpen, Boomen, Vruchten, Planten , Mineraalen en Paerlen , welke op California en de daaraan paaiende Zeen gevonden worden. Ik hoop, dat de Lezer van my, uyt hoofde van zodamg eenen wydloopigen Tytel, niet zal verwachten een volmaakt Bericht der Animale, Vegetabile en Mineraale Ryken van California. Ik weet wel, dat de Natuurlyke Hiftorie altoos, de meeftbegunftigde Letteroeffening van wyze Lieden onder alle befchaafde Volkeren geweeft zy. Ook is my de hedendaagfe groote Vlyt der Geleerden in 't bekomen der ondervindelyke Kennis van de Natuur niet onbekend, en dat zy daardoor de Gunft en Befcherming verdienen van verfcheideneEuropéife Vo'rften wier Gaieryen van Zeldzaamheden, Studeer-Vertrekken , Tuynen , Tooneelen , Academiën en tairyke Boekeryen daarvan de heerlykfte Gedenkftukken uytIeeveren. Ik weet het innigfte Genoegen, hetgeen zig in 't Hert van een nieuwsgierig en oplettend Lezer openbaart, wanneer hy eenige nieuwe Kennis m deze Weetenfchap verkrygt, gelyk men met reden te verwachten heeft uyt de Berichten en Befchryving van ver gelegene en weinig bekende Geweften. My is overtuygende bekend, dat men niets, hetgeen tot de Natuurlyke Hiftorie betrekkelyk is, behoort over te flaan , dewyl niets voor Lieden van goeden Smaak aangenaamer kan zyn. En mogelyk heeft het Opperfte Wezen den Menfch wel volftrektelyk dien Smaak ingeblazen, om de Wonderen zy- ncr  CALIFORNIA. 29 nerAlmagt na te fpooren; weecende derzelver Greetigneid' en Begeerte, om dezelve te onderzoeken,en Vder Verfchynzel der Natuur naauwkeurig uyt te "kunnen leggen; of het Oogmerk zyner Almogendheid is by het inblaazen dier Begeerte in de menfchelyke Zinnen geweeft, om hen de Werken zyner Handen te doen betrachten , en daardoor eemg verheven Denkbeeld van zyne Grootheid te bekomen Ik befchouw derhalve met verwondering den Arbeid en den Yver van veele Vreemdelingen, welken zy aan de Opheldering van de Natuurlyke Hiftorie der Americaanfe Colonien en derzelver verfcheidene Volkeren befteedt hebben. Getuygen zyn wylen de onvergelykelyke Voorzitter der Koninglyke Maatfchappy van Engeland,mmentlyk de vermaarde Ridder Hans Sloane * en Juffer Maria Sybilla Merian , die zelfs uyt Holland. eene Reize na Suriname deed, om eene naauwkeurigere Kennis van.de gekurvene Diertjes dier Landftreek te bekomen. De Laat en deBry, beide Duytfers; Jocelin mWalcker, Engelfen; Laray, een Fransman; Pifon , Markgrave enRochefort, Duytfers; Ligon, Engelsman; Cornuto , een Italiaan in Franfen Dienll; Banni(ler,Fernon en Crieg, Engelfen ; Lab at, een Franfe Dominicaan ; Tbibeth, een Franfe Franciscaan; Catesby en Cleyton, Enge'lfen ; Barrera, la Fiteau en Charlevoix, Franfen, en eene menigte anderen, welke inde Botanicale Bibliotheken van Ssguier en Linnaus gevonden worden. ö My • Catahcm Plantarum, 1** >» Jkfit» Jtmtic* fint, prnini«,t, W 7tif, „uibusdam, ?« Mader*, Barbadoes Neves, St.Chr.stophori „aftund; feu Prodnmus Bijiorix naiurahs JMMU*. *^%to*°SLfc of Madeira, Barbadoes Nevis , St C„ri«o; pher?s W Jamaica, tb, „atural Hijlorj of tbtfl Cntrm 9t. Imitm 1707, m Wi, in Folie, vitt »74 Cs&tr Phti;.  30 De HISTORIE van My geheugt de zorgvuldige Aanqueeking dier OefFenmg in Spanjen, zelfs in de Tyden der Moeren, en nog meer zederc deOprechting der nuttige Konden en Wectenfchappen, wanneer Pünius in de Schooien gelezen wierd. Daar ontftak een Nayver onder de Geleerden, om dien Schryver met Aanmerkingen op te helderen , gelyk als Nunnius, Stran, Gomez, de Caflro en Ponce de Leon gedaan hebben, terwyl die fraaije Kundigheden nog al verder verbeetert wierden door de deftige Werken van Laguna, Valles, Herrera , el Prior , Deza Rios, Salinas, Val de Cebro, Funes+Velez, Vargas, Villafane, Barba,en veele anderen, van welke de Spaanfe Boekeryen met grooten Lof gewagen. Nog minder ben ik onkundig, met hoe groote naauwkeurigheid de Americaanfe Voortbrengzelen opgehelderd zyn by Monardes en Oviedo, en'wel voornamentlyk noglaaterbyden Jezuït Vader Jofepb d Acofla , dien de fraije Schryver Vader Feyjóo met den Naam van den Americïtanf'en Plinius beftempelt. Ik dien hier ook niet te vergeeten den vermaarden Francij'co Hemandez, die benevens d Acofla by Koning Philip IL na America gezonden wierd, en die in de Bibliotheek van 't Escurial zeventien groote Boekdeelen van Befchryvineen heeft nagelaten, en van wien Vader Claudio Clemente zegt *; Qui omnes Libri en Commentaril ft prout afeBtjunt, ita forent perfe&i ac abfoluu, Phtlippus. Secundus & Francifcus Hemandez haudquaquam Alexandro & Arifloteli in bacparte concederent. Dat is: „ Wanneer a'le „ deze Boeken en Verklaaringen zo volmaakt en „ doorwrocht waren, als zy met yver gefchreeven „ zyn, dan zouden Pbilippus II. en Francifcus „ Her- jL.bh»tbece InjiruStia Sic. L*g4uni 1635 , in Qjmrlu  CALIFORNIA. 31 „ Hernandez ten dezen opzigte voor Alexander „ en Ariftoteles geenzins hoeven te wyken." Doch van deze hebben wy alleenlyk maar korte Begrippen, gelyk dezelve by Vader Ximenes en Nar do Recco, Geneesheer van Philip II., daaruyt getrokken zyn. Ik zie wyders met groot genoegen de algemeene Goedkeuring der Ophelderingen van de Natuurlyke Hiftorie onzer Atnericaanfe Heerfchappyen van deze Eeuw; gelyk deze van Vader Fevillé * en Plumier **, welke ten kofte van den Koning van Vrankryk na America gezonden wierden. DeBefchryving der Planten in de Phiüppynfe Eilanden door Vader Camillo ; die van dc Rivier Oronoco door Vader Gumilla, en delTelfs weergaloos Werk, getyteld Oronoco Illu/lrado, cn laatftelyk het Berichtte vinden in deRelacion del Viago a los Reynos del Peru door Don Georgio Juan en Don Antonio Ulloa , in gezelfchap met de Academiiten van Vrankryk , om de waare Gedaante van den Aardkloot te beveiligen. Eindelyk,en om te fluyten, ben ik ook onderrecht van de Onverduldigheid, met welke de geleerde Waereld verlangt na de Waarneemingen van den Heer Jujfieu , welke by zyne Allerchriftelykfte Majefteit met de voornoemde Academiften verzonden wierd, en die in de Achtergedeeltens van America zig lange Jaaren opgehouden heeft, alleenelyk om de Natuurlyke Hiftorie van dat wydhvftig Geweft op te helderen. Alle deze byzondere Berichten leggen voor my open , en ik heb dezelve aangehaalt, niet zo zeer, om my tegen de Klagten der Geleerden te verdeedigen, dan om alle bequaame in Spanjen leevcnde Per- * Een Minderbroeder , groote Wiskunlïenaar en Kruydkundige, die een fraay Werk uytgegeven heeft onderden Tytel: Hiftoria Planlarum medicinalium Regnorum Peru 6? Chili. Parijiis 1714, in Quarto, turn Supplemento; ibidem 1725. ** Dcfiriptien des Piantes d'Amerique, Folio. Als mede , iïov* Plettamm dmiricanarum Giver», Perijiis 1703.  32 De HISTORIE van Perfoonen aan te fpooren tot het doen ophouden der luydruchtige Klagten van Linnaus over het gebrek van goede en verzekerde Berichten. * Insgelyks ook, om de in America zig bevindende kundige Perfoonen te bewegen tot het wegneemen der Oorzaken van alzulke Verwytingen , door eene Beneerfliging ter Voldoening dier edele Weetgierigheid. OndertufTchen ben ik verzekerd, dat men my insgelyks zal fchaaren onder degeenen, welke ter Nabootzing van den geleerden Muratori, in zyne Noiicia del Paraguay, de voorenftaande Klagten vermenigvuldigen. Want in verwachting van bétere en naauwkeurigere Onderrechtingen, is myn eenigft. Bellek en Voorneemen tegenwoordig, om aan den Lezer een algemeen Denkbeeld te geven van dc Onderwerpen , welke in den Tytel van dit Werk vermeldt worden. In California worden dan gevonden allerhande Slach van tamme Huysdieren, gelyk in Spanjen en Mexico; want alhoewel de Zendelingen geenerhande Dieren, welke tot onzent uyt Nieuw-Spanjen overgebragt worden, gelieven tequeeken en te houden, zo zyn zy echter rykelyk voorzien van Paerden, Muyl-Ezels, Ezels, Oflen, Schaapen , Vcrkens, Bokken, Geiten, en zelfs van Honden en Katten , die alle zeer wel aldaar tieren en bedyen. In California vindt men tweederhande Soorten van wilde Dieren voor de Jagt, welke zo wel in Oud- als Nieuw-Spanjen onbekend zyn. Het eerlle word: in de Landtaal der Califomianen Tayja genaamt; heb- " Linnens in Bibliotbtca Botanica, Parte HIT. Florifttc,%. 8. Hisp. pag.°6. « Hifpanicx F/ore nullis nobis innotuerunt , adeoqui Plantte „ ifta rariflimx in loeit Hifpanix fertilijfftmis minus deteSta funt. Da. „ lendum efl, quoi in locis Europa ailtioribus tanta exiftat nojfro tcm„ port Barbarits Botanices! Pattciflinias iflas plantas, qua nobis intiis„ pania ö> Portugallia cenftant, iebetnus curiojis Claffis UI. Tcurntfor» M fffaucit aliit.  CALIFORNIA. 33 hebbende omtrent de Dikte en Zwaarte van een Kalf, wanneer het een halfjaar oud is, ook gelykt het daarna zeer wel van gedaante, behalven ten opzigte van 't Hoofd , hetgeen gelyk dat van een Hart is; de Hoornen zyn fterk en dik, als die van eenen Ram ; de Hoefklaauwen zyn groot, rond en gefpleeten, gelyk die van eenen Os; de Huyd ïs gefpikkeld gelyk die van een Hart, doch hetHair dunder en de Staart zeer kort; zyn Vleefch is van goeden Smaak, en kan op veelderhande wyze toebereidt worden. Het tweede Slach verfcheelt weinig van een Schaap, doch is dikker en zwaarder; ook zyn zy van tweederhande Couleuren , namentlyk wit en zwarr, doch beide met fraaije Wol gedekt. Hun Vleefch is niet zeer aangenaam van Smaak, en zy zwerven by ganfche Troupen in en omtrent de BolTchen en het Gebergte. Ook vindt men hier eenen Overvloed van Harten , Hazen , Conynen , en wilde Geiten, offchoon de Indianen eene menigte van hen op de Jagt vellen; doch de Coyoten zyn 'er fchaars. Dit is een Mexicaans Woord; en in Nieuiu-Spanjen de Naam van een byzonder Slach van wilde Bulhonden , in zommige opzigten naar de Spaanfe Voffen gelykende, en wel byzonder wegens hunne Schranderheid en liffige Streeken, doch hunne Gedaante is zeer verfcheiden. Ook heeft men hier zomwylen Luypaards gezien; zynde hetzelve Slach van Schepzels, welke in 't Koningryk van Mexico Leeuwen genaamt worden. Eenige Jaaren geleeden, hadden zommige Indianen eenen Wolf gedoodt, en alle hunne Landslieden verzekerden , dat dit Dier hes eerde van dat Slach was, dat zy ooit gezien hadden; zulks bewyd, dat'er weinige van hen in dat Geweft gevonden worden, doordien de Indianen geduurig in de Boflchen jagen. Geiten , Katten en wilde /. Deel. C Zwy.  34 De III S TÜRIE van Zwynen worden in die Gebergcens zeer dikwyls ontmoet. Vader Torquemada heeft aangemerkt, dat omftreeks Montelley groote Beeren gevonden worden; zynde Dieren zo groot als Buffels, ook eenigzins daarna gelykende, doch ganfch verfcheiden van de ïygers, zo als uyt de volgende by hem van dezelve gegevene Befchryving zal komen te blyken. Het is een Schepzel zo groot en dik als een Stier, doch van gedaante als een Hart; zyn Ilair gelykent na dat van eenen-Pelicaan, en is een vierde El lang; zyn Hals is lang, en het heeft Hoorens op het Hoofd gelyk een Hart:; zyn Staart is eene El lang, cn eene halve El breed, en de Voeten gekloven gelyk die van eenen Os.; Dezelve Vader verhaalt, dat in de Baay van San Barnabé , naby Cabo San Lucas, Tygers gevonden zyn, en dat de Indianen hunne Vellen, benevens andere Pclteryen, aan de Spanjaards gelevert hadden. Doch de grootlle Zeldzaamheid omtrent byzondere Schepzelen , welke in California gevonden worden, is een Slach van Beeren , naauwkeurig na eenen Bever gelykende, zo het niet ten eenemaal een Bever mag genocmt worden. Vader Sigismundo Taraval heeft op zyne Reis in 't Jaar 1733 na het Eiland los Dolorcs , in eene Landftreek, genaamd San Andreo, vyfdehalve Dagreizen van de Zending San Ignacio gelegen, verfcheidene van die Dieren gezien. Men vond 'er zodanig eene menigte byeen , dat de Zeelieden over de 20 Stuks teffens, Hechts met Stokken, doodfloegen. Gemelde Vader heeft zommige Vellen van die Schepzelen na Mexico gezonden. Hy onderdek, dat die Dieren te Water en te Land, en dus in beide die Hoofd ftoffen onverfchiliig leven, gelyk ook de 'Bever doet; doch maakt in 't geheel geen gewag van de Kundigheid en Geregeldheid , welke de Bevers in het bouwen  CALIFORNIA. -c wen hunner Wooningen langs de Rivieren in Canada, tot; groote Verwondering van alle en een ieder, doen blyken. Ten opzigte van Slangen en andere Aardfe Inlectcn , zyn alhier, buyten en behalven derzelver ge-meene Soorten, ook zodanige, welke gewoonelylc in heete Landen overvloedig gevonden worden; als Adders van verfcheiden Slach,Hagediffen, Scorjnoenen, Spinnen, Duyzcndbeenen, Kreekels,Pismieren, en zommige zeggen ook Taranrulen; doch zonder te melden , dat derzelver Bee,t- gelyke Uyt.annigheid veroorzaakt, als die der Taijantulen van ;Lalabria, Emdeiyk , offehoou het doorgans in Lak/onna uytftekend heet is, zo zyn echter de mccftc Streeken zeer weinig geplaagd door de icha.delyke Infecïen van Weegluyzen, Nignas * en au.dcre Ongediertens , welke in America Zo gemeen als byzonder eigen -zyn. . Men vindt 'er eene oneindige verfcheidenheid van Vogelen. Onder degeene , welke voor de Ta£1 dienen, telt men Tortels, Reigers, Quakkels, -1'ailanten, Ganzen, Eenden en Duyven. De Roof vogels bcfjaan in Gieren, Haviken, Valken, Been■hresors, Hoornuylen, Ravens en Kraaijen, welke men m Nieuw-Spanjen , volgens de Mexicaanfö Landtaal, Zopilotas noemt; een ander Slach Au ras genaamd , houdt de Steden en Straaten bvzon der.lcnoon ; latende gecnerhande doode Kren-en eggen, maar komen dezelve alle ochtenden wegh.aalen. , 1 en-opzigte van Nachtvogels heeft meli Uylen en verfcheidene andere van klcindere gedaante, welke nergens ;buyten California gezien, noch • Ca hv ■ Zeer kleine Diertjes, leggende in het Stof ve-fchoolon rnri/ fcende gelyk de Vloijcr, en zig dringende in dc Voéten ï{?Be?n£ vandegeenen , Wcikc barrevoets gaan; alwaar zy S«K "en r f£St :ne" 26 WW*** wederom weet qnyfte ger-fa tmS van de geMefteerde jjsela n^men. eeucAizet-  36 De HISTORIE van by eenige Natuurkundigen befchreeven zyn : Ook hebben dejezuiten zelve ons daarvan geeneBefchryving nagelaten , noch derzelver Naamen gemelde. Wyders heeft California eene menigte van allerhande Slach Zingvogels, welke in Oud-noch NieutvSpanjen gevonden worden ; als Leeuwerikken, Nachtegaaien en diergelykc , welke doorgaans zeer fraay van Veêren zyn. Vader Torquemada zegt, dat omtrent de Haven van Monte Rey Trapganzen, Paauwen, Ganzen, Lyfters, Swaluwen, Muffchen, Goudvinken, Quakkels, Patryzen, Mcerlen, Water-Quikftaarten , Kraanen , Gieren en andere Vogels, welke na Kalkoenen gelyken, en zeer groot zyn; houdende derzelver opgeflagene Vlerken eene TulTchenwydte van zeventien Palmen, als mede Water-Ravens en Meeuwen, gevonden worden. Dezelve Schryver verhaalt, dat hy op het Eiland Asfumpcion eene zeer groote menigte Meeuwen van een byzonder Slach gezien had, welke ook hier cn daar op California gevonden worden. Het zal derhalve niet ondienflig zyn de Befchryving van dezelve alhier in te laiTchen, gelyk zy by Broeder Antonio della Ajfuinpcion is opgegeven: „ De Meeuwen aazen op Sardellen en andere „ kleine Viffchen; doch zy zyn van gedaante en groot, te als eene maatige Gans; hun Bek is een Voet ^ lang; hunne Beenen gelyken na die van eenen „ Oyevaar, en hunne Sneb en Voeten na die van l, eene Gans. Zy hebben eenen byfter grooten Krop, welke by zommige neerhangt gelyk de Le„ dere Flelfen, die men in Peru gebruykt, om „ Water te vervoeren, waarin zy hunnen Vangft „ bergen, om hunne Jongen te voeden. De vrien„ delyke en onderlingfe Toegenegenheid dezer Vo„ gels is wonderbaar en verbazend; want zy Haan 3> elkander in alle Voorvallen by, als of zy met vol- 5, maak-  CALIFORNIA. 37 „ maakte Reden en Verftand begaafd waren. In„ dien een van dezelve ziek y zwak , verminkt , of „ anderzins buyten ftaat is van zyn Voedzel te kun „ nen gaan zoeken , dan wordt hen hetzelve door ,, andere in overvloed toegebragt en toegedient. Ik „ ben daarvan op het Eiland van San Rocque een „ Ooggetuyge geweeft, alwaar ik by toeval eene „ Meeuw in eenen Strik gevangen ontmoetede, die „ eene van haare Vlerken gebroken was; rondom „ dit verminkte Beeft lagen ganfche Hoopen van „ lekkere Sprotjes cn Sardynen , welke door haare „ Makkers aangebragt waren. Ik ontdekte teffens, „ dat zulks eene ljftige Uytvinding der Indianen „ was, om voor henzelven eene goede Schotel „ Vifch te bezorgen ; want zy leggen verfchoolen, „ terwyl de Meeuwen haare Liefdegaven aanbren„ gen; en wanneer zy denken, dat'er weinig meer ver„ wagt kan worden, dan ncemen zy den Buyt op, „ en dragen hem na huys. Zie daar ecu ganfch „ byzonder Voorbeeld van Gods Voorzienigheid „ omtrent het Onderhoud van zyne Schepzelen!" Nademaal de Lucht en de Hoedanigheden van 't Aardryk in alle de Geweften van California niet eveneens zyn, zo verfchillen dezelve nog meer in het voortbrengen van Boomen en Planten. De Punt vanditHalf-Eiland, na den kant van Cabo San Lucas, legt vlakker , vruchtbaarder en gematigder dan eenig andere Streek , en is derhalven ook meer van Geboomte voorzien. In andere Gedeeltens, en zelfs in de eerfte en vroegere Zendingen op de OoftKuft, heeft men tot heden toe nog geen bequaatn Hout kunnen vinden, om 'er Balken van te maken; en indien eenige Kerken of andere Gebouwen gevonden worden , welke met Hout gedekt zyn, dan is hetzelve over Zee van Cinaloa aangebragt geworden. In het Territoir van Guadaloupe alleen heeft C 3 men  33 De HISTORIE van men eenen ruymen Voorraad van Timmerhout gevonden , en uyt hetzelve is de Sloep , genaamt el Triomphe dellaCrux, gebouwd, om verdere Ontdekkingen in den Zeeboezem van California te doen, gelyk wy in 't vervolg zullen melden. Vader Torquemada en Vader Afcencion verzezekeren ons, dat in de Baay van Santa Magdalena aan de Buytenkuft eene Streek Lands naaft de Zee gevonden worde, welke met groote en zwaareBoomen overdekt is, en van welke zig dc Indianen bedienen tot het vervaardigen hunner ViiTchers-Pinkjes. Het Gebergte van dit wydluftig Gewed is ten "eenemaal bar en fchraal, en met Hey en Mos begroeyd, gelyk de Siërra Tintada ; of ten minden overdekt met Heeders, Doorndruyken en KreupclBoffchen; doch zommige daaronder dragen fraaije Vruchten, van welke veele met de Européife , en andere alleenlyk met de Americaanfe overeenkomen. Dezelve Zyn echter maar langs de Kuft te vinden, alwaar zy het gemak van Water genieten; en wel voornamentlyk op de Oevers der Rivieren en Meiren, alwaar men ook Bies, Rys en Duynhelm ontmoet , gelyk men ook langs dezelve Oevers, en wel byzonder na den kant van Cabo San Lucas, hier en daar eenige Wilgc- en Palm-Boomen ziet groeijen. Doch onder alle de Planten en Struyken, die't sneeft in California groeijen, is de Pitabaja de voornaamfte; zynde een Slach van Berkenboomen, van welke de Vrucht tot eene groote Vervulling voor de arme Inwoonders verdrekt. Deze Boom is in Europa ten eenemaal onbekend, en ganfch verScheiden van alle de Boomen der Waereld ; zyne Takken zyn vol Pypen en Holletjes, en fchieten lynrecht uyt de Stam na boven , alwaar zy eenen zeer fraaijen Top formeeren; zy hebben in 't geheel geen Loof,  CALIFORNIA. 3(> Loof, cn de Vrucht grocyt aan de Takken. Dezelve gelykt naar wilde Caftanjcn, en is vol Steekels, doch hen Vleefch van binnen is gelyk dat van eene Vyg, maar zachter en malzoet. In zommige is het wit, in eenige rood, en in andere geelachtig, doch doorgaans lekker van Smaak; van zommige is het geheel zoet, en van andere aangenaam zuur. En dewyl deze Pitahaja zeer zappig is, zo wordt ?y voornamentlyk in drooge Gronden ontmoet; ('óch derzelver voornaamite Hoedanigheid bcftaat daarin, dat zy tot een onfeilbaar Geneesmiddel tegen de Quaal van Loanda verftrekt. California heeft insgelyks eenen Overvloed aan roodc Junas,'m NieuwSpanjen Junas Japonas genaamd ; zynde een byzonder Slach van Vygen. Vader Afcencion zegt , dat de Baay van San Bamabé rykelyk van allerhande Boomen voorzien zy; als van Pitahajas, Maftik-,Vyge- en eene menigte Pruym-Boomen, welke laatfte, in plaats van Harft of Gom, een zeer aangenaam en fterkriekend Reukwerk uytleeveren ; maar van wat Smaak de Pruymen zyn, kan gemelde Vader uyt eigene Ondervinding niet zeggen, doch, datdegeene, welke in California geweeft zyn, dezelve ten hoogften pryzen. En waarlyk, men vindt dezelve niet in deze Baay alleen, maar overvloedig in andere Streeken langs de Weftkuft, en de Vruchten dier PruymBoomen worden by de Indianen zeer zorgvuldig ingezamelt en opgelegr. Het Reukwerk of de Gom zweet uyt deze en andere Boomen in zodanigen overvloed, dat men het met Smeer gemengeld tot het dichten der Bodems van Vaartuygen en Schepen gebruykt. De Bergen en Boffchen zyn begroeyd met Mézcal , en volgens Torquemada ook met Maquey ,van welke de gekookte Wortelen hetvoornaamfte van de Mexcalli uytmaken, eene Soort C 4 van  4« De HISTORIE van van Gerecht, welk by de Inboorlingen aan de Spanjaarden in de Baay van San Francisco opgedifcht wierd. Men ontmoet hier ook wilde Wyngaarden, en eene menigte van allerhande kleine Planten en Kruyden. Uyt een Slach van dezelve, genaamd Pita, weeten de Indianen Draaden en Gaaren te bereiden,om Netten en andere Behoeftens darruyt te maaken; en van verfcheidene andere Kruyden weeten zy zeer knaphandig een fraay Slach van Tafelborden en Bennen te vervaardigen. De Bewoonders der Oevers van de Rivier Colorado maken van dezelve Kruyden Tobben of Troggen, welke zy Coritas noemen, en die omtrent twee Schepels Graanen bevatten, waarin zy hunne Goederen van den eenen Oever tot den anderen overbrengen, zonder dat zy nat worden; want wanneer zy aan 't Water komen, zetten zy dezelve daarin, en fluuwen hunne Vracht al zwemmende vooruyt. Andere Kruyden flrekken hen tot Voedzel, voornamentlyk driederlei Soorten , welke ook in NieuwSpanjen overvloedig groeijen \ zynde de eerde de Tuca, eene groote en dikke Wortel, welke zy aan Riemen fnyden , en het Sap daaruyt perffen; de tweede is de Camotes, die zeer zoet en aangenaam van Smaak is; en de derde de Gicamas, welke in Lekkerheid die van Mexico te boven gaat; daar wordt naauwelyks eenig Kruyd of .Wortel gevonden , waarvan zy geen gebruyk weeten te maken. Vader Francisco Maria Picolo , een der eerde Zendelingen, die onder hen verkeert hebben, verhaalt, dat zy over de veertien Soorten van Zaaden hebben, waarvan zy zig bedienen; doch hy meldt alleen de drie volgende met Naamen, de roode Frixoles of Nierboonen; de Canamones, ofKennipzaad; en de Alpijl e, een Slach van Canaryzaad. Behalven deeze Boomen en Wortelen zyn hier nog  CALIFORNIA. 4* andere, welke de Zendelingen van 't vafle Land overgebragt, en alhier doorgaans met goed gevolg geplant hebben, en wel voornamentlyk in Streeken, alwaar zy genoegzaam Water vonden; zo dat de Oevers van de Rivieren, Beken en Grachten en andere waterachtige Plaatfen met Olyf-en Vygeboomen, cn zelfs met Wyngaarden vercierd zyn. De laatfte zyn zo wel uytgevallen, dat de daaruyt geperfte Wyn met den beften van Europa kan monfteren. Vader Juan daUgarta,èien wy by gelegenheid en in 't vervolg nog te meermaalen zullen noemen, brag: byna alle Soorten van Vruchtboomen , die in Nieuw-Spanjen groeijen , herwaards over; plantede dezelve op de Kuft van San Miguel in eenen byzonder daartoe bequaam gemaakten Grond, en voorzag ze dagelyks van Water , en had het genoegen, dat ze alle bloeyden en groeyden. Van hetzelve goed gevolg was ook zyne Onderneeming met Tarw, Indiaans Koorn , Franfe Boonen, Meloenen en Cantaloupen, Garvanzo, een Slach van Erweten, en allerhande Soorten van Moeskruyden, welke hy op bequaame Plaatfen zaayde en aanqueekte. Het is derhalve zeer aanmerkelyk, dat in de tot nog toe niet verwonnene Geweften, tuffchen de Rivier Colorado en de Kuft van Monte-Rey tot aan Cabo Mendozino, volgens het Verhaal van Vader Kino en Juan de Torquemada, eene menigte zwaare Boomen, Eeken, Dennen en zwarte en witte Populieren gevonden worden. Tot nu toe hebben wy nog geenerhande byzonder Bericht van de Mineraalen dezer Geweften ontfangen; doch zommige der kundigfte Perfoonen zyn van gevoelen, dat de Serra Pintada en andere Streeken daarvan moeten overvloeijen, dewyl dezelve alle Tekenen van Waarfchynelykheid vertoonen, dat daarin Goud- en Zilver-Mynen te vinden C 5 zyn.  4= De HISTORIE van zyn. Capiteim WoodRcgers zegt, dat zommige van zyn Volk op de Kuft van California verfcheidene zwaare fchitterende en van zig fchynende Steenen gezien hadden, welke zy zig verbeeldeden eenig Ertz van Waarde te bevatten; doch het was toen ter tyd te laat daarna te zoeken, of dezelve aan Boord te brengen, om nader onderzogt te worden. Het is waarlyk niet tegen de Natuur, wanneer men onderftelt , dat in California eene menigte ryke Mynen moeten zyn ; nademaal het bekend is, dat de daartegenover gelegene Kuften in de Provinciën van Sonora en Pimeria daarvan overvloeijen. Want in het Jaar 1730 wierd op zekere Hoogte, niet ver van 't Guarnifoen van Pimeria, eene Ader ontdekt, wier Ertz met weinig moeijte eene zo groote menigte Zilver uytleeverde, dat de Inwoonders van Nieuiv-Spanjen daarover verfteid ftonden; weetcnde geduurende ecnigen tyd niet te ontfcheiden , of het eene waarachtige Myn, dan eene verborgene Schatkamer der Indianen was. Men heeft nog zommige andere Mynen ontdekt, wier Aderen andere Metaalen uytleeverden; men heeft 'er ook RotsZout gevonden, zo wit en doorzigtig alsCryftal, en daarvan eenige Monftcrs na Mexico overgebragt. / Maar offchoon de Grond van California doorgaans zeer bar en fchraal is, zo wordt echter de Schaarsheid van Leeftocht door de naaftgelegene Zeën rykelyk geboet. Want zowel in de ftilleZuydZee als in den Zeeboezem van California is de Overvloed en de Verfcheidenheid van ViiTchen ongelooflyk. Vader Antonio de la Afcencion zegt , wanneer hy van de Baay van San Lucas fpreekt: „ Met de Netten, welke ieder Schip medc„ voert, vangen zy eene groote menigte Vifch van „ allerhande Slach, die alle zeer gezond en fma„ kelyk zyn, en wel voornamentlyk Heilbotten, „ Zal-  CALIFORNIA. 43 , Zalmen , Tarbot , Zeelten , Sprot , groote Oefters,Roch, Makreclen,Barbeden, Schollen, " Tongen , Kreeften en Pareloefters." En wanneer hy van dc Baay van San Francisco gewaagt, vnegs hy daarby : „ Men ontmoet alhier zodani, Tan verW'«'iene fchelyker wyze gefp olfen da Sl ^ "'Cl vcrcir^«, mennet zyn geworden ' hr 111 een Ia,,Scr L(;veU Bedéé!:  CALIFORNIA, 47 uoor Ondervindingen re beproeven, en daartoe de Zieken in de Hofpitaalen te gebrüyken. Men heelt vervolgens bevonden, dat in Spanjen alleen zoveel Manna gewonnen wordt, als genoeg zoude zyn, om de ganfche Waereld daarmede te geryven; want niet alleen in de hiervooren gemelde Streeken wordt eene ongelcoliyke menigte gezamelt, alwaar het omtrent de Hondsdagen zyne rypheid bekomt\ maar ook in het Gebergte van Afiurien,GalUcien,Cuenca Arragonien, Catalonien en van andere Provinciën, alwaar het Mangla genaamt wordt % want tot dien tyd toe bedienden zig alleen de Byen van t zelve,om daardoor haarenHoningraat te formeeren. V. HOOFDSTUK. Van de verfcheidene Natiën en Taajen van California. Het Woord Natie , in ft algemeen genomen, heeft in America eene ganfch andere Beteekenis , dan in Europa , cn zelfs in ft laatfte Waerelddeel wordt het niet altoos in éénen en den? zelvcn Zin gebruykt. In Europa wordt het op deo-eenen toegepaft , welke zekere Uytgeftrektheid van een Geweft bewoonen, of onder ééne Regeering leven , het zy, dat zy ééne en dezelve dan verfchei dene Taaien fpreeken. In America ontmoet men onder de niet overwonnene Indianen geenerhande Onderfcheid, Grenfen van Provinciën, noch Afbakingen van Smaldeelen, gelyk in beide de Ryken van Mexico en Peru gevonden worden; zy bedie* nen zig alle van ééne Taal, en maken maar ééne Natie uyt, het ?y zy na by den anderen woonen, dan  4» De HISTORIE van in verfcheidene Rancberias, of Buytenflreeken verfpreid zyn : En offchoon hunne Taaluytino- eemgzins moge verfchillen , zo is dat Verfchil echter van gering belang, dewyl zommige Taaien alleenlvk maar eene Wyze van Uytfpraak van andere zyn zo dat zy elkander zeer gemakkelyk kunnen verdaan. Doch wanneer de Taal zo zeer verfcheelt, dat de een den anderen niet kan verdaan, dan worden zv gezegt een verfcheiden Volk, en van eene verfchillende Natie te zyn. Zomwylen voeren die Natiën hunnen Naam niet van de Taal, die zy fpreeken, maar wel van de LandiTreek, welke zy bewoonen, of van eenigerhande Omftandigheden van diergelyke Slach Ten opzigte der Volkeren, die California bewoonen , zyn altoos verfcheidene Gevoelens geween , gelyk men dezelve ook omtrent hunne Taaien gevoedt heeft. Zommige Zendelingen hebben ons gemeldt, dat 'er zesderlei verfcheidene Taaien m dit Half-Eiland gefproken worden, en andere geWagen alleenlyk van vyfderhande. Maar Vader Taraval en zommige andere beweeren , dat 'er maar drie zyn. Dit Verfchil is ontdaan uyt de Taaluytingen, welke zommige als verfcheidene Spraaken hebben aangemerkt, terwyl andere by nader en grondiger Onderzoek bevonden , dat zy alle enkel cn alleen in de verfchillende Uytfpraaken bedonden , en derhalve de Verfcheidenheid te gering was, om dezelve van den anderen af te zonderen. Onder de verfchillende Meeningen hieromtrent uyt de verfcheidene Vernaaien gefprooten , moet men , myns bedunkens, aan het Gevoelen van Vader Taraval den Voorrang laten, om dat hy in de grondige kennis deezer Geweften allen anderen de Loef afiteekt, en van alhetgeen hy verzekert, een Ooggetuyge geweed is; hy zegt zeer oordeelkundig : „ De Taaien , welke de Californianen  CALIFORNIA. 40 „ fpreeken , zyn drie , namentlyk die van Ccchi„ mi, Pericu en Loretto , en van de laatfte zyn „ tweederlei Wyzen van Uytfpraak geformeerd; te „ weeten, die van Guaycura en van Uchiti. Da „ Verfcheidenheid is echter zodanig, dat iemand, „ die geene dier drie laatfte Taaien verftaat, zoude „ befluyten, dat'er niet Hechts vier-, maar vyfderlei „ Taaien gefproken wierden. De Indianen ver„ ftaan elkander in Woorden, welke één en hetzel„ ve in de Taaien van Loretto, Guaycura en U„ chiti beteekenen. Degeene, welke onderftellen, „ dat deze driederhande Verfcheidenheid uyt twee„ derlei Taaien voortgekomen zy, befluyten, dat„ 'er vier Taaien gefproken hebben moeten wor„ den." De voornaamfte tot nu toe op dit Half-Eiland ontdekte Volkeren fpreeken de vooriz. Taaien, en onderfcheiden dezelve in driederhande, welke ten naaften by met den anderen overeenkomen. Het voorfte gedeelte van California tegen't Zuyden van Cabo San Lucas, tot een weinig boven Puerto de la Paz, wordt door de Natiën van Pericu bewoont; het tweede bezuyden het Guarnifoen van Lot-etto by die van de Monquis; en het derde benoorden Loretto , voor zo ver het ontdekt is, by die van Cochimi. Men dient echter te aanmerken , dat in de Landftreeken van eene Natie en Taal, veelmaals Kancherias of Volkplantingen van andere Natiën en Taaien gevonden worden, welke in Stammen en Huysgezinnen verdeeld zyn. Dus heeft ééne en dezelve Taal zomwylen verfcheidene Naamen , en de Rancherias en mindere Natiën, gelyk reeds aangemerkt is, verkrygen gewoonelyk hunne Naamen niet van hunne Taal, maar wel van andere byzondere Omftandigheden. Om met alle mogelyke Klaarheid myn Beflek te •/. Deel. D ver-  5o De HISTORIE vas 'vervorderen, en in 't midden van zodanig eene Verwarring alle Doolingen en Duydèrheden cc myden, dient men te aanmerken, dat in de Zending van Loretto Concho, alwaar het KoninglykeGuarniloen zynen Zetel gevedigt heeft, cn welke van alle de Zendingen de voornaamde is, byzondere Woorden zyn, by welke de Naden van het Half-EHarid onderfcheiden worden, en die hunne byzondere Betrekking hebben tot zodanig een Gedeelte, als zy bewoonen. De van daar ten Zuyden gelegene Indianen worden Edu, Eduu of Edues genaamc, en hun algemcene Naam, welken zy onder zig zelve gebruyken, is die van Monqui of Monquis, en die na 't Noorden toe voeren dien van Layniones. Deze drie Naamen hebben hunnen Oorfprong uyt de vooriz. Hoofdplaats, en zyn ganfch California door wel bekend. Doch wanneer verfcheidene Perfoonen zomwylen den eenen en dan weder den anderen gebruyken, zo kan daaruyt veele Verwarring ontdaan; en derhalVen dient men te aanmerken, dat de Edues en de Zuyddyke Pericues eene cn dezelve Natie zy^doch dat de Naam van Edues niet alleen deze, maar ook zommige Takken van Loretto of van de Monquis bevat. De Laymones zyn met de noordelyke Cochimies dezelve, hoewel de Naam van Laymones zig ook tot zommige Rancher/as der binnenlandfe Natiën van Monqui of Loretto uytdrekt. De Natie van de Pericues of Edues, welke het zuydelykde Gedeelte van California na den kant van Cabo San Lucas bewoonen, is in verfcheidene Stammen gefmaldeeld, van welke die der Coras de talrykde, en oorfprongkelyk alleen de Naam van eene Rancher ia is, doch naderhand heeft men dien Naam aan zommige Dorpen en aan de Rivier , die zig in de Baay van San Bamabe ontlad, insgelyks gegeven. De Natie van Loretto heeft in delndiaan- fe  CALIFORNIA. 5i fc Taal geenen eigenen Naam, door welken derzelver ganlche Uytgeftrektheid bevat worde, en derhalVen , om haar in 't algemeen te bereekenen, gebruyken wy dien van derzelver voornaamde Takken of Dirtrióten , namentlyk Monquis. Doch behalven deze zyn 'er nog andere, welke hunne Naamen van de Verfcheidenheid der Taaluytingen, vah de Streeken hunner Wooningen cn van andere Toevalligheden , bekomen hebben. Onder deze zyn de aanmerkelykften de Ucbiti, welke in de Nabuurfchap der Baay en Stad van La wooUen, en de Guaycuras, welke zig van La Pas langs de Kuft van den Inham tot de Grcnfen van Loretto uytftrekkcn. De Monquis zelve zyn in Liyues , Diduis , en nog kleindere Takken verdeeld. Die zig verbeelden, dac dc Guaycura en Ucbiti verfchillende Taaien zyn van die der Monquis, onderftellen ook, dat zy vcrfchciden van Natie , en gcene Takken van écnen Stam zyn. Wy echter volgen Vader Taraval, die ze voor eene en dezelve Natie en Taal houdt. Dc Cocbimies of Laymones zyn dc talrykfte van allen; en waarlyk de alleruytcrfte Grenfen hunner Taal zyn tot heden toe onbekend. Deze Natie is insgclyks in verfcheidene Takken verdeeld,- welke in hunne Taaluytingen en Uytfpraak eenigzins van elkandcren verfchiflen. Hetzelve dient ook omtrent de noordelykile Zending van San Ignacio aangemerkt te worden ; als mede omtrent dc ganfche overige Kuft tot aan de Rivier Colorado, de daar tegen over gelegene Wcftkuft, in het Gedeelte van San Xaverio, en het Eiland van los Dolores. Alle de voornoemde Naden zyn degeene , Welke' tot nu toe onder onze Gehoorzaamheid leven. De' Natie en Taal der Cocbimies fchynf zig boven de' uyterfte Zending van San Ignacio uyt te ftrekken; doch behalven de reeds Bekeerden heeft men nog D 2 MP»  ca De HISTORIE van andere op het vafte Land van Pimeria ontdekt, di'e men hier niet moet overflaan, nademaal zy tot California behooren. Vader Kino verhaalt, dat hy in zyne Reize van Pimeria na de Colorado, in'tovervaaren dier Rivier, ter plaatfe, alwaar dezelve het Water uyt de Gila ontfangt, langs derzelver Oeverbanken aan de zyde van California , dc Natiën van de Bagiopas, Heahonomas, Iguanas en Cueganas of Cutguanas gevonden had. Hy plaatfl: de Bagiopas in zyne Kaart omtrent den Mond der Colorado, en de Heahonomas een weinig hooger aan de Ooflzyde dier Rivier, tegen over de Tumas en Ouiquimas, welke de Weftzyde bewoonen. Wyders heeft hy een weinig boven de Zamenvloeijing der Gila en Colorado , beweften de eerfle en beooften dc laatfle, de Natie der Alchedomas ontmoet, welke langs de Weftzyde der Colorado woonen, en veele wydloopige en fterk bevolkte Rancherias beflaan ; zy woonen ook op de Oeverbanken van de Gila, welke daaraan grenfen. Hy voegt 'er nog by, dat een Cocomaricopan hem verzekert had, dat aan de andere zyde van dc Rivier Colorado, na den kant van California, nog eene Natie woonde , genaamd Cuculatos, doch dat dezelve zo onbekend was, dat hy daarvan geen genoegzaam Befcheid kon geven. De andere Natiën, welke de Geweften tuflchen de Rivier Colorado,Monte-Rey en Cabo Mendozino, mitsgaders de overige Streeken langs de Kuft bewoonen , zyn voor 't grootfte gedeelte onbekend, zo dat men niets met eenige zekerheid, welke de verfchuldigde Oprechtheid aan het Gemeen vereifcht, van hen kan te boek flaan. Van alle de tot nu toe ontdekte Volkeren zyn de Californianen, ten opzigte hunner Lichaams-GeHalte , zeer weinig verfcheiden en byna denzelven ge-  CALIFORNIA. 53 gelyk, en hunne Aangezigten ganfch niet mismaakt noch onaangenaam; doch zy beftryken dezelve met Salf, befchilderen ze met Verwen , en doorbooren hunne Neusgaten en Ooren, waardoor zy hen zelve grootelyks ontcieren. Hunne Gedaante is taan- en zwartachtiger dan die der andere Indianen van Nieuw-Spanjen; maar zy zyn doorgaans gezonder, derker en kloekmoediger. Het is tot nog toe niet gebleeken, dat de Californianen ooit eenige kennis van Schrift of Letters gehad hebben , door middel van dewelke men met den anderen kan handelen, en de Gefchiedeniffcn tot de Nakomelingen overbrengen. Zelfs heeft geene van alle de Americaanfe Natiën eenig het minde Denkbeeld van die zo edele Uytvinding. Men moet echter bekennen, dat dc Peruvianen iets hebben, hetgeen daarna zweemt; namentlyk hunne Oiiipos, of Koorden van verfcheidene Coulcuren , door welke zy, met eene ten hoogden wonderbaare Schranderheid, hunne Overleeveringen en Oudheden weeten te bewaaren, en ook die Koorden tot verfcheiden ander in de menfcheiyke Zamenlceving nodig Gebruyk te bezigen. Vader Acofla ,Garcilafo en Martin Murua, wier Handfchriften daarvan een breedvoerig Bericht geven , worden door Don Nicholas Antonio ten hoogden aangepreezen ; de oorfprongkelyke zyn in de Boekery van 't Collegie der Jczuïten te Alcala dos Henares in Spanjen, en veele Aftchriften van dezelve in andere'Plaatfen te vinden. De Mexicanen bedienen zig van Zinbeelden en Hieroglyphife Figuuren, waardoor zy de Gebeurteniffen uytbeelden, en hun uytmuntend Vernuft genoegzaam doen blyken ; door welk middel zy de Kennis van hunnen Godsdiend, Wetten, Gefchiedeniifen, en zelfs de Rechten van byzondere Huysgezinnen en Gellachten bewaaren. Men kan hunD 3 ne  54 De HISTORIE van nc Tydrekcningen Omloopcn van Jaaren en Ontcyfferingen niet zonder Verwondering befchouwen. Men kan van hunne Bceldenfpraak en gefchilderde Gcdenkihikken eenige Staaltjes zien in de Werken van Gomara , Diaz del Caftillo , Acofla , Herrera, Torquemada, Solis, Betancourt, en meer andere, die over de Zaken van Mexico gefchreeven hebben, en wel voornamentlyk by Kircherus, Gemelli Careri, Purchas en verfcheidene buytenlandfe Schryvers meer. Indien de Califomianen in 't Gebruyk der Letteren waren bedreeven geweeft, dan zoude men gemakkelyk hebben kunnen ontdekken, of de Stichters der Americaanfe Volkeren uyt Aften na het vatte Land gekomen waren, dan niet, en of zulks gebeurd zy voor of na de Uytvinding der Letters in Aften en Europa. Men zoude aldus in (laat geweeft zyn by waarfchynelyke en redelyke Giffingcn na te leiden, door welke byzondere Natie dit zo wydluftig- uytgefixekte valte Land het allererlf. bevolkt was. Onder alle de tot heden toe ontdekte Americaanfe Geweften is California het allernaalf-gelegene by Aften. Wy kunnen de Letters enTeekencn der Japoneefen, Chineefen, ChinecfeewMogulfeTartaren en Oofterfe Volkeren, tot aan de Baay van Kamfcbatka toe, duydelyk onderfcheiden, en zelfs hunne Redeneeringen leercn van den Heer Bayer, gelyk dezelve in de Verhandelingen van de Keizerlyke Academie der Weetenfchappen te Petersburg gevonden worden. Welk eene groote Ontdekking jjzoude het niet zyn , wanneer men tuffchen de opgemelde, en de Merkteekenen der Aften het naaft gelegene Americaanfe Indianen, cenigerhande GcJykenis kon ontmoeten? Doch de Califomianen, indien zy poi| eenigerhande Vinding van hunne Ge- dertkr  CALIFORNIA. 55 denkwamligheden te vereeuwigen mogtcn bezceten hebben,zyn daarvan ten eenemaal onkundig geraakt en veriïceken gebiceven; al hetgeen men van hen kan ervaaren,bc!taat Hechts in-zommige oude Overleveringen , welke rniiïchicn van tyd tot tyd en hoe langer hoe meer vervalfcht zyn. Zy kunnen zelfs niet eens zeggen, uyt welk byzonder Land hunne Voorvaderen na deze Geweften gekomen zyn; dus kunnen zo wel de Edues of Paricues, als de Cocbimies of Laymones, daarvan geen verder befcheid geven, dan gehoord te hebben, dat hunne Voorvaderen uyt het Noorden afkomftiggeweeft zyn , hetgeen men wel zonder hunne Onderrechting zoude kunnen befluyeen , dcwyl California van alle zyden door de Zee befpoek wordt, en alleenlyk in 'c Noorden aan Vvafte Land gehecht is. Daar is ook, behalven dat weinig Schyn van R.edenen, wanneer men zoude willen onderftellen, dat. de eerfte Bewoondcrs dier Geweften over Zee gekomen zyn, men zoude nog veel minder de naauwkeurige Tyd wceten te bepaalen, wanneer zy allcreerft dezelve betrokken hebben; want hunne Botheid cn Onkunde is zo groot, dat zy zelfs geencrhande Onderfcheid tuflchen Jaaren cn Verloop van Tyden kunnen maken , gelyk dc Mexicanen hetzelve door middel hunner Omloopen van 50 Jaaren willen te doen. Zy fchyncn echter eenigzins béter onderrecht te zyn omtrent de Gelegenheid, door Welke hunne Voorvaderen uyt derzelver Geboorte-, plaatfen en Woohingen in 't Noorden verhuyft zyn, en zig in California ter neder gezet hebben : Dit was, volgens 'hunne Overleeveringen, gebeurd en gefprootcn uyt een Krakkeel op zekere Maaltyd, waartoe alle de Hoofden van verfcheidene Natiën genodigd waren; die Maaltyd was docr een bloedig Gevegt gevolgd , en de verflagen* Party na het D 4 Zuy-  56 De HISTORIE van Zuyden gevlucht, werwaards de Overwinnaars dezelve gevolgd waren , tot dat zy zig in de BolTchen en het Gebergte van dat Half-Eiland verfchoolen had. Andere verhaalen, dat het Krakkeel alleenlyk gereezen was tulTchen twee groote Mannen , welke de Natie in twee tegenltrydige Zamenrottingen deeden fcheiden, en tegen den anderen optrekken; dat na eene moorddaadige Slachting de mindere door de fterkere Party genoodzaakt was geworden tot haar Behoud na het Gebergte en de in de Zee gelegene Eilanden te vluchten. Zulks is al hetgeen de Zendelingen ooit van hen, aangaande hunne Afkomlt en Uyttocht, hebben kunnen verneemen. Men mag hierby aanmerken, hoe zeer de Califomianen vry en zuyver zyn van de Ydelheid veeier befchaafde Volkeren, die hunnen Oorfprong uyt vergelegene Landen poogen af te leiden , en hunne Voorvaderen door eene menigte fchoon fchynende en ftaatelyke Gebeurteniiïèn op te vyzelen. Het komt my eenigzins vreemd voor, wanneer zy zig voor Nakomelingen uytgeven , welker Voorzaaten door eene Overmacht genoodzaakt wierden hun Vaderland te verlaten * daar zy in tegendeel zouden kunnen voorgeven van groote Overwinnaars af te (lammen; doch men vindt ook onder de Ouden twee luyfterryke Voorbeelden van gelyke Oprechtheid. De üytmuntende beide Staten van Romen en Carthago beroemden zig hunnen Oorfprong te hebben gehad van Perfoonen , welke uyt hun Land verdreeven waren; de oerfte door de overwonnene Trojanen, en de andere door de gevluchte Tyrianen. Het zy echter daarmede gelegen , zo het wil, zo is de waarfchynelykfte Gilling, dat deze cn alle Americaanfe Volkeren, na de Taalverwarring en deVerilrooijing aller Natiën, uyt Aften herwaards beland zyn; alhoewef men ook teffens kan verzekeren, dat tot  CALIFORNIA. 5? toe heden toe onder geenerhande Americaanfe Naden , aan beide de zyden der Evennachtlyn, eenig het minde geloofwaardig en duydelyk Gedenkteeken gevonden zy, waaruyt derzelver Oorfprong uyt Afien, of hunne onderdelde Overtocht na America, zoude kunnen blyken. Ook ontmoet men in den uyterden Hoek van Aften , werwaards de RujJ'en tot nu toe doorgedrongen zyn, geen Spoor noch Overleevering , dat de Bewoonders aldaar eenige Gemeenfchap of Kennis met en van de Americanen hebben, of ooit gehad hebben. VI. HOOFDSTUK. Van de Geaardheid en Gewoontens der Californianen, en derzelver fVyze van Beflier in Vrede- en Oorlogs-tyden. By degeenen, welke eenige Americaanfe Natiën gezien en hunnen Inbord en Geneigtheid onderzogt hebben, zoude ik kunnen voldaan met te zeggen, dat de oude Bewoonders van California met de eerden in 't minde niet verfchillen, uytgenomen met de Inwoonders der beide Ryken van Mexico en Peru, alwaar, vermits eene grootcre Vereeniging en gemeenzame Verkeering, men de Vruchten kan zien van een geoeffend Verdand, zo in hunne Wetten , Policy, Krygsbeleid, als in alle de Takken der Regeering en wederzydfe minnelyke Zamenleving en Verkeering met en onder den anderen. Doch by alle de overige Americaanfe Natiën ontdekt men in hunne Bevattingen, Geneigdheden en Gewoontens zeer weinig Onderfcheid. De Merk- en Kenteekenen der Califomianen en aller andere IndiaD 5 nen  58 Di: HISTORIE van iien beftaau in Botheid en Ongevoeligheid; Gebrek van Kennis en Overleg ; Ongeliadigheid en Oploopendheid j Verblindheid van Luiten en Begeerten; bovenmatige Luyheid en Affchrik van alle Arbeid enMoeyte;onophoudelyke Drift tof buyzelachtige of onvernuftige Tydkortiogen; Kleinmoedigheid cn Neéïflachtigheid, en eindelyk een allerelendigft Gebrek aan zodanige Dingen, welke eenen wezendlyken Man uytmaaken , en hem redclyk, vernuftig, handelbaar, gezellig, en voor hem zelve en voorde Zamenleeving dienftig en nuttig doen zyn. Het vak ganfch niet gemakkelyk voor Europeanen, die nooit buyten hun Vaderland ge weeft zyn , eenigerhande Denkbeeld cn Vergelyking van die Volkeren te vormen. Want zelfs in de minft bezogt wordende Uythoekcn van onzen Aardbol is geene Natie zo dom en bekrompen van Begrippen, en flaphertig van Lighaam en Zinnen, ais dc rampzalige Califomianen. Hun Verftand ftrekt zelden verder, dan tot hetgeen zy voor Oogen zien ; afgetrokkene Denkbeelden en Aaneenfchaakeling van Redenen zyn ganfch buyten hunne Macht cn Bereik, zo dat zy naauwelyks hunne eerfte Denkbeelden ergens toe weeten te befteeden; ook zyn dezelve doorgaans valfch, of ten minftcn onecvengelykmatig. Men doet vergeeffche moeyte,wanneer men hun eenigerhande toekomend Voordeel zoekt voor te ftellen, hetgeen uyt het doen of nalaten van deeze of geene onmiddelyk tegenwoordig zynde byzondere Dingen zonde komen te fpruyten; want alle Betrekking tot Middelen en Oogmerken zyn ten eenemaal buyten het Bereik hunner Vermogens. Zy hebben ook geenede minfte Kennis van zodanige Oogmerken te vervorderen, welke eenig toekomend Voordeel belooven, of hen voor Rampen kunnen dekken. Hunne Ongevoeligheid , ten opzigte van de voor hen leggende lichaa- me-  CALIFORNIA. 59 melyke Onderwerpen, is zo groot, dat men zeer gemakkelyk kan naleiden , welk een Gevoelen zy omtrent Belooning en Straf na dit Leven hebben. Zy zyn Hechts bedeeld in eene geringe en flaauwe Schemering van zedelyke Deugden en Ondeugden, cn dus fchynen hen zommige Dingen goed en andere quaad te zyn, zonder eenige acht daarop te liaan; cn alhoewel zy het Licht der natuurlyke Reden genieten , en Gods Genade aan allen, zonder eenige Uytneeming, verfcheenen is, zo is echter het eerlle zo flaiuw, en het andere zo weinig in achting, dat alle de Beweegredenen en Oogmerken hunner Bedryven, zonder op eenige Betamelykheid te letten , alleenlyk Vermaak en Voordeel bedoelen. Hunne Wil is evenmaatig met hun Vermogen, en alle hunne Hertstogten zyn binnen eenen zeer naauwen Orakring bepaald: Van Heerfchzucht hebben zy geene Aandoening , en zoeken liever voor fterk, dan voor kloekmoedig en dapper gehouden te worden. De Voorwerpen onzer Eergierigheid en Staatzucht, zyn Eer, Vermaardheid, goede Naam, Titels, Ampten en byzondere Verhevenheid boven andere; doch by de Califomianen ten eenemaal onbekend: Overzulks heeft dit krachtig Beweegrad onzer Bedryven, en de Wel van fchynbaar Goed cn Quaad in de Waereld, op hen ganfch geen vat. Hetgeen men voornamentlyk aan de Califomianen heeft kunnen gewaar worden , bellaar in eenige gevoeligheid van Nayver; wanneer zy bemerken , daE hunne Landslieden gepreezen en beloont worden, dan zyn zy grootelyks daarover gebelgd, en zulks is waarlyk het eeniglle Geval, waardoor zy aangefpoort cn bewogen worden hunne aangeboorene Traagheid te laten vaaren. Zy zyn ook ganfch niet met Gierigheid behebd , welke echter, als eene alyernielende Drift onder dc befchaafdc Volkeren, eene  6o De MIST O RI E van eene zo groote Verwoeding aanrecht. Hunne Begeerten zyn op het uyterde bepaald aan het verkrygen van behoorlyk Voedzel voor den Dag van heden, doch zonder veele moeyte, en niet te denken op dat van den volgenden Dag. Hun Huysraad beftaat Hechts in Werktuygen, zo gering zy ook zyn, tot de Viffchery, Jagd en den Oorlog nodig. Zy hebben laatftelyk geenerhande. Aandoening van eenigen Rykdoiu, het zy met gemak of ongemak, te vergaderen; en waartoe zoude zulks ook nodig zyn, nademaal zy geene Huyzcn, Landen noch Velden bezitten , en geene andere Rechten noch Wetten kennen, dan de eerden in de Vergadering van hunnen Leeftocht te zyn, gelyk dezelve door hetAardryk vrywillig voortgebragt wordt. Deze Gelteltenis hunner Zinnen geeft hen over aan de verbazende Quyning en Vadzigheid, waarin zy hunne Dagen met eene geduurige Onwerkzaamheid en Verfoeijing van alle Arbeid flyten; zy worden ook nu en dan by een eerfl- opkomend Onderwerp, hunne eigene Inbeelding, of wel de Overreding van anderen volgende, tot het veranderen hunner Voorneemen , met gelyke Bereidwilligheid en Infchikkelykheid, overgehaald. Hun Haat en Wraakzucht worden door de geringde en nietswaardigde Oorzaaken gaande gemaakt, doch zy zyn zeer ligtelyk wederom te bevredigen , zelfs zonder eenige Voldoening, en wel voornamentlyk, wanneer zy eenigen Tegendand by de Party ontmoeten. Offchoon zy de Onverzaagdheid boven al fchynen te waardeeren, zo kan men echter met waarheid zeggen, dat zy van de waare Kloekmoedigheid geene de minde kennis hebben. Hunne Verwoedheid en Wraakzucht duurt nooit langer , dan tot dat zy Tegendand ontmoeten. Het minde Voorval jaagt hen Vrees aan, en wanneer zy eens aan 't wyken geraa- ken,  CALIFORNIA. 61 ken, dan zullen zy, door het opgeven van alle Moed, zig tot de onwaardigfte Onderwerping verhagen; daar zy in tegendeel, wanneer zy eenig Voordeel behaalen, of hunVyand den Moed verlieft, van de buytenfpoorigfte Trotsheid zwellen. Om kort te gaan, deze rampzalige Schepzels kunnen met Kinderen vergeleekeh worden, in welke de Ontbolftering der Redenen niet te vinden is. Men mag hen waarlyk met den Naam van eene Natie beftempelen, welke nooit haare Kindsheid verlaat, en nimmer de Jaaren van Mannen bereikt. Hunne meeft heerichende Hertstochten komen met eene zo rampzalige Geileltenis overeen, waarom zy van de Redenen weinig gebruyk maken; zy beftaan in eene hevige Involgendheid van allerhande Uytfpanningen , Vermaak, Lullen, Speelen, Danfen en Ongebondenheden , waarin zy op eene beeftachtige wyze hunne elendige Dagen flyten. Echter wordt by de Califomianen zelden de Neiging gevonden, welke de overige Americanen zo fchandelyk opvolgen. Zy gebruyken geenerhande llerke Dranken, en betoovercn zig Hechts op hunne Feeftdagen door den Rook van wilde Tabak. Zo weinig iemand onder hen bezit, is altoos voor Diefftal veilig. Krakkeelen worden zeer zelden onder hen vernomen , dewyl de Leden eener Rancheria altoos in groote Eendragtigheid leven , en zig vriendelyk tegen andere gedragen. Alle hunne Quaadheid en Woede Ipaaren zy voor de Vyanden. Zy zyn van Halfterrigheid en Wreedheid ganfch vervreemd, en daarentegen leerzaam, toegevend en beleefd, en kunnen gevolgelyk met weinig moeyte tot goed of quaad overgehaalt worden. Men kan geenzins onderftellen, dat het Landbeftier onder de Califomianen de naauwe Bepaaling feunner Bevattelykheden te buyten ga; zy weeten.  62 De HISTORIE van gelyk reeds aangemerkt is, van gecnerhande Landverdeeling of Eigendom , en gevolgclyk van geene Overerving en Opvolging in onbeweeglyke Goederen, noch van eenige Aanfpraak op Vaderlyke Rechten , en wyders ook niet van Klagten over onwettige Indringingen. Ieder Natie of Taal bedaat in verfcheidene Rancherïas, fterker of minder in getal, naar maate van de Vruchtbaarheid der Landsdouwen , en ieder Rancheria uyt één of meer Huys°-ezinnen , welke aan den anderen door Maagfchap verknocht zyn. Want wanneer de eerde Zendelingen onder hen verfcheenen , zo vonden zy in de Rancherïas noch onder de Natiën geenerhande Hoofden of Opperden , welkers Gehoorzaamheid by hen opgevolgt, of welkers Gezag op eenigerhande wyze , het zy door Schattingen of eenige "uyterlykePligtpIeging, erkent wierd. Elk byzonder Huysgezin bedierde zig zelve naar Zyn eigene Zinnelykheid, en de natuurlyke Gehoorzaamheid der Zoonen omtrent hunne Vaders was zeer gering, zo dra de eerden in daat geraakten voor henzelve tc kunnen zorgen. De Tovenaars en Goochelaars, van welke wy hierna zullen fpreeken , bezaten wel eenige Opperhoofdigheid, doch dezelve duurde niet langer, dan hunne Feeddagen, Ziektens of andere Toevallen, waardoor hunne Vrees of Bygcloovigheid aangeprikkelc wierd. De Zendelingen hebben echter in de Rancherïas en Natiën hier en daar ontmoet een, twee of meer Perfoonen, die het Bevel gaven, wanneer de Inzaameling der Aardvruchten moed gefchieden; welke het Bewind over de Viflcheryen en Krygstochten hadden, wanneer de eene Rancheria of Natie met de andere in Verfchil en Onmin geraakt was. Deze Waardigheid wierd niet door Geboorte, Afdamming, Ouderdom, Verkiezing by meerderheid van Stemmen verkreegen; maar'   der C AI I ï O IL^TI A^NTETST.  CALIFORNIA. 63 maar bynoodzakelykheid van Onderrechting inzomtftis algemeen Vereifch van Zaaken , by wcge van z-wygendc Tocftemming, als een natuurlyk Gevolg aan gemerkt, en aan eenen of meer opgedragen, welke bequaam , kundig, vernuftig, welfpreekend cn dapper waren; doch zodanig een Oppergezag wierd, naar goedvinden van degeenen, welke, zonder ter deeo- te weeten waarom, zig daaraan onderwierpen, alleenlyk op Voorwaarden en voor zekeren Tyd bepaalt. Deze Leider, Cafique genaamd, voerde hen aan , om hun Voedzel in de BolTchen en langs de Zee-Kullen te zoeken; zond en onding de Boodfchappen na en uyt de naby gelegene Landen ;waarfchoüwdehen voor op handen zynde Gevaaren; prikkelde hen aan tot Wraakneeming van Verongelykmo-en , hen werkelyk of by verliering door andere Rancherïas en Natiën aangedaan ; trok aan hun Hoofd in den Oorlog, en beftierde hunne Strooperyën, Plunderingen "cn VerwoeiTingen; doch in alle andere byzondere Zaaken was ieder zyn eigen Meefler en ten eenemaal vry en onafhangkelyk. De Opfchik geheel het Half-Eiland door, van Cabo San Lucas tot aan dc laatfte Zending van San Ignacio, was eenerlei; want de Mannen, het zy jong of volwaften,gingen altoos moedernaakt. Doch in 't midden dier naakte Gelykheid zag men , eenig Onderfcheid in de Optooijing van ieder byzondere Natie. De Edues omtrent Cabo San Lucas vercierden hunne Hoofden met Paerelfnoeren, door het Hair gevlochten en met kleine Veèren doorvveeven, welke Opfchik zig van verre in Gedaante eener Paruyk vertoonde. Die van Loretto droegen rondom hun Middellyf eenen Gordel, en op hun Voorhoofd eene fraai- gewerkte Hairfnoer, by welke zommige nog voegden eenen Halsdoek, vercierd met Paerlemocre Figuurcn , en zomwylen met kleine ronde Yruch-  64 De HISTORIE van Vruchten, gelykende na Koraalen en eenigzins na eenen Rozekrans of Pater No/Ier, die over hunne Borft heenen hing, en waarvan zy miflchien in voorige tyden, by de Aankomft der eerfte jfezuïten, eenige kennis bekomen hadden. Ook fchikten zy de Armen met gelyke Snuyfteryen op, welke na keurlyke Braceletten geleeken. De Cocbimies, welke in't Noorden woonen, droegen doorgaans kortHair, uytgenomen eenige weinige , die zommige Lokken tot haare volle Lengte lieten groeijen; en offchoon zy geene Paerlen, gelyk die in 't Zuyden gebruykten, zo bedienden zy zig echter van een veel fraaijeren Opfchik; namentlyk van eene Soort van Kroonen, welke uyt verfcheidene Banden Paerlemoêr zamengefleld waren. Om dezelve te vervaerdigen, maakten zy alvoorens het Paerlemoêr van de Schil los; gaven aan hetzelve aan beide de zyden eene fraaije Polyfling; fcheidden ze met een fcherpe Keifteen in Streepen van 6 of 8 Linien in Lengte , en 2 of 3 in Breedte. Op de Eindens dier Streepen waren kleine Gaten, om dezelve in eene ronde Gedaante aan den anderen te hechten, welke om het Hoofd floot, en van welke rondom kleindere Streepen Paerlemoêr afhingen. Dit Slach van Kroonen wierd in voorige Tyden ook gedragen by de zuydelyke Edues , die dezelve uyt kleine, witte en ronde Slakkenhuysjes toeftelden, welke na Paerlen geleeken, en eene fraaije Vertooning maakten. Waarfchynelyk heeft zuiks aanleiding gegeven tot de verkeerde Verbeelding , gelyk Vader Esquerer verhaalt, van Francis Drake, die voor vaft geloofde , dat aan hem door de Indianen de Kroon en het Ryksbeftier van California opgedragen wierd. De Vrouwsperfoonen , offchoon zy in zommige Streeken, gelyk de Mannen , naakt gaan , volgens de Berichten van Vader Ferdinando Confage, die aan-  CALIFORNIA. 65 aanmerkt, dat zulks ook de Gewoonte zy in de Baay de los Angelos, gelegen tuflchen dc laatfte Zending van San Ignacio en de Rivier Colorado, fchynen echter omtrent de Welvoegendheid zeer oplettende te zyn, om dat zy dezelve tot Verdeediging hunner Eer en Deugd noodzakelyk houden, en wel zodanig, dat zelfs de Kinderen van haare Kunne nooit zonder eenige behoorlyke Dekking gevonden worden. Na het oprechten van het Guarnifoen te Zoretto toonden zy zig zeer gebelgd, wanneer zy de Dochters der Spaaniè Soldaaten zonder Kleederen en Dekking zagen. De Vrouwen van de Edues omtrent Cabo San Lucas zyn de meed uytmuntende in Kleeding. Hieromflxeeks vindt men een zeker Slach van Pahr.boomen, doch verfcheiden van degeene, welke Dadels dragen; van deze haaien de Indiaanfe Vrouwen de Scof tot hunne Kleeding. Zy weetcn de Bladeren dier Boomen te beuken , gelyk tot onzent het Vlas, tot dat de Draaden afgefcheiden zyn, wanneer dezelve byna met ons Vlas overeenkomen, of ten minde het geheekeld Hennip in zachtheid overtreffen. Het Gewaad beitaat in drie Stukken; twee van dezelve maaken den Rok uyt, die van den Gordel toe aan de Voeten reikt; het derde bedaat in een kort Manteltje, hetgeen de Schouders en het Middellyf dekt. Deze Stukken zyn niet geweeven, maar derzelver Draaden flechts van boven in den anderen als Franjes gevlochten, en wel gefloten als dichte Strengen van Kuyven neerhangende. Alhoewel zy ook eene Soort van Lynwaad van deze Jut as of Palmdraaden maken, zo gebruyken zy dezelve flechts voor Zakken , waarin zy haare Gereedfchappen bewaaren. De Indiaanfe Vrouwen van Cabo San Lucas dragen lang en los Hair, hetgeen zig over haaro Schouders verfpreidt; doch derzelver Hoofd-Hulzel /. Deel. E ' is  6S De HIS TORIE van is eveneens, als dat gemeenlyk by de Vrouwen van California gebruykt wordt; bertaande in een fraay cn zindelyk Werk van de voorfz. Palmdraaden, wanneer zy't zelve niet uyt MezcaIs en andere Kruyden kunnen vervaerdigen. Deze Netten zyn echter zo kondig en wel gewrocht, dat ook de Soldaten dei Bezettingen zig daarvan bedienen. Zy maken iristelyks fraaije Halsdoeken van Vifchvinnen , gemengeld met kleine Schulpen , Duynhelm, Paerels en Vruchtfteenen. De Slippen dier Halsdoeken reiken tot haar Middellyf; haare Armbanden zyn van t zelve Stof en Maakzel. Zulks is eene Uytvindmg tot Opfmukking,en om eene aanlokkende Vertoonrng aan het onbefchaafde Volk van dezen Uythoek der Waereld te geven. „ , De Vrouwen in de Noordelyke Gewelf en dragen eene ganfch verfcheidene en mindere Kleedy; zynde alleenlyk gedekt van derzelver Middellyf tot aan de Knien. Van vooren dragen zy een Rokje , van zeer dunne Stukken Duynhelm, tot aan de Knoppen afgefneeden, en na Stroo gelykende Dezelve worden met Draaden van Mezcal aan den anderen gehecht Zodanig een Slach van Rokken, indien men ze dus mag noemen , bedekken de Deelen , welke de Natuur gebiedt te dekken; doch ■dienen geenzms tegen de Ongemakken van quaad Weder. Wanneer zy geen Duynhelm weeten te bekomen dan behelpen zy zig Hechts met een Schorteldoek of Voorfchooi:van /Ifec^-Draaden, op gelyke wyze neerhangende van vooren , doch het agterlfe gedeelte is gemaakt uyt het eene of het andere Vel van Beeften, welke by haare Mannen geveld zyn. In zommige weinige Plaatfen zyn zy gewoon het Lighaam met Manteltjes van Zeewolven-Vellen te dekken , waartoe ook wel dïe van Haafen, VolTen en andere Dieren gebruykt worden. g  CALIFORNIA. fa Een dervoornaamfteFeeflen onder de Cocbimies, volgens Vader Francifco Maria Piccolo , was de Dag, wanneer zy volgens Jaarlykfe gewoonte de Vellen aan hunne Vrouwen uytdeelden. Alle de nabuurige Rancherias quamen ter beflemde Plaats byeen, en maakten aldaar, door aangebragte Takken van Boomen en Hagedoorn, een ruyra Prieel, van waar zy eenen breeden en effen Weg tot eene' Loopbaan fchooten. Hier bragten zy alle de Vellen van de Dieren, die zy dat Jaar gedoodt hadden, welke langs de Baan als eene Sprey gelegt wierden! In 't Prieel wierd niemand, behalven de Capques en Hoofden, toegelaten, en wanneer de Maal tyd, beitaande in Wild, Vifch en Vruchten, geëindigd was, dan maakten zy zig zelve dronken met Cimarron of wdden Tabak. Aan den Ingang van 'c Prieel nam gewoonelyk een der Toovenaaren zyne Plaats , die in zyn Plechtgewaad opgetooyd, met een woeflGefchreeuw den Lof der lagers uytbazuynde. Ondertuffchen liepen de andere Indianen als zinneloos af en toe over de Vellen , terwyl de Vrienden , welke die Plechtigheid bywoondcn, in gelyke Verrukkingzongen en danflen; hetgeen zo lang duurde,tot dat de Redenaar byna buyten zynen Adem was, en zyne Redenvoering flaakte , wanneer ook teffens het rennen ophield. Vervolgens quamen de Cafiques uyt het Prieel, en overhandigden aan de Vrouwen de Vellen tot haare Kleeding voor dat Jaar; welke Uytdeeling wederom met eene nieuwe Vreugd geviert wierd. De Oorfprong deezer Plechtigheid was alleenlyk , dat deeze arme Wyven van geenen béteren Opfchik wiflen , dan dien van Dierevellen hoewel zy haare Naaktheid naauwelyks naar den eifch der Eerbaarheid daarmede konden dekken. De Mannen waren echter van die Deugd der Eerbaarheid zodanig afkerig en vervreemd, dat zy derE 2 zej.  ■p 68 De HISTORIE van zeiver Grondbeginzelen voor fchandelyk en verfoeiielyk hielden , en het dragen der Kleederen ten eenemaal afkeurden, hetgeen dan ook gebleeken is m de verfcheidene Zendingen en Ternederzettingen van vroegere Tyden in California ; want wanneer de Vaders of de Soldaten den Indianen Kleederen aanboden,dan weigerden zy dezelve aan te neemen, of wierpen ze naderhand weg. En waarlyk , hun Begrip en Verbeelding omtrent de Kleedy was zo verfchillende met die van alle de overige redelyke Schepzelen, dat, volgens Vader Juan Maria de Salva-Terra, zy ten hoogden gehoond waren, wanneer gemelde Vader hen voor de eerftemaal zogt over te haaien, om ten minden hunne Schamelheden te dekken-, want zy zyn omtrent de Gevoegelvkheid voor hunne Naaktheid ten eenemaal ongevoelig; en niets doet hen meer lachen, dan wanneer zy iemand hunner Natie gekleed zien, eveneens als wy over eenen in Officiers-Monteering geftokenen Aap zouden doen. OnzeVaders hebben daaromtrent een vermaakelvk Geval ontmoet; beftaande hierin : Een Zendeline onlangs in deze Miffie gekomen, ftak twee kleine ïongens in de Kleêren ; hield ze tot zynent, om hen eerft in de Taal en vervolgens in de Gronden van 't Chriftelyke Geloof te onderwyzen. Die sroede Vader nam zelve de moeyte van de Kleederen toe te fnyden en op te maaken. Wanneer de Tonkers voor het eerftemaal in dien nieuwen Opfchik onder hunne Natie verfcheenen, wierden zy daarover zo gevoelig befpot , dat zy, ganfch befchaamd zynde over het Onthaal hunner Landslieden de Kleederen uyttrokken en aan eenen Boom hingen. Doch zig tegen hunnen voornoemden Vader en Weldoender van geene Ondankbaarheid willende verdacht maaken, en ook voor het toekomen- i  CALIFORNIA. C$ de alle Hoon en Smaad wegens de Kleederen by hunne Natie te vermyden, zo beflooten zy beide de Partyen te behaagen, en de Vriendfchap onder dezelve te verdeden; zy gingen en verkeerden over dag onder hunne Maagen moedernaakt, en keerden 's avonds gekleed wederom tot hunnen Vader. De Wooningen der Califomianen vertoonen zig niet béter dan hunne Kleedy. Die van alle Rancberias zyn alleenlyk Hechte en clendige Hutten, gelegen aan de weinige Wateren van dit Gewed, en wanneer de Nood vereifcht na elders te verhuyzen, om béter hun Bcftaan te vinden, dan kunnen zy zeer gemakkelyk van Stand veranderen. Alom waar zy komen, daar fchuylen zy onder de Boomen voor de verzengende Hitte der Zon by dag; en ook eenigzins voor de Koude by nacht, als mede voor het Hechte Weder. In den Winter onthouden zy zig in onderaardfe Holen, die zy of zelve maaken , of door de Natuur in de Zyden der Bergen gereed vinden. Naby Cabo San Lucas vervaerdigen zy Hutten uyt Takken van de Boomen, gelyk die der Schaapherders , hetgeen zy ongetwyfeld van de Zeelieden geleert hebben,welke genoodzaakt zyn geween; geduurende eenigen tyd aan de Caap voor Anker te blyven leggen. In de andere Streeken van dit Geweft beftaan hunne Wooningen flechts uyt eene kleine vierkante Ruymte, door op den anderen geftapelde Steenen ingefloten, zonder eenigDak, dan dat van de Lucht: Ook zyn ze zo naauw , dat zy, daarin leggende , zig niet ten vollen kunnen uytftrekken, en dus al zittende moeten flaapen. Wooningen waarlyk , zo bekrompen en flecht, dat eene Européife Graf-Tombe daartegen een Paleis zoude vertoonen. In de Cabeceras hebben echter zommigen , om de Vaders te behaagen , Huyzen opgerecht, indien zy den Naam van Huyzen verdienen, E 3 van  7o De HISTORIE van van Adobe,of ongebrande Tichelfteenen , en met Duynhelm gedekt; doch zy worden weinig bewoont, en zyn'er ook niet gemakkelyk toe te brengen, doordien zy de grootfte Geemelykheid laten blyken, wanneer zy onder eenigerhande Dekking moeten woonen ; zynde een klaar Bewys , dat het meerdergedeelte van 'c geen men met den Naam van 's Levens Nooddruft en Gemak beftempelt, alleenlyk uyt de Inbeelding, de Voorbeelden en de Gewoonte voortgekomen zy. Zy hebben trouwens ook geenerhande Vertrekken noodig,om hunne Meubilen te bergen, noch Killen én Kaften, om de Kleederen te bewaaren, waartoe het meerdergedeelte onzer Huyzingen gebruykt wordt. De Indianen zyn met zo weinig Huysraad en Gereedfchappcn vergenoegd, dat zy by Verhuyzing dezelve op hunne Schouderen kunnen overdragen ; want dezelve beftaan flechts in een Bootje, eene Schiet - Schuyt, eene Schotel, een Bekken, na eenen diepen Hoedbol gelykende, een Been, dat tot een Els dient, een Stukje verrot Hout, om Vuur te vangen, een Net, waarin zy hunne Vruchten en Zaaden bergen , en nog een ander, hetgeen dicht als. een Zak is, aan eene Boere-Gaffel vaft , waarin zy over Schouder hunne Kinderen dragen , en eindelyk hun Boog en Pylen, by welke zommigen, die eenigzins op deZindelykheid ftaan, nog eeneDrinkSchelp voegen. De aan dc Kullen woonende hebben daarenboven nog Vifchnetten. Dit Huysraad moeten de Vrouwen dragen , wanneer zy verhuyzen, en de Mannen alleenlyk den Boog en Pylen met zyne Toebehooren , als Keijen en Veêren voor de Pylen en Peezen voor den Boog. Om dezelve te beveiligen en hen teffens onderweg niet te doen Mig vallen, maken zy Gaten in de Ooren, waarin zy eene groote Doos hangen met al hetgeen zy tot Op-  CALIFORNIA. 71 Opfchik dragen. De Mannen dragen insgelyks een klein Sruk Hout, om Vuur te maken, hetgeen zy fpoedig kunnen verkrygen door Wryving tuffchen de Handen. Ook draagen de Mannen de Booten, maar de Vrouwen moeten dezeve herftellen; zy worden van de Korft der Boomen gemaakt, en alle de Deelen van dat Maakzel, het Fatfoen , de Aaneenvoeging en Overtrekzel is een Wonder voor alle Europeanen. Zy bedienen zig van dezelve , om Water te haaien en te bewaaren, en ook om hunne Graanen cn Vruchten te rootten , in welk laadt geval zy dezelve in geduurige Beweging moeten houden, om ze niet in brand te doen vliegen. Hunne Bekkens, Koppen en Potten dienen tot gebruyk zo wel van Eetcn als van Drinken,en zo ook de Hoeden of Hoofddekzels, welke de Vrouwen draagen, voor Hitte en Koude. Het is onbegrypelyk en vreemd, dat zy nooit de Kley hebben willen bezigen tot diergelyke Gereedfchappen , en dezelve in de Zon, of by'e Vuur, hard te maken; doch men heeft noch niets diergelyks by hen ontdekt, en zy zyn ten eenemaal onweetende en onbedreeven gewceft van zodanig een Werk , tot dat men het hen geleen heeft. De Mannen vervaerdigen ook de Vifch- en andere Netten, om de Vruchten te verzaamelen en de Kinderen te draagen, en zelfs degeene, welke de Vrouwen gebruyken. In het vervaerdigen dier Netten toonen zy eene uytfteekende Kundigheid te bezitten; maakende dezelve uyt zo menigerhande Couleuren, Fatfoenen en verfcheidene Werken, dat het moeijelyk valt , daarvan eene byzondere Befchryving te geven. Vader Taraval getuygt van dezelve : „ Ik moet „ bekennen, dat onder alle de Natiën, welke ik „ ooit in Europa en Nieuw-Spanjen gezien heb, „ geene met deze in Witheid , Vermengeling van E 4 „ an-  De HISTORIE van „ andere Couleuren, Sterkte van Werk, waarin „ eene menigte van verfcheidene Figuuren, te ver„ gelyken zyn." De Vrouwen hebben echter ook in het vervaerdigen van dezelve eenig deel; zy fpinnen de fyne Draaden , welke zy uyt Kruyden weeten te bereiden, en noch eene andere Soort uyt de Palm- en Mezc al-Bladeren. Van de fyne Diaaden maken zy de bovenlle Deelen der Netten , en uyt eene mengeling van beide Soorten het overige van dezelve; zo als dan ook alle de Netten doorgaans van het voorfz. fraaije en doorwrocht Werk zyn, mitsgaders de Gordels, Linten en Hairfnoeren, welke by de Natie van Loretto gedraagen worden. DeEdues of ZnydelykePericues Honden de Meerderheid van Vrouwen toe, welke het Onderhoud van het Huysgezin bezorgden, en zeer neerllig waren in het vergaderen van Vruchten uyt de Boffchen, en dezelve aan haare Mannen te brengen , om hen in eene goede Luym te houden; want wanneer zy niet ontflagen of afgedankt wierden , hetgeen ten eenemaal van der Mannen welbehaagen afhing, dan was'er zelden een tweede te vinden, die ze wederom aanfloeg ; zo dat de Man , hoe meer Vrouwen hy had , des te meer verzekerd was , van béter opgepafi: te worden; en zodanig eene Byzonderheid gaf voornamentlyk aanleiding tot het doen onderhouden dier beellachtige Gewoonte. De Natiën van Loretto waren daaromtrent eenigzins maatiger; de voornaamfte Mannen onder dezelve namen nooit meer dan twee Vrouwen , en de gemeene waren met ééne vergenoegd. Overfpel wierd by hen voor eene Misdaad gehouden, welke om rechtvaerdige Wraak riep, uytgenomen in tweederlei Gevallen; het eerde, wanneer zulks op hunne Hoogtyden en Ravotteeringen gebeurde; en het ander, wanneer zy hunne Worftel-Tochten onder de na-  CALIFORNIA. 73 naby gelegene Rancherïas deeden , by welke laatfte Gelegenheid de Overwinnaars zig van zo een fchandelyk Voorrecht bedienden. Onder de Cocbimies in 't Noorden zyn diergelyke Buytenfpoorigheden byna ten eenemaal onbekend, en zeker Zendeling, van hun Diftriét gewagende, zegt, dat men in het midden van hen, offchoon zy eene onbepaalde Vryheid genieten , echter geenerhande Ongebondenheden noch onwettige Minnaaryen ontmoet; hetgeen voornamentlyk toegefchreeven wordt aan hunne ftrenge en droevige Levenswyze, welke zy op het Gebergte in Honger en Kommer, Koude en Naaktheid, en Gebrek aan alle nodige Bohoeftens, moeten lyden. De Wyze van een Huwelyk te fluyten bellond by de Natie van Loretto in de volgende Plechtigheid: De Mansperfoon moeft aan zvne toekomende Bruyd eene Oio, of van Mezcal-Draaden gewerkte Kom, tot een Gefchenk aanbieden: Indien zy dezelve aannam , dan was het een Teeken haarer Toeftemming: Zy daarentegen vereerde hem een Hoofd-Net, en deze wederzydfe Gefchcnken flooten den Band van H Huwelyk. By andere Natiën wierd het Verdrag gemaakt na het eindigen van eenen Dans , waartoe de ganfche Rancheria door den Vryer verzogt wierd; doch niet tegenftaande alle deze Plechtigheden kon hetzelve om de beuzelachtigfte Redenen wederom verbroken worden , en zelfs onder zoda^ nige Natiën , welke de Veelheid van Vrouwen verwierpen. De Califomianen hadden de ongerymde en in de Gefchiedeniffen van Brafilien zo belachelyk ten toon gellelde Gewoonte ingevoert, dat de Vrouwen na haare Verloffing zig terftOnd na een Water moeften begeven, om het Kind en zig zelve te waffchen, en omtrent andere byzondere Dingen geenerhande Voorzichtigheid tot herftelling der verE 5 loo-  ."4 De HISTO RI E van loorene Krachten gade te flaan ; zy gingen na de Boffchen,omlIout en Voedzel op te haaien, en verder alles bezorgen, hetgeen de Man nodig had,terwyl hy in de Muyten of onder de Boomen in volle Lengte uytgcflrekt lag,en zeer ziek en qualyk veinsde te zyn, en deze Klucht moeft 3 of 4 Dagen duuren. De Moeders verdeeden te meermaalen haare Kinderen by gebrek van't nodig Voedzel, tot dat de eerwaardige Vader Sahaterra die onnamurlyke Bedryven quam te ftuyten door een Bevel, dat men aan de Kraamvrouw eene dubbelde Portie van Onderhoud zoude hebben toe te leggen. Ook was de Gewoonte onder hen vaflgefleld, gelyk die In de Joodfe Wet, dat de Weduwe met haar overieedenen Mans Broeder, of eenen van deffelfs Nabeftaande, moefl hertrouwen. De Tyd der Inzameling van dePitahaijas wordt, gelyk tot onzent de Wynoogfl, met byzondere Vrolykheden geviert en doorgebragt. „ De drie Pita* „ haij a-Maanden, zegt opgenoemde Vader, gely„ ken na de Vaflenavonds - Vermaakelykheden in „ zommige Geweften van Europa, wanneer het „ Volk voor een groot gedeelte bedwelmd of uyt„ zinnig fchynt te zyn. De Inboorlingen alhier Ia„ ten insgelyks alles flaan en leggen, begeven zig • toE Gaftmaalen, Danfen, Onthaal der nabuurige „ Rancherïas, Snaakeryen en Kluchtfpeelen, zo ,, als zy vallen, en dus worden ganfche Nachten tot het grootfle Vermaak der Audiencia gefleeten, ,, waartoe de Acteuren na hunne Bequaamheid in „ het nabootfen van Gebaardemaaking uytgekipt „ wierden, die dan ook hunne Rol uytftekend wel „ fpeelden." „ Aangaande hunne Danfen , vaart gemelde Va„ der voort, daarin is eene groote Verfcheidenheid, „ en die ze doen, laten hunne Gaauwigheidenbe- „ val-  CALIFORNIA. 75 „ vallige Zwier naar hun beft vermogen blyken. Wy vieren ons Kersfeeft alhier mee gelyk Ver„ maak en Aandacht in byzyn van eenige honderd „ bekeerde Indianen, en ruym honderd hunner „ Kinderen volvoeren den Dans. Deze Danfen zyn „ van die der Naden aan de andere Kuiten zeerver„ fchillende; zy hebben onder hen over de dertig, „ die zommige wezendlyke Deelen hunner Krygs„ tucht, Vilfchery, Reizen, Begravingen, Jagd, „ Huwelyksplechtigheden , en diergelyke Dingen „ vertoonen ; en een Kind van 3 of 4 Jaaren is „ zeer verheugd, wanneer het zyn daarin aangewee„ zen Deel zo wel volbragt heeft, als een jonge „ Knecht, die een goed Oordeel bezit, en in de „ Navolging van volmaakte Danfers zyn uyter„ fte beft doet. Zulks is eene Byzonderheid, waar„ medé wy dikwyls vermaakt worden, en waarover „ wy ons telkens verwonderen." Nademaal de Oefening natuurlyker wyze de Volmaaktheid moet voortbrengen, zo hoeft men ook over hunne Uytftekendheid in dit Slach van Danfen niet verbaafd te zyn ; want zy hebben in tyd van Vrede geene andere Bezigheid en Tydkorting dan deze. Zy danfen op hunne Bruyloften ; op den goeden Uyrilag eener Jagd en Vilfchery ; op de Geboorte hunner Kinderen; op eenen overvloedigen Oogft; op de Overwinning hunner Vyanden % en op allerlei andere Voorvallen , zonder de Gewigtigheid van dezelve te onderzoeken. Tot dit Feltyn worden gewoonelyk de eene Rancheria door de andere verzogt, gelyk te meermaalen gefchiedt doordeUytnodiging tot het worftelen, wedloopen, boogfehieten en Krachten te beproeven; en in diergelyke Vermaaken llyten zy by Vredetyden te meermaalen Dagen en Nachten, Weeken en Maanden. Doch deze anderzins aangenaame en gerufte Saifoenen wierden  76 De HISTORIE van den veelmaals geftoort door Oorlog, Zamenrotting en doodelyke Vyandfchappen der eene Natie of Rancheria tegen de andere. De Oorzaak van zodanig eene Beroerte beftond nooit in het verwerven van eenen grooten Naam, of in de Uytbreiding hunner Bezittingen, maar doorgaans in Weerwraak van geleedenen Hoon, of Smaadredenen tuflchen byzondere Perfoonen; ook quam dezelve zomwylen uyt gewigtigere Redenen voort, wanneer namentlyk eene Natie of Rancheria quam viflchen, jagen, of Vruchten inzaamelen ter plaatfe, waar eene andere, volgens aloud Gebruyk , eenig Recht meende verworven te hebben, om het, met uytfluyting van alle andere, te mogen doen. De Wraakneeming beftond in eenigerhande Vyandlykheden te pleegen, of aan den Beleediger in zyne Perfoon eenige Schade toe te voegen; wanneer hy buyten hunne Macht was, dan wierd hun Moed aan zyne Maagfchap of Rancheria gekoeld, waarna zy alle daarvan eene algemeene Zaak maakten ; doch niet in ftaat zynde van aan den Vyand Slag te leeveren, dan verzogten zy de andere Rancherias, welke met hen in goede Vriendfchap leefden, om Byftand. Hunne Oorlogs-Verklaaring beftond in een vreesIyk Getier, met laft, dat iedereen eene menigte Ried en Steenen moeft vergaderen, en zorg dragen, dat de Oorlogs-Verklaaring derzelver Vyanden mogt ter Ooren komen, en dezelve, daardoor vervaard zynde, des te gemakkelyker overwonnen worden. Wanneer zy aan den anderen geraakten, wierd een yflèlyk Gefchreeuw gehoort, en ganfch geene Ordening gehouden, dan alleen om de vooraan ftaande te vervangen, wanneer zy, ten eenemaal afgemat zynde, of hunne Pylen verfchooten hebbende, moeften afdeinzen. De Pylen waren van Ried,en op de Spits van fcherpe Steenen voorzien, doch niet ver-  CALIFORNIA. 77 vergiftigd, hoewel zulks niet by hunne Edelmoedigheid, maar flechts by Onkunde toequam, doordien zy geen Vergift kenden, en ook tot heden toe in de ganfche Landftreek geenerhande venymge Gewanen gevonden zyn. Wanneer zy op den anderen aandrongen,bedienden zy zig van Houtte Spiesfcn, wier Einden toegefpitft, in t Vuur gehard, en van diergelyke Uytwerking , als de met Staal beflagene Pieken , waren. De Overwinning wierd niet lo zeer behaalt door Behendigheid, Beleid, Sterkte en Dapperheid, dan door Aanzetting derGeeften tegen de hen aangekomene Vreesachtigheid, of door den Overgang der laatfte tot de Vyanden. Aldus wierd het byzonder Verfchil en elkander aangedaan Onrecht eindelyk algemeen, en berftede tot eenen daadelyken Oorlog uyt, in welke wederzyds veele fneuvelden ; ook zyn eene menigte der Inwoonders in de Zuydelyke Rancherïas door diergelyke binnenlandfeOorlogen ten eenemaal uvtgeroeyt geworden Die van Loretto en andere Noordelyke Streeken'zvn voor diergelyke Ontruftingen wel niet ten eSeSle bevryd\ doch hunne Wraakzucht gaat zo ver niet, en voornamentlyk in t Noorden , die edelmoediger en verftandiger zyn dan de andere Califomianen; zy gedragen T^rtook f e"del\k" gezellieer, en zyn in de Halsfterngheid en Wraakzucht hunner Landslieden zeer wemig bedeeld. VII. HOOFDSTUK. Van den ouden Godsdienjl der Califomianen. Het allerwigngfte Voorwerp onzer Weetgierigheid, en hetgeen de naauwkeurigfte Op-  75 De HISTORIE van lectendheid in dcflèlfs Verhandeling vereifcht, is de oude Godsdienft der Califomianen. Het Nut en de Toepaffing, welke men uyt zodanig eene Nafporing ten behoeve van onzen Heiligen Godsdienft: kan trekken, wordt in de BemonfiratioEvangelie asxn den vermaarden BiiTchop Huët aangeweezen , alwaar hy met eene verbaazende Geleerdheid de verfcheidene Gezindheden , zo oude als hedendaagfe, van alle de Volkeren der Wacreld optelt, om uyt derzelver Donkerheid den Luyfter der Chriflelyke Bedeeling te vergrooten. Aan de andere zyde zal eene oprechte Vertooning der Schaduwe des Doods, waarin deze Indianen gedompeld lagen, den goedertierenen God verheerlyken, die hen in den Schoot zyner Kerk overgebragt, en den Weg ter Gelukzaaligheid opgeleidt heeft, wanneer zy ten eenemaal van eenigerhande Godsdienft onkundig waren, welke Onweetendheid met eene menigte tydelyke Onheilen gepaard ging. Deze Berichten kunnen wyders vergeleeken worden met zodanige, van welke de weetgierige Lezers reeds onderrecht zyn ten opzigte van de Gezindheden , niet alleen der Mexicanen , Peruvianen en andere Inwoonders van America, maar ook van die der allerooftelykfte Volkeren in Aften , als der Japaneefen , Cbinefen, Tartaren, Coréërs, Manchéen, Kamfchatkanen en Jakutanen. Alhoewel zulks een der gewigtigfte Hoofdpunten is,omtrent hetwelke alle mogelyke Oplettendheid geen volkomen Genoegen kan geven, zo zal het echter veele Onzekerheden en Onvolmaaktheden beftiffen en uyt den Weg ruvmen. Alle de Berichten ftemmen daarin overeen, dat men tot heden toe geenerhande Afgodery onder de Califomianen ontdekt hebbe. Zy aanbaden nooit Schepzelen; zy hadden geene Vertooningen noch Beelden van valfche Godheden, aan welke zy eenige»  CALIFORNIA. 79 gen Dienft der Aanbidding beweczen. Ook vond men onder hen geen Tempels, Bedehuyzen, Autaren, of eenige andere byzondere Plaatfen van GodsdienftigeOeffeningèn; niets diergelyken was ooit by hen bekend; ook zelfs geen uyterlyke Schyn van eenigerhande Godsdienft , van Feeften , Gebeden, Geloften, Verzoeningen, noch eenig openbaar of byzonder Teeken van Vervoeging tot God, en zelfs niet de geringfte Kundigheid van een Opperwezen; dus was tuffchen hen en hunne Gebuuren, de elendige en verblinde Inwoonders van Cinaloa, aan hunne Overkuft, geen het minfte Onderfcheid te zien, van welke laatfte Vader Rivas getuygt, dat men naauwelyks eenig Spoor van Godsdienft onder hen kon ontdekken, en zelfs uyt hunne uyterlyke Verrichtingen geene de minfte Kennis van God quam te blyken. Verfcheidene Berichten gewagen echter , dat zy eene Reeks van befpiegelcnde Gevoelens en Leerftellingen koefterden, waarover de Lezers moeten verfteld ftaan. Want zy hadden niet alleen een Denkbeeld van Gods Eenheid en enkel geeftelyke Natuur, en van andere geeftelyke Wezens, maar ook eenige flaauwe Schemeringen van de Drie-Eenheid ; de eeuwige Geboorte van het Woord , en van andere Leerftukken des Chriftelyken Godsdienfts, hoewel dezelve door duyzend Ongerymdheden bezwalkt wierden. Dit Licht was zo uytfteekend ,dat zommige Zendelingen daaruyt hebben onderdek, dat zy van eene Natie moeften afdammen, die weleer Chriften geweeft was. Omtrent de voorfz. Gevoelens en Stellingen was echter eenig Verfchil tuffchen de voornaamfte Natiën; en, om den Lezer daarvan een duydelyker Denkbeeld te doen hebben, zo zal ik getrouwelyk eenige afgebrokene Stukken van Berichten, welke ik in handen heb, aan denzelven mededeelen, Een  So De HISTORIE van Een onzer Zendelingen doet van de Godsdienftige Grondbeginzelen der Zuydelyke Edues of Pericues het volgend Verhaal: „ Zy zeggen : In den „ Hemel woont een Heer van groot Vermogen, ge„ naamd Niparaija , die de Aarde en de Zee ge„ maakt heeft;die aan alle de Schepzelen hecVoed„ zei geeft; die alle de Boomen, en al wat wy zien, „ heeft doen voortkomen , en die doen kan al wat ,, hem belieft Wy kunnen hem niet zien , want ,, hy heeft geen Lichaam gelyk wy hebben. Deze „ Niparaija heeft eene Ega , genaamd Anaijico,, yondï; doch hy gebruykt haar niet, dewyl zy „ geen Lichaam heeft: Hy heeft drie Zoonen ge„ had, van welke de eene Quaayayp, dat is Man, „ genaamd is, en Anaijacoyondi verlofle van hem „ in het Gebergte van Acaragui ; doch andere „ zeggen tuffchen de Roode Bergen op den Weg „ van San Jago de los Coras , genaamd Cunim„ niici. Quaayayp had onder hen gewandelt, en „ de Natie der Zuydelyke Indianen onderweezen; „ hy was zeer magtig geweefl, en had eene groote ,, Schaar Mannen gehad; hy was in de Aarde ge„ daalt,en had Menfchendaaruyt medebragt : Ein„ delyk hadden de Indianen hem gedoodt en tef„ fens eene Doorne Kroon op zyn Hoofd gewron„ gen. Hy is dood ten huydigen dag ; doch noch „ even fraay van Gedaante en buyten eenige Ver,, dorvenheid. Hy bloedt onophoudendlyk ; als „ dood zynde, is hy zonder Spraak, doch heeft een „ Tecolote , of Uyl by zig , die hem aanfpreekt. „ Verder zeggen zy, dat in den Hemel ongelyk „ meer Inwoonders dan op de Aarde zyn; dat al,, daar in voorige tyden zwaare Oorlogen gevoerd ,, waren; dat een Perfoon van uytflekend Vermo„ gen, by zommige geleerde Lieden IVac, en by „ andere Tuparan genaamd, tegen den Opper- „ Heer  CALIFORNIA. Si „ Meer Niparaya was opgedaan, en door eene „ menigte zyner Aanhangeren onderdeund , men „ hem eenen Slag had durven wagen; doch dat hy, „ door Niparaya ten eenemaal overwonnen, van „ alle zyne Magt en Gezag ontzet, en van zyne „ keurlyke Pitabayas en verderen Leeftocht bc» rooft was geworden : Dat Niparaya hem en „ zyne Benden vervolgens uyt den Hemel ge„ ftooten; in een groot en wyd Hol onder deAar„ de opgefloten ; de Walvilfchen gefchapen en tot „ Wachters gedelt had, om niemand uyt die Ge„ vangenis te laten ontfnappen. Zy voegen daarby, „ dat de Opper-Heer Niparaya ganfch geen be„ hagen heeft in het Gevecht van eenigerhande „ Volk , en dat degeene , welke door Bogen of „ Spieden fneuvelen , niet in den Hemel komen; ,,' daarentegen wenfcht Wac-Tuparan, dat alle de „ Volkeren der Aarde gcduuriglyk mogten vech,, ten, dewyl alle de in den Slach gefneuvelde in „ zyn Hol ncderdaalen. „ Daar zyn onder de Indianen tweederhande „ Partyen; de eene houdt het met Niparaya , en „ is zeer befcheiden, ljgtelyk te overtuygen, cn gc„ willig luyderende na de Waarheden van 'tChride„ lyk Geloof, welke hen door hun eigen Gevoelen ,, opgedrongen zyn : De andere Party houdt hec ,, met Wic-Tnparan , en is van eene ganfch an„ dere en eigenzinnige Gefteldheid, Tovenaars,en „ ongelukkiger wyze zeer ftefk in getale. Deze „ Aanhangeren van Wac-Tuparan hebben verfchei„ dene hen byzonder eigene en ten eenemaal ge„ drochtige Gevoelens; als by voorbeeld, dat de „ Sterren glinfterende Stukjes Mctal zyn, gemaakt „ by Purutabuï, en de Maan by Cucunumic, en diergelyke Grollen meer." Dus verre gaat bet Verhaal der Leeiftukken varj /. Vee!, F de  82 De HISTORIE van dc Edues of Pericues. Het Gevoelen der Natie van Loretto , welke uyt eene Mengeling van Laymones, Monquïes,Vehïties en Guacuros beltaar, gezamentlyk bewoonendc , gelyk wy reeds aangemerkt hebben, het middelde Gedeelte van California, zal uyt het volgende afgebrokene Stuk genoegzaam komen te blyken. Zy hebben geen Woord in hunne laai, waar, mede zy dat van den Hemel kunnen uytdrukken maar bedienen zig van het algemcene Woord „ Notu, hetgeen bier boven of om hoog beteekent. Zy zeggen ook, dat zig in het Noordelyke Gedeelte van Hierboven de Geed der Geelten , by „ hen Gumongo genaamd, ophoudt; dat die Geelt der Geeden hen met Krankheden en Peftilentie ',' bezoden eertyds eenen anderen Geed,genaamd Gmïamai, na beneden gezonden had, die op zyne Aankomft de Aarde met Pitabayas, de alocmeene Vrucht van California,bezakt, en tef" fens de Kreeken langs de Kuft van den Inham van California gemaakt, en ecnigen tyd zyn Verblyf gehouden had op de groote Steenrots m de ruy" me Bocht by Loretto, welke Rots deSpanjaar" den met den Naam van Puerto Escondido bc" dempelt hebben. Hier hadden hem zyne Oppas" fers, de mindere Geeden, geduurig Pitabayas, " en de in de voorfz. Bocht gevangene Vifch tot " Spyfe aangebragt. De Bezigheid van Guyiaguai had bcflaan in het vervaardigen der Klcedcren " voor zyne Prieders, in hunne Taal Diciunocbos l genaamd , uyt de Huyden der Beeden, welke hem geoffert wierden. Na eenigen tyd had l Guyiaguai zyne Bezigtiging hervat; nog meer Pitabayas gezaaijt; nieuwe Kreeken langs de ' ganfche Kuft der Natie van Loretto gemaakt:, en tot een Gedenkteeken eene gefchilderde Tafel  CALIFORNIA. 83 „ nagelaten, welke de Dicuinochos, of Priefters, „ als nog by hunne Gaftmaalen gebruyken. Zy „ voegen daarby,dat de Zon en de Maan, deMor„ gen- en de Avond-Ster Man en Vrouw waren; „ dat zy alle Avonden in de Weft-Zee vielen , en „ genoodzaakt wierden van daar onder de Aarde „ heenen te zwemmen , tot dat zy in 't Ooften we„ derom na boven quamen; dat de andere Sterren „ door den bezoekenden Geeft en zyne Oppaflers „ gemaakt, en als Lichten aan den Hemel geplaatft „ waren, en dat dezelve, door het Zeewater uyt„ geblufcht, byhen in't Ooften wederom ontito„ ken wierden." Het zoude te langwylig en verdrietig vallen,om eenig breeder Verhaal te doen van alle de Ongerymdheden en Beuzelingen van diergelyke Slach , door welke dit rampzalig Volk by hunne onwectende of doortrapte Priellers bedrogen wordt. ° De Natie der Cocbimies is niet alleen de talrykfte en wydluftigfte , maar ook de fneedigfte en fcherpzmmgfle, minder behebd met buytenfpoorigc Gevoelens, en vry van beeltachtige Gewoontens. Hun Gedrag en Verkeering is byzonder minzaam en vnendclyk ; en zy hebben nooit hun Woord gebroken. „ Zy gelooven, volgens het Bericht van ze„ keren Zendeling, dat 'er in den Hemel een groot „ Heer woont, wiens Naam in hunne Taal beduydc„ Hy , die daar leeft; dat dezelve , buyten eene* „ Moeder, eenen Zoon hebbe, aan wien zy eenen „ dubbelden Naam toeleggen ; de eerfte beteekent „ Volmaaktheid, of'het Uyt einde der Jar de, en „ de andere de Gezwindheid. Behalven dezen is „ 'er nog een derde, wiens Naam is: Hy, die de „ Heer en maakt; hoewel zy den Naam van Heer „ aan alle drie toeëigenen; want, gevraagd zynde „ hoe veele Heer en zy onderftellen, dan antwoor-' F 2 „ den  g4 De HISTORIE van den zy : Een , die den Hemel, de Aarde , de " Dieren de Boomen en Vruchten, cn den Man " en de Vrouw gemaakt heeft. Zy hebben insge" Wks eenige Kennis van Duyvelen , en zeggen, dat de groote Heer,genaamd Hy,die daar leep, zekere onzigtbaare Wezens gefchapen heeft, die ! tegenshem opgedaan, en Vyanden zo wel van hem als van het menfehelyke Geflacht zyn : Deze onzigtbaare Wezens beitempelen zy met den Naamvan Logenaars, Verft fikkers of Verletders Zy voegen daarby, dat, wanneer iemand " derft die Bedriegers denzclven komen begraven, l om hem te verfteeken van dc Aanfchouwing van " den Heer, die daar leeft." Deze en zommige diergelyke Gevoelens worden bv de Cocbimies gekocdert, en ik wenfehte wel dezelve in 't breede aan te haaien, nademaal ik verzekerd ben , dat de bekeerde Indianen ganich met toeleggen , om de Zendelingen te bedriegen met een Verhaal van zodanige Gevoelens en Leerdell n2en, als zy voor hunne Bekeering gevoede en beleden hebben, en welke met de zo even aangehaalde Meeningen overeenkomen. Ik zoude msgely6 De HISTORIE vah Schryver aan onze Lezers zal mededeelen. Vader Torquemada, van het Eiland Santa Ca* iharina gewagende , fchryft aldus : „ In dit Ei„ land zyn verfcheidene Rancherïas of Gemeen„ tens, en daarin een Tempel met een ruym enwa„ terpas Voorhof, alwaar zy hunne Offerhanden „ doen ; in eenen anderen Hof, alwaar het Altaar „ ftond, was een ruyme ronde Plek, geboord met „ Veêren van allerhande Vogels van verfcheidene „ Kleuren , die ik onderrecht wierd , in groot ge„ tal door hen aldaar geofferd te zyn : In 't midden „ van dat Rond ftond een Beeld, met allerhande „ Kleuren befchilderd, hetgeen den eenen of den „ anderen Duyvel vertoonde, gelyk men daarvan „ de Weerga onder do. Indianen vmNieuiv-Span„ jen ziet, in zyne handen de Gedaantens van Zon „ en Maan houdende. Het gebeurde by geval, „ wanneer de Soldaten dien Tempel bezigtigden, „ dat zy in hetvoorfz. Rondeel tvveeKraaijen,groo„ ter en vetter dan gewoonlyk , vonden zitten, „ welke op de Aannadering der Spanjaarden op „ de vlucht begonnen te tygen, en zig in de naby ,, gelegene Rotfen neêr te laten: De Soldaten, hen zo „ ongewoon groot ziende, lofchten hun Geweer, ,, en fchooten ze dood; op zodanig een Gczigt viel „ een Indiaan , die hen als een Gids verzelt had, „ indenaarfteDoodsftuypen. Ik wierd onderrecht, „ dat zy geloofden , dat de Duyvel tot hen in die ,, Dieren fprak , waarom zy in groote Eerbiedig„ heid gehouden wierden. Eenigen tyd daarna, „ wanneer een onzer Geeftelyken langs dien Weg „ paffeerde, wierd dezelve gewaar , dat zommige „ der Indiaanfe Vrouwlieden aan den Oever met het „ fchoonmaaken van Vifch bezig waren, om dezel„ aan haar Huysgezin op te diffchen, en dat ce„ nige Kraaijen derwaards vloogen, en met den Bek „ de  CALIFORNIA.' 9? ,,, de Vifch uyt haare Handen rukten, zonder eenig „ het minfte Geluyd te flaan , noch dezelve te dur„ ven aanzien , en veel min te verjagen. En om „ deze redenen kon den Califomianen niets vvree„ der voorkomen , dan dat de Spanjaarden onder „ deze eerwaardige Dieren met fcherp vuurden. Vader Tar aval fpreekt in zyn Handfchrift zyner Reizen en Ontdekkingen van het Jaar 173a, ten opzigte van het Eiland Trinidad : „ Dat de Gou„ verneur of Opperhoofd van 't zelve insgelyks een „ Priefter, dat is een Tovenaar of Hecbicero was, „ doch dat hy nog mindere Priefters onder hem had, „ zo dat ieder Gemeente door Geeftelyke en WaeM reldlyke Amptenaaren beftiert wierd : Op hunne „ Hoofden droegen zy zo eene verwarde menigte „ van Optoyzels, dat men daarover moeft lachen „ en Deernis hebben." Hunne X. Geboden waren de volgende: „ I. Gy zult niet eeten van uwe eerfte Jagd „ of Vifchvangft, op Strafte van in't vervolg van „ beide verfteeken te zyn. „ II. Gy zult u op zommige Tyden van het „ nuttigen van zeker Soort van Vifch onthouden. „ III. Gyzult u niet laten geluften eenig byzon„ der Slach van Wild te eeten. (Dit was van 't befte en vetfte, welkers Vet zy het Gemeen diets maakten van deLyken der oude Lieden gekomen te zyn; en dat zy, hetzelve nuttigende, aanftonds oud en grys zouden worden. Dus vielen de befte Stukken hunner Jagd in handen van de oude /•Z>Mf G "  93 De HISTORIE van Hechiceros , welke beweerden , dat zy, ten opzigte hunner hooge Jaaren , voor dien Vloek niet hoefden te vreezen.) IV Gy zult zekere Soort van Vruchten niet „ inzaamelen , noch zomraig Slach van Vifch ee„ ten , offchoon beide dezelve hy u voor de belle ., mogten gekeurd zyn. (Dewyl de voornoemde Hechiceros daardoor zeer ontrieft en grootelyks benadeelt wierden, hoewel het aan oude Lieden onder de Califomianen geoorloofd bleef.) V. Gy zult geenerhande gevangen Vifch van eene ongewoone Gedaante tot eenige Spys geT, bruyken , dewyl dezelve aan de Hechiceros m „ eigendom behoort. VI Gy zult hetZeven-Gellernte niet befebou„ wen,*zonder menigerlei Rampen cn Tegenfpoe„ den over uwen Hals te haaien. VII. Gyzultnooit na de Noordelyke Eilanden , omzien; want die zulks bellaar, zal op llaande 5, voet ziek worden en onherftelbaar llerven. VIII Gy zult uwer Vrouwen indachtig zyn, „ en tot derzelver Nagedachtenis Feelldagen inftel;> len. , IX Gy zult in de heete Zomerdagen uwe „ Dank-erkentenis aan de Zon betoonen,ten einde dezelve uwen Wild- en Vifchvangft niet moge l hinderen, maar daarentegen U in alle Ondernee„ mingen gelukkig maaken. x^ ^  CALIFORNIA. 99 „ X. Gy zult gelooven en oen vaft Vertrouwen » ftellen aan cn op uwe Hechiceros. (Dit Gebod, zo zwaar en moeijelyk na te komen, wierd by hen als ongcrymd verworpen en uytgelacht, zo dra zy tot de Zendelingen terug gekeerd waren.) Hunne Geloofs-Articulen maakten insgclyks een Stuk en wezendlyk. Gedeelte hunner Geboden uyt. De voornaamfte Godheid was de Duyvel, tot wienn Eer verfcheidene Feeifcn gevierd wierden. Dc hoofdzakelyke R.eden dier eerbiedige Plechtigheden beftond hierin , dat de Duyvel alleen diegeene was, die hen Kinderen deed teelen. en hen voor het toekomende zoude doen winnen. Deze Fceftcn wierden, volgens der Priefters voorgeven, van hen uyt~ drukkclyk door die Godheid geëifcht. Andere Feeften wierden by hen geviert ter Eer hunner Voorzaten , dewelke zy met gelyken Naam als de Duyvels beftempelden. De Formaliteiten dier Vergoding of Canonifatie wierden aldus volvoert: De HoofdPcrfoon dier Plechtigheid wierd vertoont door de Likken van verfcheidene Boomen , welke op eene Hoogte geplaatft waren; achter dezelve danften alle de Nabcftaanden van den Overleedcnen, en daardoor verbeeldeden zy zig de volmaakte Vergodin" hunner Voorzaten te verkrygen. & Hun Plechtgewaad by die gelegenheid beftond eerftelyk in eene Pruvk , zo lang als de Mantel van eenen Canunnik, gemaakt van de Hairen, by zekere Perfoonen ten dienft der Priefteren beloofd. RÓnd; om den Hals droegen zy eenen Band- van Bceften. Klaauwen, en eeflen tweeden als eenen Gordel om I hunnen Buvk. In de Handen hielden zy eenen i grooten wydlufcigen Waijcr, uyt eene menigte VeêG 2 mi  100 De HISTORIE vak ren van verfcheidene Kleuren zamen geflanlr, en wyders eene uyc harden Steen vervaerdigde Buys,. om de Zieken te zuygen en aan te blaazcn, geiyk hiervooren gemeld is. Alle deze Byzonderhcden, uyt genomen de Pruyk of Hair-Mantel en de Buys, zyn ten eenemaal verfcheiden, ten opzigte der Gewoonte van andere Califomianen, welke ik hierboven aangehaalt heb; ook zal ik andere Dingen , welke by deze en geene in gebruyk zyn, wegens wydloopigheid alhier overflaan. Doch de Eilanden en Streeken , waarop deze Vernaaien toepaffelyk zyn , hebben met den anderen zeer geringe Gemeenfchap en weinige Verkeering, ten ware zy naby en in 't Gczigt van elkander gelegen zyn. Het is waarlyk een Wonder, eene zo aanmerkelyke Verfcheidenheid omtrent een zo wezendlyk Stuk, gelyk dat van den Godsdienft, by Natiën te ontmoeten, welke zo dicht by den anderen woonen. En alhoewel ik het voorenftaandc uyt geloofwaardige Berichten aangehaalt heb , zo zoek ik echter hetzelve den Lézers geenzins, als eene onwederfpreekelyke Waarheid, op het Gezag der Schryvers , op te dringen.  101 NATUURLYKE EN BURGERLYKE HISTORIE VAN CALIFORNIA. TWEEDE AFDEELING. Befchry ving van CALIFORNIA, van den Tyd af, wanneer de Jezuïten aldaar allereerlt aanquamen. h HOOFDSTUK. De eer/Ie Berichten van het Mare Pacificurn, of de Zuyd-Zee. Met is vreemd en wonderbaar, dat de Aardkloot , dien wy bewoonen, zedert en geduurende het verloop van zo vccle Eeuwen, als nog zeer onvolmaaktclyk bekend zy; en dat zommig Slach van Menfchen niets gewecten zoude hebben van andere huns gelyken, die met hen dienzelven befloegen. De vyftiende Eeuw is voor Europa boven alle andere de uytftekendfte; dcwyl daarin de Konflen en Weetenfchappcn hebben begonnen te herleven, en onder de gevolgen, uyt G 3 «ie  102 De HISTORIE van die Herleving gefprooten, heeft zy ook de Eer van op de Ontdekking der Landen te mogen roemen, 'welke met recht, wegens derzelver groote Uytgeftrektheid , by haar met den Naam der Nieuwe IVaereld bellempeld zyn. Spanjen, in gemelde Eeuw van de Heerfchappy der Mcoren bevryd , en in de twee Koningryken van Cajl'Uien en Portugal hereenigd, bediende zig niet alleen van deszelfs zeeghaftige Wapenen \n Europa en Africa; maar zond ook zyne Vlooten op den Oceaan , wien men tot dien tyd toe gevreeft had tc bevaaren. De Ooft-Indiën, welker Schatten ganfch Europa door van de aloudlle Tyden af vermaard waren , verkreegen in de voorfz. Eeuw eenen nog grooteren Luyftcr uyt den voordeeligen en ryken Handel haarer Gewaiïen en Handwerkzclen, welken de Venetianen, Genuefen en Flórentynen na dc Levant dreevcn. De oude Landbefchryvers , en wel voornamentlyk de Griekfe , welke men begon te leezen, als mede de Verhaalen van den Veneiiaan Marco Paolo en andere Reizigers, benevens de Berichten van zommige Inboorlingen dier Geweften, welke van daar na Europa quamen, en wier Hcufchheid en Vroomheid aan de Waarheid hunner Gezegdens geenzins deed twyfelen , vyzclden dc Uytftekendhcid dier Landen nog hooger in den Top. En alhoewel, tot meerder Overtuyging, de Indiaanfe Schatten , Specerycn en andere koftelyke Goederen na Europa gebragt wierden, zo was niet alleen de Verovering dier Landen , maar zelfs ook dc onmiddelbaare Handel derwaards voor de Europeanen onmogelyk , dewyl zy daartoe geenen Weg over Zee willen , en derhalven genoodzaakt wierden, den Handel in Ooft-Indife Waaren met de Mahometanen te voeren, welke in 't Bezit van alle de tuifchen beide 'gelegene Landen waren.  CALIFORNIA. 103 De Portugeefen, die met eene onbegrypelyke Onverzaagthcid cn Volharding de Weft-Kuft van Africa tot aan Guinea , en van daar tot aan de Kaap de goede Hoop , ontdekt en bezogt hadden, iwyfeiden niet, eindclyk eenen veiligen Doortocht over den Oceaan na de Indien te zullen vinden. In dat Vertrouwen zonden zy in 't Jaar 1487 verfcheidene Perfoonen over Land , om van de Ooftelyke Geweften Kondfchap te bekomen ; en wel voornamentlyk van de Landen van Prhfter-Jan, Koning van Abïffinïên, een Vorft,die zeermagdg, en daarenboven een Chriften was. Zy verzogten en verwierven insgelyks van den Paus een eeuwigduurend Octroy van vrye Bezitting der Landen, welke zy in den Oceaan, van Cabo Boxador tot aan delndic:i ingefloten , zouden komen te ontdekken: Terwyl nu de Portugeefen bezig waren den Ooftelykcn Doortocht na dc Indien te zoeken, zo zonden de Koningen van Cajlilien , die verfcheidene Eilanden ïn den Oceaan verovert hadden , en hunne Aanfpraak op Guinea vervorderden, Cbriftofel Columbus uyt, om nieuwe Landen in 't Wcften te ontdekken. Gemelde Columbus had hen vertoont in ftaat te zyn , eenen veel korteren Weg na de Indien en de Specery-Eilanden te zullen uytvinden. En waarlyk deze byzonder fchrandere Waaghals, het zy door de Leezing van oude Schryvers, of door de Dagregifters van zekeren Lootsman , aangefpoord, wift of raamde by gilling , dat'er zommige Geweften of Eilanden beweften de Canarien of Azores moeften gelegen zyn ; doch weinig denkende , dat de Indien eenen zo grooten Afftand van de uyterfte Kuft van Africa en Spanjen hadden. Hy onderftelde in tegendeel, volgens het Gezag en de Geloofbaarheid der aloude Aardbefchryvers en Wysfeeren, dat onze Aardkloot veel kleindcr dan in G 4 der  104 De HISTORIE van der daad was; dat de Overtocht van Spanjen na dc Indien aan zig zelve niet lang kon zyn , en dat hy aldus veel fpoediger het Land van Cathay en het Eiland Cipango , van welke Mar co Paolo de Venetiaan eene zo aanlokkelyke en bekoorende Befchryving geeft, zoude kunnen bereiken. Hybood vervolgens zynen Dieuft aan de Koningen van Portugal en Engeland aan, doch wierd by geene dier beide Hoven aangenomen : Deze Aanbieding, benevens de Kaarten van Paolo Phyftco, den Florentyn, aan wien hy zyne Gedachten mededeelde , en die hem in zyn Bellek verfterkte, worden gevonden in de Gefchiedeniflen van dien grooten Man, gcfchreevenby zynen Zoon Fernando Columbus , een allerwaardiglle Schryver der Daaden van zulk eenen braven Vader. In het Jaar 1492 deed Columbus eenen nieuwen Tocht ter Zee; hy quam na dc Ontdekking der Eilanden Lucaya, Cuba, Hispaniola en andere, na Spanjen terug, en liep met zyne Vloot, onder een onbelchryflyk Gejuych en Glory , op den 4 Maart 1493 de Haven van Liffabon binnen. Don Juan HL, Koning van Portugal, een Vorll zeer Godsdienftig en Edelmoedig, wierd door zommige Grooten van zyn Ryk wel aangefpoort, om dien beruchten Reiziger ter dood te laten brengen , doch hy verwierp dien Toeleg met Verontwaardiging, en bewees hem dies te grooter Eer en Belooningen. Alhoewel hy ©nderflelde , dat de vooriz. ontdekte Eilanden binnen de Domeinen lagen, welker Bezitting en Eigendom hem by den Paus toegedaan waren ; zo liet hy echter aan den Koning van Caftilien deswegen een geeftig Vertoogfchrift afgaan, en beval eene Vloot uyt te ruden , om na die Geweden te zeilen : De Koning van Caftilien vond Middel, om dat VoorEeemen te ftuyten , en zyne Gemalin , de onverge-  CALIFORNIA. 105 lykclykc Koningin Ifabella, wift een Breve van Paus Alexander VI. te verwerven , waarby aan derzelver Koningryken van Caftilien en Leon gehegt en ingelyft wierden alle zodanige Geweften, welke by haare Onderdaanen zouden ontdekt en verovert worden. Dezelve Paus maakte ook , om de Verongelyking der Portugeefen te myden, de beruchte Verdeeling der Waereld tuflchen beide die Koningryken door middel ecner Scheid-Linie", die Noord en Zuyd 100 Mylen beweften Cabo Ver de en de Azotes getrokken wierd. Wanneer,de Koning van Portugal daarmede geen Genoegen nam, zo wierd de voorfz. Linie in 't Jaar 1494 , by een te Tordeftllas geflooten Verdrag, met Toeftemming van den Paus, 270 Mylen verder beweften de voornoemde Kaap en Eilanden bepaalt. Na het fluyten van dat Verdrag vervolgde de Admiraal Columbus , en ook andere Spanjaarden, hunne Ontdekkingen, die vermits haare Uytgebreidheid en Rykdommen alleenlyk dienden , om de Begeerte na de Ooft-Indife Schatten nog meer op te wakkeren , van welke de allcrheerlykfte Berichten door ganfch Europa vlogen. Nog meer nam dezelve toe , wanneer in 't Jaar 1499 de vermaarde Vafco de Gama van zyne gelukkige Ontdekking der Indien te Lijfabon terug quam; zynde de eerfte van alle , die de Kaap de Goede Hoop tweemaal gepafleerd was, en den Weg na de Ooft-Indien gcopent had. Te dier tyd was men in Spanjen van gevoelen , dat aldaar een Naauw of Straat "moeit zyn, waardoor de Golf van Mexico met eene andere Zuydclyk gelegene Zee vereeriigt wierd. De Admiraal Columbus verzekerde hunne Catholyke Majefteiten, dat van zyne zyde niets zoude ontbreeken aan de Uytvinding dier Doorvaart. Hy zeilde dienvolgens in 't laar 1^02 voor de vierdemaal ü " G 5 Wcll-  ro6 De HISTORIE van Weftwaards, en ontdekte de Kutten van los Guartacos , en den Golf van Honduras bezyden PortoJiello, zonder eenig Naauw te ontmoeten ; gelyk dan ook in der daad zig gecnerhande Straat aldaar bevindt, maar wel eene Land-Engte, dat naderhand het Schier-Eiland van Panama genaamt wierd. Zommige willen,dat wy aan dezen Tocht de eerfle Berichten van de Zuyd-Zee verfchuldigd zyn, terwyl andere beweeren , dat die Kuft reeds 3 Jaaren te vooren by Vicente Tanez Pinzon en Juan Diez de Solis ontdekt zoude zyn. Fernando Columbus, die zynen Vader op dien Tocht verzelde, ipreekt het voorfz. Gevoelen tegen; daarby voegende , dat Pinzon en de Solis eerft in 't Jaar 1508 daarom ftrecks aangeland waren , alhoewel zy zig aanmatigden de eerfte Ontdekkers dier Kuft te zyn, om den Admiraal van de Eer dierUytvinding en zynen welverdienden Luyrter te berooven. Het zy daarmede gelegen zo het wil, zo moet men echter bekennen, dat Columbus reeds voor zynen vierden en laatften Tocht eenige Kennis van de Zuyd-Zee gehad hebbe , dewyl zyn Gevoelen van een Naauw of Straat aldaar ter plaatfe, welke hy ging zoeken, zodanige Zee fchynt te onderftellen. Zulks heeft ook zyn Zoon niet geheim gehouden; ook is het ganfch niet onwaarfchynelyk , dat zommige Spanjaarden , van welke geene Aanteekeningen gevonden worden, langs de Kuften van Mexico alvoorens gevaaren zouden zyn , om Landen en Grond op te zoeken, en door de Inwoonders dier Land-Engte onderrecht geworden , dat niet ver van daar aan de andere zyde eene Zee gevonden wierd, waaruyt dan vervolgens de Vertelling van eene naauwe Doorvaart of Straat gefproten is. Hoe het ook zy, wy mogen voor vaft befluyten, dar die verwarde en twyfelach- tige  CALIFORNIA- 107 tige Berichten de allercerlte zyn, welke men van de Zuyd-Zee kan opwyzen. Dit was geeozras de eeniglte Tocht, dien men langs den Weg van America na de Ooft-Indiën te dier tyd zogt; want nog vroeger , en wel voor het Jaar 1495, zeilden verfcheidene Spanjaarden, Enbellen, Deenen en andere Natiën, * Noordwaards, om eene zodanige Paflage te vinden. Diergelyke Onderneeming wierd in de derde halve Eeuwen daarna vergeelfch voortgezet , en wordt als noch 'm Engeland, met grootter Drift dan ooit te vooren,vervordert, doch miflehien en naar alle Waarfchynlykheid met gelyken Uytilag als alle de voorige Nalpooringen. Het Onderzoek na deze Vereeniging der beide Zéen wierd in een ander gedeelte ondernomen , en wel met zodanige Aanhoudendheid , dat eindelyk dezelve door eenen gewenlchten Uytflag gekroont wierd. Wanneer Columbus, op zyne derde Reis in'tJaar 1498, de vafte Kult van Paria tegen het Zuyden ontdekt had , zo deeden de Spanjaarden verfcheidene Schepen uytrulten, om die Ontdekkingen te vervorderen ; onder deze was ook Per Alonfo Ninno, van Palos geboortig, die in 't Jaar 1499 Cumana en dc Kuiten van Venezuela ■ ontdekte. Zyn Landsman Viccnte Tanez Pinzon, met Ari as Pinzon, zynen Neef, quamen in 't Jaar 1500 tot aan den Mond der groote Rivier van de Amazonen, die eene wydte van 30 Mylen in Breedte bellaar; zy voeren van daar langs de Kuiten van Brafilien , en voorby Cabo San Augu/lino in dc Zee', waarin zig Rio de la Plata onthul; zig vleijende met de Hoop van den Weg der zo lang gezogte Doorvaart na Ooft-Indien gevonden te hebben. De Koning van Portugal insgelyks beflooten heb- ben- * Zie de Reizen van den Heer Eltit na Iliiiffans-Baay.  roS De HISTORIE van bende eenen kortoren Weg na die Landen te laten zoeken, welke zo onwaardeerbaare Schatten voor den Koophandel uydeeverden, dan dengeenen, die onlangs na de Kaap de Goede Hoop ontdekt was, en nadat hy in't zelve Jaar 1500 Gaspar de CorteReal na 't Noorden van America gezonden had, die in Terra de Laborador bckmdede , en zommige Eilanden daaromiïreeks mer zynen Naam beltempelde, zond in 't volgende Jaar 1501 Americus Vefputius, eenen Florentyn , Zuydwaards uyt; die , zonder het minfte Recht en Reden, zo gelukkig was, van zynen Naam aan het vierde Gedeelte der Waereld te mogen hegtcn. Na dat die Zeevoogd het hiervooreh gemelde Cabo San Augujïino gepaneerd, en tot de 40 Graden van de Evenmacht-Linie in Br afitten gevorderd was , maatigde hy zig aan de eerfte Uytvinding van die Kaap en Zee , daar zy echter reeds, gelyk hiervooren is aangehaald, 's Jaars bevooren by beide de Pinzons bereikt waren; niet tegenftaande zy zig van gelyk Bedrog als Vefputius bedienden, waarover de Zoon van Chrijloffel Columbus klaagt, en aanwyft, dat zy daardoor den welverdienden Lof en Eer van zynen Vader verkort hebben. Daar zyn nog andere Schryvers , welke de eerfte Ontdekking van Brafilkn aan Pedro Alvarez Cabral toeëigcnen; doch wy zullen denLézer met dat Onderwerp niet langer ophouden. In het midden dier veelvuldige na het Wellen, Noorden en Zuyden gedaane Tochten verkreeg echter de Waereld eerft in 't Jaar 1513 eenig klaar en zeker Bericht en Denkbeeld van de Zuyd-Zee. De eerfte Europeaan, die dezelve ontdekte, wasVafco Nunnez de Bilboa, geboortig van Xeres de los Cavaleros, die in de Verovering van Darien en de Bocht van Uraba gebruykt zynde, den Zoon van den Cacique, of grooten Heer Tanquiaca, tot  CALIFORNIA. lof zynen Gids verkoor , om hem door en over eenen langen Reeks van 't Gebergte te leiden, van waar hy , met een onuytfpreekelyk Genoegen de ZuyaZee in 't gezigt kreeg, en wanneer hy op St. Mi» cbiels-Dag den Oever dier Bocht bereikte, zo bcftempelde'hy dezelve met den Naam van dezen Heilig' : Hy was waarlyk een Man, die den allergrootften Lof verdiende, en de eerite Grondlegger der wydluftigftc Ontdekkingen van Peru en andere Gewellen, alhoewel de rechtvacrdige God, wegens zyne onmenfchelyke Wreedheid tegen de Indianen , hem met een rampzalig Einde heeft gelieven te {taffen. Vader Mariana zegt, dat deze Bilboa van Bad»pz afkomftig was; doch Gomara beweert, dat hy uyt een Adelyk Gellacht van Xeres de Badajoz, oi de los Cavaleros gefprooten zy. Omtrent dezen tyd wierden ook dc Moloukktje Eilanden door de Portugeefen ontdekt, welke zo verre na 't Ooften gelegen zyn , dat de Spanjaarden op dezelve , en op alle de nog Ooftelykere Indien, hun Recht en Aanfpraak ftaande hielden, dewyl zy binnen het Halfrond van den Aardkloot lagen, die hen by de Afbaking in het Verdrag van Tordefillas was toegeweezen. Hierdoor wierden de oude Twiften tuffchen beide de Koningryken vernieuwd, en ondertuffchen begaven zig in 't Jaar 1516 Fernando Magellamis en Ruy Falero, beide Portugeefen , na den vermaarden Cardinaal Ximenes de Cifnefes en vertoonden aan denzelven een Ontwerp van Uytvinding eener Zuydelyke Doorvaart na de Zuyd-Zee, en van daar na de Moloukkije en Specery-Eilanden. Na dat gemelde Cardinaal overleeden was, gaven zy hetzelve aan Koning Carell., of den V., ten opzigte van het Keizer-Ryk, over, die het goedkeurde, waarop zy in 't Jaar 1519 met 5 Schepen van St. Lucar dervvaards (levenden.  «10 De HISTORl E van Magellanus nam zynen Cours na "t Zuyden, en na Cabo San Augujlino terug gelegt te hebben, zeilde hy langs de Kuit tot aan het beruchte Naauw, hetgeen nog heden zynen Naam voert ; hy quam de oneindige Zwaarigheden cn Gevaaren te boven, en gelukkig door die Straat in de Zuyd-Zee; (levende dezelve voorfpocdig over, en bereikte de Eilanden de los Ladrones; tegenwoordig Marianas genaamd; vervorderde van daar zynen Tocht na die van Luzon, die naderhand den Naam van Pbilipplnes verkreegen , en alwaar hy met zommige zyner Medeflanders zeer rampfpoedig verongelukte. Dc overigen vervorderden hunne Reis, en belandedcn in de Moluccas, en Juan Sebaflian del Cano, geboortig van Gueitaria in Guipijcoa, Bevelhebber van het Schip Victoria, keerde van daar in 't Jaar 1522 over de Kaap'de Goede Hoop na Spanjen, en had dus binnen den tyd van 3 Jaaren den eerden volmaakten Tocht rondom dc \\ aereid volvoert, cn uyt dien hoofde behoorde zyn Schip met meerder Recht, dan dat van Ar go, onder het Gelternte gcplaatd te worden. Dus was wel dc Zuyd-Zee omtrent de Zuyder-Spil ontdekt, als mede omtrent de Even-Nacht Linie; doch het ontbrak alsnog aan derzelver Ontdekking na en omtrent den Noord-Pool, welke voor den Heer Hemando Cortez fcheen bewaard te zyn. Deze Held had het Ryk van Mexico t'ondergebragt, en de Hoofddad, van gelyken Naam, den 13 Augujli 1521 vermeedert. Deze Verovering wierd immediaat door de Onderwerping van den Koning dei Mecboacanen gevolgt, wiens Staaten zig tot aan de Kuden der Zuyd-Zee uytdrekten. Gemelde Cortez , volgens zyn eigen zeggen in eenen Brief aan CarelV., in't Jaar 1522 gefchrceven, korten tyd te vooren eenige Kennis van de Gedeldheid cn Gele-  CALIFORNIA. i*r tegenheid dier Zee bekomen hebbende, miflchien van de Regeering van Motezuma af, en in zyne Gedachten geduurig nieuwe Onderncemingen fmeedendc, vond, als een tweede Alex ander en Cajdt\ een Middel uyt, om dat Geweft te vermeefteren: Hy zond zyne Spanjaarden van alle Kanten cn langs verfcheidene Wegen na die Kuiten uyt, om dezelve te onderzoeken ; en deed ten dien einde met goed Beraad en Overleg twee Caravelas * timmeren en üytruften. Hy was van den goeden Uytflag zyner Önderneeming zo wel verzekerd, dat hy daaromtrent in eenen Brief aan den Keizer zig van de volgende Uytdrukking durfde bedienen : „ Uyt de „ Volvoering van myne Befluyten kan uweMajeftck „ opmaaken, dat dezelve tot den allergrootltcn en „ uytftekendften Luyfter van uwe Kroon zal die„ nen, cn al hetgeen ooit zedert de Ontdekking „ der Indien ondernomen is, zal overtreffen." Ondertuffchcn had men op nieuws, doch door eene moeijelyke en langwylige Onderneeming, den Doortocht na de Moluccas, na het terugkomen van het Schip Victoria in Spanjen, ontdekt; men had die Paffage in eene Kaart ontworpen, en de Legging der bekende Waereld zo naauwkeurig als mogelyk aangetoont; doch de Eiffchcn van beide de Koningen , omtrent de Bezitting der nieuw-ontdekte Landen in de Oofl-Indib'n, wierden daardoor hoe langs hoe meer ontvonkt cn aangeftookt. In 't Jaar 1523 wierden by Keizer Carel F. verfcheidene Officieren benoemt, om den nieuwen Doortocht, dien men voorgaf en onderftelde, door de Land-Engte van Panama na de Zuyd-Zee na tc fpooren. Ingevolge van * Een ouderwets Vaartuyg, eertyds by de Spanjaarden gebruykt, van vooren fpits, maar zeer vvanfehapen en met voor overhellende Maften. Dervclver Zeilen WJrtn driekantig, ombéter en nader den Win 'te vatten, dan andere Zeilen ; doen worden tegenwoordig nic: «leer zo beiuaam bevonden, en zyn ten esneraaai afgekeurd.  112 De HISTORIE van Van dat Bevel gingen Francifco Hernandez en Gil Gonzaks Davila van de zyde der Zuyd-Zee langs de Kullen daaromltreeks na die Doorvaart zoeken. In hetzelve Jaar wierd de Admiraal Cortez by den Keizer gelalt, om dezelve in beide de Zéén na te Ipooren. Wanneer zulks in de Zuyd-Zee niet kon volvoert worden, ten zy door den Golf van Mexico; zo zond hy Chrifloffel d'Olida, die naderhand met vyf Schepen en eene Brigantyn onzigtbaar wierd, derwaards, om met den vermaarden Hebueras dat Onderzoek te volvoeren; ook had zyn Neef Dïego Hortado drie Schepen aan hem gegeven, ten einde hy met gemelden d'Olida de ganfche Kult van Tucaton tot aan Darien naauwkeurig mogt onderzoeken. In 't Jaar 1524 wierd te Bajadoz eene Byccnkomft gehouden, alwaar de Staatsdienaars, Rechtsgeleerden der Burgerlyke Wetten, Aardrykskundigen en de Lootfen van Spanjen en Portugal verfcheenen, om over de Ontfcheiding der Grenzen en van den Eifch der beide Kroonen op de Molukkije Eilanden te raadpleegen. Na twee Maanden daarover geharrewaart te hebben, fpraken de Spaanfe Rechters ten behoeve hunner Kroon het Vonnis uyt, waartegen de Portugeefen zig aankanteden; dus wierd die Byeenkomlt vruchteloos afgebrooken, en de Scheur nog grooter gemaakt. Beide de Koningen raakten met den anderen in Onmin over hetgeen binnen korte Jaaren Hond te gebeuren , gelyk zedert gebeurd is en alsnog voortduurt, namentlyk over de Nyverheid enNayver van andere Natiën, en zelfs het Misnoegen van hunne eigene Onderdaanen. Doch kort daarna wierden zy de Zaak eens; de Keizer llond zyn Recht aan Portugal af, om de Moluccas alleen te bezitten, mits betaalende 35000 Ducaten. Doch dat Verdrag wierd zeer hevig tegen-  CALIFORNIA. II3 gengefprooken by Pedro Ruiz de Fillegas een vermaarde Leerling der Hooge Sehool van Bur ™ die in de Vergadering van Badajoz een Kopft l b£ daarenboven wegens zyne Geboorte, Geleerdheid Kundigheid en Itichtelyk Leven en WandeTS zeer gezien en geacht was. ' t jaar 1525 , ge]yk Qomara , Efievan Cn mez WCorunna, om in 't Noo?denVeem£00 t SS^ffl? c,e zoeken- H? ™* na huvs Je^ t W mCt Indianen na nuys , en quam m t Taar icor w^a;m t 1, binnen terug , l^tt™^* de. De Keizer beval wyders binnen O»»™ een Huys op te rechten, om daarin den Handd na de Specery-Ei/ariden te vervorderen- hSïSa™ jHaven eene Vloot van «venX^™' ï het Bevel over dezelve aan Zfc* c£ ^ZW*, geboortig van CmdadLal Jcl™ mandeur derOrde van ^.>^, opdragen ^ ging m September 1525 met die Vloot oXr zeil en irevende direct na de Straat van MaZ/Z ' om door dezelve na de BfohirrZ Z S "an-X eXl Bevelhebber bereikte J^TelIy7Se ^ merk dier Onderneeming ilrekte om 'den H ^ ï ld'"- " ii. hoofd-  1I4 De HISTORIE van II.HOOFDSTUK. Eerfte Ontdekking van California, en de derwaards gedaane Keizen ten lyde van Ilernando Cortes. Wy hebben reeds verhaalt, dat Cortes m 't Taar i eoa, kort na de Verovering van Mexico, zmCarel V. verflag deed , hoe hy in drie verfcheidene Geweften de Zuyd-Zee ontdekt, en bevel seeeven had tot het bouwen van vier Schepen. Hv zond ten dien einde veertig Spanjaarden, Timmerlieden, Houtzagers, Yzerfmeden en Macro ozen na Zacatula , en deed door dezelve , langs eenen Wee van over de 200 Mylen dwars door Nieuw Vnanien van Vera-Cruz derwaards overbrengen SenigTYzer, Ankers, Zeilen, Kabels,Wand, Werk, Hars en andere Scheeps-Behoeftens, welke te Vera-Cruz ingekogt waren. Wanneer deze Materialen aldaar behouden aanquamen, en ra het iVlacazyn opgelegt wierden , zo geraakte de ganfche Voorraad in brand; blyvende niets over buyten de Ankers Nagels en ander Yzerwerk. Dit Ongeval deed echter den Moed van Cortes niet verflaauwen; gevende op ftaande voet andermaal laft, om alle die nodige Bouwftoffen wederom in te koopen, en derwaards over te voeren, gelyk hy zelve zulks aan den Keizer fchreef, en zig wegens de Vertraagmg van den Bouw dier Schepen, hoewel ten zynen Kofte, 6P het beft ontfchuldigde. Hy gaf zig verder groote moeite , om Gefchut en andere Behoeften* uyt Spanjen * verkrygen ; doch de Aarts-Biflchop van Burgos, die in den Raad der » voorzat, en «mdere Mannen van Vermogen, ftonden hem onver-  CALIFORNIA. ,ff De groote Verwachting, welke Cortes van zyne Onderneeming met die vier Schepen had, en de veelerlei Ontwerpen, by zodanig een Man gemaakt wiens Begrippen anderzins genoegzaam door de nieuwe Veroveringen van zulke wydluftige Geweften overftelpt en opgetogen waren, kan nie* béter, dan door zynen eigenhandigen Brief aan den Keizer, op Snfafe SefChre£Ven' °nCb0llierc Ik ftel myn Vertrouwen in deze Schepen, zon„ der my daaromtrent verder te verklaaren; al zyn- * trrZf^ datikrae^ndoordezelve,indien » het God behaagt, in ftaat zal wezen van een Werk" * tuyg te zyn , hetgeen uwe Keizerlyke Maiefteit » m deze Geweften tot eene Oppermacht vanmeer „ Koningryken en Bezittingen zal bevorderen, dan " v\nV°ï by °nze Natie is bekend geweeft. Ge„ heft God naar zyn vrymachtig Welbehagen mvne " ?"?CrneTln/ * f^nen, dan zal uwe Maje„ fteit in alle die weêrgaloofe Voordeden bedeeld „ zyn ; want ik geloof, dat uwe Hoogheid , wan„ neer mynBeftek volvoerd is, naar eifen beliegen " worden0 ^ wLreldS Op eene andere Plaats van dienzelven Brief vaart hy aldus voort : „ I„ de voorgaande Sluytdeelen „ van deze , grootmachtigfteHeer, heb ik aan uwe l ïlTv l dVCv °°ntdeGewefteu,werwaardS „ ik myn Volk ter Zee en te Land heb uytSezon„ den waardoor ik, onder deBegunftiging van den " ™ i ? h°0gften Zal verb]yd W01,den- En nade» maal ik altoos gezorgt heb en bézig geweeft ben, ^ £ „ om  ,l6 De HISTORIE van om alle mogelyke Wegen na te fpooren, en de Onj " weroen om mynen Yver ten dienft van uwe Ko" S kè Majefteit allezins werkftellig te maken " en te doenb yken, zo ontbreekt my daaromtrent " niets meer, dan alleen het Onderzoek der tot nog " me onbekende Kuft tuffchen de Rivier Panaco * aFkrta, welke de Capitein Juan Ponce de " Leon bcfk heeft; van daar dien ik nadeNoord" KuflvanFlorida tot de Bacallaos toe te vaaren, " dewvïhetzeker is, dat daaromftreeks eene Straat ï moet zyn ,die in de Zuyd-Zee uytkomt: Indien " X overeenftemt met eene naauwkeungc Tee„ zulks overeenuc gedeelte der keninsi eener Kaait, wcikc vau b " S na den Archipel toe onder my beruft, en " SR^nzogevocglyk en «^"Ja* " S dezelve tweederde korter en nader dan de " tLnwoord ge Cours zal zyn; ook zullen de der* SaXaand§e en van daar komende Schepen gee" Sandfgevaar te vreezen hebben dewyl zy ten " Seïï«deBtuflchen de Landen en Staaten uwer " Maieftei heenen zeilen, en in geval van noodza" Skhe d de bequaamfte Havens en Reeden " Sch veilig kunnen aandoen; als ^de gdegefl " £ eenGeweft,toebehoorende aan uwe Majefteit, r' WDeezSeIyn SnTcedachten omtrent het groot Voordeel en den Dienft, welke uwe Majefteit * SïSTnékken en genieten: Doch ik heb £  CALIFORNIA. 117 „ groote Schulden gedooken : De Paerden en de „ Artillery , die ik binnen deze Stad heb, en wel„ ke na alle Geweften afgezonden zyn , behalven „ de dagelyks toevallige Laden, komen alle en bly„ ven voor myne byzondere Rekening. Hetgeen „ dezelve noch meer verzwaart, is de Schaarsheid „ en Duurte van alle Behoeftens, en wel voornai „ mentlyk van die tot de Scheepvaart en den Veld„ tocht vereifcht worden; zynde de Pryzen zo hoog „ en buytcnfpoorig , dat, hoe ryk ook dit Geweft „ moge zyn, dedèlfs Inkomden te kort fchieten, „ om de noodzakelyke Koden , welke ik doe, te „ vergoeden. Ik del zulks alles echter beneden de 1 „ Inzigt en Verwachting der groote Voordeden, , „ welke uyt de Ontdekking der by my gezogt wor„ dende Straat zal voortvloeijen; ik ligt daartoe het „ Geld by wege van Leening, en betuyg des wegen „ aan uwe Majedeit, dat ik thans befloten heb, drie „ Carvalas en twee Brigantynen ten dien einde „ uyt te zenden; want ik maak daat, dat my die „ Tocht ruym 10000 Goude Kroonen zal koden, „ en meen door dezen Dienft alle myne voorige „ Dienften te kroonen; want hy wordt by my aan„ gemerkt als de allergroot.de, indien ik het Oog„ merk in het uytvinden van zodanige Doorvaart „ zal bereiken. En zelfs, wanneer die Straat niet „ mogt gevonden worden, zoude men echter op „ dien Tocht zodanige wydluftige en ryke Gcwe„ ften moeten ontdekken, welke aan uwe Majedeit „ een oneindig Voordeel zullen verfchaffen, endes„ felfsRyken en Staaten en den Luyfter uwer Kroon „ grootelyks vermeerderen. Waarlyk een des te „ grooter Voordeel; onderdek!, dat die Straat niet L mogt gevonden worden, dewyl uwe Majedeit „ daardoor zal onderrecht en verzekerd zyn, dat 'er „ zodanig eene Straat niet in de Waereld is, en geil 3 „ vol-  It8. De HIS TORIE van , volgelyk de Maatregelen kunnen beraamen, by ,', welke Dezelve het Voordeel uyt de Specery-Lan„ den en alle de andere daarnaaft gelegene Gewe„ ften alleen zal mogen trekken. Ik bied my zel„ ve daartoe aan, zo het uwe Majefteit behaagt, „ die Zaak in myne handen te Hellen, indien het „ vinden dier Straat my mogt komen te mhTen,wan„ neer ik eenen Weg zal afbaaken, langs welken „ Dezelve onbefehryflyke Voordeden kan behaa„ len. Godgeeve, dat myne Vloot gelukkig het „ Uyteinde moge bereiken , tot hetwelke zy be„ ftemd is ! namentlyk zodanig eene Straat te ont„ dekken, die ik ten volle verzekerd ben, datwer', kelyk zal gevonden worden ; want ik kan ten opzigte van uwer Majefteits Belangen niets verborgen houden ; ook zal ik alle Yver en Beleid aan,} wenden, om dezelve altoos te bevorderen. „ Dienvolgens meen ik met de Schepen , die ik heb laten bouwen , na de Zuyd-Zee te ftevenen, , en, zo God wil, in het uytgaan van 't Jaar 1524 \, langs derzelver Ruften na beneden te zeilen , om de meergemelde Straat te zoeken. Want indien 'er eene is, dan moet zy in de Zuyd-Zee, of an" derzins in de Wateren van't Noorden, zig ontdek, ken; de in 't Zuyden langs de Kuft vaarende Sche" pen zullen den Oever in 't Gezigt houden , tot dat zy de Straat vinden, of dat het vafte Land te' gen het Naauw van Magellanus komt te ftuyten; " de andere in 't Noorden zullen , gelyk ik reeds gemelt heb , zo ver zeilen , tot dat zy bevinden „, het vafte Land met deBacallaos vereenigd te zyn. „ Dus zal deze gewigtige Vraag van de eene of de „ andere zyde moeten ontfeheiden worden. Ik on„ derrecht uwe Majefteit daarenboven, dat vermits „ de Kennis, welke ik van de Geweften der Bo■„ venkuften van de Zuyd-Zee bekomen heb, de At- ■» zen-  CALIFORNIA. 119 „ zending van Schepen langs dezelve zo wel voor „ uwe Majefteyt als voor my van een uytfteekend „ Voordcel zal zyn. Want nademaal ik weet, dat „ uwe Majefteit zeer nieuwsgierig is , die Straat te „ mogen weeten, en wel bezeft, dat uyt die Ont„ dekking een overgroote Dienft aan uwe Kroon „ gedaan zal worden; zo heb ik alle andere Voor„ deelen en Winften ter zyde geilek, die my an„ derzins, volgens myne vafte Kundigheid , niet „ zouden miflen, om volftrekt dien Cours te vol„ gen. De goede God gelieve myn Bellek naar „ zyn Welbehaagen te zegenen! ten einde uweMa„ jefteit zyn Oogmerk, en ik den gewenfchten Uyt„ flag myner Onderneeming tot uwer Majelteits „ Dienft moge bereiken." Dus verre Hernando Cortes. Ik zoude ten opzigte van 't voorfz. wel durven vragen , hoe een allergrootfte Monarch,om een Onderwerp, van zulk een Gewigt voor zynen Luyfter, van zodanig Voordeel voor zyne Inkomften, en van zulk eene Verheerlyking zyner eigene Natie, wel andere Gedachten zoude kunnen voeden ? Cortes had niet alleen in 't zelve Jaar van 1524 het voorfz. Escader onder Chrifiofel d'Olida uytgezonden ; maar daarenboven nog twee andere Schepen doen uytruften, om de Kuft van Panama tot aan Florida, welke tegenwoordig die van MiJJiftppi of Louifiana genoemt wordt, te onderzoeken, of aldaar eene Doorvaart zoude te vinden zyn. Men weet echter niet, of Cortes in de 3 volgende Jaaren tot 1527 werkelyk bézig geweeft zy met het zoeken dier Straat aan dezydederZ«3ïi-Zee,in de Landengte vmPanama, welke hy zig verbeeldede ongetwyfeld te zullen vinden. In dat vals Gevoelenwierd hy in 't Jaar 1523 gefterkt door Pedro d'Alvarado, die in zyn eerft Bericht aan Hernando Cortes, geteekend Udatan H 4 den  120 De HISTORIE van den ii April 1523 , zig van deze Uytdrukkingeu bedient : „ Men heeft my ook verhaalt, dat vyf „ Dagreizen verder op , namentlyk 20 Dagreizen „ van hier, deze Landftreek met een vry groote en „ aanzienlyke Stad haare Paaien eindigt; en zulks ,, heeft men my voor valt verzekert; en indien het „ zo bevonden wordt, dan twyfel ik geenzins, of „ daaromftreeks zal ook de Straat moeten zyn." Men kan wyders met geene zekerheid melden, of Cortes aan de Noord zyde langs de Kuiten van Bacallaos, of die van Terra Nuova en Terra del Labrador, eene diergelyke Doorvaart gezogt hebbe. Naar alle gedachten heeft hy zyn Oogmerk met geene mogelykheid kunnen bereiken; want geduurende die Jaaren deed hy dien beruchten moeijelyken en rampfpoedigen Tocht na de Hibueras , en vervolgens vond hy handen vol werk by de Beroertens in Mexico. Het is daarenboven onzeker, of hy dc Schepen van Zacatula langs de Bovenkuften der Zuyd-Zee wel ooit na 't Noorden gezonden hebbe. Al hetgeen Cortes bewaarheide, beftaat hierin: Dat hy uyt de van die Kullen ingetrokkene verzekerde Berichten kon naleiden, dat dezelve voor hem zeer voordcelig moellen zyn. In dienzelven Brief geeft hy op eene andere plaats aan den Keizer te kennen: „ Dat hy toellel maakte, om de Provincie van Coli„ na aan de Zuyd-Zee te vermeelleren ; dat de „ Groote Heer aldaar hem onderrecht had van ze„ ker Eiland, hetgeen door Amazonen, alle Vrouw„ lieden , bewoont, rykelyk van Goud en Paerlen „ voorzien, en tien Dagreizen van Colina gelegen „ was; dat zommige Inboorlingen van dat Land w werkelyk by hem geweeft waren, en dat hy alle mogelyk Onderzoek dienaangaande zoude doen." Het Amazonen - Eiland was echter zo wel een in d§ Lucht gebouwd Cafteel, als eene andere Provin-  CALIFORNIA. 121 viucie aan de Rivier van gelyken Naam. Ten opzigte van de Paerlen, welke daaromftreeks zouden gevonden worden , onderftel ik , dat daardoor de allereerfte Aanwyzing van de Gelegenheid van California gedaan zy. Het zy daarmede gelegen, zo het wil: Carel v. fchreef in Juny 1526 aan Hernando Cortes uyt Granada : „ Dat hy zyne te Zacatula leggende „ Schepen , om de Trinidados te ontdekken , be., nevens beide de Escaders van Loayfa en Cabot „ zoude hebben te zenden , om de PalTage van „ Nieuw-Spanjen na de Moluccas, zo als hy be„ looft had , uyt te vinden." Hy ontfing dat Bevel ; en vermits Hortuno d'Alango , die van de Vloot onder Loayfa met zyn Schip afgeraakt, en te Cuatlan op de Zuydkuft aangekomen was, hem mogelyk daartoe aanfpoordc, zo zond hy drie Schepen onder Bewind van Akaro de Savedra Ceron uyt, welke in September 1527 van Civatlan uytliepen. In't volgende Jaar 1528 quam Cortes in Spanjen terug, en in die tuflchentyd was de Vloot onder Savedra verftrooid en by de Moluccas vergaan. De Keizer, zig toen in Spanjen bevindende, bewees aan Cortes' veele Eer en Hoogheid: Hy benoemde hem, behalven zyne Verheffing tot Marquis del Valle de Guaxaca, tot Capitein-Gcneraal van Nieuw-Spanjen en van de Geweften en Kuften der Zuyd-Zee ; gaf hem wyders den Eernaam van Ontdekker van die Kuft en Eiland, en daarenboven een Twaalfde in al hetgeen hy zoude komen te veroveren aan hem en zyne Erfgenaamen in vollen Eigendom. Door deze Tytels en Voorrechten wierd Cortes op nieuw aangefpoort zyne verdere Onderneemingen in de Zuyd-Zee te vervorderen. Doch de Keizer cn de Keizerin, die de Regeering beftierH 5 de,  #32 • De HISTORIE van de, wanneer haar Geniaal na hallen ging , om daar gekroont te worden, deeden al het nodige tot zyn behoef in gereedheid brengen; dus wierd wel inOcïobcr 1529 een Verdrag opgellelt, en by de Keizerin en Cortes geteekend, doch hy moeft zig daarby verbinden, de Uytrufting der noodige Schepen tot de Ontdekking der meergemelde Geweften en Eilanden aan en in de Zuyd-Zee op zyne eigene Koften te doen. In 't volgende Jaar 1530 keerde Cortes na Nieuw-Spanjen , alwaar hy ten deele uyt eigene Beweeging , en ten deele op den herhaalden Aandrang van aan zyne Belofte te voldoen , zig by de nieuwe Audiencia van Mexico vervoegde , alwaar zyne luyfterryke Aankomft grooten Argwaan veroorzaakte , waarfchynelyk uyt hoofde van de noodige Penningen tot die Expeditie aldaar te ligten. Hy liet dan met 'er haaft te Aquapulco twee Schepen bouwen en uytruften, waarmede een zyner nabeftaande Vrienden, namentlyk DiegoHurtado deMendoza-, van daar in de Maand Mey 1532 in Zee ftak. Die Ondemeemïng viel echter niet gelukkiger uyt dan de voori~? : Het Volk van een dier Schepen floeg tegen Hurtado aan 't muyeen, en keerde met groote Zwaarigheden na Zalijco terug; van het ander, aan wiens Boord Hurtado zelve zig bevond, heeft men nooit iets verder vernomen. Cortes deed daarop in het Stecdje Jehbuantepec twee andere Schepen bouwen, en begaf zig, om derzelver Uytrufting te verhaaften , in Perfoon derwaards. Hy ftelde daarop Hernando Grijalva en Diego Bocerra de Mendoza , eenen zyner Maagfchap, tot Bevelhebber, en eenen Ortuno Ximenes uyt Biscaijen, tot Lootsman. Zy gingen in 'tjaar 1534 onder Zeil, en geraakten in de eerfte Nacht van elkander, zonder ooit wederom byeen te komen. Gri- jal'  CALIFORNIA. 123 jaha belandede , na 300 Mylen afgelegt te hebben, aan een onbewoond Eiland, hetwelk hy met den Naam van Santo Thoma beftempelde, en naby den Uythoek van California onderfteld wordt gelegen te zyn , van waar hy kort daarna in NieuwSpanjen terug quam. Diego Becerra de Mendoza was van eenen hoogmoedigen en oploopenden Inborft, en de voornoemde Biscaijer Xwienes een wreed, wild en woeft Schepzel, die geenerhande Beveelen van zyn Opperhoofd wilde ontfangen, en veel min ter uytvoer brengen. Ximenes fmeedede eene Zamenzweering met de misnoegde Matroozen, en deed den Commandeur Becerra, terwylhyfliep, vermoorden, waarby verfcheydene zyner Officiers doodelyk gequetft wierden. Dus vermeefterde hy het Schip , en wierd Oppergezaghebber van 't zelve , en om de Wraak van Cortes te ontvlieden , deed hy twee Franciscanen, welke als Zendelingen mede voeren , op de Kuft van Xalifco en onder hunne Bezorging alle de Gequetften uytzetten ; vervolgende zynen Tocht, om nieuwe Geweften en Eilanden in 't Noorden te ontdekken. Doch hy kon de Hand van den Almogenden God niet ontwyken : Want wanneer hy omtrent de zo genaamde Santa Cruz-Baay quam , die eene Binnenkuft van California fchynt te zyn, zo ging hy aan Land, en wierd benevens twintig andere Spanjaarden door de Indianen dood geflagen. Op dit Ongeval keerden de Matroozen met het Schip na Cbametla terug; verhaalende, dat California een wel bevolkt Geweft , en langs de Kuft van eene menigte Paerel-Banken voorzien was. Nunno de Guzman , die toen met de Verovering dier Landen bézig was, nam het voorfchreeven Schip in Beflag. Hy was Voorzitter der Audiencia van Mexico geweeft , mitsgaders Rechter der Refi- Aen-  $* De HISTORIE van dencia *, en een gezwooren Doodvyand van Cortes , wiens groote en menigvuldige Rampen hem zyne eens genomcne Befluyten niet konden doen ftaaken; als volf trekt verzekerd zynde , dat de Moluccas niet ver van de Weltkuft moeiten leggen, en dat hy binnen de Tuflchenwydte van beide de Afftanden overryke Geweften en Eilanden zoude ontdekken. Hy was in deze Onderltelling daarenboven gefterkt door zekere, doch al te hoog opgeveizelde Berichten van de ryke Paerel-Banken, van welke hy eenige Jaaren te vooren zo breed ,had hooren fnoeven. Uyt hoofde van diergelyke Verzekering , en ook van het met de Keizerin gemaakt Verdrag, belloot hy het nog eens en voor het allerlaatlt te wagen; doch zulks aan geene andere of vreemde Bevelhebbers toe te vertrouwen, maar zelve in eigener Perfoon t'onderzoeken en bevinden. Hy gaf van zyn Voorneemen alom en in 't openbaar Kennis; en de Spanjaarden quamen uyt alle Geweften toe fchieten, om hem op dien Tocht te verzeilen. Hy deed drie Schepen, welke te Jehhuantepec gebouwd waren, uytruften, om tot die Onderneeming onder zyn eigen Beltier gebruykt te worden. Hy deed dezelve na Chiametla vooruyt zeilen, terwyl hy over Land, met een fterkCorps Soldaten, Officiers,Coloniften, Huysgezinnen, Geeftelyken en Religieufen, om de Inboorlingen tot het Chrillen Geloof te bekeeren, welke Bekeering in alle diergelyke Onderwindingen voor het Hoofd-Oogmerk gehouden wierd , na Mexico vertrok. Deze Schepen quamen te Chiametla; dat van OrtunoXimenes wierd • »r> ■ al~ fi HV1S het 0PPer-Gerechts-Hof,voor hetwelke alle Gouverneurs en Magiftraats-Perfoonen, na dat zy afgegaan zyn , moeten verfchynen, wanneer alle de tegen hen ingebragte Klagten van het Oemeen .hetgeen daartoe gedagvaart wordt, geoppert en voor de worde' nMBWboPllalden Vti ontfeheiden en afgedaan  CALIFORNIA. m aldaar aan Strand gevonden zonder Volk ^geplunderd , doch wederom herfteld. Hier ging, co; fes met alle degeenen, die hem vrywillig volgden, aan Boord, en de overige wierden onder he BewinUanAndet de Tapia aan Land terug gelaten. •cVan hem den Naam Mar de Corteir ontfing , en egemvoo dig dien van Golfo de California dmg • Hier zogt men na het Geweft, alwaar Ortuno At^ nes lor de Indianen vermoord was en den eerften Mey 1526 wierd voet aan Land gezet-ter ohatfe by hem met de Naam der Baay van Santa S^beftempeld, welke by zommige tegenwoorSgjhoudenwo^ de Baay van la Paz op deOoftkuft van California te zyn , of ten minften eene andere op dezelve Kuft tuffchen Cabo San Lucas ent P//gelegen, welke laatfte Onderftelhngwel Cbiametla, om het achtergeblevene Vo k met^de Mond- en andere Behoeftens na te haaien. Doch de Vloot wierd door zwaare Stormen zodanig verftrooit, dat maar één dier Schepen, zeer Hecht of wel in 't geheel niet van Provifie voorzien, ter plaatfe alwaar zig Cortes bevond, quam opdagen. Hy kr'uvfte, volgens de Berichten van Gomara, de Zee, welke naar de Golf van Venetien gelykt en zeilde hngs de Kuft onder geduurige en ontallyke Gemeif, wanneer hy, na vyftig Mylen afgelegt te hebben ter plaatfe quam , alwaar zyne Schepen geft and waL. Hierdoor wierd alle verdere NavorfchL eensklaps geftaakt, en hy keerde met groote?» , veelvuldige Zwaarigheden en Gevaaren na de Baay van Santa Cruz ; veele van zyn Volk waren reeds op reis vanHonger gecreveerd en nog meer ftierven op zyne Aankomft aldaar door het gul- zig  ff* De HISTORIE van zig inzwelgen van Spyzen , hoewel hy alle mogelvke Voorzigtigheid daaromtrent gebruykt had. Cortes kon die Elende niet langer aanfchouwen en hervattede zyne begonnene Ontdekkingen, wanneer hy\n den Inham van California belandede. Deze en de voorafgaande Verhaalen van Gomara «rekken tot Bewys van hetgeen wy hiervooren aangemerkt hebben ; namentlyk dat de Baay van Santa Cr»z, alwaar OrtunoXimenes vermoord wierd en Cortes belandede, de thans aldus genaamde Baay van California zy, als mede dat die Naam eigentlyk aan eene byzondere Baay gegeven was welke Cortes op die Kuft ontdekte , en miflchiea tegenwoordig die van la Paz is , onder welke Benaaming men gewoonelyk het gantfche Eiland be- grypt. Middelerwyle wierd ganfch Nieuw-Spanjen door het Gerucht verfpreidt, dat Cortes overleeden wasen vermits hy alleen voor den Beteugelaar der Cafl ques van Mexico gehouden wierd, zo zogten zy alle eenen Opitand te berokkenen. De Marquifin Donna Juanna de Zunniga, Dochter van den Graafi Agtnlar en Nicht der tweede Gemalin van den Hertog de Bejan, zond ten fpoedigften een Caraval af, om hem op te zoeken, en op Haande Voet thuys te doen komen. Niet lang daarna wierden twee andere Schepen uytgezonden • namentlyk dat van Gr ij aha, hetgeen van zyne Expeditie terug gekomen was, en een Nieuwnagel, te Jebhuantepec gebouwd, met Brieven van de opgenoemde Donna , de Audiencia en Don Antonio Mendoza, waarby hy door den Onderkoning onderrecht wierd , dat zyne Tegenwoordigheid in meuw-Spanjen zeer noodzakelyk was, zo wel ten opzigte der Ruft van 'tLand, als om aan Francifco l tzarro de verzogte Hulp te zenden voor de Stad Ut  CALIFORNIA. I27 Lima , welke door eene ontallyke menigte Indianen ingefloten was. Hy wierd tenens verzogt en ook gelaft ten fpoedigften t'huys te komen, waarvan Cortes ganfch niet afkeerig was; als zynde over den Hechten Uytflag zyner Onderneemingen te Water en te Land zeer vermoeid en verdrietig , en tot zyne overgroote Droefheid geleerd, dat zyne uytmuntende Vervorderingen te Land hem geene vafte Verzekering gaven van even voorfpoedig ter Zee te zullen zyn. Hy was waarlyk zeer verheugd over deze zo eerlyke Gelegenheid van zyne mislukte Onderneemingen af te mogen zien, zonder eenig Vervvyt of Kraaking zyner Achting te ondergaan. Hy quam in 't begin van 't Jaar 1527 te Aquapulco terug, en liet zyn Volk in de Baay van Santa Cruz onder Bevel van Francisco d'Ulloa, die, de Onmogelykheid van Beftaan, en nog meer van eenigerhande Nederzetting aldaar, bezeffende, zynen Commandant eerlang na Aquapulco quam volgen, het zy naar eigen .Beraad en Goeddunken , dan uyt hoofde van geheimen Laft , aan hem ten dien einde gelaten of toegezonden. Van Aquapulco vertrok Cortes na Quahunahuac, en van daar over Qjtarnavaca, werwaards hy door de Bekooring , om zyne Lieffte te zien, gevoerd was, na Mexico , om aan den Onderkoning Verflag van zvn Wedervaaren te doen. Hy ftelde eerftond de nodige Ordres tot het verzogte Secours. voor Pizarro, en zond , onder Bevel va»U*rnando Grijaha , twee welbemande en van Wapenen en Paerden voorziene Schepen, behalven de daarby gevoegde Gefchenken uyt naame der Marquifm , uyt Aquapulco na Callos, welke zeer wel van pas by den Veroveraar van Peru aanquamen. De Menigvuldigheid dier Onderneemingen kon aan Cortes- geene Belemmering toebrengen > ook het hy  i*S De HISTORIE van hy den Moed geenzins zakken , offchoon zyne eerfte Onderneemingen mislukten, en vervorderde daarentegen zyn rypelyk overwogen Beftek, en wel ter tyd, die hem de bequaamfte en voordeeligfte daartoe fcheen te zyn. In de Lente van 't voorfz. Jaar bewierp hy wederom eene nieuwe Expeditie, en vermits het Verhaal van dezelve eene menigte Byzonderheden van Aangelegenheid behelft, welke grootelyks tot ons Oogmerk in dezen betrekkelyk zyn, zo zullen wy dezelve naar de Letter overneemen uyt de Aanteekeningen van Francisco Lopez de Gomara, luydende aldus: „ In de Maand Mey van 't zelfde Jaar 1537 zond „ Cortes drie andere van alle Behoeftens wel voor„ ziene Schepen uyt, onder Bevel van Francisco de „ Ulloa, die met alle de overige terug gekomen „ was, en bepaalde derzelver Tocht langs dc Kuft „ van Culhuacan heenen, welke zigNoordwaards „ uytftrekt. De Naamen dier Schepen waren San„ ta Agueda, la Trinidad en Santo Thomas. „ Zy zeilden van Aquapulco uyt, en liepen te San „ Jago de Buena Esperanza binnen, om zig van „ Ververfingen te voorzien. Van Guaijabal fte„ venden zy na California, om een Schip op te „ zoeken , en van daar vervorderden zy de Reis na „ Mar de Cortes , anderzins Barmejo genaamd, „ en zeilden langs de Kuften heenen ter lengte van „ ruym 200 Mylen, wanneer zy daarvan het Ein„ de bereikten, en hetzelve met den Naam van^«„ con de San Andreas beftempelden, om dat het „ Feeft van dien Heilig inviel, wanneer zy aldaar „ aanquamen. Ulloa nam dat Land, uyt Naam „ van Fernando Cortes , voor den Koning van „ Caftilien in Bezit. Dit Ancon legt omtrent op „32 Graden Breedte ; langs de Kuft bevinden zig „ verfcheidene brandende Kolken; het Gebergte is „ ten  CALIFORNIA. 129 „ ten eenemaal bar en fchraal, en het Land ten uy„ terften armoedig. Zy vonden hier eenige Spoo„ ren van Schaapen, die groot en zwaar en gekron„ keld van Hoorens waren, als mede verfcheidene „ Walviflchen in Zee. De Hoeken, welke de In„ woondcrs tot den Vifchvangft gebruyken, zyn van „ Hout, Vifch-of Tortelbeenderen, van welke Gc„ reedfchappen zy altoos overvloedig en ruym voor„ zien zyn. Zy gaan ten eenemaal naakt, gelyk de „ Oiomies in Nieuw-Spanjen, en draagen op de „ Borft eenige glinfterende Schelpen, welke na Paer„ lemoêr gelyken: Hunne Drinkvaten zyn de Magen „ der Zeewolven ; doch zy hebben 'er ook van ge„ harde Klei. „ Zy voeren wyders van Aneon de San Andreas „ langs de Kuft heenen tot aan California; paffeer„ den de Kaap andermaal; vertoefden tuflchen het „ vafte Land en zommige Eilanden, en zeilden ver?, volgens wederom na Ancon de San Andreas. „ Dezen Uythoek noemden zy el Calo del En* r„ gano, of de Kaap van Bedrog; wanneer hen „ de Wind begon tegen te loopen, en ook hunne „ Leeftocht oogfchynelyk te minderen , keerden „ zy na Nieuw - Spanjen. Dus waren zy een ge„ heel Jaar uytgeweeft, en echter niet zo ver in hun „ Voorneemen gevorderd, dat zy by derzelver Te„ rugkomft eenig Verhaal konden doen van eeniger„ hande Geweften, welke eene tweede Tocht vvaar„ dig waren. Fernando Cortes had zig vaftelyk „ ingebeeld, langs die Kuft en Zee" een tweede „ Nieuw Spanjen te zullen ontdekken; doch hy „ deed niet meer op, dan hetgeen ik reeds hiervoo„ ren gemeld heb, offchoon hy diergelyke Land„ en Zeetochten zelve by woonde, en zyn Lyf en „ Leven onbefchroomd durfde wagen. Hy was „ ten eenemaal bekoord en ingenomen door en met /. Deel. I „ dé  ï3o Du Hl STO III E van „ de vafie Verbeelding, dat tuilbhen Nieinv-Spaiu „ jen en de Specery-Eilanden nog meer groote „ en ryke Eilanden moeiten leggen. Aan dezeOn„ derneemingen en Ontdekkingen heeft hy, yol„ P-ens zyn eigen ingeleeverd Verhaal, 200000 Du- , caten ten koftc gêïegt; hy kon echter nog met „ van zyn Bewerp afzien , maar zond telkens nog „ meer Schepen en Manfchappen uyt, dan hy volgens zyn eerft Bedek daartoe bedemt had, vvaar„ door hy dan, gelyk wy in't vervolg zullen verhaa- , len, genoodzaakt wierd wederom na Spanjen te ' keeren. Men vindt waarlyk nergens eenig Voor" beeld van iemand, die zig met zodanig eene Bly- , moedigheid en Dapperheid in Koften heeft wil en en durven fteeken, dan deze Cortes, alleenlyk "n om alzulke ganfch onzekere Onderneemingen te „ volvoeren." III. HOOFDSTUK. 'Van de Tochten en Onderneemingen na CALIFORNIA tot aan bet Jaar 1600. De zeer geringe Voordeden, by Fernando Cortes in zulke hachelyke en koitbaare Tochten naald, zouden natuurlyker wyze den blaakenden Yver van verdere Onderneemingen in 't Noorden van America en in de dille Zuyd-Zee hebben moeten doen verflaauwen en uytbluffchen; tervvyl in tegendeel de onnoemelyke Schatten, geduurende het zacht en wys Bewind der Regeering onder DonAntonio de Mendoza, onderdeund door het Beleid en Gezag van den Markgraaf del Valle, de Aanpvikkeliogen tot nieuwe Ontdekkingen en Verwervin-  CALIFORNIA. 131 gen hadden kunnen verzadigen, en de Oplettendheid van deOpper-Regenten, en van alle en een yder byzondere Perfoonen, bepaalen tot de Verbétering ert de Gelukzaligheid van dat wydluftig Geweft, waarvan het Ryk van Spanjen als nu hec vreedzame Bezit genoot. Maar nademaal de Menfch naar Gods Beeld gefchapen was, en by hem alleenlyk het Hert vervuld en vergenoegd kon zyn , zo wierd hy nim mer bevonden volkomen Genoegen te neemen in het Bezit van eenigerhande tydelyke Goederen, noch genegen te zyn, om alle de verdere Vervorderingen te laten vaaren. In hetzelve Jaar 1537 quam Alvarez NunezCabeza de Vaca, zeer berucht wegens zyne byzondere Lotgevallen, met zyne drie Makkers Caftillo, Dorantes en Eflevanico, eenen Neger van Mexico , na Culiacan. Van de driehonderd Spanjaarden, welke in 't Jaar 1527, met Pamfilo de Narvaez, in't Geweft van Florida eene Landing gedaan hadden, om hetzelve te veroveren, waren deze vier alleenlyk overgefchoten, en, na tien Jaaren met allerhande onbegrypelyke Tcgenfpoeden en Mocijelykheden onder de Heidenfe Natiën van het binnenfte America geworftelt te hebben, eind'elyk op de Kuft van Culiacan aangekomen; doch naakt en bloot, en zodanig Veranderd, dat zy volrimaktelyk na de Inboorlingen van 't Land geleekenbehalven dat zy door hnnne Taaluyting by de Spanjaarden voor hunne Landslieden erkent wierden :* Men droeg voor hen alle mogelyke Zorg, en zy wierden na Mexico gezonden. Hier ftond iedereen verbaaft over het Verhaal hunner Ontmoetingen en Lotgevallen , hetwelk zo buytengewoon als langdraadig in zyne byzondere Omftandigheden Was; en wef voornamentlyk ten opzigte der Wonderen, Wélke' zy, door Gods behagen eh met deflèlfs Byftand órïI * des?'  i32 De HISTORIE van der de zieke Indianen , verricht, en zelfs zommige van hen uyt den Dooden opgewekt hadden. Zy bekrachtigden insgelyks , hetgeen Alvarez Nunez naderhand in zyn Dagverhaal aan den Keizer gemeldt had ; namentlyk , dat de Zuydelyke Kullen van dat Geweft in Paerlen en andere Schatten overvloedig bedeeld waren , en dat die Kuiten de gezegendfte Landen daaromftreeks uytmaakten. Deze Alvarez Nunez Cabeza de Vaca wierd vervolgens gelaft, de Ontdekking van Rio de la Platanen de eerlle Veroveringen van Paraguay te bellieren. By deze Betuygingen, dewelke door hunne weergaloze Omzwervingen, gelyk zy dezelve opgaven , geen gering Gewigt verkreegen , quam nog, dat zy in het volgende Jaar 1538 , met eene vry llerkere Manfchap en Behoeftens onderfteunt en uytgeruft wierden. Mar cos de Niza,een Minderbroeder en Provinciaal der nieuwe Volkplanting van Santo Evangelio , onderrecht zynde , dat een Lekebroêr zyner Orde van Culiacan over de 200 Mylen Noordwaards gereift, en verfcheidene fterk bevolkte Landen doortrekkende, van de Inwoonders met verbaazing vernomen had, dat nog meer diergelyke Landen rondom en buyten deze heenen o-elegen waren, wierd daardoor aangeprikkeld, om ook aan die Volkeren het Evangelie te verkondigen, en befloot dezelve inPerfoon te bezoeken. Hybragc eenige Maanden met dien Tocht toe , en verhaalde by zyne Terugkomft , dat hy verfcheidene fraaije Geweften ontmoet, en men hem onderrecht had, dat zig daarin zeven groote Steden bevonden , welke alle by zedige en befchaafde Natiën bewoont wierden; dat de Landsdouwe zeer gezegend, en vanBee(len,Graanen en Vruchten overvloedig voorzien, en de Bergen ryke Metalen en Edelgefteenten uytleeverden ; daarby voegende, dat niet ver van  CALIFORNIA. 133 daar eene aanmerkelyke groote Stad, genaamd Quivira , gelegen was, wier Huyzen zeven Verdiepingen hoog waren, en die boven alle andere Steden daaromftreeks wegens haaren Rykdom uytmuntede. Ganfch Mexico was van deze Nieuwigheden vervuld ; men fprak in die Hoofdftad en in alle derzelver Wyken van niets anders dan van die Ontdekkingen. Het gebeurde te dier tyd, dat aldaar eene overgroote menigte Reizigers uyt Spanjen aangekomen waren , die gereedelyk en duydelyk begreepen, dat zy een zo fchatryk Geweft zouden uytvinden en veroveren , als dat van Cortes , waardoor hy zo vermaard geworden was. De kort te vooren in NieuwSpanjen gedaane Ontdekkingen; die in Peru,waarmede men bezig was; het algemeen Gevoelen van den Rykdom der Oofl-Indiën , welke zy onderftelden niet ver van daar gelegen te zyn, cn deze Getuygeniffen van den Vader Provinciaal, als mede van de Reisgenoten vznPamfilo de Narvaez ,ftrekten tot nog meerdere Beweegredenen , welke zelfs by degeenen, die anderzins ganfch niet ligtgeloovig waren, niet konden tegengefprooken worden. Cortes en de Onderkoning beflooten dan ten fpoedigften de Verovering van dat Geweft, zo ter Zee als te Land, werkftellig te maaken; doch men ontdekte wel haaft, dat hunne Oogmerken en tnzigten zeer verfcheiden, en ten uyterften tegenftrydende onder eikanderen waren; want ieder van hen meende daarvan de onaf hangkelyke Eigenaar en Bezitter te zyn; de eene als Onderkoning, en de andere uyt hoofde van zyn Recht, als Ontdekker der Zuyd-Zee, en uyt krachte van het tuffchen hem en de Keizerin gefloten Verdrag. De Onderkoning , anderzins een Man van voorbeeldelyke Rechtvaerdigheid en Grootmoedigheid, was echter omtrent het Stuk van Eer zo onvcrfchilï 3 lig  ,34 De HISTORIE van lis niet, dat hy het overvoeren der Span]aarden, onder het Bewind van Cortes, met goede Oogen zoude hebben kunnen aanzien. De laatfte , alhoewel hy buyten Mexico zyn verblyf hield, en zeer misnoegd was in zyn Verzoek van'tStadhouderfchap by den Keizer niet geflaagt te hebben, vond echter middelen van zyn Belang en Gezag, zonder eenige de minfte Krenking, te handhaven; hy bediende zig daarvan zo voorzigtig , dat niemand der voornaam'fte Ingezeetenen van Nieuw-Spanjen daaruyt eemeen Arffwaan kon fcheppen; ook betoogde hy de Noodzakelykheid, waarom hy daarby tegenwoordig moeft zyn, zonder zyn Gedrag en Bewind eenigzins verdacht te maken. De Onderkoning cn de Audiencia vonden daardoor, zo geene billyke, ten mmften eene gunftige Gelegenheid , van hem te vertoonen, dat hy, vermits zy door den Keizer gemachtigd waren de Lyft der hem toegeweezene Vaflaalen op te neemen, ten dien opzigte van hen af hangkclyk was ' ' Hierby quam nog eene tweede Omftandigheid dat de Kolt- en Schadelooshouding, waarin Nuncio de Guzman , eertyds Voorzitter ten behoeve van Cortes veroordeeld was , in welker Voldoening, zo uyt hoofde van deffelfs voorig Caradter, als ook, en wel voornamentlyk, uyt eenen mgewortdden Wrok cn Dwarsdryvery tegen Cortes , van rvd tot tyd opgefchort wierd. Dus was ook de goede Verftandhouding tuflchen Cortes en den Onderkoning zedert eenigen tyd aan 't wankelen geweeft, èn alhoewel zy in 't Jaar 1538 verzoend waren, zo viel echter de verfche en qualyk beflagene Vriendfchap wel haalt wederom in duygen. Alle de Rechten en Eifchcn van Cortes wierden in de Gerechtsholen onderzocht en uytgepluyft, en hy zag daarvan ie Ontfchciding op eene wyze, welke zeer verfchillende was met degeene, waarom men zig van rciTïTT>i.. zy-  CALIFORNIA. i3S zynePerfbon bedient bad, om over het Lot vnn Koning- en Keizer Ryken eene Uytfpraak te doen; hy vond zig in veel grootere Verlegenheid onder de Solliciteurs, Procureurs , Advocaten cn Raadshceren, dan hy ooit onder de menigte zyner Vyanden in Otumba en Mexico geweeft was: Nu was hy tot zyne groore Droefheid overtuygd , en had door de Ondervinding geleert, dat zyne Gedachten , welke hy eenige Jaaren aan den Keizer gcopenbaart had, omtrent het niet gedoogen, dat eenige Mannen van den Tabbaard na Nieuw-Spanjen mogten overkomen, zeer wel gegrond geweeft waien. Inmiddels vleide de Onderkoning Mendoza zig zelve met een Wingeweft, hetgeen hem meer Achting en Rykdom zoude toebrengen, dan Cortes, niet tegenftaande zyne droevige Misdagen in het wreedelyk behandelen der Indianen , verworven had ; aldus te zeer op de Verduldigheid cn getrouwe Onderdanigheid van Cortes (leunende, gaf hy laft tot twee magtige Toeruftingen ; namentlyk eene ter Zee en de andere te Land , om de Geweften en Eilanden benoorden Mexico te vermeefteren. Het Bevel over de Vloot wierd aan den Capitein Francijco d'Alarcon opgedragen, die langs dc Kuft zoude heenen zeilen tot op de Hoogte van 32 Graden Breedte , om aldaar , in gevolge de Onderrechting van den Geeftelyken, zig by de Land-Troupen te voegen. De Onderkoning (lelde zig in Perfoon aan 't Hoofd der Armée , en Cortes, te Mexico terug moetende blyven , protefteerde vergeeffch tegen die Onderneeming; zig hooglyk beklagende , daardoor in zyn Recht en Eer benadeeld cn verkort te zyn. De Vertoogen der Auditeuren , en de hachelyke en verwarde Toeftand der Regeering, verwierven echter op het Gemoed van den Onderkoning van. I 4 zyn  i36 De HIS TORIE van zyn Bedek af te zien, of ten minde in zo verre hetr zelve te veranderen , dat hy zelve niet mede trok, maar het Bevel over de Land-Troupen aan Francisco Fasquez Coronado opdroeg. Deze brak met duyzend uytgeleezene Mannen, wel voorzien van alle Behoeftens, tot Veroveringen en Vadzetting in de te maakene Wingeweden van Mexico, op, onder geleide van de Vaders Francifcanen , welke hem den Weg weezen ; Hy vervorderde met hen 300 Mylen van Culiacan over Cinoloa en Falie de Sonora , tot dat hy, na ongelooflyke Zwaarigheden doorgedaan te hebben, eindelyk ter bedemde Plaats aanquam. Zy vonden zeven Steden, die een Landfchap ofKoningryk uytmaakten, genaamd Cibola, waarin maar 400 Menfchen woonden, en van welke de ruymde, genaamd Granada , en de Zetel van den Onderkoning , uyt aoo van Leem en ruwe Sparren gebouwde Huyzen bedond, die echter 4 of 5 Verdiepingen hoog waren , welke men door Houte Trappen beklom, die 's nachts weggenomen wierden. Dat Land vertoonde zig zeer armoedig , ten minden in de Oó-' gen dergcenen, die zig daarvan met eene zo heerlyke Verbeelding gevleid hadden; doch het was baquaam genoeg , om allerhande Gewaden en Graanen voort te brengen. Na eenigen tyd aldaar vertoeft te hebben , begonnen zy wederom op Mexico te denken ; maar om niet met ledige Handen, of zonder eenige Onderneeming terug te keeren, zotrok Don Garci Lopez de Cardena met zyne Ruytery Zeewaards, en de Generaal Fasquez Coronado met het Voetvolk langs eene Rivier na Tiguex, alwaar hy van Patarrax, Koning te Axa en Óp'w>ór,kundfchap onding. Men deed hem van die Geweden een zo fmaakelyk en verjsjakelyk Verhaal, dat eene Bende Spanjaarden derwaards  CALIFORNIA. 137 waards gezonden wierd ; het Land lag 300 Mylen van daar, en was wel doorgaans vlak, doch fchaars bevolkt. Zy quamen vervolgens te Quivira, hetgeen, volgens hun Bericht, op 40 Graden legt, en overvloedig van Beeften en Vruchten voorzien was; doch de Rykdom der Bewoonders beftond alleenlyk in Kudden van zeker Slach zwart Vee , hetgeen zy aanfokken, en hen tot Voedzel en Dekzel moet dienen. Maar Fasquez, zo andere Berichten melden, gaf een ganfch verkeerd en nadeelig Verhaal van dat Geweft, in fpyt en weêrwil van veele, die aldaar hunne Wooning meenden op te flaan, alleenlyk uyt Begeerte, om wederom na Mexico te keeren. Gomara voegt nog daarby, dat zy langs de Kuft Vaartuygen gezien hadden, die met Goude en Zilvere Meeuwen op hunne Voor- en Achterftevenen vercierd waren, waaruyt men opmaakte, dat dezelve van Cataya of uyt China quamen , en uyt de gegevene Seinen en Teekenen had men kunnen befpeuren, dat zy 30 Dagen op Zee geweeft waren. Eindelyk, wanneer het Volk door Ziekte, Honger, Gebrek en buyten Hoop van eenig Voordeel verzwakt, afgemat en moedeloos was, befloot men na Mexico terug te keeren , alwaar zy , na eene afwezen dheid van volle drie Jaaren, in de Maand Maart 1542 wederom aanquamen. Juan de Padilla en een ander Geeftelyke bleeven, met eenen Portugees en zommige Indianen van Mechonoau, te Tiguex; beide de eerften deeden eenen tweeden Tocht na Quivira, alwaar zy benevens zommige der Indianen doodgeflagen wierden; doch de Portugees had het geluk van te ontvluchten, en quam langen tyd daarna te Panuco opdagen. Hierin bcftonden dan de Verrichtingen der Landmacht. Middelerwyl ftak Francisco de Alarcon I 5 met  138 De HISTORIE van rnet eene Vloot onder zyn Bewind in 't Jaar 1540 in Zee, met lalt, om zig op de Breedte van 36 Graden by Fasquez Coronado te voegen. Hy (levende na California, en ter beftemde Plaats aangekomen zynde, bleef hy aldaar langen tyd vergeefs na de Armée wachten, die hy niet kon gaan opzoeken , offchoon hy in het zekere onderrecht was, dat dezelve binnen tien dagen by hem had kunnen zyn. Het Tydftip zyner bepaalde Laft was reeds verloopen, weshalven hy verfcheydene Kruyffen oprechtede, en aan derzelver Voet eenige langhalsde Kruykjes begroef, waarin hy Briefjes leide, waarop de Dag, Maand en Jaar zyner Aankomft aldaar aangeteekend waren; hy keerde vervolgens na Nieuw-Spanjen, alwaar hy eene nog grootere Vloot in de Haven, en den Opper-Hofmeelïer van den Onderkoning tegenwoordig vond. Dus eindigde die vermaarde Zeetocht zonder eenigerhande aanmerkenswaardige Omltandigheden, dan dat Francifco Alarcon, die te vooren een groote Gunflreling der Onderkoningen was, ten eenemaal in Minachting geraakte, en van Mexico na de Wingewellen van Cortes zyne Wyk moefi neemen, alwaar hy kort daarna van Hertzeer zyne Dagen eindigde. De Onderkoning bediende zig in die Onderneeming niet alleen van zyn Gezag en Vermogen, hetgeen tot aan de Ontdekking van dien Misflag toe veel Gewoel veroorzaakte; maar ook van eene Staatkundige Konftgreep, welke zyn Gezag en Aanhang vermeerderde , en Hernando Cortes van zyne voornaamfte Stut en Steunzel beroofde. Te dier tyd was Pedro de Alvarado , Verwinnaar en Bevolkeraar van dat Wingeweft uyt naame van Cortes, wiens voorfpoedige Verrichtingen hy van 't begin af aan verzelt had , Opper-Beftierder en Bevelhebber van Guatimaia. Na alles aldaar in goede Orde gefchikt te  CALIFORNIA. 139 te hebben, wierd hy in 'tjaar 1535 met zeven Schepen na Peru afgevaardigt, om Pizarro in het verwinnen van Qjtito te onderftcunen, hetgeen gezegt wierd aan Goud en andere Schatten Cu/co verre te overtreffen. Hy quam van dien Tocht met rykelyke. Beloningen van Pizarro en Almagro terug, dewyl zy hem, wegens zynen overheerfchenden Inborfr, liever zagen vertrekken, dan langer by hen te bijven. Door die Vereeringen, als mede door de in dat Wingeweft vergaderde Penningen , welke hy den Indianen op eene wreede wyze had weeten af te knevelen, wierd hy nog hoogmoediger, en fmeedede eenen veel grooteren Toeleg; en vermits de Dankbaarheid en Vriendfchap, de geheiligde en onfchendbaare Banden der Menfchelyke Zamenléving, by hem weinig geacht, en hy gevolgclyk door het Gevoelen eeniger Hoogachting voor Hernando Cortes, zynen Patroon en Opperhoofd, geenzins wederhouden wierd, zo leide hy heiroelyk toe, hem de Eer der Ontdekking van de Zuyd-Zee te betwiflen. Om zulks te volvoeren, verzogt hy eene Volmacht van den Keizer, die hoe langer hoe meer na die Ontdekking vlamde, en zelfs eenig quaad Vermoeden tegen Cortes opgevat had, dien zyne Mededingers van Sloffigheid in't nakomen van zyn aangegaan Verdrag befchuldigden, hetgeen hem eenigzins fchuldig fchcen te maken aan zyne Rampen en Tegenfpoeden; hy verwierf die Commiffie zonder veele moeite , doch onder Voorwaarde van de Ber zittingen der Portugeefen op geenerhande wyze te krenken noch te ontruften. Zo dra hy dezelve vcrkreegen had, maakte Alcorado binnen zyne Provincie eene fpoedigeTocrufting, zonder zig van iemand dergeenen, welke onder Cortes in die Wateren ooit gebruykt waren, daartoe te bedienen. Hy deed twaalf  I4Q De HISTORIE van twaalf groote Schepen , eene Galey en zommige mindere Vaartuygen bouwen; voorzag dezelve van overvloedige Manfchap , Paerden, Gefcbut, Wapenen en Leeftocht. De Koften der Uytrufting van zodanig eene aanzienelyke Vloot liepen zo hoog, dat hy, buyten en behalven het meerder gedeelte zyner Middelen, en hetgeen hy in de Provincie wift te ligten , genoodzaakt was zommige zyner Vrienden om Onderftanden in gereede Penningen aan te fpreeken. Zyn Beftek ftrekte, om na de Indien en de Specery-Eilanden te zeilen, en, ingevolge het Bewerp van zynen voorigen Bevelhebber, langs California en Punta de Vallenas nieuwe Ontdekkingen te doen. Wanneer hy nu zig zelve den Tytel van Generaal zyner Troupen en Opperbevelhebber' der Vloot aangematigt had , zo vergaderde hy in 't Jaar 1538 te la Purification, alwaar hy Water, Leeftocht en Manfchappen infeheepte, zyne ganfche Armada. Dit alles kon voor den Onderkoning, die cenvolflageneVyand van die Onderneeming was, niet onbekend blyven ; dezelve maakte daaruyt op, dat Alvarado , zonder veele Zwaarigheid te ontmoeten , zynen ouden Weldoender zogt te verlaten; hy voorzag daarbenevens insgelyks, dat het voor hem eene Zaak van het uyterfte Belang zoude zyn, wanneer hy Alvarado in zyn Voordcel kon overhaalen, en niet minder, hoe groote en gevaarlyke Gevolgen daaruyt onvermydelyk moeften komen te fpruyten, wanneer Alvarado zig met Cortes vereenigde. Hy zond hem derhalven door eenen byzonderen Afgevaardigden eenen Brief ter plaatfe der Verzameling van de Vloot toe, en deze Voorbarigheid, om eene Maatfchappy aan te gaan, ging de Verwachting van den Onderkoning te boven , die zonder uytftel zynen HofmeefterAuguflinoGuerrero en Don Louis de Caflilla derwaards zond. Ge- duu-  CALIFORNIA. 141 duurende deze Onderhandeling quam Francifco de Alarcon te Pacification binnen, na dat hy zyne Expeditie op Cibola , gelyk hier vooren reeds gemeld is, volvoert had. Om dan de laatfte Hand aan het Verdrag te flaan, wierd van wederzyden goed gevonden , dat de Onderkoning en Alvarado met den anderen te Chlnïhitio, eene Stad van Mechoacan, een Mondgefprek zouden komen houden. Wanneer die Byeenkomft geëindigd was, gingen zy te zamen de Zee-Toerusting bezigtigen, en keerden vervolgens na Mexico, om eenen Opper-Bevelhebber over de ganfche Vloot te verkiezen; in een zo wezendlyk Stuk konden zy echter niet met den anderen overeen komen, dewyl ieder van hen- daartoe eenen hunner eigene en byzondere Gunftelingen zocht te bevorderen. Met deze Voorbereidzelen wierd lange Tyd gefleeten, geduurende dewelke alle en een ieder de hoogfte Afgryzing en Verfoeijing wegens het Gedrag van Alvarado omtrent Cortes deed blyken, nademaal de eerfte aan den laatften al zyn Geluk en Welzyn verfchuldigd was. Hierdoor groeide de Wrok tusfchen den Onderkoning en Cortes nog meer aan, en berftede in de onbetamelykfte Buytenfpoorigheden uyt. Cortes ziende, dat in Nieuw-Spanjen daaromtrent geen Herftel te hoopen was, befloot eene tweede Reis na Europa te doen, om hetzelve van de Rechtvaerdigheid en Goedertierenheid des Keizers te verwerven. Hy ging derhalven in't Jaar 1540 met zyne twee Zoonen na Spanjen fcheep; bevond zig by den Keizer in de ongelukkige Onderneeming tegen Algiers, en na zeven Jaaren in het ydel Gewoel van 't Hof gefleeten, en in Bekommering voor de Afdoening zyner Belangen , die , om zyne Terugreize te verhinderen, wel voorbedachtelyk opgefchort wierd, doorgebragt te hebben,quam hy  i4a De HISTORIE van hy eindelyk op den 2 December 1547 te Caflelleja de la Cuejla, wanneer hy op weg was, om zyne Dochter te Cadix te bezoeken , op eene voorbeeldelyke en eenen Chriften betamelyke Wyze tc irerven. Hy was waarlyk een Man, die eenen onflerflyken Roem verdiende, en niet minder dan een der allervermaardfte Helden dier Eeuw behoorde geëerbiedigt te worden. De weinige Gebreeken, die hem aankleefden , waren onzigtbaar door den Luyfter zyner menigvuldige Deugden, welke hem als eenen Staat- Krygs- en Zedekundig Chriften vercierden, en wel voornamentlyk ten opzigte van deffelfs blaakenden Yver ter Voortplanting van den Godsdienft, Indien ten tyde zyner Veroveringen de Indianen met eene onverdeedigbaare Strengheid behandelt wierden , zo kon hy echter eenigzins ontfchuldigt worden uyt hoofde van Noodzakelykheid, en van de Woede zyner Soldaten, welke hunne Officiers veelmaals zeer bezwaarlyk konden beteugelen. Doch wanneer hy zelve naar eigen Willekeur iets verrichtede, dan quam zyne Redelykheid en Gulhartigheid alom by uytitek te blyken. Offchoon nu het hier vooren verhaalde Geval, als mede de yslyke Slachting der Grooten van Mexico in den Veldïlag van de Hibueras, niet kan verdeedigt Worden; zo moet men echter hoopen, dat de almachtige God, de rechtvaerdige Vergelder en Wreeker der Misdaaden, hem gekaftyd en vernedert hebbe , wanneer hy geduurende zynen nog overigen Leeftyd verfteeken wierd van alle de gelukkige Gevolgen en Voortgangen , welke hem tot nog toe altoos verzelt hadden, en dus zyne Dagen in eenen Baijard van Hertzeer heeft moeten eindigen. Terwyl Cortes nu uytlandig was , zo verhaaftede Pcdro Alvarado den Toeltel zyner Onderneemingmet  CALIFORNIA. 143 met nog mindere Achterhouding. Guatimalawzs het Tooneel zyner Toerullingen; en zo dra dezelve voltooid waren, vertrok hy over Land na Puerto de DJatividad, om fcheep te gaan en het OpperBevel over zyne Vloot te aanvaarden. Hier ontfing hy Brieven van Chriftoval de O na te , afgevaerdigde Landvoogd van Xalisco onder Vasquez Coronado, die zig te dier tyd te Cibola bevond, welke hem verwittigden , dat hy door de Indianen omcingeld was, en dat, indien hy hem niet ten allerfpoedigften quam ontzetten, hy en al zyn Volk onvermydelyk zouden verlooren gaan. Het was voor zyne Onderneeming van het uyterfte Belang, dat de Havens en Reeden van Xalisco beveiligd en behouden bleeven, en derhalven oirbaar, zyne Achting voor den afwezenden Landvoogd in zodanig eenen gewigtigen Dienft te betoonen, en nog meer •en opzigte van den Onderkoning , die hem gezonden had ; hy trok dan alle de Paerden, Manfchappen en Wapenen byeen, die hy maar kon ; haaftede zig tot het Ontzet van de Onate , en quam tot deffelfs Verloffing nog tydig genoeg. Alhoewel de Indianen met eene onverzaagde Hevigheid den Oorlog vervorderden, en zommige van hen zig tusfchen de fteilfte Rotfen geplaatft hadden, zo onderftond Alvarado echter met een Smaldeel zyner Benden te Paerd en te Voet dezelve van daar te doen verhuyzen. De Spanjaarden begonnen, door het Voorbeeld van Alvarado aangemoedigd, de Hoogte op te trekken. Doch de Indianen deeden groote Brokken van de Rotfen na de Laagte vallen, waardoor verfcheidene van ons Volk fneuvelden, en eenige van de Paerden, vermits de Steilte van den Grond, na beneden deinsden. Een dier Brokken tuymelde by toeval tegen Alvarado zelve, die volgens zyne bekende Gauwigheid van zyn Paerd Iprorg, om  X44 De HISTORIE van ora het Gevaar te ontwyken; doch de Brok fmeet het Paerd achter over, hetgeen op zynen Meefter viel, waardoor hy, met hetzelve tuflchen de Rotfen buytelende , zodanig gequetfl en gekneuft wierd, dat hy vier dagen daarna te Ezatlan , 10 Mylen vmGuadalaxara, en 300 van Guatimala, in \ Jaar 1541 den Geeft gaf. Dusdanig was het rampzalig Uyteinde van Pedro Alvarado, een uytlteekend Krygsman, doch volgens zommigen , geen goede Landvoogd; hy was voorfpoedig geduurende al zyn Leven, en ongelukkig in zynen Dood; meer eerzuchtig in Heerfchappy, dan in bondige Pryswaardigheid; vrypollig en ongebonden in Verkeering en Zamenfpraaken; doch zyn voornaamfte en eigentlyke Grondregel was Eigenbaat en Voordeel. Hy heeft de Indianen zo wreedelyk verdrukt, dat men alle de Rampen,welke hem en zyne Familie overquamen, als een onvermydelyk Gevolg van zyn gehouden Gedrag aanzag. In September van 't zelve Jaar wierd de Stad van Sant Jago de Guatimala door een zwaar Onweer en yslyke Overftrooming verdelgt, waarin deszelfs Gemalin Beatrix de la Cueva , wier Geaartheid Bias del Cajlillo, tegen de Berispingen van anderen, verdeedigt heeft, het Ongeluk had van te verdrinken. Hy had twee Zoonen; eene genaamd Don Pedro, die op deflelfs Terugreize na Spanjen verdronk, en Bon Biego , die in een Gevecht in Peru fneuvelde. Deze twee Broeders waren even ongelukkig, mitsgaders alle degeene, welke, gelyk hy, in het veroveren dezer Geweften het OpperBevel gevoert hadden. De groote Vloot lag nu zeilvaardig; maar, gelyk een Lighaam zonder Ziel en Bellier, viel het ganfche Bewerp in Duygen : De Scheepen wierden verhaten , en moeften binnen de Havens vejrotten. Zodanig  CALIFORNIA. ,45 danig een Uyteinde had deze Onderneeming, die voor eenen redelyk langen Tyd was opgefchort en evenwel de ganfche Nieuwe Waereld ontroert had. De Onderkoning Don Antonio de Mendozawas over het rampzalig Lot van Alvarado en zyne mislukte Zee- en Veld-Tochten ten uyterften verflagen en ontfteld, en niet in Staat van het te kunnen verhelpen. Hy was door beide deze Tochten te Water en te Land in de allergrootfte Bekommering en Verlegenheid geraakt, en echter nog meer oplettende en aangedaan over de onverwachte Terugkomil van Vasquez Coronado , zonder eenigerhande Voordeel behaalt te hebben. Zulks gebeurde, gdvk wy reeds aangemerkt hebben, in 't begin van het volgende Jaar 1542. Doch zyn Geeft was te edel, om by de eerfte Mislukkingen zyner Onderneemingen, die hy luyfterryk en voordeelig achtede te zyn, den Moed te laten zinken ; hy behertigde daarbv voornamentlyk de Voortplanting van 't Geloof en de Verkondiging van het Evangelie onder de vreemde Volkeren. Hy fteunde op de vafte Verbeelding dat de Wingeweften en de Handel aan die zyde der Zuyd-Zee en in de Ooftelyke Streeken der Indien, zonder de Moluccas aan te doen, aan den Staat oneindige Voordeden zouden toebrengen Hv verbeeldede zig, dat, hoe groot ook de Zwaarigheden mogten zyn, hy echter dezelve zoude kunnen te boven komen; dochhy wierd ongelukkigverfteeken van oy deffelfs uytmuntende Schikkingen omtrent een vreedzaam Bewind, waarvan de Vruchten zeker en wezendlyk waren , de eene of de andere aanmerkelyke Bedryven te kunnen voegen, welke men onder de Daden en Verrichtingen mogt reekenen, die by andere Perfoonen uyt het edel Geflacht der Mendozas, toen rer tyd meer dan ooit in Mannen vanKun1 K dig.  HtS de HISTORIE van digheid en Dapperheid uytblinkende, uytgevoerd en voltooid zyn. Hy befloot dan in hetzelve Jaar 1542,niet tegengaande zyne Achterfkllen en quynend Hertzeer, op eene heldhaftige wyze drie zo luyfterrykc als voordeelige Onderneemingen te volvoeren. De eerlte was, om in eigene Perfoon de Indianen varlX* lisco en Nieuw-Gallicien, die na den Dood van Alvarado aan 't muyten geflagen waren, wederom tot Onderwerping en Gehoorzaamheid te brengen, dewyl derzelver Beteugeling hoog nodig was, doordien het volvoeren van zyn Bellek in het verwinnen der Noordelyke Geweften alleenlyk van het vreedzaam Bezit dier Provincie afhing. De tweede was de Bezending van eenige Schepen na de buytenfte of Weftelyke Streeken van California en America, om derzelver Ruften naauvvkeurig op te neemen. De derde beftond in eene Vloot ter Ontdekking en Volkplanting van en in de Eilanden toen ter^tyd de Ponientes of Weftelyke, en naderhand de Marianas enPhilippines genaamd, dewyl dezelve veel nader dan de Moluccas by America lagen. In de eerfte Onderneeming wierd hy door het meerdenredeelte van den Adel van Nieuw-Spanjen verzeld, en door zyne Dapperheid, Voorzigtigheid en Zachtzinnigheid wierd de Ruft binnen het ganfche Land in korten tyd herfteld. Tot Volvoering der tweede en derde Onderneemingen, deed hy zodanige Schepen , welke van de ongelukkige Vloot onder Alvarado eenigzins befchadigd waren, vertimmeren en uytbéteren. Hy zond twee yan dezelve, onder Bevel van Juan Rodriguez Cabrillo, eenen Portugees, die wegens zyne Dapperheid, Lerlievendheid en volflagene Kundigheid ter Zee vermaard was, om zyn tweede Beftek te volvoeren. De vyf overige ftelde hy onder het Bellier van Ruy Lo-  CALIFORNIA. i4? pez de Villa Lobos , geboortig van Malaga , een Edelman van Afkomd , en begaafd mee de tot zodanig eene Onderneeming vereifchte Bequaamheden; beflaande in de Ontdekking der Philippine* Eilanden. Deze ging op Allerheiligendag, na den Portugees, uyt de Haven van Nathidad onder Zeil, flevende Weltwaards, en bereikte de Ladrones ; van daar vervorderde hy de Reis na Leyle Mindano en andere Eilanden, die den Archipel der Philippines uytraaken. Doch de Uytflag voldeed niet aan zyne Verwachting ; hy had met veele Tegenfpoeden te worltelen , en wierd , na de meefte Schepen zyner Vloot verlooren te hebben, en van alle Hulp verdeken zynde, genoodzaakt in de Moluccas binnen te loopen. Hier wierd hy by de Portugeefen, die te Temate en Tidore gehuysved waren, zo koel en fchamper ontfangen, dat hy in 't Jaar 1546 op Amboyna van Hertzeer quam te derven. De Geedelyken en zommige weinige Leeken, het bedroefde Overfchot dier Bezending, verwierven echter van de Portugeefen nog de Gund, van over Malacca, Goa en de Kaap de goede Hoop wederom na Spanjen te mogen keeren. Tot en met het Jaar 1563 wierd geene andere Tocht na die Eilanden ondernomen , wanneer Miguel Lopez de Legazpi, verzeld door den vermaarden Pater Andreas da Urdaneta , ten tyde van den tweeden Onderkoning Bon Luis de Velafco, bézev Geluk had, en eene Volkplanting in de Philippines oprechtede. Juan Rodriguez Cabrillo zeilde met zyne twee Schepen uyt dezelve Haven van Nathidad den 27 Juny, om de Kuden in 't Noorden te ontdekken. Hy belandede in de Baai van Santa Cruz op California , anderzins , na dat Cortes aldaar geweed was, genaamd Puerto del Marquiz del Valle; hy K 2 vond  U8 De HISTORIE van vond dezelve gelegen op 24 Graden Breedte; vervolgde van daar de Weltkuft, en quam in eene Baai, die hv met den Naam van Magdalena beftempelde; dezelve legt op 27 Graden, en op den32ftenGraad bereikte hy Cabo del Engano ; die van la Cruz op en van la Galera op 36§ Graden; tegen over de laatfte Caap ontdekte hy twee groote Eilanden, 10 Mylen van de Kuft, alwaar hy onderrecht wierd, dat niet ver van daar eene Natie woonde, welke Klederen droeg. Ter Hoogte van 37I Graden zag bv eenig Gebergte met Boomen bewaflen hetwelke hy San Martin*noemde, gelyk hy ook deed met den Uythoek van dat Gebergte , alwaar dezelve als eeneKaap inZee uytftak. Hier van daan tot aan de !o Graden ftrekt de Kuft Noord-ooft en Zuydwes?elyk; en op de 40 Graden zag hy zommige Bergen, wier Toppen met Sneeuw bedekt waren , en fuffchen dezelve eene wyde en breede Kaap, die hy ter Eere van den Onderkoning , die hem uytgezonden hS, Cabo de Mendoza , of Cabo Mendozmo noemde ; naait daarby vond hy eene ruyme Bocht, welke wegens der aldaar ftaande menigte van zeer hooge Pynboomen den Naam van Bahia de Ptnos verkreeg In 't Jaar 1543 arriveerde hy te Cabo de Jortuna op 41 Graden , en den 10 Maart bevond hv zig op 44 Graden Breedte , wanneer het aldaar zeer koud was. Dit was de uyterfte Bepaaling van zynen Tocht, dewyl het Gebrek van Provifien , en de Hechte Staat zyner Schepen zyne verdere Vervorderingen quamen te ftuyten. Dus quam hy op Sa urdag den 11 April in de Haven van Natmdad wederom terug, enbetuygde, dat tot zodanig e«ie Onderneeming veel grootere en zwaardere Schepen, wel van ftaande en loopend Wand en eene Ruymte van Leeftocht voorzien,vereyfcht wierden; doch die Onderftand was zeer bezwaarlyk te verfcrygen.  CALIFORNIA. 149 Ik ben byzonder naauwkeurig geweeft in de Befchryving der Gelegenheden en Naamen van de voornaamfte in dezen Tocht ontdekte Landen , om dezelve met anderen te kunnen vergelyken, van dewelke verfcheidene Schryvers geen gewag maken, of wel met andere Expedicien verwarren; zynde deze de laatfte Tocht, welke by dien uytmuntenden Onderkoning in 'tNoorden der Stille Zee ondernomen wierd. In 't Jaar 1551 ging Don Antonio de Mendoza, tot onbefchryflyke Droefheid der Spanjaarden en Indianen, van 't Onderkoningfchap van Mexico tot dat van Peru over; en door zyne veeljaarige Afwezendheid wierden alle de verdere Onderneemingen omtrent California geftaakt. De Onderkoning Don Luis de Velafco alleen, om aan de na de Philippines vaarende Schepen op de Weftkuft eene goede Baai of Haven te bezorgen, zond een Schip uyt, genaamd San Auguftim ; doch hetzelve keerde onverrichter Zaak wederom terug. In 't Jaar 1596 ontftng Don Gaspar de Zunniga, Onderkoning van Mexico , een Bevel van Koning Philippus II., om de bequame Geweften van California te onderzoeken , en daarin eenige Volkplantingen aan te leggen : De Engelfen , zig toen ter tyd van onze Achteloosheid bedienende, hadden begonnen zig de Opperheerfchappy ter Zee toe te eigenen. De vermaarde Frangois Drake had onder anderen den Inwoonderen der Kuften van de Zuyd-Zee eene groote verbaasdheid aangejaagt, en eene nieuwe Volkplanting op California aangelegt; welke hy , als aan de Kroon van Engeland toebehoorende, met den Naam van New-Albion beftempelde. Hy wierd daarin by verfcheidene zyner Landslieden opgevolgt, en wel voornamentlyk by Thomas Cavendish en anderen , die zig zelve op K 3 die  ,5o De HISTORIE van die Kuft vaftzetteden, en onze Scheepvaart na de Philippines belemmerden. Voor het overige wierd toen ter tyd veel gefproken van de Straat van Anian, door welke, zo men onderftelde , de Zuyd-Zee met die van 't Noorden, naby Newfoundland, yereenied zoude zyn. Wyders was men van gevoelen, dat, indien de Engelfen aan die zyde eenen pradhcabelen Doortocht na de Zuyd-Zee mogten uytvinden , alsdan onze Bezittingen , toen alle de 1 ortueeefe Indien in zig begrypende , niet meer veilig tonden zyn ; dewyl alle de Kullen van Aquapulco tot aan Culiacan buyten ftaat waren van zig te kunnen verdeedigen, en vznCuliacan af tot het i\oorden toe langs de ganfche Kuft geenerhande 1 ernederzctting onzer Natie gevonden wierd. Daarenboven kon men de Vernaaien van den ryken Paarelvangft in die Wateren geenzins in t Vergeetboek ftellen Doch de grootfte en voornaamfte Inzigten, door welke die Godsdienltige Monarch wierd aangeprikkeld waren de Voortplanting van t Chnltendom , en de Mededogendheid over zo menige Millioenen Zielen, welke by gebrek van Onderrechtmg in de Duyllerniffen van Ongeloof gedompeld lagen, en wier Bekeering door den Apoftolifen Stoel aan zyne ontfermende Vroomigheid wel ernltelyk aanbe- voolen was. _ , Het Hof gaf het Bewind dier Onderneeming aan den Generaal Sebaflian Viscaino , een Man van beproefde Dapperheid en Beleid. Hy was met alleen een braaf Soldaat, maar ook een zeer eryaaren Matroos, en zyne Minzaamheid en Goedaart.gheid had hem byzonder bevoegd en bequaam gemaakt tot het aanvaarden en beftieren van zodanig eene Underneeming, die doorgaans met eene menigte onaangenaame Omftandigheden voor de Zee-Maatfchappy gepaard gaat, welke alle de opkomende  CALIFORNIA. 151 Rampen onmiddelbaar en terftond ten lade van den Bevelhebber brengt. Wanneer de vereifchte Schikkingen gemaakt waren, Hak de Generaal Viscaino van Aquapulco met drie van alle Behoeftens wel voorziene Schepen, na vier reguliere Paters FranciJ'canen aan Boord genomen te hebben, in Zee. Hun eerfte Tocht ging na de Eilanden van Mazatlan en de Haven van San Sebaflian , alwaar zy verfch Water innamen ; van daar voeren zy door den Inham , dien zy 80 Mylen wyd bevonden, en belandeden, zonder eenigen Tegcnftand der Indianen te ontmoeten, behouden op de Ooftkuft van California, werwaards de Wilden in menigte afzakten. Doch die Landsdouwe hen ganfch niet behagende, zogten en vonden zy eenen anderen Haven, welke zy San Sebaflian noemden; zy haalden aldaar de Koninglyke Vlag op , ten teelten , dat zy dezelve uyt Naam van den Koning in Bezit namen. Hier lagen zy acht dagen ftil, geduurende dewelke eenige Soldaten afgezonden wierden, om die Landftreek te verfpieden : Dezelve wierden by de Inwoonders in geenerhande opzigt geftoort, en na het Strand met allerhande Wild en Vruchten, hun eenigft Voedzel, en met Paarlen, hunnen eenigften Koophandel, terug gezonden. De Generaal vond echter niet geraden , aldaar eenigerhande Wooning op te flaan, dewyl dc Grond zeer bar en fchraal en geen Water daaromftreeks te vinden was ; hy zond derhalven het Schip van den Commandeur nog verder op, om na eene bequamere Plaats te zoeken , werwaards alle de andere zeilden ; het was de Baai, naderhand genaamd dc la Paz, om dat de aldaar woonende Indianen van een zeer vreedzaam Gedrag waren. Hier rechtede hy eene Bezetting op binnen eene Verfchanzing van Paalwerk; deed een Kerkje en eenige Hutten van \ K 4 Boom-  152 De HISTORIE van Boom-Takken bouwen , als zynde de eerfte en ruuwe Beginzelen van die Volkplanting, welke zy voor de Hoofdplaats hunner Aanwinning hielden. De Inboorlingen , zo eenvoudig als oprecht, quamen aan de Bezetting hunne Gewaffen, Viflchen en ook eenige Paarlen brengen; de Geeftelyken leiden toe, om zig by die Natie bemind te maken, en onderrechteden dezelve, zo veel hen mogelyk was, in de Geheimeniflen van het Chriftejyke Geloof. Zy deelden verfcheidene kleine Gefchenken onder de Kinderen uyt, welke zig onder hen in groote menigte bevonden; deze en andere Aanlokzelen l!rekten,om de Liefde der Inwoonderen te winnen. Zy wierden gewoon aan de Geeftelyken hunne Klagten te doen over de Moedwilligheden en het Ongelyk, welke de Soldaten aan hen pleegden, die, behalven meer andere Verongelykingen , hen alles geweldig ontroofden wat zy hadden ; een algemeen Euvel in diergelyke Ontdekkingen en Verwinningen, doch in verfcheidene opzigten van zeer quade Gevolgen. Zy vraagden de Paters, of zy Kinderen der Zon waren, dewyl zy hen voor Godheden hielden, en verzogten dezelve zeer ernftiglyk , zig onder hen te willen vervoegen , en de Soldaten , die zo wreed en godloos waren , na huys te zenden. Onder de Mis waren zy over de Heilige Plechtigheden ganfch verrukt en opgetogen. Zy betoonden eene ganfch bereidwillige Gehoorzaamheid en Onderwerping aan de Geboden en Beveelen der Geeftelyken , en uyt hun Gedrag en Houdingen quam genoegzaam te blyken, dat zy een menfchlievend en leerzaam Volk waren, en zeer genegen tot de Omhelzing van het Chriftelyk Geloof. Doch de Generaal begon eerlang te ondervinden, dat de Grond niet vruchtbaar genoeg was, om eene zo groote menigte vanMenfchen te kunnen voeden. Om  CALIFORNIA. 153 Om deze Redenen, en ook om zynen Lafl: toe die Ontdekking volkomen te volvoeren, zond hy den Commandeur en eenen Ligter nog verder na het Noorden, om de aldaar gelegene Eilanden en Kusten op te neemen. De Manfchappen dier Schepen flapten op het zien van eenig Volk aan Land, voorgenomen hebbende, indien zy vredelyk ontfangen wierden,het Land in eene welgefchaarde Slachorde te bezigtigen en onderzoeken; doch wanneer zy eenigen Tegenftand mogten ontmoeten, terftond na de Schepen terug te keeren, en hunnen Tocht te vervorderen. Zy gingen dus langs het Strand omtrent 100 Mylen Noordwaards op, en wierden door de Schepen ter zyde gevolgt. Op de Hoogte der uyterfle Noordlanden wierden 50 Soldaten tot Verfpieding aan Land gezet; doch ziende , dat de Bodem aldaar niet béter dan de reeds gemelde Streeken was , keerden zy wederom na Boord. De Indianen zulks bemerkende, wierden zo boos, datzy eenige Pylen op de Spanjaarden liezen afvliegen, en deze bleeven hen van hunne zyde niets fchuldig; zy trokken hen onder Oogen, vuurden daarop, quetften zommige, en leiden drie of vier terneder, waarop de overige de Vlucht namen. De Soldaten haaireden zig echter na de Sloep, om aan Boord te vaaren, doch de Schepen lagen, vermits het laag Water, een vierde Myl van Strand af, en de Sloep kon niet meer dan ten hoogften 25 Man dragen, dus moeft een gelyk getal van hen achterblyven, om derzelver Terugkomft af te wachten. Middelerwyle hadden zig omtrent vyf honderd Indianen in eene Hinderlaag verborgen, om na bequame gelegenheid te wachten van hunnen Moed te koelen, en den * Spanjaarden derzelver Trek betaald te zetten. De Sloep quam terug, en terwyl zy zonder eenigen achterdocht en rompflomp daarin meenden te flappen, K 5 qua-  154 »e HISTORI E van quamen de Indianen met een groot Gefchreeuw van achter de Hinderlaag uyt; de Sloep wierd befprongen; ons Volk geraakte door het omflaan van dezelve in 't Water, en hunne Vuurroers en Buskruyt daardoor ten eenemaal onbruykbaar. Dus quamen negentien Spanjaarden elendiglyk om het Leven, en moeiten by gebrek van Tegenweer verdrinken of doodgeflagen worden. Ook was het voor degeenen, die zig aan Boord der Schepen bevonden , onmogelyk, hoe zeer zy ook daarin belang hadden, hunne Medemakkers ter hulp te kunnen komen; eenige weinige bereikten echter de Schepen met zwemmen. Men had reeds te vooren befloten wegens gebrek van Leeftocht terug te keeren, buyten hetwelke zy zekerlyk tot het uyterfte Einde van den Inham zouden opgevaaren zyn. Deze Rampen deeden hen dan wederom na hun Guarnifoen vertrekken, hetgeen zy met groote Verflagenheid bereikten, na eene volle Maand op Zee gezworven te hebben. De Generaal Viscaino bevond zig aldaar, maar zo zeer om Leeftocht verlegen,dat hy naauwelyks Weft-Indis Graan genoeg had, om hen geduurende den Overtocht na 't vafte Land daarvan te kunnen voorzien. Wanneer zy nu geene Plaats vonden , van waar zy eenigerhande Voorraad konden haaien, zo wierd in eenen Krygsraad beflooten, datWingeweft ten eenemaal te ontruymen, zonder daaromftreeks eenige de minfte Volkplanting terug te laten , en dus belandedcn zy in 't einde van hetzelve Jaar 1596 wederom in Nieuw-Spanjen. Men zond een omftandig Bericht van den Uytflag dier Onderneeming na het Hof, hetwelke aldaar aanquam, kort na dat Philippus III., na het overlyden van zynen Vader Philippus II., het Ryksbellier aanvaart had, ,hetgeen den 23 September in 't Jaar 1598 gebeurde. IV. HOOFD-  CALIFORNIA. 155 IV. HOFDSTÜK. Het aanmerkensw aardig Bevel Philippus III., en de verdere Onderneemingen omtrent CALIFORNIA , tot aan de Regeering van Philippus IV. De ftaatkundige Beweegredenen, door welke Philippus II. aangezet wierd de Verovering van California met alle mogelyke Vaardigheid te gelaften, bleeven als nog voortduuren tot deKomlle van Philippus III. op den Throon van Spanjen , cn wierden hoe langer hoe dringender bevonden. De nieuwe Koning had alle de Godsdienstigheid en Yver van zynen Vader insgelyks overgeërft, en wierd gevolgelyk tot de edele Onderneeming der Voortplanting van 't Geloof zeer ligtelyk bewogen. Eene tweede Reden was de Beveiliging der Scheepvaart, welke men na de Philippines begonnen had te doen; want de Schepen, van daar na NieuwSpanjen komende, quamen altoos in 't gezigt van Cabo Mendozino, en het Geweld der Noord- en Weft-Winden daaromftreeks vereifchte nondzakelyk na by die Kaap eenige Schuylpkats te hebben, alwaar men veilig mogt landen, om zig van Ververfching en Water te kunnen voorzien; by gebrek van dien waren reeds verfcheidene Schepen verlooren, en de te Aquapulco aangekomene doorgaans in eenen elendigen Staat bevonden geworden. Dienvolgens wierd den 27 September 1599 aan den Graaf van Monte-Rey een Bevel afgevacrdigt,dat men uyt de Koninglyke Inkomften met alle Yver en Magt eene nieuwe Ontdekking en Beziftieemingvan California zoude onderdaan; doch in plaats van de Ooft-  i56 De HISTORIE van Ooft-Kuft van den Inham, de Weft-Kuft der ZuydZee volgen. De Onderkoning, na alle Omstandigheden rypelyk overlegt te hebben , welke tot den goeden Uytflag dier Onderneeming konden (trekken , en die , geduurende de ganfche voorleedene Eeuw, door herhaalde Misflagen zeer bezwaarlyk fcheenen te boven te komen te zyn , benoemde denzelven Sebaflian Viscaino, die in den laatften Tocht het Bewind gevoert, en niets, uyt Yver en Behartiging der Koninglyke Beveelen, verzuymthad, tot Opper-Bevelhebber , en deed tot het beveiligen en vervorderen dier zo gewigtige Onderneeming allen nodigen Toeftel maken. De Generaal ftak den $Mey 160a met twee Schepen, een Fregat en eene lange Bark van Aquapulco in Zee , verzeld door drie Barvoeters van de Orde der Carmeliten, van welke een, genaamd Antonio de la Afcenfion, een byzonder omftandig Verhaal van dien Tocht opgeftelt heeft, en waarvan een Uyttrekzel, door Torquemada gemaakt, by my aan het einde van dit Werk gevoegd is. Inmiddels zal men kunnen volftaan met het lezen van een kort, bondig en zeer vermakelyk Bericht, te vinden in de Koninglyke Gedenkfchriften, hetgeen ik als nu zal uytfchry • ven; en waaruyt zal komen te blyken , dat hy die Kuft tot 40 Graden en Cabo Mendozino toe, en ook de Cabo blanco de San Sebaflian, op 41! Graad, zeer naauwkeurig onderzogt hebbe. Eer hy die Plaatfen bereikte, zag hy eene wyde Baai naby de Punto de Pinos , of Pyn-Kaap , voorzien van al hetgeen tot Veiligheid en Herftelling der Vloot kon begeert worden, en welke Baai hy, ter Eer van zynen Bezender, met den Naam van Puerto de MonteRey beltempelde. Hy keerde echter, de Onmogelykheid ziende van aldaar niet langer te kunnen vertoeven , wederom na Nieuw-Spanjen, en quam in  CALIFORNIA. J57 in Maart 1603 te Aquapulco terug. De Moeijeniflen, Verlegenheden, Ziektens en Gevaaren dier Reize waren in ftaat van den ftoutmoedigften Waaghals af te fchrikken. De Generw\ Viscaino, in alle Rampen en Tegenfpoeden verhard en vereeld, endoor de Eer en het Voordeel dier Verovering aangeprikkeld, hield echter by den Onderkoning zeer ernftelyk aan, eene nieuwe Kans, en wel op zyne eigene Koften, derwaards te mogen wagen; doch behoorlyk oordeelende, dat niets van diergelyk eene Natuur mogt werkftellig gemaakt worden , buyten Voorkennis en Goedkeuring van zyne Majefteit, welke die Zaak als zyne byzonder eigene behertigde , zo trok hy alvoorens na Spanjen, om by het Hof aldaar zyn Voorneemen bekend temaken en te doen vervorderen. Hy vertoonde aan hetzelve in zyn Smeekfchrift het groot Voordeel dier Expeditie, en fchilderde dezelve met levendige Verwen uyt. De Hooge Raad der Indien, overweegende den Hechten Uytflag der beide voorgaande Onderneemingen , waarin zo aanzienelyke Sommen der Koninglyke Inkomften verfpild waren , zonder eenig Nut daaruyt te hebben getrokken , draalde langen tyd, om tot eenig Befluyt dienaangaande te komen; men ftelde hetzelve uyt, tot na dat men eenige nieuwe Onderrechting en meerder Licht daaromtrent zoude ontfangen hebben , dewyl men in een Onderwerp van een zo groot Gewigt en Aangelegenheid voor de Kroon niet te voorbaarig behoorde te zyn. Dus kon de Generaal Viscaino , hoe bequaam en kloekmoedig hy ook was , om alle de Zwaarigheden en Gevaaren des Oorlogs te Land en ter Zee met groote Luyfler en Eer te trotfeeren, vermits de Wispeltuurigheid, Kuyperyen en Dwarsdryveryen van 't Hof, zyn Oogmerk niet bereiken. Hy keer-  irg De HIS TOPvIE van keerde dan ganfch misnoegd wederom na NieuwSpanjen, en fleer, zyne overige Dagen aldaar in Ruft en Afgetrokkenheid van alle Waereldfe Bekommeringen. De Reden der Vertraaging van het te neemene Befluyt wierd echter wel haaft door de Gevolgen gerechtvaerdigd; want den igAugufii ï6oó wierden by den Koning twee Commiffien geteekent en afgevaerdigt aan Bon Juan de Mendoza, aan den Marquis Luna de Monte Claros, kort te vooren tot Onderkoning van Mexico aangefteld, en aan Bon Pedro de Acunna, Gouverneur en Capitein-Generaal der Philippynfe Eilanden, welke met de grootfte Omzigtighcid opgefteld , en ten opzigte der Aangelegenheid en de nodige Schikkingen, om het Bewerp te doen gelukken , zodanig ingericht waren , dat zy wel verdienen aan het Gemeen medegedeeld te worden; voornamentlyk,dewyl zy hetgeen ik hiervooren aangehaalt heb, volkomen bekrachtigen ; en derhalve heb ik goedgevonden, een naauwkeurig Affchrift derBeveelen, aan Bon Pedro de Acunna gezonden, alhier in te laffchen: „ Van wegens den KONING. „ DON PEDRO deACCUNNA,^^^ „ Orde van St. Jan, mynen Gouverneur en „ Capitein-Generaal der Eilanden Philip„ pines, en Voorzitter myner Koninglyke „ Audiencia aldaar. „ ~tin% y dezen word aan U Kennis gegeven, dat „ ]|J^ Bon Luis de Velasco, myn laatfte Onder„ koning in Nieuw-Spanjen , ten opzigte van den „ grooten Afftand tuffchen de Haven van Aquapulco en deze Eilanden, mitsgaders van de Moeije„ lykheid, het Ongemak en Gevaar dier Reizen by  CALIFORNIA. 159 „ gebrek eener Haven , alwaar de Schepen kunnen " inloopen, om zig van Water, Hout, Martenen andere volftrekt-noodzakelykeBehoeftens te voor" zien, beflotcn heeft gehad eene Ontdekking en „ naauwkeurige Opneeming te doen van alle de ,', Havens en Reeden langs de Kult, van Niewvo„ Spanjen af tot deze Eilanden toe, en wyders „ gelaft, dien Dienft te doen volvoeren met het Schip, genaamd de San Augujlin , door Ver5 lies van hetwelke de voorfz. Ontdekking te dier tyd verydeld is : Dat wyders de Graaf vs.x\Monte,' Rey , deffelfs Opvolger in het Bellier , hetzelve Begrip van de Ongemakken dier Reize hebben- dc, en eveneens zig beyverende, dezelve uyt den „ weg te ruymen, in het vervorderen dier Ont„ dekking, by Don Luis de Velasco onderno„ men, aan My daaromtrent gemeldt heeft, dat, „ volgens zyn Gevoelen de kleine Schepen uyt de Haven van Aquapulco daartoe de allerbequaam„ fte zouden zyn , en dat de Ontdekking zig ook „ behoorde te ftrekken en bepaalt te worden over „ en tot de Kuiten en Inhammen binnen den Golf „ van California en dien der Viffchery; ten welken „ einde Ik by mynen Brief van den 27 Septem„ ber 1599 deed antwoorden : Dat, die Ontdek„ king en Opneeming der Kullen en Baaijen, met „ de daartoe behoorende Aanmerkingen, My zeer „ gevoeglyk en voordeelig toefchynende, Ik der„ halve wilde en begeerde, dezelve zonder opfchor„ ting werkftellig te maken, en zig met die van „ California niet op te houden, ten ware alleen„ lyk by Toeval. „ Achtervolgens dien Laft verkoor hy tot het „ Bewind dier Onderneeming Sebaflian Viscaino „ eenen ervaarenen Zeeman , en byzonder afgerecht en kundig omtrent het doen van zodanig  ifo De HISTORIE van „ eenen Tocht, in wien hy een volmaakt Vertrou„ wen Helde. Na denzelven van twee Schepen, „ eenen Ligter, de nodige Behoeftens en denLeef„ tocht voor een Jaar voorzien te hebben, ging hy „ met een gevoeglyk Getal Matrozen en Soldaten „ aan Boord; ook voorzag hy zig van eenen kun„ digen Waereldbefchryver, om de ontdekte Plaat„ fen en Geweften des te duydelyker en naauw„ keuriger af te fchetfen en in Kaarten te brengen. „ Wanneer hy zynen Laft en Onderrechting tot „ het vervorderen en volvoeren dier Reize ontfan„ gen had, ging hy den 5 Mey 1602 uyt de Haven „ van Aquapulco onder Zeil, gelyk My daarvan 5, by den voornoemden Graaf van Monte-Rey, en „ den Bevelhebber Sebaflian Viscaïno Kennis ge„ geven wierd. Ik ontfing in 't vervolg van den „ laatftgenoemden verfcheidene Brieven , welker „ laatfte van den 30 April 1604 was, met Bericht: „ Dat hy al vier Maanden op die Reis toegebragt, j, en van de Haven Aquapulco af begonnen had al„ le de Kullen, Baaijen en Reeden, Havens, Kree„ ken &c. te peilen , naauwkeurig op te neemen „ en in Kaarten te brengen , en daarmede tot den „ 27ften Graad gevorderd was; van daar tot aan de „ 42 Graden had hy alleenlyk het Land in 't gezigt „ gehouden , en geene zo byzondere Waarnee„ mingen en Aanteekeningen , als tot den 27ften „ Graad , kunnen doen : Kort daarop waren veele „ van zyne Manfchappen ziek, en het Weêr ganfch „ niet gunflig geworden , zo dat hy alleenlyk kon „ aanmerken , dat de Kuft tot aan de 40 Graden „ Noord-Weft en Zuyd-Ooft, en in de overige „ beide, tot de voorfz. 42 Graden toe, bynaNoord „ en Zuyd gelegen was ; met byvoeging, dat tus„ fchen den Mond der Bocht van California tot }, aan de 37 Graden op het vafte Land drie zeer » be-  CALIFORNIA. tói „ bequame Havens ontdekt en opgenomen waren; „ hamentlyk die van SanDlego op 32 Graden, met „ nog eene tweede daaraan paaiende, doch klein„ dere; dat die van San Die go, zeer ruym zynde, „ eene menigte Schepen kon bergen, en verfch „ Water en goed Hout uycleeverde; dat de derde, „ genaamd Monte-Rey , nog bérer en veel bequa„ mer was voor de Galjoenen van China, en voor „ het inloopen der Schepen, geduurende derzelver „ Reize na en van deze Eilanden. Die Haven „ legt onder den 37flen Graad Noorder Breedte; „ derzelver Water en Hout is béter en in grooteren „ Overvloed dan dat der twee andere; zy is wel „ gedekt en beveiligd voor alle Winden ; langs der„ zeiver Strand en Reede Haan eene menigte Den„ neboomen, bequaam tot Maften, en zy is byzon„ der gemakkelyk voor de Philippynfe Retour„ Schepen, om aldaar te kunnen inloopen; waar„ door, in geval van Noodzakelykheid by zwaaren „ Storm en Tegenwinden, in plaats van na Japan „ te moeten ftevenen, de Cours derwaards kon geno„ men, en dus alle de groote Moeite en aanmerkely„ ke Koften, tot nu toe verfcheidene maaien gedaan „ en hefteed, vermydt en gefpaart worden. Boven „ dien zyn zy tegen over, en byna in 't gezigt der „ Smeefije Kuften gelegen, en derhalve ftrekt het„ zelve tot eene gunftige Toegift, waardoor men „ kan zien, tot en op welke Hoogte men gekomen „ zy; niet hoevende, gelyk weleer, by toeval van „ Storm en Tegenwinden, Japan of deze Eilan„ den aan te doen , dewyl één en dezelve Wind, „ die zy derwaards kan brengen, hen ook in deze „ veilige Haven kan doen belanden. „ In de voorfz. Brieven wordt verder gewaagt „ dat de Luchtftreek aldaar ganfch zacht, de Lan„ den met Boomen overzaaid, de Gronden zeer L Ded< L „ vrucht-  l6j De HISTORIE van vruchtbaar en wel bevolkt, en de Inboorlingen " TtaSaar, beleefd en bevattelyk zyn voor al^Lwaardige O—| da,^- roïrSe^r^t «g^gg* -' W Hermin en Cattoen voorzien zyn. '■' ^U^ISSsZfiianfücmn, door deze en - door viel™idere aan die Knden, ter Lengte van * f„™ 80° Mylen woonende Manen ^ orj" ™emcht,dat in dieGeweften groote Steden Zu" ver en Goud te vinden waren, waaruyt hy op" w„ Z aldaar aanzieuclyke Schatten om" lKtón»S^oo«n|n#;*Wïl men ' ve° dezele *£ * * GradC," " Sr zyn Volk en het opgekomene gebrek aan Leeftocht, die hem zyne Terugreize deeden ver* haaften. De  CALIFORNIA. 163 „ De Waereld - Befchryvcr Andreo Garcia de >, Cespedes is in mynen Koninglyken Raad der fn* „ diën verfcheenen; heeft de naauvvkeurige Bcrich„ ten en Opneemingen, benevens een byzonder Plan „ van ieder Haven , welke by den mecrgemclden „ Sebaflian Viscaino ontdekt waren , overgelee,, ven : En gehoord in mynen Raad het Bericht van „ gemelden Waereld - Befchryvcr , en geconfide„ reerd, hoe zeer betrekkelyk het zy tot de Veilig„ heid der Schepen, welke, van deze Eilanden ko* „ mende, eene Reis van ruym 2000 Mylen door „ eene woelte en ordluymige Zee moeten afleggen, „ dat men dezelve voorzie van eenige Haven, al„ waar zy kunnen inloopen, om Voorraad van Wa„ ter , Hout en Leeftocht op te doen; en dat de „ voorfz. Haven van Jllonte-Rey, op de Hoogte „ van 37 Graden , cn dus byna ter helft van de „ ganfche Reis gelegen, alle dc Hoedanigheden heb„ bende, die men kan wenfehen: Zo vind ik derhal,. ve goed, dat alle de van deze Eilanden terug ko„ mende Schepen in die Haven zullen inloopen, „ zig aldaar heritellen cn den nodigen Leeftocht „ inneemen. „ Om nu met een zo nuttig en voordeelig Be„ werp een begin te maken, en ten einde zulks aan alle en een ieder bekend worde , zo heb ik een „ byzonder Bevel, van gelyke Dagteekening als dit, „ aan den Marquis de Monte Claros, mynen te„ genwoordigen Onderkoning in de voorfz. Gewes„ ten van 'Nieuw-Spanjen, laten afgaan, met Lalt, tï dat hy al]e mogelyke Vlyt befleede cn bchoorlyke „ Zorg drage, om den voornoemden Opper-Be„ velhebber Sebaflian Viscaino op te zoeken en „ uyt te vinden ; als zynde hy degeene , die de „ voorfz. Ontdekking gedaan , en de Wateren en » Kuiten van Aquapulco tot aan Cabo Mendozino L 2 „ be-  j64 De HISTORIE van bevaaren heeft. En in gevalle dezelve niet meer 2 in levenden Lyve mogt zyn, een gelyk Onderzoek te doen na den Commandeur van zyn Schip; J denzelven gevonden hebbende, hem ten fpoedigI ften Toeftel te doen maken tot het aanvaarden " der Reis na deze Eilanden; zorg dragende zynen , eerften Loots, en dien voorgemelden Comman„ deur mede te neemen, en dat hy gedunrende Z dezen onzen begeerden Dienft alle behoorlyke ,, Spoed make. ' Ik heb den genoemden Marqms daarbenevens "elaft, dat de Schepen , welke na deze Eilanden vertrekken, van de tot nog toe gewoone_Grootte en Maakzel zullen zyn , dewyl er weinig Schyn is, dat zy eenige Schepen van 200 Tonnen in " gereedheid zouden hebben, gelyk dezelve,in ge" volge van myn daartoe gegeven Bevel behooren te zyn, dewyl het kort bepaalde Bellek van tyd Z niet gedoogt daarna te kunnen wachten ; by het voorfz. Bevel had ik ook den meergemelden VisZ caino tot Generaal , en de Perfoon die benevens hem de Ontdekking der voorfz. Haven deed, " tot zynen Commandeur en Capitein benoemt, !! in geval zv beide nog mogten leven, en indien een van hen mogt overleden zyn, dat alsdan de " Overblvvende het Opper-Bewind zoude voeren, " en de Perfoon , die in dien Tocht onder het Be" vel van Sebaflian Viscaino, of van zynen ComZ mandeur geftaan heeft , als eerfte Loots zoude dienen; met verderen Laft , dat zy by de Tcrug" reize hunner onderhebbende Schepen, opdege" voegelykfte wyze en metwederzyds Beraad , eene " TemederzectingtePuerto-Monte-ReywMdhg " maken ; daardoor het aandoen dier Haven m Z trein te brengen, en de Lootfen, Bootsheden en " Matroozen naauwkeurig van de noodige Byzon- „ der-  CALIFORNIA. 165 „ derheden tot dien Tocht onderrechten zouden. „ Vooral zult gy twee voornaame cn hequaame Per„ fonen van deze Eilanden onder den Generaal Vis„ caino hebben te zenden, om van de voorfz. Ha„ ven naauwkeurige Kennis te neerhen , en als Ge„ raai en Commandeur der Schepen, die van Aqua„ pulco na deze Eilanden in het Jaar 1608 flaan te „ vertrekken, te kunnen terug keeren. „ Sebaflian Viscaino zal de Ternederzetting in „ gemelde Haven bewerkflelügen; en myn ernflige „ Wil en Welbehagen is, dat Gy aan hem eu zy„ nen Commandeur doorgaans en in alle deelen de „ mogelykfte Achting en Geryf zult betoonen; hen „ de Bezoldingen, als de andere Generaals en Com„ mandeurs in hunne Tochten genoten hebben, la„ ten toekomen, en dezelve naar gewoonGebruyk „ zonder Uytflel betaalen. „ Ten einde wyders deze myne Voorzorg het „ gewenfehte Oogmerk moge bereiken, zo gelaft ik „ U, hen in alles met de uyterfte Vlyt en Yver te „ onderftcunen, geiyk ik zulks My zelve van uwe „ Voorzigtigheid en Oplettendheid mag en kan be„ loven, en in 't vervolg van tyd aan My een om„ ftandig Bericht te laten toekomen van hetgeen in „ deze werkftellig gemaakt en volvoerd moge zyn. „ Gegeven te San Lorenzo el Real, dezen „ 19 Augufü 1606. „ JO el REY.1 Door dezen Koninglyken Laft-Brief wordt het Begrip van den hoogen Raad der Indien van den Koning van Spanjen en van zyne Amptenaaren, ten opzigte der Aangelegenheid en Middelen, om door het bevolken van Pusrto-Monte-Rey , eene ColoL 3 nie  i66 De HISTORIE van pie op de Weftkuft van California aan te leg* gen , in een helder Daglicht geftelt: doch het zo w\slyk genomen Befluyt bleef buyten Volvoering, en 's Konings Laft zonder eenige Uytwerking; want de Onderkoning, om aan dien Laft te voldoen, liet wel den Generaal Sebaflian Viscaino opzoeken, die ook eerlang uytgevonden wierd; doch terwyl hy alle Spoed maakte tot de Vervordering eener On* derneeming, van welkers groote Voordeden men toen ter tyd maar nog eene onvolmaakte Kennis had, en welke eerft door den Tyd en de Ondervinding ontdekt en bewaarheid wierden , verviel hy in eene doodelyke Krankheid, waaraan hy overleed, en met hem daalde ook de welgegronde Hoop van den goeden Uytflag dier Onderneeming ten Grave. Waarom des Konings volltrekt en duydelyk Bevel na den Dood van gemelden Generaal niet ter uytvoer gebragt wierd, zulks is tot heden toe een Geheimenis gcbleeven. Wy weeten alleenlyk , dat 'er toen ganfch niet in gedaan wierd, noch gedaan is geworden , van al hetgeen men wel beraamt had , en welkers'Befluyt na een zo lang en wys Overleg door de Magt van zyne Majefteit onderlteund en geftaafd W£Geduurende de negen daaraanvolgende Jaaren wierden wel eenige , doch geene aanmerkenswaardige Tochten na California gedaan, en wel meer om de Pardviffchery aldaar te ocffenen , of dezelve by Ruyling te bekomen , dan eenigerhande Volkplanting aan te leggen; wcshalven men ook dezelve niet waardig geacht heeft, daarvan eenig byzonder Bericht te geven ; te meer , dewyl zy in de laatere Laftbrieven van den Koning maar in 't algemeen, en zonder eenige Qmftandigheden, aangehaalt worden. Eindelyk verwierf de Capitein Juan Iturbi in't Jaar löis Verlof, om ten zjnen eigenen Kofte en Ge^ vaar  CALIFORNIA. 167 vaar eenen nieuwen Tocht derwaards te mogen doen. Een van zyne twee Schepen wierd door eene Bende Européife Zeeroovers genomen , die onder den Naam van Pichilingues in America berucht waren , en tot grooten Hoon en Verfmaading der Magt van Spanjen de Zuyd-Zee ontrufteden, zo lang tot dat men eindelyk, vermits hunne gepleegde Geweldenaryen, begon te begrypen, dat de Veroveringvan Califomiavmde uyterfte Noodzakelykheid voor de Kroon was, dewyl dat Geipuys aldaar zyne veilige VVyk en Schuylplaats genomen had. Met zyn tweede Schip zeilde de opgemelde Capitein den Inham van California op , en vervorderde tot de Breedte van 30 Graden, alwaar hy gewaar wierd, dat de beide'Kullen van Cinaloa cn California allengskens elkander begonnen te naderen en zamen te loopen. Hy wierd echter door de aanhoudende Noordweftcbke Winden en by gebrek van genoegzamen Leeftocht belet, de Baai verder op te vaaren, en vond derhalvcn goed wederom terug te keeren; doch hy was in de grootfte Verlegenheid wegens het laatfte, en zoude onvermydelyk met zyne ganfche Equipagie hebben moeten vergaan, indien hy niet nieuwen Voorraad had opgedaan in het DorvAhomê in Cinaloa, alwaar hy door den Zendeling Vader Andreas Perez de Rib as, Provinciaal der Jezttiten van Nieuiv-Spanjen, yan al het nodige voorzien wierd; zynde by gemeiden Vader ,ook 'lange jaaren daarna een omstandig Verhaal var. dien Tocht opgeiteld cn gemeen gemaakt. Van Ahomé vervorderde de Capitein zynen Cours na Cinaloa , alwaar hy van den Onderkoning Don Diego Fernandez de Cordova, Marquis vanGuadal-Cafar, Bevel ontfing, om ten fpoediglten de van de Philippines terug komende Schepen te gemoet te zeilen , dezelve te geleiden, en voor de L 4 "oi-  ï volgens de Koninglyke Beveelen, hem in de Tocailh'ng onderfieunden ; ook droegen zy, met Goedkeuring en Toeftemmfng van den Admiraal , het Geeftelyk Bellier van de Vlooi: en van California pp aan den eerwaarden Vader Luis de Bonifaz , Provinciaal der Jezuiten , ,gelyk blykt uyt den volgenden Brief, van welken ik met groot vermaak een Affchrift zal inlaffchcn, om tot een Gedenkteekcn der Godvruchtigheid en Heufchheid van dien uytmuntendcn Onderkoning te kunnen ftrekkem Zeer eerwaardige Vader Provinciaal: » vne Majefteit de Koning, dien God bewaarï » // A %ieeft de Ontdekking en Verovering van Ca„ ujurnia, eene Zaak zo dikwyls ondernomen, doch „ nooit volkomen volvoerd , aan de Zorg en Ny„ verheid van Bon Pedro de Caffanate opgedra„ genten toevertrouwt. En nadcmaal de volmaak„ te Kundigheid in Zee-Zaaken en de verdere Be„ quaamhedenvan gemeldenHcer eenen gevvenfch„ ten Uytflag dier Reize en Onderneeming belooft, „ en wel voornamentlyk, wanneer hy eenige Va„ ders van uw eerwaardig Gezelfchap mogt mede„ voeren ; zo zoude my daardoor groot Genoegen „ gegeven worden, en ik voorfpel daaruyt de aller„ voorfpoedigfte Vervorderingen. Ik zoude het „ als eene groote Verpligting aanmerken, indien „ uwe Vader)yke Eerwaardigheid zig zoude gelie„ ven te verledigen hem in alle Gelegenheden te „ onderfteuhen , en wanneer het uwe Eerwaardig„ heid behagen mogt gelyke Beveelen aan alle dé „ Huyzen der onder uw Oppergezag ftaande 2enI. Beet M  J7g De HISTORIE van delingen te laten afgaan, dewyl zulks voor de* " S van God en van zyne Majefteit zeer^be" haaglyk en aangenaam zal zyn. Uwe Vaderlyke : Eerwa^igheid'weet, dat dezelve my, omtrent al hetgeen in myne Magt en Vermogen is, altoos " vryeTyk mag gebieden. Ik eindig dezen met her" IZ& Verzoek, die Zaak te willen hdpen^ " vorderen , en alle mogelyke Hulp en Dienft aan opgemelden Admiraal Cafanatc te laten weder„ vaaren. „ Den ij OBober 1643." De Provinciaal antwoordede in gelyke beleefde UvdruSgen zo wel aan den Onderkoning als aan S AdmS , dat hy derzelver Verkiezing omtrent eene zo luyfterrykeOnderneemmg ten hoog^ eoldkeurde , en teffens zyne eigene Perfoon en aüe zyn onderhoorige Geeftelykheid daartoe en auc ^ derze ver Maand de be* ^e^lS^ en Beveelen af" de Vaders Jaeinto Cortez en Andreas Baes.Ze*delingen d Cinaloa. De nyvere Admiraal begaf zifna de Havens aan de Zuyd-Zee, om de Uyt- en foeruWng der Vloot te verhaaften; ftevende met dezelve irf't jaar 1644 na de Kuft van Cinaloa om de Zendelingen met eenige Manfchappen cn Voor^ ^ LeSfcochc aldaar'in te fcheepen Wam eer hv te Cinaloa aangekomen was, en alle de Toette ftheen te beloven0, dat zyne Onderneeming onfeilbaar zoude gelukken,zo wierd hy aldaar onderrecht, t eentge Engelfe en Hollandfe Kapers m d:e Wamr\n «rfen wierden, welke op het Aquapulco. Schip Sften, om hetzelve te vermeerteren ; hy gelaftede derhalven op ftaande voet zommige zyner fehepen na de Zi^d-Zee te doen vertrekken, om  CALIFORNIA, 179 de Kapers op te zoeken, aan te taliën en op te brengen ; hetgeen gelukkig volvoert wierd. Doch wanneer hy nuToeltel maakte,om zyn voornaamltOogmerk te bereiken , wierden twee Schepen van zyne Vloot door zommige boosaartige Deugnieten in brand geftooken, waardoor hy genoodzaakt was zyne Onderneeming nog voor eenigen tyd op te fchorten. Deze Ramp kon echter den Admiraal nier kleinmoedig maken; hy liet daarentegen op dc Kuft van Cinaloa tweeNieuwnagels timmeren, en ging in 't Jaar 1648 met de Vloot en de beide Jezuiien onder Zeil. Hy nam de Oolt-Kult van den Inham zeer naauwkeurig op , om eene bequaame Plaats ter opRchting van het roornaamfte GuarmTocn te vinden; doch hy wierd door gelyke Zwaarigheden omcingelt, als te meermaalen de Onderneemingen hadden doen mislukken , en in haare Geboorte gefinoorr : Het Land was alom even fehraal, bar en onvruchtbaar. Terwyl hy dus van Kuft tot Kuft en van de eene Baai tot de andere zworf, omring hy een tweede Bevel, om het PhiUbp'y.it- of Aquapulco -Schip te gemocr te zeilen , dewyl hetzelve geduurig gevaar liep van in Vyandlyke Handen te vervallen; want de Vyanden vergenoegden zig niet alleenlyk met de Domeinen der Snaanfe Monarchy te befpringen, maar zogten ook by de toenmaalige rampfpoedige Gefteltenis haarer Vermindering, Zwakheid en Verlies van Achting , den geringen Koophandel in deze Geweften en Wateren , welke derzelver Onderdaanen meer dan geduurende 1 o© Jaaren zo luyfterryk en zorgvuldig ontdekt en aangequeekt hadden, ten eenemaal te vernielen. De Admiraal bragt echter voor de tweedemaal het Schip behouden" in de Haven van Aquapulco, van waar hy terug keerde, om aan den Onderkoning verflag te doen van de groote Zwaarigheden, welke de Verovering van California verzeiM a den,  i8o De HISTORIE van den, en die voor dien tyd wederom opgefchort eh: geltaakt wierd. Kort daarna wierd deze brave Man van Verdienft tot Gouverneur van het overvloedig, doch arme Koningryk Chili verheven. Koning Philippus IV., die den 17 September 1665 overleed , had kort voor zynen Dood op nieuws gelaft de Verovering van California te hervatten. De Perfoon, tot het volvoeren van het voorfz. Bevel benoemd, was Don Bernardo Bernal de Pinader 0 ; doch onder zekere Voorwaarden, dewyl de Schatkamer en de Natie van Spanjen even zeer uytgeput waren , niet tegenftaande de menigte van Millioenen uyt de Indien overgebragt, welke alleenlyk gedient hadden , om de andere Geweften van Europa buyten Spanjen te verryken. Vermits Mexico insgelyks aan die droevige Ziekte quynde, welke het ganfche Lichaam der Spaanfe Monarchy aangeftooken had , zo konden de twee kleine Schepen , welke in Falie de Fenderas gebouwt wierden, niet voor het jaar 1664 tot die Onderneeming in gereedheid zyn, wanneer de Tocht werkftellig gemaakt wierd. Zo dra dezelve in California aanqua - .en, zorgde men voor niets anders, dan alleen voor het viffchea en inkcopen van Paarlen, en de arme Califomianen wierden door ongehoorde Wreedheden en Geweldenaaryen gedwongen , om naar de Begeerte en Wille der Spanjaarden te 'voegen. Nademaal nu door deze Gierigheid en Wreedheid aan het voornaamfte Oogmerk van hunnen Tocht ganfch niet voldaan wierd, zo viel dezelve in zommige opzigten tot derzelver eigene Straf uyt ; want de onderiingfe Krakkeelen der Spanjaarden over de gevondene Schatten wierden tot zodanig eene buytenfpoorige Hoogte gedreeven, dat zy elkander quetften en doodfloegen, weshalven de Admiraal, na eene groote menigte Paarlen verga-. oerc  CALIFORNIA. i9r dert te hebben , en om de verdere Verwarringen te myden, na Nieuvj-Spanjen keerde. Hy wierd by de Regeering aldaar zeer koel ontfangen, en na dac zyn gehouden Gedrag in den Raad der Indien onderzogt en ontfcheiden was , ontfing dezelve een Bevel van de Koningin-Moeder, .RegentefTe van 't Ryk geduurende de Minderjaarigheid van Carel ƒƒ., behelzende, dat de Admiraal Pinadero, achtervolgens zyn met den overleedenen Koning aangegaan Verdrag, gehouden was en genoodzaakt moeft worden , eene tweede Landing op California tc volvoeren. De Admiraal was daarvan ganfch niet afkeerig, en deed vervolgens met twee te Chacala gebouwde Nieuwnagels in het Jaar 1Ó67 dien tweeden Tocht. Vader Kino heeft van denzelven gewaagt , doch zyn ganfch Verhaal komt daarop uyt, dat die Expeditie even ongelukkiV, gelyk alle de voorige, afliep. Het Geluk was ook niet gunftiger voor den Capitein Francifco Luzenilla , die 'in 't volgende Jaar het Verlof verkreeg van eenen Tocht te doen ten zynen Kofte. Hy zeilde 1668, in gezelfchap van meesters Franciscanen, genaamd Juan Cavallero Carranco en Juan Baptifla Remirez , derwaards; arriveerde aan de Kaap van San Lucas,en iade toe, eene Volkplanting en Ternederzeetins te ijerto de la Paz. op te rechten, alwaar dc Geeftalyken zig beyyerden de Inboorlingen te bekeereri. Doch dc Zwaarigheden waren niet te boven te komen, en de Capitein zag zig genoodzaakt zyne nieuwe Volkplanting op te geven. Hy ftevende van daar na eene Baai aan de Rivier Hiaqui, van waar de Paters, om hunne Bezending niet ten eencmaale zonder Vrucht te laten afloopen,Landwaards introkken tor aan de Provincie van Nayaret, alwaar zv cenigen tyd doorbragten met de Voortplantins>- vas M 3 'tChri-  pg. De HISTORIE van 't Chriftendom onder de Wilde Inwoonders, welke eenige Jaaren daarna door de Sociëteit Atxjezmten bezorgt en verbétert wierd. V. HOOFDSTUK. De laatfte Tochten na CALIFORNIA, tot aan het Einde der Regeering van Koning Carel II. Gcduurendc het eerfte Jaar der Regeering en Mmderjaarighcid van Carel II. wierden geene andere, dan de reeds gemelde Tochten , na California ondernomen; doch de Bewoonders der Kullen van California, Cinaloa, laqm, Mapo cn Nieuw -Biscajen voeren geduurig met kleine Schuyten na de OoftelykeKuilen over, om Paarlen te viflchen, of door Inkoop cn Mangeling magtig te worden. Middelerwyle wierd in den Kaad der Indien na eene lange Overweeging geoordeelt, dat eene Ternederzetung op de Kuft van California voor de Kroon van groot Gewigt, en ze fs van de uvterfte Noodzak el ykheid zoude zyn, en beflooten idézelve ten fpoedigften werktteliig te doen maken. De Raad zond den 26 February 1677 nieuwe lnftruftien dienaangaande aan Don Francisco Payo Enrlmez de Rivera , Aarts-Biflchop van Mexico en Onderkoning van Nieuw-Spanjen , met Lalt, dat de Admiraal Pinadero wederom tot de Verovering van dat Geweft gebruykt zoude worden, op bet Hellen van Borgtocht, dat hy alle de Artykelen, welke men met hem zoude verdragen, ftiptelyk zoude nakomen en volvoeren ; en dat, indien hy zulks mogt weigeren, men iemand, die dien Tocht op zy-  CALIFORNIA. 183 ne eigene Koften wilde onderneemen, daartoe zoude Vo;magt geven; en laatftelyk wanneer geen dier beide Wegen kon ingeflagen worden , dat men alsdan het Werk zoude volvoeren ten Kofte van de Kroon. De Onderneeming wierd aan den Admiraal Don lp dor 0 Otondo y Antillion toegeilagen, die het ten dien einde opgeftclde Verdrag in December 1678 onderteekende. Hetzelve wierd te Madrid by eene Volmagt, gedateerd den ag December 1679 goedgekeurt; wordende het Geeftelyk Beftier aan de Jezuiten en Vader Eufebio Francisco Kino opgedragen. Op het ontfangen van zyner Majefteits Goedkeuring maakte de Admiraal den behoorlyken Toeftel; hy ging den 18 Mey 1683 , en dus 6 Jaaren na 's Konings eerfte Volmagt van Chacala onder zeil, en quam binnen veertien Dagen tePuerto de la Paz behouden ten Anker. Hy had twee van allerhande Slach van Leeftocht wel voorziene Schepen , en over de honderd Man aan Boord, waaronder zig bevond Vader Kino, als Opperhoofd der Zending, benevens de Paters Juan Baptifta Copart en Pedro Mattbias Goni. Deze Schepen zouden door eenen Bylander met nog meer Leeftocht en andere Goederen en Behoeften-s gevolg, worden ; doch dezelve zworf langea tyd omtrent den Golf, zonder de vooruytgezeilde Schepen ooir. in 't gezigt te verkrygen. De Admiraal en zyn Volk bleeven vyf Dagen aan. Boord, zonder eenige Indianen, gelyk zy verwachteden , te ontdekken, weshalven zy eindelyk aan Land flapten. Doch wanneer zy een Guarnifoen begonnen aan te leggen , zagen zy verfcheidene gewapende Inboorlingen naderen, die door veelerhande Kleuren befchiiderd, eene vreeslyke Vertooning maakten, doch eene menigte Volk verneemende, M 4 do»'  iS4 D= HISTORIE van Jtonden zy ftil met dreigende Gebaarden en Beduyding , dat de Spanjaarden de Kuft zouden hebben, te verlaten.' Zulks gefchiedde uyt'derzelver Afkeerigheid én Herdenking der Wanbedryven, welke de weleer aldaar gelande Spanjaarden aan deze anderzins goedaartige Natie gepjeegt hadden. De Soldaten trokken derhalven af, en de Zendelingen vervoegden 'zig tot hen, zonder eenige Oppaffers met eene menigte geringe Vereeringen en zommigen Leeftocht, en gaven door Teekenen te kennen, dat zy als Vrienden quamen. Zy overreikten hunne Prefenten, welke de Indianen hen voor de Voeten wierpen. Doch terwyl de Paters terug keerden, begonnen zy, hetgeen zy met Verontwaardiging weggeworpen hadden, te éten; liepen terltond de Geeftelyken na ,'en verzogten om nog meer te mogen hebben \ zelfs volgden zy hen zonder eenige Vrees en Achterdocht na het Guarnifoen en in het midden onder dë Soldaten , alwaar zy zo vriëndelyk ontfangen 'wierden , dat zy ten hoogften vergenoegd na hunne Rancherïas keerden ; zo handelbaar en vertrouwelyk zyn alle deze arme Schepzels doorgaans bevonden. Hetzelve gebeurde ook met éene andere Troup van hen, welke tien Dagen daarna in't Spaans Campement verfcheen, en by den Admiraal Otondo beleefdelyk ontfangen wierd. De Admiraal liet. hen eene Proef zien van de Sterkte derVuur-Roers, en verzogt acht der kloekfte en fterkfte Mannen onder hen, tegen een der LedereRondaffen,welke de Soldaten droegen, hunne Pylen 'af te fchieten, hetgeen zy deeden , doch konden dezelve niet doordringen ; Wanneer men vervolgens eenen MusquetKogel iri hunne tegenwoordigheid affchoot, zo doorboorde dezelve drie aan den anderen geflotene Rondaffën teffens. Zulks ziende, toonden zy daarover ten uytefften verbaaft te zyn, en hen allen ri^'' wierd  CALIFORNIA. 185 wierd daardoor eene zo groote Schrik aangejaagt, dat de Spanjaarden van hen geene de minfte quade Bejegening hadden te vreezen. Men floeg ten fpoedigften eene Kerk en zommige Hutten van BoomTakken op , en de Admiraal, een Schip om Leeftocht na Rio-Hiaqai hebbende doen vertrekken, begon wyders eenige Partyen Landwaards op te zenden. De eerft uytgezondene Party nam haaren Weg na het Zuydweilen van la Paz, wanneer te.Indianen, genaamd Guaycuros , van daar na het Guarnifoen quamen afzakken, doch altoos gewapend, en zonder hunne Vrouwen en Kinderen ooit mede te brengen. Eindelyk wierden zy echter hunne Gaften zo moede , dat zy meer dan eens dezelve gelalleden te vertrekken en bun Land te verlaten. Doch des niet tegenftaande deed de Admiraal met Don Francisco Pareda, Capitein van het Admiraals-Schip, en andere Officieren, als ook met Vader Kino en Jofeph de Guijofa, eenen Tocht Landwaards in, onder Bedekking van 25 Soldaten; zommige Arbeidslieden gingen vooruyt, om eenen Weg door het Woud te baanen , dewyl de Paden alleenlyk door de naakte Indianen konden begaan worden. Na zeven Mylen met veele Zwaarigheid gevorderd te zyn, quamen zy aan eene Vlakte, waarop zy de Rancherïas der Indianen ontdekten, die oogenbliklyk hun Werk maakten van hunne Vrouwen en Kinderen te bergen. En om zulks gevoeglyk te volvoeren, quamen zommige van hen na buyten de Spanjaarden te ontfhngen en 'op den Tuyl te nouden; hen vertellende, dat aldaar geene Waterhaaling te vinden was, en dat zy, zo dra hun Huysgezin beveiligd zoude zyn, hen dezelve zouden aanwyzen. De Spanjaarden fleeten aldaar de ganfche Nacht, onthaalden de Indianen , en betoonden ben alle mogelvke Blyken van M 5 Be-  ,86 De HISTORIE van Beleefdheid. Maar zy hielden echter geduurig hun Geweer en Wapenen in handen, en lieten de Chriflenen ook niet vergeeten , de Omzigtigheid te gebruyken, van welke men zig inVyandlyke Landen volftrekt noodzakelyk behoort te bedienen. Den volgenden Dag, wanneer men zag, dat men het Land, zowel wegens deffelfs Ruygheid en Oneffenheid, als ook wegens gebrek aan Water en Leeftocht, niet verder kon intrekken, zo keerde de Party na haar Guarnifoen terug. Men aanmerkte, dat niets dan de Vrees en Vervaardheid der Indianen, die zig zo vreedzaam en vriendelyk tot onzent betoont hadden , deze laatfte terug hield , om onze Manfchappen niet aan te vallen. Dc Redenen van dien Achterdocht en Vermoeden beftonden daarin, dat men hunne Omzigtigheid ontdekt had , van welke zy zig bedienden, wanneer dc Spanjaarden mhunne Rancherïas verfcheenen ; want zy zonden alsdan ftil en in 't geheim twaalf van de fnelfte en vlugfte van hen met een Opperhoofd na het Guarnifoen, van waar zy binnen weinige uuren terug quamen, en wel met de Vergenoeging van geenerhande Klagten yan den Commandeur of iemand van zyn Gezelfchap vernomen te hebben De tweede Party trok Ooftwaards met Vader Goni, doch onder meer moeite en gevaar , dewyl het Land daaromftreeks vol Rotfen en Steiltens was. In eene kleine Vlakte ontmoet-eden zy eene andere Natie van Indianen, genaamd Coras, die vry beleefd en handelbaar waren. Deze quamen insgelyks, na elkander over en weder eenige Blyken van Vriendfchap gegeven te hebben, te meermaalen na het Guarnifoen af, en toonden zo weinig Achterdocht, dat zy dikwyls onder de Soldaten gingen leggen. De Guaycuros waren van eenen ganfch verfcheidenen Aart, dewyl zy hun Misnoegen in t openbaar  CALIFORNIA. 187 betoonden. Zy verdomeden zig zelve zo ver, van ons Volk te bedreigen , dat, indien het hun Land niet fpoedig ontruymde, hunne ganfche Natie zig byeen zoude verzamelen, om het ten eenemaale uyt te roeijen. De Spanjaarden moeiten die Verwaandheid met Geduld verkroppen, in hoop en verwachting van door een minnelyk en beleefd Gedrag den Indianen een béter Gevoelen van hunne Natie in te boezemen , en daardoor derzelver Tegenftrihbeling wegens hunne Ternederzetting te verwinnen en te boven te komen. Doch eindelyk quamen zy éenójnny ganfch onverwacht en plotfelyk, in twee fterke Benden gefchaard, voor het Guarnifoen verfchynen , en na de Spanjaarden toegeroepen te hebben, dat zy hadden terftond te vertrekken , vielen zy op de Befchanfingen aan. Men was van binnen gereed, om een Stuk Gefchut op hen los te branden , waardoor zekerlyk verfcheidene zouden gefneuveld zyn ; doch men wierd gelukkig op dat 00genblik gewaar, dat de Admiraal buyten de Linien voortgerukt was, en wel met eene zo groote Onverfchrokkenheid, dat zyne onderhebbende Manfchappen daarover verfteld ftonden ; hy drong op de eerlle Bende der Indianen aan; fprak tegen hun Hoofd met eene verhevene Stem op eenen barfen Toon, gepaard met zodanige Gebaarden, welke zyne gevoelige Wraakneeming te kennen gaven. De Capitein en Aanvoerder der Indianen wierd ten fpoedigllen beteuterd , en beide de Benden keerden terftond geruftelyk na hunne Rancherias. Na dien Tyd begonnen de Guaycuros wederom het Guarnifoen te bezoeken, hoewel geduurig met eenige Beduchtheid. Doch een byzonder Geval van weinig Belang , en een valfch Bericht, hetgeen al te ligtelyk gelooft wierd, gaf gelegenheid en aanleiding tot «ene vry ongelukkige Vredebreuk. Een  ï8S De HISTORIE van Een * Mulatto-Jongetje uyt het Camp gemift wordende , zo onderftelde men in 't eerit, dat hy weggeloopen was, om zig onder zommige Guaycuros te begeven en by hen te blyven. Kort daarop ontftond een Gerucht, doch onbekend waarvandaan, onder de Soldaten en het Guarnifoen, dat de Guaycuros dien Jongen vermoordt hadden. Dit Verhaal wierd des te waarfchynlyker geacht, en nog grooter gemaakt, naar maate zeer veele voor de quade Nukken der Guaycuros bevreeft en op hunne hoede waren; ook wierd verzekerd , dat zommige der Coras van dien Moord kennis zouden gehad hebben. Het Ongeluk wilde, dat niemand de Taal der Guaycuros verdond , en dat- 'er maar een Soldaat gevonden wierd , die een zeer gering Begrip van die der Coras had.De Admiraal was van Oordeel, dat het zeer gevaarlyk zoude zyn zulke ftouteBedryven der Guaycuros te dulden, en beval derhalve hunnen Capitein , wanneer hy in het Guarnifoen quam, gevangen te neeraen. De Indianen waren daarover ten hoogden gebelgd, dat zy de volgende Dagen met verfcheidene Benden aanquamen, en de Omflaging van hun Opperhoofd eifchten, en teffens onder vcele Dreigementen begeerden , dat de Spanjaarden het Land zouden ontruymen. Doch ziende, dat alle hunne Pogingen vruchteloos waren , zo beflooten zy alle hunne Magt byeen te vergaderen, en de Spanjaarden ganfch onverwagt te overrompelen. Deze Toeleg gefmeed zynde, poogden zy de Coras , hoewel zy hunne Vyanden waren, om met hen in die Zaak , welke zy voorgaven , voor beide de Natiën van een gemeen Belang te zyn, eene Lyn te trekken. Doch de Coras, niet tegendaande zy aan de Guaycuros daartoe hunnen Diend * Mulatto en Mutatti worden degeene genaamd , welke in de Ir.diën van eenen zwarten Vader en blanke Moeder; of van eenen blanken Vader ea zwarte Moeder afkomltig zyn.  CALIFORNIA. i'è9 Dienft en Hulp aanboden , verkooren liever denSpanjaarden getrouw te blyven, dewyl zy op derzelver Byftand tegen hunne Vyanden vallen Staat konden maaken , dan zig zo moedwillig van eene Befcherming te berooven tegen de menigvuldige Rooveryen en Geweldenaryen der Guaycuros. Zy vervoegden zig derhalven by den opgenoemden Soldaat, die hunne Taal eenigzins verltond, en ontdekten hem den Aanflag, welke op den eerllen July ter uytvoer Hond gebragt te worden. De Admiraal deed terllond de Wachten verdubbelen, en een Stuk Gefchut tegen den Weg plaatfen* langs welken de Indianen gewoon waren af te komen ; hy onderrechtede wyders zyn Volk van den yslyken Toeleg en het aanfhande Bloedbad; doch was grootelyks verlegen over de Schaarsheid van zodanige dappere Manfchappen, welke America t'oiir der gebragt hadden. Het Guarnifoen was in de grootfte Verflagenheid, en offchoon de Admiraal, de Capiteins cn de Paters hetzelve een Hert in 't Lyf zogten te fpreeken en tot eene dappere Tegenweer aan te moedigen , zo was echter alles vergeclfch; men hoorde niets dan huylen en weeklaagen, en elkeen vreesde een Slachtoffer van de woedende Indianen te zullen worden. Deze fchandeJyke Blohertigheid maakte den Admiraal noch meer beteuterd , dan of ganfche Arméen Califomianen tegen hem in Aantocht waren. De beraamde Dag genaderd zynde , verfcheenen de Indianen ten getale van 14 of 1500 Man , en quamen ganfch verwardelyk uyt de BolTchen toefchieten. Op de Hoogte maakten zy Halte, als of zy op hunne Makkers wachteden , welke nog niet gezien wierden; ons Volk verbeeldede zig daarentegen, dat zy hen uyt de Verfchanfingen zogten te lokken, en in 't open Veld aan te taften. Doch de Bezetting hield zig  igo De HISTORIE van zig Uil, en de Indianen quamen nader aanrukken. Wanneer zy op eenen gevoeglyken Afftand geavanceerd waren, wierd het Gefchut op hen losgebrandt, waardoor tien of twaalf Man fneuvelden, en verfcheidene andere gequetft wierden, hetwelke van zodanig eene Uytwerking was, dat zy terltond op de Vlucht teegen, en met hunne Makkers, die zig nog in 't Bofch verfchuylden, hals over kop wederom na hunne Rancherïas keerden. Het behaagde echter de Voorzienigheid dit qua3yk beraaden Befluyt van den Admiraal, of van de Aanvoerders zyner Bezetting, op hun eigen Hoofd te doen terug vallen. Want bet was ver van daar, dat het Guarnifoen door de Slachting dier onnozele Indianen tot Geruftheid en Bedaaring zoude gekomen zyn ; want het wierd in tegendeel op nieuws door eenen plotfelyken Schrik zonder Oorzaak bevangen , en verbeeldede zig , dat alle de Inboorlingen van ganfch California op hetzelve zouden afkomen , en wegens den Dood hunner Landslieden eene yslyke Wraak zoeken te neemen. Een tweede Misnoegen quam nog daarby, dewyl zy reeds drie Maanden in de Baai gelegen hadden, zonder eenig Voordeel tot Belooning hunner geleedcne veelvuldige en zwaare Ongemakken te vinden. Bovendien was het geringe Overfchotvan Mondbehoeftens voor 't meerder gedeelte bedurven en verrot. Het na Rio-Hiaqui om Leeftocht gezondene Schip , hetgeen maar 80 Mylen te zeilen had , was reeds twee Maanden uytgevveeit, zonder dat men in al dien tuflehentyd iets daarvan vernam, en hetzelve derhalve voor verlooren hield. By zommigen liep de Benaauwdheid en MistroofHgheid zo hoog , dat zy als hoopeloofe Zieltoogende den Admiraal quamen bidden en fmeeken , hen van daar weg te voeren, al was het maar na eender naaflgclegeneEilanden. De Ad-  CALIFORNIA. igi Admiraal zoude zelfs wel voor eenen Opftand en Zamenzweering tegen zyne Perfoon hebben moeten beducht zyn, indien hy niet door de onaangenaame Ondervinding hunner betoonde Blohertigheid daartegen verzekerd was geworden. Hy deed derhalve zyn beft, om hen door het inboezemen van Eerlievendheid en door de Hoop van Ontzet met het verwacht wordende Schip , te doen bedaaren ; doch niets kunnende verwinnen, en ziende , dat alle zyne bondige Redenen en Aanmoedigingen geene de minfte Indrukking op hunne Gemoederen hadden, zo wierd hy eindelyk genoodzaakt den behoorlyken Toeftel tot de Wederinfcheping te maken, en op den 14 July van Puerto de la Paz terug te zeilen. Het uytgezondene Schip was terftond na zyne Aankomft te Hiaqui, door de Zendelingen aldaar geproviandeerd, en ten fpoedigften terug gelievend, drie verfcheidene maaien in 't gezigt van California geweeft, zonder de Kuft te kunnen bereiken , en vermits geduurig onftnymig Weer en opkomende zwaare Stormen genoodzaakt geworden driemaal na Rio-Hiaqui rerug te keeren. De derde keer wierd het onderrecht door zommige Vaartuygen , die op den Paarelvangft voeren, dat de Admiraal van Puerto de la Paz na Cabo San Lucas vertrokken was, alwaar het zyn beft deed, om denzelven te ontmoeten. De Admiraal befloot van laatftgemelde Kaap, wegens gebrek van Leeftocht, ra Cinaloa te keeren, en vervolgens eene Landing hoogerop te onderneemen , alwaar de Landsdouwe , naar men hem berecht had , veel zachter en bequamer was, en derzelver Inwoonders befchaafder en vriendelyker waren. Na dat hy achtervolgens dit nieuw Beftek in de Haven van Hiaqui het meerder gedeelte zyner Goederen verkogt, en zelfs zyn Zilverwerk en aaderen koft-  loa De HISTORIE van jcoftbaaren Huysraad verpandt had, om de nodige Behoeftens tot dien Tocht in te koopen, (tak hy wederom ra. California over, en quam den 6 Oclober, zynde de Feeftdag van St. Bruno, ter Hoogte van 2Ó§ Graden in eene ruymeBaai te ankeren, welke hy, om opgemelde Reden , met den ,Naam van San Bruno beftempelde. Dienzelven Dag flapte hy met drie Zendelingen en eenige Soldaten aan Land , om verfch Water te zoeken , hetgeen fpoedig, en wel maar een halve Myl van de Kuft, gevonden wierd. Hy vond de Gelegenheid der Landftreek zeer gunftig, en de Indianen vriendelyk en handelbaar; deed den derden Dag aldaar een Guarnifoen oprechten , en kort daarop eene Kerk met zommige Hutten opflaan, Wyders zond hy de kleindere Schepen om Leeftocht en met Brieven aan den Onderkoning, om aan denzei ven Verflag te doen van zyn wedervaaren, met Verzoek van Onderftand in gereede Penningen; hy verwierf het eene en het ander, en nam in 's Konings Naam , met de gewoone Plegtigheden, wederom Bezit van/California, doch maakte meer Kollen door zyne Pracht en Grootsheid, dan het Nut en Voordeel kon opweegen. Vervolgens reisde hy, verzeld door de voornoemde Geeftelyken y voor de eerftemaal Landwaards in , en wel in de Maand van December van 't zelve Jaar 1683 , tot boven de 25 Graden in 't Weften; hy betoonde aan alle de Indianen, welke hy onderweg ontmoetede, de uyterfte Beleefdheden, en verzogt dezelve in't Guarnifoen te willen komen. Zyne tweede Reis ftrekte na 't zelve Geweft , doch met een Oogmerk, om de tegenover leggende Kusten der Zuyd-Zee te bezoeken. Na drie Dagen op weg geweeft te zyn, quamen zy aan een Gebergte, hetgeen zy genoodzaakt wierden te voet te beklimmen, en niet zonder groote moeite. Op den Top van  CALIFORNIA. 193 ' van hetzelve vonden zy eene wyde Vlakte van eenige Mylen in Omtrek , en daarin zommige Rancherïas , welke by de Inboorlingen verzweegen waren. Naby eene Vyver van Regenwater wierden zy door zeventien Indianen ontmoet, die, ten teeken van hunnen vreedzamen Inborft, hunne Bogen en Pylen wegwierpen. De Zendelingen, welke hen door zommige Teekenen en Gebaarmaakingen , en ook door Taaluytingen, die zy afgezien en geleert hadden, hunne Pligtbetuygingen deeden blyken , verzogten de goedaartige Schepzelen het Guarnifoen van San Bruno te willen komen bezoeken. Zy ondervraagden hen noopens den Afftand der Zuyd-Zee van daar, en wierden onderrecht, dat eene naby gelegene kleine Rivier zig daarin ontlaftede. Doch alhoewel zy langs den ruwen Bodem vertrokken, en over het Gebergte klauterden, in verwachting van de Zuyd-Zee te zullen ontdekken , zo was echter alle Moeite vergeeffch, en zy wierden genoodzaakt i na eenen vcrdrietigen Tocht van 50 Mylen , verzeld door onvermydelyke Omwegen, en een fteil Gebergte , zonder Pad of Weg te weeten, afgelegt te hebben , na het Guarnifoen terug te keeren. De Aflland tuffchen beide de Zeen , recht toe recht aan gemeeten wordende , is niet minder dan 50 Mylen. In deeze en diergelyke Landingen en Vervorderingen bragt de Admiraal meer dan een vol Jaar toe, en de Paters beneerftigden zig geduurénde dien tyd de tweederhande Taaien van dat Geweft te leeren. Wanneer zy dezelve genoegzaam of ten minflen oppervlakkig begreepen hadden , zo vervaardigden zy eene Overzetting der voornaamfie Artykelen van den Chriflelyken Godsdienft in die Taal. Doch hunne grootfte Verlegenheid beltond daarin , dat zy geene Indiaanfe Woorden witten uyt te vinden, omhetArtykelvan'tGeloof, Verreezen uyt de Doeden^beI. Deel, tt hoor-  194 Be HISTORIE van hoorlyk en verftaanbaar uyt te drukken. Hier was het dan noodzakelyk de Toevlugt tot eene Uytvinding te neemen, van welke de Nood met Recht de Moeder genaamt wordt; en deze Uytvinding , gelyk Vader Kino in zynen Brief aan deffelfs Meefter Pater Scherer fchryft, beftond in het volgende: Hy nam eenige Vliegen , en wierp en hield ze in byzyn der Indianen , zo lang onder Water, tot dat zy fcheenen dood te zyn ; vervolgens beftrooide hy ze met eenige Afch of Stof, plaatfte dezelve in de Stralen der Zon, tot dat de Levensgceften 'er wederom inquamen, en de voor dood geachte Vliegen wegvloogen. De Indianen, zulks ziende,.riepen met groote Verbaaftheid uyt: ïbimuhueite ! Ibimnhiieite ! Deze Woorden wierden by de Paters opgeteekent, en by de verdere Onderrechting gebruykt, om hen de Opftanding van onzen Zaligmaaker te doen begrypen , en wat de Dood zy, dewyl zy geen béter Woord vviften te vinden, waardoor de Geheimenisfen van onzen Godsdienft aan die Schepzelen kon beduydt woorden. Wanneer zy nu den Catechismus opgeftelt hadden , zo leiden zy ten eenemaal toe , om de Indianen, en byzonder hunne Kinderen, te onderrechten. Zy begreepen wel haart, door behulp van veelerhande Vindingen , -de Hoofdftukken onzer Leer, zo wel in hunne eigene, als in de Spaanfe Taal, en dagelyks herhaalden zy dezelve, by wyze van Gebeden , op hunne Knien en met gevouwene Handen in tegenwoordigheid onzer Geeftelyken. Van Scholiers en Leerlingen wierden zy allengskens tot Meefters en Leeraars over hunne Ouders en Nabeftaande vervordert; en offchoon hun lage Ouderdom hen natuurlyk tot een zo gewigtig Ampt onbequaam deed fchynen, zo wierden en waren zy echter volmaakte en voorfpoedige Ondervvyzers. Op deze wy-  CALIFORNIA. 195 wyze en onder den onvermoeiden Yver en Vlyt der Zendelingen, had reen het Genoegen van te zien, dat binnen hetzelve Jaar meer dan vierhonderd volwaflene Leerlingen in ftaat gebragt waren , om den Doop te ontfangen. Doch de Paters , altoos vrezende en bekommerd , dat hunne Onderneeming fceniger tyd mogt mislukken, doopten geene van hen, dan wanneer zy op hun uyterfte lagen. Op die wyze wierden, volgens het Verhaal van Pater Kino, dertien zieltogende Indianen gedoopt, van welke drie in Leven bleeven en herftelt, en vervolgens, met Voorkennis en Toeftemming hunner Ouders, door den Admiraal overgenomen , en aan den Biflchop van Quadaïaxara gezonden wierden, die dezelve zeer heufch en beleefd ontfing. De Vaders waren over de Leerzaamheid der Indianen ten uyterlien voldaan, en byzonder in hunnen fchik, dat zy zo gereed en gewillig de Grondftellingen en Zetregels van den Chriftelyken Godsdienft omhelsden; doch de Admiraal vond ganfch geen Genoegen in een Geweft, van hetwelke hy, volgens ingenomene Onderrechting, zig zo veel goeds voorfpelt had; want hy had by Ondervinding geleert, dat het de grootfte Zwaarigheid ter waereld voor hem zoude zyn, die Volkplanting en Ternederzetting aldaar te handhaven. Hy gelaftede derhalve zynen Capitein van 't kleinfte Schip, om de Noordelyke Kuft naauwkeurig op te neemen, en eene bétere Gelegenheid daartoe te zoeken. Deze ftevende volgens dien Laft na de Placeres of Parelbanken , om onder de Indianen , die na dezelve duyken , meerder Voordeel te behaalen , dewyl de Paarelvangft te San Bruno op verre na zo ryk en voordeelig niet was, dan te Puerto de la Paz; alle fpoed makende , om zig van zynen Laft te quyten. Inmiddels ontfing de Admiraal zo wel Brieven N 2 van  i96 De Historie van van den Onderkoning, dieRekenfchap van zvnWe'dervaaren begeerde, alsook een Smcekfehrift, by alle zyne r Soldaten gcteekcnd , waarin zy bitterlyk klaagden over de gcleedcne Ongemakken en Ziektens, welke door de Hechte Hoedanigheid dier Landen Luchtfireek veroorzaakt wierd. . Om zig naar beide die Voorwerpen zo veel dcertlyk te voegen, deed hy dc Officiers cn Zendelingen byeen komen , cm te raadpleegen over hetgeen gedaan diende te worden , cn verzogt, dat yder zyn Gevoelen vryclyk mogt uyten en onderteekenen :Dc Meerderheid van Stemmen der Officiers was voor het verlaten van het Guarnifoen van San Bruno, dewyl het ongezond , bar en dor bevonden wierd te zyn. De Admiraal voegde zyn eigen Gevoelen daarby, en onderrechtede don Onderkoning teffens van zyn gegeven Bevel aan de Capltane, of klcindcr-Schïp , als mede wat verder zyn Voorneemen was. De Zieken wierden aan Boord van een der Schepen gebragt, en hy ftcvende met dezelve na de Kult van Cinaloa , van waar hy een Pakje aan den Onderkoning zond. Na zyn Schip van alle Behoeftens wederom voorzien te hebben, ging hy de Paarelbanken opzoeken , tot dat hy in de Maand September 1685 , wanneer hy zig in de Haven van San Ignatlo bevond, een Befluyt ontfing, by ; den Onderkoning en eene algemeene Raads-Vergadering genomen ; inhoudende een Bevel , dat hy 1 Admiraal, na zo groote Sommen verfpilt te hebben,, met het oprechten van eenigerhande andere Ternederzetting aldaar of elders zig niet verder had te mocijen , en alleenlyk maar Zorg te dragen , zig, indien het mogelyk was, in het Bezit zyner Verwinning te handhaven , en af te wachten, hetgeen in t vervolg uyt zyne gedaane Ontdekkingen mogt komen voort te fprüyten. De Capltane, niet kunnende: vin- >  C A L I F O RN I A. i9? vinden, waarom zy uytgezonden was, quam, na groote Zwaarigheden doorgedaan te hebben,onverrichter Zaak te San Bruno terug , wanneer de Admiraal kort te vooren mede aldaar wederom geland was. Vermits nu het Guarnifoen groot Gebrek aan Proviand had, en de Admiraal hoe langer hoe meer bezefde , dat hy de HindernifTen dier ternederzetting, welke hy met alle yver wenfehte te bevorderen , onmogelyk kon te boven komen, zo bedoor hy kort en goed , al zyn Volk met de Zendelingen cn drie Calijbrnianen in tc fcheepen, cn na de Haven van Maianchel te zeilen, van waar hy aan den Onderkoning deed Kennis geven, dat hy aldaar aangekomen was. Hier ontfing hy andermaal Bevel, om ten fooediglten wederom in Zee te fteeken , cn het Schip van de Philippines te convoiieeren, hetgeen hy binnen de twee of drie Dagen ïn Zee gelukkig ontmoetede , en behouden in de Haven van Aquapulco bragt, in fpyt van zommige Holland Je Kapers, die op hetzelve langs de Kuft van Natividadpallen. Van Aquapulco vertrok de Admiraal na Mexico, en deed aldaar aan den Onderkoning en de verdere ILeedcn der Regeering Verflag van zyne gemaakte ;Aanmerkingen, Ontdekkingen,en van de hem overgekomene Tegeufpoeden en WifTelvaiiigheden gcduurende deze vruchteloozc Expeditie , aan welke hy, behalven het Verlies van drie jaaren tyds, 225000 Kroonen van de Koninglyke Inkomften verfpilt had. Dc Onderkoning beval die ganfche Zaak in eene ?.\gemeene Raads-Vergadering naauwkeurig te onderhoeken, en na eene rype Overweeging van alle d„> Zwaarigheden , wierd beflooten , dat de Verovering van California op zodanige wyze niet ter utyt? voer gebragt kon worden : Dat men echter de Yermeeltering van 't zelve aan de Maatfcnabpy der Je-, tuiten zoude aanbeveelen , onder Aanbieding van N 3 'de  tJj8 De HISTORIE van de daartoe nodige Sommen, welke Jaarlyks uyt 's Konings Schatten zouden betaalt worden. In gevolge van een Befluyt, in de den 11 April ï686 gehoudene Raads - Vergadering genomen, wierden de Thefaurier der Audiencia, de Admiraal Ototnbo en Vader Kino gelalt, eenen Ovcrflag er. de Begrooting der nodige Sommen te maken, en dat de Thefaurier met den Voorflag en de Voorwaarden zig zoude vervoegen by den Onder-Provinciaal, Vader Daniël Angelo Marras, vermits de Afwezendheid van den Provinciaal Vader Bernabt delSoto, die tot het doen der Vifitatien op Reis was. De Thefaurier overhandigde een Bewerp diesAanbieding aan den Pater Marras, die het Capittei deed vergaderen, hetgeen na daarover gehoudene Raadpleging eenpaarig befloot, door opgenoem den Onder-Provinciaal in Antwoord te doen verklaaren • „ Dat deMaatfchappy met de grootlte Dank- | , erkentenis vervuld was wegens de Eer aan haar i ' door zodanig een Vertrouwen beweezen; doch : " dat zy zeer groote Ongelegenheden te gemoet za, gen, wanneer zyde tydelyke Belangen van zodanig eene Verovering op den voorgellagenen Voer. zouden aanvaarden en beltieren ; dat zy echter Z aannamen altoos de nodige Zendelingen te bezorgen, zo als zy in alle de voorgaande Ondernec" mingen gedaan hadden." De Thefaurier, nieuwe Beveelen van den Raad ontfangen hebbende, herhaalde zynen Laft en Aandringingen; doch de Maat fchappy was van haar eerft genomen Befluyt en Gevoelen niet te verzetten. , Na deze Teleurftelling en Afwyzing was de Raad des Konings volkomen overtuygd , dat de Verove- , ring van California op de gewoone Wyze onmoge- j lyk kon volvoert worden, en derhalven wierd het Verzoek van den Capitein Francisco Luzemlla, om c  CALIFORNIA. 199 om die Onderneeming ten zynen eigenen Kotten, cn voor eene geringe Toelegging van den Koning, werkftellig te maken,van de hand geweezen. Doch alle de Zwaarigheden deeden den Yver en de Begeerte tot die Onderneeming des te meer opwakkeren en ontvlammen. Even dezelve ftaatkundige en godsdienftige Beweegredenen bleeven ftand houden, en uyt Spanjen quamen nieuwe Beveelen over, om 's Konings Wil en Welbehagen omtrent die Onderneeming te doen blyken. Men bevond dan , na eene naauwkeurige Begrooting der Koften opgemaakt te hebben, dat dezelve ten minften 30000 Kroonen Jaarlyks zouden bedragen ; nademaal de Thefaurier in zyn Berichtfchrift van den 14 Maart verzekerde, dat die Koften onvermydelyk en noodzakelyk waren, en dat hy zynen Overdag en Begrooting naar alle maar mogelyke Zuynigheid opgeftelt had. Vervolgens wierd gelaft, de voorfz. Som van 30000 Kroonen aan den Admiraal Otondo op te fchieten, om hem tot eene derde Onderneeming in ftaat te ftellen. Dus fcheen het Belang dier Verwinning te herleven, wanneer in dezelve Week, dat die Penningen aan den Admiraal vooraf betaalt zouden worden, Brieven uyt Spanjen aanquamen, waarin de Koning beval 500000 Kroonen by wegc van Leening te ligten, en by een byzonder Briefje, gedagteekend den 22 December 1685, gelaftede, dat de Onderneeming op California, zo lang de Oorlog met de Tarrahumares duurde , zoude opgefchort blyven. Dus wierd een Tydftip voor de Opfchordng der Onderneeming bepaalt, en alhoewel de Opftand der Tarrahumares kort daarna gedempt was, zo dacht men egter niet meer op het hervatten der Verovering van California ten kofte van de Kroon. Doch in 't Jaar 1694 wierd een Verlof aan den Capitein N 4 Fran-  aoo De HISTORIE van California. Francisco Itamarra toegeftaan, om op zyne eigene Koften aldaar eene Landing re mogen doen. Hy vorderde echter niet meer , noch ftaagde béter in die Onderneeming, dan zyne Voorgangeren , en quam flechts met een Verhaal terug , dat de Indianen van San Bruno en derzelver Gebuuren zeer fterk aanhielden , dat men hen , volgens gedaane Beloften, de Zendelingen geliefde te laten toekomen. Zodanig was de Uytflag van zo menigvuldige Tochten, welke men geduurende den Tyd van byna twee Eeuwen met zulke onnoemelyke Moeite en Koften ondernomen had.  v ku 3 l A O T r ' JÏ-. ?; (ï SQI- NATUURLYKE E N BURGERLYKE HISTORIE CALIFORNIA. DERDE AFDEELING. De Verovering van CALIFORNIA, door dejezuiten, en derzelver Verrichtingen aldaar tot den tegenwoordigen Tyd toe. I. HOOFDSTUK. Eerfte Aankomft van Vader Juan Maria dc Salva Terra op CALIFORNIA in'tjaar 169-7. Wy hebben den Yver gezien , waarmede de Verovering van California, zedert de Ontdekking en Verwinning van Nieuw-Spanjen , geduurende den tyd van tweehonderd Jaaren vervorderd is, en tenens aangemerkt, hoe weinig Voordeel men in eenen zo grooten Reeks van Tochten gedaan hebbe. De groote Overwinnaar Hernando Cortes had verfcheiN 5 dene