893 D 29   DISCOURS OVER DE CONSTITUTIE- der VERGADERING VAN DE HOOG MOGENDE HEEREN STAATEN GENERAAL DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, En over de Materie cn Forme van haare Deliberatien. Opgefteld in bet Jaar 1719* Te Nymegen by A. van Goor; te ZutpHen by van Hoorn} te Leeuwaarden by G. Tresling; in 's Hage by van Os; te Rotterdam by C. R.Hake; te Leyden by Luzac van Damme; en by de meefta Boekverkopers in de Ferè'enigde Nederlanden. De prys is 11 ftulver»,   BERICHT. In het Bericht, geplaatfl: voor de Verhandeling van de InfteUing, InflruSie, en Ampt van deii Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, heeft men getoond welke gebreken de Schryver 'van die Verhandeling in het gezag en bewind van dien Raad, als ten uiterfte fchadelyk voor 't beftaan van ons Gemeenebeft, aangezien heeft; en hoe weinig vaftigheid dezelve Raad heeft, om te voldoen aan het geen, waartoe dezelve is ingefteld en dienen moeft. Iemand, die de moeite wil neemert van met eenige aandacht en oplettenheid de Memoires en Negociatiom van den Prcfident Je annin te leezen, die zal bevinden, dat ten tyde dat die Agfezant van Frankryk zyne brieven fchreef, Koning Henrik de IV. te meermaalen aan den Beftierderen van de opkomende Republieck heeft onder het oog gebragt, dat zybedagt moeiten weezen ophetaan* ftellen van een goed Gouvernement, zondfcr welk de Vorft begreep, dat de Vrye Staat by den duur niet zoude kunnen beftaan. Hy zal 'er in vinden $ dat de raad des Konings wel vriendelyk is opgenomen en beantwoord, doch ook dat men in gebreke is gebleeven van dien te volgen: mooglyk zal hy in dezelven ook wel de oorzaaken van ditnalaaten, en daaruit de eerfte bron van de gebreken en zwakheid van ons Staatsbewind ontwaar worden. In dien tyd, naamelyk in de jaaren 1607, 160$ en 1609. was de Raad van Staate nog het Collegie, aan het welk het beftuur van de gemeene zaak ftond $ hoe zeer de onderhandelingen over het btrtand ^ in welken de Prefident J e a n n i n het grootfte' deelhad, ons doen zien, dat die onderhandelingen genoegzaam alleen met Oldenbarneveld overlegd, * 2 en*  iv BERICHT. en, aan onze zyde, door hem beleid wierden» Dceze was het, met wien de Franfche Gezant zync gefprekken hielt; en die door zyneninvloed de zaaken wift te brengen naar den kant, dien hy het befte oordeelde. Maar na dien tyd, is het gezag van datCollegie (gelyk de Schryver van de Verhandeling van de Inftelling, enz. yan den Raad van Staate het aanmerkt) van tyd tot tyd hoe langer hoe meer afgenomen, en het bewind van de algemeene zaak overgegaan tot de Vergadering van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; waaruit is voortgefprooten > dat de Zeven Pro vintien, by elkander koomende, wel eenc Vergadering uitmaaken; doch niet geflcrkt door zulk eenen band, als een vaft belichaam vottërekt nodig fchynt te hebben. Onze Schryver doet ons in dit werkje (bladz. 55.) opmerken, dat by de Unie van Utrecht niet vaftgefteld is hoe en door wie de executie en bezorging der zaaken, uit de Unie fpruitende, zouden worden geëxecuteerd. Dit fchynt dan wel de oorfprongkelyke oorzaak van de onzekerheeden, hinde'rnisfen en beletfelen, die het Staatsbewind drukken, te weezen, cn van welken, bladz. 4., 7. en volgg. ftaalen gevonden worden; entegelyk ook de oorzaak, dat de Natuur en Conftitutie der Vergadering van Haar Hoog Mogen den, van welken onze Schryver in zyn cerfte en tweede Capittel handelt, niet zodaanig is vaftgefteld, dat 'er met zekerheid een bepaal ing van zoude kunnen worden opgemaakt of gegeeven, gelyk dit gedaan zoude kunnen worden, indien de Vergadering van Haar Hoog Mogenden op en volgens vaftgeftelde inrichtingen en verordeningen, welken, vooraf beraamd en aangenomen, tot grondwetten van den Staat zouden dienen, was aangelegd geweeft. Dit niet  BERICHT. v niet gefchied zynde, is onze Staat, of, zoo men wil, het bewind van denzelven, zonder grondwetten, en overzulks aan veranderingen , wisfelvalligheeden, en onzekerheeden-onderheevig gebleeven. Onze Schryver, hier door verftooken van het natuurlyk middel om ons de natuur en conftitutie der Vergadering van Haar Hoog Mogende te leeren kennen, heeft zich alleen toegelegd om na te fpooren wat 'er gedaan is, en uit het geen gedaan'is afteleiden, hoe het met de zaak zelve gelegen is. Op die wyze geeft hy ons in het eerfte Capittel eene befchry ving van de Natuur en Confiitutie der Vergadering van Haar Hoo Mog. en voorts in het tweede Capittel Van de Oude Form en Constitutie der Vergadering van de Staaten Generaal , en hoe met de tyd een permanent Collegie daar uitgefprooten is: niet zoo als hetzelve by vaftgcltelde grondwetten is ingericht en aangelegd, maar zoo als de behandeling van zaaken aan hetzelve by gebruik eene form heeft gegeeven. Dit voldoet voor het bloot gefchiedkundige, maar het verhaal van 't geen gedaan is, overtuigt ons teffens, dat de begrippen omtrent de verrichtingen van hetzelve Collegie nimmer fegt bepaald zyn geweeft, en dat daar door eenegeheele onzekerheid in het gantfeh Staats-beftuur over verfcheide deelen van het algemeen bewind is ontftaan of overgebleven; daar, by voorbeeld, niet zelden in bedenking is gekomen, hoe verre het gezag van «lat Collegie zich uitbreide; hoe verre de byzondere geweften en andere Collegien zich daar aan moeften onderwerpen; en wat deel andere Colleo-icn aan dat gezag hadden of gerekend wierden te moeten hebben; gelyk dit in het derde Capittel * ^ van  VI BERICHT. van decze Verhandeling, fprcekende van de Zaaken, behoorende tot de deliberatie van Baar Hoog Mogenden, te zien is: inhetwelke men nog vinden . zal, dat Gecommitteerden uit den Raad van Staate plagt en te asfifteeren in d> befoignes en conferentien met de uitheemfche Minifters, wanneerze betroffen zaaken van het departement van den Raad van Staate; dat 'er tusfehen de Vergadering van Haar Hoog -MoTcndcn, en den Raad van Staate gefchillen zyn ontftaan, als mede tusfehen Haar Hoog Mog. en de byzondere Provinciën niet alleen, maar ook met byzondere Steden, waar van voorbeelden aangetroffen worden (bladz. 30. 31. 32. 39. 45, 4<. 48. 5'. 59-). Men zal, leezende het IV. Capittel, waar in nagegaan word, hoe ver de zaaken, welke zyn van het departement van den Raad van Staats en van de Collegien ter Admiraliteit, behoren tot de deliberatien van H'aar Hoog Mogenden, twyffelingen en onzekerhecden ontmoeten, die den loop van het algemeen beftuur noodzaaklyk meer of min moeten «remmen, en wel byzonderlyk ten aanzien van de zeezaaken (bladz. 6;,). Sprcekcndc van derSelver directie, als principaal ftaande aan de Pro, vineien die aan de zee gelegen zyn, zegt onze Schryver, op 't einde van dit Capittel, „ En zeker, » Haar Hoog Mog. zouden fterker konnen fhan „ op haar regt tegen de Provinciën, welke in „ deeze eene lyn trekken met de Collegien ter Admiraliteit, indien de meefte Provinciën niet „ doorgaans zeer agterlyk geweefl waren in het draa„ gen en zuiveren der Extraord naris Confenten tot a, de zaaken van de zee., zedert dat de hit van den „ oorlog te water, die lang beft aan had in het uit„ tuften van eenige ligte fchepen en uitleggers, tot „ beveiliging van de Strandeii, Zeegaten, Eilanden, u en  L Y S T VAN EENIGE BOEKEN, Welken, onder meer anderen, te bekomen zyn by die geener, alwaar dit Discours wordt uitgegeeven. Aanmerkingen op een hellend Water-Scheprad, met plaaten, 8° ƒ o - 12 - o Ampele Deduélien voor den Hove van Holland ende 's Graven^-age, raakende h. are Jurisdiaie-Qjeftien met alle da Airhentyke Stukken daarto* fpedeerende, 2de vermeerderde en verbeterde druk 4°. . . ƒ i - io - o Befte opvoeding der Jeugd ten nutte van 't Gemeen, 8°. ƒ o - 6 - o Brief van aan . . i . . over de oproerige beweegingen in 's Hvge en te Rotter jam, voorgevallen, den 6 December 1782. en den 8 Maart 1783. 8°. ƒ o - 6 - o Brief van den Schryver der aanmerkingen op eenige Nummers van de Poft van de Neder-Rhyn behelzende derzelver confideratien oi> de Memorien van Zyne Hoogheid aan de Schryvers van het gemelde Weekblad, 8°. ƒ o - 10 - o De Poft van den Neder-Rhyn, N°. 124. 125 en 126, met eenige Aanmerkingen vermeerdert, 8°. ƒ o - 11 - o Ophelderende aanmerkingen op N°.i43, 144» 145» en 146. van de Poft van den Neder-Rhyn. 8°. . ƒ o - 11 - o Brugmans Proeve over de Waare Grondwetten der Beweging en Ruft ter gelegenheid van het Gefchil tusfcherj de Heeren M a up e rt ius en Ko en i g , met plaaten 8°. . • • • 1 ƒ o - 7 - o H. G. Ce Ai  H. C. Cr as omzigiig beleid der Staatsbeftierderen, in het bevorderen van den Koophandel, 40. . ƒ o - 12 - o 'sGravesande Grondbeginfels der Natuurkunde, met • plaaten 40 ƒ ö • 0-0 Hollands Rykdom, behelzende den oorfprong van den Koophandel, en van de magt van deezen Staat, de toeneemende vermeerdeling van deszelfs Koophandel en Scheepvaart; de oorzaaken welke tot derzelver aanwas medegewerkt hebben; die welke tegonwoordig tot derzelver verval ftrekken ; mitsgaders de middelen, welken dezelven wederom zouden kunnen opbeuren, en tot hunnen voorgemelde bloei brengen, het Franfche gevolgd, merkelyk veranderd , en van verfcheide misdagen gezuiverd door Mr. Elias Luzac, 4 deelen S°. . ƒ 12 - o - o J. Keill Inleiding tot de waare Natuur- en Sterrekunde, met plaaten , aq. . , , ƒ 5 - 5 - o Rum pel Mengelftoffen , 8B. . . ƒ o - 16 - o Misfive en Memorie door Zyne Hoogheid den HeerePrince van Orange en NasTau aan Hunne Hoog Mog. op den 7 Oftober 1782. overgegeeven , houdende een gedetailleerde opening van zyne gehoude direftie als Admiraal Generaal van de Unie, waar by door den Uitgeever deezes druks, eenige Aanteekeningen gevoegd zyn, beneevens de Bykagen ,8*, . . . . ƒ i - o - © 'é i (vervolg op de) door Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau aan Hunne Hoog Mog. den 13 February 1783- overgegeeven, waar by ook gevoegd zyn eenige Aanteekeningen, met de ByJaagen ,8". , . , ƒ o - 14 - o Nol let over de Aanlokkingskragt der Lichaamen, 8°. ƒ 1 - 10 - o De Plichten der Overheden, of Vertoog der Rechtvaardigheid, door den Heer Merem, uit het Franfch Vertaalt., mer,  met een Voorrede en eenige Aanteekeningen vanMr. Eihi Luzac. 8° / 2 - o - o Reinier Vryahrt openhartige Brieven, om te dienen tot opheldering en regte kennis van de Vaderlandfche Hiftoirie, en teffens ter aanwyzinge van de waare en weezendlyke oorzaaken van 's Lands vervallen en kwynenden ftaat, mitsgaders van de middelen om tot beteren toeftand te komen, 12 Stukken 8°. ƒ 12 - o - o Vaderlandfche Brieven, N°. 1—7. • ƒ 1 - 18 - o Vaderlandfche (de) Staatsbefchoowers, overweegende alles wat 'er binnen en buiten het Vaderland omgaat, en tot deszelfs belang betrekking heeft, zes Stukken, ieder a 9 ft. Voltaire door zich zelve afgefchildert, 8°. ƒ o - 18 - o D. C. van Voorst Vragen over de Waarheden van den Chriftelyken Godsdienft, gevolgd van een kort famenftst dier waarheden, 8a. , • • / o - 12 - o - J. D. Woltering dertiental Vraagen over de uitwendige Roeping, 8°. . , • ƒ o - 14 - o ■ Brief aan Jan va n L a a r , tot wederlegging van deszelfs Grieven, tegen het XIII. tal Vragen over de uitwendige Roeping. . / 0 - 8 - o De zugt van den Heere Raadpenfionaris Johan de Witt, tot zyne Vaderlanden deszelfs Vryheid, uit zyne daaden nagefpoort, tweede druk 8°. . . ƒ o - 16 - o Het Oordeel over den Heere Raadpenfionaris Johan de Witt. zoo als het in het werkje , genaamt de zucht van den Heere Raadpenfionaris J. de Witt, vervat is', tegen het Onderzoek van dit werkje, als een aanhangfei, gevoegt agrer de Vrijmoedige aanmerkingen over de zeedige beproeving, enz. bekngtigd, beveiligd, beweezen en den Schryver van 't Onderzoek voorgelegd, 8°. . . ƒ 1 - 5 - •   BERICHT. vn „ en Binnen-Stroomen, zoo zeer verfwaar'd is, als „ boven aangeweezen is". Twee zaaken komen hier voor, welken tegenwoordig dubbelde opmerking verdienen: naamlyk het agterlyk blyven der Provinciën in het draagen en zuiveren der Extraordinaris Confenten; en dan het lang beftaan van den lafi des oorlogs te water in het uitruften van eenige ligte fchepen, enz. waar uit men zien kan hoe groot en wezendlyk de ftaat van hedendaagfch oorlog te voeren te water verfchilt van dien van voorige tyden, zoo ten aanzien van de middelen als van de zaak zelve; en hoe weinig men derhalven gevolgen kan trekken van 't geen in voorige tyden gefchied is tot het geen tegenwoordig kan en zoude moeten gefchiedcn: eene opmerking, welke by diegeenen, die onze vroegere tyden gelegd hebben tot een grondflag van hunne berispingen raakende het beftuur der zcezaaken in onzen jongftcn oorlog met de Engelfcben, zekerlyk niet is opgekouen, doch wel had behooren gemaakt te worden. Het vyfde Capittel, handelende van de meerder of minder magt, welke de Vergadering van Haar Hoog Mog. heeft na de verfcheidenlw'd der zaaken waar over gedelibereerd word , geeft nog meer blyken van twyfïeling en onzekerheid over den aait, natuur en eigenfehappen van bet Bondgenootfchap , het welk de zeven vercenigde Geweften tot een lichchaam maakt, omtrent welken de Schryver, niet ten onrechte (bladz. 72. en 73.) als een capitaal defeér, rekent, dat 'er geen middel is om de Geweften tot eenparigheid te brengen in die gevallen , in welken zonder eenparigheid geen befluit genomen kan worden: daar omtrent (bladz, 73.) zeggende , „ wel is waar, dat nu en dan, na }, lang delibereeren, geflapt word over het mecr* 4 „ gemelde  \Tirr BERICHT. „ gemelde negende articul ran de Unie, en in „ materie van Traftaaten geconcludeerd by mcer„ derheid; waar van zoo wel oude als lecvendige „ exempelen zouden konnen bygebragt worden; „ maar in het generaal gefprooken, blyven de deliberatien over de gewigtigfte zaaken door„ gaans zoo lang hangen, dat de tyd die buiten „ haar geheel brengt, of dat de parthy, welke anderc, het zy vrienden of vyanden, daar omtrent neemen, aan den Staat de keur beneemt en „ haar voorfchryft de parthy, welke zy kiezen „ moet". Men zal het aan 't oordeel van kundiger overlaaten of de Republieck, voor weinige jaaren, in dat geval niet is geweeft; en of zy in dat geval wel zoude zyn geweeft indien de Stadhouderlyke invloed meer krachts gehad had ? En voorts (bladz. 74.) fpreekende van het fourneeren der Confenten door eenige Provintien, wanneer de zaaken naar 't confent van de andere niet konnen wagten; voegt hy 'er by „ maar daar door is het geheelc werk van de Confenten geraakt in een zoo grooten defordre, en de Unie „ is daar door zoo geluxeerd in haar wezendlyk/le , deel, dat is , in de gelykheid tusfehen de Provin. ' cien in het draagen der laften van de gemeene defenfie, dat te eenigen tyd e e n t o ta a l e dissolutie VAN de UNIE daar uit te wagten i s", In het onderzoek: of de Fergadering van Haar Hoog Mog. kan retraSteeren de Refolutien en Decreeten van de Generaliteit^ Collegien, en of, en in wat zin, de Souverainiteit van den Staat refideert in de Vergadering van Haar Hoog Mog. en van het onderfcheid tusfehen dezelve, en een meer eigentlyk zogenaamde Vergadering van de Staaten Generaal der V?r(enigde Nederlanden, het welk het onderwerp van 't  BERICHT. i£ 't VI. en VII. Capittel maakt, treffen wy wederom verfcheide blyken van het onbepaald begrip over het Staatsbeftuur aan: en het zyn dan ook deeze tvvyffelachtigheeden, welken denSchryver bewoogen hebben om in het agtfte Capittel te handelen over het maaken van een lnrlructie voor de Vergadering van haar Hoog Mog. oordeelende de Schryver ( bladz. 93) dat het,, in de conftitutie „ van de generaale Regeering, een dcfc6l is, „ dat geen zorg gedraagen is, om de Vergade„ ring van Haar Hoog Mog. te voorzien van „ Inftruftien, na maate dat daar aan gcbragt zyn „ het bellier en gezag van en over zekere zaken „ by exprefle of by ftilzwygende delatie;" en daarom voorftcllende een Concept van JnjtruiXie voor de Vergadering van Haar Hoog Mogenden welk als een fchets onderworpen word aan wyzer oordeel." Het defeét, het welk hier door den Schryver aangeweezen word, het gevolg zynde van een ander oorfprongklyk gebrek, omtrent het welk de Schryver bladz. 4. gezegd heeft „ maar „ daarom laatze [de Propofitie van den Land„ raad] niet na te toonen, en dat niet door „ raifonnementen, maar door eige ondervinding „ van den Landraad, dat het gebrek van AuÜoriyt-teitinde Generaale Regeering, van „ het begin af de hoofdkwaal van de Republieck geweeft is, en dat men doe begreep, daar aan ^ te moeten remedieeren, door het kiftenen van „ een Collegie, van meerder auEtoriteit de jaloezy, welke die auéloriteit mede deed vervallen, aanziende als de innerlyke Conftitutie van de Republiek bederven, en daar door de gronden tot haar ondergang gelegd hebbende; dit gebrek, zeggenwe, gehouden moetende worden als het eerftc en  * BERICHT, en weezendlykfte gebrek, 't welk in ons Staatsbewind plaats heeft, zouden wy onze hedendaagfche Yveraars voor verbeteringen wel eens gevraagd willen hebben, of men niet beter zoude doen, het gebrek, hier aangeweezen, en de verdere gebreken , van welken onze Schryver gewag maakt, te verhelpen, dan het geheel Staatsgebouw om te wroeten, en omver te haaien, ten einde eene zogenaamde Folks - regeering in te voeren , die onbeftaanhaar op zich zelve, geen ander doelwit kan hebben, dan het meefterfchap in< de regeering tot eigen baate en profyte in de handen van eenige weinige Regenten te doen vallen , noch geen ander uitflach dan het Vaderland in een poel van rampen te Horten, en eindelyk ten ondergang te brengen ? TAFEL  T A F E L DER CAPITTELEN. EERSTE CAPITTEL. Generaale befchryving van de Natuur- en Conftitutie der Vergadering van Haar Hoog Mog. bladz. 14. TWEEDE CAPITTEL. Van de oude forme en Conftitutie der Vergadering van de Staaten Generaal, en hoe met de tyd een Permanent Collegie daar uit gefprooten is. 18. DERDE CAPITTEL. Van de Zaaken behoorende tot de deliberatien van Haar Hoog Mog. 28. VIERDE CAPITTEL. Hoe vir de Zaaken, welke zyn van het departement van den Raad van Staate, en van de Collegien ter Admiraliteit, behoor en tot de deliberatien van Haar Hoog Mog. SS- VYFDE CAPITTEL. Van de meerder of minder magt, welke de Vergadering van Haar Hoog Mog. heeft, na de verfcheidenheid der zaaken, waar over gedelibereerd word. 68. ZESDE CAPITTEL. Of de Vergadering van Haar Hoog Mog. kan retracleertn de Refolutien en Decreeten van de Generaliteits Collegien. 80. * 3 ZSVENDE  T A l h. L DE R CAPITTELËN. ZEVENDE CAPITTEL. Of, en in wat zWl, de Souverainiteit van den Staat refideert in de Vergadering van Haar Hoog Mog. en van het onderfcheid tusfehen dezelve, en een meer eigentlyk zoogenaamde Vergadering van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. 84. AGTSTE CAPITTEL. Van het maaken van een Inftruftie voor de Vergadering van Haar Hoog Mogenden. 92.  Inleiding tot het volgend discours over de Conftitutie der Vergadering van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en over de materie en forme van haar© Deliberatien. Die niet geheel onkundig is van de Oude Conftitutïa der Regeerrng van de Republicq, weet, dat de Gsnsraale directie der gemeene zaaken van de Geünieerde Provintien , of, om te fpr'éekèn de taal der Voorouders, de Generaale Regeering, wel meer als een eeuw geleden, overgebragt is, van den Raad van State, waar aan ze gedefereert was by Inftrucïie, aan de Vergadering van haar Hoog Mogenden. En die daar nevens eenige kennis heeft van dejegenwoordige conftitutie van de Regeering kan niet ignoreeren, dat de Provintien al zedert veele Jaren, maar fpeciaalyk zedert den laatften oorlog, een zoodanig gebruik gemaakt hebben" van de magt, welke ze hebben, elk over haar Gedeputeerden ter Vergadering van haar Hoog Mog., een Vergadering zonder Inuruaie, dat dezelve jegenwoordig onder de pompeufe naam van Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden niet veeE meerder, zoo geen minder, wezentlyk gezag heeft, buiten fpeciale laft en auótorifatie van de Provintien op de zaken, zoo als die fuccesflvelyk voorvallen, als dei Raad van Staate. Waar dit heenen leid, kan niemand nalaaten te zien* die oogen in het voorhoofd heeft, en eenigfints bedreeven is in Staats - Zaaken, te weeten na eene geheele vernietiging der Unie, en na een volflage anarchie in alle zaken, welke de Provintien in het gemeer» betreffen. Onmoogiyk zynde uic de natuur der zaake, dat de Unie beüaa, zonder'esa Collegie of een Vergadering, A $ef  die de Generaaio Regeering , of het Generaal bellier der gemeene zaken van de Geünieerde Provinciën, in handen heeft, en die daar toe voorzien is, met het nodig gezag. En niets zig zoo klaar opdoende, wanneer men met de minlie opmerking nafpeurt de oorzaaken van het groot verval in alles, wat betrekkelyk is tot de Unie, als dat het misfen van een zodanige Vergaderinge of Collegie, de Capitaale oorzaak daar van is. Het geen ligt zoude zyn, van ftuk tot ftuk te toonen, zoo omtrent de zaken te Water als omtrent de zaken te Land, zoo omtrent de buitenlandf che, als omtrent de binnelandfche, indien een zaak zoo klaar als deze, fpecifiquer aanwyzingbehoefde. 't Is waar, dat dit een oude kwaal is, en dat veele, misfchien uit wanhoop, aan dc geneezing van een kwaal zoo diep geworteld , ze willen aangezien hebben voor minder gevaarlyk. om dat ze oud, en zoo men haar gelooven mag, van dat foort van kwaaien is, waar aan alle Regeeringen fubject. zyn, dewyl 'er dog geene is, die niet in hare Conftitutie deeze of geene defecten heeft- , , • A Maar die zig daar mede vleijen, overdenken niet, dat zoo weinig als kwynendeziekten, daarom minder doodelyk zyn, om dat haar uitwerking langzaam en ongevoelig is, de Republicq zoo weinig buiten gevaar is, van door de aangeweeze oorzaak verlooren te gaan, om dat haar waggelend geitel niet voor lang onder de voet gevallen is : Zy overdenken niet, dat, gelyk een zwak en uitgeteerd lichaam bezwykt, onder kwaaien, waar aan een fterk en welgefteld lichaam wederftaat, zoo ook de Republicq, zoo zeer verzwakt in haar Finantien, in haar Crediet, en in haar Aanzien, jegenwoordig onvergelykelyk meer te dugten heeft de gevolgen van de defecten in haar Conftitutie als doe het beter gefteld was met haar Finantien, met haar Credit en met haar Aanzien: • ■ . ' Zy overdenken niet, het geen egter palpabel is, dat de defeften m de Conftitutie van de Republicq zeer toegenoomen en verflimmert zyn in deeze laatftejaren , en dat de gevolgen daar van zig veel meer hebben doen gevoelen, als voor deeze: Eindelylc  3 >«& Eindelyk zy overdenken niet, dat die defecten fa fencn deele zoo gevaarlyk waren, doe een eminent oofd, uit vrees van gevolgen, welke ligter te voorzien, als te voorkomen zyn, door zyn groot gezag £ wettig, of geüfurpeert, is van een ander onderzoek) in veel opzigte fuppleerde aan het gebrek van genoegzaam gezag in de Vergadering van haar Hoog Mogenden. Zoo dat, om de Unie tusfehen de Provintien te maintineeren, en de Republicq ftaande te houden zonder een Eminent Hoofd, het geen de wenfch en toeleg van alle goede Patriotten is, niets zoo volftrekt noodzakelyk fchynt te weezen, als een nieuw leven by te zetten aan het zoo goed als verftorve gezag van de Generale Regeering. Het geen gefchieden kan, of door den Raad van State te herftellen in haar oud gezag, met de noodige verandering in haar jegenwoordige Inftruótie, die in veele deelen afwykt van de eerde van het jaar 1584. en met affchaffing der ordinaris Vergadering van haar Hoog Molenden. Het geen weezen zoude, de Generaale Regeering te herfteUen op de Primitive voet. Of wel, door te geevcn aan de Vergadering van haar Hoog Mogenden een zoodanige Inftrudtie, en by die Inftrudtie zoo veel magt, als haar kunnen bekwaam maken tot uitvoering van het geen, waar toe de Raad van State, in het voorfz. jaar 1584, na doode van, Prins Willem den Oude, Origineelyk ingefteld is. Tot geen van beiden, hoe nodig ook, zal het ligt te brengen wcezen : maar zoo 'er nog eenige hoop is, ze is gewisfelyk meer tot het laatfte als tot het ecrfte: en daarom kan het niet ondienftig zyn, uit de Regifters by een te famelen het geen, dat daar in gevonden word van de ware Conftitutie van de Vergadering van haar Hoog Mog. en van de magt, die van ouds daar aan gecompetecrd heeft: op hoop van daar door eenige aanleiding te zullen geeven tot het delibereeren over een Inflructie, gebouwd op de oude gronden van de Repeering, waar door de Vergadering zoude konnen in ftaat gefteld worden om de zaken van de Geünieerde Provintien met de nodige autoriteit te A a beleideu  beleiden cn te beltieren, ten gemeene befte, en dat: ( waar op zonderling te letten is ) buiten kommer van misbruik der meerder magt, welke ten dien einde zoude aan de vergadering in handen gefield worden. Hier toe is het volgend difcours gerigt, in welk men met een getragt heeft op te helderen al, wat zoo de materie, als de forme, der deliberatien van de vergadering betreft. Dan op dat klaarder blyke, van wat noodzaakelykheid het is, meerder auóteriteit te geeven aan de Generaale Regeer;ng, en met dat oogmerk te onderzoeken de waare Conftitutie der Vergadering van haar Hoog Mog., en wat verandering zoude behooren daar in gemaakt te worden, is het dienftig, deeze inleiding te befluiten met de propoütie, of memorie, welke die van de Landraad deeden dvergeeven aan haar Hoog Mogenden in het jaar 1584, wanneer een Nieuwe Regeering, onder den naam van Raad van State ingefteld, en, dat gedaan zynde, de Landraad afgefchaft wierd. Die Propoütie is wel wat lang, en fchynt eer te dienen totbewys, dat de Raad van Staate behoord herfteld te worden in de Autoriteit, welke men in het jaar 1584 begreep, dat ze hebben moeft om de gerr.^ene zaken te beleiden, als tot bewys dat die Aucloriteit behoord gegeeven te worden aan de Vergadering van haar Hoog Mogenden, het welk het oogmerk is van het volgend discours. Maar daarom laat ze niet na te toonen, op een overtuigende wys, en d3t niet door Raifonnementen, maar door eige ondervinding , van den Landraad , dat het gebrek van aacloriteit in de Generale Regeering, van het begin af de hoofdkwaal van de Republicq geweeft is, en dat men doe begreep, daar aan te moeten remediëeren , door het inftellen van een Collegie, van meerder autoriteit. Hoewel de auttoriteit van dat Collegie mede kort daarna verviel, niet om dat een zoodanig Collegie .niet het regte remedie was, maar door de handeling met Engeland, en door de jaloufie, die men vervolgens met reden fchepte van een Engels Gouverneur generaal, van Engelfche Raaden van Staat en van Engelfche Bezettingen > jaloufie, die jpisfehien de Republicq  Republicq bevryd heeft, van een uitheemfch jok; maar die de innerlyke Conftitutie van de Republicq bedorven , en daar door de gronden tot haar ondergang gelegd heeft. Kort Verhaal hoe de Landraad zyn begin genoomen, wat beleidingen de Gecommitteerden in heuren dienft gehad, ende hoe zy begeren van denzelven dienft ontflagen te wezen (*). Myne Heeren, nadien Uw Ed. belieft eenen anderen of Nieuwe voet van Regeeringe te ftellen tot bewaaringe van de Geünieerde Provintien, zal de tegenwoordige of oude maniere van Regeering moeten ophouden. Ende aangezien alle veranderingen, ende inzonderheid van Regeeringe, zeer gevaarlyk zyn, behoord men hier in voort te varen, met zulke voorzigtigheid , dat 't geene men tot welvaart van de Landen voorneemt, niet tot verderf van dezelve en gedye. 't Welk beftaat, ( ons bedunkens ) in een bekwame en gcvoeglyke afdankinge van den tegenwoordigen Raad, ende in een wyslyk, manlyk, ende ordentelyk begin van den nieuwen, Van welke twee Poinclen, gemerkt het eerfte den tegenwoordigen Raad aangaat, van wiens wegen wy hier voor U E. verfchynen, om een behoorlyke afdankinge te vorderen, ende te vertoonen, hoe die op het bekwaamde tot vorderinge van de gemeene zake gefchieden zal mogen, ende dit op verbetering van U E., zullen wy daarom van dit poinct. hier alleen fpreeken. Overmits dan die vertoog fchynt te beftaan in drie Stukken, te weeten hoe de Landraad zyn begin genoomen, wat beleidinge de Gedeputeerde tot denzelven gehad, (*) Overgegeeven by de Heeren Roerdaen Verdors, van wegen den Landraad den 21, September 1584. A 3  gehad, en hoe deeze afgedankt behooren te worden; bidden wy Gecommitteerden van den voorfz. Landraade zeer diftinólelyken, dat UE. gelieve met aandagt en leidfaamheid te hooien , 't geene van ons in het korte van de voorn, drie Stukken gezeid zal mogen worden, ende gehoort hebbende, zulken affcheid te verkenen, als de welvaart des gemeenen bellens (waar op men naad God het ooge behoord te hebben ) is vereisfchende. De Landraad is gefprooten uit defaulten,oftefeylen van den Raad der naarder Unie: want hoe wel de Pro vintien doe zig willig lieten vinden in het dragen van de Confenten, h?bben nogthands eenige van hen geenfints willen confenteeren in de executie van dezelve Confenten, waaromme, dewyle de willige Provintien in de executie confenteerden niet anders dan met voorbefc^ieid zoo verre alle de andere van gelyke deden, heeft de Raad van de nader Unie het Confent van de executie niet mogen bekoomen, niet tegenftaande alle moeiten en arbeid, daarom gedaan. Waar uit die geene dan, die de nader Unie tegen de bord fcheen te weezen, oorzaak genemen hebben omme te praclifeeren een anderen voet van Regeeringe, zeggende, dat die executie moede gefchieden, door eenen Raad van groter audloriteit. 'tWeik, hoe wel 'tveele zagen, ende ook zeiden niet dan een pretext, of verfierde voordel, te weezen, om het voorfz. verbond van Uytrcgt den rugge te breeken, l want hoe kan een Raad groter auéloriteit hebben, dan by den geenen is, van dewelke die zelve Raad gedeld word?) is nogthands deze zake met verfcheiie middelen en de kunllen, zoo om ende wederom geleid omtrent agtien maanden lang, dat ten laaften in Augufty 1581. in 's Gravenhage den Raad van de nader Unie verandert is in den Landraad, ende dit met wat verbeteringe zal men uit het navolgende verhaal van de beleidinge mogen verdaan. Ende, om dat alle veranderingen, vol gevaar zyn, beeft men hier in alle voorzigtigheid aangewend, om dezelve voor de gemeene Crediteuren , die meefters van oproer plagten te wezen, te verduideren, ende daarom gelaatea alle de oude OtBciers die zig wel hadden  # heeft beginnen te fmeeden, op de naam van alle Geünieerde Provinciën, maar daar na op den naam van drie Provintien willen eindigen, ende voort onderdaan den Landraad die kleine refteerenda middelen, met 'er tyd te onttrekken. Middelertyd is Zutpben in de kaers gevloogen, 'c welk met Gods hulpe, by avonture niet gefchied zoude zyn, by zoo verre de Landraad middelen hadde gehad, om hier tegens te voorzien: want den Landraad, die handelinge van Zutphen niet alleen fufpeét., maar ook te vooren daar van geadverteerd was, en daarom wel arbeidde om dat ongeluk te voorkoomen , dan door de gebrek van middelen te vergeefs. De Staaten van Utregt, door de verovering van Zutphen beweegt zynde, hebben den Landraad verzogt te befchryven de drie naaftgeleege Provintien, als Gelderland, Utregt en Overysfel, om ordre te dellen op de bewaringe van hun frontieren, ende dit by provifJe ter tyd by de Heeren Generaale Staaten anders gedisponeert zoude weezen. Welke befchryvinge is gefchied op Wageningcn, alwaar de Vergaderinge is begonnen, ende tot Arnhem, na de verzekeringe van den Graaf van den Berg, de rapporten ingebragt, ende geëiniigt. Maar al eer dit reces ter executie gelegd was, heeft men die van Overysfel, en eenige van Gelderland, den voet gegeven, om de executie van het zelve reces weder te daan, ende alzoo ook dit middel den Landraad onvrugtbaar gemaakt: in fomma, men heeft den Landraad dit lede jaar zoo getraéteerd, regt ofte aan den ondergang van denzei ven de welvaart van den Lande was hangende, ende zoude by avonture met fchande als bankeroutiers hebben moeten fcheiden, ten ware myne Heeren de Staten van Utregt met raad en geld ('t welk men nog fchuldig is) den Landraad geflyfd, en gederkt hadden. Men zoude nog wel andere dingen tot dit propood mogen voortbrengen; maar willen, om beters willen, tot vermydinge van argernisfe, alle het zelve verzwygen, met vade hoope, dat U Ed. uit dit kort verhaal genoegzaam verdaan zullen hebben, hoe die Landraad zvn bègia heeft genoomen uit defaulte van de Executie jn  in den Raad der naarder Unie, ende nogthands deeze executie van den Landraad veel minder heeft mogen te werk gelegd worden; item wat arbeid, moeite en gevaar die van den Landrade, door gebrek van dezelve executie in haaren dienft gehad , ende wat fchulden zy daaromme hebben moeten maken, daar vooren ook haare Perfoonen verbindende. Ende zoodien den Provintien , om te voorkomen die verfcheiden gebreeken van autoriteit, fchynt te believen een nieuwe Regeeringe, in te dellen, behoord eerft de tegenwoordige afgefteld te wezen. Bidden en begeeren hierom zeer dienftelyk uit den naam ende van wegen die van den Landraade onze JVleefters, dat Uw Èd. gelieven hen eerlyk affcheid te verleenen, 't welk beftaat in de ontlaftinge der fchulden, ende wettelyke afdaakinge. Aangaande de fchulden, zoude nu geen zwarigheid konnen wezen, by zoo verre deze nieuwe Raad, met overneeminge van fchulden, hadde moge fuccedeeren, gelyk de Landraad in de plaatfe van den Raad van de nader Unie is getreden, als te vooren verhaald is. Maar nadien Uw Ei. belieft heeft, deeze nieuwe Regeeringe met geen fchulden, voorden eerden September tegenwoordig gemaakt, te belaften, zal boognoodig wezen hier toe andere middelen te gebruiken. Ende zyn die fchulden van twee naturen: de eene van zulke dat men de Crediteuren datelyk contentement zal geeven , als van opgenomen penningen, Aften van Obligatien voor Amonitie van Oorloge, Proviandlaken , "tot betaalinge van de Krygslieden, van gegeevene Ordonnantiën, inzonderheid op Comptoiren, die nu ophouden moeten, Tra&ementen van Officieren, Commisfarisfen, Secretarisfen, Clercquen, Deurwaarderen, Boden, Poften en diergelyke: Want ten ware dat men deze Crediteuren datelyk vernoege, zal men een oproer moeten verwagten, behalven dat die van den Landrade overal aangefprenkt, en als Banqueroutiers geagt zullen worden, tot haar eeuwige fchande en bederf Wat ecre de Provintien hier van zouden hebben, kan ccn ieder bedenken, als die met zulke recompenfe ofte vergeldinge, hare Dienaars looncn. Wat  Wat Credit de nieuwe Regeeringe hier door zoude winnen, kan men ligtelyk gisfen, gemerkt by eenige aireede geroepen word , nieuwe Regeeringe, nieuwe banqueroute. Nu is 'er nog een ander aart van fchulden, als afrekeningen van Ruyteren en Knegten, en diergelyke; ende aangezien die van den Landrade hierom ook, hoewel met onverftand, gemolefteert mogen worden, ende bezonder van welke de flooten van afreekeninge getekent zyn, zal Uw Ed. gelieven hier van te verleunen Acte van Indemniteit naar behooren. Deeze ontlaftinge gedaan zynde, verzoeken die van den Landraad, ordentelyk afgedankt te wezen , dat ■ is, gelyk zy door fpeciaale lau van de refpecdive Provintien hare Meefters zyn geroepen, van gelyken ook door fpeciaalen laft gedeporteerd te worden. Laatftlyk bidden, en begecren, die van den Landraade zeer diènftetyk, dat Uw Ed. gelieve de vryheid die zy by avontuur mogen fchynen in dit vertoog te gebruiken, niet te neemen a!s uit eenigen oevelmoer te fpruiten, maar vaft te geloven, dat die zelve vryheid voorkomt uit eene vrye confcientie haares dienftes, ende ieverig gcmoet, dat zy tot welvaart van haar arme bedroeft Vaderland zyn dragende. Dat hierom ook UwEd. zal gelieven (aanziende hoe kwalyk die van den Landrade in hare Commisfie gehouden zyn) hare gedaane dienft, die zy wel wilden dat groter geweeft ware, in 't befte te verdaan, ende den goeden wil, voor de werken aan te neemen. Ende wenfehen van God Almagtig, dat de nieuwe Regiering, meerder geftyfd en gefterkt, ende alzoo tot'zyns naams eere, ende bewaringe van den Lande, beter bedient mag worden, ten einde de lefte dwalinge niet zy de ergfte. Onder was getekend CAREL ROERDA, D. van der DOES.  Discours over de Conftitutie der Vergadering van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , en over de materie en forme van haare Deliberatien. EERSTE CAPITTEL. Generaale befchryving van de Natuur en Conftitutie der Vergadering van Haar Hoog Mogenden. De naam, of titul, welke de Vergadering van haar Hoog Mog. voert, niet alleen, gelyk de Raad van State (a) in depêches van zodanige importantie, dat die voor de troublen zonden zyn gedepecheert geweeft op de naam van de vorige Pr ineen van de Landen, maar in alle de depechen, groot en klein, en zonder in de onderfchryving by te voegen de woorden, ter relatie, of diergelyke, is die van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, een titul, welke men kan twyffelen of allefints overeenkomt met de ware Conditutie van de Vergadering van haar Hoog Mog. Immers de groote, of extraordinaris Vergadering van het Jaar 1651. (b) waar op verfcheide Provintien Staatsgewys verfcheenen, en welke daarom meerder bevoegt was zig te noemen de StaUn Generaal, geeft geen andere naam aan de Vergadering van haar Hoog Mog als die van, de Vergadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit. En misfehien, dat de naam of titul, welke meed overeenkomt met de Conditutie van de Vergadering van haar Hoog Mog,, zoude wezen, die van het Collegie der Gecommitteerde van de nader Geünieerde Provintien, van welk Collegie zal gefprooken worden in het volgende Capittel. Dog (a) Zie Inftru&ie RnaJ van State. Art. 47. (b) Z.c Cap. 7.  Dog om van de naam of titul, en de bevatting welke die bekwaam is te verwekken, voort te gaan toe de befchryving van de Vergadering zelve, de Vergadering van haar Hoog Mog. is een Lichaam, beftaande uit een onbepaald getal van Gedeputeerden (die van elke Provintie, hoeveel ook in getal, famen maar een Mem uitbrengende) van de Provintien van Gelderland, Hol. land, Zeeland, Utregt, Vriesland, Overysfel, en Stad Groningen, en Ommelanden, famen vervangende, de Laudfchap Drente, (a) en misfehien mede de baanderheeren, Edelen en Steden van dat gedeelte van de Provintie van Braband, welk onderhorig is aan den Staat: dog een Lichaam, welk zodanig famen gefield is, dat de leden geen Commisfie nog Indruclie hebben van de gefamentlyke Provintien, nog eed doen aan dezelve, maar vergaderen op bloote Credentiaalen van de byzondere Provintien, haar refpeclive Committenten, welker lad zy ieder moeten volgen, gelyk die wederom moeten gedand doen al, wat haar Gedeputeerden van haaren't weege advifeeren en helpen bedui ten. Zonder dat de Vergadering eenige generale magt, of qualificatie heeft van de gezamentlyke Provintien om te refolveeren, of te ftatneeren, over derzelver gemeene belangehs: eenige zaken uitgezonden, waar over de difpofitie gegeev.n is aan de Vergadering, ten deeie zonder, ten deele met cn nevens den Raad van State : van welke zake zal gefprooken worden in het vervolg. De Unie van Utregt word doorgaans gezegt te dienen voor Inftruclie aan de Vergadering van haar Hoog. Mog. en niet zonder reden, zoo door dat zeggen gemeend word, dat de Vergadering van haar Hoog Mog. dient om te delibereeren over de gemeene belangen, en verpligtingen, uit de Unie fpruitende : en dat de Staaten v;n de Provintien gebonden zyn aan de Unie, in bet geeven van Lad en Indruclie aan haar refpeclive Gedeputeerden. Maar (a') De Redenen waar mede de Lnndfehap Drente, en die vrn Braband, beweeiep niet te ki nnen uitgcfluoten \.orden van dt_ Genciaule Regiering, zyn te vinden, in 't Regkmenr van de Gioote Vergadering, wa *t Jaar 1651, en in de herftelde Leeuw.  <5W is >* • Maar zeer ten onregte, zoo men zoude willen daar door verdaan, dat de Gedeputeerden ter Generaliteit Zouden bevoegt zyn, uit kragte van de Unie, welke nergens minder van fpreekt als van de Vergadering van haar Hoog Mog., om zonder nadere, en fpeciaale laft, elk van zyn Committenten, de Unie, of ecnig deel van dien te executeeren : of wel, dat zy niet verder zouden gebonden zyn aan de laft van haar refpeclive Committenten, als die overeenkomt met de Unie. Niets is integendeel bekender, als dat zy fimpelyk moeten volgen de laft van haar refpeclive Committenten, buiten de weinige zaaken, welke overgegeeven, en ter difpofitie van de Vergadering gefteld zyn, en dat zy in alle andere zaken moeten laten aan het oordeel en verantwoording van haar refpeclive Committenten, of derzelver laft overeenkomt met de Unie, of niet. Zelfs waren in het Jaar 1643, wanneer de Staten van Holland en Weftvriesland gemaakt hebben de Inftruclie voor haar Gedeputeerden ter Generaliteit, en wanneer dezelve gaarn gezien hadden , dat de Staten van de andere Provintien gelyke Inftruclie hadden gearrefteerd voor haar refpeclive Gedeputeerden , die daar toe niet waren te bewegen, fchoon dat het oogmerk van de Hollandfche Inftruclie geen ander was, als te verhoeden het misbruik, dat de Gedeputeerden zouden kunnen maken van haar volmagten, om aan te gaan tegen de Unie, en tegen de Inftruclien van de Genera liteits Collegien, en andere Grondwetten van den Staat, of tegen de hoogheid vry- en geregtigheden van haar Committenten. Gelyk ook de voor/lag geen ingang vond, welke de Vergadering den 30 Mey 1671. deed aan de Provintien om voortaan eensluidende Creditiven, of Commisfien, te geeven aan haar Gedeputeerden , tot wegneeming der diverfiteiten, welke daar in gevonden wierden: en ten dien einde, te kiezen uit de drie formulieren, welke nevens de voorflag gezonden wierden aan de Provintien. Zoo omzigtig zyn de Provintien altyd geweed, om «een de minïte voet te leggen, waar door haar Gedeputeerden ter Generaliteit zouden, fchynea af te hangen  <8> van iemant anders als alleen van haar refpeclive Committenten! Ook diend hier aangemerkt te worden, dat niet voorzien is by de Unie op de executie derzelve, veel min, dat eenige Vergadering, of Collegie daar toe zoude ingefteld of geauclorifeert weezen by de Unie: maar dat na verloop van eenige Jaaren, en namelyk in het Jaar 1584, na doode van Prins Willem, en nader in het Jaar 1588, na het vertrek van de Graaf van Liccfter, de Raad van State, een Collegie dat in eed is van de Geünieerde Provintien, en niet de Vergadering van Haar Hoog Mog., gecommitteerd is tot de Generaale Regeering in zaaken, de gemeene befchermingen Unie derzelve aangaande. Uit al het welk fchynt te mogen befloten worden, eerftelyk, dat de Vergadering van Haar Hoog Mog. veel eer, en meer, gelykt na een Congres van Afgezanten , of Gevolmagtigden , van Zeven naauw aan den anderen verknogte Staaten, dienende om zaamen te concerteeren over de belangen van haar committenten, voor zoo veel die door de Unie zyn gemeen gemaakt ,• als na een Staatsvergadering, of na een Collegie van Regeering. En ten andere, dat geene van de Provintien behoeft te gedogen, dat zaken op het tapyt gebragt worderi in de Vergadering van haar Hoog Mog. welke geen ingrediënten, of immers geen noodzakelyke gevolgen, van de Unie zyn. Om van dit alles een klaarder begrip te geeven, zal het nodig zyn, in eenige volgendehoofdftukken aan te wyzen: Eerftelyk welke geweeft is de oude forme en conftitutie der Vergadering van de Staten Generaal van de Nederlandfche Provinciën, en hoe de Vergadering van haar Hoog Mog. daar uit gefprooten en met de tyd een permanent Collegie geworden is. Ten tweeden, over welke zaken kan gedelibereert worden in die Vergadering, en over Welken niet. Ten derde, hoe ver de difpofitie van de Vergadering gaat over de zaken , behoorende tot haar deliberatien. En eindelyk, of, en hoe ver, de Souverainiteit van B cV*  den Staat kan gezegt worden te refideeren in de Vergadering van haar Hoog Mog. en wat verfchil 'er is, zoo in dat, als in andere opzigten, tusfehen de ordinaris Vergadering en een meer eigentlyk gezegde Vergadering van de Staten Generaal dervereenigdeNederlandfche Provintien. TWEEDE CAPITTEL. Van de Oude form en Conftitutie der Virgadering van de Staten Generaal, en hoe met de tyd een permanent Collegie daar uit gefprooten is. Zedert dat de meefte en de voornaamfle Provinciën van de Nederlanden, door Huwelyken en andere middelen, gekoomen zyn onder een hoofd, hebben de Landsheeren toegelegd om die te maken tot een Ligchaam, fchoon hebbende van ouds haar aparte Wetten , Vryheeden, en Staatsvergaderingen. Hetisongetwyffelt met dat inzigt, dat de Landsheeren, wanneerfe iets hadden voor te dellen, waar in de Provinciën fcheenen eenigfints te hebben een gemeen belang, op eene tyd en plaats beriepen de Staten van alle de Provinciën, en aan dezelve gezamentlyk deden een propofitie Ca), welke daarom de Generale propofitie genaamd wierd: hoewelze daar by voegde een particuliere propofitie, aan de Staten van elke Provincie, om dat de Staten van de refpeclive Provinciën gewoon waren, elk in de hare te delibereeren op de Propofxtien van de Landsheer, als buiten haar gemeenen Landsheer niets gemeens hebbende: en ten dien einde tyd, of gelyk men het noemde, Reces te neemen, om na huis te gaan. Zonder dat 'er eenige verbintenis was tusfehen de Pro- (c) Zie Refclmic Staten van Holland 6 November, 31 Auguftus 1545 > *5 en 26 Oktober en 14 November 1548. 5 November 1549., 6 Maart I5J3-J 3 Auguttus 1557-  Provinciën, welke dezelve verpligte tot gemeene deliberatien op de propofitien van haar gemeenen Landsheer: '•(«) of een proportie van quotes, op welke de Provinciën zoude hebben moeten agt geeven in haar Confenten. De Landsheer zoo veel vorderende van elke Provincie by de particuliere propofitien, als hy meende te zullen konnen verkrygen na gelegenheid van tyd en z:<# Die van dit alles bewys begeert, doorbladere de Regirtërs van de Staten van Holland ( a ) waarin hy zal vinden verfcheide generale, en particuliere propofitien; de wyze, op welke de Staten van de refpeclive Provinciën daarop afzonderlyk elk in den haare delibe • reerden; de klagten over de weinig proportie, welke gehouden wierd tusfehen de Provinciën, in opzigt van de fomme, dié van haar repeclivelyk gepetitioneerd wierden; en eindelyk het Igepasfeerde in den Jaare 1558- en volgende omtrent de nonennale bede, en het verdrag of Unie, daar over tusfehen de Staten van de gefamentlyke Provinciën: en hy zie particulierlyk na de Refolutien, hier boven inde nooten aangeteekend: de Regifters ter Griffie van haar Hoog Mog. eerft beginnende met het Jaar 1576. in welk jaar de Vergadering van de Staten Generaal gekreegen heeft een gantsch andere gedaante als te vooren. Want de Staten van de gezamentlyke Provinciën den 8 November van dat jaar, zig verbonden hebbende by de Pacificatie, of Generale Unie, van Gent, om malkander by te ftaan met goed en bloed, om uit de Landen te verdry ven, en daar buiten te houden het Spaanfch. en ander uitheemfchkrygsvolk; is het werk niet lang daar na uitgeborften tot een openbaren oorlog, door dien Don Jean zig verklaarde voor het Spaanfch Krygsvolk, en tegen de Staten: en is vervolgens de Pacificatie van Gent geworden de gronddag der deliberatien van derzei ver volgende Vergaderingen, tot dat de Walfche Provinciën afvielen, en naderhand Braband en Vlaanderen overheerd wierden. Van die tyd af, dat is van het Jaar 158J. is de Unie van Utregt, waarin alle de onoverheerde Provinciën, die doe nog overbleeven, begreepen waren, geworden de grondflag der deliberatien van de Vergadering van de Staten Generaal: Of liever, de Vergadering van de Provintien van de nader Unie, en het Collegie van derzelver Gecommitteerden, van welke Vergadering en Collegie aandonds zal gefprooken worden, is doe ter tyd gekoomen in de plaat? f>) Zie Refolutie Staten van Holland 17 Juny 1550. 5 Au5uftu»*5öa.  plaats vaD de Vergadering van de Staten Generaal, door welke laatfte men altyd verftaan heeft de Vergadering der Staten van alle de Nederlandjche Provintien. En zeker de Unie van Utregt konde niet wefen de grondflag der deliberatien, zoo lang als de Vergadering beftond uit Gedeputeerden van Provinciën, welke wel alle waren begreepen in de Pacificatie van Gent, maar waar van verfcheiden waren gebleeven buiten de Unie van Utregt. Ook vind men in de Regifters van de Staten Generaal van die tyd geen gewag van de Unie van Utregt: en de Provintien, welke de Unie van Utregt aangingen, begreepen zoo wel, dat die eenigzints geleek na een fcheiding van de andere Provinciën, dat ze de voorzigtigheid hadden van te verklaaren in het hoofd derzelver, dat het geenzints haar meening was, zig te fcheiden van de Generale Unie by de Pacificatie te Gent gemaakt: Een verklaaring, welke gewisfelyk niet ontydig nog overtollig was: want, fchoon dat de nader Geünieerde Provinciën biceven delibereeren ter Vergadering van de Staten Generaal over de zaken, betreffende de gemeene defenfie, gelyk gezien kan worden uit de Regifters van die tyd, beruftende ter Griffie van haar Hoog Mog (a) welke zyn de Regifters, niet van de nader Geünieerde Provinciën, maar van de Staten Generaal, of van de Gedeputeerden van de Provinciën begreepen in de Pacificatie van Gent, uitgezondert de Walfche Provinciën, welke kort na het fluiten van de nadere Unie weder gekeert waren onder de gehoorfaamheid van den Koning vanSpanjen: (20 zoo hielden de nader geünieerde Provinciën boven dien feparate Vergaderingen te Utregt, om te refolveeren op alle voorvallende zaken, dienende tot defenfie van den Lande, en onderhoud van den Oorlogee), en reguleerde aldaar onder andere zaken, de Onderop Zie Refolutie Staten van Holland 21 Maart, 28 Mey cn 15 November 1579- ( Zie Refolutie Staten van Holland 12 February, 7 en 10 July, 28 Augufttis, 23 September en 10 November 1579. 26 J-muaiy, 25 July, 15 Auguftus en n November 1580. (c)'Zie Refolutie Staten van Holland 6 en 16 Mey, 16, 22 en 30 January en 14 November 1579. 4 February 1580. 24 Mey, en 15 Augtiftus 1581. B 3  onderlinge quotes van de nader geünieerde Provinciën, en zelfs de proportie in de laden tusfehen haar en de andere Provintien, begreepen in de Pacificatie van Gent. Als wezende van begrip, en intentie( a), dat deladen van de nadere ünie zouden in afflag drekken op de quotes der nader Geünieerde Provintien in het geen, dat die gehouden waren te contribuëeren tot behoef van de Generaliteit: En boven dien aandcllende een Collegie van Gecommitteerden der nader Geünieerde Provinciën, tot beleid der zaken. Al het welk gezien kan worden in de Hol'andfche Regiders van den jaaren T579. en 1580., de Regiders van de Vergaderingen der nader Geünieerde Provinciën, en die van het voorfz. Collegie, niet voor handen weezende. rijt welk ook de reden is, waarom niet net kan bepaalt worden, hoe lang die feparatc Vergaderingen geduurt hebben: maar uit het twaalfde Art. van het reces van de Vergadering der nader geünieerde Provinciën, gehouden te Utregt in April 1583., welk reces geïnfereert is in het Regider van Halland op den 14 Juny van Jat jaar, blykt, dat doe eendragtelyk gerefolvcert is, dat, buiten de extraordinaris befchryvingen, de Provinciën en Steden, nader geünieert, alle jaar eens gehouden zullen weezen hy een te komen en te vergaderen. Uitni het welk niet duiderlykisaf te neemen, dat de nadere Unie van Utregt, gelyk boven gezegd is, niet be ;Óanen neeft te weezen de gronddag der deliberatie ï van de Vergadering van de Staten Generaal, als na dat die aljeen bedaah heeft uit Gedeputeerden van de Provinciën, begreepen in de nadere Unie: en dat tot die tyd toe, dat is tot het laatd van het jaar 1585. de Qpierale Unie, of de Pacificatie van Gent, de gronddag daar van geweed is. Voorts daat ontrent de oude form, en conditutie van d< Vet -;adering van de Staten Generaal aan te merken: Eerftelyk , dat dezelve geen vade plaats had, om by een te komen, maar nu in deeze, dan in geene Provincie (V) 7,'<» Rjfoiutie buten van Holland, 8 en 14 September, cn 15 03:ober XySo.  vincieen Stad, befchreevenwierd, tot dat de Staten den ij Januari 1585. refolveerden, in den Hage te vergaderen tot dat daar anders in voorzien zal weezen: van welke tyd af 's Gravenhage geworden is de zitplaats van de Generale Regeering. Ten anderen, dat de Gedeputeerden van de Refpective Provinciën voorzien waren van fpeciale Procuratien tot elke Vergadering, weike Procuratien zy aan malkander vertoonden, byhet openen van de Vergadering: gelyk onder anderen kan gezien worden uit de Refolutien van haar Hoog Mog. van den 13, 15, 16, en 19December 1580, 7July 1582, 30 Augudus1583, 7, 11, en 22, December 1587, 23 Maart 1592, en 24 Juny 1593. (a), na welke tyd de Vergadering by een gebleeven is; Konnende het Formulier van zodaanige Procuratien, immers voor die van de Gedeputeerden van de Provincie van Holland, nagezien worden in de Refolutien van de Staten van die Provincie, van den 29 April en 1 Mei 1581, 11 en 19 Feb. 1583, 21 Jan. 1592. en ö Mey 1593. (b) aucdorifeerende de Gedeputeerden van Holland om op depoinSten van het laatfte reces, mitsgaders op de voorvallende zaken te befoigneeren , advifeeren, en helpen refolveeren ( N. 6.) volgende de Refolutien by de Staten daarop genoomen, en nog te neemen, en voorts gelyk zy luiden ten meefien dienften van den Lande, ( dat is van den Lande van Holland en Wedvriesland) en vordering van de gemeene zake, zullen bevinden te behooren: Zonder dat de Staten van de Provinciën, in die tyden, te beweegen waren tot het geeven van ruimer, veel min onbepaalde, magt aan haar Gedeputeerden. hoe wel dat veel moeite daar toe aangewend wierd, gelyk gezien kan worden uit de Refolutien van de Staten Generaal van den 23 September, 7 Ocdober, 13, 15, 16 en 19 December 1580. en uit die van de Staten van Holland van den 14en 17 December 1580, 22 Mey, en 25November 1581, in welke laatde de Staten zeggen, dat het (a~) zie ook Relblucie Staten van Holland 4 November 1557, 7 en S April, 1558. , „ ( 4) Zie ook het derde Regifter der Ordonnantiën, depêches van Staten Generaal, tol. 65. en lol. 172. en volgende. B 4  7j« te lajiig, en te dangereus zoude zyn, generale en abfolute, procuratien agtervolgens den recesfe te verkenen Ten derde, dat ten tyde wanneer de Staten Generaal befchreeven wierden door de Landsheeren, of door de Gouverneurs Generaal, de generale, en particuliere propofitien, van welke boven gefproken is, geweeft zyn het ordinaris voorwerp der deliberatien: maar dat na de Pacificatie van Gent, en na het aanneemen van den oorlog tegen Don Jean en deszelfs aanhang (a), heeft begonnen gedelibereert te worden op poinclen van befchryving , welke poinclen doorgaans beraamd wierden byhetfeheiden van de eene Vergadering, om verhandelt te worden in de volgende, en welke daarom genoemt wierden de Poinclen van het Reces. Konnende de geene, die begeerig zyn een zoodanig reces te leezen, 'er een vinden in het gedrukt Regider van Holland van het jaar 158Ö. fol. 351, en volgende: Want in de Regifters van de Staten Generaal mankeeren deRecesfen, onder veele zaken, de Generaliteit aangaande, die gevonden worden in de Hollandfche Regifters. Ten vierden, dat hoewel, zedert de Pacificatie van Gent, doorgaans is gedelibereert zoo wel op voorvallende zaken, gelyk'er veele voorvallen in trouble tyden, alsopde poinclen van befchryving, egtergecontinueert is tot het jaar 1593. toe, met het beroepen van de Vergadering op poinclen van befchryving : gelyk onder anderen gezien kan worden uit de Refolutien van den Raad van Staate van den 17 en 30 September ij88, en uit de Procuratien, den 24 Juny 1593 , by het openen van de Vergadering vertoond, door de Gedeputeerden van de refpeclive Provintien. . Ten vyfden; dat de Staten Generaal, haar Vergadering fcheidende, veeltyds eenige weinige Gedeputeerden by een lieten (b), en fomwyl maar drie a vier, om te befoigneeren, over de lopende zaken, en om, eer dat zulks bevoolen was aan den Raad van State, de Staaten te ) Zie Refolutie Staten Generaal 17 cn 23 January i58r, 4 Mei, a7 Auguftus en 29 November 1-582., 5, 6, 7. ir, 13 eri 14 lanaary, 3Ó n 31 Aupoftuf 1783 , 19 December 1587, 18 December 1 j9«. ( b ) Zie Refolutie Staten Generaal 9 Janaary 1580, 14, 17 en 30 Juny isSj. 5 M^i 1582. 12 Mei ij83. - j  te befchryven, by voorval van zaken van importantie • het geen de reden is, waarom zedert de Pacificatie van Gent, merendeels van dag tot dag aantekeningen, of dagelykfe notulen gevonden worden in de Regifters, uit*gezondert in de jaren 1581, 1582, 1588, 1591, 1592 en 1593, zonder dat daarom de Staten doorgaans Vergadert zyn geweeft. En ten laatfte, dat de Vergadering van haar Hoog Mog. niet permanent, of fedentair geworden is, van de tyd af, dat de Staat genoodzaakt is geworden En- felfche Raden toe te laten in den Raad van Staate dezer ,anden, gelyk doorgaans gemeend word, maarettelyke jaaren later, en namelyk in het jaar 1593. Want in het jaar 1588. na dat de Raad van Staate gecommitteerd was tot de Generale Regeering, en meer andere zaken gereguleert waren, fcheide de Vergade • ring ( a ), en kwam niet weder by een, als ruim drie maanden daarna, en namelyk den 10 December, op befchryving van den Raad van Staate. De Vergadeiing, by een gekoomen in het begin van het jaar 1591. fcheide in November ( b ), zedert welke tyd wel eenige korte notulen van ingekome brieven, endiergelyke gevonden worden in het Regifter, maar geen aantekening van prefente leden, nog Refolutien, voor den 23 Maart 1592., wanneer de Vergadering eerft weder by een kwam na verloop van ruim vier maanden. Dezelve Vergadering fcheide den 25 December daar aanvolgende, en bleef een gantfch half Jaar van malkander (c), waar na ze weder by een kwam op befchryving van den Raad van State, en zedert welke tyd ze by een gebleeven is. Hoewel afgenoomen kan worden uit het 27^ en uit het 50^ Art. der Inftructie van de Collegien ter Admiraliteit, ( a~) Zie Refolutie Staten Generaal i September en 10 December 1588. Refolutie Raad van Siaten 17 en 30 September, 8 en 20 Oclober en 1.0 December 1588. (b') Zie Refolutie'Statcn Generaal 9 January, 21 en 29 November, en 12 December 1591- (r) Zie Refolutie Raad van State iS Maart, 29 April, 25 Meienij Juny 1593. Refolutie Stater. Generaal 24 Juny IJ93. poft prandium* By  taliteit, zynde van den 13 Auguftus 1597. dat men doe nog geenzints vaft Helde, dat de Vergadering zoude al tyd by malkander blyven. Voor de red heeft de Heer Temple , wiens verhaal ontrent deze materie in meer opzigten niet exact is (a_), froffelyk misgetaft, wanneer hy teld onder de oorza' en, waarom de Vergadering van haar Hoog Mog. zoude by een gebleeven weezen, zedert de tyd van dé Graaf van Licester , de excesfive fterkte der Vergaderingen, die te voren befchreeven wierden door de Raad van Staate, als welke na zyn fchryven doorgaans zoude beftaan hebben uit over de agt honderd Comparanten : een pofitif, dat hem dof geeft, tot verfcheide reflexien, maar dat gantsch abufif is. De Regiders van haar Hoog Mog. waar in de Comparanten van dag tot dag aangeteekent zyn , toonen dat de Vergaderingen niet derkerwaren voor het Jaar 1588. als naderhand. En geen wonder, dewyl de Provinciën daarop zelden, en de meede nooit, daatsgewys verfcheenen, maar door Gedeputeerden, gelyk hedendaags. De precife derkte van de Vergadering te Bergen op den Zoom, in het Jaar 1609. welke den Aucdeur deionlangs ui tgekoome befchryving van de Regeering dezer Landen (b ) mede doed bedaan uit 800 Comparanten, kan niet gezien worden uit het Regider, om dat tegen de gewoonte de Comparanten daar in niet aangeteekent zyn; maar dat de Vergadering, zoo als ze uit den Hage derwaards ging, niet overmaten derk was, is onder anderen afteneemen uit het getal van maar veertien Scheepen (c), dat bedeld wierd, voor de geheele Vergadering , en voor de Griffie. De Vergadering van Holland, die by een was, ging wel mede na Bergen op den Zoom, maar uit het Regider blykt, dat ze aldaar geen zedig Comparanten uitmaakte, en dat ze aldaar, gelyk hier, door Gedeputeerden ter Generaliteit verfcheen, uitgezonden den u April, (<0 Obfervatien over de Verecnigde Nedeilanden, Gap. 2. Qbj Basna;;e. (c) Refolutie Staten Generaal, 5 Maart 1609.  11 April wanneer de tyding van het fluiten van de Treves van Antwerpen gekomen zynde, de Vergadering in de Generaliteit ging, alwaar alle de Gedeputeerdenvan, de Hrovincie.i, zyn Excellentie en de Rade van State vergadert waren. . . Ook konnen geene van de andere Provinciën Staatsgewys geweeft zyn te Bergen op den Zoom, of het moeft die van Zeeiand weezen: want de Refolutie om derwaards te vertrekken, wierd den 4 Maart genoomen op brieven, dien morgen van Antwerpen gekoomen: van de Refolutie wierd geen kennis gege-wen door haar Hoog Mogende, als alleen aan de Staten van Zeeland, of die ( ongetwyffelt om de nabyheid ; nog eenige Gedeputeerden wilden voegen tot de geene, die hier refideeren: en de Vergadering vertrok den 8^ . Zoo dat het groot getal der Comparanten, en de raifonnementen, welke de beide aangetooge Schry vers daar op bouwen, geen andere grond hebben als een verkeerde informatie. Het geen doet zien, wat ftaat te maaken is op het verhaal en op de raifonnementen van Vreemdelingen ontrent zaken van Regeerïng. Trouwens de Heer de Groot zelf heeft ontrent de redenen van het perpetuëeren der Vergadering misgetaft , doende, in het vyfde van zyn jaarboeken, de Verandering, in, of na het Jaar 1593- gemaakt in de Procuratien van de Gedeputeerden ter Generaliteit, welke te vooren bepaald waren tot de poincden van befchryving, en tot de zaken welke zouden voorvallen geduurende de deliberatien over die poin&cn, voorkomen als een vond, om door middel van een permanente Vergadering, en van Gedeputeerden cum liberis mandatis, prompter ais te vooren, te expedieeren resmajor.es, quae antiqidtus nifi gentium fingularum confenju non expediebantur. Geene van de Provintien zal toeftaan aan den Heer de Groot, dat de hedendaagfche libera mandata, waar van de Heer de G root fpreekt, meerder magt geeven aan de Gedeputeerden ter Generaliteit, of dienen tot prompter expeditie van zodanige zaken, tot welke fingularum gentium confenfus van ouds vereifcht word, als de Procuratien, welke de -Gedeputeerden hadden, doe de Vergadering befchrceven wierd dooiden Raad van Staate. 't G.-en  <8f< 28 't Geen de Vergadering, in het jaar 159-3. befchreeven, heeft doen by een blyven, en 't geen beeft doen verandering maken m de oude Procuratien is dat men ondervonden had zedert de Pacificatie van Gent dat is, zedert dat de oorlog gevoert is op de naam van de Staten Generaal, dat 'er zoo veel zaken dagclvks voorkwamen, waar over de Provinciën moeden famen dehbereeren, dat het niet wel mogelyk was, laneer te vergaderen op poincden van befchryving, ofte fcheiden voor een geruimen tyd. Gelyk de Staaten ook zedert de Pacificatie van Gent meed altyd waren vergadert geweed, fchoon nu of dan fcheidende op reces, of ook wel finalyk wan neer namelyk de poinclen van befchryving afgehandelt en de Procuratien daar medegeeëindigt zvnde, de form van de Regeering een nieuwe befchryving eifchte Waarby kwam tot een tweede motif om de Vergadering by een telaaten, dat als de Vergadering by een bleef, verfcheide zaken konden door de zelve eeèxpedieert worden, welke anders moeden koomen aan de Raad van Staate, het Collegie waar aan de Generale Regeering in handen gedeld was, maar waar in Engellche Raden zaten zedert het jaar ij86, of ook wel aan het Collegie Superintendent van de Admiraliteit opgeregt in het Jaar ij88, maar vervallen met het Jaar 1593, het zelve jaar, waar in de jegenswoordige permanente Vergadering haar aanvang genoomen heeft, gelyk boven getoont is. DERDE CAPITTEL. Van de zaken, behoor ende tot de deliberatien. van haar Hoog Mogenden. Het gezegde in het vorige Capittel, word vertrouwt genoeg te weezen tot verklaring van de generaale befchryving, welke in het eerde Capittel gegeeven is van de Vergadering van haar Hoog Mog. zoo veel belangt haar uiterlyke forme en conditutie, en fchynt derhalven te konnen overgegaan worden tot de ver-  # verhandeling der zaken, welke het voorwerp zyn van haar deliberatien. Waar omtrent voor af moet aangemerkt worden, dat de vraag niet is, of 'er zaken zyn , waar over de Provinciën niet konnen 't zamen delibereeren door haar Gedeputeerden ter Generaliteit. De Provinciën hebben ongetwyffeld (a), gelyk alle andere Souverainen, de faculteit om famen te beraadflagen en te handelen, door haar Gemagtigden over alle zaken, geen uitgezonderd. Maar de vraag is, welke zaken uit haar natuur zodanig behooren tot de tafel van haar Hoog Mog., dat geene van de Provinciën zig kan onttrekken van daar over te koomen in deliberatien met haar mede-bondgenooten, en van zig te onderwerpen aan het geen dat de ordre der deliberatien medebrengt. Het generaal antwoord op deze vraag, en weikantwoord geen tegenfpreeken lyd, is, dat geen zaken in die zin behooren tot de tafel van haar Hoog Mog. als da zaken, welke fpruiten uit de Unie van Utregt, enbygevolg geen zaken, als welke raaken de zekerheid en befcherming van de Vereenigde Provinciën, en van derzelver Vry-en Geregtigheeden, tegenalle uitheemfch en binnelandfch geweld. Uf, om nog accurater te antwoorden met de woorden van haar Hoog Mog., genoomen uit het eerde van de drie Concepten van commisfien, of credentialen, voor de Gedeputeerden ter Generaliteit, welke haar Hoog Mog. den 30 Mei 1671 zonden aan de Provinciën, de zaken behoorende tot de tafel van haar Hoog Mog, zyn geen andere als die, welke vermogens de Unie en andere delatien, daar op by eenparige bewilVging, en over gif te , van de gezamentlyke bondgenooten gevolgd, tot de deliberatie, en difpofitie van booggem. Vergadering fpeSteeren. Maar, dewyl veele zaken konnen by connexie, or gevolg, daar toe getrokken worden, en de pracfyk niet altyd dezelve uitleg gegeeven heeft aan de Unie, gelyk Cc) Z\z de Deductie Staten van Holland 17 Mei 1657. Anicul it}. tr eenige volgende.  gelyk aan meer zaken; zal het nodig weezen, wat fpe. chiquer aan te wyzen, welke zaken in de boven/taanden zin behooren tot de deliberatien van haar Hoog Mog. De zaken, welke hier eerd en vooral in confideratie koomen, zyn de buitenlandfche, of alle materiën van Oorlog, Vreede, Bedand, Traclaaten, Alliantien, en generalyk alle Negotiatien met vreemde Mogentheden, en met derzelver Miniders , en alle deliberatien over de executie van het geen, dat met dezelve verhandelt, en gedooten is. Gelyk deeze materiën behooren tot de tafel van haar Hoog Mog wordenze ook geprepareert door derzelver Gedeputeerden tot de buitenlandfche zaken , zoo in de befoignes, als in de conferenden met de uitheemfche Miniders, in weike conferentien egter, wanneerze betreffen zaken van het departement van den Raad van Staate, Gecommitteerden uit den Raad plagten teasfïdeeren, uirwyfens haar Hoog Mog Refolutien van den 15 Juny en 13 Augudus iöóo 7February, 26 Odlober en 30 December 1661., 24 January, 4, 14 en 21 July en 15 Augudus 1662. 8 February 1663, 21 February en 24 April 16Ö4. 31 Maart en 21 "September 1665. 12 Augudus 1667 , ioju'y, yen i2 0clober 1668, alle genoomen middelen in een tyd, doe; de formc van Regeering dezelve was als jegenwoordig, en waar by meer andere" zouden konnen gevoegd worden, indien het nodig was. Maar zedert heeft men beginnen in te voeren, dat wanneer de buitenlandfche zaken zyn van die natuur, dat de Raad van Staate niet kan voorby gegaan worden , voor of na, geconfereert word met Gecommitteerden van den Raad, en afzonderlyk met de Uitheemfche Miniders; waar door de zaken langfamer, en fomwyl niet beter behandelt worden door gebrek van genoegzaame kennis. Dog, het geen hier meerder opmerking verdiend, is, dat in het jaar 1654 vry hevig gedisputeerd is, of de refpeclive Provinciën by het 10. Art. van de Unie, geheel overgegeeven hebben aan de Generaliteit het regt van Traclaten en Verbonden te maken, met vreemde Mogentheeden: dan of de Provinciën behouden hebben het  <8><& dende gevonden, dat de Raad daar ontrent toegcgeë» ven heeft, gelyk in het jaar 1668. en wederom , dat ze isblyven ftaanop haar ftuk (a), gelyk in de jarëh. 1644. ca 1066. Voor de reft kan deeze conteftatie geen plaats hebben als ontrent de generale petitie en den ftaat van oorlog, en ontrent andere petitiën tot de zaken te Lande: want, fchoon dat de petitiën tot de zaken van de Zee mede gedaan worden door den Raad van Staate , is dat ten opzichten van den Raad niet veel meer als een bloote formaliteit, misfchien overgebleeven van de tyd, doe de Raad volgens Inftruclie (b) de Superindentie had van den Oorlog te Water en van de middelen daar toe gedejtineetH. In de derde plaats komt alhier in confideratie de Generale direStie en dispofitie in zaken van Oorlog, en. over het Volk van Oorlog, welk poincl door de groote Vergadering van het jaar 1651. gefubdivideert is irt twee onderdeden, te weeten in het point van de patenten, en in dat van de Generale dijpofitie in zaken, tn over het Volk van Oorlog. En heeft dezelve Vergadering de difpoiitie ovér het verleenen van de patenten , buiten praejuditie van het regt, aan de Provinciën, en aan derzelver Provinciale Capiteins Generaal, toekomende, om de militie te verleggen op haar territoir, mits geevende daar van kennis aan haar Hoog Mog. en aan den Raad van Staate, gedefereert aan de Vergadering van haar Hoog Mog. by Refolutie en Inftruclie van den 16 Juny 1651. zodanig egter, dat die geen patenten zouden mogen verleenen , als na ingenomen advis van den Raad van State, nog de verleende patenten afzenden, als door middel van den. Raad, welke de patenten, ha de ordre verleent zynde, mede zoude teekenen en zegelen onder de verdere precautien, die nagezien konnen werden in de aangetooge Inftruclie, en in een brief van den Raad van den ij February 1717. aan de extraordinaris Vergadering. Maat O) Zie Refolutie Staten Generaal 16 Decemberitf# Zonder dat by de voorfz. Inftrucr.ie, voor, of ila, iets diergelyks geftatueerd is in opzigte van de Rekeningen van den Ontfanger Generaal der Vereenjgde Provinciën. In tegendeel hebben haar Hoog Mog. verdaan, zoo menigmaal als daar toe geleegenheid geweeft is, dat. de Oritfanger Generaal, meenende bezwaart te weezen byde-flooten van de Generaliteits Rekenkamer, moet komen in oppofirie voor den Raad van Staate: uitwyfens haar Hoog Mog. Refolutien van den 13. Decemb. 1672. , 4 April en 26" July 1673. en 15 November 1718. hoewel de Rekenkamer, zeedert het jaar 1673, getragt heeft haar Hoog Mog. te perfuadeeren, dat do Ontfanger Generaal niet anders kan gehoord worden tegen haar floten als in cas van Revifie, en wel op de voet van het 50""; Articul der Inftruclie van de Collegien ter Admiraliteit;' en dat de Revifie moet verfogt wórden van haar Hoog Mog. wanneer de Rekenkamer met Adjuncten Revifeurs zouden revideeren de Rekeningen van den Ontfanger Generaal, met uitfluiting van den Raad van Staate, waar op de brieven van de Rekenkamer van de 2, en 28 Oclober 1673. en 26^; Novemb. 1718. mitsgaders die van den Raad v n Staate van den 6. December 1718. alle aan haar Hoog Mog. konnen nagezien worden. Ten zesde, behoord aan de Tafel van haar Hoog Mog. de beftelling van zeer veel importante, zoo militaire, als politique, Staten, en Ampten, de Generaliteit, of de Provintien in het gemeen, aangaande, gelyk als , (om de voornaamfte van ider foort by te brengen, uit de lyft, geinfereert in haar Hoog Mog. Refolutie van den 1. October 1661.) de Ampten van Capitein en Admiraal Generaal, Veldmarfchalk, en andere Generaals Perfoonen, Gouverneurs en Commandeurs van de frontieren , geleegen buiten de Stemmende Provintien, Thefaürier Generaal, Griffier van haar Hoog Mog., Ontfanger Generaal, Secretaris yah den Raad van Staate, en veel andere van minder importantie, welke in de voorfz. lyft konnen nagezien worden. Dog het is dé moeite waard, alhier twee k drie RcHiarqu.cs op die lyft te raaaken; en eerftelyk, dat houC 2 wel  wel onder de militaire Officieren geen hooge nog lage Regimejits Officieren gevonden worden, niet te min gerecipieert is, dat haar Hoog Mog. aandellen, niet alleen de hoge Regiments Officieren, maar ook deCapiteynen van de militie, welke niet op de Provintien gerepartieerd is by den Staat van Oorlog, maar betaald word uit de kasfe van de Generaliteit, mits dat de aangedelde Officieren aan den Raad van State prefenteeren haar Acte van aanftelling, even als de Officieren, door de refpeclive Provintien aangedeld, om in eed van de Generaliteit genoomen, en van Commislie voorzien te worden. Gelyk de Commisfien, welke haar Hoog Mog Verleenen aan de Generaals Perfoonen, Gouverneurs, en Commandeurs, mede moeten geprefenteerd worden aan den Raad van State, om geregidreert en. gezeegelt te worden. Ten andere, dat zeer weinig Ampten, de Admiraliteit rakende, gevonden worden in de voorfz. lyft, en namelyk geen andere onder de militaire Ampten, als dat van Admiraal Generaal, en onder de Politique alleen die van de Commifen Generaal van de Convoyen en Licenten , Commis op het Comptoir der Convooyen en Licenten te Amderdam, Fiscaals, en Secretarisfen van de Vloot, en nog twee mindere Ampten, waarvan de reden is, dat de Ampten van de Admiraliteit begeeven worden ten deele door de Provintien, waar in de Collegien ter Admiraliteit refideeren, en namelyk de Ampten van Licutenant Generaal, Vice Admiraal, en Schout by Nacht, welke, fchoon weezende Generaliteits Officieren, noch eed doen aan de Generaliteit, noch Commisfie van dezelve ontfangen : ten deele wel door haarHoog Mog. maar uit een nominatie van de Refpeclive Collegien, en namelyk de Ampten van Fiscaals, Secretarisfen, en Ontfangers Generaal van de Collegien, en die van Scheeps-Capiteynen: en ten deele door de Collegien zelve, gelyk als die van Scheeps-Lieutenants, Equipagie Mecders, Vendumeeders, Ontfangers van de Convoyen en Licenten, Commifen ter Recherche, en meer andere. En ten derde, dat hoewel de Ampten van Capitein Generaal, en Velumaarfchalk (om te zwygen van dat van  < 4° ><& Maar gelyk de Provintien konnen famen delibereeren, en refolveeren, over alle de zaken, waar in ze een gemeen belang hebben, gelyk boven aangemerkt is, zoq blykt uit de placaaten, en orders , welke van tyd tot tyd geëmaneerd zyn op het ftuk van de munte , met den aankleeve van dien, dat de deliberatien ter Generaliteit daar over zig niet precis bepaalen tot de cours, of evaluatie van het geld. . Een Agtfte Clasfe van zaken, behoorende tot de tafel van haar Hoog Mog. zyn de deliberatien, fpruitende üit de Souverainiteit over de Steeden en Quartieren, jmmediatelyk reforteerende onder de Generaliteit in Braband , Vlaanderen , Weftwoldingeriand , cn het Overquartier van Gelderland, mitsgaders over de Lan^ den, begreepen inde Odlroyen van de Ooft-en WeftIndifche Compagnién: de Souverainiteit over alle welke aan de Provintien in het gemeen en onverdeeld, toebehoorende, konnen de deliberatien, daar uit refulteerende, notoirlyk nergens anders vallen, als ter Vergadering van haar Hoog Mog. En het verdiend hier in het voorby gaan aangemerkt te worden, dat de Vergadering van haar Hoog Mog. langen tyd zonderling de hand gehad heeft in het bellier der zaken van de Weft- Indifche Compagnie, en veel meer als in die van de Ooft - Indifche (a): hebbende tot de Munfterfclïe Vreede toe, en nog eenige jaren daar na, gecommitteerd een zeker getal van Heer Ten, om gefamentlyk, of by vervanging , te prefideer Ten in alle Generale Vergaderingen van de Weft-Indifche Compagnie; na dat de preiidale Kamer vooraf aan haar Hoog Mog. gezonden had de poinclen van befchryving. Maar na dat de zaken van de Weft-Indifche Compagnie geheel in verloop geraakt waren, is het committeeren van Heeren uit de Vergadering van haar Hoog Mog (a~) Om geen Ouder Ref. by te brengen, zie liet Reglement der eaken, rakende deW. I. C-Refolutie zi. Auguftus en 12. October 1648., ?o. Auguftus en 29. September 1653, 24. en 26. Auguftus 1C54. 27. Juny ÏQ§7;  Mog tot het prefidie (V) in de Generale Vergaderingen J van de Weft-Indifche Compagnie nagelaten, en ïngevoert, dat de befoignes gerefumeert zyn in den Hage, ten overftaan van Gedeputeerden van haar Hoog Mog. en op derzelver rapport geconfirmeert en geapproheert. Het welk egter mede van geen langer duur geweeft is als tot het jaar 1Ó62. zedert welke tyd geprachfeerd is, dat wanneer de praefidale kamer nodig vond de Genera'le Vergadering te befchryven, dezelve overzend aan haar Hoog Mog. de pointen van befchryving, en kennis geeft van de dag tegen welke de convocatie gedaan is, met verzoek van haai- Hoog Mog. Refolutie daar op, en met by voeging , datze in alle gevallen met zullen manqueeren, van naliet fcMden der Vergadering, de aldaar geformeerde Refolutien na den Hage over te brengen, om by haar Hoog Mog., of de Heeren derzelver Gedeputeerden, gevifiteerd, geëxamineert, en voorts gedaan te worden als haar Hoog Mog. zullen vinden te beJiooren: en dat haar Hoog Mog. daar op refcribeeren aan de prafidale kamer , dat haar Hoog Mog. voor die reis, en zonder dat liet zelve hier na in conjèquentie zal mo«en worden getrokken , haar wel laten gevallen de befchryving , mits dat de concepte Rejolutien by de Vergadering te formeeren, 't zyner tyd herwaard:[ over gebragt worden, om door de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden, gevifiteerd, geëxamineert en, na ingenoomen rapport van dezelve, voorts gedaan te worden, zoo als men bevinden zal te behooren. Al het welk in train gebragt is in het Jaat 1662, gelyk gezien kan worden uit haar Hoog Mog. Refol. van den i'tejuliusvan dat jaar, welke Refolutie tot den huldigen'dag van woord tot woord gevolgd word, in alla befchry vingen van de Generale Vergaderingen der Wefttndifche Compagnie, dog welke federt veel jaren met anders is, als een bloote ceremonie, dewyl de Refolu. tien van de Generale Vergaderingen van de Weft-Indidifche Compagnie niet overgezonden , veel min door Gedeputeerden van haar Hoog Mog. ' geëxamineert ^ rn Zie in hetzelve Reglement Refolutie 23. September 1659. 19Auguftus 20. en 28. September 'ï6*o. r5. February tóöa. C 5  42 ><8> of by haar Hoog Mog. eenige deliberatien daar over gehouden worden. Gelyk het mede niet meer als een blote ceremonie is, dat jaarlyks, na het binnevallen der Ood-Indifche Retour - Vloot, Gecommitteerden van de Ood-Indifche Compagnie, verzeltmet den Commandeur van de Retour Vloot, mondeling verflagdoen ter Vergadering van haar Hoog Mog. van de daat der zaken van de Compagnie, en van het geen, dat in Indien voorgevallen is zedert iet voorgaande jaar, en het zelve in gefchrift overgeeven: en dat de Rekeningen van de Ood-Indifche Compagnie van vier tot vièr jaren in de Refpeclive Kameren gehoord, opgenoomen, en geflooten worden door Gedeputeerden van haar Hoog Mog. en dubbelden daar van overgebragt ter gridie. Ten negende, competeert aan dezelve Vergadering het emaneeren van Placaten , en Ordonnantiën, over de Geünieerde Provinciën, en overde Steden, en Quartieren, daar onder gehoorende, omtrent alle zaken, welke tot hier toe getoond zyn te fpecleeren tot de tafel, of tot de deliberatien van haar Hoog Mog., mitsgaders ontrent zodanige andere zaken, als waar op de Provintien goedvinden voor haar gemeen intered in het gemeen te voorzien, fchoon anders geen gevolgen zynde van de Unie, gelyk als by exempel, over het beletten van den invoer van goederen uit landen, daar de ped is, een zaak niets gemeens hebbende met het oogmerk van de Unie. En zoo 'er iets is, dat, na het gemeen maken van de Souverainiteit fmaakt, het is het emaneeren van Placaten , en Ordonnantiën, op de naam van haar Hoog Mog. over de Souveraine Provinciën, en het publiceeren en affigceren van die Placaten en Ordonnantiën in dezelve. Want als men blyft in de termen van confederatie, wyd het zig zelf, dat dePlacaaten en Ordonnantiën, welke uit de confederatie, of uit andere verdragen fpruiten , zoude moeten geëmaneert worden door de refpeclive geconfedereerden, ieder binnen de palen van haaf Souverein gezag, pp haar eigen naam, en niet door de gezamentlyke geconfedereerden op gemeenen naam. Dog op dat geen Placaten en Ordonnantiën van de Generaliteit  <&< 43 Generaliteit zouden konnen gepubliceert worden in ds Provinciën zonder derzelver voorweeten, en goedvinden, en om te gelyk te conferveereii elks bouveram atrlf moeten de Placaaten, en Ordonnantiën gezonden worden aan ae Stacen , om gepubliceert en geaffiee«rt te worden, zonder dat zulks direclelyk mag gedaan worden van Generaliteits weege. Of 'er meer exempelen ter contrarie zyn weet men niet maar het Placaat van den 12- April 1588. waarby de Generale Regeering in zaken rakende de befchermmg en ünie dezer Landen geftelt is ter Admmiftratie van den Raad van State, is van het Stadhuis van den Hage, gepubliceert door den Griffier van haar Hoog Mog. ten o verdaan van Gedeputeerden uit derzelver Vergadering: gelyk te zien is uit de Refolutie van de Staten Generaal van den 13 April 1588- , . , u „ Ten tienden, hoewel de Vergadering van haar Hoog Mog een politicque Vergadering is, en gants met ge: condituëert om juditie te adminidreeren, gemerkt de Gedeputeerden, dezelve compofeerende, in geen eed . no" nligt zyn van de gefamentlyke Bondgenooten, nog voorzien van Commisfie en Inftructie, om daar naregt te doen, uit derzelver naam: en dat de gedeputeerden . zelfs niet demmen hoofd voor hoofd, en gebonden zvn aan de lad van haar Principalen: zoo moeten met te min de regt-zaken geteld worden voor een clasie van zaken, welke behooren tot de Tafel van haar Hoog M\Vant eerdelyk word geappelleert aan haar Hoog Mo<* van de fententien van den Raad van Vlaanderen, refidëerende te Middelburg in Zeeland , waar van ongetwvffeld de reden is, dat men niet beeft willen aflnyden een Indantie aan de Ingezeetenen van Staats Vlaanderen gewoon voor de verandering te appelleeren aan den "-roten Raad te Mechelen, Dog wanneer de zaken voor" haar Hoog Mog. in cas d'appel voldongen en geïnftruëert zvn, zenden zy dezelve, bewuft van de . aan»ctoo*e defecten in de Conditutie van de Vergadering, aan een Hof van Juditie om getermineert te worden. ' Ten anderen verleenen haar Hoog Mog. mandamenten van Revifie van de Sententiën van de Collegien ter Admiraliteit in Civile, maar niet in Crimineels zaken,  '# •n noemen Adjuncten Revifeurs (a), na dat de zaak in cas van revifie geïnftmüert is voor het Collegie de fententie geweezen hebbende. Ten derden noemen haar Hoog Mog. Adjuncten Revifeurs tot het revideeren der fententien van den Raad van Braband, Refideerende hier in den Hage te weeten , zoo die verzogt worden van haar Hoog Mog dewyl ze mede konnen verzogt worden van den Raad van Braband (è). Ten vierden revideeren haar Hoog Mog. de fententien van de Regters in het hoogde resfort onder de didricten van de Ood- en Wedindifche Compagnien dezer Landen: het welk egter, om reden als boven eigent] yk te zeggen is, dat haar Hoog Mog. de mandamenten verleenen, de proces fen vóórhaar laten initruëeren, en, in daat van wyzen weezende gebragt, zenden aan een Hof van Juditie, om door het zelve, en door de Adjuncten Revifeurs, by haar Hoog Mo» genoemd, getermineert te worden, hoewel misfchién geen exemplen daar van zyn. En in de vyfde plaats, zenden haar Hoog Mogende om de twee jaaren Commisfarisfen Decideurs na Maastrigt, om met twee Commisfarisfen van den Prins van Luyk te decideeren de appellen in die twee Heerige Stad vallende. Of van de Sententien van den Raad van State kan geappelleert worden aan haar Hoog Mog. is lang en hevig gedisputeerd, dog dat dit disput kan gehouden worden voor afgedaan, zoo niet door de Refolutie van haar Hoog Mog. van den ie Juny I6y8. gelyk egter (zoo vertrouwd word) klaar beweezen is in een Brief van den Raad van Staate, aan haar Hoog Mog. van den ie Maart 1718. ten minde door derzelver Refolutie van deni4. February van het zelve Jaar 1718. geconfirmeert, zoo vèel aangaat de Provincie van Gelderland, welkers Gedeputeerden (c), nevens die van de Provintie van Utrecht (<0 Zie inftructie van de Collegien ter Admiraliteit Art 50. Refolutie Staaten Generaal 4. February 1677. Brief van den Raad van State aan haar Hing Mig. 17. February 1719. (_b > Art. 663. (O 2ie Refolutie State Generaal oo.April 1718.  #XT 45 ># Utrecht een aantekening gedaan hadden op de Refolutien van den 14. February by Staats-Refolutie van den 8e April daar aan volgende: en daarom zal men zig hier genoegen met de geen, die meer begeert hier van te wee ten, te rcnvoyeeren tot de Brieven van den Raad van State, aan haar Hoog Mog. van den i8<; Mei 1658. en 14° February 1718. en tot het advis van het Hofvan Holland aan dezelve van den 31 -; Mey 1658. waarin deze materie in het brede verhandelt is. Zedert is, by geleegentheid van het mandament van Revifie, in hetlaatdvan het jaar 1718. door haar Hoog Mog. voor de eerde maal zedert het begin van de Republiek verleent van een fententie in een crimineels zaak, in bedenken gekomen, of, en hoe ver, de fententien van den Raad van State revifie fubjecd zyn ( a )„ en of in alle gevallen deRevifien zoude moeten verleent worden by haar Hoog Mog. of by den Raad, waarop de Brief by den Raad aan haar Hoog Mog. van den. je February 1719. nagezien kan worden. ' Ook is voor deze te meermalen gedisputeerd, of de Vergadering van haar Hoog Mogende kan kennis neemen of van Generaliteits wege doen neemen, van delicten begaan tegen de Generaliteit, door Ingezetenen van de Provintien. In het Jaar iq"i8. zyn de Advocaat Barnevelt, eD andere Regenten, en Miniders, van de Provintien van Holland en Utrecht, te regt gefteld, voor een Regtbank, daar toe by haar Hoog Mog. gedelegueert, «onder dat die twee Provintien (trouwens in derzelver Regeering wierd ter zeiver tyd merkelyke verandering gemaakt) zig daar tegen kanteden, genoegende zig met een foort van een acte van non prejudicie, en met een verklaaring tot refervatie van haar regt: gelyk breder kan gezien worden in het vyftiende Capittel van de Apologie van den Heer Hügo de Groot, in welk Capittel met veel redenen beweert word, dat de Generaliteit geen kennis kan neemen van delicten, begaan door Ingezeetenen van de Provintien: en voor al niet door zodaanige (a~) Zie onk Refolutie State Generaal 14. Febrra-y, en Brief Refolutie van State aan haar Hoog Mog. 17. February 1710. Item Refolutie State Sureual 20, Novaaüeri7i9.  zodaanige Ingezeetenen, welke in eed en dienft van een particuliere Provintie, en buiten eed en dienft van de Generaliteit zynde, zoude gepecceert hebben ontrent zaken, waar by de Generaliteit geïnteresfeert is. Ook weet men niet, dat het zelve zedert die tyd by haar Hoog Mogende gefuftineerd is, ten öpzigte van Regenten, ofMinifters, van de particuliere Provinciën. Maar in het jaar 1637. , en naderv 1 I weder in het jaar 1654. is disput gereezen tusfen de Vergadering van haar Hoog Mog. en de Provincie v n Holland , of haar Hoog Mog. konnen kennis nemen van delicten, begaan in het ftuk van haar Ampt door Perfoonen, weezende in eed, commisfie en dienft van de Generaliteit, wanneer zodanige Perfoonen zig bevinden op het territoir van de refpecdive Provinciën. Waar ontrent haar Hoog Mogende fuftineerden (ai dat de kennisje en Judicature alleen aan haar competeert, conform de fündamentèele wetten van deezen Staat en de gemeens Un;e, tns/chen de Provinciën opgerigt, en met een gedurige onverbreekehke obfervantiebeveftigi: de Provincie van Holland het tegendeel, en namelyk in het jaar 1637. ( b) dat de Raden in het Collegie ter Admiraliteit refideerende te Amfterdam, gecommitteerd op de nominatie van de Provinciën van Gelderland, Utregt, en Overysfel, wel en te regt gedagvaart waren voor Scheepenen van Amfterdam over zaken, rakende haar Ampt: en in het Jaar 1654. (c) dat de Raden van de hoge Regeeringe van Brazyl, van daar t'huis gekoomen, en befchuldigt van wandevoir, moeften te regt daan voor haardomiciliairenRegter, en niet voor haar Hoog Mog. De redenen voor en tegen zyn omftandig ter neder gefteld in een advis van het Hof van Holland, geïnfereert in de Notulen van de Staten van den ie Ocdober 1654. («)Zie Refolutie State Generaal 4. , 1%. cn 29. Juni, 4.,8.,20.en 30. julv, en 12. Ausufhis 1Ó37. 18. September en i3.0$> 1654. en gedrukt onder de notable Refolutien van dieg tyd, 'mitsgaders in de Notulen van haar Hoog Mog. van den ïy. derzelver maand. Zoo haar Hoog Mog door de ontallyke exemplen, waarop zy onder anderen zig beroepen in haar Refolutien van den 30; July, en 12: Augudus 1637. geen andere meenen als'die, waar van de memorie, of lyd, te vinden is, in het zeventiende boek der hidorie vanAitzema, zoude veel te 7eggen vallen op de meede van die exemplen. Maar het Hof van Holland, zonder te treeden in een particuliere discusfie van de bygebragte exemplen, remarqueert daarop in het generaal in het voorfz. Advis, t dat indien haar Hoog Mog. zodanige judicature dik wils geëxerceert hebben, het zelve gefchiei is, of door fpeciaaï toefiaan van de Gedeputeerden van da Provintien ter Generaliteit of van de Provintien zelfsr indien door conniventien, verzuim, ofte toefiaan van de Gedeputeerden, zoo hebben dezelve, zonder laft van haareProvintie, het Souveram regt, of een gedeelte van dien,, derzelver Provintie, niet vermogen over te geeven, of ook verminderen, en indien de Provinciën zelfs uit eigene confideratie zulks mogten hebben pro re natd op d'een of d''ander tyd geconfenteerd, niet abfolutelyk (want zulksook in pr«juditie van 't regt, de Ingezetenen cn Onderdanen aangebocren, om redenen, \x\\\tt?Av\sge'dllegi&ert niet kan gejehieden) maar in die zake, die als dan mogt voor gebragt zyn geweeft, zoo kan 't zelve in geen confequentie getrokken worden, of in andere, en diergelyke geleegenheeden eenig regt geeven in futurum aan de geer.en, die te vooren geen regt had. Ook hebben haar Hoog Mog. in het jaar 1639. (0) op de klagte van Vrankryk, dat de Ingezeetenen dezer Landen, haar fcheepen verhuurden en verkogten aan Spagnien, en aan die Kroon waaren van contrabande toevoerden, doen voordragen door Gedeputeerden uit haar V rgadering, en uit den Raad van Staate, aan de Vergadering van Holland, dat dit een point van ordre is, en dienvolgens by , en van weege de Generaliteit O) Zie Aitzema, B. 19. fol. 596. Refolutie van Hollandse, Fekruary 1639.  <[ 48 ># teit direclelyk, inkragt van de Unie, mag en behoord gefiraft te worden: maar dat haar Hoog Mog. nogtans Zoude condescendeeren, dat de Ingezeetenen van Holland en Weft-Vriesland, hoewel zy zig tegen de Generaliteit direttelyk in 't geen voorfz. is hadden verlopen, op de aanklagte van den Fiscaal van Holland , by beide dè Hoven van Juftitie, of eene van dien, daar over zouden worden her egt, en gefententieerd, mits dat daar in zoude worden geprocedeert de plano. En door dien daar op niets volgde, hebben haar Hoog Mog. den i2e November en 27 December van dat zelve jaar verdaan, dat de Ingezeetenen dezer Landen , die haar daar in, of in zulke, en diergelyke zaken albereids hadden verkopen, of boven vermoeden nog verder zouden verkopen , door den Raad van Staate zouden worden her egt, en gefiraft. Welk gerefolveerde , indien het eenig fondament heeft, het nergens anders in kan hebben, als in de natuur van het delict: maar dewyl Holland niet concurreerde met de andere Provintien, in het neemeri van die Refolutie, en de Raad van Staate niet welkonde dezelve esecuteeren tegen de Ingezeetenen van Holland, in weerwil van de Staaten, word niet gevonden dat iets daarop gevolgd is. Voor de relt hebben alle deze pretenfiën van haar Hoog Mog. veroorzaakt, dat de Staaten van Holland in het jaar 1650. by een formeel edict, zynde van den derden October, verklaart, en geftatuëert hebben, dat alle en een iege lyk van haar onderdaanen, en ingezeetenen van haren Lande, van hoedanigen Soort, Staat, Qualiteit, of Conditie, dezelve zouden mogen weezen, ook die geene, die in dienft en eed van de Generale Regering Van de JJnie geëmployeert worden , of voormaals geëmployeert zyn geweeft , binnen den Lande van Holland en WeftVriesland, in eenige van de andere Provintien, of onder het diftricj van dezelve Generale Regeering, of daar buiten, en binnen den voorfz. Landen van Holland en Weftvriesland koomende, hei zy om van haar verhandelde aan de Generaliteit rapport te doen, of van haar aftien reden en rekenfcliap te geeven, ter zaken van delicten, alhoewel in de voorfz. dienft, en in 't ftuk van haar Officie begaan, alleen inregten aanfpreekelyk, en ftrafbaar zyn voor zoodanige Compttenten Regter, daar onder dtzelys  49 ># dezelve, binnen den Landen van Holland enWeflfriesland. woonende, Jbrteeren, of alwaar zy ten tyde van hetaanneemen van haar dienji gereforteerd hebben. Ten elfden en ten laatften competeert aan haar Hoog Mog. het verleenen van pardon en gratie, niet alleen van delicten, begaan in de Steden en quarrieren welke immcdiatelykresiorteeren onder de Generaliteit, alswezende het verleenen van pardon en gratie een deel, of gevolg, van de Souverainiteit, welke de Vergadering van haar Hoog Mog. over die Steden en quartieren exerceert: maar ook van delicten, elders en alomme, door Militairen begaan. Want dewyl de Militie is in eed en dienft van de Generaliteit, en de militaire delicten begaan worden tegen de Generaliteits Placaaten, en Ordonnantiën, en ipeCiaaJ tegen den Articulbrief, kan niemand als de Generaliteit, of de Vergadering van haar Hoog Mogende, quytfchelden de ftraf daardoor verdient, welke egter (om dat in het voorbygaan aan te merken ) geen pardon verleent aan Militairen als op advis van den Raad van Staate als opperfte militaire Regter. Dog hier valt een bedenking, of namelyk dat regt van Pardonneeren niet verder gaat als militaire delicten? Wanneer men fimpelyk reflecteert op de grondflag; van dit regt, zoo als die zoo even aangeweezen is, fchynt men te moeten zeggen, dat het niet extenfibeL is tot gemeene delicten, door Militairen begaan wordende ; maar daar tegens verdient het grootelyks zyn confideratie, dat het"een notoire zaak is, dat het regc van pardonneeren zoo verregaat als het regt van ftraffen z dat deKrygsraden, welken alom regt doen uit den naam van de Generaliteit, kennis neemen van gemeene delicten, begaan wordende door Militairen, in Steden geen item in Staat hebbende (a) , indiftinctelyk, ten minsten by preventie, cn in Steden, ftem in Staat hebbende, wanneer die begaan worden door militaire Perfooncn onderling of de een tegen de ander; en dat by gevolg in de plaatfen, en gevallen , waar in de Krygsraden bevoegt zyn regt te doen óver gemeene delicten, haar (<0 Zie Refolutie van deGroote Vergadering 28 Maart, 165U  <& haar Hoog Mog. insgelyks moeten bevoegt zyn die te pardonneeren. .... . Nog valt 'er een bedenking op de magt van haar Hoog Mog. om te pardonneeren, of die naamlyk zoo ver gaat, dat haar Hoog Mog. zouden konnen pardon verleenen aan militaire, of andere delinquanten, gecondemneert by Sententie van den Raad van Staate ? Het geen aanleiding geeft tot deze bedenking is een notabel exempel in het Jaar 1636. voorgevallen. Jacob Frederik van Renes tot Baar, Canonyk te Santen( a ) > en woonende met fauveguarde of pafpoort in de provintie van Utrecht , ondernoomen hebbende met hulp van eenige Complicen een Ingezeeten van die provintie te leeveren (b), in handen van den vyand, wierd gevat, en op Refolutie van haar Hoog Mog. gefield ter judicature van den Raad van State, welke hemcondemneerde ter dood, met verbeurte van zyne goederen. Niet alleen verfcheide Vrienden van aanzien, die de delinquant in meer als eene Provintie had, verzogten voor hem pardon van haar Hoog Mog.; maar de Koningin van Boheemen fchreef daar over tot tweemaalen toe zeer nadrukkelyk aan dezelve, en de Prins van Orange was 'ermede toegeneegen. Haar Hoog Mog. refolveerdeninhet eerfl, den Raad met de zaak te laaten geworden ; maar doe het dood-vonnis gevelt was, fürcheerdenfe de executie op fuggeflie van den Prins, en fcheenen te inclineeren tot het verzagten van de ftraf. Doch de Gedeputeerden van Holland hielden de zaak op, en de Staaten derzelver Principaalen verflonden zoo wenig, dat haar Hoog Mog. bevoegt waaren om gratie te verleenen aan een gecondemneerden by fententie van den Raad van Staate (O, dat ze ordonneerden, dat van haarent weege met allen ernfl zoude worden geinfttteerd. dat in de voorfz. zaak geen difpenfatie, ook geen mitigatit van Jlraff, tegen de fententie van den Raad fa ~) Zie Refolutie Staten -Gener>al26 en af) Apül, 20 Mey, 19, 23, 94,27, en 30 Juni, 16 July, 23Augultus, 3September en23Oétober Ref. Raad van Staten 27 en 30 Juny en 13, 17» en 19 September ,6(c0 Zie Refolutie Staten van Holland 16 July ï«3$<  van' Staate by Refolutie van de vergadering van deHeerefi Staaten Generaal, geiyk dezelve is gecompofeert, vermag te worden gedaan , als geenfints volgens de ordre van de Regeering zynde gequalificeert: dat in tegendeel de Raad van Staate, uit kragt van de Unie is geauthorifeerd om juftitie te adminijtreerenals in het hoogfte resfort i zonder fubjecl te weezen eenige retraStatie uit hoofde van de Vergadering van de Heeren Staaten Generaal, en zonderling niet in crimineele zaaken, in welke extraordinair is geprocedeert; met byvoeging, dat ingeval de Provintien daar op andere Refolutien zouden Verjlaan te neemen j daar teegen uitdrukkelyk zoude worden geprotes ■ teerd, metinfertie van 'tprotèjlin de publique Refolutien AD PERPETÜAM REI MEMORIAM. Ook VÏndmen niet dat haar Hoog Mog. voortgingen met het verleenen vari gratie: hoewel de executie der fententie eens gefurcheert zynde, de Raad de doodftraf fchynt gelaatcn te hebben buiten executie, en die alzoo op een indirecte wyze té hebben geconverteert in een eeuwigduurende gevangenis (a), waaruit de gemelde Renesie niet lang daar na ontkwam. Dit zyn, zoo niet alle; immers de voornaamfte zaken , fpecteerende tot de tafel, of tot de deliberatien van haar Hoog Mogenden. Egter moet hier niet verzweegen worden, dat voor deeze, cn bvzonder in en ontrent het jaar 1618., mee Veele hevigheid gedisputeerd is tusfehen de Provintien, of het aan de Generaliteit toekomt, in de Provintien , ordre te ftellcn op zaaken de Religie raakende ; van welk ftuk de Heer Hugo de Groot zoo omftandig handelt in het tweede Capittel van zyn Apologie, dat men alhier niets anders daarby zal voegen, als in de eerfte plaats, dat in het Jaar 1583. wanneer de Gedeputeerden van de nader geünieerde Provintien, te Utrecht vergadert om de Unie te refumeeren (b), in bedenken gaven aan haare refpeclive Principaalen, of het niet geraden is, het dertiende articul van de Unie zulks by gemeen ( a ) Zxo. Aitzema d. 2 b. 17 fol. 483. Zie Articul ti \a,i het Reces geinfereert in het Regifter vt» Holland 14 Juny 1583. D a  meen Confent te veranderen, dat aangezien alle Provintien door Gods genaade de Euangelijche Gereformeerde Religie nu eendragtelyk hebben aangenoomen, en daar ly zullen blyven, NB. zonder eenige verandering daar in te mogen doen, als met gemeen confent van alle de Bondgenooten: en ook den anderen, met lyf, goed, en bloed, daar in te maintineeren, en befchermen, om alzoo te voorkomen dat in toekoomende tyden, door verandering van Religie, geen fcheuring mogte worden gepraclifeerd, of te weege gebragt, onder de voorfz. Provintien , of leden van dien: de Staaten van Holland in haare Refolutie opdat articul van het Reces, uitlaaten de woorden , zonder eenige verandering daar in te mogen doen als met gemeen confent van alle de Bondgenooten: fchoon datze voor de reft zig verklaaren voor het maintineeren en befchermen van de Gereformeerde Religie, en voor het beletten van de openbaare oeffening van eeninige audere: een klaar bewys, dat de Staaten van Holland toen van begrip waren, dat het maaken van verandering omtrent de Religie behoorde te blyven aan de Staaten van elke Provintie afzonderlykO"), zonder dat men zeggen kan of, en hoe, de andere Provintien zig verklaart hebben op de voorgeflage verandering van het dertiende articul van de Unie, gelyk men misfchien zoude kunnen doen, zoo de Regifters van de Vergaderingen van de Gedeputeerden van de nader geünieerde Provintien van dien tyd voor handen waren- . Tï - TV/1 Ten anderen, dat de drift, met welke Prins Maurits, geftyfddoor demeefte Provintien, gedreeven had in en omtrent het Jaar 1618, dat het aan de Generaliteit ftaat, ordre te ftellen op het ftuk van de Religie, niet gekoeld was, of de Provintien hebben getoond van begrip te weezen , gelykze zekerlyk nog zyn, dat de Provintien ieder in de hare alleen daar toe bevoegd zyn. lin (a) Uitliet verhaal vanBoR bladz. 18 fol. 404. fchynd dat de andere Provintien zig op gelyke vvys als Holland verklaart hebben; zie ook de Kerkelyke Hiitorie van Uitenbogaart. bladz. 3 foi. 224 en blaüz. 4. fol. 937, 959 j 963 > 967. e" 973.  <&<. 53 ><8> En ten derde, dat, dewyl zedert de Reformatie de Walfche KerKen van alle de Provinciën, die van Stad en Ommelanden uitgezondert, famen maar een lichaam maaken , deWalfche Synode zig ookaddresfeert aan haar Hoog Mog. wanneer 'er zaaken voorkomen die de voorfiening van de politicque overheid vereifchen ; maar dat de Gedeputeerden van de respecdive Provinciën dezelve zaken gewooniyk brengen aan haare principaalen, wanneerfe eenige relatie hebben tot de Provintien; en dat voor de reft haar Hoog Mog. zich zoo weinig bemoeyen met de Walfche Kerken, en met het Walfche Synode, dat zy daar op geen politicq Commisfaris zenden, fchoon" weezende een nationaal, en geen provinciaal Synode * gelyk de Provintien doen op de Provintiaale Synoden. Nog is 'er een zaak, welke tot befluit van dit Ca. pittel kortelyk moet geëclaircisfeert worden, of namelyk de Generaliteit bevoegt is tot het opdeden van ichattingen in de Provinciën. Een levendig exempel fchynt te toonen, dat de Generaliteit daar toe bevoegt is, te weeten, dat van de Convoyen en Licenten, of van de regtcn op de uitgaande en inkoomende goederen, welke regten van Generaliteits wege geheeven worden over alle Provinciën. Maar om een zoodanig regt vaft te dellen, word ander bewys vereifcht als exempelen, en vooral als een fingulier exempel, dewyl 'er niets is dat de Provintien niet konnen doen by gemeene bewilliging, gelyk ook de Convooyen en Licenten, welke te vooren provintiale middelen waren, by eenparige bewilliging gemeen gemaakt zyn in het jaar 1582., uitwyzens haar Hoog Mog. Refolutien van den 4 April en 23 Ocdober van dat Jaar. Ook rud het regt van de Generaliteit , of van de gefaamentlyke bondgenooten , tot het opdeden van fchattingen over de Provinciën, op andere en vader gronden. Als men de Unie naziet, de gronddag van het regt van de Generaliteit, vind men in het vyfde en zesde articul, datzekere Impoden, in het vyfde ariicul gefpecificeert, in alle de Provinciën verpagt zullen worD 3 den*  54 den, en alzulke andere, als men naderhand met ge? meen advis en confent goedvinden zal: dat de imposten zullen geheeven worden agtervolgens de ordonnantiën daar op by de Bondgenooten te maaken : en dat dezelve zullen verhoogt en verlaagt worden by gemeen advis. En het geen het regt van de Generaliteit in nog klaarder dag field, het negende articul van de Unie pelt het inftellen van Impojlen en Contributien, de Generaliteit van deezen verbande aangaande, onder de zaaken , waar over niet zoude mogen gedifponeert worden dan met gemeen advis en confent van de Provinciën : het geen notoirlyk zoo veel is 4 als te erkennen » of te onderdellen, in de gefaamentlyke Provinciën een felyk regt ontrent het inftellen van Impojlen en Contriutien als ontrent het maaken van beftand , of peis, en omtrent andere zaken, tot de Unie fpefteerende, waar 5n geen overftemming plaats heeft. Zonder dat men kan zeggen, dat in het negende articul geoogt word op het diftriSt, of resfort van de Generaliteit, en niet op de Provinciën: niet alleen, om dat de woorden, de Generaliteit van deezen verbande aangaande, dien uitleg niet konnen lyden; maar inzonderheid, om dat men ten tyde van het maken van de Unie van geen Steeden of Quartieren wilt, welke als een gemeen domain toequamen aan de Provinciën , zonder te weezen leden van de Unie, gelyk onder anderen blykt uit de onderteekening van de Unie. De Inftructien van den Landraad, en van den Raad van Staate, zeggen het zelve: in fomma , de meening van de Bondgenooten is van ouds altyd geweeft, dat de Bondgenooten zouden hebben het regt om tot verval der lallen van de Unie, of van de gemeene defenfie, te doen heffen eenpaarige middelen vanconfumtie op ver fcheide fpecien over alle de Provinciën, en dat die middelen zouden verpagt worden van Generaliteits weege. Dog wat moeite ook daar toe genoomen is, die eenparige middelen hebben nooit te regt konnen in train gebragt worden, zoo dat men eindelyk geheel daarvan heeft afgezien, gelyk breeder getoond is in een brief van de Raad van Staate aan de extraordinaris Vergadering van den 14 December 17 io". ' F.Q  55 ><& En dit is de reden waarom het opftellen van fchattingen over de Provinciën hier boven niet gefteld is, onder de zaken, fpecteereede tot de delibera tien van haar Hoog Mogenden. VIERDE CAPITTEL. Hoe ver de zaken, welke zyn van het departement van de Raad van Staate en van de Collegien ter Admiraliteit , behooren tot de deliberatien van haar Hoog Mogenden. Nu zoude konnen voortgegaan worden tot de verhandeling van de meerder, of minder difpofitie welke de vergadering van haar Hoog Mog. heeft over de zaken, welke in het voorgaande Capittel getoond zyn te behooren tot haare deliberatien, na de verfcheidentheid van den aart derzelve, indien daar by niet gere^ïerveert was tot een volgend Capittel het geeven van het nodig eclaircisfement omtrent de zaaken, welke het object zyn der gemeene deiiberatien van haar Hoog Mog. en van den Raad van Staate, mitsgaders omtrent de Superintendentie of het opperbeftier der zaken van de Admiraliteit. Om het welk by deeze te doen, dient vooraf aangemerkt te.worden, dat, na dat de executie en bezorging der zaaken, uitdeÜniefpruitende, eenigen tyd gefluctueerd had ( want by de Unie is niet gezorgthoeen door wie dezelve zouden worden geëxecuteerd) eindelyk na doode van den Prins van Orange in het jaar 1584 de Raad van Staate daar toe ingefteld is: dat de Raad van Staate, uit kragtevan het twaalfde articul van haare Inftructie, Collegien van Raden ter Admiraliteit ingefteld heeft, behoudende aan zig de Superintendentie; dat die Superintendentie in het jaar 1588 aan den Raad van Staate benomen, en aan een Collegie Superintendent , ten dien einde opgeregt, en aan den Admiraal Generaal, ovcrgebragt is: dat het zelve Collegie verD 4 vallen  <8> vallen zynde met het einde van het jaar 1593., fedcrt welk jaar boven getoond is dat de Vergadering van haar Hoog Mog. een permanent Collegie geworden is, de Superintendentie van de zaken van de Admiraliteit als van zelf gekomen is aan de Vergadering: en dat de manier van die Superintendentie vervolgens gereguleert is by de nadere Inftruclie van de Collegien ter Admiraliteit van den 13 Augufty 1597. Ten anderen dient vooraf aangemerkt te worden, dat de zaaken, welke tot executie van de Unie aanbevoolen zyn aan den Raad van Staate, en aan de Collegien ter Admiraliteit, en waar omtrent dienvolgens haar Hoog Mog. in haare deliberatien met dezelve konnen concürreeren, raken, of het beftier van den Oorlog te water en te Lande, of, de adminiftratie van de middelen, daar toe by de Confenten van de Provinciën sedeftineert. Om van elks afzonderlyk te fpreeken, en voorby te gaan de eerfte Inftruclie van den Raad van Staate, by de tweede van het Jaar 1588. is de difpofitie in zaaken en over het volk van Oorlog, waar door in die Inftructie de Oorlog te Lande alleen gemeend word, gedefereert aan den Raad van Staate; en in het Jaar 1651. is geen andere verandering daar in gemaakt, als dat daar by gevoegt is , met en neevens de Vergadering van de Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit; woorden , zoo generaal, dat daar uit niet wel kan begreepen worden , op watwyze de Bondgenooten gewild hebben dat de Vergaderingen van haar Hoog Mog. en de Raad van Staate zouden concürreeren in dat gemeen beftier der zaken van den Oorlog. Zekerlyk de meening van de woorden, dat de Raad van Staate zal disponeeren met en nevens de Vergadering der Ordinaris Gecommitteerden ter generaliteit in de zaken en over het Volkvan Oorlog, gaat verder, als dat de Vergadering, alvoorens te difponeeren in de zaaken en over het Volk van Oorlog, zal moeten inneemen het advis van den Raad van Staate; terwyl 'er te grooten onderfcheid is tusfehen disponeeren en advifeeren , om die woorden met malkander te verwisfelen ( a ); behalven («) Zie Refolutie vandeGroote Vergadering 13 February 1651.      <8MT 57 behalven dat de Bondgenooten gemaakt hebbende twee feparate poinclen van deliberatie van de difpofitie in de zaken en over het volk van Oorlog, en van de difpofitie over het geeven van de patenten, het laatfte by Refolutie en Inftruclie van den 16 Juni gegeeven hebben aan de Vergadering, mits neemende het advis van den Raad vdn Staate; en het eerfte by Inftruclie van den 18 der volgende Maand aan den Raad van Staate mee en nevens de Vergadering: waar uit noodzaakelyk volgd , dat de meening der Bondgenooten geweeft is, iets meer te geeven aan den Raad van Staate omtrent het eerfte poincl, zynde de difpofitie in de zaken en over het volk van Oorlog, als een'Bloot advis. Nog minder konnen de woorden difponeeren met en nevens beteekenen, dat de zaken zullen moeten geëxamineert worden in een Conferentie met Gecommitteerden van den Raad, alvoorens dat haar Hoog Mog. daar over difponeeren: om dat dan, verre van dat de Raad zoude hebben eenig deel aan de dispofitie zelfs, niet gedelibereert word ter vergadering van haar Hoog Mog. op het advis van den Raad, maar op dat van de meerderheid der Leden van de conferentie, waar van die uit den Raad altyd het kleinfte getal, en doorgaans geen derdepart, uitmaken. Hoewel ("om dat in het voorbygaan aan te merken) de Raad voor deze plagt tot zes en zeeven Heeren, ja zelfs nu en dan agt, te committeeren tot de Conferentien over de zaaken van gewigt, en overzulks byna gelyk getal met haar HoogMog.; waar op men onder anderen kan nazien de Refolutie van haar Hoog Mog. van den itf December 1644. en van den Raad van den 2 September 1645, 28 Auguftus, 10 en nüclober 1653» 14 Mey en 17 Auguftus 1655, 14 December 1658 , 24 December 1668,9 November 1671,7 January 1672. Men zoude byna zeggen, dat de meening van de Bondgenooten moet geweeft zyn, dat haar Hoog Mog. en de Raad zullen maaken een gecombineert Collegie in de deliberatien over de zaken van Oorlog, even als in de fecreete Conferentien, van welke zoo aanftonds zal gefprooken worden , waar in by meerderheid van ftemmen van de Leden uit de Vergadering en uit den D 5 Raad  Raad Refolutien genoomen, en oi'dres gedepecheert worden op de naam van haar Hoog Mog. Of de Staaten moeiten het oog gehad hebben op de oude manier van delibereeren, toen de Raad by de minde geleegenheid ging ter Vergadering van haar Hoog Mog. j en asfideerde by de deliberatien, welke gehouden wierden over de zaken, waarom zy ter Vergadering verfcheenen; en toen haar Hoog Mog*. nu en dan quamen in den Raad van Staate, en veel Refolutien genoomen wierden met gemeen advis; een term, die veel gevonden word in de oude Refolutien, en gemeene bewilliging beteekend, of, (gelyk haar Hoog Mog. fpreeken in een Refolutie van den 25 July 1602) met gemeen advis en eenparige Refolutie van de beide Collegien. Dog om gisfingen daar te laten, zoo de hooge agting voor de extraordinaris Vergadering van het jaar 1651 verbied te twyfelen, of die gehad heeft een nette bevatting van de manier, op welke de Raad van Staate zoude disponeeren met en nevens de Vergadering der ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit in de zaken, en over het Volk van Oorlog, ten minden is het geoorlooft te zeggen, dat het 5 Art. der Indructie van den Raad een zeer duister begrip daar van geeft, en niet kan gepractizeerd worden als in een zeer oneigentlyken zin, zonder te veranderen de manier van delibereeren, welke toen in train was, en federtintraingebleevcnis. Hebbende het gebruik gegeeven de volgenden zin aan het Articul: dat buitenge Refolutien, welke nu en dan, meert in tyd van oorlog, genoomen worden in de fecreete Conferentien, gelyk gezegt is, over zaken van importantie, en waarvan hetfucces afhangd van de fecretesfe, alle andere militaire zaaken verhandelt worden door Gecommitteerden uit de Vergadering van haar Hoog Mog. en uit den Raad in een Conferentie en dat de advizen, welke daar in by meerderheid van Hemmen gcformeert worden, door wederzyds Commisfarisfen gerapporteerd worden in de Vergadering, welke dan afzonderlyk op die advizen delibereert en refolveert, en doorgaans de Refolutien, genoomen zynde, zend aan den Raad, om te geeven aan de Militie de ordres, welke daar uit profluceren. Maar  Maar of die advifen andermaal commisforiaal moeten gemaakt worden, wanneer de Vergadering zig niet daar meedc conformeert, en of het effect, van het faovendaande vyfde Articul geheel aan den Raad bcnoomen zoude worden door zulks na te laaten, is gedifputeerdin April 1719.; waar op de brieven van den Raad van denöen 13 aanhaar Hoog Mog. en derzelver Refolutie van den 11 van die maand, behelzende de redenen voor en tegen, konnen nagezien worden: zonder dat de Conferentie, den 14. gedecerneert over de tweede brief van den Raad, gehouden is, en na alle apparentie niet zal gehouden worden, zoo lang 'er geen nieuwe geleegenheid voorkomt om het verfchil weder levendig te maaken. En dewyl de ondervinding leerde, dat de generale directie en difpofitie over de zaaken van den oorlog in het Jaar 1651 gemeen gemaakt was aan te veel Perfoonen, om na behooren te konnen betragten de fpoed, en fecretesfe, even esfentieel in Krygsdeliberatien, zoo is zedert ingevoerd, dat van tyd tot tyd het beftier derzelve in tyde van campagne, of van expeditie, bevoolen is aan weinige Heeren uit de Vergadering van haar Hoog Mog. en uit den Raad van Staaten. Gelyk dan by Refolutie van den 23 April 1668 de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, by de Raad zelfs te nominteren, geauthorifeerd zyn om al het geen vereifcht en gerequireerd wierd tot uitwerking van haar HoogMog. falutair oogmerk, geduurende de Campagne te moogen adjufteersn, hernamen , en arrefieeren, ook. na de uitflag van zaaken, -en naar het geene by haar Hoog Mog. in 't generaal albereids is, of namaals nog zoude worden gedecreteert, over 't empioy van de Legers te Lande, tot meerder fterking van de Heeren Gedeputeerden en Gevolmagtigden te Velde, op alle voorkomende zaaken en occurrentien in den naame van haar Hoog Mog. difponeeren: wordende voorts den Heer, die, uit de Provintie in der tyd prefiderende, de conferentien en befoignes tot de voorfz. militaire zaaken en de Campagne rankende, zalbywoonen, mits-  «g> mitsgaders den Griffier van haar Hoog Mog., en in desfelfs abfentie den Gommis Spronfen, geauthoriftert, wn alle depêches, uit de voorfz. befoignes refulteerende, op denaam en van weegen haar Hoog Mog. te parapheeren en te teekenen refpeStive. En wanneer men in het jaar 1071 bezorgt was, dat Vrankryk zoude tragtende Stad Keulen te occupeeren, en daar door zig de weg te baanen na de Frontieren van dezen Staat, wierden de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de triple alliantie geauthorifeerd, by fecrete Refolutie van den 24 November, om de Refolutien, by haarEd. van tyd tot tyd in kragte en tot voltrekking van de authorifatie by Refolutie van den 5 derzelver maand aan haar Ed. gegeeven, rakende de executie van haar Hoog Mog. Refolutien ten zeiven dage over de befcherming, asfistentie, en hulpe aan de Stad Keulente doen, te arrefteeren, en de Actens daar toe te pasfeeren, te moogen uitgeeven op de naam van haar Hoog Mog., met verdere authorifatie op den Heer die uit de Provincie, inde tyd prefideer ende, de befoignes over de voorfz. zaaken zal bywoonen, mitsgaders op den Griffier van haar Hoog Mog. Vergadering, om alle de depêches, uit de voorfz. befoignes refulteerende, op de naam en van weegen haar Hoog Mog. te parapheeren, en te teekenen refpeStive, en met verzoek aan den Raad van Staate, aan de Heeren Gecommitteerden uit den zeiven Raad, de voorfz. befoignes asfifleerende, voor zoo veel den gemelden Raad aangaat, gelyke authorifatie te geeven. En op den 7 April van het volgende jaar, wierd niet alleen de bovengem. Refolutie van den 23 April 1Ö68 vernieuwt, met byvoeging van een authorifatie tot het depecheeren vanpatenten: maar den r 1 daar aan volgende wierd die Refolutie nader geamplieert met de authorifatie , om in de naam van haar Hoog Mog. te difponeeren over het formeeren, en doen executeren, van de exploicten, en desfeinen van oorlog, te bezorgen dat de Garnifoenen en Frontieren alomme met bekwaame Commandeurs en Officieren, om haar de plaatfen te konnen betrouwen , en voorts met alle noodwen'digheeden, befet, en voorzien blyven, of worden, en voorts generalyk op alle zaaken en desfeinen van oorlog, te decreteer en, en doen  doen executeeren, 't gunt dezelve na geleegenheid van zaaken ten meejien dienfts van den Lande zullen bevinden te behooren. En de Raad van Staate authorifeerde by Refolutie van den 20 derzelver maand haare Gecommiteerden tot de voorfz. fecrete befoignes, om de depêches daar uit refulteerende, en ftaande ter executie van den Raad van Staate, en namelyk de vereifchte Patenten voor 'sLands Militie , in naame van haar Ed. Mog. te parapheeren, en door den Secretaris te doen teekenen, en af te zenden. Zelfs vind men al exempelen van zoodaanige authorifatie in ouder tyden, gelyk als in het jaar 1631, wanneer de Prins van Orange verzogt engeauthorifeerc wierd byRefol. van haar Hoog Mog. van den 5 April, om uit de Heeren Gedeputeerden van de refpeclive Provinciën eenige Heeren tot hem te adfumeeren, om met zyn Excell. te overleggen, prepareeren, bereiden, en refolveeren op alle 't geene tot een Veld-Leger ende ,t employ van dien, nodig is, ofte verders na gelegentheid van tyden, ende occurentien van zaken, alsnog zoude mogen gerequireert worden; ende zal de Griffier van haar Hoog Mog. by de voorfz. befoignes prefent zynde, van alles houden, pertinente notulen , en dezelve regiftreeren in^t fecreetboek.. Ende zullen de befoignes en de Refolutien» by zyn hooggem. Excell. ende de te asfumeeren Heeren defes aangaande te doen, ende te neemen , gehouden worden van alzulke waarde, ende kragt , als of dezelve in volle Vergaderinge van haar Hoog Mog. waaren genoomen. En fchynen deeze fuccesfive authorifatien de grond en oorfprong te weezen van de Refolutien welke feedert genoomen zyn in de fecreete Conferentien over de Krygszaaken. Gelykze meede fchynen aanleiding gegeeven te hebben tot de Refolutien, welke uit gelykheid van reden fomwyl genoomen worden in de fecreete befoignes over de buitenlandfche zaaken. Hoewel niet kan ontkend worden, dat dit verder gaat als de meening van de groote Vergadering van het jaar 1651. geweed is; welke by Refolutie van den 21 July geoordeelt heeft, (hoewel, of qualyk, Iaat men daar) dat  dut genoeg geïorgt was voor de fecretesfe door ta datueeren, dat de Miniders van den Staat, buiten 'sLands, de Gouverneurs en Commandeurs van de Frontieren, en de fecreete Correfpondenten, ( waar aan egter, om dat in het voorbygaan aan te merken , de meening niet was veel geld ten kode te leggen, dewyl de Refolutie medebrengt, dat de pod van de fecreete dienden by provifie zoude geconverteert worden tot traktementen en onderhoud van buitenlandfche Miniders) haar brieven over zaken fecretesfe vereisfchende, zouden adresfeeren aan den Griffier van haar Hoog Mog. , welke die zoude moeten datelyk communiceeren aan zeeven Heeren daar toe fuccesfivelyk te committeeren door haar Hoog Mog, dog zonder andere magt, of authorifatie, als om die eenige geringe tyd te moogen geheim houden, en dat nog anders niet, als onder verpligting van naderhand by de communicatie reeden te geeven aan de Vergadering van het agterhouden derzelve geduurende die geringe tyd: de Gecommitteerden anders gehouden zynde 'net fecreet datelyk bekend te maaken aan de Vergadering. En zonder dat voor de red by de bovengemelde Refolutie gereguleert is, hoe gehandeltzal worden met Secreete zaaken, welke door andere wegen, gelyk 'er meer andere wegen zyn, voorkomen , als door de brieven van de buitenlandfche Miniders, Gouverneurs, Commandeurs, en Secreete Correspondenten. Dog, om van deeze digresfie nopende de buitenlandfche zaken, weder te keeren tot de zaken van den' oorlog, en voort te gaan van den oorlog te Lande tot den oorlog te Water, het is, om een klaar begrip te geeven van het bedier van dien nodig, het ftuk wat hooger op te haaien. In den aanvang van de Republicq bemoeide de Generaliteit zig niet, of weinig, met de zaken van de Zee, maar liet de zorg, en het bedier, derzelve meed aan de Provinciën, aan de Zee geleegen, tot dat, gelyk boven reeds gezegd is, in het jaar 1584 na doode yan Prins Willem den Oude de Superintendentie te Water, en ter Zee, nevens de uitgaande en inkoomende Regten, gefteld is in handen van den Raad van Staate, met  met magt om aan te ftellen Collegien van Raden ter Admiraliteit, daar het zoude van noden weezen : alles by provifte, en zonder prcejuditie vaniemants gcregtiglieid, of namaak getogen mogen worden in confequentie: een refervatoire Claufule, van welke de Staten van Holland zig bedienden in het volgende jaar(a), wanneer ze , om de Engelfche te houden buiten het bellier der zaaken van de Admiraliteit, Prins Maurits aanftelden tot Admiraal over Holland een Collegie van Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit over Holland opregteden, en aanfchrceven aan de Convooymeelters voortaan geene betaalingen te doen als ter Ordonnantie van dat Collegie. In het jaar IJ88, na het vertrek van den Graaf van Licefter, is de Superintendentie van de zaaken te Water geligt uit de Inftruclie van den Raad van Staate, en Prins Mauritz aangefteld tot Admiraal Generaal van de Ver eenigde Provintien, ten einde om, gelyk zyn Commisfie meedebrengt, opligt en fuperintendentie te hebben over alle zaken en affairen, het ftuk der Zee, Admiraliteit, en den Oorlog, te Water, eenigfints rakende: ( c ) met by voeging van een Collegie fuperintendent van de Admiraliteit, beftaande volgens het Plan, 'sjaars te vooren geformeert, uit drie Hollandfche, twee Zeeuwfcheen een Vriefche Raden, welke nevens Zyne Excellentie zouden houden goede Correspondentie zoo met de Staten Generaal, als met de Raad van Staate: zyne Excellentie zouden volgen op alle zyne Voyages, en van de eene Stad in de andere, ten waar zyn Excel • lentie maar voor zes of agt dagen zoude abfen't zyn, en confenteerde in heurluider verblyf: en nevens zyn Excellentie zouden hebben de fuperintendentie, bevelen gezag, over alle de particuliere Collegien van de Admiraliteit, in alle zaken, aangaande den Oorlog te Water, mitsgaders de directie en beleid van de equipagie en de middelen, daar toe dienende. Het Collegie fuperintendent, eenige jaren (d) daar na (a~) Zie Refolutie Staaten van Holland i en 2 November 158?. (6 ) de Commisfie is van 31 Augudus. 1588. CO Zie Refolutie Staaten Generaal 20 Mei 1588 Refolutie Staa er van Ho/land van dezelve datum. QO Zk Refólutia Staaten Gener?al 19 February en 9ï Maart itR7, Relblutie Staareu van Holland jejanuwy 6 Maart en aDecenuer 1587,  «&< 64 ># na afgefchaft, en de Vergadering van Haar Hoog. Mog. een permanent Collegie geworden zynde, in plaats dat de Inftruclie van het Collegie fuperintendent onderftelde, dat die maar nu en dan zoude by eenkoomen, is bv nadere Inftruclie O) van de Collegien ter Admiraliteit geordonneert, dat de Collegien zouden refolveeien in twee jaarlykfe vergaderingen van de Gedeputeerden van de refpeclive Collegien, ten overftaan van den Admiraal Generaal, hoe men zal hebben te procedeeren ten dienfte der Landen en van de Ingezeetenen, op de beveiliging van de Zee, en op 't beieid van den Oorlog te Water: waar en hoe veel Schepen van Oorlog in derefpeclive Quartieren geëquipeert, en hoe die verdeeld, en gebruikt zullen worden: dat voorts de Collegien, om te zekerder daarin tenmeeften dienften van den Lande te handelen, altyd zullen houden vafte Correspondentie met de Staaten Generaal, en met zyn Excellentie, en zig zullen reguleeren volgens de Refolutie van dezelve, in het toeruften, verdeelen verleggen, en opleggen der Scheepen van oorlog' ten waare dat de tyd niet toeliet te verwagten de Refolutie van de Staten Generaal, en van zyne Excellentie. . CU. Waar uit blykt, dat de Superintendent e, of het ooper beftier van den oorlog te water welke ledert het jaar 1584. had gecompeteert, eerft aan den Raad van Staate, en naderhand aan het Collegie fuperintendent nevens dm Admiraal Generaal. De meening niet konnende geweeft zyn, den Admiraal te doen concürreeren met haar Hoog. Mog., van welke hy een Officier en Dienaar is: hoewel de letter van de bovengemelde Inftruclie eenigfints na concurrentie gelykt, en aanleiding gegeeven heeft aan de Admiraals Generaal, om met de tyd aan zig te trekken het geheel beleid van den oorlog te water. Maar dit Opperbeftier van haar Hoog Mog. heeft eene aanmerkenswaardige bepaling gekreegen doorlde verandering omtrent de deftinatie, of het emplooy, der (a) Zie Inftruclie van liet CüBegie Superintentend. 23 April. 1589.  <3>< 6$ <5.er middelen van de Collegien ter Admiraliteit, ge. fprooten uit het toeneemen der koden van den oorlog te water, en byzonder van die van de protectie van den Koophandel. Wanneer de voorfz. Indruclie gemaakt wierd, ea nog een geruime tyd daarna, waren de ordinaris middelen van de Collegien ter Admiraliteit, of de Convooyen en Licenten, generalyk gededineert tot beduur van den oorlog te water, zonder dat de Provintien in dien lad kwamen, anders als by wege van fubfidie wanneer te kort kwam: en het is ligt te begrypen, dat zoolang dit duurde, van tyd tot tyd een generale beraming van het employ der ordinaris middelen, en van de equipage, welke diende gedaan te worden tot protectie, zoo van den Koophandel, als van de Kuden, Zeegaten en Binnendroomen, moed gemaakt worden en dat die aan haar Hoog Mog. gaf een generale difpofitie of .fuperintendentie, over de zaken van den Oorlog te Water. Maar, na dat het toeneemen van den lad der protectie van den koophandel de ordinaris middelen van de Collegien ter Admiraliteit zoodanig daar toe geaffecteerd , en geëigent heeft, dat geene Scheepen van Oorlog meer in Zee gebragt worden tot eenig gebruik, niet directelyk, en alleen, raakende de protectie van den Koophandel, als die geëquipeert worden op extraordinaris Confenten, gedraagen wordende op petitiën, by welken niet flegts, als te,vooren, een fubüdie, dienende tot fupplement van het kort der ordinaris middelen, verzogt word van de Provintien, maar het geheel beloop der koden van de extraordinansequipagie: is daar uit gefprooten, dat haar Hoog Mog. wel behouden hebben de dispofitie over het emplooy der Scheepen , welke uitgerud worden op extraordinaris confenten, maar dat de refpeclive Col. legien aan zig getrokken hebben de dispofitie over het employ van die, welkezvuitruden uit haare ordinaris middelen, na dat de protectie van den Koophandel in tyd van oorlog of van vreede , vereifcht, en de middelen konnen lyden. Hoewel de defecten van de Provintien, zoo in het E dragen  <& dragen van confent op de extraordinaris Petitiën, als in de voldoening derzelve , meenigmaal zoo groot zyn, dat de Collegien ter Admiraliteit genoodzaakt worden te befteeden tot de extraordinarisequipagien, de middelen , welker gebruik zy tot protectie van den koophandel geëigent heeft. Wat nu in de tweede plaats belangt de adnvnijtratie der middelen, by de'Confenten van de Provintien gedefinieerd tot den oorlog te water en te lande, het beleid van de Gcneraliteits "Finantien , met uitfluiting egter van middelen van de Collegien ter Admiraliteit, o-ederereert zynde by Inftructie aan den Raad van Staate welke in het adminidreeren derzelve moet volgen de ' Confenten van de refpeclive Provintien, of het geen, dat in het generaal by de Provintien zal worden geordonKeert, kan het zelve beieid niet behooren tot de tafel van haar Hoog Mog., en te minder, om dat de Bondgenooten begreepen, en gewild hebben , dat de dispofitie over de" gemeene beurs zoude daan aan een Collegie waar in de Provintien, welke het meed contribueeren, ook de mee e ftemmen hebben, m plaats, dat alle de Piovincien gelyke ftemmen hebben ter Vergadering van haar Hoog •! og. . . Ivf aar, hoewel dit in het generaal zoodaamgis , zoo heeft de Vergadering van haar Hoog -og. met te min de difpofitie over deeze en geene zaaKen van *i- ^By^xempel, dewyl de groote Vergadering van het iaar i6u de fecreete Correfpondentic geheel gefteld heeft ten beleide van haar Hoog .Vog., fchynd de difpofitie over de poft van de fecreete dienften , welke pok te vooren ftond ter difcretie van den Prins van branie, volgens deritext van de oude Staten van oorlog , zedert die tyd niet te konnen bedisputeerd worden aan haar Hoog ? log. Ook is gerecipieert, dat van de poft van de defroyementen niet gedisponeerd word by den Raad van Staate als op Refolutie van haar Hoog iVog., aan welke de Minders buiten 's Lands hunne declaratien overleveren, en aan welke dezelve zig adresfeeren over afie poften, welke niet klaar gedetermineert zyn by de Reglemen-  bh , en zy egter meenen haar in declaratie te moeten! geleeden worden. Doch omtrent de middelen van de Collegien ter Admiraliteit • competeert aan de Vergadering van haar Hoog Mog. een generaalder dispofitie: het zeven entwintigfte Articul der Inftruclie van de Collegien ter Admiraliteit, medebrengende, dat dezelve zullen keveren, van drie tot driemaanden, aan de Staaten Generaal een ftaat van Ontfang en Uitgaaf; dat de Ontfanger Generaal van elkQuarticr alle zes maanden zal rekenen nan dezelve, of aan haare Gecommitteerden- dat op derzelver ordonnantie het overfchotvan het ee'ne Quartier zal verftrekt worden ten voordeele van het ander , daar te kort komt: en, zoo 'er in 't generaal ovcricbiet, dat het overfchot bekeert zal worden, daar en zulks, als de Staaten Generaal zullen ordon'neeren! Maar, hoewel de Inftruclie van de Collegien ter Admirahteitzoo eene generale dispoütie geeft aan haar Hoog Mog. over de Convoyen en Licenten, zoo hebben niet te min de Provintien, welke by de zee geinteresfeert zyn, en in welke de Collegien ter Admiraliteit rcfideeren, altyd haar werk gemaakt van te beletten, dat de Vergadering van haar Hoog Mog. zig zoude bemoeyen met de ordinaris middelen van de Collegien ter Admiraliteit, welke wel Generaliteits Collegien zyn, maarzoodaamggecompofeert, dat alleen daaruit genoegzaam blykt, dat de meening altyd geweeft is, dat de Provintien aan de zeegeleegen, zouden hebben de pnncipaale directie van de zaken van de Admiraliteit. Gelyk ook het Collegie Superintendent, waar van boven gefprooken is, alleen beftond uit Gecommitteerden uit de Provinciën van Holland , Zeeland , en Vriesland. ' En zeker , haar Hoog Mog. zouden fterker konnen itaan op haar regt tegen de Provinciën, welke in deeze eene lyn trekken met de Collegien ter Admiraliteit, indien de meefte Provinciën niet doorgaans zeer agteriyk geweeft waaren in het draagen en zuiveren der j'aor', nans Confenten tot de zaken van de zee, zedert dat de laft van den oorlog te water, die lang beftaan had in het uitruilen van eenige ligte Schepen , E 2 en  cn Uitleggers, tot beveiliging van de Stranden, Zeegaten , Eilanden en Binnen Stroomen, zoo zeer verzwaart is, als boven aangeweezen is. VYFDE CAPITTEL. Van de meerder, of minder magt, welke de Vergadering van haar Hoog Mog. heeft na de verfcheidentheid der zaken, waar over gedelibereert word. Doch het verdiend zonderlinge opmerking, dat de Vergadering van haar Hoog Mog. niet even veel magt, of difpofitie, heeft over alle zaken, welke volgens de twee voorgaande Capittelen behooren tot haare deliberatien. Want eerftelyk zyn 'er zaken, waar over de Provintien wel gehouden zyn famen te delibereeren , maar zonder onderworpen te weezen aan het goedvinden van de meerderheid: andere weederom , welke zoodanig gefield zyn ter difpofitie van de Vergadering, dat het minder getal gehouden is de meerderheid te volgen. En ten andere zyn 'er van de laatfle foort van zaken zommige, waar in zelfs geen laft van principalen plaats heeft, maar waar over de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit difponeeren uit kragte van de generaale overgifte van de Provintien. De zaken, waarin de Provintien niet onderworpen ayn aan het goedvinden van de meerderheid, of waar in geen overftemming plaats heeft, zyn meeft alle de importante deliberatien, uit de Unie fpruitende, waar van het negende Articul medebrengt, det men geen accoord vanbejland, of peis, maaken, nog oorlog aanvaarden, nog eenige Impojlen, of Contributien, de Generaliteit van dezen verbande aangaande, injlellen zal, dan met gemeen advis en confent van de Provintien. Omtrent welke woorden geen andere bedenkelykheid fchynt te vallen, dan inde eerfte plaats, of het maken van allerhande traeftaten met Vreemde Mogentheeden begreenen is onder da woordea van geen Accoord van bejland,  bejland, of peis maken, waar omtrent de Heer n» Groot fcfiynd van verftand te zyn geweeft dat dié woorden moeten genoomen worden in een en^en zin. tellende m het derde van zyne Jaarboeken, Societates waar door hy ongetwyffeld, Alliantien meend, onder de zaken, waar in overftemming plaats heeft ' terwylhy pacem, inducias, nova)bella, tributa, daar van uitfluit Gelyk het vierde Articul der Infti'udtie van den Landraad meede oqderfcheid maakt tusfehen Allialu tien en Oorlog en pais: en de ordonnantie op de ver gadenng van Holland van den 17 Maart ïT8i ter plaatfedaar gefprooken word van de zaken, waarove,yoortaan zoude gehandelt worden in de Verradend»het maken van pais en befiand, het aanneemen van Oor* log en nieuwe Alliantien, of verbonden, voor drie verfcheide zaken reekend. jaEV*d%twe^%Vl™s> ofdcCïaufuIe, verbiedende Impojlen, of Contributie, de Generaliteit van dezen verbande aangaande, in te Jlellen dan met gemeen advis, en confent, van de Provintien, alleen flaat op het inftellen van Schattingen over de Geuniëeerde Provintien, dan of die ook betrekkelyk is op het inftellen derzelve over de Steeden en Quar tieren, onder de Generaliteit reforteerende, welke een gemeen patrimonie van ae Provintien zynde, fchynt daar over te konnen gedifponeert worden als over Effecten van een SgafeT^?^^ meerderheid van ftem- En fchynt dit met meerder fondament gefuftineerd te konnen worden, om dat in het vervolg vanhetaan: getogp negende Articul van de Unie gezeat word dar pyerftemming plaats heeft in de andere zaken, het beleid van deeze Confederatie, en 't geen daar van dependeert, en daar uit volgenzal, aangaande Uit welke woorden, en uitdetegenftelling derzelve tegen de voorige, noodzakelyk fchynt te volgen, aan he?ft, a.\s die dependentiën, of gevolgen, van de Unie zyn: en aan de andere zyde. dat dfe p aats heeft in SrrZlenafl dlchuit dC ünie VoIgen> geene uitgezonSn beStoS. matenen ^ Vl'Cede 011 °0rl0g3 Ca E 3. Doj  & Doch hoe klaar dit laatfteook opgellaoten ligt inde aangetooge woorden, en fchoon dat niets ter contrarie gevonden word in de Unie, zoo is egter mets unïverfeelder gerecipieert, als dat geen verandering kan gemaakt worden dan by eenparigheid in veidcheide zaken, eens door de Bondgenooten vaftgefteld , of geadvoueert, en aangenoomen, gelyk als m de fnltructien van de Generaliteits Collegien, nog in de Grondwetten en Reglementen, welke met gemeen goedvinden gearredeert zyn: nog eindelvk in de generale ordres op het duk van de Regeering, welke bekragtigd zyn dooreen immemoriaal gebruik; gelyk als dat de Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland de eerfte zvn in alle befoignes en conferentien, fchoon dat het prefidie ter Vergadering rouleert onder de Provintien; dat twee Gedeputeerden uit de Provintie van Holland en Weftvricsland ftemmen in alle befoignes en conferentien tegen een uit elke van dezes andere Provintien gelvke ftem hebbende in de Vergadering i en meer andere diergelyke generale ordres op het ftuk van de Ke- Een Unie, of Confederatie, welkers leden niet konnen malkander overftemmen in de zaken, om welKe de Unie aangegaan is, veel eer een Unie ra naam zy nde, als in de daad, zoude het gewisfclyk een _ capitaal defect, weezen in de Unie, en in de deliberatien, daar uit proflueerende, dat geen overftemming plaats heeft m de wezentlykfte zaken: ten waare dat het zelve negende Art tegen dat defect voorzien had door te ftatueeren, dat 'of het gebeurde , dat de Provintien in zaken van héHand peis, oorlog, of contributie, met den anderen Z7acPcordeercn itonden, het gefchil gerefereert en «efubmitteert, zal worden by provifie aan de Heeren Stadhouders van de Geünieerde Provinciën, nu ter tyd pezende, die voorfz. gefchil tusfehen partyen zullen vergelyken, of daar van uitfpreeken, zulks als zyluiden vinden zullen in billikheid te behooren _ _ In het jaar 1051, (a) beweerden de Provinaenvari r» zie deizelver propofitien in 'tRegifï. van de Croote Vergadetirtf 22'en 27- January 1051.  geeland, Vriesland, en Stad en Ommelanden , dat de meening van het voorfz. negende Articul niet bepaalt was , in opzigt van de beflisfïng der verfchillen, tot het leeven der Stadhouders, welke in functie waaren ten tyde van het fluiten van de Unie: en de tweelaatfte Provintien meenden te konnen befluiten uit dat Articul, dat de Provinciën zig ftilzwygende verbonden hebbenj by de Unie tot een Stadhouderlyke Regeering, om dat naamlyk de Geünieerde Provinciën niet konnen weezen zonder het vaftgeftelde middel van beflisfingdèr verfchillen over alles, dat esfentieel is in de Unie. Maar , behalven dat een zeer vreemde zin moet gegeeven worden aan de woorden by provifie en nu ter tyd weezende, om het Articul zoodanig te konnen uitleggen: de authoriteit, welke de provinciën by dat articul gaven aan de Stadhouders, door dezelve , onder de naam van het fubmitteeren der verfchillen aan haare uitfpraakop een indirecte wys meeders te maaken van Vrede en Oorlog, en van de beurs der Ingezeetenen, ging zoo ver, dat wel te begrypen is, dat de Provinciën in die verleege tyden hebben willen zoo vee! toebetrouwen aan Stadhouders, welke zy kenden , en particulierlyk aan de Prins van Orange : maar geeniïnts datze zouden hebben; willen eens vooral zoo groote authoriteit geeven aan alle toekomende Stadhouders IN en zoude misfehien met meerder fondament konnen fustineeren , dat de woorden van het negende articul van de Unie verder getrokken worden als der Bondgenooten meening geweed is; want dat dezelve in het aangam van de Unie niet gedagt hebben een Republicq te fligten , of generaale regels en gronden van Regeering vaft te dellen voor alle toekomende' tyden en gevallen: de affweering van den Koning van Spagnien, met welke de Republicq haar aanvang genoomen heeft, eerfttweejaaren daarna gerefolveert zynde: maar alleen te verderken, en vader te maken , de generaale Unie tusfehen alle de Nederlandfche Provintien van het Jaar 1576, of de Pacificatie van Gent; gelyk af te neemen is uit de inleiding van de Unie, dat de Pacificatie van Gent, en by gevolg de E 4 v Unie  7* ünie van Utregt, eigentlyk maar aangegaan is tdt befcherming van de oude vryheid, en van de privilegiën, tegen de Spaanfche tyrannie, en geweetensdwang: dat de Bondgenooten, weetende , dat veeier hoofden begonden te hangen na eene Reconciliatie met den Koning van Spagnien , gelyk de Walfche Provinciën nog in dat zelve jaar wederkeerden onder desfelfs gehoorzaamheid, hebben willen aan dat foori van Regenten beneemen alle hoop van die Reconciliatie door te dry ven, met vad te dellen, by de nadere Unie, dat geen peis, hógbedand, zoude konnen gemaakt worden als met gemeene bewilliging, zonder vérder gedagt te hebben: en, wat aangaat het point van de Contributie, dat zoo het meergem. negendq Articul medebrengt, dat geen overdemming daar in plaats zal hebben, vooraf by het vyfde en zesde Articulen vadgedeld is, en wel zonder bepaaling van tyd, dat tot de gemeene defenfie verfcheide impoden, in het vyfde articul gefpecificeert, geheeven zullen worden 'over alle de Provinciën, en dat die by gemeen advis zullen verhoogt en verlaagt worden, na dat de nood en geleegentheid van zaken zal vereisfchen; het geen veel verfchilt van een zoodanige vryheid van Confenten, als doorgaans geëlicieert word uit het voorfz. negende articul. Al het welk gewisfelyk zonderlinge reflexie verdiend. Doch, hoe het ook daar meedezy, het geen, dat boven aangeweezen is geen defect geweed te zyn in de Unie, is met de tyd geworden een capitaal defect in de deliberatien van haar Hoog Mog., doordien de meede Provinciën van het jaar 1650: tot het jaar 1672. geweed zyn'zonder Stadhouder, gelykze weder gewccd zyn zedert het Jaar 1702., enbygevolg de zaken , waar over de Provintien malkander niet verdaan, niet'konnen verbleeven worden aan de Stadhouders, nog dezelve buiten verblvf konnen arbeiden om door haar credit, en influentie", de Provintien te induceeren tot eenparigheid. Overtuigt van de noodwendigheid van eemg remedie tegen zoo een capitaal defect in de deliberatien, heeft de groote 'Vergadering van het jaar 1651 ferieuslyk daar over gedelibereert, ea het zoo ver ge; - - • bragt^  bragt, dat de zaakongetwyffelt voor het fcheiden vaa de Vergadering tot conclufie zoude zyn gebragt geweeft, (a) indien niet de Provincie van Hollanden Weftvriesland ongelukkiglyk gedaan had op de uitzondering van het ftuk van de Confenten , het welk de andere Provintien met reeden niet willende nageeven, is het werk toen blyven fteeken. De Provintie van Holland en Weftvriesland haar misllag ziende , heeft wel eenige jaaren daar na gepoogt, de voorflag van het Jaar i6ji te doen brengen tot conclufie, (ö) maar toen was, gelyk men zegt, het gety verloopen, ende andere Provintien, daar toe ongeneegen. Ook is het werk wel weder op het tapyt gebragt in de extraordinaris Vergadering, gehouden in het laaft van 't jaar 1716, en in 't jaar 1717.; en de Raad van Staate heeft den 27 Jannuary van het laatstgcmelde jaar daar op aan de extraordinaris Vergadering gegeèven een ampel advis, waar in de voorflag van het jaar 1651 nader befchaaft is: maar die Vergadering is meede gefcheiden, ( c) of vervallen, zonder Refolutie genoomen te hebben op dat importante werk, fchoon ze daarom mede principalyk byeengekoomen was: en heeft vervolgens de ordinaris Vergadering bezet gelaaten met het voorfz. capitaal defect, in haare deliberatien over de wezentlykde zaaken uit de Unie fpr uitende. Wel is waar, dat nu en dan, na lang delibereeren, geftapt word over het meer gem. neegende articul van de Unie, en in materie van Tractaaten geconcludeert by meerderheid; waarvan zoo wel oude als leevendige exemplen zouden konnen bygebragt worden; maar, in het generaal gefprooken, blyven de deliberatien over de gewigtigde zaaken doorgaans zoo lang hangen, dat de tyd die buiten haar geheel brengt, of dat de party welke andere, het zy vrienden of wanden daar omtrent neemen, aan den Staat de keur*beneemt , Ca) Zie Regift. van de groote Vergadering 19 Augultas 1651. ei volgende. C b") Zie Refolutie S'aaten van Holland 2 Mey 1603. (O z'e Refolntie Staaten Generaal 7Ausuftui Kl<* E s  74 >& neemt, en haar voorfchryft de party, welke zy kiezen moet. Ook is waar, dat dewyl niets als met eenparigheid geconcludeert kan worden in materie van contributie, en de tyd doorgaans niet toelaat te wagten na eenparige confenten op de petitiën, het van overlang de gewoonte is, dat de provintien, welke geconfenteert hebben, haare penningen furneeren zonder te wagten na de confenten van haare eede Bondgenoo en, of na eene ordentelyke conclufie, of (taats gewys confent, ter Vergadering van haar Hoog Mog., wanneer zy meenen, dat de zaaken daar na niet konnen wagten; maar daar door is het geheel werk van de Confenten geraakt in een zoo groote desordre, en de Unie is daar door zoo geluxeert in haar weezentlykfte deel, dat is, in de gclykheid tusfehen de Provinciën in het draagen der laden van de gemeene defenfie, dat te eemger tyd een totale disfolutie van de Unie daar uk te wagten is. • , i Dit point is zoo esfentieel, en raakt zoo zeer de importante deliberatien van haar Hoog Mog., dat men gemeend heeft een weinig langer daar op te moeten blyven daan, als misfehien overeenkomt met het oogmerk deezer verhandeling. Ma^r, om voort te gaan, in den aanvang van dit capittel is gezegd', dat zommige van de zaken, waar in bv overftemming kan geconcludeert worden, zoodanig gefteld zyn ter dispofitie van de Vergadering , dat daar in zelfs geen lad van Prmci paaien plaats heeft fchoon dat de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit daar aan, in het generaal gefprooken, gebonden zyn. \ , n , Tot dit foort van zaaken behoort eer ft , en vooral, de dispofitie over het geeven van de patenten , welke dispofitie door de groote Vergadering van het Jaar i6ti (O gedefereert is aan haar Hoog N"og., onder een Inftruclie en eed, uitdrukkelyk medebrengende, dat de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van haar Hoog Mog. deezen aangaande by eede zullen re- bmö* (*) Den i6jMy 1651.  <&< 75 >$ nuntiieren van alle particuliere Correspondentie, het zy met de Provintien, Steden, of leeden van dien, of private of particuliere perfoonen, voor zoo ver dezelve den pemeenen befte hinderlyk zouden moogen weezen , en dat tonder aanzien van Provinciën , of Steden daar zy uit gebooren, of verkoor en zyn, of het particulier profyt derzelver, van hem zeiven, of van iemand anders: en belooven, alleen voor oogen te zullen houden, de welvaarten confervatie der voorfz. Landen, en van ae gemeene zaa.' ken en voorts deezen aangaande doen, dat goede en getrouwe Gecommitteerden gehouden en fchuldig zyn te doen. Ten anderen behoort tot dit zoort van zaken de dis■ pofitie in zaakenen over het volk van oorlog. Het waar te wenfchen, dat het vyfde articul der laatfte Inftruclie van den Raad van Staate, by welk Articul de dispofitie in de zaaken en over het volk van oorlog, gemeen gemaakt is aan de Vergadering van haar Hoog Vog. en aan den Raad, door fimpelyk in te lasfen in het zesde articul der oude Inftruclie de woorden, met en nevens de Vergadering der Ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit, wat brederwas geëxtendeerd geweft: en dus de groote Vergadering gevolgd had het advis van die Provinciën, (b ) welke begreepen, dat een Inftruclie moeft gemaakt worden voor de Vergadering van haar Hoog ïVJog, op het ftuk van de dispofitie in de zaaken, en over het Volk van Oorlog. En gewisfelyk, zoo de Staat ooit het ongeluk heeft van weeder in oorlog te vervallen onder een fórrn yan Regeering als de hedendaagfche, zal noodwendig daar voor dienen gezorgt te worden: konnende de geene, die de befoignes en deliberatien over de militaire zaaken bygewoont hebben geduurende den laatften Oorlog, getuigen, wat nadeel de gemeene zaak geleeden heeft by gebrek van .een zoodanige Inftruclie. Maar, hoewel de dispofitie in de zaaken en over het Volk van Oorlog, in maar zoo weinig, en zoo gene- neraale ( b~) Zie liet Regiffc. van de groote Vergadering 20 en 21 January, 34 F&bruaiy, 6 Maart en 12 July 165*.  ncrale woorden, aan haar Hoog Mog. en aan de Raatf van Staate, in het gemeen gedefereert is, zoo ontbreekt het egter aan geen bewyzen om buiten disput te ftellen , dat haar Hoog Mog aan geen laft van Principalen gebonden zyn in de exercitie van die dispolitie, Eerftelyk is die dispofitie niet gedefereert aan haar Hoog Moog. als in het gemeen met een Collegie, en zelfs by de Inftruclie van een Collegie, welke niet alleen niet gebonden is aan de laft van particuliere Provinciën; maar in tegendeel daar aan moet renuntieeren. Ten anderen zyn haar Hoog Mog. gebragt onder dezelve verpligting als de Raad van State met opzigt tot de particuliere Provinciën by de Inftruclie op het ftuk van de patenten, de dispofitie over welKe de Bondgenooten aangezien hebben voor een gedeelte van de dispofitie in de zaken en over het volk van oorlog, gelyk uit het hoofd van de vooriz. Inftruclie blykt. En ten derde is het baarblykelyk uit de natuur deizaken , dat de oorlog niet kan beftierd worden door een Vergadering, die in dat ftuk zoude afhangen van laft van Principaalen, en die daar door zoude buiten ftaat weezen tot het neemen van fpoedige refolutien op alle voorvallende occurentien: het beftier van oorlogs zaaken incompatibel zynde met lange deliberatien. En, dewyl deze laatfte reden niet minder betrekkelyk is tot den oorlog te water, als tot den oorlog te lande, zoo volgt noodzakelyk, dat de dispofitie, welke in het voorgaande Capittel getoond is aan haar Hoog Mog. toe tekoomen, inde zaken, en over het volk van oorlog te water, van dezelve natuur moet vreezen in deezen deele met de dispofitie in de zaken, en over het volk van oorlog te lande. Ten minfte, dat wanneer de tyd geen zoo lang uitftel lyd, de conclufie niet kan opgehouden worden onder voorgeeven van defect van laft van. Principalen. Ten derde is de executie der Tractaten en Alliantien , een zaak, welke zodanig behoord ter dispofiti» van de Vergadering van.haar Hoog Mog., dat daar oratrefct  <$ omtrent geen laft van Principalen plaats heeft, fru>en die, uit kragte van welke de Vergadering de Tradiaten en Alliantien ratificeert, en de executie derzelve op haar neemt. Dit volgd eerftelyk uit de natuur der zaake: dewyl hetongerymdzyn zoude, dat een Vergadering, welke onder Hand en Zegel, belooft, de Tractaten, en, Alliantien, te zullen executeeren, zoude moeten wanneer het aankomt op de executie, daar toe verzoeken nadere autorifatie; en dat de Provinciën, welke de Vergadering geauthorifeert hebben om zulks te belooven, zouden konnen nader delibereeren, of de Vergadering haar belofte zal geftant doen, of niet. Vaar ten anderen hebben de Bondgenooten uitdrukkelyk getoond van begrip te weezen, dat het Collegie, of de Vergadering, welke van harent weege zoude in handen hebben, de Generale Regeering eens vooralgequalificeert moet weezen tot het executeeren der Tractaten en Alliantien , wanneer zy, na het vertrek van de Graaf van Licefter, tot de Generale Regeering committeerde den Raad van Staate (a), te gelyk den Raad by Inftruftie gequalificeert hebben om te onderhouden alle Tracltajen en Alliantien, met de naburige Ryken, Landje happen en Republieken: een qualificatie, zoo generaal, en onbepaalt, dat ze geen exceptie had. En wie kan twyffelen, of de meening van de Bondgenooten geweeft zy , wanneer ze kort daar na de Generaale Regeering, of de weezentlykfte deelen daar van, ftrizwygende overgebragt hebben van den Raad van Staate aan de Vergadering van haar Hoog Mog , mede aan dezelve over te brengen de executie der Tractaten en Alliantien. Doch dit moet in een gezonde zin verftaan. en niet te ver getrokken worden. Want, zoo de Vergadering bevoegt is, om zonder rugfpraak te executeeren de Tracf aaten, en Alliantien • en zoo de oppofitie der Gedeputeerden van eene of meerder Provintien niet kan beletten de executie van hetgeen, dat de Vergadering, op voorgaand eenparig goed- QO Refolutie g. cd plac. 12. April 1588,  »oedvinden van de Provintien, onder Hand en Zegel belooft heeft te zullen executeeren; de Vergadering is ©ngetwyfFeld gehouden recours te neemen tot de Provinnen , wanneer het twyffelagtig voorkomt ( b ) aan de meerderheid, welkers oordeel volgen de Unie gelden moet in alle zaken , daar het oordeel van de meerderheid niet uitdrukkeiyk is uitgeflooten, of een geval begreepen of niet begreepen, is m een Traclaat, o£ Alliantie] het welk de omdandigheeden meenigmaal konnen twyffelagtig maaken: of wel, fchoon dat het geval klaarlyk daar in begreepen is, of het Traclaat, of Alliantie >■ moet geëxecuteerd worden, of met, in de omdandigheeden, waar in de Staat zig bevind : gelyk daar op fondyds bedenken vallen kan : Bv exempel, wanneer de geen, die van den Staat vordert de executie van een Traclaat, of Alliantie, vooraf van zyn kant gemanqueert heeft het zelve na te koomen, of getreden is in engagementen, notoirlvk daar tegen aanlopende : of wanneer de Staat, van welke de executie van een Traclaat of Alliantie gevorderd word, zig ter dier tyd zoude vinden in een fituatie van eerder hulp nodig'te hebben, als van te konnen geeven de hulp welke geëifcht word. In zoodanige gevallen, wanneer de deliberatie eigent]vk niet is over de executie, maar over de verpligting om <-e executeeren , moeten de Principaalen noodwendig eekent worden door de Vergadering. Maar die buiten zodaanigc gevallen minder magt zoude willen toefchryven aan de Vergadering omtrent de executie der Traclaatcn en Alliantien, als boven sedian is- of die zouden willen aan de meerderheid betwiftm het oordeel, of een Traclaat, of Alliantie, in zeker geval moet geëxecuteerd worden, of met, zal moeten bekennen, zoo hy gronden volgt, dat hy, van de Republicq een Republicq maakt, waar mede niemand handelen kan. Hetgeen, als men ziet op de gevolgen, een veel groter zwarigheid is als die, welke men wil ontgaan met de Vergadering van haar Hoog ('O Cno-rius de J. b. ac P. hb. i. Cap. 5- §• 17-  Hoog Mog. naauwer te bepalen omtrent dit ftuk. Kort om, of de Vergadering heeft een generale magt en authorifatie om te executeeren de geratificeerde Tractaten , en Alliantien, gelyk bevveezen is; ofze heeft een fpeciaale authorifatie van de zeeven Vereenigde Provintien nodig tot elk geval, dat voorkomt, en dan is de executie der Tractaten, en Alliantien, fubject. aan dezelve lenteur, en aan dezelve onzekerheid, aan welke het fluiten der Traclaaten en Alliantien na de conftitutie van Regeering fubject. is. datis, dan hebben de Tractaaten en Alliantien met de Republiek weinig te beduiden, de executie de ziel derzelve wezendc. Eindelyk zyn de regtzanken van die flag van zaken, welke volflagen overgegeeven zyn aan de Vergadering, en waar in geen laft van Principalen plaats heeft, dewyl niemant regt kan fpreeken tusfehen partyen als na zyn eigen oordeel en gemoed: In aile andere zaken, welke gedefereert zyn aan de Vergadering van haar Hoog Mog., gelyk debegeeving van Ampten, de Generaliteit, of de Provinciën in het gemeen aangaande, het ftellen van ordre op de Politique Regeering van de Steeden, en Quartieren, immediatelyk résforteerende onder de Generaliteit, en zoo 'er meer zaken van die natuur zyn, hebben de Pro. vintien wel het regt, en vryheid,"om laft te geeven aan haare Gecommitteerden: en de goede harmonie tusfehen de Provintien brengt wel mede, dat tyd gelaten worde aan de Gecommitteerdens van een Provintie, welke meenen te moeten inneemen het goedvinden van haare Principaalen: inzonderheid wanneer het ampt of de zaak, van zonderlinge confidentie is met relatie tot het gemeencbeft, of tot het particulier belang van een Provintie. Maar wanneer by pluraliteit voortgegaan word met zoodanige zaken, konnen de overftemde Provintien of derzelver Gedeputeerden, niet pretendeeren, dat de ordre van de Regeering te buiten gegaan word, nog de conclufie ftremmen door overneeming, of andere ö' ZESDE  ZESDE CAPITTEL. Of de Vergadering van haar Hoog Mog. kan retracteeren de Refolutien en Decreeten van de Generaliteits Collegien. Na dat aangèwëezeri is, wat magt de Vergadering van haar Hoog Mog. heeft omtrent de zaken, welke behooren tot haare deliberatien , refteert te onderzoeken , wat magt dezelve heeft omtrent de zaken welke by Inft.ruCt.ie gefteld zyn ter dispofitie van de Generaliteits Collegien, en namelyk, of zy de magt heeft om te retracteeren het geen, dat dezelve refolveeren, binnen de paaien van haare refpeclive Inftructien. Men hoord fomwylen fuftmeeren, dat de Inftructien wel binden de Collegien, waar aan ze gegceven zyn , maarniet de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit, welke reprefenteeren de gezamentlyke Provintien, en welke moeten weeten wat zy kunnen verantwoorden aan haare refpeclive Committenten: en dat het niec ftaat aan de Generaliteits Collegien, te onderzoeken, waar toe de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit door haare refpeclive Committenten geauthorifeert ert gelaft zvn • maar dat dezelve Collegien moeten refpecleCren de Refolutien van de Vergadering, zonder zig daar teeeen te konnen behelpen met haare Inftruöien. De Collegien ter Admiraliteit, ichoon anders gehouden te gehoorzaamen de Refolutien en bevelen van haar Hoog M og., volgens het 26 en 60 Articul van haare Inftruclie , vinden een korte en peremtoire folutie op dit raifonnement in het aangetooge zestiefte Articul, welk haare gehoorzaamheid bepaalt tot bevelen, die conform zyn haar laft en Inftruclie. In de Inftruclien van den Raad van Staate van den taare i?84 en 1588. word niet gefprooken van eenige ïlibordinatie van den Raad aan de Vergadering van haaf Hoog Mog., nog van de relatie van de eene tot de andere- en geen wonder, dewyl men toen nog om geen permanente Vergadering dagt, gelyk getoond is  fea het tweede capittel, maar de generaale Regeer ing ftelde in handen van den Raad, die de Vergadering van tyd tot tyd zonde doen byeenkoomen. Maar de Inftruclie van het jaar 1651. maakt onderfcbeid tusfehen de Staaten Generaal, dat is, tusfehen de Staaten van de gezamentlyke Provintien', of im mers een diergelyke Vergadering als die van het jaar 1651., waar op verfche:de Provintien Staatsgewyze verfcheenen, andere gereprefenteerd wierden door een merkelyk getal van extraordinaris Gedeputeerden, cn de Vergadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit. En, het geen opmerkelyk is (a), ze reforteerd wel aan de Staaten Generaal, en aan de Staaten van de Provintien in het particulier, elk zoo veel hen aangaat, het regt, om zelve ordre te ftellen op de zaken, by de Inftruclie gefield ter dispofitie van den Raad, en dat nog maar alleen by tyde van nood, of als de zaken van den Lande zulks zullen vereis[chen: maar ze maakt niet het minfte gewag in die Refervatoire Claufule van de V°rgadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit, fchoón dat die Vergadering niet flegts eens, of tweemaal, genoemd word in de Inftruclie, maar in negen verfcheide Articulcn: het geen egter behoord had, en ongetwyfFeld zoude gedaan weezen, indien de meening geweeft waare, dat. de Vergadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit dispofitie zoude hebben over de zaken, by de inftruclie gefield ter dispofitie van den Raad van Staate. Boven dien maakt de Inftruclie nog een tweede onderfcheid, welk van geen minder opmerking in deeze is, te weeten, tusfehen zaken, welke fimpelyk worden gefield ter dispofitie van den Raad van Staate, en zaken, omtrent welke de Vergadering van de ordinaris Gecommitteerden ter Generaliteit concurreert met den Raad: uit welk onderfcheid wederom fchynt te volgen, dat de meergemelde Vergadering geen dispofitie heeft over de zaken, welke fimpelyk, en zonder concurrentie, gefield zyn ter dispofitie van den Raad. 1 Béhal- (<0 Articul ;o.  3M" 8a >$> Behalven deze redenen, welke alleen raken of defi Raad van Staate, of de Collegien ter Admiraliteit, zyn 'er verfeheide, welke de Generaliteits Collegien in het gemeen raken: En namelyk in de eerfte plaats, dat geen eene Refolutie kan te voorfchyn gebragt worden, waar by ooit zoude verklaart wezen, dat aan de Vergadering van haar Hoog Mog. eenig gezag toekomt over de Inftructien , by de Bondgenooten gegeeven aan de Generaliteits Collegien, of over de zaken by die Inftruclie geftcld tot derzelver dispofitie. Ten andere, dat de refervatoire Claufulen, in de voorfz. Inftructien geinfereert, waar by de Bondgenooten aan zig behouden de interpretatie, vermeerdering, vermindering, en verandering van de Inftructien, moeten hebben haar compleet effect, wanneer dezelve op geene van die wyzen verandert word. Èn ten derde, dewyl het een notoire zaak is, dat geene Inftructien konnen veranderd worden als met eenparige bewilliging, dat in alle gevallen die Collegien, welker Inftructien in dezen deele niet zoo klaar leggen als de Inftructien van den Raad vm Staate, en van de Collegien ter Admiraliteit, niet behoeven te defereeren aan de Refolutien van de Vergadering van haar Hoog Mog. over zaken, by inftr^dtie gefteld tot haare dispofitie, ten zy dat alvorens aan haar blyke, niet alleen, dat de Refolutien genomen zyn met eenparigheid, maar boven dien, dat de eenparige meening geweeft is, in het geval in queftie van de Inftructie af te gaan. Dog zoo uit dit alles volgt, dat de Vergadering van haar Hoog Mog. niet bevoegt is om te retracteeren dc Refolutien en üecreeten van de Generaliteits Collegieu over zaaken , aan dezelve gedemandeertby haare refpeclive Inftructien, zoo volgt nogtans daar uit geenfins , dat de Vergadering geen kennis altoos zoude mogen neemen van de abuizen, of excesfen, welke zouden mogen wezen begaan in, of door, de Generaiteits Collegien: Het m nfte dat men daar omtrent kan geeven aan de Vergadering van haar Hoog Mog., is, dat het haar Amp. en Pligt is, de Provintien daar van te infor- meeren,  jneeren, gelyk als van alle andere abuizen, en excesfen, waar in de Provintien gezamentlyk geraakt zyn, en waar tegen de Vergadering zelve niet kan voorzien , zonder fpeciaale laft en authorifatie: Vooral, wanneer zodanige abuizen en excesfen, niet van bezyden, of van particulieren, veeltyds gcdreeven door eige intereft, voorkomen aan de Vergadering, maar van de geenen, welke Amptshalve fchuldig zyn daar tegen te vigileeren. By exempel, wanneer die bekend gemaakt worden door de Generaliteits Rekenkamer, welke gelegenheid heeft in het opneemen der Rekeningen," en wel byzonderlyk van de Rekeningen van de Ontfangers géneraal van de Unie, en van de Collegien ter Admiraliteit, om te ontdekken de abuizen en excesfen, welke zouden begaan worden in de adminiftratie der Finantien : of wel door den Thcfaurier generaal, welke daar toe mede uit de natuur van zyn Ampt byzondere gelegenheid heeft, en gehouden is, volgens het 20^ Articul van zyne Inftruclie, naaktelyk voor te dragen', daar het behoord, alle nieitwigbeden, franden en abuizen, welke hy komt te ontdekken: En zoo men dit niet kan tegenfpreeken, fchynt men van gelyke niet te konnen tegenfpreeken, eerftelyk, dat de Vergadering van haar Hoog Mog., om op geen losfen voet te fchryven aan de Provintien, bevoegt is vooral te vorderen , het herigt en informatie varï het Collegie, in, of door, het welk de abuizen, of excesfen, zouden begaan wezen: en teri anderen, dat de Vergadering, om te beletten, wanneer de zaken , waar omtrent de abuizen, of excesfen zouden begaan weezen, nog in haar geheel zyn, dat die niet buiten haar geheel gebragt worden , hangende de deliberatien van de Provinciën, insgelyks bevoegt is, als reprefentcerende de Provinciën, en dezelve vervangende, wanneerde tyd geen uitftel lyd, by provifie te furcheeren de voortgaug van zodanige zaken, F 2 ZEVENDE  3X «4 ><& ZEVENDE CAPITTEL. Of, en in wat zin, de Souverainiteit van den Staat refideert in de Vergadering van haar Hoog Mog., en van bet onderfcheid tusfehen dezelve , en een meer 'eigentlyk zogenaamde Vergadering van de Staaten Generaal derVereenigde Nederlanden. Uit het gezegde in de voorgaande Capittelen fchynt met weinig moeite te konnen beflooten worden, of, en in wat zin, de Souverainiteit van den Staat der Ve'reenigde Nederlanden kan gezegt worden te refideeren in de Vergadering van haar Hoog Mog. Dewyl egter dit ftuk a) fomwyl kwalyk begreepen word, en de Provintien daar omtrent voor deeze niet van eene bevatting geweeft zyn (b), zal het niet ondienftig weezen, het zelve nog wat nader te éclaircisfccvcn. Vooraf ftaat aan te merken, eerftelyk, dat buiten opligt tot de Unie, de Souverainiteit, of het oppergezag , dat voor de affweering toebehoord heeft aan den Koning van Spagnien, als Hertog van Gelder, Graat van Holland, en zoo voorts, notoirlyk vervallen is door de affweering aan de Staaten van de relpective Provintien, elk zoo veel haar territoir aangaat, en geconfolideert is met dat gedeelte van de Souverainiteit dat van ouds aan elk van dezelve onder haare Landsheeren toebehoord heeft, na de verfcheide conftitutien vari haare Regeering. .... Ten andere, dat de meening van de Provintien in het aangaan van de Unie niet kan geweeft zyn de Souverainiteit in het geheel, of ten deele, gemeen te maken, aangezien dat de Unie aangegaan is meer als twee jaren voor de afzweering van den Koning van Spagnien. Ten O) Zie Refolutie Staaten van Holland 17.ftily 1663. (t) Publieq Gebed, deel 1. Cap. 4- dce] 2. Cap. 1.  Ten derde, fchoon de Unie aangegaan was, niet voor maar na de affweering van den Koning van Spagnien, dat egter in geenen deele zoude kunnen uit de Unie befloten worden, dat de Souverainiteit gemeen gemaakt is; doordien de Provintien zoo min konnen verdaan worden zulks gedaan te hebben door zig aan malkander te verbinden tot onderlinge defenfie, en om met dat inzigt niet te pleegen. zekere Acte van Souverainiteit anders als met gemeen confent, het geen alles is, waar toe de Provintien zig verbonddn hebben by de Unie, evengelyk als andere Princen cn Staaten, welke zig dagelyks by Tractaten en Alliantien tot diergelyke zaken verbinden, zonder de Souverainiteit gemeen te maken. Uit al hetwelk volgt, dat de Souverainiteit, met alle haar gevolgen, onaangezien de Unie, toekomt, niet aan dc Provintien in het gemeen, of aan de Staaten Generaal, veel min aan de Vergadering van haar Hoog Mog., maar aan elke Provincie afzonderlyk ,• cn dat vreemde Princen, wanneer ze negotieeren met de Vergadering van haar Hoog Mog., negotieeren met Gedeputeerden , niet van een enkeld Souverain, maar van zeven naauw verbonden, of, gelyk men doorgaanszegt, geünieerde Souverainen. Dog het is gantfeh anders geleegen met de Souverainiteit , in opfigt van de Quartieren, en Steden, immediatelyk reforteerende onder de Generaliteit, en van de Landfchappen, welke de Ooit- en Weft-Indifche Compagnien bezitten binnen de paienvan haare relpective Octroyen. Niet dat de Souverainiteit daar over eigentlyk zoude refideeren in de Vergadering van haar Hoog Mog., of toekomen aan iemand anders als aan de Staaten van de zeven vereenigde Provintien: Maar, dewyl die toekomt, niet aan de Provintien afzonderlyk, (zodanig dat Gelderland, Hol and, of' eenige andere Provintien, aangemerkt buiten gemeenfehap met de zes andere Provintien, zoude konnen gezegt worden in het geheel, of ten deele, de Souverainiteit te hebben over de voorfz. Steden, Quartieren, en Landfchappen, of over eenig deel van dien, of bevoegt te weezen om afzonderlyk daarover te pleegen F 3 , eenige  *< 85 eenige acte van Souverainiteit > maar in tegendeel , aan de zeven Provintien, in het gemeen, en pro indivifo? als over gemeene goederen , en effecten, zoo is 'elkeen Vergadering of Collegie, buiten de Vergadering van haar Hoog Mog., welkeimmediatelvk reprcfenteert, of kan reprei'enteeren , de onverdeelde Souverainiteit van de gezamentlyke Provintien over de voorfz. Quartieren, Steden, en Landfchappen. En het is een zoo incontedable zaak, dat geene van de Provintien afzonderlyk kan pleegen eenige acte van Souverainiteit over de voorfz. Quarticren, Steden en Landfchappen, dat, hoewel de Provintie van Zeeland van overlangc zig toegeëigent heeft een gedeelte van Staats Vlaanderen, onder denaam van hetCommittimus, en de middelen aldaar trekt, dezelve middelen niet te min nog ten huidigen dage geheeven worden op de Generaliteits Ordonnantiën , en verpagt van Generaliteits weege door Gecommitteerden van den Raad van Staate, aan welke Raad ook geappelleert word van de Vonnisfen,' het duk van de middelen onder het Committimus raakende: gelyk voorts in alle andere zaaken de Placaaten, en Ordonnantieu, van de-Generaliteit' aldaar plaats hebben, cn niet die van de Staaten van Zeeland. * Om het ftuk van de Souverainiteit nog meer op te helderen, de Vergadering van haar Hoog Mog. kan aangemerkt worden invyf verfcheiderelatien: de eerfte tot de Staaten van de refpeclive Provintien: de tweede tot buitenlandfche Princen, en tot derzelver Ministers : de derde tot de Generaliteits Collegien: de vierde tot de Militie van den Staat te Water en te Lande , en tot de hooge en laage Officieren, dezelve gebiedende: de vyfde tot de Quarticren en Steden mimcdiatelyk reforteerende onder de Generaliteit, mitsgaders tot de Landfchappen, welke de Ooft-en Weft-Indifche Compagnien bezitten binnen de palen van haare refpeclive Oclroyen. In de eerfte relatie is de Vergadering van haar Hoog Mog. al zoo weinig Souvcrain als een Ambasfadeur van den Staat buiten 'sLands Souvcrain is, cn nog minder, doordien een Ambasfadeur zyn Credentiaal en Caracter heeft van de zeeven Provintien, daar de Gedeputeer-  deputeerden, waar uit de Vergadering bedaat, geene andere Credentialen hebben als van haare refpeclive Committenten. In de tweede relatie reprefenteert de Vergadering van haar Hoog Mog. de Staaten van de zeeven Souveraine, hoewel naauw vereenigde Provinciën, en is, als zodanig, bevoegt te vorderen niet alleen alle de eerbewyzing, welke toekomt aan een Souveraine Vergadering , C a ) maar ook dat buitenlandfche Princen en derzelver Miniders, zig aan haar adresfeeren , en aan niemand anders, over alle zaaken, welke den Staat der Vereenigde Nederlanden in het gemeen betreffen. Dog dewyl de Vergadering de zeeven Souveraine Provintien reprefenteert, heeft dezelve uit dien hoofde altyd gepretendeert, en ook gehad , de voorrang boven de Staaten van elkeProvintie afzonderlyk, fchoon op derzelverSouverain territoir; waar van de bewyzen te vinden zyn in een Refolutie van haar Hoog Mog. van den 1 Maart 1685., genomen by gelegcnthcid dat aan derzelver Gedeputeerden in een Ceremonieele acte de pas wierd afgefneeden door die van de Provincie van Holland, waar van het opmerkelyk is , dat geen rappport gedaan is aan de Vergadering van Holland, immers dat niets daar van gevonden word in het Regifter. Men zoude hier konnen vraagen, dewyl de Vergadering cigentlyk niet Souverain is, maar alleen reprefenteert de zeeven Souveraine Provintien , of de buitenlandfche Miniders met den Staat over zeker fubject hebbende te negotieeren, niet zouden konnen, zonder te kort te doen aan de Vergadering , vooraf vorderen communicatie van de lad en authorifatie, welke dezelve heeft van de refpeclive Provintien, om met haatte trceden in onderhandeling over het fubject van haare Commisfie? Waar op men niets anders zal zeggen tot antwoord, als dat in een notabel voorval gebleeken is, dat de Vergadert) Zie Memoires & Negotiations Secretes de la Frsnce toucliant Ja paix de Munfter Tom. 4. pag. 61. F 4  «K 88 Vergadering niet gedefavoueert heeft, dat daar op konde gedaan worden; want men vind in het Regifter van het Jaar 1590, (a) dat dc Ambasfadeurs van Engeland, alvorens te treeden in negotiatie over zeekere pointen, welkeeenen van haar, den 14 July van het voorgaande Jaar 1589 , overgegeeven had, geinfifteert hebbende om te hebben verklaaring , of de Heeren Staaten gelaft en gèauthorifeert waaren om met haar daar over te handelen, dezelve wel in het eerft daar aan trachtede te voldoen met by monde te geeven particuliere berigting van de qualiteit, en magt, van het Collegie of Corpus van de Staaten Generaal, gecompofeert weezende by de Gedeputeerden van de Geünieerde Provintien, en dat het zelve Collegie, alzoo geformeert weezende, is het fouyerain Collegie van den Lande, het welk geen Overheer heeft ,maar die Gedeputeerden van de Provintien, te weeten die Staaten van dezelve, aan dewelke zy ure Actiën en Refolutien moetenv er antwoorden-, dat liet geen de Heeren Staten met hen, op haare propofitie, zullen handelen, by de, Provintien en een iegelyk valide gehouden zal worden, gelyk ook de. antwoorden henluiden aireedegegeeven, na de magt die de Gedeputeerden van de Provinciën eik hebben, van hunne Principalen, alzoo zy geautorifeert zyn om te maintineerende welftav.d van den Lande, de Vryheeden, Geregtigheeden en privilegiën van dezelve in 't generaal en particulier, en byzonder mede te onderhouden het TraEtaat met haare Majefteit gemaakt: dog zoo de voorfz. Heeren in laft zouden hebben , eenige zaken teproponeeren tegen de voorfz. heure geregtigheeden, vrylieeden, privilegiën, en 'het voorfz. Traclaat, dat de Gedeputeerden van de Provintien hen rondelyk wel wilden ver klaar en, dat zy daar op niet zullen refolveeren, of iets concludeer en, zonder voorgaand rapport aan heure Principalen. Maar wanneer de Ambasfadeurs geen genoegen namen met die verklaafing, maar "aanhielden omte,weetcn, of de voorfz. artikelen gecommuniceert waaren aan de refpeclive Provintien, en of dc Heeren Staaten Generaal by dezelve gèauthorifeert en gelaft waaren met hei? CO Z'e Refolutie 25 en 26 July 1550.  hen daar op te handelen, en te concludeeren, verzoekende daar op fchrif telyk antwoord, bleven de Staaten niet by de voorfz. gegeven onderregting, maar antwoorden nader en wel in gefchrifte, dat de Artïculen aan de Provintien gezonden waren, en dat die haare Refolutien en laft daar opgezonden hadden aan hunne refpeclive Gedeputeerden, en dat zy in conformiteit van dien zouden bejoigneeren en tratleeren met de gemelde Heeren Ambasfadeurs. In de drie overige relatien reprefenteert de Vergadering insgelyks de Staaten van de Vereenigde Provintien , met die modificatie nogtans, dat die reprcfentatie in reguard van de Generaliteits Coilegien bepaalt is door de refpeclive Inftructien, gelyk breder aangeweczen is in het vierde Capittel; cn in reguard van de Militie door den Eed, die de Militie gehouden is te prcfleeren op het ftuk van de Patenten, volgens het formulier gearrefleert by de groote Vergadering den 16 Juny 1651 (fdog welke buiten gebruik is) en doorliet regt der territoriale Overheeden, waar van het hier de plaats niet is om breeder te fprceken. Dog in reguard van de Quartieren en Steden, immediatelyk reforteerende onder de Generaliteit, en van de Landfchappen, welke dc Ooft-en Weft Indifche Compagnien bezitten binnen de paaien van haare refpeclive Octroyen , heeft dc reprefentatie geene andere paaien als die van de Souverainiteit, uitgezondert voor zoo veel eenige derzelve by Capitulatie, cn verdrag, gekomen zyn^onder de gehoorzaamheid van den Staat. Al wat tot hier toe gezegd is van de Vergadering van haar Hoog Mog. in opzigt van de Souveraniteit, heeft aptoirlyk mede plaats omtrent extraordinaris Vergaderingen, uitgezondert wanneer de Provintien daar op Staatsgewys verfchynen, waar van egter geen exempel is zedert dat de Vergadering van haar Hoog Moe een permanent Collegie geworden is; of het moeit dat weezen van de groote Vergadering van het Jaar 1651, een exempel waar meede in den Jaare 1716 en 1717 veel gefchermt is om nieuwigheeden goed te maaken , en zal het daarom niet quaad weezen, alhier kortclykaan te wyzen, waar in die Vergadering vqrF 5 fchifc  fchilt heeft van de ordinaris Vergadering van haap Hoog Mog. Men kan niet pofitif zeggen, dat alle de Provintien Staatsgewyze verfcheenen zyn op die Vergadering; a) want hoewel dc Provintien van Zeeland, Vriesland, en Stad en Lande, door dezelve by Misfive verzogt zyn, Staatsgewyze in den Hage te komen, en daar uit zoude fchynen te volgen, dat de andere Provintien Staatsgewyze aldaar vergadert waaren; zoo zal men egter vinden, dat in het Regider van die Vergadering wel nooit gefprooken word van Gedeputeerden, maar altyd van de Staaten van Holland, en verfcheide malen van de Staaten van Zeeland, (b ) maar dat de Gedeputeerden van de andere Provintien onderfcheidenlyk genoemd worden: als alleen, dat in een Refolutie van den 27 January gefprooken word in het generaal van de Staaten van de refpettive Provintien. Dog het zy dat alle, of maar zommigeProvintien, Staatsgewyze verfcheenen zyn op de grote Vergadering van het Jaar 1651, uit het geheel beloop der deliberatien van die Vergadering is af te neemen, dat alle de Provintien van begrip waren, dat de pointen, waar over die Vergadering befchreeven was, in dezelve moeden afgehandelt , en niet door de Vergadering zelve aan de Provinciën ter deliberatie gezonden, of door de refpectivej Gedeputeerden overgenoomea worden. En gewisfelyk niets komt minder overeen met het waar oogmerk van een extraordinaris Vergadering, ais maar Advifen of Projecten te formeeren, om gezonden te worden aan de Provintien, ten einde dat die daar op elk afzonderlyk delibereeren. Het zoude konhen aangezien worden voor een tweede onderfcheid in de manier van delibereeren tusfehen de voorfz. en de ordinaris Vergadering, dat dezelve gedecerneert hebbende een Conferentie tot het formeeren van een advis concilitoir over de pointen, op welke. C tf 5 Zie Refolutien 26 cn 29 April iCjr. C i ) Zie Refolutien 23 cn 31 Janmiary 1. 6, 8. 9. 17 en 22 Fetauay «51.  welke de Vergadering befchrcevcn was, een gelyk getal, en namelyk drie, van elke Provintie daar toe genoemd zyn, en verftaan is, (a) dat die Provinciatim en niet Capitatim, zouden advifeeren. Dan, dewyl tot alle andere befoignes agt Commisfarisfen na de gewoone wys genoemt wierden, ( b ) en daar onder twee uit de Gedeputeerden van Holland: zoo fchynt het, dat 'er een particuliere reede moet geweeft zyn, om in het deputeeren tot de Conferentie Conciliatoir af te wyken van de gewoone voetr welke reeden misfehien geweeft is , dat men het meer aanzag als een Conferentie tusfehen de Provintien ten fine van accord, dan als een befoignc van Commisfarisfen , en daarom begreep, dat 'er een perfectie gelykheid moeft weezen. Veele meenen , dat men voor een derde onderfcheid tusfehen de voorfz. en de Ordinaris Vergadering moet houden, dat de groote Vergadering van het Jaar 1051 geen Conferentien zoude hebben doen houden met den. Raad van Staate. fDog die dit voorgecven, vergisfen zig in het feit, terwyl 'er verfcheide Conferentien met "den Raad (c) gedecerncert zyn, door die Vergadering. Het is waar,. dat dezelve Vergadering zonder overleg met den Raad van Staate gerefolveerc heeft op zaaken, waar in de Raad had behooren gekent te zyn geweeft, na de gewoone manier van delibereeren maar, welke ook de oorzaak daar van mag geweeft zyn, zy is gewisfelyk niet gewecit, dat die Vergadering begreep, dat het niet overeenkomt met dc conftitutie, of met de waardigheid, vaneen extraordinaris Vergadering, Conferentien te houden met den Raad van Staate : want dan zoude ze de bovengemelde Conferentien niet gedecerncert hebben. Of zoo een extraordinaris Vergadering geen Conferentien kan houden met den Raad vaa Staate over zaken fpeftcerende tot het Ampt van den Raad, om dat de groote (70 Zie Refolutie 22, 23 en 2SMaart 1651. ( b') Zie Refolutie 9, 30 en 31 Maart, cn 15 Juni I6JI, (.0 Zie Refolutie 11 Mei, 17 cn 19 Juli 1051,  groote Vergadering van het Jaar 1651. het niet gedaan heeft over het ftuk van de Patenten, over de Inftructie van den Raad, en over de beüisfing der verfchillen onder de Provintien, zoo moet een ordinaris Vergadering, om dezelve reden, niet mneemenhet fchriftelyk advis van den Raad van Staate over zodanige zaken: waar in egter de geene, die de Conferentien met den Raad tegenfpreeken, geene zwarigheid vinden. AGTSTE CAPITTEL. Van het maken van een Inflruclie voor de Vergadering van haar Hoog Mog. Ti /Ten zoude hier konnen eindigen, indien het niet. XVJL dienftig was aan te wyzen het voornaam gebruik, welke zoude konnen gemaakt worden van het voorenflaand discours , beftaande in het maken vaneen Inftruclie voor de Vergadering van haar Hoog Mog., gebouwd op de gronden , in het difcours gelegt". "ÏSliet alleen is daar in aangeweezen, dat nu en dan gedifputeert is over verfcheide zaken, rakende zoo dc materie, als de forme, der deliberatien van de Vergadering, en onder anderen, of zeekere zaken behooren, of niet behooren, tot de tafel van haar Hoog Mog.: of, en hoe verre, haar Hoog Mog. bevoegd, of niet bevoegt, zyn om te refolveeren over zeekere zaaken met, of zonder, de Raad van Staate, en hoe verre de magt van Commisfarisfen tot de Militaire en buitenlandfche zaken , en andere fecreete zaken, gaat in fommigc geleegenheeden. Maar in het byzondej is aangeweezen in het vyfde Capittel, dat, hoe zeer anders de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit gehouden zyn aan de laft van tuarc refpeclive Committenten omtrent meeft alle de importante deliberatien, uit de Unie fpruitende, dozelve des niet te min difponeeren uit kragte van generale  «M 93 ># tlerale, offpeeiale, delatie van de gozamentlykeBondgenooten, over veele, cn zelfs over zeer gew gtige zaken, en dat omtrent die zaken hunne bunJen niet konnen gebonden worden door Provinciale ordres. Dc Staaten van de refpeclive Provintien van tyd tot tyd vergaderende , en derzelver Gedeputeerden, of Gecommitteerde Raden, gelaft zynde, op veele zaaken in abfentie van de Staaten , is het niet te verwonderen, zoofo.nmige Provintien geene particuliere lnltructien gemaakt hebben voor haare Gedeputeerden ter Generaliteit, en zoo andere Provintien dezelve geen eed daar op doen afleggen. Maar, dewyl de gezamentlyke Provintien zelden, of nooit, vergaderen, nog op voorvallende zaken op gelyke vrys konnen laft geeven aan de Vergadering als de particuliere Provintien laft geeven elk aan haare Gedeputeerden ter Generaliteit: en boven dien de zaken welke gedefereert zyn aan de difpofitie van de Vergadering, mecrendeeis van dien aart zyn, dat ze geen langwylige deliberatien toelaatcn, veel min het uititcl, dat onaffchcidelykis van het lchryvenom iafl aan Principalen, is het ongetwyffelt een groot gebrek in de conftitutie van de generale Rcg'eering, dat geen zorg gedraagen is, om de Vergadering van haar Hoog Mog. cc voorzien van Inltruclie na maate dat daar aan gebragt zyn het beftier, cn gezag, van en over zekere zaken by expresfe , of by ftiizwygende , delatie. By exempel, dat na de affchaffing van het Collegie Superintendent van de Admiraliteit, welk Collegie een zeer ampele inftruclie had, en door welkers affchaffing, de Superintendentie van de zaken van de Admiraliteit , ( a) gedevolveert is aan de Vergadering van haar Hoog Mog., geen inftruclie gegeeven is aan dc Vergadering op het fubject van die Superintendentie, maar alleen een nieuwe Inftruclie gemaakt voor de particuliere Collegien ter Admiraliteit, hetwelk eerft aanleiding gegeeven heeft aan den Admiraal Generaal in der tyd, om die Superintendentie geheel aan zig te trekken, als (a) Zie boven. Capittel 4,  als wezende het Hoofd van de Collegien ter AdwAraV... teit', (a) cn naderhand niet weinig gecontribueerd heeft tot dc jégenwoordige Confufie in het beftuur der zaaken van dc Zee. En, om nog een tweede, cn niet min opmerklyk, exempel by te brengen , dat in het Jaar 1651, doe de difpofitie over de zaken , en over het Volk van Oorlog, gedefei eert is aan de Vergadering van haar Hoog Mog met cn nevens den Raad, mede geen inftruclie op het fubject ;yan zoo importante dispofitie gemaakt is voor de .Vergadering, hoewel dat eenige Provinciën daar opdrongen, voorziendeongetwydêlt, ondermeer andere inconvenieatien , dedifputen, flrekkende tot nadeel van s'Lands dienft, welke zonder een zodanige inftriïctie noodzakeiyk moeiten volgen uit die gemeene difpofitie. D3 Inftrudlien van den Raad van Staate, en van de Collegien ter Admiraliteit, de Oude fnftruftie van het bovengemelde Collegie Superintendent, en meer andere, wyzen wel eenigermaate aan, wat het Ampt cn devoir, en welke de paaien van het gezag, van dc Vergadering van haar Hoog Mog. zyn omtrent de zaken, die de Bondgenooten uitdrukkeiyk, of ïtilzwygeuae, gefield hebben ter difpofitie van de Vergadering. Maar, behalven dat dc Inftructien zulks niet als indirecte! vk, en ftuksgewys, aanwyzen, de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit houden zig weinig of niet gebonden aan Inftructien, waar op zy geen eed gedaan hebben. En ze konnen ook met gelyk effect zig dekken tegen Provinciale ordres van haare refpeclive Committenten met Inftructien, welke niet aanhaar, maar aan anderen , gegeeven zyn. Alleen is in het Jaar 1651, een Inftrüctie gemaakt voor de Vergadering op het ftuk van dc Patenten, een exempel, welk toond/dat het geen nieuwe, nogongcrymde, zaak zoude weezen, een Inftruclie te geeven aan de Vergadering van haar Hoog Mog. op het ftuk van alle de verdere zaken, waar over, gelyk over de Patenten, (a) Inftruftie van Collegien ter Admiraliteit Artikel zi  95 latenten , de difpofitie aan haar gedefereert is doorde Bon ! 'enoocen. UU1 uc Niemand, die eenige kennis ven de Regeering heefr zal ontkennen,, dat de Unie tusfehen de Pro vintienS beftaan Kan, vooral onder de jegenwoordige formJ van Regeering, nog de zaaken de gemeene defenfie betreffende, langer konnen bezorgt worden, zoo geen meerder gezag als jegenwoordig gegeeven word aan de Vergadering van haar Hoog Mog., of aan den Raad van ataa e, of aan beiden ; en dat het eerfte gemakke lyker zal weezen uit te werken als het tweede ynö als de zaaken jegenwoordig ftaan. ' Maar ook zal niemand, die eenige kennis van de Regeering neeft inchneeren, om meerder gezag te geeven aan de Vergadering, zonder vooraf te zorecn worden" **** Va° dat ^ ?™Ï?B En fchynt derhalve ten hoogfte nodig te weezen dat dc Bondgenooten by een pertinente Inftrufti voor! fchryven aan de Vergadering aan de eene zyde wil dezelve zal mogen cn moeten doen uit haare «meeno naam tot bevordering van het gemeene beft geT aan de andere zyde welke dc paaien zyn, waarX dé Vergadering zal hebben zig te houden, zoo met opziet to de gezaamcntlyke Bondgenooten, als met opz ft tot de Generaliteits Col egien upzigc Zonder dat een zodanige Inftruótie zoude behoeven veele zaken te behelzen, welke niet reeds »■ ft ■ zyn by deeze of geene Inftruclie, of daar* getrokken worden als gevolgenj ^ah&Wj&g het voJgena Concept, welk als een fchets onderwo pen word aan wyzer oordeel. UUUÏVO'" Concept van InftruElie voor de Vergadering van haar Hoog Moogenden. & aertnZ Niemand zal mogen compareer™ ?„ j Vergadering, het zy alsSdS 3 v°°r/zdinaris Gedeputeerde, dieVe fie heef fn eXtrao1'Generaliteits Collegien, of d?e bclV?/ n,gC Van de employ, i^J^g» £«£njg eed  cd gedaan heeft, of gehouden is eed te doen, aan cf? Generaliteit, of aan eenig Vafalheer, van de Generaliteit dependeerende: uitgezondert, dat Ambasfadeurs, extraordinaris Envoyez , en Plenipotentiarisien, of extraordinaris Gedeputeerden zonder Caracter, mitsgaders Gedeputeerden te Velden, zullen mogen in de Vergadering compareeren geduurende haare Commisfie, en langer niet, mits.ten dien einde voorzien zynde van de behoorlyke Credentialen, en geen fesfie hebbende in eenige Generaliteits Collegien , nog buiten de voorfz. qualitciten van Ambasfadeur, extraordinaris Envoyé , Plenipotentiaris, of Gedeputeerde te Velden , in eed zynde van de Generaliteit, of van eenig Vafalheer. In de voorfz. Vergadering zal o* er geen zaken gedelibereert worden, als welke fpecteeren tot de gemeene deliberatien, en difpofitie, van de gezamentlyke Bondgenooten volgens de Unie van Utrecht, cn andere eenparige verdragen tusfehen de Provintien: zonder dat zal mogen in de voorfz. Vergadering gedelibereert , of omvraag gedaan worden, over andcrezaken, van wat natuur ze zouden mogen weezen, immers niet in weerwil van de Gedeputeerden van een eenige Provintie, veel min geconcludeert, als met volkoomc eenparigheid. In de zaken welke gefteld zyn ter dispofitie van dc voorfz. Vergadering by eenparige o vergif te van de gezamentlykeProvintien, zullende Gedeputeerdenadvifeeren, en helpen refolveeren, zoo als zy zullen oordeelen volgens de Unie, en opgevolgde delatien, te behooren, tot meeften dienft en zeekerheid van de vereenigde Provintien, mitsgaders tot onderhouding van' vriendfehap en eënigheid onder dezelve : zonder in deliberatien over zoodanige zaken voor oogen te hebben, ofte. betragten, het particulier belang en voordeel van de eene Provintie boven dat van de andere. En zal derhalven geen overneeming, nog contradictie van conclufie, plaatshebben ontrent zaken, in' het bovenftaand articul begreepen, als welke de Bondgenooten verdaan alleen te moeten plaats hebben omtrent zaken, op welke niet kan gerefolveert worden, volgens het negende articul van de Unie als met gemeen  rneen advis en confent van de Provintien. Wordende niet te min vrygelatcn aan de Gedeputeerden Sn de Ttl oeLe^ S taaten haare CommSf" In de Befoignes en Conferentien, welke eedcceSt worden door de Vergadering tot het examinS^ voorkomende zaken, en om by rapport de vSrinl te dienen van advis, zullen de Gedeputeerden !ÏÏ d aS gen als Raden of Commisfarisfen van de Sneftlvkê Bondgenooten en dienvolgende ftemmen in ?odaSe Befoignes en Conferentien, zoo als zy op dc grondS van de Unie en van de Inftruclien, RegIem?ntèS en ordres door de gezamentlyke B^d&aS refteert, mitsgaders van de Tractaten cn Alliantien ?n ^ ' gocden gemoede zullen oordeelen re behooren zonder gebonden te weezen aan een ^ Provinciale laft of Inftruclie, in het geeven vaS haa? advis in zodanige Befoignes en Conferentien J" vo°rfz- Gedeputeerden zullen (a), mct en nevens den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden neemen goed reguard , ten einde dat de Lande,en vereenigde Provintien, Steden en Leden van dien ondei &l^LlTrZCk V3n de ^bondS%S£ Z^tl „ g£maakt' ™ opgerege, als mede de Gouverneurs en Krygsoverfte derzelve, daar die zvimfa gaders derzelver Gouverneurs en KrygsoverS» on dereenecï4tCren> ^ SS^ en ^oudenifi'gS- Zullen onderhouden alleTraclaten en Alliantien m tusfehen dc vereenigde Landen, de Provintien Ste den en Lenen van dien, gemaakt met nafeS^RVkm Landfchappen, en Republicquen; en fflSzeh& einde en tot avancement van dc Neringen e™^afvk dezer Landen, onderhouden goede SmicSmmtff Vnendfchap en Nabüürfchap, met te Wh^Céti Princen en Heeren, omleggende Komngryfceii^S?. blicquen, O) Infhucftie Raadvsin Staate. Art. 3. O) Iaftruéöa Raad van Sraate, Art. ft. G  t> blicquen, Landen en Steden, by de befte middelen, die zy daartoe zullen ordonneeren: En nademaal de Secretesfe de ziel is van de Staats deliberatien, en vooral van die, welke Buitenlandfche Mogentheeden raken, zullen de Gedeputeerden ter Vergadering op haar Eed gehouden zyn, fecreet te houden alle zaken, welke uit haar natuur fecretesfe vereisfchen, of welke de meerderheid van ftemmen van de Provintien zal goedvinden dat gefecreteert zullen worden, zonder zodanige zaken te openbaren aan wie het ook zoude mogen weezen, uitgezondert aan de Heeren Staaten haare refpeclive Committenten, of aan derzelver Geauthorifeerdens tot de Secreete zaken. En om beter het fecreet te bewaren, zullen de Gedeputeerden van de Vergadering tot de Buitenlandfche zaken, zoo wanneer zaken aan haar gecommuniceert worden, welke zonderlinge fecretesfe vereisfchen, en welke zyn van die natuur, dat niet finalyk daarop kan gerefolveert worden zonder voorgaande communicatie aan de Provintien , vermogen zodanige zaken dirccftelyk te brengen tot kennis en deliberatie van de Provintien , zonder vooraf daar van rapport te doen aan de Vergadering, of daar van kennis te geven aan iemand buiten de Leden van het Befoigne. Maar wanneer in tegendeel zodanige fecreete zaken zyn van die natuur, dat na de. ordre van de Regeering finalyk daarop kan gerefolveert worden ter Vergadering, zonder voorgaande kennis en deliberatie van de Provintien, zullen de Gedeputeerden tot de Buitenlandfche zaken daarvan rapport doen aan de Vergadering, onder voorgaande aanzegging van fecretesfe op den eed: of, wanneeer in het Befoigne eenpariglyk mogt geoordeelt worden, dat der Landen dienft vereisfcht de zaak provifioneel te houden onder de Leden van het Befoigne, zullen zy zulks mogen doen een geringe tyd van agt, of ten uiterfte veertien dagen, of zelfs op de zaak (des nodig zynde en anders niet) refolveeren op de naam van de Vergadering ( a ), mits dat de Heer ter Vergadering prefideereude prefent zy in het Befoigne nevens O) Zie Refolutie 21 July 1651 van de Groote Vergadering.  3K 99 nevens den Griffier, en mits dat rapnortdaar van „„■ na geleegenheid, met byvoegingvan Z ™ 5 gen' andere gewignge materiën, welke door de vV7j? Kafl'T W^e" ^(«ratie vSeProvinfto, ftandigheeden der zaken, SSKïïS? e'eSffiT ratsen, en redenen van Staat, zoo voor als telen £frr,J5\ zodan,ge zaken: zal de Vergadering inzon^ j za^en aan tie Provintien , als bv vervnle- SveraSsSS™ eren,vana!' wat dienen kan om de> fr Innn a^.Cemjaken' om met volkoome kennis Ver| S^rS,-^^— daar op kan genoomen worden na de ordres ïnn 5 Regeering, de Provintien dien het nod^we.en zal bezenden, ten einde om door mondelyke ontkrriïrS* en periuafie, de zwaarigheeden weg teNeemen % Provintien te brengen tot eenparigheid En zïllen S bezendmgen over zaken, rakende^de Finantfen Vf btib Fortificatiën, of andere pointe^ weezende vin S aateePbS3?nt-e^ ?mPete^ van den R^d S Uit ^Vergadering^ iJ?tbeZOTjinSen van §een focces zvnde en de zaaken weezende van die natuur, dat gLn'oVerflemminï G 2 daar  Stfden> onder het ^^dS^S-S^l rTT of Reg;iftcr, dat ten dien eind?zT gehou^en^den Sn ^fitó* ZUlICn m°g- P^TO te difponee in & 4^Ufe| 'eToveTS taten Conrr^Pn n J g en' Vrydommen, Trac- rilt e^dfofitfe1- \ t iSief ^ a^ van Oorlog Sv^d^^^^0^'11" Volk Vereenigde0 Necfeiïndcn enpntenJf ert?n djenfte der goed ve^ftand en eenife met den Van zullen de zaken, n^ffiS2&£2gS> met den aankleeve van dien, tórsminL, Militie, pareert worden, iaOwfe^^S?^'3 enSePreden uit den Raad ^SS^feSSSSt refolvceren ter Vergadering:' cn 3£f de ReiolE CjO. Infriuftic Raad van Staate Artirul < C*; Inftruclie Raad van Staate Articul 6 G3 •-'  den, ter Vergadering genoomen op de Advifen, in de Conferentien geformeert, gezonden worden aan den Raad van Staaïe, om te geeven aan de Militie, de ordres daaruit proflueerende, en dezelve voorts te doen executeeren. Behoudelyk nogtans, dat zoo de Vergadering zoude vinden zig niet te konnen conformeeren met een uitgebragt rapport, of advies, de zwaarigheeden zullen overwogen worden in een nadere Conferentie met Gecommitteerden uit den Raad van Staate , en op het nader rapport ter Vergadering gedelibereert in prefentie van cien Raad , ten einde, om des noods zynde, te konnen geeven nader eclaireisfement aan de Vergadering. Gelyk ook ten allen tyde aan den Raad en Corps audiëntie zal verleend worden ter Vergadering, en als van ouds gedelibereert, en gerefolveert, in deszelfs prefentie op het geen, dat de Raad en Corps zal voordraagen, het zy over zaken van Oorlog, of andere, wezende van haar departement. Omtrent de manier der deliberatien over Oorlogszaken van zonderlinge importantie, en fecretesfe vereisfehende , (a) zal gebleeven worden by het oud gebruik, en zal dienvolgens daar opgedisponeert worden in fecreete Conferentien by meerderheid van dammen van de prefente Leden uit de Vergadering. en uit de Raad van Staate, mits dat de Heer ter Vergadering Prefideerende, nevens den Griffier, prefent zyn in de Conferentien: En zullen vervolgens de Refolutien en ordres uitgegeeven worden op de naam van de Vergadering. In het verleenen der patenten, met den aankleeven van dien, zullen de Gedeputeerden ter voorfz. Vergadering preciefelyk agtervolgen de Indruclie , den löjuny 1651. by de gefamentlyke Bondgenooten gearredeert op het ftuk van de patenten, welke hier gehouden word voor geinfereert, en waar op weder eed gedaan zal worden door alle de Gedeputeerden als voor deezen. De Vergadering zal, met en nevens den Raad van Staate , £« ~) Zie boven Capittel 44  Staate, zorg draagen, (a) dat de Frontieren van den Staat in het gemeen met fuffifant guarnifoen moogen zyn bezet, en dat de verdere Militie, zooveel doenlyk, en de geleegenheid toelaat, verdeelt, en weiegen worde inde naafte en geleegenfte plaatfen omtrent dezelve Frontieren, om ten allen tyden in geval van fubite nood, zoo binnen, als buiten, by de hand te konnen weezen. De voorfz. Vergadering zal hebben de fuperintendentie, bevel en gezag, over alle zaken, rakende het ftuk der Zee, Admiraliteit, en Oorlog te Water mitsgaders de middelen daar toe gedeftineert: innee* mende op alles de Confideratien van de Collegien ter Admiraliteit, en ten dien einde befchryven de Gecommitteerden uit dezelve, zoo wanneer, enzQo dikwils, als het nodig weezen zal. In het exerceerenvan welke Superintendentie, bevel, en gezag, de voorfz. Vergadering zal volgen de Inftructie, den i3Augufti 1597 gearrefteert voor de Collegien ter Admiraliteit, voor zoo veel dezelve Inftruclie daar op applicabel is, ende verdere Reglementen, en ordres, by de gezamentlyke Bondgenooten gearrefteert op het ftuk van de Admiraliteit, neemende vooral reguard, dat de voorfz. Collegien allelins nakoomen haare inftruclie , en de voorfz. Reglementen , en ordres , in het geen dat haar aangaat. En om efficacieuslyk te weeren de abuifen, welke in zwang gaan, zoo omtrent den ophef der middelen te water, als omtrent de verdere zaken , zynde van de adminiftratie en van het bewind der Collegien ter Admiraliteit , zal de voorfz. Vetgadering byzonderlyk goed reguard neemen, cn met der daad beletten, eerftelyk dat geen ampten, of bedieningen, van de Admiraliteit dependeerende, groot, nog klein, gegeeven worden aan Kinderen, of aan andere Perfoonen, welke ingeenftaat zyn om dezelve ampten, of bedieningen , m eigener perfoon waar te neemen: ten anderen, dat geene van de voorfz. ampten of bedieningen verkoft, of met pennoenen of andere uit- keeringen Ca) Inftruftie Rand van Staate Articul 7. G4  .iinifters,.Commifen Generaal, of Equipagie-Mccs-'' ters, tegen weke zoude moeten geprocedcer.t wor-"1, den, berjqb'ren, ten einde óm ter ordonnantie van het hoogile Collegie van Juftitië aldaar zig teegen dc. voorfz. perfoonen te informeeren: dezelve te dagvaarden voor het voorfz. Collegie van Juditie: hun lieden tc maken haar proces: het zelve te indruecren en te brengen in daat van wyzen: en zoo de zaak raakt eenige van de bovengenoemde.Miniders , Commifen Generaal of Equipagie-Mceders, dezelve voor het voorfz. hoogde Collegie van Juditie te vervolgen ten definitive. . Maar 'zoo dc zaak raakt iemand van dc Raden, zal het Proces ( b ) behoorlyk geindrueer.t zynde, gezonden worden door het Hof, voor welk het geinftrueert is, aan de Staaten van de Provintie, uit welke de aangeklaagde Raad of Raaden, in het Collegie gecommitteerd zyn, welke aangenoomen hebben., en ^ by het arredeeren deezer Indruclie aanneemen, en beloovcn, het zelve proces aldaar by dc ordinaris Juditie, of ordinaris dagelykfche Regter van de aangeklaagde . te zullen termineeren by finale deccfic binnen dc tyd van zes wecken na den ontfang. En zullen de Sententien, uit kragte van dc drie bovendaande articulen tc wyzen, ( c) aan geen appél of reformatie, fubject zyn, maar alleen aan revifie' te weeten, wanneer ordinaris geprocedcert, en niet op confesfie regt gedaan is. ' Omtreit alle Crimineele zaken, rakende de mindere Officianten en Bedienden van de Collegien ter Admiraliteit, zal preventie plaats hebben tusfehen de Fiscaal van de Generaliteit, cn de Fiscaal van het Collegie, ( a ) Inftruclie Raad van Staate Artikel 40. (l>j Ibidem. (O Ibidem. G 5  < 106 ># Collegie, waar onder de voorfz. mindere Officianten, en Bedienden reforteeren: ten dien effecte, dat de preventie zal worden geintroduceert door de Refolutie of ordre van de Vergadering van haar Hoog jylog., om te informeeren, en dat de Fiscaal van de Generaliteit, in cas van preventie, zal moeten proeedeeren voor het voorfz. Collegie, en dat de Fiscaal van het Collegie zig zal mogen voegen ten procêsfe; en, in dat geval , zal genieten de portie, aan hem volgens de Placaaten toekomende in cas van pecunieele muitten. De Ontfangers Generaal van de voorfz. Collegien in gebreeke blyvende van Jaarlyks, binnen behoorlyke tyd, te reekenen van haar geheelen ontfang en adminiftratie, zoo ordinaris als extraordinaris, aan de Generaliteits Rekenkamer, zal de Vergadering op de advertentie, daar van door de Rekenkamer gegeeven, de gebreekige Ontfangers Generaal daar toe houden by middel van paraate executie: ten welken einde de Staaten van de Provintien, waar in de gebreekige Ontfangers Generaal refideeren, onweygerlyk zullen verleenen Afte van territoir. En om met het vereifchte effect, de hand te konnen houden aan de zaaken van de Admiraliteit, zal de Vergadering van haar Hoog IVlog. bevorderen, en door alle bekwaame middelen uitwerken, dat de Raaden en Magiftraaten van de Steden, daar eenige ontfang van Convooyen en Licenten is, prefteeren den eed , geordonneert by Refolutie, of Acte, van den 23 Ocfober 1582., (a) by welke de convooyen en licenten gemaakt zyn van Provintiale tot Generaliteits middelen , en op heden van nieuws gearrefteert: En zal zonder oogluiking doen procedeeren voor het hoogfte Hof van Juftitie van de Provintie, waar onder dezelve reforteeren, door den Fiscaal van de Generaliteit, en door den Fiseaal, of Procureur Generaal, van de Provintie als gevoegde, tegen de Raden en Magiftraten, welke zouden mogen in gebreeke blyven van het pres- teeren fa) Zie ook het Reces geïnfereert in het Rcgifter van Holland 14 Juny 1583 Artikel 24.  i°7 > teeren van den voorfz. eed, of welke die zouden mogen over treeden, als tegen perturbateur s van de gemeene rufte, in conformiteit van de voorfz. Refolutie, of Acte. Gelyk de Vergadering mede ten zeiven einde de Raden ter Admiraliteit, Advocaaten Fiscaal, Secretarisfen, en Commifen Generaal. by derzelver aanftelling zal doen beloven, onder folemneelen eede agtervolgens en in conformiteit van haar Hoog ivfog. Refolutie van den 8Auguftus., zig niet te zullen reguleeren, of in eenigen deelen obtempereeren aan eenige beveelen, oppofitie, refistentie, of anderfints , wat het ook zoude mogen weezen, die haar zouden moogen worden gegeeven, of gedaan, by, of van weegen de Heeren Staten van eenige Steden afzonderlyk, zonder Refolutie van haar Hoog Mog. , of contrarie aan het Placaat en Ordonnantie op den ophef der middelen te Watert maar van die voorfz. beveelen , oppofitie, refiftentie, of wat het ook zoude mogen weezen, aanftonds kennis te zullen geeven aan haar Hoog Mog , endienonvermindert, en niette gen ftaande de voorfz. beveelen, of oppofitie, refistentie, of anderfints, haar, voor zoo veel in haar is, precifelyk te zullen gedragen na het voorfz. Placaat en Ordonnantie , zonder eenige disfimulatie of conniventie. De voorfz. Vergadering zal, na ingenomen fchriftelyk berigt van de refpeclive Collegien ter Admiraliteit, (a) en na gehouden conferentie met Gecommitteerden uit de Generaliteits Rekenkamer , refolvceren op de partyen, welke door dezelve Kamer in het opneemen der Rekeningen van de refpeclive Ontfangers Generaal van de voorfz. Collegien geroyeer t, of met loquaturs bezwaart zyn, zoo als zal bevonden worden te behooren ten meeften dienfte van den Lande. Op gelyke wys zal de voorfz. Vergadering meede refolveeren op de Loquaturs van de Generaliteits, (b) Ree- C O Zie Iiftruclie Generaliteits Rekenkamer 21 Tanuarv i62Z Artikel 6. C») Zie de bovengemelde Inftruclie Artikel 1 en 4.  «g< io8 >& Reekenkamer op dc liquidatien van de Provintien wegens derzelver jaarlykfe betaalingen van de Militie en andere lallen, de Generaliteit rakende, en namelyk, na ingenoomen fchriftelyk berigc van de Gedeputeerden van de refpeclive Provintien tot het overleveren en vervolgen der liquidatie , op welke de Loquaturs gemaakt zyn, en na gehouden conferentie met Gecommitteerden uit den Raad van Staate,. en Generaliteits Rekenkamer. De voorfz. Vergadering zal den Raad van Staate en andere Generaliteits Collegien laten by het volkoome gebruik van haare refpeclive Inftructien, (a) zonder daar in te doen eenige verandering, of inbreuk, of tegedoogenby iemand anders gedaante worden : En zal insgelyks gehouden zyn reguard te neemen, dat dezelve Raad, en andere Generaliteits Collegien, haare Inftructien wel nakoomen. De voorfz. Vergadering zal niet mogen verkoopen, vervreemden, nog belaften, (b) eenig regt, of geregtigheeden, domynen, goederen, actiën, of crediten, toebehootende aan de Generaliteit en gemeene Unie, anders als na voorgaande petit e van den Raad van Staate, en eenparig confent van de Provintien, Staatsgewys daar op gedraagen. Gelyk zy mcede niet zal vermogen het inkoomen van eenige Comptoiren, (c) generale, of particuliere, onder de Generaliteit gchoorende, te diverteeren, nog te belaften, met asfignatien, negotiatien, verpandingen, of eenige andere verbinten isfen, zonder voorgaande Petitie, en Confent als bpven. Nog ook te verleenen eenige paspoorten tot vrye uit-of-in voer van eenige goederen, (d) koopmanfehappen, meubilen, of anderfints, van wat zaken het ook zoude mogen zyn, uitgezondert alleen de ordinaris O) Inftruclie van dc Hollandfchc Gedeputeerden ter Generaliteit Artikel 15. (J>) Dezelve Inftruclie Artikel 5. •([ ÏII ># ampten, commisfien, en andere voordeden, dependeerende van de Regeering, ten uiterfte nadeelig, ja rurneus zyn voor het gemeene beft, zullen de Heeren, in de voorfz. Vergadering gedeputeerd, by een fpecialen eed, boven de generaale eed op deeze inftructie, belooven, zig te zullen onthouden van alle correspondentien en overeenkomften, met haare MeedeGedeputeerden ter Vergadering, of met eenige van dien, of met wie het anders zoude mogen weezen, over de begeeving der ampten, commisfien, of andere beneficiën, dependeerende van de Vergadering, by weege van verdeeling, tourbeurten, of op eenige andere wyze: onverkort nogtans de tourbeurten, zedert een geruime tyd van jaren vaftgefteld, en gepractifeert, tusfehen de Provintien, omtrent zeekere commisfien , C a) en omtrent eenige kleine ampten. Zullen insgelyks geen deel mogen hebben in eenige Waaren, of Koopmanfchappen, ( b ) welke aan 't Land worden verkoft, of gelevert, nog ook in eenige verpagting van de Generaliteits middelen, veel min mogen kopen eenige Ordonnantiën ten lafte van de Generaliteit, of van de particuliere Provintien, of in dezelve Ordonnantiën participeeren, alles direclelyk nog indirectelyk, Zullen genieten zoodanig traeftement, (cï of daggeld, ten lafte van de refpeeïive Provintien elks Committenten, als de refpeftive Provintien zullen goedvinden: en , reizende in Commisfie zullen zy zig precifelyk reguleeren na het reglement op de binnelandfche deputatien gearrefteerd, of nog te arrefteeren: zonder daar buiten te gaan, of te mogen aan malkander toevoegen eenige byflagen, of vereeringen, in eenieer manieren. ° Zullen eed doen op hetplaccaat van den 10 December 1715. tegen de Corruptien, in conformiteit van hetzelve, en zig precicslyk daar na reguleeren , gelyk mede na alle de Placaaten, Reglementen, Refolutien en f a) Zie Refolutie Staaten Generaal 30 January en 10 February iö6y, ( * ) Zie Inftruclie voor de Hollandfche Gedeputeerden Artikel 17. (O Zie de bovenftaande Inftruclie Artikel 18.  "2 -tn órdrcs, welke ge'arrefteerd zyn, of hier na 'zullen j&gearrefteerd worden, by eenparige bewilliging, cn goedvinden van de gezamehtlyké "Provintien. • Alles by provifie en onverkort de verdere laft en: ■Jnftruöie, welke de Bondgenooten zouden moogen t'e'énjger tyd goedvinden by nadere deliberatie te geeven aan de voorfz. Vergadering, gelyk mede onverkort de particuliere laft en Indruclie van de refpec■ti've Provintien voor de Heeren derzelver Gedeputeerden ter Vergadering, voor zoo veel die particuliere Jaft en Indruclie nietdryd met deeze gemeene Inftructie . als welke de gezamentlyke Bondgenootenbv deeze eenftemmiglyk verdaan, "willen, en ordonnéeren, dat in alle haare deelen onverbreekelyk zal nagekoomen en agtervölgd worden door de voorfz. Vergadering, en door alle en een iegelyk van de Heeren, daar in gedeputeerd , het zelve by deeze elk aan de haaren welerndelyk, en onwederroepelyk, beveeïende, uit kragte van haar fouverain gezag. De gezamentlyke Bondgenooten behouden aan zig het regt en de magt om deeze Indruclie tc interpre? teeren, en te expliceeren in geval van duiderheid, en om daar by en af te doen, zoo als zy met gemeen, advis zullen vinden te behooren voor de meedc zcekerheid, welvaart, cn cenigheid , van de gezamentlyke Provintien, en van de Leden van dien. EINDE.