PROEVE Over de Middelen die tot Befcherming van de ZEEVAART E N KOOPHANDEL en tot verdédiging van de BINNEN- en BUITENLANDSCHE BEZITTINGEN der REPUBLICQ In de OOST-INDIEN en op 't vaste Land van AMERICA zouden kunnen aangewend worden. Te AMSTERDAM, By d'Erven E. van HARREVE LT, Boekverkooper in de Kalverftraat. MDCCLXXXIII.   PROEVE Over de Middelen tot Befcherming van de ZEEVAART E N KOOPHANDEL en tot verdédiging van de BINNEN- en BUITENLANDSCHE BEZITTINGEN der REPUBLICQ I. HOOFDDEEL, Handelende over de Middelen in 't algemeen, en van de Land- en Zeemagt in 't byzonder. § r. Over de Middelen in 't algemeen. #^5T#e veiligheid van de verëenigde Ge1*4 D ^ weften, Generaliteits Landen, en Volkplantingen , met de BefcherA 1 ming  4 Over de Middelen in 't algemeen. ming van den Koophandel, die de zenuw van den Staat is, fchynen my toe, de voorwerpen te zyn, die te zamen genomen, by 't bepaalen van de evenredigheid der Landen Zeemagt, moeten in 't oog gehouden worden. Men zal tefFens Iigtelyk bezefFen , dat de Militaire Conftkutie van 't Krygsvolk, zoo te Water als te Land, voor alle deeze oogmerken, zo veel immers mogelyk is, behoord ingerigt te wezen. Hoe weinig ook tot dus verre hier acht is op gcflaagen, is het daarom niet minder zeker, dat dezelve militaire Conftkutie, die, by voorbeeld, de beste voor 't PruisuYche Ryk is, voor de Franfche Natie zeer nadeelig zyn kan, dewyl ze na de wyze van denken, 't Carader, en de politicque Conftitutie van het Volk , daar ze voor dienen zal, moet gefchikt zyn. Het getal der Officieren, Manfchappen en Schepen, zal van de byzondere gefteldheid van de verfcheidene Landen, die men befchermen moet, het financieele wezen van de. Republicq, en de magt van de Nabuu- ren,  Over de Middelen in V ahemeen, 5 ren, waarmede men in oorlog geraaken kan, moeten afhangen. De magt van de nabuurige Mogendheden is grooter of kleiner, na maate van het getal, de goede of kwaade eigenfchappen van haar krygsvolk, en de fterkte, die aan het Land, daar men in ageeren moet, door de Natuur of door de kunst gegeeven is. De grootte van de Krygsmagt zal ook moeten bepaald worden , ingevolge van den aart van den Oorlog zelve, offenfiev, defenlïev, dan wel vermengd , waar toe hunne Hoog Mog. zich in ftaat willen ftellen. Wat al militaire, ftaatkundige en philofophifche kennisfen, van de locale fituatie van ieder Land, van de overige takken van de kunst van den Oorlog, van het financieele vermogen van den Staat, en eindelyk van 't menfchelyk hart , en het caracter van de Natie, worden hier niet vereischt? Wie ze gelieft te overweegen, zal zig niet meer over de gebrekkelykheid van 't militaire wezen van onze Republicq, ja van geheel Europa zelve, behoeven te verwonderen. A 3 Het  6 Over de Middelen in 't algemeen. Het is volftrekt onmogelyk, durf ik zeggen, om op dit tydftip voor ons Vaderland een gecombineerd Plan van defenfie der Provinciën , Generaliteits Landen, en Volkplantingen en van de Proteaie der Commercie tot volkomenheid te brengen, te meer, daar dit Plan gevestigd moet zyn op de beste militaire conftkutie te water, en te land, die daartoe zoude kunnen dienen. Men fchrikt , als men denkt op de uitgcftrektheid van de lime van operatrn tot verdédiging van de Coloniën, die wyd en zyd door Afia, Africa, en America verfpreid zyn. Al wat 'er op dit oogenblik gedaan kan Worden, is, om een fchets te maaken van de wyze , daar zulk een plan op ingerigt zoude moeten wezen, en 'er eenige ruwe trekken by te voegen , van 't geen 'er hier en daar, zoo ter verdédiging van de Coloniën , als anderzins zoude kunnen in 5t werk gefteld worden. Het eerst van allen moet .men beginnen met het maaken van militaire Kaarten van alle de Bezittingen der Republicq. Deeze Kaarten moeten eene zeer naauw- keu-  Over de Middelen in *i algemeen. ? keurige Topographicque afbeelding van 't Land vertoonen, gelyk door de Generaals Ktmbergen in de Crim , en Bauer in Moldavie'n en Wallachiën is gedaan. Ook moet daar eene befchryving bygevoegd worden van 't voordeel, dat men van ieder plaats by 't maaken van een defenfiev Plan van Operatiën trekken kan. Waterpasfingen, inundatiën, moerasfen , hoogten , bergen , défilés j diepte , en breedte der rivieren, zeegaaten, ftranden, en de Retrenchementen, en Fortificatiën, die 'er reeds zyn, of nog zouden moeten gemaakt worden, komen hier alle in aanmerking. Diergelyke kaarten , van 't Ryk van Ierland , zyn 'er op order van 's Konings Cabinet gemaakt. Alle reden is 'er om te denden, als by gevolgtrekking van de voortrefielyke kaarten van Mackenzie van de zegaaten en ftranden van dat Ryk, geoordeeld worden mag, dat ze, gelyk 'er verzekerd word, allervóortreffelykst uitgewerkt zyn. Wanneer men nu de kragten, en 't vermogen van de Republicq wel bepaald zal hebben, en alle de kaarten 3 ook van de A 4 Co-  8 Over de Middelen in H algemeen. Coloniën, met de berigten, die daar toe betrekkelyk zyn, bekomen heeft, dan kan 'er met een kundig militair oog beflist worden, wat men kan, en moet behouden, en wat men aan 't lot van den oorlog overlaaten moet. Het is onnodig om te zeggen, dat, dewyl 't maaken van 't beste Plan van defenfie, als 't toppunt van de Krygskunst moet aangezien worden, de Generaal du Moulin voor de genie, ea de Officieren, die de meeste ondervinding hebben, de Generaal van der Hoop, de Colonel Bentink, de Schout by Nagt Mn Ktmbergen, en die men verder mag verkiezen, aan 't hoofd van zulk eene commisfie, voor zoo verre de Provinciën, en Generaliteits Landen betreft, behooren geplaatst te Worden, op denzelven voet, als by 't uitbreeken van den oorlog voor Holland gefchied is. Hoe grooter de uitgeftrektheid der defenfie te water, en te land, zoo wel in Europa, als de overige Waerclddeelen is, en hoe bekrompener de finantien zyn, om aan alle deeze verëischten te voldoen, zoo veel te noodstaakelyker is het, om eene allergrondigfte feennis van 't tenain te hebben. Dat is het  Over de Middelen in 't algemeen. 9 het eenige middel, om door 't gebruik maaken van alle de voordeden van 'tterrain, en ze door de kunst zo veel docnlyk te vermeerderen , 't nadeel wegteneemen, 't geen men van eene geringere magt anderzins te wagten heeft. De ontzaggelyke kosten , die voor eene Zeemagt, zo noodzaakelyk tot befcherming der Coloniën, en Koophandel verëischt worden , dringen ons, om alle mogelyke fpaarzaamheid te hebben. Gelukkig is de Natuur ons op de allergunüigfte wyze te gemcet gekomen. § 2. Over de Landmagt en Frontieren. Volgens de gedagten der kundigfte Ingenieurs zou het mogelyk wezen, om by na de geheele omtrek van de Republicq door eene Waterlinie, en de daar by nodige fortificatiën op de pasfen, te befchermen. Zeker is het, dat de onfterflyke Coehoorn in zyne Memorie, die by 't uitmuntend plan A 5 ^er  ïo Over de Landmagt en Frontteren. der Waterlinie van Staats Vlaanderen gevoegd 's, niet gefchroomd heeft , om te zeggen, datdeeze Linie onverwinneJyk te maaken zy: jammerlyk is het met deeze inundatiën, die van de eene plaats tot de andere eene aanééngefchakelde defenfie behooren uittemaaken thans gefteld; overal zyn ze gebrekkig; en met beter is \ gefchapen met de Veilingen, die alle zeer groote defeöen hebben; 't verÜes der Barrière kan een iegelyk doen zien, dat de Frontieren, die wy hebben, in eenen behoorlyken ftaat moeten gebragt worden. De Landmagt van de Republicq is buiten ftaat, door de elendige gefteldheid van onze Frontieren, om eene der groote Mogendheden te beletten, tot in 't hart van Holland door te dringen. Indien men hier gelieft by te voegen de vermindering van de relative magt der Republicq, zal men ons groot gevaar in een helder daglicht zien. De Landmagt van Vrankryk was ten tyde van Frednk Hendrik weinig grooter, dan die van de Republicq: die van den Keizer hier aan evenredig: daar en boven is de Republicq door 't verlies van Koophandel en Fabacquen aanmerkelyk verzwakt; niets blyft 'er  Over de Landmagt en Frontieren. 11 'er overig, dan het gebrek aan vermogen door kunst te vergoeden. Op denzelfden voet, als door Coehoorn gedaan is, omtrent het maaken van de plans voor Staats - Vlaanderen , zouden 'er plans van inundatién, voor de Frontieren van den Ysfcl, en Staats-Brabarid moeten gemaakt worden; vervolgens plans van de verbeteringen aan de Veilingen Nymegen, Delfziel, Breda en Maaftrigt geformeerd worden, en eindeLyk, dev/yl 'er jaaren tot de uitvoering van die plans nodig zyn, een provifioneel plan van defenfie beraamd voor de gedeeltens van ons Land, dewelke men van eerften af aan zoude kunnen verdédigen: Hue eer hoe beter zal men 't geen daar toe zoude moeten verrigt worden, in 't werk dienen te ftellen, terwyl men in vervolg van tyd, na gelegenheid van zaaken, 't eene Frontier voor, en 't andere na, onder handen moet neemen. Wanneer alle deeze kaarten en plms gemaakt zullen wezen, dan zal men eerst kunnen oordeelen, hoe groot 't Leger tot de verdediging zyn moet; uit den aart van 't terrain, en de defenfie, zal de evenredigheid  12 Over de landmagt en Frontieren. heid van 't Voetvolk, de Ruitery, Artillerie en Genie, tot eikanderen bepaald worden De conftkutie van't Voetvolk moet zodani* zyn , dat by 't uitbreeken van een oorlog in Europa, ten minsten met één vierde gemeenenkangeaugmenteerd, en by een daadelyken oorlog, door eene nieuwe augmentatie, verfterkt worden: Men moet nooit geheele Regimenten aanwerven of afdanken. Dan eerst kan men een geheel plan van defenfie maaken, en jaarlyks laaten opneemen, of 'er eenige veranderingen in de locale fttuatie van ons land, en die van de nabuuren voorgevallen zyn; dan zal 't ook de tyd zyn, om te overweegen, (evenwel in de onderftelling, dat de geesten geheel bedaard zyn) in hoe verre men 't voorbeeld van de kroon van Engeland, met 't oprigten van eene Land-Militie zou konnen navolgen, om daar door, indien de finantiën niet toelaaten, om genoeg reguliere troupen te ondei houden, dit gebrek, zoo veel mogelyk, uit den weg te ruimen. § 3-  Over de Zeemagt. 7 " §3- Over de Zeemagt. Men zal hier ook uit zien, hoe voordeelig het is, om een vast corps Artilleristen, en gedisciplineerde Matroozen voor den Zeedienst te houden, die in 't geval van den oorlog te land, in de belegeringen van onze Vestingen, die byna alle aan de rivieren, of de Zee liggen , van evenveel, zoo niet meer dienst, dan de reguliere Troupen, zyn zuilen. Is 'er een Oorlog te Water, moet 't zelfde corps tot befcherming der Zeevaart, en Coloniën gebruikt worden ; zoo dat door deeze fchikkingen alle de bovengemelde oogmerken, met de minfte kosten te gelyk bereikt worden. Men dient eenige Ingenieurs aan dit corps te attacheeren, die hunne Studiën voornamelyk tot de defenfie te water moeten inrigten. In 't Jaar 1072. toen 'er een gebrekkelyk corps van Zeefoldaaten voor handen was,  Over de Zeemagt. was, heeft men 'er zig met veei Vrugt op deeze wyze van bediend. Den Admiraal de Ruiter, en den grootften van alle de Minilters, die ooit in eemV land 't opperbeftier van de Zeezaaken gehad hebben, den Raadpenfionaris de Wit, moet men de eer geeven, dat zy de eerften geweest zyn, die de noodzaakelykheid van een vast corps voor den Zeedienst opteriaten, doorgezien, de plans ontworpen, en Wat meer is, uitgevoerd hebben. Door deeze, en andere verbeteringen, hebben zy onze Zeemagt, die niet alleen m den oorlog met Cromml, maar zelfs in t begin des oorlogs met Koning Karei de tweede, voor de Engelfchen moest bukken, tot zulk eene hoogte gebragt, dat wy in dê Moedige Slag van 4 dagen, den Engelfchen t hoofd geboden, en den oorlog, met de expeditie op de Rivier van London, geëindigd hebben. En welk een onderfcheid is 'er nog daar en boven tusfchen ons Zeevolk van de voorige, en van deeze eeuw? , f* Getal van de Nationaalen was op de oor-  Over de Zeemagt. 15 oorlogfchepen zeer aanzienelyk, en wat is 't nu? — Een Mengelmoes van alle Natiën. Zal men aan deeze lieden, gelyk op de Franfche en Engelfche Schepen gedaan word, voorhouden, dat zy hun leven voor de eer, en ten besten van hun Vaderland zullen waagen? Aan zulke lieden, die men zeggen kan, dat ze geen Vaderland meer hebben? . Dit is de ongerymdheid zelve. Wat blyfl 'er dan voor ons oveiig? —— Niets, dan eene ftrenge krygstugt, geduurige oeffening in den Wapenhandel, en dat men aan ons Zeevolk de eer van 't corps tragt inteboezemen. Aan deeze drie groote middelen, die door den Schout by Nagt van Kmslergen, { a) voor zo verre de omftandigheden zulks toegelaaten hebben, en dus meer of min gebrekkelyk in onzen Zeedienst ingevoerd zyn, zyn wy gedeeltelyk verfchuldigd, dat de Admiraal Parker in 't gevegt van de Doggerbank, tot verwondering van geheel Europa, en van ons eigen zeiven, afgeflaagen is. De O) Zie de algemeene Scheepsdienst die door dee2en Heer uitgeegen is.  Le Cbeva lier Fo. lard, Histoire dePolybe.T.ff.Prefice p. 9- i I *6 Over de Zeemagt. De fchrandere Koning pynhus vond geene zwaarigheid, om, door deeze middelen Sybanten tot goede krygslieden te maaken! Zulk een groot vermogen heeft de krygstugt en de wapenoefening • maar geen van beiden, kan ooit ergens anders dan onder een vast Corps, volkomen aangetroffen worden. Laat ons de Overwinning van de Docrgersbank hier niet verblinden! Hoe weinig heeft 'er aan ontbroken, dat ons geheel' Esquader daar te grond gegaan zy? 't Schip van den braaven Dedel was aan 't zinken; de Argo, door een tweedeks Schip van 't zelfde Charter uit de linie gaflaagen, lag reddeloos te dobberen. Vice Admiraal Zoutman had, na een dlerfcherpst gevegt , reeds fein aan 't Convoi gedaan, om opteduwen. Op ie Batavier, Waren de papieren en emen door den Capitein Bosch , die ioor zyne voorzigtigheid , onverfchrokkenheid, en ftandvastigheid getoond heeft vol-  Over de Zeemagt. tl Volgens getuigen van den Schout by Nacht van Kimbergen zeiven, waardig te zyn, om de plaats van den Edelen Bent hik, die zyn leven ten dienste van zyn Vaderland opgeofferd had, te vervullen, over boord geworpen. Het Schip van den Schout by Nacht van Braa>n, die zig dapper gekweeten had, was niet minder gehavend. Wat zou 'er nu van alle deeze Schepen geworden zyn, indien 't voorneemen van Parker op dit tydftip, om met twee andere Engelfche Schepen den Admiraal Generaal, die niet afgezakt, en gevolglyk te loefwaard van de overige Schepen was, tusfchen twee vuuren in te zetten, hem gelukt was? De Lootzen, die op 't Schip van Kimbergen, voor de Oolt-Indifche Schepen medegegeeven waren, zeiden tegen eikanderen; Nu moet hy ''er aan. Een eenige Manoeuvre van deezen Schout by Nacht, deed 't gevaar, 't welk onzen Staat toen over 't hoofd hing, verdwynen, als een nevel. Maar zullen wy 'er reekening op maaB ken,  Memoires <■• $■ I 2 O. 2. p. 21 011 2 2, r8 Over de Zeemagk ken, dat 'er altyd een man, dien zyne ergfte vyanden, als zy hem voor een verraader lasteren, den naam van een Held niet hebben kunnen afneemen, op onze Schepen wezen zal, om door zyne fuperieure perfoneele bekwaamheden boven de Officieren van den vyand, 't gebrekkige aan krygstugt, en wat dies meer is, van onzen: tegenwoordigen Zeedienst te vervullen ? Ydele droomen! Xantippus, Sertorius, Hatnüear, en alle Officieren van de eerfte Clasfe worden nooit vervangen. Dat ik niet te veel gezegd heb omtrent de groote voordeden van de krygstugt, en dat die niet dan onder een vast Corps plaats kan hebben, zal men uit de woorden zelve vin Montecueuli, best van allen kunnen opmaaken : • Daar moet tyd verloopen,. omdekrygs, „ tugt intevoeren, en 't volk te oefFenen; „ maar nog meer tyd is 'er nodig, om 't „ volk den Oorlog in 't veld te leeren, en „ nog veel meer tyd moet men hebben, „ om oude ervaaren benden te maaken. »Men moet dikwils in 't gevaar, en „ ia  Over de Zeemagt. 19 5> in 't vuur geweest zyn , om 't te „ kennen. „ Zulk volk kan niet te hoog gefchat „ worden. Het elfde Legioen van Cafar had 8 Jaaren onder deezen grooten Generaal, niet in vrede, maar in Oorlog gediend, en waren uitgeleezen manfchap; en evenwel hadden zy, in vergelyking van de overige, nog niet denzelven naam van onvertzaagdheid, als die oude benden, gekreegen. Is dit nu waar omtrent de Landmagt, dan zal men wel willen toeftemmen, dat '1 zelve, met nog Veel meer reden, van '1 Zeevolk, die Artilleristen zyn, kan gezegc worden ? Het afdanken van de Onder-Officieren en Matroozen, die in deezen Oorlog gedienc hadden, is een onherftelbaar verlies vooj de Republicq. Nooit zou de geduurige weerfpannigheic op onze Schepen hebben kunnen voorvallen, als men een vast Corps in dienst hac gehad. De Onder-Officieren zeiven zyn nu de Bel B 2 ha O/ar BtU lo lallic» 1 8. c. gg 1 I  To/nrcl Hift de Polvbe t. 5. pieface p. 43. 20 Over de Zeemagt. hamels geweest, die \ volk aangevoerd hebben. Welke reden is 'er, dat de twee Franfche Regimenten van Navarre en la Vieillie Marine, die uit dezelfde Natie,als de anderen, zyn famengeftelt, altoos vlekkeloos geweest, en van eene onvergelykelyke dapperheid zyn? De gedagtenisfc van de roemrugtige duaden van deeze Regimenten, die by overlevering door Officieren en Onder-Officieren in het geheugen bewaard worden, met de eer en hoogachting, die zy om deeze redenen boven anderen genieten, verheffen hunneziele zo zeer , dat zy den vyand, hoe fterk hy ook wezen [moge, zullen aantasten. Alle de Mogendheden hebben 't Corps Artillerie in de laatfte jaaren zeer aanmerkelyk vermeerderd, en dewyl 'er langen tyd verëischt wordt, om een goed Artillerist te maaken, moet men in vrede 'er zoo veel in dienst houden, als men in oorlogstyden nodig Jenkt te hebben. In Vrankryk is 'er, nu maar 3 of 4 jaaren geleeden, een Corps van 4000 Artilleristen voor den Zeedienst opgerigt, en  Over de Zeemag*. in Rusland zyn 'er 6000 Artilleristen voor de Vloot. By 't oprigten van dit corps zal men dienen in 't oog te houden, dat de ZeeOfficieren, en Onder-Officieren niet anders kunnen befchouwd worden dan Officieren van de Artillerie, dewyl een Schip in der daad niet anders is als eene beweegelyke Battery, die door 't middel van zeilen, van de eene plaats naar de andere vervoerd wordt. De Zee-Officieren moeten daarom, boven de kundigheid van een Artillerist, nog die van een Zeeman hebben; en men kan daar uit opmaaken, dat, (gelyk de Franfche begreepen hebben, dat 't niet voor particulieren mogelyk is, om zulken opvoeding te geeven, dat de kinderen alles leeren 't geen voor een Officier der Artillerie nodig is, en daarom ook op kosten van de kroon een Academie hiertoe hebben opgerigt, met 't goed gevolg, dat hun corps van de Genie, en Artillerie een der beste van Europa geworden is,) zulks nog in een veel grooter trap omtrent de Zee-Officieren plaats moei hebben. Het Plan van zulk een Academie voojr Zee« B 3 Ca-  Tacit: ès morib. Germ: e. 14. 22 Over de Zeemagt. Cadetten, is door den Schout by Nagt van Kïmbergen, opgemaakt, en de onkosten kun. nen gevonden worden uit de iocA penning van de Ooft-Ind. Comp. daar tegenwoordig tusfchen Holland en de overige Provintiën over getwist wordt, en die ze wel zouden geneegen zyn, om tot dit oogmerk te laaten gebruiken; By 't bepaalen van eene fomme gelds tot onderhoud van een vast corps zeevolk, zal men op een geringe onkosten moeten denken, die voor 't Gemeene Land van 't allergrootfte nut zal wezen : Ik zie op 't zorgen voor de uitrusting, en 't onderhoud van een zeker getal Officieren, die als vrywilligen overal, daar oorlog is, ter zee kunnen dienen : Laat ons hierin 't voorbeeld van onze voorouders, die onder 't bevél van den Gelderfchen Edelman Claudius Qvdis, een Leger van 50000 man romeinfche Keurbenden 't hoofd gebooden hebben, navolgen; Hoe bekrompen ook de finannen van Zweeden zyn, heeft de Koning dit als onvermydelyke kosten aangezien. Wy hebben maar al te veel ondervonden de groote nadeden van 't bouwen van Schepen  Over de Zeemagt. 13 pen in den oorlog ; 't zal nu geduurende de vrede zyn, dat men dient een overleg te maaken, wat getal Schepen de Republicq in den oorlog in Zee kan brengen., en vervolgens door 't aanbouwen van nieuwe Schepen altyd dit getal gereed hebben ; ja zelfs zal 't nodig zyn, dat 'er eenige boven dit getal zyn, om de verliezen, die in een oorlog pnvermydelyk zyn, te vergoeden. Eindelyk zal 'er nog een post op den Slaat van oorlog moeten gebragt worden, om door eene jaarlyfche Equipagie, de Officieren, 0.nder-Officieren en Artilleristen tot Zeelieden te maaken. Men zal rypelyk moeten overweegen, op wat wyze deeze Equipagien, met de minste kosten, tot 't grootfte nut der Zee-Officieren, en proteclie der Commercie kunnen gedaan worden. De aangelegenheid van eene Zeemacht voor een Staat, die van den Koophandel en de producten der Coloniën over Zee beftaan moet, is zo duidelyk, en klaar door anderen beweezen , dat ik dit als een axioma meen te mogen vast Hellen. B 4 De  24 Over de Zeemagt. De groote zwaarigheid, daar \ frer op aan komt, zyn de kosten, die 'er tot het onderhoud van eene Zeemacht nodig zyn Het verftaat zig dan van zelve, dat men alle krachten in moet fpannen, om die, zo veel unmers mogelyk, te verminderen Geen andere weg is 'er voor ons open: en men gelieve maar te letten op de conftitutie van 't bellier der Zee-zaaken, dan zal t daadelyk blyken, dat 'er aanmerkelyke fommen te befpaaren zouden zyn. Eene huishouding, die niet alleen in 4 deelen gefplitst, maar wat 't Noorder Quartier betreft, nog wederom in 3 deelen verdeeld ,s, zo dat 'er te Hoorn, Enkhuizen, en Mcdenblik op elke plaats een Werf, met al zyn toebehooren onderhouden wordt,vordert groote fommen, die zonder vrugt in 't water gefmeeten worden. De Raadpenfionaris van SUngdandt is overtuigd geweest van de noodzaakelykheid, om eene verandering te maaken in 't bellier van de Collegiën ter Admiraliteit. Dit is een voorwerp, 't geen nooit te veel van allc zyden kan befchouwd worden, om uit  Over de Zeemagi. 2,5 uit te vinden, op wat wyze dit gevoeglykst zoude kunnen uitgevoerd worden. Spaarzaamheid moet 'er zyn; zonder deeze is 't voor de Republicq onmogelyk, om eene toereikende Zeemagt te kunnen onderhouden. Om hier van geen ander gewag te maaken, is 'er een voortrefiêlyk middel door onze voorouders uitgedagt, om de Zeemagt zonder kosten voor den lande te vergrooten. Ik meen de bepaaling van 't Charter van eenige Koopvaardy-Schepen, in diervoegen dat ze als Oorlogfchepen in tyd van nood gebruikt kunnen worden. Aan de Ooft-Ind. Comp. is 't Oótroy niet vergunt, dan onder uitdrukkelyke voorwaarden , dat cfe Schepen eene bepaalde lengte moesten hebben, zo dat ze voor Schepen van Linie konden dienen. Zedert dien tyd is de Scheepsbouw aanmerkelyk verbeterd, de Engelfche Schepen van 70 Stukken, zyn van 't Jaar 1706 tot 'tjaar 1745, 10 voeten verlengt, en die van 50 Stukken, 14 Engelfche voeten, en 't geen het meest van allen te verwonderen is, onze Ooft-Ind. Comp. Schepen zyn in dezelve B 5 even-  %S Over de Zeemagt. evenredigheid verkort, als de anderen vergroot zyn. A°. 1706, had de Comp. 9 Schepen van Ióo voeten a 500 Last. A°. 1722, 20 Schepen van 160 voeten, en 55 Schepen van 140 a 145 voeten. In 't jaar 1742 heeft men begonnen de Schepen van i5ovoeten te bouwen, in 't jaar 1746 waren 'er geen meer overig van 160 voeten, 't welk op dien voetgebleeven is tot t jaar 1771, toen de Zeeuwen hebben begonnen Schepen van 155 voeten te bouwen Indien men nu de Schepen, ten minsten zulk een getal, als men tot verdédiging van de Compagnies bezittingen nodig oordeelcn zal, wederom vergrooten wil tot 160 of 162 a 163 voeten, dan zullen de Schepen van 't Charter zyn van 60 Stukken, en men daar door voorkomen de nadeden van 't Charter van 54 Stukken, 't geen by de minste koelte de poorten van de onderfte Battery niet kan openen, en daarom door de Engelfchen afgefchaft is. De voordeden, die men van de Zeeuwfche Schepen, zedert 't Jaar 1775 getrokken heeft,  Onr de Zeemagt. heeft, bewyzen, dat dit zonder merkelyke, fchade voor de Compagnie zoude kunnen gedaan worden. Wanneer nu de Ooft-Ind. Compagnie, die? niet alleen als een Commercieerend, maar ook als een Conquesteerend wezen moet befchouwd worden, even als de Engelfche Compagnie, Officieren van geboorte, en een vast corps Artilleristen en Matroozen op de Schepen wilde gebruiken, dan zal zy niet bloot gefteld wezen, om haare zwaare Schepen, gelyk op de Rivier van Bengale gebeurd is, en naderhand door Jhon/tone, in de Saldanha Baay overgepolyst, door Fregatten te zien wegfleepen; en men kan ligtelyk opmaaken de kragt, die hier door aan ?s Lands Zeemagt bygezet zou worden. Tevens zou dit van 't allergrootfte nut zyn voor de verdédiging van de bezittingen van de Ooft-Ind. Compagnie, die, uitgezonderd de Caab de Goede Hoop, by na niet dan Eilanden zyn, gevolgelyk altyd met Schepen aan getast, en daarom ook, ten minsten gedeeltelyk, door Schepen befchermd moeten worden. Te-  28 Over de Zeemagt. Tegens de landingen moeten voornaamenlyk de Batteryën dienen, en hier uit zal men wederom de volftrekte noodzaakelykheid van een corps Artilleristen, die ter eee en te land dienst doen, zien kunnen. Wat de Caab betreft, die is ten deezen opzigte met een Eiland gelyk te hellen, dewyl 't niet dan te water aangetast kan worden, , H. HOOFDDEEL. Handelende over de Bezittingen in de OostiNDiëN, en in V byzonder over Cabo de Goede Hoop , de Eilanden van Ceilon, Java en de Molucques. i §■ Over Cabo de Goede Hoop. De bezittingen van de Compagnie zyn van meer of min gewigt; Cabo de Goede Hoop, Ceilon , Java, en de Molucques kunnen als de Hart-aderen van de Compagnie befchouwd worden. De  Van Cabo de Goede hoop. S9 De bezitting van Cabo de Goede Hoop is van zo groote aangelegenheid , dat men alle mogelyke middelen behoort in 't werk te (tellen , om deeze Volkplanting tegens ee^ nen buitenlandfchen vyand te belchermen. Door den groote afftand tuslchen Europa , en de Eilanden van Ceilon , Java, en de Molucques, is 't noodzaakelyk, dat de Manfchappen der Schepen, die na deeze veraf gelegene plaatzen afgezonden worden , water, en verfche provifie opdoen, om na 't afleggen van een gedeelte van deeze reize, 't overige gedeelte met meerder gemak te volvoeren, en de Matroozen, door een verblyf aan land, van de ziektens, die van diergelyke Zeetogten onaffcheidelyk zyn, te herftellen. Ik geloof dat men met reden zou mogen twyflëlen , of 'er eene gelukkiger legging, en beter gelegenheid, voor alle deeze oogmerken zou kunnen uitgedagt worden, dan die van Cabo is: Op eenen wenfchelyken afftand, tusfchen de Oost-Indiën en 't Vaderland, is de zuiderbreedte zo hoog, dat men zig  3$ Over de Oóit-Indïêri zig over geene onmatige hitte heeft te beklaagen, en de lugtsgefteltheid zeer gezond. Uit de Tafel-Baay, Baai-Falfo, en de Sal~ danha-Baai, kan men, na mate van de verfchillende jaargetyden, eene veilige Rhede, of Haven voor de Schepen uitkiezen. O" vervloed van water, alderhande foorten van graanen, meel, vleesch, wyn, en verfche groentens, in een woord alles, 't geen men zou kunnen ten deezen opzigten verlangen is hier niet alleen, om de Hollandfche Schepen, maar ook die van andere Natiën te ipyzigen. (a) Men zal ligtelyk kunnen opmaaken, dat zulks nog van grooter gewigt voor de Oorlogfchepen is, die in oorlogstyden naaide Oost-Indien gezonden worden. De tegenwoordige conftruéh'e daar van is zoodanig ingerigt, datze, zonder zig te belemmeren niet. dan eene geringe hoeveelheid van provifien kunnen bergen.; op Victualie- Schepen, die mede gezonden wor- 0) In 1773 rcekende men volgens goede berichten dat *er 120000 Runderen en over de 700000 Schaapen aan de Caab waaren.  Van Cabo de Goede Hoop. 32 worden, is geen genoegzaame ftaat te maaken, dewyl ze door ftorm, jaagen van den Vyand , of andere ongelukken , van de Oorlogfchepen kunnen afgefcheiden worden. Men zal hier nog by moeten voegen , dat 'er nergens (zie daar de woorden van dengrooten Reiziger Cook,) eenendiergelyken overvloed van ververfchingen te vinden is, Coók v* en 't geen 't voornaamfte van allen is, mihi dat 'er in den omtrek geene plaatzen ge- a54. legen zyn, die zelfs eenigzins hier mede in vergelyking kunnen komen. Op 't Eiland van St. Helena, 't welk nog niet dan in de t'huis reize door de Engelfchen, die 'er meesters van zyn, aangedaan word, zyn geene proviiien noe- ^ Cook ° Voyage t. menswaardig te bekomen , dan goed Osfe- B p- 2? te  32 Over de Oost-hdïéih te kosten jaarlyks Beesten van Madagafcar te laaten komen, en deeze Eilanden worden geduurende den Oorlog van Cabo de goede Hoop met levensmiddelen voorzien ; En of dit alles nog niet genoeg ware, zoo zyn alle Schepen, die naar de Indien gaan genoodzaakt, om voor by deezen uithoek te pasfeeren. De ftormen die hier , ten minsten in den zogenaamden Wintertyd' zeer gemeen zyn , brengen de fchepen dagelyks in de gelegenheid, om van eikanderen gefcheiden te worden. Wat kan men nu verwagten, dat 'er van de Equipagies, die van eene zwaare reize afgemat, met de Schepen daar voorby komen , worden zal, als ze door een matig Esquader van versch volk , 't welk hen in de Caabfe Zeén opwagt, aangetast worden, dan datze in handen van den vyand zullen vallen? Het zal daarom misfchien niet te veel gezegd wezen, dat 't behoud van alle onze Oost-Indifche bezittingen van dat van de Caabfe Colonie afhangt. Hier door zal tevens blyken , dat de Caab nog uit een an-  Van Cabo de Goede Hóóp. 33 ander oogpunt moet befchouwd worden: te weeten, de betrekking van de Republicq j als Zeemogendheid , tot de Kroonen van Vrankryk en Engeland. Waren 'er , buiten de bovengemelde allergewigtigfte redenen , geen andere , dan deeze alléén , zoude ze genoeg zyn j om den Staat te moeten overhaalen, van alle zyne kragten tot verdédiging deezer Colonie in te fpannen. De rykfte Provintien van 't Mogolfche ryk , 't Koningryk van Bengale , Orixa, Bahar , Guzuratte , en 't grootfte ge^deelte van de vrugtbaare wyduitgeftrekte Kust van Cormandel , 't Ryk van Carnetica enz. die in handen van de Kroon van Engeland zyn, kunnen niet dan door eenen geduurigen toevoer van Ammunitie, en Manfchappen, aan de Mogols, Maratten, en andere binnenlandfche Mogendheden , veel min , in een Oorlog met Vrankryk, aan deeze te zamen verëenigd 't hoofd bieden ; 't overige gedeelte van de Kust van Cormandel , Pondichery enz. is in handen van Vrankryk. C  34 Over de Oost-hdïén. De geduurige vyandelykheden tusfchen Engeland, en Vrankryk, geeven ons geene de minste hoop, om op eenen langdUUrigen Vrede te reekenen. En dan is * gemakkelyk op te maaken, dat eene Mogendheid, daar 't door de betuig van de Caab V£m ^ Pohticque weegfchaal in de Indien, na den kant, daarzy zig byvoegt, te doen oveiflaan, een grooter invloed in Europa op deeze beide Kroonen hebben zal, dan door t onderhouden van een dubbel getal vaa Schepen, en driedubbel getal van Manfchappen, en Krygsüeden in ons Vaderland De vraag zal nu maar wezen, op wat wyze deeze Colonie best in ftaat van tegenweer gebragt? 5 Ik zal hier op antwoorden, dat dit point verre na zo ligt niet, als dat van de groote aangelegenheid van deeze Colonie kan beflist worden. Zeker is t, dat men ook hier moet beginnen, met 'er kundige Ingenieurs, Officieren, en Zee-Officieren heen te zenden, om militaire Land-en Zeekaarten te maaken. Inlanders ter verdédiging zyn 'er  Van Cabo de Goide Hoop. 'er niet, zo dat alles door middel van Europeaanfche Land- en Zeemagt, en van de Colonisten zeiven moet gedaan worden. Na dat men eene genoegzaame Militaire befchryving van de Colonie zal gekreegen hebben, dan zal men eerst in ftaat zyn, om 't getal van Schepen en Manfchappcn te kunnen bepaalen. Dit getal zal insgelyks afhangen van den dienst , die men van de Colonisten, als eene Landmilitie te hoopen heeft. Uit het geen de Noord - Americaanfche Landmilitie gedaan heeft , kan men zien., wat 'er van de ftoute Caabfche Boeren, die voor de Americaanen niet behoeven te wyken, indien ze wel gezind waren, en tot eene Landmilitie geformeerd wierden , te wagten was. Ongelukkig is het 'er zo mede geleegen , dat de Caabfe Burgers, door mishandelingen, tegens de Hollandfche Regeering verbitterd, en door 't voorbeeld der Americaanen aangezet, («) misfchien niets liever, dan eene verandering zouden hebben. Het (>) Volgens egte berigten van de Caab. C 3  36 Over de Ooost-Indien. Het beletten van *t vervoeren der producten , en van de communicatie te water, tusfchen de wyd verfpreide districten van de Colonie langs de Oostkust, die om deeze reden alleen niet kunnen bebouwd, maar alleen tot Veeplaatzen aangelegd worden, met de ongehoorde duurte van 't yzer enz. hebben de geesten van de Colonisten van ons vervreemd. Nooit zal 'er, gelyk door kundige lieden, die aan de Caab geweest zyn , verzekerd word, en voor die 'er niet geweest zyn, duidelyk uit den aart van de zaak zelve blyken moet, rust in de Colonie zyn, ten zy dit point gcredresfeerd wordt. In 't Jaar 1776 was de.wyn tot zulk een laagen prys, dat geen gegoed Colonist, dien in 't zelve Jaar vetkogt. De Tarwe kan by een vrugtbaaren oogst zo laag loopen, dat men kwaalyk 14 a 15 Ryksd. van 48 lmivers voor de 10 mudden, die dan nog eerst zomtyds 20 en meer uuren voortgefleept moeten worden, maaken kan. (a) De Graanen en Wynen worden maar tot ee- O) Volgens egte berigten.  Van Cabo de Goede Hoop. 37 eenen bepaalden afftand van de Hoofdplaats, voor zo verre zy de Wagenvragten kunnen goedmaaken, dewyl de Scheepvaart verhinderd wordt, gebouwd. En dat de klagten der Colonisten over de Directie maar al te zeer gegrond zyn, word door de ondervinding niet dan te veel bevestigd, (a) Gelieft men nu hier by in acht te neemen, dat de volftrekte noodzaakelykheid heeft ingevoerd, dat de West-Indifche Coloniën van Suriname,Berbice en Demerary door de NoordAmericaanen van meel, trekösfen, paarden enz. voorzien worden, zal men verwonderd zyn, dat aan de Caabfe Burgers niet vergund word, om meel, beesten,paarden enz. na de Weft-Indifche Coloniën te voeren. De Kroon van Spanjen , die , wegens haare nayver , omtrent de exclufive handel met de West-Indifche Coloniën altoos is bekend geweest , heeft aan de Inwoonders van de Canarifche Eilanden wel toe- (t nodige te srafchaffen. Ë Maar  Van Cabo de Goede Hoop. 39 Maar zal iemand {taande houden , dat zulk eene ichikking voordeelig voor de Compagnie is? Dit is onmogelyk , en de zwarigheid van de vergrooting der gagies , en gevolgelyk van de mogelykheid , om eerlyke lieden tot Dienaars van de Compagnie te hebben, zal van zelfs verdwynen. Het getal der Colonisten , die men omtrent op 2000 weerbaare mannen kan begrooten, is aanmerkelyk genoeg, om met 't allergrootfte voordeel ter verdédiging van de Colonie gebruikt te worden. De Compagnie is gewoon tusfchen de 8 en 900 mannen daar in Guarnizoen te hebben, die met de bovengemelde Landmilitie tot de veiligheid van deeze Colonie niet toereikende zyn; of de Republicq hier 3000 man, min of meer by moet voegen, en de Compagnie haare Militie, by voorbeeld tot aooo man vermeerderen, zal nader dienen overwogen te worden. Het is geheel niet onmogelyk, dat een diergelyk Corps, onderfteund van de te vreden gefielde Colonisten , indien al niet C 4 't lan-  Gordon JJerigten. 40 Over de Oost-hdiên. 't landen en vermeesteren van de Fortres (die door de Duivelberg gecommandeerd wordt,) 't indringen in dit dorre land, 't geen uit eene aanëenfchakeïing van Defilees beftaat, en door den Heer Gorden , die dit geheele land met een Militair oog doorreist, en Kaarten van gemaakt heeft, voor onrn0geiyk gehouden worf ? ^ fc beletten. De Boeren zyn, tot voorby de Baai de la Goa, meer dan 80 mylen oostelyk van de Caab aan Zee: Hier zouden, in 't geval van overmeestering van de Forten, onze Schepen zig van ververfchingen kunnen voorz,en, en in Plettenbergsbaai 54 mylen oostelyk van de Caab aanleggen , terwyl de vyand alle zyne provifiën over zee zoude moeten brengen; door de ftorm Saifoenen, en lange reizen in 't allergrootfte gevaar van gebrek geraaken, geduurig Uit de binnenlanden geharceleerd, en in geval van ontzet van beide kanten te gelyk aangetast worden. Door de Plettenbergs-Baai, de Mosfelbaai en eenige andere Baaien aan de Oostkust  Van Cabo de Goede Hoop. 41 kust zyn de inwoonders van 't binnenland altoos meester van de Communicatie met de zee, daar, volgens de gedagten van een kundig Officier, eenige fhelzeilende Vaartuigen voor Expresfen behoorden gehouden te -worden , 't geen zonder kosten, met de Colonisten toe te laaten , om met Vaartuigen van dezelve conftruclie als eene Bermudiaanfche Bark hunne goederen langs de Oostkust te vervoeren, gefchieden kan. Eindelyk zou 'er | uur beoosten de Caab een redout aan de zoute rivier moeten opgeworpen worden, om den vyand den verderen pas af te fnyden , èn af te matten, en in Oorlogstyden al het Trekvee in die Environs houden , tot 't vervoeren, van al wat den Vyand zoude kunnen dienen. Alle de Ammunitie zou daarom ook niet alleen aan de Caab moeten geplaatst worden. Het is onnodig om te zeggen , dat de Verdédiging van de Caab, ten uiterften door Oorlogfchepen zal bevorderd worden. Maar of 'er 4 Schepen van Linie, van de 12 die de Republicq in dienst zal hebben , daar, dan wel elders geplaatst moeC 5 *en  42 Over de Oost-Indien. ten worden , is voor als nog niet mogelyk te bepaalen. Dit kan men vastftellen , dat, indien men in vredestyden daar 4 Schepen van Linie had , die by 't uitbrasten van een Oorlog tusfchen Engeland en Vrankryk door 4 andere verfterkt wierden , zulk een Esquader aan de Republicq de waarheid zou kunnen doen ondervinden van 't oude en bekende zeggen: fi pacem velis, para belmn. Gelyk ik nu getoond heb, dat de Caab als de Sleutel van geheel Indien moet aangezien worden, zyn 'er n:>g byzondcre Sleutels: Ceilon van 't Westelyke, en Java en Celebes van 't Oostelyke gedeelte van lndiën, die alle in handen van de Republicq zyn. § 2. Van Ceilon. Het Eiland van Ceilon, zig uitftrekkende van de 6d.e tot de lide graad Noorderbreedte, en op zyn breedfte niet wel 3 graaden lengte uitmaakende, moet buiten twyf- fel  Van Ceilon. 43 fel als een der waardigfte Bezittingen van de 4 Waerelddeelen befchouwd worden. De volmaaktheid van de Caneel, die, volgens geloofwaardige berigten, (a) even als die van de Conftantia- Toccaay- en Hermitage Wynen, van de byzondere legging, en gronden voornamelyk afhangt, is oorzaak, dat de bezitting van dit Eiland voor de OoftInd. Comp. van zeer groot gewigt is. Eene gezonde lugt onder de verzengde lugtftreek, met de allerfchoonfte havens, die 'er misfchien ergens in de waereld aan te treffen zyn, de Baay van Trincomalo, en Punto Gale enz. kunnen ons eenig denkbeeld van de groote aangelegenheid van Ceilon voor deezen ftaat geeven. De geduurige Oorlogen met de Keizers van Candia hebben 't Land ontvolkt , en men is nu verpligt om ryst van Negapatnam, de Kust van Malabar, en Java te ontbieden , maar onder de Gouverneurs zyn 'er geweest, die met zoo veele woorden gezegd^ hebben, dat de rystbouw hier wel zoude kun- {a) Van de Heer Tunberg, Profeslbr in de Botaüic te Upfal, die zulks daar te lande onderzogd heeft.  44 Over de Oost - Indien. kunnen vermeerderd worden, om de Krygsmagt, die daar in de voorige eeuw aanmerkelyk was, te voeden. Vervolgens zal men nog hier gelieven by te voegen , de allergelukkigfte legging van dit Eiland, met betrekking tot de Kusten van Malabaar, en Cormandel, en de Natuur van deeze laatfte Zeekuft. Het is 'er zoo verre van af, dat deeze Kust, zulke fchoone havens zoude hebben , dat 'er op de geheele Kust niet een éénige , zelfs geene flegte haven te vinden is. Van de Maand van Oclober tot May, is hier de orcaan tyd, zoo dat alle Schepen, van de Kust naar Ceilon, Achem, Bombay, of Bengale moeten vlugten. Men zou misfchien met nog veel meerder reden, als er van Sicilien gezegd is, dat de Meester van dit ryk te paard op Italïên zit, zulks op de Meesters van Ceilon, ten opzigte van de Kusten van Malabar, en Cormandel kunnen toepasfen. Uit 't geen ik nu boven gezegd heb, omtrent de ryke,en magtige bezittingen van En-  Van Ceilon. 45 Engeland, en Vrankryk op deeze Kuft, zal blyken, dat dit Eiland als een Frontier van de alleruiterfte aangelegenheid befchouwd, en al wat mogelyk is door de Republicq moet aangewend worden, om 't in een Haat van tegenweer te brengen. Het grootfte gedeelte van de Krygsmagt van de Compagnie, die door Bewindhebberen hier geplaatst is, doet zien, dat men van deeze waarheid overtuigd geweest is. Hier zal het niet minder nodig wezen, dan aan de Caab, om te laaten onderzoeken welke poinden hier moeten gedefendeerd worden, welke wederom in tyd van Oorlog verhaten, in één woord; wat 't beste plan, van defenfie mogelyk, voor dit Eiland is. Men heeft hier geene Europeaanfche Colonisten, gelyk aan de Caab, maar daar en tegen inlanders, waar van de Cingaleefen, en Beddas 't bewind van 't binnenfte gedeelte van het Eiland hebben. Alle de hoogelanden, die voor 't grootfte gedeelte zeer vrugtbaar zyn, en door de Cingaleefen, die met ongeloofelyken arbeid overal refervoirs gemaakt hebben voor de Ryst-  Knox Jteize van Ceilon. 4$ Over de Oost-Indien. Rystlanden, en de bergen amphiteaters gewyze met tarrasfen, misfchien tot een grooter graad van culture gebragt hebben, dan ergens in Europa plaats heeft, ftaan onder een Raja, dien men den tytel van Keizer van Candia geeft. Volgens 't rapport van den Gouverneur van Rheede, reekende men AD. 1667 de Soldaaten van den Koning op 22580, Landlieden op 131200, Lascaryns 22580. De Soldaaten leveren van ieder Huisgezin maar 1 man , de landlieden insgelyks, en zulks nog maar in den hoogften nood. De verfcheide Oorlogen met de Portugeezen, en met ons, hebben genoegzaam beweezen , dat de magt van deezen Koning geheel en al niet te verachten is. De Keizer is A°. 1670 met zyne geheele magt na beneden gekomen, om te zamen met ons, Colombo te belegeren, maar de zwaare Oorlog, die wy niet lang ^eleeden met hem gevoerd hebben, geeft die reden, om te denken, dat wy deezen Porst meer als Vyand, dan als Vriend moeten aanmerken, Ge-  Van Ceilon. 4? Gelukkig worden onze bezittingen aan de i Ooftkust van de zyne gefcheiden door 't Land van de Beddas, die tusfchen 't hoog Gebergte, en de laage Landen van de Oostkust, (door de Malabaaren, onder de Compagnie {taande , bewoond) in de Bosfchen onafhankelyk van de Jagt leeven. De gedagten van den Heer van Goens waren , dat men door den tyd, als men met ij veel beleid en omzigtigheid zig gedroeg, ! 'er uitmuntende Lascaryns of Inlandfche : Soldaaten van zoude kunnen maaken. . Eene zaak dubbel de moeite waardig te ij onderneemen, om dat onder dit Volk geene verfchillende Casten zyn, en geene religie hebbende, misfchien gemakkelyker, dan de j Cingaleezen, tot den Christelyken Godsdienst zouden kunnen bekeerd worden. Eene derde Natie van Inlanders zyn de Malabaaren, die 't grootfte gedeelte van de Oosten de daar aan grenfende Landen van de 3 Noordkust beilaan; eene lafhartige, vreesagtige Natie, die onder de Regeering van de Compagnie is, maar die ook nooit van eeni-  4<* Over de Oost-Indien. Van Goenj Rapport. eenigen den minsten dienst tot verdédiging van Ceilon wezen zal. De groote ruïnes in 't land der Wannias, 't geen te vooren door deeze Natie zeer fterk bevolkt geweest is, en nu byna woest legt, toonen, dat Ceilon tot eene veel grootere bevolking, en fterkte kan gebragt worden. Men klaagt over gebrek aan ryst, waarom niet de Refervoirs, die door de Malabaarfche Rajas gebouwd zyn, en thans voor drinkens kuilen van 't wild gedierte dienen, wederom opgemaakt? zommigen zyn 'er dia. 5 uuren gaans in de rondte geweest zyn. Zoude het een ongerymden voorflag zyn, dat men, of aan Soldaaten, die haar tyd uitgediend hadden, of wel aan eenige Indifche Natie deeze landen by wyze van kenen gave, met eene diergelyke militaire inrigting, zoo als in Slavonie en Croatie plaats heeft? En men zegge niet, dat in Indien de kinderen door 't Climaat verwyft zullen worden; De Macasfaaren bewyzen ten overvloede, dat  Van Ceilon. <9 dat de gebreken van 't Climaat, door de politicque Regeering en opvoeding kunnen weggenomen worden. Eindelyk zyn 'er in de üesfavcnie van Colombo, alleen A°. 1707, 2000c Cingaleefche Manfchappen, boven >j6 jaaren, onder de Regeering van de Compagnie geweest, daar niet te twyfielen is, of door middel van voorzigtige fchikkingen, gebruik van zou te maaken zyn, ter verdédiging van Ceilon («). Wat nu betreft de keuze der plaatzén, die men verdédigen wil, zullen 'er allerkuridigfte lieden moeten gebiuikt worden , om de voortrefielyke legging van zoo veele Zeelieden , die ik niet nalaaten kan hier nader in aanfehouw te neemen, vergeieeken met derzelver waarde, uit hoofde van Politicque commercieele belangen, tegen elkander in de fchaal te weegen. De O) Ao. 1720 waren'er 1^9388'Malabaarfche Christenen, en verdere inlandfchc Christenen 1793.15 , waar door men meer of min over 't getal der. onderdaaneft Van de Compagnie zal konnen oordeelen, - ' D  go Orer de Cost Indien. De fyne Caneelbosfchen {trekken zig uit van Gale tot Nigombo, 't geen dit gedeelte van Ceilon, voor de Compagnie waardiger dan eenig ander maakt. De Stad. Punto Gale, die de zuidzyde van de Caneel landen befchermt, is door de Natuur op de alleitreffelykfte Wyze verfterkt. Voorzien van eene fchoone Haven, die zcifs voor de allerzwaarfte Oorlogfchepen gefchikt is, is zy byna van alle kanten, uitgezonderd een eenig front van attacque, uit een bastion en 1 halve bastions beftaande, door ongenaakbaare Klippen verdedigd; het inkomen van de Haven is door dezelfde Klippen zeer moeielyk voor een Vyand gemaakt; Omtrent een halve myl in den omtrek, binnen de wallen, en dus van dezelfde grootte als Meenen, is zy op eene hoogte zeer lugtig geleegcn, wordende geduurig of door de frisfche Zeewind , of door eenen aangenaamen Landwind verkoeld. En even als of de Natuur, die ander* met eene fpaarzaame hand gewoon is haare gefchenken uit te deelen, behaagen gefchept heeft, om hier alles, 't geen tot Verdédiging nodig  Van Cedon $t :tt6dig is, met een hoorn van overvloed uit :te ftorten, en haar groot vermogen ons te ; toonen, ziet men tusfchen de Zeepunt en 't Pakhuis, eenen fchoorea ftrral van versch water uit eene klip ontfpringen, en met ver water voorzien word , zoncier halve maa>nen, of bedekten weg. Aan de Zeekant is 't even jammerlyk ge~ : ftelt: A°. 1776 is 'er een Engelsch Oorlog.fchip, 't geen, door 't vertoonen van eene ::Hollandfche Vlag, een Holiandfche Loots had weeten te krygen, zonder verlof binnen 1 gezeild. Als men nu gelieft te overweegen dë oninoemelyke kosten, die 'er nodig zvn, ora 1de menigvuldige Bastions van eene Stad , !,Zelfs van middclmaatige grootte, te verfter."ken , zal men de groote voordeden van eene D % Stad  52 Over de Oost- Indien. Stad als deeze gemakkelyk bezeffen, en dat \ 'er misfchien geene uit te denken is , die i met minder kosten tot een zeer grooten trap : van fterkte kan gebragt worden. Hier kan men nog byvoegen, dat, volgens de reekening van van 500 man! per Bastion, en 150 man voor ieder Lunette, alle de voordeden van deeze Stad, door dief ) van een Guarnifoen van matige fterkte bekroond worden («). Ik zal dan befiuiten] met te zeggen, dat 'er alle middelen dienen I aangewend te worden , voornamelyk na 't ' verlies van Negapatnam, om de Fortificatiën j van Gale ten fpoedigften te verbeteren. En 't is voorzeker niet te verwonderen, dat de Hollanders tot den tyd toe, dat zy j. Colombo ingenomen hebben , Gale als de ; Hoofdplaats van hunne bezittingen gehouden l hebben. Eene dagreize van Gale , ligt de fterk- ,* te Caliture op eenen berg , die niet dan '~, langs een éénigen weg , kan genaderd worden, zynde op den afltand van 8 mylen j, van Colombo. Deeze («) Onder Gale waren Ao. 1720, 58711 Chriftenen. 'i  Van Ceilon. 53 Deeze Stad is in 't hart der Caneel-landen aan de Rivier Colombo gelegen, die daar in Zee loopt, en gevolgelyk eene der gelukkigfte leggingen , die voor eene Fortres verlangd kunnen worden. Met 5 Bolwerken thans voorzien, zoude zy in zulk eenen itaat van defenfie te brengen wezen , dat 'er met eene matige bezetting, geen Vyand te vrcezen was, terwyl door 't verleggen der Colomboofe Rivier in 't groote lak, de Stad en Kasteel tot èen Eiland, en ongenaakbaar zouden worden {a). Op de Rhede voor de Stad ftaat een hemel hooge zee; Ofze nu aan deeze kant veel te dugten heeft voor 't gefchut der Schepen, zal nodig zyn, om door des kundigen te laaten onderzoeken, en 't plan van deeze Vesting met Waterpasfingen van de buitengronden , diepte der Rhede en Rivieren hoe eerder hoe beter te doen vervaardigen, om te kunnen beoordeelen, of de gedagten van den Heer van Goens over de fterkte gegrond zyn , en of men deeze Stad, dan Triconomale, of Gale tot de Wapenen) Rapport van van Goens 1675. D 3  $4 Cm de Oost-Indien. penpiaats van Ceilon fchlkken moet? 0f Nigombo., maar alleen voor een- coups dc main moet verzekerd worden , zal men ia 'i Land zelf dienen te beflisfen. De gelegenheid van JarTanapatnam is wel gunstig, maar 't is niettemin twyffèlagtig, om de groote menigte van andere goede, gelegenheden , of men deeze Fortres verder, dan in eenen ftaat van verdédiging tegen de iulandfche Mogendheden , en°een, coups de main brengen moet. ? (a) Het is niet, dan met eene foort van genoegen, dat ik overgaa , om de onvergelykelyke fituatie van Tiinocomale , de beste volgens de gedagten van de Heer van Goens, van geheel Ceilon te belhouwen. De binnenhaal is meer dan toereikende, om eene geheele Vloot te bergen; De Eilanden dwars m den weg, en 't Compagnjes Eiland, en Khppenburg, die in den mpnd liggen, fchynen als 'er toe gcfchikt te zyn , om op, den geringen affxand van 203 Roeden van X (i) 't Regtsgebied van Jaffanapatnam is een der vrugtbaarften en volkrykften van Ceilon. Ao. 1720 waren 'st 179715 Christenen.' '  Van Ceilon. 55 »t Fort Oostenburg aan de overzyde, 't inkomen te verdédigen , zoo dat met behulp van eenige weinige Oorlogfchepen , de Baai niet wel fchynt vermeesterd te kunnen worden. Het Fort van Triconomale ligt op de Pagodeberg , die op den afftand van een canonfchoot regt tegen over de Binnen-Baai Noordoostelyk aan , eenen uitfteekenden hoek in zee maakt. Aan de Zeekant is de Berg ongenaakbaar , en aan 't vaste land gehegt door eene landengte, ter breedte van 50 roeden. Hier vindt men 2 irreguliere Bastions van gehouwen fteen , 23 voeten hoog boven den gemeenen grond, voorzien met eene gragt, die zeer ondiep, ongelyk. en klip'agtig is; agter dit Front is een kat 2\ voet hooger, en verder verfcheide verkeerdelyk aangelegde Weiken (a) op hoogten van den Berg, die 't Front commandeeren. Hier O) Volgens getuigenis van den Heer A. van der D ijn , Gouverneur van Malabar en Jaffanapatnam , die de bygevoegde Plans gefuppediteerd heeft. — Tc vinden by Valentyn Befchr. van Oost-Indien. D 4  50 Over de Oost-hdic» Hier uit kan men opmaaken, hoe liegt dit kleine Front van Attacque door kunst verfterkt is, daar de Natuur maar zoo weinige hulp eischte, om deeze Vesting byna onwinbaar te maaken. Men kan ligt bezeffen, dat een gering Guarmfoen hier voldoende is , ja zelfs indien de werken van't Front in eenen behoor-' iyken Ihat gebragt wierden. Op het PJan fraaa de Flanken al mede regthoekig op de gordyn , de Bolwerken zyn zeer eng, en zoo men uit 't ^uigems over de verdere aldaar aangelegde YVerken, by analogie tot deeze mag befluiteri, w 't gantsch niet onwaarfchvnelyk, dat deeze 2 punten verre van de volkomenheid zullen zyn. De ruimte van den Berg is zoo groot, dat 'er 2000 Calappies Boomen op geplant zyn, en 'er nog wel 8 k 10000 konden geplant worden, dewyl de grond zeer vïugti baar is. a , Men kari 'er daar en boven wel 200 Koebeeften, ea 5 I 600 Sd.aapen of Geiten weiden, terwyl 't Visfchen ook den be- lc-  Van Cs den. 57 legerden niet kan belet worden, die door den Berg gedekt zyn. De grootfte Schepen konnen hier langs den Berg komen, en daar aanleggen, doordien men in 't Zuider-Mousfon een opperwal heeft, en ze op 24 Vadem, onder deszelfs befchutting, kunnen ankeren. Rondom Triconomale is 't vrugtbaarfte land van geheel Ceilon, en de grootfte rivier van 't Eiland heeft haare uitloozing , een groote myl van 't Fort Oostenburg, in de buiten Baai, zoo dat 'er langs de oevers Zaailanden genoeg kunnen beteeld worden, om 't Guarnifoen van de Landsgeregtigheden alleen te voeden. Het allerheerlykfte Timmerhout, dat de Rivier Mawiellcganga kan afgevoerd worden, zal voor de Scheepstimmerwerf tot 't bouwen , en herftellen der Oorlogfchepen. dienen. . Als men .nu 't lac van Cockewille Polle, 't geen maar 2 uuren van de bovengemelde Rivier afgelegen is, door eene doorgraaving wilde verëenigen, zou men een overvloed van fchoon Timmethout uit de Batlicalooze D 5 Lan-  58 Over de Oost - Indïén. landen voor de Timmerwerf bekomen , en 't land tusfchen beiden is, volgens getuigenis van van Goens, die 't doorreist heeft, zoo broekagtig, dat zulks zeer gemakkelyk zou kunnen gefchieden. Overvloedig brandhout is hier, ook om kooien te branden voor de yzerfmedery. Uit dit alles is optemaaken, dat 'er geen yoordeeliger plaats voor een Exquadertje, 't geen den Vyand obferveeren wil, en defenfiev ageeren , misfehien uittedenken is, voornamelyk als men zig herinnert, dat van de Haven van Mascate af, tot de rivier van Bengale toe, Bombay uitgezonderd, Triconomale en Punto Gale de eenige havens zyn, die 'er gevonden worden. Het Fort Oostenburg moet al mede verkeerdelyk aangelegd, en door bergen gecommandeerd zyn. Alle deeze Fortificatiën zullen door Ingenieurs dienen opgenomen, en de gebreken aangeweezen te worden. Nu zal ik nog een woord van de fchoone Baai van Battacalo fp.eeken: Een aller- vrugt-  fati Ceilon. S9 vtugtbairst land leve;t hier Caceslj Gember , en Peper in overvloed. De Fortres van de Compagnie is een. zeer mager werk, en men behoorde ten minsten, een plaats van zoo veel aangele-genheid, indien 't getal der troepen voor grooter Werken niet toereikende was, voor een coups de main te verzekeren. Ik moet nog een woord hier byvoegen • over de noodzaakelykheid eens Voorflagsvan denzei ven Heer van Goens, om de Communicatie, door middel van een weg, die al ten tyde van de Malabaarfche Koningen, hier van Cotjaar tot Calpentyn, dwars door 't land geloopen heeft , en die door alle de wegen uit de boven landen gefnecden word, zig te verzekeren. Het voorbeeld van de Romeinen, die al-. Ie hunne conquesten met groote wegen te. zamen gehegt hebben, kan ons van de wysheid van deezen voorflag overtuigen, terwyl insgelyks de wegen van Jaffanapatnam, langs Colombo tot Gale toe, moesten opgemaakt worden , om dus in cas van beier, gering, als de Vyand van de Zee Meester is,  6o Over de Oost-Inden- is, door een gedeelte der Guarnifoenen van de overige fortresfen den Vyand te belemmeren. De Krygsmagt van de Compagnie, die tusfchen de i en 3000 man beloopt, indien men al eens wilde onderftellen, dat 't Militaire wezen op een goeden voet was, daar 't tegendeel door de Vreemdelingen, («) en alle de Officieren die uit Indien komen, verzeekerd word , is niet voldoende , om de voornaamfte Zeeplaatfen te befchermen. V) Eer en aanzien, die de grondflag van een goede Militairen Conftkutie uitmaaken , dewyl geene Regeering fchatten genoeg bezit, om alle Militairen ryk te maaken, zyn hier met eene allerfpaarzaamfte hand aan de Officieren en Soldaaten toegedeeld; uitgezonderd 4 of 5 Stafofficieren, worden de overige als de geringftc Clasfe van menfchen aangemerkt , die in geen gezelfchsppen van fatfoenelyke lieden ontfungen wor den; («) In 't jaar iCrs had de Compagnie 4300.Eawpcaanen en Sooq Lascaryns in dienst. - {(>) Le Getuii, Voyage t. i. Art. Mallacca, en Rapport >an dt Gaitveraeut S/mms,  Van Ceilon. 61 den j en om dit alles te voltooijen betaalen de Refidenten van de Compagnie op zommige plaatfen 't volk voor de helft in Lywaaten, die zy eerst aan de Compagnie 25 pCto. boven de waarde in reekening gebragt hebben , vervolgens zoo veel pCto winst voor de Compagnie 'er opleggen, en dan eindigen met ze eenige pCto onder de reële waarde wederom van 't volk voor contanten over te neemen (c). Het O) Volgens egte berigten; daar men by ka», voegen de befchryving van den Heer Anquetil, van 't Guatnifoen van Cochin ; discours prclim p. 148. Les troupcs de ce Comptoir font uti melange dc Nations, dans lequel les Allemandes ont la prefe* rence, enftite les Hollandois, puis les Francois. Les Capitaines ont par mois 50 rouples d'appointemcns, les Lieutenants a proportion, les enfeignes 22., les Soldats 9 Florins payes en fanons a 20 pour une roupié, ce qui fait enviroa 212 fanons; mais par une oeconomie inhumaine , lis ne recoi» vent que 110 fanons, paree qu'on leur retient Ie habit. les fouliers et ce qu'ils ont recu d'engage-» ment en Europe. Lorsqu'un Soldat a fait fon temps, il peut ie reagsger a des conditions plus ayantageufes, et fa paye  Bypbii, t. x. p. 483. < I < è l P C£ la da jo co 3 CS CCl dai Over de Oa^t-Indien. Het Schildery, dat ons door den Abt ««.wal van de Land en Zeemagt van de Oost-Ind. Compagnie gemaakt wordt, is dan maar a] te waar, en men behoeft zig hier niet te vleien, dat, gelyk dikwijs anders t geval is van deezen Schryver, zynefcherpe aanmerkingen uit eene verhitte verbeel^ngskragt, en politicque geestdryvery 2VU roortgevloeid. : Zyne berigten, en wel zeer egte bermen ** 't Militaire wezen' zyn hem gcgeeven Iqor den Prmsfifdien Edelman Baron van inrphaujen, een man van groote bekwaameden, die met de Dochter van den Generaal Mos- J*W* Ie temp3 paffaa quelqües fois celle de U Commandant des troupes, rctire des droits de Iadrene.de la maifon des orpheïinS, « des So'. ts, qui venlent etre £Xempts de ferv,ce. ^ . nt a fes appointemencs liu ftit un revenft a£rgz nlideraole. bmmtm Officiers font , pcinc j ,.aifc< Po[jr Soldao. apres avotr ërë ma! nonrris en route * quz fe trouvon i CVhin fans metier, fcni is Ia mifér*. '  Óver Ceilon. 63 l Mosfel getrouwd is geweest, en zig te Parys heeft nedergezet. Hoe veel Manfchappen hier door 't land ; zouden moeten bygevoegd worden, is zon1 der naauwkeurige militaire kaarten en plans ; Van 't eiland niet te bepaalen. Het fchynt evenwel waarfchynlyk , dat* i met 1500 a 2000 Man by 'er te voegen, 1 onderfteund door 3 a 4 Schepen van Linie, ] als men befluiten mag uit de gewoonelyke l fterkte van de Engelfchen en Franfchen in Indien, mogelyk dit Eiland tot den tyd : toe , dat men fecours uit Europa kreeg, I zoude konnen verdédigd worden. Men zal i hier insgelyks by 't uitbarsten van een oorlog i in Europa nog één of twee Schepen by voegen, (die, ingeval eenige van de Compagnies Schepen tot 163 voeten vergroot wierden, en li de Compagnie in plaats van Infantery een ICorps Artilleristen, die ter Zee en te Land 1; moesten dienen , wilde oprigten, en haaren 'Veaensf op den zeiven voet als die van | de Engelfche Oost ■ Ind. Compagnie brengen , een gantsch niet onaanzienlyk EsquaI dsr roudeu uitmaaken. De  64 Over' de Oost - Indien. Dè Zeeofficieren van de Compagnie, zegt |)1 Raynal, zyn Stuurlieden en Zeelieden , 0 maar hebben geen fchaduw van denkbeeld .fc \ van eenige kunde van den Oorlog: Meest § al van zeer geringen afkomst, kunnen zy 1 door hunne opvoeding geene grondbeginfe- ■ ! lefi van eer gekreegen hebben. Het bepaalcn van 't preciefe getal der Óorlogfcbepen, aan de Caab, en Ceilon zal door Zee-Officieren, Inginieurs, en Officieicii aïleèn kunnen gefchieden. De gezonde'lugtftreek, en alle de boven- | gemelde redenen met betrekking tot de magt I der twee groote Europeaanfche Zeemogend- I i heden van Indien, fchynen aanleiding te j i gseven, om de Lands Schepen eerder op ri deeze twee hoofdbezittingen, dan wel elders ! f in Indien te plaatzen. Door een Esquader op Ceilon kan men j i: den Oorlog van Java, en de Molucques ver- i wyderen, die door haar grooten afftand van » de Engelfche en Franfche Conquesten min gevaarlyk liggen, dewyl 't geheel verlaateh \ Y van de Kust van Cormandel door den ie Vyand niet kan onderfteld worden, erPt 'i; ver- I ,  Van Ceilon. 1 Verdeelen van de Zeemagt, dié zeiden grooter dan 11 Schepen van Linie geweest is, den uitflag van de Expeditie zeer wisfelvallig , en 't overgebleeven gedeelte Vart :de Vloot, door de onmogelykheid van re:traite, uit gebrek aan havens, in eene aller:neteligfte omftandigheid zou brengen. 5 3- Van Java. Groot Java, 't geen ik gezégd heb , dat als de neutel van 't oostelyke ge-1 :deelte van Indien moet aangezien worden, is de Zetel van de Nederlandfche Heerfchappy in Indien, Op 6| graaden zuider breedte, ftrekt 't zig van de lengte van omtrent ;:I25 graaden, 140 mylen oostelyk uit, zynde op zyn breedst 30 mylen zuiden en ■noorden. De vrugtbaarheid Van dit fchoone land is rbyna ongeloovelyk , en het is wezentlyk de fpyskamer van 't grootfte gedeelte der 1 overige Indifche bezittingen. E D«  66 Over de Oost-Indiën. ■ De Inlanders zyn alle Mahomedaanen, en ftaan onder eene Leenregeeringe var* .u verfcheidene Vorsten, die alle van de Compagnie meer of min afhangelyk gemaakt zyn. In 't Koningryk van Bantam, 't geen de Westkust van Java uitmaakt, begroot men 't getal der inlanders op 41000 menfchen, . in 't Ryk van Jacatra 97000, 't geen aan j de zuidzuide vol is van zwaar gebergte en \ Bosfchen, in Cheribon 305600, in 't land- I fchap van Mataram reekenen de Javaanen 3616 Dorpen , 12 Steden en 34320 huisgezinnen, die, op 5 mangereekend,uitmaaken 1,710500 zielen , in Sanaraga Cadiri enz. 14 Steden 226 Dorpen, 97970 huisgezinnen ; en dus 489850 menfchen, in Pasfarowen en Madure 601250, in Balamboang 300000, en dus te zainen op Java 38 Steden, 4496* Dorpen, en 3,553-00 menfchen. De inwoonders van Batavia moeten hier nog bygevoegd worden, die zommigen op {> 100000 zielen begroot hebben. Als men nu gelieft natedenken, dat de jl inwoonders der 7 Provintien geen 2,000000 3 men-  Van JavJt. &l i menfchen uitmaaken, zal mefi zig niet gé: ttóeg kunnen verwonderen, dat onze voor-1 ouders zulk een rnagtig land , op zulken afrtand overwonnen hebben , en dat men i tot heden toe zig daar heeft wecten te handi hiaven. A°. 1629, is Batavia door een leger Vafl smeer dan 100000 javaanen belegerd ge:weest , die zig verpligt gevonden hebben, lom 't beleg op te' broeken , en A°. 1705, : hebben wy den Keizer , die met een leger ivan 50,000 man te velde getrokken was', )afgezet, een ander in zyn plaats benoemd, :den Sultan van Tsjeribon tot een Vryvorst ;doen verklaaren , en verfcheiden nieuwe 1 voordeden voor ons bedongen. Men zal ligteïyk uit dit alles kunnen* op'maaken, dat wy buiten twyffel aan 't goed ibeleid en dapperheid van onze voorouders izeer veel te danken hebben, maar dat hier , nog andere omftandigheden hebben moeten te zamenloopen , namelyk , dat de Javaanen misfchien als de laf hartigfte Natie van geheel Indiën moeten aangezien worden. In de tweede plaats is hier nog bygekomen, dat E 3 'er  68 Over de Oost-Indien. 'er geene Europeaanen, vóór de overwinningen van de Franfchen onder de Heeren t-usjy, Dupleix enz. op de Kust van Cormandel , en 't Decan , en van de Engelfchen onder Mdord Clive in Bengalen enz. eenige Conquesten van aangelegenheid gemaakt hadden, die tegen onze reeds voor lang gevestigde magt konden op weegen. Uit den aart van deezen Inlander hebben wy redenen om ons te vleien, dat wy niets van zynen kant te vreezen hebben ; Maar wat zal ik zeggen omtrent 't gevaar voor de andere Europeaanfche Natiën? Raynal is van begrip dat 6 Franfche of Engelfche Oorlogfchepen met 2400 Soldaaten , de Molucques en Java zouden vermeesteren. Zeker is 't, dat zedert de groote magt der Engelfchen op de Kust van Cormandel , en in 't Ryk van Bengalen ons relatief vermogen > met betrekking tot Engeland , aanmerkelyk verminderd is. En men zal hier ook uit kunnen opmaaken, dat 't zelve getal van Krygsvolk, 't geen te vooren dit Eiland kon befchermen, nu niet meer voldoende is. ' Het  Van Java. 69 Het droevig lot van Manille, in 't Jaar :van 1762,, 't geen een gevolg van deeze \overwinningen geweest is, kan ons tot eene ' waarfchouwing verftrekken; 1500 man En(gelsch Voetvolk , 120 Artilleristen , 3000 (gedisciplineerde Europeaanfche Matroozen, ;8oo Seapoys, gewaapend met Snaphaanen, en 1400 Seapoys om te werken, hebben i Manille ftormenderhand ingenomen. Laat ons nu befchouwen, wat de Compaignie hier tegenltellen kan. A°. 1706 hebben zy hier te velde gebragt 16HollandfcheVaandels, ieder van 50 man3 I dus te zaamen 800 man, en 30 Inlandfche 1 Vaandels van Macasfaaren , Boegis, Ballers. '. Boegifche Mardykers, uitmaakende 240c I man, met wel 25000 Javaanen. Het is ons leed, om hier te moeten zeg1 gen, dat de Officieren, die uit de Indiën tc 1 rug komen, van dezelfde gedagten zyn al t Raynaly dat een gedeelte van de Europeaa I nen, en welk gedeelte wil ik liever nie I bepaalen, zig daadelyk zouden voegen b] den vyand. E 3 O) LeGemii Voyage t. r )  ?0 Over de Oast - hdïèn. Op de Javaanerj is geen de minste ftaat te maaken; De Matroozen, die door den Spaanfchen oorlog alle Soldaaten geworden waren? en 't land veroverd hebben, zyn door den dood weggerukt; en de inlandfche Vaandels alléén kunnen, zonder eenige ruggefteun, geene Europeaanen 't hoofd bieden, Deze Sehiidery, welke niet met te fteike couleuren afgemaald is, is akelig, maar wy mogen ons nog al te gelukkig reekenen, dat 't van ons alléén afhangt, om de voorwerpen van gedaante te doen verwisfelen. Wie kan ons beletten, om 't Militaire wezen op een goeden voet te brengen? De onkosten zouden te zwaar zyn, orn. hier meer dan 20.00 Europeaanen te onder- houden , maar 2000 Europeaanen wel betaald, wel gekleed, en die niet als de Jaagfte, maar als eene van de eerfte Clasfè van. menfchen behandeld wierden, zouden met de overige magt, die men hier kan byvoe, gen, mogelyk toereiken, om Java te verdédigen. Tegens de 3000 gedisciplineerde Matroozen  Van Java. 71 | zen, die de Engelfche te Manille gebruikt i hebben, moeten Matroozen gewapend, en ! wel geoeffend worden, 't geen niet dan van ! een vast Corps, gecommandeerd van bekwa:me Zee-Officieren, te verwagten is. De kosten, dewyl de Matroozen 'er altyd fvoor de vaart wezen moeten, zouden niet ïin vergelyking komen met eene diergelyke f vermeerdering van Landmagt. Ik twyffel niet, zo de Compagnie Caffers ] Jongens liet koopen van 12, 13, 14, ï5> ] 16 Taaren, en gebruikte ze op de binnen- ] landfche vaart, of men zou 'er evenveel nut ■ van trekken, als de Engelfche van hunne 1 Compagniën Caffers op de kust van Cori mandel gehad hebben. De Engelfchen hebben moeten erkennen, dat 'er voorbeelden geweest zyn, dat de Nationaalen, regts om keert u, gemaakt, en de Caffers alléén geftaan hebben. De kosten van de Montcering zouden beftaan in eenige Salempouris; 't Voedzel der zwarten en Indiaanen is wat ryst, die te Celebes 't Last a 3000 aan de Compagnie E 4 J5  f.e Gentil Voyage t P- ioj. ft 109. p. 49 Pt 43. ( Jtaynal ' Pfö: ph: I, i.p.43°- < l een 7* Over de Oost,Indien. 15 Ryxdaalders kost, en wat gedroogde of verfche visch enz. Uitgenomen de verpligting, om ter Zee en te Land te dienen, voor zulk een getal ^n jaaren, als men zal gelieven te bepaa. Jen, zouden zy in alles vrye Lieden behooren gelyk gefield te worden: Gefchikt om m Oorlegstyd tot verdédiging van Java te dienen, zouden zy op Batavi, woonen, en in de Gereformeerde Godsdienst onderweezen worden. . Men 20U van een gedeelte van dit Corps zig ook kunnen bedienen , om de Vaderïandfche Schepen te laaden en ontlaaden, en feor 'tjfpoedig verzenden van de Europeaanfche Matroozen naar de eene of andere "-laats op Java, daar eene gezonde lugt is le ziekte, en fterfte van't Zeevolk voorkoken, Gf altoos verminderen j dewyl van A°. 714 tot 1776, 87000 Matroozen en Sollaaten in 't Hospitaal geftorven zyn. Deeze tegenwoordige verfchrikkelyke ongezondheid van Batavia fchynt toegefchree'en te moeten worden aan de flikken en  Van Java. n een modderftrand, die 'er zedert deeze eeuw in de Baai, daar Batavia inïigt, aangegroeid zyn. Laat ons maar herinneren de waarfchouwing van den grootften Dichter . . . . . . . Alt: t. I. p.34?. Voy'ag: P- 3,i' Mcmai'resi du Comte de Forbirt t. t.p. iiï totp. ijo/  VaUm; L c p. 135 Valent: p. 15:- en verder p. tj6. 82 Over de Oost-Indien. De Oorlogen, met ons op Amboina, Java, Boeton en Macasfer gevoerd , kunnen een iegelyk van deeze Waarheid overtuigen. Even als de oude Batavieren , zyn ze gewoon , gelyk Vcdentyn hen heeft hooien doen, zingende de liederen, die de dappere daaden van hunne voorvaderen vereeuwigen , tot den aanval optetrekken. Even ligt geraakt , als de oude Duitfchers verkiezen zy de dood, boven 't lyden van eenige fmaad ; ook gaat by hen de verpligting , om zig te wreeken , van den Vader op de Kinderen, en Kinds - kinderen over. Aan deeze , en diergelyke gewoontens, en Wetten, gevoegd by eene opvoeding, die volgens het zeggen van denzelven Raynal met meer voorzigtigheid , dan by eenige Europeaanfche Natie ingerigt is, moet hunne dapperheid toegefchreeven werde \ Men zal zig hier over minder verwonderen j als men daar en boven weet, dat ze de fchranderfte , en vernuftigfte volkeren van Afiën zyn , en niet alleen Staal, Kruid en Snaphaanen maaken, maar zelvs Gefchut, ep wel ongemeen fraay, en cierlyk gieten. , De  Van 4e Molucqfche Eilanden. 83 De Vrugtbaarbeid, en Volkrykheid van ! dit fch tone Eiland kan men hier uit opmaas ken, dat 't last Ryst van 3000 $ a 15 of i ió Ry.;d: verkogt word, en dat de Koning \ van Boni, een van de Celebefe Koningen j 160000 man in 't veld kan brengen. 't Noordelyke gedeelte , 't geen nu ten ; grootft ;n deele de Maatfchappy onderworperi i is , leverde aan den Koning van Ternate 35700 mannen. By de Vrede van 1667 zyn de Konin:gen der Boegis, Loeboo, Soping, Lajo, IBancile , Turatte , Badjing enz. onaf hangelyk van die van Macasfer of Goa verklaard. Alle deeze Vorften zyn meer of min onld:r de Hecrfchappy der O: I: Compagnie gebragt; zy zyn met den naam van Bondgemooten vercierd , en als 'er eenige zaaken iVan gewigt voorkoomen, geeft 'er de Landvoogd kennis van aan de Koningen van Boni en Goa, van wien de eerfte de Ryksdag befchryft, daar de Landvoogd twee Gecommitteerden op zendt, zonder welker toeftempning niets mag beflist worden. Hei halsregt heeft men aan ieder Koning F 2 ge- Valen: bladz: 13 ff.  () Val ent. t.;.p 119, 109 en 130. (c) Valent. ■ t.s. p. 11 r, . 113 en 119. I (d) Valetit. t.j.p. 135.  Valenten f. i. p.ioo, * 13,135, »Ï7 en Rayxal Hift. ph. r- P. 342. 1 1 { 1 ( $S Over de Oost-Indien re regen, doch in 't wester- of droog Mou>fon , is 1 heet, maar egter zoo niet , of de winden verkoelen de lugt, en matigen de hitte zoo zeer, dat men 's middags ten 12 uuren , te paard door het bosch, zonder hitte te voelen, ryden kan , en voor 9 uuren 'sogtens, en na 5 uuren 's avonds Van de hitte nooit gehinderd wordt. De Abt Raynal vertelt ons met veel deftigheid , dat alle de Molucqfche eilanden, de fpeceryen uitgezonderd , van een jammerlyke onvrugtbaarheid zyn. Het is 'er zoo verre van af, dat ik deeze droomen zou kunnen toeftemmen , dat 't my gemakkelyk voorkomt, om te bewyzen , dat Amboina , Ceram , Boero en de overige ryke Molucqfche bezittingen der Republicq, voor geen land van de waereld, in vrugtbaarheid behoeven te wyken. Geheel Ambon is, byna overal , bedekt net de alleruitmuntendfte foorten van Palm:n Specery-boomen , de Sago-, Cocos-, Sa;uweer-, Lontar-, Nagel- en Muscaad-bocK nen,de Brood-, Canarie-, Mangas-, Man;oftanas-, Jamboes- en andere voortreffelyke vrugfa  Vdn He Molucqfche Eilanden: ÓJ frügt- en wilde boomen, (a) die den Inlander niet alleeri lommer, en hout, maar ook i overvloedige fpys , en drank verfchaffen. Het verwónderlyklte van allen is, de ; "Wyngaard brengt hier, onder de verzengde . lügtftreek , driémaal in 't jaar , een mei nigte van fchoone, en rype druiven voort. ' De Wyn , dien Valentyn hier heeft Iaa:ten persfen , zweemde 't meest na beste Hochemer Wyn. Deeze kundige Predikant verzekert ons, Idat men hier overvloed , niet alleen van fchoone Wyn, maar ook van Ryst zou ifeünUen teelen ; Geene reden is 'er , zegt :hy , datze hier niet even góed als op Boero , daar de ryst federt 1669 met een alilergewenscht gevolg gebouwd is, IIaagen zou. Wat is de reden , z&l iemand mogelyk !zeggen, van zulk' eène groöte vrugtbaarheid, in dit rotzig land? Het gebergte zeiven , 't geen van alle kan- ( a) Alle deeze Boomen, met het gebruik, dat 'ef (V3n, door de Amboineefen, gemaakt wordt, zyn doot :1de onvermoeide Rumphius belchreven en naauwke«« zig afgebseki. Valentyn t.s.p.147.  (a) Valcn, X. 2. p,Is£ (i) Vale», t. a.pasfim (O Voyag, t. 2 p.658 (d)Vatent. t. i. p.105. (fiValent. t. ï.p.l$7. 94 rf> Oost-Indien. kanten door de zee omringd, eenen overv • vloed van dauw, [a) regen, en riviertjes {b) op deeze eilanden uitftort. Geeft my water , en warmte , zjo veel als.ik hebben wil, zegt de bekwaame Fran' fche Academist, leGentil, (e) en ik zal klippen vruchtbaar maaken! Deeze fterke regen , met een ongelooveiyk getal van altyd vlietende riviertjes , en beeken, die 't land befproeijen, gevoegd by den zwaaren daauw, zyn nog naauwlyks toereikende , om de Speceryboomen , en in 't by zonder de Nagelbcomen te verzadigen. In 't drooge Mousfon hebben ze op Amboina evenwel nog zoo veel te lyden, dat 'er zomtyds eene menigte van uitgaan, (d) Op de Kust van Nieuw Guinea worden wel groote , en fchoone Nootemuscaat-boomen doch geene Nagelboomen gevonden, (e) Men zal hier uit van 't gewigt van de Molucqfche Eilanden nog meer overtuigt worden, terwyl 'er waarfchynelyk niet dan een zeer klein getal van plaatzen is, daar alle dezelve oorzaaken , die hier lot den weeligen groei der Nagelboomen mede' wer~!  Van de Molucqfche Eilanden 95 ;werken, zullen te zamen loopen. De lo:caale fituatie van deeze en de nabuurige [Landen, van de Zee daar ze in gelegen ■ zyn de verfchillendc kettingen, en ook de 1 hoogte der bei gen, de aart der gronden, ien de lugt zelve, die hier door eene fchaIkel, om 't zoo te noemen, van brandende 1:bergen, van Kamfchatka af, over de Eilanden van Japan, de Manilles en Ternate tot naan de Eilanden van Banda verfpreid, ivrugtbaar kan gemaakt worden, komen Ihier allen in aanmerking. — Men kan daar uit opmaaken , dat 't overbrengen althans der Nagelboomen naar anjidere gewesten , gantsch zoo gemakkelyk. rniet, als zulks in den eerften opflag voor;komt, en de Engelfchen en Fianfchen zig ;ingebeeld hebben, wezen zal. Deeze gedagten worden bevestigt door de [berigten van de proeven, die de Franfchen te Cayenne reeds genomen hebben. De helderheid en aangenaamheid van 't [water, op Amboina heeft zyns gelyken - niet. De. lugt h hier niet ongezond, wanneer men K^mpfer LrGenti/, Valemyn, Forrest, Cook, pastim. Valemjr. t.2 p. i ;4.  (a) Valent X.1. p.isS (bj Valent t. s.pasfim. (O v°y«& X. 1 p.658. (djValent. t. i.p.105. (t)Valént. t. ».p.ijr. 94 -öwr rfV Oost-Indien. kanten door de zee omringd, eenen over? vloed van dauw, [a) regen, en riviertjes (b) op deeze eilanden uitftort. Geeft my water , en warmte , zjo veel als ik hebben wil, zegt de bekwaame Franfche Academist, le Genül, {e) en ik zal klippen vruchtbaar maaken! Deeze fterke regen , met een ongeloovelyk getal van altyd vlietende riviertjes , en beeken, die 't land befproeijen, gevoegd by den zwaaren daauw, zyn nog naauwlyks toereikende, om de Speceryboomen , en in 't byzonder de Nagelboomen te verzadigen. In 't drooge Mousfon hebben ze op Amboina evenwel nog zoo veel te lyden, dat 'er zomtyds eene menigte van uitgaan, (d) Op de Kust van Nieuw Guinea worden wel, groote, en fchoone Nootemuscaat-boomen, doch geene Nagelboomen gevonden, (e) Men zal hier uit van 't gewigt van de, Molucqfche Eilanden nog meer overtuigt worden, terwyl 'er waarfchynelyk niet dan een zeer klein getal van plaatzen is, daar alle dezelve oorzaaken , die hier lot den weeügen groei der Nagelboomen mede, wer- •  Van de Molucqfche Eilanden i werken, zullen te zamen loopen. De lo: caale fituatie van deeze en de nabuurige . Landen, van de Zee daar ze in gelegen ,: zyn; de verfchillendc kettingen, en ook de hoogte der bergen, de aart der gronden, I en de lugt zelve, die hier door eene fcha| kei, om 't zoo te noemen, van brandende ; bergen, van Kamfchatka af, over de Eilan: den van Japan, de Manilles en Ternate tot ; aan de Eilanden van Banda verfpreid, 1 vrugtbaar kan gemaakt worden, komen il hier allen in aanmerking. —— Men kan daar uit opmaaken , dat 't overbrengen althans der Nagelboomen naar andere gewesten , gantsch zoo gemakkelyk. niet, als zulks in den eerften opflag voortkomt, en de Engelfchen en Fianfchen zig iingebeeld hebben, wezen zal. Deeze gedagten worden bevestigt door de j:berigten van de proeven, die de Franfchen -te Gayenne reeds genomen hebben. De helderheid en aangenaamheid van 't ;ï Water, op Amboina heeft zyns gelyken >;niet. De. lugt is hier niet ongezond, wanneer men Kóempfer LeQ'entil, Valentyn, Forten, Cook, pastim. Valentyr. t.2 p. 1,4.  Valentyn i. 2. p. j 3 én p. i3( tra!emyn p 95- uS. t*4> 9® Ófe? de Ocst-'hdten. men zig voor den kouden daamv, die *êf 's nachts valt, èn 't Onmatig gebruik def _ palmwynén; maar Aagten wil. ' Onder de Inlanders zyn 'er die loo jaaren oud, dag voor dag, berg op berg neer, m 't bösch gaari, om te jaagen, en hout te hakken; Valentyn hfeèft 'er Ontmoet, die 130 jaarèn oud waren, en dus de uitterfté \ paalèn van 't inenfchelyke leven bereikt hadden. Ik meert dan récht te hebben,- óm té befluiten, dat deeze uitmuntendè bezittingen der Republicq de allergrootfte óplettenheid en toeverzigt, dubbelwaardig zyn. Alle de Dorpen van 't land van Hitóé waren bewoond door 14463 menfchen , daar ondêr 4072 weerbaare mannen en 1654 Datis, of lieden verpligt töt Höfdién^'ten. Op Leytimor Waren 648a menfchen ,alle Christenen, daar ónder I8I7 weerbaarè mannen, en 657 Dat is Op Noesfa-Lacet 4178 ménfchen,Op Honimoa 11453, daar onder 3300 weerbaare mannen, -en op Oma 4995 zielen. U  Van de Molucqfche Eilanden. g% In Amboina zyn 2 Compagnlen Land! Militie, ieder van 250 mannen, beftaande i uit Europeaanen, Mifticen en Chineezert, :die hier Vry-Burgers, of Kooplieden genaamd | worden. In 't Jaar 1710 hadden zy 40 a 50 Schelpen , de grootfte van 30 Last, daar zy mede op Java, Macasfer en Bali handel idiyven. A°. 1708 zyn 'er onder de geheele Landvoogdy van Amboina geteld Mannen. Vrouwen. Kinderen. Europeaanen 763 28 54 Mifticen 71 105 269 [Chineezen 125 86 170 iVrye Zwarten 251 304 300 i,Vrye Macasfers 152 229 155 'Amboineezen. ^Christenen, Mooren ::en Heidenen 18626 18014 23873 'Macasfaarfche Slaaven 918 525 165 ! Andere Slaaven 3277 3415 1902 24183 22706 268SS 22706 26888 _73777_ daar onder 13200 Christen- G Hei Valer.tyn P- 343.  9& Over de Oost - Indien. Valentyn t s.p 129. Valentyn t.s.p.uj. Het Cafteel Vi&oria is niet boven de 30 of 40 fchreeden in 't vierkant, en dus veel' te klein voor een Hoofd-Vesting, gelyk door Valentyn reeds is aangemerkt, en voorzeker buiten ftaat, om zig tegens Europeërs te verdédigen. De Vyand kan hier overal, buiten 't bereik van 't gefchut van 't Cafteel, ankeren, en landen, en 't Cafteel zelfs wordt gecommandeerd door de nabuurige bergen (c). Men zal hier uit zien, dat deeze Fortres zelfs tegens geen Coup de Main beftand is. Van deeze waarheid fchynt men ook zoo wel overtuigt geweest te zyn, dat men A°. 1674 bedagt was, om de Hoofdvesting aan de overzyde, op de Kust van Hitoe, in de Laha te verplaatzen, daar eene fchoone vlakte is. Alle waren 't eens, dat, indien 'er een Cafteel moest aangelegt worden, 't vry beter ware, om 't te bouwen in de Laha, dan daar 't tegenwoordig ligt. De O) Advis van Rumphius over de Fortificatie van 't Cafteel Vicloria, met de Criticque aantekeningen daar oVer. Valentyn t. 2 p, 138,  Vdn de Mohttqfcke Eilanden. 69 t)e zwaarigheden , die toen door Runiphius tegen 't verleggen gemaakt wierden, I fchynen met veel kunde dóór den fchryver 1 der Criticque kanttékeningen opgelost te I zyn. Niemand zal nu tegenfpreeken, dat Araibóina ten minften tegen een Coup de main 1 behoorde verzekerd te worden, en daar i zulks door 't Cafteel Victoria niet geleideden kan, zoo fpreekt 't van zelve, dat men «eene andere plaats daar toe behoorde uit te ; kiezen. ; Indien de Inlanders, die men, door dien ze meestal Christenen zyn, gemakkelyker dan de Cingaleezen aan zig zou kunnen ^verbinden, 5t land mede wilden helpen verdédigen , kan men befluiten, uit 't geen op Corfica gebeurd is, daar zoo veele duizenden van 't beste Franfche Krygsvolk door sen handvol inlanders, zulken langen tyd zyn afgeflaagen, dat Amboina niet alleen tegen >een Coup de main, maar zelfs tegen eeneh iformeelen aanval zou kunnen verdédigd tvorden. IDat de Amboineezen, van jongs af daar G % tes  ICO Orer de Oost'Indien. toe aangebragt, goede Krygslieden kunnen worden, is door 't voorbesld van Capitein Jonker en andere gebleeken. Men begrypt wel, dat hier niet te pas komt, om deeze inlanders te leeren formeeren, en deployeeren. In 't gebergte van Amboina zou zulks even dienftig zyn, als een vyfde rad aan een wagen. Op dezelve wyze gelyk de Corfen moeten zy, zoo wel als de Europeaanen, die men hier in bezetting leggen wil, tot een Jaager-Corps gedresfeerd, (a) en vervolgens in kleire fchermutfelingei tegen de Cerammers, Papoes enz. aan 't vuur gewend worden. In 't boven land, moet men een Point d'appui hebben, 't geen tot eene retraite, wapenplaats , en magazynen dienen kan, 't zy op den Berg van Waywani, dien de Inlander daar toe gebruikt heeft, of wel op eene andere plaats, die 't best gefchikt is, om (a) De getrokken Buffen kunnen met geringe kosten op Macasfar gemaakt wordtn. k  Van de Molucqfche Eilanden. 101 -om 't geheele land in echecq te houden, ,en met de minfte kosten kan verfterkt iworden. —— Ik kan niet nalaaten, om hier nog een ,woord by te voegen, van 't fchoone eiland van Ceram, 't beste van deeze lanrivoogdy, ■«waar van 't eene gedeelte,Groot-Ceram gemoemd , 50 mylen zig oost- en westelyk [tfitftrekt met eene breedte van 14 uuren, :en 't andere gedeelte Hoewamohel 10 my: len lang en 4 mylen breed is. Overal zyn hier fchoone Bosfchen, heer] lyke Rivieren , en vrugtbaare bergen, die :: zig ten hemel verheffen , en rykelyk voorzien zyn van Sagoboomen , die 't koorn der Amboineezen en Cerammers kunnen genoemd worden ; In voorige tyden waren hier geheele Bosfchen van Nagel- en Notemuscaatboomen , die op Hoewamohel te gelyk met 12.000 inwoonders uitgeroeid zyn. Dezelve reden, die de vrugtbaarheid van Negapatnam en de uithoek van de Kust van Cormandel uitmaakt , is ook oorzaak van die van Hoewamohel. Het is byna ongeloovelyk, 't geen evenG 3 wel-  Valemy t.2.p ! Valenten t B.p.7 Scmeret, Voyage, «•■•p-188. J°2 0>w ^ Oost-Indïèn. weleer is, dat aan de 0ostku3t van cen and,'twelk.4mylen ^ . re-n *fi«, en aan de Westkust ter zeiver tyd het drooge Mousfon i, Aan de fmalte van " te ml ' Jatr ^ rCde der gaarheid te moeten toegefchreeven worden Groot-Ceram is nooit geheel en al door 2 *'onde^ebragt geweer. Herwaren kl r b 2iden' 'tS— „klaar bewys 1S dat ^ ^ Regeenng, dit land tot een geheel anderen *P van volkrykheid zou kunnen komen De rystdaagt hier even goed als op Boero: date4?t Frfe rdzigers veih^> ~ wal enT 1 T ^ " inlands v Jaarlyks 9 Corocoras of olandfche Vaartmgen voor de Amboifche IWloot van dit land bekwamen, uitge nomen saway, gcheel en al door de Inlat ders zouden weggejaagd zyn. Het fchynt evenwel gantsch niet onverfcn* Voottrcnelyke gelegenheid van dit Eiland -or ce Nagelboomen, dat >t onafhangebk wierd,  Van. de Molucqfche Eilanden. 103 wierd , öf wel onder eene vreemde Mogendheid mogt komen j Alle de middelen, die de Hooge Regeering van Indiën zou kunnen uitdenken, behooren aangewend te worden, om de zaaken ten minften wederom op den ouden voet te brengen. Het voorbeeld, is daar en boven voor de Tnwoonders van de overige Molucqfche Eilanden, van een zeer gevaarlyk vooruitzigt. Nu blyft my nog overig, om van de eilanden van Banda te fpreeken, daar de Muscaat-Nooten, die op de overige eilanden uitgeroeid zyn, aangekweekt worden. Het eiland Neira, daar de Vestingen gelegen zyn, is niet meer dan £ myl breed en één myl lang. Tusfchen Neira en 't hooge land van Banda , is eene goede Rhede, daar men zoo wel door 't Oofter- als Weftergat in kan zeilen. Of deeze Rhede, die door Batteryen op de eilanden van Neira, Banda en Goenong Api verfterkt is, niet tot eene groote fterkte zou kunnen gebragt worden, om eene veilige legplaats voor de Schepen, die de MolucG 4 ques  Valentyt. *• 3. twee Slik p. , Valentyn r ; P 33. van ï04 Over de Oost - fadïên. i cues verdédigen, te hebben, zal we] de mce.te waardig zyn, om door Ingineurs te katen onderzoeken? ü Men kan Semakkelyk van Neira de over. zyae en dus de Rhede der Schepen, die 'er tusfchen in ligt, befchieten. Ten tyden van Vdmtyn ^ ^ Nasfau oP Neira Commandeerde , af te kruien. ' v »et hooge land van Banda is omtrent 6 mYlen ,n den omtrek. W fknden Zyn Voor * geenen, die er eerst komen, ongezond ; Valentyn, die toer zelfs gewoond heeft, fchryft de oor?1 CrVa" t0eaai^e dampen, die door kofd gt£'J 54 tKÓenh0°S, verdikt, en dat mfV°; 7' Zü°fchie]yk nederdaalen, , m " ** koude op t hoofd , en hers 7: e £eZe lugt ongewoon 2jn, op dit hooge land doen fterven A ■ 163S waren 'er 384* menfchen daar onder meer dan de helft flaaven. C£ 2waar'8heid omtrent 't aanleggen  Van de Molucqfche Eilanden. 105 , van Vestingwerken , fpruit hier uit de me; nigvuldige aardbeevingen, die door den brandenden Berg Goenong Api, niet wel J* myl tin den omtrek, 559 treden hoog, en door :zulk een eng Canaal van Neira afgefcheiJden, dat men 'er met een {tukje van een . iey gemakkelyk over werpen kan, veröorïzaakt worden. A°. 158Ó fchynt deeze berg begonnen te ; zyn te branden , 't geen met verheffingen i in de jaaren van 1598, 1609 en 1615 ge1 beurd is. A°. 1615 zyn 'er fchrikkelyke fteenen, van één Vadem lang uitgeworpen, en daar : regende zulk' een menigte asch op de Bolwerken van 't Cafteel Nasfau , ter hoogte van 3 voeten , dat de ftukken naauwlyks | te gebruiken waren. De Vlammen floegcn zelfs tot aan den 1 Voet, hier en daar door fcheuren en ope, pingen uit , waar door alle de Dorpen op ( deezen berg verwoest zyn. In 't jaar 162.9 was hier eene geweldige aardbeeving, die h uur daar na van eene waterbeeving gevolgd wierd, G 5 De Valentyn t. 3.p. iS.  Valentyn *■ 3 f. 13. IQö Over de Oost-lndïén. De Zee verhief zig hooger dan 9 voeten, boven de fpringvloed, met zulk' eene kragt, dat 't hoofd weggcflaagen, en een ftuk Canon 3500 8 zwaar, op 't plein van 't Cas- • teel geleegen hebbende, 36 voeten van zyne plaats vervoerd is. A°. 1690 is de uitbraaking allerverfchrikkelykst geweest. De Sehippers, die toen i op de Rhede lagen, hebben betuigd, dat er klippen, in haar beflag grooter dan hun Schepen , die 150 a 160 voet lang waren even hoog boven den Top , als de top van den berg boven den voet is , uitgefmeeten, ten deele wederom in den mond geinen, ten deele nog gloeiende langs den berg na beneden gerold zyn, en ftruiken en boomen met zig fleepende, in brand geitooken hebben. _ In de 6 jaaren, die hy toen gebrand heeft * er eene diepte van 80 vadem , aan de westkant des bergs , niet alleen vereffend m«r zelfs „og eene hoogte opgekomen. ' De oudeBandaneezen zyn, om hunne geuunge afvallen, of naar Java weggevoerd, * aar Ceram en elders zelfs weggevlugt. Het  Van de Molucqfche Eilanden. 107 Het geheele land is hier zoo wel als op < Poulo Ay j Verdeeld in 34 Notemuscaat' Tuinen, die ten tyde van Valentyn van 2577 flaaven voorzien , 174000 ponden Foeli en 696000 ponden Nooten uitleverden. Het getal der menfchen was toen van 1 4529 zielen. De Hooge Regeering van Indien zal veri der dienen te overweegen , of onze bezitI tingen op de Kust van Malabar, Cormanidel, Sumatra , Borneo, Malacca, by 't uit1 barsten van een Oorlog , behooren verlaa1 ten, of verdédigd te worden. Ik zal deeze befchouwing van onze OostIndifche Conquesten eindigen , met te herinneren , dat men deeze Memorie niet aniders dan eene Vroeve befchouwqn moet, /van 't geen 'er tot verdédiging daar van czou kunnen gedaan worden , terwyl 't onr. mogelyk is , om op zulk een grooten afjiftand de voorwerpen in een helder daglicht 'te befchouwen. III. Valimy» t 3.P- «3. cn 30.  lo8 Over de West • Indien. III. HOOFDDEEL. Handelende over het vaste Land van America, en in *t byzonder over Suriname, Berbice, Demerary en Ifequebo. § i. Van Suriname. T aat ons nu van het uiterfte gedeelte van het Oosten het oog wenden, naar de weftelyke Volkplantingen van deezen Staat, die op de Kust van Guiena met zulke groote kosten door onze Nederlanders gevestigd zyn. - Suriname, Berbice , Demerary , en Ifequebo, die ter lengte van meer dan honderd uuren, zig langs de Zeekust uitftrekken, en wat de Vrugtbaarheid betreft, de Franfche en Engelfche West-Indifche Eilanden , verre te boven gaan , zyn daarom dubbel waardig, om door de Republicq na haar vermogen befchermd te worden. De groote aangelegenheid zal daadelyk hier uit blyken , dat 'er ki vredenstyden jaar- lyks,  Van Suriname. 107 l lyks, ten minsten 50 zwaare Fregatten met SSuiker, Koffy, Cacao en Katoen, uit Surii name alléén in ons Vaderland te rug komen. A°. 1740 zyn 'er 5,232812 ponden Koffy, 1 en in 't jaar 1767 , 2.2000000 ponden Koffy, v volgens goede berigten, uit Suriname overgebragt. De Vaart op de overige drie Coloniën is in evenredigheid: De arb'eidsloonen van het bouwen dei Schepen, het verwerken der Producten, hel maaken , en infchepen der Plantagiebehoeftens, en Gereedfchappen; 't raffineeren dei Suikeren, de winften, die op het vertier dei Produclen vallen, geeven een groot getal var onze Burgers hun beftaan, en moeten jaar lyks, door het verbeteren der gemeene Mid delen, 't Finantieele wezen der Provintien eenen kragtdaadigen fteun byzetten. Een ander, en niet min aanzienlyk ge deelte der ingezetenen van alle de zeve Provintien, heeft door den eigendom vai de Plantagien, ofwel der Hypotheecquen die daar op gevestigd zyn, 't grootfte belan in de welvaart, en 't behoud van deeze vie Coloniën. A J Recueil van Ma», tuin: 4, p. 119. I » 1 1 > y r is  ttO- Over de West-fadïén. Als men de West-indien na Europa wilde' afmeeten, zou men ligt in de gedagten ko- j men, dat 't volftrekt onmogelyk zy , om meer dan honderd uuren Kust, tegen eenen magtigen buitenlandfchen Vyand te verdédigen , maar wanneer men den aart van dit Land wel befchouwd heeft, zal men van 't tegendeel volkomen overtuigd worden. Deeze geheele Kust, die zoo vlak is, dat men niet dan by hoog water, met een Sloep zelfs, aan de wal kan komen, is door de Natuur met eene linie van ontoeganglyke Moerasfen en Bosfchen , die wederom op -de meeste plaatzen, zoo verre als 't water oploopt, met eenen dikken rand van Mangrove Boomen voor Buitenwerken omringd zyn, met eene meesterlyke hand verfterkt. In de Linie zyn geene andere openingen, dan die door de Rivieren gefcheurd, of met menfchen handen gemaakt zyn. De SurinaamfcheRivieren hebben, 'tgeen byna nergens te vinden is, hier zulke militaire Posten gemaakt, die men nog in de Flancq, nog in den rug kan vallen. Door een naauwkeurig onderzoek, 't geen zoo  Vau Suriname. Ut czoo wel in 't regen faifoen, als den droogen ,tyd gefchied is, heeft men bevonden, dat't ivoor eenen Vyand onmogelyk is, om van de Saramaca, die zoo digt by de Suriname legt, iin Suriname door te dringen. Om zig eenig denkbeeld van de fterkte :van dit natuurlyk Retranchement te kunnen vormen, zal ik hier eene befchryving :ivan de Mangrove Boomen , die zoo zeer fvan alle andere verfcheiden zyn, byvoegen. De Mangrove Boomen of Duizendbeenen (a), worden gemeenelyk vyftig voeten hoog. Als deeze Boom twee of drie voeten bereikt heeft, fchieten 'er uit den ftam geene zytakken, maar wortels voort , die in eene negte linie, met eenen fcherpen hoek zig in den grond vast maaken , en zoo wel voor Iftutten , als tot voeding van de boomen dienen. Een weinig hooger fpruiten 'er wederom mieuwe wortels uit, die evenwydig aan de eerte) Rizophoramangle ymLinnxus befchrceven en i afgebeeld , door Jacquen Hift. Stirp American, p. 1142. Rumph. v. 4. t. 71 & 72.  H2 Over de West-Ihdièu. (a) HartfinABcfchr. Guiena t. i p. 73. O) HartJinckL. c. Jacquin. I c. eerfle loopen , en zoo vervolgens, tot de hoogte van omtrent twaalf voeten toe; Hier ziet gy de eerfte takken te voorfchyn komen , die door haave zwaarte nederhangende, zelfs de allerhoogften, wortels fchieten, zoo dra zy maar 't flyk raaken. Een eenige Boom beflaat zomtyds 500 fchreden. {a) Dit maakt deeze plaatzen zeer moeilyk, om te begaan, (h) En of dit alles nog niet genoeg ware, zyn deeze gronden dooreen ontelbaare menigte van Krabben zodanig ondermynd, dat men 'er tot de heupen toe kan inzakken, en gevolgelyk verpligt is, om van den eenen wortel op den ander te fpringen, 't geen door Indiaanen wel gedaan kan worden , doch voor een Corps Europeaanfche Soldaaten geheel ondoenlyk is. Het is niet mogelyk , om zig een klaar denkbeeld te kunnen maaken van de vertooning , die zulk een Mangrove Bosch verfchaft, maar -als men met zyne gedagten verder ftil blyft ftaan, om den aart van deezen Boom, te overdenken, dan zal men zich nog meer over de onmeetbaare rykheid der Natuur verwonderen moeten. Even  l\vi Suriname. 113 Even gelyk in de Noordelyke en ZuidcI jyke Landen buiten de keeikringen , de ver[ fchillcnde foorten van Koorn , die tot de (Grasplanten behooren, en daar en tegen 1 binnen de keerkringen de- hooge Palmboo1 men tot voedzel van den mensen, door de 'Voorzienigheid gefchönken zyn, is gints het . riet, met de liezen , biezen , en de waterwilligen gefchikt , om dc moerasfen te beklinken , en vrugtbaar te maaken , en wederom de hooge Mangleboomen voor de verzengde Luchtftreek gefchaaperi , om dezeli ve eindens te bereiken. De allerfyiifte flibben zetten zig aan deeze wortel vast , en hoogen met de afgevalle bladeren , langzaamerhand de flikken bp, die met hunne uitdampingen de lugt vergiftigen. Het fchraalfte ftuifzand wordt door de , denneboomen bekwaam gemaakt , ^ cm de hooge Eyk te kunnen voeden , inaar deeze Mangrove Boomen geeven eene vrugtbaarheid aan den grond , die onze verbeelding zelve te boven gaa'. Le heerlyke vertooning , die zoo fefele H di i»  "4 Over de WesUlndïèn. duizende Coffyboomen , op 10 a n v0et van eikanderen in 't verband geplant , met hunne fchoone donkergroene Laurierbladen welriekende bloemen, en vrugten in de', beneden Commewyne geeven , heeft men aan de Mangrove boomen , die 'er te vooren geftaan hadden, dank te weeten. Deeze hebben den eersten fteen gelegd om zulke plaatzen , die alleen voor de Mbg! qmten, Krabben, Meerkoeten en Flamingos fcheenen te kunnen dienen, in de beste '■■ Plantagièn van de geheele West-Indien te veranderen. Ik kan niet nalaaten , om hier tot eer van onze Nederlanders bytevoegen, dat er alle den yver, kunde in 't leggen van kaden , en Huizen , en de aanhoudenheid aan onze Natie eigen, verëischt wierd, om deeze laage en dikke bosfchen te bepoldejen, 't water af te leiden, 't hout te vellen de wortels uit te roeien, en zig voor de fchadelyke dampen, die aan alle droogmaakten eigen zyn , te durven bloot nellen. De Surinaamfche Plantagièn zyn langs de Ri-  Van Sur iname. "5 '< Rivieren Cottica , Coramewyne , en Suri; name, die by de Fortresfen, Sommelsdyk i: en Nieuw-Amfterdam, zig veréénigen, en j; vervolgens onder den naam van de Rivier I van Suriname met eenen zeer wyden mond 1 in zee ftorten , aangelegd. Van Zee af tot de Fortres Nieuw-Amfter$ dam, zyn 'er aan de Rivier geene bosfchen | weggekapt, en gevolge!yk is de Rivier zel|ve nog, de eenigfte toegang, daar een buitenland fche Vyand deeze Colonie door zou I kunnen naderen. Het zal dan voornamelyk Op de defenfie \ van deeze Rivier aankomen , die evenredig /rzyn moet na maate der magt, daar men door :kan aangevallen worden. Fregatten van 36 Stukken kunnen tot iNieuw-Amfterdam , zonder met laag water : aan den grond te vallen , opzeilen , en 't ; zal aan de Heeren Zee-Officieren ftaan, om i te beflisfen , of 'er door een Vyand ook miet wel vyftige'rs gebruikt zouden kunnen - worden. De breedte is zoo, groot, dat men van H 2 we  u6 Over. de.West-lné'cti. wederzyden de Riviei niet geliecl befchifften kan. Het plan van defenfie , 't geen , na 't innee-men der advyfen van de kundïgflen Ingenieu. s, en Zee - Officieren , voor deeze Colonie gemaakt is, is zeer eenvoudig, namelyk om eene linie van verftopping, in de Rivier te maaken , en die met Oorlogfchepen en zwaare batteryen aan wederzyden van de Rivier te verdédigen. Het fchieten met gloeijende Kogels, en 't gebruiken van de Suikerponten tot branders , kan verder dienen , cm den vyand te belemmeren. Men zal hier uit zien, dat deeze Colonie niet alleen tegen een Coup de main, maar zelfs legen eene formeele attaque, in ftaat van tegenweer, met alle hoop van een goeden uitflag, kan gebragt worden. Het getal van Fregatten, en- Schepen van 50 (tukken, die 'er tot de verdédiging nodig zyn, moeten cle Zee-Gfficieren bepaalen. Zeker is 't , dat ze nooit door de Repu-, blicq met meer vrugt, dan hier gebruikt kunnen worden. Met»  Van Suriname. lil Men moet daar en boven in 't oog hou t den, dat deeze Colonie boven den wind vaz t de andere geleegen is, en men gevolgelyl 1 hier van daan gemakkeiyk de overige kar l te hulp komen. De Krygsmagt van de Directie van Suri mame, is in vergelyking van die van de (Oost Indifche Compagnie zeer aanzienelyk. Drie Battaillons Europeaanen, eene Comipagnïe Artilleristen, eu een Corps van 30c IVry Negers worden hier in dienst gehouden Het Militaire wezen is hier altoos in groo ïlter aanzien geweest, dan in de Oost-Indien. Van den tyd van den Heer van Sormtehd l dan dat van een Lieutenant, en (*) Deeze was een van de hoofdpy!8aren, daar de onvergelykelyke romeinfche Militaire Conftitutie op gebouwd was. Door een éénig Battaillion van Cafar, 't welk den aanval van Pompejus op eene Redout te Dyrrach.um afgefla»gcn had, wierden hem 30000 pylen, die daar m gefchooten waren, voorgeteld; Officieren, Onder, öfficieren, en Soldaaten waren alle gekwest; vier, van de zes Capueinen, de oogen uitgefehooten, en'tfchüd van den vyfde, dien men voornamclyk 't behoud van de Redout verfchuldigd was, op 230 plaatzen doorboord. Wat anders dan de hoop op eene groote, en voordeel,ge bevordering , die hy te wagten had, kon Scaeva tot zulk'eenehardnekkigeverdédiêingaange2erhcbbcn, Hy wierd door Qc/ar 40 Capiteinen van 't Legioen' #S zonder buitengemeene verdiensten van de laatftC Compagnie af, zeer langzasm tot de zes eerfien. die aan. 2iene!yk en voordelig waren , bevorderd wierden . boven t Hoofd gezet; en 't geheele Battaillion kreeg dubbele foldyen voor't vervolg: Cvfar Bello eivilip. mihiö>. Memoires du Colonel Guifckard p. iao.  Van Suriname. ^23 , „ en zoo vei volgens ten opzigte van ieder 1 93 rang. By deeze algemeene waarheden, die ons ! met zulke ftoute trekken door den Graaf j van Saxen -afgebeeld zyn , dient men hier neg op iets anders acht te geeven, dat de Soldyen evenredig moeten zyn aan de kunde, die 'er voor den dienst gevorderd werd, en 't gevaar daar men aan bloot gefield is. Om geen andere reden, dan deeze, trekken de Artilleristen, Ingenieurs, Mineurs, en Zeeofficieren meer geld, dan de overige Krygsliedcn. Wanneer men nu den aart van 't Land in Suriname overweegen wil, dan zal 't blyken, dat 't deployeeren en iprmeeren hier in de Bosfchen even min, als op Amboina te pasfe komt, en dat de Moerasfen, en Wouden hier geen anderen dienst, dan die van ligte Troupen toelaaten. Zeker is 't nu, dat ligte Troupen uitgeleezen Volk behooren te zyn, en dat de Officieren grootcr kundigheden hebben moeten clan onder de Ruïtery of 't Voetvolk. Het Memoires des Comt: ie Saxe, p 20. Gihert Esfai de Taaicque t. I. p.2j3. 3:9.  I24 Over de West-hdïé:u Het gevaar, van door de Landziekten zyne gezondheid of leven te verliezen, is hier veel grooter dan in Europa, en komt daar en boven nog in aanmerking. _ Dit zal genoeg wezen voor een iegelyk ; die zig de moeite geeven wil, van de Sol: dyen van 't Surinaamfche Krygsvolk, met de uitgaaven, die voor hun onvermydelyk zyn, te vergelyken, om over den trap vanvolkomenheid, dien dit voornaame point van eene Militaire conftitutie daar bereikt heeft, te kunnen oordeelen, en tevens de nadeelen van de augmentatie ten deezen opzi^o met de voordeden , die daar uit voortgevloeid zyn , door 't fcherpziend oog van dien Veldmaarfchalk geleid , tegen elkanicr in de Schaal te leggen. Ik kan niet met ftilzwygen hier voorby gaan eene andere waarneeming van dcnzelven Graaf van Saxen, die zoo wel op deWest- als Oosl-Indiën, ja den geheelea Land- en Zeedienst toêpasfelyk is, namelykover de wyze van aanwerving. „ Het is buiten twyffe!, zeg°t hy,. „ dat 'er „ geen beter middel uitgedagt kan worden r. . „ om  . Van Suriname l*S , om goede Soldaaten te hebben , dan dat de L Staat zelve de Recruten leverd; „ Maar gelyk alle zaaken eene goede en „ kwaade zyde hebben, fpruit 'er eene ,n groote zwaarigheid uit; te weeten , dat de Officieren geene zorg, hoe genaamd, voor , „ de Soldaaten draagen. „ Onder de Keizerlyken heb ik byna altyd l}j gezien , dat meer dan de helft, ja zelfs L zomtyds drie vierde, moesten aangewor|( „ ven worden. . „ Dit komt van de weinige oplettenheid, „ die de Officieren, voor 't behoud van de „ Soldaaten hebben; worden zy ziek, dan laat „ men ze {terven van gebrek , om dat 't . oppasfen en geneezen geld kost. „ Daar is een zeer eenvoudig middel, om „ dit misbruik voor te komen; te weeten, „ om de Officieren de Recruten te laaten I „ betaalen Wie is 'er, die deeze uitmuntende gedagten van den Graaf van Saxen rypelyk over' woogen heeft , en 't flot van de Reize van dien kundige Zeeman Cook zonder aandoening leezen kan, wanneer men nadenkt, „ da< Comte de Saxe Memoires , j>. 9.  CooWoyzget- s. p. CookVaya ' ge t.3. van < P- 289 WC < 392. 3 dat 'er cp dc Lands en Compagnies Schepen «1 dit zelve jaar, Elf honderd Menfchen J Wen zyn voor dat zy maar de C^b bereikt hadden. „ Het is met een wezentiyk genoegen, „(Zie daar zyne woorden), en zonder my „ hier eenige andere verdiensten van te wil- «Ien maaken, dan dat ik myn pligt gedaan « *eb, dat ,k dit verhaal befluiten mag met » eene waarneeming, die met de Hukken „ kan beweezen worden; dat ik de ontdek- » kmg gedaan heb van de mogelykheid, om „eene,^^^^^.^ ^ " VefhlIJende climaaten , op eene reize met » zulke geduurige gevaaren en afmattingen " JerZe3d' zuIk£n langen tyd gezond te hou„ den ; zoo dat er in de vier jaaren i772 » '773, 1774 en i775, maar één man van >, ziekte, endrie door toevallen geftorven zyn is er nu op onze ongelukkige Schepen ran de voorzorgen, daar men onder Gods iulp deeze gezondheid van 't Volk, volgens' e gedagten van Cook aan te danken had, en liejoor^m opgegeeven zyn, gebruik géEn  Van Suriname. 127 En twyftelt nog iemand aan 't geen ons fjran den Capitein Cook verzekerd word, laat hy dan gaan vraagen, wat hier in Holland [1 zelve gebeurd is? Met 't grootfte nut heeft onze Zee Capiiitein May zig bediend van de Pofca, dé 1 drank, die in de Romeinfche legers gebruiskelyk was , en daar de Maarfchalk van aSaxen gedeeltelyk den grooten voorfpoed, die 4de Romeinen gehad hebben , aan toe'fchryft. Met deeze , en andeïe voorzorgen heeft ifdie bekwaame Zeeofficier te weeg gebragt, I dat hy maanden op de Kust van Guinea zon$ der Zieken geleegen, en op de Rivier van ISuriname zeer weinig Zieken gehad heeft; De Capiteiris van de Velde, die een rond I Jaar op de Rivier geleegen heeft, en tiocgemverf zyn door middel van dezelve PrasferI vativen, die door de Heeren van den Raad imede gegeeven waren , in deeze Colonie r, zonder Ziektens geweest. Dit is waarlyk een groote ftap, die 'er ïot ^1 behoud van de Zee- en Landmagt in de I Oost- en Westindiën gedaan is. Van Comte dc Saxe Memoires, p„; 19.  t?£ Over de Weji-huhcn. Van de gezondheid van 't Volk, kan men zeggen, hangt alles af. De gevolgen hier van zyn naauwlyks in haare geheele uitgeftrektheid over te zien. Laat men, by vooroecld, zig eens voordellen 't onderfcheid, indien de Oorlog had blyven duuren, of de Schepen met elfhonderd Dooden , en zoo veele Zieken, dat 'er op een der Oorlogfchepen zeven gezonde Menfchen overig waren , dan wel met gezonde Equipagies aan de Caab gekomen waren ! En men begrypt klaar, dat even 't zelve op Suriname, Berbice enz. moet toegepast worden. Deeze zaak is dan van zo veel gewlgt, dur men niet te lang, by al wat tot voorkoming van de verderfelyke Landziektens, daar de Europeaanen onder de keerkringen, aan onderhevig zyn, uittedenken is, zou kunnen ftil ftaan. : Zullen deeze ziektens alléén aan de verzengde lugtftreek, of niet veel eer ten grootendeele aan de levenswyze der Europeaanen. die vcor de gemaatigde , en koude lugt- ftree-  Van Suriname. 12,9 ftreeken ingerigt is , moeten toegefchreeven worden ? Het verdient voorzeker onze Opmerking, dat de inlanders , zoo wel in de Oost- als West-Indien , die zedert veele eeuwen de èigenfchappen van deeze lugtftreek , door diergekogte ondervinding, geleerd hebben, op eene geheel en al verfchillende wyzé van ons leeven. De aanmerkingen van een der beste SchryVers over den Landbouw , wegens 't gevaar van de gewoohtens , die men op een plaats gevestigd vindt , te willen veranderen , fchynen ook ten deezen opzigte toepasfelyk té' zyn. Even gelyk nu de liefhebbers Van den Landbouw, de Boeren aanzien, als een foort van dieren , die niet buiten het fpoor, dat hun Vader en Grootvader geloopen hebben, kunnen gaan, befchouwen de Europeaanen in de Indien , den Inlander, en Negers, ten minsten ais een middelfoort van wezens , die tusfchen de beesten en de menfchen in geplaatst moeten worden. Men zal zig dan ook niet verwonderen, t du; Dicijon TrL-atrife of Agncui' ruiv, t. 5f. P- 35-  13© Over de West-lndïên. dat 't hier byna als een noodzaakelyk vereisehte van eenen verftandigen Europeaan gehouden word, om de gewoontens van deeze volkeren met verachting te behandelen. Hoe zeker 't nu ook wezen moge, dat de gewoontens van de Indiaanen verbetering nodig hebben, is het daarom niet minder waar , dat men de uiterfte omzigtigheid gebruiken moet , vóór en aleer men tót het omverwerpen van de geheele wyze van leeven op eene vreemde plaats overgaat. De verkleeftheid van de menfchen aan hunne oude gewoontens zelve kan ons overtuigen, dat ieder algemeene gewoonte van een land, dewyl die voorzeker een begin gehad heeft, ten tyde, toen dit ingevoerd : is, eene noodzaakelyke, of wezentlyke verbetering geweest zy, en gevolgelyk dat het eene gevaarlyke proefneeming zoude zyn, om die gewoontens weg te fmyten. Men moet nooit in zaaken van aangelegenheid, dan na eene ondervinding van veele jaaren , van gewoontens afgaan, die men  Van Suriname. 131 1 trien daarom, dat het algemeen is, reden : heeft te denken , dat ze door langduurige : ondervinding na den aart van 't Climaat, :en 't land gefchikt zyn. De proeve op de fomma , van deeze l Waarheden , kan door elk een opgemaakt \ worden , die 't ongelukkig einde van de ; zulken, die een anderen weg ingeüaagen : hebben , na wil gaan. Om, onder duizeflde andere , maar één [ geval hier aan te haaien, was het de ge< woonte van den Inlander op Ambon , om 1 de jonggeborene kinderen, noch te ZwagI telen, noch te bakeren , maar alléén een Hos kleedje om 't lyf te llingeren. Veele Duitfchers, die hier in de eerste tyiden Inlandfche Vrouwen getrouwd hadden, 1 dwongen de Vrouwen, om hunne kinderen 'volgens alle de regels van de kunst te bai keren. Het goed gevolg was, dat ze, het een vóór, het ander na, allen tot één toe ftier| ven, en de duitfche hoofden , op deeze j gevoelige wyze geleerd wierden , om zig ;na de landswyze hier te plooijen. I a In Valentyn tomo s.p. i9o.  te Gentil t. i-p.IjO. 132 Over de West-Indien. In de Manilhas is dezelve gewoonte doof de Spanjaarden aangenomen. De Heer Le Gentil, die door de Marquife de Villa Mediana, by haare dogter, den dag, na dat zy bevallen was, in de Kraamkamer geleid wierd , vondt deeze vrouwe niet te bed, zoo als hy verwagtte, maar op een mat op den grond , met haar kind naast haar , zonder eenige de minde luiers of* windzels, liggen. Wy worden hier nog verder in bevestigd, door een zeer aanmerkelyk verhaal van den Ingenieur N'iebukr, die met verfchcide Profesforen , op kosten van den Koning van Deenemarken , de reize naar Arabiën gedaan heeft. Deeze Heeren, die op de beurs van den Koning teerden , leefden in Egypten , en elders met eeten en drinken enz. even als of ze nog te Coppenhaagen geweest waren. Het leedt niet lang , of het geheele gezelfchap was op onzen Ingenieur na uitgeflorven , die zelf meer dan eens reeds gevaarlyk ziek geweest was, en toen by zig zeiven overleide, of 't niet meer dan hoog tyd  • Van Suriname. 133 tyd was, om de E ropeaanfche levenswyze aan een kant te zetten, en die van 't land, .en lugtftreek aan te neemen. De uitflag van dit laatfte befluit was, dat hy in 't vervolg geene ziektens meer gehad, en met byna evenveel genoegen als in Europa zyne reize volbragt heeft door Perfien, en van Basfora door Arabien te rug na Coppenhagen (a). Wat de gewoontens zelve nu betreft van de Oosterlingen en ïndiaanen, die zulk een grooten invloed op de gezondheid kunnen hebben, zal ik om de kortheid van 't bellek maar in 't voorbygaan aanraaken. In.de eerde plaats komen hier de dagelykfche baden in aanmerking. Deeze gewoonte is in Afia, Africa en America algemeen (b). In de Manilhas, kan men zeggen, ïeeven de ïndiaanen in 't water, en hunne Conftitutie is 'er zoo aan gewoon geworden, datze even als de visfchen zyn, die nergens anders Ïeeven kunnen (/). De noodzaakelykheid van deeze gewoonte I 3 is (<0 NU. bnbr Befchreibungvon Arabi. en voorbe. richt p. 9 en 10. (fi) S'onne Natural Hiilory qf Jamaica introd: P- 55Hartfinkp. 17. CO L* Gentil voyage p. io3emo9.  O) u Gentil voyage p. "3, 129 en ijj (f>)ralent. «• 2- P- IJl en ia-3. CO Gemil voyage p. io3enio9. (d)Falent. ( t.2.J>.If2. . r h v co «»>. n M>" Reife 0 Befchr. t. • P. 24 d' #ïl 4?. y Ï34 Over de Wen-Indien is zoo fterk geweest, dat de Spanjaarden op hunne buitenplaatzen in de vacanties, mans en vrouwen, \ grootfte gedeelte van den tyd in de baden, die daar expresfelyk voor gebouwd zyn, doorbrengen (Vrugten in overvloed te Paramaribo tot verïverfching der Burgery , Matroozen en 'i [Guarnifoen ter markt te brengen, (e) I)e Franfchen te Pondichery (/), en de Span- ■ (x) Mangifera; een Tan de iöorten van deeze vrugt jds door de Portugeezen en pranfehen in hunne Ameirieaaniclie Bezittingen overgevoerd. 1 (t. /mê p. 5l CI1 P- »3- HO Over de West-Indien. Spanjaarden in de Manilhas verzekeren, dat't kaauwen van Betel (£), en Pinang (<•), daar alle de ïndiaanen zoo op verzot zyn, datze op Ceilon liever Klederen, dan Betel willen misfen (d), de Maag verfterkt, en de verteering der Spyzen bevorderd. Het onmatig gebruik, is even als dat van Wyn en fterke Dranken, nadeelig, maar de gewoonte zelf wordt door de kundigfte Schryr vers aangeraaden. (e) Het is dan te hoopen, dat deeze Palmboom, die in de Oost-indiën eenen kleinen tak van Koophandel uitleeverd, met de Betel, die een foort van Peper is, naar Surinamen enz. mag overgezonden worden. In de West-indien eeten de ïndiaanen, en Creoolen dagelyks Saufen, die met Spaanfche Peper rykelyk toegemaakt zyn (ƒ) • zoo ras een Reiziger in een Indiaanfche Hut is binnen getreden,'wordt hem een Pot met toegemaakte roode Spaanfche Peper, daar een Koek Casfave Brood boven opligt,aangebooden. Op de Kust van Cormandel (1), de Mo- luc- (1) Anque l. c. Les caris poivre's.Iechili verd, enfin tout :cqin met le feu dans le corps, fait le Wde leurs*iourriture.  Van Sunname. 14* i ïncques (g)> en alle deZuidelyke deelen van L Afiën, wordt deeze greetigheid van de Maag ■ba verhittende fpyzen insgelyks waargenoI men , en indien men alléén op 't voordeel • van de West-indiiche Colonisten zien kon, dan zou men verlangen, dat de gemeene Piper (a), die de kooking van de Maag bevordert, aldaar aangekweekt wierd. De grond van het verbod der fterke Dranken aan de Mahomedaanen, is waarfchynelyk op de vreeze van 't misbruik, daar men in deeze heete Landen, uit reden van de bovengemelde gefteldheid van de Maag, zo ligt toe overflaat, gevestigd. Ik kan niet nalaaten, om nóg van eene andere gewoonte der ïndiaanen in America gewag te maaken. Zoo dra de Zon van den Hemel afgegaan is, is 'er geen Indiaan buiten zyn Hamak te vinden. De reden daar van is ligtlykte begrypen. In de Oost-indien wordt de koude avondlugt, als eene der twee voornaame oorzaaken van de lammigheid aangezien. De Arabieren en Perfiaanen, ontblooter nooit 't Lighaam in de avondlugt, maa: hou faVaUitt. 1. 2. O) Piper Nigrum. t.a. p.ijff. L »  fïiebuhr Reifeb.t. P 4. Kiebui Reifebp i Ca) Memoires du Comtc de Saxe. p. io. SI. fqq. (^Memoires des Colonel Guigbard,fiommé Quintus Icilius, t. ». p. 3»8. *42 Over de West-hdiën. houden 't Hoofd en de Borst altoos gedekt Het fchielyk fterven van de Deenfche Pror fesforen wordt ook ten deele hiei aan toege» fchreeven, De vraag is dan, of 'er niet te Paramaribo, en in de overige West-indifche Coloniën, daar Militie legt, lugtige Cafernen behoorden gebouwd te werden, dewyl dit 't eenige middel is, om de liederlykheid van 't Volk, en 't rondzwerven by nagt te kunnen voorkomen. Ik zal myne aanmerkingen , over de gezondheid van het Krygsvolk in de O os - en West-indiën met de befchouwing van de Kleeding van den Soldaat eindigen. De ongerymdheid van de tegenwoordige Militaire Kleeding in Europa, is door den Graaf van Saxen (a) op eene voldoende wyze aangetoond, (b) Maar wat zal men zeggen van 't gebruik deezer kleeding in de Coloniën, wanneer 't zeker is, dat ze nog veel minder voor de heete Landen dan voor Europa gefchiktis?' De omloop van 't bloed , die door de zwaare hitte flaauw' is, wordt door deeze enge  Van Suriname. 143 segge Kleeding, de Stroppen, Kniebanden, iStropkoufen enz. nog meer geftremd. [a] Veel minder ongemak gevoelt men ook iïvan de hitte, in de wyde Oosterfche, dan i in de Europeaanfche kleeding. (b) Waarom niet gegaan tot onze Meesters i in de kunst van den Oorlog , die door \ hunne wyze Militaire inrigtingen alle andere 'Volkeren overwonnen hebben, tot de Ro■ mcinen ? Het wyde Romeinfche Onderkleed , (1) :dat niet wel tot de knie toereikte, fchynt ivoor de West-indien allergefchikst te zyn. De romeinfche Rok, [c) of om beter te zeg;[gen , Mantel is 'er toe gemaakt, om de hit.1 te, nacht - koude en regen af te keeren. Van de knie af tot de voetzooien toe, swant eigenlyke Schoenen hadden de Soldaaten miet, gingen zy blootbeens, gelyk de Ara1 bieren, Macasfaren, en de overige Ïndiaanen tnog gewoon zyn te doen. {d) In (l) Tunica militaris, de afbeelding daarvan is ons gejgee\'en door Gui.fcb.ard, mexnoir criticq hift. p. 220. Reifc Eefchr. t 3. P- 3 en 4. (fi)Nietuir l. c. CO Sagim. Cd) Nfcmoirés ie Guifchard ti. p. 31», tet 933.  C") Cule Pipiens, p. Linneei (i) Acara Battatus. (c) Hartfinkp.ios (dj Sloan Nat. Hifl. Jam. t 3. P-JJ. (e) Pulex pensetrans Lhmai. *44 Öw Wesi-hA'èn. In den eerften opfhg 20U men ■denken^ dat ze hier door mèer aan de Beeten van i de Mofquiten (a) en andere ïnfeden zoude* bloot gefteld worden; maar 't tegendeel is' . waar. Voorde Gourimmes ofTeeken, (£}diezig i] ' in 't gras onthouden y aan de hoozen kleeven, tusfchen vel en vlees indringen, enl even flim als de Mofquiten zyn, heeft men dan byna niet te vreezen (r). Een weinig olie, die men niet, wanneermén hoozen draagt, maar anders wel, gebruiken kan , zal de Infeden afweeren. En 't zou niet onmogelyk wezen, dat dil baat, die men in Brazil by de Rocou, (d) tegen de Chicas of Ghigos gevonden heeft, zo wel aan den Olie, daar de Rocou mede gemengd wordt, als aan de Rocou zelve moet toegefchreeven worden. De Chigos (f)gelyken, en fpringen als eene kleine vloo, onthouden zig in het ftof en asch , hegten zig meest al aan de teenen, en boren onder de Nagels, diep in de huidj hier leggen zy eieren in een nest, I 't welk  Van Suriname. 10 *t welk in 3 of 4 dagen zoo groot, als een i erwet wordt. .Dit nest opengaande, veripreidt zig eene menigte van deeze inlecten over den geheeicn voet , dringen tot de beenderen door, doen 't vleesch rotten , de teenen afvallen, : en veröorzaaken de kanker, (a)ja zelfs den dood , b): En dit is voorzeker geene kleine zaak, want 't getal van Europeaanen, die dooide geringe beeten der Mosquiten ulceratien aan de beenen krygen , is zeer groot. Het gebruik van den Olie, dat by de Arabieren algemeen is, kan misfehien tot voorkoming van deeze ongemakken medewerken. De reguliere Troupes worden in Suriname onderfteund door eene Landmilitie, die in elf Compagnien verdeeld is; {c) verfcheide Directeuren en Planters , of hunne vooröu: ders , zyn te vooren Militairen geweest, l 't geen gemaakt heeft, dat deeze landmi| litie beter is , dan men zou kunnen ver1 wagtem K Meis O) HartJink p. ioj. (b) Limbus Syfterp», Nat: edit i:ma p. 1021. (c) Hart' ftttk Be» fchr: Surin p. 89a.  Qa) Bart. feHkp.711 O) Rob lertfon Hifiory oi Charles v. M.fect.2. pmihiiii et 134. Montecu. culi t. 3. 1- 2. 5. 1. p.mihi 2 ff. (f) HartJinkp.210. 14*5 Over de West-Indien. Men moet evenwel niet gelooven, dat ze tegens reguliere troupen beftand zoude zyn. Dit is gebleeken by gelegenheid van den inval van Casfard (0). En men kan zig hier over niet verwonderen , als men nadenkt, 't geen in Europa hier omtrent voorgevallen is(è). Het is niet onwaarfchynelyk, dat 'er omtrent dit Corps eenige verbeteringen zouden kunnen plaats hebben. De voet van de Zwitferfche, Zweedfche en Engelfche Land-Militie, en die van Barbados , zouden hier als een toetsfteen kunnen dienen , altoos in 't oog houdende, dat Militaire Conftitutiën op den aart van 't Land , en op de wyze, van den Oorlog daar te voeren, gevormd moeten wezen. Tot verdédiging van de Colonie, kunnen de ïndiaanen, voornamenlyk de Acquowayen en Caraiben, die nooit voor de . uropeaanen werken , maar zig met den oorlog alléén ophouden, (Stegen de Bosch-Negers , ja zelfs tegens eenen Europeaanfchen vyand , met vrugt gebruikt worden. De  Van Suriname. i ^7 De ïndiaanen van Berbice , Demerary enz. hebben de wegloopers geduurig opgevangen, zoo dat 'er geene Bosch-Negers zig hebben kunnen vestigen ; ja wat meer is, in de Rebellie van de Berbice, hebben zy zeer grooten dienst gedaan. A°. 1709. kwamen twee Franfche Kaapers de Rivier van Ifequebo opzeilen , en de ftoutheid van de ïndiaanen ging zoo vei re, dat zy de Franfche vlag op eene Plantagie, daar een Commando lag, affcheurden, en veel toebragten , om den vyand uit de Colonie weg te jaagen. Jammer is 't, dat de ïndiaanen, door den oorlog met hun , ten tyde van den Heer van Sommelsdyk gevoerd , zig van 't hart van de Colonie naar de uitterlte grenfen verwyderd hebben. Aan de Corentyn, (1) Berbice, Demerary en Ifequebo zyn deeze Natiën nog talryk, en 't was te wenfchen, dat de communicatie tusfchen alle deeze Coloniën, dóór mid- (1 J Hier woonen Caraïben, Hartfink p. 291. die 'er een groot Dorp boverf onzen post hebben» K a Hartfink P 42J. 43»,433» 434 &«• Hartfilik p. 37». Hartfink P- 6 a).  14ÖT Over de West ■ Indien. middel van de ïndiaanen zeiven, die éene* zeer groote behendigheid in 't kappen van 't bosch hebben , zoodanig mogt geopend worden , dat de ïndiaanen tot befcherming: van alle deeze Coloniën zouden kunnen dienen. Men kan zonder de hooge Algebra , de groote zwaarigheden wel uitreekenen, die 'er altoos zullen' voorkomen, zoo lange de Gouverneurs van deeze Coloniën ten eenemaal onafhangelyk , de een van den ander zullen blyven. Maar is 't niet meer dan tyd , dat een van beiden , de Staaten Generaal , of de Staaten van Holland, en dus de Souverain zelfs , op 't voetfpoor van de Portugeezen, Franfchen, Engelfchen en andere Natiën, die alle door nood gedrongen , deezen weg voor lang reeds ingellaagen hebben, de eigenaars van de Coloniën eene redelyke fchaade vergoeding verfchaft, den eigendom daar van aan zig trekt, en de verdédiging van alle deeze Volkplantingen , even zoo wel als van zyne binnenlandfche bezittingen op 2ig neemt? Welk  Van Suriname. 149 Welk concert van operatien kan men \ verwagten in Suriname, Berbice en Demei rary, daar niet meer dan drie verichillende ] Militaire Conftitutien gevonden worden, en i ieder Gouverneur Heer, en Meester van ; zyne vrye wil is ? De noodzaakelykheid van eene verandei ring in 't beftier dezer Coloniën is met zeer \ veel kragt door eenen van de kundigfte '1 mannen van Demerary in eene uitmuntende [ Memorie aangedrongen. Indien men 't fchryven van den Franfche "j Chef d'Esquadre, en Gouverneur van Deimerary, en Ifequebo, den Graaf van Kerifaint gelooven mag, was 'er in deeze Coloi nien , noch Politie , noch Juftitie , noch 1 Religie te vinden. Dat 'er onder de Zeeuwfche Directie niets, Ihoe genaamd, gedaan is, om deeze volki plantingen in een ftaat van tegenweer te 1 brengen (i) verdient waarlyk weinig lof, imaar 't gedrag van eene Regeering, die de bos- (i) Rapport van de Zee-CapireinO;V«, Refol: Holl: !ii8 July en 20 Sept. Hartfink p. 254 en 255. K 3  ï5o~ Orer.de West-Indien Hartfink V- 316. bosfchen aan de Zeekant, de natuurlyke vestingwerken van deeze Colonie heeft iaaten omhakken, is van dien aart; dat ik 'etliever myne gedagten niet over zeggen wil. Eindelyk blyft 'er nog een vierde foort van menfchen, daar men tot de verdédiging der Colonie gebruik van kan maaken, de Negers, overig. In de Oorlogen der Engelfchen op dc Kust van Cormandel is gebleeken, gelyk ik reeds gezegd heb, dat 'er Negers zyn-, die even zoo wel als de Europeaanfche Soldaaten kunnen gedisciplineerd worden, en voor geene Natie in dapperheid behoeven te wyken De noodzaakelykheid van 't opregten van een Corps Vry-Negers is te grooter geweest, om dat men deeze Colonie niet alleen tegens eenen buitenlandfchen, maar ook . tegens eenen binnenlandfchen vyand befchermen moet. . Het verwyderen der ïndiaanen, de doodvyanden der Negers, en de onmenfchelyke behandeling der Slaaven, zyn oorzaak geweest, dat 'er verfcheiden benden van Bosch-  Van Suriname. 151 : Bosch -Negers ontftaan zyn, daar men', :even gelyk 't by de Engelfchen op Jamaica 'gegaan is, eindelyk genoodzaakt is geweest, :om 'er vrede mede te moeten maaken. Men zou geen geloof kunnen flaan aan :de berigten van de wreedheden, die door ;zommige Planters, en hunne Vrouwen hier I gepleegd worden , indien de waarheid daar Ivan niet door zoo veele geloofwaardige geituigen, onder anderen, eene memorie (1) rvan den Gouverneur van de Berbice Coppiers, imaar al te veel bevestigd wierd. In eene eenvoudige, en gebrooke, doch iiniet min kragtige taal, zyn by 't fluiten Ifcan de vrede met de Aukaanen , de redei:nen van 't wegloopen der Negers, door de iïNcgers zeiven voorgedraagen, met verzoek man Gouverneur en Raaden, om hier omittrcnt voor 't vervolg voorzorgen te willen ii neemen. De onkoften tot het oprlgten van 't Corps Vry- ; (1) Manufcript gedateerd op 1: July 1780. K4 Hartfink p. 794 ep. 773.  £52 Over de West-Indien. jphnrecieeuli Mesmoirest.3.2. c. 3- Vry-Negers, zyn door 't aankoopen van van uitgeleezene Negers groot geweest, doch. men zou de kosten van de Recruteering aanmerkelyk verminderen, indien men de voortreffelyke inrigting van 't Zweedfche Krygsvolk, dien gronden tot hun onderhoud , door de kroon gegeeven worden , omtrent deeze Negers invoeren konde. De groote zwaarigheid, die 'er in Zweeden plaats vindt, en uit gebrek aan Land fpr?uit, zou hier gemakkelyk kunnen weggenomen worden, te weeten, 't verwaarlcozen der Landeryen, om dat de Soldaat daar niet dan 't vrugtgebruik heeft, terwyl men in Suriname ze aan de oudfte Zoonen by wyze van leenen zoude kunnen overlaaten, en wanneer 't verèifcht wordt, altyd nieuwe gronden uit kan geeven. Het is te hoopen, dal; de Linie of Cordon, 't welk door den Oorlog nog niet geheel voltooit heeft kunnen worden, tot beteugeling der Bosch-Negers aan de verwagting mag beantwoorden. Wat kan 'er in weinige woorden meer over  Van Suriname. 153 t (©ver de Linien, en Retranchementen gezegd worden, dan door den Graaf van Saxen reeds j gezegd is? „ Ik ben noch voor het een, noch voor „ het ander van deeze werken, en ik ver„ beelde my altyd te hooren fpreeken, van „ de groote Muur van China, als 'er van „ Linien gefprooken wordt. „ De goede Linies zyn de zulken, die „ door de Natuur gemaakt zyn, en de goede „ Retranchementen beftaan in wel geoef„ fende Troupen, en dat men 'er goed ge„ bruik van weet te maaken. „ Ik heb nog nooit hooren zeggen, dat „ 'er eene Linie aangetast , en niet inge?, nomen is. „ Heeft men minder Volk dan de Vyand, zoo is men niet in ftaat om 't te houden, „ dewyl de Vyand met zyne geheele magt „ ons op twee , of drie plaatfen aan kan. „ vallen,.? „ Is men even fterk, dan kan men 't nog „ niet houden ; En heeft men meer magt, „ dan zyn ze onnodig; waar toe dan de „ moeite genomen om ze te maaken ? enz. K 5 $ ~ Memoir: Comte 4e Saxe p. l3o.  !54 Over de West-Indien, § 2. Van Berbice. |^e Colonie va„ Suriname grenst ten Noordwesten aan de Berbice. Langs de fchoone Rivier van deezen «aam, en Rio Canje , dieniet verre van den mond daar in valt, waren in 'tjaari77o vyf Suiker- en ruim hondert Koffy-, Catoen en Cacao Plantagièn aangelegd. De Zeekust is even als die van Suriname, door de Mangrove Boomen en 't Kreupelhout ongenaakbaar , maar de Boorden van de Berbice zyn, twee mylen landwaardsin, bezet met hoog Geboomte (i), die met de Oran- (I) De Aracoifire 0f Balfamboomen groenen met eenen regten ftam 2omtyds tot go * * ™ agt voeten over 't kruys. S Het blad gelykt veel na de Laurierbladen, maar s d.kker en sagter; fyn gewreevC[) aangenaamen en verheven geur. De Gom die uit den Ham druip*, gcraengd me£ Mtraan-Ohe, is de allerbeste Balfam tot fehielyke genezing van opene wonden. Hartfink p. 80 en 81.  Van Berbice. Ï55 fOranie-, Limoen-, en Kofiyboomen, Vajnillie, Aloës, en Ananasfen , eene verfrisIfchende, en verkwikkende lugt op de Rivier i maaken. Meer dan eens zyn 'er kwynende menifchen van de nabuurige Engelfche Coloniën hier gekomen , om hunne gezondheid te herftellen. Dit moet evenwel vei liaan worden van de boven Rivier , terwyl de nieuwlings aangelegde Plantagièn van de beneden Rivier zoo ongezond zyn , dat 'er geene blanke Kinderen , en niet dan met veel moeite weinige Creoolen-Negers kunnen groot gebragt worden, (i) De groote vrugtbaarheid van deeze gronden is oorzaak geweest, dat verfcheide Planters de boven gronden verhaten , en hier Plantagiën aangelegd hebben. Is dit nu voordeelig voor de Planters geweest, zoo is 't twyffelagtig, of men 't zelve ten opzigte van de Colonie zeggen kanj Alle de Plantagièn , die beneden 't Fori ge' ( ■) Volgens egte berigtea. Hartfink p. 283 en 233. EortfiA p 23J.  fljrtfmk p. 132. *56 Over de Wesi- Jndïên. gevonden worden, zyn hier door voor den vyand bloot gelegd. ^ Maar men zal 't naauwlyks gelooven, dat 'er voor het aanleggen der Plantagièn eene fchans met twaalf ftukken Canon regt tegen over 't Crabben Eiland aan de bene. den Rivier geleegen heeft, omze te befchermen ; en nu zyn 'er Plantagies, maar geen Fortrer, Men heeft kunnen goedvinden om deeze Schans St. Andnes af te breeken. En de reden ? om de defertie voor te komen: voorzeker een onfeilbaar middel ! of 't evenwel niet meer verwondering, dan navolgers zal hebben , wil ik wel aan 't oordeel van den befcheiden leezer overlaaten. De Gouverneur en de Regeering van de Colonie moesten nu een van beiden kiezen of dat hunne Plantagièn in brand geftooken wierden, of de Colonie aan den Vyand op de fchandelykfte wyze , zonder zelfs ééne Konings vlag gezien te hebben, over te geeven. Welk een onderfcheid, met 't geen hier in  Van Berbice. iü 1665, toen de Colonie in haare eerfte: opkomst was, voorgevallen is. De Engelfchen wierden door den braaven Gouverneur Bergennaar niet alleen te rug geflaagen , maar deeze heroverde met de Compagnies flaaven, en eenige weinige Zee-Soldaaten A°. 1667. Ifequebo. Tn dien tyd wist men ook nog niet van de ,3 drukkende belastingen, die zedert in onze 25 West-indifche Coloniën zyn ingevoerd, en gemaakt hebben, dat de Vyand met opcne armen te gemoet gezien wierd. De verdédiging van deeze Colonie moet op denzelven voet als die van Suriname ingerigt wezen, met dit onderfcheid, dat 'er niet dan kleine Fregatten , uit hoofde van de ondiepte der Rivier, tot de befcherming zu)'en nodig zyn. Welke Batteryen, of Vestingwerken, en de plaatfen waar die, by voorbeeld aan 't Crabben Eiland, of wel elders behooren aangelegd te worden, kan niet dan op.'t Terrain zelve door eenen ervaaren Ingenieur uitgemaakt worden. b Het- Harrfink p. a 2 3 en pv 23?, en p. 294.  I58 Over de West-Indien. Het is te hoopen, dat de gerugten, als of men ook hier de ontoegangelyke Man* grove Bosfchen op zommige plaatzen had laaten weg hakken, onwaar mogen bevonr den worden. Zeker is 't , dat als men deeze Spil van de Natuurlyke verdédiging der Colonie weg gelieft te neemen, ik zeer gaarne bekennen v/il, buiten ftaat te zyn, om 'er een ander in de plaats te zetten. Tot befcherming van de Berbice, en de Coloniën van Demerary en hequebo , zou de opening van eene gemakkelyke communicate te Land met Suriname, veel kunnen toebrengen. Wat zoude beletten, om van de Creoolen Kinderen van de Plantagies der Directie, ofwel van anderen, een C01 ps Negers, gecommandeerd door blanke Officieren, dat met geringe kosten onderhouden konde worden, hier op te rigtenr Van de Caraiben zou men nog gemakkelyker, dan in Suriname, gebruik kunnen maaken. § 2.  Van Demerary en Ifequeh. 159 $3- Van Demerary en Ifequebo. \f~ I ""usfchen de Rivier van Berbice, en de . JL Creek Abary, de Zuidöostelyke grens:t paal van de Colonie Demerary is 'er een !lBosch, omtrent één myl in den omtrek ij groot, byna geheel en al beftaande uitAraIfeoftri en andere Balfamboomen. In 't jaar 1745 is de eerfte Plantagie aan «de Rivier van Demerary, die omtrent 14 3 mylen Noordwestelyk van de Creek Awary riin Zee loopt, aangelegd, en in 't jaar 1769 ;invas 't getal daar van reeds tot 130 aanI gegroeid. De benedengronden, vier mylen de Rijp vier op , zyn hier zelfs diep landwaarts in I zeer vrugtbaar; Hooger op beftaan de VoorI landen uit eene witte harde Kley, en zyn ;zeer goed tot Weilanden, en agterdezelven ;zyn goede Veen-, of Manicole landen, die rde bovengemelde in vrugtbaarheid gelyk, Ipiaar door de zwaareKlei, en afgelegenheid "van de Puvier moeilykom te bewerken zyn. Ik Harrfiitk p. 331. Hinfink P. 37°. Bt'tfi* p. »r*  ï6b Over de West-Indien; ' Ik heb reeds te vooren gezegd , dat 4ë verdédiging van deeze Colonie, en die vatf Ifequebo, door 't aanleggen van Plantagièn langs 't ftrand allermoeilykst gemaakt is. Men kan niets anders doen , dan door éen kundig Ingenieur te laaten onderzoeken y wat'er nog kan, en moet gedaan worden? I De Rivier van Ifequebo, de grootfte vari Nederlands Guiana, is ondieper, dan die van: Demerary , daar zy twee mylen westwaards van afgeleegen, en niet meer dan I4ais| voeten by hoog water diep is. Tusfchen deeze Rivieren is 'er reeds eeiil ontwerp geweest om een Ca naai te graavenj| Hier zouden even vrugtbaare Plantagièn als aan de Zeekant , en zonder de verdédiging. van de Colonie te benadeelen, kunnen aangelegd worden. Langs de Neder-Rivier van Ifequebo, daar de gronden laag, en moerasfig zyn, telt men omtrent zeventig Plantagièn. De groote Rivieren Cajouni , en Masferouni, vallen in de Ifequebo; hooger op verëenigdzy zig met de Riponouny, die wel zeventig mylen hoog bevaarbaar is, en ge- \ meen'*  Van Demerary en Ifequebo. 161 rfrteenfchap met de Maho, Tacuta, Panma, IRio Blanco en eindelyk met Rio Negro, de 'Amazoone, en Orenocque heeft. De Secretaris van den Onderkoning van ;Brazil , Mamél de Sylva Roza , die eenen iGeeftelyken dood geftooken had, is langs ideezen weg, zonder voet aan land te zetten .met een Canoe door deRiponounyteIfequebo •-. aangeland» Deeze voortreftelyke gelegenheid van de I Ifequebo > ten opzigte van geheel Zuid Ameirica, fchynt de aandagt van den Souverain ma zig te moeten trekken, en te vorderen, i dat men door eene behoorlyke onderfteuning 1 van eenige weinige reguliere Troupes de In| gezetenen in ftaat ftelle , om de geweldei naryen der Spanjaarden , die geduurig onze 1 Grenzen inkorten, en 't wegloopen dei Slaaven aanmoedigen, te beletten. Men behoort dan ook alle mogelyke middelen aan te wenden, om deeze Volkplanting, die zedert meer dan honderd jaaren, 't hooge woord moet 'er uit, verwaarloost is, te doen bloeien, en in eenen aanziertelyken ftaat te brengen. L Een« Harttin'k p. i5S.  t'Si Over de Wesl-lndi'èn. Eene gunftige omftandigheid fchynt zig hier van zelfs aan te bieden. De gronden van de Barbados zyn uitgetëeld; zie daar eene van de redenen des fchielyken aanwas van de Colonie Demerary ■ Aanmoediging en 'Protectie zyn 'er nodig. Waarom niet gedaan, het geen onder 't bellier van den Raadpenfionaris de Witt, in 't jaar 1669 door onze Voorouders met zoo veel wysheid aan den Graaf van Hanauw toegeftaan is, namelyk eene ftreek Land uitgegeeven, met verlof aan de Vreemdelingen, om volgens hunne eige Bargerlyke Wetten te Ïeeven (a). Allerwaarrchynelykst is het dan , dat 'er een groot getal van de Ingezetenen van Barbados , en de overige Antilies, hunne on- vrugt- (a) Ik -heb niet nodig geacht, om te zeggen, dat Vanneer men nu eene diergelyke vergunning wilde doen , zc na maate van de tegenwoordige omftandigheden gefchikt, en veranderd zoude moeten worden. De belastingen kunnen niet hoogerzyn.dandieder Engelfche Coloniën , en de buitenlandfche Verdédiging moet aan 't goedvinden van den Gouverneur van Ifequebo, of Demerary ondergefchikt wezen.  Van Demerary en Ifequého. 163 Vrugtbaare Gronden, voor. deeze allervrugtbaarfte Landftreek zouden verlaaten , en -zig hier komen nederzetten. Zou men zig dan niet mogen vleien, dat de uitneemend vrugtbaare Oevers van de Poumeron , die dertien mylen westwaards van Tfequebo, zedert 't vernielen der Volkplanting in 1666, onbebouwd geleegen '. hebben , fpoedig tot Plantagies zullen her- • vormd worden ? De bepaalingen der magt van den boVengemelden Leenman, verdienen wel, om 'er onze aandagt op te vestigen. In de eerfte plaats is hy gehouden, om de I gebruikelyke Publicque exercitiën en ceremo- : niën van alle Religiën te moeten admitteeren. Volgens 't agtfte Articul waren alle Gil1 den hier verboden. En door 't zevende zyn de Appellen van Juftitieele zaaken enz. buiten de Colonie i hier afgefneden. De voornaamfte bepaaling van allert was, 1 dat de Producten naar ons Vaderland moeiten igebragt, en de Colonisten daar ter plaats, L 2 't geen  00 9- C»)Art. ii. f»Art. ia. ÏV Ï64 Over de West-lndïé». \ geen zy nodig hadden, wederom zouderé inkoopen (a). Vyf gulden per Last zou 'er voor inkomende en uitgaande Rechten aan de Compagnie betaald worden, (b) Op dezelve wyze was de exclufive Slavenhandel voor de Compagnie bedongen, (c) Als Leenman was hy in tyd van Oorlog verpligt, om de Compagnie by te iïaan. De Lasten waren bepaald op twaalf en één half percento van de Vrugten, Slaaven, Beestiaalen, zonder eenige andere belastingen ooit te mogen invoeren. Het is waar, door tegenkanting van eenige Vorften, heeft deeze vergunning geene verdere gevolgen gehad , maar ze kan dienen, om de onbekrompene wyze van denken vafl onze Voorouders te doen kennen. * * *  165 IV HOOFDDEEL. Over de Verbeteringen in den Zeedienst. Hiermede zoude ik deeze Proeve kunnen eindigen^ maar ik herinneremy, by gelegenheidvan het nafpooren der oorzaaken van de overwinning op de Doggerbank, met een enkel woord gezegd te hebben, dat men het afflaan der Engelfchen, aan den Wapenhandel en Krygstugt, die door den Schout by Nacht van Kwdsbergen, op onze Vloot zyn ingevoerd, te danken heeft. —— Zeggen alléén is niet genoeg; en dit is de reden, dat ik my verpligt acht, om de waarheid daarvan nader aantetoonen. Wanneer men met aandagt de uitgegeevene Werken van deezen Vlag-Officier;de ZeeTacticq, het Zeemans-Handboek, en de Algemeene Scheepsdienst, devrugten der ondervinding, die hy in een dienst van meer dan 30 Jaaren % door geduurige oplettenheid, yver en arbeid, gevoegd by een fterk lighaams geftel, dooris 3 'drin-  l66 Over de Verleterhgen dringenden geest, en het te zamenloopen van omftandigheden, welken niet dan na eene reeks van Jaaren zig wedeiöm verëen.igen, ten koste van zyn bloed gekreegen heeft, wil overdenken, zal een iegelyk erkennen moeten, dat ik niet te veel gezegd heb. Geen beter denkbeeld kan 'er van dei! Militairen ftaat van een Oorlogfchip gegeeven worden, dan door de vergelyking by een werktuig, het welk uit eene menigte raderen, groot en klein, te zamen gefteld is. Het grootfte gedeelte daar van zyn Zoq klein, dat zy,ieder afzonderlyk befchouwd, haauwlyks in 't oog loopen, en het zyn evenwel deeze radertjes alle te zamen genomen, dieeigentlyk het groote oogmerk, daar deeze leevendige Machine toe ingerigt is, te weeten om 't Oorlogfchip ten meesten nutte te gebruiken, doen bereiken Zy hebben •egter dit vermogen niet van zig zeiven, maar ontvangen het van anderen, en deeze wederöm van grooter raderen, die de eerste beweeging van een As of Spil ontkenen. Z°  in den Zeedienst., 167 iZo is't gelegen met de Matroozen, Onderofficieren, Officieren en den Capitein, [die als de Spil, daar de geheele Machine iop draait, kan aangezien worden. .Na maate van 't getal der kleine raderen, béter 'ingm ■ En weinig moeite'zal het my kosten, cti, te bewyzen, dat-deeze zelve middelen óe, grondllag waren van de drie beste Militaiie conftitutiën die 'er ooit geweest zyn: te weeten de .Spartaanfche^ daar geen gebrek .aan te vinden was (i ), de Romeinfche, en die van onze Voorouders, welke verfcheiden eeuwen met de Romeinen geöorloogd, en ze eindelyk overwonnen hebben, (a) De kortheid van het beftek laat niet toe, als om eenige van de voornaamfte middelen, die door den Schout by Nacht van Kinsbergen hiertoe in 't werk geheld zyn, aan te raaken. Het eerst van allen, dat wy in de Algetneene Scheepsdienst ontmoeten, is eene Instructie voor de aanwerving van 't Zeevolk. De werving word hier als eene zaak van (I) Men zal wel gelieven op te merken, dat zo lamg gctuignis van dien Veldheer, die, vervolgd door ;en magtig en overwinnend Leger, uit het hart van », yands land, door de brandend? vlakten van Mezopoamia, over het fnecuwgebergte van Courdiibn. met iog geen 10,020 man, daar de Stafofficieren alle van ■ermoord waren, den fchoonften marsch en aftogt, üe tot du* verre -bekend is, naar de zwarte Zee ge, laan heeft, van groot §cv/i$: :'s.  In den Zeedienst. $69 van zo veel aangelegenheid aangezien, dat ^e noch door jonge Subalterne Officieren, rioch door den Schryver, zo als het gebruik ju onzen dienst geweest is, maar door den Capitain alléén, of by zyne afweezigheid, door den eersten Officier gedaan moet worden. s Een leevendig oog, breede borst, lange armun, fterke handen en welgefpierde beenen, die niet ftyf, maar los zyn: zie daalde vcrèischten, waaröp men by de werving acht moet geeven, Een Matroos moet niet te groot zyn; 5 voet en 3 of 4 duim is het best, dewyl de geduur ige beweegingen van 't Schip, het werk in het tuig, en de vooröverbukk^nde ftand tu-fchen deks veel moeilyker voor lange menfchen zyn. Eenige weinige groote manfchappen zyn 'er op de Schepen van Linie , voor 't los en vast maaken der onderzeilen, nodig. Eindelyk moet men niet dan jonge lieden tusfchen de 17 en 30 jaaren aanneeinen, die nog in den tyd zyn, om te kunnen leeren, en fterk genoeg, om de ongemakken op zzt uit te ftaan. L 5 He? AtgemeeneSbheepr»dienst p. j. AlgemeineScheepsdienst p. Algen". Scheep» dienst p. 4.  Algem. Scheepsd. p. j" en 6. Reize van Anjm:. Otieck Reize naar China. Aigem. Scheepsd. iSP? Ow ^ Verbeteringen - Het groote voordeel van jong volk is op de reize van Anfon duidelyk gebleeken', terwyl het overige gedeelte van de Equipagie, ten tyde van 't neemen van 't Spaanfche Manilha galeoen, weggefmolten was, zo dat de Spanjaarden, op de Centuriön overgebragt, met verontwaardiging uitriepen, dat ze zig aan een hand vol Jongens overgegeeven hadden. Wat kan.het baaten, of een Schip al bemand is, als Jer voor het einde van de reize één derde, of de helft van 't volk door de ziekten weggerukt is? Op de Zweedfche Ooft-Indifche Schepen, die met Nationaalen bemand zyn, weet men van geen fterfte van aanbelang. Men heeft, ten tyde van de Romeinen, reeds de Landlieden boven de Stedelingen tot den dienst verkoozen. Geene Ambagtslieden , die een zittend handwerk hebben, zyn goed om Matroos te wezen. En laat men zig niet verbeelden, dat deeze voorfchriften overtollig zyn. Te Romen dagt men 'er eveneens omtrent; te Sparta was het 'er zo verre van af, om Krygs-  • In de Zeedienst. pft IKrygslieden een zittend leven te doèn Iei( den , dat zelfs aan de Vrouwen zulks ver- \ boden was. Het woilenaaien, en ver- ; dere huisfelyke bezigheden , was door Ly\curgus aan de Slavinnen overgelaaten. En wat is 't gevolg geweest ? eén' zeer ; aanmerkelyk onderfcheid in grck>tte en fterkl te tusfchen de Spartaanen en de" overige i Grieken. Dit word ons door een oog- i getuige, die 'er zo goed als iemand over . oordeelen koude, 'en zig beroept op. alle de :geenen, die fe Sparta geweest waren, ver, zekerd. Onze Voorouders lieten zig gemakkelyikèr overhaalen, om een togt tegens den Vyand" te doen, en kwetfuuren opteloopen, dan agter den ploeg te gaan, veel min zig met zittend werk op te houden. In vreede wierd de tyd met jaagen, en nog meer met ceten, drinken en flaapen gekort. Dezelfde lieden, door eene wonderbaarc wispeltuurigheid der natuur, even zeer geneigd tot ledigheid als afkeerig van rust, konden geheele dagen röndöm den haard en" hel vuuï" doorbrengen. En met deeze le- " * vens- Gibton the Hiflory of theDectine and fall of theRoman Empire t. I C.I.p.12. Vegetiuf de reVlilit Libi.c.2-7. Xenophox LacedaimResp. pag. mihi 67J &57Ö.Edit. Leanclavü* Tacir. de Mor. Germ. c-  faeit. is Mor. Germ. c. io. Re-puM. p. S3l. (b)Xt*oph. L. c. pag. «34. 'iaat. de Morib. Germ. eap. 12,14^31. 172. Over de Verhuringen venswyze hadden zy zulke groote lig!}*»» men en fterke léden, dat ze de verwonde-, ring der Romeinen na zig trokken. Een Cocarde op den hoed, een Dragonne aan den degen, het leeren van 't manuaal met handgeweer, ja zelfs het formeeren van een Battaillon quarré, of wel het attacquee: ren van een holle weg, maaken alléén geen Krygsman uit. De verëischten van het lighaam, die reeds opgenoemd zyn, eene opvoeding die voor den oorlog ingerigt is (, zal men begrypen, dat dit niet eene zaak • van gering aanbelang is. Deeze inftruéhe word beflooten met aantemerken, dat het aanneemen van lieden van flegt gedrag in den zeedienst, daar ter nakoming van eed en pligt, veeltyds eene volkomene opoffering Van het eigen belang en de begeerte tot het leven, die alle menfchen eigen is, geëiseht wörd, allergevaarlykst is. De oeffening van den wapenhandel, is zo noodzaaklyk, dat de Spartaanen, de dapperHe misfchien van alle menfchen, volgens de gedagten van Xenephon, het met pyl eh boog, om dat ze niet gewoon waren daari mede omtegaan, tegen de Schyten of Tartaaren niet zouden kannen houden (a). Ja wat meer is, de Romeinen hadden geen ander woord in hunne taal, om het denkbeeld van een Leger uittedrukken, dan van zulk een, dat geoefend was (b). : . Deeze was de geliefde bézigheid der oude Duit- Algen*. ScheepsS, f. U Alg:;n. Sih:epsd, p. ?. Memor. f, mihi 73S. (i) (Sibbe* 1.1. 'p. 11, Cicer: Tuscuhn. Lib. 1, j».  Tacit. ' ie Morib. Germ. c. 2 4- Tacit ie Morib. Gerrri. c.5. Cttfir 4 Bello Gal 1 lico Lib. 1. ] pag. mihi 54. 1 174 Over de Verbeteringen Duitfchers. Door geduurige oeffening hadden zy 'er een kunst van gemaakt, om, zonder Schild of Harnas, tusfchen gevelde Pieken en Degens in te fpringen. Dit was hun tydverdryfj dit hunne fchouwfpelen; het genoegen van de aanfchouwers; de eer die zy 'er mede behaalden, verftrekte hun tot belooning. De Duitfchers hadden flegte paerden, en gevolglyk was de Ruitery, alles te zamen genomen, niet te vergelyken met het voetvolk. Uit deeze reden is waarfchynelyk het ondereen vermengen van Ruiters en Voetknegten, voortgekomen. De vlugfte en dapperile jongelingen wierden hiertoe uitgezogt; als 'er een Ruiter, die gewond was, van 't paard viel, redden zy hem ylings uit het gevaar, en by een geforceerden march of fchielyken aftogt, hebben zy het door menigvuldige oeffeningen zoo verre gebragt, om, aan de maanen van de saarden hangende, ze te kunnen by houden. Zodanig was eene brigade van 6000 Ruiers, en even zo vcele Voetknegten van den Coning Ariovistus. Alle de Noordfche /olkeren wisten by uitftek handig met de wa-  dén Zeedienst. I7S; wapenen in het geVegt omtegaan ; en de reden daarvan 'was , om dat de jonge manfchap dlkwils in Spiegelgevegten met pyl en boog, fpies én degen, en andere Wapenen gcoeffend wierden. Het is byna Onnodig, hier te zeggen, dat de Romeinfche Keurbenden onöphoudelyk geoeffend zyn. De Staatkunde der beste Generaals, ja zelfs der Keizers was, óm door hunne tegenwoordigheid de. exercitiën van 't volk aantemoedigen. Trajanus en Hadnanus verledigden zig dikwils, om de onërvaarene Soldaaten te onderrigten, de vlytigen te beloonen, en zom- tyds met hun om den prys te dingen. Men kan de oeffeningen van de Romeinfchen Soldaaten uitvoerig in de Werken van Vegetius befchreeven vinden. - De Wapen oeffening en de Krygstugt, die de verëeniging der wil en kragten van veeJen te weeg brengt', zyn de fondamenten, daar de geheele Zeedienst opgebouwd moet worden. • • .«•...• - v Eene grondige kennisfe van 't menschlyk hart alléén, kan ons de middelen aan de hand r?e- Henry Hiltory of Engiand Lib. 3.C.J. p. 4M. OAw'Magnl liiflor Lib. 7. cap. 5. pag. 224. Gibbon L. c. pag. 14. PI in. Paneg, cap. 13. H1A A^.Scripf in vita H&driani,  I JÖ Over de VcrUttringen geeverijom het volk de bereidwilligheid, vaii, zig aan allen,die boven hen gefield zyn,te onderwerpen, en de lust, van den Wapenhandel te willen leeren, intebqezemen. En dit is het geen wy met zo veele behendigheid en kunst, in alle de Inflruftiën en orders van den Algemene Scheepsdienst ', die, de eene meer, de ander min voor dit oogmerk ingerigt zyn, uitgewerkt vinden. Het groote geheim, van den nayver onder Officieren en Matroozen op te wekken,dat het eenige middel is, om de traagheid, aaa alle menfchen eigen, te overwinnen, ziet men hier aan alle kanten doordraaien. —~. Dit is dezelve weg, die door den grootflen der Spartaanfche Koningen Agefilaui, met zulken goed gevolg is ingeflaagen. (a) Groote belooningen wierden door deezen Koning, wie in dapperheid zouden uitmunten, toegezegd, dewyl hy in 't begrip was, dat men op deeze wyze van 't Vok den meesten dienst (a) Xenophon de Agefïlao Rege pag: mihi 657. ér. JÏJfcoraxtaK, ivifiaKe nfr «wiijtof ri,( fier' dvr», ïnui txacoi ivra>v | deel neemen. M 4 Uit OïclH.r Worrïiius Lc.p.i9j: Gibbon the Hiftary 'of the FaUjna declin. t. 3. F»g »»*• Prijctu (excerpt» de legationibus) p. 49—70.  Worm. Ut. Dan. p. Berihalin Pag 347Beda Hifi. eccle/iafl. Saxonice reddita P- 547BickefiiTheiaur. t- i.p.197. (S) Hartho hn L. 1. c. s et 4, et L 2. c. 11. 'Bemj L. c. pag540. 541- Po/yèiuj ^ L 6. c. SI U 53. ' 1 184 ftw , uitgebeeld daar aangevoegd. „ Vervolgens worden hun kleederen aangetrokken: Is de overledene een Romeinseh „ Burgermeester , of Prstor geweest, dan „ vercierd men het beeld met den Burger„ meesterlyken tabbaard; h hy Cenfor geweest, meteen kleed van purper; en heeft » hy ook gezegepraald, dan is dit kleed met jj goud doorweeven. „ De beelden worden op Rytuigen geree„ den, voorgegaan van de bondek en by„ len, en de overige tékenen der waardig- " heden' die zy geduurende hun leven be„ kleed hebben. „ Wanneer zy aan de Spreekplaats geko- n men  Jn den Zeedienst. j.87 „ men zyn, worden zy allen geplaatst op „ Stoelen van y voor, hetwelk de aangenaam„ fte vertooning maakt, voorden jongeling „ die met eenige drift voor den waaren roem L en deugd bezield is. „ Wie zal 'er immers, de eer ziende, „ welke men aan de deugd van deeze groote „ mannen, die, als 't ware, nog Ïeeven,en „ ademen in hunne beelden, aandoet, niet „ gevoelen , dat hy ontftooken word van „ de begeerte om hen natevolgen? ■ „ Kan 'er iets fchooner en aandoenelyker, „ dan zulk eene vertooning, uitgedagt wor- den? „ Voor het overige zo doet de Redenaar, „ na dat hy van den overledenen gezegd „ heeft, al 't geen 'er tot zyn eer te zeg„ gen is, eene lofrede van de overige,daar „ hy de beelden van voor zig ziet, met den „ oudflen te beginnen. „ De groote naam van dappere Burgers „ word hier door geduurig aan vernieuwd j ?, de roem van de zulken, die groote daaden „ uitgevoerd hebben, onfterflyk, en de diens.„ ten, die zy hun yaderland beweezenheb- m ben,  lS8 Over de Verbeteringen „ ben, komen tot kennis van het volk, en „ gaan by overlevering tot de nakomeling^ „ fchap over. „ En dat het voornaamfte van allen is, „ de jongelingen worden aangefpoord , „ alles voor het Vaderland optezetten, om „ den roem te verkrygen, die hier eene be„ looning van de deugd is. „ En dit blykt daar uit, dewyl 'er vcele „ Romeinen geweest zyn, die als Vrywilli„ gers in Tweegevegten het lot van den Staat „ beflist hebben; anderen hebben een onver„ mydelyken dood verkoozen, eenigen in „ den oorlog om hunne medeburgers te red„ den, en wederom anderen in de vrede voor „ het behoud van 't Gemeenebest. „ Men heeft 'er ook in 't bevind gezien, „ die 't welzyn van het Vaderland meer ter 5, harte neemende, dan de banden van 't bloed en de natuur, tegens alle gewoonten „ en wetten aan , hun eigen Zoon met „ den dood geftraft hebben. " De ondervinding dan, die verre de fraaifte redeneering te boven gaat, heeft ons geleerd , dat de voorüag van den Schout by Nacht van 1  In den Zeediensi. fan Kinsbergen, om Schilderyen en Standbeeld den voor de groote Krygshelden opterigten, en jaarlyks hunne groote daaden ter zeiver plaatze in 't bywezen der Officieren, ja zelfs alle braave Matroozen, die genegen warenj deeze plegtigheid by te woonen, te laateri voorleezen, van het allergroötfte nut voor den Zeedienst zoude zyn. Folybius maakt geene zwaarigheid, om de overwinningen der Romeinen aan hunnê wy^ ze fchikkingen, omtrent de Militaire belooningen eri ftraffen > toetefchryven. In den eersten opflag zou men zig misfchien verwonderen , dat de ftraffen over hei verliezen der wapenen in 't gevegt, by drie zo zeer verfchillende Volkeren , gelyk de Spartaanen, Duitfchers en Romeinen, dezeï- ven zyn geweest. Maar wanneer meri acht wil geeven, dat de Militaire wetten vari Lycurgia de rype vrugten waren van eeii doordringend verftand, en teffens op de wysheid van de overige Militaire inrigtingen der Duitfchers en Romeinen het oog flaat, dan zal men deeze ftraffen niet langer aan het blind geval, maar aan de noodzaaklykheid daar- Zeemins'HandboefciID sdeSt pag. iS. ?o!yb. \. i C 37- '  tolybkt L. 6. c. 35. Plutarchis ïn Catone Maj. p. 348. Plutarcfaj inSerforio. p. nuhi S9ó. I 190 Over de Verbeteringen daarvan, die op de kunde van 't menschlyk hart, en de verëischten van eene goede Militaire conftitutie gevestigd is, toefchryven. Meer dan eens heeft men een Romein gezien, die, op hoop van zyn degen, fpies of fchild, die hy in de hitte van 't gevegt verboren had, weder te krygen, of wel door een roemrugtige dood eene gewisfe eerloosheid te ontgaan, zig midden onder den vyand geworpen heeft. Terwyl de Zedemeetster Cato in zyne jeugd, onder den Burgermeester Partus > in Macedoniën tegen den Koning Ferfeus diende, ontfprong hem in 't gevegt door een Slag het zwaard uit zyne klamme hand. In aller yl rukt hy eenig volk by een, valt op den vyand in, en maakt niet dan na een allerhevigst gevegt zo veel ruimte, dat hy het onder zwaare hoopen van wapenen en lyken van vriend en vyand wedervind. Door denzelven Flutarchus word ons verbaald, dat Sertorws, zwaar gekwetst, met rchild en harnas, tegen den ftroom in over le Rhone is gezwommen. De .  In den Zeedienst. -I9I De laatfte woorden van den frervenden ii Epamincndas was de vraag , 0/ zyn fchild helhonden was. By alle deeze volkeren, waren de gevoligen van eerloosheid dimmer dan de dood «zelve. De krygstugt moet als de ziel van den geIheelen dienst aangezien worden : Wanneer 1 deeze niet wel ingefteld, en met eene onheil weeglyke ftandvastigheid gehandhaafd word, i|kan men niet reekenen, dat men Krygsvoik i| heeft. De Land- en Zeemagt zyn dan niet an>;ders, dan een ver'achtelyk graauw; gevaarflyker voor den Staat, dan voor den Vyand ; zelve. En laat men zig niet verbeelden, dat de ilKrygstugt, en deeze flaafigtige gehoorzaam- Iheid de dapperheid verkleint: Men heeft i altyd gezien, dat'er met de Legers, in evenredigheid hunner Krygstugt, grooter zaaken aiitgevoerd zyn. Eene geheele reeks van voorbeelden der Ibeste Griekfche en Romeinfche Veldheeren, i-Epaminondas , Fhilippts, Alexunder, Scipio.j Ma- \ Xenophon Lacasdem. Refpubl. p. mihi 534. Tkcit. de Morib. Germ. c.5. Polybiur L. 5. c. 35» 35- («) MarCchal de Saxe Me. moiré p< 103.  (g- 292. Gitbont. 1. c. 11. pag. tsè- Hifi. Aug. Script in Aurelia110 p. rnihi 43S en der 194 Of er de Verbeteringen te gewen , is den Officieren aanbevoolen, om ze even als Onderofficieren te behander len. Hierdoor zyn ze van den Üitkyk, vart den Roergang, van 't Pompen enz. vry geworden. Dit heeft niet alleen gediend , om 't getal der Onderofficieren, als 't ware, te vermeerderen, maar ook om den nayver der Matroozen onder eikanderen op te wekken. Men begrypt van zeiven wel , dat aan deeze Baksmeesters lettertje voor lettertje moet voorgefchreeven worden, wat zy tëverrigten hebben: En om te beletten, dat de Matroozen niet kunnen voorgeeven, deeze orders niet geweeten te hebben, hooren zy de Inftructie ééns in de week voorleezen. Een van de groote voorwerpen van de Krygstugt is altyd geweest, de kleeding van 't Volk. In den voortreffelykcn brief van den Keizer Aureïman , word den Officieren duidelyk gelast, om hier het oog op te houden. Wanneer het volk de Ideéderen aan 't Ivf moeten droogen, en zy geene verfchooaing hebben, is 'er voor hun ook geen au-  ïn den Zeedienst. Ï95 dér üitzigt op$ dan om vroeg of laat naar 't Hospitaal te gaan. De kundige Capitein Cook heeft dit zo wel begreepen, dat hy de wagten van 't Scheepsvolk zodanig ingerigt heeft, dat 'er tyd genoeg was, om de kleederen te dróogen; terwylhy deeze fchikking, als eene van devoornaamlte redenen der gezondheid van zyn Scheepsvolk aangezien heeft. De menigte van ziektens, die in koud en nat weder door gebrek aan kleederen ontftaan, moest de aandagt en het medelyden Zedert lang opgewekt hebben: Het volk aan boord van de Schepen is gemeenlyk op eene erbarmelykewyze door de Volkhouders, die alleen hunne belangen, en niet de gezondheid vari 't volk irt 't oog houden, uitgerust. Geen wonder dan, dat den Baksmeestèrs gekst is, om by aanhóudenheid 'er op te letten i dat hun Baksvolk het goed noch verkoopt, noch verwaarloost. — Zy moeten het doen wasfchen èn verftellen, en meer dan eens in de week nazien. Zyn de Matroozen hierin nalaatig, worden zy eeriN 2 maal Marechal de Saxe Memoir, Pi lii Cook Vbya. ge , t. 1. p 391- Algem. Scheepsd, pag. 331.  ig6 Over de Verbeteringen Algem. Scheepsd. P- 293. Algem. Scheepsd. p. 294. Memoirde Guifchard, t. Lp. I44. Suetott. 6alba,c. 7. maal gewaarfchouwd, en vervolgens dooi' de fchande van het fchaffen aan een Bak, die met Numero Nul getékend is, en 't langer of korter pompen, of Zwabbers droegen, geftraft. Het is inderdaad aanmerkelyk, dat de ftraffen, die op 't Schip van den Schout by Nacht van Kinsbergen van zulk een goed gevolg geweest zyn, volkomen met de voorfchriften van den grooten Montesquieu overëenftemmen. {a}. Op het verkoopen van 't goed, ftaat zwaarder ftraf In den Romeinfchen dienst wierd het verkoopen der rantfoenen zo hoog opgenomen, dat Galba eenen zyner Soldaaten, die zig hier aan fchuldig gemaakt had, van honger fterven liet. Maar het beletten van 't verkoopen alléén is niet genoeg; het fteelen doet geen minder kwaad. Men heeft de gevolgen hiervan ook zowel begreepen, dat 'er in den Arti- cul- ( O) Algem. Scheepsd. P- 29 en X99. . 1 So6 Over de Verbeteringen burgelyken oorlog zeer toegeevende was onverbiddelyk geweest. Geen moeke was* hem te veel, om de fchuldigen te doeri!: opzoeken en te ftraffen (1). Men moet evenwel zig niet verbeelden, 1 dat daarom den Onderofficieren vry ZOu Jiaan, om het volk onbefchoft te behande- i len. Met zo veele woorden is hun verboden, om ze met den naam van fchelnu i canaille, fchurk en diergelyken meer toe te fpreeken (a) Den Officieren is bevoo- len, om hier wel degeJyk de-hand aan te' houden (b). De Schout by Nacht van Kinsbergen heeft \ by ondervinding gehad, dat mén, door de eigenliefde van 't Volk zo veel mogelyk op te wekken, en hun goede gedagten van zig zeiven inteboezemen, vry wat meer arbeid, dan met vloeken en raazen van hun verkrygen zal (c). De geringfte Soldaat moet eer te verliezen hebben, en dit is de reden, dat eeri Of- 00 Suetou Cfar Cap. 6?. Defertorum ac Sedütf, onin et u^uifitor et punitor accerrimus.  in dén Zeedienst. èó* Officier in Duitschland, die een Soldaat be leedigd heeft, verpligt is, zodra deeze niel meer onder zyn bevél ftaat, hem fatisfa&ie te moeten geeven (a). Wie zyn post verlaat, heeft een oogenblikkelyke dood te wagten (b). — De Macedonifche Koning Philippus, Se'vïlius Friscus, Scipw en de Maarfchalk van Turennc hebben ons met dezelfde orders voorgegaan (>)• Het laatfte Artikel van deeze Tnftruclie Voor de Baksmeesters is : dat 'èr geene Vergiffenisfe in den dienst plaats kan, noch Zal hebben (d). Een Generaal behoort, vooral zyne grootfte lievelingen, zónder mededogen te ftraffen. Hy moet zig uit de gedagten ftellen, dat hy de man is die ftraft, en zig zeiven en anderen tragten te overtuigen, dat hy niet anders doet, dan de krygswetten ten Uitvoer te brengen. Op deeze wyze zal hy zig doen beminnen, vreezen, en zonder twyfel gehoorzaamen ie). Als de Happigheid der burgerlyke Rechtbanken , in het uitvoeren der ftraffên, zulke na- (iOMaréchal de Saxe memoir p. io,jeriioS. (*)Algerri. ScheepsJ. P- »5« , 302611313; (V)Frontir» Staateg. L. 3. c. 8. p. mihi =3 5; »8r. Memoires du Marechal de Turenné T.I. p.mihi 345- (d) AlgerriScheepsd.p. 302. (V)March. de Saxe Mem. pag. au.  Montes qtiieu cfpnt des Loix 1 6. C. 12. Algem. Scheepsd. p. 199. Marechal de Saxe Memoir. P- 4. 2o8 Over de Verbeteringen nadeelige gevolgen heeft, zoo kan men wel begrypcn, dat in het Leger zulks nog veel meer plaats moet hebben. Door alle deeze fchikkingen omtrent de Baksmeesters en het volk, zoo is niet alleen de krygstugt vastgefteld, maar de nayver van 't volk opgewekt, en de grond gelegd, om hen gemakkelyk te leeren met de wapens omtegaan. Nu kan. een' Officier Bakken tegen Bakken, en man tegen man aanzetten, om boven elkander uittemunten. Voor en aleer, hier aftefcheiden, moet ik nog eens herhaalen , dat de zogenaamde kleinigheden in den dienst .even zowel als de groote zaaken, de oplettenheid van een bevélhebbenden Officier verdienen. Deeze worden door den Maarfchalk. van Saxen als de fondamenten aangezien, daar het geheele gebouw op moet gezet worden. En zoo is het ook met deeze Baksorders gelegen. —- Door het geduurig plooyen der geesten in de kleine zaaken, word het menschlyk hart op de gemaklykfte wyze, gelyk de Heer van Kinsbergen ondervonden heeft, tot de gehoorzaamheid in de grootcn voor bereid. ^  In den Zeedienst > 209 Ik weet zeer wel, dat een Oost-Indisch Schipper veel te grooten Heer is, en het verre beneden zig zou reekenen, om 't Linnen, Beddegoed, en Kooyen van 't Volk natezien, maar het is ook niet minder zeker, dat de beste Romeinfche Veldheeren, de Keizers zelfs, niet alleen op de kleederen , maar zelf tot op de fchoenen toe van den Soldaat, het oog gehouden hebben. De Dienst, gelyk de Chevaüer Folard gezegd heeft, is een ambagt voor de weetnieten , en voor bekwaame lieden eerte weetenfchap. In den eerften opflag zoude men niet denken, dat de propolitie van den Schout By Nacht van Kinsbergen, om een Militair Muficq by ieder klein Zeecorps te hebben, van zo veel aangelegenheid voor den dienst is; maar by nadere overweeging zal men daar niet meer aan twyfelen. Een welgefchikt Krygsmuficq moet de geesten van den Matroos in beweeging brengen, leevendiger maaken en, door hem eene ligte verheuging te geeven, den moed aanzetten. O Het Hifi. Aug. Script. inMaximinio C. 5. in Probo C. 8. Marechal de Saxe Memoir. P. 22. Zeemans Handboek, L D, 2de Stuk.  Plutarchus in Lucurgo, p. mihi 53- Plutarchus gk c. Ammian. Marcell. L i5.C.5> p. mihi 90& 91. aio 0wr £ Verbeteringen Het is niet zonder reden geweest, dat dé Grieken de dapperheid en de Muficq te zamen voegden. Plutarchus heeft ons een naauwkeurig berigt gegeeven van de Krygsmuficq der Spartaanen. „ Ais het Leger, zegt hy, in Slagörder „ gefchaard, en de vyand in 't gezigt was, „ deed de Koning eene offerhande, liet alle de Spartaanen eene kroon opzetten , en „ de Mufikanten op de Flagoletten de wy- ze van Castor fpeelen. „ Ter zeiver tyd hefte men den Lofzang „ tot den aanval op, ,zo dat het te gelyk „ een deftig en ontzaggelyk gezigt was, „ om hen in de maat op de fluit, zonder „ eenige fcheuring in de gelederen, of ont» fteltenis, te zien marcheeren, terwyl zy „ onder het muficq gemakkelyk en lugtig „ aan den vyand gebragt wierden." " De Keizer Julianus zelf heeft zig wel de moeite willen geeven, hoe zeer het hem ook mogt verveelen, gelyk uit zyn eigen zeggen optemaaken is, om te leeren, in de maat op de fluit marcheeren. En de ondervinding heeft overal de menfchen  In den Zeedienst. iïi - tenen, den grooten invloed der muficq in den oorlog zo wel geleerd, dat, tot in de groote Zuidzee toe, de ïndiaanen altyd het gevegt met een oorlogszang beginnen. — Van de Macasfaaren, Batavieren en de andere Noordfche Volkeren, heb ik boven reeds gefproken. Op de Schepen is de Muficq Van nog meer nut. In' het veld is 'er mogelyk- heid, om de gedagten van 't volk, door ze geduutig in beweeging te houden, aftetrekken, maar op de Schepen is dit ondoenelyk. Wanneer men nadenken wil, dat de matrozen gemeenlyk op een fnaphaanfehoot Voor zwaare Batteryen blootftaan, en dat de bodem van 't Schip zö goed als onderrnynd is, is het ligt te begrypen, dat 'er niet te vêèl kunst gebruikt kan worden, om hen in 't aanzeilen op den vyandj door Muficq én alle andere middelen aantemcedigen. In 't gevegt, in de Middelandfche Zee^ Van de Foudroyant met de Monmouth, ' Capt. Gardiier, die 't Franfche Schip geno0 2 merJ Cook, Voyigti  Ml Over de Verbeteringen men heeft, was de Franfche Capitein vólgens zyn eigen fchriftelyk Rapport, buiten ftaat om het volk by de ftukken te houden. Nog eene andeie zaak moet ik hier byvoegen, dat het boven het bereik van een Officier is, om alle de misbruiken, die in onzen Zeedienst ingeübopen waren, te verbeteren. Een Krygsbewind, gelyk de Collegië'n ter Admiraliteit zyn, zonder krygslieden in het beftier, is een van die zaaken, die men niet denken zoude, dat gebeuren konden, zo wy niet in ons leven, in ons Vaderland het gezien hadden. Men moet evenwel niet gelooven, dat onze Voorouders, die brein en hart genoeg hadden, om een nieuwen ftaat, daar wy de vrugten nog van plukken, te vestigen, ooit tot eene diergelyke dwaasheid hebben kunnen vervallen. Het tegendeel- is waar. By de oprigting der Collegien ter Admiraliteit in Holland, is in de lnftrudie vastgefteld, dat de Provincie van Holland en Westvriesland toekomt het onwederfpreek- lyk.  In den Zeedienst. 213 3yk recht, dat den Lt. Admiraal van Holland, in de vergadering verfchynende, den Praffidiaale Stoel moet ingeruimd worden. De Lt. Admiraal heeft niet alleen ftem als de overige Raaden, maar ook de propofitie, de omvraag, en de ordentelyke conclufie. • Dit is ook in continueele obfervantie gebleeven, tot den tweeden Engelfchen oorlog; zoo is het eenpaarig door de Staaten van Holland begreepen en verklaard (#). Is 'er ooit een man geweest, die men niet verdenken zal, dat eene Regeering van het krygsvolk heeft willen invoeren, dan is het zekerlyk de Raadpenlionaris de Wm En deeze zelve Raadpenlionaris, die het nut en oogmerk van die wyze inftelling onzer Voorouders wel begreepen had, en d:>cr dagelykfche ondervinding wist, dat de Admiraliteiten, zonder Officier aan 't hoofd, een lighaam zonder ziel zyn , heeft den Lt. Admiraal van Holland cp de allerfterk"fte wyze in zyne voorrechten gehandhaaft (b) Door zynen invloed is 'er even eens met de Lt. Admiraals van Zeeland en Vriesland toen ter tyd gehandeld, (c) O 3 Dee- O) Refol. Holl. 10 Dec. iffffj, O) Refol. Holl. is Dec i55j O) Refol. Holl. 18 Dec. iSSs  214 Over de Verbeteringen Deezen Officieren, die aan 't hoofd van de Collegiën waren, Is aangefchreeven ,' om toetezien, of alle de orders van hunne H. M wel uitgevoerd en nagekomen wierden, de uitvoering zelve uit den naam en van wegen hunne H: M:, zoveel mogelyk, te helpen bevorderen, en 'er vervolgens omftandig rapport van te doen. Waarom, zal misfchien iemand vraagen, is dit alles in vervolg van tyd dan afgefcbaft? Het is menschlyk, zeg ik, dat de Ministers der Collegiën, die door de geduu,rige verwisfeling van Heeren, het groote bellier in handen hebben, de Lt. Admiraal* al zo lief met den hoed in de hand, in hunne antichambre, als in den P«efidiaalen Stoel, om propofitièn, omvraag en conclufie te doen, willen zien. Zoude men het gelooven willen, als ons verteld wierd, dat in een vreemden dienst, het arme volk, het welk niet dan na de afgeloopene reize betaald word, ondertusfchen geld tegen de modicque Intrest van 40 pCto kunnen opneemen? — Maar nog meer zal men zig verwonderen, dat dee-  hi den Zeedienst. 215 ,deeze Intrest in onze Republicq zelve, door de wetten van de Collegiën ter Admiraliteit de Schryvers toegedaan en dus goedgekeurd is. En wat is de reden geweest van zulk eene byzondere uitftelling? Myn antwoord is: Het oogmerk was goed, om de Matroozen aftefchrikken, van hun geld buitens 's Lands te verteeren ; maar deeze fchikking is waarfchynelyk gemaakt door wyze lieden, die weinig met Matroozen omgegaan hadden. De Matroos ziet noch denkt vooruit; als hy voor het oogenblik, het koste wat het wil, zyne driften maar voldoen kan, dan is hy wel te vreden. Eigentlyk mag de Schryver niet meer dan één vierde opfchieten; maar men kan wel begrypen, dat dit even zo verre gaat, als het voetefi heeft. Geen wonder dan, dat onze Inlanders afgefchrikt zyn, om op de Oorlogfchepen te dienen. De groote kunst van de Romeinen, die onze meesters in den krygsdienst zyn, of ten minsten behoorden te wezen, (a) heeft O 4 daar- (a) Marechal de Saxe, Me. raoir.p.33.  O) CM» (lecline an 611 of the Roman fmpire T I- P 13. (*) Mem. Criticq: dt Cuifcharsl T.I.p.325, Zeem. Handb.I.D. ïde Stuk. pag. 11. 216 Over de Verbeteringen daarin beftaan, om den Soldaat op allerhande wyze aantemoedigen. — Wat treffe- \ Iyke belooningen kreegen de Romeinfche Soldaaten niet, die hun tyd uitgediend hadden ? (d) Als zy langer in dienst blee- ■ ven, waren hunne foldyen , kleeding en aanzien weinig minder, dan fubalterne Officieren, (b) Op zodanige wyze zyn de gedagten van den Schout by Nacht van Kinsbergen, dat den Staat voor den Officier of Matroos, die in den dienst is grys geworden, te zorgen heeft, en dat een iegelyk, wanneer hy zig na zynen rang wel zal gekweeten hebben, het zeker vooruitzigt hebben moet, van op eene aangenaame wyze het overige gedeelte van zyne dagen te zullen eindigen, door de Romeinen werkelyk ten uitvoer ge- bragt, En dit is ook het eenige middel, om wel gediend te zyn. Waaraan anders hebben onze oniterffelyke Voorouders hunne overwinningen op de oude Spaanfche Benden, die in alle Waerelddeelen zoveel roem verworven hadden, en het vestigen van de Republicq zeiven te danken ge-  In den Zeedienst. 217 gehad, dan aan het doorzigt van de Vorften uit het Doorluchtig Huis van Nas/au, die de oude Romeinfche Kryskunde, dit is het getuignisvan een vreemdeling, hebben doen herleeven? (a) Dit getuignis word door een zeer merkwaardig verhaal van een onzer beste Hiftoriefchryvers van dien tyd opgehelderd en bevestigt; ik heb het wel ' der moeite waardig geacht, om hier te Iaa- W .1 ten volgen: 1 „ Graaf Willem van Nasfau begost van ] „ dier tydt aen met allen yver ende ernfte ' „ fich te bereyden tot een offenfyf Oorlogh, „ ende fiende dat de oude kryghskonften ., ende voordeelen van flacht ordeningen, „ fnellichheyt van fwencken, keeren, wen„ den, dichten, ftereken, fonder de ghele„ der ende ryen te breecken, dacr door die „ Greec- (a) Gibert Effay dc Tadique Disc. Prei. p. 53. Guftave et Najfau parurent enfin : 1'un combattoit pour la liberté de fon pays , 1'autre pour 1'amour de la gloiic. Tous deux eftudierent 1'antiquité, Tous deux chercherent , dans les debris des fiecles, les velliges cpars de la Tactique & de la discipline. O 5 Everard mn Reyd, 'an de 'oornaerale Geèhiedenisèninde^ederlanlen, en elIers, 8 B. )ag. mihi [5o, i5l. :n 162.  21S Over de Verbeteringen „ Greecken, ende Romeynen, lbo heerlycke „ daden hadden uyt-ghericht t'eenemael uyt* „ ter weerelt , ende in verghetenheyt be„ graven waren, ende dat hy niemants on„ der den ouden Overften ende Hopluyden „ vandt, daer van hy 't mochte keren," be„ ftaende alle het geene watter by de best „ gheoeffende Natiën noch overig was al, » kenjyc in eenderky manier van flachtf, orde vierkandt volcks,oft vierkandt veldts, „ die niet altoos te pas komt, ende in een„ derky manieren van fwencken, dreyende „ allenskens het gheheele Iichaem van de „ fchaer, ghelyk als een man, 't welck in „ enghe velden, ende als die vyandtnae is „ onmoghelyck valt, heeft hy gheen tyt noch „ arbeydt (fo dick men met voor den vyant „ lagh) hem verdrieten laten , om op-te„ foecken watter af in de oude boecken te „ vinden was , volghende principalyck de „ keringhen van den grieckfchen Keyfer » Leo , en oeffende daer nae zyn Regiment „ geftadelyck, makende langh-werpighe en!> de kleyne fcharen, in plaets van de groote „ vierkante, ende defelve africhtende tot » ver-  In den Zeedienst. 219 „ verfcheyden manieren van keeren, ende „ wenden, fo wel met hele fcharen teffens, „ als met elcken Soldaet hooft voor hooft, „ brengende de achterfte voor , ende de „ voorfte achter, ende fulcx alles fnel ende „ veerdich foo wel in engen als wyden vel„ den, ende wanneer fchoon de vyandt op, „ drie fcheuten nae by u is. D'eerfte be„ ginfelen vielen zeer fwaer, ende fcheenen v by veelen , om d'onghewoonheydt wille „ vreemt ende lacherlyck , ende werden by „ den vyandt befpot, nochtans metter tydt „ heeft het groot voordeel gedaen, maer in„ fonderheyt is het by Graef Maurits feer „ behertight, die zyn kryghsvolck daer inne „ neerftelyck deede oeffenen, ende daer nae „ is het byverfcheide Natiën ook ghevolght." De Soldyen der Matroozen behooren dan in evenredigheid te zyn van den tyd, dien Zy het land gediend hebben. By ieder vier en twintig ponder moeten Artelleristen zyn, en van de kunde van deezen met de geoefendheid , vaardigheid en moed van 't overige volk, die de ftukken uitwisfen, laaden en bakfen, zal, onder de voor- Memoires d'Artiller. de St RemyT. 3.  Memoire «i'Artiller. de St. Rernyp. 155 Algem. Scheepsd. P*g- 117. Zeemans HanJb.I.D. adeS't p. 2. Refol. Hol land i5'g. Poinéten van Befch. 17 Nov. I65j. Art. 5. Refol. Holl. I4) j 30 Dec. *665. 220 Over de Verbeteringen voorwaarde, dat ze van bekwaame Onder1 officieren, die 'er altpos by zyn moeten, en Officieren gecommandeerd worden, de uitflag van een Zeegevegt volkomen afhangen. Daar en boven is 'er geen minder verfchil tusfchen de bekwaamheid van een Landen Zee-Artillerist, dan tusfchen twee Schutters , die in de zit of in de vlugt hun doel treffen. Laat het Kanon zo wel gefteld zyn als het mogelyk is, indien de Commandeur de beweeging van 't Schip niet waarneemt, nevens het ryzen en daalen van het voorwerp, en dan op het gnnftig oogenblik vuur geeft , is voorzeker het fchot mis, en doet den vyand geen fchade. Zulke lieden kunnen door den Staat niet t« dier tegen gewigt van goud gekogt worden. Door deeze en andere redenen , die ik reeds boven aangehaald heb, is de Raad Penfionaris de Wit, na de Confideratiën van den Admiraal de Ruiter te vooren hierop ingenomen te hebben, overgehaald, om het /aste Corps voor den Zeedienst op te rigten. Men is de hoogfte dankbaarheid aan de te-  In den Êeedietist. tegenwoordige Regeering verfchuldigd , die het voorbeeld van deeze groote mannen gevolgd , en door te befluiten tot het oprigten van 6000 vaste Artilleristen en Matroozen ons wederom tot den rang van eène Zee-Mogsntheid verheven hebben. Het zal voorzeker de verwondering der nakomelingen'wegdraagen, wanneer zy zullen leezen , dat in een tyd van zulke verregaande burgerlyke onëenigheden, de Penfionarisfen der groote Hollandfche Steden-, de Gyfelaar, Zeeberg, Vhfcher enz., een vocrllag van Zyne Doorlugtige Hoogheid tot het oprigten van een vast Corps niet alleen hebben goedgekeurd, maar ook met opoffering van hun eigen belang voor dat vanhet algemeen, 'er ten fterkften op aangedrongen , en tot ftand gebragt hebben. — Al wie hunne byzondere advyfen ter Vergadering van Holland hebben bygewoond, zullen dit getuigen. Laat ons nu verder zien, wat 'er voor de oefening van 't Zeevolk in den Wapenhandel door den Schout by Nacht van Ktnsbergen al verrigt is. Het  Algem. Scheepsd. pag. xox. O) Algem. Scheepsd. pag. lol. (fi) Arriarii Taftica. Êdit. Blan. Cardi p. mihi 7 2. AlgemeeneScheepsd. pag. 13». M4 Over de Verbeteringen Het Gefchut, begrypt een iegelyk , is het voornaame Wapen op de Schepen, om den Vyand afbreuk te doen. De vaardigheid, handigheid, of /lag, gelyk men het gewoon is te noemen, krygt men in alle zaaken, zelfs de geringsten, niet zonder eene geduurige en aanhoudende oefening. Onze denkbeelden volgert dan.met zo veel fnelheid op eikanderen, dat men de aanè'enfchakeling daarvan niet meer kan onderfcheiden, en onze ledemaaten alleen de dingen fchynen uittevoeren. Het eerst van allen, dat men den Zeeman leeren moet, is oplettenheid en ftilte. (a) Niets is 'er zo voordeelig in een gevegt als de ftilte van 't Volk. {b) Dit is ten tyde van Homerus al bekend geweest, die , wanneer hy vart de Grieken fpreekt, verhaalt, dat ze ftil opmarcheerden, zo dat men niet zou gezegt hebben, dat al dat Volk ééne Stem in hunne Borst had, door het zwygen hünnen eerbied voor de Bevelhebbers betuigende, terwyl het geWeid, dat 'er van de Trojaancn, en andere ongeoefende Krygslieden gemaakt wierd,  In den Zeedienst. 22-3 by het geraas van Zwaanen , Ganzen en andere Vogelen enz. die met groote fchaaren vliegen, vergeleeken word. Op deeze wyze konden zy elkander te hulp komen, de Officieren fchielyk hunne bevélen geeven , en de Soldaaten ze fchielyk verftaan. (1) Om het Volk de behandeling van 't Canon te leeren, zo neemt men gemeenlyk een Baks Volk te gelyk. Vervolgens leert men hun de naamen der deelen van 't Canon, (1) Arriani Tactica pag. mihi 72 & 73. Over de Grieken. O't S' a?.Xoi cIkyiv hav, óvSê xe Cpcti'+j? ToVtrov "haov iireS-cn ê^ovt' 'tv sriB'.a'v c£vSviv van met pag io3) het Canon op de voorzigtigfte, vaardigfteen 104,105. voordeeligfte wyze te kunnen omgaan. Schielyk moeten zy laaden, maar met het pointeeren langzaam en naauwkeurig te werk Algem. gaan' °m dat niet de menigte van fchoten, scheepsd. maar de Seenen die maaken, het gevegt bepag. 30. flisfen. Het volk , dat niet in 't vuur ge- Aigem. Weest is' verbeeldt zig > dat veel vuur te Scheepsd maaken genoeg is , om den vyand te doen pag. 309. wyken. Al wat men de Matroozen in een gevegt wd laaten doen, behoort men hun te voo- ren  In den Zeedienst. tt$ ren in de praclyk te leeren, altyd denkende, dat de ongewoonte der dingen eene zekere vreeze in de menfchen verwekt , die men hun altyd diend te beneemen, (a) ■ Dit is de reden, dat zy met en zonder fcherp moeten vuuren. Geen ander verfchil was 'er tusfchen eene Romeinfche Exercitie plaats en een Slagveld, dan dat Van het bloedvergieten alleen, (b) Het ftaat ieder Lieutenant vry , om de bakken, die onder zyn bevél ftaan , zo veel te oefenen, als hy zal goedvinden. ( c) De Lieutenartts zyri verpligt, om maandelyks aan den Kapitain een fchriftelyk berigt van de vorderingen van 't Volk te geeven, [d Door de verdeeling van de Battery in Di vifiën, komt men de verwarring voor , ah men in 't gevegt nodig heeft, orti een gedeelte van 't Volk aan de andere zyde te lakten overgaan.* ie) En de nayver der Officieren onder elkan- dereri word hierdoor opgewekt. Iedei Officier maakt het zig tot een eer , dat zyn< devifie beter dan de andere geëxërccerd is eensdeels om den Chef genoegen te geeven P ei (a) Algerri.' Scheepsd. P»S- S*- {byGMoi.oi the fall and decline of the Romari Emp. T. L pag- 14Jofeph, bello Judaica L. 3. Cgi (e) Algem. Scheepsd. pag. 300. (J) Algem^ Scheepsd. pag. ij9. O) Algem, Scheepsd. pag. 9», i  Algem: Siheepsd: pag. 20i. f<0 Mgem. Scheepsd P-S 105. (b) Algem. Scheepsd. p 10* Memoir de St. RemyT.3. pag. iöo. dat 'er alle Schepen van voorzien waren. De Officiers moeten ieder by zyne Divifie, al wat belemmeren kan, laaten opruimen , en zorgen, dat de Commandeurs ten fpoedïgften by de Stukken komen,• terwyl deeze de Wisfers, Krasfers enz. by de Stukken klaar doen leggen. Vervolgens komt het op de Officiers aan, toetezien dat de Commandeurs gevulde kruidhoorns, met een boor en ruimnaald hebben j dat 'er by ieder Stuk kardoeskokers, proppen enz. met al wat 'er nodig is tot koelen van dc Stukken, by de hand' , zynj en dat 'er ook fchroot by de Stukken in gereedheid is. De Sloepen diend men uit te zetten, voor de fchielyke wegtrekking van den rook, en om voortekomen, datze, aan (tukken gefchoten, niet in den kuil vallen, en verfcheide Stukken voor een tyd lang onbruikbaar maaken, of 't Volk kwetzen. De Conftapel- Majoor behoort asfen, wielen , en wat 'er verder tot herfteJling van de  In den Zeedienst. 229 de Stukken wezen moet, by de hand te hebben. Op Ievensftraf is het verboden aan den Provoost, die in de Pompzoo is, als 'er te veel water komt, daar met iemand anders, dan een Officier over te fpreeken. De Brandfpuit, Proppen, Smeerballen, Zeildoek, en al wat de Timmerman en Chirurgyn kan nodig hebben , moet gereed zyn. | . Het Dek word nat gemaakt, en het' vuur in de Combuizen uitgedaan, om brand' voor te komen. Groote zorg zal men draagen , dat het Volk geene kardoezen meer, dan 'er nodig zyn, boven brenge; en terwyl dit als een zwak van den Matroos kan aangezien worden, daar gedumïg ongelukken uit voortkomen, kan men liet telkens by 't klaarmaa ken van 't Schip niet te veel herinneren, noch ook dat ze geen koevoeten in dc Stukken laaden. Van de pergamente kardoezen, die or. den voorflag van den Schout By Nacht va Kinsbergen, hem door de Admiraliteit zyi P % toe Algem; Scheepsd: p: 153 > I54eni£j. Algem: Scheepsd: y. lio. 1  Algem: Scheepsd: P: ir- RefoLHol 3 July Algem: Scheepsd: P- ii(f— }5o. 230 (9^r de Verbeteringen toegeftaan, heeft men veel minder gevaar van brand te wagten. Dit is eene van de verbeteringen in onzen L Zeedienst, die na de zwaare nederlaag van 1665, door de Vlag - Officieren aan de Staaten opgegeeven, maar zedert uit het door een langen flaap bedwelmd geheugen, verdweenen zyn. Het ware dan te wenfchen, dat de Admiraliteiten tot deeze verandering wederom wilden overgaan. De voorzorgen, ten opzigte van het tuig, zal ik, dewyl men een Zeeman zyn moet om de kunstwoorden te verftaan, hier niet invoegen. Alleen heb ik te zeggen, dat de tweede Capitein met den Schipper by een gevegt hier voor moeten zorgen; terwyl de Commandeur, en de Conftapel - Majoor alles klaar doet maaken voor de Artillerie, met de wapens voor eene entering. De eerde Lieutenant heeft het bevél over de verfchansfing aan ftuurboord zyde, en de tweede aan bakboord zyde. Zodra alles klaar is, word 'er door ieder Of-  In den Zeedienst. 23* Officier in 't byzonder rapport aan den Capitein gedaan. By het klaarmaaken van een wezentlyk gevegt, moeten de Officiers overal het volk niet verhaasten, maar tyd geeven, wyl zy, te veel verhaast, zig niet alleen verbeelden, dat 'er groot gevaar is, maar ook daar en boven in verwarring raaken. Door de zaaken als eene kleinigheid te behandelen, en aan het volk met verachting van den vyand te fpreeken, boezemt men hun des tc meer vertrouwen op hunne eigene kragten in. De Lonten, die ten eerden aangeftooken worden, laat men onder bewakring van een fchildwagt tot nadere order van den Capitein. Aan weder zyden moet 'er oogenblikkelyk water in de koelbalies gedaan, en om de twee fchoten de wisfeis, en om dc vyf fchoten de zwabbers genat, en boven om het Stuk gedaan worden; terwyl mer de metaale Stukken met roet gewoon is tc verkoelen. Het vuur moet zodanig ingerigt zyn. P 4 da Algem: Schcepsl: P VU- Algem: Scheepsd: p: 30; en 313. fiontim Sirateg'em: ]_: 1. c. iï. P- Algem: Scheepsd: p: 303. Algem: Schecp.-ü: p: 303 en 3°9-  f» Algem Scheepsd: P-' 3°9- O) Algem: Scheepsd: P: 3fo. : ) f U) Algem: C Scheepsd: J z. ?32. Over de Verbeteringen dat 'er altoos één derde van de Battery ge* . laaden is, zo dat men geduurig vuur kan maaken , wyl ziilks de beste uitwerking doet. (a) Men behoort met zyne geheele Battery, 't gevegt niet te beginnen, als binnen een Snaphaanfchoot, en zo 'er iemand ondertusfchen dood gefchooten word, zullen de Officiers het volk niet toelaaten met elkander te fpreeken , en ten ecrften de geenen ftraffen , die het doen. (/>) Valt 'er een gelukkig fchot, moet men dat aan het volk doen opmerken? Als 'er gewend word, zal men een paar lagen van de talies om het Stuk neemen. — 3y het overgaan moet 'er altyd zo veel 'olk blyven, dat de Stukken gelaadcn kun^ len worden, tqrwyl die Matroozen, wan, leer alles klaar is, ten eersten weer aan de ndere zyde komen. Op een tweedeks Schip zal men wel zorg raagen, om niet te vergeeten, van de Lyoorten te fluiten, {c) gelyk aan den Caïtein en de Equipagie van een Franfche eventiger, die in den Slag met den Admi- raaj  In den Zeedienst, "33 taal Bmk, met man en muis naar den afgrond ging, gebeurd is. Dit is het fterkfte voorbeeld, dat 'er kan gegeeven worden van de noodzaaklykheid der voorzorgen, die door den Schout by Nacht van Kinsbergen genomen worden , zo wel om een Schip tot het gevegt gereed te maaken, als om te vooren naauwkeurig te b^fchikken, wat 'er ten tyde van het gevegt zeiven moet gedaan worden. Wanneer men door de hitte en verwarring van 't gevegt op een zaak van zo veej aangelegenheid, als het toemaaken der Lypoorten, niet gedagt heeft, zo kan men wel opmaaken, hoe het met alle de kleine zaaken , die te zamen genomen de nederlaag of wel dc overwinning te weeg brengen, iridien 'er te vooren met de uiterfte omzigtigheid niet voor gezorgt is, gaan moet. Ziet een Officier , dat 'er iets aan 't tuig bcichadigd is, zal hy het zonder nadere order doen herftellen. Maar wil een vyand abordeeren, dan worden de Commandeurs, door het Haan der trom gewaarfchouwd, om de helft van p - de AlgemScheepsd1:p: 311.  I Algem: Scheepsd: S>- 3 12- \ Algem: Scheepsd: P: 313- ®34 Over de Verbeteringen de Stukken met fchroot te laaden , maar zy mogen 'er niet, dan wanneer de vyand byna aan boord komt, gebruik van maaken.' De Stukken worden vervolgens wel vastgezet , en ieder neemt de blanke wapens in de hand , uitgenomen één man van elk Stuk , die een enterbyl heeft, om al wat vasthaakt af te kappen. Men zal niet eerder de granaten werpen, dan wanneer de vyand aan boord ligt. Het Volk zal om geringe kwetfuuren zonder toeftemming der Officieren de posten niet verhaten. Wanneer een Officier fneuvelt, is verboden zulks aan het volk te zeggen, en zo 'er een gekwetst is, zal hy naar beneden gebragt worden. De lyken der Matroozen worden daadeJyk over boord gezet, die van de Officieren naar beneden gebragt. Nu zal ik moeten fpreeken van eene andere byzondere ichikking, die 'er in 't gevegt op den Admiraal Generaal geweest is. Fen Corps de Referve van 24 allervaardiglte, uitgekozene Matroozen, door een knap  In den Zeedienst- $35 knap Onderofficier gecommandeerd, zyn 'er by de onderfte Battery geplaatst aan die zyde, daar niet geflaagen word. Deeze houden het oog op de Battery, zo dat het volk, van de andere zyde overkomende, alles klaar vindt. Is men aan beide zyden flaags, dan dienen zy aan die zyde, daar men de zwakfte aanval heeft, de eene helft om de ftukken tc losfen; en de andere helft, die hen volgt, om ze weder te laaden en te boord te haaien. In de tweede plaats laat men door dit Corps de gekwetsten naar het flagverband brengen , en men vult 'er de opene plaatzen by dc Stukken mede. Wanneer het Schip klaar gemaakt word, zo brengen zy de verfchansfingen in order; een gedeelte daarvan reddert alles tusfchen deks op. De wyze , daar de Heer van Kmmrgek zig van bediend heeft, om de Soldaaten ten meesten dienste van 't Schip öi den wapenhandel te oefenen en te gebruiken, is niet minder voortreffclyk, dan die der Ma- troo- Algen Scheep, p: 93, en ioc  Algem. Scheepsd. p: 127— I49,p:=05 —220, en p: 2S4— I 1 J i 1 1 c d p b te ei 236 Over de Verbeteringen troozen ; maar de kortheid van 't bellek laat my niet toe; om 'er hier verflag van te kunnen doen. Het zelfde zal ik zeggen, omtrent het manceuvreeren met de Zeilen, de orders voor de Officieren op een Rhede of in Zee, het jagt maaken op den vyand , en wat dies meer is, Dit alles behelst, wat'er nodig is te weeten, om op de voordceligfte wyze met een inke] Schip te liaan. Maar het is hier eveneens gelegen als met de Tacticq te land. De krygstugt, wapenoefening en Zeemans mndigheden van een Capitein, als het loofd van een enkel Schip op zig zelvcn 'efchouwd, kunnen met die van den comaandeerende Officier van een Battaillon, Esuadron, of Regiment vergeleeken worden. Dit is de grondflag , daar het overige gceelte van de kundigheden, die 'cr voor :n Zee-officier verëischt worden, namelyk ït fyne en verhevene van de krygskunde r zee, op gebouwd is. Het is geheel wat anders, om met een ikel Schip op zig zeiven alle dc beweegingen  tn eten Zeedienst 23? gen en Manoeuvres, dewelke na weer, wind, Zee en plaats nodig zyn, uittevoeren , dan zulks in eene Linie van Bataille , dat is fe zeggen, zodanige fchikking van verfcheiden Schepen, dat ze by den wind in het kielwater van eikanderen liggen, te verrigten. De groote Zeeinanoeuvrcs beftaan daarin, om met de Schepen allé mogelyke beweegingen tot onderfteuning en verdédiging van eikanderen, en afbreuk van den vyand Cc doen. Waartoe, zal men zeggen, is het nodig, daar men in 't begin der voorige Eeuw var Linies van Bataille niet geweeten heeft, orr die nu tc gebruiken ? De reden is deeze. om dat het voor een groot getal van Serie pen , gelyk de ondervinding ons geleei'i heeft, onmogelyk is, clkandcren behoorlyl te onderfteunen. Men kan dit vergelyken by 't geval vai iemand, die van de Fluxie Reekening va Newton geen gebruik zou willen maaken om dat 'er Archïmedes zig niet van bedien heeft, zonder in 't oog te houden, dat Ai chimedes zeer waarfchynlyk in de agttiend een Kittsbergeü Zce-Tacticcj, p: 7. l l h 1 1 i i e v  Zee Tactici, p: 3. Kinslergen Zee-Tac *icï. V- 3- I < f Öw afe Verbeteringen eeuw zou gedaan hebben, het geen door Newton, en deeze wederom ten tyden van Archnnedes, wat 'er door hem verri-t is Door middel van de Linie van^Bataille worden de Schepen, even gelyk de byzondere ledemaaten, die door de natuur in ons hghaam te zamen gevoegd zyn, als het ware, tot een geheel gemaakt. Wanneer de vyand met zulk eene Linie flaan wil, zo is hy verpligt, om tegen dezeive als één lighaam te werken; terwyi men eene Vloot, die haare Linie daar tegen met formeeren kan, als half geflaagen reekenen mag. Het is nu niet meer genoeg , om Zeeman te zyn, dat is, 0m een Schip door zee te kunnen brengen. Op de fpoedigfte wyze de Schepen in eene Linie te fchikken. het by eii raor den wind wenden in de Linie, iet afhouden, de Linie over den an- leren boeg te leggen, _ het hcrftdlen ;an de Linie van Bataille by 't ruimen of du-aden van den wind, de voorhoe. e3 1-et midden, en de agterhoede van plaats  In den Zeedienst. 239 plaats te doen verwisfelen, op zulken ■wyze met de Vloot in Collonnes te zeilen, dat men den meesten weg aflegt, en ten fpoedigften op de voordeeligfte wyze de Linie weder kan formeeren, de beste fchikking voor den aftogt, het befchermen van een Convooi, het betwisten van den wind aan den vyand, den vyand tot een gevegt te dwingen, tusfchen twee vuuren te zetten, dit te verhinderen, het doorbreeken met de Linie door den vyand, eene naauwte te dekken, een Convooi daardoor te brengen, eene Vloot in een haven te dekken, en diergelyke beweegingen meer, behoort een Zeeöffiicier, als hy thans die naam verdienen zal, te kunnen uitvoeren. De Graaf van Byland en de Schout by Nacht van Kinsbergen zyn de eersten geweest, die in hunne Werken deeze Manoeuvres in onze taal overgebragt, en aanmerkelyk verbeterd hebben. De verwarring, die 'er op het Engelfche Esquader in de Oost-Indien by het formeeren van de Linie in den voorigen, (M en °F Kim bergeii Zee Tacticq, posfirn. (4) Ormes Hiftory of the Military Tranfaitions of t'ie Britisr» Nation in lndolian. T. s.p. 399en30o.  0)Memoi resdu Mareclul de Saxe p. 311. Hó Over de Vet beteringen op het Franfche Esquader onder dert Admiraal Grasfe m deezen oörlog heeft plaats gehad, Jcan bewyzen, wat 'er niet al kunde en oefening voor de Zeeofficieren nodig is, om alle deeze beweegingen wel uittevoerem En dan biyft 'er nog een hemelsbreeds verfchil van de groote hoedanigheden die 'er voor een Admiraal of commandeerendc Vlagofficier verèischt wörden. Deeze l0f> pen, even als die van een Generaal, in het oneindige. (a) — Eene bedaarde dapperheid is de grond, daar alles op rusten moet Een Admiraal moet alle de mogelyke beweegmgen voor beide Vlooten zig in zynverbeelding kunnen voorftellen, om de voorneemens van den vyand tc verydelen; van zyne dwaalingen zig te bedienen, en die 'er door zyne eigene Vloot gedaan mogten worden, te herftellen. Welke vlugheid, levendigheid van geest bedaardheid en ondervinding moet 'er niet wezen, om zelfs in de allergrootfte gevaaren de beste middelen van redres uit te kiezen, en op de gevoeglykfte wyze te doen uitvoeren! Zo  ïn den Zeedienst. ^41 Zo de tyd, de oorlog en het vuur alléén, volgens de gedagten van den Graaf van Montecucuït, een goed Soldaat maakt, wat zou deeze Veldheer dan wel van een Admiraal gezegd hebben? —- Door eene groote kennis van 't menschlyk hart, zal hy de nette maat van goedheid en ftrengheid weeten te bepaaleii. Deeze is de grondflag van de krygstugt $ die den Admiraal de liefde en achting van de Officieren, en 't Volk doet winnen. Eindelyk zo moet hy de {taalkundige gefteldheid , en belangen van zyn vaderland met betrekking tot de vreemde Mogendheden in 't groote weeten ; zonder deeze is 't hem onmogelyk de nadeclen van eene nederlaag, en de voordeden der overwinning, die alléén het vermyden of leveren van een Zeeflag behooren te beffisfen , tegen eikanderen op te weegen. Eene zekere waarheid is het . dat een Admiraal , of Generaal niet gemaakt, maar gebooren word. Dewyl het evenwel niet minder zeker is, dat de bekwaamheden der menfchen in eene Q fa-  *0 Over de Verbeteringen famengeftelde reden Zyn van de aangeboc* rene zielsvermogens, en de verfchillende oraftandigheden , daar zy zig in bevonden hebben, zal de trap der wysheid van de wetgevende Magt, uitdefchikkingen, die tot het voortbrengen . der omftandigheden, voor de ontwikkeling van groote geesten nodig, door hun genomen of verwaarloosd zyn kunnen afgemeeten worden. De opvoeding geeft een indruk aan de Ziel, die voor het geheele leven is. Deeze alléén heeft Spartaanen en Romeinen gemaakt. Lycurgus had te veel doorligt, om de eerfte indrukfelen der ziel aan 't blind geval overtelaaten. Door het bepaalen daarvan, heeft hy den weg gebaand, om alle de burgers voor heï Gemeenebest te doen medewerken. Dit is een der groote voorwerpen van zyne Staats regeering geweest. De opvoeding van ieder Lid van den Burgerftaat behoort voor 't algemeene welzyn ingerigt te zyn. „ Wanneer het aan 't land voordeelig „ gaat, is beter voor den burger, dan dat » ie-  in den Zeedienst. 243 m leder op zig zeiven voorfpoed beeft, ter■h wyl de Staat aan 't wankelen is. „ Want of men op zig zeiven al een welvaarend man is , zo moet men mede „ in den grond , als ons Vaderland verloo„ ren gaat. „ Wie daar en tegen onder eene voör„ fpoedige Regeering ongelukkig is , heeft i} veel grooter kans, om zig te redden. „ Dewyl nu de Staat de Hagen van ieder „ burger draagen kan, maar deeze niet die „ van den Staat, hebben alle burgers dan j, geen belang, om het landby te fpringen ?" Zie daar de gedagten van eenen der grootfte Geesten van de oudheid. Een vader is de wetgeever zyner kindederen , maar kan men ooit verwagten, daar eeuwen nodig zyn, om een goed Wetgeever voorttebrengen , dat ieder Burger verftand genoeg zal hebben , om zyne kinderen ten meesten voordeele van zig zeiven , en 't algemeen op te brengen? Dit zoude in ieder mensch eene diepe Staatkunde , Krygskunde , Rechtskunde , onderftellen. O2 Za Thucydid Hifi Lib s. c. 11*  344 Oi>er de Verbeteringen Zal een gemeen burger, ja laat het een man van de Regeering zyn, die Zyn ZOon m den dienst wÜ brengen, weeten wat 'er tot een Officier nodig is? En zo hy 't wist, zal hy dan ook de beste wyze kennen, om aan zyn zoon dit U leeren en in te prenten? j Als men zig alle de kundigheden , daar ik tc vooren van gefprooken heb, herinneren wil, dan zal een iegelyk begrypen, dat zulks onmogelyk is. Dit heeft men ook zo wel ingezien, dar, daar in de tegenwoordige Regeeringen van Europa deeze tak van de wetgeevende magt, in vergelyking van de Grieken en Romeinen, geheel verwaarloosd is, de meeste ' Mogendheden, kinderen voor den Staat tot Officieren Jaaten opbrengen. In Pruisfen , ift Rusland, in Deenemarken, m Zweeden, in Vrankryk , in Engeland , overal zyn Cadettenhnizen en Mffi' taire Schooien. Uit zulke voorbeelden kan men zo wel, als uit de zaak zeiven opmaaken, datdeea' verbetering in onzen zecden,r, dicdorrdsn Schout  In dn Zeedienst. 245 Schout By Nacht van Kinsbergen , gelyk ik boven reeds gezegd heb, voorgel!aagen is, van de grootfte noodzaaklykheid van allen moet gehouden worden. Twee hondert jonge lieden, kinderen van Regenten en Officieren van de Republicq, zouden door den Staat groot gebragt worden. De billykheid vordert, dat de kinderen van Ouders , die 't land als Regenten en Officieren gediend hebben , boven anderen ten koste van het zelve land opgevoed wórden. De kinderen zal men niet jonger dan 12 en niet ouder dan 17 jaaren in het corps aanneemen. Zy moeten leezen, fchryven en de eerfte gronden van de Cyferkunst kennen. Een Officier zal tot Direfteur Generaal van het geheele corps benoemd worden. De kinderen zullen verder onder de beftiering van één Gapitein .en vier Lieutenants ftaan. Alle maanden zullen 'er naauwkeurige lysten overgezonden werden aan den DirecQ 3 teur  Hó Oyer de Verbeteringen teur Generaal, met een verflag van het ge, drag en de vorderingen der jonge lieden. De Capitein zal jaarlyks aan twee Raaden ter Admiraliteit en twee Vlag - Officieren reekening en verantwoording doen. , Het land zal voor de huisvesting, fpySj en drank en monteering, met een daar toe gefchikte Biblioteecq en de groote Inftrumenten zorgen. De uitrusting der Ouders zal op een eenpaarigen voet zyn, zo dat 'er geene gelegen» heid zal overblyven, om op eene andere wyze, dan door vorderingen en goed gedrag boven eikanderen uittemunten. Men zal hen, zo veel mogelyk, op dezelve wyze als aan boord behandelen, om hun deeze levenswyze eigen te maaken. De kost zal eenvoudig en-gezond zyn, niet alleen dewyl de lekkernyen niet kunnen volgen, maar wel voornamelyk , om hen gezond en fterk te maaken, dat een der hoofdzaaken voor een goed Zeeöfficier is. De kinderen behooren door drie Profesfom in de Mathelis, de Hiftorien en Geo- gr»-  In den Zeedienst. 24? graphik, en het natuurlyk recht onderweezen te worden. Het Fransch, Engelsch, tékenen, fchermen, dansfen, zullen zy van meesters keren : Hier zal een Officier van artillerie, Scheeps-Conftapel, een Scheepsboukundige, en een goed Bootsman bykomen. Men twyfelt nkt, of de nabuurige Predikanten zuikn wel hun uiterfte vermogen willen aanwenden, om de kinderen de leevendigfte gevoelens van den Godsdienst inteprenten. Even gelyk op de Schepen zal het corps In vier diviücn of Clasfen verdeeld worden, In het eerftefchool, zullen de kinderen van 12 tot 13 jaaren, de franfche taal, danfen , cyferen en tékenen keren. De Profesfor in de Hiftorien en Geographie zal hen in deeze weetenfehappen onderwyzen. De Bootsman zal hun de naamen van het tuig, fplitfen en knoopen wyzen , en de Conftapel de naamen enz. van het Gefehut. In het tweede zullen zy van 13 tot 14 jaaren verder het Fransch, de Gefchkdenisfen, en de beginfekn van de prudyk vin Q 4 de  ?48 Over de Verbeteringen 4e Meetkunde leeren; zy zu]Ien voort met tékenen, plans en kaarten leeren copiZIT Z~~ VerVoISens zullen zy in den S W' 6n ^-Artillerie geoefend In de derde Clasfe zal men hen van 14 tot 15 jaaren in de Mathefis volgens de eertte grondbeginfelen onderrigten, fcheepctekemngen katen copieeren, de gronde„ van de Artillerie, en fchermen leeren- zy • zullen onderhouden, het geen zy in de voonge Clasfen geleerd hebben. . In de vierde en Jaatfte Glasfe zullen de jongelingen van de 15 tot de 17 jaaren, tot de meer afgetrokkene kennis van de zeevaart en zeedienst, Mathefis, Algebra, Differentiaal en Integaal reekening, Mechanica, Hv, drauhca, Astronomie, alles op de Stuurmanskunst, Artillerie, Genie, en Scheepsbouw toepasfelyk gemaakt, opgeleid worden Men zal hier verders hen de Tacticq leeren, het maaken der ontwerpen van krygstogten ter zee naar verfchillende Gewesten • Wat 'er voor een bepaalden tyd op de Sche-' pen van verfcheide Charters al toe nodig is,  /// den Zeedienst. ep dat de togt door gebrek aan 't een of ander niet mislukken moge, en diergelyke zaaken meer. In de eerfte Clasfe zullen de kinderen als Recruten aangemerkt worden, en in de andere Militaire dienst doen. Allen zullen door de Scheeps-Onderofficieren, in 't geen tot den Scheepsdienst betrekkelyk is, onderweezen worden. Daartoe zal men een Mast met een tuig karen oprigten, die ook tot de dagelykfche oefening van Matroozen werk moet dienen. De plaats zal zyn het Eiland Texel. Een groot getal van redenen hebben de keuze daarop doen vallen. Het eerst van allen, daar op moest gedagt worden, was een gezonde lugt. Welke verandering en geweldige fchok moet het lighaamsgeftel der Zwitfers niet ondergaan, die uit de heldere, fyne, vgerkragtige lugt der hoogfte bergen van Europa, naar het laagfte gedeelte van de Nederlanden,-in de zwaare, dampige, vogtige lugt der Westvriefche Eilanden overgebragt worden? . • - Q 5 Z.°u-  259 Over de Verbeteringen Zoude iemand, wanneer men het niet ondervonden had, gelooven kunnen, dat 'er van de 200 Zwitzers, die in den Oorlog op Texel en de overige Eilanden in bezetting gelegen hebben, zo ik wel heb, niet meer dan twee of drie geftorven zyn? ln 't Zelve jaar 1781, waren aan de Helder 75 zieken tegen 25 gezonden; Het Zwitferfche Regiment van de braave Zurichers, dat in Voordholland lag, heeft, om zo te fpreeken, geen gezonden gehad, en een zeer zwaar verlies door de fterfte geleden (1.). De (O Door den Schout By Nacht van Kinsbergen is niet het beginnen van den Oorlog ook voorgelegen , om een Hospitaal te bouwen. Be keuze van de plaats kan niet te rypclyk over, woogen worden. Een hoogte alléén kan het aanvoeren der l„n *e door de flikken bedorven is, niet beletten; °De meuwe phyficque, chimicque proeven, die 'er niec lang geleden met de verfchillende foorten van Iu« gedaan 2y„. fchynen ons de ^ ^ ^ waarneemins , die men in Noordholland gedaan xteeft, te geeven. Men heeft dkr bevonden, dat wanneer een bosch, dat groot genoeg is, •« tusfchen beiden ligt. dc' ver-  ƒ« de>2 Zeedienst. %$% De breede borst, fterke léden, groote lighaamen deezer Eilanders, laaten ons verder aan de gezondheid van deeze lugt niet twyfelen. Wat is de reden, zal men zeggen? Niets anders, dan de Zandftranden, die hier de plaats van de Zeeuwfehe en Noordhollandfche flikken inneemen. De kinderen hebben hier dagelyksch Schepen, Zee en Stroomen voor hunne oogen, kunnen de Inwoonders na Zeezaaken vraagen, en onze Zeegaten leeren kennen. Men vergiftige uitdampingen der flikken haare kragc verliezen , het geen door de nieuwelings ontdekte eïgenfehappen der boomen, van de bedorven lugt te verbeteren , uitgelegt word. Zonder dit mid¬ del, ofwel eene zuivering door de Zeelugt, fchynen deeze uitdampingen al op eenen aanmerkelykeft aflland, hunne nadeclige eigenfehappen «an de lugt mede te deelen. Het is te hoopen , dat men door nadere nafpooringen en proeven van kundige lieden meerder licht in eene zaak van zo veel aangelegenheid , als die van de gezondheid of ongezondheid der lugt is, welke zo lang in de duisternis geblceven xv4s, betomen zal.  Brief van een Vader landiievendvriendover de noodzaafc. lykheid van 't op. rigten van een Cadet*en- Corps. Over de Verbeteringen Men kan hun ook hier veel vryheid gee* ven, terwyl zy zig in de gelukkige omftandigheden bevinden, om 'er, gelyk het in de groote Steden gaat, geen kwaad gebruik van te kunnen maaken. Zy zullen door jongens, de zoons van Onderofficieren, daar men bekwaame Stuurlieden en andere Onderofficieren weder van maaken kan, bediend worden. Eindelyk zal men hen, met een klein hgt gemonteerd Fregat, in de twee zomer maanden na zee zenden, om daar zo veel als mogelyk is, hen de pradyk te leeren. Het verftaat zig van zelve, dat hun nayver, door het geeven van pryzen, bevordering tot eene hoogere Clasfe , en door het plaatzgn, wanneer zy genoeg bekwaam zyn, als Adelborften onder 't Zeecorps moet opgewekt worden. Zie daar de ruwe trekken van een uitgewerkt Plan, dat door den Schout By Nacht van Kinsbergen, gelyk men zegt, aan zyne Doorlugtige Hoogheid den H?ere Prins van Oiange, en den Fiscaal van der Hoop overgegeeven is. Uit  h den Zeedienst; 253 tjit zulke inftelling zal een nieuw licht Van kundigheden zig over den zeedienst, en ons gantfche land verfpreiden. Zal men in goeden ernst geloovert dat menfchen , die niet dan uit hooge nood in hunne jeugd een boek ingezien hebben , door het patent vart Vlag-Officier of Admiraal de groote kennis, die daartoe gevorderd word i zullen bekomen ? Maar hier alleen bepaalen zig deeze voordeelen niet. Zommigen der jonge lieden , die in den zeedienst niet volharden, zouden Regenten worden, die in ftaat zullen zyn , ik zeg niet, van een plan van operatiën te maaken , dit is het hoogfte toppunt van de kunst van den Oorlog , daar een Politicq nooit aan denken moet, maar om over een voorgeilaagen Plan door de kundigfte Vlagofficieren , te kunnen oordeelen. Hoe zullen de geringe kosten van deeze inrigting in vergelyking komen met de voordeelen die de Republicq niet alleen i maar zo veele burgers in 't byzonder, welke hunne kinderen onder het beftier en hét Voorbeeld van lieden van aanzien op de voor-  254 Over de Verletermgèn voordeeligfte wyze Voor hun zeivenen voor den Staat, ten koste van 't Gemeen zouden zien opbrengen , daarvan trekken zuilen. Wat kan ons verhinderen, om door dit groote middel ert de overige , die ik reeds gemeld heb te krygen , dat onze zeemagt wederom , gelyk voorheen, de beste van geheel Europa worden zal. Onze Landmagt zelve was voorde kunde van die Eeuw tot den hoogften trap van volkomenheid gebragt. De Maarfchalk van Turenne, de Msarfchalk van Saxen zyn in onze Legers den Oorlog komen leeren. De doorlugtige Schryver van het huis van Brandenburg heeft met ronde woorden van de Brande::burgfche hulptroepen in den fuccesfie oorlog gezegd, dat wy toen hunne meesters in de kunst var' den oorlog waren, (i) En wat zyn de gevolgen geweest ? Eene reeks (i) Les Officiers, qni Servirent en Flandre, apprirent leur metier des Hollandois ; ils furent aiors nps maitres. Memoires pour Servir a 1'Hiftoire de Brandenbourg p. 196.  in den Zeedienst.' feeks van overwinningen, die van het vernielen der onverwinnelyke Spaanfche Vloot, en den flag by Nieuwpoort af , tot de roemrugtige zege van Hochftet, en het tydftip toe van het afflaan der voordeelige afzonderlyke vrede, die ons te Geertruidenberg is aangeboden , de naam der Hollanders Vereeuwigt hebben. Wy hebben aan dien voorfpoed , ik zeg de wysheid onzer Voorouders naast God te danken , dat ik. deeze proeve met de woorden van den Romeinfchen Dichter: O Fortunati mmmn fua fi hona nor int mag befluiten; maar hoe gelukkig dit ook voor ons wezen mag, wat kan 't alleen ons baaten ? • De tyd, die nadert, ja zelfs het oogenblik is daar. Men moet kiezen of deelen: Een van beiden , of onze Voorouders langs den weg van eer en roem, daar zy ons zo veele honderden van jaaren op voorgegaan hebben , natevolgen , of wel door ons eigen voorbeeld de klemmende aanmerking van den  256 Over de Verbeteringen in den Zeedienst. den Griekfchen Tacitus , dat een Volk de ongelukken, die hun van den Hemel overkomen , altyd door hun eigen fchuld ver4iend hebben, te bevestigen.