KORTE SCHETS, VAN DEN VORIGE N BLOEI, EN HET TEGENWOORDIG VERVAL, VAN DEN KOOPHANDEL, ZEEVAART, &c. DER BATAAF SC HEREPUBLICQ. At MET A Aüj'STIPPIN G VAN EENIGE MIDDEtLEt* T,OT HERSTEL. te amsterdam,Bï W. VERMANDEL en ZOON.   7) •M-**e volgende ruwe trekken zyn, ten deele overgenomen uit de Schriften van anderen, ten deele de vrtpht van eigen nadenken; gebrekkig zynze, dit beken ik gaeme; doch zo ze denken, de hoofden Jlechts eenige aanleiding mogten geven tot betere overleggingen, en dus den weg baanen tot de zo dringend noodzaaklyke verbeteringen, dan heb ik genoeg gedaan. Wenfchelyk ware het, dat de Nationale Vergadering eenige 'kundige Banquiers, Kooplieden, Scheepsreeders , Fabricquanten , Traficquanten, Interes/anten in onze Visfcheryen, &c. door de gtheele Republicq heen verzocht, om gemcenfehap. lyk te arbeiden aan een algemeen plan van verbe. tering, in alle deze vakken. Ten einde alle kosten voortekomen, zonden in ieder Stad of District, de benoemden , daar woon. achtig, kunnen byëenkomen, en met hunne medegecommitteerden in andere plaatfen correspondee. ren; terwyl, by voorbeeld in Jlmflerdam, een Centrale Vergadering zoude kunnen worden opgericht , om het refultaat der «verleggingen opte. ^ a maa-  maaken, het' plan in zyn geheel te brengen, en der Nation. Vergadering aantebieden. Voorts zoude men, door de geheele Republic^ heen, alle deskundigen kunnen verzoeken , dat zy alles wat z-y tot verbetering en inlichting weeten bytebrengen, fchrifielyk bezorgen aan 't een of ander Bureau. Uitgebreid en onoverzienbaar is het veldt algemeen het belang, dus komt partyzucht hieiby niet te pas, en zo zy, die thans in H bejhiur zyn, de zaak niet kragtdaadig en fpoedig doorzetten , dan zouden zy het nimmer kunnen verantwoorden voor de Natie: want, men zegge •ivct men wil, wy zyn aan den oever van onzen ondergang. Hot  tr JLJ.et tegenwoordig treurig verval van den Koophandel en Zeevaart dezer Landen, verdient de byzondere aandacht van allen die belang ftellen in de welvaart van onze Republicq: Want met den ondergang van onzen Koophandel en Zeevaart, is de ondergang van dit Land onaf» fcheidelyk verbonden: en omgekeerd is het zeker, dat wy klimmen in rykdom, magt en aanzien, naarmaate Koophandel ch Zeevaart zich hier weder vestigen en bloejen. Eene korte fchets, hoedanig in voorige tyden de Koophandel en .Zeevaart in ons land gebloeid , en Visfchershutten ih Paleizen, Moerasfen in Lusthoven , en behoeftige Kraamers in Vorften hervormd hebben, zal dit onwederleglyk bewyzen. A S Önz*  ( 6 ) Onze Oostindifche Maatjehappy is voorheen in zulke gelukkige omftandigheden geweest, dat zy fes Jaaren achteréén, te weten van 1715 tot 1720 ingefloten, jaarlyks 40 pCt. heeft uitgedeeld , en van 1605 tot 1775 ingefloten, te famen 3625 pCt. zynde voor alle die Jaaren door één, ruim 21 pCt. s' Jaars. De ukgeftrektheid der bezittingen en betrekkingen die wy in de Oostindiën gehad hebben, gaat alle verbeelding te boven. — Verbaazend is het voordeel dat de Oost onzen Koophandel en Zeevaart heeft aangebragt: onze Speceryhandel alléén, noemt zeker Schryver, den grondflag van onzen ganfehen Koophandel over de geheele waereld. Onze Westindifche Maatfchappy , fchoon niet te vergelyken by die der Oost-Indien, heeft niet minder haare tyden van bloei gehad. Aan 't einde van de festiende eeuw, dreeven wy reeds met over de 150 Scheepen handel op de West- Indien; wy zyn aldaar, iii vroegere tyden, in 't bezit geweest van de volgende Provintiën in Brafilie: De Provintie bahiadetodoslossant 0 s ; San Salvador, de hoofdftad van deze Provintie , was de eerfte Stad die de Nederlandfche Natie in 1624 in Brafiliën veroverde i by pionde-  C 7 > dering van dezelve, was de buit zo verbazend groot, dat, volgens fommigen , ieder Soldaat 15000 Kroonen voor zyn aandeel bekwam. Omftreeks twee Jaaren daarna wierd deze Stad weder verloren, doch in 1627 vermeefterde onze braave Admiraal Pieter Pietersz. Hein, 2,2 vyandelyke Scheepen in de Baai, en in 1628 de gcheele Spaanfche Zilvervloot , ter waarde van omftreeks twaalf Millioenen Guldens, in 't gezicht van de Havana : deze Expeditie gefchiedde met 31 Scheepen, uitgerust door de Westindifche Maatfchappy, welke daar door in ftaat wierd gefield, om dat Jaar eene uitdeeling te doen van 50 pCt. De Provintie fernambuk vermeefterd in 1630. De Provintie tamaraka vermeefterd in 1633. De Provintie paraiba, waarvan de hoofdftad, in vroeger Jaaren , ter eere van Fredrik Henrik, Fredriksftad genaamd wierd. De Provintie rio grande, veroverd in i6~33. De Provintie siara &c. genomen in 1637, door Graaf Jan Maurits van Nasfau Siegen, die s'jaars te voren, door den Staat, tot Gouverneur van Brafiliën benoemd was. — By tractaat A 4 Van  C 8 ) van i66t' hebben wy alle deze bezittingen weder afgedaan aan Portugal, tegen betaling van agt Millioenen Hollandfche Guldens, en den vryën handel op Brafilie, in allerleie Waaren, bchalven in Braziliënhout, als mede eene jaarlykfche minzaame fchikking, ten onzen voordeele, op den prys van 't St. Ubes Zout, Voorts zyn wy meefters geweest van : Het heerlyk nieuw nedkrt.and, thans Nieuw Tork, het welk wy van 1617 tot 166/ in bezit hebben gehad, de hoofdftad van dat gewest , toen genaamd Nieuw Am fier dam, is nog vercierd met een ganfche rei fchoone Pakhuizen , allen door onze Wtsfiadifche Maatfchappy aldaar gebouwd. Het Eiland tabago by Curacao, 't welk wy in 1658 vermeefterden. Het Eiland goeree, aan de Zuidkust van Kaap Ver de. Behalvcn nog een reeks van andere Bezittingen, zo in de West-Indiën, als op de Kust van Afrika. Van dit alles is niets meer in onze magt, en 't is over bekend, dat, vóór den tegenwoordigen Oorlog, onze Bezittingen in die Waerelddeelen zich bepaalden tot: Su-  ( 9 ) Suriname, Berbice, Esfequebo, Demmerary, Curacao, St. Euftatius m eenige Vestingen op de Kust van Guitiea, Wat onze Groote Visfchery betreft, in iöbi wierden 'er i£no Haringbuizen uit deze Landen in Zee gezonden, in 1620 over de 2000, en vervolgeus wil men dat dit is opgeklommen tot zelfs 3000. In openbaare plakkaaten is deze Visfchery de goudmyn dezer Landen genoemd; daar zyn Schryvers, die bevveeren, dat wy uit deze vangst, ten deele zeventig Jaaren lang, hebben kunnen Oorlogen, en volgens de minde berekeningen, heeft dezelve, in vroegere tyden, den Landen doorgaans7 a 9 Millioeneit- Guldens zuivere winst, jaarlyks aahgebragc, In vroeger Jaaren bloeide de Walvischyangst niet minder; volgens den Raad - Penüonaris Jan de Wit, ftakcn 'er, in zynen tyd, dat is in de zeventiende eeuw j jaarlyks 13000 mannen in Zee ter Walvischvangst, en 16000 ter HaA 5 ring.  ( io ) ringvisfchery. Voor een eeuw zonden wy doorgaans jaarlyks tusfehen de 100 a 200 Scheepen, en zelfs zomtyds over de 200 ter Walvischvangst uit. De Noordfche of Groenland fchcMaatfchappy, richtte in vroegere tyden, op het Eiland Am' Jlerdam, by Spitsbergen, verfcheiden Pakhuizen en Traanketels op , en hier tc Lande bouwde zy te Amjlerdam de hechte Bergplaatfen, nu nog bekend onder den naam van dc Grocnlandfche Pakhuizen. Over bekend is het mede, hoe zeer, in oude tyden, de Fabricquen en Traficquen in deze Landen al mede hebben gebloeid- Karei de IP<. Koning van Vrankryk, naderhand Keizer Karei de Groote of Charlemagne genoemd, kocht reeds in de achtfte eeuw, verfcheide foorten van Friefche Lakens, die toen reeds zeer beroemd waren, hier te Lande, tot eenen zeer hoogen prys, om 'er een gefchenk van te maaken aan zynen Vriend, den Koning van Perfiën, die hem een Olifant met Perfifche Kostbaarheden had gezonden. En wie is 'er die niet weet hoe luisterryk de Fabricquen en Tracfiquen in vroeger Jaaren te Leiden, Haarlem, Amjlerdam en elders in ons Land, hebben gebloeid! Niet  ( II ) Niet minder floreerde toen onze Scheepvaart en Scheepsbouw. — Zeker Schryver zegt, dat in Nederland , in vroegere tyden, zo veel Schepen wierden gebouwd, als in geheel Europa te zaraen. Van Meteren verhaalt, dat men, in 't jaar 1588 , hier te Lande 2700 heele groote Scheepen telde, kleindcre Vaartuigen waren talloos;alle Jaaren bouwde men hier, volgens hem, 1000 groote Scheepen aan, en in tyd van nood, kon mon , in veertien dagen tyds, 100 Oorlogfchepen, wel bemand, te water hebben, zeker is het ten minften, dat, onder anderen in 1639. 'sLands Vloot, onder het bevel van Martin Harpsrtszoon Tromp , in weinig meer dan veertien dagen, met omtrent 60 Schepen wierd verfterkt. Zints is onze Zeevaart en Handel nog magtig aangegroeid; volgens den Raadpcnfiönaris J. de Wit voeren 'er in zynen tyd, buiten Oorlog, 360,000 mannen ter Koopvaardye. Zaandam allée'n, leverde, in zynen bloei, jaarlyks tusfehen de 2 a 300 Scheepen; een Koopvaardyfehip van de eerfte grootte, leverde men aldaar, van de Kiel af tot voor de paaien van Amflerdam, binnen zes weeken. Geen wonder, dat voor een eeuw Czaar Peter de Groote zich. hier vervoegde, om den Scheepsbouw te leeren! By  ( W ) By ons'Was in die gouden tyden, door middel van onzen Koophandel, Zeevaarten Visfcheryëil, en onze uitneemende gelegenheid tusfehen het Noorder- en Zuidergedeelte van Europa, en aan de monden van groote Rivieren, de algemeene Voorraadfchuur van alles; wy waren, in die gelukkige dagen, de Facfoors en Verzorgers van byna geheel Europa, en meefters van den handel. Onze Kielen omzeilden de waereldj aan wier Zuider- en Nonrdpr Aspnnrpn, wy de Vaderlandfche Vlag lieten waajen: terwyl onze uitgebreide Koophandel, tot zelfs op de verst afgelegene Kusten, de Schatkisten der Ingezetenen deed zwellen van goud. Als men nu nagaat wat al duizende menfehen, langs alle deze wegen , tot een eerlyk beftaau wierden gebragt: wat al duizenden in de gelegenheid kwamen om opteleggen, dan kan men zich een denkbeeld vormen van de toenmalige gelukkige omflandigheden van die Land,en langs welke wegen onze Voorvaderen zyn groot geworden. De natuurlyke en zedelyke oorzaaken van dezen aanwasch en bloei, zyn deskundigen volledig bekend, dan dat het noodig zoude zyn daarby te blyven ftilliaan. Wy gaan derhalven  C 13 ) ven over tot den tegenwoordigen ftaat van bitter verval, om vervolgens te zien, of 'er nog mogelykheid is tot herftel. Wat het verval betreft, onze OostindifcheMaatfchappy, een van de rykfte bronnen van ons welzyn; is zo goed als geruïneerd. Onze Groenlandfche Visfchery is zodanig ver» loopen, dat dezelve ten minden op de helft verminderd is. Engeland zond in 1749 twee Schepen uit, ter Groenlandfche Visfchery, en in -1775 reeds 109. nogthands hebben de Engeffehen reeds in *t begin der zeventiende eeuw ter Walvischvangst gevaaren, want onze ecrfte twee Schepen, die wy in 1613 naar Groenland zonden, wierden door hun van Vangst en Vischwant beroofd : doch hunne Visfchery was in 1749 zodanig verlopen, dat het Parlement een premie van 40 J? ft. pr. Ton toeftond, aan ieder Schip ter Walvischvangst uitvaarende: welke premie inen rekent dat omftreeks ƒ 7000 voor ieder Schip bedraagt, en terftond daarop zyn onze Groenland- en Straatdavis - Vaardcrs wel een derde in getal afgenomen, en de hunne in evenred ighekl vermeerderde — In vroegere tyden trok-  ( H ) trokken de Engelfchen van ons het ; gedeelte van onze Walvisch Baarden; thans niets. In vorige dagen verzonden wy naar alle Ge-westen i van onzen Traan; thans is ons enkel overgefchoten,fchier niets anders, dan de verzending in ons eigen Land, en den Rhyn op. Wat de Groote Visfchery of Haringvangst betreft, genoeg zy het te zeggen, dat thans jaarlyks op zyn hoogst tusfehen IOO k 200 r3ui2en ten Haring varen, het verftaat zich dat wy niet fpreeken van de tegenwoordige Jaaren van Oorlog: maar van de laatfte Jaaren van Vrede. . . Zo dat deze Visfchery, den eerwaardigen naam van de Groote verloren heeft. , Welk eene verbazende flag voor Neêrlands Welvaaren! Den diepvervallen ftaat onzer Westindiefche Maatfchappy, Fabricquen en Traficquen, gaan wy met ftUzwygende aandoening voorby: dat hier ten aanzien van de laatften, de Fabricquanten en Traficquanten fpreeken, en zeggen wat doodelyke flagen onze Nabuuren, en wel met naame de Engelfchen, ons hier in hebben toegebragt! Wat onze Scheepvaart betreft, alle Zeemogen, heden leggen zich thans toe, om hunne Scheepvaart  C i5 ) vaart, door alle bedenklyke middelen te befchermen en te doen bloejen; de Engelfchen hebben door hunne befaamde Aét,e van Navigatie, ons een gevoelige neep toegebragt: Zuiden en Noorden vaaren ons voorby, niet Hechts in tyd van Oorlog, maar zelfs in 't midden van den Vrede. Millioenen zyn 'er in voorige tyden verfpild om de Schelde gefloten tc houden, thans wordt deze Rivier door de Franfchen weder geopend, en zo langs dien weg Antwerpen weder tot zynen vorigen luister klimt, dan zal onze Republicq daardoor al wederom geweldig lyden. Daar was eens een tyd dat Antwerpen op één' dag, en met een enkel gety, tusfehen de 0 en 900 Scheepen, van allerlei Gewesten zag aankomen ! Wy willen gaerne geloven, dat deze aloude Stad, het niet gemaklyk weder tot deze verbazende hoogte zal brengen, doordien wy thans de mededingers zyn; doch alles wat zy uit hoofde van haare voordeelige legging aan zich trekt, is fchade voor ons, behalven dat wegens de verdeeldheid van ftaatkundige denkwyze, yeelen onzer vermogende en kundige Kooplieden, zich daar kunnen nederzetten, vooral zo zy  C # ) zy door de Franfchen daartoe worden uitgelokt, en wy onzen handel, zonder eenig tydverzuim, niet kragtdaadig aanmoedigen. Niet minder komt in aanmerking het gewigtig verlies, in den tegenwoordigen Oorlog, van de Kaap de Goede Hoop, en veelen onzer aanzienlyke Bezittingen in Oost en West. Het verlies uP unze Effenen, zo buiten-als binncnlandfche, is al merip mVr «m>m% gevoelig, en daar dc fehulden van alle Europeaanfche Mogen heden, thans zo verbazend geklommen zyn, dat zy ze hoogstwaarfchynlyk «immer zullen kunnen voldoen; want volgens den loop der waereldfche zaaken , ontdaan 'er na verloop van misfchien maar weinig Jaaren, al wederom nieuwe beroerten, en men is nu reeds enkel bedagt om de middelen ter betaaling der Intresfen te zoeken, wordende aan 't aflosfen der hoofdfommen niet eens meer gedacht. Zo moet het van tyd tot tyd daarmede al erger en erger, en eindelyk op algemeene nationale banqueroeten, uitloopen; waaruit volgt, dat dc Renteniers, en met hun het Land, deerlyk verarmen. Gezwegen nog hoe geweldig de tegenwoordige Oorlog het Land en de Ingezetenen achter uit zet, gezwegen nog het verlies van zo veelen  ' C * ) onzer Oorlog- en rykbeladen Koopvaardyfchepen, gezwegen nog het geen wy aan de Franfche Republicq &c. hebben moeten opbrengen. s'Lands fchulden en lasten, zyn daarenboven zo vreeslyk opgehoopt, dat zo de winfien niet fpoedig,en van belang toeneemen, de ingezetenen zeer zeker den last niet lang meer zullen kunnen torsfchen. Wanneer men dit alles in overweging neemt, (en hoe veel zoude men hier nog niet kunnen by voegen?) hoe dringend wordt dan de noodzaaklykheid, om uittezien naar middelen van herdel, en dat zonder ctnig uithel, met ter zydeftel« ding van alle andere mingewigtige zaaken! Al ïvlaar is 'er mogelykheid om zulk een diep" gezonken ftaat te herfteUen? Zyn 'er nog middelen, is 'er nog gelegenheid, om denzelven uit dazen jammerpoel te redden, en het hongerend verderf zyne prooi te ontrukken? Dank zy den Hemel, dat wy deze vragen, thands nog, met een rondborstig ja! kunnen beantwoorden; mids dat men terftond de handen aan den B ploeg  C 13 ) ploeg fla, en geen ogenblik verzuime, want afla üitiïel is thands niet ïlegts gevaarlyk: maar doo* delykj en aan den anderen kant, onder s''He. tnels zegen, komt een onvermoeide arbeid alles te boven. Ziet hier vooreerst de redenen van hoope. Ons Land ligt hy nitftek voordeelig voor deiï Koophandel en Zeevaart, door deszelfs ligging aan de Zee, en aan de monden van groote rivieren. Ons Land ligt uitneemend gelukkig tusfehen het Zuider- en Noorder gedeelte' van Europa; 't welk, onder anderen, in vroeger tyden, niet weinig heeft toegebragt tot deszelfs opkomst en bloei. Wy kunnen, uit eigen grond, noch aan s'Lands onderhoud, noch aan onze namurlyke, veelminder aan onze befchaafde, of aangewende behoeften, daarenboven voldoen, en dus worden wy gedrongen om ons toeteleggen op den Koophandel eu Zeevaart. De Vischvangst is nattiurlyk eigen aan deze Ge» westen. Het  C *9 ) Het maaken en vertieren van Boter en Kaas3 als mede fommige Fabricquen en Traficquen, ge» lyk de Suikerraffinaderyen, en Papiermolens, fchynen hier thuis te behooren. Het Foederalismus, de bron van ons ongeluk, as vernietigd, en de Republicq verklaard één en ondeelbaar te zyn; alle Provintiale boifingen zyn derhalven weggeruimd, en dit waarlyk is, tot hiertoe j wel een van de grootlte voordeden der omWenteling! De Republicq is volmaakt verdraagzaam in 't ïluk van Godsdienst* Perfoonen en eigendommen worden befchermd. Onze Negotianten en Banquiers, zyn beroemd wegens hunne kunde en arbeidzaamheid. Niet minder zyn wy bekend wegens onze zinnigheid in de Zeevaart. Onze geldmiddelen zyn nog niet geheel uiige-" put, . en De ellendige ftaat der pullicque Fondfen, door geheel Europa heen, zal den ongelukkige^ geest B 2 om  C 20 ) bm zyn gcid by vreemden te beleggen, wel verdooven, vooral wanneer het hier maar eenigzins zeker , en tot een maatig voordeel, kan worden uitgezet. Laat ons nu overgaan tot de middelen die 'er moeten worden aangewend , om Koophandel , Zeevaart, Vischvangst, Fabricquen en Traficquen, weder zo veel als mogelyk is te herftellen, dit alles echter met onderwerping aan ryper oordeel 3 reden waarom wy alles Hechts zullen aanftippen, Deze middelen zyn, naar ons inzien: Voor de Bataaffche Vlaggen, het lastgeld, als mede alle Convoijen, Licenten en Vcilgelden , ge. heel aftefchaffen, en dus ten aanzien van onze eigen Schepen een porto franco intevoeren, voor zo verre daardoor geen nadeel worde toebragt aan onze eigene Produclen , Fabricquen, Traficquen, Coloniën, Visjcheryen &c. De vreemde Vlaggen, zo wel op de Scheepen als op de Goederen, maatig te bezwaaren. Alle Waaggelden, en andere drukkende lastenop den Koophandel, geheel aftefchafien, Ai:  ( 21 ) Allen zwendelhandel, en frauduleufe banqueroe* ten, ten ftrenguen te ftraffen. Door het geheele land heen, alle maaten en gewigten, op eenen gelyken voet te brengen, als mede de courtage lysten, vooral die van Amfterdam, te verbeteren. Den invoer van alle uitheemfrhe Goederen, die tot Luxe dienen, zwaar te belasten. Den invoer van Goederen, die nadeel aan onze Fabricquen en Traficquen kunnen toebrengen, vrytelaaten, tegen betaling van eene hooge belasting; doch zo zy binnen eenen bepaalden tyd weder wierden uitgevoerd, of van onzeFabricq-goederen, in derzei ver plaats, verzonden, dan by wyze van Drawback: en dusdoende zouden onze Fabricquen dikwils van dezen Drawback kunnen profiteefen, om dat onze Natie toch een ongelukkig zwak heeft op het uitheemfche. Het geen de zwaare belasting opi deze Goederen., en op die der Luxe, aanbrengt, te befteeden, by wyze van Premie, tot aanmoediging van onze Fabricquen, Traficquen en Visfchery en. B 3 By  C » ) By den aanftaanden algemeenen vrede, aamedringen, behalven op de teruggave der Engelfcjien, van alles wat zy van ons geftokn, en genomen hebben, óp de vernietiging , ten onzen behoeve, van de atte tot aanwas van Scheepvaart en Koophandel, van Cromwel; als mede op alle mogelyke faveuren van de Franfche Republicq, ten voordeele van onzen Koophandel en Zeevaart, doordien de FraiSc'ic Republicq toch gelegen ligt aa.i hec weder herflel cn den bloei dezer landen. Te zorgen dat, zo veelmogelyk is ,het mercantiJe met het nationale intrest vereenigd worde; alle Negotie derhalven, die in haaren aart eene ftreki king heeft, en uitloopt op bevordering van hes algemeene volksgeluk, boven alles aantemoedigen en te onderfteunen. Boven alles te zorgen voor een beter, en verftandig onderwys van de jeugd ; en die tot den koophandel worden opgeleid,dat zy door kundige mannen worden onderwezen , in de theorie van den handel, en vreemde taaien. Academiën van Koophandel, waren misfehien voor dit land nuttiger, dan die, waarin de Oudheidkunde, en andere dooda Studiën, worden onderwezen , het algemeen belang gaat toch boven dat van Hechts weinigen. Pry.  ( 23 ) Pryzen uittelooven aan de beste antwoorden op vraagen , die betrekking hebben op Koophandel, Zeevaart, Visfcheryen, Manufaétuuren &c. gelyk de Oeconomifche Tak dit reeds begonnen heeft. Lichtmisfen en leegloopers niet te dulden; alle weelde, zedeloosheid, luiheid, en ontaarting van de oude vaderlyke deugden, welke hier den jongften voetftap byna fchynen gelasten tc hebben, ftreng te keer te gaan. Kinderen van minvermogenden, zo jong als mogelyk is te gebruiken, en opteleiden in onza Fabricquen en Traficquen. Onze Fabricquen te verleggen naar de goedkoopje Gewesten van het Vaderland, by voorbeeld Gelderland, en Overysfel. — Ons Land is overal doorfneden met vaarbaar water, dus behoeft men niet te vreezen, voor de verhoojing van 't Tran» iport. Gefchikte Heigronden van ons land, bruikbaar te maaken ; by voorbeeld door 't planten van Moerbefiënboomen, ten einde de zydeteelt aantekweeken; al valt die Zyde dan ook zo goed niet als de uitheemfche,zy zal toch bruikbaar, en veel B 4 goed-  ( H ) goedkoper zyn; ook bemesten de afgevallen bladeren der boomen, de gronden. De Veefokkery aantekweeken, doordien alles, wat van 't Vee xomt, weinig kost, en geld waardig is: by voorbeeld melk, vlcescb , huiden, hoornen , wol, hair , borftels , beenderen, darmen, mest &c. behalven nog de dienst dien men van paarden &c. li Wat heerlyk fucces belooft niet de begonnen Schaapenteelt, langs onze Hollandfche Duinen! Den uitvoer van Lands Produéten, die in onze Fabricquen of Traficquen kunnen worden gebruikt, zo veel mogelyk is te beletten. Zo veel mogelyk is, de aankweeking van Wol, Vlas en Zyde, te bevorderen, als zynde de hoofdmaterialen der voornaamfie Fabricquen. Ten aanzie"! van de O. I. Maatfchappy, behalven bezuiniging en beter directie , het Zeevolk meer aanmoediging en vryheid te gecven , en beter, voor deszelfs gezondheid te zorgen. De Bank van Amfterdam fpoedig en radicaal te heifiellen. Kun-  C *5 ) Kunflenaars en bekwaame werklieden, in allerleie vakken, door middel van alle mogelyke aanmoedigingen , tot ons te lokken. Jaarlyks aan de Zet - Comptoiren optemaken , welke tak van handel vermeerderd, en welke afgenomen is; ten einde verderen bloei te bevorderen , en toeneemend verval, zo veel mogelyk is, te fluiten. Wanneer ons Vaderland nu door deeze,of foortgelyke middelen, weder in bloei komt, dan zullen de voordeden daarvan onberekenbaar zyn. Want: a. ) De Commercie zal weêr toeneemen. b. ) Onze Navigatie weder vermeerderen, en onze Scheepsbouw niet minder; waardoor wy dan weder worden in flaat geitdd, om Schepen aan andere volken te verhuuren, of te verkoopen. c. ) Daar de gelukkige ligging van ons land, in veel gevallen de promplte expeditiën bezorgt, zo naar Duitschland als naar Zee: zo zal menig een, om die reden, onze markt pref er eer en, zelfs boven eene goedkopere, B 5 en  ( * ) efl die dan het meerdere van hier trekt, neemt ook al doorgaands het mindere daarby. d. } De Koopman zal hebben,of avans op zyne Goederen, of Provifie, of Expeditie gelden. e. ) De acceptatiè'n in blanco zullen verminde¬ ren , of met meer reëele affaires verbondep worden. f. ) Onze asfurantiën zullen toeneemen. g. ) Onze Wisfelhandel floreeren, en de Specie¬ handel weder herwaards worden gelokt. h. ) Het getal onzer matroozen zal aangroeien , het welk, in tyd van oorlog, geen gering voordeel voor 't land zal zyn. ï.) Alle Standen die van den handel afhangen, zullen bloeijen , en het geheele land den zegen ontwaaren. Het geen het land, wegens het affchaffen der Convooijen, Licenten-, Last en Waaggelden &c. zoude komen te lyden, zou kunnen gevonden worden door, by voorbeeld: Een  ( *7 ) Een belasting van 2 pr. mille, op alle inkoopen en verkoopen, 't zy publicq of uit de hand, waarin kooper en verkooper ieder de helft, en dus ieder 1 pr. mille draagen, en dit zou kunnen gefchieden door verhooging van de Zegels. — Somtyds wordt één party vyf,jn tienmaal verkogt,van den Zeehandelaar aan eenen Speculant, en van dezen aan anderen, dus zou dit middel verbazend veel kunnen opbrengen, en de Commercie fchier niets hoegenaamd drukken. Een belasting op alle nieuwspapieren, uitkomende boeken, en brochures. Een belasting op de Speel, Comedie, Concert en foortgelyke Billets &c. Een ampele belasting op 't gebruik van alles wat niet in ons Vaderland gefabriceerd , gemaakt of verwerkt is, 't zy dit behoore tot kleeding, ei* raad, huisfelyk gebruik, of luxe. Het dan nog ontbreekende, zoude kunnen vervuld worden, door middel eener algemeene belasting , op alle de ingezetenen: want allen deelen in de voordeden die de Commercie aanbrengt; en met den ondergang van de Commercie, is de ondergang van allen verbonden, Hoe  C *8 ) Hoe het zy, de tyd van gevaar is aanwezig, en ieder blyft hier te lande, voornaamlyk om zyn belang; verloopt dus de Negotie, dan gaat de een na den ander over, tot de nabuuren die ze lokken. De rninfte ingezetenen hebben hier vaste goederen , en wegens den ellendigen ftaat der publicque fondfen, door geheel Europa hcenen , waar by de ingezetenen van dit Land, helaas! zo diep geinteresfeerd zyn , is het zeker , dai- ieder zich moet toeleggen op 't geen zyn belang hem voorfchryft, dat is: omzien waar het meest te winnen, en 't goedkoopst te leeven is. Gezwegen nog van de thands hcerfchende partyzucht. Ziet daar , waarde Landgenooten ! een ruwe fchets, met een welmeenend hart ontworpen door een' Gillen burger. Blyft, dit bid hy u, niet ftilftaan by het overbekende, by het gebrekkige, of onnaauwkeurige dat gy 'er in aantreft: maar let enkel op zyne vaderlandlievende bedoeling. Mogten bekwaamer Schryvcrs worden opgewekt, om hunne pennen, en vermogende irigeze- te-  ( *9 ) tenen om hunne beurzen te befteeden, tot aanmoediging en bevordering van de zo hoognodige verbeteringen ! Heugchelyk zouden de uitzichten zyn , wanneer men langs dezen weg ontwaarde, dat het ons Vaderland nog niet aan vermogen, hersfenen en handen ontbreekt. Mogt men toch eindelyk eenmaal recht levendig inzien, dat naarmaate wy meer verachteren, wy meer en meer zullen worden de voorwerpen van verfiaaading, en befpotting onzer nabuuren; en dat onze welvaart enkel afhangt van onze Nationale wakkerheid, en de onvermoeide beproeving onzer kragten, tot verbetering van Handel en Zeevaart , en alles wat daarmede verbonden is. Is ons Vaderland, in vroeger Jaaren, uit kleine beginfelen opgeklommen tot zulk eene verbazende grootheid , als wy met een vlugtig oog hebben overzien : welke eene orifterflyke glorie voor het tegenwoordig geflacht, byaldien hetzelve , by de daarflelling eener betere Conllitutie, aan het dieper verval van Koophandel, Zeevaart , en alle de verdere middelen van ons be- flaan,  I 3° ) liaan, niet alléén een eindpaal fielt : maar, aan den rand van onzen ondergang, geheel Europa nog eens, over de werken en deugden der Nederlanders doet verbaasd liaan! 6 dpril 1797. 1 *