VERHANDELING ter beantwoording der gedaane PRVSVRAAG DOOR ZEKER GENOOTSCHA? VAN VRYE FRIEZEN, Nopens de BESTE INSTELLINGEN VOOR DE VRY CORPS EN SCHUTTERYEN, Beflooten in Friesland den 26 January 1784. Door DEN KEER JOIIAN GEORG HERBIG, VAANDRIG IN HET REGIMENT VAN Z. F. D. DEN HEERE COLONEL PRINSE VAN HESSEN"DARMSTADT TEN DIENSTE DEEZER LANDEN, Onder de Zinfpreuk Goede Beginzeh zyn de Bronnen der Fbhnaaktbeid. Aan den Schryver van welke de EerRe prys van Veertij Gooiden Dukaaten is toegeweezen , benevens eene Gouden Medalje en Diploma van het ExercitieGenootfchap te Utregt.  411  PROGRA MMA EENER MAATSCHAPPY IN FRIESLAND.' oor beiveezen houdende, dat een Nationaal Burger Krygswezen , meer of min overeenkom/lig met het bedoelde by de Unie van Utregt. Art. VIII, altyd en overal voor de Bargerlyke Vryheid, en veiligheid des Lands, noodzaakelyk is , vraagt zeker Genootfchap van vrye Friezen, met betrekkins tot onze Republiek in V algemeen, en tot da Provincie van Friesland in V byzonder: Hoe wordt zulk een Krygswezen , zo ten platten Lande als in de Steden, op de beste wyze tot ftand gebragt? Welke wetten en RECHTE N worden 'er vereischt, om door deeze in', ftelling het hoogfte nut te bereiken, en ZONDER INBREUK te genieten? Men verlangt inzonderheid te verftaan , hoe hel met de keuze der Bevelhebberen behoort gefchikt tt worden, of zy naafnelyk door de Leden der Corpjen zeiven en uit hun 'behooren te worden gekoozen om voor één jaar tyds, of korter of langer, in hunne qttalktit te dienen; en of zy dan met -weder ift A a 'tLichaam,  i PROGRAMMA, 't Lichaam, waaruit zy gekoozen zyn9 tct bunnen mden rang moeten te rugge treeden ? '■En devoyl men veelal genegen is met de dienst» pligtige Schuttery een VRY CORPS te paaren, wenscbt het Genootfchap mede te weeten, welke maatregelen in zodanige oprigting de billykfle .eri beste zyn voor de be/ïendige eensgezindheid van 'elk deezer tweederleie Uchaamen op Z'ch zeiven , en voor■ derzelver wederkeerig verband; als mede ten aanzien van de Politie ? De Mededingers worden verzogt hunne Verban» delingen met eene Zinfpreuk te tekenen, met byvoeging van een gezegeld briefje, waarin de naam , de woonplaats en bet karakter des Schryvers , en op welks huitenst dezelfde Zinfpreuk, waar mede de Vtrhandeling getekend is. De briefjes der Overw;nnaaren alleen zullen geopend, doch de andere ongeopend verbrand worden. Byaldïen onder* tus/cb,n in de gekroonde Antwoorden, ondanks iunne waardyy eenige /lelling mogt gevonden worden , die niet flrookte met de gevoelens deezer Vrybeidlievende Maatfcbappy, behoudt dezelve aan zich het recht om by de uitgave zodanige Aanmerkingen, Uitsonderingen of Tegenwerpingen ten dien tpzigte aan te voeren, behoudens des Schryvers ver. fcbul-  PROGRAMMA. fchuldigde achting, ah om bet gewigt der zaake noodig zullen geoordeeld worden ; terwyl nochthans bet Antwoord zelf onverminderd en volledig blyven zal. De Maatfcbappy derhalven ontvangt de Ver telgen onder bet uitdrukkelyk beding, dat zy alleen het recht zal hebben van dezelve door den druk gemeen te manken. Ook zal zy, naar maate zulks nuttig geoordeeld wordt, de niet gekroonde Verhandelingen moogen doen drukken, of gebed $f ten deele; ionder nochthans den Scbryveren der laatstgenoemde het recht te beneemen van ook zeiven die ter drukz perfe te geeven. De Maatfcbappy zoude, uit 'hoofde van het onderwerp , liefst wenfehen dat deeze Vraag in het Nederduitscb beantwoord wierd; doch zal des noods ook niet weigeren de antwoorden in de Franfcbs Taal te ontvangen, welke dun, in gevalle zy gekroond worden, in het Nederduitscb vertaald zullen uitgegeeven worden. De Antwoorden moeten franko worden gezonden voor den i October 1784 by V. van der Plaats, Boekhandelaar te Plarlingen. De beoordeeling zal afgedaan zyn, zo eenigzins moogelyk, voor het begin van December deezes jaars, A 3 en  PROGRAMMA en dan zal Urftond door de Nieuwspapieren bekend worden gemaakt, aan wien der Scbryveren door de Maatfcbappy de overwinning is toegekend, zullende de beste Verhandeling met Veertig, en de daaraan volgende met Twintig Dukaaten worden bekroond, tejfens met vriendelyke dankzegging wegens den dienst in deezen aan het Vaderland b weezefa —— En geen der Ltden van deeze Maatfcbappy zal dingen naar den Prys. Aldus btflooten in Friesland dm 26 January 1784. N O.  NODIG VOORBERICHT AAN DE HEEREN BEOORDEELAARS E N DEN GE EERDEN L £ E Z E R. Ik kan den Leezer de redenen niet onthouden die tny hebben bewogen , om bet Burger Krygsweezen ttn platten Lande tot myn voornaamfte onderwerp te maaken: Ik kg dezelve hier onbewimpeld, vrymoedig en na waar. beid open. Het zyn geene andere dan deeze: dewyl het tegen myn voorgenomen be!tek aanloopt, om wydlopig zonder nuttig te zyn. Uitvoerlyke plans kunnen alken de goedkeuring van den Kenner wegdragen, daar onuuvoerlyke als ydele hersfenfehimmen, zelfs door middelmatige vernuften, moeten verworpen worden. Ik vley my den Leezer te zullen overtuigen, dat ik tegen deeze Stelling zoude gehandeld hebben, indien ik my breedvoeriger over den Wapenhandel in de Steden had uitgelaaten dan thans gefchied Want Ten fa) Wy achten het niet ondienftig, eer wy tot byzon. derheden overgaan , hier eene algemeen aanmerking vooraf te plaatfen , waartoe wy in het vervolg, om geene verveelende herhaalingen te doen , zonrtyds den Leezer zuilen te rugge wyzen. In het 2<= Deels Vyfdè Hoofdtak fineert onze Schryver de omflandigbeden , Marin de Ereburgers van nut kunnen zjfj, in drie Clasfi». ^ J# 0m  * VERHANDELING diTl^:,IS^gen°eSfaam?een ^lykhdd om W ?ft P °P de" Zelfden voet te bre^"> t welk ik kortelyk zal bewyzen. elkS " °Verrbïfnd <{3t de meeste Steden "« var, eikanderen verfchilien i„ haare oude inwendige Con- ftitutie , 2. Tot Krygsbtdryoen in Ut Veld, L fimV van etnen inwendige,; oploop. Zl72nd!lt **" 2dfdC —ook a, ten Cen aanmerIdnS k0me" kan: ^ 'choon de Ved J P "? ^ hUnne «WWW "ff - het B 2 e" V"de" « de "rdeediging van een of ander fcben, EnwatdederdeC/^belangt; in eenigdeel der Griel teny kan ook oproer ontftaan, om cen Heerènhuis te pionderen ,„ brand te fteekén , of ander geweld te pleegen Ondertusfchen is het blykbaar dat de voortreflykeSehrv, ' ver dit laatfte weinig in aanmerking r,sm, maar ' het Landvolk zyn plan van wapening geheel tegen den uitheemfehen vyand heeft ingericht. Wy ge,ooven dat hy h,c. toe den besten cn gemaklykften weg he;ft aangeweezen Maarwytwyffelen.ofzyn plan «« betrekking tofMu£ Klasje aan den eenen kant niet eenige bePaalingen 2 " vereifchen, en aan den anderen kant in deszelfi bcXzJ eenige meerdere ruimte toelaaten, dan de Schryve, goedf vonden heeft aan dezelve te vergunnen. Wy ztüten * ? * * .oorbeelden ontmoeten, die or, de ge,eS „T den om reden van dit gevoelen tegeeven, en meteen d2 bepanangen of die ruimte, welke wy i„ elii byaoad J op het oog hebben, voor te draagen. g  tan j. G. HERBIG. 9 ftitutie, Wetten , Voorregten en Gebruiken, zoo in betrekking van" Magifiraat en Burgery, als va'rt Bevelhebberen en Schutters. Nieuwigheden in te voeren , waarby bet een of ander gedeelte in zyne wettige prjcrcgativen verkort wordt, is meesttyds zooonbillyk als z«aar in de uitvoering; en ook zal men niet ligt zulke gewigfige flappen- onderneernen cp aanraden van particuliere Scbryveren , die minder kundig zyn ia het beHervan de differente Steden, dan eigen Inboorlin* gen , welke ten minften daartoe meer gelegenheid gehad hebben. Voorts loopen de gevoelens en meenin < gen te zeer uit malkanderen, en een ieder Stad houdt haar byzonder regt en gezag te zeer in W3arde, dan dat alle zig aan den zelfden Regel zouden willen bin* den. Eindelyk de naaryver, de eigenzinnigheid, de groote trek tot eigen uitvindingen, en onderfcheidinge* indeeze tyden zoo heerfchende, zyn alle zo veelehinderpalen die mede eene volkomene gelykvormigheid in den weg ftaan: men voege hier nog by dz ongelykheid in getal van Inwoonderen, welke in elke Stad wederom eene byzondere fchikking vereischt: en wie zal my nu niet gaarne willen toefteinmen, dat een ontwerp, hoe w él uitgedagt en bewerkt, om het Krygiweezen in de Steden op een gelyken voet te brengen, vrugteloosen onnut zoude zyn ? Maar ten tweeden: G .:(telJ dat het misfchien niet onmo* gelyk was , om voor elke Stad een byzonder Reglement uit te denken, overeenkomftig met haare inwendige ge- fkldheid -, welk eene onderneeming! wie is hiertoe alken bekwaam! De Conltitutie van ieder by zondere Stad grondig te kennen is hier nog te weinig, men A 5 dient  io VERHANDELING dient bovendien de meeningen en neigingen der In« woonderen nauwkeurig gaade te flaan; niets wat hierby eenigzins in aanmerking komt over het hoofd te zien. Allerhande Facaen , Familiebelangen, haat, nyd, invloed by de Regenten , en wat meer van dien aart is, zyn zoo veele beletfelen, die vaak de beste maatregelen op niet doen uidoopen. Dog ik zal ook hier voor een ogenblik alle de opgetelde zwarigheden ter zyde, en de mogelykheid van zodanig een ontwerp eens buiten kyf Hellen, dan blyft egter altoos nog deeze waarheid voor myn gevoelen over, die ik reeds boven heb aangeroerd, namentlyk: Dat elk Inwoonder van het kundigfte gedeelte altoos beeter daartoe in Haat is, om by het invoeren van Nieuwigheden in zyne Vaderftad de gefchiktfte middelen te beraamen en aan de hand te geeven , dan een Vreemde, die het op btricbten van anderen moet laaten aankomen, waardoor hy ligt misleid kan worden, en die, op zyn best genomen, met veel moeite en zeer gebrekkig met den eerften kan gelyk liaan, in plaatfe van hem te overtreffen. Men laate het des aan de wyze befliering van kundige en weldenkende Regenten over, om in deezen de beste keuze te doen, en, ieder in zyne Stad, zodaanige inrigtingen te inaaken, die met derzelver gefteldheid het best overeenkomen O}. Ten (b) 't Zou buiten twyffel de grootfle onbillykheid zyn, zo men van den Scbryvtr voor elke Stad in het byzonder de noodigê fcbikkingwi vergde. Doch niettemin zouden'er etnige algemeene fchikkingen kunnen plaats lubben, die muiaiis mntiindis overal nuttig konden zyn. Te meer, naar dien  van J. G. HERBIG. ll Ten derden eindelyk: Is het zelfs bynaa geheel onnodig, en 'er valt weinig te zeggen over de Wapening in de Steden, voor iemand die 'er geen behagen in fchept cm bekende zaaken op te disfchen: Om dat 'er voor de Stedelingen thans geen gebrek aan voorbeelden is, waarna zy zig min of meer kunnen reguleeren. ■ De inrigting van Burger- Compagnien in Espels of Wyken, is zedert lang genoegzaam overal van zelfs in gebruik, en door een reeks van jaaren gevestigd. De zogenoemde Vry-Corpfen maaken hunne byzondere Wetten en Reglementen na bunne verkiezing, en ook voor deezen ontbteeken geen voorbeelden van andere Vry Corpfen. De wyze van exeiceeren en de onderrigting daarvan is reeds aan veele Liefhebberen, die dien in onze Friefche Steden het onderfcheid van oorfprongklyke conftitutie juist niet zo groot is, als het fchynt wegens de overal ingefloopeiie misbruiken, die, om dat zy niet overal dezelfde zyn, fchoon allen door heerschzuchC veroorzaakt, dat fchynbaar onderfcheid te wege brengen. De Schryver merkt billyk aan, dat elk Imvooner van bet kundigfte gedeelte altoos best in [iaat is, om ... . in zyne VaderJlad , de gefcbiktjle middelen te beraamen enz. Wy onderfchryven ook zeer gaarne 't geen hy een weinig laager zegt ten aanzien van kundige en weldenkende Regenten : maar dewyl deeze laatften llepraefentanten van de eerflen zyn, wenschten wy ook de eerften nopens de beste keuze, zo in het beraamen der beste middelen tot herftel van de bedorvene Conftitutie als in het handhaaven van dezelve door een welgeregeld liurgerkrygswezen, te hooren noemen en aanbeveelen.  i= VERHANDELING die 'er zig cp hebben bevlytigd, genoegzaam bekend, en by , die zig rog zoekt te onderreden , heeft 'er ibans overal handleiding in overvloed toe, zoo wel in de Theorie als Practyk, door menigvuldige Ex„crie« boekjes, het zien der Militaire of bywoonen dei Burger exercities. 'Er waren dan geen redenen die my konden beweegen om den tyd te verquisten, en i et geduld royner Leezeren te misbruiken, door een langdradig en gebrekkig plan, over gemelde ftcffe op te ftellen, waar door ik niets anders zoude verteld hebben dan he't stea men reeds, behalven my weet, of nieuwigheden te berde gebragt, welke ik Vviskonflig vooruit zag, dat niet goedgekeurd, tn nog minder gevolgd zouden worden , des in beide gevallen een vergeefsch werk ! En behalven dit alles (om my van dit fpreckwoord te bedienen.) zoude het tnostert na den maaityd zyn, wanneer tegen het einde van het jaar 1785 een werkW in het licht kwam, waaruit men niet voor den Lentetyd van 1786 eenig nut kon trekken , daar het toch zeer waarfcbynlyk zoo niet zeeker is, dat voor dien tyd genoegzaam alle Steden de handen aan het werk zullen Haan, en eene vaste fchikking bepaalen , en wie heeft dan nog zoo weinig inzigt om te gelooven, dat men daarvan zal te rug komen , en zo ligt tot verandering te beweegen zyn ? Ik beroep my nogmaals op de bekende eigenziunigheid en eigen liefde der Stedelingen , welke thans meer dan ooit haare rol fpeclen. Dit zy genoeg tot itaving van myn argument waarom ik liet noodeloos en nutteloos .heb gtagt, om my omtrent bet Krygsweezen in de Steden breedvoeriger - - - uit  » a n J. G. HERBIG. 13 uit te laaten, en 'er my dies te meer op toegeleid, om een welgeregeld plan te vinden tot bevordering van den Wapenhandel ten platten Lande. Dit niet tegenftaande zyn de Steden niet geheel met ftilzwygen voorbygegaan ; eenige aanmerkingen, die ik in het tweede Deel laat volgen , behelzen voornamelyk eene aan» wyzing van ingtiloopen en vastgewortelde gebreken, die mogelyk, helaas» niet meer te verhelpen zyn! Voorts eenige nieuwe inrigtingen, waaruit men misfchien in de eene of andere Stad, waar dit Vertoögje nog vroeg genoeg komt, waar men teffens niet te ilyf aan hes oude kleeft, of groot genoeg denkt, om vatbaar voor verbeteringen te; zyn , nog eenig nut kan trekken. Grooter prikkel had ik tot deeze onderneeraing niet nodig: ÖVgts een greintje nut beloont myne moeite rykiyk : Iets tot verbetering in een eenig , al ware her ook het kleinfte Vlek, bygedragen te hebben, ftreelt my veel meer dan eene onverdiende toejuiching van eene ganfche meenigte, wanneer ik het genoegen moet derven van 'er vrugten van te zien. Ik kom dan tot myn eigcntlyk Onderwerp. Een Onder werp waar van ik my vley niet alleen iets nieuws te kunnen zeggen, maar zelfs iets het welk in de uit* voering minder tegenkantingen zal ontmoeten ——, het welk nog mogelyk is, en het welk ik uit de levendigfte overtuiging aanbied a!s het gefebiktfle middel ter bereiking van het bedoelde by de opgegeevene Prysa vraag. Het is waar, 'er zullen veele zwaarigheden opda. gen , die aanvangelyk onoverkomelyk fciiynen ; doch die in korten tyd zullen verdwynen, indien men üegts zoo  14 VERHANDELING 200 fercbjfcjyfc is van te bedenken, dat in den beginne alles zwaar vait. De goede wil, de welmeenende yver van den braavc-n en onverbasterden Landman, een goed voorbeeld , eene welgepaste aanfpraak , eene overtuiging van zyne waare belangens, doorkundige en zyn vertrouwen waardige Regenten, en wat meer tot aanmoediging dienen kan; dit zyn de voornaamfre en veiligfle middelen om alle beletfelen uit den weg te ruimen. De Leezer zal bevinden dat ik zorgvuldig beb in 't oog gehouden, om den Landman dit nieuwe werk zoo gemaklyk te maaken als eenigzins mogelyk is, om hem niet daarvan af te fchrikken; aan zyne overige bezigheden geen hinder toe te brengen; hem niet van alle zyne uuren van uitfpanning te berooven, en het hem buiten zyren beroepsarbeid tot geencn ver* moeijenden last te maaken, zonder daar by uit het oog te verliezen dat de wapenhandel zelve tot ftand gebragt, en wel en genoegzaam onderhouden werde. , Dan ik gaa met myne aanmerkingen over tot eene andere, ftüffe. De Maatfchappy vraagt: Welke Wetten en Rechtm worden 'er vereiscbt , om door deeze InfieU iing bet hoogfte nut te bereiken en zonder Inbreuk te genieten. Ik heb noodig geoordeeld my hier over eet-ig^ins uit te breiden , en myne gevoelens in dit op-iat f»p,ntlyk ter toetfe re brengen, in hoope nog. thans dat ik het waare Oogmerk van de Maatfchappy by d^exe vraag zal getroffen en na genoegen daaraan btarr a oord hebben. Ik ondetltel dan, dat het oogmerk by deeza Vl»ig niet zyn kan, dat de beantwoorder derzeive een  van j. G. HERBIG. 15 volledig zamenftel van nieuwe burger krygswetten aan het licht zal brengen. Vooreerst zoude dit meer een Rechtsgeleerd werk worden dan een Vertoog gefchikt ter bevordering van een burger Krygsweezen. Een allerkundigst Rcchttf geleerde zal, hoe meer by hierin uitmunt, ook doorgaans dies te onkundiger in Krygszaaken zyn, omdat zyn Studie hem hiertoe geen tyd overlaat; en tetwyl hy zig enkel by het Wetboek bepaalde, zoude hy de Hoofdzaak geheel uit het oog verliezen , die tog geene andere is, dan bet Wapenen van de Natie. En boven» dien zoude de grootfte Rechtsgeleerde zig bedrogen vinden, indien hy zig kon verbeelden hierin wel te flaagen: de zaak is op verre naa zoo gering en zoo ligt niet als men dezelve misfehien oppervlakkig befchouwt; immers hiertoe behoort vry wat meer dan de volflagenfie kennis derRechten. Het is hier geen zaak van het geheugen, waartoe men zelfs niets gedaan heeft. Neen het is iets geheel nieuws; hier wordt riet alleen eene doorknede kundigheid vereisclit van dingen die anderen geoordeeld , gezcid, gefchfeeven , geloofd, en tot Wetten gemaakt hebben; hier moet men zelf denken , zelf uitvinden , alles voorzien, niets vergeeten , - - gevallen vooruitzien waaraan mogelyk in eeuwen nog niet zal gedagt worden, en die de bron zyn kunnen van nieuwe Wetten of vernietiging der ouden. Met één woord : Ik durf zeggen : niets is zekerder, dan dat by die zig in dit veld waagt om een Wetboek op te (tellen (behoudens zyne overige kundigheeden,) het gebrekkigfte werk zal te voorfchyn brengen. Op veele dingen zal hy niet voor-  ió* VERHANDELING vooruit kannen denken , veele andere zullen geheel oneigenaartig zyn , te weeten , of te ftreng , ofte zagt, zoo niet zelfs te onbillyk vooi een Vry man, veelen zullen van tyi tot tyd moeten veran- derd, zoo niet zelfs vernietigd of rechtftreeks tegen gefproken worden. Welk een fchok op den Eerbiel dien m:n aan de Wetten fchuldig is 1 Zodanig een Wetboek dierhalvea kan eerst door den tyd, na het in ftand brengen van dit BurgerKrygsweezen, wanneer men de ondervinding te baat krygt , en van dag tot dag daar door meer verlicht wordt, met een algemeen overleg der Souverainen tot rypheid komen. Genoeg dat men onderrusfcheu kan voortvaaren met de Hoofdzaak, welke door dit gemis niet belemmerd wordt, om 'c even of 'er een Wetboek voor den Krygsburger in de waereld is of niet. ' Ik geloof dan met grond, dat het bedoelde van de Maatfchappy, by die gedaane vraag, gerigt is op zulke Wetten, welke het invoeren en onderhouden van d^n Wapenhandel helpen bevorderen Cc). Naar dit ge- voe- (O Wy meenen hier, ter ophelderlnge van het oogmerk der Maatfchappy, dit weinige te moeten zeggen dat wy overtuigd zyn van de noodzaakelykheid der onderwerping aan den Souverain, wiens hooge wysheid van tydtottydzal vereischt worden om aan de noodige fchikkin-en eene wettige kracht te geeven: maar dat wy , insgelyks doelende op het reeds gemelde bederf der Conftitutie in veele Ste den, gewenscht hebben een algemeen begrip te verkry-en langs welken weg dat bederf genoegzaam mogt gert-ait worden,  van J. G. HERBIG. 17 voelen te werk gaande, maak ik hier eenefchifdng, en brerg, ter meerdere opheldering, de Krygswetten tot drie forrten, waarvan de twee eerflen tot myn bellek behooren , maar de laatfle uit voorheen beredeneerde gronden te verre boven myne vermogens is, en ook niets gemeen heeft met de tegenwoordige Verhandeling. : De eeifie foort van Wetten zyn dezulken die gerigt zyn op de noodige dbcipütie onder de Wapenen. De tweede zodanige die het huishoudelyke befiier betreffen. De derde zyn Fundamenteele of Crimineele Wetten, dat is door den Souveraln van den Lande vast*, gefielde en voortduurende Grondwetten, overeenkom» ftig met de Confiitutie eener vrye Natie , waar by op ■den voet van de . zogenoemde Krygs artikelen aan eer* iegelyk worden, om geenen nadeeligen invloed op de achtbaarheid, en tevens uit dien hoofde op de beflendigheid van zulk een krygswezen te hebben. Wy hebben zodaanige inftellingen» onder de tweeledige benaaming van Wetten en Rccbten begreepen, geenszins door Rechten het gezag van den Souvereint willende bepaalen , maar wel , zo 't mogelyk waar' , do onberedeneerde handelwyze van zommige Magiftraaten, in de keuze der voornaamfte Officieren over den Burger, aan billykheid en reden onderwerpen. Wy wilden aan den eenen kant den Burger onder alle vereischte bepaaling j;ebragt zien , en aan den anderen kant hem in het genot Hellen van alle beftaanbaare voorrechten en vryheden. Dit gevoelen komt overeen met het flot van onze naastvoorgaande aanmerking, en kan 'er eénigzins door opgehelderdwórden. ■ - ' tra fr: 0.... n& «M ntü ■  l8 VERHANDELING jegelyk zyn P'igt is aangeweezen, en de Crimineele ftraffen van den overtreeder bepaald zyn. Deeze kan inen de e'gentyhe Krygswettennoemen , om dat ze enkel betrekking hebben op den Oorlog, en de ftrengheid derzelve kan in veele opzigten niet» gemaatigder zyn dan by die der befoldtlingen , om dat de vrees vooreen zwaare lyf- en levensïlraf dikwerf den vreesagtigen en verzaagden tot zynen pligt moet houden , daar eene ligter ftraf op een zodanigen, in zulk een zwakoogen* blik, niet genoeg vermrg , dewyl hy ligtelyk zoude waanen daarby te winnen, wanneer hy het doodsge« vaar van den kant des vyandskonde ontvlugten , zonder dieswegens door de Wetten ter dood gedoemd te worden. Dit is alles wat ik in ftaat ben van het laatfte foort van Wetten te zeggen. Omtrent het eerfte foort nu, meen ik met grond te kunnen beweeren , dac dezelven zoo nodig by den gewapenden Burger als befoldigden Krygsman zyn. De nodige ondergefchiktheid, hoewel niet op die ftrenge en willekeurige wyze als by de Militairen, mag nooit geheel ter zyde gefteid worden. Het is bekend, dat het Krygsweezen , naar maate het meer gedisciplineerd is geworden, ook dies te meer in kragten keeft gewonnen. De best geregelde en gedisciplineerde Legers zyn ook altoos de ontzaglykfte. Het is dierhalven nodig dat de vrye Ingezeten, als Krygsman aangemerkt, onder een zeker foort van Subordinatie gebragt worde, wil hy het oogmerk bereiken , waarom hy de wapenen heeft omgegord, en in tyden van nood beftand zyn tegen welgeregelde Troupen. Hie. komt het dan aan op eene verftandige keu. zes  van J. G. HERBIG, ze, om den middelweg te vinden, tusfchen de Bur« ger Krygstucht en die der Militairen. Geen man van doorzigt zal het kunnen tegenfpreeken, dat een gewa* pend Burger of Landman , zoo vaak hy onder de wapenen is , even zoo gedisciplineerd moet zyn als de Militair; maar de wyze van discipline, de verpligting daartoe, de cnvermydelyke beltraffing voor de feilenden , zynde de band van de Subordinatie ; dit alles moet omtrent den eerden van eenen geheel anderen aart zyn, dan by den laatften. De gewapende Vryman moet geregeerd en gedisciplineerd worden door Wetten, die hy zelf meede heeft goedgekeurd, en vrywilüg met eede bekragtigd en aangenomen. Deeze Wetten zyn niet alleen voor hem, maar ook voor zyne Bevelhebberen een heilig rigtfnoer; zy wyzen de grenzen aan van gezag en ondergefchiktbeid. Dê onbepaalde willekeur der Bevelhebbsren moet nooit plaats hebben, dan wanneer men onder de wapenen is, en zig niet verder uitfrrekken dan de goede orde en 's Lands welzyn vordert; niet verder dan zya pligt hem gebiedt, en zyn gedaane Eed hem toelaat ; en enkel in dit geval moet ook da Schutter, zo wel als de Soldaat [fchoon niet aan dezelfde flraffen onder, worpen] blindelings gehoorzaamen. Het gewigt der zaake pryst dit van zelfs zoo zeer aan, dat men 'er fiegts over behoeft te denken , om van alle twyfc' ïingen ontflagen te worden. Ik kom tot het tweede foort van Krygswetten, be» treffende het huishoudelyke buiten de wapeien. In dit opzigt verfchilt het Burger Krygsweezen hemels breedte van de Militie, en kan weinig daar meede gemeen hebben. De Soliaa: blyfc aitoos, ook bui« B a {.es.  VERHANDELING ten de wapenen, ondergefchikt , de Burger integen. deel geheel vry. Egter dient het inwendig beduur der Schutieryen, daarom op geene losfe fchroeven te Haan : 'er zyn meede Wetten nodig , waar door de goede orde in weezen blyft, by voorbeeld , omtrent de Admiiiiftratie, de benoeming van Bevelhebberen en andere Officianten, de onderhouding van Geweer en Wapenen , het behoorlyk veifc'aynen onder de VVa- «penen en diergelyken. Aan deeze billyke en noodzaakeiyke Wetten is meede elke Schutter verbonden , hy heeft dezelve bezwooren, hy had zyne vryheid bevorens hy daartoe overging. Hy kan het geenzins ais eene dwingelandy aandien , het is tot welzyn van het algemeen , waarvan hy zelf een Lid is; de verwaarloozing var dezelven fielt hem niet blco. aan eene veragtlykc en harde ftraf; deeze Itrekt zig flegts uit tot eene maatige geldboete, die» weder ten algemeenen nutte wordt hefteed. Weldenkende en geregelde Lieden zullen deeze verbeurde boete gewillig geeven, en meer befchaamd zyn over hunnen mü>fiag, dan beleedigd wegens hunne beflrafifug. Aan Lieden , ontbloot van alle goede en eerdievende beginzels, is niets verbeurd; deeze verdienen .geen medelyden , zoo zy zig moedwillig aan boeten willen bloot;'ellen. Herhaalde en opzettelyke onagtzaamheeden , of pligtvetzuimenisfen , zynde een zeker kenmerk van kwaadwilligheid , dienen billyk meer in aanmerking? te komen , .en in dit geval is het dienftigst, zodanig een voorwerp van de Maatfchappy uit te fluiten, en voor  tan J. G. HERBIG. 2c voor zyn dienst te bedanken, op dat zyn voorbeeld de beter gezinden niet meede bennetten moge. Hierby bepaal ik myne aanmerkingen over de twee eerfle foorten van Krygswetten. Grover mis. daaden, als opfland tegen de Bevelhebberen onder dé Wapenen, Muitery, ontrouw in tyden yan Oorlog, Hoog verraad, en diergelyke delicten , welke de Publique rust en veiligheid flooren , en die zoo min in bet Civiele als bet Militaire kunnen geduld worden , tehooren onder de Clasfe der Criminee'e Krygswetten , waarvan reeds boven gewag is gemaakt, en die niec tot myn bfftek bebooren. In deeze gevallen flaat de Schatter onder denzelfden Regter dien hy als Burger onderworpen is, om dat de eerfte qualiteyt hem geene vrybeid kan geeven tot eene teugeilooze, ergerlyke , of zelfs zeer misdaadige levenswyze. Ik agt het aangehaalde genoeg, om des kundigen fleg's op het fpoor te brengen , en laat hst verders aan bekwaame Rechtsgeleerden over, om eene verzameling van Crimineele Burger- Krygswetten te maaken , die bellaanbaar zyn met de Conftitutie der Republiek , en te gelyk zoo na by de Militaire Wetten , als zonder inbreuk op de vryheid der Ingezeetenen eenigzints mogelyk is. Myn voorneemen by deeze verhandeling, zoa als reeds gemeld is, dan voornamentlyk gerigt zynde op het opiigten en het bellier eener gewapende Landmilitie , voorts op het invoeren en voortzetten van den Wapenhandel, op de best voegelyke wyze, en eindelyk op de aanwending of het gebruik van de geregelde Corpfen in tyden van nood zal ik, zoo veel B 3 tw  4i VERHANDELING ter zsake dient, en zoo verre myne vermogens zig uitftrekken, een fchets van een Reglement daarby voegen , het welk ik egter geenzints als een volleedig werk opgeeve, maar het welk tot het leggen van den eerHen grondfleen zal toereikende zyn. De tyd en ondervinding zal ook hier het meeste kunnen bydragen , om het te verbeeteren, des noods te veranderen, of meer uit te breiden. De bep'aaling der verbeurde boeten laat ik over aan de dispofitie van hoger Overheid, of eene onderlinge Conventie der gewapende Corpfen; doch metke ter loops aan, dat dezelve niet al te matig behooren te zyn, en wel geëvenreedigd naar den aart van de pl:gtverzulmenisfen, op dat dezelve de natuur van eene bi^raffing niet verliezen, en een kwaadwillige daar door gelegenheid bekome, om onverfchillig te zyn, of hy da wetten overtreeie of niet. De Leezer zal verder wel ras ontdekken dat deeze Verhandeling, ten aanzien van het platte Land, inzonderheid gtfchreeven is voor de Provincie van Fnesland. In hoe verre ik dus voldaan heb aan den zin der Prysvraag , als (trekkende zig ook uit tot onze Republiek in *t algemeen, zal ik moeten afwagten. Onderfüsfchen denk ik dat men by ieder Provincie omtrent de wapening ten platten Lande, min of meer hier uit een voorbeeld kan trekken, en het met eenige ver«nderingen op zig zelf toepasiyk maaken. De geheele Landmilitie is verdeeld in egaale Corpfen van eene bepaalde en gelyke lterkte , en elke Grieteny leevert zodanig een Corps op, zonder agt te. geeven op bet meerder of minder getal van Inwoonde-. ren  v a n j. G. HERBIG. 23 ren in de verfchillende Grietenyen: Ik ben tot deeze methode bewogen om volgende redenen: 1. Is het een uitgemaakte Regel in de Tactiaue , dat de Córpfen zoo veel mogelyk van een egaalefterkte moeten zyn, en dezelve wordt ook by alle Mogentheden gevolgd. Waarom zal elk ligt begrypen op dat het eene niet meer Terrain beflaa dan het ander, en dat zy dus beeter te zaamen kunnen ageeren. 2. Is een getal van 300 Koppen in Ryen en Ge. leederen juist een zeer gtfchlkt getal van een Battailhn, en (laat ten naasten by gelyk aan de Battaib lons van de Troupes der Republiek, hetwelk zoude te pas komen, indien men eens zaamen moest agee. ren: Ook zyn de evolutien meer zwaar te verrigten van een ilerker Battaillon, en het is niet raadzaam het weik voor deeze nieuwe en nog geheel onbedreeven Krygsburgers moeilyker te maaken dan nodig is. 3. Kan ook zodanig een Corps, volgens myu plan, gemaklyker bellierd worden in het huishsudelyke, het welk op die wyze ook door alle de Grietenyen op een gelyken voet kan komen. 4. Kan bet getal zelfs, myns bedunkens, voor den beginne ryklyk beftaan. In de kleinfte Grietenyen zal weinig of niets overfchkten, en naar maate deCorpfen zwakker zyn , zouden ook de kosten , die tot het wapenen vereischt warden , dies te draaglyker zyn, het in ftand brengen van den wapenhandel fpoediger en ligter, en de geweeren en wapentuig eerder in gereedheid. Onaangezien deeze fmaldeeling is evenwel het geheel met de prima plana een getal van over de elf duizend koppen; zeeker eene refpectabele Land- B 4 militie  S4 VERHANDELING militie voor eene enkele Provincie, waarvan men zig, wanneer de gronden wel gelegd worden, en aües in behoorlyke orde komt, meer kan beloven, dauvaaeene dubbelde meenigte, die in den groud ongereegeld b'yft, en die ook juist door haare grootheid, bezwaarlyk ooit tot de volmaaktheid zal geraaken. Indien men egter in de meest bevolkte Grietenyen na verloop van tyd, nog een of meer diergelyks Corpfen (hoewel al.oos van dezelfde fterkte) gedenkt cp te rigten, en zoo de ftaat der Finantien zulks toelaat, dan zal het te minder zwarigheid hebben, wanneer 'er leeds een vaste voet is, en het Krygsambagt algemeen bekend (.d). Ter ( d) 't Schynt niet wel mogelyk, zulk eene gelykheid van getal in alle Grietenyen in te voeren, zonder acht te geeven op het groot verfchil van uitgeftrektheid en volkrykheid, dat tusfehen dezelve gevonden wordt. Men ftelle Leen■waarderadeel eens tegen/Engwirden : welk een onderfcheid! ïtor is het ook zo noodig, dat juist alle Uauaïllons s bsnoeming der overige Officieren, is myns be« dunkens, op volgende wyze, niet oneigenaartig aan het I. Vooreerst, zien wy geenszins waarom in veel? Grietenyen niet zo wel als de Grietman, eenig ander bekwaam en aanzienlyk man zou kunnen gevonden worden, die, verre van te weinig ontzag aan zyne vrye Landgenooten In te boezemen, juist daarom in hunne oogen aangcnaamer zou zyn , en vlytiger gehoorzaamd worden , dat hy noch wegens geboorte , noch wegens eenige andere gewaande meerderheid , zich ondraaglyk maaken kan. Want, om de waarheid rondborflig te zeggen, dat denk. beeld van geboorte komt zo wel wat in de dagelykfche zamenleeving te pas; maar in zaaken van belang, die de befcherming van eene Republiek en Republikeinfche rechten betreffen , is het een kyfaas en niets meer. Cicero zelf Was een homo novus; ook de oude Cato. Een verftandïg en wel opgevoed man, die algemeene kundigheden heeft, en met een moedig hart eenen loflyken wandel weet te vereenigen, behoeft juist geen Grietman te zyn om 300 man te beftieren. Wy Hemmen gaarne toe dat ónder de Heeren Grietslieden veele zodaanigen gevonden worden; ook beweeren wy niet als noodzaakeJyk dat de Grietman geen Colonel zy ; (hoewel eenige van onze Leden volftrekt dat gevoelen vasthouden); maar wy vinden noch minder noodzaakelykheid in het vast beiluit van Grietman tot Colonel. Ondertusfchen zullen wy in de tweede plaatfe eenige zwaarigheden voordraagen, die men biliyk tegen den besten Grietman Colonel kan inbrengen. II. Zyne bezigheden, als Grietman, zyn van zelfs zo uitgeftrekt dat zy ten naasten by den geheelen man vereifchen; ten minften wsi, zo men daarby voegt het bellier van zyne Jsyzondere zaaken , dat veelal van grooten omfla? is. Paar- C a  3 grypen; cindelyk, dat zy zig altoos door geregtig* „ heid en onzydigheid znllen laaten leiden, de goede ,, orde trachten te bevorderen, en de overtreeders volj, gens de Wetten van den Lande, en het be-eedigde „ Reglement naar eed en pligt te behandelen, en zo ver:, volgens" O). De Eed van Onderofficieren en Schutters moet van den volgenden Inhoud zyn* „ Het Vaderland in 't algemeen, en byzonder deeze „ Provincie, houwen getrouw te zyn, hun Vaandel, „ of aanbevoolene posten, in tyden van nood, nooit ,, zonder het bevel hunner Officieren of Onderofficie„ ren te verlaaien , maar met moed te verdeedigen; »•. zig (£) In den Eed van den Colonel moest, onzes oordeels, 'ingevoegd worden, dat hy , ingevalle het Reglement niet duid.elyk fprak , gelyk het oumogelyk is voor 's hands alle mogelyke ontmoetingen te bepaalen, dat hy dan op eigen gezag niets van belang zal uitvoeren, maar metzyne Stafofficieren raadpleegeo , het befluit der meerderheid volgen , en op de eerfte aanfpraak aan den Krygsraad (waar» van vervolgens brecdcr) rekenfehap doen vau zyn gedrag.  tak j. G. HERBIG.1 4$ „ zig gewillig aan de gewettigde bevelen hunner Offi„ eieren te onderwerpen; onder de wapenen zoo wel „ in tyden van Vreede als Oorlog gehoorzaam te zyn; niet tegen te fpreeken, veelmin voorbedagtelyk en „ moedwilliglyk te feilen: Hunne wapenen nooit te mis» „ bruiken tot eenigen Oproer of Tumult ; nog miuder „ dezelve daartoe in andere handen te geeven, maar „ eerder alles aan te Wenden om zodanige wanordres „ voor te komen en te verhinderen; het gemaakte „ Reglement in alle deelen tot hun rigtfnoer te nee- men; de verbeurde boeten gewillig te betaalen , of „ zig aan vervolging van hoogere Rechtbanken onder„ worpen te kennen, en zo voorts." TWEEDE  ifi V E R H A N DE L-I N G TWEEDE HOOFDSTUK.. . Fan de Sterkte, en vervolg van Inrigtinge der Corpfen. FTet geheele Corps uit ieder Grieteny beftaat uit zes Compagnien. Ieder Compagnie uit. ;r i Capitein. Officieren \ 1 Lie"tenant. j i Sous Lieutenant. C i Vaandrig, f 2 Sergeanten. Onder-Officieren \ i Schryver, teffens Fiscaal. \_ i Rustmeester. 2 Tambours. Dus prima plana io Perfoonen. In Ryen en Gelederen 50 Manfchappen, zynde 6Corpo» raals en 44 Schutters. Zaamen 60 Hoofden per Compagnie. Dit bedraagt van 6 Compagnien. Totaal 560 Hoofden van de Compagnien. Groo»  tan J. G. II E R B I G. 47 Transp. 360 Hoofden f 1 Collonel, Groote Staf. \ 1 Lieut. Collonel.' 1 Majoor. <{" 1 Adjudant. Kleine Staf. ^ 1 Generaale Fiscaal of Collecteur, (_ 1 Amunitie - Meester. 1 Battaillons Tambour. Dus het volle getal van een Corps 367 Hoofden met Prima Plana, en 300 Hoofden in Ryen en Geleederen: zynde dus Van 30 Grietenyen u,©lo Hoofden met Prima Plana, en 9000 Hoofden in Ryen en Geleederen. Uit de 44 Schutters van elke Compagnie moeten getrokken -worden 10 Granadiers. maakt van 6 Compagnien. 6© Man per Battaillon. en van 3° Grietenien. Zaamen iSoo Man Granadiers, waar van men ,a!s het wordt nodig geoordeeld, 6 Battaillons kan formeeren, blyvende m dit geval de Battaillons Musipietiers van 240 Man in Ryen en Geleederen, en do Granadier Battaillons komen op 300 Man. Dog; het zaamentrekken der Granadiers kan niet te pas komen , dan wanneer de Militie van de geheele Provincie vereenigd is, en een Leeger formeert. Buiten dit tlyven dezelven altoos by hunne Corpién. De nodige Officieren en Onder» Officieren worden, zoo dikwyls de  4S VERHANDELING de Granadiers van het Corps zaamentrekken, uit da Musquetiers daarnaar toe gedetacheert by het gewoone afdeelen van het Battaillon; -waartoe van beiderley rangen in overvloed genoeg zyn, zonder dat men no. dig heeft nog extraordinaire Granadiers Officieren of Onder • Officieren te benoemen. By een Battaillon worden behalven de Hoofd-Officieren . de Vaandraagers niet meer dan 9 Officieren w.reischt [deCapi. tein daar onder begreepen] en hiet zyn 18, dus negen over, van welk getal drie by de Granadiers komen, en de overige zes, wanneer alles Compleet is, volgens den Militairen regel by het Battaillon buiten de Pebttons verdeeld worden, of anders daartoe dienen om altoos het Battaillon Compleet aan de nodige Officieren te hebben, wanneer eenige plaatfen, dcor Vacatuure , ziekte, of eenige andere indispofitie van Officieren , niet bezet zyn. Het getal der Sergeanten en Rust. meesters [welke laatflein het Battaillon als Sergeanten worden aangemerkt, denzelfden rang hebben en dezelfde Wapenen voeren] is van het Battaillon 18 , waarvan 9 Sergeanten by de pelottons nodig zyn, drie by de Granadiers komen, en de zes Rustmeesters geëmploieerd worden,wanneer een of meer Sergeanten manqueeren. De zes Compagnies-Schryvers kunnen als Sergeanten de Vaandels dekken van hunne refpective Compagnien. Het blykt dan dat 'er geene redenen zyn om, behalven het bepaalde getal van Officieren en Onderofficieren, nog eene buitengemeene vermeerdering voor de Granadiers daarby te voegen; nogthans zal men wel doen wanneer men uit de Compagnien altoos dezelfde Offi*  van j. G. HERBIG. 4S Cffideren en Sergeanten by de Granadiers defpicieert, om dezelven aan deeze byzondeie verrigtingen te gewennen , en eene juiste uitvoering der Manoeuvres daar door nog meer te gemoet te komen. Niet zonder zeer gewïgtige redenen wordt hier alge» weeken ven den voet op welken by de nationale Regimenten de Granadiers zyn ingerigt» en daar tegen de' methode der Zwitzers gevolgd, dewelke geene byzondere C-ranadier- Compagnien hebben. Granadiers zyn de zoogenoemde Elites, of de Kern van de Manfchap. Vermits het nu zeer natuiulyk is, dat men meer keur heeft- in het district van eene geheele Grieteny, dan in een kring van het zesde gedeelte derzelve, zynde het diftrict van elke Compagnie, zoo moet noodwendig volgen, dat dit Plan ook het best aan het oogmerk voldoen kan. Thans kiest men uit de 44 Manfchappen van elke Compagnie de tien best voeglykften, en anders zouden alle 44 zoo als zy zyn Granadiers worden. Yvat r.u eindelyk de beftemming van den Granadier betreft; hieromtrent.is het nodig die geenen te onderrigten, welke hierin onkundig zynde het waare nut niet bezeffen van deeze foort van gewapenden, en wel Ügt waanen, dat. het enkel in een ondetfeheiding van kleeding, een ruige muts, of een fraaie figuur feeflaat. Het eigentlyke en voomaamfte oogmerk integendeel is, dat het fterk en manlyk volk zy, en in hunne beste jaaren, ten einde in cas van nood, tot de ge.» wigtigfie-onderneemingen te dienen, als het forceeren van fterkjen , of Retranchementen, het doen van geforceerde Maifchen, en by fcortgelyke gevallen D waar  5* VERHANDELING waar men kan handgemeen worden, en waar de we» zentlyke dapperheid en fterkte , op de wyze der Ouden nog in aanmerking komt. Alle Manfchap is hiertoe niet even goed in itaat, fchoon een bejaard man en een onvolwasfen jongeling , weder denzelfden dienst doen naar de nieuwe wyze van Oorlogen , waar het gevegt door de Snaphaanfchoot wordt beflist. Op de voorgemelde wyze heeft men dus tweederlei foort vr;n Combattanten , ieder tot een byzonder gebruik, en de Granadiers tot beiden gefchikt: voorts worden de Granadiers nog byzonder geoeiFend in het behandelen en werpen van Granaaten. By het uitzosken van Granadiers is men bedagt op fterk gefpierde en jonge Lieden, zonder daarby in •aanmerking te neemen, of zy van eene buitengemeene lengte zyn, of door een fraai aangezigt uitmunten. Want by alle Krygszaaken moet het nuttige de voorkeuze hebben boven het fierlyke. Men bepaalt hierby de jaaren yan 25 tot 40 incluis, en de Taille van 5 tot 8 duimen Rhynlands. Verders moeten zy een onbedrieglyk voorkomen hebben , of bekend zyn voor Lieden die kragten hebben, dewelke niet door jeug. delyke uirfpattingen geleeden hebben, met één woord, gezonde Manfchap en vry van lichaams gebree» ken. Zoo lang het geheele Corps niet te zaamen rukt, zyn deeze Granadiers by hunne Compagnien in hunne verrigtingen met de wapenen als anderzins, in niets onderfcheiden van de overige Manfchappen, en worden niet eerder Granadiers, dan wanneer het Corps te zaamen wekt, en in een Battaihn geformeerd wordt. Het  » a ft j. G, HERBIG. 5* Het Grenadier Manuaal wordt hen by de Compagnien aprart geleerd , en van tyd tot tyd herhaald. Of zy etnigermaate in de kleeding van de anderen dienen af te fteeken ,• dit zal van het algemeene goedvinden afhangen, en doet weinig ter zaake. Onder* tirsfchen kan ik eene onderfcheiding omtrent de Granadiers die fterk in het 003 valt juist niet afiaaden , by voorbeeld, een groo'.e panache of iets diergelyks op den hoed, en meer is niet nodig, het doelwit hiervan is van 's gelyken meer nut dan opfchik. Het is om de Granadiers uit de Musquetiers te kunnen kennen. Aangaande de overige kleeding der Land'Militie, eit of 'er eene uniforme al of niet nodig is ; dit ftaat niefi aan my om te beflisfen. Het zoude te beklagen zyn, wanneer voor het voorige alles tot ftand konde komen, dat zulk eene beuzeling daar aan eenig beletfel zou» de toebrengen. Behalven de Granadiers moet uit ieder Compagnie nog een Timmerman getrokken worden, juist als by de Troup~en. Hier toe verkiest men een Man die die Ambagt heeft geleerd [ indien 'er een by de Compag. nie is ] omdat hy by een voorkomend geval, het best aan het oogmerk kan voldoen. Hy wordt geëxerceerd als de overigen, en blyfe onder de 50 Man in Ryen en Geleederen begreepen, en boven dien moet uit een der Compagnien een Corporaal worden geetnploieerd als Commandant van deeze Timmerlieden. Ieder Compagnie wordt op zig zelfs weder onderdceld in zes Corporaalfchappen, en mi zal men inzien waartoe zo veei Corporaals zullen dienen: bierby is ie minder zwaaiigheid, om dat een Corporaal in D > Ryen  5* VER.HANDELING Ryen en Geleederen niets aan het getal vermindert, en met zyn Geweer denzelfden dienst doet als de gemeene. Enkel in het Hulshoudelyke is hy daarvan onderfcheide», om een medehulp te zyn in deeze directie, en dezelve te helpen verligten. Een Corporaalfchap dan is een zesde gedeelte van het Terrain der Compagnie, het welke wederom in den klemden cirkel getrokken wordt, en in ieder der kleine districten moet een der 6 Corporaals woonen. Dus beftaan twee dier Corporaalfchappen , elk uit i Corp. en 8 Schutters , maakt ig en vier, elk uit i Corp. en 7 Schutters, maakt 31 Zaamen 50 Behalven het geregelde Corps op den Compleeten voet, is het zeer aan te pryzen, [indien 'er nog Manfchap over is] om met 'er tyd, wanneer het hoofdwerk afgedaan en in behoorlyken ftaat is , eenige overcompleeten aan te kweeken: namentlyk een, twee, of meer by elk Corporaalfchap, al waren het nog jongelingen onder de gerequkeerde jaaren, mits van behoorlyke f!erkte. Deeze hebben geen eigen Geweeren nodig; maar kunnen tusfchen tyden zig van de Geweeren der vaste Schutters bedienen. Op die wyza heeft men aitoos gedresfeerd Volk, o;n by Vacatuure in te vallen, of de plaatfen der Abfenten en Zieken &c. by de Exercitie te vullen. Zoo doende wordt de Wapenhandel, eens ingevoerd zynde , ongevoelig onderhouden ; en van de kindsheid aan als 't waare ingeë.it en voortgeplant. ----- Een Souverain middel om zoo veel mogelyk  van j. G. HERBIG; 53 mogelyk voor te komen, dat' men 'er niet wars van worde ! Zoo dra een Schutter de 60 jaaren heeft bereikt, dan kan hy omflagen , en voor zyn dienst bedankt worden 5 dus zyn Lieden van de boogde jaaren by de oprigting bepaald, niet langer dan 5 jaaren verbonden. Egter kan ook hier fomryds eene uitzondering plaats hebben, indien namentlyk ieman.1 in die jaaren zelfs verkiest de Wapens nog langer te dragen, en hy 'er nog jeugdig en iïerk genoeg toe is. D 3 D E II?  & VERHANDELING DBRDE HOOFDSTUK. Van de Generaals Perfoonetu Na dat de refpective Corpfen op zich zelfs volkomen zyn ingerigr,dan moeten dezelve door de geheele Provincie onder Brigades worden gebragt , en over elke Brigade een Brigadier of Generaal Major gefteld worden. Wanneer vericheiden Corpfen moeten zaamentrekken, om met vereende kragten te ageeren, dan is het altoos onvermydelyk noodzaaklyk, dat 'er een Opperbevelhebber over de:ze yereenigde Corpfen moet gebieden, buiten welke voorzorg zodaanig eene veteeniging in allen gevalle veel verwarring zal na zig fleepen, en in plaats van nuttig te zyn het tegendeel worden. Twee of meer Chefs van dezelfde qualiteit zullen geene beveelen van eikanderen willen afwagten, en nog min dezelve ter uitvoer brengen; en dus zoude elk zyn eigen plan volgen , welke verfchillende plans niet zeb tien regtftceeks tegen eikanderen zouden aanloopen, in het uitvoeren van welke', ligt de een tegen den anderen aan, en den Vyrnd in ce hand zoude kunnen werken: men kan zig onder elkander niet alleen verwagen zelfs vernielen! want, om dat de een zyn plan niet eens aan den anderen ontdekt, kunnen zy ligt op het zelfde oogenblils een manoeuvre maaken, waar-  var j. G. HERBIG. 55 waardoor zy zig zelve attaqueeren, of ten minden do een den anderen inactief maaken, hem door zyn fausfe manoeuvre nocdzaakende Om zyn vuur in te houden. Alhoewel de verdeelingin 6 Brigades met de 30 Corpfen het best uitkomt en alle Brigades gelyk maakt» fchynt het my egter beter , de geheele Militie tot 8 Brigades te maaken, om dat dit getal beeter kan gefmaldeeld worden , zoo wel in linie van Battaille , als tot verfcheiden afgezonderde expedities; telfens zyn dan deeze Brigades in een klebier diftrict begreepen, en kunnen dies te gemakliker eii fpoediger zig vereenigen. Op deeze wyze nu komen 6 Brigades, waarvan elke uit 4 Battaillons beflaat, zyn — E4 Batf en 2 Brigades, elke van £ Battaillons 6 —: maakt 30 —— Om nu ten opzigte van de twee kleine Briga.les weederom de beste fchikking te maaken, zoo formeert men deeze uit drie aan een grenzende Grietenyen, welker uitgeftrektheid van Terrain , zaarrten gereekend y het grootüe is, te weeten grooter dan dat van drie andere Grietenyen: dit heeft een dubbehl nut. Ten terflen, wint men 'er door uit dat de Corpfen die het meest uitgebreid zyn, even fchieiyk te zaamen kunnen vergaderen, {gelleld deeze drie Grietenyen bevatren hetzelfde Terrain als vier andere] vermits zy uit eenomtrek van flegts drie Grieteuyen, en de meer beknopt woonende daartegen uit een omtrek van vier Grietenyen , in een zeeker middelpunt zig vereenigen. Het tweede nut In de grootfte Grietenyen, welks de kleine Brigades formeeren , kan mogelyk met'er tyd D 4 ook  $6 VERHANDELING ook Hgfer een tweede Corps worden opgerigt, waardoor deeze Brigades aan de andere kunnen gelyk worden. Het komt 'er buiten dit geheel niet op aan, of de Brigades volkomen gelyk zyn; het is daarrneede geheel anders gefield dan met de Battaillons, en de reden door my te vooren bygebragt, waarom de Brttaillons moeten egaal zyn, houdt op byde Brigades ; want elk Battaillon is en blyft in de Evoluties altoos een Ligluam op zig zelfs , en wordt niet veranderd, fchoon het inet meer vereenigd is. Verders moeten de zes groote zoo wel als de twee kleine Brigades, uit de vier naastgelegene Grietenyen beliaan , en zoo veel mogelyk daatby geobferveerd worden , dat men niet da grooten ("van Terrain) by grooten, de kleinen by kleinen voege; maar het beste is, dat de uirgeftrektheid van ieder Brigade zoo ingerigt worde, dat zy zich. op de fcliielykfte wyze en te gelyk kunnen verzamelen. Men kan hier voorwenden, dat, vermits de Brigades uit vier aangrenzende Grietenyen zullen befliaan, 'er geen keuze overblyft in de wyze van zaamenvoeging. i—■ ■■ Hier tegen gelieve men in aanmerkinge te neemei, dat dit zeer wel kan zaamen gaan, om dat men de vier Oostlyke, Westlyke, Zuidlyke of NoordIyke, door veifcheidetfverfchikkingen kan zaamen voegen , zonder van den regel af te gaan, dat zy tefïeas aan elkander grenzen. Over twee van de gemelde Biigades , dient nn weeder een hcoger Bevelhebber te gebieden, die gel^k flaat met een Lieuienant - Generaal, en wel uit hetzelfde  vis J, G. HERBIG. 5? zelfde grondbeginzel, als by de Battaillons beweezen is, cm , indien zy sig vereenigen, door een enkel hoofd beftierd te worden. Aan deeze dubbelde Brigades kan men den naam van Legioen [ten zy men een beeter benaambg weet] geeven, en hieromtrent is niets meer te herinneren dan dat een Legioen van 'sgelyken, volgens het aangenomen principe , uit naast' grenzende Brigades moet te zaamen gefield zyn,. en dat de twee kleine Brigades niet by eikanderen moeten komen, maar elk met een groote verbonden zyn. De Legioenen der Romeinen waren van Epoque tot Epoque van zeer verfchillende fterkte, de meest aangenomene fterkte bedroeg 4000, en het hoogde getal éooo man. Het is waar, nooit waren de Legioenen zoo zwak, als zy volgens dit plan zullen worden, dewyl het ulterfte hier niet boven 2752 Qvaet prima pla« na) kan haaien dan dit doet niets ter zaake: wy hebben thans geene fterkere Legioenen tegen ons, en het komt hier minder op het bepaalde getal, dan op de wyze van zaamenfteUing aan. Elk Legioen is in navolging der Romeinen, ichoon op den hsedendaagfchen leest gefchoeit, eeneArmée in 't klein, zaamen gefield uit verfchillende foorten van wapenen, waarvan ik nader zal fpreeken; en het vooraaamlle doelwit hiervan is , eene verfpreide meenigte in kleinere kringen, en des naader by een gegeeven middelpunt [te bren-. gen , om door dien weg de Machienes fpoediger ge*, reed te hebben, en fneller te beweegen. - Eindelyk behoort 'er een Generaal en Chef of Opperbevelhebber te zyn over het geheel; en deeze dient om meergemelde redenen altoos het commando te hebD j ben-  VERHANDELING ben, ?oo vaak twee dubbelde Brigades of twee Legioenen , dat is , de helft van de Landmilitie zig con. jungeeren; en bet fpreekt van zelfs, dat by en Chef het geheele Leeger gebiede, ingevalle hetzelve zig vereenigt. Uit voorzorge kan een der Lieutenant Gene» raals, en wel de kundigfte benoemd worden tot tweede Generaal en Chef, om zoo wel by indispoiitie van den eerden, als wanneer het geheele Leep.er in ftwee gedeelten afgezonderd is, het Oppercommando te voeren. Aangaande de wyze van benoeming der Generaals\ perfoonen, blyf ik by myn ftelregei, dat altoos de Hemmen moeten gelden van het diftrict in welke men een gebied voert, van de kleinfte tot de grootfte Charges incluis. Diesvolgens verkiezen de Stern» geregugden van elke Compagnie hunne Compagnies - Officieren, die van elke Grieteny hunne Hoofd-Officieren, en zoomoeten die van drie of vier Grietenyen hunne Brigadiers, die van twee Brigades hunne Lieutenant^ Generaals, of Legionairs en de geheele Provincie .baaren Opperbeve.hibber door Hemmen verkiezen. Dan vermits dit eene zeer wydloopige zaak zoude worden, die van trap tot trap zig meer verwikkelt , zoo kan men de verkiezing der Generaalsperfoonen ook aan dezelfde Volraagten overiaaten, aan welken men hst be. ftier van de geheele Provincie aanvertrouwt, en deezert kunnen onder eikanderen, hoewel van eik diilrict op zig zelfs, hierover coi:cludeeren. Men moet eg ter deeze gewigtige zaak niet te opper, vlakkig aanzien, of ligt vaardig 'er over heenlcopen. 'Er wordt veel vereischt tot den post van Generaal, wanneer pen zig hy voorkomends gelegenheid wel daar-  van j. G. HERBIG. 5? daarvan wil kwyten. Ik durf my riet verftouten van in een detail te treeden , om de verdichte kundigheden voer eenen Generaal aan te tooien; men kan dit in veele Boeken vinden , die over de voortreflyke Krygstoust handelen: het is tree éé i woord eene weetenlcbap die geene grensen heeft, te groot vooreenen fterveling om dezelve in haare volle uitgeftrektbeid te bevatten: dit zalmen bewaarheid vinden wanneer men met eerige oplettendheid de gefchiedenisfen nagaat, waarin men bezwaarlyk eenen grooten Krygsman zal aamrdr-n, die het in alle takken was. — • Hy verdient reeds met alle regt den haam van Groot 9 die in eene kan uitmunten. Het is niet te verwonderen dat het zwaar zal vallen, cm zelfs onder de aanzienlykften des voïfcs, welke alle tot het Staatsbewind opgeleid zyn, en die dus geen werk hebben gemaakt van de zoo ukgabreide Krygsftudie, zulke voorwerpen te vinden, die daartoe ge» fchikt zyn ; edog voor een man van Studie , die in t algemeen met de weetenfchappen bekend is , en die met yver 'er voor bezield is, is de weg niet geflooten om 'er toe te geraaken. Maar nu is de vraag «—• Wie zal men tot Generaal kunnen in aanmerking neemen, doordien de Grietslieden ,als de voernaamften des Volks, niet meer dan Col' loneh zyn? Ik antwoord : De Grietslieden zelve, of fchoon Collonm, kunnen dit blyven , en tellens hoogere waardigheden bekleeden, zoo wel als by de bezoldigde Miiuairen een Veldmarfchalk te gelyk Collonel van een Regiment kan zyn. Een van de drie of vier Grieisr  6o VERHANDELING Grietslieden van eene Brigade kan by Steraminge Generaal-Major worden; een van de zeven of agt van een Legioen kan op gelyke wyze Lieutenant Generaai; en eer van alle dertig kan G.-neralisfimus wor'den. Zy aile zyn door het volk daartoe verkooren, en hun g*zag is uitdien hoofde aan geene tegenkanting blootgefteld. Edog hieruit vloeit natuurlyk voort, dat by die Battaillons, van welke de Chef teffens een Generaals perfoon is, een tweede Collonel gevoegd worde, om dat een en de zelfde perfoon, zig op geen twee plaatfen kan verdeelen, en te gehk zyn BattailIon en zyn grooter Corps Commsndeeren. Zyn 'er behalven het Corps Grietslieden rog Heeren te vinden die een Generaals post wei zouden bekleeden, dan is men weder niet bepaald om juist altoos by de Grietslieden of Collonels te blyven (O- Ieder (i) Men ziet van zelfs dat deeze vrreeniging der Battailions tot Brigades , en gevolglyk de aanftelHng van Brigadiers, Lt. Generaals, Generaals, en eindelyk vaa den Genfralisfimus, alleenlyk te pas kouit wanneer men uit verfchei.lene, of liever uit alle Grietenyen tegen een gemeenen Vyand moet optrekken. Nu vraagen wy, over eenkomftig met het bedoelde in onze eerfte Aantekening, pf deeze en dergelyke fchikkingen niet vroeg genoeg zullen gemaakt worden , wanneer de omftandigheden die het vereifchen, werkelyk plaats hebben? Wy veibeelden ons dat men in het diingend gevaar veel gemaklyker de Item. «en zal vereenigen ter verkiezinge van de bekwaamde Officiers , dan wanneer dat gevaar op een grooten afftand befchouwd wordende, hoop geeft van fchielyk wederom tc zullen verdwyncn; tfjrwyl ondertusfehen de eerzucht vaa  tAH j. g. herbig. « Ieder Generaals perfoon heeft een Generaal Adjudant nodig, die den rang van Capitein moet hebben; de benoeming daarvan kan men ter befchikking van den Generaal zeiven overlaaten , om iemand daartoe te neemen, dien hy 'er toe in ftaat kent. Dit artikel oordeel ik aan de gewoone verkiezers min of meer onverfchillig te zyn 3 om dat dit een Man is die geen Commando voert. VIERDE van onwaardigen, door dien waan geftreeld, ook ligtelyfe kon aangezet worden om zich door kuipery tot nadeel van' het gemeen belang te verhefFen. Ook zullen de waare' verdienden z.ch beter onderfcheiden na de menigvuldige' herhaaling van byzondere Exercitiën en Commandemeatén, dan wanneer alles noch onbeproefd is.: Onze Schry ver heeft zeer wel aangemerkt dat de Generaal juist niet noodzaakelyk uit de Grietslieden behoeft gekoozen te worden. Men weet reeds dat wy dit gevoelen zelfs tot de Colonels- uit-.' ftrekken: maar wy meenen hier met recht te mogen vraagen, waarom de Generalisfimus juist een Grietman moet zyn? Wy zien voor deeze Helling noch minder grond, indien men ons toeftemt dat deeze verkiezing zelve dan eerst noodzaakelyk wordt, wanneer het wezenlyk gevaar voor handen is. Jn dat geval zal hy eenigermaate, hoewel' altoos onderworpen aan den hoogen Souvereia , de gedaante van een RoOmfchen Diktator hebben. Doch wy denken tevens, dat hy, juist gelyk die Amptenaars, na gedaane zaaken, terftond wederom afftand zal moeten doen van eene zo geduchte waardigheid.  fa, VERHANDELING VIERDE HOOFDSTUK. Van de Vaandels, Wapenrusting en Munitie. JVlyn gevoelen is , dat elke Compagnie een Vaandel behoort te hebben , dus zes per Battaillon, niettegenftaande de nationale Trouppen flegts twee hebben. Het geval is hier geheel anders. 1 1 1 Ik zoude twee ook genoeg agten vooreen Battaillon Land-Militie, indien het gelik de Militairen iri een kleiner kring was ingeflooten, behalven nog meer redenen die hier vólgen. Wanneer niet alle Compagnien Vaandels hadden , dan zoude de beste regel zyn, geen eene Compagnie moet een Vaandel hebben , omdat er geen voorrang van den eenen boven den anderen in dit geval kan en moet plans hebben. In uitgeftrekte Grietenyen zouden dan de verst afgelegene byna niet 'er om denken, dat zy een Vaandel hadden , om dat zy het buiten de groote Exercitie tyd niet zouden zien. Het zoude hen onverfchilliger worden naarmaate zy 'er meer van verwy* derd waaien, en zy zouden eindelyk denken , dat zy 'er als 'twaare geen deel aanhadden; maar nogfleiker, anderen zouden 'er mogelyk nydig over worden, dat dit eenige district de eer had van een Vaandel te voeren en zy lieden niet. Dierhalven : men gecve aan elke Compagnie een Vaandel ; dun bevestigt nun vooreerst hunne gelyk- heid  f ah J. G. HERBIG, 63 : heïd ——• men overtuigt hen verders, dan men elk deeze eere waardig keurt —— ieder Compagnie) is hier een klein Corps op zig zelfs , en ieder dier Corpfen heeft zyne byzondere huishouding, het welk niet minder de nuttigheid van dit Systema helpt bewyzen, om dat daardoor dit kleine Corps als 't waaré meer gewettigd , en 'ereene waardy aan gehegt wordt, die ook meer hoogagting en ontzag aan den Schutter zal inprenten. Zyn Hoofdman bekomt nu in zyne oogen meer het aanzien van eenen Overfle , door zyn eigen Vaandel te hebben, dan wanneer hy daartoe fchynt te gering geacht te ■ worden: zelfs de eerzugt der Schutters, eene hartstogt die nooit te zeer kan in gloed gebragt worden, zal daar door meer ontvonkt worden, wanneer zy by hunne byzondere Exercitie of andere plegügheden mer een Vaandel kunnen pronken. Voorts is bet een Heiligdom dat by voorkomende? gevaaren den. gewcpenden Ingezeeten met eene luide Itemme tot zynen pligt roept, hetwelk hymet zynblosd moet verdeedigen ; want dit is het waare oogmerk by de inftelling deezer eereteekens. En kan dan niet ligt eene kleine ftreek van eene Grieteny voor zig zelve in dit geval komen, zonder dat de nood al?e« meen wordt, of bevorens het geheele Corps zig-kan verzamelen ? Dus ook in dit geval, is het voor het aizonderlyk gedeelte dat te Wapen komt zeer dienflig , onder eene veldbanitfr op te trekken en te ftryden. Nog meer — wanneer men jaarlyks op den gezetten tyd de groote Exercitie verrigt, en het Battaillon zig uit alle hoeken verzamelt, zal het 'er mede veel  $4 VERHANDELING veel toe bydragen , dat de Compagnien haaren Marsch naar de algemeene Vergaderplaats, met des te meer lust en moed afleggen, wanneer zy deeze Vaanen volgen; en het zoude haar nog meer verlevendigen» wanneer met 'er tyd een klein Veld - Muziek daarby wierd gevoegd. ~ En zou het niet de fraaifte en uitlokkendfle vertoning maaken, wanneer in dee- zen tyd de geheele Provincie als doorkruist wierd met wel geregelde Schaaren, voorafgegaan, met vliegende. Vaanen, en een bekoorlyk Muziek ? Aangaande de plaatfiog van deeze Vaandels in het Battaillon, behoeft men flegts de Zwitzerfche Bat. taillons na te volgen, welke hetzelfde getal hebben, en het geen in het Reglement voor de Infanterie is. aangeweezen. De Vaandrig van de Compagnie is het hier in den eigentlyken zin, omdat elk hunner ook een Vaandel draagt, verfchillende in dit geval van 's gelyken van de inrigting by de Nationale Trouppen. Ook vind ik het,behoudens beeter weeten , het beste dat de Vaandrig zyn Vaandel ten zynen huize bewaare, om dat hy op die wyze , meesttyds het naaste by de hand is, wanneer by onvoorziene gevallen het volk de wapens moet opvatten ; uit dien hoofde is het meede het voeglykst dat zyne woonplaats omtrent in het middelpunt van het diftrict der Compagnie zy , dewyl hier teiïens de Vergaderplaats van dezelve moet zyn. Het tweede Artikel van dit Hoofdftuk is de Wapen-rusting» Hier onder verltaa ik niet alleen het Geweer zelve, maar ook de verdere toebehooren , als Bandelier, Patroontasch , Porie Epée, en wat verder tot de heden»  van J. G. HERBIG. «5 hedendaagfcha uitrusting van een Krygsman be« hoort. Het eerde Stuk is het Geweer zelve of een Musquet van het zelfde Caliber , als dat der Trouppen, het welk genoeg bekend is. Ik maak van deeze gelegenheid gebruik om de Cylinder - LaadfloMen aan te pryzen , fchoon my bekend is , dat de nuttigheid daarvan door veelen betwist wordt. Ik vind het nodig hierby een weinig te vertoeven. Het geliefkoosd argument van hen die deeze Methode verwerpen, berust voornamentlyk daar op , dat het Geweer 'er te topzwaar door zoude worden, en by het aanleggen de fchoot in den grond rigfen ; maar by een nader onderzoek blykr, dat eerder het tegendeel moet plaats hebben. Alle de ordinaire Laadftokken hebben altoos, opgeftooken zynde , naar boven toe aan den kant van de Bajonet en verre over het evenwigt van bet Geweer, hunne meeste zwaarte, om dat zy aldaar een dikker beloop hebben ; de Cylinder Laadftokken integendeel onderfcheiden zig daardoor dat zy aan beide einden dezelfde zwaarte hebben : dus is het zonneklaar dat het Geweer nu , in plaatfe van topzwaarder te worden, zulks naar den kant van den kolf wordt. Het is waar , de kopere banden moeten naar proportie ruimer en dus ook zwaarder worden by de nieuwe foort van Laad-Stokken; doch dit is ook van geen effect, om dat de benedenfte banden naar den kolf toe even zoo wel zwaarder worden, waardoof het evenwigt niet verliest. Men reekene hier nog by dat by den Cylinder-Laadftok het hout van onderen aan de Laade van 't Geweer merkelyk zwaarder K wordt,  66 VERHANDELING -wordt, van wegens de meerdere nodige ruimte; het welk alles te zaamen genomen de geheele zwaarigheid wegneemt , en de meest beduidende tegenwerping geheel oplost. Dat de Geweeren over-het geheel ten hoogden een halfpond zwaarder kunnen worden , dit is te gering om in aanmerkinge te komen, om dat een voldagen Man zulk een gewigt niet eens kan voelen, en zelfs den last dragende, kwalyk van een halfponds ligter Geweer onderfcheiden; en. genomen dat dit omtrent den Soldaat ook nog eenige rtfiectie verdiende [ hoéwei de Laadftokken in quaestie over al in de Militie ingevoerd worden,] omdat deeze met meer bagay'e be« laaden is, en aan fterke Marfchen en veele Fatigues, voornaoielyk te velde, is blootgefteld , zoo houdt de. zelfde reden by de Land-Militie, waarvan ihans de quaestie is , geheel op. Dat de Laade van 't Geweer meer door den Cylinder Laad - Stok zoude lyden kan men ook op goede gronden tegenfpreeken, dewyl het notoir is, dat men nut deeze ftompe Laad-Stokken, en die van zelfs invallen, het houtwerk niet zoo ligt zal befchadigen als rret de puntige. Dan laaten wy nu ook eens zien van welk een nut de Cylinder Laad-Stok is. Men bedriegt zig wanneer men gelooft, dat het niet omdrajen van denzelven by de Lading het eenigfte is, dat men 'er door uitwint ; dit is reeds een voordeel, dog geenzins het voornaamfte; men wint 'er ten,tweeden nog door, van onbelemmerd in het Gelid te kunnen laaden , en malkanderen door het omzwajen niet te ftooten of te bezeeren , bet welk men inzonderheid veel ziet by on»  tan J. G. HERBIG. 07 on- of half bedreevenen. Ten derden wint men ook meiklyk veel tyd uit, doordien de Cylinder-Laaddok niet nodig heeft verkort te worden , mids men by het uittrekken fl gts den arm verre genoeg uitftrekke: men vat dan den Laadftok, zonder de hand om te drajen, direct by het beneedenfle eind, 't welk in den Loop wordt gezet; en dus kan men, zonder de hand van plaats te veranderen , denzelven direct uit den ring in den Loop zetten, en zoo van 's gelyken uit den Loop, onder aan vattende, wederom opfteeken- Beide deeze verkorte handgreepen zyn by de ordinaire Laad Stokken niet Practicabel, deeze moeten altoos by het uithaalen in het midden gevat, en met eenen geheefen omzwaai verkort worden. Ten derdei is het voornaamfle nut van den Cylinder LaadStok , indien hy welgemaakt is [ re weeten op de Pruififche wyze, van een meer egaal beloop , Heviger in het midden, in plaatfe van de Hollandfchen, die meesttyds naar het midden te veel afvallen,) dat hy niet kan beeven, het welk, byzonder by het weder opfteeken, zeer veel ophoudt. Ten vierden zet de Laad-Stok door zyn gewigt genoegzaam van zelfs da patroon aan, het welk ook dit Tempo korter maakt dat by een misgreep door de haast dikwerf zeer wel te> pas koir.t. Ik zal my hierby niet langer ophouden; in 'tkort, het different in het meer fcfnelyke en Solide Laaden , zoo wel als 't gemaklyke en onbelemmerde in het Gelid, is al te zigtbaar dan dat het met grond kan ontkend worden. Geweer en Ba onet zyn de eenigfte Wapenen die ik vaor tien Musquttier nodig agte : de Granadiers E a (fchoon  <58 VERHANDELING (fchoon het ook geen mode is) moesten langer Bafo. nette i hebben, en naar proportie ook zoo veel deviaier dan die der Musquetiers, om het gebruik dat zy by gelegenheid daarvan moeten maaken, en waar van in het Tweede Hoofdlluk is gefproken. Om dezelfde reden is ook een goede Zabel niet oveitoüig, namentlyk een breede bouwer , iets geboogen , van eene tamelyke lengte en met een bedekt handgevest. Dit Geweer kan by het beklimmen van een Retranchement, een muur of diergelyken , zomryds goede dienden doen. Voorts beftaat het overige Wipentuig uit een Patroon-Tas met een draagriem of Bandelier ; edog de eerde behoeft niet zoo groot, en de laat/ie kan een derde fmaller zyn dan die der Soldaaten. VVyders een Porte- Bajonette of draagoand van de Bajonet, op de wyze van de Porte-Epée , dog enkel ingerjgt voor de Bajonet ; en voor de Granadiers een gewoon Soldaaten Porte ■ Epéa , om dat zy Zydgeweeren hebben, benevens nog een Lontenberger op de Patroon-Tas- Riem als gewoon. Het zoogenoemde Patroon-Blok , welk in de Pa* troon • Tas wordt gedaan , en waarin de patroonen worden bewaard, is een overtollig meubel, en dient tot niets dan om den last van den Schutter re verzwaaren, hem by het Laaden meer op te houden» en de patroonen by het uithaalen in ftukken te breeken: maakt men dezelve van blik of van dyf leer, dan zyn ze ligter, en hebben minder het eerde , maar even zoo zeer de twee laatde ongemakken. Het blik fnydt nog boven dien het papier in dukken, en het leer krimpt ia .  van j. G. HERBIG. 69 in , en wordt niet zelden geheel onbruikbaar. Het beste is dan , de patroonen maar los in de Tas te leggen , te meer daar by den Schutter in 't geheel geen reden is om anders te doen. By den Soldaat, die een groot gedeelte van den tyd onder de Wapenen is, en op de Wagten doorbrengt, dienen die Blokken tot Gonfervatie der lcherpe patroonen , om het flvten van 't papier en het kneuzen voor te komen. Miar de Schutter behoeft dezelve nooit eerder in zyn Tas te doen, dan wanneer hy ze' zal verfchieten ; buiten dien bewaart hy de fcherpe patroonen in bondeltjes gebonden , op een gefchikte plaats, en wanneer het vereischt wordt zyn ze fpoedig in de Tas gedaan. Omtrent de Wapenen der Officieren en Sergeanten , heb ik het volgende aan te merken. By eenige Mogendheden voeren ^de eerften (zoo als bekend is) ^pontons , by anderen ligte Scbietgeweeren , en wederom by anderen wordt enkel de deegen gebruikt. ■ Ik ben voor het laatfte. Voor éérst is dit het gemaklykltc , de Officier is 'er niet door Gtémbarrasfeerd , en buiten het geval, datterwyt hy zyne Attentie moet bezig houden met zekere Tempoos die hy te maaken heeft, hy een wezentlyke zaak van zyn Commando vergeet, of iets overziet waar zyne oplettendheid by nodig was. E;n deegen is daarenboven zelfs gefchikter tot défenfij , vooral mm voor man; van verren of in een Gelid behoeft geen Officier te vegten, bevorens men handgemeen wordt: dat een Sponton in dit geval van geen hec minfte nut is, veren ebt geen bewys , en met een E 3 Vuur:  7° VERHANDELING Vuur-Geweer kan een Officier niet ageeren, indien hy niet zyne geheele Attentie van zynen Onderhebbenden Troup wil aftrekken. Voorts draaft een Officier ook altoos zynen deegen onbelemmerd met zig, hy heeft 'er geen Wapendrager toe nodig en is altoos gereed. Vindt men ten overvloede goed 'er nog eenig Schietgeweer by te voegen , om by mogelyke , dog zeldzaame ontmoetingen , waar een Officier alleen zonder hulp is, zyn Lyf te verweeren , men bellemme hiertoe een paar pistoolen , die de Officier in een gordel voor hjt lyf draagt. De Sergeanten kunnen in plaats van Hellehaarden ligte Vuur-Geweerén hebben, waar door zy in iyd van nood, indien zy niets te Commandeeren hebben [het welk meesttyds hun geval is,] ook nog kunnen mede Vuuren ; hierby kan men hen, gelyk de Granadier Sergeanten van de Trouppes , kleine Patroon- ïasfen voor het Lyf laaten dragen , en een Zabel op zyde. Nu kom ik tot de Munitie, of Krygsbehoeften, en wel zodanige, waar door de Schutter altoos gereed is om zyn Vyand af te wagten. Ieder Schutter , het zy Corporaal , Granadier, of Musquetier , moet akoos ten zynen huize voorzien zyn van dertig fcherpe patroonen, en de Sergeanten ten minften van tien. Dezelve worden met dun bindgaaren in bondeltjes gebonden, elk van tien patroonen, en moeten wel bewaard worden, zoo wel voor vogtigheid als Brandrtofien} om altoos onbefchadigd te blyven. De Granadiers moeten behalven dit nog voorzien zyn , elk van tien cf tvvaaif lcherpe gevulde G*a-  van j. G. HERBIG. 7t Granaaten, de welke insgelyks zorgvuldig moeten bewaard worden, als mede van een Lont. Eindelyk moet ieder Schutter behalven een goeden Vuurfteen op zyn Geweer , altoos nog een of twee.nieuwe Steenen, in 't Loot gezet, zoo als ook een patroon- en een kogel aftrekker, in het buitenfte zakje van zyn Patroon - Tas hebben , het welk tot dat einde gemaakt is, te zien aan die der Soldaaten. E 4 V Y F-  7a VERHANDELING VYFDE HOOFDSTUK. Van het invoeren der Exercitie (£). Dit is onbetwistbaar het gewigtigftegedeelte van deeze Verhandeling: Ik heb 'er geen moeite aan gefpaard om in dit opzigt den besten weg te vinden, en ik geloof zoo gelukkig geweest te zyn van dien gevonden te hebben, om dat ik by my zelfs overtuigd ben, dat'er geen ander ïs uit te denken , die beeter tot het waare einde leidt. Ik ontken geenzins, dat men mogelyk door deeze wydloopige methode zal afgefchrikt worden; want zeeker het gaat in den beginne met veel omflag gepaard: dan de verftandige beoordeelaar veroordeele het niet te voorbaarig; hy gelieve in het oog te houden , dat juiste praeparatoiren het middel zyn, om in 't vervolg van tyd zig dies te meer gemak te bezorgen. Men doet flegts eenmaal en va,or altoos, mogelyk voor J£ewwen! — eenige moeite , en befbeedt eenige, Jiiet merkelyke kosten, om op eenen foliden en duurzaamen voet te komen; men kiest hiertoe het eenigfte middel uit , buiten het welk alle andere vergeeffche moeite zyn,dewyl op geene andere wyze de wapenhan« del ooit zoo naauwkeurig, ooit zoo algemeen, ooit zoo ge- (&) De Leezer begrypt ligt dat deeze fchikking ontworpen en opgefteld is voou de rupture met den Keizer , en dierhalven is h;t niet te wyten aan den Auteur, dat dezelve op het tegenwoordige Tydgewrigt niet zeer toepaslyk, ten minften in veele opzigten thans te langwylig is —— hoewel dit plan in andere dtekn ook nu noü' kaa gevolgd worden.  VAN J. G. HERBIG. 73 gelykformig, ooit zoo fpoedig, en zelfs ooit zoa gemak]yk door de gthtele Provincie zal tor ftand komen. •—— Dog het zy verre van my mvne gevoelens te willen opdringen; de zaak moet zig ?e!ve aanpry^en, en ik begeer geenzins dar men uit liefde voor tny, het beste boven het mindere verkiest, zoo men om zyns zelfs wille dit niet kan goedvinden. Men gflieve dan indagtig te zyn, dat juist 9000 mannen [ behalven de prima plana] te onderwyzen zyn. Wanneer een Leermeester van de Exercitie in de eerde beginzels tegelyk 9 mannen kan onderwyzen , heeft hy zyne handen ruim vol werk dan zoo draa zy zoo verre gevorderd zyn, dat zy de behoorlyke houding, vastigheid in 't marcheeren, en eene oppervlakkige behandeling van het geweer hebben, dan kan een enkel mensen, beeter een grooter hoop ondenigten. In den beginne integendeel heefc bynaa ieder man eenen Leermeester nodig; hoe minder discipels derhalven, onder eenen zelfden K xercitiemeester, hoe beeter de onderrigting zyn kan. Men flaa nu het oog op 9000 mannen, deeze heb jen op bet minst genomen , icoo Leermeesters nodig . welk een aanral! ■ waar zal men ze vinden? en men moet nog niet onderdellen dat elk Militair tot Officier incluis, daartoe welgelcnikt is: di: is 'er zoo verre af, dat zells in het fexercirie - Reglement wordt beweerd, „ dat iemand een goed Officier kan zyn, zon„ der tegelyk een goed Excercttie- meester te zyn", maar ten veivolge: Het refultaat van deeze aanmerking is , eerst een toereikend getal zoo verre te brengen , dat zy niet alleen volkomen onderweezen zyn, zoo volE 5 maakt  74 VERHANDELING miakt sis de Militairen, maar ook in ftaat zyn om anderen te onderwyzen —— vervolgens dezelve door de Gtietenyen te verdeelen, en door hen nog meer anderen in üaat te Hellen , die met hen zaamen werkende, eindelyk het werk voltooien, en den wapenhandel door de geheele Provincie volkomen tot ftand brengen. Tot dit einde heb ik vooreerst de Sergeanten beftemd, en dit is de reeden waarom men by de oprigting in hunne keuze de aangetoonde voorzorg moet gebruiken. Het geheele Corps Sergeanten van 30 Battaillons bedaat uit 360 perfoonen dit is de eerde fchikking. Vervolgens moet 'er in de Provincie , liefst ten platten Lande, een der grootde Vlekk> s3« Ie* (p) Een iegelyk, die op dit Artikel ftjl ftaat, zal bekennen dat de Schryver hier te veel toegeeft aan het oordeel van den Capitein en den Chef; voornaamelyk indien men overweegt dat deeze laatfte de Grietman zou zyn, bekleed met zulk een gezag , en zo vermogende van invloed als wy hem ter zyner plaatfe hebben befchreeven. Maar al was de Chef ook zodaanig als wy hem zouden beweren het blyft altoos waar dat zulk een vertrouwen H 4 iB  ïso VERHANDELI N G asIemand die van wegens de bereikte jaaren, of ook om andere redenen, zyn ontflag begeert, moet daarvan een in twee menfchen , of Heeren, zo men wil, die door belang en partyzucht zo ligtelyk kunnen verblind worden, en'er in veele Grietenyen fchier dagelyks aanleiding toe zouden hebben, veel te groot en te uitgeftrekt is> Het is dan, onzes bedunkens, noodzaakelyk naar eenige andere fchikking om te zien , zo wel met betrekking tot het verhoor der klagten, waarvan onze Scbryver ipreekt , als tot verfcheidene andere punten , welke hy. onaangeroerd voorbygaat= Want fchoon wy , ten aanzien van rechtsgeleerde zaaken , even weinig als onze Auteur , ons op dien wyden Oceaan durven bloot geeven , echter fcunnen wy ons niet onthouden van een algemeen voordel wegens eenen Krygsraad, w^avby ten mintlen de kleinüe misdaaden geftraft, de toevallige verfchillen beflecht, en de opkomende verwarringen geregeld konden worden. Boven is gefproken van een Fiskaal Generaal : maar hoe zal die aan zynen pligt, bladz. 108, en van dit Reglement Art. 3r, voldoen en zyne eifchen in kracht flellen, indien hy niet door eenen Krygsriad wordt onderfteund, en, zo hy te ftreng is, te rug gezet? daar hy by Art. 32 wel meer dan half afhangklyk wordt gefield van den Chef en de ove» rïge Hoofden: zonder dat echter de Scbryver bepaalt, wie die HoofJen zullen zyn. Wy hebben op den eed des Coloncls aangemerkt, dat dezelve eene verpligting moest inhouden om in onvoorziene gevallen niets buiten overleg van de overige Officieren te befluiten. Zie daar wederom het beginzei van een Krygsraad. De Colonel zelf behoort aan1'praakelyk te zyn, ook over misflagcn die niet van bet uiter-  van j. G« HERBIG. 121 «en halfjaar te vooren kennis geeven aan zynen Capitein j of zal anders vetpligt zyn , of nog een jaar te uiterfte belang gerekend worden , volgens den bekenden regel, Principiis objia. Zal de Fiskaal zich beboorlyk van dit- verpligting kwyten, zo moet 'er een rechtbank van kleine zaaken zyn, waar hy zich by vervoegen kaa. Zie daar op nieuw betzelfde beginzel. Uit deeze Helling wordt nu een aantal van vraagen gebooren, welke wy niet zullen beantwoorden. Zal deeze Krygsraad alleen uit Cfïkieren beftaan, of zullen ook Stemgeregtigden en Schutters daar zitting in hebben ?' Zal men tot deeze laatften de oudften , die niet meer tot den Wapenhandel gefchikt zyn , verkiezen? Moet 'er eene jaarlykfche afwisfeiing van zodaanige leden plaatshebben? Zal Vr een Sekretaris zyn? Zal hy, en de Fiskaal benevens hem , ad vitam aanblyven , of op gezette tyden afgaan ? Mott 'er een afwisfelend Preildium zyn V en wat dies meer is. Noch minder durven wy ons inlaaten tot de bepaalfng van Wetten, die voor zulk een lichaam moesten gemaakt worden, tot het recht van nieuwe Wetten te maaken, of oude, welke men ondienftig bevinden mogt, af te fehaffen ; tot de foort van ftraiTen waaraan men den Schutter, behoudens zyne buigerlyke Vryheid , zou mo^en onder ' weipen; en eindelyk tot de meerdere of mindere uit^eflrektheid van die gevallen , \vaarin het Appel al ofr.ïet zou kunnen plaats hebban Het eenige, dat wy or.s durven onderwinden hieromtrent voor te draagen, Is eene Commisfie van de braaffte en verftandiglte Eigenerfden , te kiezen door de Schutters, welke met overleg van een of twee kundige en eer'yke Advokaaten, zich tot het opftel van cen Reglement voor den Krygsraad moesten verle* H 5 di'  Iï2 VERHANDELING te continueeren, of 'er een ftuk geld voor te geeven, Kgterishy hiervan uitgenomen, wanneer het blykt dat, door een onvoorzien geval, de Schutter het niet vooruit heeft kunnen weeten. 24. Niemand zal zig aankanten tegen de betaaling der verbeurde boeten; of zal dezelve voor de eerftemaal dubbeld betaalen , of naar gelang van zaaken in rechten betrokken worden, vermits hy niet alleen tegen zynen Eed handelt, maar ook om dat het een beginzel van muitery is. 35. De. digen, 't zy voor elke Grieteny in het byzonder, 't zy voor allen in het gemeen; welk 1a?tde , indien het mogelyk waar', verkiesbaar zou zyn. Maar dan zou ook het getal der Gekommitteerden ligtelykveel te groot kunnen worden. Hoe men 't ftelde, dit Reglement, of die Reglementen, moesten door de Staaten van de Provincie , en waarom niet na ingenomen advies van den Hove ? bekrachtigd worden. En fchoon nu aan dit alles geen geringe omflag vast zou zyn; wy denken dat het groot gewigt der zaake dien omflag dubbel waardig is. Onze Sehryver heeft zelf met groote wysheid aangemerkt dat men zich by dm aanleg van een werk, 't geen mogelyk voor veele Eeuwen ten nutte van het Vaderland kan dienen, vooral niet huiverig moet toonen, maar veeleer tnet het taaide geduld tegen alle zwaarigheden worftelen, om ten minden niet op een los. fen grondflag te bouwen. Wy twyiTelen niet of men zal ons eenpaarig toedemmen, dat ten dien einde het draksgemelde zo erndig als iets ter waereld dient badacht te worden, op dat niet vroeg of laat de vrye Wapenhandel onze dierbaare Vryheld zelve het hart afdeeke.  r a n j. G. HERBIG. »3 25- Dewyl niemand met eenigen fchyn van recht zig kan uitfluiten van de bepaalde boeten , die hy zelf goedgekeurd en bezwooren heeft , zoo kan hier omtrent geene zwaarigheid opryzen, dan alleenlyk door ontkenning van fchuldig te zyn. In dit geval moet de Fiscaal van de Compagnie de nodige getuigen , of bewysftukken kunnen produceeren. Of zoo de ftut onder de Wapenen gefchied is, in byzyn van de geheele , of een gedeelte der Compagnie : dan zyn deeze de fcheiïslieden, om getuigenis der waarheid te geeven , en dan kan'er geen verfchil plaats hebben, ten zy men door een geest van oproer gedreeven worde, om de waarheid tegen te fpreeken. 26. Wanneer dierhalven iemand kan overtuigd worden , dat hy de waarheid heeft beleedigd , en een valfche uitvlngt gezogt, dan is by des te ftrafbaarder, en kan aangemerkt en met hem geprocedeert worden , als by Art. 24, is aangetoond. 27. Wanneer iemand eene zamenzweering, verraad of diergelyke ongeoorloofde voorneemens ontdekt, zal hy gehouden zyn, dit terftond bekend te maaken , of anders als een Meedepligtige worden aangemerkt, 28. Een ieder , zonder onderfcheid van perfoon, rang ef geboorte, die zig fchuldig maakt aan Meineed of Hoog verraad , zal volgens de firengfle Wetten van den Lande geftrafr, worden. a$. Zoo  Ï24 VERHANDEL! N.G 09. Zoo wel als de gemeene Schutters, zullen ook deOfficieren en Onder « Officieren voor ieder pligtverzuimenis van hunne byzondere posten, eene evenredige boete betaalen, en in de andere gevallen met de Schutters gelyk Haan, uitgenomen Art. 17, 20 en 21 het welk de Officieren en Sergeanten niet aangaat , en boven dien nog Art. 18 en 29, waarvan alleen de Officieren uugeflooten zyn. 3°« De Corporaals zullen, wanneer zy niet met de Compagnie onder de Wapenen kunnen komen, het aan een der Sergeanten, deeze , in het zelfde geval, aan een der Officieren , en de laatile het aan den Capitein doen weeten; welke Capiiein , indien hy ztlr weg blyft, niet minder gehouden is om een der Officieren , die het digtfte by de hand is , 'er van te adverteeren, 31. De Fiscaal Generaal zal volgens Eed en pligt onpartydig letten op d* pligtvcrzuimenisfen, misbruiken vrn gezag, of zwaarder overtreedingen , waar aan de Staf-Officieren zig fchuldig maaken, het zy Hoofd - Officieren , of die van den kleinen Staf. Van 's gel>ktn zal hy het gedrag der Compagnies Fiscaals wel gadeflaan, en toezien of zy binnen de behoorlyke paaien blyven. Op dat egter de Fiscaal Generaal niet alleen geheel onafbangelyk zy , zoo mref,en de Chef en de overige Loofden ook hier omtrent waakzaam zyn, en naar ver-  y a n j. G. HERBIG, 125 vereisch van zaaken , hem over kleine mispasfen op .zekere boeten Hellen , en wegens grootere buitenfpoorigheden hem by het Geregte aanklaagen. 33* Alle andere hier niet gefpecificeerde misdaaden , die geene betrekking hebben op het beftier en de goede ordre van de gewapende Corpfen , blyven fubject aan den gewconen civielen Rechter ; en blyven alle de Schutters en hunne Bevelhebberen , voor het overige, als Burgers en Ingezeetenen van deeze Provincie, onderworpen aan de vastgeftelde Wetten des Lands, en de Conftitutioneele Regeeringsform. TIEN*  u6 VERHANDELING TIENDE HOOFDSTUK. Kort ontwerp van eenige Ingenieurs, een klein gei deelte Artilleristen en ligte Ruiters. Bevorens ik nu kan overgaan tot het bedoelde nut, of het gebruik van de voorfchreeven geregelde en geoeffende Corpfen in tyden van noodzaaklykheid, heb ik nog een voordel te doen tot eenige inrigtingen, welke dit nut meer kunnen helpen bevorderen. Ten eerften: Zyn deeze Corpfen Infanterie , gezamentlyk het Corps de Battaille uitmaakende, offchoon in de beste ordre, egter tegen eenen openbaaren vyand altoos bloot gefield aan overmagt, list en verrasfing. Het is bekend dat de konst een menigte van hulpmiddelen hiertegen heeft uitgevonden, om een kleinen en zwakken hoop in eene fituatie te ftellen, dathy weerfiand kan bieden tegen een veel fterker. Een kundig Inge. nieur weet zig in dit opzigte de klein fte om Handigheden van terrain , of andere voorwerpen, welke een ander nauwelyks opmerkt, altoos ten nutte te maaken; hy kan altoos de wezentlykfie voordeden trekken uit de natuurlyke legging van een Landftreek. Hoogten , Duinen, Bosfchen, Rivieren, Meiren, Moerasfen &c. zyn allen zo veele voorwerpen die zyne oplettendheid naar zig trekken, en voor hem tot het een of ander nuttig plan van het uiterlle belang kunnen worden. De Vraag is dus, of het niet allernuttigst kan zyn, een  van J. G. HERBIG. 127 een zeefceï getal Ingenieurs te voegen by de meergemelde Corpfen? dog niet meer dan een per Battaillon. Hiertoe kan men eene uitnodiging doen onder de Ingezeetenen, die geenen die 'er lust en talenten toe hebben, in deeze konst op Lands kosten laaten onderwyzen, en hen voor de rest weeder aanmerken als Burgers; behalven dat zy zig verpligten tot den dienst, waartoe zy tot welzyn van den Lande in tyden van nood gedestineerd zyn. Ten tweeden: Heb ik het oog gerigt op een zeeker getal Artilleristen, te weeten by ieder Corps zoo veel als nodig zyn tot het behandelen van twee veldftukken, welke men met het Battaillon voert, en gebruikt als byde Trouppes in tyden van Oorlog: van zwaare Artillerie is hier geen questie. Omtrent het juist nodige getal, behoeft men flegts «en Officier van de Artillerie te raadpleegen: men reekent in het algemeen elf man op een Huk, welke teffens hetzelve geduurende de manoeuvres voorttrekken; dan hiertoe zoude men ook voor een gedeelte andere manfchappen als handlangers, of paarden kunnen gebruiken, mits het eigentlyke Canonierswerk door bedreevenen en des kundigen verrigt worde, waartoe niet meer dan vier op ieder ftuk vereischt worden. Het geene men nog omtrent het te bepaaïene getal heeft in agt te neemen, beftaat hierin, dat per Battaillon nog drie k vier overtolligen in referve moeten zyn, om de plaatfen der afweezigen of zieken aan te vullen, ten einde nooit gebrek aan geoelfende Canoniers by een ftuk plaats hebbe. Deeze gezamentlyke Canoniers moeten door meer dan  ia8 VERHANDELING dan middelmaatig kundige Artilleristen uit de Troiro» pes eerst grondig worden onderweezen , in de keonisfe van alle deelen van een Kanon met zyn Affuit en ge. reedfchappen &c. Verders moet hen eene ten mindert oppervlakkige beoordeeling van defecten, en het verhelpen derzei ve worden bygebragt; voorts worden zy onderweezen in de behandeling van het ftuk , het maaken van Cardoufen , in de gezwinde lading, het pointeeren, en wat .'er meer by behoort. Alle jaaren moeten zy eenige dagen zig beezig honden met het fchietennaar een wit met de Kanonkogel, waarby men tot meerder aanmoediging aan de behen. digften eenige pryzen kan uitdeelen. By de manoeuvres van het Battaillon wordt uit deeze twee (lukken met gezwind- fchooten gevuurd, op de wyze als by de groote manoeuvres in 'sliage gebruiklyk is. De divifie Canoniers, die by ieder Corps behoort, zyn meede Vrywilligers, en geene befoidigde Ingezèetenen; zy ftaan onder de directie van eenen Lieutenant en eenen Sergeant of Bombardier, en gezamentlyk onder het gebied van den Chef, en het Corps waarby zy behooren. De twee Veldftukken moeten altoos by het Corps blyven , en of in het geproponeerde Arfenaal , of op eene andere bekwaame plaats bewaard worden: de Artilleristen dienen in hetzelfde diftrict te woonen. Deeze Artilleristen kunnen nog tot een tweede gebruik dienen, en gewapend worden met getrokken Kogelbusfen , op de wyze der zogenoemde Scherpfchutters by fommige Arméén, zonder Bajonet; ten welken  van J. G. HERBIG. 129 welken einde zy zig insgelylcs moeten oefiènen met Schyffchieten , en daarin genoeg geverfeerd zynde , kunnen zy by enkele gelegentheden, waar het Kanon niet kan worden geêmploieerd, of wanneer het van neer nut is, van veel effect zyn, in een embuscade of hinderlage, waar zy gedekt zyn, en den vyand vaak een zeer gevoelig naadeel kunnen toebrengen: in het open veld in ryen en gelederen te ageeren is hunne zaak niet. Ingevalle men hen dan op evengemelde wyze emploieert, dan kan men van de Corpfen Infanterie eenige Capiteinen en een of meer Hoofdofficieren daarby voegen , om der goede ordre wille , dewyl alle Officieren van deeze Artilleristen , van denzelfden rang [Lieutenants] zynde, eikanderen niet kunnen commandeeren ; dog zoo lang zy by het Kanon zyn blyven zy ingelyfd in hunne refpsctive Corpfen, en ie • der Lieutenant commandeert op zig zelfs zynen Troep, zonder eenige connexie met de anderen te hebben. Ten derden: behoort tot myn plan het oprigten van eenige ligte Ruiters,meede vrywilligen en zonder foldy.Het oogmerk hierby is niet, een geregeld Corps Cavallerie te hebben, dat in ftaat zou zyn om te ageeren tegen vyandlyke Ruiterbenden, waartoe behalven . dit in de Provincie van Friesland weinig gelegentheid is, om dat 'er weinig plaines zyn; maar wel tot het allernuttigst en onontbeerlyk gebruik, hetwelk byzonder ten platten Lande zeer te pas komt, namentlyk patrouilleeren , recognosceeren , bezetten van Veldposten, bevordering van Correspondentie, allarmee» iing van den vyand, belemmering in zyne togten van den Veldtrain, Proviand, Fourageeringen , dekking I va»  I3o VERHANDELING van zyn eigen etc. Kortom tot alles hetwelk tot het detail van de ligte Ruitery behoort. Hiertoe fchik ik twee Man uit het diftrict van elke Compagnie, dat is 12 per Battaillon: de geenen die hiertoe genegen zyn , moeten huislieden zyn die van zelfs paarden houden, op dat die zoo weinig kosten als mogelyk aan het Land veroorzaaken. Hunne Equipage en Wapenen beftaan uit een Zidel, een enkelde Stang-Toom, ligte Laarzen met Spooren, een Patroon-Tas, een paar Pistoolen, en een kromme en fcherpe Husfaaren fabel: deeze onkosten dient het Land op zig te neemen, of moeten uit de Casfe van het Corps betaald worden. Men kan aan elk der goedvindenden jaarlyks een klein douceur, b. v. 5 of 6 Ducaten, geeven, om dat zy gehouden zyn altoos onder hunne Paarden een te houden, dat daartoe beftemd, bereeden, eu op de Schoot en tegen de Wapenen is afgerigt. Buiten dat moet de volle fchade vergoed worden, wanneer zy by onverhoopte ontmoeting tot 's Lands dienst het Paard komen te verliezen. Het ftaat voor het overige aan elk vry , dit Paard te gebruiken tot zyn werk, of wasr het hem goeddunkt, niet minder dan hy buiten dit 'er meester van is. Tot Bevelhebbers van deeze 12 Man per Corps, is by elke Grieteny een Wagtmeester , by ieder der vier naastgelegene Grietenyen een Lieutenant, en by de vyfde een Ritmeester. Onder de Gemeenen is per Grieteny een Corporaal begreepen. Deeze;  v i n j. G, HERBIG. I31 Deeze vyf Grietenyen maken dus een Escadron uit van 1 Ritmeester. 4 Lieutenants. 5 Wagtmeesters. en 60 Gemeenen , waar onder 5 Corporaals zyn. Hierby behoort nog een Trompetter. En 30 Grietenyen fourneeren 6 zodanige Escadrons, over welke een Collonel , een Lieutenant Collonel, een Majoor en een Adjudant kan gefteld worden. Het formeeren tot Escadrons gefchiedt alleen , niet om 'er mede te manoeuvreeren, het welk ik reeds heb aangehaald, maar.om ingevalle de geheele magt der Provincie te zamen ftoot, alle verwarring voor te komen, en deezen hoop in een ondergefchikte ordre te brengen, waar uit dan de nodige Detachementen, Piquets, Veldwagten etc. in ordre worden getrokken. De Exercitie van deeze ligte Cavalleristen is zeer eenvoudig engemaklyk, vermits zy zelden of nooit in geflooten Geleederen behoeven te ageeren; het wel ryden is by hun het voornaamfte. De Officier, of een Onder-Officier uit ieder Grieteny , dient genoegzaame Lesfen van de Manége te hebben, om aan de Leden van zyn Smaldeel ten minften de hoogstnoodzaakelyke regels ten dien opzigte te kunnen aanwyzen; en aan een Huisman die van kindsbeen aan heeft te Paard gereeden , kost het weinig moeite om dit te bevatten. Het voornaamfle Ia is  i$t VERHANDELING is een vaste Sluiting op den Zadel , goed gebruik van den Toom , het plieeren van zyn Paard, en een; korte wending, zonder liet Paard aan vallen bloot te Rellen. Het best gebruik van zyne Wapens is het laaden van het Pistool, in vollen draf of gallop, het affchieten en wel mikken op een zeker doel, het welk men met de Kogel kan Exerceeren, en het geen niet minder in de fnelfte beweeging moet kunnen gefchieden ; en eindelyk eenige mouvementen met den fabel, zoo wel tot afpareering als attaqueering dienende. Deeze Exer» citie kan al in het vrye veld op een gefchikte plaata worden aangeweezen. zoo goed als in een Manége. - Zoo men egter na verloop van tyd konde goedvinden om in elk district van de vyf Grietenyen die een Escadron fourneeren , een Manége op te houwen en daarby een kundig Piqueur te voegen, ten einde 's Winters, wanneer 'er overvloedig tyd toe overfchiet, de Officieren , Onder - Officieren en Ruiters nog naauwkeuriger te dresfeeren , dit zoude de zaak zeer bevorderen , en door dien weg zoude het zoo verre kunnen gebragt worden, dat elk, Man voor Man, om zoo te fpreeken, onoverwinlyk was, dewyl geen ligte Ruitery in de waereld zoo geoeffend wordt. By deeze Manége moest een Hal gebouwd worden voor a© paarden , en voor de nodige fourage gezorgd; na deeze febikking zouden de Cavalleristen uit een der vyf Grietenyen van dit Departement, van Officier tot gemeen incluis, zig aldaar kunnen vervoegen, een week of langer aldaar blyven , en van de Manége pro-  tan j. G. HERBIG. 133 profiteeren, wordende vervolgens door den Troupvan een ander Grieteny afgelost, en zoo vervolgens totdat menrond is. —— Men zoude ook het Escadronjaarlyks eeDige maaien kunnen zaamentrekken , om de allernoodzaakelyklte Evolutien aan te wyzen, te weeten f de Zwenkingen met vieren, het Afbretken en Opmarcbeeren , en wat verder nodig is, om verwarring voor te komen , wanneer men in een pasfage zig moet te rug trekken , of op een plaine op zyde uk marcheeren , of zig in 't front verfmallen of uitbreiden &c. Om kort te gaan, niets dan het noodzaaklykfte voor ligte Troupen, en in 't minne niets, het welk men Manoeuvres noemt, en vooral moet niets hoe genaamd te voet worden gedaan, waartoe ey ook geen Wa« pens voeren. Provifnneel, eer men tot deeze laatfte inrigtingeft overftapt [om dat 'er in den beginne te veel werk behalven dit is, J kan alle jaaren een zekere tyd bepaald worden, by elke Grieteny op zig zelfs, tot de Exer. citie der meergemelde Ruiters door hunnen OlT.cier; en boven dien kunnen dezelve by de jaarlykfehe Exercitie van het geheele Corps 'er om heene Flan. queeren, om de paarden te meer aan het Schieten en de Wapens te gewennen. Zie daar dan Corpfen in 't klein , zamengefreld uit verfchillende foorten van Wapenen , als Granadiers , Musquetiers, Arti'leristen , [die teffens ook Scherp • Scbutters zyn : ] en ligte Ruiters* Een ^Methode die door verfcheiden beroemde KrygskunI 3 digen,  156 VERHANDELING alle , maar zoo veel dat het allarm vandeeenediftantie tot de andere zig door de geheele Provincie communiceert. De directie hiervan , als het bewaaren der Vlaggen en Flambouwen , en het ophysfen in tyden van allarm, kan men op de Dorpen aan de bediening van den Koster hegten j maar wie dit werk zal waarneemen by de Allarmftaaken, die tusfehen beiden in het open veld daan, durf ik niet beflisfen. Om 'er expres lieden óp een Jaarwedde toe aan te Hellen, zoude niet Oeconomisch gehandeld, en om 'er de naast bywoonende Boeren mede te belasten, zoude niet minder onbillyk zyn. Ik moet dit point aan een naader overleg overlaaten, hoewel ik van advys ben, dat men ten minilen in tyden van Oorlog, of by eene apparenteInvafie, geen bedenken moet neemen , om 'er vaste en permanente wagters by te bededen; en deeze gevallen exifteeren zelden zoo onverhoeds , of men heeft hier te vooren tyd genoeg toe. Zoo diaa'er nu de, minde onraad wordt befpeurd, en men dienaangaande genoegzaame imformatie heeft, om de geheele Provincie op geen valser gerugt in allarm te brengen, dan wordt op die plaatfen, waar men zulks liet eerst ontdekt [edog indien de tyd het toelaat, met vooikennisfe van den Grietman, of ancer Regent van de plaats] het Allarmfein opgegaald, de Klokken geluid, de Trommen geroerd, en op de plaatfen, waar grof gefchut is , hetzelve meede gelost; die wordt overal, zooras men het ontdekt, nagevolgd, en gaat dus als een Loopvuur de geheele Provincie rond. Dit alles is nodig om het allarm fchielyk over het geheele platte Land uit te breiden, en voornamendyk zyn  van j. G. II E R B I G. i37 zyn de voorfchreeven feinen voor bet oog de leus om te wapen te komen: want deeze onderfcheiding is aller-^ noodzaakelykst, dewyl alle allarm geluid altoos geen aankondiging van vyand kan zyn, maar ook van brand en watersnood, waarby geen wapenen te pas komen , maar wel gereedfchappen tot toebrenging van de nodige hulp. ■ Zoo vaak dan het allarm geluid niet gepaard is met de meergemelde feinen van Vlaggen of Vuurtekens, dan beteekent het iets anders dan eenen naderenden vyand, en dit is het bedoelde nut van deeze feinftaaken. Zoo fpoedig nu elk verwittigt wordt dat hy te wapen wordt geroepen, moet niets in ftaat zyn hem eenen oogenblik te doen vertraagen, zelfs zyne drukfte bezigheden moeten oogenbliklyk geftaakt worden, het werktuig moet hem als van fchrik uit de handen vallen, en zyne beenen moeten als 'twaare gevleugeld worden, om zyne wapens op te vatten. Alles fnelt, volkomen uitgerust naar zyne vergaderplaats , Ruiter, Granadier en Musquetier naar zyn Vaandel, en de Canoniers naar de plaats waar het Kanon is; elk doet zyne fcherpe patroonen in de tas, en een goede vuurfteen op het geweer; de Granadier voegt hierby zyne fcherpe granaaten, en fteekt zyne lont in brand; de Canonier neemt ook zyne kogelbus meede. De Officieren begeeven zig elk by zyn Vaandel ; de Stafofficieren naar de generaale Vergaderplaats van het Battaillon , of het Hoofdqnartier waar de Grietman of Collonel woont, en die van de Artillerie by hunne Canoniers. De Hoofdofficieren van de Cavailerie hebben nog geen vaste plaats, maar volgen de I 5 Corp-  ,38 VERHANDELING Corpfen naar het geneiaale Rthdês vous van het Leger, alwaar de aankomende Troupen Ruiters, zoo draa zy voltallig zyn, in Esquadrons gefchaard en onder hun commando worden gefteld. , De Generaals en hunne Adjudanten klimmen meede ten eerften te paard, en rydén naar de plaats toe waar het Leger zig verzamelt, zoo als insgelyks de Ingenieurs moeten doen. Van elke Compagnie moet direct een Ruiter naar het Hoofdquartier by den Staf op ordonnantie worden ge* zonden, werwaards zig de Officieren en Onderofficieren, der Ruiters ook begeeven. Van den kant mi waar het allarm begint , moet de Capitein, of anders die Officier welke het eerst prefent is, van de uiterlykfte Compagnie, geen Ruiter naar het Hoofdquartier, maar in plaatfe van dien, direct zyne twee Ruiters vooruit zenden, om den vyand te recognofceeren, die zig wel hebben te wagten van denzei» ven niet te naa te komen, maar op hun hoede moeten zyn; en zo draa zy hem nauwelyks zoo verre in 'ï gezigt hebben dat zy de nodige onderfcheiding kunnen maaken, dan rennen zy te rug om verflag te doen van hunne ontmoeting —— namentlyk: hoe verre de vyand nog af is, welken weg hy neemt,' uit welke, foort van Trouppes de voorhoede beftaat, hoe ftetk hy fchynt, of hy Kanon meede voert, en wat zy meer gezien hebben: egter moeten deeze -Ruiters niet verder dan een halfuur vooruit ryden, en Wel tot eene plaats van waar zy een ver en vry gezigt hebben. Wanneer zy op die hoogte dan niets ontdekt heb* ben, dan moet de vyaud natuurlyker wyze nog ver» fcheide  van j. G. HERBIG» JS9 fcheide uuren te rug zyn. Tot nauwkeuriger ontdekking was het zeer raadzaam dat per Compagnij [ten minften aan de Grenzen] ten huize van den Vaandrig, waar men vergadeit, een goede Verre&yker wierd bewaard , dien men dan in het evengemelde geval aan een der Ruiters kon de meede geeven. Zoo draa de gemelde Vcldontdekkers weeder zyn te mg gekomen , hetwelk niet boven een half uur moet duuren, communiceert men door een van hen het bevondene aan het Hoofjquartier van zyn Corps, waar de Stafofficieren vergaderd zyn , en door den ander aan het • Hoofdquartier van de naastgelegene Grieteny, en beide Ruiters ryden daarop weeder te rug. Uit beide de voorfchreeven Hoofdquartieren wordt direct weeder een Ruiter afgevaardigd naar twee andere, en wel de naastgelegene Grietenyen, die dan ook weeder retourneeren > en worden door deeze twee Grietenyen op dezelfde wyze weeder twee anderen gewaarfchouwd , en zoo voorts door de geheele Provincie tot dat het rond is. Om in tyden van nood hieromtrent alle verwarring voor te komen, en een goeden regel te houden, kan 'er van te vooren eene fchikking gemaakt worden, om bovengemelde communicatie op de beknoptfle en voegiykfte wyze te bevorderen, door vast te bepaalen welke Grietenyen eikanderen in alle gevallen moeten waarfchouwen. De Ruiters moeten dit alles in den fterkftèn draf of gallop afdoen, en elk hunner rydt nooit verder dan tot het naaste Hoofdquartier, waardoor het zonder te veel fatigueering van Man en Paard kan gefchieden ,  tio VERHANDELING Ichieden. en in het weeder ryden heeft men minder fpoed nodig. De Ordonnantie Ruiters die by den Staf zyn, dienen nu om de orders van den Collonel aan alle de reipective Compagnien van bet Corps [ die zoo lang op hunne byzondere vergaderplaatfen by de Vaandels wag--. ten ] over te brengen, zynde hy door de ontvangene berigten in ftaat gefteld, om met overleg der overige Hoofdofficieren de beste plaats te beftemmen die in den weg van hunnen togt is naar de grenzen, waar de Compagnien, zonder omwegen te neemen, zig ver» zamelen ,en het Battaillon geformeerd wordt; dit wordt door de meergemelde Ordonnantie-Ruiters ook aan de Artilleristen bekend gemaakt, waarby zig de Amunitiemeester heeft vervoegd, die dan zorgt, dat zy van al. het nodige voorzien worden, en dat de ftukken met bet by behoorige , gedekt door de Canoniers, ten eerften naar de aangeweezene zamelplaats van het Battaillon worden getransporteerd. ■ Maar wanneer het uit zeekere berigten komt te blyken dat de vyand te zwak is, om de geheele magt byeen te doen nekken , by voorbeeld, het landen van een Kaper &c. dan is het onnut alle de Corpfen zonder reden in beweeging te brengen. Wanneer men dan door de Rapporten der Veldontdekkers geinformeerd is, dat de vyand zoo fterk nadert, dat 'er van te vooren geene genoegzaame magt tot refirtentie kan worden byeen gebragt, dan trekken alle de voorfte Compagnien te rug, en verzamelen zig Land waards, naar rato zoo verre als de vyand hen naby is, voornamentlyk wanneer dezelve Cavallerie aan het hoofd  tam J. G. HERBIG. 141 hoofd beeft, welke fchielyk kan aanrukken. On« dertusfchen komen de verst afgelegene Corpfen, die nu weeten waar zy hunnen marsch moeten naartoerigten, langzamerhand afzakken, en de Generaals, die overal hunne imformatien vinden, voegen zig daarby, en maaken direct hunne dlspofitien. Door de ontvan. gene berigten kan men nu decideeren, of het Leger Brigades of Legioens gewys op verfchillende plaatfen moet verdeeld, dan of het moet zamen getrokken worden 5 dienvolgens beraamen de Generaals eene plaats of plaatfen, waar het Leger, het zy in 't geheel of gedeeltelyk, zig kan formeeren; houden raad met de Ingenieurs op wat wyze men den vyand in zynen aantogt door verhakken, inundatien, Batteryen of andere hinderpaalen kan ophouden, en Hellen alles in het werk wat de tyd eenigzins toelaat, om zig in behoorlyken Haat van defenfie te brengen ; maaken dan het beste gebruik van de Cavallerie, door dezelve te doen pauonileeren waar het nodig is , en op Veldposten uit te zetten, om op die wyze de nauwkeurigfte berigten te bekomen van de desfeinen des vyands, de Armée in rust te houden, en hun eigen plan zoo veel mogelyk te verbergen. Dan ingevalle de vyand nog zoo verre verwyderd is, dat'er binnen een dag geen apparentie van attaque Is, dan houdt ook de reden op voor de meest geëxponeerde Compagnien en Corpfen om te rug te trekken , maar dezelve blyven post houden, en de vereeniging van de gezamentlyke Corpfen gefchiedt dan vstrwaards, dat is, in hunne route naar de generaale verzamelplaats van het Leger. Hier  I4s VERHANDELING Hier is het Perk van myn voorgenomen bellek, raakende de gewapende Landmilitie. Het is nu het werk van kundige Generaals of Opper, bevelhebbers, zig alle omftandigheden hierop betrekkelyk ttn nutte te maaken, en op die wyze de voorzigtigfte en beste plans te formeeren. Grootere Aanmerkingen omtrent deeze groote konst, behooren niet in dit vertoog, hetwelk niet beftemd is tot een Arygskundig werk, maar wel tot eene nodige voorbe. reiding tot krygsbedryven, of, [om my zoo uit te drukken] tot het bezorgen van nodige werktuigen. Behendige werkmeesters kan men zelve zoeken , en deeze dienen geen handleiding nodig te hebben, om van hunne werktuigen het behoorlyk gebruik te maaken , ook is deeze ftudie zoo verre boven myne bekwaamheden, dat ik niet zonder verwaandheid my zoude kunnen vermeeten , iets te willen byvoegen aan eene meenïgte uitmuntende werken die hierover handelen , eu die men in alle gevallen tot een veilig rigtlhoer kan neemen.  van j. G. HERBIG. INHOUD der. HOOFDSTUKKEN. I. Plan van Oprigtinge. BI. 3a II. Van de Sterkte, en vervolg van Inrigtinge der Corpfen. 46 ÏII. Van de Generaals Perfoonen. 54 ÏV. Van de Vaandels, Wapenrusting en Munitie. . 62 V. Van het invoeren der Exercitie. ji VI. Van het voortzetten en onderhouden der Exercitie. 88 VIL Eenige Poincten , concerneerende het inwendige bellier der Compagnien. 95 VIII. Poincten betreklyk het inwendige bellier van het Battaillon. 107 IX. Korte Schets, of aanleg van het Reglement. 113 X. Kort ontwerp van eenige Ingenieu"s , een klein gedeelte Artilleristen en ligte Ruiters. 126 XI. Nodige fchikkingen by een ontflaande Allarm, of vyaneilyken Inval. -135  Om aan het verlangen der Liefhebberen te voldoen , wordt dit gedeelte der Verhandeling voorloopig uitgegeeven: zullende de andere helft, met de Prysverhandelingen van de Heeren oneides en van manen, zofpoedig mooglyk zy, volgen.  PRYS VERHANDELINGEN ter beantwoording der gedaane vraag door een genootschap van vrye friezen, Nopens de BESTE INSTELLINGEN VOOR DE VRY CORPS EN SCHUTTERYEN, Door de E. E. Heeren JOHAN GEORG HERBIG, Vaandrig in bet Regiment van Z. F. 1). den Heere Colonel Prinfe van Hesfen-Damfladt ten dienfte deezer Landen, HARMANUS ONE ï DES, Erf gezeten te Exmorra, en JACOB van MANEN, Adz. Secretaris van bet Cenootfchap van Wapenhandel pro Patri» et Libertate te Utregt. Aan de Schryvers van welke drie Eerepryzen zyn toe. geweezen, te zamen van Tachtig Gouden Dukaaten, benevens Een Gouden en Twee Zilveren Medailjes van het Exercitie-Genootfchap te Utregt. ♦ * * Te HARLINGEN, By V. van der PLAATS, Te AMSTERDAM, By PETRUS CONRADI, MDCCLXXXV.   TWEEDE DEEL O F JANBAWGZEL, Rakende de Wapening in de Steden. EERSTE HOOFDSTUK. Over den Wapenhandel in de Steden in bet algemeen , en eene handleiding tot verbetering, Jk beroep my al wederom op myn Voorberigt , waarin is aangetoond boe vrugt~ en nutte'oos het zy , een Plan te ontwerpen , betreffende den Wapenhandel in de Steden. Frugteloos , om dat byna elke Stad eene byzondere van ouds gewettigde Conftitutie beeft, waaruit ook ten opzigte van het bellier der gewapende Burgers , een byzondere inrigting moet gebooren worden —— nutteloos om dat 'er, bevoorens dit Plan door deezen weg het ligt ziet, naar allewaarfchynlykheid bynaa geen Stad meer zal overgebleeven zyn, die niet reeds in dit ftuk volkomen is ingerigt, en zy, die bet nog niet zyn, neemen een voorbeeld aan anderen. Daar ik my egter verpligt heb om deeze ftofte niet geheel met ftilzwygen voorby te gaan , op dat men in de Steden hieruit niet moge beiluiten to: zyne volmaaktheid , en denken dat 'er uit dien hooide K niets  H5 VERHANDELING niets kan gezeid worden, zoo gaa ik thans myne aan» merkingen mede deelen (q ), Hoewel in verfcheiden Hoofdftukken van het Eerfte Deel niets toepaslyks is op de Wapeningin de Steden , als by voorbeeld: het oprigren, de inwendige inrigting, het invoeren der Exercitie enz. Zyn 'er even. wel andere waar naar de Stedelingen zig altoos min of meer kunnen reguleeren: als namentlyk het geene de Uitrusting, Discipline en den Wapenhandel betreft; het welk ik dus niet verder zal aanroeren, ben ren. voieerende tot het verhandelde, om daar uit al het geen hen voegt over te neemen. Onder anderen moet ik 'er fterk op aandringen, om , indien 'er nog tyd toe is, de geftelde Methode aangaande het invoeren der Exercitie, zoo veel mogelyk te volgen. Ik heb dit gebrek by de Stedelingen waargenomen, dat zy al te oppervlakkig en niet grondig genoeg onderweezen worden: men werkt niet genoeg in het detail, om dat men in het algemeen te driftig en ongeduldig is, om met den grooten hoop te vooifchyn te komen , en daar mede quafi te Manoeuvreeren. Dit is zeer verkeerd begreepen , en evenwel blyft men 'er ftyf op ftaan. Nietig) Wy hebben in onze Aantekeningen op BI. 3 en 4, en vervolgens 7 en 8, van de Conftitutie der Steden , en het ingekroopen bederf van dezelve gefproken. Ten aanzien van het tegenwoord:g onderwerp wyzen wy den Leezer naar het Adres der Schutterye van Leeuwarden , aan de Ed. Mog. Heeren Staaten der Provincie voor eenigen tyd ingeleverd.  van j. G. HERBIG. 34? Niemand durft zig byna verftouten, om het hen on • der de oogen te brengen, of zy merken het aan als eene beleedigende bedilling, of zy brengen deeze Veel beduidende tegenwerping op het Tapyt: ,, Het komt 'er met ons zoo naauw niet op aan , wy zyn geene „ Soldaaten. maar Vrye 'Lieden". Zoude men hen hier met hunne eigene woorden niet kunnen ftrafFen en vraagen ! , Waarom (lelt gy Lieden als Vrye Menfchen ,, u dan gelyk met de Soldaaten door te Exerceeren"1* ,, Is bet dan meer eer ben gebreklyk na te ,, volgen, dan ben gelyk te worden, of zelfs te overtref „ fen" ? Hebt gy Lieden dan geene oogmerken by uwe Wapening ? Immers dan is het een Kinderfpel! En welke kunnen uwe oogmerken anders zyn, dan in tyden van gevaar geregelde Krygsbenden te keer te gaan? En moet gy dan , om dit met vrugt te doen, 'er op werken, om met uwen Wapenhandel beneden hen te blyven; moet gy door hen overtroffen worden , zoo 'er kans is om hen gelyk te worden ? Ongerymde Helling ! Of moet gy 'er ten minften niet naar trachten, om zoo naby te komen als eenigzins mogelyk is? - Antwoordt uw zeiven waar blyft nu dat fraaie Argument , het komt 'er met ons zoo naauw niet op aan é}fc«? Anderen hebben nog een klu*tiger redeneerkunde ; zy zeggen: „ de Militairen begaan zelfs wel fauten , „ en daarom [ dit moeten zy daar mede willen te kennen geeven ,] daarom moeten wy ons wel wagten „ om zoo verre te komen , als de Militairen : Want „ dan zouden wy ook in dezelfde mogelykheid zyn „ van even zoo veel fauten te begaan; dan wy verkieKa ,» zen,  X48 VERHANDELING „ zen, niet zoo verre te vorderen, om meer fauten te kunnen begaan". Men gelieve deeze Critique te verfcboonen , zy komt uit eenen waaren welmeenenden yver voort —■dewyl ik by myzelven overtuigd ben , dat ik geen wezentlyken dienst aan myne Medeburgers daar door bewys , wanneer ik hunne dwaalingen tegen myn eigen beter weeten goedkeur, en liever verkies op hunne kosten my by hen aangenaam te maaken , dan mogelyk op myne kosten hen nuttig te zyn. Ondertusfcben is het zeker dat het by de Stede, lingen niet altoos een gebrek van den wil is, om niet meer op de eerde beginzels te merken ; het is veel eerder een gebrek aan inzigt , en daarin worden zy te veel verfterkt, ten deele door de Eigenliefde , en ten deele door de al te gunftige en vleiende beoordeelingen van menfchen, die 'er geen meer kennis van hebben dan zy zeiven; en dit gaat zoo verre , dat'men hen vaak niet alleen gelyk (belt met de Militairen , maar zelfs by de gebrekkigfte Exercitie beweert , dat bet nog veel beter is. Niets is hinderlyker in het wel beoeffenen van een zaak , dan wanneer de Leerling zig verbeeldt reeds volleerd te zyn, of zelfs zynen Meester waant te overtreffen; want dit is het juiste middel om altoos een ftumper te blyven. Ik beken het, de grootfte Voorftanders van den Burger-Wapenhandel leggen het meest voor deeze zwakheid bloot: zy meenen hier door het werk meer aan te moedigen, en aan de Liefhebbers een grooten dienst te bewyzen ; maar zy zyn het fpoor geheel mis. ■ Laaten zy in plaatfe van dien, wel hunnen yver, en ook hunne vOr*  van Ji G. HERBIG. 149 vorderingen pryzen ; maar tefftns de nieuwelingen overtuigen boe veel hen nog aan de volmaaktheid man. geit, en hen de middelen aan de hand geeven, om eene grondige kennis te verkrygen. Ik zoude onbillyk zyn, indien ik alles met éé >e faus wilde overgieten, en de Burgery uit verfcheiden Steden haaren regtmatigen en wel verdienden lof onthouden , die reeds van zelfs hebben ingezien , hoeveel van de eerfte grondbeginzels afhangt, die geen moeite ontrien om den Wapenhandel in zyn kleinfte Takken te leeren kennen , •die behalven de publique Exercitie ten dien einde ncgbyzondere Lesfen in hunne huizen neemen, en zig niet fchaamen om vaak door de ru we handen van eenen Corporaal of Mti ten weder uit te roejen, zwaarder ïelfs dan in den beginne dezelve voor te komen. Het is bynaa ongelooflyk van boe veel wezentlyk belang in dit geval de eerfte grond zy. Ik moet voor een oogenblik hier den menfch by eene machiene vergelyken: den Soldaat [en zoo is het ook met den Schutter geleegen ] die niet alleen in de beginzelen ivel, maar ook lang genoeg is onderweezen , worden door het geduurig herhaalen , alle handgreepen en beweegingen zoo eigen, dat hy, zonder 'er op te denken, als een Uurwerk bynaa ciet anders doen kan. Hel Geweer zal hem als van zelfs in de handen vallen, dezelfde tempo's doet hy altoos op dezelfde wyze, zonder dat hy het zelfs weet, en dus volgt van zelfs, is zyne onderrigting goed geweest , dan is zyne machienaale gewoonte ook goed, en omgekeerd hetzelfde, Hy zal in het eerfte geval altoos fchielyk, goed en folide laaden; hy zal .van zelfs wel aanleggen , wel marcheeren , zig wel alligneeren enz. en zelfs zal dit hem byblyven, wanneer hy ook by eene ernftige gelegenheid door de vrees bevangen wordt, en zyne tegenwoordigheid van geest hem verlaat. En wil men het tegendeel zien, en zig ever-  van Ja G. HERBIG. 155 overtuigen hoe veel een verkeerde gewoonte kan uit* werken , men gaa flegts naar de Fxercitieplaats, en men zal verfcheiden Schutters vinden, die by de grootfle tranquiliteit hun Ge weer by 't fchieten in de lugt rigten, fchoon zy genoeg weeten dat het oogmerk niet is, Vogels te fchieten verwondert u niet, de man weet zelf niet dat hy het doet, het is hem reeds tot een hebbelykheid geworden. En nu nog een woordje van het nut eener grondige onderrigting, zelfs in het groote détail; hetzelve volgt naa tot op het Slagveld, de kleinfte beginzels hebben in dit ftuk de grootfte gevolgen: waardoor muntten de Pruififche Trouppes eettyds zoo zeer uit boven hunne vyanden ? Waardoor behaalden zy de merkwaardigfte Overwinningen? — Waarmeede anders dan door hunne discipline en buitengemeene vaardigheid in het laaden van het geweer? Is dit beginzel niet klein ,heeft het zyn oorfprong niet by de behandeling van den Snaphaan? --Om kort te gaan, het is uitgemaakt; indien men fcbielyk laadt is het voor den vyand gedugt; indien men teffens wel laadt, doet de Kogel bet behoorlyk effect, en men heeft geen ongelukken van zyn eigen geweer te wagten; indien men wel aanlegt, kan men ook wel raaken; indien men zig wel weet te alligneeren, zal de geheele Linie van een Leeger geflooten en in ordre blyven; indien men op de behoorlyke maat, zoo van groette als fcbielykbeid van pasfen, kan marcheeren, blyft de beweeging van eene groote Linie ook egaal, en men is 'er dan niet aan bloot gefield, dat zomtyds geheele Corpfen daar uit worden gedrongen, of dat 'er zulke openingen inkomen, waar de vyand  j*6 VERHANDELING vyand van weet te profiteeren, die gelegenheid vindt om intedringen, en uit zulk een klein beginzel zig de overwinning re verzeekeren; indien men eindelyk wel is afgerigt in het draagen en behandelen van zyn Ge* weer, dan zal men 'er cok niet zoo ligt door vermoeid worden, als wanneer men daarmeede niet bekend is. Nog eens , in alle deelen zal men zig met de gewensch" te gevolgen beloond vinden, indien men geene moeite ontziet, om by den Wapenhandel meer op de eerfte grondbegiti zelen te werken. Ik hoop dan dat men hiermeede zal voldaan zyn, en de zaak nu met my van dezelfde zyde aanzien. —— Niemand die oordeel genoeg daartoe heefc, zal my nit van bedilzugt kunnen befchuldigen, maar een iegelykzal my het regt moeten doen , dat ik alles heb aangewend cm deeze zaak wegens haar gewigtzoointresfantte maaken als my immers mogelyk was, en de Leezer van fmaak zal uit deeze bedenking myne welglyke langwyligheid en uitpluizing van kleinigheden verfchoonlyk vinden. Myn raad is dan aan alle Schimeryen, om eerst in het klein te Werken, en zoo lang aan geene Manoeuvres te denken: deeze volgen van zelfs; men moet eerst voor goede bouwftoffen zorgen, wil men een goed en vast gebouw oprigten. Bet is dan nodig dat de refpmive Bevelhebbers , of Onderofficiers , wel« ken naam zyookhebben, zig eerst zeiven in het privaat laaten iiiftrueeren, en dat deezen alle de Schutters, elk van zyn Espel, of Compagnie, in kleine Troupes onder hen verdeelen , hoe meer verkleind hoe beeter: dan zal men in ftaat zyn van 3, 4 of 5 man gemaklyk c ea  tan j. G. HERBIG. 157 en grondig te leeren , en 'er zelve inftrueerende nog nut uit te trekken. Het doet ook niets ter zaake , offchoon in de Steden de Exercitie reeds in het groote gefchiedt. —— Laat men op 't nieuw weder op voorfchreevene wyze beginnen , om 'er de fyne Schaaf op te leggen, en het van gebreeken te zuiveren. Laat men zig vervolgens alle jaaren een zeekeren tyd op dezelfde wyze beezig houden, bevoorens men tot het groot fte overgaat —— en waarom niet zoo wel als de Militairen, dewelke alle jaaren [al waren zy nog zoo geoeffendj weder met het kleine beginnen? Eindelyk moeten in het vervolg [ hetwelk ook reeds te veel gebeurt ] geen Recruteu vryheid hebben, om wanneer het hen goed dunkt, by het Battaillon in te treeden; niet anders, dan met goedvinden van den Major en Adjudant, welke hierover de directie moeten hebben, en 'er kundig genoeg töe zyn. Van de Recruten- Exercitie kan voortaan niet te veel werk worden gemaakt , om dat daarvan alleen afhangt, dat de wapenoeffening voortgekwe»kt worde, of in verval geraake. Ten dien einde moet het zoo gefchikt worden, dat by elke Compagnie eenige Corporaals aangefteld worden, die bekwaam zyn, om eerst in het particulier de nieuw aankomenden te onderwyzen; edog dezelven moeten uit deeze handen nooit gepromoveerd worden tot de Battaillons-Exercitie , maar altoos eenigen tyd door den Adjudant zei ven geëxerceerd worden, om wel zeeker te zyn dat'er geen verkaerde en dilïbrrns aanwyzingen zyn ingefloopen. De Ad-  158 VERHANDELING Adjudant houdt zig egter niet op met een enkelde Recrut, maar Iaat dezelven zoo lang wagten, tot hy een genoegzaam getal van ten minften 8 É tz of meer, kan zamen trekken, die by de Corporaals reeds alias doorgewerkt hebben ; ten zy het al te lang duurde om op zoo eenen Troup te wagfen , in welk geval de Adjudant dit werk van een kleiner getal aan een kundig On. derofficier kan overgeeven, die egter de Recruten niet kan goedkeuren, bevoorens de Adjudant dezelven eenige maaien heeft zien exerceeren, die hen dan met goedvinden van den Major zeiven aan de Compagnie en het Battaillon overgeeft. Ik begryp wel dat dit misfchien ook niet in den fmaak zal vallen, dan ik agt het onnodig te bepleiten; de verfiandige behoeft geen ilerker prikkel dan de gezonde reeden , die hem altoos het beste doet kiezen , en het ftrydt ook geenzins tegen de vryheid [welke men dikwerf dwaaslyk op alles wil toepasten ] maar behoort wel dégelyk tot de goede ordre, dat iemand, die 'er nog niet bekwaam toe is j niet worde toegelaaten in de geleederen van geoeffende Schutters, waar hy meer verwarring en vertraging zoude aanregten dan nut fiigten - deeze aanmerking is niet overtollig, wanneer ik den Leezer verzeeker dat ik zelf [ hoe ongerymd het ook moge luiden ] van zodanig een geval ben ooggetuige geweest; waar een nieuweling, die nauwelyks wist op welken fchouder hy het Geweer moest dragen, zig in het ge. lid mengde, toen men reeds beezig was met Manoeuvreeren, en die 'er zeer over gebelgd was, dat men hem :er deed uitgaan; om dat hv een vry man was. Aan fommige Exercitie» of Drilmeesters van de Corp. fes.  van j. G. HERBIG. 159 fen, heb ik mede te herinneren dat zy ook veel meer op het esfentieele moeten werken, dan tot hiertoe gefchied is, en zig niet voldaan houden met de goed» keuring van onkundigen; zy moeten zig zeiven voldoen kunnen. Springen en draaven, niets zien, veel onnodige woorden verfpillen, en van het nodige zwygen, is hier de zaak niet ■ maar ftilftaande infttucien geeven, alle fauten zien, dezelve voorko» men, of, gedaan zynde, aantoonen en verbeteren. Zy die het nog niet hebben, moeten zig meer toeleggen om het zogenoemde Militaire oog te krygen. Zy moeten een geheel Terrain met een opflag van het oog [Coup d'oeil] kunnen afmeeten. Zy moeten een juist point de vue kunnen geeven, zy moeten beter leeren wat een Allignement is ; want dit laatfte wordt veeltyds geheel overgeflaagen, en waarom ? de zaak is hen te difficiel dit zoude hen juist te meer aanfpooren om 'er zig in te oeffenen, in plaatfe van het geheel by zyde te Hellen. Een goed Allignement is niet zoo ligt als het zig oppervlakkig Iaat aanzien; het Hoofdwerk hierby is een vaardig oog, om by het rigten van een bogtige Ry , altoos de beste Methode te volgen, in het Voor - en Agteruit rigten ; tot een bazis neemende , dat het Corps in geen fchuinfe, maar regte Linie komt te Haan, die altoos parallel moet blyven met de Linie , waar men in den beginne geftaan heeft, voor dat men in Front regtuit is geavanceerd. Inzonderheid is deeze naauwkeurigheid noodzaakelyk, wanneer verfcheiden Corpfen, met een zekere intervalle in eene Linie voortrukken, wanneer het 'er niet zoo zeer op aankomt  i£o VERHANDELING komt, of elk Corps op zig zelfs wel gealligneerd is maar of het zulks is, in betrekking tot het geheel. Schoon ik niet durf beweeren, dat een Corps hierin de volmaaktheid zal bereiken, moet men egter daarnaar trachten; de volmaaktheid moet in alles het but zyn waarnaar men ftreeft, en die geene, welke bet naast daar by komt is in dit geval de gelukkigde. Met het zwenken, holle weg Chargeering , en meer andere Evolutien, gaat het even zoo oppervlakkig. By het eerfte wordt den Lieden niet genoeg ingeprent, naar welken kant zy zig moeten rigren, of aanfluiten; men gewent hen niet aan een bepaald getal pasfen, die de zwenkende vleugel moet doen , zynde doorgaans nog eens zoo lang daar mede bezig als behoort. By den bollen -weg komt men niet genoeg vooruit; in plaaife van 24 groote pasfen te avanceeren , geduu* rende het vuuren van 8 Pelottons, ziet men hen, zoo niet zelfs agteruit gaan , ten minden byna geen veld winnen. Ik zal meer andere fauten, die niet minder esfen- tieel zyn, niet gedenken de Exercitie - Meesters moeten hierop alle mogelyke Attentie vestigen, en niets verwaarloozen , waarvan de Inconvenienten zig ras zouden ontdekken, wanneer men met verfcheiden Corpfen in Linie moest manoeuvreeren. TWEEDE  van j. g. herbig; têt tweede hoofdstuk. Eenige aanmerkingen over bet Huishoudelyke. j\.lzoo in de Steden de Corpfen van zelfs in eenen kleinen omtrek zynbeflooten , zoo kan daar het geheele Huishoudelyke beftier veel beknopter ingerigt worden dan ten platten Lande, alwaar het noodzaakelyk is » dat elke Compagnie op zig zelfs worde geregeerd. In de Steden integendeel, behoeft ieder Corps maar eene Casfe, eentn Boekhouder, een Fiscaal, en een Arounitie -Meester. De Munitie kan aldaar met meer gerief op veilige plaatfen onder een goed opzigt worden bewaard , van waar de Burgers, wannesr het nodig is , dezelve kunnen krygen. Het Geweer en Wapen:uig kan nogthans elk zelf bewaaren. Tot het houden der Casfe, kan by ieder Corps een vaste Boekhouder benoemd worden, die het zoo lang blyft als hy het verkiest; deeze moet een begoedigd en vertrouwd Man zyn, en een net Boek houden van Ontvangst en Uitgaaf. Ten dien einde dient hy door middel van eene fchrifielyke InHruc.ie, getekend door de daartoe Gecommitteerden als Directeuren over de Casfe, jaarlyks gemagtigd te worden, welke Uitgaaven hy, zonder Confent der gemelde Directeuren , uit de Casfe mag foumeeren. By voorbeeld vastgeHelde Salarisfen , nodige reparatien , huurgelden , en dergelyke onkosten, die men onder den naam van L Ordi>  VERHANDELING'. Ordnaire Uitgaaven kan brengen. Maar buiten, deeze Specifique Autorifatie f te weeten het doen van Extra • Ordinaire Uitgaaven^ mag de Boekhouder niets befieedèn, zonder voórkénnisfe der gemelde Directeuren. Deeze Directeuren moeten alle jaaren wed'er afgaan, en nieuwe in de plaatfe verkoren worden. Op die wyze behoeft men nooit zeer bedugt te zyn, dat zy een kwade Adminiftratie zullen voeren, om dat het niet langer dan ten hoogden een jaar kan bedekt blyven. Hun getal is best oneffen, om dat dan de Hemmen niet kunnen fieeken, wanneer 'er het een of ander onder hen moet beflooten worden. Hetzelfde getal moet niet te klein zyn , althans niet beneeden de zeven, om dat het altoos niet raadzaam is, het willekeurig bellier van de penningen der Maatfchappy in handen van zeer weinigen te Hellen , die minder kunnen inzien, dan een grooter getal, en ligter kunnen ééns worden over een zaak die vaak bedenking en overleg verdient, (r) Alle (r) Het geen de Schryver aangaande 't bellier der penningen in de Steden zegt , behaagt ons in de meeste op. zigten zo wel, dat wy eenigzins verwonderd ftaan, waarom hy in de Grietenyen de Generaale Kas niet ten naasten by op denzelfden voet heeft verkoozen te fchikken. Wy kunnen naauwlyks twyffelen, ofhy zou't gedaan hebben, indien hy op het denkbeeld van onzen voorgeftelden Krygsraad gevallen was, Waaruit, indien de Eigenerfden 'er zitting in hadden, gemaklyk 2 of 3 jaarlyks afgaande, ten dien einde konden gekoozen worden. Want het getal  van j. G. HERBIG. 363 Allebuitengewoone Uitgaaven dan , worden door dee* ze zeven Directeuren van hetzelfde jaar, als Volmagteri van de geheele Maatfchappy, aan den Boekhouder gelast , en de Ordinaire worden by hunne aanHelling, door d;- bovengemelde getekende Inftructie, dienende voor het geheele jaar, aan hem voorgefchreeven, Egter kunnen de buitengewoone Uitgaaven van zulk een tal van zeven, dat zelfs in de meeste Steden wat te groot, kan fchynen, zou ten minden in de grootfte Grieteny niet vereischt worden. Voorts pryzen wy ten hoogden des Schryvers voorfteï op het jaariyks afgaan der Directeuren, waarop mis. fchien dit alleen noch zou kunnen gevraagd worden, o£ het wel goed is dat zy moogen aanblyven ? Want 'er ligt altoos eenige hardheid in, dat iemand aanblyven mag endoor de flemmen wordt afgeweezen, Deeze hardheid! wordt eindelyk voor eene beleediging gehouden , en overzulks valt niet zelden de ganfche inftelling in duigen; terwyl daarentegen niemand zich beklaagen kan , wanneer hy op uitgedrukt bevel der Wet van zyn post verhaten wordt. Wy hebben reeds een - en andermaal in het voorbygaan over het al of niet aanblyven van den Colonel en de ovelige Officieren in de Grietenyen gefproken. Men zou hier ten aanzien van de Steden ook kunnen vraagen waarom de Schryver, de noodzaakelykheid van het afgaan der Directeuren zo wel inziende , ook dezelfde noodzaakelykheid niet op den verderen Krygsdienst heeft toegepast ? Doch wy zullen in 't vervolg gelegenheid vinden om dit Huk in ruimer betrekking te verhandelen. L 2  jó4 VERHANDELING een natuur zyn, dat het ook buiten de magt der Gecommitteerden is, op eigen gezag daarin te werk te gaan ; voomamentlyk wanneer dezelve voortkomen uit nieuwigheden , waartoe zy niet bevoegd zyn , zonder toeilemming van de geheele Maatfchappy , als nieuwe Vaandels, geheel nieuwe Geweeren , Kleedingen , etc. Dit moet eerst door het geheele Corps gerefolveerd, en vervolgens door hen ten uitvoer worden gebragt. Alle jaaren eens, op een vast bepaalden tyd, moet 'er een Balans en Slot van Reeken!,ig worden gemaakt ; en zoo dra dit in gereedheid is , geeft de Boekhouder daarvan kennis aan de Directeuren, die dan alle Leden op de beftemde plaats Convoceeren , omuitderzelver midden vier Examinateurste Hemmen , welke het Boek en de Casfe nazien , en geen blyken van eene kwade directie, of onnodige verkwistingen, maar alks wel bevonden hebbende, het Boek met hunne Ondertekening bekragtigen; dog , zoo on* verhoopt iets daarby ontdekt wordt, dat bedenk» ]yk is, daarvan verflag aan hunne Committenten doen. Nadat deeze zaak is afgedaan , vergaderen de Leden op nieuw, en Hemmen voor het Nieuw loopende Jaar wederom zeven Directeuren over de Casfe , het zy ten deele of gezamentlyk nieuwe, zoo als elk dit goedvindt, kunnende de ouden , wanneer hun de Remmen toevallen, ook continueeren. Deeze wyze is my de beste voorgekomen tot het voeren van eene goede Adminiflratie; het gefchiedt door Lieden die het vertrouwen des volks hebben, nie-  van j. G. HERBIG. 165 niemand heeft gelegenheid om hiervan misbruik tè maaken; de een heeft het opzigt over den ander, ook is hunne tyd te kort om dit te verbergen ; nieuwe onpartydige Gevolmagtigden van het voik moeten hunne directie onderzoeken , en wanneer men reden beeft om over hen te onvreden te zyn , kan men anderen in hunne plaa-s verkiezen. Dezelfde Directeuren, of een gedeelte hunner , heb' ben ook het opzigt over het Bureau of kist, waarin alle oiigineele documenten of papieren van waarde zyn opgeflooten. Dit moet een fterke en wel verzekerde kist zyn, en voorzien van zoo veel differente Sloten , als men 'er Directeurs over aauftelt. Ieder Directeur heeft een byzonderen Sleutel, waar mede hy flegts een Slot kan openen, en dus is men nooit in ftaat om deeze kist te ontfluiten, zoo lang 'er flegts nog een van hen mankeert. Wanneer dierhalven iets in dezelve moet bewaard of 'er uitgenomen worden, dan moet dit door de gezamentlyke Direct uren gefchieden , en op deeze wyze kan men gerust zyn , dat 'er niets van weg raakt. Tot meerder zekerheid moet 'er een Lyst of Inventaris berusten by den Fiscaal, en gelykluidende by alle de Hoofd-Officieren en Capiteins , waarop de {hikken opgetekend engenommerd zyn, en zoo vaak 'er iets bykomt, wordt het op dezelfde Lyst onder aangevoegd. Alle jaaren, te gelyk met het Fximineeren der Casfe, kan ook dit kistje door dezelfJe Examinareurs worden nagezien -, of alles volgens den Inventaris zig daarin bevindt; de Sleutels worden dan aan de L 3 nieu-  i66 VERHANDELING nieuwe Directeuren overgegeeven, en het kistje door een van hen een jaar in bewaatina gehouden. Andere Gecommitteerden , dan waarvan tot hiertoe is gefproken, namentlyk zodanigen die men aanmerkt als reprefentanten, of den mond van de geheele Maatfcbappy, om hunne belangen voor te liaan, agt ik onnodig , zoo dra alles wel is ingerigt. De Officieren moeten in dit geval de reprefentanten zyn , welke de Wetten tot een rigtlnoer hebben, en die, wanneer zy daar tegen handelen, en zig niet wel kwyten, kunnen worden afgezet, of naar gelang van zaaken nadrukkelyker gecorrigeerd. De Fiscaal van het Corps moet dus een waakzaam oog houden , op het wel agtervolgen der Wetten, en zonder oogluiking den fchuldigen vervolgen, tot welke onzydige en regtvaardige beoordeeling hy zig met eede moet verbinden. Hy moet een Man zyn die 'er in alle deelen toe voegt, niet van den geringften, maar veel liever van den eerften Burgerftand ; niet be« neden de dertig jaaren , goed van gedrag, eerlyk van Sentimenten, niet onkundig in de Rechten , maar liefst een Practizyn; met één woord, een Man die niet in ftaat is om zynen pligt aan belang of roemzugt op te offeren, doof voor vleyery en verleiding, niet vatbaar voor wraakzugt, haat , nyd en afgunst, noch verfchrikt en lafhartig, wanneer dezelve tegen hem woeden. De Geldboeten worden ook hier ingezameld ten voordeele der algemeene Casfe, en dus aan den Boekhouder ter hand gefteld. De Amunitie ■ Meester van het Corps, heeft het-> zelfde  tin J. G, HERBIG. Ï67 zelfde beltier , als de Battaillons Amunitie-Meester ten platten Lande ; men kan hier den Paiticulieren Com» pagnies Rustmeester misfen , dewyl alles digt by tnalkauderen is. Wanneer de reparatien niet uit eigen beius gefchieden , dan kan het Geweer en verder Wapentuig by een vast aangefleid Meetter bezorgd worden., die op zyn tyd zyne Rekeningen inlevert. Egter ■dient die geene, welke iets op gemeene kosten laat repareeren, het altoos aan den Amunitie ■ Meester te zeggen , op dat deeze daar door kan nagaan, of de Rekeningen juist zyn. De Directie over Kruid en L,ood , het maaken der Patroonen etc, is'hem volJkomen aanvertrouwd, en dient daartoe een byzonder onbewoond gebouw te worden aangeweezen , waar het patroonen maaken gefciiiedt , en het Kruid en overige Brandftoffen wel bewaard zyn. Ik dispenfeer my van aan te wyzen wat tot de functien der overige Hoofd - of minder Officieren be» hoort: hetzelve is reeds hier vooren afgehandeld , .en boven dien in 't algemeen , byzonder in de Steden , overbekend. Alle Stemmingen , zoo wel van de reeds genoemde perfoonen, als van de overige Officieren, waarvan ik naierhand zal fpreeken, gefchieden op de volgende wyze. By elke Stemming worden alle de Leeden , die daartoe geregiigd zyn, ten minften drie dagen te vooren, daarvan verwittigd, op welken dag en uute zy ter gewooner plaatfe moeten Compareeren , en tot wat einde. Zoo doende beeft elk tyd om zig hier L 4 om-  168 VERHANDELING omtrent te beraaden met den bepaalden klok- flag wordt begonnen , en alle die geenen welke niet Compareeren, bevorens het werk volkomen is afgedaan , zyn by deeze Stemming van hun regt veritookeu, om te Hemmen. Men kan dit Compagnies wyze verrigten , om dat anders de hoop te groot mogt worden, en dierhalven de Compagnien op verfchillende tyden be« paaien. ^ Vervolgens fchryft elk op een toegevouwen papiertje, alle van hetzelfde formaat, den naam van den perfoon dien hy ftemt: een van de Compagnie opent die papiertjes in 't byzyn der Leeden, en fielt de naaanen op een papier, voegende agter ieder deezer naaanen, telkens zoo veel ftreekjes, als hy ftemmen heeft. Wanneer dit by alle de Compagnien op die wyze is doorgeloopen , worden alle deeze Compagnies Stem-Lysten overgebragt op eene Generaals Lyst, waaruit dan blykt wie uit hoofde der meeste Stem-' men de nieuw verkoorene is. Wanneer meer dan een perfoon gefiemd wordt , en wel tot verfchillende qualiteiten , kunnen zy door' elk Stemgeregtigde evenwel op hetzelfde briefje geplaatst worden , met byvoeging der qualiteit, waartoe zy hem verkiezen: by voorbeeld , N. N. tot Capitein, in de Compagnie vanN. N. N. N. tot Lieutenant, in de Compagnie van N.' N. N. N. tot Vaandrig, in de Compagnie van N.*N.' Indien  van j. C H E R B I Gi 169 Indien op de Generaale Lyst twee of meer perfoo» nen egaal veel Stemmen hebben , dan moeten de Stemmen alleen over deeze perfoonen op nieuw worden opgenomen j en wanneer daarna nog twee of meer gelyk ftaan, dat zelden zal gebeuren, dan kan het door het Lot beflist worden. LS DER.  ï7o VERHANDELING DERDE HOOFDSTUK. Over de keuze der Bevelhebberen, en den tyd hoe lam zy in hunne kwaliteit behooren te blyven. Tot hiertoe heb ik met voordsgt de nadere explicatie verfchooven vaa de beweegredenen, die gevolgd zyn by het verkiezen der Officieren ten platten Lande, want dit Iloofdftuk was daartoe meede voor gefchikt. De Leezer zal zig dan herinneren, dat ik aldaar heb gefproken van „ tot Officiers itt voor/lag te brengen „ Lieden die uit hoofde van hunne geboorte ( s), opvoe- „ dingt (s) Indien de Leezer zich erinnert wat wy reeds op meer dan eene plaats ten aanzien van geboorte, distinctie enz. gezegd hebben, zal het niet noodig zyn hier wederom ten dien opzigte eene breede Aantekening te plaatfen. Alleenlyk dient men aan te merken dat zodaanig eene onderfcheiding, mogt zy al eens ten platten lande nuttig fchynen, ten min' ften in onze Friefche Steden overtollig, zo niet'verderflyk is. 't Spreekt van zelfs dat men tot Bevelhebbers geene anderen moet verkiezen dan bekwaame en welopgevoede Mannen, die vaneen goed gedrag zyn, en zich door minzaame deftigheid weeten aangenaam te maaken by hunne Medeburgers, dien zulke voorrechten niet te beurt gevallen zyn. Maar ontbreekt het den middelftand der Steden aan zulke voorwerpen ? Of leert ons de ondervinding daar, dat 'er veele Heeren van geboorte zyn, die het licht var! den raiddclftand-verduisteren ? Worden uit dien middel. ftand  van j. G. HERBIG. 171 „ding, ftudie, of talenten de bestvoeglyke daartoe zyn,''' en thans zal ik het waarom beantwoorden. Het is , naar myn gevoelen , eene uitgemaakte waarheid, dat tot Bevelhebbers of Officieren by de Corpfen het best voegen Lieden van distinctie, of geboorte; en dit is de eenige weg welke voor my verlicht is, om eene betamelyke discipline en ondergelchikthetd onder Burgeren in te voeren, aan den eenen kant bellaanbaar met ftand niet dngelyks Predikanten, Advokaaten, Geneesheeren gevormd? Zyn de meeste Hoogleeraars niet uit denmiddelftand af komftig ? En wat zyn de meeste Regenten zelfs in onze Friefche Steden? Waarom niet voor de vuist gefproken, daar de zaaken Waereldkundig zyn ? Kan iemand, die dagelykfche Winkel, neéringdoetjop het kusfen als Prezident zyne achtbaarheid bewaaren; hoe zal men dan twyffelen of een Koopman , die jaarlyks met zynen handel een ton of twee omzet, aanzienlyk genoeg zy, om eene Compagnie Schutters te commandeeren?Men voege hier by dat zodaanige Kooplieden op het gemeen der Schuttery geen geringen invloed hebben, om dat onder deeze laatlten gemeenlyk een groot aantal zyn beftaan aan den nutten yver der eerften, of onmiddelyk of van ter zyden, verfchuldigd is. Doch na dit alles, al had onze fchrandere Schryver, gelyk wy onderllellen, hier eerigzins gedoold, alles komt wederom te recht indien men flechts, overeenkomftig met zyn gevoelen, de verkiezing der Officieren aan de Schutters overlaat, die dan zekerlyk veel gereeder de besten uit' den middelftand, hunne geliefde Patroonen, zu'len kiezen, dan die overtollige Heeren van Geboorte, die zelden voor de Maatfchappy zeer nuttig zyn. Frttges confumere natiï  J7i VERHANDELING met 'svolks vryheid. en aan den anderen ook niet te veel affteekende by die der Militairen. Zulk eene discipline, waardoor het geheele Zamenftel eene behoorlyke ordre en vastigheid verkrygt, en zonder welke het een losfe ongeregelde hoop van verwarring zal blyven. Zoo verfoeilyk en veragtlyfc anders eene cpgeblaazene trotschbeid is, zoo nadeelig en verwerpelyk is hier eene te verregaande gemeenzaamheid. Lieden van denzelfdeu (land hebben zelden veel agting voor eikanderen; de gemeenzaamheid baart by hen bynaa altoos veragting; voornamentlyk heeft dit plaats by die van de benedenfte Clasfe, en de middelftand is 'er niet geheel vry van; zy waardeeren zig onder clkanderen meer, naar maate zy minder omgang zamen hebben: dit is wel zoo zeeker beweezen, dat men de Waereld weinig moest kennen om het te kunnen tegenlpreeken. —~ Wat zal 'er nu worden van eene gewapende menigte, waarin by gebrek van ontzag geen ordre, geen ernst, en geen goede tugt plaats heeft 1 De Leezer gunne my doch hier by de woorden goede tugt vooral zyne oplettendheid, en Helle het verdraaide en belachlyke begrip van eene te ver getrokkene vryheid zoo lang ter zyde! Ja! zy zullen de Burgers zullen vry blyven, maar niet vryerdan redelyk, niet vryer dan beftaan kan, wanneer zy de Wapenen met vrugt willen voeren en hy, die hier voor doof is, die halflarrig zig tegens alles verzet, wat de gezonde reeden zoo zeer aanpryst, is geen Geweer nut; het is voor hem een naald of mes in de handen van eea on. nozel kind. riet ftaat de gelykheid der Burgeren geenzins in den Weg,  van J. G. HERBIG. weg, wanneer hnnne Officieren Lieden van meerder distinctie zyn, en die wegens hunnen rang zig niet met elk hunner gemeen maaken; en het bevordert de zoo onaffcheldelyke discipline van eene gewapende Maatfchappy. Een gewapend Corps is op zie: zelfs eene kleine Regeering, en Regenten moeten altoos een zeeker aanzien ftiande houden boven de geregeerd wordenden. Wat zoude men zeggen wanneer Regenten van het Land, voornaame Geregts-Heeren, of Magifhaats. perfoonen, in geringe kroegen of Herbergen, zig vermengden in de gezelfchappen van het gemeen? Hoe lang zoude het ontzag duuren dat men hen fchuldig is? En wat wil men hier tegen inbrengen? deeze Heeren zyn immers ook, in den eigentlyken zin, gelyke Burgers , niet groot uit zig zelfs, maar door het volk ——en egter zoude men hen laaken en veragten, ja zelfs eindelyk onbekwaam fchatten tot hunne posten, indien zy zig te zeer vernederden. Wat nu by het eene waar is, moet in het zelfde geval by het ander ook doorgaan. Een goed Regent moet zig niet gelyk Hellen met alle Burgers,dus moet ook een goed BurgerKrygsRegent zig niet gelyk Hellen met alle Burger Krygslieden. Voorts is het 'er zoo verre af dat by eene Volksregeering eene zeekere onderfcheiding in de zamenieeving tusfchen de voornaamften des volks , en de minderen niet goed zoude zyn, dat het !er zelfs hier nog meer op aankomt, dan by eene despotique Regeering, en naar dezelfde Helling ook nog meer by den vryen Krygsman dan by den befoldigden; want by het despotique in Regeering en Krygsbeftuur doet de dwang en  i?4 VERHANDELING en vreeze dezelfde dienden als by het dèmoeratique de zeedelyke eerbied en hoogagting moeten uitwerken. Het komt in het eerde geval 'er dus minder op aan, of men eene wezentlyke hoogag ing voor zyne Overheden of Bevelhebberen by zig draage; want als hier aan iets ontbreekt, komt het geweld in de plaats: maar dies te gewigtiger en noodzaakelyker is eene waare en zedelyke eerbied by het Burger krygsberoep van eene vrye natie; vermits het eerde hier niet practicabel is moet het laaide in de plaats komen. Dan laat ons nog naader tot het waare nut komen, en nafpooren waarom juist een man van aanzien het best gefchikt is voor een Bevelhebber. Zodanig, een perfoon moet men onderdellen dr.t eene opvoeding heeft genooten evenredig aan zyne geboorte : door dien weg is hy ook meer tot den voorfchreeven post voorbereid, door verfcheiden wetenfchappen; hy heeft meer tyd over om'er zig verder op toe te leggen dan een ander Burger dien zyn beroep hierin verhindert; hy is gefchikter tot regeeren, om dat hy van jongs af aan daartoe is opgeleid, dan de Koop- of Handwerksman; en zyne onderhoorigen laaten zig ook beeter door hem regeeren dan door hun's gelyken; hy vermydt door eene agterhoudende levens wyze den al te gemeenzaamen ennadeeligen omgang, om dat het gezag daardoor verminderd wordt, by bedekt door dien weg zyne gebreken, en blyft in aanzien ; eindelyk zet een man van Familie meer aanzien by aan het Corps, en hy kan door zynen " invloed het gemeene welzyn meer helpen bevorderen. Ik beken gaarne dat deeze geheele aanmerking voor alle Lieden van inzigt, en ook voor verfcheiden Steden  van j. G. HERBIG. 175 den overtollig is» om dat men omtrent de keuze der Officieren, byzonder by de nieuwe Vry-Corpfen, voorbeeldig heeft getoond, met myne gevoelens hieromtrent over een te ftemmen ——— dan dit onaangezien , heb ik geoordeeld hier mede geen ondienst te doen aan Lieden die van een tegenftrydige meening zyn, en niet bezeffen kunnen dat 'er zoo gegronde redenen voor zyn. Wie zal 'er dan nog op blyven flaan en beweeren dat het aangetoonde Systema niet ftrookt met de Vry. heid ? . de Burger is volkomen zoo vry als voorheen , hy is buiten de Wapens als Burger onafhangelyk van zyne Bevelhebbers j zy zyn flegts in zoo verre over hem gefteld als het de Wetten gedogen, en de goede orde onder de Wapens vordert. Dezelfde Bevelhebbers ftaan in zekéren zin ook onder hunne £ der Burgeren ] Wetten, zy worden door hen aangefteld , en des noods weder afgezet, i i i » Om kort te gaan, zy bekomen, fchoon uit de aanzien* lykften des volks verkoren , daarom in geenen deele meer magt, dan Bevelhebberen die hunnesgelyken zyn, maar zy zyn 'er gefchikter toe , het is hen beter betrouwd, en zy zullen 'er een beter gebruik van weeten te maaken. Het voorwendzel, dat het aan> genaamer zoude zyn, wanneer alle Bevelhebberen in eenen gemeenzamen omgang verkeerden met de geza- mentlyke Schutters, komt niet in aanmerking het is hier geene Sociëteit die ingefteld is tot vermaa* ken, maar tot den Wapenhandel; en zoo lang deeze tot een grondflag wordt geleid, dan verdienen de eerften  i?S VERHANDELING eerften alle veragting, wanneer zy het minne hinder daaraan toebrengen. Nogthans moet men my wel verdaan, ik pretendeer geenzins, dat de Burger - Officieren alle verkeering zul/en ftaaken met fatzoenlyke Burgeren , fchoon zy het Geweer draagen : dit zy verre ! Of dat een fatzoenlyk Burger in de Steden, die 'er bekwaamheid toe heeft, niet goed genoeg zoude zyn om Officier te worden , het is intengedeel zelfs noodzaaklyk en billyk, om alle misverftand, ongenoegen en vooral om een zeer nadeelige yverzugt, of'wantrouwen voor te komen, dat men zelfs te midden uit het lichaam der Burgery van den middelftand, een gedeelte tot Officieren verkiest, om te toonen dat men deezen ftand daartoe niet te min agt, en dus ingewikkeld het geheele gewapende Corps beleedigt; dan ik maak egter die voorwaarde, dat deeze Officieren wel uitgekoozen moeten worden, te weeten, uit het beste gedeelte der Burgeren , de aanzienlykften , bezadigdften, Verflandigften, en onderfcheidenften van gedrag; en dat voornamentlyk de hoogde Charges , door de meest gequalificeerden dienen bezet te zyn. Thans ben ik in ftaat om den Leezer te zeggen waarom ik de Candidaten tot Officiers plaatfen door den Grietman Iaat in voor/Jag brengen - het is , om dat deeze onderfteld wordt het best in ftaat te zyn , om de meest gequalificeeide Lieden , in zyn Grieteny woonende, te kennen; hy kan 'er over oordeelen, of zy 'er bekwaamheid toe hebben ; en hem is ook bewust of zy 'er toe genegen zyn — IQ dit geval zyn de huislieden zelve niei - , zy behouden  vis J. G. HERBIG. 177 den daarom het regt van verkiezing, en hebben het in hunne magt, wanneer onder dit getal zulke voorwerpen gevonden worden, die by hen in geen agting zyn , om dezelven voor by te gaan, of die het zig naderhand onwaardig maaken van hunne Charges af te zetten. Omtrent de Onder Officieren heb ik by de oprigting, der Land Corpfen een andere Methode gevolgd. Deeze worden door de Schutters zeiven uit hun midden gekoozen; want zy lieden zyn hiertoe, in bet tegenovergeflelde , beter in ftaat dan de Grietman. Zy kennen zig best onder elkanderen , zy weeten wie van hun de meeste lust daartoe heeft, zy hebben hunne keur, wie zy willen aanftellen als hunne Leermeesters enz. Hier van wordt ook een gtooter getal op een Nominatie gebragt , en dan hebben de Officieren onder eikanderen de keur, om den best voeglykften daaruit te kippen. Dan het wordt tyd om weder op de Steden te komen. Hier vervalt min of meer de reden van een Rea commandatie tot Officieren, dewyl de Stedelingen rneer gelegenheid hebben , om kennis te hebben aan zulke Subjecten , die dit verdienen, en dus uit hunne eigen oogen te zien. Wat dan betreft de vraag of dezelve ,, door de Lee„ den der Corpfen , en uit bun, behoor en te worden gej, koozeri" ? dezelve is reeds zoo goed als beantwoord ; op het eerfte Lid, zeg ik , volftrekt Ja ! Zy zyn zelve de verkiezers, en indien 'er voorwerpen onder ben zyn , die het verdienen , dan worden deeze ook uit bun gekoozen j dog, zoo niet, dan kan men M eok  i78 VERHANDELING ook buiten het Corps gaan , roornamentlyk dan, wanneer men daardoor voor het Corps een buitengemeen voordeelige acquifitie kan doen —— maar op de voorwaarde: „ om voor een jaar tyd, of korter of langer in hunne qualiteit te dienen, en of zy dan niet weder ,, in 't Lichaam, waaruit zy gekooren zyn, tot bunnen », ouden rang moeten te rug treeden" ? zeg ik rondborflig, Neen (t)! Hy (() Wy komen thans tot de gewigtige vraag over het aanblyven of afwisfelen der hooge posten, welke wy om haaren zamenhang met veele andere fchikkingen reeds meermaalen van ter zyden hebben moeten aanroeren, 't Is vry natuurlyk dat ons gevoelen noopens dit punt, uit ftrydige beginzelen tegen die van onzen Schryver aangaande ge. boorte, aanzien, distinctie en qualificatien, afgeleid zyn. de, ook rechtfheeks tegen het zyne moet gekant zyn. Doch daarenboven moeten wy den Leezer onze allereerfte Aantekening erinneren, waarvan wy denken dat hy, in de leezing van dit uitmuntend ftuk tot dus verre gevorderd zynde, zich genoegzaam overtuigd zal houden: Dat naamelyk de Scbryver veel meer op Veldtogten en vtrdeediging der wallen tegen een uitbeemfcben vyand bedacht geweest is, dan tp bet fluiten van oproeren. Zyn E. heeft dit laatfte Hechts in het verfchiet befchouwd , en wy verfchillen zo veel van hem, dat het onzes oordeels wel op den voorgrond had mogen geplaatst worden. De wrokkende Heerschzucht, de verdervende Hand, die overal haare vergiftige zaaden ftrooit, zal tienmaal, ja honderdmaal gelegenheid vinden om eene voornaame Stad, die zonder garnizoen is, in rep en roer te ftellen , tegen eens dat zy den vyand van buiten op onze grenzen weete te trekken. En wanneer dit laatfte gebeurt,  van J. G. HE RB IG. i?9 Hy die eens met een goed en ryp beraad tot Bevelhebber is gekoozen, moet, zoo lang hy het zig niet on- gebeurt, zal het ipits toch in de eerfte plaats door befoldigd Krygsvolk moeten afgebeeten worden. Gewapende Burgers en Boeren zullen alleenlyk daarom nuttig en nooitzaakelyk zyn , dat men dus geene zo groote Legermagt van nooden hebbe , die naderhand onder eenen opgeblaazen Veldheer haare wapenen tegen het Vaderland zou mogen wenden : en dat zy, terwyl de Soldaaten op de grenzen zyn, het onftuimig en omgekocht Gemeen in toom houden. Loopt de nood noch hooger, en moet men mede naar de grenzen, dan zal men toch zich moeten fchikken naar den Veldmaarfchalk, of commandeerenden Generaal, die over alles het Opperbevel voert. Wy hebben "echter toegeftemd dat ook de gewapende Schutters, Burgers en Boeren, hunnen Gcneralisfimus konden hebben, mits dat hy na het aflöopen van den togt zyne waardigheid terftond nederleide , even gelyk te Romen de Diktators deeden: wy vervolgen hier de vergelyking zo verre, dat wy de andere posten, hoe hooger hoe noodiger, wisfelbaar willen maaken, even gelyk het Veldheerfchap van de Roomfche Burgermeesters , of immers ten naasten by op dat voorbeeld. Men treedt zo dra niet in ons gevoelen aangaande 't voornaamst en meest noodzaaklyk oogmerk van de wapening der Burgeryen, of men ziet van zelfs dat des Schryvers redenen voor het beftendig aanblyven der hoogfte posten minder klemmen. Want niemand zal willen bewee< ren dat 'er zulk eene diepgaande krygskunde zal vereischt worden, om de goede orde in eene Stad of dhtrict te bewaaren, dat' daarom juist een Officier'zich tot een onafgebroken M 2. ;  iSo VERHANDELING onwaardig maakt, zoo lang hy het zelf verkiest, of door te hooge jaaren 'er niet buiten ftaat toe is , ook altoos broken onderzoek van vee!e jaaren zou moeten verledigen Wy gelcoven veeleer, dat (by voorbeeld voor de Steden) de fchoone lesfen, welke onze Scbryver in gevalle van op. roer voorftelt, wel in acht genomen zynde, ten naasten by toereikende zuüen bevonden worden. Maar verfchillen wy van Systema , hy vergunne ons meteen de vryheid, welke wy by het uitfchryven der Vraage ons hebben voorbehouden. Nu verder. Waarom zo wel niet eene afwisfeling van Officieren als van Directeurs der penningen, welke de Schryver zelf heeft voorgeflageu? En daar zyn E. hier ook toeftaat dat de hooge Officiers om wangedrag mogen afge. zet worden, waardoor dan tevens onze voortogen wegens eenen Krygsraad gewettigd worden: daar zyn E. zulk niet alleen toeftaat, maar ook noodig acht, waarom niet den middelweg gekoozen, langs welken zulk eene hardheid naar allen febyn voor altoos zal kunnen vermyd worden? Indien een Officier befeft dat hy maar een geleend geza<* bezit, en in 't kort verpligt zal zyn het zelve wederom af te leggen, zal hy zich veel gemaatigder gedraagt*, dan wanneer hy hetzelve als een eigendom aanmerkt. Want óatqfzetten van een man van geboorte, distinctie, aanhang en invloed, zou zeer bezwaarlyk vallen. De vergelyking, welke onze Schryver aan het einde van dit Hoofdftuk bybrengt, is inderdaad niet zeer toepaslyk dewyl de Bevelhebber, dien men opgezette tyden vaaren laat om een ander in zyne plaats te kiezen, even weinig te voorfchyn komt als een gewaande misdaadigar die met den  van J. G. HERBI G. 181. ALTOOS BEVELHEBBER BLYVEN , 0!T1 dat het tegendeel geheel venverplyk is. Ik zal onder andere maar twee hoofdredenen hierby aanhaalen, die zoo zeer in het oog vallen, dat geen meer bewyzen nodig zyn. De eerde Een man die tot een permanent Bevelhebber wordt benoemd, beeft alle reden, zoo 'er flegts een vonk van eerzagtby hem heerscht, om zig hierop toe te leggen. Het is geen zaak van eenige korte jaaren den dood gedreigd wordt, als de Doge van Genua, dien de Raadsheeren na eene regeering van twee jaaren komen aanzeggen, dut zyn Excellentie zyne werk verricht beeft, en uit het Hertoglyk Paleis te rug naar buis kan keeren. Wy moeten nooit vergeeten dat de Vryheid van eene Republiek zo teer is als het oog, en daar men geene Subordinatie kan ontwyken, dat echter het Minimum van dezelve met de uiterde angst valsheid moet gezecht worden. Men verkieze dan &eene Meesters, die me:i niet zonder kwetfing van eere wederom kan afdanken. Acht men een jaar te kort voor hunnen dienst, men (felle twee of drie jaaren, maarniet meer; en men verlenge nooit dkn tyd buiten dringende» redenen, die ten minden een Epaminondas waardig zyn. Dat deeze fchikking genoegzaam toereikende is,' om van tyd tot tyd bekwaame Officieren tot den Burgerdienst te verfchafFen, kan ook hieruit begreepen worden, dat de Officiers van den tweeden rang zich veel meer op de zaak zullen toeleggen, indien zy zich biliyk mogen vleien , vroeg of laat eens den hoogden rang te zullen bek'eeden , dan wan. neer hun de weg daar toe naar allen fchyn glad afgefneeden is, Alles M 3  18* VERHANDELING jaaren zelfs het oppervlakkige wel te leeren - hoe veelen, wier metier het is, worden niet eens middelmaatig ! —— zoo veel te minder zy lieden , voor welken het Krygs-ambagt een Bywerk is. En wanneer men verdeF tot het groote , of den Velddienst wil opklimmen, is 'er altoos een onuitputlyke ftoffe voor een Officier om zig te inftrueeren. Hoe weinig kon dus iemand vorderen, die flegts voor een jaar of eenige jaaren Officier was. Hy zal nauwelyks, om zoo te fpreeken, het A. B. overgezien hebben, en dan uitfcheiden: wat ambitie zonde hem ook daartoe kunnen beweegen om zig fterk te maaken , daar hy van te vooren weet dat het verfpilde moeite is' die hem weinig of niet te ftade komt? en het Corps zelve zoude dan geduurig geleid en gecommandeerd worden door Re» crut- Officieren, die zelfs leiding nodig hadden. Indien men derhalven op goede en bekwaamt Officieren is gefield boven onkundige, dan zal men zelve kunnen opmaaken wat het beste is. De tweede reden, welke tegen een bepaalden tyd pleit, Alles te zamen genomen, twyffelen wy naauwlyks of de meeste weidenkenden, die op de dagclykfche gebeurtenisfen in ons Vaderland, zo te Rotterdam als elders, wat ernftig gelet hebben, zullen ons toeftemmen, dat de gewapende Burger'y ruim zo veel belang heeft in een rechtfchapen Voorflander van haare rechten en privilegiën, met middelbaare krygskundé, als in een allerbekwaamften Bevelhebber, die ten aanzien van het Hof en hoofsgezinde Regenten niet vast in zyne fchoenen ftaat.  van j. G. HERBIG. 183 pleit, ontfpringt uit de eerfte Stelling in dit Hoofdftuk afgehandeld; het zoude namentlyk niet alleen hinderlyk zyn aan eene billyke hoewel noodzaakelyke Strooi" • dinatie , maar dezelve bynaa geheel onmogelyk rnaaken. Wie doch zoude zig eenigzins durven doen gel* den, wanneer hy flegts eenen korten tyd in zyn aan-zien bleef? Hy zal te befchroornd zyn om zig eenert zeekeren ernst aan te matigen, die belacht wordt; eft dit vaak tegen iemand die het volgende jaar wederom zyn gebieder is. Geen man van distinctie zal zig dan beyveren om zulk eene qualiteit, en geen gemeene zal het behoorlyke ontzag hebben voor eenen Bevelhebber, dien hy, wanneer het hem belieft, zelfs zonder reden, weder kan degradeeren. Ik zoek niet weg te neemen [om het nog eens te herhaalen] dat de Leden der Corpfen het regt behouden, om, wanneer »er eclatante redenen toe zyn, en zy het onder zig kun nen eens worden , eenen onwaardigen Bevelhebber af te zetten, en 'er kan in zulk een geval nooit verfchil hieromtrent plaats hebben; want een waarlyk onwaardige zal nooit zoo veel aanhang hebben, die overwigtig is aan de misnoegden: Voor het ovsrige zyn het de wetten, zoo als meer gezeid is, welke het evenwigt houden tusfchen gezag en ondergefchiktheid 5 en geen Gezaghebber moet in Haat zyn, om hetzelve eenig. zins te misbruiken, en een ftreep verder te gaan dan de Wetten of Reglementen hem vergunnen. Het gebruik om alle jaaren de Bevelhebberen aan te merken a's gedimitteerd, en hen dan evenwel op nieuw te Stemmen tot de Continuatie , vind ik , met M 4 eerbied  '*4 VERHANDELING eerbied gefprooken wegens deszelfs ouderdom een weinig ongerymd. Is het om eene vrolyke maal* tyd te doen ? die kan evenwel plaats hebben. En is het enkel eene Formaliteit, om aan te toonen dat het volk de magt heeft om over hunne Bevelhebberen te befcbikken, deeze kon in min verlichte tyden door den beugel, maar tegenswoordig komt het byna op hetzelfde uit, als of een Geregtshof alle jaaren iemand ter geregtsplaatfe liet brengen , fchuldig of onfchuldig, hem alle formaliteiten van eene welverdiende doodfiraf deedt ondergaan, en dan weder in vryheid fielde , enkel om aan te toonen , dat het de magt beeft om iemand het leven te leneemen, ~———. wat is het doch anders iemand voor een dag af te zetten, zonder dat hy het verdiend heeft, om flegts iets aan te toonen, hetwelk buiten dit aantoonen evenwel een regt San blyven % Het Refultaat van deeze redeneering is dan in 't kort : zoo 'er geen valabele redenen tegen zyn , moet iemand altoos Bevelhebber blyven : anderzins kan hy worden gedimitteerd, en zoo hy zeer misdaadig is, zfelfs daarenboven naar eisch van zaaken gejirqft* VIERDE  VAN J, G, HERBIG. 155 VIERDE HOOFDSTUK. Over de beste en billykfte maatregelen , voor de beflendige Eensgezindheid van de Dienstpligiige Scbuttery en Vry,. Corpfen, Jk beken gaarne dat deeze vraag voor my de zwaarfle is om te beantwoorden , en dat ik wel had ge. Wenscht dat dezelve niet in het Programma van het Genootfcbap was ingeweeven geworden , om 'er van ontflagen te zyn * niet , om de onoploslyke knoopen, welke 'er in verborgen zouden zyn 1 ■■ neen maar, om dat bet 'er hier zeer op aankomt, om vooroordeelen («) tegen te gaan, welke reeds te diepe wortelen gefchooten hebben. Men is altoos in gevaar, van het waare of ingebeelde belang van de eene of andere party te na te komen, naar maate men reden heeft de andere voor te Haan; en wel degelyk is men in dit gevaar, wanneer men die party te veel aan haar zeer raakt, die thans den meesten aanhang heeft m _ dan dit zy hoe het zy , op beide fchouderen te dragen is myn Caracter niet. Ik heb voorge. no« (d) Wy verzoeken den Leezer geduurende de vooraf, fpraak van dit Vierde Hoofdftuk zyri oordeel wat op te fchorten; de gelegenheid zal zich welhaast opdoen, om de gevoelens, welke onze Schryver vooroordeelen noemt, in een ander licht voor te draagen. M 5  i86* VERHANDELING nomen , volgens myne overtuiging onbewimpeld de waarheid te fpreeken, en niet om my te plooien naar de heerfchende dwalingen. En al zag ik vooruit dat dit Hoofdftuk het Credit van de geheele Verhandeling zoude wegneemen, egter zoude het my onmogelyk zyn ten koste der waarheid en gezonde reden den mantel naar den wind te hangen. Laaten anderen [indien het mogelyk is J daardoor zegepraalen , het is my altoos een flreelender voldoening onbeloond nuttig geweest te zyn, dan onverdiend beloond te worden. „ En dewyl men veel al genegen is., met de Dienst» „pligtige Schittery een Vry.Corps te paaren '; dus begint de laatile Vraag van het Genootichap (v > Het (v) Het woord genegen is daarom door ons verkooren , dat wy den Wapenhandel liefst als eene vrywi/ligheid wilden geoeffend hebben; in welk geval de genegenheid des Volks vooral tiiet moet over het hoofd gezien worden , al waare 't ook dat zy een ingebeeld voordeel bedoelden. Maar nu tot de gewigtige vraag, waarom is men toch daartoe zo genegenl Is het r.ut, dat men van de Vry Corps, of Exercitie ■ Genootfcbappen verwagt, al of niet ingebeeld? Onze Schryver gaat verder, en houdt deeze infleuing voor zeer fchadelyk: wy integendeel, nellen daarin ( voor een groot deel de wezenlyke befcherming der aangevochtene Vryheid. Vooraf verzoeken wy dat men niet met ons twiste over den naam. Wil men deeze lichaamen liever Exercitie.Ge', twotfibnppen , dan Vry-Corps genoemd hebben ; 't is wel. Toen wy de vraag uitfchreeven , was deeze laatfte benaamingnoch zoniet in de Mode. Wy zouden ze anders ge-  van j. G. HERBIG. 18? Het zy my vergund, hier de tegenvraag te doen, waarom is men doch daartoe zoo genegen ? Zeker om dat gereedelyk hebben aangenomen. Eveneens hebben wy ook met de uitdrukking van dienstpligtige Schutten geenszins voorgehad de gewoone Schutters, die tot het Exercitie Cenootfcbap niet zouden behooren, in eenige vernedering te (lellen, alleen daarmede de zulken bedoelende, die door het waarneemen van den dagelykfchen dienst zich federt lang verpligt hadden , de gewoone bevelen der Officieren onder het opzigt van de Regeering waar ta neemen. Men weet dat in onze Steden veele Burgers, ook om verfchil van Gezindheid, van die verpligting ontflagcii worden , mits dat zy behoorlyk daarvoor betaalen. Men ziet meteen dat onder hen niet weinigen gevonden worden , die finaak zouden hebben in een Vry - Corps of Exercitie-Genootfchap. Maar tot de zaak. Onze Schryver merkt zeer wel aan dat het eene goude fpreuk is, eikdraot ma aict magt. Wy kunnen nochthans hierop antwoorden dat 'er geen regel zonder uitzondering is, en dat Eendragt, die eene verkeerde leiding volgt, haast doodelyk worden kan. In 't algemeen is voor de gezondheid niets voordeciiger dan de flaap ; maar flaap. ziekten, die al niet doodelyk zyn , laaten gemeenlyk eene onherftelbaare verlamming na. En wie weet, indien de zogenaamde Eendragt in ons rampzalig Vaderland wat langer had geduurd, welk eene onherftelbaare bedwelming alle onze weleer zo geduchte vermogens zou bevangen en voor eeuwig uitgedoofd hebben V Ondertusfchen ontkennen wy dat de oprigting van een Exercitie - Genootfchap eene fcheuring met de Schuttery zou maaken; en de Schryver vergeeve 't ons , hy vergist zich  i8S VERHANDEL ING dat men waant, dat 'er een vmentlyk „„ fa zit ; maar een oogenblik Attentie, dan zal m™ kunnen ïkh wanner hy BI. ,„ zegt, dat w d naar maatregelen, om , na het ontknoopen van den bandder Eendragt, h Eensgezindheid weder te her/lellen. Van geen herftel! gewaagende, hebben wyalleenlykgevraagd, hoe èoor beftendrge Eensgezindheid het gevaar van febetfang te voorkomen ? Hadden wy dit Voor onmogelyk gehouden ^ hadden «ker om geene de gevraagd. Maar dit is waar, dat wy >t voor een '\ wigUg Huk hielden, 't weik cm behoorlyk opgelost te worden, den Zamen!oop van treflyke verftanden mogt waardig fchynen? En Zou zonder dit onze uicfchryZ ook niet belachlyk geweest zyn ? S Nu is het ons ten uiterften aangenaam dat wy gelegen* he;d hebben om zelfs aan onzen Schryver, die de Excrciru Genootfchappen afkeurt, die ze veroordeelt, en' de e" ver inftelling niet duister van kwaade oogmerken fch/nt verdacht te houden, onze verPIigting te betuigen , voor de fchoonemaatregelen.welkehyniet lang daarna terbewaarin " van de zo zeer gewenschte Eensgezindheid, aan de hand geef, Gelyk wy aan den eenen ^ntgeenezwaarigneid^ ken, Hem, daar wy 't noodig achten, diametraal tegen te fpreeken,zo verblydthetons ten anderen , Ja oneindig meer cat wy ons verpligt vinden zo wel als zyn doordringend ver! fiand, ook zynegroote edelmoedigheid te roemen, en hoog te verheffen, 't Zyn alleen de edelfte geesten die uit een afgekeurd ftuk, 't welk Zy 0p , hoogJt a„' ^ oodzaakelyk kwaad befchouwen, noch alle mogelyk nut en voordeel trachten te trekken. Krygskundig befchouwd, fcby„en des ^rj*'èrf ^ nen  van J. G. HERBIG. 189 kunnen zien , of dit ook al of niet ingebeeld De nen tegen de Exercitie-Genootfchappen in den eerden opflag zeer gewigtig; maar het Staatkundige is een heel ander element; en wy hebben reeds op verfcheidene pkiat* fen, zo wy ineenen met recht, 'er op aangedrongen, dat de Staatkundige inzigten , niet in het vtrfcbiet maar op den voorgrond behoorden plaats te vinden. Stemt men dit toe, zo zullen de Ktygskundige befchouwingen zich ook ftraks in een ander licht vertoonen ; en men zal des Schryvers tegenwerping noopens de verzwakking der Burgerlyke Magt, indien de Stad te klein is om buiten het Exercitie Genootfchap een Battaillon van 300 Man uit te leveren, zo zeer niet aankleeven, als men bedenkt dat wy maar zelden, genoegzaam nooit, met eenVeldflag te doen hebben; maar dat het 'er voornaamelyk op aankomt, eenige Straaten en Steegen af te fluiten, een Burgerhuis te bewaaren, voorliet Stadhuis een plein te beflaan ; en een detachement , waartoe waarfchynlyk een ExercitieGenootfchap of Vry» Corps best zou gefchikt zyn , op de onftuimigfte beweegingen af te zenden. Zie wederom onze eerfte aantekening. Indien men zich nu herinnert wat wy gezegd hebben van de bedorvene Conftitmie der Steden in onze Provincie, van de gevaaren die aan hooflehen invloed verknocht zyn, van de droevige voorbeelden die zommige Steden in ons Vaderland daarvan hebben verfchaft ; indien men hiermede vergeiykt de blinde geneigdheid van het onkun* dig Gemeen , om dikwyls op het gezigt van eene enkele kokarde, of op het hooren van een Straatdeuntje , de heiligde pligten in den wind te liaan, en zich zeiven hol over  ipo VERHANDELING Da Gouden fpreuk , waarvan genoe^aam niemand onkundig M, de Spreuk, waar meede wy 0n2s groZ heid over bol in den afgrond der flaaverny te dompelen: indien men dil alle, naauwkeung overweegt, zal het niemand vreemd voorkomen d,t wy een Vry Corps, of ExercU e Genootfchap , als het heilzaamfte behoedmiddel tegen «tfk een dwaazen tuimelgeest befchouwd hebben. 't Gaat vast dat zulk een Genootfchap in de uitvoering van zaaken altoos aan zynen Magiftraat moet onderhoorig bly. Se™ fcLIr ''* RinSt d3t ^ hetZe'Ve in zyne ***** «elyke CJuktang met eenige voorrechten begunftige de verk.ee.ne der Officieren wat ruimer inwillige het onder! c eld va„ Geldbeden ter zyden «,» ervoor , J£ dat de Regeering zich hieromtrent Vaderlyk gedraag zul en natuurleer wyze tot hetzelve de braafde en^i1 ■gaemen chen toevloeien, die ook doorgaans te we, gt ua. hüceerd zullen zyn, om voor een hand vol gouds hunne eer" e vergeeten. De meesten, het belang van Koophandel en Zee. vaartkennende ennietonkundigvandediepewonden, welke dc fnoode handdes verderfsaan die Slagaderen van> Lands Welvaart heeft toegebragt, en dagelyks meer en tracht toe te brengen, zullen, door eene welgezinde Regeering onderdeund, alles opofferen aan de dierbaare Vryne>d; en te gelyk moeds genoeg hebb Regeering of kwaê.yk gezind, of, om gundiger te fpree! ken, misleid mogt zyn, dezelve rustig tot haaren pligt te vermaanen. Hunne dem, hunne moedige bezadigdheid zal het gemeen tot reden brengen. Wy hebben te vooren aangemerkt, dat tusfehen het Gemeen en den Middelend . BUrSerye ,eene ^«keerige betrekking plaats heeft ; du is in zo veele opzigten waar, dat het 'er vreemd moest uit-  van J. G. HERBIG. 191 heid uitdrukken en die op onz3 banieren pronkt, luidt: Eendragt maakt magt. En zoo dit eene on» uitzien , indien vyftig van de aanzienlykfte Burgers, in een geregeld lichaam te voorfchyn treedende , niet zou. den bekwaam zyn den zwaarften oploop, dien men in eene Friefche Stad verwachten kan, te fruiten. Maar zy moeten gewapend zyn, en bekwaam om de Wapenen te voeren, om niet in den eerften opflag ongelukkige flachtofFers van de Raazenay te worden. En wat zou van dezulken te vreezen ftaan ? Zouden zy immer het voorneemen kunnen fmeeden om hunne wettige Regenten, hunne repiefentanten, de verzorgers van hunne belangen, van hunne rechten en eigendommen, te mishandelen , te befchadigen , of in eenig heilzaam oogmerk derzelver poogingen te verydelenPOnmogelyken ongerymdl Doch wy willen ook niet dat zy fterk genoeg worden om zulks te onderneemen. Laaten de Schutteryen de fterkfte zyn, indien maar het Exercitie • Genootfchap het aanzienlykfte en meest begunftigde is. Zo lang het goed blyft, zal het fterk genoeg zyn om de kwaade aanflagen eener woedende menigte te fluiten ; wordt het tegen alle verwachting kwaad, ftraks zal het in zichzelven verdeeld worden, en al zynen invloed in een oogenblik verliezen. Hiermede meenen wy in het beantwoorden van dit teder punt aan onzen pligt voldaan te hebben, zo in het oplosfen der voornaamfte zwaarigheden , welke onze Schryver tegenwerpt, als in het toezwaaien van den welverdienden lof, noopens de beste en billykfte maatregelen, die hy zelf ons aan de hand geeft, 't Geen verder ter aanpryzin* ge der Exercitie'Genootfchappen dient, zullen de Leezers, die niet al te veel van ons verfchillen, met groot genoegen vinden in de doorwrochte Verhandeling van den Heer van maan en.  192 VERHANDELING onfeilbaar* waarheid is, dan gaat her tegenoverstelde ma minder door, dat Tw;jeimIACT VEpv2 WA_ Het Genootfchap heeft dit ook zeer wel ingezien' en daarom de Vraag ontworpen: „ Welke maatreden „ zyn In zodanige oprigling de blllykfle en beste voor de „ beflenêige eensgezindheid van elk deezer twee Lichaa. „ men op zig zeiven , en voor derzeher wederkeer!» „ verband, als meede ten aanzien van de politie"? 1 Maar ik koom weder te rug op de oprigting der vry Corpfen: dezelve maakt eene fcheuring in het groote en ilerke Burgerlichaam ; zy ontknoopt den band van Eendragt, en om dit weder goed te maaken, vraagt men na de beste en billykfte maatregelen, om de eensgezindheid weder te hertellen.' Waarom niet Jiever eene terke machiene in haar geheel gelaaten, dan dezelve met voordagt eerst veibrooken , en nader« band gebreklyk weder te zamengevoegd? D Heeren Leden van het Genootfchap gelieven dit niet aan te zien als eene bediiïing die op ben gerigt is; ik fchryf hun Ed. de loflykte oogmerken toe, en vereer hunne edelmoedige pogingen, om alles in een goeden plooi te brengen; zelfs twyffel ik niet dat zy met tny in flit ftuk eens deuken , en deeze Vraag niet zouden hebben geopperd, indien zy niet overtuigd waren, dat 'er eene wezentlyke fcheuring door de vry Corpfen plaats greep: Hunne woorden, dewyl men veelal geneegen is, merk ik un, ais de voorondertelling waarop de Vraag berust,en geenzins als eene Heilige goedkeuring; in welk geval zy zig ze£ker anders zouden hebben uitgedrukt. De Leden van twee differente Corpfen, al bereikt men de hoogst mogdyke harmonie, zyn doch niet  van J. G. HERBIG. i*3 niet in zoo een hoogen graad eensgezind, als van het, zelfde Corps; men verliest altoos. De beste vereeniging, de beste maatregelen om die te bewaaren, zyn dus geene andere dan deeze: In elke Stad behoort flegts een Corps te zyn; dit is niet alleen Staatkundig , maar ook Krygskundig gehandeld. Het oogmerk van Militaire Corpfen op te rigten, is in den grond niet anders , dan om een groot aantal menfchen te vereenïgen in een Lichaam, hetwelk als door eene Ziel geregeerd wordt , en dus zwakkere Lichaamen daarmeede te overweldigen. Wanneer deeze Lichaamen boven de meetfchaal van eene zeekere grootheid aangroeien , waardoor zy te log worden, en hunne werkzaamheid verliezen , dan vermeerdert men derzelver getal. Op die wyze is een Battaillon in onzen dienst [ in tyd van Vreede] rykelyk 300 mannen , en in fommige dienften [ waar men altoos op den Veld voet blyft] 7 a Soo mannen fterk. Zoo lang egter die hoogte nog niet bereikt is, die men niet moet te boven komen, is ieder man , welken men 'er van aftrekt, eene verzwakking; en dierhalven is en blyft het eene al te buitenfpoorige ver< zwakking, wanneer de Corpfen door verdeeling nog beneeden de 300 man blyven, [ hetwelk reeds op zig zeiven buitengemeen zwak is ] gelyk aan die ten platten Lande , en 'sLands Troupen. In de kleinfte Steden nu , waar men met moeite, of zelfs onmogelyk, een Corps van 300 mannen kan voltallig maaken, is het dies te veikeerder tweederlei Corpfen te hebbenIn grooter Steden, waar men 600 of meer weerbaare mannen kan onder de wapens brengen, is het juist N om  194 VERHANDELING om bovengemelde reden niet zoo verwerplyk, dat 'er een Vry-Corps worde opgerigt, behalven het Schutters Corps , van behoorlyke fterkte; hoewel het in. den grond altoos Beter blyft dat men het niet doet * en liever twee of meer Battaillons tot een Regiment maakt, en onder de orders van denzelfden Commandant zoo doende vervalt van zelfs de zwarigheid hoe men de eensgezindheid moet bewaaren. Het oprigten van Vry-Corpfen wordt te meer geheel nutteloos, vermits zy in allen deele egaal gewapend zyn, dezelfde Exeicitie hebben, en tot hetzelfde einde zullen dienen als de overige Schutteryen. Geheel anders zoude het geleegen zyn, wanneer zy een by. zonder foort van wapens voerden, zoo als in eenigen ©pzigte by de Land-Corpfen, waardoor hat nut, het welk zy als byzondere Corpfen kunnen fligten, minder tegenfpraak lydt; het heeft thans [om alles zamen te neemen] te veel het voorkomen van eene enkelde lief. hebbery , van eene mode • ziekte, zoo lang het handtastelyk is, dat 'er niet alleen geen byzonder nut in fteekt, maar zelfs dat het zeer nadeelig is aan de berei king der waare en eenige oogmerken die men by het wapenen van 'sLands Ingezetenen kan en moet hebben , . STERKTE en EENDRAGT. Ik oordeel dat de eerlte Inftellers van deeze zoogenoemde Vry-Corpfen, of liever Exercitie - Genootfchap' pen, zei ven geen ander but daarby hebben gehad, dan om door deezen weg de lust tot de wapenoefening te ontvonken en uit te breiden; dat hun eigentlyk voor» neemen niet was om 'er byzondere Corpfen van te maaken , dan alleen op de Exeicitie-plaats, en dat zy voor  van j, G. HERBIG. igs voor het overige ingelyfd bleeven in de gewoone Schutteryen; dat ook dv.eze byzondere Exercitie zoude ophouden» zoo dra de geheele Schuttery hand aan 't werk floeg, en zig in ftaat ftelde, om gemeenfchap]yk met de anderen voort te werken; dat wil zeggen, om in alle gevallen, exerceerende of om andere redenen onder de wapenen komende, niet dan een Corps uit te maaken. Dan om weder te keeren tot de Vraag van het Ge« nootfchap, de questie is niet meer wat al cf niet had behooren te gefchieden, maar om het geene niet meer te verhinderen is weder goed te maaken. Waar dan reeds gewettigde Vry-Corpfen zyn, moet men de hand op den mond leggen, en van twee kwaaden altoos het beste kiezen, dat is te zeggen, den voorrang geeven aan de beste beftiering boven de flegte tusfchen de tweederlei Corpfen; alhoewel ook in den grond al het kwaad niet kan worden weggenomen , 't welk altoos overblyft zoo lang 'er twee, differente Corpfen zyn. Tot de beste en billykfte maatregelen voor de beftendige Eensgezindheid is, ten eerflen, nodig eene vol. komene gelykheidder twee Corpfen, en dat het eene zig geen voorregt aanaiatige boven het andere, waartoe die van het Vry-Corps [indien'er al eene onderfcheiding in dit opzigt moest plaats hebben] als zynde invergelyking der Schutteryen, nog in de wieg, het allerminst bevoegd zyn. — Het komt my, hoewel onder verbeeiering , voor, dat.de naam van fry-Burger, in tegenoverftelling van diemtpiigtige Schutter, reeds zeer aanftootlyk is de eene Burger is zoo vry ais de N a ander.  195 VERHANDELING ander. Men ontziet zig zelfs niet van de Wagt-Burgers te cenfeeren, als gedwongen zynde tot de Exercitie, maar de anderen als vrywilligers. Wie zal den eenen Burger boven den anderen verpligten tot dienden, wanneer het niet zyn vrye wil is? - . Noemt men hem daarom diemtpligtig om dat hy 'er zig toe verbonden heeft; men noeme dan den anderen uit denzelf Jen grond Exercitie-pligtig 0f om geen pedanterie te gebruiten, waarom zegt men niet het Wagt^ Corps en Exercitie- Corps , en een Wagt-Burger of. Adelborst, en een Lid van 't Exercitie.Corps? of welke andere benaming hiermeede lïrookt. Waartoe een zoo veel beduidende naam, waaraan veelen, fchoon Het voor den verftandigen eene beuzelary is, een ver» keerd denkbeeld hegten; een naam die dus geen goed ftigt, en welke meede het middel is tot trotschheid aan den eenen, en jalouGa, haat en nyt aan den anderen kant? Het is boven dien hier een oneigentlyke naam [die van Vry Corps] oorfpronklyk van de ligre en ongeregelde Troupen re velde, die zelfs geen Vaanen voeren, en vaak meer tot vrybuitery gebruikt worden dan tot andere dienden. Ten twetden: Behoort tot bevordering van onderlinge harmonie dat men zoo weinig als mogeiyk is, zig van eikanderen onderfcheide door zeekere Leuzen of Veldtekens, die de gemoederen verbitteren, namentlyk zodan.ge welke eene partyfchap te kennen geeven,in deeze tyden genoeg bekend. De beide Corpfen moeten hienn egaal zyn, hoewel hat met de overige kleeding 'er met op aankomt. S S Tenderden: De beide Corpfen moeten onder dezelfde Re-  va» j. 6. HERBIG. 137 Regeerirg ftaan, bet zy Magiffraat of hooger Collegien, en dus het eene niet meer eigen gezag hebben dan het andere , of Dependent zyn van eene byzondere Regeering. Ten vierden'. Zoo wel de Wagt-Burgers als Exercitie* Leden moeten denzelfden Eed doen van getrouwheid en gehoorzaamheid aan hunne Regenten, op dat niet aan het eene de handen gebonden worden, en het andere geheel teugelloos zy, en wanneer het in hunnen fmaak viel , alle oproerigheden en tumulten zoude kunnen onderfteunen, in plaatfe van die te beletten. Ten vyfden: Zal het veel toebrengen aan de onderlinge eensgezindheid, wanneer men een middel weet uit te denken, dat de Corpfen zoo weinig als mogelyk is, van eikanderen in fterkte verfchillen, en kan het zyn, geheel gelyk aan eikanderen worden. Dit is het beste en veiligfte even wig t, om by onverhoopte voorvallen, malkanderen in ontzag te houden, en voor te komen, dat in ty den van oploop, of andere gelegenthe» heden, wanneer men te wapen komt, men niet zoo ligt oneens onder zig zeiven worde, en dat de grootfte hoop een gevaarlyk misbruik van zyne fiipsrioriteit maake. Ten dien einde zouden de Compagnien van beide de Corpfen op eene bepaalde en egaale fterkte kunnen gebragt worden; is het getal van Compagnien by beiderlei Corpfen different, dan reguleeremen daarnaar de maiifchap. By vooib. 10 Compagnien Schutters a 30 man, maakt 300, en 4 Compagnien van 'c ExercitieCorps , a 75 man, ook 300. Deeze bepaallng eens gevonden en door hooger hand geconftitueerd', mag men niet te boven komen, en by de calculeering hierN 3 omtrent  ?92 VERHANDELING omtrent moet men niet op bet hoogde getal rekenen , maar uiterlyk daarby onderfïellen , dat drie vierde der bekwaame manfchappen van de Inwoonderen het Geweer zullen draagen. Men moet 'er zig niet aan ftooren, dat in den beginne de meesten tot de Vry- Corpfen inclineeren, en dat, wanneer dezelve op dien bepaalden voet voltallig zouden zyn , dan de gelegentheid was afgefneeden om daarby te komen. goed! laat hen dan onder de. Schuttery gaan , indien dezelve nog niet voltallig is. • Dan dit is mogelyk hun zin niet, zy willen hunne grilligheid , dewelke niet zelden oneigentlyk vrybeid genoemd wordt, involgen, en dan liever geen Van beiden doen. Ook dit kan nog geen kwaad; denken zy zoo, dan verliest men weinig aan hen, dan is het geene waare Vaderlandsliefde , hoe gereed men let ook daarvoor uit veile, die hen bewoog om de wapens te draagen; was dit zoo, dan moest het hen om 'teven zyn, order welke Banier zy ten ftryde togen: Neen! Neen! waar eigen inzigten in het fpel komen, waar eigen belang, hoogmoed, eigenzinnigheid, of andere hartstogten de dryfveeren zyn, daar is de Vaderlandsliefde by my zeer verdagt. ~—« > Zoude ik, wanneer ik my in Haat reken het Vaderland nuttig te zyn, het daarom niet zyn willen, om dat myne eigenzinnigheid niet bevreedigd wieri! dit noem ik geen Faderlands ■ maar Eigenliefde. Een weldenkend, braaf en geregeld man, die met aen goed beraad en eerlyke oogmerken heeft beflooten de Wapens aan te gorden , zal ook weinig keus kunnen hebben, onder welk Corps by is, zoo draa het  van J. G. H E R B I G. ipj liet eene niet bevoorregt wordt boven het andere, en beide dezelfde beftemming hebben. Ten Zesden: is het zeer raadzaam om de Eendragt ftaande te hóuden, dat 'er een Opperbevelhebbel over beide de Corpfen worde benoemd; niet een die reeds by het eene derzelven behoort - maar een perfoon die op de wyze als Generaal fungeert , die niet meer aan het eene dan aan het andere is verknögt. Zodanig een. eerfle Bevelhebber moest by meerderheid van ftemmeft gekooren worden door beide de Corpfen , waartoe eerst uit elk derzelven een egaal getal Gecommitteerden benoemd wordt, om dan onder hett de zaak by Stemming af te doen. Wanneer de beide Corpfen van eene byna of volkomen gelyke fterkte zyn , en men 'er zig onderling over kan veiftasn , dan kan meergemelde Opperbevelhebber dezelve re gelyk Commandeeren , en doen Manoeuvreeren als een Regimenr ; zynde nogthans , als gewoon by het tweede Battaillon [ het ExercitieCorps ] een byzonder Commandant , die hit Commando van den Regimeats Commandant moet volgen. Ik hoop men zal my toeftemmen , dat dit een beweerd middel zoude zyn, om een zelfde lyn te trekken: zoo doende wordt het ongevoelig wederom eenCorps. Zy mogen differente huishoudingen hebben., die niets ter zaake doen, dat zy zig onderfcheiden in TJniformes, [maar niet in veldtekens ] Laat hen ook eenen byzonderen naam voeren [mids dezelve den anderen niet tot ergernis verftrekke :] maar in de Hoofdzaak, wanneer men de Wapjns in de hand heelt,, is N 4 &  aoo VERHANDELING het wederom etn lichaam, dat door een Hoofd wordt geregeerd , dat niet tegen eikander, maar vereenigd zamen werkt tot hetzelfde einde. Ten Zevenden: Zoude het een voortreflyk en heil» zaam middel zyn, indien het konde gevonden worden dar in 't vervolg van tyd alle nieuwe Officiers, zoo' van het een als ander Corps, altoos geftemd wierden door een gelyk getal Gecommitteerden uit beide de Corpfen: wel te verdaan ; wanneer by het Schutters Corps een Vacatuure voorvalt, moest een zeker getal «it hen, en een gelyk getal uit het Exercitie-Genootfchap, juist als Of zy van een Corps waren, te zamen eenen nieuwen Officier fremmen, en zoo wederkeerig wanneer het zelfde getal by het Exercitie - Corps, existeerde. Zóo doende hebben beiderlei Burgers wederom dezelfde belangen. Het Corps waar de Vacatuure niet by is, is niet minder'er aangelegen, dan hen die het aangaat, dat dezelve door een waardig Subj.ct bezet worde. In de etrfte plaats zoude het voor beide Corpfen nadeelig zyn , wanneer zy een mensch van een flegt Caracter, een verfloorder van de algemeene goede • ordre en eendragt , daartoe wilden verwaardigen : integendeel het eene zoo wel als- het andere Corps is 'er ten uiterflea aangelegen , dat elk Officier een -braaf, eerljk en vredelievend Man zy. Maar geno» *men , de eene. party was eenzydig en flegt genoeg , om eenpaarig haare Stemmen re geeven aan een Man die uit hoofde-van andere gebrteken , zwakheden of onkunde, niet tot zulk een post voegde;dan immers dellen 2y zig ook zei ven in gevaar, dat hen, uit wedervergelding,  van j. G. HERBIG. 20x gelding, zoo dra het voorvalt, hetzelfde lot zal te beurt vallen. Kortom, dit is niet te denken : ik voorzie veel eerder, dat men zig onder elkftnderen boven verwagting zal zoeken te verpligten, en in de hand te werken, en daar door den band van vriendfchap te naauwer toehaalen. De Officieren van beiderlei Corpfen zelfs , zouden hier door broederiyker aan malkanderen verknogt.worden; de eene had geen reden om zig boven den anderen te verhoogvaardigen , om dat hun aller Existentie denzelfden ooifprong had ; de Officieren van het eene Corps zouden ook geen reden hebben om met minagting neder te zien op de gemeene Leden van het andere, om dat deeze hunne medeverkiezers zyn; zy kunnen ook aan hen in het algemeen op geen bi'lyKe wyze hunne vriendfc hap weigeren, om'dat hunne (der Officieren) benoeming een bew'ys is, dat zy 'er ook [onder het ander Corps] vrienden onder gehad hebben die hen toegenegen waren. Edog by deeze wyze van Stemming ontliaat eene zwaarigheid, die ik niet durf overftappen: het zoude kunnen voorvallen, dat men een buitengemeen aangenaam, of allernuttigst voorwerp , het zy wegens uitfteekende bekwaamheden , aanzien en geboorte &c. in het cog had,- en dat beide Corpfen om ftryd daarna reikhalsden , om deezen perfoon onder de hunnen voor Officier te hebben. In dit geval zoude niets waaifchynlyker zyn , dan dat beide partyen zig in een Cabaal verbonden; de eene by wien juist de Vacatuure plaats had, om gezamentiyk te ftemmen voor den onderftelden perfoon en de andere, N 5 om  202 VERHANDELING om ook eenpaarig te ftemmen voor een niet begeerden tweeden perfoon - dus zouden 'er flegts twee perfoonen gefiemd zyn, en de Stemmen dus ffeeken. Nu komt het aan op de tJecifie » vermits dit van weerskanten eene ongeoorloofde kuipery zoude zyn ; zoo moet men dezelve voorkomen, en het aan het geval overlaaten, wien van beiden het lot het eerst treft, om door eene openvallende plaats in de mogelykheid te zyn, van een voordeelige Acquifitie gebruik te maaken. Uit dien hoofde kan men door eene wet vastftellen, dat ingevalle by de Stem. ming niet meer dan twee perfoonen op de Stembriefjes zyn gebragt, en beide even veel Stemmen hebben, dat dan de Stem-Leden van het Corps, waarby de Vacatuure is, direct alleen nog eens onder hen moe- ten flemmen, en wel in byzyn der anderen en wanneer het hier door blykt , dat Zylieden alle voor denzelfden perfoon zyn geweest, dan is het een teken dat de andere party eene zamenfpanning tegen hen had gemaakt; en dus wordt die perfoon gerekend als verkooren, dien de gé'zamentlyké Leden van het Corps waarby hy komt , hebben begeerd; maar zoo dra ireer dan tweederlei perfoonen op de Stembriefjes zyn gebragt, dan kan niet ligt kuipery plaats hebben van Corps tegen Corps , en dan moeten altoos de meeste S;emmen de zaak uitwyzen. Ten Agtftèn : Eindelyk behoort, tot bevordering van Eendragt , rust en vrcede , eenige voorzieninge re gefchieden door wel uitgedagte en ter zaake dienende Wetten , van de Regeering der plaatfen, waar onder de beide Corpfen ftaan, door middel van dewelke een ieder  van J. G. H £ R B I G. 203 ieder moedwillig rustfcbender, beboorlyk beteugeld wordt. Onder anderen kan men onder zwaare boe. ten vei bieden , dat Leden van het eene Corps zig niet moeten bemoeien met de huishouding van het andere , veel min door allerhande Chica;;es eenigen hinder toevoegen aan hunnen Wapenhandel. Ook behoort te worden verbooden , dat geen den anderen beipotte, nog befchimpe» op wat wyze en by welke gelegenheid het ook zy, by zwaare Correctie, en wat meer behoort tot de Clasfe van rustftoorende ongeregeldheden, en die de oplettendheid eener goede policy verdienen, en op welker uitvoering de Fiscaals der Corpfen een waakend oog moeten hebben. Bevorens ik dit Hoofdftuk belluite , wys ik den Leezer nog eens te rug tot myne voorgaande (tellingen dat het camentlyk bezwaarlyk zal gelukken , in de Steden nieuwigheden in te voeren , ftrydig met hunne oude Conftitutie of heerfchende begrippen. De verftandige Leezer oordeela nu zelf, in hoe verre ik hierin heb gelyk gehad , wanneer hy by verbeteringen , die hy zelf zal inzien , egter zoo veel tegenkantingen en dwarsboomingen zal ontmoeten, die de uitvoering onmogelyk maaken. En dit zoüde inzonderheid zeer waarfchynlyk ook hier gebeuren , indien men ooit konde goedvinden , het beredeneerde in dit en de voorgaande Hoofdllukken in weezen te brengen. V Y F-  20+ VERHANDELING VYFDE HOOFDSTUK. Ecnigi Reflexien, betreffende bet gebruik der Gewapends Stedelingen in tyd van nood. l~Jit Hoofdftuk , waar mede ik deeze Verhandeling befluite, bevat zoo weinig als alle de vorige, eene afhandeling van eigentlyke Krygsweetenfchappen in zig. Myn oogmerk is flegts in 't verfchiet te fchetfen, tot hoe veeierlei gebruik de gewapende Burgeryen kunnen dienen. Immers alle ontwerpen zonder eene zekere bedoelinge zyn mntelooze beuzelingen, die wel aan kinderen voegen , maar geenszins ftrooken met het Ambagt van den degen , het welk door Manlyken ernst en Majefteit , tegenwoordigheid van geest, kalmte van driften, diepe doorzigt en doorkneede kundigheden , moed , fiandvastigheid en onverfchrokkenheid moet gekenmerkt zyn. De volmaaktfTe Krygsoeffeningen , als Krygsoeffeningen be/chouwd , zonder voorneemenom 'erooit nut uit te trekken, om ze ooit (wanneer het de nood vereischg in de Pr3ctyk te brengen , zyn zelfs dien naam onwaardig j zy gelyken volkomen naar dartele Kinderfpeelen. Hy die de Wapens draagt moet dezelve op zynen tyd ge. bruiken. Hy moet geene gevaaren ontzien , en, zoo* wel als de Soldaat, zyn leeven voor het Vaderland en u at hem meer dierbaar is, prys geeven. Deeze  van j; G. HERBIG- ae-5 Deeze overdenking deedt my nafpeuren in hoe veelerlei, en welke gevallen de Burger - Krygslieden zouden kunnen geëmploojeerd worden, en eenige algemeene Remarques daarby voegen. Ik forteer dan de omftandigheden , waarin de Krygsburgers kunnen van nut zyn in drie Clasfen. De Eer/Ie, om te dienen tot defenfie van hunne Stad tegen eene belegering. De Tweede, tot Krygsbedry ven in het veld. De Derde, tot Stuiting van eenen inwendigen oploop. Omtrent het eerfte ben ik van gedagten , dat de Burger» VVapenen het meeste van vrugt kunnen zyn , namentlyk veel meer dan in het vrye Veld. De natuurlyke zugt, om zig zeiven en de zynen en zyn geheel vermogen te befchermen en te behouden, is in dit geval de fterkfte prikkel tot eene dappere tegenweer , voornamentlyk wanneer het te dugten is, dat een wreed vyand, meester van de Stad wordende , alles aan zyne woede en plonderzugt zal opofferen. —* Voorts komt het hierby minder aan op die ftrenge Subordinatie, waar door vaak de Krygslieden, by den aannaderenden dood, alleen binnen de behoorlyke perken kunnen worden gehouden , en die omtrent de Burgeren niet kan worden gevolgd. Indien dierhalven een enkelde lafhartige ook hier mogt te rug deinzen, de vyand is niet zoo in de mogelykheid , om uit een kleine verwarring direct zyn voordeel te trekken, als by eene Veld-Actie; en 'er is by een beleg meest altoos tyd en weg over, om zodanig een wanorde by tyds  acd VERHANDELING tyds te verhelpen , eer het van erger gevo1gea ^an worden. —- De Burgery kan mede in tyd van nood, in de Sleden beter gemeenfchapjyk ageeren met de Militie, dan ten platten Lande , om dat in het eerlie geval, weinig Krygs Mouvementen te flaade komen , maar het meeste van een aanhoudend en wel beftierd vuur afhangt, dat met beleid, moed en ftandvastigheid wordt bezield. Eindelyk zyn de Burgers binnen hunne muuren te huis by gaade en kroost, zy houden zoo veel als mogelyk is het oog op hunne verfchillende bedryven , zy genieten hun gewoon gemak, zoo veel de omliandigheden en het gevaar "by tusfchenpoozingeu toelaaten dit alles moeten zy in het veld derven , en zyn om al deeze en meer andere redenen , hier van oneindig meer gewigt dan te velde. Het geene waarop zy zig dus, behalven de gewoone Exercitie, nog dienen toe te leggen, is de behandelingen kennis van het Grof gefchut. ln onbevestigde Land-Steden, waar men geen beleg kan uithouden, en welke in tyd van Oorlog uit dien hoofde ook zelden met Troupen bezet zyn, kunnen de Burgers ten minften op die wyze zig dekken, voor Invafien, en Strooperyen vanligte Troupen , welke geen Canon en andere belegerings noodwendigheden met zig voeren. Dan wat betreft het defendeeren van geregelde Vestingen, daar zal de Burgery meesten tyd in het geval zyn van communicatief te ageeren met de Militairen, vermits de evenredigheid van Inwoonderen altoos te ge-  tan J. G. HERBIG. se* gering is , naar maate van de uitgeftrektheid eener vesting , om die te verdedigen; want, naar rato de Stad groot is [en dus ook meerder Inwoonders bevat] zyn ook de Vestingwerken meer uitgebreid, dan van eene kleiner, die minder volkryk is; de proportie blyft al» toos na genoeg dezelfde, dierhalvenzalmen, wanneerde nood aan den man komt, en de Burgery zig met het Guarnizoen vereenigt, zig in de noodzaakelykheid bevinden, om zig onder de orders van eenen zelfden Commandant te begeeven, wil men met vrugt en niet tegen eikanderen in werken. En nu is de groote vraag: Van welke zyde zal die Commandant zyn —— van die der Burgeren of Militairen ? Indien van de laatfte Zal dan een vry Burger zig kunnen onderwerpen aan het gebied van eenen befoldigden Krygs-Overfte? Ik oorded van Ja! , Waarom zoude men in tyden van nood niet voor een korten tyd aflland kunnen doen van een zeeker voorregt, om een oneindig gewigtiger einde te berei ■ ken ? Waarom niet liever voor eenige weeken of maanden, lot zyn eigen behoud, op eene biilyke wyze zig te laaten gebieden door eenen Krygs-Bevelhebber ,dan door eene redenlooze ftyfhoofdigheid hierin niets toe te geeven, zig niet naar den tyd te willen voegen, en liever haave en goed, Gade en Kroost, en misfchien Vryheid en Godsdienst in de waagfchaal te (1611611'. Men moet by alles op de omftandigheden letten, want deeze veranderen naar het bekende fpreekwoord de zaak. Wanneer men [om het nog minder aanftootlyk te maa» ken] den Snuverain aanmerkt als Reprefentaaten desvolks  2o8 VERHANDELING volks C w ), en den Krygs-Bevelhebber als van den Souverain gemagtigd en met plegtigen eede daartoe verbonden , om het gebied te voeren over het Krygsvolk van den Staat, tot befcherming van het Vaderland, Vryheid en Godsdienst, tegen alle geweldenaaryen, overheerfching en openbaare vyanden, dan volgt daaruit ten eerfien, dat dezelfde Bevelhebber niet uit zig ze/ven, maar uit naam van den Souveram, uit naam van het geheele Volk, het gebied voert over 'stands I roupen »■■ II.1HI.» en ten tweeden, niet voor zig zeiven; het is (w) Het gevoelen dat de Regenten Reprefentanten van het Volk zyn, is door ons bl. u. voorgediaagen als een onwrikbaar beginzel van Staatkunde. Ondertusfchen maake men geene zwaarighcid, als of het verrchuldigd ont. zag aan de hooge Overheid hierdoor eenigzins ver. hinderd fchynen ffiOgt: hetwelk verre buiten oaze bedoeling loopen zoude. De oplettende Leezer vestige ilegts zyn oog op den ftaat der Friefche Regeering~, voor zo verre dezelve beftaat uit gelastigden, aangeftelden] of afgezondenen van het voornaamfte en aanzienlykfte deel des Volks; dat zyn de bezitters van ftemdraagende goederen ten platten lande, en de Vroedlchappen in de Steden; hoewel deeze laatften niet overal, gelyk wenfchelyk waarej door hunne Medeburgers worden aangebeld. Deezen té zamen, meer dan 10,000 ftemmen uitmaakende, kunnen vry wel onderfteld worden in eene Provintie als Vriesland dc kracht van het volk te behelzen; en de Regeering, door hen afgevaardigd, kan buiten alle bevreemding, op'welke gronden men ook anders bouwe, in dien zin genoemd worden eene Reprefentatie des volks. Hoewel eer. on¬ zer Leden nooptns dit ft uit gansch verfchillende denkbeelden heeft.  tin J. G. II E R B I G. 209 fs tot behoud van het Vaderland, voor goed en bloed» Gade en Kroost, Haardftede en Altaaren van 's Lands Ingezetenen. Zie daar dan zoo wettig is zyn beroepl zoo gewigtig is zyne beftemming! zoo edel zyne be» doelingen 1 onderfteld dat hy getrouw aan Eed en pligt zig gedraagt. En, nog eens , waarom zoude men nu, wanneer het de nood tot eenen pligt maakt, zig niet gewillig aan zyn bevel willen onderwerpen? Waarom merkt men hem voor dit oogenblik niet ook aan als eenen gewettigden Regent, [hoewel in het krygsbewind] zoo wel als alle anderen , dewelke direct of indirect, ook door het volk, daartoe herfchapen worden, en die daarenboven door het zelfde volk, zoo wel als de Krygsman, worden betaald ? - De meergenoemde Bevelhebber bekomt hierdoor geen. willekeurig gezag over den vryen Krygs - Burger; hy Lan 'er geen gewelddadigheden tegen uit oefienen, hy krygt geen regt en magt om hem te ftraffen, Neen 1 het is flegts om hem te ftuuren. De Burger-Bevelhebbers ontvangen hunne orders, of liever inftrucïien, van den Commandant en Chef, welke zy gehouden zyn te agtervolgen; of wanneer zy hierin in gebreeke blyven, en door hun toedoen of verwaarlozing een gewigtige onderneeming in duigen doen vallen, dan zyn zy aanfpraaklyk en verantwoordlyk voor hunnen Competenten Regter, en de Schutter»" zeiven blyven als gewoon dependent van hunne eigen Officieren. Meer weet ik hier van niet te zeggen. De wyze van zig te riefendeeren by een beleg, wordt door de fituatie der Vesting, de manier van belegering of attaque , en  aio VERHANDELING meer bykomende omftandigheden beflemd, en dit moet men aan de kundigheid en het beleid van den Commandant der plaatfe overlaaten. Ik gaa over tot het tweede gebruik van de Burgermilitie , te weéten : de Krygsbedryven in bet Veld. Het is niet ligt te voorzien dat dit geval zal plaats hebben zoo lang 'er geen gebrek aan Militie is, en God verhoede en wende dit geval voor altoos van ons af! want, wie zal dit ontkennen ? tot groote veld- togten en het ondergaan van alle de daarmeede verknogte ongemakken, agt ik, om veele valabele redenen , den Burger niet gefchikt. Wanneer het 'er egter onverhoopt mogt toe komen, dat de Burger het zwaard onoest aangorden oin te velde te trekken ■ ■.— dan onderftel ik dit egter nog niet verder dan binnen de paaien van zyne Provincie. Genomen dan dat de Ingezetenen van eene Provincie f by voorbeeld van Friesland t welke meede het meest daarvoor bloot legtj hand aan hand zig vereenigden , het zy op zig zelfs, of Communicatief met 's Lands Troupen , om eenen buitenlandfchen vyand van hunne Grenzen af te weeren, of, indien hy reeds was ingedrongen, hem voet voor voet den grond te betwisten, en, zoomogelyk, te rug te dry ven in dit geval zouden de gezamentlyke Stads Militien van ongelyk meer nut zyn, wanneer zy uittogen naar de Grenzen , en zig met de Land.Corpfen combineerden, dan wanneer zy in hnnne onbevestigde Steden Landwaards den vyand Wilden afwagten: zy zouden het doch niet tegen een reeds te ver gevorderd, wel geregeld en van alles voorzien Leger kunnen uithouden ——. daarenboven zou»  van j. G. HERBIG, 211 zoude de magt der Steden dan te zeer gefmaldeeld zyn, daar zy, gecombineerd zynde, veei gewigt aan den uitflag zoude kunnen byzetten. —— Inzonderheid wanneer men den regel van den grootften Krygsheld onzer Eeuw [den Grooten FrederikJ in aanmerking neemt: ,, by die meester is in bet veld, is ook meester „ van de Steden", en wel voornatnentlyk van Vriesland, waarvan ik thans fpreek, en waar een geflagen en vlugtend vyand zig niet ligt kan vast nestelen. Om dan de Stads Militien hiertoe voor te fchikken, wordt het zoo veel te noodzaakelyker, de relpective Corpfen, welken naam zy ook mogen voeren, op een gelyke fterkte te brengen met die ten platten lande, en de Staaten Troupes , namentlyk elk op 30c man» nen in Ryen en Gelederen : de reden waarom, is reeds in het Voorberigt (pag. 23.) betoogd, Om dit plan nog meer te gemoet te komen, kan men in de kleine Steden, die geen 300 mannen kunnen opleeveren, zig bepaalen by een, twee of meer Compagnien van eene gelyke fterkte, en uit de naastgelegene kleine Stad of Steden zoo veel Compagnien daarby rekenen , tot dat de 300 hoofden voltallig zyn. Deeze differente Compagnien , offchoon uit onderfcheiden Steden zamengefteld, worden dan tot een Corps gerekend , en door eenen Collonel geleid; in diervoegen als een Battaillon Troupes, in onderfcheiden Garnizoenen , voor eenen geruimen tyd van eikanderen is afgezonderd, en daarom egter een Corps blyft, hetwelk door een hoofd wordt beftierd, en 't welk, op zyn tyd t'zamemrekkende, gelyk alle andere zig formeert, en zyne krygsverrigtingen doet. O 2 De  VERHANDELING De gewoone Exercitiën kunnen in de gemelde kleine Steden op zig zelfs gefchieden als in de groote , hoewel het te wenfchen ware, dat men konde goedvinden jaarlyks eenige maaien zig en Corps te vereenigen, om de Manoeuvres van een Battaillon te kunnen leeren en onderhouden —— dan wanneer in het bovengemelde geval de Stads Militien uittrekken en zig by het Provinciaale Leger voegen, worden alle Corpfen op voorfchreeven wyze gelyk gemaakt , en verders geëmplooieerd zoo als de Chefs, die het Commando voeren, zullen nodig oordeelen. Eindelyk is nog het derde gebruik over van de Burger - Militie. Zy is mede gefchikt tot Stuiting van eenen inwendige» oploop, Hieromtrent laat zig ook niet veel bepaalen ; de omftandigheden geeven de beste handleiding vooral moet men het bloedvergieten zoeken voor te komen, en niet dan in de uirerfte noodzaakelykheid , wanneer geen andere uitkomst meer overig is , daartoe overgaan. Dewyl men egter, overeenkom (Hg met de regelen der voorzigtigheid, wel by tyds mag bedagt zyn op eenige algemeene maatregelen , opdat, wanneer het 'er toe komt, de oproerigen niet de overhand krygen, en de gewapende Burgers geheel inactief maaken, zoo meen ik dat de volgende voorbereidzels hier onder wel verdie • nen in aanmerking te komen. Eene van de voornaamfte voorzorgen is dan , myns bedunkens, dat elke Stad, naar maate zy uitgeftrekt is, verdeeld worde in verlcheiden Allarm - plaatfin; want een enkelde Allarm-plaats is zelfs voor de kleinfte Stad te weinig. De beste fchikking zou, dunkt my, zyn,  van j. G. HERBIG. 213 zyn, dat elke Compagnie in haar wyk op zig zelve zodanig eene vergaderplaats had ; en zoo de Stad in zeer weinige Compagnien verdeeld is , dan dient een Compagnie zelfs meer dan eene Allarm plaats te hebben. Ten minden eene Stad die in haaren binnenften omtrek om den Capitaalen wal (de bastions niet mede gerekend) een uur gaans groot is, en die tot aan den wal bebouwd is, mag wel tien zulke Allarmplaatfen hebben , en zoo naar porportie. Hiervandaan kunnen dan de Compagnien, of gedeelten derzelven, in behoorlyke ordre voorttrekken , tot op de Geneiaale Vergaderplaats van het Corps. Het bedoelde nut van deeze inrigting is tweevouwdig. Ten Eerflen, gefcbiedt het om daar door voor te komen ,dat de Gewapende Burgers, die zig uit hunne huizen Man voor Man naar een afgelegen Allarm-plaats begeeven, niet in gevaar mogen komen van door de Muitelingen in de pasfage afgefneeden, opgevangen, of zelfs omgebragt te worden. Hiertoe zyn zy niet wel in ftaat , wanneer op hetzelfde oogenblik in alle wyken van de Stad kleine Troupen zig vereenigen , die ten minften fterk genoeg zyn , om zig eenen weg te baanen , en zoo het noodig is, met geweld, door te dringen, tot zy het algemeene rendés vouz hebben bereikt. De Muitelingen zouden zig te zeer moeten verdeelen om dit te beletten,en dan blyven zy van niet het minfte gewigt. Daar by neemen de Smaldeelen gewapende Burgers al voortrukkende allengskens toe , gelyk eene Rivier, die van haaren oorfprong tot haa» re uitftoning toe, hoe langs hoe meer opzwelt, O 3 of  **4 VERHANDELING of zig uitbreidt Elke divifie weet haare bepaalde Route, en die geenen welke in den zelfden weg vergaderd zyn, voegen zig daarby; zoo dat de hoopen , hoe nader zy by de beitemde plaats komen , ook dies te minder behoeven te vreezen, van overmand , of ontwapend te zullen worden. Het Tweede nut, dat uit de voorfchreeven inrigting voortvloeit, is , dat men op die wyze ook minder gevaar loopt, dat zelfs onder het gewapend gedeelte eens zamenfpanning kan zyn , die zig by de Rebellen voegt; want onderfteld , 'er waren zodanige rustverfloorders onder, dan zyn zy nu verfpreid over de geheele Stad, en kunnen zig dus niet oogeiibliklyk in iet eerfie Tumult onderfteunen tegen de overmagt der beter gezinden, het welk , indien alles zig op eene plaats verzamelde , hen gemaklyker zoude worden , wanneer zy op een zeker fein uit de Geleederen overliepen tot de Muitelingen, of direct uit hunne huizen daarby konden gaan, vermits hen dan niets dan enkelde Burgers zouden ontmoeten, die zy niet hadden te ontzien maar nu vinden zy integendeel overal gelchaarde en behoorlyk aangevoerde Trou» pen, die hen fchielyk zouden opvangen. Om zig nog meer hiervoor te beveiligen, [zoo men een gedeelte van de Schutlery verdagt, houdt van gevaarlyke des. feinen j kan men op de groote Allarm - plaats, indien de tyd zulks gedoogt , het geheele Corps door eikanderen rangeeren , in dier voegen dat niemand van te vooren zyne plaats heeft kunnen weeten. Te weeten , men neemt een derde , vierde , of kleinder gedeelte van eene Compagnie , [ dog om Confufie voer  v A N J. G. HERBIG. 015 voor te komen, altoos een zeker getal volle Rotten ] men fielt daar naast een gelyk gedeelte van een andere Compagnie zonder aanzien van Rang, en vervolgt zoo met alle de overigen tot dat men rond is; dan neemt men de andere gedeelten van dezelfde Compagnien, en plaatst die weder geheel willekeurig onder eikanderen, en deelt dan het Battaillon af, als gewoon. Op die wyze is alles verdeeld, niemand weet op wien hy zig betrouwen kan. Op zig zelfs zullen een of twee Man het niet ligt wagen uit het Gelid over te loopen, wanneer zy zig niet beveiligd en onderfteund gelooven, door een gedeelte van hunne zamenrotiing, dat hen by de hand is. Tot meerder voorkoming van diergelyke verfoeilyke verraderyen, moest men een flipte Refolutie neemen , om iemand, die op zulk een tyd flegts mine maakt van uit het Gelid te loopen, daartoe geen tyd te geeven , maar hem direct te vatten , het Geweer af fe neemen, en, om daar mede niet belemmerd te worden , den Haan daar af te fchrceven, welken een der Officieren in zyn zak fieekt; vervolgens den misdadigen zyn Geweer weder te geeven, en hem, [zoo hy 'er niet reeds in geplaatst was ] in het middellle Gelid te Hellen , waar door hy zoo goed als opgeBooten blyft, en geen kwaad kan doen tot het de tyd toelaat , om hem verder in bewaaring te brengen. Wie om noodzaakelyke redenen , met permisfie van eenen Officier, op zulk eenen tyd uit het Gelid gaar, moet zyn Geweer zoo lang aan zyn ZyMan afgeeven, al is men verzekert dat hy vertrouwen verdient, «-** i dit blyft nitt te min uit een dubbelden grond O 4 no-  ïl6* VERHANDELING nodig: vooreerst moet men den eenen behandelen als den anderen om geen jaloufle te verwekken , zoo lang een ander nog geen beweezen deugniet is ; ten tweeden kan het ligt gebeuren , wanneer iemand zig van het Gelid verwydert met het Geweer , dat hem hetzelve door de Muitelingen wordt ontweldigd. Betreffende voor het overige het plan van Actie tegen de Muitelingen , dit zal zig van zelfs wyzen , zoo men flegts een gezond oordeel tot Leidsman heeft, en de nodige ftrengheid altoos door billykheid, bezadigdheid en menfchenliefde zoekt te matigen. Het pryslykfte blyft altoos, dat men alles in het werk ftelle om den dollen hoop in zyne woede te fluiten, op eene wyze dat 'er het minlie bloed by worde vergooten ; by voorbeeld , men dryfe hen fn het naauw , zoekt hen tot bedaaren te brengen, jaagt hen fchrifc aan , of bemagtigt zig van de voornaamfte belhamels enz. Onder anderen moet men , wanneer het tot het niterfle komt, nog het volgende in agt neemen , dat . de Ingezeetenen die niet tot de Schuttery behooren , «n geen deel hebben aan den oploop , zonder onder» fcheid , in hunne huizen blyven , opdat zy niet in gevaar komen, de Schutters niet in den weg zyn, en op dat deeze. dan ook niet mistasten in het aanranden der fchuldigen. Alles wat zy dan op flraat ontmoeten, fbehalven Magirtraats-perfoonen] kunnen zy onder deeze Clasfe rekenen. De Huizen en Glaazen van de benedenfie verdieping moeten, vast geflooten worden , op dat de Rebellen, niet hunne toeylugt daarin kunnen neemen, en  van j. G. HERBIG. «7 en bedekt zynde, uit de giaazen of van de daken veel nadeel toebrengen aan de Schutters. Alle toegangen to: groote plaines , als dé markt , of andere vlakten , moeten door wagens , karren of Spaanfche Ruiters, zoo veel mogelyk worden afgefneeden ; hier omtrent, en wel bp de vlakte, plaatst men kleine Detachementen, welke vuur gee. ven op die geenen , welke ftout genoeg zyn om uit de Straaten daar over te willen klimmen. Zoo doende wordt de oploop altoos in de naau.vten of défilés gehouden, waar een Pelotton , zoo breed als de Straat , met een wel gedirigeerd Gelee JerVuur , in flaat is , om de geheele Straat zuiver te houden: de agterfte kunnen zig hier niet uitbreiden , en dierhalven aan de voorden geen kragt by zetten , en de Kogels befchadigen door dien dik gepakten Drom ongelyk meer, dan zy onder een uitgebreide menigte , die geen diepte heeft , kunnen doen. Indien de oploop te derk en algemeen wordt, en men in de droevige noodzaakelykheid wordt gebragt van geen Burger bloed te fpaaren , dan is niets van meer effect, dan op den ingang der grootde Straaten, en waar de meeste aandrang is , met een Veldftuk , gelaaden met druiven, de Straaten te ei fileeren. De Magidraat moet op het eerde teken van opdand,zonder lydverzutm , direct op het Stadhuis vergaderen, en indien hetzelve afgeleegen is, en zy buiten gevaar hetzelve niet kunnen bereiken, vervoegt zig elk by eene Allarmplaats die hem het naaste is, om van daar onder eene bedekking zig veilig daarnaar toe te begceven. Het Raadhuis zelfs moet door een detachement bezet O $ en  2i8 VERHANDELING en bewaakt worden. Voor het overige gaan van hier van tyd tot tyd, de beveeien uit naar de algerneene Allarmplaats, van waarde expeditien detachementsJewyze gefchieden; en hier van daan ontvangt de Magiftraat de berigten van de gefteldheid der zaaken. Indien 'er Guarnizoen in dezelfde plaats is, zoo blyfc hetzelve in dit geval, wanneer de Burgers te wapen komen, geposteerd op de aangevveezen Allarmplaats of plaatlen, wagtende aldaar nadere orders af; en dan kan de Magiftraat daarover befchikken, en zoo veel afdeelingen daarvan eisfchen, en tot zulke onderneemingen als hy zal nodig oordeelen; op die voorwaarde, dat de Officieren, die dezelve zullen ter uitvoer brengen, tot hunne namaalige verantwoording, met fchriftelyke, en door den Magiftraat getekende Inftructien worden voor- zien £„ zoo lang geen pariiculiere orders door den Magiftraat aan hetGuarnizoen worden gegeeven, dan blyft hetzelve op de Allarmplaats ,en bemoeit zig met mets, laatende alles aan de gewapende Burgery over, tenzyzy zelve geattaqueerd wierden, wanneer zy gehouden zyn zig te verweeren: Ten dien einde moeten de Guarnizoens. Allarmpiaatfen, zoo mogelyk, buiten de ftraaten, het zy op den wal, of eene onbewoonde en afgelegene plaine worden bepaald. De Burger- Officieren moeten den Militairen in de uitvoering hunner orders niet hinderlyk zyn, maar liever met hen tot hetzelfde but zamen werken anderzins verdient zodanig een Burger-Bevelhebber, die de orders van den Magiftraat verfmaadt, en daardoor aanleiding geeft tot een veel erger kwaad, als, een nieuw bloedbad tusfchen Guarnizoen en Schutters, dat  van J. G. HERBIG. ftTS> dat hy in hegtenis worde genomen, en als een Belhamel van het flimfte foorc naar de wetten geftraft. Het fpreekt van zelfs, dat de Militairen, welke zig aan zodanige ongeregeldheden fchuldig maaken, niet minder de ftrengfte ftraf verdienen; dan dit is minder te vermoeden , vermits zy onder eene uren ge fubordinatie Baan, en elk goed en braaf Officier geen flip zal afwyken van de beveelen der Stads Regeering daar de Burgeren in tegendeel vaak, hoewel verkeerdelyk, jndanks den wil hunner Regenten, alken meenen ge> regtigdte zyn, [al kunnen zy 't ook alleen niet meester worden] zig met inwendige tumulten te bemoejen. Eindelyk moet 'er wel zorge gedraagen worden,dat, indien het onverhoopt ernftig wordt, en het tot een vuur komt, de detachementen, welke de ftraaten attaqueeren, geen ftraat inflaan tegen een ander detachement, om niet door hunne eigen Kogels gekwetst te worden , of het vuur van hunne Makkers om deeze reden te doen ophouden. Het beste is , dat deeze fmaldeelen de geheele Stad doorkruisfen, en zig niet te zeer concentreeren, om dat men anders een gedeelte der Stad ontbloot, en aan de gruwlykfte buitenfpoo- righeden overlaat. - Te meer nog, om dat elke divifie op zig zelfs moet ageeren, en door de anderen, al zyn zy in de nabyheid, weinig of niet kan onderfteund worden. Hier eindige ik deeze Verhandeling , en wenfche van harten dat myne geringe pogingen iets, hoe weinig ook, mogen bydraagen tot bereiking vanher voorgeftelde en gewiglige einde. " * Verre van daar dat ik dezelve  220 VERHANDELING, dezelve in alle haare deelen voor onfeilbaar zoude houden •— wensch ik my veel meer reeds geluk, en draag 'er by my zeiven roem op, wanneer 'er flegts een Keen in te vinden is, die grootere kenners zal aanmoedigen, om dat geene uit te voeren en te volmaaken, hetwelk door my ilegts gebrekkig is aangeftipt.  VERHANDELING ter beantwoording der gedaane PRYSVRAAG DOOR ZEKER GENOOTSCHAP VAN VRYE FRIEZEN, Nopens de BESTE INSTELLINGEN VOOR DE VRY CORPS EN SCHUTTERYEN, Beflooten in Friesland den 26 January 1784. Door DEN HEER IIARMANUS O N El D ES , ERFGEZETEN ONDER EXMORRA. Onder de Zinfpreuk Niji vtik fit quod facimus, ftulta est gloria. Aan den Schryver van welke de Tweede prys van Twintig Gouden Dukaatcn is toegeweezen , benevens eene Zilveren Medalje en Diploma van het Exercitie-Genootfchap te Utregt.   VOORREDEN. hier , geëerde Leezer , een werkje, van welks waarde het oordeel u toehoomt; de flyl is , ik beken het, wat flellig ; dog dit is minder uit hoogmoed dan om de kortheid: zynde myn voornaam oogmerk niet geweest , myne bekwaamheid te toonen , of de gunst myner Leezeren door compliment,n te zoeken, maar nuttig te zyn. Ik heb verfchillende zoor ten van menfchen en zaaken keren kennen, van welke kennis ik ge oor. deeld hebbe alhier gebruik te moeten maaken: zonder voorneemen van iemand in 't byzonder te beleedigen of te vleyen, agtende dat het tegenwoordig een tyd is , waarin elk braaf man , nog gunst zoeken , nog haat ontzien, ja zelfs zyn keten niet te dierbaar moetagten ; indien hy daarmede aan het Vaderland eenig merkelyk voordeel kan toebrengen. Van zodaanig eene natuur nu is, myns oordeels, de Wapening der Ingezeete'nen , dat dezélve , wel ingerigt en onderhouden zynde, het uitmuntendst heil, dog, kwaalyk ondernoomen, ook het tegendeel kan voortbrengen. Maar ik zal u niet langer ophouden, lees met onpartydigheid hst geen ik u uit een toegenegen hert opdraage. Indien  Jndien nog eenige liefde tot het Vaderland by ons - woont, indien wy niet ilaafagtig genoeg zyn, om verder onzer dry veren buit te weezen, die tog magt nog lust hebben om ons te verdeedigen; indien wy eindelyk niet genegen zyn, om ons van den eerst aan. vallenden vyand ie laaten pionderen, en vernielen, is bet aan allen, die niet willens blind zyn, om zig met eenen brok van den roof des Vaderlands te verryken , zonneklaar , dat het Krygsweezen, waar van in de Vraagen van het hoogloflyk Genootfchap melding wordt gemaakt , ten boogften noodzaakelyk zy , zo ter afweering van in- , als uirwendige vyanden. Daarom zullen wy ons niet ophouden met dit te bewyzen , maar terftond die Vraagen op den voet vol. gen. Vooreerst merken wy aan, dat deeze vraagen gedaan worden zo voor de ganfche Republiek , als Friesland in 't byzonder; hier op antwoord ik, dat het my onmoogelyk vcorkoomt hier op bepaaldelyk te antwoorden , dewyl i. de Regeeringsformen der Provinciën, en onderdeelen derzei ver, teveel verfchillen om de oprigting eener Burger • Militie , en der. zeiver Wetten , op éénen leest te fchoeyen. 2, Dewyl die oprigting in veele plaatfen reeds is gefchied , en Wetten voor dezelve zyn opgefleld , die het of niet mooglyk , of niet raadzaam is te veranderen. Maar in 't algemeen kan men zeggen , dat het best zoude zyn, dat de Souveraine Sraaten van ieder Pro-  van H. ONE i*D E S. 215 Provintle , in eens tn overal zo veel moogelyk op eenen gelyken voet, eene Burger ■ Militie opiigteden (a") , indien hier tegens niet veifcheide zwaaiigheden militeerden , welke zyn 1. Vooreerst de affchrik , die tegens zodaanige inrigting by onze inwooners heerscht, meerendeels veroorzaakt door eene verbeelding , dat dezelve zou flryden tegens de inwendige vryheid; welke verbeelding vermeerderd word, door die van 't gevaar , 't welk ieder zig voorlteld te kunnen loopen , wanneer die Militie gebruikt wierd, gefield tegens de geringe belooning, welke zy, of hunue familien , te verwagten hadden, dewyl de Burgery , zig zelv in 't algemeen, niet als Leeden van 't Gemeenebest, dan voor zo verre ze de lasten daar van draagen , aanmerkt. Van welke verbeelding zy, die tegens deeze Wapening zyn, niet zouden nalaaten een gebruik te maa« ken, ftrydig met de algemeene rust, ingeval deeze Wapening in eens overal wierd ingevoerd. 2. De onkosten , die hier door op het gemeene land zouden komen: dewelke , indienze niet door bezuiniging konden gevonden worden , door nieuwe belastingen moesten worden geheven: welke den kwaalykgezinden ins- (a) Men heeft in Holland reeds veele voorbeelden van het een en ander gezien j doch te gelyk is klaar gebleeken hoeveel de wysheid van 'sLands Vaderen kan toebrengen, om de gevreesde verwarringen door tydige voorzorgen te voor» komen. Ondertusfchen ziet men met meer genoegen in enze Provintie het heldenvuur uit vrye beginzelen zich Eeer en meer alom verfpreiden. P  aa6 VERHANDELING insgelyks tot hunne oogmerken zouden dienen , door dezelve aan de gemeente in een haatelyk ligt te vertoonen. Voor het overige kan men hier, gelyk overal elders , toepasten, Honor alit'artes • toen de Schutte' jyen in gebruik waren , hadden dezelve verfcheide voorregten : meerendeels hierin beftaande. In het meerderdeel der Steden , hadden zy of als Schutters , of Poorters , of Gildebroede/s , ten minden deel in de Burgeilyke Regeering , en in veele plaatzen konden ook geene Burgerlasten , of fchikkingen zonder hunne toeftemming gemaakt , of opge • legd worden; de eer om de Steden te bewaaren , de Vorften in te haaien, en uitgeleide te doen; was benevens derzelver bewaaking (Z>) aan hen, en om hunne gunst (i) Zo wel in onae Nederlanden, a!s in Eraband en Vlaanderen, zyn niet zelden de- vryheden en voorrechten der Steden, ja zcmtyds de gewigtigfle belangen van het Vaderland , door deeze Schutteryen beveiligd en gehandhaafd, terwyl de getrouwe Burgers, den Vorst, of den eerften Staatsdienaar, in- en uiigeleidende, hem tevens bewaakten. Dat bewyzen onder anderen de tyden van Leicester ten overvloede. Hedendaags, nu de magt des Lands ineer uit befokligde knechten beftaat, zou dat bewaaken wat meer zwaarigheid ontmoeten , te meer na dat men de Schutteryen , misfehien uit vreeze daarvoor, heeft laaten vervallen. Het zy ons echter vergund te zeggen, dat zy noch zeer veel nut zouden toebrengen, zo men te gelyk met derzelver herftelling de PnUntm maar onder behoorlyke bepaaling wist te houden: en noch meer, zo de begeeving van  van H. O N E ï D Ë S. 227 . . gtihst te verkrygen , betoonden die aan hen Veel eer» bewys ; zy hadden, als Burgers * of Schutters, het uitfluitend regt om Winkelneering, Handwerken , of Fabryfcen ter hand te neemen; vryheid van jagt 5 regt tot de Stadsweide; zy hadden hunne Doelens, eo eenig inkoomen tot onderhond derzelve , en hunne bedienden: boven dien was men toen den Wapen* handel gewoon, en 'er was .ook door de weinige lasten j en goedkoop leevensonderhoud , meer lust en magt om tyd aan de KrygSoelFeningen te belteeden* Voeg dit alles by één , vergelyk het met de tegenswoordige tyden , en het zal ras blyken, welk een verbaazend onderfcheid 'er tusfchen dezelve zy; en wat moeite 'er toe vereischt worde , om eene alge» meene Schuttery op te regten. Wat dan, is het onmoogelyk? neen, zo het de Hooge Overheid, gepaard met de meerderheid der Ingezetenen, regt ernst is ; en de vreedzaame tyd niet te kort fchiet, om het werkdellig te maaken, nietdoor een voldrektbevel, 't welk van krygsampten anders geregeld waare. Zo het Hof daar jnifider op vennogt, zou men ten Hove ook minder öp noodelooze landmagt aandringen ; de Burgery zou in zeer veele Steden de plaats van het Garnizoen bekleeden, en de Eer zou de Eigenbaat doen zwygen. Indien het nu waar is d?.ï geen Staatsdienaar zonder oproer zich tot Vorftelyke magt verheffen kan j dan fpreekt het van zelfs dat de goede orde, 't r.atuurlyk gevolg van dusdaanige inrichtingen, riet heilfchild dér vryheid is, en dus de meest aanmoedigend? voorrechten ten hoogden waardig. P a  428 VERHANDELING welk ik in deezen tyd niet raadzaam zou oordeelen, maar door indirecte middelen en aanraading. De algemeene middelen daar toe zyn. I. Om de Schutteryen zo veel mogelyk voordeed %• If. Aan zienlyk. lï.t. Weinig lastig, en daar en tegen zo vermaake. lyk te maaken, als met de deugd en het belang, zo van het gemeen als der byzonderen , kan beft aan. I. Om de Schutteryen voordeelig te maaken , be. hoorde in ieder distrikt u een Wet gemaakt te worden, waarby voottaan aan iedereen verbooden wierd, eenigerhande Neering of Hanteering (c) te aan- vaarden, (O Hoe zeer wy reeds onze genegenheid getoond heb. ben, om de Schutters met alle billyke voorrechten, beide va-n eere en voordeel, te begunfïigen, echter fcbynt ons de eerfte der wetten , welke de hooggeachte Schryver voorfielt, wat te hard, en in verfcheidene opzigten onuitvoer. lyk te zyn. Vooreerst wordt men dus byna tot hetzelfde geval gtbragt, als of de Souverain door uitgedrukt bevel een iegclyk noodzaakte zich onder de Schutters te doen aanfehryven,- welk gevoelen de Schryver evenwel geenszins wil voordraagen: ten tweede, om van geene andere zwaarigheden te fpreeken , kan het geval maar al te diluvyls beftaan dat. iemand, wegens lichaamelyk gebrek, tot den dienst van Schutter volftrckt onbekwaam zy, 'en echter of als Koopman , of als Kunltenaar, zich in flaat bevinde om aan de Maatfchappy het gew.gtigüe nut toe te brengen. En indien, buiten de Schutters, niemand eenige neering zou mogen doen, waarheen dan met zo veele Wedu-  van H. ONEÏDES. 229 vaarden, of ampt te bekleeden, ten zy alleen den Schutteren ; en hier moest vooral in agt genomen worden, dat de onkosten, dewelke nu , veelal nut- en noodeloos, aan maaltyden, gilden en geregten , bedeed worden , zo veel mogelyk afgefchaft , en het geen 'er overbleef, ten nutte der Schutteryen geconverteerd wierd. 3. In Weduwen, en ongehuwde Vrouwsperfoonen, als nu dagelyks, ook niet zelden in aanzienlyke winkels en fabrieken, een talryk huisgezin ftaande houden ? Maar kon men met op eenige andere wyze den Schutter bevoorrechten? Ken men hem in rechtzaaken, koopen en verkoopen van vastigheden, recht van naasting, of anderszins, niet eenig voordeel boven anderen geeven, dat wel juist tot de beurs geene groote betrekking had, en echter genoegzaam fchynen inogt, om zyne eigenliefde te ftreelen? Stel dat men de Schutters-weduwen van wachtgelden of eenige andere ligte belasting omfloeg. Wy hebben niet voorgenomen in deeze floffe breeder te weiden maar men behoeft flechts het oog te flaan op vetle voorrechten, welke de Burgers noch hedendaags in de Hollandfche fteden bezitten, om overtuigd te worden dat zodanige fchikkingen ligteiyk gevonden worden. Stel itmand maar in de mogelykheid van ten eenigen tyde eenig uitfluitend voorrecht te bekomen; hy laat zich door die hoop, met geringe waarfchynlykheid, gemaklyk leiden; ja misfehien veel beter, dan of men hem daadelyk in het bezir, ftelde. Men leere ook van de Staatsdienaars wat menfeben zyn, en hoe ligtelyk, helaas . . . .! Maar men gebruike deeze kennjs nooit dan ten nutte van het dierbaar, van het heilig Vader-, land. ?3  *3© VERHANDELING a. In plaatzen alwaar nu Wagtgeld word be. taald, en niet dan Ongewapenden ter Wagt komen ; en die gelden meest dienen tot nooddooze verteeringen; moest zo veel mogelyk dit Wagtgeld bezuinigd, en tot aankoop van Geweer , Ammunitie, en verdere benoodigdens der Gewapende Schutter? , gebruikt te worden. 3. Het onnoodig en kostbaar Jagtgerigt, kon afga* fchaft, en de Judicatuur over de Jagt, zo verre die noodig geoordeeld word , ter eerfler inftano'e aan de Nedergeregten, en verder aan de Gedeputeerden, of het Hof gedemandeerd worden ; ook in plaats van een bepaald getal honden , dewelke nu het brood der armen , en by gelegenheid de Schaapen der Boeren opvreeten , kon ieder Jagtgeregtigde, voor ieder hond, tot 5 toe , die nu moeten gehouden worden , 2 Gids. 10 Stvs. betaalen , en dan jaagen met of zonder honden, zo hy wilde: alle welke gelden insgelyks ten voordeele der Schutteryen moesten komen. 4. In Provintien , alwaar geen geld op plaizierpaarden, rytuigen en jagten ftaat; moest eene modi. que fumma op dezelve gefield worden , ten voordeele der Schutteiyen ; en niemand daar van uitgezonderd dan alleen de Schutters, en dit moest ook plaats hebben, omtrent de Livrei • en Huisbedienden ; want niets is betaamelyker, dan dat de luxe betaale, dewyl dezelve te belasten, re gelyk nut toebrengt. 5. De onnoodige Stadhouderlyke huizen en tuinen moesten, zo rer niemand der Stadhouderlyke Familie in woont, afgefchaft, en 't revanu daar van des  van H. ONEÏDE S. 23t den Schutteryen toegekend worden ( d). Waarom zullen dog de Stadhouders behouden, 't geen hen zelv en 't gemeene land een last is? Heeft het Land zo veel in« komften te veel, om die zo nodeloos uit te geeven? Een Stadhouder 2elv, die maar een greintje Vaierlandsliefde bezit, zal met genoegen, ten nutte van 't algemeen, wel een weinig ingebeeld vermaak en ydele glorie, zelvs voordeel ontbeeren : ën zy, daur het anders meê gefteli is, verdienen onze zorg en agting niet, en nog veel min met het zweet en bloed der gemeente overlaaden te worden. 6. De Provintiaale Transport-Jagten konden afgefchaft, en het daardoor bezuinigde meede hiertoe gebruikt worden. Men merke hier op niet aan , dat deeze dingen te veel tegens de waardigheid van 't Land zou len liryden: Neen! de waardigheid van een land beftaat meest hier in, dat de magt van hetzelve door zuinige huishouding, en ten raeesten nutte 's Lavidsinkomften te gebruiken, vermeerderd worde. 7. De overfchietende Floreenerï, by zo verre die nu niet ten nutte van Kerken of Armen befteed worden , konden meede hieitoe dienen. Dit alleen op Vriesland opzigt hebbende, zou mogelyk elders, ouder andere naamen, plaats hebben. Alle deeze gelden konden vooreerst gebruikt worden , om daar voor wapenen en andere benoodigdens vcor de Burger- en Landmilitie aan te fchalTen en onderhouden; eii zo 'er iets over- fchoot, (d) Indien deeze bezittingen niet als onbetwistbaare eigendommen van den Stadhouder moeten aangemerkt woiv  «3» VERHANDELING fchoot, moest dit terftond, in fecuure Fondfen, op interest worden gefield, om by voorvallende geleègenheden, 'tzy adpios ufus, of andere onvoorziene voorvallen, dog alle de Burgermilitie raakende, te worden geëmploieerd (e). 8. Ik had byna vergeeten te zeggen, dat de manfchap van de Staattngarde , welke nu voor de keuken van den Stadhouder op den Staat van Oorlog ge. bragt word , zonder 'er werkelyk te zyn, ook hiertoe tonde dienen, ten zy men die Garde met gemelde manfchap wilde vermeerderen. Voor deezen, toen de Stadhouders zulks nog maar waaren ten opzigt van twee Provinciën, en dat geld in Vriesland verteerd wierd, kon het door den beugel, dezelve hier en daar wat toe te voegen : maar nu dezelve zo veel inkomen hebb-n is het weinig eer, onder zo veele tytelen geld te trek! ten. Indien deeze Militie langer dan drie dagen, Reipublica» caufa, uit hunne woonplaaizen abfent moest zyn, of (O \ Geen de Schryver hier zegt, zo ten aanzien van de Stadnouderlyke Huizen, Tuinen , enz., als van de overfchietende Floreenen, die in zommige Grietenyen zes- of achthonderd gl. beloopen, is in den eerften opflag ten hoogden aanneemlyk, vooral om de Vaderlandsliefde welke hy in den Stadhouder even billyk onderftelt , als' in de Grietslkden de edelmoedigheid om van deeze overfchie tenae Floreenen rekenfehap te doen. Maar wy vreezen dat het plan in de uitvoering te veel tegenfland zou vin den. 't Geen zjn E, No. 8, van de Staatengarde zen terdient evenwel de ernftigfte opmerking. ° *  tab H. ONEÏDES. *33 of in hunne Steden zodaanig geinfesteerd wierd, dat de leden van dezelve hunne gewoonlyke affaires niet konden waarneemen, moest aan ieder derzelve, een behoorlyk daggeld uitgedeeld, de gekwetften geneezen en beloond, en de weduwen en weezen der gefneuvelden, zo veel mogelyk, met geld of atnpten gefoulageerd worden. Dit ten opzigt van 'x voordeelige; ten opzigt van 't II. Aanzienlyke kon men, 1. Indien men de Regeeiing van weinigen , of der voornaamften, welke nu door het aanftellen van Vroedfchappen, en de breede Gemeente alle magt te beneemen, en veifcheiden andere konftenaryen is ingevoerd, al wilde behouden ,kon men egter,aan denbreeden Krygsraad der Schutteryen, het regt geeven , om toe te zien, dat de geregtigheden der diftrikten onderhouden wierden , en geene belastingen, zonder toeftemming van twee derde derzelver, ingevoerd (ƒ> 2. Ieder Schutter zyne uniforme die egter niet kostbaar moest zyn, en welke zy alleen behoorden te mogen te draagen, aanhebbende, moest toegang heb» ben", overal waar men gewoon is lieden van distinctie toe te laaten. «. Behoorde niemand tot eenig Ampt of Regeering, predikanten en Medicinse Doctoren uitgezonderd, toegelaaten te worden, ten zy hy een jaar in het diftrikt of Stad, alwaar hy bevorderd wierd, Schutter of Burger» (ƒ) Zodaanige voorrechten hadden weleer de Brabandfche en Vlaamfche Schutters, ook onder hunne Graaven; toen Antwerpen, B;ugSe, en Gent zo heerlyk biociden. P 5  *34 VERHANDELING ger, en als zodaanig werkelyk van geweer voorzien en dienst doende, was geweest. Dit ten opzigt van 't aanzienlyke: wat het aanrenaa. me aangaat, II. Om den Schuttersdienst aangenaam te maaken, kon men 1. Aan hen het regt vergunnen, om met geweer tot een Staaten kogel geboord te jaagen, gelyk ook met een Dubbelhaak of Ganzeroer, 't welk nu reeds gepermitteerd is; maar deeze moesten door den tyd op eenen egaalen voetrzyn. 2. Men behoorde weekelykfche oefTeningen aan te ftel. Jen, waarin ieder Schutter zig met naar het wit te fchie< ten kon Verlustigen, en jaarlykfe festiviteiten ten zeiven einde , waarin de overwinnaar eenige belooning ontving; ook zoude het zeer dienftig zyn, naar het voorbeeld der Grieken, en andere volkeren, Ioopfpeelen aan te iïellen, waarin met en zonder geweer om prys geloopen wierd: het zwemmen en fpringen behoorde ook niet vergeeten te worden. Ik beken wel dat deeze oeffeningen, zo zeer verfchillendevan de boe langer hoe meer inkruipende gewoonte, van kasrtfpeelen, dobbelen, danszen en de muzyk, in navolging zo niet door list der Hoven ingevoerd, veel vlyt en oplettendheid zuilen vereisfchen, om ze in gebruik te brengen: maar daarentegen zullen ook de uitwerkingen daar van veel nuttiger, aanzienlyker en voordeeliger^dan de hedendasgfche bevonden worden. S.el eens, du een verftandig reiziger ons land befchreev, als overgegeven en zeer bekwaam om door kaart en teerling hunne Familien te bedemnj door muzyk en dans hun tyd te ver*  -van H. ONEIDES. 235 verfpillen, en zig tot kwaade begeerlykhïden op te wekken, of daarentegen genegen en bekwaam tot allerlei oorlog? oeffening, en die met andere kunften paarende, om dus doende bekwaam te zyn, om zig zelv en de hunne te befchermen. Welke van die beide fchet. zen , dunkt u , zou de beste vertooning opleeveren? III. Om de oeffening der wapenen gemakkelyk te maaken moet alles , wat daar toé behoort, zo ligt, als met den dienst kan beitaan , gemaakt worden. By voorbeeld, de Geweeren goed gemaakt zynde , kunnen wel wat ligter zyn, en van minder caliber, dan de Soldaate geweeren, gffyk ook de Bajonetten; de Sabel, als geen nut doende, behoorde afgelaaten te worden: daarentegen kunnen de Bajonetten, naar het blad van de Plant Irias gelykende, gemaakt worden, om by gelegenheid tot Sabel te kunnen dienen; ook moet het Kruid beter zyn dan gewooniyk; de Patroontasfen kunnen ligter worden, door dezelve met drie Gyve ftukjes leer daarin te naaien, in vier huisjes te verdeelen, in plaats van het hout, 't gaen 'er gewooniyk in is; of zo men hout verkiest, behoeft de overflap zo groot piet, nog de riem zo breed, als nu. Alle behandelingen van 't geweer, die niet tot het laaden, vellen, opneemen, neêrleggen, wel draagen, en wel fchiecen behooren, kunnen nagelaaten worden. £en Burger behoeft niet te prefenteeren, en kan de Bajonet met 't Geweer by de voet opzetten en afneemen, en direkt regt of verkeerd fchouderen; en behoeft het Geweer niet in den arm, nog verkeerd onder den arm te draagen ; en kan van 'c fchouder verdekken, het Battaüjon qpafri en colonne kan wel eens getoond worden,  ft36 VERHANDELING worden, gelyk ook het hegge-en holle weg- vuur;, dog behoeft niet in de gewoone Exercitie gepracdfeerd ie worden. Daarentegen diende een Burger wel onderrigt te worden om eene linie te defendeeren. De bepaalde Exercitie - uuren dienen niet te menigvuldig te zyn, voor de geenen die de Ex rrcltie ordentelyk verftaan. Vaandels van twee voet vierkant zyn groot genoeg; de Trommen moeten klein zyn, en nog liever wilde ik verfchillende Hoorns gebruiken, dewyl derzelver geluid meer van elkander verfchillende, min. der aandagt en kundigheid vereischt, om 'er zig naar te rigten, dan de verfchillende vooifen der Trom. Daarenboven moet tot de Trom iemand, die de behandeling daar van geleerd heeft, onderhouden worden, en dezelve is nog daarenboven een ballast op marsch; 'twelk alles, door het gebruiken van Hoorns, kan worden voorgekomen. In 't kort alles, 't geen uitgevonden is om Soldaaten te plaagen, zo ten opligt van kleeding geweer , exercitie en Wagten , moest nagelaaten , en niets dan 't geen nuttig was, noodig, of welftaande geagt worden. Ook moet deeze Militie, tegens hun eigen zin, niet buiten hunne Provintie gebruikt worden. Dit ten opzigt eener nationaale Militie in 't algemeen hebbende laaten voorafgaan, kooin ik nu tot Vriesland in 't byzonder; en wel eerst met betrekking tot de Steden, en dan tot die van de Landen; en hier koomt vooreerst voor I. Het in ftandbrengen. II. Het hoogfte nut bereiken. III. Dat nut zonder inbreuk te genieten. I. Wat  van H. ONEÏDES, *37 I. Wat het in ftandbrengen der Burger-Militie in de Steden belangt, het is een bekende regel in het politique, dat het dikwils gevaarlyker is nieuwe Reglementen , fchoon ook wat verbeterd, in te voeren , dan de oude te behouden. Onze Voorouders hebben de noodzaakelykheid der Burger-Militie zo wel ingezien , dat ze die al van ouds hebben opgerigt ; en by deeze opregting geloof ik dat het best is te blyven , dezelve alleen maar wat befchaavende, en zo veel mogelyk , in alle Steeden op eenen voet brengende: verders hangen deeze drie Vraagen zodanig aan een , dat de beantwoording van 't een , grootendeels het ander influit: want, is de Burger-Militie nuttig, zo zal ook ieder verilandige begrypen, dat het noodig zy dezelve in te voeren, en dus zal met 'er tyd de een den ander overhaalen , om dezelve een nieuw leeven te geeven, en verder, om dezelve geduurzaam te doen zyn. integendeel, beneem dezelve de Wapenen, onderwerp ze aan een willekeurig gezag, en onttrek hen allen invloed in de Regeering, en ras zult gy, gelyk tegenswoordig het geval is, byna niets dan den naam overhouden; dit dan vooronderfreld zynde , neeme men het my niet kwaalyk, dat ik, van de Burger-Militie fpreekende, dezelve als reeds in ftand gebragt befchouw, en alleen maar op de herflelling van derzelver eerfle inrigting, en verbetering van derzelver tegenwoordigen fland , aandring ; desgelyks duide men my ten besten, dat ik het geen ik in 't algemeen gezegd heb, niet in 't byzonder herhaale. Dog om weder ter zaak te komen , de WagtReglementen in de Steden kunnen vooreerst gehouden  •33 VERHANDELING den worden: in vreedzaame tyden , is her mhi j Wakers ook groot genoeg , indien'dLtTv'td£ telyk Geweer voorzien zyn; indien 'er gevaar fclLeD Jon dat getal vermeerderd worden , of gerug^und' door een Piquet, dat is een getal gewapende Bu^rs dewelke m hunne huizen konden blyven; maar J£ eerfte teeken ter hulp der Wagt toe fchieten : deeze Manfchap moest zig , op een gefield uur, in >t Ge weer venoonen , en dan weer afmarcheeren, en heftaan tntzu ken die anders Wagtvry waaren; ik zeg bywaarfchynlyk gevaar: by minder gevaar behoefde de Piquet maar aangezegd, om gereed te zyn , en de verzamelplaats, zo in dit als in alle gevallen, wan. neer de Burgery geheel of gedeeltelyk moest ver. gaderen, duidelyk aangeweezen worden. Verder moest men in agt neemen: i. Dat ieder Burger, zyns eeds of door zig zelv, 0f door zyne Voorzaaten gedaan, indagtig gemaakt, en van dien eed, op verfcheiden publvke plaatzen een aifchrift geOeld wierd ; en in dien eed moet ]aatftg geval , aan den Souverein te adresfeeren. 2. Ieder Burger , fchoon Wagtgeld betaalende (bu.ten degeenendie door de Wet gcëxcuzeerd waaren) moest,  vam H. O N E ï D E S. a3o moe9t * beneve&s de Wagtdoenden , vieimaal in 't jaar, op de Generaale Monftering verfchynen, als wanneer, zo het Weer het toeliet, ook eene Generaale Exercitie moest gefchieden; en hier van moest niemand , dan die door onmagt, of noodzaakelyke afweezigheid, veifchoonbaar waaren , geëxcuzeerd worden; zo dat ten miuflen alle Burgers, in (laat en gehouden om 't Geweer te behandelen , abfolut eenmaal in 't jaar daarby moesten tegenwoordig zyn ; naamentlyk zo ze de andere reizen , door onvermydelyk belet, waren verhinderd geweest. Op welk afzyn egter eene kleine boete kon gefield worden , maar ongelyk grooter, voor die 'er niet eenmaal by compareerde : ten welken einde de rol moest opgeieezen worden , en by ieder abfente de reden de/ aiweezigheid kort gemeld , en daar by genoteerd worden hos veel reizen dezelve perfoon afweezig js geweest: en dit alles, opdat niemand door onwilligheid zig ablenteere. 3. In geval van nood in de Stad, moest niemand veifchoond worden ; maar indien buiten de Stad, konde deeze voet gehouden worden, dat voor hunne perfoonen, maar niet voor hunne goederen, geëxcuzeerd wierden. a. De Magiftraat , Secretaris, en Booden. b. Kerk-, en Schooldienaars, en Binnenbedienden , der Arme Huizen. c. Die onder de 18, en boven 6q jaar oud zyn, of gebrekkelyk. d. De Provintiaale Collegien , en noodige Bedienden. £?. De  *4° VERHANDELING e. De Mannelyke Huis ■ of Livrei • Bedienden, des voor ieder van dezelve eene convenabele fora' betaald werde ƒ. De Stads mindere Bedienden; zo nogthans, dat dezelve gebruikt worden, ten dienst der Gewapende Burgery; ook. was het zeer goed dat dezelve geoeffend wierden in de konst, om het gefchut te behandelen; dewyl 't gebruik van 't zelve tegenswoordig noodzaakelyk is : en 'er, ten minden , twee Gezwindftukken by ieder Battaillon vereischc worden. g. Di meerderjaarige Zoons van een Huisgezin, die de Ouders in hunne Affaire asfifteeren, gelyk ook de Knegts, en vaste Arbeiders tot Fabrieken benoodigd ; behoorden wel in - , maar niet buiten de Stad, dienst te doen ; egter zo, dat het eene Huisgezin, niet boven het andere bezwaard werde. b. Een Vader van vier minderjaarfge Kinderen , en zeven, fchoon daar onder meerderjaarige mogten zyn , moest vry zyn, om buiten de Stad te dienen , ten minden buiten hoogen nood. 4. Het zal niet noodig zyn te herhaalen , dat ik alle onnoodige verteering afkeure, en liever verkieze dat de gelden, die nu daar toe dienen, ten algemeenen nutte (g) In geval van nood mogten de Mannelyke Huis - of Livrei - Bedienden, ook van de grootfte Heeren , wel eene hand mede aan den ploeg flaan. Want eindelyk, indien de Vyand Meester wordt, is het toch met den Livreirok gedaan, indien maar Heer en Knecht niet beide genoodzaakt worden hem in 's Vyands dienst aaa te fchietcn.  van H. ONEÏDES. S4i nutte der Gewapende Burgery , inzonderheid , Wan-, neer ze moet uittrekken , wierden bedeed. 5. Dewyl de droevige ondervinding leert, dat de Vroedfchap in 't gemeen door de Magiftraat, die door eenen Opperden, fchoon geheel tegens de Wet, en die Opperfte weêr door den Siadhouder geregeerd worden, welke laatfte weêr door zyne gunftelingen , die alleen toegang tot hem hebben, zig laat bellieren , zonder dat de Stem des volks bykans ooit toegang tot hem kan krygen, ten minden zo dezelve niet by wyze van een onweder uitbarst; en dan nog dikwyls, door de gundelingen verwalscht , tot zyne ooren indringt: welke vervalfching der Stem van 't gemeen, ook meenigwerv ten opzigt der Heerent Staaten is voorgevallen , waarvan voorbeelden op te haaien overtollig is, dewyl de voorbeelden, dat 'er Requesten aan hun Ed. Mog. zyn geprrelenteerd , waarin de toedemming der Burgery gepretendeerd wierd, zonder dat dezelve geraadpleegd was, nog wel te vinden zyn ; alle welke zaaken ten platten Lande nog meer plaats kunnen hebben , door den invloed dien de Grietslieden door hunne Stemmen en Authoriteit hebben : dewyl zeg ik, alle deeze dingen zo zyn, dunkt het my, dat het van de uiterde noodzaakelykheid is , den Burgeren in de Steden en Dorpen , meer toegang tot de Regeering te geeven : eene zaak, die beter met onze Conditutie en welftand zou overeenkomen; derhalven ben ik van gevoe-, len: . *. Dat de Commisfaris, die nu wegens de Magiftraat zitting in den Krygsraad heeft, daarin verders O fteene  242 VERHANDELING geene concludeerende, maar wel eene advizeerende Stem, moet behouden. b. Dat ieder jaar, uit de Burgery, van leder Compagnie tién man, tot den Krygsraad, by looting met balle'tjes, worden toegevoegd, om dus te zamen met den overigen Krygsraad een drietal , ter aanftelling van Nieuwe Officieren te maaken, uit welk drietal, ieder op zyn beurt, 't eene jaar de Magiftraat, en 't andere de Vroedfchap de Electie moest hebben , zonder te mogen fchrabben. Deeze groote Krygsraad , de breede gemeente verbeeldende , moest ten minften alle vierendeels jaars eens, en verder zo dik* wyls de gelegenheid zulks vereischte , vergaderen , om toe te zien op de onderhouding en verbetering der Wetten , en het belang der Burgery; zo dat dezelve , by de minfte inbreuk op die beide, zig by provifie.by de Gedeputeerden, en verder by de Staaten zeiven, moest vervoegen, om derzelver asfistentie te verzoeken. De verdere verhandeling over de aanftelling der Officieren befpaar ik , tot dat ik over de Dorp-Militie zal fpreeken, hier alleen nog by voegende, dat gelyk de Burgers van allerlei Religie , (zo dezelve hen dat toelaat) tot de Burger-Militie behooren, alzo ook de Officieren, van alle Religiën mogen verkooren worden , mits twee deide derzelven van de heerfchende bly ve, en de andere in zaaken de Religie raakende niet ftëmmen. c. Overal waar de gewoone Claufule der Krygs Reglementen medebrengt , dat de Magiftraat aan zig behoud, het regt om dezelve te moogen expliceeren , amplieeren en altereeren, dient dit punt in zo verre veranderd  van H. ONEÏDES. 243 derd te worden, dat de Magiftraat en breede Krygsraad , de tnagt aan zig behouden, om de Wetten te expliceeren en amplieeren; dog ten cpzigt van 't altereeren, moest zulks niet dan met toeftemming van twee derde van den breeden Krygsraad en der Staaten konnen gefchieden, gelyk ook geene punten van belasting onder andere Conditiën mogten worden ingevoerd. d. De Burgery moet wel onder de orders der Regeering ftaan; dog in geval van Tchielyken nood moest ieder Officier, met de Manfchap die hy kon vergaderen , ter afweering van gevaar toefchieten , en by provifie doen 't geen hy «oodig oordeelde , om ge. weid met geweld te keeren. Ik weet niet of ik , na zo dikwyls van gewapende Burgery gefprooken te hebben, noodig heb te zeggen, dat de vereischte Geweeren, door de Regeering geleverd, en ook de Burgery, voor 't onderhouden derzelven, fchadeloos moet gehouden worden. Tot het Geweer behoort cok de Ammunitie, en verder by ieder Battaillon van 8co Man of daar omtrent, twee Gezwindfiukken en tien dubbele Geweeren by ieder i co Man, om in 't begin van 't Gevegt te gebruiken. Welke laatfte op paarden nagevoerd, en door twee Man gebruikt worden : ook vooronderftellen de Geweeren gefchikte plaatzen , om dezelve benevens de Ammunitie te bergen; en perfoonen en opzigt om ze. te onderhouden , ten minden van die Burgers, dewelke niet tot de Ordinaire Wagt behooren. Die van de Ordinaire Wagt moeten , gel\k gezegd is, voor eenige recognitie, hunne Geweeren zelv ondero 2 hou-  «44 VERHANDELING houden , gelyk ook de andere ten tyde der Exercitie. Insgelyks volgt uit myn gezegde , dat het onderwys in 't onderhouden der Geweeren, en maaken der pa« troonen, even noodzaakelyk als de Exercitie zeive zy. ƒ. In geval deeze Militie, tegens den vyand gebruikt wordt , behooren de Krygswetten deezer Militie , bykans dezelve als die der Ordinaire Militie te zyn, dewyl de algemeene veiligheid daar aan hangt. Dit ten opzigt der Burger-Militie, nu koom ik tot die der platte Landen ; maar eer ik hier toe overgaa , zal ik genoodzaakt zyn , om van tweederlei zoort van menfchen eenige voorwaarden te verzoeken : want ten zy dezelve worden toegeüaan, zal de opregting van deeze Militie ondoenlyk, onnut, en van geen duur zyn. Vooreerst dan vereisch ik van de Grooten , dat zy, uit hef Je voor het Vaderland, zig niet teveel voorftellen van eenige fchynvoordeden, welke beflaan in de magt, hen van de Despotisme, ter onderdrukking hnnner Mede-Burgeren , en met'er tyd tot hun eigen bederv toegeftaan; laaten zy zig vergenoegen , met eene magt, die met het Gemeenebest beftaanbaar is. Indien de magtigften zig niet vergenoegen , met of Wetgeevers, of uitvoerders der Wetten te zyn , maar in hunne perfoonen deeze beide zaaken willen vereenigen ; indien zy in 't kort over hunne Mede Burgeren willen heerfchen , om op hunne beurt, weder voor eenen Opperden te moeten kruipen, zo verlangen zy vergeefs de toegenegenheid hunner Land. ge-  tin H. ONEÏOES. a4f» genooten, aan wien , indien 'er dog flaaven moeten zyn, het om 't even is wien ze dienen; maar dewyl het fpreekwoord, oderunt peccare boni virtutis amo> re , oderunt peccare mali formidine pan* , ten allen tyde waar is; en niet van alle onze Regenten , kan vooronderiïeld worden even braav te zyn ; moet ik hier zeggen , Rubiconem tranfivimus, aïea facta est, zo wel de geenen, die zig tot nog voor de Despotisme iiitflooven, als zy , die van goeder herten het Gemeenebest zyn toegedaan, zyn allen verklaarde vyanden van dezelve ; zy heeft nu haar zwak gezien, en zal, zo hen die zig tegens haar gekant hebben , als die dat hadden kunnen doen, die magt beneemen , indien de tegenswoordige tegenftand mislukt; volgens het bekend axioma in de Staatkunde , dat de magt van eenen magtigen , altyd vermeerderd , door eene» mislukten tegenftand. De Despotisme zal niet nalaaten , het Almanach der Ambulatoire Ampten en Stemmen, te vernietigen of ontzenuwen ; men bedenke hieromtrent maar eens , 't geen in de Steden gebeurd is , of nog gefcbied; en dan zullen ook , gelyk de Steden ons verder keren , zo veele vreemde , of volllrekte afhangelingen worden ingevoerd als noodig is , om de magt der tegenswoordig aanzlenlyke familien, te fnuiken. Indien het de tegenswoordlg aanzienlyken ernst is, om iets ten besten van 't Land, en hen zelv te doen, en dat zonder de Gemeente niet kan gefchieden , gelyk het niet kan nog cok behoort, zo neem dog les van de Despotisme: dezelve volgt door den tyd een befiudeerd Plan , gegrond op de kennis van het menschQ 3 "don s  b*6 VERHANDELING dom. Het was haar bekend, dat om iets nieuws of groots uit te werken door bet gemeen, het noodig was hetzelve door eene Religieufe of politique Entbufiasme gaande-te maaken: dit is ten allen tyde, en nog laatst in de jaaren i747 en i7l3 gebleeken, wanneer de affchaffing der Pagten, meerder Burgerlyke vryheid, en hoop van beetere befcherming tegens den vyand, daar toe dienden. Deeze Enthufiasme van uit- en inwendige vryheid, is het ook alleen, die eene algemeene Burger-Militie kanopregten, nuttig doen zyn, en Haande honden. Dit is de vvaare liefde des Vaderlands, 't welk geen verftandig man kan beminnen, dan naar maate het beminnenswaardig is, en ook hem er. kent. Van de minmagLigen verzoek ik tweeërlei zaaken. Deeerfïe is, dat zy zig wel eenige moeite., e:i des noods, gevaar willen getroosten, om die, en nog grooter gevaareu en ongemakken, alsze nu ondervonden hebben, te ontgaan- Want om nu niet te fpreeken van 't gevaar, cm hunne inkomlien door 't wild gedierte te zien verbinden; gelyk wy voorbeelden in Utregt, de Veluwe, en meer Contreien gezien hebben. Wat gevaar hebben wy geloopen van, boven de fchaaden welke wy ter Zee geleeden hebben, door eenen fchielyken inval der Engelfchen, in 't begin deezes laatften oorlogs, gefloopt te worden. De weinige verfiandhouding, verdwaazing of Staatkunde derzei ven, zyn slleen de menfehelyke middelen geweest, waardoor wy weerlooze en verlastene fchep^elen van dit gevaar zyn verlost; en deeze beide gevaaren zouden wel haast nog grooter kunnen worden, als gy onder  van Hi ONEÏDES. 24? der eene willekeurige Regeeringe kwaanjt, dewelke: ons, in plaats van met eene navale magt, met een Campement op de Steenwyker heide wilde bèfcherman. En behalven de Jagt, en het gevaar van den vyand, zo wy ons zelv niet wapenen, zuilen de lasten die de Despotisme reeds opgelegt heeft, en nog meer zal opleggen, om ons tot flaaven te maaken, ons wel ter deege treffen. De f sien van dewelke ik fpreek, en die ons reeds drukken, zyn Ten.eerften, de arbitraire zetting van brood, waardoor dikwyls gebeurt, dat maanden agtereen dezelve Bakker in 't eene diftrikt zyn brood goedkooper dan in het andere verkoopt en moet verkoopen, zo hy niet boetvalligwilzyn. Hoe vermaakelyk is het, dat dikwyls de eene Buurman meer voor dat noodige voedzeF dan de ander moet betaalen ? en tot welke misbruiken kan dit verder aanleiding geeven? Even zo is het ook ten tweeden met de korting van Reëel, door Dyks-, Dorps- en Polderlasten, dewelke in 't eene diftrikt veel van 't andere verfchilleu , hoewel in weerwil van de wet; om hier van de tauxatie, volgens de willekeur der geregten gedaan, en die om dé vyf jaaren vernieuwd zoude worden , niet te fpreeken. Het dèrde point van bezwaar is gelegen in de zogenoemde domeftique fchikkingen, wef gaan der Officieren moest op deeze wyze gefchieden , van de Compagnie No. i, moest het eerite jaar afgaan eenCaphein,van No. 2 een Sergeant, No. 3een Luitenant , No. 4 een Vaandrig: dus krygt ieder Com« pagnie om de vier jaar , ten zy dezelve weêr geftemd worden, nieuwe Officiers ; om de Nummers der Compagnien kan in 't eerst geloot worden. De redenen , waarom ik niet jaarlyks alle Officieren wilde veranderen, zyn deeze, a. Om dat daar door minder bekwaamheid in dezelve te verwagten is. b. Door alle Officieren alle jaaren te veranderen , zoude ligt kunnen gebeuren, dat op eens een Compagnie niet dan nieuwe Officiers had, die dan de noodige  254 VERHANDELING noodige onderrigting niet ligt zouden kunnen krygen; daar nu, door myne Helling, genoeg Oude zullen gevonden worden, om de Nieuwe te onderrigten. c. Door de Officiers niet alle jaaren te veranderen , is 'er meer ontzag voor dezelve , dan in het ander geval. Indien men weêr, aan den anderen kant, de Officiers voor langer tyd verkiest, zal men zo goed niet van hunne bekwaamheid, goed gedrag, en befc heidenheid omtrent hunne minderen, verzekerd kunnen zyn (/)t als wanneer men hun gedrag by ondervinding weet, en hen door gevaar van degradeering verder in toom houd. De groote Krygsraad, (dat is te zeggen, waar. benevens de Officiers tien gemeene , by Looting zyn toegevoegd) kan uit zyn 'midden , op dezelve wyze als de Officiers geftemd zyn, eenen Colonel , Luitenant Colonel en Majoor, uit de Capiteins van ieder Regiment, 't welk ten minften uit agt Compagnien behoort te beftaan , en eenen Adjudant uit de Sergeants verkiezen: of wil men liever eerst om den rang der Compaguien looten, en uit de drie eerfte de Hoofd - Officiers , voor één jaar, en dus by vervolg verders hebben, ik zal 'er niet tegen zyn ; verder kan vooreerst de ouderom in jaaren , en naderhand de ouderdom in dienst, den voorrang onder de Officiers van gelyken (O 't Zal niet noodig zyn op dit voorftel van den Schryver iets aan te merken , dewyl wy ons gevoelen klaar genoeg hebben voorgedraagen in onze aantekeningen op 4e voorgaande Verhandeling.  van H. ONEÏDES. 255 gelyken rang bepaalen. De Corporaals kunnen door de Officiers van ieder Compagnie , uit de gemeenen worden aangefteld : tot Secretaris van ieder Compag. nie , konden by jaarbeurten , dan de eene dan de andere Officier , en by bet Battaillon of Regiment , insgelyks iemand van de Capiteins der Compagnien , ieder voor een jaar dienen. Die van den Geregte, kunnen , als vry van dienst voor hunne perfoonen zynde, niet tot Officiers verkooren worden, en de Officiers dia «iet weer verkooren worden , moeten weêr als gemeenen dienen , met vryheid nogthans, van zig tot een Vry Corps , indien 'er een in hun distrikt is, te moogen begeeven (m > Dat ik de Hoofdsofficiers en de Secretaiisfen maar voor een jaar wilde aanbellen , is om hen zo veel moogelyk te beletten , zig meester van 't geheele Corps te maaken. 7. Van den Ordinairen en E xtra-Ordinairen Krygsraad , deszelvs getal, magt , pligt en vergadering , gelyk ook die der Commisfarisfen van 't Geregt, reeds gefprooken hebbende ten opzigt der Stads .Militie ; zal ik hier alleen zeggen, dat ik ook ten opzigt der Dorpen van hetzelve gevoelen ben , gelyk ook ten opzigt van deszelvs Subordinatie aan 't Geregt, en Religiën daar toe te gebruiken. 8. De- (m) Waaróm tot een Vry-Corps? en waarom niet met verpligting van te dienen als Gemeen in het zelfde Corps daar hy als Bevelhebber heeft gecommandeerd? Dit hiatüe zou zeer dienen om den hoogmoed te beteugelen. en de gelykheid te bevorderen onder alle de Leden.  , «5« VERHANDELING 8. Dewyl ik lievst ieder Compagnie op 80 0f 100 Man bebbe, fpreekt het van zelvs, dewyl ieder Dorp niet even groot is, dat 'er zomtyds twee of drie Dorpen moeten by een gevoegd, en zomtyds in een Dorp meer dan een Compagnie opgeregt worden; ook zal, met dat alles, de eene Compagnie wel wat zwakker zyn dan de andere. Gemakshalven moesten ook de Ingezetenen der Dorpen juist niet exerceeren in de Dorpen, waaronder zy nu resforteeren , maar in die dewelke voor hen het gelegenlie waren; en dit wilde ik aan de Ingezetenen zelv overlaaten , mits zy, indien ze wilden veranderen , voor 't einde van 't jaar, aan den Chef van 't Distrikt't geen zy wilden verlaaten , en waar zy dat jaar wilden weezen, kennis gaaven. 9. De Krygsraaden dienen , zo veel mogelyk, Zondags na den Middag gehouden te worden, in de Hoofdplaatzen , 't zy in Kerken of Dorpshuizen der Grietenyen , voornamentlyk de groote ; en de Exercitie in ieder Dorp, eerst wat meer, maar naderhand" niet meer dan noodig is, om het geleerde niet te vergeeten; maar boven dien moest men het fchieten naar de Schyv, en dat der Pelotons , om in den kortlien tyd het meest te raaken, aarmoedigen , gelyk ook de overige Militaire Exercitiën , waar van ik hier voor gewaagde. 10. Indien men begeerig is een Corps Cavallery by de Infantery te voegen , Z31 zulks in en by de Steden , en groote Dorpen best kunnen gefchieden. Dewyl de ondervinding leert, dat het fchieten met dé Carabyn in den eerften aanval, nadeelig is , wilde ik ten  v a n H. ONEÏDES. A57 ten mhjfien een Gelid van dezelve, met korter Zydgeweer , ook tot fteeken bekwaam , en een Piek van veertien voet lang voorzien, en den Carabyn ,maar niet de Pistoolen agterlaatea. Ook wilde ik by ieder Corps Cavalleiy , een getal ligt Gewapende Manfchap, op de wyze der Hardloopers, in 't loopen geoeffend , in plaats van Dragonders of Husfaaren, voegen ; welks zoort van Militie by de gemeene Soldaaten inpracticabel is, om de menigvuldige defertie; maar uit de Burgery, kunnen menfchen van jongs af daartoe opgevoed worden, die te veel hebben te verliezen , om derzelver menigvuldige defertie te kunnen vooronderHellen. Dewyl ik my dan veel nut van deeze zoort van Militie beloov, wilde ik dat zo ras mogelyk, minderjaaiige en redelyk begoedigde Burgers -Kindeien, door eer en belooning , mitsgaders door hun Meesters in 't loopen, fpringen , zwemmen, fchieten , en den verderen Krygsdienst te geeven , daartoe wierden in ftaat gefteld. li. De merken der Compagnien en nommers der Geweeren , dienen met de naamen der geenen die ze gebruiken , zorgvuldig genoteerd te worden : en hetzelve kan, behalven eenige, die in de drooglïe hui. zen, by Ingezetenen die dezelve wel weeten te onderhouden , behoorden te zyn , in Kasfen in de Kerken geborgen , en door den Schoolmeester, of iemand anders , voor ordentelyke belooning onderhouden worden. By deeze geweeren moest eenige Ammunitie gevoegd worden; de overige kan in de naaste Steden , of Hoofdplaatzen der Grietenyen geborgen R woï-  258 VERHANDELING. worden. Op het niet wel onderhouden van 't Geweer , moest eenige reprimende en boete flaan. 12. De minst vorderende in de Exercitie moest het langst by de nieuw aankoomende exerceeren, op dat het geheele Corps minder belast worde. Om de Exercitie verders , zo weinig moogelyk lastig en fchadelyk te maaken , moest dszelve in bekwaam falzoen en wtêr, Zondags nadenmiddag; de verkiezing der nieuwe Officiers, Paasch-Maandag of Dingsdag , en de Generaale Exercitie in de week na Mei, of in de Pinxterweek gefchieden ; ik wilde , gelyk ik reeds gezegd heb, liever hoorns dan trommen tot de Signaaien gebruiken. 13. Tot het draagen van Uniforme behoorde voor. eerst niemand gehonden te zyn ; maar om den geenen die ze wilden draagen, gelegenheid te geeven om dezelve te doen maaken , moest dezelve aanftonds be. paald worden; en dat wel zo onkostbaar, verwarmende, gemakkelyk en ligt als moogelyk is. flj zoude een ligte leeren Carpoes, een Blaauw vierkant Rokje , tot over de knien koomende , op de bjrst overflaande , agter digt, datterzyden kan opgehaald worden, het Camifool kort, de Broek boven de lenden koomende , en in dienst ligte halve Laarzen, verkiezen ; alle deeze kleeren moesten van Carfaai of grof Laaken , en die der Officiers wat fynder zyn : de Regimenten konden door de Couleur, de voedering en onderkleeren , onderfcheiden worden. 14. Nog Officiers, nog gemeenen, behoorden buiten dienst Zydgeweer te draagen , 't geen ik ook ten op- zigt  van H. ONEÏDES. S5«> zigt der Staaten - Militie , behalven ten opzigt der Officiers , buiten dienst wilde practifeeren : daar door zouden veele ongeregeldheden worden voorgekoomenj en wat maakt een Soldaat met Geweer, 't geen hy volgens de Wet niet mag gebruiken? In een tyd egter , dat 'er vreemde Militie die Zydgeweer draagt , in een Guarnizoen of in Campagne, met de onze gecombineerd is , is zulks noodig, en anders niet. 15. Deeze Militie moet in alle ordentelyke publyke gezelfchappen toegelaaten worden , zonder omtrent dezelve , het onderfcheid , 't welk 'er by de gewoone Militie, tusfchen Officiers en gemeenen wotd geobferveerd , in agt te neemen. 16. Schelden, duellen , rencontres , in een woori alle woordelyke of daadelyke Injurien , wilde ik ten flriktften verbooden hebben ;en wel in dienst, of tegen» Officiers , op dubbele boete , ten voordeele der Compagnies Kasfe , en nog daarenboven Excüs-vraaging 5 zo de daader een Officier is , by 't prtefente Corps van denzei ven, en dergeenendie bydelnjurie zyn tegenwoordig geweest •, en zo het een gemeene is , by de volle Compagnie: egter wilde ik deeze en ook andere Geregtszaaken deezer Militie , zo weinig langwylig en kostbaar maaken als moogelyk is. De gehedeerde moes: ook, om 't refufeeren der uitdaaging , of't niet beantwoorden der Injurie, geenerlei affront, maar eerder lof behaalen. Ook wilde ik de Burger • Militie , tegens de infultes der gemeene Militie , op het rigo» reust en zonder pardon protegeeren. Ra -7- k  36o VERHANDELING 17. In geval van Oorlo? zal de Burger . Militie aparte posten , ten minften Wagten hebben, en niet dan van haare eigen Officiers gecommandeerd worden , ten minden niet dan uit vryen wil Zig egter daar onder begeeven hebbende, zal deeze Submhfle even lang als de expeditie, waar toe iemand zig zal hebben aange. geeven, moeten du uren, 18. De boeten moeten des noods by parate Executie gevorderd worden : en indien de gezamentlyke Officieren van een Compagnie noodig vonden iemand « civiel arreit of gevangenis te zetten ; 't zy tot Itraf of anders , moeten de onkosten van fluiten en ontOuiten, niet boven de 6 fivs. en het dagelyks onderhoud, ook niet boven de beiooning die de gedetineerde trekr, en zo hy niet trekt, geene zyn: maar de Ordinaire Gerigtsdienaars , die hier toe gebruikt kunnen worden, uit een ander fonds betaald worden op dat niet met den Man , zyn geheel huisgezin ge! flraft werde. 19- Die zig in dienst tegens zynen Officier aankant , moet rigoreus , 't zy met boete, huis- of ander arrest of wegjaaging uit de Compagnie , met verphgtwgom een ander te ftellen, geilraft worden naar ex.gentie van zaaken : ook moet het dronken zyn in dienst, ernftig geftraft worden. 20. Op dat een ieder goed en fchielyk regt erlange, moet ieder gemeene het regt hebben om ( blyvende ondertusfehen de ilrafhem door zyne Officiers opgelegd inkragt) te pleiten voor een Krygsraad van drie Officiers, naa-  . tan H. ONEÏDES. sfii naamelyk , Luitenant, Vaandrig, Sergeant, drie getneenen en één Secretaris; alle volgens een daartoe te maaken rooster, genomen uit de naastgelegen Compagnie van zyn eigen, voor de helft , en de andere helft uit de naas tbyzynde Compagnie vaneen ander Regiment, op deeze wyze : No. i. een gemeene uit zyn Regiment, No. a. een Luitenant uit een ander Regiment , No. 3. een Vaandrig uit zyn eigen Regiment, en zovervolgens. De Adjudant van zyn Regiment kan voor Auditeur , en een Vaandrig van hetzelve , voor zyn Advokaat dienen , ten zy de befchuldigde eenen anderen verkoos. 21. Iu tyd van Oorlog, moeten de gewoone Krygswetten onderhouden worden, met die verandering dat 'er ook dan nooit geflagen werde. 22. Ten dienst deezer Militie , moet een Reglement , ten opzigt van den dienst, in Guarnizoen en Campagne, gedrukt worden ; om het welke op te (lellen, men zig van Bland , Feuquieres , een Fransch Boekje geintituleerd , fur la Petite Cuerre , en het tegenswooidig in gebruik zynde P.incen Reglement kan bedienen, 't geen dan ook verkort, en met goede Registers diende voorzien te worden ( »). 23 De (71) Wy ook wyzen den Leezer liever daar heen , neemende zelfs niet alles, het geen hier'gefield is, voor onze rekening ,• dewyl de RegtsgeleerdheiJ , gelyk wy te voo. ren reeds, ovejeenkomltig met den Heer hebbic, verklaard heh. R 3  5r5a VERHANDELING 23. De gemeene Wetten deezer Militie moeten in de Kerken geaffigeerd en gehouden worden , op dat een ieder ze kan leezen, gelyk ook de eed (O, die door dezelve gedaan word. 24« % ieder Compagnie diende vooreerst van Landsweegen een Onder-Officier, of bekwaam Soldaat „ met wat verbetering van Tractament gefield te worden. 25. Door de geheele Provintie dienden tekens gefteld te worden, by voorbeeld het Klokkleppen, en bet uitfteeken van witte Vlaggen by dag , en 's nagts bet kleppen en ophysfen van Lantaarnen en fchieten met gefchut, op dat ieder zig ten fpoedigften naar de Compagnies verzamelplaats kan begeeven , en van daar naar dien kant, alwaar de eerite tekens zyn gezien en gehoord. 26. Zonder hun wil moesten zy niet buiten de Provintie dienen ,en langer dan drie dagen OfficiiCaufa van lebben, ons op een al te wyduitgeflrekten Oceaan zou vervoeren. (O Noopen» den inhoud van dien Eed , diende wel zorg te worden gedraagcn dat men zich niet verder dan binnen de paaien der Provintie verbond. Aan dit punt zou in zommige gevallen het uiterfte belang der Burgerlyke Vryheid kunnen verknocht zyn. De Schryver is 5 16. wel van hetzelfde gevoelen ; maar om alle gevaar van verduistering te voorkomen , wilden wy het in dea Eed onbetwistbaar uitgedrukt vinden.  van H. O N E i'D E S. 363 van burs zynde, eenige belooning, en verdere benoodigdheden, van 't Land trekken , gelyk ook de Schut« teryen voormaals pleegen te genieten. 27. Deeze Militie, gelyk ook het Vry-Corps, moet vry zyn van alle eerbewys , en de Wagten van dezelve nooit uitkoomen, dan wanneer het noodig is, en om gevifiteerd te worden. Aan de helft der wagten, moet, buiten byzondere gelegenheden, gepermitteerd zyn by dag te flaapen, om dezelve minder te vermoeien , en 's nagts beter waakzaam te kunnen zyn. Dit ten opzigt der Landmilitie. Indien 'er zig nu in een diftrikt, alwaar gewapende Landzaaten zyn, liefhebbery voor een Vry-Corps op» doet, moeten daarby , myns oordeels, buiten die zaaken, die zy met de 2 andere zoorten van militie gemeen hebben, de volgende geobferveerd worden: i. Zy moeten op dezelve wyze als de Burger- militia hunne Officieren kiezen, en ook voor denzelven tyd. s. Zy konden zig zelv van Geweer , van gelyka calibre als het ander voorzien, gelyk ook van Monteering, die egter onkostbaar moest zyn, en van gelyke couleur als de anderen , zonder Ringkraag, Nestels, of diergelyke franjes, die kostbaar zyn en geen nut doen; gelyk ik hen ook ontraad, zig met Veldmuziek en diergelyke kostbaare dwaasheden te belasten (f) Onzes oordeels diende men de Muziek te behouden, vermiti E 4  s°4 VERHANDELING 3- Indien 'ei in de Dorpen een te klein getal was, om op zlgzelv te exerceeren, konden zy gemakshalve met de andere Dorpmilitie exerceeren, ook met dezelve op de zemen uitmarcheeren, om zig 0p de generaale vergaderplaats by hun eigen Corps te voegen ;by welker Particuliere krygsraad en exercitie zy ook ten minften twee reizen in 't jaar moesten asfideeren. 4- In de Steden moet dit Corps zig, in geval van nood, met de Burgery vereenigen, en onder de orders van den commandeerenden Burger-Officier Baan, dewyl de Burgery het oudfte Corps is; maar verders moet, mgelyken rang, om den voorrang geloot worden, yokmoet dit Corps niet tot den gewoonen, maar wel deegelyktotdenbreedenKrygraad toegang hebben, en ookzelv, ter directie van zig zeiven, krygsraad houden ; waarby, dewyl anders het getal der Officieren re klein is, eenige gemeenen moeten asfileeren ; in de Dorpen moeten zy insgelyks onder de orders van de Regeering Baan : maar indien het Vry-Corps eerst of te zamen met de Landmilitie opgeregt wo-d , moet het eerfte met deszelfs Officiers , anders egaal zynde, den voorrang hebben. . 5* Indien m*° verkiest °e Miftie langzamerhand m te voeren, meot men ook aan dit Corps alle mooge- iy vermits alle tyden geleerd hebben Welk een indruk dezelve maakt op het ipenfchelyk gemo,d. De Eurgers van Sparta, de ftrengfte krygslieden die ooit op de waereld zyn «. wee»t, trokken nooit zonder Muziek te velde. *  vas H. ONEÏDES. s65 p/ke voorregten, zelvln geld toeftaan, om andere men« fchen te animeeren, hun voorbeeld te volgen (^). 6. Dit Corps moet gelyke betrekking tot de politie, en die op hetzelve hebben, als het voorige: 'er dient ook tusfchen alle de diverfe Corpfen der Burger-militie eene onderlinge correspondentie en belofte, om de een den anderen te maintineeren, gehouden en gedaan te worden, welke, zo het mogelyk is, algemeen over de 7 Provintien diende te weezen; want in tyd van oorlog is een vyand gewoon de Landmilitie harder dan de gemeene te behandelen, om hen van hun eigen d;fenfis af te fehrikken , 't welk zo ligt niet te vreezen was , indien 'er eene ernftige belofte , om wraak te zullen neemen, door alle Ingezetenen gedaan wierd: en dewyl de Burgers ook doorgaans bedreigd worden met verwoesting hunner goederen, moest ook in dat geval de noodlydende zo veel mogelyk gefoulageerd worden. Deeze onderlinge befcherming zoude ook in allen gevalle veel tot het ontzag en de geduurzaamheid deezer Militie toebrengen; voor het overige moet deeze, gelyk alle andere Militie, in andere Provintien of Steden koomende, een Eed voor dezelve afliggen. 7. Da (q) Die zich erinnert wat wy in ome Aantekeningen op de voorgaande Verhandeling, over de Fry-Cqrps, of Exercitie Genootfcbappen , gezegd hebben, zal ligtelyk begrypen dat wy de voorrechten in geld overtollig, zo niet sadeelig, achten, R5  i66 VERHANDELING 7. De reeds opgeregte Vry.Corpfen, dewelke wetten voor zig zelv hebben opgefteld, moeten tegens hun wil niet genoodzaakt worden dezelve te veranderen. 8. Om alle deeze Militie van grooter nut te doen ayn , moest 'er in tyds een generaal Plan van defenfie voor ieder Provintie, en de Republyk in 't algemeen, gemaakt, de aankomften en houbaare Steden verfterkt, en de onnoodige en overtollige ontmanteld worden , op dat geen vyand in dezelve kan nestelen. Men heeft, in den laatften aanval des Konings van Pruisfen op den Keizer, gezien, hoe de Jaatfte, door een welberaamd Plan , byna zonder den deegen te trekken , alle de poogingen van dien Koning heeft wederftand gebooden , en eenen geheelen oorlog gefchut. Onze Ouderen daarentegen hebben in 167a beleefd , boe een kwaad of liever geen plan van defenfie, ons bykans onze onafhangelvkheid, en veele elenden heeft gekost. Had men toen Wezel, de Bourtang, Coeverden, en de Nieuwe Schans, wel gefortificeerd en bezet, en de overige magt in 'tveld gehouden,deFranfchen enMunfterfchen zouden ons niet zo ligt tot op het punt van onzen ondergang gebragt hebben. Ik zal my over dit plan hier niet verder uitlaaten, maar meen egter re moeten zeg. gen , dat 'er in Vriesland ten hoogfien niet meer dan Slooten, Stavoren, Harlingen en Dokkum zyn) wier Fortificatie nut kan doen, of mogelyk is. Indien de Inwoonders der andere Steden de helft van de moeite, kosten en gevaar, die zy, in geval van belegering hunner Steden, noodzaakelyk moesten ondergaan, wil. den aanwenden, om de andere te befchermen, of den vyand  TAH H. ONE'lDE S. £6> vyand op de grenzen te refifteeren , zouden zy veel beter gelukken (r). 9. In Guarnizoen moet de Burger, militie, zo veel mogelyk, de binnen-, en de Soldytrekkende de buitenposten bezetten. In Steden zonder guarnizoen moet het woord en contrazein van den preftieerenden Burgemeester , en in andere van den commandeerenden Officier gehaald worden. 10. De Burger-militie diende altyd een rang boven de foldytrekkende te gaan; by voorbeeld, een BurgerSergeant Baat in gelyke rang met een foldytrekkend Vaandrig. 11. Alle Wagten ontvangen het woord van de Rondes, behalven van de Hoofdronde; indien Burger-en gemeene Militie in een plaats guarnizoen houd, kan de Burger-militie den eenen, en de foldytrekkende den anderen dag,de Hoofdronde doen: maarzo men verkiest dat ieder byzondere rondes by zyn eigene Wagten doet, zal (r) 't Zou buiten twyffel zwaar vallen, de Inwooners van 7 Steden, en daaronder de Hoofdftad, tot dit plan te beweegen. En zelfs zou de waarfchynlyke verfterking der vier overige, als houbaar, te kostbaar bevonden wor. den. Om de waarheid te zeggen, tegen eene geregelde belegering zou, behalven Harlingen , geene enkele ftad hier beftaan; ja Harlingen zelf maar weinig dagen. Maar ziet men op den aanval van ligte troepen; dan verandert het geval, en dan zyn alle onze Steden goed, ten waare onze Schryver de voornaame kragt der verdediging in het water Helde; en dan weeten wy niet hoe ver de mooglykheid zig uitftrekken zoude.  só8 VERHANDELING «al de eerst aanroepende van de andere het woord ontvangen, gelyk ook de Patrouilles; by gelyk roepen, ontvangt de Burger - militie het woord. 12. Ingeval iemand deezer Militie, om een Militaire misdaad word geactioneerd of gevat, zal de befchaidiging, of delinquant met dezelve, binnen 24 uuren, aan zyn eigen Krygsraad worden overgeleverd; maar indien het om e2n andere misdaad is, aan zynencomnetenten Burger regter: met dien ver.'iande, dat hy, indien hy met een crtmineele misdaad is befchuldigd en gedetineerd, volgens de regten van zyn eigen Provintie geftraft worde; indien het iets anders is, kan zyn proces in zyn eigen Provintie gevonnisd worden. Dus heb ik dan aiyne taak afgedaan. Myn werk ÏS zeekerlyk verre van volmaakt: zommige verbeeteriugen en by voegingen, zullen daar in plaats kunnen hebben , welke my deels omfnapt, anderdeels ook met voordagt zyn uitgelaaten, dewyl dezelve my nog onty. dig voorkwamen. Ook zal mogelyk als iets overtol. ligs in myn werkje worden aangemerkt, 't geen daar in, raakende de inwendige Regeering, is ge, field; dog met opzigt op dit laatfte, moet ik myuen Leezer onderrigceii , dat ik met opzigt 0p ons Gemeenebest, van alle audete zoorten van Regeering eenen afkeer hebbende , liever eene gemengde gelyk de onze oorfprongelyk is , voorfla, hier in met Pohbius en andere groote Mannen overeenftem. mende. Maar deeze gemengde Regeering , is door tyds verloop zeer naby de Aristecratifche en Monarcuaale gekoomen , van welke verandering wy moer;  van H. ONEÏDES. 269 meermaals en ook nu de fmerten gevoelen : dit laatfte zullen my allen die onbevooroordeeld zyn , en denken, toeftemmen , gelyk ook dat 'er verandering noodig is, welke verandering noodwendig moet beftaan, in oveiheeren , oveiheerd te worden, of verbetering: maar veelen zullen ook anders gevoelen. Teneerften, onder de Grooten zullen'er mogelyk gevonden worden, die meenen dat door de Monarchaale, hunne Aiistoeratifche regeering gevestigd word, en liever eenen Vorst willen vleien ., dan zig om de gunst van 't Gemeen be. kommeren. De andere zoort zyn die Grooten , die .wel '1 gebrek der Despotisme zien , dog liever htm eigen grootheid op deszelfs val wiilen bouwen, dan 't Gemeen eenig deel aan de Regeering gunnen. De derde zooit Is 't Gemeen, 't welk wel, min of meer, 't gebrek der Monarchaale en Aristocratifche Regee. iingen ziet, dog door gebrek aan moed niet durvende denken , om zig uit het flyk te verheffen , evenwel met leedweezen de raagt der Grooten verdraagt, en uit een ingeworteld gevoelen (fchoon tegens reden ) denkt , dat de Despotisme in ftaat en ook geneegen is, om hen tegens dezelve te befchermen ; of zo niet, den Grooten egter gunt om zig, zowel ais het Gemeen, onder eenen Grooten te moeten bukken. Om deeze drie zoorteu van menfchen , (waar 't mogelyk) deoogen te openen , heb ik deeze aanmerkingen in myn werkje gevoegd, en zo ik meen getoond , dat in de verbetering van het geheele Regeeringsweezen , (blyvende zo na by het tegenswoordige als eenigzins raadzaam is ) niet alleen het heil yan het Vaderland, maar ook  *7o VERHANDELING ook hun eigen , en dat hunner familien gelegen, en deeze verbetering zo naauw met de Wapening verknogt is, dat de eene zonder de andere niet daar gefield, nog nuttig en geduurzaam kan gemaakt worden. Ik had voorgenomen eene korte lchets van een Corps Infantery, Cavallery en Mariniers op halve Sol* dy hier agter te plaatzen; maar ben van Concept veranderd, dewyl zulks eene andere taak is.  VERHANDELING ter beantwoording der gedaane PRYSVRAAG DOOR ZEKER GENOOTSCHAP VAN VRYE FRIEZEN, Nopens de BESTE INSTELLINGEN VOOR. DE VRY CORPS EN SCHUTTERYEN, Bcflooten in Friesland den 0.6 January 1784. Door DEN HEER JACOB van MANEN, Adz. SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP VAN WAPENHANDEL PRO PATRIA ET UB ERT A TE TE TJTREGT. Onder de Zinlpreuk Pro Arts et Focis. Aan den Schryver van welke een Eereprys van Twintig Gouden Dukaaten is toegeweezen, benevens eene Zilveren Medalje en Diploma van het Exercitie-Genootfchap te Utregt.   JFÏet is eene ontegenzeglyke waarheid » door de ondervinding van vroege en laatere tyden geleerd , en door de gefchiedenis van den jongstvoorleeden tyd in het tegenovergeftelde bevestigd, dat de Gewapende arm der Burgery , altyd en overal, de veiligfte fteun is voor de Burgerlyke vryheid en veiligheid des Lands, en het onverwinbaarfte bolwerk tegen de Dwinglandy. Te recht derhalveu, houdt het Genootfchap vrye Friezen deeze proefondervindelyke waarheid voor beweezen , en wy ons van de verdere Extenfie daar» van ontflagen. Ik gaa daarom terflond over tot het beantwoorden der bovenvoorgefielde tweeledige vraag , en wel eerst van het eerfte gedeelte derzelve : Hoe wordt zulk een Krygtweezen , zo ten platten Lande ah in de Steden, op de beste -wyze totftand gebragt ? Zal men deeze vraag wel beantwoorden, zo dient men vooraf te bepaalen , hoedanig men de gefteldheid der Steden en het platte Land hebbe te befchouwen ; j. of als geheel ontbloot van Schutteryen; of als hebbende Schutteryen, maar welke tot het diepfte verval zyu geraakt V 2. of men deeze oprichting of Iierftelling der Schutteryen, of van zulk een Nationaal Burger - Krygsweezen, in haare beginzels hebbe te overwegen van den kant der Regeering , of der Burgeren zeiven als Particulieren ? De onzekerheid welke van deeze vooronderftellin* S  *?4 VERHANDELING gen te kiezen zy, maakt de zaak des te moeilyker ïn de beantwoording , vooral wanneer wy het oog ffaan op het gevorderde in het tweede lid der vraage , het bepaalen der Wetten en Rechten , om door deeze inflelling bet hoogfle nut te bereiken en zonder inbreuk te genieten ? Om ons uit deeze onzekerheid op de beste wyze te redden , zal ik in 't gemeen vooronderflellen de geheele ontbeering van de beginzels van zulk een Nationaal Burger Krygswezen, en dat deszelfs oprichting van den kant van Particulieren moet geëntameert worden , in zoverre met a.Üistemie van de Regeering der 'plaatzen in welke men dezelve tracht in te voeren , als zonder derzelver toefternrning niet kan gefchieden ■ terwyl ik tevens in de Behandeling hiervan zal invlegten de wyze van herftelling en in ftandhou. ding der Schutteryen, in al zulke plaatzen waar dezelve te vooren hadden geëxteerd en tot diep verval waren geraakt. Tot de oprichting der Schutteryen of van een Natio. naai Burger Krygsweezen , waar dit van den kant van Particulieren, en met eenige vrugt , zal worden geëntameert, moeten wy met grond vooronderftellen eene zucht en lust daartoe , by een groot en voornaam gedeelte van dezelven. Deeze moeten de ysbreekers in deezenzyn;zy moeten door hun voorbeeld het vooroordeel tegengaan en wegneemen, 't welk in plaatzen waar geene Schutteryen zyn, of waar dezelve tot diep verval zyn geraakt, heersent, dat het onmoogelyk is een Burger de Krygs-Exercitiën en Evolutien volkomen te leeren; zy moeten den lust tot den Wapenhandel opwekken  van j. van MANEN, Anr. A75 wekken en respectabel maaken , en van dit goed beginzel zal veel moeten afhangen het goed gevolg der onderneming. Wilde men terlïond een aanvang maaken met het ontwerpen van Wetten en Reglementen, om de Burgers en Ingezetenen te verpligten tot het opvatten der Wapenen en het oeffenen in de behandeling derzelven , zonder dat men alvoorens den lust daartoe had opgewekt of aangemoedigd , zo zou dit wel ligt oorzaak geeven aan kwaadwilligen , om minkundigen te induceren, dat hier door eene inbreuk op hunne vryheid gefchiedde ; en het is onnoodig op te geeven van welke fchadelyke gevolgen de vooroordeelen kunnen zyn , of hoe veel gemaklyker dezelve te overwinnen zyn als men ze onderfchept, dan dat men ze openlyk te keer gaat. Het is daarom ten uiterfien noodzaaklyk dat men den post van Schutter als honorabel doe vootkomen, zo wel In plaatzen waar geene Schutteryen zyn geweest, ais daar dezelve in verval zyn geraakt. Wy moeten daarom wel degelyk onderfcheid maaken tusfchen dienstpligtige Schutteryen en VryCorpfen ; wanneer naamelyk de laatften beftaan alleen uit zulken, die niet tot de Schutteryen behooren, en dus een afgezonderd Corps op zich zeiven uitmaaken: en als zodanig geloof ik dat dezelve niet wel op den duur zonder verwydering kunnen beftaan in plaatzen waar geftabilieerde Schutteryen zyn. Doch wanneer men door Vry - Corps verftaat een Genootfchap van Wapenhandel, in het welke zo wel Schutters als Wacht- Vryen te gelyk deel kunnen S a nee<  a7<5 VERHANDELING neemen, om daar door de Wapen - oefening algemeener, uiigebreider en aanzienlyker te maaken, dan heeft zulks eene tegengeflelde uitwerking en verdient alle aanpryzing. En in zo verre zulk een Genootfchap my voorkomt als het beste en gereedfte middel om het Nationcal karakter, de dapperheid onzer Voorvaderen, weder te doen herleven, en dus de gefchiktfb weg ter voldoening aan het oogmerk in de opgegeeven vraag • zullen wy ons vooraf 'er toe zetten om zulk een Ge» nootfchap in zyne beginzels , aart en gevolgen, ter beantwoording van het eerfte lid der voorgeftelde vraag, op te geeven. Wy vooronderftellen dus, als boven gezegd is, in onze Republiek overal een aantal cordaate weldenkende lieden, en wel voornaamclyk onder de aanzienlykfte, gegoedfle en verftandigfte, die de nuttigheid en noodzaaklykheid der Burger ■ wapening genoeg inzien. Dee* ze alleen zyn in ftaat om den vasten grond te leggen tot een duurzaamen fteuu der Vryheid. En dit alleen moet genoeg zyn om hen aan te moedigen, en te verfterken in zulk eene heilzaame onderneeraihg ; vooral wanneer wy hun daartoe de middelen aan de hand geeven. Het eerfte dat zy moeten beginnen, is, dat zy zich van den grond af doen onderwyzen in den Wapenhandel , niet alleen om zich zeiven bekwaam te maaken, maar om daardoor ook anderen aan te moedigen om zichby hen te voegen: en het is daarom,ook nqoojg om zo min mogelyk bedekt, maar liefst openjyk , de Exercitiën en Manoeuvres te verrigten. In plaatzen waar geene Schutteryen zyn is dit het rechte  van J. 'v a n M A N E N, Ad z. 27? rechte beginzel ter oprichting van Vry Corpfen; en in plaatzen waar Schutteryen zyn, doch welke vervallen zyn , kan men langs deezen weg, door het oprichten van een Genootfchap van Wapenhandel, dezelve wederom tot een Haat vnn aanzien en ontzach brengen ; door naamelyk met de Officieren en Onder-Officieren een aanvang te maaken , en dezelve daar dooi b kwaam te doen worden om anderen vervolgens volkomen te kunnen in- ftrueeren in de Manoeuvres en Evolutien. Hoe zeer dan ook in plaatsen , waar geene Schutteryen zyn , Vry-Corpfen kunnen worden opgericht , zo ben ik nogthans van oordeel dat men aan dezelve den tytel en het aanzien moet geeven van een Kunstgenootfchap » orn ze daardoor gelyk te ftellen aan die van andore plaatzen , waar Schutteryen zyn. De inrichting moet dan gefchieden op de wyze van andere Kunstgenootfehappen, in dewelke men de leden verkiest of aanneemt op hun eigen of het voordel van andere leden: om dit zo uitgebreid als mogelyk te maaken, kan men boven de géwobne werkende leden ook, even als in andere Kunstgenootfehappen, Extraordinaire en Honoraire leden verkiezen, welke door hunne toelagen het Genootfchap in (laat ftellen Om de noodige kosten te kunnen goedmaaken, en het zelve een aanzienlyke gedaante te geeven. Tot deeze Clasfen kunnen ook Vrouwen worden aangenomen. Tot de directie van dit Genootfchap moet men een Collegie van beftuurderen aanltellen, beïïaande uit eenige Officieren , eenige gewoone Leden of Schutters, en eenige Honoraire en Extraordinaire Leden, van welke ieder jaar de helft afgaat en weder zo veel nieuwe verkooren S 3 worden  *?8 VERHANDELING worden uit de zelfde Clasfen, waartoe dit Collegie de nominatie behoort te maaken , waaruit door de meerderheid der Leden de verkiezing en aanftelling gedaan wordt: hier door maakt men, dat 'er onder geene deezer Clasfen van Leden eenige naaryver of argwaan kan plaats grypen, zo omtrent de beftuuring der penningen, als de ganfche huishoudelyke directie. Behalven dit Collegie behoort 'er nog een aparre Krygsraad, beftaande uit Officieren en Onder - Officieren, plaats te hebben , welke directie heeft over alles wat de Wapen-oefening betreft; doch in welken Krygsraad ten minnen twee Gecommitteerden uit het Collegie van directie moeren zitten, om te kunnen advifeeren («) aangaande het fiuantiëele des Genootfchaps. Zulk een Collegie tot ftand gebragt zynde, kan men als een tak van het zelve Genootfchap op de nabuurige Dorpen afzonderlyke departementen oprichten, door het verkiezen van de voornaamlten op de Dorpen tot Leden, en met dezelven als zodanig te correfpondeeren(è). Naar het getal der geenen,die zy in den Wapenhandel hadden geoefend of aangemoedigd, zou men hun den titel van Kapitein of Luitenant kunnen geeven. B. V. een die honderd manfchappen had bekwaam gemaakt of aangemoedigd den titel van Kapi« tein,die vyftig en daarboven den titel van Luitenant < en deeze Kapitein en Luitenant moesten te gelyk toegang hebben in de Vergadering van het Hoofd- Col- (a) Advijeren, waarom niet mede concludeer cnde? (*) 't Is natuurlyk dat de Schryver, geen Fries zynde, ook weinig gelet heeft op de Friefche Grietecyen.  van J. van MANEN, Ad z. 279 Collegie van directie, of den Krygsraad in de Stad; cm hunne departementen zo veel mogelyk naar dezelve in te richten, en in alles goede correfpondentie te houden: gelyk ook de Hoofd-Collegien in de Steden met eikander moesten correfpondeeren, en zo veel mogelyk écne wyze van directie houden. Gelyk nu zulk een Genootfchap, in plaatzen waar in 't geheel geene Schutteryen zyn,den naam van VryCoips kan voeren en op zich zeiven beflaan: zo kan het in andere plaatzen, waar Schutteryen exteeren, onder den naam van Genootfchap dezelfde uitwerking hebben. In het laatfte geval moet men vooral werk maaken om de Officieren der Schuttery tot Leden te bekomen , en geene der Schutters te weeren , dan alleen in particuliere gevallen van wangedragingen of dergelyken: want wanneer men deeze wilde weeren , en het Genootfchap op zich zei ven doen beltaan als een Vry-Corps nevens de Schuttery, zo zou dit ligt geen ander gevolg hebben, dan de vervallen Schuttery nog meer in verachting te brengen: of aan den anderen kant, dezelve tegen zulk een Vry-Corps, 't zy uit jaloufy, nyd, of anderszins op te zetten, en deszells vernietiging te bewerken (c): daar het in tegendeel moet dienen om de Schutteryen aan te moedigen en bekwaam je maaken. Het voordeel dat men zelfs in plaatzen, waar Schutteryen (c) Wy meenen echter de mogelykheid van het gelyk'ydig beltaan dier beide lichaamen in onze voorige Aantekeningen op den Hr. Herbig genoeg te hebben aangeiveezen. S 4  a8o VERHANDELING teryen zyn,- wint, door dergelyke Genootfchsppen, is drielédig. 1. Dat men de Wapen - oefening aanzienlyk maakt, en daardoor ten flerkften aanmoedigt. 2. Dat men daar door aanwint een aantal welgeoefende manfchappen, die anders ongeoefend blyven, wylz'e uit hoofde hunner ambten en bedieningen buiten de Schuttery zyn, of zich om andere reden uk dezelve gekogt hebben (d), 3. Dat, daar 'er altyd onder de dienstpligtige Schat.teryen zulken gevonden worden, wier lust, tyd, of andete omftandigheden5 niet toelaaten, zich ten uiterften in den Wapenhandel te perfectioneeren, en die zich Zouden be-zWaard achten, wanneer zy tot die geduurige exercitiën wierden genoodzaakt, en dus anderen , die meer lust, tyd en gelegenheid hadden , daardoor buiten de mogelykheid gefield wierden, om zich meer te perfectióneeren , dat nu, zeg ik, deeze laat Hen door zulk een Genootfchap gelegenheid hebben om aan hun lust'te voldoen ; en daardoor tevens dit dubbele voordeel genieten, dat zy niet alleen meerder bekwaam ge» maakt worden, maar ook-in Raat gefield om het gebrekkige van anderen te vergoeden en verbeteren. Aan den anderen kant zou het ook weder nadeelig zyn, wanneer men niet door het Genootfchap tevens (d ) Voeg hierby ; wanneer een groot getal van de aanzienlykfte Burgers, wegens «erfchjl van gezindheid, uit* geftaoten wordt vin de mogelykheid tot den rang van Oincier by de gewoone Schutteryen : vvaafvan , tenvyl wy dit fchryvenj eene onzer Fiiefche Steden het ongelukkig voorbeeld oplevert.  van J. van MANEN, Adz. aSi de Schuttery tot de mogelykfte volkomenheid zogt te brengen. Door het tiekwaam maaken van de Officieren, Onder - Officieren en veele leden der Schuttery, Helt men dezelven in ftaat om hunne Compagnien rot de noodige volkoomenheid te brengen. Want niet alleen die geenen welke zich vrywillig hebben geoefend , maar ook anderen , die om hunne omltandigheden, of byzondere denkwyzen en inzichten , in den ftaat van ongeoefendheid zouden blyven , kunnen door de Wetten en Ordonnantiën, op de Schutteryen geëmaneerd , tot de Wapenoefening worden verpligt; en hier door bekomt men eene geregelde Schuttery , ten minften driemaal zo fterk in Manfchappen , als men buiten dezelve alleen door een Vry Corps in de Wapenen zoude kunnen brea. gen. Het is ook zeer verkeerd te denken, dat, wanneer de Schutteryen tot eene zekere bekwaamheid in den Wapenhandel zyn gebragt, het bellaan van een Genootfchap overtollig wordr. Ket tegendeel daarvan kan men ten duidelykften demonftreren. — Want daar, als gezegd is, onder de Schutteryen altyd eenige onwilligen worden gevonden , zo zal men zich al ligt wys maaken , zo dra men het tot zekere hoogte heeft gebragt, dat men genoeg geoefend is, en door zich niet verder te oefenen , zal men zelfs in de anders gewilligen een tegenzin verwekken ; daar in tegendeel een Genootfchap , dat alleen uit vrywdligeu beftaat, door gethdigé oefening en nieuwe vindingen , den lust zal levendig houden , en gefiadig een aantal jonge lieden aanwakkeren, die zich anders niet 5 ^ zoudsn  a8» VERHANDELING zouden oefenen: waardoor dus de Wapenoefening in een refpectabel aanzien wordt gehouden. Zo zeer het nu naar gelange van andere plaatzen gemaklyk zai vallen, de verwaarloosde Schutteryen weder op te richten in plaatzen waar dezelve voorheen geëxteerd hebben : zo veel te meer moeite zal het in den eerlten opflag in hebben, de in- en opgezetenen van plaatzen, daar geen Schutteryen te vooren zyn geweest, tot de algemeene Wapening te verpikten. Want het is zeker , dat het oprichten van een VryCorps in zulke Steden en plaatzen alleen niet toereikende zal zyn, om daar op altyd en by aanhoudend, had te kunnen rekenen ; indien de in- en opgezetenen daartoe niet door zekere Wetten verpligt worden : te meerder zyn zulke Wetten noodzaaklyk als men in aanmerking neemt 't getal der Manfchappen die daartoe konden verpligt worden, boven de geenen die zich vrywilJig daartoe verledigen. Dan , wanneer men zelve de zwaarigheuen niet grooter maakt dan ze zyn , zal men grond genoeg vinden om dezelve op te bouwen, vooral uit de duidelyke letter van het agtfte Artikel van de Urne van Utrecht , waar gezegd wordt , dat de Ingefetenen van elcke van defe gheunieerde Ptovintien , Steden ende platte landen binnen den tydt van een Maent, na date van defen ten iauxtiti, gbemonfiert en de opgefchreven villen worden , te weten, die gbene, die zyn tusfchen 18 en de Co jaaren enz. En, gelyk de Heer p. paulus in zyne verklaaring van dit Artikel te recht aanmerkt: „ fchoon het niet gefchied is door alle de Provintien , ,, het egter nog zoude kunnen gefchieden , Wyl het » ze-  van J. van MANEN, Adz. 283 • zeker is, dat de Bondgenooten tot het doen van ,, zodanige opfchryving nog tegenwoordig gehouden „ zyn , en verpligt toe te laaten ( e ) dat men zich „ ingevalle van nood, of by gebrek aan Manfchap„ pen , van hunne In - en Opgezetenen bedie. „ ne'\ Doch daar ik begryp dat alle directe middelen van verpligting en noodzaaking dikwyls van eene tegengeftelde uitwerking kunnen zyn; zo hebben wy daar toe het meer indirecte middel der Genootfchap. pen voorgeflagen , om daardoor den overgang des te zagter te maaken , door middel van Liefhebbery tot verpligting. En 'er kunnen boven dien nog verlcheiden andere middelen van aanmoediging worden uitgedagt, welke naar den aart en de omftandigheden der plaatzen onderfcheiden kunnen zyn. Door eenige kleine voorrechten en distinctien voor de dienstdoende Schutters , zou men dezelve op de fterkfte wyze aanmoedigen , by voorbeeld r wanneer men kon Introduceren , (gelyk voorheen omtrent de Gilden plaats had) dat niemand van het Burgerrecht koude jouïs. feren, ten zy hy alvorens onder de Schuttery waare aangefchreeven , het zy als contribuant, het zy als dienstdoende , en buiten dien hoe genaamd geen Ambt kon bekleeden enz. D.iarby zou men, alleen voor de dienstdoende Schutters, kunnen introduceren het geen reedt door de Schuttery van Üotmarfum is beüooten, dat geen Schutter over eenig iterfgeval in (O Voor deeze verpligting bekennen wy geenen grond se kunnen vinden.  fi»4 VERHANDELING in zyne Familie anderen rouw zal mogen dragen, dan een zwart floers om den arm (f). Gelyk men ook vooral daar behoorde by te voegen, dat de Rouwflatie van een Officier en dienatdoenden Schutter moest gefchieden op der Militairen wyze : gelyk ook dit Jaatlfe niet zonder voorbeeld van vroegere tyden is zoals men zien kan uit de Ordonnantie op de Schamezen der Stad Utrechten u funy 1610, in het Groot Utrechts PJacaatboek D. III. bl. 5S9. daar men in Art. XVf leest : ais een Schutter overleden zal zyn, zo zal die Schuttery, daar onder den Overledenen ge. west is , ma denzelven ter hegraavenisfe gaan , ten waare iemand van henluiden uit ter Stad , Ziek , ofte anders wettelyk belet ware. Door het invoeren van deeze middelen zou men niet alleen de Schutteryen in het algemeen favoriferen, ffiaar Ook de Objectie van fommigen uit den weg ruimen; als of de Wapenoefening veel nadeel en geenerlei voordeel aanbragt. Uit het tot hier toe gepokerde ziet men dat ik van gedagten ben , dat men door het oprechten va„ Vry Corpien , of liever Genootfchappefi , voörnaamelyk moet bitteren het aanmoedigen van den Wapenhandel in 't gemeen even als alle Geleerde en Krïnsr- genootfehappen zyn ingericht , om de Kunften en Weè- 00 Dit Verbod zou op vecle plaatfen bezwaarlyk als een voorrecht worden aangenomen. Wy kunnen over t geheel niet ontveinzen dat wy de voordeden . welke onz» Sc,rymh.e, ter bevordering der Schutteryen voorlied «rel wat zaakelyker wenschtcn. ' 4  van J. van MANEN, Adz. 285 Weetenfchappen niet Hechts tot den kring der Sociëteiten te bepaalen, maar integendeel zo ver mogelyk uit te breiden en tot algemeen nut te doen iïrekken. —Zonder dit ware het doel maar ten halven bereikt, en in tyd van nood zou de last maar alleen aankomen op eenige weinige vrywilligen , welke altyd naauvvlyks een vierde gedeelte van het geheel zullen uitmaa. keu. Niet minder is het zeker , dat zulk een wél ingericht Genootfchap , als uit de bloem des volks beflaande, veeltyds den fteun der Schuttery zal uitmaaken. En daarom is het dan ook noodig dat het Genootfchap in alles zich toelegge om de Schuttery met een goed voorbeeld voor te gaan , zo in de behoorlyke orde en discipline aan de Wetten en vastftellingen, onder en buiten de Wapenen, als in da bewaaring der openlyke rust en veiligheid , zo wel als het voorftaan der Vryheid , Rechten en Privilegiën ; en daardoor in alles het goed vertrouwen te winnen. Ik meen hier mede hoofdzaakelyk aan het eerfte lid der voorgeftelde Prysvraage beantwoord te hebben ; het geen daaraan nog zou kunnen ontbreeken, zal in 't beantwoorden van het tweede lid : welke Wetten en Rechten worden "er vereisebt om door deeze injieliïng bet hoog/Ie nut te bereiken , en zonder inbreuk te genieten ? nog nader opgehelderd worden. In de eerfte plaats breng ik hiertoe de verkiezing -der Officieren. En hierin zoude men zeker onderichëid kunnen maaken tusfehen die der Vry-Corpfen I cf  286 VERHANDELING of Genootfchappen , en die der dienstpligtige Schutteren. De Officieren der eerften zouden telkens voor één of twee jaaren kunnen worden aangefteld, en na exfpitatie van dien tyd tot den rang van Schutter wederkeeren, of gecontinueerd worden. Doch by de laatften zou dit niet anders dan verwarring baaren en zelfs ten aanzien der eerden kan ik de noodzaakelykheid dier afwisfeling niet inzien, daar het apparent is, dat door het geduurig verwisfelen van Officieren een Battaillon in deszelfs Manoeuvres in plaats van te avanceeren, integendeel in bekwaamheid moet te rug gaan, daar de gewoonte zo veel moet toebrengen als de kunde, en in deezen het meest op de Officieren aankomt : en te minder kan ik deeze noodzaakelykheid inzien , als men de directie van het Genootfchap niet alleen demandeert aan de Officieren; maar, zo als boven is opgegeeven , daar toe ook Honoraire leden en Schutters verkiest: en daarenboven de Contributie der Officieren zo wel als die der Honoraire leden bepaalt tot tweemaal zo veel als die der Schutters; en wanneer daar nog by. komt een kostbaarer Uniforme enz. , dan wordt die post ook minder convenabel voor elkeen: ten zy dat men in plaatzen, waar veele lieden van geboorte en ra;:g (g) De Leezer weet van zelfs uit het voorgaande hoe zeer wy hieromtrent van onzen fchranderen Schryver verfchillen. Alleenlyk vinden wy ons verpligt hierby te voegen: weg met uw kostbaar Uniform, zo gy ?iitts anisu da» waare dapperheid en Burgerliefde bedoelt.  van j. van MANEN, Adz. 287 Tan» waren , een meerder of dubbeld getal Officieren wilde aanftellen, om elkander by Abfentie te vervangen; of ook wel dat de eene als Schutter fungeerde , terwyl de andere het Commando voerde om daardoor de post van Schutter des te refpectabeler te deen voorkomen —— terwyl alle deeze Officieren buiten de Exercitie de uniform en rang konden behouden. — Dan ten aanzien der Onder - Officieren der Genootfchappenzoumen eene bepaalde afwisfeling kunnen ftellen tusfehen Schutter, Corporaal en Sergeant, naar dat men onderling goed vond. Hier door hield men de Ambitie levendig, terwyl alle naaryver geweerd bleef want de Onder-Officieren, gelyke Contributie met de overige gewoone Leden betaalende, en geen deel aan de directie hebbende voor dat zy tot gewoone Schutters waren wedergekeerd, konden als dan weder hun deel in de directie verkrygen. Dan hoe men het ook fchikke, dit behoort bovenal vast te ftaan, dat zo wel de Officieren en Bevelhebberen van de Schutteryen als der Genootfchappen, verkoozen wierden zodanig, dat de Schutters zelve in die verkiezing deel hadden: het zy dan dat door dezelve eene nominatie wierde gemaakt , uit welke de Officieren eene Electie deeden; of omgekeerd. Want het is niet alleen een noodzaakelyk vereischte, in gevalle van nood of attacque, dat een Burger vertrouwen kan ftelhn in zyne Officieren maar ook moet dit (b) Ook over deeze geboorte en rang, ten minften in Friefche Steden, hebben wy te vooren breed genoeg ge* fproken.  s88 VERHANDELING dit het voornaamde toebrengen tot de zo noodige discipline en fubordinatie onder de Wapenen : daar een Burger-Schutter op geene andere en betere wyze kan verpligt worden om zyne Bevelhebbers te refpecteereQ en gehoorzaamen, dan wanneer «e juist die get;neu zyn die hy mede verkozen heeft. Zal men nu door deeze inttelling net hoogde en be^ doelde nut bereiken en op den duur genieten . zo is het ten uiterden noodig dat de algemeene Wapening zo worde ingerigt, dat de Inwooners van onderfcheiden plaatzen des noods zich te zamen kunnen voegen en zo vereenigd agéren, zowel als afzonderlyk in hunne eigene plaatzen. Hier tne is het noodig deeze inrichting in de byzonderheden wat nader te befchou -ven. Het is naauwlyks noodig te herinneren , dat deeze inrichting zo na mogelyk met die der Militairen moet overeen gebragt worden: naamelyk dat de manfchap. pen en Officieren moeten worden verdeeld in Compagnien , Battaillons en Regimenten, en als zodanig ook moeten kunnen manoeüvreeren en agéren. ■ Het is zo min het oogmerk der Vraageren als van my, hier toe een voorfchrift van oefening aan de hand te geeven : men vindt het zelve volledig in het Re. glement op de Exercitiën en Evolutien van de Infanterie van een Staat. . Alleen wilde ik dit maar in overweeging geeven, . dat het my voorkomt, dat de Compagnieswyze inrichting der Zwitzerfche Regimen-' ten zich het beste fchikt voor onze Burger-Landmilitie Want daar veefe Durpen elk voor zich niet meer dan 60 \ 70 man in de Wapenen konnen brengen, en ieder gaerne onder zyn eigen Vaandel wil optrekken, zo zou  van j. van M A N E N , Ad z. a8o dit niet anders kunnen gefchieden dan op de wyze der Zwitzers, by welke iedere Compagnie zyne Grenadiers en Vendel beeft. Volgens het voorfchrift van 't voornoemde Reglement moet iedere Compagnie fterk zyn twaalf Grenadiers en zestig Musquettiers; benevens eenCapitein, Capitein Lieutenant, Lieutenant en Vendrig en vier Sergeanten. Welke inrichting voor de Dorpen veel gefchikter is, dan de Nationaale of Duitfche inrichting, wyl daarby niet alleen de Grenadiers eene afzonderlyke Compagnie uitmaaken , maar ook ieder Baitaillon of zes Compagnien , maar twee Vendels voeren. —— Daar het in tegendeel veel gemaklyker is twaalf gefchikte manfchappen op ieder Dorp, dan een ganfche Compagnie geichikte Grenadiers op een Dorp te vinden, behalven dat hierdoor ook alle questie, zo van voorrang als anderszins, wordt weggenomen. De Compagnien op dusdanige wyze ingerigt, kunnen dus Compagniesgewyze worden geoefend in alle de Exercitiën en handgreepen van het Manuaal, de Changeeringen , Marfchen , Zwenkingen enz. waarin zy niet te veel kunnen geëxerceert worden: vervolgens daar in bekwaam gemaakt zynde , moesten dezelve tot zes Compagnien van onderfcheiden Dorpen eenige reizen Battaillonsgewyze manoeuvreeren en vuuren , het geen wel in den beginne eenige reizen meerder zal noodig zyn, maar by vervolg met twee- 2t driemaalen 's jaars zal kunnen volftaan. Dan men moet ook hier- by onder het oog houden het geen boven van de Geiioot'chappen van Wapenhandel gezegd is: dat namelyk vooral de Officieren en Onder-Officieren zich als Leden T van  apo VERHANDELING van zodanig Genootfchap in het zelve afzonderlyk moeten oefenen , waardoor zy hunne onderhebbende Compagnien zullen bevryden van de dagelykfche en menigvuldige Exercitiën, en waardoor alle hunne Manfchappen, wanneer ze Compagnies gewyze goed gedresfeerd zyn, in ftaat zullen zyn om Battaillons gewyze te Manoeuvreren. Dezelfde Zwitzerfche verdeeling, welke wy als de gcfchiktfte voor de Dorpen hebben geoordeeld , zou men ook kunnen introduceeren inde Steden; vooral daar de meeste Schutteryen in Compagnien verdeeld zyn ■■ dan, al is het dat men in de Steden , waar reeds eene verdeeling van Compagnien, ter fterkte zelfs van 150 k 200 Man, plaats heeft, met twee deizelven, en dus met twee Vaandelen , op de Nationaale en Duitfche wyze , en Battaillon, verkoos te txerceeren en manoeuvreren; zo kan dit geen de minfte hinder doen aan de Zwitzerfche verdeeling van de Compagnien op de Dorpen, om te zamen te agéren, daar toch dezelve, en Battaillon, in 01de van Battaille geformeerd zynde , weinig dilfereren van een Battaillon op de Nationaale Regimenten , buiten dat zy zes, en de laatfte maar twee Vaandels voeren by ieder Battaillon. Het is onmoogelyk op te geeven, alle de poenale Wetten, onder welke de In - en Opgezetenen dien aangaande behooren te worden gebragt, zo omtrent verzuim als weigering van Obediëntie aan deeze inftelling als anderzins , daar deeze behooren onderkheiden te zyn naar de gefleidheid en omliandigheden der plaatzen in welke dezelve moeten geintroduceert worden.  van J. van MANEN, Adz. 291 worden. Het beste is dat men met eenige weinige provifioneele Wetten een aanvang maakt, dewyl men best by de ondervinding de Inconvenienten, die in het een of ander 't meeste plaats hebben, leert zien , en dus ook de beste middelen gewaar wordt om ze te kunnen verbeteren , terwyl als dan in iedere plaats ligt eenige kundigen zullen gevonden wor. den , die uit vergelyking der Reglementen des aan* gaande van andere plaatzen , een gefchikte forme van Reglement zullen kunnen opmaaken. ... ■ In 't Generaal zoude men daar toe kunnen employeren en dresferen het Conceptplan, door het quartier van Oostergoo by deszelfs propofitie reeds in den jaare 1782 overgegeeven, en geplaatst in No. 102 van de Post van den JXederrbyn. En wy verferen in het vaste denkbeeld, dat wanneer men het eens tot die hoogte gebragt heeft, als waartoe wy in deeze Verhandeling de beginzelen en middelen hebben opgegeeven , veele zaaken zich zeiven genoegzaam zullen illumineeren. In hoope dat door deneenen of anderen volkomen aan die intentie zal worden voldaan, fluit ik deeze Verhandeling met den wensch van 's Hemels medewerkenden zegen, over deeze nuttige en heilzaame poogingen tot behoud van het Vaderland en de Vryheid l EINDE. T s ï N»  INHOUD. In dit Tweede Deel der Verhandeling van den Heer j. c. herbig zyn nog de ■ volgende Hoofdftukken : li Over den Wapenhandel in de Steden in het algemeen, en eene handleiding tot verbetering. BI. 145 II. Eenige aanmerkingen over het Huishoudelyke. 161 III. Over de keuze der Bevelhebberen , en den tyd hoe iang zy in hunne kwaliteit behooren te blyven. 170 IV. Over de beste en billykfte maatregelen, voor de beftendige Eensgezindheid van de Dienstpligtige Schuttery en Vry - Corpfen. 185 V. Eenige Reflexien, betreffende het gebruik der Gewapende Stedelingen in tyd van nood. 204 Verders komen in deze laatfte Aflevering: L De Verhandeling van den Heer har m anus oneïdes, 0p bladz. 221 En H. De Verhandeling van den Heer jacob van manen, ad z. op bladz. 271 * * * • * Op bi. 28 reg. 20 flaat 1786, lees 1787. " 84—3 48, — 60. By  By V. van her PLAATS en P. CONR*ADI zyn nog exemplaaren te bekomen van: NEERLANDS HELDENDAADEN ter ZEE , van de vroegfte dagen af tot op den Tegenwoordigen Tyd , inhoudende onder anderen: Parma's Brug over de Schelde vernield door eene zonderlinge list. De groote Spaan- fche Vloot, genaamd de Öttverwinnelyke , geflagen. De eerfteScheepstogten naar de Oostindien, enZeegevegten tegen de Portugeezén en Wilden. Scheepstogt van Olivier van Noort rondom de Weereld; en Gevegt tegen de Spaanfchen by Manilla. Gevegt tusfchen de Hollandfche Westindifche Vloot, onder het gezag van. Pieter Adriaanszoon Ita, en den Admiraal en Onder-Admiraal der Vloot van Honduras. Verovering der Spaanfche Zilvervloot door den Admiraal Pieter Pieterszoon Hein. . Scheepsgevegten op Brazil, tusfchen de Spanjaar¬ den en Hollanders. Scheepstogt van Komelis Korneüszooii Jol, anders Houtebeen , naar Angola , en het Eiland St. Thomas. Gedenkwaardig beüaan van den Kapitein Veld-; muis. Zeeilag tusfchen George Monk en Marten Harpertsz. Tromp, by ter Heide en Scheveningen, in i6f3* ■ Verovering van de Sterkte op Kormantyn, op de Engelfchen, door Michiel de Ruiter, fchoon, met het uiterst gevaar, verpligt zynde tusfchen twee klippen door te roeien, daar eene yslyke branding e,wg; de Sloepen en Booten werden, door de fterke Honing, hol over bol, onder elkanderen gefmeeten; fommige raakten vol water, andere in den grond: en niettegenftaande dit alles , bragt men elf honderd man aan land. Zeeflag van vier dagen, tusfchen Michiel de Ruiter , en de Engelfche Admiraals Prins Robert en Monk, waarin de Engelfchen drie en twintig Üorlogfchrpen verlooren , en wy drie duizend man als Krygsgevangenen in onze havens opbiag- ten> Het vluchten der Engelfchen voor de Nederland- fche Vloot. Roemruchtige tocht der Nederlanders naar Chattam en Rochester, onder beleid van Komelis de Wie en Michiel de Ruiter, in 1667, by welke landing de Nederlanders den Engelfchen voor omtrent vyf tonnen gouds aan fcheepsbehoefcen afnamen. Hier gaf de Kapitein fan van Brakel een blyk van onverzaagdheid, die alle Helden van Europa mag tarten : hier gaf Komelis de Wit een blyk van yver, die alleen zynen naam onfterfelyk maakt, fpringende in het heetfte van den ftryd tevens met de Ruicer in eene floep, om alles van naby te zien, en door zyne tegenwoordigheid elk een hart onder den riem te T 3 A«er  BLADVULLING. fteeken. Hier moesten de Hertog van Jork , de Generaal Monk, en de Hertog van Albemarle met eigene oo>en den roem der Engelfche Zeampt zien verdomen, in den brand van byna de ganfche Engelfche vloot lil^Zeegevecht der Nederlanders tegen de Vereenigde Franfcne Öf/ ^ a ^ Wenkappel, op Schooneveld. De Engelfche en ganfche Viooten overtroffen hier de Nederlandfchein getal en grootte van fch« pen beide. Zy beflcegen de Zee zo verre men zien kon, en waren fterk honderd en vyft.g Zeilen. Niet tegenftaande dit Boegen cr de Nederlanders door - etlyke Vyands fchepen fprongen in de lucht of wierden meesteren, Heemtaaden, Boedelmeesters, enz. - eindeiyk (jii) behelst-dit Deel een uitvoerig verhaal van de Gefchiedenisfen en Lotgevallen der ftad Batavia, van haaren oorfprong tot op 1780, Het Derde Deel loopt over de Zeden en Kerkzaaken te» Batavia, doch inzonderheid over den Koophandel , en de Buiten-Comptoiren der Maatfchappy, als Ceylon , waarop Tafnapatnam, Trinkinomale, Matorolo, Columbo, Neiombo en Seiterana; de Specery - Eilanden , Amboina, Celebes, de Molukfche eilanden, zynde Ternate, Tidor, Bachian', Motir en Machian, Borneo, Sumatra, Malacca, Vapan, Malabar, en Coromandel , waarop Negapatnam, Suratte, het eiland Onrust; Tfiertbon , China, de Kaap de Goede Hoop, enz. enz, Inhoudende, behalven eene algemeene befchryving van ieder Gewest, dc opgaave van derzelver voortbrengzelen, en eene beredeneerdebefchouwing van de voordeelen der Maatfchappy, uit iederen tak van haaren aanzienlyken Koophandel in 't byzonder, naamelyk het kaneel, de nagelen, foely, muskaat, peper, koffy, kardamon, arek, ryst, chitzen, Iynwaaten en neteldoeken, de paarelvisfchcry, enz. enz. enz. ' pronkende dit Deel met de afbeeldingen der Reede van Kaap de Goede Hoop, en het eiland Onrust naby Batavia. Het Vierde Deel bevat de Luchtsgefteldheid, Ziekten, Dieren en Gewasfen: mede met fraaie pfaaten opgehelderd. De prya van elk Deel is 2-10-: , of van het ganfcho Werk ' / 10 - ; * • r 4 le.  BLADVULLING. LEVENS van NEDERL ANDSCHE vermaarde MAN. NEN en VROUWEN , inhoudende eene volledige Befchryvmg der uitgevoerde Daaden, onder anderen, van onze onverzaagdlte HELDEN ter Zee en te Lande, als Groote Pier, Heemskerk, Piet Hein, 15 rak el , Jacob Simonsz. de Ryk, Maarten van Rosfem, Klaas Kompaan, Vleertman, Marten Schendt, Tjerk Hiddes?., M en C Tromp, Ripperda, Koen, Rennenberg, van der Zaan' Sonoy, Merula, Huybert, Coehoorn, Boifot, Banckert, Zwartenhond, van Galen, Houtman, Bontekoe, Fagel van der Does, Kortenaar en Kornput; allen zeer uitvoerig gefcbilderd. Tien Deelen, in gr. 8vo. ƒ 18 - 4 - : ™f V^aY3." M1CHIEL ADRIAANSZOON de RUI1 j j Admiraal Generaal van Holiand en West Friesland ; door een der Schryveren van bovengemelde Werk opgefteld, en op hetzelfde Formaat gedrukt." ƒ 2 - 4 - : ifnnnD^AT^n,DSCHE REIZEN> t°t bevordering van den 4 j, 1 , ' "aar de meesc afgelegene Gewesten des Aardkloots; bevattende een kort verflag van de Opkomst en Bloei der Nederlandfche O. I. Compagnie, hoe op alle tyden en plaatzen de voorzichtigheid en het beleid derzelver raadpleegingen hebben beftierd, en hoe dus, tegen de hoop der vyanden, de O. I. Maatfchappy vede jaaren de Republiek heeft gediend tot een der ftevigfte pilaaren Verders zyn hier beknopt en in een fraaïen flyl belchr'eeven de eerfte 1 ogt der Hollanders en Zeeuwen door het Noorden, met drie fchepen, langs Noorwege, Muskovie en Tartarye om een doortogt te zoeken naar de Koningryken Cathai en China; De Tweede logt der Hollanders en Zeeuwen derwaans met zeven fchepen; De derde Togt der Hollanders en Zeeuwen derwaarts, inhoudende de wonderlyke overwintering op Nova Zembla, onder beleid van Willem Barentsz. en Jakob van Heemskerk; De eerfte Togt der Hollanders naar de Oostindien, met vier fchepen; in «os onder beleid van Komelis Houtman, Gerard van Beuninl gen Jan Schelhnger, Reinïer Verhel en anderen, bevattende veele aangenaame ontdekkingen, doch ook ysfelyke Cxevaaren, als een Gevegt by Bantam tegen duizend Wilden, gewapend met pieken, fabels, werpfpiezen enz. en eene andere ontmoeting , waarby Verhel en Schellinger ycnaaderlyk wierden vermoord, enz. enz. enz. enz. Vyf Deelen, 111 gr. 8vo., met Piaaten. ƒ 8 - 14 . : DË  BLADVULLING. DE FRANSCHE SPION, of de Geheimen van het Hof van LODEWYK den VYFTIENDEN. Dit Werk, door eene meesterlyke hand en met de vryheid van een Republieksgezinden geest gefchreeven , fchetst met alleen het karakter des overleedenen Monarchs, maar ook van alle de Prinfen en Prinfesren van zyn Hof, de onderfcheidene Matresten, Staatsdienaaren, Legerhoofden enz- enz. enz. In een gemaklyk i2mo formaat. ƒ2-;-: Nieuwe Algemeene Befcbry ving van de KAAP DE GOEDE HOOP, bevattende onder anderen gewigtige byzonderheden wegens de Regeering aldaar, als den Grooten Raad, hooge en laage Hoven van Justitie, Kamer van Huwelykszaaken, Weeskamer, Kerkelyke Vergaderingen, Burgerlyken Raad, Landdrosten, Krygsraad, voorzorgen ter weeimge van Brand, Jaargelden van Amptenaars en bedienden, de 1 lenden welke de Compagnie trekt van de Veldvruchten, ook van het brood en zaaikoorn, de wyze waarop de 1 renden worden ingezameld, verpagting van Drank en Tabak; voordeden van de Compagnie uit de verkoop van vaste goederen ook van den Koophandel en het lndifche geld; de'mondelyke en fchriftelyke Procesfen, de flaaven der Compagnie, enz. enz. Voorafgegaan van eene vervrolykende befc^ryving van de zeden en gewoonten der Hottentotten of oorfpronglyke Bewooners van het land , als mede van de levenswyze der Europeaanen van de Kaap, hoe zy eikanderen onthaalen, hunne Wynen, Landbouw Koophandel, Veeweidery, hunne Slaavcn, de gelegenheid des Lands, deszelfs aangenaamheid en vrugtbaarheid enz. enz. In Twee Deelen in groot 8vo, met XXV uitflaande Plaaten • f ic - 10 - : Dito zonder Plaaten ■ ' 5 • • • • De Afbeelding der Reede van de Kaap apart ƒ i - : - : De WALVISCHVANGST, met veele BYZONDERHEDEN daartoe betrekkelyk, bevattende i. Wie de Walvischvan<'st het eerst hebben ondernomen, en op welke wyze dezelve vervolgens in bloei geraakt is; en wel zodanig dat in de eerfte tyden de vangst jaarlyks te groot was om het Ibek in de uitgezondene fchepen te laaden, en men overal aan de kusten van Spitsbergen Traankookeryen oprigcte, om dus een grooter voordeel in kleiner omtrek t huis te brengen : bouwende de Nederlanders ten dien einde op het Amfterdammer Eiland. aan het uiterst einde van Spitsbergen, eene zoort van Dorp, 't welk den naam van Sineexenburg ontving, en niet verre van de Har mger Kookery gelegen was; a. Waar en hoedanig de Walvischvangst in den beginne geoeffend wierdt, en welke veranderingen zy  BLADVULLING. Vervolgens ondergaan hebbe, wanneer men den Visch ii.oest opzoeken in hetys; 3. Eene naauwkeurige befchry. ving van de wyze op welke de Walvisfchen, Walrusfen en Zeehonden of Robben tegenwoordig gevangen worden, en hoe dezelve, gevangen zynde, worden behandeld en t'huis gebragt; 4. Aanmerkingen omtrent de Visfchery op ver. fchillende graaden; en de voor- en nadeden der onderfcheidene- zoorten van Ys, zo Velden, Flarden als los Ysen 5. Van de Visfchen der Noordfche Zeeën, als HarinI gen, Zeevarkens, Witvisfchen, Eenhoornen, Haayen, Cachelotten, Zwaardvisfchen, Vinvisfchen, enz. enz. 6, Over de Zee en het Ys. Deeze Ysbcrgen leveren aan de verbseldmg allerlei zoorten van gedaanten, welke immer het oog gezien heeft, hier eene Kerk , w^lke met Toorens omringd is, daar een Kasteel met zvne liosfchen en Hoven, en zomtyds meent men een Schip met volle zeilen te zien aankomen , enz. enz. 7. Van de Lucht en Jaargetvden; 8. Van Spitsbergen, en de overwintering van Zeven Hollanders aldaar in den jaare 1633. 9. Van Nova Zemla, en de overwintering vm Jakob Heemskeik en Willem Barentsz. aldaar yj fen jaare 1596. 10. Van liet Beeren Eiland, door de Hollanders ontdekt, in den jaar 1596. Ir. Van het Tan Mayen Eiland, van waar de Commandeur Willem Ys in 1633 twee duizend Quardeelen Traan heeft gehaaid; 12 Van de Straat Davis, alwaar L. Feikes Haan in 1715 tot aan den twee-en zeventigflen graad is opgezeild, doch toen het ys onbeweeglyk en vast gtflooten gevonden heeft; 13. Van Groenland in het algemeen; 14. Plaatzen welke van de Groenlanders bewoond worden; 15. Deenfche Volkplantingen in Groenland, Wordende hier de Volkplantingen alle twaalf, ten dienfle der Reizigers naar die Gewes. ten, naauwkeurig aargeweezen; en eindelyk 16. bevat dit Werk een Uitvoerig en Beredeneerd Verflag nopens de VOOR- en NADEELEN derGroenlandfche en Straat- Davi. iche Visfcheryen, de eerstgenoemde van den jaare 1669 tot 1778, en de laatstgemelde van 1719 tot 1778, telkens tien jaaren door een geflagen. In groot Quarto, Twee Deelen, met Tien fraaie Prentverbeeldingen. ƒ4-:.; DE OPKOMST en BLOEl van de Republiek der Vereenigde Nederlanden; door S. STYL. Onder anderen vindt men in dit Werk een beredeneerd Verflag van de OOST- en WESTINDISCHE Maatfchappyen, derzelver Opkomst, Bloei en Behingen; maar bovenal derzelver invloed op de Welvaart van het Vaderland: al het welk hier in een geheel ander licht gtplaatst is dan by den vermaarden Schryver van de His. Hpite Philof. et Polit. desEtabiisfemenset du Commerce des Euro.  g L A D V U L L I N G. Europêens dans les deux Indes. —- Deeze Tweede Druk is vermeerderd met eene VOORREDE, nopens de onzekere begrippen van de Oppermagt der vereenigde Staaten; —beneffens een SLOTZANG ter liefde van het Vaderland. In gr. 8vo. • ' f 3 " 5 " : Brief en Aanmerkingen over de uitzinnige Begeerte tot het SPEL. Beneffens eenige andere Zedekundige Stukjes. Door den Heer DUSAULX. Uit het Fransch vertaald. Dit Boek, waarin men de ongerymdneid, de onmenfchelykheid en de faamgehoopte yslykheden der on. edele drift tot het Spel, met alle kracht van gezond veriïand deugdzaam gevoel en menschlievenden yver, befchreeven vindt, verdient in alle taaien overgezet te worden Het behelst aanmerkingen en gebeurtemsfen , die ieder oprecht gemoed treffen, en zelfs den verflaafden Speeler eenen fchrik aanjaagen moeten, zo niet alree zyn hart tot den alleruiterften trap van ongebondenheid en zelfsverlaaging gekomen is. The Monthly Review , for June, 1775, Pag-53<5. In gr. Svo. ƒ : - 18 - : De SCAPHANDER , of Konst om in de diepfte Wa. teren dryvende te gaan en allerhande werk te verrigten. Door den Heer De la Chapelle. Opgedraagen, door den Heer C. van ENGELEN, aan de Direkteuren der Maatfchappy tot redding van Drenkelingen , opgeregt binnen Amfterdam in 1767. In gr. 8vo. Mat Plaaten. De prys is ■ • " ' 1 " 2 " : Verfla^ van de verbaazende Historiën der zogenaamde BUlKSPREEKIiRS, nu onlangs in Frankryk voorgevallen. Door den Heer De la Chapelle. Waarin tevens de oorzaak van dit wonderlyk vermogen onderzogt, en deszelfs weezenlyk beftaan met verfcheidene voorbeelden, zo uit de oude ais nieuwe Gefchiedenisfen, bevestigd wordt. ■ Getoetst van wegen de Koninklyke Akademie der Weetenfchappen te Pa-ys, en met het Getuigenis van derzelver Gelastigden bekragtigd. In gr. Svo. ƒ : - 15 - : GENEESWYZE van »n ZIEKTEN en KWAALEN dep PAARDEN. Beftaande meestal uit eenvoudige en onkostbaare Geneesmiddelen. Ten nutte van Landlieden , Stalhouders, Smeden, en kortom allen, die, uit hooide van hun beroep of uit liefhebbery, gewoon zyn Paarden te houden. Getrokken uit het Fransch van den Heer VI TE F, Doctor en Profesfor in de Geneeskunst te Lions, en met eenige nieuwe Hoof Krukken vermeerderd, door REINER FONTEIN. ' lo gr. üvo. De prys is : - 18 - :  BLADVULLING. HISTORISCH VERTOOG over het BOEK d»r OPEN S^^OAM^ fCUk' 'C d£ meeSte" ™°' den H. JOANNES te zyn, en vervuld is met Gezigten Voorzeggingen enz., heeft van aloude tyden yverige Voor! flanders gevonden. Andere voornaame Mannen hebben deszelfs Egtheid meer of min in twyfel getrokken. Onze Hoogieeraars Vttringa. en Lampe, benevens foh.Ens be. hooren tot de eerfte; Eramus, Lutber, Kalvyn, Zwin*. hus Lucas Ofiander en Jofob Scaliger tot de laatfte. Jimdelyk heeft zeker geleerd Fransch Schryver, (naar wiens egt Handfchnft du Werk is vertaald >, de verfcheidene lotgevallen van gemelde Boek der Openbaaringe befchree. ven. De onpartydige Leezer hoore nu wat 'er, in zeer vroege en laatere tyden, al voor en tegen is ingebragt; en veile zelf het oordeel. . In gr. 8vo. è 14 Stv. aSv B\%^riNCLier Merkwaardigfte Gewesten van w£* a , \kA Er AMERiKA, getrokken uit de alomb.roemde Lettres Erftantes. In dit Werk vindt men. on. vfn ??tT, ^°nderl?e^?. den Staat, en de Befchryving van t Liland Manar by Ceilon, van Kochin en Goa - van Suratta; de verfcheide manieren om de Lywaateri Turkscb Rood te verwen zeer uitvoerig voorgefteld en beredeneerd; een Uittrekzel uit de Heilige Boeken derBramirsen de Overeenkomst van derzelver Leere met die der oude eUThn' fT °e HiSt°rie en befch^ving van Lieou. Kieou Thibet, Sumatra en Java. Hooge bergen op Tava mede fchoone en groote Vlakten, met boschjes bezaaid* Bantam en Batavia zyn de twee voornaamfte Steden van Java. Batavia is zeer fchoon, zo om derzelver aangenaa. me ligging als kostelykheid der Gebouwen. De pra-U is 'er ten hoogften top en 't bederf der zeden insgelyks - Befchryving van de Philippynfche Eilanden, -— van Konffantmope , en de Godsdienftige en Burgerlyke gewoonten by de lurken: van Babel, en den Toren van Babel van Perfie, en Ethiopië,- het Land van de Koninginne van f lr~~uVar,den BerS Sinaï' van Paraguai; van den Negerhandel op Cayenne, en van de Marron Neg=rs enz. enz. enz. Gemelde Werk wordt by de Kenners' boven meest a„e Reisbefchryvingen gefield, omdat deeze Schryyers in de Gewesten welke zy befchryven, als gemturahzeerd zyn geworden, en zy niets verfraaien dan het geen zy met eigene oogen gezien en onderzogt hebben Hierdoor zyn ontelbaare uitgegeevene Reizen, Copyen en' doorgaans verminkte CoPye„ , geworden van dit voor reffelyk Origineel III Deelen in gr. 8vo. ƒ 3 . . . .    f©4 VERHANDELING . Wanneer de Capiteinsplaats zelve door overlyden of anderzins komt te vaceeren , dan geeft de eeifte-Lieu» tenant daarvan bericht aan den Chef van het Corps; dog alle andere Officiers, vacatuuren worden door de» Capittin zeiven aan den Chef bekend gemaakt, waarop de laa:stgemelde, zoo als by de oprigting gefc'iied is , eenen nieuwen opvolger, of opvolgers, aan de Stemgeregtigden van het diflrict der zelfde Compagnie ter hunner verkiezinge vooritelt. By Vacatuure van Onderofficiersplaatfèn, - vraagt de Capitein ais vooren eene nominatie van de Leden der Compagnie, en de Verkiezing daaruit door de Officieren geschiedt ook als by de oprigting. (O Wan. (o) Het geen wy aangaande de Nominatie van de verkiezing , op bl. 34 en vervolgens aangetekend hebben, komt hier eveneens in aanmerking, zo dat, by de eerfte aanftelling , en vervolgens by vacatuuren de nominatie moest gefchieden door de Stemgerechtigden, of door hen en, de Schutters te zamen, en de Electie in het eerfte Geval door eene daartoe gefielde Commisfie, en in he; laatfte door den algemeenèn Krygsraad , daar wy eerlang van ïullen fpreeken. Die (lemming moest dan gefchieden met geflouten briefjes, gelyk de uitmuntende Scbryver daarvan een i-ian opgeeft in een ander geval, te vinden by 't (lot van het Tweede Hoofdftuk des Tweeden Deels. Wy begrypen onder de noodzakelyke nominatien, zo wel den post van Colonel, als alle de overigen, en zelfs boven hem by Brigades, den Lt. Generaal, deGeneraalsperfooncn , ja zelfs den Generaüsfinius, indien 'er een moet zyn; ten waare men deezt n laaiften , beneverjs het oordeel ovtr de r.oodzaakelykheid zyner aanftellinge, van de Heeren Staaten der Provincie wilde verwachten.  van j. G. HERBIG. 105 Wanneer een Schutter na bereik van zyne 60 jaaren zyn ontflag begeert, moet cie Gapitein een half jaar te vooren daarvan kennis hebben, om des te meer tyd uit te winnen, tot het dresferen van eenen Overcompleeten in den tusfchemyd , die dan terlïpnd by het afgaan van den bejaarden deszelfs plaats vervult ; maajr zoo 'er door llerfgevallen of andere Onvoorziene voorvallen yacatuures ontftaan, en 'er geen overtolligen zyn, dan moet de Capitein zorge dragen voor eene directe remplaceering, en de Onder - Officiers die het aangaat voor de ondervvyzing van deezen nieuw aan,gekomenen in de Exercitie, welke, zoo als reeds gezeid is , binnen 4 maanden moet voltooid zyn. Elk be. grypt ligt dat 'er geene redenen zyn om in navolging der Militairen de plaatsvervulling uit te ftelien; by deezen is het een geoorlofd en noodzaakelyk point van Menage, 't welk by onze Land Corpfen in't minst geen plaats heeft. Alle nieuwe Officieren, Onder - Officieren en Schutters teoeten, als by de opregting, by het geregte der Grieteny ondereede worden genomen, en moet dienvolgens eerst aan hen het Reglement worden voorgeleezen ; en aan elk beëedigden moet door het voorfchreeven Geregt een fchriftelyk bewys daarvan worden eegeeven. Alle jaaren eens moet de Scbryver van de Compagnie eyne Rekeningen fluiten, en een Balans van zyn Ontvangst en Uitgaave maaken : dit moet gefchieden den laatften Zondag dat de Compagnie Exerceert voor het begin der Battaillons Exercitie, om dat de boeken van alle de Compagnien ter dier tyd by den Staf worG 5 den