J     STAATKUNDIGE GESCHRIFTEN, Opgefteld en nagelaaten door Mr. SIM ON van SLINGELANDT, Gcbocren den 14 January 1664, aangefteld tot SECRETARIS VAN. DEK RAAD VA$ S TA ATEN den 4 Auguftus 1690, RAAD EN THESAURIER GENERAAL DER VEREEN1GDE NEDERLANDEN den 27 OcTxiber 1725, RAADPENSIONARIS VAN HOLLAND den 17 July 1727, Overleeden den 1 December 1736. EERSTE DE E L. Te AMSTERDAM, By PETRUS SCHOUTEN, x 7 8 4.  Geene Exemplaaren worden voor echt erkend, als dewelke door iemand uit de Familie van den Heer Raadpeniionaris van SLINGELANDT eigenhandig  Aan d ë n L E E Z E R. Het is bekend , dat de nagelaaten Gefchriften van den Heer Raadpenfionaris van Slingelandt federt langen tyd door veelen in ons Land, Regenten en Burgers, met een ongemeene greetigheid gezocht, en door den eenen van den anderen fteeds in menigte zyn afgefchreeven : dog dit deedt, gelyk 't niet anders zyn konde, verfcheide meer of min gebrekkige handfchriften van dezelve te voorfchyn komen, die, eindelyk ter Drukperfe gegeeven, zo als dit vroeg of laat v/el te voorzien was, buiten twyffel een Werk van deezen Schryvci ;»i vlo wu^ioid z,uuden hebben gebragt, dat door deszelfs verminking (om niets meer te noemen) veelligt der gedagtenisfé zoude hebben te kort gedaan van deezen uitmuntenden Staatsdienaar. Dit deedt my, den Uitgeever deezes, derhalven niet lang aarzelen, om door den druk gemeen té maaken eenige Manufcripten van de Werken van gemelden Raadpenfionaris, die my tot dat einde toegefchikt waren, en op welker echtheid ik meende genoegfaam te kunnen vertrouwen. Dan naauvvlyks was myne daar van gedaane adver-  Iï AAN DEN LEEZER. vertentie in de Amfterdamfche Courant van den 2? November des voorleéden jaars bekend geworden, of de Familie van den Heer van Slhigelandt wierdt van alle kanten aangezocht, om de nagelaatene Gefchriften van wylen den Heer Raadpenfionaris zelve uit te geeven: envermids de handfchriften van den Heer Raadpenfionaris beruften onder den Wel Ed: Geb: Geftr: Heer Philip Jacob van der Goes, Raad in de Vroedschap en Burgemeefter der Stad Rotterdam, welke met eene kleindochter van denzelven Raadpenfionaris gehuwd geweeft is, heeft de gemelde Familie zich verplicht gevonden, dit zelfde verzoek by gem: Heer van der Goes al mede aan te dringen, gelyk deeze daar in dan ook emdefyk bewilligd, en toegeftaan, heeft, dat dc uitgaave van eenige Staatkundige Gefchriften van den Heer Raadpenfionaris gefchieden zoude na de affchriften, die onder zyn Wel EdGeb: Geftr: nog heden beruften, en door de invullingen met de kennelyke hand van den Heer Raadpenfionaris blyken geeven, dat dezelve door Ed: zelfs tegen de Minuten, dewelke daar van mede onder gem: Heer beruften, zyn gecollationeerd, en mogelyk wel met intentie om dezelve te laaten drukken: althans men heeft onder de nagelaatene papieren ook gevonden een con-  aan oen L E E Z Ë R, Ut concept-Voorreden , welke aan den Leezer in. dit Deel wordt medegedeeld , en waar uit blykt, dat de Heer Raadpenfionaris ten minden eenige van zyne Werken heeft willen publicq maaken. De gemelde Familie my vervolgens hebbende voorgefteld, om deeze uitgaave ten mynen koste en profyte te doen , begrypt de goedgunstige Leezer ligt, dat een aanbieding van deezen aard door my greetig en met dankbaarheid wierdt aangenomen , als waar door myne uitgaave een trap van waarde verkreeg , die dezelve anders nooit zoude gehad hebben, en waar door ik in de gelegenheid gefteld wierd, om meerdere Gefchriften van den Heer Raadpenfionaris uit te geeven , dan ik anderfins zoude hebben kunnen doen 5 terwyl het Publicq zich nu veilig kan verzekerd houden , dat aan het zelve de echte Gefchriften van den gemelden Raadpenfionaris, waar na het zelve federt zo langen tyd te vergeefs gewenfcht heeft, worden ter hand gefteld, •waar omtrent het zelve buiten dien altoos in eenige onzekerheid gebleeven zoude zyn. En ten einde daar aan niet zoude worden getwyffeld, zullen alle de Exemplaaren deezer Werken , ten blyke van derzelver echtheid, door iemand uit de Familie van den Heer Raadpenfionaris eigenhandig worden ondertekend , buiten welke # i or*r  ir banden LEEZER. ondertekening geene Exemplaaren voor echt er» kend worden. Voor 't overige moet de goedgunftige Leezer nog worden geïnformeerd, dat, voor zo ver de fpelling zoude mogen deviëeren van de hedendaagfche manier, men, om de echtheid te klaarder doen blyken, gemeend heeft dezelve praecifelyk te moeten behouden, zo als ze in de origineele handfchriften , zo wel als in de daar van gemaakte affchriften , na welke deeze uitgaave gefchiedt, gevonden is, temeer, daar op verfcheide plaatfen in de affchriften de fpelling eigenhandig door den Aucleur wordt veranderd gevonden. Vaar Wel CON-  V CONCEPT VAN EEN VOORREDEN. edurende de tyt van over de dertig jaaren,wel^ ke ik den Staat der Vereenigde Nederlanden gedient heb, veel Regifters hebbende moeten nafien, en in het nafien der Regifters gelet hebbende op het geen dat daar in gevonden word van de oude en ware conftitutie der Regeering, en van de veranderinge daar in gevallen, heb ik gemeend niet nuttiger te kunnen befteeden de leedige tyt, welke ik de laalte jaarcn «uü injru üienit boven de vorige gehad heb, als met in ordre te brengen, het geen dat ik uit de Regifters aangetekent hadt, en wel na dat zig gelegentheid opdeed, om nu het één dan het ander deel van de Regeering te verhandelen , en Ibmwyl 'er by te voegen, wat ik dien conform na myn geringe kennis en ervarendheid oordeelde te konnen dienen tot redres en verbeeteringe der defe&en in de verfcheide takken en deelen, zo van de generale Regering, als in het byfonder meede van die van de Provintie van Holland pn Weftvriesland, waar van ik de eer heb een inboorling te zyn; en heb vervolgens gemeendt, geen ondienft te zullen doen aan het gemeen, met mede * 3 te  CONCEPT VAN EEN te deelen aan de Regenten, welke niet alle gelyke gelegentheid hebben, om de Regifters na te liaan, en om door die wegh te komen tot kennis van veel nuttige zaken, dié in de Regifters vcrfpreid zyn, de Traótaatjes, waar van de Lyft (*) te vinden is aghter defe Voorrccdcn, en waar van het niet nodig is hier meer vooraf te zepgen, als in de eerfte plaats, dat het oogmerk derfelve geentfints is, te geeven een methodique en compleete befchryving van de Regccring, maar alleen de ftucken daar van te verhandelen, welke dienden boven andere grondig gekent te worden, om met fucccs te konnen' arbeyden aan het zo nodig herftel der vervalle zaken, en om te konnen oordeclen van de middelen, die daartoe voorgefiagen worden; Ten andere, dewyl de volgende Traktaatjes principalyk gedeftineert zyn voor de fodanige, welke toegang hebben tot de publique Regifters, en daar in konnen nafoeken de bygebragtc Refolutien, dat men zig daarom, en met een om niet te lang te zyn, doorgaans genoegt heeft met de Re folutien fimpelyk te quoteeren, zonder den text daar van uit te fchryven; En ten derde, dat in deefe of geenc Tradtaatjcs, doordien fe te gelyk gedrukt worden, fchoon gefchreven op verfcheyde tyden,-zaaken , of jaargetallen, voorkomen, die pofterieur zyn aan de eerfte opftelling, en fpecialyk in het Discours over de defecten {') Deere LyR word niet gevonden.  VOORREDEN. vn fs&en in de' jegenwoordige conflitutie der Regeering van den Staat der Vereenigde Neederlanden, en over de middelen van redres, opgeftcld in January 1716, en mifchien eenigfints gedient hebbende om de genen , waar aan het te dier tyt gecommuniceerd wierd,aan te letten, om te arbeyden,niet tot het convoceeren van een formeele extraordinaris Vergadering, daar niet om gedagt wierd in het nemen der Refolutie van den 7e Auguftus 1716, waar uit de extraordinaris Vergadering van het jaar 1716 en 1717 gefprooten is, maar, gelyk die Refolutie zegt,om de Provinciën te bewegen tot het volkomen infirueeren en qualificeeren van de Heeren Gedeputeerden ter Vergaderinge van haar Groot Mogende op de poineten van redres in de Refolutie vervat, of wel tot het fenden na den Hage van eenige Heeren extraordinaris Gedeputeerden, grondig geinformeert van de flaat van haar Provinciën en "Financiën, en van haar fentïmenten, met volkome magt en authorifatie; in hoop van op die wyfe door onderlinge onderrigtinge, rcdenwisfeling, overrceding, en infchicking, tezullen komen tot een befluyt ontrent de poindten van redres: het welke niet wel uit te werken zyn zal, zo lang als de Provintien zullen elk afzonderling delibereeren op de advifen en voorflagen van redres, welke aan haar gefonden werden. Dog zo het herftel der vervalle zaken van het lieve Vaderlandt het groot en gemeen oogmerk is van de volgende Traktaatjes, het byfondcr oogmerk van de meefie is, tetoonen, dat het herftel der ver* 4 valle  v"i CONCEPT van een valle faken te vergeefs elders gefogt word, als in het herftellen van de authorheid, en van de fubordwatie, welke na het begrip der Voorouders weefen moeft in de Regeeringh. En derhalven fchynt het zeer overeen te komen met dat oogmerk, vooraf m deefe Voorreeden te geven aan den Lezer een vporfmaak van het groot verfchil tusfehen het begrip der Voorouders, en het begrip van deefe tyd, ontrent het waare weefen van de Regeering. De Unie toond, dat de Voorouders begreepen, oat^ 'er een uitkoraft weefen moet van de deliberatien over de zaken, om welke de Unie cigentlyk Werd aangegaan, en dat de fubmisfiè en decifie der ▼erfcbillen het befte middel daar toe is; en hoewei voor dit poinft niet verder was geforgt by de Unie, als voor de levenstyd der Stadhouders, doe ter tydt wefende, het zy dat men niet voprfsg, dat de troublen, daar de Unie om wierdt aangedaan zo lang zouden duuren, het zy dat de meening van de Unie verder ging als de letterlyke zin der woorden: of wel dat de Voorouders verftonden tc moeten laten aan de Regenten, die aan het roer zyn zouden op het overlyden der Stadhouders, de keus van andere fchcidsjuydcn, en het daarom tegen het begrip en oogmerk van de inftellers van de Unie, federt gefluctueert heeft, fo hebben niet te min de Staten van alle de Vereenigde Provintien, extraordinaris vergadert in het jaar 1651, ter occafle van de verandering in de R^eering' teroorfaakt duor het overlyden van de Prins vaa' Oran-  V OORK-EDKN. \x Oranje, eenpariglyk begrepen, dat de fubmisfie en decifie der verfchillen over zaken, waar in geen overftemming plaats beeft, weeder ingevoert moeft worden; en niets wederhielt de eenparige conclufie, als alleen dat de Provintie van Holland en Weftvriesland, welke zedert haar abuys erkent heeft, bleeff liaan op deuitfonderingvanhetftukvandeConfentcn 00, welk Huk de andere Provintien niet zonder reeden hielden voor het poin6t,waar ophetprincipalyk aanquam. Maar hoe werd hedendaags dat poinft bcgreepcn? het poinft dat de grondüag van de Unie is, dewyl de Unie geen Unie is, maar een louter chaos, ja het bedcrff van een geünieerd Lighaam, wanneer de Leeden van een Unie zo vry en ongebonden zyn, dat fe nog by overftemming, nog by decifie, konnen ergens toe geobligeert worden, en ondertusfchen baar medeleeden konnen beletten, zorg te dragen voor degemecne, ja voor haar eigen, defenfie. Schoon dat geen Regent kan of durft tegenfpreeken, dat de Republicq jegenwoordig meer als ooyt nodig heeft een middel van uitkomft der delibcratien, zo is dat point des niet te min fodanig gebandelt in de extraordinaris Vergadering van den jaare 1716 en 1717, en zo weynig reflexie door defelve gemaakt op de ernftige reprefentatien en voorüagcn van den Raad van Staten daar ontrent, als of geen zaak minder noodfakelyk, of meer ontydig, was. Eenige tyt na het fcheyden der extraordinaris Vergadering, en namentlyk in het jaar J721, is het wel weder levendig gemaakt, en uit * 5 dc («) Z'x Refcï. 2 May 1663,  Y CONCEPT VAN EEN de voorflagen van den Raad vsn Staten een Advys opgeftelc, welke men hoopte dat ingang zoude vinden; maar na dat de Provintien het elk in den haaren geëxamineerd hebben, blykt het genoegfaam, dat de zaak zelve zo weynig van de fmaak van de meerte Provintien is, dat na alle apparentie vergeeffe moeytte zoude wefen, die te willen faciliteeren door het doen van andere voorflagen. De eerfte en volgende ïnftructien van den Raad van Staten (a) toonen, dat de Voorouders begrepen, dat tot handhaving van de Unie nodig was, de' Provintien te konnen houden tot preftatie der gedragen Confenten, en dat ten dien eynde de Re'geërfrig (waar door men den Raad van Staten vcrftond) moeft voorfien wefen van genoegfame auihoriieïdf. Maar hoe werd dat poinót, het pbindt, zonder welke het voorige als een lighaam fonder geeft en leevcn is, hedendaags begreepen? Niet alleen is by de extraordinaris Vergadering van de jaaren 1716 en 1717 op de eige wys gehandelt met de reprefentatien en voorflagen van den Raad van Staten op dat poinct , als met die op het voorige; fchoon dat den Raad van Staten by haar Advys van den 27 January 1717 gefacrificeerdt heeft een wefentlyk deel van de authoritcid aan haar eompeteerende ontrent dat poinct volgens haar oude en nieuwe Inftruftien, om het werk daar door faciel te hia- W J3 Ju?. 1534, 13 April i5S3, 13 Jaly ifji.  VOORREDEN. Xl maken, zo veel in haar was: maar de Regenten toonen doorgaans zo veel afkeer van al wat eenigfints gelykt na dwang en executie, als of het beter was, de Militie, de Fortificatiën, de Magazynen, de Vloot, in fumma alles, dat dient tot de gemeene fecuriteid, te laten vervallen, en den Staat te ontblooten van alle defenfien te Water en te Lande, als te komen tot het vaftftellen der nodige middelen, om de Provinciën te konnen houden tot preftatie der Confenten. UitdeAfte, waar by de Convoyen en Licenten van Provinciale Middelen Gencraliteids Middelen geworden zyn, uit de Commisfie van Prins Maurits als Admiraal Generael, uit de eerfte Inftruótie van den Raad van Staten, uit de Inftruclic van het ColIcgie fuperintendant, en uit die van de particulieren Collegien van de Admiralitcid, blykt, dat de Voorouders begreepen, dat 'er tot een behoorlyk befrier der zaken van de Zee, en tot een egalen opheffder Convoyen en Licenten een generale directie of fuperintendentie weefen moeft, waar aan de particulieren Collegien zouden weefen gefubordineert, al» leeden van één lighaam aan het hooft. Ten andere, dat de Convoyen en Licenten zo ver moeften wefen een gemeene beurs, dat het kort van het één Collegie jaarlyks zoude gefupleert werden uit het overfchot van het ander; 't welk, zo het was gevolgt ge weeft, voor al tyt zoude belet en voorgekomen hebben alle jaloufien tusfehen de Col-  *» CONCEPT VAN EEN Collegien, en alle pracïyken, dienende om aan zW te trekken malkanders inkoomen. S En ten derde, dat de Regenten van de Provin tien en Steeden, daar eenige ontfang van Convoyen en L1Centen is, moeften vcrpligt wefen by eeden om fig daar mede niet te moeijen, veel min te be'letten of te belemmeren den ophef derfelve. Maar hoe word dat poïndr. hedendaags begree pen? De Collegien ter Admiraliteid zyn aederthet jaar 1702 fonder hooft, en fonder gemeene diredtie en het geen daar uit volgen moet, advifeeren en handelen, zo als overeenkomt met het intreft van elk Collegie, en van de Koopfteeden van elks resfort, en niet zo als overeenkomt met het algemeen intreft van de Admiraliteid,en van de Negotie en zyn zelfs niet vry van door conniventie, of door minder te doen ontfangen als de volle regten mal kandere afbreuke te doen, of tegen malkanderen te kladden,gelykmen het noemd,totmerkelykdecüen der Middelen. En wie weet niet dat de Magjftra ten van voornaame Koopfteeden zig dragen ontrent den opheff der Convoyen en Licenten op een wys welke genoegfaam doet zien, fchoon dat men het anders niet wift, dat de bovengemelde eed in geen pradtyk is? & De Ordonnantiën op de Vergadering van deStaaten van Holland en Weftvriesland van de jaaren 1574 > en 1585, en de Regifters van die tyt, wyfen uit, dat de Voor-  VOORREDEN. xiii Voorouders begreepcn, dat 'er zo wel in de Vergadering van Holland, als in de Generaliteid, een uitkomft wefen moeft van de deliberatien, waar in geen overftemming plaats heeft, ja dat fe dat point aanfagen voor zo important, dat, als in het jaar 1585 twee Leeden van de negentien daar ontrent zwarigheid maakten , de zeventien overige eenftemmelyk verklaarden, van begrip te zyn, dat op dat poinEt is berujiend» de behoudenis of ondergang van den Lande (a), en de Heer Hugo de Groot, wiens oordeel ontrent dat ftuk van geen gering gewigt is, fchroomt niet te zeggen O), dat het gebruik van niet overftemt te worden in materie van contributie, fchoon voorfigtelyk ingevoert onder de Graven, gevaarlyk is aan de Vryheid, of onder een vrye Staatsregeering. Maar wat is hedendaags wederom het begrip ontrent dat point? Ver van te fpreken de taal van de bovengemelde feventien Leeden, en van te oordcelen als de Heer de Groot, men fpreekt in tegendeel, als of de vryheid van nog by overftemming, nog by decifie, te konnen verptigt worden, om te komen tot befluyt in materie van Confenten, Tradtaaten, en andere gewigtige zaken, de vryheid was, waar voor de Voorouders gevoghten hebben: en ondertusfen delibereert en disputeert men zonder eynde, of uitkomft, en laat Regeering en Financien in een grooten confufie, zonder dat een eenig Lidt, men zwyge van feventien, fpreekt van weeder in te voeren de heylfamen maximen en ia) Zie de Refoï. van Holland de 19 Feb: isig. (?) Annal. lik 4.  CONCEPT VAN KEU en grondwetten , die gevonden worden in de oude Ordonnantiën op de Staadsvergadering. Men zoude konnen meer andere poindten ophalen, zo de bovenftaande niet meer als genoeg waren, om aan den Leezer te geven een voorfmaak van het groot verfchil tusfcn het begrip der Voorouders, en dat van defen tyt, ontrent de waare conftitutie der Regeering, en om hem in ftaat te ftellen van te konnen oordeelen, welk van beide, het begrip der Voorouders, of dat van deefe tyt, meer overeenkomt met de ontwyffclbaare merktekenen van een Volk, dat verdient een vry Volk, en van een Regering , welke verdient een vrye Regeering genaemt te worden, welke merktekenen niet ondienftig zyn kan tot befluyt van deefe Voorreden hier by te voegen, op dat de geene , in welker mond de Vryheid beftorven is, daar aan mogen toetfen het begrip, dat zy van de Vryheid hebben, en het gebruyk, dat zy maken van zo fchoone naam. Het is een vry Volk, en een vrye Regeering, daar de magt om Wetten te maken, om febattingen op te ftellen, om Oorlogh en Vreede te maken en om te veranderen de vaftgeftelde forme van Regeeringh, is in handen van het Volk,of van de Staten , die het Volk reprefenteeren, en niet daar elk Lit kan aan het Volk,of aan de Staten, de handen binden, en beletten de nuttigde en nodigde Refolutien. Het  VOORREDEN. xv Het is, in de tweede plaats, een vry Volk, en een vrye Regeering, daar de Wetten, en daar de Ordonnantiën op den ophef der fchattingen , egalyk en zonder onderfcheid van groot en kleyn geëxecuteerd worden, en daar niemand als het Volk, of de Staten, de magt heeft, oni zig of anderen daar van te eximeeren, en niet daar elk Lidt meeftcr is van de intentie der Placaten en Ordonnantiën, zo veel aangaat dat gedeelte van het Volk, dat zy reprcfenteeren, en uit der Staten naam en gefag regeert. Ten derden, en ten laaften, het is een vry Volk, en een vrye Regeering, daar de geene, aan welke de executie der Wetten en Ordonnantiën door het Volk, of door de Staten, aanbevolen is, aan de eene zyde wel hebben de nodige magt, en authoriteyt, om die egalyk en volftrektelyk te doen obferveeren, en de overtreeders te ftraffen, maar aan de andere zyde die magt en authoriteid niet konnen misbruyken tot onderdrukking van het Volk, en niet daar de reeden, om voor geen misbruyk te vrcefen,is, dat aan de geenen, waar aan de executie der Wetten en Ordonnantiën aanbevolen is, de nodige magt mankeert, en derhalve nog goed nog kwaad gebruyk daar van gemaakt kan worden. Al wat in materie van Regeering niet overeen en komt met deefe drie merktekenen, is of geen vrye Regecringe, of anarchie. Maar hoe wenfchelyk was het, waarde Leezer, t, dat  xvi CONCEPT van een VOORRÉDEN, dat deefe merktekenen in een voltogen zin toe paffelyk waaren op defe Republicq, gelyk fe zoü den weefen , indien de jegenwoordige Re-enten waren van het begrip , waar van de Voorouders geweeft zyn, gelyk boven met de vingeraangewefen is, en breeder aangewefen zal worden in de volgende Traflaatjes, en indien zy gefamenderhand alle kragten infpanden, om de generale en Provinciale Regeeringen daar na te reformeeren? Maar wie fal die gelukkige tydt bcleeven?  VERHANDELING VAN DE OUDE REGEERING VAN HOLLAND ONDER DE GRAAVEN, EN VAN DE VERANDERING DAAR IN GEVALLEN SEEDERT DE TROUBLEN. Opgeftelt in 't Jaar i 7 i 6.  TAFEL VAN DE CAPITTELEN. Eerfte Capittel Van de oorfprong der Graaflyke Regeering, en van de magt der Graaven . . . , fol: i Tweede Capittel. Van de Eedelen, en Steeden , en van het regt, of magt der Staaten onder de Graaven . .- , fol: 31 Derde Capittel Van het deel, dat de Stadhouder, en het Hof gehad hebben in de Regeering onder de Graaven . . fol: 65 Vierde Capittel. _ Van de verandering in de oude Regeering van Holland, voorgevallen geduurende het leeven van Prins Willem den Oude . . . fob 85 Vyfde Capittel, Van de verandering in de Regeering van Holland, geoccafioneeit door de dood van Prins Willem den Oude, en byfonderlyk van het Ampt van Gouverneur en Capitein Generaal van Holland, gecreëert in de perfoon van Prins Mauritz ... fnh td,i  REGISTER DER- STUKKEN IN DIT DEEL VERVAT. Verhandeling van de Oude Regeering van Holland onder de Graaven, en van de verandering daar m gevallen federt de troublen. • • Dl- I_ Memorie, dienende om aan tewyfen de noodwendigheid van het in practyq brengen van het veertiende _Articul der Ordonnantie op de Vergadering van Holland, particuberlyk met opligt tot het redres der financiën , en tot vaftftelling der jegenwoordige forme van Regeenng. bl. 151—109. Discours over de defecten in de tegenwoordige conftitutie der Regeenng van den Staat der Vereenigde Nederlanden , en over de middelen van redres . • • bl.171-314.  r  Bladz. i VERHANDELING VAN DE OUDE REGEERING VAN HOLLAND ONDER DE GRAAVEN, EN VAN DE VERANDERING DAAR IN GEVALLEN SEDERT DE TROUBLEN. EERSTE CAPITTEL. Van de oorfprong der Graaflyke Regeering, en van de magt der Graaven. Sedert de aflehaffing der Graaflyke Regeering in Holland fyn verfcheide boeken in het ligt gekoomen , waar in gehandelt word van de Regeering van Holland, fodanig als die foude geweeft lyn onder de Graaven. Maar die de inoeyte neemt van fonder vooroordeel die boeken te vergelyken met de Handveften , met de oude Regifters, en met andere publique Acten, welke overgebleeven fyn van de tyd der Graven, fal wel niet konnen nalaaten te pryfen het oogmerk der Schryvers, {trekkende om I. Deel, A te  ( 2 ) te wettigen de afiweering van de Graaven, en de affchaffing der Graaflyke Regeering: maar hy lal met een moeten bekennen, dat die fchrvvers eerder m haar herfenen gefmeet, als uyt de Handveften, oude Regifters, en andere publique Aften gehaald hebben het begryp, dat zy geeven van de Regeering van Holland ondei de Graaven. Het dient niet alleen tot beter verftand vaa de Hiftone, en Oudheeden, van Holland, een *egt begryp te hebben van de oude form der Regeenng, maar ook tot opheldering van verfcheide publique Aften, en van meer andere faaken welke van daaglyx gebruik zyn. En daarom is het wel de moeite waerdie, in ordre by een te brengen het voornaamfte , dat dien aangaande gevonden word in de aangetooge ïources , waar in gewiflèlyk de waarheid yan faaken van die natuur met meerder feekerheid kan geput worden, dan in Hiftorien. die niet altyd vaft gaan , nog alle gefchreeven fyn door luiden, welke kennis hadden van de Regeering, en van de waare gronden derfelve ; Waar by men voegen fal een korte befchryving, eerftelyk van de verandering, welke met de troublen, of eigentlyk met het jaar 1572 'x?r-nerVol?enS^STduurende het ]eeven van Prins Willem den Oude, voorgevallen is in de Regeenng van Holland: en ten andere van de nieuwe forme, welke daar aan gegeeven is na desfelfs overlyden, wanneer men met veel regt kan feegen dat de Staaten eerft begonnen hebben comPleetelyk felvc te regeeren, als hebbende aan den Prins, foolang die leefde, gelaaten een weefent- Jyk  ( 3 ) lyk deel van het Souvcrain gefag, onder de naam van Hooge Overheid: maar wanneer men ook met geen minder regt kan feggen dat de Staaten uyt een averegts befef van de vryheid, of eerder om te gemoet te koomen aan een al te groote jaloufie van weinige leden, afgeweeken zyn van de gronden, fonder welke een vrye Staats Regeering befwaarlvk kan {taande blyven. Al het welk klaar blyken fal uyt het vervolg. Om ter faak te koomen, en ouder tyden voorby te gaan, van de tyd af van Carel de Groote, foo de Graaflyke Regeenng , of Graaflyke bediening, in Holland mogt foo oud weefen, of anders van de tyd af van desfelfs nafaaten, Keyfers , en Koningen der Franken, en, naa veeier meening „ federt het jaar 923, is Holland geregeert door Graaven, welke in den aanvang, gelyk alle andere Graaven van die tyd, Amptenaaren waaren, en geen Landheeren («), maar welke in 't vervolg Erfgraaven geworden zynde, en fig bedienende van de fwakheid, en ongelegcntheid , der Keyfers, en van het Keyferryk, de Souverainiteit aan fig getrokken hebben, fodanig egter, dat fy bleeven, wanneer daar toe gelfgentheid voorquam, de Keyfers erkennen voor Opperheeren, en fig voor onderhoorigen, en voor een foort van Leenluyden, van het Keyferryk, en dat fy, om fig te veftigen in haar aangematigt gefag, de voorfigtigheid hadden van niet te oefFenen verfcheide deelen van het felve als met advis en met bewilliging der voornaamfte, en der meeft gegoede, in- (a) Sie de Glofaria van Spelman cn du Cangk. A 2  (4 ) ingefetenen, of van de Edelen, de eenigeStaaten, dat is, voorftanders en reprefentanten van het Volk, onder de eerfte Graaven , en voor de opkomst van de Steeden. Dit agt men het waarfchynlykfte te weefen, dat nopende den oorfprong der Graaflyke Redering opgemaakt kan worden uyt de weinige overblyflels van de duyftere oudheid, en dat meeft overeenkomt met de draad der faaken van die en van de volgende tyden. Maar, wat ook daar van zy, om te koomen ïlf" o.nder5heidentlyk begryp, hoe Holland geregeert is onder de Graaven, diend onderfogt te worden, wat magt de Graaven, en wat magt de Staaten, refpeóhvelyk gehad hebben, federt dat de Graaven fig gedraagen hebben, en erkent fyn, als Heeren van het Land. De beginfelen van de Graaflyke Regeering in Holland fyn eeven duyster als die van de meefte Kegeenngen (a). Men moet geen onderfcheid weeten te maaken tuffchen bcwys en giffingen, om voor een goede grondflag van het gezag der Graaven aan te neemen de befaamde gifte van Carel de Kaale, of liever van Carel deSimple (/;): f00 die gif te anders egt, cn geen verdigtfel, is : by welke gifte feekereLandftreek, waar van men niets fee ker weet, als dat fe , foo niet geheel, immers en deele, legt in het Noorderquartier,' en bZ ten het oude Holland : de relt op loffe gron- den (a) Conringius de finib. lmp. Germ. J. r. Cat>. i tium o  ( 5 ) den fteunende: gegeeven word aan eenen Diderik, wiens perfoon, en afkomft, eeven onbekent fyn, voor hem , en voor fyn erven, om daar meede te handelen als met vry eige goed : fonder de geringfte melding van het ampt van Graaf, veel min van oppergezag: of, indien de woorden van de gifte daar toe betrekkelyk fyn, met veel onbepaalder gefag als de Graven oit geoeffent hebben: alle Schryvers daar in overeenftemmende, dat derfelver gefag in verfcheide opfigten is bepaalt geweest, eerst door dat van de Edelen, en naderhand door dat van de Edelen, en Steeden. Het is niet veel klaarder, of Holland oit geweeft is een Leen van het Duydfche Ryk, hoewel dat de Graaven, gelyk reeds gefegt is, in verfcheide gelegentheeden fchynen de Keyfers erkend te hebben voor haar Opperheeren, en fig voor Leenluyden van het Keyferryk. Maar , foo Holland oit een Leen geweeft is, het is in allen gevalle klaar , dat het in veel opfigten feer verfchild heeft van de gewoonè Ryksleenen. Waaren de veele en diverfche Registers voor handen , welke de Prefident Viglius in het Jaar 1549 wegens de Gouvernante van de Nederlanden prcfenteerde te toonen aan de Gecommitteerden van de Staaten van Holland, totbewys, „ dat die van Holland in voorleede tyden met die van Duydsland, of die van het Keyferryk, „ gecontribueert, aldaar te regt gereforteert, en „ haar vefte en investiture van de Keyferryk ge„ nooten hadden (a)", fe fouden veel ligts geeven ontrent een foo duystère faak. De (/?) Sie Kef. St'n van Holland 2 Maart 1549. A 3  ( 6 ) De redenen voor en tegen de leenröerigheid, en de gevolgen van dien, zyn in het breede gededuceert op de naam der " Staateh van Braband, ter eenre, en van Holland, ter andere zyde, in de middelen van feekere geëxtendeerde Sententie van Keyler Carel de Vvfde van 13 Maart 1540, geïnfereert in het Tïactaat van Mr. Pieter Bort van de Arreften, 4de deel, n*. 34 (*). Dog wat ook hier van zy, indien menkonde aanneemen 't geen, dat de bovengemelde Prefidéttt den 1 Maart 1549 te gemoet voerde aan de Sraaten van Holland, foo foude Keifer Carel de Nederlandfe Provinciën, en byfonder Holland, bevryd hebben van de bovengemelde ónderhoorigheid onder het Keyferryk door de Tranfactie, of Tractaat van Confederatie defenfive, gelyk de Staaten die noemen, van den 26 Juny 1548 (b). Maar als men het Traktaat feif naleeft, vind men wel dat de Keyfer bedongen heeft voor de Nederlandfche Provinciën, dat fe mllen blyven by haar Wetten, Vryheeden, en Voorregten, en dat fe door het Ryk fullen erkend worden voor vrye Landfchappen, die niet fubject fyn aan dé Jurisdictie, Coftumen, enConftituticn van hetRyk: maar men vind 'er by deefe opmerkelyke Claufule §>uotquot tarnen diclarum Provmciarwn ad feu- (a) Sieook 't Vubïtq Gebed, deel3, van fol. 173101184, en de Schryvers aldaar aangetoogen. CoiVRirvorus de fir.ib. Jmp. Germ. I. 3. cap. a8. MatthaEus de Nobilitate U I. cap. 32 et 33. (è>) Sie Ref, Si™ van Heiland 3 Maart 1549.  ( 7 ) feudum Imperii pertinent, pofthac, quemadmodum hactenus, feudatario nomine habentur, ac posfidentur. Waar uit blykt, dat by het voorf. Tracïaat geen verandering gemaakt is in het ftuk der Leenroerigheid, wat men ook wegens de Keyfer wilde doen gelooven aan de Staten van Holland. De Schryver der Voorreeden voor de Werken van Mr. Pieter Bort heeft een ander bewys willen haaien uyt het voorf. Tractaat tegen de Leenröerigheid van Holland van het Keiterryk, te weeten, dat Holland niet getelt word in het Tractaat onder de Nederlandfche Provinciën, voor welke de Keifer tranfigeerde met het Ryk. Maar de goede man heeft fig laaten misleiden door een fout in de gedrukte Copie van het Tractaat, fodanig als het gevonden word in de Placaatboeken (i). Want dat Holland geftaan heeft in het origineel Tractaat nevens de andere Provinciën, is niet alleen daar uyt te befluyten, dat de ganfche teneur van het Tractaat uitwyft, dat het aangegaan is voor alle de Nederlandfche Provinciën , fonder uytfondering, maar vooral daar uyt, dat de Keyfer de Staaten van Holland, loo wel als die van de andere Provinciën, verfogt heeft, het Tractaat te ratificeeren, en haar portie op te brengen in de lasten, *welke de Nederlandfche Provinciën uyt kragte van het Tractaat fouden draagen nevens het Keyferryk. Gelyk de Staaten van Holland ook het Tractdat g* (i) In de Copie by Conringius de finib. Imp. Germ. 1.2. cap. a8. word niet alleen Holland genoemt, maar meer andere Prov" die niet gevonden worden in de Placaatboeken. A4  ( 3 ) geratificeert hebben , alleen infteerende by den Keyfer, „ dat haar portie in de contribu„ tie met die van Duidsland gevonden, en opge„ bragt, foude moogen worden uit de beeden „ en fubventien, of ten minfte in fulker voej, gen als de portie van de andere Landen van „ herwaards over: in allen gevalle, dat fy luy.., den, mids opbrengende haar aanpart, encon„ tingent, in de contributie met die van Duids„ land, vry en ontlaft fullen blyven van alle „ korten, fchaaden, en interesfen, die 'er op „ fouden moogen koomen door quaade betaling van eenige van de andere Landen (a)". Al het welk geen fin foude gehad hebben, indien Holland niet meede begreepen was gevveefl: in het Traclaat. Ook is het opmerkelyk, dat de Staaten van Holland fes en twintig jaaren na het fluiten van het felve gefustineert hebben tegen de Commisfarisfen van den Groot Piieur van Castilicn, dat Holland en Zeeland „ altyd geagt zyn voor een Graaflyk- heid, of Graaffchap, van het Ryk": defelve Commisfarisfen in tegendeel fuftineerende, „ dat het {treed tegen de hoogheid van den Koning, „ dat de Landen van Holland en Zeeland fou„ den geagt weefen van alle oude tyden voor „. een Graaflykheid, of Graaffchap, van het Ryk: „ aangefien fyne Majefteit, en zyn Vooriaaten, „ als Souveraine Heeren, ter contrarie altoos ,) daar af voor menfchen geheugen zyn, en ge- j, weeft (0) SkRef. Sf* van Holland 29 Janrj. 1,2,3, 6,8, ca 11 Maart, en 15 Juny 1549.  ( 9 ) „ weeft hebben, in paifible pofleflle, en ge„ bruik (a)". Dog dewyl :in die tyd het interefV der Staten meedebragt, het Spaantch krygsvolk, dat zy wilden uit het Land veffonden hebben, te doen aaniïen voor vreemd, en uytlandfch, maar niet het Hoogduidfch, waar van zy fig be* dienden, kan het weefen, dat dit een van de exemplen is, welke doen fien, dat de Souverainen fomwyl meer railbnneeren na het intereft van Staat, als na de exacte waarheid der faaken. Waar in het wettig gefag der Graaven beftaan heeft, is kortelyk ter neder geftelt in het bekend Vertoog van het regt der Ridderfchap, Edelen, en Steeden van Holland en Weftvriesland van den 16 Oflober 1587, waar in de Staaten onder anderen feggen, „ dat de Graaven en Gravinnen „ by de Ridderfchappen, Edelen,en Steden, re„ prefenteerende de Staaten van defelven Lande, „ de heerfchappye en de Souverainiteit derfelver „ Landen wettelyk is opgedraagen, en gedefereert „ geweeft, die ook met fulke difcretie en matig„ heid hen gedraagen hebben in haare Regee„ ring , dat defelve nooit hebben gedisponeert „ van oorloge aan te neemen, of pais te maa„ ken, fchattingen, of contributien over de Lan„ den te heffen, of van eenige andere faaken, „ den ftaat van den Lande betreffende, fonder „ advis en confcnt van de Edelen en Steeden van „ den Lande,die telkens daarop wordenbefchree„ ven en vergadert". In (0) Sie Re/. Si'? van Holland 21 Maart en 2 April 1575. A 5  ( io) ïh welke woorden de Staaten vaftftellen de vier volgende pointen: Eerftelyk, dat de Graven hebben gehad de Heerfchappye en Souver aintteit. Ten anderen, dat de Graaven de Heer fchappye en Souver aintteit gehad hebben by delatie van de Staaten: Ten derde, dat de Heer fchappye en Souveraimteit van de Graaven niet abfolut geweest is maar gehad heeft verfcheide bepaalingen, als' naamelyk, dat de Graaven nooit oorlog hebben ondernoomen, nog vreede gemaakt: geen fchattingen geheeyen: nog gedisponeert over faaken, betreffende den ftaat van den Lande, als met advis en confent der Staaten: En ten vierde, dat die bepaalingen van de heerfchappye en Souverainiteit der Graaven toe te fchryven zyn aan de discretie, en maaügheid, waar meede zy hen gedraagen heiben in haar Regeer mg. Deefe pointen verdienen ieder een particuliere overweeging, om dat daar uit fal blyken, waar m het gefag der Graaven eigentlyk beftaan heeft. Wat dan betreft het eerfte point, de geene die uit gebrek van genoegfaame attentie op de gemengde forme van Regeering, welke meelt overal ingevoerd is na de val van de Roomfche Heerfchappye, ofwel uit een verkeerde waan van daar door goed te maaken de affchaffinge der Graaflyke Regeering, ftaande houden, dat de Graaven noit Souverainen of Landsheeren, maar van het begin af tot het einde toe eigentlyk niet meer geweeft zyn als Regters, en Veldheeren, off Dienaars van de Staaten, vinden fig genootfaakt het  (II) het te doen paflèeren voor pluymftrykery, of voor lafhartigheid, dat de Staaten plagten de Graaf te noemen haar natuurlyke Prins en Heer, en lig desfelfs goede en gehoorJaame Onderfaaten {a): en doen by gevolg door haar fuftenue weinig eer aan den Hollandfchen Adel en Regenten van die tyden: En bovendien zyn zy genoodfaakt de Staaten te befchuldigen van kort naade affweering der Graaven foo onkundig geweeft te zyn van haar oude voorregten, dat zy in het bovengemeld Vertoog, zynde een foort van een Manifeft, uitgegeeven naa dat alle ontfag voor de Graaven ophield i uitgegeeven, na voorgaande communicatie, deliberatie, en rapport, onder de Edelen en in de Vroedschappen van de Steeden, gehouden , en midsdien met ryp overleg: eindelyk uitgegeeven met intentie om de wettige Jiaat der Landen van Holland en Wejifriefland te oopenen: felve pofeeren, dat haar Voorouders voor honderden van jaaren, of van het begin der Gravelyke bediening , gelyk die luiden de Gravelyke Regeermz. noemen, de Heerfchappye en Souverawiteit gedcfereert, en overgegeeven, hebben aan de Graaven , fchoon dat na de bovenftaande fuftenue de Graaven inderdaad niet meer geweeft zyn , van de eerfte Graaf af tot de laatfte, als onderdanen en dienaars van de Staaten, hoe groot het Ampt ook was, dat zy bedienden. See- (a) Sie Alle van de Edelen en Sleden i Frtr. 1416. ia het derde deel van de Placaatboeken, de fuccesfive Aften van Eidégws, Ref. St" van Holland 29 Janry, 1552, 26 Ocï. i555i 9f 7 Maart 1555, 7 Novemb. 1550, 12 Aug. 1561, 11 Maart 1565, en meer andere: Jaa dat de Ordonnancien felve, waar op de fchattingen tot betaaling der beeden geheeven wierden, afvloeiden van de Graaven, gelyk hier naa fal aangeweefen worden in de verhandeling van de magt, welke de Staaten gehad hebben ten tyde der Graaven ontrent het ftuk der financien. Het geheel beleid van de Juftitie is foo feer geweest by de Graaven, dat die alle hooge, en laege Regtbanken, waar van men de inftelling weet, of felve ingeftelt, of Privilegiën en Oclroyen daar toe verleend (a), midsgaders de Ordonnancien , en Inftruótien, op de adminiftratie van de Juftitie gemaakt, hebben: fonder dat gevonden word, dat de Staaten daar ontrent door de Graaven zyn gekent geweest, maar wel, dat de Staaten fig, als Verfoekers, daar over hebben geaddresfeert. gehad aan de Graaven (b). Men wil niet betwisten de oudheid der Scheepensbanken, welker naam en magt fommige meenen ouder te weefen als de Graaven, en dat de Steeden daarom het regt van judicature te exerceer en door Schepenen niet fouden fchuldig weefen (a) Remonftr. van den H. Raad, op 't Stuk van de Juftitie en Regeenng 22 Maart 1617. Art. 11. en volgende. (£) Sie de Inftr. van het Hof van Carel de Stoute: het Gr. Privilegie van Vr. Marie: de bovengem. Remonf. van den H. Raad Art. 18. de Ref. van Staaten 9 Maart 1561, en 19 Bes. 1562.  ( 14 ) fên aan defelve (*). Maar men kan niet toeflaan dat daar uyt zoude volgen, dat de Sleden fouden gehad hebben voor de tyd der Graaven het regt van judicature te exerceeren aoor Scheepenen. Om dat gevolg te trekken uit de oudheid der Schepensbanken, moet men vermengen twee feer yerfchillende faaken, de oudheid der Schepembanken, en het regt der Steeden, om judicature te exerceeren door Schepenen: en dat niet alleen, maar men moet bovendien geen agt geeven , dat de Steeden met konnen dat regt hebben anders als by concesfie van de Souverain : door wie, en wanneer ook, de Scheepensbanken fouden mogen weefen ingefteld: en dat nogtans nergens de minite voetftap van fodanige concesfie gevonden word buyten de Handvesten en Oclroyen van de Graaven. Ook weet men niet, dat de Hollandfche Steeden fig oit beroepen hebben op de oudheid der Schepensbanken, om op dat fondament aan de Graaven te betwisten het oppergefag ontrent het ftuk van de Juftitie, het zy in het onderwerpen van de vonnisfen van Scheepenen aan een Hof van Appel, het zy in het ontrekken by Handvesten, oaroyen, of generale Landwetten aan de Scheepensbanken, en overbrengen aan Heemraaden, en andere Regters, van verfcheide faaken, het zy in het veranderen van de manier van regtspleeging, en wat des meer is. (/>) Dat (a) Sie feeker Advis van H. de Groot, zynde het %xtivan het derde Stwk der Hollandfche Confultatien num. 70, (p) Sic het bovenftaand Advis num. ig-  ( 15 ) Dat de Graaven gebruikt hebben het regt van oorlog en vreede te maaken, en fomwyllmeer als aan de Staaten lief was, blykt uit de Hiftorien. Of de Graaven daar toe hebben van noode gehad het confent der Staaten , fal hier na onderfogt worden in de verhandeling van het derde point. Maar, foo zy het felve hebben van noode gehad, volgt niet anders daar uit, als dat haar magt in deefe niet onbepaalt geweest is. Ontrent het heffen van fchattingen ging het genoegfaam op gelyke v/yfe. Onder de oude Graaven , doe het geld fchaars was: doe de Graaven leefden van haar Domynen : en doe de Leenluiden de Graaven dienden op haare heirtogten: wierden weinig fchattingen geheeven: en misfchien dat het loude fwaar vallen te bewyfen, hoe die in oude tyden opgefteld zyn. Maar doe de fchattingen meenigvuldiger wierden, zyn 'er wel geene opgefteld als met bewilliging der Staaten, en ter beede van de Graaf: maar, het confent door de -Staaten gedraagen zynde, deed de Graaf directelyk de geconfenteerde penningen innen {a), wanneer fe na de oude wyfe geheeven wierden over de fchilttaalen; en, wanneer fe geheeven wierden op een andere wyfe, konden de Staaten dat niet doen als op fpeciale Oclroyen, en Ordonnancien, en Executoriaalen, van de Graaf: gelyk hier na breeder fal aangeweefen worden. Invoegen dat alles, wat in het ftuk der fchattingen fweemde na oppergefag, en na compulfive magt, geheel refideerde by de Graaf, fodanig egter, dat die defelve magt niet konde oeffenen als met confent der Staaten. Maar O) Sie Re/el. St'« van Holland 27 Mey 1568.  ( 16 ) M^: foo de Graaven geen fchattingen konden opftertÊn Tonder de Staaten , fe fchynen fonder defelve te hebben konnen geeven vrydom, moderatie , en remisfie, van fchattingen; het geen feekerlyk tot de opperltc magt behoord. By Handvest van het jaar 1314 is vrydom van alle beeden vergunt aan de groote Zuid-Hollandfche Waerd. By twee Handvesten van de jaaren 1331 en 1337 is gelyke vrydom vergunt aan de Swyndrechtfche Waerd. By Handvest van den 17 Novémb. 1487 is belooft aan die van Dordregt, dat de Stad met het Quartier van Zuyd-Holland, en de vrye Heerlykheeden, ten eeuwigen daage niet meer fullen contnbueeren, als een twaalfde part in de beeden, fubventien, ruytergelden, contributien te waater en te lande, en in alle andere omflaagen, en ongelden, die over Holland en Vriesland geconfenteert, omgeflaagen, en opgeftelt fullen worden. En men vind weinig Aelen van Confent van de Staaten, waar in de fes groote Steeden niet van de Graaf bedingen haar gewoone gratiën, waar door een moderatie van haar taux in de fchilttaalen verftaan word, het verleenen van welke moderatie dienvolgens geftaan heeft aan de Graaven. Het ging mettertyd foo ver met hetgebruyk, of hever misbruyk, dat de Graaven maakten van de magt van vrydom van fchattingen te verleenen, dat de Staaten, confidereerende, dat die magt ftrekte tot groot befwaar van het gros der ingefetenen, en voornaamentlyk der in- en opgefeetenen van het  ( 17 ) het platte Land, welke veeltyds moften opbrengen de gewoone gratiën van de Steeden, die gevonden, en gefmaldeeld wierden op het platte Land by de fchild- en morgen - taaien, gelyk onder anderen, blykt uit het eerfte Memoriaal van de Griffier van Dam fol. 35. ffo, genoodfaakt wierden die magt te beteugelen door haar Aclen van confent doorgaans fodanig te claufuleeren , dat vrye , en onviye, fonder uytfondering, daar in fouden moeten gelden: en dat Keyfer Carel felf, fiende, dat de beeden minder opbragten als van ouds, door de groote vrydommen, begreep van fyn intereft te weefen, die vrydommen te fupprimeeren, en , om een glimp daar aan te geeven, verklaarde, dat hy die niet had moogen toeftaan ,, fonder wille , weete, en confent „ van de Staaten, als daar by hun benoomen weer fende een partye van haar deferifie («)." En als zyn Soon Philip, niet lang daar naa aan de Regeering gekoomen fynde, confirmeerde de vrydommen, welke de Prins van Orange, en de Graaven van Egmont, en Hoorn, te vooren verkreegen hadden; deed fulx de Staaten, uit overweeging dat die dry Heeren meer als een twaalfde part van alle de mergentaalen van Holland befaaten, en de portie van haar Steeden en Landen meer als bet twintigfte deel van de beeden bedroeg (è), refolveeren om haar confenten nog veel naamver te claufuleeren, gelyk onder anderen kan gefien worden uit een Acte van confent van de maand February 1559, mee- (a) Sie Ref, St'" van Hulhnd 1 Noyenih. 1553. (h) Sie het Regifter ven Holland 21 en 22 Aug. 1556. I. Deel. B  ( 18 ) meede brengende, „ dat in de losfing, en jaar„ lyxe betaaling van alle de renten, die tot Für„ nisfement van de Guld." , breeder gemeld in de voorf. Acte, „ by verkooping van „ renten opgebragt fullen worden , generalyk „ contribueeren fullen geeftelyke, en wereld„ lyke, vrye, enonvrye, onder de fchildtaalen, 3, of daar buyten, gefeeten, van haare goederen, „ geleegen onder den Lande van Holland, ofte „ die onder Holland forteeren , ende nergens „ anders contribueeren , fonder in allen deefen ',, de fchildtaalen te roeren , ende dat niet te„ genftaande eenige Privilegiën, exemtien, en„ de vryheeden, die de voorfz. pretenfe vryen, „ ofte eenige van hen ter contrarie hebben, „ ofte allegueeren fouden moogen, hoe die ook „ geclaufuleert fouden moogen weefen, het zy 3, of defelve in befchreeve regten, Geeftelyke, „ of Weereldlyke, geïnfereert fyn, of niet, en 5, dat overmids de noodfaaklykheid van deefe „ faake zyne Majefteit gelieve alle 't felve uit 3, zyne regte wetenfehap ende motu proprio „ te derogeeren, en dat de voorf. Staaten fulke „ Acte aangaande die geene , die exemptie en „ vrydomme pretendeeren , geaccordeert fal j, worden als haarlieden in de laatfte voor'„ gaande beede geaccordeert is , van dato den •„ li Decemb. I555-" inhoudende voords deeze claufule , j, dat in gevalle in toekomende tyden. 3, by eenige van de voorfz. pretenfe exempten 5) uyt faake voorf. de voornoemde Staaten pro„ ces gemoveert word, 't zy voor den Hove van Holland, ofte voor die van den Grooten „ Raade, de Procureurs Generaal, foo wel van „ den  ( 19 ) y, den Hove van Holland, als van den Grooten Raade voorf., defelve procefien voor de voor„' noemde Staaten fullen aanneemen, mids dat „ de Staaten altyds te vreeden zyn hun met de „ Procureur Generaal te voegen, en die faak „ ten einde te helpen defcndeeren : ende foo „ verre fyne Majeiteit foude willen eximeeren „ den Prince van Ürangien, en de Graaven van „ Egmont en Hoorn, midsgaders haar onderfaa„ ten, en die van Wyk op Zant, dat 't felve „ niet gefchieden fal dan met believen van de „ voorn. Staaten, in 't geheel van haar gereg„ tigheid , en dat fulx de portie van de dry 3, Perfonagien, ende van Wyk , haarlieden be„ taalinge haar als geld (hekken fal, voor foo „ veel als 't felve by die van de financie ge„ noomen is, volgende den ftaat van liquidatie, „ by die van de Reekenkamer van Holland, en „ by de voorf. financie gefiooten". Ook heeft defetting, of repartitie der beeden, en verpondingen, en het redres van dien, geitaan aan de Graaf, en niet aan de Staaten, gelyk af te neemen is uyt een Placaat van Hertog Carel van Bourgondien van den 3 July 1471 (a), en uyt het Regifter van de Staaten vaa den iS April 1550, en van den 1 Decem. 1555 3 en volgende daagen(^). Uit al het welk blykt, dat de Graaven vry veel hebben te feggen gehad ontrent den ophef der fchattingen, dat is ontrent het point, waar (d) By "Wxius befchrjvh?, ven Hocrn h. 1. fol. 49\b\. Sie ook. Ref. van de Staaten 16 A$r% «n 10 Jttlj 1550. B 2  ( 20 ) waar b het principaal voorregt van de Staaten onder de Graaven bèftaan heeft, De Amptenaaren, groot, en klein, foo tot de admmiftratie van de Juftitie, als tot den ophef der lchattingen, zyn door , of van weege, de Crraaven aangeftelt. Alleen is 'er vertchil gevallen ten tyde van Philip de Tweede, of de btaaten bevoegt waaren een perfoon te prefenteeren tot het Ontfangers Ampt van de gemeene Lands omflaagen (a). Voor de reft waaren de Staaten wel te vreede, wanneer fe konden verhinderen, dat geen vreemden gevordert wierden tot Ampten : waar toe zy meer als een Privilegie verworven hebben van de Graaven , hoewel niet fonder moeite (b). Het geld ten tyde van de Graaven gemunt, draagt derfelver beeltenis : het geen altyd gehouden is voor een teeken van Souverainitei. Oelyk ook de Hollandfche Munte door de Graaven ingeftelt, en met Privilegiën begiftigt is M Maar doordien het verhoogen en veiiaagen van de coure van het geld, foo wel als het veiflegten van het alloy, kan ftrekken tot groot beiwaar der mgefetenen, welke de Graaf noit heeft moogen belaften fonder confent der Staaten, komt (a) Sie Ref. SP»-van Bolland i\ Mej, 5, io.enao Ju n m 29 Sept. 15Ö8. V 9 J i?l ■> lian^ve(l van Hert°S *AN van Braband 27 Feb. -j4 Vn ™erdc decl van ds ^acaaten. het Gr. Privilegie TJ^ ^R,R'en de M van de Staten van 17 ApHl J550. 14 Maart 1553, 16 Maart, 11 Sept., en n Oct SfU ^'t!"31 MTr,- en 8 A"°- J55S. 8 Aug. 1556. ' volgend^ E?J befcbryvmg van Dor dregt Jol, 678 en  (21) komt het waarfchynlyk voor, dat de Staaten geconcurreert hebben met de Graaf in het reguleeren van het alloy en van de waerde van het geld. Immers Hertog Albregt van Beyeren fegt in een oope Brief van het Jaar 1393 (#),bezeegelt door hem en door de meefte Steeden van Holland en Zeeland, ,, dat hy overdraagen was met „ fynen Raade, en met fyne gemeene Steeden „ van Holland en van Zeeland , te doen ende maaken een nieuw payement van goud ende „ van filver, en dat te doen gehengen in fyne „ Landen", en wat des meer is, „ en dat fyne „ Steeden van Holland en van Zeeland, die dit met hem bezeegeld hebben, en hier naa ge„ fchreeven ftaan , gelooft hebben , dit voorf. 3, nieuwe payement te gehengen, en te fterken" : én Hertog Jan van Brabant in een Handveft van 27 Febr. 1424 , gegeeven aan die van Delff, 3, dat hy geen munte fal doen flaan van goude „ of filver in den Lande van Holland of van „ Zeeland, ten zy by confente ende goeddun,j ken van fynen Raade ende Steeden deefer „ Landen voorfz" [h). [ Eindelyk , de collatie der geeftelyke beneficiën ftond aan de Graaven als Hooge Overheid. Immers de Staaten feggen in haar antwoord op feekere propofitie, in het jaar 1617 ter Generaliteit gedaan door den Ambalfadeur van En- ge- (a) By Smallegange Cronyk van Zeel. Deel 1. £. •? ' fol. 257- (b) Gr. Placaat: ftuk 3, fol. 13. Sie ook het groot Privilegie van Vr. Marie ; en de Placaaten van Maxi'w. 14 Dec. 1489, en Carel de V. 4 Feb. ïsio. B 3  ( 22 ) geland, welk antwoord onder anderen diend tot bewys, dat de difpofitie over de Kerkelyke faaken toekomt aan de Hooge Overigheid, ,, dat onder de hoogheeden en geregtigheeden van de Landen van Holland en Weftvriesland niet j, van de minfte is de gifte van de Kerken, „ of collatie van Paftorien, welk regt de Graa„ ven van Holland voor foo lange tyd hebben „ gebruikt , als de naam van defelve Graaven „ bekend is geweeft, en dat Van tyden tot ty„ den de Edelen , en andere notablen van het „ Land, by inveftituure' , eri de Steeden by Privilegiën, daar meede beveftigt zyn, als te fien is by 't Regifter van de Domynen van „ Holland, by 't Placaat van Keyfer Carel van „ den Jaare 1524, by ontallyke Inveftituuren, „ Privilegiën, en Acten van fodanige collatien"(tz). En in de Aóte van Vrouw Jacoba , by welke zy overgeeft aan den Hertog Philip van Bourgondien „ het regiment van haar Landen van ,, Henegouwen, Holland, Zeeland, en Vries„ land", word generaalyk, en Tonder eenige reftrictie, gefprooken van het „ geeven van de „ beneficiën binnen defelve Landen, alfoo wel „ zielenlaft hebbende, en parochiekerken, kofteryen, cn fcholasteryen, als mannen en vrouwen provanden , midsgaders van alle andere „ beneficiën'" (b). Maar, wat ook zy van het oorfpronkelyk regt der Graaven tot het bcgceven van alle geeftelyke ia) Sie UitenkogaArts Kerk. Hift. b. 4. fol. 831. ca volgende. (i) Gr. Pkcaatb. deel 4. 'fol. 3,  (n) lyke ampten, en beneficiën , uit het bovengemelde antwoord van de Staaten, en uyt de lyft der geeftelyke ampten, geftaan hebbende ter collatie van de Graaven, gedrukt agter de Nederlandfche overfetting van het Voorberigt van het onlangs uitgekoome boek, genaamt Batavia Sacra, blykt, dat de collatie van het meefte deel der geeftelyke ampten en beneficiën in andere handen was ten tyde van de laatfte Graaven. Het tweede van de vier boovenftaande pointen , dat namentlyk de Graaven de Souverdinjteït gehad hebben by delatie van de Staaten, is waar, foo daar door gemeend word , dat de voornaamen Adel, en naderhand de Edelen, en Steeden, de fuccesfive Graven, na dat die van Amptenaaren Landsheeren geworden waaren , niet aangenoomen, en gehuldigt hebben, als na dat die fig by eede verpligt hadden tot het handhaaven der Privilegiën, en tot het adminiftreeren van goede Juftitie (a). Maar op defelve wys hebben de Koningen van Vrankryk, Engeland, en andere, de Regeering by delatie van haare Onderdaanen. En foo men foude willen daar uit trekken , dat het vry geftaan heeft aan de Staaten, de Graaven aan te neemen, of niet , foude men met gelyk regt konnen beweeren, 't geen egter ongerymd is , dat fulx vry geftaan heeft, niet alleen aan de Staaten , maar aan elke Stad affonderlvk , doordien de Graaven plagten van J Stad (ö) Sie de Aften van Huldiging in de Placaatboeken en elders. B 4  ( 24 ) Stad tot Stad gehuldigt te worden, en aan de Steeden eed te doen {a). _ Maar foo men foude verftaan door de delatie van de Staaten , dat de Staaten de Graaven ongmeelyk aangefteld hebben, en dat die haar regt denveeren van de Staaten, is de faak niet buiten bedenken. Immers, foo de gifte van Karei de Kaale, of de Simple , waar van in het begin gefprooken is, niet verdigt, en op de Graaflykheid van Holland toepafielyk is, gelyk het gemeen gevoelen daar heen gaat , foo hebben de Graaven een ganfch andere titul van haar Regeering als de delatie van de Staaten. En fchoon dat men die gifte verwerpt , foo volgt geenfins daar uit, dat de Graaven origineelyk aangeftelt zyn door de Staaten, dewyl geen voetftappen, men fwyg, bewyfen daar van gevonden worden in de Hiftorien. Dog wie ook de eerfte aanfteller van de Graaven mag geweeft fyn, het is klaar, dat de Graaven , eens van Amptenaaren Landsheeren geworden fynde , haar regt by verfterf overgelaaten hebben aan haar naafte bloed : fonder dat de Staaten fig bemoeit hebben met de Succesfie als by extraordinaris voorvallen, het zy dat die uit de natuur der faake vereyfchten derfelver voorfiening, of dat Graaven, Gravinnen, of andere , raadfaam vonden haar verfchikkingen ontrent (a) Sfe de Aften van Huldiging by Baalen befchrjv. Van Dordrecht fol. 507, 525, en ?oS. Bandveft van Bert, J an van Braband 27 Febr. 1424. PontUs HeuterüS de rebus Auftr, l. 13, cap, 2,  ( 25 ) trent de fuccesfie te ftyven met het gefag der Staaten. Waar van de exempelen te vinden zyn in de hiftorie van de Graaven. Maar buiten extraordinaris voorvallen is de Graaffchap van de eerfte Graaf, waar van men leeft, tot de laatfte gefuccedeert op het naafte manioir, en by gebrek van Mans op Vrouwen , die de Graaffchap, als haar erfgoed, overgebragt hebben in de Huilen van Henegouwen , van Beyeren, van Bourgondien, en van Ooftenryk: fonder dat gevonden word, dat de Staaten, welke mifchien liever gefien hadden, dat de Graaffchap gebleeven was uit handen van foo magtige Heeren, gereguleert hebben de ordre van de fuccesfie , uitgefondert , dat de Staaten in het jaar 1549 °P de propofitie, wegens Keiler Carel de Vyfde gedaan, geaccordeert hebben, „ dat „ by zyn Majefteit een pragmatique foude ge1 maakt v/orden , waar by foude gedefinieert „ v/orden, dat in de fuccesfie van de Overften „ Prince alleen in deefe Landen reprefentatie „ ftand grypen fal, foo wel in linie direöe als „ collaterale" (a). De Handveften van de Graaven zyn vol van concesfien, die de Graaven doen voor haar, en voor haar nakoomelwgen, Graaven, en Gravinnen, van Holland. De Acten van huldiging fpreeken doorgaans van erffelyke fuccesfie. Enfelfs vind men verfcheide Accoorden, waar by (a) Sie Ref. St>» van Holland, 8 Aug. 17, en 24 Sept, TS49- ' B 5  ( 26 ) by de Graaven, of Gravinnen, disponeeren van de fuccesfie fonder tufichenkoomen, of confent, der Staaten. Al het welk_ klaar doed zien , dat de delatie van de Staaten in geen andere fin moet verftaan v/orden dan boven gefegt is. Het derde point, welk betreft de bepaalingen ■pan de Souver aintteit der Graaven, beftaat uit verIcheide onderdeelen, en naamelyk in de eerfte plaats , dat de Graaven fonder advis en confent der Staaten nooit oorlog begonnen, nog vreede ge~ maakt hebben : in de tweede plaats, dat defelve fonder fodanig advis en confent geen fchattingen geheeven hebben: en in de derde, dat defelve fonder die noit ge disponeert hebben over faaken, betreffende den fiaat van den Lande (a). Het eerfte van deefe onderdeelen fchynt niet allefins over een te koomen met de Hiftorien. Maar de Hiftorien aan een zyde ftellende , het groot Handveft van Zuitholland van den 10 Mey 1346 brengt meede, ,, dat Vrouw Margriet, „ nog haar naakoomelingen, Graaven van Hol„ land, geen ooiioogen fullen beginnen nog aan„ neemen, op ander Heeren land buiten de paa„ Icn van Holland, Zeeland, en Vriesland, het „ zy met raade en goeddunken van haar Ridde„ ren, en knaapen, en van haar Steeden van Hol„ land, NB. daar zy haar fchuldig fullen weefen 3, te dienen: en waar 't dat zy eenig oorlog aan7 nam bnn „ naa- Ycl ,(«) Sie ook -Brief van de Staaten'aan de Sf» Genet4. 12 Sept-, 1573 by Boa F. 6, fol. 459.  ( 27 ) , naamen buiten raade en goeddunken van haar ■ goede luiden voorf., foo fouden die niet ,] fchuldig weefen haar te dienen , zy wouden. 't doen met jongfte, en met haar vrye moetwil". Het groot Privilegie van Vrouw Maria van Bourgogne van den 14 Maart 1476 ftemt hier meede over een. Dog, behalven dat beide gegeeven fyn door Vrouwen, en het laatfte wederroepen en vernietigt is met bewilliging der Staaten, gelyk getoond fal worden in het volgend Hoofdftuk, beide fchynen niet verder te bepaalen de magt der Graaven, immers niet het eerfte, als dat de Leenluiden, en andere onderfaaten, niet fouden behoeven de Graaven te dienen met lyf, of goed, wanneer fe een oorlog ondernaamen fonder bewilliging der Staaten {a). Op wat grond de Staaten feggen, dat de Graaven noit vreede gemaakt hebben fonder haar advis en confent , weet men niet: wordende wel gevonden in het Regifter van Holland van het jaar 1545, dat Keifer Carel de Staaten deed verfoeken, „ dat zy fouden willen ratificeeren, en „ befweeren , het Traclaat van Paix , den 18 „ Septemb. van het voorgaande jaar gemaakt met „ den Koning van Vrankryk"(&) : maar niet in het Regifter van het jaar 1544 , dat het advis van de Staaten gevraagt is over het maaken van het Tïa&aai. Gelyk meede wel gevonden word in het Regis- (a) de Groot Melding tot de H. R. boek 2 cap. 41. (b) Sie Re/. Staaten van Holland 5 Aug. 1545»  ( 28 ) gifter van het jaar 1549, dat de Staaten door de Keifer verfogt fyn, te ratifïceeren de Confederatie door hem 's jaars te vooren gemaakt met de Churfurften en Staaten van het Keyferryk waar van gefprooken is in het begin van dit Capittel , maar wederom niet in het Reoïfter van het jaar 1548 , dat de Staaten fouden gekent zyn in de negotiatie over de Confederatie In tegendeel blykt uit de Refolutie van de Staakten van den 29 January 1549, dat de Keifer defelve geratificeert heeft, fonder te wagten na de ratificatie van de Staaten. En al vond men fchoon hier, of daar, dat de Graaven waaren te raade gegaan met de Staaten over vreede, of oorlog, foude daar uit maar konnen beflooten worden, dat de Graaven, confidereerende, dat fe niet konden koomen aan de beurs der 'onderdaanen fonder bewilliging der Staaten, voorfigtiglyk tiaar in waaren te^verk gegaan, maar niet, dat fy daar toe gehouden waaren. Het tweede onderdeel,;^/ naamelyk de Graaven nooit fchattingen geheeven hebben fonder bewilliging der Staaten ,. is in tegendeel een foo feekere faak, dat de Hertog van Alva felf, waaneer hy in het jaar 1571 den tienden en twintJgften penning ingevoerd had , niet beftond te disputeeren het vry confent der Staaten , maar alleen beweerde , dat de Staaten daar in bewilligt hadden. Waar tegen de Staaten aanweefen dat het confent, waar op de Hertog fig beriep,* fodanig geclaufuleert was, dat de tiendeen twintigfte penning geenfins konde door den Hertog in.'  ( 29 ) ingevoerd worden uit kragte van het felve (a). Maar het is feer opmerkelyk , dat de Staaten in het Protelt, of Acte van non praïjuditie, welke zy den 5 November van dat jaar overgaaven aan de Pr), gelyk reeds gefegt is: en dat defelve van voorneemen zynde aftand te doen van de Graaflykheid ten behoeve van fyn Soon, het felve meede niet gedaan heeft als met confent van de Staaten (V), hoewel die juift niet altyd gekent geweeft waaren m diergelyke gelegentheeden, mifichien ter oorlaak van de factiën in de Regeering. Dog al het geen gefegt is van de bepaalde magt der Graaven, word vry wat verfwakt door het vierde point, welk hier boven aangemerkt IS , dat de Staaten vaftftellen in het Vertoog van het regt der Ridderfchap , Edelen, en Steeden van Holland en Weftvriesland van den 16 Octob. 1587 (a)Handveft van Delft 27 Feb. '1424. in het derde Stuk van de Placaaten. Handvefi van Dor dregt van 't W 1425. by Baalen fol. 526. * ■ ' jaai 1549. Sk Re/' Sl" Vm H0tland 8 J"g' ir' ca 24 SePf> (0 Sie Refol. Sf« van Holland 26 Qcleh 1555.  ( 31 ) 1587 j te weeten, dat de bepaalingen van de heerfchappye en Souver aïniteit der Graaven toe té fchryven zyn aan de discretie en maatigheid, waar meede zy hen gedraagen hellen in haar Regeering. als waar uit fchynt te volgen , dat het regt van de Staaten fyn oorfpronk heeft uit de discretie en gemaatigtheid der Graaven, en dat de Graaven, foo zy minder discretie en gemaatigtheid gehad , maar haar uiterfte regt gebruikt, hadden, niet behoeft hadden te vraagen het advis en confent der Staaten. Hoewel het, om de waarheid te feggen, ruim foo waarfchynlyk voorkomt, dat niet de gemaatigtheid der"Graaven, maar dat zy de Edelen, of de voornaamfte en meeft gegoede ingefetenen, van noode hadden om haar aangemaatigde heerfchappy ftaande te houden, de waare oorfaak is van de bepaalingen van der Graaven gefag, en van het deel, dat de Staaten van ouds gehad hebben in de Regeering. HET TWEEDE CAPITTEL. Van de Edelen, en Steeden, en van her regi^ off magt, der Staaten onder de Graaven. N a dat de magt der Graaven , en de bepaalingen van dien, aangeweefen zyn in het voorgaande Capittel, vereyscht het oogmerk deefer Verhandeling, dat in de tweede plaats onderfogt worde, wat magt de Staaten gehad hebben onder de Graaven. Dog  ( 32 ) Dog het fal niet ondienflig zyn} vooraf aan te merken, dat foo den oorfpronk en beginfèlen der Graaflyke Regeering duifter zyn, die van de Staaten , en van haar regt om het geheel Iighaam der ingefetenen te reprefenteeren, of daar over te gebieden , het niet minder zyn : en dat de geene , die beweeren, dat de Graaven haar regt hebben van de Staaten , moeite iouden hebben om te toonen wat regt de Staaten hadden ten tyde van de eerfte Graaven: Seeker fynde , dat de Edelen , of de voornaamfte uit dezelve , welke, foo 'er doe ter tyd Staaten waaren, de Staaten uitmaakten, geen regt van Souverainiteit hadden uit haar geboorte over een vry Volk, nog magt om de Souverainiteit op te draagen aan een derde. Om niet te feggcn, dat niemand met eenige feekerheid kan bepaalen den eerften autheur, en infteljer, van het onderfcheid tusfchen cedel en oneedel hier te Lande. Soo veel kan men befluiten uit de Hiftorien dat 'er van de tyden der eerfte Graaven af een merkelyk getal van Adclyke Geflagten geweeft is, die groote goederen , en uit dien hoofde veel aanhang, hadden, en die daarom moften gemenageert worden door de Graaven, welke maar maatige Domynen befaaten, en ongewaapent waaren, foo de Graaven wilden binnen 'sLands gcfien, en buiten 's Lands gevreeft, zyn: dat de Graaven fig in importante geleegentheeden bediend hebben van den raad der Eedelen: en dat de Graaven in 't vervolg van tyd , om niet te feer aan de Eedelen gebonden te zyn, de Sleeden , naa maakte dat die, de eene voor, de au- de-  ( 33 ) Bere na, toenaamen in welvaart en neenngen, of niet meer onder byfondere Vafalhceren waaien, begunftigt hebben met haar éigeMagiftraatsbeftelling, en met andere voorregten, en neevens de Eedelen toegelaaten tot de Deliberatien > Waar aan de Eedelen eerft alleen deel hadden. Maar wie fal, anders als by gisfing, bcpaalen, óf, cn in wat faaken, de eerfte Craaven zyn gebonden geweeft aan het advis der Eedelen : of de Eedelen gefaamentlyk gemaakt hebben een lichaam , dat de reft der ingefetenen reprefenteerde , dan of het de Graaven vry ftond, te beroepen wie zy wilden : lbo de Eedelen representeerden de reft der ingefetenen , waar in die reprefentatie eigentlyk beftond: en wat de Eedelen bewoogen , of genoodlaakt, heeft, om de Regeerders van de Steeden nevens haar te admitteeren tot het reprefenteeren van de reft der ingefeetencn, en wel elke Stad met gelyke ftem als het gelieel ligbaam van de Eedelen: foo dat die te vöoreh alleen de Staaten uitgemaakt hadden , fig naderhand genoegt hebben met maar ééne ftem van vyf, feeven, of meer, na dat 'er meer of minder Steeden by importante voorvallen ten dagvaart beroepen wierdeh ? Dog die, en diergelykc, duiftere faaken overllaandc, fal men fig genoegen met te geeven een befchryving van het lighaam van de Staaten, fodanig als het geweeft is onder de laatere Graaven, wanneer het beftaan heeft uit de Eedelen, cn Steeden. Daar fchynt wel van overlang geweeft te zyn een Collegie van Eedelen, heedendaags gemeenlyk genaamt de Ordrc van de Ridderfchap tot I. D rel. C on  ( 34 ) onderfcheiding van de Eedelen, die geen Leeden fyn van dat Collegie: want in een Refolutie van de Staaten van den 27 Septemb: 1565 word gefprooken van „ het gebruik , beroerende de „ electie van de Eedelen, in plaats van de geene „ die overleeden zyn, dat NB. van alle oude ty„ den is geobferveert binnen den Lande van „ Holland Maar welke ook mogen geweeft zyn de functie, en voorrcgten, van dat Collegie, en van de Eedelen, daar in befchreeven, fe waaren gewisfel yk de eenige Eedelen niet, welke befchreeven wierden op de dagvaarden , of Staatsvergaderingen met uitfluiting van de andere Eedelen, gelyk federt ingevoerd is. En hoewel meede blykt uit een Refolutie van de Staaten van den 26 Septemb. 1565, en uit ieeker Registertje van den Griffier Bartholt Ern/Ï. beruftende onder het Hof, en waar uit een Extract hier agter bygevoegt is , dat 'er Eedelen geweeft fyn, die by dittindie groote Eedelen gcïioemt wierden, en die befchreeven wierden op alle generaale dagvaarden, foo toonen nogtans oe lyften van de Eedelen (a), welke van tyd tot tyd befchreeven zyn ten dagvaart, dat de andere Eedelen , lbo wel als de groote, doorgaans beichreeven wierden. _ In de Handveft -Cronyk van van der Hoeven (b\ Vind men een Notitie van den Heer van Aflèndelf, die ten tyde van Keifer Carel de Vyfde lang (a) By Siiwoiw van Leeuwen Batavia illuftr. Deel 1. IJoofdfruk ia. fa ■ -r&i {(•) B. 1. Cap. 10.  ( 35 ) lang Prefideerende Raad van het Hof van Holland, en te gelyk een van de Eedelen, geweeft is, „van de principaaleHeeren,Eedelen,enVa,, lallen, gegoed in Holland, en daar binnen woon,, agtig, die men van alle oude tyden gewoon?, lyk is tot alle dagvaarden te befchryven, als „ 'er eenige omflaagen van beeden, _of anders, geconfenteert worden": in welke Notitie, behelfende een groot getal van Eedelen, geen het minde gewag gemaakt word van het bovengemelde Collegie van Eedelen, nog ook van de groote en kleine Eedelen, maaralleen onderfcheid gemaakt tulTchcn Eedelen, befittende „ Heer„ lykheeden, of Affibagtsheerlykheeden, en Lan,, den, onder de fchilttaalen geleegen, cn Ee3, delen, welker Landen onder de fchilttaalen niet }, begreepen waaren" , en waar van de eerfte alleen befchreeven wierden, wanneer de omflaagen gevraagt wierden op de fchilttaalen , en de tweede, wanneer tiende penningen, fchoorfteengeld> mergengeld, of diergelyke extraordinaris geeifcht ivierd op de Landen, onder de Jclülttaaien niet begreepen. : Tot verftand van welk onderfcheid fal het niet ondienftig zyn, in het voorbygaan aan te merken, dat eert feekere fomme van Schilden y een foort van munt, in naam ovcreenkoomende met de filvere Stantpenning in Vrank ryk , die men nog ten huydigen daage Escu , of Schild, noemt , van ouds is verdeelt geweeft over de Steeden, en het platte Land, met uitfondering, naa het fchynt, Van verfcheide Heerlykheeden, meeft alle grenfende aan Gelderland, cn aan het Stigt van Utregt, het zY dat die niet gehoorde» Ca Qp*  ( 36 J onder Holland ten tyde van het verdeelen Van die iomme, of dat fe in geen ftaat waaren om iets op te brengen weegens de geduurige óorloogen: cn dat de oude beede gewoonlyk omgeflaagen wierd volgens de voorf. verdeeling der. fchilden, het geen men noemde, op, of over, de jchilttaalen omflaan: eeven gelyk nog heede ten daage de fchattingen op de Landeryen in de Provincie van Vriesland omgeflaagen worden naa feekere oude fetting of verdeeling van tulfchen dc hondert dertig en hondert veertig duifend florynen over de geheele Provintie , de floryn het eene jaar meer, het andere minder bedraagende, naa dat de Staaten nodig vinden tot hoeding der laften, maar altyd geheeven wordende na de voorl. oude fetting. Dog om weder te keeren tot de comparitie der Eedelen op de dagvaarden, of Staatsvergaderingen, het diend fonderling tot beveiliging van het gefegde daar ontrent, dat in het jaar 1563, wanneer de Graaf van Egmont, en de Heer van Brederode, klaagden, „ dat fy niet wierden be„ fchreeven tot de dagvaarden van de Staaten, „ foo nogtans van ouden voorleeden tyd o-c„ woonlyk was te gefchieden" , de Staaten ^in haar antwoord meede niet gewaagen van het Collegie van de Eedelen , of, gelyk men nu ipreekt, van de Ordrc van de Ridderfchap, welk Collegie op de dagvaarden foude reprefenteeren het geheel lighaam van den Adel , maar alleen onderfcheid maaken „ tulfchen generaale be„ fchryvingen van de Staaten , die niet gefchiej, den dan in merkelyke faaken van importau3) tie, als van beeden , en diergelyke": tot hoeda-  ( 37 ) 4anige dagvaarden de Staaten feggen, dat de twee gemelde Heeren altyd befchreeven fyn, foo veel zy weeten; „ en dagvaarden over an5, dere lopende faaken, dienende tot beleid van „ de proceffen , en andere diergelyke, welke ,., loopende faaken fyn gedaan , en gevordert, „ by de Gedeputeerden van de les Steeden, en ,., eenige Eedelen, die naaft gefceten zyn" (a). Dan hoewel het getal der Eedelen , die befchreeven wierden tot de dagvaarden, vry groot was, foo verfcheenen fe doorgaans maar in een gering getal, immers ten tyde van de laatfte Graaven , gelyk af te neemen is uit de lyft geïnfereert in het vyftiendc Capittel van het tweede Boek van de reeds aangetooge HandveftChronyk, en uit de Regifters van de Staaten. Het getal der Eedelen, die ten dagvaard quaamen, wierd eindelyk foo klein onder de troublen , dat de Staaten genoodfaakt wierden daar in te voorfien, en vaft te ftellen, „ dat de Ee,, delen fouden gehouden weefen, alle Vergade„ ringen van de Staaten, ten minfte tot vier in „ getale, waar te neemen" (b): welk getal in het jaar 1581 nader bepaald wierd op dry, „ behalven de Gedeputeerde van de Eedelen, weefende „ in 't Collegie"; met byvoeginge, „ dat niet „ te min de Eedelen, weefende min in getale ,, ter Vergadering van de Staaten , gehouden „ fouden zyn op alle faaken te Hemmen, en te » adte) Sic Bef. St"> van Holl. 23 Mey 1563. (/>) Sie Ordonnantie op de Vergadering by BoR b. 7. fol. 4R2 , Bef. Si'? van ïlvll. 25 Dec. 1578, '17 Febr. en 26 Sept, 1579- C ü  t 38 5 „ advifeeren : en dat tegen de abfente de boej, ten, en breuken, verhaalt lullen worden: be,j halven, dat regard genoomen foude worden, 3, om de abfentie van de Eedelen te doen af-. 3, korten aan het gunt de Eedelen jaariyx voor 3, haaiiuider comparitien uitgereikt fal 'moeten s, worden" (a). Maar hoewel de Eedelen doorgaans in klein getal op de dagvaarden compareerden, foo verlooren fe daar door niet het regt om in compleeten getaale daar op te compareeren: gelyk daar uit af te neemen is , dat alle de Eedelen befchreeven zyn in de jaaren 1584 en 1585 tot de dehbeiatien over het opdraagen van de Souverainiteit deefer Landen aan Vrankryk , of Engeland {b), Voords verdiend het fonderlinge opmerking, dat de Eedelen , federt dat de groote Steeden geworden fyn meedeleeden van de Staatsvergadering, gereprefenteert, of vervangen, hebben de kleine Steeden , en het platte Land(f), uitwyfens de Procuratie van de Eedelen van 7 Ocïob. 1555 tot het affifteeren by de overdragt van de Graaffchap van' Holland door Keifer Carel op fyn Soon Philip, meedebrengende onder anderen, „ compareerde &c: Heeren Gerrit Heere van „ Afïendelf &c., als Eedelen van den Lande van 33 Holland en Weftvriesland, vpor hen felve, en n verte) Sie Ref. St™ van Holland 16 Maart 1581. te) Sie Rif. i5V<" van Holland 26 Sept. 1584.cn 11 April Ï585- {c) Sie de Handveft Chrohyk b. 2. cap. 15. Ref 6t'n ven Holland 4 April 3552, 4 Vecanb. s,sss-  (39) „ vervangende alle de andere Eedelen, midsga„ ders de kleine Steeden en platte Landen van de „ voorf. Lande — en verklaarden — geconftitueert „ en gemagtigt te hebben — uit de naam en ver„ vangende alle de andere Eedelen, midsgaders „ de kleine Steeden en platte Landen als vooren, „ met de gemagtigden van de fes groote Stee„ den van denfelven Lande &c" (a). Welke Procuratie geïnfereert is in het Regifter van de Staaten , fonder dat de Steeden daar op te feggen vonden. En dat niet alleen : maar de Staaten felve feggen in een Refolutie van den iaFèbruarü 1579, genoomen by gelegentheid van de exhibitie van een Procuratie voor dry Gedeputeerden ter dagvaart wegens de „ Steede van den „ Briele , en platten Lande van Voorne", dat „ de Landen van Voorne in alle Veigade„ ringen van de Staaten by de Ridderfchap, „ Eedelen, en befloote Steeden tot daar toe „ waaren gereprefenteert — fonder dat van weege „ de platte Landen eenige Gedeputeerden mogten „ toegelaaten worden, alfoo de Ridderfchap en „ Eedelen defelve reprefenteerden". Deefe reprefentatie , of vervanging , van het platte Land, en van de kleine Steeden, was onder de Graaven een foo notabel voorregt, dat de Eedelen daar door in handen hadden de voornaame klem van de Regeering: fchoon de gioote Steeden , welke zy te vooren foo wel gereprefenteert, en vervangen, hadden als de kleine, fes ia) Sic Ref. St'? van Holland 7 OÏÏob. 1555 C 4  ( 40 ) fes {temmen hadden, en het geheel lighaam da Eedelen maar ééne ftem. Om waar van, in het voorbygaan, een klaar befef te geeven, is het dienftig aan te merken, eerftelyk, dat het platte Land en de kleine Steeden faamen meerder contribueerden in de beeden als de fes groote Steeden, welke gewoonlyk alleen , nevens de Eedelen ten dagvaart quaamen, en welke wel van doe af met regt groote Steeden genoemt wierden in vergelyking van de kleine , maar geenfins foo vermoogend waaren als fe naderhand geworden fyn door den aanwafch van Neeringen, Fabryquen , en buitenlandfche Negotie. ; Het welk geen ander bewys behoeft, als dat uit de booven aangetooge Refolutien van den 2i en 11 Augufty 1556 { a ) blykt, dat nog in die tyden (men fwyge van ouder tyden) het twaalfde part der morgentaaien, met de weinige, en geringe, Steeden, welke de Prins van Orange, en de Graaven van Egmont en Hoorn, in Holland befaaten (b), meer als het twintigfte deel contribueerde in de beeden, en midsdien alle de moiv gentaalen, by een gereekent, meer als 12 twintigfte declen , of dry vyfde parten. Ten anderen is het dienftig ten voorf. einde aan te merken , dat het effea der contradictie van één, of meerder , Leeden in materie van Confenten in die tyden niet was , gelyk heêdensdaags, de conclufie te beletten: maar alleen het con- (a) fot. iy. {/>) Geerttuidenberg , Pm-merend, Woudvichem, &o Sie BosuORNii Tbeatr. Hollandice.  ( 41 ) contradiceerend lid, of leeden, te bevryden van te contribueeren in haar weerwil met de meer-» derheid. , Immers dit is de bevatting, welke het Groot Privilegie van Vrouw Marie geeft van de vryheid der Confentcn in die tyden: een Privilegie , dat volkoomen geloof verdiend ontrent dit ftuk , om dat de oude voorregten van de Staaten, en van de byfondere leeden, gewilfelyk by dat Privilegie niet bemoeit fyn , maar eer vermeerdert, ten minfte verklaart en uitgelegt ten genoege van de Staaten , en van de byfondere leeden°, foo veel als de materie konde lyden , dewyl het verkreegen, omniet te leggen, afgeperft is, van een minderjaarige Gravin, in een ongelukkige, en daarom tot het verkrygen van Privilegiën gunftige, tyds gelegentheid Twee remarques, waar uit noodfaaklyk volgt, dat de 'Eedelen , wanneer fe maar de helft van de «roote Steeden op haar zyde hadden , veel meer konden geeven aan de Graaf door haar ftem, als alle de groote Steeden te faamen, fonder dë Eedelen, door de haare: en dat de Graaf overfulx groote reeden had om de Eedelen uit hoofde van de repreicntatie van het platte Land, en van de kleine Steeden, fonderling, en meer als eenig ander lid, te menageeren. Maar, na dat onder de troublen de meefte kleine Steeden geworden waaren ordinaris Leeden van de Staatsvergadering, en derhalven niet langer gereprcfenteert wierden door de Eedelen: en vooral, na dat ingevoerd is, dat niet geconcludeërt kan worden in materie van Confenten als meteenpaarigheid: is de reprefentatic of vervanging C 5 n'lct  (42) niet alleen van de kleineSteeden maar ook van het platte Land,door deEedelen van felfs als verdweenen. Invoegen dat het niet te verwonderen is, foo de Steeden met de tyd daar van alle geheugenis verboren, of immers vielen in dat begryp, dat de Eedelen niet langer bevoegt waaren bm fig te adferibeeren een quahficatie, die federt veele jaaren ontbloot was van alle realiteit. En dien conform vind men, dat als de Eedelen in het jaar 1627 fuftineerden in een deliberatie , raakende de verpondingen, „ dat haar „ toequam het platte land in de Vergadering „ te reprefenteeren", alle de Steeden verklaarden, fulx met te konnen toeftaan O): en dat wanneer de Eedelen fig in het jaar 1637 in de' Aae, waar by zy Prins Frederik Hendrik aannaamen tot eerfte lid van haar lighaam, toefchreeven te reprefenteeren het platte Land (b), verfcheide Leeden van de Vergadering, aan welke die Acte gecommuniceert wierd wegens de Prins te feggen vonden op die reprefentatie, en dat' naa het brengen van de faak ter kenniflè van de principaalen, die van Haarlem, en Leyden verklaarden , „ niet te konnen toeftaan de qualifi- catie, by de Heeren van de Ridderfchap, en „ Eedelen, geaflumeert, van dat defelve alleen 9, het platte Land van Holland en Weftvrieslapd „ fouden reprefenteeren", maar daar tegen te protefteeren van nulliteit Dan (ia) Sie Ref. van Holland28 July 1627. (b) Sie Ref. St Wat nu belangt de Steeden, die met de EedeJen uitmaaken het lighaam van de Staaten, het k kennelyk, dat de Graaven, om den HollandJciien Adel, die haar te magtig was , klein te inaaken , aan verfcneide Steeden gegeeven hebben booven haar vrye Raadsbeftelling, en andere voorregten, het regt om, als onaf hangelyk van de Eedelen , nevens de Eedelen te compareeren op de dagvaarden. Het geen begonnen fynde door de Graaven van de oude Hollandlche ftam, en gevolgt door de verdere Graaven, eindelyk onder de troublen ioo ver gebragt is door de Prins van Orange, dat de klem van de Regeering ongevoelig overgegaan is van den Adel aan de Bui gemeefteren, en Raaden , of Vroedfchappen van de Steeden. In den aanvang wierden geen andere Steeden beichreeven op de dagvaarden als Dordregt, Haarlem, Delff, en Leiden, welke noit particuliere Heeren gehad hebben, hoewel de Burggraat van Leiden in de eerfte tyden weinig minder was als Heer door het groot gefag, dat hy jn de Stad-had: daar Amfterdam, en Gouda , byquaamen , doe fy by verfterf outflaagen waaren van haar particuliere Heeren. Want in Holland en Zeeland ( om dat in het voorbygaan aan te merken ) is het altvd een vafte maxime geweeft, dat geen Steeden ,welke Vaialheeren hadden, kenden Leeden weefen van de Staatsvergaderingen. En het was een nieuwigheid, met die maxime ihydende, dat Veen en Vhsfmgen, die noit beichreeven waaren, doe fe te vooren een Vafalheer hadden, niet wceder geweert wierden uit de  { 45 ) de Staatsvergadering van Zeeland, doe fe in ha jaar 1581 ten tweeden maale van vrye Steeden va/alle Steeden Wierden (a). Geheel anders was in het jaar 1516 gehandek met de Stad Thoolen , van welke Smallegange getuigt in fyn Chronyk, dat het Schot van der .Thoolen met Schakerloo en Vosfemaar in het jaar 1516 verpand zynde aan den Heer van Bergen j die van Thoolen geduurendc de pandfchap niet verfcheenen onder de Steeden, maar de Heer van Bergen onder de Eedelen van Zeeland. Het had (onder verbeetering) meer overeengekoomen met de bovengemelde maxime, en met de opgevolgde practyq, foo de Staaten van Zeeland , doe Veere en Vlisfingen weder te koop geftelt wierden in het jaar 1581, door haar Souveraine magt de koop gefluit, of overgenoomen hadden, gelyk Philip de Tweede als Graaf van Zeeland gedaan had by de voorige verkooping van het jaar 1567 ; of, foo fe verklaard hadden Veere en Vlisfingen by voortgang van de koop weeder te fullen moeten handelen als Vafalle-Steeden: wanneer de Prins van Orange , die in het jaar 1581 kooper wierd, ligtelyk foude afgefien gehad hebben van de koop. En is te verwonderen, dat de Staaten van Holland, welke feer wel begreepen de gevolgen van de verkooping niet liever de koop hielpen ftremmen, of in alle gevallen niet liever felve koopers wierte1) Sic ke/St* van HoïJ. 20 Mey 1581. Sie Ref. SI'? va» Htll. ao Aley f58 j!.  C46 ) gierden, wanneer fy altyd hadden konnen dé koop weeder overlaaten aan Zeeland onder redelyke conditiën, als dat fy de Prins van Orange animeerden om kooper te worden, en daar toe aan hem geld aanbooden (d). Maar om van deefe disgresfie weder te keeren tot de les bovengenoemde Hollandfche Steeden, welke men van ouds genoemd heeft, en nog noemd de groote Steeden : tot de troublen toe wierden die alleen befchreeven op de dagvaarden uitgefondert by de huldiging der Graaven, en by andere gelegentheeden, den Landftand in het gemeen betreffende, of de kleine Steeden directejyk aangaande, wanneer defelve, of alle of die geirtterefïeert waaren in de deliberatien, meede befchreeven wierden (b). Maar in Septemb. 1573, naa dat het Noórderquartier als afgefneeden was van het Zuiderquartier door het verlies van Haarlem, en doordien Amlterdam bleef 's vyands zyde houden: het geen de feeven Steeden van het Noorderquartier noodfaakte om voor een tyd een affonderlyke Vergadering te formeeren : wierd een Ordonnantie geraamd op de Vergadering der Staaten, en gearrefteert in February 1574 (0, volgens het eerlte articul van welke Ordonnantie by provifie, cn geduurende den oorlog, het Collegie der Staaten van Holland foude gereprefenteert worden by de tete) Sie Ref. Sf* van Udll. 16 Jittiü 158r. te) Sie Ref. Sf* van Holland 22 Feb. en 23 Juh K44; 10 Jutp 1546. 11, en 22 Junj 15, cn 21 July IC4S! ^48' 3 OBob. 1550, 6 en 7 Septemb. 15/9. M'' te) SieBoRé. i.fti. 482, ent, 8, fol. 659.  ( 4? ) Eedelen naa ouder gewoonte, met de Gedeputeerden van de Steeden Dordregt, Delf, Leiden, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Gornichem, Schoonhoven, Oudewaater, en Woerden : alle Steeden in het Zuyderquartier geleegen. Dit is de eerfte oorfprong der ordtnaris comparitie van de kleine Steeden op alle dagvaarden. Hoewel 'er te dier tyd een reeden was om de kleine Steeden van het Zuiderquartier te befchryven, welke ophield eer dat verfcheide kleine Steeden, die nu altyd ten dagvaart verfchynen, aangenoomen, en erkend, wierden voor ordinaris Comparanten, te weeten, dat Haarlem, cn Atnfteidam, twee van de fes groote Steeden , des vyands zyde hielden, en daarom niet konden befchreeven worden. Het geen de vier overige fcrupuleus maakte om fonder de kleine Steeden fig te belaften met foo fwaarwigtige, en foo gevaarlyke, deliberatien, als dagelyx aan haar voorquaamen , en daarom baar ^alleen deed neemen die precautie, dat de admisfie der kleine Steeden tot ordinaris Comparanten maar foude weefen povifioneel , en geduurende den oorlog, welke het doe ter tyd niet te voorfien was dat van lange duur zyn foude: gelyk ook al in het volgend jaar over een vreede, of verfoening met de Koning van Spagnien, gehandelt wierd. Ver dat men doe had konnen denken op een oorlog van tagtig jaaren, een veel te lange tyd om na verloop van dien de faaken te konnen herftellen op de voorgaande voet in prejudicie van een foo langduurige provifie, en pósfesfie. In de bovengemelde Ordonnancie word wel niet gevonden dat verandering gemaakt is by Staats-  ( 4& ) Staats-Refolutie voor het jaar 1579, maar niet; te min fyn al voor het einde van het jaar 1574, boven de Gedeputeerden van de Steeden, in de voorl. Ordonnancie genoemd, die van den Briele, én in het begin van het volgend jaar die van Geertruidenberg, en van de feeven Steeden van het Noorderquartier , ter Vergadering gecompareert (a). Dog in Fcbruary 1579 5 naa dat de Provintie nu weeder geconfolideert was, en geen van de groote Steeden langer belet wierden de Vergadering by te wooncn, refolveerden de Staaten niet te min, niisfchien om dat den oorlog, die oorfaak geweeft was van het befchryven der kleine Steeden , bleefduuren, „dat voortaan op alle Vcr„ gaderingen van de Staaten fouden befchreeven „ worden, en cornparceren, de Ridderfchap, Ee3, delen, en Steeden van Dordregt, Haarlem , Delf, „ Leiden. Amfterdam, en der Goude, Rotterdam, „ Gorcum.Schiedam, Briele, Alkmaar, Hoorn, „ en Enkhuyfen, uitgefondert in faakeii van Ccn„ tributie, Tractaaten van Pais, oorlog, of verandering van Regcering, op welke faaken alle kleine Steeden meede fouden befchreeven wor5, den , en dit alles by provifie, en onvermin„ dert iemands Privilegiën cn Gcregtigheeden j, ter contrarie : behoudelyk ook , dat die vau „ Schoonhooven, Edam, en Monnikendam, en P, ook de andere Stccden, aan fyne Excellentie „ ibu- (a) Sie Ref. Sl"> van Holland 22 Novemh. 1574, ert 4 Jan. cn 5 Feb. 1575. Sie ook 29 Maart 1575, H Maart, en 11 Oiïob, 1576.  ( 49 ) ,, fouden mogen remonftreeren alfulke fwaarig„ heeden als zy daar in fouden vinden moogen, „ om by fyne Excellentie daar in voorfien te moo,, gen worden naa behooren (» van Holland 13 Jan'. 1609. te) Sie Ref. Sf? van Ho»: 2« Sept enk en 16 Decetno: 1624. 1 D z  ( 5* ) Graaven, en van de verhandeling der Leeden over te gaan tot die van het regt en magt da £ l f A en,vooral' aan te merken, dat de Staaten hebben konnen altyd vergaderen als zy het geraaden vonden, fonder dat zy daar'toe nodig hadden de permiffie van de Graaven. De Staaten feggen ten deefen propoofte, feer opmerfSXf 5 Gen Refolutie van den 27 January 1300, „ dat zy van ouden tyden gerecrtigt waa„ ren geweeft niet alleen by Privilegie f maar „ ook goed gebruik en ufantie, tot allen tyden „ te vergaderen , als de faaken van den Lande „ ulx vereyfchten , fulx ook naa Regten alle Col„ Jegien , die gepermitteert zvn , was toegelaa» ten, t welk meede noodfaaklyk in alle lig" ^amen,^ die reprefenteeren eenige Collegien ,,.of Univerfiteiten, mofte gefchieden, om op „ alle fwaangheeden, die daaglyx occurreeren, „ ioo in t generaal, als in 't particulier, te dispo«, neeren, en 't gemeen profyt van dien te hel„ pen vorderen na bchooren". Het Privilegie, waar van gefprooken word in de voorf. Relolutie, is ongetwyffelt het foogenaamt Groot Privilegie van Vrouw Marie vatI iJourgondien van den 14 Maart 1476 («), meedcbrengende, dat de Landen van Holland, Zee„ Jand, en Vriesland, of die Steeden van defelve „ Landen , onder malkanderen , of ook met de „ Staaten van de andere Landen, fullen mogen n loo dik en meenigwerven hen dat believen „ fal, te) Sie Ref. Si-» van IMlani 5 Feb: 156Ö.  ( 53 ) fal, die een den anderen befchryven , met „ malkander in dagvaarden, en anders, vergade„ ren ter plekken daar hun goeddunken fal, om „ aldaar te fpreeken van faaken de voornoemde „ Landen , of Steeden, of eenige van dien, „ aangaande, fonder daar op te moeten verwer„ ven verder confent, of oorlof, van haar of „ van haar naakomelingen, of ook tegen haar „ daarom te misdoen, of tot begryp geftelt te worden in eeniger manieren". Dog de Staaten hadden groot gelyk, dat fe in de voorf. Refolutie andere , en, foo men het mag feggen, kragtiger redenen voegden by het voorf. Privilegie, welkzy niet konden ignoreeren niet van het befte alloy te weefen. Het was naamelyk een van die Privilegiën , waar van Pontus Heuterus (a) fegt: ea Privilegia Belgarum Ordinibus Maria concedere eft coacta, traditisque tabulis confirmare, qu<£ fuccejfores ejus , pupilU adolescentuU extorta confiderantes , nuïïd fibi ratione fervanda cenjuere. Non enim minus contra Principis Jignitatem quam Reipublic en bedienden fig vervolgens van de vrye magt, die fy hadden in het ftuk der Confenten, om van de Graaven te verkrygen het geen, dat zy meenden nodig te weefen voor het welvaaren van den Lande : Het felve aan de Graaven voordraagende , en daar op difpofitie verfoekende voor het confenteeren der gedaanePetitien {a), of ook wel het infereerende , als conditiën, in de Acten van Confent (b). Waar door de reprefentatien, en verfoeken , van de Staaten fomwyl meer in de forme, als in de daad , verfchilden van directe difpofitien: wanneer naamelyk de Graaven oorloogen op den hals hadden, of anderfins om geld benodigt waaren : het geen niet felden het geval van groote Heeren is. En dewyl de Leeden, dieniet confenteerden, ongehouden waaren nevens de andere te contribueeren, gelyk getoond is, bedienden defelve fig niet minder als de Staaten van de gelegentheid, die de benodigtheid der Graaven aan haar gaf, (a) Sic Ref. S/<» va» Holland 23 en 24 Deo: 1555. (/-) Sie Ref. St'j> van Holland 14 Nov. 1548, 6, 14, 16, en 24 Maart 1553. D 5  ( 58 ) gaf j; om van defelve te verkrygen allerhande Handveften, waar by de Graaven afftonden van haar regt ten voordeele van de Steeden. Voords ftaat aan te merken, dat hoewel de Staaten een vry confent hadden op de beeden, of Petitiën van de Graaven, en de Graaven fonder bewilliging der Staaten onbevoegt waaren tot het heffen van fchattingen , het nogtans niet ftond aan de Staaten op haar eige authoriteit, en fonder wille van de Graaven j de gemeente te belaften , uitgefondert alleen met de nodige omflaagen tot betaaling der huislaften, welke in die tyden gering waaren , en dat nog niet als met confent en ordonnancie van het Hof, waar aan fy ten dien einde deeden overgeeven een Staat, :of Specificatie, van de huislaften : gelyk "er menigvuldige fodanige Staaten gevonden worden in de Memorialen van het Hof, tot het jaar 1550 toe. De penningen, die tot voldoening der beeden nodig waaren , wierden gevonden by omflag over de fchilttaalen, waar van gefprooken is in het voorgaande Capittel, of by omflag over de morgentaalen, verkooping van Renten , opftelling van impoften, eri verfcheide andere wyfen. Uit de Aclen van Confent, die in de Regifters, en elders, gevonden worden, blykt , dat de Staaten haar Confenten aan de Graaven prefenteerende, daar by voorfloegen de middelen, door welke de penningen fouden behooren gevonden te worden, en daar op verfogten de bewilliging der Graaven, welke gegeeven wierd by de Aóten van acceptatie , en waar over fomwyl veel te doen  ( 59 ) doen viel, eer dat de Graaf, of de Gouverneur generaal van de Nederlanden, en de Staaten eens wierden (a). Soo de penningen geheeven wierden op de eerfte wys , dat is by omflag over de fchilttaalen , hadden de Staaten, naa de acceptatie van het Confent, niet meer te doen met het opbeuren der penningen, het geen op ordre van de Graaven gedaan wierd door den Ontfanger van de beeden (b), een Amptenaar, die van de Graaven alleen dependeerde, en onderfcheiden was van den Ontfanger generaal van het gemeene Land van Holland, welke laatfte aangeftelt wierd door de Staaten, of op derfelver prefentatie {c), Maar wierden de penningen geheeven op eenige andere wyfe , foo wierd fulx wel gedaan door, of van weege,de Staaten, maar die moften daar toe verfoeken Oclroy van de Graaven (d)t of een claufule in de Aden van acceptatie, welke diende voor Oótroy ( Sic Bef. Se» van Heiland 27 Mey 1568. te) Sie Ref. Se,» van Holl. 12 Ocl: 5, en ijNov:, 10, en 18 Dec: 1545, 11 Feb: 1546. 21 , en 27 Mey en 29 Sm» 1568. te) Sie Ref. Se» van Holland 8 April 1544 , 5-April 1552, 19 'Juny 1570. te) Sic Ref. Se.» van Holland 19 Juny 1568.  ( 60 ) " Eft?-' en andere omflaaSen , alleenlyk fyn «aakte executeurs van fyne Koninglyke Ma- : Sel^ middden * f™ de w£de^0^^^^ ten -den WGl geconciPieert door de Staa- tplflïï de Middelen, tot welker ophef de Staanee1fvkf^yeert Waar6n > te ^""en vorderen by 2>taaten executonen verfogt worden (3). s^sssaaK staaten'nog de staa- Van al het welk de oude Regifters vol zvn - £■££? eenige ^'n'ge Refolutien tot bewys VnnS ^01IÏ kant aan te teekenen. * V oords dienden de dagvaarden van de Staaten rneeae om ordre te ftellen op de faaken van de Admiraliteit , waar van de kennis , en het be! aterde"n. V°0r gededte geftaa11 hebben Defelve feggen in een Refolutie van den 4t7erfr Stadhoud*r van Holland, " felvïn P'd;veefe"deA. en de Staaten van de' felven Lande, refpedivelyk van alle oude ty- „ den  ( 6i ) „ den in gebruik en pofleflie waaren geweeft van alle exercitie, adminiftratie, en handeling ter „ Zee, en het feit van de Admiraliteit, te doen ,, over de Landen en kuften van Holland, en „ ook over de ingefeetenen van dien ter Zee, ,, immers waaren ook de Steeden in 't parti„ culier in poffeffie van veele pointen van de ,, voorf. Admiraliteit te ufeeren, als kennis te ,, neemen van Contraden, Pryfen, en ook de„ liden ter Zee gefchied, felver eenige toerufting „ te doen , de reekening van dien te hou,, den, den Capitein en Officiers te ftellen , en 3, diergelyke aden, concerneerende het feit van ,, de zeehandeling, te exerceeren. En dat dit geen ongegrond voorgeeven van de Staaten was , blykt klaarlyk daar uit , dat het Accoord, in het jaar 1565 gemaakt met den Graaf van Hoorn als Admiraal van de Zee over de Landen van herwaards over , en door de Prins van den Lande geconfirmeert {a), meedebrengt, ,, dat die van Holland lullen blyven in haar oude ,, liberteit, en gebruik, om equipagie ende toe„ ruftinge van Scheepen van oorloge, foo by ee„ nige perfoonen of Steeden in het particulier, „ als by het voorf. gemeene Land in 't genej, raai, tot haaren eigen koften te doen, omme den haaren te defendeeren, ook haare Vyan3, den, Zeeroovers , of andere, te refifteeren, 0 ende te krenken, ende dat by advis van haaren „ Stadhouder in der tyd, ofte van die van den ,, Raa- O) Sic Ref, Sc? van Holland 18 JDeci 1565, cn 29 April  X 6* ) „ Raade in Heiland (I), {tellende, endeaannec„ mende de toereeders en alfulke toeruftinge van „ Scheepen, de Capiteinen, Hoofden, ende Of„ fkiers, na haar goeddunken, dewelke de Ca„ piteinen, ende Officiers by den Graave van „ Hoorn, als Admiraal, hertelling gegeeven, ende „ daar van geëedt fullen worden als het be„ hoord binnen den Lande van Holland (a)n Egter fchynt het beftier der faaken van de Admiraliteit meelt geweeft te fyn in handen van den Stadhouder, een Officier, niet van de Staaten, maar van de Graaf, met eenige uit den Raad% of uit het Hof, gelyk getoond fal worden in het volgend Capittel. En het is opmerkelyk, dat de Staaten geen gewag maaken van de faaken van de Admiraliteit , in de booven aangetooge Refolutien van den 22 Mey 1563, en 28 November en 13 December 1564 (£), fchoon dienende om aan te wylen de faaken , welke verhandelt wierden op de dagvaarden, en genoomen in een tyd , dat de Staaten in verfchil waaren met de Graaf van Hoorn als Admiraal van de Nederlanden. Eindelyk blyktuit de Hiftorien, dat het geftaan heeft aan de Staaten , by minderjaarigheid der Graaven, of by andere diergelyke toevallen, te forgen voor derfelver Perfoonen, en voor de proyifioneele Regeering vsn den Lande , gelyk georuikelyk is onder alle eenhoofdige Regeeringen, daar Staaten, of Parlementen fyn. Niet 3ic van Wh S Otl: iSSo, en 26 Mey HET  ( 65 ) Van het deel, dat de Stadhouder, en het Hof, gehad hebben in de Regeering onder de Graaven. V_J^ het gefegde in de twee voorgaande Capittelen fchynt te volgen, dat de Regeering van Holland onder de Graaven geweest is een éénhoofdige Regeering, dog fodanig bepaalt, dat aan de een zyde de Graaven hebben moeten fig bedienen van den raad der Staaten in het bellier der faaken, en dat fe geen fchattingen hebben konnen opltellen fonder derfelvêr bewilliging : en dat aan de andere zyde de Staaten, booven de vryheid der Confenten, of de magt van ter beede van de Graaven te openen, of niet te openen, de beurs der ingefeetenen, ook het regt gehad hebben van aan de Graaven voor te draagen al, wat zy by Staats-deliberatie verftonden te weefen van het nut der ingefeetenen , welke zy reprelenteerden. Seeker geen gering regt, dewyl de Staaten de Graaf, die ongewaapend was , niet te vrecfen , en de ingefetenen op haar zyde, hadden , wanneer zy haar Confenten bonden aan derfelvêr belangen. Maar miffehien fal iemand feggen, dat de bovenftaande befchryving der Regeering van Holland wel fodanig is, als die was ten tyde van de Graaven uit de Huifen van Bourgondien, en van Ooftenryk: dog dat de oude Graaven, die niets I. Deel. E be- HET DERDE CAPITTEL.  ( 66 ) befaaten buiten Holland, en Zeeland, foo veel gefags niet gehad hebben: dat de volgende Graaven uit de Huifen van Henegouwen, en Beyeren andere Staaten befittende buiten Holland en Zeeland , het fpoor van de laatfte Graaven uit het oude Huis volgende , en haar voordeel doende met de binnenlandfche oneenigheeden, het regt van de Staaten onderkroopen hebben : en dat de Graaven uit de Huifen van Bourgondien, en Ooftenryk, nog veel magtiger Heeren fynde, ook nog veel verder gegaan zyn in het ufurpeeren op het regt der Staaten. Maar fchoon dat dit niet fonder alle grond gefegt word, de heersfugt een quaal van alle tyden, en van alle Landen, fynde, foo ftaat nogtans te confidereeren , eerltelyk, dat al wat gefegt word van de oude Graaven feer duifter is, en eer gelykt na gillingen, als na bewys. Ten anderen , dat al wat gehaalt word uit de oude Handveften tot bewys van het regt der Staaten, en van de Steeden, eerder dient tot beveiliging van het regt der Graaven: de Handveften giften , en vergunningen , der Graaven zynde. Men geeft wel voor , dat de Staaten, en de Steeden, gekoft hebben van de Graaven, wanneer die om geld benodigt waaren , onder de naam van Handveften, of Privilegiën , de confirmatie der regten, en vryheeden, haar wettelvk en buiten gifte van de Graaven toebehoorende! Maar waar is het bewys van dit voorgeeven ? Men doorleefe de Privilegiën van de eerfte tot de laatfte, en men fal geen voetftap daar van in defelve vinden, maar in tegendeel in alle een  ( 67 ) een openbaare onderftelling, dat de Graaven regt hadden om te geeven al , wat de Privilegiën inhouden. Souden de Staaten, fouden de Regeerders van de Steeden , foo onvoorfigtig , en foo qualyk beraaden, fyn geweeft, dat zy,in plaats van te koopen van de Graaven, wanneer die de Staaten , en Steeden, van nooden hadden, jaa van Gravinnen , minderjaarige Gravinnen , en Ruwaarden, de erkentenis, en confirmatie, van haar regten, en vryheeden,fig fouden hebben laaten in de hand fteeken giften van faaken , die aan haar van regtsweege toequaamen ? en dat zy door het aanneemen van fodanige giften fouden erkend hebben, haar regten, en vryheeden, fchuldig te weefen aan de Graaven, welke immers niet konden defelve geeven, fonder te onderftellen dat zy daar toe oorfpronkelyk geregtigt waaren ter exclufie van de Staaten, en Steeden? Waarlyk dit is foo ongerymt, dat het waarfehynlykcr voorkomt, dat de Staaten, en Steeden , van tyd tot tyd ingepalmt hebben het regt der Graaven. Hoewel men niet wil tegenfpreeken, dat de Graaven uit de twee laatfte Huifen getragt hebben te verminderen , en weder aan lig te trekken, het gefag, welk de Staaten, en Steeden, met de tyd verkreegen hadden, en felfs, dat die daar in te ver gegaan zyn, gelyk trou«. wens de gewoonte van groote heeren is. In de derde plaats verdient het zyn opmerking , dat het van het uiterfte gevolg foude weefen, voor ufurpatien te willen doen gaan de veranderingen, die ongevoelig voorvallen in de forme van de Regeeringen. De politique lighaamen E 2 zyn  (68 ) zyn in deefen deele niet beftendiger als de natuurlyke. De tyd , en een langduurige poflèsfie, wettigen in materie van Regeering het geen, dat fchielyk , en met openbaar geweld, gedaan wordende, de naam van ufurpatie, of erger, foude verdienen. , ' Soo men dit niet toeftaat is 'er naaulyx een wettige Regeenng. De jegenwoordige Regeeringen van Vrankryk, en van Engeland, vergeJeeken met de waare form derfelve voor twee i dry hondert jaaren, in opfigt van de magt «Ier Koningen, Staaten, Parlementen, Adel en gemeente, verfchillen misfchien meer , als de Kegeenng van Holland onder de Graaven in vvf hondert jaaren tyds verfchilt heeft. En egter fal niemand , die geen vyand is van de gemeene ruit, ftaande houden, dat de Regeeringen van Vrankryk, en Engeland, om wettige Regeeringen te weefen , moeten gebragt worden op de voet als voor de tyd van Lodewyk den Elfde, en Hendrik de Sevende. Soo dat men fchynt te moogen befluiten, dat men niet behoeft hooger te klimmen, als gedaan is m de twee voorgaande Capittelen, of ander looit van bewyfen by te brengen, om te geeven een regt begryp van de Regeering van Holland onder de Graaven : en fchynt derhalven nu te konnen voortgegaan worden tot de verhandeling van het deel, dat de Stadhouders, en net Hof, onder de Graaven gehad hebben in de Regeenng. Na dat de Graaflykheid by verfterf gekoomen was aan Heeren, welke andere voornaame Landichappen befaaten buiten Holland en Zeeland, en  ( 69 ) en daar door veeltyds afweefig waaien , hebben de Graaven fig bedient van Stadhouders, en van het Hof, eertyds bekend onder de naam van den Raad, niet alleen om Juftitie te adminiftreeren aan de ingefeetenen, maar ook om defelve in haar afweefen te houden in ruft , en te voorfien op voorvallende faaken: en dat foo wel de Graaven uit het Huis van Beyeren, en waarfchynlyk meede die uit het Huis van Henegouwen , als de Graaven uit de Huifen van Bourgogne en van Ooftenryk. Want hoewel fchynt te moeten beflooten worden uit de inleiding der Inftruclie van het Hof van Carel van Bourgogne van het jaar 1462, van welke Inftruétie foo aanftonds fal gefprooken worden, en uit de inleiding der Inftitutie van de Raadkamer van Vrouw Marie van den 26 Maart 1476 , dat het Hof niet ouder is als Philip de Goede Hertog van Bourgogne, welke het foude hebben ingeftelt in het jaar 1428, na dat hy de Regeering overgenoomen had van Vrouw Jacoba: lbo is het egter niet begrypelyk , dat onder de Graaven uit de Huifen van Henegouwen en Beyeren , welke nevens Holland andere Staaten hadden, Holland foude geweeft fyn fonder een vafte, en permanente, Raad, om de Juftitie te :.dmiuiftreeren foo in prefentie als in abfentie van de Graaf, cn om in deslelfs ablentie de Regeering met , of fonder, Stadhouder waar te neemen. En het is veel eer gclooflyk, dat het Hof alleen daarom in de boven bygebragte initrumentcn gefegt word ingeftelt te weefen door Philip van Bourgogne, om dat die by het aanvaarden E 3 van  (70 ) van de Regeering de voorigen Raad verfchikt en verandert heeft, foo ten opfigte van de perfoonen, als mifchien ten opfigte van haar laft en Inftruclie, die van desielfs foon Carel de Stoute van het jaar 14.62 vier en dertig jaaren pofterieur fynde aan die verandering, en alleen gerigtomte reformeeren eenige pointen en articulen der Raadkamer, gelyk de inleiding meedebrengt. Ook vind men verfcheide notable blyken, en Voetftappen, van een vafte en permanente Raad, foo onder de Graaven uit het Huis van Henegouwen, als onder de Graaven uit het Huis van Beyeren : gelyk, onder anderen, in een oope Brief van Johan Bilfchop van Utrecht van het jaar 1323 by Ant: Matheus de Nobil: 1: 3. cap: 1. p- 884, in een Privilegie van Graaf Willem de Derde van Henegouwen van het jaar 1333, en in een van Graaf Willem de Vierde uit het felve Huys van het jaar 1340, beyde by Bleysivyk befckr. van Delff fol: 497 en 696, in de Conditiën van het Ruwartfchap van Hertog Albregt van Beyeren van den 6 Maart 1358 (a), in de Huwlyxe Voorwaarden van Vrouw Jacoba met Johan van Vrankryk van den 6 Aug: 1415 (6), m de Acte van Soen tulfchen Hertog Johan van Brabant, Vrouw Jacoba, en Hertog Johan van Beyeren van den 13 February 1418 (r), en in een Handveft van denfelven Hertog Johan van Brabant van den 27 Febr: 1424 (d). Uit id) Gr. Placaatb: deel 3. fol: 5. (b) ibidem fol: 6. Cc ) ibidem lol: 9. id) ibidem fol: 13.  ( 7» ) Uit al het welk fchynt te volgen, dat de inftelling van het Hof door Philip de Goede niet anders geweeft is als de vernieuwing , verandering, of reformatie, van den ouden Raad: en dat midsdien foo weinig kan beflooten worden uit die inftelling, dat het Hof niet foude gefubfifteert hebben voor Philip de Goede, als beflooten kan v/orden uit de inftelling van een nieuw Hof door Prins Willem den Oude in het jaar J573 5 waar van gefprooken fal worden in het volgend Capittel, dat het Hof niet ouder foude weefen als de troublen. Had men de Inftruclie, het zy van Philip van Bourgogne , of misfchien van ouder tyd, waar van die van Carel de Stoute maar een fupplement, of reformatie, is , men foude misfchien meer ligt hebben ontrent het ampt van den Stadhouder, en van het Hof, in faaken van Politie en Regeering, als men _ fcheppen kan uit die van Carel de Stoute, en uit de volgende Inftruclien van Maximiliaan , en van Carel de Vyfde. 'Men fiet daar uit , en uit verfcheide Handveften , dat de Stadhouder en het Hof een lighaam geweeft fyn onder de Graaven, immers onder die uit de Huifen van Bourgogne en van Ooftenryk,van welk lighaam de Stadhouder, en in desfelfs abfentie de Prefident, of eerfte Raad, het hoofd was. Maar voor de reft word daar in niets gevonden , dat de publique Regeering raakt, buiten het volgende. In het één en dertigfte Articul der Inftruclie van Carel van Bourgogne word, ter occafie van het falaris der Secretarisfen, gewag gemaakt van E 4 » be-  ( 74 ) „ beneficiën, en van kleine officien, of anders, „ in de raagt, en tot ter gifte, weefende van de Steedehouder". Of in andere Articulen van die Inftruclie, en namelyk in het 3, 5, 13, 33, 70, 82, 83, 85, 86, 87, 88, 89, 90, en 9311c, expresfien, of faaken, voorkoomen , die verder gaan als het bloote Regtersampt, fal men hier niet bepaaien , maar liever den Leerer doen aanmerken „ dat het niet vreemd is dat de Inftruclie van Carel de Stoute niet breeder fpreekt van het politiq gedeelte van het ampt van de Stadhouder en het Hof, om dat die , gelyk reeds gefegt is , geen compleete, of eigentlyk gefegde, Inftruclie, is, maar alleen een fupplement, correctie, of reformatie, van een voorige. In het twaalfde Articul der Tnftructie van Maximiliaan van Ooftenryk word gefegt, „ dat „ foo wanneer de Stadhouder eenige faaken op„ koomen fullen, roerende ons, ofonfeLanden, „ foo fal onfe Stadhouder by hem roepen twee, „ dry, of vier , van de Raadsluiden, naa dat n die faak begeeren fal : maar als die faaken „ fwaar , en van importantie weefen fullen, „ naar dat die twee of dry Raadsluiden gecom„ municeert fullen hebben, foo fal men daar af „ rapport doen in vollen Raade, omme daar in „ te fluiten foo als behoorcn fal". En in het feeventiende, „ dat de Steedehouder „ hem voortaan niet meer onderwinden fal ees, nige officien, of beneficiën, te geeven, hoe5, danig die zyn, of eenige brieven daar van te w expedieeren, het zy dat die vacceren by doode,  ( 73 ) , refignatie , of anderfins, maar ons daar af „ laaten die difpofitie. In het eerfte articul der Inftruclie van Carel de Vyfde: „ dat de Stadhouder laft, en authori„ teit, fal hebben , te bewaaren , en doen be„ waaren, de voorf Landen: de Steeden, Sloo„ ten, Frontieren, en plekken, op de Frontie„ ren, en binnen de voorf. Landen leggende, „ te vifiteeren: te onderfoeken, en doen ondcr„ foeken, of zy 't geen, dat zy tot bewaarnisfe „ van hen felve behoeven, hebben, of niet: en „ daarinne in tyds te doen voorfien, na dat de „ tyd en nood eifchen fal: en generalyk, al te „ doen , dat tot bewaarnilfe en befchermeniife „ van defelve Landen, Steeden , Slooten, en ,, plekken, behoord". In het tweede Articul, „ dat de Stadhouder, „ met de Prefident en Raaden — de Juftitie fal „ doen obedieeren, ende Sententien, aldaar ge„ geeven, doen ftellen ter executie". In het derde, dat de Stadhouder onder het Seegel van het Leenhof fal eKpedieeren „ onder „ onfen naame allerhande Brieven , roeren„ de — fwaare faaken, ons, 'of onfe voorf: Landen , „ aangaande, — by advife van den Prefident, en „ andere luiden van onfen Raade: en ook, of „ 't nood is , van de Eedelen, of van de lui„ den van onfe Steeden, of van andere, die hy „ daar toe fal willen roepen, en convoceeren : „ het welk hy fal moogen doen t'allen tyden, „ als 't hem goeddunken fal, na qualiteit en ge„ leegentheid van de faaken. En eindelyk in het fesde Articul, „ dat de Stad„ houder, en met hem de Prefident, en RaadsE 5 „ lui-  ( 74 ) „ luiden, naerftelyk fullen verftaan", niet alleen „ tot expeditie van de Juftitie", maar ook „ tot „ confervatie van onfe Regten, Hoogheid, Heer„ lykheid, en Domynen". Wordende wel in het vier en t'neegentigfte Articul der Inftruclie van Hertog Carel van Bourgondien , en in het agtfte van die van Carel de Vyfde, gefegt, „ dat de Stadhouder by advife van „ den Prefident en Raaden, en de Prefident en „ Raaden in abfentie van den Stadhouder, ken„ niffe fullen neemen van faaken, roerende onfe „ vryheiden regten, daar af henluiden alleen de kenniffe toebehoord: — Item van 't geen „ onfe domynen aangaan mag : — Item van faa» ken roerende de Souverainiteit van de Munte, „ en andere, faaken aangaande onfe Hoogheid, » en Heerlykheid: Item, van onrufte en on„ vrede , die tuffchen de Steeden en Caftelyn„ fchappen van de Landen voorf: fpruitcn, cij „ opryfen fullen moogen". Maar, bchalven dat uit de faamenhang blykt, dat die beide Articuleii alleen fprecken van een judicieele kenniffe , of cognitie, gelyk alle de verdere Articulen , foo dient al het geen, dat uit de Inftru&ien bygebragt is , foo weinig om te geeven een compleet begryp van het ampt van den Stadhouder, en van het Hof, ontrent de politique Regeenng^ dat het te verwonderen is, dat de Inftructien, immers die van Maximiliaan en van Carel de Vyfde, of niet meer daar van feggen, of niet geheel daar van fwygen. De Commiffien van de Stadhouders, welke hier meede fonderling te paffe koomen, zyn niet alleen, voor foo veel men die heeft, jonger als de  ( 75 ) de twee oudfte Indraaien van het Hof, m aa leggen in feer generaale termen. Die van Graaf Hendrik van Naffau van den 19 February 1515 , de oudfte, die men vind, geeft aan den Stadhouder „ plain pouvoir, auto„ rité, et mandemant efpecial des dits Etats de „ Gouverneur et Lieutenant General doresna„ vant, tenir, exercer, etdeffervir, garder nos „ droits, hauteur, et S'ie, vaquïer et entendre „ a la dreffe et conduite des affaires de nos dt w pays, et a la garde, feureté, et deffence di„ ceulx, faire et adminiftrer droit , raifon, et „ Juftice a toux ceux, et celles, qui 1'en reque„ ront, faire expedier , depecher , et executer „ toutes manieres de provifions de Juftice , qui „ par 1'advis et deliberation de nos amez et „ feaulx les Prefident et gens de Notre Confeil „ en Hollande feront admis, et ordonnés, et au „ furplus faire bien et deuement toutes et fin„ guliers les chofes que bon et loyal Gouverneur „ et Lieutenc des fud: pais peut et doit faire, „ et que a iceux eftats competent, et appartienn nent, le tout en la même forme et maniere „ et en telle authorité, prerogative, et preëmi„ nence , que le dit Comte d'Egmonde , feu „ Meffire Joffe de Lalain , et autres fes prede„ ceffeurs les ont tenus, et en ont joui et ufé „ en leurs tems (a)". De Commifüe van René de Chalons van den 4 October 1540 , met welke de volgende overeenftemmen , is wat breeder als de voorige , maar behelft egter niets anders, als dat fe (fl) Sic bet eerfte Memoriaal van Sajjdelyn foh 40. Ufo,  ( 76 ) fe hem autorifeert, en magtig maakt , om in quahteit van „ Gouverneur et Lieutenant General „ des Comptez de Hollande &c. y garder nos „ droits, hauteurs, et Seigneurie, de faire dres„ fer et condture le bien des dits Pays , et de * nos fubjetz en iceulx, et de le garder et def„ fendre de toutes foulles et oppreffions , d'y „ faire adminiftrer droit, raifon, et Juftice a tous „ ceux, et celles, qui 1'en requerront, de faire „ expedier, depecher, et executer toutes provi„ fions de Juftice a 1'avis de nos amez et feaulx „ les premier Confeiller et autres de Notre Con„ feil en Hollande et Utrecht , renouveller les „ Bourgms, Echevins, et loix, ou metier fera, „ corarae 1'on eft accoutumé de faire d'anchien„ neté , de faire faire guet et gardes ès Villes „ et fortzdes dt Terres alfambler lesEtats, quant « befoing fera pour la garde, tuition , et def„ fence d'icelles, et au furplus faire bien et deu„ ement toutes et fingulieres les chofes que bon „ et loyal Gouverneur et Lieutenant Gen', fusd: •„ peut etdoit faire, et que au dt eftat competent „ et appartiennent d'anchienneté , preroo-ative » et preëminence que les d: feu Marquis& de Ja „ Vera, et autres predeceffeurs les ont tenus et „ en ont joui et ufé , en leurs tems (a)". . Al het geen , dat men kan opmaaken , foo uit de Inftruöien van het Hof, en uit de Commiffien van de Stadhouders, als uit andere beicheiden, komt uit op het volgende. Eerfte- Ca) Sic het ^ Memoriaal van de Jong fel: 88. f€o, i' Mentor: van van Daivi fol: 7o. yib , en fok 246. I*. Memor: van Ernst pl: 212. ffa  ( 77 ) Eerftelyk , is de forg voor de bewaaring en defenfie van het Land , en van de Frontieren, den Stadhouder aanbevoolen geweeft, gelyk hy dan ook de titul van Capitein Generaal voerde (a). Ten anderen,heeft den Stadhouder kennis genoomen, felf, of door zyn Gecommitteerden, van alle faaken de Admiraliteit betreffende: foo dat „ Holland aan geen ander Admiraal is fubr „ jee! geweeft dan den Stadhouder en Capitein „ Generaal in der tyd (&)". Waarom de Staaten ook meer als eens verklaard hebben, „ niemand te kennen voor Ad„ miraal over den Lande van Holland dan haar„ luider Stadhouder (c)". Sonder dat „ die van den Raade", of het Hof, „ in die qualiteit kenniffe, of adminiftratie, van „ de faaken van de Admiraliteit" gehad hebben maar hebben „ eenige uit den Raade altyd fpe„ ciale commiffie gehad om acien van de Ad„ miraliteit te exerceeren": gelyk de Staaten feggen in een Refolutie van den zó September 1565 {d). Ten derde heeft de Stadhouder in de eene Stad fonder, in de andere met, het Hof, en het Hof in abfentie van den Stadhouder, gehad de electie van Scheepenen, en ook in fommige Steeden van Burgemeefter en, wanneer de Graaven, buiten 's lands waaren. uitwyfens de Privilegiën. Ten ia) Inftr. 20 Aug: 1531. Art: 1. (b) Sie Brief van 't Bof geïnfereert in 't Begifler van Bolland 29 Nov: 1562, (c) Sie Ref. Se» van Bolland 31 Mey 1546, 29 Nov: 1562, 53 Mey 1564, en 10 Janry 1565. {d) Sie meede de boven aangetooge Brief van het Hof.  ( 78 ) Ten vierde heeft de Stadhouder met het Hof en het Hof in abfentie van den Stadhouder, de Staaten ten dagvaart befchreeven (a), het zy dat de Stadhouder,en het Hof, daar toe ordre bequaainen van de Graaf, of dat fe felve oorfaak daar toe hadden of ook wel dat het verfogt wierd door den Advocaat van het Land, de Staaten, of particuliere Leeden. Gelyk onder anderen blykt uit de Refolutien van de Staaten van den 8 en 18Septemb: 1544,31 Mey, en 23Decemb: 1546, ï l7J' Cn 8 öTul7 1547' 5, en 10 January, 9 Mey en 18 July 1548, 17 April 1549^ 13 Februarn , 28 April , en 19 July S 14 Mey, S en 12 July 1552, 19 April 1555 f*V? 'irVP111 1558> "Mey 1563, lOOétob? 1506 16 Decemb: 1567, 12 Mey 1568 , 27 Odob: en 28 Novemb: 1570. En wanneer de befchryving gefchiede uit naam en lalt van de Graaf, wierd fe gedaan by weege van ordre, foo als kan gefien worden uit de Jinef van befchryving, geïnfereert in de Refolutien van de Staaten van den 10 Oótob: 1566 waar in het Hof gebruikt de volgende woorden' „ 100 is t dat Wy U requireeren , en niet te „ mm van weegen fyne Koninglyke Majefteit, „ onlen allergenaadigften Heere, ordonneeren „ en beveelen, henluider Gedeputeerden te fen„ den &c". Dog of de Staaten konden vergaderen over Joopende faaken op befchryving van den Advocaat en Ontfanger, en fonder tuffchenkooming van te) Sie Infirume 29 Aug: 1531. Art: 3;  (79 ) van den Stadhouder, en het Hof, of van het Hof alleen in abfentie van den Stadhouder, heeft fyn bedenken. Immers na het jaar 1561 is daar over verfchil gereefen tuffchen de Stadhouder en de Staaten, in welk verfchil het Hof fig naderhand ook mengde. Want als de Staaten den 17 Juny 1561 (1) gerefolveert hadden, „ dat den Advocaat, en den „ Ontfanger van de Staaten, tot allen tyden fal „ doen befchryven de voornoemde Staaten , in „ alle loopende faaken, procelfen , of andere „ diergelyke aangaande, die occurreeren fullen, „ fonder alfulke befchryving te doen by den. „ Griffier van Holland, fulx als t'anderen tyde „ ook by de Staaten gerefolveert is" , begreep de Prins van Orange Stadhouder van Holland, welke meeft abfent fynde , niet als eenige tyd daar na kennis kreeg van die Refolutie , dat fulx een nieuwigheid was, ftrydig met fyn Inftruclie , „ onder anderen meede vermeldende, „ dat hy behoorlyke toefigt op der Staaten Dag„ vaarden, en Vergaderinge, foude hebben («)": waarby hy naderhand voegde, dat fyn Commiffie expreffelyk vermelde, „ dat hy het oog foude „ hebben op der Staaten Vergadering, en defelve „ niet laaten gefchieden fonder zyn advis (£)" gelyk ook die van Dordrecht verklaarden, „ dat „ voor de tyd van deefen Advocaat nooit dag„ vaart befchreeven is geweeft, anders dan by „ den Stadhouder, of by den Raade (c). Maar (1) Deefe Ref: is vernieuwd den 30 Novemb. 1564. te) Sie Ref. o>» van Holland 28 November 1564. te) Sie Ref. St»> van Holland 13 Ociob: 1565. te) Sie Ref. St'r van Holland 13 Decemb: 1564.  ( 8o ) Maar de Staaten maakten onderfcheid tuffchen generale , en particuliere dagvaarden, van welk onderfcheid gefprooken is in het voorgaande Capittel: en fuftineerden, dat de eerfte wel gewoonlyk befchreeven wierden „ by den Griffier »» van Holland door laft van den Stadhouder, „ of Raaden, uit naam van zyne Majefteit", maar dat zy bevoegt waaren tot het befchryven van de tweede, daar toe bybrengende verfcheide redenen , welke konnen gefien worden in de Refolutien van de Staaten van den 13 Decemb: 1564, 26 Septemb:, 13, en 22 Odob: 1565. ; Dog als het Hof fig in het jaar 1565 mengde in t verfchil, en fuftineerde, „ dat in abfentie „ van den Stadhouder van noode foude fyn aan „ haarluiden te verfoeken de befchryving en „ vergadering van de Staaten, ook ten dien ein„ de t'elken reife overleverende een biljet, in„ houdende de articulen, daar op de Staaten „ fouden vergaderen", verklaarde de Prins fig tegen 't Hof, feggende, misfchien uit onkunde, dat „ aangaande den Raad, hy meede verftond, „ dat hen luiden niet competeerde de Staaten te „ convoceeren, ten waare fy dies eenige fpeciale „ commifiie hadden"(a): en de Hertogin van Parma Gouvernante van de Nederlanden, om by provifie het verfchil in te fchikken, verftond, „ dat, „ tot dat anders foude weefen gedisponeert, de „ Staaten alleenlyk haar Vergaderinge fouden hou„ den met kennifie van fyn Excellentie , als „ Stadhouder", fonder te fpreeken van het Hof, welk (a) Sie Ref. Sl'* van Holland 13, 15, cn 22 Oclok  ( 81 ) welk egter niet nagelaaten heeft in het vervolg de Staaten te befchryven, gelyk te fien is uit de boven aangetooge Refolutien (a). Ten vyfde mogten van ouds geen Placaaten van de Graaven, en felfs geen Oclroyen, door de Graaven verleend aan de Staaten tot dén ophef van Middelen, gëpubliceert worden in deii Lande van Holland, dan met attaché van den Stadhouder, en van den Raade (b), welker ampt het was , te examineeren, of de Placaaten overeenquaamen „ met de Regten, Privilegiën, „ of Vryheeden van den Lande , of goede Stee„ den", en hét contrarie bevindende, „ daar in „ te voorfien" , uitwyfens het Privilegie van Hertog Philips de Goede van den 11 Junyi452 (c). Gelyk ook de Staaten fig addresfeerden aan defelve , wanneer fe wilden fluiten de publicatie van Placaaten, welke zy aanfaagen voor ftrydig met haar Regten , en Privilegiën, of nadeelig aan den Lande, ert wanneer fe begeerden gëpubliceert te hebben de Oclroyen , aan haar verleend, en de Ordonnancien uit kragte van dien gemaakt (d). Ten fesde heeft aan de Stadhouder, eh het Hof geïncumbeert de forg Voor de confervatic van de Regten , Hoogheid , Heerlykhéid , en Dote) fok 78. (/') Sie Ref: Si'!1 van Bolland 1 April 1560, 23 Aug: en 14 Septemb: 1570. lnftructie 20 Aug: 1531. Art: 221. te) Merula Prattyq b: 1 tit: 4. cap: 3. N°. 35. te) Sie Ref. Se? van Bolk 19 Aug: en 9 OSlob: 1557 l 5 Febr: en 9 Maart 1558, i April 15Ó0 , 28 Nov: en 13 Dec: 1564, 27 Septemb: 1565, 23 Aug:, en 14 Septemb: I Deel. F  ' V"T82 ) Domynen van de Graaf: en dat niet alleen op een judicieele wyfe, waar van gefprooken word in het boven aangetooge agtfte Articul der laatfte Inftructie van het Hof, maar ook extrajudicieelyk , gelyk klaar af te neemen is uit het fesde Articul van defelve Inftruótie, waar in de expeditie van de Juftitie word gediftingueert van de confervatie van de Regten, Hoogheid, Heerlykheid9 en Domynen van de Graaf. Ten feevende plagten de fchattingen, tot welker ophef de Staaten geoctroyeert waren door de Graaven, geëxecuteert te worden by het Hof, of op executoriaaien, by het Hof aan de Staaten verleend, gelyk onwederfpreeklyk blykt uit de Refolutien van de Staaten van den 15 Novemb: 1544, 4Maart, 20Mey, 19 Septemb:, en 17 Decemb: 1545, 5 Novemb: 1546, en 15 Maart 1547- Maar na die tyd vind men doorgaans in de Regifters, dat de Staaten, welke hoe langer hoe meer jaloufie fchepten van het Hof, bedongen by de Aften van confent op de beeden, of petitiën, de claufule van heerlyke en parate executie, ofwel executorien verfogten van den Gouverneur Generadl der Nederlanden, in plaats van die te verfoeken van het Hof, als van ouds. Ten agtfte had het Hof onder de Graaven de judicature over de gefchillen , reifende uit den ophef der Middelen: fodanig egter, dat het geen provilien van Juftitie mogt verleenen tegen de parate executie van de Staaten , als na gedaan namptisfement, immers niet als om merkelyke, c-n evidente, redenenen den Advocaat van liet Land, of den'Ontfanger Generaal, gehoord, aitwyfens de Refolutien van de Staaten van den -7  ( 83 ) Oélob: 1561 , en het Requefte aan de Koning, daar, agter geïnfereert, het 72 Articül dér Ordonnancïe op den ioen Penning , geïnfereert in het Régifter van de Staaten op den 3 Janua: 1562, de Refolutie van den 10 Maart van het felve jaar, en het Oclroy tot den ophef van verfcheide impoften, geïnfereert in het Regifter van het jaar 1570 op den 19 Juny. Tot dat eindelyk in het jaar 1576 de kenohte van de queftien , raakende de Middelen , by Placaat van de Prins van Orange als Stadhouder en Capitcin Generaal, en van het Hof, op de naam van de Koning {a), midsgaders by de Unie tulfchen Holland en Zeeland (. b ), aanbevoolen is aan „ de Gecommitteerden van de Staaten in elke „ Quartiere, by welke egeene provifie daar op „ fal moogen worden verleent, dan handvolling „ alvoorens gedaan fynde, foo wel van de prin„ cipaale contributie , in queftie getrokken, als „ van de boeten, by de definitive reparabel we- fende". Ten negende blykt uit dc boven aangctoóge" Articulen uit de Inftructien van Maximiliaan, en van Carel de Vyfde {c), dat de Stadhouder gehouden was, in alle importante faaken in te neemen het advis van het Hof: en het felve, den.Stadhouder met haar advis te asfifteeren in het beftier der faaken. Waar by men in de tiende plaats kan voegen , dat de Prefident, of prefideerende Raad, in t» Sie Ref: Se* van Bolland 23 April 1576. (6) Sie Ref: Se? van Holland %Ü Mprd 1576, te) fok 72. 73- ' „ F 2  ( 84 ) ia afweefen van den Stadhouder desfelfs plaa*S en ampt bekleedde, immers foo ver , dat de be~ Veelen van de Graaf aan hem geaddrelfeert wierden : dat hy de Staaten befchreef: en wegens de Graaf propofitien deed aan defelve : en dat den Advocaat van het Land aan hem rapport deed Van alle faaken van eenige aangelegentheid. Van al het welk de oude Regifters van de Staaten vol zyn. Dog als de Staaten in het jaar 1565 in verschil waaren met het Hof over de befchryving, waar van booven gefprooken is: en het Hof fig beriep op het gebruik : deeden de Staaten den btadhouder remarqueeren, dat de Heer van Asiendelf, die dertig jaaren praifideerende Raad van het Hof geweeft is, „ ook meede van de Staa„ ten was", te weeten één van de Heeren Eedelen1, „ die veel particuliere befchryvingen deed „ door requifitie, of aandienen, van den Advo„ caat, of Ontfanger, ook van eenige Steeden: „ en als de faak fulx vereifchte: — fonder nog„ tans dat de Raad daar eenigfins meede gc- moeit was (a)". Uit welke woorden af te neemen is, dat de Staaten hielden voor een effect van het perfoneel credit van den Heer van Aflendelf, en niet voor een prerogatif van het ampt van Prefident van 't Hof, het groot deel, welk uit de Regilters blykt dat defelve veel jaaren lang gehad heeft in het beftier van de Regeering. Voor de reft waaren de Stadhouder, en het Hof, niet alleen onafhangelyk van de Staaten, als (fi) Sic Ref. Si'» van Holland 13 Oiïolr. 1565.  ( 85 ) als reprefenteeren.de de Graaf, of Landsheer , en onmiddelyk aan defelve gefubordineert fynde, maar fe waaren felfs in eeniger wyfe booven de Staaten. Gelyk daar uit af te neemen is, dat de Stadhouders de Staaten by fig ontbooden (a), het geen een teeken van fuperioriteit is, en dat de Staaten niet by wcege van Refolutie, of by aanfchryving, gelyk heedendaags, fig addresfeerden aan het Hof over. faken het gemeene Land betreffende , maar by Requefte (b). En mifichien is het daar van daan gekoomen dat nog verfcheide jaaren na de affweering van den Koning van Spagne de Stadhouder in de Refolutien genoemd word voor de Staaten (c), HET VIERDE CAPITTEL. Van de verandering in de oude Regeering van Holland j voorgevallen geduurende het leeven van Prins Willem den Oude, Holland is op de bovenftaande wyfe geregeert tot het jaar 1572 toe, wanneer de troublen, welke weinig jaaren te vooren den Prins van Orante) Sie Ref. Sc* van Bolk 6 Maart, 8 April, en 1 Dec: 1544, 25 Nov: 1549. n OEI: 1559,en 5 April 1570. (b) Sic Ref. Sc.» van Bolland 19 Aug: 1557, 1 April, en 12 OEI: 1560, 10 Maart 15Ö2, 8 Jan: 1565, en 23 Aug: 1570» (c) Sie Ref. Sc» van HJl: 18 Janrj 1583 , 31 Janry 1587, en andere, F 3  f 86 ) Ürange des Graaven Stadhouder en Capitein Gé' neraal over Holland, Zeeland, en Utrecht, hadden het Land doen ruimen , uitgeborften fynde in een openbaaren oorlog, „ de Staaten fig ver„ laaten fiende van de Overigheid , van den Hoove, van de Hooven van Juftitie, en ge„ meene Politie, midsgaders van andere des Ma>„ jefteits Officiers, en Gecommitteerden tot de „ adminiftratie van zyne Majefteits Domynen", gelyk fe leer opmerkelyk leggen in een Placaat van den ió Aug: van dat jaar , genoodfaakt wierden te voorfien op het Gouvernement. Het geen zy deeden, niet met het Gouverne-> ment aan fig te neemen, en de Prins aan te ftellen tot haar Stadhouder, gelyk by veele gemeend word, maar met op de Vergadering, gehouden te Haarlem den 18 July van bet voorf. jaar, de Prins „ te erkennen voor hen Generaalen „ Gouverneur en Lieutenant des Konings „ allbo fyne Excellentie te vooren geweeft , en „ daar toe van deKoninglykc Majcfteit wettelyk, „ en behoorlyk is gecommkteert geweeft, fon„ der dat naderhand eenige wettelyke, en der „ coftumen, en den regten deb Lands gelykfaa„.mige , afftelling , of verandering zy nage„ volgt(^)(i)": Refolvcerendevoords, dat de Prins, „ foude ftellen een Souvcrain Admiraal — Commis„ farisfen , die keimifie neemen fouden van de .. -afaa- O) Bpa b: 6. fol; 388. Mekt eren b: 4. fol: 70. Gr: Flacaatb: deel 3 jol. 32. (1) Selfs bediende de Prins nog in het jaar 1570 fig tegen de Siaatcn van de Commisfie als Stadhouder, ,,van fyne EiijdteitGinfarjgcrr. Sic Ref. Sc? van Hol/: 25 'Jtrfj 1579.  ( 87 ) „ faaken, ter Zee vallende": de faaken van de Admiraliteit van ouds ten deele gehoord hebbende tot de kennis, en beftier, der Staaten, gelyk getoont is in het tweede Capittel: „ en dat de „ onkoften dienende tot defenfie van het gemee„ ne Land, — eenpaariglyk, en in 't gemeen, „ gedraagen fouden worden over de Steeden, en „ platte Landen, van Holland, by alfulke con„ tributien , als naamaals daar toe gevonden fou„ den worden". De Prins op deefe wyfe herfteld zynde in lyn ampt van Stadhouder en Capitein Generaal, en reprefenteerende in die qualiteit den Koning van Spagnien, als Graaf, of Prins van den Lande, nam het Gouvernement in handen, en emaneerde een Ordonnantie, enlnftruaie, waar by hy verklaard „ niets te fullen doen , of ordonneeren, „ dan by advife van de Staaten, foo dien de ge„ legentheid des Lands, en de humeuren van „ de ingefetenen van dien, beft kennelyk waa„ ren": en waar by hy voords herfteld de Kamer van Reekening van de Domynen : van de Staaten vordert een nominatie van één of meerder perfoonen tot den ontfang van de gemeene Lands omflaagen (i), om by hem geconfirmeert te worden, en van een perfoon tot den ontfang der penningen , tot de krygshandelinge binnen den Lande van Holland behoevende, om meede by hem, onder behoorlyke cautie, en eed geconfirmeert te worden: ordonneert, wiens bcvee- len (O Na. De gemeene Lands omflaagen verfchillen van de beeden. F 4  ( 88 ) lcn beide fouden volgen in den uitgaaf, en aan wien zy fouden reekening doen van haar bewind: de Staaten authorifeert, met uitfluiting van alle anderen, tot het doen der nodige omflaagen over de Landen van Holland , of onder Holland forteerende , om te vinden de penningen by henluiden ten fynen begeerte opgebragt, en verzegelt: en defelve ernftelyk verfoekt, in aller diligentie aan hem over te fchikken de naamen der Raadshceren , die niet vertrokken waaren, en daar by te nomineeren eenige andere gequalificeerde perfoonen , om daar uit by hem een Raad by provifie geconttitueert te worden, die de Juftitie in den Lande van Holland foude adminiftfeeren tuflchen partyen, en kennilfe neemen van alle aangehaalde,enaangeflaage, goederen (n). Uit welke nominatie de Prins vervolgens in Oclober een nieuw Provinciaal Hof opregte met advis der Staaten {b): met meerder andere faaken, die niet eigentlyk bchooren tot dit fubjecr. Het is opmerkelyk, dat de Prins, fpreekende in de voorf: Ordonnantie van het weder inftellen van een Raad, of Hof van Juftitie, maar alleen gewaagt van „ het adminiftreeren van Juftitie tus„ fchen parthyen, en van het neemen van ken„ nis van aangehaalde, en aangeflaage, goederen": fchpon dat het Plof onder de Graaven geconcurreert had met de Stadhouder in de politique Regeering. Maar ongetwyffelt dat de gedagten doe al gingen op een Raad nevens den Prince, om de faaken (a) Bor Ibidem fok 400. 0) Bor b, 6. fit 414. JMeeteren b: 4. fol: 74.  ( 89 ) ken van het Land te helpen beleiden, welke ingeftelt wierd in het begin van het volgend jaar by advis der Staaten, en waar aan, naa het verhaal van Bor en Meeleren „ volkoome magt, „ laft, en autoriteit, gegeeven wierd, om op alle „ voorkomende faaken te difponeeren : daar in, „ en overal, te gebruiken de naam van de Prins ,, van Orange van wegen de Koninglyke Ma„ jefteit, onveimindert, en blyvende de kennifie „ van 't Hof van Holland in 't geheel": _ met verdere magt, orn alle Gouverneurs, Capiteinen, Overften, en Soldaaten, te corrigeeren van haar delicten, mefufen, en ongeregeltheeden, mitsgaders om te difponeeren van alle geannoteerde en geconfisqueerde goederen: daar over te compoieeren, en te tranfigeeren: en voords alles te doen wes daar aan foude moogen dependeeren (a). Welk laatfte een feer groote magt impliceerde in een tyd, wanneer foo veel Eedelen, Regenten , en vermogende ingefetenen uit het Land geweeken waaren , of de zyde van de vyand hielden. Behalven deefen Raad, welke van dat aanfien was, dat federt de inftelling van dien de Placaaten gegaan hebben op de naam van de Koning , „ ter „ relatie van den Stadhouder en Capitein Ge„ neraal, midsgaders de Raaden, nevens hem„ weefende", en dat 'er Refolutien, of ordres, gevonden worden op de naam van de „ Staaten, „ en van de Raaden nevens fyn Excellentie (£)", had O) Bor b: 6. fol: 450. Mf.f.tf.ren b: 4. fol: 83. {b) 12 Maart 1574 'by Bor b: 7. Jol: 493. Ref: vap de ?tqaten 6 Septemb. 15?s. F 5  f 9P ) had de Prins nog twee Raaden, te weeten eenRaad van Financie, en een Raad van Admiraliteit , tot fyn asfiftentie in het Gouvernement. Dat de laatfte van deefe Raaden ingeftelt is door de Prins op Refolutie van de Staaten, fchynt te konnen afgenoomen worden uit het geen dat booven (a) verhaalt is van de Vergadering te Haarlem. Of de Prins, als Stadhouder uit naam des Konings, of wel op Refolutie van de Staaten, ingeftelt heeft de Raad van Financie, js onfeeker. Maar dit fchynt vaft te gaan , dat de voorf. dry Collegien concurreerden met de Staaten in de deliberatien over 's Lands faaken. Want men vind, dat de Staaten den 1 September 1574 gerefolveert hebben, „ dat voortaan alle Vergade„ ringen dagelyx gehouden, en begonnen, ful„ len worden by de Eedelen, en Gedeputeerden, „ die ter dagvaart befchreeven , en gecompa„ reert, fyn, midsgaders die van den Raade, „ nevens fyne Excellentie, Financie, en Admi„ raliteit, des morgens van feeven tot twaalf „ uuren, fonder gehouden te fyn na de middag „ te vergaderen, dan als eenige noodfaaklyke „ faaken, of zyne Excellentie, het felve requi„ reeren fullen". En de volgende dag ordonneeren, en committeeren „ de Staaten, Raaden „ nevens fyne Excellentie, Admiraliteit, an Fi„ nancie", dry Gecommitteerden, .„ om alle Re„ folutien, Accoorden", (dat is Refolutien, waar in {a) fih 86.  ( 9i » In geen overftemming plaats heeft) „Placaaten, , en andere Ordonnancien van fyne Excellentie, !' en de Staaten , te vorderen, en alomme te „ doen executeeren , en effeaueeren, met ge„ weldiger hand , is het nood (a ). En als de Prins in December van het felve jaar liet voordraagen aan de Staaten, dat hy voor een maand of twee molt vertrekken uit Zuidholland , wierd by de Staaten , die doe alleen beftonden uit de Eedelen, en uit de Steeden van het Zuiderquartier, gelyk boven gefegt is, „ be„ willigt, beflooten , en geordonneert, dat ge„ duurende het afweefen van fyne Excellentie „ het gouvernement, 'gebied, de autoriteit, en „ magt, die fyne Excellentie by de Staaten over„ gedraagen is geweeft by de dry Collegien van „ da Raaden nevens fyne Excellentie, Raaden „ van Financie, cii Raaden van de Admiraliteit, „ gebruikt , en gecontinueert fal worden , die „ tot dien einde gehouden fullen zyn gefarnent- lyk by den anderen te vergaderen, en op alle ' voorvallende faaken van den oorlog, en po„ litique Regeering, van weegefyne Excellentie „ te moogen difponeeren , en gebieden, over „ alle Steeden, Capiteinen, en ingefetenen". Onder het gefag, welk de Prins federt de troublen met bewilliging der Staaten , en met byvocg'.ng der dry gem: Collegien , gehad heeft in qualiteit van 's Konings Stadhouder, is de legiüative magt meede begreepen geweeft. Want gelyk die voor de troublen geteüdecrt had in de (a) Sie ook Ref. 4 Janrj 1515.  ( 9= ) de Graaven, en de Staaten, hoewel de wanenen opgenoomen hebbende bleeven den R mug. erkennen voor ■Souverain , foo begreepen fe, dat de exercitie der legiflative magt, en in het generaal gefprooken, ?an de Hoóïe Over" Ks' ?ied^lnde,den °0rl°g toequanf aan de Prins, als Stadhouder, en in die qualiteit beklee dende de plaats van de Graaf: eTZ Prins v "ü fyne kant was van die voorfigtigheid if het Se .bruiken van fyn geleende mag?, dat hynft's deea> „0 ordonneerde, als met advis en dJibera IrTL h taatCn' b0ven S In het begin gmgen de Placaaten op 's Pincen naam die le onderfchreef, en liet contra %neeren door fyn Secretaris. I Maart T?£ ™Ig, doe men, foo het fchynt , nader over- rs°nf' cPlaCaaten moft^ drïagen dé J?am van den Souverain, wierd die van dea door f^n W,dC PnnS' ,n°g geco^rafignee cooi iyn Secietans , maar door één der Secretaflg van de Raaden nevens hem wecSe „ ter relatie van de Stadhouder en Capitein Ge« neraal midsgaders de Raaden , neVen hem „ weefende", of door den Griffier' van het Hof * ïïnlu TJ^ dJ£n Stadhou^r en Raaden ove „ Holland, Zeeland, en Vriefland'', of ook wel » e relatie van den Stadhouder, en die van den » Raade nevens hem weefende, midsgaders dS » van den Raade Provinciaal over HollSd, Zeé8 lanu, en Vriefland": fonder dat Placaaten ge- voute) M 87.  ( 93 ) vonden worden voor de affweering van den Koning van Spagnien , die de naam der Staaten draagen, of geteekent fyn by derfelvêr Secretaris. Niet te min fyn 'er weinige Placaaten van die tyd, in welke de Staaten niet genoemt worden, dog op een wys, die genoegfaam toond, dat de legiflative magt niet eigentlyk by de Staaten was , maar by de Koning , en uit desfelfs naam by de Stadhouder. Want de Placaaten luiden doorgaans, dat de Koning ordonneert, of ftatueert, „ met advis van den Stadhouder" : waar op dan volgt, „ en van de Staaten van denfelven Lande", of „ van de Staaten en die van den Raade" ,• of wel „van die van den Raade en van de Staaten(i)". De Staaten overal genoemt wordende agter de Stadhouder, en meenigmaal agter het Hof. Jaa felfs fyn 'er Placaaten van die tyd, waar in de Staaten, ver van als Legiflateurs, genoemt worden als Verfoekers: gelyk die van den 15 February 1573 in het Regifter van de Staaten, en van den 15 Juny 1576 in het tweede Stuk der Placaatboeken (a). Voords maakten de Staaten in September van het jaar 1573 een Ordonnantie, of Reglement, op haar Vergadering, welk gearrefteert wierd in February van het volgend jaar, waar by vaftgeftelt is, welke Steeden by provifie, geduurende den oorlog, fouden comparceren ter Vergadering: behelfende voords. booven en behalven verfcheide (1) Van de laatfte foort zyn de Placaaten van 6 Janry, 1 en 10 Febr:, en 10 Maart 157:5, 28 Mej, en 7 JjecemL: tsn> (a) Fol. 2137.  ( 94 ) de pointen van ordré, die het onnoodig is hier op te haaien, „ dat in materie van confent te draai, gen tót beeden , of fubventien" , de eem'o-è materie, waar in volgens die Ordonnancie geen overftemming plaats heeft, „ foo fy niet konnen „ vereenigen of verdraagert , het gefchil geftelt „ fal worden tot decifie van den Prince van „ Orange, met de geene, die hy uit den Raade van „ Holland daar toe by hem fal willen neemen (af\ Dit is geweeft de eerfte forme van Regeering Van Holland onder de troublen, foo veel af te neemen is uit de overgebleeve Stukken, het Regifter van de Staaten van den 7 December 1571 tot den 25 Augufti 1574 verboren fynde. ; Maar doordien het groot gefag van de Prins jaloufie verwekte, gelyk het veeltyds gaat, en de gemeente begonde te vallen in dat vermoeden , dat den oorlog meer gevoerd wierd voor de particuliere belangen van de Prins, als voor het gemeene beft, verfogt hy in het laatft van het jaar 1574, » dat de Staaten wilden felve het ^ ganfche gouvernement aanneemen", en hem daar van ontlaften (b). Dog de Staaten begreepen, dat het geduurende de troublen hoognodig v^as, „ een hoofd en Overigheid te hebben {cf\ en na dat daar van rapport gedaan was aan de Vroedfchappen, en eenige tyd gefpilt om te faatnen met de Staaten van Zeeland te voorfien op het ftuk van de Regeering, wierd eindelvk den 2o July van het volgend jaar 1575 een Acle (d) gear- O) Bor b: 7. fol. 482* (/') Sie Propofi.'ie van de Prins in 't Regifter van Boli tand 1 Novemb: 1574. (c) Sie Antwoord van de Staaten van defelve datum. (d) In het Reg: op den 20 jfulj 1575.  (iè) gearrefteert, waar in de Staaten feggen, „ te be-; „ vinden, dat alle republiquen, en gemeenfchap„ pen, beft worden behouden, gefterkt, en beveftigt by eenigheid, welke niet kan fyn by veele in wille en gemoet veeltyds differeerende ; en dat midsdien ook nodig was, dat de Regeering geftelt wierd en bevoolen aart „ één Hoofd , en Overigheid", (opmerkelyke woorden van Regenten , welke goed en bloed opfetteden voor de Vryheid, en weinig overeen* koomende met de maximes van latere tyden ), en dat zy vervolgens de Prins „ verhoeken, en „ bidden, en, NB. foo veel in de Staaten was, „ als hoofd, en hoogfte Overigheid, verkiefen, „ en ftellen , tot de Regeering der Landen en „ Steeden van Holland, midsgaders alle onder„ winding, en beleiding van de gemeene faake „ derfelvêr Landen, met onderwerping van alle „ defelve aan de goede wille en gebied van fyn „ Excellentie , denwelke fy luiden geconfereert, „ hadden , en confereerden by defelve Acte, „ alle volkoome magt en autoriteit , daar toe „ eenigfins nodig fynde , in der maniere", als breeder te fien is in die Acte, en daar onder meede de magt, om, des noods, „ buiten de „ gewoonlyke tyd de Officieren, Wethouderen, „ of Magiftraaten, van de Steeden te moogen „ veranderen, met kenniffe van faaken, en van „ het meerendeel der geenen, die de Vroed„ fchappen en het corpus derfelvêr Steeden fyn „ reprefenteerende". En wierd ingevolge van defelve Acte een Landraad , „ tot asfiftentie van de Prins met raad en „ daad in de faaken van het Gouvernement, mids-  ( 9* ) é, midsgaders tot beleiding en cónfervatie vari „ alle andere des gemeene Lands faaken, en de „ Unie derfelve Landen", ingeftelt in plaats van de bovengemelde dry Collegien (a) op een féer amplelnftrü<5tie(é), welke onder anderen meedebrengt, „ dat die van den Raade, en Reekeningen, en j, den Hoove van Holland , in haar beroep re„ fpeótive, tot allen tyde , des verfogt fynde, „ louden gehouden weefen , den Landraad met „ haar advis, raad, en verdere hulp, te asfiftee„ ren : en dat die van het Collegie des Land„ raads, in de Vergadering van de Staaten, elk i, hen fouden voegen, en prefcnteeren, als Ge„ deputeerden van de Steeden , of Collegien, daar uit hy gekoomen en geëligeert was, as„ fifteerende alfoo de andere Gedeputeerden die „ Staatsgewyfe ten dagvaart fullen verfchynen: „ fulx dat, de Vergaderingen van de Staaten „ geduurende, alle faaken des Landraads gehan„ delt fouden worden op de naam, en met ge„ meene authoriteit van de Staaten en den Land,. raad, gefamentlyk, en dat ook ten felven tyde ü de Gedeputeerden van de Staaten , of eenige „ van hen, tulfchen tyden, fouden hebben vry „ acces en ingang tot den Landraad , om iets aldaar aan te dienen, of de gemeene faak te „ helpen vorderen". Maar alfoo de Prins niet lang na de inftelling Van den Landraad te feggen vond op de fo rm van defelve, onder andere, „ om dat de „ autoriteit, en magt, van dien met meenigvul- „ di- (a) Sic de bovengeme'de ASle op het einde. (b) De lnflr: is geïnfereert in bet Reg: 47 Aug". 1575*  ( 97 5 jj dige reftricYien befneeden , en gelimiteert, „ en in veele faaken tot vergadering van de „Staaten verbonden, was («)", gaf het felve aanleiding aan de Staaten , welke fchynen begreepen te hebben , dat de Prins verftond, dat fyn gefag te veel bepaald was door de limitatien in de Inftruótie van den Raad , welke hem als geadjungeert was in het gouvernement, tot de volgende aanmerkenswaardige verklaaring: „ dat fyluiden , hier als Gedeputeerden tegen„ woordig , nooit van andere meening, of ver„ ftand, geweeft fyn, of als nog waaren, dan „ dat zyne F: G: foude bevoolen zyn de ge« „ heele, en volkoome, Regeering, eerfte Ove„ righeid , en gouvernement, der Landen van „ Holland en Zeeland onder fuiken titul , als „ daar toe bequaamelykft , en met het meefte „ aanfien en autoriteit, foude moogen dienen, „ jaa als Graave van Holland, fonder dat zy„ luiden verftaan hebben defelve Overigheid, „ of autoriteit, te limiteeren met eenige voor„ waarden, reftrictien , of wetten, anders dan 3, dat fyne F: G: gefcheenen had alfulke laft en „ Overigheid niet te begeeren aan te neemen, „ ten waare by de Staaten daar toe waaren ge„ prefcribeert, en gemaakt , eenige fchriftelyke 5, forme , en pointen , daar toe dienende: „ waar in foo iets foude moogen gebreeken, dat „ tot beeter uitdrukking, of effect, van de voorf. baar meening, of verftant, foude moogen van „ noo- (a) Sic de Propofttie van de Prins ao Sept: 1575 iri 'f Ree'fier. I Dff.l. 0  ( 98 ) „ noode fyn, dat zy vaftelyk vertrouwden, „ dat de geene, die henluiden ten dagvaart ge„ deputeert hadden , met opregte genegentheid „ al het felve fouden regten , en fuppleeren, „ met confervatie van de geregtigheid der Lan„ den, en autoriteit der Staaten, NB. als die van „ oude tyden zyn geweeft onder haaren Heere(a)". Waar op volgde , dat de Landraad weder afgeftelt, en volgens de voorflag van de Prins, tendeerende ten einde dat „ in plaats van dien de „ Eedelen , en Gedeputeerden van de Stceden, „ reprefenteerende de Staaten van den Lande, „ het bewind van faaken fouden aanneemen: „ wel verftaande , dat de geene , die daar toe „ fouden geftelt , en gecommitteert, worden , „ volkoomen magt en laft fouden hebben, om „ abfolutelyk , en fonder eenig tegenfpreeken, in alle faaken te difponeeren, als te weeten, „ foo wel aangaande het feit van de Financien, ,, van de Admiraliteit, Politie, als anders (b dry uit de Eedelen , en twee uit elke groote Stad, en één uit elke kleine, beide van het Zuiderquarticr, gelyk af te neemen is uit het getal en naamen der Gecommitteerden , in een Refol. van den 13 OcTob: gemelt, gecommitteert wierden voor een geheel jaar „ tot het Col„ lcgie van de Staaten, om continuelyk te com„ pareeren , en te befoigneeren (c)". Door welk middel de autoriteit van de Prins , en van de Staa- (a) Sie het Antwoord van de Staaten van defelven datum» (c>) Sie de bovengcm: Propofitie, Sie Ref. Sr.» van Holland 2 cn is Oclok 1575.  ( 99 ) Staaten, als in een gefmolten, en de faaken beeter gevordert, wierden. Waar by den i December daar aan volgende vaftgeftelt wierd , dat die van het Noorderquartier „ continueelyk fouden houden dry Ge„ deputeerden in de Vergadering van de Staaten „ van Holland , mids dat van weege die van „ Zuidholland wederom eenige in het Quartier „ van Noordholland fouden worden gefchikt „ om aldaar continueelyk tc befoigneeren in „ alle voorvallende faaken'1. Het geen te nodiger was , om dat het Noorderquartier , in het jaar 1573 door het verlies van Haarlem eenigfins afgefneeden zynde van het Zuiderquarticr, aan fig gcnoomen had het bcftier van *de financicn van het Quartier , en opgeregt een Collegie van Gecommitteerde Raaden met bewilligingvan de Prins la). Waar uit de feparatie tusfehen de Quartieren gefprooten is, die me» fedcit te vergeefs gepoogt heeft weg te neemen, cn die al in het jaar 1578 , doe de communicatie weder herftelt was door de Satisfactie van Haarlem , en Amfterdam, aangefien wierd voor foo fchadelyk , dat de Staaten verklaarden , „ belangende de com„ binatie van de Collegie van de Staaten bin„ nen Holland , dat om alle wcegen en midde„ len te foeken van accoord , cn ten einde de „ penningen in eene beurfe mogten koomen, „ leer ernftelyk aan alle de Stecden in den Noor„ derquarticre foude gefchreeven worden , be- „ hoor- (a) Sie Vei.ius BffcbrjT. van Hoorn b. 3- fok »ï4 en 231. n„ _„ o-v^,"-*'! «<•> ^,. 1 '1 G 2T  ( ioo ) „ hoorlyk te willen letten op de gewigtigheid der „ faake". Waar by de Eedelen verklaarden, dat lbo verre die van den Noorderqoartiere „ haarluider Collegie niet van meening fouden „ fyn te laaten combineeren , en de gemeene penningen koomen in eene beurfe, fyluiden „ protefteerden, dat alle de penningen, die ten „ platten lande aldaar, en pai ticulierlyk in haar„ luider Jurisdictiën, geligt, en geheeven, fouden „ worden, binnen deefen Lande ten Comptoire fouden worden gebragt (a)". By de Unie tuflchen Holland en Zeeland van den 28 April van het volgend jaar 1576 is het gouvernement van de beide Provinciën van nieuws opgedraagen aan de Prins in defelve termen, die booven bygebragt zyn uit de Ade van de Staaten van Holland van den 20 July 1575: en de Steeden, welke federt by Satisfactie fig gegeeven hebben onder het gouvernement van de Prins, als Haarlem, Amfterdam, Schoonhoven, en andere, hebben den 25 Febr: 1579 door haar Gedeputeerden ten dagvaart verklaart, „ de pointen ., van 't Verbond en Unie tuflchen Holland, en Zeeland, midsgaders van het gouvernement, „ dat fyne Princelyke Excellentie daar by in „ Mey 1576 is vernieuwt, en opgedraagen, aan te neemen , te confirmeeren, en te appro„ beeren". En is de Regeering gebleeven op die voet tot de dood van de Prins: want de delatie van de Hooge Ovtrigheïd en Regeering, in het jaar 15 81 ge- (a) ReJ: Stip van Holland 28 en 29 Decemb: 1578,  ( ïoi ) gedaan ter occafie van de affweering van de Koning van Spagnien , was niet anders als de continuatie, onder een andere naam, van het gouvernement, te vooren aan de Prins gedefereert, foo als onwederfpreeklyk blykt uit de Refolutien fpreekende van de delatie der Hooge Overigheid en Regeering (a), en byfonder uit de vergelyking van de A&e van delatie derfelve, geïnfereert in de Refolutien van den 23 Decemb: 1581, met de bovengemelde Acte van den 20 July 1575 , en met de Unie tuffchen Holland en Zeeland van den 28 April van het volgend jaar: en de Graaflykheid, die de Staaten op het point ftonden van aan de Prins op te draagen , doe hy ongelukkig om het leeven quam, {oude eigentlyk maar hebben doen overgaan op desfelfs nakomelingen het gefag , dat hy reeds befat onder een andere naam , te weeten die van Hoofd, en Hooge Overigheid (b). Alleen verdient hier aangetekent te worden, dat in de jaaren 1579,en 15*i (c), nadere Ordonnancien gemaakt fyn op de Vergaderinge, en befoignes , van de Staaten van Holland, reguleerende onder andere pointen, welke Steeden voortaan fouden befchreeven worden (<^),den eed, door de comparanten af te leggen, het middel om te) Sie Ref. Stl» van Holland 15 Maart, 19, 20, 21, ea 24 July 1581. (b) Sic de Formulieren van Eed van de Staaten en vaa de Prins in '/ Reg: 21 July 1581. te) Sie Ref» o>» van Holland 17 cn 19 Febr: 1579 «n 17 Maart 1581. (d) Sie boovcn Cap. 2. G 3  om te koomen' tot befluYt in faaken, '.vaar in geen overftemming plaatsheeft, een ftuk, waar op lorgvuldjg gelet is in de oude Oidonnancien op de Vergadering, en eindelyk dc faaken, waar over vooitaan foude gehandelt' worden in de Staatsvergaderingen, en welke by gevolg niet begreepen waaren onder de delatie van het gouvernement, of van de fföbïe Overigheid, immers niet fodanig, dat de Prins foude hebben konnen daar in disponeeren fonder dc Staaten : gelyk 'er onder zyn waar over de Staaten niet konden disponeeren fonder de Prins, als, by voorbeeld, het maakèn van Ordonnancien en lJhn\iate//, Avaar van booven in het brcede gehandelt is. Aangaande welke fuiken, dat is aangaande de faaken, waar over voortaan foude geMndèit worden in dc Stafvergaderingen , de Ordonnancie van den 17 Maart 15Ö1 fëgt' „ dat in de'Vcr„ gadering. van de Staaten lal worden gehan$, dek ,'cn getractcert, haa voorgaande verfchry- tint van dé Lkdclcn , en S:ccden , op alle ii codlbiitcn van contributiei;, beeden, fubven„ tien, en omflaagen: alle obligatien onder ver„ banden, 't zy temporeel., of.perpetueel', daar i, by de pcrfoönen van de ingefeetenen van den „ Lande van Holland'fullen worden verbonden: „ dc verandering, gouvernement, of Regeering „ van den Lande: het maaken van pais, en be„ ftant: het aanneemen van oorlog: alle Hfetiwe „ allianticn , of verbonden : traulpoi t, of Dp„ dragt, van Landen ■„ giften van 's Lands goe„ de: en: conftitutie van penlioenen , of tracle- mentcn : het maaken van nieuwe Ordonnann cien, en Placaaten: afdoen, of invoeren, van » ge-  ( 103 ) „ generale Coftumen : collatien , of giften van „ Officien, of om iemand daar toe te nominee„ ren: quitfchelding van pagten, omflaagen, cn „ contributien: veranderingen in de yoet , en „ loop , van de munten , augmentatie van de „ laften van oorlog booven de middelen van „ contributie, daar toe geconfenteert, en bewil„ ligt: om generaale ordre te ftellen op de ber, taaling van des gemeene Lands fchulden: het „ verleenen van Privilegiën of Octroyen , aan „ eenige Steeden, Dorpen, of Collegien". Ook zyn ter felve tyd, te weeten in Maart 1581, weder dry Collegien, gelyk in het jaar 1573, ingeftelt onder de naam van „ Gecom„ mitteerden van zyne Princelyke Excellentie, „ en van de Staaten van Holland, tot Raaden „ nevens zyne Excellentie: van Gecommitteer„ den van zyne Princelyke Excellentie, en van „ de Staaten van Holland ter Financie van „ Holland: en van Gecommitteerden van zyne „ Princelyke Excellentie, en van de Staaten van „ Holland , tot Raaden van de Admiraliteit ne„ vens zyne Excellentie («)": en op de Inftructien , welke te vinden zyn in het Regifter vaa Holland onder den 20 Maart 1581. (e) Sie Re/.St'» van Bolland 17 en 20 Maart 1581.. G 4 HET  ( J°4 ) HET VYFDE CAPITTEL. tfr« ^ verandering in de Regeering van HollandH geoccafimeert door de dood van Prins Willem den Uude, en byfonderlyk van het Ampt van Gouverneur en Capitem Generaal van Holland geaeeert in de perfoon van Prins Mauntz. T X wee faaken zyn niet duifterlyk afteneemen Uit het voorgaande Capittel: eerftelyk, dat Prins Willem den Oude nooit Stadhouder geweest is van de Staaten, of uit derfelvêr naam, gelvk net gemeen gevoelen is , een gevoelen , dat aanleiding gegeeven heeft tot verfcheide ongegronde illatien ten voordeele van de volgende Stadhouders : maar dat de Staaten in het jaar 1572 oe Prins van nieuws erkend hebbende voor Stadhouder van de Graaf, welke zy iüftineerden dat m het jaar 1568 den Graaf van Bosfu onwetteiyk aangefteld had tot Stadhouder in desfelfs plaats, de Prins vervolgens geëxerceert heeft, uit de naam en van weege de Graaf, het gefa°dat aan hem in abfentie van de Graaf, als zyn bteedehouder, toeqnam : en dat hy daar in beveiligt is geworden door de Staaten in de jaaren 1575, en I576,enparticulierlyk in het jaar 1581 wanneer hy niet langer konnende gebieden uit de naam van de Graaf, de Staaten hem continueerden m het gouvernement onder de naam. van Hooge Overigheid, een naam ver overt'-efende die van Stadhouder., En  ( los ) En ten anderen, dat de Staaten niet begonnen hebben compleetelyk door haar felve te regeeren , en dat gedeelte van de Souver at mt eit, welke te vooren toegekoomen had aan de Graaf, volftrektelyk te gebruiken, als naa doode van de Prins, welke daar meede was bekleed geweest onder de naam van Hooge Overheid, en aan welke de Staaten op fyn overlyden gereed ftonden de titul van Graaf op te draagen. Maar doe de Prins van kant was, en de Staaten daar door de Hooge Overheid weder in haar handen gekreegen hadden, gingen de gedagten, om die daar in te houden, en geen eminent hoofd weder aan te neemen in plaats van de Prins. Of _ dat voorneemen in die tydsgelegentheid dienftig, en uitvoerlyk, was, fal men hier niet onderfoeken, genoegende fig met by te brengen het oordeel daar over van de Heer de Groot, welke in het vierde van zyn Jaarboeken fegt van de Regenten, welke van begryp waaren, dat men in die tydsgeleegentheid konde ontbeeren een eminent hoofd, erant, qui civium imperia praeferebant, intempejiive avidi libertatis, cui tolerandae impares tune maxime in difcordias ibant. De Staaten, in dat voorneemen zynde, mortificeerden één van de dry Collegien, waar van gefprooken is in het laatft van het voorgaand Capittel, te weeten dat van de Raaden nevens fyne Excellentie, en ftelden in het Collegie van de Gecommitteerde Raaden, waar aan fe gaaven een fecr ample Inftruclie, gelyk trouwens een fodanigc Inftiu&ie nodig was voor een Collegie, G 5 dat  ( io6 ) dat in plaats van de Prins de Regeering ondci ae Staaten beftieren foude. En, op dat men de Prins niet milfchen foude als feheidsman , wanneer de Leeden niet fouden konnen den anderen verftaan over faaken, waar in geen overftemming plaats heeft, wierd vooreen expediënt voorgeflaagen, en, foo niet by de Staaten, dat onfeeker fchynt, immers by niet minder als feeventien Leeden, goedgevonden, fodanige verfchillen te verblyven aan "alfulke neutrale » Heeren, of Perfonagien, binnen de geünieerde * Provinciën, als fy", de Leeden van de Vergadering, „ onderling fouden konnen verdraagen". Voords wierd, na de gewoonte van die tyd' by herfiening der Ordonnancie op de Vergadering het plan van de Regcering van Holland fodanig gcdreflêert, als geoordeelt wierd over een te koomen met de gelegentheid van de tyd, en met het voorneemen om te regeeren fonder eminent hoofd. Die Ordonnantie is gearrefteert den 19 Febr: cn 12 Maart 1585, en is die, waar op de Staaten nog ten huidigen daage vergaderen. Se is gewiffelyk met veel, en goed, overleg opgefteld: en, wanneer men daar by voegt de eerfte Inftruclie van dc Gecommitteerde Raaden, ten felven daage met de voorf: Ordonnantie voor de tweede maal, off by refumtie, gearrefteert, midsgaders het bekend Vertoog van het regt der Ridderfchap, Eedelen, en Steeden, van Holland cn Weftfriesland van den 16 OóTober 1587, behoeft men niet meer om te koomen tot een regt, en compleet, begryp van de Regeering van Holland. Ee-  ( io7 ) Ep-ttfl! foude men te -kort doen aan het oogmerk deefer Verhandeling, foo men met deed iWavqueeren ,.^ by die Ordonnancje dry feer weëfentlyke handelingen gemaakt lyn m de eonftitutie der Regcering, veranderingen, welke de verftandige altyd fullen tellen onder de lchadelvkfte gevolgen van 's Pnncen dood : | fe weeten, in de eerfte plaats, dat het getal der faaken, waar op niet eindelyk kan gerefok veert worden by meerderheid van Itcmmen, ot waar inrgeen overftemming plaats heeft, daarby mcrkelyk vergroot is: Ten anderen, dat het point van de contnbutien, of van het inwilligen van fchattingen, het cenig point, waar ontrent van ouds geen overftemming plaats gehad, heeft, uitgefondert is uit het getal der pointen, die in geval van discrepantie der advifen fouden afgedaan worden by fubmiffie. foo anders de fubmiflie by het arrefteeren deefer laafte Ordonnantie met geheel oebleeven is buiten conclufie weegens het gefchil Over de uitfondering van dat, en van twee andere-pointen; ■ ■'" "" *153 " -'- ,. En ten derde, dat de comparanten, die volgens de voorige Ordonnancien by eede verpligt waaren om m alle des gemeene Lands faaken, indiftinctelyk, en fonder onderfcheid te maaken tuffchen de pointen van befchryving en voorvallende haken,te advifecren naa haar eigen oordeel, en gemoed, fonder opligt „ tot eenige Steeden of per1 foonen in het particulier," voortaan fouden adfeeren op de pointen van befchryrmg volgens de laftvan haar refpéetivè Committenten, en maar .28* :va\ ,? X aoS ió .0 :V\K .j.^1 1  alleen pp de voorvallende faaken na haar verHand, en confcientie. Deefe d>y veranderingen zy* van die aangeïeegentheid dat fe gewiffelyk wel verdienen lat breeder uitgebreid, en met de oude cönftitötie van de Regeenng, en van de Vergadering, van Holland vergeleeken te worden. Onder de Graaven wierd in alle faaken, „ daar t rnfGn ^ont-r3butie queftie was (a), gecóncludeert na de pluraliteit van de ftemmen", gelvk de Staaten feggen in een Refolutie van den 28 Au5. 7: Cn wanneer 'er queftie was van ^ntnbutie, was het effect der contradictie niet, «fe concliifie te beletten, gelykheedensdaags, maar alleen, dat de contradiceerende Leeden ongehouden waaren te contribueeren met de andere gelyk beweefen is in het tweede Capittel (b) Soodat er geen fonderlinge reeden was onder de Graaven om bedagt te weefen op een middel van beflifling der verfchillen over faaken, waar m geen overftemming plaats had By de eerfte Ordonnancie (,), onder de troublen gearrefteert op de Vergadering der Staa- tonlZ™ !?fProoktn is m het voorgaande Up^tel, IS verbleeven by het oud gebruik ten opfigte van de overftemming, en vaftgefteld, », dat op alle faaken befluit fal worden genoo„ men na de meefte ftemmen - uitgenoonjen, dat • . , „ nie- te) 1 ftórt 1574. irit: 6. by Bor 1 7, fok 482.  ( 109 ) „ niemand jeegens fyn wille fal worden overftemt „ in materie van confent te draagen tot beeden, „ of fubventien , of van eenige partyen van „ contributien onder den anderen te maaken". Maar in de Ordonnancie op de Vergadering, gearrefteert den 17 Maart van het jaar 1581, doe de Staaten gereed ftonden om den Koning van Spagnien af te fweeren, en doe vervolgens de faaken, welke te vooren van regtsweege hadden geftaan ter dispofitie van de Graaf, ftonden te vervallen aan de dispofitie van de Staaten, zyn by het point van contributie gevoegt Traclaaten vanVreede, Oorlog, of verandering van Regeering: En in de nadere Ordonnancie van den 12 Maart I585 («), gearrefteert na doode van Prins Willem den Oude,is het getal der faaken, waar in geen overftemming foude plaats hebben, nog merkelyk vergroot , met te ftatueeren, "dat „ geen lidmaat van de Staaten fal worden over„ ftemt, of met de meefte ftemmen overwon„ nen, in materie van confent te draagen tot „ beeden, of fubventien, of van eenige party„ en , of gedeelten van contributien onder „ malkanderen te maaken , of op het vinden van „ het middel van dien: item, in belafting van „ Steeden, perfoonen, of goederen; op traótaa„ ten van Peis, Oorlog, of verandering van „ Regeering: of andere diergelyke fwaarwigtige „ faaken , concerneerende den ftaat van den „ Lan- (a) Deefe Ordonnancie is te vinden ia V Regtftr op den 19 Ftbr: 1585»  ( HO ) „ Lande : welke laatfte claufule een vry bréeue uitleg lyden kan. Den 19 Septemb: 1653 is verftaan, dat geen overftemming plaats heeft in de aanftelling van een Admiraal van Holland, nog in het maaken van desfelfs Inftruclie, waar van de redenen te vinden fyn in de Refolutie, dog fodanige, dat men twyfielen kan of le overeenkoomen met de gronden van een onverdeelde Souverainiteit. Maar, op dat de gemeene faak geen nadeel mogt lyden door de verfcheidentheid der adviien, en om dat 'er in alle deliberatien over Staats- faaken een uitkomft weefen moet, verftond men in het jaar 1574 , da' wanneer de Leeden fig met fouden konnen „ vereenigen, of „ verdraagen in materie van confent te draagen tot „ beeden, of fubventien",de eenige materie, gelyk gefegt is, waar in volgens de Ordonnancie van dat jaar geen overftemming foude plaats hebben, „ het gefchil gcftelt foude worden tot decifie „ van den Prins van Qrange, met de gecnen, „ die hy uit den Raade van Holland daar toe „ by hem fal willen neemen {af": In het jaar 1581 was men van het felve verftand , met die verandering alleen, dat de keur gegeeven wierd aan dc Prins , om eenige s> bY fig te neemen uit den Raad nevens fyn „ Princelyke Excellentie (£)", van welke Raad gefprooken is in het voorgaande Capittel (<■), „ of uit de Provinciale Raad van Holland". Al . (a) Sie de bovengem: Ordonnancie by Bor. ib) Sie de bovengem: Ordonnantie 17 Mu.irt icliC ic) fol. 103,  (III) Al de tegenftand, die het point van de fubmisfie te dier tyd ontmoetede, beftond daar in, dat die van Delf wilden gehouden hebben buiten de fubmisfie dc gefchillen over de Middelen, „ weefende prejudiciabel aan de hoofdneeringea „ van de Steeden": die van Leyden, „ dat in„ dien de Gecommitteerden van de Steeden niet „ konden accordeeren, rapport genoomen foude „ worden , om aan de Vroedfchappen voor te „ draagen de redenen , de Gedeputeerden van "„ de andere Steeden beweegt hebbende, om na„ der daar op gelet en gerefolveert te worden „ na behooren": fonder fig te uiten op het middel , om te koomen tot een einde van faaken, wanneer de Vroedfchappen van de disfentieerende Steeden , de reedenen van de andere gehoord hebbende, fouden blyven by haar voorig fentiment : en die van Amfterdam , „ dat in „ materie van contributie, die van Amfterdam „ niet fulien moogen worden ovcrftemt of tot „ eenige contributie geconftringueert, waarin zy „ niet vry willig fouden hebben geconfenteert (i) : mogende lyden, naa het fchynt, dat de andere Leeden fig^ onderwierpen aan de uitfpraak van de Prins, als maar Amfterdam daar buiten bleef Maar, (i) N* Plet kan weefen , dat Amfterdam in die tyd te fcru* puk-uTer was ontrent dit ftuk , om dat men doe fchynt van begryp te fyn geweeft, dat Amfterdam konde daar in overltemd worden: immers de Staaten van Holl' hebben by Ref: van 1 September 1580 verftaan , dat die van Amfteidam mogen overfttrnd worden in 't ftuk van contributie, als moetende, agtervolgendc haar Satisfactie, hen in dar ftuk met andere Stecdcn conformceren. Sie mede Refi 1 3"(y 1577.  ( U2 ) ï Maar > eeven als of de klem van de Recreering geftorven was met Prins Willem den Oude , by het Concept van de voorf: nadere Ordonnancie op de Vergadering is wel generalyk voorgefkagen, dat foo wanneer de Leeden niet louden konnen vereenigen, of verdraagen, ontrentMaaken , waar in van doe voortaan geen overftemming foude plaats hebben, het getal van weJJte iaaken merkelyk vergroot is by die Ordonnancie , gelyk gefegt is , „de verfchillen , „ desnalven weefende, als de twee derde deelen „ van deftemmen, of advifen, overeendraagen » Sefut)mitteert, en gefteld, fouden worden ter „ decihe van alfulke neutrale Heeren, of Per„ lonagien , binnen de geünieerde Provinciën, „ als zy onderling fouden konnen verdraagen „ die men ten wederzyden gehouden foude wee>, len te nomineeren binnen den tyd van veer» tiendaagen, of dry weeken, na dat de gefchila j ontftaan 'ouden zyn"- Maar die van Amiterdam, en Gouda, kanteden fig fO0 feer daar tegen, en die van Amfterdam drongen te gelyk loo emftig op het arrefteeren van de Ordonnancie , dreigende anders te fullen blvven uit dé Vergadering, dat men, om de Ordonnancie te brengen tot befluit, genoodfaakt was, van de iubmisfie uit te fonderen niet alleen „ de poin- » ten ,-c9jD? 0rd,onn: °P de Vergadering van het jaar ic8? is lodarng gedrukt in het derde Deel der Placaatboeken\ Ai?r\ A bovenftaande, zynde genoomen uit het 14 Artl. Si 1 mrd°nnan5ie„' mecde gearrefteert was. Maar het teCeel blykr wdr Refolutien van 19 Pebruary.en 11 Maart.  ( «3 ) s, ten van de Souverainiteit, en Religie, maar ook „ de ordinaris en extraordinars contributien ( a )". Voor de reft begreepen de meefte Leeden lbo wel, van wat gewigt, en gevolg voor het gemeene beft , het point van de fubmiffie was, dat de Staaten leggen in een Refolutie van den 19 Febr: 1585 , „ dat fonder de fubmisfie van „ faaken, daar in geen overftemming valt, de „ gemeene faaken niet gevordert nog gehandw haaft fullen moogen worden", en, het geen nog fterker uitdrukt haar begryp , „ dat zy be„ merken , dat op het verdrag van het voorf: „ point is beruftende de behoudenis, of onder„ gang, van den Lande (b)": woorden, welke fönderlinge opmerking verdienen in tyden als de jeegenwoordige. Ook wierd in het volgend jaar ( c), uit aanmerking van den grooten ondienft, die de gemeene faak leed, doordien de Leeden malkander nog niet hadden konnen verftaan over een forme , om te geraaken tot eindelyke refolutie „ in faaken van de contributien , tot defenfie „ van den Lande nodig zynde", gerefolveert, „ dat de differenten, die tuffchen de Eedelen en ,,, Steeden van Holland in 't particulier cp het „ inwilligen van de contributien, tot de gemee„ ne defenfie nodig fynde, voorvallen, geduu„ rende dat jaar fouden gedecideert worden by „ twee derde deelen van de Eedelen en Stee„ den , of uiterlyk by decihe van fyne Excel- „ lente) Sie Refolutie Se* va» W-land 12 Maart 1585. te) Sie ook Ref: Se» van Holl 18 Feb: 1588. te) by Ref. 8 janrj 1586. I. Deel. H  ( H4 ) „ lentie van Naflau als Gouverneur over Hol» ,a.nd 5 en eenige uit den Raade van Holland „ die daar toe by fyne Excellentie fouden wor„ den verkooren, wiens uitfpraak, en verklaa„ ring, ook by een iegelyk foude nagevold „ worden". ° Dog deefe heilfaame Refolutie deed weinig nut, om dat fe maar genoomen was voor één^jaar, en federt niet vernieuwt is : een faak , welke van minder opmerking foude weefen, indien by de meergemelde Ordonnancie van het jaar 1585 met geligt waaren uit het formulier van eed voor de comparanten ter Vergadering de volgende nadrukkelyke woorden : „ daar in" ( dat is, in alle des gemeene Lands faaken) „ advifeeren' s, en befluiten fulx zyluiden na haarluider ver„ ftand , en regte confcientie, tot de gemeene „ befte en welvaaren bevinden fullen te dienen, „ fonder affectie, gunft, of ongunft, tot eenige „ Steeden, of perfoonen, in het particulier : en in derfelvêr plaats geftelt de volgende: „ in s, de faaken Van befchryving te helpen beflui„ ten, _ en advifeeren , fulx zyluiden by hunne „ principaalen fullen fyn gelaft, en voords op „ alle voorvallende faaken , als zyluiden na „ haar verftand in goede confcientie tot het ge„ meene beft, en welvaaren, vinden fullen te „ dienen". Want foo lang als alle de Leeden van een Vergadering , waar in geen overftemming plaats heeft, (0) Ordonr.: 1 Feb: 1574 art: 4. by Bor b. 7 fol. 483, Ordonn: 17 Maart 1581, in Regifter.  ( 115 ) heeft het zy in het geheel, of ontrent de vööïnaamè pointen van deliberatie, verpligt zyn by eede om in haar advifen niets anders voor oogen te hebben als het gemeene befte, met uitfluiting van alle andere inflgten, konnen defelve gemeenlyk door wisfeling van redenen, endoor onderlinge perfuafie gebragt worden tot eenpaarige befluiten. Maar wanneer de Leeden van een fodanige Vergadering ontflaagen worden van de verpligting tot het bedoelen van een en het felve oogmerk in alle haar advifen, en in tegendeel geautorifeert worden, om te volgen de _ laft van haare refpecYrve principaalen, welke principaalen niet alleen ieder in den haare affonderlyk delibereeren, fonder ooit faamen te koomen als door Gedeputeerden met een bepaalde laft, maar meenigmaal ftrydende infigten hebben, is het ten uiterfte difficiel, te koomen tot eenpaarige befluiten , en veel nodiger als anders, aan de fubmiffie der verfchillen plaats te geeven: waar van in deefe het tegendeel gedaan is door de Staaten , daar toe genoodfaakt door Amfterdam en Gouda. Dog om weeder te keeren tot het point van de overftemming, of fubmiffie, terwyl men niet had konnen het foo ver brengen, dat die fouden plaats hebben ontrent het inwilligen der nodige contributien tot de gemeene defenfie, wierd gearbeid om ten minfte te doen vaftftellen, dat met twee derde declen van de ftemmen „ van de „ Eedelen en Steeden ten dagvaart befchreeven „ zynde" , foude geprocedeert worden ontrent het in train brengen der Middelen, „ die eens „ fyn geconfenteert geweeft", midsgaders onHl trent.  ( n6 ) trent de fwaarigheeden , welke fouden moogen re.fen ,n het dresfeeren der ordonnancien, daar op benende, „ of dat de Steeden de faake fou» den fubmitteeren aan fyne Excellentie van „ JVaflau, en alfulke neutrale perfoonen, als fvx ne Excellentie daar toe neevens hem foude „ verk.efen" ■ en wierd het felve forraeelyk vaftgeftelt den 18 Februarii 1588, en den 11 Oöobdaar aan volgende nog nader gerefolveert, dat een point van befchryving foude gemaakt 'worden van het redres der Ordonnancien van verPaging , „ en dat de Gedeputeerden van de „ beeden iouden koomen met volkoome laft s> om hen daar in de meefte , of ten minuV „ de twee derde deelen van de ftemmen, te moe! ten conformeeren , of de faak aan zyne Exs, cellentie fubmitteeren". T,iPf n" w Wu-genS de ™P°rtantie der faake niet naalaaten hier een weinig ftil te ftaan, om te doen remarqueeren , als een gevolg van het gefegde ontrent het point van de^ubimffie^ dal he foo ver van daar „ , dat de maxime van net te concludeeren in materie van contribnt'en en tn meer andere , ah met empaarigiieid , foude weefen eene der voornaam ft S^'nrv^i^ °Ude ^er-gTn^o? 'and , gelyk veele meenen , geen onderfcheid maakende tulfchen twee foo vVehillende 1 Ken als het fubmitteeren van een verfchil aan de rn fpraak van een derde en het Lt concl det De Leefer erinnere % maar dat, gelyk boven getoond is , de vryheid der confenfen7 voor de trou-  ( H7 ) troublen nergens anders in beftaan heeft, als dat de Leeden, welke niet confenteerden, niet behoefden te contribueeren nevens de andere. Dat de Ordonnantiën op de Vergadering van de jaaren 1574 en 1581 ftellen aan de uitlpraak van den Stadhouder, en van eenige uit het Hof, de verfchillen over faaken , waar in voortaan geen overftemming foude plaats hebben, fonder in eenig geval eenpaarigheid te requireeren: En dat niets belet heeft in het jaar 1585, doe de Ordonnancie op de Vergadering voor de .laatfte maal gerevideert is, van nieuws de fubmiifie vaft te ftellen, als alleen, dat twee Leeden "wilden daar van uitgefondert hebben twee a drie faaken, waar in niet foude moogen geconcludeert worden als met eenpaarigheid, maar dat de feeventien andere Leeden dat aanfaagen voor foo gevaarlyk, dat fe tot geen uitfondering wilden verftaan. Het geen doed fien , hoe ver men doe was van de bovenftaande maxime te houden voor een grondwet van de Regeering. By deefe remarque moet men nog een tweede voegen, te weeten, dat nademaal de uitfonderingen, waar op door twee Leeden geftaan wierd in het jaar 1585, alleen betreften de pointen van Souverainiteit, Religie, en Contributien, men faamen eens was , dat Traöaaten , en diergelyke materiën van Staat, geen faaken fyn van die natuur, dat niet foude behooren daar over gerefolveert te worden als met eenpaarigheid. Wat nadeel het gemeenebeft geleeden heeft door de bovenftaande dry veranderingen in de conftitutie van de Vergadering : en hoe weinig H 3 het  ( "8 ) het wegneemen niet alleen van de overftemming, maar ook van dc fubmiffie der verfchillen, uit de Regeering, overeenkomt met het plan van een vrye Staats Regeering fonder eminent hoofd: word gelaaten aan elx oordeel. Maar foo veel meend men hier te moeten feggen , dat de innerlyke conftitutie van de Regeering van Holland daar door t'eenemaal verande rt is, fchoon dat de uiterlyke forme defelve is gebleeven: nademaal de klem van de Regeering , welke te vooren refideerde in het gemeen lighaam, of in de Vergadering het felve reprefenteerende, daar door overgebragt is aan de byfondere Leeden, fodanig , dat het lichaam federt die veranderingen afhangt in fyn voornaamfte werkingen van ieder Lid affonderlyk. Behalven dat daar door een deur geoopent is , niet alleen tot lange en verdrietige deliberatien, die meenigmaal doen verliefen het oogmerk derfelve , terwyl men beflg is met delibereeren , maar vooral meede om de belangen der byfondere Leeden te doen prevalecren boven die van het gemeene lichaam. Dog om het maaken van rcflexien over te Iaaten aan den Leefer, en weder te keeren tot de verhandeling der veranderingen in de Regeering van Holland, welke gevolgt, en geoccafioneert, zyn op, en door, de dood van Prins Willem den Oude', dc Staaten konden niet lang blyven by haar eerfte voorneemen om fig te paflèeren van een eminent hooft. Want doordien fe genoodfaakt wierden, nevens de andere Provinciën, om de Souverainiteit te doen aanbieden , eerft aan denKoniug van Vrankryk, en vervolgens aan de  ( "9 ) Koningin van Engeland, hadden fe liever, vooraf Prins Mauritz te deftineeren tot Stadhouder , of tot Gouverneur van Holland, gelyk men doe fprak, en te doen verfoeken door haar Gedeputeerden, fecretelyk daar toe geïnftrueert, dat die door de nieuwe Souverain „ gecontinueert, ot „ van nieuws daar toe gecommitteert, mogt wor„ den (a)", als een Stadhouder te verwagten uit vreemde handen. Waar in de Staaten te meer te pryfen waaren, om dat men had kunnen een uitlander aan haar opdringen, de Pnncen van den Lande noit fynde gebonden geweeft om inlanders te moeten gebruiken tot Stadhouders, gelyk wel tot andere ampten: tot foo ver, dat de Staaten refolveerende, te doen folliciteeren de confirmatie van het Privilegie , waar by de uitlanders uitgeflooten zyn van het bekleeden van Ampten in Holland , meermaalen uitgefondert hebben het ampt van Stadhouder (b), gelyk Keifer Carel ook uitdrukkelyk uitgefondert heeft in het Odroy, aan de Staaten verleend den 7 Mey 1555 ( ƒ )• Vrankryk en Engeland weigerden wel de Souveiainkeit aan te neemen. Maar dewyl het Tradaat met Engeland van den io Augufti 1585 groot gefag gaf aan den Gouverneur Generaal van het fecours, welk de Koningin daar by aan den Staat beloofde , en de Staaten van Holland voorfaagen, dat die Gouverneur Generaal foude konnen fig indringen in het particulier gouver^ ne- (a) Sie Ref: St"> van Holland S >»J 15*$ _ _. t (b) Sie Ref: van de Staaten 17 April 1550, 14 Maart en 16 Maart 1554. CO Sie bet $ Memoriaal van van Vxafol: 231, H 4  ( 120 ) nement van haar Provincie, gelyk hy in het begin van het volgend jaar fig indrong in het generaal gouvernement van de Vereenigde Nederlanden, vonden le goed, voorde overkom ft van den Engelfchen Generaal, voort te gaan met de aanftelling van een Gouverneur, v/aar toe fe den i November 1585 Prins Mauritz aannaamen. Dit is de eerfte maal, dat de Staaten een Stadhouder , of liever een Gouverneur van Holland, aanftelden. En om dat hy ftond een Officier te ■weefen, niet van de Graaf, gelyk voorige Stadhouders , welker magt in opfigt tot de Staaten beflooten was binnen defelve paaien met de magt der Graaven, maar van de Staaten, welke na de afichaffing der Graaflyke Regeering alle de deelen van de Souverainiteit befaaten , vonden de Staaten goed, nevens de Commisfie een Inftruclie te maaken voor deefe nieuwe Amptenaar (a), van welke Commisfie, cn Inftruclie , het niet ondienftig fal weefen wat breeder te fpreeken, en daar meede defe Verhandeling van de oude Regeering van Holland te befluiten. Egter kan men niet nalaaten vooraf nog iets te voegen by het boven gefegde (b ) van het Collegie van de Gecommitteerde Raaden. De meening, doe dat Collegie ingefteld wierd, weefende, geen eminent hoofd weder aan te neemen, maar „ in plaats van de Prins, en van de „ Raaden nevens fyne Excellentie", aan de Gecommitteerde Raaden onder de Staaten in handen te geeven het ftuur van de Regeering: wierd een In- (0) De Commisfie en Inft-uclie fyn te vinden by Bor i. 20. fol: 664 cn CÓ5. (b) jol: 105.  (121) Inftruclie , met die meening overeenkoomende, voor defelve faamengefteld uit de voorige Inftructie van het jaar 1581 voor „ de Raaden nevens „ zyne Excellentie": en uit die van het felve jaar „ voor de Raaden van Financie", gelyk uit de collatie der dry Inftruclien blykt, waar van twee 2yn van den 20 Maart 1581 , en de derde van den 11 Oclober 1584. Deefe laafte wierd gerevideert in het volgend jaar 1585, en van nieuws gearrefteert ten felven daage (a) met de nieuwe Ordonnancie op de Vergadering", ongetwyffelt om dat fe maakte een wefentlyk gedeelte van het plan van Regeering, dat men doe voorneemens was te volgen. Maar federt dat men genoodfaakt was van plan te veranderen, fchynt ook het Collegie van de Gecommitteerde Raaden, en met het felve de Inftruclie, gefluclueert te hebben, gelyk af te neemen is uit het Regifter van het jaar 1586 fol: 344, tot dat eindelyk in het jaar 1590 het Collegie, en de Inftruclie van het felve , beide in twee gedeeld wierden, en overgebragt uit de Inftructie van de Gecommitteerde Raaden in die voor „ de Raaden nevens fyne Excellentie", welke doe voor de derde maal aangefteld wierden ten einde „ om geftadig fyne Excellentie by te wee„ fen, en denfelve te raaden, en te affifteeren, „ in de faaken van het gouvernement" , al wat geoordeeld wierd te fpe&eeren tot uitvoering van dien laft (£). En 1 (ö) 19 February 1585. (b) Sie derfelvêr Commisfie fynde van den 22 Janry 1590 , en de Refolutie op de tweede en derde pointen van befchry; ■ving- ia / Keg: 1590 van 4 'Janrj tot 15 Febr. H 5  ( 122 ) En het is de Inftruaie van dit laatfte Collegie welke yerkeerdelyk gebragt is in de HandveftUironyk (a) voor die, welke ten felven daage en naamelyk den 22 Janry 1590 , gearrefteert is voor de Gecommitteerde Raaden, maar welke weinig gemeenfchap heeft met de andere, uitgefondert dat inbeyde gelaft word aan de refpeöidenti ' te houden goede correfpon- En hoewel de beide Collegien weder in een gelmolten wierden in Januarii van het jaar 1593 (b) ioo wierden egter niet weder ingevuld in de Inftruclie van de Gecommitteerde Raaden de pointen en articulen , die in het jaar 1590 daar uit geiigt waaren. Het welk miffchien een direclie geweeft is van Prins Mauritz, als welke ftilfwygens acquireerde het geen dat de Gecommitteerde Raaden afging. Ook is de Inftruöie, fodanig als fe den 28 September of 20 November 1623 van nieuws gearrefteert is met deefe en geene veranderingen met foo ampel als de eerfte van het jaar 1584' en federt het jaar 1623 is defelve niet gerevideert, nog verandert,foo veel men weet, fchoon dat federt meer als eens occafie daar toe geweeft is door de voorgevalle veranderingen in de conftitutie van de Regeering, en fchoon dat die veranderingen de Regeering nu meer doen gelyken inet opfigt tot de Gecommitteerde Raaden , na het jaar 1584 als na de jaaren 1590, 1593, en Soo te) b: 1. cap: 6. te) Sic Het itej: 1593. fit, J5.  ( «3 > Soo dat het misfchien niet ongevoeglyk foude weefen , immers overeenkoomen foude met de piadyq der voorouders, in deefe tydsgelegentheid te revidceren de oude Inftruaie van de Gecommitteerde Raaden te gelyk met de Ordonnancie op de Staatsvergadering , waar van die Inftruaie voor een aanhangfel , of gevolg , te houden is, als faamen uitmaakende het plan, waar na de Staaten in die tyd begreepen , dat zy, en onder haar de Gecommitteerde Raaden, fouden konnen regeeren fonder eminent hoofd. Dog om eindelvk te koomen tot de Commiflie en Inftruaie van den Stadhouder, waar van booven gefegt is dat men meende wat breeder te moeten fpreeken, en daar meede te befluiten deefe Verhandeling van de oude Regeenng van Holland : Voor eerft ftaat daar ontrent aan te merken dat de Commiflie, en Inftruaie, aan Prins Mauritz geeven de tituls niet alleen van Gouverneur, en van Capitein Generaal, maar ook van Admiraal, een titul, welke de voorige Stadhouders niet gevoerd hadden, hoewel dat fe hadden kennis genoomen van de faaken van de Zee , met uitfluiting van den Admiraal, gelyk beweefen is in het derde Capittel ia). Maar het fchynt , dat de Staaten in het byfbnder meede bedagt waaren, om de Engelfchen te houden buiten het beltier der faaken van de Admiraliteit : dat fe met dat infigt gaaven aan Prins Mauritz de titul van Admiraal over Holland, en (a) fik U-  ( 124 ) en ten felven daage, dat is, den i Novemb: 1585 , arrefteerden een Inftruaie voor de Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit over Holland, een Collegie doe opgeregt, maar dat van geen lange duur was: welke Raaden nevens Prins Mauntz nog ten felven daage beëdigt wierden: midsgaders den volgenden dag aanIchreeven aan de Convoymeefters, voortaan geen ordonnancien te betaalen dan die fouden verleent weefen by de voorf. Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit. Hadden de Staaten geen foo dringende reeden gehad als de vrees voor de Engelfchen, het is geenhns te vermoeden, dat fe fouden hebben verandering gemaakt in het beftier der faaken van de Admiraliteit, buiten concurrentie der andere Bondgenooten , daar het maar ruim een jaar geleeden was , dat de fuperin tendentie der laaken van de Admiraliteit, nevens de Convoijen en Licenten, onder andere deelen van de generaale Regeering geftelt was in handen van den Kaad van Staate door de Staaten van Braband Vlaanderen, Holland, Zeeland, Utrecht, Mechelen, en Vriefland (a): en daar Holland nog nader geconfenteert had in die delatie, in opfigt van de Convoyen en Licenten, by Ade van den 6 Decemb: 1584, en by Refolutie van den 18 january 1585. ^aar i> dewyl Prins Mauritz maar ontrent derdehalf jaar naa fyn aanftelling tot Admiraal van Holland, en naa de ereaie van het voorf: Colte) Sie Injlruffie 18 Aug: 1584 art', 12,  ( 125 ) Collegie, aangeftelt is door de gefaamentlyke Provinciën tot Admiraal Generaal van de Vereenigde Nederlanden, met by voeging van een Collegie van fuperintendentie {a), en het bellier der faaken van de Admiraliteit federt gebleeven is aan de Generaliteit , fchoon dat het Collegie van fuperintendentie maar weinig jaaren op de been bleeff (b), fal het onnoodig zyn in de verhandeling van het ampt van de Stadhouder te fpreeken van het geen, dat de Admiraliteit aangaat. Gelyk ook de Inftruaie van de Collegien ter Admiraliteit van den 13 Augufty 1597 wel fpreekt van den Admiraal Generaal der Vereenigde Nederlanden, en van zyn Lieutenant Admiraal in elk Quartier, maar niet van den Gouverneur van Holland, of van eenige andere Provincie, in haar qualiteit van Admiraal. Het is in de tweede plaats opmerkelyk , dat in de Commisfie, en Inftruaie, van Prins Mauritz de titul van Stadhouder wel gegeeven word aan Prins Willem desfelfs Vader , en aan de oorige Stadhouders, welke in afweefen van de Graaven derfelvêr plaats bekleed hadden, maar niet aan Prins Mauritz felf, aan welke de Commisfie en Inftruaie geen andere tituls geevep . van Gouverneur en van Capitein Generaal, buiten die van Admiraal, waar van gefprooken is: nt , om dat men in die tyd begreep, dat van het Land altyd prefent fynde, c n .Stadhouder , dat foo veel is als der , of Representant, niet als feer on- Refi o>» Generaal 20, cn 2$ Mej 1588. ijler van Holland Decemb: 1593 ]: 168.  ( 126 ) oneigentlyk konde gegeeven worden aan een Amptenaar, w,ens ampt, foo als het aanftoncfe nader fal befchreeven worden, het felve is her Zy dat de Eedelen, 'en Gedeputeerden ^n d" Steeden, welke eigentlyk, en alleen, de Staaten reprefenteeren , ten dagvaart vergadert zyn of met (a). •> » Ul dpn D;nfe?frde ?aaten gereprefenteert worden ,n abfentie van de Vergadering, het is veel eer door de Gecommttteerde Raaden 'als door den Gouverneur en Capitein Generaal: gelyk een ieder me geheel en al onbedreeven V materie van' Politie, fal moeten befluiten uit de vergelykino- reeJf^A Inftr"aien- Soo dat de Gelommkteeide Raaden met meerder regt fouden moogen voe,en de titul van Stadhouders , als de laafte Pnncen van Orange die gevoerd hebben. kelvk^rV m df- Plaats vooral opmer- fcelyk, dat de voorf: Inftruöie aan Prins Mauntz toevoegt een Raad, „ met welke", of (om te gebrmken de woorden van fyn Commisfie) met advis , en ten overftaan van welke", hv foude verrigten „ alle de faaken van den Oorlogen van de Politie". Het welk gewisfelyk gem geringe bepaaling was van de autoriteit van den Stadhouder en veel quaad had kunnen voorkoomen foodie Raad had langer blyvcn fubfifteeien als tot m Janua: van het jaar 1500 wanneer fe afgefchaft wierd, of in^efmS in hS der Bï V!i\ie G^ommi«eerde Raaden, fonder egter dat het felve Collegie op dc boven- ftaan- rceu in haar Ho. Mo. Refi van 4 Augt 1101. 7 &  ( 12? ) {taande wys geadjungeert wierd aan de Stadhouder : gelyk hier vooren (fl) aangemerkt is. Soo dat men foude moogen denken, dat de voorf: Raad met geen ander oogmerk ingeftelt was als om Prins Mauritz , welke maar twee maanden voor het affchaffen van dien Raad, naamelyk den 13 November 159a, bereikt had den ouderdom van 25 jaaren, geduurende zyn minderjaarigheid „ te raaden en te asfifteeren_ in „ de faaken van het gouvernement", indien beider Commisfien en Inftruclien niet deeden het tegendeel denken, als geen de minfte diergelyke bepaaling inhoudende , en indien des Princen Heer Vader geen fodanige Raad nevens hem gehad had tot zyn dood toe: foo als getoond is in het voorgaande Capittel : jaa indien niet alle voorige Stadhouders onder de Graaven hadden moeten fig bedienen van de asfiftentie, raad, en advis van het Hof in de faaken van het gouvernement : lbo als getoond is in het derde Capittel Fol. 72. 73. Waar uit men in het voorbygaan kan aanmerken , hoe ver al in die tyden de complaifance voor een Stadhouder ging, en hoe weinig een foo fchrander Minifter als Oldenbarneveld voorfag de gevolgen van Prins Mauritz minder afhangelyk te maaken als fyn Voorfaaten in de exercitie van fyn ampt, gevolgen, welke dien Minifter vyf en twintig jaaren daar naa duur ftonden. Maar om voort te gaan tot de befchryving van het Ampt, uit de Commisfie, enlnftruótie, blykt te) fok 105.  ( 128 ) . blykt 3n de vierde plaats, dat het ten deele po^ Miq ten deele militair is. Tot het eerfte deel Heeft de titul van Gouverneur zyn opligt een woord dat van ouds een politiq Amptenaar beteekend , of anders hadden de Koningin van Hongaryen , en de Hertogin van Panna, niet Konnen draagen de naam van Gouvernante: tot Het tweede die van Capheïn Generaal t Jtn A-r men het AmPl aanmerken als twee diftmöe Ampten, die bekleed worden door een perfoon, maar die gevoeglyk fouden konnen door twee bekleed worden : gelyk ook blykt uit de Commisfie van Graaf Hendrik van NasW, T r" 10 February 1515 , dat voor hem Joh. Graaf van Egmont, en Floris van Egmoni Heer van Ysfelftein en St. Maarfcnsdyk. op tyd geweeft fyn de een Gouverneur , de ander Lieutenant Genh (a)van Holland, Zeelü en Vnesknd , en gelyk cv. Hertog van A.v, Lapitein Generaal was van dc Nederlanden , ter lelver tyd dat de Hertogin van Pa ma r.' riante daar van was. In fyn politique qualiteit is de Stadhouder, of Gouverneur van Holland, volgens Inttiucne ichuldig voor te ftaan de Overigheid, Geregtigheeden, Privilegiën, en het welvaaren van den £ande,en het gebruik van de waare Chrifteiyke Kehg,e, en defelve te befchermen tegen alle overlait, desordre , oneenigheid , afbreuk, en lenaade: woorden , foo generaal, en foo onbe- paalt, O) Na Dat Lieutenant Gen, en Capitein Gem het felve beteekencn blykt uit de Commisfïen boven fol: 7S. 76. (J>) Sie de inftruiïis. 1  ( i29 ) paalt, dat fe of te veel, of niets, beteekenen > waar door fe ook in het vervolg aanleiding gegeeven hebben tot geen geringe indragt in het regt der Staaten, en Steeden. Ten andere is de Stadhouder in fyn politique qualiteit verpligt, Juftitie te doen adrniniftreeren, „ te expedieeren en te verleenen de pro* „ vifie van Juftitie, en te doen executeeren alle „ Ordonnancien, Appointementen , en Sentert„ tien, by advife van den Prefident en Raaden van Holland , Zeeland, en Vriesland." Waar ontrent dit alleen valt aan te merken, dat de Stadhouder niet verder fchynt gechargeert te weefen met de forg voor de adminiftratie van de Juftitie , als voor foo veel die geadminiftreert word door het Hof, waar van de Stadhouder van ouds het hoofd geweest is: van den Hoogen Raad niet gefprooken wordende in de Commisfie, nog Inftruclie, fchoon vier jaaren te vooren ingeftelt. In de derde plaats fegt de Inftruclie, „ dat ,, de Gouverneur met de Gedeputeerde Raaden „ van Holland, Zeeland, en Vriesland, die ne„ vens zyne Excellentie fullen worden gevoegtj ,, fal vernieuwen, en veranderen, de Burgemee-' ,, fters, Schepenen, en Wetten, na behooren , „ en daar 't felve van noode weefen fah" Door dit Articul word benoomen aan het Hof het deel, welk het volgens de Privilegiën van ouds gehad heeft in de Magiftraats beftellingen, en gegeeven aan „ de Gedeputeerde Raaden j „ welke fouden gevoegt worden nevens zyne „ Excellentie," en welke in de Commisfie van Prins Mauritz, „ Eedelen, en Raaden, uit de „ Landen van Holland, Zeeland, en Vriesland, I. Deel, I „ by  ( 130 ) « by fyne Excellentie te voegen ," genaamt worden: dog welke noit aöueelyk by de Prins gevoegt zyn, of men moft daar door verltaan het Collegie yan Raaden van Staate neevens fyne Excellentie, waar van booven gefprooken is (a), en welk ingeftelt wierd in het jaar 1590, maar niet booven dry a vier jaaren duurde. Dog het geen de meeste reflexie verdient in het voorf: Articul, zyn de laatfte woorden, meedebrengende, dat de Gouverneur van Holland de Burgemeeftercn, Schepenen, en Wetten, fal veranderen ,^ „ daar 't felve van noode weefen „ fal." Waar uit men naderhand beflooten heeft, dat de Stadhouder de magt heeft om buiten 's tyds verandering te maaken in de Regeering yan de Steeden, wanneer hy oordeelt, dat de dienft, of de ruft, van het gemeene Land van Holland het vereischt. Was dit de meening der Staaten geweeft, het is meer als waarfchynlyk, dat fe klaarder woorden fouden gebruikt hebben, om een foo ver uitfiende magt in ééne hand te geeven, en wel diergelyke woorden, als fe te vooren meer als eens gebruikt hadden in regard van Prins Willem den Oude, welke de Staaten by Acte van den 20 July 1575, by de Unie tusfeben Holland cn Zeeland van den 28 April 157Ó, en by Acle van 24 July 1581, fpecialyk geautorifeert hebben, om, „ indien de nood, of ver„ feekertheid, mogt vereifchen eenige afftel„ ling, of vernieuwing, van Officieren, Wet„ houderen , of Magiftraaten, van de Steeden „ bui- (a) fol; 103.  ( 131 ) „ buiten de gewoonlyke tyd, het felve te moo„ gen deen met kennis van faaken, en van het „ meerendeel der geene, die de Vroedfchap en „ het corpus derfelve Steeden fyn reprelentee„ rende , al fonder prejudicie der Steeden „Handveften, en Privilegiën, die niet te min „ gehouden fullen worden, en blyven, in haar „ geheel:" een autorifatie, veel meer gecircumfcribeert als die van de voorf: Inftrudie, indien de woorden , „ daar 't felve van noode weefen „ fal," moeten verftaan worden van de afhelling van Officieren, en Regenten, buiten 's tyds, en niet maar van het fuppleeren van de plaat'ièn, die tusfehen tyds open vallen by overlyden , vertrek, of regtelyke ontletting , van Officieren , of Regenten. Het geen deefe laafte uitleg te waarfchynlyker doed voorkoomen is, dat de Inftruclie van Prins Mauritz als Gouverneur en Capitein Generaal van Holland in alle deelen veel naamver bepaald is, als de bovengemelde Aclen, waar by een byna Souveraine magt gegeeven is aan desfelfs Heer Vader, gelyk boven aangeweefen is(a): en daarom is te minder te gelooven, dat de Heer de Groot, van deefe materie handelende in het negende Capittel van zyn Apologie, en het bovenftaande Articul uit de Inftruclie van de Stadhouder bybrengende, dog met uitlaating derwoorden , „ en daar 't felve van noode weden „ fal," die woorden met opfet, en uit verïeegentheid, foude uitgelaaten hebben: infonderheid om dat hy in het felve Capittel bewyli, dat er O) fok 97 en ico. I 2,  ( 132 ) geen noodfaak van verandering in de Reeeeriaa geweeft was in het geval, waar ontrentffhcft voorf: Articul bybrengt. Y Ten vierde fegt de Inftruclie, dat de Gouverneur fal hebben de collatie van' „ alle Ampten , * P^Ien'Staaten.^nBenencien,van ouds geftaan „ hebbende ter g,fte, of collatie van de Gonverfond^' °f Stad^«ders, van de voorf: Landen:» mJï ef,te- refignatien te moogen toeftaan als 4bnWllhginS van de Staaten. Welke de Ampten, Officien, Staaten, en Be- fev!11'/^^ °Uds hebben ter■ g,fte van de Stadhouders, kan men niet feg- ff" ^^.denfe ^P^^aangetoo-enhft een en dertigfte Articul der Inftruöie van he Set TC^enTe'^^ dathS Sn ♦ " -r Officien" waaren, welke ftonden „ ter gifte van de Stadhouder (i):" en het feeventiende van die van Maximiliaan vanOoft n ryk by welk Articul „ het geeven van eenige *Sh T ' °u Beneficien»hoedanig die zyn," d?n Stadhouder benoomen is: en de volgende Princen zyn van geen humeur geweeft, om veel over te geeven aan de particuliere Stadhouders, m prejudicie yan haar felve, en van den Gouverneur Generaal der Nederlanden. De Ampten, en Beneficiën, welke van ouds geftaan hebben ter begeeving'van de Prins van den Lande of van den Gouverneur Generaal zyn notoirlyk met begreepen onder de boven- ftaan- «i„° ^ V°J|ens de Memoriaalen van het Hof zyn her geen andere Ampten eeweeft ak di> v„ r>J y j en Booden van den Hoofc. Deurwaarder*  ( 133 ) ftaande woorden, maar is de collatie derfelve, foo in Holland, als in de andere Provinciën, in Januari daar aan volgende gegeeven aan den Graaf van Licefter „ op nominatie van de refpecfive „ Provinciën (a)." Dan eenige tyd naa het vertrek van de Graaf -^an Licefter, en namelyk den 25 Februarii 1589 , hebben de Staaten gerefolveert, dat van alle hooge Ampten, die in voortyden geconfereert zyn by de Princen van den Lande, een nominatie van dry perfoonen by de Staaten gedaan, en daar uit één door zyne Excellentie geëligeert fal worden. En wanneer de Provinciën aan fig getrokken hadden onder de naam van a ivis, recommandatie, of nominatie, de aanftelling der militaire Officieren, van regtsweege toebchoorende aan den Raad van Staate , gelyk elders beweefen is , behielden de Staaten aan fig meede de nominatie van dry perfoonen , en gaaven de electie aan Prins Mauritz, gelyk meede de begeeving der Compagnien van vreemde Natiën, en van die, welke in het veld ope vielen, beide fonder nominatie {b): waar meede hy , en de volgende Stadhouders fig genoegden, uitgefondert de laatfte, aan welke de Staaten by Refolutie van den 27 Aug: 167a gedefereert hebben , „ by provifie, en tot dat anders foude „ weefen gerefolveert, de collatie en begeeving van (a) Sie Ref. Staaten Genk 10 Jan: 1586. Verdrag tusfchen de Staaten en de Gr: van Licefter 1 Feb: 1586, by J3or b: 21 fol: 686. Ref: St, van Holh. Maart 1586, fol. 106, en 133. (f) Sie Ref. Si'; van Holland 9 en 17 Novemb- 1618. 13 ■  ( 134 ) „, van alle de charges van en over de Militie „ van haar repartitie, van Vendrig tot Colonel „ beide incluis." Dit zyn alle de pointen van de Commisfie, en Inlt.ruc~t.ie van Prins Mauritz, die het politicq gouvernement raaken, uitgefondert het verleenen van „ pardonnen, en andere gratiën, wel- ke plagten verleend te worden by de Secreete „ Raad te Brusfel:" op welk point niet byfonders valt te remarqueeren. Dit alles toond genoegfaam, dat de meening van die tyd niet was, dat de Gouverneur van Holland foude deel hebben aan de Staats-deliberatien, veel min het voornaam beftier derfelve. Gelyk hy ook niet ordinaris compareerde in de Staatsvergadering voor dat de Eedelen in het jaar 1637 Prins Fredërik Hendrik aannaamen tot ,, eerfte lid van haar lichaam (a)," en hem op die wys bragten in de Vergadering: het geen de Steeden, aan welke de Prins de Acle van de Eedelen deed exhibeeren, voor goed aannaamen , fonder andere remarque , als op de qualificatie, welke de Eedelen fig toefchryven in die Acte, van „ alleen te reprefenteeren het platte Land;" een remarque , die, foo fe al gegrond was, niet verdiende gemaakt te worden in een tyd, wanneer men met ftilfwygen voorby ging het prejudicie, dat de Stecden leeden, doordien een Amptenaar van veel te groot gewigt om meerder relatie te moogen hebben tot één Lid van (a) Sie Ref: Se» van Hollaal 26 Januarj, 5 Febr., cn ïO Maart 1637.  ( -35 J van de Staaten als tot dc andere Leeden, een byfondere relatie bequam tot het Lid der Eedelen: om niet te feggen, dat een Amptenaar, wiens credit reeds maar al te groot was voor een vrye republiq, niet fonder gevaar konde toegelaaten worden in die Vergadering, welke alleen bequaam was om hem nog eenigfins te houden bmnen de paaien van zyn Ampt. En foo men gelyk had van uit de Vergadering te houden particuliere Leeden van de Regeering, die fesfie hadden in den Raad van State , gelyk den 21 Decemb: 1619 gerefolveert, en feedert1 tuflchen de vyftig en feftig jaaren lang gepractiïeert, is, hoé groot een ongelyk had men dan niet van in de Vergadering te admitteeren den Stadhouder,die meede feflie had in den Raad van Staate, en die feekerlyk veel meerder credit en directie moft hebben in de Vergadering , als particuliere Regenten? Soo dat het, om de waarheid te feggen, beeter gevoegd had, de Stadhouder niet te admitteeren in de Vergadering aan het hoofd der Eedelen, en in tegendeel, aan hem feflie te geeven in het Collegie van de Gecommitteerde Raaden, welke „ vooral moeten houden goede correfpondentie „ met zyne Excellentie, als Gouverneur en Ca„ pitein Generaal van Holland," volgens het tweede Articul van derfelvêr oude Inftructie. Het geen ook herhaalt is in de volgende Inftructien, en wel met groote reeden , doordien haar Ampt veel gemeenfehap heeft met dat van den Stadhouder , foo in het politicq gedeelte van het felve, als in het militair, van welk laatfte nu vervolgens lal gefprooken worden. I 4 De  ( 136 ) Dog alvorens daar toe over te gaan, kan men niet naalaaten aan te merken, als een verwonderenswaerdige faak, dat in de Inftruclie oeen gewag gemaakt word van de decifie der rerfchtilen tu/Jchen de Leeden onder de pointen, behoorende tot het pohtiq gedeelte van het StadhoudersAmpt, fchoon dat de voorige Stadhouder daar toe met asfumtie van eenige uit den Raade, of uit het Hof, was geautorifeert geweeft by de Ordonnancie op de Vergadering van de karen 1574 en 1581. J Dan het kan weefen, dat men naa doode van £nns Willem den Oude wat nader gereflecleert heeft op de gevolgen van die autorifatie, en begreepen, dat het aanftellen van een vaft, en permanent, arbiter, of decifeur, te gevaarlyk was m een Regeering, beftaande uit foo veel Leeden, onder welke het niet difficiel is te verwekken dispariteit van fentimenten, en tweeJpalt, en lanx die weg meefter te worden van de voornaamfte deliberatien : of dat men geoordeelt heeft, dat het een Stadhouder niet ontbreekt aan middelen om de verfchüjen tusfchen de Leeden in te fchikken, al maakt men hem daar over geen regter , of arbiter : of wel, dat de Leeden malkander foo weinig verftonden over het ftuk van de decifie der verfchillen by het maaken der Inftruclie van Prins Mauritz, als eenige maanden te vooren by het revideeren der Ordonnancie op de Vergadering. De Inftruclie fegt niet anders van het militair gedeelte van het Ampt van den Stadhouder waar toe de titul van Capitein Generaal relatif is \ als dat „ de Gouverneur met de Gedeputeerde » ïUa-  ( 137 ) „ Raaden voorfien fal op de noodlyke garnifoe„ nen, verfeekertheid en beicherming van de „ voorf: Landen, Steeden, Sterkten, Havenen, » Waateren, en Stroomen van dien." Deefe woorden fyn vry generaal voor een Inftructie: maar de meening derfelve word verklaard in het Antwoord van de Staaten van den 1 February 1590 op feekere propofltie van de Graaf van Hohenloo, waar in defelve onder anderen feggen , dat het ftaat aan zyne Excellentie, „ op fyn ordinaris autoriteit als Gouverneur en „ Capitein Generaal der voorf: Landen, met ad„ vis van de Gecommitteerde Raaden van de „ Staaten, of ingevalle, by abfentie van defelve „ Gecommitteerde Raaden, haar advis _ te ver„ foeken niet geleegen is, fonder advis derfel„ ve , het volk van oorlog in de voorf: Lan„ den, Steeden, en Sterkten van dien, te ver„ anderen, en tot afbreuk van de gemeene vy„ anden, en dienft der Landen, te gebruiken:" midsgaders in het Advis van Holland op feekere propofitie van den Ambaffadeur van Engeland, en van de Engelfche Raaden van Staate van het felve jaar (a), welk Advis onder anderen meedebrcngt, dat tot de „ ordinaris autoriteit" van de Gouverneurs van dc Provinciën behoord, „ met advis van de Staaten, of haar Gecommit„ teerden, in defelve Provinciën op de befetting „ en verfekering van de Steeden, en Sterkten „ van haar refpective Gouvernementen in 't par- „ ticu- (a) In 't Reglfrer van Holland van Septemb: 1590 fol: SZS, I 5  ( 138 ) * ticulier te yoorfïen, gelyk zy tot defenfie van „ dien bevinden te behooren: item de gemeene „ vyanden uit haar Gouvernementen afbreuk te „ doen: en voords foo in 't ftuk van oorlog „ als anderfins, haar ordinaris autoriteit te gebruiken." b En gaat deefe ordinaris autoriteit foo ver, dat altvd veiftaan is, dat geen militair Officier, fonder felfsuit te ionderen een Gouverneur Generaal, men fwygc een Capitein Generaal van den Staat, kan exerceeren eemg commandement over de Militie, leggende op het territoir van een Provincie, welke een Stadhouder, oi Provinciaal Capitein Generaal, heeft: foo als klaar beweefen is in het tweede point der Deductie, den 30 january 1651 wegens de Provincie van Holland overgegeeven in de Groote Vergadering (a): hoewel die Deduftie wat te ver gaat m opfigt van de independentie der Provinciale Lapiteins Generaal, en van de Gecommitteerde Raaden, of Gedeputeerde Staaten , van de Gencrahteit, gelyk blyken kan uit de vergelyking derfelve met het befluit der Inftrudie van Prins Mauritz , meedebrengende , „ dat de Gouvcr» "eui"> en Capitein Generaal, en Admiraal, ge„ houden word behoorlyk te refpecleeren den „ Gouverneur Generaal " van de Nederlandfche „ Provinciën, die by de Koninglyke Majefteit „ van Engeland alhier fal worden gefchikt, en „ de beveelen en Ordonnancien van weege deti„ felven Gouverneur Generaal en Raad van Staa- „ te (a) Sie ook Rtf 6:» van Ho//': 6 Feb: i$f in de ApJogie van de Groot Cap: II. "  ( 139 ) te van de voorf: Nederlandfche Piovincien * confoimelyk haarluider laft en Inftrudie gee" maneert, trouwelvk naa te koomen, cn te " doen effeaueeren binnen de hmiten van zyn " Gouvernement van Holland en Zeeland Dit komt in fubftantie overeen met de laft, welke de Staaten gaaven in het jaar 1584, naa doode van Prins Willem den Oude , doe er geen Gouverneur en Capitein Generaal van Hollands, aan de Gecommitteerde Raaden by Inftruaie van den ia Oaober, van „ naa te koomen , en te „ agtervolgen , alfulke laft , en Inftruclie , als " zyn Genade," Prins Mauritz, doe nog geen Stadhouder, maar hoofd van den Raad van Staate, „ en de voorf: Raad van Staate tot volvoe„ ring van haar ampt en Inftruaie, henluiden te „ latte leggen fullen, foo wel in 't vorderen „ van de gemeene contributien, en decideeren „ van alle queftien daar op vallende, het doen " monfteren , en betaalen, van de Soldaaten hoofd voor hoofd , als alle andere.' Dog om een diftinder begryp te geeven van de meening van de bovenftaande opmerkelyke claufule , moet aangemerkt worden dat de Stadhouders van de Provinciën in haar militaire qualiteit, of in die van Provinciale Capitein) Genei aal, van ouds gehad hebben een fonderlinge relatie tot de Generaliteit. Het welk niet alleen daar uit af te neemen is, dat derfelvêr militair traaement van ouds geftaan heeft, en nog ten huidigen daage ftaat, ten lafte van de gefaamentlyke Provinciën (a), welke het betaalen od den Staat van oorlog onder de andere laste) Sie Ref: St>? van Bolland 18 Septemb: 1579-  ( 140 ) feiten van de Unie : en dat defelve by het fesde en agtiende Articul der laatfte Inftructie van den Raad van Staate, foo wel als by de voorige on" derworpen zyn aan de beveelen van den Raadinaar ook infonderheid daar uit, dat deStadhoii ders, feedert dat de Staaten Generaal onder het" gouvernement yan Don Jan den oorlog te^en hem, en teegen het Spaanfche krygsvolk aann™ men, tot 't jaar 1620 incluis, ^TèS" teit, op nominatie Van de refp'eétive ProvTeen aangeftelt yan Commisfien voorfien, en béëedigt zyn (a), en wel federt het vertrek van de m ï,88n^Cevr °5 hCt formulier> de" 1 Jny 1588 tei Vergadering van haar Ho- Mo- gearrefteert voor den Gouverneur van Holland en mutatis mutandu voor die van de andere Pro' vinc.en, zynde van de volgenden inhoud : „ Wybelooven, enfweeren, de Staaten Gene- » Urne ende handhoudinge van de Gereformeerde " RfdferfUl,CnT,b^Ven' ende n^mentlyk deï „ Ridderfchap, Eedelen en Regenten, van dc Ste7 „ den van Holland en Wcftfriesland, repmfet " *eerende de Staaten van denfelven Lande ge„ hou en getrouw te weefen, dat wy de Ürdon „ nancien en beveelen van de voorf: Staaten „ Generaal, den Raad van Staate, tot de gene- „ raale z-mvts%sr ■ 2^.ae  ( 141 ) „ raale Regeeringe van de voorf: Landen ge„ committeert, ofte nog te committeren, in 't „ generaal, en van de Staaten van de voorf. „ Provincie van Holland in 't particulier, fullen „ naakomen, ende by den Overften Capiteinen „ en allen anderen onder onfen gebied ftaande „ fullen doen nakoomen , en agtervolgen, naa „ behooren. Soo waarlyk helpt ons God Al„ magtig." Hoe ver het gefag van de Generaliteit over de Provinciale Capiteins Generaal, het welk volgens het bovenftaande formulier van eed vry onbepaalt is , gaat, kan niet beeter verklaard worden als met de woorden van de Staaten van Holland, welke in het reeds aangetooge Antwoord van den i November 1590 op feekere propofitie van den Graaf van Hohenlo feggen : „ dat de Raad van Staate volgens „ haar Inftruclie gebruikt de generaale dispofitie over de faaken van den oorlog te Lande, maar „ moet haare Refolutien addrefleeren, en doen „ executeeren aan ende door de Gouverneurs ,, van de refpeclive Provinciën, elx in haar „ Gouvernementen, in dier voegen, dat op haa„ re Refolutien,. of beveelen, nog anderfins, „ geen volk van oorlog uit of in de Landen, of „ Steeden , en Sterkten van Holland en Weft„ friesland geligt of geleit en word , of mar„ cheert, ten zy hen 't felve by fyn Excellentie „ als Gouverneur en Capitein Generaal van de „ voorf: Landen, of by de Gecommitteerde Raa„ den van de Staaten van Holland op den naame „ en van wecge zyn Excellentie , by patenten „ bevoolen worde, ende blyft zyn Excellentie „ ende de Gecommitteerde Raaden van de Staa- „ ten  ( «*s ) „ ten van Holland vry, om in gevalle zy ha* „ m eenige beveelen van de voorf: Raade va» „ Staate befwaart bevinden, defelve te vertoo„ pen, en daar op redres te verwagten • ende „ insgelyx blyft zyn Excellentie vry op fyn „ ordinaris autoriteit als Gouverneur ende Capi „ tein Generaal der voorf: Landen , met advis „ yan de voorl: Gecommitteerde Raaden van de „ Staaten voornoemt, of in gevalle, by abfentie „ van defelve Gecommitteerde Raaden, haar nd„ vis te verfoeken niet geleegen is, fonder advis „ derlelve , het volk van oorlog in de voorf„ Landen, Steeden, en Sterkten van dien felfj » te veranderen, ende tot afbreuk van de °-e_ » mf ne vyanden , en de dienft der Landengte „ gebruiken, daar van in fuiken gevalle zyn » Excellentie den Raade adverteert tot houding r, van goede correfpondentie : " en een weuïloJaager: „ item overmids die van den Raade van „ Staate voornoemt voor een princioaale reeden „ yan haare fwaangheid , waarommc zv haare „ beveelen en Ordonnancien niet konden altvds „ addresfeeren, ende doen executeeren aan ende „ door de Gouverneurs van de particuliere P>o„ vincien, voorftelden , dat de Gouverneurs dik„ wifs verre van de hand waaren, en de faaken „ iomtyds geen uitftel mogten lyden foo is 't « felve daar meede geremediëert, dat in fuiken „ gevalle, de beveelen geaddresfeert worden aan de Gecommitteerde Raaden van de Staaten voor„ noemt, die als dan ook op de naam van fyne „ Excellentie op de executie van defelve bevcc„ Jen voorfien naa behooren, ende daar van hou„ den goede correfpondentie met zyne Exccllen- „ tïe,  ( 143 ) „ tie, ende in cas van merkelyke fwaarigheeden „ adverteeren eerft daar van zyn Excellentie. „ Sulx dat als nu in alle de voorf: faaken met „ volkoomen kenniffe , ende goede correfpon„ dentie tusfehen den Raade van Staate ende zyn „ Excellentie, met de Gecommitteerde Raaden „ van de Staaten voornoemt, tot der Landen „ dienft geprocedeert word." Uit deefe aanmerkingen op de Commiffie, en Inftruclie, van Prins Mauritz is genoegfaam af te neemen, waar in het Ampt van Stadhouder, of van Gouverneur en Capitein Generaal van Holland, fodanig als het door de Staaten in de perfoon van Prins Mauritz gecreëert, of immers by Commiffie, en Inftructie, bepaalt is, eigentlyk beftaat. En wanneer men die aanmerkingen met eenige attentie vergelykt met het geen , dat gefegt is in het derde Capittel van het Ampt der Stadhouders onder de Graaven , en in het vierde van het gouvernement van Prins Willem den Oude federt het jaar 1575 5 fal men niet konnen tegenfpreeken, dat het Ampt van Gouverneur en Capitein Generaal gecreëert ? of gelimiteert, in de perfoon van Prins Mauritz, veel verfchilt heeft van het Ampt van Stadhouder onder de Graaven, en nog meer van het gouvernement, fodanig als het aan Prins Willem den Oude opgedraagen is geweest: en by gevolg, dat de geene , welke toegepaft hebben op Prins Mauritz, en op desfelfs naavolgers, de autoriteit, welke gecompeteert heeft aan de Stadhouders onder de Graaven, of aan Prins Willem den Oude, fig felf vergift, immers andere misleid, hebben. Ook  ( 144 ) Ook fchynt het, dat de Regenten, welke na doode van Prins Mauritz het Stadhouders - Amot confereerden aan Prins Frederik Hendrik, toegelegt hebben om de Inftrudie, waar opPrinsMauritz aangeftelt was, te verduifteren, en Prins Fredei-ik Hendrik daar van ftilfwygende te ontdaan. Want. hoewe XBor, ende Groot {a), beide in de reeds aangetooge plaatien fpreeken van de Inftruclie van Prins Mauritz als van een gearrefteerde Inftruclie, foo word daar van m de Refolutie van Holland van den 24 April 1625, dat is van de volgende dag naa het overlyden van Prins Mauritz, geiprooken als yan „ een concept van Inftruclie « fonder date " en den 1 Mey, wanneer Prins Frederik Hendrik aangeftelt wierd tot Stadhouder word wel gefprooken van de Commiffie van Prins Mauritz, maar niet een woord van de Inftructie (1). Soo dat men foude konnen fuftineeren, dat de Inftructie, het zy gearrefteert, of met, met Prins Mauritz geftoiven is, en dat lyn naafaaten geen Inftructie gehad hebben boo yer prevaleerden al in die tvden particuliere mligten, en het ontfag voor groote Heeren, booven de yoorftand van de vry- en- geregtigheeden van het gemeene Land! h ë ^Pa rS^dhou,ders van Holland hebben meede altyd leffie gehad in den Raad van Staate. Maar de- vL?J 6 DedUCl'e ' door Holland overgegeef en aan de Ve gadenng op de groote Zaal den So Januarj 1651 aanftilU? u WyTs is Z^™^ de Inftruftie by de üni 2g^r,VlmS Willem tot Stadhouder gelyk te Li "ilej vaa * Stq(lUn van den 10 en De~  ( 145 ) dewyl zy die gehad hebben uit kragte, niet van haar Inftructie , maar van de Inftructie van den Raad van Staate, dat is uit kiagte van een In-, ftructie by de gefaamentlyke Bondgenooten, en niet by de Staaten van Holland alleen , gearrefteert, komt de fellie der Stadhouders in de Raad Van Staate niet te paffe in deefe Verhandeling van de Regeering van Holland, en te minder, om dat de feffie der Stadhouders in den Raad van Staate geen onaffcheidelyk gevolg van het Stadhouderfchap is, volgens de gronden, gelegt in de bekende Refolutie van Holland van den 19 December 1668. De Stadhouders zyn ook geweeft Groot en Opperhoutvesters , of Jagermeejiers, van Holland, federt dat Prins Mauritz daar toe aangeftelt is dert 15 January 1593 by afftand van Francois de Viry» Maar gelyk fe daar van gehad hebben aparte CorrH miffien, lbo maakt dat Ampt geen gedeelte van het Stadhouderfchap, of gouvernement van Holland , en komt daarom meede hier niet in contideratie. Waar tegen niet geallegeert kan worden dat het Houtvefterfchap geannexeert is aan het StadV houdèrfchap by de Ordonnancie op de Wildernis van den 28 September 1478, te vinden in het vierde deel der Placaat boeken fol: 523: nademaal die Amptert feedert verfcheide maaien zyn gefepareert geweeft , gelyk te lien is uit de lyft der Houtvefters by Merttla in fyn Manier van Procedeeren boek 3. tit: t. capittel 1. EINDE. I. Deel. K Het  ( 146 ) Het volgend Extract, booven fof o 34 aangeïöogen, niet foo gemakkelyk te bekoomen zynde , als de meefte andere bewysftukken, heeft de Schryvèr gemeend, het hier te moeten byvoegen om fyn importantie. Extract uit feeker Regiftertje gebonden in hoorne parquement in quarto , geïntituleert boekxken van de brieven , en anders , gehouden by tyde Mr. Bartholt Ernft Griffier van den Hoove van Holland. rr\ .1 itule van den Koning van Denemarken &c. Egmont. Hoog, Edele, Vroome,Hooggeboore Vermoogende Heere, Heere Lamoraal Prince van Gavere, Graave tot Egmont. Den Heere van Brederoode. Hoog, Edele, Vermoogende WelgebooreHeer, Heere Hendrik, Heere tot Breederoode, Vryheer tot Vianen, Burggraaf tot Utregt, Heer tot Haverencourt ter Ameide &c:. ^ Den Heere van Sevenbergen. Edele, Vermoogende, Vroome, Welgeboore Heere, den Heere van Sevenbergen &c. Den Heere van Wafienaar. Edele &c:. Den Graave van Hoorn. Die Heere van Cminrngen &c:. Titule Graave van Aren berge. Hoog, Edele, Vermoogende, Welgeboore Heess 3 Heere Johan van Lingnie Grave tho Aren- ber-  ( 14? ) berge, Heere tot Barbanfon, Zeevenbergen &c: Stadhouder Generaal van Vriesland , Overysfel, Groningen, en Lingen. Titule van den Graave van Hoorn. Hoog, Edele, Vermoogende,WelgebooreHee> re, Heere Philip de Monmorancy, Graave van Hoorne &c: Ridder van de Ordene van den Gulden Vliefe ende Admiraal Generaal van de Zee. Groote Eedelen. Die Graave van Egmont. Den Heere van Brederode. Die Heere van Seevenbergen. Die Heere van Waflenaar. Die Graave van Hoorne. Die Heere van Cruiningen. Die Graave van Arenberge. Kleine Eedelen. Heere Otto van Egmont van Kenenburg, Ridder. Arent de Joode Heere van Hardinxveld. Heere Willem van Lockhorft ende Sliedregt, Ridder. Mr. Jacob van den Duyn Ambagtsheer van Sprange. Gerrit van Poelgeeft Heere van Homade. Heere Jacob van Duvenvoirde Heere tot Warmont, Woude 6cc Ridder. Heere Otto van Aüendelf, Ridder Heer* van Brandwyk ende Goudriaan. Hendrik Croefting Heere van Benthuifen. Lantslout van Brederoode, Heere van Veenhuifen &c:. Johan Balthafar van Brederoode, Heere tot Bergen. Antonis van Mynen, Heere van Cronenburg. K a Heer  ( 148 ) Heer Nicolaas Heere van Aüendelf, Heemskerk &c: Ridder. Jaeob Heere van Wyngaarden ende Ruibroek, Vincent van Lockhorft, Heere van Heemftecde Sliedrecht &c;. Schiltknaapen. Jan Ambagtsheer van Matenes. Ander Extract uit het voorf. Regiftertje van de expeditien, gedaan van wegen den Koninglyke Majefteit federt den 19 September 1557. Item den 8 Septemb. 1558 gefchreeven 9 Misfiven aan de kleine Eedelen , uitgefondert den Heere van Aüendelf, Kenenburg, Poelgeeft, ende Sprange, beroerende &c:. Den 28 Decemb: 1561 gefchreeven 18 Misfiven aan de fes groote Steeden, en de kleine Eedelen, beroerende &c:. Den 10 Juny 1562 gefchreeven 19 Misfiven aan de fes groote Steeden, en de kleine Eedelen % beroerende &c:. Den 21 Juny 1563 gefchreeven 17 Misfiven aan de fes groote Steedert, en de kleine Eedelen , beroerende &c:. Den 13 Decemb: A°. voorf: gefchreeven i aiïyq der felve , aanbevoolen is, en welker jegenwoordige conftitutie fodanig is, dat zy notoirlyk nog genoegfaame autoriteit hebben, nog verfcheide andere qualificatien, om fig na behooren te konnen acquiteeren van die forg ? Waar aan anders kan men insgelyks toefchryven, dat in dat Advis niet gefprooken word van het redres van het perfoneel Quohier, fchoon dat de perfoneele hondertfte penning plagt aangefien te worden voor het oudfte, fondamenteelfte , en in tyd van nood het meefte vrugt aanbrengend, middel, gelyk fe nog genoemd word in het Advis van den 83 Maart 1717 over het ftuk der financiën? Of, foo in dat redres te veel inconvenienten zyn, dat dan niet gefprooken word in het felve Advis van het fubftitueeren van een andere perfoneele fchatting in plaats van de perfoneele hondertfte penning? Schoon dat de Leeden foo feer eens zyn, dat het jeegenwoordig perfoneel Quohier meer quaad als goed doed, dat het feedert eenige tyd geheel aan een fyde gelegt is en fchoon dat fe niet minder eens zyn , dat nergens op te vallen als op reële fchattingen het bederf is der vafte goederen, en by gevolg van feer veel van de befte familien. Wanneer men deefe fes remarques faamen voegt, en met een onfydig oordcel opmaakt het befluit, dat noodwendig uit het faamenvoegen der-  ( 155 ) ierfelve volgt, fchynt men onbefchroomt te mcogen en te moeten leggen , bat het redres der financien hopeloos is, fonder vooraf verandering te maaken in de methode , waar op gcdelibcrecrt word over het redres der financien: dat is, om klaar te fpreeken , fonder vooraf verandering te maaken in de jegenwoordige conftitutie van de Vergadering : niet door iets nieuws te ftatueeren , of te maaken eenige weefentlyke verandering in de forme van de Regeenng: geenfins: maar fimpelyk, en alleen, aoor te vernieuwen, en in praöyq te brengen, het veertiende Articul der Ordonnancie op dc Vergadering, gearrefteert den 19 February 1585, dat is, opeen tyd, wanneer nog niet gedagt wierd om het aanftellen van een "ander Stadhouder in plaats van Prins Willem den Ouden , naa wiens dood ontrent anderhalf jaar verioopen is, voor dat de Staaten Prins Mauiitz aanftelden, om de Graaf van Licefter te weeren: maar wanneer in tegendeel de Skaten, nog voor geen Graaf van Licefter vreefende, van meening waaren fonder Stadhouder te regeeren: en welke Ordonnancie de Or donnawee is, waar op de Staaten nog ten heedigen daage vergaderen, meedebrengende, dat foo wanneer de Leeden niet fouden konnen „ vcreenigen of verdraagen" ontrent faaken, waar in geen overftemming plaats heeft, „ de ver„ fchillen, deshalven weefende, als de twee der„ de deelen van deftemmen, of advifen, over,, eendraagen, gcfubmitteeid, en gefteld fouden j, worden ter decifie van alfulke neutraale Hee„ ren, of Perfonagien binnen de geünieerde Pro1'. vincien, als fy onderling fouden konnen ver- „ draa-  ( 156 ) „ draagen, die men ten wederfyden gehouden „ foude weefen te nomineeren binnen de tyd van „ veertien daagen, of dry weeken, naa dat de „ geichillen ontftaan fouden zyn." Een Articul, welk feeventien Leeden in het yoorf: jaar 1585 hielden voor foo nodig, doe de twee overige Leeden tegenhielden het van nieuws vaftftellen van het felve, hoewel niet om dat fe waaren tegen het Articul, maar alleen om dat fe ftonden op eenige uitsonderingen, dat het Regifter van het jaar 1585 uitwyft, dat feeventien Leeden voor haar advis verklaarden, „ dat de behoudenis, of ondergang „ van het Land daar op beruftede." Was de Staat niet ingewikkelt geworden in een fwaaren oorlog, welke de gedagten van de Regenten veftigde op geheel andere faaken, genoegfaam op het moment van het overlyden van de laatfte Stadhouder, wiens gefag en directie dertig jaaren lang feer veel gecontribueert hadden om de Leeden van de Vergadering, in cas van discrepantie , tot malkander , en de deliberatien over faaken, waar aan hy fig liet geleegen zyn , tot _ conclufie te brengen: het was naulyx in te ■ichikken, dat de Regenten van die tyd haar eerfte werk niet gemaakt hebben na dat important fterfval van, op het exempel der Voorouders, te revideeren, de Ordonnancie op de Vergadering, ten einde om te remedieeren aan de defecten in de conftitutie van de Regeenng, welke noodwendig uit dat fterfval moften volgen , en welke ligt te voorfien waaren: Hoewel de Voorouders geen min fwaaren Oorlog op den hals hadden in het jaar 1574, wanneer  ( 157 ) nccer fe arrefteerden de Ordonnancie op de Staatsvergadering («), behelfende de voet en wyfe, waar op Ridderfchap en Steeden fouden regeeren geduurende de troublen: nog in het jaar 1581, wanneer fe die Ordonnancie revideerden ter occafie van het affweeren van den Koning van Spagnien: nog eindelyk in het voorf: jaar 1585, wanneer fe defelve andermaal revideerden ter occafie van het overlyden van Prins Willem den Oude, die misfchien geen meerder gefag en directie in de Regeering had gehad als de laatft overleede Stadhouder en die daarom ook geen meerder reeden gaf door fyn dood tot het revideeren der Ordonnancie op de Vergadering als de laatft overleede Stadhouder daar toe gegeeven heeft door de fyne. Indien die Ordonnancie te dier tyd, of immers naa het einde van den Oorlog, gerevideert, en het voorf: veertiende Articul by die gelegentheid van nieuws vaftgefteld , en in trein gebragt geweeft was, fouden geen twaalf koftelyke jaaren van Vreede zyn verlooren geweeft, gelyk fe nu verlooren fyn met dclibereeren over de middelen van redres der financien : maar die middelen fouden waarfchynlyk lang zyn gebragt geweeft tot conclufie: En het is niet minder waarfchynlyk , of bever , het fchynt vaft te gaan, dat,foo dat Articul niet als nog van nieuws word vaftgefteld, en in trein gebragt, men fal blyven tyd verliefen met vrugteloos delibereeren, en met disputeerentot dat de eene dag of den ander het Land, buiten de- (a) Bor b. 7. fik 482:  { 153 ) defenfie blyvende, en onmagtigom fig in defen* fie te ftellen wegens het niet redden der financien , overheerd word door buitenlandsch geweld of dat de Regeering omgekeerd word door bin* nenlandfche troublen. Waarom dan ook niets foo nodig is, als fonder langer tyd-verluim met de boifttevallen op het van nieuws vaftftellen, en inpraétvq brengen, van het meergemelde veertiende Articul, hoewel mifichien met deefe of geene verandering, of byvoegfef, gelyk, by exempel, dat onder de twee derde deelen van de [temmen, of advifen, welke volgens dat articul fouden moeten overeendraagen om een verjchil te fuhmt.eeren, niet minder als twee derde deelen van de groote Steeden fouden moeten weefen: of, foo men in dit ftuk de Ridderfchap Rotterdam, en é;ne van de Steeden van het Noorderquartier, foude willen voegen by de groote beeden: het geen net onreedelyk fchvnt: twee derde deelen van dat negental: item, dat fes perjoonen van elke zyde voorgeflaagen . en uit elke les dry, faamen fes, arbiters by het lot gekoofen louden worden , met magt om by meerderheid van 1 temmen te alfumeeren een iuperarbiter, en foo de ftemmen daar in mogtcn lteeken, dat dan m de perfoonen , tulfchen welke de ftemmen fouden fteeken , één foude worden gekoofen by looting: en eindelyk, dat de alfoo gekoofe aibiters by geftaafden eede fouden bclooven in handen van de Staaten in dcifelver Vergadering „ onpartydelyk, en na haar befte kennK, te ful„ Icn decideeren, en uitfpraak doen, fodanig als „ zy m goeden gemoede fullen oordeelen te be„ hooien: dat fy fullen daar meede maaken foo n veel  ( 159 ) j, veel fpoed, als de natuur der faak fal toelaa„ ten, fonder het werk onder eenigerhande „ pretext fleepende te houden, of uitftel te foe„ ken: en dat zy te geener tyd fullen openbaa„ ren de advifen over het point, of pointen, „ waar over fy fullen uitfpraak doen." Men wil niet tegenfpreeken dat het een capitaale fwaarigheid tegen het voorf: Articul is, dat de Leeden fullen gebragt' worden in een meerder dependentie van malkander, als fe jeegenwooidig zyn, door het van nieuws vaftftellen , en in trein brengen, van het middel van füb'mijfië. En buiten twyffel dat het geweeft is om fig te ontflaan van die dependentie, dat Amfterdam en Gouda in het jaar 1585, tot welke tyd toe de fubmiffie, en de dependentie daar uit volgende', buiten eenige tegenfpraak had plaats gehad, niet Waaren te beweegen om te concurreeren met de andere Leeden tot het vaftftellen der gerevideerde Ordonnancie op de Vergadering, als met uitfondering van de fubmiffie van eenige pointen, en particulierlyk van de ordinaris en extraordinaris Conti ibatièn. Maar dewyl men fwaarigheeden moet ftellen tegen fwaarigheeden, fbo is de vraag , welke fwaarigheid groote*- is voor Leeden van een veelhoofdige Regeering, ƒ00 veel over ie geeven van elx independentie atf abfolut nodig is om faamen te hihtièh regeeren, en te konnen koomen tot -een afkomfï van de genïèene deliberatien, fonder het welk geen gemeenfehap, groot, nog klein, op den duur beft aan kan; fchoon men door die over gifte gevaar ■hopt van te konnen verongelukt worden door de uitfpraak van arbiters; 1 Of  ( i6o ) Of in tegendeel uit vrees van die verongeïyhng, en uit fugt van independentie, de gronden te leggen tot een voljlaage anarchie, en tot een geheele omkeering van de Reegeeiin^? En wie by gevolg gelyk hadden in het jaar 15 85 m opfigt van het point van de ordinaris en extraordinaris contributien: Amfterdam en Gouda, welke ftonden op een nieuwigheid , ftrydig met de klaare letter der voorige Ordonnancien op de Vergadering , en met de natuur en maatregels van alle welgefchikte gemeenfchappen: of de feeventien andere Leeden, welke fig daar aan hielden, en wel ke fiende op de gevolgen, het fentiment van Amfterdam en Gouda aanfaagen voor foo gevaarlyk, dat zy niet alleen verklaarden, „ dat „ fonder de fubmiffie yan faaken, daar in geen „ overftemming valt, de gemeéne faaken niet „ gevordert, nog gehandhaaft , fullen moogen „ worden : " maar dat zy 'er by voegden , „ dat op het verdrag van het voorf: point is » beruftende de behoudenis, of ondergang, van „ den Lande (a):" woorden reeds booven ten deele aangetoogen, maar welke wel moogen herhaald worden, om dat fe fonderlinge opmerking verdienen in de jegenwoordige tydsgeleegentheid. Men vergelyke bovendien de dependentie, waar onder de Leeden fouden gebragt worden door het voorf: veertiende Articul, met een andere foort van dependentie, waaronder de Leeden [a] Si%Ref: Staaten van Holt: 19 Febr: 1585, en 18  ( i6i ) den jegenwoordig zyn, en waar van fe fouden bevryd worden door het in trein brengen van het felve. De dependentie, waar onder de Leeden fouden gebragt worden door het voorf: veertiende Articul, foude notoirlyk nergens anders in beftaan, als dat wanneer ten minjte wee derde deelen van de Leeden jouden eens fyn over een [aak, tankende het gemeen belang der negentien Leeden, at negentien Leeden fig jouden moeten onderwerpen aan een onpartydtge uitfpraak, welke foo wel kan uitvallen naa de fin en btgryp van één diffentieerend Lidt als van agtien Leeden, welke faamen eens iyn: In plaats dat de dependentie, waar onder de Leeden jeegenwoordig zyn, en waar yan fe fouden, bevryd worden door het voorf: veertiende Articul, daar in beftaat, dat het particulier advis, en felfs de ongereedheid, vaneen eenigh Lid de handen bind aan a.le de Leeden, en daar door defelve belet, en wel fonder bepaaling van tyd, of van omjtandigheeden „ te v.orfien op haare gemeene defenfie, of op andere faaken, van hoe groote nuttigheid, of aangelegentheid, alle de Leeden , op dat één discrepeerend of ongereed Lid na, die begrypen te weefen voor het gemeen lichaam. Kan men met eenige oplettentheid vergelyken deefe twee foorten van dependentie, fonder toe te ftaan , dat de laatfte niet alleen veel grooter, maar bovendien veel gevaarlyker, is als de eerfte? Voor de reft behoorde het fonderling te dienen om het meergemelde veertiende Articul fmaakelyk te maaken aan allen, die het ernft is te handhaaven de jegenwoordige conftitutie van de I. Dhêl. L Re*.  ( IÖ2 ) Regeering, dat de ftèmijjie, fodanig als fe nader bepaala is by dat Articul, niet alleen het werk is van een tyd, wanneer de Provincie van Holland was fonder Stadhouder, gelyk jegenwoordig, en van Regenten, welke foo weinig als de jeegenwoordige inclineerden om 'er weder een aan te ftellen : foo als reeds boven aangemerkt is: Maar vooral , dat de fubmiffie het befte , en ( waarom foude men niet moogen feggen ?) het ee:ng, middel is om de jecgenwoord'ge conftitutie van de Regeering ftaande te houden door te re^ medieeren aan het voornaamfte defect in defelve , te weeten, dat V geen uitkomft van faaken is : een defect, welk, gelyk boven gefegt is, aanloopt tegen de eerfte, cn wcefcntlykfte, grondreegels van alle burgerlyke gcmcenlchappen : een defect, welk het redres der financien hoopeloos maakt: een defect, welk de weg baant tot een volflaage Anarchie: een defect, welk by de eerfte opkoomende ongeleegentheid het Land dreigt met een uiterfte bederf, of ten minfte de Regeering met een geheele omkeering. Waarom ook de Heer Hugo de Groot , een Man, welke niemand fal ontkennen foo fchranderen Politiq, en foo goeden Republicain, geweeft te zyn als de ieverigfte voorftanders van de jegenwoordige vrye Staatsregeering, en op wie men Hg derhalven met geruftheid mag beroepen, foo feer was, niet alleen voor de fubmiffie, maar felfs voor de over(temming, in het ftuk der contributien , of confenten , dat hy niet fchroomt te feggen , in het vierde van fyn Jaarboeken, dat het oud gebruik, volgens welk geen overftemming in het ftuk der confenten plaats heeft, wel niet mvoarfigtiglyk kïgevoerd was onder de Graaven , maar  ( i63 ) maar dat het gevaarlyk is onder een Staatsregeering: jub prmapalu haud impiudenter introduftns libertati periculofus Dog dewyl 'er Regenten zyn, welke, dit alles niet tegenftaande, aanfien tegen het in practyq brengen van het voorf: veertiende Articul, uit vrees, dat, foo t'eeniger tyd een Stadhouder mogt aangefteld worden, defelve veel meer meefter foude weefen van de Staats-deliberatien , indien de fubmiffie plaats had, om dat de Stadhouder ongetwyffelt foude weefen, foo niet de eenige, immers de eerfte, en voornaamfte van de arbiters, als indien elk Lid, gelyk jeegenwoordig, konde beletten de eonclufie, cn met gehouden was het gefchil te fubmitteeren aan arbiters: foo wilde men de Regenten, welke befet zyn met die kommer, een kommer, die op haar felf aangemerkt niet ongegrond is, wel gevraagt hebben: Eerftelyk , of teegengefprooken kan worden naa al, wat boven gefegt is, dat het redres der financien onder de jegenwoordige vrye Staatsregeering hoopeloos is, londer vooraf ds fubmiffie van nieuws vaft te ftellen, en in praclyq te brengen? Ten anderen , foo dat niet tegengefprooken kan worden, of men dan foo flegte verwagting heeft, of behoord te hebben, van de beftendigheid van de jeegenwoordige vrye Staatsregeering, dat foude behooren afgefien te worden van een foo hoognodige faak als het redres der financien, om een fwaarigheid, welke onderftclt een verandering in de jeegenwoordige Regeering ? Ten derde, of iets bequaamer is om de weg te L a baa*  ( i64 ) baanen tot verandering in de Regeering, als de financien te laaten in het jeegenwoordig verval ? Ten vierde, of het overeenkomt met de wysheid en vooorfigtigheid van de Regeering, de peheele Slaat te laaten buiten defenfie, te waaier en te Lande, by faute van het redres der financien , alleen om te voorkoomen het misbruik , welk van de fubmiffie foude konnen gemaakt worden door een Stadhouder, die men nog heeft, nog hebben wil? En ten laatfte, of felfs onder een Stadhouderlyke Regeering het misbruik, dat gemaakt kan worden van de fubmiffie, een foo groot quaad is, dat daarom in de Regeering foude behooren tè blyven een defect, welk aanloopt tegen dc eerfte, en weefentlykfte grondreegels van alle burgerlyke gerneenfehappen, ep wat wys fe ook beftiert, eri geregeert worden ? Om niet te vraagen , of het op de fubmiffie foude aankpomen , als een Stadhouder foude willen fyn magt misbruiken ? de ondervinding meer als eens geleerd hebbende, dat een Stadhouder credits genoeg heeft om by overftemming te doen conelurieeren faaken , waar in geen overftemming plaats heeft, fonder het te laaten aankoomen op dc fubmisfie. Men fwyge, dat een Stadhouder foo wel foude konnen gebruik maaken van de maxime, van niet te cöncludeeren in importante faaken als met eenpaarigheid, om voornaame Leeden te quellen, als van de fubmisfie. Soude men te pofitif zyn, foo men meende na dit alles te moogen befluiten, dat het onmooglyk is te ovcrweegen met aandagt en onzydigheïd de reedenen voor en tegen het point van de jutmus- jet  fie, lbnder toe te ftaan, dat het onvergelykelyk beter zyn foude de fubmisfie ih praótyq te brengén op de voet van het meergemelde veertiende Articul, als langer aan te fien, dat by gebrek van dat, of van een ander , middel van uitkomft , het ■particulier advis, of felfs de ongereedheid, van een eenig Lid, de handen bind aan alle de Leeden, en daar door defelve belet, en wel fonder bepaaling van tyd, of van ómjiandigheeden, te voorfien op haar gemeene defenfie, op de middelen daar toe dienende, en op andere faaken, van hoe groote nuttigheid, of aangeleegentheid\ alle de Leeden, op dat één discre■peerend of ongereed Lid naa, die begrypen te weefen yoor het geheel lichaam? Die dit alles niet tegenftaande mogt blyyen twyffelen aan de nuttigheid, eh noodfaaklykheid , van het in trein brengen van het middel van fubmisfie , of van het veertiende Articul der Ordonnancie op de Vergadering , en egter door het geen, dat in het begin na waarheid, en fonder exaggeratie , gefegt is, mogt weefen geperfuadeert, gelyk men trouwens niet anders kan als geperfuadeert weefen, van het groot verval det financien, van de abfölute noodwendigheid van een fpoedig redres derfelve, en van de volflaagë önmoogelykheid om daar toe te geraaken langs de gewoone weg van delibereeren, kan niet nalaaien , foo hy fyrt Vaderland , jaa foo hy fig felf, lief heeft, uit te fien na een ander promt en efficacieUs middel; dn mifichien dat hy 'er geen ander fal vinden als het geen, dat een nabuurige Provincie nog maar weinig jaaren geleeden met veel nut gebruikt heeft tot redding van haar vervalle financien , nemende ten dien einde de vólgende feer opmerkelyke Refolutien. L 3 Ex-  ( 166 ) Extract uit het Refolutieboek dei- Ed Mo. Heeren Staaten van Stad en Landen. Luns; den 18 Martii 1720. Gedelibereert zynde op de Concepte Inftructie voor de Heeren Gecommden, foo tot het redres en yerbeteringe der Provinciaale finances fullen befoigneeren, luydende als volgt. INSTRUCTIE Voor de Heeren Gecommden foo tot redres en verbeeteringe van de Provinciaale finances fullen befoigneeren. ■ 'tfkbaSi^m ;TS5j»w 'fa'^Mffl róff M- vd> nsss De Commisfie tot redres deefer Provincie finances fal worden bekleedet door allerhande Leeden van Regeeringe, alfchoon in Generalf of Provle Collegien fittten, ten getaale van ieder Lid fes Heeren, fullende de Secs Beckering en van Brunsvelt meede in deefe Commisfie prefent weefen, fonder dat defelve egter eene voteerende ftemme fullen hebben, en fullen de Gecommden hier van geene vacatiën genieten, edog alles fonder eenige confoquentie in futurum. 2. En fullen alle Heeren Gecommitteerden en Mi-  () Minifle»» d'e in deefe Commisfie worden geëischt, doen een eed van fecretefie, dat van alle het gebefoigneeide gtvraagt of ongevraagt aan niemand, ook felfs aan geene Leeden van de Regeeringe, foo buiten deefe Commisfie fyn, eenige communicatie ofte openinge mogen geeven , bevorens de faaken alhier in deefe Commisfie behandelt, in ftaat van rapport fullen fyn gebragt ; ook op alle particuliere advifen en propofitien geheel fecreet houden. rv . ~L. it'mÈ ft . . O* De Gecommitteerden fullen ten fpoedigften een aanvang maaken, en daar in fonder interruptie, foo veel doenlyk continueeren des voor- en na de middaags. 4- En fullen des Ontfangers Generaals en alle andere Rendanten haare Reekeningen met de blyken naukeurig nafien, en alles foo veel nodig agten doorloopen, om uit defelve een accurate ftaat van middelen en laften met de agterftallen an de Generalt3. Militie en particulieren etc: te maaken, en na het montant van meerdere uitgave te overweegen, hoedanig de ontfang vermeerdert, of de uitgave vermindert konde worden , het zy door retranchement, uitfterven, waar ontrent een volle liberteit onder eede van fecretefie van alle Leeden,die daar toe geroepen worden, word gelaaten, en fullen daar toe de retroacla van dertig cn veertig jaaren nafien. L 4 5-En  ( ï68 ) 5- En fullen alles moogen voorbrengen en uitvinden , wat eenigfins tot verbeteringe der nuances dienftig fullen oordeelen. 6. Sullen in de voorf: Commisfie mogen eifchen en vorderen alie Provle Minifters , om defelve, onder geprefteerde eede van fecretefie, of te vraagen, wat eenigfins tot redres der finances weeten. Eed voor de Heeren Gecomm^". Gy fweeren, dat gy TJ in deefe te houdene Provinciaale Commisfie «ver het redres der finances van den beginne ten uiteinde toe in alle fecreteffe fullen gedraagen in gevolge de Staatfe Refolutien en gearrefteerdë Inftructie deefe faake concerneerende, dat gy daar in fult refolveefen fonder eenige fugt of pasfie , als eedyke Gecommden toebehoord, dat gy deefen aangaande geene giften off gaaven ontfangen hebt, nog gemeten fult, direcïelyk of indirectelyk, en in alles het beste van de Prove fult beoooen datgy fulx niet fult laaten om lief off leedt, gunft of gave, nog om eenigerhande faaken wille. Soo waar help U Godt. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Landen de voorf: Inftruclie, invoegen geprojecleert geapprobeert, en gearrefteert. En  ( i69 ) En fyn aan fyde van de Stad hier toe gecommitteert de Heer Borgemeefter Gockinga, de Raadsheeren van Syfen, Trip, Bothenius, Wichers benevens de Heer SyncK Hoffnider ; en aan fyde van de Ommelanden genomineevt de Heer Piccart van Slogteren in der tyd prefidee rende, de Heeren Alberda van Nyeüeyn, Lintelo van Stedum , Lewe van Aduart benevens de Heer Synds. CraUsfen en Secretaris Adriani; alles op rapport. Sabbathi den 22 Junii 1720. Gedelibereert fynde op het Rapport der Heeren Gecommden tot het redres en verbeteringe van defer Provincie finances, luydende als volgt: Fiat Infertio- Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande» haar met het Rapport geconformeert, en de Heeren Gecommden voor haar genoomen moeyte bedankt, en de voorige Heeren Gecommitteerden geauthorileert de pointen in gem: Rapport gearrefteert, op de bequaamfte wyfe ter executie te leggen, en vorders defelve Heeren verfogt en gecommitteert, met magt van fubftitutie, om beide de pointen, als de confideratien ontrent de dyken poft en paalwerken, énde de verkoopinge der Provincie Landeryen in ftaat van rapport te brengen.   DISCOURS OVER DE DEFECTEN IN DE JEEGENWOORDIGE CONSTITUTIE DER. RlGEERING VAN DEN STAAT DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, EN OVER DE MIDDELEN VAN REDRES. Opgeftelt in Januarius 1716, uitgefondert de Voorreeden, en eenige veranderingen, en byvoegfels, in het Discours felff.  Athen*t am florerent tqms legibus, procax liherfas ctvitatem mifcwt, frmumque folvit priliïnum Ucentia: htnc confpiratis fattïonum partibus* arcem tyrannus occupat Pijiftratus. Phjedrus lib: i: Fab. 2, guippe ne Bert as quldem, tafi fpe et fud vice ei tempore dominandi, fere expelitur. Gratiarms de Cafibus Virorum Uluftrium in Savonarola,  ( 173 ) Discours over de defecten in de jeegenwoordige conftitutie der Regeering van den Staat der Vereenigde Nederlanden, en over de mid* delen van redres. VOORREEDEN. Het foude niet wel te verfchoonen weefen, dat ftraks naa het overlyden van de Koning van Groot-Brittannien glorieufer ged5: , welke in qualiteit van Stadhouder van vylf Provinciën, en van Capitein Generaal en Admiraal Generaal van den Staat, dertig jaaren lang de laaken van de Republicq beftiert , en de Provinciën in eenigheid gehouden had, geen ordre geftelt is tegen de defeden, foo in de generaale Regeenng, als in die van de particuliere Provinciën, welke noodfaaklyk moften volgen uit het ftilftaan van Ampten van foo groote direöie en gefag, Ampten , die foo notable ingrediënten zyn yan de oude conftitutie van de Regeering : indien de dood van dien Vorft niet voorgevallen was m een conjunóture , waar in de Regenten , den Staat fiende in het uiterfte gevaar, en een fwaaren oorlog voor de deur, hadden te denken op ganfch andere faaken als op het redres der defecten in de Regeering. Want men behoefde anders niet feer bedreeven te weefen in de faaken van de Republicq, om te weeten , dat foo het overeenquam met het iatereft van het gemeen, te doen herleeven de  C 174 ) de ferme va» Regeering, welke plaats gehad fteeft tufichen de jaaren 1650 en 1672, het ten «itcrfte daar meede ftreed, niet te gelyk te redresfeeren verfcheide capitaaïe defecten in de Regcerhig van die tyd , welke defecten, fchoon zynde ten deele van ouder oorfpronk, noit foo feer hadden in fwang gegaan als in die jaaren, ca aan wedke naderhand wel eenigfins geremetóeert was , maar niet anders als door een middel , dat ophield door de dood van hoogft gede. i^omng , te weeten door te brengen meerder gelag, cn direöie, in desfelfs handen, als begaan konde met de oude gronden van een vrye Regeering: Gelyk men meede niet behoefde een groot poftSfcj te weefen om daar by te confidereeren, tfft, foo de Regenten haar reekening fouden vinden by het herleeven der voorf. forme van Repeering, het van haar intereft was, geen oorfaak te geeven aan de gemeente om, uit ovcrweeging der defecten in de forme van de Regeering, of liever uit gevoel van de gevolgen van dien, te wenfehen naa verandering. Maar indien de gefegde reeden om de defecten kt de Regeering ongeredresfeert te laaten , niet tegen ftaande twee foo peremtoire confideratien, plaats gehad heeft op het overlyden van de Koning van Groot-brittannien , en (foo men wil) ■geduurende de elft volgende jaaren van Oorlog: ten minfte de eerfte forg naa het fluiten van de Vreede had behoord te weefen , de Regeering te brengen op een beeter voet: Infonderheid, om dat de fchaadelyke uitwerkingen , welke de defecten in de conftitutie der Re-  ( 175 ) Regeering gehad hebben geduurende den Oorlog , een ieder hebben moeten overtuigen van de noodfaakelykheit van het redres derlelvc. Maar ver van daar. de defeóien in dc Regeering zyn feedert de Vreede niet alleen niet geredresfeert , maar fe zyn in tegendeel loegenoomen , en wel foo feer, dat de Vergadering van haar Ho: Mo: , en de Raad van Staate, eindelyk in Auguftus van het jaar 1716 (I) voorgedraagen hebben aan de Provinciën, dat fe foo ver gingen , dat fonder het arrefteeren der no* dige middelen van redres, Vryheid, en Religie, met de ganfche Republiq , gevaar loopen van verlooren te gaan. Deefe reprefentatie gaf aanleiding tot een extraordinaris Vergadering, welke geopent wierd in het laaft van November van dat jaar, en waar in principaalyk foude gehandelt worden van de dry volgende pointen: „ Van het getal van de Militie, welke naa „ de gelcegentheid des tyds fal konnen, en be„ hooren, onderhouden te worden tot feeker„ heid, en defenfie, van den Staat: „ Van de middelen , om nu, en namaals, „ weg te neemen de difcrepante fentimenten „ tuflchen de Provinciën over het getal van de „ Militie, en over andere faaken , betreffende „ de gemeene feekerheid, en defenfie: „ Van de middelen van gerufthcid, dat het ,, geen, dat eenmaal vaftgefteld is door de Bond„ genöoten in de faaken van het gemeen, op„ regtelyk fal gehouden worden , en dat geene „ PrOfa) ? Augufti 1716.  ( i?ó ) » Provincie in het byfonder fig daar aan fal „ cn trekken". In den aanvang had men eenige venvagting van de deJiberatien van deelè extraordinaris Vergadering. Maar wanneer die het eerfte point iepareerde van de overige pointen , fag men Ja.-;, dat van die Vergadering niet veel te hoopen was, en dat de Raad van Staate geen ongelyk gehad had, wanneer fe in de conferentie, eenige weeken voor het oopenen der extraordinaris Vergadering gehouden over de wyfe, op welke bequaamjt joude konnen geproredeert worden ontrent de voorf. pointen, fchrifteiyk deed inbrengen , onder meer andere importante confideratien, „ dat hoewel alle de bovenftaande poiny> fen, immers de dry eerfte (i) en het laafte, in „ naar felve , off in haar onaffcheidelyke ge„ volgen, aangemeikt, genoegfaam van eguale „ nnportantie zyn , egter fommige Provinciën » fouden konnen fig meeft laaten geleegen zyn » aan het point, welk de naafte, en meeft di» £efie>. relatie heeft tot de ontlafting van haar „ financien , en tot het prefente nut van haar » ingefeetenen, en fig minder fouden aantrek9, ken de overige pointen , fchoon weefende *, foo effentieel, dat de Raad meende daar van „ te konnen feggen met de woorden van haar >s, Ho- Mo: Refol van den 7 Augufti, dat fons> der het vaftftellen van die pointen niets anders M fe verwagten is , als dat de banden van de „ Unie moeten worden gebrooken , &o : en » dat Q) In 't Advis word van nog twee pointen gefprooken, Jsehalvea de dry bovenftaande.  ( 177 ) „ dat de Raad van Staate derhalven niet anders „ konde als van advis weefen , dat fonderlinge „ forg behoord gedraagen te worden, dat het „ één point niet vooraf by de hand genoomen, „ en afgedaan, worde met agterftelling van de „ andere pointen, van welke ligtelyk. daar naa „ niet veel foude vallen". Ook is de extraordinaris Vergadering , gelyk de Raad voorfpeld had , naa negen maanden delibereerens gefcheiden , of vervallen , fonder iets uitgeregt te hebben , als dat fe een Refolutie genoomen heeft over de vermindering van de Militie, welke foo weinig was van de Imaak van de Provinciën, welker Gedeputeerden defelve genoomen hebben, dat fe feer veel ftribbeling ontmoet heeft in de executie. Om te fwygen, dat de Militie, fodanig als fe vermindert is by die Refolutie , de laftigfte Militie is naa haar flerkte, welke de Staat oit gehad heeft. Had de extraordinaris Vergadering hg met ernft geappliceert tot de faaken, waar over fe by een gekoomen was, en was fe vervolgens onverrigter faaken gefcheiden : men foude moogen denken , dat fe naa rype overweeging de qualen aangefien heeft voor ongeneeslyk, of de remedien , door de Raad van Staate aan haar voorgeflaagen, voor inpracticabel. Maar een ieder weet , dat de extraordinaris Vergadering fig genoegfaam nergens anders meede befig gehouden heeft als met de vermindering van de Militie, en dat de humeuren ganfch niet geftelt waaren om met hoop van een goeden u-itfljg te delibereeren over de verdere faaken. Soo dat het fcheic'ea der extraordinaris Vergaj. Deel. M de-  ( 178 ) dering fbnder het neemen van Refolutie op de bovengemelde pointen geen reeden is om af te fien van het redres der defecten in de conftitutie van de Regeering , en om niet te denken foo op de oorfaaken, als op de remedien, van die defeóien. Indien het volgende Discours eenig ligt daar ontrent kan geeven , fal het oogmerk van het felve bereikt weefen. Maar alvoorens te treeden tot de lecture van het felve kan het niet als dienftig zyn, te leefen het boven aangetooge Advis van de Raad van Staate, zynde van de volgende inhoud. Prasadvis, fchriftelyk overgegeeven aan Gedeputeerden van Haar Ho: Mo: in een Conferentie volgens Refolutie van de Raad van Staate van den 7 October 1716 (1). De ondervinding van deefe dry laafte jaaren getoond hebbende , dat niets gevordert word met fchryven aan de refpective Provinciën, foo over het ftuk van de Militie, als over andere faaken, de gemeene defenfie en feekerheid betreffende : dat de defecten te groot, en te generaal , zyn om fig meerder effect te konnen belooven van befendingen: en dat verfcheide Provinciën hebben laaten blyken, dat befendingen, fchoon (l) N1 De Refol'. Commisforiaal van haar Ho: Mo: is yan 22 Septb: en het Rappor: van 13 Odtob. 1710.  ( i?9 ) fchoon voor deefen met veel nuttigheid gedecerneert , haar tegen de borft waaren, en niet veel fouden uitwerken : foo hebben haar Ho: Mo:, confidcreerende dat de faaken van het gemeen niet langer konnen blyvcn gaan in het jegenwoordig fpoor, fonder verbreeking van den band van de Unie en bederff van den ganfchen Staat, den 7 Augufti laaftleden goedgevonden te fchryven aan de Heeren Staaten van de respedive Provinciën , ten einde dat defelve geliefden „ „ de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van „ haar Ho: Mo: volkoomen te inftrueeren, en te „ qualificeeren: of wel eenige Heeren extraordi„ naris Gedeputeerden, grondig geïnformeertvsn „ den ftaat van haar Provinciën, en financiën, „ en van haar fentimenten , met volkoomen „ magt, en autorifatie, berwaards te fenden te„ gen den eerften deefer" : Niet om projecten , of advifen , te helpen formeeren, die vervolgens fouden gefonden worden aan dc Heeren Staaten van de refpective Provinciën , om daar op ieder in den haaren affonderlyk te delibereeren. Tot het formeeren van hoedanige projeden, off advifen, geen fpecialequahfiuitie, magi, en autorif arte, nog extraordinaris Gedeputeerden, vereifcht Worden : en van welke affonderlyke deliberatien op de projeden, of advifen , in dier voegen geformeert, geen meerder heil foude te wagten weefen voor het gemeene beft, als van de affonderlyke deliberatien op foo veel voorgaande projeden, en advifen: Maar om gefiamentlyk in een gemeen overleg te Ueeden. en r.iH te jidlcn het getal Van de MiM 2 litie,  ( i8o ) litie, en verdere pointen, in de voorf: Refolutie van den 7 Augufti begreepen. Uit deefe aanwyfing van het oogmerk van haar Ho: Mo: Refol: van den 7 Augufti laaftleede volgt handtaftelyk , naa het begryp van den Raad van Staate, dat alvoorens te treeden in eenige befoignes, of deliberatien, de Heeren Gedeputeerden van de refpedive Provinciën, foo ordinaris , als extraordinaris , fouden behooren verlogt te worden, fig te willen verklaaren, off zy niet alleen volkoomen fyn géinftrueert, en geinformeert, van den ftaat van haar refpective Provinciën, en financien , midsgaders • van de fentimenten van de Heeren Staaten haar refpective pnnöpaalen: maar vooral, of zy volkoomen zyn gequalificeert, gemagtïgt , en geautorifeert conform het verfoek , door haar Ho: Mo: gedaan aan de refpedive Provinciën : dewyl de hoop van die volkoom qualificaüe, magt, en autorifatie, het eemg motif is, welke Haar Ho: Mo: heeft doen aftien van het doen der geprojecteerde en ten deele reeds vaftgeftelde , befendingen en welk heeft doen prefereerert de voorflag om door Gedeputeerden hier in den Hage te treeden in gemeen overleg over de middelen , de gemeene defenfie en feekerheid van den Staat betreffende. En foo., tegen die hoop en verwagting, mogt blyken uit het antwoord der Heeren Gedeputeerden van eenige Provinciën, dat defelve niet voorfien zyn van foo volkoome qualificaüe, magt, en autonfatie: en dat misfchien de Heeren Staaten derfelvêr Principalen niet inclineercn tot het gec-  ( i8i ) geeven van foo rolkoome qualificaüe , magt, en autorifatie aan Gedeputeerden , het fy ordinaris of extraordinaris : meend de Raad van Staate, dat wel ernftelyk dient overwoogen te worden, off de dienft van den Staat, en de importantie der faaken, toelaaten, op foo onfeekere voet in befoigne te treeden : dan off de Provinciën, welke niet fouden mogen goedvinden aan haar Gedeputeerden te geeven de verfogte volkoome qualificaüe, magt, en autorifatie, behooren verfogt te worden, Staatsgewyfe hier in den Hage te verfchynen, gelyk als in het jaar 1651 , wanneer de faaken gewiffelyk in minder verval waaren, en wanneer de band van de Unie minder gevaar liep van verbrooken te worden , als te regt aangemerkt is in de bovengem: RefoR van Haar Ho: Mo: dat die jeegenwoordig loopt. De Raad van Staate remarqueert in de tweede plaats op de meergemelde Refolutie van den 7 Aug" laaftleede , dat de faaken , waar over fal gedelibereert worden , en waar over de Bondgenooten verfogt zyn gefaamentlyk in een gemeen overleg te treeden , beftaan in de volgende pointen : Eerftelyk, „ het getal van de Militie, welke „ naa de geleegentheid des tyds fal konnen, en „ behooren, onderhouden te worden , tot fee„ kerheid en defenfie van den Staat1'. Ten tweede, „ de middelen, om nu, en naa„ maals , weg te neemen de discrepante fenti„ menten tusfchen de Provinciën over het ges, tal van de Militie, en over andere faaken, „ de gemeene defenfie en feekerheid betreffende". Ten derde , „ de middelen van geruftheid M 3 „dat  ( 182 ) M dat het geen, dat eenmaal vaftgeftelt is door „ de Bondgenooten in de faaken van het ge„ meen, opregtelyk fal gehouden -worden , en? „ dat geene Provincie in het byfonder fig daar „ aan Tal ontrekken". En ten vierde, „ de verbeetering der defecten „ in de Regcering , welke verbeetering vereis„ fchen". Het welk de Raad van Staate vertrouwt fpecialyk te fien op de defecten ontrent het ftuk van de financien: hoewel de Raad niet wil tegenfpreeken , dat 'er defe'ie-n in de Regeering zyn , die verbetering vereisjchcn, en waar tegen goede reglementen, en ordres, dienen beraamt le worden , buiten die , welke de financiën betreffen. Waar by nog moet. gevoegt worden in de vyfde plaats het point van de betaaling van dc Gcneraliteits renten en intereffen op de voet van haar Ho: Mo: Refe. van den 15 Novemb. des voorleeden jaars , welken aangaande de Provinciën by Misfive van den 11 Augufti laaftleede verfogt fyn, „ de Heeren haar Gedeputeerden , „ die defelve ingevolge haar Ho: Mo: Refol: ., van den 7 derfelve maand verfogt fyn tegen „ den eerften deefer extraordinaris hier te fen5, den, of alhier te auctorifeeren , ook te in- ftrueeren , ,,en magfcigen , om met den ande„ ren te beraamen , en valt te ftellen de mid„ delen , waar door de Provinciën aan den an„ deren volle geruftheid fullen konnen geeven , „ dat ieder zyn contingent tot betaaling der renten en intereffen ten Comtoire van den „ Ontfanger Generaal van tyd tot tyd ten volle „ fal contribueeren". Be-  ( i83 ) Belangende de manier van behandeling dei" voorfz: pointen, en andere, die daar onder begreepen zyn , confidereert de Raad van Staate , dat hoewel alle de bovenftaande pointen, immers de dry eerfte , en het laafte, in haar felve , of in haar onaffcheidelyke gevolgen, aangemerkt, genoegfaam van eguale importantie zyn, egter fommige Provinciën fouden konnen fig meeft laaten geleegcn zyn aan het point, welk de naafte, en meeft directe , relatie heeft tot de ontlafting van haar financien , en tot het prefente r.ut van haar ingefeetenen, en fig minder fouden aantrekken de overige pointen, fchoon weefende foo effentieel , dat de Raad meend daar van te konnen feggen met de woorden van de meergemelde Refolutie van den 7 Aug» , dat fonder het vaftftellen van die pointen niet anders te verwagten is , i} als dat „ de banden van de Unie moeten worden ge„ brooken , de goede harmonie , de eenigheid , „ en het vertrouwen , tusfehen de Bondgenoo„ ten vernietigt; het aanfien en het ontfag van „ den Staat , en van de Regeeringe, foo bui„ ten als binnen rs Lands, verlooren j de mid„ delen van defenfie verfwakt; de faaken in „ desordres en confufie gebragt; en de dier ge„ kogte panden van de Vryheid , en Religie, „ met de ganfche Republiq, in gevaar geftelt „ van in fig felven, of by den minften toeval, „ verlooren te gaan". En kan de Raad van Staate derhalven niet anders als van advis weefen, dat fonderlinge forg behoord gedraagen te worden , dat het één point niet vooraf by de hand genoomen , cn afgeM 4 daan  ( ï84 ) daan worde, met agterftelling van de andere pointen , van welke ligtelyk daar naa niet veel Foude vallen. Waar op de Raad te meer meend te moeten ftaan , om dat fe voor fig heeft de ondervinding van de Groote Vergadering van het jaar 1651, wanneer in het begin wel fcheen met gelyken ernft te fullen gedelibereert worden over alle de pointen. maar, naa dat het point van de patenten , welk meeft ter herte ging aan de Provinciën, gereguleerd was tot aller genoegen , verflapte den ernft foo feer, dat van de overige pointen fommige ter loops, en met wynig attentie , afgedaan wierden , gelyk als de Inftructie van de Raad van Staate, welke daarom foo veel jaaren gefluclueert, en occafie tot foo veel disputen gegeeven , heeft : andere onafgedaan gebleeven zyn, gelyk als het point van de vereffening der gefchillen tuffchen de Provinciën over faaken , waar 'in volgens de Unie geen overftemming plaats heeft, met den aankleeven van dien. En hier uit is het, dat alle de confufie in de Regeering feedert gefprooten is, en in het byfonder de ongelykheid tulfchcn de Provinciën in het aanhouden , en betaalen , van de Militie , en andere laften. Soo dat men, om de Republiq te falveeren, fal dienen dat importante weik op te vatten, daar het gelaaten is in bet jaar 1651, en ten dien opfigte voort te procedeeren (gelyk men fegt) volgens de Uafie retroatlu van de Groote Vergadering van dat jaar. Voor de reft foude de Raad van Staate oordeelen, dat alle de materiën van deliberatien fou-  ( 185 ) fouden konnen op' de gewoone wyfe geprepareert, en gedigereert , worden in Conferentien door Gedeputeerden van Haar Ho: Mo: , en van den Raad: uitgefondert, dat in de deliberatien over het vierde point faaken fullen voorkoomen, waar over het berigt en advis van de GeneraliteitsRekenkamer, en van de Collegien ter Admiraliteit, fullen moeten ingenoomen worden. De Raad fal dit preliminair Advis befluiten met de opmerkelyke laft, welke haar Ho: Mo: eens gaaven aan Gedeputeerden, naa Vriesland gaande («), om „ de Heeren Volmagten booven al, „ met alle mogelyke ernft, en uiterfte naarftig„ heid , te vermaanen, dat fy rypelyk wilden „ overleggen, en bedenken, hoe noodig het is „ voor de defenfie en handhaaving van de ge„ meene faake van de Vereenigde Nederlanden, „ dat de gemeene eenparige Regeering, en pu„ blique autoriteit, met onderlinge trouwe , huf „ pe, te faamenftemminge, en goede correlpon„ dentie, gefterkt, en het particulier daar tegen „ te rugge geftelt, mag worden". Welke vermaaning met geen minder ernft en naarftigheid jegenwoordig behoord gedaan te worden, dewyl van het in agt neemen derfelve fal afhangen het fucces van deefe deliberatien, dat is , naa het oordeel van de Raad van Staate, het behoud, of bederff, van de Republiq. , Dis- Ut) Inftruaie 8 Oftob: 1506. M 5  ( 186 ) Discours over de defecten in de _ jeegenwoordige conftitutie der Regeering van den Staat der Vereenigde Nederlanden , en over de middelen van redres. Geen form van Regeering is foo perfeÖ, die niet haar gebreeken heeft. Soo lang de faaken yan een Staat voor wind gaan, en foo lang de ïngeleetenen op haar gemak zyn, kaft het weinig moeite , de gebreeken in de form van de Regeenng te verbergen, en te remedieeren aan de inconvementen , daar uit fpruitende. Maar wanneer de faaken tegenloopen , en infonder*jeid, wanneer de gemeente gedrukt word door fwaare fchattingen , fteeken die gebreeken een ieder in het oog , en vooral fulke gebreeken welke aanloopen tegen de bekende grondreeegels van alle, foo particuliere, als publique, Sociëteiten. 'pit is het jeegenwoordig geval van de Repubhq. Dc ongeleegentheid, in welke defelve vervallen is door dry fwaare Oorlogen, en voornaraelyk door dc laafte , waar in fe gedaan heeft veel grooter efforten, als haar kragten konden lyden , doed een ieder , die eenig begryp van publique faaken heeft, oordeelcn, dat een politicq lichaam befwaarlyk beftaan kan, datlaamengeftelt is fodanig als dat van de Vereenigde Provinciën, dat is, uit Leeden, welke in de eerfte plaats niet konnen malkander overftemmen en welke by gevolg niet, of immers niet als'feer Iangfaam, konnen koomen tot befluit, in faaken van  ( 18? ) van gewigt: welke in de tweede plaats, wanneer % al tot befluit gekoomen zyn, niet konnen malkander doen naakoomen het geen , dat eenpaariglyk befiooten is: en welke in de derde plaats gereprefentecrt worden in het beftier der gemeene faaken door een Vergadering ,befoigneerende fonder een gemeene Inftructie , fonder eed off verpligting aan het gemeene lichaam, cn fonder genoegfaam gefag. _ Vooral, om dat daar by komt, dat ieder van de Leeden, of Provinciën, waar uit het lichaam van de Republiq beftaat, meer of min, naa de verfcheidentheid van haar conftitutien, onderhaavig is aan de aangetooge defecten. Ook'zyn van tyd tot tyd foo nadeelige effecten gevolgt uit de quade gefteldheid van de Regeering van de Republiq , en vooral eenige tyd'herwaards, dat het veel eer te verwonderen is dat de Republiq nog beftaat, als dat fe in een groot verval is. , Om dit te toonen in eenige weinige byionderliccden in de elf jaaren, welke de laatften Oorlog 'gcduuit heeft , is van foo meemge petitiën als gedaan zyn tot ftuur van den oorlog , naauwlyx ééne geconfenteert pet eenpaarigc bewilliging van alle de Provinciën. Be Confenten, welke nog zyn gedraagen, zvn fco qualyk geprefteert, dat men wel mag feggen , gelyk de Raad van Staate leide den ^Decemb. 1662, wanneer fommige Provinciën drono-en op een generaale liquidatie, „datdeag„ terftallen foo groet zyn, dat de deficieerende'; en men mag 'er jeegenwoordig wel by voegen, deminft deficieerende, „ Bondgenooten tiiü fouden kon- „ nen  C 188 ) *w ph,ouden worde* tot voldoening van haar „agter/talien^ls met haar ruïne, en onder™?' Na de We hebben verfcheide Provinciën faieT rZu^ Bedaan/°° coafiderabli c^ laten, reducï.en, en verfchikkingen, onder de Mdme haarer repartitie, en foo weinig gelui ter? naa de reprefentatien , aan haar ledaan nn «t fubjeö, als off de Militie de Generabteft met aangmg, en als off elke Provincie n et be hoefde meerder Militie te betaalen tot de gemee *e defenfie, als elke Provincie affonderlyfgoed- 'haS^SP1 tór ,Admira]itót finken onder ftellen 1 en ? e° k°nnen ' ver va" tc «erzee "aVale magt' naauw]yx éèn «chip in fchoo.[ TnJ0t Pmtea\e Van de Commercie, Coïleo- Pn ♦ lr™ncien zy° m geen ftaat om de Collegien ter Admiraliteit te fubfidiëeren: cn ondertusfchen vervallen de ordinaris middelen va" mndl7en ? L'Centen hand ovei' h*nd = de Xd iet fortabelt ^eGea heeft v^r v ord £t f remedle tegen het verval derfelve, }-oid gehouden voor inpraóticabel, om dat een dafhe7ftdeer' * o^tS" maa„ eÊ1A7r?eit' "lanqueert aan mag weiden v n ?110^'^1' -e Plesleeren de voor" len f^A ad™d,atie , en men kan feg¬ gen fonder exaggeratie, en fonder te taxeeren et Z lUn g van,de CoIle«ien' dat m- S als toTnuf^6 Cerdei' t0t M is aan de»S^> Het Comtoir Generaal van de Unie, een faak bui-  ( i89 ) buiten exempel, heeft moeten geflooten worden , en dat in vreedenstyd , en, na dat het tien maanden toe geftaan had , word het met moeite van de eene dag tot den ander gaande gehouden, om dat de Provinciën met opbrengen het nodig geld tot betaaling der renten, en interenen, van de Capitaalen, op haar Confenten opgenoomen. In foo groote defeclueusheid van de Provinciën is men foo weinig bedagt op efficafieufe middelen, om van Generaliteits weege de Provinciën te houden tot haar phgt, dat felfs het befenden der defedueufe Provinciën, ten einde om die daar toe te disponeeren door mondelyke reprefentatien, en door wisfeling van reedenen, niet meer gebruikt, maar tegengegaan, en gefluit word door contradicTien, en aanteekemngen : een ongehoorde faak in een Regeering van perfuafie voor deefe laafte jaaren. Een extraordinaris Vergadering , die dienen foude om de faaken te brengen op een beeter voet, en waar aan de middelen ten dien einde voorgellaagen zyn door de Raad van Staate, is gefcheiden, fonder iets uitgeregt te hebben . gelyk gefegt is in de Voorreeden van dit Discours. En, om geen meerder effecten op te haaien van de quade gefteltheid van de Regeering, m de voornaamfte Provinciën word minft, immers met het minfte fucces, gearbeid tot redres der financien : de Leeden malkander foo weinig konnende verftaan over de eguale praflycq der oude, en ordinaris, Middelen, als over den invoer van nieuwe : fchoon dat fe alle eens zyn , dat de financien moeten gered worden, ou  ( 190 ) off dat de Staat verlooren is, en dat de financiën op geen andere wys te redden zyn , naa dat de Militie gebragt is op een veel kleinder getal als voor den oorlog , en na dat de extraordinaris middelen, dieniet, off felden , platen geheeven te worden buiten oorlogstyd , meerendeels gecontinueert zyn, en verder geëxtentendeert als beltaan kan met het credit, en met de goede trouwe. Naa deefe fommiere aanwyfmg van de detecten in de Regeering, en van de voornaamfte gevolgen van üien, fal het ongetwyffelt de moeite waerd zyn, te onderfoeken, hoe ver de jeegenwoordige conftitutie van de Regeering overeenkomt m opfigt van de aangeweefe dcfetfen, met de oude, en primitive, form, off daar'van afwykt: dewyl daar uit fal konnen afgenoomen worden, waar uit de aangeweefe defecten voortzoomen , en waar de remedien moeten gefokt worden. D ö En, doordien de ongefteldheid van de Republiq gelyk gefegt is, gevonden word, foo in het lichaam van de Republiq , of in de generaale Regeenng, als in de byfondere Leeden, of Provinciën , fal het dienftig zyn van ieder affonderlyk te fpreeken. Wat dan in de eerfte plaats betreft het lichaam van de Republiq, men kan niet ontkennen , dat volgens de Unie van Utregt geen ove-ftemming plaats heeft onder de Bondgenoten in het ftuk van de Contributien, en in meer andere ftukken. Maar daar uit volgt geenfins ioo onbepaalde vryheid , als heedensdaags in lwang gaat, en als met reeden aangemerkt kan wcr-  ( i9i ) worden voor het capitaalfte defect in de generaale Regeering. Defelve Bondgenooten , welke niet hebben willen overftemt weefen , hebben fig by het negende Articul van de Unie onderworpen aan de uitfpraak van de Stadhouders in geval van discrepantie over faaken, waar in geen overftemming plaats heeft. Men disputeert, off die onderwerping verder gaat als aan de Stadhouders , doe ter tyd wefende. Maar men behoeft hier niet in dat difput te treeden. Het aangetooge negende Articul toond , dat de Voorouders begreepen hebben, dat 'er een uitkomft moft weefen in de deliberatien , waar in de Bondgenooten niet konnen. malkanderen overftemmen: fchoon dat fe misfchien ongeraaden vonden, fig eens voor al te onderwerpen aan het oordeel van de Stadhouders. Gelyk dan ook in het jaar 1651, doe dat middel van afdoening der verfchillen niet langer practicabel was , andere voorflaagen ten dien einde gedaan zyn, welke konnen gefien worden in het Regifter van de Groote Vergadering, en welke naa alle apparentie fouden zyn gebragt geweeft tot conclufie , tot fonderling nut van den Staat, foo de Provincie van Holland niet had geftaan op het uitfonderen van de materie der Confenten (a), weinig voorfiende, tot haar groot ongeluk, dat de Staat in minder als festig jaaren foude moeten voeren dry fwaare oorlogen tegen Vrankryk, en dry tegen Engeland: dat de laft van die oorlogen foude gedraagen worden met (fi) Sie Ref. St'? van Bol?. 12 en 18 Aug: 1651.  ( 192 ) met feer ongelyke fchouders: en dat het de Provincie van Holland foude weefen, welke foude Hebben de meefte reeden van klagte over die def Confenten ^ ^ ^ 0nbePaalde V17heid • °°k heeft de Provincie van Holland al in het jaar 1663 gemerkt, en getragt te redresfeeren, ïr%atdoosm 1651 bÊgaan maar Maar het had weinig gebaat, dat de Voorouders geforgt hebben voor een middel, om te voorkoomen de inconvenienten , fpruitende uit de vryheid der Confenten , foo le niet in de tweede plaats met een geforgt hadden voor een middel, om de voldoening der Confenten niet te doen afhangen van de vrye wil der particuliere Provinciën. Dog daar voor hebben fe meede compleetelyk geforgt. Om voorby te gaan het 23 Articul van de Urne, en de opmerkelyke Acte van parate executie , gepasfeert door de Bondgenooten den *o july 1579 , en geïnfereert in haar Ho: Mo: Refol: van den 4 Augti 1676(1), de oude en nieuwe Inftruclien van den Raad van Staate brengen uitdrukkelyk meede, dat de Raad in net innen , en executeeren, der Gemeene Middelen , „ mitsgaders van de Confenten van de „ Provinciën op de voet als die gedraagen fub „ len worden" fal procedeeren tegen 5e debiteurs , „ mitsgaders tegen de ingefeetenen van » de Ca) Sie van Holl' 2 Mn 1663.  ( 193 ) )5 de Provinciën, en Steeden , gelyk mert in „ deefe Landen voor 's Princen beeden , en „ penningen, gewoonelyk is te doen (#)". Waaren 'er Provinciën, of Quartieren, welke buiten ftaat geraakten door invallen, of door andere rampen , van nevens de andere te konnen draagen de gemeene laften , gelyk meer als eens gebeurt is in den Oorlog met Spagnien, fe moeiten de ftaat van haar financien oope leggen, om remisfie , of vermindering van quote, te verwerven : fonder te volftaan met de bloote al legatie van onvermoogen , off van de vryheid van Confenten , de gewoone dekmantel, van welke de defe&ueufe Provinciën fig heedensdaags bedienen. Evenwel kan niet ontkent worden j dat de booven aangetooge negende, en dry en twintigfte Articulen van de Unie , off het geen, dat daar by, en vervoleens, vaftgeftelt is, foo ontrent de decifie der verfchillen over faaken, waar in geen overftemming plaats heeft , als ontrent de executie der gebreekige Provinciën, noit volkoomen in praétycq gebragt is. Anders hadden de Staaten van Holland geen reeden gehad , om al in het jaar 1586 aan te merken, „ dat het tot grooten ondienft van den Lande, „ en van de gemeene faak , was redundeeren„ de, dat in de faake van Contributien, tot de„ fenfie van den Lande nodig zynde, foo wel „ ter Vergadering van de Staaten Generaal van „ de O) Inftructie ii April 1588 Art: 10, Inftr: 18 July Art: 17. y I. Deel. N  ( 194 ) „ dc-geünieerde Provinciën, als in de Vergade» ring van de Staaten van Holland onder de „ Eedelen en Steeden , tot (die tyd toe) geen » forme was gebruikt geweeft om tot eindelyke „ refolutie te konnen geraaken , overmids een ïegelyk van de Provinciën, en Leeden nog by „ overftemming, nog by fubmisfie, de difte„ renten, onder henluiden gereefen, hebben wil- len doen beflegten [af : gelyk de Raad van btaate meede geen reeden foude gehad hebben om al van ouds te klaagen over de defedueusneid van de Provinciën in het voldoen der Conlenten: dewyl men maar foude hebben behoeft te antwoorden op de klagten van de Raad, dat die met moeft klaagen, maar de Unie, en haar Inftructie, volgen, en de gebreekige Provinciën dien conform houden tot voldoening der Confenten. Dog, foo lang als de vrees voor de Spaanfche dominatie de Provinciën eenig,en willig, maakte, en foo lang als de Ambasfadeurs van Vrankryk en Engeland, welke twee Kroonen tot de Treves toe, en nog eenige jaaren daar naa, fig veel heten geleegen zyn om de Republicq te ;houden in eenigheid, en in goed portuur, en welker raad van groot gewigt was, tuflchen beide fpraaken in importante geleegentheeden, waaren de inconveniënten, die uit het ongebruik van de bovengemelde foo esfentieele Articulen van de Unie volgden, niet te vergelyken by de inconveniënten , die feedert daar uit gefprooten zyn. En (*) Sie Rep. ót'? van Bolh 8 Janry i58&  ( 195 ) Ën niet te min apprehendeerde men defelve foo feer in die tyden, dat geen geleegentheid verfuimt wierd om te urgeeren op de noodfaaklykhcid van de Unie, dat is de Articulen, welke in geen volkoome practycq waaren s irt pra&ycq te brengen. By den aanvang van de Vreedchandel met Spagnien , die in de twaalff jaarige Treves eindigde , fchreeven de Staaten Generaal aan alle de Provinciën over de faaken , waar op diende by die tydsgeleegentheid gelet te worden tot dienft en verfeekertheid van den Lande, en recommandeerden onder anderen , „ dat de Unie van Utregt , in den jaare 1579 „ tusfchen de Provinciën opgeregt, mogt ver„ nieuwt, en naa de nood vermeerdert, en versterkt worden («)": cn in het jaar 1643, doe de Vreedchandel hervat wierd, droegen de Heeren Stadhouders , en de Raad van Staate, foo mondelyk, als by gefchrifte , voor aart haar Ho: Mo: , onder andere pointen , dat „ de gemeene Unie , foo als die eertyds was gemaakt, by de gefaamentlyke Provinciën van „ nieuws geconfirmeert mogt worden (£)". Het kan wel weefen , dat die recommahdatien ten deele gefprooten zyn uit de bedenking, dat misfchien deefe of geene Provincie foude moogen mcencn, niet langer gehouden te weefen aan de Unie, als tot de Vreede met Spagnien , doordien de Unie eigentlyk gemaakt was tee- (a) Sic Misftve vande Se* Gem. aan de Prov». ra April iÓG7, Rtïnfèreert in het Regt. van Holl'. 1 Mey 1607, ip) Sie Ref: Raad van Sf. 21 en 23 Mej 1643. N 1  ( io6 ) teegen het Spaanfch gewelt. Maar, behalven dat daar van met blykt , het is eer te gelcS ven dat haar Ho: Mo:, de Heeren Stadhouder^ en de Raad van Staate, welke de meefte onder! vinding hadden van het nadeel, dat de gemeene faak leed, doordien de weefentlykfte pointen yan de Urne, en die de klem moften geeven aan de reft met hadden konnen volkoomen in praöycq gebragt worden , van begryp geweeft zyn dat het de regte tyd was om te drS op het ,n praótycq brengen van de Unie, Sa]s aan de eene fyde de hoop van Vreede de Provinciën minder deed aanfien tegen het vaftftellen van faaken, die meeft te paste koomen in tyd van Oorlog: en als aan de andere fyde de viees, dat de Provinciën fouden konnen in liaan gewiegt worden door een Vredehandeling, een van I fJni;ndmk ëf V£m de no^faakl|khTiS van de Unie in praclycq te brengen. Wat was 'er tweefpalt in de Regeering, wat jas 'er verongelyking van de eene plvincie door de andere, voorgekoomen geweeft, f0Q de Provinciën m het jaar 1607, maar vooral to ftW* Jaar;f^5 geluiftert hadden naa loo falutairen raad ! m plaats dat 'er niets anders op volgde in het jaar 1607, als dat naa VCbv°Pn T pe"eIyke ^aanden » eenA^k „ by alle de Provinciën goedgevonden wierd de „ Jtfumtem de Unie, om die te maintinee- " ) £n de verl°open daar tegen te dresfee- Ü ?>{a7 x73ar by het bleeff: en in het jaai 64' als dat de Heeren Stadhouders en de Raad van Staate „ ten hoogfte bedankt wierden over en («) Sie Ref: Se* Ge»'. 22 Octok 1C0-.  ( 19? ) ter faake van derfelvêr goede voorflag : en dat derfelvêr Propofitie, met een ernftige recommandatie , gefonden wierd aan de Provinciën, daar fe fmoorde. Dog, om voort te gaan , het is in de derde plaats ver geweeft van de meening der Voorouders , dat de generaale Regeering, of het beftier der faaken van de Republiq foude weefen , op de heedensdaagfche wys , in handen van een Vergaadering van Gedeputeerden, befoigneerende fonder gemeene Inftruclie, fonder gemeen en eed , en fonder genoegfaame autoriteit. Maar haar meening is in teegendeel altyd geweeft, dat het beftier van faaken foude weefen in handen , of van een eminend hoofd met by voeging van een Regeerings-Raad, of Raad van Staate, of wel in handen van een fodanige Raad, waar van de Stadhouders van de refpective Provinciën fouden Leeden weefen. By de Unie van Utregt is niet geforgt voor het point van de generale Regeerïvg. Maar nog in het felve jaar wierd op de reprefentatie van de Prins van Orange aan de Gedeputeerden van de Provinciën, in de Unie begreepen, welke hy wyslyk conlidereerde een Tractaat te weefen, en geen plan van Regeering, het generaal gouvernement , of „ het beleid der faaken des krygs, „ en van de politique Regeering", opgedraagen aan den Aartshertog Matthias, en aan de Prins, als Lieut1 Gen1 van den Aartshertog {b). In O) Sie Ref. Se? Gen'. 23 Mey 1643. (b) Sie Bor b: 14. ƒ: 129 en 134. Ref: Staaten van lloll'. 14 Nov- 1579- N 3  ( 193 ) In de volgende jaaren wierden de Landraad , Prins Mauritz en de Raad van Staate, cn de GraafT van Licester , fuccesfivelyk daar toe gecommitteert , alle met feer breede magt, gelyk gefien kan worden uit de Inftruclie van i de Landraad van den 13 Januy 1581 , en uit die van Prins Mauritz en den Raad van Staate van den 18 Augufti 1584, van welke nader fal gefprooken "worden in het vervolg , mitsgaders uit de Commisfie van de Graaf] van Licefter van den 1 Februari 1586: De Staaten Generaal ondertufichen doorgaans meede vergadert zynde, of immers eenige Gedeputeerden by een laatende, om dat 'cr°in die tyd gedurig deiiberatten over materiën van de hoogfte importantie op het tapyt waaien, gelyk als over het aanneemen van een Landsheer, over de delatie van de genei a!e Rcgceiing, over het handelen van uitlaudlche lecoursien op laftige conditiën, en diergelyke. Na het vertrek van de Graaff van Licester wierd de generaale Regeering van de Veree„ nigde Nederlanden , in fiiaken , de gemeene „ befchermenisfe, en Unie, elerfelve aangaande, „ geftelt ter bediening, en adminiftratie van den „ Raad van Staate'^;). Waar op de Staaten fcheiden, en in dat en ia dc naafte jaaren meer als' eens maanden lang van malkander waaren. • En het was in die tyd foo leer de mcenmg, dat de generale Regeenng foude weefen in'hau'. den van de Raad van Staate, dat nooit Placaat (a) Sie Rgfi St™ Gen1, 5 Feb:, cn Placaat 12 April 1588,  ( 199 ) met meer plegtigheid gepubliceert is als het bovenftaande Placaat van den 12, April 1588, welk van de Puye van het Stadhuys in 's Graven hage afgeleefen is door de Griffier van haar Ho: Mo: ten overltaan van Gedeputeerden van de Vergadering (a): gelyk ook de Staaten Generaal haar begryp daar ontrent toonen, als fe feggen in een Refolutie van den 12 April I59°> üat de Raad van Staate aangeftelt is tot de Regeenng van den Lande , en in defelve Refolutie de Inftruaie van den Raad noemen, de Inftruclie op de Regeenng : en als fe den 9 January van het volgend jaar bybrengen als een reeden om de Leeden van den Raad, welker Commisfie expireerde, te disponeeren om by provilie nog te continueeren in haar dienft, „dat het beleid van de „ Regeering geen ftilftantkan, nog mag, lyden". Maar om de Engelfchen, welke men genoodfaakt was geweeft te admitteeren in de Raad van Staate, te fluiten uit het beftier der faaken , fonder te raaken aan de Inftructie van den Raad van Staate , wierd in het vervolg ftilfwygende goedgevonden, de Vergadering by een te houden, die daar door geworden is een permanent Collegie. Het geen feeker een wyfe vond was voor die tyd , maar het geen met een moet aangemerkt worden als de groote oorfaak van de boven aangetooge defecten in de generale Regeering, dewyl men daar door geheel en al ontzenuwde de autoriteit van dat Collegie, welk tot de generale Regeering gecom- mit- (a) Sie Ref. $t'? Gen1. 13 -April 1588. N 4  ( 200 ) mitteert, en alleen ten dien einde van de nodige magt en Inftruaie voorfién was : fonder een Inftruaie te geeven aan de Vergadering waar aan men ftilfwygende overbragt het beftier der iaaken , of andere magt, als die de Gedeputeerden ter Generaliteit moeten vraagen van haar refpeéhve Principalen tot elke faak van eemg belang. Om te remedieeren aan de inconveniënten, daar uit gefprooten, wierd wel in het jaar 1607, doe men ftond te treeden in onderhandeling met öpagmen , m het generaal gefprooken van het -tellen van ordre op een goede en vafte voet ^an Regeenng, als van een nodige faak(a): en in riet jaar 1609, na 't fluyten van de Treves, voorgeflaagen , „ het Gouvernement en Capi" E'j ,ip Generaal van alle de Vereenigde „ Nederlanden te defereeren aan Prins Mauritz „ onder behoorlykeCommisfie,enhiftruaie1', of eenRegeeringsraadin te ftellen (£)", van welke laafte voorllag de Prefident Jeannin omftandiobefcheid geeft (e). Maar die voorflaagen quamen tol geen befluit, gelyk fe ook, om de waarheid te feggen, ontydig waaren, foo lang als de Engelfcbe haar garnifoenen hadden in de verpande Steeden , en fesfie in den Raad van Staate. Waarom de generale Regeering niet herftelt is op (a) Sie de bovengem: Brief Sf» Gen'. 12 April 1607, Re/: S» van HolP 1 Mey, 4 Septemb., en 4 Dec: 1607. Rep. óf" Gen'. 28 Sept: 1607. (f) Ref: Se* van fJüll: 17 Maert, en St» Gen'. 10 Aun 1609. ' v * if) Sie het laatfte Deel van de JSegotiatien van Jeannhsj,  ( aoi ) op de voorgaande voet, dat is, op die begreepen in de aangetooge Inftructie van den 18 Augufti van het jaar 1584, foo ras als men ontllaagen was van de Engelfchen, welke oorfaak waaren geweeft dat men die Inftruclie had moeten voor een tyd aan een fyde leggen , is het onnoodig alhier op te haaien. In het jaar 1651 fag men wel de quade gefteltheid van de Republicq , maar men was verdeelt over de remedien , en daarom plaasterde men de quaal, eer als dat men fe genas, door de Vergadering van de Ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit , en den Raad van Staate , by een te voegen op een onverftaanbare, of immers op een inpracticable, wys in het ordinaris beftier der faaken van de gemeene defenfie , en wel alleen te Lande : want van het werk van de Zee wierd niet gefprooken in de Vergadering van het jaar 1651, fchoon dat het in veel opfigten reflexie , en voorfiening, vereifchte weegens het cesfeeren van het Ampt van Admiraal Generaal, het hoofd, en de ziel, van de Collegien ter Admiraliteit: èn dat, fonder te geeven een Inftruótie aan de Vergadering, als alleen ten opfigte van de dispofitie over de Patenten, of te ligten uit de Inftruclie van de Raad van Staate verfcheide Articulen , die wel overeenquaamen met de intentie van de Bondgenooten, fodanig als die geweeft was in het jaar 158S , maar geenfins met die van het jaar 1651 : fonder de Vergadering te brengen onder een gemeenen eed in opligt van het ordinaris beftier der Oorlogs faaken, foo wel gis in opfigt van de difpofitie over de Patenten, N 5 fchoon  ( 202 ) fchoon dat verfcheide Provinciën daar op drongen : en fonder te geeven aan de Vergadering en aan den Raad genoegfaame autoriteit tot uitvoering van haat: aanbevoolen laft. Van die tyd af zyn de faaken , gelyk het met wel anders konde weefen, nog hoe'langer lioe meer in het wilde geloopen. Waar toe mi§t weinig gecontribueert heeft , dat van die tpi af de Provincie, van Holland , uit vrees dat haas een Stadhouder, een Capitein Generaal, of een Veldmarfchalk, mogt .ovcrdrongcn worden doorzie andere Provinciën, gearbeid heeft om de Urne los te,maaken, en gronden in te boeiemen aan de Bondgenooten , foo ontrent het gefag over de Militie, als ontrent andere pointen , die ganfeh onbekend waaren aan de Voorouders, en aan den Heer de Groot, dien grooten voorftander van de Vryheid,, en van de wettige Regccring (a). . Men. meende in., en naa, het jaar 1672 de Iwaarighccdcn te, booven te koomen bynaa op gelyke ; wyfe als in de Republicq van Roomen n m de laafte burgerlyke Oorlogen : naamelvk, è%®£ alle de- autoiiteit te brengen in ééne hand: «adciwan ouds bekende naamen van Stad/zonder, en Capitein Generaal, en door niet veel meer te laaten aan de Staaten, en Collegien van Regeenng , ontrent het beftier der faaken , als. de bloote naam ,, of uiterlyke form. Maar behalven dat die toeleg nu cn dan tegenftant ontmoete, foo nam fe de oorfaak van de ongeftaite van de Republicq niet weg, gelyk maar I^w ooi (itbjféH sgohbO 'isb^bifïsd eiiügitibVö 1*1 ld) Sie de Apologie van de Groot, Cap: 11.  ( 203 ) al te klaar gebleeken is van den dag aff, dat de Koning van Groot-Brittannien glorieufer geds. het hoofd heeft nedergelegt, en daaglyks hoe langer hoe meerder blykt. Die met eenige opmerking reflecteert op dit verhaal der oude, en primitive, forme van de generale Regeering , en defelve vergelykt met de heedensdaagfche, fal moeten erkennen, eerftelyk;, dat fe foo veel van malkander verfchillen, dat de Voorouders , indien fe opfaagen, de Republicq niet fouden kennen, en ten anderen , dat de naakoomelingen aan geen andere oorfaak hebben toe te fchryven de defecten m de generale Regeering, welke aangeweefen zyn, in het begin van dit Discours, als dat zy afgeweeken zyn , en hoe langer hoe meer afwyken , van de gronden, die de Voorouders gelegt hebben bv het ftigten van de Republicq. Dit foude ongevoelig leiden tot de verhandeling der middelen van redres. Maar het oogmerk van dit Discours vereifcht , vooraf meede iets te feggen v«« de conftitutie der Regeering van de Provinciën, of byfondere Leeden, welke faamen uitmaaken het lichaam van de Republicq. Do defecten, welke; daar in gevonden worden, verlchillcn daar in van die in de generale Regecring, dat fe meer als die in de generale Regeering zyn toe te fchryven aan de oude forme, als aan de veranderingen , in de oude forme voorgevallen;n maar niet te min zyn daar op twee generaale aanmerkingen te maaken, beide dienende tot het jegenwoordig oogmerk. Waar van de eerfte is, dat men de defecten al van ouds voor defecten aangefien heeft, en gepoogt, ■ .cis* 1 ,  ( 204 ) defelve te redresfeeren, hoewel niet met het gewenfcht fuccez. ë By exempel , in de Provincie van Holland , alwaar noit overftemming plaats gehad heeft in pointen van belafting («), hebben verftandige Re*f ufeIve altyd aangefien voor een groot oetect, fchoon dat het mogt geweeft zyn een nod,ge precautie ten tyde van de Graven. De £ W,ens °°rdeel aan "iemand kan tuipebt voorkoomen, fchroomt niet te fchryven ïtl \n™ nB'galibiu difceptatur, valere ma. Z, JaT/ecma retat mos' fub frwcipatu Haud imprudenter introduclm, hbertatï periculofus* ni pro jure fuccedant prudent ia et publid amor, twee quahteiten , die niet foo gemeen zyn onder de Regenten als te wenfchen was. En daarom hebben ook de Voorouders van den aanvang der vrye Regeering af gearbeid om dat defeö we* te neemen door het middel van arbitragie of decifie, in praclycq te brengen ' Het fesde Articul der Ordonnancie op de Vergadering, gearrefteert in February 1574 U), en bekragtigt met de Zegels van de Eedelen en Steeden, brengt u.tdrukkelyk meede, dat in materie van Confenten, waar in niemand jegens fyn wil fal worden overftemt, „ het verfchil fal ge„ ftelt worden tot decifie van den Prince van „ Orange, met de geene, die hV uit den Raa„ de van Holland daar toe bv 'hem fal willen „ neemen : en het felve is v'an nieuw vaftge- ftelt (f ) Sie Ref: Se- van BolK 28 Aue: i«67. (b) Annat. L. 4. 5 3 1 (e) by Eor b: 7. jol. 482.  ( 205 ) ftelt by de Ordonnancie op de Vergadering vatf den 17 Maart 1581. Het Concept der nadere Ordonnancie op de Vergadering, gearrefteert den 12 Maart 1585, en federt welke geen andere gemaakt is, brengt insgelyks meede , dat foo wanneer de Leeden niet fouden konnen vereenigen, of verdragen (1), ontrent faaken, waar in volgens die nadere Ordonnancie geen overftemming ftond plaats te hebben , en welker getal merkelyk vergroot is by defelve, „ de verfchillen, deshalven weefen„ de , als dc twee derde parten van de ftem„ men , of advifen , overeendragen , gefub„ mitteert, en geftelt fullen worden ter decifie „ van alfulke neutrale Heeren, of perfonagien „ als zy onderling fullen konnen verdraagen (i), „ die men ten wederzyden gehouden fal weefen „ te nomineeren binnen den tyd van veertien „ daagen, of dry weeken, naa dat de gefchillen „ ontftaan fullen zyn («)"• En meeft alle de Leeden begreepen foo wel, van wat gewigt, en gevolg , het point van de fubmisfie der gefchillen was voor het gemeene beft, dat de Staaten feggen in een Refolutie van den 19 February van dat jaar , in welke het voorfz: Concept van nadere Ordonnancie geïnfereert 0) D; bovengemt Ordonn: is fodanig gedrukt in het derde Deel der Placaatboeken , a!s of het bovenftaande, zynde genoomen uit het 14 Art: dier Ordonnc , meede gearrefteert was. Maar het tegendeel blykt uit ae Refolutien van den 19 Feb: cn 12 Muert in opfigt van d« pointen van de Souverainiteit, Religie, en Contributien. (i) Holland had te dier tyd geen Stadhouder.  ( 20Ö ) teert is, „ x3at fonder de fubmisfie van faaken „ daar in geen.overftemming valt, de gemeene „ laaken met gevordert, nog gehandhaaft, fullen „ moogen worden", en (het geen nog fterker uitdrukt haar begryp) „ dat op het verdrag van het voorfz: point is berustende de behoude* n's, of ondergang, van den Lande": opmerkelyke woorden , en die God geeve dat de ondervinding noit door den ondergang van het Land bewaarheede. Maar Amfterdam, en Gouda, kanteden fig loo ernftig tegen het gevoelen van alle de andere lieden, en Amfterdam drong te gelyk foo lterk op het arrefteeren van de nadere Ordonnancie, dreigende, anders te fullen blyven uit de Vergadering , dat de andere Leeden fig genoodlaakt vonden toe te laaten dat de fubmishe buiten conclufie bleeff, foo veel aangaat net pint van de Contributien , foo wel als de pointen van Souverainiteit, en Religie. Uit al het welk blykt, dat de onbepaalde vryheid in het ftuk der Confenten eerft in het jaar 1585 m Holland ingevoerd, en van doe af aangefien is voor een capitaal defect in de Regeenng. Ook leed het niet lang, off het Gemeenebeft gevoelde foo nadeelige gevolgen van de uitfondenng van het point der Contributien, of Conienten, van de fubmisfie der verfchillen, dat de Staaten fig genoodfaakt vonden aan te merken in de booven aangetooge Refolutie van den « January van het volgend jaar 1586, „ dat het „ tot grooten ondienft van den Lande, en van „ de gemeene faak , was redundcerende, dat „ ia  ( 207 ) in de faaken van Contributie , tot defenfie „ van den Lande nodig zynde , — de Leeden „ nog by overftemming, nog by'fubmisfie, de „ differenten, onder henluiden gereefen , heb„ ben willen laaten beflegten". Dan een foo wyfe reflexie had geen andere uitwerking , als dat de Leeden voor dat één jaar fig onderwierpen „ aan de decifie van den Stadhouder, en van eenige uit de Raade van Holland a „ daar toe by zyne Excellencie te verkiefen. Selfs konde het niet foo ver gebragt worden in het jaar 1607, doe de eenigheid ten hooglte nodig was, om dat de Vreedehandeling, die de Acrtshertogen aanbooden, konde dienen tot pretext om quaad faad te faeijen , dat men fig verftond over de voorflag, „ om de differentiale „ pointen voor die reis, en fonder confequen» tie, te beflegten by de meefte ftemmen, „ off by fubmisfie («)". Om by dit exempel nog een ander te voegen , meede genoomen uit de Provincie van Holland , de feparatie tuflchen het Zuyder- en Noorder-Quartier in het ftuk der financien , gefprooten uit de troublen , welke de communicatie tusfchen de beide Quartieren difficil maakten , wierd al in het jaar 1575 aangefien voor foo nadeelig , dat de Staaten den 30 Novemb. van dat jaar goedvonden, „ dat om alle twift, „ en oneenigheid , uit faake van de Contribu„ tien te doen asfopieeren , en gefchillen voor- „ taan (a) Sie Ref: Sf" van Holl'. 1607 fol. 10, item 15 Febni 6 Maert, en 1 Mey. ƒ: 49 bis.  J 203 ) n taan te verhoeden, en te voorfien dat goede „ eenigheid en correfpondentie by de Gedepu„ teerden van Zuydholland met die van Noord9, holland mag worden gehouden , voortaan uit „ den Quartiere van Zuydholland twee off dry „ gecommitteert fullen worden, om continuee„ lyk in den voornoemden Quartiere van Noord„ holland te befoigneeren in alle des gemeene „ Lands faaken, met de Gedeputeerden, die by „ de voornoemde Staaten uit den Quartiere van „ Noordholland daar by fullen worden geftelt en „ gedeputeert (a)": en dry jaaren daar naa gingen de Staaten nog verder, met te verklaaren, belangende „ de combinatie van de Collegien „ van de Staaten binnen Holland , dat om alle „ weegen en middelen te foeken van accoord, 99 en ten einde de penningen in één beursfe mog„ ten koomen, feer ernftelyk aan alle de Stee„ den in den Noorderquartiere foude gefchree„ ven worden, behoorlyk te willen letten op de „ gewigtigheid van de faake": de Eedelen daar by verklaarende , „ dat foo verre die van den „ Noorderquartiere haarluider Collegie niet van „ meening fouden zyn te laaten combineeren, „ en de gemeene penningen koomen in ééne „ beurfe, fyluiden protefteerden , dat alle de „ penningen, die ten platten Lande aldaar, en byfonder in haarluider Jurisdictiën, geligt, en „ geheeven, fouden worden , binnen deefen Lan- „ de" (a) Sie ook de Unie tusfcben Holl: en Zeelant 28 April 1576, en Rep. van de Staaten 20 Febr:, 15 Maert, en lo Juk 1585.  ( 209 ) de" (dat is het Zuiderquartièr) ten Comtoirc •, fouden worden gebragt {af. Dog het een nog het ander heeft geen effect gehad , gelyk een ieder weet, hoewel dat feedert nu en dan nadere devoiren daar toe gedaan zyn, foo als bekent is uit de Regifters. De tweede generaale remarque, die te maaken valt op de defecten in de forme der Provinciaale Regeeringen, is, dat die defecten jeegenwoordig niet alleen meer befpeurt worden , maar ook naadeeliger uitwerkingen hebben, als voor deefe om dat de meefte Provinciën jeegenwoordig zyn fonder Stadhouders en Provinciale Capiteins Generaal , welker gefag voor deefen in veel opfig* ten remedieerde aan de defecten in de forme van Provinciaale Regeeringen. De Stadhouders, en Provinciale Capiteins Generaal, immers die van Holland , en Zeeland, hebben wel geen eigentlyk gefegt deel gehad aan de Staats-deliberatien in die qualiteit. Maar dewyl fe daar aan deel hadden als eerfte Eedelen , welke qualiteit de Princen van Orange verkreegen hebben in Zeeland onder de troublen, en in Holland in het jaar 1637 (b): en dewyl fe te gelyk ais Stadhouders niet alleen aan 't hoofd van de Juftitie waaren , maar ook in het geheel, off ten deele, hadden de Magiftraats-beftelling, en de begeeving der Ampten, endoor beide groot credit in de Regeering: konden fe veel contri- buee- (a) Ref. Se? van Hall'. 28 en 20 Decemb. 1578. {b) By Acte van de Eedelen van 26 Janrj 1637. Sie£» van Uoft. 1 Mey 1625. \b) Sie de lnjlructien van de Studhouacrs van Hol!', en Utregt by Uor b: 20 ƒ: 628 en 665. Inftructie van den Raad van Staate 12 April 1588 Art: 6 en 18, en 16 July 1651 Ar.': 5 en 27, O 2  ( 212 ) ander Capitein Generaal gehad heeft als de Pro vinaaale Capiteins Generaal, of Stadhouders: fis genoegende met aan Prins Mauritz te geeven (i) een Commisfie als Capitein Generaal over Brabant , en Vlaanderen, r es fort van deefen Staat. Uit al het welk af te neemen is , dat net misfen van een Stadhouder, of Stadhouders, niet fondex fondament booven gefegt is de reeden te weefen, waarom de defeden in de conftitutie dei Regeenng van de meefte Provinciën jeegenwoordig meer befpeurt worden, en nadeeli3ei, ™e.lkingen hebben> als "oor deefe, Misfchien fal iemand vraagen, of het misfen van een Capitein Geni. niet foo wel, als dat van een Stadhouder of Stadhouders, moet geteld worden onder de oorfaaken van de jeegenwoordige ongefteltheid van dc Republicq, ten minfte in opfigt van het militair. M Men moet de ondervinding, foo van voorleede tyden , als van de jeegenwoordige , teegenfpreeken, om met toe te ftaan, dat de Mdirie vervak, wanneer die fonder militair opperhoofd is : en het verval van de Militie is gewisfelyk geen geringe fwaarigheid. Maar waaren de dry laafte Prinfen van Orange alleen geweeft Capl tem' Generaal van den Staat , en niet meede stadhouders en Provinciaale Capiteins Generaal van de meefte Provinciën, fe hadden foo weinig konnen de Militie houden in goede ftaat al! het Prins Mauritz belet heeft, die in goede ftaat LbSrgeVeeaftly ^ ™ Men (i) 19 July 1588.  ( "3 ) Men heeft doorgaans een feer verkeert begryp van het Ampt van Capitein Generaal van den Staat : -waar van de voornaame oorfaaken zyn , eerftelyk, dat de Staat noit Capitein Generaal gehad heeft, die niet teffens, of Gouverneur Generaal was, gelyk de Graaff van Licester, of Stadhouder , en Provinciaal Capitein Generaal , van de meefte Provinciën, gelyk Prins Fredrik Hendrik, en de volgende Princen van Orange: en ten andere , dat noit lnftrüctie gemaakt is voor den Capitein Generaal, fchocn dat de Commisfie van een Inftruclie fpreekt, als alleen de Inftruclie van den 24 Febr: 1672, die kort daar naa het lot had van de Regenten, welke fe gemaakt hadden. Maar die het Ampt van Capitein Generaal van den Staat op fyn felff aanmerkt , fal moeten toeftaan , dat het van veel minder nut is, immers buiten tyd van Oorlog, als by veelen gemeend word: en dat het ondertusfchen niet naalaat gevaarlyk te weefen voor de Provinciën, welke geen Stadhouders en Provinciaale Capiteins Generaal hebben. Om van het eerfte eenig begryp te geeven, een Capitein Generaal heeft in die qualiteit geen iesfie in de Raad van Staate , ot het minfte deel aan de Regeering. Een Capitein Generaal heeft in die qualiteit niets te feggen in de begeeving der Militaire Ampten , het zy dat die in het veld vaceeren , of daar buiten, als welke dependeert, of van de Staaten Generaal, of van de refpective betaaisheeren. Een Capitein Generaal heeft in die qualiteit O 3 geen  ( 2l4 ) geen magt , om Officieren te casfeeren, of in eeniger wyfe te corrigeeren , anders als door middel van de Krygsraaden , welker Vorinisfen appel fubjecl zyn aan den Raad van Staate den opperfte Militaire Regter. Eindelyk , een Capitein Generaal heeft geen het minfte gefag over de Militie , leggende op het territoir van Provinciën, welke Stadhouders en Provinciaale Capiteins Generaal hebben: en de Provinciën, die 'èr geen hebben, fouden apparent niet goedvinden, dat een Capitein Generaal yan den Staat, foo 'er f eeniger tyd een mogt aangeftelt worden, op haar territoir foude treeden in het ampt van Provinciaal Capitein Generaal, ondertusfehen dat fe fouden blyven by de gedagten van dat Ampt onvervult te laaten. Soo dat de Generaals van de Ruytery en van de Infantery refpeöivelyk fouden konnen meerder als een Capitein Generaal van den Staat contribueeren om de Militie in goede ftaat te houden, indien zy konden haar Ampten behoorlyk waarneemen, en de refpective betaalsheeren met hadden hg te veel meefters gemaakt van dat gedeelte van de Militie , welk zy betaalen volgens den Staat van Oorlog. Met hét Ampt van Provinciaal Capitein Generaal waal meede de Capiteins Generaal van den Staa* altyd zyn bekleed geweeft, is het geheel anders geleegen in alle de aangetooge opfigten. En is het daarom ligtclyk te begrypen, 'dat de Princen van Orange meer in ftaat geweeft zyn , in qualiteit van Provinciaale Capiteins Generaal, om de Militie buiten verval te houden , als m qualiteit van Capiteins Generaal yan  ( 215 ) fan den Staat, in welke laafte qualiteit zy eigentlyk maar gehad hebben het opperbevel van het Leeger, en van de Garnifoenen, buiten de {temmende Provinciën. Het geen nu het Ampt van Captem Generaal van den Staat gevaarlyk maakt voor de Provinciën , welke geen Stadhouders en Provinciaale Capiteins Generaal hebben , is , dat hoewel het alleen beftaat in het geen , dat nu gefegt is, egter een Capitein Generaal fig op leer plauhble gronden kan aanmaatigen meerder magt, als beftaan kan met de vryheid van de Repu-^ blicq , of immers van die Provinciën , welke geen Stadhouders en Piovinciale Capiteins Generaal hebben (i). Men moet ten dien einde aanmerken , dat aan de Graaft van Licester , die by eene en defelve Commisfie aangeftelt is tot Gouverneur Generaal, en Capitein Generaaal, een exorbitante, en genoegfaam abfolute, magt by die Commisfie gegeeven is: i j Dat defelve die magt misbruikt hebbende, de Staaten naa zyn vertrek, niet alleen geen ander Gouverneur Generaal aangeftelt hebben , committeerende den Raad van Staate tot de generaale Rekmtngi maar ook geen ander Capitein Generaal: Dat Prins Mauritz agt en dertig jaaren daar naa (i)NaMen fpreekt hier na het begryp, welke de Propofitie, door Holland gedaan in de Grooie Vergaderingen "o tan- ió) Sie het Advis over het redres der financiën van IJoli* 50 Maert 1679 Art: 20 en volgende. ()": dat wanneer de nood, en voorvallende faaken, niet toelaatcn te wagten na de Refolutie van de Staaten Generaal, en van den Admiraal Generaal, fy de Staaten en den Admiraal daar van terftont lullen verwittigen (e): dat, de Staaten niet vergadert zynde, den Admiraal Generaal fal verleenen Revifie van de Sententien van de Collegien: en dat de Raaden ter Admiraliteit onder eede fullen belooven „ te „ refpecteeren , en gehoorfaamen , de Staaten „ Generaal en den Heer Admiraal Generaal, „ in haar beveelen , conform haar laft cn In„ ftru&ie (d": en, het geen de knoop is van het geheel werk, de Commisfie van den Admiraal Generaal autorifeert hem om „ opfigt, en fuperin„ tendentie , te hebben over alle faaken , en „ affairen , het ftuk der Admiraliteit, en den „ Oorlog te waater , eenigfins raakende ( als meeft quadreerende op de heedendaagfche gefteltheid van de Repuoiicq , immers minft aanloopende tegen het mteieit en inclinatie der Regenten, in het vervol lal gefprooken worden. 0 En gewisfelyk, foo als de faaken jeegenwoordig ftaan, kan geen andere weg injeflaagen worden tot redres der faaken van de Admiraliteit : notoir weefende, dat een Admiraal Generaal welke met meede foude bekleed weefen .niet het Ampt van Stadhouder, en Provinaaal Capitein en Admiraal Generaal van die Provinciën, waar m de meefte, en voornaamfte, Collegien ter Admiraliteit refideeren : gelvk alle voorige Admiraals Generaais . daar meede zyn bc-  ( "1 ) bekleed geweeft: niet gewigts, of gefags , genoeg foude konnen hebben om naa behooren te beftieren de faaken van de Admiraliteit, de Collegien te handhaaven by het volkoomen gebruik van haar Inftruaie, en de Inftruaie door de Collegien allefins te doen naakoomen. Soo deefe fpecifique ontleeding der dry groote Ampten , welke de Princen van Orange in de Republicq bedient hebben, en de aanwyfing van de meerder, of minder, nuttigheid, van welke ieder van die Ampten affonderlyk is, naa een digresfie gelykt, fe heeft foo veel gemeenfchap met het oogmerk van dit Discours, en dient foo feer tot wegneeming van verlcheide vooroordeelen , dat gehoopt word, dat le niemand in het leefen fal verveelen. En misfchien dat men, die geleefen hebbende, fal verfet ftaan , als men overdenkt, niet, dat men die importante Ampten niet weeder vervult heeft: om het welk niet te doen gewigtige, en wel bekende, reedenen gedient hebben: maar, dat in alle de jaaren, welke die importante Ampten gevaceert hebben, foo weinig in overleg gebragt is, of de Republicq defelve Ampten kan ontbeeren , fonder iets anders m de plaats te fubftitueeren, of eenige nieuwe ordre te ftellen op de faaken, waar toe die Ampten haar betrekking hebben , als off het door de ondervinding klaar en evident was, dat die Ampten ganfch onnut, en overtollig zyn. De jeegenwoordige ongefteltheid in de conftitutie van de Regeering , en hoe ver die een gevolg is van de verandering, voorgevallen m de  ( 222 ) de oude, enprimitive, form, by de Voorouders valtgeltelt, tot hier toe oopen gelegt zynde dient nu vervolgens gefprooken te worden van de remedien , welke indifpenfabel noodig zyn om die ongefteltheid weg te neemen, en welke men fal tragten, foo veel moogelyk is, af te leiden uit het reeds gefegde. Het geen ook de reeden is , waarom men breeder geweeft is in de verhandeling van fommige faaken , als men anders loude geweeft hebben. Maar men kan niet voorbygaan vooraf te remarqueeren , dat de laaft overleede Koning van Groot - Bnttannien, in fyn leeven Stadhouder van vyff Provinciën , en Capitein Generaal en Admiraal Genl van den Staat , had konnen naalaaten een onftervelyke roem , en een wel gereguleerde Republicq , in plaats van een Republicq vol van defeden , foo hy zyn werk gemaakt had , na dat hy in een trouble tyd geraakt was aan het hoofd van de Regeering en meerder autoriteit verkreegen had, als zyn Voorouders oit gehad hebben , van die autoriteit te gebruiken om op een ordentelyke wys te doen redresfeeren de defeden, en abuifen, welke of van den aanvang van de Republicq geweeft zyn in de form van de Regeering, of met de tyd daar in zyn ingefloopen , foo voor als naa het jaar 1650, en welke noit fchadelyker efleden hadden voortgebragt als ontrent de tyd van fyn verheffing tot de Ampten van zyn Voorouders. Maar het ongeluk heeft gewilt , dat die Prins, anders een wys en welmeenend Prins, zyn  ( 2*3 ) gyti autoriteit befteed heeft om de obftaculen, fpruitende uit de conftitutie van de Regeering, welke hy nu en dan ontmoete in het beftier der faaken , te booven tc koomen door de Regeering , en Regenten , te brengen in een foort ' van dependentie : ftellcndc daar toe ibmtvds middelen in het werk, die naa vceler oordeel niet feer overeenquamen met dc vryheid van de Republicq. Het geen men daarom genoodfuakt is hier op te haaien, om dat daar door de Ampten van Stadhouder,en van Capte'tn Generaal, nog onaangenaamer geworden zyn , als (c waaren voor het jaar 1672, en 0111 dat ondertusfehen de Prins by zyn affterven de Republicq befet gelaaten heeft" met alle defelve defecten in de Regeering , foo generaale, als Provinciaale, die hy gevonden had, en waar aan hy op geen andere wys geremedieert had geduurende zyn leeven , dan door de groote autoriteit, die hy had als Stadhouder , en Capitein Generaal, fonder , naa het fchynt, te confidereeren, dat die autoriteit met hem ftond op te houden. Dog, om ter faake te koomen, en te beginnen van de generaale Regeer'mg, de dry voornaame defecten in defelve, van welke in het begin gefprooken is , fouden konnen weggenoomen worden door de dry volgende remedien. Het eerfte remedie foude daar in beftaan , dat de Bondgenooten fouden arrefteeren het middel van decifie der verfchillen, foo wel in materie van Confenten als in andere materiën, in welke geen overftemming plaats heeft volgens de Unie van  ( 224 ) van Utregt (i), in het jaar 1651 ontworpen by de Groote Vergadering, en doe by de meefte Provinciën goedgekeurt (a), met de correciien, en ampbatien , vervat in het Advis van de Raad t van Staate aan de extraordinaris T 'ergadering van haar Ho: Mo: van den 27 Jam 1717. Waar by nog foude dienen gevoegt te orden dat de tyd, binnen welke de arbiters tot het decideeren der verfchillen fouden moeten genoemt worden volgens dat Advis, foude konnen verkort worden met vyrf ftemmen van feeven. foo niet by een hmpele meerderheid, wanneer de faaken geen uitftel lyden , gelyk fomtyds gebeuren kan (2). Het tweede remedie foude weefen , dat de Provinciën , opvolgende het 23 Articul van de Unie, de boven aangetooge Acte van den 13 July J579, het 5 Art: der Inftruclie van den Raad van Staate van den 18 Augufti 1584, het ioArf van die van den 12 April 1588, en het 17 van die van den 18 July 1651, dat is, bynaa alle de grondwetten van den Staat , fig fouden van nieuws onderwerpen aan de parate executie in het ftuk der Confenten op de voet, en wyfe, meede vervat in het booven gemeld Advis van den Raad van den 27 January 1717 (3). En O) Hollant heeft al by Refol: van 2 Mey 166% üs. geconformeert met deefe, en met de volgende voorflae , welke Kef: verdient nagefien te worden. (a) Sie Ref: van de Gr: Vergad' 26 July 1651. (2) Na het optellen van dit Discours, en namelyk den 12 Apnl 1721, is een nader Advis over dit fubjeft uitge- r^Ttf' êeneraliteit' cn Sefonden aan de Provinciën. (3) IM» Het booven aangetooge nader Advis van den I2e Apnl 1721 raakt meede de parate executie.  ( 225 ) ' En het derde, dat in plaats van de jeegenwoordige Vergadering van de Staaten Generaal, en van den Raad van Staate, welke beide laboreeren van feer weefentlyke defeden, gelyk booven aangewee en is, een Regeerings-raad foude ingeftelt wor J 1 na het model der Inftrudie a) , welke in het jaar 1583, en in 't begin van 't volgende (b), wanneer de Staaten van Holland, Zeeland, en Utregt fig nader vereenigden, met ryp overleg gemaakt is door defelve voor den Raad, die van haaren't weege, en van weege foodanige andere Provinciën, als fig fouden willen met haar voegen, foude in handen hebben de generaale Regeering, en die ook nog in het jaar 1584 (1), naa doode van Prins Willem, de voornaame auteur en promoteur van dat model van generale Regeering, ingeftelt wierd op de naam niet alleen van de voorf: dry, maar van meer andere, Provinciën. Het model van generale Regeering (c), in die Inftrudie begreepen, was foo wyslyk ontworpen door dien grooten Staatsman, die nu jaaren lang de defeden in de conftitutie van de Republicq geilen , en daar meede geworftelt had, dat het naa alle waarfchynlykheid foude zyn in weefen gebleeven, foo de ongeleegentheid van de tyd, en misfchien verkeerde infigten, niet hadden anderhalff jaar daar naa doen overgeeven het {b) Sic de Registers van Ho!!'. 1583 en 1584, particulierlyk 10 en 31 Jan: 1584. (1) ib Au%: 1584. (c) Sic het Regifter van Ho!!' 30 Aug: 1584, alwaar het felve geïnfereert is. I. Deel. P  ( 225 ) géneraal gouvernement in handen van de Graaff van Licester. Waar door het bovengemelde model van Regeering verviel, fonder dat het konde weeder ingevoert worden na het vertrek van de gemelde Graaff, om dat de Generaal van het < Engelfch Secours, en twee Engelfche Raaden, bleeven fitten in den Raad van Staate. 't Geen oorfaak was, dat men, ver van weeder te geeven aan die Raad het gefag, dat haar ontnoomen Was by het opdraagen van het gouvernement aan den Graaff van Licester, haar Inftruótie veranderde, en met ter tyd de direcYie overbragt in andere handen, en de faaken in een fodanig fpoor, dat het naderhand , wanneer de verpande Steeden geloft, en de Engelfche Raaden uit de Raad van Staate geraakt waaren, veel moeite foude gekoft hebben , het voorz: oude model van Regeering weder in te voeren. Maar het geen doe niet gedaan is, misfchien, om dat het niet abfolut nodig was, terwyl de vrees voor Spagnien de Provinciën eenigfins in devoir hield: het geen niet gedaan is in het jaar 1651, doe het werk niet aan het regte einde wierd aangevat, en weinig uitgeregt naa een grooten opheff: het geen niet gedaan is in het jaar 1674 by de readmisfie van de Provinciën van Gelderland, Utregt, en Overysfel, v/anneer men fig genoegde m;t te bedingen, dat defelve van nieuws fouden de Unie befweeren, en haar financien oopen leggen (d), ten einde om naa de Vreede te maaken een nieu- (a) Sie Ref: óf." Gem. 20 April 1674-.  ( 2=7 ) nieuwe begrooting der Provinciale Quotes, fonder daar egter iets op volgde: behoord jeegenwoordig gedaan te worden, nu de defeden in de coiütitutie van de genera e Regeenng foo naadeelige uitwerkingen hebben, dat fe de Republice] met mets minder dreigen, als met haar ondergang. Wanneer men het voorf: oud model van Regeering nauwkeurig examineert, fal men moeren erkennen, dat het beantwoord aan alle de defeden in de jeegenwoordige conftitutie van Regeering, en een compleete grondflag behelft, waar op het gebouw van een v;ye Staatsregeering veilig ruften kan. Dan, om foo weinig verandering te maaken in de jeegenwoordige conftitutie, als beftaan kan met het redres der aangeweefe defeden, fouden dc dry volgende pointen in het voorf: model konnen verfchikt worden naa het heedensdaags gebruik. Eerftelyk, foude den opheft" der Middelen inde Provinciën van Generaliteits weege waar van het vyfd e en fevende Articulen fpreeken , konnen ti trent de betaaling van het felve, waar van gefprooken word in de feevende, negende, en tiende Articulen, konnen verblecven worden by de jeegenwoordige voet: mids dat de Provinciën fouden moeten gehouden konnen worden Pï om  ( 228 ) om fig in de voet van betaaling te conformeeren met den Staat van Oorlog. En ten derde, foude de Nominatie, of, gelvk men doorgaans fpreekt, de aanftelling, der Militaire Officieren , waar van het tiende Articul fpreekt, konnen blyven aan de Betaalsheeren, mids dat by de gefaamentlyke Bondgenooten een Reglement foude gemaakt worden op de qualificatie der Officieren, in opligt van haar jaaren, en dienft, waar van niet foude moogen gedispenfeert worden, nog iemand toegelaaten tot den eed, en voorfien van Commisfie van Generaliteits weege, die niet foude hebben de vereilchte qualificatie. Alen gaat voorby de veranderingen, welke fouden moeten gemaakt worden in de voorf: Inftruótie, in opligt van het getal der Raaden, de forme van de befoignes , en andere diergelyke faaken, welke ligtelyk fouden gefchikt worden, als men eens was over de principale faak. Alleen is 'er één point, dat wel de forme raakt, maar dat niet te min lbo esfentieel is, dat het hier niet voorbygegaan mag worden, dat naamelyk de Rcgeerings-raad foude behooren gehouden te zyn, van jaar tot jaar binnen de maand November te fenden aan alle de Provinciën een generaale Propofitie van Petitiën voor het volgend jaar, daar in beknoptelvk oope leggende de waare conftitutie van 's Lands faaken binnen en buiten 's Lands, en uit die fource afleidende alle de Confenten, welke fouden behooren gedraagen te worden voor het volgend jaar  ( 229 ) jaar tot ftuur der faaken te waater en te Lande, gelyk voor deefe plagt te gefchieden: ten einde dat de Provinciën fouden konnen daar over delibereeren op haar ordinaris Landdagen, of Vergaderingen , over het werk van de Confenten, welke doorgaans gehouden worden in December cn de twee volgende Maanden, en vervolgens haar Refolutien op alle de pointen van de generale Propofitie inbrengen in de Vergadering van de Staaten Generaal, welke foude behooren jaariyx in Maart gehouden te worden, en voornamelyk te dieoen om uit de naam van de gefaamentlyke Provinciën confent te draagen op alle de pointen van de generaale Propofitie: de advifen te conciliëeren ih cas van discrepantie: en by ontftentenis van dien arbiters te noemen tot de decifie der verfchillen. Met welk point het 25^ Articul der voorfz: Inftructie foude behooren geamplieert te worden. Maar om te bereiken het beoogt effecl van de Regeerings-raad, welke foude geformeert worden na het model van de voorf: Infhucfie, fouden de volgende pointen dienen vafigeflelt te worden. Eerftelyk, dat niemand foude gecommitteert worden in den voorf: Raad als voor zyn leeven, en mids verlaatende de Provinciale Regeeringen, gelyk gepractifeert word by de Provincie van Zeeland , en plagt gepraclifeert te worden in de Provincie van Holland (a), immers foo ver, dat de Gecommitteerden in de Raad van Staate , Generaliteits Reekenkamer, en Colle • , . gien {a) Sie Ref. Si'« van Hoü\ 21 Decemb: 1619. P 3  g'eu ter Admiraliteit, geflootea waaren uit de Staatsvergadering , waar «it fe ook nog geflooten zyn in de Provincie van Utregt: Niets foo nadeelig zynde voor de Republicq, als dat de Generaliteits Collegien meerendeels beftaan uit perfoonen, die daar in gecommitteert worden voor foo korte tyd, dat haai' fesiie eindigt voor dat fe genoegfaame kennis van faaken verkreegen hebben om fonder]inge dfenft te konnen doen : en die in de Provinciale Regeeringen blyvende, en in korte fullende derwaars wederkeeren , befwaarlyk konnen hebben foo veel applicatie, en onfydigheid, als de dieaft van de Republicq vereifcht. In Holland, om dat in het voorbygaan aan te merken , is meer als eens gcdelibereert om de dryjaarige tourbeurten in de Generaliteits Collegien af te fchaffen, en daar in te committeeren van de leqmamfie 4 patriotten uit de bink. van '/ land voor langer tyd van jaaren , cn vooral in de Vergadering van haar Ho: Mo: (a); en dewyl geen conclufie daar op volgde , gelyk de nuttigde faaken veehyds de meefte tegenftand ontmoeten , d( ed de Stad van Dordrcgt den 3 Augufti 1640 feer opmcrkelyk voordraagen, „ dat alfoo de Provinciën meeft doorgaans haar Ge„ deputeerden ter Generaliteit continueeren, of „ voor altoos, of vcor lange jaaren: en „ Holiand alleenlyk voor de tyd van dry jaa„ ren , fonder continuatie , daar door veroor„ faakt wierd, dat de Gedeputeerden van de *a\ Sie Ref: S'« van Ho1'' 4 Maert 1626, 27 Sept:, en SS Decemb: 1Ó27, 3 jéstg:. 1640.  i 23*) „ andere Provinciën aldaar meerder kennis, be„ quaamheid, diredie, en autoriteit, als die van „ Holland quaamen te obtineeren: daar nogtans „ de Provincie van Holland doorgaans aan alle faaken, die aldaar verhandelt worden, meer„ der cn particulierder geleegen was als alle an„ dere. Dog deefe reprefentatie was meede fonder fuccez. Soo feer heeft het intereft van de Regenten in alle tyden geprevaleert booven dat van het gemeen! Ten anderen foude ten bovengemelden einde dienen vaftgefteld te worden, dat fodanige fortable tradementen fouden toegelegt worden aan de voorf: Raaden, dat bequaame, en geaccrediteerde, Regenten het fouden konnen aanfien voor een beneficie , of belooning, te fcheiden uit de Provinciale Regeeringen , en voor haar Jeeven over te gaan in de Regeerings-raad: En ten derde, om de Regeerings-raad niet te diftraheeren door verfcheide faaken, die nu zyn van het departement van de Raad van Staate, fouden de verpagting der Middelen in het diftrid van de Generaliteit, de judicature over defelve, de adminiftratie der Domynen en geeftelyke goederen, de befteeding en opneeming van de Generaliteits Fortificatiën , de monftering, met het cxamineeren, en iluyten der rollen, en foo 'er meer faaken van die natuur zyn, dienen aanbevoolen te worden aan een Kamer van financien , dependent van de Regeeringsraad : de Inftrudie van welke Kaamer meeft foude overeenkomen met de Inftructie van den 16 Maert 1600 voor de Commifen van de Generaliteits financie, die nu ten grooten deele P 4 is  ( ) in ongebruik is, met byvoeging van eenige Articulen uit de Inftructie van de Raad van Staate. Voor de reft moet fig niemand inbeelden dat net voorfz: model van R egeering ftilfwygend leid tot een eminent hoofd, om dat de voorfz: Inftruclie in haar hoofd voert de naam van Prins Mauritz en den Raad van Staate. Want behalven dat Prins Mauritz in het jaar 1584 geen Capitein Ceneraal van den Staat was , het geen hy noit geweeft is, nog Stadhouder van eenige I rovinaen, het geen hy eerft in November van het volgend jaar geworden is van Holland, en op verfcheide tyden fuccesfivelyk van vyff andere Provinciën, de voorfz: Inftructie geeft geen het minfte voorregt, óf eenige magt, aan Prins Mauritz booven de andere Raaden , felfs niet ontrent het prefideeren, of iets diergelyxs, en behelft niet één point, of articul, dat tot zyn executie een eminent hoofd vereifcht of onderftelr. Maar, hoe feer ook het inftellen van een fodanige Regeerings-raad overeenkomt met het begryp der Voorouders, en met de oude conftitutie van de Republicq, foo foude het egter, naa alle waarfchynlykheid, veel moeite koften, die voorflag fmaakelyk te maaken. En daarom foude het misfchien raadfaam weefen voor als nog daar van af te fien, en te denken op een middel om , fonder het maaken van foo groote verandering in de Generaliteits Collegien, te redresfeeren de voornaamfte defecTen in het beftier der gemeene faaken. Welk middel foude beftaan in het geeven van meerder gefag aan de Vergadering van haar Ho: Mo:, en in het maaken  ( 233 ) ken ten dien einde van een Inftructie voor defelve , genoomen uit de Inftruclien van den Raad van Staate, van de Generaliteits Reekenkamer , en van de Collegien ter Admiraliteit, voor foo veel de deliberatien van de Vergadering betrekkelyk zyn, gelyk fe ten grooten deele zyn, tot de materiën, waar van gehandelt word in die Inftruclien, midsgaders uit de Inftruclien voor de Gedeputeerden ter Generaliteit foo van andere Provinciën als byfonderlyk van de Provincie van Holland en Weftvriesland, en meer andere, met de nodige veranderingen, en byvoegfels: foo als het felve nader aangeweefen is in het hier agter bygevoegt Concept van een fodanige Inftructie {a), welk als een ruwe fchets onderworpen word aan wyfer oordeel. Wat nu in de tweede plaats betreft de remedien tegen de defecten in de conftitutie van de Regeering der particuliere Provinciën, daar ontrent fta^t vooraf in het generaal aan te merken, dat indien de defecten in de generaale Regeenng weggenoomcn waaren op de voorgeflaage wyfe, de defecten in de Provinciale Regeeringen op verre naa niet foo gevaarlyk, nog van foo groot gevolg, fouden weefen. Want indien de vryheid der deliberatien, foo in het ftuk der Confenten , als in andere ftukken , niet langer konde beletten, dat daar op van Generaliteits weege, by decifie, of anderfins, een befluit genoomen wierd: en indien, dat befluit genoomen zynde, de Provinciën konden gehouden worden om het ieder voor haar aandeel na te koomen: is het buiten twyffel, dat / i i. P 5 de  ( *34) de Provinciën, eJi fpoediger, en cendragfgcr, (ouden woeien m het neemen van Refolutien od de iaaken , die van Generaliteits weege gebragt worden tot haai deliberatie: dat defelve fig mecrucr muden bevlytigen , om elk voor haar aanpart naa te koomen het geen , dat bv de gefaamentlyke Provinciën fouden worden befiooten en om de uoodige middelen daar toe uit te vinden: en dat geen Provincie lig eigener autoriten foude ontdaan van de geconfenteerde JLalten, en ipecalyk niet van de Militie te houden en te betaalen, op de voet van den Staat van Oorlog. En indien by de gefaamentlyke Bondgenooten een Reglement gemaakt was op de qualificatie der Militaire Officieren , in opligt van haar jaaren en cucnft, en niemand mogt toegelaaten worden tot oen eed nog voorfien van Commisfie van Generaliteits weege, die niet foude hebben de vercifchte quauiicatie, fouden geen, off weinig, abuilen begaan worden door de Provinciën in de beitelling der Militaire Ampten. By deefe generaale remarque fal men een tweede voegen, te weeten, dat hoewel notoirlyk volgt uit het geen , dat booven gefegt is van het Ampt van Stadhouder en Provinciaal Capuin Geuerdal, dat ten grooten deele foude <*ea-emediccït worden aan de defecten in de Regeering van die Provinciën , welke jeegenwoord:g geen Stadhouder en Provinciaal CaPitem Generaal hebben , door dat Ampt weder te vervullen: het gebruik, dat de laafte Stadhouders gemaakt hebben van haar autoriteit , te. diep. geprent is- iu de geheugens, en dat de Regenten boovenaien . "A - ie  ( 235 > te feer gefet zyn op de beneficiën, die vaft zyn aan de jeegenwoordige form van Regeering, om diergelyke voorflag te doen: Infonderheid, om dat niemand kan ontkennen dat het vergeeffche moeite foude weefen, te wiilen wegneemen uit de gemoederen de weerlin tegen een Stadhouder door een Inftruclie, welke foude dienen om te fluiten het misbruik der Stadhouderlyke autoriteit. Een ieder is ger perfuadeert, en met reeden, dat een Stadhouder een Amptpnaar is van veel te groote autoriteit in de Provinciale Regeeringen., fodanig als die gecompofeert zyn , dan dat een Inftructie foude een genoegfaam middel weefen om een Stadhouder te houden in de paaien van zyn Ampt, principaalyk ontrent faaken, waar ontrent hy exempelen, en fpecieufe reedencn, voor fig heeft. Om van deefe generaale confideratlen over te gaan tot particuliere remedien, foude men dienen te fpreeken van elke Piovincie affonderlyk, om dat de conftitutie van dc Regeering in elke Provincie meer off min verfrheiden is, en de defecten in defelve meede off in foort, of in trap, verfchillen. Maar by gebrek van genoegfaame kennis van dat alles fal men fig bepaar len tot de Provincie van Holland en Wcftviicsland, welke buiten dat een foo confiderabel lid is van het lichaam van dc Republicq, dat dc wel- of qualyk - geftcldheid van de Republicq in een groote man te afhangt van de wel- of qualyk - gefteldheid van die Provincie. Het eerfte remedie tot redres der defecten .in de Regeering van de Piovincie van Holland en AVefivriesiand. foude beftaan in het vaftftellen voor  { 236 ) voor al tyd van het geen, dat den 8 January 1586 vaftgefteld wierd voor de tyd van één jaar te weeten, „ dat de diffeienten, die tusfchen deEe„ delen en Steeden van Holland op het inwilli„ gen van de Contributien, tot de gemeene de„ fenfie nodig zynde" (waar by men foüde behooren te voegen alle andere materiën, waar m geen overftemming plaats heeft) „ voorval99 ^en» mllen gedecideert worden by twee derde „ deelen van de Eedelen en Steeden: of uiterlyk (het geen jeegenwoordig geen plaats kan hebben) „ by decifie van fyne Exce. als Gouverneur van „ Holland, en eenige uit den Raade van Hol„ land, die daar toe by zyne Exce. fullen wor„ den verkooren : wiens uitfpraak en vcrklaa„ ring ook by een icgelyk nagevolgt fal wor„ den": ten waare dat men meende beeter te zyn, de difterenten te fubmitteeren aan Arbiters, het zy uit de Hoovcn van Juftitie, het geen meeft foude overeenkomen met de voorf. Refolutie, of in het generaal uit de geünieerde Provinciën conform het veertiende Articul der Ordonnantie op de Vergadering van den 19 Febry: 1585, gemaakt in een tyd, doe Holland fonder Stadhouder was, gelyk jeegenwoordig. Hoewel het misfchien foude beft weefen, te blyven affien van het middel van fubmisfie, en de faaken, waar in geen overftemming plaats heeft, af te doen met een fodanige meerderheid, als het eerfte lid van de bovenftaande alternative Refe van den 8 Jan: 1586 meedebrengt, dat is „ met twee derde deelen van de Eedelen en „ Steeden", des dat die meerderheid niet alleen foude moeten prevaleeren in het getal, maar ook  ( 237 ) ook in het gewigt der ftemmen, foo vee] de natuur der faake toelaat, gelyk by voorbeeld, met twee derden van de ftemmen, of met dertien van de negentien, onder welke dertien fouden moéten weefen vier van de fes ftemmen van dc groote Steeden, of, indien mogt goedgevonden worden in dit ftuk nevens de Ridderfchap te voegen Rotterdam, en ééne van de Steeden van het Noorderquartier, by de fes groote Steeden: het geen niet onreedelyk foude weefen: fes ftemmen van die neegen. Immers fouden daar door ontgaan worden de fwaarigheeden welke vaft zyn aan het middel van de fubmisfie, waar van geene van de minfte is, dat indien men vafte Arbiters aanftelt tot het decideeren van alle opkoomende verfchillen, gelyk men de Stadhouders daar toe aanftelde by de Ordonnancien op de Vergadering van de jaaren 1574 en 1581, en by de aangetooge Refolutie van den 8 January 1586, de Arbiters genoegfaam meefters zyn van alle importante deliberatien, dewyl geen groote moeite vereifcht word cm in een veelhoofdige Regeering eenige weinige Leeden te winnen, en door middel van defelve tweefpalt te maaken in een Staatsvergadering: en in tegendeel, indien men, om die fwaarigheid te vermeiden, Arbiters kieft tot elk opkoomend verfchil, dat dan niet alleen groot gevaar geloopen word, dat de Refolutien over de importanfte faaken fullen tegen malkander loopen, maar dat dan geen eguale conduite kan gehouden worden in het beftier der faaken. Al het welk gewisfelyk minder te vreefen is in een fodanige overftemming als de bovenftaande. Maar  ( fó8 ) . Maar welk van de beide middelen 4 de fübniisfie, off een fodanig bepaalde overftemming éls de boovenftaande, foude moogen geprefereert worden, lbo moet uoodfaaklyk daar by koomen het fixeeren van de tyd, binnen welke het geprefereert middel fal konnen in het werk geftelt worden. . Het veertiende Articul van de laafte Ordonnancie op de Vergadering van Holland, welk bthelft het middel van de fubmisfie. brengt ten deefe opfigte meede, „ dat men ten weederfym den foude gehouden weefen de Arbiters te no„ mineeren binnen de tyd van veertien daagen, „ of dry weeken, na dat de gefchillen ontftaan m fouden weefen". Maar nademaal de fubmisfie volgens dat Articul alleen dan foude plaats hebben „ als de twee derde deelen van de ftem„ men , of advifen, overeendraagen", foo kan het ligtelyk gebeuren, dat het veel langer aanloopt als de gemeene dienft, en de natuur der faake, waar over gedelibereert word, konnen lyden «voor dat men weet, of 'er twee derde deelen van de ftemmen voor of tegen een faak zyn, geconfidereert, aan de eene fyde, dat niet gereguleert is by het voorfz: Articul, nog by eenige andere Wet, of Refolutie, foo veel men weet, binnen welke tyd na dat een faak gebragt is in deliberatie, de Leeden moeten gereed zyn om daar op in te brengen haar advis, en aan de andere fyde dat het gebruik, Of liever het misbruik, van de faaken op te houden , onder voorgeeven van ongereedheid , en dat de Principaalen daar over delibereeren, foo feer autorifeeren het fleepend houden der i^M ' " de-  ( *39 > deliberatien, felfs na dat de Leeden riotoirlyk. meer als tyds genoeg hebben gehad om haatGedeputeerden te inftrueeren, en te laften, dat alle voorflaagen, dienende om te koomen tot een afkomft der deliberatien, van geen vrugt zyn, ten zy dat met een vaftgefteld worde, hoe lang de Leeden fullen moogen de faaken ophouden fonder daar op uit te brengen haai advis, het zy na dat fe aan haar gefonden zyn onder de pointen van befchryving, of na dat fe in propofitie gebragt, ten minfte, na dat fe door Commisfarisfen van de Vergadering geèxamineert, en in ftaat gebragt zyn van hnalyk daar over te konnen advifeeren. In de tweede plaats foude de feparatie tusfchen het Zuider- en Noorder-quartier in het ftuk der financien, gefprooten uit de troublen, welke de communicatie tusfehen de beide Quartieren difficiel maakten, gelyk booven gefegt is, behooren weggenoomen, en de financien van de geheele Provincie onder een algemeene beheering gebragt te worden. De fimpelfte, en natuurlykfte, manier om dit te effectueeren foude weefen, de financien v an de beide Quartieren weder in een te fmelten, als voor de troublen, en fe te brengen onder een gemeene directie: en ten dien einde het Collegie van de Gecommitteerde Raaden te vergrooten met een geproportioneert getal van Heeren uit het Noorderquartier, gelyk meede de Kamer ter auditie van de gemeene Lands reekeningen, aan welke de Ontfangers der Middelen in het .Noorderquartier meede fouden reekenen. Of, indien het weeder in een fmelten der fi- nan-  ( 240) nancien van de beide Quartieren foude moogen aangefien worden voor een onuitvoei lyke faak, en aan welke, fchoon goed in haar felve, geen doorkoomen is, foude men konnen jaariyx asfigneeren feekere Laften, boven de huislaften van het Quartier , en boven de renten en interesfen van de Capitaalen, jegenwoordig loopende ten lafte van het felve, op de Middelen, over het Quartier geheeven wordende, onder conditie dat binnen feekere bepaalde tyd foude geliquideert worden door de Gecommitteerde Raaden van het Noorderquartier met die van het Zuiderquartier over de betaalingen, binnen elk jaar gedaan op de geasfigneerde Laften, en dat die liquidatie binnen de bepaalde tyd gedaan, en daar by gebleeken zynde dat de Laften excedeeren het beloop der Middelen, door de Staaten ordre foude geftelt worden om het kort aan het Noorderquartier goed te doen: Byna op de wyfe als vaftgeftelt is by het 25 en 27fte Articulen der Inftructie van de Collegien ter Admiraliteit, dat tweemaal 's jaars een bcraaming van Laften foude gemaakt worden door Gedeputeerden van de gefaamentlyke Collegien: dat de refpective Collegien alle dry maanden fouden leeveren aan haar Ho: Mo: een Staat van ontfang en uitgaaff: dat den Ontfanger Generaal van elk Quartier , of, gelyk men nu fpreekt, van elk Collegie, alle fes maanden foude reekenen, en dat vervolgens op Ordonnancie van haar Ho: Mog: het overfchot van het één Quartier foude verftrekt worden ten voordeele van het ander, daar foude moogen te kort koomen. Het geen, foo het was gevolgt geweeft, de ja- lou-  ( Hi ) Ibufie tusfcheh de Collegien , en veel andere groote inconveniënten foude voorgekoomen hebben. Het geen hier in het voorbygaan gefegt zy. ' Des foude in dat geval meede behooren plaats te hebben het geen , dat in het 'eerfte geval voorgeflaagen is ontrent de vergrooting van de Reekenkamer ter auditie, en ontrent het reekenen der Ontfangers van de Middelen in het Noorderquartier aan defelve. Ook foude in dat geval hoognodig weefen, dat twee a. dry Regenten uit het Zuiderquartier fesfie hadden in het Collegie in het Noorderquartier , en wel voor een geruime tyd van jaaren , ten einde om niet daar uit te moeten gaan tegen dat fy fouden bequaam worden om dienft te dóen: En niet minder, dat een Ontfanger Generaal in het Noorderquartier aangefteld wierd gelyk in het Suiderquartier, tot het invorderen der flooten v leid van de Regeering, van welke booven gefprooken is. Selfs behoeft men niet foo ver te gaan, om het jeegenwoordig groot verval in de Regeering te herftellen, als de Voorouders gingen , doe het verval veel kleinder was , verklaarende op een folemneele wys, en tot verfcheide maaien, en naamelyk by de Acle van het Gouvernement van het jaar 1575 ■> by de Unie tusfchen Holland en Zeeland van het jaar 1576, en by de delatie van de Hooge Overigheid van het jaar 1581 , van begryp te weefen, „ dat de eenig„ heid , waar door alle Republ-iquen, en ge- meenfchappen , meeft worden behouden , geQ5 „fterkt,  ( 2SO ) „ fterkt, en bevcftigt, niet wel zyn kan by „ veele, in wil en gemoed veeltyds difiereeren„de: en dat midsdien nodig was, dat de Re„ geering aan één hoofd, en Overigheid , ge„ fteld en bevoolen wierd": de voorgeflaage remedien tegen de jeegenwoordige ongefteltheid van de Republicq doen fien , dat defelve kan gered, en dat de eenigheid kan behouden worden, fchoon dat de klem van de Regeering in geen ééne hand gegeeven, en de Vryheid daar door in gevaar gebragt word. Men had konnen voegen verfcheide andere middelen van redres by de bovenftaande, indien het oogmerk van dit Discours verder geftrekt had , als om aan te wyfen de wortel van de quaal, en de middelen, om die wortel uit te roeijen. Soo het daar toe te brengen is, fal het naderhand niet veel moeite koften , de mindere abuifen te verbeeteren, en de middelen daar toe aan de hand te geeven. En is het niet daar toe te brengen , al, wat men mag in 't werk ftellen , fal, op het beft, maar dienen om eenigfins de quaal te plaafteren , in plaats van fe te geneelen. Dog om te koomen tot het uitroeijen van de wortel derfelve, dienen de Regenten te ontwaaken uit de jeegenwoordige letargie , die foo feer de overhand genoomen heeft, dat het te dugten is, dat veele daar in fullen blyven, tot dat fe de eene tyd of de andere onfagt wakker gemaakt worden , wanneer het foude konnen te laat weefen om remedien te gebruiken, die nu nog tydig zyn. Mis-  •< 25i ) A. Misfive van den Raad van Staate aan de extraord. Vergadering. Dat. 27.> T Rec.28.i-Januaru HOOG MOG: HEEREN, Wy wenfchten , dat het U Ho: Mo: gelieft had , fig te genoegen met de informatie,, en met de confideratie, welke wy gegeven hebben in onfe Misfiven van den 14 der voorlede, en 18 deefer, maand over de middelen, om de gebreekige Provinciën te houden tot naakooming der gedraage Confenten. Maar fiende uit U Ho: Mo: Refolutie van den 22 defer, dat defelve blyven infifteeren op een pofitif advis, fullen wy onbefwaard zyn om het felve te geeven, in hoop, van daar door te fullen bevorderen de afdoening van dat wigtig point. En om, naa al, wat in de voorfchreve Misfiven gefegt is, het ftuk op te vatten, daar eigentlyk de knoop van 't felve legt, wy meenen, onder verbetering, dat het minder, jaa onvergelykelyk minder, aankom!: op de keufe tusfchen de middelen van conftrainte , als op het geeven van genoegfaame autoriteit en aanfien, het fy aan defen kaad, of aan eenige andere Vergaadering, of Collegie , om die middelen te konnen met effecï: gebruiken. Want anders was het (om een familiaar exempel te gebruiken) eeven eens, als off een werktuig gegeven wierd in een lamme hand. Schoon dat het werktuig nog  ( 252 ) nog foo goet is, het manqueert de hand aan kragt om het te gebruiken. De middelen van conftrainte , geënumereert in onfe Misfive van den 18 deler, zyn voor defen vaftgeftelt, en zyn meerendeels foo oud als de Republicq. De Raad van Staate is gequahficeert om die te gebruiken. En egter heeft het gebruik daar van altyd mank gegaan , en is met de tyd ganfch vervallen. Waerom ? Niet, om dat het haperde aan de middelen: maar om dat de Raad van Staate niet gewigts genoeg had in de Republiq om die met effect injret werk te ftellen. U Ho: Mo: gelieven hier een wynig met ons ftil te ftaan , en te overweegcn, foo de Raad niet heeft konnen met eSect gebruiken de middelen van conftrainte, doe fe de Stadthouders aan haar hoofd had : doe de vrees voor het Spaanfche Jok, en. voor geweetens dwang, de Provinciën willig maakte: dce het vermoogen der Ingefeetenen van jaar tot jaar toenam , onaangehen de laften : doe de Financien minder belemmert waaren : en doe het foude na een paradox geleeken hebben, foo men voorfegt had, dat 'er een tyd foude koomen, dat fommige Provinciën fouden konnen occafie geven om dwangmiddelen tegen haar te moeten gebruiken: U Ho: Mo: gelieven te overwegen {feggen we) of de Raad fal konnen met effect te werek ftellen cle middelen van conftrainte , nu het met alle die faaken geheel anders 'gelegen is. Dit. is , Ho: Mo: Heeren, de groote fwaarigheid in de deliberatie over de middelen van conftrainte, en welke eerft , en vooral, dient weg-  ( 253 ) weggenoomen te worden, om eenige verwagting te konnen hebben van het effeót der middelen van conftrainte , welke U Ho: Mo: fullen vaft ftellen. ■ . ■ Misfchien wagten U Ho: Mo: hier op, dat wy voor ons advis fullen voorflaan , dat de Raad van Staate behoord herftel t te worden in het gefag en luiftcr, die haar gegeeven fyn by haar inftelling en eerfte Inftruclie van het jaar 1584, of immers in het jaar 1588 na het vertrek van de Graaf van Licefter , wanneer by Refolutie van den 5 Februaiii, en Placaat van den 12 April, de generaale Regeenng van de Vereenigde Nederlanden, in faaken, de gemeene befchermemsfe , en Unie , derfelve aangaande , gefteh wierd ter bediening , en admimjirafie , van den Raad van Staate, en wanneer de Vergadering van U Ho: Mo: vervolgens fcheidede, blyvenüe in dat , en in de naafte, jaaren meer als eens maanden lang van malkander. Maar dat is geenfins onfe meening, Ho: Mo: Heeren, wy fyn ver van een voorflag te doen, welke wy niet alleen voorshands weeten wynig ingang te fullen vinden, maar welke wy boovendien geperfuadeert zyn dat van geen nuttigheid foude weefen , fonder te gelyk te maaken meerder verandering in de ganfche conftitutie van den Raad van Staate, en in andere faaken , als overeenkomt met de jeegenwoordige tydsgelegentheid. Onfe gedagten gaan in tegendeel veel meer daar heen, om het gefag van de ordinaris Vergadering van U Ho: Mo:, als om het onfe, te vev-  ( 254) Vergrooten , door defelve Vergadering ontrent dit ftuk te doen concurreren met den Raad van Staate , genoegfaam op defelve wyfe als de groote Vergadering van het jaar 1651 gereguleert heeft het ftuk van de difpofitie over de Militie. Ten welken einde wy fouden Van advis weefen , dat het werk foude kunnen gereguleert worden in maniere als volgt : Eerftelyk , dat de Raad van Staate geen executie foude onderneemen als op voorgaande Refolutie van de Vergadering van de ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit: Ten andere, dat die Vergadering, des gerequireert zynde door den Raad van Staate , en in een conferentie ontfangen hebbende de nodige informatie, foude gehouden weefen te koomen tot een pofitive Refolutie op het ftuk van de executie , naa dat de minnelyke officien, waar van hier naa fal gefprooken worden , fovtr den voorgegaan weefen: Ten derde, dat de Raad van Staate vervolgens foude de executie werkftellig maken volgens haar Inftruclie , en in het uitvoeren derfelve niet foude konnen belemmert worden door furceantien, of andere inhibitoire Refolutien, van de meergemelde Vergadering: Ten vierde, dat de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit met relatie tot dit ftuk fouden doen gelyken eed , met de noodige veranderingen , als ten opfigte van de Patenten vaftgeftelt is by het laatfte Articul der Inftruclie van den 16 Juni'i 1651, en dien eed fouden onderteekenen in een boek , daar toe te houden ter Griffie van U Ho;  ( 255 ) Mo: Mo:, gelyk gepractifeert is tot het jaar 167a toe, ontrent den eed op de Patenten, en onder de jegenwoordige forme van Regeering weder behoorde in praclyq gebragt te worden: Ten vyfde , dat de Gedeputeerden van de Provincie, over het execüteeren van welke, naa het mislukken der minnelyke officien van brieven, en befendingen , foude gedelibereert worden, geen ftem fouden hebben in de deliberatie over de executie, fchoon de voorfchreve eed gedaan 5 en haar naam te boek geteekent, hebbende: En eindelyk , dat de ftemmen koomende te fteeken, de conclufie foude moeten vallen volgens het fentiment van die Provinciën , welke fouden voor fig hebben het advis van den Raad van Staate, alfoo 'er een uitkomft wefen moet in faaken van die natuur, en de Raad volgens Inftruótie bevoegt is tot het execüteeren der gebreekige Provinciën, felfs fonder voorgaande Refolutie van de hooggemelde Vergadering. Op deefe v/yfe , Ho: Mo: Heeren, foude dit importante werk konnen beleid worden met een goede harmonie tusfchen die Vergadering en defen Raad , en daar door foo veel meerder nadruk gegeven worden aan de executie dan of de Raad die affondeilyk dirigeerde, dat daar door in een groote maat foude worden geremediëert aan het defect van genoegfaame autoriteit, waar van booven gefprooken is. En fullen wy vervolgens overgaan tot de verhandeling der middelen, welke fouden behooren vaftgeftelt te worden om de Provinciën te konnen houden tot pr^ftatie van haar Confenten , en daar in agt geven op de advifen, welke de  ( 256 ) de Heeren Gedeputeerden van fommige Provinciën den 21 deeiér op dat iubjed geüit hebben ter Vergadering van U Ho: Mo:. Wy tellen niet onder die middelen de middelen van inductie, welke het feeker is dat moeten voorgaen, eer dat kan getreeden worden tot die van conftrainte: en hebben niets te voegen by het geen , dat dienaangaande gefegt word in het Rapport, den 21 deefer aan U Ho: Mö: gedaan, als dat de termein tot het gebruyk der middelen van inductie foude behooren kort, en vooral peremptoir , te weefen: en dat de' befendingen aan de gebreekige Provinciën fouden behooren te beftaan uit Gedeputeerden- uit de Vergadering, en uit defen Raad, foo als wy aangewefen hebben in onle IVÏisfive van den 14. der voorlede Maand, en nader fouden konnen aanwyfen, foo het noodig was, dat gepractifeert is voor het. jaar 1072, en (onder correctie) noodiaaklyk is, indien de befendingen fullen ondernoomen worden met apparentie van een goed fucces, foo om dat een befending, op die wyfe gecompofeert, meerder ernft, en meerder eendragt toond, als om dat deefe Raad uit de natuur van haar Ampt grondiger gcïnlónneci t zynde van al, wat de Conlcntcn , de prcltatie derfelve, en de defecten daar ontrent, betreft, als de Heeren Gedeputeerden ter Generalitey?, ook ruim foo wel in ftaat is om dc nodige eclaircisfementen, en foluticn, te geven öB de difficulteiten, en uitvlugten, VM de" Provinciert, waar aan de befendingen gedaan worden. Ook behoeven wy niet als in liet voorbygiin aan te merken, dat het gebruik der dwang mid ■  ( 257. ) middelen moet ftil ftaan , wanneer de Provinciën , waar tegen die fouden gebruikt worden, gereed zyn haar Financien oopen te leggen, en te ftellen aan het oordeel van U Ho: Mo: en van deelen Raad , hoe ver fy in ftaat zyn om haar gedraage Confenten te konnen geftant doen. Hoewel voor deefen altyd verftaan is, en met de natuur der faake overeenkomt , dat de Provinciën , welke lig aanbieden tot het oopen leggen van haar Financien , moeten betaalen nevens de andere Provinciën , ondertusfchen dat haar Financien naagefien worden : om dat an~ derfms de Provinciën fouden konnen fig by provifie ontfiaan van het draagen der gemeene laften, en het oopenen van haar Finantien, een laak, die uit haar natuur tyd vereifcht, fleepende houden. Waar tegen aan de andere fyde foude behooren vaftgeftelt te worden, dat alle behoorlyke fpoed gebruikt fal worden in het nafien der Vinancien : op dat de Provinciën, welke die willen open leggen, niet langer belaft blyven met de voorfchreeve provifioneele betaaling , als abfolut nodig is tot het examineren van den ftaat Tan haer Financien. Dog om voort te gaan, het middel van conftrainte, vervat in U Ho: Mo: Refolutie van den 15 Julii 1688, fchynt generaalyk dë meefte ingang te vinden. Maar, voor dat wy onfe gedagten daer op feggen , moeten wy U Ho: Mo: doen remarqueren , dat die Refolutie niet van één , maar van twee verfcheyde midd,:len van conftrainte, fp:eekt, en naamelyk, eerft van I, Deel. R de  ( 258 ) de executie van den Raad van Staate, verftaande daar door ongetwyffelt de heerlyke, of parate, executie, begreepen in het feeventiende Articul onfer Inftruótie : en dan in de tweede plaats van het weeren der Gedeputeerden van de gebreekige Provinciën uit de Vergadering van U Ho: Mo:, en uit de Generaliteyts Collegien: waer op de Provinciën, welke fig verklaart hebben voor het middel van conftrainte, in de voorfchreeve Refolutie vervat, niet fchynen gereflecteert te hebben. Wat nu aangaat dit laafte middel, wy konnen het felve geenfins aanfien voor een toereikend middel van conftrainte , om de reedenen , die wy in onfe Mislïve van den 18 aan U Ho: Mo: hebben te gemoet gevoert: en wy konnen bovendien niet als inhereeren de fwaarigheeden, die onder een forme van Regeering als de jegenwoordige , en in een tyd, dat de band van de Unie foo feer geluxeert is, te vreefen fyn uit het weeren der Gedeputeerden van de gebreekige Provinciën uit de Vergadering van U Ho: Mo:, en die wy met de vinger aangewefcn hebben in de voorfz. Misfive. Daar fyn wel Provinciën, welke, foo wel als wy befeffende, dat het weeren der Gedeputeerden van de gebreekige Provinciën uit de Vergadering van U Ho: Mo:, en uit de Generaliteits Collegien , geen toereikend middel van conftrainte is, meenen, dat het daarom niet behoord aan een fyde gelegt te worden, maar dat men foude konnen met dat middel beginnen, en dat, het felve niet helpende, foude konnen by trappen  ( 259 ) pen voortgegaan worden tot het gebruik Vatt middelen van meerder nadruk. Maar wy laaten U Ho: Mo: oordeelen, hoe veel tyd 'er foude verlooren gaan, eer dat men foude konnen de Provinciën brengen tot preftatie van haar Confenten , indien op die wys foude worden te werk gegaan. De minnelyke officien van Brieven , en befendingen, welke moeten voorgaan , fullen eenige maanden Wcgneemen. Hoe veel tyd de Provinciën , welke meenen , dat men foude behooren by trappen te werk te gaan in het gebruik der middelen van conftrainte , fouden willen gewagt hebben na het effect: van het weeren der Gedeputeerden van de gebreekige Provinciën, is ons onbekent, maar wy ftellen 'er ten minften meede eenige maanden voor. Soo dat op die wys de Staat, welker circumftantien niet altyd toelaaten lang te wagten naa de preftatie der Confenten, niet als feer langfaam foude konnen daar aan geholpen worden. In voegen , dat het ( onfes oordeels ) beft waar , van dat dwangmiddel af te fien, of immers het niet te gebruiken als te gelyk met andere middelen van meerdër nadruk. Het faifeeren der Domynen, inkomften, en revenuen , van de gebreekige Provinciën fchynt wel ter eerfte opflag een piaufibel middel te weefen, en veel redelyker als het faifeeren der Perfoonen en Goederen van de Regenten , en Ingefeetenen : en daarom verwondert het ons niet, dat dit middel, als fodanig, door eenige Provinciën aan U Ho: Mo: voorgcflaagen is. Maar welke meenen U Ho: Mo: de reeden te R a wee-  ( 2ÖO ) weefen, waarom van dit middel niet gerept word nog m het dry en twintigfte Articul van van dnPne,T,n?g. m de Atie Van Parate e^cutie van den 13 July 1579, nog in de concept Re- folu,e van de groote Vergadering van het jaar IÓ51, welke met foo veel overleg befchaaft is? gewisfelvk geen andere, als dat de wyfe Voorouders dat middel aangefien hebben voor al te gevaarlyk, doordien het faifeeren der Domvnen, inkomften , en revenuen van de gebreekige Provinciën de geheele loop der publique betaahngen , en daar onder van de foldven en andere Generaliteits laften, kan ftremmSl en de Financien brengen in de uitterfte verwer£nh jarigheden, die fy voor grooter aangefien hebben als het quaad , dat door het voorichreve middel foude weggenomen worden. A*™-aa?: " ' nhoe wy meer denken op de middelen van conftrainte, hoe wy meer van gevoelen fyn , dat het beft is, het te laaten by geftdi fyn"' tC gClyk met de Unie vaft' Het arrefteeren der Perfoonen en Goederen van de Regenten en Ingefeetenen, der gebreekige Piovmcien, het voornaamfte van die middelen is aan de Voorouders niet onreedelyk vooreekoomen , om dat het aan de Regenten ftaat tiet ielve te voorkoomen door te pasfen op de preftatie van haar gedraage Confenten : het is een pradicabel middel , wanneer de fterke hand daar toe gebruikt kan worden , hoewel ook dan onfe Msfive van den agtiende : en eindelyk, het is een efficacieus middel, om dat het dé Re-  C 261 ) Regenten noodfaakt, het fy uit liefde, off uit vrees , voor haar Ingefeetenen , om promte ordre te ftellen tegen de belemmering , waar aan alle defelve in haar Perfoonen, en Goederen j fubject fyn- Dat het ander middel , in de voorfchreeve Acle van parate executie uitgedrukt, te weeten , de inlaage van Ruiteren, of Soldaaten, een gereed , en efficacieus , middel is , fpreekt van felf: en daarom fullen wy U Ho: Mo: alleen doen remarqueeien, dat het voor deelen meermaalen met fucces gebruikt is, gelyk wy aangeweefen hebben in onfe meergemelde Mislive van den 14 der voorleede Maand. De verandering, welke foude moeten gemaakt worden in de ordre op het ftuk van de Patenten , om de twee voorfchreeve middelen te konnen in het werk ftellen , fal gering fyn , en alleen de gebreekige Provinciën raaken , indien U Ho: Mo: ampleóteeren onfe voorllag, om het ftuk van de executie onder een Inftruclie gemeen te maaken aan de Heeren ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit, en den Raad van Staate. By deze twee middelen kan nog een derde gevoegt worden , meede genoomen uit de meergemelde Acle van parate executie : te weeten dat de Raadt van Staate fal moogen opligten, of furneeren, op aljmken intereft , als fy die fal weeten te bekoome.1 , tot lafte van de amwlltge Provinciën, de penningen, welke fullen van noode weefen om de afgeweefe, of weegens wanbetaaling incompleete, Compagnien provifionciyk te doen houden in goede en compleete ftaat: en de opgenoome penningen, met de. interesfen, repetee^- 3 ren  ( 26a ) ren by executie. Het geen een noodig middel is om te beletten , dat de Militie niet verloope, ondertusfchen dat gearbeid word om de Provinciën te obligceren tot het compleet houden derfelve in getal van Compagnien, en van Koppen. Dit is ons advis , Ho: Mo: Heeren, op dele wigtige materie. Wy fouden het hebben konnen breeder uitbreiden , foo wy niet gevreeft hadden , U Ho: Mo: te verveelen met de repetitie van het geen , dat wy daar op gefegt hebben in onfe Misfiven van den 14 der voorlede, en 18 deefer, Maand. Dog die vrees fal ons niet wederhouden van by repetitie aan U Ho: Mo: voor te draagen, dat het wynig foude baaten , en, wy voegen 'er jegenwoordig by, dat het foude konnen {trekken tot nadeel van het gemeen, foo alleen de nodige middelen, om de gebreekige Provinciën te houden tot preftatie der gedraage Confenten, gearrefteert wierden, en niet te gelyk een middel vaftgeftelt, om nu , en namaak, weg te neemen de discrepante fentimenten tusfehen de Provinciën over faaken , betreffende haar gemeene defenfie en feekerheid : om dat de Provinciën anders maar fouden behoeven de Petitiën , hoe nodig ook , aan een fyde te leggen , en geen Confenten te dragen , om de ftrengfte middelen van conftrainte onverfchillig aan te fien. Dat laatfte werk is foo wel geprepareert door de groote Vergaadering van het jaar 1651 , gelyk gefien kan worden uyt de concept Refolutie van den 19 Augufti van dat jaar , geïnfereert in het Advis van de Provincie van Holland en Weftvriesland van den 2 Mey 1663 , welk wy  ( a63 ) wy gevoegt hebben by onfe meergemelde Misfive van den 14 der voorlede Maand, dat alleen refteert , de laatfte hand daar aan te leggen, alle de Provinciën doe ter tyd daar over eens geweeft zynde op die van Holland en Weftvriesland naa, welke wilde uytgefondert hebben het point van de Confenten," maar, naderhand haar misflag fiende , fig gevoegt heeft by het fentiment der andere Provinciën.^ Alleen verdient het de opmerking van U Ho: Mo:, dat de voorfchreve concept Refolutie geen tyd bepaalt, binnen welke de Arbiters fouden genoemt worden, nog binnen welke defelve fouden moeten uitfpraak doen. Gelyk defelve concept Refolutie meede niet reguleert , hoe men foude koomen tot den afkomft, foo een Provincie in gebreeke bleef van het noemen van Arbiters, of van die te fifteeren, om aanftonds met de andere Arbiters in befoigne te treeden. En fouden wy daarom van advis weefen, dat de voorfchreeve concept Refolutie foude behooren geampliëert te worden met de dry volgende Articulen: Eerftelyk, dat de Arbiters fullen moeten genoemt worden binnen de derde , of uitterlyk binnen de vierde, maand naa dat de Vergadering van U Ho: Mo: de Petitiën , of andere Pointen, waar over tusfchen de Provinciën verfchil reift , fal gebragt hebben ter deliberatie van de Provinciën: Ten anderen, dat de Arbiters , booven den eed , in het derde Articul der voorfchreeve concept Refolutie gemelt, fullen fweeren, dat fy R 4 h6t  ( 264 ) het verfchil foo fpoedig fullen afdoen , als de natuur van het felve fal toelaaten, fonder onder eenigerhande praïtexten het werk (kepende te houden, of uitftel te foeken : En ten derde, dat een Provincie in gebreeke blyvende van het noemen van Arbiters, of van het fifteeren derfelve, om aanftonds met de andere Arbiters in befoigne te treeden, de andere Arbiters met het werk fullen voortgaan naar verloop der voorfz: dry, of uyterlyk vier, maanden : en dat derfelvêr uytfpraak niet te min fal moeten agtervolgt worden door de Provincie, "welke haar Arbiters niet genoemt, of niet gehfteert, fal hebben. Behoeven wy voor de reft nader aan te dringen de noodfakelykheid van het vaftftellen van de voorfchreve beide pointen , of, van het ftellen van ordre, foo op het beflisfen der verfchillen over de Confenten , en andere faaken, de gemeene defenfie en feekerheid betreffende, als op het execüteeren der gebreekige Provinciën ? Wy hoopen, en vertrouwen, dat alle de Piovincien egualyk gepenetreert zyn van die noodfaakelykheid. Maar zyn 'er Provinciën, •welke daar aan nog twyffelen, die bidden wy te willen bedenken, of 'er een Republicq is, oude, off hedendaagfe , welke geen byfondere forg gedragen heeft voor die beide pointen: Die bidden wy te willen vragen aan de Regenten van foo veel voornaame Steeden, als 'er zyn in de Vereenigde Provinciën, Steeden, welke in veel opfigten gelyken aan foo veel vrye Republiquen, of fy meenen, dat die Steden lang fouden konnen ftaande blyven, indien elk  ( 265 ) elk Lid van dén Raad, of Vroedfchap, de magt had om de noodigfte faaken te ftremmen, en. indien de Burgermecfteis , of Geregten , niet hadden de magt om te execüteeren de genoome Refolutien: Die bidden wy te willen vraagen aan de Be* windhebberen van de Ooft-Indifche Compagnie defer Landen , meerendeels voornaame Regenten , of fy meenen, dat dat florisfant Lichaam, welk in veel opfigten meer gelykt na een Republiq als na een focieteit van negotie, lang foude blyven in zyn jegenwoordige fleur, dan of het eerder in korte foude te gronde gaan , foo elk Lit van de Vergadering der Seventienen de magt had om te ftremmen de Refolutien van die Vergadering, en foo de particuliere Kaamers konden fig dispenfeeren van het nakoomen der Refolutien, by die Vergadering genoomen. Of, indien exempelen niet genoeg zyn , foo bidden wy, dat de Provinciën, welke nog fouden mogen twyffelen aan de noodfaaklykheid der voorfchreeve beide pointen, gelieven te raade te gaan met de Schryvers, welke oit gehandelt hebben van publique, of particuliere , Sociëteiten , en te vraagen, of eenige Sociëteit beftaan kan, wanneer elk Lid de magt heeft om te fluiten de heilfaamfte, en noodigfte, Refolutien , en wanneer het Lichaam in tegendeel de magt niet heeft om de byfondere Leeden te houden tot naakoming der genoome Refolutien. U Ho: Mo: gelieven ons ten befte te duiden, dat wy foo veel exemplen by een haaien , en felfs ons beroepen op politique Schryvers. Maar wanneer redenen niet helpen , moet men fien, R 5 of  ( 266 ) of exemplen , en authoriteiten , meerder kragt hebben: vooral ontrent pointen, welke foo important zyn , dat niets kan aengefien worden voor overtollig, dat maar eenigfints kan dienen om een levendig befeffen te geeven van de noodwendigheid derfelve. God geeve, Ho: Mo: Heeren , dat deefe extraordinaris Vergadering niet Icheide, fonder die beide pointen vaftgeftelt te hebben. Maar gebeurd het tegendeel, konnen wy niet als beklaagen het ongelukkig noodlot van de Republicq, als geperfuadeert weefende , dat het vaftftellen van die pointen het voornaam , foo niet het eenig, middel is om defelve te" redden uit het jeegenwoordig gevaar van by het minfte toeval, van buiten, of van binnen, verlooren te gaan. Ho: Mo: Heeren, die maar oogen in het hooft heeft, kan niet nalaaten het aan tc merken als een wonderwerk van de Goddelyke Voorfienigheit, dat een Republicq, welke geen vafter fondamenten heeft als die van deele Vereenighde Nederlanden , een Republicq, wekkers fondamenten van binnen ondermeint worden door het luxeeren van de Unie , en wekke van buiten reis op reis fwaaren aanftoot lyd , nog beliaat. Maar het was voor God, nog voor de Werelt, te verantwoorden , foo men het altyd liet aankoomen op miracukn , fonder de middelen te gebruiken, welke de reden, en de ondervinding van alle tyden, aan de hand geeven. Dog hoe lang dit Advis ook is, konnen wy niet nalaaten daar by te voegen, dat hoewel U Ho: Mo: feer wysfelyk dc middelen, waar van in het felve gehandelt word, bepaalt hebben tot de petitiën , welke nog .fullen gedaan worden , in-  ( 26? ) ingaande met den i deefer Maand, fonder die middelen te extendeeren tot Petitiën van voorige jaaren, egter ferieufelyk fal dienen gedagt te worden, op wat wyfe de Provinciën fuilen konnen gedisponeert worden om malkander juftitie te doen ontrent de Petitiën en Confenten , foo van den kaften oorlog, als van de volgende jaaren van vreede, in welke de Provinciën met foo ongelyke fchouderen de laften van de gemeene defenfie gedraagen, en de eene foo veel booven de andere geprofiteert hebben, dat een goed gedeelte der fchulden van den kaften oorlog foude konnen betaalt worden, foo het profyt op de foldyen van de volgende jaaren te berde gebragt wierd : gelyk U Ho: Mo: dat op de foldyen van het jaar feventien hondert dertien, bedragende 485582a guldens, by formeele Refolutie van den 16 Junii van het felve jaar geaffecleert hebben tot betaaling der meeft presfante fchulden van den oorlog, dog fonder dat de Provinciën daar aan hebben gelieven te defereren, het geen hooglyk te bekkagen is, en ontallyke luyden, die haar goed, of bloed, voor het Land gefpendeert hebben , fughten doet. Ho: Mo: Heeren, wy beveelen U Ho: Mo: in Godes heylige protexie. In den Hage den 27 Januarii 1717- Was geparapheert, Wül. van Egmont van d. Neyenburg vt. Onder ftond, Ter ordonnantie van de Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden. Geteekent, S. van Slïngelandt. IN-  ( 268 ) B. INSTRUCTIE voor den hooggebooren Heere Mauritz Grave van Nasfau &c., ende die Raaden van Staate, by provifie gecommitteert ten gouvernemente ende regeeringen van den Landen van Brabant, Vlaanderen, Holland, Zeelant, Utregt, Mechelen, en Vriesland (i). Alfoo mits den overlyden van den doorlugtigen hooggebooren Furfl ende Heere Wilhelm Prince van Orangien , Grave van Nasfau &c., vooral nod.g is op de gouvernemente ende Regeeringen van den Landen van Braband, Vlaanderen Holland, Zeeland, Utregt, Mechelen, ende Vriesland voorfien te worden , op dat bv gebreeke van behoorlykc autoriteit die faaken van den voorfz: Landen niet en koomen in verloop ende ruïne of bederff, ende daaromme over die faaken van den Oirloge, den opheeve van de gemeene Contributien, ende alle andere laaken die confervatie ende defenfie van de . voorf: Landen betreflende , goede ordre moet worden geftelt, foo hebben die Staaten van den voorf Landen van Brabant, Vlaanderen , Holand, Zeeland, Utregt, Mechelen, ende Vriesland , totte Regeeringe ende gouvernement van de Óen'l?,7Vfma'ie isSec°P;ëe't uit het Regifter va„ den Raad van Staate van het jaar 1584, de Copie bv Eoa tjiLM 457 defCaU£US ¥™d' en ê«« Copfe.  ( 269 ) de voorf. Landen verkooren ende gecommitteert by provifie den hooggebooren Heere Mauritz Grave van Nasfau &c., ende den Raad van Staaten van de voorfz: Landen, op den laft ende Inftruótie hier naa volgende, fonder dat nogtans de voorfz: Staaten verftaan hen hier meede te fepareeren of fcheiden van de andere geünieerde Provinciën aangaande de gemeene defenfie van den Lande, ende die middelen daar toe geeygent. i. In den eerften fal den voorfz: Raad van Staate beftaau van agtien getrouwe perfoonen van de bequaarnfte ende gequalificeerfte derfelvêr Landen, te weeten dry van weegen die van Brabant, twee van Vlaanderen, vier van Holland , dry van Zeeland, twee van Utregt, één van Mechelen , ende dry by die van Vriesland te verkiefen, alles fonder prejuditie van de prerogativen ende geregtigheden van den voorfz: Provinciën in toekoomende tyden , welke Raaden van Staate met fyne G: fullen befoigneeren, in welken Raad niet fullen moogen gelykelyken weefen die malkandercn in confanguiniteit beftaande zyn , tot in den vierde grade na de computatie van de Keiferlyke regten,, en in affiniteit in den tweeden grade, 't zy off't felve affiniteit nog duurt, of niet, uit welken Raade van Staate alle maanden één gecommitteert fal worden tot Prefident by pluraliteit van ftemmen, die gehouden word alle de propofitien te doen, de opinien van den Raad te colligeeren, ende vooids al te doen dat een goet en getrouw Prefident fchuldig is ende behoort te doene, ende fal uit den voorf Raade meede gekooren, wor-  ( 2?o ) worden één tot Thefaurier Geneittal van de voorfz: Landen. 2. Syne G: ende den voornoemden Raad fullen eerft ende vooral goede opfigt neemen, ende_ forge dragen , dat de voorfz: geünieerdê Provinciën ende Landen blyven ende gehouden worden in goede eendragt ende onderlinge vriêhdfchap , in conformiteit van de voorgaande verbintenisfe ende Unien onder henlieden opgerigt. 3. Syne G: ende de voorfz: Raad en fullen niet moogen doen off attenteeren 't geene prejudiciabel foude mogen weefen den Privilegiën, Geregtigheeden, Coftumen, Ufantien, Policien, of Juftitie, met het geene daar aan kleeft, der voorfz: Landen in 't generaal , of eenige Provinciën , Steeden, of Leeden van dien in 't particulier, uitgefondert dat zy kennisfe ende judicature hebben fullen over heurlieder Officieren, Ontfangers, Colte-deurs, ende andere Dienaars, mitsgaders over alle Collonellen, Capiteinen ende andere Crygsvolk, te waater, ende te Lande. 4. Ende indien eenige nieuwe gefchillen off differenten tusfchen de voorfz: Provinciën mogten koomen op te reyfen, fullen defelve worden beflegt ende ter neder geleyt by de neutrale Provinciën die de queftien niet en roert , off by heure Gecommitteerden. 5- Syne G: ende den voorfz: Raad worden gelaft, ende volkoomen magt gegceven, by alle bequaame weegen ende middelen te innen, execüteeren, ende doen execüteeren alle generale Confenten, ende Accorden, gedaan ende gepasfeert by de Staaten aangaande den contributien ende  ( W ) ende colleclatien van de penningen, of andere dingen , die men behoeven fal totter oirlogen ende defenfie van den Lande, ende fullen overfulx alomme eenpaarlyk alle generale middelen, ende andere contributien, doen innen ende execüteeren , ende den Pagters, ende Collecteurs van dien , in 't genieten ende volbrengen van 't geene hen verpagt, of te collecteeren belaft is, alle asfiftentie doen , voorftaan, ende handhaven , den contraventeurs ftraffen, ende doen ftratfen na behooren, ende dat over die voorfz: Provinciën, Steeden ende Leeden van dien, fonder eenige disfimulatie of conniventie daarinne te gebruiken, of gedoogen by iemant gebruikt te worden, op poene dat indien bevonden word door heurluider conniventie, verlüimen , of ncgligentie eenigen inbreuk in den eenpaarigen opheeve van alle de voorfz: middelen tot eenige plaatfen te gefchieden, dat de fchaden ende interesfen, die de gemeene Landen off" eenige Provinciën, Stceden, Leeden, of particuliere daar deur leyden , aan henluyden in het particulicr verhaalt fullen moogen worden. Ende worden overfulx volkomentlyk geautorifeert om d'Ordonnantien van alle gemeene ingewilligde Middelen , 't zy off die gecollecteert of verpagt fullen worden , te maaken , ende die aireede gemaakt zyn te redresfeeren, bequaame Ontfangers, Collecteurs, Cherchers, ende andere Officiers te continueeren, af te ftellen, ende andere van nieuws te committeeren , ende defelve y ende alle andere 's Lands Officieren, 't zy generale of particuliere , ten oirloge dienende, met Inftn ctien te voorfien , fulx als zyluiden al  i 271) al 't felve ten meeften oirbaare ende profyt van den Landen fullen bevinden te dienen ; Vullen ook goede Ordonnantiën ende Inftruclien maaken op den particuliere Collegien, beroerende de beregtinge, kennisfe, ende judicature van de faaken, de gemeene Middelen ende contributien aangaande, metten gevolge ende aankleeven van dien, welke Collegien zyne G: ende Raad voornoemt fullen ftellen ter denominatie van den Provinciën refpedive daar 't van noden weefen lal, tot fulcken .gagien , ende tractement, als zyne G: ende Raad voorgenoemt eenpaarlyk lullen ordonneeren , die betaald worden uit de gemeene penningen, van dry maanden tot dry maanden , ende fullen daar beneffens nog voegen twee Commifen uit verfcheide Provinciën, of Qunrticren , die gehouden worden metten voorfz: Raad van Staate goede correfpondentie te houden , ende die beveelen ende Inftruclien van dien in alles na te koomen. Ende in gevalle om eenige merkelyke fwaarigheeden, of inconveniënten, zyne G: ende Raad voorfz. niet mogelyk fbude weefen d'infraclie van den voorfz: eenpaarigen opheeve in eenige plaatfen te remediëeren ('t welk God verhoede) fullen zyluiden terftont die Staaten van de voorfz: Provintien daar op befchryven tot feekeren prefixen dage, ten welken dage by de Gedeputeerde van de compareerende Provinciën daar op Refolutie fal genoomen worden , gelyk hier na breeder is verklaart. Ende in 1 doen van de voorfz: executie fullen zy tegen den Provinciën refpective , Steeden , ende Leeden van dien, mitsgaders tegen alle Pagters, ende andere  (m) te debiteurs van de voorf. gemeene Middelen, procedéeren, ende doen procedéeren, gelyk men i'n voortyden voor 's Princen penningen ende beeden plag te doen, ook by aanhoudinge vari den perfoonen , arren , ende Verkoópihge vair de Scheepen , ende goeden , toebehoorehde den ingefeetenen van den Provinciën, Steeden, ende Landen, in gébréeke weefende , alles volgende de rigbureufe executorien by henluiden daar op te maaken. 6. Sullen ook gehouden weefen, des verfogt zynde, te asfifteeren de refpective Provintien m 't innen ende execüteeren van de particuliere Middelen, by ieder Piovincie ópgefïelt, ende ingewilligt, om te fuppleeren haare quote in 't geene dc generaale Middelen, den voorfz: Raad in handen geitelt, min fullen uitbrengen , als die lallen van der oirlöge voor de quote van de refpective Provinciën bedraagen, fullen meede getrouwlyk doen execüteeren alle verdingen van die Landen , ende pmatfèn , ten behoeve van den vyand contribuccicnde, te weeten elk dorp ofte plaatfe doen betaalen tot des getneenen Lands defenfie foo veel, als zy aan den vyand betaalen, of anders föo veel meer , of min , als fy luiden tot dienft van de gemeene faake naa gelegcntheid fullen bevinden té behooren , ende doenlyken te weefen, ende wat daar van koomen fal totte gemeene lallen van den oirlogè meede doen verltrekken , mids dat 5t felve te baate fal koomen den Provintien refpective daar de verdingen fullen wórden geheeven over de Landen, ende plaatfen , tot nog toe tót heürèr dispöfltiën geftaan hebbende, 1. DtEU S ende  ( 274 ) ende fal overfulx afilag {trekken aan heure refpective quoten, ende portien, fullen meede de verdingen mogen doen cesfeeren , of ophouden, ende alle wegen van hoftiliteit doen gebruiken tegens den geenen, die onder het gewelt van den vyand gefeeten zyn. 7. Syne G: ende den voorfz: Raad word ook volkoomen magt gegeeven , die gecollecteerde penningen te diftribueeren, ende te bekeeren tot betaah'nge van den Crygsvolke , ende andere noodlaaken van der oirloogen, die tot lafte ende difpofitie van zyne G: ende den voorfz: Raad fullen weefen geftclt, al ten meeften oirbaare ende profyt van den Lande , fonder dat ftaande de voorfz: provifioneele Regeeringe die Staaten te faamen , of van de particuliere Provinciën, of die Regenten van de Steeden, of Quartieren, eenige kennisfe, onderwint, autoriteit, of difpofitie daar van fullen moogen behouden , aanneemen , of tot hen trekken , ende tot dien einde fullen zyne G: en de Raad voorfz: op haare autoriteit ende naam doen collecteeren ende verpagten alle die Middelen, die by den Staaten in 't generaal tot onderhout van der oirloge zyn of fullen worden ingewilligt , ende fullen daar uit het Crygsvolk voor haare loopende ende toekoomende dienften ( ende anders niet) op den voet by zyne Princelyke Excellentie hooger gedagtenisfe genoomen , of by henlieden te neemen, eenpaariglyk doen betaalen, behoudelyken , dat cerft ende vooral op de betaalinge van den guarnifoenen van de forgelykfte plaatfen, ende frontieren, daar den meeften nood weefen fal , verfien worden , welke betaalinge aan  ( *75 ) , aan alle het Crygsvolk fal gefchieden ten meeften oirboor van den Lande , foo wel aan de Ruiteren als Voetknegten, hoofd voor hoofd, foo naa als 't eenigfins doenlyk weefen fal, ende om te voorkoomen de frauden, die men tot nog toe gepleegt heeft in het getal van den Crygsvolk, fal zyn G: en de Raad voorfz: eenige getrouwe , experte, gequalificeerde perfoonen tot Commisfarisfen ftellen , op fulke Inftruclie als zyne G: en de Raad voorn* daar op maaken fullen. Ende fullen zyn G: en de Raad voorn1 onder den Raaden by dry , off vier, de werken ende befoignien fulx diftribueeren, als_ den dienft van den gemeene Landen fal verfeifchen , daar op zy extraordinarie fullen befoigneeren , fulx zyluiden te faamen advifeeren fullen , ende niettemin gehouden weefen van alle defelve befoignien aan 't Collegie Van den Raad rapport te doen, om collegialiter daar op gerefolveert te worden , ende tot dien einde lullen zy te faamen op de ordinaris uure , als voor de middag te neegen uuren , ende na de middag te dry uuren , compareeren, en uit de Vergaderingc niet fcheyden, dan by cönfente van zyne G:, of in zyn afweefen van den Prefident, gelyk 2y ook geftaadig fullen moeten weefen ter plaatfe daar den Raad befoigneeren (wetteiyke noodfaaken uitgefondert) op poene dat haar traclement voor de daagen en de comparitien, die zy niet waar en fullen neemen, geroijeert fal worden, daar van de Griffier, of Secretaris, gehouden fal weefen notitie te houden , ende daar van den Ontfanger Generaal alle dry maanden ftaat by derïfelvén Griffier overge$ 2 leg"  ( 2:6) kevert fal worden , om in 't betaalen van haare gagien 't felve henluiden af te trekken. 8. Ende namelyk fullen dry uit den voorn'l? Raad van diverfche Provinciën metten Thefaurier Generaal vaceeien totten beleede van den Confenten , beeden , ende contributien , daar over geroepen den Ontfanger Gein des nood zynde, ende fullen de Ordonnantiën van betaalinge geteekent worden by den Thefaurier, ende de voorf: dry Raaden , indien zy by der hand zyn, ende in haar afweefen by dry an-^ dere Heeren uit den voorf: Collegie van den Raade, meGde van verfcheide Provinciën, mitsgaders by den Secretaris van den voorf. Collegie van den Raade , fonder dat eenige Ordonnantiën van betaalinge fullen valideeren , dan die geteekent zyn lullen als booven , ende mette notule van de regiftrata folio tali daar op geftelt. 9. Tot lafte van den voorfz: Landen van Brabant, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Utregt, Mechelen, ende Vriesland , fal gehouden \\ orden foo veel Crygsvolk te voet ende te paerde, mitsgaders foo veel Scheepen toegeruft ter oirloge , als by zyne G: ende den Raad voornoemt tot bevrydinge ende bewaarnisfe van den voorfz. Landen , Steeden , Waateren , ende Stroomen van dien , mitsgaders tot asfiftentie van de andere geünieerde Provinciën, nodig bevonden fal worden, mits dat daar inne geprefereert fal worden het Crygsvolk, weefende naturelle , ende ingeboore van den Lande, den uitheemfchen ende vremden. 10. Syne G: en de Raad voorfz: fullen moogen aan-  ( 277 ) aanneemen, casfeeren, ende reduceeren het Crygsvolk, foo te waater, als te voete , ende te paerde, na gelegentheid van der faake, foo zy bevinden fullen oirboorlyxt te zyn voor den Lande, ende daar over, mitsgaders over alle generaale ende particuliere Overften, Bevelhebbercn, Commisfarisfen, ende Officieren van der oir logen, gehouden zyn te ftellen ende te onderhouden alle goede ordre ende difcipline, _ ook meede daar over ftraffe , regt, ende juftitie te doen, ende doen doen, fulx zy bevinden fullen te behooren: fullen ook in de plaatfe van de afgedankte, gecasfeerde,ende aflyvigen Overften, Collonellen, Capiteinen, ende andere Officieren., ende Crygsvolk, te paerd, ende te voet, andere mogen aannemen, behoudclyk dat zy daar inne niet en fullen mogen excedeeren de maate van 't innekopmen van de Confenten , ende generaale Middelen voorfz: ten waare in hoogdringende nood, in welken gevallen zy vermogen fullen die Landen , ende de voorfz: Middelen in 't generaal, of in 't particulier, te belaften mette fomme van hondert duifent Caroli guldens eens , wel verftaande nogtans , dat de voorfz. fomme van hondert duifent gulden eens , ende daar beneeden , proportioneelyken fal worden verdeelt over die Comtoiren van den voorfz. Landen, foo ra des doenlyken weefen fal, fonder nogtans dat zy de collecte van de voorfz: Middelen voor de betaalinge van de voorfz: hondert duifent gulden eens in 't geheel of te deel , cf om eenige andere oorfaaken in imands handen fullen mogen ftellen , of de voorfz: Middelen vorder belaften , of eenige penningen daar op by anticipatie ligten, ende de voorfz. S 3 hon-  ( 278 ) hondert duifent ponden, in voegen voorfz. geligt zynde , in het geheel , ofte deel , fullen gehouden weefen daar van de Staaten van de' refpective Provinciën tc verwittigen , ten einde zy in tyds mogen advifeeren feeker extraordinaris middel, daar meede de voorfz: bclaftingen ofgedaan mogen worden, ende en fullen ook geene nieuwe Impofitien of Laften mogen opftellen. 11. Item en fullen geen Gouverneurs van eenige Landfchappen , Steeden , of Quartieren, ftellen dan ter denominatie van de Provintien , daar die fullen moeten worden geftelt. 12. Syne G: ende die van den Raad voorfz: fullen meede die fupcrintendentie hebben te w-aater ende ter zee, by provifie als vooren ' fonder prejuditie van imands geregtigheid , of namaals getoogen te mogen worden in confequentie, ende worden ovcrfulx gcautorifeert, ende gelaft:, goede tocfigt te neemen dat de voorfz. Landen geen fchaade en lyden te waater of ter zee , ende tot dien einde te ftellen ende te ordonneeren Collegien van Raden van Admiraliteit , daar het van nooden weefen fal, te doen equipeeren , of toeruften Scheepen van oirloge, ende daar op te ftellen, of committeeren , alfulke Admiraalen, Capiteinen, ende andere Officieren, Bevelhebberen, ende Scheepsvolk, als henlieden tot defenfie of befcherminge van den voorfz. Landen, ende tot afbreuk ende krenking van den vyand , oirbaarlyxt dunken fal, ende daar toe gebruiken 't middel , of inkomften, van de Convoijen, als daar toe origineelyk gedeftineert zynde, fonder dat dc voorfz; Convoijen anderfïnts fullen mogen woreci vcr- ftrekt  ( 279 ) ft rekt dan ter equipage van de Scheepen van oirloge met den aankleeft, ten waare datter een merkelyke fomme van penningen overfchoot van de voorfz. Convoijen, welk overfchot zy ful'ei mogen gebruiken tot vervallinge van de laften van den oirloge te Landen , foo verre de Middelen, daar toe geëigent, niet en fullen mogen ftrekken of genoeg zyn, gelyk zy van gelyken hen fullen mogen behelpen met het overfchot van de Middelen, geconfenteert tot vervallinge van de laften van den oirloge te Lande , foo wanneer die Middelen van de Convoyen totte nootelyke equipagie niet en fullen weefen fuffifant, behoudelyk dat van de voorf: Middelen elk by fonder ontfank gemaakt, ende reekeninge gedaan fal worden by den Ontfanger Generaal, daar toe te committeeren , van fes maanden tot fes maanden, ten overftaan van de Gedeputeerden van de voorfz: Staaten. 13. Ende fullen die van den Raade voorfz. gehouden weefen, den voorfz. Provinciën, ende elx van henluiden te exhibeeren ende over te leeveren behoorlyken ftaat van de laften van der oirloge, ende van den innekoomen, daar toe geconfenteert, van dry maanden tot dry maanden. 14. Des fal den Stceden elk in den zynen vry ftaan ende blyven , t' allen tyden , des noods zynde, ende die faake fulx is geleegen dat fe geen vertrek fouden moogen lyden, hen tot kofte van den voorfz. Lande ter zee te wapenen by toeruftinge van oirlogfcheepen, ende volk, tegens Zee-roovers, ende diergelyke quaadwillige vyanden van 't gemeenebefte , om defelve te wederftaan, aan te grypen , ende te S 4 ap-  ( afo ) apprehendeeren, behoudelyk dat die judicature ende üraffe van dien, ende van den verooverde Scheepen ende goeden , fal ftaan ter difpofitie ende decifie van die van der Admiraliteit, ende lullen de voorfz. Steeden gehouden weefen zyne G: cn de Raad voorn' metten eerften daar van te advertecren , ende over te fendcn die declaratie van den koften van der voorfz. equipagie, off toerultinge, pertinentélyk geftelt by gefchrifte, om als dan op de betaalinge van men gedisponeert te worden na behooren. 15- Syne G: en de Raad voorfz. fullen verïoigcn, dat die paaien ende limiten van de IZTZ? u OVlncie/-n, niet en morden vermindert, ende fullen overfulx alle Sleeden , Heerlvkhee' den, Dorpen, Huyïen, Gchugtcn, ende Landen daar onder forteerende , ende namelvk meede de Landen ende Heerlykheeden van Vyanen mette: appendenticn van dien Yzelftein Leerdam, Worchum, de plundert, ende andere diergelyke, metten Dorpen daar onder forteerende, en de gevolge van dien, houden onder de Souveraimte ende gemeene contributien tot de defenfie van den voorfz. Landen: ende fullen verforgen , dat onder gelvke contributien gebragt ende gehouden worden die Steeden , ende Piaatfen of Landen, die tot koite van den Dande fullen mogen worden veiovert, ten waare andernnts worde gecapituïeert 16. Syne G. ende den voorfz: Raad fullen verforgen dat die Generaale, Overfien, Gouverneurs, Admiraalen, Vice-Admiraalen, ende alle andere Overi.en , Capitcinen , Bevelhebberen , Crygsluidcn van den Officieren , ende Magiftra- ten,  ( 281 ) ten, van den Provinciën, Leeden, ende Steeden van dien, ende andere, des noods zynde , fullen bclooven ende fweeren , de voorl: Landen gehouw ende getrouw te weefen, ende te obediëeren, ende gehoorfaamen alle Ordonnantiën, ende beveelen , van zyne G:, ende den voorfz. Raad , in 't ftuk van de oirloge ende contributien voorfz:, mitsgaders in alk andere faaken, by den voorf. Staaten beflooten, ende daar af dc executie denfelven bevoolen fal weefen: ende fullen de Steeden nopende het inneemen of ontfangen van den garnifoenen gehouden weefen , hen te' reguleeren na het leevende Art1 van de nader Unie. 17: Syne G: ende den voorfz: Raad en fullen niet vermogen te treeden in communicatie van den Conink van Spagnien, of zyne Stadhouders, of iemand van haaren't weegen; ende fullen ook geenen vreede, beltant, of nieuwe oirloge aangaan, nog eenige Heeren aanneemen, nog eenige alliantien, of verbintenisfen metten felven, of met eenige omliggende Landen, of Steeden, befluiten, fonder volkoomen magt, of generaal'confent van de voorfz. Provintien, daar op alvoorens Staats - gewys befchreeven zynde, maar fullen gehouden zyn , tot voordeele, handhoudinge, ende befcherminge van den Landen , mitsgaders van detrafique ende negotiatie, metten uitheemfchen Heeren , omliggende Ryken , Landen, ende Steeden, te ondeihouden alle goede correfpondentie, vriendfehap, ende 'nabuurfchap, by de belle wecgen ende middelen, die zy daar toe fullen weeten te gebruiken. 18. Syne G: en de Raad voornt: en fullen niet S 5 - ver-  ( tife ) vermogen op te regten eenige nieuwe Munten, of daar op te maaken eenen nieuwen voet, ten waare de Staaten van den voorf. Provinciën daar op befchreeven waaren, ende Staats - gewys daar inne geconfenteert hadden, maar fullen alle vlyt aanwenden omme het geld in de voorfz. Provinciën op eenen eenpaarigen voet en waarde te brengen, ende tc doen munten, ende zynen loop ende gank hebben, ende ook beforgen dat alle haagmunten afgedaan worden. 19. Alle faaken, die fullen koomen in deliberatie van den voorfz. Raad, fullen worden geproponeert by zyne G:, of by den Prefident. 20. In den voorfz. Raad fal worden gerefolveert ende gedecreteert by pluraliteit van ftemmen , fonder dat men iet in 't byfonder of apart lal moogen befluyten, fonder dat ook zyne G:, ende die van den voorfz: Raade, eenige agterraad fullen moogen hebben, of houden, off hen eenigfins daar meede behelpen in faaken, de Regceringe van den voorfz. Landen concerneerende : ende fullen vooral voorgenoomen ende afgehandclt worden die meefte treffende ende importeerende faaken, al eer eenige andere, of particuliere , faaken voorgebragt fullen moogen worden, ende foo wanneer eenige faaken aldaar voorkoomen, die iemand van den Raade fouden mogen aanraaken, diredelyk, of indireótelyk, foo in reguard van heurluider perfoonen, als van haare vrienden, ende magen, tot in den vierde grade, ende fullen daar Jn niet mogen advifeeren, nog jegenwöordjg weefen op het delibereeren, ende belluiten van dien, nemaar uit der 'kaamer vertrekken, ende Wy-  ( 283 ) blyven , geduurende de deliberatie ende refolutie op dèfelve fake. 21. Alle brieven, concerneerende den ftaat en de faake van den Lande, deefen Raad gecommitteert, fullen gecommuniceert worden in de Vergaderinge van den voorfz. Raad, om daar op geadvifeert ende gerefolveert te worden als vooren. 22.; In den voorfz. Raad en fullen geene faaken diffinitivelyk afgedaan worden dan in tegenwoordigheid van alle die Heeren van den Raade, die ter plaatfe van de relidentie des voorfz: Raads prefent lullen zyn, of ten minften vyf, daar af die dry fullen moeten weefen van verfcheide Provinciën , behoudelyk dat daar onder zy ten minften één van de een ende d' andere zyde van derMaaze, m welke faaken by de prefenten compareerende gerefolveert fal mogen worden, ende fullen tot dien einde t' elke Vergaderinge alle die prefenten moeten opgeteekent worden. 23. De voorfz. Raaden en fullen niet moogen op_ eenige faaken extraordinairlyk vergaderen nog refolvceren, ten zy dat daar af te vooren door ordonnantie van den Prefident inthimatie gedaan worde aan alle die Raaden, die ter plaatfe zyn. 24. Alle Commisfien, Ordonnantiën, Inftrudien, Brieven, ende Depefches, fullen geparapheert worden metten vollen naame by den Prefident, of in zyn afweefen by één van den voorn: Raade, daar toe by het Collegie te verkiefen , die over de Refolutie geweeft is, ende geparapheert zynde fullen voorts by zyne G:, daar fulx by den Raade nodig bevonden word, ende by den Secretaris ondertcekent worden, fonder defelve iemand anders dan die van den Raade voornt;  ( 284 ) voornt: te cornmuniceeren, of in andere handen te laaten koomen , ende fullen de Secretarilfen van alles houden goed ende pertinent Regifter of Memoriaal - boeken. 25. Ende omme te beeter te conferveeren het regt van den voorfz. Staaten, ende dat zv altyds mogen toefien ende opfigt hebben op dc voorfz. Regeennge ende adminiftratie, ende verftaan het belyt van alle faaken, fullen defelve Staaten alle jaars ten minften tweemaal ordinaire te famen vergaderen , daar toe zv goets tyds van te vooren by den voorf. Raade fullen worden befchreeven, om te advifeeren ende te cornmuniceeren op de voorf Regeerïnge,ende allen anderen faaken, die lullen moogen voorkoomen, ende dit ter plaatfe daar zyne G: ende den voorfz: Raad hen als dan houden lullen: ende fullen de voorfz. ordinarifte Vergaderingen van den Staaten gefchieden den eerften dag van de maand April ende September • ende lullen de voorf. Staaten daarenbooven mogen vergaderen tot allen tyden , ende plaatfen, daar 't hen gelieven fal, bm faaken den gértieênen Lande aangaande, gelyk ook fuHeri mogen doen die Staaten van elke Provintie in 't,particulier fonder dat van nooden fal weefen d.rar toe cenig coniènt te verfoeken ofte verwerven: ende lullen die; niet tc min de voorfz: Staaten ook extraordinaire vergaderen f allen tyden, ende foo dikwijs als door hoogdringende nood van de voorvallende faaken zyne G: en dc Raad voorfz. hen fullen roepen off verfchryven, of dat eenige Pro' vincien, één, of meer," vereenigde Landen verfoeken fullen denfelven Skaten verfchreeven te worden, denwclken dat niet geweygert en fal mop-.  ( 285 ) moogen worden, dies fullen als dan in de befchryvinge worden geïnfereert die pointen, waar op fy fullen hebben te advifeeren, ten waare de Provintien , die de befchryvinge verfoeken, verklaarden dat zy begeerden d'oorfaake van defelve befchryvinge fecreet gehouden worden , daar inne fy fal volftaan, fonder dat hem iemand fal excufeeren of dilayeeren te vinden ter plaatfen y of tot fuiken dage, als hem aangefchreeven ral worden, op poene dat by den geenen, die verfchynen fullen , evenwel geprocedeert fal worden tot lluitinge van 't geene, daar op zy verfchreeven fullen zyn, als by henlieden bevonden faj worden tot het gemeene befte van de geünieerde Provinciën ende Landen te dienen, ende het geene alfoo geflooicn fal weefen, fal moeten onderhouden worden ook by den geenen die niet gecompareert en fullen zyn, ten waare de faaken van grooten gewigte waaren, ende eenig uitftel mogten lyden, in welke gevalle men den geenen , die niet gecompareert en zyn, andermaal fal befchryven tot eenen anderen gelcegenen dage, op verbeuren van heurluyder ftemmen voor die reyfe, ende dat het geene by den prcfenten geflootcn word, fal hem obligeeren, ende van waarde zyn, niet tegcnftaande hun abfentie, behoudelyk nogtans dat die geene, die niet gegeleegen is te compareeren, haar opinien fullen moogen overichryven, om in 't collegeeren van dien daar op reguard genoomen te worden na behooren , wel verftaande dat deur de Vergaderinge van den Staaten van de voorfz: Provinciën , de geene die buiten haare Provinciën ofte Kmiten reyfen, foo op de befchryvinge van zyn G: ende  ( 286 ) de Raad voorfz:, als ook van de ordinarilfe Vergaderingen , befchryvingen, ende convocatien, die de Provintien malkanderen fullen doen, niet geprejudiciëert of verkort en fullen worden in haare privilegiën, off geregtigheeden, van buiten haare Provinciën ende limiten niet befchreeven of geconvoceert te moogen worden. 26. Ende foo veel aangaat die refidentie van zyne G:, ende den voorfz. Raad , defelve fal weefen in eenige van de voorfz. Provinciën, fonder tot feekere plaatfe gelimiteert te zyn, maar fal heurlieder Vergaderinge gehouden worden daar 't felve oirbaarlyxt fal zyn tot dienfte van de gemeene faake, ende funderlinge daar fulx tot directie van der oirloge meeft fal weefen gerequireert, ende den nood vereiffchen fal tot goede beleidinge ende directie van der faake, na discretie van zyne G: ende die van dert voorfz. Raade, ende fal zyne G: haar buiten den voorf: Lande niet mogen abfenteeren fonder confent van den Staaten. 27. Syne G: en de Raad Voorf: fullen tot onderhoud van goede correfpondentie gehouden zyrt eenige van denfelven Raade in competenten getaale te fenden als Gedeputeerden op de Frontierv.n, daar het beleyt van der oirloge ende anders fulx vereiffchen fal, denwelken magt ende autoriteit gegeeven fal worden, om op alles te verfien na den nood ende exigentie van de faaken, ende fullen die van den voorfz. Raade overal gefouriëert ende geaccomodeert worden foo na 't Logement van zyn G: als 't doenlyk weefen fal. 28. Ende fullen generalyk de voorfz. Raaden ende  ( 287 ) ende haare Gecommitteerden in alle voorvallende faaken goede correfpondentie houden, foo metten Provintien refpe&ive, als metten generaale en particuliere Overften, ende Officieren van den Leeger, ende Crygsvolke, om by onderlinge communicatie, forge, hulpe, ende toeregtinge, op alle nodigheeden van der oirlogen, foo wel den guarnifoenen als het leeger raakende , te mogen yoorfien , des fullen zyne G: en de Raad voorfz. in allen aanllaagen ende exploiden van der oirloge gebruiken volkoomen autoriteit by hem, of alfulke Veldoverften, ende Crygsraaden, als zy daar me fullen committeeren. 29. Die gagicn van den voorfz. Raaden fullen w;ee!en elx tot vyfftien hondert gulden 's jaars, die betaald fullen worden van dry maanden tot dry maanden , op welke ordinaris gagien de voorfz. Prefident ende Raaden gehouden fullen weefen eerlyken na uitwyfen van heurlieder refpective Ampten hen te draagen, ende elx te houden ten minften eenen dienaar , fonder te mogen reekenen eenige extraordinaris dag-gelden of andere onkoften ten lafte van den Lande uitgeiondert wagenhuure , fchuythuure , ende diergelyke reyskoften: ende foo wanneer eenige plaatfen in den voorfz. Raad van Staate lullen koomen] te vaceeren, 't zy by afiyvigheit van den Raade , of. anderfins, fullen andere tot Raaden in de plaatfe van dien gecommitteert worden by defelve Provincie daar uit de aflyvige of ander zyn geftelt geweeft. 30 De voorfz. Raad fullen beforgen dat den Trefaurier houden fal twee fuffifante Commifen tot zyn G: en de Raaden contentement, ende fal zyne  ( *38 ) ne gagie, foo voor hem felven , als de voos ik'. Commifen , ende de koften van den Trefaurier, "vveefen jaariyx vyff en twinting hondert Cdrolus Guldens, daar vooren hy als Raad meede gehouden fal weefen te befoigneeren : ende fal den Onfanger Generaal houden dry fuffifante Commifen, daar vooren hy refpondeeren fal, welken Ontfanger gehouden fal weefen 't zynen peryckel, in de plaatfe van den Trefaurier van der oirloge , de betaalinge van den Ruyteren ende Knegten te doen, foo wel te velde, als in guarnifoene, in dienft van den Lande weefende, ende daar beneffens twee fuffifante Gereken te houden tot directie van zyn Comtoir, die al den voorfz. Raad aangenaam fullen weefen, welken Ontfanger voor aller zynder Commifen ende Cierken dienften, boven wagenhuure, fchuytvragten, ende convoijen, eens die fomme van vier duifent guldens in 't jaar hebben fal , of foo veel meer , of mjn als zyne G: en de Raad voorfz. met hem fullen konnen accordeeren off overeenkoomen , dies fal hy van den honderften penning, die den Soldaaten afgetrokken word , moeten reekenen als van zynen anderen oirtfank , mitsgaders ook van 't' ryfen van de muntte, ende fal de voorf. Trefaurier ende Ontfanger Generaal, mitsgaders heure Commifen, gehouden weefen hen te reguleert:n volgende de Inftrucuen , die bv den voorfz. Raaden voor henlieden fal worden gemaakt, ende fullen de voorfz. Trefaurier ende Ontfanger Generaal moeten weefen van verfcheide Provinciën. 31. Syne G: ende Raad voorfz. word vorder geau-  i 289 > geautorifeert, tot heurlieder dienft, ende uitvoeren van heurlieder ampt als vooren , te committeeren, aan te neemen tot Secretarisfen, Fiscaalen, Provooften, Deurwaarders, Booden , ende andere Officieren , alfulken perfoonen, als zy tot den voorfz. Landen nut , bequaam, ende van noode bevinden fullen , alles op reedelyk tradement ende gagien , mitsgaders op alfulke particuliere Inftructien, als daar op by die van den voorf: Raade fullen worden gedresfeert. 32. Alle Brieven, Commisfien, ende andere Depefches van den voorfz. Raade, fullen worden uitgegeeven op den naame van zyne G: ende den Raad van Staate, onder de ' paraphüre, fignature , ende onderteekeninge als booven, ende voords onder het zeegel , off" cachet, refpective daar toe te ordonneeven, ende fal het zegel beruften onder den Prefident, ende van al het bezegelde fal goed regifter gehouden, ende van de regten van dien verantwoord worden van dry tot dry maanden by eenen van den Secretarisfen van den voorfz. Raade, daar toe te committeeren. 33. Svne G: ende den voorfz. Raad fullen belooven ende fweeren in handen van den Staaten voorn1, de voorfz. Provinciën gebouw ende getrouw te zyn > ende henluyden te reguleeren na den inhouden deefer Inftructie, ende daarenboven fullen de voorfz. Raaden by eede renunciëeren van alle particuliere correfpondentien, 't zy met Landen , ofte Steeden , particuliere off privaate perloonen , foo veel de gemeene faake aangaat , ende dat zy fonder _ aan te fien de Provinciën, of Steeden , daar uit zy geboo- L DhEL. T ren  ( 29o ) ren of gekooren zyn, of het fingulier profyt derfelvêr, van hem felven, of van iemand anders, alleen voor oogen fullen hebben het welvaaren van de gemeene Landen ende gemeene faaken , dat zy ook niet en fullen ontdekken of reveleeren die communicatien , deliberatien , of refolutien, die behooren fecreet gehouden te worden , nogte ook iemand ten dienfte ftaan , of van iemand te neemen, of ontfangen , eenige penfioenen , giften , of prefenten , mitsgaders ook , dat zy directelyk off indireftelyk niet en fullen hebben portie, part, of deel, in 't klyn of groot, in eenige pagten van Convoyen, Importen , of andere gemeene Middelen , nogte ook m eenige leeveringe van kruyt, fcherp, gefchut, waapenen, kooren , bootcr , kaas, ende ammunitie van oorloge, tot behoeff van de gemeene faake, ende voorts dat zy alle doen fullen dat goede ende getrouwe Raaden van Staate fchuldig zyn te doen , alles op poene van infamie ende meyneedigheidt, ende op alfulke vordere poenen, als na Regten daar toe ftaan. 34. Ende ingevalle eenige duifterheeden off twyffelagtigheeden in deefe Inftruclie bevonden mogten worden , of ook dat defelve in eenige pointen foude moogen requireeren eenige veranderinge , fal daar op by den voorfz. Staaten, na voorgaande befchryvinge, alfulke Refolutie worden genoomen, als den dienft van den Lande fal vereisfchen : ende fal niet te min middelertyd deefe Inftruclie worden agtervolgt. Aldus gedaan, gearrefteert ende geflooten binnen der Steede van Delff by den Gedeputeerden van den Staaten van de voorfz. Provinciën van Bra-  ( 29i ) Brabant, Vlaanderen , Holland , Zeeland $ Utregt, Mechelen , ende Vriesland , op den ïviij Augufty Anno xvc vier en tagtig. (ende was onderteekent) Aersfens. C. CONCEPT van INSTRUCTIE voor de Vergadering van haaf Ho: Mo:. NierMnt fal moogen corhpafëeren in de voorfz. Vergadering, het zy als ordinaris of als exraordinaris Gedeputeerde, die fesfie heeft in eenige van de Generaliteits Collegien, of die bekleed is met eenig employ, politiq, of militair, uit welkers hoofde hy eed gedaan heeft, óf gehouden is te doen , aan de Generaliteit, of aan eehig Vafalheer , van de Generaliteit dependeerende: uitgefondert, dat AmbasfadeurS , extraordinaris Envoyez , en Plenipotentiarisfen of extraordinaris Gedeputeerden fonder caraóter > mitsgaders Gedeputeerden te velde , fullen moogen in dé Vergadering compareeren geduurende haar Commisfie, en langer niet, mits ten dien einde voorfien zynde van behoorlyke Credentiaalen, en geen fesfie hebbende in eenige Generaliteit^ Collegien , nog buiten de voorfz. qualiteiterl Ambasfadeur , extraordinaris Envöyé , Plenipotentiarisfen , of Gedeputeerde te velde , irt eed zynde van de Generaliteit 5 of van eenig Vafalheer. In de voorfz. Vergadering fal over geen faaken gedelibereert worden , als welke fpeéteereh tot de gemeene deliberatien , en difpofitie, van de gefaamentlyke Bondgenoötëfi vólgens de T 3 Ünië  ( 203 } Unie van Utregt en andere eenpaarige verdraagen tusfchen de Provinciën : fonder dat fal mogen in de voorf: Vergadering gedelibereert, of omvraag gedaan, v/orden óver andere faaken, van wat natuur fe fouden moogen weefen, immers, niet in weerwil van de Gedeputeerden van een eenige Provincie , veel min geconcludcert als met volkoome eenpaarigheid. In de faaken, welke geftelt zyn ter difpofitie van de voorfz. Vergadering by eenpaarige oversifte van de gefaamentlyke Provinciën, fullen de Gedeputeerden advifeeren, en helpen refolveeren, foo als fy fullen oordeelen volgens de Unie, en opgevolgde delatien, te behooren tot meefte dienft en feekcrheid van de Vereenigde Provinciën , mitsgaders tot onderhouding van vriendfchap en eenigheid onder defelve: fonder in deliberatien over fodanige faaken voor oogen te hebben , of te betragten, het particulier belang , en voordeel, van de één Provincie boven dat van de andere. En fal derhalven geen overneem ing , nog contradictie van conclulie, plaats hebben ontrent faaken, in het bovenftaand Articul begreepen, als welke de Bondgenooten verftaan alleen te moeten plaats hebben ontrent faaken , op welke niet kan gerefolveert worden volgens het negende Articul van de Unie als met gemeen advis en confent van de Provinciën. Wordende niet te min vrygelaaten aan de Gedeputeerden van de Provinciën, fodanige aanteekening te laaten doen in het Regifter, als fy fullen nodig agten tot haar verantwoording by de Heeren Staaten haar Committenten. In  ( 293 ) In de befoignes , en conferentien welke gedecerneert worden door de Vergadering tot het examineeren der voorkoomendc faaken , en qm by rapport de Vergadering te dienen van advis, lullen de Gedeputeerden fig draagen als Raaden, of Commisfarisfen, van de gefaamentlyke Bondgenooten , en dienvolgende ftemmen in fodanige befoignes, en conferentien, foo als zy op de gronden van de Unie j en van de Inftruclien, Reglementen, en ordres, door de gefaamentlyke Bondgenooten gearrefteert, mitsgaders van de Tradaaten en Alliantien, intercedeerende tusfchen den Staat en buitenlandfche Mogentheeden, m goeden gemoede fullen oordeel en te behooren, fonder gebonden te weefen aan eenige Provinciaale Laft, of Inftrudie, in het geeven van haar advis in fodanige befoignes en conferentien. De voorfz. Gedeputeerden fullen, met en nevens den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, neemen goed reguard ten einde dat de Landen en Vereenigde Provinciën , Steeden, en Leeden van dien , onderling, en m conformiteit van de Verbonden, tusfchen defelve gemaakt, en opgeregt, als meede dat defelve met de Gouverneurs, en Krygsoverften, derfelve, daar die zyn , mitsgaders defelve Gouverneurs en Krygsoverften onder den anderen, worden geftelt, en gehouden, in goede eendragt (a). a Sullen onderhouden alle Traclaaten en Alliancien, tusfchen de Vereenigde Landen, de Provinciën, Steeden, en Leeden van dien, gemaakt met ia) Jnftr: 21: van Staate Art: 3. T 3  ( 294 ) niet nabuurige Rycken, Landfchappen, cn Republiquen, en fullen ten felven einde, en tot avancement van de neeringen en trafycq deefer Landen , onderhouden goede correfpondentie, vriendfchap, en nabuurfchap, met de uithcemfche Prjncen , en Heeren , omleggende Koningryken, Republycquen, Landen, en Steeden , by de belle middelen , die zy daar toe fullen ordonneeren (a). En , nademaal de fecretesfe de ziel is van de Staats-deliberatien, en vooral van die, welke bnitenlandfche Mogentheeden raaken, fullen de Gedeputeerden ter Vergadering op haar eed gehouden 2yn, fecrect te houden alle faaken, welke uit haar natuur fecretesfe vereifchen, off welke de meerderheid van ftemmen van de Provinciën fal goedvinden dat gefecreteert fullen worden : fonder fodanige faaken te oopenbaaren, aan wie het ook foude mooge weefen , uitgefondert aan de Heeren Staaten haar refpective Committenten , off aan derfelvêr geautorifeerden tot de fecreete faaken. En om te beeter het fecreet te bewaaren, fullen de Gedeputeerden van de Vergadering tot de buitenlandfche faaken , foo wanneer faaken aan haar gecommuniceert worden, welke fonderlinge fecretesfe vereifchen, en welke zyn van 4ie natuur dat niet finaJyk daar op kan gerefolveert worden fonder voorgaande communicatie aan de Provinciën , vermoogen fodanige faaken direételyk te brengen tot kennis en deliberatie van de Provinciën, fonder vooraf daar van rapport te doen aan de Vergadering , of daar van ken- (g) lnftr. Ref: R: van St<, zo April 1Ó72.  1301 ) Bondgenooten gearrefteert op het ftuk van d« Patenten, welke hier gehouden word voor geïnfereert, en waar op wceder eed gedaan fal worden door alle de Gedeputeerden als voor deefe. De Vergadering fal, met en nevens den Raad van Staate, forg draagen, dat de Frontieren van den Staat in het gemeen met fuffifant garnifoen moogen zyn befet, en dat dc verdere militie, foo veel doenlyk, verdeelt, en gelegt, worde in de naafte en geleegenfte plaatfen ontrent defelve Frontieren, om te alle tyden in geval van fubite nood, foo binnen, als buytcn, by de hand te konnen weefen (a). De voorfz. Vergadering fal hebben dc fuperintendentie, bevel , en gefag , over alle faaken, raakende het ftuk der Zee, Admiraliteit, en Oorlog tc waater, mitsgaders de Middelen, daar toe gedeftineert: inneemende op alles de confideratien van de Collegien ter Admiraliteit, en ten dien einde befchryvende Gecommitteerden uit defelve, foo wanneer, en foo dikwyls, als het noodig weefen fal (/>). In het exerceeren van welke fuperintendentie, bevel, en gefag, de voorfz. Vergadering fal volgen de Inftructie, den 13 Aug: 1597 gearrefteert voor de Collegien ter Admiraliteit, voor foo veel defelve Inftruclie daar op applicabel is, en de verdere reglementen, en ordres, by de gefaamentlyke Bondgenooten gearrefteert op het ftuk van de Admiraliteit, neemende vooral goed reguard, dat (d) Inflr: Raad van St'. Art: 7. U>) Sie de In/tr' van de Collegien Ier Admiraliteit . 13 Aug: 1597 Art: 25 en 2Ö-  ( 302 ) dat de voorf: Collegien allefins naakoomen haai" Inftructie, en de voorf: Reglementen, en ordres? in het geen dat haar aangaat. En om efficafieufelyk te weeren de abuifen, welke in fwang gaan, foo ontrent den opheff der Middelen te waater, als ontrent de verdere faaken, zynde van de adminiftratie, en van het bewind , der Collegien ter Admiraliteit, fal de voorfz. Vergadering byfondcrlyk goed reguard neemen, en met der daad beletten, eerftelyk, dat geen Ampten, of bedieningen, van de Admiraliteit dependeerende, groot, nog kleyn, gegeeven worden aan kinderen, of aan andere perfoonen, welke in geen ftaat zyn om defelve Ampten, of bedieningen, in eigener perfoon waar te neemen: ten anderen, dat geene van de voorfz. Ampten, of bedieningen verkoft, of met penfioenen of andere uitkeeringen belaft, worden, of, in het generaal, dat eenig voordeel daar van genooten worde, als alleen by die geene, welke daar toe geregtigt zyn volgens Commisfie, en Inftruclie: en ten derde, dat de voorfz.Ampten, en bedieningen , perfoonlyk waargenoomen worden door de beampten felve, en door niemand anders, onder wat naam of pretext, het foude moogen weefen, en dat ten dien einde de beampten, van de Admiraliteit dependeerende, geene uitgefondert, houden haar vafte woonplaats, en gewoone refidentie, ter plaatfe, alwaar haar refpective Ampten, en bedieningen, moeten waargenoomen worden , en nergens elders: wordende de voorfz: Ampten, en bedieningen, by deefe verklaart incompatibel met eenige ftaatenj ampten, of bedieningen, welke in eeniger Wyfe fouden  ( 303 ) den beletten de voorfz. vafte en gewoone refi* dentie. En fal de Vergadering, het tegendeel van eenige der bovenftaande pointen bevindende, gehouden zyn fodanige beampten aanftonds te fuspendeeren van haar Ampten, en bedieningen, ea ordre te ftellen op de provilioneele waarneeming derfelve, fonder andere forme van proces als dat de Vergadering vooraf fal inneemen het berigt van den Advc. Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit, waar onder fodanige beampten reforteeren, en de beampten fommierlyk fal doen hooren door Coinmiffariflèn: mids doende, aanftonds na de fufpenfie, contendeeren tot catfatie door den Fiscaal van de Generaliteit (i), en door den Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit van het reftort als Gevoegde, en fendende het proces , in ftaat van wyfen gebragt weefende, aan een Hoff van Juftitie, om te formeeren een diclum van Sententie, welk onveranderlyk gevolgt, en op de naam van de Vergadering gepronuncieert fal worden (a). Saaken voorkoomende, waar over crimineelyk fou- (i) N'. Men weet naaulyx feedert 50 jaaren dat 'er een Fiscaal van de Generaliteit is. Maar voor die tyd is bf icer bekent in de Regirlers van haar Ho: LVIo: , en van de Raad van Staate. Men gebruikt jegenwoordig Adv'" vaa het Land ad cerias caufas: maar die hebben nog geduurige toefigt op de naakooming der Placaaten, Reglementen , Ordonn", Inftruétien, &c.: nog qualiteit om kennis te neemen, of te geeven, van de contraventien, en abuifen, of om eenige ordre daar ontrent te verfoeken. O) Sie deln/tr: van het Collegie Superintendent 22 April 1589-  C 304 ) fóude moeten geprocedecrt worden tegen eénigë van de Raaden ter Admiraliteit, of Minifters van de Collegien, en namelyk de Advocaaten Fiscaal, Secretarisfen , en Ontfangers Generaal, of ook tegen Commifen Generaal , en Equipagiemeefters, fal de Vergadering fodanige faaken ftellen in handen van den Fiscaal van de Generaliteit, en van de Fiscaal, of Procureur Gen', van de Provincie, Waar in het Collegie ter Admiraliteit refideert , tot welk de Raaden , Minifters , Commifen Generaal , of Equipagiemeefters, tegen welke foude moeten geprocedeert worden , behooren , ten einde om ter ordonnantie van het hoogfte Collegie van Juftitie aldaar fig tegen de voorfz. perfoonen te informeeren: defelve te dagvaarden voor het voorfz. Collegie van Juftitie : hunlieden te maaken haar proces : het felve te inftruceren , cn te brengen in ftaat van wyfen : en , foo de faak raakt eenige van de boven genoemde Minifters, Commifen Gen1, ofEquipagicm13, defelve voor het voorfz. hoogfte Collegie van Juftitie te vervolgen ten definitive (a). Maar, foo de faak raakt iemand van de Raaden , fal het proces , behoorlyk geïnftrueert zynde , gefonden worden door het Hoff, voor welk het geïnftrueert is, aan de Staaten van dé Provincie, uit welke de aangeklaagde Raad, of Raaden, in het Collegie gecommitteert zyrt welke aangenoomen hebben , en by het arrefteeren deefer Inftruclie aanneemen,'en bcloo- vcn, (a) Inftr' Raad van St' Art: 40, (b) Ibidem.  ( 305 ) Ven , het felve proces aldaar by de ordinaris' juftitie, of ordinaris dagelykfche Regter van de aangeklaagde, te lullen doen termineeren by finale decifie binnen de tyd van fes weeken na den ontfang. En lollen de Sententien, uit kragte van de dry bovenftaande Articulen te wyfen, aan geen Appel, nog Reformatie, fubjeét zyn, maar alleen aan Revifie, te weeten , wanneer ordinaris geprocedeert , en niet op confesfie regt gedaan is {a). Ontrent alle crimineele faaken , raakende de mindere Officianten, en bedienden , van de Collegien ter Admiraliteit 5 fal preventie plaats hebben tusfchen.de Fiscaal van de Generaliteit, en de. Fiscaal van het Collegie, waar onder de voorfz. mindere Officianten , en bedienden , reibrteeren : ten dien effect e , dat de preventie fal worden geïntroduc.eert door de refolutie, of ordre, van de Vergadering van Haar Ho: Aio:, om te in formeeren , en dat de Fiscaal van de Generaliteit, in cas van preventie, fal moeten procedéeren voor het voorfz. Collegie, en dat de Fiscaal van het Collegie fig fal mogen voegen ten procesfe, en, in dat geval, fal genieten de portie , aan hem volgens de Placaaten toekoomende in cas van pecunieele mulcten. De Ontfangers Generaal van de voorfz, Collegien in gebreeke blyvende van jaariyx , binnen behoorlyke tyd, te reekenen van haaren gehee'en ontfang, en adminiftratie, foo ordinaris, als extraordinaris, aan de Generaliteits Reekenkamer, fal de Veigadering, op de advertentie, (a) Ibidem, I. De Et. V  ( 3o6 ) tie, daar van door de Reekenkaamer gegeeven, de gebreekige Ontfangers Generaal daar toe houden by middel van parate executie. Ten welken einde de Staaten van de Provinciën, waar in de gebreekige Ontfangers Generaal refideeren, onwygerlyk fullen verleenen Acle van territoir. En om met het vereifcht effect de hand te konnen houden aan de faaken van de Admiraliteit , fal de Vergadering van haar Ho: Mo: bevorderen, en door alle bequaame middelen uitwerken dat de Raaden, en Magiftraaten van de Steeden, daar eenigen ontfang van Convoyen en Licenten is, prefteeren den Eed, geordonneert by Refolutie, of Acte, van den 23 October 1582, by welke de Convoijen en Licenten gemaakt zyn van Provinciale tot Generaliteits Middelen, en op heeden van nieuws gearrefteert; en fal fonder oogluiking doen procedéeren voorliet hoogfte Hoff van Juftitie van de Provincie, waar onder defelve reforteeren , door den Fiscaal van de Generaliteit, en door den Fiscaal, of Procureur Generaal, van de Provincie als Gevoegde , tegen de Raaden en Magiftraaten, v/elke fouden mogen in gebreeke blyven van het prefteeren van den voorfz. eed, of welke die fouden moogen overtreeden, als tegen perturlateurs van de gemeene rufte in conformiteit van de voorfz. Refolutie, of Acte \d). Gelyk de Vergadering meede ten felven einde de (S) Sic ook het Reces , geïnfereert in het Reg'. van Boll'. 14 Juni 1583. Art: 24.  ( 3C7 ) tfë Raadf h ter Admiraliteit, Advocaaten Fiscadj, Seeretarislen, en Commifen Generaal, by derfelvêr aanftëlling fal cicen bc'cbven onder folemneeJeri eede agtervolgens en in conformiteit van haar Ho: Mo: R efolutie van den Augufti 1687 i, lig niet te fullen reguleeren , of in eenige dee„ len obtempéreeren aan eenige beveelen , op„ politie, refiftentie , of andeifins wat het bok „ foude moogen weefen , die haar fouden mo3, gen worden gegeeven, of gedaan , by , of „ van .weegen de Heeren Staaten van eenige „ Provinciën , of de Magiftraaten van eenige „ Steeden , affondcrlyk , fonder Refolutie van „ Haar Ho: Mo-, of contrarie aan het Placaat 93 en Ordonnancie op den opheff der Middelen te waater: maar van die voorfz. beveelen, op3f politie , refiftentie, of wat het ook foude moo„ gen weefen , aanflonds kennisfe te fullen geej, ven aan haar Ho: Mo:, en dien onvermindert, „ en niet tegcnftaande de voorfz: beveelen, of ,, oppofitie, refiftentie, of andërfins, haar, voor „ foo veel in haar is , precifelyk te fullen ge„ draageri naa het voorfz. Placaat en Ordon- nantie , fonder eenige disfimulatie of conni„ ventie1'. . De voorfz. Vergadering fal, haa ingenoómë fchriftelyk berigt van de refpective Collegien ter Admiraliteit, en naa gehoude conferentie met Gecommitteerden' Uit de Generaliteits Reekenkaamer, refolveeren op de partyen , welke door defelve Kaamer in het opneemen der Reekehingen van de refpective Ontfangers Generaal van de voorfz. Collegien geroyeert, of met Loquaiurs V 2 be-  ( 3°8 ) befwaart zyn , foo als fal bevonden worden te behooren ten meeften diende van den Lande {a). Op gelyke wys fal de voorfz. Vergadering meede refolveeren op de Loquaturs van de Generaliteits Reekenkaamer op de liquidatien van de Provinciën weegens derfelvêr jaarlyxe betaalingen yan de Militie, en andere Laften, de Generaliteit rakende, en naamelyk, naa ingenoome fchriftelyk berigt van de Gedeputeerden van de refpective Provinciën tot het overleeveren en vervolgen der liquidatie , op welke de Loquaturs gemaakt zyn, en naa gehoude conferentie met Gecommitteerden uit de Raad van Staate, en Generaliteits Reekenkaamer (b). De voorfz. Vergadering fal den Raad van Staate, en andere Generaliteits Collegien, laaten by het volkoomen gebruik van haar refpective InftruSiien, fonder daar in te doen eenige verandering , of inbreuk, ofte gedoogen by iemand anders gedaan te worden : en fal insgeIyx gehouden zyn reguard te neemen , dat defelve Raad, en andere Generaliteits Collegien, haar Inftruclien wel naakoomen (c). De voorfz. Vergadering fal niet moogen verkoopen , vervreemden , nog belaften , eenig regt, of geregtigheeden, domynen, goederen, actiën, of crediten, toebehoorende aan de Generaliteit , en gemeene Unie , anders als naa voorgaande Petitie van den Raad van Staate, en (a) Sie Inftr: van de General" Reekenk'. 11 Jan: 1622. Art: 6. (b) Sie de bovengem* Inftruttie Art: 1. en 4. (c) Inftr. voor de Hollandfche Gedey ter General1. Art: 15.  C 309) en eenpaarig confent van de Provinciën, Staatsgewys daar op gedraagen (a). Gelyk fy meede niet fal vermoogen het inkoomen van eenige Comtoiren, generale, of particuliere , onder de Generaliteit gehoorende, te diverteeren , nog te belaften, met asfignatien, negotiatien, verpandingen, of eenige andere verbintenisfen, fonder voorgaande Petitie , en confent, als booven (b): Nog ook te verleenen eenige pasporten tot vrye uit- of invoer van eenige goederen, koopmanfchappen , meublen, of anderfins, van wat faaken het ook foude moogen zyn , uitgefondert alleen de ordinaris wynen volgens de Lyft, daar van beruftende ter Griffie, mitsgaders ook de meubelen van uitheemfche Minifters, en van die van haar trein, welke defelve tot haar commoditeit met fig voeren , voor uit fenden , off immediatelyk doen volgen (c). De voorfz. Vergadering fal alle penningen, en voorbaaten, de Generaliteit van buiten toekoomende uit kragte van Tracfaaten, Alliantien, fubfidien , met vreemde Princen , of Republiquen, gecontracleert , laaten koomen tot voordeel van de gemeene Unie in handen van den Ontfanger Generaal, en ter dispofitie van den Raad van Staate: fonder dat de Vergadering fal moogen daar van disponeeren, of eenige betaaling daar uit doen, als alleen op ordonne van den Raad van Staate (cl). , t-\ De ia) Defelve Inftr' Art: 5. (b) Defelve Inftr' Art: ö. ic) Defelve Inftr' Art: 7. («0 Defelve lnflr' Art: 8. V 3  ( 3»® ) De voofz. Vergadering fal ganfeh geene jurrsr dictie aan haar neemen, nog die exerceeren, het zy by haar felve, of by commisfie, of delegatie, over procelfen, en faaken, welke fouden moogen voorkoomen tusfchen eenige partyen contendenten, woonende binnen dc geünieerde Provinciën: maar fal fodanige piocelfen, en faaken , foo veel de Generaliteit konnen aangaan, laaten, of renvoyeeren, aan den Raad van Staate, pf aan de Collegien ter Admiraliteit, naa de natuure en geleegentheid der faaken (a). Belangende het revidecren der Sententien, uit naam van de Generaliteit geweefen in het uiterfté reffoit, fal de Vergadering volgen het geen, dat daar ontrent vaftgeflelt ie by de Inftruéhen, Of by opgevolgde nadere Refolutien , met eenpaarige bewilliging van de Provinciën gearrefteert , en genoomen. De voorfz. Vergadering fal haar niet aannee-men, by autoriteit te furcheeren, of te fuspendeeren, de executie van eenige Sententien, het zy in het civil, of' in het crimineel , geweefen by * tti'ge Collegien , en Regters, van Geneialiteits•^eegé> Maar fullen defelve Collegien, en Regters, moogen yoortvaaren met de executie van haar Sententien, niet tegenftaande de voorfz. furceantie, of ge'mtenteerde fufpenfie: uitgefondert, wanneer pardon verfogt word yan delicten, begaan tegen de Generaliteit. Des fal geen verfoeit prh paroon moogen aangenoomen worden, als in ■eapitaale delicten, nog het felve moogen verleent • "w " • ~ -": ' wor- Mj Defelve Infif Art: 9,  ( 3» ) Worden als met comnvtthnus aan de Regter, tot wiens judicature het delict in het uiterlte resfort fpecteert (a). De Vergadering fal geen refignatien, of overdragten, van eenige Ampten, of bedieningen, moogen toeftaan, nog felfs moogen aanneemen de afftand van Ampten, en bedieningen, welke purelyk, en fimpelyk afgeftaan worden , fonder dat de geen, welke zyn Ampt, of bedieninge, afftaat, verklaard op zyn gedaanen eed by de Requefte, waar by hy zyn ontflaagmg verfoekt, dat hy niets ggnooten , nog bedongen heeft, nog in eeniger maniere genieten fal, voor, of ter occafie van, het afftaan, en verlaaten, van zyn Ampt, of bediening: boven en behalven den eed van fuivering, te prefteeren door den geene, welke daar meede voorfien word: en fonder dat fal konnen gedisponeert worden van een afgeftaan Ampt, of bediening, als de vyftiende dag naa dat de aftand aangenoomen is yb). Ook fal de Vergadering geen nieuwe Ampten mogen creëren, nog verhoogen de tractcmenten, wedden, en emolumenten, tot de Ampten ftaande, nog felfs accordeeren merkelyke vereeringen , het zy aan uitlanders, oll aan ingefeetenen van den Staat, waar door de ftaat van oorlog, of de Generaliteits Middelen, cnlnkomften , fouden worden befwaart, of vermindert, fonder voorgaande Refolutie en confent van de gefaamentlyke Provinciën: nog ook toeftaan eenige exorbitante defroijementen, of furrogatien van an- dc- 'a) Defelve Inftr' Art: ir. tb) Sie defelve Inftr' Art: 16. V 4  ( 312 ) dere perfoonen in verftorve tra&ementen of penfioenen ia). En nademaal de particuliere correfpondentien, en kuiperyen, onder de Regenten over de beftelhng der Ampten , Commisfien, en andere voordeden, dependeerende van de Regeering, ten uiterfte nadeelig, jaa ruïneus, zyn voor het gemeene beft, fullen de Heeren in de voorf: Vergadering gedeputeert, by een fpecialen eed, boven de generaalen eed op deefe Inftruclie, belooven, fig te fullen onthouden van alle correspondenten , en overeenkomften , met haar meede-gedeputeerden ter Vergadering, of met eenige van dien, of met wie het anders foude moogen weefen , over de begeeving der Ampten , Commisfien, en andere beneficiën , dependeerende van de Vergadering, by weege van verdeeling, of op eenige andere wyfe: onverkort nogtans de tourbeurten, feedert een geruime tyd van jaaren vaftgeftelt, en gepraclifeert , tusfchen de Provinciën ontrent feekere Commisfien, en ontrent eenige kleine Ampten [b . Suilen insgelyx geen deel moogen hebben in eenige waaren, of koopmanfchappen , welke aan 't Land worden verkoft, of geleevert, nog ook in .eenige verpagting van de Generaliteits Middelen, veel min moogen koopen eenige Ordonnantiën ten Me van de Generaliteit, of van de particuliere Provinciën, of in defelve Ordonnantiën participeeren, alles direclelyk nog indireclelyk {c). Sul- (a) Sic het felve Art: (J>) Sie Ref"' Se- Gen'. 30 Jan', en 10 Febr. 1663. v?) Sie Inftr. voor de Hollandfche Gedep'-: Art: 17,  ( 313 ) Sullen genieten fodanig traótement, of daggeld,, ten lafte van de refpective Provinciën elx Committenten , als de refpective Provinciën fullen goedvinden: en, reifende in commisfie, fullen fy fig precilëlyk reguleeren naa het Reglement op die binnenlandïche deputatien, gearrefteert , of nog te arrefteeren: fonder daar buiten te gaan, of te moogen aan malkander toevoegen eenige byflaagen , of vereeringen, in eeniger manieren (a). Sullen eed doen op het Placaat van den 10 Decemb: 1715 tegen de corruptien, in conformiteit van het felve, en fig precilëlyk daar naa reguleeren, gelyk meede na alle de Placaaten, Reglementen , Refolutien, en ordres, welke gearrefteert zyn, of hier naa gearrefteert fullen worden, by eenpaarige bewilliging, en goedvinden van de gefaamentlyke Provinciën. Alles by provifie, en Onverkort de verdere laft, en Inftruótie, welke de Bondgenooten fouden moogen t'eeniger tyd goedvinden by nadere deliberatie te geeven aan de voorfz. Vergadering, gelyk meede onverkort de particuliere laft en Inftructie van de refpective Provinciën voor de Heeren derfelvêr Gedeputeerden ter Vergadering, voor foo veel die particuliere laft en Inftructie niet ftryd met deefe gemeene Inftruótie, als welke de gefaamentlyke Bondgenooten by deefe eenftemmelyk verftaan, willen, en ordonneeren, dat in alle haar deelen onverbreekelyk fal nagekoomen en agtervolgt worden door de voorfz: Vergadering, en door alle en een iegelyk van de Heeren, daar in (a) Sie de bovenftaande Inftr' Art: 18.  ( 3i4 ) ih gedeputeert, hét felve by deefe elk aan de haare wel ernftelyk, en onweederroepelyk, beveelende uit kragte van haar Souverain gefag. De gefaamentlyke Bondgenooten behouden aan fig het regt, en de magt, om deefe Inftruótie te interpieteeren, en te expliceeren, in geval van duifterheid: en om daar by en af te doen, foo als zy met gemeen advis fullen vinden te behooren voor de meefte feekerheid, welvaart, en eenigheid van de gefaamentlyke Provinciën , en van de Leeden van dien.