ONTWERP P VAN c//1/ STAATSREGELING VOOR HET BATAAFSCHE VOLK, DOOR DE CONSTITUEERENDE VERGADERING TER GOEDKEURING OF AFKEURING AAN HETZELVE V01.K VOORGEDRAGEN. TE DORDRECHT, Ter Drukkerij van BLUS SÉ & CO MP.   < lil > GEtriCHEin. FRTHEW. BR0EDÊRSCW1P. PROCLAMATIE. De Conjlitueerende Vergadering, reprefenttertnde het Bataaffche Volk, aan hetzelve Folk. Bataven! D eze naam, welke u uwen oorlprong herinnert uit dat adoud Volk van helden, hetgeen, reeds in Europa's kindsheid, wist vrij te zijn, en zijne vrijheid tegen de tirannen te verdedigen; deze naam, welke het verlichte menschdom. met vermaak doet denken aan eene Natie, die, door alle eeuwen heen, haare vrijheid-zucht , haare dapperheid , en haare deugd deed uitblinken; deze naam alleen is genoeg, om uw gevoel van eigen waarde tot die edele hoogte optevoeren, waarop een Volk moet geplaatst zijn, wanneer het zijne oppermagtige regten ten vollen gaat uitoefenen. Eeuwen van barbaarschheid en geweldenarij hadden u verdrongen uit het dierbaar bezit uwer vrijheid, uwer onafhanglijke opperrrogt,en van den u verfchuldigden rang onder de Souverrine Volken der waereld. Dit llaavenjuk eindelijk rnocdc , zwoert g'j Philips van Spanjen af, en wildet eene republikeinlche Conltimtie. Men gaf 'er u de fchaduw van, en de Graaflijke Keetenen, met een weinig verguldfel van vrijheid belegd, gingen over in de handen van listige Stadhouders en rcgeerzuclnige Gedichten , die u dezelven bcurtüngs om de lendenen fineerden. Na een verloop van twee eeuwen,*liep dit rijk van Aristocratie en Despatismus ten einde: —■ de banieren der Franfche Vrijheid drongen door tot aan de uitgangen van den Rhijn. Uwe keetenen vielen af; gij ademdet in de zalige lucht der Vrijheid. — Dtm, naauwlijks waren uwe eertle verrukkingen daarover voorbij, of een nieuw onweder van flaatsrampen pakte zig boven uwe hoofden te zamen. De helfche [taalkunde der Britten , in zsnaenzweerwig met de * a. beersch-  < IV > heerschzucht en de verdeelde belangen van eenige weinige ontaarde Patriotten, vergiftigde uwe heilrijke Revolutie van '795, onthieldt u, drie jaaren lang, de fchoone vruchten, die gij 'er van hadt moeten plukken , hragt uwe Republiek tot eenen ftaar van volkomen verlamming, deedt haar aanzien bij alte de Vorken tot in het niet wegzinken, en bereidde de zekerde maatregelen , om u weldra in denzelfden itaat_, welken gij verlaten hadt, terug te brengen, ofwel de prooi te doen worden van eene onherftelbaare verwoesting. Dan, uw Befchermgeest waakte over den vaderlandfchen grond, en boezemde aan uwe getrouw gebleven Vertegenwoordigers dien republikcinfchen moed in, waarvan de groote gebeurtenisién, op en na den 22 January 1. 1., de onmiddelijke uitvloeifels zijn geweest, en waarvan het Bataafiche Volk, reeds nu, de gezegende vruchten plukt; gebeordtenisfen, toegejuiclit d ^or geheel Europa, door onzen getrouwen en groocen Bondgenoot, ja door 11 zclven, waardige Bataven. 'Er «-as reeds veel gedaan, maar nog meer bleef 'er te yerrigtcn overig. De Zegepraal van 22 January 1. I. kon n uit een doodliik pevaar redden; zij moest 11 uwen irocd, uwe vrijhei i wedergeven; maar, zij kan u die vrijheid, en Inet geluk, daaruit geboren, niet duurzaam verzekeren, zonder de invoering eener vaste orde van zaken, door eene wijze, democratisch-rtpnblikcinfche Conftimtie gevestigd. Was men toen op zijne laureti gaan fi.ipeu, weldra zouden uwe Vijanden, die voor het oogenblik door den (lag bedwelmd nederlagen, liet misdaadig hoofd opgedoken, den Burger-oorlog geörganilèerd . met de partij der Anglomanen zaamgefpannen, en u gedompeld hebben in eenen toeftand, erger nog, dan dien, waarin gij u voor dezen bevondt. Maar, zo zij immer deze fcbandelijke hoop een oogenblik durfden koesteren, dat zij dezelve thands voor eeuwig opgeven, Uwe Vertegenwoordigers, terwijl zij de eene hand nog houden uitgeftrekt, om de tegenfireevers van uw geluk te beteugelen, bieden U op dit oogenblik, met de andere hand, een Ontweip van Staatsregeling aan, hetgeen zij gefchikt achten, om de Bataaffche Republiek, door eene Staatsforra, die onder den onmiddelijken hcilvollen invloed des Volks flaat, vrijheid, rust, en welvaren naar binnen, onafhanglijkheid, magt, aanzien en luister naar buiien, in eene grooter maate te bezorgen, dan dezelve tot hier toe immer genoten heeft; eene Staatsregeling, gebouwd op die groute beginfelen, welken Gijl. zeiven na den 25 January ia  < v > in zoo grootevi getale verklaard licbt santekleeven, en met goed en bloed te willen verdedigen. Thands, oppermagtige, vrije Bataven! thands treedt gij volkomen terug in de uitöefening uwer onvervreemdbaar en onverdeelbaare regten. Gij gaat uitfpraak doen over uw eigen en uwer Kinderen toekomftig lot. Gij gaat aan uwe Bondgenooten, aan het geheel op U ftaar.nd Europa, het zeldzaam en fchitteicndst voorbeeld geven van een Volk, dat, door zijne onoverwinlijke Vrijheid-liefde, allen tegenftand van vcreeuwde tirannij en heerschzucht weet te ver. nictigen, en zig vrij te maaken, niet alleen, maar dat tevens, door zijne wijsheid, door zijne zagtheid van aard, en deugdzame beginfelen, dien grooten ftap weet te doen, zonder zig te bezoedelen met de ijslijkheden cener bloedftorting, noch met de ongeregeldheden eener burgerlijke beroerte. . Bataven ! wijs en voo'zigtig in het oordeelen, beminnaars van orde, ondergefchikt aan de wet in uwe handelingen, en bezield met het volle gevoel uwer eigen waarde, wanneer gij in uwe verhevene oppermast bellist over de Staatsregeling, over het lot uwer Republiek, zult gij ook zonder onze herinnering, vóór, op, en na den 23 April eerstkomende, doen zien, dat gij waardig en in ftaat zijt, om uwe oppermagt volkomen uitteöefeneu, om uw Vaderland door uwe bedisfende ftem gelukkig en viij te maaken, en om de laatrte misdaadige hoop dier ellendigen, die zig nog altijd met eene inftorting van het tegenwoordig Staatsgebouw hebben durven vleiè'n, op éénmaal voor altijd te veriedelen. Laat dan, Bataven ! uwe oppermagtige uitfpraak, Op dien dag, grootsch, eenparig, geregeld, de vrucht van een welberaden overleg, door warme vaderlandsliefde ingeboezemd, en den Zoonen der aêloude brave Batavieren volkomen waardig zijn 1 — Laat de dag van 23 April het heil van den 22 Januarlj laatstleden voltooijen, uwen roem bij de Volken vereeuwigen, en uw toekomftig geluk, nevens dat uwer Kinderen, verzekeren! Schaart U, als een éénig Man, hand aan hand, rondom het Altaar des Vaderlands, en zweert, op het Wetboek der Conftitutie, aan hetzelve eeuwige verkleefdheid, onveranderlijke trouw ! —■ En Gij, brave Krijgslieden, zoo ter Zee, als te Lande, achtbaar gedeelte der Bataaffche Burgeren, die getoond hebt, door uw gedrag op en na den 22 Januari] laatstleden, dat gij de éicrbaaie Vrijheid, voor welker, verdediging gij de waapenea * 3 draait,  -:( vi draagt, in uwe eigen harten voedt en bemindt: gij, die tor hier toe, niet alommc, in de gelegenheid gefield waart, om medetewerken, zoo meenigmaal de Bataaffche Burgerfchaar de volheid ziincr Volksregten uitoefende, treedt gij ook terug in den kiing, waaruit gij te lang verdrongen zijt geweest; verbroedert U met uwe Medeburgeren, roegt uwe Hemmen bij de hunnen, en betoont, dat gij, als egte Vrijheids-zoonen, de getrouwe aankleevers, zoowel als de heldhaftige verdedigers der Republiek zijt, en blijven zult. Ter bereiking van deze heilzaame en voor het Vaderland zoo belangrijke oogmerken, hebben wij, Bataaffche Medeburgers! nodig geoordeeld, voorlopig vastteftellen, en aan UI. bij dezen bekend te maaken, dat het door ons aangenomen Ontwerp van Staatsregeling, in genoegzaatnen aantal van Exemplaaren, gelijktijdig, door de geheele Republiek verfprcid, alornme voor iedereen verkrijgbaar gemaakt, en op den vijftienden dag na deszelfs diftributie, zullende zijn ^Maandag den 23 April eerstkomende, door het geheele Bataaffche Volk in de Grond-Vergaderingen zal worden beftemd, en met Ja of Neen goed- of afgekeurd, hebbende wij, al verder, ten einde aan onze welmeenende bedoeling in dezen met zekerheid alornme worde voldaan, goedgevonden , ten aanzien der flembcvoegdheid, der (lemming zelve, en van den uitflag derzelve, vastteftellen en te decreteeren de Reglementaire Schikkingen , die reeds aan UI. bij openbaare afkondiging zijn bekend geworden. Aldus gedaan en gearrefteerd ter bovengemelde Vergadering, in den Hage den 23 Maart 1798, het vierde jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) H. QUE.SNI-X Vt. (Onder ftond; Ter ordonnantie van dezelve, (Wai geteék'ènd) ADs PLOOS van AMSTEBs IN-  WÉ INHOUD. BL 1, ALGËMEENE BEGINSELEN DER STAATSREGELING. E II. ACTE van STAATSREGELING. T I T U L b van de verdeeling der rei'ubliek - - - » - II T 1 T U L II. van de uitoefening van het stemvermogen der. burgeren , in grond en oistricts-veugad. eerste afd, Fan de Slem-Bevoegdheid der Burgeren. 18 Tweede afd. Fan de Grond- enDij}rièls-t/ergaderingen. 15 r I T U L III van de vertegenwoorimgfnde hoogste magt. eerste afd. Fan het Fertegtrnv. Ligchaam in '/ gemeen X? Tweede afd. Fan de vorming des 1 ertegenv/oordigen- den Ligchaams in twee Ka ners ------ 2S berde afd. Fan de Raaapieeging des Feri. Ligchaams 23 vierde afd Fan de Frijwaaring der Leden van het Fertegenivoord'gend Ligchaam ------ 24. T I T U L IV. van het uitvoerend bewind ------ 2(5 T 1 T U L V. van de departementaale en gemeente-bestuuren. eerste afd. Algemeene Bcpaalingen ----- 34. tweede afd Van de Dtpartementaale Beftuuren - - 35 derde afd. Fan de Gemeenle-Defluuren. ----- 40 T I T U L VI. van de financien. eerste af d. Algemeene Bepalingen omtrend het Finan- tie-wezen der Republiek - -.---«-41 tweede afd. Fan de Begrootingen der Staats-üitgayen 45 derde afd. Fan de C-jmmisfarisfen der Nat. Treforie 46 vierde afd. Fan de Commisfarisfen der Nat. Reekening 49 T I T U L VII. van de bu1tenlandsche bezittingen en colonien der republiek, en van derzelver bestuur hier te lande -"50 T I T U L VIII. van de regterlijke MAGT. eerste Afd, Algemeene Bepaalingen ----- 54 tweede afd. Fan de Frederegiers, en derzelver Bijz'v.lers , — van de Burgerlijke liegtbanken , ~ van & Departementaal* Geregtshoycn, —« van de Fier-  vin INHOUD. Fierfchaar over ie misdrijven der Regters, — van liet Hoog Nationaal Geregtshof, en van de Regtsfleeging over het folk van Oorlog - - - Bladz. 55 T I T U L IX. van den staatkundigen invloed des volks op de staatsregeling --------- 60 III. reglementen, behoorende tot DE acte van staatsregeling. reglement, letter a, bchoorende tot titul II. eerste afd. Over de wijze van Stemming in de Grondvergaderingen .-.--------61 tweede afd. Fan de Kiezers ter DijlriSs-Fergadeiing 64 reglement, letter B, behoorende tot titul III. eerste afd. Fan de vervulling der jaarlijks openvallende Plaatfen inlietFerlegenwoordigendLigchaam 66 tweede afd. Fan de verplaatjing van het Fert. Ligchaam 68 derde afd. Fan de form van Raadpleeging, .en de Formulieren, daarbij in acht te nemen. - - - 69 reglement, letter C, belioorende tot titul IV. Van de wijze van aftreding en verkiezing der Leden van het Uitvoerend Bewind, het Foorzilterfchap, de wijze van raadpleeging, den post van Secretaris, en het Formulier wegens de afkondiging en het terugzenden van Wetten - -- --- --72 reglement, letter D, behoorende tot titul VI. eerste afd. Fan de Begrootingen der Staats-Uitgaven 76 tweede afd. Fan de Commisfarisfen der Nationaale Treforie en Nationaale Reekening ----- 76 reglement, letter e, behoorende tot titul IX. Van de wijze van Herziening der Staatsregeling - - 73 IV. additioneele artikelen tot de acte van staatsregeling. Van het betaalen der TraSlamenten van de Predikanten der voormaals Heerfchende Kerk, — de Penjioenen van derzelver Emeriti en Weduwen, — de Nationaalverklaaring der Geestlijke Goederen, — de verdeeling van Kerk-Gebouwen en Pastorij-Huizen, — de Foortduuring der openbaare inrigtingen van Onderwijs, — de verbetering van Woeste Gronden, en van. zommige thans onbruikbaare Rivieren , ter bevordering van Landbouw en Koophandel, — en elt voorliuuring der Administratieve:Bejluuren - 84 STAATS-  STAATSREGELING VOOR HET BATAAFSCHE VOLK. Het Bataaffche Volk, zig vormende tot eenen ondeefbaaren Staat, en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle Regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlijke en geheiligde regtcn van den Mensch in maatfehappij, verklaart de navolgende (tellingen als den wettigen gronddag, waarop Het zijne Staatsregeling vestigt, en als zoo veele regels, waarnaar Het zijne burgerlijke en {taalkundige betrekkingen wil hebben gewijzigd. ALGEMEENE BEGINSELEN. Art. I. Het oogmerk der raaatfchappijlijke vereeniging is beveiliging van perfoon, leven, eer en goederen, en be* fchaaving van verdand en zeden. II. Het Maatfchappijlijk Verdrag wijzigt, noch beperkt, de natuurlijke regten van den Mensch, dan in zoo verrJe zulks, ter bereikmge van dat oogmerk, noodzaaklijk is. III. Alle Leden der Maatfehappij hebben, zonder ondei'fcheiding van geboorte, bezitting, dand, of rang, eene gelijke aanfpraak op derzelver voordeden. IV. Ieder Burger is volkomen yry, om te befchikken over zijne Goederen, Inkoniden, en de vruchten van zijn vernuft en aibeid, en voords, om alles te doen, wat de regten van eenen anderen niet fchendt. V. De Wet is de wil van het geheele maatfchappijlijk Ligchaam, uitgedrukt door de meerderheid, of der Burge«fl5 ot van derzelver Vertegenwoordigers. Zij is, het zij A be'  3 BUR0ERL1JKE EN STAATKUNDIGE befcheimende, of ■ïrraffënde, gelijk voor allen. Zij ftrekt zig alleen uit tot daaden, nimmer tot gevoelens. Xiïes-, wat overeenkomt met de onvervreemdbaare regten van den Mensch in M atfehappij, kan door geene Wet verboden worden. Zij bevtelt, noch laat toe, het geen daarmede ftrijdig is. VI. Alle de pligten van den Mensch in Maatfehappij hebben hunnes gronddag in deze heilige Wet: Doe eenen an. lieren niet, hetgeen gij niet wenscht dat aan u gefchiede. — Doe aan anderen, ten allen tijde, zoo veel goeds, als gij, in gelijke omfiandigheden, van hun zoudt v/enfehen te ontvangen. VII. Niemand is een goed Burger, dan die de huislijke pljgten, in den osderfcheiden fland, waarin bij moge gelteld zijn, zorgvuldiglijk uitoefent, en voords.in aile opzigten, aan zijne maatfchappijlijke betrekkingen voldoet. VIII. De eerbiedige erkendtenis van een Albeftuurend Opperwezen vcritefkt de banden der maatfehappij, en blijft lederen Burger ten duürllen aanbevolen. BURGERLIJKE en STAATKUNDIGE GRONDREGELS. YX. Het Oppergezag is het regt der gantfche Maatfchap. pij over elk harer Leden, over- het grondgebied, dat zij beflaan. en over alle voorwerpen, waarin hnnne belangen betrokken zjn. Herzelve is t!én, ondeelbaar, onvervreemdbaar. Geen Lid, geen gedeelte der Maatfehappij, kan zig hex Oppergezag aanmatigen. Hetzelve is de bron van alle «penbaare Magten. X. Het Bataaffche Volk, z!jne belangen in Persoon niet kunnende waarnemen, verkiest daartoe, bij onderlinge overeenkomst, eene geregelde Stastsform, en wel eene Folksregeering bij verttqenwoordiging. XI. Het vetkiest. ten dien-einde, ziine Vertegenwoordigers, die, in dcszelf» naam, voor de gemeenfchappelijke belangen wa»ken, en, ten allen tijde, aan hetzelve verantwoordliik zijn. XII. Aan deze Vertegenwoordigende Magt zijn alle be> WJndvoeruide Ligcbaamen ondergefchikt ea veiantwoordlijk.  GROND REGELS. s XIII. Ruiten de wettig aan gefielde Migtcn, kin geen Burger, nr.cli ook eenig gedeelte des Volks, eciiig open», baar gezag uitoefenen. Het is alleen in de Grond-Vergaderingen, dat alle Staatkundige Regten door de Burgeren wasden geoefend. XIV. Alle magt of gezag, door het Volk aan zijne Vertegenwoordigers verleend, is flechts bij volmagt. De uitoefening van het gezag wordt gewijzigd door de Staatsregeling. XV. Ambten en Bedieningen zijn lastgevingen der Maatfchappij voor eenen bepaalden tijd. Zij zijn noch erflijk, noch vervreemdbaar, noch bijzondere voorregten van hun dieze waarnemen. De keus van den eenen Burger, boven den ander, is alleenlijk gegrond op meerdere deugd en bekwaamheden. XVI. Ieder Burger mag zijne gevoelens uiten en verfprefden, op zodanige wijze, als hij goedvindt, des niet ilrijdig met het oogmerk der Maatfehappij. De vrijheid der Druk' pers is heilig, mits de Gefchriften met den naam van Uitgever, Drukker of Schrijver, voorzien zijn. Deze allen, zijn, ten allen tijde, aanfpraaklijk voor alle zodanige bedrijven, door middel der Drukpers, ten aanzien van afzonder, lijke Perlonen, of der gantfche Maatfehappij, begaan , die door de Wet als misdadig erkend zijn. XVII. Elk Ingezeten kan zig, bij Request, Addrès of met anderen Vóórdragt, vervoegen, bij zodanige Magten, waar hij zal geraaden oordeelen. Alle Vóórdragten zullen Peribonlijk, en niet gezamenlijk, gefchieden; ten zij door Ligcliaamen, wettig zaamgefteld, en als zodanigen erkend., en wel alsdan over onderwerpen, die tot derzelver erkende werkzaamheden behooren. XVIII. Ieder Burger heeft regt, om met zjne Medeburgers te vergaderen, ter onderlinge vóórlichting,ter opwekking van Vaderlandsliefde, en ter uaauwer verbindtcnis aan de Staatsregeling, zonder dat, uogthands, de Confiituthnetle Gezelfchappeti, als zodanigen, met elkandereu oves Suatszaken briefwisfeling houden, gefehreven aanklagteu omvangen, bij (temming befluiten, of, bij wijze van Corporatie, eenige openbaare daad zullen verrigten. XIX. Elk Burger heeft vrijheid, om God te dienen naar de. «vcnuijing van zijn hart. jje Maatfehappij veilcent, A a ten  4 BURGERLIJKE EN STAATKUNDIGE ten dezen opzigte, asn allen gelijke zekerheid en befclicrwitig, mids de openbaare orde, door de Wet gevestigd door hunnen uiterlijken eerdienst nimmer gelloord worde. ' XX. Geene Burgerlijke voordeelen, of nadeelen, zijn aan de belijdenis van eenig Keikhjk Leerdell'el gehecht. XXI. Elk Kerkgenootfclwp zorgt voor het onderhoud van zijnen Eerdienst, deszelfs Bedienaaren en Gedichten. XXII. De gemeenfchapJijke Godsdienst-oefening wordt verricht binnen de daar toe beftemue Gebouwen, en wel met ontfloten deuren. XXIII. Niemand zal met eenig orde's-kleed of teekcrT, van een Kerklijk Genootlchap, buiten zijn Kerkgebouw vcrfchijnen. XXIV. Alle eigenliik gezegde Heerlijke Regten en Tituls, waardoor aan een bijzonder Perfoon of Ligchaam zou worden toegekend eenig gezag omirend het Beduur van zaken in eemge Stad, Dorp of Plaats, of de aandelling van deze of geene Ambtenaaren binnen dezelve, worden, voor zoo verre die niet reeds met de daad zijn afgefchaft, bij de aanneming der Staatsregeling, zonder eemge fchaêvergoedmg, 'voor altijd vernietigd. XXV. Alle Tiend-, Chijr.s-, of Thijns-, Nakoops-, Afftcrviugs-, en Naastings-Regten, van welken aard, miusgaders alle andere Regten of Verpligtingen 5 hoe ook genoemd, uit het Leendelfel of Leenregt afkomftig, en die hunnen oorfprong niet hebben uit een wederzijdsch vrijwillig en wettig verdrag, worden, met alle de gevolgen van dien, als Ilrijdig met der Burgeren gelijkheid en vrijheid, voor altijd vervallen verklaard. liet Vertegenwoordigend Ligchaam zal, binnen agttien maanden, na deszelfs serjle zitting, bepaalen den voet en de wijze van afkoop van alle zoodanige regten en renten, welke als vruchten van wezenlijken eigendom kunnen beichouwd worden. Geene aanfpraak op pccuniëcle vergoeding, uit de vernietiging van gemelde Regten voortvloeiende, zal gelden, dan welke, binnen zes maanden na de aanneming der Staatsregeling, zal zijn ingeleverd. XXVI. Insgelijks wordt vernietigd het zoogenoemd Regt Van £xuè', met opzigt tot verhuifing, of verval van Erfenis-  : » • s s « b c I i a 5 i-.isién, binnen de Republiek. XXVII. Alle burgers hebben, ten allen tijde, het regt» om, met uitfluiting van anderen, op hunnen eigen, of gébruikten , grond te Jagen, te Vogelen en te Visfchen. . Het Vertegenwoordigend Ligchaam maaakt binnen zesMaanden na Deszelfs eerjte zitting, bij Reglement, de nodige bepaalingen, om, ten dezen opzigte, de openbaare Veiligheid en Eigendommen der Ingezetenen te verzekeren, en zorgt, dat noch de Visfcherijen bedorven, noch de Landgebruiker, bij eenige Wet of Beding, belet worde, allen Wild op zijnen gebruikten grond te vangen, noch ook, dat een ander daar op zal mogen Jagen of Visfchen, zonder zijne bewilliging? XXVIII. 'Er zal een Wetboek gemaakt worden, zoo wel van Burgerlijke, als van Lijfftraflijke wetten, te gelijk met de wijze van Regts-vordering, op groDden, door de Staatsregeling verzekerd, en algemeen voor de gantfche Republiek. °Deszelfs invoering zal zijn, uiterlijk binnen twts jaaren, na de invoering der Staatsregeling. XXIX. Niemand mag befchuldigd of in verzekering genomen worden, dan uit kracht der Wet, in de gevallen, en volgends de wijze, door Haar voorgefehreven. Niemand kan gevonnisd worden, dan na alvooier.s wettig te zijn geroepen, en alle de middelen van verdediging te hebbttl kunnen bezigen. die bij de Wet bepa ld zijn. Elk Burger, alzoo opgeroepen, of in verzekering wordende genomen, is verpligt te gehoorzaamen. XXX. Alle geftrengheid omtrend Gevangenen, buitere hetgeen de Wet bepaalt, gelijk mede alle willekeurig verwijl van derzelver teregtltclling, en van de uitvoering hunner (baf, is misdaadig. XXXI. Zj , die, buiten den Regter, in geval van noorizaakhikheid, gevat worden, zullen, uiterlijk'binnen vieren-iwintig uuren daarna, aan hunnen bevoegden Regter wordert overgebragr. XXXII- Allen, die in verzekering genomen worden, zullen, uiterlijk binnen één dag daarna, kennis ontvangen van de redenen hunner gevangenneming. XXXIII. In alle gevallen, waarin de Wet geene LijF» ftianen vordert, zal de Gevangene, onder vol*8r  BURGERLIJKE EN STAATKUNDIGE Borgtogt, ontflageti worden. . 1XXlV* NieJmand„ ka» > ^gen zijnen wil, worden af«ef ts^rjs^'dien de « XXXV. Nimmer zal 'er eene verbeurdverklaard der Goederen van eenig Ingezeten der Bataaffche Republiek I yk* bepaald*"' SeVal' bierander u«druk- Het Bataaffche Volk verklaart voor altijd, van het grond gebied der Republiek gebannen te zijn alle de openbaare Voorrtanders van het gewezen Stadhouderlijk Beduur binnen deze Republiek gewoond hebbende, en daaruit èeweken zederd den i Januari; 1795. s Het verklaart tevens, alle derzelver goederen en bezittingen, welke zullen blijken, op den 1 Januari! i7Q3 hun perfoonlijk eigendom te zijn geweest, vervallen aan dé Natte; zullende dezelven van haarent wege onder behoorlijke iequestratie gebragt, en ten behoeve der Republiek verkogt worden. ^ _ Het Vertegenwoordigend Ligchaam zorgt, dat de uitvoering dezer laaide wet, met betrekking tot agtergelateu ongelukkige Kinderen en Huisgezinnen, de onfchuld niet met en om den ichuldigen trefie. XXXVI. De Pijnbank wordt afgefchaft door de gantfche Republiek. 0 XXXVII. Alle Sententiën en Vonnisfen moeten in het apenhaar worden uitgefproken. XXXVIII. Er zal, door de gantfche Republiek, alleen ïegt worden gefproken in naam en van wege het Bataaffche Volk J XXXIX. Ieder Eurger is onfchendhaar in zijne Wooning. Zijns ondanks, mag men nimmer in dezelve treden, ten zij uit kracht van een order, bevél, of decreet van gijzeling eener daartoe bevoegde Magt. XL, Niemand kan van bet geringst gedeelte van zijn Eigendom, buiten zijne toedemming, berooid worden, dan alleen, wanneer de openbaare noodzaaklijkheid, door de Vertegenwoordigende Magi erkend, zulks vordert, en alleenlijk op voorwaarde eener billijke Ichacvergocding. XL£. De Wet zal geene andere ftraffen opleggen, daa «Ie, welke volftrejjt noodzaaklijk zij« voor de algemeene •te-  GRONDREGELS, 7 zekerheid. XL.Il. Ieder Burger heeft het onvervreemdbaar regt, ora eene fchriftlijke cu eigenhandig onderteekende aanklagt te doen tegen zoodanigen zijner Medeburgers, het zij Ambtelozen of Ambtenaars, Geconftituëerde Magten, of bijzondere Leden van dien, door welken hij oordeelt, dat de Wetten, het zij ten zijnen bijzondere nadeele, of ten nadeele der Maatfehappij, gefchonden ziin, aids bij zoodanige Magt, als in dezen bevoegd zal zijn, en overeenkomfüg de wijze, door de Burgerlijke Wet voorgefcheven. In geval van laster, zal hij onderworpen zijn aan de Itraffen, door de Wet ten dezen opzigte bepaald. XLIII. Het Bataaffche Volk wil eene Gewaapende Burgermagt, (de Nationaale Troepen daaronder begrepen) ter verdediging zijner vrijheid en onaf hanglijkheid, zoo naar binnen, als naar buiten. De regeling dezer Magt zal gefenieden door de Wet. XLIV. leder Bataafsch Burger is verpügt, tot dat einde, de Wapenen te dragen, en zig op de rol van Wapenvoerende Burger<-ii te cioen infehrijven. XLV. De Gewapende Magt is ten allen tijde een ondergefchikt Ligchaam. Zijkan, als zoodanig, nimmer raadplegen. XLVI. Geen gedeelte derzelve kan immer in werking komen, dan op fchriftclijken last eener Wettige Magt, op zoodanige wijze, als bij de Wet is uitgedrukt. XLVII. De Maatfehappij, bedoelende in alles de welvaart van alle haare Leden, verlchaft arbeid aan den nijveren , onderfland aan den Onvermoogenden. Moedwillige lediggangers hebben daarop geene aanfpraak. üe Maatfehappij vordert de volftrekte weering van alle Bédelarij. XLVIH. Het Vertegenwoordigend Ligchaam regelt, binnen zes maanden na deszelfs eerfte zitting, bij eene uitdruklijke Wet, het Armen Beltuur over de geheele Republiek. Deze Wet bepaalt de algemeene vooiichriften en plaatslijke befchikkingen, hiertoe vereischt. XLIX. 'Er zal gezorgd worden voor de opvoeding van vetworpen Kinders. L. De Maatfehappij ontvangt alle Vreemdelingen, tUs de wcldaade» der vrijheid vreedzaam vvenichen te genieten, in A 4 ba»?  S BURGERLIJKE RN STAATKUNDIGE haar midden, vcrleenende dehzelven alle zektrireid en Ieïcherroing. LI. Zij moedigt alle Konstenaats en Handwerkslieden aan, en wil de fpoedigfte en krachtdaadigfte inrigtin"en, waardoor de bloei van alle Inlandfche Fabrieken en Trafieken, Koophandel, Zeevaart en Visfcherijen, en daardoor van Ambagten, Neeringen en Handteeringen, bijzonderlijk de Handel met de buitenlandfcbe Bezittingen en Coloniën van den Staat, zal worden bevorderd, LH. Van de aanneming der Conftitiitie af, zal 'er aan den doorvoer, koop en verkoop, van alle voordbrengfeien van den vaderlandfchen grond, gelijk mede van alle goederen, binnen deze Republiek bewerkt of vervaardigd, door en in alle Departementen en Plaatfen, geenerlei belemmering, boe ook genoemd, worden toegebragt. LUI. Bij de aanneming der Staatsregeling, worden vervallen verklaard alle Gilden, Corporariën of Broedeifcbappen van Neeringen, Ambagten, of Fabrieken. Ook beeft ieder Burger, in welke Plaats woonachtig het reet, om zoodanige Fabriek of Trafiek opterigten, af zoodanig eerlijk bedrijf aantevangen, als hij verkiezen zal. Het Vertegenwoordigend Ligchaam zorgt, dat de goede* orde, het gemak en gerief der Ingezetenen, ten dezen onzigte, worden verzekerd. LIV. De Blaatfchappij beveelt, insgelijks, de meeste bevordering van den Landbouw, en deszelfs bloei, bijzonderlijk ten aanzien der nog ledige en woeste gronden,door de gamfche Republiek. _ LV. Alle openbaare Inrigtingen ter bevordering of Itaaving van bet openbaar crediet, inzonderheid alle Wisfelban. ken, worden aangemerkt als aizondeilijke bemoeijingen dei daarbij onmiddelijk belang hebbende Burgers. De openbaare Magt oefent daaromtrend geene andere, dan toeziende befchikking. De gantfche Natie waarborgt allen binnen en buitenlandfchen eigendom, in die Wisfeibanken geplaatst. LVI. Alle zoogenoemde Provinciale Beleenbanken worden Nationaal verklaard. Het Vertegenwoordigend Ligchaam doet dezelven ten rpoedigften brengen onder eene Nauonaale Beheering. Ook dit laatfte wordt, binnen den kortsonooglijken tijd toegepast op de gewoone plaatslijke Beleenbanken. LVII. De  GRONDREGELS» 9 LV1I De Maatfehappij verbiedt, in alle gevallen, dat «euig uitfluitend Vonrregt verleend worde. Zij beloont de verdhiiflen door bewijzen van e'er, of door p'smjëu. Alle vergeldingen worden, in geval van voortduuiïrfg . jaarlijks, vernieuwd, en, op geenerlei wijze erflijk gemaakt tot Kinderen of Nakoomiingen, LVHI. De Maatfehappij verleent nimmer eenig Penfioen, dan voor zoo verr', na het gcitrengst onderzoek, g> bleken zij, zoo van de getrouwe dienden, aan de R tXf. Het Beduur is verpligt tot eene verdamli"c hpzutmg.ng ,n =11, „pzigten. Het fchaft onnotln-c Ambten en Uitgaven af. en evenredigt de belooning van Ambten». heden. Alle Adnm.iftr.tive Ugcbaamen zullen, jaarlijks' ?ün bS valt" Va" dk buishoudenliik^'-d. «fte onder' LX'/I. Het gebruik der Penningen, door de Natie op- feSt'. * °P SeZme "jden> d0Or den drük beke"d LXVII. Het Bataaffche Volk vat nimmer de waapenen op.dan ter handhavinge zijner vrijheid,ter bewaaringe van zijn grondgebied en ter verdediging «ijner Bondgenooten. Het beveelt, tot dat einde, eene zorgvuldige inrlt.V zijl ner Krjgsmagr, bovenal ter Zee. als her bolwerk van den vaX'r R%V0Orrp0ed- He' ge'aSt de ffiPfte OMÜdiïheid van het Beduur, ten aanzien der Mogendheden Het bewaart, zoo veel mooglijk, den vrede met alle Volken en koomt zijne verbindtenistèn met dezelven heiliahjk'na Het eerbiedigt derzelver regten, en wil, dat, in tijd van Oorlog, de rampen der menschheid, bij wederzijdsch verdrag, zoo veel doenlijk, verzagt worden. LXV1II. Het Bataaffche Volk, overtuigd, dat de belangen der vereemgdeFranfcbe en Bataaffche Republieken door oerzelver ondcjlinge zamendemming, altijd, het aelukkis» zullen bevederd: worden, wil, van zifStiL?Sr eemge afzonderlijke verbindtenis met die Volken , S beide Naden "g '" tWecflrijd is ract den voorlpoed der LXIX. Alle overeenkomst, of verdrag, niet andere V, 1;. ken, of Mogendheden, gefchiedt alleenlijk in naam des Bataaf/dien volks. LXX, Geene verandering, noch vermeerdering dezer Crondrege en , noch ook der Staatsregeling , zal plaats grijpen, dan geftaafd door den wü des Volks, en naar derzelver voorichrift. 1s£XwGeen GenootlthaP. of verzameling van afzonderde Perfoonen, van welken aard ook.Jiceft of maakt Regie-  VAN DE VERDEELING DER REPUBLIEK» IS •jlementen, drijdig met deze Grondbeginfelen, of met de Acïe van Staatsregeling. LXXIL Alle bcfluiten der Vertegenwoordigende Magt, met deze Grondregelen, en met de daarop gebouwde Staatsregeling, overeenkomdig, hebben,ten allen tijde,de kracht van Wet. , Het Bataaffche Volk geeft dit heiligde Pand zijner aange» nomen Gronddellingen van bet Maatfchappijlijk verdrag ter bewaaringe over aan de getrouwheid der Vertegenwoordigende Hoogde Magt, van het Uitvoerend Betwind , van de Regters, en van alle Bewindslieden ; voords aan de waakzaamheid der Huisvaders en Moeders, aan de verlichting der jonge Burgers, aan de deugd der Burgeresfen, en aan den moed van alle Batiaflche Ingezetenen : Willende denzelven bedendighjk hebben herinnerd, dat van de echte waardeering hunner vrijheid, en van de verftandige en eerl jke beoefening hunner afzonderlijke en alg meene Regten en Pligten, voornaamlijk, de duurzaamheid, het behoud en geluk, afhangt van het Vaderland, dat zij behoren te beminnen. ACTE van STAATSREGELING» TITUL I VAN Dl VERDBELING DER REPUBLIEK. Art. I. De Bataaffche Republiek is Ee"n en Ondeelbaar. It. De Oppermagt berust in de gezamenlijke Leden dec Maatlchappij j Bwgers genoemd. III. Het tegenwoordig grondgebied der Bataaffche Repp» bliek is verdeeld in Jgt Departementen, met naame's Het Eerds Departement: van de Enns. Tweede Departement: van den Ouden ïsfet. Derde Departement: van den Rhijn. Vierde Departement ; van den Amjlel. Viifde Departement: van Texel. Zesde Departement: van de Delf. Zevende Departement: van de Dommel» Agtde Departement: van de Schilde sn Maas. IV. De  j» van de stembbvofgdhkid der burgeren". IV. De Departementaal. Adminiflratiè'n vergaderen in de Volgende Hootdp'aatfen : Die-van liet Eeifte Departement, u Leeuviarden. van liet Tweede, te Zwolle. van het Derde, te Arnhem. van het Vierde, te An.fleldam. van het Vijfde, te Alkmaar. van het Zesde, te Delft. van het Zevende, in den Bosch. [van het Agtfle, te Middelburg. V. Ieder Departement wordt ten fpoedigften verdeeld in ■zeven, zoo na mooglijk , gelijk bevolkte Ringen, en elke Ring in verfchilUnde Gemeenten. VI Nehalven deze onderfcheiding in Departementen, Ringen en Gemeenten, tot daarlrelling der Departementaale en Gem ente-Riftuuren ingerigt, wordt de geheele R.publiek nog verdeeld in Grondyergadiringen en Diflriüen, gefchikt 'ot slgerneene verkiezingen en werkzaamheden tles Volks. VII. Het Vertegenwoordigend Ligchaam regelt, ten fpnediuUen, de bijzondere bepaalingen der verfchillende Departementaale Omtrekken, Ringen »n Gemeenten, in ieder De. part ment, en der Hoofdplaatfen in Ce ouderfcluiden Rin' gen. Het doet daarvan eene Algemeene Kaart vervaardigen, en door den Druk gemeen maaken. VIII. Deze verdeelingen en bepaalingen kunnen niet veranderd worden, dan na verloop van viif jaaren, en dan nog alleenlnu tot vereffening van aanmerklijke ongelijkheid der bevolking, of uit hoofde van eenig bijkomend Grondgebied. TITUL II. Van de uitoefening van het stem-vermogen der burgeren, 10 grond- en districtsvergaderingen. AFDEELING I. Van de Stem-Beyuegdheid der Burgeren. IX. Ieder Ingezeten der Bataaffche Republiek heeft, over¬ een-  VAN BE STSM-BSVOEGDHEID DER BUP.GE'-EN. IJ eeukpmiHg liet oogmerk , waartoe de Maatfehappij gevormd is, aanfpraak op de befehermmg van peiibon en goederen. X. Niemand echter kan, als Bataaftcn Burger, eener» daadlijken invloed op het beftuur der Maatichirripij oefenen, ten zij hij in het openbatu- Stemregister eter _ Gemeente , Wwtrtoe hij behoort, zig hebbe doen infehrijven. 'Deze infehrijving wordt bcpaaldiijk veréischt. a) üm zijne Stem in de Giond-Vergaderingèn te kunnen uitbrengen. b.~) Om ee'nigen post van Beftuur, eenig Ambt of Bediening, in de Maatfehappij te kunnen waarnemen. e.) Om eenig Ambt, Bediening of Fenftocn, te blijven behouden. XI. Zij, die zig mogen doen infehrijven» in zoodanig •Stemregister, moeten hebben de navolgende vereischten: • a. Dat zij den vollen ouderdom van twintig jaaren hebben bereikt, in de lasten der Maatfehappij hun aandeel dragen, en, Inboorlingen zijnde, ten minden.geduurende de laatfte twee jaaren, doch, Vreemdelingen zijnde, ten minften geduurende de laatfte tien jaaren, in deze Republiek hunne vaste woonplaats gehouden hebben, en in daat zijn de Ncderduitfche taal te lezen en te fchrijven. Dit laatfte veteischte zal, onmiddelijk na de aanneming der Staatsregeling, gelden, ten aanzien van allen, die door het Volk tot ecnige openbaare daad . post, of Ambt, geroepen worden; doch, voorliet oveiige, één jaar na de invoering d.zer Staatsregeling, ten aanzien van alle Stembevoegden, die a'sdau in het Stemregister worden ingefchreven. Ook kunnen Vreemdelingen, die de Republiek te Water of te Lande gediend hebben , voldaan met eene inwooning van zeven jaaren. i>, Dat zij in handen van den Vóórzitter van het plaatslijk Beduur, Hebben afgelegd, en getekend de navolgende Verklaaring: „ lk boude het Bataaffche Volk voor een vrij ea „ onafhanglijk Volk, en beloof aan hetzelve trouw. „ Ik verklaar mijnen onveranderlijken afkeer var her. „ Stadhouderlijk Beftuur, het Foederaiismus, de Aristocratie en Regeeringloos/ieid, Ik bdoof, «lat ik-,  *4 VAN DE STEM-BEVOEODHEIJ) DER BURGKKEK. „ in alle mijne verrigtingen, bet zij als ïrem-oefiè„ nend Burger, bet zij als Kiezer,alledevoorfchrif„ ten der Staatsregeling getrouwlijk zal opvolgen, n en nimmer mijne ftcm geven aan iemand, wien ilc „ houde te zijn een vaorlbmder van het StrJhou„ derhik of Foeter alieF Beftuur, van de Ariftocratie „ ot Regecringlooshcid." „ Dit verklaar ik op mijne Burgertrouw!" XII. Aan ieder zoodanig Burger zal, door het plotslijk Beftuur, eene uitdruklijke ASe van Burgerfchap, door den 'Voorzitter en Secretaris ondertekend, om niet, worden afgegeven. XIII. Van de Stemming zijn uitgefloten: «.Allen, die zig, zonder uitdruk lijken last of toertemming van het Gouvernement, buiten 's Lands met der woon hebbende begeven, na hunne tei-ugkecring, nc geen twee volle jaaren,in deze Republek, hunne'vaste woonp'aats weder perlbonlijk gehad hebben. h Allen, die in eed of bediening zijn van eenigc vreemde Mogendheid, of daarvan eenig penfioen genieten. e.Alle Leden van.eenige Bui enlandfche Corporatiën, tot welker Lidmaatfchap, het zij onderfcheiding van geboorte, her zij de aflegging van eenige godsdienttige gelofte, vereischt wordt. Alle Lijf- en Huisbedienden, die tot perfoonlijken dienst behooren., en inwoonen bij hen welke zii dienen. «.Allen, die in Wees-, Diaconie-, Ann-huifén, of andere Geftigten, als behoeftigen onderhouden worden. ƒ. Allen, die in het laatst afgeioopen half jaar , tot den dag der oproeping te rekenen, uit de Armen-Kasién zijn bedeeld geworden. g. Die om verkwisting, wangedrag, of gebrek aan verftandlijke vermogens, onder Curateele (laan. A.Bankbreukigen, midsgaders die genen, wier boedel infolycnt verklaard is,die hunne Crediteuren derzelvet agterwezen niet ten genoegen zullen hebben voldaan, mettegenftaande zij het Beneficie van Cesfie moaten hebben verkregen. i.Die door een Regterlijk Decreet m ftaat van befchuldigtng gefield zijn, midsgaders die, welke in regten voor eerloos worden gehouden. Ju Al-  VAN DE GRCITD- SN Dl STRICTS-VERGADERINGEN. 15 k. Allen, die ovemiigd worden, voor geld of geldswaarde , één of meer {temmen bekomen, of verkogt te hebben. XIV. Zij, die in het Stemregister zijn ingefchreven, en, gédtiurende drie agtereenvolgende Jaaren, de Grond-Vergaderingen, waartoe zij behooren, niet hebben bijgewoond, zönder voldoende redenen, fhande ter beöordeeling van gezegde Grondvergaderingen, worden, voor de daarop volgende drie Jaaren, ontzet van hunne Stembevoegdheid, en van alle publieke Ambten, Bedieningen en Pennoenen, Dezelfde uitfluiting, voor den tijd van vijf Jaaren, heeft praats ten opzigte van allen, die eertigen hun opgedragen Post van Beftuur, zonder wettige redenen, te beöordeelen tlorir het Ligchaam, waartoe zij geroepen waren, weigeren samenemen. - De laatfte bepnaling zal niet langer kracht hebben, dan tot i January 1803, ten zij dc Wet dezelve alsdan vernieu.vt. XV. Geduurende den tijd van ten minden tien volgende Jnaien, na de aanneming der Conftitutie, worden tot de irrfchrijting in het itemiegister niet toegelaaten de openbaare aanhangers van het Stuahouderlijk en FoederatiefBettuur, noch O'ik alle bekende wedeiftreevers van de groote beginfelen der Omwending van 1795. XVI. Iemand, vermeenende, dat de infehtijving in het itemiegister hem, uit hoofde van Art. XV. ten onregte gewtigerd is, kan zich daarover vervoegen bij het Vertegen, wouiuigenu Ligchaam. XVII. Over alle gefchillen, in eene Grond.Vergadering ontftaandej nopens'-de bevoegdheid van eenig Burger, om zijne Stem mttebrengen, do.'t die Grondvergadering zelve uitfpraak, waar aan de beklaagde zig voor dien tijd moet onderwerp -v ; doch hij kan zig daar na 'ter dier zaake tot liet Vertegenwoordigend Ligchaam_ wendtfu. TWEEDE AFDEELING? Van rle Grond- en DiflriCis-Fergaderingen. XVni. Tot het geregeld uitbrengen van de Stem der Burgeren, is< de giheele Republiek vu\ieeid in Crondytrli a ga.  l6 VAM DB GROND- EN DISTRICTS-VEROADERINGEN. gsderingen, uit de naast bij elkander gelegen Huizen, Buurfen of Wijken zaamgcfleld, waarin de {temmende Burgers uit iedere vijf honderd Zielen, en in de Bijlricts-Vergaderir,. jrM,-waarin de^ Kiezers-uit veertig Grondvergaderingen bijéénkomen. XiX. Indien'er, na de afdeelitrg der Grondvergaderingen hier of daar, een overfebot is van minder dan 500 Zielen, wordt, dat geral, zo bet beueden de 250 is, gevoed bij ■ié naastgelegen Grondvergaderingen , en ,' indien het daarboven ts, aangemerkt als eene Grondvergadering op zig zelve. Van dit een en ander doet het Vertegenwoordigend Lig. ' chaam ten fppedigften een Rooster vervaardigen. XX. Ieder Stembevoegd Burger, na vertoon van het bewijs zijner Stembevoegdheid , brengt zijne (tem uit in ' e>g»n Penoon, enalieeain.de Grondvergadering tot welke hij behoort,. XXI. Bezoldigde Krijgslieden Itemmen niet, dan ter plaatfè hunner-vaste,, wooning» afgefdwiden van hunne. Guaxniloenen. XXH. In de Grondvergaderingen wordt niet illecn nies mand, of reenrftroefcs, of van ter zijde, aanbevolen,, maar ook de fttpfte geheimhouding omwend de Hen min ■> aldaar in agt genomen. 0 XXIIt Niemand rerfehijrn aldmr gewapend, noch met eemge u«rform, of-teken van ambt, bediening of waar» dlgll ld. XXIV. Tot het bekomen van Leden voor het Vertegenwoordigend Ligchaam van het Bataaffche Volk, wordt in elke Grond-Vergadering van het benoemend Difiricl, bij meerdeihetd van {temmen, benoemd één Perfuon, Itembevoegd, geen-Lid dezelve zijnde,en hebbende de vereischten bij.//,;. 32. omwend de Leden van het Vertegenwoordigend Ligchaam bepaald. De wijs van (temming gefchiedt volgens het Reale~ inent ^ LIÏTTER, A. . J£®£' °!1 SeliJke wijze, wordt gekozen een Kiezer ter £r/7»ffx-.Verg».teniig, als mede een Plaatsvervanger van den Kiezer, volgends Reglement, LETTER A. XXVI. De benoemde Kiezer en Plaatsvervanger legden •nveiwtjld en openlijk, in hunne Grendvergadtiina af? rit navo gende beloite: Ik  VAN HET VERT. LIGCHAAM IN HET ALGEMEEtt. \f „ Ik beloof, dat ik nimmer mijne ftem zal geven, „•dan aan hekwaame en dcugdzaame Minnen, die de „ verëi'chten, bij de Staatsregsliag bepaald, bezitten; „ en dat ik, als Kiezer, niemand zal brnoemen , w'ien „ ik boude te zijn een aanhanger van het Stadhouder' „ lijk of Foederatief Beduur, of voorftander van Aris„ tucratie of Regeeringloosheid." „Dit verklaar ik»" XXVII. Staande dezelfde Vergadering, en daadlijk na het afloopen der verkiezing, wordt aan den Kiezer en Plaatsvervanger een lastbrief gegeeven, getekend door den Voorzitter en drie Leden der Grondvergadering, van den navolgenden inhoud: ,, De Grondvergadering van ------- „ (temt tot Vertegenwoordiger des Bataafichen Volks „-----.- en, ten einde deze (lemming „ volgends de Staatsregeling van krachtzij, ontbiedt 3, zij den Burger ----- om als Kiezer, en „ den 'Burger - - - - om des noods als Plaats- „ vervanger van hunnentwege op de DiJii-tffs-Vei„ gadering te ----- te verfchijnen. XXVIII De Grond- en Diftricts-Vergaderingen verrichten nimmer eenige daad, dan die, waartoe zij, het zijdoor de Staatsregeling,. het zij door eene bijzondere Wet van het Vertegenwoordigend Ligchaam, zijn opgeroepen en zaatngekomen. XXIX. Zoodra deze werkzaamheid is afgelopen, gaan 4ezelve onverwijld uit één. TITUL III. De drie voornaame Magten in eene welgeregelde Republiek zijn : 1. Dli VKRTEGENWOORD1GENDË HOOGSTE MAGT. a. DE UITVOERENDE MAGT. 3.. DE KEGTERL1JKE MAGT. VAN DE VERTEGENWOORDIGENDE HOOGSTE MAGT. EERSTE AFDEELING. Van hst Vertegenwoordigend Ligchaam in het algemeen. XXX. Het Vertegenwoordigend Ligchaam is dat geene, B 3 net  18 VAN HET VERTEGENWOORDIGEND LIGCUAA:,,, het welirhet geheele Volk vertegenwoordigt, en in deszelfs naam, wetten geeft, ovcrecnkomltig het voorfchrift der .Staatsregeling. _ XXXI. Geen Lid van dit Ligchaam vertegenwoordigt immer eenig afzonderlijk gedeelte des Volks „noch ontvanit eenen bijzoudereu Lastbrief. XXXII. Tot Leden van dit Ligchaam zijn verkiesbaar alten, die in zig verëenigen de navolgende vcrëischten : «.) Dat zij zijn ftemhevoegde Btirgers. i) Dat zij den ouderdom van deftig jaaren ten vollen bereikt hebben. O Dat zij binnen deze Republiek, zoo als-die vóór denlasre 1795-btftond, of na dezen bcftian zal. geboren £i.]n, en aldaar gcdutirendc de laaide tien jaaren, of zo elders geboren, gednurende de laaide vijftien jaaren-, hunne vaste woonplaats gehad hebben. Dit- laatfte< fluit gecnziiis uit die Burgers, die ir. cn na den jaare 1787, om politieke vervolgingen, r.it hun-Vaderland geweken zijnde, vóór den jaare J"p6 daar in zijn wedergekeerd. XXXtU. Tot Leden van dit Ligchaam zijir niet verkiesbaar : <0 Leden-van her Uitvoerend H:\vindt dan drh jaaren na hunne aftreding uit het ze've. I) Al!fii,..die zig aan eenisen KVrklijkcn Eerdienst ver* bonden», of aan eenig openbaar Onderwijs -toegewijd hebben; ten zij dezelven, alvoorens, vrijwillig afftand doen van deze hunne bedieningen. XXXIV. Zij, die ambten of bedieningen van 'sLands ■were beklceden, worden daarvan ontflasen, zo dra zij ais Leden van dit Ligchaam zitting nemen.'Gednurende den tijd hunner zitting, wordt een ander in hunne plaats sangefteiii, door die geenen, aan welken de begeving ftaac dier ambten of bedieningen.. XXXV. Arm ;;een d-.r L den van dit Ligchaam wordt,, geduutendt den tijd zjner zitting, eenig ambt of bediening opgedragen. XXXVI. Niemand kan, als Lid van het Vertegenwoordigend ügchaam, zitting nemen, dan 11a, alvoorens, in handen van den Voorzitter der algemeene Vergadering, of dez« reeds uiteengegaan zijnde, in handen van den Voorzit'  ï N ' II E T A L G E ~M 'E ü N.' ïrjf" zittcr dier Kamer, van welke hij als Lid door de algemeen r,» Verandering verkozen is, te hebben afgelegd de volgende vei klaaring: „ lk bel -of op mijne Burgertrouw, dat ik-, als Lid/ „ van het Vertegenwoordigend Ligchaam des Baraaf„ fchcn Voi'ts, de Staatsregeling met .all' mijn vermo„ gen zal handhaven, en nimmer, op cenigcrlei wijze,; „ medewerken, of zal .helpen benutten tot eenig ont-' „ werp , Itrekki nde tot wederinvoering van het Stadhou„ derlijk oi Faderatief Beftuur, of ter begutiftiging van' „ ylriftoerati&^en Regeerin°loosheid, maar, met alle ,, mijne Magt, dit alles zal tegenwerken." XXXVI'. Jaarlijks treedt een derde gedeelte (of het geen" daarbij het naaste komt) van het volle getal der Ledc-n Van het Vertegenwoordigend Ligchaam af, en wordt vervangendoor een geliik getal- nieuwe Leden, gekozen op den, bif het tweede Reglement bepaalden, tijd en wijze, door die Diltricten, voor welken de in dat jaar aftredenden opgekomen waren. XXXVIII. Ter bepr.alrnge van-de orde, volgends welke! deze aftreeding zal plaats hebben, wordt in de eerde algenieene Vergadering bij Loting befli^t, welke Leden het eerfie, tweede en dirde jaar zullen aftreden. En zal deze, door het Lot daargelreidé, örde de tonrbeurten der Districten, tot verkiezing van Leden voor het Vertegenwoordigend Ligchaam, voor de volgende jaaretr bepalen. XXXIX. De aftredende Leden zijn andermaal weder ver* Kiesbaar, doch voor de derdemaal niet, dan na ecu tijdverloop van drie jaaren. XL. Eene plaats in -het Vertegenwoordigend Ligchaamtusfehentijds openvallende, wordt de Plaatsvervanger des Uitgevallenen, onverwijld, doorliet Uitvoerend Bewind opgeroepen, om den nog overigen tijd van dezen laatften, in de Kamer, waarin dezelve zitting bad, te vervullen. Deze oproeping heeft geene plaats, indien de te vervullen tijd niet langer is, dan van zes Maanden; blijvende in dt geval de Vacature onvervuld tot de eerstvolgende verkiezing. XLT. De Leden van dit Ligchaam genieten ieder vier Jui\ zend Gnldéii3 in het jaar, onder korting van tien Guldens voor eiken dag, dien zij, zonder verlof van den VoorzitB 4 wr  jf£ VAW'IIET VERTEGENWOORDIGEND LIGCHAAir ter der Kamer, waartoe zij behooren, afwezig zijn. XÏ.II. Bij hunne eerde aankomst, en eitidltike aftreding, ontvangen zii voor Reiskosten en Transport drie Guldens voor ieder uur aflïatids. ■ XLI1I. Nimmer wordt uit het Vertegenwoordigend Ligchaam eene Cn.nmisiie benoemd, om het gezag, aan het geheele Ligchaam toevertrouwd, uitteoefenen, noch ook, om het zelve in of buiten de Refidentic-plaats te vertegen» woordigen» • XE1V, Hetzelve woont nimmer, het zij geheel, het zij door eene Commisfie uit deszelfs midden, eènige openbaare Feesten of Plegtigheden bij. XLV. Het Vertegenwoordigend Ligchaam heeft, in de plaa's zijner Refidentie, eene vaste, en alleen ten zijnen Jarzondcren die> de ftaande Lijfwacht, van ten minden zeven honderd Man, zoo Voet- als Paarden- volk, welke bij Reglement, door her zelve Ligchaam te maaken, omniddelijk,_en bij uitfluiting, onder de beurteiingfche orders der tijdlijke Voorzitters van de beide Kamers daan. Hetzelve bepaalt het Costuti'm voor zijne Leder. XL VI. Het houdt zijne gewoone refidentie in den tlaage.- XLVII. Het verplaatst zig, des noods, naar elders, op een beredeneerd befluit der Eerfle Kamer, bekrachtigd door de Tweede Kamer. Dit Decreet is onherroeplijk, en, na eene onverwijlde kennisgeving van het 'zelve aan het Uitvoerend Bewind, gaan beide de Kamers uit één. Zie de verdere bepaalingen bij het Reglement s LET. TER '-fi., tweede Afdeeling. XI.Vin. In alle andere gevallen, gaat het zelve nimmer fflt één' Alleenlijk kan de eene of andere Kamer, voor zekeren korten tijd, haare zittingen verfchuiven. XLIX, Warneer dit voor langer, dan drie dagen, mogt zijn,.wordt voor af eene onderlinge overeenkomst der Voorzitters van beide de Kamers verëischt. L. Aan dit Ligchaam behoort uitfluitender wijze: *) De Magt van Wetgecving, benevens het verklaaren, verbeteren, opfchorten en affchaft'en der Wetten, alles naar en behoudens het voorfchriit der Staatsregeling, y ih!t  rw H E T ALGEMEEN-. 2* f3) Her ben uiten tot Oorlog. Traélaaten a&Htt e" bekrachtigen van alle Tractaaten ; en A'liantiën met vreemde Mogendheden. ^ Hm beoaalen der fterkie, aanwerving, afdanking en *-Htófig der Armeen te Lande, van den *an- ïï let equipeeren der Schepen, «v het afdm- ken der Equlpagien, alsmede het in dtenstn.iuen .„ iicenti eren van vreemde Troepen. AfcuSiwi verblijf of doorrogt aan vreemde #) Trónpen * ,1' ov*r her grondgebied der Repubt.k, levens de toelating vatr vreerode Zeemagt of-ge- waapénde Schepen in derzelver Havens , beidu, op voordragt van het Ukvoer^d Bewind. a riet kennis nemen van den - ftvat van- s Lat»»* ** /? i c ië Magazijnen , Arfenan'en , Werven enz. , Kt" inSden door het Uitvoerend Bewind. Het kennis nemen van den ftaat van f c«h, van zes- tot zet maanden., mode » door het j-lijkfche be*** lotingen van fcaats-wtgaven, zoo gewoone abDuhengewoone.en het aan zig doen verantwoorden . v-, zoo anige fornmen, als het Uitvoerend Bewwd, gednurende het afgelopen jaar, uit 'sLands lias tmtm ven en uitgegeven heeft. .. fi Bet arXren de? nodige Reglementen , betrekt* /{. /«w;z ejie Gewapends BurgermagU ü Het bepaalë, der ïraftamenten, Defroijetnenten, en A) 11 ander'e toelagen van a„e Ambtenaren zoo Burger-, lijUe als Militaire, op voordiagt van h«™re:f Bewind, voor zoo veel dezelve bi] de Staatsiehue niet bepaald zijn. . , fi D» aanftehing der Leden van het Uitvoerend Bewiu-. % He des nodig, maaken van nieuwe Amwen zoo ^ Burgerlijke alV Militaire, met bepaaling van derzei» ver TraAamcnten en Vootdeelen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind. „uwn n) Het maaken van de nodige wetten en tep^ng» J omtrend den Muntllag en het generaale Muntwezen. 9)llet vastlrelle.i van algemeene, zoo gewooné als J buitwgewoone, belastingen , naar het voorfchnft der Staatsregeling, en het . maaken van Rftanaeeto inrigtingen. p) Hee  *S VAN DE VORMING DES VERTEGENW. LIGCHAAMS1. p~) Het vastlTellen van eenen algcmeenen voet op liet werk der Posterijen door de geheeie Republiek, en het bepaalen van algemeene voorzieningen ^.dienaangaaude» Het verleenen van gratie, na ingenomen confideratiën, en op guuftig berigt van den Regter, aan wien de zaak behoort. r) Het toeftaan van remisfie van gratie' aan Schuldenaa" ren van den Staatje Het toeleggen van belooningen , en verleenen van Penfioenen, op voordragt van het Uitvoerend Be- wind, mids volgende het voorfehrift Art. LVJI en LVI1I der Burgerlijke en Staalkundige Grondregelen, O Eindelijk, het bepaalen en regelen van alles, waarin door de Staatsregeling, en de voorhanden zijndeWetten, niet mogt voorzien zijn. TAV EED E AF DEELING» - Fan de vorming des Fertegernnordigenün Ligchaams in twee Kamers. LI. Het geheel Vertegenwoordigend Ligchaam beflast «i« zoo veele Leden, -als 'er twintig duifend tallen Zielen" in de Bataaffche Republiek gevonden worden. ■ LU. Dit'Ligchaam verdeelt zich in twee Kamers, genaamd de Betfie Kamer- en Tweede Kamer, LUI. Ter daarftellinge dezer verdreling in twee Kamers, houden alle de Leden van dit Ligchaam', jaarlijks,.op den iaatften Dingsdag der maand Julij, eene algemeene Verga- ■ dering, en kiezen alsdan, uit het volle getal van alle de verkozenen tot het Vertegenwoordigend Ligchaam; dertig. Leden, welken de Tweede Kamer uitmaaken, vet mende üe overige Leden te zanten de Eerjte Kamer. LIV. Zoodra.'deze fchifiing volbragt is , conftttuëeren zich de beide Kamers gelijktijdig, en geven daarvan, onverwijld, kennis aan elkanderen, en aan het Uitvoerend Bewind. De zig dus geconltitueerd hebbende Kamers vergaderen nimmer in dezelfde Vergaderzaal. LV. Elke Kamer ftelt haare eigeja Ministers en Bedienasn aan. LVI. Elke  ' VAN DE RAADPLEGING «ES VERXo LIGCHAAMS. 2jj LVI. Elke Kamer beeft, buiten zig, eenen vasten Secretaris, en eenen Boodlchappir van Staat. tVII. De Voorzitters, en de Secretarisfen der beiJe Kamers , zijn 'altijd in de ReJidentie-lHuils tegenwoordig". LVIIl. Elke Kamer heeft het regt van politie in de plaats baarer zittinge. LTX. Elke der beide Kamers ontwerpt voor-zich zelve ten Reglement van Orde, hetgeen, na door dezelve goedgekeurd, en door de andere Kamer bekrachtigd te zijn., het gezag van Wet heeft, en niet, dan op dezelfde wijze, jfsn veranderd worden- DERDE AFDEELING. Van de Raadpleeging des Vertegenwoordigende* Ligchaams. •LX. Het ontwerpen en voorfle-Hen van alle wetten en bed uiten behoort aileen, en bij uitfluiting, aan de Eeffte -Kamer, en het al of niet bekrachtigen van dezelven, aan de Tweede hamer. LXI. Geene der beide Kamers kan wettigKjk raadpleegen, tenzij de volftrekte meerderheid van aüe derzelver Leden in de Vergadering tegenwoordig zij. Alleen in geval van verplaaifing van het Vertegenwoordigend Ligchaam naar .eene andere Refidentieplaats , kan Hetzelve, gednurende vier Weeken, na den bepaalden dag der zamenkomst, raadpleegen, feboon de meerderheid van alle de Leden, in de beide Kamers, of in ééne derzelven, niet tegenwoordig zij. LXII. Ook wordt in elke derzelven, tot het opmaaken van een befluit, ten minden de volftrekte meerderheid van alle de tegenwoordig zijnde Leden vereischt. LXH1. Geene der beide Kamers benoemt, immer, uit derzelver midden , eenige aanblijvende "-Commisfie. Elke Kamer kan, tot een voorlopig onderzoek van zekere zaken, perfoneele Commisfien , uit haare Leden benoemen % doch deze Commisfien zijn ontbonden, zoodra op derzelver Rapport een belluit gevallen is. LX IV. Beide de Kamers houden haare zittingen in het openbaar, en doen derzelver Notulen in druk uitgeven.  $4 " VAN DE VRIJWARING DER LEDEN LXV. De Toehoorers mengen zig, op geenerlei wijüe, in de raadpleegingen, en geven nimmer «enig teeken van goedkeuring of af keuring; gelijk ook de Leden der Vergadering zig in.geen geval op ken mogen beroepen. ,LXVt. De Vóórzitter van elke der beide Kamers kan de open Vergadering in een Generaal Committé- veranderen^ en is verpligt dit te doen, zoodra een vierde der tegenwoordig zijnde Leden zidks begeert. Tot een Generaal Committé worden geene Toehoorers toegelaten. 'LXII. In een Gencranl 'Committé wordt wel geraadpleegd, maar geen befiuit, kracht van wet bebbende, va'ttgefteld. LXVI1I. Alle Befluiten van het Vertegenwoordigend Ligchaam .moeten, om kracht van Wet te hebben", indeform, bij het Reglement LETTER B. Art. 18—32 voorgefebrcven, door "de Eerjle Kamer voorgelleld , en door de Tweede Kamer bekrachtigd zijn. 'LX1X. De alzoo bekrachtigde befluiten en wetten worflen door de Tweede Kamer, na gedaane registratie, onverwijld verzonden aan het Uitvoerend Bewind, ten einde naar eisch van zaken te handelen, en wordt tevens daarvan een affchrift.in behoorlijke form aan de Eerjle Kamet toegezonden. LXX. Eene Wet, ten gevolge van een onverwijld befluit vastaefteld, behoudt, in geen geval, haare kracht langer, dan Ven jaar, en moet alsdan, om in werking te blijven, cp nieuw, en in de gewoone orde, door het Vertegenwoordigend Ligchaam overwogen en bekrachtigd worden. VI ERDE AFDEELI N G. Van de Vrijwaaring der Leden van het Vertegenwoordigend Ligchaam. LXXI. De Leden van het Vertegenwoordigend Ligchaam fcunnen nimmer agterhaald, befchuldigd, of geóórdeeld worden, over hetgeen zij in de uitoefening van hunnen Post gezegd of gefchrtven hebben. ' £X5.1I. Zij kunnen, geduurende hunne Zitting inde Verj  VAN HET VERTEGENWOORDIGEND LIGCHAAM.' £g Vertegenwoordigende Vergadering, niet in verzekering genomen, Infchuldigd, of te regt gefield worden, dan overeenkomflig de form, bij de volgende Artikelen bepaald. LXXIII. Wegens lijfftraflijke mbdaadcn, op de daad agterhaald, kunnen zij in verzekering worden genomen. Doch wordt daarvan onverwijld kennis gegeven aan liet Vertegenwoordigend Ligchaam. LXXIV. Zo de Eerjle Kamer, na daarover in de-gewoone forrn geraadpleegd te hebben, niet bij de meerderheid van twee derden der tegenwoordig zijnde Leden verklaart, dat 'er redenen tot hefchuldiging zijn, wordt de, in verzekering genomen, Perfoon in vrijheid gefield, en herneemt zijnen Post. LXXV. Zo de Eerjle Kamer verklaart, dat 'er redenen van befchuldiging zijn, wordt dat befluit verzonden aan de Tweede Kamer, en zo deze, na de derde lezing, dit befluit niet bekrachtigr, wordt de in verzekering genomene in vrijheid geiteld, en herneemt zijnen Post. LXXVI. Zo in tegendeel de Tweede Kamer liet Befluit bekrachtigt, wordt de bcfclnildigle voor een Hoog Nationaal Geregtshof te regt gefield» LXXV1I. Elke Kamer, alvoorens te raadpleegen, ontbiedt den befchuldigden voor zig, en geeft hem het woord ter zijner verdediging. LXXVIII. Buiten het geval, van op de daad agterhaald te zijn, kan de teregtfleliing van een Lid van het Vertegenwoordigend Ligchaam niet worden gevorderd, dan op eene aanklagt, gedaan aan de Eerfte Kamer, en getetkend ten minflen door drie Burgers, met overlegging van febriftlijk bewijs hunner Stembevoegdheid. LXXIX. De Eerfte Kamer kan terflond.en zondereendzins m de zaak te treden, bij meerderheid van Hemmen verklaaren, dat *cr geene reden is, om over de aanklagt tè raadpleegen. ° LXXX. Indien de meerderheid oordeelt, dat de aanklagt nader onderzoek vereisen, raadpleegt de Eerfte Kamer, er» des noods de Tweede Kamer, ove? de aanklagte, mét in aditnenung der gewoone drie Lezingen, en na den beklaagden gel-genbeid gegeven te hebben ter zijner verdedigmg. LXXXI. Indien liet Vertegenwoordigend Ligchaam verc klant,  VAN HET UITVOEREND BEWiND. klaart, dat 'er reden tot befchuldiginsz is, wordt de bcfchnldigde te regt gedeld voor een Hoog Nationaal GCregtshof. Zo de befchuldigde door dat Hof wordt vrijgefproken, herneemt dezelve zijne Zitt'ng. LXXXII. Alle Raadpleegingen, in beide de Kameis, over aanklagt of befcbnldiging tegen een Lid van bet Vertvgenwoordigend Ligchaam, gefcliieden in een Generaal Committl, en wordt het bclluit bij geheime ftemming opgemaakt. TITUL IV. VAN HET UITVOEREND BEWIND. J.aXXIU. Het Uitvoerend Bewind wordt toevertrouwd aini een afzonderlijk Ligchaam, bedaande uit vijf Leden. LXXXtV. Deszelfs Leden worden door het Ligchaam der Vertegenwoordigende Hoogde Magt, buiten zig gekozen. De wijze wordt bepaald bij het Reglement, LETT. C. LXXXV. Het Uitvoerend Bewind houdt deszelfs verblijf ten allen tijde in dezelfde plaats, als het Vertegenwoordigend Ligchaam. LXXXVI. Jaarlijks treedt (én Lid van het Uitvoerend Bewind af. De wijze wordt bij het Reglement, LETT. C., bepaald. LXXXVH. Zij, die eikanderen bedaan tot in den vingen graad van Maagfchap, het zij door Bloedverwantfehap, of door Huwelijk, kunnen niet te gelijk Leden zijn van het Uitvoerend Bewind, noch ook eikanderen daarin opvolgen, dan na een tusfehentiid van twee jaaren. I.XXXVIH. Op den tweeden Dingsdag der Maand jfuny, neemt het nieuw-gekozen Lid zntmg, en legt in handen Vïn den tijdelijken Voorzitter de navolgende belofte af: „ Ik verbind mij plegtlg, mijnen post, als Lid van „het Ui'voerend Bewind, met alt* mijn vermogen, „ oveiëenkomdig de Staatsregeling, getrouw en ijve0 rig te zullen waarneemen, voor de veiligheid, de j, weivaan en het geluk des Bataaffchen Volks te wap ken, met alle magt tegen te gaan de pougingen tot „ herdel van een Stadhouderlijk of Bondgenootfchapja lijk Beduur, onder welke benaming of fortn ook , ^ ea tot dat «inde ftiptelijk «e zullen volgen ahes, „ wat  VAN HET UITVOEREND BEWIND. ,S/ „ wat mij in mijne voornoemde betrekking bij de „ Staatsregeling is voorgefchreven, en door de Wet „ zal worden gelast." „ Oit beloof ik op mijne Burgertrouw." Aan de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Lig.' ebaarn wordt een affcbrift van deze belofte, door hem eigenhandig gefchreven en geteekend, ingezonden. LXXX1X. De Voorzitter van het Uitvoerend Bewind is de bcwaarer van het groot Nationaal Zegel, en heeft de P'raphure. Alle aftevaardigen orders en belluiten van het Uitvoerend Bewind worden door hem geteekend. XC. Alle belluiten van het Uitvoerend Bewind worden genomen bij meerderheid der tegenwoordig zijnde Leden, mids zijnde ten minften drie- in getal. XCJ. Dit Ligchaam itceft ten zijnen dienste éénen algemeenen Secretaris buiten deszelfs Leden, die, zoo ten aanzien van alle binnenlandfche, als buitenlandfche zaken, aan hetzelve alleen verbonden is; vootds een bepaald getal van Agenten, de benodigde Commisfiuisfen, eenen Bowifchau* per van Staat, en een vereischt getal van Bodens. CZie Regiment LETTER C.) XCI1. Het Uitvoerend Bewind bedient zig, ter volbrenging zijner verfchillende werkzaamheden, van de vo!»cnde ngt Agenten, ais!- Eén van Buitenlandfche Betrekkingen ; ■ Eén van Marine; Eén van Oorlog;. Eén van Financie; Ee duiiii-g, aan hetzelve opgedragen, CXXXVUI. Het verleent, in het openbaar of afzonderlijk ,. gehoor aan alle Gevolmagtigden van buitenlandfche Hoven. CXXXIX. Het ontvangt alle apeningeu tot onderbande» ling met dezelven. CXL. Het zal de onderhandelingen over Vrede, het maken van Traétaaten van Vriendfchap of Koophandel, en het aangaan van Alliantiën met vreemde Mogendheden v vont bereiden, voortzetten en fluiten, roids onder de opvolgende ratificatie , en bekrachtiging van het Vertegenwoordigend Ligchaam. GXI.L Het zal, echter, met eere vreemde Mogendheid, eenige geheime Articulen van verdrag mogen vasiftelkn , mids dezelven niet Ilrijdig zijn met de bekende Articulen, of met plaatsgrijpende fraétaaten, noch uok drekken tot allland van etnig Grondgebied der Republiek. CXLIR  $4 AL3EMEE NE BSP4ALISGEK CXIJL Ten aanzien Van het aangaan van Oorlog, zal Hetzelve mogen treden in onderhandelingen , doch geen Eefltiit nemen; zijnde in dat geval vcrpligt tot het doen van een met redenen bekleed Voorftel aan het Vertegenwoordigend Ligchaam. CXLIII. In geval van gedreigde of daadlijke vfjandlijkheden, geeft Hetzelve ds?rvan ten fpoedigfien kennis aan het Vertegenwoordigend Ligchaam. Imusfchen, kan Hetzelve voorlopige bedingen tot onzijdigheid van eenige Piaatfen , of wel var» de geheele Republiek , gelijk ook overëenkomften tot ftilftand van wapenen, aangaan, teekenenen, of doen teekenen : td'es onder nadere goedkeuring van het Vertegenwoordigend Ligchaam. CXLIV. Hetzelve teekent, of doet teekenen, in naam ier Bataaffche Republiek, alle Traétaaten of Overëenkomften met andere Mogendheden , die door het Vertegenwoordigend Ligchaam zijn geratificeerd. CXLV. De wijze van vrijwaaring en regtspleegine, omtrend de Leden van het Uitvoerend Bewind, is dezelfde, als die, welke, bij Titul 3, Afdeelmg 4, omtrend de Leden van bet Vertegenwoordigend Ligchasm, is bepaald. CXLVI. F.eo afgetreden Lid van het Uitvoerend Bewind blijft', gedunrende twee jaaren, na deszelfs aftreding, ver-antwoordhjk wegens zijne handelingen, in die betrekking verrigt: en mag, geduurende dien tijd, het grondgebied der Republiek niet verlaten , dan op last, of met bewilliging van het Vertegenwoordigend Ligchaam. TITUL V. VAN DE DE P ARTE M F. N T AAL E EN C.EME1''NTE-BESTLHT.EN, EERSTE AFDEELINC. Algemeene Bepaalingen, CXLYII. He Dcparteraentaale en Getreerte - Beftutiren-. z'ajm AfteuMiftruive ISgchaamcn, ondergefchikt en verattty*a T.Üuk aan bet Utvoercnd Bewind, in geval van pligtverzuim, kunnen derzelver Leden door het Uitvoerend Bewind van hunne Posten ontzet worden, midi in acht nemende het bepaalde bij Titul IV, Art. CV11. CXLVI1I.  VAN DE DEPARTEMENTAALE BF.STUURFN. 35 CXLVIII. Zij zijn gehouden, ieder in zijne betrekking», alle de weiten en de bevelen van bet Uitvoerend Bewind, bun toegezonden, zonder verwijl te doen afkondigen, en ftiptelijk 'latekumen of te doen nakomen. CXI. IX. Zij vermogen , in geen geval, de uitvoering dier wetten en bevelen , zoo min als der Decrceten van Oeregtsbovtn in bun Departement , te venraaien of te fchorslènnoch ook aan hunne Ingezetenen iet , met dezelven ilrijdig, te gebieden. CL. Zij kunnen, echter, aan het Uitvoerend Bewind, en door hetzelve, aan het Vertegenwoordigend Ligchaaift* Vermogen inzenden, het zij tot voordragt van bezwaar, ot tot voordel van nuttige inrigtingen, elk voor zijn bijzonder Departement of Gemeente. CLI. Zij mogen met eikanderen itt onderhandeling zijn over zaken, die aan hun opzigt zijn toevertrouwd,, maax nimmer over de algemeene belangen der Republiek. H^lfi t,Elkt ^l^'i ,doet de gehouden Registers van desz,irs handelingen, iedere zes .manden, ve„tUn dagen lang, op eene vertrouwde plaats, openlijk, tei lezing der Ingezetenen voorleggen. s r-n^'J1' Gee" cen DepartefflentMi of Gerucente- ? lv, nf • ' i'esz.elfs <»*W<«tH bij „ver zaken, htm tlZ ? , T3 i 'U"er »"*fl-«*n , Wt in den dertien graad, betredende. CLTV. Hij raag geen belang bebben in eenige pa« , of Collefte van sLands beladingen, of ia Leverantie,," óf in Aanneemingen, ten behoeve der Rept.i.li.I., of van derzdl- IL^rrv J ln8ï n'e' k"Pen c'ci,'3e Ordonnantiën, Aclien of Credieten , ten haaren laste, tiJin«j^ftVitV5!2!"tBfc*rind be,10e;nt b» 'Ma Departementaal Beftuur Hénen Cmnraafaris , en ten hoogden dtk voor de gezaraentl.jke Geineente-Befluuren , in elk Pep*. kehnn Üt' °m, .«e zorgen , dat de We ten •elioorkjk worden uitgevoerd. TWEEDE AF OEELING, Van de Departetnentaale Befiuuren. CtVL Ieder Departement heeft zijn eigen Beftuur, bfe. ltaan-  gC VAN DE DEPARTEMENTAALE BESTDUREN. ftaande uit zeyen Leden. Dezen moeten zijn Stembevoegde Burgers, ten vollen yljf-en-iwintig jaaren oud , en zeden de laatfte zes jaaren inwooners van het Departement, waarin zij gekozen zijn. CLVII. Tot dit Beltuur echter worden niet gekozen Burgers, die aan eenigen -Kerkdijken eerdienst verbonden, of aan eenig openbaar onderwijs zijn toegewijd; ren zij dezelven, alvorens, vrijwillig afftand doen van deze hunne bedieningen. CLVI1I. Uit elk der zeyen Ringen, waarin, volgends Titul I, Art. V. een Departement verdeeld is, wordt één Lid tot dat Beftuur gekozen. Voor de eerfte maal kiezen de zeyen Ringen allen te gelijk, ieder één Lid. CLIX. Van de zeyen Leden treden telkens , de twee eerfte jaaren, twee, en, het derde jaar, de drie overigen ef. Voor de eerfte maal bellist het lot, één maand na derzelver eerfte zitting , welke Leden bet <.crfte, tweede en derde jaar zullen aftreden. Vervolgends gefehied dit naar Ouderdom van dienst. CLX. Het aftredend Lid is andermaal verkiesbaar, doch voor de derde maal niet, dan na een tusfehenttjd van drie :aaren. CLXI. Ieder jaar worden de nieuwe Leden gekozen door die Hingen, aan wten zulks, na de -orde van aftreding toekomt. CLXII. Tot dat einde komen de Grondvergaderingen in zodanigen Ring bijéén, op den Jaatften Dingsdag In Juny van i. der jair. ChXIlI. Elke Grondvergadering benoemt, alsdan, één Perfoon tot lid van het Departementaal Beftuur, benevens eenen Kiezer en deszelfs Plaatsvervanger, op dezelfde wijZe, als Titnl H, Reglement LSTTIiR A, bepaald is omtrend dt [.eden van liet Vertegenwoordigend Ligchaam. CLXIV. Op den tweeden dagjaarna, vergaderen alle de Kiezers ter Rings- Vergadering ,**in de daartoe beftemde Hoof 'plaats, tot het verkiezen van- één Lid tot het Departementaal Beftuur voor hunnen Ring, op dezelfde wijze, tjs bij Titul II, Reglement LETTER A. bepaald wordt. CLXV. Na de gedane keus wordt, mede cp de wijze, aldaar bepaald, een Geloofsbrief aan den gekozenen, en van  VAN DZ DEPARTEMENTAALS BESTüUREK. ' Jj? Wn het gebeurde aan het Uitvoerend Betvir.d en Diparten.entM.p.1 Beftuur berigt gezonden. CLXVI. De gekozene zendt, binnen egt dagen, ziinen Geloofsbrief aan het Departementaal Beftuur ter bekrachtigirtftj CLXV1I. Zo hetzelve dien afkeurt, of den gekozenen', om aangevoerde redenen, zijn ontflag Verteent, geeft het daar van ten fpocdigSen kennis aan het Uitvoerend Bewi d; liet geen alsdan een ander Lid, de vereisclucn van Art. CLVI. hebbende, in zijne plaats doet benoemen. CLXVIII De Geloofsbrief bekrachtigd zijnde, wordt het gekozen Lid do^r het D.-par-e'memaal Beiiniir opgeroepen, en neemt binnen veer He» dager, daarna zitting, met afleg» ging der gewoone Verklaring. CLX1X. Alie tusfehentijds openvallende Plaatfen wcr« den v. lgens de vooraf bepaalde wijze vervuld. CLXX. De Departemeotaale Befluuren zorgen , dat af!e Wetten en Be-eelen, hun door het Uitvoerend Bewind toegezonden, fpoedig bekend gemaakt, aangeplakt, en, ter verdere afkondiging en aanplakking, alornme, waar zulks behoort, verzonden worden. CLXXI. Zij ontvangen van de Ingezetenen, alsmede, door de verfciiillende Gemeente-B ftuuren, zodanige individueels Addresfen , als dezelve hun ter verdere bezuïgi g toezenden , en verzenden die ter fpoedigflen aan het Uitvoer, mi Btwin.l. om daarop te disp;>tK-eren , of, zo di; aan hat Venegenwoordigend Ligchaam gerigt zijn, dezelven aan ds eerfte Ksmer te doen toekomen. CLXXII. Op gelijke wiize ontvangen zij van hetUitvoerend Bewind de gemelde Adresfen met het daar op gevall n befluit terug, en v.-rzenden die zo.ider uitfïel aan het GemeenteBeduur, welk hun die had toegezonden, of doen dezelve kosteloos uitlevereo aan de genen, die, als Ondcrteeke» naars, dezelven terug vorderen. CLXXIII. Zij zien toe, dat de goede orde en policie ia liun Departement alo;ume*bewaard blijven. CLXXIV. Zij befc'iikken, des nodig, op hunne verantwoordlijkheid, en met daadlijke kennisgeeving aan het Uitvoerend Bewind, over de naastbijgelegen Gar.iifoenen of Troepen van den Staat, tot bewaaring of heriïelling der openbaare veiligheid. JS CLXXV,'  gij VAN DE DEPARTEMENTAALE BESTÜUREW. CLXXV. De HuisHike Departementaale Ko6cen, voc* ieder Departement, worden, jaarlijks, door het Vertegenwoordigend Ligchaam bepaald. CLXXVI Ten dien einde zendt elk Departementaal Beftuur jaarlijks met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene fpecifieke begroeiing der kosten voor het volgend jaar. CLXXVII. Bij deze begrooting voegt Hetzelve eene fnecifieke verantwoording der lommen, in het afgelopen jaar aan het Departement toegedaan, en door hen belteed. Hat baatig Qot ftrekt in mindering der nieuwe begrooting. CLXXVIIL In onvoorziene gevallen, kan een Departementaal Beftuur eeae buitengewoone begrooting inzenden. Het Uitvoerend Bewind doet dezelve, alsdan, zonder uuftel, aan het Vertegenwoordigend Ligchaam ter beoordceling toekomen. CLXXIX. De Departementaale Beftuuren zien toe, ieder in zün Departement, dat de invordering der Nationaale Belastingen rigtig en zonder knevelarij gefchiede, en dat de overmaaking der ontvangen gelden met vertraagd worde. Van allen misbruik of verzuim in dezen geven zij aan het Uitvoerend Bewind kennis. CLXXX. Zij ontvangen van de Gemeente-Beftuuren, in hun Departement, Memoriën van derzelver Ontvang en Uitgave, voor reekening der Republiek, en verzenden die , met hunne bedenkingen, des nodig, aan het Uitvoerend Bewind. CLXXXI. Zij verniMigen, na ingenomen berigt der G-meente-Beftuuren, of andere ondergefchikte Collegien, in"hun Departement, alle zoodanige befluiten van dezelven, als ilrijdig met de Staatsregeling of met de Wetten genomen zijn, met onderwijlde kennisgeving aan het Uitvoerend Bewind. CLXXXII. Zij fchorsfen de Leden van een GemeenteBeftuur in de waarneming van Hunnen post, wanneer deaelven, daarin volhardende, de openbaare veiligheid in gevaar zouden brengen, en geeven van zoodanige fchorfing aan het Uitvoerend Bewind onverwijld kennis. CLXXXIII. Zij nemen kennis van zoodanige gefchillen, Je..ti»sJ^.*n ondetfclieiden Gemeente • Beftijurea, of andere  VAN DS DEPARTEMENTAALE BESTtTtTRErf. cmdcrgefchikte CollegiëV.i, in hun Departement mogten oneftaan, en Vereffenen dezelven, na verhoor van titklaagden, onverminderd ieders regt, bm zijne grieven en bezwaaren te brengen bij bet Vertegenwoordigend Ligchaam, bij het Uitvoerend Bewind, of voorliet Geregtsbof, daaromtrent! bevoegd, naar gelang der zake. CLXXXIV. Het Uitvoerend Bewind roept, in eeenejlei geval, de Leden van eenig Dcpirtementaal Beduur» ter verantwoording, perfoonlijk, vóór zig. CLXXXV. De Leden worden, in geval van misdrijf, door het Uitvoerend Bewind, bij uitfpraak van het Vertegenwoordigend Ligchaam, te regt geiteld voor een Hoog Nationaal Geregtshof. GLXXXVI. Zij genieten eert dag-geld- van zeven Guldens ieder, zonder boven dien iet rreer, dan z-uiver ver> fchor, in reekening te mogen brengen. Ieder Lid, in corrtmirfie zijnde, kan zijn reiskosten en veneer ngen als verfchot b?reekencn, mids niet hooger, dan tot ztvm Guldens daags. CLXXXVII. Brj het aanvaarden hunner posten, legger» zij, gelijk mede hunne Secretarisfen en verdere Bedienden, de gevorderde Verklaaring af, en ondertekenen dezelve.. CLXXXVII!. De Kiezers-Vergadering van iederen Ring: benoemt, jaarlijks, op eenen dag,, door de Wet bepaald, eenen opneemer der Rekenirgen van het Departementaal Beduur. De ztven alzoo benoemde Opnemers vergaderen, mede op eenen tijd, bij de Wet vastgcfteld, in der Departementaale S-ad , om te hoeren en te fluiten de Rekeningen van het afgelopen Jaar, of hunne bedenkingen daarop voortedragen. Zij doen het verflag van dit hun verrigtte drukken, en zenden hetzelve, nevens de rekeningen , aan het Uitvoerend Bewind, hetgeen befiisfende uitfpraak doet. Zij blijven, jaarlijks, niet langer, dan vetrtlen dagett.tot bet opnemen der Rekeningen, vergaderd. CLXXXIX. De Departementaale Beftuuren worden géiJl» gat.ifeerd door den tijdelijken Voorzitter.  DERDE AFDEELING. Pim de Gemeente- Beftuuren, EXC. Over elke Gemeente is een Gemeente.Beflunr.. ' CXC1. Het getal en de jaarwedde der Leden, de tijd en wijze hunner Verkiezing door de ftembevoegde Burgers, tot iedere Gemeente behoorende, en de tijd der zitting■neming, zoo van al'en-voor de eerfte maal, als ten aanzien /Ier nieuwe Leden jaarlijks, wordt door het Vertegenwoordigend Ligehanm, bij een Reglement, op voordragt van he: Uitvoerend Bewind, bepaald. CXCI!. Jiarlii'ts treed! een darde gedeelte af van iederGen-senti-Beduur, of een geral van L;den, dat het naast ciaevbij kont. De orde van *ftre-dk»g wordt voor de euftjr anaal docr het lot bepaald, en gefthkdt verder naar onderdom van dienst. Een aftredend Lid is weder Verkiesbaar, doch voor da derdt maal niet, dsn na een tijdsverloop van drie jjaren. CXCIIL De Leden van een Gemeente-B-Muur moeten zijn ftembeyoegd, ten vollen vijf- tx-twintig jaaren oud, .en, ten minften zederd de laatfte vijf jaaren, gewoond 'hebbende in die Gemeente, tot welker Beftuur zij geroepen zijn. CXCIV. Geen Gemeente-Beftuur mag eenige nieuwe plaatslijke Belasting vasiftellen, dan na alvorens-daaromtret d te hebben gehandeld , en te zijn overeengekomen met .gevolmaetigden uit de Stembevoegde Burgeren binnen desaclfs Gemeente, tot dat einde op de wijze, bij het Regie»:ent voorjefchreven, door dezelven benoemd, en onder opvolgende goedkeuring van het Vertegenwoordigend Ligchaam. CXCV. Ieder Gemeente-Beduur maakt deszelfs jaarlijkfche rekeningen van den pVaatslijken Ontvang en Uitgave openbaar, op de wijze, bij het Reglement bepaald. CXCVJ. liet zendt, jaarlijks, met den aanvang der Maand Augustus, aan dat Departementaal Beduur, waaronder deszelfs Gemeente behoort, fpeciiieke Mcmorien van. Ontvang en Uitgave voor Nationaale rekening. CiiCVil. Ket ontvangt «He zoodanige individueele Ad. dies-  AtO. BEPAL, OMTRËND HET FffiANCIEWaZiÖ?; %P dresfen, als deszelfs Ingezetenen, door hun Gemeente»fieSuur, aan het Departementaal Befhinr", aan het Uitvoerend Bewind, of het Vertegenwoordigend Ligchaam mogteitf willen inzenden. Het verzendt dezelven ten fpoedigften aan het Departementaal Beftuur, ter verdere verzending, of om daarop te befluiten, en ontvangt die van daar terttgv met bet daarop gevallen befluit, waarna Het dèzeiven, ot> aanvrage der Tekenaars, i'ostsloes, doet uitleveren. CXCVIII. De Leden van eenig Gemeente-Beftunr Snn>' «en nimmer voor een Departementaal Beftuur, perfoonlijfc.,. ter verantwoording geroepen, noch van hunne Posten ontzet werden. CXCIX. Zij worden, in geval'van eenig door htm begaan misdrijf, te regt g-fteld voor het crimineel Departementaal Geregtshof, waartoe derzelver Gemeente behoort. TITUL Vï. TAN DE rflNANTIEN. EERSTE A-FDEELINGk dffgeitieent Btpaah'ngm mtrmi bet FinaneievilXtlt der Repnbliett. CC. Alle Geldmiddelen van de Republiek, hetzij dvze!-ven beöaan in belastingen, hetzij in bézittirgèn, hoe ooit' genoemd, waarvan de inkoraften, vóór de invoering dér Staatsregeling gekomen zijn ten vonrdecle van dè Kas der Generaliteit, midsgaders van de Kasfen der onderfcheiden Provinciën, van de drie Kwartieren van Gelderland, van hét Landfchap Drentie, en van Bniaafscb Braband, worden verklaard, én van nu voordaan gehouden, voor nationaale ihkoroften en bezittingen van het geheele Bataaffche VolK. CCI. Dë Schulden en Verbrndrenisfhni vóór de invoering dér Staatregeling gemaakt, en aamegaan niet alleen door of van weg» der Generaliteit, maar ook van wege dor onderfcheiden Provinciën, de drie Kwartieren van Gelder, taui, het Landfchap Drenthe en Bateafscb Braband, worden verklaard en gehouden voor nationaale fchulden C» yerbindtenisfen van het geheele BataaffcJie Volk» p $ CCLf;  . CCII. Alle daarvan afgegeven Renten - Brieven, ObHgatien, Recepisfen, of an.lere Aften van verbindtenis, zullen tegen nationaale Schuldbrieven vervvisfeld, en op eenen eenpaari^en voet gebragt worden. Het Vertegenwoordigend Ligchaam bepaalt, ten rpoedigJtten, den tijd en de wijze dezer verwisfeling; zoodanig echter, dat dezelve binnen iris Maanden na de eerjle zitting van het Vertegenwoordigend Ligchaam, zal aangevangen, en voleindigd moeten zijn vóór liet einde van het derde Jaar, na de aanneming dór Staatsregeling. CCIII. 'Er zal geene vermindering plaats hebben noch van de Hoofdfom der Schuldbrieven zclvea, noch der ld-, teresfen en jaariijkfche Renten. Dezelven zullen, nimmer, met eemge belastingen wor3en bezwaard, dan alleen met zoodanigen, welke. bij de invoering der Staatsregeling, daadlijk plaats zullen hebben, CCIV. Bij de Obügatiën zullen worden afgegeven jaar3i kfche Coupons, die in alle betaalingen aan den Lande aangenomen, of, ter keufe der Houders, bij de.Nationaale Treforie worden voldaan^ , CCV. De Renten en Interesten van de voorgemelde Nationaale Schuld, jaarlijks te becaalen, worden gevonden uir zoodanige algemeene belastingen, als overeenkornftig zekere hierna te melden bepaalingen ,- üadat die begrooting zal bekrachtigd zijn. Geene Wet, waarbij eene nieuwe belasting wordt Ingevoerd, heeft langer bracht, dan Hn Jaar, indien zij niet tritJruklijk vernieuwd wordti CC1X. Indien de omftandighedèn der Republiek eenige buitengewoone uitgaven noodzaaklijk maaken, vindt het Vertegenwoordigend Ligchaam die, bij voorkeur, zoo veel mooglijk, uit eene buitengewoone heffing, en wel als dm gratuit, bij wijze van Quotifatie over de relativa inkomften en verteeringen van alle de Ingezetenen der Bataaffche Republiek. Dan, wanneer Hetzelve oordeelt, te moeten overgaan tot het zoeken van Penningen, bij wijze van vrijwillige INegotiatie, bepaalt Het den kortst mooglijken termijn van anosflng, en eene behoorlijke geëvenredigde belasting, voldoende tot het bekomen der noodige fondfen, zoo tot betaaling der jaarlijkfche aflosfingan, als interesten. Deze belasting zal niet verder mo?en geheven worden,dan toereikende tot de jaarlijkfche aflossingen en interesten , noch worden verlengd, nadat dezelve Negotiatie zal zi.in afgelost; alles onder de bepaalingen, bij /Irt. CC V. vermeld. CCX. Het Uitvoerend Bewind levert, binnen lên Jaar na de eerfte Zitting van het Vertegenwoordigend Ligchaam , aan hetzelve een nieuw ftclfel van algemeene belastingen, zoo ter goedrruakinge der Staatsbehoeften, als in 't bijzonder tct het betaalen der jaarlijkfche interesfen en afiosfingen voor de geheele Republiek. Hetzelve wordt zoodanig ingerigt, dat alle de belastingen, en ieder derzelven, zoo veel moogiijk, geëvenredigd zijn aan het betreklijk vcratoj-.en der Ingezetenen , en opgemaakt uit de vergelijking van derzeLer bezittingen, inkomften, en bekende verteeringen, met inachtneming der volgende gr.ondbeginfeien t D 4 0. Dt  AH£V ËEPAIi. OMÏREND HET nifASClEW52E!T. «...De,belastingen op de Onroerende Goederen, in de' geheele Republiek, op eenen evenredigen voet, naar derzelver betrcklijke waarde gebragt, met vernieuwing en aanvulling der oude Quihieren, blijven bellaar» i. Omtrend alle belastingen, zoo gewoone als buitengewoone, het zij die gelegd worden op bezittingen, cf op inkomfteu en bejtende verteeringen, wordt zoo veel mooglijk gezorgd, aan den eenen kant, dat ieder zig, opregr en ter goeder trouwe, Van zijnen pligt'kwijte, en,- aan de andere zijde, dat noodelofe openbaarmaaking van iemands bezittingen en inkomften worden vóórgekomen. *. Dat allé belastingen op het confumtive, iridieH en zoo vim die plaats zullen hebben, alzoo worden ingerigt, dat dezelve geheven worden van dat gedeelte van elks verteering, hetgeen hij, na genot van het volflrekt noodige, uit zijne inkomften verkiest re bekostigen, d. 'Er kan geenerlei belasting gelegd worden op levensmiddelen van dè eerffe noodzaaklijkheid. Het Vertecenwoordigend Ligchaam ontheft zoodainige middelen, die daarmede bezwaard ziin, van dien last, zoodra Hetzelve bevirdt, dat-de opbreng van, andere belastingen zulks toelaat. 9. 'Er kan geen Hoofdgeld, ieder Ingezeten, zonder onderfcheid van vermogen,, drukkende, worden ingevoerd. Met het einde van het eerfli jaar, ria de aanneming der Staatsregeling, zal hetzelve ophouden, overal, waar zulks nog op die wijze geheven wordt. f. 'Erzal ,overde geheele Republiek, worden ingevoerd eene algemeene en billijk geregelde belasting vra het Collateraal op de Saldo's der Boedels, als mede op het Nationaal Klein Zegel. Voor beide die belastingen, maakt het Vertegenwoordigend Ligchaam, ten fpocdigften, eene nieuwe Ordonnantie'. g; Se afzonderlijke admimfiVatie over de Middelen te Witer', of inkomende en uitgaande Regten, zal daadlijk ophouden, en begrepen, worden onder liet algemeen zamenftel van Finsncis. CCX2,  VAN DE BEGROTINGEN, ENZ. IJS CGXI. Naar mate het Nieuw Stelfel van algemeene be« lastingcn , volgens Art. CCX. in w-riting gebragt en genoegzaam wordt bevonden, fchaft hst Vertegenwoordigend Ligchaam de voorige belastingen af. Het Nieuw Stelfel zal, uberlijk binnen twee jaaren na de aanneming der Staatsregeling, alornme ingevoerd en in werking moeten zijn, als wanneer het Vertegenwoordigend Ligchaam alle voorige belastingen. tot hiertoe geheven , zoo verre dezelven , in gevolge d»r hier voor gemaakte bepsa-lingen, niet gecontinueerd zijn, zal doen ophouden. CCXtl. De Uitgaven zullen, in tijd van vrede, zoo veafi mooglijk verminderd, en zoodanig worden geregeld, dat zij de bekende en vostgeflelde inkomllen niet moeten ovcUtretTen. In gewoone tijden-, zal het overfehot, ofwel eens jaarlijkfche fom, door het Vertegenwoordigend Ligchaam te bepaalen, worden overgebragt in eene afzonderlijke Kas van liefervs, ten einde te kunnen voorzien in de behoef», ten van den Staat, bij opkomende Oerlogen, cf andere nationaale rampfpoeden. CCX1H. Het Vertegenwoordueud Ligchaam maak t, tta, fpoedigften, op voordragt van bet Uitvoerend Bewind, een. Reglement, waardoor , aan den eenen kant, de rigtige betaaling van alle gemeene middelen, boe nok genoemd, bewaakt, en, aan de andere zijde, gezorgd wordt, dat op dit (luk aan een ieder, zonder knevelarij, kort ea onvertogen regt gefchied;. TWEEDE AFDEELING. Van de Begrootingen der Staats-Uitgaven. GCXIV. In den aanvang der Maand October van ieder jaar, zendt het Uitvoerend Bewind aan het Vertegenwoordigend Ligchaam eene algemeene begrooting van alle zoodanige Sommen, als hetzelve oordeelt, dat, voor het volgend jaar, ten diende der Republiek zullen vereischt worden, n.et bijvoeging der. bijzondere bcgrootingen van de Departementaale Beftuuren , daartoe betreklijk, en van zijne confideratien, zo noodig, op dezelven. CCXV. Deze algemeene jaarlijkfche begrooting houdt in de afzonderlijke Soms--bepaaling van eiken bijzonderea  jffï VAN DE C0MMISSAB.I3SES pest, is gemotiveerd, en geeft tevens bedenkingen op, aangaand; de gefchiktfte middelen, om het benoodigde voor een volgend jaar, door gewoone of buitengewoone belastingen , te vinden. CEXVI. 'Er zal op die begrootit g een bijzondere Post getield worden voor onvoorziene Uitgaven, of ongefpecificeerde zaken. CCXVfl. Op dezelve wordt, echter, niet gebragt zoodanije Som. als het Vertegenwoordigend Ligchaam, jaarlijks, tot geheime uitgaven aan het Uitvoerend Bewind zal toeftaan, noch ook zoodarige Som, als het Vertegenwoordigend Ligchaam zal befluiten, te doen overbrengen in de Kas van Refirvt, bij Art. CCXII. bepaald. CCXVU1. Het Vertegenwoordigend Lirchaam raadpleeg*, en befluit, over de jaarlijkfche algemeene begrooiingcn van Staats 'Uitgaven. De wijze wordt b'j her Htglemtnt, LETTER D,, EEKSTE AFDEEUMff, bepaald. CCXIX. Het Uitvoerend Bewind verantwoordt jaarlijks", ▼óór het einde van Jalij, aan het Vericgenwoordigeird Ligchaam, de Sommen door hetzelve, geduurendc het voorig jaar, uit de Nationaale Kas ontvangen en uitgegeven. Aile de tedsn van voornoemde Bewind vtrklasren bij deze gelegenheid plegtig, op hunne gedane belofte bij het -aanvaarden van huonen Post, dat zij van de Penningen, ret geheime Uitgaven hun toegedaan. ee^ n ander gebruik hebben gemaakt, dan ten diende der Republiek. Deze fchriitlijke, door alle de Leden geteekende, Verklaaring wordt ajn de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Ligchaam gezonden. Deze Reekening wordt jaarlijks gedrukt en publiek gemaakt. In tijd van Oorlog, met eenige Europeefche Mogendheid, wordt deze openbaarmaking uite,efleld tot zis Maanden na den Vrede. DERDE AFDBELING. fa» it Cmmisjarisfia litr NuthnaaU Treforii. CCXX. Het beduur over den ontvang der Nationaale toomden , en ds beheering der betaalingen, wordt toevw- trauwd.  BER. NRTION-.AI.E TRE-SOIUE. trouwt aan y/z/Commisfarisren der Nationaale Treforie, allen aan en af te Rellen door liet Uitvoerend Bewind. CCXXI Derzelver jaarwedden zijn, voor ieder hunner, •l/Ur-duizend Guldens. CCXXH. Deze Commisfarisfen ontvangen, bij hunne aanflelling, elk eene Iuftruétie, inhoudende eene duidljike aanwijzing van derzelver onderfcheiden werkzaamheden, voorgedragen door het Uitvoerend Bewind, en goedgekeurd door' het Vertegenwoordigend Ligchaam. Dit Ligchaam bepaalt den Borgtogt. door elk hunner bij öe aanvaarding van zijnen post te ftellen, en jaarlijks te vernieuwen. -CCXX11I. Hunne werkzaamheden zijn, a De algemeene ontvang der Nationaale Geldmiddelen." b. liet doen overfiorteu van Penningen uit de bijzondere Kasfen der Ontvangers, bet zij uit de eene in de andere, of in de algemeene Kas. c. Het betaalen der Ordonnanti n, op hen afgegeven door het Uitvoerend Bewind en de Departementaale Adminifiratie. d. Het houden van de noodige corre«pondentien met de Ontvangers en andere Comptablen* e. Het houden der Nationaale Uegi'ters van alle inkomften en uitgaven, en der Contraboeken over de ontvangften en uitgaven der Ontvangers. ƒ. Het doen toekomen, van drie tot drie Maanden, aan de Commisfarisfen der Nationaale Rekening, van de Algemeene Rekening van ontvangen uirgave der Nationaale Kas, gefterkt met de daartoe behoorende bijzondere rekeningen en hewijsttukken, ten fine van bekrachtiging; alsmede van alle Ordonnantiën van betaalingen, door het Uitvoerend Bewind of Departementaale Beftuuren op hen afgegeven, g. Commislnrisfen ontvangen en beheeren mede de inkomften, bij Art. CCVL afzonder ijk beftemi, tot de betaali"g der Interesfen en Afloslingeii der Nationaale fchuld. Zij houden daarvan afzonderlijke Boeken, en Borgen, dat, de Fondfen bij den eenen Natioua'en Ontvanger niet toereikende zijnde voor de in be» taaling ontvangen Coupons, dezelven uit die der ftu^eiQ Onivinsers worden overgeftott, zoodanig, dat  48 VAN DE COMMISSAIUSSLN'BER. NAT10N. TRESCR12» dat dezelven op geenerlei wijze met de andere ont» vangften en uitgaven vermengd worden. Zij ftellen, in handen der Rekenkamer, de ingetrokken en geroyeerde Coupons, alsmede de ingetrokken Schuldbrieven, ten einde,ingevolge Art. CCVI, te «orden verbrand. CCXXIV. Zij nemen ftiptelijk, en op hunne veranr'e Bezittingen in Ma. «lidsgadeFS over de Coioniën in Amerika, en de Bezittingen  EN VAN DERZELVER BESTUUR HIER TE LANDE, gl gen op de Kust van Guinee!, zal worden opgedragen aan twee onderfcheiden Raaden, welken, ieder geheel afzonderlijk, zullen werken. Het eene zal worden genoemd de Raad der Afiatifche Bezittingen en Etablisfementen; het andere ds Raad der Amerikaan]che Coioniën en Bezittingen» CCXXX1II. De Raad der Afiatifehe Bezittingen en Établisf inenten zal uit negen, en die der Amerikaanfcbe Coioniën en Bezittingen uit vijf Leden beftaan. CCXXX1V. Beide Raaden zullen verantwoordlij'k en ondcrgefcl.ikt zijn aan het Uitvoerend Bewind. De aanfrelling en afftelling der Leden zal door hetzelve gefchieden. CCXXXV. leder Lid van één dei- beide Raaden geniet eene Jaarwedde van vier duizend Guldens. CCXXXVI. De Vertegenwoordigende Vergadering zal, op voordel van het Uitvoerend Bewind, voor de beide Raaden vastftellen eene uitgebreide lnftruétie, naar welke zij moeten handelen, en de Jaarwedden der Secreiarisfen, Ontvangers en Fiskaals bepaalen, CCXXXVII. Ieder der Raaden zal aanftcllen eenen Secretaris, Ontvanger en Fiskaal, en wel onder eene bepaalde Inftrticlie, vóór derzelver bcnoemingaan het Uitvoerend Bewind ter goedkeuringe voortedragen. CCXXXVIII De Leden, Secictaiisfen, Ontvanger en Fiskaal ? van beide Raaden, mogen aan efta'nderen niet beftaan tot iïi den derden graad van bloedverwantfchap of zwagerfchap. CCXXXIX. De Leden, Secretarsfen, Ontvangers en Fiskaals, mogen, noch rechtftrceks, noch van ter zijde, op eenigerhande wijze, in eenigen Koophandel betrokken, geene eigenaars van Plantagien of gronden in de Coioniën zijn, noch ook eenige andere Ambten of Bedieningen, hoe oök genoemd, waarnemen. CCXL. Het Uitvoerend Bewind zal, op voordel vari ie. der der beide Raaden, in de verdediging der Coioniën voorzien , door de nodige Oorlogfchepen en andere noodwendigheden derwaards te zenden, en ten benodigd getal Troepen aldaar te onderhouden. Het zorgt, insgelijks, voor de rust in de Bezittingen eh Coioniën, en voor de verbetering van derzelver Koophandel en Landbouw. CCXLI. liet Uitvoerend Bewind zal, iedir Jaar, na de E 2 hVe-  £1» OVER DE ASIAT1SCHE BEZITTINGEN , ENZ. fpecifieke opgave, die aan hetzelve door ieder der Raaden j»l moeten gedaan worden, van de Vertegenwoordigende Vergadering de nodige gelden vragen, zoo wel voor het enderhoud der gezegde Bezittingen en Coioniën, als om in de Soldijen, Renten, Pennoenen en andere noodwendigheden , te voorzien. CCXL1I. Het Uitvoerend Bewind zal, alle jaaren , na Van ieder der Raaden rekening en verantwoording, met overlegging van alle (tukken en befclteidcn, daartoe l.ehoorende , ontvangen te hebben, aan de Vertegenwoordigende Vergadering verilag doen van zoodanige lommen, als tot waar' neming van de belangen der Buitenlandfche Bezittingen en Coioniën, geduurende het afgelopen jaar, ontvangen en «iitgegeven zijn, als mede- van den (bat der zaken aldaar. Bijaldien 'er een zuiver overfchot, na aftrek van hetgeen voor het volgend jaar nodig zal zijn, plaats heeft, zal hetzelve in de Nationaale Kas geltort worden. (Je Rapporten, Rekeningen en Begrotingen, in dit en het vorig Artikel gemeld, zullen tioor den druk worden bekend gemaakt. CCXLIII. Het Uitvoerend Bewind zal, op voordragt van ieder der Raaden, de aanftellirg hei-ben der hoogcr Ambtenaars in de Buitenlardu.be Bezittingen en Coioniën, tot derzelver Bewind behoorende. CCXI.1V. Ieder der Raaden zal zorgen, dat de Troepen, die zig in de Coioniën bevinden, wel behandeld, betaald, en gekleed worden, en voltallig blijven. CCXLV. Ieder der Raaden, en de bijzondere Leden van dien, zullen, in geval van misdtijf, in derzelver- Be' diening begaan, voor een Hoog Nationaal Geregtshof teregt gefield worden. CCXLVI. De wijze, waarop de republikeinfche beginCelen, in de Bezittingen en Coioniën der Republiek, geregeld zullen worden ingevoerd, wordt door de Wet bepaald. Over ie Matifche Bezittingen en EtaUisfemenlen. CCXLVII. De Bataaffche Republiek neemt tot zig alle it Bezittingen en Eigendommen der gewezen Qost-Jmtifche Compagnie, benevens alle derzelver Schulden. De b&oijen, voonnaals aan die Compagnie verleend, worden vernietigd. CCXLVIH.  •VER. DE WEST-INDISCHE BEZITTINGEN ENZ". 53 CCXLVIH. De Gcïntereslecrdcn lij en Houders van Actiën, in de gewezen Oost-Indifche Compagnie, worden «'onr de Natie, bij wijze van afkoop, fchadeloos geiteld. CCXL1X. De Batsaffctee Republiek behoudt, voor als nog. aan zig het vervoeren van allerlei Goederen naar de Oost Indien, die niet aan de handeldrijvende Ingezetenen zijn afgeit.ian,als mede den aanbreng der voordbrenpièlen van den grond aldaar hcrwaards, het aanvoeren van Tbée, nit het Rijk van China, daaronder begrepen. De Raad, zulks uitvoerende, zal, bij voorraad, handelen volgends den inhoud van het laatlle Octrooi, aan het Commitfë tot de zal;en van den Oost-tndifchen Handel en Bezittingen verleen i met zodanige verdere bipaalingcn, als bij deze Acte van Staatsregeling zijn uitgedrukt, tot zoo lang, dat, door het Uitvoerend Bewind, op vooiftel van.den Raad der Afiatifclie Bezittingen, aan het Vencgcnwoord'g nd Ligchaam, een nieuw Charter aangeboden, en door het laatfte zal zij no-ekracjuigd. De Wet 2 I dir Artikel kunnen veranderen of vernietigen, naar mate het belang der Bataalfche Republiek zulks zal vorderen. CCL. De Wet zal de inwendige Staats-inrigting, en de wijze van- bediening der Policie en Jultitie, in elk dezer Bezittingen en Etablissementen, regelen. Over de IVest-Indifche Bezittingen en Coioniën in Amerika en op de Kust van Guiuéa. CCLI. Aan ieder der Coioniën zal een nieuw Conjlitu» ■tioncel Charter gegeven worden. Dit Charter zal de tegenwoorde belastingen doen opbonden, en eene nieuwe wijze van vergoeding aan de Republiek, voor derzelver verleende hefcherming, vasiftellen. CCLII. Het ontwerp.n van dir nieuwe Charter zal door het Uitvoerend Bewind, op voordel van den Raad der Amerikaanfche Coioniën . aan de Vertegenwoordigende Vergadering ter bekrachtiging aangeboden worden, CCLIII- De kosten, voor het huishoudcrlijk Beftuur der Colouiet!, zullen door de Itiwooners zeiven geregeld en betaald worden. CCLIV, De Wet zal bepaalen het getal en de magt der E 3 . Coih-  9* ALGEMEENE BEPAALINGEN. Commisfarisfen, welken liet Uitvoerend Bewind in iedereColonie of Bezitting zal kunnen zenden. CCLV. Alle onderfcheiden Kamers en Departementen va* den West-Indifchen Handel, of hoe ook genoemd, zijn vernietigd. Alle afzonderlijke Coioniën worden, terrtond, onder c'du algemeen Bcftnur gebragt, en zii, die zullen bewijzen door deze vereeniging benadeeld te zijn, ifgekogt. TITUL VIII. VAN DE REGTER.LJJKE MAGT. EERSTE AFDEEL ING. Algtmeer.e Bepaaliiigctt. Art. CCLVI. Geene regterlijke Bediening wordt waar-, genomen, dan door Bataaffche Burgers, die den vollen ouderdom van dertig jaaren bereikt hebben. Buiten deze voorwaarde, kan de Wet nog andere bepaalingen in de keufe maaken. CCLVII. In geene Regthank hebben Leden, of openbaare Aanklaagers, te gelijk zitting, die aan eikanderen be♦taan in de opklimmende of nederdaalende linie, noch ook als Broeders, of als Oom en Neef, hetzij door Bloedverwandtfehap of Huwelijk. CCLVIII. De Leden van alle Regtbanken zijn, bij buitte aftreding volgends de Wet, wederom ten zelfden tijde verkiesbaar. CCLIX. Geen l!id wordt afgezet, dan om misdrijf, in zijnen Tost begaan, noch ook gcTcborst, noch sevonnisd. dan na een vooiafgegaan Decreet van befehuldiging. CCLX. Geen Lid mengt zig in de uitoefening van Wetgevende of Uitvoerende Magt, of van Policie. Hec verhindert nimmer de uitvoering van eenige Wet, noch roept eenig ander Lid van Bewind voor zig ter veiünd■woording. . . . _r , Het gezag der Regtbanken wordt door de Wet bepaald. In geval van geRthil tusfehen Bewindvoerend of Regter. lijk Ge?ag, tot welk van beiden de eene of andere zaak ter perrisfinjg behoore, geichiedt de uitfpraak door het Vertegctiwoord;§end Lisehaam. CCLXI.  VAN DE VREDEREGTERJ EN BfZtTTXR», EN2. tj$ CCLXI. Tn Civile zal.en, is liet regt van partijen, onr haare g'efchillen door bemiddeling van door haar zeiven gekozen Scheidsmannen aftedoen., onfchcndbaar, en derzcl. ver uitfpraak zonder hooger beroep, tenzij partijen zig zulks uitdruklijk voorbehouden. CCLX1I. In Crimineele Vonnisfen, ten nadeele van den befcbuldigden gewezen, wordt de misdaad nauwkcuriglijlc uitgedrukt, op poene van nulliteit. CCLXIII. Geen Regter of Rcgtbank bereekent, onder eenig voonvendfel, of benaaming eenige kosten, ten behoeve van zig zeiven, aan de gefchiivoerende Partijen. TWEEDE AFDEELING. Van de Vrcderegters, en derzelver Bijzitters, — van dh Burgerlijke Regtbanken — van de Departementaale Gerechtshoven, — van de Vtcrfchaar over de misdrijven der Regters, —■ van het Hoog Nationaal Geregtshof. — en van de Regtsplec* ging over het Volk van Oorlog» Art. CCLXIV. In elke Gemeente is of zijn één of meer Vrcderegters. Derzelver getal is evenredig aan de bevolking. CCLXV. Elite Grond-Vergadering benoemt, ten dien é'mde, één Perfoon buiten zig, bij meerderheid van ftemmen, en geeft berigt van haare keus, bij billet, door den Voorzitrer en Secretaris geteekend, en verzegeld, aan den Raad der Gemeente. CCLXVI. De Raad der Gemeente doet eene Lijst der benoemde Petfooncn drukken, vetmiridett die, bij herhaalde ftemmrng, tot een Drietal, en volbrengt daar uit, agt dagen daarna , de gevorderde kt u-s. CCLXVII. Wanneer eenig benoemd ?érfoon de volftrekte meerderheid van Hemmen der Grond-Vergaderingen heeft, wordt deze keus door den Raad bekrachtigd. CCLXVIII. Aan ieder Vrederegter worden, op vordering van wederzijdfche Partijen, twee bijzitters toegevoegd. CCLIX. De Bijzitters worden benoemd door de Grond. Vergaderingen, en wel door ieder Eén. De ijst derzelven wordt door den Raad der Gemeente» mifche Mogendheden, of door de S"crctarisfen van Ambasthde, in de waarneming hunner Posten, begaan.. Deszelfs- zamenroeping gefchiedt door het Uitvoerend Bewind, op'last van het Vettegenwoordigend Ligchaam. CCXCV. Hetzelve is zaamgefteld uit Leden der Departementaal'! Gcregtshoveri. Uit ieder dezer Hoven worden, bij loting , drie Leden gekozen, om als Regters te handelen. Uit deze, aldus gekozen, vier-en twintig Regters, kan zoo wef. de befchuldigde, als befchuldiger , agt derzelven weiseicn, zonder redengeving. De redenen van weigering, tegen de overige Regters aangevoerd,, worden beoordeeld door zoodanig Departementaal Geiegtsb-of,. aU belchuldigde of befchuldiger zal beroemen. Aan deszelfs uhfpraak zullen zij zig onderwerpen. De redenen gegrond wordende geoordeeld , worden de Plaatfen dier geweigerde Leden, b>j loting, veivuU, zonder «te weigering te herhaalen. On-  VAN- DE VREDEREGTERS EN BIJZITTERS, EN*. 5£ Onder de zestien Regters, die aUoo zijn toegelaten, gefchiedt eene uiiloting van rier Leden. De overige twaalf Regters vormen alzoo het Hoog Nationaal Geregtshof. U,t dit getal wordt, bij loting, één derzelven tot openbaaren Aanklaager benoemd. De overige elf Regters verkiezen uit hun midden eenen Voorzitter. De Wet bepaalt de Belofte, en andere voorbereidlclen tot deze Zitting behoorende. CCXjCVJ. Dit Geregtshof vergadert niet, dan nadat het Vertegenwoordigend Ligchaam een Decreet van befchuldigir-g genomen heeft. CCXCVI1. Het Vertegenwoordigend Ligchaam bepaalt al" nt-de de plaats , alwaar dit Geregtshof zijne zitting zal houden. Deze Plaats moet, ten ininften, tien uuren van het verblijf des Vertegenwoordigetiden Ligchaams verwijdetd zijn. CCXCVIH. Het Volk van Oorlog blijft, zonder onderfchciding van ring, in alle civile zaken ,- en voords in commune delicten alleenlijk onderworpen aan den Burgerlijken Regter. CCXCIX. Zoodanige feiten, echter, die in den Dienst, en door den Krijgsman alleen, kunnen worden bedreven, worden aan Garnifocns - Kriigsraaden verwezen, die , of confesfte, vonnis wijzen, zonder hooger bcrtïtp. De Wet zal nader bepaalen de gevallen, op welken deze regel toepaslijk zij. Het Reglement van -Krijgs-Tucht (Art. CX1X) bepaalt derzelver zamenftelling, vooral ten aanzien der Auditeuren Militair en Fiskaals. CCC. In tijd van Vrede, kan, in critnincele gevallen, eene herziening der Vonnisfen van genoemde GarnifoensKrijgsrartden gevorderd worden, om te beoordeeien , of de ftraf, bij de Wet bepaald, naar behooren is toegepast. In dat geval, dienen de vijf oudfte Iloofd-Ofikieicn van de Brigade, en de naastbijzijnde Auditeur-Militair, mlds niet in dezelfde zaak bij den Krijgsraad gediend hebbende. CCCI. lil Militaire Vonnisfen , door Garnif ens-Krijgsraaden zonder confesfte geflagen, zat ecu hooger beroep zijn op eene Hooge Vierfchaar. Dezelve zal btftaan uit vijf Hoofd-Officieren, en tin Fiskaal. • De  tb «VB*. BÏH STTAATK. INVI-. BES VOLKS, t?rj?; De Wet bepaalt, in dit geval, de werkzaamheden vin deit Agent van Oorlog, en de betrekkingen van den Fiskaal en de Auditeurs Militair, gelijk mede de wijze van zamenftelling dezer Vicrfchaar. CCCU. Eene gelijkzoortige vorming en werking van Kriigsraaden heeft plaats ten aanzien der Mariniers, zoodra zfj zig aan boord van 's Lands Schepen bevinden. De Wet maakt ook, ten dezen opzigtc, zoortgelijke bepaalingen , als in Art. %oo tot 302 zijn uitgedrukt. CCCIII. De nieuwe vormmg der, in dezen Titul omfchreven, Regterlijke Magt zal haaren aanvang nemen, binnen (ine Maand na de eerjle zitting van het Vertegenwoordigend Ligchaam. Het Wetboek van Burgeriüke en Lijfjlraflijke Wetten (Art. XXVili. B'adz. 5.) zal echter, in de form dezer inrigtingen, zoodanige veranderingen mogen maaken, als, tot veiligheid van den Staat, en gerief der Ingezetenen , in den tijd, zal noodig geoordeeld worden. TITUL IX. OVER DEN STAATKUNDIGEN INVLOED DES VOLKS OP DE STAATSREGELING. CCCIV. Tot op het einde van het jaar 180? der remcene Tijdrekening, kan 'er geenerlei verandering in de Staatsregeling gemaakt worden. CCCV. Met den aanvang van het jaar 1804., zal 'er eene herziening van dezelve plaats hebben. CCCVI. Tot dat einde zal werkzaam zijn eene Ccmmisfte van Herziening, beftaande uit zoo veele Leden >, als 'er tag» tig duizendtallen Zielen in de flataaficbe Republiek gevonden worden, en gekozen door de Grond- en Iïiliricts-Vergaderingen , op den tijd en de wijze bepaald, bij het Regie.» ment LETTER E. CCCV1I. Vcrvolgcnds, kan 'er van vijf tot vijf jaaren, eene nieuwe Herziening der Staatsregeling plaats hebben, op de wijze, bij hetzelfde Reglement vastgifteld. CCCVIH. Behalven op deze, bij de Staatsregeling vastgtfteldc, tijdftippen en wijze, en zonder den uitgedrukten wil des Volks, kan dezelve, nimmer, wettelijk worden veranderd. E-**  REGLEMENTEN, BEHOORENDE TOT DE ACTE van STAATSREGELING. B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER. A. Behoorende tot Titul IF. . EERSTE AFDEELINO. Van de wijze van Stemming in de Grond-Vergaderingen» Art I. In elke Grond-Vergadering, is de Oudfte in jaaren provifioneel Voorzitter, en de Jongde neemt den post van Secretaris op zig, waarvan zij, nosnhands, om rede» nen, door de Vergadeting voldoende geoordeeld,verfchoond kunnen worden, en opgevolgd door den naastvolge.nden in jaaren. 2. In elke Grond-Vergadering, worden door den Secretaris de naamen der ftemhebbcnde Burgers, daartoe behoorende, volgends eene Lijst, door het Gemeen te-Beftuur aan den Voorzitter toegezonden, gelezen, die der agtergeblevenen aangetekend, en het getal der aan wezenden opgemaakt. 3. Bij geheime ftemming, worden vijf Stemöpnemcrs bij meerderheid benoemd, en uit dezelven één tot Voorzitter, en één tot Secretaris verkozen , terwijl één der drie anderen de Contra-Lijst van ftunming zal houden. 4. Dezen benoemd zijnde, wordt niemand, onder welk voorwendfel ook , in de Vergadering meer toegelaten, noch kan zig iemand daar uit verwijderen, dan met toeitemming van den Voorzitter. 5. De Voorzitter opent de Vergadering in dezer voege: „ Het werk, waartoe wij thands geroepen zijn, vrr» „ den de plegtige herinnering van het belang, dat 'er F jj voor  02 •VER DE WIJZE VAN STEMMING „ voor ons en voor alle onze Medeburgers, wier zaak ,,-wij alhier-waarnemen, ligt in de gélukkige keufé van eenen Man, op wiens fchouders, benevens „anderen, „ met liem in bet Beftuur ie plaatzen, desze'fs gewig„ tige last zal rusten. Dat dan bet bezef van dit be„ lang, en van onze duure vcrphgting, ons alles doe 5, ter zijde zetten, wat ons beletten zou, zoodanig eenen te benoemen, toegedaan aan de buiige beginfclen en voorfehriften onzer Staatsregeling, dien elk ,, onzer in gcmoede, als den braafften en kundigften .,, tot zulk eenen aanmerklijken post, befcliouwt, ten a, einde elk onzer een gerust geweten hebbe voor God 5, en het Vaderland 1" „ Ik maak dus geene zwarigheid, om op nieuw de volgende Verklaaring afteleggen: „ ,, Ik verklaar, eenen onver anderlij ken afkeer te heb„ „ ben van het Stadhouderfchap, Foederalisme, de „ „ Aristocratie, en de Regeringloosheid. — Ik be„ „ loof, dat ik in a'le de benoemingen, die ik heden „ „ zal doen, niemand jlemmen zal, dien ik in v/aar,, heid geloove een aanhanger van'het Stadhouder„ „ lijk, en Foederatief Bejluur, of voorflander van 5, „ Aristocratie en Regeeringloosheid te zijn.'" " „ Dit verklaar ik op mijne Burgertrouw." 6. Deze verklaating ligt gefchreven op de tafel, aan welke de Voorzitter geplaatst is, en ieder der Stembevoegden legt, bij den aanvang der werkzaamheden-, zijne hand op dkgefehrift, en zegt, terwijl dezelve daar op rust, overluid : „ Dit verklaar ik." 7. De Voorzitter, Secretaris, en drie Stemöpnemers, brengen het eerst hunne ftem uit, zonder deswege onder eikanderen eentge raadplcegingen te houden. 8. De Secretaris, na alvorens aan ieder der Stembevoegden een Nummer re hebben doen trekken, tekent hetzelve onder het oog van hem, die het getrokken heeft, op den hoek van een Brief jen, vouwt dien hoek, en verzegelt denzelven naar behooren. 9. Ieder fchrijft, in tegenwoordigheid der Stemöpnemers, den Perfoon, dien hii ftemt, met uitdrukking van deszelfs naam en toenaam, of met zoodanige andere aanduiding, als denzelven kenbaar maakt, op het gezegde Brief jen, fteekt ïiet in eene daartoe beftemde Busfe, die behoorlijk gefloten is,  IN DE GR.OND-VERGADBIUNGEN. 6% Ï3, en waarvnn de fleutet, geduurende de (temming, bij den Voorzitter bewaard blijft. 10. Hij, die niet kan lezen en fchrijveti, meldt den Perfoon, dien bij wil (temmen, met uitdrukking van deszelfs naam en toenaam, of met andere voegzame aanduiding,aan den Secretaris, en aan hem, die de Contra-Lijst houdt. De Secretaris fchrijft zulks voor hem op bet Stembrief jen, vertoont dit aan hem, die de Contra-Lijst houdt, en laat het door den Stemmer zelf in de Busfe (leken. 11. Na het inkomen van alle de Briefjens, opent de Voorzitter, in tegenwoordigheid der Stemmers, de Busfe, neemt de Brief jens één voor één daar uit, en (lelt dezelven ter hand san den derden Stemöpnemer, die tot het oplezen der naamen benoemd is. 12. Deze is gehouden, den naam, op ieder Briefjen gefchreven, overluid op te lezen, en aan den Secretaris, en hem-, die de Contra-Lijst houdt, te vettoonen, welke beiden , ieder op zijne Sum-Lijst, de naamen aantekenen. 13. In geval bij het oplezen van eenig Briefjen blijkt, dat iemand in de aanduiding van den Perfoon een misdag had begaan, wordt het Nummer door den Voorzitter ontzegeld, en de Stemmer opgeroepen, om zig nader te verklaaren. 14. Hij, die de volftrekte meerderheid van Stemmen, (dat is, ten minden Eéne meer, dan de helft, van alle de Stemmen) heeft, is de Benoemde. 15. Wanneer niemand de voldrekte meerderheid heeft, zullen alle de Gedemden op nieuw worden voorgelezen, (en einde daaruit dén benoemd worde. ;6. Bij de tweede (temming, zulk eene meerderheid geene plaats hebbende, worden de drie, die de meeste (temmen hebben, tot eene derde demming voorgedragen, 17. Bij de derde (temming, is hij, die de meeste ftenjmen heeft, fchoon geene volftrekte meerderheid hebbende, benoemd. In geval de (temmen (teken, bedist het Lot. 18. Bij elke herftemming worden, alvorens, de vootige Stembrief jens in een Omllag verzegeld, en, na afloop der Zitting, verbrand, 19. Zoodra de benoeming van eenen Vertegenwoordiger, F 2 en,  <Ï4 VAN DE KIEZERS, TER DISTRICT S-VERGADERING. en, op dezelfde wijze, die van eenen Kiezer der GrondVergadering, en deszelfs plaatsvervanger, of ook de Itemming volbragt is, over zoodanige zaak, waartoe de GrondVergad.ring, bij de Staatsregeling, óf door eene bijzondere Wet van bet Vertegenwoordigend Ligchaam, was opgeroepen, wordt het verhandelde in geichrift gefield, en door den Voorzitter,den Secretaris, en de drie Stemöpnemers ondertekend, waarna de Vergadering door den Voorzitter oogenbliklijk gefcheiden wordt. 20. De Wet bepaalt de wijze van itemming, bij het verkiezen van onderfcheiden openbaare Ambtcnaaren, voot zoo veel bij de Staatsregeling daarin niet is voorzien. TWEEDE AFDEELING. Van de Kiezers, ter DijlriSis-Vergadering. 21. De Kiezers bedanken nimmer voor den hun opgelegden last, dan om redenen, welke bij de Grond-Vergaderingen, waardoor zij benoemd zijn, worden aangenomen. 22. Zij bevinden zig, op den derden dag na de benoeming, op de plaats hunner beftemming. Ter goedmakinge der reiskosten, wordt hun, voor ieder uur alftands, toegelegd één Gulden. 23. Zij geven hunnen Lastbrief aan eene daartoe benoemde Coramisfie van het Plaatslijk Beftuur, alwaar de Diitricts-Vergadering gehouden wordt, ter naarziening over, en voords in de Vergadering aan den Voorzitter. 24. Wanneer de Kiezer verhinderd wordt ter DittrWsVergadering te verfchijnen, draagt bij dien post op aan zijnen Plaatsvervanger. 25. Ook deze wordende verhinderd, draagt hij zorg, dat de door zijne Grond-Vergadering benoemde Perfoon aan de Vergadering van Kiezers kenbaar worde, en zendt, tot bewijs tier egthcid, zijnen lastbtief. 26. De Vergadering van Kiezers conititueert zig op denzelfden voet, als de Grond-Vergaderingen. (Jirt. 1 enz.~) 27. De Voorzitter doet alle de, door de onderfcheiden Grond-Vergaderingen van dat Diftrict benoemde,Perfoonen , op eene Lijst brengen, en der Vergadering voorlezen. 23. Zo  VAN DE KIEZERS-5 DER DISTRICTS-VECCADERING. 6$ 28. Zo iemand door eene volftrekte meerderheid (dat is, door ééne Item meer, dan de helft) der Grond-Vergaderingen is benoemd, is de keuze gedaan. 29. Zo niemand door de volftrekte meerderheid is benoemd, worden de drie, door de meesten van alle GrondVergaderingen benoemd, op eene Lijst gebragt. 50. Zo 'er geene drie Perfoonen door meer dan ddne Grond-Vergadering benoemd zijn, worden uit de andere benoemde Perfoonen, bij bcfloten Briefjens, één of twee tot het Drietal, bij eene betreklijke meerderheid van {temmen, benoemd. 31. Zo niemand der voorgedragenen door meer dan tiéne Grond-Vergadering ware benoemd, wordt uit alle de benoemde Perfoonen een Drietal op dezelfde wijze daargefteldi 32. Uit het'gemaakte Drietal wordt bet Lid der Vertegenwoordigende Vergadering gekozen. 33. De wijze van benoeming gefchiedt overeenkomftigArt. 7, 8, 9, 11, 12 en 13, voor de (temming in GrondVergaderingen bepaald. 34. Op gelijke wijze, als bij Art. 9, 10, 11, 12, I3en14, van dit Reglement bepaald is, wordt tón Plaatsvervanger van het Lid der Vertegenwoordigende Vergadering gekozen. 35. Zo iemand der Kiezers door zijne Mede-Kiezers op het Drietal geplaatst wordt, begeeft hij zig, bij de {temming daarover, buiten de Vergadering. 36. De benoeming gefchied zijnde, doet de Voorzitter een Credentiaal voor den Benoemden door den Secretaris apmaaken , van den navolgenden inhoud : „ De Vergadering van Kiezers uit veertig Grond,, Vergaderingen van het DiftricT; van ------ „ der Bataaffche Republiek, ontbiedt, in gevolge des „ ABe van Staatsregeling, den Burger - - - - - „ woonende ----- ten einde zig te vervoc- „ gen, als Lid, bij het Vertegenwoordigend Ligchaam „ der Bataaffche Republiek." Dit Credentiaal wordt, onverwijld , aan het gekozen Lid, en een zoottgelijk aan deszelfs Plaatsvervanger, toegezonden. 37. Hetzelve wordt door den Voorzitter getekend, tri door den Secretaris met twee Leden gecontrafigneerd. 38. Van deze benoeming, en van het verhandelde ter Diitricts-Vergadering, wordt met eenen Brief kennis gegc. F 3. ^e»  66 de vervulling der jaarlijks openvallende ven aan liet Vertegenwoordigend Ligchaam , en aan liet Uitvoerend Bewind, op gelijke wijze ondertekend, als in liet naastvoorgaande Artikel is gemeld. 39. De Voorzitter verklaart alsdan, dat de werkzaamheden der Vergadering geëindigd zijn, en fcheidt dezelve» B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER B. Behoorende tot Titul III. EERSTE AFDEEL1NG. Van de Vervulling der jaarlijks openvallende Plaatfen in het Vertegenwoordigend Ligchaam. Art. i. Het Uitvoerend Bewind roept, volgends de orde, door de loting, bij Art. XXXVIII. van de /lïïc der Siaatsregeling bepaal 1, jaarlijks, tijdig op alle de Grondvergaderingen van die Diftrcten, wier tourbeurt het alsdan is, tegen den laaiden Dingidag der Maand May, met herinnering van tijd en plaats van zamenkomst der DijtriclsVergaderingen, ten einde nieuwe Leden te benoemen voor het Vertegenwoordigend Ligchaam. 2. De aldus verkozen Leden tot'het Vertegenwoordigend Ligchaam, en derzelver Plaatsvervangers, zenden, binnen veertien dagen na de gedaane keufe, hunne Geloofsbrieven toe aan Het Uitvoerend Bewind, welk dezelven oogenbliklijk zendt aan eene Commisfie, tot dat einde benoemd, en zaungefteld uit vier Leden der Eerfte Kamer, en twee der Tweede Kamer, ter beöordeelmge. 3, Deze Commisfie beoordeelt, binnen de drie naastvolgende Weeken, alle de ingekomen Geloofsbrieven, geduurende welken tijd een gekozene aan dezelve redenen kan inzenden, waarom hij meent zig te moeten verfchoonen; gelijk ook, in dien tusfehentijd, andere Burgers aan dezelve kunnen voordragen zodanige fchriftlijke bczwaaren , als' zij tegen de wettigheid der verkiezing , of de bevoegdheid des gekozenen, ootdeelen te hebben. 4. In-  PLAATSEN- IN HET VERTE GE NU*,. LIGuHAAM»- 6f 4. Indien de Commisfie, noch in de keufe, noch in den gekozenen, eenig gebrek bevindt, hetgeen hem onbevoegd mankt , volgends de Staatsregeling, om zitting te nemen; en, indien 'er geene gegronde bezwattren tegen z'jn perfoon of verkiezing zijn ingekomen , bekrachtigt de Commisfie deszelfs Geloofsbrief, en geeft daarvan aan de beide Kamers kennis. 5. Indien zij in ele keufe, of in den gekozenen, zoodanig een gebrek bevindt, of gegronde bezwaaren daarom, tienei aan dezelve zijn voorgekomen, maakt zij zwaarigheid, den Geloofsbrief te bekrachtigen, en geeft daarvan, met voordragt van redenen, kennis aan de Eerjle Kamer, die alsdan beflist. 6. Indien de Eerjle Kamer meent, den Geloofsbrief, om redenen, door de Commisfie aangevoerd, niet te moeten bekrachtigen, vernietigt zij de gedaane keus, en gelast het Uitvoerend Bewind, oin, zonder uitdel, den Plaatsvervanger van hem, wiens keus vernietigd is, opteroepen; of zo ook de keus van dezen is vernietigd, alsdan om te zorgen , dat ten fpoedigden eene nieuwe verkiezing voor beiden plaats hebbe. 7. Indien de Commisfie de redenen van verfchooning, door eenen gekozenen ingezonden, niet voldoende oordeelt, maakt zij zwaarigheid, denzelven te ontdaan, en geeft daarvan kennis en redenen aan de Eerjle Kamer, die in dat geval bedist. 8 Zo de Eerjle Kamer de redenen van verfchooning onvoldoende keurt, en de gekozene niettemin blijft weigeren zitting te nemen, verklaart zij, openlijk, denzelven vervallen van zijne dembevoegdheid, met alle de gevolgen, daaraan bij de a£le tier Staatsregeling, Art. X. verbonden , en gelast het Uitvoerend Bewind, om onverwijld deszelfs Plaatsvervanger opteroepen, om zitting te nemen. Deze oproeping gefchiedt ook, wanneer de Eerjle Kamer, op voordragt der Commisfie, den gekozenen, om aangevoerde duchtige redenen, zijn ontflagverleent. 9. Indien dezelfde perfoon in meer dan één Diftriét gekozen mogt zijn, beflist de Commisfie, bij loting, voor welk Didrict hij zal optreelen, en het Uitvoerend Bewind roept zijnen Plaatsvervanger op, uit dat Diitncï, waarin hij' mede gekozen was. F 4 10. DïC-  68- VAN DE VERPLAATSING VAN Hf.T VERT. LIGCHAAM. 10. Ditzelfde heeft plaats omtrend zijnen Plaatsvervanger, indien hij op meer plaatfen gekozen mogt zijn; en iR liet DiltricT:, welks Eerfte gekozene en Plaatsvervanger bei- x den voor een ander Diflrict moeten optreden, gefchiedt ten fpoedigften eene nieuwe keus. • Alles, wat bij Art. 2—10 van dit Reglement aan de gecombineerde Commisfie, en aati de Eerjle Kamer, is aanbevolen, gefchiedt, voor de eerjle ïraa!, door eene Commisfie uit de Conftituëerende .Vergadering, en door die Vergadering zelve. 11. Terftond na de goedkeuring der Geloofsbrieven van de nieuwbenoemde Leden, roept het Uitvoerend Bewind dezelven op, om, binnen veertien dagen, zig te vervoegen in de Refidentieplaats. 12. De nieuwverkozen Leden, alsdan in de Refidentieplaats tegenwoordig, komen, met de zitting hebbende Leden van het Vertegenwoordigend Ligchaam, te zamen op den daartoe beftemden dag, in eene algemeene Vergadering, ten einde, na de verklaaring (/Iele der Staatsregeling Art. XXXV1.J te hebben afgelegd, de verdeeling van het Vertegenwoordigend Ligchaam in twee Kamers mede daar te ftellen, en daarop oogenbliklijk zitting te nemen in die Kamer, tot welke zij door de Algemeene Vergadering benoemd worden. 13. Tot op den dag, ter zittingneming der nieuwe Leden bepaald, blijven de aftredende Leden hunne plaats in elke der beide Kamers behouden. TWEEDE AFDEELING. Van de yerplaatfing van het Vertegenwoordigend Ligchaam, 14. Het Uitvoerend Bewind, zoodra het kennis ontvangt Van een gevallen Decreet ter verplaatfinge van het Vertegenwoordigend Ligchaam naar elders, geeft van hetzelve, bij Proclamatie, kennis aan den Volke, en zorgt, zonder uitftel, dat alles in gereedheid zij, om het Vertegenwoordigend Ligchaam ten beftemden tijde en plaatfe te ontvangen. Alle tegenftand en vertraaging, aan dit Decreet toegcbragt, is een aanflag tegen de veiligheid van den Staat. 15. Datzelve Bewind zorgt tevens, dat daarvan onverwijld aanfebrijving gefchiede aan die Leden van het Vertegen-  VAN DE FORM VAN RAADPLEEGINQ, ENZ. 6$ genwoordigend Ligchaam , welken afwezig mogten zijn , met oproeping, om, ten beftemden tijde en plaatfe, ter Vergadering tegenwoordig te zijn, 16. Indien eenig Lid op dien tijd aldaar niet tegenwoordig is, en, binnen agt dagen na ontvang der gedaane aanfebrijving, geene redenen voor zijne afwezigheid heeft ingezonden , of indien de gegeven redenen door de Kamer, waartoe hij behoort, niet voldoende gekeurd zijn, wordt hij door die Kamer verklaard, vervallen te zijn van zijnen post, en het Uitvoerend Bewind gelast , onverwijld te zorgen voor de oproeping van zijnen Plaatsvervanger, of voor eene nieuwe verkiezing in zijne plaats. Zoodanig agtergebleven Lid wordt daarenboven ,als fchuldig aan aanflag op de veiligheid van den Staat, voor dat Departementaal Geregtshof, waartoe hij als Ingezeten behoort, te regt gefield. 17. Aan dezelfde misdaad zijn ook fchuldig allen, die 2ig in eenigerlei opzigt tegen het verkiezen van nieuwe Leden in het Vertegenwoordigend Lichaam verzetten» DERDE AFDEELING. Van de form van Raadpleeging, en de Formulieren,., daarbij in acht te nemen. 18. De Eerjle Kamer neemt, in bet raadpleegen over «enig voorftel haarer Leden of Commisfien , de volgende form in acht: c. Bii ieder voorftel, of rapport, moet worden voorgedragen het Ontwerp van de Wet, of van het Belluit, waartoe Hetzelve Itrekt. b. 'Er gefchieden drie lezingen vaii elk zoodanig voor • ftel, alvorens daarop te befluiten. De tuslchenftand van de eene lezing tot de andere is, telkens, ten minften van drie dagen. c. Na de eerjle of tweede lezing, kan een voorftel verworpen , of de raadpleeging daarover uitgefteld worden. Het befluit kan niet eerder, dan na de derde lezing, plaats hebben. rf-De tweede lezing heeft geene plaats, dan wanneer, in de eerjle lezing , vijf Leden dezelve vorderen ; wordende, in dat geval, de dag tot die tweede lezing bepaald.  •7 V-..N DE füRJI VAN RAADPLEGING, 2NZ. paald. Ditzelfde wordt , bij eene tweede lezin" , insein genomen omtrend de derde .lezing. ..De bijvoegfelen, of bepa lingen van eenig voorftel, kunnen wel bij de eerjle of tweede lezing voorgedragen, doch niet,dan na de derde lezing, in overweging worden genomen. 19. Deze form, echter,wordt niet in acht genomen omtrend befluiten van onverwijlde noodzaaklijkheid. Alleen moet voor dezelven eene ftellige verklaaring van die noodzaaklijkheid, door de volftrekte meerderheid van alle de, Leden der Eerjle Kamer erkend, voorafgaan. 20. De Voordellen, door de eerjle Kamer aangenomen, en in befluiten veranderd zijnde,worden onverwijld gezonden aan de tweede Kamer, zijnde aan het hoofd derzelvenuitgedrukt, of de dagteekening der drie agtcreenvolgende lezingen, of wel de beredeneerde verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid. si. Indien, uit het hoofd van eenig toegezonden Befluitaan de tweede Kamer, niet blijkt, dat de vobrgefchreve» form in acht genomen of de onverwijlde noodzaaklijkheid door de eer/Ie Kamer verklaard is, weigert dezelve haare bekrachtiging, zonder den inhoud van het belluit zelve in overweging te nemen, ea zendt dat aan de eerjle Kamer terug. 22. Indien, aan het hoofd van een Befluit, de verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid door de eerjle Kamer is uitgediukt, raadpleegt de tweede Kamer leiftond over die verklaaring. a. Zo de tweede Kamer die verklaaring bekrachtigt v raadpleegt dezelve zonder uitftel over het Belluit zelve. i. Zo deze Kamer die verklaaring verwerpt,' neemt dezelve het daarbij ingezonden befluit niet in overweging, maar zendt hetzelve oogenbliklijk, met haar Decreet van weigering, terug aan de Eerjle Kamer. 23. Indien een befluit der Eerjle Kamer, aan de Tweede. Kamer voorgedeld, wel de vcreischten heeft, bij Art. 18 gevorderd , en , zo de Tweede Kamer wel bekrachtigt de verklaaring van onver wijlde noodzaaklijkheid , maar de zaak zelve, of den maatregel, in het befluit voorgedragen, nut bekrachtigt, zendt zij hetzelve, met haar Decreet van weigering, tan de Eerjle Kamer terug. 24.-A!le,  VAN DE FORM VAN RAADPLBOIKG, EtfZ. 7* 24 Alle voorj' Oei ie Befluiten der Eerfte Kamer, lan ■welker doof' niet geplaatst is de verklaaHns, van onverwilde noodzaalUijkh-i.i« moeten,om door de Tweede Ktimer te kunnen bekrite tigd of verworpen worden, alvorens drie lezingen in .leze vt ondergaan. Het tijdverloop, tusfehen de ééna lezing en de andere, is ten minden van drie dagen telkens. Zo bet Belluit wordt bekrachtigd , worden de ■drie dagen der onderfcheiden lezingen, in de'Tweede Kamer aan het noofd daarvan uitgedrukt. 25. In alle gevallen,wairin de TweedeKnvaer een'Befluit, haar door de Etrfte Kamer voorgedeld, op de wijze, bij Art, 23. bepaald, verwerpt, voeg. Z'j bj haar Decreet van weigering de redenen, welke haar daar toe bewogen hebben. 26. De Et-fte Kamer neemt deze redenen, na een tusfchentijd van ten muitten twee dagen, .11 overweging e. Indien zij in dezelven berust , is het Decreet der Tweede Kamer onveranderlijk , en het voorgefteld Befluit blijft verworpen. i. Zo de Eerfte Kamer niet berust in de aangevoerde redenen van weigering, zendt zij haare tegenbedenkin- gen daarop aan de Tweede Kamer. S7. De Tweede Kamer neemt , in zoodanig geval , de nadere bedenkingen der Eerfte Kamer,op den tweeden dag, na die te hebben ontvangen, in overweging. 28 Indien dezelve de bedenkingen der Eerjle Kamer gegrond vindt, vernietigt zij haar Decreet Van weigering, en bekrachtigt het voorgefteld Befluit van de Eerfte Kamer. 29. Indien zij die bedenkingen niet gegrond vindt, volhardt zij bij haar Decreet van weigering. Doch hiertoe wordt bij hoofdlijke {temming , eene meerderheid van twee derden van alle haare tegenwoordig zijnde Leden vereischr. De namen van allen, die in dit geval vóór of tegen geftemd ■hebben, worden in de Notulen aangetekend. Van dit befluit wordt, onverwijld, aan de Eerfte Kamer kennis gegeven. 30. Een zoodanig afgekeurd Voorftel kan, bij geene der beitte 'Kamers, wederom in overweging worden gebragt 3 dan na verloop van een Jaar. 31. De Tweede Kamer bekrachtigt of verwerpt , nimmer, eenig bijzonder Artikel van het voorgefteld befluit. De Eerfte Kamer kan het een of ander gedeelte van hetzelve, in  72 van de wijze van aftreding en verkiezing in geval van verwerping, op nieuw, aan de Tweede Kamer ter bekrachtiging inzenden, 32. De Formulieren, waarvan de Tweede Kamer in de onderfcheiden gevallen , boven uitgedrukt, zich bedient, zijn de volgende: a. In het geval, bepaald bij Art. ai. De Staatsregeling verbiedt, dit befluit in overweging te nemen, i. In het geval, Art. 22. Letter a. De Tweede Kamer, overwegende, dat - • - - bekrachtigt de Verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, door de Eer He Kamer geplaatst aan het hoofd van het volgend Befluit. e. In het geval, Art. 22, Letter b. bepaald. De Tweede Kamer erkent de noodzaaklijkheid van een onverwijld befluit niet. d. In het geval, Art. 23 bepaald. De Tweede Kamer, overwegende, dat - * - bekrachtigt het nevensgaande befluit niet. e. In het geval van bekrachtiging van een voorgefteld Befluit. De Tweede Kamer bekraclttigl het voorgefteld befluit, en verandert hetzelve in een Decreet. B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER C. Behoorende tot Titul IV. Van de wijze van aftreding en verkiezing der Leden ydn het Uitvoerend Bewind, hei ï óórzitterfchap, de wijze van Raadpleeging, den post van Secretaris, en het Formulier wegens de afkondiging der Wetten, óf het terugzenden eener Wet. Art. 1. Jaarlijks treedt één Lid van het Uitvoerend Bewind af, de eerfte vier jaaren bij lootin^, en vervolgends, naai ouderdom van dienst. 2. Ter  DER LEDEN VAN HET UITVOEREND BEWIND, EN2. ?$ 2. Ter vervullinge 'der openvallende plaats, ftelt de Eerjle Kamer drie Perfoonen voor. Dezelven moeten zijn Bataaffche Burgers, oud veertig jaaren, geboren binnen de Republiek, hebbende binnen dezelve, gednurende de laatfte twintig jaaren, hunne vaste, woonplaats gehad, en geene Leden zijnde van het Vertegenwoordigend Ligchaam. De voorwaarde van vaste inwooning beert geene betrekking tot die Bataven, die, in den jaare 1787, genoodzaakt geweest zijn, wegens politieke vervolgingen, hun Vaderland te verlaten, mids daarin vóór den jaate 179(5 zijnde wedergekeerd. Uit de drie voorgeftelde Perfoonen verkiest de Tweede Kamer één Lid tot het Uitvoerend Eewind, binnen drie dagen na ontvangst der benoeming. De voorftelling wordt jaarlijks volbragt op den 1 Jur.ij. Voorftelling en keus worden gedaan bij geheime ftemming, en bij eene volftrekte meerderheid van Hemmen der tegenwoordig zijnde Leden in iedere Kamer. 3. Indien ééne of twee plaatfen openvallen tusfehen den 1 Maart en den ï Junij, worden dezelve niet eerder vervuld, dan op den gewoonen tijd der verkiezing. In dat geval, nemen de overblijvende Leden tot zig één of mier hunner Agenten, als provifioneele Adjuncten, tot op den tijd der vervulling. Indien de vacature invalt in eenige andere Maand van het jaar, beeft 'er eene buitengewoone en onverwijlde vervulling plaats. 4. Hij, die tnsfcheniijds benoemd wordt tot vervulling eener plaat?, welke, naar de gewoone wijze, nog langer, •dan één jaar, had moeten bekleed worden, treed wederom* af, zoodra deze tijd door Item vervuld is. Doch, indien zijn Voorganger zoude afgetreden zijn bij de eerstvolgende gewoone verkiezing, vervult hij, nevens den tijd van zijnen Voorganger, ook de rijf daaraan volgende jaaren, als of hij ten gewoonen tijde gekozen ware. 5. Niemand Zal zig aan de op hem gevallen keus mogen onttrekken, dan om wettige redenen, ftaande ter beoordeeknge der Eerfte Kamer, of eene Commisfie uit dc«tclye, aan welker uitfpraak de gekozene zig zal moeten .onderwerpen. G 6. Een  74- VAN DE WIJZE VAN AFTREDING EN VERKIEZING 6. Een aftredend Lid is niet weder verkiesbaar, dan na den tusfchentijd van vijf, jaaren. 7. Ieder Lid van het Uitvoerend Bewind zal, bij beur. te, Vóórzittcr zijn gednurende ééne Maand. Bij de eerjle zitting bepaalt het Lot de touibeurten der Leden. 8. Bij het Uitvoerend Bewind worden geene befluiten genomen, noch eenige orders afgevaardigd, dan in de gewoone , of ook in zoodanige buitengewoone Vergaderingen, waartoe het blijkt, dat de Leden geroepen zijn. Alle Notulen, zoo van gewoone als buitengewoone Vergaderingen, moeten ten minden door drie Leden ondertekend zijn. 9. Ieder Lid is bevoegd, zijnen beredeneerden voordragt in de Notulen te doen infehrijven; gelijk mede te doen aantekenen, waarom hij tot een genomen befluit niet zal hebben gedeind. Geene protesten worden aangenomen. 10. Het Uitvoerend Bewind,des nodig oordeclcnde,raadpleegt , in afwezigheid van den Secretaris; mids, in zoodanig geval, de befluiten door ién der Leden, in een afzonderlijk geheim Register gefchreven, en door allen, t'elken reize, ondertekend worden. 11. De bijzondere Leden van het Uitvoerend Bewind zijn verpligt. alle berigten, betreffende den Staat, of deszelfis betrekkingen, welken zij van de buitenlandfche Ministers dezer Republiek omvangen, ter kennisfe te brengen van het geheele Ligchaam, om daarop het nodige reguard te flaan, zonder immer eene afzonderlijke politieke of ministeriëele correspondentie te mogen houden. 1,2. Niemand der Leden begeeft zig buiten de Refidentieplaaïs, dan op last, of met uitdruklijke toedemming van het Bewind zelf. Dit, echter, wordt nimmer aan meer, dan één Lid te gelijk, vergund. 13 Niemand, Lid geweest zijnde van het Uitvoerend Bewind, kan, zonder toedemming van het Vertegenwoordigend Ligchaam, het grondgebied der Republiek verlaten, binnen twee jaaren. na deszelfs aftreding. 14.. Tot Secretaris van het Uitvoerend Bewind,' gelijk mede tot deszelfs Agenten, tot Commisfarisfen, Leden van de Raaden der Oost- en West-Indifche Bezittingen, of ook tot butteulandfche Gezanten, of derzelver Secretarisfen, is «iet  der leden van het uitvoerend bewind, enz. 75 niet benoembaar eenig Lid van bet Uitvoerend Bewind,dan na verloop van twee jaaren zedert zijne aftreding, noch ook iemand, die aan één van deszelfs in dienst zijnde Leden, rot in den derden graad ingefloten , vermaagfchapt is door blo dverwandfcliap of huwelijk , noch ook iemand, ten zij dertig jaaren oud, en de veidere verëiscluen, bij Titul II. van de Staatsregeling bepaald, bezittende. 15. De aanltelling van den gemelden Secretaris gefchiedt door het Uitvoerend Bewind, volgends inftruétie,door het Vertegenwoordigend Ligchaam goedgekeurd. 16. Het Uitvoerend Bewind, noch ook deszelfs Leden, als zoodanigen, verfchijnen immer in de Vergaderingen van het Vertegenwoordigend Ligchaam. De mcdedceling van voordragten aan het laatfte gelchiedt door eenen Boodfchapper van Staat. 17. Het FofnatUer, voor de afkondiging van ontvangen Wetten of Befluiten, (dele van Staatsregeling, Art C1II.) is, als volgt: „ Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche'!Republiek „ doet te weten: Dat het Vertegenwoordigend Lig„ cbaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastge„ field, overwogen hebbende, dat enz. (Jiier volgen de gronden, waarop het Befluit berust.') „ belloten en verordend heeft: (Jiier volgt het Befluit zelf.) ,, Dienvolgends gelast het voorn. Bewind, in naane „ iles Vertegenwoordigenden Ligchaams, dat deze zal „ woiden afgekondigd en aangeplakt alcminc, waar „ zulks behoort." 18. Het Formulier, waarvan zig het Uitvoerend Bewind bedient, bij het terugzenden van eene Wet aan de Eerjle Kamer, (Acte van Staatsregeling, Art, CIV.) is dit: „ Dewijl de form, bij de Staatsregeling voorgefchre,, ven, aan deze Wet ontbreekt, vermag het Uitvoerend Bewind dezelve-niet te doen afkondigen.". © X BIJ-  76 B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER D. Behoorende tot Titul VI. EERSTE AFDEEL ING. Van de Begrootingen der Stttats-Uitgayen. Art. I. Zoodra de begrooting van Staats-Uitgaven, door .bet Uitvoeren I Bewind, aan de Eeifte Kamer is ingezonden, doet deze, door eene daartoe benoemde Commisfie, •onderzoeken, of dezelve zoodanig zij ingerigt, als bij Art. CCXIV. en CCXV. is bepaald. Daarin eenig gebrek bevindende, geeft dezelve Kamer hiervan aan het Uitvoerend Bewind kennis, met opgave der verlangde ophelderingen of bijvoegfelen. 2. Het Uitvoerend Bewind voldoet, ten fpoedigflen, aan de begeerte der Eerfte Kamer. 3. De begrooting van Staats-Uirgavcn in de behoorlijke form gebragt zijnde, zendt de Eerfte Kamer die, onverwijld , aan de Commisfarisfen der Nationaale Rekening, die dezelve naauwkeurig onderzoeken , en daaiöp, van post tot post, uiterlijk binnen één*. Maand daarna, hunne confideiaüen aan dezelfde Kamer doen toekomen. 4. Het Vertegenwoordigend Ligchaam raadpleegt en befluit alsdan, in de gewoone form, omtrcnd deze begrooting , vóór het einde van dat jaar. 5. Het Uitvoerend Bewind zendt, in geval van nood. zaaklijkheid, eene buitengewoone begrooting, ingerigt, als bij Art. CCXV. is bepaald,waaromtrend als dan gehandeld wordt, volgends Art. I tot 4. hier vooren. TWEEDE AFDEELING. Van de Commisfarisfen der Nationaale Tieforie en Nationaale Rekening» ♦5. Tot Commisfarisfen der Nationaale Treforie en Re- ke-  VAN BE COMMISS, DER NAT ION» TE.ESOr.IB» E? tioermt; doch, Hechts één Dirtrict overfchictende, wordt hetzelve gevoegd bij het naastgelegen Vier-tal. Elke Grond-Vergadering benoemt ééncn Revifeur, en vervolacnds iénen Kiezer ter Diftricls-Vergadering, en deszelfs Plaatsvervanger; alles op dezelfde whze, als, pmtrend. de Leden van bet Vertegenwoordigend Ligchaam, tn Tttut II. en Reglement Lett. A, is bepaald. 4. De verëtschten van eenen Reviléur en deszelfs Plaatsvervanger zijn, dat hij ftembevoegd Burger, ten vollen dertig jaaren oud zij, zederd de laatfte tien jaaren Inwooner der'Republiek, of, elders geboren, zederd de laatfte vijftien jaaren; en bovendien geene ambten noch posten van eenig beftuur bekleedendc. 5. Op den tweeden dag, na de gedaane verkiezing, kernen de gezamenrlijke Kiezers der Grond-Vergaderingen, in de daartoe vastgeftelde Hoofilplaatfen, bijéén, tot het houden eener Diftriéïs-Vergadering. 6. In deze Diftrifts-Vergadering, welke mede gehouden wordt vo'gends het Reglement, Letter A. wordt, et. Uit alle Geloofsbrieven der Kiezers, opgemaakt eene Lijst van de tot Revilèurs in dat Diftricl benoemde Perfoonen, en agter ieders naam aangetekend, door hoeveele Grond-Vergaderingen hij benoemd is geworden. t. En worden, bij loting, uit de aldaar aanwezige Kiezers, drie Perfoonen benoemd, ten einde, op tijd en plaats, door de Wet vooriif bepaald, met een gelijk getal van Kiezers, uit elk der drie naastgelegen Diftrie-ts-Vergaderingen, op dezelfde wijze gekozen, verder werkzaam te zijn tot het kiezen van éénen Reviléur en Plaatsvervanger, uit de gezamenlijke en vereenigde Lijsten der vier zaamgevoegde Diftrkften, op de wijze, ten aanzien der verkiezing van Leden tot het Vertegenwoordigend Ligchaam, bij-het Reglement, Letter A. vootgefchreven. 7. Ten dien einde, ontvangen alle deze Gelastigden tot die vereenigde Vergadering eenen behoorlijken Lastbrief, met de Lijst van alle de benoemde Leden, volgends Art. C, Lett. a, opgemaakt, beiden ondertekend door den Voorzitter en Secretaris van hunne bijzondere Diftricts-Vergaderingen. 8. Ten aanzien van de alzoo gekozen wordende Revi- G 4 feur.s  S9 van de wijze van heb.ziek1nc. feurs en Plaatsvervangers, is alles toepaslijk, wat bij bet Reglement, Letter A, Tweede Afdeeling, omtrend de gekozenen tot liet Vertegenwoordigend Ligchaam is bepaald. 9. Van de gedaane keus wordt door den Vóórzitter dezer vereenigde Kiezers-Vergadering aan het Uitvoerend Bewind , ten (poedigltcn , kennis gegeven. Alle de beugten ing-komen, en de Geloofsbrieven van alle de gekozen Revifèurs en Plaatsvervangers door het Uitvoerend Bewind gewettigd zijnde, ("ten welken einde zij dezelven aan dat Bewind, binnen veertien dagen na de "edaane verkiezing, inzenden) geeft hetzelve van de benoeming der Commisfie van Herziening, bij Publicatie, aan den Volke kennis, en bepaalt daarbij tevens den dag, op welken de Leden derzeive zig zullen moeten bevinden ter be{temde plaatfe, om aldaar zitting te nemen. Hiervan wordt aan elk der gekozen Revifèurs, of daarvoor optredende Plaatsvervangers, door dat Bewind mede sanlchrijving gedaan. 10. De Commisfie van Herziening vergadert binnen de Stad Utrecht. 11. Uiterlijk zes Wecken, na de gedaane verkiezing, vangt de Commisfie haare werkzaamheden aan, na, in handen van eenen Commisfaris van het Uitvoerend Bewind, de gewoone verklaaring, hoofd voor hoofd, te hebben afgelegd. Zij verkiest den Oudftcn haarcr Leden tot Vóórzitter, en eenen Secretaris uit haar midden. 12. De Commisfie van Herziening ontvangt, gednurende den tijd haarer zitting, geene orders of bevelen van eenige Magt, hoegenoerad, betreklijk het onderwerp of de wijze haarer raadpleegingen. , Derzelver Leden zijn nimmer aanfpraaklijk wegens hunne uitgebragte sdviefen of befluiten- Zij kunnen op geene andere wijze, gednurende den tijd hunner zitting, iri regten betrokken worden, dan de Leden van het Vertegenwoordigend Ligchaam. De Commisfie woont nimmer eenige openbaare plegtiglieden bij. 13. Ieder flembevoegd Burger heeft het regt, geduurende de eerfte maand haarer zitting , aan dezelve intezenden zoodanige individueele, fchriftclijke s beredeneerde, en door boa  DER STAATSREGELING. tl hem eigenhandig onderteekende, voordragten en bedenkingcn, tot verbetering der Staatsregeling, als hij oordeelt nondig te zijn. 14. De Commisfie fiaat behoorlijk acht op alle deze bedenkingen, zoo wel als op die,welke baar door de Leden van eenige openbaare Magt of Bewindvoerend Ligchaam, binnen denzelfden tijd, worden toegezonden. 15. Zij (trekt haar onderzoek en befluit niet verder uit, dan tot zoodanig Gedeelte, Artikel, of Artikelen der Staatsregeling, waaromtrend haar eenige bedenkingen of voordragten, volgends Art. 13 en 14, zijn toegezonden. 16. Binnen vier Maanden, na haare eerde zitting, eindigt de Commisfie derzelver raadplcegingen, en zendt, onverwijld, haar verflag, fchriftlijk, en door baaren Vóórzitter en Secretaris onderteekend, aan het Uitvoerend Bewind. 17. Terdond, na deze verzending, gaat de Commisfie van Herziening uit één. i3. Ieder Lid van dezelve geniet, geduurende den tijd zijner zitting, een Dag-geld van tien Guldens, eri, bij zijne aankomst en vertrek, drie Guldens voor ieder uur afftands zijner woonplaats \anUtrecht, voor reiskosten en tranfport. 19. Het verflag der Commisfie, aan bet Uitvoerend Bewind toegezonden, volgends Art. ló , bevat eene duidlijke redactie van het door haar veranderd Gedeelte, Artikel, of Artikelen, iler Staatsregeling, of wel de redenen, waarom zij de voorgefiageir veranderingen niet goedkeurt. 20. (Iet Uitvoerend Bewind doet dit verflag door den Druk gemeen maaken , en vervaardigt eene Publicatie , daartoe betreklijk. 21. Hierna roept Hetzelve alle de Grond-Vergaderingen in de geheele Republiek op, oin, op eenen bepaalden dag, ten minden vier Weeken na de afkondiging, Art. 20 gemeld, bij Ja of Neen, de door de Commisfie van Herziening ontworpen veranderingen iu de Staatsregeling, artikel voor artikel, goedtekeuren of aftekeuren. 22. De uitfiag der flemming, bij meerderheid, nevens het getal der voor en tegen gedemd hebbenden, in elke Grond-Vergadering, wordt behoorlijk iu gefchrifte gedeld, door den Voorzitter en Secretaris onderteekend, en onverwijld toegezonden aan het Uitvoerend Bewind. 23. Alle  VAN DE WIJZE VAN HERZIENING 23. Alle deze inkomende berigten zendt bet Uitvoerend Bewind aan het Vertegenwoordigend Ligchaam. 24. Het Vertegenwoordigend Ligchaam doet, door het Uitvoerend Bewind, ten Ipoedigften, bii Proclamatie, aan den Vnlke bekend maaken den uitflag der (lemming , bij" meerderheid, van a'le de Grond-Vergaderingen. 25. De alzoo goedgekeurde Artikelen der Staatsregeling hebben, oogenbliklijk, na derzelver afkondiging kracht van Wet. 26. Alle de voorgeftelde veranderingen verworpen zünde, blijft de Staaf-regeUng, voor den tijd van vijf volgende jaaren, bekrachtigt. 27. Na verloop van dien tiid, en vervolaends van vi'if tot vijf jaaren, kan 'er eene nieuwe Herziening der Staatsregeling plaats hebben, doch alleenlijk in deze twee gevallen : et. Dat het Vertegenwoordigend Ligchaam, op een beredeneerd voorftel van de Eerjle Kamer, door de Tweede Kamer goedgekeurd , verklaare de noodzaaklijkheid dér herziening van étn of meer Artikelen der staatsregeling. De ifte lezingen van zoodanig voorftel gefchieden, in elke der beide Kamers, van tien tot tien dagen, telkens. Tot het opmaaken van een belluit dienaangaande, wordt in iedere Kamer vcreischt de volttrekte meerderheid van tlemmen van alle derzelver Leeien, daartoe vooraf uitdruklijk opgeroepen. Een zoodanig voorftel d.r Eerjle Kamer kan door de Tweede Kamer niet ver worpen u orden, dan met eene meerderheid van twee detdvn van het volle getal haarer Leden. I. OF wel, dat vijftien-duifend ftembevoegde Burgers, binnen de zes latnfte Maanden van het tiende,vijf tiende of twinthfte jaar, zich, met individueele en getekende voordragten, tot verandering van hetzelfde Artikel of Artikelen der Staatsregeling, hebben vervoegd bij het Vertegenwoordigend Ligchaam. Deze voordragten moeten duidlijk aanwijzen het Artikel of de Artikelen , waarin men verandering begeert, en de voorgeflagen verandering zelve. Voorts moeten dezelven bekrachtigt zijn met een getuigenis der Geuieente-Befttttiren, aangaande de (leinbevoegdheid van derzelver Tcpkeuaaren. 28. Ecu  D E li. lIUISMGttlBBi gj 23. Erin van beiden, of ook behte deze gevrtllen plaats "hebbende, doet het Vertegenwoordigend Ligchaam, door bet Uitvoerend Bewind, daarvan, bij Publicatie, aan den Volke kennis geven, en alle de Grond-Vergaderingen in de Republiek, tegen zekeren bepaalden dag, oproepen, om vanattikel tot artikel te beflisfen, of de Herziening al of nut zal plaats hebben. 29. De uitflag der (lemming wordt, wederom, door den Voorzitter van elke Grondvergadering aan bet Uitvoerend Bewind toegezonden, en uit alle de ingekomen betigten door hetzelve opgemaakt de beflisiènde uitfpraak des Volks , waarvan aan het Vertegenwoordigend Ligchaam,en aan het Volk, bij Publicatie, ten fpoedigiïen wordt kennis gegeven. 3°. Zo de meerderheid der Grond - Vergaderingen verklaart, dat 'cr geene Herziening zal plaats hebben , blijft de Staatsregeling voor vijf volgende jaaren vastgefteld. 31. Zo die meerderheid eene Herziening begeert, worden de Grond-Vergaderingen opgeroepen , om, op den dag, jaarlijks tot het verkiezen van nieuwe Leden voor het Vertegenwoordigend Ligchaam bepaald, tevens Revifèurs te benoemen , op de wijze, hierboven Art. 1—8 voorgefchreven. 32. Voords wordt, in dit geval, naauwkeurig in acht genomen alles, wat boven (An. 9—24) is verordend; alleen met dit onderfcheid, dat de Commisfie van Herziening, als nu, geene andere artikelen der Staatsregeling mag in Overweging nemen, dan die, welken, volgends Art. 20, bij Publicatie, aan den Volke zijn voorgedragen. AD Dl-  ADDITIONEELE ARTIKELEN TOT DE ACTE van STAATSREGELING. Van het betaalen der Traclamenten van de PredikantenJr tJZals Heerfthende Kerk, — de Penfioenen vanderzelVZTtmerm ei Weduwen, - de Naionaal-verklaanng Jer Geestiijke Goederen, - de Verdeeling van Kerk%foZnen Pastorij-Huizen, - de Voortduuring der openbaare inrigtingen van Onderwijs, - de Verbetering van Woeste Gronden, en van zommige thans onbruikbaareRivieren, ter bevordering van Landbouw en Koophanuel, — en de Voortduuring der Adnnnijlratieve Bejiuuren. Art T. De Gemeenten der voormaal*' Hcerfchende Kerk Wiiven êeduurende de eerstkomende dne mren na de aan-bkjvcn,geau gewoone Traa.mentcn van neming dei :^^^"^og^^aaren, bij wijze van Penderzelver Leerd en en t * ^ ^ dMelvcnf , S'ï^tó^ fchikkingen maaken tot derzcl- «er verdere befoldiging. n Ook tot zoo lang, wordt aan dezelve Gemeenten liet soogenotmde Kindergeld voor derzelver Leeraarcn toege- * «T'Alle Leeraars, Hoogleeraars en derzelver Weduwen, X l'Januari, ,7oi\ gcpenfioneerd zijnde, blijven de hun °P \lZ %L