GENEESKUNDIGE STAATSREGELING.   JOHAN PETER FRANK, M. D. Geheimraad en Lyfarts des Bisfchops van Spier'f, Hoogleer aar in de Geneeskunde te Pa via &c. &c. GENEESKUNDIGE STAATSREGELING. 0 F VERHANDELING YAN DIE MIDDELEN, WELKE TOT AANWAS DER B E* VOLKING, EN BEVORDERING DER ALGEMEENS GEZONDHEID B Y ONS EN ANDERE VOLKEN Zï» IN HET WERK GESTELD, OF NOG AANSEWEND ZGUDEN KUNNEN WORDEN. Naar de Tweede Druk uit het Hoogduitsch vertaald, en met Aanmerkingen verweet derd 3 DOOR H, A. B A K E, MEDICINA DOCTOR, T W E EDE D E E L. TE L E T D E N, Bv de Erven F. de DOES, WPCCLXXXVIJI.   INHOUD van het TWEEDE DEEL. EERSTE AFDEELING. Van de Algemeene voorzorgen voor in onecht bezwangerde Moeders en haare vrugten. Eerste Hoofddeel. Fan de onechte Voortteeling in het algemeen. TwEEBE Hoofddeel. Van het verwekken van misgeboorten, het te vinden leg' gen en omhals brengen der kinderen. TWEEDE AFDEELING. Van fommige omjïandigheden , welke van de geboor te af tot aan het zevend jaar op het Jeeven en de gezonde lighaams- gefteldheid der kinderen eenen, het opzicht der Regeering over waardigen, invloed hebben. Eerste Hoofddeel. Van het behoeden der jonge kinderen voor byzondere ongelukken , en voor die gebreken der gewoone opvoeding, welke hunne gezonde lighaams - gejleldheid kunnen benadeelen* TlVJtE»  INHOUD. Tweede Hoofddeel. Van de piïgt der Moedert* om zelfhaare kindereu te zoogen , en den invloed hier van op het welzyn van den Staat» Derde Hoofddeel. Van debeste inrichtingen aangaande de Zoogfiers, en de eerste verzorging van die kinderen, welke zonder Moeder opgevoed moetan worden. Vierde Hoofddeel. Van de Vondeling-en Weez* huizen. DERDE AFDEELING. ■ Noodwendig toezicht der Overheid op de openbaar & Opvoeding der School -jeugd. Eerste Hoofddeel. Van het nadeel eeneral te vroege en te ernflige infpanning van der kinderen lighaams - en Ziek - vermogens. Tweede Hoofddeel. Van de Inrichting der Schoo* len tot welzyn der Kinderen, en ten meesten nutte van den Staat, Derde Hoofddeel. Vin het weder invoeren der lighaams - oefeningen en derzeiver nuttigheid in de algemeene opvoeding. EER-  ËERSTE AFDEELING. van de alge mee ne voorzorgen voor. 'in onecht bezwangerde moeders en haare vrugten. *^#«M*^4MmH>^*»!hHmMmMi Hy, die vry van veroordeelen $ welke der menfchen noodlot overal en altoos vergiftigen, een wysgeerig oog over al het gefchaapene weiden laat, en ziet, hoe van den, als uit eenen berg gevormden, olyfant af, tot het byna onzichtbaar water fpinnetje toe, van den hooggetopten ceder, tot het kleenfte moschgewasje , elk leevend fchepfel, in wat hoek der waereld het zich ook bevinde, door de alles overheerfchende drift ter voortteeling word meede ge» fleept - die in aanmerking neemt, dat deeze door alle de hoofdftoffen verfpreide drift, even zoo wel als ftorm en onweeder, die door eene zekere ge* fteldheid des dampkrings veroorzaakt worden , door den alwyzen Schepper, na dat hy de eerfte oorlprong» lyke fchepfels daargefteld had, ter in ftand houding van den kring der gefchaapen weezens$ in dezelve gelegd is. Hy, die uit de gefchiedenis des menschdoms overtuigd is, hoe veele, en hoe groote nadeden de verfchillende denkvvyzen der volken weegens deeze drift hebben te weege gebragt; daar het doch volkomen zeker is, dat deeze doorgaans onwillekeurige opwelling by die fchepfelen, welke be* kwaam tot de voortteeling geworden zyn, niet anders ten oogmerke heeft, dan de inftandhouding der H. Deel. A by- Semeigni' dentn Itt metdtlydtn mei in onecht bf- de vrouw•wen en ha/tre v rugttn*  s Geneeskundige Van de ▼oorzorgenvoor onechtekinderen en hunne moeders. byzondcre geflnchten, en eene geftadig voortdunrende fchepping van nieuwe weezens: de Wetgeevers der volken zyn doorgaans tot uiterftens overgefiagen ; terwyl aan de eene zyde fommige de grenspaalen deezer dierlyke drift veel verder uitftrekten, dan de natuur dezelve gezet had, en dan eens beide de gcflachten eene toomelooze vryheid toeftonden , om hunne kragten onderling uit te putten, dan eens de mindere behoeften van het eene geflacht aan de onbeteugelde wellust van het andere onderwierpen , door ongeftoord toe te flaan , dat het reeds bezaaid, het reeds bloejend veld naar willekeur op nieuw omgeploegd wierd; en eene gewiffen oogst aan het onzeker gevolg eener nieuwe bezaajing wierd opgeofferd : zoo hebben andere door de onderlinge dierlyke drift dergefhehten tot elkander onder een verachtlyk oogpunt te brengen, en die klaffe, welke zich in gevolge der diep ingeprente natuurwetten aan de voortplanting des geilachts overgaf, in den rang der minder volmaakte weezens te plaatfen, tot eene, de waarde des menschdoms beledigende, onbetaamlyheid aanleiding gegeeven : Hy, die daar by in aanmerking neemt, hoe de overal meer en meer toeneemende moeilykheid van beftaan, eene algemeene geneigdheid tot gemak, de vermeerdering van zodanige ftanden, waarin een vrouw, zoo zy niet volftrekt onontbeerlyk is, dikwerf tot een last word, de natuurlyke evenredigheid der beide Kunnen weggenoomen heeft, en het aantal der meisjens, die naar eenen echtgenoot uitzien, tot dat der mansperfocnen , die in ernst om het huuwlyk denken, gebragt heeft als $ tot i. Hy eindelyk, die zich overtuigd vind, hoe een eenig noodlottig oogenblik, na het kloekmoedig en gelukkig weder- ftand  Staatsregeling. j ftand bieden aan de hevige ftormen der driften, het onfchuldigfte meisje kan doen vallen, en door deszelfs deerniswaardige gevolgen haar in eenen rampzaligen toeftand brengen, welke die eener der ontucht overgegeevene ligtekooy evenaart. Hy, die dit alles met een onbevooroordeeld oog nafpeurt, moet voorzeker met eene treurige gewaarwording doordrongen worden, wanneer hy, daar 'er tot eene ongezonde leevenswyze zoo veelvuldige gelegenheden gegeeven worden, en 'er op veele plaatfen eene, met de wetten der natuur zoo z eer ftrydende, inrichting plaats heeft, door een rampzalig overblyffel van barbaarfche wetten, een dikwerf nog zeer wel te redden lid der Maatfchappy met eewige oneer gebrandmerkt ziet; tervvyl in koelen bloede, zondereenigen affcbrik, euveldaaden begaan worden, die de natuur doen yzen , en deeze misdaaden onder een en dezelve klaffe gefield worden met misflagën, die in een noodlot tig ogenblik begaan, en door eene-dikwerf onvermydelykè bedwelming der inwendige zinnen veroorzaakt zyn. s. n. Het is 'er verre van daan, dat ik my in dit vveik als voorfpraak der ontucht zoude voordoen, in tegendeel zal ik deszelfs rampzalige gevolgen op de volksgezondheid op. het overtuigendst aantoonen, en de hoerery met de leevendigile verwen, als eene aller* fchadelykfte pest der Maatfchappy, affchilderen; maar tevens ook gerechtigheid vorderen, en nieedelyden inboezemen jegens de ongelukkig verleide Sexe, en deszelfs onfchuldige vrugten; de oorzaak der kindermoord aantoonerj, en waaraan men de buitengewoone A a ver-. Van db voorzorgenvoor onfchtekinderen en hunne moeders. Oogmerk, der -volgende aanmtrkinien.  Van de voorzorgen voor onechtekinderen en hunne moeders. JÊ E R- 4 Geneeskundig* vermindering van ons geflacht, ja de uitroejing van talryke klaffen van menfchen, hebbe toe te fchrijv^n, voorzeker aan de met de wetten der natuur zoo wei* nig overeenkomende inzettingen, aan de verkeerde, onrechtmatige beöordeeling van het menfchelijk hart; groote mannen hebben vóór my'het recht der menfchelykheid tegen de gruuwzaame behandeling der tedere Kunne verdedigd; en ik durve my vleyen, dat de geneeskunde hier toe nieuwe beweegreedenen aan de hand kan geeven, en eene zagter behandeling deezer rampzalige fchepzels aan elk menfchen - vriend kan aanbeveelen : moogelyk kunnen deeze myne aanmerkingen met 'er tyd aanleiding geeven ter beteugeling van deezen langfaam invreetenden kanker in het binnenfte des menschdoms, die tot nu toe van tyd tot tyd meer en meer voortgaande tot eene ongeneeslyke kwaal geworden is; men vergenoegd zich met dit vergif in eenige byzondere perfoonen tegen tegaan; zonder tegen deszelfs algemeene nadeelige gevolgen de gepaste heldhaftige hulpmiddelen aan te wenden j dewyl men, myns bedunkens, zich al te zeer bevreesd toont voor die fpooken die men zich voorfteld rond te waaren op die plaatfen, alwaar het eigentlyk tegengift deszelven, wanneer men op zodanig een moge hoopen, zoude verborgen liggen.  EERSTE AFDEELING. EERSTE HOOFDDEEL. van de onechte voortteeling in het A l g e m een. O infelix uterum tuum Puclentiïïa! O Ster Hit as liberis potiorl Apulei. Jpolog. JL/e byflaap, die volgens de wetten entnetderzelver toelaating gefchied, is de gehuuwden ftaat; die, welke zonder toeflemming der wetten gepleegd word, is hoerery of echtbreuk; daar nu zeer weinig menfchen buiten eene allernaauwfte verkeering met eene andere Kunne het leeven doorbrengen , zoo volgt, dat de ontuchtigen omgang vermeerdert, naar maate de gehuuwden fland meer en meer in verachting komt; want, offchoon dit misdryf ook wel onder de gehuuwden plaats heeft, zoo zal men doch het grootfte getal der onkuifchen onder hen, die buiten den echtleeven a aantreffen, S, II, De zwangerheid der in onecht bevrugte, op zich zelf befchouwd, en zonder op deszelfs onwettigheid en de billyke voorrang eener gehuuwde zwangere vrouw A 3 het onechte -vioYttet- Waarde der itt onttilt 9tZ.VJAn- ^erde vont de MnHi  6 Geneeskundige Van de onechte voortteelingjn het algemeen, het oog te hebben, deeze zwangerheid is van even zoo groote waarde, als de echte; beide deeze vrouwen dragen eenen burger onder haar hart, een fchepfel Gods, het welk, onafhanglyk van alle ménschlyke fchikkingen , op dien akker voortgroeid, waar in het zaad geworpen is. Het is immers de fchuld van het ongeboorne niet, dat zyn vader niet, alvoorens eenen zoo naauwen omgang met zyne moeder te hebben , de huuwlyks plegtigheden ondergaan, en opent» lyk heeft laaten afkondigen, dat hy van voorneemen was binnen kort bij haar te llaapen ? het is wel zeer beklagenswaardig, dat niet de liefde en het huuwlyk woorden van eenerley beteekenis zyn, en dat men thans alle zyne tegenwoordige en toekomende bezittin? gen wel op eene fpeld na te faamen bereekenen en tegen elkander weegen moet, eer het geoorloft is eene wettige verbintenis aan te gaan ? het wast en vermeet nigvuldigd u is echter een woord, het welk tot alle meisjens gefprooken is, en welker naklank nog gehoord word in het hart van elk meisje, dat gevoelt, dat zy eene huuwbaare dochter is: zy, die dit uit hoofde van haare gefteldheid het meest gewaar worr den , zonder zich echter in zodanige omftandigheden te bevinden, dat zy een man met haar ja woord kunnen gelukkig maaken, deeze worden wel eens tot buitenfpoorigheden vervoerd, welke, indien alles gaat zoo het behoort, na 9. maanden een kind ten gevolge hebben , het welk, even als den vrugt eenes huuwlyks alle deszelfs welgevormde leden, en de gefchiktheid om een meer of minder uitmuntend mensch te worden, met zich ter waereld brengt: men zoude in onze dagen niet verwachten , dat de menschlievende pogingen , om de onechte kinderen te beveiligen voor die  Staatsregeling. ■ 'f die vooroordeelen, die zoo veele kindermoorden veroorzaakt, die zoo véele nuttige en uitmuntende begaafdheden in onechte nutioos verflikt hebben, dat deeze pogingen ,, voor zeer onftaatkundige handelin„ gen eener nieuwmodifche menfchenliefde, die zich „ zelf ten koste der burgerlyke maatfchappy ver„ heft " uitgekreeten zonden worden (» dewyl door de wettiging der onechte kinderen, en de vermindering der fchande aan- het voortbrengen van de zodanige gehecht een der fterkfte beweegreedenen, tot het aangaan van een wettig huuwlyk, wordwcggenoomen, en dat derhal ven de fchandvlek, waar meede onze voorvaderen, ter begünftiging van den echt, de geboorte van onechte kind oren gebrandmerkt hebben, ten hoogfte verflandig en billyk is. Ik vraage flechts, of het met het recht der natuur overeenkomt, dat het in der ouderen magt ftaat hunne kinderen van alle de voorrechten eener wettige geboorte te berooven , en of het niet veel meer eene on« verantwoordelyke daad is, de onfchuldige kinderen wegens de fchuld hunner ouderen te ftraffen?„ maar , ,, zal men zeggen, de ftemme der natuur komt hier „ niet zo zeer in aanmerking, wanneer het op de „ ftaaving der burgerlyke wetten aankomt " dit zy zoo, maar zal ooit één mansperfoon zich om deeze reeden in den echt begeeven , op dat niet het kind, het welk hem onverhoopt, en tegen zynen wil gebeuren mogt in onecht voort te brengen, als een bastard, fommige voorrechten der Maatfchappy zoude moe- («) JüSTUS Mo SER Palrictijchs Pbuntafim 11. Tb, $, *<)!, : - A 4 Van b» ONECHTE VOORTTEELINGIN HET ALGE- ' M£E!tf.  S Geneeskundigs Van de onechte voortteelingin het algemeen. Men meet tthier de ttnucht &«» veel meegeIjk trachten te hjer moeten nuffen , zoude niet veel eer deeze bedenking eenen allerzwaktften tegenftand zyn, ter intoomhouding van den ftroom der opwellende driften by ben , die, uit gebrek aan genoegzaame verftandelyke vermogens, buiten ftaat zijnde de lighaamlyke aanprikkeling tot wellust op den duur tegenftand te bieden, aan deeze ongeöorlofde lusten den ruimen teugel vieren. Wanneer de verachting, waar in eene onteerde moeder en haare onfchuldige vrugtzich bevinden, in de Maatfchappy eenige uitwerking zal doen, zal die vaorzeker alleen beftaan in de wanhoopige toeftand van deeze beide; de manlyke Kunne heeft zich reeds federd lang tegen deeze zoo teedere aandoening verhard, deeze buitenfporigheden worden by hen als beuzelingen befchouwd, daar de eerfte verleiding zelf van een fchuldeloos meisje voor niet meer dan voor een daad van galanterie gehouden word. De ondervinding geeft ons hier van de overtuigendde bewijzen , de alte groote geftrengheid der wetten tegen eene onteerde moeder en haar veracht kroost heeft wel duizende meisjens, ter redding haarer eer, tot het vermoorden van haar, buiten dit ongelukkig„ kind verleid, of wanneer haar geene andere keuze overig bleef, misdaadige handen aan zich zelf doen liaan , om dus door zoo een wanhoopig befluit een einde te maaken aan een leeven, het welk voor een gevoelige ziel meer dan de fchandelykfte dood te vreezen is. Daar nu door de billykfte, zoo Godlyke als menschlyke wetten de onechtlyke faamenwooning eene misdaad , en daar op volgende zwangerheid een allerfchaadelykst misdryf geworden zyn, zoo is het natuurlyk, dat  Staatsregeling 9 dat in de Maatfchappy hier op acht worde gegeeven: op dat door deeze wetten den gehuuwden ftand vermeerderd, en het aantal van hen , die hunne onkuifche lusten den ruimen teugel vieren,zoo veelmoogelyk verminderd worde. Van dk ONECHfE VOOR.TTEELINOIN HET ALGEmeen. $. III. Da ondervinding van veel duizend jaaren heeft echter overal ten klaarften doen zien, cjat men dit misdryf, Waar door onze meisjens, zonder zoo eene uitgebreide toeftemmihg van Overheid en nabeftaanden, tot moeders gemaakt worden , niet zeer gemaklyk door geftrengheid kan uitroeyen , en dat alle menfchelyke dwang hier in niets meer kan te weege brengen, dan dat men de vengfters fluit, wanneer den dag te fterk; in de kamer fchynt. Wanneer men in eene Maatfchappy de zieken en gezonden ongeftoort onder elkander laat omwandelen, word eene befmettelyke ziekte ligtelyk voortgeplant: men moet derhalyen, gelyk reeds gezegd is, dit trach ten uittewerken, dat gezonde mansperfoonen te huis iets hebben, waar meede zy zich kunnen bezig hour den, om dus het overig vrouwlyk geflacht voor hunne aanvallen te beveiligen; men heeft echter hier op geen acht gegeeven, men heeft het aantalongehuuwdemant nen van tyd tot tyd zien toeneemen, en de meisjens zelf daar voor laaten zorgen , hoe zij het maaken zouden, wanneer zy niet meer beftand waaren, om tegen de herhaalde aanvallen der manlyke Kunne weederftand te bieden; hoe het ook met deeze zaak gelegen zy, dit is zeker, dat de fchande het beste hulp» middel is, het welk men tegen dit kwaad kan in het A £ werk Gijfreng-, beid is echter in dit geval van z.eer uicfa Dl Vit* mindering van den ingebHttw ien .land kdn hier meer voertitel dun* Van ie fcbanivlek. iie dtrongchtttvwieSLVjangerhtii *t*n ktoft.  lO GïNEESKUNBISü Van de onechte voortteelingin het algemeen» _ werk Hollen ; 'er zyn landen, alwaar een meisje niet ligtelijk ten huuwlyk genomen word, die niet tevooren kinderen ter waereld gebragt en dus een daadlylc bewys haarer vrugtbaarheid gegeeven heeft: in geheel Guinée en byzonder op de flaaven kust, is het geene geringe verdiende buiten echt reeds kinderen gebaart te hebben, dewyl de grootfte rykdom des mans in de vrugtbaarheid zyner vrouwe gelegen is. ( a ) By ons in tegendeel is een meisje, van dewelke het bekend is,dat zy zodanig eene blyk van vrugtbaarheid heeft opgeleverd, geduurende haar gantfche leeven in' verachting, en voor altoos ongelukkig; zoo 'er ter waereld eenig middel te bedenken is \ om het onbedachtzaame meisje van zoo eene gevaarlyke ffap te rug te houden, het zoude voor zeker dit fchrikbaarend vooruitzicht zyn x maar helaas! welk eene kragt heeft een onzeker toekomend in tegenfielling van de infpraak der natuur, van eene daadlyk aanwezige aanprikkeling tot wellustin zwakke oogenblikken, het meisje vergeet flechts eenige weinige minuten de regels der bedachtzaamheid en-zy word zwanger. '^Aart dteztr der Ontucht eigene Jlraf- Is de Staatkunde te zwak geweest, om te beletten, dat de vyand over haar zegepraalde, zoo moet zy ten minfte bedacht zyn, om zich ten allen tyde eenen goeden aftocht te bezorgen. Waarom moet de ontucht, eene misdaad, waar toe in ons werktuiglyk lighaam zelf zoo veele aanleidende ->i i-l • n ;,• - - inrf VOtkl' OOI-, (4) MAR.ch AIS l/efcbryvini van Gaine />. 70.'  Staatsregeling. oorzaaken geftadig voorhanden zyn, by het zwukfte gedeelte des menschdoms zoo geftreng en onherroepelyk geftraft worden; het misdryf verdiend voorzeker ftraffe, maar wat zal het zyn, zoo men bevind ? dat deeze ftraffe zelve meer nadeel dan voordeel aanbrengt? federd eenigen tyd heeft men herhaalde reizen zich hier over beklaagd, dat, alhoewel men op zeer veële plaatfen de ftraffe tegen de onechte kinderen zeer veel verminderd, ja zelf geheel en al afgefchafd heeft, echter nog veel meer onechte kinderen door hunne moeders wierden omhals gebragt, dan dat men het aan de vreeze voor eene boete van tien daalders zoude kunnen roefchryven, dat dit misdiyf niet reeds geheel en al uit de menfchelyke Maatfchappij is uitgeroeid, de fchande alleen, en het vooruitzicht eener altoos duurende ellende, is de bron van deeze meer en meer toeneemende wanhoop, en men heeft over het geheel nog zeer weinig uitgevoerd, zoo lang men niet in ftaat is deeze hoofd - oorzaak te overwinnen : in Wallis en de Hooglanden van Schotland is het ten huldigen dage voor eene jonge dochter byna geen fchande een onecht kind te hebben ; in het laastgemelde land heeft men nog onlangs het eerfte bekende voorbeeld gehad; dat eene moeder uit fchaamte haar onecht kind om hals gebragt heeft, men ziet hier uit dat de deugd der kuisheid aldaar meer en meer aanwast, de eenige reden doch, welke eene vrouw hebben kan, om haare onechte vrugt om het leeven te brengen, is de hoop , om hier door haare begaane zwakheid te verbergen : in den Jaare 1707. had eene befmetlyke ziekte het grootfte gedeelte der invvooneren van Ysland ten graave gerukt, om dit verhes we' derom te vergoeden, gebruikte de Ivoning van Deene- mar- Van dx o.vechte voortteel1n9/in het algemeen,  Van de •NECHl'K VOORTTEELINGIN HET ALGEMEEN. (m) h u m e vtrfmie nier dié GcfMckti du Mtnfchilt, i. Tb. 4, 4, . w. 12 CeMIEUOSDI geregelde driften, welke doch doorgaans, het vooroordeel ten hunnen nadeele zelf buiten geflooten, vaderloos opgevoed worden ? §, V L Is hier tegen eenig middel ie vinden ?  Staatsregeling. 13 §. VI Men vraagt derhalven te recht of men tegen deeze ondeugd in allen gevallen met eene evengelyke geftrengheid yveren moet, dan of het beter is, daar het doch voorzeker onmoogelijk is de ontucht geheel cn al uitteroeyen, dezelve behoorlyke paaien te ftellen, en de Overheid op het allerernftigst aan te beveelen, datzy met alle naauwkeurigheid zorge, dat deeze grenzen zoo zeldzaam als moogelyk is overfchreeden worden ? niet dat ik deeze buitenfpoorigheden niet altoos als een verderflyke kanker in elke Maatfchappy aanzie; maar, om dat ik het beter oordeel een kwaad, het welk voor geene geheele uitroeying vatbaar is, aan zekere banden te leggen; en daar met dit al de onechtelyke faamenwooning eene fchandelyke en verderflyke zaak is, zo moet men toeftemmen, dat het algemeene hoerenleeven een veel grooter. kwaad, ja den gewiffen ondergang eener Maatfchappy na zich fleept. Van dï onechte v08rtteeuncin het algemeen. Of men de enecfyte fA*menvj*tnin£'fenbk. dulden meet & $. VIL De hoerery is in elk Gemeenebest eene invreetende kanker, eene voornaame oorzaak der verbastering en vermindering van ons gefiacht; dit was zy reeds zoo dra als man en vrouw door eenen onverbreeklyken band aan elkander verbonden wierdeft, en het werk der voortteeling hier door, als het waare eene wettiging verkreeg: maar in onze dagen heeft eene bykomende oorzaak de ontucht tot een bron der verfchriklykfte en affchuuwlykfte gevolgen gemaakt, de venusziekte. Alle de bewysreedenen, die men ter verdediging van de huizen der ontucht te berde brengt, zyn zeer zwak, Ntieel itr1,,trtri voor iet Gtmtenttttt.  GenèeskundiGë Van de CNrCHTE VOORTTEELINGin HtT ALGtMEEN. Vee-met» mtHtlyk. -van wegens de Venw- zwak, wanneer men die vergelykt met die geenen, welke het heilloos gevolg deezer ondeugd op de bevolking ftaaven; veronderfteld zynde, dat men door het opentlyk verfchaffen van gelegenheden ;:tot zodanige involging deezer driften , de beftnetting tegen gaan of verminderen kan, het geen echter zeer bezwaarlyk te bewyzen is; deeze noodlottige ziekte is byna alle meisjens, die haar lighaam der ontucht ten prooye geeven , ten deel gevallen, en haar verbaazend aantal doet aan de algemeene gezondheid in elke Maatfchappij meer nadeel, dan het ganfche heir der overige ziekten met elkander; de deelen, in beide de Kunnen ter voortteeling gefchikt, worden hierdoor bedorven, de zenuwen in den hoogften graad gefchokt, de nakomelingfchap word uit vergiftigde vochten voortgeteeld , en de zaaden der affchuuwlykfte kwaaien worden tot in verfcheide geflachten voortgeplant; na het geen ik op eene andere plaats desweegens reeds heb aangemerkt, zal ik hier alleenlijk dit by* voegen , dat een Staat een middel ter geheele opdrooging, of ten minfte afleiding van deeze bron van 't affchuuwlyks kwaad, indien 'er zodanig een gevonden wierd, nimmer te duur kon koopen. Uit dit oogpunt befchouvvd, is de onechte verkeering in meer dan een opzicht een kwaad, tot welks uitroeying de wenfchen van alle waare Vaderlandminnaars moeten te faamenloopen. —■ Wanneer men zich voorftelt het aantal dier mansperfoonen, het zy in ééne ftad of over het geheele land gereekend, die of in de oumoogelykheid zyn van in den echt te treeden, of die door de bezwaarlykheid van eene toereikende kostwinning, of de andere zwaarigheden, die den gehuuwden ftaat verzeilen, afgefchrikt worden, van zich in deezen band  Staatsregeling. band te laaten kluifteren, zonder dat de zodanige zich van den naderen omgang met het vrouwlyk gc-flacht kunnen of willen onthouden: men voege hierby hoe veele vrouwsperlbonen in deeze zelfde Maatfchappy zich tot deeze ongehuuwde leevenswyze bepaalen, en haare bekoorlykheden voor den losbandigen wellust dier mannen veil hebben; dit alles overwoogen hebbende, zal men bevinden Fiereerst, dat het aantal der in ontucht leevende mannen, dat der onkuifche vrouwsperfoonen verre te boven gaat, dat gevolgelyk ééne vrouw ter bevreediging van den drift, meerer mannen dient , en dat derhalven deezen omgang eene volkomen Polyandrie eene veelmannigheid is, welke op zich zelf befchouwd tegen de door de natuur gefielde wetten der voortteeling inloopt, en eene gewenschte bevolking benadeelt. Ten tweede, dat de in openbaare ontucht leevende vrouwsperfoonen doorgaans het fchoonfte gedeelte deezer Kunne uitmaaken, dat derhalven hier door de gelukkige voortplanting van welgemaakte menfchen merkelyk benadeelt word. Ten derde, de jonge mansperfoonen , door zich altevroeg aan de wellust overtegeeven, verzwakken zich veel meer, dan zy immer in den echten flaat doen zouden, de wellusteling word voor zyn tyd zwak en uitgeput, terwyl een gehuuwd man, door zyne meerdere onverfchilligheid zelf ten aanzien van deezen huuwlykspligt, een middel vind om zyne kragten te fpaaren, en dus het vermogen ter voortteeling des te langer te behouden: Ik weet geen fterker bevvys van het nadeel der veelwyvery, als dat, ) het gebrek aan eene moederlyke zorge in de eerde en teederfte leevens dagen, of eene behoorlyke verzorging geduurende de geheele hulpelooze kindsheid, en hoe groot is niet den invloed eener gefchikte opvoeding op de algemeene z eden en op het hier van afhangend lighaamlyke welzyn onzer toekomende burgers: men befchouwe hoe groot het aantal is der overleeden kinderen in die huizen, waarin de onfchuldige vrugten der ontucht, tot voorkooming van' kindermoord, op s'Lands kosten medelydend worden opgenomen, en met groote kosten opgevoed: en, na dat alles gadegcflagen te hebben, zal men zich geenfints verwonderen , waönèer van alle de onechte kinderen, die binnen één jaar Opgekweekt worden, na verloop van min- (<) Statuimus , ut omnibus, qui publicas mulieres de lupanari tx'raxerint & duxerint in Uxores, quod ajunt, in remisjionem proficiat petcatorum Cap. 20. X. de Spcnfalibus, my dunkt dat zoo eene wet der Christlyke Godsdienst veel meer eere aandoet. (4) Het aantal der onechte doodgeboome kinderen , is over het geheet genomen te Berlyn eens zoo groot ,dan dat der echte doodgeboornen, Baumann in hit derde deel van het meermaaien aangehaalde werk van Susmilch j. 240.  Staatsregeling. si minder dan tien jaaren naauwlyks het derde deel, en na twintig jaaren het vyfde gedeelte in weezen is , en dit komt der Maatfchappy, door het verlies van zoo groot een aantal vrugtbaare moeders, en door het nadeel, het welk de goede zeeden van zoo eene meenigte van menfchen hier door lyden, oneindig duur te ftaan. §. VIII. Het is derhalven niet te verwonderen , dat men by alle volken tegen de zoo nadeelige gevolgen der ontucht een hulpmiddel gezogt heeft, en het is wel der moeite waardig eenige der voornaamftc maatregelen der Overheden tegen de onkuisheid aan te haaien, en daar na derzelver invloed op de algemeene gezondheid te beöordeelen. De meeste volken dachten, zelf voor de zoo algemeene verfpreiding der venusziekte, dat, daar men doch op geene geheele uitroeying van dit kwaad hoopen konde, het beter was dat men , even gclyk een fchip, het welk in ftorm een gedeelte der goederen buiten boord werpt om het overige te behouden , voorde ontuchtige eene bepaalde plaats afzonderde, en dus deeze ongeregeldheid zelf, volgens de kennis van het menschlyk hart, aan zekere wetten bond: daar wierdén derhalven in elke Stad, alwaar een ongemeene toevloed van menfchen was, op dat de gehuuwde vrouwen haare dochters en zoonen voor den dollen wellusteling beveiligd bleeven, eenige huizen gedicht, alwaar het middel, om deeze dolle drift voor eenigen tyd te doen bedaaren, en de menfchen wederom tot hun verftand te brengen, ten allen tyde te vinden was: noch den Leeraar op den kanfel, B % noch Van ds ONECHTE VOORT- TEEI.INQ in het alge— meen» Maatree^ gelen tegen de openbaars ontucht genomen,  aa Geneeskundige Van de on CHTE VOORTTEELINGIN HtT algeMEEN. Oprichting van byzondere kuizen der ontucht. noch de Wetgeever met het zwaard in de hand, noch den Arts, met zyne onheil voorfpellende gebaaren , hebben, even min als den Wysgecr met zyne drooge fluitreedenen , dit kwaad kunnen fluiten, want zy wierden wel eens zelf midden onder deeze hunne pogingen van even deeze zelfde kwaal aangevallen; en de kranke, daar men hem van alles wat tot zyn kwaal aanleiding geeven kan beroofd, vergeet zich eindelyk aan zich zelf, aan zyns gelyken of op eene andere wyze; dus bedwelmt de mufulman, wien de wyn verboden is zich met opium, en de wellustige zoekt by gebrek van ongehuuwde meisjens zyn hulp by gehuuwde vrouwen of nóg erger. Sol on liet, ter involging der ontcugelbaare driften der jeugd, veel vrouwsperfoonen opkoopen, en beval haar, om de eere der gehuuwde vrouwen te beveiligen , de brandende begeerte des jongeiings te bevreedigen, hy ontfloeg echter de zoonen van deeze onechte vaders van de verpligting, om dezelve te onderhouden: de Korinthiers onderhielden ten deezen zelfden einde meer dan duizend meisjens in den: tempel van Venus, die tevens ook Priesteresfen deezer Godin waaren,(Z>) en deeze bediening was in gecnen deele verachtlyk, daar men zich by ongewoo-' ne rampfpoeden van deeze priesteresfen bediende om door haare gebeden den toorn der Godheid te verzachten (c). tn de Illdii:'n? zegt Strabo, waarende; inwooners in zeven rangen afgedeeld, de hoofden den zes- („) Pi.UTARCHUS in SoUncm. (t) Al ex: a b A le x a n d r o i. VI, gen. ditr. t, z6» (l) HlLL DSUBOfWK. <««)»«»(!.  Staatsregeling. 2$ êesde klasfe wierden gehouden voor de achtenswaardigste de getrouwde mannen , het was hunnen pligt op het gedrag des volks acht te geeven, en den Koning in het geheim hier van naricht te doen toekomen , om hen in het verkrygen deezer kundfehap behulpzaam te zyn onderhielden zy in de Stad en in het leeger een aantal ontuchtige vrouwlieden ( a ): de fefle der Sintos is in Japan de heerfchende, zy heeft in elke maand drie gewyde feesten, na dat het volk zyn gebed in de tempelen verricht heeft, die in aangenaame lusthoven geleegen zyn, gaat het een bezoek geeven by zekere, in daar toe bepaalde huizen te faamenwoonende, vrouwsperfoonen, die zich met een foort van Godsdienftigen aandacht aan hetzelve ten besten geeven, en een gedeelte van hetgeen zy hier meede winnen aan een monniksorden, waaronder zy ftaan, overgeeven De Romeinen namen de inrichting hunner Lupana* ria (openbaare hoerhuizen) van de Grieken over; elk vrouwsperfoon ftond het vry zich aan het hoerenleeven over te geeven, mits zy zich met dit oogmerk by de Mdilet liet aanfehryven, en eenen vreemdennaam aannam; maar naderhand wierd het hoerenleeven aan die vrouwen verboden, wier Vader of man van ridderlyken ftand was (c); deeze openbaare on* tuchtige vrouwen verboren naderhand zeer veel van het aanzien, het welk zy by de Grieken genoten hadden, toen haarde Romen de eere der begraafnis ont- x<0 Getgraphia lih. XV, ) Hlitliri Philts. ir Polit. f. i. l\% V- t' («; TACITUS ^inruil. II. SJ. B4 Van 6b onechts voor.tteelin»in het algemeen,  24 Geneeskundige Van de ONECHTE vo;k7'TEELIkGIN HET ALGEmeen' ( «) h EI NEC CIUS fynt. jaris prud, %om. (b) Ex Sccrate l, V, c. iS. GoTHOFREDUS ai l. i.C.TIeeod. ie Ltnonibits SCHEIDIÜS ie caupenarum erigine , jure & magiftratttl in iis ordinandis cura p. 30. (e) Eeclefm ir Vrintipet Ckristiani meretricis permitlunt, ut graitisribus malis cccurrant CoQUEUS Camm. in ƒ, ^Augmtin. en deeze Kerkvader zegt zelf latebr* recjuiruntur in ufum /centrum cjttiterrintt tivitas licitttm fecit turpitudinct» L, 14, C. |8, ie civit. Dei. (d) VrostiMorum libiiinumijue mundinas ér T^ma (g- per univerUm lulium eb vitxnia majora crimtna , iniultas iffi teitatur Cariinalil BELLER MINUS, MORNAC ad l. 4;, ff. de ritu nnpt. y. Ie Pc-rnographc p. $64. (e) Georg Franc I tract cjtie Inpinitri* ex printipiii medici; inmpilitntur Ueidelb. 1674. §. 5, JusTI Lll'SII opihc. T, II. éi fnagnit. \em. I, U, c, VI. ontzegt wierd O) , en het damnarï in tupanarid ( verwyzen tot de openbaare hoerhuizen) een zoort van* openbaare hoon en befchimping wierd, waar meede men Somwijlen overfpeelige vrouwen Strafte (by. nog onder de eerfte Christen Keizers dulde men te Rome diergelyke openbaare hoerhuizen (c); en deeze vergunning wierd nog in veel laater tyden toegedaan ■;>ƒ); zoo dat, zoo wel in het oude, als nieuwe Rome deeze ftand, als een bron van ftads inkomften, geduld en onderhouden wierd,en onder den naam van Hoerentol of Me/k-cyns, aanmerkelyke feminien opbragt (e) ; zodanige inkomften wierden ook in Duitschland rngezamelt en als een leen van den een op den ander overgedragen : dus zyn de Graaven van ffennekrg, als Buvggraaven en Maarfchalken des Hoogstols fPirzburg- door den Bisi'chop voor deezen onderanderen met de inkomften van het openbaare vrou-  Staatsregeling. 2g Vrouwenhuis begiftigd geworden , en vocrmaals had de opperfte kamprichter van Oostenryk de inkomst van het huis der openbaare vrouwlieden te Weenen («). De Negers der Goudkust van Guinée hebben in de ■meeste hunner Steden, na dat die groot zyn 2 of 3. openbaare vrouwlieden ( Abelere ) welke de Kabofchirs ten algemeenen gebruike koopen, deeze hebben haare eigene wooningen, en zyn verpligt elk by haar toe te laaten; zoo lang zy gezond en in haaren besten bloei zyn, zyn zy in de grootfte hoogachting, en men kan een land niet gevoeliger beledigen, dan door zich van deeze perfoonen meester te maaken, dewyl buiten deeze, zoo zy zeggen , hunne vrouwen aan de verleiding van die geenen , die hunne driften niet kunnen beteugelen, zouden bloot gefield zyn (£): op de Slaaven kust en in het geheele gewest van Whidah zyn zeer veele diergelyke algemeene vrouwsperfoonen , maar zy behooren aldaar niemand in eigendom toe , ook worden zy niet als aan de Goudkust plegtiglyk tot deeze leevenswyze gewyd; het is gebruiklyk, dat eenige der rijkfle en aanzienlykftc zwartinnen op haar fterf bedde eenige vreemde Uavinnen koopen, ( a) Te Tom!, (in Loihnringcu) moest nog in den Jaare 1430. elke openbaa' e hoer zes Huivers opbrengen, ér cbaeune femme «mi fe mefaiS , feit en taariage , ou fuers mariage. a tjui attc ce feit ér on puet le fcavoir , ér les communes, qui tiennent l'hotcl pottr eet fui faicl au bordelle , doie ait T{oi de meneftriers cbaeune a la foire de Teul, doie cbaeune aui tjite ee fut, dolt fex foh Ttullois Teurnal Encycl- 1J66, T. V. p. 14. PoUDERl tmotnitates Jmit gendalit V, p- j6. (b) ^ilgemeene Hifioire det T^i^en. t. VUL $, IK B 5 Van de ONECHTE VOORTTEELINGIN HET ALGEMEEN.  H5 Geneeskundige Van de onechte voortteelingin het algemeen. pen, en die ter algemeenen gebruike aan de Maatfchappy fchenken, om zich hier door als door eene liefdedaad in de andere waereld eene verdienfte te maaken. In de meeste hoofdlieden van Italien fcbynen de ontuchtige vrouwlieden een allernoodzaakelykst middel te zyn terbewaaiing van der burgeren veiligheid, en men vergenoegd zich aldaar met zodanige meisjens daar meede te fchandvlekken , dat men haar eene byzondere ftraat ter Isaarer wooning aanwyst te Venetien geniet deeze fland de byzondere befcherming der Overheid, zy is aldaar in geene verachting, en word van elkeen en ten allen tyde bezogt, zonder dat zich iemand daar over ergert , en de nabuurcn zullen het zich eene aangenaame pligt reekenen de vreemdeling, die naar der zodanigen wooning vraagt, te regt te helpen inParys zyn veel honderd huizen , waar in zich twaalf en meer oneerlyke vrouwsperfoonen, onder het opzigtvan ééne cude vrouw, bevinden , van wie zy ook betaald worden, om ten allen tyde het algemeen ten dienfle te zyn; de Police ziet d?eze ongeregeldheid door de vingeren, dewyl het bykaus onmoogelyk fchynt in zoo eene Stad vol ongebonde jonge lieden de eerbaare vrouwen voor alle oneerlyke aanzoekingen, die haar, fchoon zy die weederflaan, echter grootelyks tot last zyn moeten , te b.Vv-iligen, zonder diergelyke huizen toe te laaten (O : Kauel de groots verbande alle ontuchtige vrouw- (a) Bnefe uhrltalie/t, Deutfcber Merkur, 177;. (b) Description hilhrique & tritiqxe de l'Italië e» nouveau memoste fur l'etat ailuel de fon gouvernement por l'^ilil/e RlCHARjJ. («) Bemerk^ tinei tUIJindn II. Tb>  Staatsregeling. 27 vrouwlieden uit Parys, maar zy keerden wederom, en maakten een gilde uit, het welk haare gilde-wetten, haare richters had, en elk jaar eene zekere fom moest opbrengen; elk Jaar hielden zy op St. Magdalena dag eenen omgang; men wees haar ter haarer wooning verfcheide ftraaten aan; het is niet wel moogelyk het aantal der ongebonde vrouwlieden van die tyd te bcpaalen, maar volgens de lyst, welke de PoJice nog in den jaare 1773. van zodanige vrouwsperfoonen opgemaakt heeft, bevonden zich in en om Parys toen omtrent 28000 openbaare hoeren («): de vryheid, welke de ongebonde vrouwlieden in een fpeelhuis of Mujico te Amfterdam genieten is zeer bekend , en het zelfde heeft in veele landen in de groote Steden plaats. S- IX. Door zoo een huis, moet, wanneer men eens deszelfs nut in groote volkryke Zee-en Koop-Steden toeftaat, in de Maatfchappy, of alle aanleiding tot de onechte by wooning, of de gelegenheid tot voortplanting der venusziekte weggenoomen worden, of de Overheid maakt zich door zoo eene handelwyze tot niets meer, dan tot eene bevoorrechte koppelaaresfe, en gewis zyn alle de zwaarigheden, die men tegen de onkuifche verkeering met openbaare vrouwlieden met het grootfte recht in kan brengen ,op een zoogenaamd hoerhuis dubbel toepaslyk, wanneer het niet moogelyk is door zoo een middel een veel verderflyker kwaad van (4) Diclitn. hifioricjm de U ville de Petris & de fes envirmt, VAN DE ONtf HTS VOOR.TTEELINOIS HET ALGEMEEN. Zwaarighedenbier tegen.  2.8 Geneeskundige ' Van de ONFcriTE 'VOORTteelingin HET algemeen. Gebrek in de tot nu toe genomtnvoorzorgen. van den flaat af te wenden : de voorzorgen der Regeering waaren tot nu toe in deeze inrichtingen ten allen tyde met elkander overeenkomftig: by de oude Romeinen Honden de openbaare ontuchtige vrouwlieden geheel naakt voor haare wooningen O), of waaren ilechts met een ligt doorfchynend gewaad, het welk men het glaazen overkleed (de toga vitrea) noemde bekleed O); daar na wierd het haar verboden uittegaan zonder een onderfcheidend teeken te dragen, en dus waaren langen tyd de rode fchoenen de onderfcheidende dragt der hoeren ( c) , ook vond men, ter gemaklyker onderfcheiding, nodig haar de gewoone kleeding der eerlyke burgeresfen te verbieden, de koppelaarcsfen zelf droegen eene haar eigene veelverwïge kleeding (d), en de Lupanaria mogteuniet dan op een bepaald uur geopend worden (?) In laater tyden heeft men deeze onderfchcidingsteekenen op verfcheide plaat fen voor de onkuifche vrouwlieden ingevoerd; maar eene volkomenc ordonnantie op een openbaar huis voor ontuchtige vrouwsperfoonen heeft Jon anna I. Koningin van Napels afdoen kondigen; daar in het zelve meer dan in eenige andere foortgelyke Ordonnantie, voor zoo verre my bekend is, voor de algemeene gezondheid gezorgd word, zal ik de geheele overzetting daarvan hier by voegen. I. ( l»GIN HEI ALCE- uiix<  38 Geneeskundige Van ti OHECHIt VOORTTEELINGIN HET ALGïHEIN. duurende fchande of verwyt, tot de deugd te rug te keeren, en ccne eeilyke, veelligt nog vruchtbaare, huuwlyks verbintenis aangaan; het welk audcriints, wanneer de misflag van een verleid meisje is ruchtbaar geworden, doorgaans onmoogelyk is, en dus word meenig eene ongelukkige gedwongen in haare fchande* lyke en voor het algemeen zoo fchadelyke leevenswy2e voortevaaren. In hoe verre echter zodanig eene inrichting moogelyk, en tegen fommige zedekundige tegenwerpingen te verdedigen zy, laat ik aan het oordeel van anderen over; dit is zeker, dat elke gelegenheid tot ontucht des te fchadelykcr is voor de volks gezondheid , hoe meer zy aan het oog der Overheid onttrekken en gefchikt is de nog onhuuwbaare jeugd in haare ftrikken te lokken ; hier door doch word de hoop op eene duurzaame voortplanting van gezonde nakomelingen vernietigd, en de beste kragten dei burgeren ten nadecle van den fiaat verfpild. §. X I. De Overheid moet met alle moogelyke vlyt de openbaare hoeren, zoo fpoedig zy kan, doen opligten, er in tucht- en fpinhuizen doen bewaaren; zy moet zicf nimtner door de voorftanders derzelver tot oogluiken-: de toelaating laatcn over haaien , wanneer zy niei tevens , door een verfhmdige inrichting de nadeelen die zy door haare altoos fchadelyke leevenswyze aar. de gezondheid en zeden haarer burgeren kunnen toe< brengen , heeft weeten aftewenden : 'er komt mj voor geen ander middel, ter voorkooming der nadeei len eener onechte vermenging te zyn, dan, of dé on« De overheid moet het aantal der Ontuchtigevrouwlieden overal trachten te verminven.  S TAATSREGELING-. 39 ontucht met wortel en al uitteroeyen, en dus de venusziekte te fluiten , of deeze ondeugd eene bepaalde woonplaats, aan te wyzen, en deeze , even als eene door 'de pest aangetaste plaats zorgvuldig te doen bewaaken. De bcveelen der Overheid tegen de ontuchtige vrouwlieden, en die dezelve huisvesting geeven , zyn overal zeer ftreng, maar het gevolg leert, dat derzelver uitvoering zeer bezwaarlyk is, en in geenen deele aan het bedoelde oogmerk voldoet: men heeft, vooral in laater tyden het hberenleeven op alle moogelyke wyzen getracht te beletten : en , in gevolge dier geftrenge wetten, moesten de koppelaresfen en hoerenwaarden uit elk Gemenebest gebannen, en zoo wel als haare meedeheipfiers aan den lyve geftraft worden O ). Men Helde zelf opzieners der zeden en befchermers der kuischheid aan; deeze inrichtingen hadden gewis de beste oogmerken, maar voldeeden echter niet aan het doelwit, het welk men met opzicht tot de algemeene gezondheid der burgeren poogde te bereiken; niets is voor het lighaamlyk welzyn onzer jonge lieden gevaarlyker, dan wanneer vreemde onkuifche, doorgaans reeds befmette, meisjens in onze volkryke Ste- fV) Ordonnanee du faint Louis van den jaare 1254, Ordonnanee d'orleans, Declaration da Roy van den 26. July 1713. en 6 Mey 1734. Ordin. Potit. van U4S. Keur - Saxisch Resc. ifiso. C. A. S. P. 1. p- I5I9- JCeurv, Brunscbw. Luneb. Resc. van 26 Aug. 1712. Oojlenrybfcbe Ordon. van 25 Febr. 1762.; In het Schwabijche Landregt word gefield Cap. 372' « dat d» „ ontucht aan herbergiers meiden , of vrouwen gepleegd , niet „ als aan andere vrouwen opentlyk zal geftraft worden: j, HellfêJ,d Sfptrttrium reale praftimm Juris privati p. 1883» C 4 Van bi onechte yookttee11n0)in het algemeen. Men moet vooral iet injluipen van vreemde boeren weerem.  Van pi onechts voortyeeltngin hei alge. ÜIïN. $. XII, '40 Geneeskundige Steden influipen; de inboorlinge, van vvien het bij de losbandige jongeling wel dra bekend is, of zij befmet is of niet, is in deezen opzichte niet zoo fchadelyk, maar eene vreemde ligtckooy trekt door haare vreemdheid zelf eene meenigte jongelingen na zich, en fteekt niet zelden ongemerkt geheele gedachten aan; in Steden, alwaar zich eene ftudeerende jeugd, of talryk guarnifoen bevind, breid zich op deeze wyze de befmetting aller verfchriklykst uit. De Postwagens en andere openbaare Vaar- en Rytuigen voeren niet zelden deeze fchadelyke waar de groote Steden toe, en met de grootfte redenen moet men hier op naauwkeurig toezien , de na by en buiten de Steden gelegen herbergen , de openbaare tuinen en wandelwegen dienen doorgaans tot verblyf ven zodanige vrouwlieden , die wegens haare verleiding en onzuiver lighaamsgeftel door de waakzaame Overheid meest geweerd moeten worden. Ik zal my niet ophouden, met het aantoonen van die middelen , welke de Overheid, ter weering der buitenpoorigheden met ontuchtige vrouwlieden, in het werk kan ftellen, [het is my genoeg de gevolgen der oncuifcheid aangetoond te hebben , en men zal gemaklyk te overtuigen zyn, dat men ten voordeele der algemeene gezondheid nog zeer weinig uitgevoerd heeft, 500 lang men niet by zoo eene algeuicene oorzaak van verzwakking en befinetting onzer burgeren op eene in•ichting gedacht heeft, die inftaat isdeeze met meerder vrugt te keer te gaan, dan ia de meeste plaatfcn tot 111 toe gedaan is,  Staatsregeling. 4* Op dat echter, daar het onmoogelyk is alle onkuifche vrouwsperfoonen te weeren, voor de gezondheid dier burgers die zich met dezelve te buiten gaan gezorgd en de befmetting zeldzaamer gemaakt worde , zoo moesten in alle wélbevolkte Steden zekere plaatfen bepaald worden , alwaar zy, die met de venusziekte befmet worden , en geene middelen hebben om de geneezing te bekostigen, voor niet geholpen wierden; dit alles moest onder de ftiptiïe geheim houding gefchieden, op dat niet iemand, uit vrees voor eenen kwaaden naam, zyne ziekte verborgen houde, nog langen tyd met dezelve omwandele en andere befmette : echter moeten de geneesmeesters verpligt zyn de befmette vrouwsperfoonen te waarfchuwen, van zich tot haare volkomene geneezing toe van allen vleeschlyken omgang te onthouden, en, wanneer zy befmette perfoonen in gezelfchap der jeugd op verdachte plaatfen aantreffen , moeten zy de Overheid hier van in hetheimelyk waarfchuwen : daar men immers nimmer, ter begunftiging der ondeugd en benadeling der Maatfchappy, dit als een geheim bewaaren moet. Van m onechte voor tteelingin hst algemeen* Nodige inrichtingen tegen de Uitbreidingder Venusziekte. §. XIII. De Regeering moet zich jaarlyks van het aantal der onechte kinderen naauwkeurig laaten onderrichten. In plaats dat men uit het grooter aantal der zulken in veele Steden tot een grooter trap van bederf in de zeden moet befluiten, zoo volgt dikwerf het tegendeel hier uit; dewyl beide de geflachten by eenen ongeöorlofden naauwerer omgang ten allen tyd de zwanC 5 ger- Men moet van de evenredigbeid der onechte geboorten tot de echte behoorlyie kennisfe hebben.  «3 Geneeskundige Van de ONLCHTE VOORTTEELINGIN HET ALGE-* MEEN. Vermeerderingder onechte kinderen. gerheid j en het ter waereld brengen van een leevend kind trachten voortekoomen; op deezen grond moest de zwangerheid van een meisje zagter geftraft worden , dan wanneer zy niet tegenftaande een wellustige Lee» venswyze nimmer bcvrugt raakte: alhoewel men hier uit niet altoos tot de misdaad van Onanie befluiten kan, daar doch de vrugtbaarheid geene algemeene gaave is. Men kan echter uit het aantal der onechte kinderen, taamlyk zeker, tot de algemeene gezondheid der Maatfchappy, het beflu.it maakcn ,als dewelke door den aanwas in het bederf der zeden zoo veel te lyden heeft , en by de vermeerdering van deeze kinderen der ontucht voorzeker afneemt: de bereekeningen , die wy tot nu toe van de onechte geboorten hebben, zyn onze tyden niet gunftig: Eertyds (zegtSusMU.cn) wierden in den tyd van zeven jaaren (van 1718 tot 1724) te faamen 13297 onechte kinderen gebooren, dit maakt Jaarlyks een middel getal van 1900: van 1724 tot 1731, gevolgelyk in acht Jaaren, waaren in den Keur Mark alleen 8027. en deeze ftonden tot de echte kinderen als 1 tot 18. in Dresden waaren in den tyd van 6 Jaaren (van 1747 tot ir^a) de onechte kinderen tot de echte als 1 tot 9 of 10. in Leipzig in eeven zoo veele Jaaren (van 1740 tot -745) waaren onder 7 kinderen 1 onecht: van 17^2 tot 755 was de evenredigheid nog ongelyker, als 1 tot 6, 4. in Gotha was van 1740 tot I748. onder 21 kinderen ééne onechte geboorte: te Hamburg waaren, van 1770 tot 1774, onder de 10668. gedoopte kinderen 873 onechte en gevolgelyk 1 tot 12, 2. het getal der onechte is daar en tegen in de kleine Ste* den en ten platten lande merkeJyk minder. i XV.  Staatsregeling. 43 §. XIV. Daar de Overheid eener Maatfchappy uit het grooter ■ getal der onechte kinderen een voordeelig befluit met . opzicht tot de bevolking kan opmaaken, zoo moet zy ook , wanneer de onechte geboorten in eene Stad verminderen, naauwkeurig nagaan , of dit in de daad door eene verbetering der zeden, dan wel door het de overhand neemen van eene veel erger ondeugd veroorzaakt word j eene ondeugd, die de voortplanting, of fchoon ook de onwettige, verminderd en tot de grootfte nadeelen in de gezondheid en zeden aanleiding geeft; men moet echter hier in met de grootfte omzichtigheid te werk gaan , op dat de onfchuld niet geërgerd , en , door het verbod zelf, tot het involgen deezer onnatuurlyke driften meer en meer aangefpoort worde, ,, na de hoerery, zegt van Hess en de „ hier uit onftaane venusziekte is de onnatuurlyke „ zonde de grootfte hinderpaal der bevolking, dewyl „ zy de orde der natuur om verre werpt en het dier„ lyk inftinö vernietigd: de Overheid moet deeze „ ondeugd in het diepst geheim ftraffen en onderdruk, ken, op dat dezelve niet tot kennis van onbedachte „ perfoonen koonie; waarfchynlyk was dezelve voor „ dertig en meer Jaaren in Holland niet zoo algemeen „ geworden, wanneer men die niet met veel toeftel „ onderzogt en geftraft had, eene naauwkeurige be„ fchryving deezer misdaad verwekt onreine lus„ ten O)." Men d°et dernalven niet wel, wanneer men O) Freye Gedanken ttber Staatsfaehenf. ?j. Van dk 3>il chie toortrEELTNG ' in hlt ALGEMEEN. Men moet de Zeden met bet aantal der onechte kinderen vergeleken.  44 Geneeskundige Vav de ONrCHTE voortTEELINGin hlt AlGZJWESfj, 9/fen moet van de geneigdheidvan beide de kunnen tot elkander tot ■steering der tegennatHUrlykelasten gebruik maten. men in de fchoolen de zelfs - befmetting by geile jongelingen opentlyk ftraft, en dus (daar de oorzaak deezer ftraffe niet geheim kan blyven) de nieuwsgierigheid van andere, en de begeerte na te vooren onbekende aandoeningen gaande maakt : men moest veel eer trachten die geen, welke men vreest, dat andere zouden helmetten j ongemerkt van de nog onfchuldige raeenigte aftezonderen: men zal by nadere overweging hoe langer hoe meer overtuigd worden van de onontbeerlykheid der ingefchapene toegeneigdheid van beide de Sexen tot elkander ter weering van gevaarlyker ondeugden, en dat men deAaiven daar, alwaar men een te groote onverfcbilligheid of ,afkeer voor den omgang met vrouwen te duchten heeft, liever door eene voorzichtige toegeevenheid ten opzichte van mindere, hoewel geenfints tebillyken, ondeugden , de gezondheid en zeden der jeugd van gevaarlyker dwalingen moet zoeken te redden, dan dat men door geweld de eene misdaad belet, met gevaar van tot een oneindig nadeeliger uiterfte te vervallen. Van het pligt-verzuim der ongp' buuivde naderen. %. xv. Niets verdiend zoo zeer het toezicht der Overheid, als dat deeze in ontucht voortgeteelde vrugten tegen de vermeetele onderneemingen hunner eerlooze ouderen ten allen tyde verdedigd, en de rechten des nog ongeboornen burgers, tegen de gruwlyke woede zyner wreedaartige ouders met eenen magdgen arm gehandhaafd worden : de zucht, om eene naauwlyks ontvange vrugt, nog eer zy de tot het leeven benodigde rypheid bereikt heeft, uit de baarmoeder uit te dryven, of wanneer dit niet gelukken wil, het kind ter-  Staatsregeling: 45 terftond na de geboorte ter vondeling te leggen, of zelf om het leeven te brengen, is eene zaak die de naauwkeurige zorge eener burgerlievende Overheid zoo zeer verdiend, dat wy die in een volgend Hoofddeel nader zullen onderzoeken ( *), (*) Alhoewel ik volkomen met den geleerden Schrijver ïnftemme , dat de Overheid in die gewesten , by welkers inwooners, uit hoofde van de luchtftreek, opvoeding , of leevenswyze ,eene grootere neiging tot onnatuurlyke lusten befpeurd word , veel liever, ter voorkoming van zodanig een zeden bedervend kwaad, den onkuifchen omgang met vrouwen, als voor de Maatfchappy en de voortplanting minder nadeelig zynde,oogluikend moet toelaaten, en dat in deeze gevallen eene onder behoorlyke en door den Schryver opgegeven wetten bepaalde faamenwooning der onkuifche vrouwlieden Van eenig nut zoude kunnen zyn. Zoo komt het my echter voor dat, voor eerst, zoo eene verbanning der ontucht na zekere wyken der volkrykfle Steden zelf in die plaatfen geenfints aan het yoorgefteld oogmerk voldoen zal, de verleiding onzer gehuuwde Vrouwen en eerbaare dochters zal hier door niet verminderd , maar veel ligt vermeerderd worden; de openbaare plaatfen der ontucht zullen wel dra ,als veel te gemeen aan de laage klasfe der burgeren, aan het zeevolk, en de fcldaaten jvergelaaten worden, terwyl de fatfoenlj'ke ligtmis , wiens jekamerde maitres, nu naar het verblyfder ontucht verbannen is, onder onze gehuuwde vrouwen en eerharre jonge dochters zyn prooy zoekt: de vreeze , om naar de fchandelyke wooningen der ligtekooyen verweezen te worden, zal het Tieisje, het welk in een zwak ogenblik haare eer ten besten jaf, en nu door de verleidende taal van haare minnaars zich neer en meer aan de ontucht heeft overgegeeven, haare misdaad met de uiteifte fchroom doen verbergen, en , zoozy door befmetting of Zwangerheid de rampzalige vrugten haarer leevenswyze gewaar word, zal zy door die vreeze genoopt worden , om zich veel liever aan het rampzaligst lot, haare vrugt aau eenen geweldigen dood te onderwerpen, dan haa- ren Van de ON i< HTfi VOORTTEELINSIN HET ALGEMEEN.  Va\' de onechte voortteelingin het algemeen. 46" Geneeskundige ren toeftand bekend te maaken , en de nodige hulp te zoeken» Ten andere is het eene harde zaak voor de Overheid, wien het welzyn der Maitfchappy, zyns Vaderlands en zyner meedeburgcren ter harte gaat, een kwaad ; van welkers ver uitgeflrekte en a'lernadeeligfte gevolgen zy ten vollen overtuigd is, oogluikend te moeten toelaaten, ter vermyding van een anier, het welk voor zeker van oneindig verderflyker naHeep , en uit zijn aart zelf aller verfoeilykst is , en zoude het niet moogelyk zyn in dit ous Vaderland,der ontucht behoorlyke paaien te Hellen, (die geheel uitteroeyen ftemme ik volkomen toe dat volftrekt onmoog.lyk is,) en door heilzaam". Wetten derzelvcr kwaade gevolgen grootelyks te verminderen , zonder aan het involgen der onnatuurlyke lusten hier dooraanleïdihg te geeven, onze Natie is immers over het geheel niet zoo ontcugclbaar in haare driften, en (laat hier in niet zoo ligt tot uiterftens over; dit was het doelwit dier geflrenge wetten , welke hier te lande reeds van oude tyden herwaards door onze voorvaderen tegen de onkuisheid zyn vastgefteld, die zich zoo verre uttltrekten, dat de onfchuldige vrugten der ontucht , door het fchandelyk misdryf hunner ouderen , niet oneer gebrandmerkt wierden volgens Handvesten van Graave f lor is in i23s. aan Monnikkendctm gegeeven, mogten bastaarden in het gerecht niet getuigen, veel min mogten zy tot rechter of Drosfaard aangefteld worden , volgens den eed cier Graaven van Holland aan de Staaten zie graswinkel recht van opperjle macht lib. 2. p. 789. Volgens ordonnantie van Willem i. Prince van Orange op . 't ftuci der Politie binnen Zeeland in dato 8 Fcbruary word art. XXIV. bevolen dat tegen hen , die zich met kop- ] pelary of hoerery/ generen , geprocedeerd moet worden tot] fqhayotteering, ge-efeling cn bannisfement uit den lande van Zeeland, zoo het nabefhande in den bloede , of voogden zyn, die huüne dochters of pupillen tot onkuisheid exponeeren , | zullen zy met de dood gefirafc worden , en niemand , hiervan j bewust zynde mag op de boete van een jaar huur aan de zul- 1 ken een huis verhuuren» Groot Placaat Boek 1 D. Col. 35?. I A:npliatie by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland in dato IS Maart 1666- Gr. PI. Boek 3 D. p- 592- Ecbt Reglement voor I de Steeden en dorpen dir Generaliteit gesalueerd den 18. Maart 165ó. Art. -ja)- hoeren en hoeren j'gers moeten ter discretie j van den Rechter niet gevangenis en te wa-er cij brood te l *ct-  Staatsregeling. 47 retten geftraft worden ibid: en de hoerhuizen moeten door alle Overigheden geweerd en uitgeroeid worden. Echt Reglement. 0 Die in zyn eigen huis bordeel houd vervald voor de eerfte T reize in de boete van ƒ 100 „ „ . voor de tweede I reize moet hy gegeeszeld en uit den lande gebannen worden * ih'sd: art. 78. Ten einde den onervaaren jongeling door de vleytaal der ontuchtige vrouwlieden uiet verleid worde , om,ten nadeele zyner nabeftaanden , aan haar, by zynroverlyden zyne goederen geheel of gedeeltelyk na te Jaaten, beral Keizer Ka RaL V. by placaat van den 4 Osober 1540. art. 12. dat alle erfmaakinget» van jongelingen beneeden de 2; Jaaren aan liHnne concubinen van geener waarde zyn; zoo echter, dat het hen vryftaataan door hen gedefloreerde dochters hunne goederen geheel of 'ten deele natelaten Anselmus d. C. 62. 2V. 7. art. 14. Ket oogmerk deezer wetteu was voorzeker de ontucht op alle wyzen tegen te gaan, gelyk ook door de Stedelyke regeeringen by de een meer by de ander minder maatregelen ter ftniting van dit kwaad genomen zyn: uiteen Staatkundig oogpunct befcliouwd kan deeze ondeugd in alle landen niet even gegreng veel min door dezelfde middelen geweerd worden, in fommïge Steden zelf is men genoodzaakt, of ter vermyding van een grooter kwaad , of ter bereiking van een nuttig en noodzaakelyk oogmerk, de huizen der ontucht oog' luikend toe te laaten , by voorbeeld in de groote en volkryke Zeehavens; maar in die plaatfen zy het ook der Overheid aanbevcolen alles in het werk te ftellen,ten einde deeze ondeugd zich niet verder voortplante, dan tot bereiking der bedeelde oogmerken vereischt word, en vooral zoo veel moogelyk zorg te d-agen, dat de fchandelyke venusziekte zich hier door niet meer en meer verfprejde; de middelen; welke onze Schryver in dit Hoofddeel hier toe aan de hand geeft, verdienen voorzeker onzen aandacht en de ernftige overweeging van hen, die zoowel het üghaainlyk welzyn, al» de verbetering der zeden hunner Meedeburgeren ter harte gaat, zy zyn in zeer vele opzichte ook op Nederland zeergemaklyk toe te pasfen. Kan men het verderflyk kwaad def ontucht niet geheel uitroeyen, men trachte echter het binnen 200 enge paaien te houden als moogelyk is , en deszelfsrampaalige gevolgen met alle magt af te keeren. Vertaal e r. T W E E- Van di N ECHTE OORTEELINQN HET XGEAEEN,  48 Geneeskundigs TWEEDE HOOFDDEEL. van het verwekken van misgeboorten, het te vinden leggen en om hals brengen der vrugt. L Infanticidio e Peffetto di una inevitabile contra- I dizione, in cui e posta una perf ma, cheper debolezza, 0 per violenza abbia ceduto. Chi trovafi tra Pinfamia e la merte di un ejjere incapa- \ ce di fentirne i mali, come non preferira questa alla mifer ia infailibile. a cui farebbaro exposti ella , el fin fel: ce frutto? la miglior manier a di privènire questo delitto, farebbe di proteggere con leggi efficaci la debolezza contro la Tirannia, la quale cfagera i vizi, che non pojjbuo coprirfi col manto della virtu. Deccaria dei Delitti e delle pene. §. XXXI. Toeftand des gemoeds by in onecht bezwangerdemeisjens. In geénen toeftand toont zich de raagt der driften op de ziel des menfchen zoo fterk als dan, wanneer een andeifirits wel opgevoed meisje voor het eerst gewaar word , dat zy in haar binnenfte een leevendig fchepfel draagt, het welk zyn aanweezen aan haare ongeregeldheden vcrfchuldigd is; dit voor haar, die buiten echt bezwangerd is, zoo verfchriklyk ogenblik, neemt haar geheele ziel in, fchaamtc, vreeze, fchrik cn wanhoop, vervullen die beurtelings, de dood zelf is voor  Staatsregeling.. 49 Voor deeze zoo vreesachtige kunne nu een bcgeerlyk voorwerp haarer wenfchen, en wat is hier van de oorzaak ? het vooruitzicht van fchande en ellende is de vermogende dryfveer van die onbefchryflyke aandoeningen ; beide zyn zy gevolgen onzer Maatfchaplyke faamenleeving, waar door het recht tot de voortteeling binnen zekere wetten bepaald moet worden, welkers overtreeding ftraf vordert. Wanneer men de algemeenheid van het afdryven der vrugt by alle befchaafde volken nagaat, en de gevolgen in aanmerking neemt, die hier uit ten nadeele xi. Deel. ö der §• It Hoe verfchriklyker deezen toeftand in de verhitte verbeeldingskracht van het meisje zich voordoet, des te fterker word zy . genoopt, om het gedreigde onheil van zich afteweeren, en wee het beflooten en der waereld nog onbekend fchepfel, welkers aanwtezen zoo eenen verfchriklyken, maar tevens zoo ongelyken zelfftryd veroorzaakt hoe weinig onteerde meisjens zyn 'er, die hier, ten minfte in den eerften aanval deezer ziedende driften, onfchüldig gebleeven zyn, en met in haare eigen ingewanden gewoed hebben, om, waare het moogelyk, zich nog in het heimelyke van eenen vyand te ont'flaan, wiens dagelykfchen aanwas het dreigend gevaar van dag tot dag zekerer maakt. Quas non herbas, qu). daarenboven waaren toen, gelyk nog in onze dagen, de krachtigfte middelen van dien aart, dat het leeven der moeder door dezelve, in een even zoo groot gevaar Van het vfdry- . /en der vrugt, enz. Door de Christlyke Godsdienstveroordeeld* Grootere bedrevenheid in oude tyden in de middelen ter efdryving- (aj t. c. (6) Ovidius Epist. Htroie. II. D 4  ENEES KUNDIGE JdryH-ET vaar gebragt wierd' a1s dat van het kind, het welk ven der men poogde aftedry ven, vrugt, 1 Tenera facïunt, fed non tmpune puella Sape fuos utero qua necat, ipfaperit. ( %. VIII. Men moet die by het gemeen in vergetenbeid trachten te brengen By deezen toeftand van zaaken , moest men (of fchoon volgens e'eripaarig getuigenis aller Geneeskundigen , alle bekende inwendige afdryvende middelen, zeer onzeker in haare werking zyn) in elke Maatfchappy de naauwkeurige onderzoekingen, van zoda- , nige middelen , ten minfte in de volksfpraak , den Geneeskundigen verbieden : daar door dezelve zeer weinig nut, maar wel de grootfte ongelukken kunnen veroorzaakt worden. Zoo bericht ons Galenus dat, toen ten zynen tyde eene plant ontdekt wierd, welks gebruik eene doodlyke bloedftorting veroorzaakte , de Overheid zorg droeg, om dezelve onbekend te doen bly ven (Z>), het is genoeg, dat wy weeten, dat, in weerwil van alle de onzekerheid dier middelen, het echter aan zeer veele perfoonen gelukt haar fchandlyk doelwit te bereiken , en het zal genoeg zijn dat geen voor te fteflen , wat ter afweering der gebruiklykfte middelen, om deeze misdaad uittevoeren, kan aangewend worden: tot het overige is als dan ligt van zelve het befluit op te maaken. 5- I X. (aj O VI mus Amor. L\b. II. Eleg. 14, (b) Purg, Med. fae. (■ 6,  Staatsregeling. 57 5. I X. Da hevige braak-en purgeermiddelen, de laurierbeffen, verhittende kruiden en esfencen, die door appothekers, drogisten, baardfchrapers, en vroedvvyven onverhinderd verkocht en gekocht worden, vooral die gewoone purgeerpillen en poeders, welke door de vreemde oliën-verkoopers, van huis tot huis,uitgevent worden , hebben, fchoon zy niet altoQS deeze uitwerking hebben , reeds meenige misdragt veroorzaakt, de aloë- of zogenaamde bittere brandewyn, die in elk dorpswinkeltje voor handen is, kan, door deszelfs byzonderen aandrang op de vaten van het onderlyf, het afdryven der vrugt bevorderen ; ik hebbe een meisje, van 8 of 9. Jaaren gekend, zegt de Heer Weickard, welke dagelyks van brandewyn, die met verhittende kruiden, en wortelen en met fuiker toebereid was, fnoepte, dit meisje kreeg haare ftonden, die echter ophielden , zoo dra men haar de gelegenheid benam, om deeze brandewyn te fnoepen(^), is dit middel in ftaat, om by een zoo jong meisje de ftonden te verwekken, hoe veel lichter zal het dan niet by een volwasfen meisje de vrugt afdryven, vooral, om dat zoo eene tévens zich ook alle gelegenheden , die ter bereiking van haar heilfoos oogmerk dienftig zyn, ten nutte maakt: Ludwic ontkent niet, dat de fevenboom de kracht heeft, om de vrugt aftedryven , en te Parys ftaat het geen kruidenverkooper vry, aan eenen onbekenden, of bedienden, zonder fchriftlyk getuigenis van zyn Heer, dee- ., 1— ■*"— 11 1 .„ (<0 Vermischte Medicin, Schriften St. %. s, f6, BS Van uk? AFDRYVEN DER VRUG r, ENZ. Van de •werking eeniger geneesmiddelen . die als afdryvendemiddelen bekend zyn.  Van het afdryven der vrugt, enz. ( a) Infiit, Medic. forens. (*) Riem, Pbyftol, T. VIL Lib, XXVJIL $. XI. 5? Geneeskundige deeze kruiden te verkoopen O), ook gebruikt men in Bohemen deeze voorzichtigheid: de Polei (Pulcgiurn ) zelf, offchoon in veele boerenhooyen voorhanden, houdt Hall er, voor een krachtig middel ter bevordering der maandftonden (£). De faffraan , die in Duitschland zeer algemeen onder de fpyzen gemengd, en in veel winkels in meenigte verkocht word, veroorzaakt zeer veele ongelukken , van deezen aart; zy is by zeer veelen een gereed huismiddel, wanneer de ftonden te rug blyven, en als zodanig word dezelve als dan door meisjens, die zich niet zuiver achten, zeer fterk als thee gedronken ; in zeer veele dorpen in Duitschland, fchaft men geene vleeschfoupe, dan die door faffraan geel ge» verwd is, men zoude die anderfints niet gebruiken; deeze gewoonte moest, uit hoofde van het nadeel, het geen die by zwangere vrouwen veroorzaaken kan , afgefchaft worden. Het veelvuldig aderlaaten; daar het de voedende lappen verminderd, kan op de vrugt een allerfchadelykften ja doodelyken invloed hebben; alhoewel deeze middelen, zoo wel als de meeste andere, in welkers onderzoek ik my voorbedachtelyk niet in laate, niets minder dan onfeilbaar zyn, om eene zwangere vrouw, van haaren last te bevryden, en meer moeders, onder het in het werk (tellen deezer pogingen om hals brengen, dan wel werklyk haare vrugten afdryven, ik ga derhalven over, tot het geen van het te  Staatsregeling. 59 e vandeling leggen, en vermoorden der kinderen, ïog te zeggen is, waar na ik ook die maatregelen, : iie tegen dit misdryf in het werk gefield zyn, of be- ■ :aamd zouden kunnen worden, zal aantoonen. 5. X. Wanneer alle de pogingen, om de vrugt door de ulerftrydigfte middelen, nog voor dat dezelve haare ypheid bereikt heeft, uittedryven , mislukken; blyft er voor de wanhoop van het rampzalig fchepfel, niet rver, dan zelf de moordende handen aan haar kind te [laan, of zoo de natuur nog van fchrik, voor zulk ;ene gruuwzaame daad, te rugge deinst, hetzelve te vondeling te leggen, en dus aan zyn onzeker noodlot overtelaatcn, daar 'er immers voorbeelden zyn, dat zodanige aan eenzaame plaatfen, ter nedergelegde kinderen, door honden of zvvynen leevend verflondcn zyn; de meeste derzelve immers , komen rampzalig om het keven. Deeze , zoo zeer tegen de natuur flrydende misdaad , heeft denzelfdcn oorfprong, als het moedwillig afdryven der vrugt , de vreze namenlyk voor fchande en ellende, het kan eehter van nut zyn in de gefchiedenis van dit moorddaadig gebruik, de andere oorzasf ken van hetzelve na te fpeuren, om des te heilzaamer middelen tegen deeze, voor der menfchen denkwyze zoo fchandelyke , misdaad te kunnen vinden , of de by de voornaamfte volken, hier tegen aangewende poogingen , te beter te beoordeelen. Het is zeer waarfchynlyk, dat de vermeetelc onderneeming, om zich door de dood .van het pasgeboor ren kind te ontflaan, zyn oorfprong verfchuldigd is, aan haat tegens de moeder, achterdocht, of zekerheid Van het 1FDRY7en der f RUGT , :nz. Van bet ter von- \ \ ieling legden, en doodcn der vrugt. Meenigyuldigenoorfprong deezer barbaar— fche gewoonte-  Van het afdryven der vrugt, inz, (fl) De Republiea lib. 7. c. 15» ( b) Geogivpbia lib • Xt*, 60 Geneeskundige heid haarer ontrouw, aan een onmoogelykheid, om by eene zwervende leevenswyze, meerder kinderen op te voeden, of dezelve, by gebrek aan toereikende leevensmkldelen, te kunnen onderhouden: krygshaftige, vooral Repubhekeinfche volken, hadden hunne byzondere redenen, waarom zy eene al te groote vermeerdering hunner burgeren voor fchadelyk, en dus de kindermoord minder als eene gruweldaad aanzagen j Aristoteles, Helde tot eene wet, dat elk Gemeenebest eene bepaaling moest maaken, op het aantal faaarex leden, en beletten moest, dat zwakke en gebreklyke kinderen, groot gebragt wierden O); en volgens de Wet van Lycurgus was dit laatfte' artikel ook in gebruik: Strabo verhaalt het zelfde van de inwooners van Cathea , alwaar de knaapjens op de tweede maand hunnes ouderdoms door een Magiftraats perfoon, opentlyk onderzocht wierden, of zy door hunne goede geftalte het leven verdienden , of cm hun zwak of gebrekkig lighaams geftel ter dood moesten veroordeeld worden (£) ; de ftichter van Rome liet het aan de ouderen over, om hunne kinderen , wanneer die zeer gebrekkig ter waereld gekomen waaren , en dit door vyf nabuuren eenpaarig getuigd was, van het leven te berooven, zoo echter, dat de moeder geen magt had, om haaren echtgenoot het uitoeffenen van dit zyn recht te betwisten; eene hoere, die geene flaavin was, kon, even als de vader, haar kind te vondeling leggen, dewyl zy, als ongclmuwd zynde, het recht haares mans,  Staatsregeling. 6i Mans, hier door niet benadeelde O); deeze wet is naderhand in de twaalf tafelen ingelyfd : Seneca zegt, 'er wierden gewoonlyk meer kin.leren weggeworpen, dan wel te vinden geleid, wanneer zy niets voordeeligs beloofden: (£) bv de oude inwooners van Tsland was het te vondeling leggen der kinderen meede in gebruik ( c ). Het is nog, uit vreeze voor gebrek, aan de nodige middelen ter opvoeding, by de Chineezen algemeen in zwang, hunne kinderen , vooral de meisjens, waar van men zich begeert te ontflaan, op de ftraat, of in het water te werpen (d~); en dit is niet te verwonderen, wanneer men nagaat, wat de Jefuit Premare, van dit volk zegt „ Het rykst en „ bloeyendst land der Waereld is tevens het armst „ en ongelukkigst, zoo vrugtbaar en wyduitgeftrekt „ dit Ryk ook is, zoo is het echter niet voldoende „ zyne onderdaanen te voeden , en viermaal zoo „ veel land, zoude hier toe naauwlyks toereikende „ zyn; de armzaliglte ellende , brengt hier ook de „ gruwlykfte ongeregeldheden voort; wanneer men ,, zelf in China is , en de zaak met eigen oogen „ waarneemt, verwonderd men zich in geenen dec„ le, waarom de moeders haare kinderen, gedeelte- lyk te vinden leggen, gedeeltelyks , met eigen „ han- (a)DloN, H alicarn ass. Lib. II. (i) Lib- ;. Contror- 33- (c) KEYSl.fR.US avtiq. Select. Septentr. Cf Critic. ( d) Reebercbes Pbilojoph, fur lts Egypt. & les Cbimis, Tbrn. ÏI. p. iSj. Van he* afdryven der. vrugt, enz.  Van het AFDRYVEN DER. VRUGT j ENZ. (a) Leitres edifantestf curieufes 2 retuil p. 151, 6*2 Geneeskundige „ handen om hals brengen, en waarom de ouders ,, hunne dochters, voor eenen geringen prys verkoo- .' „ pen; in onvrugtbaare Jaaren, en deeze zyn hier „ niet zeldzaem, vergaan millioenen van menfchen; „ een Chinees, zal den geheelen dag door, met alle „ magt in het aardryk vroeten, en tot over de kniën „ in het water ftaan , en zich s'avonds gelukkig „ achten, wanneer hy een fchaal vol gekookte ryst, 1 „ tot zyn belooning krygt, en het finaaklooze wa„ ter , waarin dezelve gekookt is , toe mag drin,, ken — Ik zwyge van die kleine kinderen, die door ' de armoede hunner ouderen in de Stad en op het „ land te vinden gelegd, en waar van vcelen, door „ de wilde dieren verflonden worden; 'er zouden „ weinig dagen omgaan, waar in iemand, die 'er „ zyn werk van maaken wilde, om die op te zoe„ ken, niet één of meerder vinden zoude: veelen „ zien het verlies deezer onfchuldigen aan, voor ee-. „ ne noodwendige verligting van den Staat, en nie-i ,, mand igeeft zich de moeite om deeze rampzalige I flachtoffers op te nemen, en der dood te ontruk» ,, ken ; voor al worden de meisjens, door haare ou„ deren , veel al re vinden gelegd , wanneer deeze „ bevreesd zyn, dat haar geflacht te zeer zoude aan„ wasfen;" deeze yverige Zendeling, nodigde de Franfche Vrouwen uit, om in vyf of zes Hoofdfte- \ den van het Chineefche Ryk, Vondeling huizen te ] {lichten, tot onderhoud deezer rampzaligen, en om 1 hen in de Christelyke Godsdienst op te voeden (>); I dee- •> ■ — ■"■'-■4  Staatsk.ssii.ing. 6% deeze gewoonte heeft echter, volgens andere berichten Hechts onder de laagfte klasfe des volks plaats (a), iRojiutus ftond toe; wanneer dit nodig geöorIdeelt wierd, alle de dochters, (de eerjtgeboorne uitgezonderd), terftond na de geboorte om te brengen, dewyl deeze doorgaans de ouders, zeer tot last waaren en dit verlof wierd naderhand uitgeftrekt, tot alle de kinderen, van de welke men met 'er tyd, pverlast te vreezen had ( c ). De Athenienfers waaren hen hier in, met hun voorbeeld voorgegaan, en van Atalanta wierd, volgens Ae li anus, gezegd, dat haar Vader haar alleenlyk hierom te vinden gelegd had, om dat hy zeide niet meer dochters, maar wel zoonen van noden te hebben (). De gewoonfte wyze van wegwerping der kinderen was, dat men de pas geboornen aan den oever der zee, of eener rivier (O, m bosfchenfV), af an- ' fa)RuN.H Hi ft. Pbilofupb. & Palit. des Etablitfements des Europeens dansles deux Indes T- t. f. 93. (ft)lGN. Rüth dijf. de Infanticidia Prag. 1759. 5- *• Klink osCH di[fert. ttted Pragens «•/. /. Qc~) Dus zegt Sr rabo l. c. dat Romutut eri Rëmus, volgens s'Iands gebruik, op den oever van den Tibet nede*^elegd waaren. (rf) . . . . Tesle damncwh parem Ét In alla nemora pabülum miftt feris. Amtis, avibuique, quss Cytbiraeb* noxius alii. S 5 n e c A »'» OéJIf. ii. Deel. ë van he? AFDRYVEN der. VRUGTt ENZ. Cleivoéttlyie wyzen , van bet te vondeling leg* gen.  Van hit AFDR.YVEN dir VR.UGT , enz. Straffen door eenige volken,, eertyds op het te vinden leggen det kinderen gezel. (a) L. Cornet, de Siccariis ast Pompeja de parriciis Coefs^ per d. I 4. D. Cod. Tit l. ij (i>) Lactantius Lib. 0. du-in. JustH, e, 2». 66 Geneeskundige andere eenzaame plaatfen neder leide, alwaar dezelve door honger of koude weldra omkwamen, of door wilde dieren verflonden wierden; gelyk men uit de in laater tyden hier tegen gefielde wetten kan opmaaken(ö) ; andere wierden zonder zoo veel omflag, in de heimlyke gemakken of in het water geworpen, of den honden voorgefmeeten (Z>): fomwylen gebruikte men de voorzorge, om het kind, in een met pel; beltreken teenen korfje te leggen, en daar by eenige kostbaarhedeu te voegen voor hem, die het kind opneemcn, en opvoeden, of, geftorven zynde, begraaven wilde; deeze gewoonte, was zo wel by de Rol nieinen, als eertyds by de Hebreé'rs in zwang. §. XII. Dit misdryf, wierd echter niet overal ftraffeloos geduld; 'er waaren nog Wetgevers, die de rechten der Menfchlykheid handhaafden , of bedacht waaren om , daar dezelve federd lang gekrenkt waaren, die wederom te herflellen: die van Thebe, even hetzelfde volk , het welk, tot verzadiging van de lusten der Jeugd, duizend openbaare vrouwlieden in eenen daartoe gedichten tempel onderhield, Helden de dooditraffe, , op het te vinden leggen der kinderen, en befchouwden ■ dit, uit het zelfde oogpunct als het omhals brengen ; en op dat niemand zich deswegens, met zyne armoede zoude kunnen verontlchuldigcn, beval de wet, dat een behoeftig vader zyn pas geboren kind ter, ftond,  Staatsregeling. 67 ftond, en nog in de windfelen, voor de Overheid zoude brengen, die hetzelve aan een ander, ter voeding en verzorging, voor eenen zeer billyken prys overliet, welke het aldus gekogtekind, zoö 't het leeven behield, in zynen dienst kon houden, en zich zelf op deeze wyze, voor zyn uitgefchooten penningen kon voldoen. ) men zegt dat by de Jooden het te vinden leggen niet geöorlofd was(Z>)« hoewel dit echter niet klaaiiyk bcweezen is (c), Noodt ftelde het verbod wegens de kindermoord by de Romeinen, eerst onder de Regeering .der Keizers Valentinianus, VALENs,en Grati» anus, echter, gelyk Bynkershoek, en na hem Boehmer, daar tegen aangemerkt hebben, word deeze meening , door een plaats uit Tertullianus, die reeds ten tyde van Septimius Verus, op het einde der tweede Christelyke eeuw leefde , wederfprooken , „ daar wy „ Christenen 5 zegt hy," van u het verwyt hooren „ moeten, dat wy kindermoorders zyn, zoo zyt gy ,, zelf aan deeze misdaad fchuldig, daar gy , offchoon j, het omhalsbrengen der pasgeboorne u door wetten ,, verbooden is, echter Voortgaat, die te vermoorden:" zoo dat men hier uit ziet, dat deeze wet, reeds lang aanweczig was, voor dat dezelve, wierd naargekomen(//), en dit .hield nog geduurende een (a~) Aelianus var-. Hifi- Lib. I. i. VII. (*) Philo de Speeialikus legibus. Noodt tunica responftil. (c) Rosini /. c, Lib. 1 e. t. ;{d) Boe hm er 'diff. de iciede infmtum in utere §. Vanhct afdryven der vrugt, ENZ.  6% Geneeskundige Vanuit geruimen tyd ftand, zelf na het bevel van JuS tin n vln der anus, „ dat die geen, die uit armoede niet ver* e*z.GT' " m°gten hunne kinderen op te voeden, deszelfson* „ derhoud uit de openbaare fchatkist vorderen kon„ den, en genieten zouden(«);" tot dat eindelyk de verdere uitbreiding van den Cnristelyken Godsdienst het gezag der «vetten, en de eere der mensch1-ykheid teg-?n de gruuwzaame gebruiken der barbaarfche tyden, gebandhaaft heeft. De Düitfchers ftraftefl in oule tyden het te vinden leggen der kinderen niet, zoo lang zy het leeven daar niet by infchooten, gelyk uit de Wetten I der Wisigothen duidlyk blykt; in nog vroeger tyden, toen de meeste misdaaden by de Düitfchers met geld geboet wierden, wierd ook hem eene geldboete op* • gelegt, die zyn kind, voor dat het eenen naam ontvangen had, om het leeven had gebragt. Qb). In laater tycTen echter ftrafte men met de dood, wanneer het kind hier door om het leeven was gekomen (c): men ftrafte deeze misdaad altoos met de dood, wanneer het bewezen kon worden, dat het dood- (a) L. I. Cod. Tbeod. het verioopen van zodanige kinderen , wierd echter toegeftaan. ( * ) Lib. IV. Tit. 4, E c c a r d de Legib; Franctr: Salie ■ & Ripttar, T. XXIV. N. 4. pa3us legis faliece p. 124. Si vero in ventro matris oeeifus fuertt, aut ante quod nomen haheat funt dit/. IV. Tac. Solid. C- Culp. jud. en in een andere wet, Siquisparfum interfecerit, feu natum priusquam nomen babeat, centum fa. lidis culpabilis Judicetur, quod Ji matrem cum partu interfecerit, frptivgetitis fo.'idis multetur l. c. Tit. XXXVI. ' Cr)-*WH«fi»im« Klem, Jur. Germ, Lib. II. Tit. 27. §. 20*.  Staatsregeling. 69 Joodgevonden kind na de geboorte geleefd had, dat de plaats, alwaar het was nedergelegd , geene waarfchynlykheid overliet, dat het kind tydig gered kon worden, en offchoon het zelf was nedergelegd op een plaats, daar het fpoedig kon gevonden worden, echter wierd deeze misdaad zeer geflrengelyk geftraft: n den Jaare 1576. wierd in Frankryk een meisje, iet welk haar kind voor de deur haares nagebuurs ïad nedergelegd, veroordeeld voor de wooning der ninnen - befteedfters, ( Recommenckresfes,) opentlyk jegeezeld te worden nog in den Jaaie 1739. wierd op bevel van het hof een burger, die op eene jpenbaare wandelplaats een kind had nedergelegd, verweezen in een boete van 100. Livres ten vooideele, van het vondeling Hospitaal te Parys. (&) In Sardini'én, is de geeszeling de gewone ftraf, van aet te vinden leggen der kinderen, zoo die geen, die deeze misdaad begaat, van burgerlyken afkomst s; eene adelyke moeder word voor één Jaar of langer, naar vereisch van zaaken, in een klooster gebannen, (c): volgens het Ditmarfche landrecht was in Deenemarken een geftrenger wet ingevoerd,,, die „ zyn eigen kinderen om het leven brengt, die zal „levendig onder de galg begraaven worden" (J) : in Zweeden , wierd eene kindermoorderes levendig ver- fa) Bibliotheque de BOUCHEL verbe Expofes. (_b~) Rccueil de jurisprudentie verb. Expofes, ( c ) Wetten van KjREL EMaNUEL Koning van SardinfMn IV B. XXXIV. Tit IV. Cap. §. 3 4 5. (d) G. A. Joachimi Dijferi, Jutid. dc vivi fepultura if l\$o &poena j. VUL. Cap. 2. p 40 , 41. e a Van mv AFDRYVEN der VRUGT. enzr  7o Geneeskundige Van het afdryven der. vrugt, enz. Ver- Zwdaring dezer firctjfen, ten ty ie der Chris* fervtti. Daarna wierd door byzondere wetten, zoo wel tegen bet afdryven der vrugt, als tegen het te vinden leggen, en om hals brengen der pasgeboorne kinderen, meer en meer met nadruk gewaakt; vooral om dat1 behalven de misdaad van eenen eigentlyken doodflag , men daar en boven het onfchuldig wigtje van den, Volgens de gronden der Roomfohe Religie, volflrekt ter zaligheid noodzaaklyken doop, beroofde: zoo dat dit geloofs artikel, vooral in de eerde Christen eeuwen, op de beöordeeling van den aart van zodanig eene misdaad, eenen zeer gewigtigen invloed had. Het Concilie van Elvir, ve-bood reeds in den Jaare' 505. aan moeders, die aan het afdryven haarer vrugt fchuldig waaren , zelf in doodsnood het Avondmaal toetereiken: het Concilie van Aucya, in den Jaaftl 314. ftclde eene tien jaarige boete op de misdr-ad van.} het afdryven der vrugt(c), dat te Lerida in 524.1 beval eere zevenjaaiige boete, en weigerde geduufl rende die tyd, het gebruik des nachtmaais, de Kcrk-4 • ver- < (ii)J>oehm er me dit. in conjl. erimin. Caröiin p, ;<5S. ( h ) Henne dif. tit. verbrand («): reeds in de twaalfde eeuw, was in' Séhwaben en Saxen de doodftraf gefield op hen, die een kind te vinden leggen, zoo dat het daar door om het leeven komt, het zy het op eene eenzaame, of eenen door menfchen veel betreedene plaatfe, was nedergelegd §. XIII.  Staatsregeling. 71 verzameling, die in 69a. te Conftantinopel gehouden wierd, beval , dat het afdryven met even zoo eene ■ geftrengheid , als eenen wezeulyken doodflag , zoude ' behandeld worden. . Het Concilie van Ments, bevestigde 847. de befluiten der Kerkverzaameling te Elvir en Lerida, dat van Wonps, ftelde op deeze misdaad even dezelfde ftraffe, als op den doodflag O) Sixtus V vaardigde eene bulle af in dato 16 November 1588. waar by hy de doodftraffe, op het afdryven der vrugt gezet, bevestigde, en eene altoos duurende ontwying, zoo het door een geestlyke begaan was, eene affnyding van de Gemeente, (excommitnicatio ipfo fa&o) indien een waereldlyke dit bedreven had, op deeze misdaad ftelde: Gregorius XIV, herhaalde in zyne bulle van 9. Juny 1591. dit bevel, hy liet echter aan eiken priester de magt over, om deeze zonde vry te fpreeken, welke magt Sixtus alleen aan zich zelf gehouden had O), de Heer van Ludwig merkt aan, dat ingevolge de Christelyke R.cgeerings-wyze, de echtbreuk, hoercry en overfpel, meer en meer zyn afgefchaft, maar dat daar en tegen het afdryven en vermoorden der kinderen zoo veelvuldig ftand gegrepen hebben , als naauwlyks by het ongebonden Heidendom plaats had: dit is zeker, dar de Christen Keizers, eerst van dit gevvoonlyk gebruik der oude Romeinen zyn afgeweken, by wien de kindermoord niet (aj Cap.fi atiquis de bomicid: ü Canon Confuluisti 2 qutest J. (i) VERDUHjto Jaris pr. partic. de la Chirurgie en FraY.ci t. II. p. fiio» E 4 Van hes- afdryVEN DER VRl'GT, ENZ.  7« Geneeskundige Van het AFORY- VRUGT, ENZ, C a ) /Vi^kp gWio fmbjugttur , fed inftSus culeo & ititer ejus fk~ Yaies angustias comprrhenfus , ferpentum amtubemiis rtosceatur, ut emxi tlementnrum ufu rivus earere incipiat, ut corlim fiiperjliti, terra mwtuo auferatur Cod. Tbeodqf. Lib. IX, Tit. 15. (b)l.c. Art. CXXXII. s. niet zwaarder dan eenen anderen doodflag geftraft wierd, in den Jaare 319. veranderde Constantyn de Groote de ftraf des zwcerds, die op de kindermoord gefield was, in de ftraf van even gelyk de vader-? moorders met een Hang in een zak genaaid, en in het water geworpen te worden O), en dit wierd, hoer wel met eenig onderfcheid, in laater tyden bevestigd, ,, de vrouwsperfoonen, die haare kinderen, welke reeds het leven, en de volkome lcdemaaten „ ontfangen hebben, heimlyk en moedwillig om het „ leven brengen, moeten leevend begraven en een „ flaak door het lighaam gedreven worden, om ech„ ter de wanhoop voor te komen, moogen zy op die s, gerechts-plaatfen , alwaar daar toe gelegenheid is, „ in het [water gefmoord worden: daar echter, ah „ waar deeze misdaad meermaalen gepleegd word, „ willen wy, om deste grooter lchrik inteboezemen , i, de ftraf van het leevendig begraaven, en met een „paal dourfteeken toelaatcn, of dat de misdaadige ,, voor dat zy in het water word geworpen , met „ gloeiende tangen geneepen word, alles naar goed„ vinden der Regtsgclecrdén (£). " §• XIV. Deeze ftraf bleef lang in alle geft''engheid ffon Ihouden, in den Jaare 1480. den 22 December wierd in Frank-  Staatsregeling. 73 Frankryk een meisje, het welk haar kind om het leven gebragt had , veroordeeld om leevendig verbrand te worden: in Tyrol luid de wet, ,, dat een vrouws„ perfoon, het welk haar eigen kind vermoord, om „ haare fchande te verbergen, leevend in het aardryk „ gedolven, en een paal door haar lighaam geflagen I zal worden," naderhand in onze tyd, en nog vroeger, begon men de gevolgen van zoo verfchriklyke ftrafoefeningen intezien , in de Ordonnantie van Keizer Karel V op het halsgerecht zegt hy: „ wanneer een vrouw haar kind, op dat het omkoome, van zich „ weglegt, en het zelve gevonden, en opgevoed word, „ zoo eene moeder zal, wanneer zy van demisdaad „ overtuigd, of op de daad bevonden word, naar toe„ dragt van zaaken, en volgens Advis van Rechtsgeleer„ den geftraft worden; Zoo echter het kind door dit „ wegleggen fterft, zoo moet de moeder, naar ver„ eischder omftandigheden vin dit ter vondeling leg„ gen, aan lyf of leven geftraft worden :" nog voor40, Jaaren, zegt Ludewig, had men voorgenoomen, eene kindermoorderes, in een zak te verdrinken, zy wierd echter wederom in het leven gebragt, en was van alle verdere ftraffe bevryd, by eene byzondere ordonnantie des Konings van Pruis/en, in dato 31 July 1740. beval zyn Majefteit, „ dat voortaan geene kin* „ dermoorderes in ech zak verdronken, maar met „ het zwaard , ter dood gebragt zoude worden," op het afdryven der vrugt voor de eerfte helft der zwangerheid was Hechts eene willekeurige ftraffe gefield; de Franfche wetten, ten tyde van Hendrik 11, namen alle onckrfcheid van ftraffe wegens het afdryven der vrugt geheel en al weg, en op bevinding dat eene ongehu.uwde hanre zwangerheid verborgen E 5 Se" Van hkt afdryven der vrugt, , enz. Verzagt'yng dier ftraffe in laater tfden.  74 Geneeskundige Van hei AFT r.yv' n des Vi'JJGT , Franfcbe metten, tegen bet te vondeling leggen , om io/f brengen der kinderen. ' gehouden, en de vrugt afgedreeven, of het kind om het ieeven gebragt had, zoo dat het noch doop , noch begrafenis heeft kunnen genieten, was de ftraffe des doods gefield: en in dit geval diend nog heden ten dage tot rfgtfnóer een Edict door Hen Rik II afgevaardigd, en door nieuwe byvoegfels van He m rik III, 1586. van Lodewyk XIV. in dato den 35 February 1708. van Lodewyk XV. den 16 Maart 1-31. en 27 April 1735. vermeerderd , het welk nog elk vierendeel Jaars van alle de predikftoelcn des Koningryks moet afgekondigd worden; dit bevel fchynt hier eene byzondere plaats te verdienen, al was het Hechts om hetzelve te vergelyken met een nieuwer Ordonnantie eenes Philofopbifchen Monarchs van onze dagen , die de waarde zyner meedemenfchen gewoon is, veel hooger te (tellen. „He kr ik dcor Gods Genade, Koning van „ Frayihryk, alle zyne tegenwoordige en toekomende „ burgeren heil! „ Onze voorvaderen, de Allerchristlykfte Koningen ,, van Frankryk, hebben door deugdzaame en ten al„ gemeenen nutte , dienflige handelingen tik voor „ zich, met den lofvvaardigften yver beweezen, dat „ de hen byzonder eigen bynaam, van Jllcrchrist„ lykfie, hen met volle recht gegeeven is, deeze wtl„ len wy ook tot ons voorbeeld necinen, en hebben ,, reeds door verfcheide goede en heilzaame inrichtin,, gen getoond, hoe veel 'er ons aangelcegen ligt, „ die hemelfcbe en voortrc ffelyke eernaam te behoiw „ den, welkers hoofd verrichtingen daar in beftaan , „ dat die reedlyke fehepfelen, welke God in onzen „ Lande, Koningryke, Goederen, en in die Heer„ lykneden, die ons onderworpen zyn, laat geboo- * ten  S T A ATSREGELING. 7£- | ren worden, door de van hem gefchonken Sacra- \ menten ingewyd, en wanneer het hem goeddunkt, VI " die van de Waereld afteroepen, met de overige ^ „ ons hiertoe verleende geestlyke goederen bedeeld, „ en op eene eerlyke wyze begraaven worden: daar „ wy echter nu op eene behoorlyke wyze onderricht „ zyn, weegens eene in ons Koningryk niet wci„ nig in zwang gaande aller gruuwlyfte en verfde* „ lykfte misdaad, hier in beftaande, dat veele op eene „ ongeöorlofde wyze zwanger geworden vrouwsper„ foonen, met voorbedachten wil en raade, haare zwan? „ gerheid verheden en verbergen, zonder daarvan s, iets in het minfte merken te laatéh of kennisfe re i? geven; dat de zodanige vobrdcr, tegen den tyd „ haarer bevalling, zonder byzyn van andere men„ fchen, haare kinderen ter waereld brengen , die „ verfmooren, of op eene andere wyze om het leven „ brengen, zonder die den heiligen doop te laaten „ genieten; daar benevens haare vrugten, of in ver„ borgen en onreine plaatfen wegwerpen, of ten min,, fte in eene ongewyde aarde begraaven, en die op „ deeze wyze, van eene Christelyke begraafenis ver„ fteeken: dat, zoo wanneer zodanige perfoonen, „ desweegens voor onze Rechtbanken ter verantwoor„ ding geroepen worden , zy zich hier rrieede ge„ woon zyn te ontfchuldigen , dat zy alleen uit „ fchaamte haar misdryf niet bekend gemaakt hadden , „ dat haare kinderen dood, en zonder eenig blyk van „ leeven ter waereld gekomen waaren : waar door, „ by gebrek van kragtiger bewyzen, de raad van ons „ opperst Gerichtshof, en andere Richters in de wettige „ beöordeeling van zodanige gevallen , in verfchillen„ de gevoelens gebragt zyn; daar fommige derzelve ;, de Van het VFDR.YVEN DER, VRUGT, ENZ.  I'S Geneeskundige Van het afdryven der vrugt, inz. „ de doodftraffe eischten, andere de pynbank vorder„ den, om hier door de bevestiging der waarheid, „ of de erkentenis der valschheid, van haar eerfte „ voorgeeven haar af te dwingen : dat zodanige „ vrouwsperfoonen, na dat zy de pynbank zonder „ iets te bekennen hadden doorgedaan , mtesten„ deels uit de gevangenis ontflagen wierden, waar-' „ uit voortfproot, dat zy op nieuw tot ons innig „ leedwezen en algemeene ergernis onzer onderdaa„ nen in haare voorige, en nog zwaarer misdaaden „ vervielen , welk ongeluk wy vastclyk bellooten „ hebben te weeren. „ Dus maaken wy hier meede kennelyk aan allen, „ dat wy, om de gemelde affchuuwlyke misdryveu, „ euveldaaden en ongerechtigheden, welke in dit Ko„ ningryk plaats hebben, by alle gelegenheden met „ wortel en al uitteroejen, by deezen bevoolen heb„ ben, en uit hoofde van''onze Koninglyke magt, „ gezag, en welgevallen, opentlyk beveelen en vast„ (lellen * dat elk vrouwsperlbon , het welk gerechte,, lyk overtuigd is, dat zy haar zwangerheid en be„ valling verborgen heeft, zooder hier van kennisfe „ te geeven, en zich zoo wel hiervan, als dat haar „ kind leevend of dood ter waereld gekomen is, van „ een behoorlyk getuigfehrift te voorzien, wanneer „ men bevind, dat haar kind van den heiligen doop, „ en eene gewoone begraafenis is verflooken geblee„ ven, voor eene daadlyke kindermoorderes zal ge„ houden worden, en de'sweegens naar vereisch van , zaaken, met de hier tegen bepaalde geftrenghejd, „ met den dood geftraft zal worden; op dat elk een „ zich hier aan ipiegele, en indiergelykgeval nimmer „ in aanvechting tot het begaau deezer misdaaden gerake, » Wy  STAATSREGELING. • s, Wy beveelen hier meede onze lieve en getrouwe 5,, Leden des Pariemem, de Stads Rechter van Parys, onze Over-en Ambt-lieden, met en beaevens „ alle andere Overheden, Richters en hunne Stede„ houders elk in het byzonder, dat dezelve dit te„ genwoordig Ecliit of bevel overal, waar zy zulks \, verpligt zyn, voorleezen, bekendmaaken en regis'„ trecren, en terftond na ontfangst deezes, hetzelve op alle öpentlyke plaatfen en kruisftraaten, natrom„ petten gefchal doen afroepen en verkondigen, en „ dit zoo wel in Onze Stad Parys, en andere Stedea r„ onzes Koningryks, als door de Ambtenaaren en ;„ Rechters , in derzelver Heerlykheden en onderv hoorige ambagtcn, en op dat niemand zich uit -„ hoofde van onweetenheid zoude kunnen veront„ fchuldigen, moet daarenboven deeze ordonnantie, „ elk vierendeel Jaars, by de zondags predicatie, in alle Parochie Kerken der gemelde Steden, Landen, „ Landgoederen, en Heerlykheden,-onder ons gebied „ ftaande, door den Leeraar of zynen Capellaan ge„ leezen en afgekondigd worden , en dezelve naar be„ hooren gehandhaaft, en zonder verzuim opgevolgd „ worden, en op dat dit tegenwoordig gedrukt be„ velfchrift overal dezelfde uitwerking hebbe, zoq •„ zal het onder ons Koninglyk zegel hier byge•„ voegde Viclimm het zelve vari even zoo veel ■„ kracht doen zyn, als waare dit ons eigenhaa„ dig handfehrift: ter deezer bekrachtiging en vast„ fteU'mg, hebben wy ons Zegel hier op laatea „ drukken. „ Gegeeven te Parys ifi de maand February, van „ het Jaar der (genade 1556. het tiende Jaar onzer ^ Regeering." h Van het AFDRYTEN DE» VRUGT , ENZ- i  jff . GïUEESK U ND I fi E y fegevolge deezer wet, wierden ook altoos ter " veroordeeld zy, die aan dit afdryven eenig deel i i. ü:i:den» en volgens vericireide vonnisfen van het Parlement, wierden vcricheide vroedvrouwen, die de in onecht bezwangerde in het afdryven haarer vrugt behulpzaam gtweest waaren, aan. de geftrengheid der wfetlen overgtgeevenO); dit heeft ook plaats in het sföjningryk Sardinië^, alwaar de doodftraf niet alleen gefteld is tegen de moeder, die haar kind tracht aftödryyen, maar ook tegen.allen die hier aan behulpKaam geweest zyn , zoo dit heilloos oogmerk ge- I Jukt : de oorzaak deezer al te groote geftrengheid m deezen opzichte, kan veelligt hier uit ontftaan „ dat, 5, gclyk Campkr' zegt, deeze wetten over het „ algemeen gemaakt zyn doormannen, die, door ry>■> Per Jaaren wyzer en ervarener geworden-, mis,, dry ven -, uit dierlyke driften ontdaan-;, door voor„ beeldige ftraffen zoeken tegen te gaan, terwyl zy „ vergeeten, hoe hevig de drift ter voortteeling in „ de eerfte jeugd is, voomaamlyk by het vrouwlyk „ gefticht, het welk in deszelfs minderjaarigheid te : :„ Zwak is de verleidingen te wederftaan, ofbyge„ brek eener behoorlyke opvoeding, of van wegens | „ haare lange geboorte, ligtelyk door geld verblind | „ en overgehaald word, de ongeöorlofde lusten inte- j ■„ volgen van hen, die, wanneer zy haar bezwan- I „ gerd hebben, wreedaartig genoeg zyn, om, zoo I „ geen i (n) VcRDia la Jurisprudeme particuliere de la Chirurgie en France T. II, p. <5i4. (i) Kar el Emanuel Koning van Sardinkn Wetten IV £, XXXIV, Tit. IV. Kap. J. 1.2.  Staatsregeling. 79 1 geen befpottêrs, ten minfte onverfchillige aanfchour wers te zyn der lydende onfchuld, die zy door L list verleid hebben, en thans hun bloed , het ramp1 zalig wigtje , met veele frnerten onder het hart L draagt. (*) $. X V. Het ontbreekt in onze dagen aan geen geleerden, welke de doodftraffe op het afdryven der vrugt geleld, tegen de daar tegen aangevoerde gewigtige tegenwerpingen verdedigen. ' Wat de uitwerking aanbelangd,zegt van Sonn enfels, is het, hetzelfde, of een kind dan, wanneer iet werkelyk -teeds het daglicht aanfchouwd heeft,om nals word gebragt, of dan, wanneer het zich nog in les moeders lighaam bevind door artfenyen of uitwendig geweld van het leven beroofd, of afgedree?en word, wanneer de wetten tusfchen eene levenJe, en nog niet levende vrugt onderfcheid maaken, en de afdryving der laastgenoemde in minder maate [treffen, zoo fchynt dit êene onvolkomenheid in de Wet zelve te zyn. ( b ) Het is gewis, dat de meening der. ouden, als waare het kind in s' moeders lighaam geen mensc.fi, of op vooroordeel, of op eenen louteren woordenftryd berust; 'er is geene reeden waarom ik een lcevend, van een man en vrouw voortgebragt, en met eene menschlyke geftajte voorzien fchepfel, den naam van mensch weigeren zoude, om dat het door middel der navel- ftreng, (aj l. e. i, 5. ( b) k c. 5, lés. j, zi». Van het afdryven des. vrugt, enz» Verdediging der doodflraffe , op bet afdryven der vrugt gefield, Beteyï-  ' Tan het afdryven der. vrugt, enz. («) P. ?.ACHIAS /, «. T. X. q. 3. JV. 12, (bj De Natura Pueri t. Stet. Itl (f ) Miubmatt 1. Bracbath, e. 9. M. i- 80 Geneeskundigs ftreng, nog met de moeder vereerrigd is, en haareri invloed behoefd, om tot rypheid te geraaken ; deeze onvolkomenheid veranderd doch het weezen van dit fchepfel even zoo min , als dat het uitfpruitende ; ftammetje , niet tot het gedacht der eiken-hoornen zoude behooren, om dat het nog aan den gepooten eikel vast is, maar wil men alleenlyk hier meede te kennen geeven , dat eeh foetus, met opzicht tot de burgerlyke pligten en verrichtingen , nog geen mensen ' is O), dit zal niemand tl betwisten. Dat echter , in weerwil der algemeene en in de mee* fte gerichtshoven nog aangenolne Helling, een kind Voor de helft der zwangerheid even zoo goed leeft, als na dezelve, is eene waarheid, welke in onze da- I gen wecgens de algemeene overtuiging, aller Geneeskundigen , geen verder bewys nodig heeft, men heeft immers vooraf als eeh grond waarheid vastgefteld, dat het leven eenes kinds in de baarmoeder afhangt, van de volkomenheid van alle deszelfs deelen en ledemaa* ten, HipPocRATES ftelde deezen tyd , waarin de lighaamsdeclen der vrugt gevormd waaren, by het manlyk geflacht op 30, by het vrouwlyk op 42. dagen (Z>). „ Wanneer iemands huisvrouw reeds zwan- ger is, zegt den Thnlmud, en hy wilde eerst Gcd „ bidden, dat zy een zoon mag baaren , zyn gebed is „ ydel en vrugteloos: maar tot den veertigften dag § „ toe, m?g men daaróm bi.'.den(c)" dit was ook iet gevoelen der Joodfche Geleerden, dat het foetus I op  Staatsregeling. 8i öp deezen tyd dat geen word, wat het worden zal en tot op deeze tyd bepaalde Paulus de daarftelling van alle de deelen der vrugt. Hippocrates meende in een Foetus van zes dagen de navel reeds bemerkt te hebben, en het ontbreekt ons aan geene waarneemingen, die even het zeilde bevestigen ,van H aller echter, welke de naauwkeurigfte waarneemingen in deezen opzichte gedaan , en met die van andere vergeleeken heeft, zegt, dat hem alle die vernaaien van menfchelyke vrugten, voor den twintigflen dag waargenomen, verdacht zyn voorgekomen,en dat het menschlyk fpruitje, voor den 26flen dag niet kenbaar is; na dien tyd echter begint men hetzelve te herkennen, en omtrent den 35ften dag zyn de deelen der vrugt te onderfcheiden; nu komt het eigenlyk daar op aan, wat men des menfchen leven noemt, en of men dit van de ziel zelf onderfcheiden moet: de Geneeskundige zeggen, dat een dier leeft, in welker vaten eene regelmatig voortgaande beweeging der vochten befpeurd word : in deezen zin leeft, gelyk Haliee, zegt, een kind altoos, en reeds terftond na de ontfanging, dewyl reeds in de even zichtbaare deelen der vrugt, een beweeging der vochten voorhanden is, en het punclum j"diens (het fpringend flip) befpeurd word(>): 'er zyn ( a ) L. fuum bceredem ff. de ceg. bar. n. 7. Cbjl c. p. 177. ex Anatome & Phyftologia certi fumus, fietum etiam prioribus menfibus, imo mox in prima eonceptione , vel primo imprcegnationis tempore jam vivere , ubi enim in animali molus eordis & accretio , ibi vita: fine mota eordis enim & vita, nullum potest fieri foetus intrimintum, quis enim bodie in tam fplendida II. Deel. F Van het afdryven der vrugt, enz.  82 Geneeskundige Van het afdryven der vrugt , enz. Phyfïotagice luce crcdere , out fibi perfuadere poterit, foetum primis menféus , dum primovix formicam fuperat pojfe crescere & tarnen non vivere? L. Heister diff. de Medecin* utilitate in JurkprudenUa EelmJIad, 1730. J. 40. Ploucquet /. <£, zyn Wysgeeren geweest, die ftaande hielden, dat een mensen, reeds voor de ontfangenis leefde, uit deezen hoofde roept Martialis den onanitifche Ponti u,s toe Hoe quod tu digitis, Pontice ! per dis, home efll Dat Homo est, qui futurus est, van Tertulli anus fchynt meede op het zaad, nog voor de vermenging, toepaslyk te zyn. Offchoon dat gevoelen ongegrond is, daar men doch anderfints , den invloed der moeder op het kind, voor denkbeeldig houden moet, en het zaad van een Eezel,waar uit, wanneer hy zich met eene merrie vermengd, een tweefoortig dier voortkomt, voorzeker niet anders, dan eenen Eezel zoude moeten voortbrengen , zoo fchynt egter de menfehelyke ziel reeds in de eerde dagen het lighaam der vrugt te bewoonen5 en ik weet niet waarom zy hier meede wachten zoude,tot dat het Foetus in ftaat is,de volkomen ledematen naar zynen wil te beweegen, daar ik hetzelve, geduurende de geheele zwangerheid niet veel overleg by zyne bewegingen toefchryve, en een mensch, die geen zyner leden naar zyn Wil bewegen kan: echter , wanneer het bloed nog omloopt, voor bezield gehouden word. Dus befchouwd zynde, word het afdryven der vrugt een  Staatsregeling 83 een grooter misdryf, en men zoude met Soknenfels twyffelen, of het onderfcheid, het welk de wetten maaken in het ftraffen deezer daad voor, of na de eerfte helft der zwangerheid , gegrond is of niet, „ men befchouwe, zegt hy, de zaak van wat ,-, zyde men wil, in beide de gevallen zal men bevin„ den, dat eenen kindermoord plaats heeft, in beide „ de gevallen word de Staat van eenen burger, de „ Maatfchappy van een ( hoewel nog zeer onzeker) mee„ delid beroofd , neemt men de boosheid der daad in aanmerking in beide de gevallen woed de moeder ,-, op haare eigen ingewanden, het moorddaadig voor„ nemen verdiend in beide de gevallen het zwaard der ftraffende rechtvaardigheid." O) §. XVI. Hier tegen fchynt met zeer veel grond aangemerkt te kunnen worden, dat het hard zoude zyn haar, die zoo eene daad gepleegd had, op eenen gelyken voet te behandelen met den moedwilligen moordenaar , die zyn evenmensen den kop gekloofd heeft dewyl ik reeds aangetoont hebbe, dat *er geen middel is, het welk onfeilbaar de vrugt afdryft, in zoo verre dat f» /. e, §. 162. (6) Si capitis poena ajjici debet homicidii reus , duo requiruntur, JT. Dolus ,five propojitum ac voluntas alterum occidendi l. c, §, 3. ff. ad L. Cornet, de Siccar. V 7. & 16. ff. eod. conf, G. NoodT probab.jur. civil Lib. IV. c. VII & VUL Carpzov. Pr. critnin P. I, Qu I Öf 3 — S TR I c K in ufu mod. ff. T. de privat* delict. C. W. StrackeR s diff. jurid. de fide & legalitate medici in investiganda vulnerum tcthalitate Erf. 1735. F a Van het AFDRYven DEK; VRUOTj enz. Aanmer* kingen hiertegen1:  *4 Geneeskundige Van het AFDRYVïN DER VRUQF, enz. (a)anthon: Thesaurus in Descis XII. n 3. 4. ï. Msnochius* arbitr. Jud. Quiest c. II. cas 357, Decius Ctnfit- Ï35. »■ * ƒ•/. 57//7: 7»fW. a« Anlidpato Concubita in Acad. Frederic. 1701. 7"M. Afï OT, merkzaamheid der onkundige niet op deeze voorwerpen te vestigen, men moest op alle de verhittende j ipeceryen, die den ftevigen landman ter verteering zy- ! ner groove fpyzen met behoefd, vooral op den op de maandftonden zoo fterk werkende faffraan, waar meede elk boeren wyf in Duitschland haare foupe eene fchoone couleur tracht te geeven, zeer hooge pach- j ten ftcllen, daar deeze in de daad een groot deel der I weelde by het landvolk uitmaaken en door deeze klas- ;' fe meest gekocht worden. Ten vyfden, daar niet zelden gehuuwden, die voor de plegtige inzegening des huuwlyks hunne liefdensdrift te zeer den teugel gevierd, en nu, by eene te vroege verlosfing, befpotting, eene geldboete of opentlyke kerkelyke beftraffing te vreezen hebben, om dit te ontwyken hunne ontydig ontfangene vrugt afdryven, of omhals brengen, moesten , ter voorkooming deezer euveldaad, de opentlyke ftraffen des te vroegen byflaaps of geheel nagelaaten , of in eene andere I wyze van ftraffen veranderd worden; dit heb ik reeds in het voorig deel aangetoont. Ten zesde, moet men hierop acht geeven, dat men den landman geene boeken over de kruidkunde, of huislyke geneeskunde in handen geeft, dan na alvorens van derzelver fchadeloosheid ten vollen overtuigd te zyn , dewyl in de meeste de afdryvende middelen in groote menigte onbewimpeld opgenoemd, en dus meer dan op eenige andere wyze ter kennisfe van het arglistig meisje gebragt worden. §• XVIII. i  Staatsregeling. 91 §. XVIII. Die maatregelen, welke door de Overheid ter ftuiing van het om het leven brengen en te vinden eggen der kinderen genomen zyn, verdienen nu onze kpmerking; de ondervinding heeft geleerd, dat in alie landen , alwaar men dit met geweld getracht heeft iloor te dry ven , de galg en het zwaerd zelve ontoereikende middelen geweest zyn, om dit kwaad te ruiten ; men ftraft daarom in Zweeden geene kindermoorderes aan herleven, maar Hechts met het tucht- Vanhet afdryven der. VRUGT, enz. Van de Jiraffen op de kindermoord en het te vinden leggen der kinderen gefield. Van de aangeving welketene §. XIX. Men heeft federd lang eene tydige ontdekking der on- ruis en eene Jaarlyklche geesleling, de onteerae meisjens ftaan , geftraft wordende , voor geenen furad bloot; men heeft in laater tyden niet dan te lang deeze ondeugd door gtftrenge middelen getracht te keer te gaan, ik zegge te lang, geenfints om dat de kindermoord niet, meer dan eenig ander misdryf, den Idood verdient, maar dat men veel liever op andere middelen bedacht moest geweest zyn, ten einde deeze misdaad zoo zeldzaam te maaken, als de echtbreuk | eertyds te Sparta was— het is de pligt eenes WetI geevers veel meer op middelen bedacht te zyn, ten ; einde het misdryf voor te koomen, voor al wanneer s door eene natuurdrift tot het plegen van dit misdryf eenige aanleiding gegeeven word , en deszelfs aart zodanig is, dat eene grootere geftrengheid de daaderes Hechts aanfpoort om op fyner konstgreepen bedacht te zyn, en deeze worden in dit geval veel gemaklyker uitgi vonden, dan de fcherpziendfte wetgeever in ftaat is, door zyne wetten te verhinderen.  Van het afdryven der vrugt, enz. »» onecht bezwangerde van baaren taejiand éten moet. (O /. c. Sect I. e. t. J. ii. 92 Geneeskundig* ©■wettige zwangerheid aangezien als het zekerst middel, om de in onecht bezwangerde te beletten, om aan haare vrugt geweld te plegen, en voor zeker kan een onteerd meisje geen duidelyker blyk van de fchuldeloosheid haarer oogmerken geeven , dan door haaren toeftand der Overheid bekend te maaken , echter kan men, wanneer zy dit doet, het niet eerder verwachten , dan na dat zy, na veele vrugtelooz* pogingen, om haare vrugt af te dryven , de hoop daar toe opgeeft. Hebenstreit zegt „ een onge„ huuwd vrouwsperfoon, het welk haare zwanger„ heid verbergt, geeft duidlyk vermoeden, dat het „ haarjoorneemen is, haare vrugt omhals te bren» "O): maar men moet tevens in het 00» houden de hoop, welke zoo eene ongelukkige nog tot op het laatfte ogenblik haarer zwangerheid koestert dat haare vrugt nog wel fterven zal, en zy op die wyze daar van ontflagen zal worden; of dat zich eene gunftige gelegenheid zal opdoen, om haar kind zonder opfpraak ter waereld te brengen, en te doen opvoeden; ik voor my houde een meisje,' het welk, ter voldoening aan de wet, zonder voorafgegaane pogingen , om zich van haare vrugt te ontflaan , haare zwangerheid by de Overheid aangeeft, voor eenewaare heldin, zoude men het geene heldenmoed noemen, wer de hevigfte hertstochten, die in eene menfche!yke ziel woeden kunnen , te zegepraalen, zy offert laare eer, haaren goeden naam, haar geluk, al wat ïaar dierbaarst is op aan haare gehoorzaamheid aan de wet-  Staatsregeling. 93 wetten; de ftraffe welke op den eerften misftap van zoo een ongelukkige gefteld zyn, zyn van dien aart, dat zy aan de ontftelde herfens van het meisje de gelegenheid als ten uiterfte aanlokkelyk voorftellen, die haar nog overig is, om zich in ftilte van haare nog naauwlyks bemerkbaare vrugt te ontflaan. O) Hoe zal men eene in onecht bezwangerde beletten, dat zy geduurende de vier eerfte maanden deezen haaren toeftand verborgen houd en zich alle moeite geeft om zich in het geheim hier van te bevryden ? de eene misdag brengt de andere voort, het Geweeten, de Godsdienst, dit alles moet na eenen korten tegenftand voor de driften wyken, voornamenlyk wanneer de zelve onderfteund worden door het befef, van het verlies haarer eere, aanzien en alle toekomftige voorfpoed „ men befpeurt ( zegt de Baden Durlachfche Geheimraad Re in hard) „ dat de ondeugd der «, onkuisheid met de menfchelyke natuur zoo naauvv „ verbonden is, dat nimmer eenige rampfpoed, ee„ nige ftraffe iets meerder heeft kunnen te weeg brengen, dan om te doen uitzien naar zekere middelen ter verberging van dit misdryf, nimmer om dezel«, ve uitteroeyen, by het vrouwelyk gedacht hebben „ de- fa) Onveut ,qn'une fitte ,oubliantce qu'etlefe doit aellememe , vienne reveler fa bonte , pour jouir du bienfait des toix on veut eteindre en etle te fentiment de l'honneur par «n fentiment plus „ vive que la dat een onteerd meisje aan haaren goeden naam geen & fchaade moest lyden , en dat zy dus van deeze mis„ flap geen nadeel moest te wachten hebben , zoo „ moest men tevens ook zeer onbezonnen begeeren, ,, dat de hoerery geene fchande meer was, zoo een ,i gevoelen zoude het duidlyk kenmerk der dwaasij heid met zich dragen; maar ik geeve in bedenking „ of niet de geftrenge ftraffen, als bannisfement, % openlyke befpotting en diergelyken in dit geval , meer nadeel dan voordeel te weeg brengen." ' Ik fpreeke hier meede van de kerkelyke beftraffing, vélke in diergelyke gevallen ürog aan de meeste plaatèn in gebruik is, in de Schotfche gemeenten moet de wertreeder van het zevende gebod zich aan de kercelykc tucht onderwerpen; op de Hcbridifche eilanlen moeten zy in een nat wit hemd voor de kerkdeur taan tot dat de gemeente vergaderd is (#): in Bohenen en Moravien zegt van Sonnenfels, is nog leden de gewoonte in zwang, dat een onteerd meisje laare fchande door het dragen van eene muts openlyk töonen moet, terwyl de overige ongehuuwde haairirlechten dragen —— dit heeft ook in veele gewesten van Duitschland plaats , maar meest die aan den Rhyn gelegen zyn, alwaar de ongehuuwde vrouwen i/ooral in den Needer Elzas in de konftige haairvlechten haaren fieraad en pronk ftellen: geene onteerde durft zich by ons op de meeste plaatfen verftouten by plegtigheden, by bruiloften of kinderdoop, zelf niet by haar eigen huuwlyk met een zeker uit kontttig gemaakte bloemen vervaardigd kransje te verfchy- nen, (c) Gilt, Anzeigen 16. St, 1779. Van het AFDRYVEN DER VRUGT , ENZ. ' Van de terkefyte bejlrqffing.  96' Genees kundige Van het AFDRYVEN DER VRUGT, ENZ. Ca) /. t.p. 7, 8. nen, welke andete meisjens by foortgelyke gelegenheden op haar hulfel hechten, 'er zyn zelf plaatfen , alwaar een onteerd meisje , zoo zy zich dit vermeet, door den fiscaal in rechten word betrokken: wanneer een onteerd meisje zoo gelukkig is een huuwlyk aan te gaan , en haare verlooving cpentlyk van den predikftoel aan den volke verkondigd word, zoo fteekt nu de geheel gemeente, hoe diep zy ook geduurende de leerrcede in flaap mooge gedompeld geweest zyn, de ooren op, of de Leeraar de verloofde ook met den naam van Jonkvrouw betytek in dat geval heeft de ongelukkige eene nieuwe belediging te wachten, daar de geheele gemeente tegen den prediker aandruischt, wanneer hy de eere der verloofden fpaaren wil: het fchynt een zeldzaam middel te zyn het welk, gelyk Camper zegt, op fommige plaatfen in Holland ter vermeerdering van den afkeer voor deeze ondeugd in gebruik is, het weigeren van den doop aan in onecht gebooren kinderen ; dit geeft, gelyk men ligtelyk voorzien kon, meerder aanleiding tot het pleegen der kindermoord, ten minfte zwerven deeze ongedoopte ellendelingen, als tot geene ge-, meente behoorende, in armoede en ellende om(a): door hoe verkeerde wegen tracht men fomwylen den afgedwaalden op het pad des deugds te rug te brengen. Wat zal een meisje, by wien eer en fchaamte nog niet is uitgebust, zich niet vermeeten om niet door haaren yverigen ( maar daarom echter niet boven alle menschlyke zwakheden verheven) leeraar met eenen ftrookrans in het midden der gemeente tot eenen on- uit-  Staatsregeling. 97 uitwisbaaren fmaad ten toon gefield te worden ? alhoewel deeze ftraf reeds van zeer oude tyden af in gebruik fchynt geweest te zyn, zoo kenne ik doch, myns bedunkens, de menschlyke zwakheid al te wel, om niet te vreezen, dat de afkeer voor eene altoos aankleevende fchande , tot een veel gruuwlyker dubbel nadeelig kwaad de naaste aanleiding geeven kan , •by, die zich, by naauwkeurig onderzoek van zich zelf, fterk genoeg oordeeld, om in zoo benaauwde i omftandigheden het beste te kiezen, neeme den fteen op , om daar meede die rampzalige bezweekene te verpletten ... in de Pruisfifche landen is ingevolge eener Circulaire van den 4. December 1714* de openlyke bevreediging der verloofden, die voor het huuwlyk te faamen in ontucht geleefd hadden , met de gemeente, aan alle Predikers verboden. Zoo zeker het derhalven is,dat de gewoonlyke ftraffen , welke men de in onecht bezwangerde doet ondergaan , hoe billyk die ook in den eerften opflag fchynen moogen, eenen nadeeligen invloed in de zwak ce gemoederen hebben , en dezelve doorgaans tot het volvoeren van haar onnatuurlyke en gcuuwzaame misdaad aanzetten; zoo nodig is het egter, dat men op andere hulpmiddelen tegen deeze in de Maatfchappy zoo hoogst nadeelige kwaal bedacht zy. §. XX. Wanneer de maatregelen hier tegen dusdanig ingericht worden , dat de Overheid, in plaats van , zonder eenige menfchen kennis, die ellendige onder de bedreiging der ftrengfte ftraffen te dwingen tot het openbaar maaken haarer zwakheid, dezelve veel meer met meedelyden te geraoet komt, zoo zal men zeer II. Deel. G ge Van het AFDRYVEM DBS. VRUGT, ENZ. Nuttige voorzorg/'  98 Geneeskundige Van het afdryven der vrugt, gemaklyk de onmenschlyke en fchadelyke gevolgen der geheim gehoude zwangerheid voorkomen. Vooreerst en vooral moeten die bekende oorzaaken, die het onbezonne meisje veel eer geheel en al tot wanhoop , dan tot erkentenis haarer gedaane misftap brengen zouden, zoo veel moogelyk uit den weg; geruimd worden: men moet, al was het Hechts uit aanmerking der onfchuldige vrugt, voor de eere van zodanige perfoonen, zoo veel moogelyk is,zorge dragen , en haar gelegenheid verfchaffen, om met de minst moogelyke opfpraak haare vrugt ter waereld te brengen; het is niet genoeg, dat men al die geenen, welke zich omtrent eene perfoon, die men verdenkt buiten echt bezwangerd te zyn, bevinden, beveelt, om by de minde verdenking de Overheid daarvan kennisfe te geeven; maar, daar de gewoone wyze waarop deeze aangeeving gefchied, voor zodanig eene perfoon ten hoogden beledigend is , zoo dat zy alle1 kunstgreepen in het werk dellen om haaren daat op het zorgvuldigst te verbergen; zoo moest men be- veelen, dat zodanig eene aangeeving niet anders dan ffltt de drengde geheimhouding, en alleenlyk te dier ! plaatfe gefchieden moest, alwaar men in daat was een 1 grooter misdryf van het door fchrik en wanhoop byna 1 onzinnig meisje door Vaderlykcn bydand voor te kootten. Ik zal ten voorbcelde eene Ordonnantie bybrengen J waarin voornamelyk acht gegeeven word, op een vooroordeel, het welk dikwerf zeer veel toegebragt heeft 1 om de zwangere, verre van baar aan te zetten tot het openbaaren haarer tocdand, veel eer door eene harde I behandeling te noodzaaken van woonplaats te veran-1 sieren 9 en zich naar eenen oort te begeeven, alwaar haa-1 I I  Staatsregeling. 99 haaie misftap minder bekend is, en zy beter gelegenheid heeft om de afdryving haarer vrugt in het werk te ftellen. In alle de landen van den Keurvorst van de Palts Wierd in den Jaare 1760. een herhaald bevel aan alle gerichtshoven afgevaardigd, om de kindermoord met alle magt tegen te gaan, waar by gezegd word „ dat , ^ Wanneer een ongehuuwd vrouvvsperfoon in het geval „ mogt komen , dat zy uit menschlyke zwakheid „ aan haaren verleider gehoor gegeven heeft, en zich „ heeft laaten bezwangeren, (waar voor zy echter zoo „ lief haar haare eere en toekoomend geluk is zorge „ moet dragen), zy van deeze haare zwangerheid by L de Overheid kennisfe moet geeven , die dan ver„ pligt is zagtelyk met haar te handelen , en alles in „ het werk ftellen om haar, het zydoor het huuwL, lyk, of op eene andere wyze naar bevind van zaa„ ken in haare eere te herftellen. " Dat echter deeze verftandige en vaderlykeinrichting liet genoegzaam geweest is blykt uit het volgend in deeze zelfde landen gegeeven ediét van den 9 April 1767. „ Alhoewel, ter voorkooming van hetaffchuuwlyk „ misdryf der kindermoord,eene gedrukte Ordonnan„ tie van den 9. July 1760'. alomme is afgekondigd, „ houdende, dat wanneer een ongehuuwd vrouws„ perfoon in het geval &c.- —■ dat ook al die geenen, , in wiens huizen of nabuurfchap dergelyke verdachte „ vrouwlieden woonen, of die anderfmts uit hoofde „ van ontftaane vermoedens , argwaan of geruchten j, van de zwangerheid van zodanige perfoonenkenniss, fe vermeenen te hebben, dit terftond by de Overheid of deszelfs aanweezende ambtenaaren omftanG z „ dig Van het lfde.y^£N der fRUGT , !NZ\ Ordontantie in ien Palts, Vernieuwing. , en nadere opheldering deezer Ordonnantiii  100 Geneeskundige Van met AFDRYVEN DER. vüUGr, ENZ. i „ dig moeten bekend maaken, zoo zy niet, wari- „ neer zy overtuigd worden tegen hunnen pligt dit „ verzwegen te hebben, aan den hierop volgende kin- „ dermoord meede - pligtig willen gehouden , en naar „ toedragt van zaaken aan den lyve of op eene andere „ wyze ftrengelyk geftraft worden; zoo heeft men „ niet te min uit de kort op elkander gevolgde „ voorbeelden moeten zien, dat zodanige bezwan„ gerde meisjens in plaats van de middelen, ter red„ ding van haar en haare eer beraamd, aantegrypen, „ door middel van eene allerzorgvuldigfte verberging „ en loochening haarer kommerlyken toeftand, de „ onfchuldige pasgcboorne kinderen om het leven ge,, bragt en op deeze wyze zich tydlyke en eeuwige „ ftraffen op den hals gehaald hebben: de Ouders, „ Hecren en nabuuren daar en boven vermy.len, van „ wegens allerley zwaarigheden , vooral uit hoofde „ van den waan, als of het onderhoud van zoo een „ bastaard kind ten laste kwam van het huisgezin, ,, alwaar zoo eene vrouwsperfoon tot onkuifche ver„ keering gebragt, of haare onechte vrugt gebaard „ heeft, de Overheid van de gepleegde ontucht, of „ daar uit gevolgde doch verborgene zwangerheid „ kennisfe te geeven, en dus zyn zy meermaalen oor„ zaaken van een veel grooter ramp, van de dood „ zelf van moeder en kind." ,, Om nu hier tegen naar vermogen te waaken, „ word in gevolge van het reeds gemelde Edict van „ den 9. Tuly 1760. aan alle Overheden, Schouten, „ Gerechts en Gemeenslieden te faamen en elk hunner : , aanbevolen, dat wanneer dergeiyke vrouwsptrfoo, nen zich by hen ophouden, en zy flechts het minst , vermoeden jiebben, dat zy zwanger zyn, zy ten » ee«  Staatsregeling. ioi , eerften het vrouwsperfoon deswegens moeten on| dervraagen, en zich bcvlytigen met vermaaningen , en goede woorden achter de waarheid te komen: i wanneer zoo eene haaren misftap uit fchaamte of , onbefchaamdheid in geencndeele erkennen wil, maar , die tracht te verbergen, moet haar Heer, haare , huisgenooten, of elk een, die van haaren toeftand , eenige waarfchynlyke kennis heeft, dit zynvermoe, den in ftilte aan den Schout bekend maaken, dee, ze moet hier na onder de hand vernemen , het , zwangere vrouwsperfoon by zich ontbieden , enwe, gens alle omftandigheden fcherpelyk ondervraagen, , en naar bevind van zaaken haar zelf door gezwoore , vroedvrouwen doen onderzoeken, en wanneer de , aanklagte gegrond bevonden word, daar van aan het „ gerichte kennis geeven, en de eer en goede naam van deeze perfoon zoo veel moogelyk bewaaren. Vanheï AFDRYVEN DER. VRUGT * ENZ. Men heelt wel door deeze veritandige inrichting eenen grooten fteen des aanftoots uit den weg geruimd: daar men de vrees voor ftraffe, welke meenig huisvader of ander getuige vermeende zich door de ontdekking dat het misdryf der ontucht of de geboorte van een onecht kind in zijn huis was voorgevallen, op den hals gehaald te hebben, hier door heeft weg genomen ; men heeft zelf eenen grooten ftap ter geheele G 3 uit- „ Men ziet hier uit, dat elk een zyn geweetens | pligt des te naauwkeuriger betrachten, en dit ver„ nieuwd gebod promptelyk moet doen uitvoeren, „ daar niemand voor het onderhoud deezer bastaard „ kinderen beducht moet zyn, of dat hy deswegens „ in eenige ongelegenheid zoude kunnen koomen , „ maar veel meer des Keurvorsts hoogfte genade en welgevallen te verwachten heeft. "  io» Geneeskundige Van het afdryven der vrugt. enz. §. XXI. Van eene milde fiigtingten voordeele van in onecht bezwangerde. uitroeijing der kindermoord gedaan; daar men elk meisje, het welk van haare zwangerheid kennis geeft, belooft haar in het herkrygen haarer eere en het aangaan van een huuwlyk behulpzaam te zullen zyn; daadlyke voorbeelden van diergelyke vaderlyke zorge zouden eenen zeer grooten indruk maaken, deezen fchynen echter tot nog toe te ontbreeken; daar en boven word een meisje, het welk haare zwangerheid by haare overheid heeft bekend gemaakt, het leven by haare vertoornde ouders dermaate verbitterd, daaglykfche verwyten, geftadig misnoegde gezichten, ja zelf lighaamlyke mishandelingen, ten deele verdiende, maar echter de grootfte onheilen dreigende omftandigheden fchilderen zich in eene vergrootte geftalte voor het oog deezer rampzalige fchepfels, en wederhouden haar, om eene fchrede tot de deugd te doen, die haar zoo duur zal te ftaan komen, zoo lange 'er eene fcheemering van hoop overblyfe, dat zy in het heimlyke van haaren last kan bevr> d worden, zal zy het als eene blyde verlosfing aanzien deeze hoop vervuld te krygen, cn dus trachten door eenen tweeden en veel grooter misftap de ftraffe des eerften heimlyk te ontduiken. Het is derhalven volftrekt noodzaakelyk, dat men op zagter middelen bedacht zy, en men kan voorzeker in dit geval geen beter ontwerp vorderen, dan het welk reeds eenige Jaaren geleden door den boven genoemden Geheimraad Rheiniiard wierd voorgefteld, en onder den tytel van Milde Stichting van eenen  Staatsregeling. 103 ten byzonderen aart ten merkelyken voordeele van eene niddelmaatige Stad „ wierd meedegedeeld («)•" Het beftaat cigenlyk in een gedicht, alwaar aan ^vermogende inboorlingen , ook aan vreemde ongeukkige , maar vooral aan de bovengemelde medelydens vaardige vrouwsperfoonen voor eenigen tyd een menschlievend verblyf verleend word; maar laat ik leezen verdienstlyken fchryver zelf laaten fpreeken , daarhy in de bovengemelde dichting aan deeze laatden een meedelydend verblyf aanwyst. ,, Tot myn ont- ( a)Ook heeft Mira.be au eenen diergelyken, VQP.rfl»§ gedaan Vami de L'bomme T. II. G 4 VANMEt- AFDRYVEN DER VRUOT, „ werp behoord meede eene voorzorge wegens oe on„ fchuldige onechte kinderen , ten einde de eerde „ misdaad hunner moeders niet door eene tweeden „ het om hals brengen dezer onfchuldige wichten „ verzwaard worde , en dit oogmerk zal het best bc„ reikt worden, wanneer diergelykeperfoonen eeni„ gen tyd voor haare bevalling een veilig verblyf en ,' onderhoud bebben; wanneer zy haar kind in ze„ kerheid kunnen ter waereld brengen , en na de ge„ boorte dit verblyf zoo lang genieten, tot dat zy in ,, voorige krachten herdeld zyn en gelegenheid heb„ ben , zich naar eene andere plaats te begeeven en , haare kinderen te verzorgen; hier door zal meenig kind in het leeven behouden worden; te meer dewyl het eene zekere waarneeming is , dat de kinder" moord, wanneer die niet in de eerde opwelling ", der ziedende driften gepleegd word, doorgaars ach" ter wege blvft; eenige weinige uuren zyn genoeg, „ om  io4 Geneeskundige Van hft AFDRYVI n dfr VRUGT, it\Z, Voorbeelden. ,, om de natuur te doen zegepraalen, hierop volgt ,, wel dra eene bedaarde en verdandige overwegingen „ het misdryf blyfc fteeken; want gewisfelyk doet ,, zich elke omdandigbeid , waar naar men vuurig „ wenscht, of waar voor men een grooten affchrik „ heeft, in den eerden opfiag in eene vergrootte ,, gedaante of begeer'yker of verfchnklyker voor, dan „ dezelve in de daad is: een kort tyd verloop is vol„ doende deeze geweldige beweging des gemoeds „ van vreugde of fmert te matigen, en van tyd tot tyd geheel en al te dempen. ., Op dat men d; paaien der menfchenliefde zoo ,, verre moogelyk uitbreide , kon men ook alle de „ vreemde meisjens,die zich aanmeldden, aannemen , mits voor af eene billyke fom betaalende , zonder ,, aan de andere zijde wegens haare geboorte-plaats, „ afkomst, of wegens de vader haarer vrugt eeügon,, derzoek te doen, men kon haar, wanneer zy haar ,, kraambedde zes weken uitgehouden hadden, we„ derom laaten vertrekken." Verfcheide foortgelyke dichtingen zyn in onze dagen in veele landen opgericht, welke wegens hun uitgebreid nut der navolging overwaardig zijn: in Italië* vind men verfcheide hospitaalen voor zwangere meisjens., welke in dezelve haare zwangerheid voor het oog der waereld verbergen, en haar kind ter waereld kunnen brengen, in de meede Steden zyn vondeling-huizen, alwaar die rampzalige jonggeboorne, die door hunne behoeftige ouders niet onderhouden kunnen worden, of hunne moeders tot fchande zyn , gewillig aangenomen , opgevoed, in konden onderwezen en zoo lang het nodig is onderhouden worden, te Parijs worden zoo wel ongehuuwde a's gehuuwde zwangere in het Ho-  Staatsregeling. 105 Hotel-Dieu voor niet verlost en verzogt, men vind aldaar ook vroedkundige die tegen eene matige betaaling dieigelyke meisjens in huis neemen, verlosfen en in alles verzorgen O) ; te Weenen worden de ongehuuwde zwangere even zoo liefderyk in het Gasthuis van St. Marcus ontfangen : dit heeft flechts deeze fout, dat op den St. Marcus dag alle die ongelukkigen zich voor het oog en den moedwil deronbefcheide nieuwsgierigen moeten bloot geeven (£). §. XXII. Ik keure het niet voor goed, dat men in zodanige huizen by alle de daar in aangenoome zwangere ongehuuwde vrouwsperfoonen de verloskunde als in eene leerfchoole beöeffend, wanneer zy zelf daar toe niet bewilligd ,hebben; vooral niet zoo de leerlingen van het manlyk geflacht zyn: men kan niet altoos alles by één vinden , en daar meenig meisje, niet tegenftaande zy zich in eene omftandigheid bevind, die geene geftrenge deugd doet vermoeden , echter nog fchaamte genoeg bezit, om liever zich zelf te verwaarloozen , dan zich aan zoo eene behandeling van vreemden over te geeven; zoo zoude heteerfte en voornaame oogmerk deezer ftichting hier door lyden , en zoo eene inrichting zruide veel eer dienen, om de fchroom, dat haaren toeftand openbaar zoude worden, by buiten echt bezwangerde te vermeerderen, vooral wanneer Etat de Medecine, Chirurgie & Pbarmdcie en Europa 177*. p. 269. (b ) sonnen fels /. f. §• 164. Van het aedryven der VRUGT, enz. Of men deeze buizen als leerfcholen der verloskundemoet doe» dienen.  'io6 Geneeskundige Van hei afdryven der vrugt, enz. Van het vadeel eener al te geflrenge waak zaamheid jegens het, grjlacht der mannen. neer het eene algemeene wet by deeze dichting is, dat alle de onechte zwangere vrouwsperfoonen zich in dat huis tot het bovengemelde einde moeten laaten verlosfen; verharde ligtekooyën, of de zodanige, die wegens uitgedaane armoede alle gevoel van eere, en dus ook van fchaamte verlooren hebben, zullen des niet tegenftaande zeer gemaklyk over te haaien zyn, om zich ten deezen einde in dit huis te begeeven, om haare onechte vrugt aldaar ter waereld te brengen: maar een anderfints wel opgevoed meisje, het welk voor de eerde of zelf voor de tweede maal haare zwakheid, en de verleiding bezwangerd is, zal niet dan met de uiterde afkeer daar aan denken, zy zal de eene poging na den anderen in het werk dellen, om zich van den last, die haar zoo veele bekommernis veroorzaakt te ontdaan. §. XXIII. Daar nu tot diergelyke dichtingen een toereikend inVoomen vereischt word, het welk niet overal even gemaklyk te verfchaffen is , zoo zal men het nog langen tyd hier by moeten berusten laaten, dat men ten minde de grootde vreeze voor verdiende draffe en fmaad als meede voor dringende armoede by de in onecht bezwangerde tracht uit den weege te ruimen , zoo lang men zich buiten daat bevind, om haar op lands kosten een verblyf aan te wyzen en de opvoeding haarer vrugt op zich te nemen, en de al te gedrenge waakzaamheid, welke op veele plaatfen jegens de mannen , wanneer een hunner een meisje ten val gebragt heeft, plaats heeft, wel verre van het gedacht der vrouwen van het involgen der begeerte haarer ver-; Icidcren af te houden, veroorzaakt veel eer by dat gedacht  Staatsregeling. 107 [lacht eene zorgelooze gehoorgeeving aan de verleiding der wellustigen; en het kan niet misfen, of de onverfchilligheid der mannen wegens het ongeluk van het door hen verleide voorwerp hunner lusten , de wanhoop wegens deeze onbillyke behandeling en het vooruitzicht van verlaaten te worden, dit alles geeft Van HtT AFDRYVEN der VRUGT, ENZ. de kindermoorderes het moordgeweer in nanoen. ingevolge van een onlangs m Napels afgekondigd Koninglyk EdiSl mag in het toekoometfde geen vrouwsperfoon , het zy zy van eenen. aanzienlyken of gemeenen rang is, klagten in brengen tegen hem, die haar onteerd heeft, of fchoon hy ook op het plegtigst haar beloofd had te zullen trouwen, het eenige geval, wanneer men bewyzen kon, dat 'er gewdd gepleegd was , uitgezonderd; ter beweegreede van dit Koninglyk bevel wierd aangevoerd, dat die toegeevenheid der wetten in het gehoor geeven van diergelyke klagten, welke tot heden in zwang geweest is, gelegenheid gegeven heeft, dat de rust en eere fommiger geflachten door verleidende ligtekooyen meermaalen geftoord is , de i nog hangende rechtsgedingen van deezen aart moesten volgens den inhoud van dit nieuw bevel beflist worden. „ 'Er word voor het noodwendig onderhoud van I , onechte kinderen en hunne moeders, zegt BauI mann, overal veel te weinig zorge gedragen, fl , Wat zal een vrouwsperfoon, het welk met dienen of arbeiden de kost moet winnen, in zodanig I , eene omftandigheid aanvangen ? de Vader van haar 6 „ kind bekommerd zich om het zelve of om haar in geeQ „ nendeele,het is veel zoo zij na een rechtsgeding van I „ een halfjaar of langer, vonnis verkrygt, waarby | „ hem opgelegd word, om haar Jaarlyks 5 of, en „ dan  iö8 Geneeskundige Van het afdryven der vrugt , enz. „ dan is het zeer veel, 10. Ryksdaalers tot onder„ houd van haar kind uit te keeren; hier van kan zy „ met haar kind niet leeven, geduurende welken eerfte „ Jaaren zy zeer weinig met haar handen werk verdie„ nen kan , dus komt het kind, zoo het al niet regt„ ftreeks vermoord word, echter door gebrek en on„ gemak om het leven; het zoude derhalven zeer bit„ lyk zyn , wanneer men de kostgelden voor moeder „ en kind hoger ftelde, of de vader moest, wanneer hy „ van zyne inkomften niet meer misfen kon, zonder „ veel omflag genoodzaakt worden de moeder te trou„ wen; het is immers beter een gedwongen huuwiyk, „ dan een kindermoord, het gemeen laat zich hier in „ ligtelyk vinden, als het ziet, dat het niet anders „ zyn kan, en voor zulke ongebonde lieden zoude « dit de beste beitrafling zyn, om hen in orde te „ houden , meenig kaerel zoude nimmer tot die „ buitenfpoorightid vervallen, wanneer hy te duchten ?, had , dat hy de onteerde perfoon zoude moeten „ trouwen , en hier van alleenlyk vry gefproken wor„ den, wanneer hy bewyzen kon , dat het vrouwsper„ foon hem door flinkfche ftreken in haar net gelokt „ had, en in dat geval kon het toe te leggen kost„ geld ook minder gefteld, zoo niet geheel en al „ achtergelaaten worden: ook moést, wanneer een „ meisje bezwangerd was, en men bewyzen kon, „ dat zy en de befchuldigde met elkander hadden te „ doen gehad , geen eed van zuivering van de laatst„ gemelde aangenomen worden, en zoo het bewezen „ wierd, dat zy het met meer dan een perfoon gehou„ den had, moesten die alle zonder onderfcheid het „ onderhoud met elkander bekostigen: op deeze wyze „ zoude de kindermoord en het omkoomen der kinde- ren  S TA.ATSK.EGELING. 100 » ren door gebrek voorgekoomen, de opvoeding der „ kinderen bevorderd, de ondeugd in veele gevallen „ tegen gegaan , en de verleiding verminderd wor„ den."O) Wat het dwingen tot een huuwlyk als eene ftraffe aangaat ik kan my by de meening des Schryvers in . deezen opzichte .niet voegen , de kindermoord word . hier als onvermydlyk voorgefteld , daar echter de Overheid nog gemaklyker middelen in handen heeft, om dezelve te verhinderen, de vrugten van zoo een gedwongen huuwlyk achte ik voor de Maatfchappy van geene waarde, het zy men die van de natuur-of zeden - kundige zyde befchouwe, de ruuwe behandeling der vrouwen door hunne misnoegde mannen is vooral ten platten lande een voornaame oorzaak der mindere vrugtbaarheid, en grooter fterfte onder de kinderen, men voege hier by de ergernis en affchrik voor het huuwlyk , welk dit by de overige leden der Maatfchappy geeft, gelyk ik in myn vorig deel hebbe aangewezen (&) , htt geen door de verleider zelve tot onderhoud van moeder en kind niet kan gegeeven worden , moet uit 'slands of Stads kasfedaar by gelegd worden , en hier toe is het billyk dat de huuwlyks verachters het grootfte gedeelte toebrengen, men kan de onderftand gelden zonder de grootfte onbillyki heid niet wel verminderen, gelyk Ba oma nn, ter ftraffe der verleidende ligtekooyën voorfteld, dewyl dezelve niet zoo zeer als eene ftraffe, maar veel eer als |( a ) In zyne byvoegfelen by bet werk van Suimuch Ut, P. tb) 2. AJd. 3. H*qf44. Van het afdryven der. vrugt, enz,  110 Geneeskundig* Ven der vrugt, enz. Van het afdry- onaernoua van een icuepiei , nee weiK men goea gevonden heeft het leven te geven, offchoon de moeder hier toe de eeifte ftap had gedaan. Volgens de Fianfche wetten moet door den Rechter voor het onderhoud en het kraambedde van elke in onecht bezwangerde gezorgd worden, dit word ech* ter weder van hem gevorderd, die door de bezwangerde als Vader word opgegeven, gefield zynde , dat hy dit ontkennen wilde, of bewyzen, dat het meisje het met meer dan één perfoon gehouden had, zoo word echter altoos die geen voor de benodigde uitgaave aanfpreekelyk genouden, die volgens de grootfte waarfchynlykheid de Vader is(a). §. XX IV. Nu is de vraage, wat de Overheid in het werk moet ftellen, om het aangeeven der onechte zwangerheid gemaklyk te maaken. Men heeft voorzeker, ik herhaale het nogmaals, de gewigtigfte redenen om niet met die geftrengheid als weleer te begeeren , dat zoo een onteerd meisje in eigen perfoon voor het gerecht verfchynen moet, om daar haare fchande openlyk te bekennen en te doen aanteekenen. „ by vrouwlieden, zegt van Son„ nenfei.s, die alle fchaamte hebben afgelegd, „ zyn deeze maatregelen overtollig: by een ongeluk„ kig flachtoffer haarer zwakheid zonder eenig nut." Dit Of men geftrengelyk op de aangifte der onechtezwangerheid moet aandringen. (\a~) Diaionaire des Arrett, verbe Grosfetfe N. 3, PeleI/s Questions I/lustres Qui ft; a's eene billyke fchatting geacht moet worden, tot  Staatsregeling iii Dit alles heeft eenen te gewigtigen invloed op het leeven en de indandhouding der menfchen, dan dat ik in deeze Geneeskundige Staatsregeling niet dat geene, hetwelk deswegens bevoolen is, zoude invoegen. Het Koning]yk Pruisiifche bevel van den 8February 1765. verdient zoo eene algemeene goedkeuring, ■en is naar den waaren ftaat der zaaken zoo zeer gefchikt: dat ik niet in twyffel ftaa het zelve in zyn geheel hier in te voegen , als op zeer veele plaatlen nog niet genoeg bekend zynde. „ Wy Frederik door Gods genade Koning van „ Pruisfen, Markgraaf van Brandenburg. £:c. &c. ■ „ Doen kondt en te weeten: Nadien federd eenigen „ tyd het misdryf dat vrouwsperfoonen haare onechte pasgeboore kinderen, met een boos opzet, of door „ verwaavloozing, zoo als uit het geheim houden der „ zwangerheid en verlosfing vermoed word, om het ,, leven brengen, meer en meer is toegenomen, worden ,, wy in de noodzakelykheid gebragt dit kwaad door „ een geftreng bevel tegen te gaan. t 'Van ircr AFQRYViN DER. VRUGT, ENZ.- ^ „ Elke moedwillige kindermoorders zal met het '„ zwaerd ter dood, gebragt worden, men zal hier ») by geen onderfcheid maaken, of zy de hand moord,j daadig aan het kind gelegd heeft, of het zelve eene „ doodlyke wonde heeft toegebragt , dan of zy „ flechts verzuimt heeft het kind het nodige voedzel „ en verzorging te doen genieten, insgelyks, of een ,, kind na de geboorte frisch en gezond of zwak en s, reeds dervend geweest is , of de toegebragte bele„ diging en het onttrekken der nodige verzorging de ,j dood  iiü Geneeskundigs Van het afdryven der. vrugt, enz. „ dood alleen veroorzaakt heeft, dan of dezelve te„ veris door toevallen en omftandigheden, welke aan „ het kwaadaartig opzet der moeder niet eigenlyk „ toegefchreven kunnen worden , bevorderd is , dan „ of dezelve aan het eerstgtmelde alleen moet worden ,, toegefchreven, maar in alle deeze gevallen zal de „ op eenen kwaadaartigen kindermoord gefielde dood„ ftraf plaats hebben, met even dezelfde doodftraffe „ zullen ook geftraft worden die vrouwsperfoonen, „ die aan haare pas geboorne kinderen, of fchoon „ niet met voornemen om die te vermoorden, eene „ behandeling in het werk ftellen, welke elk ver„ ftandig mensch zien kan en moet, dat voor kinde,, ren nadeelig zyn moet, en ook daadlyk de dood „ ten gevolge gehad heeft, by voorbeeld, wanneer „ eene kraamvrouw omhetfchreeuwen van haar kind te „ beletten, het zelve de mondtoehoud, toeftopt, of „ op eene andere wyze de vrye ademhaaling belet, en „ hier door het kind verfmoort, zoo zal in zulk een „ geval het voorwendfel, dat de dood Hechts tocval„ liger wyze op de voorgemelde behandeling gevolgd „ is, tot geen verfchooning dienen. „ Zodanige vrouwsperfoonen , die met opzet haare „ verlosfmg op zodanige gevaarlyke plaatfen afwach„ ten, of voor dezelve zodanige toebereidfelen maa„ ken, dat het kind, zoo dra het uit de baarmoeder „ komt, noodwendig het leven verliezen moet, zul„ len insgelyks met den zwaerde ter dood gebragt „ worden , alhoewel men niet beflisfen kan, dat het „ kind leevend ter waereld gekoomen is, en de ver„ ontfchuldiging eener onverwachte en overhaaste „ verlosfmg zal dan alleen van nut zyn, wanneer de » be-  Staatsregeling. 113 (!> befchuldigde met geloofwaardige getuigen bewyzen „ kan, dat zy „ 1. by het aankomen der baarensweeen om hulpe „ geroepen heeft. „ 2. terftond na de verlosfmg dezelve, eü wat het „ kind wedervaaren is, bekend gemaakt heeft en „ 3. alle moogelyke middelen tot behoudenis van het „ kind heeft aangewend. , Wanheef een vrouwsperfoon binnen de eerfte 24. „ uuren na de geboorte haar kind verbergt, of weg „ werpt, of op eene plaats, alwaar het verftikken of ,, door koude om komen moet , neder legt, of wani, neer zij haar kind iets doet ondergaan Waar door „ het noodzaakelijk fterven moet, zoo het al te dier „ tijde nog leevend was,en men bevind by het onder„ zoek, dat het kind in of na de geboorte nog daad„ lijk geleefd heeft: zoo moet zoo een Vrouwsperfoon als eene moedwillige kindermoorderes aan het leven „ geftraft worden , ongeitcht haar voorwendfel dat zy „ geen leven aan haar kind befpeurd, maar hetzelve voor dood gehouden had. „ Indien echter plaats had >, 1. Dat offchoon een vrouwsperfoon iriet opzet op „ eene boven gemelde gevaarlyke plaats gebaard „ had, de Geneeskundige echter als zeker ftel« „ den, dat het kind reeds in de baarmoeder overleeden was. 2. Of dat met geene genoegzaame zekerheid bewe„ zen kon Worden dat in de hier boven aangevuer,, de gevallen het kind levend ter waereld geko-* „ men is, of geduurende de geboorte geleefd heeft. II. Deel. H „ 3. Van mi* afdryven der vrugt , enz.  ii4 Geneeskundige Van het afdryven der. vrugt, enz. 3. Of dat de misdaadige ontkende, en op geene wij-1 „ ze overtuigd kon worden, dat zy die beledi-ï „ ging, waar door het kind om het leven gekomen | „ was, hetzelve heeft tocgcbragt, of dat zy on- j „ natuurlyk met haar kind gehandeld had, alhoe„ wel zy deszelfs geboorte verborgen gehouden! „ had, en men niet bewyzen kon, dat de teeke-| ,, nen aan het kinds lighaam gevonden, gevolgen „ waaren van het verhooien houden dtt verlosfmg,. I „ 4. Of dat de befchuldigde flechts ontkende en nietl „ overtuigd kon worden , dat zy met moedwil! „ haar kind eenig doodlyk geweld heeft toege-| „ bragt, of onnatuurlyk behandeld, en echter ,, niet bewijzen kan dat de befpeurde belediging ; „ door onachtzaamheid, of bij toeval veroorzaakt , „ is. J5 5. Of dat de misdaadige bekende en overtuigd kon „ worden, dat zy met moedwil aan haar kind I „ eene doodlyke belediging toegebragt en het-ff „ zelve op eene onnatuurlyke wyze behandeld had,' „ tcrwyl aan de andere zyde de Geneeskundige ,, getuigden , dat het kind dood ter waereld geko„ men was. 3, 6. Of dat eindelyk de befchuldigde haare verlosfmg ,, verborgen, of zich niet volgens het hier na te „ melden voorfchrift gedragen heeft, zonder daar-! «, om van eenen moedwilliger! moord overtuigd te I „ kunnen worden, maar dat het veel meer zeer 1 „ onzeker is , of het kind met opzet om het le-1 „ ven gebragt of door toeval om hals gekomen j 5, is, daar doch het lighaam door de misdaadige I „ verborgen niet te voorfchyn gebragt kan wor-1 5, den.  Staatsregeling.. 115 den, en zy hardnekkiglyk weigert de regte ,, plaats* waar het lighaam te vinden is, aan te ,, wyzen. j, In alle deeze gevallen moet de misdaadige wel niet j, met de dood geftraft, maar met roeden gegeeszeld en £ voor al haar leeven tot den vestingbouw verwezen, ,, worden; I h „ Elk in onecht bezwangerd vrouwsperfoon moet ü haare zwangerheid, wanneer haar dit gevraagd word, of de tyd haarer verlosfmg nadert, ten min^ fte aan ééne eerbaare en verftandige vrouw, die zelf ,, kinderen gehad heeft , openbaaren, en hier door '„ zich van de nodige byftand by haare verlosfmg trachten te verzekeren O). „ Ge- Vanöet AFDRYVEN DEli VRUGT , ENZ, ' ( ■> of zoo dit buiten haare fchuld word nagelaa„ ten , dit vernemende, en haare krachten het toe,, laatende zelf hier van aangeeving by het gerecht te ,, doen; zoo zy dit nalaat moet zy met eenen tien„ jaarigen arbeid in het tuchthuis geftraft worden. „ Insgelyks moet in zoo een geval een vrouwsper„ foon , met wiens hulp en in wiens tegenwoordigheid „ het kind gebooren is, op ftraffe van eenen tien jaa„ rigen tuchthuis-arbeid zorgen, en daar voorinftaan, „ dat het doode kind terftond aan het gerecht ver„ toond word. „ Zoo de verlosfing gefchied in de tegenwoordige „ heid van twee eerbaare Vrouwen, waar onder de „ moeder der kraamvrouw ook gefield mag worden , en de kraamvrouw zich geduurende haare zwanger„ heid en voor het begin haarer verlosfing aan der „ zodanige zorge heeft toevertrouwd; zoo zal het niet „ nodig zyn het kind, wanneer het dood ter waereld „ gekomen, of kort na de geboorte overleden is, aan „ het gerecht te toonen, maar de zich tot byftand „ aangeboden hebbende, of te hulpe geroepene vrou„ wen zullen op nadruklyke ftraffe en de aan de bele„ digde vrouw fchuldige voldoening te moeten gee„ ven, verpligt zyn, aan niemand behalven aan de ,, Over-  Staatsregeling. 117 „ Overheid, wanneer dit gevorderd word, hiervan „ iets te zeggen, voor al word de Vroedvrouwen in „ het voorgemelde geval eene allernaauwkeurigfte ftil„ zwygenheid opgelegd. («) I I I. Ca) Men ziet haar dikwerf zoo een geval terftond van huis tót huis in alle deszelfs omftandigaeden uitbazuinen, dus vergroot men zonder noodzaake de ergernis, en het moet een. onteerd meisje gewis allergevoeligst treffen , haare oneer door haar, die gefteld was, om haar menschlievend te hulp te komen, verraaden te zien, zal dan zoo een meisje niet al doen wat moogelyk is, om niet onder zulke handen te geraaken, men moet 'er veel meer voor haar eene verdienfte inftellen , dat z'vj in tijds eene vroedvrouw te hulp geroepen heeft , dewyl zoo een meisje haaren .edelmoedigen inborst toont en alle vermoeden van een voorneemen tot kinder moord geheel en al wegneemt: by zodanige gelegenheden moet het getuignis eener beëedigde Vroedvrouw wegens de uitfpraak,of een kind geleefd heeft of niet, ten vollen geloof verdieuen , en het moet derhalven ook genoeg zyn , wanneer zoo eene vrouw alleen by de verlosfing tegenwoordig is: daar en tegen worden 'er altoos twee andere vrouwen vereischt om de kraamvrouw buiten alle verwyt te ftellen, dewyl het ligt gebeuren kan , dat het kind zich in eene tegennatuurlyke geftalte voordoet, of een of ander gevaarlyk toeval het nood?aak'yk maakt, dat een haarer 'naar byftand moet omzien, en dus de vrouw a'leen moet laaten, gedurende Welke tyd haar of haar kind een ongeval wedeivaaren kan, het welk door tydige hulp had kunnen voorgekomen worden. Wanneer men op de geheimhouding der Vroedvrouwen ftaat kan maaken , zal een meisje in deeze. omftandigheden zich veelliever aan haar, dan aan andere wyven toevertrouwen van wier ftilzwygen zy niet zoo zeer verzekerd kan zyn» offchoon ook deeze in dit geval door de boven gemelde wel het ftilzwygen op eene onvermydlyke ftraffe is opgelegd. ü 3 Van met AFDRYVEN DER. VRUGT , ENZ. ■  Van het AFDRYVEN DER VRUGT, fNZ, xtS Geneeskundige III. ,, Wanneer een in onecht bezwangerd vrouwsper„ foon het voorgemeld bevel niet in acht neemt, zoo zal zy alleen hier om tot den arbeid in het tucht„ huis, zoo het kind in het leeven blyft, voor 6, in- dien het dood ter waereld komt, in of kort na de „ geboorte fterft,voor 10 Jaaren ver weezen worden, „ ten zy dat zy, by het aannaderen van den tyd haa„ rer verlosfing en voor dat zy van den arbeid overr „ vallen is, de hulp van ten minften ééne eerbaare■■ „ Vróuw ingeroepen heeft. „ Daar en tegen zyn zy ook met de bovengemelde ^, 6 en io Jaarige tuchthuis arbeid ftraf baar, die wel haare zwangerheid geopenbaard, maar echter daar „ na met opzet haar kind heimelyk ter waereld ge-s. „ bragt hebben, het voorwendfel van door den ar„ beid overvallen te zyn zal niet aangenomen wor„ den, wanneer een onteerd meisje of haare zwanger„ heid niet geopenbaard heeft, of wanneer zy flechts „ een vierendeel uurs zich onpaslyk of fmertlyk be}, vonden heeft, daar doch een in onecht bezwangerd „ vrouwsperfoon op boven gemelde ftraffe verpligt , „ is, zoo dra zy die ongemakken befpeurd , uit al „ haar vermogen hulp te zoeken, en het voorwend„ fel, dat zy deeze ongemakken voor geen beginfelen van „ arbeid gehouden, maar aan andere oorzaaken had „ toegefchreven, zal haar tot geen verfchooning dienen. „ Zelf in gevalle een onteerd meisje in waarheid „ door 'den arbeid overvallen word, moet zy op bo„ vengemelde ftraffe, na bevind van zaaken , op, „ ftraffe van geeszeling of des zwaerds zelf, zoo dra „ haar de baarensnood aankomt j om hulp roepen, « en  Staatsregeling. 119 L en het kind, het welk zy gebaard heeft, terftond l„ na de geboorte, het zy dood of leevend , te voorl„ fchyn brengen, en zoo dra dit gefchieden kan, aan L, het Gerecht vertoonen. f „ De verontfchuldiging als of het onteerde meisje L, van haare zwangerheid niet verzekerd geweest is, I „ maar daar aangetwyfeld heeft, kan hier geen plaats |„ vinden, I V. „ Wanneer ongehuuwde, of van haare mannen af„ gezonderde vrouwen in verdenking koomen van in „ oneere bezwangerd te zyn, moetende ouders, :„ vooral de moeder, of die haare post bekleed, wan„ neer zy zich met haare dochter aan ééne plaats be- ' „ vind, of de naafte bloedverwanten, de Iiceren, of I zoo deeze afweezend zyn, of zelf het opzicht over J '„ hun huisgezin niet hebben kunnen, die bedienden, I „ wien het opzich over de vrouwlyke dienstbooden I „ voornamentlyk is opgedragen, hier naar oi> „ derzoek doen , ja zelf by land - of gemeenc I „ handwerks lieden is de Overheid verpligt, de veiI „ dachte perfoonen wegens haare zwangerheid te " ondervraagen , en door het herinneren der ftraffe :* in deezen edicte op de verberging der zwangerheid ", en verlosfing gefteld tot bekentenis te vermaanen, ',' en, zoo zy dit weigeren, met eenen ervaaren Arts '', raad te pleegen, of zelf de verdachte perfoonen door " eene beëedigde vroedvrouw te doen onderzoeken. " „ Zoo nu deeze verdachte perfoon haare zwanger* „ heid bekend, of by onderzoek zwanger wordbevon'', den, moet zy tot haare verlosfing toe geftadig in Z het oog gehouden worden, op dat zy geene gelee» W H4 1, Sen- Van he» afdr.y- , ven der vrugt, enz.,  ISO GEMEES KUNDIGE Van met AFDRYVEN der. vrugt. KNZ. „ genheid hebbe, om in ftilte te baaren; en het is voornamelyk de Overheid aanbevoolen op haar, van welker zwangerheid aan haar aangeeving ge^ „ fchiedis, of zy kennis gekreegen heeft, het nodige toezicht te hebhen, „ De Vroedvrouwen word op haaren eed bevolen, ,, zich van het doen van zodanig een onderzoek niet ,, te onttrekken, en, wanneer de verdachte perfoon „ by dit onderzoek onfchuldig bevonden word, dit „ vooral ftiptelyk geheim te houden , gelyk ook hen, „ die hier toe aanleiding gegeeven hebben , dit op „ geftrenge ftraffe bevolen word. „ Ook moeten de Qnders, Heeren en Vrouwen „ zich ten fterkfte wachten, om zodanige onteerde „ vrouwsperfoonen, door eene ontydige en onmatige „ geftrengheid hunner willekeurige ftraffen, tot wan„ hoop en tot het pleegen van een grooter euveldaad „ te brengeu; voor al moeten zodanige vrouwlieden „ met uit haare dienflen weggejaagd worden, voor „ dat alle nodige voorzorge ter voorkoming eener „ heimelyke veilosfing door haare Heeren of Vrou„ wen is aangewend, en zy aan de Overheid der „ plaats van hun vermoeden omftandig kennis gegee„ ven hebben: verder is het de pligt van hen, die „ een meisje in onecht bezwangerd, of ontucht met dezelve bedrceven hebben, dat zy, wanneer zoo „ een vrouwsperfoon hen, als is het op eene bedekte „ wyze, haare zwangerheid, of de vreeze, dat zy „ zich zwanger mogt bevinden, te kennen heeft ge„ geeven, op alle moogelyke wyze haar overhaalen H om haaren toeftand aan twee eerhaare vrouwen toe te vertrouwen , of zoo zy haar hier toe niet be-r ;, weegeq kunnen , moeten zy de moeder yan het oni-3  S T AA TSREGELINS. Hl t, onteerde meisje, zoo zy nog in leeven is, en in de,, zelfde plaats woont, van deeze zwangerheid ken„ nis geeven, of wel haar Heer of Vrouwe, en deeze ontbreekende, de Overheid der plaatze; zulk eene ,, kennisgeeving mag hem nimmer tot nadeel zyn, en „ voor geene bekentenis zyner gepleegde ontucht „ kunnen aangenomen worden. ,, De Moeders, of die haare plaatfen bekleeden, n zullen, wanneer zy in den haar opgelegden;pligt „ geheel of ten deele in gebreken blyven, en het in „ verdenking geweest zynde vrouwsperfoon deswe„ gens volgens dit ediqt aan het leeven , of met gees„ feling en tuchthuis-arbeid geftraft word, met het „ tuchthuis, zoo de misdaadige aan het leeven ge„ ftraft word , voor 5 Jaaren, zoo zy met geeszeling „ geftraft word, voor 3, met een 10 Jaarige tuchthuis „ arbeid, met 2, met een zes Jaarige tugthuis arbeid „ met 1 Jaar geftraft worden, zoo de ftraffe van we„ gens het door deeze nalaatigheid dood gebooren, of „ in de geboorte geftorven kind , gelyk hier voor „ reeds gezegd is, niet verzwaard moet worden. Even zeer, en in dezelfde evenreedigheid moe„ ten zy geftraft worden, die op de bovengemelde „ wyze van de zwangerheid van het onteerde meisje „ kennis gekreegen hebben, en haar echter de haaren „ in dit geval, in de vorige % opgelegde pligt uit „ het oog doen verliezen, daar het echter uit hun,, ne bekentenis of op eene andere wyze beweezen „ is, dat zy 8 of 9. maanden voor de bevalling van. „ het onteerde meisje, met haar vleeschlyken omgang gehad hebben. ,, De overige nabeftaanden, de Heeren en Vrou,, WvH, of die hunne plaatfen bekleeden, als meede: H 5 „de Van het afdryven der. vrugt, enz,  Van het AFBRYVïN DER. VRUGT, JSKZ. . ia« Geneeskundige „ de Overheden zullen, in gevalle van nalatigheid* „ aan hunnen pligt, naar vereisch en toedragt van „ zaaken echter geftrengelyk geftraft worden; daar „ en boven zullen als dan de Heeren en Vrouwen, „ of hunne plaats bekleeders, insgelyks de Overheid „ voor de onkosten van het gerechtelyk onderzoek en „ het onderhoud der verweezene in de tuchthuis of „ vestingarbeid, voor zoo verre zy door haaren ar„ beid haar onderhoud niet kunnen verdienen, aan-s, fpraakelyk zyn. „ Daar en boven moeten de in deeze afdeeling opge,, noemde perfoonen niet nalaaten.om, zoo dra zy aanleiding tot vermoeden wegens een vrouwsper,-, foon hebben , de hier voorgefchreven maatreegelen „ naauwkeurig in het werk te ftellen, niet tegenftaan„ de 'er andere perfoonen by de hand waaren wier „ pligt het volgens dit edict voornamelyk is voor de: „ heimelyke verlosfing van verdachte perfoonen zorge „ te dragen. ,, Zoo een in onecht bezwangerd vrouwsperfoon „ voor haare verlosfing uit haaren dienst, waar in „ zy zich tot nu toe bevonden heeft, vertrekt, of „ daar uit ontflaagen word; zoo is reeds hierboven „ bevolen , dat haare Heer, Vrouw of derzelver plaats „ bekleeders verpligt zyn, zoo zy alle verantwoor„ ding, fchuld en ftraffe ontgaan willen, alles aan„ tewenden, wat moogelyk is, om de heimlyke ver„ losfing voor te koomen , of de overheid van de „ zwangerheid en het vertrek van dit Vrouwsper„ foon terftond kennis te geeven, „ Insgelyks kan het eene Regeering nimmer tot „ verontfchuldiging en vermindering haarer verant„ woording dienen, wanneer het bezwangerd meis- h i  Staatsregeling i0$ , je zich voor haare verlosfing onder een ander ge, recht met 'er woon begeeft, wanneer zy niet, zoo \ dra dit ter haarer kennisfe gekomen is, hier van , terftond aan de Overheid van dat gerecht , wer, waards het zwangere vrouwsperfoon vertrokken is ,. ,• kennisfe geeft; en in geval zy niet zoo fpoedig, , als de waarfchynlyk kort aanftaande tyd haarer be, valling vereischt, de plaats haarer verblyf kan ge». * waar worden, zoo moet zy dit geval met eene , naauwkeurige befchryving der perfoon driemaal na „ elkander in de nieuwspapieren dier provincie bekend maaken; en, ten bewyze dat dit alles behoorlyk „ gefchied is, moet zy, in het eerfte geval een ge„ tuigfchrift der Magiftraat, in wiens rechtsgebied de " zwangere zich heeft te neder gezet, in het tweede l geval de nieuwspapieren, waar in die bekendmaa» " king gevonden word, te voorfchyn brengen, en ''- de Overheid, in wiens rechtgebied zich-zoo een in onecht bezwangerd vrouwsperfoon onthoud, is ", verpligt de nodige maatreegelen te neemen, om " terftond naricht te bekomen, wanneer zy zich uil " haar gebied begeeft of van woonplaats verandert. V. Op dat eindelyk in onecht bezwangerde vrouws, perfoonen te minder zwaarigheid zouden maaken, " om haare zwangerheid te doen bekend worden, en " dezelve volgens dit Edict uit vryen wille zelf aan ", te geeven : zoo zullen, ter voorkoming van grooter H kwaad, van nu af aan alle ftraf en wegens hoere'„ ry , van welken aart zy ook zyn mogen, geheel en ' al nfgefchaft zyn; en dier gelyke Vrouwsperfoonen • ■ „ va® Van hst afdryven der, vrugt , enz-  i24 Genkkskükdiö» VaShbt AFDRYTEN DER, VRUGT, 3ÈNZ. Het onderzoek e» de aangifte der onechte zwangerheid moet geen onkosten verQorzaaken „ van wegens dit misdryf aan geene ftrafe onder „ worpen zyn, ook zal haar deswegens niet het min„ fte verwyt, of eenige fchande aan gedaan worden. „ Dit Edict zal terftond overal afgekondigd, en „ twee maanden na gedaane Publicatie in gebruik ge» „ bragt worden, en, daar wy tot beter begrip voor „ den gemeenen man deszelfs hoofdzaaken daar uit „ byzonder hebben laaten uittrekken , zoo zullen „ deeze in plaats van het geheele edict alle de boetda„ gen beurtelings dan in den voormiddag, dan in den „ namiddag Godsdienst, het geheele edict echter „ flechts éénmaal in het Jaar op een der drie hooge „ feestdagen openlyk voorgeleezen worden. „ Ter ooirkonde deeze door eigenhandige onder„ teekening en afgedrukten Koninglyken Zegel be» „ vestigd, gegeeven te Beilin den 8February 1755. (k: S.) Fr.eder.ik, §. XXV. Op deeze wyze word de tweede beweegreeden tot kindermoord , namelyk de altoos aankleevende fchande, uit den weg geruimd; men werpe vry tegen, dat men dus doende de ondeugd eene wyde dcure openzet, zoo men flechts verzekerd is, dat men op deeze wyze van twee kwaadden het minfte gekozen heeft: Gefteld zynde dat de fchaamagtigheid ofwel hardnekkigheid van het onteerde meisje zoo verre ging, dat zy in weerwil van het fterkfte vermoeden , in weerwil van alle van wegen de Overheid gedaane ondervraagingen, voortging haare zwangerheid halftarrig te loochenen: zoo moet deeze perfoon op last der ver»  Staatsregeling. 135 Dverheid onderzocht worden , dit onderzoek moet ichter even min als de aangeeving der zwangerheid , loch by de vroedvrouwen, noch by de gerechtshoven /oor deeze ongelukkige eenige onkosten veroorzaaken; ïolgens de bevelen der Canfelary in Frankryk word aan alle gerechtshoven in de Provincie van Langueiocq aangezegd, voortaan byde aangeeving der onech:e zwangerheid niets hoegenaamd aanteneemen, op Sat het onteerde meisje zich niet ontzie, uit vreeze roor deeze onkosten bekentenis van haaren begaanen nisftap te doen («): Het is in fommige plaatfen gejruiklyk, dat de Kerkelyke rechten by den doop van een onecht kind tot eene buitenfpoorige hoogte worden gevorderd, tegen dit misbruik is'een Koninglyk Pruisfisch bevel afgekondigd, waar by verboden word in dit geval iets meer, dan by eenen gcwoonen doop, te eifchen. §. XXV 1 Men moet vooral met het onderzoek van ongehuuwde en verdachte vrouwsperfoonen, zoo lang men niet zeker is, dat zy daadlyk met een mansperfoon vlceschlyken omgang gehad hebben, zeer omzichtig te werk gaan; de rechten van den maagdelyken ftaat, waarop zy, zoo lang het niet beweezen is, dat zy dezelve verbeurd hebben, aanfpraak kunnen maaken, laaten niet toe, dat men de inwendige deelen ter voortteeling gcfchiktop eene onbefcheide wyze onderzoekt: de- fa) Reeueils des Edits, Declaratiant & Arren du Confeil 9 iu Parlement de Touloufi «tpuis t66l Jusqt'en Ï749. f. ;6j>, Van war AFDRYVEN DER VRUGTi SMt. Nodige voorzichtigheid bf bet onderzoek van verdacht» meisjens,  lao* Geneeskundigs "Van het afdryven der vrugt, i '■ ( a ) Zie de voorgaande Pru'lf. Ordonrt, $. 4. Arret du Par-i fevt. dt Touloufe Ir Dceemb, ïjy?. dewyl daar door het uitterlyk teeken des maagdomst niet zonder nadeel haarer lighaamlyke volkomenheid, en krenking van haaren goeden naam, beledigd kan worden, wanneer men het meisjen onfchuldig mogt bevinden, het is derhalven beter, wanneer zich geene uitwendige kenteekenen der zwangerheid voor doen, en de bewyzen nog zeer onzeker zyn, het onderzoek uitftellen tot men met meerder grond hier over oordeelen kan. De Fiscaal van Montreuil befchuldigde een achtien Jaarig meisje, dat zy heimelyk gebaard, en haar kind, het welk men zeide in eenen bron gevonden te hebben,Van het leven beroofd had, de aangeklaagde verdeedigde haare onfchuld, en beweerde nimmer zwanger geweest te zyn, de Richter beval een onderzoek door eene vroedvrouw en Heelkundige in het werk te ftellen , dit gefchiede in de gevangenis, en zy wierd ongefchonde maagd bevonden, zy beriep zich vervolgens op het Hof en dit verbood 1687. door een byzonder bevel aan alle Rechters in het algemeen voortaan zodanige onderzoekingen in het werk te ftellen ; de onfchüld van het beledigde meisje moest by de predikatie opcntlyk aan den volke bekend gemaakt worden (aj: hoe veel meer moet zoo eene behoedzaamheid plaats hebben, wanneer de v'raage alleenlyk is, of zoo eene vrouwsperfoon zich zwanger bevind of niet: en daar het zeer gemaklyk is op zoo een verdacht meisje, vooral na dat men deswegens reeds geWaarfchuuwd is, ten minfte zoo lang een waakzaam oog  ■ Staatsregeling. 127 oog te houden, tot dat de tyd leert, of dat men zich in zyn vermoeden bedrogen heeft, of dat hetzelve ons meer en meer gegrond voorkomt, en hier van kan men in de zevende of achfie maand door louter uitwendig onderzoek genoegzaam zeker zyn. §. XXVII. Hoe ook dit onderzoek afloope, het zy dat men hier door ten volle van de zwangerheid overtuigd word, of dat 'er nog eenigen twyffel over blyft, het meisje moet onder het opzicht van eerlyke lieden gefield worden, die over haar een waakzaam oog houden, op dat zy geene gelegenheid hebbe, om aan zich zelve of haare onfchuldige vrugt gevvelddaadige handen te leggen; deeze voorzorg blyft nog noodzaakelyk na de geboorte van het kind , het vooruitzicht eener dringende ellende en geduurige fmaad zouden veelligt de overhand op de moederlyke teederhartig* heid behaalen, en het kind het flachtoffer deezer neederlaag worden, om dit voor te koomen is in de landen Van Spiers bevolen, dat geen onecht kind, het Welk binnen deszelfs eerfle Jaar overleeden is, ter aarde befteld mag worden, zonder door eenen Heelmeefter onderzogt te zyn, of het eenen geweldigen, of geheel natuurlyken dood geftorven is. De Regeering verdeedige derhalven ook in dit geval de rechten der zwangerheid , en verbiede dat niemand eene in onecht bezwangerde met woorden of daaden beleedige. $. XXVIII. Men heeft op veele plaatfen de gewoonte, om de in f VanHstf afdryVEN der VRUGT, bnk. gen voor de vrugt van Herdachtemeisjem* Of m en met recht eintmon-  n8 Geneeskundige ▼amhet afdryven der vrugt» bnz. etht bezwangerde geduurende de verlosfing 'tot het noemen van den Vader baares kinds dwingen in onecht bezwangerde, vooral geduurende de [verlosfing, tot het noemen van den waaren vader haarer vrugt te noodzaaken, en düs bediend men zich van den barensnood als van eenen pynbank, om achter de waarheid te koomen ; is het niet de grootfte onbillykheid dat men dit tydftip waarneemt, om de ongelukkige tot eene bekentenis te dwingen, die daarom niet meer naar waarheid is; is het geene klaarblyklyke onrechtvaardigheid met opzicht tot het ongeboorrie, voor het welk een gering uitftel der verlosfing doodlyk zyn kan , wanneer men de behulpzaame hand weigert aan eene ellendige moeder, die dikwerf in dat tydftip geen tegenwoordigheid van geest genoeg bezit, om op deeze vraagen te antwoorden. En eindelyk van welk nut is zoo een bekentenis, wanneef den daader goed vind het te ontkennen ? men Zal immers de baarende vrouw niet aan haar fterflot overgeeven , indien zy blyft weigeren hierop te antwoorden ; en Waarom zal men dan den tyd met nutlooze vraagen verfpillen en het gemoed van de buiten dien reeds half onzinnige moeder met fchrikbeelden vervullen, die op haar kraambedde en toekomende gezondheid zoo eenen nadeeligen invloed kunnen hebben ? maar, zegt men, laat zy de waarheid bekennen, dan is alles voorby, goed, maar zoo zy hardnekkig blyft is het dan nu den tyd om haar op de pynbank te leggen, misfchicn ten koste van haare onfchuldige vrugt! in 'Frankryk is het den Rechter niet meer geöorloft tegen eert meisje, het welk haare zwangerheid aangegeeven heeft, zonder haaren verleider te noemen , of tegetï haare nabeftaande ter ontdekking van dit geheim eenig gerechtelyk onderzoek in het werk te ftellen, dewyl Biemand bevoegd is haar tot het openbaaren van het- zel.  Staatsregeling. 129 zelve te noodzaken O): hoe tegen over gefield is bet geen ons Camper bericht, dat de Vroedvrouwen in de vereenigde Nederlanden is opgelegd, om latnelyk zio eene ongelukkige de behulpzaarae hand liet te bicden , voor dat zy de Vader haarer vrugt Tenoemd heeft: hy zegt „ gefield zynde, dat moeder ,, en kind den byftand der Vroedvrouw volftrektelyk „ behoeven, zal dan in dit geval het onfchuldig kind , „ wanneer de moeder deeze bekentenis weigert, wej, gens de zogenaamde hardnekkigheid der moeder „ met de dood geftraft worden 7 zal het in onecht baa„ rend meisje wegens eene misfehien uit een lofwaar„ digen oorfprong fpruitende ingetoogenheid met | de dood geftraft worden , het welk niet alleen zeer' 55 ongerymd, maar ook met de doorgaans zagte wet„ ten van ons Vaderland ten hoogden ftrydig is; of „ is de weigering der nodige byftasd dechts eene „ bloote bedreiging zonder kragt of uitwerking, dan kunnen andere vrouwen hier uit leeren, dat eene „ vrouw alleen zonder menfehelyke hülpe baaren „ kar ; en orgelukkkïyk heeft deeze wet ook wel die , rampzalige uitwerking, dat een ongehuuwd meisje " uit vreeze voor deeze afgeperfte bekentenis liever ' zonder huipe baaren wil en hier door dikwerf in eene verzoeking komt, welke door het affchaffen ,, van deeze Wet kon voorgekomen worden f»" Elk verftandig menfehenvriend wenscht dus te recht de affchaffing van dit gebod als meede dat alle de Vroed- fa)Arret du 28. Mars 1637. Didion. de Poüce V, Grosfesfi \p. 342- (») /■ 1. f.6.f. IL Deel. ^ Van het AFDRYVEN DER VRÜGT, ENZ,  Van het aedryvkv der vrugt, enz. lran eenige verdere aanleiding gevende 0 men beproeve dus dit middel, maai wachte zich wel van de zaak hier door te willen dwingen; men kan de inblaazing der lucht door hel fondament met veel nut in het werk ftellen, ook de tabaksclyfteer, Waar toe ik in het Voorige deel de nodige werktuigen nebbe aanbevolen , het befprengen mei bran ( « ) Detail des fucces de VEtabliffement pour les Noyêes pat. tfr. Pia e. p. I6"8. (O Noya JSa Pkyfieo Mvdica T. IFi 0W> XET. t* ih ( K 4 Van de jorge voor jonge kinds-: r.en*  Vav de zorg? voorjov. CSJCtNDEREN. Van het Wat/en der pasgeboor^niindtren. I£2 GENEESKUNDIGE brandewyn en laaten rieken van prikkelenden geeiten kan van zeer veel nut zyn. §. I V. Het kind uit des moeders baarmoeder voortkoomende, alwaar het zich in het flymig vocht binnen de vliezen bevat, bevonden had, is met eene fmeerige witachtige flym overdekt, waarvan het zorgvuldig gereinigd moet worden, zal men voor hetzelve geene ongemakken der huid te duchten hebben : het reedenlooze vee gaat ons hier in voor,daar het zyn pasgebooren jong al likkende door middel van het zeepachtig fpeekfel van deeze onrcinigheden zuivert; en voor zeker word dit einde het best door zeepagtige middelen bereikt, men gebruikt hier toe wanne wyn, bier met koter ofpomade.fomtyds zelf flechts laauw water met zeep, wat men ook beezige het jonge kind moet met een fpons of zachte doek zeer naauwkeurig voor al onder de oxelen cn tusfchen de vingers en teenen gezuiverd worden. ). V. Geduurende deeze afwasfching zie men met de uitcrfte zorgvuldigheid toe, of ook aan het pas gebooren kind eenige gebreken te ontdekken zyn, welke verzuimd zynde, voor het zelve doodlyk, of ten minfte allernadeeligst zouden kunnen zyn, en door eene kundige en tydige hulpe uit den weg geruimd zouden kunnen worden, dus flaa men naauwkeurig acht op de natuinlyke openingen , deeze doch vind men wel eens met een vlies of op eene andere wyze verftopt of gefloten , om dit uit den weg te ruimen word eene kundige band vereischt, welke deeze geflooten openingen Van het ■ befchouwen der litdeien of aan dezelve . ook eenige gelrekenZ)n.  Staatsregeling. 153 gen opend; men vertrouwe dit geenfints aan eene onvveetende Vroedvrouw: eene moeilyke en tegen natuurlyke verlosfing, vooral zoo die door eene onkundige Vroedvrouw met geweld en door middel van eene onhandige keering van het kind volvoerd is , heeft dikwerf ten gevolge, dat een arm of been van het Wichtje gebroken of ontwricht is,, hier voor moet terftond gezorgd, het ontwrichte door eenen Heelmeefter in het lid gebragt, het gebrooken by elkandergebragc, en met een verband naar da omftandighe den gefchikt verzorgd worden. §. V 1. Onder die deelen van het kind , welke by eene moeilyke geboorte aan het grootfte geweld zyn bloot geftcld, en dus ligtelyk eenige belediging kunnen ondergaan, is gewisfelyk het hoofd als het voornaamfte aan te merken; de wyze Schepper fchikte het faamenftel des hoofds zodanig, dat deszelfs beenderen, by eene geweldige drukking geduurende de geboorte over elkander kunnen fchuiven, en dus zonder benadeeling van het herfengeftel den omtrek van hetzelve merkelyk verminderen, dus neemt het by eene moeilyke geboorte eene fpitfe langwerpige gedaante aan, zoo dra echter is de pasgeboorne niet ter waereld gekoomen, en heeft deleevensadem indeborstgehaalt ,of de gedaante des hoofds hfflrftelt zich allengskens; dit kan men geduurende het wasfehen door een zachte wryviug met de hand te hulp koomen, en'hier door de beenderen des hoofds van elkander affchuiven; men wachte zich echter hier van , dat men door windfelen en banckn aan deeze teedere bewaarplaats der herfenen K 5 cenc Van Dif zorge voorjonge kinderen. zoek vart het hoofd der nieuwgehoornen.  154 Geneeskundige VAN D« ZORGE VOORJONGE KINDEREff, ' Van di misgeboor ten en de ntisflagen die men ten huntien fpzichte begaat. eene tegennatuurlyke, en met het oogmerk des Scheppers geheel ftrydige gedaante geeve, gelyk by fommige volken plaats heeft, die door windfelen en plankjens zelve de hoofden hunner kinderen eene platte,lange, of fpitfe gedaante geeven, zoo als by hen voor de grootfte fchoonheid gereekend word; §- VIL Men vind fomwylen vrouwen, welke kinderen ter waereld brengen, die naauwlyks eene menschlyke gedaante hebben; in die geval moet gewisfelyk de fchrik op alle de aanweezende , maar vooral op de gevoelige kraamvrouw, de verbaazendfle en nadeeligfte uitwerking hebben ; gelukkiglyk zyn deeze wangeboorten zeer zeldzaam *, de inbeelding eener onnozele bygelovige Vroedvrouw, der verfchrikte ouders of omftanders vergroot weldra eene geringe waafchapenheid door de knelling des hoofds by eene moeilyke geboorte veroorzaakt, tot eene monfterachtige gedaante : echter leert ons de ondervinding, dat 'er in de daad fomwyle wanfehapen kinderen gebooren worden, en dit vordert de aandacht der Overheid. Vooreerst is het zeker, dat de berichten en befchryVingen van zodanige misgeboorten, het zy die waar of valsch zyn, by de vreezachtige vrouwen niet anders dan fchrikken en andere kwaade gevolgen kunnert te weege brengen , dit word door eene Veelvuldige ondervinding bevestigd , niemand immers zal een oogenblik in twyffel trekken, dat fchrik op de tcedere kraamvrouw, op de zwangere Zelf eene aller nadeeligften ja dikwerf doodlyken invloed hebben kan: het moet derhalven elk een verboden worden, om van zo*  Staatsregeling. 15$ Zodanige wangeboorten ergens elders , dan by den , geestlyken of beëedigden Geneesheer melding te maa- \ ken ; vooral fnoere men ten deezen opzichte met alle ' nadruk den mond der praatachtige Vroedvrouw* Ten tweeden , en daar het hier voornamelyk op aan komt, is dit: daar men by ondervinding weet dat eenvoudige lieden , zonder de gevolgen van dit hun beftaan in aanmerking te neemen, zich gerechtigd houden , om met zodanige wanfchape echter nog leevende kinderen naar willekeur te handelen, ja zelf die terftond na de geboorte heimelyk in het bedde te fmooren; zoo moet men de Vroedvrouwen aanbeveelen, dat zy de ouders van zoo ongelukkige kinderen, en alle de omftanders waarfchuwen, dat zy met zoo eene onnatuurlyke daad hun geweeten niet bezwaaren moeten , maar afwachten wat hen in dit geval van wegens de Overheid zal bevolen worden; de menschlykheid en Godsdienst verbieden ons, om, even gelyk wy hier voor van de oude Romeinen gemeld hebben, de wanfchapen kinderen terftond na de geboorte te vinden te leggen, of om hals te brengen. Ten derden moet terftond van diergelyke voorvallen by de Overheid kennis gegeeven worden,op dat zodanige misgeboorten door de hier toe gerechtige Geneeskundige naauwkeurig onderzogt, en hier van behoorlyk bericht gegeeven worde ; geen wanftallig kind moest dood zynde begraaven worden, voor dat het aldus geopend, en in allen deele bezichtigd was : ' dit is ter bevordering der Geneeskunde en ten algemeenen nutte zeer dienftig; door zodanig onderzoek kan men beflisfen, of zoo een wanfchapen kind als wettig erfgenaam kan gehouden worden. Uit Van db zorge voos jon' ge kinde*. ren,  156 Geneeskundige Van be zorge voor jon" ge kinderen. Nadeel Van het Onnodig doorfnydm van den tong- Uit deezen hoofde zyn in de landen van Baden de volgende Inrichtingen vastgefteld: Voor eerst heeft de Regeering by een byzonder raadsbefluit van den 21 Augustus 1762. bevolen „dat, „ zoo wanneer eene vrouw van eene wezenlyke mis„ geboorte, bevallen is, deeze terftond aan den door „ de Regeering aangeftelden Vroedmeester getoond, „ en niet eerder begraaven moet worden, voor dat dezel„ ve door den Vroedmeester in tegenwoordigheid der „ naast by zynde Vroedvrouwen bezichtigd en geö,, pend is." Verder wierd den 15. july 1767. den GeneesHeel-en-Vroedkundigen bevolen „ dat zy alle de „ voorkoomende merkwaardige gevallen in hunne konst „ aanteekenen, en met daar by te maaken aanmerkin,, gen by de Geneeskundige Faculteit jaarlyks moesten inleveren;" en eindelyk heeft men den 24. January 1770. aan alle Gerechtshoven en Collegia Medica aangezegd ,, dat zy alle Vroedvrouwen op „het ernftigst vermaanen moeten, om, wanneer „ haar een wanfehapen kind voorkomt, hier van aan „ de Geestlyken en de Overheid dier plaatie kennis „ te geeven, op dat deeze, volgens het hen meede„ gedeeld bevel, hier van terftond aan het Collegium „ Medicum het behoorlyk bericht doen toekoomen." 5. VIII. Het is een vry algemeen vooroordeel, dat men alle kinderen , zullen zy fc eniger tyd leeren fpreeken , van den tongriem moet fnyden , en meenige waanwyze Vroedvrouw meent zich al zeer wel afgefloofd te heb«  Staatsregeling. 157 Van dk zorge voorjonge kinderen. riem der jongge- boomea. hebben, wanneer zy deeze operatie met eene fcherpe nagel of eene fchaar verricht : Op de eerfte wyze geeft zy aanleiding tot verhardingen en verzweeringen in de onder de tong liggende klieren, door de fchaar loopt zy gevaar de kinderen, die geduurende deeze konstbewerking zich niet ftille houden, te kwetfen, de onder de tong gelegen flagaderen te befchadigen, en op deeze wyze eene doodjyke bloedftorting te veroorzaaken , welke zy niet in ftaat zyn tegen te gaan ; de kinderen zuigen op de rug liggende ongemerkt hun eigen bloed in, tot dat zy {terven , of verflikken, door dien zy de al te veel losgemaakte tong al zuigende in de keel haaien. Het doorfnyden van de tongriem is zeer zeldfaam, en alleen in dit geval noodzaakelyk, wanneer het kind van wegens de kortheid des tongriems niet wel zuigen kan, als dan is deeze band fomwylen vast en vlecschachtig, zoo dat het doorfnyden van dezelve zoo wel fmertlyk als gevaarlyk is; het is derhalven noodzaakelyk het verrichten deezer operatie aan alle Vroedvrouwen fcherpelyk te verbieden , en haar aan te zeggen, datzy deeze op het uiterlyk aanzien gantsch niet moeilyke , maar echter door de gevolgen wel eens gevaarlyke, konstbewerking aan de Heelkundigen moeten overlaaten* «. I X. Het is een gevoelen in Duitschland onder het gemeen plaats hebbende, als of het kind, voor dat het 'gedoopt is, de magt des duivels en der toverhexen onderworpen waare, waarvoor het, door by de moeder in het bedde te liggen, beveiligd kan worden. Daar f Bit moet men de Heelmeesteren ovet'. laaten. Van bet dooddrukten der tinderen.  158 Geneeskundig» Van ds zorge voor jonce kindeken. Ca) R-A. Vogel neue Medic. Bibliab. P\ B. 3 St S « (4) Susmilch /. e. iTb. e. 13. ' ' Daar nu de door den arbeid zeer vermoeide moeder zeer ligtelyk van eenen diepen flaap overvallen word, zoo doen zich verfcheide voorbeelden op, dat zy haare kinderen , of door het gewigt haares lighaams, of door het beddedekfel in den flaap verfmoord hebben. Zelf na den doop is een kind van dit gevaar niet ontheven, daar de moeder ofzoogfter, om niet, om hetzelve de borst te geeveu, telkens op te flaan, het kind veel liever by zich onder de deekens neemt. Het aantal der op deeze wyze van jaar tot jaar omgekoomen kinderen was ten allen tyde zeer groot volgens het getuigenis van Sghulz bedraagd het middelgetal derzelver in Zweeden, behalven dat der verborgen gehouden gevallen, (het'welk ongetwyffeld eens zoo groot is, ) een aantal van 650 kinderen f>) : volgens de Londenfche doodenlystcn zyn door de moeders en zoogfters doodgelegen van den jaare 1686. tot 1690 — 514. kinderen, tot 1695-, 436; tot 1700 — 279; tot 1705—375- tot 1710— Q58; tot 1715—215; tot 1720 — 341; tot 17^5 — 391; tot 1730-397; tot 1735-559; tot 1740 — 446; tot 1745—347; tot 1750—193; tot 1755-. 163; tot 1758 — 74(£): 'er is geen twyflêl aan, of 'er gebeuren overal jaarlyks een aantal van zodanige betreurenswaardige ongelukken, offchoon naauwlyks het tiende gedeelte derzelve aan den dag komt; Mau- RI- Aantal deropdre- ze wyze jaarlyks gefmoorde kinderen in "Zinleden en te honden.  Staatsregeling. 159 riciau maakt ook reeds melding van twee zulke droevige gevallen (<»), Deeze misdaadige onachtzaamheid heeft men reeds van oudsher op verfchillende wyzen te keer gegaan : voorlang ftelde de Geestlykheid op deeze misdaad voor ■ de ouders een driedaagfche kerkelyke boete, geduureni de welker eerfte dag niet anders dan brood en water ; genuttigd mogt worden ; het Parlement van Tou\ loufe velde op den 28 February 1566 een zeer geftreng vonnis over eene minne, die uit achtloosheid haaren 1 zuigeling verfmoord had(c), by het Pruisfisch landi recht worden de ouders, wegens het begaan van zoo : een onachtzaamheid, behalven de opgelegde kerkelyke \ boete met eene geftrenge gevangnis geftraft, de voed: fier of minne word in zoo een geval ten eeuwigen dage : gebannen (j) Carpsovius acht het billyk zoda-: j nige perfoonen in hechtenis te ftellen (e); volgens 1 een Keur Paltzifche Ordonnantie van den 6 NovemJ ber 1765. worden de vrouwen tegens het voorgemelde (_a~) mauriceau malad. des" femmes groffes p, 446. ( b ) Cap- Uit. X de bis , qui filios occidunt, muller dise% de poenitent. Eed. Jen. 1678. p. 68. ( e ) Het vonnis was dit: Condamnêe a faire amende bonorable au parquet des Capitouls , premiers juges , & devant la maifan da pere de l'enfant, & etre battue de venges, bannie de la ville de Touloufe pour einq ans, & defenfes a elte faites, de plus prendre aueun enfent a nourrir et la mammelle Ciiarondus liv. 7. reponfe 176. (rf) Lik 6- Tit. ï. Art. 3. 5-8. Item art, 6. $. 3- C. B. F rl es 11 disp. jurid. de dormiente delinquente Regiom. 1707, p. 3. 8. 5- IV, ( e ) PracS, Crimin, au. ij. », 33. MiNOCHrfri. i. s». «. J5Ö- Van d« ] zorge vooRjoy- ge kinderen. Welk» ftraffen , men op bet doodleggen der kinderen gefield beeff.  i6o Geneeskundige Inrichting te Fierer.ce Tan de ZORGE VOORJON*3E KINDEREN. Om dit zoo algemeen en treurig misdryf des te krachtdaadiger tegen te gaan, heeft de Hertoglyke Regeering in Florence een algemeen bevel afgevaardigd, dat op ftraffe van bannisfement nog moeder nog zooglier een kind nevens zich aan de borst in het bed neemen mag, ten zy het in een zoogenaamd Arcucciool huisje ligge, waarin het tegen alle beweegingen der moeder of zoogfter beveiligd is; dit eenvoudig middel is ten deezen opzichte van zoo veel nut, dat Krunitz met recht wenschtc , dat hetzelve in Duitschland algemeen was ingevoerd, ik zal ten meerder nutte eene afbeelding en uitvoerige befchryving van hetzelve uit de Oeconomifclie Encyclopedie overneemen, en hier by voegen. Deeze machine is zeer eenvoudig, cn beftaat in het geheel uit vier plankjens a. b. c. d. en een yzer boogje,gelyk uit de nevens gaande afbeelding blykt. aq.) Is een recht opftaand plankje, van onder 14 duimen breed, halfrond, in het midden 13 duimen hoog, dit is het hoofdeinde. bb. cc. ) Twee meede regt opftaandeplankjes tegen het bovengemelde aangevoegd, 3 voeten 2 duimen lang, aan het hoofdeinde 7, aan de voeten 4J duimen breed. dd.) Een even zoo lang plankje d, d, word by a in het plankje aan het hoofd einde, alwaar het 5* duim breed is, vastgemaakt, en aan het voeten eiü- de bygeloof en vooroordeel gewaarfchuwd, zy, die toonen daar meede befmet te zyn, worden van wegen de Overheid de Communie ontzegd , en de kraamvrouwen moeten hier tegen door de Geestlyken en Vroedvrouwen gevvaarfchuuwd worden.    Staatsregeling. i<5i einde daar het 4 duimen breed is door het yzere boogje ee.) Onderflut, dit boogje word aan beide de zyplankjens (by e,* e*) vastgemaakt ff.) Zyn twee holtens gefchikt om het kind te beter de borst te kunnen geeven. Zoo nu een zuigeling by de moeder ot voedlter in het bedde gelegd word, kan men, door deeze machine daar over heen te zetten, hetzelve tegen alle drukking der moeder of minne, zoo wel als tegen het verfmooren van het kind door middel der bedde dckfels volkomen beveiligen, en daar het ter wederzyden open is, kan het kind aan beide de zyden genaderd worden. Men zorge echter niet alleen ter voorkoming van dit ongeluk, maar men trachte ook die middelen bekend te maaken , welke men ter redding van die kinderen, die nog niet geheel en al plat gedrukt zyn , en dus nog hoop op herftelling geeven , kan aanwenden, door zodanige kinderen aan eene wezenlyke verftikking, en dus al te flerke ophooping van bloed in het hoofd flerven, zoo doet zich eene gegronde hoop op, om even zoo wel als by andere verflikten of geworgden een groot gedeelte daar van te kunnen redden, en het is gewisfelyk eene tweede misdaad de zulke zonder hulp te laaten liggen. De hier voor § 3. wegens de doodgeboorne kinderen aangeprezen handelwyze kan hier ook te pas gebragt worden, echter met dit onderfcheid , dat de aderlaating uit eene andere ader dan die der reeds geflooten navelftreng gefchieden moet; het befprengen van het hoofd met koud water kan van nut zyn; ■ 10 dra het kind zwelgen kan kan een flap aftrekfel II. Deel. D van Van de zorge voor jon ge kinds ren,  162 Geneeskundige Van de zorge voor jon. ge kinderen, N/lderl vitfi het ter kerke dragen door jonge ti «deren. van de artiica of laauw water met oxyme! fqmlfitkum gemengd zeer dienftig zyn: zoo dra het kind meer bekomt, is de moederiyke borst het beste laafmiddel, en men moet zoo dra moogelyk eenen Arts te hulp roepen, wiens kundige byftand de verdere kwaade gevolgen veelligt kan voorkoomen. §• X. Het is op veele plaatfen gebruiklyk, dat jonge kinderen van 6 of 8 Taaren het peter-en meterfchan be¬ kleeden , en dus ook, ter verdubbeling van hunne vreugde desvvegens, het kind ter kerke dragen, om ] gedoopt te worden; ten dien einde word het kleine kmd door middel van een draagband'om de hals en fchouder van het grooter kind vast gemaakt; men heeft verfcheide voorbeelden dat de zuigeling in dit geval door vallen merkclyk benadeeld is; met het grootfte recht moest derhalven dit misbruik afgefchaft, en het ter kerke brengen der kinderen alleen I den vohvasfenen aanbevoolen worden. Nadeel van bet losbranden van Sebietgf weer by de doopsplegHsbeid. S- XI. Het gebruik, om ter eeren van de Ouders of maagfchap van het jonge kind by de doopsplechtigheid Schietgeweer los te branden, is zoo wel uit hoofde van de ongelukken, welke door een onkundige behandeling van zoo gevaarlyke werktuigen ten allen tyde ontftaan kunnen, als van wegen de nadeelige uitwerking welke de fchrik, die dit geweldig geluid op het teeder geftel veroorzaakt, ten gevolge kan hebben, ten hoogften af te keuren, ja zelf op ftrenge ftraffe te verbieden. XII.  Staatsregeling. 163 S- xii. Het hoofd is by den pasgebooren mensch met betrekking tot alle de deelen des lighaams voorliet voor-., naamfte en gewigtigfle deel te houden: en echter is hetzelve van wegen de onvolkomenheid der herfenpan tegen alle uiterlyk geweld zeer weinig beveiligd, elke drukking, elke uitwendige oorzaak, hoe gering die ook fchyne , kan derhalven op hetzelve een allernadeeligften invloed hebben O), men kan zich dus ligtelyk verbeelden, welk eene uitwerking het hebben kan , dat men het hoofd van een zoo even uit de warme baarmoeder hervoortgekoomen wicht, met een goed deel koud water begiet, om het dus te doopen — hoe trekt zich by ons niet alles te faamen , wanneer wy vohvasfene ons naakt in een koud bad begeeVen hoe langfaam gaat dit toe, hoe dikwerf trekkeu wy fidderend den voet te rug, hoe hygen wy en ondervinden zelf ftuipachtige beweegingen eer wy ons aan het koude water gewend hebben; die zich, zonder een Rus te zyn, op een maal naakt en warm zynde in koud water wilde dompelen, liep gevaar om eene onvoorziene dood te fterven (£); en echter gebruikt men met de teedere wichten fomwylen geen meerder voorzorgen; Tavernier bericht ons, dat de Armeniërs de gewoonte hebben, om voornaamelyk op Kers-dag hunne kinderen door eene driemaal her- ra) Pet. Gerieke Dij}, de Regimine Capitisprfcipuequoad talorem & frigus Helmfl. I74r(6) HüxHAM effay on fevers Cap. li L a Van b* zorge voor jonge kinderen. Gevoeligheidvan des kinds hoofd. Uitwerking van het koude water op bet zelve.  \ 164 Genees kundigs Van de zorge voorjon. ge kinderen. ' Gevaar va» bet doopt n tnet tto-jd •metier. Algemeene uitwerkingder koude herhaalde indompeling in koud water tc doopen ik heb in de hevigfte winterkoude met eene ruime maate byna bevrooren water op des kinds hoofd Uit te ftorten den doop zien toedienen, en by de landlieden geeft men daar geheel geen acht op, ja zeifin de fteden, ten zy de teederheid by voornaame lieden hier voor zorgt, word dit in den wind geflagen. De kinderen geeven doorgaans door eene fchiclyke fchreeuw getuignis van de onaangenaame aandoening, die zy gewaar worden; die ongelukkige kunnen zich door geen ander middel doen verftaan; Mauriceau,(i) Brouset(c) Sylvius, Aniiou.n(^) maaken melding van kinderen , welke uit deeze oorzaak geftorven zyn , kunnen zodanige waarnemingen geen zorge doen dragen, dat het water, waar van men zich tot den doop bediend, een weinig laauw gemaakt worde, en dit niet alleen geduurende de winterkoude, gelyk dit op fommige plaatfen gefchied , maar zelf des zomers, daar in fommige kerken het water door het ftaan in de fteenen doop* vonte een koude heeft aangenoomen, die meer dan genoegfaam is, om op het gevoelige hoofd der teedere wichten eenen nadeeligen invloed te hebben, en het kind aan den doopvonte zyn graf kan doen vinden. Ze via ni heeft aangemerkt, dat de meeste kinderen door de gevolgen der eerfte koude, vooral wanneer zy by koud weeder terftond na de geboorte ten doop (et~) Voyages en Perfe t. i,Veb, IL p. 408. ( è) Obf. 422. ( e~) De l'Edueation medicinale des Enfans eb- i d ) Wsctll. Nat. Cutits, Am. /, de eur. III. Obf. S4,  Staatsregeling loop gedragen worden, om hals komen, en dit meent ïy is de reeden, waarom geduurende de winter bykans le helft meer pasgebooren kinderen om het leeven konen, dan des zomers O), uit deezen hoofde raad deeté geleerde de kinderen by koud weeder niet ter kerce te dragen om gedoopt te worden ; ik verheugde ny zeer in den jaare 1774. deezen raad door een Itaiaansch Geneesheer en dus in een zoo veel warmer uchtftreek gegeeven te zien, daar ik reeds in den aare 1768. de zaak voor zoo gewigtig gehouden lad, dat ik die reeds toen voorgenomen had dit irtikel afzondeilyk te behandelen, het waare, nameyk in onze koude luchtftreek, vooral by guurweeder seer te wenfchen , dat men de pasgeboorne kinderen tan het huis der kraamvrouw doopte (£) en de overige kerkelyke plegtigheden tot gematigder wecder, af tot den kerkgang der moeder, wanneer het kind Jënigermaate aan de lucht gewend is, uitftelde ——hoe ireet moeite kost het niet, zelf in eene wel gewarmde camer, cn van genoegfaam dekfel voorzien , het teeier wichtje in eene behoorlyke warmte te houden , 10e dikwerf vind men het in weerwil van alle deeze voorzorgen met yskoude voeten , en hier aan heeft men die zoo dikwerf plaats hebbende buikpynen toe te fchryven; en hoe zal men dan by eene geftrenge coude een kind over de ftraat naar eene dikwerf ver af- ( a ~) Helle numerofe tnorti dei bambini diff. academ. del Sign. D. G. Ver.ar.do Zeviani aleto fila i. G. Simone diff. \urid. de juribus obfletr. Jen, 1740. (i) Dit hefabe ik uit de nieuwspapieren vernomen datreeds in 1771. in Deenemarken aan de Ouders is toegelaaten, L 3 Van ds zorge voorjovge kinderen. Op jonggf boorne kinderen.  i66 Geneeskundige Van de zorge voorjonge kinderen. XT0WZ0\ gen hier tegen. (a) History of cold bathiug p. i p. 173 [b) De Bducatioue HLrorum mtdièa GffW. i763- 5 f afgelegen kerk dragen, en zich daarin met het zelve eenen geruimen tyd ophouden, zonder gevaarte loopen , dat door deeze verkouding van het geheele lig- ! haam , vooral do©r de inademing der koude lucht , het geheele gevoelige zeruiwgeftel en de nog zoo teedere longen door de nadeeligfte toevallen worden aan- getast -de Engelfche Geneesheer Floyer was van gevoelen, dat men alle de kiuderen terftond na ^ de geboorte geheel en al in koud water moet dompelen, hier door, dacht hy, dat men niet flechts alle ontfteeking-ziektens , die zich kort na de geboorte voordoen, maar vooral de zoo rampzalige engelfche ziekte zoude voorkoomen, deeze, zegt hy, begon in Engeland zich eerst in den Jaare 1600. te vertoonen, toen men het oude gebruik van indompeling der kinderen in koud water begon na te laaten O): deeze lofreeden van het koude bad zal elk Geneeskundige toeftemmen, dat al te vergetrokken is, offchoon het dagelyks gebruik van hetzelve by kinderen van eenen meergevorderden ouderdom van het grootfte nut zyn kan O). Ten platten lande, alwaar dikwyls verfcheide dorpen tot één kerfpel behooren, en men met het kind verfcheide uuren gaan moet , eer men de kerk bereikt, word het tecder wicht hier door des te meer benadeeld, hier van hebbe ik meermaalcn de hartroerenfte voorbeelden gezien. Het beste, het eenige middel, om hier in te voor" zien, is, dat, vooral geduurende het koude jaargetyd de  Staatsregeling. ïfy ( « ) Philofopb. Medic. end Experiment, esfais by t li. p £ R c lyAL- p. 340. L 4 de Geestlyke verpligt zoude zyn by den docpcling, he kind geenfints by hem te koomen , een kranke begeert het nachtmaal te genieten, dit word tot hem gedragen en hem liefdenryk toegediend, en kan men dan niet een zwak teeder gevoelig kind uit hetzelfde oogpunct als volwasfene kranken befchouwen , en Voor hetzelve dezelfde maatregelen beraamen, ik begryp zeer wel, dat dit een Geestlyke in een wyd uitgeftrekt kerfpel by zoo veele geduurende den winter gebooren kinderen zeer veel werks zal verfchaffen: maar hoe kan men aan de andere zyde onverfchillig aanzien, dat het leven van zoo veele kinderen hier door aan zoo een oogfchynlyk gevaar word blootge- fteid in Engeland word het doopen ten platten lande dikwerfs zeer lang, en wanneer de kerk ver af gelegen is , drie, vyf, zes maanden , ja fomwyJen jaaren lang uitgefteld; dit is meede een der reedenen der onvolkomenheid van de Iysten der geboornen (« ); dit nitflel zal men in de Proteftantfche landen by een ongunftig jaarfaifoen doorgaans aantreffen, maar daar de Roomfche Godsdienst heerscht zal men uit Godsdieuftige beweegreedenen den doop niet ligt lang verfchuiven. S. xiii. De Geneeskundigen hebben zich reeds veehnaalen alle moeite gegeeven, om aan te toonen, dat het fterk zwachtelen der teedere kinderen voor hunne gezondheid en toekomenden wasdom ten hoogden nadeelig is; Nadeel van bet fierk zwachtelen tier iindereta op buts Van db ZCRGE f OOR JON3E kinderen, i '  Van de zorge voor jon. ge kinde. ren. lighaams gejlel. '16? Geneeskundige is; zy hebben aangetoond, dat deeze onverftandigegewoonte ftrydig met de natuur is, en in die landen, alwaar men de welgemaaktfte menfchen aantreft, niet gevonden word; men heeft ontegenzeggelyk beweezen , dat het fterk zwachtelen de kinderen aan beroerten doet fterven, de fpysverteering belet , cn eene geftaadige drukking op de uitwendige vaaten veroorzaakende, de vochten met geweld naar de inwendige deelen dryft, waar door meenigmaal verftoppiugen in deeze ingewanden ontftaan moeten: dat de leedemaaten zelf, welke men door zoo eere omzwachteling regt meende te houden, dikwerf hier door een wan* ftaltige kromming aanneemen , en veele mismaakten hier aan hun gebrek te wyten hebben , dit alles is ontallyke maaien gezegd en herhaald zonder dat dit misbruik hier door verminderd is. Ik waage het de hulp der Overheid in 'e roepen tegen een misbruik, het welk op het lighaamsgeftel on» zcr kinderen eenen zoo onmiddelyken invloed heeft. De reedenen waarom het zwachtelen in weerwil van al het voorgemelde in zwang blyft, is dat de kinderen in zoo eene omkleeding te warmer blyven en gemaklyker aangevat en behandeld kunnen worden , dan wanneer zy ongezwagteld zyn; hier in heeft rnen nier geheel en al ongelyk, en zoo dit alleen het oogmerk waare , kon het zwachtelen op eene voor het kind gemaklyker cn OHfcbaadelyker wyze gefchieden, cn het waare als dan de moeite niet waard deswegens met de bakers in gefchil te koomen; maar dit zwachtelen gefchied ruim zoo veel, om de zuigling de van oudsher gebruiklyke pyramidaalè geftalte te geeven, en de leden in eene regt uitgeftrekte houding te knellen. Daar  Staatsregeling. IfJQ Daar nu de Overheid zich hier meede niet in zoo Verre kan bemoeien, om in elke huishouding na te gaan, of de jonge kinderen ook te fterk, of op eene onbehooriyke wyze gezwachteld worden, zal het genoeg zyn, dat zy gelaste, dat het jonge paar by het onderricht wegens de pligten der gehuuwden, waar Van in het voorig deel gefproken is, dit op het ernftigst onder het oog gebracht worde, en de Vroedvrouwen gelast worden, om by alle vrouwen, die zich aan haare hulp toevertrouwen, ten fterkfte voorteftellen, welke allerfchaadelykfte gevolgen men van het fterk zwachtelen der kinderen te wachten heeft. §. XIV. ' De wieg is voor het pasgebooren wicht de bekwaamfte flaapfteede, en de beweeging dcrzelve, zoo lang die maatig lis, -en niet, terftond na dat hei kind de maag met melk gevuld heeft, met zoo ec;e hevigheid gefchied, als of men boter wilde maaien, deeze beweeging is voor het kind zeer gezond^«) het is echter ook aan de andere zyde ontegenzeggeiyk, dat onverftandige moeders en voedlters dikwyls in deezen misflag vervallen, dat zy een kind, zonder dat het flaaperig is, door eene geweldige beweeging der wiege tot flaapen dwingen, en dit is voor des kinds gezondheid allernadeeligst; maar voor dit alles kan de Overheid geen zorge dragen, zy kan alleenlyk trachten te verhinderen, dat ouders of voedfters, het langduurig en dikwyls onnodig wiegen moede, dit werk over- (a)ZACii. Platner de fommo infanliim ex agitathne & matu cunajrum. L5 Van de zorge voorjonoe kinderen. Van het gevaarlyk wiegen der kindss ren.  i?o Geneeskundige Van be zorge voor jonge kindeken. De ouders moeren hunne kleine kinderen niet zonder toezicht te huis laaten. ( a ) n E H R Dijen, quare ptures moriun'ur infantes & eorum , quï eidoleseunt, quare plures funt morbofil Pragce 1778, p. 79, overlaaten aan kinderen van drie of vier jaaren oud ; deeze doch worden ook wel dra ongeduldig, vooral wanneer het jonge kind niet flaapen wil, en haar dus van haaren fpeeltyd beroofd ; naauwlyks zien deeze kleinen zich alleen , of zy wiegen te harder naar maate zy knorriger en ongeduldiger worden, en dit heeft dikwerf ten gevolge, dat zy het onnozel wicht mishandelen , of met wieg en al het onderfte boven Horten, waardoor het gezond lighaamsgeftel voor altoos kan benadeeld worden, of het kind zelf, zoo het niet fpoedig te hulp word gekoomen, onder de omgeflorte wieg kan fmooren O): het is dus nodig, dat men de ouders en voedfters verbied, het wiegen van den zuigeling aan kleine kinderen toe te vertrouwen, en hen wegens de hier uit ontftaane ongelukken aanfpraaklyk maakt, die men ook ter waarfchuwing in de nieuwspapieren moet openbaar maaken. I $ï X V. Dus is het meede gelegen met die gewoonte ten platten lande, dat de boerinnen, wanneer zy op het' veld aan den arbeid moeten, haare nog zeer jonge kin-' deren, na die te vooren nog eens de borst gegeeven' te hebben, zonder eenig toezicht alleen in huis fluiten, dezelve in de wieg nederleggcnde , of wel op den grond laatende rondkruipen, cn na dezelve niet eerder weder omzien , voor dat zy des middags of zelfs wel des avonds wederom naar huis keeren; — dee-  Staatsregeling. 171 deeze rampzalige fchreeuwen zich byna te bersten, om nu niet van de aandoeningen van angst en gramfchap, waar aan één en twee jaarige kinderen meede onderhevig zvn, te fpreeken, zoo is dit ontwyffel- Va.n dï zorge voorjon- Gt: KINDEREN. baar zeker, dat hier door veelvuldige breuken ontftaan kunnen; zoo een kind lyd honger en dorst, vergaat in zyn vuil, eer het eenig voedfel of hulp erlangt; aan deeze ongemakken zyn ook die kinderen bloot gefield, welke door hunne weeldige en zorglooze moeders ter voeding op het land befteld zyn: hier by komt dat deeze ontaarte vrouwsperfoonen haare wooningen of wel deegelyk fluiten, en dus haare nabuuren beletten het om hulp fchreyend wicht eenigen byftand te kunnen bieden, of haare deuren zorgeloos open laaten, en dus haare weerlooze zuigelingen aan hun noodlot overgeeven; de ondervinding heeft meermaalen doen zien dat deeze zwakke ellendigen door zwynen, honden of katten Verfloöden of deerlyk gewond zyn, zoo als in verfcheide week en maandfchnften deeze gevallen meer dan te veel gevonden worden — kinderen van eenen eenigfints meergevorderden ouderdom, die wel alleen rond kunnen toopen, maar echter voor hunne veiligheid niet kunnen zorgen, zyn door zoo een achteloos gedrag der ouderen aan de jammerlykfte toevallen door vallen, ftooten, door het vuur of water onderhevig. Hier voor moet zorge worden gedragen ; het is waar den landbouw, vooral den oogst, vereifchen in dat jaarfaifoen alle de werkfaame handen, zoo dat 1 men in fommige dorpen geen tien boeren huizen zal aantreffen , die door volwasfene bewoond worden , als dan zal men meest alle deuren geflooten vinden, en in veele een jammerlyk verltaaten wicht, uuren lang  Van de Zorge voor jonge kinderen 172 Geneeskundige lang uit alle magt hooren fchreeuwen — de nog kleine kinderen met zich in het veld te neemen, is noch moogelyk, noch raadfaam; de met werk overlaaden ouders kunnen aldaar op dezelve geene behoorlyke acht geeven: zoo het kind nog niet gaan kan, zal het nederliggen op de koude aarde voor hetzelve zeer nadeelig zyn, of, wanneer 'er geen fchaduw te vinden is, kan men het teeder wicht voor de brandende hitte der zonneftraalen niet beveiligen. In de aangenaame en warme luchtftreek der Stad Hieres in Provence dragen de moeders haare zuigelingen in de wieg op het hoofd meede, en brengen die s'avonds op die wyze wederom in de Stad ; zy hebben op hunne akkers kleine fteenen gebouwen, waarin zy geduurende het middag uur uitrusten, en voor hitte en regen beveiligd zyn: is het kind reeds zoo oud, dat het alleen loopen en fpeelen kan, zoo kan eene na by gelegen put, een voor by vlietende beek, eene fteilte oorzaak geeven tot de droevigfte ongevallen, en het verlies van zeer veele kinderen des nuttigen en arbeidfaamen lanimans; maar welk middel zal men in het werk ftellen, om beide deeze eindens te bereiken, beide deeze dikwerf tegenftrydige pligten te vervullen, om den tot s'leevens onderhoud noodzaakelyken arbeid te behartigen , en tevens de weerlooze zuigeling voor alle ongevallen te beveiligen? Ik geloove dat men hier tegen de volgende maatres gelen zal moeten neemen, offchoon ook deeze niet van alle zwarigheden ontbloot zyn. Foor eerst. Geene zoogende moeder zal in het eerste jaar haar kind op eenen grooteren afrtand moogeu verlaaten, dan dat zy in ftaat is hetzelve in htt eer-  Staatsregeling. 173 eerfte vierendeel jaars elke twee uuren, in het tweede elke drie uuren, in bet derde en vierde ten minfte drie maaien daags, zonder zich te zeer !e verhitten, de borst te geeven, en in deszelfs verdere noodwendigheden te voorzien. Ten tweeden. Het zy dat een kind door zyne moeder gezoogd worde of niet; zoo mag zoo een kind echter niet zonder opzicht eener volwasfene perfoon alleen gelaaten worden ; twee of drie huisgezinnen , naar maate van het aantal der zich daar in bevindende jonge kinderen ; kunnen hier in eene fchikking maaken, zoo dat de moeders beurtelings deeze kinderen oppasfen, of met haar alle eene hier toe ge- ' fchikte perfoon aanftellen, dewelke op haar gegeeven woord tot de zorge voor deeze kinderen even zeer moet verbonden zyn, als of het haar eigen kinderen waaren ; zoo echter, dat de ouders voor de veiligheid hunner kinderen, aanfpraaklyk zyn, en dat vooral de moeders dezelve niet zonder noodzaakiykheid moogen verlaaten ter volvoering van zulke zaaken , welke voor de moederlyke pligten verre moeten onderdoen. Ten derden. De vuilnisbakken en mestputten behooren, zelf uit hoofde der algemeene gezondheid , niet na by de wooningen of vengfters te zyn; maar dit is tevens ook noodzaakelyk, om het gevaar voor I de kinderen uit den weg te ruimen ; de Overheid moet derhalven met alleen ernst hier op bedacht zyn: even 1 o-elyke voorzorgen verdienen ten opzichte der wel- I putten , regenbakken , kelderdeuren , trapluiken , vuuifteeden en diergelyke plaatfen , welke tot de rampzaligfte ongelukken aanleiding kunnen geeven, I in acht genomen te worden : hierom beveelen de bron- Van bS ZORGE VoORJONGE KINDEREN*  174 Geneeskundigs Van de zorge voorjon«e kinderen. Schudt exercit. 19. §. 27. (b) Gloff ad art. 3S. /;'/. c. Landrecht lib. 2. Cc ) i. 28. pr. ff. ad L' Aquil (d~) L. I. 5. ;• ff. de bis , qui effud1 vel. dejecer. t. 2. J. 2.£. de lig- rbod. (e ) L. 3. ff Si quadrup. pauper, feciffe dicatur. (ƒ) I. B. Friesen Diff. Jurid. de Jure fontium Jen. 1711. §. XXV. X.XVI. bron wetten in het algemeen , dat de putten behoorlyk gedekt en verzorgd moeten zyn : Het Duitiche recht zegt „ die welputten of kuilen graaft, (ge„ volgelyk ook die diepe gooten, die by de boeren» „ wooningen ter afleiding van het vuil water gemaakt „ worden) zal de kanten daar van ophoogen tot bo„ ven de hoogte van een mans knie, zoo hy ditverzuimd, zal hy voor de daar door veroorzaakte „ fchaade aanfpreeklyk zyn O)*" Het Saxisch recht drukt zich deswegens noch duidelyker uit ,, dewa„ terputten moet men een knie hoog boven de grond „ omheinen , anders komt de hier door veroorzaakte „ fchaade voor reekening van hem, van wien de uit* „ watering komt; waardoor verftaan moet worden , „ zoo iemands vee of ook een mensch in zoo eene „ onverzorgde put viel en daar in om het leeven ,, kwam(£)" uit deezen hooide beweerde Friesen, dat elk eigenaar eener bron, waar in een mensch gevallen en verdronken is, gehouden is de fchaade tebocten(c), en daarvolgenshetRomeinfche recht het leven van een vry mensch niet gefchat kan worden (dj, zoo moet men zodanig eene fchaade - vergoeding volgens eene andere wet (e) bepaalen(/> §. XVI.  Staatsïegehhs. ijs §. XVI. De meeste dieren kunnen terftond, of ten minfte Zeer kort na de geboorte zich van de eene plaats naar de andere begeeven ; de mensch alleen heeft doorgaans meer dan een jaar nodig, eer de zwakke voeten het Qingrend lighaam kunnen torsfen ; en veele jaaren worden 'er vc-reischt, eer hy met zekerheid in eene opgeregte houding van zyne voeten gebruik kan maaken; in den ftaat der natuur, alwaar de mensch by zyne geboorte' reeds fterker is, en de kinderen, zonder, gelyk by ons, gekluisterd te worden , in het gras rondkruipen, tot dat zy het gaan van zelf leeren, in deezen ftaat word hier toe geenen zoo langen tyd vereischt, der menfchen beenderen en fpieren verkrygen door eene vrye beweeging des te eerder eenige vastigheid: van Weert zag in de ftraat van Maggelaan een kind , het welk niet ouder dan 6 maanden zyn konde , het welk reeds veele tanden had en alleen liep(ö) : dit ziet men ook dat by de Maleyers by kinderen van die ouderdom plaats heeft: by ons gaat het geheel anders, wy berooven onze kinderen , zoo dra zy gebooren zyn, van haare vryheid '? wy beletten met de uiterfte zorgvuldigheid alle beweeging der fpieren, en zoo dra zy drie vierendeelen jaars oud zyn, komt het ons eensklaps in het hoofd, om hen op hunne voeten te zetten, even gelyk een wondheeler met zyne lyders handelt, welke hy na eene beenbreuk zes weeken lang in het bedde gehouden heeft. Het Qa) Aigem, Bhtwie der Reizen 12, ff, Van de ZORGE VOORJON3E KINDEREN. Van bet te vrteg leeren gaan der kinderen*  Geneeskundige Van de 20rg'voorjon.ö-kinoeÉ.en Van de 'Leibanden. 'Van de (oo'wageus. Het is zeer lastig de kleine kinderen te leeren loo pen , en om niet genoodzaakt te zyn dezelve in eene gekromde houding achter na te gaan, bediend men zich van leybanden, welke om de borst en over de fchouders van het kind gaan, en aan de einden vast gehouden worden, een kind, dat nog niet op zyne. venten ftaan kan, en dus methetbovenfte deel des lighaams altoos voor over helt, ligt als zweevend met zyuè geheele zwaarte op het voorfte gedeelte van de li - ' od en dus word het zoo buigzaam borstbeen en de kraakbeeninge einden der ribben door zoo eene geduurig herhaalde en aanhoudende drukking meer en meer ingedrukt, de holligheid der borst zeer verminderd, en den gelykmatigen groei van dit zoo gewigtig deel belet , dus geeft men oorzaak tot de jammerlykfte borstkwaaien , die den ellendeling een kwynend leeven doen leiden en door eene vroegtydige dood in het graf ftorten ; deeze fchnadelyke werktuigen moeten dus met het grootfte recht verbannen worden. Nog een ander middel, waar van de moeders zich bedienen, om het genoegen te hebben van haare kinderen vroeger te zien loopen, of ook wel om die van den hals te fchuiven is, dat zy dezelve uuren lang in zoo genaamde loopwagens laaten rond dwaalen, het fiiaakfel deezer werktuigen is elk een bekend, de herhaalde ftooten , welke zich de kinderen daar door aan de borst geeven, wanneer zy tegen den wand fluiten, ja zelf de drukking van het voorfte deel der borst tegen den rand des loopwagens kunnen niet dan een allcrnadeeligfte uitwerking op het raaakfel der beend -ren , de holligheid der borst uitmaakende, hebben: wanneer,daal en boven deeze nog zwakke kinderen langen tyd in eene opgeregte geftalte in zoda- ni«  Staatsregeling. 177 nige loopwagens ftaan moeten, zoo buigen zich de no2 bvna kraakbeeniee fcheen- en kuitbeenderen meer en meer tot dat zy zoo krom als een fikkei zyn , hier door word de goede lighaamsgeftalte van de zodanige merkelyk benadeeld ; waarom zouden wy dan deeze fchaadelvkc werktuigen met geheel en al uit de huishoudingen verbannen, en de ouders doen waar¬ fchuwen , dat zy zulke middelen niet m het went moeten ftellen. maar veel liever zich de moeite gee¬ ven om voor een korten tyd het kind onder beide de armen te onderfteunen, en dus te leeren gaan, aan zich ten deezen einde van de fchaadelyke leybanden en loopwagens te bedienen. §. XVII. Ten einde by de opvoeding der jonge kinderen de onkosten zoo veel moogelyk te befpaaren, bediend de trn-rl.Mrmntiffe buraer en den landman zich van zyn eigen zes of acht jaarige kinderen, of huurd voor een gering loon meisjens van dien ouderdom, door welke hy zyne hulplooze en tot eene vrywillige beweeging nog onbekwaame kinderen laat ronJfleepen 5 in die huisgezinnen , alwaar men veel om banden heeft zoekt men deeze kinderen zoo veel moogelyk is van den bals te fchuiven, en men geeft die geduurende den gantfchen dag over aan het opzicht van deeze jonge dienstmaagden , deeze haare zucht tot fpeelen, die in geenendeele by haar is uitgeblust, zoo veel moogelyk trachtende in te volgen, Üaat zeer weinig acht op het hulploos wichtje, het welk het eenig voorwerp haarer zorg moest zyn. II. Deel. M Dee- VAN D8 ZORGE VOORJONGE KINDEREN. Van hei nadeel van zwakke en al ti jonge kinder meitiens.  178 Geneeskundige Van de zorge voor jon" ge kinderen. Deeze zaak is van geen gering belang, men geeve in de meeste plaatfen flechts acht op de mismaakte en gebrekkige , en men zal by naauwkeurig onderzoek bevinden , dat ten minfte het derde deel derzelve in den burgerftand, ( voornaame lieden weeten hunne kinderen op eene andere wyze te verwaarloozen en met meer kunst te mismaaken,) door de zorgloosheid en het onverftand der te jonge kindermeisjens tot dien ongel ukkigen ftaat gebragt zyn : Hoe zal een 6 of 7 jaarig kind, een kinder meisje van 8 of 9 jaaren, zoo een op den arm doorgaans onrustig, en daar by niet ligt fchcpfeltje , als een kind van een of anderhalf jaar is, dagen lang op den arm rond dragen, zonder gevaar te loopen, dat het door fchielyk om te draayen het evenwigt verliest of een lid verrekt ? zelf nog niet vast ter been , vallen zy op eenen effen grond met het kind ligtelyk ter neder, elk een zal zich diergelyke voor het wichtje vaak noodlottige gevallen ligtelyk kunnen te binnen brengen. Maar deeze gewoonte word nog fchaadelyker wanneer wy in aanmerking neemen, dat een kind, het welk op den arm gedragen word, met zyne geheele zwaarte rust óp den voorarm van haar, die hetzelve draagt, ten zy het meede op derzelver borst fteunt, wanneer de fpieren der borst en van den arm den arbeid met elkander deelen ; men zie Hechts hoe zeer de ruggraat van een nog zwak meisje, het welk men met een te zwaar kind overiaaden heeft, zich achter waards krommen moet, om het evenwigt te vinden , en de fpieren van den arm een vast ftcunpunct op de eene zyde der borst te verfebaffen , hier by bedenke men, dat de meeste deezer jonge kindermeisjens de haaf  Staatsregeling. 179 haar toevertroude kinderen flegcs op éénen arm dragen kunnen, en men zal wel haast overtuigd zyn, dat hier uit een allerwezenlykst nadeel ontftaan moet, en voor de draagfter, die hier door krom moet worden , en vóór het kind zelf, het welk geftadig op ééne zyde gedragen wordende hier na fcheef zal groeven ; de eene zyde der borstholte zal ingedrukt, de andere uitgezet worden, en men kan zeker befluiten, dat, hoe meer men het kind draagt, hoe minder men het op den grond laat omkruipen, het des te eerder een hoogen fchouder en gebogen ruggegraat zal krygen: maar nog nadeeliger is het gevolg, wanneer het kind van het vrouwlyk geflacht is; het zwakke kinder meisje zoekt haaren last hier door te verligten, dat zy den arm om des kinds heup legt, en hier door den anderen arm te hulp komt, maar op deeze wyze worden de beenderen van het bekken in eene geftadige knelling gehouden, en haar noodzaakelyke uitzetting verhinderd ; het bekken behoud in eenen tyd, dat denzelve 't zich merkelyk verwydcn moest, haare grootte of word zeer mismaakt; naderhand verkrygen de beenderen te veel vastheid, om zich nog uit te zetten, cn dit geeft oorzaak tot zoo veele moeilyke ja onmoogelyke verlosfingen,die moeder en kind het leven kosten,en die veelmaalen uit deeze oorzaak, geenfmts altoos uit de Engelfche ziekte, ontftaan. Men zoude dus zeer billyk door eene wet kunnen verbieden meisjens beneeden de 10 of 11 jaaren tot kindermeisjens tehuuren, en die ouders, welke hunne kinderen door hunne andere kinderen beneeden dien ouderdom geduurig laaten dragen, moeten wegens de daar uit voortspruitende ongelukken geftraft M a wor- Van t>s zorge voor jonge kinderen.  i8o Geneeskundige Van de Zorge Voorjon- ge kinderen. De kindermeidenmoe ten geboudvn zyn de ongevallende kinderen overgekomenin tyds bekend te maaken. Daar het meermaalen gebeurd, dat de kindermci»' den, zy zelf,die eenen behoorlyken ouderdom bereikt hebben, door verzuim of nalaatigheid tot de ongelukken der haar toevertrouwde kinderen aanleiding geeven , zander dit te willen bekennen, en hierdoor meermaalen oorzaaken zyn, dat een gering ongeluk, het welk, was de oorzaak flechts bekend, met weinig moeite geholpen zoude zyn, tot een gevaarlyke, ja doodelyke kwaal word, zoo zoude het zeer billyk zyn de volgende maatregelen hier tegen te beraamen. De kindermeiden moeten gehouden zyn op zwaare ftraffe elk ongeluk aan de haar toevertrouwde kinderen , uit welk eene oorzaak ook, overkomen terftond en zonder verzuim aan de ouders of nabeftaanden te ontdekken , en de overige dienstbooden , ja de nabuuren zelf, tot wier kennis hetzelve gekomen is, op zwaare ftraffe gehouden zyn de ouders hiervan kennisfe te geeven, op dat men terftond de nodige hulpe zoude kunnen in het weik ftellen; daar nu de vcrheeling deezer ongevallen doorgaans ontftaat uit eene vreeze voor worden, als lieden, die hunne pligten jegens hunne kinderen verzuimd hebben, dit kon echter eenige uitzondering lyden in die arme huisgezinnen , alwaar man en vrouw genoeg te doen hebben , om de hunnen het nodig onderhoud te verfchaffen, by deeze doch moeten de meisjens, zoo dra zy maar eenigfints jaaren van onderfcheid bereikt hebben, zoo wel voor de oppasfing haarer jonger broeders en zusters, als voor de overige huishouding geduurende, de afvveezigheid der ouderen zorgen. §. X V I 11.  roor mishandeling, zoo moet men de ouders verhielen eene dienstmaagd in zoo een geval met eene al te iroote geftrengheid te behandelen, en haar niet voor iet eindigen van haar vierendeel jaars uit den dienst te mogen zetten. $. XIX. Een geestig Schryver zegt „ ik ben van gevoelen, „ dat men eene wet moest vastftéilen, waar by ver „ boden word, met zwakker kinderen in de opvoe„ ding eene meerdere omzichtigheid te gebruiken ; is „ eene fpoedige dood niet verre boven eene eeuwig„ duurende gevangenis te verkiezen Q «)?" deeze redekaveling kan fchertzende doorgaan , maar ik hebbe zwakke kinderen, welke men door eene min omzichtige opvoeding om hals zoude gebragt hebben, door eene gepaste voorzichtigheid zeer wel te regt zien komen , en dan kan men van langfaamer hand deeze zwakke fchepfeltjens aan eene minder teedere levenswyze gewennen : hoe zeer dit waar zy, zoo blyft het echter aan de andere zyde ontegenfpreeklyk, dat men eene al te teedere opvoeding als de grootfte vyand der toekomende Welvaard der maatfchappy befchouwen moet; onder die kinderen , welke met de grootfte zorgvuldigheid voor alles, wat hen fchaaden kan, befchut worden , zullen de meeste fterven, terwyl de ruuwe boerenknaap alle die nadeelige oorzaaken , die den weeken ftedeling wegfleepen , zonder hinder doop ftaat; Locke wil, dat men het geheele lighaam, gelvk hy zegt, tot aar gezicht maaken zoude en elk dee (a~) Ueber die Ebe s. 229. M 3 Van b« zorge voorjonge kinderen. Van de ruwe opvoedingder kinderen.  i8a Geneeskundige Van dk ZORGE VOORJONGE KI .ppen, en het bloed in eene gisting brengen, welke het herfengeftel der maate aangrypt, dat de kinderen in eenen doodlyken flaap vervallen, N 4 a» \ Men moet die middelen , welke by bet gemeen tegen de ziekten der kinderen in gebruik zyn , doen onderzoeken. Vand* ZORGE VOORJONGE KINDEREN.  soo Geneeskundige Van de zorge Voor jon. pÊKINDER£N. («) Van S w i eten Comm. Toni. IV. §. 1352, (*) De Aanmerkingen door onzen geleerden Schryver in dit Hoofddoel meedegedeeld, en ftrekkende , om het hulp r loos wichtje door de nodige voorzorgen te beveiligen voor de gevolgen eener nadeelige of onachtzaame opvoeding, welke deszelfs broosch beflaan eenen fpoed^gen ondergang of hun gezond lighaamsgeftel een allerwezenlykst nadeel kunnen veroorzaiken, deeze aanmerkingen zyn voor het meerderdeel op de behandeling van onze Nederlandfche jeugd toepaslyk; het zy my echter geoorlofd eenige aanteekenmgen wegens het voornaame in dit hoofddeel vervat in die orde zoo als de zaaken in het ze've gerangfehikt zyn, te Iaiten volgen. Na eene langwylige en moeilyke geboorte koomen dikwerf de teed re wic'.:tcn of ten cenenmaale krachteloos en flaauw, of met opgezwo'len en door eene aanhoudende persfing opgevulde bloedvaaten ter waereld; de middelen in beide deeze gevallen doof de Heer FRANK aan ge ra den zal elk ervaaren Genees-cn Vroedkundige ten vollen goedkeuren; vooral h:t voorzichtig inblaazen der lucht,door, na des kinds niond behqorlyk van lijm gcE-iiyerd te hebben, de mond op des I aan eene beroerte fterven, of zoo zy het leven 'er afbrengen voor altoos dom en verftandeloos blyven. («) Het verkoopen der flaapmiddelen moet derhalven even als van de weezenlyke vergiften aan de Drogisten en Apotbekars op het ernftigst verboden worden 5 men moest in de Almanakken den gemeenen man en de landlieden van de nadeelige gevolgen deezer geneesmiddelen op eene duidlyke wyze onderrichten , en , daar de Regeering onmoogelyk het onverfchillig kan aanzien , dat de kinderen door hunne naastbeftaanden vergiftigd worden, moet men eene belooning toezeggen aan hem, die aantooncn kan, dat zodaanige fchadelyke middelen zonder voorfchrift vau een Geneesheer aan kinderen zyn toegediend (*>  Staatsb.egei.in g. 201 des kinds mond te leggen en dus beurtelings zachtjens in desaelvs longen te ademen; aan dit voortreflyk middel betuigde de Celeerde van Doeveren in zyne Academifche lesfen de redding van een groot aantal voor dood gehouden kinderen verfehuldigd te zyn; het fehuyeren met een borstel onder de voetzooien herilek meenigmaal fchynbaar doodgeboornen kinderen. • Het middel in het tweede geval aangeraaden , om de opgezette vaaten door middel van den navelftreng van een gedeelte bloeds te ontlasten , kan zeer nuttig, ja ter behoudenis van het kind voliïrekt noodzaakelyk zyn, men zorge dus dat de Vroedvrouwen by hun onderwys en examen van beide deeze hulpmiddelen behooriyk onderricht worden ,en van deeze haare kunde in zoo een gewigtig ft.uk duideiyke blyken geeven. Wy kunnen onze Landgenoo'ten grootendee's vry fpreeken yan dat vooroordeel, hetwelk onzen Schryver, zoo in het algemeen zyne meedeburgeren te laste legt , dat een kind, zal het leeren fpreeken , te vooren van den tongriem gefnee-den moet worden , deeze Operatie word by ons niet dan zeldfaam verricht en is dan geenfints het werk d.'r Vroed¬ vrouw , maar van den hiertoe gerechtigden Heelmeester , wiens pligt het is wegens de al of niet rroodzakelykheid van deeze , door deszelfs gevolgen wel eens gevaarlyke, konstbewerking te oordeelen , ter welkers verrichting men in de Nederduitfche Vertaaling der Handleiding tot de Chirurgie door P r. ATjisl een uitmuntend werktuig vind afgebeeld en befchreven , het welk echter door den Franfchen Heelmeester P eTiT eenige verbetering ondergaan heeft. . Verbaazend en voor den menfchenvriend hoogst bedroevend is de lyst, die de Heer Frank ons opgeeft van die ongelukkige flachtoffers der achteloosheid , welke in Zateeden en te Londen door rüjnne moeders of minnen in het bed gefinoord worden , men ziet echter volgens de aangehaalde Londenfehe Iysten , dat dit aantal van tyd tot tyd merkelyk afgenomen is; deeze noodlottige gevallen, welke doorgaans, zoo veel moogelyk verborgen gehouden , en, door het opgeev£n van eene andere oorzaak de,s djods, het oog der waereld onttrokken woiden , hebben echter ook meer dan te JN 5 veel Van Dt zorge v03rj0nge kinderen.  2oi Geneeskundigs Van de ZORGE VOOR JON. 6E KINDEKEN, veel onder ons plaats en hier. tegen zyn, zoo veel ik weet, van wceger.s de Overheid geene wetten vastgefteld ; het werktuig, door de Regeering te Fiorence ter voorkoming van diergeiyke ongeva'len ingevoerd, en door onzen Schryver in J. o« van dit hoofddeel befchreven, dit werktuig , alhoewel misfchien zeer nuttig ter beveiliging van het flaapend wichtje ,■ voornamenlyk in die landen, alwaar het gebruiklyk is onder een dekbed te flaapen, is echter aan verfcheide tegenwerpingen onderhevig; b. v. moet het niet zeer bezwaarlyk zyn een kind jn zoo een arcuccio liggende in den arm te neemen en de borst te geeven? wanneer eene moeder zoo woelig is, dat men desweegens gevaar voor het by haar liggend kind te duchten heeft, kan dan niet dit houten werktuig het kind benadeelen ? kan zy hetzelve daar meede niet drukken, ftooten of op eene andere wyze befchadigen ? kortom elk een, die het maakfel van dit werktuig en de gewoonen toefiel van onze lcegerftecden aandagtig nagaat, zal overtuigd zyn , dat' hier tegen de gewigtigfte zwaarigheden kunnen worden in-, gebragt. Een godsdienflig begrip noopt de Roomschgezinde zyn kind zoo fpocdig doenlyk is te laaten doopen; de meeste Protertanten, offchcon dit gevoelen niet toegedaan , haasten zich echter zoo veel zy kunnen, om deeze plegtigheid aan hunne kinderen te laaten verrichten, dit gefchied veelmaalen ten nadeele van het teeder wichtje, dat flechts vóór weinige uuren u;t de warme baarmoeder te voorfchyn gebragt, na alvoorens door het opbakeren en verfieren een voor hetzelve allermoeilykfte cn dikwerf allernadeeligfle verrichting ondergaan te hebben , aan de koude lucht bloot gefield en f.mwylen in ruime maate met yskoud water befprengd' word, zoude het wel te verwonderen zyn , wanneer men uit alle deeze faaraenloopende omftandigheden de allernadee'igle gevolgen zag on/flaan? men wachte derhalven tot het kind in ftaat is, om zonder gevaar zoo groot eene vermoeijng en zoo eene aanmerkelyke verandering van lucht te kunnen weederftaan, of de Geestlyke vervoege zich ter verrichting der doops -plegtigheid aan het huis der kraamvrouw. Een talryk huisgezin , en bekrompen middelen van bellaan noopen den middelmaatigen burger zich in de huishouding en ter  Staatsregeling. 203-. ter oppasfing der jongere kinderen te bedienen van zyne meisjes, zoo dra zy flechts den ouderdom van 8 of 10 jaaren bereikt hebben , of voor een gering loon meisjens van dien ouderdom te huuren; het gebruik om zulke meisjens ter verrichting van zodanig werk , het welk verre boven haaie krachten is, aan te neemen , dit gebruik is in fommige onzer Steden meer dan in andere in zwang , en zoude men hier in niet eene waarfchynlyke reeden kunnen vinden , waar om men in zoo eene Stad een grooter aantal mismaakï.en en kreupelen vooral by het vrouwlyk geflacht, ontmoet; het nadeel door onzen Schryver als hier uit ontflaande opgegeeven, is zoo wel voor het kind, aan de zorg van ouder kinderen overgelaaten als voor deeze jonge dienstmeisjens zelf, aller weezendlykst, en verdiend gewisfelyk zoo veel moogelyk door verfiandige inzettingen tegengepaaa te worden. Van de zorge voorjonge [onderen. . : De jonge kinderen zonder eenige oppasfing geduurende den arbeid der ouderen geheel alleen in huis op te fluiten heeft onder ons zeer zelden plaats; by die handwerkslieden, by wien de vrouw en kinderen zoo wel als de man in ftaat zyn geld te verdienen, by voorbeeld in de fteen-en pannenbakkeryen , heeft men de gewoonte een aantal kleine kinderen geduurende de afweeztgheïd der ouders vcor eene maatige beloonïng aan de zorg van ééne v:ouw toe te vertrouwen, waar dezelve voorzeker eene gebrekkige oppasfing hebben r maar echter voor ongelukken van vuur en water genoegzaam heveiligd zyn. De nadeelen uit het zwachtelen en knellend bakeren der teedere wichten ontflaande zyn Teeds zoo dikwyls, met zoo veel aandrang in alle werken, welke over de lighaamlyke opvoeding der kinderen gefchreven zyn, met de fterkfte verVen afgefchilderd , dat het noodeloos zyn zoude dit hier wederom te herhaalen , te meer daar deeze verde-flyke gewoonte ook by onze landgenooten op verre na zoo veel niet meer in gebruik is , als wel in voorige dagen. Zoo 'er een misbruik in de opvoeding is , het welk niet flechts het Vaderlyk toezicht der Overheid, maar zelf eene geftrer.ge ftraffe overwaardig is , het is die verfoeilyke gewoonte niet alleen by gehuurde minnen en kindermeiden, maar zelf by de ouders plaatshebbende, om de kinderen door aller-  ao4 Geneeskundigs Van de B0RGE VoORJON6E KINDEKEN. eer» lerley fchrikbeelden en het verhaal van fchrikbaarende vertellingen tot hunnen pligt te houden; my is een geval be-kend van een beminlyk kind, het welk door de vreeze voor de zwarte man, waarmeede het door de kindermeid geftadig gedreigd was , dermaate doordrongen was , dat niemand geheel of gedeeltelyk in het zwart gekleed voor zyn oogen verfchynen kon, zonder het in de jammerlykfte ftuipcrek» kingen te doen vervallen; met hoe vee! recht zouden niet de dienstbooden, die zich hier aan hadden fchuldig gemaakt, en nog veel meer de Oaders , die d.t oogluikend hadden toegeftaan , of veel ligt zelf in het werk gefield, verdienen door den Rechter naar verdienden geftraft te worden, echter zyn hiertegen onder ons geene wetten vastgefteJd; dit is derhalven aan uwe ernfrge ove weeging aanbevoolen , gy Ouders! Haat met eene oplettende zorg acht op die geenen , wien gy de dierbaare panden uwer huwlyksliefde, de hoop van het nageflacht, de aanftaande burgers van uw Vadïrland toevertrouwd, gy zyt gewisfelyk meede verantwoordlyk voor die onheilen, welke uwe kinderen uit deezen hoofde wsdervaaren; *er heefc onderons nog een misbruik plaats, het welk meenig kind voor altoos ongelukkig gemaakt heeft, de kindermeid, het zy zy ter verrichting van noodzaakelyke beezigheden is uitgezonden, of ter haarer uicfpanning voor een'ge uuren verlof bekoomen heefc, neemt het jonge kind met zich, door praatzucht, of uitlokkend gezelfchap verleid, verzuimd zy op haaren geftelden tyd'chuiswaards tekeeren, methettee ier kind aan de hand fpoed zy zich met verhaaste fchreeden om het gevreesde ongenoegen te ontgaan naar huis, het zwakke wichtje is genoodzaakt al looiende en hygende te volgen, hoe ligt kan hier door, waarop men veeltyds zoo weinig acht ftaat, tot de gevaarlykfte borstkwaalen eenen gewisfen grond gelegd worden. Gy, wien het tegenwoordig en toekomend welzyn uwer kinderenter harte gaat, geeft wel acht aan wien gy dezelve toevertrouwd. De onachtzaamheid, waar meede by zeer veele lieden de ziekten der kinderen behandeld worden, is ten hooaften beftraffenswaardig; in de Steden, alwaar eene meer befchaafda en dikwerf meer bedorve opvoeding, tot veelvuldige ziektens aanleiding geefe, vergenoegd men zich veeimaaien, wanneer  Staatsregel! sïg. «en kind zich niet wel bevind , met de een of andere oude Vrouw of op zyn best een Apothekar uit de buurt raad te pleegen , een geordend Geneesheer komt hier aan zelden te pas, het is niet de moeite waard hier oan zoo veel kosten te il doen: in de kleine fteden en ten platten lande houd men Ihet doorgaans voor een vasten zetregel, dat aan de ziekten Ider kinderen niets te doen is, en op deezen grondflag voort| bouwende, !aat men die ongelukkige wichten zelf in de geyvaarlykfte ziektens, in de kinderpokken, maazelen, kinkhoest, rcodvonk enz. geheel en al aan de zorge der welydaadige natuur over, zonder zich te bekommeren, of men luit zoo eene handelwyze niet de gevaarlykfte fleepende kwaaien te wachten heefc; en dikwerf is het nog gelukkig, zoo men die ongelukkige alleenlyk aan de natuur overlaat, neen, men tracht deeze , die nog dikwerf goedgunftig het Uzieke kind door eene weldaadige poging redden zoude, naar [ zyne grilligheid te dwingen en door eene nadeelige leevenswyze of fchaadelyke geneesmiddelen te dwarsboomen. De misbruiken door onzen Schryver in dit Hoofddeel vermeld zyn veelal van dien aart, dat het niet wel moogelyk is , uit hoofde van onze volksgefteldheid en regeeringswyze, dezelve door wetten en hier by bepaalde ftraffen tegen te gaan, dank zy echter de menschlievende Ordonnantie van Leidens Burgervaderen van 16 July 1781. waar by geftatueerd word, dat niemand, het zy Apothekar, Drogist, Kruidenverkooper, of wie hy ook zy, zal vermoogen eenige flaapmiddelen te verkoopen , dan alleen op voorfchrifc van een Doctor in de Medicynen, de eerfte keer op boete van 50 guldens, de tweede keer van hunne winkels geflooten en zich van de markt geweerd te zien, als waar door het toedienen van fchaadelyke geneesmiddelen in die S'ad zoo veel moogelyk beperkt word; ter afweering der overige misbruiken zoude men zich moeten vergenoegen, om in zodanige gefchrifcen,welke elk een , ook den gemeenen man , in handen koomen , op eene verftaanbaare en overtuigende wyze de nadeelen daar van aan te toonen: een beknopt en vooreenen geringen prys verkrygbaar werkje , door eene kundige pen gefchreveu, waar in onder anderen ook het nodig onderricht in dit gedeelte der opvoeding vervat *as, kon van het grootfte nut zyn> Van db zorge voorjong e TCINDEiren.  2.0Ö Geneeskundige Van de ZORGE VOOR JONGE einde» een. Ve rt a a ler. TWEE- zyn; zoo een werkje zoude den waaren menfchenvrïend, den beminnaar van zyn Vaderland , welke uit hoofde van zyn ambt of kundigheid by zyne meedeburgeren eenen overtuigenden invloed heeft, tot eene handleiding kunnen dienen, om hen by alle voegzaame gelegenheden weegens dit gewigtig gedeelte van hunnen pligt a's mensch , als Burger , als echtgenoot als Vader of Moeder te onderrichten.  TWEEDE HOOFDDEEL. Van de pligt der moeders, om zelf haare kinderen te zoogen,en den invloed hier van op het welzyn van den Staat. Deb ent au tem, meo quidem confiHo, partus ipfce nutrite genitrices hts que prcebere ubera: Majors enim Studio & cura nutrient. Plutarchus de Inftiiuendis liben's. s. r. D i voeding der pasgeboornen is eene zaak, vvcl' ke voor de Maatfchappy niet onverfchillig zyn kan, daar dezelve op het leeven der kinderen eenen allerblykbaarden invloed heeft; het derde gedeelte onzer : meedemenfchen komt door hier in begaane misflagen ■ om het leeven; geen verftandig menfchen vriend zal derhalven vraagen , of zy , wien het beduur eener Maatfchappy is toevertrouwd, zich wel zoo verre mogen verneederen, dat zy zich met zodanig eene zaak ' zouden inlaaten. S- li- Het natuurlykst voedzel voor den pasgebooren I mensch is de moeder-melk: ik geloove niet, dat Ëonze voorvaders immer hebben kunnen voorzien , |dat het bederf der zceden by hunne naneeven zoo verre zoude gaan, dat men te eeniger tyde onderdaan Groot aanbelang van deeze zaak. Het nfltuur/yist'joedzel der kinderen is de melk dir moedert.  2o8 Geneeskundigs Van de Moeder.- 1yke pligt, het zoogen dlr kinderen. Offchoon ben dezelve meenigmctcilonttrokken word. Oor- frrong deezer geWoonte ftaan zoude die overvloedige bron , welke terftond na de verlosfing, zoo wel ter beveiliging der moeder in dit gevaaflyk tydftip, als ter voeding van het pas gebooren wichtje , ontspringt , op te droogen, in weerwil van alle die rampzalige gevolgen , welke men uit zoo een onnatuurlyk gedrag dagélyks ziet voortfpruiten; naaulyks vind de moeder zich van het kind, tegen haaren wil in de baarmoeder ontfangen, ontflaagen, of zy ontrekt zich, onaangezien het gevaar, waaraan zy zich blootfteld, in weerwil van dé ftemme der naiuur, die haare rechten tracht te doen gelden , aan het zwakke wichtje, cn geeft het in plaats van zyn natuur! yk voedzel, haar moeder-melk, de melk van een dier of op zyn best die van eene gehumde minne, een vrouwsperfoon, het welk, gelyk Rousseau zegt, nimmer een moederlyk hart hebben kan, daar zy voor een ftuk gelds haar eitien kind de borst onttrekt, om die aan eenen vreemden zuigling aan te bieden. Geen dier, hoe wreedaartig ook beroofd haare jongen van dit aangebooren voedfel. i UI- De oorfprong van dit zoo ftrafwaardig gebruik is waarfchyniyk zeer oud cn onfchuidig; men moest voor een kind, het welk by of kort na de geboorte zyne moeder verboren had, of, wanneer zy niet in ftaat was haar kind te zoogen, eenig ander voedzel zoeken: men zag fomwylen dat het uitneemend wel Haagde , wanneer eene meedelydende gebuurin het dorfti?" wichtje haare borst aanbood, en het dus met vreemde melk opkweekte, en dit was veelligt zeer lang het eenig geval, waar in men zich van dit middel  Staatsregeling. 209 del bediende; van tyd tot, tyd, de weelde meer en meer de overhand neemcnde, kreegcn eenige, waarfchynlyk leuije, moeders den inval, om zich tot haar gemak van dit tot nog toe onfchuldig middel te bedienen, en, gelyk de rykere en aanzienlyke gewoon zyn veele van hunne pligten door de armere te laaten vervullen , fchooven zy ook deezen last van haare halzen. (a) Dus zegt by Ovidius de reeds zeer jong onteerde CiNiCt tot haare zeer bedaagde Oppaster Het noram , quid amans etfet, at illud erarm Primaque malum nutrix nnimo prafenftt anili Prima mihi nutrix , Anti! dixit, amas. en verder Fontihus infantem ramisque albentis llivtr, Et tevibus vitiis feduia calet anus. Epist. Hcroic, F!p. XI. (fr) Laur. Ptgnorius de Servis (3 eerum apud Vetert* Minifleriis Comment. r>. 1867. II. Deel. O Geduurende langen tyd in de vroegere eeuwen ontrokken de vrouwen van den hoogflen rang zelf zich niet aan deezen moedcrlyken pligt, en het is bekend, dat het woord nutrix, het welk thans door voedftcr vertaald word, by de oudfte Schryvers niet anders beteekende, dan eene verzorgder der kinderen , waar toe veeltyds oude vrouwen, die tot het zoogen niet ïn ftaat waaren, genomen wierden (r?);dit blykt ook hier uit, dat de voornaame Romeinen hunne kinderen aan manlyke flaaven toevertrouwden, die zy den naam van Nutriteres gaaven(£), gelyk ook de Grieken on- Van m moederlyicepltgt hkt zoogün DtR. kinderen. Zy was by de oude verl zeldzaamer.j  2io Geneeskundige Van de mokdes.- xyke pligt , Ijkt zoogen dir. iünbe- k.en, 'Jfy vjas~ eibter niet geheel onbekend. onder den naam van Tedinitur Trophos de zodanige voor hunne kinderen plagten te houden : de gehuurde zoogfters waaren dus by de ouden niet zoo zeer in zwang, als de dikwerf voorkomende naam van nutrix wei fchynt te kennen te geeven(a); Ballexerd maakt gewag van een geval uit Demosthe nes, het welk der oudheid eere doet ; eene vrouw wierd voor den rechtbank, als van eene misdaad, befchuldigd, dat zy haare borst aan een vreemd kind verhuurd had, en het was alleen het nadruklyk voorflcl van haare nooddruftigheid, het welk haar van een geftrenge ftraffe wegens een zoo verachtlyk misdryf bevrvdde(&). $. V. Men vind echter by de oudfte Grieken reeds deeze fchandelyke gewoonte ingevoerd; eenige huurden voor hunne kinderen Spartaanfche minnen (dus , wierd Amicla van daar geroepen om Alaibiades te zoogen (c), om dat zy zeer wel met de kinderen wis- [ ( a") Dc moeder van Heser trachtte zich van het vermogen ,, het welk zy uit deezen hoofde op het gemoed haares zoons : meende te hebben, te bedienen, om hem van den tweeltryö met Acbilles af te houden. Metter rurfus ex alia parte tugebat tacrymtins. Sinum denudans, altera tnanu mammillam exbihu.it Ex ipjum leterymans verbis velocibas alloeutet est: HeSor! Fili mi.' hese reverere Cf me miferere Ipjam ,Jt unquam tibi vagitus fedatricem mammam, prtebui, H) : Plato befchreef de eigen fchappen van eene goede minne, en wilde dat men voor een fterk kind meer dan ééne zoogfter moest aanneemen (c). §• Vk (a) NoBes Atthce Lib. XII. t. i. p. 234. (b) Lib. IK c. 5. CO Ue legibus, l- fIL O a Van de MOEDER— I.YKK PLIGT, HET ZOOGEN DER. KINDEREN. De Romeinenbielden fomivylen meer dan eene zoogfier tevens.  Van de tWOEDERlYKePLIGT , HET ZOOGEN DER KINDEREN. Oorzaaken , weite bet zelf zoogen van tyd tot tyd in tnhruik iragten. ( a ) p L U T A R c I-I U 3 in Catonem, Ha tarnen & partus fubeunt discrimina 6" omnes Nutricit tolerant, fottuna urgente , labcres. Settyr- Hh II Sat. Vh. aia Geneeskundige %. VI. Toen daar na de weelde,, dehvellnst en de voor-i oordeelen de overhand namen, omzag men zich niet ook deezen band der naoederlyke liefde van een te ryten: de Romeinfche dames waaren in deeze, zoo wel als andere buitenfpoorigheden,groote heldinnen, cn wel dra overtroffen zy de vreemde, die hen het voorbeeld gegeeven hadden; Plutarciius merkt als iets ongewoons van Rome aan, dat de gemalin van den ouden Cato haare eigen kinderen zoogde («); ten tyde van juvenalis was het zoogen der kinderen allcenlyk de beezigheid van geringe moeders, welke niet vermogend waaren de voornaamer vrouwen na te aapen (Z>). Bydejooden vericho yiV;-:; meede'rykdom en aanzien de moeders van deezen haaren voornaamfteit pligt; niemand dan een gemeen Israëliet kon zyn wyf noodzaaken haar kind zelf te zoogen, ,, dit is „ den arbeid, die een wyf voor haaren man verrich„ ten moet; het meel maaien, bakken, wasfehen, „ kooken, haar kind zoogen , het bedde maaken en ,, in wolle arbeiden; heeft zy eene dienstmaagd met „ zich gebragt, of zo veel, dat men zoo eene daar „ voor koopen kan, zoo behoeft zy niet meer te ,, maaien, bakken, wasfehen; beeft zy twee dienst„ maagden, zoo mag hy haai niet vergen te kooken of  Staatsregeling. 213 ,, of haar kind te zoogen; zoo zy 'er vier heefc kan „ zy op den zetel zitten blyven, en behoeft niets „ te verrichten, zelf niets te haaien Zoo zeer waaren toen ter tyde de zeeden der Duitfche vrouwen neg niet bedorven, de grootfte hoop der zoogende moeders beftond toen niet, gelyk thans, uit onteerde vrouwlieden en geldzuchtige zoogfters, fervum pecus, ,, daar, zegt Tacitus, „ zoogt elke moeder haare vrugt uit haare eige bor„ ften en de kinderen worden aldaar voor geen be„ dongen loon aan dienstmaagden en zoogfters overge„ geeveaO):" deeze plaats zoude T a c i t u s even gelyk veele anderen in onze dagen moeten doorftryken , onze Duitfche vrouwen hebben te veel liefde voor de mannen, dan dat zyde fchoonheid van haaren boezem aan de vervulling der moederlyke pligten zouden opofferen. §. VII. Nu ftaat my te onderzoeken, in hoe verre de Overheid deeze zoo nadeelige zeeden der vrouwen onverfchillig kan aanzien, en of het haar pligt niet is de beledigde rechten van den onnozelen zuigling, wiens befchermfter zy is, door wyze wetten te befchutten. Gewisfelyk; dewyl voor eerst de vrouwen, die haare kinderen zelf niet zoogen, uit hoofde van dit pligt- ver- Hai groot den invloed van dit misdryfop bel algemeenewelzy» («) Talmud. II. Etafoth V. Cap. Mischnah 5. £20 Defiu, moribus (Spopulis Germanit c, XX, O 3 Van di MOEDER-. LYKE PLIGT , HET ZOO* GEN DEK KINDEREN.  2:4 Geneeskundige Vt'KS PI.W.T, nzv zoo- gen der. kinderen, van de verzuim aan zeer veele gevaaren onderworpen zyn, MOEDER.- . ... wellie zeer cmtwerr de dood ten gevolge nebben. Ten tweede dewyl de kinderen, by gebrek van een door den alvvyzen Schepper voor hen beftemd voedfel , in veel grooter aantal der Maatfchappy ontrukt worden. Hy, die van deeze waarheden overtuigd is, zal gewisfelyk toeftaan, dat het allernoodzakelykst is zulke wetten te beraamen , welke de pasgeboornen in de hen aangeboorne rechten handhaaven , en de haaren pligt vergeetende moeder tot reeden kunnen brengen, hoedanige De i>arc ie ux («) en Ballexerd(Z>) aangemerkt hebben, dat in Frankryk zyn vastgcfteld. §. VIII. "Oe moeders , welke zelf baarekindcren niet zoogen , feilen zirb am Veel gevaarenblaat. Myn oogmerk is niet hier eene door anderen reeds ten vollen beweezen zaak wederom op te haaleu: ik beroepe my op de grootfte Geneeskundige in alle eeuwen , die eenpaarig getuigen, dat eene moeder, welke haar kind niet zoogt aan veel meer en oneindig groo« ter, ja den dood zelf dreigende gevaaren zich blootftelt, dan eene moeder die deezen pligt vervult: daar ik echter niet zoo zeer voor Geneeskundigen fchryve, wien de hier over handelende gefchriften bekend zyn, maar ik voornaamelyk in het oog hebbe de hoofden der Maatfchappy van de waarheid myner aanmerkingen te overtuigen, zoo zal ik hier die hoofdzaaken , wel- (a) Esfais fur les probabilités da ia durêe de la vie bumaine p. 5<5. Cb)l. e.p. 34-  SfAATSHKöElINS. 2,1$ welke het meest hunne opmerkzaamheid verdienen, te berde brengen, om daar uit myne gevolgtrekkingen len nutte der Geneeskundige Staatsregeling af te leiden. ..-:=-:■ J De toevallen, welke : - ^f- ,moeder : k[ lyk maaken haar kind zelPÜ^.e-%^ <*W|ij plaastlyk in de borsten of in de feaarm<^|j)|$"' M voor het vrouwlyk gedacht zoo fcheidingen, die in dezelve plaats hebben. Terfiond na de verlosfing, wanneer de kraanvr V " van den uitgeftaanen arbeid jT*| yg d^baarttÈP der zich van de gevolgen < ^^-heW^rjngcn eenigermaate herfteld heeft , "i: -: =. " '$t toevloed der dierlyke vochten tot de twee grootfte klie (a ) Langguth Diff. de officia matris prolem laSandi Wit* temb, 1752. S- XFII. 04 Vanüb MOEDERLVKE Pligt , het ZOO-r 3endf.r, fflCINDE- ;ïs Hei zoóf %gen beert. betgevaet in de eerfte dagen na de ver-, losftng. ren in het menschlyk lighaam, tot de borsten, door een niet gemaklyk te verklaaren oorzaak zetten zich derzclver vaaten uit naar maate die der baarmoeder zich faamentrekken , en deen, met eene fmertelyke fpanning in de borsten, en huivering over het geheele lighaam, de melk voerende buizen van dit voedend vocht opzwellen; zoo dra dit door het zuigen van het kind afgeleid word, houd weldra alle fmert en fpanning geheel op, ik hebbe by eene groote meenigte kraamvrouwen waargenomen, dat telkens, wanneer het kind aan de borst gelegd wierd , en aanving te zuigen, de kraamzuivering fterker voortging , zelf fchoon die reeds geheel of gedeeltelyk opgehouden had, dit hebben meer dan honderd moeders my verzekerd (« ). Daar  21*5 Geneeskundig! Van de modder. i.yke PLilST , HET zoogen DER KINDEREN. Het ver. Jlcrkt der Vrouwen liibaams£ejlel. Kwaade gevolgen omtrent hetnalaaten van deeze (ligt. («) Morton opera med. e VI- p- 24. Ballexerd /. f« /• 4*- (*) Parallele de l'htmme & des" animaux p. 25. a Daar en tegen biyven de vrouwen doorgaans geduurende het zoogen van de maandftonden bevryd, de baarmoeder heefc gelegenheid om tot voorige krachten te komen , en zich tot eene volgende zwangerheid voor te bereiden , de maandlykfche zuivering word na het zoogen beter en meer geregeld, dit is de reeden, waarom zieklyke vrouwen geduurende en na het zoogen eene betere gezondheid genieten; gelyk Morton aanmerkt van de Engelfche vrouwen, dat zy, die wegens een teeder borstgeftel op het punt waaren om de teering te krygen, door het zoogen haarer kinderen uit dit gevaar gered zyn(#) ; men bemerkt, zege Rob tnet, dat de vrouwen geduurende den tyd dat zy zoogen, 'er veel fchooner uitzien, vrolyker zyn, meerder eetlust.hebben en over het geheel fterker zyn , dan wanneer zy dit niet doen , het is eene zeer gewigtige waarneeming, dat men geduurende het zoogen zoo wel als geduurende de zwangerheid zeer weinig vrouwen ziet iterven (£). Geheel anders is het, wanneer eene moeder zich durft vermeeten , de wetten der natuur te dwarsboomen, en eene zoo overvloedige affcheiding te willen opdroogen, zy, die met eene genoegzaams voorraad van dit voedend fap door de natuur beweldaadigd zyn; worden by zoo een gedrag welhaast eene ftilftand der vochten in deeze deelen, eene fteekende pyn, drukken de zwaarte, verharding, en onverdraaglyke fpanning ontwaar, het dunfte gedeelte der melk woid met geweld  Staatsrecjelinc-. 2,17 ' weid door de van fmert gloeijende tepels uitgeperst, dit veroorzaakt wel een fchynbaare verligting, maar, daar echter het dikfte , kaasachtige gedeelte in de melkhuizen verdopt blyft, zoo dat men volgens de de* berichten van Hal leb. nog. langen tyd m de verlosfing het zelve in de geopende borsten gevonden heeft O), en het zelf, volgens de waarneeming van Boerhaave, eene hoornachtige hardheid aan kan neemen, zoo ontdaan hier uit gezwellen en verhardingen die, hoe gering zy ook fchynen , met 'er tyd en door de minde aanleidende oorzaak in kanker gezwellen kunnen ontaarten ; dit heeft Zi timerman na verloop van 20 of 30 jaaren zien gebeuren (£); eene vreeslyke kwaal, welke men by zcogende moeders zeldzaam aantreft; indien na zoo eene verdopping de ontdeeking , gelyk doorgaans gefchied , de overhand neemt, kan de daarop volgende verettering in deeze deelen in weinige dagen zoo eene verwoesting aanrichten, als men geduurende dengantfchen zoog-tyd niette wachten had: daar dezelve van klier tot klier voortloopende niet ophoud, voor het geheele küergeftel der borsten vernietigd, en derzelver fchoonheid weggenomen is (ff) doorgaans gaat in diergelyke gevallen het geheel inwendig gedel der borst, het welk ter affeheiding van het zog gefchikt is, verboren; en by elke zwangerheid en verlosfing heeft men aan deeze borst nieuwe zwarigheden te duchten. Maar O) Elem Pkyf. T. VIL Lib. XXVIII. Se.t. I %. XIII. £ b ) Van de ondervinding in de Geneetk. 2 O. Hoofd. X. (r) Pirzos du Mt repandu. O 5 Van d* MOEOER-LYKEPLIGT, HET ZOOGEN DER. KINDEREN. Op de horsten. Zelf Op de fchoonheid derzelver* j  2lS Geneeskundige $"an dh MOÏDtR1ykipugt, het EOOgen oer Kindeken, Op dc baarmoeder. ' Het veroorzaaktden zoo algemeenen witten vloed. Maar gefield zynde men bragt het zoo verre * dat men door allerley afleideude middelen den toevloed der vochten van de borsten afweerde, zoo zal het natuurlyk gevolg hier van zyn, dat de baarmoeder met die vochten, welke in de borsten tegenftand ontmoeten , opgevuld word , en zich dus van de geduurende de zwangerheid geleeden uitzetting niet kan herfteilen, hier uit moet eene zeer langduurige en overvloedige kraamzuivering ontftaan(a), welke daar dezelve by zoogeude vrouwen zelden langer dan veertien dagen duurt, by niet zoogende tot den veertigften dag en dikwerf nog langer aanhoud de vaaten der baarmoeder bevinden zich echter niet altoos in die gefteldherd, dat zy zoo eenen hevigen toevloed kunnen wederftaan, hier uit kunnen derhalven , meede uit hoofde der grooter gevoeligheid deezer deelen in dit tydgewricht, de gevaarlykfte verftoppingen , ontiteekingen, verzweeringen en verhardingen ja kankergezwellen in de baarmoeder veroorzaakt worden. De witte vloed is by de meeste deezer pligtverzuimende moeders een gevolg der grooter toevloed der van de borsten te rug gedreeven vochten naar de baarmoeder ; wel drie vierde deelen der niet zoogende vrouwen zyn aan dit walchelyk ongemak onderhevig , het welk by de zoogende zoo zeldzaam is, dat men weinig, zoogfters vinden zal, welke hier meede in eenen aanmerkelyken graad geplaagd zyn. De (rt) Jas e r Ditfi de metastaft la3ea Tuhing. 1770. p, 14. O) Hall er /. c, lib. XXFTlt. Se5. 1. §. 23.  Staatsregeling. ai£ De pas verloste kraamvrouw bevind zich, daar alles by haar geduurende dit gewigtig tydperk in de hevigfte beweegingen gezet was, in een toeftand, welke tot de zwaarfte en gevaarlykfte ongemakken en ziekten aanleiding kan geeven , zoo de weldaadige natuur hier voor niet recht moederlyk gezorgd had; de bloedftorting voorkomt eene gedreigde ontfteèking, en geduurende eene verkwikkende rust wend de natuur de toevloeijende vochten van de eedelfte deelen tot die, welke van minder aanbelang zyn, dat geen, het welk dus de moeder tot beveiliging diend, ftrekt tevens tot onontbeerlyk voedzel van het pasgeboorne wichtje. Deeze zoo weldaadige pooging der natuur tracht de niet zoogende moeder te wederftreeven, dobr den zoo nuttige melkvloed van haare borsten af te wenden , nog echter laat de langmoedige, goedertierne natuur zich niet af wyzen, zy waarfchuwd door eene fmertelyke zwelling en fpanning der beide de borsten voor de verdere allernadeeligfte gevolgen ; eindelyk ontftaat, door het gereedlyk te rug vloeijen der melkvochten uit de borsten in het omloopend bloed , eene volfappigheid, en door de prikkeling, welke de melk als eenigermaate een raauw vocht veroorzaakt, eene koorts, welke de fchadelykfte gevolgen hebben kan. Der natuur arbeid echter veeltyds nog met al haar magt, om deeze prikkelende ftoffe uit het bloed te dryven, daar dezelve, door zich in fommige edele deelen te verplaatfen , de allergevaarlykfte toevallen kan te weeg brengen, dus voorzegt Hippoc r. a t e s uit deeze oorzaak eene krankzinnigheid Van es moederlykepligt , het zoogen der. kinderen. Toeflantl der pas verloste kraamvrouw. Pogingen der natuur. Doofde niet zorgendemoeder tegengegaan^ Gevolgen hief van.  2êo Geneeskundige Van de •woideriYKïPUST, hct 7.0068* DER ki voeren. trrfengefiel. In de andere deelt». Grooter aantal der ge florvene onder de niet zoogendevrouwen. heid ( a); de waarheid van deeze voorzegging heb ik en andere Genees-en Vroed-kundige meermaalen ondervonden; Levret zegt, dat, indien men by zodanige-zogverplaatfingen verzuimd afleidende middelen, voor al het zuigen door volwasfeu perfoonen in het werk te Hellen, men een doodlyke beroerte te vreezen heeft ( i ). Geen deel des vrouwlyken lighaams is in dit geval voor eene zogvcrplaatüng \ beveiligd; de gefchiedboeken der Geneeskunde geeven, hier van oneindig veele voorbeelden. Lang hans verhaalt van eene kraamvrouw, die terwyl zy niet zoogde, alle maanden tot dat de ftonden wederom aanvingen , na voorafgaande hevige fmerten uit de toppen der vingers en teenen door de huid een theefchoteltje vol zuivere melk loosde (c). Van Swieten merkt aan, dat het in het bloed te rug gevoerde zog zich dikwerf door de pis ot' afgang eenen weg baand(^): Leake getuigd dat een wit geerst uüftag wel eens het gevolg is van in het bloed te rug gedreevenzog(e). De meeste zogvcrplaatfingen zetten zich volgens Puzos in het celachtig faamenweeffel van het buikvlies en in de holligheid des buiks daar deeze deelen voor/en geduurende de verlosfmg zeer veelgeleeden hebben: uit alle deeze. hier voor gemelde ongemakken , ( ) " en deeze uitreekening ftrekt zich alleen uit tot de zoogtyd, maar hoe uitgebreid zyn niet de fchaadelyke gevolgen van deeze gewoonte op het lighaamsgeftel en de gezondheid der kinderen, zelf geduurende hunnen gantfchen leevenstyd: de eerfte melk der moeder heefc die hoedanigheid, dat de in de ingewanden der kinderen opgehoopte zwarte drek, even als door een buikzuiverend middel, hier door uitgedreeven word, verre derhalven van dezelve, gelyk men voormaals pleeg, als fchaadelyk te verweipen , trachte men het jonggeboorne wicht zoo dra,moogelyk aan de moederlyke borst te leggen: de roode couleur van de geheele oppervlakte des lighaams by jonggeboorne kinderen toont ten klaarften dat de vaaten der huid norr met bloed zyn opgevuld , deeze vaaten moeten binnen weinig dagen niet dan dunner vochten voeren (Z>); als dan bevinden szich dezelve in een foort van roosachtig ontfteeking, dit tydftip is voor veele kinderen doodlyk en na verloop van 5 of 6 dagen neemt de huid zyne natuurlyke verwe aan, in deeze omftandigheden is een vloeibaar warm voedfel, het welk eene oplosfende en («) susmi 1ch l C. <«0 JrU ller T. VUL l. XXIX. SeS. IV. §. 41. p. 369, Van be moederlykepl.gt, het zoq-; c~n' djr, ' kinderen, Voortreffelyie.eïgenIchappender moeder nulft*  224 Geneeskundige Van dk J.10EBEH- LYKE TLIGT , HET Z.00«FN DER KJ/vBEREN. Wl ?<■• ïr« ) BROUSET Es/ais fur l'educatian medicinale des Ir.fetHt tan DïR Monde manier e de perfeSioner l'Espece bumtine* en verdunnende kragt heeft, ten hoogden noodzaakelyk , en deeze eigenfchap is der eerfte moedermelk eigen , de vochten des zuiglings worden hier door verdunt en ter uitwafeming bekwaam gemaakt. Behalven het reeds te groot aantal der kinderen, waarvan de Maatfchappy door pligtverzuim en nalatigheid der moeders in de eerde oogenblikken des ieevei beroofd word, zoo is het aantal dier o^gelukkigen misfchien niet minder, welke door hur> derk ligbramsgedel de eerfie gevolgen van het ongcichikt voedfel te boven komen ( a ), maar echter, van wegens de flechte verteering van dit voor hen zoo onvoegzaam onderhoud , met taaye vochten opgevuld worden, en hier door verdoppingen in de ingewanden, opgezwollen buiken, engelfche ziekte, duipen ja zelf de vallende kiekte wagten hebben , en dus na een kort en ellendig leeven tot hun veorig niets wedsrkeeren. §• X. , Onaangezien dit alles hebben agtenswaardige Geneesheeren zich niet ontzien het volbrengen deezer moedeilyken pligt in minachting te brengen(Z>): de Franfche dames en zy der onze , welke deeze trachten na te volgen, moogen hen hier voor danken, de Maat-  Staatsregeling. 22$ Maatfchappy heeft hen voor deeze hunne fchaadelyke ftellingen zeer weinig verpligting : Brouset beweerde , dat de koe - melk, waar meede in de noordelyke landen veele moeders hunne kinderen op kweeken, even goed is als het tnoederlyk zog, hy fielt niet flechts, dat men door het gebruik der dierlyke melk de kwaade gevolgen der bedorven moedermelk zcude voorkomen , maar daar en boven de bevolking hier door merkelyk bevorderen, equit deezen hoofde hoopt hy, dat het zoogen der kinderen welhaast door wetten geheel zal afgefchaft worden; dus wil hy op valfche gronden , dewyl men weet, dat in die noordelyke landen, alwaar de kinderen meestendeels met koe-melk gevoed worden, de bevolking zéér gering is den mensch, gelyk Vogel zegt (aj , wyzer maaken dan zynen Schepper, die de moeder ter voeding van haar kroost met melkryke borsten voorzien heeft(Z>). Daar ervaren Artfen deeze dwaling op geneeskundige gronden reeds ten vollen wederlegd hebben, zoo byft my niets anders overig dan dat geen daar by te voegen, het welk de aandacht der Overheid verdiend. Namentlyk, dat den Staat van het volbrengen deezer moederlyken pligt geen der gedreigde kwaade gevolgen , maar in tegendeel niets dan voordeel te wachten heeft, wanneer men door wetten bepaalt. Voor eerst welke moeders gehouden zyn deeze pligt te vervullen, en welke daar van zullen bevryd Zyn. Ten (a) Vos el nette MeJ* Bibl. V. B. 3 St. S. 3i< (h) l c UI. B. 3 St. s. 23«. II. Deel. P VaV db mo ederlykej»ligt , het zoogen der. kinderen. Veezé telbtrl gpt nrn grond.  Geneeskundige .Van de toonoER.- J.YKE PLIGT , HF.T 200GEN DER. kindeeen. (o) STUC K II antitj. eonvh. lil', I, e. 17. (2>) DlODORUS Lth, II, Nadere Opheldering. Gevoeln der ouden wegen' den invloed der moedermelk sp de zeeden. Ju stinüs verhaalt van een mensch, welke door eene hinde gezoogd was, en hier door een wilde geaartheid had en in gezel fchap van deeze dieren berg en dal afliep de geneigdheid tot dronkenfchap van Tiberius wierd aan den invloed van zyne zuipachtige zoogfter toegefchreven ; de wreedaartigheid van Caligula hier aan, dat zyne voedfter, wanneer zy hem de borst gaf, haare tepels met bloed beftreeken had(Z>); Macrobius geloofde, dat dit de Ten tweede wanneer mm eene vaste bepaaling maakt van den tyd hoe lang het eene moeder zal vry ftaan haar kind te zoogen. i- xi. Men heeft onlangs de Maatfchappy het zeldzaam voorftel gedaan, om de voortplanting der kwaade neigingen, welke door de moeder-melk tot het nakroost wierden oVergebragt , door het gebruik der dieren-melk voor te komen; cfk gevoelen wegens den invloed der moeder-melk op de zeeden heeft reeds den ftempel der hoogftc oudheid: Phoenix verwyt by Homerus uit deezen hoofde den ontembaaren Ach'dles zyne harde gemoedsgefteldheid. Nee t'tbiparens nee Dardanus auctor Perfide, fed duris genuit te ca 11 tibus horrens Caucafus , byrcameque admorunt ubera Ti gr es, Iliad.  Staats regel'in Si 227 de oorzaak was der ontaarting van veele voornaame kinderen, dew> 1 de kwaade eigenfchappen der zoogfters met de melk zoo ligtelyk tot de zuigelingen overgingen O): Helmontius verhaalt, dat hy eene uitgelaatene diefachtige , gierige en gramftoorige zoogfter gekend had , welke alle deeze kwaade hoedanigheden . met d^ruelk aan haare zuiglingen had overgezet Groote mannen hebben echter aan de waarheid van deeze byna algemeen aangenoomen ftelling getwyffeld, en men kan niet ontkennen , dat de bellisfing deezer zaak voor ons geflacht van het uiterfte belang is. Desessarts ftaat toe, dat. dit. gevaar met recht te duchten is, en 'er in de daad veele voorbeelden daar van voor handen zyn; maar dat ook aan de andere zyde de verhaalen daar van zeer vergroot zyn, zoo niet met opzicht op den toedragt der zaak, ten minfte met opzicht tot derzelver veelvuldigheid (c); Brouset zegt van zich zelf, dat dé melk van zyne zuipachtigexninne in hem geene begeerte tot den drank heeft nagelaaten ( d ); ook H a l l e r ver- (a) Saturnalia lib. V- C. 6. (J>) De Infantis nutritione ad vitam longam. PETRUS GREG0R1US zegt. Nee frustra creditum est, peut valeat ad fingendas animi at que eorporis ftmilitudines, vis 6f natura Jlmilis: non fetus ad eandem rem , lactis quoque ingeni i & proprietates valere, Neque in bominibus id folum, fed in peeudibus quoque animadver* fum , nam fi ovium iade boedi. aut Caprarum agni alerentur, confiat ferme in bis lanam duriorem, tn illis tapellum gigni ienerioï tem „ de Repuilica (. 3-P- IOÓ2." (e)l.c. Cap. 3. ?• t6i- Cd) l.e.p. 17j» P a Vanb'e MOEBERi lyke pligt , HET ZOOGEN der kinderen.' Dit word door ). ' . Het is zeer moeiïyk deeze zaak te beflisfen , dit is echter zeker, dat de overg^ëjde ondeugden der moeders meermaalen de gevolgen der opvoeding dan wel van het zog zyn. Scilicet exfpectas, ut tradat mater honestos Aut alios mores, quam quos habet?Qb)  Staatsregeling. 229 het fpeekfel van een gezond dier, het welk door hevige gramichap in een wezenlyk vergif ontaart. -Zoo het nu waar is , dat de driften zulk eene uitwerking op het zog kunnen hebben, zoo is men, rnyns bedunkens, 'er niet verre af, om overtuigd te. zyn , dat hetzelve ook op het aanflaand zeedelyk character des zuiglings,invloed kan hebben(«). • Het is zeer zeker , dat onze neigingen en driften grooten deels van ons temperament afhangen,en wy ons weezen aan dat geen verfchuldigd zyn, hetwelk ons tot voedfel dient O); wy zouden veel ligt zeer gemaklyk het character eenes volks te vjoren kunnen opmaaken, wanneer wy een naauwkeurig bérjcht van derzelver leevenswyze konden magtig worden (c); de Rraehmannen en inwooners van den Indostan, als geheel van het plantenryk leevende, zyn van eene zeer zachtzinnige gemoedsgefteldheid, terwyl by na geheel en al van vleesch leevende volken wreedaaitiger zyn(d); de zich byna alleen met vleesch voedende ïastaaren zyn zelf hedendaagsch zoo wreedaartig, dat zy het bloed hunner verflaagen vyanden greetig inzwelgen(e). ^e (a) F. Hoffman mei. rat. Systb. T. II. e. 2. p. 173. j". VUL Aënus lib. IV. c. 4. van S wieten 5. 1354. (J)PlaTN£S, de viau & regim. laBantium §. HL ( c ) Ita namque ad-animi quoque affe3us non nibil lucri facietr Ipja nimirum reBa viBus ratione mires quoque probos reddente. Galenus de Sanitate tuenda lib. I Cap. 7. • (d ) Recherches philojopb. fur les Americ par Mr. deT.ip 227. ' (e) Dit is reeds door de Gjkkfche Theo i> om pus waargenomen. | Camibus multls vesci, rationem adimit animosque efficit. ■ Tardiores eosque ira, immani duritie & Stultitia complet, Pt a 211 diff. de fanitatls pub.icts objiacmis p. 2*. I53 Van d« moeder- lyke pligt, het zoogen der kinderen. .  aso Geneeskundigs VAM DE MOEDERLYKEPLIGT, HET ZOOGEN DER KINDEII SN, (o) V- H aller T. II. lib V. Sea. IV. $. III. T. IV. lib, XXVIII. SeS/i. f. XVIII. Pallas reife i Tb. (&) Obfervamus ttiam ipfis ar.imi motus ordinarios non agitatos varie in Jiylum agere pojje: id quomodo fiat, fublimioribus ingeniis perquirendum relinquimus; hoe faltem notartis, quod in delettu laetis etiam attendere debeamus ad inclinationes animalis unde illud defumitur, quia inde ipfe infant varie ojfici potest J A c, R e IN B. SPIELMAN diff. de optimo hfanlis recens nati alimento J. IX, De melk is op zich zelf befchouwd een nog onbe- ■ arbeid voedend fap , en behoud nog geduurende langen tyd de eigenfehappen van het voedfel; hoe duidlyk openbaard zich de fmaak b. v. des knoflooks in de koe-melk, wanneer deeze zich onder het voedfel bevind ; de eyeren zelf bekomen den fmaak van het voedfel der hoenderen, de melk der vleesch vreetende dieren is dunner, ftremt niet, gaat tot bederf over en verkrygt een pisachtige reuk, zoo dat dezelve even zoo wel als de pis tot het reinigen der laakenen gebruikt kan worden (aj. Alle deeze waarneemingen te faamen genomen , zal men moeten toeftaan, dat de lighaams gefteldheid van een kind door het voedfel zyner minne groote veranderingen kan ondergaan. Wanneer men zegt, dat de neigingen der zoogfter tot het kind overgaan, moet men dit op deeze wyze begrypen, dat de overeenkomst der vaste en vloeibaare deelen , door het voedfel ontftaan , ook eene overeenkomst in driften en gemoeds neigingen in het zelve verwekken ( b ). Zoo men tegenwerpt, dat zodanig eene gelykhcid der vochten tusfchen de voedfter en haaren zuigling en  Staatsregeling. 531 cn rde daar uit voortvloeiende gevolgen wel dra ophouden, wanneer het kind ophoud te zuigen , en geheel ander voedfel geniet; zoo kan men dit hier meede beantwoorden, dat dit uitwerkfel niet altoos achterweege blyft, zoo dra de oorzaak ophoud; daar men meermaalen ziet, dat een zuigling, die door fchrik zyner zoogfter in ftuipen vervalt deeze gefteldheid van het zenuwgeftel, in weerwil van alle verandering der leevenswyze, geduurende zyn geheele leeven behoud , offchoon zelf dit kind uit gezonde ouders gebooren is; en zoude dan niet het kwaadaartig character der minne op het gemoed des kinds, het welk daaglyks door haare fappen gevoed word, invloed hebben ! de lighaams kwaaien worden 'meede door haare melk aan het kind meede gedeeld, en zoude het dan minder moogelyk zyn, dat de geneigdheid tot deeze of geene hartstocht, welke doch veelmaalen zoo zeer van de lighaams gefteldheid afhangt, door het zog der minne aan het kind ook medegedeelt wierd. Vands moeder— lyke tijgt , het zoogen der kinderen, Wat men bier uit kan afleiden. Witi» 'i kier uü Men zal zich dus met het grootlte recht zorgvuldig wachten, om zyn kind eene kwaadaartige en tot ondeugd geneigde zoogfter te geeven; endaar eene aan haare hartstochten overgegeeve moeder dus ook uit deezen hoofde de Maatfchappy benadeelt, dat zy met haare verdorve melk ook tevens aan haaren zuigling faaie onftuimige zielsgefteldheid meededeelt , zoo kan men met het grootfte recht hier uit dit befluit opmaaken, dat de opvoeding van het vrouwlyk geflacht voor den ftaat geene zoo belanglooze zaak is, als men gewoonlyk denkt, en dat men de verbetering der algemeene gezondheid met eene hervorming in de zeeden der fchoone kunne moet aanvangen, Deeze gevolgtrekkingen fchetnen die.geneeskundiP + ' • ge  232 G E N E E S K U N D* I'S E Van de MOEDERV 'CE VUGT , MET ZOOGEN DER KINDEREN.pil t kan afleiden. Erkende voorrang der vrouwen melk. Of het 1'rowwiyk geflaehtin de daad zoo ondeugendis , dat men betzelve het zoogen der kinderen verbiedenkan. ge , welke het zelf zoogen afraadden', zeer beflisfend toe, en - zy onteerden het vrouwlyk gedacht, of liever de fchoone kunne van hun Vaderland in zoo verre , dat zy haar onwaardig en onbekwaam'keurden, om haare kinderen zelf te zoogen; is het niet eene onvergeeflyke befchuldiging tegen de eene helft van het menschdom uit het hier voorgemelde af te leiden, dat zy door haare verbastering de duidlyke oogmerken des Scheppers in de voortplanting yan ons gedacht verydelt en de andere kunne genoodzaakt hebben op middelen te denken, welke de Schepper zich in zyn ontwerp niet had voorgedeld. De geneeskundige geeven eendemmig de vrouwenmelk , wanneer dezelve uit gezonde borsten gezoogen word, boven [alle andere den voorrang, zelf zy, die het zelf zoogen wilden afgefchaft hebben, erkennen echter, dat die vrouwen van vroeger tyden , wier zeeden nog onbedorven waaren zeer kwalyk gehandeld hebben, wanneer zy haare kinderen met de melk der dieren in plaats van met haar eigen zog voedden. Och of deeze gelukkige tyd met zoo verre van onze bedorve eeuw veiwyderd waare! een tyd toen nog Muit* pudicitiez veteris vestigia forfan Aut aliqua exfliterint & fub Jove , fed Jove nondum Barbato ( a ). dit heuglyk tydperk is zeer nncilyk te bepaalen, en wie kan de gefchiedenis' des menschdoms doorblade-. ren, zonder tevens gewaar te worden , dat de ondeugd (3) Juvenalis lib. II. Sat. 6.  Staatsregeling. 1133 deugd niet flechts een voortbrengfel onzer eeuw is, maar in veele oorden reeds in de verstverloopen jaaren den hoogften trap bereikt had ? en zoude de wyze Schepper aan het vrouwlyk geflacht de gefchiktheid en de werktuigen tot het zoogen alleenlyk gegeeven hebben voor die gulde eeuw, die veel meer in het brein der Dichteren, dan wel in de daad zelve immer een beftaan gehad heeft. Maar gefield zynde men wilde de vrouwlyke kunne zoo laag fchatten, dat het bederf der zeeden by dezelve in onze dagen zoo eenen voortgang gemaakt had; zal dan wel met opzicht tot de zeeden van ons na-kroost de melk der dieren zoo zeer den voorrang boven het zog der vrouwen hebhtn ? de dieren zyn gewisfelyk onverfchilliger, maar echter zyn zy niet ten eenen maale bevryd van hartstochten „ moeten „ zy, die de vrouwen-melk als eene oorzaak der „ lighaams en ziels gebreken befchouwen , niet bevreesd' zyn, dat hunne kinderen de domheid met de ezelinnen-melk, of de geilheid met die der geiten zullen 5, overerven ? («)" daar en boven kunnen by de dieren gewigtige ziektens verhooien zyn , welker ontdekking veel bezwaarlyker is, dan by menfchen, die met het fpraakvermogen begaafd zyn, en deeze kunnen eenen voor den Zuigling zeer nadeeligen invloed op de melk hebben. De melk der dieren is zeer verlchillend van het zog der vrouwen, en zelf is by elk hunner de melk gefch.kt naar het foort, het welk daar door gevoed moet wor- (oj Van S wi eten /. c. p. 669. / P 5 van de moeder. lyke pligt , het zoo- gen der kinderen. Of der dieren melk van de voorgemelde tegenwerpingenwel geheel vry is.  Geneeskundigs Van de m.^ deria'kek.igt, het zoogen der kindeken. Of men alle moeders tot bet zoogen .verpligt moet houden. §. XII. D:ar nu de niet zoogende moeders aan zêer groote geyaaren , aan de dood zelf veel meer dan de zoogende z\n blootgefteld §. 8, en men de kinderen, door hen dit hun natuurlyk voedfel te onttrekken , ten hoog- O ) I. R. SpitniAN Diff. de opimo infantis r.ecens nasi Atimento J, VUL worden ; het voeder , waarmeede deeze dieren gevoed worden , behelsd niet zelden zodanige planten, die aan de melk eene artfenyagtige fmaak en kragt meededeelen , dit blykt aan de koe-melk, wanneer de koeyen met knollen gevoed worden, of 'er zich wilde knoflook onder het gras bevind O); en dit kan op het kind ligtelyk eene nadeelige uitwerking hebben; kan niet in het vooijaar de melk der dieren, welke met het jonge gras, dat ook zelf eene buikzuiverende kragt heeft, gevoed worden, eene geVaarlyke buikloop verwekken ? zoo deeze dieren geene vryheid hebben om hun voedfel in de weide te zoeken, worden zy tot eene Mftaande leevenswyze in eene onzuivere lucht gedwongen , dit alles moet op de gezondheid der dieren en gevolgelyk ook op hunne melk en het teeder wichtje, het welk daar van leeven moet, eenen fchaadelyken invloed hebben. Hier by komt, dat, wanneer de melk niet onmiddelyk uit de borst gezoogen word, maar over het vuur moet worden warm gemaakt, zy gewisfelykhaare vlugge deelen verliezen moet, die veelligt voornamtnüyk het verkwikkende van dit voedfel uitmaaken.  Staatsregeling. 23$ fiêógftpn benadeelt §. 9., moet men dan het zoogen, kb een onvermydelyken pligt, aan alle moeders opleggen of zyn fommige hier van uitgezonderd , en kvelke ? , • Hier in moet men naar billykheid handelen, en het jeoogen niet voor eene zaak vau weinig belang houden; eene moeder moet in ftaat zyn zoo een overvloed van voedend fap te kunnen bereiden , dat zy haar kind voeden kan zonder zelf, in eene verzwakking en uitteenng , die zeer bezwaarlyk geneezen ivvord, te vervallen; het is een meedelydens waardig | gezicht eene uitgehongerde moeder het dorstig wichtje kan haare drooge borst te zien leggen , en met moejderlyke teederheid den laatften drup van het voor haar zelf zoo noodzaaklyk voedend vocht aan haar kind meLledeelen; maar met veel grooter aandoening befchouwe ik eene zwakke moeder, welke het durft onderI ftaan haar kind te zoogen, terwyl haar geheel gcftel Éten duidlykfte een gebrek aan genoegzaame vochten jte kennen geeft, en eene zwakke borst , droogen I hoest en voorafgegaane bloedfpuwing een teering Idoet duchten O); men moet derhalven, offchoon, Igelyk ik hier voor hebbe aangemerkt, weieens eene i moeder door het zoogen zelf van deeze gevaarlyke ■ gefteldheid tot gezondheid gebragt is, door zoo eene I gevaarlyke proef het leven van moeder en kind niet I in de waagfchaal ftellen. Het ( Medical Confultations on variant difeafes', publisbed from the letters s/Thomas Thompson. Morton Opera Medica c VI. p.m 24. Van dé moeder— LYKli pligt , het zoogen der kinderen. En wette niet ? Zwakke moeders, en die gebrek aan zog hebben.  236 Geneeskundige Van de IMOEBLR- ' 'l.YKE PLIGT, II ET ZOOGysl DER KINDEREN. Wanneer de moeder niet zoogen kan. Nodige •seaarfebw wifjg. Het is meede onweederfpreeklyk , dat men" eene moeder, in wier borsten geen melk word afgefchei-1 den , niet noodzaaken moet haar kind daar aan te leggen, even gelyk ook deeze zaak zich zelf verbied, wanneer, als een verderf lyk gevolg der keurslyven de tepels ontbreeken, en het kind dus de moederlyke borst niet vatten kan. Men draage echter wel zorge van in dit geval niet ligtgeloovig te zyn; ik iieb dikwerf met verwondering gezien , hoe listiglyk onze wellustige ftecdfche vrouwen haare jonggeboornen , onder de plegtigfte verzekeringen van haaren goeden wil, van zich verftooten, en haare teederhartige echtgenooten, die voor hun kind het moederlyk voedfel wenfchen , wysmaaken dat niets minder, dan eene volftrekteonm logelykheid, haar terughoud, om haar moedeiiyken pligt, en tevens vuuiigfte begeerte, te vervullen, alhoewel ik nog geduurende verfcheide weeken haare borsten van zog zag opzwellen , en door de opgeftopte melk verhardingen ontdaan , welke daarna nog' moesten opengefnecden worden. Veele jonge moeders leggen met het beste voorneemen haare zuiglingen aan de borst; maar, daar zy dit in den eersten of tweeden dag niet gedaan bibben , daar de tepels in de daad nog niet genoeg uukoomen, of he*, kind met het zuigen nog niet te regt kan geraaken ; zoo zwelt de borst intusfchen heftig op, en word pynlyk, de tepels worden met klooven en het zuigen word by zodanige omftandigheden zoo fmertlyk, dat zy in haar goed voorneemen begint te wankelen, haar echtgenoot en nabeftaai)den worden weekhartig, tot dat eindelyk het bvfluit genomen word het kind aan eene zoogfter over te  Staatsregeling. '=37 ie geevenof op eene andere wyze op te voeden; van nu af aan is over alle de Volgende kinderen het zelfde vonnis uitgefprOoke'n, zelf zonder andermaal een «qo fmertelyke proeve te waagen. Dit alles fpruit v.iort uit eene te groote verteedering onzer fteedfche vrouwen, en geene genoegzaame overtuiging, dat men ter vervulling van een zoo gewigtigcn pligt ook wel eenige fmert geduldig dragen moet: men moet in 7. >danige gevallen alle moogelyke voorzorgen in het werk ftellen , en de vroedvrouwen behoorlyk doen •onderlichten van alles, wat tot verligting der moeder dienen kan, en haar kan aanmoedigen, om haar goed V jorneimen niet zoo ligtvaardiglyk te laaten vaaren; en vcoial moet men hier voor zorge dragen , dat geene van zodanige verteederde moeders zonder dringende reedenen onder het getal van die geenen geteld worden, I welke van het zoogen zyn vrygefpror ken. ■ Alle die moeders, van welke te in het hoofddeel over de huuwlyken tusfchen ongezonde perfoonen gezegd heb, die tot het huuwlyk niet behooren toegelaaten te worden , deeze alle moesten, wanneer zy in den echten ftaat getreeden zyn, niet flechts bevryd zyn van het zoogen haarer kinderen, maar het moest haar zelf verboden worden ; men kan echter in dit geval met moeders niet op dezelfde wyze als met gehuurde minnen te werk gaan; de moeder zelf kan haar kind dan nog zoogen, wanneer de melk eener ongzonde zoogfter voor het kind fchaadelyk zoude zyn; de overeenkomst, die tusfchen de moeder en haar kind plaats heeft, daar het zelve in de baarmoeder reeds met de fappen der moeder gevoed wierd, en dus daar aan der maate gewoon is, maakt dat men het zelve zonder gevaar de moederlyke borst geeven kan, ter* wyl Van db moedes.-. lyke pligt, het zoogen der kinderen. Moedersdie ongezonde vog» ten hebben*  238 Geneeskundige Van de MOEDER.LYKEPLIGT, HET ZOOGEN DER KINDEREN. By tweelingen of meerder kinderen van gelyke geboorte. wyl het zeer gevaarlyk zyn zoude het met de melk eener even ongezonde minne te voeden. Zeer gewigtige inwendige gebreken der moeder, welke meest altoos tot het kind overgaan , zyn voor zeker gewisfe hinderpaalen, welke het zoogen beletten , deeze hebbe ik in het hoofddeel over de huuwlyken tusfchen ongezonde perfoonen reeds opgeteld ; vrouwen , welke reeds bejaard zynde kinderen baaren , moesten meede van het zoogen verfchoont zyn. Moeders , welke meer eian één kind tevens ter waereld brengen, moeten, zoo zy geen zeer fteik lighaamsgeftel hebben, niet gehouden zyn, die alle te zoogen, offchoon de natuur: ook dan voor eene ruimere affcheiding van het zog zorgt, zoo kunnen zeer weinig moeders een zoo groot en daaglyks verlies van voedende fappen geduurende een behoorlyken tyd uithouden, en zy loopen zoo wel als haare kinderen gevaar, om onder dit verlies te bezwyken ;men kan echter eene moeder, die de nodige vereischtens tot het zoogen heeft, toeftaan, dat zy deeze kinderen geduurende de eerfte dagen na "de verlosfmg tot zich neeme, hunne behoeften zyn als dan niet groot, het eerste zog is hen volftrekt noodzaakelyk , en men kan daarna te gemaklyker eene gefchikte zoogfter vinden : men begrypt van zelve, dat men by arme moeders in deeze gevallen, wanneer zy door geene gevaarlyke befmettende kwaal zyn aangetast, niet zoo naauw zien kan, de nood kent hier geen wet; echter waare het te wenfehen, dat 'er in de Maatfchappy voor behoeftige zoogende moeders meerder zorge wierd gedragen, en dat men de onnozele zuigling voor 'een meedelid der Maatfchappy hield, bet  Staatsregeling. 230'. het welk gerechtigd is, om door de onderfteuning zyner moeder onze meedelydende hulp te genieten. ' Wat moet men doen, wanneer eene zoogende moeder ziek word, en welke maatreegelen moet men met opzichte tot het welzyn des kinds in acht neemen ? Deeze vraage is van zeer groot aanbelang; het fchynt voor zeker in den begiune zeer veel gewaagd te zyn, dat een kranke moeder voortgaat met haar kind te zoogen; deels dewyl zy deeze of eene andere ziekte aan haaren zuigling konde meedèdeelen, deels dewyl eene buiten dit door het geweld der ziekte reeds verzwakte moeder door het aanhoudend zuigen van haar 'kind meer en meer kragteloos word-, eiï zoo men het als zeker aannam, dat het kind de kwaade vochten der moeder inzoog, en haar lop deeze wyze daarvan bevrydde,- zoude het dan niet eene ^ruuvvlyke misdaad zyn her kind ter redding der Imoeder, welke veel ligt nog op eene andere wyze kon- Ide behouden worden, door eene foort" van vergifti- Iging op te offeren. I • Indien men echter in dit geval alleenl;>k met de |ondervinding raadpleegt, zoo moet men toeftaan, Idat de voorbeelden ter ftaaving van de fchaadelykheid Ider melk van kranke moeders niet zoo daaglyks [voorvallen, als men in den eersten opflag wel zoude Idenkert ; men ziet zeer veele kranke moeders, die zonder nadeel voor haare kinderen hen het weinige zog, het welk gedurende haare ziekte word afgefcheiden, genieten laaten. „Men weet , zegt Hall er , dat zeer veele „ kranke moeders haare kinderen zonder hun nadeel „ voortgezoogd hebbeu, ik kenne eené vrouw, wel- ke Van dï moederlykgpligt , ' het zoogen der. kinderen. ■ OTmrn eene zoogendevrouw, wanneer zy in eene zwaare ziekte vervalt , bet zoogen toe moet laaten. De mr'.t van ziekê moeders is nie* altoos febaadelyk.  240 Geneeskundige Va** de Moeder- lyke PLIGT , HtT zoogen der kinderen, Het zoogen moet derhalven in deeze gevallen riet aan alle vi rhodenworden* „ ke ik zeer hoog fcbatte , die in eene zeer gevaar„ lyke kwaadaartige koorts haar kind zonder eeni„ ge kwaade gevolgen geduurende veertien dagen „ zoogde j ik zag adelyke knaapjens, welke , niet „ tegenftaande hunnen zoogfter met de venusziekte „ befmet was, geheel gezond bleeven; men heeft zelf „ gezien, dat hondsdolheid, ja zelf de pest, zich, „ van de minne op den zuigling niet heeft voortge„ plant O )"• dit zelfde nam Letsom waar in eene zeer kwaadaartige kerker koorts{b)i Tode in eene gevaarlyke rotkoorts ( c); ik zelf hebbe zeer veele voorbeelden gezien van gezonde kinderen, welke zonder eenig blykbaar nadeel in de gevaarlykfte ziektens. zelf door hunne moeders gezoogd wierden, anderen echter vervielen in krankheden , die ik echter niet kan verzekeren , dat geheel en alleen door het zog veroorzaakt waaren. Men kan derhalven niet begeeren , dat elke moeder zonder onderfcheid, zoo dra zy ziek word j haar zuigling de borst ontneemen zal; het is best deeze zaak aan het wel wikkend oordeel van den ervaa-: ren Geneesheer over te laaten, op dat hy beflisfe, of het ten nutte van moeder en kind best is haar krank zynde het zoogen toe te laaten ; wanneer men nagaat hoe flecht doorgaans in de meeste huishoudingen de kinderen geduurende de ziekte dermoeder opgepast worden, zoo kan men hier uit af- lei- O) h ALLER T. VII. lib. XXVIII. Sed. 1. ( b ) Mcdie. Naehrichten von dem allgcm. Dispenfat. in Lond. I. 23, 44- (<) i. c. todb Medic. Cbir. Bihl. 1. B. 3 St.  Staatsregeling. 241 leiden, dat veele kinderen uit deeze oorzaak ruim zoo veel door deeze onachtzaamheid, als door de ziekte der moeder om het leeven komen. In die kwaadaartige ziekten s, waar in den hóógHen graad van bederf in de vochten plaats heeft, zal elk Geneeskundige met het hoogde recht het zoogen afraaden, en de moeder moet gehouden zyn deezen raad op te volgen j in toevallen van minder aanbelang, in het begin zelf van heete ziekten, moet men na behoorlyke waarfchuwing het aan de moeder overlaaten , of zy voort wil gaan met haar kind te zoogen, terwyl men. echter, ingevalle het.kind by de moeder geen genoegzaam voedfel mogt vinden, niet afmoet laaten eene gefchikte drank van ryst- water met melk, of iets diergelyks, behalyen het zog, aan het kind te'geeven : dit verlies van vochten fchynt de vrotnvlyke fexe zelf geduurende haare zlektens niet zeer te verzwakken, en men gelooft met recht, dat het integendeel voor de kranke moeder gcvaarlyker zyn zoude haar kind eemkhps te fpeenen, wanneer de borsten nog voorraad van zog opleeveren , de koorts kan hier door vermeerderd en eene zogverplaatfing of andere hier uit ontftaande gebreken ver-: oorzaakt worden. Van ds moeder— lyks pugt, Bb.T zoogen der. kinderen. De Geneeskundigen moeten Verpligt zyn deeze gevallen naauwkeurig aan te teekenen , en benevens hunne daarby gevoegde waarneemingen jaarlyks aan den Raad der gezondheid, of het opperst Geneeskundig Collegie te zenden, op dat men dus by vervolg van tyd in ftaat gefield worde over dit zoo gevvigtig ftuk met genoegzaame zekerheid te oordeelcn. De moeders moeten gehouden zyn by een ziekte van eenig aanbelang haare kinderen , wanneer die II. Deel. Q reeorct af te ftkajfen.  'a^é- Geneeskundige" Van dr M0EDERLYKEPUGT, HET ZOOGEN DER KINDEREN. Gevoelens van ver/ch ide volken des» wegens. „ in de faamenleeving." Na te voorcn als zeker gefield te hebben, dat de bezwaarlykheid van eenen door den Schepper duidlyk vastgeflelden pligt deszelfs uitoeffening in geenen deele moet verhinderen, en dat eene niet zoogende moeder even zoo wel als eene zoogende aan haare dikwerf zeer gewigtige zwaarigheden onderhevig is, zal ik zoo naauwkeurig doenlyk is de noodzaaklykheid of onnoodzaaklykheid der onthouding van den echtelyken byflaap trachten te beflisfën. Ik heb toen ik van de zwangerheid handelde, van den invloed gewaagt, welke de liefde op het vrouwlyk lighaams geitel heeft, men ducht de nadeeligfte gevolgen van de hier uit ontflaande verhitting, de veizwakking, het hervoortbrengen van den ftonden vloed of, eene nieuwe zwangerheid. De ouden fielden zich de gevolgen der liefde by zoogende zoo fchrikbaarend voor, dat Fulvius Sabitia, welke aan Drufia de borst gaf kort na dat zy met haaren boel had te doen gehad, in het water deedjverfmoren, en haaren minnaar doorzaagen:(> ) G Alenus waarfchuwt uitdruklyk tegen het zog, het wik door het by flaapen bedorven is(Z>): Paul. Zachias geeft elke moeder het recht om geduurende den geheelen zoogtyd haaren man, ten nutte van (o) GARMANN miracula mortttcrum p. C53. (b)A venere omnino abflinendam effe , quacumque lae pr<£, hebit, moneo ; nam Cf menfes viri confuct'vdine jrovocar.tur, 'Gf lae~ qdoris gratiam in detcrius mutat, quin eliam aliqueE in uïero coneifiant, quo nocei.tiui; pue)lo adhuc laSanti nihil est, Interim enim, qitidquid fanguinis est optimum, in foetum abfumittff; de Samt, tuend, lib. I. c, 9.  Staatsregeling. 247 van haar kind, den huüwlykspligt te wéigeren(a) : Sagar RoseeN hield eene zoogfter die zich aan de wellust der liefde overgaf, of flechts.begeerte daarna laad, voor ontuchtig O):' en Ballexérd, die dit zelfde gevoelen toegedaan is, raad een man niet voor, in de vierde maand na de verlosüng tot zyne. echtgcnoote te naderen (c) : in het Koningryk Angola onthoud de vrouw zich van den man tot haar kind tanden heeft; by de Negers van de West-kust van Africa blyft de vrouw geduurende 3 jaaren van ha>« ren man gefcheiden ([dj. (a) Itaque non incoifjeniens dixerim, ut viri a frequenti exactione (coïtus) abftinere debeant & muiier es ad frequenter* redditU onem ton teneantur Q. Mei. leg. lib. VIL Tit. III q. 3- p. 599van hec zelfde gevoelen was A l b e r t i in zyn Systb. Jurisi^ med. c. IV. 5. VIL (4) Systbeme phyfique moral de la femme,. (c) De l'Edueation phyfiqae p. 49. Cd) Hitt, Reizen III, B, VI b. Daar en tegen zyn zeer veele ervaare «j-eneesKundige van een ander gevoelen , en de ondervinding leert ook aan alle oorden, dat zoogende vrouwen zonder eenig nadeel haarer zuiglingen zich aan de liefde kunnen overgecven; daar doch zeer veele zoogende vrouwen binnen tien of twaalf weeken na haare verlosfing wederom zwanger zyn, zonder dat hier door haare zuiglingen-ongelukkiger zyn , dan die van zodanige vrouwen, welke niet dan na het fpeenen haarer kinderen zwanger wordende , eene langere onthou üng fchynen in acht genomen te hehben; dus zegt Vogel te regt, dat, zoo de byflaap met zoogende eene voor het kind nadeelige zaak waare, als dan allezuig- lin- Van t»s moederlykefi.igt , het zoogen der, kinderen, fiairp is voer het zoogen zelaen nadeel'%.  248 Geneeskundige modder* un£en zieklyk moesten zyn (a ); en uit deeze ooriyke zaak heb ik nimmer eenig kwaad gevolg zien outbbtzoo- ftaan? hoewel ik erkennen moet, dat het in dit gegen der vai moeilvk is achter de zuivere waarheid te komen, kinde- j ... »en, en men de onpaslykheid der zuighngen, uit deeze oorzaak werkelyk ontftaande, zeer licht aan andere oorzaaken kan toefchtyven. Van der ^et ^en ft°nden vloed der zoogende vrouwen is zoogende het even zoo gelegen, deeze ziet men aan als een vrouwen , 0 „ TT ftonden gevolg van den byüaap en Hippocrates zegt VJendgevo% reeds, „ dat de byflaap het bloed verhit en den weg „ baant tot de bloedvloeijngen der vrouwen (£)," echter leert ook de ondervinding , dat de byflaap geen zoo onfeilbaar middel is om deeze vloed te verwekken ; dat de geftadige toevloed der vochten naar de borsten van grooter vermogen is, dan eene ogenbliklyke en by echte lieden niet zoo hevige prikkeling der teeldeelen ; eene geduurige begeerte tot het genot der liefde kau het bloed met ongelyk grooter drift naar de baarmoeder dry ven, dan wanneer aan dit verlangen op eene maatige en met de behoeften der natuur overte: komftige wyze voldaan word(c ). En gefield zynde de byflaap verwekte den fton- den- ( a) Dus zegt Platner certum est, occutta deftderia prjora & ,na;is twxia esfe, quant plena honestarttm faminarum gaudia Hf rarum mideratumque veneris ufuin, Disf de victu (3 rev'tminc laetantium §.35. (é>) De Genitura SeS. III, (c~) Men weet, dat zeer veele meisjens, welke na by de voltrekking van haar huuwlyk zyn , de ftonden vroeger krygen , dan zy gewoon zyn.  Staatsregeling. 249 denvlocd, is dan nog deeze affcheiding van zoo veel gevaar verzeld , als men wel heeft voorgegeeven ? of kan men dit meede onder de ingebeelde gevolgen ftellen, dier kwaadaartigheid welke men aan het bloed der vrouwlyke ftonden heeft toegefchreven. De oude Geneeskundige hebben eene meenigte voorbeelden aangeteekend ter betooging van het gevaar, welke het zoogen geduurende 'den ftondenvloed vergezeld O), van S wie ten heeft zich zeer fterk tegen dit gevoelen verzet, en het tegendeel door zeer veele voorbeelden betoogtO) ; gelyk ook Brouset dit aan de vooroordeelen, diëten deezen dage zoo wel by de Geneeskundige, als by het gemeen nog diepe wortels gefchooten hebben, toefchryft(c). (a)P. ZACHUS lib. VII. T. IX q. %. p. 399- Korb. V/rathlav. ann. 1699 p. 34- EttMULEER valetud. Infaiiü §. 1;. Des ess'atts p. 228. (6) /, c. T IV. 5. 1354- />• 174» (O t. t, T. 1, Cb. F- Q $ Van db moeder— lyke pl'gt , het &pOgen der. kinderen, By vrouwen, welke niet bloedryk zyn , kan eene te veelvuldige en overvloedige ftonden vloed het kind van het noodwendig voedfel berooven , of de moeder loopt gevaar van door twee zoo gewigtige affcheidingen in eene uitteering te vervallen; by zodanige moeders en zoogfters , by de welke de ftonden altoos met koorts, walging , hoofd en lenden pyn en andere moeilyke toevallen vergezeld zyn, kan ook het zog hier door bedorven en voor den zuigling nadeelig worden; offchoon by deeze en nog veel zwaartr toevallen § 12. zelf geduurende de kraamzuivering, die Ofdezelve voor moeder en kind gevaarlykkan vtror* den.  zso Genees kundige Van de MOEDER-. LYKE PLIGT , BET ZOO-' GEN DtR XI-NDEeen. JZoogende vrouwen hebben zelden den ftonden vloei. Of eene moeder zwanger wordende terftond bei zoogen moet na- laaten. die zelden zonder koorts afloopt, zeer veele kinderen, de teederfte zelf, zeer gezond blyven, en oogfchynlyk in krachten en geftalte toeneemen. Zoodanige vrouwen zyn echter in geenen deele tot huur-minnen gefchikt. Men denke niet, dat, vooral by het geregeld leevend landvolk, zeer veele vrouwen geduurende her zoogen aan den ftonden vloed onderhevig zyn, van de 50 moeders vind dit naauwlyks by eene plaats, hier van zyn ook de vrouwen overtuigd, daar zy de vcrfchyning daar van geduurende het zoogen voor een ongemeen voorval houden, en die vrouwen, by wien dit gebeurd , zyn ook doorgaans zeer vol bloedig , zoo dat zy wegens deeze dubbele affcheiding geen gevaar van een al te groot verval van krachten te duchten hebben, ik hebbe meermaalen gezien, dat de moeders des niet tegenftaande voortgingen, met het beste gevolg haaren zuigling de borst te geeven. Met de geduurende het zoogen ontftaane zwangerheid is het byna even eens geleegen : de ouden voorzagen hier uit, zoo voor de moeder als het kind, niet dan louter rampfpoed ; zy zeggen, dat de melk als dan eene walchelyke fmaak en voor den zuigling zeer nadeelige hoedanigheid aanneemt , dewyl het beste daar van ten nutte der vrugt befteed word f»i doch van S wieten en zeer veel van onzelaate- re (a) Ettjmuli.er /. e. § 15. Fontani op.- omnia fa yj. •Jp. 765. s c h e N c ki V S de natura laSis p. 102. p. Zachias c p. 599- onder de later Schryvers Lieüfaüd fynops. umv. prox. med. lib. 3, p. 4sö. R0 sens te in l, c. B al Lüfr. serd p. 40,  Staatsregeling." 251 re Geneeskundihe betoogen, dat de melk geduurende de eerste maanden der zwangerheid voor den zuigling even zoo voedzaam en gezond is als te vorer. ( a ). Beide deeze met elkander zoo zeer ftrydende gevoelens der Geneeskundige zyn, myns bedunkens, zeer wel over een te brengen; van Swieten zegt, de vrugt vind in de baarmoeder van wegens zyne „ geringe grootte ligtelyk zoo veel voedfel, a's tot „ deszelfs onderhoud nodig is, of fchoon dagelyks „ eene goede- hoeveelheid zog naar de borsten gc„ voerd word; en wanneer eene moeder één of meer-, „ der kinderen in haar baarmoeder voeden kan, zoo „ moet het haar ook moogelyk zyn twee kinderen , ,, een welk zich nog in haaren fchoot bevind, en een „ ander, het welk reeds gebooren is, te onderhou„ den O)." Hall er heeft te regt aangemerkt, dat by zeer veele zoogende moeders eene verbaazenden overvloed van zog plaats heeft (c). (a) l.cp. 674. (b) l. c (f) Elem. T. VII. 1. as. SeS. i. § XV. (tiQ l. c, T. IV. § 1294. i«9> Van de moeder,. ' lyke pligt, het zoogen der kinderen. Daar echter van S wieten aangetoond heeft, dat het terug blyven der ftonden by eene voorvallende zwangerheid niet flechts tot voeding van de vrugt, maar ook ter uitzetting van de vaten der 'baarmoeder, en vermeerdering der aldaar zoo r.oodzaakelyke warmte dienen moet ( dj, zoo ziet men duidlyk, dat eene zwakke , niet bloedryice moeder beide deeze oogmerken der natuur de voeding der vrugt en het zoogen van haar kind niet zoo wel te By welke vrouwen dit plaats moet hebben.  Van dé fcWEDERLYKlPLIGÏ , HET ZOOGkN DER. KINDiïRGN. «hé infer gevorderdezwangerheid is het zoogen zoo wel voir de moeder als de vrugtzeer nadeelig. Of de zwangerheid ge~ 35a Geneeskundig è ■ gelyk vervullen kan , als eene gezon.ie vol fappige vrouw, dit bevestigt ook de ondervinding, en hier van nebbe ik zeer veele voorbeelden gezien: wat echter de ontaarting der melk eener zwangere moeder aanbelangd, dit is niet meer dan eene Hypothefe; en wanneer men bemerkt, dat de zuigling van zelfde borst der zwangere moeder vaaren laat; zoo gefchied zulks waarfcbyniyk meest?nryds, om dat de toevloed des bloeds naar de borsten op die tyd minder, en dus ook de affcheiding van het zog geringer is, waar door de kinderen, wanneer zy zeer lang voor niet zuigen moeten, dit eindelyk moede worden; by het begin der zwangerheid is by veele moeders de eetlust bedorven, of zy kunnen de fpyzen niet in de maag houden, hier door word den toevloed der voedende fappen geftremd ,en het zog verliest zyn aangenaamen fmaak. By eene verder gevorderde zwangerheid, wanneer de zuigling ook in ouderdom en fterkte is toegenomen , is het zoogen, uit hoofde der reeds hier voor gemelde oorzaaken, zoo wel voor de moeder, als voor beide de kinderen zeer fchadelyk; het is derhalven noodzaakelyk hier tegen door verftandige inrichtingen te waaken , en vast te ftellen , dat geen zuigling van zyne moeder zal mogen gezoogd worden, zoo dra zy verzekerd is wederom zwanger te zyn, daar nu deeze zekerheid zelden voor de helft der zwangerheid plaats heeft, zoo is op die tyd de zuigling ook reeds fterk genoeg , om de moederlyke borst te kunnen misfen, die hy niet dan ten nadeele der moeder en' vrugt verder zoude kunnen genieten. By geluk is het niet gewoonlyk dat zoogende vrouwen zwanger worden ? zoo dat men dit zelf als een  Staatsregeling. 253 een bewys gebeezigd heeft, om het zoogen als eene voor de bevolking zeer nadeelige zaak te doen be'fchouwen; de beilisfing van zoo een gewigtig vraagftuk kan de Maatfchappy met recht van de Geneeskunde eisfchen, men zal dus billyk verwachten, dat wy ons hier desvVegens verklaaren zullen. Voor eerst is h.t zeker, dat, wanneer eene zoomende vrouw zwanger word , dit doorgaans plaais heeft op een' tyd, wanneer het nog voor haar, nog ^voor haaren zuigling, zoo nadeelig niet meer is ee:nire verandering in het voedfel te onderneemen, en het tevens ook niet moeilyk is, om des noods eene melk te vinden, die met het moederlyk zog meest overeenkomt, en het zelve zoo niet geheel, ten -minsten gedeeltelyk vergoeden kan. Het is op de ondervinding gegrond, dat zoogende vrouwen zelden zwanger worden, maar hier uit volgt echter niet, dat alle de zoogende moeders gc< d innende haaren geheelen leeftyd minder kinderen voortbrengen , dan zy, die met zoogen , om hier van overtuigd te zyn, behoefd men flegts na te gaan, hoe veel kinderen jaarlyks van een zeker aantal bewooneresfen van het platte land en het zelfde getal inwooncresfen der fteden gebooren worden, of liever, ten einde alles naauwkeuriger overeenkoome, eene vergelyking te maaken tuslchen twee fttden, alwaar in de eene een zeker aantal vrouwen haare kinderen zelf zoogt, in de andere die aan eene vreemde minne overgeeft of op eene andere wyze opvoed. Men zag, dat deeze of geene moeder, wanneer zy niet zoogde, eerder zwanger wierd, dan wanneer zy zulks deed, hier uit heeft men een zeer onzeker g ■volg getrokken, dat in het algemeen meerder kinderen van Van de MOEDERLYKEPLIGT , HbT ZOOGEN DER KINDE-j REN. d-uurende bet zoogen zoo algemeen is dat men daarom bet zoogen zoude affebaffen.Het kind kan ah dan van de borst genomen worden. Of bet zoogen in waarheid de vrugtbaarheidverminderd. Beieeet ir.g van het tegen over geftelde.  254 Geneeskundige Van de moedlrlykepligt, het zoogen der. kinderen. van niet zoogende, dan van zoogende vrouwen geboren worden ; zoo men dit bewyzen wil, zoo moet men door uit de ondervinding gehaalde bereekeningen de Maatfchappy betoogen, dat in een geheel gewest in een tydverloop van 30 jaaren, geduurende de welke eene vrouw aanvangt en ophoud kinderen te teelen, meerder kinderen van de niet zoogende, dan van de zoogende vrouwen voortgebragt zyn ; en zoo men al deeze zeer moeilyke, maar echter nog iets bewyzende opgaave konde te voorfchyn brengen, zoo zoude hier uit nog in geenen deele volgen, dat het voor den Staat nuttiger zoude zyn, met opzicht tot het voedfel der jonge kinderen een andere inrichting te beraamen ; er ligt immers der Maatfchappy meer geleegen aan twee duizend gezonde, welgefchaapen kinderen , dan aan het dubbel getal van de zodanige , waar van met het tiende jaar reeds wederom twee! derde verdweenen zyn , en de overige meestendeels zoo zwak en gebrekkig zyn, dat zy een groot aantal tot kranken oppasfers nodig hebben, en dus der Maatfchappy onttrekken. Stellen wy een gelyk getal zoogende en niet zoogende moeders , zoo moeten wy van de laatst gemelde zoo veel aftrekken, als de ondervinding leert, dat zy aan grooter levensgevaar dan de zoogende moeders onderhevig zyn § 8, het getal der kinderen, het welk door de uit deezen hooide zoo vroeg overleedene had kunnen voortgebragt worden, moeten de overgeblevene vergoeden ; hier by komt, dat by de moeders-, die niet zoogen, de kraamzuivering zeer lang aanhoud, en zy daarna dikwyls aan den witten vloed onderhevig zyn ; beide oraltandigheden, welke volgens het getuignis van ■ • HipJ  Staatsregeling. 255: Hippo crates en Galenus(ij) der vrugt baarheid zeer nadeelig zyn; Mauriceau drukt Eich hier over aldus uit ,, de baarmoeder, zegt hy, ■„ word door de witte vloed als het waare met vocht 9, overflroomd, haare inwendige oppervlakte word zoo ,, flymachtig en glad, dat het manlyk zaad, offchoon „ uit de natuur kleevend ,' zich aan de baarmoeder „ niet hechten kan, of daar in te rug gehouden kari „ worden ; en zoo dit al gebeurd, fterft de vrugt en gaat fpoedig tot bederf over(£)" dit komt met het gezegde van Hippocrates(c) vry naauwkeurig overeen. 3 Hoe natuurlyk ook het kinderbaaren aan eene vrouw is, zoo word zy hier door echter zeer verzwakt, eh Offchoon het by- veele moeders de gezondheid bevo£ derd, zóo heeft dit echter by alle geen'plaats , vooral niet wanneer de eene zwangerheid zonder tusfehenpoozing op de andere volgt „ zeer weinige lighaaL, men, zegt Susm'il'c h, zyn zoo fterk, dat zy „ niet door de kort op elkander volgende, verlosfingen L vroegtydig verzwakt worden, en de nadeelen van „ een geftadig zieklyk lighaam zyn veel grooter, L, dan de voordeden,.welke men zich, van het zooL, gen der kinderen door eene minne belooven kan, L veele huuwlyken zullen hier door minder vrugrbaar L zyn , dan zy zouden geweest zyn, zoo de moeder L haare kinderen zelf gezoogd en dus een gezond ) Jpborisnw 62. lib, II. Sett. Vil {[b ) Traile des maladies des femmts grosfes ttb. i. ch, p, $8, (.e) De SterUibus Sea. V. Van re. woederlyke'HST , het zoogen der, kinderen,- Spoedig op elkander volgendezwangerheden ver, zwakken zeer.  256 Geneeskundige VaN DB fclOEDERÏ.YKEPLIGT , HtT ZOOGEN DER KINDEREN. (a) GqM. Ordti, V. e. §. 82. s. ld. Een le lang aanhoudendzoogen is voor de bevolkingnadeelig. „ lighaamsgeftel behouden had, en men kan zich lig„ telyk overtuigen, dat de kindeien door uit deeze ,, oorzaak verzwakte moeders geteeld van geen zoo „ duurzaame gezondheid zyn kunnen, als die gezon,, de moeders gehad hebben O)." Deparci„ eu x brengt dit by als eene tegenwerping tegen de minnen , dat de niet zoogende moeders ligtelyk terftond weder zwanger worden , eer zy van de voorige zwangerheid wederom tot voorige krachten herfteld zyn, en dus ook zwakke kinderen voortbrengen, deeze tegenwerpingen zyn derhalven niet voldoende, om de kraamvronw van haare verpligting jegens haar kind vry te fpreeken, en het is zeer ongegrond, dat het zoogen der kinderen oorzaak tot ontvolking geeft; onze voorouders, by wien deeze pligt heiliglyk wierd in acht genomen, hebben zich in het bevolken van zeer veele gewesten uitmuntend gekweetcn. %. XVI. Met dit alles kan ook deeze zaak te ver gedreven Worden, en men kan niet ontkennen, dat een al te lang aanhoudend zoogen voor eene gewenschte bevolking zeer nadeelig is; wanneer men met het zoogen van elk kind 3 en 4 jaaren doorbreng', zoo is het niet wel moogelyk, dat eene vrouw zoo veel kinderen ter waereld brengt, als zy anders zonder zich te benadeelcn zoude hebben kunnen doen; Sbsmilch telt dit onder de voornaame oorzaaken der mindere vrugtbaarheid onzer gezonde vrouwen ten platten lande ; hy  Staatsregeling. 257 hy is van gevoelen, dat deeze gewoonte, die volgens Russel ook by de Turkfjhe vrouwen plaats heeft, aanleiding geeft tot de fehaarfe bevolking der Afiatifche gewesten («); het te lange zoogen is in de wetten der Natuur niet gegrond; de moeders lyden hier door zeer veel, en worden ligtelyk door bloedfpuwing en uitteering aangetast, de tanden, welke met het eerste jaar gewoonlyk voor den dag komen, toonen , dat de kinderen op dien tyd vastere fpyzen nodig hebben; en alhoewel Rudbeck verhaalt, van een man, die 8 voeten lang geworden is, om dat hy van zyn moeder tot zyn zevende jaar gezoogd wierd, altoos tot op den middag in het bedde bleef, en niet voor zyn 18de jaar zwaaren arbeid begon te verrichten ; offchoon ik zelf opgemerkt hebbe, dat kinderen die zeer lang gezoogd worden, grooter en volfappiger' zyn, dan andere; zoo kan het echter nimmer tot weezeniyk voordeel van een kind verftrekkcn grootendeels van vloeibaar voedfel te leeven, de maag moet hier door zeer verzwakt 'en tot het verteeren van vaste fpyzen buiten ftaat gcfteld worden ; en iri ernst gefprokèn komt het immers hier niet op aan, dat het Gemeenebest enkel fuit reusachtige burgers beftaat; maar, zonder dat men aan één kind alles te kosten legt, kan men van twee lighaamen van middelmaatige grootte meer goeds verwachten, dan van eenen tot eenen onmaatig groote vleeschklomp gemesten burger: de mindere vrugtbaarheid der te lang zoogende moeder blyft altoos de gewigtigfte tegenwerping tegen deeze; al (a) l. t.%. 9'j,- 2j33 25s. \\. Deel, W Vandb MOêDERLYKEPLIGT , HET ZOOGEN DEK KINDEREN»  *5» Geneeskundige Van de Moederlik e puer, het zoogen der kinderen* ■ Tyd van bet fpeetien by verjcbeide voiken. (a) PALLAï reizen t Deel. (i) Hist. Pbilofopb. & Politique T, ï. Cb. 28,p. rcto. (e) In Gynaeciis. (rf) Valesiui de Saera Pbilofopkitt p. 634. £e) 2. S. der Mstbsbcsn c. VIL Daar de leuiheid van fommige moeders tot allerley kunstgreepen aanleiding geeven kan, waardoor zy haare kinderen vroeger de moederlyke borst zouden zoeken te onttrekken, zoo is het noodzaakelyk vast te (a) I. t. 3D. (b) De Principum cura eirea Sanitatem Subdilorum p, ii. (O Sura IL v. 234. Maimonides /, t.  Staatsregeling; te ftellen, dat het geene moede vry ftaat haar kind roor de achtfte maand te fpeenen, zonder hier toe een jyzonder verlof bekomen te hebben, het welk haar achter, na het vertoonen van een getuigfchrift, dat haar voor niet door eenen Arts moet gegeeven wor3en, door de Overheid terftond moet gefchonken worden, S. xix, (a) Genefls 2i« (i) Stuckius, antiq. ConvivaU lib' i. e, i7« CO Somuèï t, R 3 Voormaals, ten tyde van onze voorouders, vierde men de fpeentyd met groote plegtigheid, men zette dus deeze moederlyke pligt, het zoogen, bier door eenen luister by, welke by eene voor de Maatfchappy zoobelangryke verrichting, zoo wel voegt; Abraham gaf ten dage, toen Izaak gefpeend wierd, een pragtig gastmaal^); ten deezen dage, zegt Rabbi Salomo, „ bewees Sara proefondervindelyk voor het oog „ haarer gasten , dat zy in haaren ouderdom werke„ lyk een kind geteeld had, en dat het geenfints on„ dergeftoken was, daar zy alle de op dit feest meede „ gebragte kinderen tyklyk uit haare borsten zoog„ de(Z>)" : dus zond ook Hanna haaren zoon Sa%uél, na'dat hy gefpeend was, met een offer naaiden huize des Heeren te Silo (c); ézTidimdia der | Spartaners kwamen met deeze plegtigheid over een, ! als dan droegen de minnen haare zuiglingen naar den Tein- Van d* MOEDERLYKEPLIGT , HET ZOOGEN DER KINDEREN. Plegtigheid by bet Speetten eertyds in gebruik.  zêi ■ G E S ï l'ï tm ï t 41 ' H?AN BE mo*derï.ykbpligt , het zoogen dek. kinderen. Of men dit te regt beeft afpefciafd. Tempel dér Diana Corythallia^ alwaar op de wyze: van Sparta een maaltyd gehouden, en aan deeze Godin een Speenverkentje geofferd wierd(«): Cato noemde de Edufa en Pontina als Godinnen , befchermeresfen der kinderen, welke gefpeend wierden , wanneer zy door de zoogfters wierden aangeroepen Dit alles hebben wy afgefchaft, en deeze voornaamfte pligt der moeders, het zoogen, valt flechts het gemeene volk ten deele; ik denke echter, dat het eene meer algemeene en nuttige voorzorge voor het welzyn onzer nog onnoozele meedeburgeren zoude te kennen geeven , zoo men het tydperk, waar in de kinderen van de moederlyke borst genoomen worden, even zoo een plegtig aanzien byzette als wel eer; ten minste wanneer men in de faamenleeving die moeders eene foort van minachting betoonde, welke uit louter grilligheid en tot haar gemak het welzyn haarer kinderen in den wind floegen. faitg tot de volgende afletMug. J. XX. Gefield zynde, dat het niet raadzaam, dat het zelf onmoogelyk is, een kind de borst der moeder te doen genieten; dat men zich daar en boven in ftaat bevind , om het zelve het jvoor de kinderen gezondfte voedfel, de vrouwen melk, te verfehaffen: zoo blyft nog al- (a) Atiiaeneus Ifb. 4. (A)Lochnerus-, de festo Tidinidïorum Dinanee Corytbafe  Staatsregeling. 263 altoos' de gewigtige vraag over: welke inrichtingen de regeeringen in groote en kleinere Steden in het werk kunnen ftellen , om de pasgeboornen te beveiligen voor die gevaaren, welke zy loopen kunnen , wanneer zy in handen van godlooze, ongezonde en pligtvergeetende zoogfters vervallen: dit zal ik in het volgend hoofddeel onderzoeken (*). Het geen het onderwerp van dit Hoofddeel uitmaakt, zal een ieder erkennen eene zaak van het uiterfte aanbelang,' en de aandachtige overweeging onzer Landgenooten overwaardig te zyn j veele onzer Nederlandfche vrouwen vervallen in het zelfde pligtverzuim, waar van onzen Schryver zyne meede burgeresfen befchuldigd; de aanzienlyke vrouw, die gednurende haare zwangerheid zich niet ontzien heefc, ter navolging der alles overheerfchende mode, zich in eene voor haar en haare onfchuldige vrugt ten uïterften ongemaklyke en fcllernadeelijfte kleeding te knellen , die niet fchroomde , zich aan vermaaklykheden en uitfpanningen , welke elk, ▼erftandïg mensch als voor haaren toeftand ten hoogften ongefchikt moest befckouwen, met de uiterfte greetigheid over te geeven , zal zoo eene vrouw, nu zy tot haar groote blydfchap van dien last, welke haar nog eenigfiuts in bedwang hield, ontflagen is, zich aan den moeilyken pligt eener regtfchaape moeder onderwerpen ? neen! deeze legt zy veel liever op de fchouders der minvermogende, die zy daar voor door geld fchaadeloos tracht te ftellen: zy poogt, met gevaar zelf van haar leven, die bronnen van heilzaam voedfel, welke den alwyzen Schepper ten nutte van het pas gebooren wichtje had doen onteringen , ;zoo dra moogelyk op te drogen , en reekent zich van haaren pligt gekweeten te hebben ,wanneer zy voor haar kind vreemde borsten huurt, en dus zoo wel de voeding, als al het geen tot eene moederlyke zorg voos haaren teederen zuigling behoort, van haaren ha!s fchmfc: dit fchaadlyk voorbeeld maakt de minvermogende , min aanaienlyke burgervrouw zich ten nutte, zoo dra openbaart zich R 4 *** Van br moederlykepligt , het zoggen der. kinderen.  aö4 Genees kundige Van de MOEDERLYKftPLIGT , HET ZOOGEN DER KINDEKEN. niet eenige' hinderpaal ïn het zoogen, zoo dra befpeurd zy niet dat haare borsten niet zoo veel zog geeven, als zy wel; verlangd, of dat zy door het zoogen verzwakt, of zeer greetig maakt zy gebruik van dit fchynfchoon voorwendfel, om, I zonder alvoorens met den Geneesheer desweegens raad te pleegen, of hier tegens gepaste middelen aan te wenden, haaren zuigling aan eene zoogfter over te geven , of op eene andere wyze op te voeden: veele vrouwen van beide lüas-, fen zyn wel niet ongenegen, om deeze haaren pligt te vervullen, zy verlangen zelf, om ook in deezen opzichte moe-, ders te zyn, maar fchroomen echter die ongemakken door te ftaan, welke dseze pligt, vooral na een eerste verlosfing, doorgaans voorafgaan of verzeilen, en laaten zich of terftond ' of binnen weinige weeken affchrikken; is 'er één geval, waar ih de vrouwlyke kwakfalveresfen haare kundigheden en ervaarenis trachten ten toon te fpreiden,het is gewisfelyk in alles wat het kraambedde betreft , en vosral het zoogen; naauwlyks openbaard de kraamvrouw of zoogende moeder eenig ongemak, het welk haar het zoogen moeilyk maakt , of zie daar eene menigte oude vrouwen met de goedwilligfte bereidvaardigheid gereed, om haar allerley raad te geeven, gewisfelyk bevind zich hier onder wel eens een zeer nuttig hu'p'middel , maar ongeduld voorkomt veelmaalen deszelfs heilzaame uitwerking, en dus zonder met een Genees-of Vroedmeester des.vegens geraadpleegt te hebben, verliest de yrouw haar geduld, en het kind word tot eene vreemde minne of tot de pappot verweezen. Sommige vrouwen rekenen het genoegzaam, wanneer zy haare kinderen geduurende eenige weinige maanden de borst geeven, en zonder eenige drangreeden, dan om van delast van het zoogen des te eerier ontflagen te zyn, fpeenen zy haare zulglingen in een tyd, wanneer zy geduurende het I f&nden krygen of anderflnts het moederlyk voedfel meest be^ nodigd hebben. Het tegen overgefteld misbruik, om de kinderen zeer lang, ' tot hun derde of vierde jaar zelf, te zoogen , heeft in fommïge gedeeltens van ons Vaderland vry algemeen plaats, voord by de bewooneresfen van het platte land. De tyd door onzen Schryver tot het zoogen bepaald, komt my voor zeer gefchikt te zyn, de voorgeHagen maatregelen J ca  Staatsregeling. 16$ om de nalaatige moeder door wyze wetten tot haaren pligt te noodzaaken, waaren zeker ten natte der Maatfchappy aller wenfchelykst, en verdienen de ernftige overweeging van de zulke onder onze Regenten en meedeburgeren, die in ftaat zyn om hier toe, het zy door hua gezag , het zy door hunnen invloed ten nutte des Vaderlands meede te werken. Ik kan nalaaten de flerlyke regels waar mede den dichter Scabvola SaMMARTH ANUS fin zyne Paedotrophia Lib. 1.) de moeders tot deezen haaren pligt aanmaant hier by te voegen. Van dï MOEDERLYKEPLIGT , HET ZOOGEN DEK. KINDEREN. Nee tnihi dhpVteeat, quhquis fait ille Sophorum Qui quondam edixit, jucundi ut laBis amicos Siaud alio potius , quam matris ab ubere, rores Exfugat puer, atque alimenta beata capesfat Hoe adeo verum illa parem, hoe optima poscit Natura , officiique pias in tempore matres Admanet & foboli prudens accingit alenda. Quippe fimul gravida genitale refedtt in alvo. Stamen & informis Coepit Coalescere moles. Augantur geminx feliei neSiare mammie, ColleSfamque penum venturo & pabula fervant. Post ubijam adyenit, vagituque oris acuto Implevit cunas mifer, auxUiumque petivit , Weel exundans claustris erumpere gesjit Humor & infirmce infantis fuccurrere yitee Si prohibes, furit in mammis, titrbasque dolorum Miscet & ingrata poenas a matre reposeit Ipfcz etiam Alpinis villofce in cautibus urfce Jpfce etiam tigres & quïdquid abiqus ferarum est. Debita fertantis coneedunt ubera tiatis. Tu, quam mirt animo natura benigna creavit, Exfrtperes ferirate firas? nee re ttta tangant Ptgnora ? nee querulos puerili e gutture planrus Nee lacrjmas mifer er is? opemque injusta reeufes, r. 5 Qi'^fi  s.66 Geneeskunbigï Vand* moeder.-, x.yke h.igt , het zoogen der KINps-j Qjtam praftare tuum est & qua te pendet *b «»* Cujus mus teneris hterebit dulce lacerth: ■ Infelix puer & molli fe peSiore ft er net? Dulcia qu'ts print} captabit gaudia rifus, Kt primas voces & blaefa murmura ünguee ? Tune fruenda alït pot es ista relinquere, demens , Tanti esfe putas teretis fervare pap'M' aux dei nourrices te Parys. 2'(2 Geneeskundige Lodewyk door Gods genade &c. &c. „ Daar het ambt van Minnenmoeder, reeds federd „ zoo veele jaaren in onze lieve Stad Parys opent] yk „ geöeffend, van zeer groot aanbelang is, niet flechts „ ten opzichte der ouderen, welke hunne kinderen ',, aan zodanige, by de minnenmoeders aan gemelde, „ zoogfters op het land befteeden, maar ook ten op„ zichte der Maatfchappy zelve , wien het onderhoud ,, en de opvoeding der kinderen zeer ter harten be„ hoord te gaan; zoo hebben wy het onze eigene „ zorge waardig geacht, zelve wegens een zoo be„ langryk onderwerp des Staatsbeftuurs onze nodige „ beveelen meede te deelen ; voorname!yk dewyl wy er-. ,, vaaren hebben, dat daar in zoo veele misbruiken „ zyn ingefloopen. „ Daar het ons echter voorkomt, dat het volvoeren ,, der beveelen, ten deezen einde door ons beraamd, „ hoofdzaakelyk die magiftraats perfoon aangaat, wien „ het ganfche Stadsbeftuur van onze lieve Stad Parys „ is toevertrouwd; zoo hebben wy goedgevonden hier „ meede die oude gewoonte af te fchaffen , waar „ door, zonder eenig ander recht, dan dat eener „ langduurige bezitting, den crimineelen Richter van „ het Chatelet tot kennis neeming van alles, wat de minnen moeders aaubelangd, tot dus verre gerech„ tigd was, en deeze geheele zaak met het ambt van „ Lieutenant de Poiice, waar toe het eigentlyk veel „ meer behoort, te verbinden. „ Wy beveelen derhalven „ Art. I. Dat in de plaats der twee reeds te vorv' ren opgerichte Bureaux des nourrices, 'er in het Ver«-  Staatsregeling. 273 ,, vervolg vier zullen zyn , welker plaatfen meede „ aangeweezen worden. „ 77. Op elke Bureau moet een register gehouden „ worden, het welk door de Lieutetiant de Police „ moet geteekend zyn. „ III. Elke Bureau moet onder het opzicht van „ een Cmmisfaire du Chatelet ftaan , die elke maand „ het register onderzoeken moet, en , in gevalle 'er tegen deeze onze beveelen gehandelt was, aan den „ Lieuterant de PaJice daar van kennis geeven , op „ dat hy in ftaat zy, alle verdere wanorders, zonder „ meerder onkosten te veroorzaaken, uit den weg te „ ruimen , elk dier gemelde registers moet viermaa■„ len 'sjaars, of, zoo het nodig geöordeelt word, „ meermaalen den Lieute-aant de Pvliee voorgelegd,, „ en door hem nagezien worden. „ IV. Eik artikel van zoo een register moet den „ naam, ouderdom en Vaderland van eene Zoogfter, ., als meede het Kerfpel, waar toe zy behoord, het „ beroep van haaren Man, de ouderdom van haar ei„ gen kind, en of het zelve nog in leeven, of reeds „ overleeden is, in zich bevatten. „ V. Den inhoud van het voorgemelde artikel moet „ door de Geestlyke, waar toe zy behoord, bekrach,,, tigd zyn, gelyk hy meede wegens de zeeden en „ Godsdienst, als meede of zy eene weduwe of ge„ huuwd,_of zy nog eenen zuigling zoogt of niet, getuignis geeven moet. „ VI. Deeze getuigfchriften der Minnen moeten I „ te faamen gereegen, en van maand tot maand volI „ gens. de plaats wlke zy in het registers beflaan, genummerd worden , hier op moet den Opzichter „ een naauwkeurig toezicht hebben. II. Deel. S „ VU. Van db zoogsters.  ÈOOGSTSilS. (a) Dit alles fchynt my toe niet te voldoen om het verwïsfele* of onderfteeken der kinderen te beletten , ook zynj de gezichtstrekken van een zoo jong kind nog te veranderlyk, dan dat men zich op eene befchryving daar van in het register , verlatten kan, «74 .Geneeskundige „ VII. Desgelyks zal ook in dit register zoo „ wel den naam en ouderdom des kinds , het welk de „ Zoogfter word overgegeeven ( a ) , als de naam, ,, woning en beroep des Vaders gemeld worden ; aan elke Zoogfter zal hier van een affchrift door „ die Minnen-moeder, by wien zy zich aangegeeven ,, heeft, ter hand gefield worden; dit affchrift moet ,, door die Minnen-moeder geteekend, endoorden „ Opziener nagezien zyn, op ftraffe van 50 Livres „ voor elke misflag van de zyde der Minnen-moeder, „ en om geduurende drie maanden van haar ambt ,, verftooken te zyn, of nog zwaarer geftraft te wor„ den , zoo deeze misflag weder^voorvalt. VIII. De Zoogfters zullen verpligt zyn de ge,, melde affchriften aan haaren Geestlyken te vertoo,, nen , waar van. deeze een getuigfchrift geeven moet , het welk aan de Lieutenant de Police „ overhandigd moet worden, om by het eerste ge» tuigfchrift van den Geestlyke gelegd te worden ; vooi ,, dit alles moet de Opziener zorgen, dat in het register „ ter behoorlyker plaatfe word aangeteekend, de Zoog„ fiers dit overtreedende vervallen in eene boete van „ 50 liv., waar voor haare Mannen aanfpreeklyk „ zyn. „ IX. Op gelyke ftraffe verbieden wy alle Vroed„ vrouwen, en Herbergiers en in het algemeen aan al- „ le  Staatsregeling. 175: „ le perfoonen,die geen Minnen■ moeders zyn,eeni„ ge Zoogfters by zich op te houden, haar een ver„ blyf te geeven, of zuiglingen te verfchaffen, en „ hier voor, onder wat voorwendfel ook, eene be„ looning of gefchenk te ontfangen; hier van echter „ het Vondeling-huis alhier uitfluitende, waar om „ trent wy geene nieuwigheid vermeenen in te voeren. „ X. Zy die Zoogfters herwaards brengen (de Mè„ neurs oïMèneufesj, verbieden wy deeze Zoogfters „ ergens elders heen te wyzen, dan alleen tot een der „ vier Bureaux des Nourrices. „ XI. Tevens word ook hier by aan de Zoog„ fters verboden, meer dan één zuigling tevens aan „ te neemen, op ftraffe van geesfeling voor de Min„ ne, en verbeurte van 50. Liv. voor haaren Man, „ zullende zy tevens ook van het loon van beide de zuiglingen verftooken zyn. „ XII. Op even zodanige ftraffe zullen de Zoog„ fters gehouden zyn de Ouders, of hen, die haar een „ kind toevertrouwd hebben, te waarfchuwen wen „ gens die omftandigheden, welke haar buiten ftaat „ ftellen het kind verder te zoogen, als meede ken,, nis te geevèn van de oorzaaken, waarom zy het „ zelve aan eene andere Zoogfter hebben overgegeeven, en haar naam, wooning en kostwinning; „ zy moeten ook ten minste met de tweede maand, „ aan de Ouders of verzorgers van het kind bekend „ maaken, dat zy zich wederom zwanger bevind(«). „ Wan- (a) Hier toe komt het my voor, dat men ZQogfters niet. vsrpügten kan , zonder tevens tot veelerley géfchiüen tusS 2 fchen Van zoogsters,  i>]6 G'E KlESKüSBieÈ Va\ de zoogsters. fchen haar en de Ouders aanleiding te geeven ; vce'en immers] zyn buiten haar veecen zwangëF, tot dat zy door de bewceging des kinds hier van verwittigd worden ; voor de vierde maand kan aien deeze bekentmaking van haar niet vergen. „ Wanneer by haar een kind fterft, zoo moet zy „ tcifbnd aan hen , die hetzelve by haar biftced „ hebben, hier van kennis- geeven, en een getuig,, fchrift daar van toezenden, zoo de Geestlyke voor „ het tcekenen daar van betaaling vorderde, zal dezel„ vc haar, in gevolge eene nieuwe ordonnantie, ver„ goed worden. „ XIII. Geene Zoogfter zal, op ftraffe van 50 ,, Livres, onder eenig voorwendfel , zelf niet by „ gebrek van betaaling, haaren zuigling mogen te •„ rug brengen of zenden , zonder de Ouders of ver» „ zorgers van het kind alvoorens hier van fchriftelyk „ kennis gegeeven te hebben, en van hen deswegens „ bericht te hebben bekomen ; in gevalle echter, dat „ zy' op deeze kennisgeeving geen antwoord be,, kwam , zal de Zoogfter , het zy in eigen per- foon , het zy door middel van haar Geestlyke , ,, aan de Lieutenant de Police hier van bericht gee„ ven, opI dat hy zonder uit ft el zorge, of dat het „ achterftallige loon aan de Zoogfter betaalt worde, ,, of dat dezelve het kind terug geeft, om van we-- gens de Regeering elders befteed te worden. „ XIV. De Ouders zullen door de Lieutenant de. „ Police tot het betaalen van het zoogloon , voor die kinderen, die door de minnen-moederen van hunnentwege befteed zyn, genoodzaakt worden; de hier op geftelde ftraffe kan ingevolge van de uitfpraak „ des  Staatsregeling. 277 ;, des Opzieners na het register derzuiglingen nagezien „ te hebben,hen opgelegd worden: na dat de Ouders, „ of zy, die het kind by de Zoogfter befteed hebben, „ op eene by het gerecht gebruiklyke wyze gedag„ vaard en verhoord zyn, zoo moet het geld der „ boeten op alle moogelyke wyze, zelf met gevangen ,, zetten des fchuldenaars ingevorderd worden, wan- neer het door de Lieutenant de Police aldus bevo„ len word , en er geen oogfchynlyk onvermogen „ plaats heeft. „ XF. Deeze onze Ordonnantie zal in elke Su„ reau des Nourrices voor aan elk register inge„ fchreven, en opentlyk opgehangen worden, en in „ alle onze Koninglyke en Heerlyfce bezittingen, on„ der ons Oppergerichts hof van Parys behoorende, „ afgekondigd worden; dus beveelen wy. Gegee,, ven te Ferfailles den 29 January 1715. Eene andere Ordonnantie van den 1 Maart 172". beveelt verder. VAN BS zoogsters . Dat de Mineurs en Mèneujes 01 zy, qienuu wmh maaken, om Minnen aan te Voeren, meede wegens hunne voor en toenaamen, wooning, leevenswyze, Godsdienst en zecden , een door hunnen Gecst'yken onderteekend getuigfehrift moeten inbrengen ; dat hier van een register en tafel gemaakt zal Worden , ih die der vier Bureaux , welke zy verkiezen zullen ; .elk deezer aanvoerers moet van wegens de Lieutenant de Police, een door een daartoe aangeftelde beanipte geteekend, register by zich hebhen, waarop hy in tegenwoordigheid der Ouderen zelf liet loon aatiteekend of doet aanteekenen, waar voor het kind by de door hem aangebragte Voedfter is befteed geworden; deeze moogen geene pasgeboorne kinderen , zonder S 3 van Regelen voor de mineurs en mènetm Jes.  Van de zoog61er.1. Vetniewwingvan bet 14de artikel.i 478 Geneeskundige van wegens de Minnen-moeders een verlof tot terugzending bekomen te hebben, na dat het alvoorens gedoopt is, zonder door de Minne, die hetzelve zoogen moet,verzeld te zyn, elders heen brengen: zoo een kind onder weege flerft, moet hiervan terftondaan den hier toegeftelden Ambtenaar of de Geestlyke der naast by geleegen plaats kennis gegeeven worden, die deswegens een getuigfchrift geeven moet; ook moeten die Zoogfters, welke door haar toedoen een kind onder weege doen omkomen met alle geftrengheid der wetten gevonnisd worden: niemand anders mag op boete van 50 Livres, zonder verlof van een der vier gezwoore Minnen - moeders , onderdaan eene Zoogfler tot zich te neemen, en haar ten zynen voordeele zuiglingen te bezorgen. Volgens deeze ordonnantiën worden meede de zeer maatige belooningen der Minnen - moeders, aanvoerers en aanvoerdfters voorgefchreeven. Het XIV. artikel der voorgaande Ordonnantie wierd op den 19 Junius 1737. door het Parlement van Parys vernieuwd en bevestigd: dat zeer veele ongelukkige Ouders wegens achterftallige betaaling van het zoogfterloon in de gevangnis geworpen waaren , blykt uit de verlosfing van een zeer groot aantal deezer rampzaligen door de edelmoedigheid der Koningin, na haare voorfpoedige verlosfing op den 19. December 1^78 ; hier onder bevond zich een arme vergulders knecht, die 24- kinderen geteeld had, waar van 'er nog 19- in leeven waaren, en die nu voor de eerste reize zich buiten ftaat bevond het voedfterIoon te betaalen, de Stad betaalde niet flechts zyne fchulden, maar nam ook de zorge voor het onderhoud van  Staatsregeling. 479: van zyn laatfte kind, en die hy nog verder gewihnen mogt, op zich. Eertyds namen de Vroedvrouwen te Parys de bezorging der Minnen geheel en al op zich, en deeze aloude gewoonte gaf hen hier op een uitfluitend recht, het welk echter door het invoeren der Minnen-moeders afgefchaft, en haar volftrekt verboden wierd, deeze inrichting wierd in February des jaars 1615. door opene brieven vast gefield, en in den jaare 1622. en 1655» door een beiluit des Parlements en in 1685. door eene Ordonnantie van den Crimineelen Richter te Parys bekragtigd, desgelyks gefchiede ook door het Parlement den iS. January 1686, door den Lieutenant Criminel den 14. Augustus 1703, en nogmaals op den 29* July 1705(0). Volgens - een Koninglyk bevel van 1729. moeten de Minnen-moeders ten minste veertig jaaren oud zyn, en zoo wel wegens haare kunde, als wegens haaren Godsdienst en zeeden onderzogt worden, en ten opzichte van de laastgemelde een getuigfchiift inleeveren , waar na zy in handen van den Lieutenant de Police den eed moeten afleggen, dat zy haar ambt getrouwelyk zullen waarneemen. Eene zeer voortreflyke en vvydloopige Ordonnantie Wegens deeze zoo belangryke Zaak, is die van den 22. Augustus 1761. De artikels, welke in de vorige Ordonnantiën niet gevonden worden ( die van denzelfden inhoud zyn , zal ik met flilzwygen voor by gaan) vervatten de Volgende reegels: by het eerste artikel word dezelfde ïn- (\a) Ëiat de Mtdedtiè 177S. p> t$4t Van ds :oog- itehs. Eerfte invoering der Minnen-mosders. VereiscD* ten der Minnen moeders^ BureeitiSi des Nour* riees te Verfaillr&  2,So Geneeskundige Van de zoogstcks. inrichting, welke met opzicht tot de minnen te Parys plaats heeft, ook te Vcrfailles ingevoerd. " Volgens het derde artikel moeten zy vier registers houden , „ die alle van den Ambtman te Verfaillcs op „ alle zyden onderteekend moeten worden. In gevolge het vyfde artikel „ moeten voor elk zui-„ geling aan de Minnen - moeder, door wien dezelve i, aan eene Zoogfter is toevertrouwd,van wegens'de „ Ouders of verzorgers des kinds dertig Sols betaald „ worden. By het zesde artikel word bevolen „ ook den dag „ op het register aanteteekenen , op welke het eigen kind der Zoogfter overleeden is. En volgens het zevende „ moet ook aangeteekend „ worden, of de Zoogfter eene weduwe, of gehuuwd ,, is, en op welken tyd haar Mati geftorven is; als „ meede of zy behalven deezen zuigling niet tevens „ een ander kind zoogt. „ IX. Van al het geen wegens ihet kind , als „ meede wegens den naam, woonplaats, ouderdom „ en kostwinning van deszelfs Ouders in het register „ aangeteekend is, moeten door de Minnen - moeder „ aan de Zoogfter, zonder eenige onkosten, twee „ door den Commisfaris bekragtigde affchriften meede „ gedeeld worden; op ftraffe van 50. Liv. voor de „ eerste, en nog Zwaarer ftraffe voor de tweede na„ laatigheid. „ X. Een deezer affchriften moet de Zoogfter aan „ haaren Geestlyken overgecven , welke haar daar „ tegen een fchrif.elyk bewys moet ter hand ftellen, „ het geen sy binnen veertien dagen na haare thuis„ komst aan de Bureau des Nourrices moet toezen„ den, om by het eerste getuigfehrift des Geestly- „ ken  Staatsregeling. 2SY „ ken gelegd, en op het register aangeteekend te ,, worden; hier voor moet de Commisfaris naauw- ster», „ keurig zorge dragen; de Zoogfters moeten by ver„ zuim van dit artikel 50. Liv. boete betaalen. „ XL De Minnen - moeder moet een tweede re„ gister houden , waar op zy alle de Vrouwspcrfoo„ nen aanteekend, welke zich by haar aanmelden , „ om door haare bezorging eenen zuigling ter minne „ te bekomen; en zodanig eene Vrouwsperfoon mag j,, op geene andere wyze als door deeze Minnenmoeder een kind ter minne aanneemen, „ Wy verbieden tevens elk een eene Zoogfter van „ de Bureau af te houden , of zonder weeten der „ Minnen-moeder een zuigling of zelf te geeven, of door een ander te doei* toekomen, op boete van „ 50. Liv. voor die geen , die zulks beftaan, als „ meede voor de Zoogfter, die een kind op deeze „ wyze aanneemt, en ander maal misdoende op nog „ zwaarer ftraffe. XIII. „ Om die kwaade gewoonte der Minnen „ voor te komen, dat zy haare zuiglingen by zich „ in het bedde leggen, waar door veele kinderen ge- fmoord, of op eenige andere wyze benadeeld wor„ den , zoo beveelen wy, dat de Zoogfters eene „ wieg in haare kamer hebben, en deeze den Geestlyken vertoonen moeten, waar van in het hier „ voor ( art. VII. )' gemelde getuigfchrift melding „ moet gemaakt worden ; verders zal geene Zoog, fter, onder welk voorwendfel ook, onderftaan mo„ gen, haaren zuigling met zich in het bedde te nee- men, of meer dan één zuigling in een en dezelfde„ wieg te leggen, voor de eerste reize op eene boeS 5 •» tq  sga Geneeskundige Van db „ te van 50. Liv., en zoo dit meermaalen voorvalt4 siws'. » Za^ zy aan den lyve geftraft te worden. XIV. ,, De getuigfchriften der aanvoerers of aan„ voerfters (Mèneurs en Mèneufes) moeten op een • „ derde door de Minnen - moeder te houden register „ aangeteekend worden ; dit register moet zonder onkosten door den Ambtman bekrachtigd, en door ,, de Lieutenant de Police van Verfailles op alle, „ bladzyden geteekend worden; ( cotté & paraféy hunne voor en toenaamen, als meede de woon,, plaatfen zullen op eene byzondere lyst in de Bn* „ reau des Nourrices opgeteekend zyn, op boete 1 „ van 50. Liv., zoo wel voor de Minnen-moeder, ,, alsjvoor de Meneurs of Mèneufes. XV. „ Niemand, wie hy ook zy, zal zich met . het ambt vmMèneur of Mèneufe moogen inlaaten, „ zonder het bovengemelde getuigfchrift van zyn „ Geestlyke in de Bureau des Nourrices te hebben „ doen aanteekenen, op boete van 50 Liv/ XVIII. „ In gevalle de Zoogfter niet fchryven, „ en dus zelf geene quitantie geeven kan van het „ loon, waar voor de Ouders haar kind by haar be„ fteed hebben, zullen de aanvoerers haar dat geld „ niet overhandigen , dan in tegenwoordigheid van „ den Prediker, Capellaan of eenig ander Geestlyk „ of Waereldlyk Ambtenaar van het Kerfpei, welke „ op zyn register fchriftelyk getuignis moeten gee„ ven, dat zy by het overhandigen van het geld zyn „ tegenwoordig geweest, in gevalle van nalaatigheid „ moet men zich aan de uitfpraak der Zoogfter, we„ gens het geen men haar nog fchuldig is, houden. . XIX. „ Het is den bedienden en onderhoorigen • ■ » dö ;  Staatsregeling. 283 „ der Minnen-moeder verboden, onder welk voor„ wendfel het ook zy, by wyze van gefchenk iets, „ hoe gering ook, aan te neemen van die Minnen; „ die door de zorge der Bureau zuiglingen bekomen „ hebben, op ftraffe van iod Liv., voor wvlke boe„ te, als meede voor de teruggaave van het geen „ haare bediende ten gefchenke ontfangen mogten „ hebben, de Minnen-moeder aanfpraaklyk moet Van ut ZOOGSi'E&S. XXII. „ Alle de Zoogfters, welke aileeniyK op „ begeerte der Ouderen na Verfailles in der burgeren ,-, huizen komen om zuiglingen af te haaien, word „ hier meede verboden, de gemelde kinderen van zich te geeven, en Verfailles te verlaaten, zonder i, van beide Ouders een getuigfchrifr bekomen te ^ hebben, waar in hunne voor-en toenaamen, huni, ne kostwinning, woonplaats Kerfpel, als meede de „ naam des zuiglings naauwkeurig opgeteekend zyn, „ op boete van 50 Liv., voor de Minne; op gelyke„ ftraffe beveelen wy, dat de Zoogfter terftond na „ haare te huiskomst het gemelde Certificaat in hanj, den van haaren Geestlyken zal overgeeven , de „ welke deeze getuigfchriften by elkander voegen , „ en ten langften binnen veertien dagen na de terug„, komst der Zoogfter hier van fehriftelyk aan onzen „ Procurator voor den Rechtbank van Verfai'lies ken„ nis moet geeven en hem tevens doen weeten , wel„ ke Minnen zich by hem niet hebben aangemeld, „ op dat door denzelven onzen Procurator de nodige maatregels genomen en door den Ambtman van „ Verfailles dat geen bevoolen worde wat recht en „ billyk is, XXIII. „ Geene Zoogfter, Mineur of Mèneufe „ zal  Van de eoog- STERS. 284 Geneeskundige „ zal onderflaan de door haar aangenome zuiglingen by ,, haare te huiskomst aan andere zoogende vrouwen „ over te geeven ; of met behulp van een valsch ge„ tuigfchrift eenen zuigling trachten te bekomen; ,, wy verbieden meede op ftraffe van 50 Liv., alle Zoogfters om zwanger zynde zuiglingen aan te nee„ men , en voor deeze boete zal de Man aanfpreeklyk „ zyn. XXIV. ,, Den Mineurs of Mèneufes word by deezen verboden, de pasgeboorne kinderen op het „ Land te brengen of te doen brengen, zonder door „ eene Zoogfter vergezeld te zyn, die "dezelve geduu,, rende de reize de borst kan geeven , zonder fchriftlyk bevvys, dat het kind gedoopt is, (zul„ lende ten deezen opzichte geene uitvlugten aange„ nomen worden,) en zonder van wegens de Min„ nen - moeder met een verloffchrift, om het kind op „ het Land te brengen Qcertifïcat de renvoij voor,, zien te zyn, op boete van 50. Liv., voor de eer„ fte, en veel zwaarer ftraffe voor de volgende over,, treeding deezer Wet. Op den 10 January 1779. verfcheen deswegens; eene byzondere Koningiyke Ordonnantie, die de menschlievende gevoelens van Lodewyk XVI. eeuwige eere aandoet, de hoofdzaakelyke inhoud is deeze. Zyn Kon. Majefteit in ervaaring gekomen zynde, dat jaarlyks in het Vondeling hospitaal te Parys ,meer dat) 2000. kinderen gebragt worden , die , in zeer verre van de hoofdlied verwyderde landfchappen ter. waereld kwamen, dat deeze teedere en aan zoo veele toevallen onderworpen kinderen, zonder eenige voorzorge in alle jaargetyden met de gewoone en opentas-  Staatsregeling. it$ haare voerlieden worden meedegegeeven , die dikwerf zich zoo lange op den weg ophouden, of zoo veele andere zaaken te bcfchikken hebben, dat deeze ongelukkige flagtoffers van hunner Ouderen onbarmhartigheid door zoo eene reize dikwerf zoo veel lyden, dat meestal het 19^ gedeelte derzelver derft eer zy drie maanden bereikt hebben : zyn Majefteit heeft meede by nader onderzoek met ongenoegen bemerkt, dat het aantal deezer vondelingen van dag tot dag toeneemt, en het grootfte gedeelte derzelve echte kinderen zyn , zoo dat deeze Gedichten, die by hunne eerste oprichting alleenlyk ten oogmerke hadden de misdryven, welke de ongelukkige onechte Moeder, uit vreeze voor fchande aan haar onfchuldig wichtje pleegen kan, voor te komen, van tyd tot tyd kweekhoven der ondeugd wieiden , welke der Ouderen misdaadige zorgeloosheid begunftigen; Waar uit eindlyk de treurigfte gevolgen, zoo wel voor de onnozele wichten, die doch nergens zoo wel verzorgd zyn , dan in de handen van rechtaarrige Moeders, als voor den Staat ontdaan zouden, wanneer op deeze wyze het aantal der vondelingen tot in het oneindige aangroeit en dus voor den daat eene ondraaglyke last word, zyn Majedeit beval dus om dit misbruik voor eerst met.zachtheid tegen te gaan, dat de Geestlykluïd bevolen wierd, hunne kerfpel-kinderen op het ernfligst voor oogen te dellen, wat in dit geval.de Wetten van natuur en Godsdienst van hen vorderen, zoo echter deeze erndige voorftellingen der Geestlyken , zoo de zachte middelen in dit geval «iet vermogende genoeg zyn, zoo zal men genoodzaakt zyn gedreng:r maatreegelen in het werk te dellen, en ten zonder gefchikt zyn, om met kinderen om te gaan, en hunne behoeften te raaden, zoo is het zeer raadzaam , dat in elke plaats eene Vroedvrouw aangefteld word, die tweemaal in de weck op onbepaalde degen de Zuiglingen bezoeken, en met de Geestlyke deswegens fpreeken moet: die ook de Lands-geneesheer op zyne voorgemelde reize by de Zuiglingen moet brengen, en hem van de gezondheid zoo van het kind, als van de Zoogfter behoorlyk onderrichten , gelyk zy ook van hem een fchriftlyk onderricht moet ontfangen, hoe zich met opzicht tot elke zuigling in het byzonder te gedragen; de Geneesheer moet van dit zyn bezoek , of zoo hy wegens eenige ziekte des Zuiglings of der Minne dcivvaards geroepen is, zonder  Staatsregeling. 313 der verzuim aan de Bureau kennis geeven ; dit is ook de pligt der Ouders en verzorgers van den Zuigling: het is billyk dat de Geneesheer en Vroedvrouw voor het bezoeken van het kind, of in het geheel voor de zorge en toezicht op deszelfs gezondheid eene billyke belooning of van de Ouders of van den S:aat ontfangt. By ziektens, welke eene byzondere oppasfing vercifchen, moet de Vroedvrouw voor haar dagelyks bezoek, als meede de Geneesheer eene billyke belooning ontfangen : wat het voorfchry ven der vereischre geneesmiddelen aanbelangd, dit moet men aan den geördenden Genees-of Heelmeester geheel en al overlaaten ; maar aan de andere zyde moet ook de Geneesof Heelmeester verpligt zyn , in het voorfchry ven der Geneesmiddelen by arme en middelmaatig gegoede lieden het zoo goed koop te fchikken , als zonder nadeel voor den lyder moogelyk is; en in dit geval worden de reekeningen van Geneesmeester en Apothekar door de Regeering naar billykheid gewaardeerd. De Bureau des Nourrices moet eene lyst houden van alle de nieuwgeboornen , waarop naauwkeurig aangeteekend word of dezelve van hunne eigene Moeders , of van Minnen gezoogd worden, of zy onder het oog der Ouders, of op het land, met of zonder Vrouwen-melk worden opgevoed; waar by tevens de beweegreedenen daar van kortelyk vermeld worden; niet flechts moeten de voor-en toenaamen , als meede de woonplaats en ouderdom, zoo wel der Ouderen als der kinderen, welke op het land befteed zyn, gemeld worden, maar de Vader moet daar en boven ook eene naauwkeurige befchryving der weeI zenstrekken, of andere meer kenbaare teekenen van V 5 den Van dk ZoMsxürs. Oppasfing by Ziekten. Tafel, die by de Bureau , gehouden moet worden.  314 Geneeskundige Van eb zoogsters. Welke fchikkir.g men te maaken beeft aangaande die tinderen , voor veien men geene 7^.egfttrs houden tan. den Zuigling opgeeven, een affchrift hier van moet ter hand gefield worden aan den Geestlyke dier plaats, wervvaards het kind gezonden word , en aan deeze word het opzicht over den Zuigling tevens met de j Vroedvrouw der parochy aanbevolen. De tyd van het terugkomen des Zuiglings, word op deezen tafel der Bureau aangeteekend, als meede zoo dezelve geduurende het zoogen overleeden is , en aan welke ziekte volgens het getuignis van den Geestlyken der parochy; zodanig eene lyst moet jaarlyks aan den Opperambtman overgegeeven worden, om hier door Ine langer zoo meer, wegens den invloed der verfchillende wyze van opvoeding op het algemeene welzyn door de ondervinding te kunnen oordeelen. S. x. By onvermogende Ouders , wanneer de Moeder haare kinderen of niet zoogen kan, of niet zoogen mag, moet men toeftaan, dat de pasgeboomen op eene andere wyze opgevoed worden: de zeldzaam^ heid van goede Minnen veroorzaakt echter, dar men den middclmaatig gegoeden burger , offchoon het bewezen is, dat zyne huisvrouw niet in ftaat is haare^ eigene kinderen te zoogen, tot het houden eener \ Minne niet noodzaaken kan; echter moet men doch by zoodanige voorvallen hier op aandringen, dat hy a;an de Bureau kennis geeft, op welke eene wyze hy vooraeemens is het kind op te voeden, en liet gevolg daarvan; als waarvan in het register der Bureau melding gemaakt moet worden, op dat voor het oog van een ieder ook der Overheid het onderfcheid blyke, het welk 'er plaats heeft, wanneer de kinderen met Vrou-  Staatsregeling. 3*5 Vrouwen-melk of met andere fpyzen opgevoed worden. In dit geval kan echter de Overheid niets irseer loen, dan dat zy het volk door de geneeskundige ;n voor al door middel der Vroedvrouwen en Bakers wegens het gezondfte, en voor de kinderen best gerchiktfte voedfel, zoo veel moogelyk doet onderrichten, wetten kan men hier in niet in het werk ftellen: 10e fterk immers de geneeskundigen federt dertig en meer jaaren tegen de meelfpyzen geyverd hebben, zoo hebben zy doch op het geflacht der Vrouwen niets kunnen uitwerken; en het is zeer wel te voorzien dat men met 'voorflagen, die met de leere onzer grootmoederen ftryden, in de kinderkamer niets zal uitrechten, men kan wel niet ontkennen dat men ioor de kinderen metkleiachtigermeel- fpyzengeftadig op te vullen aan den ftaat zeer veele jonge meedeburgers ontroofd, echter heeft men zich door zynen yver ook hier in te verre laaten vervoeren, dat men een voedfel, het welk zoo veele duizend kinderen onder ons oog met het beste gevolg gebruiken, geheel en al achter den bank wil werpen. Gewisfelyk moet geduurende de eerste drie of vier weeken zoo eene bry nimmer gebruikt worden, een dun. en met de Vrouwen-melk overeenkomstig voedfel is als dan dienftig, om der kinderen ingewanden van de onremigheden te zuiveren; echter moet een kind, zoo dra het ouder word , ook fterker voedfel genieten, en offchoon fommige Moeders met een goed gevolg onderftaan hebben haare kinderen alleenlyk met haar eigen melk groot te brengen , zoo twyffele ik echter of zwakke Moeders, en die daar by arbeiden moeten, wel in ftaat zyn, om, wanneer zy niet zeer ryk- Van dï zoogs1ers.  3i6 Geneeskundige Van de zoogsters. Notixaatlykevermaaning wegens bet gebruik tier fchadelykemelk-vanteu. H:t is noodzaakelyk die geenen, welke de kinderen z inder de Moeder - melk opvoeden , te beveelen , zich ten deezen einde van geene tinnen , koperen ,looden of blikken vaaten of pyp kannen te bedienen , waar in de melk eenigen tyd, voor al gedumende de nacht, voor de kinderen bewaard, of uit dezelve gez iogen word, deeze vaaten moeten veel eer uit doorfchynend glas beftaan , en behoorlyk zindelyk gehouden worden, de melk word in warme vertrekken, voor al in het bed, en geduurende de zoele zomer- nach- i ryklyk gevoed worden, dit voorbeeld na te volgen. Men zoude derhalven gevaar loopen de Moeders iets op te leggen, het welk haar ten hoogften nadeelig zoude kunnen zyn, indien men haar, ten minsce na de twee eerfte maanden, het gebruik van alle vaste fpyzen behalven het zog ter voeding der kinderen , verbieden wilde , en eene wel toebereidde pap is ten deezen einde niet ongefchikt, wegens de gebrekkige toebereiding van dit anderfints nuttig voedfel kan men het gemeen in die gefchriften, welke in een ieders handen komen, b. v. de almanakken, onderrichten, dit zoude in dezelve een nuttige plaats beflaan, alleenlyk moet men den landman en gemeenen burger geene-moeilyke of kostbaare bereiding van dit voedfel voorfchryven ; de nadeelige gevolgen deezer fpyzen zyn veel meer aan de onmaatigheid der kinderen of eene onreegelmaatige toediening derzelve en gebreklyke fpysverteering , dan aan dit voedfel zelf toe te fchryven, !§• XI.  Staatsregeling. 317 nachten, zeer fpoedig zuur, dit zuur ontbind de metaale drinkvaaten, en deelt dus aan de melk een voor het leven en de gezondheid der kinderen allergevaarlykst vergif meede; zoo zelf, dat de melk hier door ftfemt : het weinige , het welk, na dat dezelve uitgegooten is, nog in de vaaten overblyft, is genoegzaam om de versch daar in gegooten melk terftond zuur te maaken, en te doen ftremmen, waar uit de hevigfte buikpynen en zelf doodlyke ftuipen ontftaan kunnen: de Heer T1-11 e rryheeft te Parys en de Heer Schultz te Neurenberg Waargenoomen, dat de vallende ziekte by zoo veele kinderen zoo zeer de overhand genoomen heeft federd men de gewoonte gehad heeft de melk in kooper vaatwerk van buiten naar de j>tad te brengen. Doch hier Van zal ik op eene andere plaats wydloopiger handelen (*). (*) Het is en blyft altoos de onvermydlyke pligt van gezonde Moeders, dat zy haare kinderen met eigen melk voeden , geen rang, geen rykdorn kan haar hier van vryfpreeken , gelyk in het voorgaand hoofddeel uitvoerig betoogd is; er zyn echter gevallen , gelyk aldaar meede wierd aangewezen, waar in eene Moeder van deeze verpligtirg ontflaagen kan worden , waarin het haar zelf niét vry ftaat haar kind Zelf te zoogen, ïn zodanige gevallen moet men befluiten, bet kind buiten s' huis by eene Zoogfter te befieeden, of voor het Zelve eene Minne in buis te neemen, of eindelyk het wichtje met einder voedfel op te kiveeken. Wit het eerfte geval aanbelangd, het is ten uiterfte verbaazend ea voorden menfchen-vriend zielgrievend te zien hoe weinig het leven van den onnoofelen Zuigling ïn Frankryks Horfdftad, in het zoo befchaafd Parys, gefchat word, hoe Veele Moeders aldaar haare eerfte , haare dierbaarfte plige ichandlyk veronasUtzaamen , meer dan twaalf duizend huisgezin- Van ss ZOOG-' STSRS.  31S Geneeskundige Van de zoog • 5TERS. zinnen winnen ïn dien omtrek hun leevenonderhoud, met voor een fober loon deeze zoo dierbaare pligt der Moede/s, God weet op welk eene wyze, te vervullen 1 zelf tot yyftig uuven in het rond worden deeze ongelukkige flachtoffers der weelde , leuiheid en ondeugd -rondom de zoo ■ volkryke Hoofdftad verfpreid , niet om a'daar eene zuivere| gezonde landlucht in te ademen, maar om in de armelyke r dikwyls bouwvallige hutten hunner fchaamele Zoogfters door ge- ; brek aan genoegzaame opr.asfing door morfighcid en onge- I dierce jammerlyk te vergaan; de maa:reegelen tot behoud deezer iampzaügen, in dit Hoofddeel door onzen Schryver aangehaald, zyn voorzeker uitmuntend, en doen de fclran- I dere en menschlievende bewerkers daar van een? or.fterflyke eere , maar zal men na een naauwkeurig onderzoek de- I zelve voldoende bevinden , om alle de laago bedriegeryën, welke, zoo wel door de bedienden der Bureau, als door de Zoogfters, Mèneurs of Mèneufes uit fchandelyk eigenbelang in i het .werk gefteld worden, genoegzaam en met die nadruk te- j gen te gaan, welke eyeureedig is aan het nadeel, het welk ; aan deeze rampzalige wichten, aan hunne Ouders of ver-'zorgers, en aan de geheele Maatfchappy hier door word , toegebragt. Het befteeden der Zuiglingen op het land is by ons zeer : zeldzaam , onze Nedeilandfche Moeders zyn nog niet der jnaate verbasterd, het voorbeeld onzer nabuuren heeft op: dezelve nog zoo veel invloed niet gehad, dat zy haare oh noofele wichten verre van zich verwijderen en geduurendej weeken, ja maanden uit het Moederlyk oo g verliezen : zy„ die uit verkiezing, of noodzaaklykheid haare kinderen des Moederlyke borst onttrekken , huuren doorgaans eene Minne , zoo zy dit bekostigen kunnen, welke zich by haar geduurende dezoog-tyi onthoud: maar word ïn het huureaf van eene Zoogfter, wier dienst voor het wichtje van zoo on-4 eindig groot gewigt is , de behoorlyke' omzichtigheid gebruikt? dit is in fommige gevallen zeer bezwaarlyX , dewyl men niet altoos zoo veel keuze heeft, en zich veelmallen in de noodzaaklykheid bevind, om met eene Minne, die niet alle de< vereischte hoedanigheden bezit, genoegen te neemen; maan ook gebruiken fommige Ouders veel meer oplettenheïd by het huuren eener dienstmaagd, dan by het aanneemen eener: Minne; en hoe yeeU gewigtïge omftandig'icden moeten r.ieti in.  Staatsregeling. 3i9 tn aanmerking genoomen worden in de keuze van zoo iemand , aan wien men niet flechts de eerste opvoeding en Verzorging zyner dierbaarfte panden toevertrouwd , maar met wiens Tappen deeze teedere wichten gevoed worden. Zy moet van een jeugdig en gezond geftel, zoo veel moogelyk met dat der Moeder overeenkomende, en met geene Zielsgebreken of lighaamskwaalen befmet zyn, die haare vochten bederven , en dus voor den Zuigling nadeelig zyn kunnen ; haare borsten moeten met een gezond en naar evenreedighe'd der krachten van den Zuigling niet te dik of te waterachtig zog gevuld zyn, — haare leevenswyze zy zoo ve 1 ais met den welftand van het kind overeenkomt gelyk aan die , welke zy in haar eigen huis gewoon is; de borst van zoo eene Minne kan voor den Zuigling een heilzaam en gezond voedfel opleeveren; en zoo zy met eene oplettende zor-;e onder het nafpeurend oog eener teederhartige Moederde Zuigling gadeflaat, hem ter behoorlyker tyd reinigt, deszelfs bfigemakken zoo veel moogelyk voorkomt , en daar zynde tracht te geneezen , of het oordeel van des kundigen hier ov r raadpleegt, dan kan men verwachten, dat het teeder wichtje voorfpoedig zal opwasfen, en zoo in zyn gezond lighaa"i eene rechtfchaafe Ziel gehuisvest is, een nuttig meedelid 'der Maatfchappy zal uicmaaken. Als eene derde manier van opvoeden ftelde ik voor de dieren - melk, de meel - fpyzen of de pap. Veele Moeders, door de ongemakken, die het zoogen verrellen , afgefcarikt, of volftrckt buiten ftaat haar k^nd meteigen melk te voeden, zyn tevens ook onvermogend, om de onkosten , aan het in huis houden eener Minne gehecht, goed te maaken , en het moeder;yk hart duld niet, dat zy haaren Zuigling van zich af, en buiten haar oog zouden doen opvoeden; andere Vrouwen, offchoon wel vsrmogend om eene Minne te houden, zien met fchroom de last te gemoet, welke zoo een Vrouwsperfoon, die zich op de post, die zy bekleed, zeer veel laat voorftaan , en door wien dikwerf oneeniglieden in de huishouding veroorzaakt worden , na zich fleept , en zy neemen het befluit, om haar kind zonder Vrouwen - melk op te voeden; dit is veeltyds van geen minder ongemakken verzeld, en het rampzalig wichtje is dikwerf het onföhuldjg flachtoffer der gierigheid of onbezonnenheid *yner Ouders: da kwalyk bereide melk-fpyzen veroorzaaken iét- Van b* zoog- ., sïlrs,  Geneeskundige Van ni ZOOGSTERS* VERTAALERi H E T hetzelve veelmaalen een bytend zuur ïn de ingewanden, waar door het door de hevigfte büikfmerten , de vrèeslykfte Umpen gefolterd word. De kleiachtige meel-fpyzen geeven aanleiding tot de hardnekkigfte verftoppingen, de buik zwelt op, terwyl het geheele lighaam tot een geraamte uitteerd: zie daar dan den grondflag gelegd voor een geheel heirleeger van fleepende kwaaien, die het kind, na een kortftondig en kwynend leven, onvermydlyk in het graf ftortcn. Zoo het, om eene gewigtige en onvermydlyke oorzaak, de Ouderen onmoogelylc is, het kind met de borst van Moeder of Minne op te voede'n, en men tot de pappot den toevlugt moet neemen, als dan moet men het kind ook met een dubbele oplettenheid gaade flaan , om den aart van het voedfel te fchïkken naar de gefteldheid , waar in het wichtje zich bevind, en eene luchtige, doch tevens voedzaame , brood ofbefchuit pap met ongekookte melk, water, bier of zodanige byvoegfels toe te bereiden, als een kundig en opmerkzaam oog voor het kind het meest dienftig oordeelt: de waarfchuwing van onzen Schryver wegers het gebruik der koperen, tinnen of looden vaaten , om de melk te bewaaren of het kind daar uit te laaten zuigen, verdi nd voorzeker onze opmerking en om aan elk een , wien de zorge voor jonge kinderen is aanbevoolen, ep het ernftigst te worden ingeprent,  HET VIERDE HOOFDDEEL. ^Van de Vondeling-en Weez- huizen. !Zloo lang eene knellende armoede door den ondraaglyken last van een talryk huisgezin nog onverdraaglyker gemaakt word; zoo lang de onkuisheid niet uitgeroeid kan worden, en echter een onecht kind ten eeuwigen dage een fchandelyk verwyt blyft; zoo lang moet men zich ook getroosten, dat het te vinden leggen der overtollige en nadeelige kinderen zal ftand blyven grypen , en nimmer tegengegaan zal kunnen worden; men zie deswegens het tweede Hoofddeel der eerfte Afdeelfhg van dit deel 17 , 18, 19 , 10. — Eene vceljaarige ondervinding heeft de meeste Vorsten overtuigd, dat in dit geval met enkehverzachtende (paliïctivej middelen moet te werk gegaan worden, en dat de Overheid in plaatfe van wreedaartig en zonder overleg deeze ondeugd op te fpooren en met vuur en zwaard te vervolgen, ■zy veel liever flechts hier op bedacht moet zyn, hoe best het leeven der vondelingen gered kan worden zonder dat der Moeder in gevaar te brengen, dat zy veel liever het te vinden leggen , het welk doch onvermydlyk is , eeniger maate moet begunftigen , dan tot grooter misdaad, het vermoorden der rampzalige wichten, aanleiding geeven. II. Deel. X Het Het te vinden leggen it fomwylert onvermydt lyk. Wal di overheid hier tegen in het wrk moet ftellen.  3ii Geneeskundige Van de vondeling-enweez huizen' Het te vinden leggen der kinderen is wel ten allen tyde voor eene misdaad gehouden, echter wierd de geftrengheid der wetten tegen dezelve altcos door verftand en menfchenliefde gematigd, en de Overheeden waaren ten vollen overreed, dat eene overdree- \ vene geftrengheid in dit geval een groot aantal allef nadeeligfte gevolgen na zich fleepen zoude : veele deezer ramzalige wichten worden als flagtoffers van der Ouderen valfche eerzucht op eene wreedaartige wyze aan eene door de ondeugd verdiende, maar ia baare uitwerking allernadeeligfte fchande opgeofferd: andere, offchoon uit eenen wettigeu echt gefprooten,worden door de Ouders verlaaten , of zelf wel in wanhoop om het leven gebragt; het te vinden leggen der kinderen is dus met het hoogfte recht ten allen tyde voor eene misdaad gehouden, offchoon de Overheid door zagter maatreegelen daar tegen van twee kwaaden het minste koos; of zoude men het voor beter gehouden hebben , dat in eene Stad als in Parys -jaarlyks meer dan 3000. onechte kinderen om het leven gebragt, en veele derzelver Moeders ter ftraffe opgehangen wierden, dan dat de Overheid de ondeugd der onkuisheid, niet veroorloofde, «niet goedkeurde, maar flechts haare fchaadelyke gevolgen tegenging ; orfchoon het ook waar waare dat een meisje aan haar verleider eenige oogenblikken eerder gehoor gaf, het welk zy evenwel gedaan zoude hebben, alhoewel er geen Vondeling-huis in de Waereld was. In Stokbolm, zegt van Hess, verzette zich de Geestlykheid zeer lang tegen de zoo nuttige oprichting van een Vondeling-huis , als eene drangreeden aanvoerende, dat een Vondeling-huis een vryplaats voor echtbreuk en bloedfchande was, als of deeze zon-  Staatsregeling, 323 zonden niet zouden bedreeven worden, wanneer zodanig eenGefticht geen plaats had, en alsof de Over heid niet tevens verpligt was de kindermoord zoo wel als de voorgenoemde misdaaden op alle wyzen te keer te gaan, het gezond verftand en de menfchenliefde zegepraalde echter over het vooroordeel en bygeloof. De Overheid van Parys fcheen ook met het te vinden leggen oogluiking te gebruiken, en dus hadden Vader of Moeder geen voorwendfel, om zich op eene zoo onmenfchelyke wyze van hunne kinderen te ontflaan , en het leven der onnozele wichten was nu in zekerheid en federd deeze inrichting aldaar tot ftand gekomen is hoort men byna niets meer van kindermoord; dit word ook in Stokholtn waargeromen ( a ), elk een was gereed het zyne tot zoo een heilzaam oogmerk toe te brengen; de natuur deinst met fchrik te rug op het denkbeeld van vernietiging: de Godsdienst verzet zich daar tegen als tegen eenè openbaare overtreeding, der Godlyke wet; de Maatfchappy ftraft dezelve als eene misdaad, die haar van haare medeleeden, in welker talrykhekfhaar kracht en glorie beftaat, beroofd ( Men heeft de in waarheid verbaazende aanwas der te Parys in het Vondeling-huis gcbragte kinderen, als een verwyt tot alle de Vondeling - huizen willen uit- (a) Diaion. Encyclop, verb. Fxpofttion d'Enfant. Etat de la Medecine, Chirurg. Cf Pharmac. en Europe pour lannêe 1777. p. 216. db~) Tableau d'bumanite & de la bienfaisanee, ou precis hittoirimt des tbarijes, qui fe font dans Paris p. 64. X a Van dx vondeling - en weez huizen* Of deint tucht en het te vinden leggen] door de Vond$-  Van ps vondeling - en w6ezhuizsn. ling • huizen bevorderdVlirdtn. ( a~) Supplem. a l'hi/loire naturelle t. 7. p 517. (&) Recbertbes 6f ctnfiderations Jur la populalion de la Frame, tab, V, tb, 13. p. 280. 314 Geneeskundige uitftrekken, als of hier door niet flechts de ontucht aangemoedigd, maar ook de arme Ouders daar door verleid wierden hunne eigen kinderen te verftooten. Hel • aantal der Vondelingen is te Parys van den : jaare 1745. tot 1766. van 3233.'tot 5604. toegeno- \ men, en het zelve groeid nog van jaar tot jaar aan; in het jaar 177a. wierden te Parys everlyden der kinderen, Zeer weinig tinderen  Staatsregeling. 317 dom van vyftien jaaren bereiken, Baumann heeft door de Iysten van het Charité - huis te Rerlin, waar ïn de onecht bezwangerde vrouwsperfoonen, ter voorkoming der kindermoord, ontfangen worden, beweezen , dat onder de 67. aldaar geboornen reeds in de eerste maand wederom 10. overleeden waaren: het getal dier onechte kinderen, welke in de eerfte maand reeds weder om het leven geraken, is twee of anderhalfmaal zoo groot, als dat der echte binnen die tyd overleeden kinderen : volgens de tafels van M oheau, is het getal der overleeden Vondelingen tweemaal zoo groot, dan dat der in echt gebooren en door hunne Ouders opgevoede kinderen. In het Hospitaal te Roebelle wierden geduurende vyf jaaren 517. kinderen aangenomen, waarvan in hun eerste jaar reeds wederom 286. ftierven, dat is dus 11. van 20. In het tydperk der eerfte 10. jaaren is het onderfcheid tusfchen het aantal der overleeden kinderen in beide de clasfen reeds zoo groot niet meer; dewyl de Vondelingen , wanneer zy de eerste jaaren hunnes levens doorgeftaan, en het Vondeling-huis verlaaten hebben, als dan flechts aan het algemeen noodlot .van alle menfchen onderworpen zyn : echter is nog in dit tydvak het getal der overleeden Vondelingen een derde grooter, dan dat der andere kinderen, en zoo 'er eenige van dezelve doorkomen, zoo zyn 'er flechts zeer weinige onder, welke de Maatfchappy onder haare nuttige leden tellen kan(^): in Rouan bereikt, VOl- ta) M OHE AU /. «, p. 323- X 4 Van nfe VONDELING - en weez HUIZEN. worden in dezelve in bet leven behoudt»,,  328 Genees kundige ■Van BE vondeling - en wethuizen, Oorzaak daar van. 'Algemeenheidder Venusziekteander de Vondelingen. volgens eene ervaarenis van tien jaaren, naauwlyks het 27i1e gedeelte der in het Vondeling-huis opgevoede kinderen den manlyken ouderdom , en van deeze zyn nog ten minsten twee e. In den jaare 1680. deed men aan de Opzieners van iet Vondeling-huis te Parys den voorfkg, om'zich roor de Vondelingen van een foort van brood - gely n de plaats- van de melk der zöo duure Minnen te belienen, het Parlement benoemde daar op den 19. Au- ' rustus van dat jaar, den dteken der Geneeskundige Facukeit te Parys benevens 7. Doctoren en twee Vroedvrouwen, om over deeze zaak te faamen raad te >leegen, en daar van bericht in te leveren. Het gevoelen der Faculteit was in deezer voege: „ De Faculteit is van gevoelen , dat de voorgeftel„ de wyzen van opvoeden niet dan by kinderen, die , reeds krachten hebben en gefpeent zouden kunnen „ worden, plaats kunnen vinden; dat, daar de on„ dervinding de Moeder der Geneeskunde is, het „ ten uiterften gevaarlyk zoude zyn een middel in „ het werk te ftellen, het welk nog door geene on„ dervinding goed gekeurd was, voornamentlyk by ', zwakke en teedere kinderen; dat, wanneer men zonder roekeloos te zyn iets .onderneemen wil,, „ dit alvoorens door zeer gewigtige bewyzen dient geftaafd te worden; dat het niet verftandig zoude 3, gehandeld zyn de voorgeftelde ontwerpen in te , volgen, dewyl,wanneer men den toeftand der pas„ gebooren kinderen, hunne geringe warmte, de zwak„ heid hunner maag, de overvloed van vochten indezelve , waar door het voedlèl als het waare krach„ teloos gemaakt word, in aanmerking neemr, dat voedfel, tiet welk men in de plaats der Vrouwen- » melk Van me mondeling - en ïveezhüizen. Proeven ieswegens 'n bet Vondeling - buis ■ te Parys \enamen* Gevoe- , len der GeneeskundigeFaculteit deswegens 1680.  Van bï VONDEliNO - en WKZ huizen. Ongelukkige proeven bier van te Aix in Provenee genomen. 331 Geneeskundige „ melk wilde invoeren , van het zog zoo weinig ver! „ fchiilen moet, dat tot deszelfs verteering geene de J •„ minste warmte nodig moet zyn; dat heteeuigenj „ tyd in de maag zich moet kunnen ophouden zon-1 ,, der de voor zwakke wichten zoo nadeelige gtvol-1 „ gen eener al te fpoedige verandering na zich te flee- I „ pen: dat tusfchen dit voedfel en dat, het welk de l ,, kinderen geduurentle hun veibiyfin>s'Moeders lig-j „ haam genoten hebb n, zoo veel moogelyk overeen-J „ komst zy: en, daar men volgens deeze ontwer-j „pen in plaatfe der Vi ouwen -melk dieren - melkl „ neemen moet, zoo is het voifttekt noodzaakelyk,!, „ dat, voor eerst, dezelve zich in die gefteldheid be« 1 „ vind, als of zy onmiddelyk uit de borst eener ge- 1 ,, zonde Minne vloeide, dewyl der kinderen maag ; „ die anderfints niet verteeren kan, en ten tweeden, , „ dat. dezelve altoos in eene gelyke maatige graad van i „ warmte gehouden word. Zelden doet zich de gelegenheid voor, om zich . met grond te overtuigen, dat het in geenen deele on- < vetfchülig is, welk een foort van voedfel men by ge4 brek der Moeder-melk voorden teederen Zuigling ver kiest : in het Vondeling - huis te Aix in Provence 1 ftierf tot nu toe jaarlyks omtrent de helft der aange- • noqjnen kinderen; maar van alle die geenen, welke: men met koe-of geiten-melk, die in die llreeken zeer: Hecht en fchaars is, trachtte op te voeden, zag men i geen één het leven langer dan 4. maanden rekken,, by het openen der iyken bevond men de maag met: eene geftremde en zeer Hinkende ftoffe gevuld ; men: ging toen over om de kinderen met een pap van ge-kookte witbrood en diergelyken te voeden, doch alle: deeze procfneemingen liepen vrugteloos af, en men zag-  Staatsregeling. 333 zag zich genoodzaakt andermaals de Geneeskundige Faculteit te Parys raad te pleegen. Het hierop meedegedeeld gevoelen is in den jaare 1775. op bevel van het Hof op de Koninglyke drukkery algemeen gemaakt; ik zal den voornamen inhoud deszelfs hier aannaaien , dewyl dit antwoord der Faculteit alles in zich bevat, wat men met grondwezens deeze zaak kan aanmerken. „ Daar de kenmerken eener Venerifche befmetting by pasgeboorne kinderen zeer onzeker zyn, raad de Faculteit aan, om aan geen der Vondelingen eene Minne te geeven , ten zy men taamlyk zeker is van ie gezondheid der Ouders, vooral moet men die gewoonte geheel en al affchaffen om door ëéne Minne meer dan één kind te doen zoogen, dewyl men hier loor de Venusziekte ligtelyk voortplant, en het zeer aadeelig is het gebrek der melk met andere fpyzen te rervullen." Dewyl verder de Faculteit het berooken der kinJeren met den damp des quikzilvers, als het beste middel ter geneezing dier kinderen, welke met de Venusziekte befmet zyn, aanraad, zoo ontwierp zy tevens ook de volgende wyze van opvoeding voor dezelve. Het is verflandigst in eene Provincie, al waar de teite-en fchaapen - melk de eenige foorten zyn, waar ran men zich ter voeding bedienen kan , ook ander iróedfel als vleeschfoupen , broodwater en diergdyke lier by te voegen, vooral de melk met waterachtige ïochten te verdunnen, ten deezen einde kan men zich van een af kookfel van 'graswortel bedienen; het gerftenwater is by het gebruik der fchaapen- melk nadeelig; by die kinderen /welke fchrophuleus , met de Venus- of EnKlfche ziekte befmet zyn, kan men een flap afkook* . . fel Van d« vondeling - en w! eshuizen. Nader gevoelen der Geneeskundige Faculteit177S-  334 Geneeskundige Van de VONDELING -EN WEEZHUiZEN, fel der China-of klitten - wortel gebruiken, en dus ook in andere kwaaien het water eene hier tegen dienftige medicinaale kracht mededeelen." „ De Géiten, van wier melk men zich tot het voedfel der kinderen bediend , moeten op eene vetten eni waterachtigen grond geweid worden, op dat de melk;, des te dunner zy, zich echter wegens het buikopenend vermogen der melk in het voorjaar wel in ach* neemende: men moet de melk van verfcheide Geiten j niet met elkander vermengen , en zoo veel moogelyk'J zorg dragen, dat een kind altoos door dezelfde Geit] gevoed word, (deeze raad is in groote Vondeling-I huizen byna onmoogclyk: )daar men de melk, voor dat: men dezelve aan de kinderen geeft, eenigfints laauw moet maaken, moet men die of telkens op het vuur I zetten, of men heeft de gewoonte die geftadig daar op I te laaten ftaan, dit maakr, dat vcrelmaals de melk,, eer men dezelve aan het kind geeft, reeds geftremd ! is; het best is, dat men die niet kookt, maar flechts het gras-waater , waar meede men die vermengd ^, telkens beboorh k warm maakt, dus word de melk: vooral zoo de vaten zindelyk zyn, niet zoo ligt be*f dorven , en gemaklyker verteerd." „ Niettegenftaande hier de melk ter voeding der: kinderen, die zonder Minne groot gebragt moetcn.i worden , word aangeprezen , zoo zoude men die echter ligtelyk kunnen ontbeeren, de ondervinding ; leert, dat de kinderen welke met dieren-melk op-i' gevoed worden veelvuldiger aan buik fmerten onder- ■ . heevig zyn, en om deeze reden geeft men aan een i dun afkookfel van witbrood den voorrang,' het welk: men eenen fpeceryachtigen fmaak meededeelt Cn met I fuiker zoet maakt, ten deezen einde neemt men tar-. wen!  Staatsregeling. wen of witbrood, dat wel gereezen, goed uitgebakken en regt droog is, dit moet fyn gewreeven zyn, en Kan dit fyne poeder moet men, even gelyk men de Terne de riz bereid , een pap maaken, waar by men ïenige droppen orange-, anys-, venkel-of caneelivater voegen kan, dit voedfel kan men aan alle de tinderen, de kleinfte niet uitgezonderd, vyf of zeshaaien daags geeven, echter zorg dragende, dat dee:e pap telkens op nieuw gereed gemaakt word; het >roodkruim kan op den oven gedroogt worden; beialven dit voedfel kan men de kinderen, vooral in eele heeter luchtftreek, om de fpysverteering te bevorderen , daaglyks eenige leepels vol gras - water met ;en vierde gedeelte wyns gemengd geeven ; men noet alle de Vondelingen, eer zy aan de borst gelegd worden, een zagt buikzuiverend middel doen gebruicen; daar nu veele derzelver honger geleeden hebDen, zoo kan men hen water met wyn en finfcer gee-: /en, het welk aan beide deeze oogmerken kan 'beantwoorden; daar na gewenne men hen echter aan iet voorgeflagen voedfel." „ Men kan dit op deeze wyze aanleggen , dat men, na het toedienen der bovengemelde buikzuivering, het kind voor eerst niet anders dan geiten - melk met gras-water gemengd geeft, daar na voede men tiet zelve met pap van witbrood, en ga eindelyk tot ie foupe van kalfs-, fchaapen-en rund-vleesch over: schter zorge dragende dat het kind in het eerst zeer weinig van de witbroods - pap gebruike, ten zy het eelve buiten gemeen hongrig waare." , „ In de derde maand, dat is omtrent 4. weeken voor dien tyd, wanneer de melk gewoonlyk in de maag zuur begint te worden, moet men dezelve geheel ach« Van bb vondeling - ei* weezhlfizen.  335 Geneeskundigs Van de vondeling - en vteezhuizen. achter weege laaten , als dan geeve men de kinderen niets anders dan, vleesch -foupe en brood-pap met I water gekookt en daarna met de foupe vermengd, dewelke dikwyls versch gemaakt moet worden, als die, vooral in de heete zomermaanden, ligtelyk be- | derft; dit voedfel moet men na evenreedigheid van des I kinds ouderdom vermeerderen en een half jaar oud I zynde , het zelve eenigflnts vaster voedfel toedienen."! „ Alhoewel men in de eerste maanden geene vaste \ uuren bepaalen kan, om het kind zyn voedfel te ge-1 ven, zoo moet men het echter van tyd tot tyd ge-! wennen, om het zelve op geregelde uuren, en niet4 anders dan by dage te nuttigen; men geeve hen flechts I weinig op één maal, ten einde zy de maag niet overladen, waar door tot veelvuldige ongemakken aan-f leiding gegéeven kan worden, zoo zy over dag dik-1 wyls' en weinig tevens eeten, flaapen zy des nachts j geruster; ten einde hier van des te zekererte zyn,l moet de Oppasfter des avonds om tien of elf uuren,! eer zy zich te bedde legt, het kind uit de wieg nee- f men, by het vuur brengen , droog leggen,en te eeten | geeven." ,, Het gebruik des leepels heeft allesfints den voor-1 rang boven de zogenaamde pypkan , het laatst gemel-J de fchynt wel meer overeenkomftig met de natuur te 4 zyn, maar hier door worden by de kinderen hevige* buikpynen en al te groote loslyvigheid veroorzaakt,! deeze buikpyn kan men ook veelmaalen voorkomen,! door aan het voedfel, aan de melk zelf, eene fpecery-j achtige fmaak meede te deelen , zoo echter, dat ment hen hier door niet verhit, of, zoo zy hardlyvig zyn ,i hen minder of zelf geheel niets daar van laat gebrul*! ken." Tot}  ■ Staats regeling. 337 r Tot dus verre gaat de raadgeeving der Paryfche Geneeskundigen, om het gebrek der Moeder-melk in de Vondeling-huizen , door eene betere inrichting aangaande het voedfel der kinderen te vergoeden; deeze hier aangeweeze methode leert ten duidlykfte, hoe veel moeite het kost de plaats der Natuur te vervangen , en welk eene gereegelde orde in die huizen moet plaats vinden, zal niet eene meenigte van kinderen door misfiagen, die op het uiterlyk aanzien van geen belang zyn, om het leven komen; het gewigt deezer zaake bewoog de Koninglyke Academie van Bourdeaux in den Jaare 1779. de volgende prysvraagé op te geeven: Indiquer le moyen de prevenir dam l'ufage ordinaire de nourrir les enfans expofes, lesperilt qui refultent tant pour les nourricons, que pour leurs nourrices & par une Confequence necesjaire pour la population generale: Indiquer en mime tems la meilleure methode & la moins couleufe, de fuppleer aii lait des f'emmes pour la nourriture des Enfans: orn de middelen aan te wyzen ter voorkoming dier gevaaren, welke-uit de gewoone wyze van opvoeden der Vondelingen, zoo voor de kinderen ~, als voor de Zoogfters >, en by gevolge in het algemeen voor de bevolking ontftaan: en tevens het minst kostbaar, en voor de kinderen heilzaamst voedfel op te geeven * het welk de plaats der Vrouwen-melk vervullen kan: de prys» op de beantwoording deezer vraage gefield, is 1200. LiVres , Waar by den Intendant van Èourdemx de Heer Du pre de S. Maue. nog 8oo> Livr. gevoegd heeft» Men heeft deswegens ook in Engeland proeven genomen , die echter in geenen deele gunstig voor de II. Deel, Y 9 op. op. Van ©s vondeling en WEïZ huizen, Proeve h wegens het voedfel voor Voneteim  338 -Geneeskundige : Van de vondeling - en wsez huizen. gen, in Engeland en Zweeden genomen. opvoeding der Vondelingen door middel-der pap, zyn uitgevallen. De lieer.Sc.hu lz, welke in 1753. als Geneesi heer door het Genootfchap der Vrymetfelaars in het' Vondeling-huis te Stockholm geplaats wierd, meld, dat in het Engelseh Vondeling - huis van 56. kinderen in één jaar 45. om het leven waaren gekomen: daar in tegendeel van 80., welke men op het land te minne befteed had, flechts 29. om het leven kwamen; hy bericht tevens, dat men in het Vondeling-huis te I Stockholm, de pas geboorne kinderen met eene pap van ongereezen roggen - befchuit met half water en melk opvoed"-, maar hen echter, wanneer zy onrüs- tig waaren, een at kookfel van ryst te drinken gaf; den uitflag bewoog echter de Opzieners van deeze methode af te zien, daar de meeste kinderen na voorafgegaan braaken aan beroerte en de loop geftorven zyn ; federd heeft men in het algemeen voor de Vondelingen Zoogfters gehouden: Des üssarts meld van eene andere proeve by de Vondelingen met de koe-melk gemaakt, maar die echter meede eenen ; oneelukkigen uitflag had. Ta bet IVondeling - huis te Parys houdt me'' Zieb bydt Vrouwen fnelk, Deeze en diergelyke beweegreedenen bcwoogen het Parlement van Parys, om de Vondelingen met de Vrouwen-melk te blyven opvoeden, en men zend. ' nog daadlyk elk jaar bezoldigde Minnen in Norman- ■ . dietn Picardie, die om de twee jaaren door de zus- tets der barmhertigheid bezogt, en met het vyfde jaar wederom in het huis genomen worden. P> ergiüs bericht ons, dat in het Vondeling-huis! te Londen de kinderen niet wederom genomen worden, voor dat zy ten vollen 5. jaaren bereikt hebben;; in den jaare-1757- bedroeg het getal der aangenomen i km-1  Staatsregeling. 339 kinderen weekelyks van 80. , tot 90., en dus jaar-' lyks meer dan 4000; zy worden, tot dat zy wederom in het huis genomen worden, met hunne Minnen, die onder zekere Opzieners ftaan, op het land gezonden, alwaar zy biyven, tot dat zy 5..jaaren oud zyn ; deeze Opzieners zyn lieden van aanzien, welke op>die plaatfen woonen en zonder belooning de zorge voor-de kinderen op zich neemen, de Minnen haare toegelegde bezolding betaalen, zoo het nodig is nieuwe Minnen aanfchaffen, en die op eenen beftemden tyd naar het Vondeling-huis zenden, (dus is ook in Zweden het opzicht over de Vondelinghuizen aan het Capittel der Serapbyner-orden opgedragen , en twee Ridders zyn als over-Opzieners door den Koning aangefteld.) Deeze Opzieners irt Engeland worden van drie of vier der onontbeerlykfte geneesmiddelen voorzien , en hen word tevens een kort onderricht meedegedeelt , hoe deeze middelen aan te wenden, en het geen verder de bezorging der kinderen aangaat; zy geeven aan elke Minne, die het haar toevertrouwde kind geduurende het eerste jaar in welfhnd gehouden heeft, eene vastgeftelde belooning van tien fchellingen; maar, dewyl de kinderen in de volgende 4. of 5. jaaren nog aan zeer gevaarlyke ongemakken onderhevig zyn , moesten deeze belooningen, volgens de meening van Ber g ius langer, dan voor het eerste jaar, uitgedeeld worden (en dit zal elk een toeftemmen, zoo flechts hier toe niet zoo aanmeikelyke fommen zouden vereischt worden 1 ) zy voorzien de Minnen jaarlyks mee nieuwe kleeding en linnen voor de Vondelingen, eri zenden de oude naar het Hospitaal te rug. Y i 3- ™* VAN ds VONDELING- tN WEEZHUiZEN. Inrichting tt / Belo»- ningen^ aan 'de Minnen}  34° Geneeskundigs Van de vondeling - en weez huizen. Kade?! der fleibt geleegeh Vondeling - buizen. 3. Eene onzuivere lucht. Dit gebrek hebben alle de Vondeling-huizen niet flechts met alle andere Hospitaalen gemeen; maar zy overtreffen dezelve daar in door de veelvuldige uitwaafemingen en onreinigheid der jonggeboorne en, zelf meer volwasfen kinderen ; dit word men wel dra zeer duidlyk gewaar wanneer men in dezelve komt, en in weerwil van alle moogelyke voorzorge, befpeurt men in dezelve overal die walchelyke pisreuk, die in het Paryfche Vondeling-huis zelf ontffeekingen der oogen veroorzaakt (0). Dit zoo gewigtig artikel zal ik, wat de zuiverheid der lucht, der flaapfteeden en van het linnen aanbelangd, in een ander Hoofddeel afzonderlyk verhandelen, wanneer ik van de Hospitaalen fpreeken zal; alleenlyk voege ik hier dit by, dat de gevolgen der onachtzaamheid in dit artikel op de zoo gevoelige en teedere kinderen doodlyke gevolgeu hebben moet. 4. De ongezonde ligging van zodanige huizen, hunne ongefchikte wyze van bouwen en flechte verdeeling. Ook over dit onderwerp zal ik op een andereplaats nader handelen; dit is zeker, dat, wanneer men Vondelinghuizen fticht, men best zal doen hier toe geene groote Steden te verkiezen,alwaar door den bedorven dampkring zeer veele menfchen om het leeven komen; ook zouden op het land die morsfige en de Vondeling- P( fchoon dezelve zeer ruim is, voor al des nachts, wanneer deuren en vengfters geflooten zyn , met .ftinkender uitwafemingen vervuld, en als in een vuil dampbad veranderd zyn, het welk het fterkfte geitel eenes volwasfenen naauwlyks wederftaan kan, vooral zoo men niet naauwkeurig zorge draagt, dat de doeken en deekens op eene andere plaats gedroogd worden; — daar zeer weinig Vondeling-huizen van afgezonderde zieken zaaien voorzien zyn, hoe fnel moet dan niet. elke aanfteekende ziekte onder deeze kinderen voort--' loopen, en hoe ligt verkeert eene eenvoudige ziekte niet in eene allergevaarlykfte Hospitaal of kerkerkoorts; eene ziekte, die hier des te gevaarlyker is, dewyl men deeze kleine patiënten de nodige genees-, middelen niet in kan krygen, en men na de oorzaaken, veeier toevallen flechts blindelings raaden moet. 5. Gebrek aan nodig opzicht, inhaa!ighe:a\ rooroordeclen, onverfchilligheid en onbarm-' heftigheid der Opzieners of'mindere bedien' -den. Gewigtige gebreken, die het aantal der overleeden kinderen in de meeste Vondeling - huizen zeer doen toeneemen! De eerste Oprigters deezer Geftichten , door men-' fchenliefde en zucht tot volmaaking van hun ontwerpgedreeven', lieten niets ontbreeken, wat hen tocfcheen, eenen gelukkigen uitflag van hun plan te beloven; maar men weet hoe het met de menfchen in het algemeen geleegen is? wel dra dringen ei- ■ genbaat en sieikheid zich in de hcilzaamfte mnchtin* ' gen, SUthtt ippasjing in de Vondeliig - buizin.  S T A A T . S B. E G E L I N 6. 343 gen, dan word het leven van eenige honderd' menfchen in tegenoverftelling van het voordeel van zoo veel honderd daalders voor niets geacht , en welhaast dient het geheele Capitaal des menschlievenden Stichters nérgens anders toé,"als tot eene belooning van (a) Mei sn er. /. e. s. 114. ¥ 4 Van tm tonde- > ling.- en yveeï huwen, Minnthting der Vondelingen. bevoorrechte menfchenmoorders: en hoe- kan het onderzoek in zoo een huis op beftemde uuren , de verhooien 1 misdaaden der baatzuchtige bedienden te keer gaan, misdaaden gepleegd tegen onnozele wichten welkers fpoedige dood men altcos op rekening van hunne Ouders meent te kunnen ftellen: te Lhfabon wierd in 177a. eene Lotiifa.de Jcfus, 22. jaaren oud, opgehangen, dewyl zy in het Vondeling-huis te Coimbra 33. kinderen om het leven gebragt had, omdat zy van elk nieuw ingebragt kind een bod, een wieg, en een Ryksdaalder aan geld genoot O). De gering achting deezer ongelukkige fchèpfeltjens, de hier uit onvermydlyk voortfpruitende onverfchilligheid der meeste Oppasfters , de ingewortelde vooroordeelen , doen het aantal der geftorvene kinderen tot in het ongeloof! yke aanwasfen: Ballexserd verhaald van eene Dame, welke, daar zy zich wegens het jammerlyk uitzien der kinderen in een beroemd Vondeling-huis verwonderde, van eene der Oppasfters, eene vroome Nonne, de liefderyke Verzekerirg ontfong, dat alle deeze lieve kinderen regt gelukkig waaren, dat zy zoo vroeg ftcrven, en dus reeds zoo jong eene eeuwige gelukzaligheid deelachtig wierden, dat het voor het overige zeer wenfchelyk voor het Vondeling-huis was, dat de kinderen niet langer leefden,  3x4 Geneeskundige VAM DB vondeling e en weezhihzen. Gevolgen van bet oifiuiten der Von\ delingen. (a) B alleXSERD Disf. ftir l'edutation phyfiqtte des enfant p. U. den, dewyl anderfints deszelfs inkomsten niet toereikend zouden zyn, tot het onderhoud van zoo veele bedienden als daarin vereischt wierden ( den. Men mort tel meedf Opzieneres zoo geplaatst is, dat zy elk uur het oog over - de 0,;pasfteis kan hebben en zelf van haar goed of kwaad gedrag ooggetuigen zyn kan; voor elk kind, het welk zyn tyd in het Vondeling-huis heeft uitge-\ houden , konde men aan de Oppasfter eene belooning toeleggen, wanneer het in goede gezondheid uit haare handen komt; van wegens het Vondeling - huis te Lyons word aan elke Oppasfter, die haar kind zool verre opgevoed heeft, dat het voor de eerstemaal terj Communie gaat, behalven het loon en de kleeding 6.1 Livr. en wanneer het tot het 18. jaar gebragt isj 30. Livr. tot een gefchenk toegelegd. Zoo zy een zeker getal Vondelingen in welftand heeft groot gebragt, moet zy hier door recht heb-j ben, om in haaren ouderdom op een zeker onderhoud: te kunnen hoopen. In landen, alwaar de Roomfche Godsdienstheerscht,, is men zoo gelukkig lieden te vinden, die voor eene zeer geringe belooning, uit bloote Godsdienst vver , hun geheel leeven aan zulke liefdediensten wyën. De Zusters der barmhertigheid, welke in de Vondeling-huizen en Ilospitaalen in verfcheiden groote: en kleine Steden in Frankryk de zorge voor kinderen en kranken op zich neemen , boezemen elk eeni zulk eenen eerbied voor haare heilige roeping én cha-. radier in, dat ik uit deezen hoofde alleen de vorige duiftere eeuwen al het kwaad, het welk zy het menschlyk gedacht gebrouwen hebben, van herten vergeeve. Het asntal der Vondeliigm en hunnen ouderdom, til  Staats regeling. 355 als meede de tyd, wanneer zy het Vondeling-huis weder verlaaten hebben, moet elke veertien dagen, door'eene aan het Vondeling-huis aangeplakte lyst, bekend gemaakt worden, op dat die geen, welke zodanig een kind tot zich zoude willen neemen, zich ten deezen einde by den Opziener van het huis zoude kunnen melden. §. XII. Zoo eene heilzaame befteeding van den rykdom der vermogende ingezeetenen ter opvoeding der Vondelingen moet door alle moogelyke aanmoedigende middelen bevorderd worden. De bevryding der onfchuldige onechte kinderen, van de fchande,'welke hen geduurende hun geheeleleeven aankleeft, moet de vrugt zyn der menlchenliefde (ran onze meer verlichte eeuw, men heeft overal gevoelt hoe onrechtvaardig het is, de groote meenigte van onechte kinderen onverdiend met fchande te brandmerken,als doode leden van defaamenleeving uit :e fluiten , nutteloos, ja fchaadelyk voor de Maatfchappy te maaken, van welkers voorrechten zy beroofd , :n dus als het waare gedwongen wierden om met beelden of fteden de kost te winnen; in verfcheide Ryrên heeft men deeze onbillyke wetten afgefchaft, en le onechte kinderen gerechtigd om in alle gilden, broelerfchappen en handwerken aangenomen te worden , ;e)f by de zoo bygeloovige Jooden wierd een onecht tind {Mamferj + zoo hy een Schriftgeleerde was loven eenen minder geleerden Priester voorgetrokken 'fhalmud 3 Th. X. Horajoth 3 Cap. s. 306. "Reeds in 1711. wierd op den 2oflen Maart uit krache van een Kcurvorstlyk Drunswyk- Luncborgs Edift % 3 al- Van dï vondeling - en weizhuizen. lydendpubliek dikwerf wegens den Jlaat der Vondelingen onderrichten. En hei aannemen dier kinderen bevorderen.  356 Geneeskundige Van de vondeling -en weez huizen. Of het ttutti% is de Zendelingen tot vrye lieden op te voeden. alle Vondelingen en kinderen van landloopers, welke op s'Vorsten kosten opgevoed en onderhouden wierden , gewettigd, en een diergelyk bevel van den 23 December 1711. verklaarde alle kinderen, die in Weez - huizen opgevoed waaren en nog wierden , voor echt; ik wil gewisfelyk zulke edelmoedige inrichtingen niet berispen, dit echter meene ik met g'-ond te kunnen aanmerken, dat, wanneer zodanige onechte kinderen, ten minste geduurende een gedeelte van hunnen leeftyd, voor de van vreemden genootcn weldaaden dienstbaar waaren, en na eenigen tyd eerst voor vrye lieden erkend wierden, 'er oneindig meer zorg voor hunne opvoeding gedragen en een veel giooter aantal in meedelydende en kinderlooze huisgezinnen aangenomen zouden worden. Niet tegenftaande het medeelyden, het welk ik wegens het noodlot deezer verlaaten wichten gevoele, zoo geloove ik echter dat het beter zoude geweest zyn de wetten der verftandige Romeinen, ten hunnen opzichte gemaakt, na te volgen, wel is waar dat de Vondelingen dus naar het uiterlyk aanzien ongelukkig zouden fchynen, maar echter zouden zy van eene noodwendige verzorging veel beter verzekerd zyn dan in onze dagen. Het te vinden gelegde kind wierd te dier tyde een foort van Jyfeigenen van hem , die het zelve uit mcededogen had aangenomen , op deeze wyze wierd eene rceenigte van Vondelingen ten nutte van het gemeenebest opgevoed, en zoo eene dienstbaarheid voor eenen bepaalden tyd fchynt my toe het beste middel te zyn, om de Vondelingen eene gezonde opvoeding te bezorgen; dus heeft ook den aanneemer van het kind eene vergoeding voor de kosten tot desz.lfs opvoeding aangewend. „ Ik  Staatsregeling. 357 „ Ik twyfFele zeer, zegt von Ludewig, of „ Justinianus M. toen hy Novella 153. alle ,, Vondelingen voor vrye lieden verklaarde, zyn , menschlievend oogmerk wel bereikt heeft, by vee, len moet hier door de lust,om Vondelingen tot zich , te neemen , merkelyk verminderd zyn, daar hen van 1, dezelve in plaats van nut en dankbaarheid voor de , beweezen weldaaden, wel eens ondank en nadeel , konde te beurte vallen; en dus handelde men myns , bedunkens veel verftandiger met, gelyk in de West, gothifche wetten Lib. IK T. 4. de Infantibus ex, pofitis, vast te ftellen, dat, wanneer iemand een te , vinden gelegd kind tot zich neemt, en de knaap , daarna van zyn Ouders herkend word, deeze Ou, ders verpligt zyn een knecht in zyn plaats te verschaffen, of zyne waarde te vergoeden: anderfints , zullen de Ouders ten allen tyde afgeweezen wor, den. Zoo zy geen vermogen hebben zullen zy , voor het kind dienen, die kinderen echter, welke , door het meededogen van vreemden opgevoed zyn , , zullen hunne vryheid genieten. Dus maaken de Opzieners van het Vondeling - huis e Londen een fchriftlyk verdrag met hen , die hunne indelingen ter opvoeding aanneemen , deeze kindeen blyven onder voogdyfchap van het huis, tot dat ie van de manlyke kunne 24., de meisjens 21. jaa2n oud zyn, behalven wanneer zy zich vroeger in et huuwlyk begeeven; zoo iemand zyn kind te rug egeert, moet hy het jaar en den dag dat het in het uis is aangenomen, benevens alle de omftandighcen, die tot kenteekenen dienen kunnen, aantoonen, n tevens bewyzen , dat hy in ftaat is zyn kind te nderhouden, als dan moet hy ook de door het VonZ 3 de- Van t>% VON DELING - EN WEEZHUIZENf Inrichtingen des •wegens te Londen.  SS* Geneeskundigs Van de VONDELING - en WEEZ HÜKFtf. Te Koppenhagen. Kodig toezicht hier op. De Overheid moet in dit geval voor de handhaving : van de rechten der menschheid zorge dragen, en verhoeden, dat de jeugd uit eigenbaat, door het al te: fterk in het werk ftellen haarer nog onvolkomen: krachten, bedorven word: eene voorzorge welke in, de landen der Oostenrykfche kroon met opzicht tot; alle kinderen en dienstboden van de manlyke kunnei plaats heeft, op dat dezelve niet door onbarmhertigei Ouders-of Meesters tot zwaaren arbeid genoodzaakt worden,welke hunnen groey en goede gefchiktheid tot den krygsdienst, waar toe zy alle opgefchrevei zyn, konde verhinderen; om dit voor te komen worden zy jaarlyks door hier toe afgevaardigde offl eieren bezigtigd. §, X I V. deling-huis gedaane onkosten vergoeden —. zoo dra een knaap in het Vondeling-huis te Koppenhagen in ftaat geworden is eenig werk te verrichten, het, welk, naar maate van hun verfchillend lighaamsgeftel,, tusfchen het twaalfde en vyftiende jaar is, word hy. in gevolge van zyne verkiezing of gefchiktheid, aan I een fabrikant, koopman of zeeman, die hem begeert. I of aanneemen wil , tegen eene vergoeding van 50.1 Ryksdaalers overgegeeven , om hem alleenlyk voor I kost en kleeding zonder verder loon tot zyn 24^ jaar ten dienste te ftaan, na dat zy 24. jaaren bereikt hebben worden zy als vrye lieden aangezien, en kunnen zich in alle oorden van het Koningvyk ter,, nederzetten , echter niet zonder byzonder verlof zichf buiten s'lands en nog veel minder in vreemden dienst,,, begeeven. «. XIII.  Staatsregeling. 359 §. XIV. ' Die kinderen, welke in het Vondeling-huis niet langenomen en opgevoed kunnen worden, alhoewel zy van eene gezonde gefteldheid zyn, moeten op het land aan eene yverige en deudgzaame Vrouw overgegeeven worden, om voor een biilyk kostgeld by dezelve tot op eenen zekeren ouderdom opgevoed te worden. Deeze Vrouwen moeten gehouden zyn hunne Voed(lerlingen ten minsten a of 3 maaien in het jaar aan ne Overheid te vertoonen, op dat naauwkeurig onüerzogt worde, of zy ook aan voedfel, zindelykheid, of oppasfing eenig gebrek lyden, de ondervinding heeft geleerd, dat dit onderzoek ook daarom noodzaaklyk is , dewyl anderfints deeze kinderen dikwerf verlooren gaan. Toen de Heilige Vincent cle Paula,de eerste Stigter van het Wndeling-huis te Parys, met hulpe eener Godsdienfjrige Dame, 1638. begon de Vondelingen voor niet op te voeden , verftoutten die Vrouwsperfoonen, aan wien dezelve ter verzorging waaien toevertrouwd, zich deeze kinderen aan bedelaars te verkoopen, welke zich van dezelve bedienden om meededogcn te verwekken, andere verkogten dezelve aan Zoogfters welker Zuiglingen geftorven waaren, of aan familien welke geene kinderen hadden en vreemde kinderen wilden aanneemen. Zoo dat eindelyk niemand zyn kind in een huis betrouwde, alwaar hetzelve aan zoo groot een gevaar onderhevig was, tot dat dit kwaad door wyze wetten gefluit wierd. S. xv. Voor de gezondheid der op het land bcfteede kirZ 4 de- Vondeling - EU weez - huizen. Verzorging der Vondelingen Buit en betVondeling - buis» Zy moeten dikwerf aan de Overheid vertoond WOT' den, Voorztn\ , gen me  jr5a Genees kuudigi Van di Vondeling - en WFEZH UI Z EN. tte op bet land gezondeVondelingen. De Vovm Relingen moeten eene flrenge opvoeding %ekben. deren moet van wegen de Overheid op dezelfde wyzegezorgd worden, als ik hier voor hebbe opgegeeven dat door de Ouders zelf, met opzicht tot de van hen verwyderde kinderen, gefchieden moet; de Opzieners van het Vondeling-huis moeten nimmer uit het oog verliezen , dat zy. voor deeze ongelukkige wichten de plaats van Vaders bekleeden ; aan de Overheid der plaats, de Geestlyke én zelf de Schoolleeraar, kan deeze zorge , welke voor elk menfchenvriend een waar vergenoegen uitmaakt, toevertrouwd worden: om op de inachtneeming van het geen Oppasfters ten opzigte der Zuiglingen in acht moeten neemen, en van welk voorfchrift haar een gedrukt Exemplaar moet toegezonden worden , acht te geeven en deswegens met de Opzieners van het Vondeling-huis briefvvisfeling te houden, i XVI, By de opvoeding der Vondelingen, het zy in Vondeling-huizen, of op het land, moet men voornaamelyk in het oog houden, om hen een ftevig en gei zond lighaamsgeftel te bezorgen, en het is in dit geval dat myns bedunkens als eene wet in acht genomen zoude kunnen worden , dat men wegens zwakker kinderen van de gewoone wyze van opvoeden niet moest afwyken; geen der Vondelingen moest in deeze luchtftreek fchoenen of kousfen dragen, ten zy in eene flrenge winter koude, zy moesten zoo wel by dage als des nachts blootshoofds zyn, zelf waare het best, dat hen het haair afgefchooren wierd; men kon dus daaglyks den kop borstelen , met eene zindelyke niet al te warmen muts dekken, dus konde men gemaklyker het ongediert weeren, ■ / gooï  Staatsregeling. 361 Door zoo eene opvoeding zoude men met 'er tyd eene clasfe van menfchen bekomen, die tegen allen invloed van het weder gehard waaren; ter weering der huidziekten en van het ongedierte zoude het goed zyn zich van blaauw geverwde hemden te bedienen „ die ook wegens het veelvuldiger wasfchen gemaklyker en beter koop zyn, \. XVII. Om zich zoo veel moogelyk van het duurzaam leeven der Vondelingen te verzekeren, voor dat van wegens de Maatfchappy veel aan dezelve te kosten gelegd is, is het noodzaakelyk de Vondelingen, zoo dra zy alle hunne tanden hebben, de kinderpokken te doen inenten ; na dat dit voorafgegaan is, kan men eerst met grond op het leeven deezer kinderen hoopen: dit Helt men ook in het Vondeling-huis te Londen in het werk, en volgens het bericht van Schutz is den uitflag aldaar zoo wel als in het Vondeling-huis te Stokbolm zeer gelukkig; te Gottenburg en Christianfiad zyn door eenige menschlicvende vrymetfelaars inenting-hospitaalen opgericht, waar in de kinderen van het gevaar voor deeze befmetlyke ziekte ontheven worden , eer zy in de faamenleeving verfchynen , en ditachte ik voor Vandeling-huizen aller noodzaakelykst. xviii, De Geneeskundige verzorging der kinderen in Vondeling-en Weez-huizen verdient hier billyk eene plaats, In groote Vondeling-huizen heeft men ten deezen einde een of (het geen echter niet aan te pryzen is) 2 % meer- Van bk VONDELING-ENWEEZHUiiEN. De tin- derziekte moet ben ingeënt worden. Geneeskundigeverzorging der kinderen, in  Van de VONDELING -en WEEZHUIZEN. deeze huizen. Waarneemingveegens de aan deeze kuizen eigen ziekten. . Ba.ienfche InfiruSievoor den Arts vai bit Weez huis te Pf'-rzbata. 36a Geneeskundige meerder Genees en Heel - meesters; de Geneesheer moet dagelyks en, zoo 'er zieken zyn, die meerder toezicht vereisfchen, meermaalen het huis bezoeken en elk kind met behoorlyke aandacht gadeflaan. Het is zeer nuttig, wanneer in een algemeen boek elke Vondeling zyn eigen plaats heeft, alwaar onder zyn naam alles, wat zyne ziekten of toevallen aangaat, word aangeteekend; dus kan men wegens de lighaamsgefteldheid en hebbelykheden van elk kind onderricht worden: elke week moet aan de Beftuurders van het huis eene tafel overgegeeven worden wegens de gezondheid of ziekte van elk der kinderen. Voornamelyk vestige de Geneesheer zyn aandacht op die heerfchende ziekten, die aan zoo een huis eigen zyn: het is dus noodzaakelyk de overleeden kinderen te openen en het waargenomene in een byzonder boek aan te teekenen, het welk met opzicht tot de ziekten der kinderen en der aan het huis eigen gebreken binnen eenigen tyd van de grootfte nuttigheid worden kan; dus worden de gebreken in het opvoeden en verzorgen der kinderen bekend, dus word men in ftaat gefteld, om dezelve met een gewenscht gevolg voor deeze onfchuldige wichten, ja voor de ganfche Maatfchappy te keer te gaan. De inhoud der InftruEtïe des Markgraafs van Baden voorden Geneesheer van het Weezen • Dol - en Werk huis te Pforzheim verdiend hier aangehaald te worden. I. De Geneesheer is verpligt één maal daags het Weez-huis te bezoeken, en zich ia het jongens en meisjens vertrek te vervoegen , ten einde hy weete, hoe het met hunne gezondheid gefteltis, of zy ook eenig voorbehoedings-of geneesmiddel nodig hebben, dan of de ongeftelden, ten einde ee-  Staa tsrege ling. 363 eene betere oppasfing te genieten, naar het Zieken-huis moeten overgebragt worden. II. Vooral moet hy acht geeven, dat defchurftonderde kinderen geene doorgaande ziekte worde, maar dezelve met alle nodige middelen tegengaan, en zoo veel moogelyk afweeren. Hl. Zoo de kinderen in hunne vertrekken , bedden , kleederen of andeifints in geene behoorlyke en voor de gezondheid zoo noodwendige zindelykheid gehouden worden, moet hy hier van terftond kennis geeven , op dat hier voor terftond gezorgd worde. IV. Daar beneven moet de Arts het Zieken-huis dagelyks bezoeken en elk der Zieken, op zyn geweten ,na zyne beste wetenfehap trachten te geneezen of, dit niet moogelyk zynde , zynen toeftand draaglyk te maaken. V. Vooral moet hy hier op acht geeven, dat de zie- : ken Oppasfters het voorgefchrevene aller naauwkeurigst nakomen: zoo zy aan zyne vermaaning niet terftond gehoor willen geeven; zoo zal op zyne aangifte door den Opziener al het kwaade verholpen worden. VI. De zindelykheid moet een der voornaamfte meedewerkende middelen ter geneezing zyn, hier om moet de Arts voor al daar voor zorgen, dat de zieken eene gezonde lucht genieten, die met de gefteldheid hunner ziekten het meest overeenkomt. VII. De voorfchryving der geneesmiddelen moet men aan zyne kimde overlaaten, als meede her voorfchry ven eener gefchikte leevensregel, op welks in acht neemen hy meede een waakend oog houden moet. Het Van d« VONDELING-enWEEZhuizen.  3^4 Geneeskundige Van db VONDELING - EN WEEZHUIZEN. Nodige affebeiding der zieken van de gezonden. Noodsaaklytb ideener %>rye tevseeyng. Het VIII, IX, X, XI, XII, en XIII. artikel be; heizen dezelfde regels voor den Geneesheer van het Dol-en Werk- huis. §. XIX. De afzondering der zieke kinderen van de gezonden is, gelyk gezegd is, van de hoogde noodzaaklykheid , wanneer verfcheide te faamen in één vertrek opgevoed worden, de kinderpokken, mazelen , de loop, fcorbut, fchurft, de venusziekte en diergelyke kwaaien erven by kinderen zoo ligtelyk over, dat een Vondeling-huis ten deezen opzichte voor kinderen een allergevaarlykde plaats is; wanneer ïn het Paryfche Vondeling - huis een kind met zodanige toevallen overvallen word, welke eene aanfteekende ziekte doen duchten , moet de Geneesheer terftond fchikking maaken , om zoo een kind naar het algemeen Hospitaal te doen overbrengen: zoo dra, volgens de Badenfche Inftruttie, een kind ziek word, moet het alleen in afzonderlyke bedfteede gelegd en aan den Genees - of Heelmeester, wanneer hy des morgens de kamer bezoekt , aangeweezen worden , die als dan beflisfen moet of zoo een kind naar het Zieken-huis overge» bragt moet worden of in de zaal kan blyven, in kleiner dichtingen kunnen eenige welgeleegen luchtige Zieken • kamers aan dit oogmerk voldoen, §. XX. Niets is in de Vondeling-huizen zoo noodzaakelyk , als de daaglykfche beweeging der kinderen in de viye lucht; de overige lighaams-oeffeningen moeten op bepaalde tyden gefchieden: het is derhalven noodzaak-  Staatsregeling. zaaklyk, dat men op zekere uuren de kinderen eene vrye lighaamsoeffening toeftaat zonder dat zy in hunne onfchuldige verlustigingen door vreeze of ontydige geftrengheid hunner Opzieners geftoord worden; de kinderen moeten na hunne maaltyd ten minsten één uur vry hebben, zonder echter geduurende hetzelve eene al te fteike beweeging te moogen neemen; omtrent ten 5. uuren des nademiddags in de zoomer, moeten de kinderen in den hof op het vrye veld na hunne verkiezing onder opzicht van verfiandige Opzieners te faamen fpeelen, om hunne leeden leeniger te maaken, en de fpieren door oeffeningen te Herken; wanneer het weder ongunstig is, moeten zy echter war.meer zy 6. of 7. jaaren oud zyn , deswegens niet binnen 'shuis gehouden worden, om hen by tyds aan de lucht te gewennen. $. XXI. Van db vondeling - en wee! huizen, Van bet voedfel der reedt groot gewordenVondelinien. Nu kome ik tot het voedzel der Vondelingen of Weez - kinderen; daar het niet te vermoeden is, dat de kinderen in huizen , welke zoo veele uitgaaven vereifchen, te lekker zullen opgevoed worden; zoo is 'er veel meer oorzaak om toe te zien, dat voor dezelve geene al te harde of ongezonde fpyzen opgedischt worden , het welk des te meer noodzaaklyk is, daar men naar de verfchillende ouderdom geene byzondere geregten kan opfchaffen, de eerste zorge moet zyn, dat de kinderen genoegzaam voedfel en dat ter rechter tyd krygen; het ontbyt, de middagmaaltyd , het vieruuren-ftuk en avond - eeten , zynde viernoodzaakelykj fte tyden om te fpyzen : al wat de meer dan drie jaarige kinderen hier boven gegeeven word, is overbodig en fchaadelyk: Het  Van de VONDEX1NG - EN WEEZJIUIZEN. $66 Genees kundige Het water, wanneer het goed is, is de gezondfte drank voor kinderen; nu en dan kan men hen goed en met niet al te veel hop toebereid bier geeven: wyn wilde ik alleen als een geneesmiddel op voorfchrift van den Arts aan zwakke kinderen toeftaan, in I het Weez-huis van Pfórzhetm föygt ieder kind des- I middags een kwart pint wyn. De Arts moet dagelyks het brood onderzoeken, dèwyl dit het voornaame voedfel der kinderen uit- \ maakt, en, zoo het niet behoorlyk gebakken, en van goed meel bereid is, tot zuur, verftoppingen in de ingewanden, flym, buikpynen en dergelykekwaaïeil aanleiding kan geeven: de groenten moeten het I hoofdzaakelyk gedeelte der middag-maaltyd uitmaaken, deeze moeten zorgvuldig fchoon gemaakt, en wel opgekookt worden. Zuurkool is, offchoon voor volwasfenen zeer gezond, echter voor kinderen in geenen deele dienftig , pculvrugten, boonen, erwten , linfen moeten flegts een of twee maaien des weeks opgedischt worden; het is zeer goed niet veel vleesch den, kinderen voor te zetten : behalven dat het op zich zelf geen zeer heilzaam voedfel voor kinderen is, zeer hoog in prys loopt, zoo zoude het veele der Vondeling in hunnen volgenden leeftydzeer vreemd voor komen, wanneer zy, gelyk onze meeste landlieden, het zelve geduurende verfcheide maanden moeten mïsfen; bedorven vleesch kan in zodanige huizen de nadeeligfte uitwerking hebben; men moet derhalven zorgvuldig het oog houden op het vleesch , , het welk in dezelve geleverd word: meelfpyzen zyn gezond en voedzaam, men drage echter zorge, dat zy van geen flecht meel, of al te dik bereid worden: : de verfche en gekookte boomvrugten geeven een der:  Staatsregeling. 357 "der beste voedfels, men drage echter wel zorge, dat zy langs geene ongeöorlofie wegen onrype vruchten bekomen: op dat de ipyzcn in het algemeen niet ongaar of aangebrand opgedragen worden, is het nodig, dat iemand van weger den Opziener aangefteld is, die hier voor zorge draagt1: door fterke, al te oude, in kopere, Hecht vertinde vaten bewaarde boter, loopt 'het leven der kinderen groot gevaar eh hierop, zoo wel als op de zuiverheid van het keukengereedfchap , moet fteeds een waakend oog gehouden worden, waarvan ik op eene andere plaats nader zal fpreeken: de aanbefteedingen van het leveren der fpyzen in diergelyke huizen in handen van fchraapzuchtige lieden, die hier door fchatten trachten te verkrygen , komende, zyn doorgaans de hoofdoorzaaken van het flechte voedfel, het welk men veelmaalen in dezelve aantreft en ver» eisfchen dus dubbel onzen aandacht. §. XXII. De morfigheid is by de kinderen een der hoofdoorzaaken hunner ziekten; het wasfchen en kammen is dus dagelyks des te nodiger, als het ongedierte, door het zelve na te laaten ,de overhand neemt, zich aan alle de kinderen voortplant, de beste vochten verteert , -tot kwaadaartig hoofduitflag aanleiding geeft, eh de nachtrust der kinderen ftoórt; het zoude zeer Wenschlyk zyn, dat in alle dicrgelyke huizen voor de kinderen gelegenheid was om zich dikwyls te kunnen baden ; het zwemmen is onder behoorlyk toezicht een -der mutigfte lighaams - oeffeningen («): ten minsten moe* (0) Plans & ftatuts des diffcrens etabli'femens erdonnes par s. m. i. c at hs r1 n £ ii, f o;.r l'fttoeafitn de la jeunssje T Zp, 259. Van db VONDELING- EI* WEES HUIZEN. Van de nodige reinheid.  3<58 Geneeskundige Van di von deun g - en vteez huizen. moeten de kinderen verpligt zyn tweemaalen ter weeke, het ganfche lighaam met koud water te wasfchen: van de duizend huidziekten, zegt Lorry, waar aan de kinderen onderhevig zyn, zal men voor zeker meer dan het derde deel onder de boeren kinderen, of die van morstige Ouders aantreffen; onder de voorbehoed - middelen verdienen de lighaams- oeffeningen , de vrye lucht, de koude baden de eerste plaats, deeze doch zyn het, welke de huid zuiveren, het lighaam verfterken en alle verftoppingen voorkomen , de zuiverheid van het linnen, der kóusfen, der overige kleeding en van het huis raad is van geen minder aanbelang, de bedden, welke het best zoude zyn op yzere voetftukken te doen rusten , moeten elke dag behoorlyk onderzogt worden, of dezelve ook door morsfige kinderen bevuild zyn, tegen deeze kwaade gewoonte moet gewisfelyk ftraffe of, zoo het eene ziekte is , de nodige geneesmiddelen in het werk gefteld worden ; de ftroozakken moeten dagelyks wel omgefchud en dikwerf met versch ftroo gevuld worden. In het Weez-huis van Pforzheim heeft men ter bewaaring der reinheid de volgende inrichtingen gemaakt. Alle de vertrekken worden des Woendags en Saturdags tusfchen één en twee uuren, met geopende deuren en vengfteis uitgeveegd, en de gangen gereinigd , de uitgeveegde kamers worden , behalven in de maanden Mey, Juny, July, Augustus en September, alle met jeneverhout gerookt, de glaazen ta&m men worden in het voorjaar voor paafchen , in de herfst omtrent Michaëlis door het gantfche huis gewasfen, van het begin van October tot het einde van Maart, kry-  Staatsregeling. 369 krygen de bedden alle 6. weeken fchoone overtrekken , in de overige maanden alle vier weeken, de bedden worden geduurende de Zomer twee maaien in de zon gebragt en uitgeklopt , een bed, waar op eene kranke weder gezond geworden of geflorven is , word op de zolder opgehangen en niet weder gebruikt, voor dat het op deeze wyze geduurende eenige maanden wel gelucht, en, zoo het weder het toelaat,in de zon gebragt en uitgeklopt is. Der kinderen hoofden worden tweemaal in de week gereinigd, zy zelf moeten dagelyks hunne fchoenen fchoonmaken en twee maaien s'weeks fmeeren, voor de nog te jonge kinderen moeten het de ouder doen. De fpyszaal moet dagelyks voor de maaltyd fchoon aangeveegd , de muuren elke week met een (toffer afgeftoft en de vengfters geduurende de maaltyd opengezet worden , om de reuk der fpyzen te verdry ven; by ruuw weeder worden de vengfters na het eeten open gezet en de zaal met jenever hout gerookt. Van kb VONDELING - fcf* WBEZ HUIZEN §. XXIII. Wegens de ftraffen, welke by de openbaare opvoe-" ding plaats moeten hebben, hebbe ik op eene andere plaats gefproken; en men kan gewisfelyk met geen fchyn van billykheid van de regels door de menschlykheid voorgefchreven ten aanzien der Vondelingen en Weez-kinderen afwyken, de Opzieners moeten derhalven op de Meesters en Oppasfters deezer kinderen een waakend oog houden , dat zy van de armoede en laage geboorte deezer kinderen geene aanleiding neemen, om dezelve hard te behandelen, en dus de voorfchriften van eene zoo meedelydende en liefde- II. Dkel, Aa ry- Van de flraffen der Voudeliageiii  370 Geneeskundige van de vyke ftichting overtreeden en de rechten der mensch- VONDIi- , • , , , ,• ling - en heid beleedigen. huizen, i XXI V. Gebruik van de Vondelingen en Weeztinderente maaken De prp waarvoor O) b allejsses.d /. #• p' Jt, Wanneer men die kinderen, welke op kosten der Vondeling-of Weez-huizen op het land zyn opgevoed , na eenige jaaren wederom in dezelve wil te rug neemen, moet dit met alle moogelyke behoedzaamheid gefchieden, op dat niet eene al te fpoedige overgang van de landlucht tot de ongezonde dampkring deiSteden , op deeze kinderen eene noodlottige uitwerking hebbeO). Wanneer men de kinderen , dan eerst te rug neemt, wanneer zy zonder zoo groot een nadeel te duchten te hebben , in de Fabrieken gebruikt kunnen worden, dat is wanneer zy den ouderdom van ia. of 14. jaaren bereikt hebben, heeft men geene zoo kwaade gevolgen hier van te vreezen ; echter is het beeter de op het land opgevoede kinderen aldaar te laaten; uit deezen hoofde beflooten de Beftuurders van het Vondeling-huis ttLyons 1767, j dat voortaan alle de daarin aangenoomen kinderen , niet alleen op het land opgevoed zouden worden , maar ook gefchikt zyn, om aldaar in den boerenfhnd te blyven, dus vergoeden de groote Steden wederom eenigfints het verlies, het welk door hen aan de Maatfchappy door het na zich trekken deezer arbeidzaame leden word toegebragt. §. X X V. Daar order die gaenen , welke uit verfchillende oor-  Staatsregeling. 371 oorzaaken hunne kinderen te vinden leggen , veele zyn, die gaarne eenig geld zouden willen en ook kunnen befteeden, waneeer zy daar meede hunne ongelukkige kinderen, zonder hunnen goeden naam daar meede te benadeelen, befteed konden krygen , en men het aanneemen van zodanige kinderen op geen te hoogen prys ftelde, zooilis het de zaak der Overheid te zorgen, dat de bepaalde prys, waarvoor deeze kinderen door de Vondeling-en Weez-huizen aangenoomen worden , niet te hoog gefteld word, waar door meenige Moeder tot het om het leven brengen van haar onfchuldig, hoewel onecht, kind over ge-» haald word, of de Vondeling-huizen zich genood-, zaakt zien een kind voor niet aan te neemen j het welk door eene geringer betaaling niet ten hunnen laste zoude gekomen zyn. In. Strasburg worden honderd daalders by het overgeeven van zoo een kind betaald,- deeze fomme is veeliigt, wanneer men het aantal der everlydende kinderen nagaat, vooral iri eene plaats, alwaar geene R;haarsheid heerscht, wat groot; te Geneve moet men, om een kind in het Vondeling-huis te befteelen, meer dan honderd en dertig daalders betaalen j ils dan word de naam der Vader en Moeder voor aloos verborgen : maar, gelyk ik meermaalen hebbe :angemerkt j eene groote Stad is de plaats niet, om :odanige ftichtingen met eenen gewenschten uitflag be-a :roond te zien(*). Van db vondeling - en weeshuizen"zodanig® kinderen aangeno' men worden moet maatig zyn; £*} Onze geléérde Schryver vernam, na dat deeze zyne' irhandeling reeds ter drukpersfe gebragt was , dat men irj :t Badenfche Weez-huis te Pforzbeim eene zeer gewigtige , 1 met zyn gevoelen zeer wel ilrookende verandering gelaakt had i \yeikers inhoud zaake'Iyk hier op uit komt. fta 4 it Men  3?2 Geneeskundige Van de vondeling - en weez hüizen. „ Men vind nodig, ter verhoeding van-alle verkeerde uitleggingen, van wegens de Vorstlyke Gemagtigden , tet '' verbetering van het Weez-huis bekend te maaken, om " welke redenen mende arme vaderlooze weezen niet meer in het Vorstlyk Weez-huis te Pfinbeim, maar buiten het , ,, zelve zal doen opvoeden. i) „ Het is eene in openlyke Schriften dikwerf beweezen, , en 'door de ondervinding bevestigde Helling, dat veele kin- deren in een huis, alwaar zy volgens algemeene voor" fchrifcen zonder eenige onderfeheiding behandeld moeten worden , voorzeker geene zoo goede opvoeding kunnen " genieten, dan in byzondere huisgezinnen, alwaar zy Hechts , in een klein getal by elkander zyn. 2 ) „ Het blykt uit naauwkeurige Iysten , dat in de Weez, en Vondeling-huizen, alwaar in weerwil der beste voor" zorgen geen oplettend oog op den welftand van elk kind " in het byzonder kan gehouden worden, en alwaar de be" fmctlyke ziekten veel gevaarlyker woeden, der kinderen ge- zondheid veel meer gekrenkt word, en zy in grooter aantal " fteiven dan in de byzondere huisgezinnen. "3) De kinderen worden, zoo niet altoos, ten minsten „ doorgaans by hunne Moeders of naast beftaande met meer„ der liefde en zorgvuldigheid behandeld, dan wel in Weez„ of Vondeling-huizen gefchieden kan. 4) „Men kan de kinderen in hunner geboorte plaatfeit „ blyven laaten,en veelliever aan de arme met veelelkinde- ren belaade Moeders , die eenigfints onderfteund wordende„ dezelve zeer gaarne by zich behouden , een billyk kostgeld. ,, voor haar jonge kinderen toeleggen en haar dus werklyk „ onderfteunen. 5) ,, Men zal dus doende een veel grooter aantal gefehikte 1 „ dienstboden, daglooners en, arbeidslieden aan kweeken 1 „ dan te vooren by de opvoeding in het Weez - hu s, uit het,: ,, welk de jongens in het algemeen op handwerken befteed;! wierden, de meeste echter gaan buiten slands , en beroo- • , ven dus den Staat van de vrugten der gemaakte onkos-- ten; de meisjens zyn onbedreevcn in het geen tot den ar„ beid in byzondere huisgezinnen behoord , en worden der- ■ halven nergens gaarne in dienst genomen. 6) „ Door deeze nieuwe inrichtingen kan men met die : „fom, welke het Wees-huis van deszelfs inkomsten misfeni „ kan ]  Staatsregeling. 373 „ kan, een veel grooter aantal van Weez-kinderen opvoeden , dan het mpogelyk zoude zyn in dat huis aan te nee„ men en daar in groot te brengen. 7) ,, Op dat echter deeze buiten het hu's befleede kinde„ ren eene goede en Christlyke opvoeding zouden genieten , heeft men niet alleen aan elk kind, behalven hem, die „ het zelve de kost geeft, nog eenen Voogd toegevoegd, „ die aan de Geestlyke en Waereldlyke Overheid van zyne „ zorg voor het hem aanbevoolen kind verantwoordlyk is; ,, maar daar en boven moeten by de jaarlykfche Kerk - en ,, School - vificatie deeze aanbefteede kinderen in oogfehyn ,, genoomen , en naauwkeurig onderzocht worden , waar van jaarlyks bericht moet worden ingeleverd. Karlsrube 22 Jan. „ 17S0." ■ | Van d« vondeling- EN wiez- HUiZËN. Het te vinden leggen der kinderen, vooral van de zodanige , die in ontucht geteeld zyn , is een misdaad , waar van wy in dit gemeene best in geenen deele zyn vry te fpreeken, alhoewel de Staats-en Stads-Regeerir.gen dezelve door ftrenge wetten getracht hebben voortekomen; dus beval het. Ecbt Reglement door de Staaten Generaal in dato den iS Maart 1656, vastgejleld art. SS. „ dat de geboorte van onechte kin„ deren door de Vroedvrouwen met de naam en wooning ,, der Moeders binnen 24. uuren aan den Officier moet wor,, den aangebragt, de Staaten van Zeeland ftelden op de na,, laatigheid hier van eene boete van ƒ1000 ,, — >, — zie Ampliatie op de Polit. Ordonn.  374 GeneêskonbiS! Van de vondeling - en webz- huizen. men , dat de lïefdelooze Moeder zicb , het zy door het 'te vinden leggen, het zy door het omhals brengen, van haai; onfchuldig pasgebooren wichtje ontfloeg, terwyl men in andero landen op eene andere wyze het verlies van zoo veele leden der Maatfchappy trachtte voor te komen ; men ftelde met een menschlievend oogmerk weldaadige geftichten oopen, waar in die onnozele door hunne Ouders verlaaten wichten met oopen armen notfangen , en in het eene meer, in het ander minder , overvloediglyk opgevoêd wierden, ïk kan niet afzyn Jiet goen J. G: Keyvzler in zyne reizen van twee dergelyke Hospitaalen heeft aangetekend hier aan te haaien. „ L'Ospitio de Poveri Fanciulli di SMichele a ripa grande te „ Romen, is een gebouw aan de eene zyde over de 500. „ fchreeden lang , en vier verdiepingen hoog; hier vind men j „ de uitmuntenfte fchikkingen tot opvoeding der Weez-kmj, deren, die naar hunne genegenheid kiezen kunnen welk; „ handwerk zy leeren willen; wanneer zy 20. jaaren bereikt, ,; en een handwerk zoo begreepen hebben , datzy hun brood: „ daar meede kunnen winnen, krygen zy een uitzet van een: „ nieuw kleed en 25. Scudi aan gereed geld. a. D. p. xfii „ Het Hospitaal, aan de Kerk van S. Maria Anmmziata tei „ Napels bchoorende, is een der rykfte van de Waereld erii „ deszelfs uitdeelingen aan zieken , armen en Vondelingen „ zyn zeer milddaadig, men vond dus met recht boven dft hoofd ingang) ,, lat Pueris, dotem hmuptis , c'ehmqve puditis, 5, Datque medelam aegris, bcec opulenfa domus, „ Kinc merito Sacra est illi , qtrte nupta, pudica, „ Et lactans orbi vera medelef uit. „Het getal der Vondelingen hier opgekweekt bedraagt! 'dikwerf meer dan 250c. , men vind fomwylen in êénen „ nacht 2g. kinderen in daar toe geplaatfte werktuigen, di* l, dag en 'nacht openftaan, dagelyks moeten zich 8. Minnen tfl u reed houden, om deeze Vondelingen te zoogen; dB kin< „ deren 'worden in handwerken onderweezen, en zelf tot dei 1 Geestlyken ftand opgevoed , uit kracht van zeker pr.vilegi» „ van Paus Nicolaas IV. , waar door zy , niet teg'er.ftaar;: „ de hunne twyftelachtigé geboorte hier 'toe bekwcam Vet: klaard \vwden : de Meisjens worden %ot huishoudlyk? be ■ » zl%-i  Staatsregeling. 37$ ft slgheden , de opvoeding en onderwyzing van kleine kinderen gebruikt, in de kloosters aangenomen , of met eene M aanmerkelyke bruidfchat uitgehuuwlykt; die op deeze wy„ ze het huis verlaaten hebben , worden, noodlydende weJuwen zynde , weder in het zelve aangenomen , zy verkrygen „ eene byzondere wooning : de zieken worden op kosten ,, van dit Hospitaal naar de warme baden gebragt. 2 D. p. „ 429. Van Dt VONDELING -en WEEZHUIZfiiV, Hoe zeer de menfehenvnend zich verheugd, wegens de welmeenende pogingen tot behoud zyner onfchuldige natuurgenoten door zodanige milddaadige ftichtingen in het werk gefield , kan echter het aantal der do«r hunne Ouders verlaaten kinderen niet nalaaten hem met fchrik en meededogen te vervullen; het kan niet anders zyn, of die vraagen moeten by hem opkoomen; geeven deeze zoo ryke ftigtingen geene sanleiding tot ontucht en derzelver heillooze gevolgen ?. verwekken dezelve niet eene lïefdelooze nalaatigheid der behoeftige Ouders in het verzorgen hunner kinderen? de eerste deezer vraage Tchynt onze Schryver met neen te willen beantwoorden, hy Begt, dat geen meisje , op het ogenblik, wanneer zy zich aan haaren verleider overgeeft, door de zorg voor haar aanftaand kind zal te rug gehouden worden. — Wanneer echter een meisje zich voorftelt, dat het kind, het welk uit haaren ongeöorlofden minnehandel kan gebooren worden, haar zoowel tot een altoosduurende fchande , als tot eene geftadige last blyft, zal zy zich voor de gelegenheid, om verleid te kunnen worden, zorgvuldiger wachten , zy zal den verleider voorzeker moediger tegenftand bieden, dan wanneer zy verzekerd is, dat zy zich zonder oneer van baar heimlyk ter waeteld gebragt wichtje ontflaan kan , en dus zoo wel van het verwyt als van de last der opvoeding voor altoos bevryd kan fclyven, en met het denkbeeld der ondeugd eens gemeenzaam geworden zynde wat zal haar dan verder in ,den band der eerbaarheid houden? Eene al te gemaklyke aanneeming der verlaaten kinderen jn a toos openftaande Vondeling «hulzen, kan gewislyk aanleiding geeven, dat behoeftige Ouders, een talryk huisgezin van Jaar tot jaar nog zien Je aanwasfen, in plaats van op middelen feedacht te zyn , om door zuinigheid en vlyt voor deszelfs onderhoud te zorgen, veel liever den gemaklyker weg A« 4 in-  376 Genees kundige Van be vondeling - en weez huizen. inflaan, om hun pasgebooren wichtje in het Vondeling - hui* te brengen, hier doch waanen zy, dat het in allen deele verzorgd is, hier meede trachten zy hun geweeten in flaap te fusfen en dus fchuiven zy deeze last gemaklyk van hunne halzen : zoo men nu hier by in aanmerkiug neemt, hoe zeldzaam men in foortgelyke huizen, hoe goed ook derzelver oorfpronglyke inftelling is, zoodanige inrichtingen aantreft, welke verhoeden kunnen, dat nietjaarlyks een verbaazend getal deezer onfchuldige wichten de flachtoffers van de misdaaden liefdeloosheid der Ouders of der fchraapzucht en onverfchilligheid der Opper of minder Belluurers van zoo een Hospitaal worden, zoo men daar en boven op de meeste Iysten, die van foortgelyke huizen voorhanden zyn het oog ftaat, zal wel dra de gegronde twyffcling in ons gebooren worden , of de Vondeling - huizen niet veel eer als voor de Maatfchappy allerfchaadelyfte-geftichten, dan wel als heilzaame toevlugten' der verlaatene onnozelheid moeten aangemerkt worden, De voorflag van de Heer Frank, om de Vondeling-huizen flechts tot Hospitaalen voor zieke of ter afzondering der met de Venusziekte befmette kinderen te doen dienen, en met de inkomsten dier huizen grootendeels de behoeftige en met kinderen overlaaden huisgezinnen te onderfteunen, de Vondelingen op het land , of ten minfte buiten de Vondeling-huizen, te befteeden, alle deeze ontwerpen zyn der ernftige overweeging van den kundigen menfchen-vriend overwaardig. Eigenlyke Vondeling - hospitaalen kunnen Wy in ons Vaderland niet aanwyzen, en de zeeden dier groote Steden in andere landen, alwaar dezelve gevonden worden, kunnen ons geene beweegreedenen opleveren, waarom wy het oprichten van zodanige gebouwen als iets wenfchelyks zouden aanpryzen, die rampzalig verlaaten fchepfeltjens, welke door hunne ontaarte Moedeis meedogenloos ten prooye aan de nachtkoude op de ftraaten nedergelegd worden, genieten in onze ter opvoeding van behoeftige kinderen gefchikte Godshuizen , eene menschlicvende verzorging. De Inrichting van onze Weez-huizen is over het geheelbefchouwd ten hoogden pr> zeiiEwaardig , en wie kan verwachten ook hier in geene gebreeken te zullen aantreffen, deeze gebreekeu ayn echter niet van uien aart, dat de uitwerkfels der-  Staatsregeling. 377 derzelver op het aantal der in deeze huizen overleedenen een Van de werklyken invloed hebben; over het geheel tracht men zoo vonde- wel onze Vondelingen als Weez - kinderen tot nuttige leden wkej. der Maatfchappy op te voeden, en doorgaans bereikt men huizen. hier in dit menschlievend oogmerk. Vt&t aaler. Aa $ D E R.-  DERDE AFDEÈLING. Noodwendig toezicht der Overheid op de openbaare opvoeding der School - jeugd. §. I. De open. haare opvoedingvengewigtig onderwerp van de zorge der Overheid. Gelveeien in de gewoone openbaare opvoeding. G een onderwerp is het waakzaam opzicht der Overheid meer waardig, dan dat deel der openbaare opvoeding, waar door de kinderen tot nuttige leden der faamenleeving gemaakt worden , waar door zy kennis krygen van hunne pligten jegens God, het Vaderland , hunne meede - menfchen en zich zelf; wy hebben thans een gantsch heirleeger van Onderwyzers in de opvoedings-konst, men arbeid met alle magt om het lang verwaarloosd werk, de zedelyke verbetering der jeugd, in alle ftanden by de hand te neemen ; het laat zich echter aanzien, dat men na een korter of langer tyd verloop zich genoodzaakt zal zien, deeze met zoo veel drift opgehaalde gebouwen weder onder den voet te werpen , dewyl men op veele plaatfen vergeeten heeft de juifte evenreedfgheid in acht te neemen, en men verzuimt heeft dezelve in allen dec len gefchikt te maaken tot dat einde , waar toe men dezelve wilde doen dienen. S- l i- Men deed in voorige tyden met opzicht tot de op» voeding te veel of te weinig , men verzuimde het uoodzaaklyke, en hield de jeugd met allen ernst bezig  S T A A T S ft. È O E L ï N O. tf9 tig met zaaken * die hen in hun toekomend leeven van weinig nut waaren , thans wil men op eenmaal, alle vier de faculteiten in eenen kleinen kroes faamen te fmelten, en reeds in de eerste kinderfchoolen deeze teedere wichten tot Godgeleerden , Advocaaten, Geneesheeren en Wysgeeren maaken: zoo men in ftaat was, zoo een uitgebreid plan ten uitvoer te brengen, zoo zoude ik er nog zeer verre afzyn van het menschlyk geflacht daar meede geluk te wenfchen, dewyl het in het werk ftellen Van het zelve niet anders, dan ten kosten van der kinderen gezonde lighaamsgefteldheid gefchieden kan: en zoo weinig als ik het raadzaam fcoude oordeelen, om als Geneeskundige op een middel bedacht te zyn, waar door men by kleine zeven jaarige knaapjens den baard kon laaten wasfen, en, ten voordeele der bevolking, de drift en het vermogen tot voortteeling tien jaaren kon vervroegen 5 even weinig nut kunnen wy van eene te vroege in het werk Heilig der werktuigen van ons denkvermogen verwach-j ten ; even Weinig vrugt kunnen wy ons belooven van eene onnatuurlyke infpanning van het nog zwakke herfengeftel der teedere kinderen , en zodanig eene infpanning zoude voorzeker nodig zyn, wilde men hen zoo veelvuldige en diepzinnige denkbeelden inprenten» i ï 11. VAVfi* zorge voor de schooljeugd, P'erbett" ringen door de OverbiiJ in bet werk t\e Hellen* De Overheid moet derhalven toezien, dat de jeugd door de openbaare opvoeding niet ontzenuwd , of voor den tyd krachtloos gemaakt word; zy moet die regels en Voorfchriften , Waar naar de bezigheden en verlustigingen der jeugd, hunne ziels en lighaams«effeningen gefchikt moeten worden % naauwkeurig We  3?o Geneeskundige Vandk zorge voor de sch0oejeuüd. Bepaa* ling deezer afdee- onderzoeken, en zorg dragen, dat even zoo wel eene verwaarloozing, als eene al te fterke infpanning der kinderlyke vermogens worde voorgekomen. • Zy moet eiken Ouderdom zyne grenspaalen aanwyzen en met toelaaten, dat 'er ergens die zoo nutlouze broeikasten van een te vroegtydig vernuft opgerecht worden: dewyl het onmoogelyk is van kinderen iets meer dan alleenlyk praatzuchtige mond-philofophen te maaken, en dit kan nog niet anders, dan ten kosten van hunne gezonde lighaamsgefteldheid, en zelf ten nadeele der Wetenfchappen gefchieden. Zy moet bepaalen hoe lang de fchooltyd duuren zal. Zy moet zelf het getal bepaalen van hen , die zich, echter zonder benadeeling hunner gezondheid , geheel aan de Wetenfchappen moogen toewyën. Zy moet den wreveligen Leermeester of Vafler, de behoorlyke grenzen in het tuchtigen der jeugd aanwyzen. , Zy moet de by ons zoo zeer verwaarloosde lig-, baamsoeffeningen ter ontwikkeling der jeugdige lig- ■ haaniskrachten weder trachten in te voeren, met dén woord acht geeven op alles, wat voor de gezondheid der kinderen nadeelig zyn kan. §■ iv. Moe veel ook tot hier toe over de opvoeding in het: licht gegeeven is, zoo vinde ik echter, dat men op de : gezondheid der jeugd in de meeste openbaare Schoo- • len en Opvoedings-huizen niet genoeg acht geflagen i heeft; dit artikel verdiend dus met meerder aandacht: befchouwd, en van eenen Geneeskundige afzonderlyk . behandeld te worden. E E Rl  EERSTE HOOFD DE E L. Van het nadeel eener al te vroege en te ernstige inspanning van der kinderen lighaams-en ziels - vermogens. .\^"y betaalen den'voorrang, welke wy door ons Verftand boven het inftinct der dieren hebben, door eene langduurige kindsheid: gelyk tot de groei van ons lighaam een derde gedeelte van onzen leeftyd nodig is, zoo heeft ook geduurende die tyd de onvolkomenheid der lighaamlyke werktuigen eenen gewisfen invloed op de ontwikkeling van onzen geest; 'er zyn zeer weinig dieren die niet in eenen zeer vroegen ouderdom alle die vermogens bezitten, welke hun geduurende hunnen geheelen leeftyd zullen te beurt vallen , terwyl de mensch, in tegendeel zeer langfaam het toppunt zyner .volkomenheid bereikt. Geduurende dit tydperk is de Natuur door veele diyfveederen bezorgd, om ons werktuiglyk geflel tot volkomenheid te brengen; onder deeze is de onwederftaanbaare drift der kinderen tot vrolykheid , fpeelen loopen en fpringei) een der zïchtbaarfte. Het is eene waarneemitig het opmerkzaam oog eenes Wysgeers overvvaardig , dat , wanneer men de gantfche Natuur gadeflaat, men alle dierlyke fchepfelen van den verbaazend groote olyphant af, tot het klein- fte Langen ' iuur van wze kindsheid. Van de fyeelzucht a er jeugd. Dit is alle aitren eigen.  38a Geneeskundige Van de te vroege inspanningder jeugdelykevermogens. Oogmerk tn nuttigheid. fte aardmuisje, van den bloeddorftigen tyger en fchrikbaarenden leeuw , tot den traagen en geduldigen ezel met eene gelyke dartelheid in hunne eerste leevenstyd ziet rondhuppelen; kan men dan het oogmerk des Scheppers in deezen opzichte wel in twyffel trekken, om door deeze vrolykheid der jeugd den dier» lyken wasdom en gezondheid voor het geheele volgend leeven te bevorderen. §. II. Zoo alle de* afflammelingen van het eerste paar menfchen , zonder eene trapswyze en door ondervinding aangroeiende kennis terftond by hun eerste daar zyn een volkomen lighaamgeftel genooten, zoude dit gewisfelyk een middel zyn tot hunne fpoedige vernietiging : de Natuur doet elk leevend fchepfel uit een klein beginfel ontftaan, en door dagelykfchen aanwas het toppunt zyner volkomenheid bereiken, ten deezen einde moeten de vaste deelen leenig en rekbaar zyn, om voor den aandrang der leevensfappen te kunnen wyken: eene ongeftuime omloop des bloeds even gelyk by volwasfenen, hevige driften, of eene aanhoudende infpanning der krachten dikwerf veroorzaaken, zouden de teedere vaaten verfcheuren ten minsten dezelve fpocdig doen afflyten , terwyl in tegendeel eene geruste onverfchilligheid zorgt, dat zich geene knaagende zorgen in het hart der jeugd nestelen , eenige weinige terftond gereed zynde traanen fpoelen alle kommer en droefheid van de bloozende wangen der kindsheid af; dus gaat den omloop des bloeds in eene gcftadige regelmaatigheid voort, en het lighaam neemt op eene even rep-elniaatia;e wyze in grootte en krachten toe; de dagelykfchen aanwas van het jeugdig 'hg.  Staatsregeling. 3S3 ighaam de overvloediger _ ontlastingen, welke in die mderdom plaats hebben , vereisfchen eene fterker :oevoer van voedfel; hier van daan die altoos duurenle honger en ggftaadige gereedheid der kinderen om pyzen te neemen. In een lighaam, alwaar alle fpieren nog zwakheid anduiden zien wy twee derzelver het hart en de naag met kragten, die naar evenreedigheid niet grooW kunnen worden, zonder vermoeidheid die geftadig kieuw aangevoerde fpyzen verteeren, en in de masfa tter omloopende vochten overbrengen, dus word den lyken voorraad van voedende deelen door het geheele Ighaam verfpreid en den gelykmaatigsn aanwas bevorlerd: zelf de uitgeworpe vochten zyn van geene voeende deelen beroofd; de pis van een gezond kind keeft zeer weinig fcherpte, en bezit nog zeer veel ieelen, die by volwasfen perfoonen nog ten nutte des ighaams zouden gebruikt zyn geweest, de onzichtaar uitgewaafemde deeltjens der volfappige jeugd komt iet uitgedroogde lighaam der nevens haar liggende trootmoeder nog zeer wel te ftade. §. III. 1 Uit dit alles ziet men, dat men het oogmerk der Natuur verydelt, wanneer men het fpeelend en laghend wichtje tot ernftige bezigheden , tot ftrammaatenden arbeid wil noodzaaken, en door eene al te grooe verhitting die jeugdige fappen, welke ter voeding les lighaams befteed moesten worden , bederft of prfpilt: het verfchil is echter niet groot of men door |ene al te vroege infpanning van den geest, of door en al te vroegtydigen lighaamsarbeid de leevenskragen uitput. Een Van i»k TE VROEGS INSPANNING!DER JEUGD ELYKE VERMOGENS. Naieel eener alle ernftige opvoeding.  Van de ie vroege inspanningderjlugdelykevermogens. Met opzicht tot iet lighaam. En tot de Ziel. (a) Tissot over de ziektcns der Geleerden. Cn. G. Lüd-i wig de contentione fiudiorum ad Jamtatis normam moderandd Lipf. 1763 J. Nonneman Obf. apo^lexia ex nimiis anims tQtittntionilm trta, Argcnt. 1771. 384 Geneeskundige Een aller duidelyks bewys hier van geeft ons de ondervinding; onder de dieren zelf, het fchoonfte veulen, wanneer het te vroeg, voor het vierde jaar, tot zwaaren arbeid gebruikt word, houd op met groeven , word lelyk, en voor zyn tyd kragteloos „ in „ Zwitferland," (zegt Tissot, en dit heeft in zeer veele landen plaats,) „ is den al te vroegtydi„ gen arbeid, welke de boeren hunne kinderen op„ leggen, een allerfchaadelykst misbruik; dewyl de „ huisgezinnen aldaar zoo talryk niet zyn, en veele „ kinderen in hunne jeugd uit hun Ouders huis weg„ genomen worden, zyn de overige genoodzaakt al ,, den arbeid, die in de daad zeer zwaar is, op zich te j „ neemen, in eenen Ouderdom waar in zy zich an-I „ derfints alleenlyk met kinderfpel zouden bezig hou- | „ den: zy worden voor hunne jaaren uitgeput eflj J „ komen nimmer tot hunne volle krachten en groot- \ te; men ziet dus dikwerf kinderen van 12. of 134 „ jaaren met gelaatftrekken van mannen van 20. jaa-„ ren; dikwerf bezwyken zy onder den last des ar-' „ beids en vervallen in eene doodlyke uitteering." En dit gevolg is zeer natuurlyk, de voedende fap-■ pen , die tot den aanwas van het lighaam befteed moes- ■ ten worden, zyn naauwlyks voldoende het daaglyks; verlies weder te vergoeden. De arbeid der Ziel ontzenuuwt het lighaam nog; veel meer, dan die des lighaams, dit is eene Helling,', welkers waarheid niemand loochenen kan O) ; hetl her*  SïAATSREÖÈLïNG. Jo^ herfengeftel eenes kinds is even min gefchikt tot denken en oordeelen , als deszelfs fpieren tot het uitvoefen van zwaaren arbeid O); bdte verkrygen zy van tyd tot tyd die lievigheid, welke zy tot hunne verrichtingen nodig hebben, trapsgewyze groen hun Vermogen aan , tot dat een naderenden Ouderdom, Ziekte, of verfpilling van fappen de herfen-veezelen, even als die der fpieren , van de zoo noodzaakelyke leemgheid berooft, en eene fpoedige verdroging voorfpelt, waar door het geheugen en dankvermogeii grootelyks verzwakt , ja zelf geheel vernietigd worden; uit deezen hoofde heeft men het herfengeflel Van volftrekt raazende menfchen, offchoon in geenen zeer hoogen Ouderdom overleeden, droog, hard, fomwylen broosch gevonden (&). Men kan hier uit lichtelyk opmaaken, wat men van de al te vroege infpanning der jeugdelyke vermogens te duchten heeft, daar Voor eerst, den omloop des bloed door gebrek aan eene genoegzaame lighaams beweeging, en eenen aanhoudenden dwang tot zodanige bezigheden der Ziel, welke eene bedaarde Ziels* Van de te voe-ge in spanning* der jeugdelykevermogens. Nadert verklaaring del nadeels , nan dr ié vroege let* ten ffetiit-genontjlaand» (]a) Mentis reclior ufus videtur eutn aliqua in cerebro firmitatt tonjungi ab anno feptimo admirabilis eminet memoria fupra anindecimum annum vix cum fua facilitate fuperfutura , motte tune udbuc ejl cerebrum , ut ab iniifore vut posfit, quod vocant, denonftrari, neque feSionem absque collapfu ferat,multum decesfit buit ttilifemce facultati, quando cerebrum jam Ita induruit, ut talil naneat eerebri fettio , qualis a cultro feda ejl HALLS r e, Pi l VIII. lib. XXX SeS. i. jj. 10. (*) boerhaave apboris %. II2f. LlTTRE, MoRGAÖ* *l, Meckel, Bonetus f'pulcr: Anat. Lib, t, SeS, XIf% Obf. i- a. 3, 7. Lib. U, SeS. XII. Obf. 4. II. Deel. 5b  3§ö Geneeskundige Van db TE VROEGE 1NSrANNINGDER JEUGBELYKEVERMOGENS. Zielsgeffceldheid vorderen, byna gefmoord word, zoo mist men al die voordeelen, welke uit eene behoorlyke vermenging van het bloed met de daar by komende vochten ontdaan, het bloed word waterachtig, het dunfte gedeelte blyft in de fyne vaatjens, en het cellagtig faamenweeffel fteeken , en het ganfche lighaam verkrygt eene opgeblaazen gedaante : daar de fpieren zeldzaam met de vereischte kracht naar alle zyden bewoogen worden zoo blyven dezelve klein, zwak en tot allen arbeid onbekwaam: wy zien zeer duidlyk by arbeidzaame menfchen hoe zeer eene vlytige beweeging de fpieren in grootte en kracht doet toeneemen , daar in hun ftevig lighaamsgeftel zich alle de fpieren zelf op de oppervlakte des lighaams teekenen, een geleerde kan maar zeer zeldzaam den fchilder of beeldhouwer tot het model van eenen Hercules verftrekken, hebben wy in ons lighaam niet een leevend betoog van het uitwerkfel der beweeging , daar die arm , welke wy het meest gewoon zyn te gebruiken, niet flechts in de daad veel fterker, maar ook op het uitwendig aanzien veel dikker en fpierachtiger is, dan de andere? die jongelingen, welke het zy uit eigen drift, het zy door eene ontydige begeerte der ouderen zich reeds van hunne eerfte' jeugd af aan , met een, grooter ernst, dan met hunnen ouderdom overeen- > komt , op de weetenfchappen 1 hebben toegelegd ,, onderfcheiden zich door eene bleeke dood-verw en'i zwaklyk lighaamsgeftel; men heeft veel voorbeelden , dat de fchoonfte en gezondfte kinderen, onder het: opzicht van knorrige leermeesters, tot aanhoudende: ftudie gedwongen , in droefgeestigheid en zwakheid'1 vervielen , die met eene geheele uitteering en de dood 1 een einde nam : zoo een byzonder fterk lighaamsge-.  Staatsregeling. 387 flel, dk doodlyk uitwerkfel vooikotnt , zoo is dit doch zeker, dat eene te vroege werkzaamheid van den geest, gepaard met eene geftadige werkeloosheid des lighaams , de zenuwen tot eenen hoogen trap van gevoeligheid fpant : de z.idanige vroeg rype verftan den zyn op hunne manlyke jaaren reeds afgefleeten, alle die geleerde krarnery verdwynt, en'er blytt niets dan eene zeer middelmatige, zoo geen geheel domme kop over; of men ziet diepzinnigheid, en hypochondrie de overhand neemen, die veelen al te geleerden vlaagen van krankzinnigheid veroorzaaken. *. IV. Deeze gebreken der opvoeding, zyn het waakzaam toezicht der Overheid gewisfelyk waardig, zy behooren belaas ! thans tot de voomaamfte oorzaaken der meer en meer toeneemende verbastering des menschlyken geflachts; onze kinderen wil men dat jungelingen, onze jongelingen dat zy mannen zyn , en het gevo[g hier van is, dat wy by na geen mannen, maar kinderen met vlasbaarden, en jongelingen met gryze hairen onder ons zien: in voorige tyden , toen de weetenfchappen alleenlyk door Monniken beöeffend wierden, was de zaak van minder aanbelang, wanneer de klasfe der geleerden, die zich doch meestendeels met de voortplanting des gefl.ichts niet inlieten , zich dooreen bedorven lighaamsgeftel van de overige menfchen onderfcheidden: thans, nu de weetenfchappen door een ieder beöeffend worden, maaken de ziektens der geleerden een allergewilligst gedeelte dier oorzaaken uit, welke de volksgezondheid benadeelen , en de lighaamlyke volkomenheid van ons geflacht meer en meer verbasteren: daar Bb a te Van dj. TE VRQK». Gt iNSPANMNftDEK JEUGdblykeVERMOgens. Cewigt deezer zaak.  388 Geneeskundigs Van öt TE VROEGE INSPANNINGDERJEUGDELYKEVERMOgens. I practifeeren nog langer, echter met dit beding, dat zy zich van de Heelkunde moesten onthouden: het is ook bekend, dat de Rechtsgeleerde Faculteit byna geheel en al met Geestlyke perfoonen bezet was, zoo dat men nog ten deezen dage in Frankryk de Schryvers des gerechtsperfoonen Clercs ( van Clerus ) noemt, daar zich over het algemeen de leeken zeer weinig met leezen en fchryven bemoeiden. i v. f Het is dus nodig vooraf den Ouderdom te bepaalen, waar in men de jeugd tot ernfhge beöeffening der Weetenfchappen kan noodzaaken. Tevens met de fpraak verkrygen de kinderen ook het vermogen, om eenige voorflellingen of begrippen te bevatten, het is dus zeer natuurlyk hier uit op te maa- Sepaa/«'»? des tyds,tvanneer de Vaderen te vooren in eene middelmaatige provincie zich lo, kinderen aan de weetenfchappen toewydden, kevert •thans eene kleine Stad,een dozyn van zodanige recruten voorde Weetenfchappen op , zelf den boerenftand is hier van niet uitgeflooten. Het is naauwlyks 300. jaaren geleeden, dat op de meeste hooge fchoolen de Profesforen in de vier faculteiten alleen Geestlyke waaren, op eenige Proteftantfche Univerfiteiten gelyk te Straatsburg, zyn de Profesforen gedeeltelyk nog Choorheeren, de meeste Artfen 'waaren Geestlyken, voornaamelyk in de tien eerfte Christen-eeuwen, tot dat op het einde der 12 de eeuw , door Clemens III. en Alexander III. aan alle Monniken en Geestlyken de beöeffening deezer weetenfehap verboden wierd, de Geestlyke van Waereldlyke ordens behielden de vryheid om te  Staatsregeling. 309 maaken, dat deeze hoedanigheid van eene lighaamlyke gefteldheid der herfenen afhangt : de nieuwsgierigheid , aan kinderen van vier en vyf jaaren zoo natuurlyk eigen, verfchaft gelegenheid, om hen eene meenigte van denkbeelden in het geheugen te pren ten, die op het geheele volgend leeven, denkwyze en neigingen eenen allerfterkften invloed hebben , en naauwlyks uit hetzelve uitgewischt kunnen worden.Het is dus zeer gemaklyk te begrypen , waarom 'er elk een werk van maakt, om zich dit gunftig tydperk des menschlyken leeven op de best moogelyke wyze ten nutte te maaken, en, daar men niets van meer belang reekend, dan de beginfelen der Godsdienst en Weetenfchappen, zoo haast 'men zich, om het teeder brein der Mnderen met woorden vol te proppen, even als of de geheele kunst hier in beftond, dat het kind over deeze gewigtige zaaken even als een pappegaay met eene meenigte woorden, die hy zelf niet verftaat, fnappen kan. De heedendaagfche Leeraars der jeugd hebben aangetoont, dat by zoo eene handelwyze de Godsdienst en Weetenfchappen niets winnen, en deeze uitfpraak word door de ondervinding bevestigd. De gezondheid, welke altoos het hoofd doeleinde der opvoedings reegelen zyn moet, lyd, gelyk hier voor is aangetoont, het grootfte nadeel, en elk menfchen-vriend moet van harten wenfchen, dat deeze zoo verderflyke handelwyze tegengegaan worde. Volgens eene Ordonnantie, moeten in Saxen alle Ouders, die voor hunne kinderen geene eigen Leermeesters houden kunnen , dezelve, zoo dra zy hun Vierde jaar bereikt, of ten langde, wanneer zy het voleind hebben, naar de openlyke fchoolen zenden: Bb 3 vol- Van ot TE VROEGE INSPANNINGDER JEÜGDELYKEVERMOGENS. voor de Schooien gejchikt zy», Gewoen- tens in deezen op* ziekte.  39o: -Geneeskundigs Van de té vroege INspanningderjeugdelykevermogens. Nadeel bier va«' volgens de fchoolorde van den Hertog van Brunswyk Wsfenbuttel, in dato den ak September 1753. wier-; den de Ouders gelast hunne kinderen van hun vierde jaar of aan ter fchoole te zenden, in de A'rly van Fulda, is dit op 5. jaaren bepaald, in Pforzheim en Stei'n, moet dit met het zesde jaar gefchieden; op arM dere plaatfen zyn foortgelyke wetten meede ingevoerd, men meende voor de eerste opvoeding der kinderen niet te kunnen zorgen, zonder die teedere wichten te • noodzaaken, om, even als v.lwasfen knaapen, de openbaare fchoolen te bezoeken, en zich m dezelve krom te zitten. §• VI. * * I Men zoude gewisfelyk zeer onverftartdig handelen, indien men de eerste jaaren van een fchrander kwd verzuimde, en met het inprenten der eerste beginfelen : van Godsdienst en de nodige kunde zuo lang wachten wilde, tot dat de herfenveezels reeds wederom een j deel hunner leenigheid verboren, en geheel ftiydigéf indrukfels reeds in dezelve onuitroeibaar wortels ge* fchooten hebben ; maar ik vinde, dat een Ouderdom van 4. of 5. en zelf van 6. of 7. jaaren nog te wei- • nig is, om de teedere leerlingen zonder onderfcheidi aan alle de fchoolv/etten te onderwerpen; dit heeft men reeds in i~43- in eene Ordonnantie voor de Umm verfiteit van Wirtzburg in acht genomen, waar in be-'volen word, dat de kinderen, op dat hun onderwys,| uit hoofde van hunne nog onrype jaaren , niet nutte-, loos zy, in de Latynfehe fchoolen niet gezonden ofï aangenom-n zullen w irden, voor dat zy acht j laren oud 'zyn • oi ten minste die byna bereikt hebban , voor ■  Staatsregeling. 391 ▼oor welke tyd geen knaapje in de eerste fchool zal aangenomen worden. Hoe zoude het de teedere jeugd in eene onveranderde houding, onder het geftreng oog van eenen knorrigen Schoolmeester, op eene harde bank, met eene aanhoudend, hoewel niet zeer fterk, hoofdbreeken, van des voor middags van 7. tot 11. uuren, en des nademiddags van 1. tot 4. uuren kunnen uithouden ? moet den egaalen omloop doof de zwakke vaaten tot nadeel der wasdom niet geftremd worden, zal niet het kind, wiens beenderen nog zoo zagt en buigzaam zyn, wanneer het eene vrye beweeging derft, zich tot zyn gemak voorwaards buigen, en dit dus aan den regten groey des lighaam een onherflelbaar nadeel toebrengen ? en dit alles word door geen voordeel aan zyn ziel of de wetenfchappen vergoed, deeze aan1 houdenden dwang boezemt hem een' onuitwisbaaren 1 haat tegen zyne Leeraars en zelf tegen de wetenfchap1 pen in , daar dezelve hem dagelyks van zoo veel verI "maaks berooven, en aan zoo veele verdrietlykheden blootftellen. §. VII. . Men moet derhalven in het naar fchool zenden der Jonge kinderen eene billyke onderfcheiding in acht neemen, met opzicht tot den tyd, die zy in de fchoolen moeten doorbrengen, dit weete ik, dat met het verlangen veeleer ouders uit den burger of boerenftand niet zoude overeenftemmen , daar de meeste hunner gaarne van hunne kinderen zoo lang moogelyk onflagen zyn; maar moet men dan, om zeer geringe, dikwerf zeer onfchuldige, ongeregeldheden voor te komen, en de Ouders gemak te bezorgen, de fchoolen alsgeBb 4 vang- Van fcs te vroege inspanningderjeug. delvke vermogens. Nodigt ender- fcbeiding in de fchoolen tusfchen zeer tedere en ouder, fterker kinderen.  39a Gembeskundigï Vav de Te vroege inspa". ning de* jeugdei yke vermogens. Nadeel van bet al te vroeg pp laan der jjtige kinderen, (a) Lüdeez de edufitione liberorkip medica XXKIll^vh f. 37- ?8. vangnisfen, als konyen befchouwen, waar in men een onfchuldig fchepfehje, het welk de vrye beweeging z >o zeer noüg heeft, naar goedvinden opfluk; men moest derhalven geen kind beneeden de acht jaaren voor half negen of negen uuren des morgens en voor %. uuren des nademiddags naar de openbaare fchool zenden, Het al te vroeg opftaan der nog teedere kinderen, is, hoe veel goeds men zich ■ ook daar van belooven mooge, ftrydig met de natuur , gevolglyk ongezond en nadeeling voor den wasdom, die in den flaap het best voortgaat f>); dit heeft vooral in den winter plaats, wanneer in de meeste huishoudingen de flaapkamers niet zoo vroeg gewarmd zyn , de kinderen worden kort voor den fchooltyd zeer onftuimig wakker gemaakt of zelf met bedreigingen en flagen uit het warme bed gedreeven, doorgaans bevinden zy zich als dan in een algemeen zweet, het welk door zoo eene plotslyke overgang uit het warme bed in de koude lucht geftremd word, en tot veelerley gebreken der borst aanleiding geeft, gebreken, die het aantal der jaarlyks overleeden kinderen merkelyk vermeerderen. En is de nuttigheid van het vroeg opftaan zelf by volwasfenen, niet in waarheid een louter vooroordeel, in zonderheid met opzicht tot de geleerden, hoe zeer ons ook meenig Dichter het Aurora mufis amica veel ligt van onder zyie dekens algeurw--nde heeft toegeroepen, in de hjete gewesten is dit van iuf, maar,  Staatsregeling. 393 maar, het geene ik in deeze gematigde luchtftreek in den vroegen morgen gewinne , verlieze ik des avonds weeder door eener. lusteloozen arbeid; het komt dus over een uit. De kinderen hebben na hunnen voormiddags fchool naauwlyks zoo veel tyd overig , om hun middagmaal te houden, of zie daar al weederom de tyd om Zich derwaards te begeeven: daar de kinderen nu zeer fterk, ja dikwerf zelf te veel eeten, zoo is gewisfelyk niets nadeeliger, dan het teeder kind met den vollen maag aan de fchryf of leeztafel geduurende drie uuren als het waare vast te hechten, en daar en boven hem door dwang en bedreigingen droefgeestig te maaken, deeze oorzaaken kunnen dagelyks tot ee-, ne gebrekkige fpysverteering, verftoppingen in de ingewanden en hier uit voortfpruitende kwaaien aanleiding geeven: ik achte het derhalven zeer nuttig, dat men de kleine kinderen des voor en namiddags ten minsten een uur langer fpeeltyd geeft, dan de meer volwasfen genieten; de voorgemelde Brumwykfche School - wetten beveelen , dat zodanige kinderen den gantfchen dag niet in de fchool moeten zyn, maar dat zy flechts een gedeelte van eiken dag in de fchool zullen doorbrengen: de tegenwerping, dat in dit geval de Schoolmeester, door het in de fchool komen van jonger leerlingen, telkens ten nadeele der ouderen in zyne lesfen geftoord word, deeze is van weinig aanbelang , het is zelf nuttig nu en dan eens eene paufe te maaken, en men zoude zeer gemaklyk deeze zaak op eenen voor alle leerlingen gemaklyken en nuttigen voet kunnen inrichten. Eb $ S- VIII. Vanm TE VR08- GE INSPANNINGDERJEÜODELYKEVERMOGENS. Van at middag /(hooien.  394 Geneeskundisi Van de te vroege in■fanningDERjKUübelykevermogens. Bepaaling der Schooltyd volgens den ouderdom der leerlingen. (<0 Ratio educationis per Regnum Hjngarix Vol, Lp, 138, IJÖ. 5- VIII. In het algemeen moet de Schooltyd op eene verfiandige wyze bepaald worden, in fommige plaatfen beginnen de fchoolen des zomers s'morgens om 7. uuren, en eindigen om 10. of half elf, des nademiddag diuiren zy Van één tot 4. uuren, in het Brunswyk Wolfenbuttelfehe moeten de Schooien des winter om acht uuren , en des namiddags om één uur beginnen, en s'voormiddags om 11. des nademiddags om drie I uuren eindigen, en dus vyf uuren op een dag duuren; in de landen van Baden ftaat de Schooltyd inden zomer aau het goedvinden der Geestlyke en Waereld-: lyke Overheid, zy mag echter niet korter zyn , dan vier uuren daags; geduurende den winter, moet dezelve voor die kinderen, welke de reeken-en landmeetkunde leeren (en dit onderwys moeten alle de leerlingen der eerste klasfe, de Ouders mogen dit verkiezen of niet, bywoonen ) dagelyks zes uuren duuren; in het geheele Koningryk van Hongaryen neemen de Schooien des zomers hunnen aanvang des morgens om 7. uuren , en eindigen om 10. uuren, des winters van 8. tot 11. uuren, des nademiddags begint de Schooltyd het geheele jaar door om 1. en eindigt om 4. uuren : de Latynfche Schooien moeten zoo wel des voor als nademiddags telkens af uuren duuren (0). Deeze tyd zal ik toegeeven, dat voor kinderen van 9. of 10. jaaren niet te lang is, echter moet de Overheid zorgen, dat men het de kinderen niet moede maakt  Staatsregeling. 395 öiaakt, en dat eene nuttige verandering van onderwys plaats heeft; zoo dat het denkvermogen en geheugen niet afgemat worden; gelyk dit ook door de Beyerfche Schoolwetten bevoolen word. Het komt my echter het nuttigst voor, dat men de leerlingen in drie of vier klasfen moest afdeelen, op dat geen kind langer dan één uur in het School behoefde te blyven, ten zy het dit zelf verzogt: dit heeft men eeniger maate in de Voistlyke Refidentie Stad Fulda ingevoerd, daar men de jeugd volgens den ouderdom , verftand en bekwaamheden in klasfen heeft afgedeek, volgens Ordonn. op de laager Schoo|len van den 3. January 1775. ingevolge het bevel van de Keizerin van Rusland Catharina II. mag het onderwys der kinderen dagelyks, uitgenomen de zon en feest dagen,niet langer dan twee uuren voor, en twee uuren na den middag over het zelfde onderwerp gehouden w irden, zie Ordonnantie voor , het Rusüfche Ryk §. 383- %. IX. t Het is insgelyks zeer raadzaam in de heete zomermaanden de namiddag School of voor de helft te verkorten, of dezelve niet voor 5. uuren te doen beginnen : daar de zomerhitte eene verzaameling van zoo ryklyk uit waafemende kinderen voor de gezondheid zeer nadeelig maakt, de vadzige jeugd heeft van het droomig voorftel hunnes halfflaapenden Leeraars zeer weinig nut, en terftond na het middagmaal drie uuren lang in zoo een onrein dampbad door te brengen moet gewis^k de vaste deelen verflappen, en de vochten tot bederf doen overhellen; men moest dus de middag Schooien van den eersten Jtily tot den laatften Au- gUS' Nooit•wenaigeverkorting derScbaoU tyd in de heete maanden. Van d* TE vro«- GE fNSPANNINGDER jeugDCLÏKEVERMOGEN 3.  396 Genees kundigs Van Bk Tfi VROEGE INSPANNINGDERJEUG»ELVKEVERMOGENS, (a) Propt er increscentes calores etiam neeesfarium temperis rationem cammutare , ita ut altero feme/lri injiitutionum priticipium matte a media feptima post meridiem a media tertia ducatur. Ratio Edueationis per Regnum Hungarte T, I. p. 425. § 333, Ey flren. ge koude moeten de jonge kinderen niet in bet Sebool komen. gustus toe in avondfchoolen veranderen ; men konde ook met die klasfe van leerlingen, welke het langst in het School blyven moet, als dan des morgens reeds om 6- uuren aanvangen en om 9. uuren eindigen , dit kon meede in de Latynfche Schooien ingevoerd worden: in de Badenfche Schoolorde word bevoolen , in den zoomer zoo veel moogelyk den vroegen morgen tot het onderwys uit te kiezen S- x. De flrenge winterkoude vorderd niet minder onzen aandacht, is het een fchaadelyk misbruik de teedere jeugd geduurende verfcheide uuren in den ongezonden fchooldamp in te fluiten ; zoo is het gewisfelyk voor derzelver gezondheid niet minder gévaarlyk in koud ruiiw weeder kinder van 4. tot 8. jaaren des morgens vroeg ter fchoole te zenden, men heeft flechts het bibberen en klappertanden van deeze ter School gedreeven ongelukkige te zien , om overtuigd te zyn, dat deeze misflag voor hen de nadeeligfte gevolgen hebben kan , was het voor deeze kinderen niet beter, wanneer zy geduurende den winter alleen des nademiddags ter Schoole gezonden wierden? ik voorzie, dat men my te gemoet zal voeren, dat ingevolge deeze voarflagen 'er zeer veel tyd van het onderwys der jeugd verboren zoude gaan , maar dit verlies zal ten platten lande geen nadeel doen, die tyd, welke de kin-  Staatsr.e8ei.ing. 397 kinderen, niet tegenftaande deeze afkorting, geduurende hunne 5. gewoone leerjaaren in het School doorbrengen, is overvloedig voldoende, om dat geen te leeren, wat zy nodig hebben, en daar en boven kan de tyd die zy thuis doorbrengen tot het herhaa» len hunner lesfen befteed worden; de kinderen van den arbeids.en land-man moeten vooral tot een fteevig lighaams-geftel en kundigheid in het handwerk, waar toe zy beftemd zyn , opgebragt worden: de Keizerin van Rusland beval in de ftraks aangehaalde Ordonnantiën §. 384., dat wel het Ctllegium tot algemeene voorzorg verpligt zal zyn om in alle fteden en volki yke dorpen voor hen, die vrywillig onderwys begeeren, openlyke Schooien te doen oprichten, dat echter 'niemand tot dat onderwys genoodzaakt zal worden, maar dat het de Ouders vry zal ftaan hunne kinderen ter Schoole te zenden of te huis te houden. $• XI. Het zenden der kinderen naar ver afgeleegen Schooien verdiend de opmerking der Overheid , wie de gezondheid der jeugd ter harten gaat, in kleine gehuchten of in die landftreeken, alwaar de wooningen zeer verftrooid en ver van openbaare Schoole verwyderd liggen, genieten de kinderen of geen onderwys, of zy genieten het doorgaans ten koste hunner gezondheid , de kinderen worden genoodzaakt foniwyl uuren lang in het flechtfte weeder in den fcherpen noordenwind over fneeuw en ys ter kerke of naar de Schoole te gaan, men kan zich ligtelyk voorftellen, welke ongevallen hier van te duchten zyn, wanneer deeze zwakke «chepfeltjens verfcheide maaien ter weo ke Van bk TB VROEGE INSPANNINGDER JEUG— DELYKE VERMOGENS. Van] bet zenden der kinderen naar afgeleegen Scwalin.  go8 Geneesktj ndigb Van de te VROEGE INSPANNINGDtRJEUGDELYKEVERMOGENS. Noodwendigeaanmoediging der byzondere Schooien. Seboeding der behoeftige leerlingen moor Ut boude. Van h»t ter Kerke gaan der êiuderen. ke diep befneeuwde en onbruikbaare wegen doorwaaden moeten, en daarna in een fmoor heet geftookt vertrek koomen , of by eenen gloejenden kagchel eens» klaps ontdooyen. Ia dit geval moet men de byzondere Schooien trachten aan te moedigen, en by elkander geleegeri wooningen poogen te overreeden, om met elkander op algémeene kosten eenen Schoolmeester aan te neemem, dit zoude meede zeer nuttig zyn in dorpen, welke zeer uitgeftrekt en uit elkander geleegen zyn: en hier door zal men eene voornaame oorzaak van ziekten op het land uit den weg ruimen ; dus zy in het Osnabrugfcke behalven de openbaare kerfpelfctioolen , nog zeer veel byzondere Schooien ingevoerd , , dewyl verfcheide kerfpels omtrent de aoo >. inwoo- [ ners bevatten , en dus zeer uitgebreid zynde dierge* lyke voorzorge noodzaakelyk maaken. Men kan met geen ftilzwygen voor by gaan , dat een taamlyk groot aantal van arme kinderen hier dx>r 1 gebrek'yk worden en te gronde gaan , dewyl zy in de i heevigfte koude dikwerf byna naak; ter Schoole gezonden worden , hier om word ingevolge de Bruns- ■ wykfche Schoolorde de gemeente vermaand, om uit; Christlyke liefde deeze behoeftige fchepfebjens van kleeding te verzorgen , of dit moet uit de arme kasfe: gefchieden. §. X I I. Het is by ons de gewoonte de kinderen uit de voor» > middagfchool dagelyks ter kerk te brengen, eene ge-,woonte , die, binnen de paaien blyvende, zeer pryzenswaardig is. De kinderen blyven daar doorgaans een groot half? uur, en deeze tyd zoude niet te lang zyn, indien' men  Staatsregeling. 399 men hen niet noodzaakte geduurende deeze ganiche tyd op de harde koude fteenen te knielen, het welk Zoo wel wegens de koude als wegens de drukking der nog teedere kniegewrichten en gefpannenheid der buikfpieren tot zeer veele ongemakken aanleiding kan geeven. • Ik raade derhalven, dat men de kinderen tot hun achtfte jaar, in den winter van deeze Godsdienst -oeffening verfchoone en de meer volwasfene toeftaat om of op ftoelen te knielen, of ftaande te bidden, de entblooting des hoofds is zelf in koude luehtftreeken niet zonder gevaar: in Frankryk is het gebruiklyk, dat oude en zieklyke menfchen de Godsdienst met gedekten hoofde, even gelyk in de meeste Proteftantfche Kerken, bywoonen; dit zelfde heeft ook by begfaafnisfen en procesfien plaats, wanneer jong en oud het bloote hoofd aan de brandende hitte der zomer zon blootftellen , het welk de nadeeligfte gevolgen hebben kan. .%. XII I. Daar ik aangetoond hebbe §. 3., dat eene al te fterke verfpilling der zielvermogens yoor de volkomenheid des lighaams zeer nadeelig is, hoe veelmeer moet dit plaats hebben, by de zodanige, die zonder natuurlyke gefchiktheid zich met geweld aan de beöeffening der weetenfchappen willen of moeten toewyën, het gevolg hier van moet zyn, dat zy hun oogmerk nimmer bereiken, of dat zy door het verfpillen hunner beste krachten het aancal der gebreklyke geleerden vermeerderen, en dus van deeze zyde een bewys opleeveren, dat de geleerdheid gewisfelyk geen middel is, ter lighaamlyken welvaart. De VAN DB TE VROEGE INSPANNINGDER JEOGDELYKSVERMOGENS. Noodwendigekeuze van zodanige leerlingen, die uit hoofit hunner ' grooter bekwaambeden tot de flu Ue gefcbikt zyn.  40(5 Geneeskundig* Van bk Tk vroege inspanningderjeugdelykevermogens. De Overheid zal derhalven het menschlyk geflacbt eenen weezenlyken dienst doen, wanneer zy den ontydigen drift der Ouderen om alle hunne kinderen tot geleerden of ten^ minste tot leediggatigers op te voeden, op alle moogelyke wyzen tegengaat, en ten minste twee derde deelen , zonder eene aller byzonderfle gefchiktheid, niet veroorlofd zich van den boeren of burgerftand aftezonderen, om het aantal van half geleerde windbuilen en hongerige broodp">ëten te vermeerderen, daar zy in hunne nuttige, arbeidzaame klasfen blyvende, gezonde en voor de Maatfchappy aller nuttigde leeden zouden uitmaaken. In de Ordonnantiën voor de Beyerfche Lyce'èn en Gymnafiën \T/q. word bevoolen,die jongelingen, welke tot de ftudien gefchikt zyn,aftezonderen van hen, die tot het burgerlyk en arbeidzaam leeven belTemd zyn, en hen een byzonder onderwys te doen genieten ; onder de eerstgemelde mogen alleenlyk zodanige kinderen aangenomen worden , die met de vereischte bekwaamheden, een gezond lighaamsgeftel en genoegzaame goederen voorzien zyn, om in den voorgang hunner ftudien door gebrek aan dezelve niet verhinderd te worden; men had aldaar eene klasfe der eerstbeginnende de voorbereiding klasfe genaamd ingefteld, alwaar de begaafdheden der kinderen zorgvuldig onderzogt wierden, voor dat men hen tot kweekelingen der wetenfchappen aannam: dit is ook in het Munsterfche volgens Keurvorstelyke Schoolorde ingevoerd, en in de Wirtzburgfche Univerfit.it mogen meede geene gebrekkige of onvermogende jongelingen, ten zy men in hen zonderlinge , voortreflyke begaafdheden befpeurde, in de Schooien tot beöeffening der Weetenfchappen aangenoonien worden , dewyl de zodanige hun*  Staatsregeli n g. 401 hunne Ouders", zich zelf, en de Maatfchappy tot last worden , daar zy in tegendeel, tot den arbeid of andere kostwinningen opgevoed zynde, voor zich zelf een beter onderhoud verkrygen kunnen, en voor de Maatfchappy tevens goede, nuttige, en gezonde burgers uittnaaken, of ook ter befcherming des Vaderlands in den kryg hun geluk kunnen zoeken. Van c* TE VROEGE INSFANNINGDER JEUGDELYKEVERMOGENS. S. xiv. Ook hier voor moet de Overheid zorg dragen, dat niet onverftandige, onbarmhartige Ouders hunne teedere onvolwasfen kinderen tot zeer vermoeijehde en gevaarlyke handwerken noodzaaken, waar door hunnen groei verhinderd , en hunne gezondheid voor altoos gekrenkt word j hier van hebbeik in de voorige afdeeling reeds melding gemaakt; wanneer ik een half volwasfen twaalf jaarigen knaap, door zyn Ouders by eenen fmit, metfelaar of timmerman als leerjongen zie heitellen, of hem by eenen fnyder geheele dagen in eene gekromde houding op de tafel, even als een roeifhaf aan zyn bank , zie vasthechten , is het niet moeilyk voor uit te zien, dat zy ten eenigen dage als verminkte, ziekelyke; zwakke burgers in de faamenleeving zullen te rug keeren, om niet te fpreeken van • hen, die, als flagtoffers eener ombarmhartige baatzucht, door de gevolgen eener aan hunne krachten oneevenreedigen arbeid, aan bloedfpuwingen , teering en andere ongemakken in den bloei hunnes leevens om hals komen; ik heb thans nog een fnyders jongen on-der handen, die met zyn tiende jaar gezond en welgemaakt dit handwerk begon te leeren, doch by wien thans de wervelbeenderen van den hals zoo gekromd zyn te faamen gewasfchen, dat men niet dan met de .II. Deel. Cc 0 groot-  4oa Geneeskundige Van de TE VROEGE INSPANNINGDER JEOGBELVICEVERMOGENS. grootfte moeite de kin anderhalve duim van het borstbeen verwyderen kan: Ramazzini befchryft uitvoerig alle de nadeelige toevallen , welke ibmmige handwerken, het zy uit hoofde van de daartoe vereischte tegennatuuiiyke houding , of het nadeelige i der ftoffen , welke in dit handwerk gebezigd worden, of de ongezonde plaatfen, alwaar dezelve verricht moeten worden, eigen zyn, maar my komt niet te I binnen, dat hy aangemerkt heeft, dat deeze nadeelen des te fchaadelyker uitwerkfels doen, naar maate de jeugd in eene nog teederen en tot deezen arbeid ongefchikten ouderdom tot zodanige voor de gezondheid en voorfpoedigen wasdom nadeelige handwerken genoodzaakt word. Wanneer de Ouders hunne kinderen in hun eigen handwerk onderrichten, zoo heeft men deswegens zoo groot een nadeel niet te duchten, alhoewel baatzucht en een norsfche aart wel eens de kinderliefde veidooven ; en in zoo een geval zoude het van de grootfte nuttigheid zyn door eene Wet de jaaren te bepaalen, wanneer kinderen in fommige handwerken aangenomen moogen worden, en, voor al by de zodanige, die de geftalte en gezondheid der jeugd benadeelen kunnen, en om volkomen gekend te worden ' geene zoo jonge beöeffening vorderen, zeer zeldzaam toeftondonvolvvasfene teedere kinderen tot dien arbeid te^ noodzaaken ; nog onverantwoordlyker is het, dat Ouders, door eene laage baatzucht bezield, toeftaan, dat hunne kinderen tot de verachtlyke kostwinning van koorddanfers,fpringers en postuurmakers afgericht worden , waar door de gezonde leeden, ja het leven elk oogenblik om eenen fobeien penning in het grootfte gevaar gefield word: van deeze halsbreekende kostwinning !  Staatsregeling. 403 ning zal hier na verder gefprooken worden , eene kostwinning die zeer wyslyk door den grooten F rede rik van Pruis feit in zyne Staaten verbooden is. Maar ten hoogften ftrafwaardig is het verfoeilyk gedrag der bedelaars en landloopers, die moedwillig hunne kinderen zodanige mismaaktheden en gebreken verwekken, die fterk in het oog vallen , waar neede zy zich dan, om mededogen te verwekken, en lalmoezen te verwerven, op de ftraaten, aan kerken, poorten en bruggen plaatfen, ten einde op deeze godiooze wyze in leuyheid hunne onverdiende kost te winnen. Hier toe behoord meede het te vroeg onderwyzen ïer jeugd in het behandelen der blaas inftrumenten , waar door de nog zwakke borst der jongelingen dikiverf zoo zeer aangetast word, dat hier uit bloedfpuwingen en longeteeringen ontftaan; het moet derhalven aan elk een niet vryfta'an zyne kinderen in deeze konst te doen onderwyzen; van het 18. tot het 20^ jaar konde men gevoeglyk de teedere volbloedige jongelingen het behandelen van trompetten, waldhoorens, dwarsfluit en andere blaas inftrumenten, welke ;ene fterke beweeging der longen vereisfchen, verhielen , daar doch de meerder-kundigheid, welke door iet vroeger leeren deezer konst verkreegen word, voor ie Maatfchaappy van weinig aanbelang is, en geenints in vergelyking ftaat met het geen dezelve hier loor aan het verlies van veelen, ja al was het flechts *an een haarer nuttige leeden lyden moet. Van dï te vroege inspannin»derjeug. delyke vermogens. Cc 3 TWEE*  TWEEDE HOOFDDEEL. Van de inrichting der Schoolen tot welzyn der klnderen, en ten ui eesten nutte van den Staat. Oogmerk van dit Hoofddeel. NooiVtendige §. I. Ju het voorgaand Hoofddeel hebbe ik van de te vroege infpanning der jeugdelyke vermogens gehandeld ; thans zal ik den invloed veelcr misflagen in de onderwyzing der jeugd, op derzelver gezondheid, aantooneu en fommige voor de beveiliging der kinderen door de Overheid aan te wenden voorzorgen aanwyzen. Het is zeer bezwaarlyk by de groote meenige gefchrifcen over de opvoeding , die tevens van het Schoolweezen melding maaken , iets nieuws voor te brengen; .ik zal dus van niets anders fpreeken, dan van dat geen, het welk op de gezondheid eenen onmiddelyken invloed heeft. Das komt hier in aanmerking de gefteldheid der Schooien zelf, die der Schooileerraars, van de hen toevertrouwde leerlingen, hunne ftraffen en algemeene behandeling, hunne zeeden, in zoo verre zy op derzelver gezondheid eene byzondere betrekking hebben. §. II. Di plaats, alwaar de leerlingen by elkander komen, moet  Staatsregeling. 4°5 moet aan hun getal evenreedig zyn, en by gevolg mim , licht, en luchtig. i De uitwaafeming is by kinderen zeer ryklyk, en . dit vorderd eene zorgvuldige oplettenheid met opzicht tot hunne zindelykheid, wanneer zy in regenachtig weder met door natte klederen , en daar en boven fterk zweetende ter Schoole komen , zoo moet dit het Schoolvertrek binnen -zeer korten tyd in eene Zeer ongezonde bad ftoove veranderen, waarin de gepondheid zoo wel van den Leeraar als der leerlingen merkelyk gevaar loopt, zoo hier tegen geene genoegzaame voorzorgen in het werk gefield worden : het is ongelukkig , dar . de meeste Dorpsfchool- gebouwen opgericht -zyn , wanneer zy nog niet zeer volkryk waaren, en het aantal der kinderen nog niet zeer groot was, dus zyn de meeste derzelver voor het aanwasfchend getal der leerlingen te eng geworden; zy moeten zich dus .niet zeer lang in zoo eene engs plaats ophouden: de kinderen in verfcheide kleiner vertrekken van elkander af te zonderenis wegens de onmooge.lykheid om voor elk deezer afdeehngen eenen afzonderlyken Leerraar te onderhouden, onuitvoerlyk , men moet derhalven, zoo het moogelyk is, dit gebrek op eene andere wyze te keer gaan; en het beste wat men , behalven eene daadlyke vergrooting van het Schoolgebouw, hier tegen zoude kunnen in het werk ftellen, is waarfchynlyk het hier voor reeds aangeweezen middel, om naamelykde kinderen van verfchillenden ouderdom niet te gelylc en even'lang in het School te houden; zoo dit ook onuitvoerlyk is, blyft ons echter nog het onkostbaare hulpmiddel overig, om.de Schoolvertrekken meer voor de vrye lndit open te ftellen, waar van hier na meer. C c 3 Het Van »< schooLEN, TeJJeldieid der Schooien,  Van de^ Schoo- ! lis- Metlichu 406 .Geneeskundige Het licht is in een Schoolvertrek allernoodzaaklykst, te weinig, te fterk of op eene verkeerde .wyze te rug. gekaatst licht kan tot veelerley gebreken der pogen, voornaamentlyk tot het llheelzien,aanleiding geeven;, een verblindend licht vermoeid het oog, en veroorzaakt eindelyk een foort van blindheid of zwakheiddes gezichts; de kinderen neemen door een valsch licht zeer fpoedig de kwaade gewoonte van fcheelzien aan, de vengsters moeten derhalven eenigfints in de hoogte, en zoo geplaatst zyn, dat het licht van boven af op? de fchryf of leestafel fchynt; dit heeft tevens ookfj die nuttigheid, dat de kinderen niet afgetrokken worden: door zaaken, die buiten het School voorvallen; het is beter dat bet licht van achter en van de linker zyde, dan van vooren en van de rechter of van alle zyden te: gelyk invalle. Zoo het moogelyk is geeve men acht, dat zich tegen: over het oog der leerlingen geene fchitterendé*gewitt8^ muur bevind, de venfters moeten wel digt zyn em geen tocht of water doorlaaten, als waar door de kin-i deren aan verkoudheden en hoofdziektens bloot ftaan , offchoon zy door eene geftrenge opvoeding aandevryéf lucht gewoon zyn. Het Schoolgebouw moet zoo veel moogelyic is, op eene verheven , luchtige en gezonde plaats gedicht, vry en tegen het oosten gelegen zyn, aan de zuidzyn de moet het geene of zeer weinig vengders hebben, en die moeten met goede luiken tegen de hitte geflai ten kunnen worden; het vertrek moet naar even reedigheid van het aantal der leerlingen hoog van verdie. ping zyn, zelf kan het zeer nuttig zyn, voor al ir groote Schooien, in de zoldering eenige tochtgaaten Êp vtMilatom te maaken , waar door de lucht gezuü verdj Getandi ÜSgifS' lucbtig-  Staatsregeling. 497, verd word; wanneer dit niet gefchied, moet men dikwerf een vengfter openen, of wel uit elk derzelver eene ruit uitbaten en in derzelver plaats een met gaaien doorboorde blikke plaat ftellen, waar door, vooral wanneer de vengfters tegen elkander overftaan, de lucht boven in het vertrek in eene gtftadige gezonde beweeging gehouden word. Elk School moet van eenige geheime gemakken voor Zien zyn, werwaards de leerlingen zoo wel kleine als meer volwasfen zich zonder gevaar begeeven kuni Tien om hun gevoeg te doen ; deeze moeten zoo zin* •delyk als moogelyk is gehouden worden, op dat daar door den dampkring niet verontreinigd worde, men kan dezelve echter, om hier na te melden oorzaaken §. 14., niet ver van het Schoolgebouw verwyderen. $• ut Het is vooral nodig wegens de verbetering van 'bouwvallige Schooien een naauwkeurig toezicht te hebben , behalven de gewoone ongemakken van tocht en doorlekking aan oude gebouwen eigen, 'zag men in den jaare 1776. op den 13 September te Grenoble een fchrikbaarend gevolg deezer onachtzaamheid, het algemeen School ftortte aldaar op éénmaal in, 'er bevonden zich in de boven en beneeden verdieping van het zelve honderd en vyftig kinderen, de benedenfte ' helft wierd eensklaps onder de puinhoopen begraven, de bovenfte bleeven op één kind na onbefchadigd, door de vlytige hulp van de bezetting bragt men weder 56. kinderen zeer befchadigd te voorfchyn, de overige 13. beneevens 2. volwasfen perfoonen waaren dood 1 het guarnifoen flocg de hea desweegens van Cc 4 hun- VA.M BI SCHOOLEN. Noodzaakelyktoezicht op de verbetering vaa bouwvallige Schooien.  4'o8- Geneeskundïge Van de Schooien. Vtrwarmen der Sehoolen. (a) Getfetlé de Deux Ponts 1776. Ac. "9. hunne- Stafs-- officieren 'gefchonken belooning van de hand, en verzogt, dat dezelve aan de Ouders der omgekomen kinderen zoude ter hand gefield worden ( a ): een eenig zoo rampzalig voorbeeld is genoeg om de noodzaaklykheid van deeze voorzorg aan te toonen. De Schooien moeten geduurende den winter in eene voor het jeugdig lighaamsgeftel gefchikte warmte gehouden worden, dewyl het aanhoudend ftilzitten de kinderen voor de koude veel aandoenlyker maakt, eu verkoudheden , wintergezwellen , buikpynen en dierr gelyke ongemakken kan veroorzaaken; het is dus op veele plaatfen gebruiklyk, dat de kinderen zelf hun aandeel houts meede brengen, daar nu de Schoolmeesters doorgaans zeer veel acht daar op geeven dat dit aandeel vooral niet te weinig is, worden dikwerf jonge kinderen met eene zwaare vracht houts bekaden, waar meede zy op den gladden weg wel eens ter neder ftorten; arme Ouders moeten zich zelf van hunnen benodigden voorraad beroven, of hunne kinderen te huis houden; uit deezen hoofde wierd deeze ge\voonte in de lauden van Baden by een byzonder raadsbefluit van den 17. Mey 1754-geheel afgefchaft, waarby bevolen word „ dat de Schoolmeesters met ,, de gemeenten der Dorpen een overeenkomst moeten „ aangaan , waar door hen van dorpsweegen , in „ plaats van het hout, het weik elk der leerlingen moest aanbrengen, eene zekere bepaalde hocveel- „ heid  Staatsregeling. 409 „ heid houts tot verwarming van de School jaarlyks „ gekeverd word," de Meester moet gehouden zyn geduurende de winter de kagchel in het Schoolvertrek ten minste een uur voor den Schooltyd te laaten aanftooken ; op dat het niet nodig zy voor een plotslyk aangebragte hitte het vertrek in eens te verwarmen en hier door de lucht te bederven, ook mag men zich van deezen kagchel niet bedienen, om rondom dezelve natte kleederen te doen droogen: het moet geen Meester vryftaan geduurende den Schooltyd zich van de leerlingen tot zyn gebruik tot hout en waterdragen en dergelyke bezigheden te bedienen. Eene diergelyke voorzorge wegens het verwarmen der Schooien moet ook by de meer volwasfen jeugd in de zogenaamde Latynfche Schooien plaats hebben: ik hebbe vernomen dat eertyds op fommige plaatfen j vooral in Frankryk, de Schoolvertrekken met fteen gevloerd en zoo koud waaren, dat de inkt bevroos, en men genoeg te doen had met zich dermaate in een 'te krommen, dat de geftrenge koude het ganfche lighaam niet verftyfde ; het is onmoogelyk by zoo eene koude zich tot de Weetenfchappen te bevlytigen, en men heeft hier van de nadeeligfte gevolgen voor de teedere nog onvolwasfen jeugd te duchten. Aan de andere zyde kan een al te groote warmte h't lighaam te veel uitdroogen , het bloed verhitten, en den overgang in de koude gevaarlyk maaken , een herhaald bezoek zoo Van de Geestlyke der plaats als , van de Opzieners der Schooien kan tot het beraamen der beste maatreegelen aanleiding geeven. Men moet de Schoolmeesters onderrichten, dat zy de leerlingen, wanneer die des winters, als zy door ys en fneeuw naar de School moeten waaden, verkleumd Cc 5 in Van dB Scuoo- Lb.N0 Nodig onderricht met opzicht tot verkleumde kinderen.  4*o Geneeskümd i O 1 VAN DE SCHQOISN. Zorgt ter voorkomingaanbrand. Z'mdetykbeideer Schooien. in de School komen,, niet toeftaan zich terftond na by den heeten kagchel te begeeven, de fchoenen uit te doen , en hunne voeten onder de kagchel te drogen en je verwarmen; het eensklaps ontdooijen der verftyfde leeden verwekt wintergezwellen , welke wel eens in langduurige zweeren ontaarten; de uitwaafemingen der fmeltende fneeuw uit onzuivere kleeding vervult den dampkring met onreine vochtigheid. . Men begrypt ligtelyk, dat in Schooien, al waar de jeugd in zoo groot een getal by één komt, tegen het gevaar van brand op het zorgvuldigst gewaakt moet worden ; men moet dus nimmer toeftaan, dat de leerlingen zelf het hout in de kagchel leggen , en vooral zorgen , dat deszelfs pyp fchoon gehouden word: maar men moet ook acht geeven, dat het in het Schoolvertrek niet rookt, daar dit aan veele Schooien eigen ongemak voor de oogen der kinderen zeer nadeelig is: uit hoofde dermoogelykheid van brand moet 'er meer dan eene deur aan het vertrek zyn, en die moeten naar buiten openflaan; zoo het School op eene bovenverdieping is moet de trap van fteen, en ter voorkoming van ongelukken met eene vaste leuning voorzien zyn, §. V. De Schooien moeten, gelyk gezegd is, zindelyk gehouden worden daar de meenigte van kinderen dezelve anderfints' met veel onzuiverheid kan vervullen, vooral zyn die ftofdeeltjes, welke zich in een niet zindelyk gehouden School door de geftadige beweeging der kinderen in de hoogte verheffen voor de borst en oogen zeer nadeelig ; dus moeten telkens na den Sehookyd deuren en vengfters opengezet, en eiken avond  Staatsregeling. 411 avond het vertrek, vooral onder de tafels en banken, fchoon uitgeveegd worden „ In elke School, zegt de „ Ruskeizerlyke Schoolorde " moet hierop acht gegeeven worden, „ dat het vertrek altoos zindelyk gehou: „ den en dagelyks uitgeveegt worde, en dat de lucht a door het openzetten der vengfters, des zomers ge,, duurende den gantfchen dag, des winters dagelyks j, een korten tyd, gezuiverd worde, op dat de leer,, lingen door den met onreine uitwaafemingen verinvulden dampkring in hunne gezondheid geen nadeel „ lyden." §. V I. - Men moet ook het ooglaatan gaan over de ftoelen, banken en tafels der leerlingen, derzelver plaatfing hangt af van het invallen des lichts en de nabyheid des kagchels ; zy moeten van deugdzaam hout wel gewerkt zyn, op dat zy door de woelzieke jeugd niet ligt verbroken, of om verre geworpen zouden kunnen worden , het welk oorzaak tot ongelukken zoude -kunnen geeven; fchryf-en leestafels moeten van onderfcheide hoogte naar de verfchillende grootte der leerlingen ingericht zyn,de banken en ftoelen moeten fteevige niet al te rechte rugleuningen hebben, op dat de kinderen niet gedwongen zyn voor over te zitten, en dus de borst benadeelen ; de Meesters moeten acht geeven, dat de' leerlingen zich by het fchryven of leezen aan geene ongezonde houding gewennen, het geen ..noodwendig plaats moet hebben; wanneer de tafels te hoog of te laag of de Schooien zoo duister zyn, dat het met een betrokken lucht moeilyk valt de letters behoorlyk te onderfcheiden, Ballexserd zegt, s, men moet de kinderen, zoo by bet eeten als het ja Jee* Van m Schoo- : len, , i Van dt gezonde plaatfing der leerlingen.  412 G E NE ESKÜNDIGE Van de Schooien. . Invloed van bet zeedelyk (a ) Ditfert, Sur L'Edutation pbyfque des Enfans p. 181, „ leeren, aan het ftaan gewennen; deeze houding „ verfterkt hunne leeden ; het ftaan noodzaakt de ,, kinderen zich regt te houden , waar door hunne „ geftalte verbeterd word(rt)" het al te langduurig ftaan kan echter voor zwakke kinderen fchaadelyk zyn , en verftoppingen in de buik , zwellingen in de onderfte leeden-maaten veroörzcaken, ik vinde het zeer raadzaam, dat men geen kind noodzaake langer dan een half uur te zitten, men fta het toe nu en dan te ftaan, ten einde den vryen omloop des bloeds bevorderd worde. Deeze reegclen zyn ook op de opvoeding der meisjens toepaslyk, vooral met opzicht tot de naai-en brei-Schooien ; de meisjens in een eng keurslyf geprangt, in eene bezigheid, waarby het lighaam geftadig iri dezelfde houding blyft, worden wel dra moede om zich regt te houden, zy laaten het lighaam over de een of andere zyde zakken en bekomen dus zeer ■fpoedig eerie ongclyke hoogtte der Schouderen en mismaakte borst; moest het niet een voornaam gedeelte van ( de inftructie ) het onderrigt voor de leermeesteresfen der meisjens uitmaaken , dat zy belooven moeten in haar onderwys nimmer een meisje in zoo een verderflyk harnas geprangt te zullen aanneemen, en altoos acht te zullen geeven, op het geen eene gezonde welgemaakte geftalte kan nadeelig zyn of bevorderen. VII. Het zeede'yk charaéler der Leeraaren ftaat in geene geiinge betrekking, niet flecuts tot het daadlyk onder-  Staatsregel'ims. 413 derwys, maar vooral ook tot het lighaamlyk en zeedelyk welzyn der leerlingen: 'er zyn fommige Leeraars , onder wien de kinderen alles met vreugde leeren , om dat zy zeer menschlkvend en vriendlyk zich in eene zekere gemeenzaamheid met de jeugd inlaaten, en hen al fpeelend weeten te onderwyzen: hoe bezwaarlyk gaat aan de andere zyde het leeren onder ftuurfche, knorrige Meesters, hoe lang vallen de leeruuren niet Voor kinderen, die onder de plak van zodanige School-dwingelanden zuchten, en wanneer by de kinderen de vrolykheid weggenoomen word, word ook hunne gezondheid benadeeld. Maar welke eene verwoesting richt eenen algemeenen of byzonder Schoolleeraar onder de ligt bedorven jeugd niet aan, wanneer hy een bedorven hart heeft! welke treurige voorbeelden zyn 'er niet van aller fcliandelykfte verleidingen in het werk gefield door hen, wier pligt het was de kinderen deugd in te boe-: zemen: zullen niet de overige ondeugden van oploopenheid, haat, onmaatigheid en dergelyken, wanneer zy den Leeraar bezielen, op de kinderen eenen vermogenden invloed hebben, en den grond leggen tot zielsgebreken, die hen geduurende den gantfchen leevensloop onaffcheidelyk byblyven ? men ziet dus dat ook uit deezen hoofde het van het grootfte aanbelang is, eene goede keuze van Schoolleeraars te doen , en dat eene bezadigden Ouderdom en onberispelyk bevonde leevenswyze een der eerste vereischten Zyn moeten, niet flechts in een Leermeester of Meestresiè,wien men eene algemeene School, maar zelf in hen , wien men het onderwys van kinderen in byzondere huisgezinnen zal aanvertrouwen. ' In die fteden, alwaar'men de jeugd van het mar- lyk Vand- schoo- i.en. Character dir Leeraar en. op. hunne leerlingen. Noodzake yke afzondering  414 Geneeskundige ▼av de Schooien. van beide degejlacbtta. Van de School Jlrajfen, Wreedaartigheidvan fom- (a ) Journal des Audiences T, IV L, 3. Cap, 4. lyk en vrouwlyk gedacht van elkander kan afzonde* ren, zal men best doen, om alle ongeregeldheid tegen te gaan, de meisjens door Vrouwen, de knaap* jens door Mannen te doen onderwyzen; reeds in den Jaare 16U0. beval een raadsbefluit der Stad Amiens, van den 23. January, dat geen Man het onderwys van jonge meisjens, geen Vrouw dat van manlyke kin* deren vermogt op zich te neemen (a II. Deel. Dd Van na schoolen.  4i 3 G EN EKSKUNDIGB V\N DE SCHOOIEN* # Ördox■namuvert (o) Zie tweede Afdeel, eerste Hoofd. J.sb. (fr) £>f Arts V. D, gefield, daar en boven kunnen hevige flagen met de roede by teedere kinderen ontfteekingen en verdere kwaade gevolgen aan de billen veroorzaaken, gelyk hier voor door een voorbeeld is aangetoond. Dat men in de kinderfchoolen deeze ftraffe door een zwart vermomden Man doet uitvoeren, om de kinderen fchrik aan te jagen, loopt gewisfelyk tegen alle gezonde rceden a'an(tf). De ftrafte, om een tyd lang geknield te zyn, is voor kinderen gantsch met gefchikt. ,, Het knief, len,zegt Unzer, is eene zeer moeilyke houding, „ die men ter tuchtiging van het vleesch aanneemt „ geduurende het gebed; het tast de gewrichten der „ knieën, de fpieren van het been en der rug zeer' ,, fterk aan ,- en vertraagt den omloop des bloeds in „ de beenen en voeten hoe veel meer moet dit plaats hebben, wanneer onverftandige Schoolmeesters zes en zeven jaarige kinderen op een fcherpkantig hrandhout fomwylen geduurende een half uur doen knielen y dit kan tot ontileekingen en andere gebreken*in de gewrichten der kniën aanleiding geeven, en" is hierom ook volgens de Badenfche Schoolorde in die landen verboden. Men heeft eindelyk de onbctaamlykheid van zodanige Schoolflraffen ingezien, en hier aan heeft men verfcheide menschlievende inrichtingen te danken , waar van ik de Kearpaltfifche van den 16. September i?66; zal aannaaien. „ Na veelvuldige klagten over de harde behande- » ling,  S T i A T 8 R E » tl i M 8. 41? ó, ling, die de Schooljeugd van fommige School meefters j, te lyden heeft, vooral wanneer zy derzelver Ouj, ders een' haat toedragen, en rnen bevonden heeft, ,i dat verfcheide kinderen met ftokken en vuiften Zoo i, mishatideld zyn , dat men tot hunne geneezing de hulp der Heelmeeftereü nodig gehad heelt, zoo i, verbied het üverambt te ... . alle de in deezen g omtrek Zich bevindende Schoolreétoren en Mee„ ftersi op ftraffe van afgezet te zullen worden, de , j leerlingen met ftokken of vuiften te ftraffen, zy i, moeten hen alleenlyk met woorden beftraffen of -„ vleijen j en zoo de nood vorderd met roeden kasty\i den Mannheim 16. Sept. 1766. Dus is meede in het Koningryk Hongaryeh aan alle Schoolleeraaren het flaan der kinderen oVer het algemeen in de mecfte gevallen Verboden O). In 1 (a) i.^ Magiftris omnibus feverijftmt interdicttlm fit, ne duriter J €? afpere Ira&ent adolefcenies, eosdem trudendo, capillos ■oellenio , I tturts ïntorquenüo , virgis , Scutica, aut quoque nsodo caeiende I Be. Satitis erït loco agrefbium id genus poenarum praemia ai I tempus iisdem fubducere. z.) Si nihil hac via proficiiur, ab inflitutionibus exiraordinw j tiis exdudendi erunt, intentatis praeterea minus fore , ut anno \Kquente adfeenfu ad claffem altiorem prolibeantiir , id quod re ipfa \prae(laré oportebit, cum buiusmodi feveritas illis admoium prefiI tua fit, ae falutaris. I 3.) Èodem acc.iere poterunt cajligationes quaedam literariae itfii \in fcbolis recept ae cum Praefecti tarnen confcientia &? affentione , ft Ifeenae corrigcniis moribus defervire debeant, non ejl buic inftituI te propofitum , cmnerH'plane feveritatent e ludis literariis elimina\te fei obufui dtintaxat immoderatae ae noxiae baftigationis praeXmertere] turn igisür adol fcenlum delicta, quae praemifps cafiiga\tionibus tbrrigi nequeant, biinoris majorisve moment! effe pcfjtnt; I tem comparitie ad iffus delitijuentes; quam fpsflata exempll centa- Van b« SCHOOLEN den Keurvorst van den Paliti, Verdttinricbtin*gen.  VANT Dl Scuoo- gione qua nniverfae juventnti nocent , triplex- paterit eonflitui eaftigationum gradusprudenti praefidum juciicio relitius, qui prae I culpae modo eundcm modcrentur. Primus animadverfionum biijusmotïi gradus Jtttis erit in ufti virgartimi apud Tirones grammaticae , bacillarum vero in gymnajiii, qui tarnen arbitrio ipforum Paedagogorum numquam permittetur, verum Ji deliêtnm ea poena dignum, ad paucorum duntaxat pervetiit notitiam , ea praefente magiftro £? praefeclo clam irrogabitur pro transgreffionis menfura, fin autem apertum .vel faepius iteratum fuerit, in confpetlu ejusiem puniètur, adbibita ante & pofl eafiigationem brevi a'dmenitione, qua reus quidem ad emendatie'nem delicti, caetcri vero ad deteftationem exemplipermoveantur. Si primum hoe eafiig.itionis genus emendatio exfpeltata non confequatur, adhibenda erit degradatie- feu ad claffem inferiorem depulfio, de qua aiihibenda praefe&us in conventu literaria cum fuif canfefferibus deliberabit, ac rerum, ]i nondum flane defperatut foenaque duntaxat aliquot dierum caftigandus fit, fiius i'pfe absque ' «rbitris; fin autem poena annua fit, adfeitis in focietatem magtftris publico apparatu in claffem inferiorem deducat, ad quant vel s'n eoclem loco, vel in qitovts crlio recipietur, exbibitis tarnen literis tejiiwonium perbibentibus, fine quibus nullus unquam advena erit' admittendus. Si demum ne hac quiiem ie priflino gradtt defurSatieite quilfttamprofieiafur, nee ulla alia fuperfint correëlionis adminteuïa* utendum erit Relegatione feu a Scholis emendatïone, ita ut impr*- ■ bus ejusmodi dijcipulus vel univerfe in nullis amplias vel ff caufas f-abfint partieutares , faltcm in priffir.is Scholis minime toleretur. Cum vero baec profcriptio ejusmodi fit, ut vet cogitatio ejusdem I vtbcmenter terrear, nee ni'fi ob grnviffimas rationes fit aiihibenda fimper omnino requirit c.rprefum Regii' Provincialis Dircfloris ' tinfenfüm, qui de tot.i accufationis fumma rite erit edocer.dus. JXatio Educationis per Regnnm Huitgariie J. 241. Ca} l. e. i. 3f4. 420 Geneeskundigs In het Rusfiseh Ryk is het aan alle Schoolmeeflerg volfbcktelyk verboden de kinderen met ,'yfftraffen te kastyden O). In de Landen van Bad^n is het gebruik  Staatsregeling. 421 bruik der ftokken, ter ftraffe der kinderen, afgefchafd, en alleen de roeden overgelaaten, de leerlingen moeten met overleg en in byzyn des Predikers geftraft worden , de Meefters moeten zich zorgvuldig van alle haaftigheid en toorn wachten, en de kinderen zonder fchelden of flaan wegens eene niet geleerde of niet begrepen les beftraffen. Zulke menschlievend? inzettingen moeften in alle fteden ingevoeld worden. §• IX. Daar zelf de Ouders menigmaal in eenenonmaatigen toorn hunnen pligt jegens hunne kinderen gantfchelj'k uit het oog verliezen ; zoö is het voorzeker noodzaakelyk, vooral ten platten lande, toezicht te hebben , dat zy door lighaamlyke mishandelingen aan de gezondheid en welgefchapenheid hunner kinderen geen nadeel toebrengen. • Het is zeer moeilyk het ouderlyk gezag paaien te ftellen, zonder in het oog der kinderen den febyn te geeven , als of men hier door hunne ongehoorzaamheid wilde begunftigen; wy beleeven echter die tyden niet meer, dat de vaderlyke magt zich tot de doodftraf uitftrekte, en de grenzen derzelve kunnen onder het vaderlyk ebg van goede wetten nog vry wat ingeperkt worden, zonder hier door de Ouders de middelen te beneemen om hunne kinderen op eene billyke wyze te kasiyden: deOuiers,die overtuigd worden , dat zy door eene wreedaartige ftraffe de gezondheid hunner kinderen bmadeeld hebben, moeten door hier over geftelde Opzieners ter verantwoording geroepen warden, die, wanneer zy zien, dat dek"'Dd 3 de- VAV BK SCHOOLEN, Ovbarm— bartifbt-id. van Joinv-.ige Ouaersjegrnihunne kinderen.  4*2 Geneeskundig? Van di Schoo- tEN. Zieie tïnderen moeten uil de Schooien geitteer, i worden- deren door zagte middelen niet te verbeteren zyn, eene andere wyze van opvoeding in het werk ftellen, en dus tevens de rechten zoo wtl van Ouders als der Kinderen handhaven. Ook verdient die gewoonte van fommige Ouders, om hnnne kinderen door honger te (treffen, cn hier by ook de dwaaze bedoeling hebben, om hunne geftalte hier door te verfraaijen, uit de opvoeding geheel en al verbannen te worden. |. X. j Men moet die kinderen, welke met fchurft of zeere hoofden befmet zyn, de intreede in de openbaare Schooien volftrektelyk verbieden, tot dat zy volkomen geneezen zyn, daar zy andeifmts de geheele School befmetten, en door de walchelyke flank de lucht bederven: nimmer is echter deeze voorzorg nodiger, dan wanneer kwaadaartige pokken heerfchen , en kinderen, die van dezelve naauwlyks geneezen zyn, en zelf de verdorde pokken nog aan het lighaam hebben, ter Schoole gezonden worden , en dus deeze gevaarlyke befmetting aan kinderen, die de pokken nog niet gehad hebben, kunnen tneededeelen; dit heeft ook plaats in de kerken, alwaar zodanige naauwlyks herftelde zieken, ten nadeele van zeer veele gezonden , te vroeg verfchynen: deHeerPAULET heeft dit ten klaarften doorproeven beweezen; Bouillet, die te vooren de befmettende tigenfchapptn der pest te MarfeUle geloochend had, na dat hy in $770 deGefchriften van Paulet, le Camus en Cantwell over deeze belangryke zaak geleezcn had, ftel de in zynen ouderdom al zyn gezag in het werk, om de Magiftraat yan Beziet s daar toe oyeruhaaien, dat ?y  Staatsregeling. 423 zy beval, dat telkens de naam en woonplaats der geenen , die daadlyk met de pokken bennet waaren, opemlyk bekendgemaakt wierden, en dat zy, die nog met korden en andere overblyffelen der kinderziekte befmet zyn, uitalle openbaarefaamenkomden uitgeflooten moeften zyn. Te St. Omer moeften, volgens de openbaare berichten, alle perfoonen, die door de kinderpokken waaren befmet geweest, zich op verbeurte van 5:00 Livres van alle gezelfchappen onthouden, tot dat er 40 dagen van den aanvang der ziekte afverloopen waaren. Nog duidelyker zyn de voorzorgen ten deezen opzichte door de Overheid van Dyon genomen, in dato 2.5 Septemb. 1779. waarvan ik hier eenige artikelen zal aanhaalen. Art, 3, ,, Alle die geenen, welke buiten de Stad of „ in de Voordeden, het zy door inenting of natuur„ lyke befmetting, door de kinderpokken zyn aange„ tast geweest, moogen zich voor den 4oden dag, „ van den aanvang der ziekte af gereekend, niet bin9, nen de Stad begeeven, 4. „Zy, bywien de verfche merkteekenen deezer „ ziekte, of de opgedroogde pokken nog zichtbaar 9, zyn, zullen in deeze boete vervallen, tenzyze door „ een fchriftlyk bewys van hunnen Geneesmeefter of „ Leeraar kunnen aantoonen, dat de hier boven ge* „ melde 40 dagen reeds voorby zyn. $. ,, Alle perfoonen, die de natuurlyke of ingeënt„ te pokken gehad hebben, worden gewaarfchuwd zich buiten hunne huizen, in kerken, wandelplaat„ fen , openbaare vergaderingen of gezelfchappen zich „ voor den 4oden dag hunner ziekte, en zonder ge« f, tuigfchrift van hunnen Arts niet tevertoonen, 6. Aan de Meefters en Overften van Schooien of Dd 4 &ioo Van !>S Schooien.  Van ds SCHOOIEN. (a) Gafetee Saluiaire AnnêeJ-j-g. N. 49. 424 G e n e e s k u n d i g e „ Klooftérs-word bevolen hunne met kinderziekte be'„ fmette leerlingen zorgvuldig van de gezonden af te „ zonderen, en geduurende 40 dagen allen omgang „ met elkander te beletten; zy vermogen ook geene kostkinderen dan na den 4often dag der ziekte in „ hunne Schooien of Kloofters aauneemen. 7. „ De overtreeding der vier voorgemelde artike„ len zal naar bevinding van zaaken, een herhaalde „ overtreeding derzelver op het allergeftrengfte ge„ ftraft worden; de Ouders zullen voor hunne kinde„ ren, de Voogden voor hunne pupillen, Meefters „ voor hunne kostkinderen , Koop- en handwerks„ lieden'voor hunne knechten en leerlingen, Heeren „ voor hunne bedienden, kortom elk een voor de „ vreemden die by hem invvoonen verantwoordlyk ft zyn" (*)• In gevolge dit voorbeeld wilde ik aanraaden, dat men terftond, zoo dra zich eene kwaadaartige befmetting der kinderziekte openbaarde voor hen, die dezelve nog niet doorgedaan hadden, Kerken en Schooien geheel en al liet fluiten, daar anderfints geene voorzorgen toereikend zyn, om de gezonden voor dit befmettend gif te beveiligen; by goedaartige kinderpokken kon men volftaan met de kindereu eene genoegzaame quarantaine te doen houden. In groote Steden , alwaar die befmctting genoegzaam nimmer ophoud , zouden de voorgemelde maatregelen onuitvoerlyk zyn, hier zoude het misfchien noodzaakelyk zyn eene Wet intevoercn , waar van ik te zyner plaatfe nader fpreeken zal, dat geen kind in op< n-  Staatsregeling. 425 openbaare Schooien, Klooftérs of opvoedings - huizen vw- dk mag aangenomen worden, dan na dat het, het zy uit ^g^°* de natuur, het zy door inenting deeze ziekte heeft doorge ftaan. $. XI. Het zingen is voor de jeugd zoo wel een nutte konst, als gezonde lighaams oelfening, de borst word hier door gefteikr, en de ftem kracht bygezet. Daar dit ook in veele Schooien zeer gebruiklyk is, moet men zorgen , dat hetzelve niet in het uiterften gedreeven word , zoo dat dit de borst der kinderen benadeelt, en tot longkwaaien , bloedfpuwingen en breuken oorzaak geeft. Dd5 $• XIII. Aangaande de voor kinderen zoo noodzaaklyke zindelykheid moeten byzondere wetten bepaald worden. De Meefters moeten de Ouders, wier kinderen niet j altoos behoorlyk gekamd, gewasfchen en gezuiverd ter Schoole komen , waarfchuwen , en, zoo deeze waarfchuwing door hen in den wind word geflagen, zonder verzuim hier van aan de Opzieners der Schooien kennis geeven, die als dan hier tegen moeten waaiken: volgens de Ordonnantiën van het Weeshuis te Pforzheim moeten de School meefters acht geeIven dat de leerlingen altoos behoorlyk gekleed en zinIdelyk ter Schoole koomen, van de nalaatigheid hierin | aan de Opzieners kennis geeven, en, zoo het der | kinderen fchuld is, hen des wegens naar bevind van | zaaken kastyden. §. X I I. lykliriddev leerlingen. Het on- ma tig zingen 'ier leerlingen.  42<5 Geneeskundig* Van bs Schooien. Nadeel vaa bet thkkenifye*. Wee;n*s de zslfbefifbkjng. {Si ) Opep omn,p, 6^f S. xiii. Ten platten lande is elk Schoolmeefter ook tevens Klokkenluyer, en hier toe word door hem de Schooljeugd dikwerf gebeezigd, dit geeft oorzaak tot veel moedwil, niet flechts kan dit vermoeyend werk zeer nadeelig voor de kinderen zyn, maar men heeft ook verfcheide voorbeelden van deerlyke ongelukken door het flingcren aan de touwen der klokken, het welk een gewoon fpel der Schoolknaapjens is, zien ontdaan J Ramazzini merkt aan dat het klokkenluyen, hoe zeer voor de veeltyds zittende Geestlyken eene gezonde beweeging, echter voor de zwakker vrouwen een al te zeer vermoeyenden arbeid is: ik zelf kenne een jongen Edelman, die, nieuwling in een kloofter zyn» de, alwaar het luyden der zwaare klokken de post der nieuwlingen is, zich door deezen arbeid eene hevige bloedfpuwing op den hals gehaald had, §. xiv, Ik hebbe §. j. aangemerkt, dat het raadzaamst is, zoo moogelyk, de Schooien der jongens van die der meisjes geheel en al aftczonderen; zoo dit niet gefchieden kan, moet men alle moogelyke voorzorg ge* bruiken, ten einde de goede zeeden der kinderen, die op hun volgend welzyn zoo groot eenen invloed heb* ben, door deeze gemeenzaamheid van beide de genachten niet in gevaar gebragt worden, en dit kan men met geene te groote oplettenheid in acht neemen, om alle  Staatsregeling. 417 alle in het heimelyk gepleegde ongeregeldheden voor te komen. Maar zelf is dit ook nodig alleen by jonge knaapen, een eenig losbandig knaapje kan, even gelyk een fchurft fchaap , den geheelen hoop befmetten. (ü) Zimmermann Deutfcbes Mufaeutp 1778. 5 St. |SaI.pi«6 £R JStuts Magazin f*r Aerzte l.B. IS. & 43. De ondeugd der zelfbevlekking is in veeie upvoedingshuizen en Schooien dermaate doorgedrongen, en deszelfs héillooze gevolgen zyn zoo verfchriklyk, dat men van yvegens de Overheid geene te fterke maatregelen neemen kan, om deeze pest uitteroeijen; ik weet Schooien, waar in men wel 40 knaapjens in bedryven heeft aangetroffen, welke ons voor de geJ volgen doen beeven. De beroemden Zimmermann en "Tissot hebben ons met fchrik de aandacht op deeze, helaas! veel te algemeene ondeugd doen vestigen, en aangetoond, dat dit uit eene onfchuldige oorzaak dikwerf ontftaan misdryf, de vreeslykfle gevolgen , zoo wel by onvolwasfenen als by volwasfenen na zich fleept Wat de maatregelen aanbelangd , die men in de openbaare Schooien tegen deeze ondeugd neemen kan5 zoo moeten de rafels en banken voor de oogen des Leerrpeeflers niets kunnen verbergen: hierom wilde ik ook de mantel, die in veele Duitfche Steden de onderfcheidende kleeding is der Jongelingen op de Latyn-j fche Schooien, en waar onder veele onbetaamlykheden kunnen btdreeven worden , of geheel affchaffcn , qf die ten minfte, zoo dra zy in de School komen, doen aflvggen. De Van e* schco- leNo  428 Genees kundigs Van di v Schooien. Pan bet vechten en irakeeten derScbooU kinderen. De kinderen moeten niet te digt by elkander zit-. ten, en nimmer moet meer dan een tevens toegelaaten worden op het heimlyk gemak te gaan, zelf moet geduurende de Schooltyd nooit meer dan een tevens zich buiten het School begeeven. In het algemeen moet de Schoolmeefter zyn leerlingen geftadig in het oog houden , en zoo het moogelyk is, buiten het School zoo ver begeleiden, dat hy verzekerd is dat zy zich niet meer met elkander ophouden ; en zoo men er een gewaar word, die tot dit misdryf geneigd is, moet men zoo een van het gezelfchap zyner Schoolmakkers afzonderen, of altoos op het naauwkeurigst gadcflaan, daar het maar al te zeker is, dat foortgelyke rampzalige zeer zeldzaam zich beteren. * §. XV. De Schoolkinderen krygen dikwerf ouder elkander oneenigheden, die, na het afioopen der lesfen, wel eens tot daadlykheden overgaan ; onder deeze jonge kampvechters vind men wel eens kwaadaartige jongens, die al wat hen voorkomt te baat neemen, om hunne tegcnparty daar meede te beftryden; en er zyn zeer veele voorbeelden, dat zodanigekindergevcchteu eenen allerongelukkigften uitflag gehad hebben, en zy zich met fchaaren of pennemesfen zeer gevaarlyke wonden hebben toegebragt. Men zoude dwaaslyk handelen , zoo men deezen geest van tweedragt onder kinderen dulden wilde, en dus het zaad van eene ernftige en gevaarlyke harts« tocht gelegenheid geeven diepe wortels te fchieten , en voor de maatfchappy allernadecligfte vrugten voort- c-  Staatsregeling. 429 tebrenger. Soortgelyke oneenigheden moeten in hun •eerst begin gefluit en terftond geftraft worden; aan jongens beneeden de ia jiaren moest het niet vryftaan buiten het School pennenmesfen by zich te dragen; en de Meefters moeten overal acht geeven, dat de leerlingen zich vreedzaam uit de School begeeven. S. XVI. Eindelyk moet ik van de rustdagen, voor de geEondheid der jeugd zoo noodzaakelyk, melding maaien. In een voorgaand hoolddeel heb ik het nadeel eener al te vroege infpanning der jeugdelyke vermogens aangetoond , dit kan men ook op al te langduuTige lesfen, zonder tnsfehenkomende noodzaakelyke rusttyd, toepasfen; hierom heeft men overal bepaalde fpeeldagen vastgefteki, doorgaans word een dag in de week aan de kinderen vry gegeeven. In Rusland mogen de lesfen dagelyks, zon- en feestdagen uitgezonderd, niet langer dan twee uuren voor- en twee uuren na den middag duuren, Woensdag en Saturdag namiddag is het fpeeltyd. Des Donderdags is in Hungaryen den geheelen dag ter uitfpaniung gelchikt; het ftaat echter den Leeraar vry des zomers zyne leerlingen een of meer dagen vryheid te geeven , of dezelve met hen in eene nuttige uitfparining doortebrengen. Men moet zorg. dragen, dat geduurende deeze tyden van uitfpanning de kinderen niet al te zeer door hunne knorrige Leermeeftcrs door ar te groote opgegeeven lesfen beezig gehou.itn wo'rdlb; ik weet dat fommige, die de tot ipel geneigde dagth. hunner jeugd reeds w der uit gehcug-ni v.rlooren hebben, hunne leer- Van dr fpeel- en rustdagen. Van de schoolln.  VAN DE Schoo— 1£N. (*) fiat geen, waarover de Schryver in de twee voorgaande Hoofddeeien zich beklaagd , dat men naamentlyk et iich op toelegt, om van kinderen babbelende wyshoofden te rriaaken, heefx ook by ons veelvuldig plaats j de een wil in deezen opzichte den ander de loef afïleekeh in hét vertoóncn rah door kqnst en geweld voor hunnen tyd vroeg uitgébróeide verwanden, hier aan offert men zonder bedenken tle gezonde lighaamsgefteldheid der kinderen op; men achi liet zeer fraai, wanneer het llaamelênd wicht reeds eene gantfche reeks van voor hem en dikwerf vóór elk een onVerftaanbaare versjens, testen én gebeden van buiten kan opzeggen, wanneer het reeds léést in eenen ouderdom als andere kinderen f;ewoonlyk naauwlyks dé letters kennen; dit Jcryt men al; een wónder vin öpvoedihg uitj èn fpoort daar door ind#\ Ouders aan, die zwak genoeg zyn om aan hun getergde - **nliefde, ten kóste van hun kroost gehoor te 43© ÖENEESKÜHDIO É leerlingen op deeze fpeeldagën met zoo zwaare lesfen overlaaden, dat hen naauwlyks eenigen tyd tot uitfpanning overblyft; Door zoo eene flrenge handelwyze leeren echter dé kinderen niets meer* in tegendeel zy werken met minder vergenoegen, en eindelyk flaan hen de letteroeffeningen geheel en al tegen; terwyl tevens hun lighaamsgeftel geheel en al bedorven word; eene gepaste üitfpanning Zet ziel en lighaam vernieuwde krachten by, en dient dus ter bevordering der wee-> tenfchappen. Ik zoüde het gevoeglyker öordeelen de herfst Facaiicy die in meest alle Schooien, zoo Wel ten nutte dei Leeraars als der leerlingen, plaatsheeft j ten voordeele der gezondheid te verplaatfen in de heeter zomermaanden , wanneer de brandende zomerhitte, zoo Wel Leeraar als leerling meer lust tot flaapen ■> dan tot de letteroeöeningen inboezemt (*>  Staatsregel! n g. 431 té geeven, ozn dit voetfpoor, hoedanig ook de verftands vermogens hunner kinderen gefield zyn , blindelings te volgen j Ae kinderen kunnen naauwlyks ftaamelen , of zy worden by herhaaling genoodzaakt versjens, texten en gebeden in hun speelziek brein in te prenten, Zoo dra zy eenigfints ouder zyn moeten zy zoo veel moogelyk den tyd in de School doorbrengen , thuis komende wacht hen reeds het byzonder onderwys van eenen buitengewoonen Meefter, of zy moeten zich In hun vertrek begeeven tot het leeren van door de Oudeis epgegeeven lesfen j dus bereikt men tevens twee oogmerken, reen dwingt het kind om zyn herfens met woorden op te ▼uilen , en tevens is men van het gewoel en de zorg voor zyne kinderen zoo lang moogelyk ontflagen; en wat is dé Hitwerking van zoo eene geftrenge opvoeding? hoe zeldzaam Biet -men goede vrugten Van dezelve voortkomen; het beste wat men hier van verwachten kan, zyn, gelyk de Heer Frank zegt, Mond - Prrïlofbprten , die van der jeugd af geWoon aan den uiterlyken klank der woorden een denkbeeld ♦an weezenlykheid te hechten , nimmer tot de kern der zaSken doordringen , en hier aan offert men , gelyk onzen SchryVer zeer wel heeft aangetoond, de gezondheid der kinderen' gewillig op. Zoo dra verkryg't een op deeze wyze opgevoed jongeling niet eenïgermaate zyne vryheid, of hy fpat uit als «en breidelloos paard in alle buitenfporigheden, en bederft Weldra ziel en lighaam. Van ars Scuoo- len.' Veele Ouders zouden zeer gaarne , om flechts vaii de nrëi* te om hunne kinderen met een oplettend oog gadeteflaan , entheven te zyn, dezelve van des morgens af tot des avonds toe onder het lastig bedwang der Schoolmeefterlyke achtDa'arïieid in het School doen blyven , hier om is het zeer nuttig, flat de Schooltyd door Wetten beraald is. Dus word by Ordonnantie voor de Steden en Dorpen der Generaliteit, in dato den 3. Mey 1655. vastgefteld, „dat de Schooltyd drie uuren „ voor- en drie uuren na den middag duuren moet: twee lialf, ven dagen van de week moet aan de fcholieren verlo< gegeeven Worden , behalven eene Vaoantievan twee wee4, ken eens in het jaar. * Het Waare te wenfeherï, dat op dé keiïzé der Schootïneefters meer acht gegeeven wierd, dit word vooral ten platten lande met de grootfte onachtzaamheid behandelt, ïeer zelden word het seedelyk charaSer of de gemoedsge- fielë-  43* Geneeskundigs Van de schooIEN. fteldheid ïn aanmerking genoomen van hem , die tot zot» eene gewigtige post word aangefteld, zoo hy een goed» hand fehryft, tamelyk reekent, op eenen dreunenden kerktoon voorleest, en in het psalmgezang braaf fchreeuwen kan , bezit hy alle de gevorderde vereischtens : volgens Ordonnantie van de Staatrn van Zeeland, in dato 8 Fehruary 1583. mag niemand tot den Schooldienst aangenomen of toege,, laaten worden , dan na voorafgegaan onderzoek in leer, „ leeven en bekwaamheden , zy moeten ook hunnen post „zelf, en niet door eenen Ondermeefter waarneemen": Straffen moeten zoo min als moogelyk is uitgeöeffend worden > en in geval van noodzaakely!-heid niet flechts met de misdaad, maar ook met .de gefteldheid des leerlings evenreedig zyn, zy moeten, volgens hier boven aangehaalde Ordonnantie voor de Generaliteit, gematigd zyn, en daar toe moet da roede en plak gebeezigd worden. Zoo het moogelyk waare was het gewisfelyk raadaaam , dat de jongens cn meisjens in byzondere Schooien onderweezen •wierden. Zoo zy zich in het zelfde vertrek bevinden, moeten zy echter zoo veel doenlyk van elkander afgefcheiden worden , dus zegt de zoo even genoemde Ordonnantie , „ knecht- kens en meisjens moeten van elkander afgezonderd zyn, die jongens in de kest houd , zal geen dochters daarby in „ huis houden , beven de 8 of tien jaaren , die dochters in „ de kost houd, geen knechtker.s boven de 12 of 13 jaaren." Zoo men de opvoeding onzer ja-ugd, zoo men onze Schooien , vo.ral onze Kostfchoolen voor beide de gedachten (van die d.er meisjens hebbe ik ïn het voerig deel reeds gewag gemaakt) oplettend gadeflaat, en die vergelykt, met het geen onzen Schryver in dit en het voorgaand Hoofddeel heeft aangeteekend, zal men weldra gewaar worden , dat dezelve meede aan veele der door hem opgenoemde gebreken onderhevig zyn, en dus het waakzaam cn verbeterend op. zicht onzer Overheid wel verdienden. By de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland is op dato den 1. Oflober 162;. gearrefteerd eene Schoolorde over de L»'.ynfche Schooien, by welke deeze Schoeien verdeelt zyn in zes Clasfen, waa by tevens ook de uuren der te houden les~cn, en de Auteurs, die in dezelve verhandeld moeten worden, zyn aangeweezen. By deeze orde is ook tevens een tyd bej aald ter beOeffening der Muzyk. voor de hier toe \  Staatsregeling. 433 toegefchikte jongelingen, onze Landsvaderen , achten het dus ook nod'g voor de uitfpanning der jeugd te zorgen, en, daar men de fchoolen als kweekhoven zoo Wel van een gezond , als van een wel onderwezen nagedacht, moeten aanmerken , en dus by de befchaving der ziel den welftand des lighaams in geenen deele moet uit het oog verliezen, zoo : is dit een onderwerp , het welk ik met het grootfte recht op ; het allernadruklyksê-aan de overweegïng van elk menfchen1 Vriend, in welk eene rang hy ook door-het Albeftuur geplaatst mooge zyn, aanbeveele, Ve&taalik, ii. deee. Ee der¬ van bi SCHOOLLN.  DERDE HOOFDDEEL. Van het weeder invoeren der Lighaams» «effeningen en derzelver nuttigheid in de algemeene opvoed in«. Quaz vero ex refla lucla a cervicum elf manuum elf lat er urn fnotu, cum coiïtentione & decora membrorum con~i flitutione adhibentur , ad confentatieum robur janitatemque comparandam: ea profecfo ut ad omnes vitte partes utilia , nequaquam fane pratermittenda. P L a t o de Legibus Lib, I. c. I. Van de ét- te teedere op. voeding. anneer door eene ontydige verfpilling der jeugdige krachten door onevenreedigen lighaams of zielen arbeid, zeer veele kinderen bedorven worden , zoo is ook aan de andere zyde niets nadeeliger voor eene gewenschte ontwikkeling des lighaams en verftands , dan wanneer door vooroordeelen, weekheid of leuiheid de kinderen in hunne vrye beweegingen Verhinderd worden, hier van hebbe ik in het voorige deel reeds met opzicht tot het vronwlyk geflacht en in het eerfte Hoofddeel deezer derde Afdeelmg in het algemeen gefproken, thans zal ik dit onderwerp aan de aandacht der Overheid nader aanbtveelen. - - 'i - . s- a  Staatsregeling, 435 S. II. Ik zal tny hier met de voordeelen eener ruuwer, van fterker ligbaamsbeweegingen vergezelde opvoeding niet breedvoerig inlaaten, hier over is door HoFFMANN, HEÉENSTREIT, KRUGER, Unzer, Ballexserd, Tissot en andere Geleerden uitmuntend gehandeld, en het is voldoende , dat men het ondeifcheid tusfchen zoo eene Weeklyke en arbeidzaame opvoeding in het gezonder, •fterker lighaamsgeftel van den in den arbeid opgevoe* den landman als in eene levendige fchildery ten durdlykfte voor oogen heeft , wanneer de jonge ftedelingen met hunne bleeke aangezichten, opgeblaazen huid, gezwolle klieren en zwakke leedemaaten by de minfte beweeging in onmagt ter nederzinken, of in zweet wegfmelten, terwyl de vlugge boeren jonge hier van niets ondervind, wanneer men het grooter aantal der in de fteden in vergelyking der op het land overleeden kinderen gade flaat, zoo zal het niet nodig zyn door Geneeskundige reedekavelingen de nadeden eener weeklyke opvoeding overtuigend aan te toonen. Daar nu de vraage door het Koninglyk Genootfchap der Weetenfchappen te Dyon in den jaare 1775* opgegeeven ter onderzoeking van den invloed, welke de by de ouden gebruiklyke lighaamsoeffeningen en openbaare fpeelen op de zeeden hadden, onder de ge* Wigtigfte belangrykfte vraagen behoort, zoo zal elk menfchenVriend de uitwerking deezer fpeelen op de algemeene volksgezondheid befchouwende met Tis80 t wenfehen, dat deeze zeo nuttige uitfpanning t welkers affchaffing een der voornaamfte oorzaaken Ee % van Van dB Lighaams- oeffeNlIsGEN,Nadeel daar van.  Van de Lighaams. OEFFEMNGEN. §. I I L Voorzorgen der ouden bier tegen. Spttrtaanftbewetten. 43^5 Geneeskundig e van den aanwas der fleepende kwaaien is, ten minfte in die plaatfen wierden ingevoerd, welke men thans allerwege ter bevordering der opvoeding heeft aangelegd ; dat de worftelkonst wederom een nuttig tydverdryf der jonge lieden , en dus ook een middel wierd, om de verboren veerkragt in de fpieren def befchaafde volkeren wederom te vernieuwen. De voorzorgen der ouden tegen de verteedeling hunner jonge lieden waaren met zoo veel ernst en voorzichtigheid genomen, als of zy door eenen voorzeggenden geest al het nadeel voorzien hadden, het ,welk eene verwyfde opvoeding onze hedendaagfche befchaafde volken heeft toegebragt. Lycurgus, die met zyne Wetten hoofdzaakelyk bedoelde, om alle de Burgers van zyn Gemeenebest tot volkomen menfchen te vormen, en hier op hunne magt over hunne verteederde nabuuren te grondvesten, beval, dat men van de eerfte jeugd af aan het daarop toe moest leggen , om de kinderen hard en ruuw op te voeden ; hierom moesten in Sparta alle de knaapjens blootsvoets loopen, zy droegen het geheele jaar door flechts een en altoos het zelfde kleed om hitte en koude even gemaklyk te leeren verduuren ; het voedfel, het welk hen gegeeven wierd, was van dien aart, dat men van hetzelve geene overlaading der maag te duchten had , maar dat daar door hunne lighaamen geftadig gezond, rank en leenig blyven moesten, geen Lacedaemonier mogt eene uiterlyke weekelylce gedaante hebben, of dikker zyn , dan by hu ine gtwjonc lighaamsoeffcningen voeg-  Staatsregeling. 437 voegde, daar dit als een blyk van ledigheid, het voorige als het teeken eener vervvyfde ziel wierd aange: zien; hierom moesten alle de jongelingen zich elke tiende dag aan de Opzieners naakt vertoonen , en zelf de meisjens waaren aan deeze Wetten onderworpen O); dus zegt Plutarciius van Lycurgus , dat hy door wedloopen, fpieswerpen en boogfchieten de meisjens in eene geftadige lighaams beweeging hield, op dat de vrugt in haaren fchoot gezonder en voorfpoediger groei jen zonde en zy zelf tegen de baarensweeën te beter gehard zouden zyn } deeze groote Wetgeever gebood, dac zoo wel jonge meisjens als jongelingen by fommige offerhanden naakt verfchynen, en aldaar dansfen moesten, op dat wanneer hun hghaam fterk, vast, welgefpierd en tot den wortclftryd cn wedloopen bekwaam bevonden wierd, zy deswegens geprezen zouden worden, zoo het door eene weeklyke opvoeding of ledigheid verzwakt of te vet bevonden wierd, zy des wegens zelf met üagen geftraft zouden worden (&)'; misfchien was de voorzorge, om door beweeging het lighaam rank en leening te houden , ook tevens oorzaak van de fckranderheid, die by de Spartaanfche jeugd wierd waargenomen; Hoffmann verzekert ten minfte, dat hy door het voorfchry ven van beweeging en lighaamsoeftening, by verfcheide lieden het verftand merkelyk had doen toeneemen (c), dus zegt ook (a)xenopbon Lareiaemonioram RespubUcQ.. £ fc ) Aelianus var. Hifi Hb. XV. c. 7, {() De mot» VpS. eorp. metiiciKa §. 9. Ke 3 Van d* Lis- haams- OBFFt- ninüen.  VAN Dm I.1GHaAMSoeffeMNGEN. Oogmerk deezerinrichtingen. (a) Noet. Ju- Cap. XIX Celsus zegt: Ignaviacorpushebetat, Icibor f.rmat. Ma maturam feneStitcm , bic lorigam adolesfentiam reddit Med. lib. i, c. i. Aóolpbi de Equitettor.is ufil exjmio medico $. 3. (b) AelianUS /, e. lib. II. e. V, (e) De re Medica lib. T. Cap. 14, 43S Geneeskundïob ook Aulus Gellius dat de jongelingen die veel eeten dommer en trager van verftand, zoo wel als ongezond van lighaam worden O); Strabo bericht van de oudfte Galliërs, dat zy die jongelingen , welke in dikte eene zekere maate aan hunne gordels te buiten gingen, ftraffe opleiden, Het oogmerk deezer inrichtingen was niet flechts de jeugd de beweeging als een gezond tydverdryf aan te beveelen, maar om hen door vermoeijendelighaams» oeffening een ftevig , gezond en tegen alle ongemakken gehard lighaams - geftel te verfchaffen ( b ) ; tevens was ook een der voornaamfte oogmerken van zoo geftrenge wetten, door eene geftadige lighaams* oeffening , de al te vroegtydige drift ter voortteeling by de jongelingen voor te komen, en de krachten tot den manlyken ouderdom te fpaaren; dus zegt ook Ae gin eta, „ daar zyn veelerleye lighaams„ oefeningen nodig, om het lighaam fterk te maa-* „ ken, op dat dé jongelingen met hun lighaam en „ geest geftadig bezig gehouden wordende, van de „ alles overweldigende drift en neiging tot den by„ flaap te rug gehouden worden (e)-" De oude Romeinen, voor dat zy hunne braave zeden door losbandigheden verbasterd hadden, hielden hunne jeugd met allerley foorten van lighaams ^ocffeningen bezig. Nam--  Staatsregeling. 43$ Namque curfu , luStando, hasta , pugUlatu, pila, faliendo fefe exercebant magis quam fcorto aut fuaviis ibl fuam aetatem exteiidebant^a'). (3)PlautUS»b Baebid. AS. Ill.fi. 3- V- 24« (i,)stuckius Antiq. Convto. M C bulensui lib. de ludis veterum) Edit. Grotiov. f VII. (c)CAMER.ARii oper. horar. Subseif. e. XV. p. 88. (rf)CoNRlNOH de habitus eoroorum german. emftq. ® tmi taufis. Plaz djsftrt, de morbis ex obleSamentis Lipf. 17^8. j. tf, Ee 4 Van o» Lio- H AAMS- oeffe— mim6sn. de Romeinen ontnamen eenen vetten dikbuikigen ruiter het paerd, het welk hy van het gemeene best ontfangen had(Z>}, De Parthen hadden van oudsher de gewoonte, dat zy des morgens hunne kinderen niets te eten gaven, voor dat zy zich met wedloopen, pylfchieten en diergelyke oeffeningen tot zweetens toe vermoeid hadden ( c ). De Duitfchen behielden door hunne krygshaftige opvoeding, en door de langduurige onthouding hunner jongelingen van alle wellust, zeer lang hunne,by de Romeinen zelf bewonderde, lighaams - krachten: hun ganfche leven, zegt Caesar, is het jagen en de krygs-oeffeningen gewyd, van hunne kindsheid af, leggen zy zien op den arbeid en de verharding hunner lighaamen toe, de jongelingen oeffenen zich met het vellen van wilde flieren, die de meeste daar van gevtlt heeft, draagt de hoornen derzelve als in ze. gepraal ten toon , en verkrygt zynen verdienden ■lof(<0. $• IV.  440 Geneeskundige Van de Eig- HAAMS- OEFPE- mnsen. Van de Ligbaamsneffeningtn. Gymnafien. §. iv. Dus maakten de lighaams-oeffeningen , de worftelkonst een gewigtig gedeelte van de zorge der Overheid uit, voornamelyk waaren dezelve een belangryk onderwerp van dat gedeelte der Geneeskunde, hetwelk de onderhouding en volmaaking der volks-gezondheid in het algemeen ten doel had, zoo dat Galenus twyffelde, of niet de beste leermeester der lighaamsoeffeningen QGymnasticaj voorden besten Geneesmeester moest gehouden worden (a). Hier om wierden by de Grieken in alle aanzienlyke Steden hier toe gefchikte plaatfen aangeweezen, werwaards oud en jong zich heen begaf, om zich aldaar te doen wryven en met olie te laaten zalven, als meede zich met worstelen, wedloopen, pyl werpen en diergelyke fpeelen te oeffenen (£) ; volgens Burette waaren deeze Gymnafien der ouden in de twaalf deelen afgedeeld: Het eerfte was het buitenst voorhof, alwaar de Wysgeeren, Redenaars, Wiskundigen Geneeskundigen en andere Geleerden hunne lesfen gaven, kunne werken voorlazen en hunne Hellingen verdeedigden. Het tweede gedeelte was het Ephebium alwaar de jeugd des morgens vroeg te faamen kwam, om zonder byzyn van vreemde aanfchouwers in allerley lighaams-oeffeningen onderwezen te worden. Het derde was het Gymnafttrion, alwaar de klee- de- (a) De Samtate tuenda. JaNI CoRNARI Gup. tiuncupator, ad Aëtii edit Lat. ib)i.d.l. c. lik. II c. Z,  STAiTUEJELlMO. 441 deren afgelegd, en, na het verrichten der fpeelen, wederom aangetogen wierden. Het vierde de zalf - plaats. Het vyfde was het Coniflerium, alwaar men zich met zand en ftof bedekte, of om het zweet en de oly af te wisfen, of om wordeinde beter vat te hebben. Het zesde, de eigenlyke kamp -plaats. Het zevende, de kaats-baan. Het agtfte, de ruime plaats tusfchen het voorhof en de muuren, die het geheele gebouw omringden. Het negende deel maakten de Xyfli of voorhoven uit, waar onder de worftelaars zich in den winter of by flecht weder oeffenden. Het tiende , eenige open pleinen met of zonder boomen voor den zomer en by fchoon weeder tot deeze oeffmingen gefchikt. Het elfde, de bad gewelven. Het twaalfde was eene halfronde met zand beftrooide en voor de aanfchouwers met trappen omringde fchouwplaats ( a ) ; onder de Opzieners waaren de Gymnasta en Paedotriba de voornaamfte;' de laatstgemelde onderwees de lighaams-oeffeningen zonder op de byzondere lighaams-gefteldheid en gezondheid der leerlingen acht te geeven; de eerfte wees den aart en de iterkte der beweeging aan, welke voor ieder ouderdom , geflagt , temperament en verdere omftandigheden gefchikt was; hier toe wierden voornaamelyk Geneeskundige genomen, en Galenus, die het zich eene eere reekende, dat het opzicht oVer het wor- (o) Hifi. de, L'Acad. fiey. des lafeript. & btll, Lettres \Jt. Ee 5 Van dx Lighaams3FFFEningen. Opziennsdetfzelve.  44» Geneeskundigs Van db i>ighaams©effeïhjmjen, [/i)Platner de arte Gymastica Vetcrum. (A)J. J. Bose de geftatione Romanorum. Bibliotbeque Gm»«8« (. 47. art. XII. t i s s o t /. e. §. 54( c ) tie Ssuiiate tuendft lib. II. c. IZ. worftel-huis te Rome aan hem toebetrouwd wierd, nam deeze zaak zoo ernftig ter harte, dat hy zelf nog in zyn vyf en dertigst jaar zich den fchouder ontwrigtte. Herodicus was, volgens getuignis van Plato , de eerfte, die kort voor den tyd van Hip p oc r a t e s, de lighaams-oeffeningen tot het vak der geneeskunde bragt O); Plinus zegt van Asc lep ia des, die ten tyde van Pompejus de groote leefde, dat hy, door de bedden der kranken in de lucht te hangen; en aan dezelve een wiegende bevveeging meede tc deelen , de fmert zyner lyders verminderd en hen flaap verfchaft had; dit heeft ook Cklsus met den gelukkigften uitflag in het werk gefteltGalenus verzekert, dat hy alleen door de bevveeging veele menfchen van gebreken in fommige ledcmaaten geneezen heeft (c); en zien wy niet dagelyks kinderen, die door hunne dikke buiken duidlyke blyken van verftoppingen in de ingewanden geeven , alleen door de beweeging geneezen; P l a t n e r fchryft met recht het in onbruik raaken deezer geneeswyze aan de Arabieren en de Monniken toe; de eerst gemelde, offchoon zy alle hunne kunde van de Grieken ontleend hadden, fchreeven al het geneezend vermogen aan de onderfcheiden vermengingen der geneesmiddelen toe; de laatfte, zeifin hunne enge cellen aan lighaam en geest lamgezee- ten,  Staatsregeling. 443 ten , verminkten de Geneeskunde door hunne gebrekkige overzettingen der Arabiefche en Galenifche Schriften S- v. Men had echter niet kunnen vermoeden, dat de naneeven der yzerharde Germaanen en forsgefpierde Galliërs tot eenen graad van verwyfdheid vervallen zouden, die naauwlyks door de Afiatifche volken overtroffen word; Niebuhr zag op zyne reize te \Schiras in Perfien een huis, alwaar eiken morgen op een bepaald uur, zeer veele en zelf zeer aanzienlyke lieden te faamen kwamen, om zich in het worftelen en andere lighaams-beweegingen teoeffenen, ter behoudenis hunner gezondheid en vermeerdering hunner krachten; dit had hy meede in Egypten aangetroffen (a) Recherches fur les maladies Cbror.iqaes lom- I- prepi Plat ncr /. c. §. XIII, Cb) Reizen 1 Dttl. Van bs LlGhaamsoeffe*ing£n. Oorzaaken der bedendaagfchenvee^beia). De uitvinding van het buskruid en 'dier werktuigen, waar door men op eenen verren afftand malkander den hals kan breeken, heeft wel de wyze van oorlogen minder bloeddorftig gemaakt, en het verlies van manfchappen verminderd, maar daar cn tegen is bier door de perfoneele heldenmoed en oeffeningen der lighaams-krachten ook merkelyk verfiaauwt, daar een er kelen vingerdruk van den zwakften bloodaard den ftcrk'.ten krygsheld ter neder kan vellen; zoolang elke Euitsch burger ter verdediging zyner bezittingen te velde tmk, zoo lang den adel'er zynen eenigen roem en belooning in ftelde, om zyne door hetgeftadig ja-  444 Geneeskundige Van de Xjg- oiffsw1ngen. (fl) Tl SSOT /. §. 54« jagen verharde afïtammelingen dapper aan te voeren; zoo lang by groote plegtigheden de Ridders elkander in de tournooi fpelen met de lance heldhaftig te keer gingen, en den flerkeren den zwakken trachte uit het zadel te werpen; zoo lang genoot ook de jeugd eene opvoeding, waar door alle de leedematen tot de vermogendfte beweegingen gehard en het geheele lighaam als het waare verfraaid wierd,hier toe waaren de heir- en kruis - vaarden meede van groot nut; Het is thans zoo verre gekomen, dat alle lighaamsbeweeging van voornaame lieden verbannen is , en dat, gelyk Tissot zegt, verfcheide lighaams^oeffeningen der ouden weldra naauwlyks meer, dan by naam, bekend zullen zyn O). Het by onze voorvaders zoo weinig bekend kaartfpel, hecht op een bepaald uur een aanzienlyk aantal mentenen op hunne ftoelen vast, en doet het tot laat in den nacht' ftokftyf zich krom zitten: de grooter geneigheid, die wy voor de muziek hebben, verhin-i dert ook onze zoo nodige lighaams-beweeging. S- vi, , De groote en gelukkige verandering, welke op de meeste plaatfen in de wyze van opvoeding befpeurd word, kan ter overtuiging dienen, dat men thans overal het voordeel eener werkzaame opvoeding begint in te zien; al waare het dat Montaone Locke, Rousseau en andere hunner navolgers geene andere verdiende hadden, dan dat zy het lighaamlyk welzyn hunner leerlingen in het oog gehouden, Noo.1- xaaltiyke vrrbete- ri'g-  ■ Staatsregeling. 445 den , en getracht hebben de wetenfchappen met gezondheid , gevoeligheid van ziel met een ftevig zenuwgeflel te doen gepaard gaan, zoo Zouden zy hier door alleen onzen hartelykcn dank verdienen; het was tyd die al te overdreven gevoeligheid , die by mannen tot in het verwyfde , by de vrouwen in vapeurs en flaauwtens ontaarte, met manlyken ernst tegen te gaan. i VIL Voor de klasfe der arbei'dzaame menfchen heeft de Natuur zelve gezorgd, en zoo zy met geene te groote armoede te kampen hebben , zullen zy den hier door verkreegen fchat van gezondheid en fterkte tegen de lekkernyen der verzwakte ryken niet willen verwisftlen, op dat echter de ryken , of zy, die , wegens 'hunne koeffening der wetenfchappen, meest al een zittend leeven leiden, niet verder hun gezond lighaams-geftel verliezen mogen, moet de Overheid maatreegelen beraamen, om het algemeen op de zorge voor zyne gezondheid door middel der lighaams-oeffeningen oplettend te maaken. Het is niet genoeg, dat men die jongelingen, welke aan de fhidie gewyd zyn, rustdagen geeft, en hen de vrye lucht laat genieten, men moet trachten zoo danige fpeelen voor-elk geflacht en naar eiken ouderdom in te voeren, waar door het nadeel, het welk de Weetenfchappen door de daar aan verknochte zittende levenswyze op de gezondheid kunnen veroorzaaken, zoo veel als moogelyk is by tyds word voorgekomen. §. VIII. Van dï Lighaams-' oeffeningen Waar i* die beftaanmoet'  44<5 Geneeskunbiss Van de tlGHAAMSOEFFENINGEN. Van de *l te ruwe engevaarlyke lighaams eeffenin- ( wtrpta.  45* Geneeskundige Van dk Lighaams- oeffemngen. Bet dansfen. tttl /thermen. daar meede f> ). Het raquetten , de billart zyn zeer gezonde oeffeningen, in de voorige eeuw had byna elke Stad in Frankryk zyn kaats en maliebaan; de rampzalige drift tot het kaartfpel heeft alle deeze gezonde fpeelen geheel in onbruik gebragt, offchoon de waare menfchen-vriend dezelve zeer gaarne wederom in zwang zag komen (i); in Engeland zyn foortgelyke fpeelen in de voornaame fchoolen en opvoedingshuizen nog in gebruik (c). Het dausfen word van de meeste Geneeskundige niet dan onder zekere voorwaarden voor gezond gehouden , en in waarheid het dansfen is voor onze jeugd , die aan geene hevige beweegingen gewoon is, meer vermoeijend, dan het hout hakken, en de vrolykheid die met het dansfen gepaard gaat, kan ons voor de gevolgen eener al te zeer vermoeijenden arbeid niet befchutten ; men zal in geene offchoon klein* Stad een danszaal vinden, die niet te eeniger tyd tot borstontfteekingen , bloedfpuwingen , teering en dergelyke kwaaien aanleiding gegeeven heeft, in hetvoorig deel, van de opvoeding der Dochters tot aanftaande rechtfchaape Moeders fpreekende, hebbe ik hier over §. 8- breeder gehandelt. Het Schermen heeft hier meede eene zeer groote overeenkomst; de konst om zich tegen eenen aanvallenden vyand te kunnen verdeedigcn behoord, zoo lang de zoo veikeerde begrippen van Eer en Dapperheid nog . (a~) Souterius t. VII. p. noo, En. Gr. ( b ) Code de la Police ou analyfe des Reglement de Police Tornt J. Tit- Hl §. s- p. 69. Tissot /. c. p. tos'. (1) Londres Tim. I. p. 296.  Staatsregeling. 453 nog onder ons plaats hebben, tot 'een der noodzaaklykfte oeffeningen voor jongelingen van zekeren rang, en is, by hen ook even zeer als het dansfen in. aanzien; daar het echter een der hevigfte en fterkst veihittende lighaams-oeffeningen is ; zoo moet van wegen de Overheid daar voor gezorgd worden; dat de jongelingen hier niet terftond toe overgaan, maar door ligter oeffeningen allengs hier toe voorbereid worden: het is dus ook hier om nodig, dat een Leermeester m de lighaams-oeffeningen wegens de krachten en ouderdom zyner leerlingen een verftandig oordeel velt; Het al te vroeg leeren deezer konst, daar zyden ' onervaren jongeling een vertrouwen pp zyne krachten en kunde inboezemt, heeft reeds veelen het leven gekost; het onderwys in dezelve moest zeer langsaam voortgaan, en hier meede moesten ten minsten twee jaaren doorgebragt worden ; men moest zich op de fchermzaal niet flechts in het gebruik des Degens , maar ook in het fwadronneeren en het flaan met ftokken oeffenen(a). Van het te paerd ryden, door de voornaamtte Geneeskundigen als eene heilzaame beweeging aangeprezen Cb'j, zal ik niet wydloopig handelen , daar de kostbaarheid deezer oeffening flechts zeer weinig Jongelingen toeftaat daar van gebruik te maaken, de Overheid zoude de prys der lesfen in de rydfchoolen maaügen kunnen, en daar door het aantal der leerlingen vermeerderen. Voor die geenen, die niet vero mo- (aï En.ytlopedie EJil. de Gtneve art. Ecole Militaire. (b) Ch. M. Abolph. disf. de tauitationU «u «*- di'»' Ff 3 Van ds Lig- haamsoeff1-n1nüen. Het Se paerd tyden.  454 Geneeskundige VaN DE x/ig- haams- oeffe- Met zwemmen. mogend zyn eigen paerden te houden, of de lesfen in de rydfchoole by te woonen, zouden zekere werktuigen vervaardigd kunnen worden , welke eene foortgelyke beweeging veroorzaaken. In Egypten zyn, gelyk meede in Perpen , verfcheide openbaare huizen in de groote Steden aangelegd , waarin lieden van alle flandcn by een komen, om eene gezonde lighaamsoeffening met elkander in het werk te ftellen: .NiebuiiPv heeft verfcheide werktuigen, ter bevordering der lighaams-beweeging in de Ooftcrfchc landen in gebruik, laaten affchetfen, en derzelver invoering zoude onder ons, alwaar zoo veele tot eene zittende leevenswyze veroordeelt zyn , aller nuttigst zyn; men zoude meede welhaast ophouden het gebruik deezer werktuigen als iets kinderagtigs aan te zien; hoe belagchelyk is niet het fpel met de met mislyke figuuren befchilderde kaarten, waar by zich mannen en vrouwen tot kinderen zitten en zich zelf moedwillig van die voordeden berooven, welke de wyze Schepper aan deDie^ ren , door het vermogen eener willekeurige beweeging , boven het ryk der planten en delfftoffen heeft toegeftaan. Wat het zwemmen aanbelangd, niemand zal ontkennen , dat dit voor zeer veele menfchen eene zeer gewigtige zaak is, en dat duizendc hun leven zouden gered hebben, zoo dit gedeelte der lighaamlyke opvoeding niet meest overal verwaarloosd wierd, „ wanneer men (zegt Garbane) de jaarlykfche „ lijsten der te Parys verdronkenen leest, en be„ denkt hoe veele menfchen op deeze wyze hun le5, ven verliezen; zoo moet men zich verwonderen, „ dat hier tegen zoo weinig hulpmiddelen in het „ werk gefield worden, het is niet genoeg, dat men „ de  Staatsregeling. 455 ,, de reeds verdronken op alle moogelyke wyze tracht,, te in het leeven te brengen; men moet middelen aan de hand geeven, om de ongelukken voor te „ komen, en hier toe was het eenige, de reeds in de „ gafette de fantè 1774. voorgeftelde zwemfchoo„ len; zoo eene inrichting zoude niet kostbaar zyn , „ en die zich van der jeugd af in deeze konst geöef„ fend hadden, zouden zich, zoo zy in het water ,, vielen, weeten te redden («)." (0) GaRDANE avis au peuple Juf les morls apparenHs p. 37, 28- Code de la Police I. e, §• 3- P- 60. (1) Cap. LXIP. J ust. Li psii de Militia Romatta lib. Pi Hal. XIV. C c ) Recherches fw les mtlad. cbrom. T. I. p. 6%. Ft 4 Van db Lis- b AAM8- OtFFE.- mngen. Daar en Doven zouae zoo een koua bad voor de gezondheid zelf voordeelig zyn, gelyk ik hier na zal aantoonen ; men had eertyds te Rome eene kom , waar in het volk tot baden en zwemmen by een kwam , en men moedigde deeze oeffening zoo veel moogelyk aan: Plutarchus bericht ons, dat de oude Cato zyn Zoon onderwees, om over fnelle ftroomen en draaikolken te zwemmen ; Caesar zwom gemeenlyk zyne krygslieden over de ftroomen, welke zy in hunne krygstochten ontmoetten , zelf voor; van Keizer Augustus bericht ons, Suet o n i u s, dat hy zelf zynen neef niet flechts in de weetenfchappen , maar ook in de zwemkonst onder wees Lodewyk ) , vooral was deeze bekwaamheid den jongen krygslieden nodig(c), gelyk dit ook nog hedendaags voor hen onontbeerlyk is. Het klimmen op hoornen en muuren kan de gezonde lighaams-gefteldheid, en dus ook de gezondheid der jongens zeer bevorderen, de Natuur fchynt den mensch, die zyn voedfel dikwerf van hoogen boomen zoeken moet, hier toe in ftaat gefteld te hebben, derhalven is ook deeze oeffening van nut, al waare het flechts, om de jeugd onder behoorlyke voorzorgen, met fommige gevaaren, welke het niet moogelyk is altoos te vermyden , meer bekend te maaken , en de groote konst te leeren , om het evenwicht in agt te neemen; voor lieden van laager clasfe, is het van de grootfte nuttigheid hier in vroegtydig bedreeven te zyn: hierom raadde Ballkxseud, dat men de kinderen van bun tiende of twaalfde jaar af, zich hier in moest laaten oeffenen(J); dit ziet men zeer veel in  Staatsregeling. 457 in Zwaben, men plant eene lange ftaali zonder zytakken in de aarde, aan het bovcnfte is de prys, gewoonlyk in vrouwen kleeding-(lukken beftaande, opgehangen en zoo men het nog moeilyker wil maken word de (taak met vet gefmeerd, als dan beyveren zich de jongelingen, om beurtelings hier tegen op te klauteren, veele bereiken de helft, "en glyden dan, daar hunne krachten bezwyken , van den gladden Haak nederwaards ; eindelyk verwerft den overwinnaar den prys, die hy zyne beminde vol vreugde toe- VAtf BS LlGH\AMi- OEFFBN1N6EN. werpt, Hier toe behoord meede het op fielten gaan, het vermaak van fommige onzer jonge knaapen, in eenige heete landen,in het Biskaayfche en anderelanclftreeken loopt oud en jong op Stelten over het heete zand met een vasten tred voort, fpringt over floot cn en graften , en gewend zich dus om het evenwigt te houden, §. XII. Hier tegen kan men inbrengen, dat het gevaarlyk is de jeugd zodanige fpeelen niet flechts toe te laaten, maar hen zelf daar toe aan te moedigen. Het is hier meede geleegen even als met het inenten der kinderpokken , wanneer men by deeze altoos alle gevaaren van befmetting, en by de eerstgemelde alle ongelukken, die men door een geöeffend lighaam leert- ontgaan , met zekerheid kan vermyden; wanneer de gezondheid by eene leedige en dus ook niets waagende leevenswyze van ons ongeftadig luchtgeftel en andere onverwachte toevallen geene kwaade gevolgen te duebten heeft., wel aan dan! laat de jonge melkmuil op zyn moeders feboot blyven, hy zal dan Ff 5 zyn Of men dus doende de jeuqd niet aan veeli gevaaren blootfleit. Het »!ftellengaan.  Van d* XlGHAAMSO m1U&GEN, Van eene openbaart oeffenplaats. (a") M. Montagne zegt. „ II n'y a remede, qui en veut ,, faire (d'un Enfant') un bom me de bien, fans doubt e il ne le „ faut espargner en cette Jeunesfe , & faut fouvent cboquer les regles de la medecine: vitamque fubdio df trepidis agat — in rebus ,, Ce n'est pas asftz de luy roidir l'ame, il luy faut ausft roidir „ les museles Endureisfez le a la fueur & au froid, aa „vent, au foleil, aux hafards, qu'il luy faut mtsprifer. Ostez luy toute mollesfe & delicatrsfe au vestir & coueber, au manger „ & au loire, atcoujlumez le a tout: que ee ne foil pas un beau » gareon & Dameret, mais un gargon vert & vigoureux ; enfant, ,, bamme, vieil, j'ai tousjours creu d jugéde mtsme." Es/ais itv.& Cbap. ij. p. io8. 120, 458 Geneeskundigs zyn been niet verftuiken, maar van welk nut zal het zyn het kind op het zorgvuldigst voor al wat hem fchaden kan te beveiligen, om naderhand den verwyfden man door eene verkoudheid om het leeven te zien komen, of over een hek van een fpan hoog den hals te zien breeken ; al wat men met grond eisfchen kan, is, dat men de onbezonne vermetelheid der jeugdige waaghalzen paaien ftelt §. XIII. Voor al moet voor de fchooljeugd op eenen geruimen afftand van de Stad, om des te zuiverer lucht in te ademen en niet terftond na de oeffening in rust te komen , eene ruime, veilige en na het aantal der leerlingen gefchikte fpeelplaats aangeweezen worden , zoo men ook tevens een gebouw bezit , het welk tot deeze oeffening geduurende de koude of by flecht weeder gefchikt is, zoo is het des te beter: het Geestlyk Seminarium te Mets heeft ten behoeve der jonge aan- kwee-  Staats r e t e l i ti o. 459 kweekelingen tot den Priefterorde, een eigen Frescati (Lusthuis), een ruim gebouw, hetwelk een uur van de Stad geleegen is, derwaards moeten zich alle de Leerlingen eiken donderdag, hoedanig ook het weeder mooge zyn, te voet heen begeeven, hier vinden zy gelegenheid, om zich by ilecht weeder met eene betaamlyke' vryheid door fpeelen te vermaaken; diergelyke inrichtingen heeft ook te Straatsburg plaats; de orde der Jefuiten bezat meede foortgelyke huizen tot dit einde ingericht; de groote Exercitie huizen ter oeffening der bezetting by flecht weeder in Darmftad en elders opgericht, zyn voorzeker voorde gezondheid der foldaaten allerwenfchelykst. De openbaare fpeelplaats moet in het vrye veld op eenen verhevenen grond zyn aangelegd, en ter voorkoming van ongelukken moet op de zelve geene bron of eenige andere gelegenheid zyn , dat de verhitte knaap zich het oog van zyn Meester onttrekken, en zyne gezondheid benadeelen kan, de fpeelplaats moet I met zooden of met zand bedekt zyn, ten tinde de : leerlingen door het vallen geen nadeel lyden , men : moet hen naar maate hunner ouderdom of fterkte in zekere klasfen afdeelen, fteiltens en diepe ftroomen j moeten by den aanleg van zodanige plaatfen zorgvuldig vermyd worden; zy moeten met fchaduwryke l linden-of andere boomen, zoo ter befcherming tegen J de zon, als tot gebruik in fommige lighaams-oeffei ningen, omringd zyn; voor dit alles is in het Koningj ryk Hongary'èn weldaadig gezorgd(0 ). § XIV. t» Rui* Edn(. ter R'g*. Hmg»r. T. i. $. aax. Van de Lig- haams— oeffeningen.  Van si I/IGHAAMSOEFFENINGEN. Voorzorgen vuige),s de veiligheid der jeugd hy hunne fpeelen. Voorzichtigheid by ae krygs. gen en hei dragen van bet geweer. (a~) Ordin. Torneam. de gladio. (i)GomFi. Suevi disf. de kdis Eauestrihus Je». 16SS. 46© Genees kundigi §. XIV. De Opziener of Leermeester moet zorgen, dat onder de fpeelende geene oneenigheden ontdaan, allerley befchadigende werktuigen moeten van hen verwyderd worden ; Zoo moesten voor het begin der Tournooy-fpellen de Ridders, hunne wapenen en casquetten door den Wapenkoning den Opzieneren twee gemagtigden doen onderzoeken, men mogt, volgens de wetten, geen zwaerd gebruiken , dat meer dan 2* of 3. vinger breedten aan de punt breed was, het moest ftomp afgefleepen zyn, zoo dat men zich aan het zelve niet fhydeii kon O); men mogt aan het zadel, toom of gebit niets hebben, dat wonden kon veroorzaaken : hier by was nog een wet, dat alle kwaadaartige paerden in het tournooi-fpel verboden waaren (£), De Krygs-oeffeningen''moeten zonder fchiet ofzyc'geweer door de jeugd geleerd worden, men kan het boogfehieten in deszelfs plaats invoeren, waar door meede het Vighaam en het gezicht verfterkt worden: het komt my ongerymd voor , dat men de ftudeerende jeugd toeftaat een Degen te dragen; hen moest ook het gebruik van windroeren , dolken, ftokken met yzeren pennen en dergelyke op het fcherpst verboden worden : in Frankryk mag men op zwaare ftraffe ge< a jongeling eenig fchietgeweer in handen geeven, 200 lang hy nog geen achtien jaaren bereikt heeft, en de Ouders, Voogden en Meefters moeten v jor hun- j  StAAtS 4fJl hunne kinderen, papillen en leerlingen inftaan t> ) : de piftooltjes, kleine kanonnetjes, voetzoekers, kruid en diergelyke zaaken moesten niet aan kinderen verkogt worden, daar hier uit dikwerf de grootfte onheilen ontftaan; de in Duitschland zoo in zwang zyn-; de fchietgezelfchappen, waar in de jeugd in het fchieten afgeregt word, bereiken zeer zeldzaam het voorgeftelde doeleinde , daar de Overheid hierop geene genoegzaame acht flaat: zy dienen dus voor het meerderdeel tot zuip-gezelfchappen en geeven gelegenheid tot allerley ongeregeldheden ; zoo men hier nu byvoegt de ongelukken, die door eene onvoorzichtige behandeling van het fchietgeweer zoo wel onder de aanfchouwers als fchutters voorvallen, zal men overtuigd zyn , dat in onze tegenwoordige tydsomftandigheeden deeze konst voor dén burger niet zoo nodig is en alleen aan den foldaat kan overgelaaten worden j ten zy dat 'er onder de fchutters eene volftrekte krygstucht wierd in acht genomen, en alle buitenfpoorigheden belet wierden, als dan kan dit van nut zyn , voor al in vestingen, alwaar de nood wel eens vordert, dat elk burger foldaat is. By het wedloopen moet men acht geeven, dat de uitgeftrektheid der loopbaan aan de ouderdom en krachten der loopers geëevenredigd is, men zorge, dat de een den ander niet doe vallen, om het eerst het einde te bereiken; na dat zy ten einde geloopen hebben, moeten zy , ten einde niet te fchielyk te verkouden , terug gaan naar het begin der loopbaan: L ycurgus liet ook de meisjens in deeze ter ontwik- ke- a Geneeskundige' ^Van de keling des lighaams zoo nuttige oeffening deelen, haams- onze Schoonen zyn hier toe geenlints gefchikt, de xmËii ^elft haarer fpieren zyn voor haar van geen gebruik. Te Bretteri een Steedje in den Keur Palts is het nog in gebruik, dat jaarlyks op St. Laurens dag onder de herders meisjens een wedloop gehouden word , het geen met eene groote plegtigheid en onder eenen aanzienlyken toevloed van aanfchouwers gefchied, de prys beftaat uit een hamel en fommige kleedingsftukken, die aan het einde der loopbaane aan het vlugfte herderinnetje door den Ambtman worden overgegeeven. Van de Daar ik hier van de wedloopen fpreeke, kan ik niet kopers. nalaaten gewag te maaken van de loopers, die door voornaame lieden tot grooter ftaatfie gehouden worden, en waartoe veele geringe lieden hunne welgemaakte zoonen opleiden, dewyl deeze foort van bedienden grooter inkomften hebben ; de oorfprong der loopers of postbooden is te zoeken in die tyd , toen de posteryen nog niet zoo zeer ingevoerd waren, en men de brieven door vertrouwde dienaars naar vergeleegen oorden zenden moest: de Heeren ftelden 'er eer in, wanneer hunne loopers of booden den weg in korter tyd afleiden, dan die van anderen: en dus wierd de post van looper eenen arbeid, welke zoo eene hevige infpanning der krachten vorderde, dat zeer veele jongelingen zich daar door bedorven hebben; hier by kwamen nu hooge vveddenfchappen, waar van de ongelukkige loopers de flachtoffers waaren; ook dit, als waar in den welftand van zeer veel welgefchaapen jongelingen betrokken is , verdient het waakzaam opzicht der Overheid; dat regeerende Vorsten hunne , loopers ter afzending hunner beveelen altoos, ook d3fi ' wan°  Staatsregeling. 463 wanneer zy door geene ruiters verzeld kunnen zyn, by zich hebben, kan men dulden, maar dat elke jonker gerechtigd is, om , ter voldoening aan zyne dwaaze trotschheid, zyn meedemensch tot zoo eenen gevaarlyken, zoo wel als nutteloozen , dienst te gebruiken ,is beneeden de waardigheid van den mensch, 'er moest dus eene zeer naauwe bepaaling zyn , wien het geöorloft is eenen looper te houden, en de weddenschappen zoo wel tusfchen de Heeren, als de loopers moeten volftrekt verboden zyn. Onder deeze oeffeningen behoort meede , dat in meest alle de gewesten van Europa de kinderen op Sint Jan's avond by elkander komen, en groote vuuren aantteeken , over welke meisjens en jongens of één voor één of by paaren heen fpritigen; het was by de oude Romeinen reeds in gebruik, dat zy by de ftichtingen eener Stad de inwooners , die gefchikt waaren om dezelve te bewoonen , door water en vuur reinigden; dit heetten zy lustratio; Ovid ius zegt hier van ' Vivo perlue rore manus; Moxque per ordent es Jlipulae crepitantis acervos; Trajicias celeri pirenua membra pede ( # ). Deeze plegtigheid wierd op den verjaardag van de ftichting der Stad herhaalt, en veel ligt is het gebruik onder de Christenen hier van af komftig. Ik was te Mets op deezen St. Jans dag ooggetuigen van eene zonderlinge plegtigheid, des avonds wier- («) Pastor. IK V. 778. Van db Lio- haams- OEFFE- NINGENr Bet fpringem over bet fint Jaux vuur.  464 Geneeskundigs ▼an »e t/guaamsoeffeningen, Gevaar Her by. wierden onder eenen zeer grooten toeloop van volk op eenen hoogen houtftapel vyfof zes katten, in een houten kooy geflooten , leevend verbrand; het geheel Garnifoen was hier by in de wapenen, en de Gouverneur en eerfte Burgemeefter ftaken den houtftapel aan ; na dat de katten verbrand waaren, wierd door alle de regimenten afgevuurd; deeze zeer oude gewoonte word jaarlyks herhaald , ik kon geene andere oorfprong van dit gebruik te weeten komen, dan dat die Stad eertyds jammerlyk betoverd geweest, en door dit middel gered was. De oude gewoonte van door het vuur te fpringen< is wel eens oorzaak van jammerlyke ongelukken, wanneer door kinderlyke dertelheid en moedwil de een den ander in «het vuur ftort; dit gevoegd by het gevaar van brand is eene genoegzaame reeden, dat zoo een nutloos en dikwerf fchadelyk gebruik van wegen de Overheid scheel verboden moest worden. Met opzicht tot het kegelen, balwerpen en fchaatsryden zyn de volgende inrichtingen zeer nodig. Geen kegelbaan moest zonder verlof en bepaaling der plaats aangelegd worden, en moest aan het einde met' een wel verzorgd affchmfel voor den aanloop der ballen voorzien zyn, op dat geen der fpeelers of aanfchouwers van den geworpen of te rug loopenden bal gevaar te duchten had. Het bal- werpen moet meede met alle moogelyke voorzorgen gepaard gaan, dat met door het treffen van het hoofd of andere lighaams-deelen gevaarlyke, ja zelf doodlyke ongevallen ontdaan, de ballen moeten derhalven van geene te harde ftoffe zyn. Het fchaatsiyden eircht een naauwkeurig toezicht, dat de onvooïzigtige jeugd zich niet te vroeg op diepe Bet kegelen , balwerpen , fchaatfenryden.  Staatsregeling. 40*5 pe en rog niet vastgeioegbevroozen waters begeeft, hier van zyn honderde allerrampziligfte voorbeelden; die p'a>ts, alwaar de geWoone baan der Schaatsryders is, by voorbeeld de doorftroomende Rivier, moet van wegen de Overheid onderzogt worden, of dezelve fttik genoeg bevroozen is, eer het iemand toegeftaan word, zich op dezelve te begeeven. Tn bergachtige landen ziet men de gemeene knaapjens zich by meenigte met fleetjens op de toppen der heuvelen begeeven , om zich over de fneeuw van die hoogte te laaten afglyden, zy ftellen zich dus aan zeer groote gevaaren bloot en het is niet zeldzaam, dat zoo een roekeloos fpel den jongen waaghals in het fchroomlykst ongeluk ftort— zelf onderneemen zy dit in de fteden, zoo dat de hoogtens hier door zodanig glad gemaakt worden , dat men dezelve niet zonder het grootfte gevaar betreeden kan; dit behoorde dus door de Regeering belet te worden; dit is te Fulda by eene Ordonnantie van den 3. January ï/75- gefchied, waarin dit glyden op de gladde ftraaten, zoo wel als alle moedwil der Schooljeugd, verboden word, hier op mo?t door de Stadsdienaars acht gegeeven worden ; de Ouders zyn gehouden hunne kinderen deswegens te ftraffen, of moeten zelf, het zy eene geldboete , gevangnis of tuchthuis - ftraffe hier voor ondergaan. Wegens het dansfen hebbe ik verfcheide voorzorgen aan te beveelen; daar het zelve eene hevige beweeging des lighaams is, is het voor den zomer het minst gefchikt, als dan zyn de vaste deelen verflapt en de vochten meer tot bederf geneigd; het zweeten, de begeerte om zich met eenen koelen dronk te verfrisfen, alles loopt te faamen, om de danfende in eene II. Deel. Gg ge- Van d* Lighaamsoeffe- mngsn. Het flie. devaaren der gemeeneknaapfent. Voorzin tr de openbaaredaisfen.  4Ó"6 Geneeskundigs Vam de tiü- iiaaiws- otirf- jvingen. gevaarlyke ziekte te ftorten, het zoude dus raadzaam* zyn in den zomer het dansfen niet toe te ftaan, Duizend voorbeelden hebben bevveezen , dat het dansfen voor de vrouwen geduurende den tyd haarer maandftonden nadeelig is, dit kan wel door de Overheid niet verboden worden, maar de Ouders kunnen door zoo eene waarfchuwing bewoogen worden hunne dochters geduurende die tyd dit vermaak niet toe te ftaan: Dit vermaak kan voor zwangere vrouwen nuttig zyn , zoo echter dat, wanneer zy op de helft haarer zwangerheid zyn , zy door geene hevige dansfen zich en haare onfchuldige vrugt in leevensgevaar brengen. Daar de fnelle overgang van rust tot beweeging en van beweeging tot rust nimmer van gevaar ontbloot is, is de raad van Unzer zeer heilzaam, dat alle danspartycn met menuetten eenen aanvang moesten neemen, en met dezelfde dansfen moesten eindigen; niemand, die gedanst had, moest de danszaal verlaaten , dan na een vierendeel uurs na het eindigen der laatfte dans, om hier door zoo veel moogelyk de zoo dikwerf doodlyke verkoudingen voor te komen; dat deeze partyen den gantfehen nacht doorduuren, maakt het gevaar nog grooter, daar de koude des nagts het hevist is, dus is volgens Keurfaxifche Ordonnantie van den jaare l6l». gelast, dat op Hoogtyden de openbaare dansfen des avonds om 10. uuren eindigen moeten. Het dansfen in de open lucht onder fchaduuwryke" boomen, fchynt my toe het gezondfte te zyn , alhoew.'l dit in Saxen, om welke reeden is my onbekend , verboden is. Men moet niet toeftaan, dat alle foorten van dan-  Staatsregeling. 457 feil overal naar willekeur ingevoerd worden, de hevig rond draayende dansfen zyn voorzeker voor de gezondheid nadeelig, vooral voor v.ouwen , deeze zyn ook in het ftift Wïrzburg by Ordonrantie van 18. Juny 1765. en te Fulda in den jaare 1767. verboden, fommige engelfche dansfen vordeien meede eene al te hevige lighaams - hWecgingè Er is een tyd giWeest, dat de raazerny der tweegevechten neigens meer dan op de hooge Schooien in zwang was, duizende hebben op zoo eene fchande» lyke wyze hun levert geëindigd , de Duitfche en Franfche Univeifiteiten hadden veel m< er het aanzien Van Vechtplaatfen, dan vanzeiels der Wetenfchappen, en men was genoodzarkt het grootfte gedeelte van den tyd aan het leeren der Scherm-konst te befteeden; dit gaf aanleiding tot alleiky buitenfpoorigheden, zoo wel onder de ftudeerende jeügd, als onder de k:ygs-en handwerks-lieden ; het is best alle openbaare vechtplaatfen te verbieden , en het fchermen niet verder dan tot oeffening des lighaams en behoud der gezondheid nodig is, toe te ftaan. Het te paerde ryden, alleenlyk als eene lighaamsoeffening befchouwd , verdient een naauwkeurig opzicht ; de Leermeester moet voor eeue goede foort Van rypaerden Zorgen; het naar buiten ryden, waar toe de jongelingen zoo zeer geneigd zyn , veroorzaakt Veele ongelukken; de pr.erden die hier toe gegeeven worden hebben dikwerf gewigtige gebreken , of kwaadaartige nukken, en men dürft uit vreeze Voor het misbruik, dat daar van gemaakt word , hen geene goede paerden toevertrouwen, men moet derhalven zorgen, dat Gg a Foor Van dk Lio- HAAMS- oeffe- JJIAGEtt tTan 4$ Scherm Schooien, Het te pnerdrfden.  Van »s Lighaams- oeffenlngen, ( a) Code de ia Poliet T. I. Til. VU. %. z. 468 Geneeskundigs Voor eerst, tot het naar buiten ryden aan geenen losbandigen jongeling een paerd verfcliaft word. Ten tweede, dat geen paetd, het welk zodanige ondeugden heeft, die den hier van onkundigen ryder in een ongeluk kunnen ftorten, tot het naar buiten ryden gegeeven word. Ten derde, dat niemand zyne pacrden door kinderen naar het water laat- brengen; dus wierd te Parys by eene Ordonnantie van ai. Juny 1732. aan alle Herbergiers, Stalhouders en dergelyke op verbeurte der paerden en zwaarer ftraffe verboden hunne paerden aan een hunner kinderen of dienstboden toe te vertrouwen , om dezelve naar het water te brengen of af te ryden , voor dat zy hun achtiend jaar bereikt hadden Onvoorzichtige Ouders onder den boerenftand , zien met het grootfte vermaak hunne vierjaarige knaapjens te paerde zitten en den wagen mennen, de kinderen zelf zyn hier meede zeer in hun fchik, en de Ouders verheugen zich zoo vroeg, moogelyk eenige hulp aan hunne nog jonge kinderen te hebben , of fchoon zoo eene handelwyze door het afvallen van het paerd, of den wagen jaar op jaar menig knaapjen voor zyn geheele leevensloop ongelukkig maakt, of zelf het leven kost; ook dit verdiend het Vaderlyk opzicht der burgerlievende Overheid. Die kon (ten, welke federd eenige jaaren eenige rondreizende Engelfchen in het ryden op verfcheide paerden en in wonderbaarlyke houdingen door gantsch Duitschland vertoond heb-  Staatsregeling. a$9 hebben , hebben meenig jongeling de zucht tot navolging ingeboezemd, de nadeelige gevolgen hier van heeft de overleeden Koning van Pruisfen zeer wel ingezien, en daarom alle deeze halsbreekende konsten, nog onlangs dooreen eigen Kabinets - Ordonnantie verboden , waarin hy zegt „ willen zich diergelyke lieden „ den hals breeken, zoo kunnen wy dit in vreemde „ landen niet beletten; maar in onze eige Provin„ cien gedoogt onze menfchenliefde en vaderlyke zor„ ge voor het leven en den welvaard onzer onder„ daanen niet, dat wy hier toe aanleiding zouden „ geeven.1' Hoe nuttig ook het baden en de zwemkonst voor het menschdom is, zoo meet echter de Overheid zoo veel moogelyk zorg dragen, om alle gevaaren daar van te weeren ; een hier toe gefteld Opziener zorge, dat geen knaapje verhit zynde zich in het water begeeft, en hierom moet het baden niet anders dan onder behoorlyk opzicht en op beftemde plaatfen geöorloft zyn ( a~). Dus wierd door een bevel van den Keurvorst V3n Saxen in dato ai. July 1766. aan alle de inwooners j der Stad en voordeden van Dresden verboden zich in de Elve te baden, van wegens de veelvuldige ongelukken ; geen Ouders of Handwerkslieden mogten dit hunne kinderen of leerlingen toeftaan, Het onderwys in het zwemmen moet op eene plaats, van waar men de noodlydende fpoedig hulp kan bieden, door kundige en voorzichtige mannen ge- gee- (a)LocKE /. f. A. Plaz dipt'. At QHeagmtnh ineiw* medis &>?{' $« 7an Di Lig- HAAMS- DïFFE- n1nuen. Set en badeii*  Van db Ï/'c- BAAMS- oi ffi- (et) Code de Police Tom, i. 7ï». i/Z p. 60. (fr) i'arf de nager ou i'invehlioa a ïaidi de SaquelJe 0» petif 470 G E N E E S K U N D 10 C geeven worden, voor de pas beginnende heeft men werktuigen nodig, om het lighaam in de hoogte te houden O); de Heer La Motte vond te Bourdeaux een foort van broek van Schaapsleeder uit, waar meede men in het waterkan voortgaan, dezel* ve bedekt de gantfche beenen en reikt tot aan den buik, daar in zyn zeer veele lange, naauwe zakken, benevens een zak, die om de lendenen gaat, in de zakken doet men looden kogeltjens om overeinde te blyven en in den gordel kurk; een lang fterk riet, door een ring aan den gordel gaande en met een foort Van ftygbeugel aan de broek vast gemaakt , bekleed de plaats van een mast, aan het boven eind van dit riet is aan een ftuk zeer ligt hout een vierhoekig zeil • vast gemaakr, weker beide einden met touwen aan de brotk vast zyn, onder de armen heeft men een klein roer: Zonca een Venetiaans Ingenieur heeft ' een diergelyk foort van broek uitgevonden, die vee, eenvoudiger , maar niet zoo veilig was , men blies dezelve tusfchen de voering en het bovenftof met wind op, zoo deeze wind, gc lyk moogelyk is, hier uit ont, fnapt , moet de zwemmer zinken ; over het geheel is d? grondilas van alle deeze werktuigen, om eene zekere hoeveelheid luchts in riet ligt beidende zakken te bevatten; onze knaapjens bedienen zich van twee bosfen droo, die zy met een band aan elkander voegen , op deezen band leggen zy de borst, zoo dat onder elke arm een bos droo komt; kurk kan tot het zelfde oogmerk dienen ( b ). dry-  Staatsregeling. 4g& 'Brydone wil, en met recht, dat men in de zwem-konst zich daarop toelegge, om de kleederen in het water te kunnen uittrekken, of zich gewoon maake, om met dezelve te zwemmen, geen van beide is zeer moeilyk. toujours fe fauver de naufrage par M r. Bachstrom Amfi. 1741. het is belagchelyk, dat deeze Schryver wil, dat mende pasgeboome kinderen van tyd tot tyd het ademhaalen belet „ ten einde het eivormig gat in het hart open te honden en Jien dus in ftaat te ftellen , om geduurende eenigen tyd onde» het water te kunnen leeven. La C hapelLE over de bereiding en het gebruik der Scapbanders. Kolbe getuigt in zyn© befebryving van de Raap de goede Hoop van de Hottentott^n , 'dat zy in eene opgeregte houding de handen vcqr zich ujtfirekkende uitmuntend zelf in de zwaarfte ftormen awetanaea Jannen. $ei$e jaar SidU? ea M alt ha s. *. Oi 4 Van vt, Lig- h aams- oeefen1ngen, Voorzorgen wegens de te rasfe verkoelingvan verhitte ligbaamen,. „ Ik ben verzekerd, zegt hy, dat wy, aan deeze 9, oeffening gewend zynde, in geval van Schipbreuk, „ een groot voordeel zouden hebben boven anderen, ,, die dat nooit geleerd hebben; want het is door de ^ belemmering der kleederen, en de angst en ont„ roering, waar door de menfchen in zodanige gele,, genheden bevangen worden, dat zoo veele verloo„ ren gaan, die door voorgaande oeffening en de be- daardlieid, die daar van een gevolg zoude zyn, be- houden hadden kunnen worden(«)•" In het algemeen moet men by alle lighaams-oeffepingen naauwkeurig acht geeven, dat geen leerling vryheid hebbe, zoo lang hy nog eenigfints verhit is, zyn dorst met eenen verkoelenden drank te fbllen, of zich op eenen kouden grond ter neder te leggen, dit  47* Geneeskundigs Van di Lighaams- ©effeningen. Aanmoedigingder ?cneigdheidtot tig. baams beuree- dit is honderde maaien van de aller g warlykfte, ja plotslyk doodlyke gevolgen geweest ; uit deezen hoofde moeten de fpeelende by eenigfi us vermogende oeffeningen hunne kleederen uit, en na dezelve wederom aantrekken , en de Opziener moet zorgen , dat de jeugd na het eindigen der fpeelen van langfamerhand wederom tot rust gebragt» word. §. XV, E?ne verfiandige Overheid moet de geneigdheid tot lighaams ^bevveeging zoo veel moogelyk trachten aan te kweeken ; de Namur zelf fpoort ons hier toe aan , door ons uit te lokken tot het befchouwen van alle haare fchoonheden ; de orgnemde dieren, welke , wanneer zy overvloed van voedfel vonden, niet ligt hu ine landftreeke zouden verlaaten, vinden flechts zeer zeldzaam zoo een overvloed, de Natuur heeft hun voedfel wyd en zyd vei fpreid en hen dus tot hun eigen voordeel genoodzaakt hun leeven in eene gefhdige plaatsverwisfelrng door te brengen; de ryke, wiens levensmiddelen hem van rondom aangevoerd worden, en wiens aanzienlyke inkomften hem buiten zorgen wegens zyn onderhoud ftellen, verydth dit oogmerk der Natuur, alle lighaams-bew-eging, welke met eenige moeite vergezeld is, word den wellusteling tot last, ja zelf, wanneer deeze verwyfdheid algemeen word, tot fchande; gelyk Brydone dit van den Italiaanfchf-n Adel aanteekent. De Overheid, wien de gezondheid der onderdaanen ter herten gaat, moet zoo veel moogelyk in haar land alle die fpellen tegen gaan , welke het lighaam in eene beftendige rust houden. Hoe zullen de kaarten, dobbelfteelen, het dam, fchaak-»  Staatsregeling. 473 fchaak-en verkeer-bord eene gezonde uitfpanning opleeveren voor hen , die buiten dien het grootfte gedeelte hunnes levens in een zittende houding en leuyv werkloosheid dooi brengen , voor al voor hen, die zich in den bloei hunnes leevens bevinden , en van wiens g zonde lighaams-gefteldheid de welvaard van ons nakroost afhangt; de kwaade gevolgen van zoo eenen bedorven fmaak heeft men reeds voor lang ingezien j Justinianus verbood alle fpeelen om I geld, ten zy die met lighaams -oeffening vergezeld gingen O), Ka rel VII. verbood meede 13Ö9. in Frankryk alle dobbelfpeelen , welke noch tot lighaams-oeffening, noch tot den adel voegende krygskunde dienden (a) Dige/i. dit de Aleat. Senatui Confultum vetuit in peeurtiam ludere, prater quam fi quis eertet basta, vel- pilo jaciendo-, vel currendo , fatiendo, ludando, equitando , qi.od virttttis caufaftat. P.KVLVS l. ïl. ff- de ateatoritus- D. SoBTERlUS /. <• Cap. VIL Edit. Cronov. T. VII p. 1108. (b) Jodoc. Damhouder prax p. 3»7' Sovtbriu-s. lis alealoribus e. £ Gffft Van ea haams- DEFFEMl.NGEJt. Het 59(1. Artykel der Ordonnantie van Moultns Ï566. beval, dat, daar de nog onvolwasfen jeugd zich tot dobbelfpeelen verleiden liet, en hierdoor hun vermogen, zoo wel als hunne beste jaaren, fchandelyk doorbragt, de Ouders en Voogden recht zouden hebben, al het op. deeze wyze afgewonnen geld van den winner wederom af te eisfehen ; in Saxen mag geen kaart of dobbelfpel aan iemand beneeden de achtien jaaren geöorlofd worden, en daar in meest alle wel ingerichte Staaten alle foortgelyke fpellen door herhaalde  4? 4 Geneeskundigs Van db Ere- kaams- oefte- k;ngen. dini'ig der pandelingen. de Wetten verboden zyn, zoo heeft men zich vergenoegd de billiard, - keegel, - kaats, -en malie - fpeelen flechts aan billyke Wetten betreffende den tyd van derzelver aanvang en einde, de bepaaling der plaats en diergelyke te onderwerpen, dit is echter in geenen deele voldoende , en kan de plaats der zoo nuttige Gymnast Jfche fpeelen in geenen deele vervullen. De wandelingen zyn zeer goede middelen, om de leedige Stadsbevvooners uit hunne bedompte verblyfplaats te lokken, en eene verftandige Overheid moet deeze trachten aan te moedigen. Het wandelen is voor alle menfchen in gematigde luchtftreeken eene allernuttigfte oeffening; de leuye Perfiaan mooge dit belagchelyk vinden, inde heete landen zyn de inwooners doorgaans vadzig, zy brengen hun leeven grootendeels zittend door, daar de Natuur in die heete gewesten gezorgd heeft, dat zy van zelf dat geen uitwafemen, waar toe wy beweeging nodig hebben; fraaye gezichten en eene goede orde tot gemak der wandelaars, moet elk een tot het genot van zoo een nuttig vermaak uitlokken ; eene frisfche lucht is een voornaam vereisfehte, daar en boven moeten voor zwakker en oude lieden hier en daar gemaklyke, zindelyke rustplaatfen gefield zyn, op dat de vreeze van vermoeying de wandelaars niet te rug houde, of het gebrek aan goede zitplaatfen hen niet noodzaake , dikwerf ten nadeel-hunner gezondheid , zich op den vochtigen grond te plaatfen; lieden , welke binnen kort van befmetlyke ziekten her» field zyn, moeten daar in niet toegelaaten worden. Het houden van zoo groot een aantal paerden en wagens is voor lang als een voornaame oorzaak der onmaatige verkwisting, het bederf van veele aanzienly- 2 iO ke  Sta atui«buh8. 475 ketamilien; aangemerkt, men had dit alleen uit een ftaaikund;g oogpunkt befchouwd, en getracht door booge belastingen te verbeteren ; deeze brengen voorzeker verbaazend groote fommeu op, maar verhinderen daarom de weelde niet, hier toe zouden andere Wetten nodig zyn ; welk een Verfchil (ik kan niet nalaaten dit te herhaalen) by één en het zelfde volk in een tydverloop van nog geen derde half honderd jaaren! toen was de krygsoeffemng te paerde de meestgeachte zoo wel als meest beöeffende bezigheid der Vorften, en van den dapperen wel toegerustea Adel; de beweeging te voet was alle ftanden eigen , een fterk manlyk lighaam de roem en cieraad van Duitschlands Jonglingfchap; de zorg voor den Moesen Ooft-hof, voor de keuken en het huisgezin de geliefdfte meest geachte bezigheid der ryzige welgevormde meisjens j thans laat zich elk, die zich boven het gemeen verheven acht, in zachtlyk wiegende rytuigen voortfleepen: 15000. koetzen vind men in Parys en naar evenredigheid een gelyk aantal in de andere Steden van het Koning-yk, Duitschlands verwyfde Heldenzoonen met glinltei rende witte zyde kousfen, het lighaam met het fynfte borduuiwerk, het hoofd met weitsch gekapte hairen verfierd , huppelen door het Opera huis of ' Concert ?aal, of leeren aan de fpeeltafel tot ongeluk voor hen en hun vermogen de naamen der oude Bilden Voor het eerst op de fpeelkaarten kennen; naauwlyks hebben zy zoo veel kracht, datzy, wanneer zy het wagen durven zich uit hun febicterend rytuig te begeeven, in ftaat zyn het zyde zonnefcherm boven hun gepoederde hreinkas te houden ; de aanftaanie Moeder van Zoonen, die de eer van Duitschland moesten. Van ub po- r HaaMS» OtFFS- NJNÖiM,  47ö Geneeskundige VAN BI ï.IGtïAAMSOEFFEMNGEN. Men moest, was het moogelyk, deeze weelde beteugelen , alle middelen in het werk ftellen, om het aantal en gebruik der tot leuyheid en pracht aangeleide rytuigen te verminderen , en hier door de aanzienlyke lieden aan het gaan gewennen; zulke fpeelen invoeren die lighaamsoeffening vorderen , en die leuye weekbakke jongelingen eene verdiende verachting too-" nen, terwyl men hen, die met een ftevig geftel in lighaams-oeffeningen uitmunten, alle eer aandeed 5 en zelf by de opvoeding der vrouwen moet men hier op acht geeven, dat zy niet door haaren opfchik, ongezonde meest zittende leevenswyze, en beuzelachtige bezigheden tot weekbakke pronkfters, maar door eene naar haare omftandigheden gefchikte kleeding, gewondheid voedende leevenswyze en huishoudlyke bezigheden tot vlugge meisjens, nuttige Huisvrouwen en rechgeaarte Moeders van gezonde kinderen worden opgevoed, j. XVI. i Invloed van bet feizen op tle jeugd. ten verdeedigen, ligt den gantfchen dag met bleeke, maar door behulp der konst roödgefchilderde, wangen vadzig op een Sofa nedergezeegen; — al, wat naar huislyke bezigheden zweemt, jaagt haar een fchrik op den hals, dit is ver beneeden haaren rang,-— in gezelfchap der blinkende petit maitres den avond aan de fpeeltafel, of op eene of andere openbaare vermaak-plaats door te brengen, is de geheele bezigheid deezer ontaarte vrouwen, die ongelukkig Moeder geworden zynde , even onnatuurlyke Half-moeders zyn. Eindelyk heb ik nog iets van het reizen te zeggen, waar door onze jongelingen, zuo wel uit den Adel, ais  Staatsregeling. 477 als Burgerftand , terftond na het afloopen hunner Schooljaaren door de omliggende landen verfpreid worden. Ik zal deeze gewoonte flechts van de zyde der gezondheid beöordeelen, zonder my met het nafpeuren der oorzaaken van deeze drift der Duitfchen, om hunne jongelingen naar vreemde landen te zenden, in te laaten, deeze drift , om onze kinderen in hunne gevaarlykftenleevenstydhet Vaderlykoog te onttrekken, en in gevaar te ftellen, om fchoonfchynende doch veelal lighaam en ziel bedervende zeeden van vreemden over te neemen, is eene groote oorzaak der ontaarting onzer zeeden; hoe veelen brengen, behalven duizend zotternyën en vreemde ondeugden , een vergif in hunne aderen meede, het welk zy in onfchuldige geflachten voortplanten, zoo zy buiten flands niet reeds de flachtoffers hunner ongeregeldheden worden , en den vaderlyken grond nimmer weder betreeden : Hoe veele nuttige burgers uit alle ftanden worden hierfdoor voor het Vaderland nutloos, ja fchadelyk gemaakt. In verfcheide verftandige Regeeringen word het thans ingevoerd de jaaren te bepaalen, op welke het geöorlofd is zich tot reizen te begeeven, en tot die tyd moeten zy op de Vaderlandfche Academiën blyven; zoo het Schoolweezen in deeze landen niet op eene uitmuntenden voet is, zoois zulk eene Wet voorde jeugd zeer nadeelig; offchoon men daar door niet belet^ dat men zyne kundigheden buiten flands gaat vermeerderen, en hier 'door veroorzaakt, dat jongelingen in ryper jaaren, wanneer zij niet zoo zeer voor verzoekingen bloot ftaan , reizen t Het was echter zeer nuttig, dat de Overheid kennis Van ds LlG- oeffeningen.  4? 5 Geneeskundigs Van de IjIGHAAMSOEPFENiNOEN. C*) Dit laatfte Hoofiftuk , waar meede onze. menfchenVriend,de geleerde Frank, dit deel zyner Geneeskundige SttatsregeUng befluit, bevat gewisfelyk. de weetens- en navol- gem- ris had van het aantal en de perfoonen dier geeneflj welke, het zy om te reizen, of andere oorzaaken zich buiten flands bevinden, en de landen, werwaards zy zich begeeven hebben; om dus te kunnen nagaan, in hoe verre den ftaat hier door bevoordeelt, of benadeelt word, en of het niet beter zoude zyn zodanige mannen in orj Vaderland te trekken, welke onderwys kunnen geeven in die .kundigheden, die de jeugd nu met groot gevaar en onkosten buiten flands moet leeren. Wat de handwerkslieden aanbelangd, men moest geen jong-ling toeftaan zonder byzonder Verlof voor zyn vier en 'wimigst jaar zich naar vreemde landen te begeeven; de goede werklieden, Welke in elk land gevonden worden, kunnen zeer wel volftaan om zonder zoo een aanmerkelyk verlies van nutte burgers, als het Vaderland hier door tyd, aan de behoeften van het algemeen te voldoen; de Overheid zoude de Gilden op eenen beteren voet kunnen brengen , en het Zal altoos gemaklyker zyn Voor een groot aantal menfchen, zoo wel met opzicht tot hun beftaan, als ten opzichte van hunne goede zeeden en lighaamsgezondheid te zorgen, wanneer zy zich by elkander bevin* den, dan wanneer zy onder alle volken verftrooid Zyn, alle indrukzels van vreemde zeeden ligtelyk aanneemen en daarna deeze uïtlandfche gewoonten , ondeugden en lighaams - kwaaien in hun Vadeiland invoeren ( *),  Staatsregelin (Sé j\f9 gens - waardigfte aanmerkingen en voorfchriften ook voor onzè Landgenooten. Dat geen , waar over hy zich wegens Duitschland beklaagt, Is ook helaas! maar al te veel op ons Nederlanders toepaslyk, Ook wy zyn van het rustig lighaamsgeftel van onze aloude! Voorvaderen verre vervallen, ook wy hebben onze meerder berchaafdheid ten kosten van onze beftendiger gezondheid en eenvoudiger, doch min bedorven zeeden, zoo wel als andere Natiën, gekogt, en gewïsfelyk, zoo deeze befchaafdheid tot ïn het verwyfde gedreven word, zoo het bederf der zeeden een heirleger van ziel en lighaam verwoestende kwaaien ten heilloözen gevolge heeft, als dan hebben wy voor zeker de grootfte reeden om zoo eene rampzalige verbastering met heete traanen te befchreijen , doch, zoo er echter moogelykheid Was, om zonder tot den ftaat der wilden neder te daalen , en de voordeelcn door Konsten en Weetenrchappen verkregen vaartwel te zeggen, een gezond en tegen de meSste ongemakken des leevens gehard lighaamsgeftel te verkrygen, è! bezaaten wy de yzeren knuisten der oude Germanen of Batavieren niet, wy zouden ons met dit voorrecht gewïsfelyk voor ten hoogden gelukkig moeten fchatten. Dit was het voornaame doeleinde in beide deeze deelen Van dit zoo nuttig werk, dit trachte Hy door het beraamen van die middelen, waar door gezonde kinderen voortgebragt, en door eene hier toe gefchikte opvoeding tot werkzaame en nuttige Burgers gemaakt worden, te bereiken en door het aanpryzen van gezonde lighaamsoeffeningen in dit laast voorgaand hoofddeel te bevorderen. De gewoons kmderfpeelen, welke by onzejCügd gebmiklyk zyn, komen met die, welke onze Schryver ïn dit Hoofddeel, als in Duitschland in zwang zynde, opgenoemd heeft, grootendeels over een, veele derzelve zyn ter bevordering der gezondheid en verkryging van een ftevïg lighaamsgeftel Van het grootfte nut, alhoewel zy ook wel van eenig gevaar Voor hen, die onvoorzichtig te werk gaan, verzeld zyn en dus een zorgvuldig opzicht vereisfchen; maar die fpeien, welke Van eene gezonde lighaams - oeffening verzeld gaan , als by Voorbeeld, het koegelen, kolven, kaatfen, balwerpen, loopen en dergelyke , geraakcn by ons meer en meer in onbruik, de zoontjer.s onzer aanzienlyke en vermogende lieden zyn van veel te teedsr geftel, dan dat zy zich met zulke vennoeijen- dc VAfir os LlGhaamsoeffenimgek»  4^0 Geneeskundige Van b Lig- MAAMS- 0F.FFE- kingen. 5 de fpeelen zouden vermaaken , deeze laaten zy voor de lompe, maar tevens echter gezonde, vastgefpierde boeren over< Het dansfen, fchermen , te paerd rydèn behooren nog onder de uitfpa mingen onzer aanzienlyke jeü^d, Zéér zèldzaam echter worden deeze lighaams - oeffeningen in d ervoege waa genomen, dat zy ter verbetering van het lighaamsgeftel dienen kunnen, het dansfen gefchied doorgams in talry-e byeénkomflen, in bedompte met allerlèy uitwafeningen opgevulde vertrekken, en geeft derhalven veel meer aanleiding tot gevaarlyke , .ia doodelyke kwaaien , dan dat het zelve een bron Van gezondheid 'yn zoude ; het fchermen flechts door weinigen , en voor een korte poos geöeffend, kan meede nimmer tot dit oogmerk dienen: het te paerd ryden is voor de meeste jonge lieden te kostbaar, en zy die het zelve bekostigen kunnen, maaken daarvan zeer weinig gebiuik, of dóen het zoo onregeImat:g , dat het op hunne gezondheid niet dan eene zeer geringe uitwerking hebben kan j eene andere oeffening is er, welke noch by den aanzienly ken , noch by den landman maar flenhts onder de gemeende, op zyn best onder de middelbaare, clasfe onzer burgeren in gebruikj is, het zwemmen, en van welk een uitgebreid nut is niet deeze lighaams-oeffening ! hier in word beweeging gepaard tnet het zoo verderkend koud bad , en de zuivering des lighaams, waar door zeer veel huid - ziektens worden voorgekompn , daar en boven van welk eene byzondere nuttigheid is deeze konst niet in ons Vaderland; alom met water doorfneeden, zyn zelfzy, die hunne kostwinning op het vaste land hebben, duizendmaalen in de gele eenheid , om door hunne kunde in deeze lighaams-oeffening of hun eigen leeven , of dat van hun meedemensch te redden; eu hoe veele duizerde onzer meedeburgeren verdienen hun onderhoud op de binnen of buitenlandfche wateren, ter bevordering van onzen binnen en bu!ten'andfchen hande! of visferyën, deeze zyn immers elk ogenblik in de gelegenheid om hun heil in het zwemmen te moeten zoeken, en hoe groot is het getal zelf onder deeze klasfe, welke in die, voor hen zoo onontbeerlyke, konst onbedreven zyn! andere, vooral die van hcoger aanzien, en grooteer, vermogen zyn, meenen deeze konst volftrekt te kunnen ontbeerenj maar kunt gy voorzien, myn waarde Meedeburger! in welke omftandigheden gy door de aanbidlyke Voorzienigheid op het geftadig afwisfelend toneel  Staatsregeling. 481 ltëef des leeveng geplaatst zult borden?, of gy a tot uw eigen of o.'es naaste.i behoud niet van deeze konst zult moeten bedienen? en of gy het u te eé.vgër tyd niet te laat bekaagen zult daar in onbedreven te .yn ? en gefield , gy waart zoo gelukkig , dat zy u nimmer tot behoud van uw leeven , of dat van uwen natuurgenoot te pasfe kwan, is het niet altoos eene zeer gezonde lighaams-oeffening , welker kundigheid, gy ligtelyk meede kunt draagen ? het 'eeren caar van zal tt geerie groote fömme kosten; maar veel li ;t is dit wel een der voornaamle redenen , die de vermogende en aanzienlyke lieden wederhoud, om hunne kinderen in deeze konst, welker nut zy voor zich zeif niet loochenen kunnen, te doen onderwyzen ; het is waar de geringde jonge kan uwe zoontjens irr deeze korist de loef affteèken, dewyl hy die zonder onkosten leeren kan , maar deeze bedenking neemt noch de nuttigheid , noch de gezondheid deezer lighaams - oeffening weg ; maar men zal my eene andere en meer klemmende bedenking tegenwerpen; is het leeren der zwemkonst niet aan zeer groote, aan onvermydlyke gevaaren onderhevig? ik kan niet ont'.ennen, dat dee'.e oeffening met eenig gevaar vergezeld is, een gevaar, het welk echter met deszelfs nut in geen vergelyking komt , honderden hebben hunne onkunde in deeze konst met de dood moeten boeten, tegen 1 dat één onder het leeren derzelve om hals gekomen is; dit gevaar kan ook door behoorlyke voorzorg mer'ie'yk verminderd worden , men geeve de jeugd, welke zich hier in oefenen wil, niet aan zich zelf over, maa' delle dezelve onder liet opzicht van een voorzichtig en in de zwemkonst bedreven Opziener, die hen in alle gevallen de behulpzaame hand kan bieden; daar en boven zyn er verfcheide zeer wel bedachte werktuigen, Scaphanders , Zwemrokken en dergelyken voorhanden, welke de fpecifjeke zwaarte in eenen genoegzaamen graad verminderen kunnen , en welke de leerling deezer konst van zeer veel nut kunnen zyn; en is het zoo kostbaar onderwys in het te paerdryden, het welk echter niet zoo volftrekt onontbeerlyk is , en wiens gemis flechts aan zeer weinig menfchen het dierbaar leeven gekost heeft, is dit onderwys en de beöeffening dier konst geheel van gevaar ontbloot? Het Schaatsryden eene zeer gezonde en zeer nuttige lighaamsoeffening , die met fnellen vaart den vhiggen reiger II. Deel. Hh ww Van es LIGHAAMSGLFFENINOEH.  4P2 Geneeskundige Staatsregeling, Van de WAAMS- OÈFFE- kl\6en, over de verttyfde ftroomen doet voortvliegen, deeze kons$. is onder onze landgenooten van ee.n veel algemeener gebruik , dan de voorgaande, offchoon van een'veel grooter gevaar verzeld; men draage naauwkeurig zorge, dat het door deeze voor zeer veele zoo hevige en vermoeijende oeffening verhit lighaam aan geene fnerpende winterkoude worde blootgefteld , zeer veele hebben zoo eene onachtzaamheid reeds met eene fpoedige of door fleepende kwaaien aangebragten dood betaald , en hoe veele dujzende hebben niet onder het ligt b.eekbair ys een rampzalig einde gevonden, zal m?n daarom deeze konst a!s gevaarlyk en nadeelig verwerpen? geenfints, het moet ons alleenlyk aanfpooren, ora alle moogelyke voprzichtigheid in het beöefFenen derzelve ia, bet werk te ftellen , en hier toe moet zoo veel moogelyk de Overheid meede werken , door op zwaare ftraffe den toegang tot het ys te verbieden, tot dat zy van deszelfs genoegzaame fterkte door hier toe aangeftelde perfoonen bericht bekomen heeft; dus word te Rotterdam , wanneer eene buitengewoone vorst de Maasftroqm de.maate ove: korst heeft, dat dezelve met paerden en wagens bereeden kan worden, de flagboomen, welke aan de bruggen, die tot het ys toegang geeven geplaatst zyn, des morgens niet geopend, voor dat de Maoiftraat van de genoegzaame fterkte van het ys bericht bekomen heeft, Het wandelen moet, als eene algemeene en voor elke dasfe van menfchen gefchikte li>>haim,s - oeffening, waaraan de vrouwiyke Kunne, de byn^ afgeleefde grysaard , de verzwakte onlangs he.ftelde lyder zelf deel kan neemen, van wegens de Regeering zoo vee' mpogelyk aangemoedigd worden; hiesc toe moesten in de nabyheid der ftederj luchtige, befchaiuuwde en wel gevloerde wandelwegen, met bekwaame zitpiaatffen voorzien , worden aangelegd, op dat hier door de vadfige ftedeling uitgelokt wierdt;, om met vrouw en kinderen zich naar buiten te begeeven, en onder het genieten van eene gezonde beweeging buiten den rocjtigen damp der Stad een frisfche buiten lucht in te ademen; veele van onze Steden mogen op diergelyke verruklyke wandelplaatfen roemen , die den tot wandelen geneegen inwooner «ene. ziel ea lighaam verkwikkende uitfpanning veifchaffen. VERTAAL!** Einde van het Tweede Deel,