fce. ifff
PUBLICATIE
WEGENS EENE
ALGEMEENE GELDHEFFING
VAN ACHT TEN HONDERT,
VAN HET JAARLYKSCH INKOMEN VAN ELK DER, INGEZETENEN VAN DEZE REPUBLIEK,
Ten behoeve van
'sLANDS ZEEMACHT.
GEARRESTEERD BY DE
NATIONALE VE R G ADERING.,
REPRESENTEERENDE HET
VOLK van NEDERLAND.
Den 5 December 1797.
HET DERDE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHEÏD.
In den H A A G, Ter 'sLands Drukkery. 1797.
KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK Q. No.



GE LFKHEID, FRTHEID, BROEDERSCHAP.
PUBLICATIE.
De Nationale Pergaderirg . repreQnteereiide hei Volk van Nederland, aan a.Jc hare IVküvbüiger-n , Heil en liroederlchap !
Gelyk de/e Republi q hare f oh'ticque exiftentie van alle tyden daar aan verlehuioij;d is., dat zy zich ajs eene magtige Zee-Mogendheid heeft doen kennen en refpecteeren; en ook dan aücen hare onaf honglykhet i mee roem heeft gehandhaafd, wanneer zy, door eer,e aanzienlyke Zecmagt, ontzag aan hare Vyanden, en vertrouwen aan hare Vrienden wist in re boezemen; zo hebben ook alle welgezinde Vaderlanders ten allen tyde hunne pogingen verëonigd, om onze Navale Magt te verftaken, en de eer onzer Nationale Vlag te handhaven.
Maar zoo het immer onzen plicht is ceweest onzen yver hier toe aan te vuuren, het is ongetwyffeld in de beflisfer.de oogenblikken, waar in wy ons thans be vinJen.
Geen mderder of minder belang van het één of ander gedeelte der Republicq , het welk met de voorna, me zetels van den Koophandel nauwer verëenigd, cf verder daar van verwydert is, kan hieromtrent eenig verfchil van bedoelingen veroorloven. Da eer van den Bataaflchen naam, en de bevestiging onzer onafhang-



C s )
hfnglykhètJ'J aan al'en onzen Medeburgeren even dierbaar, eischt, dar wy, met ftamgevoegde krachten, der; pkrmoéi van her Ëngelsch Ministerie, dat, door allerlei onrecht en geweld, (leeds onze poliricqüê vernn-tHng beoogt, heldhaftig tegenitaan; en by otlze Bondgenooten gedurig de overtuiging verlevendigen, dat onze' politicque exifletvie, als eene onafhanglyke Zee*Mogendheid, zo naamv verbonden niet hunne .belangen, als onaffcheidbaar van ons is. Na' vööVa'I. nu de Kry^verwoestingen op het vaste Laf.d eên einde fchynen te nemen, en nu zich alles vcrëenigc-n n-oet, om ter Zee den laatften Vyand tot dcri Vrèede te nooodzaken, nu vordert niet alleen dëzóqnt mar Vryhcid en Onaf hanglykheiJ, maar nu eischt oefc 't behoud van't Vaderiand, dit wy onze krochten'verzamelen', om rot dezen, voor't Mcnrchdom 'O Hèft4 zamen ftryd, roemryk te concurrcèren, ten ein 'e wy het gewigt der medewerking onzir Zeemagt by onze Britlche benyders gedugt maken, en hy onze getrouwe Geallieerden meer erï meer doen kennen en waar«leeren.
Maar wy hebben by 'c BatÖrrTcfré Volk geen Wett* wenaandrnngnodig. De dankbaarheid die wy \ onder het gevoel der Oorlogsrampen, verfchuldigd zyn am den heldenmoed der Braven, welken ia den hatlteü Zeeflag, den roem vanonzer Landiiart, als byzonderlyk ' voor de Zee gevormd, ftaande gehouden en verleven» ; dvjd hebben, eischt ook. dat wy hulde doen'aan den ontvlamden yver onzer Lmdgeno:en, welken alornme blyken geven, dat zy, zelfs door te,<erfpoedert opgewekt, hunne zucht voor onze Zeemagt voelen aanwakkeren , en zich van zelfs tot allerlei opoffering bereiden , om onze Zeehelden te onderfteunen, en onze Vaderlandfche Vloot te herftellen. en te verheffen.
As Wy



( 4 )
Wy hebben by zulke eene Natie niet nodig, eenije^ aanmoedigingen te gebruiken , om haar te bew: gen dat zy ons goedwiliiglyk de hand bieden. Wy voldoen flechts zo wel aan den vrywlligen wensch onzer Medeburgeren , als aan den gebiedenden eisch onzer verplichting, wanneer wy hen oproepen , om ons tot een Ipoeuig hrrftd van'sL^nds Vloot, door prompte en ruime fournisfemencen van gereede penningen in ftaat te ftehen.
Wy zouden onze Landgenoten ontëeren, indien wy vooronderftelden, dat in eenig gedeelte der Repubjicq Vaderlanders gevonden wierden, die niet zouJ.n verlangen , dezen lasc, zoo veel mogelyk , met eenparige fchoudere» te dragen; maar wy zouden ook onze oogen.moeten fluiten voor den zwaren last, die voor veelen reeds uutermate drukkend is, indien wy niet door alle gepaste middelen zochten, het gevoel der overmaat van dien last te lenigen, tn deni.elven draagly'ker te maken.
Het is, uit overtuiging der noodzakelykheid, om beide deze bedoelingen óns voor oogen te Hellen, dat aan dtn eenen kant eene geldhelfing, geëvenredigd naar elks inkomtren, ons is voortkomen best gefchikt te zyn, om den last door alle de Ingezetenen van de geheele Repubiicq, naar mate van ieders vermogen, gelykelyn te doen dngen,- cn dat wy aan oen anleren kant, de toezegging van eenen matigen 'intrest geoordeeld hebben, in 't midden der bezwaren, die ons drukken, het eenigst middel te zyn om 't gevoelen van dien last, voor'elk, die denzelven draagd, eenigzins te verzachten; en omv. langs dien weg, niet flechts docr het billyke maar ook door het aannemelyke van dien maatregel, dien ■ wy in 't werk ftellen, deszelfs fpoedige en volkoniene volvoering des ce beter te bevorderen.
Am-



C 5 )
Aangezien dan, tot handhaving onzer o- af hanglykheid, en toe behoud der dierbaarft; belangen van ons Vaderland, niet Hechts eene buitengewoone bekostiging ten behoeve onzer Zeemagt, en daar toe eene algemeene heffing der benodigde penningen vereischt wordt; maar wy ook langs dez n weg des te fpoediger hopen mede te werken tot bevordering van eenen algemeenen Vreede, welke den ruimden weg moet banen tot zodanige vermindering van lasten , als wy alien reikhalzende te gemoec zien,
ZOO IS 'T, dat wy, vooronderlkllende de concurrentie der Hoogstgeconltitueerde Maften van de onderl'cheidene Gewesten, goedgevonden hebben te decreteeren, gelyk wy decretceren by dezen.
Art. i.
Dat 'er eene algemeene Geldheffing over de geheele Republicq zal gelchieden, by wyze van opbrengst van agt ten honderd, van het jaarlyks inkomen van elk der Ingezetenen.
2.
Dat de penningen, uit deze heffing provenieere-nJe,' zullen worden geitort in- de Nationale Casfe, en directelyk ftaan ter dispofitie van onze Vergadering, of zodanige Perfoonen, welken wy daar toe zullen hebben gecommitteerd,
3'
Dat de gemelde penningen gebruikt zullen worden in de eerfle plaats, om daar uit goed te maken de kosten van de extraordinaire Reparatie, Aanbouw en A 3 Equii



( 6. )
Eauipeering van Oorlogfchepen, tot herftel en vermeerde* jng'van 's Lands N'.vale Magc vereischt wordende: en in de tweed;: plaats, voor zoo verre de ëpbrëbgSt der heffing deze extraordinaire uitgaaf moge tè hoven gaan, in mindering van het geene voor ce JVhn'ne. volgens de te maken begroting voor den Jare 1798 zal blyken benodigd te zyn.
4-
Dat, voor het geen in deze Geldhtfrmg zal worden f c .o::n eer f, zullen worden afgegeven' öblua ien, ■fljet Coupons, ten laste der Baraaffche RepubÜek, jto'pendè tegen den Intrest van drie ten honderd in 'tjaar, ingaande met den dag van hetfournisfement.
S-
Dat in deze Geldheffing zal worden gecontribueerd voor, of van wegen elk Ingezeten dezer Republicq, die j.;rlyks drie honderd guldens, of daar boven »an inkomen heeft, en zulks zender eenige uitzondering, het zy hy tot een Huisgezin behoort, by anderen , of op zich zeiven woont, het zy hy zyne Goederen of Bezittingen zelf beheert, of onder de Voogdy of Curate le van anderen ftaat, of dat de administratie Zyner Goederen aan anderen gedemandeerd is; gelyk hetzelve dan ook zal gefchieden door de Weeskamers van de Goederen der Weezen , Ingezetenen van deze Republicq zynde, of alhier thuis hoorende, ea by Weesmeesteren of Gecommitteerden derzelven , of ook wel by een of meer van derzelver Suppoosten, of door hun aangeflelde. Administrateurs geadministreerd wordende; "en zulks in ai:en gevalle, ten opjkhie vao ieder Wees afzonderly.i..
i r 6 Dat



t * )
6.
Dat van de voorfchreven gevorderde Contributie zullen zyn uitgezonderd zoodarige Ingezetenen, wel^e jaarlyks neen drie hondert guldens inkomen hebben: gelyk ook de inkomften van zodani„e Fundatiën of Gedichten, welke tot onderhoud van arme cn onvermogende Ingezetenen gedestilleerd zyn.
7-
Dat, offchoon de uitzondering van zulken, die geen drie honderd guldens inkomen hebben , ten oogmerke heeft, om onze ttrndere gegoede Inge<:erenen te gemoet te komen, wy nochtans in de roodar.igeu geen mindere bereidwilligheid of verpligcing vooronderftellen, om tot behoud van het lieve Vadetbnd, en ter bevordering van eenen aewenschlen Vreede, zoo veel in hun vermogen is, 'to.tebrengcn; en dat wy mitsdien van hunne Vade^lan Isliefetc vertrouwen, en hun (des noods) vermanen, om door vryvvïlTige giften, waarvan wy de begroting aan hunne vokomene vrye keuze en de infpraak van hun geweten overlaten, met hunne Medeburgeren 'aLands Schatkist te helpen ftyven.
8.
Dat deze Mening zr,l g. fchicden van het beloop van alle inkomlten , welke door een ieder Ingezeten dezer Kepublicq j isrlyks genoten worden; en mitsdien van slie Renten, Intresfen, Dividenden , RevenuëJ, I'.clit- of Huurpenningen, Pe. fioenen, Tontinen , Prebenden, Winfien , i'srcn cn voordeden, zoo van vaste Goederen, als andere Capirslcn en Effecten, het zy hy die in eigendom bezit, of waar van hy het A 4 vrucht.



C 8 )
vruchtgebruik gcrfet, mitsgaders van de onderfcheidene Prof'-sGen, Koophandel, Neeringen, Handteeringen, Ambachten , Fabricquen, Trnfiquen, of Handwerken, door hem gedreven of g<.ëxtrceerd wordende: fpeciaal ook van alle Tractemenren, en Emolumenten, Daggelden, Vacatiën, of onder welken beul ook eenig voordeel genoten wordende, uk hoofde van Regeerings • posten, Arapten, Bedieningen. Officien en Beneficiën; en generaaiyk van alles, uit welken anderen hoof e, of onder welken anderen Titul; eénig Ingezeten zyn kostwinning mogte hebben, niets hoegenaamd uitgezonderd.
9-
Dat om de begroeting van de Jasrlykfche Inkomften te vinden, ten aanzien van zoodanige Ingezetenen , by devvelksn die onzeker zyn, dezelve verplicht zullen zyn, die inkomften over de laatfte drie Ju en om te Caan, en het derde gedeelte van dat montant te houden voor hun Jaarlyks inkomen; des nogthans dat ten aanzien der Renten en Intresfen van Obligatien of andere Effecten, dezelve berekend zullen worden, naar het geen dezelve bevonden worden ten tyde der Heffing dadelyk te renderen;dst voorts diegenen, welken nog geen drie Jaren achter den anderen een inkomen gehad hebben, het zelve zullen bereekenen naar den tyd, dat zy zulks hebben genoten, en in evenredigheid daar van hun Jaarlyks inkomen begrooren; gelyk zulks al mede zal plaats hebben ten opzichte van Tractememen, Emolumenten, Daggelden en Vacatiën, waar van de tegenwoordige genieter nog geen vol Jaar het genot mogte gehad hebben; dat ook dezulken, welken eenig vast goed, het zy Huis of Land, in eigendom bezitten, en zulks zelfs bewonen of gebild-



C 9 )
bruiken, verplicht zullen zyn, te begrooten in evenredigheid van andere foortgelyke Goederen , het montant der Huure of Pacht, welke daar van zoude kunnen genoten worden, en het zelve montant, als het inkomen van zoodanig een door hem zelf bewoond of gebruikr Eigendom, in de begrooting zyner inkomften mede rekenen; en dat voor zoo verre eenjgg Ingezetenen door gebrek aan aanteekening, buiten ftaat mogten zyn , "het prreciefe montant van hun inkomen, over één of meerder Jaren te berekenen, dezelven gehouden zullen zyn, hunne jaarlykfche verteeringen, waar onder Huishuur, en andere kosten van Huishouding, gerekend worden , te begrooten, en het montant van deze verteeringen met de overwinst, voor hunne Jaar? lykfche inkomften te houden.
10.
Dat het een ieder zal vryftaan van het montant van deszelfs inkomen aftetrekken in 't gemeen, die Jaarlykfche lasten, welken op de Goederen z df geaffecteerd zyn, en bepaaldelyk ook al zodanige Renten of Uitgangen, waarmede eenigen zyner Goederen, door een legaal of fpeciaal verband bezwaard mogten zyn, mitsgaders de Intresfen van Genegotieerde Capitalen, gelyk ook de Kooplieden, de fchade door hun geleden op eenigerhande Merchantieele Operatien, als mede een iegelyk alle zodanige byzondere kosten, welke hy Jaarlyks ter verkryging zyner inkomften hefteden moet; doch dat verder geene verteeringen , vrywillige giften, vermindering der waarde van Goederen of Effecten, noch ook eenïge betaling in extraordinaire Geldheffingen, of iets diergelyks, in aanmerking zal mogen komen, om de begrooting vrn hs^ montant der inkomften te verminderen,
A 5 Das



c ïo ; ii.
Dat door elk Ingezeten de begrooting zyner inkom* ften aldus ge ma? kt' zyrdé, liet aan ieder hoofd eens Hu'sgezins, 'c zy Man of Vrouw, welke Kind of Kin leren mogten hebben, zal vryftaan, daar van aftetrekken vyftig guldens vco- elk Kind, waar van de onderhouding tot Zjn, of haar lasten als nog mogte zyn.
12.
Dat echte Lieden, het zy in, het zy buiten gemeenfchap van Goederen getrouwd zynde, alle hunne inkomften in eene fomme zullen opmaken, en dat alzo door hun gecombineerd in deze helling zal gedragen worden»
IS-
Dat van Goederen, toekomende aan Minderjarigen , gelyk mede aan Perfoonen, weiken onder toezicht of beheering van Cutateuren gefield zyn, derzelver aandeel in deze heffing zal gefourneerd worden uit de vruchten of interesfen , gelyk insgelyks zal gefchieden door Ouders, of door de langsdeevende van hun, die de vruchten of interesfen tot alimentatie, der Kinderen genieten, un ware 'er, by voldoening van dat fournisfementjuit de vruchten of intereslen niet genoeg zoude mogen overblyven tot alimentatie of onderhoud van zoodanige minderjarige of onder toezigt geftehie Perfoonen, in hoedanig geval het fournisfement uit het Capitaal, naar vcreisch der omftandigheden , het zy geheel of ten deele, zal mogen voldaan worden.
Das;



( II )
Dar ook in deze Heffing zal móeten wórden gécontribuë:rd door Adminiftrateurs van Goederen binnen deze Republicq berustende, waar van de Eigenaars Ingezetenen dezer Republiek geweest zynde, al eenige jaren vermist zyn geweest, fchoon het onbekend mogte zyn, wie tot dezelve Goederen, indierl de E:genaars zich daar toe niet weder prefenteereni gerechtigd zullen zyn.
15-
DatWeesmeesters, of derzelver Suppoosten, Voogden , Curateurs en Administrateurs van een anders Goederen, in het fourrïeefen zich zullen hebben te houden aan de fripte bepalingen dezer Publicatie; doch dat dezelve niet zullen mogfö declareeren voor de moeite of vacatiën die zy ter dezer zake zullen gehad hebben; wordende voorts de Weeskamers, Voogdm en Curateurs, by deze gehouden voor gequalificeerd, om, voor zo verre zulks, ingevolge het bepaalde by het vorige 13. Articul nodig zoude mogeri zyn, te verkoopen, of te beswaren, het geen vereischt mogt worden; ten welken einde wy in dit fpeciaal geval de Hoogstgeconfl-ituSerde Magten in de refbective Gewesten en Kwartieren, ontbieden en verzoeken, om ieder in denbaren, de Hoven, Municipaliteiten en Gerichten van de S'.eden of Plaatfen^ waar de Goederen van Mind ar jarigen, of andere onder Curateele ftaande Perfoonen, gelegen zyn ^ té cuthorifeeren , om by appointement op de fchriftelyke duar toe door dezefve aan hun gedaane verzoeken, gemunieerd met bewyzen van 't geen daar by is voorgedragen, en* des noods, onder de verdere nodige A 6 pre-



C *fi )
precautien, tot het verkopen of bezwaaren van zoodanige Goederen conjfent te geven.
16*.
Dat elk Ingezeten, het zy in zyn particulier, of in een der bovengemelde qualiteiten, op zoodanige wys als hier boven btpaald is, de begroocing van zyn jaatiykscfa inkomen gemaakt hebbende, acht ren hondert van het geheele alzo berekend inkomen zal moeren fourneeren, en zulks het zy in eens de geheele Contributie, het zy in twee termynen, namelyk de eene helft in de m~and Maart, en de wederhelft in de niaanü Mt-y van het volgend Jaar 1798.
■7?
Dat wy, offchobh wy de Contributie in deze Geldheffing flegts bepaald hebben op acht ren honderd van het jaarlyksch inkomen' van eiken Ingezeten, wy nochtans hier door niet Willen beperken de Vaderlcndfche goedwilligheid van meervermogenden , welken genegen mogten zyn, grootere Contributien ten behoeve vai de gemeene zaak, te doen; daar wy dezelven integendeel, indien hunne Vaderlandsliefde nog eenige aanmoediging konde gedogen, daar toe by dezen uitnodigen, en opwekken.
18.
Dat de fournisfemerten in deze Geldheffing zullen kurnen gefchieden ten Comproire van den Ontvanger Generaal van de Marine, alhier^ in den Hage, en voorts' in de ondericheidene Gewesten ten Comptoire van zoodanigeOntfingers, of anderzins gequalificeerde Perfonen, als daar toe door de Hoogstgeconftitueerde
Magt



( 13 )
Magt, met onze voorkennis, zullen aangewezen worden.
19.
Dat een ieder der Ingezetenen, welke in deze Geldhcffing moet contribueeren, zal jkunnen volftaan, met deszelfs aandeel te foumeeren of in Quitantien van de by anticipatie op dezeGeldheffing gefourneerde penningen , of geheel in Comptanten, of voor tweederden in Comptanten, en voor een derde in Hollandsch Beleenbankgeld ; zullende de Zeeuwfche Munt, welke door Ingezetenen van Zeeland gefoumeerc word, by deOnt-fangèis, in Zeeland refideerende, aangenomen worden, volgens de Cours naar welken dezelve in Zeeland gangbaar is.
20.
Dat hec aan een ieder zal vryllaan om zyne fonrnisfementen zelf te doen, zonder gehouden te zyn te declareeren, dat de fournisfementen voor zyne rekening ge.^ain worden, doch dat zulks evenwel niet anders zal mogen gefchieden dan by de Ontfingers van het District waar 'onder hy resforteert, voor zoo verre dezelven tot den ontfmgst gequaiificecrd mogten zyn, en met byvoeging van de plaats, van waar het zelve fonrnistement wordt gedaan, en dat, ingevalle de fournisfementen gefchieden ten Cornptoire van den Ontfinger Generaal der Marine in den Haag , de geene die het fcurnisfement doet ten gemelden Cornptoire zal moeten bekend zyn.
ai. i
Dat tot het doen der voorfchreven fournisfementen de Ingezetenen van de Republicq zich zullen quotifeeren volgens zekére Clasfifkatie.
A 7 »2- t*at



C U )
22.
Dat tot de eerfte Clasfe zullen behoren allen, welken zullen bevinden, na aftrek van 50 Guldens voor ieder Kind, waar van het onderhoud ten hunnen laste komt, een jaarlyksch inkomen te hebben van drie honderd Guldens, of daar boven.
23.
Dat tot de tweede Clasfe zullen behoren aller», welken op gelyke wyze bevinden te hebben een jaarlyksch inkomen van agt honderd Guldens, of daar boven.
224.
Dat töt de derde Clasfe zullen behoren allen, welken op gelyke wys bevinden te hebben een jaarlyksch inkomen van zestien honderd Guldens, of daar boven*
Dat tot de vierde Clasfe zuilen behoren allen, welken op gelyke wys bevinden te hebben een jacr'yksch inkomen van drie duizend Guldens, of daar boven.
stil
Dac tot de vyfde Clasfe zullen behoren allen, welke op gelyke wys bevinden te hebben een jaarlyksch inkomen van zes duizend Guldens, of daar boven.
27.
Dat tot de zesde Clasfe zullen behoren allen, welken



( *5 )
ken op gelyke wys bevinden te hebben een jaarlyks inkomen van tien duizend Guldens, of daar boven.
28.
Dat tot de revende Clasfe zullen behoren allen, welken op gelyke wys zullen bevinden te hebben een jaarlyksch inkomen van twintig duizend Guldens, of daar boven.
29.
Dat een iegelyk, welke behoort tot de eerfte Clas* fe zal moeten fourneren ƒ 24. of daar boven; tot de tweede Clasfe ƒ 64 ef daar boven.
derde ƒ 1; 8 1
• vierde ƒ 240
' ■ vyfde ■ ƒ 480 1 !
zesde ƒ 800
—— zevende——• f1600 1 ■
Dat een ieder verplicht 2al zyn, behalven de fora der Clasfe, waarop hy zich quoufeert, nog van zyne inkomiïea boven de gemelde quotifatie lopende, ins-, gelyks acht per Cent te fourneren.
*■»
Dat aan een ieder", die gefourneerd heeft, dadelyk by deszelfs fournisfement, tot een bewys daar van zal worden afgegeven eene Quitantie met een Dupliciat, op naam of in blanco, zo als hy zal verkiezen: zullende tegen exhibitie der origineele Quitantien afgegeven worden Recepisfen ten laste der Bmaffche Republicq, welke vervolgens tegen Qbligatien zullen worden verwbfeld^ 3i. Dat



C 16- )
32.
Dat het aan een ieder' zal vryfhan voor zyn geheel fournisfemenc te nemen ééne Qufanrie met een Duplicaat; of wel bepnaldelyk eene Quitantie voor het geene hy gefourneerd heeft wegens het prseciefe montant der quotifatie van de Clasfe, waar in by zich opgeeft, met het Duplicaat daar by behorende, en daar en boven één of meer quitantien wegens het geene hy boven de bepaalde fum zyner Casfe tegen acht ten honderd van zyne inkomften, of nog vrywillig daar boven, gefourneerd heeft.
Dat het Beduur van elke Plaats de Duplicaat-Quitantien der Ingezetenen zal doen ophalen, voor den eerften termyn; geduurende de drie laatfte dagen van de maand Maart, en voor den tweden termyn, geduusende de drie laatfte dagen van de maand Mey des volgenden jaars 1798,
34.
Dat by het ophalen der Quiwntien, een iegelyk verplicht zal zyn de Duplicaat-Quitnntie, van het geen hy volgens de quotifatie zyner Clasfe, het zy voor zyn eigen perföon, het zy in zyn qualiceit, gefourneerd heefc, af te geven.
35-
Dat een ieder, welke niet mogt goedvinden, beholven de Duplicaat-Quitantie van het geene hy, volgens de quotifatie zyner Clasfe gefourneerd heeft, ook over te geven de Duplicaat-Quitantie of Quitantien



C 17 )
den van het geene hy boven de bepaalde fom zyner Clasfe gefourneerd heeft; nochtans vet plicht zal zyn, dezelve Quicantie of Quitantien niet derze:vvr vdpiicaiten te bewaren, ten einde, des gerequireerd, dezclven te kunnen exhiberen.
36.
Dat op de Duplicaat - Quitantie, aan de binncrizyde gedtukt zal zyn het Quotifatie-Billet, waar van b .t Formulier hier achter is gevoegd, behelzen . opgaaf der Clasfe, waartoe een ieJer zich clasfi . . rt, welk Billet hy verplichc zal zyn in te vulh n, en m§c zyn voor- en toenaam te onderreekenen , of w> 1, die z. ne Naamtekening niet kan fchryven , zyri gewoon merk daar onder te fteijen, in prjefentie van een getuigen , die zulks mede zal moeten onderceekenen.
Ó7-
Dat op de Duplicaat-Quitantie aan de buiten zyde zal gedrukt zyn, het Declaratoir, waar van het Formulier hier achter gevoegd is, en 'c welk een ieder op gelyke wys, als in het voorgaande Anicul bepaald is, zal moeten onderteekenen , tot bevestiging, dat hy aan zyne verpligting voldaan heeft.
38.
Dat een ieder zal kunnen voiftaan , met de Duplicaat-Quitantie, in voege voorfchrèven ingevult, en geteekend, verzegeld over te geven : doch dat aan de Duplicaat ■ Quitantien een uiterlyk kenbaar teekeo zal gegeven worden, tea blyke, üat het ingevulde Quitantien zyn.
39 Dat



C 18 j
SP*
Dat de genen, die voor de beide termynen dezer Geliheffing op eenmaal fourneeren, en de Quitantie of Quitantien van de beide'termynen by de etrfte ophaling zullen overgeven, verplicht zullen zyn, in het Declaratoir op de buitenzyde der Duplicaat- Quitantie geplaatst, in te vullen, dat dezelve behelst de Quitantie voor de fournisfementen van de beide termynen.
40.
Dat een ieder, welke geen drie honderd guldens jaarlyls inkomen heeft, en volgens het voorfchrift dezer heffing niet gehouden is te contribuëeren; by 't ophalen der Quitantien verplichr zal zyn, daar van af. te'geven een behoorlyk geteekend Declaratoir, volgens het Formulier hier agter gevoegd.
4T.
Dat een ieder; welk zodanig Declaratoir mogt nodig hebben, hetzelve zal kunnen halen ter Secretary zyner woonplaats, of op zoodanige plaats, als door bet Plaatfelyk Beduur, waar toe hy behoort, zal worden aangewezen.
42.
, Dat de ophaling van de hier boven vermelde geweekende en verzegelde Duplicaat - Quitantien, gelyk ook van^ de Declararoiren in de twee naast voorgaande Arrku'en vermeld , s:st gefcHieden in een gefloten Bus of Kistje, behoodyk door het Plaatfelyk Deftuur verzegd!, en vnn boven mee een opening voorzin; 'en welke Bus of Kistje met de voorfz. Quiéanrien en
Liecla-



( 'P )
Dechiafoiren, wederom zai moeren gebragt worden by ue refpective Pktatfefyfe Btftuuren.
43> ,
Dat de refpective Platfelyke Beltumren zullen benoemen eene Commisfi.- van drie Perfoonen, in welker by;yn de vco fz. üusfen of Ki. tj;.s zullen worden geopend, en door welken, volgens de orde der onderfchtid. ne Buurren, een Lysc van de opgeb&clde Duplicaat-Quiiantien en Declaratoir* n g formeerd zal 'wor 1cn, ten einde te kunnen nagaan, of 'er eenige Ingezetenen in gebreke zyn gebleven, aan hunne verplichting te voluoee.
44
Dat, byaldien bevonden mogr worden, dar eenige Ingezetenen geen Quitantien of Declaratoiren hadden overgegeven , dezelven ten hunnen kosten door een Bode zullen worden gefommeerd, om als nog bi; nen a4 uuren aan hunne verplichting te voldoen, op poene van als fufpect te zullen worden opgegeven, en eene fequestratie in derzei ver Boedel te zien decerneeren op twee perfoonen, door het Plaatfelyk Beduur daar toe te co.umitteeren.
45-
Dat, ingeval iemand wettigs redenen mogthebben, waar door"hy verhindert was, zyn Qjitantie of Declaratoir ove.- te geven, of te doen overgeven, de zodanige gehouden zal zyn , d:e redenen daddyic in gefchrii'te, co met zvn naam otiderteekend, in te leveren aan het Plaatfelyk BeftuurJ 'c welk dezelve zal
beoordelen. r „'
45. Dat



C ao )
4*.
Dat, wanneer c'e redenen door het Phatfelyk Beftuur wc-tig geöordeelc worden, de feqaekrwte dt.delyk zal wo-den opgeheven, zo verre dezelve reeds mogt gedecerneerd zyn, en anderzins geen plaats zal hebben, maar dat aan de zoodanige alsnog gelegendh< id zal gegeven worden , om aan zyn verplichting in dit opzicht te voldoen; terwyl, wanneer die redenen ongenoegzaam £eöordee!t worden, de ftquestratie dadeijk zal worden gedectrneerd, zoo zulks nog niet mogt zyn gefchied, én dienonvermirdert zooianig iemand door gVzeluig tot volbrenging van zyn plicht zal worden gccoidhingeerd.
47-
Dat invoegen voorfchreven ingekomen DuplicaatQu:iant:en, dadelyk wel uiet zullen worden geopend; doch wanneer onverhoopt mogt blyken, dat het provenue van de gedane heffing in eenig Gewest of Plaats met zoo veel heefc bedragen, als oveieenkomllig het verancedelyk vermogen der Ingezetenen van zoo•danig Gewest of Plaats had moeten zyn opgebragt, alsdan door zodanige Gecommitteerden, als wy daar toe zullen quaiificeeren , aan ons zal worden voorgemeld, welke middelen van onderzoek 'er m dezen zuilen behooren in 'c weik gefield te worden, terwyl inmiddels die Dupficaat- Quitantien bewaard zullen worden, ten einde by opening van dezelve, wanneer wy daar toe zouden mogen befluiten, zal kennen worden opgemaakt en beoordeelt, welke Ingezetenen al, en welke nie.c aan hunne verplichting voldaan hebben.
48. Dat



C 21 )
48.
Dat indien overhoopt het geval zoude rro en esfteeren, dat wy ons in de verplichting irebra.it vonden , om de opening der Duplicaat-Quitantien te decreteeren, als dan elk en een iegelyk die zi< h 'ta dezen naar behooren gedragen heeft,' volkomen kan verzekerd zyn, dat, even gelyk dit geen gevolg zal zyn van eene onnodige nieuwsgierigheid, zoo ook daar door de ftaat van dtS'.elfs- inkomften geenzins zal worden gedivulgeerd, als hebbende uv vaste-? lyk voorgenomen, in dat geval zodanige erheacieufe mefures te nemen, waar.door ons oogmerk bereikt, en het voorlz. onaangename voor de praye Ingezetenen voorgekomen ,zz\ worden.
Dat wy echter verre afzyn van eenige infehikkelykhèid te'zullen gebruiken,: ten epzigte va:i de zoodanigen, welken bevonden zullen worden zich in dezen niet van hunnen ph'gt gekweten te hebben, als welke gehouden zullen zyn te betalen eene driedubbelde Contributie van het geene zy anderzins van hnnne inkomften zouden hebben moeten fourneeren.
Dat, byaknetj geene opening der Dupliccaï-Quitantien nodig mogt geoordeeld worden , na verloop van zekeren bekwamen tyd, zoodanige maatregelen genomen zullen worden, waar door een ieder zich kan verzekerd houden ., dat van de overgegeven Duplicaat - Quitantien nimmer eenig misbruik zal ku.inen worden gemaakt.
?i.Da:



5L
Dat èfndetyk elk cn een ie'er Meh volkome:: verzekert kan honden; dat wy'ernirig b< fbten hebben, z«nder aanzien van perfoön, "onze rricatreru-• len ter executie te leggen, waar toe de H5ogstge-'conftitueerde Magt in elk Gewest, ó; s de nodWinfofinatien en-adfiftentic zai verieonen. ;
En op dat niemand hiér van cen^'e ignorantie zoude kunnen voorwenden, ontbieden eb véWoekten • wy ce l]oo:-stgeconftitueerde; Mag'ten' in de refpeciive Gewesten , dat de ie ■ Publicatie ten fpoe^igften ' moge- worden' gepublteeèrt en ggalfigeert, daar zulks te gifchiuden gfcbrnikelyk is.
Aldus gedaan en gearre^teêft ter bover gemelde Ver- : gaderine, indenHage, den\5 December 1797, het derde Jaar der Uataaffche'Vryheid.
(was gep^raphee.rc>
S/j.' van L "NGEN, vt (On'ie.ftond^
Ter ordonnantie van dezelve.
( Was gerekend ) M. S1DERIUS.
FORMUL IEREN
QUITANTIE.
Ontvangen van in compiant geld, de fomrria van ter voldoening van den
termyn der Nationale Geldheffing op de inkomften, conform de Publicatie 'van de "Nationale Vergadering van den 5 December 1797.
Ont-



C »3 )
Oncvangen van in Quitantien van de by antic'patie gefourneerde Penningen de fomma van ter voldoening van den
termyn der Nationale Geldheffing op de inkomftr«iv conform de Publicatie der Nationale Vcrgide.-ng van den 5 December 1797.
QÜÖTIS ATlE-BiLLIET,
geplaatst op de binnen zyde.
Ingevolge en ■ ter voldoening aan de Publicarie der Nationale Vergadering van dato 5. December i?')7j verklare ik Ondergetekende naar mate var) myn j ïsrlyksch inkomen, .volgens hec vooifcbrifr der gemelde* Publicarie berekend, my zelve geqliiotifeerd te hebben, als behorende tot de Clasfe welker jaarlykfche inkomften bedragen guldens of daar bo¬
ven. Actum &c.
Op de buiten zyde van de Duplicaat QUITANTIE.
Ik Ondergetekende.
wonende
verklare deze te zyn de Duplicaat-Quitantie voor myn gedane fournisfement in den termyn der Na¬
tionale Geldheffing op de inkomften by Publicatie der Natiotide Vergadering van den 5 December 1797 gedecreteerd, voor zoo veel ik volgens de quotifatie der Clasfe, waar toe ik behore verplicht ben te fourneren.



c 24 y
En verklare verder op myn Burgertrouw, en onder bezef der ftiaffe, waaraan ik my in geval van bedrog of verzuim in dezen zoude bloot (lellen, dat ik voor my zelf, en voor zoodanige qualiteken waar in ik tot het fournislèroent verplicht was, niet alleen het preciefe montant dér quotifatie van de Clasfe waar in ik my opgeve, gefourneerd hebbe, maar ook daar en boven het volle montmt van 8 per Cent van myne inkomften zoo verre dezelve boven de quotifatie der gemelde Clasfe bedragen; dat ik my houde, ten vollen te hebben voldaan aan myne verplichting, om de termyn van myn aandeel te fourneren in de Geldheffing over myns inkömrten uitgefchreven, en dat ik niet minder betaald hebbe, dan ik na de berekening myner inkomften ingevolge 't voorfchrift van de bovengem. Publicatie, daar in te betalen, verplicht was.
DECLARATOIR voör de genen, die geen drie honderd guldens j tarlyksch inkomen hebben.
Ik Ondergetekende
verklaare op myn Burgertrouw, en onder bezef der fraarfe, waar aan ik my ingeval van bedrog of verzuim in dezen zoude bloot dellen, na het opmaken van Cv fom van myn jaarlyksch inkomen volgens het voorfchrift der Publicatie van de Nationale Vergadering van den 5 December bevonden te hebben, dat hetzelve in¬
komen geen drie honderd guldens jaarlyksch kan bedragen.
Actum
c E