PUBLICATIE wegens de GELDHEFFING by EXECUTlït VOdR den tweeden t e r iv! tn IN de 40 m I l L I o e n e n , I N £ T A D en L A N D & GEARRESTEERD EYDÈ NATIONALE VERGADERING, REPRESENTEER en DE het VOLK van NEDERLAND. Dm 18 January 1798. HET VIERDE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHÈIÉ* tn den H A A G, ter 'sLands DrUkkery. i?9*'* a Ho.  GELVKHEID, VRfHRlD BROEDERSCHAP. PUBLICATIE. * NATIONALE VERGADERING, reprefenteeretide 'het Volk van Nederland, aan alle hare Medeburgeren in de Provincie van Stad en Lande, Heil en Broederl'chap! doet te weateri.- Dat, offcbppn wy wel gewenscht hadden dat door eene volledige aanzuivering van het geen van wegens Uwlieder Gtwest op den tweeden terrnyn van de 40 millioenen over Ion iaare 1797 is verfchuldigt, wy ons niet in de noodzakeykhèid bevonden hadden , pm ook in Uwlieder Gewest ge>ruik te moeten maken yajj dat Regt en die Magt, welke an ons by het Reglement voor onze Vergadering is opgeIragerj, en dat wy derhalven niet behoefden te heffen eenen '-aitengewpouën penning, welken wy bereids by onze Pubüatie van den 11 Odtober 1797 hebben aangekondigt, de •itkorast evenwel in dezen aan onze verwagting niet heeft eantwoord, vermits 'er zedert gemelde onze Publicatie, waary wy dien buitengewponen penning op den goften penning er bezittingen hebben begroot, ja wel eene aaninerkelyke anbetaling uit de Kasfe 'van Uwlieder Provincie is gedaan, doch echter da voorfz. agterftand niet geheel en al is aange. zuiverd geworöen, sis zyndè-fiegts jn zoo verre vermindert, dat 'er alsnog eene opbrengst van den 1 sollen penning der bezittingen jn Uwlieder Gewest zal nodig zyn, en wy dus de geheele heffing, niet vermogen te laten vaaren. Dat wy zeer ongaarne, en als 't ware ondanks ons zelve, fpt deze heffing hebbende moeten befluiten het fournisfement van'den voorlz. isoften penning evenwel zoo gemakkelyk hebben gemeent te moeten maken, al? onzé betrekking tot het geheele Nederlandfche Volk, en de penurie van geld, waar in ziph de Nationale Easfe bevind, maar eenigzints geflpogde, en dat wy daarom niet alleen deze heffing, welke resus pp den 15 November jongstleden zoude hebben kunnen  ( 3 ) begonnen worden, tot heden toe hebben uJtgefteld, miarhebben gedefereerd aan het verzoek van.de Hoogstgeconftitueerd© Magt van Uwlieder Gewest by Misfive van den iS November 1, 1. aan ons gedaan, en mitsdien mede als contante penningen in deze heffing zullen aannemen, de Certificaten, gefproten uit de vrywillige 'Negotiatie, door welgemelde Beduur, ingevolge Decreet van den 5 Oftober 17^7 geopend, even als de Quitantien, gefprooten uit onze Anticipatie Negotiatie van den 5 July 1797. Dat wy by onze Publicatie van den II Augustus 1797, welke door ons wel expresfelyk word geinhsereert, bereids hebben opgegeven de wyze, waarop elk de bereekening van zynen Boedel maken moet, en by onze opgemelden Publicatie van den 11 Oftober 1797, de Ingezetenen van Uwlieder Gewest tegens het heffen dadelyk na den 15 November zelfs van eenen Softe penning, gewaarfchouwt hebbende, dierhalvsn bet niet nodig zal zyn om dit fournisfement nu nog langer uittefteilen. En het is d;.n ook om alle deze redenen, alsmede om alle duisterheid zoo veel in ons is, in dezen voortekomen,dat wy op den 9 January laatstleden bereids hebben gedecreteerd, ea als nu nog nader decreteeren by dezen; Art. 1. Van alle Ingezetenen van Uwlieder Gewest zal, voor des* zelfs individueel aandeel in den agterftand van Uwe Provimie, bp den tweeden termyn van de 40 millioenen voor den jaare 1797, geheven worden een ijofte penning van deszelfs bezittingen, bereekend conform onze Publicatie van den \i Augustus 1797. Art. 2. Ken ieder zal kunnen volftaan door zyn aandeel in deze heffing te voldoen met zodanige Quitantien als gefprooten zyn uit de voorfz. Anticipatie Negotiatie, op den 5 July I797 by ons gearresteerd, alsmede met zodanige Certificaten, als gefprooten zyn uit de vrywillige Negotiatie in het gepasfeerde iaar 1797, door de Hoogstgeconftitueerde Magt van Uwa Provincie geopend, als welke refpectivelyk voor comptante penningen ra deze heffing zullen worden aangenomen, Ellf  C 4 ) tam ■■■ Artv3f .|. • . . , • Élk en een iegelyk, het zy hy fourneert niet comptantè penningen, het zy met Quitantien of met Certificaten, zoo' als in het vorige Articul zyn bepaalt, zal verpligt zyn den' I50fte penning zyner Bezittingen te fourneeren voor den 2& february dezes jaars. Art. 4. Tot den ontfftngst van deze buiténgewoone heffing 'en heï geen daar van verder dependeert, zullen onze Gecommitteerden;, welke doof orze generale Commisfie, tot het dirigeren" van het werk der executie in de nalatige Gewesten, naar uwe Provincie'zullen (worden gedespecieert, zodanige Perfonen quafificefifijj' verders zodanige maatregulen beramen, en befchikkingen maken, als by uiadere notificatie zal worden bekecd gemaakt. En op dat aan de eene zyde niemand hier van ecnige ignoran» tie prfbtendcere, cn aan den anderen kant elk en een iegelyk verzekert 7y, dat het onze ernftige begeerte is, om in dezen zonder aanzien vin perfoon of gevoelens, oiize genomen maatregulen ter executie te doen leggen, zoo ontbieden erl verzoeken wy de Hoogsrgeconftiiueerde Magt in Uwlieaer Gewest, dat deze Publicatie ten fpoedigften moge worden gepu'bliciert en geaffigeert, daar zulks te gefchieden gebmikelyk- is$ alsmede, dat aan onze Gecommitteerden de nodige informatie en adfiftentie, conform het Reglement voor onze Vergadering, worden gegeven en verleend refpeciivelyk- Aldus gedaan en gearrefteerd ter bovengemelde Vergadering, in den Hage, den 18 January 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vryheid. (Geparapbeert) J. F. R. van IIOOFF, vt. (Onderftond) I Ter ordonnantie van dezelve ( Getekend ) M. SIDERIUf*.