PUBLICATIE
VAN HET
JJI TVOEREN D BEWIND
DER
BATAAFSCHEREPUBLIEK,
CONCERNEERENDE, HET REGLEMENT OP HET JAGEN^ VOGELEN EN VISSCHEN.
Xa ien HAAG, ter 's Lanüs Drukkcry. 1799






GeJykheid, Vryheid, Broeder[chap. PUBLICATIE.
Het UITVOEREND DER BAïAAFSCHE REPUBLIEK, doet te weten:
Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wy. ze, by de Staatsregeling voorgefchreven , overwogen hebbende,
Dat het Bataaffche Volk, by de door hetzelve aangenomene Staatsregeling, gewild heeft, dat alle Burgers het recht hebben, om ten allen tyde, met uitfluiting van anderen, op hunnen eigen of gebruikten grond te Jagen, te Vogelen en te Visfchen , en dat het Vertegenwoordigend Lichaam, by Reglement, de uoodige bepalingen zoude maken,
i°. Dat de openbaare veiligheid, en de Eigendomi men der Ingezetenen in dit opzicht verzekerd worden , en dat de Landgebruiker by geene Wet of Beding belet worde om alle Wild op zynen gebruikten grond te vangen, en dat geen ander daar op, zonder zyne bewilliging, zal mogen Jagen, Vogelen of Visfchen, en
üQ, Dat de Visfcheryen niet bedorven worden ;
Dat de aart en natuur van het eerfte foort van bepalingen volftrekt medebrengt, dat dezelve op de onbelemmerde befchikking over het Wild op eigen of gebruikten Grond behooren gebouwd te zyn j zonder dat èt by veelen nog bygeblevene denkbeelden van de con» fervatie van het Wild, als nuttig voedfel, of als een tak van Negotie befchouwd, veel min van bepalingen omtrent de wyze of tyd van hetzelve te vangen of te A doe»



C * )
fiooden, of eenige andere dergelyke bedenkingen» daar by in aanmerking-kunnen 'komen, of in dit oplicht eenige verandering kunnen te wege brengen.
Dat ten opzichte van het laattfe foort van bepalingen, "óf het ij.ftandfcö'.ide'n der Visicheryen, bvna in «11c de geieelten der Dataaffche Republiek, 't zy iroormaalige Géwestelyke of Plaatfelyke Wetten beftaan, welke ot- ber. Ikinsj van het heilzaam doeleinde, hst welk het Bataaffche Volk zich in deezen beeft voorgemeld, althans provifioneel , genoegzaam "kunnen j*er*k«n* worden te zyn 5 dat het daarenooVen /.eer moeijelyk 2yn zsude, dezelve door andere Wetten te dot*, vervangen, alvorens het Vertegenwoordigend Lichaam,' door dezelve te examineeren, in ftaat g^fteld was,' om uit al het goede en heil» «aame, het wslk in dezelve gelegen is,, het beste te 1cie..e.i; er. aat het in allen gevalle zeer gevaarlyk, «n ti4''n de intentie van h»t Bataaffche Volk aan gehandeld zoude zyn, deeze voorthaalige Gewestelyk'i en Plaatfclyke Wette» aftefchaffen, of buiten "tiffccl: te ftellen ,* voor en aleer dezelve door eeue geueTaalc Wet, zoo hee naar exami/iatie van alle de thans in vigeur zyndc' Wetten, en na onderzoek van de verfchillv-nde Plaatfelyke ohiftandigheden, al oit-voeriyk zul bc-onden worden, cm eene genemle ,Wet te maken, zullen worden vervangen; Beiloten en veroraend heeft:
Art. 1.
Dat, daar by de Staatsregeling voor het Bataaffche Volk, aan alle Burgers het recht is toegekend, -om, met sutfluiting van anderen , op hunnen eigen of gebruikten gïond te Jagen, te Vogelen en te Visfchen, voortaan zullen .ophouden alie Jagt-Gerichte», of andere, daar roe behoord hebb»nde Colle-
giea



i t )
g\e\\ of' Ambtenaaren, onder welke benaming ook; mitsgaders alle zoogenaamde Vrvhederi van d- J'JRt, en alle Privilegiën van-Psrc45ulieren, zoo oai op eens •anders «eigen- of gehuurde* -"grond -te inog'an-' Jagen,
• als om een- anderen dit op':'desze!fs eigen öff^Öfittötden grond te verbieden; maar ook, nat daurentegen een -iegelyk, ten allen tyde, op zyn eigen of gebruik ten grond, allerlei foort van Wild zal mogen vangen, en in zoodanig Water, hec welk-binnen zekeren eigen 'of gebruikten grond gevonden- wordt, en -het welk met de gemeene Rivieren, Meiren, Vaarten of \Vateren (welke daar mede correspondeeren) , geene communicatie heeft * ten allen tydï, en op allerlei wyzen, zal mogen Visfcften,
•» '■ u ■'»'ï- -Jm'f-tti
• Dat wel expresfclyk Wordt verbödbn- aan alie Eigenaars of^Beheerders van Lsndert of ah'dére Peiceelen, -hoegenaamd of .waar gelegen, om, het %j by het Fluur-Contract, of-by cehig'ahc'er afzohderlyk Beding, dert Huurder te belette?, "ten allen tytfe' op her gehuurde te mö^MV Ja sen , -V'oRèlèh' en - Visféhen £1 eis hordende alle i&oodsuiigcn fewwgferi gehouden- voor nul ofvaa geene-verbinden de 'kracht, ep even als of dezelve in het-Muiir-Coniract, het welk büiten dit beding in wezen Myft, niet lloiiden uitgedrukt.
• 'Ait.-3.- * ' ■« . Dat niemand, wie hy ook zy , zich zal moge» Veroorloven j om zonder goedvinden en' ermfimr Va» den Gebpöik'er van >eenigea gehuurden df StifileTéa grof.d , ^ denzslven , te komen Jagen ,. Wog< k"» (waar onder mede. het zoeken vair allerhande 8tó*i van Eieren, .en ftooren van Nesten, begrepen' wordt ) pf Vi&fthen, het zy met,lk>nden, Geweer',. Nstct" .
A a <



c 4 i
of cenig ander Jagt- of Vischtuig, met het welk loopend of vliegend Wild, Gevogelte of Visch, kan worden gevangen of gedood, op verbeurte van eene boete van ƒ30-:- telkens wanneer zulks ondernomen wordt; te appliceeren , een derde ten behoeve van den publieken Aanklager, een derde ten behoeve van dien geenen welke de bekeuring of beboeting zal hebben gedaan , het zy zulks door een Gerechtsbode, Gerechtsdienaar, of ander Perfoon gefchied is, en het overige een derde ten behoeve van de gemeeneArmen; zullende , wanneer de bekeuring of beboeting door particuliere Eigenaars of Gebruikers mogt zyn gedaan, de boete tusfchen den publieken Aanklager en de Armen gelyklyk verdeeld worden; en ingeval zoodanig iemand, na door die geenen , welke door publiek gezag daartoe zullen wezen gequalificeerd, of door den Eigenaar, Gebruiker, of iemand van htmnentwegen, gewaarfchouwd, en het verder Jagen, Vogelen of Visfchen, verboden zal zyn, echter daar in blyft voortvaren, als dan op verbeurte van eene boete van ƒ 60'l •, ten behoeve als boven; en in cas van daadlyke refiftentie of bedreiging van geweld aan die geenen, welke door publiek gezag daar roe zullen wezen gequali>fceerd , of aan den Eigenaar of Gebruiker van den groud, of aan iemand van hunnentwege gedaan, wanneer dezelve eenen Jager, Vogelaar of Visfcher, tegen het Ja^en, Vogelen of Visfchen aldaar vermaanen, of hem z'.'.'.iks. Jachten te beletten , zal een zoodanig Jager, Vogelaar Of Visfcher, als een VeTitr^j-der der openbaare rust, t\n Aanrander der Publieke Wegen en Plaatfen, worden aangemerkt, en tegoïi denzelven zoodanig worden geprocedeerd; en ^ulks alles boven en behalven de A&ie in ca.» van Spolie, overlast, geweld of anderzins, welke de Eigenaar of Gebruiker mogte goedvinden te inüitueerea
te-



C 5 >
tegen dien geenen, welke, zonder bekomene toeftemming, op iemands eigen of gebruikten Grond mogt hebben gejaagd, gevogeld of gevischt; als mede boven de verbeurte van het Jagt- Vogel- of Vischtuig, het welk de Eigenaar of Gebruiker van alzulk eenen zal mogen afnemen of doen afnemen; en zullen alle Jagers, Vogelaars of Visfchers, welke, uit hoofde van dit of een der volgende Articulen , in eene Geldboete zyn bekeurd op eene plaats alwaar zy niet woonachtig zyn, in Civile Gyzeling mogen en moeten gehouden worden , tot zy de Boete voldaan, of daar voor Cautie gefield hebban.
Art. 4.
Dat voor confent van den Eigenaar of Huurder gehouden wordt, wanneer iemand met den Eigenaar of Huurder, of met iemand van zyne Huisgenoten of vaste daaglykfche Be ïienden, op den in eigendom of huur gebruikt wordende grond, Jaagt, Vogelt of Vischt ; en dat wanneer iemand op eens anders grond zal willen Jagen, Vogelen of Visfchen, zonder dat de Eigenaar of Huurder, of iemand van de bovengenoemde Ptrfooneu van hunnentwegen, daar by tegenwoordig zy, zoodanig iemand zal moeten voorzien zyn van een fchriftelyken eigenhandig ondertekenden Confentbrief, van den Gebruiker van het Land waarop hy zal willen J.:gen, Vogelen of Visfchen, welke Confentbrief hy, alvoorens daar van gebruik te mogeu maken, zal moeten doen regiftreeren ter Secretarie van het Gemeente Beftuur,waat onder de Landen, op welke hy vryheid tot Jagen, Vogelen of Visfchen, bekomen heeft, gelegen zyn, en die Confentbrieven, als hy daar van gebruik zal maken, by zich moeten hebben, op verbeurte van eene boete van 25 Guldens, ten behoeve als boven, A 3 voos



C « )
voor iedere reïze, als iemand zal bevonden worden i zonder zyne Confentbrieven by zich te hebben, of die te hebben laten regiftreeren, te hebben gejaagd, gevogeld of gevischt , welke Regiftratie jaarlyks zal moeten worden vernieuwd, en voor welke telkens, ten behoeve van den Secretaris, zal worden betaald zes ftuivers voor ieder gegeven Coüfent, zonder onderfcheid of het op een of meer briefjes gefchreeveiï ftaat.
Art. 5.
Dat ten opzichte vsn de Gronden of Landen Jj welke tot niemands paniculieren eigendom, maar tet de Domeinen, of gemeene Goederen van het Bataaf, iche Volk, of aan Burgers van zekere Plaatfen of Gemeenten, het zy gezsmentlyk of afzonderlyk, beïiooren, en welke niet verhuurd of verpagtzyn, zoo ala ongecultïveerde en fierile Gronden , JAeiden , Duinen, Moerasfen, Gemeentens Grónden, Markten en andere, van welka benaajiinge ook meer, sis mede van de Visfcheryën in de gemeene Rivieren , Meiren en Wateren, tot de voorfz. Domeinen behooxende, proviConcel,' en tot daaromtrent door het Vertegenwoordigend Lichaam nader zal zyn voorzien p al dat geene het welk federt het jaar 1705. daaromtrent in de meeste der voormaalige Gewesten van de Batsaffche Republiek is in gebruik geweest, in ieder van dezelvén'refpectivelyk zal blyven ftarid "houden j cn' dat by zóo, vérre opzei ve niet van \vegeu3 het 'Uit-oerand Bewind,, Adraimstr'ative Beftuurcn of Ge;; ce> ren, ' zyn Vcrpagt, elk Stembevoegd Burger Van de Batsaffche Republiek op of in de eerde of alfcèm 'ene, en elk Stembevoegd Burger van zoodanige Gemeenten of'Gemeente, welke, het zy afzonderlek 'of* gez nuritlyk; eenige Gemeente-Goederen béz/fYen , fep of in ie laaffTen, óp de door de Wet bepaalde ty«



( V )
den en wyzèn, indien hieromtrent bepaalingen gemaakt zyn, te ErOgerj Jagen, Vogelen en Visfchen \ jaics zich daat toe jaatlyks ter Secretarie van het Gemeente Beftuur, wasr onder dis Gronden of Wateren, waar op of in hy dit Recht geduurènde' dat jaar wil uitoefenen, gelegen zyn, aangevende en hebbende teten r e gistreer env?.u welke aangifte en registratie aan hem een blyk zal worden ter hand gefield, waar voor hy telkens aan den Secretaris - zal moeten betalen zes ftuivers , welke blyk zoodanige Burger altyd by zich zal moeten hebben; zullende een ieder 3 welke bevonden zal worden op of in de voorfchreeve Gronden of Wateren, Gejaagd, Gevogeld of Gevischt te hebben, zonder daar toe in voegen voorfchreeven bevoegd verklaard te zyn, of de blyk daar van by zich te hebben, veibeuren, voor de eerfie reize 30 Guldens , voor de tweede reize 60 Guldens, en by verdere overtreding naar exigentie van zaaken, met confinement, bannisfement, of anderzins, worden geflraft.
Art. 6.
Dat alle boeten, met de kosten daarom gedaan; sullen worden ingevorderd by parate Executie, en dat de zoodanige, welke niet in ftaat zyn om dezelve te kunnen voldoen,door het Departementaal enGemeenta Beltuur zullen worden geroijeerd van de Lyst- dier geenen, welke, invoegen voorfchreeven, op de gemeene Gronden,of metGonfentbrieven op eens anders ïn eigendom of 'gebruikten Grond mogen Jagen,- Vogelen of Visfchen; zullende zy, welke, na dat hunne Naamen van deeze Lysten. zyn geroijeerd, en voor dat dé doar. hen verfchuldigde boeten , met de kosten daarom gedaan, zullen zyn voldaan, sullen bevonden worden buiten, dea d'-tor he» in-huur-gebruikten Gromi ' • •:• :. I >»bft£A]<tfl i. t • 1,. ..'n.'ïje/W



je Jagen, te Vogelen of te Visfcheu, voor den tyd van één jaar worden geconfineerd, om met hunner handen arbeid de kost ce winnen; terwyl die geene, welke niet in voorfc. Lysten zyn ingefchreeven, en de boeteu niet kunnen voldoen, voor de eerde reize veertien dagen te water en te brood zullen gelegd worden, en voor de tweede reize, zonder dat de door hen verbeurde boete zal zyn voldaan, tegen dit Reglement misdoende, mede invoegen voorfchreeven voor <*én jiar zullen worden geconfineerd om met hunner handen arbeid de kost te winnen.
Art. 7.
Dat het aan niemand, dan aan dezulken, welke, ingevolge dit Reglement , het recht bezitten , of de ,vryheid bekomen hebben, om te mogen Jagen, zal vryftaan met een Snaphaan of Cusch langs de gemeene Voetpaden nf Wegen te gaan of te ryden, op verbeurte van dezelve, en daarenboven van eene boete van 30 Guldens voor de eerfte reize, van 60 Guldens voor de tweede reize, en by verdere overtreding op poêie, van, naar exigentie van zaaken, met confinement, bannislement, of anderzins, te worden geflraft; zynde echter onder dit Articul niet begrepen gewapende Burgers en Militairen, welke naar de Verzamelplaats gaan, of van daar terug komen.
Art. 8.
Dat de by het voorig Arr. tot de Jagt bevoegde Perfoonen, wanneer zy ter Jagt gaan, of van de zelve terug komen, of, bereids ter'Jagt zynde, zich van het eene (luk Gronds naar een ander begeven, welke meer dan een half uur gaans, of 1000 Roeden van elkandertn gelegen zyn, de gemeene Voetpaden en Weeën niet anders dan met een on-
ge-



t 9 3
geladen Geweer zullen mogen pasfeeren,' op verbeurte van de boete en pccnaliteiten by het voonar Art. bepaald; zullende de door publiek gezag tot het doen van bekeuringen aangeftelde Perfoonen , ten allen tyde , de vryheid hebben , om de invoegen voorfchreeven, tot de Jagt gerechtigde, en al zoo de gemeene Wegen en Voetpaden pasfeerende Perfooneff, te mogen viiïteeren; en deeze de vilitatie moeten gehengen en gedogen, op prene van 12 Guldens, zoo tne-r nigmaalen te verbeuren als iemand deeze vifitatie niet goedwillig zal hebben toegelaten.
Art. 9.
Dat door de Gemeente-Beltuuren tweemaalen in ieder Jaar, als in het begin van February en van Au-' gustus, accurate LystcH , zoo van alle de geenen welke hunne Confent-brieven om op eeus anders grond te mogen Jagen, Vogelen of Vibfchen, hebben doen registreeren , als van zulke Stemgeiecbtiede Burgers, welke zich tot het Jagen, Vogelen of Visfchen, op Gronden of in Wateren, welke ia niemands byzonderen eigendom toebehonren , geduuren ié dat J'.ar, het welk met de maand Maart zal gerekend worden tc 6*H ginnen en te eindigen, hebben doen aantekenen, zullen worden gezonden aan. het Departementaal Beflnur , het welk daar van *al doen formeerew, en vóór het begin van Maart en September aan den publieken Aanklager, in elke Gemeente, doen verzenden, de Lysten van zoodanige Perfoonen, welke op Gronden of in Wateren, onder het Rechtsgebied gelegen, op gemeene of eens anders gronden zullen mogeri Jagen," Vogelen of Visfchen, met last, om daarvan Copieu ter hand te (Tellen aan de Gerechtsboden, Gerechtsdienaars , en alle zoodanige Perfoonen, als in deezen tot het doen van .Catengiea, op publiek gezag, onder
zyn



'zyn Resfort of Jurisdictie gevonden worden; en dat die geene , welke zich op de een of andere wyze tusfchen ds voorfchreeve twee bepaalde, tyden aangeven, en vóór de volgende generaale. aangifte en aaaichryving daar van wenschten gebruik te maken ,kunnen begeereo. dat daar van ten hunnen redelykoa kosten eene byzoudere opgave aan het Departementaal Beduur, en eene .aanfehryving aan den publieken Aanklager, of Aanklagers van dat Didrict, of die Didncten, ,waar onder hy.zal willen Jagen', Vogelen of Visfchen.,. worde gedaan; wordende de publieke Aanklager gelast, om behoorlyk zorge te dragen, dat die Reglement in alle deszelfs dselen ftiptelyk worde nagekomen, en dat de Gerechtsboden en Gerechtsdienaars, welke by cleezen tot het doen van bekeuringen en beboetiügen worden gequalificeerd en bevoegd verklaard, als mede zoodanige Perfoonen, welke daar toe nader, mogtea wordengequalifieeerd, hunnen plicht getrouw betrachten.
Art. 10. ,jU .,
Dat de Gerechtsboden en Gerechtsdienaars, als mede zoodanige Perfoonen, welke tot het doen van bekeuringen en beboetingen, op publiek Gezag, zullen worden gequalificfierd, wanneer dezelve eene bekeuring of beboeting zuilen gedaan hebben, daar van eeae fchriftlyke verklaaring zullen moeten geven aan den Publieken Aanklager, met melding, van den bekeurden of beboeten Pcnoon, de plaats waar. de bekeuring gedaan is, en dï zaak of. hst fait, waar over dezelve bekeurd is; welke .yerklaaring de pu-. hlieke Aanklager [ga} doen beëdigen,, en waar, op. als dan recht zal, gedaanworden,, .te- ware de' |eV boete Perfoon goed recht van tegeufpreeken hadde, of dat aan den Rechter het tegendeel van het in de Verklaariag gefljelde kwame te. blyke«
Art.



Art. li.
Dat insgelyks ieder Burger en Ingezetenen der Eataaffche Republiek bevoegd zal zyn, om bekeuringen of beboetingen te doen, mits bet fait doör twee geloofwaardige Getuigen bewyzende, en daar van eene verklaaring aan den publieken Aanklager binnen 14 dagen overgevende, dewelke dezelve als dm zal moeten doen beëedigen.
/irr. T2.
■ Dat de publieke Aanklagers, wanneer zv dergelyk eene verklaaring, het zy van ten deezen opzichte met publiek gezag bekleode, het zy van byzondere Peifoonen, bekomen hebben, en hebben doen beëedigen, en wanneer zy alsdan in dezelve genoegzamen grond voor eene Aanklagte of Adie gevonden hebben, binnen veertien dagen, na dat die ter hunner kennisfe zal gekomen zyn, de Geldboete van den Bekeurden en Beboeten zullen moeten afvragen , en by weigering denzelven daar toe voor deszelfs Competenten Rechter aanfpreken; als mede, dat zy, wanneer de zaak van dien aart is, dat er tot Lyfllraf zal moeten worden .geprocedeerd , daar van daadlyk kennisfe zullen moeten geven aan den publieken Aanklager daar toe competent, ten einde deeze, daar voor termen vindende, tegen den Bekeurden zoude kunnen procedeeren.
Art. 13.
Dat alle Gerechtsboden, Gerechtsdienaars, en alle zoodanige Perfoonen , welke tot het doen van bekeuringen en beboetingen op publiek gezag zyn, of nog zullen worden gequalificeerd, wanneer dezelve door deeze of geene particuliere Perfoonen worden gerequireerd , om bekeuringen , beboetingen , of Civiele Gyzelingen, uit hoofde van dit Reglement
te



C » )
te doen, en ook om de noodige adfiftentie in geval van geweld of overlast te verkenen , zulks niet zullen mogen weigeren, op verbeurte van hunne Bediening.
Art. 14.
Dat zoo lange de Rechterlyke Machten , als mede de GemeeiHe-Befhiuren, niet op den voet, bydeStaacsirgeling bepaald, georganifeerd zyn, de jegenswoordige Civile Rechtbanken over de Geldboeten, en de Crimineele over het Lyfftraflyke, zullen oordeelen ; mitsgaders, dat de Balliuwen en Drosfaarden de aanklsgten voer beide deeze Rechtbanken zullen moeten doen; terwyl de Schouten Civiel, benevens de Gerechtsboden en Gerechtsdienaars , tot het doen der bekeuringen en beboetingen, invoegen voorfz. mede zoo lange bevoegd verklaard worden; als mede, dat de Regiftratien der Confentbriefjes enz., by de Mu. nicipaliteiten, zoo als dezelve thans nog beilaan, zul1S« moeten gefchieden.
Art. 15.
Dat alle Placaaten , Publicatien en Ordonnantiën , welke in dn. voormaalige Gewesten en Plaatfen , tot confervatie en inftandhouding der Visfcheryen , inde Rivieren, Meiren en Binnenwateren, zoo met opzicht tot den verboden tyd, als de wyze van Visfchen , zul- len blyven in volle kracht, tot dat door het Vertegenwoordigend Lichaam daar in by een generaal Reglement nader zal zyn voorzien; en in zoodanige der voormaalige Gewesten of Plaatfen, alwaar ten deezen opzichte geene voorzieningen mogten zyn gedaan, voortaan, geduureude drie weeken, voor de drie weeken na den 1 Mey niemand in de voorfz. Meiren of Wateren zal mogen Visfchen, op verbeurte van ƒ100:-:',
te



C '3 )
te verdeelen als hier boven, behalven ook de verbeurte van het Vischtuig.
Gelastende dienvolgens het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigen Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort.
Gedaan in den Haag, den 28 Oftober 1799, het vyfde Jaar der Bataaffche Vryheid.
(was geparapheerd)
J. F. R. van HOOFF vf.
(onder ftorjdt)
Ttr Ordonnantie van hetzelve.
(was genekend) C G. HULTMAN.