01 1069 3207 UB AMSTERDAM  D E PLEITENDE P R A C T I S IT m of, •> MANIER van PROCEDEEREN $ In de fleden en ten platten lande in de Proüncii van Holland en Westfriesland gebruikelijk: BEVATTENDE EEN COMPLEET FORMULIERBOEK^ Van allerhande judicieele néten en inftrumenten, betrekkelijk tot dagelijks voorvallende questiën, voor de rechtbanken in de Steden, Dorpen, hooge en vrije Heerlijkheden, zo in crimineele als burgerlijke zaaken, geventileerd wordende ; en, onder anderen, iri twee volledige proceslen in cas van disfohaie en defloratie, voor dezelve gediend hebbende: zeer dienstig, en van een noodzaaklijk gebruik voor alle jonge praétifijns, welke zig op de praftijk voor hooge en laage rechtbanken zoeken toeteleggen; Ètde ■ 't lar.ge jaaren bijeen verzameld door een kundig Rëchtig&i leerde, vervolgends met fommige ophelderende annotatie':! verbeterd; mitsgaders met nieuwe inftrumenten, en bijsonder niet volkomen uitgewerkte pleit-mer.ioriè'a, daartoe dienende, vermeerderd door Mr. F, L. KERSTEMANi Profesfor honorair, en Doüot der beide Hechten; te AMSTELDA M, bij Ji B E L W Ev ii d c c s c i i;   VOORBERICHT VAN DEN ÜITGEEVER. tlCoen mij, voor een geruimen tijd., door een zeer kundig Rechtsgeleerde, om tp cxamineeren, ter hand gefteld werd, ~n uitgelezen colleétie of verzamcli*» van judicieele inftrumenten, weleer:i Proces" fen voor de rechtbanken terPlatten *an" de, in de Provincie van eiland gediend hebbende, befpeurde ^ aan den eenen kant wel aanftonds. dat verre de meeste van die fchriftu^en onverbeterlijk , en naar de kunst-gelen van de Praétijk opgefteld warer» maar ik ontdekte ten zelfden tijde, dit er nog veel aan ontbrak , om deezc feparate Hukken als een compleet: Formulierboek door den druk wereldkundig te maaken , aangezien de toegezondene fchriftuuren zig alleen bepaalden tot. * 2  iv VOORBERICHT. hetgeen ieder Praciifijn voor zijrt' Meester ingeleverd hadt, zonder van die zijner ■ partij het minfte gewag te maaken: om dit defect wegteneemen , heb ik deeze verzameling met nieuwe inftrumenten aangevuld , vooral in zulke zaaken , welke ik, federt den jaare 1769, als Advocaat zelf bediend heb gehad, en vervolgënds % werk hier en daar met zodanige am m"'ti'ên verrijkt, welke het tot vaste iegele. aan jonge Praéb'fijns noodzaakelijk zullen ö^fên ; ondertusfchen heb ik reden van u vertrouwen , dat men dit dompleet Hanu,0ek van judicieele inftrumenten, waaraan zur bedreveneRechtsgeleerden den eerften gi-,nd gelegd hebben* als een meesterftuk, 01 liever als eeri voorlichtende fakkel voor -te rechtspleging ten platten lande zal befcv.ouwen.  INHOUD DER- NOTABLE PROCESSEN, Welke voor verpheidene Rechtbanken in de fteden en ten platten lande gediend hebben, en in dit Werk verhandeld zijn; met alle de judicieele inflrumenten daartoe fpetleerenae. EERSTE ANNOTATIE. casus I. — Formulieren van concluftën van eisch, antwoord, replica en duplicq, in de zaak van Adriaan caan, eisfcher; contra ,kicolaas schou» •jen, gedaagde over namptisfement van penningen. . Bladz. a„ II. Conclufiën van eisch en antwoord, in dezaak van samoel bogaard* msn, eisfchtr; contra marinus batenburg , over grondfcheiding. ... 8. TWEEDE ANNOTATIE. . i8. III. — Conclufie van eisch, in de zaak van marijtje pietersd. van driel, cumqq>, requirante, om getuigenis der waarheid te geeven ; contra, pleun ar1ensz. spruit , gcrt- quinerde in 't zelve cas. . 19. **  v» INHOUD. casus IV. Conduite van replicq voor dezelve, als eisfeherufe in cas van defloratie en kraamkosten • contra , pieter pietersz. vak or1 el, gedaagde. . Bladz. 21. 5 DERDE ANNOTATIE. . 22. V. —- Conclufie van eisch , wegens arheidsioon, in de zaak van jak hen. drik voortman, fisjther; contra, ai.kxander van Dh.% heide, gedaagde. . 23. VIERDE ANNOTATIE —r' VI« — Conclufie van eisch, over huurpenni». gen, in de zaak van willem van den bekgh , eisfeher; contra, jostüs keuvel , gedaagde. 25. VIJFDE ANNOTATIE. . z?t VII, w Conclufie van e'uch, over eene handte¬ kening, in eau fa barend ja« cobsz., eisfeher; contra, jan TIOT, gedaagde, , 28. ZESDE ANNOTATIE. . 29. VIII, — Conclufèn van eisch en notulen, wegens gevorderde kooppenningen, in d$ zaakvan cijsbeht dros, eisfcher; contra, c e b r i t van dh weterinq, gedaagde. ibid, ZEVE.NQE ANNOTATIE. . 33,  i n ii o ü D» vil Item , tlotukn , waarbij in den eisch gecon/ènteerd wordt. Bladz. 32. CASUS'x, —— CohClufie van eisch, om getuigenii der waarheid te geef en, in de zaak var willem dingemanden beer, requirant en eüfcher; contra, GERRiT heus , gerequireerde. ■ 34. agtste annotatie. . 35. x. — Formeel Proces op deprovifiesovef leverantie van turf, met alle de conclufiè'n ter wederzijden; mitsgaders met drie uitgewerkte Pleitmemoriën , daartoé relatif, en het vonnis tot namptisfs* ment daarop gevolgd. . 36. xi. -— Conclufie van eisch tot extradiElie of overlevering van een erffortie tegen executeuren. . . 104. xii. — Conclufie van eisch in cas van reïvin* dicaiie. • . lof» xiii. — Conclufie van eisch in de zaak vati willem broekhuizen, ar- reftant en eisfeher; contra , bernardus bouuijnSjgeatrefieer, de en gedaagde. . . 110, Formulieren van judicieele aclens en inftrumenten, welke in voorkomende gelegenheid van prcoesfen voor de fit.  vnI INHOUD. balterm rechtbanken ten platten lande noodzaaklijk zijn, en gebruikt kunnen worden; in 8 Hoofdd., Bladz.ua. CASÜ8 XIV. — Volledig en uitgewerkt proces in cas van defloratie, alimentatie en kraamkosten , met alle de aften en muniinenten, zo als dezelve onder inven[11 tatis zijn overgelegd mitsgaders het intendith van wegen de eisfcheresfe overgeleverd , en daarop gevolgd vonnis van Gezworens van Berkel en Rodenrijs , daarin geJlagen ; niet alle de befcheiden ter executie van hetzelve vonnis plaats gehad hebbende, en eindelijk met de extracten van alle de merkwaardige notulen, welke ter dier zaake voor gemelde rechtbank gehouden zijn. 129. xy4 Crimineel proces van een' Bailluw van een hooge en vrije Heerlijkheid, tegen een perfoon, gefuspedeerd en befchuldigd van paardedieverijgedelinqueerd te hebben. » • Xyi, _ Houdende een crimineele aSie van een' Bailluw , wegens en ter zaake van een letale of doodlijke wond, met een mes tcegebragt aan iemand, die binnen den negenden dag, door een ander oorzaak of toeval komt te overlijden  INHOUD. ix en waarvan de geapprehendeerde del)' quant vrijgepleit wordt. Bladz. 267. casus XVII. — Formulier van een conclufie van eisch , wegens kooppenningen , in de zaak van bartholomeus overgaauw, eisfcher in R. A. \ contra, henürik van den berg, gedaagde. . 297. XVIII. — Formulier conclufie van eisch,wegens eene onderhandfiche obligatie in de zaak van arnoldus boekhout, eisfcher in R. A.; con* tra ar IJ van DER YVILK,g£- daagde. . . 298. XIX. — Formulier conclufie van eisch,wegens een testamentaire quesfie in de zaak van neeltje BOUDESTElK en LEENDERT BOUDESTEIN , til* fchers in cas van R. A., met de claufule van editie, ter eenre; contta corinelis diepenhorst en ANDRIES MELCHIOR , »"» qualiteit als geauthorifeerde en gequalificeerde boedel-adminiftratturs qq., gedaagden ter andtre zyde. 299. XX. — Formulier Conclufie van eisch , betreffende een testamentaire quesüe in de zar.k van NEELTJE en ** 3  i INHOUD. leendert EOUDESTEINj eisfcher esfe ; contra , anreies en jacob domburg, over gedaagden ; met de affte van citatie en lettre requijitoriaal, daartoe fpecteerende. . Bladz. 303. CASÜsXXI. — Formulier van een fchriftlijke citatie of dagvaarding, zodanig ah dezehe ten platten lande gehruiklijk zijn, in de zaak van jan spruit, eisfcher ; contra ,jan van der plas, gedaagde. . 307. XXII. —- Formulier conclufie van antwoord in Caufa paülos van beukel , ge- requit eerde', contra, izaak vroombrour, qq„ requirant. . 308, XXIII. — Formulier van een conclufie van eisch, in cas van defloratie met de notulen, dhpofitie van Schepenen bij sontumacie van den gedaagde verleend, in de zaak van, aaltje cornelish. breedvelt, eisfcheres/e ; contra + jaccb van het reuzenhuis,gedaagde. . . 309, XXIV. —- Proceduuren in cas van injurïën, met de conclufie van eisch in reconventie, en antwoord in conventie, replicq en duplicq, in de zaak van willem dingeman , gedaagde in conventie,  INHOUD. xr en eisfcher in reconventie', contra, fKiROiMELLA versluis, eisfcheresfe en vet weer der esfe in heide refpective cas. . Bladz. 513. casus xxv. —-1 Formulier in cas van '/ fchutten van huwlijksgeboden , met den eisch en antwoord daartoe betrekkelijk, in de zaak van claas jacobsz, huisman, en zijn' zoon jacob claasz. huisman , oppofant en requirant, ter eenre; contra, cornelis saDElaAr , ger.ppojeerde en gercquir eer de. . . ^ xxvi.— Formulier conclufie, van eisch op de re» queste cbAle, wegens 'i releveeren van den (laat van 'procetfen , in de zaak van Pi eter van den akker, ge. daagde en rtquirant ter eenre; contra, haartje claas?. schouten , eisfcher en gerequireerde, ter enderc zijde, , . x xvii.— Formulier conclufie van eisch om de'■claratie van kosten ovetteneeme», /« de zaak van leendert f>e kok, eisfcher en declarant; contra , willem d1ngeman de beer, gedaagd de en gedeclareerde. . 323 xxviii. - Formulier conclufie van eiseh in caufa ar ij boleSj eisfcher, wegens gelever-  *n INHOUD. dekool-asch;contra, PiElER spreng' huizen, gedaagde. Eladz. 324. CASüsXXIX.— Formulier conclufie van eisch, wegens geleverd brood, in de zaak van hen* drik maarland, eisficher; contra claas Hollander,gedaagde. 326. XXX. — Formulier conclufie van eisch in cas van defloratie, in caufa van a<.... f....., als vader en voogd van zijne minderjaarige dochter, eisfchers; contra , b .... r ...., en deszelfs vader c .... r..,., gedaagde in het voorn. cas. . 329. XXXI. — Volledige proccduuren, in de zaak van lena de jonker, geadfifteerd met haar en curator ad litis, eisfcheresfe in cas van disfolutie, uit oorzaak van tnalitieufe defitrtie, ter eenre; contra, jan van zanten , gedaagde ter andere zijde , met den intendith en vereficatiën daartoe fpefleerende , zo als dezelve onder inventaris overgelegd zijn aan den Ed. Achtbaaren Gerechte van Hillegersberg en tfotterban ; mitsgaders het vonnis, door welgemelde Gerechte ten voordeele van de eisfehe. resfe daarin gefiagen. . 332. KORT UITTREKSEL Van tovLOlRECHT. 368. EER.  EERSTE ANNOTATIËs JL is eene bekende zaak, waar van alle Prafti'„ zijns die voor de rechtbanken ten platten lande i, practifeeren, volmaakt overtuigd zijn, dat de be"„ handeling der rechtspleging aldaar, zo ten opzichtj, te van het opftellen der judicieele inftrumenten, 3i als in de mondlinge pleitdoojen , merkelijk verfchilt van de manieren van procedeeren 4 welke j, voor de collegiën van juftitie in de Steden meestj, al plaats hebben, alhoewel zij genoegzaam op dei, zelfde leest gefchoeid zijn,daarom conform den ftijlè ,, van de praélijk, eh de loc'aale coftume naauwkeu^ 5, rig geobtervéerd wordt". >, Wij ontfluiten dit kunstrijk Formulierboek hét ',, geen, zonder vergrooting gefproken , een fchat „ van weluitgewerkte judicieele lcbriftimren, teri 4, opzichte vanalierleie materiën van zaakeu behelst 4 j, met de volgende vier conclufïën van eisch, ani* ■ „ woord, replicq , en duplicq in de zaake Van , AUIUA AN GAAN. A  C * ) CONCLUSIE van EISCH. A. casus I. adriaan caan, Koopman binnen de Stad Rotterdam 9 eifcher * contra, kicolaas schouten, gerechtsbode van den arnbachte van de Ketel, ged. simon knappert, als' Procr. van den eisf. concludeert tot condemnatie , en bij provifie tot namptisfement van de fomma van vier honderd ne> gen - en zeventig guldens, negen fluivers enagt pei> ningen, den eisl'. van den ged. over aan hem gele^ verde tarw en rogge nog deugdlijk competcrende, C. E, ofce anderen enz. CONCLUSIE van ANTWOORD. B. t nicolaas schouten , broodbakker woonende te Ketel, ged. contra, adri&an caan, Koop* man te Rotterdam, eiif. De ged. zégt. Dat hij niet dan met de uiterfte verwondering i» patwaar geworden:  C 3 ) Dat de eisf. van zig heeft kunnen verkrijgen orii liem ged. tot betaling van eere fomma Vdö ƒ 479:. 9:. 8, in rechten te conveniëren : Daar denzelven bewust is, immers behoorde tezijri, en 't welk ten zijnen tijde den Rechter genoeg zal worden aangetoond, Dat hij ged. op den 4 Aug. 1764, met de fom^ ma van ƒ 3: -17:-8. Eene fomma van/iooi. aan den eisf. heéfi betaald j En over zulks dat bij ged. niet meer aan den eisf. dan een fomma van ƒ 383:-7:- over leverantie \éd graanen per resto van meerder fomma verfchul. digd is, En welke fomma hij ged. nimmer weigering ii geweest aan den eisf. te voldoen. fvlfts welken en andere redenen, in tijd en wijle,(is 't nöodjJj nader te allègüeren, de ped. al* vojrens te antwbpiden, doende prófentatie, verklaart bereid en te vrederi te zijn om aan den eisf, tegen behooréIijke qnitantie mpromtis opteleggen en te be~ taaleri, de fomma van/3#3:-7 •- den eisf. voor geleverde graanen per resto nog competerende 4 fustinerende met de allezins feisfacloire pre!e.ua» •tie te kunnen en nlogen voldaan. b;j reftfs, rrikw gaders Onder beneficie van de voorfz. prefemarié antwoordende, concludeert ten fine van nbt ontvankelijkheid, en bij ordine,dat de verdere of ande;è' lï i  ( 4 ) eisch mitsgaders verzoek van provifie aan den eisf. zal werden ontzegd, cum expenfls, 'ofte tot anderen , enz. CONCLUSIE van REPLICQ. C. adriaan gaan) Koopman binnen Rotterdam, eisf. contra, nic ol aas schouten , ge- rechsbode vin den dorpe van ambachte van Ketel, ged. simon knappert, als Procureur van den eisf. deed zeggen dat het wel een waarheid is, Dat de ged. op den 4 Augustus des voorleden Jaarsli764, aan den eisf. in het geheel heeft betaald een fomma van £100: te weeten een fomma van f96: • 2: - 8: - tot resterende voldoeninge van aan hem geleverde tarwen in het Jaar 1762, en ƒ 3.: 17:8?. in mindering van het geen hij verfchuldigd was, over aan hem geleverde tarw en rogge, in het Jaar 1763» Doch dat het ook geen minder waarheid is, dat de ged. niettegenftaande, aan den eisf. nog deugdlijk is verfchuldigd de van hem geëischte fomma van/479--9--8s- . „ , Zo als middagklaar confleert, uit dei eisf. fchuld- boeken en waarvan door den eisf. aan des gei  ( 5 ) Procureur op den 16 Sept. jongstleden viïie is gegeven , als ook uit hst extradt door den Notaris justus van der me ij, te Rotterdam, daaruit op den 8 der maand Augustus deezes Jaars, gemaakt, waarvan ook een copie authentijcq van dato 18 September deezes Jaars, van gem. Procr. is overgegeven , waarom dan ook de eisf. zig ten uiterften komt te verwonderen over de verregaande onbefchaamdheid van den ged,, van tegen zijn beter weeten aan, te durven voorwenden niet meer fcbuldig te zijn aan den eisf. dan een fomma vau ƒ 383: - 7: en mitsdien des eisf. rechtvaardige prctenfie verdacht te maaken, doch waarvan door den ged. nooit het allerminst bewijs zal kunnen worden aangetoond, als zijde deszelfs voorgeeven ten eenenmaale onwaarachtig, en niet anders dan een bloote uitvlugt, om, ware het mogelijk , de betalinge van het bij hem verfchuldigde nog verder te delaijeren, gelijk hij ook al federt langen tijd den eisf. met onwaarheden, heeftopgehouden; Mits welke en andere redenen, afflaande en debatterende de middelen van des ged. antwoord en prefentaf tie bij meer denegatie impertinentie en irrelerantie , en refuferende de prefentatie daarbij gedaan, als captieus en infuffifant; perfisterende, onder prefentatie van den eisf. van bereid te zijn de deugdlijkheid zijner fchuldboeken met folemneelen eede te fterken, bij deszelfs 43  e $ ) plle?}ns gefundeerde conclufie van eisch en verzoeV?n provifie voor repücq. CONCLUSIE van DUPLICQ. D, kicolaas schouten, broodbakker} wonende in de Ketel, ged. contra , adb i a an caan, Koopman , wonende te Rotterdam, eisf. Pe ged. deede zeggen, Pat hij zig althans par le monut, met betrekking • tot de middelen bjj des eisfs. conclufie van re- plicq gepofeerd , en dewelke juist niet van de beste gratie zijn, noch ook hoe, en op wat wij. ze de eisf. roet den ged. heeft gehandeld, niet zal uitlaaien, Poch eenvoudig melden , Dat hij niet alleen met den eisf. lange jaaren heeft genegotieerd, Maar ook, als ten uiterften op den eisf. vertrou* wen ftellende, meer dan ééns bctalinge, zonder daarvoor eenige quitantiën te ontvangen, aan den eisf. heeft gedaan, dus als in goeden trouwe met den eisf. verferende rdet pr*efife wist hoe veel hij ged. pes res^o aan den ejsf. verfchuldigd was*  C 7 ) Vervolgends dan ook niet ter kwaader trouwe, maar op fundament van des eisf. eigen gedrag, heeft geprefenteerd te bet aaien, eene fomma van ƒ 383:.7:Dat het al verder is komen te gebeuren , Dat de ged. uit des eisfs. conclufie van replicq met prefentatie van eede ontwaar geworden zijnde , Dat de eisf. van den ged. niet eene fomma van ƒ 383:-?:- maar een fomma van ƒ479:-9:-8:quafie te pretendeeren zoude hebben , Dan ook als nooit gewoon zijnde iemands deugd- lijk recht te bedisputeeren, Niet tegenffcaande de eisf. tot die onbefchaamd* heid is gekomen, van den ged. bij gem. conclufie van replicq, met prefentatie van eede, daarvan te fugilleren, Alvoorens te dupliceeren te doen prefentatie, en te verklaaren bereid en te vreden te zijn, onder folemneele eede te zweeren, meer dan ééns aan den eisf. betalinge, zonder daarvoor quitantie ontvangen te hebben, te hebben gedaan ; gelijk de ged. ook verders declareert, bereid en te vreden te zijn, om in gevalle de eisf. de deugdlijkheid zijner fchuldboeken met folemneelen eede komt te Herken, tegen behoo« reüjke quitantie aan den eisf. in promptis opteleggen, de fomma van ƒ 479:-9:-8:A4  ïiogthans dpor den eisf, alïs kosten ter deezer oorzaake gemaakt, werden gerefun-, deerd , fustinerende de ged. met voorfz , prefentatie te kunnen en mogen volftaan, bij refus en onder beneficie van dezelve, peifideert bij deszelfs conclufie vaq antwoord , met prefentatie voor die van duplicq. NB. Op fondament van de voprmelde prefentatie, ^//conclufie van duplicq gedaan, werd, dien conform, tfeezc zaak in questie, zonder verder litis conteftatie, bij accqord afgedaan^ BIJGEVOEGDE CONCLUSIE van EISCH. A. fA$yslL. Ïisch gedaan maaken, en dea Ed: Achtb: Gerechte van Hillegersbcrg overgegeven » uit den naame ende van weg© samuel bogaardman, woonende aan Ter Eregge% eisfcher in cas van rau a$ie ter eene, contra, MARINOS ba TE NB urg , mede woonachtig aldaar; ge. daagde in het voorfz. cas ter andere zijde.  Co) r Art. i.) .... van uijr, als Procureur van den eisfcher deede uit naam als boven zeggen, 2. ) Inoispu tabel en conform de waarheid te zijn, 3. ) Gelijk ten zijnen tijde uit gefloten contracten, cn andere geloofwaardige bewijzen, ten overvloede, zal manifefteeren 5 4. ) Dat in den Jaare 1731, tusfehen den eisfcher en wijlen jan hanwijk, toemnaal posfesfeur en eigenaar van het erf en land, althans behoorende aan den gedaagde in deezen , 5. ; Ter gelegenheid van hunne refpeftive erffcheidinge van derzelver aaneengrenzende landen , gerezen zijnde cenige difFerentcn; 6. ) Daarop met gemeen confent onder hen was gemaakt en gefloten eene fchriftlijke conventie, 7. ) Ingevolge en uit krachte van welke niet alleen de grondfeheidingen van hunne aangrenzende landpn, maar ook de onbelemmerde bevaaring van de floot naauwkeuiig was gereguleerd en bepaald geworden, 8. ) Gelijk de beide voornoemde contractanten zig federt, mutatis mutandis, aan de preftatie en nakoming van deeze geflotene conventie , ftiptlnk en naar de letter gedragen hadden. 9. ) Dan dat niet lang daar na het deplorabel ongeluk was komen te gebeuren , 10. ) Dat de eisfcher door innocentie, cf liever ter oorzaake van fcrmeele verftnmiberoovrig , 11. ) In het dolhuis der Üad Rotterdam, ter zijne? herftellinge was geworden geplaatst, AS  ( io ) ia ) Et aldaar den tyd van meer dan 25 Jaaren tot zyn leedweezen verbleeven zynde, 13. ) Ondettusfchen hetzelve, de gedaagde in de posfesfie en eigendom van het erve en land, weleer toebehoord hebbende aan wijle den voorn, jan hanwijk, en naast die van den eisfcher gelegen, geraakt was. 14. ) En dat, ofTehoon hij confequentelijk verpligt en gehouden was geweest, 15. ) De .conditiën, geftipuleerd in de meer voorfchreve aften van conventie,met zijnen voormelden predefesfeur getroffen, plegtig aan zijn' kant te vervullen , 16. ) Als zijnde een fervitut of last die perpetueel en ten eeuwigen dage aan den eigendom der wederzijdfche aaneengrenzende erven en landen geaccrocheerd, en verknocht blijven moest, 17. ) Het nogthans aan den gedaagde op eigen authoriteit hadde kunnen gelusten, 18. ) Geduurende de Iangwijlige abfentie van den eisfcher, daarvan in zo verre te abuferen, en op eene ongepermitteerde wijze, een notaire infraétie, en zichtbaare inbreuk aan de voorfz., gefloten conventie toetebrengen, 19. ) Ten zulkeu effecte van niet alleen de geconditioneerde bevaarigvan de floot in verfcheidene opzichten aanmerkelijk te belemmeren, en als genoegzaam impracticabel te maaken; 20. ) Maar het geen in deezen de meeste reflectie verdient, boven dit alles een turffchuur op de go  meene grondfcheiding, en gevolgtijk gedeeltelijk op het erf en den eigendom van den eisfcher te bouwen, tH'0 Zo als naderhand, face clarhts, ten procesfe zal worden geprobeerd , en aangetoond. 22,.) VVaarfchjjnelijk tot deeze onbehoorelijke demarche te meerder aangemoedigd geworden zijnde, 23. ) Door de negligentie en het verzuim van des eisfchers huisvrouw, welke bij zijne abfentie, zig, ter zaake van dien, niet ten rechten tijde in oppotnie gefield had. 24. ) Dat de eifcher vervolgends weder gelukkig É>ij zijn verftand geraakt, en gerelaxeerd lijnde, 25. ) Na onderzoek en beviDdjng van zaaken, den gedaagde meermals over het gunt vcorfchre. ven is, in het vrindÜjke had aangefprokcn, 26. ) En daarbij icfiantelijk aangedrongen en verzocht , om mede de grondfcbeiding van hunne refpective erven , in den voorigen ftaat te her* {tellen, 27. ) Invoegen als dïe bij de meergemelde conventie van den Jaare 1731 uitdrukkelijk bepaald was; 28. ) Of, des goedvindende, na voorgaande in» fpecVie oculair van perloonen des kundig, het different te verblijven, 29. ) Aan de finaale uitfpraak van arbiters of goêmanrjen: 30. ) Dan, dat de gedaagde beide deeze redelijke proporties gedeclineerd hebbende,  C " ) 31.) De eisfcher zig mitsdien in de onvermijdelijke noodzaakelijkheid bevindt om,totconfervatievan zijn gefundeerd recht, den eisfcher voor deezen Ed: Achtbare gerechte te moeten conveniëren. Mits welke en meer andere redenen in tijden en wijlen nader te deduceren , de voorn. Procureur, in den naame als boven, eisch doende, concludeert; dat de gedaagde zal worden gecondemneerd, om de grondfcheiding van de refpeclive erven, althans in qjjestie , in haarert voorigen (laat te herftellen , conform en volgends de gefloten conventie van denjaare 1731, hier voorenbr:. der gementioneerd; mitsgaders fpecialijk de opgebouwde turffchuur,voor zoveel dezelve gedeeltelijk op den grond van den eisfcher bevonden zal worden te ftaan, ten zijnen koste aftebreeken: maakende, in cas van contradictie, op alles eisch van kosten ofte tot anderen enz. , CONCLUSIE van ANTWOORD. B. antwoord, gedaan maaken, en den Ed: Achtb; Gerechte van Hcllegersberg overgegeven , uit naame ende van wegen MARINUS BATENBURG , woonende aan Ter Bregge „ K, A. ter eenre,  ( 13 ) op ende jegens. samuel boogaardman9 inede woonende, aldaar eisf. uit voorn, cas ter andere zijde leendert de kok, als Procureur van den ged. deede conform zeggen. Art. ï.) Dat in den Jaare 1731. tusfchen deneisf in deezen ter eenre. 2. ) En wijlen jan hanwijk, eenige differenten en moejelijkheden ontftaan zijnde , 3. ) Over en ter zaake van de fcheiding haarer naast den anderen gelegene gronden en erven, 4. ) Dezelven- eindelijk door tusfehenfpraak van goede mannen, bij afte van dato 25 April 1731, met den anderen onder hun waren geconvenieerd, 5. ) Dat de floot gelegen tusfchen het land van den eisf. in deezen, en het erf of werf, van den voorn, jan 11 anwijk, in het geheel aan den eisf. zoude toekomen? 6. ) Dat dezelve jan hanwijk , ofte zijn rechtverkrijgende, geen recht zoude hebben , om de floot te bevaaren, benauwen of belemmeren, 7. ) Dan dat dezelve jan hanwijk, zoude hebben en altoos in eigendom behouden, de breedte van zijn erf. van twintig roeden. 8) Te rekenen van den buitenkant van zijn' munr af, tot de buitenkant van de paaien of de buitenkant van de platinge toe, 9.) Lijnrecht oost op tot den ingeflagenen fchei» sn hoek-paal toe;  ( 14 ) tó.) Met dien verftande , nogthans, dat of éi pktingen een du'm a drie mogten ftaan, buiten de* bovengemelde maat. ii.) Dezelve zouden mogen blijven ftaan, tot dat dezelve zoude worden vernieuwd $ of vermaakt, '12.) En als dan gefteken moeten worden op dé bovengenoemde breedte» 13. ) Dat de eisf. in deezen zoude houden nog Vijftien duim buiten zijn huisjeo of muur, 14. ) Te weeten aan de westzijde,' 15. ) Welke roojing zoude ftrekken, voor uit de Rotte, tct aan den eerden paal, ftaande aehter het huisjen van den eisf, in deezen, 16. ) En verder met een kromte,'zuid-west asn , tot aan den ingeflagenen hoekpaal toe; 17. Dat wijders zijlieden , ten geineeneh koste zouden moeten maaken, en altoos onderhouden, eene gemeene fcheidingj 18. ) Van den hoekpaal af, tot aan den zuidhoek van het huisjen van den eisf. in deezen, 19. ) Eh verder, 20. ) Dat de voorn, jan hanwjjk, of zijn rechtverkrijgende, ooit of ooit zoude door heiningtakken of iet anders, te zetten of te ftelleiij voor' de lichten van des eisf. huisjen. 21. ) Maar zijn takken of anderen dingen moeten 'ftelleri bezijden de lichten ; 32 ) Doch dat deze!ven jan hanwijk , het erf zoude mogen betimmeren, met huis of fchsur of anderen gebouwj  C '5 ) 23. ) Dat die conventie, invoegen voorfchreevefi gemaakt, 24. ) En dezelve jan hanwijk, infolvenr gegeworden zijnde, 25. ) jo hannes *an eneki n, Clercq ter Sec«» retaiij van deezen Ed. Achtb: gerechte , in qualit als in deszelfs koedel gefielde cura&or, 26. ) Op den 18 Julij 174Ó. ten overftaan va.a Schout en Schepenen aldaar, 27. ) Aan johannes van her geer, heeft opgedragen en getranfporteerd, 28 ) Een erve met de muragiën van een afgebrand huis, poting en plantinge, daarop ftaande, 29. ) Staande en gelegen bij Ter Bregge, aan de zuidzijde van de Rotte, inden Boschpolder onder deeze jurisdictie, 30. ) Groot orte verongeldende voor vijftig roeden, 31. ; Strekkende uit de Rotte tot aan de floot van den eisf. in deezen toe ; 32. ) Belend ten oosten den eisf. in deezen, volgends gedaane afpaalingen. 33. ) En ten westen anthonij batenburg, volgends gedaane afpalinge, 34. ) En bij welk transport , dan ook onder anderen zijn geinfereerd , als de conditiën, 35J Dewelke uit de adte van conventie van dato 25 April 1731, hier vooren vermeld zijn: 36-} Dat, bij vervolg van tijd, den ged. in den Jaare 1754. den eigendom, van het voorn» erf cusn annexis, geacquircerd hebbende,  37.) Plet ten zijnen tijde en plaatfe zoude kómen te blijken, ■ 3"8.") Dat hij ged. zig dan ook precis en conform de hier voorengen. adte van conventie, 39. ) En zijn' voorige opdragrsbrieven gedragen, 40. ) En zig dies alken met zijne bezittingen vergenoegd hadde, 41. ) En dat bij aan den eisf. of die hem reprefen* teerde, de beheering zijos eigendoms laatende, 42. ) Op en omtrent zijn eigen grond gedaan had» de, alie dat geeiië, 43. ) Het welke hij naar rechten en fpeciaal de Voorn. acte van conventie mogt doen, 44. ) Dan ook gerustlijk zal afwachten die bewijs zen, waarmede de eisf. de poficiven ten lasten van den ged. ter nederftelt zal willen verifieeren, 45.9 Omme deezen gezien zijnde, als dan daaf jegens te zeggen ais te raade ; 46. ) Dcch dat het genoeg is te reinarqueren , 47. ) Dat wanneer de Eisf. zig zoude willen ge« draagen aan den infpecten van luiden dcsverftaande > 1 48.) Het dan ten vollen zoude blijken, 49. ) Dat de ged. zelfs nog zo veel lands niet heeft, 50. ) Als aan hem volgends de meergemelde conventen en zijne voorige opdragtbrieven gece« deerd ende verkocht is. 51. ) En het welk zelfs door den eisf. aan den ged. zoude moeten worden geprefteerd, 5a.; En dat dus de langduurige abfenten van des  ( *7 ) den eisf. hem moet hebben doen vergeeten, hoedanig zijn land is geconftitueerd geweest. 53. En van de meer bij eisch gemelde 'conventen doen formeeren, denkbeelden die uit de bezadigdftö Jectuure van dezelve nimmer ts haaien zijn. 54. En op die gronden, te dóen dien van een conclufie, diametro tegen zijn zeiven en de nii meergem. acle van conventie aan. 55»,En alzo de ged. met deeze noodlooze eö kostbaare procedures te vexeeren. 56. Na dat de eisf. ten overftaan van deezen Ed.' Achtb. Gerechte geconvenieerd was, 57. Derzelver landen, bij gem. haar Ed. Achtb*; hebben doen infpcclieren. 50. Eh deezen qutestie aan derzelver finale tilt* fp'raa'kè en decifie overtelaten. Mids welke en andere redenen in tijd en wijlen, (is r£ iiood,) nader te allegueerer., der! voorn. Procureur ih den naame als boven afflaande , de middelen ya'ii des eisf. conclufie van eisch, bij deriega'-" tïe, impertinentie én irrelevantie antwoordende, concludeert tén fine van niet phé« vangelijk eh bij ordirie dat de èisch eh cOn.' Clufie bij den eisf. tot laste van den ged. gücnar,' érï genomen, zal worden ontzegd. K  ( i8 ) Maakende wel expresfelijk eisch, van kosten of« te tot anderen enz. TWEEDE ANNOTATIE. Q^uod notanium! —— Ik heb in den Jaare 1759 den voormelden samuel bocaardman, als ,, eisfcher in dit proces ten eerften inftantie, als ,9 advocaat gepatrocineerd gehad ; weshalven tot meerder informatie van dien, daar nog bij be,, hoort aangemerkt te worden, dat na partijen „ rcfpcclivelijk voor replicq en duplicq bij derzelver *, conclufien van eisch en antwoord geperfifteerd „ hadden, en deeze zaak na wisfeling van inven„ taris en ftukken behoorelijk voldongen, en ver„ volgens bepleit geworden was, de eisfcher bij ,, condemnatie van den gerechte van Billegersbetg, „ met compenfatie van kosten geilccombeerds; „ doch toen er van dit vonnis geappelleerd werd, „ en er zig eene gegronde verwachting opdeed , „ dat de eisfcher in cas d'appel zoude getrium,, pheerd hebben , werd het verfchil bij accoord , „ of liever bij wijze van transactie, uit de wereld „ gemaakt, op de aanrading van een jong Advo,, caat die samuel bogaaroman in mijne „ plaats bediende, terwijl ik destijds, naamlijk ia  ( 19 ) ,, het jaar 1760, als Leclor juris na elders beroepeö werd.'' CONCLUSIE VAN EISCEL A. gasus III. m arretje pieterz. vam 11ri el, wed. leendert crij- ne leent vaar, als moeder en voogdesfe van haare minderjacrige dochter johannes leen, dert leentvaarz, mitsgaders dezelve johanna leendeRS leentvaar, fvoor zo veel des noods) met haare gem, moeder en voogdesfe geadfïfteerd, en woonende te Ridderkerk, req. en eisf, om getuigenisfe der waarheid, nijt caufam, contra f pleun ariensz. spruit* woonende te Oostijfelmonde, ged. en gercq. in 't voorfz. cas. De rcq. en eisf. eisch doende concludeert dat de ged. bij vonnisfe van deezen Ed. Achtbaren Gerech» te zal worden gecondemneerd getuigenisfe der waar« heid te geeven, en mitsdien onder eede te mu B 2  C 20 3 woorden, op zodanige interrogatorien, als haar vaü wegens de req. en eisf. in cas van defloratie, alimentatie en kraamkosten ter eenre, op ende jegens piETEE pietersz« van dr1 eL en dezelve ary pietersz. van driec, metdeszelfs vadergeadfifteerd, en woonende ox\iz\-'Qostijsfelmonele,2\s ged.in 't voorfz. cas, voordeezen Gerechte genoodzaakt zijn geworden, te inflituëren nificaufam. Maakende in cas van contradictie, eisch van kos. ten ofte enz- NOTUL. —— „ De gedaagdp en gerequi„ reerde alvoorens in deezen te ant„ woorden, of ter requifitie van den eisfcher te responderen op de interro„ gatorien, breeder by ckszelfs conclu„ fie van eisch vermeld, verzoekt vifia „ en eopie van de vraagarticulen waar„ op dezelve zouden worden gehoord , „ en dag van beraad tot morgen om zig ter voorfchrevene zaake te declareeren; ,, bij refus van dien, protesteert van alle kosten." enz. „ De requirant en eisfcher verklaart in hetzelve verzoek te confenteren.'* Schepenen fiat*  ( 21 ) De gedaagde en gerequireerde nan der in judicio gecompareerd zijnde, „ verklaart bereid en te vreden te zijn, „ de gerequireerde getuigenis der waarheid onder folemneeleeede te willen„ geeven ; mits behoorelijk gefalarieerd „ wordende van vocatie, en verzuimde n daggelden, ter discretie van deezen „ Edelen Achtbaaren Gerechte." enz. CONCLUSIE VAN REPLICQ. A. PASUSIV. M arretje P i e t e r Z. van du iel , weduwe leende rt cr ijne licentvaar, als moederen voogdesfe over haare minderjaarige dochter johanna leende bz. leent vaar , ( VOOr zo veel des noodsj met haare gem. moeder en voogdesfe geadfifteerd, en woonende te Ridderkerk , eisf. in cas van defloratie , allimentatie en kraamkosten ter eenre, contra, pieter pieterz. van drie l, als vader er; voogd over zijnen minB 3  ( 22 ) derjaarige Zoon, ary pietz. van priel, en dezelve ary pietz. van oriel, met deszelfs vader geadfifteerd, en woonende onder Qostijsfelmonde , ged. in 't voorfz. cas ter andere zijde, xeendert de kok, als Procureur van den eisf. afflaande de aüezins inpudente middelen , en pofitiven van der ged, conclufie van antwoord bij dcnegatic, impertinentie en irrelevantie, refuferende de frivole contra - prefentatie van eede, daarbij gedaan, als captieus en infufiiant, perfifteert bij derzelver conclufie vïii eisch, zo ten principaale, als Op de provifie voor replicq. Qroü notanduri! Bij exaininatie en onderzoek onder de verzameling der toegezondene flakker* 3 de drie conclujien van eisch, antwoord en dupücq, niet gevonden hebbende , zouden zulks hier door bijgevoegde fchrijtuuren aangevuld geworden zijn', dan, op het vohiker beticht , dat deeze aQie federt hiermede buiten poutfluiten gebleven, en onder de hand afgemaakt was, zal men het daarbij laten berusten, te meer, vermids er naderhand beter uitgewerkte inflrumenten in volledige procssflen van die natuur zullen fosrkomen>  ( 23 ) CONCLUSIE VAN EISCH. A. CAS os V» JAN HENDRIK VOORDMAN» Bovenlander en arbeider althans te Amjieldam, eif. contra , AL EK Ah DER van der hei. den, gewoond hebbende te Amjieldam , doch nu woonachtig aan V Gravenweg, onder den ambaehte van Ktcr Vingen, ged. Den eisf. eisch doende , concludeert dat de ged'. bij vounisfevandenEd. Achtb,'Gerechte, zal worden gecondemneerd, aan den eisf. impromptis opteleggeu en te betaalen, de fomma van een honderd zes en twintig guldsns, den eisf. wegens verdiende arbeidsloonen, voor den ged. in den jaare 1759 en 1760, te Amjieldam gedaan, per resto van meetdere forama van den ged. deugdiijk competerende, en dat met den intrest van dien, 4 percento 's jaars, a tem» pore moras, faltan litis motje, tot de volle voldoeninge toe, cum expenfis, of enz. B 4  C *4 ) CONTRARIE CONCLUSIE. B. ALEXANDER VAN DERïiEJ- Pen, ged. contra, JAN HENDRIK VOORDMAN? eisfcher. De gedaagde wel expresfelijk ontkennende, iet aan den eisfcher fchuldig te zijo, jjlksgaders de pofitiyen tot adftru&ie van zijne conclufie bijgebragt, antwoordt en concludeert ten fi ie van niet ontvangelijk, en bij ordine dat de eisch en conclufie op ende jegens den gedaagde gedaan, en genomen,zal worden ontzegd, en de gedaagde van deezen actie worde geabfolveerd, cum txpenfis, of tot anderen, enz. NB. Deeze zatsk voldongen en bepleit- zijn' de, werd bij vonnis dflnitif den eisch ontzegd, en den gedaagde daarvan geabfolveerd; terWijl de eisfcher van alle bewijs gedeftitueerd en ontiloot was', gok allegueerde de Advocaat van den gedaagde in zijn pleidooi van antwoord, op goede gronden, dat het noch met de gezonde reden, noch met de waarfchijnelijkhtid ie compasfeeren was, dat een arme bovenlat;* 4er en dagloover, die niets beiat} zijn werk-  ( ~5 } leas, dïea Art ««« onthrak , r gedaagde. De eisf. eisch doende , concludeert tot kennen of ontkennen, van des ged. handtekening, ftaande on* der zekere huurceduj, op den 3 November 1757 bij den ged. getekend: Dat wijders de ged., uit krachte van dezelve, bij vonnis van deezen, Ed. Achtb. Gerechte, zal worden gecondemneerd aan den eisf. imprompfis opteleggen en te betaalen, zodanige fomma van / 180. als dezelve wegens verfcheenen 4 eu een halfjaaren huishuur,a 40guldens,'sjaars, van een huis en ervet B 5  ( *6 ) ftaande en gelegen aan den Zevenhuizenshoek, onder Nieuwerkerk aan den IJsfel, aan den eisf. deugdlijk verfchuldigd is, zijnde de eisf. bereid en te vreden , gelijk dezelve altoos is geweest , daarop in afilag te laaten ftrekken, dat geene, 't welke daarop mogte zijn betaald» en in afilag zal moeten ftrekken. Maakende mede wel expresfelijk eisch van kosten of tot anderen, enz. CONCLUSIE VAN ANTWOORD MET PRESENTATIE. B. JOSTUS KERVEL, thailS woonende te Over/chic, ge« daagde ten eenre; op en jegens, WILLEM VAN DEN BERG, woonachtig te Ouderkerk aan den IJsfel, eisfcher ter andere zijde. De gedaagde advoueerende en bekennende , deszelfs handtekening gefteld onder zekeren onderhandfchen hi.urcedul, ten behoeven van den eisfcher, in dato den 3 November 1757 gepaleerd .-doende, alvorens te antwoorden, prefentatie, verklaarde bereiden te vreden te zijn, omme  ( 27 ) aan den eisfcher de nog per resto verfchuJdigde penningen, fpruitende ter zaake van 4 en een half 'jaar verfchenen huishuur , conform de pofiuven geinfereera, in deszelfs conclufie van eisch, na aftrek van hec geen bij quitantiën bevonden zal worden , door den gedaagde daarop betaald te zijn , in vier termijnen te betaalen; naamlijk, de eerfte termijn van dien inpromptis, en vervolgends de andere drie termijnen van drie tot drie maanden, telkens de gerechte vierdepart van dien, tot dezelve fchuld volkomen geliquideerd en voldaan zal zijn , mitsgaders daar voor, (is 't nood, ) te dellen fuffisante cautie, ten genoegen van den eisfcher, als roede te betaalen de kosten tot dato deezes daarop gevallen: en onder beneficie en refus van dezelve, fatisfaeïoire prefentatie antwoordende, concludeerde ten fine van niet ontvangelijk, en dat mitsdien dc eisch en conclufie, op en jegens den gedaagde gedaan en genomen, voor als nog zal worden ontzegd; cur,i expen* jis, ofte tot anderen, enz„ NB. De eisfcher de lovenftaande prefentet' tatie geaccepteerd hebbende, werd daarop bij den Gerechte condemnatie verzocht en verleend.  i *8 ) CONCLUSIE VAN EISCH. A. CASUS VU» barend jacobz, WOQrien- de te Rotterdam, als houder van zeker handfchrift,' bij jan tiot, op den i December 1761 getekend, eisf. contra, jan tiot, woonende te Berkel, ged. De" eisf. eisch doende, concludeert tot kennen of ontkennen, van deszelfs handtekening, onder zekere aéte van aanneeming ftaande, en bij den ged. op den 1 December 1761 getekend. Dat wijders de ged. uit krachte van dezelve, bij vonnis van deezen Ed. Achtb. Gerechte zal worden gecondemneerd, aan den eisf. opteleggen, en te betaalen de fsmma van ƒ 46; 10 : tot vergoeding van zodanige kosten, en nadeelen, als de eisf, door de non reftitutie van drie quart looten, in de 43 Generaliteits Loterije, zijnde N*. 19681, 19683 en 19683, in de zesde clasfe heeft gehad, en geleden , en dat met de interesfen van dien , a 4 per. cento 'sjaars, a tempore mora, falten litis mots, tot de volle voldoening toe, en bij provifie tot namptisfement van voorfz. fomma van ƒ 46:19. cum expenfis.  ( *9 ) NB. Vertui Is de competentie van den eis/, uit contraStloten fproot, waarop geen recht wordt gedaan, werd deeze aclie buiten effect gefield, cn naderhand tusfchen partijen vóór de helft geaccordeerd. CONCLUSIE VAN EISCH, A. «asus VUL gysbert dros, Koopman in wijnen te Rotterdam, als in huwelijk hebbende johanna de kon ing,bevorens weduwe van wijlen jan de leur, als door voorn, johan* na koning, eerst op den naam van de wed. de leur, én zoon, en naderhand op Iwaren particulieren naam genegotieerd zijnde, en over zulks in die qualiteit, eisf. en 8. A. contra, oerr1t van de wetering., hospes , woonende aan ter Bregge, onder deezen Ambachi te, ged, in het voorfz. cas. Uendert de kok, als Procureur van den eisf.a'  ( 3° ) èïsch doende, concludeert, dat de ged. bij vonnisfe „ van deezen Ed. Achtb. Gerechte zal worden gecondemneerd aan den eisf. inpromptis opteleggen een fomma van twaalf honderd negen gul« dens en drie ftuivers, den eisf. als in huwelijk hebbende johanna de koinng, wegens leverantie van wijnen en gedisteleerde wateren , in den jaare 1755, 1756, 1757, 1758, 1755 en 1760, door ce meergemelde johanna de koning , zo op den naam van de wed. de leur en zoon, als op haar particulieren naam gedaan, per resto van meerder fomma van den ged. deugdlijk competerende , blijkens zekere twee fchuldboeken , ofte wel ex.ract authentijcq van dien, welker deugdlijkheid de voorn, johanna de koning, bereid/is met eede te fterken, en dat met den interest van dien, a 4 percento'sjaars, a tempore morte faltem litis motte, tot de volle voldoening toe , en bij provifie tot namptisfement van de voorn, fomma van ƒ1309:3 cum cxpenfis. Als Procr. van den eisf. (was get.) l. de kok.  ( Si ) TWEEDE CONCLUSIE van EISCH in CAS van EXECUTIE, B. gysbert dros, Koopman in wijnen te Rotterdam, als in huwelijk hebbende johanna de koning, bevoorens wed. van wijlen jan de leur, als door voorn, j oha n na dk koning, eerst op den naam van de wed. de leur, en zoon, en naderhand op haar particulieren naam genegotieerd zijnde, en overzulks in die qualiteit, èlsfl contra, GE r r i t van de WET Et ring, hospes, wöonende aan Ter Bregge, onder deezen Ambachse, ged. De eisf. eisch doende, concludeert , dat de ged. zal worden gecondernneerd executie te zien decerneeren, op zeker provifioneel vonnis, bij deEd, Achtb. Heeren Schepenen van Hillcrgersberg en Rotterban , ten voordeele van den eisf. en ten nadeele van den ged. op den 17 Maart 1760 gewezeu, afflaande foluttim cum expenfis, of tot anderen, enz.  NB. De voordgang van de executie onder Borgtógt geftaakt, èn de'ezè questie vervolg énds in der minne geasfcupiserd zijnde, is dèswegi geene verdere litisconteftatie gevallen. NOTULEN, waarbij m den eiich geconfen* teerd wordt. «*' CAsirs IX. L. de kok , als Procr. van den eisf. exhib. zijné procuratie, mitsgaders citatie en relaas, doet eisch en concludeert, pro ut fctiptis, en vermids de ged; offchoon in judicio prefent, .geen behoorelijke defenfie is doende, verzoekt 't eerftedefault, en voot het profijt van dien verftek, van alle exeeptiën declinatoir, mitsgaders uit krachte van de fchuldboeken, of wel extract authentijcq van dien, bij eisch gemeld, adjudicatie van de verzochte provifie. Schepenen, vermids de ged. in judicio wel is compareerende, doch geene behoorelijke defenfi'e is doende, verleenen jegens dénzelven hét eerfte defaalt , met profijte als verzocht is,  C 33 ) NOTULEN in dezelfde zaak. B. t. de kok, als Procureur van den eisf. exhibeer!; ïijne procuratie, mitsgaders a£te van citatie en re» laas, doet eisch, en concludeert pro ut infcriptis. . . . . van rijt>, voor den ged. en met denzelven in judicio prefent, verzoekt cautie voor de kosten , en electie van domicilium citandi et executandi binntn deezen ambachte, l. de kok, voor den eisf. cligeerc domicilium citandi et executandi ten huize van harmanüs van der ho. re, Hospes, alhier, en verklaarde zigzelven in zijn privé, onder renunciatie van 't i beneficie ordinis feu excusfionis, te ftellen tot borge voor de kosten in deeze zaak ge» vallen. . . . . van rijp, voor den ged. dient va» antwoord, en concludeert pro ut infcriptis. l. de kok, verzoektcopie, . . . .van rijp , voor den ged. neemt aan de verzochte copie van antwoord, te naaste leveren , G  ( 34 ) . . . van rijp, voor den gedaagde, en mei denzelven in judicio prefent, (tellende ter rolle 't antwoord , waar van, van wegens de ged. hier voren infcriptis is gediend, verklaarde den ged. te confeuteren in den eisch en conclufie, zodanig die is liggende, cumexpenfis l. de kok, Procr. van den ei&f. accepteert het gedragen confent, en verzoekt daarop comdemnatie, cum expenfis. Schepenen, fiat. CONCLUSIE van EISCH, om getuigenis der waarheid te gewen, A. casus X. willem dingema'n der befr, woonende te Berkel, als in huwelijk hebbende, «endr1na oudewater, en nog de voorn.hendri na oudewater, met haarenvoornoemden man, wil lei* dingeman denbeer , geadfisteerd, req. en eisf. om getuigenis de waarheid, nif* caufum. contra, gerrit heus, medewoó* nende te Berkel, en gereo> en ged. in 't voorfz. cas.  C 35 ) Ten einde den gerecj, en ged. zal wordeii gecofU demneerd getuigeais der waarheid te, geeven, eri dus onder eede te antwoorden, op zodanige interrog gatorien en vraagltukken, ais hem wegens de req, en eisC zullen worden voorgehouden, nifi caüfurri. NB. De gedaagde eti gerequireerde ,ahcêrens in deezen te antwoorden , of getuigenis der waarheid te geeven, verzoekt copie van dé vraagarticulen, en informatie tot welke perfoOneH en zaake zijne depcfitie onder eede noodzaakeiijk en betrekkelijk zoude zijn; mitsgaders dag vari beraad om zig te declareren, De requirant en eisfeker confenïeert in hei voorfz. verzoek, en levert copie van de verioêh* te vraagarticulen , en van din eisch, als pra ut infcriptis, £fe. De gedaagde, gerequireerde, en excip:'ë:tt met zijnen Procureur gecompareerd zijnde, eti iii judicio prefent , verklaart ongehouden ti zijn, om in deeze zaak getuigenis der waarheid te geeven, als bejlaande de perfoon van Bi L. tegen wélke de interrogatori'én belegd zijn, in de gfaaden van confanguimteit of bloedver, wantfehap, en over zulks ten deezen opzkhti conform de befchreevene rechten en wetten deeïer landen, daarvan te weezen excufabel. De Procureur van dm requirant. en eisfcher $ zonder zig met de refutatie van zodanige fi ivoo. Ie en captieufe uitv/ugten optehnuden, verzoekt Hat ter bevorderinge van de juflisie , de gerefAv C 2  ( 36 ) teerde en gedaagde ten zijnen koste bij gif ze* . ling, tot het geeven van de verzochte getut' genis der waarheid, mag worden geconftringueerd , onverminderd zijne defenjie als hij te raade worden zal. „ Schepenen al gehoord , ontzeggen den eisch en het verzoek bij den requirant en eisfcher in deezen gedaan , en abfolveeren den gerequireer„ de en gedaagde, 'van het geeven van getuigenis „ der waarheid; cornpeuferende niettemin de kosten om redenen", enz. Proceduren öp de Provijie. CITATIE. Gerechtsbode van Hillegersberg en Rotterban, gij zult uit den naam en van wege mij ondergefchreven, leendert de kok» als Procureur van jacobüs van 'r reuzenhuis, Veenman, wonende onder deezen ambachte, u vervoegen aan den perfoon of ter woonftede van claas starre, veld, Turffchipper, woonende mede onder deezen ambachte, en denzelven dagvaarden omme te compareeren of gemagtigden te zenden, voor de Edele Achtb. Heeren Schepenen, van Hillegersberg en Rotterban, tegens Maandag den 21 Januarij, 1765. des morgens ten 10 uuren precis ,. of bij continuatie den eerden rechtdag daar aan volgende, ende dat omme zodanige eisch, als waarvan co*  ( 37 ) pie benevers een extract auth. uit eenfchuldregister, bij een bevorens gedaane citatie, onder afflag van 't geene daarop reeds is betaald, is overgeleverd te aanhooren, daar tegens,als mede op 't verzoek van de provifie te antwoorden, en voords te procederen als naar rechten. Lever copie deezes en relateer uw wedervaren in gefchiifte. Attum den 18 Januari j 1765. Als Procr. van den eisf. C Get. ) leendert de kok. RELAAS. Op den 18 Januari} 1765. heb ik ondergetekende gerechtsbode, van HMegersberg en Rotterban , i,iit den naamen van wegens leenderd de kok, als Procureur van jacobus van 't reuzenhuis, Veenman, woonendë onder den zei ven ambachte, in krachte van ten deeze geannexeerde cita. tie,mij vervoegd aan den perfoon, ofte ter woonftede van cl aas starreveld ,Turffchipper, woo-s nende mede binnen deezen ambachte, en denzelven, ingevolge de voorfz. citatie,gedagvaard te compareren, of gemagtigden te zeuden, voor de Ed: Achtb: Keeren Schepenen van den voorn, ambachte, tegen Maandag den 21 Januarij 1765. 'smorgens ten ia C3  ( 3« ) «uren preeis, in *t ordinaris Rechthuis, wijders co* pje van de voorn, citatie, zo als in dezelve citatie ftaat gemeld, om dat de bovengercu starreveld, niet t'huis was, aan de vrouw willende geeven, die mij tot antwoord gaf, ,, ik wil het niet „ agnneemen , ik ftoor mij 'er niet aan", 't welk fk relateere te zijn mijn wedervaaren. Aftum dato als boven. ( Get. ) Jv H, eersten. CONCLUSIE van EISCH, op de Prexifie. jacobus van ** reuzenjiuis, woonende onder den ambachte van Hillegersberg , eisfcher. contra, e l a a s starre veld , mede woonende onder den ambach» te van Hillegersberg. Ee eisf. eisch doende, concludeert dat de ged. bjj vonnisfe van deezen Ed: Achtb: Gerechte, zal worden gecondemneerd aan den eisf. inpromtis te voldoen, opleggen en te betaalen, de fomma van twaalfhonderd agt* en-negentig guldens, den eisf. per resto van meerdere fomma , wegens verkoop, en leverantie van turf, aan den ged. in den Jaare 1760  ( 39 ) en 1761. gedaan, van den ged. deugdlijk compete* rende , blijkens des eisf. fchuldboek , of wel extra» authentijcq van dien , welks deugdlijkheid den eisf. bereid is met eede te Herken; en dat met de intrest van dien, a 4 per cento in 'c Jaar, a temporas mors fal tem litis mots, tot dezelve voldoening toe, en bij- provifie tot narnptiffement van voorgeëischte fomma van ƒ 1298:- afflaande folutum, maakende mede wel expresfelijk eisch van kosten ofte tot auderen, enz. CONCLUSIE van ANTWOORD. Antwoord met prefentatie ge^ daan maaken, en aan de Ed: Achtb: Heeren Schepenen, der ftad Hillegersberg en Rotterban , overgeleverd, uic naam en van wegen, claab starreveld, geda contra, jacobus van 't reuzek- hdis, eisf. De ged. doet door zijn' Procureur vroom* Broük. zeggen, waar te zijn, Dat hij ged. van den eisf. iu den Jaare 1760. heeft gekocht een partij turf, Die de eisf. heeft opgegeeven, dat «oude fae« dragen 546 R. en 3 voet, C 4  C 40 ) Doch dat bij die koop fpeciaal is bedongen, dat hij ged. uit ieder roê zoude vaaren 8 ton. En dan zoude hij ged. voor de roê geeven, drie guldens en drie ftuivers, Of anders, agt ftuivers voor de ton. Dat hij ged. uit die partjj 596 R. en 3 voet, Niet meer heeft gevaren , dan vier duizend drie honderd agttien ton, bedragende,a 8 ftuivers, per ton, een fomma van zeventien honderd -zeven eutwintig guldens vier ftuivers, Dat hij ged. wanneer de voorn, turf door hem was gehaald , aan den eisf. heeft gezegd gehad, dat bij niet meer dan de voorfz. quantiteit uit de turf had gevaren; De eisf. daar op heeft gedeclareerd wèl te zijn, en zulks in betaaling te zullen vinden. En met eene aan hem ged. op die zelfde conditie, dat er agt ton in de roê zouden moeten zijn, aan hem ged. heeft geoffereerd in den Jaare 1-761. een partij turf, 't welk zoude, volgends opgave van den eisf. bedraagen, 365 rcê a 65 Huivers de roó, met beding dat uit ieder roê zoude worden gevaren agt ton,of dat hij ged. maar zoude betalen, a8 ftuivers ! per ton, Doch dat hij ged. daaruit niet meerder heeft gevaren , dan vijf en twintig honderd vier en zeventig ton, zulks niet meer bedragende, dan een duizend negen en twintig guldens, twaalf ftuivers, 2uj>s hij ged- yoor beide de partijen aan hem  ( 4i ) eisf. is fchuldig geweest, de fomrrw van ƒ 2756:16, Waar op de ged. in vcrCcheidene reizen, aan hem eisf. heeft voldaan, eeue lömma van . . f1953U3:m Restende alzo een fomma van ƒ 803:3:» Die de ged. niet onwillig is geweest, en als nog niet is, te voldoen, en te betaalen: Mids welken en andere Kde« nen, (is 't nood,) nader te allegueren , en voorn. Procureur in den naame als boven, alvoorens te antwoorden , doende prefentatie, om onder folemneelen eede te verklaaren, dat hij ged. met den eisf. zo nopens de eerlie en tweede partij, fpeciaal is geconditioneerd, bij 't aangaan van de koop, dat uit ieder roede zoude moeten worden bevaaren,agt ton , en, indien uit ieder roede niet wierd gevaaren agt ton , dat' hij ged. dan zoude betaalen, voor ieder ton die hij kwam'te vaaren, agt ftuivers: wijders dat hij uit de voorn, eerfte partij niet meer heeft gevaren , dan vier duizend drie honderd agttien ton, en uit de tweede partij niet meer dan vijfen- twintig honderd vier en-zeventig ton. En wijders doende prefentatie, om aan hem eisf. in voldoeninge van zijne pretenfie te voldoen, en betaalen, een fomma van. agt honderd drieguldens, en drie ftuivers. ïMet welke allezins fatisfa&oire prefentatie , hij ged, fascineert te kunnen en mogen voldaan en bij C 5  ( 4» ; tefïis en onder beneficie zo van de prefentatie van eede, als van de geoffereerde fomrae , concludeert de ged. tot verder of anders niet ontvangelijk, efl bij ordine dat aan den eisf. zijne verderen en «aderen eisch en conclufie , midsgaders de zaak van provifie, zal worden ontzegd, C. E. of tot anderen, euz. DEL AT IE VAN EEDE, van den gedaagde. Delatie van eede, gedaan maaken, en aan de Ed: Achtb.^ Heeren Schepenen van Hillegersberg en Rotterban, oveigeleverd , uit naam en van wegens claas starreveld, ged. woonende onder Hillegersberg. contra, jacobus van 't reuzenhuis, mede woonende onder Hillegersberg, eisf. De ged. prefenteert als nog onder folemneele» eede te verklaaren, dat hij ged. van den eisf., in den Jaare 1760. heeft gekocht een partij turf, die de eisf. heeft opgegeeven, dat zoude bedraagïn 596 roeden et» 3 voet, doch dat bij die koop  C 43 ) fpeciaal bedongen is, dat hij geil. uit ieder roede zoude vaaren agt ton, en dat hij ged. als dan zoude peeven drie guldens en drieftir* S, per roede, of anders agt ftuivers per ton; dat hij gei. uit die partij van 596 roeden 3 voet niet meer heeft gevaaren dan 4313 ton, Dat wanneer de voorfz turf door hem ged. was gehaald, hij aan den eisf. heeft gezegd gebed, dat hij met meer dan de voorfz, quantiteit van 4318 ton had gevaaren, De eisf. daarop heeft gedeclareerd, wèl te zijn, en zuIks in de betaaling te zullen vinden, en met een aan hem ged. op die zelfde conditiën, dat 'er agt ton in de roede zoude moeten zijn , aan hem heeft verkocht 365 roeden a 65 ftuivers de roede, indien 'er geen agt ton in de roede wierd gevaaren, hij ged. maar zoude geeven agt ftuivers per ton, Maar dat hij ged. uit dc voorfz. 365 roeden niet meerder heeft gevaaren den 3574= ton; doch in gevalle de eisf. onder folemneelen eeds komt te verklaitren, dat zo bij de koop van de eerfte als tweede partij, niet fpeciaal is bedongen , dat, in gevalle hij ged. uit dc roede niet kwame te vaaren agt ton, dat hij ged. a's dan aftaar zoude betaalen agt ftuivers per toe, in zodanig geval is hij ged. te vreden «ut aan hem eisf. te voldoen en te betaalen, de fomma van ƒ 1.193: rnïds daarpj» in afflag ftrekke, de fomrna van ƒ 330: na bet doen van de eerfte citatie be>. taald, en dat met de intrest van die, a 4 per cento, in 't Jaar a temporee litxs mot® tot de volle  ( 44 ) voldoeninge toe, endaaren boven de kosten in deezen zaak gevallen, des noods ter tauxatie en moderatie van deeze Ed: Achtb: Gerechte, Concludeerende hij ged. dat de eisf. gehouden zal zijn , den voorfz. eede te accepteren , of die aan den ged. te defereren, maakende wel expresfelijk eisch van kosten of tot anderen, enz. CONCLUSIE vaü REPLICQ. jacobus van 't reuzen» huis, woonende onder deezen ambachte, eisf. in Ri A. contra, claas starre veld, Ttirf- fchipper,mede woonende onder deezen ambachte, ged in het zelve cas. leendeRT de kok, als Procureur van den eisf. afflaande de onwaare en gantsch verzonnen middelen y en pofitiven, van des ged, conclufie van antwoord, bij meerdere denegatie impertinentie , en irrelevantie, en refuferende de prefentatie van eede en andere prefentatie gedaan, als temerair, captieus en infufflfaae , perfifierende bij deszelfs  C 45 ) wèl gefundeerde conclufie van eisf. , zo ten princi» paale, als op de verzochte provifie voor replicq. NB. De gedaagde pcrfifteert bij zijne conclufiën van antwoord, en daarop gevolgde delatie van eede voor duplicq. NOTULEN, op de Rechtdagen. Rechtdag, gehouden binnen HiU legersberg en Rotterban, den 2i Januarij 1765. dempto cornelis iieinsius. jacobüs van 't reuzen. hois, Veenman, woonende onder den ambacht" van Hillegersberg en Rotterban, eisf. contra, c la as starreve ld, turf- fchipper, woonende in den voorfz. ambachte ged» Eisch doen en provifie te begeeren, vroombroük, voor den ged, en met denzelven in judicio prefent , verzoekt , onverminderd exceptie, vifie en, (des noods,) extract authen-  ( 4<5 ) tijcq uit Tiet fdhuldregister, en na de prseftatiedag. L de kok, als Procureur van den eisf. en met denzelven in judicio prefent, confen» teert in de verzochte viiïe, midsgaders inteleveren van extract auth. van des eisf. fchuidboek, mits al het zelve voor den naasten, en ten kosten van den ged. ten buize van den eisf.: verder vervolgt : Rechtdag, gehouden birjnen Hillegersberg en Rotterban , detl 23 Maart 1765. jacobus van 't reuzen* huis, Veenman, onder deezen ambachte, eisf, contra, claas starreveld, Turffciiipper, mede onder deezen ambachte woonachtig, ged. Omme te antwoorden op pcsne van verftek: vroombroük, dient vafi antwoord, met prefentatie pro ut infcriptis  ( 47 ) kok, verzoekt copie. vftooMBROUK, levert de ver» zochte copie. Rechtdag gehouden binnen Hih iegersberg en Retterban, d?n 18 Mei 1765. jacobus van 't reuzenhuis, eisf. in R. A. contra, ceaAs starreveld, ged. in het voorfz. cas. Omme te repliceeren. leendert de kok, Jljfi Procureur van den eisf. af» flaandedeonwaare en gantscfa verzonnen middelen en pofuiven vaD des eisf. conclu» fie van antwoord, bij meer denegatie] inpertinentie en irrelevantie , en refufeerende de prefentatie daarbij gedaan, als temerair captieus en iufuffifant, perfifcerende bij deszelfs wèl gefundeerde conclufie van eisch, zo ten principaale als op de verzochteprovifie van replicq.  C 48 1 vroombrook, als PfOCN van den ged. perfisteert voor duplicq. Partijen verzoeken een prscifen dag omme deeze zaak op de provifie te bepleiten. C Was getekend,) leen- eert de kok. isa ak vroombroük. Schepenen ordonneeren deeze zaak, op den naasten Rechtdag, op de provifie te bepleiten. Vergadering van Schout en Schepenen van Hillegersberg en Rotte/ ban , den 1 Junij 1765. dempto hendrik van der does. Rechtdag gehouden binnen HU, Iegersberg en Rotterban» den 8 Julij 1765. jacobus van 't reuzenhuis, eisf. in R. A. contra, cl a as starreveld, ged. in 't voorfz. cas. vroombrouk, dient van delatie van eede, pro ut infcriptis. '! Par.  f 49 ) Partijen verzoeken na gedaane' pleidooi dispofitie. Vergadering van Schout en Sché» penen van Hillegersberg en Rotterban. den 19 Julij 17853 jacobus van st reuzenhuis, eisf. contra 4 elaas starreveld,ged. örrime als nog dispofitie té verzoeken. Rechtdag gehouden binnen Hifc Iegersberg en Rotterban, deö 22 Augustus 1765. jacobus van *t reuzenhuis, Veenman, eisf. contra ^ claAS starreveld , ged. Partijen verzoeken a;s ia M prefentar:'e. k '<*>' Rechtdag behouden binnen fflls legersberg1 en Rotttrban, de» 5 Octooer 176^. /acobus van 't reuzen- üuis, eisf.  ( 5° ) contra, CL A as STARRIJVELDjged. om als nog dispofitie te .zien verzoeken, op de provifie. I7ifö5» Vonnis opgegeven, op twee zegels, als een é 24 ftuiv. en een dito. PLEIT-MEMORIE voor EISCH, op de provifie. «Wanneer A.., de eisfcher in deezen, den gedaagde op den..«, door den Gerechtsbode van..., tot betaaling van een fomma van den eisf. per resto van meerdere fomma, wegens verkoop • en leverantie van..., aan den gedaagde in den Jaare...., gedaan, van den gedaagde d'eugdüjk cornpeterende, had doen dagvaarden , is het gebeurd dat de gedaagde, die in zijn gemoed van ï de deugdlijkheid der geëischte pretentie was overtuigd, niet ten dienenden rechtdage eenige defenfic heeft gedaan, maar alvorens dat de rechtdag ge» houden werd , bij den eisfcher is gekomen, en hem heeft verzocht, dat hij eisfcher, vermids hij gedaagde niet op éénmaal het geëischte konde betaalen , zig te vreden. en vergenoegd wilde houden , met de betaaling van f ..., gereed, en voord* alle maanden, met/..,, tot de volle ybraoenmge toe.  ( Si ) De eisfcher, die reeds vee! rekkelijkheids met dcti gedaagde had gebruikt, heefc zig ook ditmaal daarvan niet willen onttrekken, cn heeft over zulks zijtoen Procureur belast, mei: de begonnene zaake te fupercederen , en voor als toen daarmede niet te willen voordgaan, mits de gedaagde gelijk ook aannam , de reeds gemaakte kosten te betaalen edoch vermids de gedaagde, die niet alleen niet ftiprlijk zijnd gedaane belofte nakwam , maar Zelfs in 'c vervolg niet eens na den eisfcher is komen omzien, Zo is de eisfcher hoe ongaarne ook, genoodzaakt geworden j denzei ven op den. ..door den Gerechtsbode deezes.,. andermaal te doen dagvaarden , omme te cornpareeren of gemagtigde te zenden, voor de Édele" Achtb: H eeren Schepenen van..» tegen... den...j des morgens ten... uuren op het ordinaris Raadhuis, of bij continuatie den eerden Rechtdag daaraan Volgende, en ten dienenden dage tegens deuzelveii te concluderen: dat bij vonnisfe van deezen Edelen Achtb. Gerechte den gedaagde zoude worden gecondsmtteerd aan den eisfcher inpromtis opteleggen, cn ié betaalen de fomma van f ... den eisfcher per resto yaii meerdere fomma compilerende, wegens verkoop en leverantie van... , aan den gedaagde in den jfaare.,, ges daan , van den gedaagde deugdüjk cornpeterende, blijkens dos eisfehers fchuldbcek of wel cxtra6t authentifld Van dien, welks deugdlijkhesd den eisfcher geprefemesrd heeft met eede te f erken , en dat met den- interest vim dien,a 4 per cenio in 'i Jaar % a tempora falttm lites mot<8 tot de volle voldoening toet D a  C 52 ) En bij provifie tot namptisfement van voorfz. fomim VUttj... afjlaande foluium, Hebbende de eisfcher voor expresfelijk mede gemaakt eisch van kosten of tot anderen, enz. De eisfcher die niet anders voor zijn borgen dan eene met dank verzeldgaande becaaling hadde verwacht , heeft echter tot zijn groot leedweczen en furprice, moeten ondervinden, dat de gedaagde, in plaats van zulks te doen, na allegatie van cenige onwaarachtige, irrelevante * en inpertinente middelen, en om, ware't mogelijk, den eisfcher nog langer van zijne zo deugdlijke praetenfie te ontzetten, alvorens te antwoorden, heeft gedaan een gansch temeraire, captieufe en infuffifante prefentatie van eede en andere prefentatie, waarbij hij heeft geprefenteerd, onder folemneelen eede te verkiaaren, dat bij ge. daagdè met den eisfcher, zo nopens de eerfte ais tneede partij,». fpeciaal is geconditioneerd bij het aangaan van de koop, dat uit ieder roê zoude moeten worden gevaaren.. tn indien uit ieder roê, niet werd gevaaren... dat hij gedaagde dan zoude betaalen, voor ieder..* die hij kwam te vaaren f ... en wijdeis dat hij uit de eerfie partij tiet meer heeft gevaaren dan... en uit de tweede partij met meer dan.. . En voords om aan den eisfcher in voldoeninge van zijne pratenfïe, te voldoen en te betaalen de fomma vanf... met welke prefentatie de. gedaagde gefustineerd heeft, te kunnen en te mogen vol/taan, en bijrefus, mitsgaders onder beneficie, zo ven de prefentalie van eede als van de geofereerde fornuis geconcludeerd beeft tot verder  C 53 ) gf anders niet ontvangelijk, en bij ordine, dat aan den eisfcher zijnen verderen en anderen eisch en conclufie, midsgaders verzoek van provifie ztude worden ontzegd, met de kosten of tot anderen, enz. Waar tegen aan de zijde van den eisfcher na alvorens deonvvaare en gantsch verzonnen middelen, en pofitiven van des ged. conclufie van antwoord, bij mere denegatie, impertinentie en irrelevantie te hebben afgeflagen cn gerefufeerd, de prefentatie van eede en andere prefentatie daarbij gedaan, als te, merair, captieus en infuffifant bij deszelfs wèl gefundeerde conclufie van eisch, zo ten principaale als op de verzochte provifie is geperfifteerd voor replicq. En nadat aan de zijde van den gedaagde is geper* fifieerd voor duplicq, zo is deeze zaake in ftaat gebragt, midsgaders geordonneerd om althans voor UEd. Achtb. op de provifie te worden bepleit: Zo dat de questi die wij althans de eer hebber , door middel V3n deeze pleidooje eerst ter attentie ea vervolgends ter decifie van UEd. <4chtb. overttiaaten, zig bepaalt in deeze vraag? verre dèez,f tennijp betreft, te hebb n geadftr'ujeerd.; en zal derhai„ven fok geeae zwarigheid maakeq^ „ dc-ze termijn van ei '• • befluiten, in dis equitablè verwachting van eene i^vorabje dccifie". (tuf wrerende , en?* D 5  C 5& ) N15. Hier volgen nu twee volledige, en ze;r ampel uitgewerkte pleit- memoriün, op de provifie, over hetzelfde cafus, zodanig als dezeh en althans voor de meeste collegiïn van juftitie in de lieden, en rechtbanken ten plat' ten lande, in de Provincie van hollands» west vriesland, praÜicabel, of gebruikelijk zijn* FOR MUL IER. van een PLEIT - MEMORIE van EISCH, op de provifie, omme te hebben namptisfemenU NB. Na dat volgends gebruik en ftijle van pra&ijk de ftaat des gefchils, of de oorzaak van dc questie bijwijze van verhaal gedemonftrecrd geworden is, mitsgaders hoe partijen bij eisch, antwoord, replicq, en duplicq, daar imie geprocedeerd hebben, zo wordt vervolgends daarbij gevoegd, dat de zaak in ftaat gebragt, en geordonneerd is, om althans voor het collegie van Schepenen tc worden bepleit; waarop dan directelijk volgt het Q U JE R I ï U R, of de vraagt Naamlijk, s. Of het verzoek van provifie , aan deeze zijde  C 59 ) 9, gedaan, nier. allczins is gefundeerd; en dien vol» •,, gende aan den eisfcher j (onder reverentie,) be' ,, hoort te worden geadjudiceerd? Quod ojfinnandum, . Om dit dan te betogen en den rechte genoeg zijnde te bewijzen, zal hier roosten warden aangetoond, deeze twee ondeffcjatftideiie zaaken, Primo loco! dat de eisfcher alhier ageert, uit zodanig al!ezins//<7w'(/e iny.rument, waarop naar rechten en pradtijeque meest altoos provifie van namptisji' ment wordt gedecerneerd. en, Secundo loco! dar door de gedaagde daar jegens geene, immers geene wettige defer.fie, welke een verzoek van provifie zoude obfteeren of fluiten kunnen, is geallegueerd. of gedaan geworden. Ad; h Naamlijk , dat alhier geageerd wordt, uit zodanig een allezins iiqtiidt injïrummt, als in nosirocofa word gefustineerd, Zo is het notoir, en indisputabel: Dat offchoon een koopmans bock is een privaat fchriftuur, of bloote aantekening, en er des na de fubtiüteit van het recht aan het zelve geen geloof zoude geattribueerd kunnen worden, overeenkomstig het bekende axioma van rechten, dicteerende : „ Dat de eifchcr zijnen eisch niet ten vollen bewijzende, de gedaagde als dan moet ,, worden geabfolveerd". Onawngezieu dit alles ten faveure c'er negotie,  C 60 ) die de zuil van ons handeldrijvend Land , en de goudmijn van onzen Staat is , niet alleen provifie van namptisfement op een behoorelijk fchuldboek bij een' koopman, ter goeder naam en faam ftaande, gehouden, en in zig bevattende, Eer.e pertinente aantekening.houdende een goed »«• „ derfekeid, zo van per (bonen, zaaken, jaar, maand, „ en dag0 als van den credit , en debit", VVcrdt pedecerneerd, maar ook met eede geilerkt, of met den dood bevestigd zijnde, een voN komen preuve in rechten komt uitteleveren, Gelijk dat onder andere rechtsge'eerde autheuren zeer fohdelijk geleerd worde, bij vromans de foro competefiti, lib. 3. cap. 11. § 7. waar bij de Profesfor voet, ad tit* ff. de >e jud. Num. 6. nog voegt. quod notaneum! Dat naar ons gebruik, han. gtnde de principaale zaak, provifie van namptisfement word gedecerneerd, zo men voor zig heeft een bekend handfehrij't, of koopmansboek , een confesfie van de partij, of iet dier gel jks, waarmede men lerftond het geëischte kan probeer en. Opmerkelijk is het boven dien, het geen fin. e h e l 11 e u s, ten deezen refpe&e in zijne 6. obfervatis Teert: Dat zelfs questien over koopmans boeken geoordeeld moeten worden naar recht en billijkheid, als waarin niet alleen moet worden onderzocht, het intrinficque van het recht, of ook de finesTe van de pra&ijque, maar hij toont aan, en fundeert zijn  C 61 5 zesgen op de leer van gail, lib. 3. obf. 2o. tjutn'. 5. Dat ook bewijzen,die anders niet zouden geldent ja heele preuven genoeg zijn en voldaan kunnen. Geevende daarvan deeze convaincante reden : Dat zo dra de koopmansboeken in twijfel wierden getrokken , de goede trouw onder de burgerlijke maatichappij, en de gantfche negotie, wier hartader 'iet fundamenteel bedaan van ons leven uitits ., ten onderde boven gekeerd zouden worden Ja wat neer is 1 dat zo aan dezelve in Holland. riet esemplair de hand boven het hoofd gehouden wierd , men wel haast den luister des koophandels, en de voordeelen, daaraan geaccrocheerd , zoude, zien verdwijnen en na elders verhuizen. Dat nu confequentelijk op een koopmans boek, pmifie van namptisfement kan worden gedecreteerd, Zulks deunt niet alleen op de generaale leer van alle de rechtsdoctoren, welke over deeze belangrijke materie gefchreven hebben; Noch fpeciaal, niet op die rechtspasfagiën die zo even tot addruclie bijgebragt zijn, Maar, het geen inzonderheid refledtie verdient, op bet uitdrukkelijk bevel van 'sLands Hooge Overheid, wanneer hoogst dezelve, bij het 6de Artijkel van de manier van Pi ocedeeren, gearredeerd in den Jaare 1580 , te dier zaake wel expresfelijk komt te ordonneeren; Dat in zaaken daar iemand gedagvaard is» om tenige penningen te betaakn daar van bij register*  ( 62 ) fchuldboek, of- andere dergelijke bejchelden blijken kan, dat op het eerfie defauit de afirmative der fchulden alvorens gehoord, de gedaagde gecondemneerd moet worden, dezelve te namptifeer en. Dit dan in thefi vast (taande; Zo zal alleenlijk moeien- worden onderzocht, de vraag .of men alhier niet uit zulk een fchuldregister, of-koopmans boek .is agerende ? —én het is tea dien opzichte rerf.arqnabel dat UEd. Achtb. bij .examinaiie en Je^ture. d&r overgeleverde (tukken bevinden zullen i dat niet alleen eenjge noodzaaktlij* ke requifitep daarin gevonden worden; maar het geen in deezen bijzonder ftringeert, en bij alle coilegié'n en rechtbanken van het departement der juftitie voor genoegzaam wordt gerekend; ~Dzt,quod notandum, juist alle dezelve verëischthe» den waarop het verzoek van provifie van namptisfe. ment kan worden gefundeerd, in dezelve producten te vinden zijn. Naamlijk, i.) Dat alhier wordt geageerd, bij een koopman ftaande ter goeder naam en faam, zal men hier in het breede niet behoeven aantetoonen, terwijl hij bij deezan Gerechte, ja bij de ganfche wereld daarvoor bekecd ftaat, En al ware dat zo niet! zo is het zeker, Quod qaifquis probus tenetur donec contratrium ptO' betur 1 volgends het geen geleerd word in de le% 51. pro focio, en inde/«* 18./'. de probat § qui dolo.  ( 63 ) 2, ) Dat alhier wordt geageerd bij een' koopman, die geene andere dingen dan zijne negotie fpeélerende, heeft aangetekend, zullen UEd. Achtb. al verder bij gemelde le&ure ontwaar worden, nadien de eisfcher, als zijnde een Veenman, niet wat anders dan zijne verkochte en geleverde turf heeft aangetekend. ■ Vide extract uit het fchuldboek. 3. ) Dat alhier word geëischt uit een deugdlijk en. wèl geconditioneerd fchuldboek ,'t welk'er ordentelijk uitziet, niet gefcheurd , geen manquementen of gebreken hebbende , en dat daartoe expresfelijk is aangelegd; ja daar goed onderfcheid van perfoonen, jaaren, maanden, dagen, credit en debit in te vinden is, zal insgelijks uit hetzelve fchuldregister, of extract van dien ten overvloede middagklaar conJfteren. Want als UEd. Achtb. zulks met oplettendheid gelieven natezien, zo zullen aan dezelven daar inne manifestelijk komen te blijken, a. ) Vooreerst dat de eisfcher den gedaagde in deezen heeft gecrediteerd: b. ) Dat zulks i; gefchied met betrekking tot ver- kochte en geleverde turf: c. ) Dat de koop van de voorfz, turf is gefchied, en vcrvolgends de leverantie daarvan door den  ( 64 ) eisfcher fuccesfitelijk is gedaan, gedurende den Jaare 1760. d.) Dat de eisfcher niet alleen heeft aangetekend, wat hij aan den gedaagden verkocht en geleverd , heeft, maar ook wat hij- op rekening van den gedaagde heeft ontvangen. Dus dan alhier een fchuldregister, daar alles wat naar rechten serequireerd wordt, op te vinden is, en waarop niet alleen provifie van namptisfement moet worden gedecernerrd; maar ook onder beneficie Van den geoffereerden eed aan dé zijde van den eisfcher gedaan , ten principaale behoort recht gedaan te worden. Gelijk dat niet alleen öp het befchreven recht ttëürjÉ, maar ook met de gezonde reden overéénkom&tig, en te' cornpasfeeren is; want raadplegen Wij met de reden, zo zullen wij bevinieó., dat als een koopmans "boek of fchuldregister, als een privaat inftrument zoudo moetea worden geconfidereerd, 'er ajs dan geen negotie hoegenaamd zoude ku&nen geichiederL, Vraagt men, waarom niet? Óm dat alle foonen vr?n negotiën, doorgaands niet voor contante penningen gedaan , of gedreven kunnende worden, een dt?ugeniet welke de leverantie maar wilde ontkennen, altijd roeesterWas om een' braaf koopman te ruineeren, eu ia den grond te bederven, Be-  C 65 ) Behalven dat dan ook eene gecivilifeerde eeuw door dien weg zoude worden een chaos van verwarring: Her. Recht benevens de Reden, ditteeren zulks uitdrukkelijk ; want de reeds meermaalen geavanceerde P/ofesfor voet leert, ad tit. ff. de fide In. firum. N°. 12. ,, Dat de nuttigheid van den' Koophandel te weeg heeft ,, gebragt, dat volgends onze Prat'iyk de heken van ,, koopluiden, den ontvangst en uitgaaf inhoudende, een halve preuve, en zo zij met eede zijn gefterkt, of door „ den dood geconfirmeerd, een heelepteuve uitmaken." Waar bij veryolgends tot meerder probatie nog in aanmerking komt, het geen in cas fubjeCt zeer bondig gedoceerd wordt, bij groene we oen de Legihus Abrcgatis ad L. 5. & feqq. cad. de probat. Zulks is ook niet alleen door het recht en de ufantie toegedaan en vergund aan Kooplieden , welken het boekhouden exptofesfo verdaan , en die dus alle de requifiten, ter zaake van dien, accuraat weeten te obfcrveeren; maar, hetgeen nog verder gaat, dit voorrecht is ook door de billijkheid bijzonder geïntroduceerd ten voordeele van onnozele menfchen ,■ welken in het boekhouden geheel onkundig zijnde , juist altoos de gewoone requifïteu deswegen niet weeten te obferveeren. Als, onder anderen, aan kerfftokken van bakkers, mitsgaders aan het eenvoudig fchrijven met krijt op een post van een deur, of plank, bij tappers, winkeliers, bouwlieden, enz. mits dat zodanige aanteE  ( 66 > keningen, des gerequireerd wordende, onder eede worden bevestigd. Gelyk dat geleerd wordt bij den gemelden voet, Loc. cit. Num. 13 in fin.', zeggende, onder anderen, op dat fubjed: ,, Dat kerven in het hout gefneden , waarvan de ,, verkoper, die men de origineele noemt, er één heeft, „ en de koper dagelijks één; dat die minut» om de bil,, lijkheid, zo wel als de beste fchuldboeken, geloof me„ riteeren." Gevende voor reden van dien, Om dat zulks in plaats van fchrift verftrekt: en met relatie tot de Tappers, Winkeliers, enz. daarvan gewaagt Mr. simon van leeuwen, in zijn Roomsch Hollandsch Reeht, Lib. 5. part. 20. N°. 13. Weshalven dan volkomen gedemonftreerd en aangetoond zijnde, dat niet alleen op boeken van Kooplieden provifie van namptisfement wordt gedecerneerd, Ja! dat aan dezelven, als waarin gevonden worden, 1.) De behoorelijke requifitien, en 3.) Gefterkt met folemneelen eede, een vol. Ie preuve komen uitteleveren; Maar ook dat aan kerfftokken van bakkers, aari fimpele aantekeningen van winkeliers en tappers, volkomen geloof gedefereerd wordr. En onder welke laatfte clasfe de eisfcher zig immers en in allen gevalle zoude mogen comprehendeeren en rekenen, indien de behoorelijke requifiten, (gelijk hier het contrarie blijkt,) al niet ia  C 67 ) zijn fchuldboek waren geobferveerd geworden; aangemerkt men apparentelijk zeer veeie bakkers, bouwlieden en winkeliers hier te Lande zoude kunnen vinden , welken het boekhouden immers zo goed als een Veenman verdaan ; waaruit bij gevolgtrekking de bekende ftokregel van applicatie is : Ulo eadem est , ratio ibi eadem est Ligis dis1 pofttio! Zo zal de eisfcher, als aangetoond hebbende dat alle de vereischten in zijn fchuldregister gevonden worden, daarop niet langer behoeven te urgeerén. Boven en beha!ven dat het eigen gedrag van den gedaagde,des eisfehers fchuldregister in deezen completelijk komt te juitificeeren ; want als ü Edele Achtb. de conclufie van antwoord, die van wegen den gedaagde is ingediend, met attentie gelieven te refumeeren, zo zullen dezelven bevinden dat zulks conform de waarheid is. Fiat infertio! Zie daar dan een aveu of bekentenis in alle opzichten met het fchuldregister accordeerende; want heeft de eisfcher in zijn fchuldregister aangetekend, dat hij indenjaare 1760 aan den gedaagden heeft verkocht een partij turf, aldaar fpecifiquelijk begroot ; De gedaagde heeft zulks bij de middelen van zijne conclufie van antwoord niet durven ontkennen, maar openlijk moeten advouëeren; alleenlijk daar maarbij. E 2  C 68 ) doende, hoe hij gedaagde fustineert, dat hij bij die diverfc'he kopen fpeciaal zoude zijn bedrogen geweest , gelijk uit dezelve conclufie van antwoord evident is: En derhalven zal dan maar te onderzoeken ftaan, Dat nademaal de gedaagde zo wel de bepaling der quautiteit turf, als den prijs waarvoor dezelve aan hem is verkocht, openlijk advoueert, en in confesfo ftelt, Of de gedaagde de politiven bij zijne conclufie van antwoord completelijk komt te bewijzen; En wel ten zulken effecte, a. ) Dat er zo een beding ten tijde van het ver¬ knopen der voormelde percelen turf is gemaakt % b. ) Dat de gedaagde geen meerdere quantiteiü tonnen turf, als hij komt optegeeven, uit die gekochte roeden heeft gehaald en gevaren: c. ) Dat hij zulks aan den eisfcher heeft te ken¬ nen gegeven , gelijk ook, d. ) Dat de eisfcher daarop zoude hebben gede¬ clareerd zulks in betaaling te zullen laaien vinden. Want dat de gedaagde , hetgeen hij komt te pofeeren den rechte genoeg zijnde, bewijzen moet, weeteu allen die geenen welke flechts maar even den eerften drempel der Rechtsgeleerdheid betreeden hebben, door dien de gedaagde wordt een txcipient,en overzulks een aanlegger, volgends de Lex. iff.de Except. Reus in exceptionis Aftor est!  C 69 ) Be-halven, Edele Achtbaare Heeren! dat het meer dan bekend is, AElore non purbante, reus abfolvetur'. Ja wat meer is , affirmanti incurnbit probate non fai negat \ En het is er zo verre van daan dat de gedaagde of van het eene of van het andere eenigen fchijn of fchadiiwe zou kunnen te berde brengen , des geenzins ; Maar pofito [cd non confesfo, hij konde zulks eens doen, dan zoude, (onder coneótie gezegd,) zulk een bewijs , welk alleen juftificatoir ten principaale zoude weezen, op geen provifie te pas komen, ten zij de gedaagde van zu!ke bewijzen voorzien ware, die van de eigen kracht en liquiditeit,als waaruit de eisfcher ageert, bevonden werden te zijn, dewelkendan , volgends de leer van merbla, Lib. 4, cap, 13 en 14, tit. 40, en vromans de Foti competenti Lib 3, cap. 9, § 3 en 4, verdeeld worden in tweederleie foorten ; als: A) Of in rechten: B.) Of in feiten: Ad A.) Die in rechten beftaan, bevatten, Excepde van onaaDgeftelde gelden, van gewysde zaaken, van bedrog, van dwaling, van minderjaarigheid , van een conventie of verdrag, om uit krachte van dien iet te eisfchen, en andere oorzaaken meer; En, ad B.) die in feiten beftaan, zijn bij voorbeeld; E 3  ( 7o ) Betaling, prescriptie of verzaking, acceptilatie, kwijtfcbelding, hovatie «pan fchuld, als mede transactie, compenfatie, en wat daar verder onder behoort. Invoegen dat alle peremptoire allegatiën en defen. fiën van den gedaagde zodanig zouden moeten geconftitueeerd zijn, dat de geheele zaak, of ten minsten dat geene dat men bedisputeert, daardoor ip/o faEto zoude worden vernietigd; En het even daarom is, dat een gedaagde, een van bovengemelde peremptoire allequ.itien propo. neerende, den Rechter met zulke klaare en liquide documenten moet doen blijken , dat daarop de plano , en zonder nader onderzoek kan worden recht gedaan. En geen wonder, Edele Achtbaare Beeren.' Waar zoude het anders heen, als een temeraire pleiter , door onwilligheid of pleitzucht , zoude kunnen goedvinden zijne crediteuren te vexeeren; hoedanige temerarius litigator bij ons doorgaands in de kosten van den procesfe wordt gecondenseerd. Waarlijk niet zonder reden J en vraagt men waarom? om dat de provifie van nampthfement, op fundament van zulke goede redenen hier te Lande en elders geïntroduceerd , anderzins geheel en al den bodem zoude worden ingeflagen. Want wanneer daar niet zorgvuldig op gelet wierd, dan zoude er nimmer een provifie van tiamp. tisfement kunnen worden uitgedacht, welke niet ïouden kunnen worden geftuit.  C 7i ) Maar genomen ai konde de gedaagde eens alle zijne pofitiven door confonnante getuigen bewijzen, als neen; Het zoude, gelijk aan de penetratie van U Edele Achtbaaren niet ontflippen zal, ten refpecte van het verzoek van provifie van namptisfiement, ten deezen gevalle, niets geeven, noch neemen: Om deeze beide redenen, die overal gerecipieerd zijn : I.) Dat die getuigen dan eerst in firma probanti zouden moeten zijn belegd; en, s.) Om dat de eisfcher het recht van reproche tegen zodanige getuigen ten principaale competeert; En mits dien, dat alhier even als het vijfde wiel aan een wagen te pas komt, ja zeer mal apropos van wege den gedaagde op de baan is gebragt, de zogenoemde conclufie, onder de benaaming van delatie van eede, waarvan op falurdag avond aan mijn' Meester een copie is gezonden, en die op heden ter rplle is gebragt, zijnde vau deezen inhoud: Fiat infertio 1 Gemaklijk , Edele Achtbaare Heeren ! zoude ik mij dispenfeeren kunnen iet daar van te zeggen, als begrijpende dat zo eene conclufie van delatie van eede geen peremptoire allegatie is noch zijn kan, die het verzoek van provifie zoude kunnen ftaaken of fluiten, noch waartoe de eisfcher immer E 4  of ooit door een rechterlijke dispofitie kan gedwongen worden , in confideratie , eensdeels dat men eerder daarvan moest gediend hebben , maar niet even voor het doen van een pleidoojeNop de provifie; in de tweede plaats , en wel voornaamlijk , om dat, als de eisfcher zijnen eisch volkomelijk komt te probeeren , hij alsdan niet verpligt of gehouden is, Jurat aut juramentum deferre] gelijk in cas fubject. Daar wij reeds ten overvloede hebben aangetoond, dat de eisfcher voor zig heeft een wettig en formeel document, waarop de provifie naar de gronden van onze recluspleeging bij alle Rechters wordt gedeccrneerd, maar ook waarop ten principaale, wanneer het fchuldboek met eede of met den dood wordt geconfirmeerd, een volle preuve komt uitteleveren. Doch, als men de conclufie, houdende de delatie van eede, eens van nabij befchouwt, dan zal men aanfionds met een' opflag van een oog zeer duidelijk ontdekken, dat het niet meer is dan een temerair en opgeraapt cartabel, verzonnen om , ware 'tmogeüjk, quafi de fustenue van den gedaagde, daar men zeer mede verlegen is, en men niet weet hoe men zig wringen zal , (vermits de fchikking deezer zaake, om het in paslant te zeggen, maar alleen aan een borgtogt, die men niet heeft kunnen krijgen, heeft gedependeerd,) eenigen fchijn van gefundeerdheid bijtezetten. Gelijk U Edele Achtbaaren boven dien ook ligtJijk zullen fcegrfipen, dat hetzelve is eene delatie  ( 73 ) van eede, welke de gedaagde tegen het hoofd fpringt. Als dezelven maar confideeren, Dat de eed , die de gedaagde van den eisfcher komt te vorderen , bij de conclufie van eisch bereids is geprefenteerd ; want 'hoe kan de eisfcher zijn fchuldboek prefenteeren met eede te Herken, in gevalle het geene hij pretendeert niet deugdlijk is; en is hetzelve deugdlijk, waarom zoude hij een tweeden eed doen? want al het gunt de gedaagde bij zijne delatie van eede komt te requireeren, dat prefenteert de eisfcher bij zijne conclufie van eisch , met eede te fterken. Tot probatie van welke confteeren kan de inhoud van de voormelde c'unclufie, luidende in deezer voegen: Fiat infertiol En dus eischt de eisfcher in efieéle, a. ) Een fomma van f 1298, zijnde zijne prettnfie. b. ) Met den int er esfe van dien, d 4 pCto. , c. ) Mitsgaders met de kosten, d. ) En ïijprovifie van namptisfement; e. ) Prefenteeren de vervolgends de deugdlijhheid niet alken van het geëischte van den gedaagde , maar van zijn gantfche fchuldregister, met eede te fterken, Vergelijken wij nu het geene de gedaagde van den eisfcher komt te vorderen, dat beftaat dat hij E5  C 74 ) zweeren zoude per resto van rekening van de gedaagde nog te moeten hebben ƒ 1292:1a:—. En, zegt hij vervolgends, als gij dat doet , dau zal ik u zo veel minder geeven, naamlijk: 1.) Een fomma van ƒ.... volgends zijne pre. fentatie , bij conclufie van antwoord ge* daan, 3.) Met de interesfe van dien , 3.) Met de kosten in deeze procesfe gevallen. En mits dien zullen U Edele Achtbaaren daaruit zien , ja als met een' opflag van een oog kunnen remarqueeren, hoe zotlijk, ongerijmd, en paradox deeze fustenue van parrij is. Want, quod notandwn ! hij komt juist van den eisfcher te vorderen , hetgeen dezelve albereids bij zijne conclufie van eisch heeft gepresteerd gebad ; behalven dat het van zelf fpreekt, dat als. de eisfcher de bewuste partij turf in dier vocgeT sis de gedaagde zegt verkocht hadde, hij dan immers zijn fchuldregister met geen folemneele eed. zweering fterken kan. Om redenen dat, om het onverbloemd te zeggen, alsdan de eisfcher genoegzaam even eens valschlijk zweeren zoude, als dat hij een' eed deed, vol. gends de conclufie van delatie van eede , na de ca» pricen van den gedaagde geëxcogiteerd. En daarom, hoedanig men de zaak ook begrijpen wille, men bemerkt rasch in wat hooplooze extremiteit van verlegenheid de gedaagde zig ter zijner defen° öe gebr3gt ziet.  C 75 ) Inderdaad men behoeft, geen groote penetratie te bezitten, om te bemerken, dat men gaarne alle , zeilen zonde willen infpannen, om, ware 't moge. lijk, de provifie te ontzeilen, en den Rechter te brengen ineen begrip, even een sof men zwaarigheid maaken zoude zo een' eed, als de gedaagde hebben wilde, te doen ; daar men aan deeze zijde fterker eed geprefenteerd heeft; ja daar, als men alles ftriclo jure met een paslood meeten moest, een eed voor als nog niet te pas komt. Doch dit alles flechts in pasfantl Om dat, wanneer het ten principaale tijd zal zijn, de ongefundeerdheid van die conclufie van delatie van eede nader aantetoonen , de eisfcher voor alsdan wel zal weeten te bewijzen , dat een koopman gehouden is, abfolutelijk de dengdlijfeheid van zijn fchuldregister te moeten bezweeren, maar niet dat een ordentelijk koopman,ageerende uit een behoore* lijk fchuldregister, waarin niet alleen alle requifiten zijn geobferveerd , en welks deugdlijkheid zelfs bij den gedaagde geadvoueerd en toegeftemd is geworden, verpligt zoude zijn een'eed te moeten doen, na de caprice door zijn partij ingericht. Gevolglijk zo komt inzonderheid zodanig een delatie van eede pp geene provifie te pas , noch kan , als men met de gezonde reden raadpleegt, in dat opzicht van geen de minfte applicatie weezen, ten zulken eftecle van dezelve te fluiten; Want waar zoude het heen? Als iemand, genoodzaakt zijnde te ageeren uit  C 76 ) een document, dat niet alleen, gelijk uit het recht geprobeerd is, voor deugdlijk en liquide,naar de befchrevene rechten en onze costumen aangemerkt wordt, maar zelfs door den gedaagde daarvoor erkend, door deeze of geene uitviugten, ja zelfs door het defcreeren van den eed, die fterker bij eisch is geprefenteerd, in het verzoek van provifie tot Kamp' tisfiement kan worden geftuit, en vervolgends darrdoor zijn onbefpröken fchuldregister niet onduidelijk als fufpect te zien verklaard. Indien dit doorging, Edele Achtbaare Heerenl dan ware het voorzeker gedaan met de negotie; dan waren alle kooplieden ongelukkig , en vermits de provifie partij geen zeer kan doen, noch het befchadigen kan, als zijnde de eisfcher een gegoed man, van voortaan onder cautie de restituendo, indien hij ten principaale al kWame 'te fuceumbeeren ,een provifioneel vonnis meer te kunnen ligten; Zo vertrouwt de eisfcher dat U Edele Achtbaaren, zonder daarop reguard te neemen, dezelve zullen adjudiceeren. Terwijl U Edele Achtbaaren hier Uit, ( zo men vertrouwt , ) dan zeer klaar zullen zien, dat de eisfcher alhier niet alleen uit een allezins liquide inftrument ageert, waarop noodzaakelijkprovifie dient en behoort te worden gedêcerneerd; Maar ook dat zulks met eede bevestigd zijnde, een volkomen preuve komt uitremaaken, en dat dienvolgends door den gedaagde daar tegen geene , immers geene wettige, defenfie is gedaan.  C 77 ) Want reflecteert men , bij voorbeeld , op de defenfie van den gedaagde bij zijne conclufie van antwoord in deezen gedaan: Zo zullen Ü Edele Achtbaare bevinden , dat hij onder eede prefentcerr te betaalen de meergemelde fomma van ƒ805: 3:— fustineerende daarmede te kunnen volftaan. Fiat infertio van des ged. twee conclufiêni Dat nu de prefentatie van eede temerairen gantsch informeel is, blijkt daar uit: Dat het waarlijk een flap van dwaasheid is, tegen de reden en het recht te willen (taande houden, dac men een behoorelijk fchuldregister, bekleed met alle de noodige requifiten, aan deeze zijde geprefenteerd niet eede te Herken , en door den gedaagde zelfs daar voor erkend , in duigen zoekt te werpen, door eene kwalijk geplaatfte prefentatie van eede te doen, en bij gevolg door een getuigenis in zijne eigene zaak te geeven, het geen ex diametro tegen het recht en de reden aanloopt; Tegen het recht, om dat het eene bekende zaak is, dat niemand in zijne eigene zaak geloof meriteert, Volgends het axoma. Te/lis in propria eau fa, non fufficitl En tegen de reden; Om dat, als deeze ftokregel doorging, dat wanneer een koopman aan iemand hadde gedaan leve-  C 78 ) ranrie van goederen, en ter zaake van dien > na voorgaande minnelijke interpellatiën, geen voldoening kunnende bekomen , mitsdien genoodzaakt werd zijn' debiteur in rechten te convenieeren, en dat als zijn debiteur dan maar wilde onder eede ver. klaaren, zulks voor het geheel, of een gedeelte van dien niet ontvangen of gehad te hebben , dat dan zulk een verdachte eed boven het fchuldregister zoude moeten worden geprefereerd: In zodanig geval, Edele Achtbaare Heeren ! is het gedaan met de goede trouw van den koophandel, en bij gevolgtrekking indisputabel zeker , Dat Holland, groot en ontzachlijk geworden zijnde door de negotie, gevaar zoude loopen van door zijne juftitie in duigen re vallen: Dan vermits de eisfcher zodanig een fustenue niet langer wil disputeeren, als confidereerende dat zulks maar noodloos tijdverfpillen, en de attentie van U Edele Achtbaaren hier door buiten noodzaaklijkheid gefatigueerd zoude zijn, Zo zal de eisfcher zig daarmede niet langer op. houden , aangezien hij de ongefundeerdheid der prefentatie van eede aan de zijde van den gedaagde gedaan, plenair aangetoond hebbende , de overige prefentatie , omme te betaalen eene fomma van ƒ803: 3:— daardoor van zelf zal komen te corrueeren , als dependeerende die laatfre prefentatie van betaaling, van de prefentatie van eede zelve.  C 79 ) „ Weshalven de eisfcher , zonder zig in de pre. „ fentatie van eede, door partij gedaan, verder intelaaten, of zonder zig op zodanige andere „ prefentatiëa , daar aan verknocht, te declareeren, althans van deeze termijn van „ pleidooie zal afftappen , en dezelve befluiten, in die eqtiitable en billij„ ke verwachting dat U Edele Acht*>t baarengeenzwaarigheidmaaken, „ noch geen oogenblik aarfelen „ zullen, om derechtmaatige ,, pretenlie van den eisfcher, „ voor zo veel het ver„ zoek van provifie van „ namptisfement be„ treft , te adju,, diceeren; met „ de kosten." Imploreerende, enz.  ( 8o ) FORMULIER van een PLEITMEMORIE van ANTWOORD, op de provifie. edele achtbaare heeren! Na dat de gedaagde in deezen, als zijnde een turf. fchipper van zijn beroep , federt een geruimen tijd van jaaren met den eisfcher negotie in turf'hadde gedreven, en genoegzaam altijd contant, immers op den bepaalden tijd, bij de onderhandeling van de koop geconditioneerd, promptlijk de gecontracteerde fchuld aan hem betaald had; Zonder dat er immer of ooit tusfchen partijen litiganten,ter zaake van dien, de allerminfte differenten waren voorgevallen, Zo is het vervolgends in den jaare 1760 komen te gebeuren, Dat de gedaagde, op de fterke perfuatie en aam» drang van den eisfcher, destijds van hem heeft gekocht eerst een partij turf, Bij denzelven eisfcher begroot en opgegeven dat gezamentlijk of in "t geheel zoude bedraagen 596 roeden en 3 voeten. Gelijk hij naderhand zulks nog in prefentie vaa twee geloofwaardige getuigen, mondling heeft gedeclareerd gehad, Con.  ( 8i y Conform de gerecolleerde verklaaringen daar van zijnde , En welken ten zijnen tijde aan deeze zijde bij inventaris van Hukken geproduceerd cn overgelegd zullen worden, Wanneer deeze zaak ten principaale zal wéezea voldongen. Dat ondertusfchen bij het aangaan van die koop , nakende de eerfte partij turf, tusfchen de refpectiVe partijen fpeciaalijk was bedongen: Dat de gedaagde uit ieder roede zoude vaaren 3 tonnen turf, waarvan de prijs met gemeene toefiemming gereguleerd en bepaald werd, op drie guldens drie ftuivers per roede , of anders 8 Huivers Voor elke ton. Dat bij ondervinding gebleken zijnde, en behalven dat, des gerequireerd wordende , den rechte genoeg zijnde, zoude kunnen worden geprobeerd, t it de gedaagde uit die eerst gekochte partij turf van 596 roeden 3 voeten, Niet meer heeft gevaaren, dan 4318 tonnen, importeerende eene fomma van ƒ 1727:4:- gerekend tegen 8 ftuivers per ton. Dat de gedaagde al verder, zo dra dezelve quantiteit turf door hem was afgehaald, en gevaren, hiervan behoorelijke notificatie en kennis aan den eisfcher gegeven hebbende, De eisfcher daarop volmondig gedeclareerd had, daarmede te neemen volkomen contentement en genoegen , ten dien effecte, dat hij te vrede was om E  < 8* ) zulks aan hem gedaagde, bij liquidatie en betaaling van rekening, in mindering van de fchuld te zullen doen valideeren, niet alleen, Maar het geen in deezen, om voorlopig het charakter en de reprochable handelwijze van den eisfcher te developpeeren , eene particuliere opmerking meriteert: Dat hij ten zelfden tijde ,naamlijk in het begin van hetaanvolgende jaar 1761,een tweede partij turf, begroot op 365 roeden , tegen ƒ3:5:— per roede., op de voorgaande conditie heeft aangeboden; Naamlijk onder beding dat ieder roede tegen 8 tonnen zoude worden berekend, öf bevaaren; En bij aldien daaraan tekort mogte fchieten, hij gedaagde zoude kunnen volftaan met 8 ftuivers perton te betaalen van de gantfche quantiteit, welke naderhand bleek daaruit bij hem gehaald te zijn ; Gelijk de gedaagde dan al weder, onder zodanige uitdrukkelijke conditiën , deeze tweede partij turf, groot 365 roeden, van den eisfcher gekocht had: Dan dat, ongezien de pretenfe begroting van den eisfcher, de gedaagde uit die' laatfte gekochte partij turf niet meer had gevaaren dan 2574 tori', -die, gerekend tegen 8 ftuivers per ton, niet meer konden bedraagen dan ƒ 1029:12:—•. Over zulks de gedaagde, voor beide dezelve partijen turf, refpecldvelijk van den eisfcher, in den jaare 1760 en 1761 gekocht, in het geheel is fchuldig geweest  ( 83 ) Een fomma van . * ƒ 2756: tó; «»j Waarop de gedaagde van tijd tot tijd aan den eisfcher fuccesfivelijk in mindering, en op rekening heeft betaald een fomma van . « , *> 1953:13: — Blijvende dus per resto fchuldig . ƒ 803: 3: — Alles in gevolge en conform de middelen van des gedaagdens conclufie van antwoord , waartoe alhier kortheidshalve gerefereerd wordt. Fiat infiertio i Dat of wel de gedaagde nimmer onwillig is geweest, noch de minfte tergiverfatie had betoond,om de voldoening of betaaling van de zuivere fchuld Van ƒ803:3:- aan den eisfcher, of zijhen gevolmagtigde te laaten volgen, Het nogthans aan den eisfcher hadde kunnen gelusten , den gedaagde wegens een quafi pretenfie van ƒ 1298 voor deezen Edelen Achtbaaren Gerechte te convenieeren, En ter zaake van dien , bij zijne conclufie van eisch, te concludeeren , tot provifie van tiaapsis/ement Dat ten blijke van dien , de gedaagde bij zijne conclufie van antwoord hadde gedaan prefentatie otn onder eede te verklaaren, dac de conditiën , zo ten refpecie van de eerfte als tweede partij gekochte turf, zig aldus hadde toegedragen, en daarbij verF 3  C 84 ) der geprefenteerd, de nog verfchuldigde fomma van ƒ803:3:- aan den eisfcher inpromptis te voldoen ; En vervolgends bij eene nadere conclufie, onder delatie van eede, hadde gedeclareerd , niet alleen daarbij te blijven perfifteeren, maar onder anderen daarbij hadde gedaan de volgende abfolvatoire prefentatie, Dat, in gevallede eisfcher hèt contrarie onder folemneelen eede wilde verklaaren , hij gedaagde be. reid en te vreden was, Om aan hem eisfcher de geëischte fomma van ƒ1298:-:-, (na aftrek van een fomma vanf 230:-:door den gedaagde na de eerfte citatie daarop betaald,) promptelijk te voldoen, Met den intrest van dien a 4 pCt. in 't jaar, ge. rekend a tempore litis mota tot de volle en effectueele voldoening toe; En daar en boven de kosten, in deeze zaake gevallen , (des noods,) ter tauxatie en moderatie van deezen Edelen Achtbaaren Gerechte, Blijkende uit de conclufie , houdende dezelve delatie van eede, enz. Fiat infertio. Dat, hoe zeer de gèdaagde met alle zulke redelijke en wettige prefentatiën gemeend had naar rechten te kunnen volftaan; Immers ten dien gevolge, dat de eisfcher nood-  C 35 ) zaakelijk vsrpligt was, of den geoffereerden ee4 zelf te accepteeren en te doen, of die aan den gedaagde te defereeren, en overtelaaten; De eisfcher, onaangesien hetzelve, alle de gedaane prefentatiën met verontwaardiging had gedeclineerd, en geweezen van de hand: Hoedanig refus de wankelbaarheid en ongefundeerdheid van deszelfs fustenue klaar en evidentelijk aantoont: Dat wijders partijen hinc inde bij replicq en du« plicq, bij derzelver conclufiëu refpe&ive'ijk geper-j iilteerd hebbende, Deeze zaak daarop was gevallen in de terra» van op order van U Edele Achtbaaren, althans oj.de provifie, te worden bepleit. Weshahen alhier da yraage is? r Quceiiturl „ Of de gedaagde met zijnen allezins fatisfadoi„ re prefentatiën, bij zijne conclufiën van ant„ woord, en delatie van eede gedaan, niet kan „ volftaan; en mitsdien de eisch en conclufie, met ,, de daarbij verzochte provifie, als zijnde ten „ eenenmaale ongefundeerd , aan den eisfcher niet „ behoort te worden ontzegd? cum expenfis, enz." Tot adfiructie van het eerfte argument, of van het eerfte lid deezer vraage , is het buiten alle bedenking, Edele Achtbaare Heeren! Gelijk het volmaaktlijk, zo wel met het befchreF 2  ( 86 ) ven recht, als met den ftyle van onze praétijk ftrookt; NB. Quod affirmanturl Niet alleen dat ia een disputabel of twijfelach-' tig geval de delatie van eede , zamengevoegd met prefentatie van betaaling , die van wege een gedaagde wordt gedaan, ter zijner detentie altijd fa, vorabel is, maar, (onder reverentie,) bij den Rechter ook volkomeningresflebehoort te verdienen; Om redenen dat aan een aanlegger of eisfcher zelfs die eene frivools en ongegronde actie inftitueert, de keur gelaaten wordt, of hij den aangeboden eed wil amplec~r.eeren,dan denzelven ter decharge van zijn partij verkiest overtelaaten : Als bij hoedanige delatie van eede derhalven aan het recht van den eisfcher geene prejuditie of verkorting gefchieden kan; Eehalven nog dat zodanige delatie oneindig preferabel is , boven de gefustineerde geloofwaardigheid van het beste koopmansboek , alfchoon door den fuppletoiren eed gefterkt wordende, Vermits zij incumbeert een fpecie van peremptoire exceptie, die krachtwerkende is, en het verzoek tot namptisfement doet vervallen, en buiten effect ftellen; Voornaamlijk wanneer zij gecorroboreerd wordt door twee gerecolleerde en beëedigde verklaringen van getuigen, waarvan aan de zijde van den gedaagde eerst ten principaale , na wisfeüng van in* ventaris en ü'akken, gebruik kan worden gemaakt j  ( 87 ) Want, offchoon het wel waar zij, Edele Achtbaare Heeren! Gelijk de gedaagde nooit gedisputeerd heeft , roch disputeeren zal, Dat een koopmansboek, of fchuldregister, onder prefentatie van eede een volkomen preuve in rechten uitmaakt, Inzonderheid bij aldien de perfoon, welke uit krachte van zodanig fchuldregister ageert, en de deugdelijkheid van dien, met folemneeien eede prefenteert te bevestigen, Een eerlijk man is , Haarde ter goeder naam en faam, Zo als, ongevleid gcfproken , de eisfcher als zodanig bij de gantfche wereld gereputeerd is, en wel particulierlijk bij den gedaagde daarvoor bekend ftaat, Zo neemt zulks niet weg dat er eene onvrijwillige erreur of vergisfing in het fchuldboek van den eisfcher plaats heeft gehad. Nadien de eisfcher, zo als vertrouwd wordt dat npparentelijk ook gefchied zal zijn, een zeer goede en accurate aantekening in zijn ichuldregister heeft gehouden, Van dat geene waarop hij de beide verkochte perceelen roeden turf grosfo tnodo aanvanglijk begroot cn gefchat had, Zonder in diminutie of mindering van de fchuld genoteerd te hebben , de mindere quantiteit turf welke de gedaagde uit dezelve perceelen gehaald en gevaren heeft, en waartoe de eisfcher, na behooreF 4  C 88 ) Iijke opgaaf van den gedaagde, mondling heeft ge. " confenteerd, dat, bij afbetaaling of liquidatie van de fchuld, daarvan zouden worden gerabatteerd: Het geen eigenlijk, Edele Achtbaare Heeren! alhier den ftaat der questie uitmaakt, als zijnde het voornaame object van onderzoek, waarop U Edele Achtbaaren met derzelver gewoone attentie zullen gelieven te reflecteren. Boven en behalven dat al eens onderfteld zijnde, dat het verzoek van provifie in deeze zaak door den beugel konde, en met de gronden van het recht te compasfeeren ware, Waarvan het tegendeel zo aanftonds op eene ortwederfprekelijke en overtuigende wij^e aan deezen Edele Achtbaaren Gerechte zal confteeren ; Het echter hard, ja, (onder eerbied gezegd,) gantsch onbillijk zoude zijn, dat iemand, uit krachte van eene interlocutoire condemnatie, Meer gelden zoude moeten namptifeeren, dan hij wezenlijk fchuldig is, Hoe zeer zodanige namptifatie, onder cautie de restituendo gefchiede, wanneer bij vonnisfe definitif ten principaale anders verftaan wordt: En waarlijk geen wonder! terwijl het van zelfs fpreekt, dat door het namptisfement van de meerde, re penningen dan de zuivere fchuld bedraagt, Iemand op eene criante en onwettige wijze zoude worden beroofd , van die winsten en voordeden, Welke bij geduurcnde den loop der proceduren ten principaale van de gebruikraaaking van dat meer»  ( S9 ) der gedeelte der genamptisfeerde penningen,dan de fchuld importeert, in zijne negotie of beroep had kunnen behaalen: Maar het geen nog daaromtrent als iet odieus en ongepermitteerd , bij alle onpartijdige rechters wel degelijk in hec oog moet fpringen, Is, onder anderen, deeze volzaaklijke confideratie; Dat, als provifie van ttamptisfiement op zulke eene inforroeele wijze , en in zodanig geval als hier geverfeerd wordt, altijd moest worden gedecerneerd , Alleen uit oorzaake van de pretenfe geloofwaardigheid van een koopmans fchuldboek , en des al» een onfeilbaar inftrument, dat door den fuppletoiren eed bekrachtigd werd, Daardoor de weg en de deur tot ufurair gewin of woeker , ten behoeven van een' eisfcher, zoude worden opengefteld,om daarvan,ter benadeeling en verkorting van den gedaagde, te gaudeeren; En vervolgends op die manier, {taande den loop van het proces, ten principaale zijn profijt te doen, met de te veel genamptisfeerde penningen , waartoe hij geen de minfte recht van pretenfie hadde, En waarvan het gebruik hem ondertusfchen geadjudiceerd zoude worden, Wanneer zodanig een gedaagde, zig bevindende in het geval als in cas fubject, Het ongeluk had van op de provifie te fuccumbeeren: Hoedanige allegatiën , welke den toets van het F5  C 9° ) recht, de reden en billijkheid kan doorftaan, hier Hechts ter loops gedemonftreerd hebbende, Zal als een tweede object van nog meerder importantie ai verder dienen te worden onderzocht; Of in deeze zaake , waarover althans tusfchen partijen op de provifie gelitisconteueerd wordt; Namptisfement van de pretenfe fchuld , die den eisfcher fustineert hem te competeeren, wezentlijk plaats kan hebben? NB. Negaturl Wel is waar , Edele Achtbaare Heeren! dat provifie van namptisfement in de volgende drie onderfcheidene gevallen, conform het befchreven recht ^ en fpeciaal volgends onze coltumiere practijk gefundeerd is, en bij confequentie aan een' eisfcher, ageerende uit de geloofwaardigheid van zijn fchuldboek, onder prefentatie van eede, bij vonnisfe interlocutoir kan worden geadjudiceerd: Primo : als de deugdlijkheid van de fchuld door partij erkend, en niet gedisputeerd wordt: Secundo: als de debiteur niets , of maar een gedeelte , op rekening van de fchuld betaald hebbende, volftrekt onwillig is, om met zijn' crediteur te liquideren, en het geheel of het restant van de fchuld te voldoen. Tertio : als er geen delatie van eede aan de zijde van een' gedaagde is gedaan , ten bewijze dat hij  C 9ï ) minder fchuldig is, dan in het fchuldregister, waaruit de eisfcher ageert, aangetekend ftaat. Maar vlak contrarie, Edele Achtbaare Heeren! is het hier met de zaak gelegen 1 Terwijl deeze drie noodzaaklijke requiflten hemels breed verfchillen met het geval waarin de gedaagde zig actueel bevindt; a.) In da eerfte plaats, om dat, alhoewel de deugdlijkhcid van het fchuldregister van den eisfcher niet formeel in het tegenwoordig geval gedisputeerd wordt , de fchuld als fchuld gtnomen, nogthans door den gedaagde niet is geagnosceerd of erkend, voor zo viel dezelve in het gemelde fchuldboek ten zijnen laste is ge. bragt en aangetekend geworden. bi) ln de tweede plaats, dat uit krachte en op fundament van de mondlinge conventie tusfchen partijen, ten opzichte van de prijs en be. taaling der gekochte en geleverde turf, refpecthelijk gemaakt, de gedaagde niet alleen ten min/ie twee derde gedeelte van het montant der zuivere fchuld heeft voldaan, maar boven dien rdmmer onwülg is geveest, om met den eisfcher te liquideeren , en hem het restant van zijne competentie , voor zo veel hem wettig toekwam, promptelijk te betaalen ; ge/ijk ten overvloede manifesteeren kan , zo uit de prefentatïèn bij  C 9a ) desztlfs conclufie van antwoord, als vervolgends hij de delatie van eede aan deeze zijde gedaan, c.) In de derde plaats, hetgeen boven alles eene zonderlinge attentie vordert, en ten voordeele van den gedaagde militeeren moet, is dat alhier, om aan den eisfcher de maat vol te ineeten, aan deeze zijde nog tijdig genoeg voor het plijten op de provifie, niet alleen behoorelijke delatie van eede is gefckied, maar daarZ>y'jquod notandum,/» conformitévan des gedaagdens conclufie van antwoord, eene nadere prefentatie van wegen dezelve is geworden gedaan, achtervolgends welke aan de verkiezing van den eisfcher werd overgelaten, om den voorgefiagen eed aanteneemen, of te defereeren, en dien conform in het eerfte geval, des eis» fchers gefustineerde pretenfie op den voet van zijn fchuldregister , of anders in het la ai ft e geval, de meermaals aangeboden fomma van ƒ 803:3: — zo als de gedaagde op goede gronden beweeren kan , niet meer fchuldig te zijn, aanfionds , en zonder uitftel te willen voldoen. Prefentatien, Edele Achtbaare Heeren! zo accep« tabel, zo aanneemelijk, en zo fatisfac~toir, dat, behalven dat dezelve het applaudisfement en de goedkeuring van den Rechter behooren wegtedraa* gen, en waarmede een gedaagde, ter zijner deren*  ( 93 ) fiïi, voor alle hooge collegiën van juftide, en mindere rechtbanken , onder reverentie, genoegzaam kan volftaan ; maar dewelke ook met elkander gecombineerd , of zamengevoegd zijnde, eene foort van krachtwerkende peremptoire exceptie uitmaakt, waardoor in onze rechtspleging den voordgang van kostbaare proceduuren , zo op de provifie als teti principaale, immers het ongefundeerd verzoek van namptisfement immediatelijk kan worden geëxtingueerd en vernietigd. Retoucheeren wij deeze onwederfpreekelijke ge*' volgtrekkingen eens wat nader, het kort en zaaklijk onderzoek daarvan, bij manier van comparatie, of vergelijking, ten toets brengende aan het befchreven recht, en onze ftatutaire wetten , zo zullen U Edele Achtbaaren oogfchijnlijk bevinden, dat de zo even aangevoerde argumenten , tot extinctie ent wederlegging van de frivole actie van partij geavanceerd, ten voordeele van den gedaagde ingresfie verdienen. Vraagt men waar van daan het hulpmiddel van provifie van nampthfiement overgenomen , en in onze pradtijk gerecipieerd geworden is; alsmede met hoedanig oogmerk vervolgends de introductie daarvan hier te Lande bij ufantie is gefchied? — wij kunnen , op fundament van de leer van geëxperimenteerde Rechtsdoctoren, daarvan deeze volzaaklijke definitie geeven: Confulteren wij aan den eenen kant daar over fommige vermaarde advifeuren, zo blijkt het, vol-  ( 94 ) gends hunne gevoelens, dat provifie van namptisfethent na den grondinterpretatie niet anders is dan een expediënt van 1'ecuriteit, om. aanleggers van procesfen te verzekeren , en tot waarborgen van hun verhoopte ttiumph te verftrekken, hetwelk in de Nederlandfche practijk bij ufantie is ingeflopen, en tegen de befchrevene rechten aanloopt; waarvan, onder anderen, te zien is een volledig advijs, ftaande in bellüm juridicdm, of de Oorlog der Advocaten, cafus 45 & feqq. Hoewel Mr. simon van leeuwen, in zijn Rjiomsch Hollandsch Recht, lib. 4. part 15. num. 3, van een contrarie denkbeeld fchijnt te weezen t zeggende aldaar dat zodanige provifie van namptisfiment ftilzwijgende door het Roomfche Recht geïntroduceerd is geweest, waarvan hij ter gemelde pbiatfe verfcheidene apph'cable wetten tot confirmatie van dien allegueert, en bijzonder de L. 4, 3, ff, de Re judicat., en L. 10. ff. de Pign. A6l. Dan, hoedanig het ook met de aanneemelijkfte en meest gegronde deezer verfchillende ppiniên, in cas fubjecr., gelegen moge zijn, zo is het ondertusfehen volftrekt zeker; Dat het middel van provifie van namptisfement uit Frankrijk hier te Lande overgebragt, en tot een noodzaakelijk einde in onze rechtspleging gerecipieerd en aangenomen is geworden ; Ais hebbende zodanige handvulling voornaamlijk ten grondflage om listige en onwillige fchuldenaai ren , die hunne crediteuren door onophoudelijke  ( 95 ) uitftellen en finistere handelwijze van hunne NB. wettige en deugdlijke pretenfiën zoeken te verfteeken* zo veel mogelijk te beteugelen , en vervolgends al zulke kwaadwillige débiteuren daar door te eerder rot de voldoening van de fchuld te noodzaaken, niet alleen, maar particulier met het oogmerk om , onder faveur van dien , te bewerken dat de pro* cesfen onder futile en opgeraapte voorwendzelen, tot verkorting van wettige crediteuren , niet Gepende en op de lange baan gehouden, en misfchien door kwalijk geintentioneerde debiteuren niet on» rechtmaatig gefrustreerd zoude worden , inmiddels van hunne penningen gebruik te kunnen maken. Maar is het waar, Edele Achtbaare Heeren.' gelijk alhier niet gedisputeerd worden zal , dat het hulpmiddel van provifie van vamptisfement met het falutair oogmerk is ingevoerd, om daardoor onwillige debiteuren te eerder toe betaaling van hunne fchulden te conftringeeren; Ja, is de introductie van dien een weiuitgedacht expediënt van rechten , hetwelk alleen tot fecuriteit en verzekering van een' crediteur moet worden aangemerkt, Gelijk in beide refpeften met de redelijkheid en billijkheid compatibel en beflaanbaar is; Zo fpreekt het per confequentiam necesfariam ftilzwijgende van zelf, Dati de zaak omgekeerd, Provifie van namptisfement, ten opzichte van deia  ( 9<5 > gedaagde, om die zelfde gesnendoneerde oorzaakea abfolutlijk geen plaats kan hebben, Eensdeels , om dat wel verre dat de gedaagde immer onwillig is geweest den eisfcher zijne pretenfie te voldoen , hij in tegendeel meer dan twee derde gedeelte van de fchuld vóór den aanvang deezer onnoodzaakelijke en temeraire proceduuren , op rekening heeft afbetaald gehad, En veryolgends altijd met veel empresfement heeft betoond wilvaardig te zijn om, bij liquidatie, het restant derzelve te betaalen, voor zo veel hij fustineerde wettig fchuldig te blijven, onder prefentatie van eede; Maar anderdeels , vermits de gedaagde , bij zijne delatie van eede, ter goeder trouwe geprefenteetd heeft gehad , om den vollen eisch aan den eisfcher, conform zijn fchuldboek, te willen voldoen , als hij den gedefereerden eed wilde accepteeren en aannam te doen. Wat kan er, Edele Achtbaare Heeren , van een eerlijk man meer gevergd worden? En wie zal het contrarie durven fustineeren? Waarfchijnelijk niemand, of het moet een temera* tius litigatur zijn. Hier tegen obfteert niet, dat men, om een be« glimping aan zodanige ongefundeerde en vermetele actie bijtezetten , onder anderen , tot adftructie van dien dit welriekend bloemtjen allegueert, Dat  C 97 ) Dat aan een' fiiccumbant in cas van provifie viri namptisfement, in de zaak ten principaale triurnpiiec rende, naderhandt uit kracbte van het vonnis de« finitif, de genamptifeerde fomme, nevens de verlor pene interes/en van hetzelve capitaal s daadlijk wor» den gerestitueerdi Wel is waar dat in het laatfle opzicht, vdör sa veel de interesfen van de genamptisfeerde fomma betreft, meermaalen de questie gefublilteerd heb'* bende, of iemand die eerst provifie heeft gewonnen i en naderhand ten principaale fuccumbeert, gehouden is mede de interesfen boven het capitüal te res-» titueeren , meest altijd voor her affirmative van dierj is geoordeeld, gelijk bij fententie van den Hoogen Kaade in Holland aldus is verdaan , overeenkom'l-g; het 212 ardctil van de Inltruftie van denzelven Hoo^ gen Kaade , en confirmatoir aan de Lex. 58. §, 4 ff. de ufur. Dan, ondanks een dergelijk prëddmineerend gebruik van fecuriteit, kan zulks geenzins opwegen tesreri de fchade welke een fuccumbant * in cas van provifièi die naderhand het proces ten principaale , zelfs curri expenfis, kwam te winnen, daardoor op eene onge* permitteerde wijze zoude kunnen fupporteeren. Terwijl bij alle hooge collegiën van juftitie erj fubalterne rechtbanken, doorgaands in dit, als m meer andere gevallen, nircnur meer dan een inte* rest van vier pCt. 'sjaars geadjudiceerd en toegeftaan wordt. Doch hoe zeer zodanige interestj redelijk, b«f. Q  ( 98 ) taamlijk, en buiten alle opfpraak van ufurair gewin dient te worden geconfidereerd, En een rentenier , die jaarlijks van zijne bloote inkomften beftaan moet, daarover r.iet alleen geene wettige klagten zoude kunnen inbrengen , maar daarmede wel degelijk contentement en genoegen neemen: Maar hoe ongelukkig zoude het, bij voorbeeld, zijn, als een handeldrijvend perfoon , of negotiant, bij provifie gecondemneerd weid om een capitaal van tien duizend guldens, onder cautie de restituendo, tegen den interest van vier ten honderd in het jaar namptisfeeren moest, zo lang het proces ten principaale ongedecideerd bleef; En hetzelve proces ten principaale twee , drie, of langer jaaren, zo ter et rfter inftantie, als in cas d'appèl, en vervolgends in rivifie, eens fleepende gehouden wierd, Dat hij geduurende zo veele jaaren van zijn uitgefchoten capitaal zoude moeten beroofd blijven , tot dat hij, na het afloopen van het winnende proces, ten principaale in de laatfte inftantie, hetzelve, nevens den voorgemelden fcbraalen interest van vier pCt.- 's jaarlijks, weder bekwam: Daar hij ondertusfchen , volgends alle wiskunstige calculatie, ten minsten twintig, of mogelijk vijfen-twintig pCt. met hetzelve genamptisfeerde capitaal alle jaaren in zijne negotie of beroepszaaken had kunnen proliteeren! Zodanig is het geval, Edele Achtbaare He eren!  ( 99 ) Waarin de gedaagde thans zo ongelukkig, ais öp eene dep'orable wijze is, verfeerende, Als zijnde hij, gelijk bekend iss een turffehipper" tan zijn beroep, Die behalven dat hij, zo in het opdelven als bë* vaaren van gekochte partijen turf, bij vocfraad aan. merkelijke onkosten genoodzaakt is te doen , Waartoe indisputabel de toegelegde interest vatt het gerestitueerde capitaal , gerekend tegen vier teri honderd in het jaar , bij triumpbe van bet procesten principaale,op verre na ter goedmakinge van diént niet zouden kunnen volftaari ; Maar die menigmaal, Volgends een couftant gébruik, gewoon en verpligt is, aan fommige z jner Vaste kalanten in andere plaatzen, door welken hij met de jaarlijkfche leverantie van de turf begunstigd wordt, eeneh geruimen tijd , tegen een ordentelijk ge» propottioneerd ge\vins zo a.s hij best in zijne nego'. tie bedingen kan, credit te moeten verleenen 5 Al het welke bij den eisfcher, als een doorliepen veenboer, ten vollen bekend zijnde, En prefumeerende, op goede gronden, dat de' gedaagde , na de voorgevallene discufiën over het zuiver montant der nog per restant fdhuldig gtblevene penningen s mogelijk m vervolg van tijd nief meer in zijn kraam te markt zoude komen ; Waarfchijnelijk uit een louter resfentirnent heefc kunnen goedvinden, de^zelven met deeze kwasdaaitige proceduuren, zo mal d propo, te vcseeren-, Mti te kwellen 5 G 4  ( ioo ) Blijkende het uit alle zamenloopeude omftandighe» den, raakende het gedrag van den eisfcher, ftaande de litisconteftatie op de provifie gehouden, En bij uitneemendheij aan het refuceeren van de. zo aanneemelijke prefeutatiën door den gedaagde fuccesüvelijk ten procesfe gedaan, Dat hij deeze finistere kunstgreep voorbedachtlijk gepracïifeerd heeft gehad, Om zo veel mogelijk den gedaagde in het naauw te brengen, Ten einde hem, door het natnptisfeeren van eene meerdere fomma dan de nog resteerende fchuld effectiveiijk bedraagt, te ontzetten of te berooven van die winsten, welke hij in zijne negotie, geduurende den langen tijd dat deeze zaak zig ter eerder inftantie, als vervolgends in cas d'appèl, litis pendent bleef, daarmede zouden kunnen behaalen,; Ed te gelijk om door het gemis van contante gelden zijn credit bij andere veenlieden, met welken hij in de dorpen van deeze nabuurfchap handel, betrekkelijk tot zijn beroep,zoude willen drijven, . Door zulk eene doleuze handelwijze glad in den grond te booreu: Bij al hetwelke nog komt, dat apparentelijk die van zijnen raade, om hem in dat voorneemen te ftij. ven, den.eisfcher zullen geinfpireerd gehad hebben, Dat het naar rechten notoir en in obfervantie is, Dat iemand , disputeerende de provifie , op fundament van de qualueit, of quantiteit der geleverde koopwaaren te ontkennen,  C ioi ) Zulks niets ter zaake doet, immers, en in allen gevalle het verzoek van namptisfement niet ftremmen kan, Voor zo verre een gedaagde niet pofiüvelijk den gantfehen handel of fchuld ontkent; Invoegen als folidelijk geleerd wordt bij koren conf. 16 , welke deeze conditioneele ontkentenis met bekleede redenen refuteert: Dan dit procedeert we! wanneer van de gecontracteerde fchuld bij een obligatoir handfehrift, of ander publicq inftrument komt te blijken, Ook wel wanneer de volk pretenfie zodanig als in het fchuldboek van een' eisfcher , ten laste van een' gedaagde aangetekend ftaat , door de laatfte volkomen geagnosceerd,en als wettig erkend wordt: Insgelijks als een crediteur uit een fchuldregister ageert , ten opzichte van gedaane leverantie van koopwaaren , waarin tusfchen hem en zijnen debiteur den prijs bij de koopconditiën is beraamd, gefloten, en vastgefteld , zonder dat er, met relatie tot den geconditioneerden prijs, naderhand met ondening conlent eenige veranderingen zijn gemaakt, Ja wat meer is , bijaldien de leverancier a's houder van het fchuldboek, uit krachte van welke op de provifie geageerd wordt, nog niets ter zaake van den gecontra&eerden fchuld van zijnen debiteur op rekening ontvangen heeft gehad , of hoewel een zeker gedeelte van zijne preteRlie in mindering ontvangen hebbende, zodanig debiteur onwillig blijft, G 3  C 1C?* ) m voorgaande aanmaningen met zijnen crediteur te Jiquideeren, of het restant van de fchuld te voldoen. Maarniet, en geenzins, Edele Achtbaare HeerenJ jn het geval, als een fchuldregister van een' koopman of leverancier, zonder nóch door den fuppletoiren eed gefterkt te zijn , door verfcheidene agraveerende en blijkbasre omftandigheden, en onder jinderen door de ontkentenis van den gedaagde , van de reëele waarde ontvangen te hebben, disputabel fchijnt; Immers gantsch niet als door eene nadere conventie met onderlinge goedkeuring van partijen , voor» maals eenige verandering in den prijs der geleverde koopwaaren is gearresteerd en gemaakt, zonder dat |?ulks in het fchuldboek, volgends die nadere bepaalsng van het tweede accoord, aangetekend is geworden ; Jin vooral niet zo de gedaagde, als in tiostro caJu, meer dan twee derde gedeelte van de fchuld op rekening van de zuivere leverantie voldaan hebbende , opder delatie van eede aanbiedt, aanftondi |jet restant derzelve aan den eisfcher te betaalen, op dien voet, als hij zelf zal kunnen goedvinden te verkiezen; En terwijl alle deeze drie laatfte pointen aan de isijde van den gedaagde wel degelijk plaats hebben gthad en daarom efletft behporen te forteeren; „ Zo btfluit de gedaagde deeze zijne pleidooje ,j va» antwoord, in die allezins equ tab e en vojzeni kere verwachting, dat U pdele Achtbaaren, ujt  ( i°3 ) confideratie van deeze geallegeerde redenen, den ,, eisfcher het verzoek van provifie als ongefundeerd ,, zullen ontzeggen, met comdemnatie van kos- ten»" enz. Imploreerende , enz. Sohit boete en veranw. Partijen verzoeken dispofitie. VONNIS O? DE PROVISIE. Scheper.efi van Hillegersberg en Rotterban, gehoord de mondlingfe pleidooje, gezien en geè'xamineerd hebbende, de ftukken door partijen ter we. derzijde geëxhibeerd , en> na ingenomen advijs van een neutraal Rechtsgeleerde, gelet op alles waarop te letten ftond , doende recht op de gefustineerde provifie, condemneeren den gedaagde aan den eis. fcber te namptisfeeren de fomma van twaalf honderd agt-on-negentig guldens, per resto van meerdere fomme wegens verkoop en leverantie van turf, aan den gedaagde gedaan, en ten procesfe breeder gemeld, afflaande folutum. Aldus gedaan en gearresteerd bij Schepenen , en gepronuncieerd den 5 O&ober 1765. DemptO , PIETER STAK.BEVELD. G 4  C IP4 ) FORMULIER van een CQNCLtL SlE van EISCH, tot ex traditie en af» geevjng van eene erfportie. fAsus XI. — a...., woonende tot Z?...., eisfcher ter eenre, contra , C... en d...., als bij tes. tament van wijlen e. jn dato den .... voor den Notaris s en zekere getuigen binnen de ftad G.... gepasfeerd , aar/ge. ftelde executeuren, van het gemelde testament, en in die qualiteit gedaagden , ter andere zijde, ï...... , als Procureur van den eisfcher, deede fonform de waarheid zeggen, Lat E.f., gewoond hebbende en overleden bin. riMi deeze ff ad , bij zijne testamentaire, dispofitie, pp den . ... voor den Notaris s.... en zekere getuigen, te G..,. gephffeerd , tot zijne univeifeele en gjgcfcele erfgenaam beeft geinftitucerd c?i benoemd  C io5 ) reet het volle recht Wan erfftelliHg;, den eisfcher in deezen, en voords mu uitflaithig van de weeskamer deezer ftad , en tor exmrteüïen van denzelven zijnen uiterften wille heeft aangefteid de gedaagden in deezen , vervolgends op dtn ... zijn hier voor gemelde testament met den dood hebbende geconfirmeerd en bekrachtigd , zonder eenige de minste veiandering daarin gemaakt te hebben , de eisfcher in de aliezins billijke verwachting is geweest, dat de gedaagden in hunne opgeroeide qualiteit, hem, als eeni. ge en univerfeele erfgenaam, uit krachte van voorfz. testament, zouden hebben gedaan behoorelijke rekening en bewijs van hunüeder qq. gehad hebbei de ontvangst en uitgaaf, geduurende den tijd van drie jaaren van derzelver adminiftratie; mitsgaders aan hem eisfcher , na dat dezelve rekening Z0Ude j>jjn geasfusteerd , gefloten, cn getekend, hebben afgeven extraditie van de zuivere overfebietende gerede gelden en effect-en, tot de voorfchrevene jjalatenfehap eenigzins gefpefleerd hebbende: dan , vat vriendlijke interpellatie en aangewende moeite aan de zijde van den eisfcher ook zijn gedaan, en onaangezien de daarop gevolgde notariaale infmuatie, door den Notaris m,... en getuigen, aan hun gedaan exploifteeren , nogthans alle dezelve demarches zijn geweest vruchtloos en vergeefreh , zodanig dat de gedaagden qq. , onder verfcheidene frivoole en captieufe voorwendze'eu die uiets ter zaake doen , hebben kunnen goedvinden zulks te blijven négligseren , en zig in het geheel deeze aanmaningen, G5  C i°6 ) niet aantetrekken; weshalven de eisfcher te faade is geworden , de gedaagden in hunne meergemelde quaiiteit voor U Edele Achtbaaren opteroepen , en vervolgends door middelen van rechte daartoe te conftringeeren. Mits welke en andere redenen, (is 'cnood,) nader te allegu„ eeren, den voorn. Procureur, ut fupra, eisch doende,concludeert, „ dat de gedaagden in hunne opgemelde quaiiteit bij vonnisfe van dee„ zen Edele Achtbaaren Gerechte zullen worden gecondemneerd , om binnen „ den tijd van drie weeken eerstkomende, „ aan den eisfcher te doen behoorelijke rekening en verantwoording, van hunne gehad ,, hebbende directie en adminiftratie, en van ,., zodanige ontvangst en uirgaaf, als zij gedaag. „ den qq. in dien tijd hebben gehad en gedaan , „ federt het overlijden van den voorn. e.... tot „ dato van het doen der rekeninge toe; met exhibi„ tie van alle zodanige boeken , chanres , papie„ ren, quitantiëiij en andere documenten tot hun„ lieder bewind qq. eenigzins fpefleerende en be. „ hoorende , na dat dezelve rekening zal zijn ge„ zuiverd van alle debatten , en ter wederzijde „ gefloten en getekend , de gedaagden in huftae „ refpeétive quaiiteit vervolgends zullen moeten doen extraditie of afgeeving van de alsdan zui«  ( 107 ) 9, ver overfcbietende goederen, gelden, en effecten, eenigzins de nalaatenfchap van den voorn, testa- „ teur coiicerneerende, en zulks met alle de vruchten , baaten en profijten van dien , federt net overlijden van tneergemelden e.... daarop gepercipieerd, genoten, geprofiteerd en gevallen '* Maakende in cas van contradictie wd exprebfe- „ lijk eisch van kosten, of tot anderen." enz. FORMULIER van een CONCLUSIE van EISCH, in cas van reivindiealie. eAsUs XII. i ■ a.< • •, woonende tot 5..t> eisfcher ter eenre, contra, e..., mede woonende aldaar, gedaagde ter andere zyde. T)e Procureur van den eisfcher deede zeggen , Dat de arrestant en eisfcher aan den gedaagde beeft verkocht en geleverd in dato den ... op contant geld, 25 vaten koffijboonen , bedraagende zamen, met de daarop gevallene onkosten, eene fomma *an ƒ 34.1a, welke -fomma de gedaagde mora en  C 108 ) in gebreken is gebleven te betaalen , waardoor de eisfcher mirsdien genoodzaakt is geworden in dato den 7 Maart deezes jaars de gemelde goederen, welke waren liggende in het pakhuis genaamd Florida, en aan den gedaagde; toebehoorende , of wel zo veel als toen van dezelve 25 geleverde vaten cog overig gebleven waren , onder den gedaagde te doen arresteeren, en als vrij en eigen goed te reclameeren ; met interdictie nogthans aan den gedaagde om de gemelde 25 vaten koffijboonen, of wel zo veel ais op het doen van het arrest cog aanwezig waren, niet te vervoeren, vermengen, of verminderen, veel minder te alieneeren, belasten, bezwaaren ,of daarover op ecnigerleie wijze te disponeeren , nemaar om daaraan te vernaaien zodanige actie van reclame als de arrestant en eisfcher , vermits des gedaagdens non betaaling naar rechten competeert, de eisfcher vervolgends den gedaagde behoorelijk heeft doen dagvaarden, om te zien en geeven redenen van het gedaan arrest. Mits welke en meer andere redenen „ in tijd en wijle nader te deduceeren „ de voorn. Procureur , in naame als bo„ ven eisch doende •, concludeert ; dat bij „ vonnisfe van deezen Edelen Achtbaaren „ Gerechte , het hier boven gemelde arrest, „ uit naam en van wege den arrestant en eisfcher „ gedaan, zal worden gedecreteerd, en dat de ge. daagde hetzelve arrest zal obedieeren, en den  C 109 ) „ arrestant daar bij verklaard zal worden /ure domi„ nii vel quafi eigenaar te zijn en te blijven van de gementionecrde 25 vaten koffijboonen , of wei ,, zo veel als bij het doen van het arrest in wezen, „ en nog in zijn geheel waren, en mitsdien daar„ van zijne handen aftetrekken, en dezelve aan den „ arrestant te laaten, om daarmede te handelen als „ met zijn vrij en eigen goed , mitsgaders daarop ,, welprimario en expresfelijk recht verzoekende; en ,, in gevalle hem deezen zijnen eisch niet zal komen „ te volgen , in zulken gevalle en anders niet,/ë,, cundaris, eisch doende, concludeert; dat de ge- daagde, bij vonnisfe van opgemelden Gerechte, „ zal worden gecondemneerd om aan den eisfcher „ tegen behoorelijke quitantie te voldoen , opleg,, gen, en betaalen, een fomma vau ƒ3412, den eisfcher van den gedaagde deugdlijk competee„ rende, ter zaake van de hier boven gemelde, en „ onder den gedaagde gearresteerde 25 vaten koffij. „ boonen, aan hem op den ...., onder conditie „ van contant geld, verkocht en geleverd, blijkens „ des eisfchers fchuldregister, ofwel extract authen. tycq van dien : zijnde de eisfcher bereid en te vreden om hetzelve, (des gerequireerd wordeu„ de,) met folemneelen eede te bevestigsn, en over zulks met de interesfe van dien a 4 pCt. in het ,, jaar, gerekend a tempore moras faltem litis, tot de volle en effectueele voldoening toe . „ maakende wel expresfelijk eisch van kosten, of „ tot anderen." enz.  ( lio ) „ Concludeerende mede bij provifie tot namptisfement , van de voorfchrevene geëischte fomma 3, van ƒ 341a , onder cautie de restituendo." enz. CONCLUSIE VAN EISCH. CASUS XIII. WILLEM BROEKHUIZEN, Veenman , woonende onder den Ambachte van Hillegersberg , arrestant, interdicent en eisfcher, contra, fERNAUDüs boudijns,mede onder den Ambachte van Hillegersberg woonachtig, gearresteerde, geint. en ged. De arrestant, interdicent en eisfcher, eisch doende, concludeert, tot decretatie van den gedaa* nen arreste,en interdictie na zijn forme eninboude, en dat dezelve , als wel en te recht gedaan, ftand houdende,effect forteeren zal; wijders tot kennen of ontkennen, van de huUrcedullen , tusfchen den arrestant , interdicent en eisfcher ter eenre, en den  ( III ) gearr. inbanis geint. en ged. ter andere zijde, op den ió December 176a, onder de hand getekend , van een huis, zomerhuis en erve , met een fchuur, twee bargen en verdere getimmertens, bepotingen en beplantingen op het eene ftaande, met een (tuk lands daar achter aanleggende , (taande en gelegen aan den bergweg in de Lutterdorpfchepolder, binnen deezen Ambachte, groot, of moetende verongelden, voor 300 roeden, ftrekkende van den bergweg af tot het water van den arrestant, interdicent en eisfcher toe — dat voords de gearresteerde inbonis geint, en ged., uit krachte van dezelve, bij vonnisfe van deezen Ed. Achtb. Gerechte zal worden gecondemneerd, aan den arrest., interd. en eisfcher inpromptis opteleggen en te betaaien, een fomma van 80 guldens, voor een vierendeels jaars huur, verfchenen half September 1764 , en dat met den interest van dien, a 4 pCt. 'sjaars, a temporas morasfaltem litis mots, tot de volle voldoening toe , en bij provifie tot namptïsfement van voorfz, fomma , van 80 guldens, en dat des gearresteerdes goederen daarvoor zullen worden verklaard te zijn legaal verbonden en executabel, cuoj expenfis, of, enz.  C na ) JUDICIEELE FORMULIEREN. C/iTATiëN zijn dagvaardingen, óm iemand op» tcmepen voor zijn dagelijkfcben en competenten Rechter, en moeten gefchieden door een'gerechtsbode of ander, daar toe gequalificeerd, perfoon , omme te compareeren ,of wel gemagngde te zendendegen zekeren bekwaamen dage, en moeten gefchieden aan den perfoon deszelfs woonplaatfe, of, bij abfentie aan deszelfs gebaurcn , en .kan een gerechtsbode volftaan , (des noods,) met de citatie onder de deur te fte> ken , dezelven moeten in gevol ge Art. i. van de Ordonnantie op de Manier van Procedeeren, zo in de Steden als ten platten lande, gedaan worden drie dagen vóór den rechtdag, welke tijd verttaan word te loopen de momento in moment urn. en moeien daarbij overgeleverd worden copijën van zodanige befcheiden , als waarop men ten dage dienende provifie van namptisfement eischt, of fundeert, en moet door den gerechtsbode aan den ge. I. HOOFDDEEL,  I «g ) gedaagde, tén zijnen redelijken koste , copie van» citatie overgeleverd worden : iemand buiten de jurisdictie woonachtig zijnde , wördt verzocht lettere requifuoriaal, om dezelve bij overdaging te eiteeren; en in 't geheel abfent zijnde, of wel zijn verblijf niet weetendej in zodanig geval verzoekt men citatie bij cdiSle ad vulvas curits , met affixie van biljet» teo , ook wel met notificatie in de couranten. Een citatie in zijne behoorelijke forma geëxploiteerd zijnde, is men gehouden te compareeren, allchoon de Rechter InCon petent v ire , doch dan kan men ten dage dienende dé exceptie van renvooi pre poneeren : een Gerechtsbode n< et van zijn exploict Ichrïf;lijk relaas, (op pen apart zegel,) aan den lastgeever ter bande (lellen } om den Rechter te doen blijken, dat een gedaagde rehoorelijk is gedagvaard , en wordt daarin volkomen geloof gegeven. FORMULIER CITATIE. ü, Gerechtsbode der ftad gij zult uit naa* „ me en van wegen mij ondergefchreven a...., „ woonende te ...i., u veivcegen aan den per- foon of ter woonltede van b... , woonende te j, .... , omme te compareeren, of gemagtigde te ,, zenden voor de Edele Achtbaare Heeren Schepeit nen van ./..., voorn., tegen ...dag den ,, des voorniiddags ten .. uuren, of'bij continuatie van dien, den eerden rechtdag daar aan volgen9, de, en dat omme te aanhooren zodanige eisch •! H  C "4 > conclufie als van wegen den eisfcher ten dage dienende zal worden gedaan en genomen, daa-op „ te antwoorden, als mede op verzoek van provifie „ van namptisjement, en voords te procedeeren als „ naarftijle, met de kosten. „ Lever copie deezes , als mede van den eisch , mitsgaders copie authentijcq uit het fchuldregis* „ ter, en relateer uw wedervaren in gefchiifte. „ Actum, enz." RELAAS CITATIE. ji Op huiden den heb ik ondergefchreven „ Gerechtsbode van uit den naame en van we„ gen a.... , woonende te in krachte van „ de ten deeze geannexeerde citatie, mij vervoegd „ aan de perfoon of ter woonftede van b , „ woonende te en dezelve, in gevolge de „ voorn, citatie , gedagvaard te compareeren, of „ gemagtigde te zenden, voor de Edele Achtbaare „ Heeren Schepenen van ... voorn, tegen ...dag „ den ..., des voormic dags ten .. uuren precis , „ en hebben wijders copie van de citatie met de be„' fcheiden daarbij vermeld , aan de perfoon vaa „ voornoemden is.... , overgegeven, aie mij tot „ antwoord gaf: 't is wei: het welk ik relateer te „ zijn mijn wedervaren. „ Actum uit fupra, enz,"  < «5 ) II. HOOFDDEEL. Conclufiën van Eisch, is een fchriftuur dat aaa de zijde van een' aanlegger of eisfcher in rechten, tegtn een' gedaagde wordt overgegeven , en zijnde mitsdien eene gerechtelijke invordering zijner deugde lijke pretentie: dezelve beftaan in twee deelenj i.) de provifie , en a.) ten principaale : de eisch moet klaar , kort en zaaklijk , en geen de mins» te twijfelachtigheid inhoudende of obfcur , en de redenen die men aüegeert allezins gefundeerd zijn; men zal zig foigneulèlijk wachten Van bij eisch eenige ouvertur. s, te geeven van zodanige convaincante bewijzen , waarop men zig , tot verificatie of zijn decharge, beroept: men moet mede wel in acht neemeD, of de pedaagde wel Voor zijn Competenten Rechter is opgeroepen, ter voorkominge van de exceptie van renvooi, en wel principaal lijk, of de eisfcher ook een perfoon is die in iechten mag ageeten, en niet door aangeborene gebreken, of door de wet verboden is: men zal geene andere redenen hijbrengen dan die men kan bevestigen door vallabele' bewijzen: een conclufie van eisch wordt gemaakt en genomen naar costume van iedere plaats ; want dezelve buiref ftilo cosiUmier,of op pedante wijze irgerichc ssfjn 'e . Wordt door de aanhoorders befchimpt, ot bij den Rechter gerejetteerd: een eissri H a  ( »<5 ) is weder tweederhande, met of zonder middelen, en ftaat principaalijk te remarqueeren, dat op 't ais» pofitif van de conclufie wel, en in alles past op de middelen, want iet meerder bij de middelen begeerd dan bij de conclufie, zoude daarop geen recht gefchieden , alzo hec gewijsde moec ftaan op de conclufie , en mag daarin niet te buiten gegaan worden : men mag den eisch niet vermeerderen , of veranderen, als er gelitiscontefteerd is, maar wel vóór dien tijd, doch kan zulks wel gefchieden bij requestc civile, met de claufule van reliëf. FORMULIER CONCLUSIE tan EISCH, in cas van injurie , met middelen. A...., woonende tot .*•*** eisfcher, contra, >..«, woonende mede te ...« voorfz., gedaagde. De Procureur m.,.., deed conform de waarheid zeggen: 1. ) Dat de gedaagde zig niet ontzien heeft, 2. ) Cm op den ... van de laatstleden maand, 17. zeer malitieuslijk te fpargeertn,  ( n? ) Dat de eisfcher vader zoude zijn van een kind, 4. ) Waarvan dorothea ..... zijnde de doch¬ ter van Fi< ede R ik ...., in 't voorjaar van dit jaar is in de kraam bevallen, 5. ) En dat hij gedaagde zulks bezweeren konde; 6. ) Dat de gedaagde op deeze wijze den eisfcher in deezen fmaa^lijk gehoond en gelasterd heeft, 7. ) Waaraan den eisfcher ten hoogden gelegen is ; 8. ) Dewijl door zulke diffamatoire en injurieufe calumniën deszelfs eere geroofd wordt, 9. ) En al hetzelve, indien de eisfcher zig niet kan zuiveren, zoude ftrekken, 10.) Om den eisfcher van zijne kostwinning en verdere bediening te doen verfteeken, Ha) Waarvan het gevolg alle ruïne voor den perfoon en kinderen des eisfchers zoude naar zig fleepen, „ Mits welke en andere rede. „ nen , (is 't nood,) nader te „ allegueeren de voornoemde Pros, cureur in den naame als boven, ,, eisch doende , concludeert dat de gedaagde zal worden gecondemneerd, de „ bovengemelde injuriën te beteren , ho„ norable en profitable; honorable, dat de „ gedaagde , bij vonnisfe van deezen Edelen „ Achtbaaren Gerechte , zal worden gecondem. „ neerd,om ter rolle van UEd. Achtbaaren, blootsH 3  C 118 > „ hoofds, en op zijne knieën te bidden, da Tuft^e en den eisfcher , ( zo hij daar prefent weezen wi!,) om vergiffenis; profitabel, dat hij gedaag,, de , als boven , zal worden gecondemneerd te ,, betaalen de fomma van ..... aan de Nederduit„ fche armeri deezer plaatfe, de eisfcher te vreden zijnde, alsdan te verklaaren, gelijke injuriën om s, meerder fomme niet te willen lij Jen , mankende mede wel expresfelijk eisch van kosten, enz«" HL HOOFDDEEL. Conclufie van Antwoord, is eene zaaklijke wederlegging aan de zijde van een' gedaagde , tegen het geen een aanlegger des rechtsgedings bij zijn conclufie van eisch heeft ter neder gefield ; men moet bij het. formeeren van een conclufie van antwoord wel in.acht neemen, of de provifie is gefundeerd, ja, dan r.een ; en dezelve in een behoorelijke orde met valabele bewijzen refuteeren ; ook nf er geen reconventie plaats vindt; of de eisfcher wel is gequalificeerd , en ook of hij geen buitenman is, en de rechter wel is competent aan de zijde van den gedaagde: men zal bij autwoord geen ouvertures geeven , waardoor een eisfcher nader in fiaat gefield warde om bewijzen intewinnen , en de ge» daagde is met gehouden de faiten, bij conclufie van  C n9 ) eisch ter neder gefield , te bewijzen, als zijnde zulks dezaak van den eisfcher, volgends de axioma', die fielt moet bewijzen , en niet de geene die befchuidigd wordt: na dat er geantwoord is kan men niet excipieeren, of een arder verzoek doen, FORMULIER CONCLUSIE van ANT* WOORD , of contrarie conclufie. ,, g...... als Procureur van den gedaagde, fhnt „ af het gelibelleerde bij eisch ter neder gefield, „ bij mere denegatie , impertinentie en irrelevatie; concludeert ten fine van niet ontvangelijk, en bij ordre tot ontzegging van des eisfchers eisch en conclufie , op en jegens den gedaagde gedaan 3, en genomen, met de kosten." IV. HOOFDDEEL. Conclufie van replicq, is niet anders dan een exceptie of uitfluiting die de eisfcher competeert, tegen een exceptie of uitvlugt bij den verweerder gezocht en voorgewend , om dezelve te krenken, en de gei iftitueerde actie te Herken , wtezende als een eerfte wederfprtker van des eisfchers zijde, en mitsdien in zig bevat eene wederlegging door 't geen een gedaag- H 4  de bij conclufie van antwoord heeft gepofeerdj men behoeft de objecte van antwoord gedaan, hierin niet te wederleggen ; een gedaagde bij ant>» woord hebbende gedaan prefentatie , en dezelve wat aanneemelijk zijnde, zal men dezelve maar bij replicq accepteeren, of contrarie prefentatie doen, indien de actie van dien aart en natuur is, dat zulks gefchieden kan. FORMULIER yan REPLICQ, ,, ü . =..., als Procureur van den eisfcher, af„ flaande de prefentatie aan de zijde van den ge? „ daagde bij antwoord gedaan, als infufficient, et? captieus, perfifteert, hij deszelfs welgefundeerde conclufie van eisch , voor replicq." V. HOOFDDEEL, J^uplkq, is exceptie, competeeren de een' verweerder tegen de replicq. van een eisfcher tendeerende , tot enervatie van dezelve , en tot verfterking van de geproponeerde prefentatie of exceptie van antwoord, weezende als een tweede tegenweêr van een gedaagde: men moet in dezelve *ïg bedienen van de nerveuslte en krachtigfte  C 121 ) argumenten, om dezelve op eene overtuigende wijze daarin te iaierecren , want het laatfte gezegde is van een gedaagde, en mitsdien blijft het 't lang. ftebij den Rechter i:i het geheugen ; men zal, indien de contra prefentatie bij replicq gedaan, eenigzins acceptabel is , maar adopteeren , tot wegneming van partij decharge bij pleidooi , en , zo mogelijk , tot voorkoming van verdere proceduuren, en mitsdien, langs dien weg, dezelve aftefnij. den. FORMULIER van DUPLICQ. „ o...., als Procureur van den gedaagde, zonder zig aantetrekken de frivoole vantifes en fnor,, kerijen , uit naame van den eisfcher bij replicq „ gedaan pofeeren , perfifteerende de voorn. P*o. „ cureur nomine quo fupra bij deszelfs welgefundeerde conclufie van antwoord voor duplicq," VI. HOOFDDEEL. L-ettre Requifttoir , op overdaging, gefchiedt wanneer getuigen op interrogatorié'n, of op contra interrogatoriën moeten worden gehoord, en zodanige getuigen buiten de jurisdictie , alwaar de principaale zaak litispendent is, woonachtig zijnj H 5  C "2 ) alsdan verzoekt men lettre requiGtoir , om dezelve aldaar te mogen worden gehoord , en worden de vraagpunten , waarop zodanige getuigen moeten worden gehoord , befloten ain den Gerechte overgezonden , waar de getuigen woonachtig zijn: een Rechter geen overdaging willende vergunnen , moet dezelve alsdan bij editte gedaan worden ; zij wordt in alle andere occafien gedepecheerd , wanneer een gedaagde woonachtig en onderhoorig is aan eene andere jurisdictie. FORMULIER LETTRE REQUISITOIR, om een vu o uw, die kaar* MAM heeft verlauten , opteroepen. WEI-EDELE ACHTBAARE HüEREN: Alzo v , woonende te , aan ons te kennen heeft gegeven , dat hij op den , in den jaare 17.. , met L.... in een wettig huwelijk getreden zijnde , dezelve zijne huisvrouw op den zig van haaren man maütieufelijk had ge» abfenteerd , en baar tot was onthoudende, zonder dat zij , wat pogingen door hem daartoe waren aangewend geworden , zig wederom onder de maritale magt en bijworning met hem wilde begeeven , met verzoek om zijne genoemde huisvrouw, in cas van mal'tieufe defertie, en tot disfolutie van den band des huwelijks te mogen pro-  ■ C 113 ) eedeeren , en verder om dezelve te mogen ci'tee» ren , en zijne huisvrouw bij edicke te mogen oproepen, en voords de lettre requifitoriaal, geaddresfeerd aan UEd Ach:haare , ten ein ie zijne huisvrouw, welke zig tot ... onthoudende is, voorJeezen vierfchaar worde overgedaagd : welk verzoek wij niet kunnen weigeren , weshalven wij bij deezen de vrijheid neemen UEJ. Achtbaaren, nevens deeze, toetezenden, citatie , (en copie,) van dien, om aan'de voorn. ..... te doen overleveren, inet eerbiedige folifitatiè dat UEd. Achtbaaren dezelve citatie, met overlevering van copie, door een UEds. Achtb. Gerechtsboden, aan den meergem , na behooren te doen exploiéïeeren , of wel , ia cas voorgewend mogte worden , dat zij zig aldaar niet onthoudende was , dezelve bij edióle van den rechihuize te laaten doen , en aan ons relaas van dien, per enveloppe, in tijds te doen toekomen. Waarmede ons vriendfehap, en de juftltie faveur gefchieden zal, welke wij gaarne in alle voorval, lende gelegenheden wiilen repondeeren. Ons hier op verlaatecde, beveelen wij UEd. Achtb. in de dierbaare befcherming Godes, en verblijve met waare achting; Wel-Edele Achtbaare Heeren! V Wel-Ed. Achtb. goede vrienden, Schepenen van den Per ordonnantie van dezelven  C 134 ) VII. HOOFDDEEL. Prefeuatia ter Rolle moet in de lieden ten minften twee dagen vóór den rechtdag ter iecretarij bezorgd worden, doch ten platten lande is zulks niet gebruikelijk, maar wordt dezelve vóór het aangaan der rolle aan den Secretaris ter hand gefield, die dezelve ook ftaande rolle moet opleezen; zij moet in het kort inhouden de termijn daarvan men dienen zal: in fommige fteden moet dezelve , volgends particuliere ordonnantiën , 24 uuren vóór den rechtdag aan partij Procureur gebonden worden, het welk men noemt billet. FORMULIER ORDINARI PRESENTATIE. Prefentatie ter rolle voor de Edele Achtbaare Heeren Schepenen der fïad...., ("of den Gerechte van ,) op .. ..dag den .... A...., woonende te eisfcher, contra, , woonende mede aldaar, gedaagde.  ( ™5 ) Om eisch te aanhooren , en provifie te zien , verzoeke daarop te antwoorden en voordteprocedee* ren, ais naar ftijle. FORMULIER PRESENTATIE ter ROLLE, om bejchrijving van goederen te verzoeken. A. ..», woonende te , eis* fche:, nu triumphant, contra, B. .., woonende mede te ..««, gedaagde, nu geiuccumbeerde. g...., ais Procureur van den eisfcher, nu triumphant , verzoekt , vermits de gefuccum,, beerde , hoe zeer gefommeerd en gerenoveerd „ zijnde, ncgthans niet voldoet aan het vonnis ,, bij deezen Edelen Achtbaaren Gerechte in dato „ .... gefkgen , dat hetzelve vonnis bij arrest, ,, befchrijving van goederen , moet worden terexecutie gelegd , slles In gevolde de Ordonnantie op „ de manier van poocedeeren , zo in de fteden ah tm „ platten lande, met de kosten."  < 146 ) VIII. HOOFDDEEL. inventaris van flukken en tnunimenten , is eeri fchriftuur , waarbij ieder in/irument , dat men in procesfe overleggen wil, behoorelijk genummerd of op een alpbabedfche wijze gequoteerd wordt; en met een extenfie,of ampele deicriptie van ieder produSlie: in gevolge de Ordonnantie op het klein zegel, moet een Procureur op zijn inventaris ftelien, dat hij geen produEtie vah partij heeft overgenomen , dan die behoorelijk gezegeld is , op poene Van nulliteit. FORMULIER van Een INVENTARIS van aStcn en munimemen. Inventaris van /lukken , aêleH en munimenten gedaan maa. ken, en aan de Ld. Achtb. Heer en Schepenen van overgegeven , uit naam en van wege woonende te , eisfcher, contra, s.i.., woonende mede te voorn., gedaagde.  De eisfcher produceert eerftelijk deezé zijnen inventaris en gequoteerd Litt. . Ao Wijders produceert dezelve nog zekere procuratie, ad litis, voor den Notaris en getuigen binnen deeze ftad, op den .... i op den Procureur gepasfeerd . B. Wijders produceert de eisfcher acte van citatie, en relaas, in dato den , Des mede deszelfs wèlgefurdeerdeconclufie van eisch,op den gedaagde gedaan en genomen; Voords nog fX^acl uit de rolle van den Edelen Achtbaaren Gerechte van , eoncerneerende bet geding en voldingen in deeze zaake geq. » C. i, a et fyLocSc Waaruit zal blijken, Dat in deeze zaake behoorelijk gediend zijnde van eisch en antwoord, dezelve voord bij wederzijdlche perfiftit is voldongen , en gebragt in ftatu, om na wisfeiinst van inventaris en (tukken , te worden bepleit. Wijders produceert de eisfcher extractuk het enz , van dato den...., geq. D. Voords produceert de eisfcher zekere verMaanng, gege.en door E.. , op den voor den Notaris . .■ en gem.gen binnen deeze ftad gepasleerd, geq. - P-  C «8 O Zijnde de eisfcher bereid en te vrei den, om dezelve atteftatie behoorelijk te doen recolleeren, en in forma prolanti te beleggen» Voords produceert de eisfcher nog een zekere valfche verklaaring door u. quafi gegeven , onder proteftatie van den inhoude van dien , wel expresfelijk te ontkennen, . • . • F. Deductie of advertisfement van rechten, is 't nood. . 6 , G. Imploreerende, enz. FORMULIER van een volledig proces in cas van defloratie , waarbij een gedaagde niet compareert , en bij gevolg wordt ver* klaard te zijn confumax; geevende een handleiding op wat manier men zig in zodanige gevallen 7.al beitsnen van de atlens daarin gebruikelijk, als mede van een proces in cas van disfolutie , ter oor zaake van malitieufe derfertie , me^ alle de benodigde bijlagen en papieren, daartoe relatif. (*). PRO- C * ) Dit proces in cas van disfolutie zal men in hei vervolg geplaatst vinden.  FORMULIE R. PROCES IN CAS VAN DEFLORATIE. CASUS XIV. Inventaris fiuiken . aclen en rnurimenten gedaan maaken, en den Edelen Achtbaaren Gerechte van Bcrkel en Rodenrijs overgecven, uit den naam en van wege hendrik van pack- Morin, Procureur, woonende te Berkel, in quaiiteit als aangeftelde curator ad litis over maria van leeuwen, minderjaarige dochter , woonende te Ze* venhuizen, om haar interest tegen hendrik vrijmoe t , meerderjaarig jongman , woonende te Berke!, waarteneemen, mitsgaders de voornomde maria van leeuwen zelve, met haaren gemelden curator ad litis geadfifteerd , eisfchers in cas van defloratie, allitneotaiie f en kraamkosten; I  ( IS© ) contra, Den voornoemden hesbrik vaijMOET, meerderjaarig jongman , woonende te Berkel. gedaagde, deft. en gecontumaceerde. Inventaris . • . . A. De eisfchers produceeren een acte,waarbij hendrik van packm o h r, bij Schout en Schepenen van Zevenhuizen, als curator ad litis over de tweede eisfcher, m ari a van leeuwen, is aangefteld, get. . E. Wordt door de eisfchers geëxhibeerd zekere adte van authorifatie, waarbij Schout en Gezworens van Berkel en Rodenrijs de eifchers tot Piocureurs hebben toegevoegd, hendrik van packmohr, en leendert de kok, beide Procureurs voor Hun Ed. Achtb. postuleerende , en authorifatie om de eisfchersprodeo, en buitengebruik van zegels in deeze zaak te bedienen , get. . ,. . • C. Voords produceeren de eisfchers hunne welgefundeerde fchriftuure van eisch (zegge) interdith, get. . D.  C *3* ) 1. ) De .eisfchers leggen wijders over, de eerfte acte van citatie or> den 2 ^epfember 176a, uit naame en van wege de eisfchers aan den gedaagde , defaiïlant en gecontumaceerde gcdnan, met het relaas van den gerechtsbode deezer Heerlijkheid d.nr annex. 2. ) Item : de tweede acte van citatie op den 8 O&ober 1762 , uit naame en van wege de eisfchers aan den ged , dcfailt. en gecontum. gedaan, met het relaas van den gerechtsbode deezer Heerlijkheid gedaan , daar annex. 3. ) Als mede de derde citatie op den 2,6 November 1762, uit naam en van wegen de eisfchers aan den ged. , defailt. en gecontumaceerde gedaan, met het relaas van den gerechtsbode deezer Heerlijkheid daar annex. 4. ) Mitsgaders een vierde citatie ex fuper abundantie op den 33 September 1763, uit naame en van wege de eisfchers aan den ged., defailt. en gecontumaceerde gedaan , met het relaas van den gerechtsbode deezer Heerlijkheid , daar annex , alle get. . . . E,i,a53en 4Locs* I %  C 132 ) Bij de eisfchers wordt nog geproduceerd, extract, authenticq uit de rolle van den Ed. Achtbaaren Ge* rechte van Berkel en Rodenrijs, contineerende het eerfte , tweede en derde default, bij de eisfchers tegen den ged. defailt. en gecontum". verzocht en geobtineerd, mitsgaders de verdere notulen, get. De eisfchers exhibeeren nog hunne welgefundeerde conclufie van eisch , waarvan bij hun ter rolle van den Ed. Achtbaaren Gerechts van Berkel en Rodenrijs, op en jegens den ged., defailt. en gecontum. is gediend, get. . . • JSog wordt bi j de eisfchers overgelegd eene verklaring bij met je de gans, Wed. van leendert hoogePvwaard , gezworen Vroedvrouw van Berkel en Rodenrijs i mar1jtje palesteijn, Wed. van leendert huisman; marijtje leenderts noordermeer, en keeltje van tol, onder de hand op den I December i76agetekend,enopden II April 1763 voor Schout en Gezworens van Berkel en Rodenrijs, door de eerfte en laatfte depofanten F. G.  C 133 ) beëedigd ,en bij de tweede getuigen met er dood bekrachtigd, get. . H. Impioreerende in en op alles, enz. d getekend ) h. VAN PACKJ10H8. leendert de kok. Alzo maria van leeuwen , minderjaarige dochter , zig bij requeste heeft geaddresfeerd aan Hun Ed. Achtb. Heeren, Schout en Schepenen van Zevenhuizen, en daarby te kenneu gegeven, Dat Hendrik vrij moet, meerderjaarig jongman , woonende te Berkel en Rodenrijs , na veele follicitatiën en beloften van haar fuppl. te zullen trouwen, haar fuppl. zo verre had weeten te feduceeren, dat zij met denzelven had gehad vleeschlijke converfatie, van dien effedte, dat de fuppl. was geimpregneerd en bezwangerd geworden , gelijk zij ftt>k vervolgends, op den 19 junij 176a, was verlost van een' zoon, na dat dezelve in barensnood, en dus in periculam vita: , mee folemneelen eede had verklaard, dat niemand anders de vader van httkind , waarvan zij ftond teverlosfen, was, als de evengemelde hendrik vrijmoet , en dat zij nooit met iemand a's met denzelven hendrik vrijmoet eenige vleeschlijke converfatie had gehad ; dat, of wel de meergemelde hendrik vrijmoet , als haar fuppl. ontëerd hebbende, indispenfabel verplat ware, dieswegen haar fuppl. in faca: ecclefaa aut coram judics, 1 3  e 134 y te trouwen, immers en in alle gevallen te doen betering io gelde , en te vergoeden de kraamkosten, mitsgaders het voorfz. kind te alimenteeren, hij het eene als het andere, fchoon daartoe in der minne aangemaand,onder pretext,quafl,van met de fuppl. niets ukftaande te hebben , kwam te declineeren, weshalven zij fuppl., tot maintien van haar recht, genoodzaakt werdden voornoemden hendrik. vrijmoet , door middelen van rechten tot zijnen pligt te conftringeeren ; edoch geconfidereerd zij fuppl. nog mindeijaarig was, en des zonder geadlifteerd te zijn met een curator ad litis, in rechten niet mogt verfchij'?en 5 zo keerde zij fuppl. zig tot Hun Ed. Achtbaaren, eerbiediglijk verzoekende, dat Hun Ed. Achtb., in aanmerkinge dat de fuppl. was ouderloos, en ook zonder voogden , en over zulks als minderjaarig, zonder arfiftentie van een curator ad Ijtis, in juditio niet konde compareeren , aan haar fuppl. een'curator ad litis, om haar fuppl. interest, in bovengemelde zaake, op en jegens den evengemêlden hendrik vrijmoet, waarteneemen, geliefde te adjungceren , en daarvan aan haar fuppl. te •verleenen in acte forflia. Zo is 't, dat Schout en Schepenen voornoemd, gezien en geëxamineerd hebbende, den inhoude van de voorenftaande requeste, en gelet op 't verzoek daarbij gedaan aan de fuppl. daar in gemeld, tot curator ad litis ad jungeeren den perfoon van hendrik van packmohr, Procureur, woonende te BerIj/s om haar Suppl. interest in de voorenfiaands  C i35 ) zaake, op en jegeis hendrik vrijmoETwaarte» neemen. Gedaan den 24 Augustus 1762, prerent de Schout en alle de Schepenen , dempto andries tijan, jan van leeuwen en huig geleveen. # Ter ordonnantie van dezelven , Als Secretaris, 'getekend,') j. bontebal. Pro dto. Alzo aan de Edele Achtbaare Heeren Schout en Gezwoorens van Berkel en Rodenrijs, bij requesïe is te kennen gegeven door hendrik van packwohr, Procureur, woonende te Berkel, in quaiiteit als bij den Edelen Achtb. Gerechte van Zevenhui■zen aangellelde curator ad litis over de perfoon van waria van leeuwen, minderjaarige dochter, om haar interest tegens hendrik vrijmoet, meerderjaarig jongman, woonende te Berkel, waarteneemen, mitsgaders de voornoemde maria van leeuwen zelve , met haren curator ad litis geadfi* fteerd. Dat de voornoemde hendrik vrij moet, I 4  ( i3 zeggende, 159. „ Doch wordt niet te min gecondemneerd in de kosten van de voorn, defaultcn." ;6o En wassenaar zegt daarvan in zijn JPrcti. Judic. Pra6l. cap, 4, No. 63. Zo de eisfcher zijn' eisch probeert, 't hof „ adjudicieert hem den eisch met de kosten; Én, vervolgt dezelfde wassenaar, No. 64: „ Al verklaart het hof den eisfcher te weezen „ niet ontvangelijk , den ged. en deft. niet te  ( *53 ) „ min condemneert in de kosten van den proces„ fe, voegende daarbij contumax enim femper in experfis condemnandus." iói. Gaan UEd. Achtb. nu eens, na de Ieere der D. D., na wie voor contumax moet gehouden worden: 162. Zo fpreekt merula, Lib. 4,7*/. 31, §4, er dusdanig van: Dat de ged. deft. ongehoorzaam, contumax, en des gerechts verachter geacht wordt: ,, «.) Als hij driemaal of éénmaal, eindelijk geciteerd en voor de juge geroepen is , en niet „ verfchijnc, /3 ) Als bij hem verfteekt of verbergt, ,, y.) Als hij , verfchijnende , NB den juge 5, geen antwoord geeft, en worden die §5, ge,, naamd veri contumax." 163. En de Profesfor voet, ad. tit. ff. fiquis, cautio'iibus in jud. lift. non obtemp. No. 11 , zegt van dezulken: ,, Non is autem tantum pro moratore ac deficiënte „ habendus qui omnino non venit; dat is: „ Die perfoon die in 't geheel niet compareert, rcoet alleen niet voor een gebrekkige en de,, failiant aangemerkt worden, ,, Sed et qui venit quidem, verum non expedit aclum 5, illum , ad qiiam expediendum dies diclus fuerat; dat is: ,, Maar ook die moet daarvoor gehouden worden „ die compareert, maar die geen termijn waarneemt» K 5  ( 154 ) „ Ut puta ft ador fe ftslens nihil petat out reus petitionis acïoris non contra dicat; dat is: „ Indien de aanlegger compareert, niets eisfchte, of den ged. den eisch van den eisfcher „ niet tegenfprak; 164. Voeg daarbij wassenaar, in zijn PraSt. $ud.y cap. 4, § 69. 165. Zien UEd. Achtb. eens het gehouden gedrag van den ged., deft. en gecont. na, zo, zullen dezelven bevinden, 166. Dat hij in de juiste termen van een' contumax is, 167. Want olïchoon de eisf. den ged, , deft. en gecont. viermaal achter den anderen hebbe gedagvaard , 168. Zo is dezelve wel in 't gerichte verfcheenen, ,maar heeft zig niet verwaardigd den Juge behoore. lijk te antwoorden, 169. En dat even om die reden den ged., deft. en gecont. bij UEd. Achtb. is verftoken van alle exceptie declinatoir, delatoir en peremtoir, mitsgaders defenfiën en weren van rechten ; 170. En hiermede vertrouwen de eisfchers ten genoegen van UEd. Achtb. de gefundeerdheid van hunnen eisch en conclufie te hebben aangetoond, en zullen mitsdien befluiten in die equitable verwachting, 171. Dat UEd. Achtb. den primaren eisch en conclufie immers en in alle gevallen zo cjezelve onveri  C 155 ) hooptlijk de tweede eisf. niet zouden kunnen volgen de fecundaren eisch, zullen adjudiceeren, curn espenfis. Imploreerende ondertusfchen UEd. Achtb. nobile atque benignum judicis officium. ( Was getekend,) h. van packmohr. leendert de kok. Pro deo* Gerechtsbode van Berkel en Rodenrijs , gij zult uit naam en van wegen henbrik van pack* mohr , Procureur, woonende ie Berkel, in qualiteit als bij den Edelen Achtb. Gerechte van Zevenhuizen aangeftelde curator ad litis , over de perfoon van maria v/n leeuwen, minderjarige dochter, om haar interest tegen hendrik vrijmoet, waartenemen ; mitsgaders, (voor zo veel des noods,) uit naam en van wege de voornoemde maria van leeuwen zelve , met haaren cu. rator ad litis gcadfifteerd, vervoegen aan de perfoon of ter woonfiede van hendrik vrijmoet, woonende binnen de Heerlijkheid van Bei kei en Rodeniijs. en dezelve dagvaarden om te comparee» ren of gemagtigden te zenden voor de Edele Achtbs  ( 156 ) Heeren Gezwoorens van Berkel en Rodenrijs , tegen Maandag den 6 September 1762, des namiddags ten drie uure precis , in het ordinaris rechthuis, of bij continuatie van dien, den eerften rechtdag daaraan volgende , en dat om eisch in cas van defloratie, alimentatie en kraamkosten teaanhooren,daar tegen, als mede op verzoek van provifie, te antwoorden, en voord te procedeeren als naar rechten. Lever copie deezes en relateer uw wedervaaren in gcfchrifre. Actum den 30 Augustus 1762. ( getekend ) Ei, van packmohr. leendert de kok» Pro deo» Op huiden den 2 September 1762, heb ik ondergefchreven Gerechtsbode van de Heerlijkheid Berkel, uit naam en van wegens hendrik van packmohr, Procureur, woonende te Berkel, in quaiiteit als aangefteide curator ad litis over maria van leeuwen, minderjaarige dochter, woonende te Zevenhuizen,om haar interest tegen hendrik vrijmoet, meerderjaarig jongman, woonende te Berkel, waartenemen ; mitsgaders de voornoemde maria v a n," l e e uwen zei ve , met haaren genju  ( 157 ) curator ad litis geadfifteerd , uit krachte van de geann. citatie, mij vervoegd ter woonftede van den voorn, hendrik vrijmoet, en vermits des» zelfs abfentie aan deszelfs moeder , de gem, citatie na zijn forme en inhoude geëxploicleerd , mitsgaders copie citatie, ten einde aan den voorn, haaren zoon hendrik vrijmoet, te overhandigen, overge» geven , die gaf mij tot antwoord: Ik zal het hem ge* ven ah hij tehuis komt. 'X welk ik relateere te zijn mijn wedervaaren. Actum dato utf. Cgetekend,) h. van der meer* Pro deo. Gerechtsbode van Berkel en Rodenrijs, gij zult uit naam en van wegen hendrik van packmohr, Procureur, woonende te Berkel, in qualiteic als bij den Ed. Achtb. Gerechte van Ze\enhuizen aangeftelde curator ad litis over de perfoon van maria van lek uwen, minderjaarige dochter, om haar interest tegen hendrik vrijmoet, meerderjasrig jongman, wconende te Berkel, waartenemen, mitsgaders, (voor zo veel des noods,) uit naame en van wegen de voorn, bi aria van leeuwen zeive, met haaren curator ad litis geadfifteerd, te ver-  ( 158 ) voegen aan den perfoon of ter woonftede van hendrik vr'jmoet, woonende binnen deeze Heerlijkheid van Berkel en Rodenrijs, en dezelve dagvaarden om te compareeren of gemagtigden te zenden voor de Edele Achtbaare Heeren Gezwoorens van Berkel en Rodenrijs , tegens Maandag den n Oclob. 1762, des namiddags ren drie uuren precis, in het ordjnaris rechthuis, of bij continuatie van dien den eerften rechtdag daaraan volgende , en dat om onder refuile van kosten , mits blijvende den effecte van dien het eerfte gedecerneerde default te purgeeren, en alsdan te antwoorden op zodanige eisch en conclufie, als door of van wegen de eisf. op den 6 September 1762,ter rolle van deezen Edelen Achtb. Gerechte is gedaan en genomen, of het tweede default met het profijt van dien te zien verzoeken. Lever copie deezes aan den gedaagde, en relateer uw wedervaaren in gefchrifte. Actum den 30 September 1762, Als Procureurs van dea eisf. C getekend) Jf. VAN PACKMOHR. LEENDERT DE KOK.  C ï59 j Pro deo. Op huiden den 8 Oclober 1762^ heb ik onderge» fchreven Gerechtsbode van de Heerlijkheid Bet kei en Rodenrijs, uit den naam en van wegen hen duik van packmohr, Procureur3 woonende te Berkel alhier, in quaiiteit als aangeftelde curator ad litis over de perfoon van maria van leedwen,, minderjaarige dochter,om haar interest tegen hen» brik vrijmoet, meerderjaarig jongman, insgelijks in deeze Heerlijkheid woonachtig, waartenee» men, en van wegen de voornoemde maria vak leeuwen zelve, met haaren curator ad litis geadfifteerd , en uit krachte van de geannexeerde adte van citatie , mij vervoegd ter woonftede van gem. hendrik vrijmoet, cn vermits deszelfs ab« fentie de gem. citatie, (om het eerfte default te purgceren , en alsdan te antwoorden op zodanige eisch en conclufie , als door of van wegen de eisf» , op den 6 September 1762 , ter rolle van de Edele Achtb. Gezwoorens is gedaan en genomen, of het tweede default met het profijt van dien te zien verzoeken, ) aan deszelfs moeder geëxploicleerd, en copie overgeleverd, dewelke mij tot antwoord gaf? Ik zal het hem bezorgen ; 't welk ik relateer te zij© mijn wedervaaren. Aftum dato utf. ([getekend') h, van der meer»  C 160 ) Pro deo. Gerechtsbode van Berkel en Rodenrijs, gij zult uii haame en van wege hendrik van p ackmohr, Procureur te Berkel, in quaiiteit als bij den Edelen Achtb. Gerechte van Zevenhuizen aangeftelde curator ad litis over de perfoon van maria van leeu« wen, minderjaarige dochter, woonende mede te Berkel, om haar interest tegen hendrik vrijmoet, meerdeijaarig jongman, woonende mede te Berkel, waartenemen; mitsgaders, ( voor zo veel des noods,) uit naam en van wege de voorn, maria van leeuwen zelve, geadfitteerd met haaren voorn, curator ad litis, u vervoegen aan den perfoon of ter woonftede van hendrik vrijmoet, woonende binnen Berkel tv Rodenrijs, tegen Maandag den 29 November 1762, des namiddags ten 3 uuren precis in het ordinaris rechthuis of bij continuatie den eerften rechtdag daar aan volgende , en om onder refus van kosten , mits blijvende de effacte van dien,de twee gedeccrneerde defaulten tepurgeeren, en alsdan te antwoorden op zodanige eisch en conclufie, als door of van wege den eisfcher, op den 6 September 17Ö2, ter rolJe van deeze Edelen Achtb. Gerechte is gedaan en genomen , of het derde default met het profijt van dien te zien verzoeken. Lever copie deezes, en relateer uw wedervaaren in gefchriften. Aftum den 25 November 1762. (getekend) Als Proc. voor de eisf. H. van packmohr. leendert de kok. Pro  Pro Dei>» Op huiden den 26 November 1762 , heb ik ÓfU dergefchrevene Gerechtsbode van Berkel, en Roek* , uit naam en van wege hendrik van pacKmohr, Procureur te Berkel. in quaiiteit nis bij den Edelen Achtb. Gerechte van Zevenhuizen aangelteldë curator ad litis , over de perfoon van maria van leeuwen, minderjaarige jonge dochter, oin haar interest waarteneemen tegen hendrik vrij. moet, meerderjaarig jongman, woonende te Berkel; mitsgaders, (voor zo veel des noods,) uit naam en van wege de voornoemde maria v\n leeuwen zelve, geadfifteerd met haaren curator ad litis, en uit krachte van de geannexeerde citatie * raii vervoegd ter woonftede van voornoemden hendrik vrijmoet, en dezelve gedagvaard tegen den 29 November 1762, voor de Ed Achtb. Heeren Gezworens, ten einde omme té compareeren , of gemagtigden te zenden van zij. nentwegen , om onder refufie van kosten , raids blijvende het effect van dien, de twee gedeccrreerde defaulten te purgeeren , en alsdan W antwoorden op zodanige ei in arrest neemen, zodanige legitime portie , als dezelve hendrik vrijmoet, door 't overlijden van zijn' vader, ten minften is opgekomen , en onder zijn moeder, genaamd heeena van hoornweg, althans nog is berustende, en dat om mede daar aan te verhaalen , immers voor zo verre zulks noodig zal mogen zijn , den inhoude van het mergemelde vonnis , met de kosten daar om gedaan , of nog te doen ; en wijders zal meergemelde Gerechtsbode, of Gezworen voorn. , na dat de behoorelijke proclamatie zal zijn gedaan, het gearrefteerde , ten  ( 187 ) einde voorgemeld , publicq en aan de meest daar voor biedende te verkoopen ; dez.lve zal ook copie van het gearresteerde aan voorn, hendrik vrijmoet, levereii, en relateeren zijn wedervaaren in gefchrifte. Aftum den 9 Decemb. 1763. (getekend,) H. VAN packmohr. Pro deo. Op huiden den 9 December 1763, hebben wij ondergefchreven Gezworen van Berkel en Rokwijs, vermits de indispofitie van den Gerechtsbode deezer Heerlijkheid , na bekomen confent van den Hcere Schout , en geadfifteerd met twee Gezworens van gem. Heerlijkheid , uit den naame en van wege hendrik van PAjCKMoiiR, woonende op neezen Dorpe, in quaiiteit als aangeftelde curator ad litis, over maria van leeuwen, minderjaarige dochter, mitsgaders de voorn, maria van leeuwen zelve, uit kracht van de geannexeerds acte van arrest, ons vervoegd ter woonftede van hendrik vrijmoet, en vermits zijne abfentie, aan deszelfs moeder, helena van hoornweg, en deeze, na alvorens aan dezelve te hebben verzocht, aanwijzing te doen van de goederen , haaren gemelden zoon toebehoorende , ons heeft gedeclareerd , dat  C ï88 ) hij geene goederen had, dan de klederen ten zijnen lijve behoorende, gelijk zij dan ook alleen heeft opgegeven een bruine fargie rok en broek ; hab ik Gezworen vervolgends , in tegenwoordigheid van gemelde twee Gezworens , gearresteerd alle zodanige roerende en onroerende goederen , als in de gemelde acte breeder zijn geëxtendeerd, als mede de legitime portie, zo als dezelve hendrik. vrijmoet, door 't overlijden van zijn' vader, ten minften was opgekomen en aanbeftorven , en onder deszelfs moeder berustende ; voords copie deezer acte overgeleverd, ^n gaf de voorn, 'zijne moeder ons tot antwoord : Ik zal 't hem geeven : '< welk wij relateeren te zijn ons wedervaaren. A&um dato als boven. (getekend) jan de leeuw, arij h ar t vel t. jan corneus versijde.  t 189 ) INSTRUCTIVE ANNOTATIEN, CRIMINEELE PRACTIJK; Zoaanig ah dezelve voer de Rechtbanken in de fileden en ten platten lande, crimineele Jurisdictie hebbende, in beide refpecle dienen behandeld te worden. ^\,l!e Heerlijkheden en Dorpen, onder het resfort van de Provincie Holland en IVestfriesland gelegen, gaudeeren niet van het richt van crimineele Jurisdictie ; het zijn maar alleen zodanige hooge en vrije Heerlijkheden , aan welke zulks van oude tijden herwnards door den Souverain of Prinfe van den Lande, als een regalia en bijzonder voorrecht, bij privilegie, is vergund geworden, als zijnde zo we! de Ambachtsheerlijkheden als de Dorpen , Ichoon middenbaare Jurisdictie of rechtsgebied hebbende, van dit vaornaara prserogatif uitgefloten;. rakende de EXTRAORD1NARIS en ORDINARIS  ( i9° ) § 2. In de hooge en vrije Heerlijkheden of Dorpen reforteerende onder de Provincie van Holland en WestftiesLnd, welke zodanig recht van crimineele Jurisdictie , zo aangaande doodftraflijke als lijfftraflijke delicten, volgens concesfie van de Hooge Overheid derzelver Landen wettiglijk competeert, worden aldaar voor Schepenen , ook genoemd Welgeborene Mannen , de crimineele actiën in beide refpefien aangelegd door den Bailluw of Schout vau de plaats, onder de jurisdictie van welke het delict begaan is, als raticne officii waarneemende het recht van de opgeroeide Hooge Overheid, waarvan de manier van procedeeren voor de rechtbanken ten platten lande gebruikelijk,en naar Hij le locaal in cas crimineel plaats hebbende , vervolgends alhier door notable voorbeelden en uitgewerkte formulieren van inftrumenten ftaan te worden opgegeven. §3- casus XVI. - -crimineel proces van den Bailluw van een hooge en rrije Heerlijkheid, tegen een perfoon , gefufpeSleerd en befchuldigd van paardedieverij gedelinqueerd te hebben. Na dat van wege den Bailluw, R. O., ter zaake  C 191 ) voormseld , bij requeste het gewoone verzoek van apprebeniie corporeel gedaan , en bij Welgeborene Mannen verleer d geworden was , werd den geprefunieeide delinquant , uit krachte van dien , geincarcerneerd, of in beflotene hechtenisfe gebragt, en binnen 24 uuren tijds, conform de Crimineele Ordonnantie , voor de eerfte maal op vraagarticuien gehoord , op zulke eene wijze, als hier formulierlijk volgen zal» N°. 1.) 1 nter rog at o r iëN gedaan maaken , en overgeleverd aan de Edele Achtbaare Heeren Schepenen en Welgeborene Mannen van de hooge en vrije Heerlijkheid van Z,.... j door Mr. paueus b .».., Bailluw aldaar, om daarop ter zijner requifirie gehoord te worden, de perfoon van karei gust aa f m..... , althans gedetineerd op de gevangen toren alhier: v2laagarticulen. 1.) Wordt gevraagd de raam, ouderdom .geboorteplaats , en religie van den gevangene ; en of hij getrouwt, dan oDgetrouwt ïs? responsiven. 1.) De gevangene zegt, karel gustaaf m... . genaamd , 30" jaaren oud, te Maastricht geboren,van de Rooms eh Catholijke religie , en althans weduwnaar ie zijn.  ( 192 ) 2. ) Waar zijn laatfte woonplaats is geweest, en hoe lang hij gevangene zig binnen deezen dorpe opgehouden heeft gehad? 3. ) Welk beroep , of ambacht, hij gevangene thans exerceert, of waar mede hij zig geneert om ziju kost te winnen? 4. ;) Of hij gevangene voor deezen niet als ftalknecht binnen de ftad G.. gedientheeft,en hoelang? 5. ) Zo ja! bij wie? 6. ) Uit wat oorzaak hij gevangene uit deezen dienst is geraakt? I -s, jZegt, tusfchen üfe 3 i 4 I maanden binnen de ftad G.... gewoond, en aldaar de laatfte maal als flalknecht gediend te hebben, en federt ongevaar 10 maanden binnen deezen dorpe woonachtig te zijn geweest. 3.) Zegt, een arbeider $ of daglooner, van zijn beroep te zijn , welke des zomers in de hooibouw, bij de boeren voor daggelden gaat maajen, en des winters graanen dorfchen. 4,} De gevangene refereert zig tot de respor.fiven , op art. 2. van fifeezeinterrogatoriën gegeeven. 5. ) Zegt, bij den Stalhouder L....., aldaar. 6, )Zegt, dat hij toenmaal van zijh' Meester , wegens het begaan van eenige ongetrouwheden befchuldigd geworden zijnde , daarover hooge woorden tusfchen hun beiden waren ontjlaan, uit welke oorzaak hij gevangene vervolgends die dienst verlaaten had. . 70  C 193 ) ?.) Of hij gevangene, I 7.) Zegt neen % maar Wit geduurende zijn verblijf dat hij destijds ten omeehü bij den Stalhouder L.... daarmede befchuidigd werd} te G...,., niet een zil- dcóh naderhand door den veren lepel en vork van voornoemden zijnen geweezedenzei ven ontvreemd, en hen Meester Lter zaake er in de ftads bank van van dien , mt onfchuldig leening aldaar, deu 13 ve, li aar d, en volkomen ge* Junij des voorleden jaars, justificeerd, zo ah blijken 8 guldens op genomen kan uit twee gerccollcerde ^ * verklaaringen , ten deezen ia judicio geexhibcerd en overgelegd. 8.) Zo neen, of hij 8 ) De gevangene ges gevangene eenig vol- draagt zig, met relatie van doend bewijs wegens dit dien, tot zijne responfive op geprefumeerde delict ter het laatstvoorgaande vraag» zijner defenfie kan bij- articu! 7, mitsgaders tot de brengen , waardoor aan daarbij overgegeevene jmti' den Rechter zijn onfchuld ficatoire bewijzen. blijken kan? 90 Of hij gevangene ^ Zegt jat bij alle voorgaande res- ponfiven, op deeze inter rogatoriè'n gedaan , blijft perfilieeren? Aldus, enz*  C i94 .) §4. N". a.) ïNTERROGATomês.om daar* op ter requifuievan Mr. paulus b ...., Bailluw van de hooge en vrije Heerlijkheid van L...., anderrhaal gehoord te worden, de petfoon van ka rel cnstaaf m... .., althans gedetineerde in cas crimineel, op den gevangen toren alhier: vraaoarticulen. 1.) Of bij hem gevangene niet is bekend de perfoon van DANiëL van der v , woonende in den dorpe van O...., luim twee uuren ver buiten deeze Heerlijkheid gelegen ? a.) Zo ja , of hij gevangene dan niet wist, of gehoord heeft, dat dezelve DANiëL VAN DER v..... een paardenkoo- responsiven. 1.) De gevangene, na zig een poos bedacht te hebben , verklaart den ioorgémelden DANiëL van der v. •.., voor zo veel hij weet, niet perfooneel te kennen; maar wel van verfiheidene dorpelingen alhier te hebben hooren ver haaien, dat die man een flerke negotie in paarden en vette beesten dreef. a.) Zegt zulks alleen te weeten door publieke geruchten, en gehoord te hebben door anderen, zonder dien man particulier te kennen ,  ( *95 ) per ea vetweier van zijn gelijk hief vooteH op Att. i beroep was ? geantwoord is, 30 Of hij gevangene 3.) Zegt nm} tetmiti vervolgends niec weet, hem de eigenaars en bruikef s dat de bovengenoemde van de landerijen, ondef paardenkooper of vet- dit dorp gelegen , nog mees. weier onder de jurisdictie tendeeli onbekend zijn \ en van deeze Heerlijkheid, | dat t wat de tweede vraag aan de oostzijde buiten die betreft t zulks zijn zaak niet dorp, op twee differente ft om te onderzoeken. perceelen lands , vette beesten en paarden beeft Joopenj en hoe veel ? 40 Of hij gevangene 4.) De gevangene zeg; j al verder niet geheugt, dat zulks welwaar kan zijnê circa 2 maanden geleden, doch daatvan geen p^Lifé en wel op den 3 Junij geheugenis te draagen \ ver. deezes jaars, des avonds klarende ondertusfihett t tusfchen tien en elf uuren, voor zo veel hem voor/laat, bij maanlicht, voorbij de wèl te weeten, dat hij zig Weide van gemelden da op dien tijd nimmer zo laat KlëL van der v op den weg bevonden heeft gegaan te zijn, en aldaar gehad. een geruimen tijd voor het hek is blijven Haan? 50 Of hij gevangene 5.) Z-.gt yniet te Weeten hetzelve hek gefloten, wat hek men meent, ak of openftaande heeft ge- declareerende nogmaals, dat vonden? hem gevangene de plaatst I alwaar die Weids of dat land N a  ( i9« ) 6.) Waar, en op wat plaats, hij gevangene zig tusfchen den 3 en 4 Junij laatstleden bevonden hééft? 7.) Of hij gevangene op den voorgemelden tijd geen paard uit de weide van meergenoemden DANiëL van DEK v gehaald , en daarmede dien zelfden nacht voordgereden is? gelegen zoude zijn , geheel onbekend is. 6. ) De gevangene verklaart dat hem de plaats alwaar hij zig toen bevond, ontfehoten en vergeten is, maar dat hem zulks bij nadere overdenking mogelijk wel te binnen zal fchieten. 7. ) Zegt, neen; met bijvoeging van deeze befchuU diging , als logenachtig, wel expresfelijk te ontkennen. Aldus, enz. S- 5- N*. 3.) iNTERROGATORiëN, om daarop , ter requifitie als boven, ten derdernaale gehoord te worden , de perfoon van k a r e l gustaaf Mi.., thans gedetineerde op den gevangen toren alhier.  ( 197 ) vuaacarticülen. responsiven, i.) Of hem gevangene, i.) Zegt , neen', *td*t bij nadere overdenking, dat Jan- baas,hij men hij nu de plaats geheugt, gevangene geduurende de alwaar hij zig tusfchen maanden Mat , Junij, en den 3 en 4 Junij deezes Julij', als arbeider, in dag- jaars bevonden heeft ge- loon gewerkt heeft gehad, bad? dat misfchien beter zal geheugen. e.) Of hij gevangene O.) De gevangene ver- het flot van het toegeflo- klaart , daar niets van te tene hek van de weide, weeten. behoorende aan DANiër, van der v..... , dien zelfden avond met een fieutel niet open gedaan had? 3.) Of hij gevangene 3.) Zegt, neen. ten zelfden tijde uit de De gevangene zig nader bovenftaande weide niet bedacht hebbende , decla- écn van de zeven daarop reen, ruim «maanden ge- loopende paarden, zijn- leden, op den weg van een de een bruiuhairige mer- onbekenden Jood wel een rij , circa 5 jaaren oud, paard voor 22 guldens ge. gehaald, en, na het kocht te hebben, hetwelk hij hek weder toegefloten den volgenden dag voor 84 te hebben, daarmede ver- guldens op depaardemarkt volgends den gantlchen te S verkocht had, nacht voordgereden was? zonder in de precife tijd be> I paald te willen zijn. N 3  ( 198 ) 4 ) Of bij gevangene 4.) De gevangene refedat medegevoerde paard reert zig ten dien opzichte * iet op den 4 Junij deezes tot zijne responjtven, op het jsar-s, op de paardenmarkt voorgaande art. 3 gegeeven, •te 5...., openbaar verkocht heeft gehad? 50 Voor wat prijs hij 5.) De gevangene refegevangene dat paard al- reert zig ah voor en, daar op de paardenmarkt verkocht heeft gehad? 60 Aan wien hij dat 6.) Zegt, het paard, paard vei kocht heeft? \ dat hij gevangene van den Jood voor 22 guldens gekocht had, op de paardenmarkt te S.... weder verkocht te hebben , aan een perfoon, hem ten eenenmaa'le onbekend, 7,) Of hij gevangene 7.)Zegt ja; doch het paard .ïiiet wist, dat het fteelen niet gefloolen, maar gekocht van een paard, uit een en betaald ie hebben; daar ieflootene weide , mits- bij voegende,dat hij gevan* ^aders het verkoopën van gene , prefumeeier.de dat geflolene goederen-, een de Jood het paard geftolen doodflraflijke misdaad had, termits hij het ver ws? beneden dé waarde ver. kocht, uit voorzichtigheid aan verfcheidene paarden, koopers en kooplieden op de ! markt 'had gevraagd, 'of  ( 199 ) 8.) Of hij gevangene nog iet ter zijner defenfie en onfchuld weet voord tebrengen , en na waarheid allegueeren kan? dat paard , of wel de geweezene eigenaar daarvan, bij Iemand van hun bekend was; en terwijl niemanclzig daaromtrent had opgedaan, veel minder gedeclareerd daar iet van te weeten, hij vervolgends onbefchroomd hetzelfde paard aan den meestbiedende kooper geveild en verkocht had , met intentie , zo zig naderhand daarvan een eigenaar opdeed , de genootene en volle waarde aan denzelven te zullen restitueeren. 8.) De gevangene zegt, niets anders meer tot zijne defenfie te kunnen zeggen, dar. het geen hij hier voor en geresponaeerd heeft gehad, verklaarende daarbij volkomenlijk te perfifteeren. Aldus, enz. NB. De gevangene een en andermaal tegen fommige getuigen geconfronteerd zijnde, en onverzettelijk bij de ontkentenis geperfiiteerd hebbende, werdt, van wege den Bailluw, R. O. , na dit N 4  ( 200 ) hij hiermede zijne informatiën geflooten had, het navolgende Request aan Schepenen en Welgeborene Mannen geprefenteerd. § 6, FORMULIER van een Request van Bailluw, houdende een verzoek , óm, na zijne ge/lotene informatiën , een gevangene in cas crimineel, te .., - doen ontvangen in een ordinaris Proces, Aan de Edele Achtbaare Heeren Sche. penen en Welgeborene Mannen van de hooge en vrije Heerlijkheid van L Geeft reverentelijk te kennen, Mr. p au lus b ..... , fungeerende Bailluw van deeze hooge en vrije Heerlijkheid ; dat hij fuppliant , in gemelde quaiiteit, R. O. , genoodzaakt zijnde geworden , tegen de perfoon van kauel gustaaf m..., thans gedetineerde op des dorps gevangen toren al» hier , ter zaake van eenige geperpetreerde delicten, en onder anderen van psardendieverij binnen de ju. lisdictie »an deeze hooge en vrije Heerlijkheid ge. deür-qneerd, crimineel te moeten ageeren; de fuppl. ve: «Igends , na drie fuccesfive informatiën , ten dien opzichte genomen , ten deezen geannexeerd, bevonden had , dat, hoe zeer het uit alle indiciën  en apparente omfïandigheden, mitsgaders uit ingewonnene bewijzen, niet onduister bleek, ten minften grootendeels te prefumeeren was , dat de bovenge. noemde gevangene zig aan dezelve misdaaden , en bijzonder aan bet laatstgemeide delict, bad fcf uldig gemaakt, nogthans dnor deszelfs hardnekkige orit. kenténis genoegzaam eene volledige confesfie ontbrak , alvooreus daarop extraordinaris recht te kunnen doen. „ Redenen waarom de fuppliant , R, O, „ zig tot UEd. Achtbaaren is keerende, oot* „ moediglijk verzoekende de voornoemde gc„ vangene te ontvangen in een ordinarii pro,, ets, mits defenfie doende ex carcere, of „ zodanige andere dispofitie deswegen te ver„ leenen.als UEd* Achtbaaren in goede juftitie „ zullen bevinden te behooren." 'T welk doende, enz. NB. Schepenen en Welgeborene Mannen van deeze Heerlijkheid, geëxamineerd hebbende de nevensgaande Kequeste , en daar toe fpedeerende interrogatonën , ver klaar en de bovengenoemde gevangene te ontvangen in een ordinarii Proces, mits defenfie doende conform het verzoek, enz. N5  ( 203 ) § 7- FORMULIER van een conclufie van eisch, i» cas crimineel. eisch gedaan maaken, en de Edele Achtbaare Heeren Schepenen en Welgeborene Mannen van de hooge en vrije Heerlijkheid L , overgegeven uit den naam en van wege Mr. paulus n , Bailluw al- ^daar, R. O. , eisfcher in cas crimineel, ter eenre; Op en tegen, karei, gustaaf m....,thans gedetineerd op den gevangen dorps toren alhier , gevangene en verweerder in het voorfz. cas, ter andere zijde. Art. i. De eisfcher, R. O. , deede zeggen, een waarheid buiten alle contradicties zijn, a. Dat dc perfoon van de gevangene en verweerder in deezen, zedert zijne inwooning en verblijf binnen deezen dorpe, 3. Door zijn flecht comportement en wangedrag zig bij de meeste weldenkende ingezetenen alhier, zeer fufpecl: en verdacht heeft gemaakt:  ( =03 ) 4» Dat ook behalven zodanige gesronde verdenkingen, met opzicht tot deszelfs gefletrisfeerde reputatie, en het zwart register ten laste van zijn perfoon hier en elders plaats hebbende, 5. Hij prefumprivelijk fchuldig is geweest aan den dieiftal van een zilveren lepel en vork, ten tijde dat hij als ftalknecht bij den ftalhouder L..«•, binnen de ftad G....., gewoond heeft gehad , 6é En waarover hij toenmaals , volgends zijne confesfie, art. 6 en 7 van zijne eerfte verhuoring , geaccufeerd geworden, en uit zijn' dienst geraakt is; 7. Hoe zeer hij gevangene en verweerder., door het inwinnen van twee gerecolleerde yerklaaringei , bij voormelde zijne eerste verhooring in judicio overgelegd , 8. Hem op eene finistre wijze V3n dienblaam beeft zoeken te disculpeeren , ten einde, en met het oogmerk van daardoor de gevreesde crimineele vervolgingen te ontgaan : 9. Waarom hetzelve geprcfumeerd delict, althans aan de zijde van den eisfcher, R. O. , tot geen object: van onderzoek voor de crimineele juftitie zal worden gemaakt; 10. Als flechts ten deezen geavanceerd zijnde, om een voorloopig deckbeeld van des gevangenens en verweerders opfpraakelijk carakter en voormaals gehouden gedrag te geeven : 11. Dan dat het boven dit alles, onaangezien de perfiftecrende öntkentenisfe van den gevangene en  ( ^4 ) verweerder, bij zijne responüven op de iucceshve ondervraagingen gedaan, ia. Indhputabel klaar, evident, en waarachtig is, 13. Gelijk ten zijnen tijde , door onwraakbaare bewijzen, door den eisfcher ter dier zaake,ex officia, al bereids ingewonnen , den rechten genoeg zijede, conlTeeren zal , 14. Dat de gevangene we! degelijk een paard uit de weide van dan iel van der v...., onder de Jurisdictie van deeze hooge en vrije Heerlijkheid gelagen , 15. Op eene violente wijze , des nachts , heeft gehaald ; daarmede voordgereden, en vervolgends hetzelve geltolcne paard, den 4 Junij, laatstleden , op de paardemarkt te S...., verkocht heeft gehad; 16. Mitsgaders daarvoor de fomma van vier-entagtig guldens heeft ontvangen, 17. En derhalven het crimen van paardendfcfftal indisputabel,en inden hoogftengraad,gedelinqueerd te hebben; 18. Waardoor de gevangene en verweerder, volgends de wetten deezer Landen, met den dood behoort geftrafi te worden, immers ter oorzaake van welke de eisfcher, R. O., genoodzaakt is tegen hem Proces in cas crimineel te moveeren; 19. Doch , aangezien de eisfcher, bij gebreke van genoegzaame confeslie , de zaak niet gedispo. neerd bevond , om daarop extraordinaris recht te verzoeken;  C 205 ) 30. Zo heeft dezelve , na getlotene informatiën, zig bij requeste aan deezen Edelen Achtbaaren Gerechte geaddresl'eerd, ai. Met verzoek, ten dien fine zodanige voorzieninge te doen, en nadere dispofitie te willen verleenen, als UEd. Achtb., naar bevinding van zaaken, in goede juftitie zouden oordeelen te behooren; aa. Gelijk UEd. Achtbaaren, na voorgaande rijpe deliberatien, disponeerende op het verzoek, gedaan bij de voorfchreven requeste, hebben kunnen goed. vinden , den gevangene en verweerder te ontvangen ineen ordinaris proces, mits defenfie doende ex rarcere. „ Mits welke en meer andere redenen , in tijde en wijle, ,, (des noods,) nader te aüe„ gueeren ; de eisfcher, R. O-, eisch doende , concludeert , dac ,, de gedaagdeen verweerder, bij von. i, nisfe van Schepenen en Welgeborene ,, Mannen deezer hooge en vrije Heerlijk„ heid , zal worden gecondemneerd , om gebragt te worden ter plaatze, alwaar men „ binnen deezen dorpe gewoon is crimineele ,, executie of recht te doen, en aldaar, ter zaake van zijnen gepleegden paardendiefflal, hier boven 3, breeder gementioneerd, met den koorde geftraft ,, te worden , dat er de dood na volgen zal , met „ condemnatie in de mifen van juftitie , mitsgaders „ in de kosten van deo procesfe," enz.  ( 20Ó ) §8. FORMULIER van een conclusfie van aöfwoord, in hetzelfde geval. antwoord gedaan maakeri, en de Edele Achtb. Heeren Schepenen en Welgeborene Mannen van de hooge en vrije Heere* lijkheid van L overgeleverd , uit den naam en van Wege KAREL GtTSTAAE m , thans gedetineerd op den dorps toren alhier, gevangene en verweerder in cas crimineel, contra, Mr. paulus b , fungeeren- de Bailluw van de voorfz. Heerlijkheid, R. O.,eisfcher in hetzelve cas. Art. I. Deede den bij deezen Edelen Achtbaren Gerechte aangeftelde Procureur, tot het waarneemen van de defenfie van den gevangene en ver* weerder, zeggen, 2. En de waarheid is zulks, 3, Dat de gevangene en verweerder, geboortig  ( 207 ) van Maastricht, onder de generaliteits Landen van deeze llepublicq behoorende, 4. En aldaar af komftig van ouders van een ordentelijk gedacht, bij het burgerfchap van dezelve plaats altijd ter goeder naam eD faam geftaan hebbende, 5. Welke dan ook , aan deezen hunnen eenigen zoon, geduurende zijne jeugd , hadden gegeven, eene opvoeding,geproportioneerd en overeenkomftig hunne vermogens en huishoudelijke omftandigheden, 6. Met een zodanig gelukkig gevolg, 7. Dat de gevangene en verweerder, in den ouderdom van 18 jaaren , door gemelde zijne ouders, in het logement, genaamd Het witte kruis, binnen de voorn. Had , als huisknecht befleld en verhuurd geworden zijnde, 8. Aldaar den tijd van drie volle jaaren in dien post trouw en eerlijk gefungeerd en gediend had; 9. Waarvan manifestlijk zal kunnen blijken uit zeker loffprekend testimonium, of getuigfehrift, door den Logementhouder van Het witte kruis, ten zijnen behoeve gepasfeerd, en eigenhandig ondertekend; 10. Hoedanig certificaat , dienende tot probatie van zijn onh „ folveerd van deeze crimineele actie." 'T welk doende, enz. O 3  ( 21.4 ) NB. Na dat partijen refpe&ivelijk voer replicq en duplicq bij derzelver comluftën van eisch en antwoord geptrftjletrd hadden , en deeze zaak behoorelijk gtïnfiruetrd, voldongen , en mutatis mutandis van inventaris en plukken gewisfeld was, werd vervolgends dag van pleidooie verzocht, en bij Schepenen en Welgeborene Mannen van de hooge en vrije Heereïtjkheid van L.... verleend. § 9- FORMULIER van een Pleit-memorie van eisch in cas crimineel, ter zaake van gefustineerde paavdendkverï], aan de zijde van een" Bailluw van eene . hooge Heerelijkheid, crimineele jurisdictie hebbende; ageerende ais eisfcher , R> O. EDELE ACHTBAARE HEEREN SCHEPENEN EN WELGEBORENE MANNEN! Het is ten allerhoogiten remarquabel, en gantsch opmerkelijk, „ Dat de eisfcher, in quaiiteit van furgeerende „ Bailluw van deeze hooge en vrije Heerlijkheid, „ Als aan wiens amt en departement het jus ra„ tionecjfcie agendi,in crimineele zaaken, onweder„ fprekehjk behoort, en verknocht is, „ Zijne aU-reetfte aftie in cas crimineel heeft  ( *-5 ) ,, moeten aanleggen tegen een' delinquant , buiten „ alle contestatie eene doodfchuldige misdaad geperpetreerd hebbende; ,, Gelijk, volgends het befchreven recht, en de ,, wetten deezer Lauden , als zodanig gehouden „ worden , diefftallen van paar en , beesteu , en ,, andere vertrouwde goederen meer; „ Dat, hoezeer de eisfcher, als geen fanguinair „ character bezittende ,daarvan gewenscht hadde te „ blijven gedispenfeerd , „ Hij zig nogthans, R. O., en overeenkom (tig zijn eed en pligt , in de noodzaakelijkheid be„ vonden had, tegen diergelijke enorme delicten ten ,, allerfcherpfte te moeten vigileeren en waaken; ,, En het is op dien grond, Edele Achtbaare Hee- renS dat de eisfcher, ex officia, apprehenfie cor„ pnreel heeft verzocht, en van deezen Edelen Achtbaaren Gerechte geobtineerd, ,, Opdeperfoon van karel gustaaf m...., ,, de gevangene en verweerder in deezen, althans gedetineerd in de crimineele gevangeplaats op ,, '«dorps toren alhier." Dat vervolgends, na dat de gevangene en verweerder bij drie opgevolgde interrogatoriën , ter zaake van deszelfs gedelinqueerde paardendicverij, was gehoord en ondervraagd, En bij de ontkentenis had blijven perfifleeren; De eisfcher , R. O., uit aanmerking van dien, mitsgaders om redenen dat de gerequireerde confesfie van den delinquant, aangaande zijn voorfz. geO 4  C 216 ) pleegden dieffial, te onvolledig bevonden werd, om daarop extraordinaris recht te verzoeken, Niettegenftaande de gevangene en verweerder, bij deszelfs responfiven , gegeven op art, 3 , van de laatfte mterrogatori'èn , genoegzaam plenair en volkomen heeft geconfesfeerd, Het geftolen, (of quafie gekocht,; paard, openbaarlijk op de paardenmarkt te S, voor 84 guldens verkocht te hebben, En wel, quod notandum , aan een perfoon hem ten eenenmaale onbekend; Behalven het geen daarvan ten overvloede uit vier producten aan deeze zijde bij inventaris overgelegd middagklaar zal kunnen blijken: Den eisfcher, herhaalen wij, uit confideratie van alle deeze zamenloopende circumftantiën , geraadJijk gevonden had, Zig bij requeste aan deezen Edelen Achtbaaren Gerechte te addresfeeren, Ten einde den gevangenen en verweerder door in een ordinaris proces ontvangen te worden , van het recht zijner defenfie zoude mogen gaudeeren, Ten minften , voor zo veel met de wetten beftaanbaar was , hem den weg daartoe gemaklijk te maaken , Gelijk ü Edele Achtbaaren dan ook, na rijpe de. liberatiën, conform het gedaan verzoek, ten zijnen cpzichte favorabel hebben gelieven re disporeeren, Met deuzelvec gevangenen en verweerder teontvan-  C 2I7 ) gen in een ordïnark proces, mits defenfie doende ex carcere. Uic krachte van welke provifioneele dispofitie ten dage dienende,aan de zijde van den eisfcher, ft. O., was eisch gedaan ,dnar tegen van wege den gevangene en verweerder van antwoord gediend, en deeze zaake, na dat refpectivelijk voor replicq en duplicq daarbij geperfifteerd geworden , cn ten wederzijde door wisfeling van inventaris en ilnkken behoorelijk geinftrueerd en voldongen te zijn, Actueel in ftaat was gebragt om voor deezen Ed. Achtbaaren Gerechte te worden bepleit. Q.Ü/ERITUR? En is derhalven alhier de vraag, EDELE ACHTBAARE BEEREfj! ,, Of de eisch en conclufie in cas crimineel , vaé „ wegen dm eisfcher, R.0 , in deezen op ck jegens ,, den gevangenen en verweerder gedaan en genomen „ aan hem niet behoort te worden geadjudiceerd? ' „ En of, in gevolge van dien , dezelve gevange,, ne , ter zaake van zijne gedelinqueerd hebbende „ paar dendieverij', volgends de wetten en plac anten deezer Landen, hij vonnisfe van deezen Edelen Achtbaaren Gerechte, (onder reverentie,) niet ,, moet worden gecondemneerd , om met den Horde 55 gtfiraft te worden , dat er den dood va volgen zal; met verdere condemnatie in de mifen van juftitie, en kosten van denprocesfe." Tegen deeze vraage , Edele Achtbaare Heeren! kan , in het generaal genomen , niet obfteeren de 05  C 2ï8 > bedenkelijkheid van fommige Rechtsdoctoren, wel* ken , onaaugczien het voorfchrifc van het befchrevene recht, en de nationaale wetten , contrarie hetzelve, al te fterk, of liever al re willekeurig voor de defenfie van een doodfchuldigen delinquant willen inclineercn; Hoe zeer het, (om het in pasfant te zcgeren,) Waar zij, dat het een aandoenlijk en verukkelijk gehoegr-n voor een weldenkend Rechter moet zijn, een onfchuldig gevangenen, wegens een gefufpecteer. de misdaad, van de ftraffe des doods bij fententie te kunnen vrijfpreeken; Dat het naamlijk hard zoude zijn, en zelfs tegen de Godlijke wet zoude flrijden , Dat een mensch, wegens gepleegden dieflhl van een beest , zoude moeten fterven , of ontijdig zijn leven verliezen, Om redenen, zeggen zodanige Antagonisten van de crimineele juftitie, dat er geen jota van zulk een gebod, noch in het oude, noch in het nieuwe Testament van de gewijde fchriften gevonden wordt; Accoord! wij Hellen dit »> confesfo; ja, wat meer is, wij erkennen eene volkomene en ongedisputeerde waarheid te zijn, Dat onder het gantfche zamenftel van de Godlijke wetten , weleer aan het volk van het oud Israël gegeven , Geen één te vinden is, welke een' dief of iteelder van eens anders goederen , van wat natuur, en  ( «9 ) hoedanig zijn diefftal ook moge zijn, tot de doodftraf veroordeelt: M^tar Ulid. Achtbaaren, aan welke de administratie en het onderzoak van het crimineeie departement over deeze hooge en vrije Heerelijkheid wettig gedemandeerd geworden is, Zullen aan den anderen kant, als onpartijdige en neutrale Rechters, (zo vertrouwd wordt,) geere zwaarigheid maaken om ten dien opzichte toeteftemmen , Dat, federt de wereld merkelijk in volkrijkheid geaccresfeerd en aangewasfen zijnde, De boosheid , of liever de misdaaden onder het menscbdom trapswijze zodanig ingekropen , en van tijd tot tijd meer toegenomen heeft gehad, Dat de roenschlijke wetgecvers , zonder aan de Godlijke wetten te kort te doen , zig noodzaakelijk verpliüt zagen, om, ten dien opzichte, wetten van meerder feveriteit en geflrengheid , ter beveiliginge van den burgerftaat, te moeten maaken; Zodanig, dat eerst het geadopteerde Roomfche recht, vervolgends genoegzaam bij de meeste natiën van de Christenheid , en fpeciaal ook naderhand bij de hooge Overheid hier te Lande, De doodftraf tegen diefftallen van paarden en hees', ten nadrukkelijk, bij fuccesfive placaaten is geftatueerd en vastgefteld geworden; Terwijl het in der daad ook jammerlijk en al zo hard zoude zijn, dat iemand zijne vertrouwde eigendommen of goederen, fts^ncie op het open veld, op avantuur zoude moeten waagen, zo lang het aan  ( 220 ) den eerften booswicht, die door geen lijfftraf werd afgeschrikt, zoude behaagen hem daarvan te beroo. ven. Hier mede, Edele Achtbaare Heeren! deeze generaale bedenking , als of de doodftraf tegen een paarden- of beesten-diefftal te fanguinair ware, en lijnrecht tegen de Godlijke wetten zoude aanloopen, Zo op de gezonde reden, als met onbetwistbaare argumenten van waarheid, gefolveerd en voorlopig wederlegd hebbende, Zullen wij ons voor het tegenwoordige alleen en particulierlijk tot adflrucïie van de wettigheid dee. zer crimineele aftie , gaan bepaalen tot bet onderzoek en de probatie van de drie navolgende zaaken , Als uitmaakende alle de omftandigheden van het eafus , hetwelk het object van des eisfchers pleitdooje, ter waarneminge van het recht van de hooge Overheid , influiten moeten , JSJaamlijk, i.) „ Of er waarlijk de geprefupponeerde dief,, ft al van een paard, op de weide van da. „ ni el van der v...... en hem-in ei- „ gendom behoorende, onder de jurisdictie „ van deeze hooge en vrije Heerelijkheid, „ tusfchen den 3 e» 4 Junij deezes jaars, „ heeft plaats gehad , en geperpetreerd isn „ geworden."  ( 221 ) a0 j» Of de gevangene en verweerder denzelvm ,, diefftal gedelhqueerd en begaan heeft „ gehad , en, 30 j» ®f ee» zodanig deliSt, conform het Room,, /the recht hij ons gerecipieerd of overgeno,, men , gelijk ook , volgends de nationaals. ,, wetten en placaaten, althans in obfervan„ tie , hier te Land» , als doedftr<.flijk is „ verklaard i.) Men heeft waarlijk geen bewijs noodig, Edele Achtbaare Heeren! om te demonftreeren , dat het klaar dag is, als de zon op den middag fchijnt; Maar al zo klaar als de zon dan fobijaty! blijkt het dat op deH voormelden tijd een paard ,, behoorende aan daniöl van der v.... , uit zijne weide is geftolen geworden ; Voor eerst uit drie gerecolleerde en beëedigde verklaaringen, aan deeze zijde fub litt. Ë, F,G overgelegd, waaruit ten overvloede probatoir en bewijsbaar is, Dar er tot 's avonds ten 9 uuren , van den 3 Junij laatstleden, in de weide van daniêe van der v...., zeven van zijne toebehorende paarden gelopen hebben, En den volgenden morgen ten louure, niet meer dan zes van dezelven op gemelde weide gevonden zijn ; Gelijk ook fpecialijk nog nader blijkbaar is uit vier acdere beëedigde atteftatiën, door den eifcher  ( 222 ) R, O., bij zijn inventaris van (lukken , lub litt. I, i, 2, 3 en 4 flt loco geproduceerd, En waaruit al mede wel degelijk bewezen kan worden, dat het vermiste paard, zijnde een bruinhairige merrij, den aanvolgenden dag, naamliik den 4 Junij deezes jaars, op de paardenmarkt te S is verkocht; Zo dat, zonder dat het noodig is zig met prefumptiën of bijzondere fpeculatièn, tot affirmatie of bekrachtiging van dit eerfte onderzoek , optehouden , Bij confequeutie als een vastgaande en volzekere zaak, volttrekt te befluiten valt, dat het paard, hetwelk door den gevangene en verweerder , volgends zijne eigene confesfie, ten dien tijde op de paardenmarkt te S.... voor 84 guldens is verkocht geworden ; Wie het ook geftolen moge hebben, door irreprochable en overtuigende bewijzen gebleken té zijn, zulks hetzelfde paard te weezen , dat tusfchen den 3 en 4 Junij deezes jaars uit de weide van daniSl van der v.... geftolen , en hem in eigendom toebehoorende is; En dus, om de proef op de fom te maaken, dat er wezenlijk zodanig een geprefupponeerden diefftal op den voormelden tijd en plaats is geperpetreetd of begaan geworden. Weshalven de eisfcher hiervan afftappende, om de attentie van U Edele Achtbaaren door en langgefponnen redenvoering niet te fatigueere», 2.) Vervolgends direclelijk zal overgaan tot het  C 223 5 tweede onderzoek, dienende om te probeeren, dat de gevangene en verweerder , en niemand anders, de meergemelde paardendieverij gedelinqueerd heeft gehad. a.) In de eerfte plaats, om dat hij bij zijne responfiven, gegeven op art. 4 van zijne iaatlte verhooringe, niet pofitivelijlc heeft durven ontkennen, Dat hij in den avond van den 3 Junij deezes jaars, tusfchen 9 en 10 uure , voorbij de weide van DANiëL van dkr v.... heen en weder gewandeld heeft , en eenen geruimen tijd voor het gefloten h«k van dezelve weide is blijven (laan; Alfchoon hij tot zijn onfchuld heeft gepretexteerd gehad, geheel onkundig te zijn van de plaats alwaar dat land gelegen was, gelijk ook dat, voor zo veel hem geheugde, hij gevangene zig toenmaal zo laat op den weg niet bevonden had; Hoe zeer de onwaarheid van alle deeze pretenfe excufable redenen , zig ten vollen geadftrueerd bevinden , door de asfertie van twee geloofwaardige perfoonen, beiden ingezetenen van die dorp, welken daarvan ooggetuigen zijn geweest, En uit oorzaake van dien bij den eisfcher, R. O., als confonnante getuigen ten procesle geè'mploieerd zijn geworden:  Volgends de beide gerecoileerde verklaaringen, fcij, de voorfchrevene zijne inventaris overgelegd, lub litt, K i sn i, waardoor dit gefungeerd voorgeeven van den gevangent n en verweerder van zelf komt te vervallen: Ja , het geen vrij verder gaat, Edele Achtbaare Heeren! Hoedanige zamenlopende inditiën en waarfchijne. lijke omftandighcden niet alleen eene zeer fterke.prefumptie, ten laste van den gevangenen en verweerder, uitleveren, Maar gecorroboreerd en gefterkt zijnde door twee zulke confonnante of overeenftemmende getuigen, {taande ter goeder naam en faam, eene heele preuve tegeneen' delinquant, naar rechten in cas crimineel zamenftellen, Gelijk hier na, met audthoriteit van rechtspasfagiën, en bijzonder op het gezach van onze fiatutaire wetten, als mede door de concordeerende gevoelens van fommige criminalisten , zal worden geprobeerd eu geftaafd; Immers ten dien gevolge, van in dit voorhanden zijnde geval onbefchroomd te kunnen gelooven, Dat de gevangene en verweerder, en niemand anders, den perpetrant of daader van het voorgemelde geftolen paard moet zijn geweest; Om al het welke wat nader te betogen , al verder in aanmerking komt, b.j In  C 225 j iO In de tweede plaats, dat de gevangene,* om zijne gepleegde misdaad te beglimpen ) of liever om zijne defenfie, zó vëel mogelijk, een* fchijn van waarheid bijteZetten, listig geëxcogiteerd en verzonnen heeft gehad, dat hij dat paard op den weg van een' quafi onbekenden Jood voor 22 guldens gekocht, en aanftoiïds contant betaald zoude hebben; En dat hij vervOlgènds naderhand, qu'od rmandum, (toen de koop gefloten was,J geprefumeerd hebbende dat hetzelve paard door deezen, wel te recht génüemde onbekenden Xgefiolen kon zijn, daarop aan verfcheidene prefent zijnde paardenkoopers fcn kooplieden , op de gehoüdene paardenmarkt te S...., bad gevraagd, of zij 0ck kennis aan dat paard , of aan den laatfien eigenaar van hetzelve' hadden ? zonder tér iaake van dien dé minne uitfluiting of informatie te hebben kunnen bekomen. Darr, Edele Achtbaare Héerenl óm het maïf ffi gemeene termen uittedrukkeh, Behalven dat dit doekjens voor het bloeden zfj'n waarvan zig doorgaands dé meeste doodfchuldige: delinquanten bedienen, om hanne misdrijven ié éoltoreeren, Zoftrijdt 2ulks tegen alle regelen van waaffchij^lijkheid;. f  ( £*S ) ' En wc! zodanig , Dat de volltrekte logenachtrgheid van deeze beider abufive en ongerijmde verzinfelen bij alle onpartijdige Rechters immediatelijk in het oog moet fpringen: In diervoegen, dat geene groote kundigheden van rechtsgeleerdheid, noch penetratie van oordeel, iioch ongemeene eloquentie of welfpreekendheid gerequireerd wordt, om met bondige en klemgeevende argumenten al hetzelve te refuteeren en wederleggen , als men Oechts gelieft te conlidereeren; Dat de ontmoeting van den gevangenen en dien onbekenden Jood juist toevallig, en zo te zeggen als onzichtbaar is gefchied, In een' tijd dat de weg als opgepropt van reizigers, paardenkoopers en kooplieden was, welke zig toen,ter verrichting hunner negotie,- na de paardenmarkt; te S.... begaven, Zonder dat iemand onder die talrijke pasfantcff hem gevangenen met deezen voorgswenden Jood op den weg gezien, in onderhandeling gevonden, of iet van dien kooo befpeurd zoude gehad hebben; En wet N. B. in een' tijd , dat het pretenfelijk gekochte paard van dien overal onbekenden Jood, leè maar kortling geleden, ja weinige uuren te vooren uit de weide van den meermaals genoemden alLm van db» v geftolen was: Boven en behalven dat , alfchoon alle zodamge' onwaarfchijnelijke doch wèl uitgevondene kunstgreep vau den gevMgcoeaw verweerder, al eens. voer,  C ^7 ) inogelijkre gebeurtenisfen door den beugel konden* pasfeeren, Zo is het evenwel niet denkelijk of ftrookbaai met de apparentie en het gezond verftand, Dat een arbeider , die bij de boeren voor daggelden werkt, cn, zo de gevangene zelf bekent, zijn kost bij dezelven foberlijk winnen moet,. Aanftonds zo maar sa guldens klaar, en bij zig heeft gehad , óm dat bedongen geld voor het bij hem geprefumeerde gefloten paard aan den onbekenden Jood contant te betaalen; Inzonderheid terwijl de gevangene en verweerder door geen Astrologisch vergrootglas, met geen de minfle mogelijkheid kon vooruitzien, Dat hem ten dien tijde zulk een voordeelign avan» tuur op den' weg ontmoeten zoude; Dan, om aan den eenen kant de toegeevelijkheid van den eisfcher in dèezen te doen doorftraalen , en èan den anderen kant aan den gevangene en verweerder de maat voltemeeten, Zo zal men, pójito fed non conf esfe , deeze laatstge^" melde üitvlugt van den gevangenen, tot zijne defenfie gepraftifeerd, in dat opzicht eens voor eene waarheid aanneemen , en onderfteUen dat hij dat geld door zijne fpaarzaamheid overwonnen en overgaêrd heeft gehad; Hoewel zijne bekende manier van leven ge. duurende zijn verblijf in dit dorp gehouden , tnii betrekking tot zijne verkwistende zondagsvêrtef-ï P *  ringen, zo in de kolfbaanen ais in de biergelagen* vlak het contrarie van dien bewijst: Doch hoe komt het dan , zou men tot meerder probatie "van de gefundeerdheid deezer aimiaeele actie niet ongepast mogen vraagen, Dat de gevangene en verweerder eerst de prefumptie heeft beginnen optevatten , dat de Jood het bewuste paard gefloten kon hebben , na dat de koop tusfchen hen gefloten , en de daarvoor bedongene prijs betaald was ? Alleen uit oorzaak om dat die Jood hem hetzelve verre beneden de helft van dc waarde te koop ge« prefenteerd, en in voegen voorfz. ook verkocht had; Een prefumptié die notoirlijk plaats had kunnen , en noodzaakelijk had behooren te hebben , alvorens de koopfluiting zijn volle beflag verkreeg; Gelijk de gevangene heeft kunnen goedvinden, tot zijne decharge al verder, doch niet minder abufivelijk en onwaarachtig, op dit fubjedt voortewen» den, Dat hij daarom , quafie uit eene eerlijke zorgvuldigheid informatie en navraag heeft gedaan, bij fommige prefent zijnde paardenkoopers en kooplieden op de markt te S.... , Of bij iemand van hun dat paard, of den eigenaar van dien, bekend was ? Daar het ondertusfehen uit zeven onderhandfche certificaten*, door aldaar prefent geweest zijnde paardenkoopers en kooplieden , onder prefentatie van eede , des gerequireerd wordende , gegeven 9  doch, om redenen, tot nog toe ongerecolleerd gebleven, en aan de zijde van den eisfcher, R. O., lub litt. L, van N\ i tot 7 overgelegd , overbodig manifesteeren kan; Dat destijds bij niemand op de markt te S...., (voor zo veel bekend is,) eene zodanige informatie, daartoe betrekking hebbende, was gefchied, Maar wel, quod notandum, dat de voorlchrevene zeven depofanten, klaar bemerkt hebben gehad, Invoegen als zij, zonder van elkanders Ue^olHe iet te weeten , allen hierin volmaakt confonneeren , eo overeen (temmen: Dat naamlijk de gevangene en verweerder, na eerst het paard van zijnen meester jan- baas alhier,en vervolgends het geftolen paard, toebehorende v a n 1 ë L van der v...., op de markt te S...., fchiehjk, en beiden voor laage prijzen verkocht ts hebben, Met veel priecipitatie en overhaasting vandaar is vertrokken, hebbende met een omfteld gelaat zijn gelag, na het betaald te hebben, in de Herberg ten halve laaten ftaan, Zonder met iemand aldaar eenige redawisfeling gehouden,of over de paarden-negotie gefproken te hebben. Bij al het welke nog als eene zonderlinge, reflectie uit een gegrond zaaksgevolg ten deezen meriteert, Dat de gevangene en verweerder na in dit dorp geretourneerd , en ruim twee maanden vóór den öjd van zijne apprehtnfie, , dus, een genoegzas- e 3  ( 239 ) pen tijd na het perpetreren van zijnen klaarbljjkelijkeri _ diefftal aldaar verbleven te zijn , Gedurende het zelve door publicque geruchten, erj door de verhaalen der dorpelingen, als andere Informatiën, wel gehoord zal hebben , dat er een van de zeven paarden lopende in de weide van d an iet» van der v...., uit dezelve geftolen was, of ten minften vermis): wierd, En dus bemerkende aan alle omftandigheden dat dit hec zelfde paard moest zijn,dat hij van den pretenfe onbekenden Jood gekocht had, Hier door overvloedige gelegenheid aantrof, om den voornoemden eigenaar yan alles aangaande dit geval kennis te geeven, en volgends zijne voorgewende intentie of befiuit, aan denzelven de daarvoor ODtvangenen prijs, na aftrek yan d« betaalde 22 guldens aantebieden: Hoedanige handelwijze, niet alleen met de waare pnfchuld , eer en deugd te compasferen is, maar misfchien een middel zoude geweest hebben, ora den althans geapprebendeerden delinquant buiten handen van de juftitie te houden. Dan zulks niet gefchied zijnde, Edela Achtbaare. Heeren.' gelijk bij de uitkomst en ontwikkeling van zuaken evidentelijk gebleken is! Zo moet, wanneer alle de gementjoneerde zamengevoegde omftandigheden van hec delict met malkan* deren naauwkeurig vergeleken , in de diamante weegfchaal van de juftitie gepondereerd , en de gronden of beweegredenen waarop de delinquant  zijne defenfie gebouwd heeft, rijplijk overwogeo wierden, üaar uit per confequenüam wel degelijk geconcludeerd en befloten worden, Dat niemand anders dan de gevangene en verweer, der den meer voorfchreven paardendiefftal, binnen de jurisdictie van deeze Keerlijkheid,den 3 Junij deezes, jaars, gecommitteerd en bedreven heeft; Niet alleen wegens de menigvuldige zamenloopendc indiciën, waarmede hij is bezwaard, en welke de waarheid van het feit buiten alle bedenkelijkheid ftdlert» Maar wel bijzonder uit confidentie van zo veele overtuigende en irreprochable bewijzen de zijde van den eisfcher R. O. geproduceerd en overge\e.góy Alle gegeven, niet door friguliere getuigen , die in cas crimineel niets probecren, Masr door canfonnante of overeen Hemmende getuigen, wier depofiticn met elkander gecombineerd of zamengevoegd, Na rechten eene volkomen preuve van de misdaad ten laste van den gevangenenen verweerder uitleveren. Waarom moribus nostns, nog in obfervantie gebleven is. Dat twee of meerder getuigen zijnde, omni excep* sione mimi t die met elkander in alle de circumftantiên van hunne gfgevene depofitiën, of getuigepisfen volzaaklijk overeenfiemmen, en eigenlijk in depractijk cotifotmanie getuigen genoemd worden, Mogen worden geconjungeerd of zamengevoegd, Met dat gevolg dat de verklaringen van zodanige P 4  ( »s* 5 ponfqnoante getuigen in crimineele znaken , altijd tot condemriatie van den misdadiger kunnen en moe-? ten opereeren; Gelijk behalven de cprfirmatoire gevoelens van eene menigte criminalisten, deeze leerftellingen,ten rel pecte yporfchreven, volmondig geamplifteerd hebbende, Zulks onder anderen folidelijk wordt geleerd, in het RECHTSGELEERD WOORDEH-BOEK Op het woord getuige», pag. 162. col. 2. En gevolglijk de gedelinqueerde paardendieverij $ran den gevangeoen en verweerder,hierdoor onwe» derfpreekei'jk en completelijk bewezen zijnde, Zo als de eisfcher R. O,, op fundament van j|ien, met eenevolftrekte zekerheid vertrouwen kan, BJijft yervplgends nog alleen overig te onderzoe* ken o c.) In de derde plaats, of een zqdapig delidt conform, en overeenkomstig de nationale wetten ? althans in obfervantje, hier te Lande als dccdftrcflijk is verklaard! Het is een uitgemaakte zaak , Edele Achtb. Hee? |en ï'.die (onder correctie) nergens gedisputeerd wordt, Dat onze Vaderiandfehe wetten, in navolging van fommige andere volken, geftatuëerd hebben,d3t men iemand, ter zaake van diefftal, met den koorde zoude jtraffen, pc zulk eene wijze dat er de dood navolgt, Inzonderheid als de gecommetteerde diefftal mes eenjge bezwaarde omftandigheden van huisbraak. geweld, als anderzins verzeid gim^,  C =35 3 Of dat zulks aan vertrouwde goederen, gelijk aan paaiden, koej'en, os/en, en fchaapen, op het Land Joopende , te werk werde gefield ; Hoedanige dieven bij ons om de publique zeker, heid, voor de eerfte maal dit criraen begaan hebbende, ter dood verweezen worden, wanneer van bet gepleegde feit probabel komt te confteren : En zulks op fundament van de Piaccaaten gearresteerd den 26 DecemBer 1595, den 19Maart, 16 en i7September 1614, en den 8 July 1651. Waarmede accorderen de rechrsdoftrine van chris Ti neus. Part 4. Deci. 203. Num, 4 van z A n d e. Lib. 5. Tit. 9. Num. 9. en van d a Mt houder. Pra&ijk crimineel, Cap. 115. Num. 1. Edoch ten aanzien van gemeene en kleine diefftallen,cf zulken welke van geringe importantie zijn, en alwaar geene violentie of huisbraak mede verzeld heeft gegaan, Worden doorgaans de Perpetranten van dien, ingevolge de crimineele Rechtspleging hier te Lande gebruikelijk, Voor de eerftemaal gegeesfeld, en gebanrien; Voor de tweedemaal gegeesfeld , gebrandmerkt, en eenige jaaren in een tuchthuis geconfineerd, En voor de derdemaal foortgelijke misdaad delinquerende, met den koorde geftraft. Waar van volledig handelen Mr. sjmon vak l eeuwen. Rcomtch Hollandsen Recht, Lib. 4, Bart. 38. Num. 3 & Seqq. insgelijks voet. ad ff. Lib. 47. Tit. 2. Num. ig.  C 234 ) En fperf*lijk MATTheus, decrinfinibus JiU 1, Cap 3. Num. 10. .Ondertusfcheo dat het daarom eene pofitive, vol, .ekere, en overbekende waarheid is, waarvan_do minstbedreven Rechtsgeleerde niet cükund.g kan weezen , T ... Dat in gantsch Buitscbland, Spanje», Frankrijk ten opzichte van kapitaale d.efttallen, waaronder bij «itzondering v»oornaamh3k paarden- en beesten-dieverij , gecomprehendeerd en begreepen * De ordinaire doodftraf mede ia geïntroduceerd 6Tddus;hetGodlijk recht, zo wel als de oude Roomfche wetten, om geallegeerde redenen bij den aanvang deezer pleitdooje breder vermeld, al, daar in ongebruik zijn geraakt. Ti dat zulks naderhand aldus bij ons is gereept, eerd en overgenomen, getuigen onder meer anderen Rechtsgeleerde fchrüvers eenparig, ' Jus CLARls. Lib. 5. fi*»-. §' o mekochiüs. dcArbitrarisj»diciscafus*9$.Nurn. ; & 4.-vezedo. adconfii, YL 8. Jtt xi. 9*- %• oh.wi.t. ^ft. £L * Dr«/ ^ S 3" £ï[: En fchijnt hetzelve ook evident te weezen uit het van het Halsgericht van Keizer k alït, oeh Vren, van den jaare .530, * W- t0« teike wij ons hier kortheidshalve zullen re. feieeren.  c 235 ) Hier mede dan aan de zijde van den eisfcher R. Q. door alle de voorgeftelde bewijsredenen én allegaüën van rechten, op eene overredende en ovenu'gende wijze bij deeze pleidooje van eisch, fufricantlijk, en conform de waarheid gedempnftreerd en bewezen zijnde, I.} In de eerfte plaats, dat er onder de jurisdictie yan deeze hooge en vrije Heerlijkheid, op den 3 Junij van dit jaar, een paardendiefftal is voorgevallen; s.) In de tweede plaats, dat niemand anders dan de gevangene en verweerder daarvan de delinquant is geweest: 3..) En in de derde plaats, dat volgends dc wetten deezer Landen zodanige Delicten onder de ciasfe van doodfchuldige misdaaden be« hooren,en daarbij wel uitdruklijk voer doodftratV lijk verklaard worden. „ Zo zal dienvolgends de eisfcher R. 0.t 3, deeze zijne pleidooje provifiö eel betluiten, ,, in die equitable verwachting, en onder 2, dat rechtmaatig vertrouwen, dat hem zij„ nen meergemelden eisch en conclufie, op en jegens den gevangenen en verweerder 3, gedaan en genomen , metrelatietotdedood*  { 236 ) ftraf zal volgen, met verdere condemnatie, „ zo als bij dezelve is geconcludeerd". Implorerende op al hetzelve U Edele Achtbaare Nobjle, atque henignum ofpci* urn judicis, enz. S ic> FORMULIER van een Pleitmemorie van Antw., in cas crimineel, ten voordeele van ten gevangenen cn verweerder over het zelfde gml* \ edele achtbaare heeren schepenen en welgeborene mannen! 4ydi, et alter am PARTEm! Hoort en we. itrhwt\ is de aloude grijsgewojden, doch te gelijk ude maaken, Weshalven daar uit al mede evident is, Met wat verkeerd desféin en gedeplaceerd ötfg merk dit zevental orgereColIeerde, en dus gaftr*ch> kracntlooze certificatien ten lasten van den gevangenen en verweerder zijn ingewonnen t O a "  C =44 ) En hoe de eisfcher R. O., door daar van ten procesfe (fohoon onbevoegd) gebruik te maaken, Niet anders heeft gebuteerd dan om den rechter te wijzen na een dorp daar geen huizen ftaan! Want genomen het ware eens conform de waarheid, (gelijk neen,) het geen die zeven perfoonen ter requifitie van den eisfcher attefteeren, Zo zoude volgends de dispofitie, niet alleen van het befchreven Recht, maar zelfs van onze ftatutaire of nationale wetten, hunne refpedtive verklaringen , ten nadeele van den gevangenen in cas fubject, niets het allerminfte kunnen opereren; Ratio est\ om dat alle onbeëedigde bewijs-inftrumeuten zo wel in civile, als crimineele zaaken, uit de Natuur ipfo jure nul, en van onwaarde zijn, En zo min tot adftructie, als tot refutatie van een rechtsgeding, in beide gevallen iets probeeren: Eehalven dat,om hier op wat nader aantedringen, het der moeite wel waardig zal zijn te onderzoeken, Waarom de eisfcher R. O., deeze zeven informee. Ie getuigenisfen welke als zeven klokken op elkan. deren fiaan, doch ondertusfchen niets te beduiden hebben , voorbedachtlijk ongerecolleerd heeft ge» laten ? En onaangezien hetzelve, evenwel heeft durven beftaan daarvan in een crimineele actie ten lasten van den gevangenen, een niet minder onwettig, en ongepermitteerd , dan onnoodzaakelijk gebruik te maaken P Wel zie daar Edele Achtbaare Heeren! zonder een  ( 245 ) tovenaar te zijn, zal dit zo lang bedekt gehouden geheim met zeer veel faciliteit te ontknoopen vallen; Want voor eerst heeft men aan de zijde van den eisfcher, rechtmaatig geapprehendeerd gehad, en niet zonder reden fterk beducht geweest, Dat fommige, of misfchien verre de meeste van deeze zeven depofanten , hunne afgedwongene depofitiën zouden hebben gerecanteerd , en herroepen gehad, Als het op het prefteren van den eed aankwam : En anderdeels om door het recruteren of aanwerven van een menigte getuigen, eene ontzachlijke en luisterrijke vertooning van een crimineel proces voor de eerftemaal in de rechtbank te maaken. Maar het geen op een verbaasde wijze ten refpecte van de onzaaküjke getuigenisfen van deeze zeven raare depofanten , tegen het gezond verftand, en eene pofitive waarheid obfteeren moet, Is dat men hun zonder eikanderen over het gedepofeerde gefproken te hebben, zo precifelijk en confonnant heeft weeten te doen verklaaren, Dat de gevangeneen verweerder, na eerst het paard van zijn' Meester jan-baas, en vervolgends het pretenfe geftolen paard verkocht te hebben, Met groote precipitatie en overhaasting van de markt vertrokken was, Ja zelfs zo als men klaar had kunnen bemerken, met een ontfteld gelaat zijn verteerd gelag, na het betaald te hebben, in de herberg ten halve had Iaaten ftaan. Q 3  < 94r den autheur van den gedelinqueerden of gctufpecleerden diefftal van hetzelve had kunnen hou icn , En ingevolge van dien, zijn perfoon, (gelijk nu evenwel gebeurd is , ) ten onrechte crimineel doen incarcereren; Zo heeft bovendien de gevangene gedurende de twee maan len, dat bij nog in dit dorp verbleven is, Alle mogelijke recherchen of nazoek onder de hand gedaan, om de verblijfplaats van den Jood, van wien hij het paard gekocht had te ontdekken, Doch alles vruchtloos en te vergeefsch : Maar het geen in deeze betrekking de deur tot een favorabel en zelfs vrij - fpreekend bewijs, ten voprdeele van den onfchuldig gevangenen , openftelt, Beftaat eigenlijk hier in, En het is uit conftderatie van dien, dat wij ge. fchikt en gequajificeerd als Advocaat , volgéncjs eed en pligt,om den gevangenen met dé uifertfe getrouwighïid te moeten defendoren, Met alle vrrfchuldigde veneratie, Uwer Edele Achtbaaren bekende equiteit iraploreren, ten einde daarop eene particuliere reflettie te wi'len (laan. Dat naamlijk, de gevangene en verweerder, de Voile 84 guidens, zijnde de prijs waarvooreen paard dat hij van den onbekenden Jood heeft gekocht, vervolgends op den 4 Jut ij laastledcn op de paardenmarkt te S, ..., is verk »cht geworden. Q5  ( 250 ) Conform de beëedigde atteftatie van flip codsijn, Hospes in de Herberg de Paauw aldaar, aan deeze zijde geproduceerd , fub Iitt. N. Tot nog toe heeft gefpaard gehad , zonder dat er een helder of penning van is verminderd, En zoals van achteren nu blijkt, zonder hem met dat geld geabfenteerd te hebben, Het geen den gevangenen immers gemaklijk geval, len zoude hebben, om intusfchen de twee maanden tijds van zijn verblijf alhier, te doen, Indien hij het geld van dien gewaanden diefftal hadde zoeken te profiteeren ? Weshalven de prefumtie ten zijnen voordeele, daar door grootlijks militeert, Dat zijn intentie wel degelijk is geweest, om de penningen, geproveniëerd van het verkochte paardf aan den rechter of liever wettigen eigenaar deszei ven, ter hand te ftellen, Als er zig naderhand een als zodanig kwam te de* clareren, en met valabel bewijs opdeed; Waardoor mitsdien gelijKtijdig komt tc vervallen het beuzelachtig voorwendfelvan den eisfcher R.O., betrekkelijk de verzonnen prodigaliteiten verkwisting van den gevangenen in de kolfbaanen , en drinkgelagen in de herbergen, Om daarop die kreupele illstïe te willen gronden, dat de gevangene onmogelijk 23 guldens vergaderen konde, Daar het ondertusfchen althans voor het oog van U Edele Achtbaaren, en van dit gantfche dorp, zo  ( 25i ) wèl als ter befchaminge van den eifchsr lace ctarius cd tl (teert, Ten minste dat de gevangene de bovengemelde 34 guldens noch in kolfbaanen, noch in drinkgelagen" verteerd heeft gehad: Trouwens al ware dat zo; dan had zulks geen de minste relatie, en leverde ook geen wettige oorzaak, om daarop het aanleggen van een crimi; neele aóVie te fundéereii , Zulks hij gevangene geheel ongeboüdéh was, om in het geprefupponeèrd geval, daar van rekehfchip aan den eisfcher, of aan iemand in de wereld , ja zelfs (onder eerbied gezegd,) aan den competenten Hechter te moeten geeven , Wel te verftaan, voor zo verre de verweerder een anders geld niet gebruikt of Verteerd hadde, Hier mede dus, Edele Achtbaare Hetren! de éerfte gronden ter defenüe Van den gevangenen en verweerder gelegd, en bij wijze vaü vooraffpraak gepremitteerd hebbende, Zullen wij vervolgehds om déezö frivoole eö op los zand gebouwde proceduren ifl cas crimineel, eens in een helder daglicht te ftelien overgaan tot het q u 1 rïtur: En is confequenteiijk alhier dê vraag? Of de eisfeh en conchfie in cas crimineel, aan de zijde van den eisfcher R. O., op en jegens den gevangenen en verweerder ,ih deezen ter zaake van pretehj'e paardendieverij gtditan en ge-  C 252 ) nomen, als temerair, informeel, en onwettig niet dient te worden ontzegd , en denzelven gevangenen daar van niet kost- en fchade*loos behoort te worden geabfolveerd, en bij fententie van deezen Edelen Achtbaaren Gerechte moei worden vrijgefproken, Tot affirmatie van deeze vraage, zullen wij hoe Veel bombaria de eisfcher ook van dit bij hem geiuftineerd delict, dat flechts in een bloote verbeelding en herfenfchim beftaat, maaken moge, en hoe hoog hij ter dier zaake zijne crimineele actie voor de rechtbank zoeke optehemelen , de navolgende drie onderzoekingen, ten toetfteen van zijnen or.gefun» deerden eisch pofeeren: 1. ) „ Dat de pretenfe paardendiefftal als dief- ,, ftal genomen, volftrekt onbewezen ge- „ bleven is, en tot nog toe maar alleen op „ eene loutere prefumtie berust, V 2. ) ,, Dat er uit alle de produften aan de zijde „ van den eisfcher R. O., bij zijne inven,, taris overgelegd, geen fchaduw van be. „ wijs voor handen is, waar uit den rech. „ te genoeg zijnde blijkt, dat de gevan„ gene en verweerder die misdaad gcdelin„ queerd zoude hebben, 3. ) Dat er tegen een delinquant in cas „ voorfz., overtuigd van zodanig een de-  C 263 ) „ lift geperpetreerd te hebben, zo miö „ bij het Roomfche Recht, als bij de ,, Godlijke wetten de doodftraf immer of ooit geftatueerd is geworden; maar dat ,, paardendieverij volgends de locaale èn „ plaatslijke wetten hier te Lande, eerst doodfchuldig is verklaard , hoewel on,, aangezien hetzelve, de doodftraf in fom,, mige uitzonderende gevallen, nog geen „ plaats heeft." Hoedanige drie voornaame objeéten van onderzoek, Edele Achtbiare Heeren! alle de zwakke fundamenten van den eisch in duigen zullen werpen, en te gelijk een bekwaam denkbeeld kunnen geeven, van 3lzulke juftificatoire gronden en beweeringen, waar uit de wettige defenfie van den gevangenen en verweerder gecompofeerd, en zamcngefield is, i.) Wel zoo iemand , befchuldigd van een paard geftolen te hebben, daar over met crimineele proceduren op eene bloote verdenking, gevexeerd, en onrechtmaatig in de gevangenis geworpen wordende, geen recht hebben om te vraagen, Waar, en op wat plaats is toch die gefuflineer de diefftal gefchiedl De eisfcher R. O., als aanlegger van deeze ge-  ( 254 ) fabriceerde en opgeraapte Hiftorie, ten wiens laste1 de beantwoording vat} deeze gepermitteerde vraag legt, verklaart zo bij zijne genomen informatiëri, als vervolgends bij zijne conclufie van eisch , volmondig, Uit de weide van eene» p a h i ë l van der v...* gelegen onder de jurisdWe van deeze hooge en vrije Heerlijkheid! Hoe pofiti velijk dit ook gezegd zy, en hoe voorbarig zulks ook misfclven geloofd zal worden; zou men nogthans andermaal kunnen vraagen: Heeft imand ift daar van gezien en bijgewoond, of zijn er perfoenen welken, alt Ooggetuigent met eené volflagene zekerheid, en compleete wetenfcbap , onder folemneelen eede ^sdanigen gepretendeerden diefftal zou° den kunnen vorklaaren en affirmeren? Meen, zegt men; gapsch nie*t, niemand! geen fterveling is daarvan ooggetuige geweest , zelfs is het hek van de weide niet opengebroken, en or4 dentelijk gefloten bevonden maar de gepleegde paardeodjevcrij wprdt vporsaamlijk daar uit gepresumeerd J ti h de eerfle plaats, m dat men bevonden v heeft» dat er tmfehen den 3, en 4 junij dee' „ zes jaars, een van de zevm paarden, hopende op de weide van DANiëL van BER v,,.$ „ is vermist geworden; „ En in de .tweede plaats, vermits het prttiti*  ( *55 ) ,> geftolen paard een bttiinhairige merrij ge„ weest zijnde, even ah het paard dat de gevan,, gene van den onbekenden Jood gekocht, en vetvolgends weder op de markt te S,,.,, opeiu ,, baar verkocht had." Uit dit geargumenteerde, Edele Achtbaare Heeren! valt klaar te befpeuren, dat de voorgewende diefftal als diefftal genomen, tot nog toe abiblutlijk onbeweezen is gebleven, en bij gevolg maar alleen op eene zeer ongegronde prefumtie berust, Want om het eerstgemelde object te rescontreren , hoe dikwijls gebeurt het ,niet, dat een weeldrig paard over de floot van een weide fpringt, met een verbaasde fnelheid eenige uuren ver loopt,door ie» mand van een ander dorp of jurisdictie gevangen, en aldaar zo lang bewaard wordt, tot de wettige eigenaar hetzelve komt reclameren ! Gelijk tot probatie van dien twee confonnante en beëedigde verklaringen van bekende ftalhouders, bij den inventaris van den gevangenen en verweerder, fub litt. N. en O. ziju ovirgelegd: Ja wat meer is, een kundig en bedreven koetzier heeft, door eigen ondervinding willen verklaren , hern over twee jaaren gebeurd te zijn , Dat op een tijd, dat hij zijne paarden in de weide bragt, een derzelve in zijne prefentie niet over de floot, zo als volgends zijn rapport veelvuldigmaal voorvalt, Maar over het gefloten hek van dezelve, zijnde  ( 256 ) van eene aanmerkelijke hoogte, ia een nabijgelegen: of aangrenzende weide gefprongen was, En wie weet hoe verre zoude heen gedraafd hebben , indien het door een breede floot van de laatstgenoemde weide , in zijnen loop niet geltuit ware geworden. Zulks het op die wijze zeer mogelijk is, dat het vermiste paard behoorendeaan nAKiëL van oer V.. ..» over de floot van de weide gefprongen zijnde» Eenige uuren ver geloopen » op den weg door den onbekenden Jood als een verdwaald paard opgenomen, en vervolgends invoegen als verhaald is» aan den gevangenen verkocht heeft, . Zonder dat daarom hetzelve pretenfelijk geftolen paard, met violentie of inbraak uit de weide gehaald zoude weezen; Trouwens hoedanig het daarmede ook gelegen moge zijn , is zulks aah mijn ongelukkigen en gedetineerden Meester gantsch indifferent en onverfchillig, Nademaal zo lang van die geval, door de couranten of door andere gebruikelijke voorzorgen geen behoorelijke notificatie was gedaan, De gevangene en verweerder geen recht had, om aan dien onbekenden Jood te vraagen, of het paard dat hij hem verkocht, geftolen was? Terwijl men op dien voet agerende , aan alle kooplieden en paardenkoopers, alvorens eenige negotie met hun op publique paardenmarkten te doen, Genoodzaakt zoude zijn hun aftevraagen, of de paar-  ' C 257 } paarden, welken zij op de markten te koop bragten, geftolen , dan niet geftolen waren? Inderdaad een manier van handelen ,die niet alleen de abfnrditeit en ongereimdhijo zelve zoude weezen , Maar regelrecht zoude revolteeren en aanloopen tegen den gde&fh trouw, welke in allerleie takken van negotie, en bijzonder iri den paatdenhandel,op vrije markten dient plaats te hebben: Boven en behalven dat het tweede argument, waar mede men zulks aan de zijde van den eisfcher, R. O , poogt te a'dftrueeren, Hoe zeer het waar kan zijn, echter niet-met - al te beduiden heeft, ten zulken effeéte, om daar uit eert vast gevolg , ten opzichte van den geprefumeerden paardendiefftal, te Willen haaien; Naamlijk,- dat zo we! Met vermiste paard van daNiëL van der v.... , als hec gekochte paard van den onbekenden Jbod , beide juist en toevallig brainhairige merriën zijn geweest; Dan, geconfidereerd hier eensdeels gelden moet het alonde fpreekwoord j daat is mier gelijk dan eigen; Zo' zijn, aan den anderen kant, beide die vermiste en verkochte paarden tot nog toe , ondanks alle aangewende devoiren, niet ontdekt of vertoond géwordén', ten einde met zekerheid te kannen oordeelen j of dat hetzelfde paard is geweest; Ondertusfchen niet noodig zijnde hiervan verdere foreedfpraakige refutatie of wederlegging re maaken , ft  C 258 ) als voor zo veel het tot defenfie van den gevangenen moer dienen, Aangezien hem zulks in het particulier, en wat zijn perfoon betreft, in het minste niet concerneert; Zo zal, ten bewijs van de ongefundeerdheid van den ehch, door den Bailluw op en jegens den gevangenen en verweerder gedaan en genomen, ln de tweede plaais van meerder aangelegenheid zijn te onderzoeken, 3.) Of de gevangene waarlijk de geaccufeerde rrjisdaa-j van paardendiefftal uit de weide van den meermaals genoemden DANiëL van der v op den 3 Junij deezes jaars, in den laaten avond, gedelinqueerd en begaan heeft gehad. H^t is notabel, hdele Achtbaare Heeren! dat er in ade de opgeraapte getuigenisfen en verklaaringen bij inventaris van den eisfcher, tot fundament van zijne op losfe fchroevan fteunende aftie, geproduceerd , Geen fchijn of fchaduw te vinden is , noch geen enkeld woord gerept wordt , waaruit op pofuive gronden te btfluiten'valt , dat de gevangene de delm quant van dien gefustineerden paardendiefftal is -jveesr, I-n bij gevolg, dat er geen convaincant bewijs voorhanden is, dit, den rechten genoeg zijnde, aantoonende ; Wantom het verzoek van apprehenfie corporeel  ( 259 ) op zijn perfoon, veel minder eenige crimineele ftraffen ten zijnen opzichte, plaats kunnen hebben; Ondertusfchen dat het na rechten , buiten alle contraverfje en tegenfpraak is , Gelijk daarvan bij de meeste Rechtsdoctoren en Criminalisten deeze folide redenen worden gegeven , Dat apprehenfie corporeel en adjudicatie van provifioneele incarceratie of gevangenis, zijnde het be« gin van alle extraordinaris crimineele proceduuren , Algemeenlijk geen plaats hebben, dan in dieloort van misdaaden, welken met den dood, of correctie aan den lijve geftraft worden; Inzonderheid volgends de leer van juli us cla« rus, lib. 5. $. fin. Qiiast. 28. num. 1. Waarmede, voor zo veel dit geval betreft, volkomen overeenftemt, de Lex. 3. ff. decustod, ê? exhibit reor. , uitgezonderd in een aimen notorium per ft, welke geen confesfie of getuigen behoeft; Volgends dort, Traftaat van Crimineele zaaken, Til. 2 , Part. 6, per tot urn. En daarom zegt mattheüs, de Cr minibus in Prologom., cap. 1 , num. i , zeer wèl , dat , on» iemand doodfchuldig of lijfftraflijk te verklaaren, Het op eigen confesfie van den delinquant moet blijken, zodanig een misdaad te zijn, die exemplaarlijk dient geftraft te worden: Geevende daarvan de navolgende overheerelijke explicatie, Crimen est deliclum , quod publica vindifta gratii R 2  ttccufatu fipuo- «urn qui protestatem hakt animadven* tendi in facinnrofos homines! a\s men nu met attentie befchouwt, de wanhoopende en kaalgevederde bewijzen , waarvan het den eisfcher, R. O., heeft kunnen gelusten ten procesfe gebruik te maaken, • En daarop met de uiterfte trotsheid zijne crimineele s£iie te bouwen; Zo zal men verbaasd ftaan te bevinden , dat de Ier gen hier gelukkig muizen gebaard hebben! ' Aangemerkt alle de hulptroepen die des eisfchers glorierijken aanllag tegen den gevangenen moesten doen zegepraalen, Simpel berusten , in de eerfte plaats, op de geturger.isfen van vier perfoonen , die wel degelijk onder eede verklaaren , dat zij den gevangenen en verweerder, in den laaten avond van den 3 junij laatstleden,'voorbij de weide van dakiêl van der v,. hebben gezien wandelen, en aldaar een gereimen tijd voor het hek van dezelve weide zien ftilftsan r En, in de tweede plaats , op de ongerecolleerde en onbeëedigoe certificatiën van die zeven apostelen, welke als volmaakte phifiognomisten zo meesterlijk depofeeren en ftaande houden , dat de gevangene, na zijne twee paarden verkocht te hebben, mtt veel precipitatie of t verhaasting van de paardenmarkt te S.. .. is vertrokken , en, dat de knoop toebindt, met etn ontfteld gelaat de helft van aijn  C 261 ) betaa'd gelag in de heiberg aldaar heeft laaten ftaan —— zonder me r. Etn kapitaale verzameling van getuigen, om daar op een dobdftraflijken eisch te gronden.' En die , als derzelver verkiaaringen al eens met eikanderen, in cas cr-mineei, ten becwaare van een gevangenen konden gecombineerd en zan lengevoégd worden, iet minderdits niet-met-d( willen zeggen, Ja die z.lfs geene andere wetenfchap aangaande de omftandigheden van het pretenfe deücT: geeven, Dan een dood paard zoude kunnen doen , aan wien men vroeg: wie zf, testament gemaakt had? Daar het immers overvloedig i(3 de rechtspleging bekend is, Edele Achtbaare Heeren ! en voor een jong of nog onbedreven Rechtsgeleerd n, die pas de eeïfte drempel van het Juftij iaanfché fchool betreden heeft, geen mirakel zoude zijn oa te weeten , Dat in caufa CrimtMlibus, vooral in een doodfchuldig geval, de nerfoonen der getuigen narechten moeten zijn testis omni excepttone maf»es! Geen finguliere, maar zodanige confonnante, of overeenftemnende getuigen, welke eene compleete en volkomere wetenfchap draagen: Van de rijd, plaats, en de precife omftandigheden weike met dc gepretendeerde misdaad geaccompagneerd en vergezelfchapt zijn gegaan, Dij gevolg geen getuigen , welke"de zaak op het verhaal van anderen overgenomen hebben , en als zodanig depofeeren, R 3  ( 263 ) Ook niet zulke perfoonen , wier depoiitien of verklaaringen in een der bovenftaande opzichten varieeren , tegen elkander in de redenen van wetenfchap aanlopen en ftrijden; Maar bij uitzondering al zulke eed gedaan hebbende getuigen, ftaande ter goeder naam en faam, en dus na rechten gactsch irreprochabel, Welke het geprefumeerd of geaccufeerd delict in perfoon hebben gezien, bijgewoond, immers als ooggetuigen daarvan een pertinente wetenfchap kunnen geeven, Ten dien eff.dte, dat zij met elkander in alle de gedeponeerde omftandigheden van het geval volmaaktlijk accordeeren en zamenftemmen, Cm kort te gaan, dusdanige fterke bewijzen, ter accufatie of befchuldiging van een gevangenen, waaraan niets meer dan zijne eigene confesfie of bekentenis ontbreekt: Dan, Edele Achtbaare Heeren ! dit alles hier niet gevonden wordende , gelijk ook volftrekt onmoge. lijk was, Zo is het derhalven niet te verwonderen, dat de eisfcher, R. O., op die zwakke en bouwvalliga gronden niet heeft durven onderllaan, Om tegen den gefusttneerden deünquant, den gevangenen in deezen, tot fcherper examen te procedeeren, En apparentlijk zullen ü Edele Achtbaaren, door voorzichtige dehberatien, ook zeer wel begrepen hebben,  C 263 ) Dat alle de bewijzen, door den eisfcher ten laste van den gevangenen en verweerder ingewonnen, op verre na niet genoegzaam noch toereikende waren, üm daarop de tortuur of pijnbank tegen zijn perfoon te kunnen appliceeren, Alfchuon zulks evenwel in doorifchuldige misdaaden , bij ontkentenis van een*-delinquant, wanneer de bewijzen fufficant genoeg zijn om iemand tot de confesfie te conftringeeren , plaats hebben kan! Bijzonder als het delict, van paarden - of beestendiefftal door twee, drie, of meerder geloofwaardige getuigen onder folemneelen eede zo fterk wordt ge« probeerd, Dat het aan den Rechter, uit alle zamenloopende circumftantiën zoo klaar als de zon confteert, Dat niemand anders dan de befchuldigde perfoon, tegen welke ter deezer zaake apprehenfie corporeel is verzocht en verleend geworden , de perpetranc van dien is geweest; Hoewel, onaangezien het appliceeren van de tortuur ot piji bank , en een geëxtorqueerde confesfie daarop gevok.d , De delinquant nogthans , volgends onze ftatutaire weuen , bij fenteuiie niet tot een doodftraf kan worden gecondcmnee'd, ten zij bij naderhand buiten pijn en banden van ijzer, zijn gedelinqueerd misdrijf vrijwillig geconfesfeerd en beleden heeft; Op fundament van alle welke overtuigende pofi- R 4  I 2S4 ) tienen bewijsgronden, ü Edele Achtbaaren, zaai* yert-ouwd w^tdt, wel zullen gelieven se begrijpen , Dat de gevangene en verweerder, voor zo veel de pretenfe paarden iieverij betreft, hiermede completeli^ke geiustificeerd en gezuiverd is, En ronfcquenteüjk geen de minde crimineele ftraf, hoe genaamd , wegens hetzelve verdiend heelt ge-, had, noch behoort te ondergaan, Vermits een imaginaire misdaad, die nimmer ge-, ëxte rd heeft gehad, nooit bewezen kan worden. 3.) Waarom wij tot het derde of laatfte objeft van onderzoek, ten befluite deezer pleidooie overgaande , nmr kortlijk zullen remarqueeren, Dat nlfchoon een zodanig dellft , met opzicht tot egn bedreven paardeif- of beesten-dieiftal, al eens door den delinquant in confesfi gefteld wierd, Hetzelve, noch bij de Godlijke wetten, noch bij hetRoomfche Recht, immer voor eene dopdfchuldige niisdaad js verklaard geworden , (Hoe zeer de eisfcher, ten refpecle van het Roomfche Recht, zulks bij den aanvang zijner pleidppie gehepl verkeerd en abufivelijk heeft onderfteld gehad;) Blijkende het eerfte uit exodcs cap. 22 vu 5, en uit de ut ERONOMit'M cap. Sper totum; En het laatfte uit § 5. ivftit. dc obligat. qun' Ge„ neesheer en Chirurgijn, onder een beëedigd ietti„ ntonium, dezelve voor geneeslijk werd verklaard, „ met bijvoeginge, dat de overledene niet aan de »» geinfligeerde wonde, maar aan eene toevallige of ,, bijkomende oorzaak van een andere natuur, wel,, ke de wonde verflimmerd had, geftorven was; „ barend hierdoor gerust gefteld , en cluLdesci,, nelijk op een avond in het dorp gekomen zijnde, „ om zijne ouders te bezoeken, werd befpied , ge„ apprehendeerd, in btfloten hechtenisfe gebragt, en vervolgends crimineel tegen hem geprocedeerd;  C 573 ) 9i dan, on'aangézien zijne confesfie van deezen oüs „ vrij willigen mandag uit noodweer , en ter defen„ de van zijn eigen leven geperpetreerd te hebben , ,, nogthans in een ordinaris proces ontvangen » uit „ aanmerking van menigvuldige ■ attedatiè'n , door geloofwaardige en prefent geweest zijnde getui„ gen, ten zijnen voordeele gegeven » waaruit „ bleek, dat de overledene niet alleen de aggres„ feur van den dooddag was geweest, maar dat de 9i onfchuldige delinquant, in alle opzichten, het moderatam inculpatót tutele volkomen geobferveerd „ had." Men zal hier de informatiën, en andere betrekke, lijke bijlaagen van dit crimineel proces onaangeroerd voorbijgaan , en om de kortheid te betrachten , maar aüeen gebruik maaken Van de pleidooien van eisch en antwoord, refpeétivelijk ter accufatie en defenfie van hetzelve delict plaats gehad hebbende, vermns dergelijke voorbeelden in de Crimineele rractijk ten platten lande , meermaalen voor. vallen.  ( m ) § 13* FORMULIER van een pleitmemorie van eisch, in cas crimineel , raakendc het voorenftaande geval» edele achtbaare heeren.' Na dat b arend .... , meerderjaarig jongman, geboren en woonachtig binnen de vrijheid van dit dorp, Zijnde de gevangene en verweerder in deezen, Op den Bften der laatstleden maand Augustus, om* trent middernacht, in dronkenfehap en al vechtende, eene letaale of doodlijke wonde met een mes heeft toegebragt, Aan de perfoon van jan ...,, minderjaarig jong. man, in zijn leven mede alhier gewoond hebbende, Waaraan de laatstgenoemde op den 17 derzelver maand, in den vroegen morgenftond, tusfchen 3 en 4 uuren , is komen te overlijden; Zo heeft de eisfcher, R. O., wegens dit enorm delict, van doodflag, tegens de perfoon van den gevangenen verzocht en geobtineerd appreheniie corporeel, Uit krachte van welke hij in befloten hechtenisfe in deeze dorps gevangenplaatfe gefield , en tegen hem eene crimineele actie is geëntameerd geworden: En, of wel het klaar confieert, Gelijk dezelfde barend •<•«, bij zijne respon* fiven, gegeeven op art. 7 van de vraagarticulsn der S  C 274 } allereerst gehoudene informatie, ook volledig geconfesfeerd en bekend heeft gehad, Dat hij gevangene de perpetrant en daader van deezen formeelen en opzettelijken doodflag buiten alle noodzaakelijkheid is geweest; Alfchoon daar tegen niet obfteert, dat hij bij art. 8 van die eerst gehoudene interrogatoriën , quafi tot zijne verfchooning, heeft voorgewend , Deeze affchuwelijke misdaad uit noodweer, tegen zijn'wil, en des alleen ter verdediging van zijn eigen leven gedeli'nqueerd te hebben; Dan, niettegenftaande op zulk eene volledige cn judicieele confesfie, (onder reverentie,) extraordinaris recht had kunnen worden, gedaan, Hebben U Edele Achtbaaren echter, uit onbekende beweegredenen, goedgevonden, den gevangenen te ontvangen in een ordinaris proces, Ten einde den delinquant ten overvloede den weg te baanen tot eene vruchtlooze defenfie, welke in geconfesfeerde gevallen van dien aart, zelden van fucces is: Dat vervolgends aan de zijde van den eisfcher, achtervolgends deeze provifioneele dispofitie, R.O., gediend zijnde van eisch in cas crimineel; En daarbij eenvoudig, doch conform de wet geconcludeerd, Dat de gevangene en verweerder, ter zaake van den gepleegden, en bij hem in cenfesfo gefield Zijnde manfiag aan de perfoon van jan...., met den zwaarde geftraft zoude worden,  C K5 3 Met condemnatie , zo in de ©ifeh van juftitie als in de kosten van den procesfe 5 Dat daar tegen aan de zijde van den gevangenen en verweerder, fimpel genomen zijnde contrarie conclufie, zonder eenige excufable redenen daarbij tot zijne defenfie intebrengen, Waarop al verder voor de re- en du-plicq, ter wederzijde geperfifteerd weezende,deeze zaak naar ftijle locaal, behoorelijk was voldongen, En althans in fïaate gebragt, om op order van U Edele Achtbaaren te worden bepleit. QUÜRIT URl En is derhalven alhier de vraag? „ Of de eisch en conclufie, op en tegen „ den gevangenen en verweerder, ter zaake „ van zijnen geconfesfeerden en gepleegden „ doodflag gedaan en genomen , aan den „ eisfcher, R. O., niet behoort te worden t> geadjudiceerd, cum expenjïs V' Om de wettigheid Van welke vraag , zo op het befchreven recht, als op de ftatutaire wetten, hier te Lande in obfervantie zijnde, te fundeeren; Zullen, tot adftruétie en bewijs van dien, voornaamlijk deeze drie navolgende onderzoekin-en in aanmerking komen ■ als, 1.) In de eerfte plaats , het important en aanmerkelijk onderfcheid dat zig opdoet tusfchen een geconfesfeerden, en ontkenden doodflag. S a  ( 376 ) a.) In de tweede plaats, of dronkenfchap in het perpetreeren van zulk eene horrible misdaad, den delinquant te ftade kan komen , met dat gevolg, dat hij om die oorzaak van de ordinaire doodftraf behoort te worden geëxcufeerd? 3.) Ia de derde plaats , in hoe verre het crimen van doodflag bij de godlijke en wereldlijke wetten geprohibeerd, verboden, en doodftraflijk is verklaard? i.) Om maar met weinige woorden te debuteeren, Edele Achtbaare Heeren! Is het,aangaande het eerst gerofeerde onderzoek, onwederfprekelijk waarachtig , ja een overbekende zetregel in de crimineele rechtspleeging, die overal, en zonderling hier te Lande, is geampleéteerd ; Trouwens, het collegie van deezen Edelen Achtbaaren Gerechte is, zo als vertrouwd wordt, al te verlicht óm een oogenblik in beraad te ftaan, van te gelooven, Dat het onderfcheid important groot is, tusfchen een misdaad die vrijwillig geconfesfeerd is , en een die door den delinquant abfohuelijk ontkend zijnde, dienvolgends nog bewezen moet worden; En dit fteunt niet alleen op het recht, maar zelfs op gronden van goede redenen, en te gelijk op het gezond oordeel; Want al waren in een doodfchuldig delict de ge-  C 277 ) produceerde bewijzen nog zo klaar, ter overtuiging van een misdadigen, Zo wordt bovendien nog noodzaakelijk zijne eigene vrijwillige, en onbedwongene confesfie daartoe gerequireerd, Zonder welke, volgends de wetten deezer Landen, en conform onze crimineele praftijk, niemand met den dood kan geftraft worden, Hoedanig en van wat natuur het doodfchuldig crimen ook moge zijn; Behalven dat eene vrijwillige Judicieele confesfie van een' delinquant, onder anderen ook die kracht en uitwerking heeft, Dat hij zijn eigen vonnis [preekt, en voor overwonnen wordt gehouden: Gelijk tot affirmatie en meerder bekrachtiging van dien daarvan nagezien kan worden, de folide rechtsgronden, geallcgeerd bij Mr. simon van leeuwen, in zijn Roomsch Hollandsch Recht, Lib. 5, Part. 21, Num. 2, in finis. Vergeleken met de Lex. 6 , in pr. ff. de confesf. en met de Lex. 12, ff. de Interrogat. in jure faciend. En welke judicieele confesfie, noodzaakelijk cn • bedwongen en zonder de minste vrees gefchieden moet, zo als hier plaats heeft gehad; Terwijl het buiten alle controverfie is , en des voor onbetwistbaar zeker onder de Rechtsdoctoren wordt gehouden , Dat in crimineele zaaken de confesfie onvrijwillig, door dwang of vrees, gedaan zijnde, S 3  ( 278 ) Volgends de dispofitie van de befchreven rechten, en onze costumiere wetten nul,en van onwaarde is, Ten minden den confesfionsnt niet benadeelen kan, en bij gevolg non fufficit in caufam criminalibus ad condemnandum; Zo als geleerd wordt bij m ij «s j n g , cent. 5, Obf. 23, en bij bobt, TraStaat Crimineel, Part. 5, JSlutn. 33. Maar boven en behalven dat zodanig geval van dwang of vrees in deezen niet geëxteerd heeft gehad , Zulks dat de gevangene en verweerder geen geëxtorqueerde of afgedwougene confesfie, maar,uitwijzens zijne responfiven, vrijwillig eene volledige bekentenis van dén bedrevenen mandag gedaan heeft; Zo is , buiten die voldaande confesfie van den delinquant van den gepleegden mandag , als een fpreèkend bewijs gebleken , door bet corpus delicli. of het doode ligchaam van den meergemelden jan ...., die aan de toegebragte letaale wonde binnen den negenden dag overleden is, Hetwelk tot fundament van de crimineele eisch al mede eene zonderlinge redectie verdient; Om dat in capitaale delict-en , waarover iemand reet den dood zoude behooren te worden gedraft, Noodzaakelijk van het corpus deliüi confteeren moet, gelijk ook van de tijd , plaats, en verdere omftandigheden daarmede verzeld gegaan hebbende,  ( =79 ; Als zonder welken in doodftraflijke misdasdeti niemand op zijn bloote confesfie tot hec zwaard of den koorde kan worden gecomlemneerd ; Waarvan breedvoerig gehandeld wordt bij carpzovius, Prax C-im. Part, i.Qj'ast. 16, Num. 41» En insgelijks pertinentelijk Itaat befchreven bij MASCAnnios, de Probat. Cor.chf. 354; bij j u» Litis clarus, § fin. Quasst. 4; en bij Mr. srmon van leeuwen, Cenfura Forenfis, Pait. 3, Lib. ft, Cap. 7, Num. 19 -o. Dan, aangemerkt hier, in nostro cafu, nu alle de noodzaakelijke reqnifiren gevonden worden, welke tot prsbacie van een dood fchuldige misdaad worden vereischt; Immers die in alle gevallen den gedelinqueerden en geconfesfeerden doodflag, van den gevangenen en verweerder, Zo ten opzichte van zijne eigene volledigs en vrij. willige confesfie, als uit oorzaak dat van het co/pus delicïi indisputabel gebleken is, Compleetlijk en ten vollen bewijzen. 2.) Zal men thans, in de tweede plaats, overgaan tot het onderzoek van de reden van excüfatië, waarvan de gevangene cn verweerder zig tot zijne defenfie beholpen heeft gehad: Naamltjk de dronkenfehap! Een ongelukkig voorwendzel tot verfchoning, waarvan in het ftuk van doodflagen vlak het contrarie te betogen valt, En wel ten zulken effeéte, dat dronkenfehap iu S4  C s8o ) dergelijke delicten onmogelijk een' doodflagervan de verdiende doodftraf excufeeren noch bevrijden kan: Ja , wat meer is , een misdaad van die natuur zodanig verzwaart, Dat iemand, die een' mandag in fmoordronkenfchap begaat, daarom zonder de minfte genade met het zwaard geftraft wordt: Over die materie maakt de meermaals aangehaalde Mr. simon van leeuwen, in zijn Roomsch Hollandsen Recht. Lib. 4, Part. 34, Num. 8, deeze navolgende aanmerking: „ Overdadige dronkenfehap plagt iemand ,, van een kwaad opzet, en van de gemeene „ ftraf te verfchonen; maar wordt daarop „ bij ons geen aanfehouw meer genomen, „ en het oude fpreekwoord plaats gegeven „ — dat men dronken doet, moet men nuch„ teren boeten." Waarbij nog komt, dat bij het 15 artieul van het Placaat van Keizer ka rel den vijfden , van den 7 December 1531 , uitdrukkelijk geftatueerd geworden is, Dat van dooddagen, in dronkenfehap begaan, geen pardon of remhfte zal verleend worden , en verleend zijnde, bij geene Rechters zal mogen worden geinterineerd of gedand gedaan; Hebbende dit ook plaats ten refpefte van zulke mandagen, die op kermistijden, onder drinkgelagen geperpetreerd worden. Waarlijk , Edele Achtbaare Heeren ! ftatuten die  { *8i ) uit voorzorg tegen het accresfeeren van foortgebjke misdaaden genomen, allezins te laudeeren zijn! Want indien het misbruiken van den drank, dat doorgaands de wortel van alle kwaad is, tot eene excufable of verfchoonbaare oorzaak van zulk een execrabel deliét in de crimineele rechtspleging moest doorgaan, Zodanig, dat de onftrafFelijkheid van een geconfesfeerden doodflag daarop gebouwd konde worden, Dan zoude aan veele kwaadwillige dronkaarts, ftilzwjjgende , voet en gelegenheid gegeven worden , Om dagelijks, om zo te fpreken, gepermitteerde moorden en doodflagen, buiten alle vrees voor cri« mineele ftraffen, te begaan; Waarom ten dien opzichte zeer voortreffelijk, en met bondige argumenten geadvifeerd geworden is , bij Mr. sim on van gr oenewegen van der ju a a o e , in leven Secretaris der ftad Delft; En wel in de zo veel geruchts gemaakt hebbende zaak van eenen sijbrand, of sijvert, van der haven, burger en ïnwooner der gemelde ftad, Die aldaar in overtollige dronkenfehap een' doodflag bedreeven hebbende, Op fundament van hetzelve advijs , doch tegen de contrarie opiniën van verfcheidene vermaarde Rechtsgeleerden , in den jaare 1651 , bij vonnisfe van Schepenen der ftad Delft, gecondemneerd werd om onthalsd te worden, gelijk die fententie dan ook aan hem ter executie is gefield: Sf  ( 282 ) Welk notabel en geleerd advijs, met bijvoeging van een overheerlijke memorie van rechten, tot dit geval fpeéteerende, te vinden is bij van zurk, Codex Batavus, achter den derden druk. Weshalven , uit al het geargumenteerde , ten klaarden gedemonftreerd en aangetoond zijnde, Dat het zwak voorwendfel van dronkenfehap een' perpetrant van doodflag, volgends onze geadopteerde wetten , ter zijner defenfie niet te ftade kan komen , Immers niet ten zulken gevolge, van tor oorzaake van dien, geëximeerd en bevrijd te moeten blijven van de ordinaris doodftraf , daartegen bij verfcheiden opgevolgde placaaten geftatueerd; Zo zal het , in«de derde of laatfte plaats, nog meriteeren onderzocht te worden , 3.) Of het crimen van doodflag bij de godlijke en wereldlijke rechten , niet fcherplijk geprohibeerd en verboden gewordeu is? En hoedanige doodftraf, geportioneerd naar de meerdere of mindere verzwaarende omftandigheden van het delict, deswegen behoort plaats te hebben: Aangaande de verbiedende godlijke wetten , nakende de doodflagen, aan het volk van het oud Israël. ten allerftrengfteh gegeven, vindt men, op verfchei. dene plaatfen van de vijf boeken mos es, volledig aangetekend, Naamlijk, dat in zodanig geval bloed om bloed zal vergoten worden:  C 283 ) Eh in het Roornfche recht , alwaar een volkomen definitie van een eigenlijken doodflag wordt; gevonden, Zal, ten e-pzichte van het prohibatoire, genoegzaam kunnen volftaan , aantehaalen de Lex. 7, S 6. f. ad Leg. Aquil. Ondertusfchen wordt, volgends de wetten, hier te Lande in obfervantie , een doodflag , die niet moedwillig of opzetlijk gefchiedis ,meestijds met het zwaard geftraft,- Met dit alles, Edele Achtbaare Heeren ! is 'er nogthans een aanmerkelijk onderfcheid in de wijze, hoedanig een doodflag gedeliuqueerd of begaan wordt, Na welke mitsdien de meerdere of mindere ftraffen behoort geproportioneerd te zijn, Zulks dat de verfchillende omftandigheden van dien, de doodftraf kunnen verzwaaren, of ook wel na evenredigheid kunnen metigeeren en verzach> ten ; Ten refpecte van welke veelal aan de discretie en befcheidenheid van den competenten Rechter wordt gedefereerd en verbleven: Overeenkomstig de rechtsgronden van zijpeu s, Notil. Jur. Belg. tit. de Peenh; van g u e d elin , de Jure Nqvisf. Lib. 5, Cap. 15; van c&il, Lib. 2, Obf. 110; en inzonderheid van jüliüs clarüs, § Homicidium , Num. 1 , &  C 284 ) F Waarmede dan deeze drie allegatiëo en objecten van onderzoek , dienende tot adflructle van den eisch , volkomen geverifieerd en afgehandeld zijnde; Zo zal de eisfcher , JR. „ O., vervolgends deeze termijn van pleidooie , onder ,, beneficie van dien , befluiten, „ in die equitable en allezins gegronde verwachting, dat U Edele Achtbaaren zijnen eisch en conclufie, zodanig als die op en „ jegens den gevangenen en verweerder, „ ter zaake van zijnen geconfesfeerden en „ gepleegden doodflag, is gedaan en ge„ nomen, zullen adjudicceren , met de kos„ ten, enz." Imploreerende daarop U Edele Achtbaare Nobile , atque henignum judicis tfficium.  ( *85 ) S 14. FORMULIER, van een Pleitmemme van Antw. in cas crimineel, ten voordeele van den gevangenen en verweerder, in het zelfde geval» edele achtbaare heeren! Het is in confesfo de waarheid, Dat de gevangene en verweerder,omtrent middernacht van den 8 Augustus deezes loopenden jaars, Met een mes den overledenen jan ...«, tot zijn leedweezen gewond heeft gehad; Dan, terwijl in crimineele zaaken defenfie voor een gevangenen favorabel is, En in ongelukkige gevallen , ten voordeele van onfchuldige perfoonen , bij den Rechter daarop zorgvuldig wordt gereflecteerd, Zullen U Edele Achtbaaren , ter decharge en verantwoordinge van den gevangenen en verweerder, goedgunstiglijk gelieven te letten, Gelijk aan de zijde van den gevangenen en verweerder alhier tot een generaalea grondflag van refutatie, raakende de gecolloreerde en onwaarachtige befchuldiging , door den eisfcher, R. O., ten zijnen laste ingebragt, aanvanglijk zal worden gelegd , Dat in allerleie zaaken, in cas crimineel,hoedanig sa van welke natuur die ook zouden mogen zijn,  ( *86 ) alwaar éen genoegzaam aantal van gerecolleerde, en onwraakbaara verklaaringen , als fpreekende bewijzen van de blanke innocentie van een befchuldigden gevonden en geproduceerd worden, De onfchuld geene fubtiliteiten van Rechtsgeleerde wetenfchap , en nog veel minder de gratie van invloedvindende welfprekendheid, benodigd heeft, om tot in de tempelen der Juftitie doortedringen; Weshalven , zonder de attentie van U Edele Achtbaaren met eene langdraadige vooraffpraak te willen preoccupeeren, Vervolgends in deezen directelijk zal worden overgaan tot het q^u/erituk: Zijnde mitsdien alhier de vraage, Edele Achtbaare Heeren! - „ Of de eisch en conclufie, zodanig als die in cas „ crimineel door den eisfcher, R. O., op en jegens „ den gevangenen en verweerder is gedaan en ge,, nomen , niet moet worden ontzegd , en of den„ zeiven gevangene, dien conform, van deeze gantsch ongegronde actie niet behoort te worden „ geabfolveerd en vrijgefproken, met de kosten?" Hoedanige vraagen, volgends het recht en alle blijkbaare omftandigheden , ten voordeele van den verweerder militeerende , voornaamlijk hun fundament bekomen door het preliminair onderzoek deezer vier decifoire zaaken;  ( 287 ) A. ) Of de toegebrngte wonde aan jan op den 8 Augustus laatstleden , waarlijk letaal of doodlijk is geweest, dan wel geneeslijk is verklaard geworden? B. ) Of erin dit opzicht een judicieele confesfie , wegens een geperpe» treerden doodflag, aan de zijde van den gevangenen, heeft plaats gehad ? C. ) Of, aangaande dit geval, door den gevangenen het ■moderamam incul* fata tutele is geobferveerd geworden, dan niet? D. ) En, of een manflag, uit noodweêr begaan , alfchoon in confesfo zijnde, conform het Roomfche recht, en de wetten hier te Lande in obfervantie, niet geheel onftraflijk is? q.uod neoatur! 1.) Dat de wonde, op den 8 Augustus , Anno pasfato, door den gevangenen en verweerder, tegen zijn wil en dank, of liever ter defenfie van zijn leven, aan jan toegebragt , niet letaal of doodlijk is geweest;  ( 288 ) Maar voor geneeslijk is verklaard; Confteert manifestlijk uit het beëedigde testimo. uturn van den Medicina; Doctor z , en den Chirurgijn k..., welke de vifitatie daarvan gedaan hebben, onder eede gegeven, Met bijgevoegde pertinente verklaaring, Dat de overledene niet was geltorven aan de geinfligeerde wonde, Maar, quod notandum. aan een toevallige of bijkomende oorzaak , die de wonde verflimmerd , en federt ongeneezelijk gemaakt had; Welke laatstgemelde pofitive en uitdrukkelijke declaratie, ex officio gedaan, door twee perfoonen des kundig, Alleen volftaat, om deeze crimineele actie in Zijne geboorte te perimeeren en te dooden; Nademaal zodanige bekleede redenen van excu. fatie , gefterkt door het rapport en den eed van een gepromoveerd Geneesheer, en een geadmitteerd Wondheeler, Maar rechten onwederfprekelijk behooren te prevaleeren , boven alle ptefumtiën en indiciën, waarmede de gevangene, in cas fubjedt, wordt geagraveerd en bezwaard; Zonder dat het noodig is , dit met aucthoriteit vin wetten of applicable voorbeelden te adftrueeren; Zulks dat de eisfcher , R. O., ter zaake van dien niet verder kon coDtendeeren , dan tot eere ge-  ( =89 ) gewoone geldboete , ter discretie van den Redi= ter, Indien al een crimineele aflie plaats kan hebben 4 tegen iemand die uit nooJzaakelijkheid, zijn leven defendeerende, zijh'agresfëüf een wonde toebrengt; Gelijk de gevangene en verweerder althans in dit geval is geweest verfeerende; a.) Dat geen judicieele confesfie door den gevari* genen gedaan kan zijn , van een' doodflag die hij nimmer bedreeven heeft gehad, Zo als uit de natuur en het beloop der zaake van zelf in het oog fpringt; Hoewel men zulks met zö veelé onnobdzaakelijké argumenten , en omfiag van woorden, bij pleidooie van eisch, aan de zijde van den eisfcher, R. O., heeft zoeken te bewijzen; En wel, het geen een particuliere reflectie verdient, met die grootfpraakige ophef^ Als of die judicieele confesfie vrijwillig en buiten dwang ware gefchied, Zonder dat er aan de zijde van den gevangenen , ten dien opzichte , een metus of vrees plaats heeft gehad, Met bijgevoegde excogitatié , dat de gevangene in judicio bekend zoude hebben , den pretènfelijk onderftelden doodflag In dronkfehap geperpetreerd te hebben, Daar ondertusfehen geen jota, fchijn,öffchaduwé Mlu dit alles indeinterrogatoriën,erjdaaropgegevené jre^ponfiven van den gevangenen te vinden is« T  ( 29° ) Eehalven dat uit de refumrie van dezelve informatiën aan U Edele Achtbaaren volzeker gebleken zal zi'n» . r r <11A Dat dc gevangene maar alleen m conftsfo geltela heeft, den meergemelden overleden jan ..... ter middernacht van den 8 Augustus, laatstleden , ver- weerender wijze, en des niet opzettelijk, maar als bij ongeluk , met een mes gewond te hebben ge- ^Maar niet , gantsch niet , daarbij geconfesfecrd te hebben, dat zulks in dronkenfehap aan de zijde van den gevangenen en verweerder ware gefchied; Terwijl het contrarie van dien uit zes gerecolleerde en juibficatoire verklaaringen, ten procesfeovergelegd , op eene overtuigende wijze geprobeerd is geworden; Weshalven dit beuzelachtig fustenu van den eisfcher, als in caufacth.inalibusvzxx geen genoegzaam gewigt zijnde, om daarop den eisch tot een doodftraf te fundeeren, Vervolgends niet verder zal behoeven te worden gerescontreerd; _ En dus, in plaatfc van de attentie van U Edele Achtbaaren langer met dergelijke onnoodige Hlatien optehouden, , „ . •Liever ter contemplatie van dit refpedtabel collegie te brengen, het voornaame point van defenfie van den gevangenen en verweerder; Daar in beftaande, 3.) Dat de gevangene en verweerder, in de gant-  C 291 ) fcbe toedragt van dit ongelukkig geval, volmaakt.» lijk en alternatif het moderamam inculpatx tute/l, zodanig als het naar rechten gerequireerd wordt, aan zijne zijde geobferveerd heeft gehad. q.uod adfirmandum: Dit argument beweezen zijnde, gelijk het kieeela» rius beweezen zal worden, volftaat tot probatie vat! de onfchuld , ten aanzien van een gefufpeéteerden, of, dat hier geen plaats heeft, een gedelinqueerdeil doodflag, Want, ongeacht al de bombario van den Bailluw $ zou men, Edele Achtbaare Heeren! hier niet onge» past mogen vraagen: Wie is de agresfeur of aanrander van dit gantfche" bedrijf, zo van den woordentwist, als de opgevolg» de handdaadlijkheid , geweest? En per confequentiam infallibilis, Wie dan heeft de eerfte oorzaak tot het pleegeii van het gefustineerde crime van homicidium gegeven ? Non vero est! dat hij de autheur van het eerfte i«j geweest; En nog veel minder , dat hij eenige aanleidend»! oorzaak tot het laatfte heeft gegevens Want, behalven dat het uit de asfertie vaa zes confonnante getuigen, wier beëedigde verklaaringeri in alle de omftandigheden van het geval'volmaaktlijk concordeeren, ten vollen manifesteert, Dat de perfoon van den overledenen jak . i>«, federt lange gereputeerd is geweest, en bij de dof* pelingen hier ter plaatfe bekend Hond, T n  C 293 ) Voor een jongman van een coloricq , driftig en oplopend naturel , en als weezer.de een gevaarlijk voorwerp , wanneer hij door den drank bevangen was; om kortte gaan, voor een'twistzoeker van piofe-fi>'; Zo blijkt het wel degelijk uit de geproduceerde depofitiën van deeze allezins confonueerende getuigen , Wier perfoonen omni exceptione majores , en derzelver verklaaringen a'leen ter defenfie van eenen onfchuldigen gevangenen gegeven , confequentelijk niet reprochabel zijn, D u de laatstgenoemde de fundateur en aanrander van den voorverhaalden twist, zo in het Dorps rechthuis, als vervolgends op de ftraat, is geweest: Drie zaaken, Edele Achtbaare Heeren! cuncurreeren tot probatie van het eerfte argument, uit het gedepofeerde van deeze zes confonnante getuigen, voor zo veel de aggresfie van den overledenen in het rechthuis betreft: Voor eerst, van in een blakende gramfchap tegen den gevangenen injurieufe fcheldwoorden, ten overftaan van het tegenwoordig zijnde gezelfchap aldaar, uitgevaaren te zijn, en hetwelk de gevangene met moderatie en bedaardheid verdraagen had; Ten tweeden , de declaratie, het befluit, en de uitdrukkelijke bedreiging, »m dien geenen die hem het bezit van des Waards dochter wilde betwisten, van het leven te zullen beroven; En ten laatften, van uit eene verregaande boos-  C 293 ) aartigbenl den gevinsjenen en verweerder , zonder dat die daartoe de minste oorzaak ?af , een glas, gevuld met wijn, na zün hoofd, en over zijne klederen te hebben gewotpen, Waarbij al verder, aangaande het tweede object der indisputable ag^resfie vnn den overle ienen , toe juftificatie van den gevangenen en verweerder, in aanmerking komt, Dat de laa (te , voorzichtigheidshalve, en ten einde alle gevreesde brutaliteiten van zijnen aanrander ie onrgaan , als bemerkende dat dezelve hoe langer hoe meer door den drark bevangen werd, en andermaal tegen hem krakeel zocht, Zig heimelijk uit den herbera: had begeeven, met oogmerk om na zijn huis te gaan; Doch daarop fchielijk door den overledenen jan .... gevolgd zijnde, ter halver we£ het dorp achterhaald, en ver volgends met een blank mes op de flraat aangevallen was, Om welken hevigen aanval te ontwiiken , de gevangene vandaar de vlugt genomen , en zig achter den muur, bezijden de deur van de Dorps kerk, geplaatst hebbende, Aldaar op nieuw,met veel verwoedheid, door den overledenen, met hec ontbloote mes was aangevallen , Onder geduurige toeroeping, gelijk twee van de zes cenfonante getuigen verklaaren, distinételijk te heb en gehoord, Bond! gij of ik, meet van den nacht ft er vent T 3  ( 294 ) Zodanig dat de gevangene en verweerder hem door al zulke vehemente aggresfie, in de noodzaakelijkheid hevonden had , om , ter defenfie van zijn leven, insgelijks een mes te moeten trekken, Waarmede hij het ongeluk heeft gehad , door de donkerheid van de nacht , doch zonder zulks te weeten of te bedoelen , zijn voornoemden aanvaller te kwetfen : Hoedanige confonneerende dispofitiën , gegeven door getuigen , zijnde emni excepticne majares , in cas crimineel, ter defenfie van een geaccufeerden of gevangenen, volkomelijk kunnen voldaan ; ° Maar, wat meer is, zelfs naar rechten juftifica-. toir zouden weezen, En tot bewijs van iemands onfchuld moeten dienen , Wanneer dezelve adprobationem innoctnüam door Ünguliere getuigen gegeven waren; De texc daarvan expres zijnde, in de L. 6, Cod. ds probat. Immers en in alle gevallen, alwaar de Rechter op een evidente wijze kwam te blijken, Dat iemand in een onmoedwilligen doodflag, op eene violente wijze aangerand, en genoodzaakt zijnde tot het behoud van zijn leven zig te moeten verdedigen, Id alle opzichte het moderamam inculpata tuttlt ïeligieufelijk geobferveerd en onderhouden had; Want , alfchoon het wel waar zij, om de maat, Van den eisfcher, R. Q,, vol te meten,  C 295 ) Dat hhr tegan zoude obfleeren, Dat het laatst geavanceerde middel van defenfie, ten voordeele van dj 1 gevangenen en verweerder bijgebragt , Niet volkomen fuffieint en probatoir zoude zijn; Aangezien de twee opgeroeide getuigen , welke den overledenen aggresfeur op de hielen gevolgd waren, ade de voorgevallene omftandigheden van het gevecht tusfchen den overledenen en den gevangenen , met geen mogelijkheid door de duisterheid van de nacht hadden gezien, noch kunnen zien; Zo moet al weder, in een cafu chtbio van dergelijke natuur , de prefumptie ten voordeele van den gevangenen en verweerder prevalecren; Vooruaamlijk, wanneer alle de cj'rcumflanciën van een pretenfelijke befchuldiging van doo ilhg, zijn bekleed door zulke flerke preuven, gegeven door geloofwaardige confonnan:e getuigen, Die aan alle kanten de blanke en onwederfpreekelijke innocentie van een gefufpefteerden delinquant in een helder daglicht ftellen, Gelijk in het tegenwoordig geval , ten faveure van den gevangenen en verweerder overviocdig gebleken is, En met welke aangenomene rechtsdocfoine 1 carpzovius en de meeste gerefpecteerde Criminalisten concordeeren, In voegen als zulks in de crimineele rechtspleeging hier te Lande , ook voor een algemeen en regel geadopteerd gewordeii is: T 4  t 396 ) Weshalven ons als het vierde of laatfte object nog pverig blijft te onderzoeken : 4.) Of een manflag , uit noodweer begaan, alfchoon in emfesfo zijnde , conform het Roomfche recht en de wetten hier te Lande in obfervantie, niet geheel onftrafTelijk is? Tot affirmatie van welke uit de L. 4, Sis/-"* kg. Cornel de ftcar. , op eene overtuigende wijze volkhar blijkt, ' Dat niet alleen een doodflag, die niet moedwil, lens of bij opzet,maar Hechts bij ongeluk, verzuim , of toeval geperpetreerd is, minder dan met de ordinaire doodftraf, ter befcheidenheid van den Rcchter, doorgaands gecorrigeerd wordt; Maar, het geen vervolgends nog beter flringcerr,. Dat een doodflag , die uit noodweêr of zelfverweêring, des tot behoud en befeherming van iemands leven, of tot die van de vrouw en kinderen van den daader, begaan was, ' Naar de befchrevene wetten niet culpabel is, maar geheel onftraffelijk blijft; Waarmede zonderling quadreeren L. 4» S1* ƒ, ad leg Aquil. en L. 9,/. *d kg Cotnel de ficard. , Onder faveur van hoedanige juftiflca,/toire defenfie, en onwederleggelijke ar„ 'gumenten, tot een plenair bewijs van des 'gevangenens en verweerders onfchuld, in, „ deezen bijgebragt, en althans, (onder reveren, tie,} deeze pleidooie van antwoord teftpten,  C 297 ) ,, wordt, in die volzekere en gefundeerde vérwach» ting, dat U Ed. Achtbaaren , zonder de minste „ hefitatie , uic aanmerking van dien , geene zwaarigheid zullen maaken , den gevangeren en ver- ,, weerder illico uit zijne detentie te ontdaan, en ter zaake van deeze frivole crimineele aétie, kost - „ en fchade-loos te zullen abfolveeren." Imploreerende, enz. CONCLUSIE VAN EISCH. casus XVII. bartholomeus overgaauw, Koopman in Run , woonende onder den Ambachte van Hillegersberg , eisfcher; contra, hendrik van den berg, woonende te Bleijsmjky gedaagde. De eisfcher, eisch doende , concludeert dat de gedaagde, bij vonnisfe van deezen Ed. Achtb, Gerechte zal worden gecondemneerd, aan den eisfcher in promptis opteleggen , en te betaalen de fomma van ƒ 51: 7: — , wegens Run in den jaare 1750, 1757, en 1758, door den eisfcher aan den gedaagden geleverd , per resto van meerdere fomma competeeT5  rende, blijkens des eisfchers fchuldregister, of wel extrad auth. van dien; wier deugdlijkheid de eisfcher bereid is, met eede te Herken, en dat met den interesfe van dien , als 4 pCt/>. 'sjaars, 0 tempora morce faltem lites mots , tot de volle voldoening toe, en bij provifie tot namptisfement van voorfz. fomma van ƒ 51: 7'.—, cum expenfis, of tot anderen. CONCLUSIE VAN EISCH. casus XVIII. arnoldus boekhout, w00- nende te Schiedam, eisfcher; contra, ar ij van der wilk, woonea. de onder den Ambachte van Hillegersberg, gedaagde. De eisfcher, eisch doende, concludeert tot kennen of ontkennen van een obligatie, groot in capitaal de fomma van één honderd guldens, hij den gedaagden op den 20 Augustus 1755, ten behoeven van den eisfcher , onder de hand gefchreven: dat wijders de gedaagde, bij vonnisfe van deezen Ed. Achtb. Gerechte zal worden gecondemneerd , aan den eisfcher in promptis opteleggen, en te betaalen» een fomma van vijf-en-vijftig guldens en tien  C 299 D ftuivers , den eisfcher als nog van den gedaagde, per resto vau voorfz, obligatie , competeerende; met den interesfe van dien , h 4 pCto 's jaars, a tempora mora faltem litis motce , tot de volle voldoeninge toe; ten minden bij provifie tot namptisfement van evengemelde fomma van ƒ 55:10: -, cum expenfis, of tot anderen. CONCLUSIE VAN EISCH. casus XIX. neeltje boudesteijn, woo- nende te Gouda, en leendert uoudesteijn, woonende te Berkwoude; en welke neeltje en leendert boudesteijn zijn eenige en univerfeele erfgenaamen ab inteflato, van 's vaders en moeders zijde, van jannetje rock usd. wittenhuizen, op den 26 October 176a deezer wereld , alhier te Moordrecht , overleden, eerfte gedaagde, om actie te inftitueeren, en nu eisfcheres in R. A,, met de claufuIs van editie, ter eenre; contra, c orn el is diepenhorst, en andr1es melchior, beiden  C 30° ) leendert de kok, als Procureur vaD de eisfchers, deede zeggen, Dat jannetje hockosd. witten huizen, op den 26 Oclober 1762, alhier te Moordrecht deezer wereld zijnde komen te overlijden , De eerde ged., als bij den Ed. Achtb. Gerechte geauthoriieerde en gequalificeerde adminiftrateur in den boedel van jannetje rockusd. wittenhuizen;' Ignoreerende wie en welke perfoonen, ab inteftato, van 's vaders vaders zijde de gem, janhkije ülocki'sd. witten Buizi n moest fuccesltaeeren; Genoodzaakt geworden zijn,, alle die geene wei- mede alhier te Moordrecht woonachtig ; in quaiiteit als bij den Edt Achtb. Gerechte van Moordrecht voorn, geauthorifeerde en gequalificeerde adminiftrateurs van den boedel en nalatenfchap van de Wed jannetje rockcsc wittenh'hzen , eerfte eisf. in *t voorfz, cas , mitsgaders alle de geene welken zouden fustineeren te zijn medeërfgenamen, ab inteftato, van 's vaders vaders zijde , en van 's vaders moeders Zijde van jannetje hockus'). wittenhüizer, gedaagden in 't voorn, cas, ter andere zijde.  C 301 ) ken zouden willen fustineeren te zijn erfgenaam ab inteftato vin 'svaders vaders zijde van de overledene JANNETJE ROCK USD, WIT TENHUIZEN , bij edicte voor deezeu Ed. Actub. Gerechte opte» rut pen , En ren dage dienende eisen doende , te concludeeren , Dat alle dezelven zouden worden gi condemneerd, hunne actie des wegen binr-en den tijd van zes weeken voor deez n Ed. Acht'. Gerechte te inftitueeren, Op posne van een eeuwig filentium: Dat, gelijk het ten zijnen tijde en pliatfe confteeren zal, de lisichers zijn eenige en univerfeele erfgenaamen , ab inteftato , van "s vaders va iers zijde , en van 's vaders moeders zijde van dezelve JAKHETJS ttOCKUSD, WI I T EN HUIZEN, En dat zij overzu'ks alleen tr,t dat gedeelte van haarenalatenfchap gerechtigd zijn; De eisfchers dan ook niet gedificulteerd hebben , ten c'ügi dienende, op ekomen en bereid te zijn , fhinne aftie te inftitueeren voordeezen Ed. Achtb. Gerrchte, binnen geftelden tijd, En hetzelve dan ook daadlijk te doen bij deezen. ,, Mits welke en andere redenen , in tijd en wijle , is 't nood , Dader te al„ h gueeren , en te dedneeeren, de voorn. „ Procureur , in den na^me als boven , eisch doende, concludeert, dat de eerfte gedaagden in hunne quaiiteit, bij vonnisfe van deezen Ed.  C 3°3 5 „ Achtb. Gerechte, zullen worden gecondemneerd, „ aan de eisfchers uittekeeren en te laaten volgen, „ zodanige erfportie, als aan de eisfchers, als eenï„ ge en univerfeele erfgenaamen van 's vaders vader „ en 'svaders moeders zijde van de voorn, jan* „ netje rockusd. wiTTENHUizEN,inhaar „ boedel en nalatenfchap is competeerende, met de „ boeken en papieren, daartoe gehoorende en fpec„ teerende, mitsgaders met alle baaten .vruchten en „ profijten , daarvan, federt het overlijden van den „ numeergem. jaknetje rockusd, witten„ huizen , geprofiteerd eh genoten ; en dat de „ verdere ged. zullen worden gecondemneerd al „ hetzelve te gehengen en gedogen. „ Maakende mede wel expresfelijk eisch van kos„ ten, in cas V3n contradictie, cum expenfis, of tot „ anderen, enz."  C 303 ) CONCLUSIE VAN EISCH. CASUS XX. leendert de kok, als Procureur van de eisfchers, eisch doende, concludeert, dat de overgedaagdens zullen worden gecondemneerd, Procureur acceptant te (rellen, in zodanige procesfe, als tusfchen de eisfchers, als eisfchers in R. A., op en jegens de overgedaagdens , als gedaagdens in 't neeltje boudkstein, woo- nende te Gouda, en leendert BOL'DEsTEiN, woonende te Berkemvoude, en welke n e e l t j e en leendert BOUD estein zijn eenige en algemeere erfge* caamen van 's vaders vaders zijde , en van 's vaders moeders zijde, van jannetje rockus- DKi wittenhuizen, Op den 26 October 1762, deezer wereld alhier te Moordrecht overleden , eisfchers j contra, andries domburg,,woonende te Bodegraaven , en jacob domburg, woonende te 0«dewater, overgedaagdens.  t 3°4 ) voorn, cas, geëntameerd, en althans nog voor den Ed. Achtb. Gerechte van Moordrecht litis pendent is* en met de eisfchers voordteprocedeeren, volgends de laatfte retro-adta. Maakende , in cas van contradictie , mede wel expresfelijk eisch van kosten, of tot anderen, enz* LETTRE RIQUISITOIR. edele achtbaare heeren.' Alzo tusfchen keeltje boudestein, woonende te Gouda, en leendert boudestein, woonende te Berkemvoude, als eisfchers in R. A. ter eenre, en andries en jacob domburg , woonende te Öudewaler, als gedaagden in het voorfz. cas, ter andere zijde, proces is geëntameerd , althans voor alsnog litis pendent, waarin dezelve an dries en jacob domburg, tot op den i Augustus 17Ó4, door jan ock hui zen, als Procureur, zijn bediend geworden ; doch op welken 1 Augustus, des zelfden jaars, jan ockhuizen heeft kunnen goedvinden ter rolle van ons te dicieeren , dat bij zig van 't verder waarneemen der zaake declareer, de te excufeeren: waarop dan door of van wege degem. neeltje en leendert boudestein, (vermids het zo even gem. declaratoir van den Procureur ockhuizen:) aan ons is verzocht lettres requifuonaal, geadresfeerd aan den Geiechte van Bultejaavtn, om an dries domburo, woonen> de  de te Bo-kgraaven, en j\cob domburg, woonende re Oudcwaïèr, bij overd iging voor ons , tegen den ec-nten recht lag, die voor ons (iaat gebonden te worden , te mogen ci'eeren ; ten ein Ie een ander Procureur in de plaats van den Procureur Oc tt H un h n te ftelleif, en om met de eisfchers vi'nrd te procederen, volgends de laatfte retro aSte: welke b< ^eerte wij ^eer-zins hebben willen weigeren; Uerhalven vïrzntk n wij, dat Uiid. Achtb-. zodanige oroers toi overdaging van de gem. an dries d o m n o < g «elieveu re ex ideeien , als in zul Ito ^aaken gebruikelijk is; waarmede de juftitie dienn, en ons vriendfchap za1 gefchieden , die wij ten allen tijv.e berijd zijn te recompenfeeren '. waarop ons ve latende , beveelen wij Uiid. Achtb. in de befcheiminge Godes, en blijven, EDELE ACHTBAARE HEEREN.' Moordrecht, U lid. Achtb. goede vrienden, den . . August. 1764. Die van den Gerechte van Moordt echt. Ter ordonnantie van dezelven, enz* V  ( 3°6 ) ACTE VAN CITATIE. Gerechtsbode van Boclegraaven, gij zult uit naam en vanwege nEELtje boddestein,woonende te Gouda, en leendert boudestein, woonende te Berkwoude, en welke n eeltje en leendert boudestein, zijn eenige en univerfeele erfgenaamen van 's vaders vaders , en van 's vaders moeders zijde, van jannetje rockusdr. wittenhuizen, op den a6 October 1762 deezer wereld overleden te Moordrecht, u , (in gevolge de letteren requifitoriaal door den Ed. Achtb. Gerechte van Moordrecht, geadresfeerd aan den Ed. Achtb. Gerechte van Bodegraaven, en bekomen fiat tot overdaging,van voo/n. Ed. Achtb.Gerechte van Bodegraaven;) vervoegen aan de perfoon of ter woonftede van anories domburg, woonende te Bodegraaven , en denzelven dagvaarden om te compareeren, of gemagtigden te zenden, voor den Ed. Achtb. Gerechte van Moordrecht, tegen woensdag den 5 September 1764, des namiddags ten 2 uuren precis, in het ordinaris rechthuis, of, bij continuatie van dien, den eerften rechtdag daaraan volgende; en dat om aldaar te aanhooren zodanige eisch en conclufie , ten einde den overgedaagden zal worden gecondemneerd Procureur te ftellen , in zodanige proces als tusfchen de eisfchers , als eis. fchers in R. A., op en jegens den ged. en jacob domburg, woonende ie Oudewater, als gedaagde in 't voorfz. cas ter andere zijde , geëntameerd,  C 307 ) en althans nog voor den E U Ach:b. Gerechte van Moordrecht litispendent is, en met de eisichers voordteprocedeeren, volgends de laatfte retro-ada. Le.-cr copie deezes, en relateer uw wedervaaren in gefchrifte. Actum den . . Augustus, 1764. Als Procureur van de eisfchers, enz. ACTE VAN Cl rATIE. casus XXt. Gerechtsbode van Hillegersberg en Rotterban, gij zult, uit naam en van wege jan spruit, koopman in hnutwaaren, woonende onder den Ambachte van Hillegersberg, u vervoegen aan den perfuon, of ter woonftede van j an van der plas, Timmermans- baas, woonende onder voorfz. Ambachte van Hillegersberg, en denzei ven dagvaarden om te compareeren , of gemagtigden te zenden, voor de Ed. Achtb. Heeren Schepenen van Hillegersberg, tegen den eerften rechtdag die voor dezelve ftaat gehouden te worden, en dat om zodanige eisch en conclufie, als waarvan hier nevens copie gaat, te aanhooren; daar tegen , als mede op hec verzoek van provifie re antwoorden , en voord te procedee» ren, als naar rechten. Lever copie deezes, als mede copie van eisch, en relateer uw wedervaaren in geichrifte. Actum 5 Odtober, 17Ó4. ( onder flond,) Als Procureur van den eisfcher, enz. V 2  C 3°S ) CONCLUSIE VAN ANTWOORD. cAsus XX!L paulus van berkel, woonende onder den Ambachte van Hillegersberg, gereq. contra, izaak vroombroek, Notaris en Procureur te Rotterdam, pretenfeiijk zeggende, ten deezen te zijn curator ad litis over neeltje w1llemsd. uitten. broek , reqt. leendert de kok, als Procureur van den gereq. expresfelijk disadvoueerende de quaiiteit , die de JNotaris en Procureur izaak vroombroek , met opzicht tot keeltje willemsd. uittenbroek, zig in deezen is adferibeerende; antwoordende, op hec verzoek om te hebben copie van zodanige eisch en conclufie, als door of van wegen den gereq. op en jegens arij willemsz. uittenbroek , leendert w1llemsz. uittenbroek , jan willemsz. uit" TEHBROtK eil anna willemsd. uittenbroek, allen "woonende onder den Ambachte van Hillegersberg; mitsgaders mees kleij, als in huwelijk hebbende maria uittenbroek, woonende onder Kralingen, op den 6 December 1762, ter rolle van den  ( 3G9 '3 Ed. Achtb. Gerechte van Hillegersberg , is gedaan en genomen, fustineerende, dat hetzelve verzoek aan hem zal worden ontzegd met de kosten, of, enz. CONCLUSIE VAN EISCH. c asos XXIII. aaltje cornsd. ereedvelt, meerderjaarige ongehuwde dochter, woonende onder dec Ambachte van Hillegersberg, eisf. contra, jacob van het reuzenhuis , meerderjaarig jongman , mede onder den Ambachte van Hillegersberg woonachtig, ged. leendert de kok, als Procureur van de eisf., deede zeggen, Art; i. Dat de ged. , na veele follicitatiën en op fterke verzekeringen, van haar eisf. te zullen trouwen , haar eisf. zo verre heeft weeten te brengen , dat hij met dezelve heeft gehad vleeschlijke converfatie , '£] Ten dien einde, 3. Dat de eisf. is geimpregneerd en bezwangerd geworden, 4. Gelijk het ook vervolgends gebeurd is, 5. Dat de eisf. op den 4 FebrUarij 1766 is vteflosé geworden van een' zoon, V 3  ( 3io ) 6. Na dat dezelve alvoorens in baarensnood, en dus in perkulam vita , met folemneelen eede hadde verklaard, 7 Dat niemand anders vader van haar te verlosferene kind was, dan de ged. in deezen, 8 En dat zij nooit met iemand anders eenige vlee.'C 'lijke gemeenfchap heeft gehad, dan met den ged. in deez-n; 9. Dat of wel de ged in deezen, als de eisf. onteerd hebbende, indisputabel verpiigt ware, 10. Des wegens dezelve in facice ecclefia aut coram judtce te trouwen, 11. Immers en in alle gevallen te doen beteringe in geld, te betaalen de kraamkosten, mitsgadeis 't voorn, k.nd te aün enteeren; 12. Hij het eene als het andere, fchoon daartoe aangemaand , fchijnt te dechneeren , ten minnen te dilaijeeren; 13 Weshalven de eisf. genoodzaakt is geworden , ("na alvoorens van deezen Ed. Achtb. Gerechte geobtineerd te hebben adte pro deo,) den ged. in rechten te ccnvenieeren: ., Mits welke en andere redenen, in tijden „ wijlen, (is 't nood,) nader te alkgceren; „ den voorn. Procureur , in den naame als bos, ven, eisch doende, concludeerde, dat de ged. „ bij vonnisfe van deezen Ed. Achtb. (Jerechte zal wotden geconaemneerd , om met de eisf.  ( 3ii ) in fnctz ecci'ejïa out coram judice, naar de wetten „ deezer Landen te trouwen ; als daarop primario wel expresfelijk recht verzoekende, en dien on,, verminderd , en niet anders als in gevallen de „ conclufie haar eisf. niet mogte komen re vol,, gen; fecundario eisch doende , concludeert, dat „ de ged., bij vonnisfe als vooren , zal worden j, gecondemneerd , aan den eisf. in promptis op„ teleggen , en te betaalen , voor defloratie, „ een fomma van één honderd ziKerene duca„ tons; voor kraamkosten , een fomma van vijf„ tig guldens , en voor alimentatie van 't voorn. ,, kind, een fomma van twee guldens en tien (tui. „ vers per week , te rekenen federt den 4 Febr. „ 1766, tijde van haare verlcsfinge van het voorn. „ kind , tot dat het zelfde kind deezer wereld ,, is overleden, of met relatie tot de fecundario conclufie zoo veel meer of min als Schepenen ,, zullen oordeelen te behooren; „ Maakende mede wel expresfelijk eisch van kosten, enz." Zijnde de eisf. bereid en re vreden, om den folemneelen eede, waarbij dezelve in barensnood, en dus in periculam vitse, heeft gedeclareerd, dat niemand anders de vader van het kind was, waarvan zij alstcen ftond te verlosfen , dan de ged. in deezen, en dat zij nooit met iemand anders, dan met den ged. in deezen eenige vleeschlijke gemetnfehap heeft gehad, (des verei'scht wordende,) in judicio te reiioveeren. V4  Cr' 312 )' NOTUL EN V O N N I S. kok, als Procureur van de eisf., exhibeert appt. pro deo en commisfie op haar gedecerneerd, verzoekt admisfie, om,alzo door de voorn, jacob van het reuzenhuis familie is ' gedeclareerd , dat dezelve niet weeten waar de gem. jacob van h»t reuzen* huis zig is onthoudende , dënz'elvën jacob van het reuzenhuis', bij edicte , na voorgaan Je klokkengeklep , mitsgaders advertentie in de couranten , te mogèn citeeren, tegen heden 6 weekers, om te aanhooren zodanige n eisch en conclufie , als dan l_ tegen denzei ven zal worden gedaan en genomen. kok, als Procureur van de eisf. exhibeert eerfte citatie bij edicte, en relaas ; doet eisch en concludeert ptout infcriptis, en vermits de noncomparatie van den ged. bij edicte ; verzoekt het eerfte default en voor-Is profijt van dien , verdek van de exceptie declinatoir, mitsgaders tot het doen van een tweede citatie bij edicte, als naar ftijle en notificatiën in de couranten. Schepenen gezien de eerde citatie bij* editie en relaas verïeehen , \ermtds de noncomparatie van den ged. , bij edicte 't eerde default , en voor 't profijt van dien verdek van de exceptie declinatoir, mitsgaders admisfie tot het doen van een tweede eif&tè bij edifte als naar ftijle , en notificatie in de. couranten.  ( 3^3 ) PROCEDUREN in cas van INJURIËN. antwoord. CASUS XXIV. willem d1ngeman de beer, woonende in 't Noordeinde alhier, zo voor zig zeivin, en als in huwelijk hebbende hendrina oudewater, met haaren voornoemden man geadilfteerd ; ged. in ' cas van injuri, en ebf, in reconventie , ter eenre; contra, prtronella versluis , meer* derjaarige dochter, woonen* de op den dorpe van Berkel. eisf. en verd. in 't voorfz. refp., cas ter andere zijde. En deede zeggen, Dat men aan deeze zijde niet anders dan voorhoon en laster ten opzichte van de beide ged. in deezen gepleegd, kan opneemen, En dat daarom de ged. en eisf. in reconv., aanftonds hetzelve niet ongevoelig zijn voorbij gegaan; Wanneer de eisf., in cas van injuriën , tot een cfaadlijke verachting van het huis van den ged. in deezen , en hunne pcrfoonen , V 5  ( 3H ) Hetzelve huis bij haaren eisch en conclufie pofeert te weezen , een zekere kroeg , en zo de eisf. in conv. daarbij voorgeeft, door de wandeling genaamd de bonfuti Dat m. n aan deeze zijde daarlaatende , de voorgewende tedere affecte van de eisf. in cas van inju. rie, voor haaren ftiefvader jan hogerwerst, En de fchoone en goede woorden, welke zij als een middel , op den m October 1757, zoude heb. ben gebruikt, om hem na huis te krijgen, Mitsgaders het verzoek , 't welk zij ten dien einde aan hem zoude hebben gedaan; ( Waarvan, en het gunt zij verder bij haare eisch en conclufie heeft doen ter nederftellen, Ter zijrer tijd de naar rechten volledige bewijzen zullen worden afgewacht,) Van injurie ten voorn, tijde , ten huize van de ged. in conv. en eisf. in reconventie, tegen de tweede ged. en eisf. in reconv. in deezen, met groote onbetamelijkheid is uitgevaren; zeggende: „ Gij zult mij zo niet doen, als gij mijn moeder ,, gedaan hebt, in zo een bonfut en eanaljehuh-" Waarover de tweede ged. in deezen zig dan ook aanftonds te recht gevoelig heeft getoond: Dat de ged. en eisf. in reconventie voords pas» feeren , het voorgeven van de eisf. in conventie, verw. in reconventie , dat zij zoude zijn van een onbefproken leven, En dat bij zo verre hetzelve zoude zijn waar^. achtig,  C 3*5 ) Zulks aan de ged. en eisf. in reconventie , met er daad om 't even is, En waaraan hunlieden in 't geheel ook niet is gelegen, Als wel de ftiefvader van de eisf. in conventie, en verw. in reconventie, Die niet zal kunnen ontkennen , zig wel onvergenoegd over zijn huis en zijne voorn, ftiefdochter te hebben uitgelaaten. ,, Mids welke en andere re,, denen , in tijd en wijle, (is ,, 't nood,) nader te deducee,, ren; de voorn. Procureur in den naame als boven, aflLande de mid,, delen en pofitiven van de conclufie ,, van eisch in conv., bij meerder denega„ tie, impertinentie en irrelevantie, alvo„ rens in 't zelve cas te antwoorden , doende ,, eisch in reconventie, concludeerde, dat de ged. en eif. in reconv, zullen worden ver,, klaard , door de eisf. in conv, en verw in re„ conv. geinjurieerd te zijn , ter zaake, dat zij op den 12 October 1757, met groote onbetameüjk„ heid uitvaarende, tegen den tweede ged. en eisf. „ in reconventie heeft gezegd: „ Gij zult mij zo ,, „ niet doen , als gij mijn moeder gedaan hebt, „ ,, in zo een bonfut en canaljehuis}" als mede ter „ zaake dat zij bij den eisch en conclufie het huis ,, van den ged. en eisf. in reconventie heeft om-  ( 3-6 'O fehreeven, als een kroeg.». door. de wandeling ge* naamd de bonfut , en dac de eisf. in conv. en ,, yervv. in reconv. zal worden gecondemneerd,, de,, zeive injuriën te beteren , honorabel en profita„ bel; honorabel, mits compareerende in, de publicque vierfchaar van deezen Edelen Gerechte, en ,-, aldaar de juftitie, mitsgaders deiged. en eisf, „ in reconventie te bidden om vergiffenis , en te verklaaren, dat zij de gemelde injuriën^ op .den 12 October, beeft gefproken, onbedacht en tegen.de waarheid, gelijk pok, dat zij onbedacht ,, en tegen de waarheid het huis van den ged. en eisf. in reconv., in voegen voorn , heeft omfc h reven ; en wijders, dat haar gem. refp. injuriën van harten leed zijn, en dat zij de gedaagd, en eisfcher. in-reconv. is erkennende voor lieden ,, van eer en deugd , op wie en op wier huis zij niet weet te zeggen, en-,mitsdien te gehengen en „ gedogen, clat al hetzelve ten" refpedce van de ,, laatstgemelde injuriën , op zijde van den eisch ,, en conclufie in conventie in deezen gedaan en ,, genomen, door den Secretaris alhier werden aan,, getekend: profitabel met. .aan den; armen deezer „ Heerlijkheid te betaalen de fomma van één hou-, ,, derd Hollandfche dncaaten , of zo veel -meer „ of zo veel minder, als hun Ed. Achtbaaren zullen oordeelen te behooren, te vreden zijnde^ de ged. en eisf. in reconventie onder folemneeiq ., eede te verklaaren, de gem. injuriën om de ge* heele fomtne niet te willen.duiden of lijden, e#  ( 3-7 ) S5 in conventie antwoordende, concludeeit ten fige „ van niet ontvangeiijk, en bij ordine dat aan da ,, eisf. in conventie en verw. in reconv., haar eisen ,, en conclufie in conventie, op en jegens de ged. ,,.en eif. in reconventie, zal worden ontzegd; maa„ kende wel expresfelijk eisch van kosten, of, enz. flüaade de onwaare en gantsch imprudente middelen en pofitiven , bij des eisf. in conv. en DUPLICQ. willem dingeman DE beeb , woo- neude in 't Noordeinde alhier, zo voor zigzelven , als in huwelijk hebbende , HENDRINA oünEWAter , en nog de voorn, hendrika oüdewater , met haaren vor n. man geadfilteerd , ged, in cis van injuriën , en eisf. in reconventie, ter eenre; contra, , pirtronella versluss , meerderjaarige dochter , woonende op den dorpe van Berkel, ei?f, en verw. in 't voorfz. refp. cas, ter andere zijde.  ( 3-8 ) verw. in reconv. conclufie van antwoord , ïn recon» ventie en replicq , in conventie ter neder gefield, bij exoresfe denegatie, impertinentie en irrelevantie perfifteerende bij hunnen welgefundeerden eisch en conclufie in reconventie, voor replicq, en in conventie voor duplicq. PROCËDUREN in cas van 'tSCHUTTEN van HUWELIJKSGEBODEN. eisch. casus XXV. klaas jacohsz. huisman, woo- nende ónder de jurisdictie deezer ftad , vader en voogd over zijnen minderjaarigen zoon, jacob klaasz. huisman, en, voor zo veel des noods, de voorn, jacob klaasz huisman zeiven , oppofanten van kwaade en onbehoorlijke interdictie van huwelijksgeboden , requiranten; contra, cresia sadflaar , meerderjaarige jonge dochter , woonende binnen deeze Itad, geoppofeerde en gerequireerde.  C 319 ) *T is zulks , dat de gedaagdesfe heeft kunnen goedvinden , om , zonder eenig recht , op den 17 deezes te laaten fchutten, het tweede huwelijksgebod , van den tweeden oppofant met g;iietje janso. koning, Wed. van ijsurand schipper, tot Alkmaar woonachtig, 't welk alzo niet behoorde, zo concludeert dat de oppofante zal worden gecondemneerd , de voorfz. interdictie en fchutting van des tweeden oppofants huwelijksgeboden, als kwalijk en te onrecht gedaan, kost- en fchade-loos aftedoen , met interdictie van gelijken meer te doen, met de kosten. GALLé dient van fchriftelijk antwoord, doet en concludeert als bij dezelven. iiaart, verzoekt daarvan copie, en dat den Procureur GALLé zal worden geordonneerd, dezelve illico overteleveren, op pcene van verflek , en voor 't profijt van dien , om te dienen van intendith. galló neemt aan, dezelve binnen agt dagen overteleveren. baart verzoekt dispofitie op zijn gedaan verzoek. „ Schepenen ordonneeren den Procureur galló „ binen agt dagen copie van des ged. antwoord „ aan den eisf. overteleveren , op poene van ver,, frek, en bij nalaatigheid admitteeren den eisf. als„ dan te mogen dienen van intendith :  C 320 ) ANTWOORD. Compareerde voor de Ed. Achtb. Heeren Schepenen der ftad Haarlem, franco.'S jacob GAi.té, als Procureur van cresia sadelaar, woonende binnen deeze ftad, en deeze, voor zo veel het noodig zij , geadfilteerd met haaren vader oavid. sadelaar , geoppofeerde en gerequireerde ter eenre; contra, klaas jacobsz. huisman , woonende onder de Jurisdictie deezer ilad , vader en voogd over zijne (zo voorgegeven wordt,) nog minderjaarigen zoon, jacob klaasz. huisman , en , voor zo veel des noods, de voorn, jacob klaasz. huisman zelf, oppofanten van interdictie van huwelijksgeboden, en rtquiranten ter andere zijde. En deede zeggen, dat de voorn, jacob klaasz* huisman, met kennis en voorweeten van zijne ouders, omtrent anderhalfjaar bij de gerequireerde en geoppofeerde. geconverfeerd hebbende , met oogmerk om zig met haar in den huwelijken ftaat te begeven ; het eindelijk ook zo verre heeft weeten te brengen , dat hij oppofant van de geoppofeerde trouwbelofte heeft weeten te bekomen', en zig aan haar ook niet trouwbelofte folemneeliijk te verbinden , mitsgaders tót meerdere bevestiging van dien , aan de geoppofeerde te vereeren een zilveren tandeftoker, en van haar geoppofeerde te ontvangen en aan-  ( 321 ) aanteneenvn, een enkeldon zilveren vroedfchnp'.p- rl« nmg deezer Had ; dat zij geoppofeerde daarop vari geene ardere verwachting is geweest, dan dat hij tw .iJe oppofant, zijn zo dierbaar gegeven woord zoude hebben gepresteerd, en het voorn, huwelijk met haar geoppofeerde te voltrekken ; doch dat zij geopp .leerde. tot lm ré uiterft; verwondering, heefc bcvordeo, dj: het den tweeden oppofant heeft kunnen geliiS'.en, zijne hu n lijVgeboden praafentelijk te doen aantekenen, en gaan$ tóet eene grIktje jANsn. koning , Wed van ysurand schipperj wo«>nerde te AX-naar; \ w?!k zo niet béltbérehdë'-'% concludeert dè geopteerde en üeieqt. , affl&ande de middelen en pbutiven van den eisch in cas van op* pofitie,'' teh fi re van niet ontvangelijk, én bij orditie tót de interdict^ , door haar , met kennisfe vari tJKd. Achtb. cloor den Gerechtsbode pieter de Höfci LanDsk, op den 17 deezer njaaVd Juitj 17:8, tegel den voord^an^ der voorn. hu-v-|iji,sproc!.imariè'ti van hem tweeden Oppöfdht met de voorn. ckïKfj* jansd koning göd;.an ; en wijders , dat zij op» pofanten zul'en worden verklaard te zijn kwade bppo.f;nten , en dienvólgërtds gecondeintieerd, de voorfz. oppofrie , als kwalijk cn ten onrechte ge* daan , 'kost- en fehade-loos afredoen, met interdictie van gelijke meer re doen ; en den tweeden bppofant in tegendeel |ect>ndéinnecrd de vooi fz. geóppofeèrdè 'tn fatiè ècüèfièt aut coram fudltt të tróüwën", en dat iaat-'ijk de éerlte oppófartrt zal wórden gecondemneerd zülfcS te gehengen er» X  C 3" ) te gedogen ; maakende op alles mede wel expresfelijk eisch van kosten, of tot anderen. CONCLUSIE VAN EISCH. casus XXVI. Compareerde voor den Ed. Achtb. Gerechte van den Uorpe en Ambachte Ketel, leendert de kok, als Procureur van pieter van den akker , woonende alhier , ged. , mitsgaders van huibregts van den akker , zig ten deezen voor zijn interest met den evengem. pieter van den akker , voegende, reqt. van requeste civile, ter eenre; contra, MAartJe klaasd. schouten, zig quahficeerende te zijn wed. en geïnftitueerde erfgenaa;:.e van wijlen jan scuieveen , in zijn leven Mr. Timmerman binnen de ftad Schiedam , eisf. en gereq. in "t voorfz. refp. cas, ter andere zijde. En prefenteerende de voorfz- requeste civile, bij de requit. van de hooge Overheid, met committimus aan deezen Ed. Achtb - Gerechte geobtineerd ; concludeerende bij redenen en middelen, in de voorfz. requeste civile vervat, en anderen in tijde en wijle , (is'c nood,-) nader te allegueeren , ten interinemente van dezelve requeste civile naar haar forroe en inhoude , en dat vervolgends de ged. en requit. zullen worden gereleveerd van den ftaat van den procesfe; mitsgaders van 't verleende verftek van antwoord, en van 't admitteeren van de eisf. en gereq. om intendith overteleggen , met de ve-  C 323 ) rifkatiën daartoe dienende; alles breeder bij dezelve req, civile gemeld, en voords alle faulten , ommisfiën en verzuimenisfen , daartoe geflagen en integrum gerestitueerd ; mitsgaders gefield in zodanigen ftaat, als zij voor dato van 't verleende verftek van antwoord, met alle derzelver gevolgen zijn geweest, maakende, in cas van contradictie, eisch van kostten, of tot andere, enz. COJSCLUSIE VAN EISCH. casus XXVII. LEPNuciiT de kok, Procureur voor deeze vierfchaar , eisf. in cas van falaris en declarant, ter eenre; contra, WILLEM dingf man de beer, WoO* nende onder Betkei, zo voor zig zeiven als in huwelijk hebbende hendbina ol'dewater ; en nog de vournoeoide hendrina oude« WAier , met haaren gem. man gea ;f][teerd, ged. en gedec)aieef« den. De eisfer , eilch doende , concludeert, dat de | ged. en gedeclareerden , bij vomisfe vsn deezen '.td. Achtb. Geivcrue zullen worden gecondemneerd ideclaratien van kosten overteneeoaen , die te demu« 'niëtren en zien taxeeren , met de kosten, of tot .anderen, enz. X a  ( 3*4 ) CONCLUSIE VAN EISCH. , casus XXVTII. arij vak boles, Architek der ftad Schiedam, enz., eisfcher; contra, pieter sprenokhuizen , woonende te Nooddorp , ged. . Art. i. leendert de kok, als Procureur van den eisfcher, deede zeggen: 2. Dat de eisf. in den jaare 1745 aan den ged. heeft verkocht en geleverd, drie fchepen kool-asch; 3. Als één op den S7 April i745"i 4. Eén op den 1 Mai daaraan volgende, 5. En één op den 1 Ottober deszelfden jaars, 6. En dat om en voor de fomma van elf guldens per fchip; 7. Zulks de geheele levering bedraagt een fomma van drie-en-dertig guldens; 8. Dat, offchoon de ged. wel uit eigen beweging ware verpligt geweest, 9. Zodanige deugdlijke en allezins liquide fchuld, ter fomma van drie-en-dertig guldens, aan den eisf. te voldoen, 10. Hij echter, fchoon de aan hem gedaane interpellatiën, tot dus verre is gebleven in gebreke, (  C 3^5. ) 11. Weshalven de eisf. genoodzaakt is gewor. den, 12, Hem ged., door middelen van rechten , tot voldoening te conftringeeren. Mids welke en andere rede» ,, ncn, is 't nood, nader te al,, legueeren , de voorn- Procu„ reur, in den naame als boven, ,, eisch doende, concludeert, dat de ,, ged. zal worden geconaeroneerd, bij ,, vohnisfe van deezen Ed. Achtb. Gerechte, aan den eh>f. opteleggen en te ,, betaalen , de fomma van diie-en-dertig „ guldens, den eisf., wegens gedaane leve» „ rantie van drie fchepen kool-asch , boven ,, breeder gemeld , deugdlijk competeerende , „ blijkens zeker extract authenticq , uit des eisfchers fchuldboek daarvan zijnde , welks deugdlijkheid hij eisf. berijd is met eede te ,, Herken, en dat met den interest van dien, tegen ,, 4 pCto. 'sjaars, a tempora; litis moia; tot de volIe voldoening toe, en bij provifie tot namptisfe,, ment van evengetn. fomma van 33 guldens, maa,-, kende mede wel •xpresfelijK eisch van kosten , ,, of tot anderen, enz."  ( 3^6 ) CONCLUSIE VAN EISCH. cascs XXIX. hendrik ma arc and» Broodbakker, woonende te Kraiïngett, eisfcher; contra, klaas Hollander, woonende onder den Ambachte van Hik Iegersberg en Rotterban, ged. kok, als Procureur van den eisf., zegt, Dat de eisf. van de ged., uit hoofde van leverantie van brood, Van den jaare 1755, tot den 2.6 Januarij 1757 inclufive, gedaan, D ugdlijk is competeerende een fomma van ƒ 78:17:14. Blijkens d?s eisfchers fchuldregister, of wel extract autheticq van hetzelve; Dat, na dat de eisf. de ged. verfcheidene maaien tot voldoening van de bovengem. fchuld in 't minnelijke had aangefproken, "Eindelijk, door den ged. tot pand der minne aan den eisf, is ter hand gefield, eenig goud- en zilverwerk, Als, vier gouden ringen, gen paar gouden oorbellen,  EeD paar dito met fleenen, En een zilveren beugeltas, Onder conditie, dat al hetzelve onder den eisf. zoude blijven berusten, tot de maand April 1757, Als wanneer hetzelve door den ged. wederom, tegen de voldoening van evengemelde fomma van ƒ78:17:14, zoude worden uitgelost, En alzo de tijd van uitlosfinge reeds lange is geëlabeerd, En de ged. , zo het fchijnt, tot hetzelve in 't vriendlijke niet is te brengen, Zo is de eisf. geraden geworden, den ged. door middelen van rechten daartoe te conftringeeren, „ Mids welke en andere re„ denen, (is *tnood,_) nader te allegueeren de voorn. Procureur, „ in den naame als boven, eisch ,, doende, concludeert, dat de ged, „ bij vonnisfe van deezen Ei. Achtb. „ Gerechte, zal worden gecondemneerd , ,, om aan den eisf., tegen de reftitutie van „ vier gouden ringen, een paar gouden oor,, bellen, een paar dito met fteentjens, en een ,, zilveren beugeltas, bij de ged. tot pand der ,, minne aan den eisf. ter hand gefield , opteleg„ gen en te betaalen, en bij provifie te namptifee„ ren, een fomma van ƒ 78:17:14, den eisfcher „ wegens leverancie van brood , van den jaare X 4  ( 3*8 ) 9, 1755 tot 26 Januari* 1757 iric'üfi've', gedaan , van j, den ged. deugdlijk competeert nde, blijkens "es „ eisfchers fchuldregister , of wel extract: auihen„ ticq van hetzelve , welks deugdelijkheid bij „ eisf. bereid is met eede te fterken, en' dat mee „ den interest van dien , tegen 4 pCro. in 't jaar, „ a tempora; mora» faltem litis n otae tot de volle 3, voldoening toe , en bij provifie de tot pand der ,, minne gegevene goederen daarvan zullen worden verklaard verbonden en executabel, „ Maakende mede wel " expresfelijk eisch van kosten, of tot anderen. „ En dat bij faute van de voorfz. betaaling, de „ ged. zal worden gecondemneerd, ten minsten s, bij provifie te gedogen , dat de voorfz. goede-. , ren door den eisfcher zullen worden verkocht.  ( 3*9 ) EISCH in cas van DEFLORATIE. casus XXX. a. f...., a's vader en voogd over zijn minderjarige dochter, p. f...., mitsgaders dezelve p. f voor zo veel des noods, met gemelden haaren vader en voogd geadfifteerd , beide woonende binnen deeze ftad, eisf. contra, b. r , en deszelfs vader c. r ...., beiden woonende binnen deeze ftad, gedaagden. De eisfchers deeden, tot fundament van deezen hunne eisch en conclufie, door hunnen Procureur h zeggen, Dat de eerfte gedaagde, na veele follicitatiën en continueele aanhoudigen , de tweede eisfcheresfe door finistre ftreeken zo verre heeft weeten te perfuadeeren en te misleiden, Dat hij eerfte gedaaade met de tweede eisfcheresfe heeft gehad vleeschlijke converfatie, En dat zij tweede eisfcheresfe van hem is geïmpregneerd en bezwangerd geworden, X5  ( 33° ) Gelijk het ook vervolgends is gebeurd, Dat dc tweede eisfcheres, op den j eerden der voorleden maand September 1747, is verlost geworden van een dochter, Na dat zij bevorens in barensnood, en zijnde ia het uirerfte gevaar van haar leven , met dierbaare woorden van eede had verklaard, Dat niemand anders de vader van het kind was, waarvan zij ftnnd te verlosfen, dan de eerfte gedaagde in deezen, En dat zij nooit met iemand anders eenige vleesch. lijke gemeenfchap heeft gehouden, dan met den gedaagden in deezen; Dat, of wel de eerfte gedaagde de tweede eisfcheres dus ontëerd hebbende, en van het gemelde in de kraam bevallen van de tweede eisfcheresfe behoordijk zijnde geadverteerd geworden, Aliezins verpligt was, de tweede eisfcheresfe deswegen behoorelijke beteringe te doen, Aan haar de kraamkosten te betaalen , en het voorfz. kind te alimenteercn; De eeist gedaagde echter 't een en ander fchijnt te dechneeren, of wel te willen dilaieeren; Gelijk ook de.tweede gedaagde in 't geheel de voorfz. alimentatie komt te weigeren : Waarom de eisfchers zig genoodzaakt vinden den weg van rechten inteflaan , en den gedaagden te conveniëeren voor deezen Ed. Achtbaaren Gerechte.  ( 33i ) ,, Mids welken en andere redenen, in tijd en wijle, (is 't nood,) nader te allegeeren en te deduceeren , „ de voorn. Procureur , in den ,, naame als boven, eisch doende, concludeert, dat de eerfte gedaag„ de zal worden gecondemneerd , aan ,, de tweede eisfcheresfe te betaalen , voor ,, defloratie, een fomma van twee duizend ,, guldens ; voor kraamkosten, een fomma ,, van cés honderd guldens, mitsgaders voor ,, alimentatie van 't voorfz. kind, drie guldens „ ter week , te rekenen federt den i September 1747 , tijde van haare verlosfinge van voorfz. „ kind , tot dat hetzelve kind zal hebben bcrijkc ,, den ouderdom van vijf- en -twintig jaaren , of indien eerder in ftaat zal zijn voor zig zeiven de kost te winnen , of op ailes zo veel meer of min, „ a's bij deezen Ed. Achtb. Gerechte zal worden ,, geoordeeld te behooren: en dae wijders d® twee,, de gedaagde , als grootvader van hetzelve zijn „ zcocs kind, in cas de eerfte gedaagde onvermo„ gende of nalatig zoude weezen , zal worden gecon,, demneerd de voorfz. alimentatie te verftrekken, in fubfidium , ten minften bij provifie , zo ten ,, opzichte van den eerften gedaagde , als van den tweeden , in cas hier voren gemeld , tot namp,, tisfement van de verfcheenen weeklijkfche betaaling, en de continuatie van dien, hangende ten  ( 33^ ) „ procesfecum expenfis, of anderen, enz., zijnde „ de tweede eisfcheresfe te vreden , om alsnog, „ (des noods,) onder folemneelen eede te ver„ klaaren, dat niemand anders de vader van 'tvoor. „ fchreven kind is, dan de eerfte ged. in deezen, „ en dat zij eisfcheresfe, buiten den eerften ged., „ nooic met iemand anders eenige de minfte vleesch„ lijke converfatie heeft gehad, direttelijk of in„ dirtételijk. titt. A. INVENTARIS. casus XXXI. inventaris van flüRken, dc ten en munimenten gedaan maaken , en den Ed. Achtb. Gerechte van Hillegersberg en Rotterban, overgegeven uit den naam en van wege leendert de kok , Procureur deezer vierfchaare , als bij den Ed. Achtb. Gerechte aangefteld tot eurator ad litis over de perfoon van lena de jonker , getrouwd met jan van zanten, en, voor zo veel desnoods, let a de jonker zelve , met den voorn, haaren curator ad  ( 333 ï litis gearififteerd , eisf. in cas van disfolutie , uit hoofde van malitieufe defertie, ter eenre; Inventaris , • . . A. De eisf. exhibeeren zekeren requeste, om, des noods ,'te hebben veniam agendi tegen den voorn. j?n van zanten, een 1 curator ad litis, mitsgaders admtsfii om pro deo te worden be. diend, bij hun aan deezen Ed. Achtb. Gerechte geprefenteerd, mitsgaders het appoinctement daarop geflagen , beginner, le : „ Aan de Ed. Achtb enz.," en gequoteerd met de Lett. . B, i en ï Loco, Vooras leggen de eisf. over hunnen eisch en conclufie genurqueerd . • . C. De eisf. exhibeeren wijders hunnen fchriftuur van intendith, getekend . • • *^* contra, Den voorn, jan van zantisn, ged. bij edicte , detai.lant en latitand, ter andere zijde:  ( 334 ) 1. Wordende'bij de eisf geproduceerd een Hiftorifche of Delffche Courant, Van den iojulij 1759, waaruit blijkt, dat de ged. bij editie, de eerfte citatie bij edicte, uit naam van de eisf. gedaan, is geadverteerd. 2. leem , een Hiftorifche of Delffche Courant , van den 4 September 1759, waaruit blijkt dat de ged. bij edicte de tweede citatatie bij edicte , uit naam van den eisf gedaan, is geadverteerd. 3. Als mede een Hiftorifche of Delffche Courant, van. den 10 November 1759» waaruit confieert , dat de ged. bij edicte, de derde citatie, bij ediéte van den eisf. gedaan, is geadverteerd, allen getekend • E, I, a, 3 Loc». 1, Bij de eisf. wordt nog overgelegd de eerfte citatie bij edicte; met het relaas van den Gerechtsbode deezer Ambachte, daarbij zijnde , waaruit blijkt, dat de ged. bij edicte , voor de eerfte maal behoorelijk is gedagvaard, cn dat de copie daarvan ter ge-  c 335 ; woone plaatie is geaffigeerd ; beginnende: üe Gerechts„ bode, enz." 2, Als mede de tweede ctatie bij edicte , met het relaas van den Gerechtsbode oYezer Atib?chre, daarbij zijnde, waaruit blijkt, dat de ged. bi i edicte , voor de tweedemaal behooreliik is gedagvaard , en dat de cèpie daarvnn ter gpwoone p aatfe i« geaffi^eerd; beginnende: ,, üe ,, Gerechtst>" je . enz." 3. Miisaaders de derde cititie bj edicte.met net relaas van den Gerechtsbode deezer Ambachte daarbij zijnde , waaruic blijkt, dat de ged. bij edicte, voor de derde maal behoorelijk is gi dagvaard, en dat de cupie daarvan ter gewooner plaatfe is gentrigeerd; beginnende: „ De Ge„ rechtsbode, enz." alle ge- marq. . . F, 1,1,2 II, 1,2. III, 1,3 Locg, Wijders produceeren de eisfs. E^raEt nuth. uit het vierfchaar* boek van deezen Ambachte, contineerende het eerde, tweede en derde defau't, met de verdere notulen en diogtaakn, in deeze  ( 336 ) zaake gehouden ; beginnende: „ Rechtdag, enz." gemarq. * G* Voords, leggen de eisfs. nog over een Extract uit het trouwboek, door den Pre nkant alnier gegtven , waaruit blijkt dat de tweede eisf. met den ged-, bij edicte op der; 5 Septemb. 175Ó, alhier is getrouwd ; beginnende: „ Volgen, enz " geq. . H. Dedutïie, (is 't nood O • • tmploteersnde op alles, enz. Litt. B. 1. Loco. REQUEST PRO DEO. Aan de Edele Achtbaare Heeren Sché. penen van Hihegersberg en Rotterban. Geeven met eerbied te kennen , lena de jonker, verlatene huisvrouw van jan van zanten, i/Dat zij fuppl. op den 5 September 1756 zijnde getrouwd met jan van zanten, a. In vertrouwen zijnde niet alleen dat dezelve vras van een goed comportement en onbefp oken leven' U y Maar  f 327 ) 3. Mast" ook in verwachting dat dezelve met haar op een ordentelijke wijze . en zo ais een man omtrent zijn wettige huisvrouw betaamt, zoude hebben geleefd ; 4. Zij in het tegendeel tot haar bitter leedweezen heeft m eten ondervinden , 5. Dit dezelve, vergeetende zijn eed enpligt, haar fuppl., federt de maand October van den jaare 1756 ,'met haar kind, bij hem gepröcureerd, malitieufelijk verlaten heeft, en des haarlieden ten prooji van armoede heeft overgegeven, 6- Zender dat zij fuppl. weet waar zig haar man, de voorn, jan van zanten, is onthoudende; 7. En alzo zij fuppl. niet verpügt is, in zodanige een ontaane en gödloöze defertie te acquiefeeren, maar in tegendeel bevoegd is, tot disfolutie van 't huwelijk te procedeeren; 8. Edoch , gemerkt zij fuppl. eensdeels onmagtig is eenige proceskosten of verdere kosten van zegels te kunnen fupport^eren; En anderdeels, zonder alvoorens te hebben een curator ad iitis over haar perfoon, zulks niet vermag te doen : Zo is zij fuppliante te raaden geworden , zig te keeren tot UEd. Achib., ootmoedig verzoekende, dat UEd. Achtb., ( voor zo veel zulks mogte noodig weezen,) haar gelieven te verleenen vernam agendi, tegen haaren man , de voorn. j»n van zantkn : en voords, dat UEd. een van de refpeiftive Procureurs voor UÜd. Achtb. postuleerende, (daartoe Y  ( 338 ) o^der het welneemen van UEd. Achtb., roorflaande, de perfoon van leendert de kok,) gelieven te 'committeeren en aanteftelien tot curator ad litis, over der fuppliante perfoon, om haar interest tegen haaren man te kunnen waarneemen en bevorderen; en eindelijk, dat dezelve worde geauthorifeerd , de fuppl. in deeze zaake pro deo j en zonder gebruik van zegels, te mogen bedienen. T welk doende, enz. Litt. B, 2. Loco. APPOINCTEMENT PRO DEO. Schepenen , geëxamineerd hebbende den inhoude van deeze requeste, verkenen de fuppl. veniam agendi, tegen haaren man, jan van zanten; committeeren voorts tot curator ad litis , over de perfocn van de fuppl., ten fine als in den requeste is gemeld , leendert de kok , Procureur voor deeze vierfchaar , en authorifeeren denzelven, om de fuppl. in deeze zaak, />n> deo, en buiten gebruik van zegels te mogen bedienen. Aftum den 25 Junij, 1759* In kennisfe van mj, bij indispofitie van den Secretaris, enz.  C 539 ) Dc eisf. deeden, conform de waarheid, zeggen, Arr. i. Dat zij tweede eisf. op den 5 September «756 zijnde ge rouwd met den ged. bij edicte, 2. In vertrouwen niet alleen , dat dezelve was van een goed c miponernent en onbefprokrn leven, 3. Maar ook in verwachting dat dezelve met haar op eene ordentelijke wijze , zo als een man omtrent Y 2 leendert de kok , Procureur voor deeze vierfchaar, als bij deezen Ed. Achtb. Gerechte aangefteld tot curator ad litis over de perfoon van le.na de jonker , getrouwd met jan van zanten , cn , voor zo veel des noods, de voorn, lena de jonker zelve , met den voorn, haaren curator ad litis geadfifteerd , eif. in cas van disfolutie „ uit hoofde van maltieufe defertie; contra, Den voorn, jan van zanten, ged. bij edicte; Liit. C. CONCLUSIE VAN EISCH.  ( 34° } zijn wettige huisvrouw betaamt, zoude hebben ge* leefd; 4. Zij, in het tegendeel, tot haar bitter leedweezen, heeft moeten ondervinden, 5. Dat dezelve, vergetende zijn eed en pligt, haar tweede eisf., federt de maand October van den jaare 1756, met haar kind , bij hem geprocreerd, maltieuslijk heeft verlaten , en des haarlieden ten prooje van armoede heeft overgegeven, 6. Zonder dat zij tweede eisf. weet waar zig haar man, de ged. bij edicte, is onthoudende; 7. En nademaal de tweede eisf. niet verpligt is in zodanig een omaarte defertie te acquifeeren , maar in tegendeel bevoegd is tot disfolutie van 't huwelijk te procedeeren; 8. Zo hebben de eisf,, (na alvorens te hebben geobtineerd, voor zo veel desnoods, vernam agendi, tegen haar tweede eisf. man, den ged. bij edicte, mitsgaders acte pro deo,) denzelven voor UEd. Achtb. bij edicte geciteerd. „ Mids welke en andere redenen, in „ tijd en wijlen, Us 't mod,j nader „ te deduceeien, de eisf., eisch doende, „ concludeert, dat de ged. bij edicte, bij vonnife van deezen Ed. Achtb. Gerechte , j,"zal warden verklaard de tweede eisf. mali,,'tieuslijk te hebben verlaat mij vervoegd ter pure van hec Raadhuis van Hillegersberg en Rotterban, en heb aldaar, na voorgaande klokkegeklep , de bovenfiaande citatie bij edide, op de gewoone en yereischce wijze, voor de eerfte maal, na haar forZ a  ( 356 ) meen inhoude gedaan, mitsgaders dezelve gepubliceerd en geaflheerd. Actum dato als boven. (getekend). j. h. kersten. Litt. F. II. i. Loco. i II. CITATIE BIJ EDICTE. De Gerechtsbode van Hillegersberg en Rotterban, zal uit naam en van wege mij ondergefchreeven leendert de kok, Procureur voor deeze Vierfchaar, in quaiiteit als bij deezen Ed. Achtb. Gerechte, aangebeld tot curator ad litis, over de perfoon van lena de jonker , getrouwd met jan van zanten, en voor zo veel des noods, uit naam en van wege de voornoemde lena de jonker zelve, met den voorn, haaren curator ad litis geadfifteerd, ingevolge admisfie van de Ed. Achtb. Heeren Schepenen van meergemelden Ambachte , van dato 15 Augustus 1759- hij edicte voor de tweede maal dagvaarden den voornoemden jan van zan•ien, omme te compareeren of gemagtigden te zenden, voor de meergemelde Heeren Sehepenen van Hillegersberg en Rotterban, tegen maandag den 1 October 1759, des morgens ten 10 uure precis, of bij continuatie van dien, den eerften Rechtdag daar aan volgende, en dat omme onder refufie van kosten',  C 357 ) mits blijvende het effect van dien, het eerfte gede» cerneerdc default te purgeeren, en alsdan te antwoorden, op zodanige eisch en conclufie, in cas van disfolutie van huwelijk, uit hoofde van malitieu* fe defertie, als door den eisf. ter rolle van deezen Ed. Achtb. Gerechte, op den 13 Augustus 1759, is gedaan en genomen, en voordteprocedeeren als naar rechten, op pcene, dat bij non comparatie van den ged. zal worden verzocht het tweede default en voor het profijt van dien verftek van de exceptién delatoir , met admisfie tot het doen van een derde citatie bij edicte, als naar Gijle , met notificatie in de Delffche Couranten. Pub'iceer en affigeer deeze ter gewoone plaatfe, en relateer uw wedervaren in gefchrifte. Actum den 27 Augustus, 1759. ( getekend.) leendert db KOK. Litt. F. II. 1 Loeo. RELAAS, II CITATIE. Op heden den 3? Augustus 1759, heb ik ondergefchreven Gerechtsbode van Hillegersberg en Rotterban, uit naam en van wege leendeut de kok, Procureur voor deeze Vierfchaar, in quaiiteit als bij deezen Ed. Achtb. Gerechte aangefleld tot curator ad litis, over de perfoon van lena de jon ier, Z 3  ( 358 ) getrouwd met jan van zanten, voor zo veel des noods uit naam en van wege de voorn, lena de jonker zelve , met den voorn, haaren curator geadfifteerd, in gevolge admisfie van den Ed, Achtb. Gerechte deezes Ambachts, van dato den 13 Augustus 1759, mij vervoegd ter puie van het Kaadhuis van Hillegersberg en Rotterban. en hebbende aldaar,na voorgaande klokkegeklep, de bovenftaande citatie bij edicte op de gewoone en vereischte wijze, na haar forme en inhoude gedaan, mitsgaders gepubliceerd en feaffigeerd. Actum dato als boven. (getekend.) j. h. kersten. Litt. F. III. 1. Loco. III. CITATIE BIJ EDICTE. De Gerechtsbode van Hillegersberg en Rotterban. zal uit naam en van wege mij ondergetekende leendert de kok, Procureur voor deeze vietfchaar, in quaiiteit als bij deezen Ed. Achtb. Ge-, rechte, aangefteld tot curator ad litis, over de perfoon van lena de jonker zeive, getrouwd met jan van zanten, en voor zo veel des noods, qit naam en van wege de voorn, lena de jonker zelve, met den voorn, haaren curator ad litis geadfifteerd, in gevolge de admisfie van de Ed. Achtb.  C 359 ) Heeren Schepenen van meergem. Ambachte , van dato 23 October 1759, bij edicte voor de derde maal dagvaarden, den voorn, jan van zanten, omme te compareeren of gemagtigden te zenden, voor de meergem. Heeren Schepenen van HilUgenberg en Rotterban, tegen maandag den 16 November 1759, des morgens ten 10 uure precis, op het ordinaire Raadhuis, of bij continuatie van dien den eerden rechtdag daaraaan volgende, cn dat omme onder refufie van kosten, mits blijvende de effecten van dien, de twee gedecerneerde defaulten te purgeeren, en alsdan te antwoorden op zodanige eisch in cas van disfolutie van het huwelijk, uit hoofde van malitieufe defertie als door den eisf., ter rolle van deezen Ed. Achtb. Gerechte, op den 13 Augustus 1759, is gedaan geworden, en voor-teprocedeeren , als naar rechten, op pcene, dat bij non«omparatie van den ged. bij edicte zal worden verzocht, het derde default, en voor het profijt van dien verdek, van alle excepten peremptoir, mits. gaders admisfie om te dienen van intendith, met de verificatiën daar toe fpecteerende. Publiceer en affigeer deeze ter gewoone plaatze, «n relateer uw wedervaren in gefchrifte. Actum 7 November 1759. (getekend.) leendert de J101U Z 4  ( 36° ) Litt. F. III. 2 Léd, RELAAS » III CITATIE. ' Op heden den 8 November 1759, heb ik ondergefchreeven Gerechtsbode van hillegersberg en Rotterban, uitnaam en van wege leencert de kok, Procureur voor deeze Vierfchaar, in quaiiteit als bij deezen Ed. Achtb. Gerechte aangefteld t&t curator ad litis, over de perfoon van lena de jonker , getrouwd met jan van zanten, en voor zo veel des noods, uit naam en van wege lena ds jonker zelve, met den voorn, haaren curator ad litis, gead* fifteerd, ingevolge admisfie van de Ed. Achtb. Heeren Schepenen deezes Ambachts, van dato 22 Ofto* ber 1759, mij vervoegd ter puie van het Raadhuis, yan Hillegersberg en Rotterban, en hebbe aldaar, na voorgaande klokkegeklep,de bovenftaande citatie bij edicte op de gewoone en vereischte wijze, na haare foroie en inhoude gedaan, mitsgaders dezelve gepu^ b.,liceerd en geaffigeerd. A#um 8 November 1759: \ {getekend.) J.gH. KERSTEN»  C 36i ) Litt. G. JM O T U L E N. Rechtsdag gehouden binnen Hillegersberg en Rotterban , op den 5 Junij, 1759. ar ij, enz. LEENDERT DE kok, Procureur voor deeze vierfchaar,als bij deezen Edelen Achtb. Gerechte aangeIteld tot curator ad litis, over de perfoon van lena de jonker, getrouwd met JAN VAN ZANTEN , en, (voor zo veel des noods ,) de voorn, lena de jonker zelve, met den voornoemden haaren curator ad litis geadfifteerd, contra, Den voorn, jan van Panten : verzoek doen. kok , verzoekt admisfie j, om jan van zanten, bij edicte te mogen dagvaarden.  ( Sé* ) Schepenen fiat. Rechtsdag,gehouden binHillegersberg en Rotterban, op den 13 Augustus 1759- samuel, enz. leendert de kok, Frocureur voor deeze vierfchaar , 'als bij deezen Edelen Achtb. Gerechte aangefteld tot curator ad litis, over de perfoon van lena de jonker, ge- trouwd met jan van zan. ten, en (voor zo veel des noods), de voorn, lena de jorker zelve, met haaren curator ad litis geadfifteerd, eisf. in cas van disfolutie, uit hoofde van malitieufe defertie , ter eenre. contra, Den voorn, jan van zanten, ged. bij edicte ter andere zijde. ' Eeisch doende eisf., ei,z..  ( 363 ) EVER HARDUS. enz. Rechtdag , gehouden binnen Hillegersberg, den ai October 1759. cornelis, enz. leendert de kok, Procureur voor deeze vier- kok, exhibeer acte van cuatie, bij edicte en re laas, waaruit blijkt dat de ged. bij edicte behoorelijk na voorgaa' de klokkegeklep van de puie deezes raadhuize is gedagvaard, en dat copie van dezelve ter gewoone plaatze is geaffigeerd , en vermids de non - comparatie van den ged. bij edict, verzoekt, 't eerfte default en voor het profijt van dien verftek van de exceptie declinatoir, mitsgaders admisfie tot hec doen van een tweede edictale citatie met notificatie in de Delffche couranten. Schepenen fiat.  ( 364 > fchaar, als bij deezen Edele Achtb. Gerechte aangefteld tot curator ad litis, over de perfoon van lena de jonker , getrouwd met jan van zanten,envoor zo veel des noods, de de Voorn, lena de jonker zelve, met den voorn, haaren curator ad litis, geadfifteerd, eisf. in cas van disfolutie, uit hoofde van malitieufe defertie ter eenre, contra, Den voorn, jan va» zanten , ged. bij edicte ter andere zijde. „ Omme het eerfle de„ fault , onder refunda„ ment van kosten , mits „ blijvende den effecte „ van dien te purgeeren , „ en alsdan te antwoor, den, cp den eisch en *, conclufie, ter rolle van „ deezen Ed. Achtb. Ges, rechte gedaan, of het „ tweede default te hooren „ verzoeken.  Schepenen fiat. CHRI STOFFEL) enz. Rechtdag, gehouden binnen Hillegersberg en Rotterban, op den 26 November. 1759- jan, enz. leendert de kok, Procureur voor deeze vier- C 365 5 kok , exhibeert de tweede acte van citatie, bij edicte en relaas, waar uit blijkt dar. de ged. bij edicte behoorelijk na voorgaande klokkegeklep van de puie deezes Raadhuis is gedagvaard, en dat copie van dezelve ter gewoone plaatfe is geaffigeerd , en vermits de rn'i comparatie van dén ged. bij edicte, verzoekt het tweede default en voor het profijt van dien verftek , van de exceptie delatoir, mitsgaders admisfie tot het doen van een derde citatie bij edicte, en noti. ficatie in de Delffche cou« ranten.  ( 3<56 ) fchaar, als bij deezen Ed. Achtb. Gerechte aange. field tot curator ad litis, -over de perfoon van lena de jonker, getrouwd met jan van zanten, en voor zo veel des noods , de voorn. lena de jonker» geadfifteerd met haaren curator ad litis , eisf. in cas van disfolutie, uit hoofde van malitieufe defertie , ter eenre, contra, den voorn, jan van zanten , bij edicte, ter andere zijde. Omme het tweedege,, decerneerde default on„ der refundament van , kosten, mits blijvende ,, het effect, van dien te „ purgeeren • als dan te ,, antwoorden op den eisch en conclufie, ter ,, rolle van deezen Ed. ,, Achtb. Gerechte gedaan, „ of het derde default te „ hooren verzoeken."  ( 36? ) ■ aulus, enz. Accordeert hor zo veel het geëxtraheerde aangaat, met het kok , exhibeert acte van citatie, bij edicteen relaas waar uit blijkt dat de ged. bij edicte, behorelijk na voorgaande klokkeklep van de puie deezes Raadhuis, gedagvaard, en dat copie van dezelve ter gewoone plaatfe is geafligeerd , en vermids de non comparatie van ged. bij edicte, verzoekt, het derde default en voor het profijt van dien verftek, van alle ex. ceptien, peremptoir, mitsgaders admisfie om te mogen dienen van intendith, met de verificatiën daar toe fpecterende. Schepenen fiat. kok , dient van intendith , met de verificatiën daar toe fpecteerende , en verzoekt daarop recht.  C 368 ) Vterfchaarboek van Hillegersberg en Rotterban , onder mij ondergefchreven Secretaris berustende, deezen 29 November 1759. (getekend.') J. V. B O E IJ. KORT UITTREKSEL VAN HET VLOTRECHT I N Westfriesland en het Noorderquartier in obfervantie. S I- Het Declaratoir ten opzichte van het Vlotrecht, hoe het van oudsher af geufeerd geweest, en oog dagelijks in obfervantie is , door de Praclifijns in Westvriesland en 't Noorderquartier refideerende, gegeeven, in dato 26 Junij 1740, is van de volgende inhoud,: Wij ondergefchreven Advocaaten en Procu. reurs. refpective in Westvnesland en 't Noor,. derquartier, declareeren bij deezen, ten be.. hoe-  is behoeven van allen en ieder daar bij geinfr'ès* leert!, en zulks ten verzoeke van Mr. franco.'s van DKs vorm, dat in den Lande van WestfrieslavA en het Noorderquartier, enz,'3 ( Fiat infertio, ~) NB. Wij zullen den inhoudpr.ragraafswijze verhandelen, en de aanmerkingen er bijvoegen ; ,t flot in deezer voegen liggende. s, Rcfereerende de ondergefehrevene hun voof ,, allegatiün van gevallen en aflens van preu- ves, tot de refpective Registers van citatiën „ en vlotrollen, bij de Gerechten in den voor- fchreven Lande te vinden; en wijders voor ,, reden van wetenfchap verklaarende hetzelve alzo te zijn gepradtifeerd van alle oude tijden af, uitvvijzens de voorn. Registers en Rol- len , en hetzelve alzo te hebben zien en hoo,, ren practifeeren, en in voorkomende gevallen ,, dagelijks alzo te j.dvilleren en practifeeren, „ refpectivelijk, en in dier voegen en maniere voorfebfeve de zaaken, in conformiteit het „ meergemelde confuetudinair en landgewoon recht en maniere van procedeeren van West* ,, friesland en Noordholland, te inftrueeren en ,, aanteleggen: en hebben wij, ten oirkonde van dien, deeze door onze handtekening be- vestigd, in Westfriesland en den Noorderquar 3J tiere, op den 26 Julij en volgende, 's jaars één duizend zeven honderd en veertig. Aa  ( 57° ) Zijnde dit Declaratoir ondertekend door de navolgenden; te weeten: uit WEST VRIESLAND. Advocaten. j. groot, R. G. te Boom. j. d. moncHIJ, te Hoorn. c. kai 8er, R. G. te Hoorn. j. van der wolf, R. G. te Hoorn. F. van bredenhof tot pijlsweert, R. G. te Hoorn. andreas nicolaas waterpas, R. G. te Hoorn. g. van hoolwerf, R. G. te Hoorn. i). c. van hoolwerrf, R. G. te Hoorn. jb. groot, R. G. te Hoorn. 3. drüijf, R. G. te Enkbuizen. z. l'epie, R. G. te Enkhuizen. siMon maars, R. G. te MedenhRk. Procureurs. e. agrieola, te Hoorn. r. peerenboom, te Hoorn. j. d. root, te Hoorn. wormboot van hogen, te Hoorn. e. lange water , gefungeerd hebbende als Procureur voor de vierfchaar van Hoorn. jurriaan cornel, te Enkhuizen. s. spaander, te Medenblik. ï. pool, te Grootenbroek.  < 5/1 y Uit 't NOORDERQUARTIER. Advocaten. d. zevenhuizen, R. G. te Alkmaar. J. coren van oer mieden, K.G. tè Alkmaar', j. van twuiver, R. G. te Alkmaar. fi., boot, R. G. te Edam. Procureurs. a. bol ten, te Alkmaar. NIcolaas langend ijk, te Alkmaar. % 2. 'T Vhtrecht, daarvan zoude men deeze befchrij» ving kunnen geeven ; naamliik, dat hetzelve is een bijzonder landjewoon Gerecht, in Westfriesland en Noor dholland, op mondeling en extra judicieel betoog van redenen en verzoek van een rechtsbehoeftige en opgevolgde concesfie en bevel, van den geenen die bevoegd is vierfchaar te bannen , wordende gehouden , in 't welk de Rechter , naar vereisen der zaaken, op een kort en oukostlijk, op zig zelf beftaand rechtsgeding, bij termijnen, naar Iandgewoonte gebruikelijk, tusfchen partijen, uit krachte van het landgewoon recht, fpoedige reebtsoefening doet geworden, aangaande zaaken die door de gewoonte in Plotrecht zijn aangenomen: van der vorm, over het Vlotrecht, II. Hoofddeel, § i. het declaratoir van de Practifijns, hier boven gemeld, geeft daarvan deeze definitie: Aa s  ( 37* ) De in "den Lande van Westfriesland en ,, Noordholland , zo in de fteden als ten platten lande, refpectivelijk vigeerende ,, en in gebruik zijnde Vhtrechten , als een costiiraïer en landgewoon recht, cn „ manier van procedeeren." Ten opzichte van dit Vlotreeht , is , tot noch toe, geen de minfte wet, maar wel dat hetzelve al bereids van ouds her af, is geweest; zo noemt men vonniste, in Vlotreeht gevveezen, by die van Abbekerk, en dat wel, na het fchijnt , (alhoewel er geen jaar van te vinden was, ) tusfchen den jaare 1290 cn 1580: bij die van Sijbecarspel en Rennehock is zulks mede al voor den jaare 1580 als coltume geufeerd geweest, blijkens en uitwijzens de navolgende acte. Cofttmen van Rechten, die dagelijks en hij menfchen memorie geobfetveeid worden binnen de Jurisdictie van Sijbecaripel en Bennebruek , ln den eerften , enz. . Item, een uitheemsch Man of Poorter begeer en. de vLOTVAARDifi recht, dat is,fom' mierhjk binnen XXIV uuren , en werdt i» zulke zaaken , op ftaanden voet, bij het meren» deel van Schepenen vonnisfe geweezen.  ( 3.-3 ) (onder flond,) Naar collatie gedaan, tegen 't geene van deezen in der flede kitten van Sijbecarspel if liggende, daarmede bevonden, van woorde tot woorde te accordeeren, op den i6q6; in kennisfe van my Secretaris, terprefentie van myn E. Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen getekend. § 3- Overgaande tot de zaak , over welke Vlotreeht plaats heeft, zullen wij hier laaten volgen, hetgeen ons daarvan medegedeeld is, en in het voorgemelde declaratoir gevonden wordt. ,, Dat dezelve voorfchreven Vlotrechten „ aangelegd worden generaallijk in alle zaaken die acceleratie zijn vereisfehen,, de; en bijzonder, zo daar questi ,, valt over prejudiciabele feitlijkheden, ftoorenisfen , en empechementen , ,, amotiën , vervoeringen , en aanhou„ dingen van bedervelijke goederen als „ anderfints, koopmanfehappen en an- dere roerende goederen en reclame van „ dien wijders zo daar is periculam in „ moraj, en alle andere zaaken van zo- danige natuur en conditie zijnde. Aa 3  ( 374 ) Schout, Burgemeesteren en Schepenen der ftad Eikhuizen, hebben, in dato den i November 1044, aangaande den koophandel in die dagen, al geltatueerd, wat eigenlijk dienaangaande in de Vitrechten zal begreepen zijn: hoe zeer zulks al in den janre 1644 gearrelleerd zij, moet daar geen gevolgirekkirg uit opgemaakt worden, als of er voor dien tijd geen Vlotreeht aldaar zoude zijn geweest; neen gantsch niet! want vóór den jaare 1580 was dat aldaar zo frequent, dat er dagelijks questi werd gemoveerd; en het is lig'.lijk te begrijpen, dat zulks te Enkhui. zen alleen niet was , maar geheel Westfriesland en het Noorderguartier, op de eene plaats wat meer dan de andere, naar roaate van de negotie, en de menigte der ingezetenen: het ftatut, hier boven aangeroerd, is van de volgende inhoud : In de Vlotzaaken zullen begreepen zijn, niet alteen hetgeen aangaat SCHETEN , ^ CHtPSVR AGTEN , LA D1NGÉN, BOOTSMuWSHUU- xen en bezeeringen ; voorts zeeschadens aan [chip , wadren , koopmanfehappen , en wat desgelijks meerder in ,t Vlotreeht aangenomen is; maar mede alle fchulden , rekeningen en bewijzen , fpruitende uit eenige comMissien of compagnie , in waaren of gelden, over zee gewaagd. — Om nu eenige elucidatiè , aangaande de zakken waarover questiën zijn ontftaan , en in het Vlotreeht zijn getermineerd geworden, te geeven, zullen wij hier eenige weinige geva'len laaten volgen: als: Op den 16 Julij 1661, tot MedenbUk, ter zaake van geairefteerde brievoi en translaaten, ondereen'  ( 375 ) Notaris te Amfterdam, waarop den 19 daar aan volgende het arrest is afgedaan. Op den 22 December des zelfden jaars, voor dezelfde vierfchaar , wegens reparatie en vergoeding van zeefchaden. Op den a8 daar aan volgende, is insgelijks voor denzei ven Gerechte op de vlotrolle gebragt, interdict, tegen huwelijksproclamatiën. Op den 12 November van den jaare 1691', heeft op de vlotrolle van Hoorn gediend, dat de erfgenaa» men zouden laaten volgen het origineele testament van den overledenen; zijnde de gedaagdens nog ten zelfden dage tot de afgifte van dien gecondemneerd. Op den 19 van denzelven maand , is voor den gemelden Gerechte ter rolle gebragt , een questie ter zaake van arrest op kaazen. Op den 5 December des zelfden jaars, is tot Hoorn, in cas van Vlotreeht, eisch gedaan, ter zaake dat de gedaagde interdict gedaan had tegen de verdeeling van een grootvaderlijke ervenis, die zonder den gedaagdens concurrentie getracht werd te deen. Op den 16 April 1692, is mede op de vlotrolle. voor den opgemelden Gerechte gebragt, wegens een interdict, om den boedel van zeker pupil niet te reppen of te roeren. Op den 17 Mei des zelfden jaars, is, ter zaake van een interdict tegen den voordgang van een huwe» üjksproclamatie , en tegen hetzelve huwelijk , mede voor den Gerechte van Hoorn op de vlotrolle van gediend. Aa 4  ( 376 ) Den 23 Julij daar aan volgende, wegens zekere aanhouding van agt zakken daalders , ter waarde van 4800 guldens, in den voorn, jaare op de ftads munt te Campen geflagen , en te dier zaake bij de dienaaren van de juftitie was gedaan , fluiten en bewaaren. Op den 14 December 1693, wegens een arrest, gedaan op penniDgen onder den Boekhouder en Casiler van de O. 1. Comp. ter Kamer Room, gearresteerd. . Op den 51 der zelfde maand , over arrest of interdict op zeker perfoon uit Friesland, om niet mede te mogen neemen als Timmerman , op eene aanftaan» de reize , alzo de interdicent hem eerder had gehuurd dan de geinterdiceerde , die uit een tweede huuring recht konde hebben , volgends de keure der ftad Hoorn, aangaande de hiiLring van officieren en matroozen, in dato 10 Augustus 1693. Op den 10 Mei 1694 , over en ter zaake dat de gedaagde zig hadde verhuurd, met ontvang van den godsfenning , als kuiper, om met een gereedliggend fchip naar Groenland te vertrekken , weigerig was hetzelve te presteereu en natekomen. Op den 2 November des zelfden jaars, ter zaake van en over 120 guldens en één daalder wijnkoop, wegens zeven-en-twintig weeken huur, als fchip. 1 pers knecht, en buiten eenige reden was gelast, zig yan zijn dienst te abfenteeren. Op den 2 December des zelfden jaars, over een zeker auest, gedaan op een kaagfehip, ter zaake  C 377 ) van wanbetaaling van huurpenningen voor een zeil, en reparatièn aan de overige zeilen. Op den 21 Januarij 1695, ter zaake dat de gedaagdesfe, bij abfentie van haar' man, zig ontijdig had geretireerd en getransporteerd in een ander huis, en medegenomen de kinderen, het gemeen huisraad, inboedel , beddens , dekens , tot hout en turf incluis; mitsgaders nog een ijzeren kist met de contanten daarin , fpecteerende tot de betaaling van zijne loopende pachten. Op den 17 Julij 1700 , wegens en ter zaake van gearrefteerde korven Fransch glas. Op den 5 en 6 November 1709, over de reclame van 2618 ftuks kaazen. Op den 7 November 1713, wegens het vertrekken uit het predikhuis te Wognum. Op den 15 Junij 1714, over een interdict tegen de alinatie van goederen. Op den 16 julij 1726, over arrest op zekere kis. ten met goedeteu daar in. Op den 5 fviaait 1789, ter zsake van een interdict tegen den voortgang van de huwelijksproclamatiën en de voltrekking van het huwelijk , waarbij het interdict is afgedaan, kost - en fchade-loos. Uit al het geene ten duidelijkftc confteert, dat de zaaken, die tot het Vlotreeht haare relatie hebben, moet zodanig zijn , die eenigzins met arresten of interdicten zijn bekommerd: onaangezien dit alles, te echter zeker, dat het geen vaste regel houdt, dat al het geen gearreftetrd, of meteen interdict beleraAa 5  C 578 ) merd is, tot het Vlotreeht behoort; want er kunnen arresten of interdicten gedaan worden op zodanige perfoonen of goederen, welke, uit kracht van het privilegie, niet anders competent zijn dan voor den Hove, en kunnen ons met fundament in al zulke gevallen onbetwistbaar de exceptie van incompetentie en renvoijeeren, proponeeren. §4. Aangetoond hebbende wat zaaken tot het Vlotreeht behooren, zo zullen wij hier in orde laaten volgen , de perfoonen tusfchen welke 't Vlotreeht plaats heeft; volgends het declaratoir van de Advocaatenen Practizijns deswegen gegeven, luidende als volgt: „ Dat Vlotrechten zo wel plaats hebben tus,, fchen burgers en burgers, als tusfchen 3, burger en buitenpoorter; en zulks tusfchen een buitenpoorter die ageert tegen een binnenpoorter , als mede in „ cas een binnenpoorter actie heeft tegen ,, een buitenpoorter , en die intenteert „ bij arrest om jurisdictie te fundeeren ; „ wijders tusfchen een binnenpoorter en „ een binnenpoorter, en laatstlijk tus,, fchen een buitenpoorter en een buiten„ poorter." Zo dat, blijkens het declaratoir, twee buitenlieden elkander in Vlotreeht kunnen bekommeren, daar  ( 379 ) alders de wys is , dat twee ingezetenen van een en dezelfde plaats elkander niet op een audere jurisdictie kunnen arrefteeren; men kan mede, als boven aangemerkt wordt, ook op de vlotrolle brengen, alle zodanige arresten, die gedaan zijn om de jurisdictiën tefundeeren; doch dit moet verftaan worden, zo daar geen contrarie-previlegiën of keuren tegen obfteeren, gelijk als die van Amtleldam, volgends hunne previlegie, niet kunnen worden bekommerd, beuoorden de Maazes voor eenige breuken of crediten; maar nu is hier de vraag, of zij niet zouden kunnen worden gearreftecrd tot preftatie van fait of dergelijke, fpruitende uit eenige fchulden of koopmanfchappen ? wij zouden, (onder correctie,) van gevoelen zijn , van ja , dat dezelve wel zijn arreftabel om de jurisdictie te fundeeren, om dat het privilegie fpreekt van breuken, dat is, van fchulden, en van geen andere zaaken melding maakende ; dat de goederen van dc ingezetenen arreflabel zijn, en op de vlotrolle gebragt kunnen worden, blijkt uit het hier vooren aangehaalde, § 3, in orbis, 17 Julij 1700, als zijnde die korven Fransch glas aan een Amfleidammer toebehoorende. §5. Nu komende aan den tijd op welke Vlotreeht gehouden wordt, zo is zulks zeer onzeker, als wordende dezelve gehouden na vereisch van zaaken, cn kunnende ook dezelve van zodanige aart cn natuur  (■ 38o ) zijn, dat zulks fomtijds bij dag , nacht, of ook wel op zon- en feest-dagen gehouden moeten worden, en dus voor een algemeenen regel zoude moeten aangenomen worden, dat het Vlotreeht wordt gehouden na er perieul is, omni tempore; gelijk ook blijkt uit het declaratoir, luidende als volgt: En welke Vlotrechten gehouden worden „ zonder reguard te neemen op de ge„ woone rechtdagen ; in tegendeel wor„ den dezelve aangelegd na voorval en ,, vereisch van zaaken. „ En zullen de Vlotrechten gehouden wor„ den, of op de gewoone rechtdagen, „ of op extraordinaire rechtdagen, ook in vacantiedagen , zelfs ook op zon„ dagen en in de nacht, nu voor en dan „ nadenmiddag." Overgaande tot het aantoonen van het verzoeken en verleenen van Vlotreeht, en van den tijd tegen welke hetzelve te beleggen , zo zullen wij vooraf doen gaan, hetgeen ons daarvan in het meergemelde declaratoir door de voornoemde Advocaaten en Practizijns daarvan is opgegeven, „ Zulks den Rechter, op mondling ver„ zoek , of wel den Hoogfchout of  C $81 ) 5, Sc'iiout, of die geene welke bij ab« fcntie of anderfints content bevoegd is te geeven, zonder dat het gereed collegialiter is vergaderd , en alzo particulier hetzelve komt te accordeeren." Die dan in zijn perfoon of goederen benadeeld is, moet het Vlotreeht aanleggen, en aan den Schout verzoeken het verleenen en beleggen van hetzelve, zonder dat Schepenen bij den anderen zijn vergaderd ; en in gevalle de Schout niet mogte bij de hand weezen, vervoegt men zig bij den prelident Schepen, die alsdan het verzochte Vlotreeht moet beleggen, ten pericule van den aanlegger: den tijd dan bepaald zijnde , moet de Rechter, die daartoe aangemaand en gehouden is, ten allen tijde zijn officie emploieeren: dat het aan den Schout ftaat hec belegeren cn fpannen van extra vierfchaaren, blijkt uit zeker beklag van die van Sijbecarspel aan Hertog Philips den eerst en , Graave van Holland, als Heer van Friesland gedaan , luidende in deezer voege: dat zij zwaar lijk belast en bemoeid werden, vermits zij ten allen tijde, als de Schout geliefde, te recht moesten komen , laaiende kaar werk, bouwerijen ei andere zaaken die zij te doen hadde», § 7. Het Vlotreeht belegd en de tijd bepaald zijnde,  C 382 ) moet men zijn partij tegen dien tijd citeeren eo dagvaarden, welke dagvaarding door een' Gerechtsbode moet gefchieden aan den perfoon en woonftede van den gedaagde, even en ia alles op die wijze , als in de ordinaire manier van procedeeren gebruike. lijk is; 't declaratoir van de Advccaaten en Practifyns, ten dien rcfpecte, zege aldus: Dat, om iemand te dagvaarden en te roepen in Vlotreeht , de citatiën niet en worden gedaan gelijk men gewoon ,, is die te Laten doen in ordinaire za,a« ken , tot de poorter of burger en ordinaire rolle fpecleerende , nocb ,3 daarin werd achtervolgd , de teneur van de ordonnantie op de manier van procedeeren in de fteden en ten plat„ ten lande van Holland en Westfriesland in dato 1 April 1580, zo die refpec „ tivelijK zoude mogen dicteeren; neen maar, ter contrarie als een cenfrante j, pra&ijk, gefundeerd ophetcostumier „ recht van den voorfchreven Lande ,, van Westfriesland en JSI oordholland, van 3, immemoriaale tijden af, en alzo van „ oudsher geufeert , dezelve citatiën „ en dagvaardingen werden gedaan in „ veel korter tijdbeftek, ter dispofitie ,, van den reauirant van 'tVlotreeht, „ na eenige uuren, fomtijds ook maar  ( 383 ) óén uur voor den tijd, door den Rech,, ter zal vaceeren, tot bet houden van een Vloirecht." Waar uit dan blijkt, dat men de citatiën in cas van Vlotreeht kan doen zo kort als immers doenlijk is, en het doende, dezelve afhangt van den requirant: maar nu is de vraag, in gevalle de geene die arrefleert, oogenbliklijk na hec doen van 'c arrest terug keert na zijn woonplaats, (gefield dat die is buiten de jurisdictie,) aan wie moet dan de dagvaarding gedaan worden? — in zulke gevallen kan men dezelve doen aan den Gerechtsbode, die het arrest gedaan heeft; dan waneeer de arreftant in het geheel niet te vinden ware, zo zonde men de citatie kunnen doen, ad valvas curice, en dezelve affigeeren; zie hier een voorbeeld van zodanig geval — Op den 17 Julij 1700. had ni col aas l akeman jacobz. Koopman te Amfteldam, binnen Hoorn gearreftcerd zekere korven Fransen glas, en was, zo 'c fchijnt, daarop vertrokken naar de plaats zijner woonftede, zonder order gefield of gelaten te hebben om arrest te juftificeeren; des vereischt, en door jan janse slob c.s,, tusfchen half elf en elf uuren gedagvaard zijnde, om reden te geeven van het gedaane arrest, en afdoeninge van hetzelve te hooren verzoeken, regen de klokke elf uuren ; werd op dien zelfden voormiddag het arrest illico afgedaan , vermits de ongereedheid van den arreltant, hoe zeer door des arreftants Procureur werd geurgeerd op de abfentie,  ( 3^4 ) éh geprefenteerd illico kennisfe te geeven aan zijn* meester, met aanmaaning om op de toenmaals aanftaanden maandag gereed te zullen zijn. FORMULIER CITATIE, in cas van Vlotreeht. 4J A, B , woonende te , doet door mij „ ondergefchrevecen Schout , in quaiiteit als Gev rechtsbode van , ,, Dagvaarden, „ C ..., als vader en voogd van deszelfs dochter „ r>...-, ten deezen met haar' vader geadütfeerd, ,, beide te woonachtig, tegen eerstkomende donderdag, zullende zijn den , 17.., des „ voormiddags ten .. uüre , voor den Ed. Acht- „ baaren Gerechte der , op het rechthuis te „ , ter vlotrolle, om alsdan te geeven rede- nen van zodanige pretenfe interdictie op den .... ,, 17.., uit naam van de interdicentèn gedaan aan J} , als in quaiiteit ordinaris proclameerende de huwelijksgeboden , om niet Verder voordte,, gaan met het proclameeren van dezelve van hem „ a. b .... met k. s dan met kennis en toe- (temming der interdicentèn, zal zijn opgeheven, of anderzins gedisponeerd zal .zijn gedaan , ex„ ploiclen daarop te zien excipiëeren of antwoor- den, voords deeze zaake illico te voldingen , en „ voord.  C 3^5 ) „ voordteprocedeeren als na coftume in cas van Vhh „ recht gebruiklijk is, met de kosten. j, Actum, enz." § 8. De gedaagde in cas van Vlotreeht alzo geciteerd zijnde, moet de aanlegger der zaak vóór het aangaan der rolle, even als in de hedendaagfche practijk geufeerd wordt, overleveren een prefentatie der zaake, om daarop door den Rechter prealabele informatie te bekomen : de rollen hier in Vlotreeht ge. houden wordende, hebben een bijzonder distinctie, en beginnen gemeenlijk aldus: Vlotreeht gehouden' extraordinaire, of wel vlotrolle: dat in Flotrecht zulks geobferveerd wordt, dicteert het meergemelde declaratoir: ,, Dat, nopens de gedingen in cas van „ Vlotreeht, ook worden gehouden vlot„ rolle of extraordinaire rolle , buiten »i de poorter- of burger- en ordinaire „ roile en zogenaamde pachtrollen." FORMULIER PRESENTATIE. „ Prefentatie ter Vlotrolle, voor den Ed. Achtj,9 baaren Gerechte van , op 17.. A. .... requirani vsn Vlotreeht; contra,- B gerequireerde. „ Om aan de zijde van de interdicentèn te geeven j, redenen van interdictie.*' Bb /  ( 386 ) SaDe aart en loop der termijnen in dit recht, zijn zeer verfchülende met die van de ordinaire manier van procedeeren , alwaar dag vergund en copie gegeven wordt, dat hier geen plaats vindt ,. maar de eene termijn loopt daadlijk in de andere ; de eisfcher eischt, de gedaagde antwoordt , waarop de eisfcher wederom repliceert en de gedaagde dupliceert, en zo vervolgends, zonder eenige intermisfie hoe genaamd: het declaratoir van de Praöifijns zegt daaromtrent: , Dat wijders de voorfchrevene Fhtrech3 „ ten worden gehouden en afgedaan bij korte termijnen , loopende in momen„ to in momentum , alles op daadlijk verfteeken ; en mitsdien op den eisch, „ het zij ter rolle gedicteerd, of mgefchrifte overgeleverd , zo in opzicht „ van exceptie als ten principaale aan„ ftonds geantwoord , voldongen afge„ pleit, de (tukken ter wederzijden over, geleverd, vonnis geflagen, en alzo dat « rechtsgeding, in alle zijne deelen en „ leden, vlotvaardig en onvertogen af„ gedaan." § 10. De eisfcher, ten dage' dienende gereed zijnde, dient van eisch, 't zij dat hij dezelve dicteert ter  C &7 ) röllë, of dat dezelve in g.tfchrifte overgeleverd woïden, zulks is hierin onverfchiilig; dan, ou des te fpoediger voordtegaan, kan men dezelve in gefchrifte overleveren, waarvan dan de gedaagde lecturö mag verdoeken , a;aar geen dag om te antwoorden* want hier komt geen dag in te pas, maar moet alles ten eerden worden afgedaan, dat is vlotvaardig; een gedaagde heeft geen bevoegdheid, alvorens te antwoorden te excipieeren tegen de citatie, met re» larie tot den geftelden dag of uur van rechten: '£ declaratoir op dat fubject :uidt als volgt; ,, En tegen welke voorxeide citatien en dag „ een gedaagde zig niet vermag, naar de ,, manier van piocedeeren in Vlotrechten, te oppofeeren, door middel van eenigerhande exeepuën , als of de dag te kort ware gelegd, of dat dezelve was incon* „ venabel, maar alleenlijk is bevoegd tot het doen van fimpel verzoek van ukdel, 5, welk verzoek dezelve immcdiatclijk, daande rolle, moet fundeeren, en wordt ,, hetzelve illico geaccordeerd of ontzegd„ „ zulks bij den Rechter geoordeeld wordt te behooren , dat dh nvolgends in materie' tot Vlotreeht zijnde gedisponeerd, en gej, volglyk de zaak niet door middel van „ txcepue van incompetentie en renvooi ,, van de vlotrolle toe de ordinaris rolle, i9 wordende door fentemie of vonnis van Bb a  ( 38B ) den Rechter overgebragt op de ordinairs ,, rolle, alle exceptiën die zouden mogen ,, worden geproponeerd ter intentie, dat „ de citatie niet zijnde gedaan , in zodanigen tijd als men gewoon is die te doen, ,, in ordinaire zaaken, buiten Volrechten, ,, zouden weezen nul, den dag van rech„ ten kwalijk en ten onrechte gefteld, en „ de termijnen te kort aangemerkt, en ge,, houden moeten worden als chicanes en ,, ongegronde fustenue, direct, ftrijdig en ,, contrarierende de onder hcrkomens con„ ftante practyk en ufantie, in Wesivr'm„ landen Noordholland'; cn mitsdien, onder „ reverentie bij geen' Rechter, volgends „ voorfz. confuetudinair en aloud recht ,, van Westwiesland en Noordholiand, zonder ,, infraftie van hetzelve gerefpeiteerd kun,, ncn worden." *T Declaratoir van de Advocaten en PraQifijns , fpreekende van de exceptie van renvooi, is geen bewijs , dat iemand,, op de vlotrolle zijnde geciteerd, en de zaak of de gedaagde geheel incompetent is; maar tot de ordinaire rolle behoorende, kan met fundament de exceptie proponeeren, en wordt, naar bevind van zaaken alsdan geadmitteerd of gerejecteerd; hetzelve luidt in deezer voegen: Dat in zaaken, daartoe gedisponeerd, wor« „ den geproponeerd exceptie yan incom< petentie en renvooi van de vlot- en ex-  ( 3^9 ) j, traordinavis-rolle , tot de poorter- of „ burger-en ordinairis-rolle; cn mitsdien de vlotrol geen gemeenfchap is hebben. de met de ordinairis rolle en wijze van „ procedeeren , en alzo op zig zeiven ,, (taande. FORMULIER Conclufie yan Eisch, Notulen in Vlotreeht. ,, Vlotrol, gehouden te „ a...., woonende te „ geïnterdiceerde enoppoftntj ,, contra, s, B , als vader en voogd „ over deszelfs minderjaarige ,, dochter c ...., en zij c..., ten deezen tr^et haaren vader „ geadfifteerd, interdicentèn. j, Om aan de zijde van de interdicentèn te „ geeven redenen van interdictie. „ ? , voor den geïnterdiceerde cnoppofant, „ exhibeert procuratie, concludeert dat de inter„ dicenten,bij voonisfe van deezen Ed. Achtbaaren „Gerechte, zal worden gecondemneerd, om, „ (taande rol'e , te geeven redenen van de pretenfe ,, interdictie, uic naame van hun interdicentèn, in a dato 17.. per den Heer Schout, in quali- „ telt als Gerechtsbode, aan den Heere gedaan, (xploicteeren , daartegen te zien exipi„ ëtien en antwoorden, en verder, ftaande rolle, JBb 3  ( 39° y te voldingen en voordteprocedeeren , als in cas van Vlotreeht gebruiklijk is; maakende ia cas van contradictie e;sch va,; kosten, enz." s...., als Procureur van de interdicentèn, „ geeft redenen van interdictie, en concludeert pront infcriptis.'1 p...., voor de geïnterdiceerde en verweerder, verzoekt letture, en des noods copie van dien, * onverminderd afflaande de middelen en pofitiven , \\ bij der inrerdicenten conduite van eisch ter neder ' gefteld, bij mere denegaiie., impertinentie en' ir* *' relevantie, antwoordende,, concludeert ten fine *, van niet ontvangelijk, en bij ordine dat het ia* J terdjet, als kwalijk en ten onrechte gedaan, mag 'worden afgedaan, kost- en fchade-loos, met , vergoeding van alle kosten, fchade en interesfen, i, door hetzelve interdict gehad en geleden, en verder te doen hebben en lijden, met interdictie van „ gelijke meer te doen ; en dat dienvolgends den eisch en conclufie, door of van wege'de inter" dicenten op en tegen de geïnterdiceerde gedaan ert " genomen, zal worden ontzegd, met dekosten, enz. ' Paruien njnc inde, perfilteeren voor re- en dM« n phc1- s,..., als Procureur van de interdicentèn, legt „ over request en appointtement, enz. p ais Procureur van den geïnterdiceerde,- fin Verweerder, verzoekt copie en iecture vin ! de twee laatstgemelde verklaaringen, dient voords van productie, en leg: dezelve over in juairio. ,, Partijen rune inde, verzoeke, na gedaane piel„ dooi, dispofitie."  ( 39i ) § ii. De eisfcher nlzodnnvan zijn fchriftuur gediend hebbende, moet deo gedaagde, ais gezegd is,op (lande voet antwoorden,ten zij hij mee gegrond fundiment een exceptie ten zijnen voordeele te proponeeren hadde ; de gedaagde geantwoord hebbende , 't zij fchriftlijk, dat gemeenlijk gefchiedc, terwijl hij is opgeroepen om reden te geeven , en derhalven in gereedheid heeft kunnen zijn, om infcriptis te antwoorden, kan den eis'fcher verzoeken lecture, en des noods copie; partijen vervolgends p'ili Heeren dan voor re - en du-plicq : wat aanbelangt omtrent het wisfelen van (lukken, kan men deeze navolgende regel (tellen : dat men van Vlotrechten 't wisfelen van (lukken geen plaats heeft , noch in zaaken die in rechten beftaan , noch in zaaken die in feiten confifteeren , doch de productie wordt niet fecreet gehouden, maar de verzocht zijnde lecture gègeèven; de vonnisfen in Vlotreeht geweezen zijnde , worden vlotvasrdig, dat is met den eerften geëxecuteerd: bij voorbeeld, om ia uuren krijgt iemand een vonnis tot zijn lasten, om i uur wordt bij scfornmserd, 3 uuren gerenoveerd, 3 uuren aanwijzing van goederen te doen, 4 uuren verkooping, en ten 5 uuren preferentie over die penningen, zo sis daarvan voorbeelden voorhanden zijn; daarentegen kan iemand van een nadeelig vonnis app.elleer.en . mits dat hij gehouden is daarin voordteprocedeeren en voordtevaaren, even en in dier voegen als in de eerfte inftantie.  Bij den Uitgever deezes is mede te bekomen. F. L. Kersteman, Rechtsgeleerd Kweekfchool of Sleutel der crimineele Praétyk, 2 deelen. ƒ 5 : —: — ■ Hollandfche Pleitzaal. . 2:16: — • Academie der jonge Praétizyns. . 3:12: — ■' Praeceptor der jonge Notarisfen. . 1:16: — —— Secretary der Hollandfche Voogdyen. is 10: — Rechtsgeleerde Catechismus , met de Aanmerkingen. . . . 1:14: — . OefFenfchool der Notarisfen. . 11 6": — —— Proceszieke Burger. . . 1: 5:— (Leven van) 2 deelen. . . 3:12; — Juffr. Wolf, Mengelpoëzy, 3 deelen. . 5 8: _ ———Walcheren, in 4 Zangen. . . 1:16: — —— Vrouw Snaverfnel. . . -m :— • Riete Kluisjen. . . — — — Neérlands verpligting. . . —: 16: — Natuurlyke Zoon. . , . —: 18 i— Feith, Julia, met pl. . . , 2: 4: — Mengelwerk, met pl. . . 2:4: — Seis, Befchouwingen, met pl. . . 2:4:^- —— Toneelfpellen voor het Hart, met pl. . 3.5: — Rofalie en Sophie. . . . 1:8: — Euangelifche Liederen. . . 1:8: — aan Nederlands Zeehelden, met 8 Pourtr. 2:10: —