VERNIEUWDE , GEALTEREERDE en GEAMPLIEERDE ORDONNANTIE OP DE VLEESHALL E. TE LEIDEN, By SAMUEL en JOHANNES LUCHTMANS, OrdinaireStads., Drukkers , 1783. > UUL ■ mi nriTriiTffinTV' 1 "i 'i i 11* i—rrr^n ; a 288 N„ 1G i mm ui tr T lrrr-^"  I  Art. I. at niemand binnen deefè Steede zal vermogen te doen, de neeringe van Vleeshouwen, en dien volgende geen versch gellagen Vlees, van Runderen, het zy Osfen s Koeijen, Kalveren, Scha¬ pen of Lammeren ofte ietwes diergelyk, het zy m t A 2 ge- VERNIEUWDE , GEALTEREERDE en GEAMPLIEERDE ORDONNANTIE OP DE VLE E S H AL LI.  ( ♦ ) geheel ofte ten deelen, by het Pont te verkoopen, dan die alhier Burgers ofte Poorters zyn, en daar toe fpeciale Acle van die van de Geregte defer Stadt hebben bekoomen, en dat nergens ofte elders dan ter openbaare Vleeshallen, ende op haar toegeloote Stallen. Al was het Vlees alvorens in de Hallen gekogt en zal van elke verkogte Party telkens verbeuren een boete van 6 Guldens ofte zo veel meerder ofte minder als Heeren Burgemeefteren na omftandigheeden zullen oordeelen te behooren, mits Deken en Hooftmannen alvoorens de. boeten te innen, daar van eerftelyk aan Heeren Burgemeefteren kennis gevende. I I. Sullen geen Vleeshouwers ofte Vetweijers, niemant uitgezondert, vermoogen eenige Runderen, het zy Osfen, Koeijen ofte Vaerfen, binnen defe Stad te Aagten, omrae ter openbaaren Halle ofte aan den Balk te Verkoopen , ten zy die alvooreus by de Vinders, en by derfel ver afweefenheidby Deken en Hooftmannen zyn gekeurdt, en daar toe confent verleent zullen hebben, dat defelven geflagen werden, en indien dezelven gefwooren Keurder mogte twyiFelen, of het Beeft Kalf droeg, foo zal den Slager in het liaan een van de gezwooren Keurders daar by moeten roepen, om de tweede Keuring daar over te doen voor welke eerfte Keur, de Vinders zullen genieten van ieder Beest vier Stuyvers, en voor de tweede Keuring agt Stuyvers, namentlyk voor Deeken en Hooft-  C s ) Hooftmannen zes Stuyvers, en voor de Vinders twee Stuyvers, ende die dit Artikel komt te overtreeden fal telkens verbeuren een boeten van vier-en twintig Stuyvers. I I I. Sullen alle Vleeshouwers ofte haar Soonen, ofte Knegts, wie het ook zoude moogen weefen, bevindende in het openen van een Beeft eenig gebrek, het fy van Aanwas, ofte Pokken, Sweeren ofte Aanbeyen ofte Ruygkalf, ofte Geelwater, ofte de Siekte van het Longvier, ofte wat gebrek het ook zoude moogen weefen, den Slaager den hand daaraanftonds afhouden, en het gebrek niet verbergen, ofte wegneemen, maar daar aanftonds een Vinder ofte den Deken ofte een Hooftman over roepen om het fel ven te Keuren; ende indien hy fig befwaart vind, foo fal hy dan nog een of twee van de Gefwoorens by hem roepen om foo met malkander de Keuring daar over te doen, na dat het gebrek bevonden zal werden , en byaldien het felve zal geoordeek worden van dien aart te zyn, dat het voorfz. Beeft daarom niet ter Halle behoort gebragt te werden , zal het zelve op de Kerkgragt voor het Weeshuys moeten werden verkogt, en by aldien het zelve daar toe meede onbequaam geoordeek wierd, zal het zelve buyten de Stad moeten gebragt en daar ook niet weder ingebragt mogen werden: En zullen de Gezwoorens voor de tweede Keuringe ontfangen van een Vleeshouder 8 Stuyvers, namentlyk 6 Stuyvers voor de Deken en Hooftmannen, en 2 Stuyvers voor de Vinders, en vaneen A 3 Bur-  ( « ) Burger i5 Stuyvers, en van een Vetweyer 12Stuyvers voor diegeene die daar over geroepen werd, en de keunnge fal gedaan hebben, en foo iemandt dit Artikel komt te overtreeden, fal telkens verbeuren een boete van 12 Gulden. I V. He Vinders by d'eerfte befchouwinge der leevendige Bee/ten oordeelende deze!ven niet goed nog bequaam te zyn om ter flagtinge gelevt te worden fullen het zelve Beeft buyten deeze Stad en Vrydommen van dien keuren en wel toezien en nauw reguard neemen, dat het felve Beest buyten de Stad en vrydommen van dien werde gebragt, en indien bevonden wert, dat het felve Beest weederom binnen deeze Stad wierd gebragt, foo zal het felve Beest als een bedorven kreng door order van de Vindersi op het Galgevelt moeten begraven werden, en fal die geenen die het meergemelde Beest wederom in de Stad gebragt heeft verbeuren een boeten van vvftien gulden. 1 V. Alle Vetweyers, Burgers ofte Poorters in het Gilde van de Vieeshouders zynde, maar geen ander fullen s Jaarlyks geduurende de fes Weeken van de SJagtyd, die zyn aanvang neemt met den i\. Odober, en eindigt met den 2.1. November beide de dagen meede geteld Runderen, het zy Osfen, Koeijen ofte Vaarien, by haar felven geweyd, ofte die fy fes Weeken  ( 7 ) ken voor de Slagtyd hebben gekogt, ende in haar eygen Land hebben gehad aan den balk moogen liaan ende verkoopen, by degeheele buyken, halven, ofte vierendeels, maar by geen minder gedeeltens mits dat dezelven aan den Balk alvoorens behoorlyk fyn befchouwt ende gekeurt, en dat alle de Geregtigheden die daar op zyn gefield ten vollen zyn betaald, ende dat het voorts alle Burgers ofte lnwoonders vry Haan fal het geheele Jaar door \ zy een alleen ofte gefamentlyk een leevendig Schaap, Kalf of Lam, voor hun eygen Provifie ofte voorraat ce mogen koopen, het lèlven door een Vleeshouwer ofte een Vleeshouders Knegt mogen laaten llagten ofte fnyden, maar door geen andere, daar na deelen en in haar eygen Huyshoudinge conlumeeren, fonder daar van iets hoe weynig het waaren tc moogen Verkoopen op pcene dat by aldien contrarie bevonden werd deièlve van ieder verkogte Party zal verbeuren drie Gulden. V I. De Vinders, Deeken en Hooftmannen zullen wel toeüen, dat in defer Steden Vleeshallen uiet werden gebracht, veel min aldaar verkogt, eenige Kedde Schaepen (door dien defelven niet wel bequaam fyn om van menfchen gegeeten te werden,} die haar Lamstande gewisfeldt hebben, en zullen defelven Kedde Schapen niet anders in de halle moogen werden gebragt, als met de hoofden daar aan vast, om dan ter halle gekeurt te werden, en indien bevonden werdt dat iemandt foodanige Kedde Schaepen fonder de hoof-  ( 3 ) hoofden daar aan vast, in de Halle brengt, fullen defelven verbeurt zyn, ten behoeven van het Weeshuys en daar en boven vervallen in een boeten van drie Gulden voor ieder Schaep, en zullen de Vleeshouders nooit eenige Schaapen die Lamdragen vermogen te llagten: als meede ook van den i. November tot den i. Jannuary geen e Rammen opgelyke boeten als vooren. V I I. De Vinders, Deken en Hooftmannen fullen wel toefien, dat in de Halle niet werden gebragt eenige Osfen, Koeijen ofte Vaerfen, die te oud ofte dor, ofte maager ende te liegt bevonden werden, ofte Kalveren die te jong ofte liegt fyn, ofte Schaepen ofte Lammeren die mede te liegt bevonden werden, en fullen Vinders, Deken en Hooftmannen die daar prefent zyn defelven met malkander keuren, en indien bevonden wert dat de gemelde Beeften te liegt zyn om in de Hal verkogt te werden, fullen de felven uit de Hal werden gekeurt, om op deKerkgragt voor 't Weeshuys te werden verkogt, de Kalveren en Schaepen die te liegt bevonden werden, fullen werden gekeurt ten behoeven van 't Weeshuys en aldaar gebragt. VIII. De Vinders, Deken en Hooftmannen fullen nauw toefien dat geen Beest gellagen, geen Kalf geftooken, Schaap of Lam gemeden wert binnen defe Stad dan door een gefwooren Vleeshouder fyn Soon ofte Knegt,  C 9 ) Knegt, en door geen ander al waaren het Ichoon zyn eygen goedt, ende indien iemandt bevonden wert, dit Artikel te overtreden, fal van een Beeft verbeuren 6 Gulden, en van een Kalf of Schaap 3 Gulden by die geene die het laaten liaan. I X. De Vinders, Deken en Hooftmannen fullen wel toefien, dat ieder Vleeshouder fyn eygen ingehuurde en toegelooten Stallen felvs inPerfoon beftaan en gebruyken, ofte fulks by zyn Soon ofte Knegt laten doen, ende by geen andere, nogte dat ook iemand van de Vleeshouders een anders Stalle beftaan of bellaan mag, als mede dat indien een Soon van een Vleeshouwer een eygen Bank oftePlaatlè hadde, defelve Vader en Soon ieder agter fyn eygen Bank fal moeten blyven ftaan, en niet agter malkanders Bank moogen koomen om daar Vlees te Verkoopen, dat ook alle Vleeshouders mede niet voor een anders Bank fullen mogen koomen ftaan, als daar Vlees gedongen ofte verkogt werdt, fullende de Overtreders telkens verbeuren een boeten van vyf-en-twintig Stuyvers. X. De Vinders, Deken en Hooftmannen fullen ook forge dragen, dat de Bank Jvan een Vleeshouder geen waaren hebbende om te Venten, by geen ander fal werden gebruykt, nogte dat ook twee Vleeshouders haar Waaren op geen eene Bank of Stalle venten, B maar  C fo ) maar dat ieder op fyn eygen Bank ofte PJaatfe blyve liaan, op een boeten van 2$ Stuyvers by ieder te verbeuren die fal bevonden werden dit Articel overtreden te hebben. X l Deeken en Hooftmannen fullen moeten forge dragen, dat alle de Vleeshouders in de groote Halle, de twee naast malkander ftaande, tusfchen haar beyden fullen hebben hangen een goede opregte Balance, en de koopere Schaale omme haar Vlees daar meede uyt te weegen, daar toe gebruyken den geykte gewigte, als een fes-pont twee vier-ponden, en twee twee ponden, en een pont en een i pont en een I pont, fonder meerder gewigt te mogen gebruyken , op een boeten van 24 Stuyvers, waar vooralle nieuw aankomende Vleeshouders fullen gehouden zyn voor haar Meefters Regt, en Schaale geld te betaalen een Somma van ƒ 9 Guld. 10 Stuyvers. X I I. De Vinders, Deeken, en Hoofdmannen fullen goede forge dragen, dat geen Vleeshouders, nogte haar Soons, ofte Knegts, ofte Jongens, ofte Vleesdragers, in de Halle ofte voor defelven ofte ook op de Beeftemarkt komen te Vegten, Vloeken , Sweeren, Kyven ofte malkanderen buyten de Hal uyt te daagen ofte eenigen anderen onbehoorlyke bedryginge doen, en fullen haar ter gehoorzaamheid van Deeken en Hooftmannen moeten gedragen, en fullen de over- tre-  rC » ) treders, foodanige boeten werden opgelegt als fy Luyden, na exigentie van faken fullen goed vinden te behooren; Des zal het de in voege voorfchreeve gecondemneerde Perfoonen vry ftaan, om wanneer zy vermeenen door de hun opgelegde boete bezwaart te zyn, zig deswegens nader by H: H: Schout en Scheepenen te mogen addresfeeren. XIII. Niemandt en fal vermoogen eenig Vlees uyt an« dere Steeden , ofte Dorpen, nogte van het platte Land binnen defe Stad te brengen, ofte van iemand laeten brengen, op verbeurten van het Vlees, en daar en boven een boeten van 10 Gulden ende indien iemand bevonden werd van fodanig Vlees van buyten hier ingebragt te verkoopen, fal boven de verbeurte van het Vlees, van elke verkogte Party vervallen in een boeten van 2$ Gulden. X I V. Deeken en Hooftmannen, mitsgaders de Vinders van de Vleeshallen fullen forge dragen dat 'er geen öngereegeltheden in de Halle en gefchieden, in het verkoopen van het Vlees, namentlyk dat den eenen Vleeshouder niet en fal vermoogen de Kooplieden van een ander fyn Bank te roepen, die voor de Bank liaan, en daar Vlees dingen, maar fullen moeten wagten tot fy lieden van de Bank fyn, en fullen de B 2 over-  C 12 ) overtreders van dit Arricul telkens verbeuren een boeten van 2? Stuyvers. XV. Deeken , en Hooftmannen, en de Vinders, fullen voor al forg dragen dat niemand wie hy ook fy in de Hal eenig drinkgelag van Brandewyn, ofte Jenever, nog eenige anderen Sterken Drank drinken als meden geen Tabak Rooken onder ofte buyten deHaltyd, ook niet toelaaten datter op eenigerhanden maniere Gedobbelt ofte Gefpeelt wert, zullende alle die geene die bevonden werden dit Articul te overtreden telkens vervallen in een boeten van 25 Stuyv. X V L Sullen voortaan alle Vleeshouiers, Vetwyers, en Bouwlieden die in de Stad woonen en alle die in het Gilde fyn, gehouden fyn [aarlyks te betaalen voor een Oorkonds, ofte Jaarpenning de Somma van 12 Stuyvers, fullen voorts alle nieuwe Vetweyers ofte Melk-Boeren moeten betaalen voor infchryven 30 Stuyvers, booven de Ordinaire Oorkondspenning , fullen ook alle nieuwe Vleeshouders Knegts die haar felver by een Baas koomen te verhuuren, meeden voor het Intekenen moeten betaalen 30 Stuyvers, alle welke Penninge llrekke fullen ten behoeven van de regeerende Deeken en Hooftmannen van dit Gilden. XVIf.  C J-3 ) XVII. De Vleeshouders Knegts en fullen van haar Baas niet moogen van daan gaan, en by een andere Baas haar befteeden, maar haar befleeden tyd moeten uytdienen en fal ook geen Baas vermoogen een ander fyn Knegt te huuren, nog in zyn dienst te neemen , ten fy dat defelven Knegt fyn tyd by fyn Meelter heeft uytgedient, of vry Confent van zyn Meefter bekoomen fal hebben, en indien eenige queftie tusfen Meefter ofte Knegt mogte ontflaan, fullen zy haar hebben te gedraagen na de uytfpraak van Deeken en Hooftmannen en indien de Parthyen haar na de uytfpraak van Deeken en Hooftmannen niet en wilden gedraagen, fal het fel ven door Heeren Burgemeefteren gedecideerd werden. XVI I I. De Vinders, Deeken en Hooftmannen fullen wef toefien dat de Vleeshouders aan de Burgers niet en verkoopen oud Schaapen Vlees voor Lamsvlees waar door den Kooper ligtelyk bedroogen kan werden , fullen meede de Vleeshouders, op half Juni het Suiglams Vlees by het Pondt ofte gewigt moeten verkoopen en niemand anders het felven moogen koopen ofte aanneemen tot den 10 December toe, alles op een boeten van 30 Stuyvers, by de Vleeshouders te verbeuren die fullen bevonden werden tegen dit Articul gedaan te hebben. B3 XIX.  ( 14 ) X I X. De Vleeshouders fullen meede onder malkan de geen accord moogen maaken direftelyk nog indire&elyk van de Prys van hun lieder Vlees, ofte de maniere van het felve te gebruyken, op de boeten van 18 Gulde en de Correctie van de Heeren Schepenen , ende fal men daar van meede een iegelyk moogen aanfpreeken op fyn Eedt, en foo wie weygerig is den Ëedt te doen, fal gehouden werden de evengemelde boeten fchuldig te zyn. X X. De Vinders, Deeken, en Hooftmannen fullen alle de bovengemelde keuren onderworpen fyn even als alle de Vleeshouders, en foo over het keuren van een Vinder, Deeken ofte Hooftman fyn Vlees, ofte ander Mefufe eenig verfchil mogt omftaan, ende het felven by de Vinders, Deeken, en Hooftmannen niet konde werden afgedaan, fullen de drie oudile Vleeshouders die langst in de Hal plaats hebben gehadt, en prefent zyn, daar by geroepen, en by de Vinders, Deeken en Hooftmanne gevoegt, aan de meerderheyd van Stemme overgelaaten en gedecideert werden, wel verftaande dat de Vinders, Deeken , ofte Hooftman , welke het zouden aangaan daar in geen Stem zullen hebben. V XXf.  XXI. Deeken en Hooftmannen fullen alle Jaaren voor Kersmis kiefen, ende aan de Heeren van den Gerechte in gefchrifte overleeveren, de naamen en toer» naamen van Ses Perfoonen en Vleeshouders fynde, die fy bequaamft zullen oordeelen om Hooftmannen te weefen, en daar toe volgens deze Ordonnantie zullen werden gekooren, en zullen die van den Gerechte uyt de drie oude Hooftmannen, die in het voorleeden Jaar gedient hebben, kielen, een Deeken, en uyt de Ses nieuw overgeleeverde of zodanige ande*ren Perfoonen Vleeshouders zynde, als die van den Gerechte dienftig zullen oordeelen drie Hooftmannen, dewelke gefamentlyk op den i. January ten byzyn van Gecommitteerden uyt den Gerechte Eedt zullen doen; en verpligt weezen deze jegenwoordige Ordonnantie by Die van den Gerechte deezer Steede verieent en nog te verleenen, te onderhouden, en voor zoo veel in hun is, by elk eenen doen onderhouden; mitsgaders alle tegenkomfte en overtredinge van- dien,- tot haarer kennislè komende, te bekeuren , en de boete daar toe gefteld zonder eenige quytfcheldinge ofte gratie of te neemen, en binnen 's Jaars uytteregten, en daar geen boeten toegefteld en zyn onder haren Eedt zonder oogluykinge de Burgermeefteren overteleveren om geftraft te werden, en voorts al te doen, dat goede en getrouwe Deken en Hoofdmannen fchuldig zyn en behooren te doen. xxi r.  ( 16- ) XXII. En zullen alle de boetens by de voorige Articuls gefteld koomen ten behoeven van den Armen dezer Steede. Ordre op het Sluyten en Ontfluyten van de Halle De Sleutels van de Vleeshallen, fullen in bewaring fyn van de Vinders van de voorfchreven Halle, die daar voor van den Gaarder van dezer Steede Vleesexfyns, genieten zullen 20 Stuyvers 's weeks te faamen, ende zullen de voornoemde Vinders by Eeden aan handen van Heeren Burgemeefteren beloven, dat zy geen Vlees in de Hal en fullen laaten koomen, dan met confent van den Gaarder en fullen verder goede forg draagen moeten, omme de Halle op een behoorlyke tyd te lluyren, ende te ontlluyten, namentlyk op de faturdagfe Marktdag van den i. April tot den i.'Oótober des fmorgens de Klokke fes Uuren openen en des *s Avonds ten tien Uuren lluyten, en van den ï. Oclober tot den laatften Maart Smorgens ten feven Uuren openen, en des s'avonds ten tien Uuren Sluyten, en des Donderdags ten vyf Uuren lluyten en voorts 't geheele Jaar door 's morgens ten agt Uuren openen, en ten elf Uuren lluyten, een quartier uurs onbegrepen, en des s'namiddags ten twee Uuren openen ende ten vier Uuren lluyten, ende op Hemelvaarsdag fal de Halle des s'morgens ten agt Uuren geopent werden, en  C 17 ) en met het liaan van negen Uuren wederom gellooten werden, ende foo wanneer iemand buytens tyds in de Halle moet weefen, om daar Vlees uyt te haaien fal de Vinder daar voor eiken reys genieten eene Stuyver, ende de agtermiddage die voor de Biddage of andere Heyligen dage koomen, fal de Hal niet gellooten werden voor dat Deeken en Hooftmannen het fullen Ordonneeren. Ordonnantie op de Markt. Art. I. • Niemandt het zy Burgers, VJeeshouders ofte Buytenlieden, fullen vermogen op Donderdag te koopen eenig Vee, het zy Osfen, Koeijen , Vaarfen, Kalveren, Schaapen ofte Lammeren, foo van Vet als van Maager Vee, nogte des Vrydags buyten de Poorten tot het bevel van de Paal van Vyfhondert Roede, nog binne defe Stadt van het geene dat na de Markt gevoerd werdt om ter Markt gebragt te werden, fal ook niemandt eenig Vee vermooge te Voelen, ofte te Taften, namentlyk de Vleeshouders van deze Stad, van den 1. April tot den i. Oclober als de Klokke Seven Uuren fal gellage hebben en de Burgers en Buytenlieden als de Klokke Agt Uuren zal gellaage hebben, ende van den i. OcÜober tot den laatften Maart de Vleeshouders van defe Stadt ten Agt Uuren en de Burgers en Buytenlieden ten Negen Uuren, en zullen de Oflen en Koeijen en Kalveren en Vaarfen, niet eerder moo- C ge  ( 18 ) ge gevoelt ofte getast werden, ten zy fy eerft aan de Paelen op de Beeftemarkt fullen zyn vast gebonden, op de verbeurten van ieder fluk, hetfyOs, Koe, Vaars of Kalf, de Somma van 3 Gulden, en foo iemandt werdt bevonden des Donderdaags ofte Vrydags voor het Uur eenig Vee gekogt te hebben , fal de Kooper en Verkooper van ieder Os ofte Koe , verbeuren een boeten van 6 Gulden ende van een Kalf drie Gulden en van een Schaap ofte Lam 30 Stuyvers zoo van Vet als van Mager Vee, welke boeten alle zullen komen ten behoeven van den Armen defer Steeden. I I. Niemandt en fal vermogen binnen deefe Stad, ofte binnen deefe Poorten te brengen eenig Beest, ofte Beeften die fiek zyn, veel min eenig Hek Beest ofte Beeften hoe genaamt, ter Markt brengen om verkogt ofte gelevert te werden, maar fullen alle fieke Beeilen in 't geheel buyten de Stadt moeten blyven, ende indien iemandt fig felven verllouten om eenig fiek Beest, ofte Beeften ter Markt brengen, zal zodanig ziek Beest ofte zieken Beeften, by de Keurmeesters aanftonds zonder eenige Conniventie verbeurt verklaart werden, ende den Ygenaar nog daar en boven vervallen in een boeten van Vyf entwintig Gulden, ende indien eenig Beest op de Markt voor gefond verkogt zynde en in het Slaan fiek bevonden werd foo fal het door den gefwoornen die daar over geroepen fyn, de Stad uytgekeurt werden,  ( 19 ) den, en den Verkooper daar en booven vervallen in een boeten van Vyf-entwintig Guldens, alwaar het fchoon dat het Beest voetftoots verkogt was, dog indien den Verkooper met Eede wil verklaare direkt of indirekt aan het Beest niet geilen, ofte de liekte niet geweeten heeft, fal als dan van de boeten bevryt fijn, ende het Beest behouden, dog fal het volgens de Keuring die daar over gedaan is aanltonds buyten de Stad, ende de Vrydomme van dien moeten voeren, en den Verkooper lal voor het Haan moeten betaalen aan den Kooper drie Gulden, en fal van foodanig Beest het geene de Stad uytgekeurt is, de Stads Excyns wederom werden uytgekeert. I I I. Vinders, Deeken en Hooftmannen fullen forge drage, dat op de Markt werden verkogt Kalven die te Jong of te liegt zyn, om gefneeden ende in de Hal verkogt te werden, fullende de Keurmeesters die Kalveren die zy oordeelen te Jong ofte te liegt te zyn van de Markt keuren, en over de Lende Scheeren, en fullen de Boeren de afgekeurde Kalveren aanftonds moeten wegneemen ende t'Huys brengen, ende indien eenige Boeren het quamen te weygeren, fullen de Keurmeefters de magt hebben van fodanig afgekeurden Kalf in het Armhuys te mooge ftieren , ende fullende de afgekeurde Kalveren op dien dag ook niet moogen verkogt werden, of fal by den Kooper en Verkooper elk verbeurt werden drie Gulden, ook fal een afgekeurt Kalf niet C 2 we-  ( 20 ) wederom ter Markt mooge gebrapt werden, ten zy dat het veertien daagen geleeden is, meede op een boeten van drie Gulden. I V. Alle Binnen- en Buytenluyden die met eenig Rundvee het zy Osfen , Koeijen ofte Vaarfen ter Markt koomen fullen haar na de Keuren dezer Steede moeten gedraagen, namentlyk foo fy eenige Osfen Koeijen of Vaarfen koomen te Verkoopen ende in het liaan eenig gebrek bevonden wierdt waar door die zelve Beeften mogten buyten de Stad gekeurt werden , of het fy buyten de Hal om voor het Weeshuys te werden verkogt, foo fal den Verkooper moeten te vreeden fyn met het briefje van korting dat de Keurmeefter zal gegeven hebben, om foodanige Penningen aan den Kooper wederom uyt te keeren, dog indien de Verkoopers aan de Koopers bedingen het Beest ofte Beellen voetfloots te verkoopen, foo fullen alle gebreeken die daar in gevonden werden, voor reekening van den Kooper fyn, uytgefondert dat de Verkoopers even wel voor fiekte ofte een Ruygkalf fullen moeten inftaan; als ook foo wanneer iemandt een Beeft op de Markt koopt, ende het felve binnen de tyd van agt dagen Haat en daar Pokken in bevonden werden, zal in zodanigen gevallen volgens het briefje door de Keurmeefters gegeven, wederom moeten uitgekeerd worden, foodanige fomme als daar opgegeven is, en aan de Burgers deezer Steede fullen de Verkoopers voor alle de gebreeken moeten in- llaan,  C 21 ) ftaan, ten zy dat ïn het verkoopen andere Conditiën gemaakt wierden. V. Dat niemand wie hy ook fy 't Vee door hem alhier op de Markt gekogt binnen den tyd van veertien daagen, aan geen andere op deze Markt moogen verkoopen ofte overdoen, op pene voor ieder Os ofte Koe 12 Gulden, en voor een Kalf drie Gulden , en voor een Schaap ofte Lam eene Gulde tien Stuyvers ten behoeve van den Arme dezer Steede 3 en dat zo van Vet als van Maager Vee te verbeuren. V I. Dat by Siekte ofte Abfentie van een Baas fyn Soon ofte zyn Knegt in desfelfs plaats fal moogen koopen. Aldus Gerefolveert, Gealtereert en Geamplieert, by Die van den Gerechte der Stad Leyden, op den 22. Ottober 1783. My Jegenwoirdig YSBRAND van DAM. Die  C 22 ) Die van den Geregte der Stad Leyden gehad de Lecture van de nevenftaande Requefte, ende gehoort het rapport van de Heeren Burgemeefteren, hebben dien conform aan de Supplianten geconfenteert en toegeftaan, dat voortaan alle Veilinge van Osfen, Koeijen, Kalveren, Schapen en Lammeren, 'c fy defelve publycq op de Marckt ofte wel aan de Huyfen ofte op de Stallen waar op defelve Beeften fyn ftaande, en door de Leeden van het Vleeshouwers Gilde zouden werden verkogt, zal worden gedaan door de Supplianten Gildeknegt, gelyk ook aan dezelve werd geaccordeert, omme by Overlyden als anderfints van iemand van de Vleeshouwers of Leeden van 't felve Gilde de Veylinge te mogen doen van alle gereedfchappen, welke eeniglints tot de Vleeshouwerye fyn behorende. Ende dat wyders de Veylinge van de voorgemelte Beeften , wanneer de Verkopinge werd aangelegt, van Perfoonen , welke niet onder het voorfchreeven Gilde fyn gehorende. zal werden gedaan door de refpe&ive Boodens van deze Stad, onder fodanige belooninge als de Gildeknegt van de Vleeshouwers daar voor altoos heeft genoten en fonder dat defelve Bodens iets meerder fullen mogen eysfchen of declareren. Actunl den 16. Maart 1752. My Jegenivoordigh YSBRAND van DAM.