GELYKHEID, VRYHEID, BROEDERSCHAP. Extract uit' hst Register der Be fluiten van de Eerde Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks.- Donderdag den 10. April 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vryheid. De Burgers Rep ra fen tan ten Appelius, en verdere by Decreecen van den 21. Maart en 4. April 11., Gecommitteerden , ten examen van twee eensluidende Requesten van J. la Lau en J. G- Saurbach en meer anderen, alle Burgers en Inwooners der Bataaffche Republiek woonende te Leyden, zich daar by beklaagd hebbende over de onlangs gearrefteerde celdheffing, als ftrydig met de Staatsregeling; fu»rineerende zy, dat dezelve niet op de Bezittingen maar op de Inkomften behoorde te xyn; en voorts geinfteerd hebbende op het daarftellen der nodige bezuinigingen en het affchaffen van overtollige Ambte■aaren , alles tot foulagement van den al te zeer gedrukten Middenftand der Ingezetenen deezer Re- PUHebben ter Vergadering uitgebragc het hier navolgend Rapport: (Fiat Ittferth') Waar over gedelibereerd zynde, heeft de Vergadering zich conformeerende met hetzelve Rapport KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK Varz. Plakkaten Q, Ho. ft  goedgevonden en verftaan, der Requestranten verzoek, 'yoof zoo veel de te nemen maanegulen omtrent de gearrefteerde Geldheffing betreft te houden voor verballen , en voorts de gemelde Requesten, ten aanzien yan de overige pointen in dezelve vervat aan te nee? men voor Notificatie. En is wyders goedgevonden en verftaan, het voorfz. Rapport benevens het gemelde Request van la Lau, cumfuis, te doen drukken, en aan de Leden re distribuëeren Accordeert rnet yporfz: Register,  Johannes la Lau, en eemge andere Burgers en Burge. rcsfen InwoonersderBataaflche Republiek, woonende te Levden, hebben op den ai. Maart deezes jaars, by een uitvoerig Adres verfcheidene bczwaaren en gneyen terdeezer Vergadering"ingediend, yoor een groot gedeelte bo trekkelvk tot de buïtengewooneGeldhefnngen, welke het Vertegenwoordigend Lichaam zich verplicht ziet uitte- fCVervdgends hebben J. G. Saurhack, met nog eemge andere Levdfche Burgers en Burgeresfen , op den 4. deezer lopeTde Land een gelykluidend Request W^d en beide deeze Adresfen heeft deeze Vergadering ge Held in handen haarer Medeleden de: BurgersApfeltus, Rts, Schimmelpenninck, Daendeh, Dacost* Athm Ferbeek, Pertat,Kniphorst, Lewe, Sclufer, van der Qorght en Couperus, om haar te dienen van confideratien1 en adv,s: dan om aan deezen last te voldoen Sienzy zich verplicht het eeheelc beloop van liet ingediend Request kortelyk bv een te trekken , waar door die poinélèn van zelfs zullen worden bepaald, welke eene byzondere behandeling verdienen of vereisfehen. De Requestranten zeggen, datzy, hoe zeer we willen, de vertrouwen , dat het Vertegenwoordigend Lichaam, bv deszelfs bewustheid van de ongelukkige omltandighc, den, in welke bet l*nd en de Ingezetenen, vooral die van eene middelbaare klasfe zich bevinden,tot geene bmtengewoone heffingen buiten ie dnngendfte noodzaaklykheid zalbelluiten., zy zich echter bevoegd en verplicht rekenen hunne bekommeringen over dit aangelegen onderwen. nader e ontwikkelen. Ter ftaving hunner bevoegdheid brengen zy den eerften Articul der Burgerlykc en Staatkundige Grondbeginlelen, en die maximes en gevoelen by, uk welke (om hunne woorden te gebruiken ) „de A " -~ Burgers Representanten !  C i j „ Nederiandfche Vryheid ten tyde der geweldige Geldlief» 4, fingen onder Koning Philips geboren is"; en meenenhet ogenblik van remonltrantie dan althans geboren te zyn, wanneer de last zoo hoog geklommen is, dat het doeleinde, om het welk de Maatfchappy is aangegaan , byua wordt omvergeworpen, en wanneer onvermogen voor a»vfVligkeid gehouden en als zoodanig met ftral bedreigd of. ook dadelyk geftraft wordt. Vervolgends laaten de Requestranten een droevig en maar al te waarachtig tafereel volgen van den toeftand, in welken de kort op elkander volgende Heffingen de Ingezetenen , in het byzonder den middelftand in vel'fchëiden der voormalige Gewesten en fpeciaal in het voormalig Holland hebben gebragt; en zy betogen nadrukkelyk , dat daar door de Indultrie, welke ondertusfehen zoo veele aanmoediging behoeft, geheel wordt uitgedoofd en ter neder gedrukt, vooral op een tydftip ,dat de meeste bronnen van beflaan merkelyk zyn opgedroogd , of geheel verdopt. |n de toepasfing deezer waarheden, beroepen zich de Requestranten op den 209. Articulder Aéle van Staatsregeling , als waar by bepaald zoude worden, dat alle buitengewoone lasten by wyze van qnotifatie, als dan gratuit, cp. de relative inkoniften en verteeringen der Ingezetenen gouden moeten worden gevonden, en op den 64. JrtiCul der Algemeene Beginfelen , die bepaalt, dat de behoeften van den Staat door alle Burgers, naar evenredigheid van hun vermogen, moeten worden gedragen, en vermennen eene gepaste gelegenheid ie vinden , om fenige aanmerkingen te maken over de groote vermenigvuldiging der Ambten , welke ruimer dan voorheen gouden worden bezoldigd, zonder aan eenige qiiartaaiskoningen of andere lasten onderworpen te zyn, waar door dan onder andere ook is veroorzaakt , dat de meeste vorige Heffingen voornamemlyk ophet induftrieufe gedeelte der Ingezetenen beeft gedrukt —- zy herinneren verder aan den 68. Artieul der Algemeene Beginfelen, Welke het Beduur verplicht tot eene verfbmdige bezuiniging en tot de affchafflng v?n onnodige Ampten en «itgaven ; komen wederom op het fcarntbaattHd deficit V<"tu deezen jaare , als overtreffende het te kort in de ■grift fchitferende tydperken van tun Ccmeenebest , eïj eind».  ' 3 ) eindigen met het verzoek, dat het Vertegenwoordigend Lichaam boven alle andere bezuinigingen in het byzondej" op de befnoeing en vermindering van nodelooze Ambten en Bedieningen denkende, tevens in het daarftellen van Heffingen bedagt zy, dezelve interigten overeenkomftig den 209. Artikul der Acfte van Staatsregeling, en op dit hun verzoek tevens lette in de nadere bepalingen-van de iLi'lïng den 14. Maart gearrefteerd. Üit deeze voordnigt volgt van zelfs, dat het verzoek van de Requestranten , hoofdzakeiyk betrekkelyk is tot de wyze, op welke zy begrypen , dat de geforceerde Heffingen behooren te worden ingerigt, boven en bchalvetl een algemeenen aandrang tot bezuiniging. De Vergadering bewust vanhaare zorg, om bezuinigingen by alle gepaste gelegenheden in het oog te houden, en volkomen bevroedende, dat aan het eerlte verzoek na het Decreet van den 14. Maart eenvoudig betrekkelyk kan zyn tot de byzonderheden der geairefteerde Heffing, welke wy getragt hebben zoodanig voortedragen , als het meeste belang der Ingezetenen verdiende, terwyl hetzelve door het finaal arrefteeren van evengemeldc byzonderheden , by deeze Kamer moet worden gehouden voor vervallen, begrypt, dat ons Rapport diensvolgends zeer kort zoude kunnen zyn, waare het niet., dat de inrichting van hei llequest, en dePerloonen,welke hetzelve hebben ingediend , waar onder voorzeker veele bekwaame Mannen worden gevonden, welke in vroegere tyden, ook hunne pogingen , hoezeer met eenen niet volkomen gelukkigen uitllag in het Beltuur van. het Vaderland rechtltreeks of van ter zyde hebben aangewend, dubbeld verdienden, daf wy ons met deszelfs onderzoek bezig houden , en vooral trachten de zaaken in haar waar daglicht voorteftellen en daar door zoo by de Natie in het algemeen al» by de Requestranten in liet byzonder, die nadeelige en gevaarlyke denkbeelden weg te neemen , welke by de laatften werkelyk fchynen te beftaan, en welligt by anderen eenen al te gereeden ingang zoude kunnen vinden. Daar mogen 'er onder de Req uestranten worden gevonden» welke tot nu toe in geene buitengewoone Heffingen na den jaare 1795. hebben gedragen, of welke met aan den letter van de Wet te veldoen, zich het genot van een A a Pen-  ( 4 y Pëniioen ten laste van de Republiek hebben verzekerd op welke, volgens de Decreeten der Geconditueerde* M?xhten, onvermogen en verdienden alléén aanh>raak geven; en men moge zich billyk verwonderen dezulken het harnas te zien aantrekken over den last hunner Medeburgeren, en de kreet te zien aanheffen over de nutrelooze vermenigvuldiging van Ambten en Bedieningen zy zyn en blyven BataaffcheIngezetenen; als zoodanigen zyn zy met de overige Requestranten volkomen bevoegd om hunne klagten en grieven in den fchoot hunner Vertegenwoordigers te ftorten, en itt eene Volksregering by repraefentatie kent men die deliberatiën niet, welke zich een Aristocratisch Beduur wel eens over de middelen Veroorloofde, om de Hem' hunner Medeburgeren te fmooren , en het recht Van petitie tot eene iedele klank te maaken. Het is in de verzekering van dit recht, by den i Art. der Burgerlyke en Staatkundige Grondregelen voor de Afte van Staatsregeling uitgedrukt; het is in de zorg van het Beduur om de veiligheid van den Staat door rechtvaardige middelen te verzekeren, en om eert ieder te overtuigen van da noodzakelykheid van BelasTingen , welke het ondanks zich zelve moet uitfchryven dat een Republikeiasch Gouvernement zyne grootde kracht kan vinden; het is daardoor, het is door de herflellinjj van waare grieven , dat het Vertegenwoordigend Lichaam zich ^nog eenigzins mag vleiën, dat het tegenswoordiV Geflacht zal'worden aangefpoord, om het voorbeeld vart deszelfs roemruchtige Voorvaders te volgen. Deezen toch veromwaardigd over het juk, het welke een frofsch aileenheerfcfter, met verguizing hunner bezwooren rechten, en met verwerping hunner biilyke klachten op hunne moedige halzen wilde drukken; ongenegen dat o-eweld door buitengewone opbrengden te fchragen bedoren vry en van hem onafhangelyk te zyn, en in de volvoering vair dat Befluit, gingen zy met een geduld en eene dandvastigheid te werk, welk-e hun, boven het Him van het Vaderland, de algemeene bewondering Van het toenmalig en volgend Geflacht hebben verzekerd*" e'n- in dien kryg deed ware Vaderlandsliefde hun in een* ;/??r korten tyd- meer dan het dubbeld opbrengeu tan-dat  C 5 j geen, hetwelk zy aan hunnen Overheerfchcr met zoo* Veel klem hadden geweigerd; eene omdandigheicl, v.ai Welke de Requestranten voorzeker niet onbewust zyn, en welker loffelyke vermelding misfchien' veel meerder van ware Vaderlanders had mogen verwagt worden , daif de allufie door hun op de tyden van' Philips en Alva ge' maakt. En zouden wy van onze Medeburgers minder' groote opofferingen verwagten? zouden wy ons, in het byzorider mogen voordellen, dat zy blind voor 's Lands' welzyn, en het eenige middel verwerpende om hun geheel bederf door nieuwe opofferingen voortekotnen, de £00 moeielyke taak hunner Beduurders dubbeld moeiejyk maaken en veriedelenzouden ? Dit voorzeker zoude te beledigend zyn, wy mogen veel eerder vertrouwen, dat ook thans alles van het welbegrepen belang der Ingezete -' nen veilig mag worden af hangelyk gemaakt; Daar door worden wy van zelfs geleid , om den tegenswoordigen toedand van ons Vaderland met de Requestranten te befchouwen; en daaromtrent erkennen wy, dat dd algemeene uitputting der Ingezetenen door hun volkomen' naar waarheid is afgemaald, of liever wyzen wy U na da ónderfcheiden vertoo'gén, welke' het Uitvoerend Bewind daaromtrent aan deeze Vergadering heeft gedaan',,.aan de meenigvuldige Rapporten, welke door ónderfcheiden Commisfiën in de beide,Kamers van het Vertegenwoordi-, gend Lichaam zyn üitgébragt ; daarin zult gy, daarin zal een ieder zien, dat en het Bewind en uwe perfoffeelé Coni-' misfië, en het Vertegenwoordigend Lichaam'zelf,' nietig nu onlangs , maar byna' van het oögehblik van' deszelfs Conditutioneete organifatie het kwaad heeft gezien, bekend gemaakt, en getracht zob veel' te leeaigen, als de outftandiglVeden gedoogden'. , En indedaad, wanneer men aahdagti'g de .gebeurtenisfeu der laatfte jaafen' nagaat, moet men misfchien meerder óver ons' aanwezen dan over onze vernedering verdom-' «ïen. Door byzondere'en'geheel tegendrydige'bèlanger/ vóór byna twintig jaaren ia eenen Oorlóg gewikkelde é^èn rampfpoedig' voor de Negotie, als' drukkend voo;' de Geldmiddelen, lieten dé daarop gévolgde binten eh bmt nenlandfche Onlusten, geene verademing.over ^.meii1 Yfif ' jpEMe mtiïloétten'. en dagt het' Land mët'Refólutieii'éffFró1"  r « ) fchulden bezwaard liet, door beide de mm-;:?,' "Lt le behoorlyk uitzicht op tttBSn fift$*,&2&tf Sdoo^ssur^!ehe<;Ide,, itaande ÏSWï Republiek ovemoff fe'n 7e uoeie Xr^XT^r" N "5 onderdrukkingen en Wi^W^^h nebest een aanzienlyke deel vanderzdve, i Gemc" §«; en v»n Jat tydftip af^irdt te „ ™ S "f2"" nen worden gekeerd dan dnnfiT ^7^- hebben ku"- Ho£2MrnIeao„s.ochmOSettsmw£rPen,Wr beraadflaiomme betreurd welke aan S r, * V«rg«d«wk de tod; zoo dikwSSh iïfe*!W*^5 ef  C ii ) of het getal of de bezoldiging der Amptenaarcn befnocid, en nog onlangs hebben dt deliberatiën over de Organiiatie van de Rureaux van de oiiderfchcideii Agenten haar m de gelegenheidgefteld, om doorllaande bewyzen te gever., dat bezuiniging "in deeze door haar als wenfcbelyk beichouwd, en zoo veel mogelyk betragt wordt. Maar bovendien or.fc in deeze befchuldiging heeft veele overdrevenheid plaats; of ziet men niet, dat en de Staatsregeling, en de wyze van werkzaamheid door haar voorgefchreeven, veele Po.ten heeft noodzakelyk gemaakt, welke eene redelyke nezolding vorderen? Ziet men niet, dat de invoering der Coaftitutioneele orde van zaaken, voor dat de voorige wyze van Administratie geheel heeft kunnen worden weg- * genomen, veele onkosten verdubbelt, welke dagelyksch verminderen zullen? Weet men niet, dat thands verlengde Lasten door de Natie worden gedragen, die bevoo- r rens uit byzondere Kasfen wierden gevonden? is men die vermenigvuldiging en op eenflapeling van Posten vergeeten, welke thands zvn vervallen, en welker groote emolumenten, onder het vorige Beftuur zulke aauzienlyké, hoe wel zeer ftille bronnen van bezwaar voor de Ingezetenen van inkomften voor cnkelde gunstelingen uitmaakte, over welke onder dat Beftuur zulke luide klachten wierden ge hoord ? denkt men niet meer op de fchandelyke bezoldiging van de groote Generaliteits Ambtenaaren, welke twintig a dertig duizend Guldens en meerder aan levenuën genotenV ismen de uitkeeringen endedommngementcn vergceten aan een eenvoudigen Gommis Expediteur toegelegd? bedenkt men ook hoe veele Cóllegiën er dadclykby de daarllelling der Revolutie, en laater by de aanneming der Staatsregeling zyn vervallen , welke de kosten der Administratie voorzeeker hebben verminderd? Is men immer bedagt geweest, om eene naauwkeurige"berekening te maaken van al, wat het voorig Beftuur niet aan Tractementen, maar aan Emolumenten, aan Commisfiegelden,en aan een fchandelyke byficep van kleine voordeelen heeft gekost? Zulks was noodzakelyk, doch zulks doet men niet, om dat het veel gemakkehker valt te klaagen dan te vergelyken, onredelyk dan billyk te zyn. Het is toch eene zekere waarheid, dat het in de ooreri van een Volk, dat voor deeze, ten opzicht* der Tractementen van  C 13 ) van demcesteStnarsbeampten «-ehepl hlimA ^ i hard klinken moet, wanneet-hetze\weïe füdeD de tukeldc Bureata van den 7™ ' welke'ommen voor gepetitioneerd; afc^^Ö^^S worden vreemding geheel zal ophouden Hal n' *5 teeze be* geheel zal wegvallen, waZeermtalt bdchllldi^"^ het Collegie vati den gewezerïLT I by ver£clykt door het%m&^^^A^d^ Sta"e".het welk den.' en den &UM£h%® S 7erva"Se" §' t0t 9& ^ veel eene richtige opL-enS de< neer Wy "aga3n h™ aan meenigen GrySd b"««ige«roone Lasten, ^.^53^iSJS» Weduw:e gekost uit het nagclaaten SSS «oegErejaaren, of ter naauwer nood een S ^ van by hunne kty,^If^ n^T£?* worden verdoken ! ons hirr w!.ï g 001 een gedeelte hoe veele ongelukkige VVeezen ^ Wa"neer Wy naSaa" Land wordeTbiiSffa^S?/0* £?■ no°dWhet opvoeding te genieten en t£ ^ m de hun toe§^agte in de MaaVehappv e worden Zltl 5 n»"ige Leden moedigende aanc o'enLen mïaken ,' d5h dee2e w^ plaats, wanneer wv ifkl^h? - 001" vero»twaardiging onwil de wanbetaSt/ föïS^J"* TOMbi:k * fommige Kapitalisten of S bètS n Y h°°ren' hca Hip hebben betaald dar hm, , ' °(emt °P het «ydheerschzucht en geweld onl. I P h*0**" Was> °m wapenen op 3fiJ ren'troöï e^vS-T men vervo gends zien mn^t n voe,en5 en wanneer door vergezogte ToSen «n^SSS? '"gezetenen Medeburgeren eenii fanS het medc,vden timmer voor hetVrigbemandP ïvf -V°S maaken Is 'er het welk de Re?uSS„ ^ e" 'IWi^^^SS de"dfs bekeifde by^^i^g^ï^l Ö£ Heffing «er Staatsregel^ MS^S^^'S* ..«etiueuw. De Vergadering ^SSS^ set  ( is > zet is beantwoord by het Secreet Rapport, den 16. November 1798 door de Burgers Reprajfentanten Daendeh en andere uitgebragt, over de Heffing, den 28. dier maand gearresteerd: en wy vermeenen niet beter te kunnen doen, dan hier de eigene woorden in te lasfen, welke uwe pcrfoneele Commisfie des tyds heeft gebezigd, en die de Vergadeiing by het concludeeren van het Rapport heeft overgenomen. „ Ten aanzien van het geen aan het Vertegen„ woordigend Lichaam te doen ftaat, zegt uwe „ Commisfie: zal de Staatsregeling ons het. best „ ten geleide ftrekken, waar Art. 209. gezegd „ wordt: „ „ Indien de omftandigheden der Republiek, ee„ „ nige buitengewoone Uitgaven noodzakelyk maa„ „ ken, vindt het Vertegenwoordigend Lichaam, „ „ die, by voorkeur, zoo veel mogelyk uit eene ,, „ buitengewoone heffing, en wel als don gratuit, „ „ by wyze van Quotifatiën over de relative In„ „ komften en Verteeringen van alle de Ingezetenen. „ „ der Bataaffche Republiek. „ „ Dan wanneer Hetzelve oordeelt, te moeten „ „ overgaan tot het zoeken van Pennningen, by „ „ wyze van vrywillige Negotiatie, bepaalt Het den „ „ kortst mogelyken termyn van aflosfing, en eene 5, „ behoorlyke geëvénrèdigde belasting, voldoende „ „ tot het bekomen der nodige Fondfen, zoo tot „ „ betaling der Jaarlykfche aflosfingen als Intres„ „ fen". „ Hier wordt, wel is waar, aan het Vertegen„ woordigend Ligchaam de keuze gelaten, tusfehen eene buitengewoone Heffing, en eene vrywillige „ Negotiatie, dan wy behoeven den tyd niet te verfpil„ len om UI. te overtuigen, dat alleen het eerfte ons „ in het tegenswoordig tydftip overig blyfe, daar de „ fuccesfivelyk plaats gehad hebbende gedwongen „ geldligtingen en de bekende omftandigheden, in „ welke zich de Staat bevindt, alle hoop op het „ gelukken eener Negotiatie, geëvenredigd aan de behoeftens van het Gemenebest, en onder draage-  | 16 } lykc voorwaarden, volfrrektelyk moet doen wee,, \ allen. 5 „ Vermits men dus tot eene onvrywiilige GeldhefH fing zyn toeviugt neemen moet, komt alles aan op » de ^are meening van de Staatsregeling dienaan„ gaande. ~\ l)eze fchynt in den eerden opflag te willen, dat „ zich het Vertegenwoordigend Lichaam tot eene „ Heffing by Quotil'.itie op de relative Inkomften der „ Ingezetenen, eri wel als don gratuit hepale; daar „ zy uitdrukkelyk zegt, dat zulks aldus bv voorkeur „ moete gelcbieden, welke laatfte kan fcbynen tem ge»1 °ver eene vrywillige Negotiatie te worden ge;, fteld. „ Dan men zoude te ver gaan , byaldien men daar„ uit wilde befluiten, dat de Staatsregeling alle na„ dere wyzen van Helling voiftrekt zoude hebben „ buiten gefloten, of ten minften niet toegelaten, dat „ met en benevens eene Heffing by Quotifatie op de Inkomften, andere middelen wierden by de hand ,", genomen, om .den opbrengst mogelyk te maaken, „ mits tevens wierde gezórgd, dat ajles eindelyk op „ de Inkomften neder kwam. Want, behalven dat „ de woorden by voorkeur tot het geheele Articul, „ doorlopend betrekkelyk gemaakt, genoegzaam aan„ duiden, dat ook andere middelen moeten kunnen „ worden by de hand genomen, wanneer het deficit „ op de Inkomften alléén niet kan worden gevon„ dei, ltemt de aart der zaak volkomen met deze „ explicatie overeen: De Staatsregeling toch heeft „ haare befchikkingen voor gewone gebeurtenisfen „ ing-richt, en wysfelyk bepaald, dat het eventueel „ deficit op de kosten zoude worden gevonden, ver„ mits zulks ongetwyffeld het meest gelykelyk drukt „ en alléén dragelyk blyft, wanneer dezelfde Ope5, ratie , geduurende verfcheiden Jaaren, moet wor„ der herhaald. Doch die zelfde Staatsregeling kan „ nipt ifett hebbes gewild, het welk als volftrekt »lyk i u .e moeten worden befchouwd, » en zulks zoude het geval zyn, byaldien men haar ^ voorfchïjft zoo letterlyk wilde opvatten, dat vol- . ftrekt  C *7 ) „ {trekt alle andere geforceerde middelen, hoe zeer „ temporair, zouden worden uitgefloten. Want behalven, dat alle opbrengst opdelnkom„ (ten, die agt of tien pro Cent overtreft, vóór zeer „ veele Ingezetenen in de daad onm'ogelyk, en voor „ het Land voiftrekt verdervelyk is, nadien zulks op „ het (leigeren der reeds zoo hoog geklommen Ar„ beidsloonen en Daggelden van eenen onmisbaaren „ invloed is, daar deze immers altyd met den nood„ druft der Arbeidslieden gelyk (taan, valt het, bo„ vendien, niet moeielyk zich het geval voor te ftel„ len, dat de behoeftens voor een enkel jaar, zelfs „ in niet geheel rampfpoedige tyden zoo hoog klim„ men, dat dezelve alle de Inkomften der Ingezete„ nen nagenoeg eveuaaren ,■ geval, het geen de appli„ catievandc gcattribuceerde, meening der Staatsre„ geling phyfisch onmogelyk zoude maaken, en nog„ thands zeer bedenkbaar, zelfs naar aanleiding der „ lotgevallen van dit ons Vaderland. „ De Staatsregeling nimmer hef onmogelyke kun„ nende gewild hebben, leidt ons dus dezelve tot „ deze uitlegging, dat alle huitengewoone behoef„ ten motten worden gevonden, of door eene vrywillige Negotiatie of door eene buitengewoone " Heffing by quotifatie op de relarive inkomften der „ Ingezetenen en wel als don gratuit; met dien ver' ftande echter dat deze quotifatie zich niet tot één " jaar behoeve te bepaalen, maar, voor de behoeftens van één jaar geduurende verfcheiden jaaren „ kunne worden uitgeftrekt, en geenszins uitfluite „' het vinden der temporaire behoeftens, by wyze, „ van anticipatie op deze op tyd werkende belasting, l in evenredigheid van een ieders bezittingen, afge^ trokken van alle inkomften, en onder het neemen ^ van genoegzame voorzorgen, zoo tot aflosfingvan het aldus geanticipeerde, als tot verzekering der renten welke aan de Geldfchieters voor het .gemis „ hunner penningen worden toegezegd. „ Deze bepaling van de meening der Staatsregeling, „ welke volkomen met haaren geest ftrookt, en die ' onzes inziens de eenige is welke buitjnabfurditeiB 2 n ten  £ i* ) ti ten V!vft' cn met eene gezonde Staatkunde kan „ worden overééngebragt, heeft dan ook de richtfnoer ?? onzer verdere ddiberatiën uitgemaakt, en ons aenoodzaakt juist in dezen tot eene heffing op de „ mkpmtten met eene anticipatie in evemedigheid van de bezittingen aan UI. te advifeeren " Hef"-7dt t0ch geen bedenking dat een duficit van „ Oo. Miüoenen op de revenuen van een enkel laar „ oJ op zyn hoogst genomen; yan vyftien maanden! „ met kan worden gevonden: daar de meeste Inge„ zetcnen hunnen dagelykfchen onrfang ook byna da„ gelyksch yerteeren', en, ondertusfchen niet veel „ minder dan zestig pro Cent der inkomften van „ alle de Ingezetenen benodigd zoude zyn om in dit ?? te kortte voorzien.'? Ook daar in zal de Vergadering de bedenking van de Requestranten vinden opgelost, als of deeze wyze van Heffing voor de Induftrie te drukkend en niet 5vereenkomftig zoude zyn met den 64. Arti,cul der Algemeene Ijcgmzelen, waar by bepaald wordt, dat een ieder in de gasten, overeenkomftig zyn vermogen, dragen moet; c.in om ceezc bedenking volkomen op te losten, is het •jpodig de zaak wat hooger op te haaien. Het eenigegeoorloofde doelwit van alle'Lasten is de volkpmen bewcczen noodzakelyfcheid derzclve, ord aan de behoeften van den Staat ter bereiking van het oogmerk' der Maatfchappy re voldoen; dat is de b-.veiliging van a Ier eer, leeyen en bezittingen, ei, bet aandeel, het welk een ;cder»u deeze asten behoort te dragen, moet gtëvenreef;gd;zyn aan de meerdere of mindere behoefte om deeze cevei igmg te genieten. IJet fpreekt dan ook van zelfs, fot de Man, die van zyne fpdijflrie alléén leeft, minder whoort te.betalen dan de Kapitalist,'welkende revenuën zyner bemungen worden verzekerd; de eeSïe toch be- fe ttïf ;lTn pCrf°'CC!e b^W, waar hem deeze, eg het middel om op eene eerlyke wyze de kost te winnen f d; verzekerd daar vindt hy zyn Vaderland, en der- SS^h Z°0dn hem de lasteil ®yn vorig ^rKyf te drukkende worden ; de Kapitalist behoeft IW m tt§m niet alleen deeze perfoneele beveiliging maar  C '9 ) ook de beveiliging zyner Bezittingenliet zy dezelve ig vastigheden, of in rentegeevende Kapitaaleri, ör ook iii havelyke goederen befta'an; deeze wordt door een groote'r' belang aan de Maatfchappy geboerd, en is, naar mate van dat belang tot grooter opofferingen verplicht, door welke' alleen ook hy naar ' zyn vefmogen in de algemeene' laste;'} draagt. .... Om deeze evenredigheid fri gewoone tyden te vin den' * ïieeft mert van de oudfte'tyden af, eene belasting op allé vaste goederen ingevoerd, welke, hoe zeer partieel drukkende ,de eenige was, aan welkeKapitalisten als zoodanige;"! kondén worden onderworpen, terwyl de belangen van den Koophandel en de natuurlyke' vryneid der Ingezetenen $ die het ftelfef van indirecte belastingen ftc:ds de voorkeur boven een direct: bezwaar der Ingezetenen hebben doe ff geeven, Voiftrekt beletten'moest, in da gewoone Lasten iets verder op de gegoedheid der Burgeren te letten. Wft 'is nu eigenaartiger, dan by buitengewoone lasten alles' hi eens op de Inkomften, dat is op de industrie te leggen"* of tevens te letten op het hoofdbelang, hetwelk deortderfcheidene foorten van Ingezetenen hebben by de beveiliging, welke hun de Maatfchappy verfchuldigd is? Deeze vraag vleien wy ons, dat gezonde rede en goede' Staatkunde even fpoedig beflisfe; en wil men dit p'oinc%' van de zyde der billykheid nader hebben aangedrongen, men lette flegts op de gevolgen, tot welke een tegenovergefteld fyfthema brengen moet. Men fteile by voorbeeld twee Vaders ieder met een talryk huisgezin beladen , ëö ieder een inkomen van ƒ4000:- geuierende, waar Va'n! het een niets meerder is dan de Inkomften van Industrie j terwyl het ander de rente uitmaakt van een' vast Kapitaal i de behoeften van den Staat op de Inkomften alleen te' vinden, vorderen eene' opbrengst van vecrtigpr'o cent, en bei denbetaleu ƒ1600:- zoodanigegterdat deeerffe misfchien? verplicht wordt zich in fchuld te fteeken , terwyl de raatfte een gering gedeelte van zyn Kapitaal, voor de behoeften van den Lande opoffert; men fteile verder dat beide overlydeu, en men lette dau op'de gevolgen van hunnen? ^opbrengst ten aanzien van hunne nagelaten e Kinderen. Die van de eerfte hebben van de betaling huns Vader'? ê«an ander nut, dan de bewustheid'dat hy zich Sétt rtó* & 3 ft*»  C 20 ) boren van zyn plicht heeft gekweeten, terwyl die van de Iïfatfté dc verzekering van hun geMl vermogen vindeninde opoffering, welke het Land heeft gevorderd. Dit voorbeeld Ichynr ons toe, de zaak van de zyde der billykheid en rechtvaardigheid zoo zeer te voldingen, dat wy volkomen inhaleren het geen wy'by ons Rapport van den 9 Maart, deezen aangaande hebben gezegd, dat alle buitengewoone Belastinge,. op de Inkomften, niet boven eene bepaalde huoete kunnen worden gcbra?r, en dat het verder te kort, naar den aart derzatik, op eene andere wyze moet worde gevonden, waar door men natuurlyk geleid wordt om de Eigenaars van Bezittingen aan te ipiecken. als die geene,welke het meeste belang hebben by de beveiliging en inftandhouding der iviaatlchappy, en ui allen gevalle die geenen, welke ho£ het meest 111 ftaat zyn haar in haare buitengewoone nood telchragen; terwyl eimielyk de verzekering van de teruggave en van een ïedelyke rente, alle bedenking onzes inziens , geheel doet wegvallen en tevens volkomen de Heffing over alle Inkomfen wettigt. Wel verre dus, dat een vooil'ehot op de Bezittingen de industrie benadeclen zoude, komt ons dezelve voor het eenige middel te zyn, omdeeze.niet den laatften doodfteck te geven, terwyl het deswegeus geargumenteerde, wel op alie buitengewoone Heffing geldt, doch geenzints toepasfelyk kan worden gemaakt op de wyze van inrigting van den laatst befloten maatregel. Wy erkennen echter, dat het Bataa.Tche Volk, in de onmogelykheid geraaken zal, om den last; van buitengewoone Heffingen op den duur te dragen; wy erkennen, dat het een der tederfte zorgen van het Vertegenwoordigend Lichaam behoort uit'te maaken , om dezelve by een volgend fanr of te verminderen of te voorkomen. Wy wenfehen vuuriglyk, dat de veranderde fituatie van Europa daar toe de gelegenheid, en tevens aan het zoo diep vernederd, zoo zeer geteisterd Gemeenebest eenige verademing, eenige opbeuring moge verfchaffen, en wy vertrouwen, dat deeze Vergadering daartoe zoo veel in haar is bv alle gepaste gelegenheden zal medewerken, waartoe wy ons vleien binnen weinige weeken te zullen aan leiding gee ven; wanneer wy hoopen in ftaat tc zullen zyn ons Rapport uit te bren-  C w ) brengen ophetftelzelvan Algemeene Belastingen, bet welfe alléén de vvaare eenheid zal daarkellen , bet Sta«Sgebóia# bevestigen, en met den tyd een voldoend redmiddel opleveren0 voor'de zoo diep gezonken Finantien van het Gemeenebest. L . b ... r A, Wy moeten verfchonwg verzoeken Burgers Repmeiltanteii! dat wy over deeze zaak misfchien reeds te ver uitgeweid, en uwe aandagt van gewigtiger bezigheden, afgetrokken hebben; dan daar het hier fchynt aantekomen op de verdediging van onze eer, zullen wy nog eenige ogenblikken moeten belteeden, om fommigé by den Requeste zydelings aangevoerde bezwaaren nog met een enkel Woord te wederleggen. Onder anderen klagen de Requestranten ïtt het vöorbv°aan ook over het ftilftaau der meeste Manufactuu? ren, Fabrieken en Traficquen. Men zal, hopen wyi wel zoo veel edelmoedigheid bezitten , om niette willen -, dat alle de Fabrieken in ons Vaderland, die federt zoö veel jaaren zyn verwaarloosd geworden , onder 'qns Beftuur als het ware in een enkeld ogenblik tot den ouden bloei zulleh wederkeeren, njaar zoo deeze klagten niet voor bloote klanken moeten worden gehouden » dan vragen wy, hoe het byna mogelyk is , dat de Reques* tranten ook dit als een point van bezwaar kunnen aanvoeren ? daar het hun, als Inwoonders van Leyden,daar het een hunner, die zelf onder de voornaamfte Fabnkeurs geteld wordt, vooral niet kan onbekend zyn, dat zoo wel in die Stad als op andere Plaatfen federt de laatst verlopen jaaren veel meer Lakenen, Karfayen ert Dekenen gemaakt zyn dan in verfcheide vorige jaaren, zoo dat, wanneer men der waarheid wil hulde doen* en met edelmoedigheid te werk gaan, tot bewys van den toenemenden bloei der Fabrieken, met neerder grond zoude hebben kunnen aanvoeren, dat in de laatst verlopen jaaren een vry groot aantal van beide zoo te Leyden als te Tilburg zyn aangelegd, terwyl de meeste an; dere Fabrikeurs hunne alfairen hebben uitgebreid. Verder heeft detoeftand der Eigen-erfden onder deboerenftand de aandagt Van de Requestranten fcetrofien» daar deeze,hunnes inziens, wel het meeste zouden te beklagen zyn. Maar veilig vragen wy, of het te ontkennen S 4 13  C « ) is; dat juist de Boerenftand, fiats de laatste iaarea w»1 het minst heeft geleeden, veel eer door de Voo'1 \™ der meeste Graanen tot een vry groeten trap van welK gebragt en gehouden zyn? of dus die Eigen^erfde,, vdke iteSEjSrï**9 "iet juiSt °'e mins? bSefde S onder alle de iBgezetenen van dit Gemeenebest* ün zoo dit argument al minder gelden mo°e ten aan- • jdke hlinne LanderyëTnfeÏÏeve^ gebiuiken, deeze hebben ten mmiten het zeer wezenlvk vooroee genooten, van de waarde hunner Bezï t ngen, te zien STp^ te" niinften niet verminderd 2nSivk^^,g^iYan an'dere Effcclen'meest al de oen geleden , zoodanig, dat zy dezelve niet kunnen realifeeg** Sren?^' * ^RequestranteS zet 1f ^ V00/ ™Hp0t'Ws zomlc gehouden zyn? Uit dit een en ander zal genoegzaam blyken, dat hoe gegrond verfcheiden der ingebragte klagtenW ongelukkig de toef and van veele Ingezetenen z>n moge, alles Ó - tvSSV/nV^df 2fden Mrr' en dat ooKier onpal tydigheid een geheel ander oordeel dan vooringenomenheid velt. En mogen wy ten flotte niet billyk vragen of 'er byna wel rampen zyn uittedenken , met welke wy «re kmrende ons Beftuur niet hebben te worftelen gehadTeeH magt,ge vyand byna tot in het hart van hef Vade'rland doorgedrongen, veries van Buitenlandfche Bezkti g verhes van een aanzienlyke gedeelte onzer pas herffelde Vloot, voorbeelddoos ftrengc Winters ü 2„ üverftromingen, Misgewasffn in a dere Land*ën met dat al het hoofd niet boven gehouden en ons credit by de Vreemdelingen bewaard? foo dat wanneer wy de toekomst eens te gemoet treeden, en hopenmo"en dat de verderfelyke Oorlog fpoedig een 'einde . ,™ oteit.ii zul.en, de bronnen van ons beftaan zelfs beter dan m vor.ge dagen zullen vloeien, en dat vvy doo wvzé HSï'Sfi Tlder dt'n God^5yke" Aftand, ti web ig guen de geledeue rampen weder zullen te boven gekomï hk?^&Wy % nl£t bvroeSen om óna Rapport luet nog Èreeder te doen uitdyëu; ,VOor den man die bij.  C *3 ) billyk oordeelt, efl geene kwade voornemens koestert» hebben wy misfchien reeds te veel gezegd, terwyl wy ten opzichte van anderen wel mogen zeggen den Moriaan te zullen wasfchen , indien wy meerdere pogingen wilden aanwenden om hun van de fpreekende waarheid te overtuigen; wy durven U dus, met ondetwerping aan Uw beter en meer verlicht oortleel, gerustelyk advifee^ ren, dat gy het gedaane verzoek, zoo veel de te nee^ men maatregelen omtrent de gearrefteerde Geldheffing betreft, zoudt behoren te houden voor vervallen, het zelve ten aanzien van de overige pointen in deeze Requesten vervat, aannemende voor Notificatie. (Geteekend) J. H. APPELIUS, W. RIS» G. SCHIMMELPENN1NCK %Dz\ E. A. DAENDELS. DACOSTA ATHIASi A. J. VERBEEK. C. SCHEFFER. P, M. PÈRTAT* F. van der BÖRGHTi J. COUPERUS* g 5 Êt*  Cm) Requeste van J. la Lau, cum Jhfa> ingekomen den m. Maart 1800. Aan het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks. Geeven met fchuldig refpscl te kennen dè Ondergeteetenden, allen Burgers en Inwoners der ijataaffche Republiek, woonende te Leyden. Dat zy Ondergetekenden zig gaarne verzekerd houden , dat de Vertegenwoordigers des Bataaffchen Volks voikoroen bewust zyn van de drukkende en voorbeeldeloze omïtandigheden, waarin niet alleen hetgrootfte, maar inzonderheid ook» het wezenlykfte en belangrykfte gedeelte hunlier Mede-Burgers zig bevindt: Dat zy even gaarne overtuigd willen zyn , dat dezelve Vertegenwoordigers, in die bewustheid , aan de zugteude en kwynende Natie, buiten de allervolftrektfte noodzakelykheid, geene nieuwe lasten zullen opleggen, welke haar, immers de goede Burgery, die van een matig vermogen, gevoegd by induftrie en arbeid , leven moet, geheel en voor altoos zouden aoen bezwyken: dat nogthans , en niettegenftaande deze overtuiging, de Ondergetekenden zig aiet alleen gerechtigd en bevoegd, maar ook, als getrouwe Burgers, verpligt rekenen, om hunne bekommernis, zorgen angstvallige vooruitzichten , aan U, als Vertegenwoordigers des Volks open te leggen, daar de nood der Ingezetenen zo hoog is geklommen, dat, indien dezelve fteeds door nieuwe Hellingen en Contributiën moet aangroeien, het oogmerk zelve derSamenleving, en 't doel-einde, waarom zy eene BurgerJyke Maatichappye onder Uw Beftuur uitmaken wordt omverre geworpen, en geheel vernietigd, namenlvk! het verzekerd genoten de veiligheid der Bezittingen, mitsgaders de ongeftoorde uitoeffening der induftrie, waarvanzv met hunne Vrou wen,Kinderen en Huisgezinnen,beftaan moeten, terwyl immers, en volgens het eerfteArtikel dstAlgemetveBeginzelenvaiiStaatsregelingltnvol^ïit die maximes en ge-  C »5 ) gevoelens, uit welke de Nedërlandfche Vryheid , ten tyde der geweldige Heffingen van Koning Philips, geboren is , niemand ontkennen zal, dat Burgers.en Ingezetenen gerechtigd zyn hunne femme te doen hooren, wanneer de nood zo veris gekomen, dat hun gantsch vermogen, tot behoud van 't welk zy niet alleen in deMaatfchappye zyn getreden, maar ook jaaren herwaarts hun gewoon fchot en lot betaald hebben, door bovenmatige en geduurige Comributiën wordt uitgeput, ja zelfs (waarvan de voorbeelden niet verre te zoeken zyn) het onvermogen van veele Ingezetenen, om, of aan degeëisclre hoeveelheid, of op de bepaalde termynen te, te voldoen , niet alleen voor onwilligheid wordt gehouden, en met ftraffe ledreigd, maar ook dadelyk geftraft: Dat de Ingezetenen in den tyd van vyf jaaren, by op elkander gevolgde Geldhtffingen, reeds negentien cn een half per cent van hun vermogen en bezittingen opgebragt hebben, 'twelk, gevoegd by de zes per cent, onder het voorig Gouvernement gefourneerd, uitmaakt vyf en twiiitig en een half per cent van de geheele masfa hunner goederen , zonder nog daarby te rekenen agttienper cent, die almede in dien tyd op hunne Inkomften zyn geheven: Dat dit zelfs nog niet alles is, vermits men daarby in aanmerking moet neemen , dat een groot aantal Burgers , die van hunne Renten-gevende Effeétep leven moeten, daar ' onder vooral Weduwen en Weefen , om aan de opgevolgde geforceerde Geld - heffingen te voldoen, genoodzaakt zyn geweest hunne Lands-Obligatiën tot veel minder dan de helfte van 't Capitaal te verkopen, waar door zy wezenlyk , veel meerder dan 't geen zy fournccren moesten, uit hunnen Boedel hebben verloren, ja men , by eene daarvan te maakcn berekening , veelltgt zoude bevinden, dat, in vyf jaaren tyds, zy zoo veel betaald hebben, dat zy, nauwlyks, drie ryfde parten van hun Capitaal hebben overgehouden; mitsdien dat, by verdere gedwongen verkóop va-n 't zelve Capitaal naar de tegenwoordige pryfen, zy, uit eenen nog onlangs welvarenden ftaat, tot de deerniswaardigfte armoede moeten vervallen : Dat, in de daad, alle die elkander, zonder tusfehenpoiing opgevolgde geforceerde Gcld-hcffingen te drukkenB (5 der  der zyn , midden in de groote fchaarsheid van Comptante Penningen welke fchaarsheid , gevoegd by de laag- aednalde waarde van de Effecten, ren laste dezer Republiek oorzaak is, dat men om eene bepaalde fommein die set dwongene Geld-heffingen op de bepaalde tyden te kunnen tourneeren , zich veelal genoodzaakt heeft gezien twee * driemaal t zelve Capitaal aan 's Lands Obligatien te verpanden of te verkopen; dus, by ieder fournisfement, een gedeelte van zyn vermogen wegfmelten; de reeds beperkte, beinoeide, en gedrukte Inkomften verminderen ; en m angst en fchnk eene akelige ruïne metrasfe fchreden naderen, die'geheel onvermydbaar is, indien by de Verte* genwoorcugers des Bataaffchen Volks, door 't lot hunner Mede-burgers en Lastgevers bewogen, tegens de continuatie van zulke aanccngefchakelde Geld-heffingen, die buiten vooroeeld zyn, niet worde voorzien- Dat geen Land, geen Volk, op den duur, daartegen bèttand kan zyn, terwyl geforceerde Geld-heffingen op zig zeiven fleeds en alom als drukkende en grievende bechouwd zyn, dat (daar de Bataaffche Natie, althans in l }8 voormalig Gewest Holland, zedert den iaare i79<.en dus in minder dan vyf jaaren, nu reeds negen zodanige Heffingen , zo op Capitaal als Inkomften; heeft gedragen) by de Franfche Natie de allereerftc niet heeft kunnen ter uitvoer gebragt worden, neemaar onder de redenen is geteld, waarom in den voorleden faare het jongde Franfche Gouvernement van 't Beftuur is" verwvderd geworden- üat, evengeiyk geen Volk, geene Natie, zulke Geldbehingen op den duur kan dragen, deze Republiek, die geene ressources in zich zelve heeft, die hare Inwoonders met voeden kan , en die alleenlyk door industrie moet taande gehouden worden ,■ daartegen in geen tyden beltand is, maar vooral niet in de tegenwoordige tyden, daar, alle moed en nyverheid, door 't verlies van vermogen, meer en meer uitgebluscht wordende, een gedeelte der Natie geheel tot moedeloosheid reeds vervallen zynde door ftedelyke belastingen en geduurige inkwartieringen' zo van Franfche als Inlandfche Militaire en Burgers be**aard, dc Ware liefhebbers van hun Vaderland, by dit «Hes, de Commercie in eene doodlyke kwyning zien verVallen, de Zee-vaart gedreind , de Bataaffche Vlag uit Z*e  ( *7 > 'Zee geweerd, • en uit de wateren, waar zy weker de voorsaamfte was, geheel verdweenen; de meeste Manufacturen , Tratiquen en Fabriquen, of ten eenemaal (tilftaan, of met veel moeite eenigzins gaande gehouden; de uiten invoer van Materialen, Koopwaaren en Goederen, door Vrienden Vyand, of bezwaarlyk gemaakt of geheel verboden ; de fchaarsheid van alle voorwerpen, niet alleen van gerief, maar ook van eerfte noodzakelykheid, dagelyksch aangroeijen; de duurte vermeerderen; de armoede nypender worden; het getal der Armen alomme vermenigvuldigen ; veele Stads- en Dorps- Kasfen hunne infolventie openlyk belyden; de liefdadige (lichtingen of dadelyk Hopen, of derzelver onderhoud aan de mildadigheicl van dezulken, welken hun verminderd vermogen egter ten nntte hunner noodlydende Mede menfchen nog willen mededeelen, geheel overgelaten en aanbevolen; — iu-eea, woord, deelende van ons wei-eer gezegend Vaderland tot die hoogte geklommen, dat het tafereel daarvan, hoefiair welyk ook gefchetst, niet dan met fchrik opgehangen of befchouvvd kan woiden: Dat, terwyl deeze drukkende omftandigheden hetmeesi de gegoede Burgeryen treffen, ofte wel de Eigen-geërfden onder den Boeren-ftand , dat is , de Kern van het Bataaffche Volk, de voorfz. Geldheffingen ondertusfchen (op die wyze als zy tot nog toe zyu 'ingericht, en byna zonder eenige verandering of verzagting, de eene na de andere, herhaald en hernieuwd) hetzelve kwaad , de verarming namelyk van den middelttand, meer en meer bevorderen en doen toeneemen; een der grieven, waarop de Ondergetekenden vermeeneu den aandagt der Volks-Vertegenwoordigers wel inzonderheid te moeten vestigen: Dat immers, de behoeftige Clisfe der Ingezetenen vanzelve bevryd zynde, de rykere Clasfe, ofdiegeenen, welke een groot vermogen bezitten, daarby, (althans voor het tegenwoordige, en zo lange door die Geld-heffingen het betaalender Interesfen mogelyk blyft,) voordeel doen, als die, door hunne .Penningen en zwaare Capitaleu, ju (taat zyn, om de Lands Obligatien en Recepisfen, welken de middelfland der gegoede Ingezetenen van meerdere of miadere Clasfe zig genoodzaakt ziet voor de gefileerde founüsfemjijten tc verkopen en te geblete ma»  ( *8 ) maken , tot de tegenwoordige Iaage pryfen (die men wel eer voor een Spot-prys zoude gehouden hebben) in te kopen, en daar door zig eene onmatige Interest van hun uitgefchoten geld te bezorgen, welke Interesfenwederom, by de eerlïe gelegenheid, door hen op dezelfde wyze tot Capitaal worden aangelegd; alles ondertusfehen tot uitputting en al geheele ruïne der Mede burgers van m ddelbaar vermogen, die hetgrootfte getal uitmaken, zonder welken geen Land beftarn kan, en aan wier naarftigheid, industrie, en nyverheid, ons Vaderland zyn grootheid wei-eer heeft da:.k geweeten, daar het inmiddels zeker en door de ondervinding van alle tyden geftasfd istf dat geene Vryheid , even zo min als ware welvaart en bloei, haar verblyf kan houden onder een Volk, 'i welk uit een zeer ryke Clasfe en een groot getal verrrmde Menfchen beftaat; neemaar dat het onvermogen en de uitputting van den middelftand de gemakkelykfte trap is, langs welken het Üespotismus ten zetel kan geraken: Dat de Ondergetekenden zich niet vermeten zullen s noch om eene minder drukkende regeling der Geld-heffingen voör te dragen, noch om in denverdere middelen tot reparatie hnnner grieven ie' treeden ; maar dat zy vertrouwen aan de Vertegenwoordigers des Volks te mogen herinneren het 209de Artikel dtvConftitutie, volgens 't welk , „ indien de omftandigheden der Repu„ bliek eenige buitengewene .Uitgaven noodzakelyk maa„ ken, Het Vertegenwoordigend Lichaam die by voor„ keur, zo veel mogelyk, vinden moet uit eene bui„ tengewone Heffing, en wel als Don-Gratuit, by wy„ ze Van Quotifatie oyer.de relative Inkomften en Ver„ teeringen van alle de Ingezetenen der Bataaffche Re„ publiek, ofte wel anderszins by vrywillige Negocia„ tie;" eene verplichting mitsdien, waaraan de RepraJi'entanten des Volks , niet minder dan het Volk zelve tot het dragen der wettiglyk en ordentlyk opgelegde Lasten, gehouden zyn , en waar tegen ondertusfehen regelresjt ftrydr eene nieuwe geforceerde zeer aanmerklyke Geld-heffing op de Bezittingen, die de Ondergetekenden verneemen wederom befloten te zyn geworden, niet  ( 29 ) niet minder dan dezelve almede inloopt tegen het fyffe Artikel van de Algemeens Beginzoen der Staatsregeling, volgens 't welk, „ de noodwendige behoeften van don Sraat door alle Burgers, naar evenredigheid van hun " vermogen, .moeten gedragen worden:" Dat immers, indien de veronachtzaming van dezen Regel, gedyk ook van 't 209de Artikel der Conftiiutie , beiden op de onlocheübaarïte' grondbegiufelen der Politieke Economie gebouwd, wederom by deze nieuwe Heffing (zo als zy aangekondigd wordt) mogt plaats grypen, notoir is, dat Lmand, die een Capitaal bezit, waarvan de Inkomften even zo veel bedragen als een Ambtenaar van zynen Post geniet, eerst aan denzelfden last op djt Inkomften zyner eigene Goederen wordt onderluvig' gemaakt, als hy die llegts betaalt van de beneficiën en 'e voordeel, 't welk hy van den Lande geniet , en dan uog daarenboven die Inkomften, over welken hy belast is geworden, onder de'benaming van eene belasting van drie per cent op de Bezittingen , aan 'sLands Schatkist moet al'ftaan en overgéven , dewyl 'er zeer weinigen zyn, die , by het Itilftaan der betaling van verfcheiden Fondfcn en andere buitengewone verliezen, meer dan drie per cent van hnnne Bezittingen kunnen berekenen; zo dat, terwyl hy wederom voor dit jaar zyne Inkomften door die Belasting ziet verflinden , hy no"-thans van die Iukomften, weiken hy niet trekt, maar aait den Lande geeft , feven per cent , even als een Ambtenaar , moet geven ; eene ftrydighcid tegen deu duidlyken letter der Coiiftitutie, alsmede eene ongelykheid of onevenredigheid in het dragen der gameeneLasten , welke zo veel gevoeliger en drukkender maakt' het grief, by zo veele Ingezetenen reeds refideerïnde, dat alle vorige Geld-heffingen op de Bezittingen zodanig zyn ingerigt geworden, dat byna alles op het industrieufe gedeelte der Natie, of op luiden van hun Capinal levende, is neergekomen, en ook toen de Ambtenaars of geheel of ten grooten deele zyn verfchoond gebleven, terwyl ondertusfehen, daar 'er zo veele nieuwe Ambten, de meesten met zeer aanzienlyke inkomften, zyn gecreëerd geworden, alle die menigvuldige, AmbteDaais niet alleen geewdmètgelden , noch Qjiar- taah'  C .30 ) taats hrttngen, of. zogenaamde magere jaaren van hunne? fykelyk befoldigdc Posten betaald of geleden hebben, maar zelis ook daar van geene jaarlykfche Lasten dragen: eene resfource Van Financie nogthans, dikwyls, en zelfs in de ecrfte plaats, ten tyde van publieke 'behoefte, onder het vorjge Gouvernement, gebezigd, toen de openbare Posten, althans in evenredigheid, noch zo menigvuldig noch, in; t algemeen, zo hodjg befoldigd waren: Dit de Ondergetekenden zich te Veel verzekerd hóuden' Van 't bezef, 't welk de Volks-Vertegenwoordigers hebben der verphgtingen , endoor de natuur der zaak zelve, eri ten overvloede door den letter der Conftitutie, op hungelegd, dan dat zy, by deze gelegenheid, almede onder nun oog zouden moeten brengen het 6511e Artikel der Algemeene Beginfelen, volgens 'twelk het Beftuur ver„ phgt is'tot eene verftandige bezuiniging in alle bpzig„ ten, tot affchafling vao onnodigeArnpten en UitgavenT" Dat de Ondergetekenden zich geheel onbevoegd rekenen om te onderzoeken, in hoe verre onnodige Ampten of van ouds beftaande of onlangs gecreëerd, en fornuizen" zeer rykelyk befoldigd, geheel af'gelchaft, of in hunne Appomtcmcnten verminderd of bezwaard zouden kunnen Wórden; dat zy mede niet beoordeelen zullen in hoe verre fommige Natioiiaaie Uitgaven, naar gelang der benauwde omftandigheden van 'sLan.ds Fihantiën! geheel agterwege gelaten, en het zugtendeBataaffche Volk daar' van, althans op dit tydftip, door de bekvvaamfte middelen en vertoogen geëxcufeerd hadden kunnen worden, of in hoe verre daaromtrent eenige bezuiniging had plaats kunnen grypen: Maar dat zy Ondergeteekendën de uiterfte fmerte niet kunnen verbergen, met welke zy gezien hebben, dat niet tegenftaande de byna ongelooflyke lommen, door de Ingezetenen in 'sLands Kasfe geftort, en niet tegenftaande die opofferingen", toen dezelven aan de Natie wierden opgelegd, voorgedragen zyn, niet als eene ttmpöraire Contributie, maar als een middel, 'twelk ftrékken zoude, om 'sLann's Financie - ftaat op den duur te verbeteren , nogthans wederom eea kort van veertig of vyftig Mlltiöenert, flègtS voor dit ééne hopende jaar, wordt opgegeven;'eene begroting, die het hart van elk Bataafscli Bur>  Burger met fchrik moet vervullen, daar deeze Republiek, meermaal in zwaare Oorlogen ingewikkeld is geweest, de* zeiven met roem tegen de grootfte Mogendheden van Europa heeft gevoerd en uitgehouden, meerdere Troupes te veld gehad,__zegevierende Vlooten in zee gezonden, en nogthans (het onderfcheid der tyden en waardy van 'r geld zelfs in acht genomen) nimmer zulk een kort ia haare Financiën heeft gezien als heden, nu zy, niet dan in e.e laatfte tyden, eenen vyandelyken aanval van haaren grond heeft moeten afweren. Dat deeze onmeetlyke Uitgaven, die 'sLands Einatu ciën by aanhoudendheid, zonder da minfte ademhaling of tusfchenpöfing, van jaar tot jaar verflinden, notoirlyk eene bron moeten hebben, die, wanneer zy niet eindelyK eens gedopt worde, onvermydelyk allen tegenwoordig nog overigen weivaart, ja de mogelykheid van allen toekomfligen welvaart in denztlfden afgrond met zich meet flepen , zo dat aan Burgers en Ingezetenen, die hun Vaderland hartelyk liefhebben, en Vzelve, zonder uitzigt op redding, zien te gronde gaan, door niemand ter wereld, veel min door hunne Vertegenwoordigers, ten kwade kan geduid worden, dat zy daaromtrent niet ge« heel onverfchillig, lydelyk, radeloos, en wanhopig blyven, neemaar met billyk vertrouwen hunne grieven in den fchoot van die zelve Vertegenwoordigers uitftorten, zich keerende tot hen met inftantelyk, fchoon eerbiedig, verzoek, dat de besteen kragtdadigfte, dóch tevens omzigtigfte, maatregelen genomen en gevolgd worden, ten einde dezelve bron eenmaal te floppen; aan zodanige Uitgaven paal en perk te fiellcn; alle nodige bezuinigingen te behartigen; nodelofe Ampten aftefchaften; de toekomftigc onvermydêlyke Geld - hellingen , in evenredigheid naar het relatief vermogen der Ingezetenen, in terichten; de induftrieufe en middelbare Clasfen der Burgers niet boven anderen te bezwaaren; op den nood van Weduwen en Weezen régua'rd te nemen; de Ambtenaaren, naar proportie der voordeden, diezy van den Lande trekken, in die lasten te doen dragen; mitsdien de-DonGratuits, of wel de geforceerde Leeningen, indien ze voiftrekt nodig zyn, nipt ovgr de Bezittingen, maar volgen  C 3* ) ffens het voorfchrift der Confh'tutie, over de relative Inkomften en Verteeringen, van alle 's Lands Ingezetenen optt:leggen; in 't algemeen op de grieven, by dit Verzoekfchiïft eerbiedig voorgedragen, het nodig redres en eenen regtmatigen aandacht te verkenen; en wel, inzonderheid ten opzigte der nieuwe Geld-heffing, by wyze van geforceerde Leeningover de Eigendommen, zodanige nadere ichikkmgen, verbeteringen en bepalingen te maaken, dat daar door de algeheele ruïne, waarmede zo veele Ingezetenen van een middelmatig vermogen bedreigd worden, en alle de bedroevende en akelige gevolgen, die daar uit refulteeren kunnen, worden voorgekomen. *t Welk doende, enz. Joh. laLau, I.z. D. van Halteren. D. M. G. Heldewier. J. Paauw. \ C. de Gvfelaar. Pieter van Lelyveld. W. C. Verftuis. P. J. Marcus. H. van Masfau. P. Cunasus. W. Knollaerdt. M. v. Beerendregt. Pieter Marcus. Denys Niehot. H. Proper. J. A. Huygens. H. B. van Halteren. P, Halewyn. A. E. Vernede, Weduwe II. van Struyk. Voltekn. S. A. Meerburg. A. S. Sandra, Weduwe Hendk. Noordziek, junior. van Immerzeel. D. van der Beek. A. W. Brantien,- Weduwe Izaac la Lau. Cunanis. C. Marburg de Vlaming. P. F.van Kuffeler. J..F. Haver. C. J. van Perfyn. W. Schuil van der Does. j. Gronovius. M. G. del Court. Johan Luzac. , J. H. dé Ridder. En is op den 4. April daaraanvolgende ingekomen een gelykluidend Request van J. G. Saurbach, cum fuis. J. G. Saurbach. Jean Jacques Schneither. Jan van Heukelom, fenior. Jobs. van Tiffekn , J.z. Jan Viele. Hendrik Hoogenftraaten. Henderik Wynen. J. Lotte, junior, J-  C 33 ) T. Waalboer; jan Blomdeel. P. Schouten Peltenburs;. J,„D. Sandra, Wed. vanPoot. Abraham Le Poole. F. J. Rofelles. Albertus Houweling. , F. G. Blok. M. E. Lulofs, Wed. van Peene. Agatha van Breest, Weduwe F. Smallenburg. W. A. Smallenburg. J. P. Du Pon, Wed. D. J. v. Deventer. P. Peltenburg. J. E. v. d. Honert. A. M. Farret, Weduwe Rietveld, Jan Meerburg, Joh. Niehot. Evert Jongeneel. Abraham Beaumont. L. Verfpyck. J. S. Verfpyck, geboren Swanevelder. Jacobus Logger. Abraham Ramaar, J/Roldanus. }, C. Alting,Wed. Velingiu* N. G. Oosterdyk. D. v. d. Wynpersfe. T. Hoiïkoop. J. Luchtmans. M. A. Nolla. Elifabtth Pottum. A* v. Warendorp, J.z.