ARTICUL-BRIE F E N INSTRUCTIE, RAKENDE DEN OORLOG ter ZEE, Waar naar alle en een iegelyk, het zy Admiraal, VieerAdmiraal , Schout by Nacht, Capitcin, Luitenant,. Cadet, Schipper, Officiers, Soldaaten, en Matroo zen ter Zee dienende, zich zullen hebben te reguleeren, op de ftraffen, pccnen en conditiën daar in begreepen. IN DEN H A A G E, By I. van CLEEF en J. P L A A T „ Drukkers van het Committé tot de Zaaken van, de Marine, 1795.. KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK Verz. Plakkaten o. 43 „„, 13 '3   ( l > GEL TKIIEID, VRTHEID, BROEDERSCHAP. IfffS^lE STA ATEN GENERAAL DER VEREEf [ ^ :'\, NIGDE NEDERLANDEN, Allen die deezen||p^f|) || zullen zien of hooren Leezen, Heil en Broederfchap i IJBfeÉ D°t>n te wceten: Dat zo het aan den eenen kant nuttig en noodzakelyk is, dat'er goede orde en behoorlyke discipline in het beleid van den Oorlog te Water gehouden worde, om den vereifchten wederftand aan den algemeenen Vyand te kunnen bieden, Zeerovers te beteugelen, het gemeene Land van de Republiek der Vereenigde NederanJen. te befchermen , en aan de Commercie der ingezeetenen van dezelve Republiek behoorlyke prote&ie te doen genieten, het ook aan den. anderen kant buiten tegenfpraak is, dat de Aruculen en Initru&ien daar op te ftellen, en te bepaalen, met den aart van het thans aargenomen beduur van zaken, alkzins overeenkom!! ig behoren te zyn. Dat de Articul-Brief en IrftrhÜie rakmde den Ccrlog ter Zeer welke te voren op den 8 April 1702 vastgefteld was en tot hui Jen ten dage zo als dezelve by Relblutie van den 3 Maart 1766 was veranderd , in gebruik is, verfcheide Articulen behelst, die in de tegenwoordige tr e van zaaken geerzins meer te pas komen, of naar den letter geobferveerd kunnen worden, gelyk meede een formulier va i Eed, waaraan' geen goede en getrouwe Ingezeetenen van den La.jde zich thans; meer kunnen verbinden. A- % D,t  Dat boven dien verfcheide poenaliteiten in gefnelden Articul-Er >f gefield tegen de misdader;door hetScheepsvolk begaan, kenmerken dragen van die ftreogheid, welke in de tegenwoordige meer verlichte en befchaafde tydea niet meer te pas komt. Dat eindelyk de wyze, waarop de Sc'ieeps Krygsraaden waren tezamen gefteld, geenzins overeenkomt met de billykheid, en met het grondbeginfel van Gclykheid en Broederfchap, dat in 'c midJen der ftriktfte fubordinatie en Krygsdifcipüne nimmer uit het oog verloren behooit te worden, neen maar met dezelve volkomen is ftrockende. Zo is het, datWyin alle die ongelegenheden willende voorzijn, en de geheele Krygsdiciplinc voor den Oorlog te water op eenen goeden en billyken voet uillende brengen, na ingenomen advis van ons Commiité lot de 'Laken van dé Marine goedgevonden hebban, de Anu tul-Brief en Lfmïtie rakende den Oorlog tir Zee op den 8 April 1702. gearrêfleerd, en zo als dezelve cp den 8 Maart 17 66. was veranderd tot heden in gebmik, te annuleeren cn te ftellen buiten cfieft, gelyk wy dezelve annuleeren en buiten tffeét ftellen by deeze, allen en een ie* gelyk, dien het mogte aangaan, verbiedende immermeer eenige kracht aan dezelve toetefchryven, of zich uit hoofde van voormaals daar op geprsestcerde Eedcn waarvan wy hen by deeze, voor zoo veel des roods ontheffen, verbenden te reekenen; en vervolgens op nieuw te ordonneertn en te ftatueeren, gelyk wy ordönneeren eh fta'ueercn , de volgende Articulen; welke wy laften en bevelen dat alle Admiraals Vicc Aimiraals, Schouts by Nagt, Capiceins, Luitenants, Ca dets, Officiers, Soldaaten en Bootsgezellen, die zich te Water in dienst van de Republiek der Vereenigde Nederlanden begeven , zul  C y ) zullen hebben te bezweercn:en dezelve bezwooren hebbende, flipte* Jyk te onderhouden of te doen onderhouden, op de poenen en correc* tien daar by vastgefteld. Ahticul. I' Wanneer aan boord van 's Lands Scheepen Gebed gehouden word, en de klok daar toe geluid is, zal een ieder verpligt zyn daar by tegenwoordig te weezen, en zich {eerbiedig, flü, en behoorlyk te gedragen, op poene, zo wie- daar omtrent in gebreeke blyft, of, met lagchen of praaten, zig oneerbiedig of onbehoorlyk aanftelt, voor de eerfle reize agt dagen in yzeren ketens geflooten zal worden op water. en brood; en zyn rantzoen onder zyne Baksgasten worden verdeeld; en voor de tweede reize veertien dagen, en boven dien ftrenge- lyk aan den lyve zal worden geftraft, naar bevind van zaak en. Art- IL Een iegeiyk zal gehouden zyn, de Vertegenwoordigers van het Bataaffche Volk, als den Wettigen Souverein dezer Landen; het Committé totdeZiaken van de Marine, of Cornmisfarisfen van hetzelve, als meede alle Admiraalen en verdere Hoofd—Officieren, mitsgaders Capireinen, Lieutenants, en andere meerdere en mindere Officieren, over hun aangefteld of aanteftellen, trou« en eerlyk te dienen , en met alle bereidwilligheid te gehoorzamen, in al het geen hem door, ofte van weegen dezelve zal worden bevoolen; byzonderlyk op alle togten, het zy te Water of te Lande, hoedanig zulks ook zoude mogen wezen, zonder daar in ooit nalatig te zyn, op poene van aan den Lyve, ja zelfs met den Dood, te worden geftraft, naar omftandigheden van zaaken. A 3 Art.  (6> Art. III. Een ieder zal gehouden zyn, zich omtrent alle 'sLands Officieren , en inzonderheid omtrent zyne Conmandeereride en andere verdere Officieren,met den vereischten Eerbied te gedragen, en zich. te lyach* ten hun de minlle beleedigingen aan te doen, op poene van flrengelyk met handdaggen te worden geftraft, veel min de zelve te dreigen of geweld aan te doen: Zullende ieder zonder ondérfcheid, die zyne CommandeerenJe Officieren geweld zal hebben aangedaan, met denDood geftraft worden; zo als ook alle die geenen, welke uit den dienst ontfligen .zynde, ter zaakevan hunne voorfz. dienst, iets feitelyks zullen aanvangen tegens hunne Officieren van meerder of minder Conditie, die hun te vooren gecommandeert hebben.. Aut. IV. In het byzonder ook zal zich niemand vervorderen, den Geweldigen' Provoost, zyne Dienaars, of andere Provoosten, op ieder Schip gefield, eenigfms te refisteeren, of in het exploi&eren van hun ambt te wederftaan, flaan of dreigen; maar een ieder zal verpligt zyn den zeiven, desnoods en verzogt zynde, by te flaan, en de misdadigers, te helpen vangen en flraffen, op poene van aan den Lyve of met den Dood, te worden geftraft, naar omftandigheid va.i zaaken. Art. V. Al wie zig in 'sLands dienst te Water begeeft, zal gehouden zyn zoo lange te dienen, en op alle zulke en zo veele Scheepen en Vaartuigen als door het Committé tot de Zaaken van de Marine zal worden  ( 7 ) den geordonneerd, zonder in dien tusfchentyd ecnigcrhande dienst te mogen weigeren, op poene van ten ftrengften aan 'den Lyve geftraft te worden, zelfs met den Dood naar bevind van zaaken; zoo nog'thans dat de tyd van dienen doorgaans niet langer zal mogen worden genomen, dan voor den tyd van vier volle jaaren, ten ware 's Lands Schepen zig bevonden in Oost- of West - Indien en derzelver t'huiskomst voor de expiratie der voorfz. vier Jaaren onmogelyk mogt zyn. Art. VI. Alle Zamenzweeringen en Muiteryen, het zy aan Land of aan Boord , door Scheepsvolk begaan, zullen met den Dood geftraft worden; gelyk ook naar bevind der zaaken met den Dood zal worden geftraft, die geene, welke van eenigeZamenzweerirgen weet, zonder hier van behoorlyk kennis te geven; en zal integendeel die geen, welke van zodanige Zamenzweering mogte zyn, en dezelve kwam te ontdekken, niet alleen vry van Straffe zyn, maar boven dien een verëering van ƒ25. — genieten; en iemand een Zamenzweerirge ontdekkende, zonder zig daar aan te hebben fc'iuldig gemaakt, zal tot den eerst opkomende hoogeren Graad, dan dien by bekleed, worden bevorderd, wanneer hy daar toe bekwaam zyn zal, en daar en boven genieten eene belooning van ƒ 100 —of meerder naar de gelegenheid en het gewigt der Zaaken. Art. VII- Niemand zal eenige fpraak of gemeenfehap hebben met den Vyand, nochboodfehappen of brieven aan hem afzenden of van hem ontfangen, hetzy heimeiyk of openbaar, zonder confent of order van den Cora-  ( s ) Commandeerenden Officier, veel min tot den vyand overloopen, denken toevallen of e,nige bu'oe doen, op poene va7 e Dood; zullen geen brieven van boord afgezonden of aldaar ontfangen mogen worden alvorens dezelve behooriyk vertoond zyn aan den Com manderenden Officier of aan dien genen,welke van zynent weeën daar toe gefield is. ' fiea Art. VIIï. Zoo iemand Eed gedaan of geld op hand ontfangen hebbende km me te verloopen zonder Paspoort cf zig op eenig ander Schip of Schpen te engageeren,-het zy ten Oorlog, voor de Oost Indifche Compagnie of Koopmrdy.inde Armée te Lande of anderszin,, zal hy ftrengehk aan den Lyve geftraft worden en boven dien den Lande drie Jaaren voor niet dienen als Jongfte matroos; onder welke ftraffen die geenen ook zullen worden begreepen, welke buiten noodzaak aan den wal blyven, en hunne Schepen laaten zeilen,- en wanneer zodanige defertie gefcmed door een Schildwacht van zyn Post, of met geweld of anderzins gequdificeerd, zal de zulke met den Dood geftraft worden. 6 Art. IX. geordonaerd wordt door zyne Officieren; en zal niemand buiten permisfie z,ch van boord begeeven, ofte, met de Chaloup naar de wal of naar eenig ander Schip uit zynde, boven zyn verlof mogen u t blyven, op poene van voor de eerfte reize agt dagen te water en te Uood in de Yzers te worden gezet; voor de tweede reize veer' tim  ( 9 ) tien dagen, en bovendien ftrengelyk met handdaggen te worden geftraft; al ware het ook dat hy daarna uit eige beweeging weder te rug kwam. Art. X. Niemand, wie hy ook zy, zal den Burger, het zy ten platte Lande, in de Dorpen of Steden eenigen overlast mogen doen, veel min eenig geweld, afperfingen of andere brutaliteiten pleegen, hen van ietwes met geweld of list berooven of bederven, op poene van ftrengelykaan den Lyve, en zelfs met den Dood geftraft te worden naar bevind van zaken, cf volgens de Wetten der Steden of Plaatfen, waarin de misdaad gepleegd is, wanneer de misdaden voor den ordinaris Rechter zouden mogen worden gebragt en te Recht gefteld. Art. XI. Alle Brandftigtingen, Moord, Sodomitifche vermengingen, Vrouwekragt, en alle zoortgelyke verfoeijelyke misdaden, het zy binnen of buiten Boord begaan, zullen met den Dood worden geftraft. Doch in zo verre zodanige zaaken mogten zyn voorgenomen en getecteert, maar niet volvoerd, zullen de daar aan fchuldigen des niet te min aan den Lyve worden geftraft. Art. XII. Alle de geenen, welke zig aan eenigen diefftal fchuldig maakcn, zullen, boven de vergoeding van het ontvreemde, ftrengelyk met handdaggen worden geftraft, en van hunne Charges afgezet, wanneer zy eenige aan boord bekleeden, en daar en boven zes Weeken, als on- B waar«  C 10 jj waardigen , alleen moeten fchaffen, en het vuilfte werk aan boord verngten, ja zelfs, na bevind van zaaken, als Schelm, met affnyding van het hair, worden weggejaagd. Art. XIII. Zoo iemand in euvele moede een ander Doodftaake of Doodfloeee zal met den Dood geftraft worden. Art. XIV. Alle Duellen, Vegterjën , Queftien , en Krakeelingen worden ten ftrengtte verbooden- en zullenoe Overtreders naar omfhndiheid dér zaaken, zoo door dezelven in de yzers te zetten op water en brood agt dagen lang, als zeifs ftrengelyk met handdaggen, woiden geftraft,- zy zullen boven dien nog betaalen het Meefterloon, wanneer er een.ge wonden mogten tOcgebragt zyn; als mede de vergoeding we gens pyn en fmerte,verminktheid of anderzins, welke den gekwetften rnogte toekomen. 6 urea Art. XV. En na dien in dronkenfehap alle onheilen ortftaan, zo zal die geen welke dronken gevonden word, voorde eerfte reize drie dagen in de yzers geflooten worden op water en brood, en zyn rantfoén aan 't Baksvolk worden uitgedeeld; voor de tweede reize veertien dagen en daar en boven ftrengelyk met handdaggen worden geftraft; warLer het een Onder- Officier is zal hy dubbeld geftraft worden, en voor de derde reize van zyn Charge worden ontzet; en een Officier zynde, zal dezelve deeerfte reize veertien dagen te water en te brood in arrest gezet wor-  C ii ) worden; de tweede reize voor eene maand, erf de derde reize gecas* feerd worden, als onbekwaam« om den Lande te dienen. Bovendien zal de dronkenfchap geen verfchooning zyn; want alle euveldaden geduurende dezelve gepleegd, zullen even ftrengelyk worr den geftraft, als of die nugteren zynde gefchied waren. Art. XVI. EenSchild wagt op zyn post flaapende bevonden wordende, ofte zich van dezelve begeevende, zonder behoorlyk afgelost te zyn, zal veertien; dagen op water en brood in de yzers worden gezet, en bovendien ftrengelyk met handdaggen worden geftraft, naar vereisen van zaken. Art. XVII. Niemand zal vermogen van de Wagt te gaan, voor dat 'er een ander in zyne plaats zal zyn gekomen, noch ook hetSiflet in zyn quartiec verflaapen, op posne van agt dagen in de yzers te worden geflooten. Art. XVIIL Zonder confent van den Commandeerenden Officier'zal niemand eenig Vrouwsperfoon Scheep mogen brengen , op poene van drie dagen op water en brood in de yzers te worden geflooten. Art. XIX. Binnen boord zal niemand eenig vuur mogen maken, noch met kaarfen, of ander licht gaan of loopen, dan die daartoe verlof zal heb. B a ben,  ( 12 ) ben, en daar en boven geen Tabak rooken, dan op zoodanige plaatzen , daar bet gepermitteerd zal worden, op Poene van drie dagen te water en brood in de yzers te worden geflooten: ook zal niemand na dat. de wagt afgefchooten is, eenig licht branden zonder confent, op gelyke ftraffen. Art. XX. Een iegelyk, wie hy ook zy, welke van 'sLands goederen naar de wal zal brengen of leveren of verkoopen, verruilen of verzetten , zal niet alleen de waarde daar van betalen, maar boven dien op ieder Schip, anderen ten exemple, met handdaggen worden geftraft, het hair worden afgefneden, en als een Scbelmaan de Wal gejaagd worden. Art. XXI. De Timmerlieden op 'sLands Schepen en Vaartuigen zullen gehouden zyn, dezelven te kalfaten, digt te houden, te repareeren en te timmeren het geen nodig en in hun vermogen zyn zal; op poene dat, byaldien door hunne nalatigheid daaromtrent eenige fchade zal worden veroorzaakt, of op een Rheede of in een Haven iets aan dezelve getimmerd moeste worden, het geen zy in Zee hadden kunnen doen, al het zelve aan hunne foldy zal worden gekort, en zy daar en boven veertien dagen in yzers moeten zitten op water en brood: en zullen dezelve mede, wanneer de voorzeide Schepen binnen 'sLands-getimmerd mogten worden, gehouden zyn, des gerequireerd wordende, nevens de 'sLands Timmerlieden daar a'an te arbeiden , op poene als vooren. A r t.  C 13 ) , Art XXII. Niemand zal ter zaake van de fchafting zyne Officieren eenige overlast mogen doen, op verbeurte van agt dagen in yzers te zitten op water en brood, of zelfs, naar bevind van zaaken, aan den lyve geftraft te worden; blyvende niettemin aan een iegelyk vry en onverlet, om wanneer hy meenen mogte, dat de fchafting niet in allen deeie behoorlyk wierde uitgerigt," en overeenkomflig de order van den Lande, zulks met befcheidenheid te kennen te geven aan den Commandeerenden Admiraal, Schout by Nagt of Commandant van 't E^quader, waar onder hy dient, teneinde daarin te kunnen voorzien al* naar behooren. Art. XXIII. Niemand vermag zonder voorkennis van den Commandeerenden Officier, eenige Wyn of fterke drank te verkoopen, noch aan boord brengen, op poene van dezelve te verbeuren, en agt dagen in de yzers te zitten op water en brood, zullende het overige rantfoen aan eiken bak worden uitgedeeld. Art. XXIV Ook zal niemand vermogen te dobbelen of te fpeelen, hoegenaamd om geld, kleederen of andere waarde, op poene van voor de eerfts reize agt dagen op water en brood in yzers te worden gefloten, en vqor de tweede reize ftrengelyk aan den lyve te worden geftraft. B 3 Art.  (i*) Art. XXV. Het Bier vermag niet onnut te worden geftort, noch ook eenige Viftualie over boord geworpen, of op eenige andere wyze verwaarloosd, aan land gebragt of verkogt, op poene van Lyfftraf. Art. XXVI. Niemand zal eenige kost of drank aan de gevangenen en die in de Boeyen zitten geven, op verbeurte van agt dagen te water en te brood in de yzers gefloten te worden. Art. XXVII. Alle onzindelykheid en vuile gefprekken geduurende het fchaften als anderfins; mitsgaders alle onordentelykheden, welke de goede order en Discipline aan boord kunnen ftooren, zullen met agt dagen in de yzers te zitten en te water en te brood, of naar bevind van zaaken, zelfs aan den lyve,geftraft worden. Art. XXVIII. Niemand zal zig vervorderen eenige kost of drank uit de Bottelary met geweld, of zonder daartoe bevoegd te wezen, te halen, noch ook raad of daad daartoe te geven, op poene van aan den Lyve te worden geftraft naar exigentie der zaaken. Art. XXIX. Wanneer Schepen van den vyand veroverd of andere Buiten bekomen worden, zal niemand eenige Kisten, Koffers, Pakken of Brie ven open-  (tf) openbreeken, maar alle dezelve brengen in handen van den Commandeerenden Officier, op poene van aan Lyf en Leven te worden geftraft naar omftandigheden van zaaken. Art. XXX. Wanneer'er eenige gevangenen worden gemaakt, zal niemand dezelven mogen vry laten of verfteeken , noch op eenigerhande wyze in het vlugten behulpzaam zyn, op poene van den Dood. Integendeel zullen alle de zodanigen voor den Commandeerenden Officier moeten worden gebragt, om op alles naar orders te worden gehoord. Art. XXXI. Een iegelyk zal zyn bewind behoorlyk verantwoorden, te weten, de Schippers en Stuurlieden van hetgeen hunlieder Schip aangaat, de Conftapels van het Gefchut, kruyt en lood, en zoo voorts, een ieder het zyne. — En zo het gebeurde, dat door hün verzuim of kwaadwilligheid eenige fchade gefchiede, of eenige goederen vermist of onnuttelyk, of ook zonder voorkennis van den Commandeerenden Officier, verdaan wierden, zullen zy naar gelegenheid worden geftraft of gecorrigeert, en daarenboven gehouden zyn, alle dezelve te vergoeden, ter taxatie van het Departement, van waar hy is uitgerust; en zal overzulks een ieder , dewelke het opz'cht of de bewaring van eenige Scheepsbehoeften is aanbevoolen, op zyn t'huiskomst, tn zo menigmaal anders, als zulks wordgerequireerd, gehouden zyneenenbehoorlyken ftaat over te leveren, van al het geen by heeft ontvangen, en te verantwoorden waar al hetzelve is gebleven; en wat daar'van nog  ( 16 ) nog overig is', terwyl alvoorens alles behoorlyk zal zyn verantwoord, aan hem geen Ibldy zal worden betaald. Art. XXXII. Niemand zal eenig Buspoeder, Kogels noch Ammunitie van Oorlog, noch ook eenige Inftrumenten, dtn Corftapels, Busfcbieters of Timmerlieden aangaande, aanboord mogen verleggen, verfteken of verkopen, noch ook van boord brengen, op poene van als Dieven te worden geftraft. Art. XXXIII. Ook zal niemand eenig geweer of kleederen, zonder voorkennis van den Commandeerenden Officier, beleenen", verkopen of vervreemden, noch ook tot pandaanneemen of koopen, op poene van aan den lyve geftraft te worden. En zal daar en boven op deeze fchulden geen agt worden genomen, maar alle zodanige handelingen voor nul en van geen waarde worden gehouden. Art. XXXIV. Wanneer een Officier zich aan de Articulen en Misdaden mogte hebben fchuldig gemaakt, waarop de flraf aan den lyve bepaald is, zal dezelve eerst worden gedegradeert, vervolgens zyn flraf ontvangen, en als onbekwaam om den Lande te dienen, worden gecasfeerd. En een onder-Officier zynde, van zyn Charge gedegradeerd worden, en daar na de flraf ontvangen, en naar exigentie der zaaken met infamie worden weggejaagd. Art.  < 17 ) Art. XXXV, Zo wie in het Scheepswerk word gekwetst, zal geneezen worden ten koste van den Lande, en des niet te min volle foldy ontvangen. En wannneer hy verminkt wierde in een Gevegt, zal hy bovendien nog ontfangen, zo als by de Pkcaaten van den Lande daar voor is vastgefteld, terbeïooning of Soulagement, of onderhoud van hem, die, tegens den vyand van het Bataaffche Volk, zich behoorlyk gekweeten zal hebben, en de agtingwaardige kenteckens van dusdanige verminktheid draagt. — Art. XXX VL Wanneer iemand zig mogte hebben fchuldig gemaakt aan de Articulen , waar by LyfftrafFe gevoegd is, zal 'er een Scheepsraad beroepen worden, om het delicï te onderzoeken, dewelke beftaan zal uit den Capitein of Commandeerenden Officier, verder uit de drie oudfte Officieren, Luitenants van het Schip, een Schipper, Conftapel , Bootsman of 2de Stuurman en een Matroos ; de vier laatfte Perfoonen ter keuze van den misdadiger, mits dat deze allen kunnen Leezen en Schry ven, en door den Commandant van de Vloot, Schepen of Schip goedgekeurd worden. De eerfte Schryver aan boord zal in zoodanigen Scheepsraad als Secretaris ageeren. — Deze Scheepsraad zal over alles kunnen vonnisfen, uitgenoomen in zaken, waarin de ftraffe des Doods zou moeten worden geinfligeerd, in welk gevalExtract van hunne Notulen des aangaande, mitsgaders alle de ftukken daar toe betrekkelyk zullen gezonden worden aan den Admiraal, of aan den geenen, die 'sLands Vloote commandeert; en wanneer een Schip binnen 'sLands ligt, daarenboven aan het Comjnitté tot de Zaaken van de Marine. En byaldien deze zaak in de daad  ( 18 ) zodanig gedisponeerd is, dat de Eifch de ftraffe des Doods zoude moeten vorderen, zal de Admiraal of Commandant van 's Lands Vlote of Schepen, wanneer dezelve zig buiten 's Lands zal bevinden, zodanig dat deswegens met het Committé tot de Zaaken van de Marine niet gemaklyk kan worden gecorresfpondeert, eenen Zee-Krygsraad ordonneeren, welke altyd zal moeten beftaan, uit den Admiraal of Commandeerenden Officier, twee Capiteinen, en een Luitenant; of tot deze benoeming geene gelegenheid zynde, dan uit een Capitein en drie Luitenants; mitsgaders uit twee Dek Officieren en twee Matroozen, de vier laatften ter keuze van den Gedetineerden, en onder de mitfen, als voren; om in deze zaak te fententieeren, zo als in goede Juftitie zal bevonden worden te behooren. En wanneer dezelve Vloot of Schepen binnen 's Lands zyn liggende, zal het Committé tot de Zaaken van de Marine als dan een Krygraad invoegen voorfz. benoemen om den misdadigen re recht te ftellen en te fententieeren» doch zal de Sententie aan den Delinquant niet mogen woiden ter executie gelegd, alvoorens dezelve door het Committé tot de Zaaken van de Marine als dan geapprobeerd zal wezen, welk Committé wel het regt hebben zal om dezelve Sententie te kunnen verzagten , maar nimmer om dezelve te verzwaaren. Art. XXXVII. Alle Opper- en Onder-Officieren, Bootsgezellen, Soldaten en anderen, die zig in dienst van den Oorlog te Water begeven hebben, zullen by de monftering gehouden zyn, na het hooren leezen van de voorftaande Articulen, in handen van Commisfarisfen van het Committé tot de zaaken van de Marine, of die anderzints van deszelfs wege daar toe zoude mogen zyn gecommitteerd, te doen den hier navolgenden Eed; » Wy  C ip ) „ Wy belooven en zweeren gehouw en (getrouw te weezen, aaa „ de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal der Verëenigde Nederlan„ den, aan het Committé tot de Zaaken van de Marine, mitsgaders „ aan alle Admiralen, Hoofd-Officieren, Capiteinen en andere Offi„ eieren over ons gefield of nog te Hellen, derzelver beveelen ftip„ telyk te zullen nakomen, en alles te doen of na te laaten, wat in „ de bovenflaande Articulen geboden of verboden wordt, tot on„ derhouding eener goede discipline, en bevordering van 'sLands„ dienst, en zulks alles zo lange, tot dat wy door Hun Hoog Mog. „ of door het Committé tot de Zaaken van de Marine, uit den dienst „ behoorlyk zyn ontflagen." Waar op een iegelyk moet zeggen Zoo Waarlyk heïpe my God Aïmagtig. Art. X X X V I I J. En offchoon ook eenigen by het hooren leezen der Articulen en by het afleggen van den Eed, niet tegenwoordig mogten zyn geweest, zullen dezelve niet te min worden gereekend daar aan verpligt en verbonden te zyn, even als of zy daar by mede tegenwoordig geweest waren. Art. XX XIX. Ten einde de voorf. Articulen by alle en een iegelyk in geheugen blyven, zullen dezelve eens in iedere maand met de vereifchte Solemniteiten worden voorgeleezen. Ca Art.  ( 20 ) Art. X L. En op dat een ieder te meerder worde aangemoedigd tot naarkoming van dezen Articulbrief, en in het generaal tot bekragtiging van zyn pligt; zal by de aanftelling van Opper-en Onder - Officieren altoos zo veel mogelyk, op het goed gedrag en de bekwaamheid reguard wor, den genomen, en de Promotien, zonder eenig ander onderfcheid tot bevordering te maken, van graad tot graad zoo veel mogelyk dien Conform moeten gefebieden. Aldus gedaan en gearrefleerd in 's Hage den %6 Juny 1795. Het Eerjle Jaar der Bataaffche Vryheid. (Was geparapheirt.') H. K. CRAMER v:. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hoog gemelde Heeren Staten Generaal der Verëenigde Nederlanden. (En gecontrafigneert.') W. Q U A R L E S.