VERZAMELING VAN PLACATEN,REGLEMENTEN en andere STUKKEN, door de ED. MOG. HEEREN STAATEN VAN VRIESLAND Zedert den 10 January 1772 tot den 18 Augusty 1777 Geëmaneerd en uitgegeven. Te LEEUWARDEN By de Wed. WILLEM COULON, Landfchaps en Academiedrukkerfche der Ed. Mogende Heeren Staaten van Vriesland,   PUBLICATIE DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy niet zonder ongenoegen en verontwaardiging, zoo uit de Memorie van den Hooft- Commis, ten dien einde aan de Heeren Onze Gedeputeerden ingeleverd , als andere berigten , hebben verftaan, dat Onze heilzame orders, tegens den Uitvoer van Runderbeesten gefield, niet alleen dagelyks worden tegengegaan en overtreden, maar dat zelvs zommige winstzugtige en vermetele Menfchen, de verregaande ftoutheid hebben, van 'sLands Bedienden, die dit volgens hun pligt willen beletten, eene geweldadige tegenftand te bieden, en Wy daar te boven zyn geinformeert, dat ook Graanen , tegens Ons Verbod by Publicatie van den 14 November 1771 ten besten van Onze noodlydende Ingezetenen gedaan, ter fluik worden uitgevoert, welks alles een hooggaande en openbare veragting van Onze beveelpn, en van Ons hoog gezag te kennen geeft; Zo is het, dat Wy om hier in op eene ernstige en nadrukkelyke wyze te voorzien , hebben goedgevonden , boven eenige andere fchikkingen, door Ons beraamt, te ordonneren en te flatueeren, gelyk Wy doen by deezen. I. Dat geen Runderbeesten zullen mogen gedreven worden als een uur na Zonnen opgang , en A een  C 2 ) een uur voor deszelvs ondergang, in den omtrek van twee uuren gaans van de Grenzen der geheele Provintie, zo wel aan de Zee als Landkant. II. Dat binnen dezelve diftantie geen grootertroep zal mogen te gelyk gedreven worden als van twee. III. Dat geen Beesten zelvs by ligten dage, zullen mogen gedreven worden, verder als toe aan de Blesbrug of Linde, en daar deeze Revier ophoud, en niet langer tot eene fcheiding kan dienen, tot op eene diftantie van zes hondert Konings Roeden van de Grenzen deezer Provintie aan de Landkant, alles by poene dat het Rundvee dat voor of na den bepaalden tyd , van des Zons op- en ondergang, of in grooter getalle als van twee te gelyk , of verder als de zo even voorgefchrevene Limiten word gedreven, zal aangehouden en geconfisqueert worden, de helfte ten voordeele van den Lande, en de wederhelft ten profite van de Aanhouders, en zullen die geene , die binnen de zes hondert Roeden van de Grenzen , of aan de andere zyde van de Linde woonen, als hunne Beesten van het eene Huis na het andere, of na de overzyde van de Linde, of over de zes hondert Roeden willen dryven , hier van moeten kennis geeven aan een of meerdere Opzigters die naast by de hand zyn, by gebreke dies zullen de Beesten aangehouden en verbeurt verklaart worden, ten profite als vooren. IV. Dat de Cherchers geauthorifeert worden, om ingevalle de minste refiftentie ontmoeten in hunne aan-  C 3 ) aanhalingen, en door Schiet- of ander Geweer gedreigt worden, van hunne kant in zulk een geval ook Schiet- of ander Geweer te mögen gebruiken, zonder voor de gevolgen aanfprakelyk te zyn, volgens den inhoud van 'sLands ordonnantie Lib. 2. Tit. 7. Art. 5. V. Dat ieder die eenige fchuldige zo aan Uitvoert van Beesten als Graanen ontdekt, zo dat de Daders in handen van de Juftitie geraken , genieten zal eene prsemie van 150 Guldens , welke meede zal gegeeven worden , voor de ontdekkinge der reeds gepleegde Sluykeryen, mits de Dader ook in handen van de Juftitie gerake. VI. Dat wanneer een aanhaling gefchied, de Beesten aanftonds zullen moeten worden gedreven na Leeuwarden , ten einde door het Collegie werde gedecideert hoe daar meede te handelen. VII. Dat ten opzigte van de Graanen , geene Scheepen met Haver of Tarwe geladen, uit de Havenen deezer Provintie zullen mogen vertrekken , als voorzien met eene Atteftatie van twee Cherchers, welke by de Lading geadfifleert hebben, by pcene van 50 Gouden Vriefche Ryders te verbeuren , de helft ten profite van den Lande , en de andere helft voor de Aanbrengers, en worden de Cherchers gelast, alle Scheepen met Turf of Hout geladen, en alle andere op welke maar eenige fufpicie hebben, ten fcherpsten te onderzoeken. A & En  C 4 ) En op dat niemand hier van eenige onkunde voorwende, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 January 1772. U. v. BURMANIA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. H W. v. PLETTENBER Gi Veste, Lieve > Bezondere! ONder de onfchatbare voorregten, die den Republycq onder het gunstryk bellier des Allerhoogsten mag genieten , verdient in de eerste plaats ook gefield te worden, de continuatie van Rust en Vreede, en de daar uit voortvloeyende menigvuldige voordeden, met bevryding van dat geene, het welk het tegengeflelde onfeylbaar moet na zig fleepen. 's Lands Regeering verders zynde gegrondvest op eene vaste voet, gebouwt op falutaire en billyke Wet-  C 5 ) Wetten, verknogt aan groote Privilegiën, dienstig ter befchermingvan Vreede, Vryheid en Godsdienst, zo zal de handhaving , ongefchonde bewaring en bevordering van dezelve, niet anders dan het voornaamste doelwit kunnen en moeten zyn , en om alles zoeken in 't werk te Hellen, het geene daar toe nuttig en dienstig is. Hoewel het bovengemelde in alle opzigten zyne waarheid heeft, en den Staat daar door bevoorregt is boven veele Volkeren, Natiën en Koningryken, zo is het egter niet te min zeeker, dat in deszelfs boezem huisvesten verfcheidene redenen en' oorzaken van apprehenfie , en billyke bekommeringen van nakende gevaren, en te vreezen on- heylen. . ,, . , Zo Wy Ons wilden inlaten in een wydlopig detail, waar in zulks zoude beftaan, zo zouden Wy eene groote extenfie van deezen niet kunnen vermyden, daar Wy meenen, deeze gelegentheid zeer ongepast toe te zyn. Egter kunnen Wy niet voorby, om als met een woord aan te flippen , dat de nog continueerende Ojrlog tusfchen de Keyzerinne van Rusland en het Ottomannifche Ryk, gevoegd by de Armatures en toebereidzelen ten Oorloge , het marcheeren der Troupes na andere Landen en zoortgelyke omftandigheden, Ons voorkomen, te zyn duistere Wolken, die wel, het geene God egter genadiglyk verhoede j een zwaar onweder konden voorfpellen. A 3 Zynde  ( * ) Zynde daar en boven het Vuur des Oorlogs niet alleen gelyk 't eigentlyke Vuur van een voortgaande kragt , maar ook teffens fchielyk aangeftoken , door jaloufie, prsetenfien, befcherming der gemaakte Conquesten, het maaken van Alliantien en wat dies meer is der Koningen en Vorsten. Niemand gedrage zig onverfchilüg ontrent de Befmettelyke Ziekte onder de Menfchen , die in Moscou en andere Plaatzen zo fterk woed, en zig heeft ontdekt , en waar door duizenden van Zielen in de groeve der verteeringe worden weggefleept. En van welke het zeeker is, dat 'er zig geen ongegronde redenen hebben opgedaan tot vreeze, of dezelve door het aanlanden van Schepen op de Kusten van den Republycq, of vervoeren van Goederen die uit zodanige Gewesten kwaamen, in deeze Landen mogte worden overgebragt. Hoe regt geaard en billyk te loueeren zyn dan zodanige Wetten en Placaten, door de Hooge Overigheid genomen , dewelke de propagatie van dit allerontzaggelykst Oordeel, onder Gods Zeegen zouden kunnen weeren. Gelyk meede de zodanige, welke in deeze Tyd van algemeene duurte der Graanen en andere benodigde Levensmiddelen , kunnen verftrekken tot eenig foulaas in de bekrompene omftandigheden der arme en behoeftige Ingezetenen. De,  ( 7 ) De in andere Provinciën nog grasfeerende Pestilentiale Ziekte onder 't Rundvee , Overftrominge van Wateren en wat dies meer is, zal billyk Onze erkentenis van dankbaarheid aan den Almagngen vorderen wegens verfchoning , dog teffens baren eene bekommering voor de aannadenng van dat, gelyk andere langdurige en zoortgelyke Oordeelen. Wy meenen dat Wy door dit vooren geavanceerde genoegzaam hebben geftaaft, dat den Staat groote redenen en oorzaken heeft, van zig te verblyden in 't goede, dog dat des niet te min 'er zaaken overblyven, diehettegengeftelde doen vreezen. In de tegenswoordige conjunéture van Tyd en Zaaken, zal voor al nodig zyn, om met eene volkomene eensgezindheid onder de Bondgenoten, met verzaking van eigen intrest, alles zoeken te contribueeren het geene ter bevordering van de dierbare Panden van Vreede , Vryheid en Godsdienst word vereischt; In zorgvuldig te eviteeren , wat daar aan hinderlyk en nadeelig zoude kunnen zyn. In 't geene kan dienen tot afwending onder Gods Zeegen van Oordeelen en Gerigten, tot verligting en minder bezwaar der goede Ingezetenen , tot groey en bloey van nuttige Konsten en Wetenfchappen , tot aanmoediging der Commercie , tot favorifeering van 's Lands Schattingen en Inkomsten, ter betragting van eene ongeintresfeerde Mesnage, en alzo ter betalinge en afdoening van vooren opgelegde Schulden en intresfen, het verval-  C 8 ) lene in allen deezen zoeken te redresfeeren eri het nog fubfifleerende tot confidentie te brengen Zaaken waarlyk alle esfentieel, nodig te betrag ten, (niec alleen tot welzyn van den Staat in 't ge. meen , maar. ook in de particuliere Huishouding van yder Provincie in 't byzonder, en zo ook van ueeze. Wy zouden wel eenige hier toe gefchikte middelen kunnen aan de hand geeven, dog willen lie ver dezelve thans met ftilzwygen pasfeeren, zo tot evitatie van zaaken te repeteeren, die Wy by ge legentheden als deeze, meermaalen hebben te berde gebragt , als ook om dat Wy geperfuadeert zyn, dat 's Lands Regeering met communicatie en overleg van den Doorlugtigen Erf - ftadhouder , wien Wy 't Ons een voorregt agten aan Hoogst desz^lfs Hoofd te zien geplaatst, en deeze Waardigheid in Hoogst deszelfs Huis Erffelyk bevestigd te zien, geerne alles zal willen aanwenden, het geene onder den Goddelyken Zeegen, ter bereyking van de" Vorengeftelde eindens bevorderlyk kan zyn. Te meer ook vermits de Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden , de conflante gewoonte heeft, om by een Generale Petitie der Confenten voor de refpective Staaten van Oorlog zulks te deduceeren. Als ook volgens een gerecipieerde voet in de Regeering deezer Provincie , zedert ondenkelyke tyden een zekere tyd is. bepaald, waar op en in welke  ( 9 ) welke deeze en meer andere zaaken in een ernstige overweginge gelegd, en 't voornaamste onderwerp der Deliberatien en Refolutien zoude zyn. Deezen Tyd thans aanbrekende, zo hebben Wy goedgevonden , volgens de aan Ons gedemandeerde last, om den Ordinaris Landsdag voor deezen jaare 1772 wederom uit te fchryven tegens Maandag den derden February eerstkomende. Verzoekende en ordonneerende UE. Amptshalven , nies van vroegtydig kennisfe te geeven aan de refpeótive Volmagten van Uwen Bedryve , ten einde zig op voorfz. tyd in de Stad en ter Vergadering op 't Landfchaps-huis mogen laaten prsefent vinden, om na aanhorïnge der Propofitie, op vorengemelde Generale Petitie , en verdere voor te ftellene Poinéten, Petitiën en andere Stukken, benevens de andere 's Lands Volmagten, zodanig te helpen delibereeren, advifeeren en refolveeren, als ten nutte en welzyn van 't lieve Vaderland, en al wat in 't zelve wenfchelyk en begeerlykis, onder den Zeegen en byftand Gods, na derzelver geëxperimenteerde Wysheid en Voorzigtigheid, verltaan zullen te behoren. Overzulks verzoeken Wy, en ordonneren hier mede U ook Amptshalven, in Uwen Bedryve order te ftellen, dat twee gequalificeerde Volmagten, een uit den Adelyken , en een uit den Eigen-erfde ftaat, voor dit lopende Jaar worden geëligeert, op navolgende voet en manier. 6 Té  C io ) derfe&rten' de ftemminSe zal m°eten gefchieWaar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherrninge van God Almagtig. Leeuwarden den 10 January 1772. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, W. H. v. H I E M S T R A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H.H. v. WYCKEL Veste, Lieve, Bezondere! DE Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, by MisHve van den 23 January deezes jaars hebbende te kennen gegeeven, en aangemerkt, dat de omftandigheden waar in de Republycq zig tegenswoordig bevind , zeer Weymg verfchillen van die, waar in Hoogst dezelve by den aanvang van 'tafgelopen jaar, Ons genodigt hebben om de Goedertierendheden des Allerhoogsten met Hun Hoog Mog. te looven en te verheffen. De  ( II ) De Goddelyke Oordeelen zyn als nog op Aarde. De alvernielende Plaagen van Tweedragt, Oorlog, Hongersnood en Pestilentie , verfpreiden als nog. in verfcheiden Gewesten de uitterste Verwoesting en Elende. En Wy, dank de oneindige Barmhertigheden van den Almagtigen , genieten als nog, onder zyne Hooge Befcherming, alle Onze Voorregten , de Vreede en deszelfs aangenaeme gevolgen. Onze Burgerlyke en Godsdienstige Vryheden , onwaardeerlyke Weldaden van de Voorzienigheid, zyn nog in haar geheel, zonder de harde Hand van den Onderdrukker te gevoelen of te vreezen. Niet tegenftaande de Sterfte, die by aanhoudenheid in Onze Velden regeerd, en niet tegenftaande de duurte der allernoodzaakelykfte Dingen , die dagelyks meer en meer toeneemt, geeven de Koophandel, het Credit van 'tLand en het vertrouwen van Vreemdelingen , daar uit voortvloeyende, nog hulpmiddelen aan de hand tegen de uittersten van Gebrek, waar onder zo veele andere Volkeren zugten. Wy kunnen evenwel niet ontveinzen , dat alle voorzieningen van de menfchelyke Wysheid niet zullen kunnen beletten, dat de Onheilen van die ongelukkige Volkeren niet de Onze zouden kunnen worden, en op meer dan eene wyze de voorfpoed van deezen Staat en deszelfs Ingezetenen van gedaante doen veranderen. De Almagtige en befchermende Hand, die Ons tot hier toe bewaard heeft, kan, zonder twyffel9 B s Ons  CC w ) Ons nog behoeden, maar zoude ook wel eens kunnen ophouden , zig uit te ftrekken ten voordeele van een Volk, het welk door zyne ondankbaarheid tegèn God, door het misbruik van zyne Zeegeningen , en door zyne zorgeloosheid en onopmerkzaamheid op zyne Oordeelen , zig dagelyks meer en meer fchuldig maakt; want dezelve klagten, die de meenigvuldige Zonden en Ongeregtigheden, de algemeene Geest van Ydelheid en Losbandigheid de verderffelyke Weelde en Overdaad, waar aan de' duurte der Tyden naauwelyks eenige paaien field, en voor al de heilloze ondermyning van alle gronden van Godsdienst en Zedelykheid , Ons zedert zo veele jaaren hebben afgeperst, zyn en blyven in dezelve kragt. Hoe moeyelyk en bedroevende deeze overweging nogthans mag weezen; durven Wy egter nogmaals Onze hoop en vertrouwen Hellen in de Goedertierenheden van den Barmhartigen God, die zig tot hier toe over Ons heeft ontfermd, en die Ons verder Genadig kan weezen, indien Wy met een waaragtige Boetvaardigheid, met affland onzer Zonden, en met een ongeveinsde Bekeering tot Hem wederkeeren. Dat Hun Hoog Mogende om deeze redenen hadden goedgevonden uit te fchryven een algemeenen DANK- VAST- en BEEDE-DAG over alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, tegens Woensdag»  ( 13 ) dag, die weezen zal den 12 February eerstkomende, om ten zeiven daage.in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden en groot te maaken, en Ons en Onzen Staat op nieuw aan zyne Genadige befcherming op te draagen; om met Harten vol van Dankbaarheid zyne Weldaden; aan Ons bewezen , te erkennen en te bidden om de aanhoudenheid van dezelve; om te fmeeken, dat Hy op ons een Oog van medelyden wil liaan, en paaien zetten aan die Sterfte, die nog zo veel verwoesting onder Ons Rundvee aanregt, en dat Hy het gebrek en de behoeftigheid , nevens alle gevaren , die Onze Rust en Vreede, en de voordeelen die Wy genieten, zouden kunnen ftooren, van Ons wil afweren ; en om voorts met een opregt berouw en leedwezen, belydenis en afftand doende van Onze Zonden en Overtredingen, derzelver vergeving af te bidden, te gelyk met den Goddelyken byftand tot verbetering en bekeering van een zondig Land. Een van de wezentlyke pligten van deezenBeedeDag zal zyn, dat Wy den Goddelyken Zeegen afbidden over de Perfoonen en Regeering van de Hooge Overigheid deezer Landen, ten einde haare Ondernemingen en Raadflagen mogen ftrekken tot bevordering van Deugd en Godvrugt, behoud van Onzen Vreede, welzyn van den Koophandel, herftelling van den Overvloed, aanmoediging van nuttige Konsten en Wetenfchappen, en bevestiging B 3 van  C H ) biaycqhe£ §dUk Cn dSn voorfPoed va" deeze Rep». lvlSV^0/1^^^^'81^110^^ en zyfle Koning. e hebben "h^ÏÏ 00kJ™ P*™ te hebben in de Gebeden, die Wy ten Hemel od- ierley Zegeningen in een ruime Maat over Haar dLen lan! J°Dge Wil Uitftorten' dat zen • niff' rf mru?f,g, en geI«kkig mogen wee- zen , dat Land en Kerk onder de beftiering van feype„ M°grheid' dSn on te worden, en een om by de Koster of Meester zelfs bewaard te worden. IX. De Predikanten en Kosters of Meesters zullen gehouden zyn , om voorfz. Briefjes ieder re-" fpeótivelyk te liasfeeren, en jaarlyks aan de Clasfis waar onder behoren te vertonen, om tegens dezelve het Boek te collationeeren, en te zien of alles zig conform bevind. X. In het Boek voor de Getrouwden, zal de Predikant daar op hebben te letten , dat nevens de naamen, van die geene, welke getrouwt worden, meede genoteerd zy, dat zulks gefchied is, na drie voorgaande Zondaagze Proclamatien, of in cas van wettige dispenfatie, na den inhoud van dezelve, of ook zoo de Proclamatien elders gedaan zyn, op Atteftatie van die Plaats, alles met byvoeginge wederom, van den dag, maand en jaar, wanneer de Inzegening in den Huwelyken Staat verrigt is. XI. De Perfoonen die op een andere Plaats getrouwt zyn, als daar de Geboden hebben gegaan« zullen van den Predikant voor wien trouwen, een Atteftatie der gefchiede Trouw , meede neemen, en die binnen een maand daar na vertonen aan den Predikant der Plaatze, alwaar de Proclamatien zyn gegaan, by poene van twintig Goud-guldens, en zal zulks by den Predikant te Boek gezet worden; en zoo de Getrouwden hier omtrent nalatig zyn, zal hy daar af kennis geeven aan 't Gerecht waar onder .reforteert, 't welk dan de boete zal in» D » vor-  C 28 ) vorderen en converteren de eene helft voor den Officier en de andere helft voor den Armen. - XII. De Kosters of Meesters, zullen gehouden zyn, om Contra-Boek van de gemelde drie Boeken te houden, en daar in de refpeélive aantekeningen , zoo van de Ledematen die aangenomen worden, of van elders inkomen, als Gedoopten en Getrouwden , meede te doen , zullende de Predikanten t'elkens, de naamen der voorfz. Ledematen en Getrouwden aan de Kosters of Meesters meede deelen , alles tot dit tweederley einde : als voor eerst, om daar door 't een of ander ingeflopen abuis of verzuim, des te eerder te kunnen ontdekken en herftellen, en ten anderen, om wanneer door een onvoorzien toeval, 't Boek van den Predikant, dat voor 't Originele nogtans altyd moet worden gehouden , en waar uit de Predikant dan ook alleen bevoegd is, Extraélen aan die zulks verzoeken te geeven, mogte vermist worden, als dan nog altyd recours tot 't Contra.Boek van de Kosters of Meesters zoude kunnen worden genomen; zullende om eenigzints aan dezelve , voor deeze extraordinaris moeite te gemoet te komen, die Kosters of Meesters, van ieder Lidmaat, van de Ouders of Getuigen van-ieder Gedoopte, en van ieder paar Getrouwde, welke in het Contra-Boek zullen aantekenen , moogen neemen twee Stuivers, waar onder nogtans 'tfchryven, van de twee Doopbriefjes Art. 8 vermeld, ten aanzien van een Gedoopte, meede  C 29 ) meede zal zyn begrepen, alles ten waare iemand uit Armoede , het zelve gratis of om niet mogte verzoeken, wanneer des niet te min verpligt zullen zyn, die refpeélive aantekening te doen. XIII. De Clasien zullen jaarlyks de voorfz. drie Boeken, en Contra-Boeken, zig doen vertoonen, en zoo veel de Gedoopte betreft, die tegens de geliasfeerde Briefjes Art. 9 vermeld collationeren, voorts examineren, of de Predikanten en Kosters of Meesters, al 't gunt voorfz. hebben geobferveerd en geëxecuteerd, en van hunne bevindinge, 't zy dat alles in order mogten hebben bevonden, 't zy eenig gebrek of verzuim mogten hebben ontdekt, binnen vier weeken na het eindigen dier vifitatie, en uitterlyk voor ie November van ieder jaar, aan het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten , Rapport hebben te doen, om des noods daar omtrent te disponeren, zoo als verftaan zullen te behoren. XIV. De Predikanten zullen gehouden zyn, om Extraéten uit voorfz. Boeken of verklaringen van haar bevindinge daar in, te geeven aan een ieder des verzoekende, en zoo goedvinden, voor ieder Extract of Atteftatie moogen neemen voor haar moeite zes Huivers. XV. Indien een Predikant verzogt word, om eene Verklaring te geeven, van deeze of geene naam in de refpeélive Boeken niet te vinden, zal hy Zoodanige Verklaring meede niet moogen weigeren, D 3 maar  ( 30 ) maar zelfs zoo mogelyk de oorzaak daar van mogte weezen 't gebrek van eene aantekening , daar by te voegen, dat op zulke of zulke jaaren, als fpeciaal worden opgegeven, geen aantekeningen worden gevonden , of dat die defeétueus zyn , wanneer dit waarlyk in 't Boek zig mogt voordoen, zullende voor de moeite, welke dit nazien van het Boek aan hem veroorzaakt, zoo goedvind moogen neemen, van een tot zes jaaren inclufive eens tien Stuivers , en zoo voor meer jaaren verzogt mogt Worden , van de nazieninge voor ieder jaar nog ene Stuivers daar boven. XVI. Wanneer een Predikants-plaats door vertrek of overlyden, koomt te vaceren, zal de Koster of Meester van zoo een Plaats gehouden zyn, om uitterlyk binnen veertien dagen daar na , de voorgemelde Boeken op te eifchen, van den vertrekkenden Predikant, Weduwe, Kinderen of andere Erfgenamen , en die tegens Recipis overnemen , voorts ten eersten bezorgen aan handen van den naastgelegenen Predikant, onder dezelve Clasfis en Gerecht reforterende, om by denzelven gedurende de Vacatuur bewaard te worden , voorts van deeze overhandiginge kennis geeven aan 't Gerechte. XVII. Indien gedurende die Vacatuur, iets van natuur dat in een der Boeken behoord aangetekend te worden , mogte voorvallen, zal voorgenoemde Predikant onder wiens bewaring de Boeken gefield zyn,  ( 3t ) zyn, den Koster of Meefler daar toe houden, dat die, aan hem opgeve, 't geen aangetekend moet worden, ten einde hy het zelve in de refpeélive Boeken kan plaatzen , zullende hy verpligt zyn , zulks te doen op dezelfde wyze als de Predikant van die Plaats in conformiteit van het hier vooren geftatuëerde, zoude hebben behooren te doen» zoo nog zelfs gefungeert hadde. XVIII. Zoo ras de nieuwe Predikant zal zyn beveiligd, en dus de Vacatuur gefuppleerd, zal de Predikant onder wiens bewaring de Boeken zoo lange verbleven zyn , dezelve aan den nieuwen Predikant overgeven tegens Recipis , om daar meede verder agtervolgens dit Reglement te handelen. XIX. Wanneer 'er een Vacature van een Kosters of Meesters - plaats ergens mogte voorvallen , zal de Predikant de Contra-Boeken en de Liasfen van de Doopbriefjes terftont na zig neemen , en vervolgens hebben te bezorgen, dat door die geene welke die Plaats waarneemt, het zelve gedaan werde, als 't geen aan de Kosters of Meesters hier vooren is geordonneerd ; en daar na wanneer die Plaats wederom vervuld mogt zyn, alles wederom aan die geene welke koomt te fuccederen werden ter hand gefield. XX. In de groote Steden waar meer dan een Kerk is , zullen voor ieder Kerk drie Boeken als vooren gehouden worden, en door de Kosters de Contra- Boeken , latende aan de Predikanten over in  C 32 ) in den haaren te reguleeren wie voor ieder Kerk die Boeken zal houden, des van hunne gemaakte .fchikkinge, aan hunnen Magiftraat en het Clasfis waar onder reforteeren kennis geeven en zie in alles ftiptelyk aan dit Ons Regiement houdende. XXI. De Geregten en Magiftraten zullen meede de hand houden , aan de obfervantie deezes Re glements, en van tyd tot tyd de Boeken en Contra-Boeken viliteeren. En op dat niemand hier af ignorantie pretextee re, zal dit Reglement alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen, met last aan ieder die het aangaan mag, om zig daar na te reguleeren, en 'c zelve ex actelyk na te koomen, want Wy zulks tot onderhouding van goede ordre en welzyn der Ingezetenen aldus verdaan te behooren. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 28 February 1772. U. v. BUR MANIA,Vê. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. y. P L E T T E N B E R G. JPLACAAT  ( 33 ) P L A C A A T Waar by de Uitvoert van Runderbeesten, onder eenige bepaling, word toegelaten tot aan den laatsten April deezes Jaars. DE Staaten van Vriesland allen den geenen , die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat Wy, met allen ernst overwogen hebbende de toeHand van deeze Onze Provincie, met betrekkinge tot het Rundvee zig daar in bevindende, tot Ons genoegen hebben vernomen, dat dit Vee tot een tamelyk aantal wederom is vermenigvuldigt, door dien Wy van de verdervelyke Runderpest, door de goedheid des Allerhoogsten, zederd een geruimen tyd zyn bevryd geweest, en het Verbod van Uitvoert, de groote aftrek na buiten heeft verhindert; en vermids wy, zoo ras de omftandigheden zulks toelaten, gaarne aan Onze Ingezetenen de gelegenheid willen geeven, van met hun overtollig Vee winst te doen, en daar te boven de fchaarsheid van Voeder, dewelke in zommige Diftriclen plaats heeft, den Uitvoert voor een tyd moet aanraden; Zoo is 'A dat Wy om deeze redenen, gelyk ook E om  C 34 ) om andere Provinciën, die gebrek aan Beesten hebben , uit Onzen overvloed te hulpe te koomen, wel hebben goedgevonden by provifie den Uitvoert van Runderen wederom open te Hellen , dog teffens ten opzigte van de Beesten die Ziek geweest zyn eenige bepaling te maaken, om daar door voor te koomen, dat de Provincie niet van dezelve ontbloot werde, en onze Ingezetenen in de uitterste verlegenheid geraken , indien het God Almagtig mogte behagen Ons wederom met eene Veeflervte te bezoeken; Het is daarom dat Wy na rype deliberatie hebben goedgevonden te ordonneren en te ftatueéren, gelyk Wy doen by deezen. I. Dat met den aofte Maart 1772 het ieder zal vryflaan, de Runderbeesten die niet Ziek zyn geweest aan de Veepest die voor twee Jaaren alhier heeft gewoed , gelyk meede alle Osfen en Bullen zonder onderfcheid, uit te voeren buiten de Provincie , wordende deeze vryheid vergunt tot aan den laatsten April deezes Jaars ingefloten, en Onze Placaten tegens den Uitvoert geëmaneert inmiddels gefield buiten effect, om wederom met den iflen May 1772 haar volle kragt te erlangen. II. Dat de Koeyen, die Ziek geweest en onder de zes Jaaren oud zyn, niet zullen mogen worden uitgevoert. III. Dat om dit te verhinderen, de Geregten ordre zullen flellen in hunne refpeélive Diflriélen, dat die Koeyen door de Dorpregters of Geregts- Dienaars  C 35 ) Dienaars worden gebrand op het regter Bil, met zodanigen Yzer, als deGeregten daar toe bekwaamst zullen oordeelen , welke Dorpregters of GeregtsDienaars , voor ieder Koey, die dus wordt getekend , van den Eigenaar zullen mogen eifchen twee ftuivers; zullende de gebeterde Koeyen, die ouder zyn als zes Jaaren, van deeze brandinge bevryd zyn, nadien vryelyk mogen worden uitgevoert. IV. En op dat de Geregten te beter aan deeze Onze welmeninge kunnen voldoen , zal ieder gehouden zyn, zyne Beesten, die Ziek geweest en onder de zes Jaaren oud zyn , aan te geeven om gebrand te worden, by poene van 25 Guldens voor ieder Beest, dat agtergehouden of verzwegen wordt, ten profyte van den Aanbrenger te verbeuren. V. Dat de Uitvoert der Runderbeesten zal moeten gefchieden, alleen uit de Havenen van Harlingen , Workum en de Lemmer, en- de infcheping gedaan worden in die Plaatzen en niet binnen Lands, en dat in tegenwoordigheid van twee Opzigters, die nauwkeurig zullen moeten toezien, of de Beesten die worden ingefcheept, gebrand zyn, ten einde het uitvoeren van dezulke te verhinderen: En worden de Commifen gelast, om hier op, zoo veel doenlyk, te letten, daar by prefent te zyn, en de Opzigters tot hun pligt te houden, op dat alle fraudes geweert werden. Voorts zullen die geene, die tegens Onze ordres een of meerder Gebeterde Beesten, onder de zes E a Jaaren  C 36 ) Jaaren oud, of uitvoeren of zulks ondernemen, geftraft worden met verbeurte van het Rundvee en de Schepen daar toe gebruikt , midsgaders eene Boete van hondert Guldens voor ieder Beest, het welk uitgevoert wordt of waar van de Uitvoert is ondernomen, beide te converteren ten profyte van den Aanbrenger voor de helfte, en voor de wederhelfte ten voordele van den Officier, die de calange doen zal; en zullen de Opzigters , van ieder overtredinge van dit Placaat, die zy ontdekken, genieten eene premie van 25 Guldens. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 5 Maart 1772. U. v. BURMANIA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLE TT E NB ERG. PLACAAT  C 37 ) PLACAAT Waar by geftatueert wordt, dat de Losfe Renten binnen zes Jaaren na de laatste betaling moeten worden afgehaald. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SA LU T; Doen te weeten: Dat aan Ons by ondervindinge gebleken zynde , dat zommige die Obligatien ten laste van deeze Onze Provincie hebben, veele Jaaren uitftellen, de Jaarlykze Intresfen op dezelve te ontvangen , en dat daar door , wanorder in de Rekeningen en abuifen nu en dan veroorzaakt worden; Zoo is 't, dat Wy ter voorkominge dies, hebben goedgevonden te ftatueren, gelyk Wy doen by deezen, dat de Houders van Obligatien op Losfe Renten ten laste van de Provincie van Vriesland leggende, verpligt zullen zyn de Renten op dezelve betaald wordende, ten Comptoire te vorderen binnen zes Jaaren na de laatste betaling die op de Obligatie is aangetekend, by poene dat die geene die langer hier meede wagten, de agterftallige Intresfen, zedert dien tyd verfchenen zullen verbeuren ten profite van den Lande, ten waare de Houders duidelyk kunnen aantonen, dat dit verzuim buiten hun fchuld is veroorzaakt, E s era  C 38 ) en op dat die geene, die thans meer als zes Taaren Intresfen na de laatste betaling verfchenen, van den Lande competeert, fonder hun fchuld geen fchaade Sffï. MzyVn™ gSen erlJgen *™ En op dat niemand hier van onkundig blvve, geert 6 me W°rden SePubIiceert en geaffi! Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den io Maart 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT Tot vastftellinge der Middelen voor den Jaare 1772. "P\E Staaten van Vriesland allen ~i den Seenen> die deezen zullen zien of hooien leezen, SAL UT; Dom te weeten: Dat Wy uit  ( 39 ) uit het Rapport van de Heeren Onze Gecommitteerden tot het onderzoek van den ftaat van 's Lands Comptoiren, gezien hebbende, dat tot onderhoud van de Militie, betalinge der lopende Renten, en het noeden zoo van de lasten der Unie , als van de noodzakelyke Provinciale uitgaven voor dit lopende Jaar zeer aanmerkelyke Geldfommen vereischt worden; Zoo is 't, dat Wy, na rype deliberatie, hebben goedgevonden te ftatueren, gelyk Wy doen by deezen, dat alle Lands Middelen van Contributie en Confumtie, voor het Jaar, ingaande met den iften May 1772 en eindigende met den laatsten April 1773, zullen worden geheven en ingevordert op denzelvden voet, als die tegenswoordig in train en vastgefteld zyn , zullende de betaling gefchieden aan dezelvde Lands Comptoiren, waar op die Middelen thans zyn geasfigneert, en vermids de Reële en Perfonele Goedfchatting daar onder meede behooren, zoo zullen de Quohieren dier beide Belastingen volgens gewoonte moeten worden opgemaakt door de Geregten , en zal het geene op 't Reël betaald is, in 't Perfoneel mogen gekort worden : Dat ook die geene , die zig by den aanflag in de Perfonele Goedfchattinge bezwaard vind, daar over onder Eede zal mogen doleeren voor de Heeren Onze Gecommitteerden in 't Mindergetal, zoo met 4000 Guldens of daar boven op het Quohier ftaat, en wel op den 3en en 4en Augufty deezes Jaars, en zoo met mindere fum*  C 40 ) fummas zyn aangeflagen, voorde Geregten op welkers Quohieren gevonden worden, en op zulke dagen , als die daar toe zullen vastflellen en in hunnen Bedryve bekend maken. En op dat niemand hier van onkundig blyve , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 14 Maart 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. & W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT  ( 41 ) PLACAAT Waar by vastgefteld wordt, dat de Belastingen , ten voordele van Arme Staaten, zullen ophouden na verloop van agt Jaaren, als dezelve zonder bepaling van tyd vergund zyn. TAE Staaten van Vriesland allen jL/ den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat zedert -veele Jaaren dikwils door Ons aan Diaconyen, Armbezorgers, Wees of Godshuizen is ingewilligt, het heffen van eene Belasting ter onderfteunïnge en onderhoudinge der Armen , zonder eenige bepaling van tyd , gedurende dewelke dezelve zouden mogen ingevordert worden; en nadien in de tegenswoordige fchaarsheid en duurte, zulke verzoeken zeer vermenigvuldigen, en het niet redelyk is, dat Onze Ingezetenen voor altoos met deeze Lasten bezwaart blyven, niet tegenftaande de nood der Arme Staaten verminderd , en de tyden voordeliger mogten worden; Zoo is 't, dat Wy , ter voorkominge van het misbruik, het welk van zulke vergunningen kan worden gemaakt, hebben goedgevonden te ordonneren en te ftatueren, gelyk Wy F doen  C 4* ) doen by deezen , dat alle de Diaconyen , Armevoogdyen, Wees- en Godshuizen, ten behoeve van welke eenige Belasting zonder bepaling van tyd is toegeftaan, niet langer als agt Jaaren, te rekenen van de publicatie deezes, daar van het genot zullen hebben , en dat dezelve na verloop van dien tyd worden gehouden voor afgefchaft, ten waare de heffing van dien op nieuws verzogt en vergunt was. En op dat niemand , die dit aangaat, hier van onkundig blyve , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 14 Maart 1772. U. v. BÜRMANIA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE  ( 43 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Beesten uit de bepaalde Havenen en uit die van Stavoren worde toegedaan, zonder op de Oótroyen der Veerfchippers te letten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te tveeten: Dat in Onze Vergaderinge is voorgefteld , of niet aan de Schippers, die met Rundvee te Harlingen, Workum en in de Lemmer van binnen 's Lands komen, en aldaar op nieuws de Beesten moeten infchepen, behoorde te worden toegelaten, vryelyk met hunne ladinge buiten de Provincie te vertrekken , zonder door de Veerfchippers dier Plaatzen daar in verhinderd te worden, en vermids Wy deezen voorflag agten billyk en redelyk te zyn; Zoo is't, datWy, overeenkomstig met dezelve, hebben goedgevonden te ordonneren en te Hameren, gelyk Wy doen by deezen, dat alle de Schepen, die geladen met Rundvee in de Steeden van Harlingen, Workum, of in de Lemmer, van Plaatzen die binnen de Provincie gelegen zyn, aankomen, met hunne ladinge vryelyk zullen mogen vertrekken , na dat F a alvo^  e 44 ) alvorens hunne inhebbende Beesten zullen hebben ontfcheept, om door de Opzigters geëxamineert te worden: En hebben Wy tevens goedgevonden, dat uit de Haven van Stavoren meede Uitvoert van Rundvee zal moogen gefchieden , onder de voorwaarden en prascautien nogtans , in de Publicatie van den 5 Maart 1772 vervat, en zal derhalven ook ten opzigte van die Plaatze, den inhoud van deeze Onze Ordonnantie ftand grypen. En op dat een ieder, die dit aangaat, daar van verwittigt werde, zal deeze alom me worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gcrefolveert en gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 15 Maart 1772. U. v. BURMANIA, Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Edele, Veste, Lieve, Bezondere! ZYne Doorlugtigste Hoogheid de Heer Prince van Orangien en Nasfauw, Erf-ftadhouder, Capitain en Admiraal Generaal der Ver-  ( 45 ) Vereenigde Nederlanden in 't gemeen, en van Onze Provincie in 't byzonder, heeft Ons by Misfive van den 12 Maart jongstleden kennis gegeven, dat Haare Koninglyke Hoogheid, Hoogst Deszelvs dierbare Gemalin zig wederom in eene Gezegende Staat van Zwangerheid bevind; en gelyk Wy Ons over deeze fchikkinge der Voorzienigheid , ten goede van Zyne Hoogheids Öoorlugtig Huis, verblyden, en den voorfpoedigen vooregang van dien van herten wenfehen, zoo hebben Wy noodig gesgt, dat in de publicque Kerken deezer Pro vincie in de openbare Gebeden in 't byzonder hier aan gedagt werde, en daarom goedgevonden UEd"- aan te fchryven en by deezen te beveeleri , dat UEd. ordre zullen Hellen, dat de Bedienaars des Goddeiyken Woords in Uwen Bedryve, in hunne Gebeden, die voor de Gemeente doen, fteeds God Almagtig aanroepen en fmeeken, dat het Zyne hooge Majefteit behage, Haare Koninglyke Hoogheid in deezen Staat gelukkig te doen voortgaan , voor alle toevallen te beveiligen , en ten beftemden tyde eene voorfpoedige en gewenschte verlosfing te vergunnen; op dat in Nederland nimmer Voorftanders van Vryheid en Godsdienst uit deezen Stam der Helden ontbreken. En op dat aan dit Ons bevel voldaan werde, zullen UEd. den inhoud deezes van de Predikftoelen in UEd. DiftricT: doen aflezen en publiceren. F 3 Waar  C 46 ) Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UEd. in de befcherminge Godes, en verblyven UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Leeuwarden den ao Maart 1772. PUBLICATIE Dienende tot Waarfchouwing, dat de Invoert van Rundvee in Vriesland verboden blyft. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy wederom op verzoek van de Hoog Mogende Heeren  C 47 3 ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden * order hebben gefield tot de publicatie van een Placaat , waar by de Regten, op het Rundvee, het welk van buiten, in deezen Vereenigden Staat word ingevoert, van den illen May tot den 24(ten Junius deezes Jaars, vermindert zyn van twintig op vyf Guldens het Stuk ; Zoo is 't , dat Wy , hoe zeer reeds in den gepasfeerden Jaare in een zoort gelyk geval de Ingezetenen ter voorkominge van alle misverfband zyn gewaarfchouwt, nu egter wederom op nieuws hebben goedgevonden, een ieder ten overvloede te verwittigen, dat de invoert van Rundvee in Vriesland verboden blyft, onder de poenaliteiten te vooren vastgefteld. En op dat niemand die dit aangaat hier van onkundig biyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, waar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 April 177a. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  C 48 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Garst wederom word toegelaren. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen SALÜT; Doen te weeten: Dat ter Onze kennisfe is gekomen, dat een zoo merkeiyke overvloed van Garst in deeze Provincie gevonden word, dat dezelve voor het aankomen van het Gewas deezes Jaars , door de Ingezetenen niet zal kunnen verbruikt worden, waar door te dugten is, dat dit Graan zal bederven en voor de Eigenaars onnut worden; Het is dan ter voorkominge van derzelver fchaade, en ter bevorderinge van hunne belangens , dat Wy goedgevonden hebben en verHaan , den Uitvoert van Garst uit Vriesland wederom open te zetten en aan een ieder vry te laaten, gelyk Wy doen by deezen, Hellende in zoo verre buiten kragt Onze Publicatie van den iq.™- November ifft; des dat ook dit zoort van Graan in tegenwoordigheid van twee Opzigters ingeladen, of in de Havenen, waar uit zullen vertrekken geftort werde, en van de Inlading behoorlyk geblyk vertoond, terwyl het Verbod van den Uitvoert van Rogge, Boekweit, Erweten en Boonen , daar in vervat,  ( 49 ) vervat, benevens de poenaliteiten daar op gefield, zullen blyven ftand grypen, tot dat daar in nader zal zyn voorzien. En zal deeze tot een ieders narigt op de gewoone plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveeit ende gearre- fteert op 't Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 10 April 1772. U. v. BURMANI A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE Nopens de gemaakte Veranderingen in de Lysten op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SA LU T; Doen te weeten: Dat Wy G gehoort  C 50 ) gehoort hebbende het Rapport van de Heeren Onze Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantie op de Impofitien , en na ingenomen advis van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heen Prime Erffladhouder, hebben goedgevonden in die Ordonnantie te maaken de volgende Veranderingen: Als in de GENERALE ORDONNANTIE. Pag. 40 Art. 75 agter het woord Ellens te voegen: Dat de getalm der Ellens, Vaten, Zakken en andere Maten, met volle Woorden en niet met Cyffers zullen moeten worden uitgedrukt. Pag. 42 Art. 81 wordt de Boete van hondert Guldens daar in geftatueert, vermindert op vyf en twintig Caroli- guldens. GEMAAL. Op Pag. 153 Art. 71 agter het woord verflookt is gefteld de volgende periode: En wordt by deezen wel expres verboden, dat iemandt, geen zes Lopen verflookt hebbende , het meerdere aan een ander zal mogen overdoen, by poene van hondert Caroli• guldens, en by den Overdrager, en by die het meerdere zal hebben ontvangen te verbeuren. ZOUT. Pag. 174 Art. 12, dit i2de Articul wordt op de volgende wyze geamplieert: En zullen de Zoutbranden,  C si ) ders, die op een uitzet Cedulle grooter quantiteit uitzetten als daar in vermeld wordt, verbeuren eene Boete van duizent Caroli ■ guldens, de helft ten profite van den Lande en de wederhelft ten voordele van die geeney die de fraude zal ontdekken, zoo dat de Daader daar over wordt gejïraft; zullende de naam van den Aanbrenger , indien hy zulx begeert, verzwegen worden; en nadien de Werkers in , en de Meeters van het Zout doorgaans tot het pleegen dier fluikery vermoedelyk zullen worden gebruikt, zal de Zoutbrander daar voor aanfprakelyk enftrafbaar zyn als of hy het zelfs in Perfoon hadde verrigt, ten waare zig hier van onder Eede kondt en wilde zuiveren. WAAGREGT. Pag. 255 Art. 23 zal agter de woorden , Materialen van dien aardt gevoegt worden : Gelyk meedc oud Tzer en wolle Lompen. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den io April 177a. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. G 2 PUBLICATIE  c m y PUBLICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prime van Orange en Nasfauw, gPc. &c. &c. DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenendie deezen zullen zien ofte hooren lezen, S AL UT; Doen te wceten: Dat Wy by Refolutie der Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie van den 10 April jongstleden fpeciaal zyn gelast, om aan elk en een ygelyk te kennen te geeven die 't zoude mogen aangaan, dat Hun Ed. Mög. na ingenomen te hebben "de Confideratien van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prime Erf-Jladhouder, hebben goedgevonden aan de Kooplieden in deeze Provincie, die een Fabrycq van gemalen Kryt- en Loodwit met O&roy hebben opgeregt,, tot meerdere favorifeering van dezelve te accordeeren, en alzo te arrefteeren , dat de hondert ponden gemalen Loodwit van buiten inkomende zal worden belast en daar van geheven zeven Stuivers , en van gelyke quantiteit Krytwit een Stuiver; en dat derhalven in 'sLands Lyste deeze by voeging zal gefchieden: Mitsgaders. ZOETE  ( 53 ) ZOETE W A A R E N. Pag. 89 tusfchen de woorden Wiedasch en Potasch, zullen worden ingevoegd Loodwit en Krytwit, en agter uitgetrokken het eerste : - 7 - : en het laatfte : - 1 - : En op dat niemand hier van onkundig zy, zal deezen ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd en geaffigueerd. Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden deezen 30 April 1772. A. LYCKLAMA a NYEHOLT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W YC KE L. G3 PUBLICATIE  C 54 ) PUBLICATIE Wy WILLEM by der gratie Gods, Prime van Orange en Nasfau, &c. &c. £?c. ALlen den geenen, die deeze zullen zien of hooren Ieezen, SALUT; Doen te weeten; Nademaal de ordres en beveelen, vervat by den inhoude der 65 , 66 en 6jrie Artikelen van het Reglement op de Jagt en Visfcherye in de Provincie van Vriesland , door Ons op den i8dcn April des voorleden jaars, by renovatie van vorige Reglementen geëmaneert, en concernerende het breiden, of maaken, en gebruiken, zo van de Seinen en Tjoelen, als van de Baarsnetten en Schakels , als nu , na de expiratie van den verboden Tyd, en zulks met den iften Juny aanftaande, ingevolge het 68fte Artikel van het voorzeideReglement, ter executie zouden moeten worden gelegt, en Wy genegen zyn de goede Ingezetenen, hun met de Visfcherye dagelyks geneerende , zoo veel mogelyk is, en zonder het totaal verderf derzelve Visfcheryen eenigzins kan gefchieden, te fubleveeren, en te gemoet te koomen; Zoo is 't, dat Wy goedgevonden hebben, by deeze te verftaan, dat het geftatueerde, by het Ó7fte Artikel van Ons opgemelde Regie-  ( 55 ) Reglement, bepaaldelyk voor zoo ver de Baarsnetten en Schakels aangaat, by provifie, en tot Onze nadere dispofide, zal worden opgefchort, en buiten executie gehouden, zoo als Wy het zelve opfchorten , en buiten executie houden mits deeze: blyvende voor het overige den inhoude van de 65 en 66fce Artikelen van het voorfz. Reglement, met betrekking tot de Seinen en Tjoelen, als mede het Verbod, by het 67lte Artikel geftatueert tegen het gebruik van Schrob- en diergelyk zoort van Stryknetten, in volle kragt en vigeur, omme voortaan naar behoren geobferveert en geëxecuteert te worden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude konnen pretendeeren, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is zulks te doen. Gegeeven in 'sGravenhage den iften May 177a. L. S. W. Pr. v. O R A N G E, Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid T. J. dë L A R R E Y. PUBLICATIE  ( 56 ) PUBLICATIE Tot verlenginge van het Verbodt van Uitvoert van Hooy en Stroo tot den iften April 1773. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen re weeten: Dat in Onze Vergaderinge is voorgeflelt, of niet dienstig en noodzakelyk zyn zoude, dat in de tegenswoordige omftandigheden, het Verbodt van Uitvoert van Hooy en Stroo, by Publicatie van den 3 July 1771 gedaan , nog voor eenige tydt verlengt wierde en ftand bleef houden ? En vermits de fchaarsheid van Voeder, gevoegt by het agterlyk- Jaarfaizoen, en daar uit fpruitende vrees voor een flegt Hooygewas, aan Ons het doen van zulk eene Voorzieninge moeten aanraden ; Zoo is 't, dat Wy hebben goedgevonden en gerefolveert, den Uitvoert van Hooy en Stroo buiten de Provincie van Vriesland, dewelke met den irtenJuniusaanftaande wederom vry ftonde, op nieuws te verlengen tot den i^en April I773 » by poene dat de Overtreders van Onze Orders zullen verbeuren een hondert vyftig Caroliguldens , telkens voor ieder Contraventie, boven de confiscatie van de Iadinge, midtsgaders de Schepen,  ( 57 ) pen, Wagens of andereInflrumenten waar mede de Uitvoert is gefchiedt of wordt ondernomen, alles te converteren voor een derde ten profite van den Officier, die de Calange doet, een derde ten yoordeele van den Aanbrenger, en de overige derde voor de Armen der Plaatze alwaar de Overtreding gefchiedt ; En worden de Commifen , Sylvesters, Sluiswagters en Opzigters, op de Havenen en Toegangen deezer Provincie geplaatst , ernstig gelast hier op te letten en alle Uitvoert van Hooy en Stroo, zoo veel in hun is, te verhinderen. En op dat niemandt hier van onkundig zy, zal de inhoudt deezes alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie ite doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden d«n 15 May 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERO. H PUBLICATIE  C 58 ) PUBLICATIE Dat Mout en Gort zal mogen uitgevoert worden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy, by Publicatie van den 10 April jongstleden, de Uitvoert van Garst buiten Vriesland hebbende opengeftelt en toegelaten, thans mede, op verzoek van verfcheidene Pelmolenaars, in deeze Provincie woonagtig, hebben goedgevonden en gerefolveert, den Uitvoert van Mout en Gort, van Garst gemaakt, toe te liaan, en de Publicatie van den 6 December 1771 , waar by zulks verboden was , in zoo verre te ftellen buiten effect, gelyk gefchiedt by deezen. En zal hier van by publicatie en afóxie op de gewone tyden en plaatzen aan een ieder kennis worden gegeven. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 15 May 1772. U. v. BURMANlA,Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  C 59 5 PUBLICATIE Tot Interpretatie van het Placaat van den 13 Maart 1723 , tegens het Frauduleus pasfeeren van Bylbrieven. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooten leezen , SALUT; Doen ie weeten: Dat aan Ons voorgekomen zynde, dat 'er eenige duisterheid word gevonden, in het Placaat van den 13 Maart 1723, tegens het Frauduleus pasfeeren van Bylbrieven geëmaneert, hier in beflaande; dat het namentlyk niet ten eenemaal buiten bedenking is, of de Cesfien op geregiftreerde Bylbrieven gepasfeert, op nieuws binnen den tyd van drie weeken, moeten worden geregifïreert, dan of die Cesfien volgens de intentie van den Wetgever, en de reeden der Wet, van de regiftratie zyn bevrydt, mids dat de Brieven zelve binnen het bepaalde Termyn dadelyk zyn geregiltreert geworden; Zoo is 't, dat Wy om alle twyveling in deezen. weg te neemen, hebben goedgevonden te ftatueren, gelyè Wy doen by deezen, dat de Cesfien , waar by het regt op Bylbrieven Word overgedragen, in het toekomende aan de regiftratie , die in het bovengemelde Placaat word gevordert p niet zuilen zyn onderworpen , mids dat Ha de  dê Brieven zelve (binnen den tyd van drie weeken, volgens de Wet geregiftreert zyn ; en nopens de Cesfien van dien aart, die uit doofde van de gewoonte , die ten deezen opzigte vry algemeen is geworden', niet geregiftreert zyn, verklaren Wy, dat dezelve hun effect zullen hebben, en de Bylbrieven gerefpeéteert moeten worden, zoo de regiftratie van die maar behoorlyk is gefchiedt. En op dat niemant van deeze Onze welmeeninge onkundig blyve, zal dit Placaat alomme worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 25 Juny 1772. U. v. BURMANIA, Vt.' Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETT.ENBERG. Edele, Veste, Lieve, Bezondere! GElyk Wy voor een geruimen tydt hebben nodig geoordeelt en bevolen, dat in de publicque Kerken deezer Provincie, over de  C 61 ) de Boogt Perfoon van Haan Komnglyke Hoogbeidt de Princesfe van Oranje, in den gewenschten toeftand waar in zig toen bevonde, de zeegen en hoede des Aiierhoogsten wierde afgefrneekt; zoo agten Wy het thans niet minder betamelyk, dat deeze Gebeden in Lov en Dankzeggingen worden verandert, nu het Gode behaagt heeft, door de gelukkige Verloting van hoog gedagte Haare Hoogheid , en de geboorte van een Prins, het Doorlugcig Erv- StadhouderlykHuys, en gantsch Nederland teverblyden. Het is dan ook met dat oogmerk, dat Wy hebben goedgevonden, by deezen UEd. aan te fchryven en te bevelen , dat UEd. ten fpoedigsten de Bedienaars des Goddelyken Woords in UEds. Bedryve, van deeze heugchelyke gebeurtenisfe kennis laat toekomen, met last om de Hoogste Majefteit Gods, in de openbare Gebeden voor den Volke, dieswegen met lov en prys te ontmoeten, en van den Oppersten Beftierder der Wareld ernstig te begeren, dat dit Doorlugtig Kind, dit Kroost der Helden , moge zyn het byzondere voorwerp van Zyne gunstige Hoede, dat het zelve voor alle de toevallen der jeugt beveyligt, voorfpoedig opgroeye tot eenen manbaren ouderdom, en by het aanwasfen der jaaren begivtigt werde, met' die gaven van Wysheyd en Helden moed, die deezen jongen Vorst kunnen in Haat (tellen, om te zyner tydt aan Nederlands agtbaren Staat, te verftrekken tot een gelukkig Beftierder en kloekmoedig Befchermer ; ja H 3 Hoogst  Hoogst Dênzelven waardig mogen maakên, den onftervelyken Naam van Nasfauw Oranje, en de roemryke luister der hooge Stamhuyfen , waar uit gefproten is: God bekrone Hem met langheydt van daagen, met voorfpoed en eere. Dat ook Haarè Koninglyke Hoogheidt de nodige önderileuninge des Hemels ondervinde, fpoedig herftelle en nog lange aan Haaren Doorlugrigen Gemaal Zy, eene dierbare en vrugtbare Gefellinne des levens. Verders bevelen Wy UEd. ordre te (lellen, dat in de openbare Gebeden in het vervolg, na Haare Koninglyke Hoogheidt, aan den jongen Vorst gedagt werde. Waar mede, Edele, Veste, Lieve, Byzondere, Wy UEd. bevelen in Godes befcherminge. Leei*. warden den 29 Augusty 1772. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland $ U v. BURMANIA, Vé. Ter Ordonnantie van Hun Ed, Mog. H. W. v. PLETTEN BERG. PUBLICATIE  C & 5 PUBLICATIE Rakende de betaling van 't Hoorngeld en de Impofitie op de Bezayde Landen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat ter Onze kennisfe gekomen is, dat eene verkeerde öpvattinge ten opzigte van de betaling der Hoorngelden, en den Impost op de Bezayde Landen heeft plaats gegrepen by zommige , hier in beftaande, dat namentlyk , de Landen op de Kley of Hoogland gelegen, als dezelve onder een Woudhornleger zyn beklemt cf daar by gevaegt, even als Lage of fVoudlanden de belasting op de Hoornbeesten en Bezayde Landen konden of mogten betalen. En dewyl deeze bevatting alleen op eene kwaade gewoonte gegrondt , en nadelig is voor 'sLands Middelen; Zoo is V, dat Wy nodig hebben geoordeeld, hier omtrent eenige voorziening te doen, en te ftatueren, gelyk Wy» na ingenomen te hebben het advis en de confide; ratien van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-Jladhouder , doen by deezen; dat alle Landen op de Kley of Hoogland gelegen, fchoon dezelve van ouds beklemt zyn geweest onder eene Zaihe of Hornle-  ( 64 ) ger, op Woudland' gelegen, of wel dat dezelve naderhand daar by gevoegt zyn, de Impofitien en Belastingen even als andere Landeryen, gefitueert op het Hoogland, zullen moeten betalen, op de boeten en poznen daar toe flaande, en dat alk kwaade pra&icquen, daar tegens ingevoert, van nu af aan zullen worden afgefchaft, belastende de Geregten, door welkers Diflriclen de Limitfcheiding tusfchen Hoog- en Laagland loopt, om by de eerste opfchryving der Speciën, zorge te draagen, dat hier aan punclueelyk voldaan werde. - En op dat niemand die dit eenigzints aangaat, hier van onkundig zy , zal deeze alomme -werden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landichaps - huis binnen Leeuwarden den 3 September 1772. U. v. BURM A.N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENB ER G. PLACAAT  C «5 ) PLACAAT Behelzende een Reglement op de Keur der Springhengsten, en Inftru&ie voor den Keurmeester. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooien leezen, SALUT; Doen te zveeten: Dat aan Ons door zommige Ingezetenen deezer Provincie, doende Koophandel in Paarden, is voorgedragen en vertoont, dat door het niet nakomen van de Reglementen, van tyd tot tyd op de Springhengsten en de keur derzelve gemaakt, de Stoetery der Friefche Paarden , merkelyk begonde in verval te geraken, en het te vreezen was, dat dezelve tot nadeel van den Handel meer en meer zoude te niete loopen en bedorven worden: Om nu hier in na behoren te voorzien; Zoo is V, dat Wy, na examinatie van de Placaten en Refolutien, voormaals op dit Onderwerp vastgefteld en genomen , hebben goedgevonden by een Nieuw Reglement niet alleen hier in te voorzien, maar ook wederom een Keurmeester der Hengsten aan te ftellen , aan denzelven eene behoorlyke Inftru&ie te geeven, en diensvolgens te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen. I Art. I. Dat  C 66 ) Art, L Dat de Keurmeester zal gehouden zyn, de Springhengsten over de geheele Provincie te vifiteeren , examineeren en keuren volgens het Reglement op de Springhengsten, gearrefteerd in de Statuten van Vriesland het 4de Boek Tit. 17, luydende aldus: VAN SPRINGHENGSTEN EN DEKGELD. Art. I. Dat niemant zal vermogen eenige Spring, of Dekhengsten, het zy hy dezelve al voor eenige tyd beeft gehad of naderhands een nieuwe mogt gedenken aan te zetten, tot het befpringen van de Merrien te emploieeren, ten zy dezelve Hengsten door de refpecJive Geregten waar onder elk Houder van Hengsten gezeten is, eerst en alvorens zullen weezen gevifi'teert, en volgens fichrifi. telyke certificatie na inhoud deezes geapprobeert, by poene van vyfi en- twintig Caroli guldens boven verbeurte van de Hengst. II. Dat iemant bevonden wordende een Hengst, welke eenmaal afgekeurt is niet geremoveert te hebben, of niet te hebben laaten finyden, zal vervallen in de boete van vyfi en- twintig Caroli guldens boven verbeurte van de Hengst. I II. Dat geen Hengsten tot het befpringen van Merrien zullen mogen worden gehouden en gebruikt, dewelke jonger zyn als drie Jaaren, by pozne en verbeurte als vooren. IV. Dat  ( 67 ) IV. Dat de kleinste Dekhengsten hoog moeten zyfr vyf hout voeten en twee duimen, te weeten met het leggen van de Ry op de Schoft, en dat op het waterpas van de grond rcgt neder, voorts dik van taillie en goed van Hals , Kop en Beenen, zonder aangeboren gebreken , dewelke een Veulen fchadelyk zouden konnen weezen. V. Dat voorfz. hoogte van vyf hout voeten en twee duimen zal worden geobferveert , zoo wel in de Hooge als Laage Qiiartieren, by gelyke poene en verbeurte als vooren. ' . VI. Met dit onderfcheid nogtans, dat aan de urietemen van JEtigwirden , Doniawarftal, Haskerland, Schotcrland, Gaasterland, Op/Ierland, Oost-en WestStellingwerf word toe gelat eu de vryheid, om in de Haare te doen houden Springhengsten van vier voeten en tien duimen hoog, dog niet kleinder, onder conditie dat geen minder Dekgeld daar van als van andere zal mogèn worden gevordert en betaalt. VI h Dat by yder Houder van Hengsten op de Hooge Quartieren onder de Dekpaarden zal moeten ft aan en gebruikt worden , ten minsten een donker grauwe Hengst met witte Steert en Maanen en zwarte Beenen, als dezelve maar eenigzints te bekomen zyn. VIII Dat de grauwe zullen moeten zyneenhairig of met een kleine Kol, en de zwarte en bruine ook eenhairig met kleine Kollen. IX. Dat yder Officier hier mede word geauthorifeert, om in zyn Diftricl zoo veel Perfoonen te admitteren tot het houden van Dekhengsten, als hy na de veelheid I 2 der  C 68 ) der Merrien aldaar verflaan zal te behoren , en daar dezelve zyn, niet zullen mogen worden verandert en verplaatst , als met kennis van 't Collegie of Gecommitteerden van dien. X Dat voor Dekgeld egalyk over de gehele Provincie, zoo wel in de Hooge als Laage Qjtar'turen, zal worden betaalt een Ducaton. XI Dat geen accoord over het Dekgeld of wanneer een Merrie geld biyft zal mogen worden gemaakt. XII. Dat minder als het geftatueerde Dekgeld door de Houdt r der Hengsten gevordert, en door den Eigenaar der Merrien betaalt wordende , of eenig accoord daar omtrent en nopens het geld blyven gemaakt , zy beyde zoo wel de een als de ander, en wie het ook zoude mogen weezen, voor de eerstemaal tot boete zullen betalen zes Caroli guldens, en voor de tweede reis verbeuren de Hengsten en Merrien, of de regte ceftimatie van dien. XIII. Dat die geene welke Dekhengsten houden van de Perfoonen en Dekgeld zuiver en in 't geheel optekening zullen doen, by poene dat iemand bevonden wordende , Naamen en Dekgelden verzwegen te hebben, zal zyn vervallen voor yder post of naam, in de boete van twee Ponden groot. XIV. Dat de Hengsteluiden 'sjaarlyks, voort na de Dek tyd en uitterlyk voor St. Jacob haar Boeken en optekening van het Dekken zullen moeten opleveren aan de Secretarien van de Grietenie of Stad waar onder zy gezeten zyn, om by haar of haare Klerken, gelyk Boelgoeds-penningen onder parate Executie, zoo op de Gedekte  C regte afimatie van dien, in deeze titul geflelt, zullen worden geconve^ teert, een derde voor den Manbrenger, een derde part voor den Officier , en de rejleerende derde part voor de Armen der Plaats. I 3 Art. II. De  C 70 ) • Art. II. De Keurmeester zil gehouden zyn bovengemelde keuren , niet anders te mogen doen, als ten overftaan van de Officieren en Magiftraten der refpeétive Grietenien en Steden, alwaar Springhengsten gehouden worden , en zig daar toe behoorlyk adresfeeren aan voornoemde Officieren en Magiftraten, ten einde door dezelve bekwame tyd en plaatze bepaald werde, om voorzeide keur te doen. lil. De Keurmeester zal volgens zyn beste kennis en wetenfchap, onpartydig, en zonder aanzien van Perfoonen de Springhengsten, welke ter keure werden geprasfenteert, vifiteeren en onderzoeken, of voldoende zyn aan het Reglement, in 'sLands Ordonnantie vervat, en hier boven gefpecificeert vervolgens van zyn bevindinge rapport doen, aan den Officier of Magiftraat in welkers Diltriér. de keur gefchied, ten einde dezelve volkomen in ftaat te Hellen , om zig tot de goed- of afkeuring der Springhengsten te bepalen. IV. Dezelve zal gehouden zyn, een nette Lyst te houden van alle de Springhengsten, welke goedgekeurd zyn, in een daar toe aan te leggen Boek met befchryvinge van Jaar en Hair, als mede van de plaatzen, alwaar dezelve ftaan, ook de naamen der Eigenaars en Hengstelieden , en van yder gekeurde Springhengst, welke in vervolg van tyd afgekeurd, en geamoveert werd, nauwkeurige aantekening doen. V. Dezelve  C ?t 5 V. Dezelve zal ten minsten tweemaal in 't Jaar de ronde doen door de Provincie, om de Springhengsten te bezien, en alomme naukeurig te onderzoeken, of ook Byhengsten gehouden worden, en dczu>ke vindende, daar van terftond kennis geeven aan de Officieren en Magiflraten van het Diftrict, ten einde dezelve werden gea'moveerd, zullende hy van yder aldus ontdekte en aangebragte Byhengst genieten een Prsemie van vyf- en- twintig Caroli guldens, te betalen door den Houder van zodanige een Hengst. VI. Dezelve zal gehouden zyn, 'sjaarlyks voor den eersten Augusty, over te geeven aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden, een Lyst van de Springhengsten door hem gekeurd, derzelver Ouderdom, Hair, en het getal der Merrien door dezelve Gedekt, ten einde hier door na te gaan, of deeze vernieuwde Ordres van Hun Ed. Mog. van goede gevolgen voor de Stoeteryen in deeze Provincie zyn, en om hier aan te voldoen, zal de Keurmeester vermogen van de Secretarien der refpedive Grietenien en Steden te vorderen , een Haat van het getal der Merrien welke in hun Diftriér, Gedekt zyn, en waar van voornoemdeSecretarisfen de nette aantekening vinden in de Boeken der Hengstelieden, vermeld in het 14 en i5de Articul van bovenftaande Reglement in 'sLands Ordonnantie vervat. Vil. De Keurmeester zal niet vermogen, eenig aandeel of portie aan Springhengsten te hebben, ook  C 72 ) ook dezelve niet leveren of verkopen aan de Heng. telieden , en direct nog indireét geen Koopmanfchap in Paarden vermogen te doen, ook niet van eenig Hengsteman , het zy Eigenaar of Houder mogen aannemen eenige Gifte , Gave of Gefchenk , het zy Geld of Gelds waarde, nogte eenig hoe genaamd Voordeel, by poene van Casiatie, en daar te boven verbeurte van een boete van hondert gouden Friefche Ryders, te Converteeren de eene derde voor den Officier of Magiftraat die de Calange doet, een derde voor den Aanbrenger, en de overige derde voor de Armen. VIII. De Keurmeester zal genieten voor Salaris van yder Dekking twee Stuivers , waar van een door den Hengsteman, en een door den Eigenaar van de Merry zal betaald worden, en voorfz. Salaris Jaarlyks van de Secretarien der refpe&ive Grieten ien en Steden ontvangen, wanneer dezelve, ingevolge het i4de Articul van bovenftaande Reglement het Dekgeld zulten geinnet hebben. IX. De Keurmeester zal gehouden zyn, aan handen der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie by folemneele Eede te beloven zig ftiptelyk aan deeze Inftrudtie te houden, en dezelve in allen deelen na zyn best vermogen te zullen obferveeren. En werden eindelyk de Secretarien der refpe&ive Grietenien en Steden by deezen gelast en geauthorifeert, om het Dekgeld, volgens het i4de Articul van  ( 73 ) van het Reglement op de Springhengsten ènhet Dekgeld te innen, tegens drie Guldens en vier Stuivers, in plaatze van drie Guldens en drie Stuivers, dus verre betaald, (werdende het iode Articul van voorfchreven Reglement in zoo verre gealtereert,) en zullen voornoemde Secretarien de verdeling van het Dekgeld in diervoegen doen, dat de Eigenaars der Hengsten daar af genieten twee Caroli guldens negentien Stuivers, de Keurmeester twee Stuivers, en de Secretarien de overige drie Stuivers. Willende en bevelende Wy verders, dat deeze, op dat tot kennis van een yder die zulks eenigzints mag aangaan , koome , alomme zal worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 5 September 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R a K Edele,  C 74 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! NAdien Wy op de aan Ons gedane klagten nopens het verval der Paardeftoeteryen in deeze Provincie, hebben gerefolveert, tot herflel derzelve op nieuws een Keurmeester der Hengsten, met naame Jan Runia, aan te Hellen, en denzelven met eene Inftruétie te voorzien ; zoo is 't, dat Wy UEd. hier van by deezen kennis geeven, met last om denzelven in zyne Fun&ie te main&ineeren, en verders het Reglement op de Springhengsten , en inzonderheid de 1*% 14de en i5de Articulen van het zelve, midtsgaders den inhoudt van de Publicatie van den Qde Maart 1761 in UEd. Bedryve ftriét te doen obferveeren, zorge dragende, dat de Secretaris van UEd. DiflricT: zig gedrage na de ordres en fchikkingen, te vinden in het flot van het Placcaat, op bovengemelde onderwerp vastgelleld, en te emaneeren. Waar toe Ons verlatende, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, bevelen Wy UEd'. in de befcherminge Godes. Leeuwarden den 5 September 1772, UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, U. v. BURMANIA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTEN BERG. % PUBLICATIE  C 75 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Osfen en Bullen voor een bepaalden tyd word open gezet. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, S ALU T; Doen te weeten: Dat Wy» om de Ingezetenen deezer Provincie die hun werk maaken van het weiden en aankweeken van Osfen, eenig voordeel toe te brengen, en daar door tot het voortzetten van deeze nuttige hanteering aan te moedigen, gelyk mede uit aanmerkinge van eene tamelyke overvloed van die Beesten thans in Vriesland plaats hebbende, hebben goedgevonden en gerefolveert , den Uitvoert van Osfen en Bullen toe te laaten , en open te zetten , den tyd van twee Maanden, beginnende met den 12 September, en eindigende met den 12 November 1772, onder de navolgende voorwaarden. I. Dat de Osfen en Bullen ten minsten zullen moeten oud zyn twee Jaaren. II. Dat de Uitvoert niet zal mogen gefchieden, als uit de Havenen van Harlingen, Stavoren, Workum en de Lemmer. III. Dat de lnfcheeping zal moeten gefchieden by ligten dage, en in het bywezen van twee Opzig- K 2 ters,  ( 76; ) ters ; dte prasrent zullen moeten zyn, by ieder Schip dat geladen wordt, en dat de Inlading zal moeten gedaan worden , niet binnen Lands, maar in die vier Plaatzen (zonder daar in door de Gildens aldaar , verhindert te mogen worden , mits dat de Beesten in die zelvde Scheepen wederom ingeladen worden, waar in na die Havenen zyn verzonden; ) en worden de Commyfen, in welkers Diftrióten gemelde Havenen zyn gelegen, gelast, om op de Infcheepinge, zoo veel doenlyk te Jetten, en by dezelve prasfent te zyn , houdende de Opzigters tot hun pligt, op dat alle fraudes en elufie van Onze orders werde voorgekomen. En zal deeze, op dat tot een ieders kennis koome, alomme worden gepubliceert en geaffigeert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 5 September 1772. U. v. BURMANIA.Vt Ter Ordonnantiè van Hun Ed. Mog. EW. v.PLETTENBERG. PUBLICATIE  C 77 ) PUBLICATIE Waar by (L Zetting van het Brood word opgeichort. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy in aanmerkinge genomen en overwogen hebbende, hoe zeedert eenigen tyd , tusfchen den prys der Rogge en de Zetting van het Roggen Brood, geene genoegzaame evenredigheid word waargenomen, hebben goedgevonden de Zetting van dat Brood wederom by provifie en tot Onze nadere dispofitie op te fchorten, gelyk gefchied by deezen, met last aan de Geregten, om op de qualiteit en prys van het zelve nauwkeurig te letten. En zal de inhoud deezes op de gewoone plaatzen tot een ieders narigt worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps huis binnen Leeuwarden den 5 September 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. K 3 Veste,  C 78 ) Veste, Lieve, Bezondere! DE Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie , by Refolutie van den 4 September jongstleden onder anderen hebbende vastgefteld, dat wegens de omftandigheden des tyds, en na het voorbeeld van het geene by de Geboorte van Mevrouwt de Princesfe is gepraéttfeert, de Penningen , die ter gelegentheid van de heuchelvke Geboorte van den jongen Prince , zouden worden bedeed tot het doen luiden der Klokken, en het geeven van Bier aan de Ingezetenen, thans zullen worden gefteld in handen van de refpe&ive Gerechten, ten einde aan de Armen in de Dorpen en Steden te worden gefchonken , ter hunner onderfteuning en onderhoud. Zoo adverteren Wy UE. by deezen, hier van niet alleen, maar informeren dezelve ook teffens, dat UE. de betalinge daar van wegens deszelvs Diftricl; of Stad , na den 17 deezer Maand kan ontvangen, of laaten afhalen, onder het pasfeeren van genoegzaame Quitantie, van het Comptoir Van den Raad en Rentemeester, benevens Ontvanger Geneneraal der Confumptien W. H. T. C. Baron thoe ocawartzenberg en Jtiobenlamberg. 1 i Waar  C 79 ) Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy U E. in de befcherminge van God Almachtig. Leeuwarden den 7 September 1772. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Rundvee voor een Maand word toegelaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: DatWy, uit hoofde van het groot aantal van Runderbeesten, het welk thans in deeze Onze Provincie word gevonden, hebben goedgevonden en gerefolveert, de Uitvoert van alle de Runderbeesten , oud boven de twee jaaren, toe te laaten en open te Hellen, gedurende de tyd van een Maand, in tè gaan met den 9 November, en eindigende met den 9 December  C 80 ) cember deezes Jaars 177a, onder de hier navolgende voorwaarden en bepalingen: L Dat geene Koejen die ziek geweefl: zyn aan de Veepest, die in de Provincie heeft gewoedt, zullen mogen worden Uitgevoert. II. Dat om dit voor te koomen en ondernomen wordende, te beeter te beletten, de Geregten by* 0eezen worden belast, om terftond na de Publicatie deezes, door een Geregts Dienaar, in de Grietenyen ; geadfifteert door den Dorpregter der Piaatzen, en in de Steeden of Jurisdictie van dien , door een Stads Boode, alle ziek geweest zynde Koejen in hunnen Bedryve , met een Yfer (door de Geregten te bezorgen) op een der Hoornen zio te doen branden, dat het teeken dier branding duidelyk zy te zien, en duurzaam zyn moge; en zullen de Boode of Dorpregter en Geregts Dienaar, voor ieder Beest dat gebrand word, mogen vorderen twee Stuivers, onder hun beide egaal te verdeelen. III. En op dat aan deeze Onze Orders behoorlyk voldaen werde , zal een ieder verpligt zyn alle de Koejen door hem in eigendom bezeten, of gebruikt wordende, en die van de Veeziekte zyn gebeetert , aan te geven aan den Dorpregter of Boode om gebrand te worden , by poene van vyf en twintig Caroli Guldens, ten profyte van den Aanbrenger te verbeuren voor ieder Beest dat verfwegen wordt. IV. Dat  ( 8i ) IV. Dat verders om de Overtreding van deeze Onze beveelen en heilzaame fchikkingen, zoo veel mogelyk voor te koomen, geene Koejen zullen mogen worden Uitgevoert als met eene Verklaringe van den Dorpregter of Boode der Plaatze, alwaar laast in de Weide gegaan , of op de Stal gedaan hebben; behelzende dat het Beest nooit door de Veeziekte is aangetast geweest, of met eene diergelyke Verklaringe , gegeeven door den Dorpregter of Boode der Plaatze, in welke dezelve Verkogt zyn, welke daar te boven zal moeten geteekent zyn, door twee Getuigen, die kennis van deeze zaak hebben. V. Dat deeze Verklaring zal moeten worden overgelevert aan de Opzichters op de Haven, uyt welke het Beest word Uitgevoert, die het zelve binnen 14 dagen zullen moeten toezenden aan de Fiscaal der Provincie, ten einde door denzelven onderzoek op de waarheid of valsheid van dien kan gedaan worden. VI. Dat de Uitvoert van Runderbeesten niet zal mogen gefchieden, als uit de Havenen van Harlingen, Stavoren, Workum en de Lemmer; Dat de eindelyke Infcheping in die vier Plaatzen zal moeten gedaan worden, in tegenwoordigheid van twee Opzichters, die naukeurig zullen moeten toezien, of de Beesten die Ingefcheept worden, aan eenHooren gebrand zyn, ten einde het Uitvoeren van dezulke te verhinderen, en die meede zullen moeten L de  ( 8* J •de hier bovengemelde Verklaring afvorderen, en by gebreeke van dezelve den Uitvoert niet toelaten, zullende teffens moeten in agt genomen worden, nopens de Infcheping, de Publicatie van den 15 Maart 1772. En worden de Commifen gelast , om hier op zoo veel doenlyk te letten, en de Opzigters ter weeringe van alle fraudes tot hun pligt te houden. Voorts zullen die geene, die deeze Onze Orders door het Uitvoeren van een of meer ziek geweest zynde Koejen, mitsgaders van zulke die onder de twee jaaren oud zyn , overtreeden , of dit ondernemen, gelyk meede die zonder Verklaring dezelve uitvoeren of tragten uit te voeren , geftraft worden, niet alleen met verbeurte van de Beesten, en de Scheepen daar toe gebruikt, mitsgaders een boete van hondert Guldens voor ieder Beest, beide te converteren ten profyte van den Aanbrenger voor de eene helvte, en voor de weder helvte, ten voordeele van den Officier die de calange doet, en zullen de Opzichters van ieder Overtredinge, dewelke ontdekken, genieten een prsemie van 25 Guldens. Nog willen Wy, dat van ieder Runderbeest, het welk uit gaat, zal worden betaalt een Caroli Gulden, boven het ordinaris Pasfagegeld, door de Collecteur van gedagte Pasfagegeld in gemelde PJaatzen te ontvangen, by poene van verbeurte van het Beest, ten profyte als vooren; En eindelyk verklaren Wy> dat onze ernstige welmeening is, dat de Invoert  C 83 3 Invoert van Rundvee in de Provincie geweert werde, en de Placaten daar tegens geëmaneert in volle kragt blyven. En op dat niemant die zulx aangaat van dit alles onkundig blyve, zal deeze op de gewone tyden en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 30 Oótober 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE Tot toelating van den Uitvoert van Aardappelen onder eenige Belasting. DË Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALÜT; Doen Te weeten: Dat Wy , door ingekomene berigten kennis bekomen hebbende , dat 'er eene zeer groote hoeveelheid van AardL a appelen  e 84 ) appelen geduurende deezen Jaare in de Provincie is gebouwt, het welk door de laagte van de prys waar toe dezelve zyn gedaalt, bevestigt word, en daar by overwegende , dat veele Ingezetenen van gering vermogen in zommige Diftriéten der Provincie , daar uit hun beftaan hebben, en zig met hunne Huisgezinnen moeten onderhouden, die door het aanhoudend verbodt van Uitvoer merkelyke fchaade zouden lyden; Zoo is't, dat Wy, na rype deliberatie, hebben goedgevonden en gerefolveert, den Uitvoert van Aardappelen wederom open te Hellen en toe te laaten tot den eersten Januarius 1773, en zal deeze vryheid ingaan met den 4 November 1772 terwyl Wy Onze Publicatie van den 31 Oétober 1771, waar by de Uitvoert is verboden, zoo lange opfchorten en buiten effect flellen ; Verdek willen Wy , dat van ieder tonne Aardappelen by den Uitvoert zal worden betaalt twaalf Stuivers, by pcene, dat alle die geene, die dezelve zonder deeze Belasting te voldoen Uitvoeren , of zulks ondernemen , zullen worden geftraft met de verbeurt verklaringe der Aardappelen, waar te boven de Schepen, Wagens, Karren of andere Inftrumenten waar meede de Uitvoert gefchiedt , of word ondernomen, insgelyks zullen geconfisqueert worden; alles te converteeren een derde ten profite van den Aanbrenger, een derde voor den Officier der Plaatze van de Contraventie , en de overige derde ten voordeele van de Armen dier Plaatze. En  ( 85 ) En op dat de inhoud deezes tot een ieders kennis koorae, zal daar van alomme publicatie en affixtie gefchieden. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 30 October 1772. U. v. BURMANIA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Boekweyt word toegelaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te zveeten: Dat Wy, uit aanrnerkinge dat de meeste Graanen in prys zyn gedaald, en de fchaarsheid derzelve is vermindert, hebben goedgevonden , om zoo weinig mogelyk den vryen handel te belemmeren, de Uitvoert van L 3 Boek-  C 85 ) Boekweit toe te laaten en open te Hellen, gelyk gefchied by deezen, ftellende in zoo verre buiten kragt Onze Publicatie van den 14 November 1771 des dat ook dit zoort van Graan in tegenwoordig! heid van twee Opzichters Ingeladen, of in de Haven waar uit zal verzonden worden, geftort werde, en van de Inlading by den Uitvoert behoorlyk geblyk vertoont, blyvende de Uitvoert van Rogge, Erweten en Boonen verboden, en de poenalitêiten daar tegens gefield ftandgrypen. En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 30 Oélober 1772. U. v. B U R M A N I A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Veste, Lieve, Bezondere! ONder den JiefFelyken en aangenamen lommer van Vreede, Vryheid en Godsdienst, waar onder den Republycq door het zon-  C 87 5 zonderling en gunstryk bellier des Allerhoogsten, hu gedurende een reeks van jaaren heeft mogen blyven nederzitten , en een duurzaam genot van groote en veelvuldige Voorregten en Zegeningen daar aan verknogt en uit voortvloeyende. Zal een yder zig niet onverfchillig kunnen gedragen , maar met regt en billyk Gods goedheid in allen deezen , met een dankbaar gemoed moeten erkennen, en de continuatie daar van met ootmoedt vierig fmeeken en wenfchen. De befchouwing en befpiegeling van andere Landen, Koningryken of Staaten, waar in of het zweerd desOorlogs op een jammerlyke wyze heeft gewoedt, of waar in inlandfche Beroertens en Verdeeldheden hebben geheerscht, of die door Gods Oordeelen , Rampen en Elenden zyn bezogt geworden, kan merkelyk dienen, om het genot deezer groote Voorregten te waardeeren en op hoogen prys te ftellen. Kan men zig in deezen wel levendiger en klaarder Toonbeeld voor oogen (lellen, dan het ongelukkig en thans verdeeldt Koningryk van Polen, waar in al het bovengenoemde op een zonderlinge wyze heeft p'aats gehad, en het welk de droevige gevolgen daar van, op het allergevoeligst en fmertelykste heeft moeten ondervinden , ja hier door verarmd, uitgeput en verwoest is geworden. Gaan Wy verders na welke zaaken en omfhndigheden ook in den voorleden jaar zyn gebeurd en *  C 88 | en voorgevallen in andere Landen, en wat andere Provinciën van deezen Staat ook hebben moeten ondervinden, wy kunnen niet anders dan de zon derlinge bewaring Gods in deezen ook merken en ontwaar worden. Heeft de uitbreiding en voortplanting van hèt Doolugtig Huis van Orange en Nasfau , waar aan deeze Republycq, zulk eene groote en diere verpligting heeft, in vorigen Eeuwe, en ook in deeze wel eens fpaarzaam, ja zeer hachelyk geweest Zal het yder welmeenend Inwoonder van den Staat dan niet tot innige blydfchap en verheuginge vertrekken , en onder het genot der Voorregten en Zegeningen tellen, van het Doorlugtig Huwelvk van Nederlands algemeenen Erf. Stadhouder, niet alleen gekroond te zien met twee dierbare Spruvten Maar ook zelfs de Erf-Stadhouderlyke waardigi heid en fuccesfie te mogen zien bevestigd in de Man nelyke Linie, door de Geboorte van den Toneen Erf Prins. J 6 Die leve, opwasfe, en zy tot wezentlyk nut, zeegen en voorfpoed van Land en Kerk, in navolging van deszelfs Vaderen en Voorvaderen Waar door den Republycq onder Gods Zeegen en medewerking niet alleen is tot ftand gebrast, dewelke ook gezegende Werktuigen zyn geweest waar door dezelve in aanzien , luister en vermo' gens heeft moogen aanwasfen en toenemen. Dit  C 89 ) Dit zo kortelyk aangemerkt hebbende, kunnen Wy egcer niet ontkennen, dat de verfchillende gedagten en beoogingen der Koningen en Vorsten, de Toebereidzelen en Armatures door dezelve gefchiedende, zo te Water als te Lande, gelyk ook de tot nog toe onherftelde Vreede tusfchen Rusland en de Porte, en wat dies meer is, wel eens zaaken zouden kunnen worden van nadeelige gevolgen, en ook van verderen uitzigt voor deezen Republycq, dog 't geene God in zyne gunste verhoede, en de pacificque gedagten der Mogentheden vermeerdere. Ten minsten den Staat by aanhoudentheid doen jouïsfeeren eene zoete Vreede , op dat dezelve meer en meer tot confidentie mag worden gebragt, zig zoetelyk uitrusten van vorige Oorlogen, en alzo tot een volkomen groey en bloey bevordert worden. Met een genadige bevryding en verfchoning van alle Rampen en Oordeelen, die dezelve hebben gedrukt, en ook nog drukken; voor al ook van 't zo langdurig en fmertelyke Oordeel der Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, die in de naburige Provinciën by aanhoudentheid heeft gewoedt, en deeze Onze Provincie op nieuws ook wederom heeft getroffen , dog zig door Gods goedheid niet zeer tot nog toe fchynd te verfpreiden, en daar dezelve ondervonden word, een grooter getal te laaten overig blyven dan wel in vorige jaaren. M ia  X -90 ) In deeze gefteldheid des Tyds en der Zaaken , zal het voornaamste doelwit moeten zyn, om met een volkomene eensgezindheid , dat geene te betragten en te behartigen, zo in't algemeen, als in de refpe&ive Provinciën yder in 't byzonder, het geene kan dienen tot confervatie der Vreede, ter moreele veyligheid van den Staat, ter befcherminge der Navigatie en Commercie, ter aankweeking van nuttige Konsten en Wetenfchappen , ter uitoeffeninge van eene ongeïntresfeerde Mesnage in de. Provintiale Huishoudinge, ter evenredig en gepast employ van 'sLands Lasten en Inkomsten, ter aflosiinge van voren opgelegde Schulden , kortom ter uitvoeringe van dat geene , het welk tot een wezentlyken aanwas en bevordering daar in kan verftrekken. Zaaken zekerlyk esfentieel, noodzakelyk, en by yder onpartydig oordeel zeer aannemelyk, en gefchikt ter bereyking van 't algemeene en particuliere welzyn. De Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden heeft jaarlyks de loffelyke en conltante gewoonte, deeze en meer andere zaaken naukeurig te detailleeren in.de Generale Petitie der Confenten voor de refpeélive Staaten van Oorlog. ! Gelyk ook Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal, dezelve door een zeer geraifonneerde Misfive op 't herte der Bondgenoten zoeken te drukken, accompagneerende gemelde Petitie en Staaten. Ook  ( 91 ) Ook brengt de conftitutie van dit Ons lieve Vaderland en in deeze Provincie meede, om een zekeren tyd af te zonderen ter ernstige overweging van alle het vorengemelde, en raad te pleegen en befluyten wat hier toe nuttig en dienstig zy. Deezen tyd thans aanflaande zynde, zo hebben Wy om aan last en pligt te voldoen, goedgevonden den Ordinaris Landsdag voor dit jaar 1773 wederom uit te fchryven tegens Maandag den eersten February eerstkomende. Verzoekende en ordonneerende UE. Amptshalven, van deezen bepaalden en uitgefchreven Landsdag, tydig en na behoren kennisfe te geeven aan de refpe&ive Volmagten van Uwen Bedryve, ten einde zig op voorfz. tyd in de Stad en ter Vergaderinge te fifteeren, en na aanhoringe der Proportie, op de gemelde Generale Petitie en Staaten van Oorlog, gelyk andere Generaliteits en Provinciale zaaken, die zullen worden voorgedragen, benevens de andere 'sLands Volmagten te neemen zodanige Conclufien en Refolutien, als tot welzyn van Land en Kerk, en al wat in dezelve dierbaar is, nuttig en noodig zullen oordeelen. Overzulks verzoeken Wy , 'en ordonneren hier mede U ook Amptshalven , in Uwen Bedryve order te Hellen, dat twee gequalificeerde Volmagten, een uit den Adelyken, en een uit den Eigen - erfde ftaat, voor dit lopende Jaar worden geëligeert, op navolgende voet en manier. Ma Te  C pi ) Te weten, dat de ftemminge zal moeten gefchie; den &c. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 7 January 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, I. J- de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. Veste, LieVe, Bezondere! DE Staaten Generaal der VereenigdeNederlanden, hebben Ons by Hoogst derzelver Misfive van den 14 January jongstleden te kennen gegeven: Dat het jaar, het welk Wy koomen te eindigen voor Ons is geweest een jaar van Gunstbewvs en Zegening. J In een tyd, dat veele andere Volkeren de onhevlen van den Oorlog, Tweedragt en Hongersnood, met  C 93 D met de bittere gevolgen van die alvernielende Plaagen hebben moeten ondergaan, Wy de Eenigheid en de Vreede hebben zien regeeren binnen Onze Landpalen; dat Wy door een gezegend en aangenaam jaar Saifoen zyn bewaard geworden voor het gebrek , waar voor Wy zoo veel reeden hadden bedugt te zyn. Dat Onze Voorregten en Vryheden, zo wel Burgerlyke als Godsdienstige, verre van eenigen aariftoot te lyden, eenen nieuwen trap van Vastigheid en Beftendigheid hebben gekregen , door de geboorte van een Prins uit het Doorlugtig Huis van Orange en Nasfau, waar door de wensch van alle welgeaarde Nederlanders is vervult, en aan Ons de hoop bevestigd van dat llluftre Huis, het welk in de hand des Allerhoogsten, het roemrugtig Werktuyg van de grondlegging deezer Republycq is geweest, en meer dan eens tot een middel van deszelfs behoud en verlosfing heeft gediendt, te zien voortduren tot het laate Nageflagt. Dat alle deeze blyken van Goedertierentheid, Onze herten behoren te vervullen met erkentenis aan dien God, die Onze hulp en toevlugt in alle tyden is geweest. Maar terwyl Wy die met gevoelens van nedrige en levendige dankbaarheid verheffen, Onze Oogen niet moeten fluyten , voor de Bezoekingen, waar mede die onwaardeerlyke weldaaden van de Voorzienigheid evenwel vermengd zyn. De Sterfte onM 3 der  ( 94 ) der het Rundvee blyft in Onze Gewesten nog aanhouden. De fchaarsheid van een gedeelte der allernodigste dingen is nog niet geëindigt. Een aanzienlyke Tak van Onze Commercie, die daar aan te gemoet konde koomen , loopt gevaar van een flag te krygen, die dezelve gevoelig zoude kunnen treffen. Dat de gefteldheid van deezen Staat en Onze gelegentheid zodanig zyn , dat geen merkelyke verandering in Europa byna kan voorvallen , of dezelve heeft meer dan in een opzigt invloed op deezen Republycq. En als dit zelfs zo niet was, als Wy geenerley zoort van gevaar hadden te vreezen, als alles van binnen en van buiten, Ons het aangenaamste vooruitzigt konde geeven, deeze uitterlyke Voorfpoed nog zeer bedriegelyk zoude zyn , zo lang de harten niet verandert zyn, en zo lang die overgegeven blyven aan dezelve verkeerde driften, en ongeregeltheden, waar van de droevige gevolgen zeedert lange beklaagd hebben. Dat Wy te vergeefs dog zouden tragten voor Ons zeiven te verbergen, dat dit Onze ongelukkige toeftand is, terwyle de vermenigvuldigde Zonden en Overtredingen van de Inwoonderen des Lands daar van doorflaande bewyzen zyn, ziende voor al met een fmertelyke aandoening de fmaadheden, die de heylzame Leere van het Heylig Euangelium dagelyks moet lyden door den openbaren aanval van zommige, en koele onverfchilligheid van anderen, zo  ( 95 ) zo wel als door de opentlyke flrydigheid, die 'er is tusfchen de Zeeden en de Belydenis van veelen, die den naam van Christenen en Gereformeerde Christenen draagen. Dat nogtans het vertrouwen, dat Hellen in Gods oneindige Barmhertigheid, zo menigmalen by Ons beproefd, hoopen doed, dat Hy zyn befchermende Hand van Ons niet ten eenemaal zal aftrekken, en dat, zo Wy met een ootmoedig en opregt berouw tot Hem wederkeren, Hy Ons nogmaals in Genade zal aanzien, en Ons lieve Vaderland onder de fchaduwe zyner Vleugelen neemen. Dat Hun Hoog Mogende om deeze redenen hadden goedgevonden uit te fchryven eenen algemeenen DANK- VAST- en BEEDE DAG, over alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leeden van dien, tegens Woensdag , die weezen zal den zeventienden February eerstkomende, om ten zeiven dage in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden en groot te maaken , en Ons en Onzen Staat op nieuws aan zyne Genadige Befcherminge op te draagen: Om met harten vol van Dankbaarheid, zyne Weldaden aan Ons bewezen, te erkennen, en te bidden om de aanhoudentheid van dezelve: Om te fmeeken, dat Hy alle gevaren , die Ons drukken of dreygen, van Ons wil afkeren, en om voorts met berouw en leedwezen opregte belydenis en afftand doende',van -Onze. Overtredingeni derzelver ver-  C 96* ) vergeving af te bidden, te gelyk met de Goddelyke byftand tot verbetering en bekering van een zondig Land. Zullende het een van onze eerste pligten op deeze Beede-Dag weezen, dat Wy den Zeegen des Allerhoogsten afbidden over de Perfoonen en Regering van de Hooge Overigheid deezer Landen, ten einde Haare Ondernemingen en RaadHagen voorfpoedig moogen weezen, om te ftrekken tot bevordering van Godsdienst en Deugd, behoud van Onze Vreede, welvaart van de Commercie, aanmoediging van nuttige Konsten en Wetenfchappen, en vermeerdering van het geluk en den voorfpoed van deezen Republycq. Dat de Doorlugtige Erf - Stadhouder en zyne Koninglyke Gemalin ook een byzondere plaats behoren te hebben in Onze Gebeden, die Wy ten Hemel opzenden, moetende Wy God bidden, dat Hy allerley Zegeningen in een ruime maate over Haar, over den Erf-Prins en de Jonge Princes wil uitftorten, dat Haare daagen lang, roemrugtig en gelukkig moogen weezen ; dat Land en Kerk onder de beftiering van zyn Hoogheid moogen bloeyen, en een luisterryke Nakomelingfchap van zyn Hoogheid , zyn onfterffelyken Naam mooge overbrengen tot het laatste der Tyden , en altoos uitleveren Edelmoedige Voorftanders en Befchermers van de Vryheid deezer Vereenigde Nederlanden. Moetende Wy by deeze gelegentheid God Almagtig ook fraee-  C 97 ) fmeeken, dat het Hem behagen mooge, de harten van Koningen en Princen te neygen tot Vreede, de herftelling daar van fpoedig te doen voortkomen , en van deeze Republycq en andere Staaten van Europa alles af te wenden, wat dezelve zoude kunnen verbreeken of hinderlyk weezen. Behorende Wy eindelyk Onze Gebeden ook uit te Horten voor den welftand der Proteftantfche Kerken in alle Plaatzen, inzonderheid die zig hier te Lande bevinden , ten einde die meer ende meer moogen bloeyen in Godvrugt, Waarheid en Deugd, en dat den arbeid derfelver Leeraaren bekroond mooge worden met wezentlyke en duurzame Vrugten. Ailes tot grootmakinge van des Heeren Allerheiiigsten Naam , voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, confervatie van Onze duurgekogte Vryheid , en Onzer aller Zielen Zaligheid. Hun Hoog Mogende hebben by deeze uitfchryvinge telfens verzogt, dat Wy deezen Dank- Vasten Beede-Dag tegens Woensdag den feventienden February aanftaande , tydelyk wilden doen publiceeren, ter plaatzen daar men gewoon is zodanige publicatien te doen, en daar benevens ftriételyk te verbieden, ook met 'er daad te doen ophouden allerley Handwerk en Neeringe, mitsgaders het Tappen, Kaatzen en Balflaan, en diergelyke Exercitiën, op dat dit goed en heylzaam voornemen door geene onbehoorlykheden geturbeerd mooge worden. N Welk  ( 98 ) Welk verzoek by Ons overwogen, en alïezins betamelyk en regtmatig gevonden zynde , en Wy derhalven geerne daar aan hebben willen voldoen; Zo is 'c, dat Wy UE. door deezen gelasten, deezen algemenen uitgefchrevene Dank-Vast. en BeedeDag , niet alleen ten fpoedigsten bekend te maaken op de gewone en gebruikelyke wyze , maar ook ten zeiven daage op 't ernstigste te verbieden, en dadelyk te weeren en te doen ophouden alle Neering, Handwerk en Handteringe, gelyk ook alle Exercitiën en Gedragingen die ergernisfe en fïooring kunnen baaren, en hinderlyk zyn aan het betamelyk vieren van deezen Dag, en oefFening van den openbaren Godsdienst, en waar door onder affmeking van Gods Gunste en Zegeningen, zynen regtveerdigen Toorne en Vloek over een Land en Volk verwekt zoude worden. UE. zult verders hier af vroegtydig de nodige advertentie hebben te doen aan de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. DiftricT: of Stad, welke gelast worden , om hunne Predikatiën , Dankzeggingen en Gebeden zo veel mogelyk na den inhoud deezes te fchikken en in te rigten, en conform Hun Hoog Mogende en Onze welmeininge te gedenken, en te fmeeken om den welftand van Land en Kerk, in de continuatie van Gods Zegeningen en Gunstbewyzen, de afwendinge van welverdiende Oordeelen en Gerigten , met belydenis van 'sLands Zonden en Ongeregtigheden, en om een  C 99 ) een genadige vergeeving en verbetering van dezelve. Gelyk ook over de Regeering van 't lieve Vaderland» over Nederlands algemenen Erf • Strdhouder, Hoogst deszelfs Koninglyke Gemalinne , den Jongen Erf-Prins en de Princesfe, en mede over de Doorlugtige Perfonen die uit het Doorlugtig Huis van Orange en Nasfau tot op deezen Dag in Gods Voorzienigheid zyn overgebleven, ja over alles wat wenfchelyk, dierbaar en begeerlyk is. Waar toe Ons verlatende, Veste, Lieve, Bezondere ,. beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almachtig. Leeuwarden den i February 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, W. B. thoe SCHWARTZENBERG en HOHENLANSBERG, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. N a PUBLICATIE  ( 100 ) PUBLICATIE Waar by het aangeven der Gebeterde ■ Beesten en het tragten van derzelver Branding word geboden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zuilen zien of hooren leezen, SALUT; Boen te weeten: Dat Wy, om naukeurig onderrigt te zyn van het getal der Runderbeesten , die door de goedheid des Allerhoogsten herftellen van de Veeziekte £ die zig in deeze Onze Provincie wederom zeedert een gerui men tyd verfpreid heeft, hebben goedgevonden te" ordonneren en te ftatueren , gelyk Wy doen by deezen, dat alle Ingezetenen hunne Beesten, die door de thans heerfchende Ziekte worden aangetast, dog dezelve doorilaan, aanltonds na de herftelling of na de publicatie deezes, zullen moeten aangeven aan de Dorpregter van de Plaatze hunner woning; dat zy verders niet alleen zullen moeten toelaten, dat die Beesten, tér onderfcheidinge van andere, aan eene der Hoornen worden Gebrandt , volgens aanfchryving door Ons ten dien einde aan de refpective Geregten gedaan , maar ook verpligt zyn, aan die geene, die met het in het werk (lellen dier Branding door de Officieren en  Q km ) en Magiftraten .zyn belast,'het.nodige Y^wr eriTouw te bezorgen , by prene van zes Guiden voor de eerstemaal, en twaaif.gely.ke. Guldens voor de tweedemaal te verbeuren, ten profyte van den O.'ficier der Plaatze, voor yder Beest dat van de Ziekte gebetért is, en niet aangegeven word, en voor elke. ■weigering, die tegens'de^eze Onze bevelen gefchied; en zal van yder Beest «dat Gebrand is, betaald woirden twee Stuivers, te verdelen tusfchen die op order der Geregten deeze Branding verrigten. En op dat niemant- hier van onkundig b'lyve» zal de inhoud deezes alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar mén'gewoon is publicatie en affiólié te doen. .■ Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 25 February 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. N3 Edele s  Edele, Veste, Lieve, Bezondere F DE Sterfte onder het Rundvee zig zedert eenigen tyd, wederom in deeze .Onze Provincie hebbende geopenbaart; Zoo is't, dat Wy dienstig hebben geoordeeld, dat thans en in het vervolg maandelyks, Lysten van de geftorvene en de gebeterde Runderen werden vervaardigt, en aan het Coilegie der Heeren Gedeputeerden toegezonden, en hebben daarom goedgevonden UEd. aan te fchryven, de Lyst der Beesten,, die in UEd. Diftriét. geftorven , of van de Veeziekte herfteld zyn, zedert dat deeze Quaal zig op nieuws heeft verfpreid, tot aan den ifttn February laatstleden te doen opmaken, en die voor den iften- April aanftaande aan hetr Coilegie.'te laaten toekomen: UEd. verders op het ernstigst aanbevelende , om met alle nauwkeurigheid te doen optekenen de Beesten, die in elke maand, ann de grasfeerende Ziekte in UEd. Bedryve fterven, of daar van opkomen, en de Lyst va» die aan de Hèeren Gedeputeerden toe te zenden, gedurende den loop van de daar aan volgende maand; en indien UEd. Diftricl: het geluk heeft gehad van de Ziekte het zy in het geheet, of voor een tyd yfffchoont te blyven , zullen UEd. egter nu voor den ifcen' April en vervolgens maandelyks, binnen den voorfchreven tyd het Coilegie daar van by Misfive moeten g VI infor-  ( 103 ) irrformeeren , alles by poene van; tien Goud-guldens , in cas van nalatigheid aan den Lande te verbeuren, en door gemelde Coilegie met parate Executie in te vorderen. En op dat in liet toekomende de Beesten die Ziek geweest zyn, te beter van andere werden onderfcheiden , belasten Wy UEd. de Gebeterde, zoo ras mogelyk na hunne herftellirig , door den Dorpregter en een Adfiftent aan eene der Hoornen (gelyk in den gepas'feerden jaare) te doen Branden, die daar voor zullen genieten twee Stuivers van yder Beest, tusfchen hun beiden egaal te verdeelen;: Waar toe Ons verlacende, bevelen Wy UEd. in Godes heilige hoede. n'')t'v v. 7- '' l> '-■ J~ v ;fV'0k -rVsifil 'l • i Leeuwarden den 25 February 1773. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. ftonn.Mi?(,?K,n-i Onze Vergadering, zyrjde voorgertelt of het niet dienstig moeste geagt worden,;, den Uitvoert van Asch, Vuilnis en Leikaarde buiten deeze Onze Provincie te verbieden, en Wy daar te boven in aanmerkinge hebbende genomen de noodzakelykheid van dien ter Vrugtbaarmakinge der Landen, en de van tydt tot tydt legerende prys deezer Mescitoffe; Zoo is V, dat Wy hebben goedgevonden te ordonneren en te ftatueren, gelyk Wy doen by deezen, dat in 't toekomende geen Asch, Vuilnis of Leikaarde, buiten Vriesland op eenigerley wyze zal mogen vervoert worden, by pcone van twee hondert Caroh-Guldens, en verlies van de Asch, Vuilnis en Aarde, midtsgaders der Scheepen, Wagenen of andere Inftrumenten , waar mede de Uitvoert gefchiedt of-word «ondernomen, alles te verbeuren ten profyte van den Aanbrenger voor een derde, den Officier die de Calange doet voor een derde' en de Armen der Plaatze voor de overige derde; en zullen die geene, die deeze gefielde Boete niet kunnen betalen , op het Gedemolieerde Blokhuis gebragt en na omftandigheid van zaaken worden geftravt, Dat het ook alle Ingezetenen zal vry ftaan, om zodanige Uitvoerders te mogen aantasten, vangen en agterhalen, in welken gevalle, de Asch, Vuilnis of Leikaarde voor goeden pryze zal verklaart worden, alleen ten hunnen profyte. ni .21| «joü AK'f, "3;: u i-r.-.yf Dat  ( 109 ) Dat verders niemandt met Scheepen, waar in een of meerder zoorten dier MestftofFen geladen zyn, de Grenzen der Provincie en de Sluizen daar zynde zal mogen naderen, op eenen afftand van drie hondert Konings Roeden , by poene van hondert Caroli-Guldens, ten profyte als vooren te verdelen: En eindelyk willen Wy, dat bovengenoemde Vuilnis van buiten inkomende, door de Provincie niet zal mogen worden Door, of wederom Uitgevoert, op de poenen tegens de Uitvoerders geftelt. Dat egter de Aarde , die tot het Ballasten der Scheepen, na Zee gaande, gebruikt en ingeladen wordt, van dit Verbodt zal zyn en blyven uitgezonderd En op dat niemandt hier van onkundig blyve, zal deeze op de gewone tyden en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den ii Maart 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. O 3 PLACAAT  C "O ) PLACAAT Nopens de Zetting van het Brood. ~T\E Staaten van Vriesland allen M^f den geenen, die deezen zullen zien of hoo ren Jeezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wv om Onze Ingezetenen , het Roggen Brood , voor zulk een geringe prys te doen koopen, als eenig. zints de gelding der Rogge toelaat, en om teffens zorge te draagen, dat de Bakkers ten allen tyde eene behoorlyke winst genieten, na rype deliberal tie, en ernstige overweginge van verfchiilende Ontwerpen, en Voorflagen aan Ons op dit Onderwerp gedaan , hebben goedgevonden te ordonneeren en te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen, dat de Zetting van het Brood in het gemeen, zal worden overgelaten aan de Geregten en Magifhaaten van de Grietenyen en Steden; dat die zig ten opzigte van den prys der Rogge zullen gedragen na de Leeuwarder Merkt, zoo lang de Uitvoert van dat Graan uit de Provincie is verboden, en naderhands als dezelve open (laat, de gelding der Vriefche na de Merkt voorfchreven , en der Dantziger na die van Amiterdam zal in aanmerkinge koomen, en de middel prys tusfchen die beide, dienen tot een regelmaat van Zettinge in deezen; Dat de Geregten S° en  en Magiftraten de Zetting van het Roggen Brood zullen doen op de volgende wyze ; als het Last Rogge namentlyk geld vyff en vyfftig Goud-Guldens of daar onder, zal volgens de Lands Ordonnantie , vierde Boek Titel dertien Articul tien , een geheel Roggen Brood geftelt worden, op zoo veele Penningen als het Last Goud-Guldens na de Leeuwarden Merkt geld , waar by gevoegt zal worden 's Lands Impofitie, en het Klein Gemaal in de Steden en Dorpen, die daar mede bevoorregt zyn, dog zal de Oord van een Stuiver voor Trois Gewigt in 'sLands Ordonnantie gemeld, niet meer in aanmerkinge koomen; dat als de Rogge boven de vyff en vyfftig Goud-Guldens het Last ryst, voor ieder tien Goud-Guldens die dezelve in prys klimt, het gehele Roggen Brood zal worden verhoogt, met een halve Stuiver, en in gevalle wederom daalt, zal het Brood telkens na dezelfde evenredigheid worden afgezet, tot dat de prys der Rogge gekomen is op gemelde Summa van vyff en vyfftig Goud-Guldens of daar onder , wanneer de eerstgemelde wyze van Zettinge wederom zal plaats grypen; dat ten opzigte van de wyze der Zetting van het overige Brood, de inhoud van 's Lands Ordonnantie zal worden in agt genomen, die ook in andere opzigten, beneffens de nadere Ordonnantie nopens de Zetting gemaakt , in kragt zal blyven, voor zoo verre door dit Placaat niet zyn verandert; dat de Officieren Magiftraten in hunnen Bedryve alle mog-elyke agt zullen  ( tm 3 zullen geeven , op het Gewigt en de goede hoedanigheid van-, allerley zoort van Brood , en naukeurig onderzoek moeten doen, of in deezen aan het voorfchrift van 's Lands Ordonnantie word voldaan ; dat om dezelve daar toe te beter in ftaat te ftellen , en te doen weeten , wie in hun Diftrict. Brood verkoopt, niemant in Steeden of Dorpen, daar een off meerdere Bakkers zyn, Brood aan zyn Huis zal mogen uitflyten , als met toeftemminge en na bekomen verloff van zynen Officier of Magiftraat; dat in de Plaatzen, in welke geen Bakker woonagtig is, alle die aan hunne Huizen Brood willen verkopen, hier van kennis zullen moeten geeven aan gemelden Officier en Magiftraten, by poene, dat zoo wel in het eerste als laatste geval , de Overtreders van deeze Onze orders zullen worden gebreukt met. zes Caroli Guldens voor de eerstemaal, twaaleff gelyke Guldens voor de tweedemaal, ten profyte van meergemelde Officieren en Magiftraten te verbeuren, en dat die geene die verders in deeze handelwyze voortvaren , telkens na omHandigheden van zaaken zullen worden geboet; en nadien de Boete die in de Lands Ordonnantie is geftelt , op het bakken van te ligt Brood , niet hoog maar laag is genomen , hebben Wy mede goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen door kragt deezes, dat een Bakker, die voor de tweedemaal word betrapt op het bakken van Brood, het welk niet heeft het Gewigt by de Wet voor- gefchre-  ( H3 ) gefchreven, zal verbeuren twaaleff in plaatze van zes Caroli - Guldens, ten profyte als vooren , en zoo hy na zulx zig daar aan wederom fchuldig maakt , zal hy telkens met eene arbitraire Boete worden geftraft. En op dat niemant hier van onkundig blyve , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 12 Maart 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT Waar by word vastgeftelt, dat van Landen met Aardappelen bebouwt even als van andere, de Impost op de Bezayde Landen zal worden voldaan. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen re weeten : Dat Wy P op  ( H4 ) op een Voorftel ter Onze Vergaderinge gedaan, en ter wegnerainge, van de verkeerde praktyk die in deezen hier of daar mogte plaats hebben, hebben goedgevonden te ordonneeren en te flatueeren, dat van ieder Pondemate Land , het welk met Aardappelen word bebouwd even als van andere Bezayde Landen, zal worden betaald op Hoog Quartier elk half Jaar vyv Stuivers en zes Penningen , en dus in een geheel Jaar tien Stuivers twaalef Penningen ; zullende in de Laage Quartieren en de Sevenwolden drie Loopen Roggeftal of Rogge gezay gerekent worden , op eene Pondemate Hoog Quartier of Kleiland. En zal deeze alomme worden geaffigeert en gepubliceert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 12 Maart 1773. % j. de S C H E P P E R, Vt. - Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  C "5 3 PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Hooy en Stroo voor een tydt word toegelaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te-weeten: Dat Wy, in overweginge genomen hebbende , aan de eene kant het groot aantal van Runderbeesten, die zig thans in deeze Onze Provincie bevinden , en de daar uit voortfpruitende noodzakelykheid om zorge te draagen, dat door gebrek van Hooy hun het nodige Voedzel niet ontbreke; dog aan de andere zjde overwegende, dat de Ingezetenen, die door de thans grasferende Ziekte hun Vee hebben verloren , van meer Hooy en Stroo voorzien zyn, als kunnen gebruiken, en gevaar loopen fchaade te lyden, indien het zelve voor een bequame prys niet mogten kunnen verkopen; Zoo is 't, datWy, na rype deliberatie, hebben goedgevonden, het Verbodt van den Uitvoert van Hooy en Stroo by Publicatie van den 3 July 1771 gedaan, en by die van den 15 May 1772 verlengt, tot aan den 1 April aanftaande , te doen ftand houden tot den 15 April 1773, dog zal de Uitvoert van Hooy en Stroo aan een ieder vry ftaan van den 15 April vorengemeld P 2 tot  C n6 ) tot aan den 15 May deezes Jaars ingefloten , met het eindigen van welke tydt deeze vryheid zal ophouden, en de vorige Publicatie van den Jaare 1772 ten vollen ftand grypen en van kragt zyn, en dus de Uitvoert van Hooy en Stroo gefloten blyven tot den 1 April 1774. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 12 Maart 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE Waar by het gebruiken van Rogge tot Stooken wederom word toegelaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy ter  ( H7 ) ter gelegentheit van de deliberatien, over het toe «ten en wederom openzetten van den Uitvoert van verfcheidene Vrugten des Lands, voor een mui men tyd, uit hoofde van de toen plaats hebbende Ichaarsheid en duurte , verboden , mede in over weginge hebben genomen , of de Rogge daar onder ook zoude worden begrepen, en'fchoon WV tot hier toe hebben goedgevonden den Uitvoert van dit Produa gefloten te houden; Zoo is V, dat Wv egter, uit aanmerkinge, dat de prys van dien merkelyk is gedaalt, hebben gerefolveert, wederom de StTrt O6 i33^ °m.R0gge t0t het'stooken van Sterke Dranken te gebruiken, en Onze Publicatie van den 14 November 1771, waar by fulx was ve ! boden, in zoo verre te (tellen buiten effeft, gelyk gefchied by deezen. ' 8 En zal hier van, op dat zulx tot een ieders kennisfe koome, op de gewone tyden en plaatzen publicatie en affixie gefchieden. F P Aldus gerefolveert ende gearrefteert op tLandfchaps-huis binnen Leeuwarden den 12 Maart 1773. I- J- de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v.PLETTENBERG. P3 PUBLICATIE  C 118 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Runderbeesten onder zekere bepaling wordt toegelaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen , die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy om aan Onze Ingezetenen, die van meerder Rundvee zyn voorzien als thans noodig hebben, te beter gelegenheid te geeven, om zig daar van op eene voordelige wyze te ontdoen, hebben goedgevonden en gerefolveert, den Uitvoert van Rundvee dat boven de twee Jaaren oud, aan de Veepest niet Ziek geweest, en dus aan de Hoornen niet gebrand is, gelyk mede van vette Kalveren toe te laaten en open te zetten gedurende den tydt van een Maand, aanvang nemende met den 15 April 1773, en eindigende met den 15 May desfelvden Jaars ingefloten, des dat de Uitvoert alleen zal mogen gefchieden uit de Havenen van Harlingen , Stavoren , Workum en de Lemmer, en de In- of Overfcheping zal moeten gedaan worden by ligten dage, en in de tegenwoordigheid van twee Opzigters , die nauwkeurig zullen moeten toezien, of de Beesten onder de twee Jaaren oud, en Gebrand zyn, ten einde derzelver Uitvoert te beletten ; en zal van ieder  ( n9 ) ieder Beest en vet Kalf, by den Uitvoert worden betaald een Caroli - Gulden, boven het Pasfagiegeld, door den Collecteur van dit Middel te ontvangen, by posne van hondert Caroli - Guldens voor ieder Beest, het welk tegens deeze Onze ordre of zonder de betaling van die Belastinge wordt Uitgevoert, of waar van den Uitvoert wordt ondernomen, midtsgaders de verbeurte dier Beesten en der Scheepen daar toe gebruikt, beyde te converteren ten profyte van den Aanbrenger voor de eene helvte , en voor de wederhelvte ten voordele van den Officier die de Calange doet; zullende de Opzigters voor ieder overtredinge van dit Placcaat, dewelke ontdekken, genieten een prsemie van 25 Guldens; en worden de Commifen, in welker Diftrict gemelde Havenen gelegen zyn, gelast, om op de nakominge van deeze Onze bevelen te letten, en de Opzigters tot het nakomen van hun pligt te houden. En op dat niemandt hier van eenige onkunde voorwende, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 12 Maart 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  ( 120 ) PUBLICATIE Waar by dc Uitvoert van Erweten, Boonen en Aardappelen word toegelaten en opengezet. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooien leezen, SALÜT; Doen te meten: Dat Wy met genoegen vernomen hebbende, dat de Prvzen der Eetwaren en Vrugten , waar van de Uitvoert tot hier toe is verboden, merkelyk zyn gedaald, in ernstige overweginge hebben genomen, of niet er bevordennge van den Handel , en van de belangens des Landmans, dienstig moest worden geagt, den vryen Uitvoer derzelve wederom toe te laten , en na rype deliberatie hebben goedgevonden, het Verbodt van Uitvoert van Erweten, Boonen en Aardappelen, by Onze Publicatie van den llm nn°i\!^ 14 Nofmber Wi gedaan, wederom op te heffen, en de verzending van dien, bui. ten de Provincie, toe te ftaan en open te zetten gelyk gefchiedt by deezen , Qblyvende de Uitvoert van Rogge gefloten^) en zal deeze vryheid van Uit voert een aanvang neemen , met den 15 Maan aanflaande, met den opgang der Sonne. En  ( i" ) En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal deeze worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 'c Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 12 Maart 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prime van Orange en Nasfau, &c. &c. Sc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren lezen, SALUT; Doen te weeten: Q Dat  ( 122 ) Dat vermits Ons by examinatie is gebleken , niet tegenftaande Onze vorige gegeven ordres en geëmaneerde Placcaten , egter de Fruit- en andere Korven in de Stad Sneek gemaakt ende Geytigd, en op andere Plaatzen in deeze Provincie ter Merkt gebragt, niet overeenkomende zyn met het Model door Ons aan de refpeótive Geregten van Grietenyen en Steden afgezonden, en merkelyk kleinder bevonden, waar door veele inconvenienten zyn veroorzaakt , niet alleen in de Negotie , maar waar door ook redenen zouden kunnen worden gegeven tot merkelyke oneenigheden; Zoo is V, dat Wy om zoo veel mogelyk hier in te voorzien en zulks voor te koomen, goedgevonden hebben om alle en een yegelyk der goede Ingezetenen te waarfchouwen, gelyk Wy doen door deezen, van naukeurig zorge te draagen van zig niet te bedienen van zodanige Korven, by Posnen en Boeten van onze vorige Placcaten , verklarende vervolgens de Korven tot het emaneeren deezes te Sneek gemaakt, niet in flaat om ter Merkt te kunnen worden gebragt, en de Waaren daar in publycq geveyld, alzoo niet overeenkomende is met de Maat in andere Plaatzen deezer Provincie, zynde hier ontrent door Ons de nodige ordre gefteld, om zulks zoo veel mogelyk te remedieeren. En op dat elk en een yegelyk hier van die zulks zoude mogen aangaan, de behoorlyke kennisfe dfaa- ge»  C m > ge, zal deezen alorame ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd en geaffigeerd. Aldus gegeven op 't Collegie binnen Leeuwaruen den 15 Maart 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, A. LYCKLAMA a NYEHOLT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKE L. NOTIFICATIE Wy WILLEM, by der Gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, gpc. &c. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT, Doen te weeten'. Alzoo Wy hebben ondervonden, dat door de korte Vergaderingen van Onzen Collegie, en de lanQa ge  ( 124 ) ge en' onzekere Recesfen van dien , de Expeditie van de Juftitie merkelyk is vertraagt, en daar door de Provincie niet alleen met onnodige kosten bezwaard door de langdurige detentien derSIuykers, maar ook aan de goede Ingezetenen, billyke reeden van klagte over deeze langwylige Regtspleginge wierde gegeven. Zoo is 'ti dat Wy? om daar in te voorzien, met overleg van Zyne Hoogheid den Heere Prime Erfjladbauder, by deliberatie hebben goedgevonden te arrefteeren en vast te {lellen. Eerstelyk , dat het Collegie van nu af aan , en voor het toekomende hunne ordinaris Vergaderinge zal houden in de eerste Week van ieder Maand, namentlyk de eerste Maandag van dezelve in loco. Ten tweeden, dat het Collegie verpligt zal zyn, ten minsten drie dagen in de Week , te weeten Dingsdags, Woensdags en Donderdags, des voordemiddags te Vergaderen, zonder te mogen fcheiden voor dat alles afgedaan is. Ten derden, de Vergaderinge zal op deeze drie bepaalde dagen moeten gehouden worden , uitgezonden op Heilige- of Feestdagen, als die mogten invallen, ten zy de nood zulx vorderde. Eindelyk, dat al fchoon door een invallende Landsdag of anderzints , de Vergaderinge van het Collegie langer dan een Week mogte duuren , evenwel de ordinaris Vergaderinge in de eerste Week Van de volgende Maand zyn voortgang zal hebben. En  C 125 ) En op dat elk en een iegelyk van deeze Onze goede intentie verwittigt zy , zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubiiceert en geaffigeert. Aldus gedaan en gearrefteert op het Collegie binnen Leeuwarden den 8 April 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, CHARLES BIGOT, Vc. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Rogge weder word toegelaten. TH|E Staaten van Vriesland allen JL^ den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy in aanmerkinge genomen hebbende de matige Prys, Q 3 op  ( «6 ) op welke de Rogge thans is gedaald , en daar te boven zonder noodzaake de Koophandel in Graanen niet willende belemmeren; hebben goedgevonden en gerefolveert den Uitvoert van Rogge wederom open te zetten tot wederzeggen toe , (tellende Onze Publicatie van den 14 November 1771, waar by zulks verboden was, buiten kragt. En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal deeze op de gewoone plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 6 May 1773. L J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTEN BERG. Veste, Lieve, Bezondere! VErmits Ons gebleken is dat de Modellen , waar mede de Appel- of Fruitkorven geytigd worden, op alle Plaatzen in deeze Provincie niet volkomen egaal zyn, waar door veroorzaakt word, dat dien aangaande gedurige klag- ten  C 127 ) ten worden gedaan aan Onzen Collegie , dewelke merkelyke inconvenienten baren; Zo is dat Wy hebben goedgevonden UE. aan te fchryven , en door deezen te gelasten , om vorengemelde Modellen, door Ons aan UE. Diftrict of Stad toegezonden , aan het Collegie franco over te zenden voor den 7 Juny aanftaande, ten einde daar ontrent nader door Ons kan worden gedisponeerd, en alle actiën en differenten zoo veel mogelyk geprsevenieerd, en dewelke Onze intentie is dat intusfchen niet worden gemoveerd. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 May 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. PUBLICATIE Tot Waarfchouwinge dat de Invoert van Rundvee in Vriesland verboden blyft. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Jhtn te -weeten; Dat door de  ( "8 ) dé publicatie van het Placaat, waar by de vermindering van de Regten op het Rundvee , dat van buiien de Republicq word Ingevoert , word verlengt tot aan den 24 Junius deezes Jaars , de Invoert van Runderbeesten in Vriesland niet word toegelaten, maar by aanhouding Verboden blyft. En ordonneren Wy, dat deeze ter voorkominge van misvattinge, en tot ieders Waarfchouwinge alomme zal worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 7 May 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Tot veranderinge in de Lyste op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy, na  na geëxamineert te hebben het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantie op de Impofitien, en na daar op verzogt en ontvangen te hebben, het Hoogwys Advis van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Ervjladhouder, hebben goedgevonden in die Ordonnantie te maaken de navolgende Veranderingen: GENERALE ORDONNANTIE. Agter de woorden van het 5de Articul van de Generale Ordonnantie, luidende: En daar voor aanCpraktlyk zyn, zal gevoegt werden de volgende periode : En zullen de Collecleurs op de Havenen der Provincie, van de Penningen die aan hun by den Invoert der Goederen worden betaaldt, aan de Aangevers twee Quit ancien moeten ter hand Jlellen in plaatze van een , en zvorden de Opzigters gelast , om eene deezer Quitancien van den Aangever te vorderen, en dezelve dan aan den Commis van het Diftricl te bezorgen, op dat uit vergelykinge van dien, met het Boek van den Collecleur, altoos kan blyken, of de betaalde Posten ver~ antwoordt zyn , zullende de Opzigters verpligt zyn , aan de Perfoonen, die in de Provincie Goederen Invoeren , voor, by, of na de Vifitatie derzelve, van deeze fchikkingen kennis te geeven, ten einde die zig daar na gedragen. De woorden : En een boete van Vyfen-tzeventig Guldens , in het i6de Articul der Generale Ordonnantie voorkomende, worden gehouden voor gèR royeert?  ( ï30 ) royeert , en in de piaatze gefteldt de gewoone boete van 150 Guldens, in het i34fte Articul dier Ordonnantie geftatueert. Uit het i7de Articul van de Generale Ordonnantie, pag. 15 voorkomende, worden geligt de woorden - Ofte aan de Landkant, en een gedeelte van dit Articul dus gefteldt: Geene Goederen, Waaren of Koopmanfchappen , waar van de Invoert is verboden, mogen doorgevoert, of door de Landkant mgevoert worden, om door te voeren; en mogen &c. In het 6ifte Articul van gemelde Ordonnantie , wordt agter de woorden: Aan den Verkoper ter hand ftellen , gefteldt: Binnen drie weeken na het eindigen van ieder Vierendeel Jaars. Het 65fte Articul der Lyst, beginnende: Van den exen, wordt als overtollig weggenomen, dewyl in het qsfte dezelvde zaak breeder is uitgedrukt; Gelvk ook de inhoud van 8ofte Articul, voor zoo verre daar in van Blanches melding voorkoomt , buiten krast wordt gefteldt, dewyl door de befteding van de Leverancie der Blanches zulks niet meer toe- PaSHelt?ki40fte Articul der Lyst wordt mede geroveert, en agter het 132*' gevoegt de volgende petiode • Ên zoo 'er verzwarende mftandtgheden by koomen, 'aan den Lyve worden geflraft, na exigentie van zaaien, het welk inzonderheid zal plaats hebben als de Ojficieren en Magiflraten beledigt zyn. LAKENEN  C 131 ) L A K E N E N. Dat in het 3de Articul van de Ordonnantie op de Lakenen, de Invoert van Uitgevoerde Goederen aldaar vermeldt, binnen Twintig Weeken , in plaats van Tien zal mogen gefchieden , en word daarom het zelve in zoo verre verandert. WAAGREGT. Alzoo de woorden , waar mede het 4de Articul van de Ordonnantie op het Waagregt begint, eenigzints in het onzeeker laaten, of daar door de drie, dan de anderhalve Stuiver, in de vorige derde Paragraaph voorkomende , worden bedoeldt , zal de laatste periode van het derde Articul, van daar worden weggenomen , en agter het zesde Articul derzelvde Ordonnantie worden gefteldt: En van Wol en Inlandfche Grove Kaas anderhalve Stuiver. H A V E N SPECIËN. En eindelyk zal het iade Articul van de Ordonnantie op de Haven Speciën geamplieert worden, met de volgende woorden: En zal van alle Grauwe Papieren zonder onderfcheid, by den invoert betaald worden vier Stuivers per Riem. Ra En  C 132 ) En zal deeze op dat tot een ieders kennis koome , alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en a'ffixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Lanüfchaps - huis binnen Leeuwarden den 7 May 1773. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van oud Hooy wordt verlengt. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen re weeten: DatWy, uit aanmerkinge van het aanhouden van de Sterfte van het Rundvee in deeze Provincie, en de daar door ontftaane overvloed van oud Hooy, het welk zommige Ingezetenen , welkers Beesten geftorven  C 133 ) zyn, thans hebben overgehouden, hebben goedgevonden en gerefolveert, by deezen de vryheid van Uitvoert van Hooy en Scroo , by Publicatie van den 12 Maart 1773, vergunt tot aan den 15 May aanftaande, te verlengen tot den 12 Juny deezes Jaars, des dat alleen oud Hooy werde Uitgevoert, verbiedende Wy den Uitvoert van nieuw Hooy op het ernstigste, het zy alleen, of vermengt met het oude; en op dat deeze Onze orders niet verydelt en door Fraudes onnut gemaakt worden, zal al het Hooy dat ten Platte Lande, het zy in grotere of in kleindere Scheepen wordt Geladen om vervoert te worden , moeten worden Ingelcheept in tegenwoordigheid van den Dorpregter der Plaatze, die eene Schriftelyke Verklaring zal moeten geeven, dat het Ingeladene Hooy oud en niet nieuw gewasfen is; dat als in de Steden Hooy uit het eene Schip in het andere wordt overgefcheept, zulks met vertoninge van die Verklaringe aan een Bode, in deszelvs byweezen zal moeten worden in het werk geftelt, die daar van een Schriftelyk Geblyk zal moeten afgeven, zullende de Dorpregter of Bode voor ieder Vragt, van welke Verklaring geeven 4 Stuivers genieten; en zullen geene Scheepen met Hooy geladen uyt de Provincie mogen uitvaren, als na overlevering van deeze Verklaringen aan de Opzigters, die op de Havenen of op de Toegangen van de Provincie zig bevinden, die gelast worden hier op naukeurig te letten, en geen Uitvoert R 3 van  C 134 3 van nieuw Hooy toe te laaten; dat verders de Uitvoerders van nieuw gewasfen Hooy, of die dat ondernemen, zullen worden geftraft met eene Boete van hondert Gouden Vriefche Ryders , boven de Confiscatie der Scheepen, waar mede zulx gefchied, te converteeren een derde voor den Aanbrenger, een derde voor den Officier die de Calange doet, en de overige derde ten' profyte van de Armen der Plaatzen. En zal deeze tot ieders narigt alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 8 May 1773. L J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT  ( 135 ) P L A C A A T Waar by de nauwkeurige aangeving der Speciën wordt geboden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen , die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten : Dat ter Onze kennisfe gekomen zynde, dat de Jaarlykfche aangeving der Speciën niet gefchied, overeenkomstig met de Ordonnantie en Wetten ten dien opzigte gemaakt, en dat veele in gebreke blyven , of in Perfoon, of door eigenhandig ondertekende Brievjes, op de beftemde tyd en plaats de aangeving hunner Speciën te doen , waar door het gemeene Land dikwyls nadeel lydt; Zoo is 'f, dat Wy» ter voorkominge dies, hebben goedgevonden, op nieuws alle Ingezetenen te bevelen, om zig te vervoegen ten tyde enplaatze, daar toe beftemdt, ei dan de Speciën , zynde Hoofden, Sejooorfteenen, Bezaayde Landen, Hooren ■ Vee en Paarden, van welke de betaling ten zynen laste koomt, getrouwelyk aan te geeven aan den Dorpregter, of die daar toe door de Geregten en Magiltraten gelastigd is, of anders door een eigenhandig vertekendt Brievje die aangeving te doen, by poene van drie Gulden? . voor de eerfte maal, en fes Guldens voor de tweede maal,  ( 13$ ) maal, volgens de Lyst te verbeuren , en van de nalatige by parate Executie in te vorderen , door en ten voordeele van den Officier of Magiftraat; verders wordt een ieder ernstig gewaarfchoudt, om na waarheid in deezen te handelen, dewyl hier op nauwkeurig zal worden gelet , en de Overtreders zonder oogluiking geftravt. En willen Wy, dat deeze alomme werde gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 'c Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 8 May 1773» I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PLACAAT  C 137 3 PLACAAT Nopens het Ytigen van de Vaten der Bier en Azyn Brouwers, en ontrent de Stokers der Heete Wateren &c. Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prina van Orange en Nasfau, Sc Sc Sc. DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren lezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy , by Refolutie der Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie gelast zynde van den 7 May deezes Jaars, door deezen buiten effeér. en kragt Hellen Onze Publicatien van den 14 February en 21 Maart 1769, nopens 't Ytigen van de Vaten der Bier en Azyn Brouwers in deeze Provincie, om zulks alle twee Jaaren te laaten doen, dog met deeze bepalinge, dat de nieuw gemaakte Vaten, of de zulke, die van nieuwe Bodemen of Staaven voorzien worden, zullen wederom moeten Geytigd worden, by poene van 25 Goud.guldens voor ieder Overtredinge, en die hier inne nalatig mogte zyn, te converteren ingevolge de gewoone ordres van den Lande. S Da Mitsgaders  ( 138 ) * Dat wy'ders eene gelyke Boete van 25 Goudguldens, te converteeren als boven, word geftejd tegens de Kuipers, die nieuwe of verkuipte Vaten, voor en aleer Geytigd zyn, afleveren; Dat aan de Ytigmeesters, om aan hun eenigzins te vergoeden de fchade, die door deeze verandering zullen koomen te lyden , door deezen word toegelegd vier Stuivers voor ieder Ton , de kleindere Vaten na proportie gerekend. Dat wyders de Stokers der Heete Wateren in deeze Provincie , belangende ten hunnen opzigte het Reglement van deH Jaare 1730, en de Publicatie van Onzen Collegie van den 18 May 1731 word gearrefteerd en vastgefteld , en 't zelve wederom in train gebragt, en de Ritzing der Vaten alle twee Jaaren voor 't vorige Salaris ingevoerd, behelzende dit Reglement en Publicatie onder anderen, dat alle Vaten, zo groote als kleine, tot Vierendeels Ankers incluis, van Brandewynen, Wynen en Gediftilleerde Wateren, om de duurte van de Waaren, niet met water zullen worden gemeten. Dat de nieuwe gemaakte Vaten, de nette maat, ofte een weinig daar boven, van den Ytiger gemeten zynde, daar op zal moeten Ritzen den over ofce onder maat. Dat de Vaten der Stokers, ten minsten alle twee Jaaren, door de Ytigers zullen worden onderzogt, wegens 't opdrogen en inkuipen, en als dan de bevondene maat daar op worden Geritst; Dat zo iemand  mand der Stokers ofte Handelaars, andere als na vorengenoemde ordre geytigde Vaten gebruikte, zal vervallen in een Boete mede van 25 Goudguldens, ook te converteeren als boven, en wel een derde voor de Officier, een derde voor den Aanbrenger, en de reffceerende derde voor de Armen der Plaatze. En op dat niemand hier ontrent eenige ignorantie zoude mogen prajtendeeren, maar zig na deezen exa&elyk zal kunnen reguleren, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigueerd. Aldus gegeven op 't Collegie binnen Leeuwarden deezen 10 May 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, E. de WENDT, Vt, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKE L. Sa PUBLICATIE  C Ho ) PUBLICATIE JVy WILLEM, by der Gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, Sc. Sc. Sc Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT, Doen te weeten: Alzoo Ons gebleken is dat de Modellen, volgens welke de Appel- en Fruitkorven gemaakt worden, op alle Plaatzen in deeze Provincie niet volkomen egaal zyn, gelyk Wy rede in Onze Publicatie van den 15 Maart deezes Jaars hebben te kennen gegeven , en dewelke by deezen wederom word ingetrokken; Zo is 't, dat Wy de refpective Geregten van Grietenyen en Steden hebben aangefchreven , en daar door gelast, om de voorfchreven Modellen aan Onzen Collegie over te zenden, ten einde daar ontrent nader te difponeeren, tot voorkoming Van alle Actiën, die Onze goede Ingezetenen daar over zouden kunnen worden gemaakt , waar van Wy aan elk en een ieder by deezen kennisfe geeven, en dat het Onze welmeininge is, dat intusfchen geene Actiën , deezen aangaande , door de refpective Geregten in Grietenyen en Steden, over r '• " -■ - ■ de  C 141 ) de inegalitek der Modellen voorfchreven worden gemaakt, maar dat een ieder der Ingezetenen , in Korven, behoorlyk Geytigd zynde , zyne Waaren zal kunnen en mogen ter Markt brengen en uytveylen , ter tyd en zo lange in deezen door Ons nader zal zyn gedisponeerd en ordre gefield. En op dat een iegelyk die zulks aangaat , hier van de vereischte kennisfe draage , zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigeerd. Aldus gearrefteert op het Collegie binnen Leeuwarden den io May 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, E. de WENDT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. Veste 3 Lieve > Bezondere! ZVne Doorhgtigste Hoogheid den Heere Prince Erf.fladhmder, aan Ons .wel hebbende willen kennisfe geeven, van intentie te zyn, om tegens den 23 of 24 deezer lopende Maand  Maand in deeze Provincie te koomen , ten einde als Stadhouder zo ter Staats Vergadering als in de Hooge Collegien van Vriesland Sesfie te neemen, en met verzoek om de Heeren Staaten te willen befchryven; zo hebben Wy , om aan deeze voor Ons alleraangenaamste Notificatie en verzoek te •voldoen, goedgevonden zo fpoedig mogelyk*, een Extraordinaris Landsdag uit te fchryven tegens Donderdag den 8 July aanftaande in de Stad, en 'sanderen daags in de Vergadering op 't Landfchapshuys; Verzoekende en ordonnerende ÜE. Ampts•halven hier af vroegtydig kennisfe te geeven aan de refpe&ive Volmagten van Uwen Bedryve , ten einde zig op voorfz. tyd in de Stad en ter Vergadering mogen laaten prsefent vinden, om op de voor te ftellene en voorvallende zaaken, zodanig te delibereeren en concludeeren , gelyk mede ordre te ftellen als verftaan zullen te behoren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 July 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. NOTIFICATIE  C m > NOTIFICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nas/au, Sc. Sc. Sc Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen teweeten: Dat de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie, by Relblutie van den 10 July jongstleeden, hebben goedgevonden , dat by de p'egtige gelegentheid. van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau Erf-Jiadhouders overkomste in deeze Provincie , publycque Demonftratien van Vreugde, over de Ianggewensch'te tegenswoordigheid behoren te gefchieden; Zoo is V, dat Wy, ingevolge Hun Edele Mogende Last by vorengemelde Refolutie hier van niet alleen informeren , maar teffens ook kennisfe geeven aan alle de Ingezetenen" deezer Provincie , dat in deeze Stad Leeuwarden alleen Illuminatien zullen plaats hebben, wordende wyders de Heeren Volmagten ten Landsdage, en de Leeden van de Hooge Collegien en derzelver Ministers door deezen verzogt, om ten dage van de aankomst van Hooggemelde Zym JHitg-  C 144 ) Hoogheid, het Front hunner gebruikte Huizen en Woningen binnen voornoemde Stad te Illumineeren op een egale Voet, met twee regels Kaarsfen, waar van de eene zal geplaatst worden beneden, en de andere in 't midden van yder Kamers Venster, en welke Illuminatie zal beginnen des avonds te Tien uuren, en eindigen 's nagts te Een uur. En op dat niemand hier van onkundig zy, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigueerd. Aldus gegeven op 't Collegie binnen Leeuwarden deezen 12 July 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, A. LYCKLAMA a NYEHOLT, Vc Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. Veste,  ( 145 ) Veste, Lieve3 Bezondere! ALzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie, Ons hebben verzogt , van na den dag der koraste van Zyne Hoogheid in deeze Stad, Hun Edele Mogende Extraordinaris te willen befchryven; zo hebben Wy goedgevonden een Extraordinaris Landsdag uit te fchryven tegens Sundag den 25 deezer Maand July in de Stad , en 's anderen daags in de Vergaderinge op 't Landfchaps-huys , niet "alleen van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerden in 't Mindergetal op die dag, maar ook van de refpeétive Volmagten in de Kamers, om als dan op de voor te ftellene zaaken, zodanig mede te -helpen delibereeren en concludeeren, als vei Haan zullen te behoren , en waar van Wy UE by deezen informeeren , met Last, om hier van ten fpoedigsten die van Uwen Bedryve te adverteeren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 15 July 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. T PUBLICATIE  ( 146 ) PUBLICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nas/au, &c. &c. 6?c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy by Onze Notificatie van den 12 deezer Maand , op Last van de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie, aan elk en een yder Ingezeten kennisfe hebben gegeven, dat by de komste van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-fladhouder in deeze Provincie, alleen in deeze Stad Leeuwarden Illuminatien plaats zullen hebben, en de wyze hoe, daar by gearrefteerd; Zo is 't9 dat wy hebben goedgevonden, elk en een ygelyk in Landen en Steden verders door deezen te verbieden, op dien dag en de daar op volgende nagt, Pektonnen te branden, Kanontjes , Snaphanen of Piftolen af te fchieten, of Swerwers, Vuurballen, Knappers en diergelyke Vuurwerken te werken, en onder het Volk te ftrooyen, by poene van vyf en twintig Goud-Guldens, promptelyk op de gewone wyze geheel ten profyte van de Armen ter plaatze in te vorderen. En  C 147 ) En op dat niemand hier ontrent eenige ondunde zal hebben of kunnen voorwenden, zal deeze ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd en geaffigeerd. Aldus gegeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 15 July 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, A. LYCKLAMA a NYEHOLT, Ve. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. P L A C A A T Behelzende eene Generale Amnestie voor die geene, welke zig voor de gepubliceerde Waarfchouwinge van den 8 May 1773, heb- x ben fchuldig gemaakt aan het niet behoorlyk aangeven der Speciën. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nas/au, Erf-ftadbouder, Gouverneur, Capitein en Admiraal Generaal deezer Provincie , in Onze VerT 2 gade-  ( H8 ) gaderinge voor de eerstemaal tegenswoordig zynde, na Hoogst deszelvs aangeboorene goedheid en geneigtheid, om de misdagen van 's Lands Ingezetenen, zo veel mogelyk, en het gemeene nut eenigzints toelaat, te verfchonen, en dezelve niet aan de rigueur der Wetten over te laaten; aan Ons heeft voorgefteld, of Wy niet zouden kunnen goedvinden, aan alle die geene die voor de laast gepubliceerde Waarfchouwinge van den 8 May 1773, zig fchuldig hebben gemaakt aan het niet behoorlyk aangeven der Speciën ten hunnen laste komende , deeze misflag te vergeven, en eene Generale Amnestie ten dier einde te doen publiceren; En vermits nu deeze voorflag van Zyne Doorlugtigste Hoogheid Ons zeer redelyk is voorgekomen , en Wy van Onze kant ook aliezints geneigt zyn, de ftrengheid der Wetten te matigen, te meer, daar vermoedelyk veele zig meer uit onkunde als wel met opzet tegens dezelve hebben vergrepen; Zo is dat Wy uit Onze Souveraine Magt en Gezag, prefererende Gratie voor rigueur van Juftitie, alle de geene die voor het doen uitgaan van Onze Publicatie van den 8 May deezes Jaars, waar by de nauwkeurige aangeving der Speciën word geboden, zig of uit onkunde of eenige andere oorzaken hebben fchuldig gemaakt, aan het verzwygen en. niet aangeven der Speciën, tot welkers betaling volgens 's Lands Lyst verpligt waaren, deeze hunne misdaad vergeven en kwytfchelden, gelyk Wy doen by deezen; Lasten-  ( H9 ) Lastende de Heeren Onze Gedeputeerde Staaten, Lands -Fiscaal, Hoofd ■ Commis, Commifen en alle verdere Officieren en J.ifticieren , aan welke eene Cognitie of Calange over diergelyke misbedryven toekoomt, om zulke Overtreders dieswegen volkomen te laaten ongemoeid, dewyl Wy deeze misdaden by deezen voor geaboleert en uitgewischt houden; Gelyk Wy mede vernietigen, alle Actiën die over dezelve reeds mogten aangevangen en nog hangende zyn; want Wy dit alles ten dienste van den Lande, en om aan het goedgunstig oogmerk van Zyne Hoogheid te beantwoorden thans noodig oordeelen. En zal deeze , ten einde tot een ieders kennis werde gebragt, alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefreert op 't Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 26 July 1773. I. J de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. T 3 Veste,  ( 150 ) Veste, Lieve, Bezondere! \Y7Y hebben om moverende re- f f denen, en tot onderhouding en bevordering van goede ordre, goedgevonden UE. door deezen te ordonneren ende te geia?ten, om de nodige zorge te draagen, ten einde alle de Specificatiën voor de Procureurs Fiscaals in UE. Grietenye of Stad, als Specificanten, contra de Commifen van de Diftricten fpecificeerden, worden gefurneerd en geverifieerd met de behoorlyke Stukken, voor zoo verre niet in 't Proces, dat ter Secretarie van 't Geregce, na gevallen Sententie verblyft overgelegd, of daar van de principale Schrifturen zelve zyn , mitsga ders de Quitantien van Sententie Gelden, van Vacatiën van Getuigen, derzelver Verteringen en Reiskosten, en van verdere Verfchotten, daar by niet alleen worden geproduceerd ende gefurneerd: Maar ook voor en boven dit alles, de wettige qualificatie van den Commis van 't Diftrict, om de Perfoon of Perfonen van fraude verdagt, of aangebragt, te mogen aclioneren na de ordres van den Lande, in dit ftuk wordende geobferveerd; Wyders met een Copia of Diélum der Sententie, waar by zulk tem Actie is getermineerd, op dat daar uit geb'yke, of de Commis gefuccumbeerd hebbende met compenfatie van kosten , dan wel nopens de kosten anders gedifponeerd is; en dus verders, dat zodanige kosten,  ( 151 ) kosten , falarien en expenfen van een Procureur Fiscaal , wettig ten laste van den Lande gebragt, en daar van betalinge by Ordonnantie gevraagd word. Wy twyffelen niet of UE. zullen aan deeze Onze welraeininge ten vollen zoeken te voldoen, en zig daar na te gedragen , op dat Wy , by gebreke dies , niet mogen genoodzaakt worden hier ontrent andere mefures te neemen. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 9 September 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. Veste, Lieve, Bezondere! ALzo Wy by Misfive van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gelyk mede door eene van Zyne Doorluchtigste Hoogheid den Heere Prime van Orange en Nasfau, Erf-Jiadhouder fi?c. &c. &>c zelve  C 152 ) zelve , by sbfentie van de Heeren Staaten Onze Principalen, zyn geïnformeerd, dat Haare Koninglyke Hoogheid , Zyne Doorluchtige Hoogheids tedergeliefde Gemalinnen zig door den dierbaren zegen van God Almagtig wederom in eene gewenschte (laat van Zwangerheid bevind; en door Hun Hoog Mog. zyn verzogt, ordre te willen (tellen, ten einde over deeze heuchelyke en aangename Gebeurtenis, Gebeden mogen worden gedaan door de Bedienaren des Goddelyken Woords in de publycque Kerken deezer Provincie. Zo is het, dat Wy, in Ons bevindende eene waare blydfchap en dankerkentenisfe aan den Allerhoogsten , in deeze fchikkingen zyner heilige en wyze Voorzienigheid, zo tc-n opzigte van 'tDoorluchtig Huis van Orange en Nasfau, als ook van den Staat in 't gemeen , en deeze Onze Provincie in 'c byzonder, gelyk ook om te voldoen aan Hun Hoog Mog. billyk en regtmatig Vetzoek , hebben goedgevonden UE. aan te fchryven, en daar door te gelasten, de nodige ordre te (lellen, ten einde de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. Diftriér. of Stad, in hunne Gebeden , die voor de Gemeente doen, (leeds den Almagtigen God ernstlyk en vieriglyk aanroepen, en fmeeken , dat het Zyne Goddelyke Goedheid genadiglyk mag behagen , Haare Koninglyke Hoogheid in deezen gewenschten (laat gelukkig en voorfpoedig te doen voortgaan, en 't onderwerp te laaten zyn , van zyne alleen heilige en  C 153 3 ên veilige Befcherming, en ter beftemder tyd eenë gewenschte en voorfpoedige Verlosfing te vergunnen, makende Hoogstdezelve tot een blyde Moeder van een Vrugt en Spruite , waar in mag uitblinken het Deugd en Heldenbeeld der Doorluchtige Ouderen en Voorouderen, waar aan den Staat deszeifs behoudenis en befcherming der onwaardeerbare Panden, naast God, grootelyks verfchuldigt is. En op dat aan deeze Onze last en welmeininge ten vollen mogen worden voldaan, zullen UE. den inhoud deezes van de Predikftoelen in derzelver Diftriét of Stad doen afleezen en publiceeren. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 October 1773. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, E. S. G. J. v. B. RENGERS, Ve, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKEL V WAAR-  WAARSCHOUWINGE DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren lezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Wy by Onze Publicatie van den 10 May deezes Jaars, aan de goede Ingezetenen deezer Provincie hebben te kennen gegeven, dat door de inegaliteit der Modellen, waar na de Appel - en Fruitkorven worden gemaakt, zo ten Platten, Lande als in de Steden, verfcheidene abuifen zyn ingeflopen, en Wy om daar aan zo veel mogelyk te remedieeren , vorengemelde Modellen van de refpective Geregten van Grietenyen en Steden hebben ingeëischt; Zo is het , dat Wy elk en een yder door deezen bekend maaken, dat Wy, in plaatze van de oude Modellen, andere nieuw gemaakte, alle op een egalen voet, aan de refpeéfcive Geregten hebben verzonden, zynde het Onze ernstige meninge, dat alle de nieuw te makene Korven daar na worden gemaakt , en •anderzints niet zullen mogen worden Geytigd, wordende de Korfmakers gelast, zo ten Platten Lande als in de Steden , om in de nieuw te makene Korven, het Houtje waar op dezelve Geytigd Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, Sc. Sc. ScMitsgaders  ( 155 ) Geytigd worden, 'er zodanig in te zetten, dat het zelve 'er niet kan uitgenomen worden, en zal zulks ten minsten een vierendeel van een Elle lang moeten zyn ; Wordende wyders aan de Ingezetenen door deezen de vryheid gegeven, om hunne Waaren ter Merkt te brengen en te Koop te veilen, met de tegenswoordig gebruikende Korven, dog niet langer dan gedurende dit Jaar , zullende na den 31 December geene andere Korven daar toe mogen gebruiken , dan die na den inhoud deezes gemaakt, eft op nieuw Geytigd, en met het Jaargêtal van 1774 Voorzien zyn , en word het brengen van Waaren ter Merkt met Boomzetters of Korven met vernieuwde Bodemen geheel verboden, alles by poenö van twee Goud-guldens, te cónverteeren volgens 's Lands Ordonnantie, boven confiscatie van de Korven en Waaren. Ën op dat niemand hier ontrent eenige onkunde zal hebben ofte kunnen voorwenden, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden bekent gemaakt. Aldus gegeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 9 December 1773. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, CHARLES BIGOT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. V ft Veste*  C 156 ) Veste, Lieve, Bezondere! DE geftadige wisfelvalligheden, en geduirige veranderingen, waar aan al het Ondermaanfche onderworpen is, kunnen niet nalaten van den aandagt, opmerking, en de befpiegeling van een yder, die geen onverfchillig Inwoonder deezer Wereld is, na zig te trekken, en daar op te doen vestigen. Is dit eene zekere en onbetwistbare waarheid, en word dezelve door de- dadelyke bevinding bevestigd; Zo zal het in de eerste plaats, een van de grootste voorregten voor den Republycq uitmaken, van onder de goede en bewarende hand der Voorzienigheid des Allerhoogsten, geduirende veele troubles en oneenigheden, dewelke in zommige deeJen der Wereld plaats hebben gehad, en nog hebben , ftil en gerust te hebben mogen blyven nederzitten onder het genot van een zoete en aange'name Vreede, dewelke in de oude Gedenkfchriften van dit Ons Nederland, wegens deszelfs aanhoudendheid ende geduirzaamheid geen weergade heeft, en daar uit voortvloeyende menigvuldige en onwaardeerbare voordeelen en vrugten. Hebbende alzo eene bekwame en gunstige tyds -gelegentheid, om vorige geledene rampen te mogen vergeten, ontvangene fchaden te zien vergoeden, en  X 157 ) en geëxpendeerde en gemaakte kosten en fchulden te kunnen voldoen en betalen. Egter niet met onverfchillige ogen aanziende, het geene andere Landen en Koningryken van dit Werelddeel ondergaan en te beurte valt. Waar in het vuur des Oorlogs, of dat van Inlandfche Beroertens en Verdeeltheden , of van Muyteryen en Seclen ook in den Godsdienst is ontftoken, en dezelve in Vlamme heeft gezet. En het welk zeer te wenfchen is, dat fpoedig en geheel en al mag worden uitgebluscht, om niet gelyk.'t eigentlyk vuur is, namentlyk van een voortgaande kragt zynde, te worden, en met deeze of zoortgelyke verderffelyke zaaken andere deelen van Europa aan te fteeken, en te doen ontbranden. Het zal een van de voornaamste bezigheden in deeze tyds omitandigheid moeten zyn, om zodanige middelen te betragten, en de zaaken op eene wyze in te rigten, dewelke dienstig en nodig geoordeeld worden, om onder Gods Zeegen de Vreede te conferveeren, den groey en bloey van den Staat te bevorderen, by Buren en Bondgenoten geagt en gezien, en by andere niet onnut maar ontzien en gevreesd te zyn , en zulks zo wel ten aanzien van 't algemeene, als in het huyshoudelyke. Gelyk ook om in 't werk te ftellen, die dingen, tot derwelker behandeling en uitvoeringe geen gefchikter nog gepaster tyd kan zyn , dan die van Vreede. V 3 En  ( 158 ) En welke zyn die anders dan de onderhöudinge van een goede Harmonie en Vriendfchap met andere Mogentheden, het op de been houden van een genoegzaam aantal van Militie, zo te Paard als te Voet, tot dekking der Frontieren en bezetting der Guarnizoenen van den Staat, gelyk ook in de uitrustinge van een convenabele Vloot of Equipage ter zee, ter geleyde en beveyliging van de Scheepvaart en Koophandel, en in tot de uitvoeringe vaïi dit geavanceerde, het publyck Credit en het Financie weezen op alleriey wyze zoekende te augmenteeren ende te favorifeeren. En gelyk zeederd eenige Jaaren, door de Hooge Regeering van dit Ons Lieve Vaderland is aangetoond het merkelyk verval, zo wel in de Land als Zeemagt van den Republycq, en op middelen van redres in deezen genomen, van de hooge noodzakelykheid is geurgeerd geworden; En deeze Onze Provincie nog onlangs, wanneer Zyne Doorlugtigs"te Hoogheid, Nederlands algemeenen Erf - ftadhouder, dezelve met Hoogst deszelfs aangename, hertinnemende, en lang gewenschte tegenswoordigheid vereerde , Sesfie nemende , en zig Hellende aan 't hoofd van die Vergaderingen, in dewelke Hoogst deszelfs Vaderen en Voorvaderen zo een roemrugtigen naam hebben nagelaten, en met zo veel lof bekleed, nog onlangs zeggen Wy, het groot Object van deliberatie is geweest. En de Regeering van de gegrondheid hier van over-  ( 159 ) overtuigd zynde, geen zwarigheid heeft gemaakt daar in te condefcendeeren. Wenfchelyk derhalven, dat de Bondgenoten gezamentlyk als met een hart en hand, alles zogten te bevorderen en te bekragtigen, wat tot bereiking van 't groote einde, en ten algemeenen nutte en welzyn nodig en dienstig konde zyn, en eeniglyk daar toe llrekkende , zo veel als deszelfs kragten toelaaten, met voorby zien van alle eigen belang €n voordeel. Gelyk ook dat den Staat blyve geconferveerd by al het geene aangenaam ende begeerlyk is, onder eene genadige afwendinge van alle welverdiende Oordeelen , Gerigten en Plaagen , voornamentlyk ook van de Pestilentiale Ziekte onder het Rundvee ,dewelke dezelve zo lange heeft gedrukt, en ook deeze Onze Provincie thans treft en ondervind; Op* dat de goede Ingezetenen in ftaat mogen. blyvenv dat geene te contribueeren, 't welk tot mainctien; en welvaart van den Lande noodzakelyk word vereischt. De Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, heeft jaarlyks de conftante gewoonte, van daü geene, 't welk tot fecuriteit en defenfie, gelyk mede tot aanzien en welvaart van den Staat kan dienen, met byvoeginge van het deficieerende in deezen, met veel wysheid, cordaatheid en voorzigtigheid te detailleeren, en yder der Bondgenoten het niet te berde brengen, van hunne quotas, in de ge* dragene  C 160 > dragene Cohfenten zeer nauwkeurig voor te ftellen: In een generale Petitie der Confenten voor de refpeéHve Staaten van Oorlog , zo Ordinaris als Extraordinaris. En zynde Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden gewoon, dezelve met een ernstige, en op 't herte bindende Misfive, aan de refpeéltve Provinciën, ten fine van eene fpoedige deliberatie en een gaaf confent, toe te zenden en te fecondeeren. En de conftitucie van deze Onze Provincie mede brengende, dat om deeze en meer andere zaaken, in een ernstige overweginge te leggen, een zekere tyd worde afgezonderd , en die thans aanbrekende. Zo zullen Wy Ons niet verder uitbreyden, maar tot 't voorfz. refereëren, en hebben, om aan last en pligt te voldoen, góedgevonden, den Ordinaris Landsdag voor deezen-Jaare 1774 wederom uyt tefchryven tegens Maandag den fevenden van de maand February aanftaande. Verfoekende en gelastende UE. Amptshalven , hier af vroegtydig kennisfe te geeven aan de Volmagten van Uwen Bedryve, ten einde dezelve zig op voorfz. tyd in de Stad en ter Vergadering op 'c Landfchaps- huis mogen laaten prsefent vinden, om na aanhoringe der Propofitie, op gemelde Staaten van Oorlog, en andere Generaliteits en Provinciale Poinólen en Petitiën , benevens de andere 's Lands  C iö-i ) 's Lands Volmagten, zodanig mede te helpen delibereeren, advifeeren en concludeeren, als ten nutte en welzyn, beveyliging, aanwas en bloey van 'tLieve Vaderland en deeze Provincie, in afwagting van den Goddelyken Zeegen, vermeenen zullen te behoren. Overzulks verzoeken Wy , en ordonneren hier mede U ook Amptshalven, in Uwen Bedryve order te ftellen, dat twee gequalificeerde Volmagten, een uit den Adelyken , en een uit den Eigen - erfde ftaat, voor dit lopende Jaar worden geëligeert, op navolgende voet en manier. Te weten, dat de ftemminge zal moeten gefchieden &c. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 January 1774. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, N. A R N O L D I, Vu Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKE L. X Veste,  Teste, Lieve,' Bezotidètel 1"\E Staaten Generaal der Ver- \_J eertigdé Nederlanden, hebben Ons by Hoogst derzelver Mi.sfive van den 17 January jongstleeden te kennen gegeven: Dat het niet minder van het uitterste belang , als de wezentlyke plicht van een vry en gelukkig Volk is, zig menigmalen• te binnen te brengen, dat het alleen zyn de Goedértiêrentheden van den Oppersten Regeerder en Beftierder van alles, aan \velke zf alle de Voorregten, die zy genieten, zyn verfchuldigt. Zynde het alleen de Allerhoogste, die Schepper is van het Licht en de Duisternis , van de Voorfpoed en de Tegenfpoed: En zoö de eene aan de Natiën , zo wel als aan byzondere Perfonen, hun afhankelykheid en de noodzakelykheid van Gods byftand kragtiger deed gevoelen , behoord de andere met te meerder nadruk dezelve aan te zetten, om Gods Goedheid en Barmhertigheid te roemen en'fe'vWfteffes* Dat deeze Republicq de blyken daar van ten allen tyden heeft ondervonden, en de Goddelyke Voorzienigheid die dezelve tot op dit ogenblik nog bewaard én zegent, Ons vèfpligt dezelve met de alderlevendigstc dankbaarheid te erkennen en groot te maaken. e~s 3 / Genie-  C 1*3 ) Genietende Wy zeedert meer dan 225 jaaren, een gewenschte Vreede, die in alle de troubles en bal wegingen van Europa, geduirende ar dien tyd on*. geftoort is gebleven. Onze Wetten, Onze Vryheden, alle Onze Voorregten, verre van eenigen aanftoot te hebben geleden , zyn meer bevestigt geworden, dan ooit: En zo de bezoekingen en oordeelen , die andere ongelukkige Landen hebben getroffen, eenigen invloed op Ons getnee-ne best hebben gehad, of dat de Sterfte onder het Rundvee nog niet is geëindigt, zyn Wy nogthans door Gods Oneindige Goedertierentheid bewaard gebleven, voor de'droevige gevolgen, die Wy reeden hebben gehad', 'daa'r 'van te vreezen. Dat dit alles Ons derhalven een veel aangenamer vooruitzigt zoude geeven , a,s WyOns zouden hebben derven voorftellen, indien Wy ten vollen overtuigd, dat.de Voorfpoed van een Volk, voornamentlyk af hangt van deszelvs nankteeving aan de Godsdienst en de Deugd, niet met leedwezen zagen, dat het groot verval, en in Godsdienst, en in Zeeden, dagelyks meer en meer toeneemt, en het misbruik van de Goddelyke Zegeningen en Weldaden , -Ons geen regtmatige reeden gaf, om te vreezen , dat den Allerhoogsten Ons zyne gunst wel eens zoude kunnen onttrekken, en van Ohze wèllïa»nd een einde maaken. Dat het eenigste middel, om dat ongeluk voor te koomen, zosude weezen, met omitzaoh en eerbied Ons te-wenden tót dênthoógeri God, idieiOnstot e X 2 hier  C 164 ) hier toe zoö genadiglyk hercherrat en bewaart heeft, en zynde met dat inzigt, dat Hun Hoog Mog. wederom hadden goedgevonden, uit te fchryven een algemeene DANK VAST en BEEDE-DAG over alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, tegens Woensdag, die weezen zal den 16 February eerstkomende , om ten zeiven dage in alle de Kerken deezer Landen, Ons en ons Land op te dragen aan de befcherming des Allerhoogsten, om te erkennen, en aan te bidden het gebied van zyne Voorzienigheid; om met dankbare monden en herten te pryzen de wonderen van zyne Goedheid, die deezen Staat by haare dierbare Vreede, Godsdienst en Vryheid bewaart heeft, om te fmeeken om de aanhoudentheid van den Goddelyken Zeegen, ter bewaringe van Onze Rust, ter herftellinge van Ons Rund-1 vee , en ter behoeding van Ons Land tegen alle onheilen en zwarigheden, die Onze zonden en ongeregtigheden, niet dan al te veel reeden geeven, óm te vreezen, en om Ons op het diepste voor God te verootmoedigen , onder een waarachtig gevoel van Onze overtredingen, zo die van het ganfche Volk, als een ieder van zyn eigen, biddende om de genadige vergevinge van dezelve , en om een Geest van verbeteringe en bekeering van een zondig Land. Zynde Wy in het byzonder verplicht, by deeze gelegentheid den Goddelyken Zeegen af te fmeeken ,  C 165 ) ken, over de Perfoonen en Regeering van de Hooge Overigheid des Lands, dat God alle haare ondernemingen en raadflagen wil voorfpoedig maaken, tot handhaving van de Vreede , bevordering van den Koophandel, aanmoediging van Deugd , voortzetting van nuttige Konsten en Wetenfchappen, en vermeerdering van het geluk en den welitand van het Volk. Dat Wy ook moeten bidden om de dierbaarste zegeningen over den Perfoon van Onzen geliefden Erf-ftadhouder, Zyne Koninglyke Gemaalin, en de twee Vorstelyke Spruyten ; dat God haar in zyn Genadige befcherming wil neemen; dat haare dagen lang, roemrugtig en gelukkig mogen weezen, dat Land en Kerk, onder de beftieringe van zyne Hoogheid lange moge bloeyen , en een luisteryke Nakomelingfchap van zyn Hoogheid, zyne onfterffelyke Naam moge overbrengen tot het laatste der tyden, en altoos uitleveren Edelmoedige Voorftanders en Befchermers van de Vryheid deezer Landen. Moetende Wy by deeze gelegentheid God Almagtig ook fmeeken, dat het Hem behage moge, de harten van Koningen en Vorsten alomme te neigen tot Vreede, de algemeene herftelling daarvan fpoedig te doen voortkomen, en van deeze Republicq, en andere Staaten van Europa, alles af te wenden, wat dezelve zoude kunnen verbreken of hinderlyk weezen. _ Behoorende Wy eindelyk ook Onze gebeden uit X 3 te  C 166 ) te Horten , voor den welftand der Proteftantfche Kerken in alie Plaatfen, inzonderheid die zig hier , te Lande bevinden , ten einde die meer en meer mogen bloeyen, in Godvrugt, Waarheid en Deugd, en dat den Arbeid derzelver Leeraaren bekroont moge worden, met de wezentlykste en duurzaamste Vrugten. Alles tot grootmaking van des Heeren Allerheiligste Naam, voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. Hun Hoog Mogende hebben by deeze uitfchryvinge teffens verzogt, dat Wy deezen Dank . Vasten Beede-Dag tegens Woensdag den 16 February aanftaande tydelyk wilden doen publiceren , ter plaatzen daar men gewoon is zodanige publicatie te doen, en daar benevens ftriételyk te verbieden, ook met 'er daad te doen ophouden allerley Hantwerk en Neering , mitsgaders het Tappen , Raatzen, Balflaan en diergelyke Exercitiën, op dat dit goed en heilzaam voornemen door geen onbehoorlykheden geturbeerd moge worden. Wy hebben aan dit billyk en regtmatig verzoek geerne willen voldoen, en derhalven gelasten Wy UE. door deezen , om deezsn algemeenen uitgefchrevenen Dank- Vast- en Beede-Dag niet alleen ten fpoedigsten bekend te maaken op de gewone ■wyze, maar ook ten zeiven dnge te verbieden, en dade-  C 167 ) d&delyk; te doen ophouden alle Neering, Hanteering en Handwerken, gelyk ook alle ydele en ergerlyke Exercitiën , hinderlyk en niet overeenkomende met -de betamelyke viering van deezen plegtigen Dag, en aan den Godsdienst, waar door onder afbidding van de Goddelyke gunste en zeegen over een Land en Volk, zyne regtveerdige toorn en vloek over het zelve zoude kunnen worden ontftoken. Verders zullen UE. hier af fpoedig adverteeren de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. Diftricl: of Stad, die gelast worden, hunne Predikatiën, Dankzeggingen en Gebeden, na den inhoud deezes in te rigten, en ingevolge Hun Hoog Mog. en Onze welmeininge te bidden om den welftand en behoudenis van Land en Kerk, continuatie van Zegeningen en Weldaden , afwending van Ödrdeelen en Gerigten , met belydenis van zonden, en fmeeking om genadige vergeving, op gefchonkene opregte boetvaardigheid, en waaragtige bekeering. Als ook over de Regeering van het lieve Vaderland , den Doorlugtigen algemeenen Erf - Stadhouder, Hoogst deszelfs Koninglyke Gemalinne, benevens den Erf-Prins en Princesfe, gelyk mede over het verdere Vorstelyke Huis van Orange en Nasfau , ja over al wat in den Lande wenfchelyk en begeerlyk is. Waar toe Ons verlatende , Veste, Lieve , Bezondere, beveelen Wy UE. in de befcherminge van  C 16-8 ) van God Almagtig. Leeuwarden den 29 January 1774- UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, E. de WENDT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. Edele, Veste, Lieve, Bezondere! DE blyde tyding ingekomen zynde, dat Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Primes van Orange gelukkig van een tweeden Prins is Verlost geworden, dient deeze om UEd. daar van behoorlyk te verwittigen , en te gelyk te bevelen, om ten fpoedigsten order te ftellen, dat de Opperste Majesteit Godts dieswegens in de publyke Kerken van Uwen Bevryve opentlyk gedankt werde, ten dien einde de Bedienaren des Goddelyken Woords belastende, om in hunne Gebeden  C 169 ) beden voor de Gemeenten, aan deeze nieuwe blyk; van de Gunstryke goedheid des.Alderhoogsten over het Erf - Stadhouderlyk Huis en gansch Nederland te gedenken, en over den Jongen Vorst, de Hoede, de Befcherming, en de uitnementste Gaven op het ernstigste van den Hemel te begeeren, ten einde hy te zyner tyd eens treede , in de Voetftappen van die Onflervelyke Helden, wier Naam en Gedagtenis gewisfelyk de Eeuwen zal verduren, en altoos in eene dankbaare geheugenisfe verblyven , by alle waare Liefhebbers van het Vaderland , de Vryheid en Godsdienst. Het is ook betamelyk , dat zy in het byzonder affm'eeken de onderïleuning en hulpe des Allerhoogsten over Haare Koninglyke Hoogheid , die blyde Moeder van drie Vorstelyke Spruiten , ter Haarer voorfpoedige herftellinge; en op dat Hoogst Dezelve nog lange zy en blyve het waardig en beftendig Voorwerp van de Liefde en het Vertrouwen van den Doorlugtigen Prince Haaren Gemaal, en een Zeegen, zelfs voor de volgende Geflagten; Zyne Hoogheid de Heer Prince Erf - Stadhouder \ beneffens Zyn Dierbaar Huys, geniete ook (leeds de duidelykste blyken van de Goddelyke gunste , en de laate Nakomelingfchap verblyde zig nog , over het wys Beftier der Vorsten uit dien Doorlugtigen Stam. Waar toe Ons verlatende, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, Wy UEd. zullen beveelen in de Y befcher-  C Ï70 ) ^efcherminge des Allerhoogsten. Leeuwarden deh 18 February 1774. UEd. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, ï. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Edele, Veste , Lieve, Bezondere! HUnne Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden hebben aan Ons toegezonden een Exemplaar van de nieuwe Beryming der Pfalmen , by •een vergadert en zamengefteld op bevel van Hoogst•dezelve » en onder het opzigt van Heeren Com•misfarien, uit het midden van Hunne Vergaderinge, door de Predikanten, die door de refpeclive Provinciën daar toe zyn afgezonden geweest, met verzoek, dat Wy deeze Pfalmen wilden goedkeuren, en order ftellen, dat derzelver gebruik in de publicque Kerken deezer Provincie werde ingevoert. Om nu aan die Requifitie van Hunne Hoog Mogende te voldoen; Zoo is 't, dat Wy goedgevonden  C 171 ) dèn hebben, UEd. by deezen aan te fchryven eii te bevelen , om de nodige order te ftellen , dat deeze Beryming op den ie* Januarius van het aanflaande jaar 1775 in de Gereformeerde Kerken van UEd. Diftrict werde geintroduceert, ten dien einde mede zorge dragende, dat twee Exemplaren van dit nieuwe Pfalmboek ( het welk tegen dien tyd by de Boekverkopers in de Provincie , zoo wel als buiten lands , zonder twyffel voor handen en in gereedheid zyn zal,) in ieder Kerk ten dienste van den Predikant en den Schoolmeester of Voorlezer gevonden worden ; welke nieuwe Boeken zullen moeten geleverd worden door of ten koste van die geene , die voormaals diergelyke Boeken hebben moeten betalen , het zy dan Kerk of Armevoogden , Diaconen of andere, die bevonden mogten worden daar toe gehouden te zyn. Waar mede, Edele, Veste, Lieve, Bezondere» Wy UEd. zullen bevelen in de befcherminge Godes. Leeuwarden den 25 Februarius 1774. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLET TEN BERG. Y % PUBLICATIE  C 172 ) PUBLICATIE Waar by den Uitvoert van Hooy en Stroo tot den 1 Junius 1774 word toegelaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy uit aanmerkinge van de overvloed van Hooy, die in zommige oorden der Provincie plaats grypt, erf dewelke grooter word, na mate dat het getal der Runderbeesten, door de Veeziekte vermindert, hebben goedgevonden en gerefolveert, om den Uitvoert van Hooy en Stroo toe te laaten van den 5 Maart tot den 1 Junius 1774 ingefloten, na welke dezelve wederom gefloten en verboden word, by de poenen in Onze Publicatien van den 3 July 177ij en 15 May 1772 vastgefteld, gelastende alle Commifen, Opzigters, Zylvesters en Sluiswagters, die op de Havenen en Toegangen deezer Provincie zyn geplaatst, om zoo veel in hun is, den Uitvoert van dien, na den datum van den 1 Junius 1774 te beletten. En op dat deeze tot een yeders kennis koome, zal dezelve alomme werden gepubliceerd en geaffi- geert9  C m ) 'geert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 3 Maart 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G, PUBLICATIE Waar by den Uitvoert van Rundvee (onder eenige bepalingen) word opengezet. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten : Dat in Onze Vergaderinge is voorgefteld, of niet dienstig moeste geagt worden , de Uitvoert van Osfen en Bullen zonder onderfcheid van Jaaren , en of aan Y 3 de  c m ) de Veepest Ziek waaren geweest dan niet, toe te laaten; gelyk mede die zelvde vryheid te vergunnen, ten opzigte van Koeyen, die boven de drie Jaaren oud en nimmer door gemelde Ziekte zyn aangetast geworden , en vermits Wy in de tegenwoordige omftandigheden het niet voor ongeraden houden, aan Onze Ingezetenen, die eenig Rundvee kunnen misfen , gelegentheid te verfchaffen, om zig daar van op eene voordeelige wyze te ontdoen; Zqo is het, dat Wy goedgevonden en gerefolveert hebben, den Uitvoert van Runderbeesten open te ftellen, gelyk Wy doen by deezen, onder de volgende bepalingen: I. Dat Osfen en Bullen zonder eenig onderfcheid zullen mogen Uitgevoert worden. II. Gelyk mede Koeyen, die van de Ziekte gebeterd en vyv of meer Kalveren gehad hebben. III. Dat ook dezelvde vryheid vergund word, ten opzigte van Koeyen, die nimmer door die quaal zyn Bèfmet geweest, en boven de drie Jaaren oud zyn, IV. Dat dus de Uitvoert van alle Gebeterde Koeyen, die onder het vyvde Kalv zyn, en van het Jong Rundvee onder de drie Jaaren oud, het zy het zelve Ziek of niet Ziek geweest is, verboden blyft. V. Dat de Vette Bulle Kalveren ook zullen mogen Uitgevoert worden, niet alleen uit de vier Havenen, hier onder genoemd, maar ook over Strobos. • VI. Dat  C 175 ) VI. Dat de Uitvoert thans wederom, gelyk als te vooren, alleen zal mogen gefchieden uit de Ha* venen van Harlingen , Stavoren , Workum en de Lemmer. VIL Dat de In, Over, of Verfcheping der Beeften zal moeten gedaan worden in die Plaatzen, by ligten dage, en in tegenwoordigheid van twee Opzigters, die op den ouderdom der Koeyen nauwkeurig onderzoek zullen moeten doen , en letten of dezelve aan de Hoornen gebrand zyn, gelyk mede of kunnen ontdekken , dat het Brandteken op de eene of andere wyze uitgewischt of weggedaan is, gelyk'ook of de kerven aan de Hoornen uitgevylt zyn. VIII. Dat de Opzigters, telkens wanneer eene Overtreding van deeze Onze ordres ontdekken, uit het Comptoir van de Losfe Renten zullen ontvangen een pieemie van vy ventwintig Caroli-guldens. IX. Dat daar tegens Zy met Gezeling en Bannisfement voor vyv Jaaren in het Landfchaps Tugthuis zullen worden geftraft, wanneer het Uitvoeren van verboden Rundvee willens en wetende toelaten. X. Dat defelvde ftraffe van Gezelinge en Banntsfement in het Tugthuis zal worden aangedaan, aan die geene , die Runderbeesten tegens dit Verbod Uitvoeren , en indien deeze Perfonen de Beesten niet in eygendom bezitten , zullen de Eygenaren derzelve  C 176 ) derzelve verbeuren eene boete van duizent Caroliguldens, of by wanbetalinge van dien, openbaarlyk met Gezeling en Bannisfement als vooren worden geftraft; en zullen daar te boven, die Beesten Verbeurt verklaart worden, gelyk ook de Schepen, Wagens of andere Inftrumenten , waar mede de Uitvoert gefchied of word ondernomen, welke boete en verbeurt verklaringe zal gefchieden en betaalt worden ten profite van den Aanbrenger voor de eene , en van den Officier die de Calange zal doen, voor de andere helvte. XI. Dat van ieder Runderbeest, het welke Uitgevoert word, zal worden betaalt een Gulden boven het ordinaris Pasfage-geld, en welke Penningen door de Collecteurs van dit Middel zullen ontvangen en verantwoord worden. XII. Dat deeze vryheid van Uitvoert zal beginnen met den 5 Maart, en eindigen met den 1 JuT ny 1774 ingefloten , na welke tyd, de Uitvoert van alle Runderen wederom onder de vorige poenaliteit verboden en gefloten word; gelyk Wy ook by deezen bevestigen de Placaten, tegens den Invoert van Rundvee in de Provincie geëmaneert, zonder dat zulx moet geagt worden toegelaten te zyn, door eene Publicatie, die binnen korten mogte worden bekent gemaakt , en behelzende eene vermindering van Regten op het Rundvee , het welk van buiten in de Republicq inkoomt. Voorts  C 177 ) Voorts belasten en bevelen Wy alle Commifen" Opzigters, Zylvesters of Sluiswagters, op de Hal venen en Toegangen der Provincie geplaats, op de executie van deeze Onze ordres agt te geeven, en daar aan , zoo veel mogelyk de hand te houden. En op dat niemand hier van eenige onkunde zal kunnen voorwenden, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en arlïxie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps- huis binnen Leeuwarden den 3 Maart 1774. ï. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. 2 PLACAAT  ( 178 ) PUBLICATIE Tot vastftelling der Middelen en korting van Hoorngeld. DE Staaten van Vriesland allen den geenen , die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy wederom in ernstige Deliberatie gelegt, en nauwkeurig onderzoek hebben gedaan op den toeftand der Provinciale Financien, den opbreng der Middelen , en de daar tegens overftaande Uitgaven, die onvermydelyk zyn , zullen de verfchuldigde Renten betaald , de Lasten der Unie , ter veiligheid van het Vaderland aangewend, gedraagen, en voor de behoevtens der bmnenlandfche Huishoudinge eezorgt worden. . Dat Ons uit dit onderzoek té'n vollen is gebleeken, dat de Middelen , die geduirende het thans lopende Jaar worden geheven, onmogelyk kunnen gemist worden, zullen 's Lands zaaken niet in wanorde geraken; En het is daarom dat Wy hebben goedgevonden en gerefolveert, gelyk Wy doen by deezen, dat alle Middelen van Contributie en Confumtie, die in dit Jaar, begonnen zynde m?c den i May 1773» en zullende eindigen met den laatften April 1774 > vastgefteld en gevordert, S weder-  wederom zullen worden geheven, geduirende het volgende Jaar , lopende van May 1774 tot May 1775; Dat de betaling zal gefchieden aan dezelvde Comptoiren, waar op die Middelen thans zyn geasfigneert; En nadien onder dezelve mede zyn begrepen de Perfonele en Reële Goedfchatting , word volgens vorig gebruik toegelaten, in het Perfoneel te korten, het geen kan worden aangetoont, aan Reël betaald te zyn; En zullen verders die gene, die over den Aanflag, waar mede op de Perfonele Cohieren zyn aangetekend , zig bezwaart vinden» onder Eede voor de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal zig mogen verminderen , indien op vier duizent Guldens , of daar boven, Haan aangeflagen, en wel op den 2den en 3den Augusti deezes Jaars; dog die met eene mindere, fumma ten Perfonele , Cohiere bekent zyn , zullen by de refpeófcive Geregten der Grietenyen of Steden, op welkers Registers gevonden worden, zig ten einde voorfchreven moeten vervoegen op den tyd , die deeze , in hunnen Bedryve zullen vastftellen en doen bekend maaken. Voorts vinden Wy wederom goed , dat de Ingezetenen, die hunne Runderbeesten aan de thansnog woedende Ziekte hebben verloren, het Hoorngeld voor ieder Beest, het welk aan deeze Plaage, van den iften November 1773 tot den den laatften Oétober 1774 ingefloten, zal zyn geftorven , zullen mogen korten, des dat de Beesten, die thans Z 2 reeds  ( i8o ) reeds hebben verloren, zedert den iften November des vorigen Jaars, binnen drie weeken na de Publicatie dezes, en de overige binnen gelyke tyd na hetVerfterf, zullen moeten afgefchreven worden. En op dat een ieder hier van behoorlyk verwittigt werde, zal dezes op de gewone tyden en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 Maart 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Edele , Veste, Lieve, Bezondere! MAdien aan Ons uit eene ingeleverde Memorie van de Heeren Gedeputeerde Staaten , en de Stukken daar toe relativ, ten klaarsten is gebleken, dat een Saco Harmen van Idjinga, voormaals een Ingezeten deezer Provincie, dog thans woonagtig te Groningen , en Lid van de Hooge Juftitie Kamer van Stad en Lande, zig niet heeft ontzien in zeeker Request , aan Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange* Erf - ftadhouder, Capitein en Admiraal Generaal deezer Provincie geprefenteert, bovengemelde Collegie  C 181 ) gie der Heeren Gedeputeerden op eene verregaande wyze te hoonen , en met onwaare en vaJfche Befchuldigingen te bezwaaren; Zoo is V, dat Wy, dat gedrag aanmerkende als ten hoogsten onbetamelyk , de' Eer en het Caraóter der Gedeputeerden fchendende, en in hunne Perfoonen, de Hoogheid des Lands kwetzende, hebben goedgevonden, hier in op eene ernstige wyze zoo veel mogelyk te voorzien, en UEd. ten dien einde te belasten, den voornoemden Saco Harmen van Idfinga te doen apprehenderen, wanneer hy, zig verftoutende om in de Provincie te koomen , onder UEd. Jurisdictie zig mogte bevinden, en hem de fado in Confinatie van den Hove Provinciaal over te zenden. Wy belasten UEd. daar te boven, om, indien deeze Idfinga eenige Vastigheden in U Ed. Bedryve mogte bezitten , tot Onze nader order de overdragt derzei ve, onder welken tytel ook , te verhinderen. Waar mede, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, Wy UEd. zullen bevelen in Godes heiligen hoede. Leeuwarden den n Maart 1774. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, ï. j. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTEN BERG. ^ 3 Veste 9  ( i8a ) Veste^ Lieve, Bezondere! T\E Edele Mogende Heeren J Jr Staaten Onze Principalen, hebbende goedgevonden by Refolutie te arrefteeren en vast te ftellen, om die geene, die zig met het fchryven van Inftrumenten, en publycque Verkopingen van onroerende Goederen bezig houden, Officie-geld te doen betalen, op dien zei ven voet, op welke de Procureurs dat voldoen. Zoo is 't, dat Wy UE. door deezen hier van niet alleen informeeren , maar ook teffens gelasten , om, indien 'er zodanige Perfoonen in UE. Diftricl of Stad gevonden worden, daar van by de eerste Jaarlykfche kennisgevinge aan 's Lands Reekenkamer van de andere Amptdragende Perfoonen, gewag te maaken , ten einde conform Hun Ed. Mog. Refolutie , op den Staat der Officie - gelden te kunnen worden gebragt. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 23 Maart 1774. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. PLACAAT  ( ifc ) PL'ACAA T Op de invordering van den Perfoneelen DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy na de examinatie der Verbeteringen, door de Commisfie der Finantien , ten opzigte van de Perfoneele en Reële Goedfchatting voorgeflagen, en na ingenomen Ad vis van Syn Doorlugtige Hoogheid , hier op hebben goedgevonden, eenige fchikkingen vast te ftellen, die ter wegneming van ingeflopene abuifen, en nauwkeurige invordering , inzonderheid van dit laatstgenoemde Middel, kunnen dienen, en dezelve in het volgende Reglement te vervatten. Art. I. Dat van alle befloten Plaatzen, Iosfe Landen, Huizen en andere Vastigheden , particuliere Eygenaars toebehorende, het Reël zal worden betaalt, na proportie van de huuren die dezelve opbrengen. Te weeten , van alle Landen met Huizinge , welker onderhoud den Eygenaar fpecleert en te laste ioolten en ioooften penning , en op de Reëlen iooften penning.  C 184 ) te koomt, bezwaart, mitsgaders van de Huizen in de Steden en Dorpen (taande, de Zesdehalve penning van het geen voorfchreven Landen en Huizen aan huur rendeeren. Dog dat van de losfe Landen (voor hoedanige gerekent zullen worden, alle die by losfe (lukken en gedeekens verhuurt worden, al behoren die tot eene Zathe met Huizinge) en die met Afkopen zyn bezwaart, de Vierde penning van de huur zal worden gecontribueert, gelyk ook van Grondpagten en Eeuwige renthen II. Dat 't Reële tegens den Vierden penning mede zal worden betaalt van zulke Kleylanden en Maadlanden , die om vertigchelt te worden , ofte tot Veengraveryen zyn verkogt, aangeftoken en voor het geheel of ten deele vergraven, na maate dac daar van eenige winst of voordeel komt, en alzoo op een gelyken voet als andere landen, het zy die apart verhuurt worden tot hooyinge, weyding van Beesten, het fcheeren van Riet &c., het zy by de Eygenaars zelve gebruikt volgens te doene tauxape, ten waare die landen behoren onder eene Zathe , en onder de huur van die Zathe begrepen waaren. III. Dat de Bosfchen, uit welke hout word gekapt, zullen worden geilek op eene huur, die getauxeert is , na het geene de best toegemaakte naastgelgene landen te huur doen , en dien overeenkomstig ten Reële Cohier aangetekent, en zal van  C 185 ) van die huur betaalt worden de Agtste, in plaatze van den Vierden penning; dat de Bovenwallen als Bosfchen zullen worden aangemerkt, ten waare die minder dan drie voeten breed zyn, in welk geval van de betalinge van het Reël zullen bevryd blyven; en worden de Geregten gelast, deeze tauxatie by de aanftaande opfchryving van dit Middel, die in den Jaare 1775 zal gefchieden, na hun beste kennis met alle onpartydigheid in het werk te Hellen, en daar van ten Cohiere melding te maaken; dat vorders de landen, die tot Bosch worden aangelegt, aanftonds na de beplanting, aan deeze belasting onderhevig zullen zyn, gelyk mede de Boslchen aan corpora toebehorende , voor zoo verre dezelve geplant zyn op landen, dewelke die corpora na de Publicatie van den 4den May 1720 hebben verkregen. IV. Dat de Hoven van de Huizen en Hornlegers gefepareert, zullen geajftimeert worden na de waarde van andere landen van dezelve goedheid en quahteit , en daar van betaalt insgelyks den Vierden penning. V. Dat de Hornlegers en Woonhnizen vanGrietsheden ten platten Jande zullen worden uitgetrokken op een huur van houdertGuldens, en de Hornlegers en Woonhuizen van andere gequalificeerde Perfoonen, insgelyks ten platten lande, getauxeert op eene prys, na het geene dezelve te huur zouden kunnen doen, des nogthans deeze tauxatie van A a huur  C 186 ) huur niet zal mogen te boven gaan de fomma van hondert Guldens, zonder dat in beyde gevallen daaï onder eenig Bouw of Greidland begrepen werde. VI. Dat alle Molens, door den wind gedreven wordende, exempt Watermolens, onder Vastigheden moeten worden gerekent, en op 't Cohier gebragt, met den Sesdehalven penning van den huur, die dezelve doen, of na proportie van de opkomften, die andere, van gelyke groote en ftand, zouden kunnen doen, die niet verhuurt, maar door de Eygenaars zelve worden gebruikt. VII. Dat alle de Tigchelwerken, in deeze Provincie , op de Cohieren van de Reële Goedfchatting op eene egalen voet zullen worden aangeflagen, tegen eene huurfomme van hondert en vyftig Guldens, zonder onderfcheid of verhuurt zyn, dan by de Eygenaars zelve gebruikt worden; des onder die fomme niet begrepen worden de Woonhuizen der Tigchelbazen, nog eenige van derzelver landen , als moetende die Huizen en Landen worden aangetekent. VIII. Dat by de tauxatie der huur van Pan , Estrik en diergelyke Werken, by de Eygenaars zelve gebruikt, en wat die te huur zouden kunnen doen, de calculatie zal worden genomen, ten aanzien van de Werken zelve, zonder daar in eenige inftrumenten, daar toe behorende, te begrypen. IX. Dat de Landen en andere Vastigheden, die liet Reël fubjecl; zyn, by de Eygenaars zelve gebruikt  C 187 ) bruikt zynde, zullen worden uitgetrokken na proportie van de huur, die de naastgelegen Landen en Vastigheden, van dezelve goedheid wezende, rendeeren, des de Floreen en verdere Omgelden, mitsgaders Eeuwige renthe en Grondpagtcn , alvorens na evenredigheid deduceerende, waar van de tauxatie by de eerste vernieuwing der Reële Cohieren, na Publicatie deezes, op nieuw zal moeten werden gedaan. Welke tauxatie zal gefchieden door twee onpartydige Perfoonen, hen des verftaande, (door de Officieren en Magiflraten refpective te verkiezen) benevens den Dorpregter, dog zonder Eedt. X. Dat de huur van Landen , vry van lasten verhuurt, zal worden uitgetrokken , na deductie van de Floreen, by provifie te rekenen na de Omflag van 't vorige jaar, mitsgaders van andere lasten, als vooren. X l. Dat de Eygenaars van Plaatzen en Landen, die tot onderhond van Zeedyken en Paalwerk contribueeren, de kosten daar aan bedeed verifieerende , van de huuren of tauxatien van huur zullen mogen aftrekken, om van het overfchot 't Reël te betalen. Des zulks niet by weege van Rest, als infolvent, werde overgegeven, maar op de Reële Cohieren direct van de huuren afgetrokken. X11. Dat, vermits de Reële Goedfchatting is een bezwaar den Eygenaar incumbeerende, en van Aa 2 des-  C 188 ) deszelvs volle huur aan den Lande moet worden betaalt, geene Vastigheden zullen mogen werden verhuurt, onder beding, dat 't Reël daar van zal zyn ten laste van den Huurder. XIII. Dat nogthans van de betaling van voorfchreven Vier en Sesdehalve penning refpe&ivelyk bevryd zullen weezen alle Landen, Huizingen en andere Vastigheden, en effecten, toebehorende aan Pastorien, Vicarien, Kerken, Gasthuizen, (Popta Gasthuis te Marfum daar onder niet begrepen, volgens Refolutie van den 14 July 1714) Arme en Weeshuizen, mitsgaders die 't Gemeene Land, corpora of andere Univerfiteiten toebehoren, en voorts alle andere, welker inkomen tot een Godvrugtig gebruik is gedeftineert, daar onder Goederen, gebruikt wordende tot onderhoud van Schoolmeesters ; des zullen nogthans de Vastigheden en alle andere Effecten, die van de Reële belasting geëximeertzyn, moeten worden aangegeven, en op de te makene Registers gebragt. Alles onder deeze bepaling , dat deeze Goederen, by zodanige Gemeenfchappen, in eigendom zyn bezeten, voor de Notificatie van den 4den May 1720 ; dog dat van al het geen by dezelve, zedert dien dag , op eenigerhande wyze in eigendom is aangekogt of verkregen , de voorfchreven Vierde of Sesdehalve penning zal worden betaalt. XIV. Dat voor den tyd van drie jaaren, en niet langer > - van het Reële bevryd zyn de Eygenaars, welkers  C i8p ) welkers Huizen of Schuuren, zoo in de Steden en Gebuurten, als verders ten Platten lande , door brand of andere onverhoopte en toevallige ongelukken worden verteerd, en door dezelve Eygenaars weder herbouwt; met deeze diftinélie, dat ingeval het huis toebehoort aan den Eygenaar van de landen, onder dat huis gebruikt wordende, de voorfz. korting zal plaats hebben, ten aanzien van de huur van alle de landen, die daar onder gebruikt mogten worden, maar zoo de Afkoop van het huis toebehoort aan den Bruiker of ymant anders, dat als dan de gemelde korting van het Reële alleen plaats zal hebben , ten aanzien van den huur , daar op zulk een huis getauxeert zoude mogen worden, en niet ten aanzien van de landen; mits deeze aftrekking gefchiede niet by weege van Rest, maar direét op het Cohier. Dog zoo de Eygenaar van een afgebrande of door andere onverhoopte en toevallige ongelukken verteerde Huizinge of Schuure mogte goedvinden dusdanige Huisftede of Zathe te verkopen voor de herbouwinge, zal in dat geval den Kooper, fchoon Herbouwer van de Huizinge, van de korting van 't Reel niet vermogen te proflteeren, maar het zelve moeten betalen; alles ingevolge van de Staats Refolutie van den 3dm September 1762. XV. Dat, om, al het geen voorfz. is, ter uitvoer te brengen, een nieuw pertinent Register of Cohier zal worden gemaakt van de Eeuwige renAa 3 then  ( i9o ) then , Grondpagten en Huuren van alle zodanige Plaatzen, Landen, Huizen en andere Vastigheden, met benaming van de Eygenaars, Meyers, Huurders of Gebruikers , en op de kant uitgetrokken het beloop van den Vierden of Sesdehalve penning der voorfz. huuren, en van al het geen daar te boven aan Boter, Kaas, Vleesch, Spek, levendige Beesten , Beeste weydinge , Dong of Mest, voor zoo verre niet over de landen word gebragt, Rogge, Weyt, Haver, Hooy en andere Waaren en Gewasfen, van diergelyke natuur, mogten weezen bedongen, en meer dan twee Guldens in waardye bedragende, het welk na de gelding, ten tyde van de Aangevinge op eenen prys gebragt, en ce huuren daar mede vergroot zullen worden. Dat mede over de voorfz. huuren zullen worden gerepartieert de Interesfen van verfchotten tegen vier per Cent, en de tauxatie van de Huizen en Schuuren tegens Sesdehalv ten hondert. Wordende het geeven van Gefchenken van de Huurders aan de Verhuurders geheel verboden, by poene, dat ymant, bevonden wordende zodanig Gefchenk te hebben ontvangen, zal vervallen in de boete van 't viervoud van het genotene , te verdeden tusfchen den Aanbrenger, Officier die de Calange doet, en de Armen der plaatze. Dog dat het aan de Eygenaars van Huizen ten platten lande, waar onder landen worden gebruikt, zal zyn gepermitteert, van de Meyers te bedingen Kost  ( m ) Kost en Drank , fampt Arbeidslonen der Timmer en andere Werklieden, tot reparatie der Huizingen wordende gebruikt, gelyk mede het haaien en brengen der Bouw materialen, zonder direÏÏ of indirect eenige Bouwftoffen (uitgezonden alleen Roop en Reid of Stroo tot Dak, en Spykers^ te mogen bedingen. XVI. Dat by aldien eenige landen mogten worden verhuurt op conditie, dat de Huurder gehouden zal zyn eene zekere quantkek Dong, Mest, Vuilnis of andere Vrugtgevendc ftoffen ten zynen koste in te koopen, en over de gehuurde landen te brengen, en het mogte gebeuren, dat door den Huurder aan deeze conditie niet wierde voldaan, maar door dezelve by andere weege de Verhuurder te vreede geftelt, zal de waardye van dat geconditioneerde in 't volgend jaar op 't Cohier moeten worden gebragt, en de huur deezer post als dan daar mede verhoogt, met fpecifique melding, van het defect van 't voorig jaar. XVII. Dat ten dien einde onder alle de posten, op voorfz. conditie verhuurt, alle jaaren op de Cohieren, pro memoria, zal worden aangetekent de gemaakte conditie , en de grootheid van deszelvs quantum. En zullen de Huurders jaarlyx, by de aangeving van den huur, aan 't Geregt of Magiflraat moeten aantonen , op welke wyze aan de conditiën van 't voorig jaar is voldaan. Welke  Welke Geregten en Magiftraten ook daar van kortelyk op 't Cohier aantekening moeten doen. XVIII. Dat by aldien de Verhuurder, de leverancie van eene zekere quantiteit ftoffen als vooren tot zynen laste heeft genomen, en zulx by de huur is bedongen, zal hy vermogen van de huur zoo veel op 't Reële Cohier te doen aftrekken, als hy aan 't Geregt of Magiftraat zal bewyzen , dat die aangenomen leverancie hem koomt te Haan, en in cas van wanpreftatie deezer conditie, het afgetrokkene op 't volgend jaar moeten vergoeden, met aantoning aan, en aantekening door de Geregten en Magiftraten, gelyk in voorig Artikel is gezegt. XIX. Dat in 't formeeren deezer Registers of Cohieren van 't Reële die ordre zal worden gehouden , dat boven aan in den beginne van ieder Dorp werde gezet den Omflag der Floreen, zoo van volle als van ligte Floreen van 't voorig jaar, en dat dezelvde posten altoos op dezelvde Nummers blyven ftaan , en , zoo doenlyk , ook op dezelvde bladzyden. En zoo wanneer twee of meer bezondere Vastigheden in een worden gecombineert, zal wel de gehele huur op een Nummer worden uitgetrokken, maar niet te min, de ondergeftokene Nummers op hunne plaatzen in blanco blyven ftaan, en daar by aangetekent worden, waar onder die gebragt zyn, en verantwoort worden. XX. Dat wanneer de lasten egaal zyn, of hoo- ger  C IP3 ) ger loopen dan de huuren, het niet genoeg is ten Reële Cohiere te zeggen, niets boven de lasten, of kan boven de Jasten geen huur doen, of zoortgelyke uitdrukkingen , maar dat evenwel moet aangewezen worden, 't quantum van de huur, en de hoegrootheid van ieder zoort van lasten , en daar uit de conclufie opgemaakt. XXI. Dac, zoo wanneer de landen eener Plaatze voor het geheel of ten deele leggen in eene andere Jurisdictie dan het Hornleger , het gehele Reële zal moeten worden aangegeven , daar het Hornleger legt , en de landen ter plaatze haares legging in blanco worden gefteld , met byvoeginge, dat onder zulk een Hornleger beklemt zvn , en gebruikt worden, en met uitdrukkinge van de Nummer, waar op 't Hornleger Haat aangetekent, en zal het Geregte, waar onder het Hornleger lefft die, onder welkers Jurisdictie de bygevoegde Ian! den behoren, van de Nummer waar op het eerstgemelde ftaat, moeten verwittigen. \ XXJl Dat een ieder Gebruiker, 't zv Mever t zy Eygenaar, verpligt zal weezen, om by het forl meeren van de Cohieren pertinentelyk aan te geeven met hoe veel Floreen, zoo Dyks als Landsfloreen, ieder Plaats of Percheelen land is bezwaart, als mede hoe veel de voorfz., zoo Dyks als Lands! floreen, in t naast vorig jaar heeft bedragen, bv poene van hondert Goud-guldens. V En dat vervolgens by ieder..post eene diftincte ^ b uitre-  C m ) uitrekening zal worden gemaakt, hoe veel Floreen op 't land legt, hoe hoog de Floreen beloopt, en over zulks hoe hoog de huuren, na deductie van die lasten, monteeren. Welke uitrekening de Heeren Gecommitteerden in 't Mindergetal zullen doen examineeren en narekenen door een bekwaam Perfoon, daar toe van jaar tot jaar door hun Ed. Mog. te benoemen, en* voor zyn moeite te falarifeeren. XXIII. Dat alle Vastigheden en Effecten, deeze betaling fubject, pragcifelyk en zonder agterlating op de Cohieren zullen worden gebragt , en de refpective Geregten en Magiftraten verpligt zyn, zig ten fcherpsten te informeeren, of hier aan te vooren wel in alles is voldaan , en ten minsten aan de executie deezes in het toekomende de hand te houden; en worden in 't byzonder de Dorpregters gelast, om zig hier op ten nauwkeurigsten te informeeren, en de defecten aan de Geregten bekent te maaken. XXIV. Indien het gebeurt dat onder eene Plaats gebruikt worden, landen, die in een Polder, aan welke vryheid van lasten is vergunt, zyn leggende, en ook andere, die buiten denzelven gelegen zyn , zal de huur over alle de Pondematen egaal worden geflagen , en van de fumma , die op de landen , die buiten den Polder zyn , is verdeelt, het Reël betaalt worden. XXV. Dat, in cas van ontdekt verzuim in dee¬ zen,  C 195 ) zen , de Geregten en Magiftraten bevoegt zullen zyn, om by de eerste vernieuwing der Reële Cohieren na de Publicatie deezes , de Nummers en Posten te mogen verfchikken, indien de ordre van 't Cohier zulks noodzakelyk vereischt; des dat ook by de nieuwe Nummer de oude Nummer werde aangewezen. XXVI Dat de betaling van de Reële Vierde en Sesdehalve penning zal moeten worden gedaan jaarlyks voor den eersten May. En zullen de Collecteurs van dit Middel verpligt zyn, onmiddelyk na den Verfchyndag de invordering met allen mogelyken fpoed te doen. Ten Welken einde, de Copien van de Cohieren der Reële penning uit de Secretarien van de refpective Grietenien en Steden aan de Collecteurs zullen moeten worden uitgegeven voor den eersten December in ieder jaar. XXVII. Dat de voorfz. Vierde en Sesdehalve penning van vooren en nagenoemde Vastigheden zal worden betaalt door de Huurders, Meyers of Bruikers , en aan de Eygenaars worden afgekort by het betalen van den huur, des van de gedaane betaling Quitancien van de Collecteurs aan de Eygenaars overleverende , en zulks uitterlyk binnen vyv weeken , na den eersten May in ieder jaar , by poene , dat , na verloop van dien tyd, deeze Quitancien aan hun door de Eygenaars niet voor betaling zullen behoeven gevalideert te worden. Bb 2 Des  C i9<5 ) ■ Des zullen voorfz. Meyers , Huurders of Bruikers , in cas de Eygenaars of hunne Gelastigden zig mogten te zoek maaken, of weygeren de gemelde Quitancien in minderinge te ontfangen, kunnen volftaan , met die Quitancien voor den gefielden tyd door eenen Dorpregter of Boode te laaten offereeren , en relaas daar af in dorfo, met benoeminge van dag en datum, in volle letters te doen pasfeeren. . XXVIII. Dat mede in geval de landen, vry van lasten, verhuurt waaren, egter aan den Eygenaar geen huur zal mogen worden betaalt, dan na dat hetReël, de Floreen en verdere omgelden zullen weezen voldaan, by poene, dat by overtreding hier van, de Huurders zoo omtrent het een als het andere aanfprakelyk zullen blyven. XXIX. Dat zoo wanneer eenen Eygenaar mogte goedvinden, aan eenen Meyer de huur voor het geheel of ten deele te remitteeren, in het Remis cedulle zal moeten worden uitgedrukt de reeden en oorzaak , uit welke het Remis word geaccordeert, na zulks het Remis cedul geprefenteert aan 's Lands Secretaris, om by Appoinótement te worden geapprobeert, en vervolgens by korting in 't Reële te werden aangenomen. XXX. Dat die bevonden word een Remis cedul te hebben uitgegeven, en egter de huur niet dadelyk remitteert, maar op eene indirecte wyze door een of ander praélycq tot zyn voordeel heeft genoten,  X 197 ) noten , en daar van word overtuigt, telkens zal vervallen in eene boete van een hondert Gouden Vriesfche Ryders , te converteeren een derde ten profke van den Aanbrenger, een derde ten profice van den Officier, die de Calange doet, en de refteerende een derde part ten profite van de Armen der plaatze. En zal de Actie hier over duuren den tyd van tien jaaren , na het loopent jaar van het Middel, en des Aanbrengers naam, des begerende, worden gefecreteert; en voorts zoo wel by preventie door 't Land Fiscal, als door den procureur Generaal, mogen worden aangefteld. XXXI. Dat het Reè'1 van de Obligatien en Lyfrenten, ten laste van deeze Provincie lopende, zal worden betaalt door de Houders van originele of .genaturaliseerde Vriefche Obligatien, of Lyfrenthe brieven, tot een,per Cent, en zullen daarvan op deComptoirenQuitancien worden gegeven, by weege van Korting cedul, als tot nog toe is gefchied. XXXII. Dat alle particuliere Debiteuren, die op de Cohieren van de Reële Goedfchatting bekend ftaan, de vryheid zullen hebben, om by de betaling der Interesfen aan hunne Crediteuren, insgelyks een vierde part van de Interesfen af te korten en in te houden. Wel verftaande, dat de betaling der Interesfen zal moeten gefchieden binnen drie maanden na den Bb 3 Ver-  C 198 ) Verfchyndag, by gebreke dies, zal den Crediteur geene korting behoeven te dulden. XXXIII. Dat het Middel van den Perfoneelen I00ften en ioooften penning by provifie zal continueeren geheven te worden op den vorigen voet, alleen onder de volgende bepalingen of veranderingen. XXXIV. Dat de Geregten en Magiftraten verpligt zullen zyn, om die geenen, die notoir merkelyk beneden de waarde hunner bezittingen ten Cohiere zyn aengeflagen, op eene behoorlyke wyze te verhogen , en de zulke , die ten tyde van de laatste tauxatie in den jaare 1742 gedaan, wegens de geringheid van hun vermogen of andere oorzaken, op het zelve niet zyn geplaatst, en dus daar op thans niet bekent ftaan, en egter nu een meer of min aanzienlyk Capitaal bezitten, daar op aan te tekenen, met zulk eene fumma, als in redelykheid zullen bevinden te behoren, op dat hier door het gehele verval van het Perfoneel, het welk door vertrek van Perfoonen buiten de Provincie , royeering of vermindering van andere fteeds afneemt, voorgekomen werdt. XXXV. Dat de Geregten en Magiftraten , volgens den inhoud van vorige Refolutien en Orders, ook zullen moeten van tyd tot tyd op Weekgeld ftellen zulke Ingezetenen , die vyv hondert Guldens of daar onder bezitten, dog die zy egter zullen oordeelen in ftaat te zyn , om een of twee btui-  ( w ) Stuivers 's weeks zonder ongemak te kunnen betalen; terwyl aan hun teffens de vryheid word gelaten , om de zodanige op hun verzoek te verminderen, of geheel van het Cohier te laaten, wanneer zig daar toe genoegzame redenen op doen , zonder van de zulken, den anders gewonen Eedt, in voorfz. geval te vorderen. XXXVI. En om zoo veel mogelyk voor te koomen , dat de Ingezetenen , die weinig vermogen hebben, door dit Weekgeld niet gedrukt worden, zal het ieder vry ftaan, om, wanneer de bovengemelde vermindering of bevryding aan hem word geweygert , zig daar over te addresfeeren aan de Heeren onze Gecommitteerden in het Mindergetal, die, na gedaan onderzoek op de gegrondheid deezer klagten, daar omtrent na bevinding van zaaken zullen difponeeren ; des dat die geene , die geoordeelt word zig ten onregten beklaagt te hebben, t' elkens zal verbeuren drie Caroli guldens , ten profite van de gemene Armen van de Stad of 't Dorp waar in woonagtig is, en door het Geregte der plaatze met parate Executie in te vorderen. XXXVII. Dat die geene, die zig voor de Heeren van het Min dergetal, of voor de refpe&ive Geregten in het Perfoneel willen verminderen, in het opmaken van de waarde hunner Goederen, niet zullen verpligt zyn mede te rekenen de Goederen en profitelyke infchulden , die wel buiten deeze Provincie, dog in de Republyk der Vereenigde Ne- derlan-  ( 200 ) derlanden zyn gelegen of te huis hooren , by aldien daar ter plaatze eene zoortgelyke belasting op dezelve gelegt is, gelyk mede by de te doene tauxatie, in het geheel niet zullen in aanmerking koomen de Penningen, die op buitenlandfche Fondfen aan vreemde Mogentheden zyn opgefchoten. XXXVIII. Dat, zoo wanneer het gebeurt, dat by de verdeeling van de Perfoneele Goedfchatting, ten laste van eenigen Boedel , tusfchen de gezamentlyke Erfgenamen en Legatarien, eene fumma die beneden de vyv hondert Guldens is moet worden overgefchreven op iemant , die in de Perfoneele Cohieren , of in het geheel niet, of alleen op Weekgeld ftaat aangetekent, zal in zulke gevallen dit aandeel mogen afgelaten worden van gemelde Cohier. XXXIX. Dat verders aan een ieder die zig by den aanflag in deeze Goedfchatting bezwaart vind, by continnatie de vryheid word gelaten om zig daar in te verminderen , op zulk eene wyze als tot hier toe is gebruikelyk geweest , en zal ook de korting van het geen in het Reël betaalt is, en de Liquidatie van dien met het Perfoneel op den vorigen voet gefchieden. XL. Dat de befchryving van alle Plaatzen, Landen, Huizen en andere Effecten en Vastigheden, hier vooren gemeld, zal gefchieden door de Grietslieden of derzelver Gefubftitueerden uit den Ge- regte  regte in de Dorpen , en door de Magiftraten in de Steden, ieder in zyn Diftrict of Stad. Ten welken einde de tyd van aangeving agt dagen te vooren door Huiskondiginge, en op den dag van de befchryving zelve door Klokklipping zal worden bekent gemaakt, en de Meyers, Huurders of Gebruikers gehouden weezen , op den geftelden tyd te compareeren in de Kerken ten platten lande, en in de Steden op het Raadhuis, volgens gewoonte, om de aangeving der huuren te doen, door hun zeiven of door genoegzame Volmagt, by poene van twee Ponden groot voor de eerste maal, de tweede maal vier Ponden groot, de derde maal geciteert zynde by arbitrale correctie, zullende alle deeze breuken geconverteert worden ten profite van den Armen, te diftribueeren door de Grietslieden en Magiftraten. XLT. Dat de aangeving der huuren zal moeten gefchieden door vertoning van de gemaakte Huurcontracten, van zulke posten, welke zuiver, na aftrek der lasten , meer dan vyftig Guldens jaarlyks bedragen, dog van zulke posten, die zuiver vyftig Guldens of daar onder belopen, onder Verklaring. Alles ter goeder trouwe , zonder eenige agterhouding, by poene, dat zoo iemant bevonden mogte worden de voorfz. huuren niet opregtelyk te hebben aangegeven, of eenig accoord onder de hand te hebben gemaakt, met intentie om te frauCc deeren,#  < «02 ) deeren, zal vervallen in eene boete Van hondert doüdguldens, te bekeeren als vooren. : En zullen de Eygenaars , die zodanige bedriegelyke accoorden mogten hebben aangegaan, worden geftraft met eene boete van het tienvoud van het geen op de huur verzweegen is. ;. 'Zullende elk en een iegelyk de vryheid hebben, om de aanklagten van zodanige clandefbine en frauduleufe accoorden te doen voor het Geregte van de plaats, daar de fraude zal weezen gepleegt. Welke Geregte gehouden zal weezen daar van nauwkeurige informatien te neemen, en na bevinding van zaaken , zonder conniventie of aanneming van Perfoonen, Regt te doen. XLII. Dat op Huurcontracten , die na de aangeving ten Cohiere zyn opgeregt tusfchen Eygenaar en Bruiker, nopens de huur van het lopende jaar , door het Hof of Nedergeregten geen Regt zal worden gedaan, ten waare die huuren op nieuws op het Register van het Reël zyn aangetekent, van welke tyd af die Contracten eerst voor valid zullen worden gehouden; en op dat de Eygenaar niet, in alle gevallen , waar in zonder vertoning der Huurcontracten de aangeving door de Meyers mag gefchieden, zig met zyne gewaande onkunde zoude kunnen behelpen in cas van te laage aangevinge, word by deezen geftatueert, dat de Verhuurder zal worden gehouden overtuigt van fraude , wan>  C 203 ) wanneer drie jaaren na elkander de betaling van het Reël volgens die opgave is gefchied. XLIII. Op dat van de wyze, op welke de aangeving der huuren gefchied is, geblyke, zoo worden de Geregten der Grietenien en Steden gelast, jaarlyks agter het vernieuwde Cohier van de Reële Goedfchatting te voegen eene Verklaringe, dat geen aangeving van huuren boven de vyftig Guldens 's jaars vry geld bedragende zyn aangetekent, als op vertoonde Huurcontracten. XLIV. En zal den Aanbrenger, wanneer de Befchuldigde van zyn misdaad zal weezen overtuigd, daar voor genieten een derde deel der boeten, de Officier die de Calange doet gelyke derde deel, en de Armen der plaatze het overige derde deel, en des Aanbrengers naam , zoo hy 't verzoekt, worden verzwegen. De Actie hier over zal duuren den tyd van tien jaaren , en by preventie zoo wel door 's Lands Fiscal , als door den Procureur Generaal, mogen worden aangefleld. XLV. Dat de particuliere Collecteurs van de Reële en Perfoneele Goedfchatting , aan wien de betaling zal moeten gefchieden , zullen gehouden weezen, om binnen vier weeken, na dat de Generale Liquidatie van deeze Goedfchatting voor de Geregten en Magiftraten is gedaan, te Liquideeren met de Generale Collecteurs van voorfz. Middel, en aan dezelve over te brengen, zoo het Geld by Cc 2 hun  C 204 > hun ontfangen, als de Resten van het geen nog niet betaalt is , by poene van twintig Goud-guldens. ö XLVI. Dat de Generale Collecteurs zodanige Resten aanftonds zullen moeten overgeven aan den Executeur, dewelke verpligt zal zyn die in te vorderen , de gebrekige met Executie conftringeerende binnen zes weeken na den ontvangst van de Resten, by gebreke dies zal hy daar voor in eygener naam aanfprakelyk zyn , ten waare de Resten om wettige redenen voor infolvent of dubieus verklaart konden worden , waar van de Executeur als dan fpecifkque Verklaring zal pasfeeren voor het Geregte of Magiftraat. Zullende in dat geval de Resten aan de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal geprjefenteert, en na derzelver approbatie by den Ontvanger Generaal van de Lyfrenthen in betaling aangenomen worden, die de dubieufe zal overgeven aan de Staate Deurwaarders, om die in te vorderen, of met Verklaringe van infolventheid te reproduceeren. Na welke voorfz. Ontfanger Generaal der Lyfrenten, dezeive Resten in zyn rekening voor Rest zal brengen, en met des Deurwaarders Verklaringe zal muniëren , ten einde de Heeren van 's Lands Rekenkamer mogen beoordeelen of daar in berust kan worden , anders die weder uit te geven om nader geinnet te worden. • XLVII. Dat de Generale Collecteurs gehouden zullen  ( 205 ) zullen wëezen, om finale afrekening te maaken ten Comptoire Generaal, uitterlyk voor den eersten November daar aan volgende , by poene van vyv en twintig Goud guldens. XLVIII. En vermits de tyd van de aangeving van het Reël fterk nadert, en dus bezwaarlyk de nieuwe fchikkingen, dit Middel rakende, voor dit maal in train zullen kunnen gebragt worden, zal gedurende deezen lopenden jaare de opfchryvng , aangeving en betaling van het Reël nog gefchieden na de inhoud van het Placaat van den 5 April 1727; terwyl de thans uitgaande Publicatie eerst ten deezen opzigte van kragt zal beginnen te zyn , met het jaar op May 1775 zullende ingaan ; dog de verbetering van het Perfoneel zal aanflonds by de hand moeten genomen, en nog in dit jaar lopende van May 1774 tot May 1775 in het werk geftelt worden. En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geffigeert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774- I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Cc 3 Edele,  C 206 > Edele, Veste, Lieve, Bezondere! MA dat Wy met de vereyschte attentie hadden overwogen het Rapport, door de Heeren, die tot het examineeren van den toeftand van 's Lands Financien zyn gecommitteert geweest , nopens de verbetering der Middelen ter Onzer Vergadering ingelevert, gelyk mede de Kamer advifen daar op uitgebragt; en ontvangen hadden de Hoogwyze Confideratien , die Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince Erf- Stadhouder, over alle deeze Stukken aan Ons wel heeft gelieven mede te deelen; hebben Wy, op de vraage en bedenkinge, die nopens het affchaffen of in ftand houden van het Perfoneel was geoppert, ons bepaalt ter continuatie van dit Middel, het welk reeds voor lange is ingevoert, voormaals aanzienelyke Geldfommen in Onze Schatkist heeft gebragt, meer dan eens heeft gedient, om in tyd van nood uit de beurfen van alle begoedigde Ingezetenen fpoedige onderfland te bekomen, en het welk eindelyk van eenen wezentlyken invloed is op de Provinciale Fondfen. Wy oordelen egter, overeenkomstig met het Advis van Zyn Hoogheid, voor als nog niet dienstig, eene plegtige en nauwkeurige nieuwe Tauxatie van de befittingen der Ingezetenen, of zelvs zulk eene als in de Jaaren 1727 en 1742 is gefchied, thans te  C 207 ) te laaten doen , maar meenen , dat by provifie , op eene andere wyze de hand behoort geflagen te worden aan de verbeteringe van de Perfoneele Cohieren , op dat hangende Onze deliberatien over eene nieuwe Tauxatie , deefe tak der Financien , door de geduirige vermindering waar aan dezelve onderhevig is, niet geheel te niete loope, ja zelvs fchadelyk worde. Het is dan , om dit oogmerk te bereiken , dat Wy goedgevonden hebben UEd. by deefen aan te fchryven, en op het ernstigste te bevelen, om zulke Perfoonen, die zedert dat zy in de Perfoneele Goedfchatting zyn aangeflagen, of de laatste folemneele opfchryving van den Jaare 1742 , een merkelyk aanwas van vermogen bekomen hebben, met gematigtheid te verhogen, en die in 't geheel ten Cohiere niet bekent zyn , het zy uit hoovde van de geringheid hunner middelen, ten tyde van de zoo even gemelde opfchryving of andere oorzaken, en nu egter een tamelyk Capitaal beiltten, op het Perfoneel te (lellen , met zulk eene fumma , als UEd. in redelykheid , na UEd. beste weeten en kennis zullen verflaan te behoren. Wy verwagten ook, dat UEd. in het toekomende , (zoo dit tot hier toe verzuimt is) van tyd tot tyd, met Weekgeld van een of twee Stuivers zullen aanflaan zodanige Perfoonen, die wel geene middelen van veel aanbelang hebben , dog egter in zulk eene ftaatzyn, dat deefe geringe belasting zon-  ( 208 ) zonder ongemak kunnen opbrengen, terwyljWy by deefe gelegentheid UEd. herinneren de Staats Refolutie van den 18 Augustus 1746, waar by , ingevolg vorige ordres is vastgefteld , dat by de verdeling van het Perfoneel, van een Boedel, niet minder als 250 Guldens zal worden overgefchreven, op den naam van een Erfgenaam of Legataris, indien dezelve niet reeds ten Perfoneele Cohiere is bekend; gelyk mede dat de refpeclive Geregten, zullen mogen zonder Eed van fuivering te vorderen, van de Cohieren aflaten en roieeren alle Perfoonen , die met vyff hondert Guldens en daar onder, of met Weekgeld zyn aangeflagen, indien dit begeert word, en zig voor het inwilligen van dit verzoek goede redenen op doen. Wy voegen hier nog by, eenige ordres en bepalingen , welker onderhouding , het zy by aanfchryvinge , het zy by Refolutie van tyd tot tyd aan de Geregten zyn aanbevolen, dog die ten min- ffcen by fommige in vergetelheid zyn geraakt, en hier in beftaan: Dat de ioooe- Penning van Capitalen, die eene mindere fumma bedragen, niet moet worden uitgetrokken, gelyk nu en dan gefchied. Dat geene affchryving of eenige vermindering in het Perfoneel mag worden toegelaten, om reeden , dat de Overledene met Lyfrenten, ten zynen Jyve ftaande, is verftorven. Dat agter de Perfoneele Cohieren, de uitgaande posten  C 209 ) posten , moeten aangetekent worden , iets, waar omtrent wel niet dikwils, maar nu en dan, nogthans verzuim plaats heeft. Ten opzigte van het Reël, hebben Wy gemeent, het volgende aan UEd. attentie op nieuws te moeten aanbevelen. Wanneer een post, by abuis op het Cohier, of voor het geheel, of ten deele is aangetekent, moet dezelve niet afgetrokken, maar voor Rest worden overgegeven. Als een Huis en Meubilen te zaamen worden verhuurt, moet van de volle huur het Reël worden betaalt. Als een Huis, na dat het afgebrand was, herbouwt is, en dieswegens vryheid van Reël geniet, zal den tyd van de herbouwing pra?cyfe op het Cohier moeten aangetekent worden. Niemant moet op het Cohier onuitgetrokken worden gelaten, dan, die publyk word gealimenteert, en zal dit uitdrukkelyk moeten vermeit worden , zynde niet genoeg , dat alleen by zulk een post word gefield Pauper, kan egter zulk een Perfoon niet betalen, blyft 'er alleen over, hem onder behoorlyke verklaring voor Rest over te geeven. En wat aangaat het Middel der Vyf Speciën, refereren Wy Ons in de eerste plaatze, tot de Refolutie van den ioet April 1749 , in welke veele vraagen, de opfchryving van dezelve rakende, zyn opgelost en beflist, en waar van Extract aan de reD d fpeclive  ( 2io ) fpe&ive Geregten ten dien tyde is toegezonden; waar by Wy voegen, dat ledige Woningen, Schoorfteenen hebbende , de helft van het Schoorfteen Geld moeten betalen, en" nimmer minder als met eene halve Schoorfteen ten Cohiere bekent ftaan ; dat als het Hoofd en Schoorfteen Geld onuitgetrokken word gelaten, het niet voldoet, dat daar by werde aangetekent Pauper, maar moet duidelyk worden gemeld, dat de Bruiker publyk onderhoud geniet; dat als 'er verandering ten Cohiere plaats heeft, moet de reeden daar van altoos gemeld worden; dat de Woningen, aan Arme Staaten toebehorende, niet vry zyn van Schoorteen Geld, ten waare door geringe Perfoonen vergeefs bewoont worden. , Voor het overige zullen UEd. weldoen by de opfchryvinge der Speciën, de Ingezetenen te waarfchouwen, dat op de aangevinge der Puiskeukens nauwkeurig zal worden gelet. Waar mede, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, Wy UEd. bevelen in de prote&ie van God Almagtig. Leeuwarden den 6" May 1774- UEd. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PLACAAT  C *** ) P L A C A A T Rakende de Generale Ordonnantie op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen , die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy na deliberatie hebben goedgevonden, de volgende Veranderingen en Verbeteringen te maaken in de Generale Ordonnantie op de Impofitien geëmaneert, na mede hier over ingenomen te hebben de Hoogwyze Confideratien van Zyne Hoogheid den Heen Prince Erffladhouder , en na examinatie van het geen door de CommisTie der Financien is voorgeftelt ten deezen opzigte: En wel in de eerste plaatze zal het 17 Art. op de volgende wyze worden geftelt: Zoo wanneer de Commifen van 's Lands Middel eenige Impost doende Goederen vmden in de Huizen van Cooplieden in die Waaren, zullen die, in welke Huizen en bejïoten Grond gevonden zyn &c. In het 33 Art. wordt het woord evenwel geroieert, en in de plaatze geftelt evenveel. Het 46 Art Zal dus verkort worden: De Zeemtouwers en Wolkammers, dog niet de Leerloyers, zyn bevryd van den Impost van ongerafineert D d 2 Zout»  C 212 ) Zout, Zeep, Oly en Traan, tot hunne Fabrkquen gebruikt, des dat in die Waaren geen Negotie dry ven, wordende de volgende woorden gehouden voor geroieert. Dat Art. <5o, 65 en 66 om redenen worden gehouden voor geroieert. Het begin van het 69 Art. wordt dus verandert: De CoIlecJeurs van de Binnenïandfche Middelen zullen jaarlyks werden gekoren Se. Art. 74 wordt in deezer voegen ingerigt: Tot CoIlecJeurs der Confumptien en Haven Impofitien, mogen niet worden aangeflelt Grietslieden, MagiJlraats Perfonen en andere in 's Lands dienst zynde, of TracJement van den Lande genietende, nog Papisten, nog Vrouwen, als in het geval van de Staats Refolutie van den 25 April 1773 vervat. In Art. 75 en 76, worden de woorden en excys, onder aan {taande, afgelaten; gelyk ook gefchied ten opzigte van de Periode die in het 77 voorkoomt, beginnende met de woorden: En daar van alle jaaren een Staat te zenden Sc. In het 79 word op de derde regel agter het woordt Collecl: Boek, ingevoegt: Van goed en deugtzaam Papier gemaakt; het welk ook in het 80 Art. wordt in^elascht. Het 85 Art. thans onnodig zynde , wordt geheel uit de Ordonnantie gelaten, en de woorden, Als die van de Excyfen, in het 86 ftaande daar, uit-  C 213 ) uitgeligt; waar tegens wederom in het zelve geplaatst worden: Binnenlandfche Colle&eurs der Haven Jmpofitkn. Het woordt excys, tweemalen in de 122 en 123 Art. ftaande, wordt by deezen geroieert. Het 127 Art. wordt op deeze wyze verandert: Die eenige Waaren , Impost onderhevig, ter Sluik inbrengt over Zeedyken , of elders buiten de gewoone Havens, Rh'êen, Sluizen en groote Pasfagien, het zy in Aschtonnen, Kisten, Baaien en Pakken, het zy by eenige andere bedekte wegen, zal vervallen in eene boete van fes hondert Guldens. of in geval van onvermogen, in plaatze van dien, geflraft worden met Bannisfement in het Tugthuis voor tien jaaren ; zullende. ingevalle dat de Delinquant geflraft wordt met Bannisfement in het Tugthuis, de Aanbrenger van den Lande genieten, in plaatze van zyn aandeel in de boete, eene fumma van hondert en vyftig Guldens. Van het 129 worden afgelaten de woorden: Gelyk mede geen Linnens, tot den einde toe; en dit gehele Art. agter het eerde van de Ordonnantie op de Lakenen geplaatst. In het 145 wordt agter de woorden , geoordeeld* zal zyn, ingevoegt: Ten waare het bedervelyke Goederen mogten zyn , wanneer dezelve op order van de Geregten in Grietenyen en Steden, ad opus jus hdbentium publyk zullen worden verkogt. Dd 3 En  C 214 ) En zal deeze alomme worden gepubliceert en geeügeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. I. J. de SCHEPPER.Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. P L A C A A T Ter Verbeteringe van het Collateraal. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen re weeten: Dat Wy, na gehoort te hebben het Rapport van de Heeren tot het Redres dèr Financien gecommitteert, met approbatie van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-Jtadhouder, hebben goedgevonden eenige  ( ais ) ge Verandering te' raaaken in het Reglement op de betaling van het Collateraal, in denjaare 1767 gepubliceert, en ten dien einde dit Nieuwe vast te ftellen, gelyk gefchied by deezen. Art. I. Van alle roerlyke en onroelyke Goederen, levendige Have , Reeuw en Beflag , Obligatien , Aótien en Crediten, zoo buiten als binnen Lands, Scheepsparten , Koopmanfchappen, contant en gangbaar Geld, Gouden en Zilveren Medailles, en verder het gewerkt en ongewerkt Goud en Zilver , Juweelen en andere Effecten, van wat natuur die mogen weezen, (niets uitgezondert, dan alleen Huisgeraden en Meubilen die niet verkogt of te gelde gemaakt worden) die iemant van zyne Bloedvrinden in de Collaterale of Zydlinie, of ook van vreemde Lieden en Perfonen , hem niet in den Bloede beftaande, in deeze Provincie woonagtig, door Succesfie ab in Testato, door Testament, Codicil, Legaat of andere uitterfte Wille, mitsgaders door Huwelykfche Voorwaarden, Giften, zoo ten refpecle des Doods, als vrywillig uit de hand, de fumma van vyf hondert Guldens bedragende of excedeerende, te verftaan van het gehele beloop des Boedels, koomt te erven of te verkrygen, zal betaalt worden by de Ingezetenen deezer Provincie den' Veertigflen Penning; dog by de Buitengenet* nen de Twintigften Penning van alle Huizen en Landen binnen deeze Provincie ftaande en gelegen, en de Veertigfte van alle de Landfchaps Obligaties ,  ( ti6 ) tien, na 't volle Capitaal gerekent, en andere ^riefche Effecten. II. Desgelyks zal van alle Vastigheden, in deeze Provincie ftaande en gelegen, fampt Landfchaps Obligatien en andere Vriefche Effecten, of alhier t' huis behorende, die een Ingezeten van een Perfoon, buiten de Provincie woonagtig mogte Erven of verkrygen, worden betaald, den Veertigften Penning. III. Als mede van alle Vastigheden, in deeze Provincie flaande en gelegen^ Obligatien ten laste van deeze Provincie en alle Vriefche Effecten, van wat natuur dezelve zyn, door Buitengezetenen nagelaten, en wederom aan Buitengezetenen by verfberf komende, in Collaterali linea den Veertigften Penning. IV. Dit regt zal mede worden betaalt , by aldien Ouders of Voorouders hunne Kinderen of Defcendenten tot Erfgenamen inftitueerende, of aan dezelve Legateerende, die met onderling Fideicommis bezwaren, zoo dikwils als het goed, volgens het geconftitueerde Fideicommis, in de Zydlinie overgaat, en verërft, dog niet wanneer in Linea redta devolveert, van Vader of Moeder op Kinderen of verdere Defcendenten, of vice verfa in Lima adfcendenti. V. Dog zal deezen Impost niet werden voldaan van zodanige Goederen , dewelke uit kragt van Fideicommis, geconftitueert door eenen Collatera- len  C 217 ) Jen Bloedverwant, of iemant anders, niet in den Bloede beftaande , van Vader en Grootvader devolveerden op hunne Defcendenten, en verder zoo lange als de devolutie zal duuren , in den regt neergaanden en opgaanden Graad ; maar t' eiken reize als dezelve Fideicommisfaire Goederen uit den op of neergaanden Graad overgaan in de Zydlinie, zoo dikwils zal ook dit regt daar van worden betaalt, door den geenen, tot wiens profite zodanig een geconftitueert Fideicommis overgaat. VI. Wanneer van twee Egtelieden een koomt te verfterven , nalatende Kinderen , Kindskinderen , verdere Defcendenten, en van die Kinderen, Kindskinderen , of verdere Defcendenten een of meer mogten overlyden, zal in zulken gevalle, zoo lang een van die Ouderen of Voorouderen in levenden lyve zal weezen, dit Middel geen plaats hebben, nog behoeven betaalt te worden. Van gelyken zullen Man en Wyf, Kind of Kinderen, of verdere Defcendenten in Linea reSta hebbende, malkanderen by lyftogte, of andere difpofitie van hunne Goederen , voordeel mogen maaken, zonder aan deeze belasting gehouden te zyn. VIL Zoo wanneer aan iemant de Lyftogte of 't Vrugtgebruik te lyfftonde van eenige Goederen mogte zyn gemaakt, met belasting om den eigendom daar van aan eenen anderen, den Overledenen van ter zyden beftaande, of vreemd wezende, na zynen Dood over te laaten, zal in zulken geEe vallea  ( si8 ) valle, die geene, die zulke Goederen in Lyftogt of tot Vrugtgebruik ontvangt, deeze belasting moeten betalen; dog zullen deszelvs Erfgenamen, na deszelvs overlyden, alvorens of nevens de overlevering der Goederen , aan den Eigenaar of zyne Erven , van dezelve mogen eysfehen reftitutie en voldoening van dit betaalt Middel. VIII. Zoo iemant eene ErfFenis in Collaterale linea te beurt valt, dog die met eenen bezwaart is met uitkeringe van Legaten , zal die Erfgenaam gehouden weezen, deezen Impost voor den gehelen Boedel te voldoen, des kortende aan de Legatarisfen na proportie van de fumma , die hy aan hun betaalt. IX. Van deeze belasting zal niemant vry zyn , dan Godshuizen , Weeshuizen , Kerken en Arme Staaten , en ingevalle deeze Corpora tot Erfgenamen geinftitueert zynde, bezwaart mogten weezen met uitkeringe van Legaten, moeten die Legatarisfen hun Collateraal zelvs aangeven , en den Veertigften Penning betalen van het volle beloop der Legaten. X. En op dat dit Middel eenparig moge geheven worden , zullen de Ingezetenen , die eenige Goederen erven of verkrygen, gehouden zyn het zelve aan te geeven aan het Geregte van die plaats daar de ErfFenis vervalt, binnen den tyd van drie maanden , ingevalle de Erfgenaam zig binnen de Provincie bevind, maar buiten de Provincie zynde of  ( 310 ) of refideerende , binnen zes maanden , na dat de ErfFenis zal vervallen weezen , by posne dat by verzuim of nalatigheid van dien, zal verbeuren de fumma van vyftig Goud-guldens, te Converteeren ten profite van den Officier, Armen en Aanbrenger, ieder voor een derde part. Wordende de Geregten van Grietenyen en Steden , by deezen ernstelyk gelast , om betere en prompte order te ftellen , dat deeze boete werde ingevordert en betaalt, in gevalle van verzuim of latere aangevinge; zullende anderzints, by nalatigheid van de Geregten , dezelve ook aanfprakelyk zyn voor die boete door 's Lands Fiscal. XI. Dog indien aan Buitengezetenen eenige ErfFenis of Legaat in deeze Provincie mogte te beurt vallen, of dat eenige Vastigheden, Obligatien ten laste van deeze Provincie, of andere Vriefche Effecten, in de Provincie t' huis behorende, van wat natuur die mogen zyn, door Buitengezetenen nagelaten , en wederom aan Buitengezetenen by verfterf devolveeren in linea Collaterali, zullen dezelve de aangeving moeten doen, binnen den tyd vaneen jaar in het eerste geval, aan het Geregte der plaatze, daar de ErfFenis vervalt, en in het tweede geval , aan het Geregte der plaatze daar het Goed gelegen is, of het inkomen daar van betaalt wordt, of gerekent wordt betaalt te worden; zoo dat de aangeving en betaling wegens Obligatien ten laste van Vriesland, moet gefchieden te Leeuwarden, Ee 2 fchoon  ( 220 ) fchoon de Interesfen tot gemak der Crediteuren gemeenlyks elders worden voldaan , by poene van twee hondert Guldens voor ieder Contraventie, ten voordeel van den Aanbrenger te verbeuren , en verdoken te zyn van alle Renthen , Huuren en Vrugten , zedert het overlyden van den Erflater verfchenen. XII. Zoo wanneer een Ingezeten eenige Goederen, de betaling van dit Middel fubjecl:, van een Buitengezeten erft oft verkrygt, zal hy de aangeving daar van moeten doen , ter plaatze zyner woning in deeze Provincie , en vervolgens deezen last betalen, met dien verftande, dat als bewezen zal worden, dat van eenige der hier vorengemeldeEfFe&en, bui ten de Provincie behorende, aldaar het regt van Collaterale Succesfie, of eene zoortgelyke belasting onder een anderen naam efFeétive is betaalt , die EfFeéten dan in Vriesland daar van vry zullen zyn. XIII. De Geregten zullen van zodanige aangevingen houden pertinente aantekeningen , en van ieder aantekening door den Aangever aan den Secretaris worden betaalt twalef Stuivers; Voorts binnen veertien dagen van de volgende maand overzenden aan 's Lands Rekenkamer een net Register van de aangevingen , die op het voorfz Middel in de vorige maand aan de refpeclive Geregten zyn gedaan, by poene van vyftig Goud- guldens, by verzuim by de Geregten te verbeuren ; welke boete  C 221 ) boete zal worden ingevordert door de Heeren van de Rekenkamer met parate executie. En vermits verfcheidene Geregten in gebreke blyven, om binnen den tyd, by dit Artikel bepaalt, aan den Rekenkamer over te zenden het Register der gedane aangevingen, zoo worden de Heeren van de Rekenkamer nogmaals by deezen gerecommandeert en gelast, om deeze breuken te 'doen invorderen door eenen Deurwaarder met parate executie; En worden de Heeren Gedeputeerden mede gelast, om dien te neffens geen verbod of verhindering te doen; En 'sLands Deurwaarder geordonneert, om op ordre van de Rekenkamer deeze boeten in te vorderen. XIV. De tyd van aangevinge verlopen, en de aangeving gedaan zynde, zullen dezelve Erfgenamen en Regtverkrygers aan de Geregten binnen een maand daar aan volgende overleveren een pertinent Inventaris van alle zodanige aangeërfde of geacquireerde Goederen , en het zelve met Eede bevestigen, by poene Art. 10 gemeld. , DeErfëen™™ of Regtverkryger zal nevens c Register der Goederen moeten voegen, een eftimatie van derzelver waardye , waar na deeze belasting zal hebben te betalen, eer in het genot van de aangeërfde of ontledigde Goederen zal mogen treden, by poene als vooren. Welke eftimatie ten opzigte der Vastigheden, genomen zal worden na de opkomsten, te weeten, Ee s de  C &2S y de huur van de Huizen en Landen met huizinge bezwaart, tegens den Zesdehalven Penning , dog van losfe Landen en die met afkopen zyn bezwaart, mitsgaders andere Effecten, tegens den Vierden Penning; en de eigen gebruikte Huizen en Landen by tauxa'tie, zoo als ten Cohiere van de Reële Goedfchatting ftaan. De Obligatien ten laste van het gemene Land, voor zoo verre daar van de Intresfen met twee per cent worden betaalt , uitgetrokken na Vyf en zeventig het hondert, maar dezulken, van welke hooger Intresfen worden voldaan , uitgetrokken na de volle Hoofdzommen; en de Lyfrenthen in den Boedel gevonden , en jaarlykfche Legaten gerekent op den voet , in de Lyste van den Veertigften Penning uitgedrukt, namelyk ieder hondert Guldens jaarlykfche Lyfrenthen en Legaten , mindere na proportie, onder den ouderdom Van 20 jaaren iöoo - : - : Van 20 tot 30 op I5°° - ' - ' Van 30 tot 40 op H00 - : - : Van 40 tot 50 op 1200 - : - : Van 50 tot 55 op 1100 - : - : Van 55 tot 60 op 1000 ■ : - : Van 60 tot 65 op 850 - : - : Van 65 tot 70 op 700 - : - : Van 70 tot 75 op 55o • : - : Van 75 tot 80 op 400 - : - : Van 80 tot 85 op 200 - : - : Van 85 tot 90 en daar boven . • 100 - : - :  C 223 ) Het ongemunt Goud en Zilver, Juweelen en Medailles, na de pryfeering daar van te maaken, en de Meubilen en Huisgeraden, die te Gelde gemaakt zyn, na het geen die zuiver hebben opgebragt XVI. Waar na dit regt zal worden betaalt in Geide ten Comptoire Generaal der Losfe Renthen van de Provincie, binnen zes maanden na het overlyden van den Erflater, zoo wanneer de Erfgenamen of Regtverkrygers Ingezeten in deeze Provincie woonen, en binnen agt maanden zoo dezelve Ingezetenen buiten de Provincie refideeren; alles by poene van vyftig Goud.guldens, te Converteeren als boven. Dog wanneer de Erfgenamen Buitengezetenen zyn, en koomen te erven van Vriefche Ingezetenen , of wel van Buitengezetenen erven eenige Vastigheden, in deeze Provincie ftaande en gelegen, Obligatien ten laste van Vriesland, of andere EfFeéten in Vriesland te huis behorende, van wat natuur die mogen zyn , wordt aan dezelve gegunt den tyd van een jaar, te rekenen van den dag des overlydens van den Erflater; zullende, zoo die tyd verlopen zynde, in gebreke zyn gebleven, om dit regt te voldoen, vervallen in de boete hier vooren by het ii Art. uitgedrukt. XVII. Den Ontvanger Generaal der Losfe Renthen, zal gehouden zyn om alle drie maanden in te levereneene nette ftaat van het betaalde en onbe-  ( m ) .onbetaalde Collateraal aan 'sLands Rekenkamer, die gelast wordt de verbeurde boeten van de Gebrekige met parate Executie in te vorderen. XVIII. By aldien de langstlevende van twee Egtelieden, of iemant anders , blyvende bezitten den Boedel der Verftorvene , van den Erfgenaam in tyds aangemaant zynde, om Inventaris over te leveren, daar van in gebreke mogte blyven , zoo dat de Erfgenamen daar door verhindert worden , dezelve in tyds aan het Geregte te exhibeeren, zal in zulken geval de boete in de 10 en n Art. gemeld , koomen ten laste van die geene, dewelke het Sterfhuis Goederen in bewind heeft, zonder dat nogtans daarom de Erfgenamen van de betaling van het regt van Collaterale Succesfie gelibereert zullen weezen. XIX. Wanneer niemant in het bewintvan de Goederen des Sterfhuizes bevonden wordt, en verfcheidene Erfgenamen over de Ervenis Controverteeren, zullen de gezamentlyke Erfgenamen, by de meergemelde boete, het Inventaris in tyds moeten maaken en overgeven, of, ingevalle, daar over niet kunnen eens worden, wordt het Geregte ter plaatze geauthorifeert, om zulx ten kosten der Erfgenamen te doen. XX. De Erfgenamen bevonden worden, iets willens uit den Inventaris gelaten te hebben, zoo zal het verzwegene , zonder eenige Disfimulatie of Conniventie, worden geconfisqueert. XXI. Jemant  C 225 ) XXI. Jemant ter voldoening van het regt van Collaterale Succesfie, een Inventaris overleverende, zal kunnen volftaan , met eene beëdigde Verklaring , dat N. N. zoo veel volgens Obligatie fchuldig is, zonder den naam of toenaam van den Debiteur des Boedels uit te drukken; gelyk hy mede ongehouden zal weezen, by het opgeven der Schulden, waar meede deeze Boedel is bezwaart, juist te melden de naamen der Crediteuren van dien. XXII. Ingevalle iemant verfterft, nalatende Erfgenaam of Erfgenamen, hem in de Zydlinie, of gantsch niet in den Bloede beftaande, en de voorfz. Erfgenaam of Erfgenamen zwarigheid mogten maaken , den Boedel anders dan onder Benificie van Inventaris aan te vaarden , zoo zal of zullen dezelve evenwel gehouden weezen, den voorfz. Boedel aan te geeven aan het Geregte der plaatze, op den tyd by deezen voorgefchreven : dog den Inventaris zelve aan 't voornoemde Geregte overleveren immediaat, na dat de rekening van de Adminiftratie zal weezen gedaan, by poene in 't meergemelde 10 Art. uitgedrukt. XXIII. By aldien door den Testateur een of meer Legaten aan Arme Staaten , of tot andere Godvrugtige gebruiken zyn gemaakt, zal de Erfgenaam zulke Legaten ad pias Caufas, van den Boedel mogen aftrekken. XXIV. Wanneer de Overledene geen 500 Guldens nalaat, zal de Collaterale Erfgenaam van dee- Ff ze  C 22(5 ) ze Impofitie vry zyn, ten waare het Geregte van de plaats, alwaar de Boedel vervalt, gegronde reden hadde, om vast te (lellen, dat de Erflater meer dan 500 Guldens heeft bezeten , in welk geval voorfz. Geregte Staat en Inventaris van den Boedel, en betaling van deeze belasting zullen mogen en moeten eisfchen, en in cas van nalatigheid of onwilligheid van den Erfgenaam , geauthorifeert zyn , om zulx ten kosten van den onwilligen te doen. XXV. De Geregten zullen van de gedane aangevingen en overgeleverde Staaten en Inventarisfen, houden pertinent Register, behelzende onder andere , uitdrukkingen des tyds van het verderf des Erflaters, en den naam en woonplaats der Erfgenaam, en daar uit op den eersten February en den eersten Augustus refpeélivelyk, aan de Heeren van de Rekenkamer overgeven een Geregtelyk geauthentifeerde Copia; waar van het Copiegeld door den Erfgenaam of Erfgenamen zal worden betaalt, na den voet van 's Lands Ordonnantie ; dog na het getal der Bladen van de overgeleverde Inventaris van de Erfgenamen. Welke Rekenkamer daar van vervolgens mede Copie zal geeven aan den Ontvanger Generaal der -Losfe Renthen , die gelast wordt, de Penningen op dit Middel ontvangen, in zyne halfjarige Rekening in een apart Capittel te verantwoorden. XXVI. De Meyers en Huurders van Landen en Huizen  C 027 ) Huizen in deeze Provincie, welker Eigenaren buiten de Provincie woonen, zullen aan de refpeótive Geregten, alwaar de voorfz. Landen en Huizen gelegen zyn ofte ftaan, moeten bekend maaken, wanneer zy van Eigenaars of Ontvangers der Huuren veranderen. Ook zullen de Dorpregters ten platten Lande, en de Doodgravers in de Steden , daar toe door de Geregten van Grietenyen en Steden gehouden worden, om alle eerste Donderdagen in ieder maand op te geeven, de naamen van de verftorvene Perfonen in die verlopen maand, met byvoeginge en expresfe uitdrukkinge van de zulken, die zy weeten , zonder Kinderen of verdere Defcendenten te zyn overleden. En zullen tot het aantekenen van zulks, door ordre van de Heeren Gedeputeerde Staaten , aan de Dorpregters en Doodgravers kleine Aantekenboekjes worden omgedeelt. XXVII. Tot prompter executie van dit Middel, worden niet alleen alle Officiers en Magiftraten , Fiscats , Secretarisfen en hunne gefworene Clercquen , mitsgaders alle beëdigde Dienaars van de Juftitie, in het gemeen gelast, om aan de uitvoering van deeze Onze ordres de hand te houden, en voor 's Lands belang te waaken, by poene van arbitrale Correctie tegens de nalatige. Maar wordt wel in 't byzonder geordonneert aan den Landfchaps FiscSl Generaal by preventie, en Ff 2 aa»  C 228 ) aan de Procureurs Fiscals van de Grietenyen en Steden , zig ten nauwkeurigsten te informeeren , of en welke ErrTenisfen, daar het regt van Collaterale Succesfie van hadde behoren betaalt te zyn, gedurende de drie laatst verlopene jaaren mogte zyn verzwegen, en frauduleuslyk geheel niet, of niet ten vollen op de overgeleverde Staat en Inventaris aangegeven geworden, en aan Fraudateurs daar over Aétie te maaken, volgens den inhoud van dit Reglement. XXVIII. De boeten en confiscatien in deezen gedagt, zullen niet weezen geproefcribeert, dan na verloop van drie jaaren, van den dag der Contraventie af te rekenen. XXIX. De betaling der Collateralen, die zuiver meer dan vyf hondert Guldens bedragen , zal in het toekomende gefchieden, niet in Gelde, maar in Landfchaps Toonder deezes Obligatien, gerekent tegens 75 van het hondert, en indien die geene die de betaling moet doen, kan aantonen, dat hy volgens den Cours , die dan plaats grypt, hoger prys voor die Obligatien heeft moeten betalen , zal dit aan hem worden goedgedaan , zullende in zulk een geval bevoegt zyn, om na die evenredigheid een minder Capitaal aan Obligatien ten Comptoire Generaal over te leveren, als zoude hebben moeten doen , indien dezelve voor vyf én t'zeventig hadde kunnen inkopen; en zullen de fchriftelyke Bewyzen van den prys der inkoop moeten over-  C 229 ) overgelegt worden door den Ontvanger by zyne Rekening , ten einde dezelve door 's Lands Rekenkamer worden nagezien, of voldoende zyn. En op dat niemant hier van onkundig zy , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v.PLETTENBERG. P L A C A A T Behelzende eenige Verbeteringen in de Ordonnantie der Impofitie op de Lakenen, Haven Speciën, Zoete Waaren, Gemaal, Beestiaal , Turf, Uitlandfche Brandewyn , Waagregt, en Veertigste Penning. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy, na ingenomen Advys van Zyne Doorlugtigste HoogF,f 2 ' leü  C *3° ) heid den Heere Prince Erf-jladhouder , en na overweging van de Verbeteringen, door de Commisfie der Financie voorgeflagen , hebben goedgevonden de volgende Verandering te rnaaken in de Ordonnantie op de Impofitie der Lakenen en Krameryen» Haven Speciën, Zoete Waaren, Gemaal, Beestiaal, Turf, Uitlandfche Brandewyn, Waagregt, en-Veertigfte Penning. 1. Dat in het eerste Art. van de Lakenen, agter het woordt Tapyten , op de 6 regel ftaande, zal worden ingevoegt Kamer behangzeh; en op de 10 regel agter het woordt Zeyidoek, het volgende : Daar onder egter niet begrepen fyndere Linnens tot Zeylen van kleine Binnen Jagten. 2. Dat het 6 Art. van gemelde Ordonnantie dus zal worden geilek: Zoo de Commis, Commifen of Chergers, geen genoegen in de aangevinge der Lakenen en Krameryen neemen, zullen zy het regt hebben van die na zig te neemen, voor de aangegevene prys , mits dien verhogende met den negende Penning, zonder wegens vragt en omgelden iets meer te voldoen; en wordt aan de Opfigters by deezen verboden, de benaderde Goederen aan de Eigenaren, al was het zelvs over de tweede of derde band, wederom over te doen, by poene van Casfatie. 3. Zal het begin van het i 1 Art. van de Haven Speciën in deezer voegen worden verandert: Van ieder Spel Speelkaarten twee Stuivers, mits die de Peil onderworpen zyn, zullende &c. • En  . En Art. 12 dus geftelt worden: Van ieder Riem Scbryf Papier tien Stuivers, dog Druk Papier vry, mits geen Scbryf Papier zynde. Het 13 Art. wordt op deeze wyze verbetert: Van ieder pond gemaakt Koperdraad ettcf Penningen , en van Spies, bewerkt en ten gebruike bereid Koper ( de Klokken en Canonnen daar onder niet begrepen} dertien Penningen, zullende Tfer Sc. En het 14 dus geftelt: Vm alle gemaakt Staal en Tferwerk , van het hondert pond ellef Stuivers. En eindelyk wordt agter het 15 Art. van bovengemelde Ordonnantie een zestiende geplaatst, in deeze bewoordingen vervat: Vm Plat Lood en Looden Pypen, van de hondert ponden vyf Stuivers , van ieder pond Terpentyn Olie zes Penningen, en van elk pond Harsch twee Penningen, 4. Dat in de Ordonnantie op de Zoete Waaren , op de agtste regel van het eerste Art., agter het woordt Orange Appelen, zal worden ingevoegt Sucade. Dat het einde van het 2 Art. dus zal worden geftelt: Saffraan 2 - 12 - o des dat aan de Peil onderworpen zy, Honing tien Penningen, -mits by den Uitvoert geen korting plaats hébbe. Dat de Zuikerrafinadeurs, die thans in de Provincie Fabrycpuen hebben, van de ruwe en onbewerkte Zuiker die zy Invoeren, zullen betalen twee Gulden vyf Stuivers van ieder hondert pond , m plaatze van twee. Gulden tien Stuivers, te begin. nen  C 232 ) nen met de Publicatie deezes , en eindigende op May 1784; en wordt daarom het begin van het 3 Art. op deeze wyze verandert : De Zuikerrafinadeurs zullen van de ruwe en onbewerkte Zuiker die zy Invoeren , betalen twee Gulden vyf Stuivers per hondert ponden, tot den 1 May 1784 toe; en van de witte Poeier Zuiker Se. Dat in het 7 en 8 Art., agter het woordt Ponden, geplaatst wordt Bruto. En eindelyk wordt het 31 Art. gehouden voor geroieert. 5. Dat in de Ordonnantie op het Gemaal, agter het 28 Art. werde geplaatst: Die alleen door de Opfigters , zonder adfiflentie van een Geregts Dienaar, moet gefchieden. En agter het 46, tot meerdere klaarheid gevoegt: Veel min eenige Weit, Rogge of Mout maaien. Gelyk mede in het 92, agter het woordt Verhuurt, geftelt: Of op eenige andere wyze overgedaan. 6. Dat in het 4 Art. van de Ordonnantie op het Beestiaal, de volgende verandering zal gemaakt worden, en in plaatze van de Periode , beginnende; Dog de Eigenaars zullen egter Sc, de volgende geftelt : Dog de Eigenaars zullen egter verpligt zyn , om daar van fpecificque aangeving by den CollecJeur te doen, en dezelve, zoo het een Spalling is, niet eerder als 24 uuren na de aangeving mogen Jlagten , en by aldien de aangeving niet wierde gedaan, of dat een Eygenaar een oud Varken voor een Spalling hebbe aangegeven ,  C 233 ) geven, zoo zal hy vervallen in eene boete van hondert Guldens; des deeze manier van aangevinge zig niet verder uitftrekke dan tot een Varken voor ieder Huisgezin, in ieder jaar, van May tot May gerekent, en dat , zoo iemant meer dan een wil Jlagten , de aangeving van de meerdere gefchiede, conform het 11 Art., en &c. Art. ti wordt de tweede Periode dus aangevuldt • Vanneer het Beest ten minsten tweemaal 24 uuren moet blyven ftaan, om door de Commifen, Opftgters, Collecteurs of Geregts Dienaren te kunnen gevifit eert worden, m c?c, Dat m het 13 Art, in plaats van de woorden: Bedienden van 's Lands Middel, geftelt wordt• Commifen, CoIlecJeurs, Opfigters en Geregts Dienaren. 7. In de Ordonnantie op de Turf en het Brandhout, worden agter het 2 Art. deeze woorden invoegt: Insgelyks zullen de Kooplieden , in Buiten-landscli Brandhout handelende , voor hun eigen gebruik ten minsten twee Vademen in het jaar moeten aangeven, en daar van den vollen Impost betalen. 8. In de Ordonnantie op de Uitlandfche Brandewynen en Gedistelleerde Wateren, wordt de volgende verandering gearrefteert: In het eerste Art. wordt op de derde regel agter het woordt quantiteiten, geftelt: Voor particulieren; dog voor Coopheden niet anders als &>c; En agter aan Des dezdveten Colletten aangevende, en den Impost daar van betalende , na proportie van een Gulden de Kan. GS ' En  C 234 ) En het 8 Art. wordt geheel gehouden voor geroieert. 9. De Ordonnantie op het Waagregt, wordt op de volgende wyze verbetert: In het 16 Art., worden op de derde regel, de woorden, en daar onder, gehouden voor geroieert; En agter het zelve, de volgende Periode gevoegt: De quart vierendeelen Boter, zullen volgens voorig gebruik dit regt betalen. En het 23 wordt in deeze bewoordingen vervat: Vm deezen Impost zal niemant vry zyn, uitgenomen het Gemeene Landt van het wegen van Gefchut, Kruid, Salpeter, Kogels, Lonten en andere Materialen van deezen aart, Koper, Tfer en Hennip, dat aan Fabriqueurs wordt uitgezet, of in het gros verhandelt, ook Leer, Huiden en Inlandfche Zeep, welke door de Zeepzieders wordt uitgezet', nog allerley zoorten van Asfchen, welke door de Fabriquen worden Ingevoert, mits dat het daar van verhandelde, de regien van de Waag zal moeten betalen; als mede het Oude en Blok Lood inkomende, om in de Geoclroieerde Gietery van Flat Lood en Looderp Typen, vergoten te worden, en het Plat Lood en Looden Pypen, in die Gietery gefabriceert, voor zoo verre in de Negotie buiten de Provincie wordt verzonden; ert ëndelyk de Scheeps Ankers alhier gemaakt, voor zoo veel mede in de Negotie buiten de Provincie worden, gedebiteert. Lo» In het Middel van de Veertigfte Penning , woidt ook de volgende verandering gemaakt: Art.  ( 235 ) Art. 4 zal dus vermeerdert worden: Zoo eenige Verkogte of Verwisfdde Goederen zyn bezwaart met een verfchot van Penningen, of met een betaalde Huistauxatie , zoo moet voor dat verfchot of tauxatie dit regt ook worden betaalt na de fumma , waar op het laatste is getauxeert geweest. En in her, begin van het 6 Art., agter het woordt Vastigheden, geplaatst: Renthen en Pagten. En vermits onder voorwendzel van de Asfurantie Koopen, die zeedert eenige tyd in zwang gaan, dit Middel kart worden gefraudeert , wanneer de zoo genaamde Lasthebber of Aanhandelaar de bezitting; van het Goed aanvaardt, dê Verkoping van het zelve niet in het werk field, en zonder eenige Proclamatie of betaling van den Veertigsten Penning, de Vrugten van dien geniet, en daarmede als met zyn eigen handelt; Zoo is het, dat Wy, ter voorkominge van dit misbruik, hebben goedgevonden te llatueeren,.gelyk Wy doen by deezen; Dat die geene, die een Asfurantie Koop met een ander aangegaan, en daar by op zig heeft genomen, om aan den Eigenaar eenig Goed y het welk aan deeze belasting end'rhevig is , eene zekere fumma Geldt daar voor te bezorgen, verpligt zal zyn, de Verkoping van dat Goed ter uitvoert te brengen binnen drie maanden na het aangaan van het Contracl, ofte anders den' Veertigften P'ennidg te betalen , van den Prys die hy heeft aangenomen aan den Verhandelaw te zullen leveren, wen als of hy zelvs- Kooper was geworden. ' - Gg 2 En  C 336 ) En zal deeze tot ieders narigt worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. L J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT Behelzende eene nieuwe Ordonnantie op het Pasfagegeld. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wv na examinatie van de Concept - Ordonnantie op het Pasfagegeld, door de Heeren van de Commisfle der financiën voorgedragen, met voorkennisfe van Zv. ne Doorlugtigste Hoogheid, hebben goedgevonden te maaken  ( 237 j maaken het volgende nieuwe Reglement op dat Middel. Art. I. Yder ,Perfoon in een ordinaris Veerfchip of Beurtman, het zy afgehuurt of anders, gelyk mede yder Perfoon met een afgehuurt Rydtuig of Postwagen buiten de Provincie vertrekkende, zal betalen t'elkens , 0-3-0 II. By het uitvoeren van Vee en andere bezwaarde Waaren buiten de Provincie, zal t'elkens betaalt worden van yder Paard twee jaaren en daar boven oud . . . . .0-10-0 Van yder Enterpaard of Veulen . o - 6-0 Van yder Koe, Queen, Bulle en Os twee jaaren of daar boven oud . . o - 8 . o Van een Hokling, Schaap of gemest Kalf . . . , . 0-3-0 Van een ongemest Kalf . . . 0-2-0 Van een Varken . . . 0-4-0 Van een Bigge of Lam tusfchen Ligtmis en Sc. Jacob 0-2-0 En die gedenkt eenig Vee uit te voeren , zal dezelve alvorens ten Collecte moeten aangeven, deeze belasting betalen, en daar van een Blanche neemen om aan de Opfigters vertoond te worden. III. Van een Schip , lang over Steven vyftig voeten en daar onder, (Scheepstimrnermans Maat) over Steven gemeten, en geladen met zwaare Turv en Baggelaar, zal betaalt worden . 2.0-0 .-Dog langer als vyftig voeten . . 3 - o -;o Gg 3 Van  C *38 ) Van een Schip van vyftig voeten en daar onder , geladen met Schaape of Duive Mest . . . . 80-0-0 Dog langer dan 50 voeten . . . 120-0-0 Zullende die geene, die Schaape of Duive Mest uitvoeren, zonder dezelve ten Collecte aan te geeven, en het Pasfagegeld te betalen, niet alleen verbeuren de voorfchreven Mest en Schip, maar ook vervallen in eene boete van vyf hondert Guldens voor yder Vragt, te verdeelen tusfchen den Officier of Magiftraat die de Calange doet, den Aanbrenger en de Armen der plaatze, zonder dat over de boete eenigè Compofitie zal mogen worden gemaakt. IV. Ingevalle de Eygenaars de Ladinge abfent, onbekent öf niet folvent mogten zyn, zal de Schipper die den uitvoer doet of heeft gedaan, voor de boete1 aanfpraketyk zyn , en zal de voorfchreven boete plaats hebben , zoo wel voor die geene , welke op de daad worden betrapt, als die binnen een jaar daar na, daar van worden overtuigd. V. Indien de Uitvoerders onvermogende zyn de boete te voldoen, zullen dezelve door 't Geregte daar zy zyn agterhaald , met Informatien worden, overgezonden aan het -Collegie der Heeren Gedeputeerden, om door het zelve Collegie, met Bannisfement in 't Tugthuis voor den tyd van drie jaaren geflraft te worden. 'YJ. En die eenig Vee-of andere-Wsju&n j Articul  C W ) tïcuï II. en III. belast, gedenkt uit te voeren, zal dezelve alvorens ten Collecte moeten aangeven, deeze belasting betalen, en daar van neemen een Blanche, om aan de Opfiigters vertoond te worden. VII. Alle welke betalingen zoo wel plaatze zullen hebben nopens het Buitenlandfche by doorvoert, als omtrent het Binnenlandfche by den uitvoert. VIII. Van deeze belastingen blyven vry Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Erf'■ Jladhouder, en allen den geenen , die direél aan Hoogst dezelvs Huis behoren. De ordinaris Veerfchippers en Voerlieden , die Pasfagiers, Vee of andere Waaren buiten de Provincie brengen, zoo voor hunnePerfonen alsKnegts. De Paarden, die tot de Rydtuigen van Particulieren en Voerlieden behoren. Alle Perfonen , Vee en andere Waaren , deeze belasting fubject zonder onderfcheid , welke door de Schippers uit oorzaak van kwaad Weeder , of om nodige Levensmiddelen te haaien, genoodzaakt waaren geweest in een van de Havenen deezer Provincie binnen te loopen. Al het Vee , dat door de Ingezetenen om te verweyden, of dat van Buitenlanders in de weyde hebben aangenomen gehad, buiten de Provincie wordt gebragt. En alle Gemene Soldaten, Matrofen en Armefc Lieden, die geen Vragt betalen. IX. By  C H9 J • , IX. By aldien een Schip, met eenige deezer Waaren geladen, een Zeehaven uitvaart, met intentie om wederom een ander Haven in deeze Provincie met dezelve last binnen te vaaren, zal niet te min pp de Haven van den uitvaart het Pasfagegeld moeten betalen en een Blanche neemen , dog zal op vertoonde Blanche aan den Coileaeur der plaatze van den invaart het betaalde wederom te rug ontvangen. X. Die weigeragtig is deezen Impost te betalen, of dezelve zoekt te fraudeeren, zal t'elkens ( exempt nogthans de Schepen met Schaapen of Duiven Mest geladen, waar omtrent Art. III. is voorzien) vervallen in de boete van het twintig voud van 't beloop van den Impost, dien hy weigert te betalen of zoekt te fraudeeren, en alzoo yder geweigerde of gefraudeerde Stuiver met een Gulden te boeten; boven welks de Beesten en andere deezen Impost fubjecte Waaren wel niet zullen worden geconfisqueert, maar evenwel voor de boete en alle te vailene Kosten weezen verbonden en Executabel. ., XI. De Calange dies zal koomen aan den Officier en Magiftraat der plaatze van de Oyertredinge, om daar over de plano en zonder forme van Proces Regt te fpreeken. XII. De boete zal egaal verdeelt worden, -tusfchen den Officier en Aanbrenger, uitgezonden het geval van Art. III. reeds vermeld. -, ' XIII. De Collecteurs van dit .Middel zUUèxi door  C 241 ) door de Grietslieden en Magiftraten worden aangefteld. XIV. Voor CoHectgeld zal worden gevalideert een Stuiver van de Gulden, onder de hondert Guldens ontvangst, een halve Stuiver van het meerdere, waar van de Collecteur de eene, en de Opfigters der plaatze te zaamen de andere helfte zullen genieten. X V. De Opfigters zullen gehouden zyn , eene nette aantekening van het geene zy dagelyks ontvangen te houden , en de ontvangene Penningen alle avonden aan de Collecteurs moeten bezorgen, dewelke ook van den ontvangst een nauwkeurig Boek zullen houden. XVI. De Collecteurs zullen den ontvang van yder drie maanden, binnen drie weeken na de Expiratie dies , aan 't Comptoir van den Ontvanger Generaal der Losfe Renthen bezorgen, en daar te boven een Staat van dien aan den Commis van 'tDiftnct behandigen, om door denzelven verders na behoren verzonden te worden. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op hec Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Hh PUBLICATIE  ( 24? ;) PUBLICATIE Behelzende verandering in de Ordonnantie op het Middel der Vyf Speciën. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy na overweging van de Verbeteringen voorgeflagen, door de Heeren ter redres van de Provinciale Financien gecommitteert, en na verzogt en bekomen te hebben de Hoogwyze Confideratien van Sym Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erffladhouder, hebben goedgevonden de volgende Verandering te maaken in de Generale Ordonnantie , op het Middel der Vyf Speciën vastgeflelt ; mitsgaders in de Ordonnantiën op de Schoorlteen, Hoorngelden, en Befayde Landen. I. Dat agter het woord Ingezetenen, op de eerste regel van het 2de Artikel voorkomende, deeze periode zal worden ingevoegt: Daar onder mede begrepen de Gecommitteerden ten Landsdage, welke buiten de Provincie van Friesland hun gewoon verblyf en woning hebben* voor zo verre Politycken en geen Militairen zyn, in de Stad of Grietenye, mt welke zy ten Landsdage wnpareeren* II. Dat  C 243 ) II. Dat in het vyfde Artikel de woorden : Zo dat der Staaten losfe Bildlanden , tot aan het einde worden gehouden voor geroieert. III. Dat in plaatze van Artikel 9, zo als het zelve nu in de Ordonnantie ftaat, zal worden geftelt een Artikel, in deeze bewoordingen vervat: Na dat de registers van de Vyf Speciën ten vollen zyn opgemaakt, worden de Commyfen by poene van hondert Caroli - guldens gelast, ieder in zyn DiftricJ , na dat alvorens Je Specie-boeken uit de refpe&ive Secretaryen van Grietenyen en Steden zullen hebben geligt, zig direft na den 15 September van elk jaar, na voorgaande kennisgevingaan den Officier of 'Magiftraat van de Grieteny of Stad, te begeven in de Dorpen ten platten lande , en in de Steden, en dan met den Executeur van de Grietenye en Dorpregter van het Dorp, en met den Fiscaal en Executeur der Stad, de Cohieren post voor post na te gaan , en te zien of ook eenige fraudes in de Aangevinge kunnen worden ontdekt, en in gevalle van prafumtive fraudes, vifetatie te doen; met verdere last, om van de ontdekte, valfche en verkeerde Aangevingen, kennis te geeven aan het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten, by gelyke pozne, ten einde op order van het zelve, tegens de Overtreders aclie aan te ftellen, voor het Geregte der plaatze, in welke de Fraudateur woonagtig is; En zullen de Commifen aan de Heeren Gedeputeerden telkens van hunne verrigtingen kennis moeten geeven, voor den aanvang van het nieuwe jaar; wordende aan hun, de Executeurs, Dorpregters Hh 2 ^0  C 244 ) 'è# Fiscaals refpective, voor hunne moeite , in deezèn aangewent , toegelegt een derde der boeten , den Aanbrenger competeerende, en -egaal onder dezelve te verdee' len ten waare een ander Aanbrenger was. IV. Dat in het ade Artikel van de Ordonnantie op de Schoorfteen. gelden , tusfchen de woorden brand en Olyjlagers, op de agtste regel ftaan de , in ge voegt word: Glasblafers, Zuiker - rafinadeurs. Dat ook uit dit tweede Artikel het woord Lootfen, op de 26fte regel voorkomende, wordt geligt, en ter wegneminge van dispuiten, agter het zelve gevoegt: Dat van Loot/en, die buiten het huis onder een apart dak zyn gebouwt, en in welke vuur kan geJlookt worden , geheel Schoor/leen - geld zal worden betaalt , als dezelve de groote van eene gewone Woonkamer hébben', terwyl van alle kleinere, en Puurhaartjes waar in geflookt wordt, de helvt zal worden voldaan. V. Dat tusfchen dit tweede en het derde Artikel, het volgende nieuwe zal worden ingevoegt: h Ingevalle iemandt zyn toegemetfelde Schoor/leen binnen tyds wederom wilde gebruiken, zal hy die mogen openen, na alvorens daar van aan de Geregten kennis te hebben gegeven, des daar van betalende het volle Schoorfteen ■ geld voor het lopende jaar; en zal deeze nieuwe Aangeving agter in het Cohier worden aangetekent, en daar van door de Secretaris der Grietenye of Stad, kennis gegeven worden aan den Collecleur van het Dorp, en de Generale Collecleur van het Diftricl of Stad. VI. Dat het eerste gedeelte van het 9de Artikel van  C HS ) van de Ordonnantie op de Hoornbeesten en Be- fayde Landen wordt vermeerdert, en dus geftelt: Van ieder pondemate, Qna naam en faamj befayd land, (de Guardiniers, Tabaks, Meekraps, Aardappels en Klaverfaads landen daar onder gerekent, ) zal op Hoog Quartier betaalt worden &c. En zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearreffeert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. L J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE Ter Verbeteringe der Officie-gelden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy» Hh 3 sa  C ) na gehoort te hebben het Rapport van de Heeren tot het Redres der Finantien gecommitteert, en met overleg en voorkennis van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf'-fladbouder, hebben goedgevonden in de Ordonnantie op de Officie- gelden, de volgende Veranderingen en Verbeteringen te maaken. i. Dat het eerste, tweede en derde Art. dus zullen worden geftelt: Art L Door de Heeren Gecommitteerden wegens deeze Provincie in de Staaten Generaal, Raad van Staaten, Collegien ter Admiraliteit, Generaliteits Rekenkamer ; door de Heeren Gedeputeerde Staaten , 's Lands Secretaris, Secretaris van 't Collegie, en Secretaris van 's Lands Rekenkamer. Door de Heeren Raaden in den Hove, Rentmeester der Domeynen, Procureur Generaal en Griffier. Door 'jLands Generale Ontvangers, en de Dykgraven van de Contrihutien van de Vyf Deelen, tVonferadeel, Wymbritferadeel, Hemelumer Oldephart en Sevenwouden. Door de Postmeester, Bewindhebber der Oost Indifche Compagnie, en door de Admiraliteits Raaden, Fiscdl, Secretaris, Ontvanger Generaal, en Commis Generaal van ■ en by het Collegie ter Admiraliteit te Harlingen. Door den Hooft. Commis, en'sLandfchaps Drukker, aal betaalt worden fes en dertig Guldens voor yder bah jaar. II. Door de Heeren Gecommitteerden in de Provinciale Rekenkamer. Door  C H7 ) Door de Grietsliedèn, Monster Commisfarien, Houtvester , Lands Fiscdl, 's Lands Bouwmeester, de Equipagemeester, Convoymeester te Harlingen, de Commisfarien op V Vlie en op den Abt. Door de fes 's Lands Commifen en Agent , vier en twintig Guldens yder halv ja/ir. III. De Curatoren, Profesforen, Secretaris, Bibliothecarms , Infpeblur Burfte, OEconomus van 's Lands Academie. Door de Secretarien van Grietenien en Steden, Tonnemeester, Contrarolleurs te Harlingen, Commis der Financien, Clercquen van 't Collegie der Admiraliteit, Commifen der Heeren Staaten, van V Collegie en Rekenkamer, Commis in 's Hage, Keurmeester van Goud en Zilver, en Academie Drukker, twintig Guldens voor yder bah jaar. J 2. Dat het 5 en 6 Artikel in deezer voegen zullen worden verandert: V. Door den Historie Schryver, Bakenmeester , Secretaris van de Vyf deels Zeedyken, Ontvangers en Rentemeesters van Grietenyen en Steden, als mede de Ontvangers van de Boelgoederen geen Secretarisfen zynde , fchoon die Ontvangen niet begeven, maar geadminiflreert worden. Door de Docloren en Licentiaten in de Regten en Medicynen, ten zy geen PracJycq exerceer en, wanneer zulks aan het Collegie zullen moeten doceeren en exemptie verzoeken. Door den Subjfituit Procureur Generaal, Subfïituii Griffier  ( 248 ) Griffier of Secretaris van den Hove, Convoymeesters en Contrarolleurs te Dockum, Stavoren, Slooten, Workum , Mackum en in de Lemmer , Vendumeester van de Admiraliteit , de twee Commifen ter Recherche te Harlingen, de Kamerbewaarder van V Collegie ter Admiraliteit , de Kamerboden van de Heeren Staaten en van de Heeren Gedeputeerden , twaalf Guldens yder halv jaar. VI. De Notarien, Procureurs die de Praclycq exerceeren in Injfrwnenten fchryveu, gelyk mede die zonder Procureurs te zyn, zig daar mede of met publycque Verkopingen van onroerende Goederen van andere bezig houden, de Generale Collecteurs van de Haven Impofitien te Leeuwarden, Rollarius van den Hove, Ingenieur van 't Land, 's Lands Operateur, Cipier, Rust meester van 's Lands Geweer, Convoymeester te Hindelopen en Capitain Gewaldige van 't Collegie ter Admiraliteit te Harlingen, fes Guldens yder halv jaar; En zullen de in deezen verhoogde of nieuws vastgeftelde Officiegelden ingaan met het halv jaar, beginnende met November 1774. 3. Agter het 13 Art. zullen worden geplaatst de volgende woorden: Zullende geene betalingen der Traktementen door de Provinciale Ontvangers mogen gedaan worden, dan na vertoning van geblyk , dat het Officie-geld is voldaan voor den tyd, over welke betaling gedefidereert wordt, m wel van alle Bedieningen die de Verzoekers bekleden. 4. Dat het 14 Art. dus zal worden geftelt: De  C 249 ) De Agenten van de Regimenten of Compagnien, zullen de betalingen der Capitainen , Lieutenants , Sous Lieutenants, Cornets en Vaandrigs van de Compagnien die zy bedienen, verzorgen, en dezelve wederom aan hun korten. 5. Ageer het 14 moet gevoegt worden dit 15 Art.: By aldien een Ampt langer vaceert dan een halv jaar, zal die geene, die het Regt van Collatie heeft, het Officiegeld jaarlyks moeten betalen, onvermindert 's Lands Ordonnantie 3de Boek, 2de Tit., Art. 17, en verdere Wetten, op het begeven van Ampt en geftelt, waar aan door deezen niets wordt gederogeert. En zal deeze tot een ieders narigt, alomme worgen gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den <5 May 1774. I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTEN BERG. li PLACAAT  ( 25° ) P L A C A A T Op het Klein Zegel. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, S A L UT; Doen te weeten: Dat Wy na rype overweging van het geen door de Commisfie der Financiën , ter Verbeteringe van het Middel van het Klein Zegel, en ter voorkominge van de verregaande Fraudes in deezen , is voorgedragen ; en na verzogt en bekomen te hebben de Hoogwyze Confideratien van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-fladhouder , hebben goedgevonden de volgende Verandering daar in te maaken: En word Articul i en 2 in deezer voegen verandert : Art. 1. Het regt van het Klein Zegel zal worden betaalt van allerhande Documenten, Bewysflukken, Munimenten , Aclen, Quitancien en andere Inflrumenten, hier na benoemd: Zoo die geene, die door Notarien en andere publicque Perfonen, mitsgaders Collegien worden verleent, als die by particulieren en onder de hand worden gepasfeert, alle dewelke gefchreven zullen moeten worden op gezegeld papier of francyn, ieder na zyn calibre; des zullen in de Plaatzen, daar behooriyke Zegels ent-  C 251 ) ontbreeken, de Inflrumenten op ongezegeld papier mogen worden gefchreven ; mits door de hand van een publicq Perfoon op het Inflrument werde aangetekent, dat geen behoorlyk Zegel te bekomen is, in welken gevalle dat Infirument vier weeken met een behoorlyk gezegeld om/lag zal moeten worden voorzien, en door de hand van een publicq Perfoon op het zelve Zegel worden aangetekent, tot welk Inflrument dit Zegel behoord, in beide gevallen met uitdrukkinge van dag en datum, en met onder tekeninge van zyn Naam ; dog by aldien iemant mogte verkiezen , op een ongezegeld Inflrument een Zegel te laat en JJaan, zal zulks binnen bovengemelde bepaalde tyd mogen gefchieden , mits de Zegel/lager ten zeiver tyd op het Inflrument aantekent den dag en datum op welke het Zegel heeft aangejlagen ; en word aan den ZegelJïager wel expres verboden, een Zegel aan te flaan, by aldien bevind dat het Inflrument langer dan vier weeken getekent is geweest. Art. 2. Ingevalle eenige Stukken , Inflrumenten of Documenten ongezegeld en gemaakt voor de introductie van de poene van nulliteit of niet behoorlyk gezegeld, in Regten mogten worden overgelevert, of geprafenteert om geregistreerd te worden - in de Secretarien, zal daar op geen Regt worden gedaan , nog het zelve door de Secretarisfen geregiflreert, met verbod aan alle Regteren en Juflicieren, van op dezelve eenig Regt te doen, of te gedogen, dat in Regten geproduceert worden, tot dat dezelve behoorlyk zullen gezegeld zyn, des dat alle Stukken, Inflrumenten en Documenten, voor dato van li z  C 252 ) de verhogingt van dit Middel gepas/eert, bet zy dezelve voor deezen in Regten overgelevert zyn , ofte in het toekomende overgelevert mogten worden, dewelke te vooren gezegeld zyn geweest, met dat Oude Zegel zullen mogen vol/laan , gelyk mede zodanige geauthenticeerde Copien van dien, zonder dat dezelve op nieuw gezegeld behoeven te worden. In Art. 4, word in plaats van het woord excluis op de pds 13 en i7de regel voorkomende, geftelt incluis. Art. 5 word in de volgende bewoordiginge vervat: ö b Dat onder voorfz. calibres of tauxen begrepen zullen weezen alle Obligatien, Aften Obligatoir, Brieven van Asfurancie, gerekent na de fommen dieze behelzen. Koopbrieven, Reverzalen, Wandeïbrieven, na de waardy van bet hoogst verwandelde percheel, of wanneer de perchelen in gelyke waardy worden geftelt, na de prys van een van beyde perchelen, zonder wyders; Aften van Cautie en indemniteit, van Cesfien, Transport, Huurcedullen by Cumulatie van jaaren, Qen zullen geen Verhuuringen mogen gefchieden van perchelen die meer als vyftig Guldens boven de lasten opbrengen, als door Huurcoytraften, op welke Huurcontraften geene continuatie van Huurjareu zullen mogen_ aangetekent worden} Huwelyxe Voorwaarden, Codicillen, Donatiebrieven, het zy int er vivos of mortis caufa Sc, tot den einde toe. Het begin van Art. 9 word op de volgende wvze geftelt: ' 3 Des  C 253 ) Des zullen alle de Testamenten , voor dato van de Amphatie van dit Middel, by Placaat van den 9 April 1701 gemaakt, wanneer dezelve Sc., tot den einde toe. En Art. 10 in deezer voegen verbetert: Van alle Copien van Definitive Sententien,' Diclums en Mar, dat en, Huistauxatien, fampt tauxatie van Salanen en Expenfen , Kosten , Schaalen en Interesfen, Executorialen van Parthyen , een zekere fomme behelzende, zal het regt van het Zegel worden betaalt volgens de navolgende calibres: _ Als van Sententien, Diclums, Mandaten, Huistauxatien , tauxatien van Salarien en Expenfen , Kosten Schaden en Interesfen, Executorialen van Parthyen onder de fes hondert Guldens op een Zegel van 0-8-0 Van fes hondert tot duifent Guldens incluis. ... ~ rr 1 - r ' • O - 12 - o Van een duifent tot twee duifent Guldens ircluis, . . . t • 1 - 4 o Vvi twee tot vier duifent Guldens intluis 3-00 Vm boven de vier duifent Guldens . 4 . o - o Gelyk mede Art 11: Vw alle Oclroyen twaalf Guldens, en van Aclen van Geleide fes Guldens. Art. 16 word dus verandert: Als een Crediteur inlevert een ongezegelde Rekening, groot vyv en twintig Guldens en daar boven tot de vier hondert Guldens toe , zal hy daar door alle Regt van Aanjpraak ter vorderinge van deeze Schuld verliezen, li 3 m  ( 254 ) en dezelve gehouden worden voor gequeten; dog als die Rekening behelst eene fumma van vier hondert Guldens en daar boven, zal de helvt der fumma daar tn vervat, voor voldaan worden gehouden, en nopens de ander helvt hem Aiïie blyven gel'chapen, des alvorens daar van op nieuws eene Rekening leverende die behoorlyk is ^A^gter Art. 33 worden deeze woorden geplaatst: En dezelve gejlagen op Papier van een deugtzaam en goed caliber. , , „. . Dat Agter het 3Sfte Art. zal worden gevoegt het. volgende Art. 36: n . Welke boeten zullen plaats hebben m cas van Contraventie, behalven alleen in de hier na genoemde gevallen: namentlyk zullen alle Inflrumenten, die na den 1 Juhus deezes kaars worden gemaakt, indien binnen vier weehen niet zyn gezegeld, onderworpen zyn de peene van nulliteit; wordende alle Officieren, Regteren en Jufticieren verboden, daar op Regt te doen, al was het dat die ten tyde dat in Regte worden gelevert, met een Zegel waaren voorzien; dog zoo dezelve niet behoorlyk zyn gezegeld, zal de nulliteit geen plaats hebben, maar alleen de boete daar van htaalt worden, des dat by de verbeteringe van het Zegel, het eerste met tn Computatie koome; dat ook van de peene van nulliteit worden levnd de Inflrumenten en Stukken van Minderjarige en andere Perfonen, onder eene wettige Admimflratie Raande, gelyk ook van Corpora; dog indien die, door het verzuimende Curatoren, Admmiflratoren, of de  ( 255 ) zulke die eeue publycque Adminiffratie waar neemen, niet zyn gezegeld binnen den tyd door de Wet bepaalt, zullen bovengemelde Perfonen daar over worden geflraft met eene boete van twee hondert Caroli - guldens , uit hun eigen Buidel te verbeuren , een derde voor den Aanbrenger, een derde voor den Officier die de Calange doet, en de overige derde ten voordeele van de Armen der plaatze. Art. 37. Dat die geene, die voor andere het vrye Bewind hunner zaaken hebbende, uit hoofde van derzelver vry willige Keufe eenige zoaken waarnemen, en in die waarneminge nalaten de Stukken en hiflrumenten , tot gemelde zaaken behorende, te laat en Zegelen na de Wet, dieswegens insgelyks in eene boete van twee hondert Guldens zullen vervallen, ten profite als vooren; wordende nogthaus zulke Inflrumenten nul verklaart. En eindelyk word in het 38fte Art., de Periode beginnende: En zullen geen Aclen mogen volftaan, tot den einde toe geroieert. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Lanulchaps- huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W.v.PLETTENBERG. PLACAAT  ( 25r5 ) PLACAAT Op de ^Equivalenten. DE Staaten van Vriesland, geexamineert hebbende de Lyst der équivalenten , door de Commisfle der Financien geformeert, hebben goedgevonden en gerefolveert, dezelve vast te ftellen zoo als hier na volgt: J^ieutenant Admiraal pooo - : - : Schout by Nagt 3000 - : - • Raad Fiscaal van de Admiraliteit . 4500 - : - ; Secretaris van 't zelve Collegie , . 4500 - : - • Onvanger Generaal als boven . . . 4500 - : - \ Commis Generaal utfupra . ... 3600 - : - • Convoymeester te Dockum . . . . 1500 - : - • » • • • . Harlingen .... 2500 - : - ; • • • . . Stavoren .... 1500 - : - : Slooten 1500 - : - : ..... Workum .... 1500 - : - • Hindelopen .... 400 - : - : Mackum 1500 - : - : Capitains ter Zee en ter Recherche ieder . 400 - : - \ Clercquen van de Admiraliteit ieder . . 1500 - : - j Equipagiemeester . . . . 2000 - : - • Vendumeester .... 1000 - : ■ : Kamerboode van de Admiraliteit . . 1000 - : - : Con~  Cóntrarolleur te Harlingen , . . ; I000 . . 4 . . . . Dockwn . . . ooo I i "V trorkum ,50o . •* • • • • Makkum 600 '• Stavoren 300 - • . • Lemmer ,,00 \ \ Commisfarien in het Vlie en op de Abt ' ■ ieder . 2000 Secretaris van het Landfchap . .' 4«-0q ' ] ~ \ Secretaris van de Gedeputeerden . , ' V ' Secretaris van de Reekenkamer . '. 4Ï00 " '. ' l Racdsheeren ieder . . qooo • * • Rentemeester der Domeinen en Ontvanger ' Generaal der Confumtie te zaamen \ 6000 • • Procureur Generaal „ ; " * Griffier van den Hove \ L0 ' \ " \ Lieutenant Houtvester .... ?-0 ' ' ' '' Ontvanger van de Floreen renthen . *. ILo • " ! Ontvanger van de Losfe -renthen . . Jooo Ontvanger van de Lyf. renthen . . 4<-co .'* Commis van de Finantien .... 2400 • " • 's Lands Advocaat en Fiscaal . ". ' rl00 • ' Commifen van 't Collegie en Reekenkamer ' ' ' ' ieder Commifen der Heeren Staaten 'ieder ' . ??qo • " • Hooft Commis ■ . . t 3 ' ' ] Commifen en Agent ieder . '. . ' . 2000 • Kamerbooden der Staaten ieder . . 1000 • ". s • • . . der Gedeputeerden ieder . o0oo • " j Kk 'CèKh C 257 )  Commis in '* Hage ........ 2000 - ï - : Gerigts Scholtus . ' , ' ' 2°°° ' ' " Adfesforen en Secretaris van t Krygs- geregte ieder . • • • 1200 - :- : Captain gewaldige 5°o • : - > Grietslieden ieder . • • • 6000 " : ' : Curatoren van de Academie ieder . . 2000 - : - : Amanuenfis van de Curatoren . . . 250 - : - : Secretaris van de Academie . . . . 1000 - : - : Infpettor Burfa . 1000 " : * : Secretaris van de Contributie der Vyf- deelen Zeedyken 1200 - : - : Ammunitiemeester 1000 • *• ' • 's Lands Bouwmeester 2000 - : - : Lands Drukker 25o° - : - : Academie Drukker 500 - : - : Muntemeester 1000 - : - . Esfaieur van de Munt 1000 - : - : War dein utfupra 1200 - : - : Stempelfnyder • • • 1000 " : " ; Keurmeester van bet Silver . . . 1200 - : - . Keurmeester van het Tin . . • • 1000 - : - : Secretaris en Ontvanger der Boelgoeden ieder te Leeuwarden 2000 - : - *• Utfupra te Bolsward ieder de helft van . 1000 - - : Staat te noteeren, dat in ff aneker . 1000 - : - : de Plaatzen, alwaar de Se-CSneek . . 1000 cretarien zyn gefepareert Z Dockum . 1000 - : - : van de Ontvangen der Boel- (Harlingen . 1000 - : - : goeden, C 253 )  Kk » CelloneL goeden, de Secretarisfen en f ° * ' *00 " : " • Ontvangers, ieder de helv- f WorKum . iooo - : . : te van nevenftaande Taux") ^'00,:en • 500 - : . : zullen betalen. L Ylst . . ^OQ .... t Hindelopen < _ ; _ ; Postmeester < "t .* Tonnetmester '... ^ "'"."■* Bakemneester . . " IOOO " * * * Historiefchryver 1000 • Ordinaris Booden ieder IOOO '. '. Extraordinaris Booden, en die van het ' Minder getal Sub/li'tuit Procureur GeneraÊ lij ' 1000 - • " • Subftituit Griffier . . -f^Ö t ' De Secretarisfen der Gr " - __. X° C^/e» ; en zyn m de Eer* die van LeeZ warderadeel, ter^èr^Ml li ; w$ Oost. Dongeradjl y ||| | ; Baarderadeel, «vXr/Tv, ;j.t#.j„, 7 , D.,y 7« ie tweede \; . , ^ * „ 'Karspelen ~D t ' maf el, Tietjerksteradeel, SmaUingerland, Franekera. deel, Hennaarderadeel, Schoterland en Opflerland ie. In de 'derde Clasfe die van Tdaardemdel^Raulerderhem, Hemelumer Oldephaart, Uittingeradeel, JEnzWirden Doniawarftal Haskerland , Lemflerlancl, Gaasterland, Stellingwerf Oost- Einde ieder 600 - • C 259 )  ( 2Ö0 ) CoUonel, die geen Lieut. CoUonel of St. Major is ge- . 8oco - : - : • woest • • • * \, * CoUonel van Lieut. Coilonel . . . 4000 . : - . •Lieut CoUonel, zonder Major te zyn ge- weest ' ' • '500 " : " : St. Major tot Lieut. CoUonel . . . 500 ■- : - : Captain tot St. Major 1000 ~ : - : Ritmeester 4000 ' : ' Lieutenant te Paarde 1000 - : - : r> .»* .... 1000 • : - : Cornet Captain van de Guarde te Voet . . 4coo - : - . ^Grenadier Capitams en de Commandant van de Guarde te Voet , des in deezen Taux kortende zoo veel te vooren als Lieutenant of Vaandrig heb- ben betaalt 5°° ' ' " \ Lieutenants 300 - : - : Dog die Lieutenant wordende, als Vaandrig te voorren betaalt heeft, is van deeze Taux vry; gelyk mede die van Cornet, Lieutenant te Paarde wordt. Adjudanten en Cbirurgy»s by de Regimenten Cavallarie en Infanterie, benevens den Piqueur ieder 300 - : - : Schryver van de Guarde 2000 - : - : Ingenieur van 't Land . • • • • 300 • : • . Alle verdere Ampten en Bedieningen, in vorenftaande Lyst niet begrepen, moeten een jaar Tra' élement ten profyte van den Lande laaten ftaan Alle  ( 26i ) Alle Generaals, Gouverneurs, Commandeurs, en verdere Generaliteks Bedienden , die in gemelde Lyst nier zyn uitgedrukt, en met hun Gages, Traélementen en Pennoenen op den Staat van Oorlog ter Repartitie van cieeze Provincie zullen worden gebragc, zuilen kortirg ondergaan van een jaar Gage , Traélement of Penfioen, over de vier eerste jaaren te verceelen , ten waare die koning reeds op de Repartitie van een andere Provincie hadden ondergaan , het zy in 't geheel of ten deele ; in welk laatste geval, de korting hier alleen zal plaats grypen voor het aandeel, het wesk niet afgehouden is , terwyl van de gedane Afhouding behoorlyk geblyk moeten toonen: Aileen zyn volgens Refolutie van den 5 January 1751, de Officieren, die op Penfioen ftaan, wanneer in hun Qualiteiten op de Provincie van Vriesland , in het toekomende nog mogten geremplaceert worden, bevryd van de betaling van équivalenten, het zy dat te vooren eene diergelyke Beissting, op hunne Charges gelegt , ergens hebben betaalt , het zy nimmer die betaling door hun is gefchied. Dat in de Grietenien en Steden, in welke het Ontvang der Boelgoeden niet aan een Perfoon gegeven, maar geadminiftreert wordt, het équivalent aanftonds moet worden betaalt, en die betaling telkens , na verloop van dertig jaaren , herhaalt. By aldien het al verders gebeurt, dat een Ampt Kk 3 laa.  C 262 ) langer vacant is dan een half jaar, (de Boelgoeds Ontvangen nogtans , die geadminiftreert worden, uitgezondert) zal die geene, die het regt van Collatie heeft, jaarlyks tien pro Cento van het équivalent, op dat Ampt geftelt, moeten betalen, alles onvermindert den inhoud van 'j Lands Ordonnantie 3de Boek , 2de Titul, Art. 17 , en verdere Wetten, op het begeven der Ampten gemaakt, waar aan door deezen niets van hunne kragt wordt benomen. ■ r Dat de betaling der équivalenten, die de fumma van vyftien hondert Guldens te boven gaan, in het toekomende niet zal gefchieden in Geld, maar in Vriefche Toonder deezes Obligatien, gerekent tegens 75 van het hondert, en indien die geene, die deeze betaling moet doen , kan aantonen dat hy volgens den Cours die dan plaats heeft, hoger prys voor de Obligatien heeft moeten betalen , zal dit aan hem worden goedgedaan; zullende in zulk een geval bevoegt zyn, om na die evenredigheid een minder Capitaal aan Obligatien ten Comptoire Generaal over te leveren, als zoude hebben moeten doen, als die voor 75 van het hondert hadde kunnen inkoopen; en zullen de fchriftelyke Bewyzen van den prys der inkoop moeten overgelegt worden door den Ontvanger by zyne Rekeninge, ten einde die Stukken by de Rekenkamer •nagezien werde of voldoende zyn. En dat eindelyk den verderen inhoud van de Refolutie  C 263 ) folutie van den 27 February 1760, die door dien van den 7 Maart 1768 is afgefchaft, wordt gehouden voor geroieert. En op dat niemand hier van onkunde voorwende, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 6 May 1774. L J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT', Doen te weeten: Dat Wy om Ter vermindering van den Impost op de CofFy.  om redenen * Ons daar toe moverende , hebben goedgevonden en gerefolveert, den Impost op de Coffy te verminderen mee een Stui/er het Pond , zoo dat in het toekomende van ieder Pond Coffy of Coffybonen, by de Invoert zal betaalt worden drie Stuivers, dog gebrand zynde vyv Stuivers; dat egter deeze vermindering niet zal plaats grypen voor den eersten November 1774, op dat de Kooplieden in die Waare, door de fchielyke daling van den Prys derzelver, geen fchade lyden. En zal deeze tot ieders narigt op de gewone plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 9 May 1774. I. J de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v.PLETTENBERG. PLACAAT Waar by eenige Belasting op de Buitendyks Landen worat g< legt. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT;. Dom te weeten: Dat Wy onder-  C atf5 ) onderrigt zynde geworden , dat zommige Landen Bmtendyks aan Zee gelegen , aan hunne Befitters geen gering voordeel aanbrengen door de beweiding van Beesten, en de risping van Hooy op dezelve gefchiedende, en het daarom billyk is, dat dieswegens eenige belasting aan den Lande wordt voldaan, na het voordeel van het geene elders reeds is ingevoert; Zoo is het, Dat Wy, ter ftyvinge van onze Middelen van Financie, hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen, dat van een Hoornbeest drie jaaren oud en daar boven, op buiten den Dyk gelegene Landen geweidt wordende, zal betaalt worden ieder half jaar zeven Stuivers, en van een Hoornbeest twee jaaren oud half zoo veel. En zal deeze worden geaffigeert en gepubliceert, daar men gewoon is publicatie en affiixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 May 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. LI PLACAAT  P L A C A A T Ter Aanmoediginge tot Bedyking, en betere Culture der Landen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy bedagt zynde, om niet alleen door de verbetering der Middelen, en het vastftellen van veele Poincten van bezuiniging der Provinciale Uitgaven, maar ook door het beter gebruik maaken van de Voordeelen, die de binnenlandfche Bodem aan de hand geeft, den bloei en welvaart des Lands te bevorderen en te vermeerderen; ook onder anderen op nieuws in overweginge hebben genomen, een Voorftel, in den jaare 1769 aan Ons door het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten gedaan, en {trekkende, om de Ingezetenen aan te moedigen tot het bedyken en bepolderen van buitendykfche of andere laage Landen, en het aanfteken en bebouwen van onvrugtbare Heidvelden; en na het berigt van de Commisfie der Financien hier over ingenomen, en gezien te hebben de Hoogwyze Confideratien van Zyne Doorlugtigste Hoogheid, daar toe betrekkelyk; Zoo is t, dat Wy hebben goedgevonden en gerefolveert, ter bereikinge van vorengemelde oogmerk,  ( 267 ) merk , de volgende Publicatie en Uitnodiging te doen uitgaan. Art. I. En in de eerste plaatze verklaren Wy, genegen te zyn, om alle zulke Vryheden en Voorregten, als met de Publicque belangens en de billykheid eenigzints beftaanbaar zyn , te vergunnen aan die geene, die hunne moeite en vermogen zullen willen bededen aan het bedyken van Landen, die aan Zee voor Ebbe en Vloed bloot leggen , het bepolderen van binnenlandfche in eene meerdere of mindere maate laage Landen, het droogmaken van Meiren en Poelen, en eindeiyk het bebouwen van woeste Heidvelden en ondergronden der afgegravene Veenen. En kunnen de Ingezetenen of Vreemden , die diergelyke onderneminge willen in het werk ftellen, zig aan Ons by Requeste vervoegen, ten einde Wy ter begunstiginge van hun voornemen, na onderzoek van zaaken zodanige Refolutie daar op neemen , als de omftandigheden der Verzoekers , de gefteltheid der Gronden , het vooruitzigt der Voordeelen , of de bedenkelyke vrees voor min gunstige Toevallen, zullen aanraden en vorderen. II. En vermits de Bepolderinge ligtelyk onoverkomelyke zwarigheden kunnen ontmoeten , door de tegenkanting en weigering van deeze of geene, die eenige landen bezitten in het DiftricT:, hetwelk men in een Polder wil brengen , is boven alles LI a nodig,  C 268 ) '-nodig, dat deeze hinderpalen zoo veel mogelyk uit den weg geruimt worden. Het is daarom dat Wy , na het voorbeeld van Onze Voorzaten , die hier omtrent in den jaare 1633 by Publicatie van den 18 July reeds eenige voorziening hebben gemaakt, by deezen goedvinden vast te ftellen en te ordonneeren ; dat wanneer de Eygenaren van twee derde gedeeltens der Landen in eene bepaalde omtrek gelegen , goedvinden dezelve in een Polder te brengen, de Bezitters van het overige een derde deel hunne toeftemming hier toe zullen moeten geeven , en de kosten daar van meede helpen draagen; ofanderzints verpligt zyn die landen aan de Bepolderaren op tauxatie over te doen, die in voorfchreven geval gehouden zullen zyn , dezelve dus over te neemen. III. Dat deeze tauxatie zal gefchieden door twee onpartydige Perfonen, by Partyen ieder een te benoemen , met byvoeginge van een derde door deeze twee, indien zy het kunnen eens worden, en anders by Lotinge uit een tweetal te kiezen; en gebeurt het dat een der Partyen by de gedagte tauxatie zig agt bezwaart te zyn, zal hy binnen tien dagen van den Hove Provinciaal het doen van eene nieuwe tauxatie mogen verzoeken, die ten zynen koste zynde gefchied, tót een onherroepelyk rigtfnoer in deezen zal verftrekken. IV. Als by het doen van eene Bepoldering tus¬ fchen  C 26-p ) fchen de Ondernemers difpuit ontftaat over de Peil , waar op het water zal worden gehouden en uitgemalen, (en waar omtrent de belangens van de Eygenaren van hogere -en lagere Landen kunnen verfchiHen} gelyk mede als men het niet eens is over de Vlugt der Molens , het graaven der Uitwateringen, en diergelyke fchikkingen, zal als boven de overftemming van twee derde deelen gelden, zoo nogthans, dat deOverftemde binnen een maand, na dat de Eygenaren of Bezitters van ten minsten twee derde der Janden zig over het onderwerp van het gefchil eenparig zullen hebben verklaart, aan het Hof Provinciaal hun beklag zullen mogen doen, het welk, na Partyen Schriftelyk gehoort, en het bewerken van een minnelyk Accoord beproeft te hebben, de plano en zonder form van Proces, tusfchen hun zal uitfpraak doen, welke uitfpraak aan geene verdere provocatie zal zyn onderhevig. V. En nadien hetllgtelykkan gebeuren, dat in den omtrek, die men in een Polder wil brengen, landen leggen die met Fideicommis zyn bezwaart, of welker verkoping of vervreemding uit eenige andere oorzaake verboden is, of zulke waar van hec Vrugtgebruik en den eygendom aan verfchillende Perfonen toebehoren, iets waar door de voortgang van deeze nuttige ondernemingen moet opgehouden en belemmert worden ; zoo hebben Wy goedgevonden de volgende fchikkingen daar omtrent te beramen en by deezen vast te ftellen; dat het in L1 3 cas  ( 270 ) cas voorfchreven geoorloofc zal zyn, de Fideicommisfaire en andere Goederen die niet mogen vervreemt worden, by tauxatie aan de Eygenaren van de overige landen, op den voet boven vermeit over te doen, des dat de Aanhandelaars den prys, die voor deeze Goederen zullen moeten betalen, aan het Comptoir van de Losfe Renthen brengen, en zorge draagen dat daar voor Obligatien tegens drie pro Cento werden uitgegeven , die in de plaatze van de verkogte Goederen zullen koomen, en op welke zal worden aangetekent door den Ontvanger Generaal der gemelde Rente, dat om redenen in de Obligatie te melden , niet mogen worden vervreemt. Dog wat aanbelangt de landen met Vrugtgebruik belast , zal men daar mede op de volgende wyze handelen; indien de Eygenaar ongenegen is om'in de Bepoldering deel te neemen, dog de Vrugtge* bruiker daar tegens wel zoude wenfchen, dat dezelve mede ten zynen koste gefchiede, zal de eerfte aan de laatste (zulks begerende) die Landen op tauxatie als vooren moeten over doen, des dat deeze dan ook in de daad zyn aandeel ter voortzettinge der Bepoldering toe brenge; zoo nog de Eygenaar, nog de Vrugtgebruiker hier toe gewillig zyn , zullen die landen overgedragen worden aan de Eygenaren der overige, op de Voorwaarden boven reeds ter nedergefteit , en zal dan de eerste Eygenaar, aan wien de prys of waarde derzei ve door  ( *7i ) door de Aanhandelaren wordt voldaan, kunnen volftaan, met aan den Vrugtgebruiker jaarlyks te betalen het beloop der zuivere Vrugten , gerekent over de tien laatste jaaren door eikanderen , zoo lang het Vrugtgebruik duurt, en daar voor moeten ftellen behoorlyke cautie ; en zal dit laatste ook plaatshebben, indien niet de Vrugtgebruiker, maar wel de Eygenaar tot het aanleggen van een Polder zyne toeftemming wil geeven , in welk geval hy onder uitkering zoo even genoemt, in het volkomene bezit dier Landen zal mogen treeden. Dog gebeurt het dat de Eygenaar, en die geene die het Vrugtgebruik heeft, beide zig volvaardig toonen om zulk eene onderneming te helpen bevorderen, zal de laatste de onkosten moeten verfchieten, die by het eindigen van het Vrugtgebruik, aan hem of zyne Erfgenamen door den geene, die dan Eygenaar zyn zal , Renteloos zullen worden te rug gegeven; en zal een Bezitter van Fideicommisfaire Goederen , die goedgevonden heeft, dit verfchot in het voorfchreven geval te doen, of zyne Erfgenamen by de overgang van het Fideicommis, van den Opvolger in het zelve, insgelyks mogen vorderen, dat die Penningen aan hem, (dog zonder Interesfen ) werden goed gedaan , en zal by eene tweede devolutie van dat goed, de helft van die Gelden kunnen wederom geëifcht worden. VI. En vermits zomtyds een of meerdere Perfonen zulk een belang zouden kunnen hebben, in de  C 272 ) de verkopinge of overdragt van alle de Goederen, in het vorige Art. vermeldt; dat alleen ter bereikmge van dat oogmerk eene Bepoldering wierde ondernomen, en het tegens Onze weimening zeer zoude ftryden, dat onder dit voorwendzel en ter bevordermge van heimeiyke inzigten , de eygendommen der vaste Goederen wierden verwisfeit, vinden Wy goed, om zulks zoo veel mogelyk voor te koomen, by deezen te ordonneeren, dat, wanneer men Fideicommisfaire met Vrugtgebruik bezwaarde, en andere Goederen die niet veraïieneert mogen worden , in een Polder wil brengen , de nuttigheid van dien aan Onzen Hove Provinciaal zal moeten aangetoont, en die onderneming door het zelve goedgekeurt worden, voor en al eer dit werk ter uitvoert word gebragt. En zal deeze, op dat aan een ieder bekent worde , alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 May 1774. L J- de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT  C 273 ) PLACAAT Ter ontdekking van de Fraudes der Opfigters. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen u weeten: Dat zeederc eene geruimen tyd , ter Onzer kenni-fe zyn gekomen, de fteeds toenemende gerugten en vermoedens, waar door niet weinige van de Opfigters op 'sLands Middelen, befchuldigt en verdagt gehouden worden , van een ten hoogsten ftrafbaar phgtverzuim en wanbedryf, dat door hun gepleegt zoude worden, niet alleen door het by oogluiking toelaten der Sluikeryen , maar ook het mededeelen in dezelve en de- winsten van dien, en nadien zulk een verfoeielyk quaad, voor het gemeene belang niet alleen zeer nadeelig is , maar ook alle welmenende Ingezetenen en eerlvke Kooplieden ten aanftoot moeten verftrekken; Zo is 't, Dat Wy, niet onbeproeft willende Jaaten, om het zelve op het kragtigste tegen te gaan, hebben goedgevonden te refolveeren en vast te ftellen , gelyk gefchied by deezen, dat eenen Opfigter, die het Invoeren of Opfiaan van Goederen of Waaren , aan Impofitie onderhevig, zonder dat dezelve zyn of worden aangegeven, by oogluiking zal hebben toegeMm laten  C 274 ) laten en door de vingeren gezien, het zy hy daar voor Geld, of de waarde van dien, geniet, dan niet, of ook, het geen nog verder gaat, met de Sluikers zaï hebben zaamen gefpannen, en voor gemeene Rekening zulk eene ongeoorloofde Invoert en Opflag ondernomen, over zulk een misdadig beftaan, wanneer daar van overtuigt wordt, zal worden geftraft met Geesfelinge, Brandtekeninge en Bannisfement van tien Jaaren in het Landfchaps Tugthuis, en op dat zodanige Schelmeryen te beeter mogen worden ontdekt, wordt een Prsemie belooft van een duifent Guldens, uit het Comptoir van de Domeinen, op Ordonnantie van het Collegie te betalen, aan die geene, die eenen Opfigter, daar aan fchuldig, zal aanbrengen , met dat gevolg , dat hy dieswegens kan worden geftraft; en is deeze Aanbrenger eenen Medepligtige , het zy Opfigter of Sluiker, wordt dezelve, in het voorfchreven geval, daar te boven eene volkome quytfchelding en impuniteit by deezen toegezegt. En zal deeze tot ieders narigt alomme worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 9 May 1774. I. J. de SCHEPPE R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  C 275 ) PUBLICATIE Behelzende de Veranderingen in de Lyste der Irnpofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy, na geëxamineert te hebben het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantie op de Irnpofitien, en na daar op ontvangen te hebben het Hoogwys Advys van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-fladhouder, hebben goedgevonden, in die Ordonnantie te maaken de navolgende Veranderingen; dat agter de Ordonnantie op het Zout, dit Articul zal worden gevoegt : En wordt aan de Kashouders verboden, om aan geen Zoutbranders eenig Zout te 'kenen, of op eenige hnanier over te doen, of voor rekening van een Zoutbr ander uit zetten, by poene van 75 Guldens, in cas van Contravmtie te verbeuren. Dat het 3de Articul van de Generale Ordonnantie, in deezer voegen zal worden geamplieert: Dat zoo bevonden word, dat de quantiteit der aangegevene Goederen h of minder verfchilt, .zal alleen'Mt kwalyk aangegevene of verzweegene geconfsqueert zyn , en de Mm 2 Coop-  ( *76 ) Coopmm de Goederen, onder proteflatie de non prajudicando mogen behouden; dog meer dan r» verfchillende, zal de gehele partye, waar omtrent meer dan t\ verzweegen is, geconfisqueert zyn. Agter het 46'" Articul van de Generale Ordonnantie wordt gefield : En word de Perfonen in dit Articul vermeld verboden, Negotie te doen in waaren, waar van zy exemtie genieten. De Ordonnantie op de zoete Wynen , en Verhoging van dien, wordt met dit 2ifte Articul vermeerdert : Alle Wynkopers in de Provincie, zullen aan de Collecteurs van de Verhoginge der Wynen betalen een halve Stuiver voor ieder Korting cedulle, en de uitrekening van dien. En zal deeze tot ieder narigt alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixtie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den ii May 1774. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  C V7 > PUBLICATIE In zig vervattende de Conditiën, op welke eene Provinciale Friefche Obligatie Lotery van Vyfmaal Honderd Duifend Guldens is vastgefteld. Wy WILLEM, by der Gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, &c. &c. fipc. DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT, Doen te weeten: AIzoo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie , by Hoogst derzelver Refolutie van den 9 May deezes jaars hebben vastgefteld eene Lotery van Obligatien, en Ons gelast de executie van dien te bevorderen :Zo is 7, Dat Wy, om aan deezen last te voldoen, elk en een ieder door deezen hier van kennisfe geeven niet alleen, maar ook van de Conditiën op welke de gemelde Lotery zal worden werkftellig gemaakt en gefchieden, en dewelke zyn vervat in deeze navolgende: Mitsgaders Mm 3 Art. I. Zal  C *7Ï ) Art. I.:Zal de Inleg gefchieden in Obligatien, ten laste van de Provincie van Friesland lopende, waar van de Intresfen tegens twee pro Cento worden betaald , het zy origineele Friefche, of zogenaamde Hollandfche Friefche, zonder onderfcheid. II. Dat by aldien de Hollandfche Friefche ongenaturalifeerd zyn, dezelve alvorens zullen genaturalifeerd moeten worden. III. Dat deeze naturalifatie egter in deezen zal gefchieden buiten kosten van den Inlegger, en alleenlyk by den Inlaag daar op de agterftallige vyf jaaren Intresfen ten Comptoire worden afgefchreven, waar door dezelve voor genaturalifeerd zullen worden gehouden. IV. Dat deeze Obligatien voor volCapitaal zullen worden ontvangen, of 100 voor 100, en het lopende jaar Intresfen in Gelde betaald worden, tot aan den dag toe dat de Colleéte begind, van welke dag af ook wederom de Intresfen der hier na te noemene Pryzen zullen beginnen , en dus de Ccpitalen geen ogenblik Renteloos zyn. V. Dat de Inleggers vryheid zullen hebben, by cumulatie van kleine Obligatien hun Lot te furneeren , en ook grotere ten dien einde ten hunnen kosten gefplist zullen kunnen krygen. VI. Dat in deeze Lotery geheel geen Nieten zullen zyn, maar even zo veel Pryzen als Loten. VII. Dat de Pryzen zullen worden betaald in nieuwe Obligatien, ten laste van deeze Provincie op  op Thootfder deezes, houdende- zuiver Renthen drie pro Cênto , en daar te boven een Korting Cedulle van een pro Cento, voor die het begeerd. VIII. Dat de groote Pryzen zullen worden gefphst, en de kleine gecumuleerd , des de eerste niet beneden de 500 , en de tweede niet boven de 1000 Guldens, mits binnen de twee maanden na de Trekking derzelver, daar af ten Comptoire kennisfe werde gegeven. IX. Dat van de gehele masfa deezer prys Obligatien, jaarlyks een Sestigste gedeelte zal worden Afgelost by Lotinge , en het jaar van Aflosfinge op de Obligatien worden genoteerd. X. Dat deeze Lotery maar eene Clasfe zal hebben, en beftaan uit twee duifend Loten, yder Lot a twee honderd vyftig Guldens. XI. Dat de Verdeeiinge der Pryzen over deeze 2000 Loten zal zyn als volgd: 1 Prys a 50öo .... 1 a 1 7 4000 - : - : 1 a 3ooo .... 1 a • • ........ 2000-:.; , 1500 - t - : 4 a 1000 4QOO . . _ . 4 a 600 ...... . 2400 .... 4 a 500 200o . . _ „ «* 4oo • . . , j . . 2400.:.-: io_è 35Q  C 280 ) 10 a 350 3500 - : - : 30 a 250 75°° - ' - • 690 a 200 13B000 - : - : 1247 a 100 124700 - : - : aooo Pryzen maaken .... 300000 - : . : XII. Dat de Trekkers der Pryzen geheel vry zullen zyn van kosten, en de Obligatien aan hun Franco uitgegeven , na expiratie van vier maanden na de gedane Trekking, tegens overgave der Lotbriefjes. XIII Dat de Collecte zal gefchieden aan het Comptoir der Losfe Renthen deezer Provincie, en beginnen met den eerften November deezes jaars, en gefloten zyn den eerften December daar aan volgende , zullende de Lotbrief.jes ondertekend worden door Mr. Jacob Bonel van ftaersma, Ontvanger Generaal der Losfe Renthen. XIV. En eindèlyk,'dat'de Trekking van deeze Lotery publycq zal gefchieden op 't^Landfehapshuis, op Dingsdag denvyfden'January 177,5, 's nadeniiddags om' twee' uureri. En op dat niemand/ zó van deeze Lotery, als van de favorabele Conditiën óp welke, dezelve is Vastgefteld, onkundig zy , ên Heszelfsjenejeptheid om  C 281 ) om in dezelve in te leggen zal kunnen toonen ; zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeerd. Aldus gearrefteert op het Collegie binnen Leeuwarden den 2 Augusty 1774. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, A. LYCKLAMA a NYEHOLT, & Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKEL PUBLICATIE Ter Verandering der Ellemaat. Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prina van Orange en Nas/au, Sc. &c. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen za6n sporen leezen, SAL UT; Doen teweeten: Ajzo de Edele Mogende Heeren Staaten Onze Hooge Principalen, by Refolutie van den 9 May deezes Jaars, hebben gelieven te refolveeren, om de thans alhier in de Provincie in gebruik zynde Ellemaat te doen veranderen, en Ons te gelasten, om dezelve met die van de Provincie van Holland te egali-  ( a82 ) egalifeeren , en daar toe de nodige Publicatie te doen uitgaan. Zo is 't Dat Wy , om te voldoen aan de welmeininge der Heeren Staaten Onze Hooge Principalen, aan elk en een iegelyk die zulks zoude mogen aangaan , by deezen notificeeren en bekend maaken, dat in het toekomende, dezelve Ellemaat alhier in de Provincie zal moeten gebruikt worden als die in Holland, en wel in de Stad van Amfterdam, zynde een weinig korter als die thans alhier ïn gebruik is; Dat wyders het gebruiken van deeze nieuwe Ellemaat, zyn aanvang zal neemen met den eersten January 1775» wordende alzo door deezen elk en een iegelyk gewaarfchouwd, zig hier na exaclelyk te reguleeren, by pCBne van 25 Goud-guldens , de helft ten profyte van den Officier , en de andere helft ten profyte van den Aanbrenger. En op dat niemand hier van eenige ignorantie hebbe of voorwende, zal deezen alomme worden gepubliceerd ende geaffigueerd , ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden deezen 3 Augusty 1774. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, A. LYCKLAMA a NYEHOLT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. PUBLICATIE • nr.  PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Rundvee voor twee maanden wordt opengeftelt. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Dat Wy, uit aanmerkinge van den overvloed van Rundvee, het welk, volgens berigten, thans in de Provincie gevonden wordt, niet tegenftaande de in eene meerdere of mindere maate in zwang gaande Stervte , hebben goedgevonden en gerefolveert, de Uitvoert van Rundvee uit Vriesland toe te laaten van den eersten Oétober tot den laatsten November deezes jaars ingefloten, onder de volgende voorwaarden en bepalingen. I. Dat geene Runderbeesten zullen mogen Uitgevoert worden, als die boven de twee jaaren oud zyn. IL Dat de Uitvoert niet zal mogen gefchieden, als uit de Havenen van Harlingen, Stavoren, Workum en de Lemmer. III. Dat de In, Over, of Verfcheeping zal moeten gedaan worden in die Plaatzen, by ligten dage, en in de tegenswoordigheid van twee Opfigters die nauwkeurig zullen moeten toezien, of de Bees! Nn 2. ten  C 284 ) ten onder de twee jaaren oud zyn, ten einde de .Uitvoert van de zulke te beletten. IV. Dat niet alleen ter Zee uit de gemelde Havenen , maar ook te Lande de Uitvoert wordt toegelaten, met bepalinge nogthans, dat dit alleen by de Blesfe zal geoorloft zyn, en niet zal mogen gefchieden als by ligten dage, in tegenswoordigheid van twee Opfigters, die op den ouderdom der Beesten zullen moeten letten , en het Uitvoeren van die onder de twee jaaren oud zyn , zullen verhinderen. V. Dat nogthans de vette Kalveren ook zullen mogen worden vervoert buiten de Provincie, niet alleen uit de vier Havenen, en by de Blesfe, maar ook door Strobos. VI. Dat van ieder Beest, of vet Kalv by den Uitvoert zal worden betaalt een Caroli Gulden, boven het Pasfagegeld, door den Collecleur van dat Middel te ontvangen , by posne van 100 Caroli Guldens voor ieder Runderbeest, of vet Kalf, het welk, zonder betaling van deeze belasting, of tegens deeze Onze orders wordt Uitgevoert, te verbeuren, de helfte ten profyte van den Aanbrenger, en de wederhelft ten voordeele van de Officier die deCalange doet, terwyl de Beesten onder de twee jaaren oud, geen Kalvers zynde, als Uitgevoert worden, boven dien zullen geconfisqueerdt worden, beneffens de Scheepen of andere Inftrumenten, waar mede dit wordt ondernomen, ten profyte als vooren ; en worden  C 285 ) worden de Commyfen van 's Lands Middelen gelast, op de nakominge van den inhoudt deezes te letten, en de Opfigters tot hun pligt te houden. VII. Dat met den eersten December 1774, de Uitvoert van allerley zoort van Rundvee wederom wordt gefloten en verboden, by-deprene, in onze vorige Publicatien ter neder geftelt. ; En °P dat deeze tot een ieders kennisfe kome, zal dezelve op de gewone plaatzen worden gepubiiceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Land'ichaps-huis binnen Leeuwarden den 6 Augusty 1774. I. J- de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Hooy en Stroo voor twee maanden wordt opengezet. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooien leezen, SALUT; Doen n weeten: Dat Wy Nn 3 in  ( sS6 ) f h overweginge hebbende genomen, het voordeelig gewas van Hooy, het welk op veele plaatzen der provincie aan den Landman is vergunt, en ingezamelt geworden, na rype deliberatie hebben goedgevonden en gerefolveert, den Uitvoert van Hooy en Stroo buiten de Provincie toe te laaten en open te zetten, voor den tyd van twee maanden, zullende beginnen met den eersten Oélober, en eindigen met den laatsten November 1774 ingefloten, na welke tyd, de Uitvoert van dien wederom verboden wordt, by de poenen in de Publicatien van den 3deD July ïfji en i5den May 1772 Vastgeftelt. En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal de inhoudt deezes alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 6 Augusty 1774- I. J. de SCHEPPER, Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. 2 NOTIFICATIE  C 287 0 NOTIFICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nas/au, Sc. Sc. Sc Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren lezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Wy van tyd tot tyd in Onze Vergaderinge meer en meer ondervinden, de menigvuldige Verzoeken en Requesten , door de Ingezetenen deezer Provincie en andere, aan Ons werdende gedaan en ingeleverd, om op Extraordinaris Landsdagen, dezelve te willen brengen ter deliberatie der Heeren Staaten onze Hooge Principalen; Zois't, Dat Wy om redenen, en ter onderhouding van vaste regulen en ordre, goedgevonden hebben te ftatueeren , dat in 't toekomende geene diergelyke Requesten of Verzoeken van die natuur by Ons zullen worden aangenomen ofte daar aan voldaan, dan dewelke gefchieden en gepnefenteerd worden in de twee eerste dagen van de ordinaris Vergaderinge van Onzen Collegie. En op dat niemand hier van onkundig zy, maar elk en een iegelyk Ingezeten, en die het verders mogte  C 288 ) mogte aangaan, hier van eene volkomene kennisfe draage , zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigueerd. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, A. LYC-KLAMA a NYEHOLT, Vc Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. WY hebben om moveerende redenen goedgevonden en gerefolveerd, UE. by deezen aan te fchryven en te gelasten, om ten fpoedigsten en op het ontvangen deezes, de Generale en Particuliere Collecteurs in UE. Diftriót te waarfchouwen en te ordonneeren , om by provifie geen meer Engels Zilvergeld in betaling van 's Lands Lasten aan te neemen en te ontvangen ; als mede om zonder uitftel op het ontvangen van deeze Ordre, van dezelve Collecteurs te vorderen een exacte Staat van het Engels Zilvergeld , dat onder Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden deezen 6 Augusty 1774. H.E v.WYCKEL Veste, Lieve, Bezondere!  ( *8p ) onder hun 's Lands wegen is berustende: Op wek ke Staat UE. zullen moeten aantekenen en verklaren , dat die opgaven , door dezelve Collecteurs aan UE. zyn gedaan; Wordende UE. verders gelast, om gedagte Collecteurs te ordonneeren, dat zy de voornoemde Engelfche Geldfpecien binnen veertien dagen zullen hebben over te brengen aan 's Lands Generale Comptoiren , met en beneffens de voornoemde Staat en Geregts Verklaringe. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 19 Augusty 1774. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben tot nader elucidatie van Onze Misfive van den i9den deezer , goedgevonden UEd. aan te fchryven, en te bevelen, om niet alleen van de Generale, maar ook O 0 vm Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog.  C 200 ) van de Particuliere Ontvangers van UEd. Diffcrict, zoo als ten opzigte van de Collecteurs reeds belast is, ten fpoedigsten te vorderen een exacte Staat van de Engelfche 'Zilvere Geldfpecien, die zy in hunne qualiteit ontvangen , en thans onder -zig hebben, op welke Staaten UEd. insgelyks de Verklaring, in Onzen vorigen Briev gemeld, zullen doen aantekenen; Verders zullen UEd. deeze Ontvangers belasten, geen Engelsch Geld in het vervolg in betalinge van 's Lands Lasten aan te neemen , maar het zelve van de hand te wyzen; alleen zullen UEd. aan de Particuliere Ontvangers infinueeren , dat aan hun de vryheid wordt gelaten , om binnen vier dagen na het leveren van gedagte Staaten, en de gedane annotatie daar op, (welk beide zonder uitftel zal moeten gefchieden,) die Penningen aan den Generalen Ontvanger van het Diftrict ter hand te ftellen, met overleveringe teffens van deeze door het Geregte goedgekeurde Staat ; en aan de Generale Ontvanger zullen UEd. hiervan niet alleen kennis geeven , maar denzelven ook aanzeggen, dat hy de bovenvermelde Speciën, die reeds voor den Lande heeft ontvangen, gelyk mede die hy volgens de by deezen gemaakte fchikking van de Particuliere Ontvangers bekomen zal, aan het Comptoir der Provincie zal mogen brengen , des dat zulks gefchiede voor den 5den September aanftaande , en dat daar by overgeve de daar toe behorende bewyzen. .En  1 En vermits Ons is voorgekomen, dat 'er Generale Colle&eurs zyn, die zwarigheid maaken , na de aankondiging in gevolge van Onze vorige Misfive van den 19 deezer gedaan, het bewuste zoorc van Geld van de Particuliere Collecteurs aan te neemen, verklaren Wy by deezen, dat Onze weimening is, dat de eerstgenoemde die Speciën van de laatste zullen moeten ontvangen, des dat de Staat waar op de Geregtelyke Verklaring genoteert is , te gelyk geëxhibeert werde, ten einde die aan de Generale Comptoiren der Provincie te kunnen overleveren. Waar mede Wy, in de verwagtinge van de fpoedige en naukeurige executie deezer Orders, UEd. zullen bevelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 22 Augusty 1774. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. Oo 2 PUBLICATIE  C ) PUBLICATIE Ontrent de verbetering der Rympfalmen. Wy WILLEM, by der Gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, £Pc. Sc Sc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland alien den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT, Doen te weeten: Dat vermits de verbetering der Rympfalmen in de Publycque Kerken deezer Landen, zeedert verfcheidene jaaren, een onderwerp is geweest van de ferieufe attentie en deliberatie van de refpective Bondgenoten , en dit nuttig werk door Gods Zeegen, met eenparige bewilliging van alle de Provinciën, tot perfectie is gebragt, en goedgevonden een nieuw verbeterd Pfalmgezang te introduceeren, en de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie, by Refolutie van den 25 February deezes jaars, hebbende gerefolveerd, aan de Officieren en Magiftraten aan te fchryven , om ordre te ftellen , dat in hunne Diftriéten het gebruik deezer nieuwe Pfalmen ingevoerd werde in de Publycque Kerken tegens den eersten January 1775, en teffens te bezorgen, dat voor den Predikant en Schoolmeester of Voorlezer, in ieder Kerk, een deezer nieuwe Pfalmboeken voor handen zy, die geleverd zullen moeten worden  worden ten kosten van de Kerk , Armvoogden , Diaconen, of andere die te vooren deeze Boeken hebben betaald; Zo is dat Wy hebben goedgevonden, elk en een ieder der Ingezetenen deezer Provincie door deezen niet alleen te informeeren van den tyd, wanneer dit nieuw Pfalmgezang zyn aanvang zal neemen , zynde den eersten dag van 't aanftaande Jaar, maar ook willen hebben aangemoedigt, om zig van dat nieuw Pfalmgezang te bedienen: Ordonneerende verders, dat het zelve van den gemelden bepaalden tyd alleen , en met uitfluitinge van alle andere Berymingen op de Predikftoelen, als mede in de Zitplaatzen der, Collegien, Magiltraten , Kerkenraden , en andere publycque Amptenaren, als mede in de Godshuizen en Schooien, zo in de Steden als ten platten Lande, moeten gebruikt worden. En op dat niemand hier van onkundig zy, maar zig hier na zal kunnen gedragen , zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigueerd. Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden deezen 6 September 1774. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, CHARLES BIGOT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Éd. Mog. H. H. V.WYCKEL, O0 3 Veste*  Veste, Lieve, Bezöndere! VErmits Wy by Publicatie van den 3 Augustus jongstleden, op authorifatie der Ed. Mog. Heeren Staaten Onze Hooge Principalen , hebben goedgevonden , de Elle maat te egalifeeren in deeze Provincie met die van de ftad Amftërdara, en aan de Ingezetenen bekend te maaken, dat het gebruik van dezelve zyn aanvang zal neemen met den i January 1775; Zoo zenden Wy UE. hier nevens een Model van gemelde Elle maat, om dezelve in goede bewaringe te houden, ende ten allen tyde te kunnen ftrekken na behoren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 11 November 1774. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. Veste,  (s 295 > Veste, Lieve, Bezondere! |~^E gulden Zonne , thans aan JLx den Hemelkring op het laagste zynde gedaalt, en zig eenigzins daar aan beginnende te verheffen , waar door Wy wederom zien geëindigt en afgelopen het jaar. Zoo baard de herinnering hier van aan Ons teffens een aandenken van dat geene, het welk van Ons in dit gewrigte des tyds vereischd wordt. Immers vordert de loffelyke forme van 's Lands Regeeringe , dat 'er een zeekere tyd worde afgezondert, waar in dat geene, het welk ten nutte en welzyn van 't lieve Vaderland in 't gemeen , én van deeze Onze Provincie in 't byzonder kan dienen, in een ernstige overweginge worde gebragt en gelegd, door 'sLands Hooge' Magten. En mogen Wy, onder 't gehengen van Gods groote Goedertierentheid , verzeld met het genot van veele groote en onfchatbare Voorregten, egter met inmengzelen van Oordeelen en aanhoudende Plaagen, deeze aangename tyd zien aanbreeken. Wy zullen dan door deezer aan Onzen last zoeken te voldoen, en van Onzen pligt te kwyten. Wy remarqueeren egter voor af, ter bevestiging van Ons vorengeftelde, de zonderlinge blykeh van Gods gunstryke Voorzienigheid in 't afgelopen jaar, ten  ten opzigte van den Republycq in *t gemeen , en ook van deeze Provincie in 't byzonder. Zoo in de confervatie van 't aangename, als in de bevrydinge van 't fmerteiyke en nadeelige. Wy zien dog Onze Vreede beitendigt, Onze Vryheid gehandhaaft, en den Godsdienst bewaart , en tegens aanvallen gedekt; drie hoofdzaken, waarlyk de begeerlykst hier op Aarden. Dog dewelke andere Landen en Koningryken , of in 't geheel, of ten deele moeten derven, en welkers gemis, of een fmertelyk gevoel in dezelve veroorzaakt, of vorige ondervinding daar van, een pynlyk en deerniswaardig nadenken , ja eene byna onherftelbaren ftand na zig fleept. Egter niet tegenftaende deeze groote Voorregten , zoo worden Wy niet te min in den Staat, en ook in deeze onze Provincie , ontwaar Gods flaande Hand en Vinger. De fterfte onder 't Rundvee blyft niet alleen aanhouden , maar verfpreid zig wederom meer en meer, ook fterven meer Beesten aan dezelve dan wel in vorige jaaren ; de Worm in de Palagie, aan Sluizen en Dycken , word meer gezien en befpeurd dan zeedert eenigen tyd; het Graangewas en Akkerbouw kan niet in dien voordeeligen ftaat be~ fchouwd worden dan wel voorheen , en wat dies meer is, agtende 't ter nedergeftelde tot ftaving van Ons vorengemelde voldoende. En zullende, om deezen niet te verre te exten- dee-  C 297 ) deeren, alleen met een woord hier nog byvoegen 't gëen Wy vermeenen in de tegenswoordige iituatie des tyds en van zaaken ter betragting noodig, en 't welk onder Gods Zeegen van een wezentlyk nut en voordeel zoo voor den Staat, als in de Huishoudelyke zaaken van ieder Provincie zoude kunnen verftrekken. Wat dan nodiger in de aanftaande plegtige Vergaderinge voor 's Lands Hooge Magten , als met overleg en communicatie van den Doorlugtigen Erf - ftadhouder deezer Provincie, die geerne niet alleen alles wil aanleggen, en door Hoogst deszelf gezag fecondeeren, 't geene ten algemeenen nutte en welzyn van den Staat kan verftrekken , maar ook in 't byzonder Hoogst deszelfs ferieufe attentie laat gaan, ontrent 't geene tot groey en bloey, aanzien en bevordering van deeze Zyne Hoogheids Vaderlyke Provincie kan dienen, en waar van zoo menigvuldige preuves voor handen zyn. Als op dat geene bedagt te zyn, waar door de aangename Vreede bevestigd ende gefterkt, den welftand van den Repub.lycq bevordert, waar door dezelve by Vrienden en Naburen geagt en gezien , en by andere ontzien mag worden. Hier toe zal als een gefchikt middel buyten tegenfpraak , moeten worden aangemerkt de onderhouding van een genoegzaam aantal van Militie, zoo te Paard als te Voet, en het in dienst houden en ftellen van een aanzienlyke Vloot of Equipagie ter Zee. Pp Met  ( ap8 ) Met hoe pacifycque gedagten ook de Hooge Mogentheden in dit Weereiddeel fchynen bezield te zyn, zoo dry ven 'er niet te min nog al veranderlyke en duistere Wolken omme, die wel een aannaderend onweder konden voorfpellen, voor al ook in de wisfelvallige omftandigheden met zommige Zee Mogentheden. Om voor tegenswoordig hier niet meer by te doen, zyn het de vorige twee esfentieele ftukken, dewelke den aandagt en ernstige overweginge der refpeétive Bondgenoten al zedert eenige Jaaren heeft bezig gehouden, dog waar ontrent tot nog toe niets finaals heeft kunnen worden geconcludeert, zynde het niet te min zeeker, dat een wel gereguleerde Republycq of Burgerllaat, nooit zonder deeze beide zaaken in 't middelyke veylig en gerust kan zyn, voornamelyk eens by onverwagten aanval , of in gelegentheden die men niet had kunnen voorzien. Wenfchelyk derhalven dat deeze allergewigtigste zaaken , eens met algemeen overleg ter conclufie mogten gebragt worden, en dat ieder der Provinciën, met ter zyden ftellinge van alle eigen intrest, en behertiging van 't algemeene belang, zodanig in deezen mogte te werk gaan , dat zig van agteren mogten verheugen in het in Saat en herftellen van den Land en Zeemagt van den Republycq, en geenzins daar ontrent ftoffe hebben van een na en te laat beklag. Hier by zal in 't Huishoudelyke in agt moeten geno-  C 299 ) genomen worden, om tot het boven aangemerkte het benodigde te kunnen contribueeren, gave Confenten te draagen, en met Reëele furnisfementen te bekragtigen. Eene goede en ongeintresfeerde Mesnage, eene verbetering en favorifeering zoo veel mogelyk van 's Lands Financien, eene frricte invordering van dezelve, en eene oneenzydige executie hier ontrent van 's Lands geëmaneerde Wetten en Placcaten. Zaaken, voorwaar zeer aannemelyk, en die ook het objeft van de Hoogwyze deliberatien van de Hooge Regeering van dit Ons Vaderland , in den vorige jaare zyn geweest, en thans wederom, om de nieuw gearresteerde zaaken ter executie te brengen, een materie daar toe zullen uitleveren. Weshalven Wy Ons hier mede zuilen vergenoegen, en alleen nog by voegen, dat den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden , volgens een conftante gewoonte, en meermalen betoonde yver en oplettendheid voor dat geene , het welk zoo tot defenfie en fecuriteit van den Staat, als tot luister en aanzien van dezelve kan dienen , zeer nauwkeurig aan te toonen in een generale Petitie der Confenten voor de refpe&ive Staaten van Oorlog , zoo ordinaris als extraordinaris, en het ge^ brekkige en hier aan te kort fchietende daar by te voegen, en fecondeerende Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , dezelve met een ernstige en na tyds gelegentPp 2 heid  c 300 ) *otenSefChikte Misfive aan de refpeclive Bondge^ Wy zullen Ons derhalven alleen daar toe refereeren, en hebben om aan Onzen last en pligt te voldoen, goedgevonden den ordinaris Landsdag voor deezen jaare 1775 uit te fchryven tegens Maandag den zesden February eerskomende. Verzoekende en ordonneende UE. Amptshalven, nier af vroegtydig de nodige kennisfe te geeven aan de refpeclive Volmagten van Uwen Bedryve , ten einde zig alhier kunnen laaten vinden, en na aanhonnge der Propofitie , op gemelde Petitie en btaaten van Oorlog, en andere Poin&en, zodanig mede te helpen delibereeren en concludeeren, als ten nutte, welzyn en veyligheid, zoo van den Staat, als van deeze Provincie in deeze tyds omftandigheid, onder den Goddelyken Zeegen, verftaan zullen te behoren &c. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Alinagtig. Leeuwarden den 5 January 1775. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, N. A R N O L D I, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K-E L. Edele,  C 301 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! HUn Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, hebben aan Ons toegezonden eene Misfive van den volgende inhoud: Onder alle de bewegingen en ongelukken , die veele jaaren agter den anderen verfcheide gedeeltens van Europa hebben getroffen, en waar van de gevolgen niet als vrees en bekommering aan alle de andere hebben konnen geeven, heeft het de Goddelyke Voorzienigheid behaagt, deezen Staat in haaien ftand te bewaren, en aan dezelve zonderlinge blyken te geeven van zyne goedertierenheid en befcherming. De hand des Allerhoogsten heeft alle de gevreesde onheilen van Ons afgeweerd , en Ons geftadig doen genieten alle de Voorregten, die de Waare Godsdienst, de dierbare Vryheid, heilzame Wetten en een regtmatige en zagte Regering aan een Volk kunnen toebrengen: En hebben Wy door de gelukkige herfielling van de algemene Vreede, geen ongegronde hoop op de duurzaamheid van die Voorregten. Gelukkig zouden Wy weezen , indien Wy in deeze omftandigheden de Inwoners van dit Land alleen behoevden te nodigen , om aan den Heere haare fchuldige dankbaarheid , voor de weldaden Pp 3 aan  C 302 ) aan haar bewezen, op de levendigste wyze uit te drukken, en dat Wy dezelve alleen behoevden aan te zetten , om by haare erkentenis voor de zoo menigvuldige en zoo dikmaals beproevde goedheden , ootmoedige en vurige gebeden te voegen , om de aanhoudentheid daar van te erlangen: Maar als Wy overwegen, dat die gewenschte zegeningen gemengt zyn met bezoekingen, en in 't byzonder, dat de jammerlyke ziekte en ftervte onder het Rundvee nog altoos blyvt duuren , en vooral wanneer Wy agt geeven op het misbruik, dat van de Goddelyke Zegeningen gemaakt word , en het merkelyk verval in den Godsdienst en in de Zeeden , kunnen Wy niet als gevoelig zyn aan het gevaar dat Wy loopen, van door Onze onwaardigheid Gods genadige befcherming te zullen verliezen, en Onze welftand in een ftaat van verderf te zien veranderen. Het is om die redenen, dat Wy wederom dienstig en noodig hebben geoordeelt, uit te fchryven een algemenenDANK-VAST- en BEEDE-DAG óver alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landsfchappen, Steden en Leden van dien, tegens Woensdag den eersten Maart aanftaande , om ten zeiven dage in alle de Kerken deezer Landen , Ons en ons Land op te draagen aan de befcherming des Allerhoogsten ; om te erkennen en aan te bidden het gebied van zyne Voorzienigheid, om öiet dankbare monden en herten te pryzen de wonderen  ( 303 ) deren van zyne Goedheid, die deezen Staat by haare dierbare Vreede , Godsdienst en Vryheid bewaart heeft, om te fmeeken om de aanhoudentheid van den Goddelyken Zeegen, ter bewaringe van Onze Rust, ter herftellinge van Ons Rundvee , en ter behoedinge van Ons Land tegen alle onheilen en zwarigheden, die Onze zonden en ongeregtigheden niet dan al te veel reeden geeven om te vreezen, en om Ons op het diepste voor God te verootmoedigen , onder een waaragtig gevoel van Onze overtredingen, zoo die van het gantfche Volk, als eene iegelyk van de zyne; biddende om de genadige vergeving van dezelve, en om een Geest van verbetering en bekeering van een zondig Land. In 't byzonder zyn Wy verpligt by deeze gelegentheid, den Goddelyken Zeegen af te fmeeken over de Perfoonen en Regering van de Hooge Overigheid des Lands, dat God alle haare ondernemingen en raadflagen wil voorfpoedig maaken, tot handhaving van de Vreede, bevordering van den Koophandel, aanmoediging van Deugd, voortzetting van nuttige Konsten en Wetenfchappen , en vermeerdering van het geluk en den welftand van het Volk. Wy moeten ook bidden om de dierbaarste zegeningen over den Perfoon van Onzen geliefden Erv-ftadhouder, zyne Koninglyke Gemalin, en de drie Vorstelyke Spruiten, dat God haar in zyne Genadige befcherming wil neemen, dat haare dagen lang, roemrugtig en gelukkig mogen weezen, ö dat  C 304 ) dat Land en Kerk, onder de beftiering van zyn Hoogheid lange mogen-bloeyén, en een luisterryke Nakomehngfchap van zyne Hoogheid, zyn onfterffelyke Naam moge overbrengen tot hec laatste der tyden , ende altoos uitleveren edelmoedige VoorLanden ^ Befchermers van de Vryheid deezer Eindelyk behoren Wy Onze gebeden ook uit te forten voor den weiftand der Proteftantfche Kerken in alle Plaatzen, inzonderheid die zig hier te Land bevinden, ten einde die meer en meer mogen bloeyen in Godmigt , Waarheid en Deu^d, en dat de arbeyd van derzelver Leeraaren bekroont moge worden met de wezemlykste en duurzaaras- S« ïï?iln,-.-AlleSxTtot grootmaki"g ^n des Heeren Allerheiligste Naam , voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en On zer aller Zielen Zaligheid. ' En nadien Hun Hoog Mogende Ons verzogt hebben, om deezen vastgeflelden Dank- Vast- en Beede-üag op de gewone wyzen te doen bekend maaken, met verbod van alle Handwerken, Neringen en verdere Exercitiën, die aan Hoogst derzelver heilzaam oogmerk eenige verhindering zouden kunnen toebrengen , zoo hebben Wy niet willen nalaten aan dit regtmatig verzoek te volcfoen, en het ts ten dien einde, dat Wy UEd beveien om deezen piegtigen Verbodsdag in UEd. Diftriét volgens voorig  ( 3°5 3 voorig gebruik te doen afkondigen, met last aan) de Dienaren des Goddelyken Woords in het felve, om hunne Prsedicatien na deeze tyds gelegentheid in te rigten , en inzonderheid in hunne gebeden, die tot den Throon van Gods gedugte Majesteyt worden opgezonden, aan te dringen op de voorname en gewigtige Hoofdzaken, zoo nadrukkelyk vermeld in de Briev van uitfchryving , door Hun Hoog Mogende afgezonden. Verders ordonneren Wy UEd., om niet alleen te verbieden, maar ook zoo veel in UEd. is, dadelyk te doen ophouden alle Neringen en Hanteringen, Speelen en Exercitiën, die eenige verhindering en ftoornis zouden kunnen veroorzaken, in het ernstig waarnemen en Godsdienstig vieren van deezen algemenen en nationalen Dag van vernedering en boete. Waar toe Ons verlatende, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, bevelen Wy UEd. in de befcherminge Godes. Leeuwarden den 14 February 1775. UEd. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. M0g. H. W. v. PLETTENBERG. Qq PUBLICATIE  ( 306 ) PUBLICATIE Tot vastftelling der Reviflen van Sententien van het Collegie. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Het is buiten twyffel, dat een der eerste en voornaamffce pligten van de Hooge Overigheid eenes Lands, beftaat in het bezorgen van eene goede en onpartydige Regtoeffening, en het voorkomen, ( zoo veel mogelyk ) van alle misflagen die omtrent dit gewigtig ftuk konden plaats hebben. Het is teffens zeeker, dat geen Regter hoe verligt en welmenend hy ook zy, voor onfeilbaar is te houden , en dat de Vierfcharen, die uit veele Leeden zyn zaamen geftelt, zig nog minder op dit voorregt kunnen beroemen , dewyl men daar, om een afkomst van zaaken te krygen , met de meerderheid het vonnis of befiuit moet opmaken, en het ligt kan gebeuren, dat die meerderheid van den weg der waarheid en des regts afdwaalt; daar te boven kunnen veele zaaken van twee kanten worden befchouwt, en is de wyze van denken der Menfchen zoo verfchillende, dat het daar door zeer bezwaar-  C 3^7 ï bezwaarlyk wordt, ten allen tyde, aanflonds het regte doelwit te treffen. Om nu hier tegens aan de bezwaarde Party eenig middel van redres aan de hand te geeven , heeft men in de meeste welbeftierde Staaten , aan die geene die zig benadeelt agte door een Vonnis, over zaaken van eenig aanbelang gevallen , vergunt , het middel van Appel indien een lagere , en van Revifie , indien een hogere Regtbank de uitfpraak hadde gedaan , om dus door deeze herziening van het gefchil , gelegentheid te geeven ter verbeteringe van de misflagen die mogten begaan zyn. Vermits nu in deeze Provincie geen genoegzame en bepaalde voet is vastgeftelt, volgens welke de Ingezetenen kunnen voordragen hunne bezwaren, over Sententien door het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten gevelt, in zaaken die geene betrekking hebben tot de Lyst of Ordonnantie op de Impoficien, en het heffen der Middelen; en egter die zaaken van veel gewigt en belang zyn kunnen , zoo fchynt het niet redelyk de Gedoemde die zig bezwaardt vindt, den weg tot alle nader onderzoek af te fnyden, te meer daar in de meeste Civiele gefchillen , van de Vonnisfen van Onzen Hove Provinciaal, tweemaal kan gerevideert worden. Het is ook met dat Oog, dat de Doorlugti'gePrins, die aan het hoofd van Onze Regeering geplaatst is, Qq 2. en  ( 308 ) en wiens zorge zig fleeds uitftrekt tot al het geen het gemeene weizyn kan bevorderen, dit {luk befchoawt heeft, en het is op voorftel van Zyne Hoogheid, dat Wy hebben goedgevonden vast te ftellen, gelyk gefchied by deezen , dat na het voorbeeld van het geene by de Raad van Staate dtr Vereenigde Nederlanden , de Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland en Westvriesland, en andere Collegien plaats heeft, van de uitfpraken der Gedeputeerde Staaten deezer Provincie Revys zal kunnen verzogt worden, op den voet, in het volgende Reglement vervat. Art. I. De Revifien van Sententien en Dispofitien door het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten gevelt, of verleent, zal plaatshebben, in alle zaaken, niet rakende de invordering van's Lands Middelen (die in de Lyste der Irnpofitien zyn vervat, daar onder begreepen, ) zullende van de uitfpraken over deeze gevallen, gelyk als vooren kunnen geappelleert worden aan de Heeren Staaten van Vriesland. 1L Van deeze Revifie zullen nogthans daar te boven uitgezondert zyn, alle Sententien en Dispofirien , Interlocutie behelzende, of anders ten definitive reparabel; en de decifien van het Collegie, over de Sternminge of Qualificatie van de Volmagten ten Landsdage, en de validiteit van derzei ver Procuratien, van welke by continuatie geene Provocatie zal worden toegelaten. III. De  C 309 ) 1IT. De Revifie verleendt wordende, zal geene ftremnung van -executie daar docr geichiecen , voor zoo verre de zaak ten principalen is reparabel. IV. Dat die geene, die Re*ys wil vraagen, zu'x zal moeten doen binnen dertig dagen , na de gevelde en uirge"prokene Sententie, of de verleende en uitgegevene dispofitien, doende daar toe by requeste verzoek aan het Collegie binnen gemeld' n tyd , het welk daar op zal appoincleeren Prafentata in cas van Revys , dog zal de Verzoeker van Revys alvorens verpligtzyn, voor de kosten van dien, by provifie ter Secretarye van het Collegie te configneren eene fumma van duifent Caroli g" dens, uit welke geconfigneerde Penningen, de kosten over het Revys gevallen betaalt zynde, de Revident het overfchot derzelver wederom na zi*> z der Binnenlandfche Revifeurs zyn bepaalt , welke ook worden toegelegt aan de Leeden van het Collegie, die reeds zyn afgegaan, en volgens het XI Art van dit Reglement, tot deeze Befoignes moeten belchreven worden. XV11. Dat het Vonnis het welk in cas van Re vys wordt gevelt , zal ftand houden, zonder dat daar tegens eenig verder remedie van Regte zal worden toegelaten. X VIII. Dat eindelyk de kosten, fchaden, interesfen, vrugten, profiten en emolumenten, die in de eerste inftantie, of by deeze Revifie mogten worden geadjudieeert , by het Collegie alleen zullen worden getauxeert. En op dat niemant hier van onkundig blyve zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffi' geert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doer. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landlchaps-huis binnen Leeuwarden den 6 Maart 1775. I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. EW. v.PLETTENBERG. PLACAAT  ( 315 ) PLACAAT DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen> SALUT: In den gepasfeerden jaare hebben Wy, na den langdurigen en nauwkeurigen arbeidt, die op voorftel van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince Erf-ft adh ouder was aangewent, ter onderzoekinge en verbeteringe van's Lands Financien , met overleg en goedkeuringe van Zyne Hoogheid, ten opzigte van veele Middelen, verfcheidene veranderingen en fchikkingen vastgeftelt, die ter wegneminge van ingeflopene abuifen, ter betere invorderinge van de Lasten , en meerder opbreng van dezelve konden ftrekken. Ons oogmerk in deezen was, om daar door, zoo wel als door de befuiniging, die Wy op veele deelen der Uitgave met overleg als vooren hebben gerefolveert , eene proeve te neemen , of niet met de tyd, door die pogingen zoude kunnen te weege gebragt worden, eene vermindering der zwaare en drukkende Schulden , dewelke de hagchelyke en kostbare Oorlogen , in dewélke de Republyk voormaals is ingewikkelt geweest, en dus de nood ter tyden hebben doen opleggen , en nu nog de Nakomelingfchap -bezwaren. Rr ft Dog Ter vastftellinge der Middelen.  C 316* ) Dog zal dit heilzaam doelwit worden bereikt is ten hoogsten noodig, in dit begonnen Werk niet te verflauwen , maar rustig op den vastgeflelden voet voort te vaaren , en 's Lands Lasten dus te blyven heffen. Daar te boven is ons uit het onderzoek, het welk Wy door de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal hebben laaien doen , op den tegenswoordigen ffcaat van 's Lands Comptoiren eebleken , dat de Middelen nauwlyks kunnen goed maken de Uitgaven , die moeten gedaan worden met alleen ter betalinge der gewone Militie op dê Staaten van Oorlog flaande , ter voldoeninge der menigvuldige Renten der opgenomene Capitalen en van de kosten der Provinciale Huishouding maar ook ter opbrenginge van de Provinciale Quote in de Petitiën , die gedaan zyn tot het doen van Zee Equipages, ter beveiliginge van den Koophandel en Volkplantingen van den Staat, en die nu wederom moeten gefchieden, tot dekking van de Zeevaart tegens het geweld en de roveryen der Marokynfche Kapers; en welke Uitgaven nog zullen vermeerderen, als de voorgeftelde verfterking van 's Lands zwakke Land en Zeemagt tot ftandt koomt: Het is dan , om alle deeze redenen , dat Wy na rype deliberatie hebben goedgevonden en ge refolveert, gelyk Wy doen by deezen , dat alle de m.ddelen van Contribucie en Confumptie, die gedu-  ( 3i7 ) gedurende het jaar , lopende van May 1774 tot May 1775 , by verfcheidene Placaten zyn uitgefchreven en gevordert, zullen geheven worden op denzelvden voet , in het jaar aanvang nemende met den eersten May 1775 , en eindigende met den laatsten April daar aan volgende ; dat de betaling zal gefchieden aan dezelvde Comptoiren , waar op die Middelen thans zyn geasfigneert; En nadien het Perfoneel en Reël hier onder mede is begrepen, wordt volgens voorig gebruik toegelaten , in de Perfoneele Goedfchattinge te korten , het geen kan worden aangetoond aan Reël betaalt te zyn, ook wordt wederom aan die geene, die over den Aanflag waar mede op de Perfoneele Cohieren zyn aangetekent, zig bezwaart bevinden, de vryheid gelatsn , om zig onder Eede voor de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal te verminderen , indien op vier duizent Guldens en daar boven zyn Aangeflagen , eu wel op den 29 en 30 Augustus deezes jaars 1775. En ftaat iemant beneden deeze fumma ten Perfoneele Cohiere bekendt , zal hy zig by het Geregte der Grietenye of Stad, op welkers Cohier gevonden wordt, ten einde voorfchreven kunnen vervoegen , op den tyd die daar toe door het zelve zal worden vastgeffelt. Voorts vinden Wy wederom goed, dat de Ingezetenen die hunne Runderbeesten , aan de thans nog woedende Veepest hebben verloren, het verRr 3 fchul-  C 318 ) fchuldigde Hoorngeld voor ieder Beest, het welk van den eersten November jongstleden tot denzelven datum 1775 , zal zyn geltor ven , zullen mogen korten, des dat de Runderen, die thans reeds hebben verloren zedert den eersten November des gepasfeerden jaars, zullen moeten afgefchreven worden binnen drie weeken na de publicatie deezes, en die geene die nog mogten verliezen , binnen gelyke tyd na het Verfterf. En op dat de inhoudt deezes aan een ieder bekendt werde , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 6 Maart 1775. I. J. de SCHEPPER.Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE  C 319 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Rundvee worde toegelaten voor twee Maanden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren ieezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy wederom gelyk in vorige jaaren aan Onze Ingezetenen, die overvloed van Rundvee hebben, gelegentheid willende geeven, om zig op eene voordelige wyze van het zelve te ontdoen , hebben goedgevonden en gerefolveert, den Uitvoert van Rundvee buiten de Provincie toe te laaten voor den tydt van twee maanden, beginnende met den eersten April, en eindigende met den laatsten May deezes jaars ingefloten, en wel onder de volgende voorwaarden en bepalingen: Art. L Dat geen Runderbeesten zullen mogen worden Uitgevoert, die onder de twee jaaren oudt zyn. II. Dat de Uitvoert te Water niet zal mogen gefchieden , als uit de Havenen van Harlingen , Stavoren, Workum en de Lemmer. III. Dat de In, Over, of Verfcheping zal gefchieden in die Plaatzen by ligten dage, en in de tegenwoordigheid van twee Opfigters, die de Uit.. voert  C 320 ) 7nf|r,nVanRundlrb,eesten onder de twee Jaaren oudt, zullen moeten beletten. IV. Dat de Uitvoert te Lande ook wordt vrv- lSnd3,dP°g a,leen,by de BIesfe' en "ietalsVrbyv OoZer g hS1 ? de tege™°ordigheid van twee S£fIn ' ? 3lS V00ren °P den ouderdom der Beesten nauwkeurig zullen moeten toezien. uit de vL H 6 Kalveruen n°Sthans niet aIle*" veleSrt0w0orden.lten ^ ^ VI. Dat van ieder Beest of Vet Kalf, boven het l7Z\PaSrrëSg1ld ' by den Uitvoert zal worden L MMHm ?aroll-§ujde^ door de Collecleur van dat Middel in te vorderen en te ontvangen. «f,ir f Vitvoe" van Beesten onderneemt of volvoert, zonder deeze belasting te betalen, of Runderen onder de twee jaaren oSdt, of uit andere Havenen en Plaatzen Uitvoert of tragt uit te voeren, zal verbeuren hondett Caroli- guldens voor !! er Bf!« of Vet Kalf, met confiscatie dier Jee" ten en Kalveren , mitsgaders der Scheepen of andare Inflrumenten, waar mede dit wordt ondernomen, alles ten profite van den Officier die de Calange doet, voor de eene helfte, en voor de Aanbrenger voor de wederhelfte: En worden de Commifen van 'sLands Middelen gelast, aan de Executie deezes de hand, en de Opfigters tot hun pligt VIII. Dat  ( 321 ) VIII. Dat met den eersten Junius 1775 de Uitvoert van alle Rundvee wederom wordt gefloten en verboden, by de poenen, in vorige Placaten daar op vastgeftelt. En zal deeze , tot een ieders narigt , alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps • huis binnen Leeuwarden den 10 Maart 1775. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLICATIE Tot Uitvoert van Hooy en Stroo voor de tydt van twee Maanden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren Ieezen; SALUT: Doen te weeten: Dat Wy» S s uit  uit aanroerkinge van den overvloed van Hooy en Stroo, die in zommige Diftriéten der Provincie in voorraad is, en op dat de Ingezetenen binnen Lands zig daar van op eene voordelige wyze zullen kunnen ontdoen , hebben goedgevonden en gerefolveert , den Uitvoert van Hooy en Stroo open te ftellen , gedurende den tydt van twee maanden , beginnende met den eersten April, en eindigende met den laatften May 1775 ingefloten , na welke tydt de Uitvoert van dit Produel: wederom wordt verboden, by de poenen in de Publicatien van den 3 July 1771 en 15 May 1772 vastgeftelt. En op dat niemandt hier van onkundig zy, zal deeze alomme worden gepubliceert en. geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 Maart 1775. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTE'NBERG. PLACAAT  C 323 ) P L AC A A T Behelzende eenige verbetering in het Placaat op het Collateraal. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat de Heeren van Onze Provinciale Rekenkamer aan Ons hebben vertoonde, dat in de executie van het Placaat op de Collaterale Succesfie de dato den 6 May 1774) eenige zwarigheden voorkwamen, ter wegneminge van dezelve voorflaande deeze en geene veranderingen en bepalingen, ter bereikinge van dat oogmerk gefchikt. En nadien aan Ons by onderzoek van de voorgeftelde bedenkingen is gebleken, dat zoo wel in dit als de vorige Placaten op dat Middel geëmaneert, zig eenige duifterheid of ftrydigheid in zommige Articulen opdoet; Zoo is het, dat Wy hebben goedgevonden de volgende veranderingen vast te ftellen: I. Dat het XX V. Articul van het laatst gepubliceerde Placaat in deeze bewoordingen zal worden vervat: De Gerechten zullen van de gedane aangevingen , en overgeleverde Staten en Inventaris/en houden pertinent Ss 2 Regis-  C 324 ) Register, behelzende onder anderen de tyd van het verfterf des Erflaters, en de naam en woonplaats der Erfgenamen , en daar uit binnen de eerste veertien dagen van de maand, volgende op die in welke het Inventaris is gelevert, overzenden eene Geregtelyke geauthentifeerde Copia van dat Inventaris aan 's hands Rekenkamer , waar van het Copiegeld door den Erfgenaam of Erfgenamen zal worden betaalt, na den voet van 's Lands Ordonnantie, dog na het getal der Bladen van het overgeleverde Inventaris van de Erfgenamen; En indien de overzending wordt verzuimd, zullen de Gerechten verbeuren telkens 50 Goudguldens1, ten prof te van den Aanbrenger , en in te vorderen volgens het Vlorfchrift van bet XI11. Articul. Dat de Rekenkamer daar van vervolgens mede Ccpie zal geven aan de Ontvanger Generaal der Losfe Renten, die gelast wordt, de Penningen op dit Middel ontvangen, in zyne halfjarige Rekeningen in eeU apart Capittel te verantwoorden. II. Dat in plaatze van een jaar binnen welke de Buitengezetenen de aangeving van het Collateraal moeten doen, in het vervolg alleen, daar toe aan hun. vergundt wordt de tyd van tien maanden , en het XI. Articul in zoo verre verandert. III. Dat'in igevallen in welke niet telkens ten Placate is herhaaldt, ten wiens voordeele, de verbeurde boeten zullen worden geconverteert, dezelve zullen koomen ten profite van den Aanbrenger. IV. Dat  ( 325 ) IV. Dat als de Aanbrenger geen particulier Perfoon is, maar de ontdekking ratione Officii gefchiedt, de boeten zullen worden geconverteerdt ten voordeele van den Lande. En op dat niemant hier van onkundig blyve , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Lanulchaps- huis binnen Leeuwarden den 13 Maart 1775. I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PLACAAT Ter vervroeginge van de Befchryvinge van het Reél en Perfoneel &c. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen tg weeten: Dat de Ss 3 Stervte  < 3*6 ) Stervte van het Rundvee, die in zoramige Diftricten der Provincie zig doet gevoelen, aan Ons genoegzame reeden geevt om te dugten, dat de tauxatien, die volgens het Placaat van den 6 May jongstleden by de aanftaande Opfchryving van het Reel moeten gefchieden, van de Vastigheden, die door de Eigenaren zelve gebruikt worden, wat laag zullen uitvallen ; En vermits nu in het bovengemelde Placaat geen tyd is bepaalt, gedurende dewelke met by die tauxatie zal moeten verbiyven ; Zoo ts het dat Wy hebben goedgevonden, dat dezelve voor dit maal , alleen zullen ftaqd houden eten tyd van vyv jaaren. Ook hebben Wy gerefolveert dat de Geregten voor dit jaar, de gewone tyd van de Befchryvïnge met alleen van het Reël , maar ook van het Perfoneel en de Speciën (dewelke doorgaans te gelyk gefchiedt) zullen mogen vervroegen, en daar mede een aanvang maaken aanftonds na den 14 Mav aanftaande, 3 Wyders fhtueeren Wy, dat wanneer de Opfchryving der Speciën voor den 14 Junius (het termyn in het eerste Articul van de Ordonnantie op dat Middel voorgefchreven) begint, de Ingezetenen binnen veertien dagen na de gedane Aangeving, hunne abuizen zullen mogen verbeteren; en in dit geval daar toe geen vryheid hebben tot den 1 July, de tyd by de Wet bepaalt. En  c 3*r ) En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 17 Maart 1775. L J. de S C H E P P E R Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG- PLACAAT Ter nadere Zetting op het Roggen Brood. JP|E Staaten van Vriesland allen JL/den geenen, die deezen znllen zien-of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat aan Ons voorgekomen zynde de klagten van veele Bakkers, zig bezwatende over de Zetting van het Roggen Brood , zoo als die by ons Placaat van dén ia Maart 1773 is gereguleert, als nadelig- voor hun*ne Hanteringe, zoo .hebben Wy goedgevonden Onze Welmeininge dien te neffens-nader en duidëlyi* ker te verklaren op de volgende wyze; Wy vilden namelyk goed en ftatueren by deezen , dat als' het Last Rogge geld 5.5 Goud-guldens, het gehele  C 328 ) Ie Roggen Brood wegende ellef Ponden, een vierde Pond onbegrepen, met alle Lands Impofitie op het Gemaal daar by gerekent, zal moeten verkoet worden voor vyv Stuivers agt Penningen. Als de Rogge geld. 65 Goud-guld.; voor : . 6 - • • • ... 75 6 - 8 - " ' * *5 • - 7 ■ : °5 : ■ 7 - 8 io5 : - 8 - : llS : - 8 - 8 125 : - 9 . . • . • • • '35 : - 9 . 8 *45 : - 10 - : • ' * • ' 155 : - 10 . 8 l65 L75 : - 11 - 8 ï85 : - 12 - : I05 : - 12 - 8 • ' ' ' • 2°5 : - 13 - : En gebeurt het dat tegens vermoeden, de Roege onder de vyv en vyvtig Goud-guldens daalt , ot boven de twee hondert vyv ryst, zal in het eer fte geval voor ieder tien Goud-guldens het gehe le Roggen Brood met een halve Stuiver vermindert en in het laatste telkens na die proportie op de' zelvde wyze verhoogt worden; terwyl Wy voor het overige  ( 3*9 ) overige in alles verblyven by den inhoudt van Onze Publicatie boven gemeld, met last aan alle de Officieren en Magiftraten om aan de executie van dien de handt te houden. En op dat deeze tot een ieders kennis koome , den aI°mme PubIicatie e« a^xie gefchie- Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 17 Maart 1775. I J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Veste, Lieve, Bezondere! F)E Edele Mog. Heeren Staaten JL>r Onze Hooge Principalen, by Refolutie hebbende goedgevonden, ter voorkominge van de Pra. fcriptie van de Fraudes , die ontrent het Middel der Vyf Speciën, May 1773 ingegaan, en op gelyken tyd 1774 verfchenen, om Ons te authorifeeren, ten einde ordre te ftellen, dat alle die geene, Tt dewelke  ( 330 ) dewelke bevonden zyn voor May 1774 zig fchuldig gemaakt te hebben aan het verzwygen of frauduleus aangeven hunner Speciën, door de Commifen der Diftriéten gedagvaard worden voor de refpeétive Geregten, en dan de zaak gecontinueerd, onder het middel van dezelve Citatie , voor den tyd van agt weeken; Zo hebben Wy nodig geoordeelt, en goedgevonden UE. daar van by deezen niet alleen te informeeren, maar ook teffens dat Wy den Hooft - Commis Extraét van deeze Refolutie hebben ter hand gefield, met last, om van den inhoud daar van de Commifen der Diftriéten kennisfe te geeven, om dusdanige Aótien uiterlyk voor den 16 April aanftaande voor de refpective Geregten aan te ftellen , ten einde zo 'er zodanige gevallen in UE. Diftriót of Stad mogten gevonden worden, te kunnen dienen tot derzelver narigt, en om zig in de behandeling daar van hier na te reguleeren. Waar toe Ons verlatende , bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 21 Maart 1775. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. PUBLICATIE  PUBLICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nas/au, Sc. Sc. Sc. ALlen den geenen, die deezen zullen zien of hooren lezen, SALUT; Doen te weten: Alzoo door het Jagt Gerichte in Vriesland aan Ons is voorgedragen, dat, zoo door de veelheid der Jagten, als het niet ontdekken der menigvuldige Stroperyen, en het aangroeyen van het Ichadelyk Gedierte , de Haas in dezelve Provincie zodanig van jaar tot jaar is vermindert, dat het te vreezen ftaat, dat dat zoort van Wild, zoo daar omtrent geen voorzorge word gebruikt, geheel en al zal worden vernielt en uitgeroeit; Zoo is 'r, dat Wy, tot voorkoming van 't zelve, en om de Jagt te conferveren, abfoluit noodig geoordeelt hebben , dat dezelve niet alleen op de Kley, alwaar een Vryjaar is , maar ook in de Wouden, en due over de geheele Provincie door Ons gefloten, en het Jaagen op Haas niet alleen, maar ook op Patrys en ander zoort van Wild , hoe genaamd, zonder onderfcheid, het zy met Honden, Snaphaan, Vuik of andere Inftrumenten, werde verboden, gelyk Wy doen by deezen , en zulks by provifie voor een jaar, in te gaan met het aanftaande Jagt Saizoen, Tt a op  C 332 ) op een boete van vyftig Goud - guldens voor ieder ftuk Wild te verbeuren by die geene, die contrarie deezen zal koomen te doen en te handelen; dog alzoo het te vreezen ftiat, dat door dit Generaal Verbod het Wilt Gevogelte, als Ganzen, Enden, Smeinten en diergelyke te zeer zal vermenigvuldigen , inzonderheid in de Wateren en Buitendyks Landen deezer Provincie , en dus tot ruine veeier Landen, en overgrote fchaade aan Eigenaars en Meyers van dusdanige Landen zoude kunnen verftrekken; Zoo is het, dat Wy dit te vreezen nadeel der goede Ingezetenen deezer Provincie, zoo veel mogelyk willende voorkomen ,' goedgevonden hebben , om het fchieten van Ganzen , Enden , Smeinten en ander Water Gevogelte hier van te eximeeren, en by continuatie te permitteeren, gelyk Wy doen by deezen , des zig in alles gedragende na den inhoud van het Jagt Reglement, by Ons geëmaneert op het fchieten van Ganzen en Enden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude konnen pretendeeren, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is zulks te doen. Gegeven in 'sGravenhage den 9 May 1775. W. Pr. v. ORANGE, (L. S.) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. T. j. dk L A R R E Y PUBLICATIE  C 333 ) PUBLICATIE Tot Interpretatie van het dertigste Articul van het Reglement Reformatoir. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erv - fladhouder by Misfive van den 12 April jongstleden, Ons heeft verzogr, ter kennisfe van de Ingezetenen te willen brengen , eene Interpretatie en Ampliatie van het dertigste Articul van het Reglement Reformatoir van Zyne Doorlugtigste Hoogheids Heer Vader, (glorieufer gedagtenisfe) dewelke Zyne Hoogheid om moverende redenen gemeent hadde te moeten doen, en vast ftellen, en zynde van den volgenden inhoudt: Dat wanneer een MagiJJraat of Geregte eenige Dis* pofitie, Refolutie of Ordonnantie emaneert , zvelke by haar als Politicq en Domeflicq wordt geconfidereert, en dat, hoe zeer by dezelve aan de daar by geinter esfeer de Partyen op dat fundament Prdefentata en Apostelen zyn geweygert, en zy des niet tegenftaande zig aan den Hove addresferen, om hun bezwaar voor te draagen het Hof wel bevoegt is, om \het berigt van die Magifraat of dat Gersgt te requireren, dog dat, wanneer by dat berigt Tt 3 koomt  C 334 ) koomt te blyken, dat die Magiftraat of dat Geregte perfifteert by haar fenthnent \ dat de zaak mere Polvicq en Domefticq is, en dat zy daarom van intentie is, om de decifie van Ons of van de Erv • ftadhouderen in der tydt te vraagen, geenzints aan den Hove vry ftaat, om verder te procéderen, maar dat zy als dan Onze decifie zal moeten afwagten: En zal een Geregte binnen veertien dagen , na dat het zelve zal gedeclareert hebben deszelvs intentie , van zig aan Ons te addresferen , dit ejfeclive moeten doen en in het werk ftellen , en het Hof by Misfive daar van informeren. En op dat de inhoudt deezer Interpretatie en Atnpliatie tot een ieder kennis koome , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 May 1775. I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v.PLETTENBERG. PLACAAT  C 335 ) PLACAAT Ter Veranderinge der Ordonnantiën op de Irnpofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat. Wy op het ontvangen Rapport van de Commisfie tot de jaarlykfche Revifie van de Ordonnantie op de Irnpofitien gedecerneert, en na ingenomene Confideratien van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erv-ftadhouder, goedgevonden hebben , de volgende Verandering in die Ordonnantie temaaken. generale ORDONNANTIE. Dat agter de Ampliatie in den jaare 1771 by het i34fte Articul ge voegt , zal geplaatft worden de volgenbe Periode : Dog dat driefoud zal alleen plaats hebben omtrent Sluikeryen te Water , op de er* dinar is Havens en Rheën geperpetreert. Dat het 45de Articul deezer Ordonnantie opi de ifte of 2de regel, zal worden geamplieert met de naam van Beyzeit; dewyl aan deeze de vryen h> voert van twee duizent Ellen Doek tot Kamerbehangzels jaarlyks is toegeftaan, op den zelfden voet als aan Heymans, Rofenberg en Nicolai is vergundt lake!  ( 330* > .LAKENEN. Dat het 5de Articul van dit Middel Van daar wordt geligt , en in de Generale Ordonnantie tusfchen het 6de en 7de Articul geplaatst, om dus van een algemeen gebruik te zyn. HAVEN SPECIËN. Dat de Cryze Papieren, en het Bord Papier by den Invoert worden bezwaart , met vier Stuivers per Riem, gelyk als dit in den jaare 1773 ten opzigte van de Grauwe is vastgefteld. ZOETE WAAREN. Het 17de Articul zal verandert, en dus gefield worden: Van het duizent Lynkoeken, wegende ongeveer twee Ponden ieder, twee Guldens tien Stuivers, en van de Hennip en Raapkoeken , zoo zwaar als boven , een Gulden vyf Stuivers, en van het meerdere gewigt na advenant. B E E S T I A A L. Dat de Periode in het 4de Articul voorkomende, en^beginnende: Een Eigenaar zyn Varken, dat zelve Sc , op de volgende wyze wordt gefield: Een Eigenaar zyn Varken, dat zelfs gemest heeft, den tyd van drie Maanden, zullende jlagten , zal kunnen Sc. GEMAAL.  ( 337 ) GEMAAL. Dat tusfchen het i8de en 19de Articul zal worden geplaatst het volgende: En zal het Meel niet alken hy de Maat, maar ook hy het Gewigt mogen verkogt worden. Het 29fte Articul wordt in deezer voegen geamplieert: Een Bakker te gelyk Molenaar zynde , voor hoedanige in alle gevallen gehouden zullen worden die geene, die hun Bakkery of Molen aan een ander hebben over gedaan, zoo maar die Bakker of Molenaar een dier Ambagten by of omtrent de Molen blyft exerceren, vermag geen Brood VYF SPECIËN. Dat tusfchen het 3de en 4de Articul dit volgende zal worden geplaatst : En worden de RefpecJive Geregten der Landen en Steden geauthorifeert , om de AÏÏien die over het verzwygen der Speciën voor hun. ne Rechtbank zyn of zullen worden aangefteld, tegens Perfoonen die wegens onvermogen de verbeurde Boeten, mitsgaders de gevallene Kosten niet kunnende voldoen , in cas van rigeur aan Executie zouden bloot ftaan, by compofitie uit den weg te ruimen , en de Breuken na. mate van de toeftand en omftandigheden van de Schuldige te verminderen; dat egter deeze compofitien niet zullen mogen gemaakt worden, als in tegenwoordigheid van de Commis van het JDiftriB, die binnen tien dagen na Vv het  C 338 ) bet maaken van de compofitie, zyn bezwaar daar over by Memorie aan het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten zal mogen voordragen, des dat hy aanftonds by bet afdoen der zaake, aan het Geregte verklaar e, dat daar in niet kan berusten; Dat verders de Heeren Ge. deputeerden die Memorie van den Commis zullen feilen in handen van het Geregte, om daar op binnen een kort termyn te berigten, en na het ingekomen berigt, en het neemen van de verdere nodige informatien, dit gefchil de plano bejlisfen en afdoen. SCHOORSTEENGELDEN. Tusfchen het 5de en 6de Articul wordt dit nieuwe ingevoegt: Indien de Huurder zyn aandeel binnen het termyn door de Wet bepaald niet voldoet, en de Executeur na het aanwenden van genoegzame devoiren, verklaart, volgens het voorfchrift in bet i6fte Articul vervat, dat hy zon. der ruine der Debiteuren dit aandeel niet kan bekomen m dus dit Schoorfleengeld door het Geregte als een Infolvent Rest zoude moeten aangenomen worden ; zal in zulk een geval de Eigenaar tot de betaling van het ge. beele Schoorfleengeld verpligt zyn, ten waare hy de huur van het lopende jaar remitteerde , m daar van genoegzaam geblyk aan de Geregten vertoonde, die dan zorge zullen moeten draagen, dat op de Restcedullen bier van behoorlyk melding werde gemaakt HOOFD-  ( 33£ ) HOOFDGELDEN. Dat agter de woorden ofte in Guarnizoen leggende, op de negende regel van'het ifte Articul ftaande, zal worden gevoegt: En vast Officiers Traclement trekkende. Agter het 5de Articul wordt gefteld : En zullen de Vrygezellen , die by hunne Ouders inwonen met het betalen van half Hoofdgeld niet kunnen volftaan, als de laastgenoemde op geheel ftaan aangetekend. En zal deeze tot een ieders narigt alomrne worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert en gearre* fleert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 11 May 1775. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. e vu x 0900 0:! »nun Vv & PUBLICATIE  PUBLICATIE Wy WILLEM, by der Gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, Sc Sc Sc Mitsgaders T^E Gedeputeerde Staaten van JL^ Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT, Doen te weeten: Alzoo de Edele Mogende Heeren Staaten Onze Hooge Principalen, Hoogst derzelver ferieufe attentien hebben laaten gaan , en tot een object hunner deliberatien gefteld, het geene ter bevorderinge der Waterlosfingen, en ontlasting van het overtollig Binnenwater in deeze Provincie zoude kunnen verftrekken, en Ons de executie daar van op 't ernftigste gedemandeert. Zoo is 't, dat Wy om aan deezen last te voldoen , en ter bereiking van het bedoelde einde , hebben goedgevonden de refpective Gerechten van Grietenyen en Steden door deezen te ordonneeren ende te gelasten , om alle Vaarten in hunne Diftriclen , tot Waterlosfingen dienende, zorgvuldig van alle Visfchutten, Watergewasfen, en van al het geene ter belemmering der uitftrominge kan dienen, te doen zuiveren, en zonder conniventie in deezen  C 341 ) deezen het gemeene welzyn te bevorderen, en hunne Ingezetenen hier in tot hun pJigt te houden, en op 't ernftigste te cor>ftringeeren, op dat Wy niet mogen genoodzaakt worden omtrent de nalatige in deezen ten nadeele te difponeeren , en zulks ten hunnen kosten dadelyk te effeétueeren. En op dat niemand hier ontrent eenige onkunde voorwende, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert, want Wy zulks tot welzyn van den Lande alzoo verflaan hebben te behoren. Aldus gerefolveert op het Collegie binnen Leeuwarden den 5 July 1775. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, E. S. G. J. v. B. REINIGERS, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. Vv 3 PUBLICATIE  C 342 ) PUBLICATIE Tot vcranderinge van 't 59 Articul van het Reglement, rakende de Houtvesterye in de Provincie van Vriesland, geëmaneert den 18 April 1771. Wy WILLEM, by dér gratie Gods, Prince van Grunge en Nas/au, Sc Sc Sc. Mitsgaders LIEUTENANT HOUTVESTER ïn MEESTERKNAPEN in het Jagt-Gerecht van Vriesland. ALlen den geene, die deezen zullen zien of horen leezen , SALUT; Doen te weten : Alzoo de ondervinding heeft geleerd , dat de bepalinge van het begin der ZwaaneJagten in ieder jaar , by het 59 Articul van het Jagt- Reglement van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den 'Heere Prince Erf - Stadhouder Sc Sc Sc, in dato den 18 April 1771 aan inconvenienten is onderworpen, door dien dikwils de Zwaane- Jagt geopend word ter middernagt, en wel eerder , voor den 1 O&ober; waar door gelegentheid gevonden word, om  C 343 ) om in dien nagt, en in andere nagtên onbetamelyk en clandeftin te Jaagen in de Zwaane-Jagtvelden, een andere toebehorende, en tot het plegen van andere ongeregeltheden. Zoo is V, dat het voorfz. -59 Articul van gemelde J^gt-Reglement, op fpeciale aurhorifatie en in naame van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf - Stadhouder Sc Sc Sc , volgens ingekomen Misfive van den 14 September deezes jaars word verandert, en het zelve aldus gealtereert: Art. L I X. „ Geene Jonge Zwaanen zullen mogen worden gejaagt „ door Perfoonen die het regt tot de Zwaane - Jagt heb„ben voor den 1 Oclober; en zal de Jagt niet anders ,, mogen worden geëxerceert, dan 's morgens niet vroeger „dan een uur. na Zonnen opgang, en 'savonds niet laa„ter dan een uur voor Zonnen ondergang, by poene, dat „ die geene , die voor den voornoemden tyd van den „ 1 O clober , of *s morgens of 's avonds , voor of na „Zonnen op of ondergang zig mogte verfouten, voor„ zeide Zwaanen te jaagen of vangen; zullen vervallen „in de boete van vyf en twintig Gouden Vriefche Ry„ders, te appliceren een derde voor den FiscdU een derde „voor den Aanbrenger, en een derde voor den Armen „daar het delict is gefchied, En  C 344 ) En op dat niemant hier van eenige ignorantie zal kunnen voorwenden, zal deezen worden gepubliceert en geaffigeert ter gewoner plaarzen. Aldus gerefolveert by 't Jagt-Gerecht van Vriesland binnen Leeuwarden den 23 September 1775. CHARLES BIGOT, Ter Ordonnantie van voorfz. Gerechte JOH. W E S S E L I U S. Veste, Lieve, Bezondere! WYhebbengoedgevonden, UE. uit hoofde van Ons daar toe moverende redenen , aan te fchryven en te gelasten, om zodanige Perfoonen, in UE. Diftrid of Stad gevonden wordende, dewelke in den voorleden jaare van de maand May 1774 tot den jaare 1775 de aangevinge der Vyf Speciën kwalyk en te onregt hebben gedaan , en daar over volgens Onze dispofitie voor UE. Geregte of Stad zyn geaclioneert, en in de geftatueerde boete gecondemneerds én dewelke in deezen jaare op nieuws, op vorige voet en na oude gewoonte  C 345 ) gewoonte de aangevinge hunner Speciën hebben gedaan , omme dezelve wanneer zig aan UE. mogten koomen te addresferen, met verzoek om redres in deezen, als dan, zulks niet alleen te accepteren, maar ook by ieder post in de Specie Cohieren daar van meldinge te maaken, en aantekeninge te doen. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 10 November 1775. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. Veste, Lieve, Bezondere! ITEt voorgevallene, en de geJL beurtenisfen in het laast afgelopen jaar, zo in dit Weerelddeel als ook byzonder in deeze Republycq , leveren Ons allezins overvloedige ftoffe op ter nafpeuringe en. aandenken, aan de zonderlinge en zigtbare blyken van de Goedertierentheden en Weldaden des Allerhoogsten, en van zyne gunstryke Voorzienigheid , zo ontrent den Staat als ook van deeze Onze Provincie. Xx Onze  ( 34<5 ) Onze Rust, Vreede en Veiligheid dog is beftendig gebleven, de Vryheid befchermd, de Godsdienst bewaard, Onze Welvaart niet afgenomen; van Schaden , Rampen en Wederweerdigheden , die andere Onzer Landgenoten drukken en ondervinden , bevryd, onder een genot van groote en onfchatbare Voorregten, welkers gemis niet anders dan een akelig vooruitzigt, en deerniswaardige gevolgen, na zig kan en moet fleepen. Men ftelle zig flegts voor oogen Landen en Koningryken, of waarin 't vuur des Oorlogs brandt, of waar in inlandfche Beroertens en verdeeldheden gevonden worden, of waar in de Onderdrukking en Overheerfching plaats heeft, of waar in de Godsdienst geketend is, en blyft aan banden van Tirannye en Slavernye. De befchouwinge verders van de rampen en ongevallen , deezen Republycq, Onze Buuren en Bondgenoten overgekomen door den laatften Storm, waar door zo veele Landen en Plaatzen door de inbreuk der Dycken, als zynde niet beftaanbaar tegens zo eene hooge Watervloed , als by menfchen geheugen gebeurd is, en tegens de woede der Zeegolven, zyn geinundeert geworden. En waar door veele der Ingezetenen niet alleen van goed, bloed, ja leeven zyn beroofd geworden, maar waar door den Handel en Zeevaart, die voorname Zenuw van den Staat, ook een zeer gevoelige fchok heeft gekregen. Zo  ( 347 ) Zo kan zulks niet anders dan indruk maaken op 'tgemoed van ieder regtgeaard Nederlander, en doen deelen in 't ongeluk en de rampfpoeden van andere , en Ons voorregt boven dezelve aanmerken en erkennen. En hier van is ook deeze Onze Provincie bevryd gebleven, niet tegenftaande op veele Plaatzen zulks zeer hagchelyk en gevaarlyk heeft geftaan, en merkelyke en groote fchaaden aan Dycken , Palagie , Haven en Sluiswerken heeft veroorzaakt, waar toe om dezelve te repareeren, en wederom in een goeden ftaac te brengen, aanzienlyke fommen worden vereischt, en geene geringe kosten zullen moeten worden geimpendeert, zo in de Provinciale als ook in de Particuliere Contributien en Huishoudinge. Niet tegenftaande deeze Onze Provincie door Gods goedheid in het bovengemelde boven hunne Naburen niet weinig is bevoorregt en bewaard , zo ondervind dezelve niet te min ook thans wederom op eene zonderlinge wyze Gods bezoekinge, in de ziekte en fterfte onder de Rundvee , die op zommige plaatzen zoo fterk grasfeerd als dezelve in jaaren gedaan heeft , en waar door een veel grooter getal Beesten in 't algemeen worden weggerukt , dan wel in vorige jaaren deezer gedugte Plaage. Dit zo kortelyk aangaande den toeftand van tyd en zaaken, waar in Wy verfeeren, hebbende aangemerkt , zo zouden Wy moeten overgaan ter befchouwinge van dat geene , het welk daar in ten Xx £ alge-  ( -348 ) algemenen nutte en welzyn zo van den Republycq, als ook van deeze Provincie, onder Gods zeegen zoude kunnen verftrekken. Vermits deeze is dienende, omme aan de Hooge Regeering van dit Ons lieve Vaderland te herinnëren, en te bepalen den tyd, dat zulks in ernstige overweginge worde gebragt, en op eene ferieufe wyze hier over gedelibereerd, by 'sLands Wetten vastgefteld. Dog vermits zulks jaarlyks van Ons geëischt word, en Onze pligt uitmaakt, en Wy Ons meermalen by eene gelegentheid als deeze, daar over in het breede hebben uitgelaten. En de Middelen, welke kunnen dienen tot groey en bloey, aanwas, beveiliging en verdediging, bewaring en herftelling zo van den Staat in 't gemeen , als ook van ieder Proviucie in 't byzonder al meerendeels dezelve zyn, en de applicatie daar van, na maate de tyds omftandigheden vereisfchen, alleen af hangd , en Wy buiten ftaat zyn telkens nieuwe aan de hand te geeven , zoo zullen Wy Ons thans vergenoegen met alleen te remarqueeren: Dat de zorge en bekommernis van 's Lands Hooge Magten in dit gewrigte des tyds , zig voornamelyk zal moeten uitftrekken, om met communicatie en overleg van den Doorlugtigen Erf-ftadhouder, die onder den zwaaren en moeylyken last der Regeeringe , egter geene gelegentheid laat vooby gaan , om op een zigtbare wyze te toonen , hoe zeer  ( 349 ) zeer Hoogst deszelfs attentie gevestigd is op dat geene , het welk tot den welvaart en behoudenis van Land en Kerk, en den welftand der refpeclive Provinciën kan dienen. Als zeggen Wy, om dat geene aan te wenden en by der hand te neemen , het welk onder den Goddelyken zeegen nuttig en dienstig kan zyn tot confervatie der Vreede, en moreele veiligheid van den Staat, tot aanwas en bloey van dezelve , en ter vermeerdering van het publycq en particulier Credit, zo in de algemeene als domeftycque Huishoudingen. In de culture en onderhoudinge van een goede harmonie en vriendfchap met andere Mogentheder* en Geallieerden van den Staat, in het aanhouden en op de been brengen van een genoegzaam aantal van Militie, ter verdediging en beveiliging van den Republycq , in het uitrusten van een convenabele Vloot of Equipage ter Zee , ter dekking en confervatie der Navigatie en Commercie , in het bevorderen en favorifeeren van alle nuttige Konsten en Wetenfchappen , in het betragten van een exacte en ongeintresfeerde Mesnage in en op alles, in het aflosfen en betalen van vooren opgelegde Schulden, in het contribueren van dat geene, het welk dienftig en nuttig kan zyn voor 't Financiële weezen, in de Lasten getrouwelyk en conform 's [Lands Wetten aan te geeven, betalen en invorderen, en wat dies meer is. Xx 3 Alle  C 350 ) Alle zaaken zeer esfentieel , en gefchikt in een welgereguleerde Republycq.. en Burgerftaat, als ook in ieder Provincie in 'c byzonder , dewelke Wy maar mee de vinger hebben aangeroerd. Zynde de Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden jaarlyks ook gewoon , dat geene , het welk ter defenfie en beveiliging van den Staat, als ook tot aanwas, luister, groey en bloey van dezelve kan ftrekken, in een helder dagligt te ftellen , en volgens Hoogst derzelver bekende yver en oplettentheid voor 's Lands welzyn , aan te dringen in eene Generale Petitie der Confenten, ter geleide van de Ordinaris en Extraordinaris jaarlykfche Staaten van Oorlog , en het defeéhieufe hier inne na tyds gelegentheid, gelyk ook ontrent der furnisfementen van de gedragene Confenten, aan ieder der Provinciën nauwkeurig onder het oog te brengen ; wordende deeze Petitie en Staaten gefecondeert door eene ernstige en nadrukkelyke Misfive van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal deezer Vereenigde Nederlanden. Wy zullen derhalven deezen befluyteu met aan last en pligt te voldoen, en den ordinaris Landsdag voor eeezen jaare 1776 wederom uitfehryven en fixeereii op Maandag den vyfden February eerstkomende. Verzoekende en ordonneerende UE. Amptshalven , hier af in tyds kennisfe te laatea toekomen aan de refpeftive Volmagten van Uwen Bedryve , ten  ( 35i ) ten einde zig alhier in de Stad op eene behoorlyke tyd, en ter Vergaderinge mogen fifteeren, om na aanhoringe der Propofitie, op vorengemelde Petitie en Staaten van Oorlog, en andere voor te ftellene zaaken , met en benevens de andere 's Lands Volmagten , dat geene te beramen en uit te voeren , 't welk ten meesten nutte en dienste van Land en Kerk , en confervatie der dierbare panden van Vreede , Vryheid en Godsdienst zal worden vereischt. Te weten, dat de ilemminge zal moeten gefcheden &c. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 3 January 1776. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, N. A R N O L D I, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKEL PUBLICATIE  ( 35^ ) PUBLICATIE Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nas/au, Sc Sc. Sc Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren lezen, S AL UT; Doen te weeten: Alzo de befmettelyke Ziekte onder het Rundvee in deeze Onze Provincie niet alleen nog dageJyks continueerd , maar ook zig meer en meer verfpreid, en veele Beesten daar door worden weggerukt en llerven, en Wy geinformeerd zyn, dat 'er in zommige Diftriélen zeer onordentelyk gehandeld word met het begraven en behandhavenen derzelver, en wel door het in 't water fmyten van Krengen, Intasten of andere gedeeltens van zodanige Beesten, zeer ftrydig niet alleen tegens alle goede ordre in den Lande, maar het welk ook oorzake zoude kunnen geeven ter vermeerdering deezer befmettinge; Zoo is 't dat Wy hier in hebbende willen voorzien, en onder den Goddelyken zeegen voor zo veel mogelyk zulks zoekende voor te koomen, hebben goed^ .gevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen door deezen: Eerftelyk , Dat alle de Ingezetenen en Veehouders in deeze Provincie verpligt zullen zyn de verftorvene Beesten binnen den tyd van vier uuren na  C 353 ) na t Verfterf te begraven op hunne eigen Landen ,' of Landen by hun gebruikt, ten minften ter diep.' te van twee voeten onder de Aarde. Ten Tweeden, Dat van deeze verftorvene Beeften niets zullen mogen overhouden dan voor eigen Confumtie, van dezelve niet verkopen, of en Overdaad, zo wel als de Losbandigheid in grondbeginzelen en in Zeden, waar over zedert zo lange te vergeefs geklaagt is. Het was te wenfchen, dat een heilzame vrees aan alle de Inwoonderen konde worden ingeboezemd, en dezelve daar door bewogen om zig tot den Heere te wenden, met gevoelens van erkentenis en verootmoediging , overeenkomstig met de voordelen die zy ontvangen , en het zondig misbruik 'tgeen zy daar van gemaakt hebben. En het is tot dat einde, dat Wy goedgevonden hebben uit te fchryven eene algemenen DA N KVAST- enBEEDE- DAG over alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, tegens Woensdag die weezen zal den 2iften February eerstkomende, om ten zeiven dage in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden en groot te maaken, het Gebied van zyne Voorzienigheid te erkennen, en Ons en Ons Land aan zyne Almagtige befcherming op te draagen; om met dankbare harten te pryzen de wonderen van zyne Goedheid , en te bidden om de aanhoudendheid van dezelve; om te fmeeken, dat Hy Ons in Genade wil aanzien , en van Ons afwenden alle verdere onheilen en zwarigheden, die Ons door Stormwinden en Watervloeden, of op andere wyzen zouden kunnen overkomen; en einde]yk eens te doen ophouden de Sterfte onder het Rundvee, waar door Onze Welvaart vermindert en uitteert; en om voorts met een waar berouw en Yy 3 leed-  C 358 ) leedwezen, belydenis en afftand doende van Onze Zonden en Onvertredingen, derzelver vergeving af te bidden, te gelyk met den Goddelyken byftand, ter verbetering en bekeering van een zondig Land. In het byzonder zyn Wy verpligt by deeze gelegentheid den Goddelyken Zegen af te fmeeken over de Perfoonen en Regeering van de Hooge Overigheid des Lands: Dat God alle hunne ondernemingen en raadflagen wil voorfpoedig maaken, tot handhaving van den Vreede , bevordering van den Koophandel, aanmoediging van Deugd, voortzetting van nuttige Konsten en Wetenfchappen, en vermeerdering van het geluk en den welftand van het Volk. Wy moeten ook bidden om de dierbaarste Zegeningen over den Perfoon van Onzen beminden en gewenschten Erf - Stadhouder, zyne Koninglyke Gemalinne, de drie Vorstelyke Spruiten: Dat God hun in zyne Genadige befcherming wil neemen: Dat hunne dagen lang, roemrugtig en gelukkig mogen weezen: Dat Land en Kerk, onder de beftiering van zyne Hoogheid lange mogen bloeyen , en een luisterryke Nakomelingfchap van zyne Hoogheid, zynen onfterflyken Naam moge overbrengen tot het laatste der tyden; en altoos uitleveren Edelmoedige Voorftanders en Befchermers van de Vryheid deezer Landen. Eindelyk behoren Wy Onze gebeden ook uit te ftorten voor den welftand der Proteftantfche Kerken in alle Plaatfen» inzonderheid die zig hier te Lande  ( 359 ) de bevinden , ten einde die meer en meer mogen bloeyen in Godvrugt, Liefde en Eendragc, Waarheid en Deugd , en dat de arbeid van derzelver Leeraaren bekroond moge worden met de wezentlykste en duurzaamste Vrugten. Alles tot grootmaking van des Heeren Allerheiligste Naam, voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. Op dat nu de door Hun Hoog Mog. uitgefchreven Dank- Vast- en Beede- Dag, ook in deeze Onze Provincie behoorlyk mogte worden gecelebreerd, zo hebben Dezelve van ons verzogt, dat Wy dien tegens Woensdag den 2iffcen February aanftaande wilden doen publiceeren, ter plaatzen daar men gewoon is zodanige publicatien te doen , en daar benevens ftriételyk te verbieden, ook met der daad te doen ophouden allerley Handwerk en Neeringe, mitsgaders het Tappen, Kaatzen, Balflaan en dtergelyke exercitiën , op dat die goed en heylzaam voornemen door geene onbehoorïykheden geturoeerd moge worden. Welk verzoek by Ons overwogen en allezints ge. billykt zynde; Zo is 't, dat Wy UE. door deezen aan bevelen en gelasten, deezen uitgefchreven algemenen Dank- Vast- en Beede - Dag fpoedig te doen bes  ( 36Q ) bekend maaken, qp de wyze alhier gebruikelyk, en érnstig ten zeiven dage te verbieden alle Handwerk, Neerixge en Hanteeringe , voor al ook zodanige exercitiën en onbetamelykheden, die het vieren van deezen Dag op een behoorlyke wyze zouden hinderen, en de Godvrezende Aanroepers van 's Heeren Heyligen Naam ftooren. En dat UE. hier van verders de nodige advertentie laat toekomen aan de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. Diftriét of Stad, dewelke gelast worden, omme hunne Predicatien, Dankzeggingen en Gebeden, zo veel mogelyk, na den inhoud deezes te fchikken en te rigten. En daar inne, conform Hun Hoog Mog. en Onze welmeninge, den Goddelyken Zegen af te bidden, tot welftand en behoudenis van Land en Kerk, continuatie van Zegeningen, afwendihge van Oordelen , met 'belyéênis van Zonden , en fmekinge om vergevinge op gefchonkene Boetveerdigheid ën waaragtige Bekeering. • . s \ma tra I u \-. r. \ Gelyk = mede over de Hooge Regeering van het Lieve Vaderland, den Doorlugtigen algemenen Erfstadhouder , Hoogst deszelfs Koninglyke Gemalinne, de Vorstelyke Spruyten, en de verdere 11'luftre Perfonen tot dit Doorlugtig Huis van Orange en Nasfau behorende , ja over. alitiwattain den Lande dierbaar en beminnelyfedünv^eyana^i wordem Waar  ( 3tfi ) Waar toe Ons verlatende, Veste, Lieve, Bezondere, bevelen Wy UE. in de befcherming van God Almagtig. Leeuwarden den 30 January 1776. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, CHARLES BIGOT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L* PLACAAT Tot vastftellinge der Middelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hoorën leezen, SALUT; Het was in den gepafleerZz den f  C 36* ) den jaare, dat Wy in Onze Publicatie de dato den 6 Maart 1775 te kennen gaven, dat Ons hoofd oogmerk in het verbeeteren der Middelen , en vastftellen van Poinóten van Menage geweeft was , te beproeven, of door die pogingen zoude kunnen te weege gebragt worden , eenige vermindering der zwaare en drukkende Schulden, waar mede deeze Onze Provincie belast is : En vermits Ons uit het onderzoek, het welke Wy hebben laaten doen op den toeftand van 's Lands Comptoiren , gebleeken is, dat zig eenige hoope opdoet, om boven de gewoone jaarlyxe Aflosfingen, eene meerdere of mindere voortgang te maaken in dit zoo gewenschte werk, dog teffens buiten eenigen twyffel de opbreng derzelvde Lasten daar toe noodig is, terwyl de Uitgaven vereischt ter betalinge der Renten , ter onderhoudinge der Militie op den Staat van Oorlog gerepartieert, tot ftuur van de Binnenlandfche Huishouding, en ter beveiliginge van de Colonien en Zeevaart van den Staat, dit boven alle tegenfpraak ftellen; Zoo is 't, dat Wy na rype overweging van dit alles , hebben goedgevonden en gerefolveert , gelyk Wy doen by deezen, dat alle Middelen van Contributie en Confumptie, die geduirende het jaar, het welk op May aanftaande zal eindigen, zyn gevordert, op denzelvden voet zullen geheven worden , van den eersten May 1776 tot denzelvden datum van het aanftaande Jaar 1777 , dat de betaling zal gefchieden aan dezelvde Lands Comptoiren,  C 3*3 ) aren , waar op de Middelen thans zyn geasfigneert; En nadien het Perfoneel en Reël hier onder mede is begrepen, wordt volgens voorig gebruik toegelaten, in de Perfonele Goedfchattinge te korten het geen kan worden aangetoont, aan het Reël betaalt te zyn, Ook wordt wederom aan die geene die over den Aanljag, waar mede op de Perfonele Cohieren ftaan, zig bezwaart vinden, de vryheid gelaten, om zig onder Eede voor de Heeren Oi ze Gecommitteerden in het Mindergetal te verminderen, indien op vier duizend Guldens en daar boven zyn aangeteekent, en wel op den 28 en 29 Angusty aanftaande, terwyl die geene, die iaager ten Cohiere bekend ftaan, zig zullen moeten ten einde voorfz. vervoegen by het Gerechte der Grietenye of Stad, op welkers Cohier ftaan aangefchreven, op den tyd die daar toe door het zelve zal worden vastgeftelt. Wy vinden ook wederom goed , dat de Ingezetenen die hunne Runderbeesten aan de thans nog woedende Veepest hebben verloren , het verfchuldigde Hoorngeld voor ieder Beest, het welk van den eersten November 1775 tot den laatsten O&ober van dit jaar 1776 zal zyn geftorven, zullen mogen korten, des dat de Runderen die zy thans reeds, zeedert den eersten November des gepasfeerden jaars hebben verloren, zullen moeten afgefchreven worden binnen drie weeken na de Publicatie dee» zes, en die nog mogten verliezen, binnen gelyke tyd na het verfterf. En zal de inhoud deezes, door ^ Zz 2 de  C 3^4 ) de gewoone publicatie en affixie tot een ieders kennis gebragt worden. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1776. D. B. v. H A E R S M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B,E R G. PLACAAT Nopens de Uitvoert van het Rundvee. DE Staaten van Vriesland allen den geenen j die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy, om aan de begeerte van veele Onzer Ingezetenen, dit uit het aanqueken van Runderbeesten en de voortbrengzelen van dien, hun voornaamste beftaan trekken, te voldoen, hebben goedgevonden en verftaan, den Uitvoert van Rundvee open te ftellen, onder de volgende voorwaarden en bepalingen. I. Dat  C 36Y J I. Dat de Osfen en Bullen zonder onderfche'id van jaaren, gelyk mede alle vette Kalveren zullen mogen uitgevoert worden. II. Dat de uitvoert der Koeyen boven de drie jaaren oud, mede zal plaats hebben. III. Dat de uitvoert zal mogen gefchieden, uit en "door alle Havenen en Plaarzen der Provincie , daar Collecteurs zyn, en dus zoo wel te Lande als te Water. IV. Dat van ieder Beest by den uitvoert zal worden betaalt, boven het Pasfagiegeld , een Caroli Gulden, en van een vet Kalf een Schelling, door den Collecteur van dit Middel in te vorderen. V. Dat deeze vryheid van uitvoert vergunt word, voor den tyd van een Jaar, het welk aanvang zal neemen op den eersten April 1776, en eindigen den laasten Maart 1777, na welke tyd de Uitvoert wederom wordt verboden, by poene in vorige Publicatien gefteld. VI. Dat die geene, die onderneemt Koeyen onder de drie jaaren oud uit te voeren, of dit dadelyk in het werk fieldt, zal gebreukt worden met eene boete van vyf en twintig Caroli Guldens, voor ieder Beest, en daar te boven verbeuren de Beesten, mitsgaders de Schepen, Wagens of andere Inflrumenten , waar mede de uitvoert gefchiedt of wordt ondernomen, alles te converteren voor deeenehelfte ten profyte van den Officier die de Calange doet, en de wederhelfte ten voordeele van den Aanbrenger. Zz 3 VII. Die  ( 366 ) VIL Die de belasting van een Gulden of Schelling by den uitVoert niet.betaalt, zal vervallen de boete van vyf en twintig Guldens, ten profyte als vooren. VIII. En worden alle Officieren, Commifen van 'SLands Middelen, Dorpregters en Opzigters op de Grenzen der Provincie, zoo aan de Zee als Landkant geplaatst, by deezen gelast, om zoo veel in hun is, aan de Executie van dit Placaat de hand te houden, en teegens de overtreding van het zelve te waaken. En op dat niemant hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1776. D. B. v. H A E R S M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Geëxtra-  C 567 ) . -Geëxtraheert uit het Refolutie-Boek der Edele Mogende Heeren Staaten van ONtvangen eene Misfïve van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf■ Stadhouder, de dato den i2en- deezer, en behelzende hoogst Deszelvs Confideratien. op het Rapport door Hun Edele Mogende Gecommitteerden in het Mindergetal uitgebragt, nopens de toelating of weering der Roomfche Priesters en Capellanen in deeze Provintie, mitsgaders eenige andere zaaken, tot die Gezinte betrekking hebbende, en in den gepasfeerden jaare aan Zyne Hoogheid toegezonden ; met welk Rapport hoogst Dezelve zig wel heefc gelieven te conformeren; waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, overeenkomstig dit gerapporteerde, door Zyn Hoogheid goedgekeurt en aangeprezen, de volgende Poinélen vast te ftellen en te arresteren: I. Dat in het toekomende geen Priesters of Capellaan in deeze Provintie, den dienst by eene Roomfche Gemeente zal mogen aanvaarden en waarnemen , als na alvorens daar toe verzogt en bekomen te hebben de approbatie van het Gerechte of Magiftraat der plaatze. II. Dat voorfz. Gerechte.of Magiftraat den Priester, die zig aanbiedt, om gegronde reedenen zullen Vriesland.  len mogen afwyzen , voorbehoudens den afgewezene het recht van beklag binnen zes weeken aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden Staaten, het welk na fummair onderzoek, deeze zaak de plal no zal afdoen. III. Dat alle die geene, die tot den Priesterly. ken Dienst in het vervolg worden toegelaten, zullen moeten zyn geboren in de zeeven Vereenigde Nederlanden, het Landfchap Drenth of de Landen van de Generaliteit, waar van zy, zulks gevordert wordende, behoorlyk bewys zullen moeten bybrengen. . IV. Dat in het vervolg eene geordende Geestelyke, veel min Exjefuiten, maar alleen Wareldlyke Priesters zullen worden toegelaten. V. Dat alle Priesters en Capellanen , by hunne admisfie, aan het Gerechte of de Magiftraat hunner Refidentie plegtig zullen moeten beloven , dat zy geene Hellingen aan de Leeden hunner Gemeente zullen inboezemen of leeren, die ftrekken om het Recht van Oppermagt der Hooge Overigheid te verminderen of te krenken , maar veel meer de verschuldigde gehoorzaamheid aan dezelve zullen aanraden , en de rust en vreede binnen 's Lands na vermogen tragten te bevorderen. VI. Dat Hun Edele Mogende, om alle mogelyke toegeventheid te betonen voor de geordende Geestelyken, die reeds in deeze Provintie woonen, en Dienst doen , wel willen gedogen en voor goad aan-  C 3$9 ) aanzien, dat de zulke, of fchoon zelvs buiten her Gebied van den Republicq der Vereenigde Nederlanden geboren zyn, in den Dienst continueren en die blyven waarnemen, des dat deeze en alle andere Priesters de verklaring, boven gemeld, in handen der refpeclive Gerechten en Magiftraten op requifitie afleggen. VII. Dat van deeze gunstige permisfie van Hun Edele Mogende uitgezondert worden alle Exjefuiten, het zy Priesters of Capellanen, die, op aanzegging van de Gerechten, binnen zes weeken a dato deezes, de Provintie zullen moeten ruimen, en word de Gerechten en Magiftraten aanbevolen, deeze Orders zonder oogluiking ter Executie te doen leggen. VIII. Dat aangezien Hun Edele Mogende by Placaat van den 28 November 1755 > in den jaare 1757 nader bevestigt, ieder Gezinte met het onderhoud hunner Armen belast hebben , dfe regtmatigheid vordert, dat aan zulke Gemeenfchappen het bezit van Goederen , tot dat einde gefchikt, niet werde betwist, en word daarom thans goedgevonden, dat de Vaste Goederen aan Roomfche Gemeentens toebehorende, niet op vreemde Naamen, maar op die der Kerken, in de Floreen Registers en Reële Cohieren werden aangetekent, en zullen de Gerechten ook hier voor, zoo veel in hun is, zorge draagen, en de Priesters of Roomfche Mannen in hunnen bedryve van deeze welmeininge aan Hun Edele A a a Mogende  ( 370 3 Mogende kennis geeven; dog zullen de Roomfche Kerken en Corpora verpligt zyn , om van de hun toebehorende Vastigheden en Effecten , alle dertig jaaren aan den Lande het Collateraal of Veertigste Penning in Gelde of in Lands Obligatien , na maate van de grootheid der Capitalen , binnen den bepaalden tyd te betalen. IX. Dat om zoo veel mogelyk te verhinderen het verduisteren en vervreemden der Goederen, aan Roomfche Kerken toebehorende, alle Gerechten by deezen worden geauthorifeert, om de Armbezorgers dier Gemeentens te gelasten, om daar op nauwkeurig onderzoek te doen, die Goederen in een Boek aan te tekenen, en van hunne bevindinge aan het Gerechte hnnner Refidentie kennis te geeven , die hun hier in zullen behulpzaam zyn, en zal de aangeving dier Goederen moeten gefchieden binnen twee maanden , na dat de Gerechten aan hun van den inhoud deezes zullen kennis gegeeven hebben, terwyl de verzwyging of te laage aangeving deezer Effecten , zal worden geftraft met confiscatie derzelve, ten profyte van den Lande. X. Dat eindelyk Hun Edele Mogende in aanmerking nemende , dat het bezwaarlyk van hardigheid is vry te fpreeken , Gemeenfchappen , die tot het onderhoud hunner Armen verpligt worden , nogthans het genot der Erffenisfen of Legaten , die hun ten dien einde worden gemaakt, te ontzeggen, by deezen goedvinden, dat in het toekomende alle befprek-  C 371 ) befprekken aan Roomfche Kerken en Arme Staaten onder den naam van Erffenis, Legaat, Donatio mortis cauja, of tnter vivos gedaan, zullen zyn van waarde, en door dezelve genoten mogen worden , des dat die Goederen dadelyk ten dienste dier Kerken of Arme Staaten gebruikt , en in het boven vermelde Boek werden aangetekent, en word de Status, die by de Refolutie van den 10 May 177c is verleent in de Proceduiren , die over het gebruik van eene Roomfche Kerk te Leeuwarden waaren aangevangen, by deezen afgedaan en opgeheven En zal Extraét deezes aan het Hof Provinciaal door . s Lands Secretaris worden ter hand gefteld en verders gelyke Extraften worden toegezonden aan den Procureur Generaal deezer Landfchappe, en alle Gerechten en Magiftraten tot hun narigt! En zal van den inhoud deezer Articulen, voor zo verre tot de Lands Ordonnantie eenige relatie heb ben , by Publicatie aan een ieder kennis worden gegeven. Aldus gerefolveert op het Landfchaps- huis den 16 Maart 1776. Accordeert met voorfz. Boek, in kennisfe van my H. W. v PLETTENBERG. afci r 5vie;iï9ü usii;3i.j}&w sL isvo \i ■ Aaa & PLACAAT  C 372 ) PLACAAT Rakende de belprekken, aan Roomfche Gemeentens &c. gemaakt. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten-: Dat Wy in overweginge genomen hebben, de noodzakeiykheid, waar in de Roomfchgezinde Ingezetenen van deeze Provincie gebragt zyn, om eenige middelen by de hand te vatten, ten einde in de behoeftens van hunne Armen te voorzien, na dat Wy by onze Publicatie van den 28 November 1755, door die van den 15 Maart 1757 bevestigt, hebben vastgefteld en geordonneert: Dat op bet voorbeeld van Je bezorging der Arme Ledematen der Gereformeerde Kerk, alle andere gepermitteerde en getolereerde Gezindheden in deeze Onze Provincie, gehouden en verpligt zyn , tot het 'onderhoud hunner: Arme Ledematen. En vermits het nu bezwaarlyk met de billykheid is over een te brengen, dat aan Gemeenfchappen, die tot het onderhoud hunner Armen verpligt worden , ontzêgt werde het genot der Ervenisfen en Legaten die aan;hun.;ten dien einde gemaakt zyn, en°egter over de wettigheid derzelve, gegronde twyvelin-  C 373 i twyvelingen kunnen ontftaan, als die ten voordeele van Roomfche Gemeentens zyn gefchiedt. Zoo is 't , DatWy hebben goedgevonden teftatueeren by deezen; dar in het toekomende alle befprekken aan Roomfche Kerken, Arme Staaten, Geftigïen en Godshuizen in deeze Provincie, onder den naam van Ervenis , Legaat , Schenking onder de Levende, ter zaake des Doods, of op eenige andere wyze gedaan of gemaakt, zullen zyn van waarde, en door dezelve genoten mogen worden , des dat die Goederen dadelyk ten voorfchreven einde gebruikt, en in een Boek daar toe onder het opzigt der Gerechten aan te leggen, opgefchreven worden. En ftellen Wy de inhoud van' 's Lands Ordonnantie eerste Boek Tit. X VI. , voor zoo verre daar in van zulke befprekken melding wordt gemaakt , by deezen buiten kragt ; Voorts willen Wy , dat de Ervenisfen, Legaten en andere handelingen in dit Placaat vermeld, die zeedert den 16 Maart 1776 zyn vervallen óf gefchiedt, insgelyks zullen zyn van waarde, vermits ten dien tyde deeze Onze Ordonnantie is vas'gefteld. Dat ook de vaste Goederen die aan Roomfche Kerken , Arme Staaten , Geftigten en Godshuizen toebehoren, op derzelver Naam op de Floreen Registers , en in de Cohieren van het Reël en de Vyv Speciën zullen moeten aangetekend worden. Aaa 3 En  C 374 ) En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den ii May 1776. I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R Q. PLACAAT Behelzende verandering in de Lyst der Irnpofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SAL UT; Dien te weeten: Dat Wy, na gehoord te hebben het Rapport door de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal gedaan, van de befoignes met Heeren Commisfarien van het Collegie  C 375 ) Collegie gehouden over de Revfie van de Lyst der Irnpofitien, en na verzogt en daar op ontvangen te hebben de hoogwyze Confideratien van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince ErfStadhouder. hebben goedgevonden, de volgende Veranderingen in gemelde Lyst te maaken. Dat agter het 2Qfte Articul van de Generale Ordonnantie (in de Lyste, herdrukt in den Jaare 1775, voorkomende ) het volgende Articul zal worden geplaatst: De Doorvoert van alle Goederen en Waaren, Impost fubject , door deeze Provincie 11a Overysfel, Stad en Lande, en Drenth, wordt te Lande verboden, en zal het zelvde ten opzigte van den Uitvoert plaats grypen. In het 46fte Articul , in plaatze van dog piet de Leerloyers: En de Leerloyers. In het óofte Articul, zal agter het woord vierendeel jaars worden ingevoegt: Dog ten opzigte van de Goederen, tot het Middel der Lakenen behorende, alleen wegens twee derde der waarde, voor welke die Goederen zyn gekogt. Het 85fte Articul dier Ordonnantie wordt met deeze Periode vermeerdert: Dog zullen de Generale en Particuliere Haven CoIlecJeurs te Leeuwarden, den tyd van vier maanden hebben, om de invordering der Penningen te doen, en dezelve aan den Generale Ontvangen over te brengen. Het 93fte Articul van gemelde Ordonnantie wordt dus gefteld: De Particuliere CoIlecJeurs der Binnenlandfche Mid. delen  ( 37<5 ) ■delen zullen, binnen vier weeken, en de Particuliere Collecleur s der Haven Middelen, binnen twee maanden na het einde van ieder jaar, hunne Colleclboeken afrekenen met .den Getier alen Collecleur, en aan hem hunne Boeken overgeven , by poene van vyf tien Guldens, alwaar omme Sc. Dat agter het 131de Articul der Generale Ordonnantie op de Impoütien , zal worden geplaatst de volgende Periode: En zullen de Scheepen over welkers Confiscatie Pro ces valt, hangende het zelve, ten profyte van de meest Geregtigde vtrkogt worden. Dat in het 15de Articul der Ordonnantie op de Haven Speciën , agter het woord Radenn, zal gevoegt worden Koperdraad, Dewyl onder voorwendzel van Thee en Coffy wederom uit te voeren , vermoedelyk geen geringe Sluikeryen worden gepleegt, wordt het 10de Articul van de Ordonnantie op die Waaren geroieert, en in deszelvs plaatze het volgende gefteld: . De Uitvoert van Thee en Coffy wordt onder de twee uitzonderingen hier na gemeld, geheel verboden-, zullende dezelve alleen geoorloofd zyn met Scheepee, die na buiten Duins zyn gedefiineert, en na de naburige Eilanden van het Vlie , Amelandt , Ter Schelling , Schiermonnikoog en Schokland; des dat in het laatfie geval de Uitvoert gefchiede in geene mindere quantiteit als van vyv en twintig, en in geene grotere als van vyvtig Ponden. In het 65fte Articul van de Ordonnantie op het Gemaal, wordt op de derde regel van onderen af te  ( 377 ) te rekenën , in fteede van de woorden yder hopen: Garst, gefteld: yder hopen gepelde Garst of Gort. Goedgevonden hebben, om de Impost op de Uitlandfche Brandewyn en Gedifteleerde Wateren te verminderen , van een Gulden op twaalf Stuivers de Kan, wordt in het einde van her i(ie Articul der Ordonnantie op die Dranken geëinaneert, in plaatze van de woorden na proportie van een Guldende Kan, gefteld: Na proportie van twaalf Stuivers de Kan. En in het 7de Articul, agter het woord gekort, in plaatze van festien Stuivers, negen Stuivers; Dat deeze vermindering van Impost zal ingaan met den iften September 1776; En wordt een ieder by deezen gewaarfchouwt, dat omtrent de fterkte der Ingevoert wordende Brandewyn , naukeurige vifitatie zal worden gedaan. Verders wordt het begin van dat Articul in deezer voegen verandert: De Liqueurs en fynste Distellatien zullen mogen ingebragt worden in kleine quantiteiten voor particulieren, namentlyk, niet meer als zes gewone Vlesfen vol in eene party, dog voor Kooplieden &c. " Dat in 't ode Articul van de Lyst, handelende van Inlandfche Brandewynen en Distellatie , agter de Woorden dubbelde maand, zal worden gefteld: Het zelve moeten overgeven aan den Deurwaarder , by po*, ne &c. En worden de woorden , den Commis van het Diflricl daar van moeten kennis geeven, gehouden voor geroieert, Bbb Ea  ( 378 ) En nadien eenige bedenking geoppert is , over de betalinge van het Hoovdgeld van Perfonen die by de week, halve week, of drie of vier maanden des Winters in een anders Dienst zyn, hebben Wy goedgevonden het eerste Articul van de Ordonnantie op de Hoovdgelden dus te Amplieeren: En zal een ieder, die een ander zeedert de maand van May van het lopende jaar, of langer, by de week, of halve week zal in Dienst gehad hebben , zonder merkelyke interruptie, (waar over de refpeclive Gerechten en Magiftraten zullen oordeelen) verpligt zyn , voor denzeiven Hoovdgeld te betalen, en zal daarom dit Hoovd ten tyde van de opfchryvinge der Speciën, ten zynen lasten worden aangeteekend , of fchoon de dienstbare Perfoon in zyne eigene woninge jlaapt; En zal voor die geene, die iemand alleen gedurende drie of vier maanden in bet jaar Dient, door den Broodheer moeten worden voldaan de helvt van het volle Hoovdgeld, terwyl de wederhelvt tot zynen laste blyft, na maate dat hy voor een geheel of halv Hoovd ten Cohiere flaat aangefchreven. In het eerfte Articul der Lyst, betreffende de Hoorngelden, wordt agter het woord Wymbritzera» deel, geplaatst: En onder Sneek. Het derde Articul van de Ordonnantie op het Waagregt, zal op de volgende wyze geamplieert worden: En wordt aan Johannes Mecima en Compagnie vergund, om gedurende den tyd van tien jaaren , maar een Stuiver voor ds bonden ponden te betalen van  ( 379 > de Swaveï en Salpeter Aarde, welke de Supplianten in de Provincie Invoeren om te rafineereti. En eindelyk zal in het tweede Articul der Ordonnantie op de Soete Waaren, tusfchen Wiedwh en Potascb gevoegt worden: Gemalen Loodwit zeeven Stuivers, Krytwit een Stuiver. En- zal deeze, tot een ieders narigt op de gewone wyze worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert en gearreiteert op 't Landichaps- huis binnen Leeuwarden den ii May 1776. ft J- DE SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Edele, Veste, Lieve, Bezondere! NAdien Wy om moverende redenen dienstig agten, eenig onderzoek te doen, op de dedu&ie van Lasten, die in de Reële Cohieren der refpeftive Diftri&en en Steden van tyd tot tyd is gefchied; zoo hebben Wy goedgevonden, UEd. te verzoeken en te ordonneeren, zoo veel mogelyk na te gaan, of in UEd. Difhftft, boven de ordinai »W B b b 2. r;<5  C 380 ) ris Lands Floreen van twee Ducatonnen, de Deels kósten, en de Dyks lasten, ook eenige andere aftrek is toegelaten en in het werk gefteld, of opentlyk, of meer bedektelyk, door de Floreen ftilzwygende daar meede te verhogen, het zy zulks is gefchied wegens het flatten van Publycque of DorpsVaarten, het maaken en onderhouden van Bruggen over dezelve, het bouwen en repareeren van Kerken of andere publycque Geftigten, het onderhoud van particuliere Bruggen, Tillen of Zetten, het zy ter zaake de kosten, befteed aan Polders en Watermolens, het repareeren van Straaten en Wallen in de Steden, en eindelyk wegens het omflaan van Armegelden , of andere Lasten , ten nutte van een Grietenye, Stad of Dorp uitgefchreven. Wy verwagten, dat UEd. met de vereischte naukeurigheid dit zullen nafporen, zoo mogelyk, van den tyd af, op welke het Reël is geintroduceerd, of ten minsten zedert de laatste twintig, dertig of veertig jaaren, en dan van UEd. bevindinge eene omftandige opgave laaten toekomen, aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden , voor den eersten .November deezes jaarsterwyk ondertusfchen by de aanftaande befchryvinge van gemelde Middel, UEd. alles ten opzigte van de aftrek van de boven :vermelde Lasten, zullen, laaten op den voet, die in den gepasfeerden jaar heeft plaats gegrepen, en door de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal zonder remarque is; gepasfeerd. . Waa?  ( 38i ) Waar meede Edele, Veste, Lieve, Bezondere , Wy UEd. bevelen in Gods heilige hoede. Leeuwarden een n May 1776. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, ï J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Veste, Lieve, Bezondere! TS het eene zekere en onbetwist- I bare waarheid, dat de zaaken, in hunne geduurzaamheid befchouwd, voornamentlyk de zodanige, dewelke niet alleen eene aangename en verkwikkelyke ondervindinge mede brengen , maar waar uit mede groote en onbedenkelyke voordeelen proflueeren, eene allerfterkfte begeerte en verlangen in het gemoed van yder regt geaard Mensch moeten verwekken, tot een aanhoudend genot van dezelve, als ook eene vreeze in het zelve baaren om .daat Bbb 3 ™&  C 382 ) van te worden berooft, en dit voorregt te moeten derven en misfen. Dit meenen Wy juist de gefteldheid te zyn , waar in dit Ons lieve Vaderland zig thans bevind, genietende door de groote en oneindige goedertierentheid des Allerhoogften de onfchatbaare Voorregten by aanhoudentheid , van een aangenaame Vreede, zoete Vryheid, en gezuiverde Godsdienst, de vaste fteünzelen van de Republycq, en de zekerste fources en bronwellen, waar uit een onuitfprekelyk getal van aangename voordeelen her voortkomen; daar den Oorlog , Slaverny en gewetensdwang een menigte van ongemakken en gevolgen na zig fleepen, waar van men zig geen verbeelding kan voordellen. Dit is egter niet te min zeeker, dat in den Oorlog de Negotie als 't waare verbannen is, uit oorzake van den natuurlyken afkeer tusfchei den Kryg en den Koophandel. De aangename zamenleving in 't Menschdom , zelfs tusfchen goede en naastbeftaande Vrienden en Bloedverwanten verboden. De nuttige Konsten en Wetenfchappen, in plaatze van bloey en aanwas, vinden geene bezigheid. De eerlyke Neeringen en Hanteeringen ontbreekt het aan Handwerkslieden, en die 'er nog al zvn, fterven byna van honger, ja den Armen en Elendigen heeft niemand die denzelven kan mede deelen en te hulpe koomen; De oferheerfchirfg en onderdrukking word den ruimen teugel gevierd , en heeft  ( 383 ) heefc niet anders dan een akelige en naare Slavernye ten gevolge, in plaatze van eene aangename Vryheid; en den Godsdienst word geketend aanbanden van Afgoderye en Gewetensdwang , welkers voornaamste dryfveeren zyn eigen belang en zinlykheid. Zullen Wy dan niet moeten erkennen, dat Wy mogen woonen in een Land waar in het tegengeftelde niet alleen plaats heeft, maar ook-" 't welk door de goede Voorzienigheid Gods gezegend en begunstigd word met al dat geene , het welke tot noodzakelykheid voor de Mensch, ja zelfs tot welzyn , vermaak en vergenoeging van de zelve vereichd word en kan ftrekken. Zulks kan en moet derhalven niet anders verwekken dan eene regtmatige zorge en omzigtigheid, om zoo veel mogelyk alle middelen aan te wenden , welke gefchikt zyn tot confervatie deezer groote Voorregten , en afwendinge van Schaden en Onheilen. De Vreede, dat aangename Gefchenk zoeken te bewaren, geen deel neemen in den Oorlog, dan in de dringenste omftandigheden, en zoo veel mogelyk zig daar buiten te houden; de Vriendfchap der Mogentheden te cultueeren , en geen jaloufie aan dezelve te geeven; egter zig te bewaren voor kleinagting, en derhalven in het werk te ftellen, en zig te voorzien van dat geene , waar van men in ciS van nood kan bediend worden. Ook in deeze tyds omftandigheid, waar in 't Vuur des  C 384 ) des Oorlogs nog brand, Inlandfche Beroertens en Vyandelykheden heerfchen , ja donkere Wolken , die wel eens een Onweersbuy konden voorfpellen, nog ommedryven. .! Te meer , daar den Republycq den Oorlog nog continueert met den Keizer van Marocco, en waar ontrent zeer cordate maatregulen zyn genomen, om de forces van den Staat daar ontrent in een formidabelder ftaat van tegenweer te ftellen. By dit algemeene zal moeten gevoegd worden , eene nauwkeurige toezigt en behandeling in de particuliere Huishoudinge, om op eene bekwame, evenredige en gemakkelyke wyze, dat geene te kunnen verfchaffen, zoo ten algemeenen als byzonderen nutte en welftand wordende vereischt. Ontrent welk laatfte ook thans eene byzondere attentie word gerequireerd. - Overmits, niet tegenftaande Wy in den voorleden Jaare het fmertelyk gevoel hier van hebben gehad, op nieuws door den laatften ontzaggelyken en geweldigen Storm , groote en importante fchaaden en onheilen aan Dycken, Sluizen en Havenwerken zyn veroorzaakt, tot welkers reparatienen herftellinge geene geringe fommen benodigt zyn, en waar toe zoo fpoedig mogelyk ordre zal moeten worden gefteld. Zynde deeze onze Provincie, tot roem van Gods oneindige Goedertierentheid, hoewel zwaar geteisterd, en met het water als 't waare op de lippen, en bezogt door verfcheidene doorbraken, egter boven  ( 3§5 ) ven andere Provinciën verfchoond en bevoorregt, en voor eene algemeene Inundatie bewaard gebleven. Wat dan nodiger voor 's Lands Hooge Mag ten , en de Regeering van dit Ons lieve Vaderland, dan met communicatie en overleg van den Doorlugtigen Erf - ftadhouder, hier toe de bekwaamste en gefchikfte maatregulen te neemen en dadelyk in het werk te ftellen. Een Vorst, wiens waakzame zorge en bekommernisfe, tot het algemeene welzyn niet alleen, maar ook tot deeze Onze, Hoogst deszelfs Vaderlyke en Voorvaderlyke Provincie, in 't gemoed van dezelve ten allen tyde huisvest, en bezield is met zodanige denkbeelden die daar toekunnen ftrekken; niet nalatende , de eclatantste en zekerste bewyzen en preuves hier van te geeven in de voorvallende gelegentheden. Wy hebben by eene gelegentheid als deeze meermalen eenige middelen aan de hand gegeeven, ter bereiking van 't bovengeftelde groote einde, dewelke Wy thans, om niet altoos het zelve te zeggen, met een volkomen ftilzwygen zullen pasferen. Voornamelyk ook , vermits de Raad van Staate deezer Vereenigde Nederlanden , de loffelyke en conftante gewoonte heeft, dezelve mede in een Generale Petitie der Confenten voor de refpeétive Staaten van Oorlog, zoo Ordinaris als Extraordinarii , te comprehendeeren , en op de Gemoederen der Bondgenoten op 't ernstigste aan te dringen. Ccc E*  ( 386 ) En nademaal Wy onder het gehengen van Goedheid, onder het genot van groote en menigvuldige Zegeningen, met inmengzelen egter, en onder gevoel van zyne flaande Hand, wederom de tyd zien aanbreken , waar in dat geene, het welk tot welzyn, nut en voordeel deezer Provincie kan dienen, volgens een gerecipieerde voet en ordre in de Regeering deezer Landfchappen, in eene ernstige overweginge word gebragt en gelegd. Zoo hebben Wy om allen deezen, en tevens om aan last en pligt te voldoen , goedgevonden den Ordinaris Landsdag voor deezen lopende Jaare 1777 wederom uit te fchryven tegens Maandag die weezen zal den derde February eerstkomende. Verzoekende enordonneerende UE. Amptshalven, hier van vroegtydig kennisfe te geeven aan de Volmagten van Uwen bedryve, ten einde zig op voorfz. tyd in de Stad, en ter Vergaderinge moogen laaten prrjefènt vinden, om na aanhoren der Propofitie, op de Generale Petitie en Staaten van Oorlog, en andere Poinóten en Petitiën, benevens de andere 's Lands Volmagten, zodanige Refolutien te neemen , Confenten te draagen , en maatregulen en fchikkingen te maaken en te beramen, als ten nutte en welzyn van den Republycq in het gemeen , en ter behoudenis , groey, bloey , en aanwas deezer Provincie in 't byzonder, in deeze tyds omftandigheid nuttig,, nodig en raadzaam zullen vinden. Te  ( 387 ) Te weten, dat de ftemminge zal moeten gefchieden &c. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 9 January 1777. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, CHARLES BIGOT, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L,. Veste, Lieve, Bezondere! IlTUn Hoog Mogende de Hee„ X ren Staaten Generaal deezer Vereenigde Nederlanden , hebben aati Ons by Misfive van den iöden January jongstleden te kennen gegeven , en in zig vervattende , dat: Gedurende den loop van het jaar, het welk koomt te eindigen, heeft God Almagtig Ons op nieuw doen ondervinden, dat zyne Goedertierenheden van deeze Republycq nog niet geweken, maar altoos dezelve zyn. CCC 2 Hy  ( 388 ) Hy heeft Ons by het genot van alle de Vobrdeelen, die den Overvloed, de Vreede, de Burgerlyke en Godsdienstige Vryheid aan een Volk, levende onder de magt van billyke Wetten, aan welker Gezag zoo wel de geene die regeeren, als die geregeert worden , onderworpen zyn, kunnen toebrengen, tot hier toe bewaard. Niets van het geen de Voorfpoed van een Staat kan uitmaken en bevestigen, fchynt dus te hebben ontbroken. Wanneer Wy egter overwegen de weinige indrukken , welke de byzondere en vermenigvuldigde Gunstbewyzen van de Goddelyke Voorzienigheid op de Inwoonderen des Lands in 't gemeen maaken, de ongevoeligheid waar mede zyne Weldaden, Bedreigingen, en zelfs Oordeelen worden opgemerkt, en de wyze waar op daar aan beantwoord is geworden , kunnen Wy niet zonder fchroom en bekommering Onze oogen vestigen op de onvermydelyke gevolgen , die een gedrag, zoo weinig overeenkomstig met Onzen pligt en Onze waare belangen, moet na zig fleepen. Indien de ondervinding van alle Eeuwen, de reeden , en de Goddelyke Openbaring , zig niet vereenigden om Onze vreeze te wettigen, zouden de gevaren, waar aan de gelegentheid zelfs deezer Landen Ons geduirig bloot fteld, genoegzaam zyn om die in Ons op te wekken. Die Gevaren vernieuwen van jaar tot jaar; en zyn Wy die tot dus verre niet ontkomen, als door een zigt-  ( 389 ) zigtbare befcherming van Hem, die de gantfche Nat tuur onder zyn Gebied heeft ? Zoo men dit ooit heeft moeten erkennen en gevoelen , is het ongetwyffeld tegenswoordig , daar Wy door den gewei» digen Storm, op nieuws onlangs voorgevallen, wederom zoo veel ongelukkige Menfchen in zommige Provintien, over de?zelfs droevige uitwerkzeis, hooren zugten. De Hand des AJierhoogften heeft zig nogmaals ten Onzen voordeele uitgeftrekt, en Ons tot nog toe behouden, maar behoeft maar een ogenblik het ontzaglyk Element, waar van Wy omringt zyn, los te laaten , en wel haast zal het zelve een werktuig worden tot Onzen ondergang , in plaats van zoo als het door den Goddelyken Zeegen tot hier toe geweest is het middel te zyn van Onze Voorfpoed en Veiligheid. Het is nog tyd om zulke rampfpoedige vooruitzigten af te weeren, en het is meer dan tyd , om eindelyk uit eene niet min dwaaze als ftrafwaardige zorgeloosheid opgewekt te worden, en Gods Regtvaardigheid te verbidden en tot Genade te bewegen, door een opregte wederkering tot den Heere. Om deeze redenen, hebben Wy goedgevonden uit te fchryven een algemenen DANK VAST- en BEEDE- DAG over alle de Geünieerde Provintien, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien , tegens Woensdag die weezen zal den ipden February eerstkomende, ora ten zeiven dage in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden en groot te maaken , Ccc 3 het  C 390 ) het Gebied van zyne aanbiddelyke Voorzienigheid te erkennen , en Ons en Ons Land aan zyne Almagtige befcherminge op te draagen; en met dankbare monden en harten te pryzen de wonderen van Zyne goedheid; en te bidden om de aanhoudentheid van dezelve; en te fmeeken, dat Hy Ons in Genade wil aanzien, en van Ons afweren alle onheilen en zwarigheden , waar mede Wy gedreigd worden; en byzonder, dat Hy Ons Land wil beswaren voor feil» Stormwinden en hooge Water, vloeden; en dat Hy eindelyk eens wil doen ophou. den de vernielende Sterfte onder het Rundvee; en om voorts met een waaragtig berouw en leedwezen belydenis en afftand doende van Onze Zonden en Overtredingen , dezelver vergeving af te bidden , te gelyk met de verbetering en bekeering van een zondig Land. In het byzonder zyn Wy verpligt by deeze gelegentheid den Goddelyken Zeegen af te fmeeken over de Perfonen en Regeering van de Hooge Overigheid des Lands: Dat God alle Haare ondernemingen en raadflagen wil voorfpoedig maaken , ter handhaving van den Vreede, bevordering van den Koophandel, aanmoediging van Deugd, voortzetting van nuttige Konsten en Wetenfchappen , en vermeerdering van het geluk en den welftand van het Volk. Wy moeten ook bidden om de dierbaarste Zegeningen over den Perfoon van Onzen geliefden Erf.  C 39i ) Erf-Stadhouder, zyne Koninglyke Gemalin en drie Vorstelyke Spruiten, benevens de Perfonen die verders uit dat Doorlugtig Huis tot op deezen dag zyn overgebleven: Dat God haar in zyne Genadige befcherming wil neemen: Dat haare dagen lang, roemrugtigen gelukkig mogen weezen: Dat Land en Kerk, onder de befcherminge van zyne Hoogheid lange mogen bloeyen, en een luisterlyke Nakomelingfchap van zyn Hoogheid, zyn onfte;ffelyken Naam mag overbrengen tot het laatste der tyden, en altoos uitleveren Edelmoedige Voorftanders en Befchermers van de Vryheid deezer Landen. Eindelyk zal het Onze pligt zyn, Onze Gebeden op te offeren voor den welftand der Proteftantfche Kerken in alle Plaatzen, en byzonder voor die zig in deeze Geünieerde Provintien bevinden, ten einde de arbeid van derzelver Leeraaren meer en meer vrugtbaar moge weezen, tot bevordering van Godvrugt en Waarheid , Liefde en Eendragt, en alle die Deugden, die Ons hoop kunnen geeven de befcherming des Allerhoogsten over deeze Republycq te genieten tot in het laatste Nageflagt. Alles tot grootmaking van des Heeren Allerheiligsten Naam, voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie , confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. En nademaal Hun Hoog Mogende Ons hebben verzogt, om deezen Dank- Vast- en Beede- Dag tegens  C 392 ) gens Woensdag den negentienden February eerstkomende tydelyk te willen doen publiceren; Zoo verzoeken en ordonneeren Wy U E. Amptshalven , dezelve aanftonds bekend te maaken ter plaatzen alwaar zulks gebruikelyk is, met verdere last, om ftriételyk te verbieden, en ook met 'er daad te doen ophouden allerleye Handwerk en Neeringe, mitsgaders het Tappen, Kaatzen, Balflaan, en diergelyke Exercitiën , op dat dit goed en heilzaam voornemen door geene onbehoorlykheden geturbeerd moge worden , den Godsdienst geftoord , en gefchikt om in plaatze van een gewenschten Zeegen , den Toorne Gods regtveerdig over een Land en Volk te verwekken. Doende hier af ten fpoedigsten mede advertentie aan de Bedienaren des Goddelyken Woords in U E. Diftricl: of Stad, ten einde dezelve met allen yver en getrouwigheid hunne Predicatien , Dankzeggingen en Gebeden na den inhoud deezes zoo veel mogelyk mogen fchikken en inrigten. Wy verlaten Ons verders op UE. vigilantie, en bevelen U Edele, Veste, Lieve, Bezondere in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 29 January 1777. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, ... N. A R N O L D I, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. W Y C K E L. PUBLICATIE  ( 393 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Rundvee onder bepalingen worde open gezet. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zuilen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy> om by aanhoudentheid aan Onze Ingezetenen gelegentheid te geeven, om z'g met voordeel van hun overtollig Rundvee te ontdoen, en het zelve met het meeste gewin, buiten de Provincie ter verkopinge te verzenden , hebben goedgevonden den vryen Uitvoert van Runderbeesten , die met den laasten Maart aanftaande ftonde te eindigen , wederom te verlengen , onder de voorwaarden en bepalingen , in Onze Publicatie van den 16 Maart 1776 terneder gefteld, en dewelke de volgende zyn: I. Dat de Osfen en Bullen zonder onderfcheid van jaaren , gelyk mede alle vette Kalveren zullen mogen uitgevoert worden. II. Dat de Uitvoert der Koeyen boven de drie jaaren oud, mede zal plaats hebben. III. Dat de Uitvoert zal mogen gefchieden, uit en door alle Havenen en plaatzen der Provincie , daar Collecteurs zyn, en dus zoo wel te Lande als te Water. Ddd IV. Dat  C 394 ) IV. Dat van ieder Beest, by den uitvoert zal worden betaald, boven het Pasfagiegeld, een Caroli Gulden, en van een vet Kalf een Schelling, door den Collecteur van dit Middel in te vorderen. V. Dat deeze vryheid van Uitvoert op nieuws vergunt wordt voor de tyd van een Jaar, het welk aanvang zal neemen op den eersten April 1777, en eindigen den laasten Maart 1778, na welke tyd de Uitvoert wederom wordt verboden , by poene in vorige Publicatie gefteld. VI. Dat die geene, die onderneemt Koeyen onder de drie jaaren oud uit te voeren, of dit dadelyk in het werk fieldt , zal gebreukt worden met eene boete van vyf en twintig Caroli Guldens voor ieder Beest, en daar te boven verbeuren de Beesten, mitsgaders de Schepen, Wagens en andere Inftrumenten , waar mede de Uitvoert gefchiedt of wordt ondernomen , alles te converteren voor de eene helvt ten profyte van den Officier die de Calange doet, en de wederhelvt ten voordeele van den Aanbrenger. VII Die de belasting van een Gulden of Schelling by den Uitvoert niet betaalt, zal vervallen in de boete van vyf en twintig Guldens, ten profyte als vooren. VIII. En worden alle Officieren gelast, om aan de Executie van dit Placaat de hand te houden , gelyk ook de Commifen van 's Lands Middelen , Dorpregters en Opzigters op de Grenzen der Provincie ,  ( 395 ) yincie, zoo aan de Zee als Landkant geplaatst, by deezen worden geordonneert, tegens de overtreding van het zelve te waaken. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen.' Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 7 Maart 1777. r. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Eu Mog. H. W v. PLETTENBERG. PLACAAT Tot vastftelling der Middelen, mitsgaders wat Lasten in het Reël kunnen worden gekort, en korting van Hoorngeld. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hoort» leezen, SALUT. De redenen die Ons in Ddd % den  C 396 ) den verlopen jaare bewogen , om de Middelen op den vorigen voet vast te ftellen, zyn thans niet alleen in volle kragt, maar zelfs gewigtiger en meer dringende geworden; want de fchaade aan de Zeeweringen der Provincie, door den gedugten Storm en hoogen Vloed van den aiften November das gepasfeerden jaars toegebragt, zal aanmerkelyke Uitgaven vorderen , en de zwaardere uitrusting van Schepen, die ter beveilinge van den Koophandel de Zeevaart van den Staat onvermydelyk geoordeelt is, Onze Inkomften , boven alle de gewone Lasten , drukken en verminderen. Het is ook daarom , dat Wy, na onderzoek te hebben laaten doen, op den toeftand van 's Lands Comptoiren, en vergelyking der Middelen en Lasten tegens eikanderen, zonder verder beraad hebben goedgevonden en gerefolveert, gelyk Wy doen by deezen, dat alle Middelen van Contributie en Confumptie die gedurende het jaar , het welk op May aanftaande zal eindigen, zyn geheven, op den zelfden voet zullen uitgefchreven worden in het volgende jaar, lopende van May 1777 tot May 1778; dat de-betaling zal gefchieden aan dezelfde Lands Comptoiren, waar op de Middelen zedert een geruimen tyd zyn verdeelt geweest; En nadien het Perfoneel en Reël onder de vastgeftelde Belastingen mede is begrepen , wordt ook wederom toegelaten, in de Perfoneele Goedfchattinge te korten, het geen wordt aangetoont wegens het Reël betaalt te zyn; De vryheid  C 397 ) heid om zig onder Eede in de Perfoneele Goedfchattinge te verminderen, wordt in?gelyks als vooren vergunt, aan een ieder die zig daar by bezwaart vindt, ten welken einde die geene, die op vier duizent Guldens en daar boven ftaan aangeflagen, voor de Heeren Onze Gecommitteeiden in het Mindergetal zullen moe'ten verfchynen op den 27 en 28ften Augustus 1777» terwyl alle die laager ten Cohiere zyn aangetekent , zig zullen moeten vervoegen by het Geregte der Grietenye of Stad, op welkers Cohier bekent ftaan , en wel op den tyd die daar toe door dat Geregte zal worden vastgefteld. En nadien eenige bedenkingen en twyfelingen zyn onftaan , over den aftrek van Lasten die van de Huuren ten Reële Cohiere aangefchreven, behoorden toegelaten te worden; Zoo is het, dat Wy ter wegneeminge derzelve goedvinden en ftatueeren , dat boven de Lands Floreen die aan de Provincie wordt betaalt, de Dyks Floreen, mitsgaders de gewoone Deels kosten, van de Huuren ten Reële Cohieren aangetekend , zullen mogen afgetrokken worden de volgende Posten. Art. I. Al het geen op de Floreen of Pondemate gelegt, of op eene andere wyze over de Vastigheden wordt omgeflagen , ten einde daar uit te vinden de Kosten , die befteedt zyn aan het graaven of flatten van alle groote Trek en andere Vaarten, mitsgaders de Vaarten van Steden of Dorpen, des dat daar onder niet werden begrepen de Opvaarten Ddd 3 of  C 398 ) of Sloócen, die na particuliere Heeren Huizen, of Boere Woningen, of Plaatzen loopen. II. De Penningen die geheven worden ten einde •daar uit te vinden het raaaken en repareren van Bruggen, Tillen, Zetten, en Barten, over gemelde Publyke , Stads of Dorps Vaarten leggende; mitsgaders de kosten aan Binnenlandfche Zylen befteedt, indien de omflach als vooren gefchiedt. III. De omflagen die in Landen of Steden gefchieden , over de Vaste Goederen, ter opbouwinge en onderhoudinge van Kerken, Pastoryen, Schooien, en andere publyke Stads of Dorps GefHgten. IV. Zal voor Meer en Polderlasten of Maalgelden toegelaten worden , eene jaarlykfe aftrek van vyf Stuivers per Pondemate, indien alleen des Zomers, en van veertien Stuivers, als gedurende het geheel e jaar gemalen wordt, dog in gemene en groote Polders zal de korting gefchieden, na de omflag jaarlyks daar van te formeeren, of volgens de accoorden nopens vaste Maalgelden voor den jaare 1760 gemaakt. V. Dat geene als de nu opgenoemde Lasten, van de Huuren het zy opentlyk of bedektelyk ten Reëlen Cohiere zullen mogen afgetrokken worden , ten waare Wy in enkelde gevallen om dringende redenen mogten goedvinden, zulks op fpeciaal verzoek, voor een bepaalden tyd te vergunnen. VI. Dat ook van den nu vastgeftelden regel worden uitgezondert de Omflagen, waar uit de Trach- menten  C 399 ) menten der Predikanten in de Grietenye van hec Bildt worden gevonden, vermits aldaar geene Pastorye of Kerke Goederen zyn, of ooit geweest zyn, welke belasting onder den naam van Gemeentsomflag bekent, voor zoo verre daar uit die Traéhmenten en andere nu toegelatene Lasten worden betaalt, in de Huuren zal mogen gekort worden. VII. Dat alles, het welk boven de Lands Floreen, Dyks Lasten, Deels kosten, en nu toegedane omflagen door den Huurder wordt betaalt, uit hoofde van extraordinaris Lasten die op de Vaste Goederen gelegt, en over dezelve omgeflagen worden, by de opichryvinge van het volgende jaar zal moeten aangegeven , de Huur daar mede vergroot, en het Reël daar van betaalt worden; En belasten Wy de Geregten en Magiftraten der Grietenyen en Steden , zorge te draagen , dat by de vernieuwingen der Reële Cohieren , deeze beraamde fchikkingen werden in agt genomen , en aan Onze welmeininge voldaan. Eindelyk vinden Wy ook goed, dat de Ingezetenen, die hunne Runderbeesten, aan de thans nog woedende Veepest hebben verloren , het verfchuldigde Hoorngeld voor ieder Beest , het welk van den iften November 1776 tot den laatsten Oclober 1777 aan die quaal zal zyn geftorven , zullen mogen korten, des dat de Runderen, die zy thans reeds zeedert den iften November des verlopen jaars hebben verloren, zullen moeten afgefchreven worde»  ( 4oo ) dén binnen drie weeken na de publicatie deezes, en die in het toekomende verliezen, binnen gelyke tyd na het verfterf. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps • huii binnen Leeuwarden den 14 Maart 1777. I. J. de SCHEPPER, Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Veste, Lieve, Bezondere! ALzo Wy van tyd tot tyd ondervinden, dat niet tegenftaande de genomene Staats Refolutie van den 23 February 1773> en daar op gevolgde aanfchryvinge van den 25 dier Maand, waar by UE. op 't ernstigste is aanbevolen, om met alle naukeurigheid te doen optekenen de Beesten, die in elke Maand aan de grasfeerende Ziekte in UE. Bedryve fterven of daar van opkomen, en de Lyst van die aan Onzen Collegie toe te zenden , gedu-  ( 4oi ) gedurende den loop van de daar aan volgende Maand; en indien UE. Diftrict 't geluk heeft gehad van de Ziekte, het zy in 't geheel, of voor een tyd verfchoond te blyven, UE. egter gehouden zullen zyn Ons daar van Maandelyks by Misfive te moeten informeeren , alles by poene VBn 10 Goud-guldens 'telkens reize in cas van verzuim ten profyte van den Lande te verbeuren ; egter niet tegenftaande deeze uitdrukkelyke Last, zommige Geregten van Grietenyen en Steden, of in 't geheel niet of zeer gebrekkelyk hier aan koomen te voldoen: Zoo hebben Wy goedgevonden, alle de zodanige door deezen op 't ernstigste te recommandeeren, en dezelve te gelasten, om aan Hun Ed. Mog. welmeininge en aanfchryvinge promptelyk te voldoen , op dat het Collegie niet genoodzaakt word , de ordres dien aangaende ftriételyk te executeeren , en tot nadeel en leedtwezen te disponeeren van zodanige Geregten, die hier ontrent in gebreke zyn gebleven, en niet aan Hun pligt hebben voldaan. Waar toe Ons verlatende ; bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden, den 17 Maart 1777. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, £er Ordonnantie van Hun Ed. Mog. Eee PUBLICATIE  C 402 ) PUBLICATIE Tot ampliatie en interpretatie van 't VIL Articul van hec Reglement, betreffende de Houtvesterye in de Provincie van Vriesland, geëmaneert den 18 April 1771. Als mede tot vastftelling van den Taux der Gerechtigheden van de Secretarye van het Jagt-Gerechte aldaar. Wy WILLEM, by der gratie Gods, Prince van Orange en Nasfau, Sc- &c. Sc ALlen den geenen, die deezen zullen zien of horen lezen, SALUT; Doen te weten: Hoe dat Ons zyn voorgekomen eenige Disputen over den inhoud van het 7 Articul van het Jagt-Reglement, in dato den 18 April 1771, hier in beftaande; welke Heeren Huizen zyn, die geagt moeten worden begrepen begeregtigd te zyn met een vry Jagtveld van drie hondert Roeden, en daar voor erkend moeten worden. Tot voorkominge van welk, hebben Wy goedgevonden en gearrefteert, vinden goeden arrefteeren door deezen, dat voorgemelde 7 Articul in deezer voegen zal worden verandert en gefteld. „Dat  ( 403 ) „ Dat voor Heeren Huizingen , hier voor en gemeld, „ zullen worden gehouden aïleenlyk de zulke , welke by „het Jagt - Gerechte daar voor erkend, en ter Secreta„ rie van het zelve geregiftreerd zyn , 0f die na voor „afgegaan verzoek met productie van bewys, onderzoek „en oculaire infpeclie, van het Jagt ■■ Gerechte, zo no„ dtg mogte zyn, ten kosten der Eigenaren te inftituee„ren, in het vervolg als nog daar voor erkend, en na „ zulks geregifteerd zullen worden, die de Bewoners in „ eigendom toebehoren , en met Gragten , Heiningen, „ Stekkagien of Qngels zyn omringd ; Ook de zodanu „ ge, welke altyd onder de benamingen van Heeren Hui. „ zjngen zo in de Cronyken als anderzins bekend ftaan Voorts hebben Wy beraamt en vastgefteld den Taux van de Secretarie Gerechtigheden van het Tagt Gerechte , dat dezelve betaald zullen worden ak volgt: Voor'het regiftreeren van een A&e van aangeving tot de Jagt , en het ver- vaardigen van een Commisfe . ..3:0-0 Voor het vernieuwen der regiftratie van zodanig een A£ht, m -het vervaardigen van een Commisfie . ... . . . 1-10-0 Voor het regiftreeren-vaneen Patrys Ja- ^ ger met Fuik en Schild, en aantekenen ■' van deszelfs naam-op de Commisfe . . o - 6 . o Voor het verplaatzen van 'een Jagt, na de gedane regiftratie . F. . . . 0-12-0 Èee 2 Vm  C 404 ) Voor bet aangeven van een Jagt na den 1 May moet dubbeld Jura betaald worden. Voor de regiftratie van een Commisfie tot permisfie van Ons, om te mogen Jaagen in Onze vrye Jagtvelden het Bild en Orangewoud Voor het regiftreeren van een Perfoon, die voor een andere een ftaande Hond aanbrengt • Voor het regiftreeren van een Koopbrief, of bewys van eigendom van een vrye Visfcherny of geoclroyeerde Kooy . . Voor regiftratie van Heere Huizen , begeregtigd met een vry Jagtveld van 300 roeden Voor de regiftratie van een Zwaanejagt, of bewys van dezelve . -. . . • Voor het ext endeer en en boehen van een diffipitive, abfolutore of condemnatoire Sententie, zal aan de Secretaris betaald worden • • Voor het boeken van een Qualiteit in de Rolle Voor het boeken van ieder Acte ten verzoeken van Partyen . . • Voor Comparitiegeld, het zy met of zonder verbaal en accord, zal betaald worden *" » ' | -1 • ♦ *v4 • - * 1 - 10 - o 0-12-0 I - 10 - O 1 - 10 - O 3 - 0-0 2 - 7-0 o - 6-0 0 - 4-0 1 - 0-0 Voor  C 405 ) Voor een ordinaris Appointement Voor een finaal Appointement . Voor het vervaardigen van een Citatie , buiten het Zeegel Voor een AuthentifaPe en Collatie, ieder bladzyde Voor ieder Extracl, des niet grooter dan twee bladzyden, buiten het Zeegel . . Voor het tauxeeren van een fpecificatie van Salarien en Expenjen , declaratie van Kosten, Schaaden, Interesfen Sc., niet hooger dan 50 Guldens .... Over de 50 Guldens van ieder 50 Guldens Voor het boeken van zodanig een Acle van Tauxatie Voor een Commisfe Executoriaal op een Deurwaarder Voor het boeken van dezelve .... Wanneer de Secretaris op order van het Jagt Gerechte buiten de Stad in Officio Vaceert, zal dezelve '5 daags genieten Wanneer een zaak meer dan een Inftantie beloopt, zal voor ieder Inftantie moeten betaald worden elke Inftant'm. En op dat niemand eenige ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deeze alomme worden gepuEee 3 biiceert o - 6 - o o - 12. - o 0-16-0 o - 5 - o 0-16-0 o - 10 - o o - 10 - o 0 - 10 - O 1 - 0-0 o - 6-0 6 - 0-0  L. S. C 405 ) bliceert en geaffigeert, daar men gewoon is zulks te doen. • • Gegeven in 'sGravenhage den 21 April ... 1777- W. Pr. v. ORANG E, Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid T. J. de L A R R E Y. PLACAAT Behelzende Verandering in de Lyst der Irnpofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen; SALUT: Dóen te weeten: Dat Wy, gehoord hebbende het Rapport van de Heeren door Ons gecommitteerd tot de Revifie van de Lyst der Irnpofitien , en na verzogte en daar op bekomene hoog-  C 407 ) hoogwvze Confideratien van Zyne Doorlugtigste Hoog hheid den Heere Prince Erf ftadhouder, hebben goedgevonden de volgende Veranderingen in gemelde Lyst te maaken: In het 39fte Articul der Generale Ordonnantie , waar by aan 's Landfchaps Tugc en Werkhuis vryheid van verfcheidene Irnpofitien wordt vergund, zal agter de woorden geconfumeert wordende, op de 8fte regel ftaande, worden ingevoegd: En zal van het Vleesch van gemelde Beesten geen Waagregt worden betaald. En in het 58fl:e Articul, agter het woord Cipier, de woorden Binnenvoogd van het Tugthuis, worden gefteld. Het 46fte Articul vau de Generale Ordonnantie zal in deezer voegen worden geamplieert: En zullen die geene, die Schapevagten opkopen, infouten, en na zulks uitvoeren, vry zyn van de Impost van het Zout, bet welk daar toe wordt gebruikt. Dat agter het 7de Articul van de Ordonnantie op de Schoorfteengelden zal worden gevoegt de volgende Periode ; Zullende door dit Remis de Eigenaar ten eenemaal worden bevrydt, van de betalinge van bet Schoorfleengeld, het welk van de post, op welke het Remis jlaat, gedurende dat jaar' moeste voldaan worden. En vermits de Zuiker Rafinadeurs binnen deeze Provincie te kennen gegeven hebben de ongelegenheid, waar in zig bevinden, en het nadeel, het welke te dugten hebben uit de pnsemie van vier Gul-  ( 4o8 ) Guldens, die de Heeren Staaten van Holland hebben toegeïegt aan de Zuiker Rafinadeurs dier Provincie, voor de iooo ponden ruwe Zuiker, die m hunne Rafïnaderyen worden verwerkt; Zoo is het, dat Wy deeze klagten in behoorlyke aanmerkinge hebbende genomen, goedvinden, om gedurende den tyd van twee jaaren , die gerekend zullen worden aanvang genomen te hebben met den eersten May %*n hun toe te ftaan eene korting van agt Stuivers op de 100 ponden ruwe Zuiker, die zy tot hunne Fabriquen opfiaan. , . . Nog hebben Wy goedgevonden by fpeciale Refolutie te verklaren, dat alk de Bewoonders van de droog gemaakte Wanswerder Meir , m het 4ifte Articul der Generale Ordonnantie vermeld, vry zyn van Speciën gedurende den tyd van het Octroy , aan de Bedykers van het zelve vergunt , en daar door weg te neemen de twyfeling, dewelke ten dien opzigte was ontftaan. Ook is aan Ons voorgedragen, dat de tyd van twee maanden na het eindigen van het lopende jaar, binnen welke de Collecïeurs der Haven Middelen volgens Publicatie van den n May 1776 hunne Colleótboeken moeten afrekenen met den Generalen Coüeaeur , en dezelve aan hem overleveren , te kort is bevonden; en hebben Wy ter wegneminge van deeze zwarigheid gerefolveerd de woorden, twee maanden, voorkomende in het by gemelde Publicatie veranderde q3fte Articul der Generale Or-  ( 409 ) donnantie , te royeeren, en in de plaatze te ftellen, voor den 15 July, en agter de poene van vyftien Guldens, te voegen, ftrible in te vorderen. En zal deeze tot een ieders narigt worden gepubliceert en geaffigeert , daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps - huis binnen Leeu¬ warden den 9 May 1777. I. J. de SCHEPPER, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Waar by het weegen van Goederen, Impost fubject, wordt vastgefteldt. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren ieezen, SALUT: Alzoo verfcheidene CoopFff lieden  ( 4io ) lieden deezer Provincie aan Ons hebben vertoont, en te kennen gegeeven, dat de (leeds toenemende Sluikeryen, gepleegt wordende door het verkorten van den Impost, gelegt op Waaren die in deeze Onze Provincie worden ingevoert, den Coophandel op den duur veel nadeel moeten toebrengen , en eerlyke Cooplieden , die zwarigheid maaken , zig met allerley quade praktyken te behelpen , doen zugten, en daarom met ernst verzogten, dat zekere fchikkingen door hun voorgeflagen, en die zy vastftelden dat ter verminderinge van dit quaad, en beteugelinge der Sluikers konden dienen, mogten worden beraamt en ter uitvoer gebragt; Zoo is het, dat Wy , dit verzoek genomen hebbende in overweging, met overleg en voorkennisfe van Zyne Doorlugtigfle Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen: I. Dat alle Zoete Waaren, Thee , Cofybonen , en Tabak in wat fust ook in deeze Provincie wordende ingevoert , na aangeving op de Havenen van bet bruto Gewigt, en merkteken van den Afzender, Landswegen op de refpeEtivë Waagen zullen worden gewogen, voor en 'aleer een Coopman de Goederen zal mogen Opjlaan of in Huis neemen. II. Dat alle Goederen, welke een Coopman wil uitvoeren, insgelyks op de Waage gewogen, door 's Lands Commifen nauwkeurig gevifi'teert, en met 's Lands Zegel gezegelt, en op de Havenen nagezien zullen worden. III. Dat  C 4ii ) Til. Dat de Opzigters verpligt zullen zyn , om de Pyst en Syroop vaten en de Korente booten te booren, voor en aleer dezelve zullen wogen Opgejlagen worden, ten einde te, ontdekken of daar in ook andere Goederen] als de aangegeevene verborgen zyn. IV. Dat bet weegen der Goederen zal gefchieden ter Plaatze werzvaards dezelve zyn verzonden, om Otitla. den en Opgejlagen te worden, in tegenswoordigheid van twee Opzigters, of daar geene Opzigters zyn, van een Dorpregter en een Adfiftent , of by gebreke van deeze laatste, twee Getuigen, en wel op de geoclroyeerde Waagen, indien die ter plaatze voorfchreven gevonden worden , en zal by den uitvoert het zelvde plaats grypen, en de weeging worden in het werk geftelt, in de Stad of het Dorp , van waar de verzending na buiten gefchiedt. V. Dm wat aanbelangt de Hekken of Dorpen , in welke geene Waagen zyn , en van waar een of meer Veerfchepen , op Plaatzen buiten de Provincie gelegen, vaar en, zorge zal worden gedragen, dat aldaar Landswege twee groote Schalen met de nodige Gewigten voor handen zyn, en daar te boven een Bok opgerigt werde, waar aan deeze -weeging kan gefchieden. VI. Dat aan de gefworene Weegers ep publyke Waagen, van ieder hondert ponden twee duiten, (minder gewigt na evenredigheid') zal worden, betaaldt, en dat op Plaatzen daar geen geoclroyeerde Waagen gevonden worden, de Opzigters, of zoo 'er geen Opzigters zyn, de Dorpregter en Adfiftent, of de Getuigen Art. 4 ver- meldt,  ( 412 ) meldt, dit voordeel te zaamen zullen genieten , des dat zy de weeging verrigten; en waar toe de Opzigters of Dorpregter en Adfiftent, in cas voorfchreven niet alleen worden gelast , maar zulks aan hun bevolen en opgelegt. VIL Dat de Commifen het regt behouden, om ingevalle ten opzigte van de quantiteit der Goederen, die by bet inkomen op de Havenen aangegeeven worden, eenige fraude vermoeden, de Kisten, Pakken, Baaien of andere Goederen aldaar te weegen. VIII. Dat voor ieder Baal, Pak, Kist of Vat, het welk wordt Opgejlagen, zonder op voorfchreven wyze gewogen te zyn, zal verbeurt worden eene boete van zes Caroli Guldens, boven de poene, by de Lyst op het ter Sluik invoeren van Goederen gefteldt. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 9 May 1777. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Edele  C 413 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! DE Hooft-Commis by eene Memorie hebbende vertoont, dat bevonden heeft, dat de ingevoerde Zoete Waaren, Coffy, Thee en Tabak, op alle Plaatz.v-liet egaal worden gewogen, en dat by voorbeeld te Leeuwarden een pond op de Schaal by de overige Gewigten wordt geftelt, het welk te Franeker en Sneek niet gefchiedt, wordende dat pond gemultipüceert, zoo dat voor elke hondert ponden het welk de Goederen weegen, een gerekent wordt: Zoo is hier op ingenomen het berigt van de Magiftraat der gemelde Stad , en daar uit gebleeken, dat jaa op ieder hondert ponden van Goederen, by dat Gewigt verkogt, voor Uitflag gegegeven wordt een pond, en op de vyftig ponden een halv, zonder op minder Gewigt eenige Uitflag te mogen pasfeeren. Om nu te wege te brengen dat de eene Ingezeten boven den anderen niet werde bezwaart , en een vasten voet in deezen beraamt; hebben Wy goedgevonden UEd. by deezen aan te fchryven , zorge te draagen, dat op de publyke Waagen van UEd. Jurisdictie, of Bokken die onlangs volgens den inhoud van het Placaat van den 9 May 1777 aldaar opgeregt zyn , dezelve Uitflag als te Leeuwarden werde vergunt, en alles op dien voet gefchikt, die ter dier Stede zedert zeer langen tyd in gebruik is. Fff 3 Waar  C 414 ) Waar mede Edele , Veste, Lieve, Byzondere, Wy UEd"- bevelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den ne* July 1777. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, ï. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ea Mog. H. W v. PLETTENBERG. PLACAAT Tot het Keuren van Brandewyn. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten : Dat aan Ons door het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie is te kennen gegeven, dat dagelyks veele Fraudes gepleegt worden door het Invoe-  C 415 ) Invoeren van te ffcefke Brandewyn , en dat daarom eenige fchikkingen dienden beraamt te worden, om dit kwaad te keer te gaan en te beteugelen ; en vermits Wy de voorgefiagene middelen , ter bereikinge van voorfchreven einde, dienftig agten; Zoo is het, dat Wy hebben goedgevonden te ffcatueeren, gelyk Wy doen by deezen: Art. I. Dat ter plaatze van de Ontlading en Opflag, uit ieder vat Brandewyn het welk in de Provincie gevoert is, een Vies door de Opzigters, in tegenwoordigheid van den Commis of zyn Gelastigde , (na het Vat alvorens te hebben omgeroert) zal worden genomen , na zulks verzegelt met het Zegel van den Koopman die de Brandewyn invoert en opfiaat, en dan gebragt op het Collegie. II. Dat het onderzoek van de Gehalte der Brandewyn door twee Perfoonen , daar toe benoemt, zal gefchieden, en voor Proefhoudent gerekent worden , als drie-agtste Geest of Alcohol, en vyf. agtste Water in zig bevat. III. dat deeze twee Perfoonen viermalen in het Jaar op het Collegie, ter Praefentie van den HooftCommis, de Proef zullen doen, en de fterkte van de ingevoerde Brandewyn nauwkeurig bepalen. IV. Dat na gedane Proeven , door het Collegie aan de Collecteurs van dit Middel, kennis van de fterkte der Brandewyn zal worden gegeven, ten einde conform dien de invordering te doen. En  ( 416- ) En zal hier van by publicatie aan een ieder tot narigt worden kennis gegeven. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 'c Lanulehaps - huis binnen Leeuwarden den 5 Augusty 1777. I. J. de SCHEPPER.Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. PUBLICATIE Tot verbodt van Uitvoert van Brikken ofte Wrakke Tichelfteenen voor twee Jaaren. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen y SALUT; Doen te weeten: Dat in Onze Vergaderinge is voorgedragen, dat veele Tichelwerken deezer Provincie hun Wrakke Steen zoo fterk Uitvoeren , dat de Contributien van de Zeedyken deeze nodige Materialen niet als bezwaarlyk, en dan nog maar van het flegtst zoort bekomen kunnen ; en nadien nu in de tegenswoordige tyds omftan-  C 417 ) omftandigheden deeze fchaarsheid van Steen van nadelige gevolgen voor 's Lands Zeeweeringen, en de veiligheid der Provincie zoude kunnen zyn; Zoo is V, dat Wy by vernieuwinge van de Publicatie van den 12de May 1758 en 3ofte Oótober 1765 hebben goedgevonden te Itatueeren , gelyk Wy doen by deezen: Dat de Uitvoert van Verbakken , Vervrozen, Gebroken en Wrakke Tichelfteen, Brikfteen, Kladden en Keizei, zal zyn gefloten en verboden by provifie voor den tyd van twee Jaaren, in te gaan met den 12de Augusty 1777, by poene van twintig Goudguldens voor ieder Scheepsladinge of Vragt, die uit de Provincie van Vriesland na elders vervoert wordt, en daar te boven Confiscatie van Schip en Lading; alles voor een derde ten profyte van den Officier die de Calange doet, een derde ten voordeele van den Aanbrenger, en de overige derde voor de Arme der plaatze daar de Uitvoert gefchied. En ten einde niemant van dit Verbodt onkundig blyve , zal deeze op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 5 Augusty 1777. I. J. de S C H E P P E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. W. v. P L E T T E N B E R G. Ggg PUBLICATIE  ( 4i8 ) PUBLICATIE Wy WILLEM, hy der gratie Gods, Princê van Orange en Nasfau, &c. &c. Sc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT, Doen te weeten: Dat de Edel Mogende Heeren Staaten deezer Provincie, by Refolutie van den 5 deezer maand,'hebben goedgevonden, dat op den dag van de aankomst van Zyne Doorlugtigste Hoogheid benevens Haare Koninglyke Hoogheid Hoogst deszelvs Gemalinne, alhier te Leeuwarden publicque demonftratien van Vreugde plaats zullen hebben, en binnen deeze Stad en Gebuurten van dien alleen Illuminatien gefchieden; Zoo is het, dat Wy ingevolge Hun Edel Mogende last, by vorengemelde Refolutie, hier van niet alleen informeeren alle de Ingezetenen deezer Provincie, maar teffens ook, dat het Hun Edel Mogende welmeininge is, dat de Heeren Volmagten ten Landsdage , mitsgaders de Leeden der Hooge Collegien en derzelver Minifters, het Front hunner gebruikte Huizen of Woningen te Leeuwarden Illümineeren op een egalen voet, met twee regels Kaarzen, waar van de eene geplaatst zal worden beneeden, ende andere  C 419 ) andere in het midden van ieder Kamer Venfter, en dat verders de Illuminatie zal beginnen des avonds ten tien uuren, en eindigen des nagts ten een uuren. Wordende eindelyk aan elk en een iegelyk, zoo ten Platten Landen als in de Steeden , by deezen verboden , op dien dag der komste in deeze Provincie en Stad, en op de Pasfagie daar na toe van de Vorftelyke Perzonen , en de daar op volgende nagt, Pektonnen te branden, Kanontjes, Snaphanen, Piftolen af te fchieten, of Swervers, Vuurballen, Knappers en diergelyke Vuurwerken te werpen en onder het Volk te ftroyen, by poene van 25 Goudguldens, promptelyk op de gewone wyze geheel ten profyte der Armen ter plaatze in te vorderen. Én'ten einde niemand hier van onkundig blyve, zal deeze op de gewone plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Collegie binnen Leeuwarden den 18 Augusty 1777- S. H. R. v. E Y S I N G A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. H. H. v. WYCKEL Ogg a REGISTER   REGISTER DER STUKKEN Aanvang nemende den 10 January 1772. En eindigende den 18 Augusty 1777. ^Publicatie tot nader verbod van Uitvoerd van Rundvee en Graanen. 10 January 1772 . Pag. 1 Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag. 10 January 1772 . . . .4 Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 30 January 1772 .... 10 Placaat nopens de Huwelyken der Jooden. 18 February 1772 ... . .17 Publicatie, tot verlenging der opfchorting van de Zetting van het Roggen Brood. 28February 1772 . 22 Placaat omtrent het houden van Aantekeninge van de Ledematen der Kerke, het Doopen der Kinderen , en der Perfoonen die Getrouwd zyn. 28 February 1772 , ... 23, Ggg 3 Placaat,  REGISTER Placaat, waar by de Uitvoerd van Runderbeesten, onder eenige bepaling , word toegelaten tot aan den laatsten April d'eezësjaars. 5 Maart 1772 33 Placaat, waar by geftatueerd word , dat de Losfe Renten binnen zes jaaren na de laatste betaling moeten worden afgehaald. 10 Maart 1772 . 37 Placaat tot vastftelling der Middelen. 14 Maart 1772 38 Placaat, waar by vastgefteld word, dat de Belastingen j ten voordele van Arme Staaten, zullen ophouden na verloop van agt jaaren , als dezelve zonder bepaling van tyd vergund zyn. 14 Maart 1772 . . . . . 41 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Beesten uit de bepaalde Havenen en uit die van Stavoren word toegedaan, zonder op de Oétroyen der Veerfchippers te letten. 15 Maart 1772 . . 43 Misfive, om in de Kerken te bidden voor haar Koninglyke Hoogheid, in haare gezegende toeftand. 20 Maart 1772 .... 44 Publicatie, dienende tot waarfchouwing, dat de Invoerd van Rundvee in deeze Provintie verboden blyfc. 9 April 1772 .... 46 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Garst wederom word toegelaten. 10 April 1772 . . 48 Publicatie , nopens de gemaakte veranderingen in de Lysten op de Irnpofitien. 10 April 1772 . 49 Publicatie, behelzende eene belasting op 't Lood. en Krytwit. . 30 April 1772 . . . 52 Publicatie,  der STUKKEN. Publicatie , betreffende eenige Articulen nopens de Vischnetten. i May 1772 • . . 54 Publicatie , tot verlenginge van het Verbod van Uitvoerd van Hooy en Stroo tot den 1 April 1773. 15 May 1772 • • . 56 Publicatie , dat Mout en Gort zal mogen Uitgevoerd worden. 15 May 1772 . . Publicatie, tot Interpretatie van het Placaat van den 13 Maart 1723, tegens het Frauduleus pasfeeren van Bylbrieven. 25 Juny 1772 . . 59 Misfive, inhoudende een ordre aan de Predicanten om God te danken voor de gelukkige verlosfing van haar Koninglyke Hoogheid van een Prins. 29 Augusty 1772 . . . 6o Publicatie , rakende de betaling van 't Hoorngeld en de Impofitie op de Bezayde Landen. 3 September 1772 • • • • 63 Placaat, behelzende een Reglement op de Keur der Springhengsten, en Inflruétie voor den Keurm.eefler. 5 September 1772 . . . . 65 Misfive, bevattende eenige ordres aan de Geregten, nopens de Keurmeester en Springhengsten. 5 September 1772 ... 74 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Osfen en Bullen voor een bepaalden tyd word open gezet. 5 September 1772 ^ Publicatie, waar by de Zetting van het Brood word opgefchort. 5 September 1772 . . 77 Misfive  R E G I S T ER Misfive, houdende Advertentie dat de Geregten het j gedestineerde geld voor het Klokluiden wegens de geboorte van een Prins, onder genoegzaame quitantie kunnen ontvangen. 7 September 1772 . 78 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Rundvee voor een maand word toegelaten. 30 Oétober 1772 79 Publicatie, tot toelating van den Uitvoerd van Aardappelen onder eenige belasting. 30 O&ob. 1772 83 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Boekweit word toegelaten. 30 Oótober 1772 . ... 85 Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsr dag. 7 January 1773 . . ' . .86 Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 1 February 1773 . . . . 02 Publicatie , waar by het aangeven der. gebeterde Beesten en het tragten van derzelver branding word geboden. 25 February' 1773 . , . 100 Misfive aan de Geregten , om alle maanden lysten te zenden van de geftorvene en gèbeterde Beesten. 25 February 1773 . . . I02 Publicatie, tot vastftellihge der Middelen. 1 Maart 1773 - • • • 104 Misfive , over het Ytigen van Azyn en Biervaten. 5 Maart 1773 . .- . . ' 106* Publicatie, waar by den Uitvoerd van Asch, Vuilnis en Leikaarde verboden word. 11 Maart 1773- • • • ' • • 107 Placaat, nopens de Zetting .van het Brood. 12 Maart 1773- • • i • • uo Placaat,  der STUKKEN. Placaat, waar by word vastgeftelt, dat van Landen met Aardappelen bebouwt even als van andere , de Impost op de Bezayde Landen zal worden voldaan. 12 Maart 1773 . . 113 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Hooy en Stroo voor een tyd word toegelaten. 12 Maart 1773 115 Publicatie , waar by het gebruiken van Rogge tot , Stooken wederom word toegelaten. 12 Maart 1773 . . . . . 116 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Runderbeesten onder zekere bepaling word toegelaten. 12 Maart 1773 ..... 118 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Erweten, Boonen en Aardappelen word toegelaten en opengezet. 12 Maart 1773 • • . . 120 Publicatie, nopens de inëgaliteit der Fruit en andere Korven in de ftad Sneek gemaakt. 15 Maart 1773 • ... 121 Notificatie, tot vastftelling der ordinaris maandelykfche vergaderingen van het Collegie. 8 April 1773 ' 123 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Rogge weder word toegelaten. 6 May 1773 . . 125 Misfive aan de Geregten om de toegezondene Modellen der Fruitkorven te rug te zenden. 6 May 1773 126 Publicatie, tot Waarfchouwinge dat de Invoerd van Rundvee in Vriesland verboden blyft. 7 May 1773 127 Hhh Publicatie y  REGISTER Publicatie, tot veranderinge in de Lyste op de Irnpofitien. 7 May 1773 . . . 128 Publicatie , waar by de Uitvoerd van oud Hooy word verlengt. 8 May 1773 . . 132 Placaat, waar by de nauwkeurige aangeving der Speciën word geboden. 8 May 1773 . . . 135 Placaat, nopens het Ytigen van de Vaten der Bier en Azyn Brouwers , en ontrent de Stokers der Heete Wateren &c. 10 May 1773 . . .137 Publicatie, nopens de Modellen der Appel en Fruitkorven. 10 May 1773 . . . 140 Uitfchryving van een Extraordinaris Landsdag. 6 July 1773 .... 141 Notificatie , nopens de Illuminatien op de komste van Zyn Hoogheid. 11 July 1773 . 143 Uitfchryving van een Extraordinaris Landsdag. 15 July 1773 « ... 145 Publicatie , houdende verbod om by de Huldiging van Z. D. H. gedurende de Illuminatien , Swerwers of andere Vuurwerken te werpen &c. 15 July 1773 .... 146 Placaat, behelzende eene Generale Amnestie voor die geene, welke zig voor de gepubliceerde Waarfchouwinge van den 8 May 1773, hebben fchuldig gemaakt aan het niet behoorlyk aangeven der Speciën. 2.6 July 1773 . .- . 147 Misfive, waar by de Geregten gelast worden, om de nodige zorgé te draagen, dat alle de Specificatiën voor de Procureurs Fiscaals, als Speeifican- ten  der STUKKEN. ten contra de Commifen van de Diftricten fpecificeerden , met de behoorlyke ftukken gefurneerd en geverifieerd worden &c. 9 September 1773 .... 150 Misfive, houdende een ordre , om te bidden voor Haar Koninglyke Hoogheid wegens haare Zwangerheid. 6 Oétober 1773 . . Waarfchouwinge , nopens de inëgaliteit der Appel en Fruitkorven. 9 December 1773 . . 154. Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag. 6 January 1774 . . IS0- Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 29 January 1774 . . . . l62 Misfive , tot uitfchryving van een Dankdag , over de Geboorte van een tweeden Prins. 18 February 1774 ... . . 168 Misfive, tot Introductie der nieuwe Pfalmen. 25 February 1774 . . . . I?0 Publicatie, waar by den Uitvoerd van Hooy en Stroo tot den 1 Junius 1774 word toegelaten. 3 Maart 1774 17Ü Publicatie, waar by den Uitvoerd van Rundvee (onder eenige bepalingen) word opengezet. 3 Maart 1774 • . 173 Publicatie, tot vastftelling der Middelen en korting van Hoorngeld. 10 Maart 1774 . . 17% Misfive aan de Geregten, rakende de Perfoon van Saco Bannen van Idfinga, Hoofdman te Gronin* gen. 11 Maart 774 . l8o Hhh 2 Misfive,  REGISTER Misfive, houdende bevel, om zoodanige Perfoonen op te geven, welke zig ophouden met het doen van publicque verkopingen van Vastigheden, om dezelve op Officiegeld te ftellen. 23 Maart 1774 182 Placaat, op de invordering van den Perfoneelen iooften en iooofted penning , en op de Reëlen iooften penning. 6 May 1774 .... 183 Misfive , tot verbetering der Middelen. 6 May J774 ... 206 Placaat, rakende de Generale Ordonnantie op de Irnpofitien. 6 May 1774 211 Placaat, ter verbetering van het Collateraal. 6 May 1774 «... 214 Placaat, behelzende eenige verbeteringen in de Ordonnantie der Impofitie op de Lakenen, Haven Speciën, Zoete Waaren, Gemaal, Beestiaal, Turf, Uitlandfche Brandewyn, Waagregt, en Veertigste Penning. 6 May 1774 ... 229 Placaat, behelzende eene nieuwe Ordonnantie op het Pasfagegeld. 6 May 1774 . . . . 236 Publicatie, behelzende verandering in de Ordonnantie op het Middel der Vyf Speciën. 6 May 1774 - . • .242 Publicatie, ter verbeteringe der Officiegelden. 6May 1774. .... 245 Placaat op het Klein Zegel. 6 May 1774 . 250 Placaat op de équivalenten. 6 May 1774 . 256 Publicatie, ter vermindering van den Impost op de Coffy. 9 May 1774 .... 263 Plaaoat?  der STUKKEN. Placaat, waar by eenige belasting op de Buitendyksi Landen word gelegt. 9 May 1774 . . 264 Placaat, ter aanmoediginge totBedyking, en betere Culture der Landen. 9 May 1774 . . . 266 Placaat, ter ontdekking van de Fraudes der Opfigters. 9 May 1774 . . . 273 Publicatie , behelzende veranderingen in de Lyste der Irnpofitien- 11 May 1774 . . 275 Publicatie , in zig vervattende de conditiën , op welke eene Provinciale Friefche Obligatie Lotery van vyfmaal honderd duifend guldens is vastgefteld. 2 Augusty 1774 .... 277 Publicatie, ter verandering der Ellemaat. 3 Augusty 1774 281 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Rundvee voor twee maanden word opengeftelt. 6 Augusty 1774 283 Publicatie, waar by de Uitvoerd van Hooy en Stroo voor twee maanden word opengezet. 6 Augusty 1774 285 Notificatie , dat geen Requesten , om iets op een Extraordinaris Landsdag in te brengen , zullen worden aangenomen , als die gepraefenteerd worden in de twee eerste daagen der ordinaris Vergaderinge van het Collegie. 6 Augusty 1774 . 287 Misfive , houdende bevel aan de Collecteurs om by provifie geen meer Engels Zilver geld te ontvangen. 19 Augusty 1774 . , 288 Misfive,  REGI STER Misfive, hoe te handelen met het Engels geld onder de Collecteurs berustende. 22 Augusty 1774 . 289 Publicatie , ontrent de verbetering der Rympfalmen. 6 September 1774 . . m 2p2 Misfive, tot geleide des Models van de Elle Maat _ 11 November 1774 . . . . . 2g, Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag. 5 January .775 . . . 2p Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 14 Fe. buary 1775 . Publicatie, tot vastftelling der Revifien van Senten- . tien van het Collegie. 6 Maart 1775 . . qo6 Placaat , tot vastftellinge der Middelea. 6 Maart l775 . . . . qi- Publicatie, waar by de Uitvoerd van Rundvee word toegelaten voor twee maanden. 10Maart 177c oio Publicatie , tot Uitvoerd van Hooy en Stroo voor de tyd van twee maanden. 10 Maart 1775 • 321 Placaat, behelzende eenige verbetering in het Pla caat op het Collateraal. 13 Maart 1775 • 32