DROST EN GEDEPUTEERDE STATEN DER LANDSCHAP DRENTHE DOEN TE IV ET E JV. Dat Hun Edele Mogende, de JHeeren Ridderfchap xm Eigenerfdens op den Landsdag van den 18 Maart 1794, onder anderen hebben vastgeftelt, dat de impost en tapcyns van de gebrande Wateren toekomftig by Col lede zal woeden geheven, de invoer van vreemde Genever open» geftelt, en de Ketelcyns afgefchaft, alles in voegen by de volgende Ordonnantiën is bepaald, zullende egter defe impoft beneffens de tapcyns der Koele Wynen, vooreerst en tot nadere dupofitic, by de refpeéHve Gerigten , doch re Coevorden door den Collecteur Van ENGEN worden ontvangen. A OR- q. 85 No. 8  ORDONNANTIE OP DE IMPOST VAN DE BUITEN EN BINNEN-. LANDSCHE GENE VER EN, BRANDE WYNEN, EN GEDISTELLEERDE WATEREN. rJ^en einde defe Impost, zoo wel als de tapcyns, rigtig worde betaalt, word verboden, dat toekomftig Branders zullen mogen tappen, of by de-kleine maate uit het huis verkopen. z. Zullende alleen die geenen, welke daar van thans in de gewoonte zyn, zulks by continuatie mogen blyven doen , doch, zal niemant in het vervolg Brander en Tapper te gelyk mogen wefen. De Branders, welke thans tefFens by de kleim maat verkopen, zullen het eerfte Jaar zelve aan te kenen, hoe veel Genever vertappen, of by dl kléine maat uitzetten, en defe aantekening van dn tot drie Maanden, aan den Colleftor overgeeven om ze, by expiratie van het Jaar, des geeiscnt met Eede te fterken, wanneer vervolgens daarom trent door de Heeren Droft en Gedeputeetden na der zal worden gedisponeert. 4' Het word verboden, eenige Genever fterker al proevhoudende de Landfchap in te voeren, gely mede aan de Branders, om fterker of zwaarder never, als proevhoudende,te verkopen, by verbeur! der Genever, en een boete van drie hondert Gulden Van alle Genever de Landfchap wordende ing< voer  {«) voert, zal by het inkomen moéten worden betaalt per Anker agt Guldens. 6. De Branders zullen van ieder Anker Genever, by hun wordende verkogt, in plaats van de Ketelcyns, die opgeheven is, betalen één Gulden. 7- De buitenlandfche Genever mag niet anders als te water met Veerfchepen , en te- Coevorden met Schuiten, de Vegt opkomende, de Landfchap worden ingevoerd, by de boete Art. 4. en verbeurte der Genever. 8. ■ En by het inkomen moeten worden gewogen met een Vogtweger, welke ten dien einde aan de Collecteurs zal worden ter hand geftelt, zullende dit Werktuig in de Genever gedaan zynde, niet lager moeten zakken, dan gelyk met het rondeeltje, een halve duim boven de grote bol geplaatst, en vastgemaakt. 9- Zullende de Collecteurs defe proeve van tyd tot tyd in de Branderyen, by de Grofliers en Tappers moeten herhalen, en de kaften, des gevraagc, opgeven, waar, of van welk Brander hun Genever bekomen hebben. 10. De buitenlandfche Genever zal niet anders in de Landfchap worden ingevoerd , als op geijkte of geroeyde Fuftage, en de quantiteit op de Fustage duidelyk moeten zyn gerift, of gebrand, by de boete van 20 Gis, n- Een Groilier zal de buitenlandfche Genever in A 2 gee-  ( 4 ) geene mindere quantiteit als fes Aam te gelyk mogen invoeren. Een Tapper niet minder als een Aamj een Ingezeten, geen Grofller of Tapper zyn« de, niet minder als een Anker. J2. Alle affchryving van binnen of buitenlandfche Genever, de Landfchap wordende uitgevoert, als mede wegens verlekking, word verboden. 13. De Schippers zullen de buitenlandfche Genever by het inbrengen aan den Collector moeten angeven, en door dezelve doen vifiteren, zonder, voor dat zulks heefc plaats gehad, iets van de lading te mogen JoITen, by een boete van veertig guldens. 14* Van buiten de Landfchap mag elk reifend Perfoon inbrengen een half Oord, en een Schipper tot Scheeps provifieeen mengel Geneyer, zonder daar van temogen verkopen. Een ieder, dien geen Brander zynde, Genever wil verkopen, zal zig by het Gerigte van zyn woonplaats moeten aangeven, het zy als Groflier of als Tapper, by de boete van tien gis, 16. Een Brander of Groflier zal niet minder mogen verkopen, als telkens een half Anker te gelyk: zullende die geene, welke by kleinder maate verkoopt, voor Tapper worden gehouden. 17. Een Brander zal geen Genever mogen uitflaan, voor dat daar van aan den Collector aangave heeft gedaan, een Cedul genomen, en de impost betaalt, by de boete van «en hondert gis» j&.  is) 18. Zullende defe Ceduls moeten inhouden dé naam van de Brander, de naam en woonplaats van die geene, welke de Genever ontvangt ofinilaat,de datum en quantiteit der uitflag. Als mede de naam van de Schipper of Voerman, byaldien de Genever uit het diflrict van de ecne Collecleur in dat van een ander gaat» En zal niemant, zonder zulk een Cedul eenige Genever van een Brander mogen ontvangen, by de boete van tien gis. 2Cf. Daar en boven zal een Brander of Groflier, aan een Tapper, met hem onder dezelve Collecteur wonende, geen Genever mogen uitflaan, voor dat aan den uitzetter de Cedul is vertoont, houdende, dat de tapcyns van de Genever is betaalt, by een boete van een hondert gis. Z>I« Een Brander of Groflier bevonden wordende, eentg Tapper in het frauderen behulpzaam te zyn geweest, zal niet alleen de boete van drie hondert Guldens f welke tegens alle medeftanders van fluikery van Genever word geftatueert} moeten betalen, maar daar en boven een Jaar met het branden of negotie in Genever moeten flil ftaan. 22. Zullende een Brander, ter requifitie van den Collecteur, ja zelfs de eene Brander ter requifitie van de ander, of van een Groflier, verpligt zyn, onder Eede te verklaren, dat er, by zyn weeren, geen Genever uit zyn huis is gevoerd, direct of indirect, voor dat van het anker deze gulden impost is betaalt. A's 23.  (O Ook zal de Brander, om hieromtrent, zoo veel mooglyk, alle fraude te prxvenieren, des gerequi» reert, gehouden zyn, op te geven, zyn huisgenoten, dienftboden, en andere perzonen, die mede over de brandery, Genever, of diens negotie gaan, of binnen twee Jaar hebben gegaan, ten einde dezelve, des noods,onderEede zouden kunnen worden getrokken. 24,. Byaldien tegenwoordig een Brandery mogt wor* den gevonden ter plaatfe, alwaar geen Collector is aangeftelc, zal zodanig Brander zig by de Heeren Droft en Gedepdcn kunnen addrefleren, om na bevindinge van zaken iemant te (lellen, by wien hy de aangaven zal kunnen doen; zullende op de plaatfen , alwaar geen Collecteur geftelt is, in het vervolg geen Branderyen mogen worden aangelegd 2t>' Alle medicynen, fchoon op fterke drank overgehaald, mogen vry in de Landfchap inkomen, dog alle Korenwyn als Genever worden behandelt, ten waare tor faveur van deefe of geene Fabricq by de Heeren Droft en Gedepden anders mogte worden gedisponeert. 26. Van Aracq, Rhum, en Liquers zal ook dezelve impost worden betaalt, doch zullen defe fpecien tot de quantiteit van een quart anker, en niet minder, mogen worden ingevoert» Alle boetens hier in vermeld, zullen komen | voor de Landfchap, en * voor de aanbrenger, doch by aldien de Collector dezelve in Officio ontdekt, geheel voor de Landfchap, OK.-  ( 7 ) ORDONNANTIE OP DE TAPCYNS VAN GENEVER EN BRANDEWYN. X)e Tappers van buiten de Landfchap Genever of Brandewyn inflaande, zullen, wat de havencyns, of Ordonnantie op de Brandewyn en buitenlandfche Genever aangaat, zig daar na moeten reguleren. 2. Voorts zullen de Tappers van ieder Anker Genever of Brandewyn voor tapcyns betalen twee gulden tien ftuiver, en niet minder als een half anker telkens mogen inflaan. ' . ~ 3» Geen Tapper zal eenige Genever of Brandewyn, mogen inflaan, zonder alvorens aangave, met expreffie van de naam en woonplaats des Verkopers, aan den Collector gedaan, de impost betaalt, en daar van een Cedul genomen te hebben, by de boete van een hondert guldens. Geen Schipper of Voerman, zal eenige Brandewyn of Genever aan een Tapper mogen loflen r voor dat de Tapper de Cedul van aangave in de tapcyns, aan hem heeft vertoont, by de boete van if gis. By aldien een Tapper met eigen Vaartuig, of "Wagen, Genever of Brandewyn mogt willen halen, zal hy hier van voor af kennis aan den Colledor moe-  ( 8 ) moeten geven, teffens met opgave van de quantiteit^ waar na hy dezelve nog niet zal mogen lolTen, bevorentsaangave gedaan, en de impost betaalt zal hebben, by pcene art. 3. 6". De Collector zal ten huife van den Tapper, naar goedvinden mogen peylen, en fraudes na zoeken. 7. Elk Tapper zal gehouden zyn, des gerequireert, aanwys te doen , van al de Genever en Brandewyn die hy in zyn huis heeft, by een boete van vyftig guldens. 8. Zullende de Tappers ook nergens eenige Brandewyn of Genever mogen bergen, als in hun kelders en tapwinkel, het zy daar toe het voorhuis of eenig ander vertrek mogt worden gebruikt, by de boete art. 7. En op dat niemant hier van eenige on- wetenheid moge voorwenden, zal deefe worden gepubliceert