REGLEMENT OMTRENT DE MILITAIRE JURISDICTIE •IN DE PROVINTIE GELDERLAND. Te ARNHEM, By WILLEM ALBERT van GOOR, ord. Drukker van den Ed. Hove van Gelderland, 1787. KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK Verz. Piakkatan Q. ' No. ^5   Pag. 3- _ »• i Alzoo Hooggemelte Heeren STAATEN by Refolutie van den 15. November laatftleeden hebben goedgevonden t'arrefteeren een Reglement omtrent de Militaire Jurisdictie 111 deefe Provintie, met verklaaringe, dat't zelve immiddels en by provifie, tot de A 1 tyd,  (4) tyd , dat de refpecrive Bondgenooten mogten refolveeren om dit als een Generaliteits werk te confidereeren en daar op een andere of nadere fchikkinge of Reglement, met algemeen confent der Bondgenooten, te maaken, als een Provintiaale Wet in dezen Furftendom en Graaffchap in alle zyne leeden en deelen zal moeten nageleefd en agtervolgd worden, en met auéthorifatie op dezen Hove om li zelve te doen drukken en publiceeren; Luydende 't voorf Reglement van woord tot w^oord als volgd. RE-  (5) REGLEMENT OMTRENT DE MILITAIRE JURISDICTIE IN DE PROVINTIE VAN GEIDJERLAlfB. I. HOOFDPOINCT. Gener aak P om ft en. Art. I. Dat dit Reglement geformeerd word, onverminderd en onverkort alle zodaane Capitulatien , als de Republicq met eenige vreemde Mogendheeden Omtrent het overneeA 3 men  co men van eenige Troupes ten dienfte van den Staat reets mogten hebben gemaakt, of noch zoude mogen maaken en waar in iets omtrent de Jurisdictie over dezelve mogte influeeren. I ï Dat voor Militaire perfoonen, die voor den Militairen Rechter in zaaken, waar over de cognitie aan dezelve word toegelaaten, te regt moeten ftaan, alleen zullen worden gehouden Officieren van hoogere of mindere rang, zonder onderfcheid, Onder-Officieren en Gemeenen die in actueelen dienft zyn, daar onder meede begreepen de Recruten wettig aangenomen en welke haare volle gage trekken, voorts ' Officieren die Penfioen trekken, van den dienft gedispenfeerd, of by de Armée geplaatft zyn , voor zoo verre dezelve woonagtig zyn in een Stad alwaar Guarnifoen word gehouden, mitsgaders Regiments Prsedicanten, of Predikers, Doétoren, Chirurgyns, en Muficanten. Dat  C7 ) I I l Dat derhalven voor den Militairen Rechter niet aanfpreekelyk zullen zyn Officieren, die Pennoen trekken, van den dienft gedispenfeerd, of by de Armee geplaatft zyn, voor zoo verre die niet woonagtig zyn op plaatfen, alwaar Guarnifoen word gehouden, nog Appointées, nog Dienftboden van Militairen, nog ook Vrouwen of Kinderen van Militairen, voor zoo verre de Dienftboden of Kinderen niet werkelyk in Krygs-dienft zyn, nog eenige andere hoe genaamd , dan die hier vooren Art. 2. fpeciaal genoemd zyn, maar dat die alle als Borgerlyke perfoonen geconfidereerd en aan de privative Jurisdictie van de Politicquen Rechter, zoo wel in het Crimineele, als Civile, onderheevig zullen weefen ; Zullende in Civile zaaken de Mans en Vaders verpligt zyn haare Vrouwen en minderjaarige Kinderen, wanneer voor den Politicquen Rechter worden betrokken > te adfifteeren. IV. Dat  C 8 ) I V. Dat alle engagementen tot den Militairen dienft van jonge lieden beneden de agtien Jaaren, zonder confent van de Ouders of Voogden ingegaan, zullen zyn nul en van geener waarde. V. Dat, wanneer over het aanneemen en engageeren van een Borgerlyk perfoon tulTchen zoo een perfoon, of deszelvs Ouders, Voogden of Bloedverwanten, of andere, en die geene, welke mogt fuftineren hem aangenomen tp hebben, of voor wien men mogte fuftineren denzei ven aangenomen te zyn , dispuit mogte voorvallen , de cognitie daar over alleen zal ftaan aan den Politicquen Rechter, namentlyk de Hoofd-Officieren en Gerichten in de Heerlykheeden ten platten Lande, voorts de Magiftraaten in de Steeden, dewelke gehouden zullen zyn zulks de plano en zonder form van Proces af te doen, en te definieeren. II. HOOFD-  (9 ) II. HOOFDPOINCT. Van Crimineek zaaken. Art. I. Dat aan den Militairen Rechter privativé zal gehooren de beleiding van al het geene tot onderhouding van een goede difcipline en behoorlyke fubordinatie onder het Volk van Oorlog is ftrekkende, en dus relatie tot de Militie, als Militie, heeft, en ten gevolge van dien de privativé cognitie over nalatigheid en overtreeding in Tochten en Wachten, overgaan aan den Vyand, defertie van Compagnien, of overloop van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, en in het generaal over alle excellen en delicten, den Militairen dienft concerneerende, en die gebragt konnen en behooren te worden onder het getal van pure Militaire delicten, die» namentlyk, door perfoo- B nen  nen in aétueelen Militairen dienft zynde t worden begaan, teegens Militaire ordres en difcipline van Oorlog. I I. Dat insgelyks aan den Militairen Rechter zal worden overgelaaten de judicature en erkenteniffe over alle exceffen en delicten, welke Militaire perfoonen onderling, ofte den een tegens den anderen, zonder dat Borgerlyke perfoonen daar in meede begreepen of vermengd zyn, zullen komen te begaan, offchoon die voorf. exceffen en delicten in haare natuur niet purelyk Militair mogten weefen : Blyvende nogtans aan den Politicquen Rechter de cognitie en judicature over zoodaanige exceffen en delicten, waar in, fchoon al door Militaire perfoonen onderling, of den een tegens den anderen gepleegd , nochtans Borgerlyke perfoonen meede gecomprehendeerd of vermengt mogten zyn, als wanneer die Militaire perfoonen, zoo wel als de Borgerlyke, alleen Voor den Politicquen Rechter te regt zullen moeten ltaan, III. Dat,  C i* ) 111. Dat, zoo een dispuit of bedenking in een voorkomend geval -mogt ontftaan , of 't deliét voor een puurlyk Militair delict, is te houden, of niet, de decifie en determinatie daar van privativé zal ftaan aan den Politicquen Rechter daar toe in materie Crimineel competent. I V. Dat, wanneer een Duël of Rencontre mogt voorvallen tulfchen een Borgerlyk en Militair perfoon, de cognitie en judicature als dan zoo wel over de Militaire, als Borgerlyke perfoon zal ftaan aan den Politicquen Rechter. V. Dat alle injurien, zoo wel zwaare als van mindere atrociteit, het zy met woorden of daaden, van Militairen tegens Militairen, in of buiten het Guarnifoen, zonder onderfcheid, B 2 be-  (*'») begaan, alleen en privativé door den Militairen Rechter zullen worden geftraft, gelyk dan ook, als daar van niet gevoéglyk kunnende worden gefepareerd, alle private aétien uit zoodaane injurien voor den beleedigde refulterende, voor denzelven Rechter geventileerd zullen worden : Zullende in dit jingulïere geval de Officieren, die Penfioen trekken, van den dienft gedispenfeerd, of by de Armée geplaatft zyn, welke ten platten Lande of op plaatfen, alwaar geen Guarnifoen word gehouden, woonagtig mogten zyn, en die dus anderfints voor geene Militaire perfoonen kunnen werden gehouden , meede als aan de Militaire Jurisdiétie onderhoorig moeten worden geconfidereerd, al hebben zy geene andere Militaire bedieningen dan alleen de rang van Officier. V I. Dat by aldien nogtans een Militair perfoon met woorden of daaden een Borgerlyk perfoon mogt injurieeren, denzelven als dan zal moeten te  C *15 te regt ftaan voor den Politicquen Rechter, voor dewelke dan ook in zoo een geval de private actie teegens zoo een Militair perfoon , indien de beleedigde mogt goedvinden die te inftitueeren, zal moeten worden geventileerd; Zullende de Militaire Rechter des niet te min verpligt zyn, om,; zoo wanneer blyken mogt, dat de Daader tegens Krygs-Wetten gehandelt hadde, denzelven daar over te recht te ftellen en te ftraffen naar behooren. Alles nogtans met dien verftande, dat, wanneer een beleedigde Borgerlyke perfoon in eenige byzondere gevallen of ómftandigheeden mogt vermeenen reedenen te hebben, om zig over eene ontfangene beleediging van een Militair perfoon te beklagen, aan den Militairen Rechter en aldaar, met prreteritie van den Borgerlyken Rechter, redres te zoeken, daar toe de vryheid aan denzelven niet zal weefen benomen , en den Militairen Rechter in zoo een byzonder geval dan ook bevoegd zal weefen, om zig de cognitie daar over aan te trekken, alB 3 fchoon  ( '4 ) fchoon niet mogt blyken, dat de Daader tegens Krygs-Wetten gehandelt hadde. V I h Dat alle andere delicten, bekend onder den naam van gemeene delicten, begaan aan of omtrent Borgerlyke perfoonen , of haare Goederen , of Familien, zullen blyven tot de privativé cognitie en judicature van den Politicquen Rechter, met dien verftande nogtans, dat voor eerft, voor zoo veel de Steeden aanbetreft, aan den Politicquen Rechter aldaar de vryheid word gelaaten, om, wanneer mogt bevinden, dat de delicten of exceffen door een Militair perfoon, zonder onderfcheid, of die is van het Guarnifoen of niet, gepleegd, van zoo een aart waren , dat die gevoeglyker met een Militaire ftraf zouden kunnen gecorrigeerd worden, of dat ook de bevordering van den Krygs-dienft mogt vereyffchen of aanraaden, dat zoo een delict of exces door den Militairen Rechter geftraft wierde , als dan zoo een Delinquant aan de Militaire  ("t) re Rechter, met de informatien daar over ingewonnen, ten fine van ftrafoeffening te mogen overgeeven, mits nogtans dat m die Stëeden, welke geen Crimineele Jurisdictie exerceeren, zulks niet anders dan communicatif en met gemeen overleg tuffchen de refpective Hoofd-Officieren en Magiftraaten of Gerichten, in voorkoomende gevallen zal mogen gefchieden. En ten anderen > dat, wat betreft de misbedryven, exceffen of delicten, welke ten platten Lande door eenige Militaire perfoonen mogten worden gepleegd, de Hoofd-Officieren en zoo veel de Heerlykheeden, Crimineele Jurisdictie exerceerende, betreft, mede de Gerigten, gehouden zullen zyn, om, wanneer het misbedryf zig alleen tot een geringe baldaadigheid of ftraatfchendery mogt bepaalen, en zodaane Delinquant door dcszelvs abfcntie zyne apprehenfie of detentie mogt hebben verhinderd, als dan de informatien omtrent het gebeurde aan den commandccrende Officier van het Regiment, waar onder zoo een Delinquant gehoord ,  (Ié) hoord, over te zenden, om aldaar daarover, zoo als in goede Juftitie behoord, geftraft te worden. Dog dat, wanneer het begaane misbedryf, exces of delict, meer als eene gemeene baldadigheid of ftraatfchendery mogt weefen, of ook met zulke verzwaarende omftandigheeden mogt zyn verzeld, dat het zelve een zwaarder ftraf als de Spitsroeden, of diergelyke zoort van gewoone Regiments ftraf fcheen te meriteeren, de Hoofd Officieren als dan verpligt zullen zyn, om zoo een Militaire Misdadiger te doen apprehendeeren, of in alle gevallen, by ontftenteniffe van dien, tegens denzelven als een fugitiven en veldvlugtigen Crimineel te procedeeren. Dat wanneer nogtans het geval mogt exteeren, dat den Hoofd-Officier een Militairen Delinquant mogt hebben gearrefteerd of gedetineerd, en uit de informatien, welke als dan, zoo fpoedig doenlyk, zal moeten doen neemen ,  C 17 ) men, mogt bevinden, dat het gepleegde misbedryf van zoo een aart, als hier vooren omfchreeven, mogt zyn, dat het gevoeglyker door de Militairen als door den Politicquen Rechter zoude kunnen worden gecorrigeerd , het zy dat denzelven Hoofd-Officier en zoo veel de Heerlykheeden, Crimineele Jurisdictie exerceerende, betreft, mede 't Gerigt,de zaak alleen tot betaalinge van een Civile boete gefchapen mogt vinden, het zy dat zich anders verplicht zoude mogen oordeelen om Criminaliter tegens zoo een Militaire Delinquant te moeten procederen, den Hoofd-Officier en, zoo veel de Heerlykheeden Crimineele Jurisdictie exerceerende betreft , mede het Gericht, in dat geval bevoegd zal zyn om die Militaire perfoon aan het Regiment, waar toe fpecteerd , of naaftbygelegen Guarnifoen, over te geeven, met de genomene informatien, ten einde om aldaar een convenable correctie of ftraffe te ontfangen, met dat gevolg , dat, offchoon by zoo een overgifte nog geen Vonnis gevonden word, echter den HoofdOfficier, die gewoon mogt zyn aan de Camer C van  C 18 ) van Reekeninge te reekenen , de koften van apprehenfie en detentie tot de overgifte toe in zyne Reekeninge, mits relatie tot deezen articul makende, zal vermogen in te brengen en dezelve dan ook door de Rekencamer in deeze extraordinaire gevallen aan hem zullen worden gevalideerd. Zullende vervolgens den Militairen Rechter i in cas dat zoodaane ongehouden overgifte aan hem mogt worden gedaan, altyd verpligt weefen om foo een Delinquant te doen afnaaien en vervolgens kennis te geeven van de by denzelven ontfangene ftraf aan den Politicquen Rechter, voorts om behoorlyke en prompte juftitie over zulke Militaire Delinquanten te adminiftreeren. VIII. Dat, indien het mogt gebeuren dat door een Militair perfoon een geringer misdaad mogt zyn begaan, waar van de cognitie aan den Politicquen  i *9) quen Rechter behoord, en teffens een zwaarder delict, waar over de erkentenifle aan den Militairen Rechter is toegelaaten, als dan zoo een Delinquant door den Politicquen Rechter, welke hem heeft doen apprehenderen, aan den Militairen Rechter zal moeten worden overgegeeven, zodanig echter, dat 't onderzoek, welk delicT: in zoo een geval zwaarder, of ligter, of ook gelyk is, alleen zal ftaan aan den Politicquen Rechter daar toe in materie Crimineel competent en door denzelve gedetermineerd zal moeten worden. En voorts met dien verftande, dat, wanneer by den Crimineelen Rechter mogt verftaan worden, dat 't delict, waar over de erkentenis aan den Militairen Rechter is toegelaaten, zwaarder was en uit dien hoofde mogt geordonneerd of gedecreteerd worden de overgifte van den Delinquant aan den Militairen Rechter, echter in zoo een geval de koften van de apprehenfie en detentie tot de overgifte toe aan den Hoofd-Officier, welke gewoon mogt C 2 zyn  ( 20 ) zyn aan de Camer van Reekeninge te reekenen, meede zullen moeten worden goedgedaan. I X. Dat de befchouwinge of vifiteering van een Lyk, het welk verdronken, of door een geweldige dood omgekoomen, of anders verongelukt zoude mogen weefen, het zy zulx in of buiten een plaats, alwaar Guarnifoen mogt worden gehouden, mogt zyn, zonder onderfeheid van perfoonen , alleen zal ftaan aan den Politicquen Rechter, zodaenig evenswei dat den Militairen Rechter de vryheid zal behouden om, wanneer een Militair perfoon, door wat toeval het ook mogt weezen, mogt zyn omgekomen of verongelukt, op fyn Poft, in de Wacht, of in de werkelyke functie van fynen dienftzynde, als • dan de befchouwinge of vifitatie van het Lyk mede te mogen doen, het zy dat zulks reeds door den Politicquen Rechter mogt zyn gefchied, of niet; Zullende voorts omtrent alle dusdaanebeIchouwinge altyd alle exactitude moeten worden  ( 21 ) den gepleegd en zoo wel den Politicquen als Militairen Rechter gehouden weezen over en weder, des gerequireerd, behoorlyke Acte of Certificaat van de gedaane vifitatie en gefteltheid van het Lighaam, mitsgaders van de Wonden en derfelver lethaliteit of illethaliteit, aan eikanderen te fuppediteeren, ten einde om daar van 't nodige gebruykte kunnen maaken. X. Dat alle delicten door een Militair perfoon begaan voor dat denzelven fig in den Militairen dienft begeven had alleen door den Politicquen Rechter zullen moeten worden geftraft. X I. Dat in alle delicten en exceffen welke ter erkentenisfe ftaan van den Politicquen Rechter, defelve Politicque Rechter bevoegd zal weezen om de Informatien, welke van Militaire perfoonen moeten worden genomen, zelve op zoo een wyfe, C 3 als  c m) als zal oordeelen te behooren en in ieder plaats gebruykelyk is, van zodaane perfoonen te neemen, zonder daar toe eenige interpofitie van den Militairen Rechter nodig te hebben, mits daar van, wanneer zulks mogt plaats hebben omtrent perfoonen tot het Guarnifoen behoorende, alvorens aan den commandeerende Officier van het zelve tot desfelfs narigt kenniffe geëvende. Dog dat, wanneer den Militairen Rechter eenige Informatien mogt nodig hebben van Borgerlyke perfoonen in delicten]of exceffen, welke tot de erkenteniffe van den Militairen Rechter ftaan, dezelve zal gehouden weezen zig tot het I bekomen van dien behoorlyk aan den Politicquen Rechter te addreffeeren, dewelke die dan ook onweigerlyk aan den Militairen Rechter fal moeten bezorgen en al het geene tot bevordering van dejuftitie zal konnen ftrekken, getrouwelyk fuppediteeren. Gelyk mede den Militairen Rechter, wanneer mogt oordeelen in delicten of exceffen, waar 1  ( n ) waar over de erkentenilTe aan hem is toegelaaten, nodig te hebben, of tot dienft van dejuftitie te kunnen verftrekken, om eenige Borgerlyke perfoonen tegens een Delinquant te confïonteeren , zig als dan daar toe behoorlyk aan den Politicquen Rechter zal moeten addreffeeren, met verfoek dat zoo een Borgerlyk perfoon of perfoonen mogen gelaft worden zig tot dat einde op zodaene tyd en plaatfe, als de Militairen Rechter convenabel zal oordeelen, voor hem te fifteeren, waaromtrent als dan door den Politicquen Rechter alle faciliteit zal worden betoond. X I I. Dat de apprehenfien van Militaire Delinquanten over exceffen en delicten ter cognitie van den Politicquen Rechter ftaande, altyd, wanneer fy buyten de Wapens en niet in de werkelyke functie van haar dienft zyn, door den Politicquen Rechter op plaatfen , alwaar geen Guarnifoen mogt leggen, zonder eenige affiftentie of interpofitie van den Militairen Rechter zullen kunnen en mogen gefchieden. Dat  ( n) Dat ook in plaatfen, alwaar Guarnifoen mogt leggen, Militaire Delinquanten, wanneer fy zig buyten de Wapens en niet in de werkelyke functie van haar dienft mogten bevinden, altyd door den Politicquen Rechter op de heeter daad geapprehendeerd en agtervolgd zullen kunnen en mogen worden. . Maar dat, wanneer een Militaire Delinquant zig onder de Wapens, op fyn Poft, of in de werkelyke functie van fyn dienft mogt bevinden, of dat ook een Delinquant tot het Guarnifoen behorende niet op de heeter daad geapprehendeerd of agtervolgd mogt zyn geworden, den Politicquen Rechter fig als dan aan den commandeerende Officier zal moeten addreffeeren om affiftentie tot het apprehenderen van den Delinquant , dewelke in zoo een geval verpligt fal zyn die zonder uitftel onweigerlyk te verleenen. en den Delinquant met een detachement Militie te doen brengen ter plaatfe alwaar zulks door den Politicquen Rechter zal worden begeerd. Bly-  ( 3? ) ^Blyvende nogtans ten aanzien van Verlofgangers , welke in een plaats, alwaar Guarnifoen mogt leggen, lig aan eenig exces of delict ter cognitie van den Politicquen Rechter ftaande mogten fchuldig maaken, aan den Politicquen Rechter de faculteit overgelaaten om de zodaenige met of zonder aiïiftentie van de Militairen te doen apprehendeeren, naar goedvinden. Alles echter met dien verftande dat, wanneer den Politicquen Rechter een Militair perfoon mogt hebben doen in detentie neemen of apprehendeeren , zonder adfiftentie of interpofitie van den Militairen Rechter, denzelven' als dan verpligt zal weezen daar van aan den commandeerende Officier van het Guarnifoen, zoo den Delinquant tot het Guarnifoen behoord, of anders van het Regiment, tot fyne informatie kennifie te doen geeven. Hoedaane kennisgeevinge aan den commandeerende Officier van het Guarnifoen of Regi- D ment  («) ment refpective insgelyks zal moeten gefchieden, na dat den Delinquant zyn Vonnis zal hebben ontfangen. Zullende voorts, onverminderd al 't gunt voorf, den Militairen Rechter verpligt weefen, om, zoo ras tot zyne kennilfe mogt zyn gekomen dat eenig exces of delict ter cognitie van den Politicquen Rechter ftaande door een Militair perfoon mogt zyn begaan en dat de Daader door of op ordre van den Politicquen Rechter nog niet mogt zyn geapprehendeerd, datelyk, wanneer hy daar toe gelegentheid mogt hebben, de Daader in behoorlyke verfeekeringe te neemen en daar van vervolgens aanftonds aan den Politicquen Rechter kennilfe te geeven en den Gedetineerde aan denzelve over te leveren. XIII. Dat de Militairen in het generaal, zoo tot de apprehenfien, overbrenginge in de gevangenis en het neemen van informatien, als in alle an- de-  c m) dere gevallen , waar in haare adfiftentie door den Politicquen Rechter mogte worden gerequireerd, verpligt zullen zyn alle faciliteit te adhibeeren en daar aan geen obftacul, verhindering, of oponthoud, op eenigerhande wyfe zullen mogen toebrengen. X I V. Dat, onverminderd al het gunt voorf., het geval kunnende exteeren, dat zig een Veldlee^ ger in deefe Provintie mogt bevinden, het zy campeerende of op marsen, in zoo een geval aan den Militairen Rechter word toegelaaten om ook over gemeene delicten en exceffen door alle perfoonen tot dat Veldleeger gehoorende faegaan te mogen erkennen en als dan dezelve te mogen flraffen, even als of zig aan pure Militaire delicten hadden fchuldig gemaakt, mits nogtans , dat het Leeger gefcheiden of uit de Provintie vertrokken weefende, al het voorgaande geftatueerde weder zal blyven ftand grypen. D 2 III. HOOFD-  i 28) ml HOOFDPOINCT. Van C/V/Y? zaaken. Art. I. Dat wat de Civile Jurisdictie betreft, intyden van Oorlog door den Militairen Rechter zal mogen worden erkend over alle mgebragt wordende Prinfen en Buiten van dert Vyand genomen, dewelke daar over aan Parthyen kort en onvertogen regt zal moeten laaten wedervaaren. Zodanig nogtans, dat dit alleen te verftaan is van Prinfen en Buiten door het Volk van Oorlog gemaakt en ingebragt wordende , blyvende de judicature over zodane Prinfen en Buiten, welke door de Borgers, In-of Opgezeetenen mogten worden gemaakt en ingebragt aan den in die materie competenten ordinaris Rechter. II. Dat  ( *9 ) I t Dat voor het overige al het geene tot de Civile Jurisdictie gehoord, zoo als in het byzonder hier na word gedetailleerd en uitgedrukt, of het geen daar toe eenigfints kan gebragt worden, het zy lpeciaal genoemd en uitgedrukt of niet, zal zyn en blyven tot de privativé cognitie van den competenten Politicquen Rechter, zonder dat daar meede den Militairen Rechter zig zal mogen bemoeijen, uitgezonderd alleen in de gevallen hier vooren Art. i. genoemd en die hierna Art. 5. No. 2, 3.en4. gefpecifïceerd zyn en alhier voor geïnfereerd gehouden worden, in welke gevallen de cognitie, invoegen aldaar gemeld, by wege van exceptie van voorfchreeve generaale regel in Civile zaaken, aan de Militairen Rechter word toegeftaan. III. Dat de byzondere voorwerpen van het geen tot de Civile Jurisdictie gehoord of kan gebragt D 3 wor-  ( 30 ) worden, zig bepaalen tot de vyf navolgende generaale poincten. - Als voor eerft 't geen betreft de Haat van een perfoon zig in Militairen dienft bevindende. Ten tweeden, 't geen concerneerd het object van een Civile Aétie het zy die reëel, perfoneel, of van een vermengde natuur mogt zyn. Ten derden, het geen de obfervantie van de Statuten en Ordonnantiën op het houden van een goede Policie aangaat. Ten vierden, het geene tot de Financien en Impoften zoo van het Land als van de Steden en de Actiën daar uyt voortvloeyende betrekkelyk is. En ten vyfden, 't geen concerneerd de faculteit om de Jacht te mogen exerceeren, met de Actiën over het contravenieeren van de Reglementen daar op geëmaneerd. IV. Raa-  ( 30 ! I V. ' Raahnde de Staat van een perfoon jig in Militaire dienfl bevindende. Dat ten aanzien van den Staat van een perfoon lig in Militairen dienft bevindende worden vaftgefteld de navolgende poincten: i°. Dat ten opllgte van de mondigheid, of onmondigheid, een Militair perfoon dezelfde Wetten, welke dit reguleeren, zal onderhevig zyn als een Borgerlyk perfoon. 2°. Dat ten aanzien van die geene, welke nog onmondig zynde fig tot den Militairen dienft begeeven, dezelfde Wetten als waar onder fy gefteld waren eer nog tot den dienft waren overgegaan , van operatie zullen wefen en gevolgt moeten worden. 3°. Dat een onmondig Militair perfoon veniam cetatis willende verfoeken , het zelve zal moeten  ( 3* ) ten doen ter plaatfe alwaar hy voor het in dienft gaan gehoorde. 4°. Dat door zig in den Militairen dienft te engageeren, het zy met of zonder de wil van de Ouders, niemand zal worden gehouden voor geëmancipeert, maar dat de Ouderlyke magt zal blyven fubfïfteeren en van dezelvde uitwerking zyn, als of de Zoon niet in Militairen dienft was getreeden. 5°. Dat dit in het byzonder van applicatie zal zyn op het ingaan van een Huwelyks-engagement, omtrent welkers validiteit gevolgd zul- " len worden de Wetten van de plaats, alwaar de Vader of Moeder t' huys hooren. 6°. Dat indien een Militair perfoon onder Curateele moet worden gefteld, het zy uit hoofde van innocentie of prodigaliteit, of dat ook Voogden over onmundige Militaire perfoonen moeten worden gefteld, het zelve refpectivelyk zal moeten gedaan worden door die gee-  ( 33 ) geene, welke daar toe bevoegd zoude zyn geweeft, voor dat die perfoon zig in den Militairen dienft hadde verbonden, wordende in zoo een geval nogtans aan den Politicquen Rechter overgelaaten, om tot Voogden of Curateuren ook Militaire perfoonen, het zy alleen of met adjundtie van Borgerlyke perfoonen, te mogen aanftellen en daaromtrent zulke prsecautien , zoo noodig, in ieder voorkoomend geval te neemen en te bepaalen, als het meeft nuttig en dienftig zal oordeelen. 7°. Dat de Jaaren om de Teftamenti factio activa te bekoomen, zoo veel het gereede betreft, zullen moeten - worden gereekend naaide Wetten van de plaats alwaar iemand voor dato van het in. dienft gaan behoorde, enten aanfien van 't ongereede, naar de Wetten van de plaats alwaar de goederen geleegen zyn. ; 8°. Dat een Militair perfoon, tot een tweede Huwelyk willende overgaan, gehouden zal zyn de afgoedinge met zyne onmondige Kinderen, E welke  ( 34 ) welke uit een- wettig voorig Huwelyk mogt hebben, te doen voor den Politicquen Rechter , en zig voorts daaromtrent mede zal moeten reguleeren naar de Wetten van de plaats alwaar denzelve voor het overgaan tot den Militairen dienft gehoorde. 9*. Dat dit alles moet verftaan worden alleen zyn betrekkinge te hebben tot zodaane Militaire perfoonen , welke Inboorlingen zyn van deezen Staat, terwyl, voor zoo veel betreft de Vreemdelingen, de zodaanige, welke, buyten het volgen van haare Guarnifoenen, in een andere plaats binnen deefe geünieerde Provintien , Landfchap Drenthe of Generaliteits Landen, haar domicilie mogten hebben verkofen, ten aanfien van alle de voorgemelde poindten fubject zullen weefen de Wetten en Gerechten van de plaats haarer verkofen domicilie, En zoo veel aangaat zulke Vreemdelingen, welke geen ander domicilie binnen deefe geünieerde Provintien, Landfchap Drenthe of Gene- rali-  C 35 ) raliteits Landen, als de plaats liaares Guarnïfoens, hebben, dezelve ten opfigte van alle de voorfchreeve poincten onderhevig zullen weefen de Wetten en Jurisdictie van de plaats alwaar in Guarnifoen leggen. Zodanig evenswei, dat ten opfigte van zulke Vreemdelingen, welke, fchoon wei geen ander domicilie binnen defe geünieerde Provintien, Landfchap Drenthe of Generaliteit^ Landen, als de plaats van haar Guarnifoen, hebben , of ook wel eenig domicilie in een andere plaats buiten deefe Provintie hebben gekoofen, echter eenige ongereede Goederen in deefe Provintie mogten befitten, dezelve ten aanfien van de Teftamentï fattio aftïva zig zullen moeten reguleeren naar de Wetten van de plaats, alwaar die Goederen geleegen mogten zyn. io°. Dat de Militaire Vierfchaaren zig zullen onthouden, om over alle de gemelde poincten en die verders de habiliteit of inhabiliteit van een Militair perfoon om eenige handelingen, E 2 met  ! ( 3<5 ) met betrekking tot de gemeene focieteit en zamenleeving, te kunnen plegen of niet plegen, mogten concerneeren, eenig dispofitif te verleenen, maar dat zy daar meede, mitsgaders met de erkenteniffe over al het geene, het welk uit dien hoofde tuffchen parthyen litigieus mogt worden, zullen moeten laten begaan de Politicque Vierfchaaren tot ieder zaak competent. Gelyk zy dan ook zig niet zullen mogen aanmatigen te ftaan over eenige Teftamentaire Actens of Dispofitien in de Guarnifoenen, maar die geene der Militairen, welke aldaar een Testament mogten willen maaken of. eenige andere Acte van uitterfte Wille paffeeren, zulx zullen hebben te doen na de form, waar na andere, geen Militairen zynde, ter plaatfe daar een Militair zig bevind, zulks verpligt zyn te doen. 11° Dat in het byzonder ook de Militaire Vierfchaaren zig nog in het geheel nog ten deelen zullen mogen bemoeijen met het Matrimoniee-  ( 37 ) le, maar dat deefe geheele materie en dus zoo wel het geene concerneerd het contraheeren van een Huwelyk als het diffolveeren of het fepareeren van het zelve met alle gevolgen en aankleeven van dien, zal blyven ter privativé cognitie en dispofitie van den in die materie competente Politicquen Rechter. Zodaenig echter, dat ten aanfien van het contraheeren van een Huwelyk van een Militair perfoon, de Politicquen Rechter daar op zal behooren te letten dat aan geene Militaire Onder-Officieren of Gemeenen, die nog geen zes Jaaren in dezelvde Compagnie gediend hebben , worde toegelaaten om, zonder confent van hunne Ritmeefters of Capiteinen, een Huwelyk aan te gaan, en de Prsedicanten of Gerichten de zoodaenige, zonder productie van behoorlyk bewys dienaangaande, niet zullen mogen in Ondertrouw opneemen of proclameeren, zullende zodane Militaire perfoonen, welke daar teegens mogten handelen, deswegens door den Militairen Rechter mogen worden gecorrigeerd, E 3 12°. Dat  C 38 ) 12°. Dat ook alle Militaire perfoonen, een Huwelyk willende aangaan, verpligt zullen weefèn zig ten aanfien van het opneemen in On^ dertrouw;' het laaten gaan der Proclamatien en folemnifeeren van haar Huwelyk, te gedragen na de Wetten in deefe Provintie op dat ftuk geëmaneerd , zonder dat tot het verrigten van eenige dier Ceremoniën een Prcedicant of Prediker, welke zig by 't een of ander Regiment mogt bevinden, zal mogen worden geëmplojeert. V. Het voorwerp van de Civile ABien concerneerende. i°. Dat geen Borgerlyk-perfoon voor den Krygsraad in eenige zaaken zal mogen geroepen of aangefprooken worden, nog ook voor dezelve gedagvaart om kondfchap der waarheid te geeven. 20. Dat, zoo iemand, zonder onderfcheid of het  ( 39 ) het een Borgerlyk of Militair perfoon zy, van een Militair perfoon mogt requireeren getuige* nis der waarheid, hy fulks zal mogen eyffchen of voor den Politicquen Rechter, of voor de Militaire Krygsraad, na mate hy fulks mogt verkiefen, dewelke dan ook refpeétive, indien disput mogt ontftaan over de verpligtinge of niet verpligtinge tot het geeven van defelve, daar over zal erkennen en verder ook de Getuygen afhooren, en daar van Certificaten doen afleveren , zullende zoo een Militair perfoon, inval voor den Politiquen Rechter daar toe mogt worden gedagvaert, verpligt weezen fig daer voor onweigerlyk te lifteeren en, wanneer de^zelve tot het Guarnifoen mogt gehooren, als dan daer van aan den commandeerende Officier van het zelve moeten worden kenniffe gegeeven tot fyne informatie. 3°. Dat alle quaeftien tuffchen Militairen , 't zy van gelyke conditie of van mindere of meerdere rang, onderling over eenige afreekeningen van Soldyen, Gages of Servies-gelden, genot of  ( 4o ) of gemis van Montuur, of iéts diergelyks, als mede over Hand - gelden en andere conditiën plaats hebbende by het rcëngageeren van Soldaaten en andere gemeene Militairen eer die den dienft nog werkelyk hebben verlaaten, privativé voor den Militairen Rechter geventileert en door dezelve beflift zullen worden, zodanig ook, dat, wanneer tuflchen eenige Officieren, van den dienft gedispenfeerd, by de Armée geplaatft of gepenfioneerd, welke in een plaats alwaar geen Guarnifoen legt, w7oonagtig mogten zyn en die dus als geen Militaire perfoonen worden geconfidereerd, wegens zoodane afrcekeningen en het geen verder boven is gemeld, quseftien mogten voorvallen met werkelyke Militaire perfoonen, dezelve quaeftien insgelyks door den Militairen Rechter zullen moeten worden beflift en afgedaan. 4°. Dat iemand, het zy een Borgerlyk of Militair perfoon, een pure perfoneele .Actie tot lafte van een Militair perfoon hebbende, uit . wat oorzaak die ook mogt fpruyten, en die  C4« ) die by daging of citatie willende inftitueeren, zulks of voor den Politicquen of voor den Militairen Rechter, na mate hy zulks mogt verkiefen, zal mogen doen, dog zal een triumphante Sententie, wanneer die by den Militairen Rechter geweefen mogt zyn, op geen Effecten, van wat natuur die ook mogten weefen, gehoorende onder het bedwang van den Politicquen Rechter, executabel zyn, maar zal de executie by den Militairen Rechter alleen kunnen bekomen worden door middel van Gyfeling van des gecondemneerdens perfoon en het inhouden van zyn Tractement, wanneer het in de handen of magt van de Militairen Superieuren van den gecondemneerden zal zyn gekomen, voor zoo veel het zelve executabel zal zyn. 5°. Dat alle fubmisfien in zaaken, niet van de fpeciale competentie van den Militairen Rechter zynde, aan de judicature en executie van eenige Politicque Vierfchaaren in Contracten of Inftrumenten door Militairen of andere, waar F van  (4* ) van Militairen Erfgenaam zyn geworden, gedaan, effect zullen forteeren, gelyk dezelve perfoonen ook in diervoegen zig verder aan zoodaane judicature en executie met effect zullen mogen fubmitteeren. 6°. Dat, zoo lang de Tractementen, Gages of Gelden, uit hoofde van andere ordonnantiën verfchuldigd, nog onder de Betaals-Heeren, de refpective Ontfangers, Solliciteurs of Directeurs der betaalinge van de Militie, mogten beruftende zyn, en nog niet aan het Regiment, haare Hoofden of haare ordres mogten zyn overhandigd, dezelve ter zulker fomme, als na de refpective Wetten gepermitteerd is, arreflabel zullen weefen, of met een andere affecteerende ingang rechtens bekommert zullen mogen worden voor dat Politicq Gerecht, het welk daar toe competent is, het zy dat zulx een Borgerlyk of Militair perfoon zoude willen doen. 7°. Dat, zoo eenige quseftien mogten ontdaan tuffchen de Militairen en haare Solliciteurs of  (43 ) of Directeurs van de betaalinge der Militie, over de Reekeningen van dezelve Solliciteurs of Directeurs , het zy dan dat een Militair Aanlegger of Verweerder mogt zyn, dezelve quseftien zullen worden verhandeld voor den Politicquen Rechter, daar en op zulke wyfe als zulx behoord en refpective in ieder Quartier gebruykelyk is. 8°. Dat zoo een Boedel van een Militair, het zy door het verlaaten van dezelve of repudiatie van den Erfgenaam, defolaat of anderfints vacant mogt worden, de verzeegeling en beheeringe van dien, met alle desfelvs aankleeven en gevolgen zal blyven aan den Politicquen Rechter , om daar in zoo wel als over de preferentie of concurrentie tuffchen de Crediteuren na de Wetten, Statuten en Gewoontens welke in ieder plaats, alwaar de defolatie van een Boedel valt, op dat {tuk zyn geëmaneerd en plaats hebben, te handelen, gelyk ook, wanneer een Erfgenaam van een Militair, het zy hy een Borgerlyk of Militair perfoon mogt weefen F 2 een  (44) een Boedel en ErfTenis van een Militair heen gekomen, zoude willen adiëeren onder beneficie van Inventaris, of tyd tot deliberatie verzoeken, dezelve in al het zelve den Politicquen Rechter zal moeten erkennen en daar in al mede handelen zoo als de Wetten, Statuten en Gewoontens van ieder plaats in zulke gelegentheeden vereyffchen. 9°. Dat alle reëele Adien, gelyk ook die van een vermengde natuur zyn, participerende zoo wel aan het perfoneele als reëele, een Militair perfoon, het zy een Inboorling, het zy een Vreemde, raakende, voor den competenten Politicquen Rechter, met exclufie van den Militairen Rechter, zullen moeten worden geinftitueert. V I. Betreffende de Politie. Dat de Militaire perfoonen gehouden zullen zyn al het geene tot de Policie behoord en de  (45) de Statuten en Ordonnantiën, welke daar op voor alle Borgers, In en Opgezeetenen zyn geëmaneerd of nog mogten worden geëmaneerd, meede na te komen, en die contravenierende, voor de boetens, op zoodaane contraventien ftaande, door de refpective Officieren en Magiftraaten of die geene, welke daar toe gefteld zyn, executabel zullen weefen, voorbehoudens nogtans aan de Officieren en Magiftraaten de faculteit, om, wanneer mogten bevinden, dat zoo een Militair Contraventeur niet in ftaat mogt weefen om de geftatueerde boeten te betaalen , denzelve als dan aan den Militairen Rechter over te geeven, om deswegens na beh'ooren geftraft te worden, waaromtrent in zoo een geval geen conniventie by den Militairen Rechter zal mogen worden gebruykt. V I I. Betreffende de Financiën en Impofitien. ■ ' Dat, zoo veel aangaat de Financien en ImF 3 pos-  (4« ) poften, zoo van 't Land als van de Steeden, de Militie gehouden blyft om alle de Ordonnantiën, op het ftuk van de Financien van het Land of van de Steeden geëmaneerd of nog te emaneeren, mede na te komen en zig daar na te reguleeren, en dat in cas van contraventie daar over, met alle gevolgen en aankleeven van dien door den Politicquen Rechter daar toe competent, zal moeten worden erkent en de Contraventeurs door denzelve Politicquen Rechter geboet of gecorrigeerd zullen moeten worden, zelvs ook criminaliter geftraft, indien de zaak daar na gefchapen mogt bevonden worden. VIII. De Jacht concernerende. Dat den Militairen Rechter zigmethetpoinct van de Jacht en het oeffenen van dien door Militaire perfoonen niet zal mogen bemoeijen, maar dat de judicature over al het geene, het welk daar toe relatie heeft, privativé blyft aan den  r C 47 ) den Politicquen Rechter daar toe competent. I X. Dat voor het overige al het geene in de voorgaande Articulen, zoo wel omtrent het Crimineele als Civile, niet fpeciaal mogt zyn genoemd of uitgedrukt, zonder uytzondering, zal ftaan ter privativé cognitie en dispofitie van den Politicquen Rechter. # ?bi U ' o • \m ^èS^^mwi; Dat van alle Vonniffen, zoo wel Civile als Crimineele , by den Militairen Rechter geweefen in zaaken waar van de cognitie aan dezelve is toegelaaten, voor foo verre dezelve appellabel zouden mogen weezen , by provifie en tot dat anders zal zyn gedisponeerd, zal kunnen en mogen worden geappelleerd aan den Raad van Staaten, en dat zoo wel omtrent de appellabiliteit of inappellabiliteit derfelve, als ten aanfien van de wyfe van introductie en profecutie van zo-  ( 48 ) zodaanige Appellen, mede by provifie en tot daeromtrent eene behoorlyke Ordonnantie of Reglement zal zyn geformeerd, zal kunnen werden gevolgd het geene dienaangaande tot dus verre zoude mogen zyn geöbferveert geworden. X J. Referveerende voorts Haar Edele Mogende zich ten allen tyden ten opfigte van dit Reglement zodaene interpretatien , elucidatien, veranderinge , vermeerderinge of verminderinge te maaken en vaft te Hellen, als zullen oordeelen te behooren en nodig zullen mogen vinden. SOO IS 'T, ten einde voorf Reglement in alle zyne leden en deelen, immiddels en by provifie tot de tyd toe, als boven gemelt, moge werden geobferveerd en nageleefd, dat Wy, in naeme als boven en uyt kragt van de vooraangetogene Refolutie, nier mede or- don-  ( 49 ) donneeren en beveelen alle de Officieren en Magiftraaten van deeze Provintie, en voorts een ieder die zulks aangaan mag, dat elk in zyn qualiteit en bedieninge zig daar na, by provifie als hier vooren genarreert, zal nebben te feguleeren en 't voorf. Reglement na te leeven en te doen naleeven na behooren. Dies t' oirconde hebben Wy des opgemelten Furftendoms en Graaffchaps fe« creet Zegel op 't fpatium doen drukken en deefe door den Griffier onderteeketien laaten. Gedaan in den Raade van Gelderland te Arnhem den 22. May 1787. (Onderbond) Ter Ordonnantie van Dezelve. ( Was geleekend) F. V. van den STEEN.