KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK COLLECTIE-TH IERRY BRUIKLEEN van de Ned. Herv. Gemeente te 's Gravenhage 7118 - '35   GESCHIEDENISSEN DER VEREEN 1GDE NEDERLANDEN.  E  GESCHIEDENISSEN OER, vereenigde NEDERLANDEN. VOOR DE VADEKLANDSCHS JEÜGO, TWAALFDE DEEL. MET PLAATEN EN POURTRAITEN. *« AMSTERDAM, by JOHANNKS ALLART, MBCCLXXXIX.   DRIE- EN. ZESTIGSTE GESPREK, INHOUD* GtvoTgen van ÏPrimfin dood. Zyn Zoon m* verfcbeide Voorrechten befcbonken. — foor* tegens de hefmtttlyk$ Ziekte. — Suhfidie^T.aclaat met EngelW en Poe, Jen. Ontwerp voor ^ Treepen van den Staat. Affcheid van den Evgelfcben Gezant è'Airotta. De jengt prfnJt van Oranje aan >t hoofd der Haogfhe Scbut* - tcry , werd Ridder van de Kousfehand. De Vrouwe Gouvernante > neemt zitting in de Ihoge CellegVên. — Franfche n ÏÏngen bier te Lande. . , Do,d M eemge voornaam. Lieden. — Schikking cp de Recht,etffening in Friesland. — KUuw Regiementin Groningen. De ^gfcbr Schuttery met een Gouden Beker befcbon* ken. — Handbaaving der I„laK(i/i Suffix, II. d £ e l, A 3 r  ^ ' GESCHIEDENISSEN DES. Verdrag voa Koophandel met den Koning vw Hapels. ~~ Intrede van den nieuwen Fratf fchen Ambasfadeur in s' Uaege. — Vrede mti do'Keizer van Marecco. Dtod van den Craaf van Nasfau Ouderkerk. Dood van den Deere Stolp en deszel/s Legaat. Oprichting van de Maatfch^py der TFeetevfchap- pen te Haarlem. Doorbraak van de» Rbyn en Tsfeldyke» — Overiragt van de Pruitfcbe Heerlykheden in Holland, aan den jongen Prinfe van Orat>je. — Dezelve word Ridder van St. pris. — '/ Stadhouderlyke Hef naar Friesland. De jonge Prins word Pefdermer der Haarlem- fcbe Maatfibappy. ~ van de Vr°H™ «p« Rensw.ude. AmfieMng van een ; Vrefident in den Hoegen Raad. Brand van 't Previntiaal Tuchthuis te Leeuwaar- flen> T Schikking ever de voogdy der Vorftelykt Kinderen, in Gelderland, Utrecht, mesland en Groningen. — Oorlog net de Algerynen. Aardheevhg op Am- uiMt , ■ Dood van den Admiraal Taah vlsn,Ontdekking va» Oude munten by Kui  YER.ESNIJDE NEDERLANDEN. % Kuilenburg. — Waterberoering ia Je Kt■ derlandtn. Aardbetving ep den Biddag. Schikking ever de veogdy **n den jongen Erf-Stadhouder in OvetysfeJ. Verbetering van het Dykbeflier in Groningen. — Gefchil over bet aanfiellen van ten Aidisfe te Gunnipe. Oneenigheden in Gelderland. Zonderlinge Grafkelder in Drenthe ent- dekt, . Oorlog tmfcben Engeland en Frankryi. « Havenrecht in Tesfel ge- fchonden. — Oorlog in Duitsshland. Kerkelyke GefchUltn. Uitvinding der Vyzeh molens. Dood van de» Admiraal Reynst. ~* Zwaare Storm Strerge Koude. • Belemmering der Koophandel en Zeevaart. ~ Doorbreak der Bow.ir.ehr Waard. — Franfcbe Troepen trekken door Maafiricbt. — De Mge Erf stadhouder befcbenkt de Haagfcbe Sebuttery. Dezelve voord door de Schippers van '/ VU et befcho*. ken, Reize der Stadbouderlyke Famieije naar Breda, enz. —- Maandelykfcbe Bekenden. — Roveryen der Engelfchc Kapers. Vrede met de Algerynen. ~—. Gefhil tasA 4 fcben  g geschiedenissen ber fcbea de Vrouwe Gouvernante en de Stad Haarlem. *—— Gedrag van Frankryk in V bezetten wan Oost • Friesland, «c» Ojlende en Nieuwpeert. Brand op %t Binnenhof in s'Haage. roemaan:» Sterfgevallen. — Ontdekking op '/ Stadhui* te Gouda. ——— Overgrooie menigte Ilarin' gen gevangem. — Felle brand in s'Haage. — Sterfte te Groningen. —— Vtrfcbil over de vermeerdering van sx Lends Troepen. — Klagten over de Engelfche Kaaperyen. —— Zvoaare Regens bier te Lande. — Nieuw Gefchil tusfchen de Vrouwe Gouvernante en de Stad Haarlem. Dtputatl» der HoVandfibt Kooplieden in s'Haage. ——Dood van de Vrouwe Gouvernante. Gbarakr ier van Hoogstdezelve. Zoon. Gy hebt my in ons laatfte Cefyrek beloofd, het beftuur der Prinfesfe GDUvernante te doen kennen, mag ik u r.u om de vervulling uwer belofte vraagen? Va-  VERESNEGD2 NEDERLANDEN. y Vader. Met veel vermaak zal ik aaa uwe begeerte voldoen. . Nog 0p den- zeiven dag van het overlyden van Zyne Doorluchtige Hoogheid, lagen de Staaten van Holland een plegtig Rouwbeklag af by Hoogstdeszelfs Weduwe, en namen haar te» vens den Eed af, als Gouvernante en Voogdesfe over haaren minderjaarigen Zoon, die thans- in het vierde jaar zyns ouderdom* was. Haar Koningklyke Hoogheid deed dea Eed in handen van den Heere RaadpenCona, ris P. Stein.— De Afgevaardigden der andere Provintien verrigtten vervolgens vaa tyd tot tyd, ecvengelyke Coramisfiën, terwyl die van Friesland, by die gelegenheid zich zeer hartelyk beklaagden, over 't verlies van Wylon den P.kfe , welken zy niet alleen een wys en kloekmoedig Vorst noemden, maar dien zy ook gehoopt hadden, dit de ganrfche Staat in 't gemeen, en haam Provuitie in 't byzonder , nog lang tot ces Steun en de Republiek tot een Befcherrrer, zoude rerftrekt hebben, - De Riddfrfchap «aEdelen van Heiland, altoos den Huue van A 5 Or.w  10 geschiedenissen der Oranje toegedaan, benoemden drie dagen laater, den jongen Prinfe Willem ie Vyfde, tot Voorzuter van hunne Vergadering. Ook fceQoten de Algemeene Staaten, cenige tyd ^aann , den minderjaarigen Erfltadhouder aan te (tellen tot ErfffadhouJer en Erf - Kapitein Generaal van Staats Brahani en Vlaanderen, «voords van 't Overkwarüer van Gelderland, èc Landen van Overmnaze , Wedde en Westwoldingerland. Van dit alles wierd aan de Prinfesfe Gouvernante, door hunnen PreGdent en Griffier kennis gegeeven, en haar «len Eed, als Voogdesfe over haaren Zoon afgenomen, aan wien ook tevens opgedragen wierd het verkenen van Remisfiën, Pardonnen en Gratiën, over het Resfort en de Jurisdictie van de Raaden van Braband, VUanderen, 'l Graaffchap van den Vroenbeve, de S:ad Maajtricbt en 't Hof van 't Overkwartier van Gelderland; benevens het vernieuwen van de Weth der Stad s" Hertogenkestb. Z, En dit alles wierd zekerlyk, gednuren- de  XlI.D.Pl.1.   VEREENIGDE NEDERLANDEN. H de s'Prinfen minderjaaiigheid, door zyne Koningklyke Moeder waargenomen ? V. Ja, die recht heeft zy tot haar dood toe behouden. Intusfchcn had in dit Jaar de befmetlyke ziekte in Turkyen en een gedeelte van Afrika zo geweldig gewoed, dat de Algemeene Staaten goed vonden om alle mogelyke voorzorgen te neemen, Latende ten dien einde, den 23 November, een Plakkaat uitgaan, waarby tegens dszelve in zo verre voorzien wierd, als de menfcbelvke wysheid vorderde, ten einde deeze geesfd des menschdoms, niet ohverw^gt, het zy door Schepen, het zy door Perfoonen of Goederen, herwaards mogt ©vergebragt worden. - » Niet minder zorgden Hun Hoogmogenden, om de rust, waar in Europa in 't algemeen, en deeze Landen in 't byzonder door de Vrede te Aaken gebragt waren, te handhavenen. Dus wierd 'er een SubfidieTraöaat tusfehen Hoogscdezelven en de Ko. dingen van Engeland en Poelen gefloten, waarby bepaald wierd welke hulpe raen elkander, indien de een of ander door BuiA 6 ten.  ï4 GESCHIEDENISSEN DER tenlandfche Vyanden aangevallen wierd* zoude moeten leveren. Mevrouwe de Gouvernante deed ook in den aanvang des Jaars i7Si een ontwerp beraamen, om de Troepen van deezen Staat op een vaster en min kostbaarer voet te brengen: wanneer deeze fchikktng vervolgens door de Algemeene Staaten rypelyk overwogen was, beSoten dezelven den a Maart, de meefte Artikelen hier van toe te ttaan , en de andere waar over men het nog niet eens had kunnen worden, ter nadere overweeging, aan de belanghebbenden over te laaten. De Engelfcbe Gezant by deezen Staat, de Heer (TJyrtUes , welken fints eenige tyd de zaakea van het Britfcb* Htf in s'Haege had waargenomen, en nu door zynen Koning als Gezant naar Brusfil beftemd was , had ia January zyn affcheidsgehoor by de Algemeene Staaten, en betuigde alvoorens, in eene overgeleverde Memorie het genoegen van den Koning zynen Meester, over de flr>.ffe, welke men op Bat, via geöeffend * Haagt, en *t Huis te Honslaardyk f met alle derzelver Meubelen, voor eene fomme van ruim zevenmaal honderd duizend guldens, al het welke plegtig. ïyk aan den nieuwen Bezitter overgedraagen wierd. Z. Dus wierd de luister en het vermogen van 't Doorluchtig Huis van Oranje niet weinig vermeerderd. V. Deszelfs eer en vreugd wierd eenige tyd laater nog meer vergroot, door de Pleg* tige Inhuldiging van den jongen Vorst, toe Lid van de Oude Doorluchtige Broederfchap van de Ridders van St. Joris, by welke gelegenheid den 21 Maart eene konftige Illuminatie vertoond en een prachtig vuurwerk af- geiloken wierd. - Haare Koningklyke Hoogheid goedgevonden hebbende, in den Zomer deezes Jaars eene reize naar Friesland te doen, wierd by die gelegenheid te Leeu* waarden, met haare Vorftelyke Kinderen plegtelyk ingehaald. Het Stadhouderlyke Hof •enigen tyd op het Oranjewoud vertoefd hébkende , bezogc by derzelver terugkomst de Stid  5j* -CESCHIÉDZNKSEN DER ■Stad Hvtrtt, alwaar de Vrouwe Gouvernante aitting in de Hooge Collegiën nam, terwyl de Stad met verfcheide Eerepoorten en Boogen verfierd was en de Vorftelyke Famielje met alle tekenen van hoogagting ontving. In de Beemfler kreeg haare Hoogheid gelegenheid om haare goedaartigheid aan den dag te leggen, door het ontdaan en vry fpreeken van drie baldaadige jongens van ScbcrmerUrn, die in hegtenis geraakt waren om het fchenden van zekere Eereboog in de Beemfler,^ verleende die Vorflin uitwisfching van misdaad aan den Schout van Scbemerbern, die gezegd wierd voornoemde jongens tot dit werk te hebben aangeboord. Kort na de terugkomst der Stadhouderlyke Famielje in den Haag, wierd de jonge Prinfe van Oranje, door de Maatfchappy der Weetenfchappen te Haarlem, tot Befchermer derzelve verkoren, en hem den 3 Oftober, het eerfte Deel der Verhandelingen deezer Maatfchappy, door eene plegtige bezending overgeleverd. —— Die Jaar overleed irt den hoogen ouderdom van ruim  vereenigde nederlanden. c5 ruim twee- en- negentig Jaaren , Me vrouwe Maria Duits van Foorbout, Baronesfe van Rsnswoude, welke by haar ovei lyden, buiten verfcheide milde giften aan de Armen , hec Kin derenhuis te Utrecht en de Weeshuizen te Delft en 'sGraavenbaage tot haare Erfgenaamen verklaarde , moetende de inkomden deezer Erffenisfe aangelegd worden, om eenige der bekwaamde Jongelingen tn verfcheide konden te onderwyzen; en tot aanzienlyke beroepen bekwaam te maaken, welken dan ook ten dien einde, in daartoe gefchikte Wooningen, afgezonderd worden, daar zy eene eigene kleeding en betere opvoedingontvangen. Het voornaamde hunner Huize» | te Utrecht, zynde een groot en pragtig Gebouw, met eenen Harddeenen Gevel en? 't welk zo wel van binnen als buiten, hec oog van Kenners der Bouwkunde tot zig trekt. De plaats van PreOdent in den Hoogen Raad van Holland en Zeeland dit Jaar opengevallen zynde, wierd door de Staaten dier beide Provintiën eene Nominatie gemaakt, uit welke de Vrouwe Gouvernante XII. deel. B de  GESCHIEDENISSEN DER, de Heer A. de Gr arde tot dat aanzienlyk Ampt benoemde, welke vervolgens plegtig* lyk in deeze bediening ingeleid wierd. —— Voords raakte dit Jaar niet zonder een groot ongeluk ten einde. Z. Waar in beftond het7elvc, Vader ? V. In het afbranden van het Provintiaal Tucht, en Werkhuis te Leeuwaarden. Ken geweldigen brand, door een geheel onbeken» de oorzaak ontitaan, had hetzelve , in November, gantsch en al verteerd: de grocte voorraad van Wol en fcrafiiiënhout, die binnen dit Gebouw bewaard wierd , aangeitoken zynde, woedde de vlam zo ysfelyk, dat'er geen blusfehen aan was, zo dat verfcheidene ongelukkigen, door den damp verdikten, de fchade door deeze brand geleden, wierd op tuira tachtigduizend guldens begroot. In 'c volgende jaar 1755 werd hetzelve weder raet alle mogelyke fpoed opgebouwd. On- dertusfehen had men in Gelderland en Utrecht by s' Lands Staaten, een befluit genomen, betreffende de voogdy der Vorftelyke Kinderen, ingevalle hunne Konin-^klyke Moe-  VE&EENIGDE NEDERLANDEN. 2/ Moeder, geduurende derzelver minderjaarfgheid mogt komen te overlyden, welk voor. beeld ook welhaast door de Sraaten vaa Friesland ea Groningen gevolgd wierd. - Gantsch ©nverwagt was den Staat dit Jaar in Oorlog geraakt met de Algerynen, wier Opperhoofd, door een opftand des Volks, en wilde by zyn hoofd behouden, genoodzaakt was de Vrede met de onzen, zo wel als met den Keizer, te breeken. De Algemeens Staaten deeden ten eerden verfcheide Oorlcgfchepen in gereedheid brengen, 0nr de Koopvaardyfchepen te befchermen, ea bepaalden yerfcheidea premien op het veroveren van Vyandlyke Schepen. Ook wier. den terftond eenige Oorlogfchepen door den Koning van Spanje, ten geleide van onze Schepen uit zyne Havens, edelmoedig gefchonken, ook was het een geluk voor onze Zeevaard, dat de Bas/a van Tunis de Vrede ihet de onzen onverbreeklyk wilde behouden, zendende zelfs eenige kostbaar* Gefchenkea zo voor den jongen Erffladhouder als voor Mevrouwe de Gouvernante herwaards, - ■■ B a Ou*  c8 GESCHIEDENISSEN DER. Ordermsfchen leed de Oost ■ Ivdifcbe Maat. fchappy deezer Landen ook een zwaare flag» door de geduchte verwoestingen, die eenige agteréénvolgende Aardbeevingen , op het Nagel-en Nooten Eiland, Amboina, hadden «angeregt, waar door deeze bezitting van den Staat, in de Oost- Indien, byna verdelgd was geworden. Ook verloor Bolland cn West Friesland, den 3 Juny, hunnen Luitenant Admiraal Joan Ta*lman, die in den ouderdom van tachtig Jaaren te GomU door den dood weggerukt wierd. s'Mans zedigheid had alle uiterlyke ftatie by zyne begrayenis verboden , en was tevens oorzaak dat zyne eigenhandige aantekeningen zyner menigvuldige Zeetogten, nimmer het licht zagen. . De Liefhebbers van Neder'and- febe Oudheden , hadden dit Jaar hun onderzoek ook weder in het werk kunnen ftelien, by gelegenheid van het ontdekken van versheide Gouden en Zilveren Muntftukken, welken, in july,na eenen fterken regen, in den Groenen Weg, niet verre van Kuilenburg gevonden wat en. Deze renningen, die den gant-  VHRB3NICDE NEDERLANDEN. 2g gamfchen weg over , ter lengte van ruim tweehonderd roeden, digt onder 't oppervlak van den grond verfpreid lagen, waren zeer oude Utrecbtfcbe, Hollandfbe, Vlaamfcheen Franfcbe Munt, doch het is en blyft een raadzel, wanneer, of door wie dezelven hier verborgen zyn geworden. Z. Was het niet in dit Jaar dat men hier te Lande eene Aardbeeving gevoelde? V. Ja, het was den eerden November, wanneer meest overal des voormiddags om elf uuren , by eene heldere lugt en dillen noordoosten wind, eene vreemde en geweldige beroering en bniis'fchteg in de Rivieren, Meeren, Grafton, Vyvers en Slooten, tot een ieders verbaastheid befpeurd wierd. Schuiten en Balken, die op het water higen, borrelden op of floegen om , cn de modder en 't flyk uit de Slooten wierd op de kanten van den wal geworpen. De beweeging des waters duurde een vierde van een uur. Op den vasten grond was egter door niemand eenige beweeging gevoeld geworden, doch Jn verfcheidene Kerken hadden de KaarskrooB 3 nen  30 GESCHIEDENISSEN DES. nen een geruimen tyd zichtbaar heen ea weder geflingerd Dit alles had zyn oorfpronk uit de gedugte Aardbeeving , welke de Stad Lisfaben, dien dag het onderst boven gekeerd had. Men was van de ontfteltenis wegens deeze ongewoone zaak hier te Lande, naauwlyks bedaard, wanneer zig den 13 February van 't volgende Jaar, op eenen Algeraeenen Dank Vast en Beded.ig, genoegzaam in alle de Steden en Plaatfen van ons Gemeenebest, eene Aardfchudding deed gevoelen, welke vry heviger en merkbaarer dan de voorgaande was. Dezelve ontftond s'morgens ten acht uuren, by ftil helder weder en onbewolkte lucht, en wos omtrend AaJttn, Fasls en Bcrcbit zo fterk en geweldig, dat de aarde daaromtrent wel honderd voeren diep inzonk, fommigen der daar opftaandc boomen wierden van een gereten, anderen zakten af en wierden met veel aarde overftort, op veel plaatfen merkte men ook eenige beroering in 't water, doch men kwam overal met de 1'chrik vry, die te Amfterdam,in de Lucherfcne Oude Kerk zo ge-  VEREEiMGDS NEDERLANDEN. SI geweldig geweest was, dat de Leerasr genoodzaakt was geworden , den Godsdienst dien voormiddag te flanken, doordien de onifleltenis zyne Toehoorers zo verkyfterd had, dat eenige van dezelve» zig langs de pylaaren der Gaanderyen lieten nederglyden, om des te eer het gevreesd ocgeluk door de Vlucht te ontkomen. Deze Aar Ibeeving bad nogthans, buiten de fchrik die dezelve noodwendig had moeten veroorzaaken, weinig of geen fchade gedaan , Met den aanvang van dit Jaar had haare Koningblyke Hoogheid, met de Staaten van Overysfil de fchifckingen gereegeld, wegen» de voogdy over haaren minderjaarigen Zoon, de jonge Prinfe Erflradhonder, omtrend welke niet alleen eenige bedenkingen gevallen waren, maar waar tegen ook zelfs vier Heéren uit dc Ridderfchap van dat Gewest geprocedeerd hadden. — Vermits aan de Vrouwe Gouvernante reeds eenige Jaaren herwaards khgtcn gedaan waren, over de misbruiken die in het bellier der Dyken, Dykwerken en Siaizen in de Omlanden, van de Provintie Gr». B 4 nin-  3> GeSCHIEBENISSKN der ningen iugefloopen waren , behaagde het Hoogstdezelve een nieuw Reglement te maakcn, volgens het welke voortaan een betere beftiering of beheering omtrend «ie zaaken in dat Gewest gehoopt mogt worden, doordien het Regtsgebied omtrend de Dyk en Sluitregten nu ingerigt was geworden, vo'gens derzelver oorfpronkelyke Fundatie» brieven, zynde uit de ontwerpen , ter her • vorming in deeze zaak -overgeleverd, van de besten derzelven gebruik gemaakt, Voords vaardigde haare K»ningklyke Hoogheid ook een bevel uit, waarby de wyze van procedeeren zo wel in burgerlyke als lyfftraffelyke zaaken, in de Provintie van Groningen en de Ommelanden bepaald wierd — Niet minder kweet zig die Vorftinne in het beflisfen van een Gefchil, het welk tuhfchen de Staaten van Gelderland en Overysfel gerezen was, over het aanftellen van eene Abdisfe te Ilunnept, waartoe eene Gelderfcbe en eene Overysfilfebt Juffer, met een gelyk getal van Stemmen, terzelv«r tyd, verkozen was. Z. Op  VEREENlGDE NEDERLANDEN. 33 Z. Op welk eene wyze wierd dit geval door de Vrouwe Gouvernante beflisc? V. Haare Koningklyke Hoogheid begeerde dat het lot in deze zaak behoorde aaa te duiden, wie van beiden deeze Juffers die waardigheid nu bekleeden zoude, terwyl dezelve vervolgens, dan van eei e GêJderfebe en dan weder van eene Overysfelfcbe Juffer beurtelings bekleed moest worden. - . Hadden de Liefhebbers der Vaderlandfche Oudheden zig in 'c voorgaande Jaar, met de oude Munten by Kuilenburg gevonden vermaakt, niet minder verheugden zy zig dit Jaar, met de ontdekking van een zeer oude en zonderlinge Grafkelder, in het Landfchap Drentbe, alwaar men in de Nabuurfchap van Eext, onder 't zoeken naar vuurfteenen, eenige bezienswaardige gedenktekene» der Oudheid gewaar wierd. In deezen Grafkelder zekerlyk een overblyffel van den tyd «Ier oude' Germaanen, vond men verfcheidene Lykbusfen, waar onder twee nog in hun geheel waren, voords eenige fteenen Beitels, gemeenlyk Donderbeitels genaamd , onder B 5 wei-  34 GESCHIEDENISSEN DER welken een van negen duim lang en eer.en duim breed was, veel overeenkomst hebbende met het Duitsch Agaat, daarenboven ha; iele men "er een geel graauw aarde Vaatje act een holle pyp uit, en eenige andere diergelyke dingen. Z Eu waar zyn alle die aardigheden, die zekerlyk de moeite van te bezigtigen wel waardig waren, federd gebleven? V. Het voornoemde Vaatje met verfcheide der Dondcrbeitelsi berust thans in de uitmuntende verzameling van Zeldzaamheden van den Pcinfe Erfftadhouder, in s'Haage. — Ondertusfchen was het Oorlogsvuur in Europa weder ontdoken: De Koningen van Engeland en Frankryk , reeds lang eenige verfchillen ©ver hunne wederzydfche Bezittingen in Amirlsa gehad hebbende, hadden elkander den Oorlog verklaard. De eerstgenoemden Vorst deed, om dien oorzaak, door zynen Ambasfadeur, den Ridder prkt , by de Algemeene Staaten , om den byftand van zesduizend man Hulptroepen, die den Staat by zekere gelegenheden aan EvgiUnd genoodzaakt  VSREENIGDE NEDERLANDEN. 9a zaakt was te leveren, aanzoeken. De Koning van Frankryk integendeel, Het van zyntn kant,door zyn Minister in Sffatg.^en Graaf dfffiy een Vertoog daar tegen doen en onmed den Staaten dien flap ten öerbfte'n. Z DU moet de Staaten zekerlyk in geen geringe verlegenheid gebragHiebben, daar zy de beide Mogendheden genoodzaakt waren te vriend te houden. V. De zaak der gevorderde byftand voor den Koning van Groet-Briuannim „maakte « het Gemeenebest groote beweegingen en vry wat verdeeldheid onder de Pro vin tien, ^onderheid in Gelderland. Deeze ' by de Kwartieren van dat Gewest in overweegtng gebragt zynde, vestigden eenige ^ deeze het oog op Holland, en begeerden dat de Gemagtigden wegens h are Provimie by de Algemeens Staaten, gelast mogten worden om m deezen , eenpaarig met (UHmi en de verdere Bondgenooten, onder het overleg van Mevrouwe de Gouverna.te, alles zoda*. mg te helpen bepaalen, als best wts V0Qr het behoud van het Gemeenebest, doch anB« de-  g£ GESCHIEDENISSEN DES, dere geraakten in zig zeiven geheel ver- ieeId, — In het Kwartier der f«/«»«» wis deeze zaak naauwlyks ter tafel gebragt, of agt Leden van de Ridderfchap en é«toeStad-, fTtgeniagen naamlyk, waren van oordeel ; dat de Heeren Gemsgtigden ter Generaliteit, het Beflut door Holland op dit Stuk te geeven, moesten overneemen, en ten fpeedigften ter Staatsvergadering van GelderUni indienen, terwyl intusfehen zes andere Leden van de Ridderfchap met vier Steden van dezelve gedachten waren, als de Kwartieren van Nimwegen en Zutpben. Het Kwartier der Feluzve konde dus geen vast befluit neemen, waar door de Burggraaf van JXmivege» goedvond , in de Landfchapsver•adering, de overftemming plaats te geeven, en een befluit te neemen, overeenkomftig net de Advyfen van de twee Kwartieren Nimxüigê* en het Graaffchap Zutpben, waartegens de Landdrost van de Veluwe, zo voor zis zelve als uit naam van de andere Leden van zyn Kwartier, wel een wettig protest Wil'  VSREENIGDE NEDERLANDEN. 37 wilde hiaten aantekenen, doch zulks wierd geweigerd. Z. Maar was deeze weigering wel regtmaatig en lieten deeze aanzienlyke Staatsleden , die men dus voor het hoofd geftooten had, het hier by berusten ? V. Neen, zy beklaagden zig 'er oopenlyk over en bewezen door eene menigte voorbeelden, dat wel aan één of twee Steden, Ook wel aan eenige weinige Leden van de Ridderfchap, zelfs wel aan eenige weinige Magiftraatsperfoonen van een Stad, die voorzeker veel minder recht daartoe hadden, was toegedaan, derzelver Advyzen en Protesten te doen aantekenen, hoeveel te weiniger bevoegtheid 'er dierhalven was, om zulks met eenige fchyn te weigeren aan hen, die de meerderheid van de Ridderfchap van een Kwartier uitmaakten, en by wien zig nog eene Stad gevoegd had. — Men konde wel, zeiden de protefteerende Ridders ver* der, niet zeggen dat dit wederregtelyk gedrag met een kwaaden opzet gefchiedde, dan het zoude voorzeker een aanzien hebben, B 7 waar  33 GESCHIEDENISSEN DER waar uit mistrouwen geboren flond te worden, dewyl het een ieder bekend was» hoe elk Heer uit de Ridderfchap als een geheel en byzonder Lid van de Provintie geagt moest worden, zo wel als elke Stad, hebbende ieder voor zig eene vrye en volkomene Stem in zaaken van Staat, welke zy* op den Landsdag ter overweeging brengen; 20 dit niet boven alle tegenfpraak was, vervolgden zy, konden 'er ook, hoofd voor hoofd, geene Stemmen opgenomen worden , om daarui: vervolgens, by meerderheid, Kwartiersgewyze, de Stemmen uit te brengen; te meer, dewyl ook elk Ridder in het byzonder, door den Erfftadhouder en Raaden der Provintie ter Staatsvergadering wierd be« fchreven, en niet de Ridderfchap als één Lichaam te famen. — Eiadelyk drongen zy 'er op aan , dat, daar zy afzonderlyk tot de Raadpleegingen wierden geroepen, zy ook ieder voor zig hun Advys of Protest vermogten te laaten aantekenen. Z. Indien dus aan deeze protefteerende Edelen, volgens hun zeggen, het recht behoor-  VSREENIGDE NEDERLANDEN'. ' 39 hoorde, om mede oVer de gevraagde byfland voor het Hof van Londen, te mogen oordeelen, moet ik bekennen dat my het gedrag van den Burggraaf van Nimivegen, zeer onbetaamlyk voorkomt. V. De protefteerende Ridders befchouwden het ook zo, en oordeelende dat veel ligt van het befluit dat door de gezamentlyke Bondgenooten op dit voorgedraagen verzoek zoude worden genomen, meer dan waarfchynlyk het behoud of den ondergang van 't Gemeenebest afhing, konden zy niet dulden, dat, tegens wil en dank van het meerder gedeelte der Leden van de Ridderfchap» benevens de Stad Weigeringen, het Land aan de grootfte gevaaren wierd blootgefleld, te minder nog, alzo Gelderland, in tyd van Oorlog, voor den eerften aanftoor bloot lag. Ook meenden die Ridders dat dit Gewesr in 't geheel geen reden had, om in deeze zaak met zo veel verhaasting te werk te gaan, want de Provintiën Friesland en Groningen hadden reeds derzelver befluiten ter Vergadering van de Algemeene Staaten ingebragt, de eene  m GESCHIEDENISSEN DER eene tegen, de andere voor het verleenen der gevorderde zesduizend mannen , ten dienfte van Groot - Brittannien, — Ondertus* fchen fcheen de gedachten der meeste GeU derfcbe Staatsleden daar heenen te hellen, om eerst de befluïten van Holland en die van de andere Gewesten af te wagten, en deeze gezien hebbende, als dan te handelen, zo als ten dienfte van het Gemeenebest in 't gemeen, en haar gedeelte in 't byzonder, zoude behooren. Z. En wat was eindelyk het beuuit der Algemeene Staaten, over dit netelig onder» werp, het welk van zulke verre uitzigten was? V* s'Lands Vaderen befloten, na eene rype overweeging, zeer wysfelyk, eene flipte on« zydigheid in acht te willen neemen, het welk het Franfcbe Hof zo wel geviel, dit het zelve daar op deed verklaaren, dat de Staaten en Landen van ons Gemeenebest, van allen aanval der zynen zouden bevryd blyven , en dat men van zynen kant, geen de minfte vyandlykheden of mishandelingen .te  VEREENIGBE NEDERLANDEN. 41 te vreezen zoude hebben en hen daarenboven, ten opzigte der Oofïenrylfcbe Nederlan~ den, ook alle verzekering van veiligheid geevende. Het leed egter niet lang of men had reden van klagten, zo ten opzigte van Engeland als van Frankryk. Het eerstgemelde Hof had, volgens deszelfs beftendige gewoonte in Oorlogstyden, een groot aantal Kapers in Zee gezonden, die de Nederland' fcbe Scheepvaart, door* het neemen en opbrengen van verfcheidene Koopvaarders, niet weinig fchade aandeeden. Tegens het Franfcbe Hof viel men klagtig, wegens het fchenden van het Havenrecht in Tesfel, alwaar een Franscb Schip, den 20 July, een Et.gelseb Vaartuig, de Catbarina genaamd, en vau Nieuwjork naar Amfierdam gefchikt, geënterd en naar Zee gebragt had, zonder dat de Kaper s'Lands Bedienden aan Boord had willen ontfangen. Het plegen van deeze mishandeling wierd by veelen hier te Lande aangezien als eene geweldige fchending der" Neutraliteit, en de Engelfcbe Gezant deed 'er bittere klagten ©ver, begeerende dat het op- ge-  44 GESCHIEDENISSEN DER. gebrsgte Schip, zonder uuïïel, met zyne Equipagifi, laading en papieren te rug moest gegeeven worden. Dit gaf alles vry wat reden van bekommering —— Niet minder waren s' Lands' Staaten bezorgd over den bntltoken Oorlog in Duttscbïand Het verbond van de Huizen van Oostenryk en Bourbon, twee zulke magtige Horen, en die van te vooren altoos onëenig en nayverig op elkander geweest waren, baarde by vcele Vorften vry wat opzigt en nadenken, althans de Groote Frtderik, Koning van Pruisfsn, vond goed, het Keurvorftendom ito**» te bemagtigen en het zelve te behouden, zo lang het tot zyne veiligheid diende Deeze onverwagte zaak verwekte egter in het Duitfcbe Ryk onderfcheidene gevoelens, en dewyl de meesten het ftrydisr, hielden met de Wetten en de vrye gefteltenis van het Ryk, riep men de Koning van Frankryk te hulpe, welke, als Guarandeur der iPestpbaulfthe Vredesonderhandeling, goedvond» een Leger langs den Neder Rbyn te verzamelen , welke daad aan da Staaten, niet zonder rede, eenige bekom- me.  V£REENIGDE NEDERLANDSE. 4$ mering baarde, «Is of de Koning aldaar misfohien zvn Legerplaats rerkoos, om alle i oogenhlikken het Oorlogsvuur op onze Genzen re doen losbranden, wanneer wy I maar eenigzins de zyde van Engeland mog- 1 ten begunfligen. Z. Deeze bedenking had zekerlyk vry wa* fchyn van wa?rheid, doch men koude im-> mers op de verklaanwg van den Koning van Frankryk en zyne belofte in dezelve gedaan, gerust zyn. i V. Weet gy niet dat de Vorflen meesten* tyds zig niet langer aan hunne beloften verbonden rekenen, dan hun belang duurd, j daarenboven was het ten dien tyde met onze Magazynen en Vestingwerken fober gefield t en onze Landraagt was even weinig tegen ! eenen magtigen Vyand befland als onze Vloot ter Zee. — Was het dus in 'c waereldlyke i gefield, in 't Kerkelyke heerschte dit Jaar ! geen minder verwan ing. Te Rotterdam \ waren verregaande gefchillen tusfchen de i Regeering en den Kerkenraad ontfb.m , over I het verkiezen van een Leeraar, dat zo verre ging»  44 GESCHIEDENISSEN DEK, ging , dat s'Lands Sta~ten zelve 'er mede ge* snoeid wierden, welken de Regenten in 'c gelyk fielden. Te Weesp had zekeren Predikant zig Vry ergerlyk gedraagen, en daar door niet alleen aan de Overheid cn Kerkenraad aldaar en tan de Klasfis van Amflerdam, maar zelfs aan de beide Hooge Gerechtshoven in s'Haage, handen vol werks gegeeven, eindelyk na dat hy veel moeite en onrust veroorzaakt had en 't op zyn verdediging aankwam, hield hy zig eerst fchuil en nam vervolgens de vlucht, waar op hy, na herhaalde dagvaarding niet verfchenen zynde, als een hartnekkige voor alcoos gebannen ■wierd. Grooter onlust was 'er egter te Leeuwaarden ontfbun , ten opzigte van den Lutherfchen Predikant Muller, die niet al" leen de Gemeonte en Kerkenraad aldaar, maar ook andere Gemeenten van 1 de Augsbnrgfebe Belydenis en de Klasfis, ja zelfs die Stad en de Staaten van Friesland, in verdeeldheden had ingewikkeld, en waartoe de beflisfing van haare Koningklyke Hoogheid, de Vrouwe Gouvernante noodig was, om  VERHEVIGDE NEDERLANDEN. 45 om dezelven te doen ophouden. De gemelde Leeraar, naderhand tot Hoogleeraar in de Wys begeerte te Er lange» in Duitscbland beroepen zynde, betuigde in eenen brief, voor zyn vertrek derwaards gefehreven, aan s'Lands Staaten zyne dankbaarheid, om dat dezelven hem, met zo veel nadruks, tegen de onderneemingen zyner Partyën gcfterkt en beveiligd hadden. Te Harlingen was de Leeraar der Doopsgezinde Gemeente aldaar, den Heere Joannes Stinfira, die eenige Jaaren, van onrechtzinnigheid verdacht gewoiden zynde, in zynen Predikdienst gefchorst geweest was, nu op zyn eigen verzoek en dat van zyne Gemeente, door s'Lands Overlieden weder heifteld, wanneer hy de vry* heid kreeg van zyn Leeraarsampt te hervatten. Z. Maakte de Zutpbenfcbe Predikant Jun<* glas zig om deezen tyd ook niet zeer berugt. V. Deeze ongelukkige man had reeds eenige Jaaren te vooren fterk van hem doen fpreeken, door de uitgaave van zyne zonderlinge voorzeggingen, die wel door veelen ge.  4.6 GESCHIEDENISSEN DER geloofd maar door nog meerderen als harsfenfchimmen verworpen wierden, en aangezien als de vruchten van dweepery en ontftelde harsfenen, «n de uitkomst heeft volkomen aan deeze vervvagting beantwoord, want omtrend deezen tyd zig voor den IMesJias zelve opgeworpen hebbende, gaf hy zulke voldoende bewyzen, dat zyn verftaud gekrenkt en hy gantsch onbekwaam was om den Predikdienst waar te neemen , dat hy eerlang ontflagen en een voorwerp van inedelyden wierd. Niet minder ge¬ rucht had de zaak van Dom. Antony van der Os gemaakt: Deeze een anderzins onbefproken en geliefd Leeraar te ZivoIIe zynde, had zig reeds voor zeven Jaaren; in verdenking gebragt, van onrechtzinnigheid in zyne gevoelens, en zig daar door veele befchuldigingen op den hals gehaald, waar door verfchcidene Proceduuren, voor Kerkenraad en Klasfls , aan den gang gebragt waren, welken egter door de Regeering van Zzvelle en de Staaten van Overysfel gefruit wierden. Doch die Leeraar federd eene Leerrede tegens het ge-  VEREENIGDS NEDERLANDEN. 4? gezag van Conciliën en Synoden gedaan hebbendé, wierd de verdenking tegen hem op nieuw levendig, en dat wel met zo veel bezwaaren, dat hy eindelyk, ondanks alle tegenkanting, door de Synode van OverysfeJ in den voorgaanden Jaare van zynen dienst afgezet wierd. Vermits dit vonnis federd door de Staaten van Overysfel zo wel -j, door de Regeering van Zwolle, bekragtigd wierd, vond den Leeraar van der Os zig daar door genoopt, by de Gemeente der Doopsgezinden in de Beverwyk te voegen, wierd herdoopt, nam de Mennonieten Ge! loofsleere aan en was aldaar Predikant dier Gezime, tot dat hy federd in dezelve Ge% meente naar Sardam beroepen wierd. Z. Viel ■ 'er dit Jaar nog meer aanmerkeiyks voor? V. Ja, Zekere Timmerman en Moolenmaaker te Leyden , Ferdlnand Opdam van Wasfenaar genaamd, had federd eenige tyd zekeren Vyzel of Tonnemolen uitgevonden , die zeer geprezen wierd, en waar van men den 28 May deezes Jaars, buiten de Witte. poert  -3 GESCHIEDENISSEN DER poort der gemelde Stad, by een nieuw ver? beterde Watermolen de proef nam, in het byzyn van haare Koningklyke Hoogheid, de Vrouwe Gouvernante en haare twee Vorftelyke Kinderen, wordende door Hoogstgenoemde Vorftin , de werking van die Molen, ruim een half uur lang, met groot genoegen befchouwd, en dé Uitvinder door haare Hoogheid allervriendelykst aangemoedigd, om in het maaken van diergelyke nuttige Werktuigen voort te vaaren. De Staaten van Volland, federd mede on« derrigt geworden zynde, van de uitneemende voordeden deezes Werktuigs, tot het uitmaalen van Veenplasfen, het droog houden van bepolderde Landen en andere nuttigheden , befloten den Uitvinder niet alleen een uitfluitend privilegie voor zyne Molens,, voor twintig Jaaren te verleenen, maar hem ook met eene uitgeloofde eerbelooning van duizend Zilveren Dukatons te befchenken — Voords overleed den 4 Augustus te Haarlem, de Heer Jacob Reinst, Luitenant Admiraal van Holland en West-Friesland. Hy was in den  VEREENlGDE NEDERLANDEN. 49 den Jaare i6?6 geboren en in 1750 Luitenant Admiraal geworden, en had, federd het voorgaande Jaar, in de plaarfe van Wylea den Luitenant Admiraal Taalman, het CoIIegie te Amfisrdam met dat aan de Maaze ver wisfeld. Dit Jiar geraakte ook zonder een anderen ramp riet teneinde, want den 7 Oélober, wierd Nederland door eene woedende Stormwind overvallen, die met allerhevig fee rukken uit het westen opftak en eene deerly'ke fchr.de veroorzaakte.' Allerwegen vond men omvergewa ide Eoomcn, afgefcheurde Huisdaken, Scboorfteenen en Gevels verflrooid leggen, verfcheide Polders raakten door het Zeewater onder. In OnerysM wierd het boterryke Dorp Mastenbroek, door een doorbraak tegen over Hasfelt, in een baare Zee veranderd; van Follenboven hoorde men niet dan noodfehoten, en Blokzyl en andere Plaatfen liepen bet uiterfle gevaar , wordende de Dyken door zeilen als anderszins ter naauwernood beveiligd. In Groningen, waren de rampen niet minder algemeen, het water ftroomde aldaar de A-en Xil. deel, C Kraan-  so GESCHIEDENISSEN DE3. 'Kraanpoorten uit. De ongelukken ter 'Zee cn aan de Kusten dezer Gewesten waren onnoemlyk en kosten aan eene menigte van menfchen bet leven, terwyl andere van al hunne goederen beroofd wierden. In Tesfel was de fchade ook zeer groot geweest, en •behalven de onheilen aan eene menigte Schepen overgekomen, ftiet het Oost-Indisch Schip Buiskenflein in de grond , terwyl terzelver tyde een Groenlandsvaarder verongelukte. De Stranden, waren als met lyken en wrakken van Schepen bezaaid, en de Velden die s' avonds te voren nog groen en welig ftonden, waren den volgenden dag dor en als verzengd. Niet minder knelde de ftrenge koude, van de daarop volgende Winter, welke van de meesten geoordeeld wierd zeer weinig van die van den Jaare 174° te verfchillen. De zwaare m langduurige vorst in 't voorjaar van i?S7 , veroorzaakte niet alleen een ftihïand in de Handwerken en een veiflaauwing in de Neering en Handel van meest allerley Koopwaaren, maar ook by •veelen groot gebrek aan brandftoffen cn voor-  VEREENTGDE NEDERLANDEN. 5T voornaamlyk van versch water by fommigen, het welk vooral te Amflerdam op eene nypende wyze gevoeld wierd. Z Hoe ging het met de Koophandel ea Zeevaart dit Jaar? V, Dezelve wierd dit gantfche Jaar vry wat belemmerd. De Engelfibe» hadden wel zes en-vyftig van onze Koopvaardyfchepen genomen, en niet eer vry gegeeven dan na het verbeurd verkiaaren van derzelver ladingen en 't betaalen der vragten, die daar voor bedongen waren, dewyl veele dier Schepen van de eene Frtnfibi Haven naar de andere gevaaren hadden, \ welk egter voortaan verboden wierd. De Franfibe Kapers namen insgelyks eenige Hollandfcbc Schepen, en voor de Algerynfeb» Zeeroveryën was men niet minder bekommerd, hoewel omtrend deeze laatften alle vrees eerlang verdween, na dat men eene onderhandeling ter herftelling van de Vrede tusfchen deezen Staat en die van Algiers begonnen had. Niet minder droevig waren de gevolgen van het doorbreeken der c a Som.  fj» TTi.ï^.itliiuKNlSSfc.^ OER.' Bemmnlerw.ard, in February deezes JaTS voorgevaren , en veroorzaakt door het hoog opgekruide Ys in de Rivier de Waal, waar door de Hoogendyk, by Ilidel bezweek; dertigduizend Morgen Lands, behalven vyf tienhonderd Huizen in de Bommel erwaard, wierden door het water bedolven of om verre gefpoeld, fcbnon de meeste menfchen en beesten nog gelukkiglyk gered wierden. De Stad f' Hertoger.bosch en een groot deel der Meyery, wierd wegens het doorbrceken van den Maasdyk insgelyks onder water gezet, jzq dat de Landftreeken van boven laatstgenoemde Stad af, tot Woudrichem toe, zig als eene openbaare Zee vertoonden. Geen geringcr nood leed de Stad Zeventer en ver. feheidene andere Plaatfen tot aan Doesburg toe,door het water van den Rbyr.dyk, welken aldaar op twee plaatfen doorgebroken was, by welke gelegenheid verfcheide beesten verongelukt en eene menigte Huizen en Landeryën befchadigd waren. Tot lof van de Regeering van Arnhem, kan ik niet palaaten hier aan te merken dat een oneindig ge-  VERF.ENIGüE NEDERLANDEN. 53 getal menfchen, die in het uiterfte levensgevaar waren, door de goede voorborgen ren hunnen behoeve aangewend, hun behoud aan dezelve te danken had Z. Hot medelyden mer de rampen van'zyn evenmensen fchynt in het hart der Nederlan* ders ingeprent te zyn. V. En aan deeze deugd word met regt het behoud van ons lieve Vaderland tóegefchreven, dat zy dan nimmer in de harten van onze Landslieden verflaauwe en in ftugge ongevoeligheid veranderd worde , op dac het den Lande altoos welga! In April deezes Jaars verzogt de Koning van Frankryk aan de Staaten om den vryen doortogt, voor het Krygstuig van zyn Leger aan den Nederrbyn, door de Stad Maajlricht, het welke dien Vorst na eene rype raadpleeging en op herhaald verzoek, eindelyk toegedaan wierd, te meer, om dat eene diergelyke vergunning voor de Artillerye uit Wezel, aan den Koning van Pruisfen, en iets diergelyks aan de Keizerin, Koningin van Eehemen, niet geweigerd was geworden. De Franfcke Troepen  54 geschiedenissen desl tiukken dus eerlang door Maaflricbt naar den Nederrbyn, alwaar zy een aanzienlyk Leger op de been bragten. —— De jonge Prins Erfftadhouder, welke onlangs te Leyden de plegtïge Iuftallatie van den Rc&or Magnificus bygewoond bad, verfcbeen den 10 May, onverwagt op de Schutters Doelen, in s'Haage, alwaar dien dag een Maaltyd der Regeering en Burger • Officieren gehouden wierd. Zyn Doorlugrige Hoogheid kwam binnen, toen eeven het Nagerecht was opge* discht geworden, en vereerde by die gelegenheid aan de Schuttery, zyn eigen x\fbeeldzel, benevens dat van zyne Zuster, de Prinfesfe Carolina, beiden in fraai vergulden Lysten gezet, welk aangenaam Gefchenk, met zeer veel blydfchap en erkentenis wierd aangekomen, wordende vervolgens haare Koningklyke Hoogheid Zelve, door de Kolonel en de gezaamenlyke Officiers, voor deeze gift, met eene gepaste Redevoering, hartelyk bedankt.-— De jonge Prins zelve, wierd eenige dagen daar na, door ibmmige Schippers en Ingezetenen van 't Vliet, zynde een Voorftad van Leeu-  VEItEENIGDE NEDERLANDEN^ 55 Leeuxvaarden, ten blyke hunner genegenheid voor het Doorlugtig Huis van Oranje, met meer dan zestig kleine Scheepjes befchonken, welken men, om den jongen Vorst vermaak aan te doen, in den Vyver van het Oude Hof, een Spiegelgevegt deed houden, en met vuuren elkander befchieten, waardoorook verfcheiden derzelven» als Branders aangelegd, in öukken fprongen, tot groot ge* noegen van de Prinfesfe en haare Kinderen en een menigte Aanfchouwers van allerhande - ftaat, die dit vermaak bywoonden. - . Niet lang daar na deed haare KötïiogklykeHoogheid , met de beide Vorftelyke Kinderen . eene kleine tocht over de Klumjcrt, .Prhfi* land en Steenbergen, mix. Bergen ep Zoom,. en van daar naar Breda en Geertruldenberg, en vervolgens naar de booge en laage Zvoaluwe, om dus haare Vorftelyke Domeinen een kort en aangenaam bezoek te geeven. De voornoemde hooge Perfoonaadjen, wierden in alle deeze Plaatfen, met groote blydfchap en gulhartigheid ontvangen en onthaald, waar na dezelven zig naar Seestdyk begaven, om de C 4 Z9-  5*> GESCHIEDENISSEN DER Zo:f, het welk dit geld reeds naar IPeztl, toen mede in Franfche handen, had doen voeren en aldaar bawaaren Uatea Ds be« ftemniog van dit geld hield men ondertusfchen aan de Franfche zyde zeer verdagt, doordien men meende ^ dat het nietten diende des Koophandels, maar voor de Pruisjifcüe en Hanoverfche Legei's gefchikt was. Z. H je gedroeg zig de Koning van Frank' ryk in deeze zaak ? v, 0>j herhaalde vertoogen en klaare bewyzen van de Kooplieden zslve , wierd hit op s'Konings bevel , den Eigen mren weder ter hand gefield, en wagens het gebeurde in Oest Friesland , beloofde het Fran^be Hof, zich met dat van Wienev mder te zullen berdaden, en zo dra men een gunflig antwoord van daar bekomen zoude hebben, betuigde de Koning te zullen doen C 7 zien,  Ö£ GESCHIEDEMSS2NT B?.& zien, dat hy nooit zoude toelaaten dat zyne Troepen eenige het rninfte nadeel aan de Ingezetenen van ons Gemeenebest toebragten. — Het bezetten van de twee Steden Oofiende en Nieuwpoort , door Fraufchs Troepen, had mede niet alleen hier te Lande, maar ook in Engeland, vry wat opziens gebaard, en deze nieuwigheid mishaagde den Koning Van Groot - Brittannien, derwyze, dat hy, door zynen Afgezant, de Ridder Jorke, eene Memorie over het zelve ter Staatsvergadering had doen inleveren, , doch van de Franfche zyde gaf men te kennen, dat niet alleen de Bevelhebber dier Troepen, den Eed aan de Keizerin, Koningin van Bobemen, had afgelegd, maar dat ook de vriendfehap van die Vorftin , eene oude Bondgenoote der Staaten, met het Franfche Hof een vaste waarborg voor ons Gemeenebest flrekte, ter verzekeringe van de onderlinge goede verftandhouding en ter weering van alle ongerustheid, dat men bovendien aan deeze beide bezettingen beveelen zoude , den Handel en Scheepvaart der Nederlavderen niet  VE&EENIGDE NEDERLANDEN. £| niet alleen te begunftlgen, maar zelfs by te ftaan en te verdedigen, tegen alle Vyanden die, uit haat tegens de aangegaane onzydigheid, eenige aanval op de vryheid of rust van 't Gemeenebest mogten willen onder» neemen. Z. Dit was een zeer fterke verklaaring van het Franfche Hof, die niet heeft kunnen nalaaten de bekommerde gemoederen tot bedaardheid te brengen. • Maar wat viel 'er verder, geduurende dit loopende Jaar 1757 voor? V. Den eerden December ontftond op het Binnenhof in s'Haage een zeer hevige brand, die groote ontfteltenis veroorzaakte, dezelve begon boven de Pleitzaal of Rolle van den Hove van Heiland, en verteerde eene gantfche menigte Boeken en oude Papieren, egter wierden de vlammen, door den arbeid en vlyt der Blusfcheren, eerlang derwyze gefluit, dat men, na 't inftorten van 't dak, boven de Pleitzaal, den brand geheel meester wierd, zonder dat deszelfs geweld zig verder verfprcidde. Voord s was met den aanvang  ^4- GESCHIEDENISSEN DER vang van dit Jaar te Middelburg overleden den Heere M. Kommer ft, Vice - Adnniaal van Zeeland, welke r.aauwelyks veertien dagen voor zynen dood, door de Staaten van dat Gewest, tot dien post was aangefteld geworden, en dus zyne bevordering niet lang ove> leefde. En op den 6 November verwisfelde hettydelyke met het eeuwige, zyne Excellentie, de Hoogwelgeboren Heer Jobrm Sicte', Baron van Scbwartfenberg en Uebenlandsberg, Generaal over het Voetvolk van deezen Staat, Gouverneur van IS^men enz. welke te Rinsmagecst in Friesland overleed, zynde Gecommitteeid ttr Vergadering van de Staaten dier Provintie wegens Idaarderadeel. In 't begin van 't vol¬ gende Ja^r *«7S8, ontdekte men te Gouda, wanneer men eenige verbeteringen aan het Stadhuis maakte, toevallig in de Kamer van Burgemec stèren, agter een verborgen dmr, eene b.uinelyke Kasfe, en in dezelve een oud bouten Borstbeeld van den Apostel Paulus, vermoedelyk ten tyde der Breldftorming in den Ja.$re i$fó aldaar geborgen., be-  VEREENlGDE NEDERLANDEN. 6g benevens eenige Papieren, welken eene nadere uitlegging gaven, wegens de betekenis van eenige Beelden of Schilderyën op het zelfde Stadhuis, welken voor deeze ontdekking niet wel te verftaan geweest waren. —By deeze zeldzaamheid moet ik u nog eene andere, hoewel van een geheel verfchillende aart, melden. Men heeft om deeze tyd aangetekend dat de Visfchuiten van Hoorn, den eerften April, zo eene groote menigte Haringen, uit de Zuiderzee, aldaar aanbragten. dat het Tal derzelven, beloopende tweehonderd Stuks, voor niet meer dan een halven ftuiver verkogt wierd. en waarvan de Verkoopers nog wel de helft aan onkosten moesten misfèn. Te Monnihkendam had men voor honderd Tal, dat is twintigduizend Stuks Haringen, ter naauwernood twaalf of dertien Huivers kunnen krygen, en in 't vervolg van tyd, was die anderszins hier te Lande zo geliefde Viseh, in 't geheel onverkoopbaar, Z. Dit mag zeker wel als iets zeldzaams aangemerkt worden. V. Heb  ©Ö GESCHIEDENISSEN DER V. Heb ik u gezegd dat men, in 't voorgaande Jaar, getroffen geweest was over de brand op 't Binnenhof in s'Haage, veel grooter en deerniswaardiger was het onheil, den 9 May, op de Haagfcbe Kermis ontftaan, Men ontdekte naamlyk, omtrend drie uuren des nagts, brand op het Plein van het Buitenhof, alwaar de meefte Kooplieden met hunne kostbaaré en welvoorziene Winkels of Kraamen Honden. Een derzelven met fyne Wateren en Oliën voorzien , geraakte onverh«eds, en zonder dat; men 'er de oorzaak van te weeten gekomen is, in de vlam, die door een fterken noordooste» wind voordgezet, welhaast alle de overige Kraamen in brand zette, en in minder dan een half uur tyds het geheele Buitenhof als tot een vuurpoel maakte Om> trend zestig Kraamen vol Zyde Stoffen,, Chitfen , Kanten , Engelsch Aardewerk , Spiegels, Boeken, Galanteriewaaren, enz. wierden een prooy der vlammen, en veele der Sezitteren hier door van hunne kostwinning ontzet, en andere in dezelve ten hoogfïen benadeeld.. Z.En  VEREEN1GDE NEDERLANDEN. 6?' Z. En kregen deeze ongelukkige Lieden niet eenige vergoeding, voor de vreesfelyke fckade die zy geleden hadden? V. 'Er wierd by de Haagfcbe Burgerv eene fomme van negentienduizend Guldens voois dezelven ingezameld , waar door hunne elende eenigzins verligt, en zy in hunne armoede onderfteund wierden. Onder de onheilen die ook andere van onze Landgenooten troffen, kan mede gerekend worden, de fterfte onder de menfchen, welke in May deezes jaars, inzonderheid te Groningen, heerschte , en welke door heete; koortzen veroorzaakt wierd, die daageiyks, buitengemeen veel Lieden ten grave rukten, en het gewoone getal ten minfien wel driemaal te boven ging. De nabyheid van ; de Legers der Oorlogende Mogendheden, welken thans tot in 't Kleefsland, en dus tot op de Grenzen van den Staat genaderd waren, baarde vry wat ongerustheid hier te Lande, althans veelen oordeelden ten minften, dat men in deeze gefteldheid van zaaken} behoorelyke voorzorg, ten opzigte va»..  6? GESCHIEDENISSEN DER van s'Lands Veiligheid moest neemen, te meer, daar de Troepen der Geallieerden, onder bevel van Prins Ferdinand van Brunsivyk , by 'r overtrekken van den Rbyn on» veihoeds eenige fchade aan fommige onder* d, len van dit Gemeenebest veroorzaakt hadden» hier over was terftond, door de Vrouwe Gouvernante in eenen brief aan dien Veldheer geklaagd, welke daar op beleefdelyk antwoordde, en in dit antwoord zig met goede redenen verfchoonde en aanbood die fchade behoorlyk te zullen Vergoeden. Desnienegenftaande deed haare Koningkiyke Hoogheid, den 7 Juny, een voorftel in de Vergadering der Staaten van Holland, tot vermeerdering der Troepen van den Staat, welk voorftel zy nog voor het einde deezer maand, weder vernieuwde. Z. En wierd daaromtrend by de Staaten een gunftig befluit genomen ? V, Verre van daar. De Stad Anflerdam maakte integendeel grootc zwaarigheiJ in de voorgeflagene vermeerdering der Troepen, ea derzelver Afgevaardigden gaven op den 27 Juiy  VHRESNrGOS NEDERLANDEN, 6*^ Ju'y. een fchriftelyk en • welberedeneerd Vertoog in, om duidelyk te doen zien, dat her opperen van deeze zwarigheden niet omftond uk een geest van tegenftreeving, maar dit vaste gronden hen noodzaakten om by hunne begrippen te volharden, verzoek»md3 voords aan haare Koningklyke Hoogheid, op eene ernftige en vriendelyke wyze, on de noodige voorziening te doen en bevelen te geeven, dat die manfehap, welke in andere Plaatfen gemist konde worden, n.r>r de meest blootgeftelde Grensvestingen mogt gezonden worden, tot dekking en beveiliging van het Grondgebied van den Staar. De Ridderfchap, altoos op de zyde van het D)oriuehtig Huis van Oranje zynde, en dierhal/en nu ook met de Vrouwe Gouvernante in één gevoelen ftaande, leverde wellmst daar op haare breede aanmerkingen* in, waarin zy vooreerst de redenen der Anflerdimmtren te keer ging, en daar na beüoot met te zeggen, dat de eigen veiligheid en zeifsbefcherming, de vemieerdering djïr Landm igt niet alleen vorderde, maar zelfs  70 GFS'HIEDENISSiïN DER zelfs ten allerfpoedigften noodzaaklyk maakte, en dat dezelve dierhalven om geene fchaarsheid vaft* middelen, nog om eenigerlnnde andere oorzaaken behoorde nagelaaten te xvorden, wilde men zig niet in een afgrond van elende geftort en den naam van den Vryën Nederlandfcben Proteftantfchen Staat, zelfs uit het geheugen der menfchen uitgewischt zien. Z. Hoe gedroegen zig de Provintiën onderling ten deezen opzigte ? V. Holland, Zeeland en Friesland, meenende dat het gevaar ter Zee grooter dan dat te Land was, drongen fterk aan ora s'Lands Zeemagt met vier Oorlogfchepen en twee Fregatten te doen verfterken, doch de Staaten van Gelderland, Utrecht, Overysfel en Groningen hielden aan op eene vermeerdering van Landmagt, en gaven in een zeer nadruk» kelyken brief, aan die van Holland de redenen te kennen , welken hen bewogen om op dit ftuk zo fterk aan te dringen, ook verklaarden zy aaders niet te zullen bewilligen in de vermeerdering der Zeemagt, zelfs oor. deel'  '-VEREENIGDE NEDERLANDEN. ?ï deelden zy dat deeze, zo als dezelve door Holland voorgeflagen was, al te gering zoude zyn, om s'Lands Vloot by anderen ontzaglyk te doen worden, dus zy de vermeerdering der Landmagt voor 't eenigfte overblyvende middel bielden, om van die uitrusting voordeel te trekken, dewyl zy van gedachten waren, dat zulke Mogendheden, die den Staat om deszelfs Oorlogfchepen niet behoefden te ontzien, nogthans deszelfs Koopvaarders , uit aanmerking van de meerdere Landmagt, wel ongeftoord zouden laaten vaaren. ——— Ondertusfchen gingen de Evgelfcbe Kaapers fteeds onverhinderd voord met het neemen en opbrengen van Neder' landfebe Schepen, het welk de Kooplieden van Dordrecht, Amflerdam, Rotterdam, Fries» land en Noordholland, in Juny dezes Jaars bewoog, zig door hunne Afgevaardigden by Smeekfchriften aan de Algemeene Staaten te vervoegen, welken zy met nadruk vertoonden de menigvuldige mishandelingen en geweldenaaryën , die de Scheepvaart, zo wel in Europa als in Amerika, door de Engelfche Kaa*  |é GESCHIEDENISSEN DFR Kaaperi en Roovers wierd aangedaan. De Amfterdamfche Kooplieden deeden daarenboven nog een afzonderlyk Smeekfchrifc ter Staatsvergadering van Holland inleveren, warby zy de medewerking der Staaten verzochten, tot het neemen van krngtdaadige be fluiten , op hunne regtmaatige Venoogen. De Algemeene Staaten namen dit alles zeer ter harte, en deeden dieswegens de eniftigfte klagten aan den Engelfchen Afgezmt, die deeze vervolgens ter kennisfe van zyn Mees. ter bngt. Z. En wat antwoordde de Kaning van Engeland op dit alles? V. Zyne Majefleit verkharde, dat Hoogstdezelve een vast befluit genomen had , van niet te zullen gedoogen dat de Nederlandfebe Schepen op de Franfche West-Indien zouden handelen, onder het fchoonfehynend voorwendzel van onzydigheici, noch ooit toe te zullen laaten dat eene hairkloovery over woorden , uitgelegd wierd als een verlof om met zyne Vynden handel te dryven, en dat dierhalven alle deeze Vetioogen vruchteloos wa-  VEREENISDE NEDERLANDEN. 73 waren, zo lang de geoorloofde Koophandel der Nederlanderen, welke de Koning betuigde nooit voorneemens geweest te zyn om te «remmen, zig verward vond met eeren anderen welken zyne Majefteit voor onge- oorloofd aanzag. Leden de Kooplieden in de Steden dus zwaare verliezen, de Bewooners der Platte Landen hadden dit Jaar niet minder fchade geleden, door de menigvuldige zxvaare Regens, die voornaamUk in July dezes Jaars waren gevallen >■ ï"lemantI der Opgezetenen geheugde dat 'er i f VCeJ Wa£er »° eene enkele maand geval, I Jen was, wordende de hoeveelheid daar van op byna honderd iynen gerekend, daar het anders een zeer nat faifoen geacht word te ^n, als het zeventig lynen in ééne maand" bcdr«gt. Deeze geweldige Regens hadden ook ten gelige het onderloopen van verfcherae Polders en laage Landen , het overvoeien der Rivieren buiten haare Oevers, en het bederven van eene oneindige menigte Hom vias en Kootaud, in weike fchade AU» DEüJL, n " voor-  74. GESCHIEDENISSEN DER voornaamlyk de Kluniett, benevens de Provintie Zeehvd rykelyk zyn deel had. Z. Ontftond dit Jaar ook niet weder een nieuw gelcbil tusfchen haare Koningklyke Hoogheid en de Regeermg der Stad Haarlem? V. Ja, den 7 September deezes Jaars had de Vroedfchap van die Scad wederom eene Nominatie van acht Perfoonen, om tot Burgemeesters verkoren te worden, gemaakt, en dezelve aan haare Hoogheid de Vrouwe Gouvernante gezonden, welke drie Burgemeesters uit de Nominatie benoemde, en tot ieders verwondering, de Oud-Schepen Salomon van Echten, tot de vierde aanftelde, welke Heer niet eens op de Nominatie geftaan had. Gy kunt ligt begrypen, dat zulk eene handelwyze aan de Heeren Haarlem zeer vreemd voor moest komen, althans twee der verkozene Burgemeesters betuigden terftond tegen deeze verkiezing, en deeden, <*oor Gecommitteerden uit de Regeering, by haare Koningklyke Hoogheid beklag over dê meerderheid der Vroedfchap. Doch de Vrouwe Gonvernamé gaf te kennen, da.: zy aee-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 75 deezen flap na ryp beraad venigt Bad , en voo'rneeraens was de aanftelling te doen ftand grypen, tegen alles, wat door die van Haarlem daartegen mogt ondernomen worden. Haare Koningklyke Hoogheid liet dan ook, ingevolge van dien , door den Hoofdofficier eene bekendmaaking van het Raadhuis afkondigen, en voor 'c zelve aanplakken, waarby dien Heer gelast wierd, de verkie. *ing van den Heere S. van Echten, als Eurgemeester, door den arm van het recht te handhaven en te doen eerbiedigen, en zo 'er eenige tegenftreevingen mogtcn plaats hebben, der Vorflinne daar van ten eerfteu kennis te geeven. Z. Zaten die van Haarlem inmiddels ftil in deeze zaak? V. Geenszins. De meerderheid der Vroedfchap, verflagen over deeze handel wyze, wendde zig in deeze netelige omftandigheid tot den Souverein van den Lande, en gaf. dus aan de Staaten van Holland een Verzoekfclirife over, in het welke zy de gantfchezaak, en hoe alles zig toegedragen had, ia D * al-  75 GESCHIEDENISSEN DKR alle haare omftandigheden, op eene nederige en befcheidene wyze, doch egter met kragtïge redenen , voorlteïde , tevens fmeekende dat de Staaten omtrend dezelve zulke voorzieninge geliefden te doen, als dezelven oordeelden te behooren. De Staaten dit Verzoekfchnft gelezen hebbende, zonden het aanftonds aan haare Koningklyke Hoog* heid, en verzogten Hoogstderzelver aanmerkingen en berigt. Mevrouwe dé Gouvernante toefde niet lang met haare tegenbedenkingen in te leveren, welken in eenen brief aan de Staaten van Holland vervat waren , waarby zy' egter duidelyk verklaarde, zig door 'c gee ven van deeze haare aanmerkingen ,geenszins te willen inlaaten met de meerderheid tier Haarlemfcbe Vroedfchappen, om met hen over de mtftekende Rechten van haaien Zoon, den minderjaarigen Prinfe Erfftadhouder, te twisten, of die Rechten tegen hen te 'verdedigen. De Heeren van Haarlem laven hierop weder een tegenbericht aan de Itaaten over, waarin zy de redenen van de vrouwe Gouvernante poogden te ontzenu1CU wen  VEREENIGDS NEDERLANDEN. 77 wen en haar gedrag ten vollen te regtvaardigen. Z. En hoe is deeze gantfche zaak eindelyk afgeloopen ? Dezelve is onbellist gelaaten, doordien haare Koningklyke Hoogheid kort daar op overleden is, alleen gaven de Staaten in het volgende Jaar te kennen, dat zy uit een waaren eerbied voor de nagedagreiiis der Vrouwe Gouvernante, geen uitfpraak in dit gefchil hadden willen doen, in verwagdng dat de jonge Prins Erfftadhouder, wanneer hy eens van de waare belangen van den Staat en deszelfs Grondwetten en Rechten, zo wel als van die der Steden in 't byzonder, feehoorlyk onderrigt, en in 't bezit zyner Hooge Waardigheden gefield zoude zvn, nooit die of een diergelyk geval tot een voorbeeld van navolging, zig zeiven voor zoude Hellen. - Vermits terzei ver tyd, de Engelfcbe Rooveryën ter Zee nog eeven fterk voordgingen, en de verzogte befcherming ten behoeve van den Koophandel en Zeevaart fteeds vertraagd wierd, namen de Kooplieden ^ 3 van  78 GESCHIEDENISSEN DER van AmfitUam, Rotterdam en Dordrecht het befluit, om een plegtig Gezantfchap uit het midden van hen, naar s*Haagt te zenden, met een vernieuwd verzoek, ter bekooming van fpoedig herdel. Het was op den 9 November, dat deeze bezending openbaar gehoor by haare Koningklyke Hoogheid had, als wanneer dezelve aan die Vorftinne eene Memorie overleverde , opgevuld met de bitterde klagten, wegens de mishandelingen onze Koopvaardyfchepen door de Engtlfcbt» aangedaan, voords diende dezelve ter vertooning van de reedlykheid der gedaane klagten, en ter aanwyzing van de noodzaaklykheid van een fpoedig herdel, indien men de geheele ondergang van het Gemeenebest wilde voorkomen. Z. Wat antwoordde de Vrouwe Gouvernante op deeze bittere klagten? V Haare Hoogheid gaf te kennen zeer aangedaan te zyn, over de fchade des Koophandels, voords dat zy zeer deike aanhoudingen deswegens aan 't Hof van Londen gedaan had en nog deed, doch dat men nog eem-  VE&EENIGDE NEDERLAND ENT, 79 eenige Weeken geduld geliefde te oeffenen, ea dat zy, als 'er dan geen verandering kwam, zoude moeten betuigen , van de kant van het Engel/the Hof misleid te zyn, hoewel zy vóór als nog geen reden had om zulks te gelooven. • . Het leed naauwelyks veer» tien dagen , of de Vrouwe Gouvernante deed eenige deezer Kooplieden by haar ontbieden, om hen te melden , wat door den Afgezant der Staaten in Engeland, by eenen brief aan den Griffier Fa gel, dienaangaande was berigt geworden. Uit deezen brief bleek ten duidelykften, dat de Holland/bh Kooplieden van ongeöorloofden Handel, in Eagelani verdagt gehouden wierden, en op geen de minde verandering ten goed- daar te hoopen hadden. De Kooplieden der drie S:eden befloten in deeze gefteldheid van zaaken» nog eens door een Veertigtal der hunnen, by haare Koningklyke Hoogheid aan te hokden , om eene aanmerkelyke vermeerdering van s'Lands Zeemagt, doch de Vrouwe Gouvernante gaf hier op ten antwoord, dat het de fcnuld der Steden Dordrecht, Haar. D 4 lem,  80 GESCHIEDENISSEN DER lem, Amfteldam, Gouda, Rotterdam enden Bi iel was, dat de Land en Zeemagt van den Staat in geen beter toeftand was, doch dat ze uit eenen brief van den Koning van Groot - Brittanien, haaren Vader, zeker wist dat men thans in Ergelar.d bezig was, om de zaak der Hollandfcbe Kooplieden te behandelen, cn dat 'er binnen korte dagen, aan den Engelfcben Gezant Jorke, nadere last ftond gezonden te worden, ora eene over» ëénkomst met dezelve te beraamen , die zeer rot genoegen der Republiek zoude zyn, doch alles wierd eerlang den bodem ingeflagen, door het antwoord dat den Secretaris Larroy, den Kooplieden gaf, en hierin beftond, dat haare Koningklyke Hoogheid, nu de zaak een punt van eer voor haar geworden was, in geene uitrusting ter Zee konde bewilligen , zonder vermeerdering der Landmagt , en dat hy daarenboven de Kooplieden met, met de teruggave, van hunne, door de Etigelfcben opgebragte, Schepen en Goederen, durfde vleijen. Z. Deeze  VEREENIGDE NEDERLANDEN. gr Z. Deeze ronde verklaaring zal de Koopheden zekerlyk niet breed aangeftaan hebben. V. Dit kunt gy ]igt (]enken> De êamfcb, en Rotterdamfibc Kooplieden Heten het hier ook niet by berusten, maar vervoegden zig eerst by de Regeering van ieder hunner en daar na by de Staaten van Holled, met een nadruklyk Smeekfchrifc om tog eenmaal herflel in hunne zaaken te bekomen. De Zeeuwse Kooplieden vervoegden zig ook, in December deeze. Jaars, mede door een Verzoekfchrift aan de Scaate» van Zeeland en Vervo]gens ook fa de Agemeene Staaten, om zig ten ernftiglten te beklaagen, zo wel over de nadeelen, die hunne Koophandel en Zeevaart van de 2W. fiU Kaapers te lyden hadden, ,h 0ver de langzaamheid en onbiliykheid der RegtspJee gingen, welke ten dien opzigte, aan het Hof van Londen gehouden wierden 0nder "isfchen had Mevrouwe de Gouvernante, ter" Vergadering van de Algemeene Staaten een voor.1 ^daan, ten einde men op middel < aöt mo& zyn, om een einde te maaken  GESCHIEDENISSEN DER van de Raadpleegingen ter vermeerdering van de Landmagt, zo wel als die van de uitrustingen ter Zee, op welke beiden haare Hoogheid als nog bleef aardringen, dewyl zy dezelve voor de beste middelen befchouwde, om de onheilen van den Staat afteweeren, te meer nog, daar de aan Hoogstdezelve gediane aanfpraak der Kooplieden niet fctieen ingerigt te zyn , om den Landaart vreedzaame gevoelens in te boezemen, en een verdrag met Engeland boven een Vredebreuk met dat Ryk te doen verkiezen. Z Het is U?t te begrypen dat haare Koningklyke Hoogheid die door de naauwfte banden van bloedverwamfchip aan den Koning van Groot Brittannien verbonden was, de zaaken niet gaarne tot zulk een uiterfte had zien komen, dar men de gefcfiillen met Enge' land doo:- de Wapenen had moeten beflisfchen. V. Alle de. ze veririe tige omflandigheden, waar in de Vrouwe Gouvernante gewikkeld was geworden, hadden hiare gezondheid zodaanig doen nfieemen, dat zv eindelvlc •nder de moeüykheden als bezweek. Na reeds  VEBEENIGDE NEDERLANDFK» S. reeds eer, geraime„ tyd eenc TOZWa ... de «vveMige deeien des ,ic„:,a,M gelede» te hebben, w« de WMer2ugt hia by "«.welk aIles hMre B ^ «es volgenen Jaars J *f. * M ne, een" verWlsfe,ne, in den Onderdon, van «egen en veerug JlareDentweeMia ™™ .« ?roote droefs» van „aare twe «■ge Kinderen, en va„ aIle de £^ en Aangevers van hc[ ^ D*n vertooren.82 Mj-der e" ™-«e Befcnermfler Z He. overlyden van Mevrouw. de G„„ vername zal gewN ezm n ■ hier te t ,J kle'"e verandering " r leven zeer gezet geweest was. Vyf Provintien, Gelderland , Zeeland, friesland, Overysfel en Groningen, hadden de begeerte van wyien de Koningklyke Moeder gereedelyk toegeftaan, ook hadden veele Leden der Regeering van de Provinden Holland en Utrecht 'er in bewilligd Doch de Ridderfchap in 't Sticht, cn de Steden Dordrecht, Haarlem, Amjleldam , Gouda , Rotterdam, Schiedam, dm Erielle, Alkmaar en Enkbuizen, benevens de Graaf van GroKsfeld, als Lid van de Hollandfche Ridderfchap, betuigden niet te kunnen toeftaan , dat men afging van het Staatsbefluü, den i6 November 1747 genomen, en waarby een Prins van den Gerefonneer. den  vereenigbé nkmklanden. ioi den Godsdienst, als Gemaal voor de Pri». fesfe Carolina vereischc wierd, oordeelende dat het geenszins raadzaam ware van deeze Grondwet van Staat aftewyken De Staaten van Holland wierden egter door de andere Provintien zo verre overgehaald dar zy eindelyk verklaarden, dat ze de voltrekking van dn Huwe'yk der Prinfesfe met den Vorst van Nasfau Wilburg die de Jugsburgfcbt Belyderns toegedaan was , zouden aanzien, zonder 'er zig tegen te verzetten , behoudens «ogthans, dat hier doorniet verffaan wierd, afgeweken te zyn van het bovengemelde Staatsbefluit het welke zy a!s eene onverbreekbaar Wet verklaarden, en alleszins in haar geheel wilden houden. Kort na deeze verklaaring wierd het gemelde Huwelyk, in ? Haagt, den 5 Maart, ten by wezen van zyne Doorlugtige Hoogheid de jonge Erfftadhouder en zynen Voogd de Hertog van Brunswyk, benevens de Afgevaardigden der Staaten, op eene zeer plegtige wyze voltrokken. Vervolgens wierd de onaangenaamheid , welke de voorzigtige fchroom van fommige Staatsie» E 3 dca  IOS GESCHIEDENISSEN DEK. den den Vorst en Vorftinne van Nasfau Weilburg, mogt veroorzaakt hebben, niet weinig verzagt, wanneer s'Lands Algemeene Staaten, op voorftel en aanbeveling van den Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, den Prinfe van Weilburg, tot Generaal van het Voetvolk bevorderden , op de gewoone Jaarwedde van tienduizend Guldens; voords wierd ,ftraks na de voltrekking van dit hooge Huwelyk, de nieuwe Vorftinne van Nasfau Weilburg , door de Staaten van Friesland en Overysfely een aanzierlyk Gefchenk, benevens een Jaarlyks Lyfpenfioen opgedraagen en toegelegd. Z. Wat is verders dit Jaar voorgevallen dat eenige aanmerking verdiend ? V. Merkwaardig was de ongemeene en bier te Lande buitengewoone graad van hitte, die zig in 't midden van de maand May deed gevoelen, te Amfleldam had men reeds den 2, van die maand waargenomen, dat de Thermometer toen tusfchen de negentig en honderd Graaden hoogte gerezen was. In Zeeland , Utrecht en Friesland was de hitte niet mi»  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 103 ninder geweldig, en dus was het geen wonier dat 'er verfcheide zwaare Onweders door omftonden. Den zó dier maand flocg de donder een Koornmoolen , in 't Dorp Wommis in Friesland, in ftukken. Den 28 veroorzaakte een zwaar Onweder brand in den omtrek van Breda en te RozendaaL Doch een veel vreesfelyker Onweder, verzeld met zwaare Hagelfteenen en ftukken Ys, viel op den 5 July, te Gouda neder, alwaar de kunftig gefchilderde Glazen van de Sc. Jacobs Kerk, aan de zuidzyde, geheel verbryzeld wierden. Dit zelve Onweder had ook te Deurne, in de Meyery van *' Hertogenboscb, veele fchade aan de Kerk en de Huizen gedaan , als mede aan het Veldgewas een onherftelbaar bederf, en aan verfcheide Men* fchen , op het Veld en de Wegen, vry wat wonden en kneuzingen toegebragr. Hier op volgde een zeer natte Nazomer, waar door de Landbouw zeer veel belemmering en nadeel leed, doch 't welke niet te gelyken was by het geen de Scheepvaart in Oétober en November moest bezuuren, door de zwaare E 4 Storm •  104 GESCHIEDENISSEN DER. Stormwinden, waardoor veele in Zee zyndt Schepen verongelukten en andere zwaar be fchadigd wierden. Z Deeden deeze Stormen zig te Lande ook niet gevoelen ? V. Ja , inzonderheid in de Proviruien Zeeland en Stad en Lande In dit eerstge* noemde Gewest waren hier door, op veele plaatfen, groote ftukken van den Ellewwdfeben Dyk , in Zuid- Beveland, afgeflagen en weggefpoeld. Een andere Stormwind trof, tusfchen den 19 en 20 November, de Provintie Groningen, alwaar in de Stad van dien naam nog een hevig Onweder by ontftond, het welk brand in den fraaijen Toren van de Groote Kerk veroorzaakte, doch welke egter door de vlyt en wakkerheid van eenige Ambagtslbden, nog gelukkig in den aanvang geftuit wierd, en welker trouwe hulp ook door de Regeering der Stad r.iet onvergolden gelaaten, maar mildelyk beloond is geworden. —— Voords eindigde dit Jaar 17Ó0., met de Heuglyke Geboorte van eenen Erf» prins van Nasfau Weilburg, van welken Man-  3CÖ GESCHIEDENISSEN DES. Arnhem, in den nagt, tusfchen den 27 en s8 February, een zwaare Dykbreuk, en eenige dagen laater bezweek ook de Dyk van den Ouden Rby», tusfchen 't Land van Herwenen Aart, en de kleine Stad Zeventer, waar door niet alleen die Stad, en eenige bygelegene Heerlykheden, maar ook het grootlïe gedeelte van 't Rigterampt van Doesburg over» ftroomd wierd. Een gelyk lot trof, door eene andere doorbraak , den 5 Maart, de Polders Kamperveen en Oostenvolde, benevens de Vryheid der Stad Kampen in Overysfel.— Vermids fints eenige tyd hier te Lande vry wat Boeken uitgegeeven waren, waar in de Godsdienst of regtsftreeks of van ter zyde aangetast was geworden, vonden de Staaten van Holland goed, dit Jaar een Plakkaat uit te laaten gaan, waarby vastgefteld wierd, dat niemand, hoe genaamd, eenig Boek of Gefchrift, handelende van den Godsdienst, uitgezonderd de Academifche Disfertatiën, zou laaten drukken of uitgeeven, ten zy op het Tytelblad zyn naam en beroep ware uit gedrukt, en dat voords geen Boek of Ge- ■ fcnrift,  VERE NIGDE NEDERLANDEN. föf Hst zig federd te vergeefs Indaagen, waarom hy ook, voor altoos, uit Holland, Zeeland en Friesland gebannen wierd. — ln Holland toonden s'Lands Staaten mede hoe afkeerig zy van Kerkelyke Gefchillen en onverdraag* zaamheid waren. N. Holtius, rustend Predf. kant te Koudekerk, had, door een dwaalenden yver aangefpoort, goed kunnen vinden, verfcheide Gefchriften in 't licht te geeven. waardoor eenige zo overledene als nog le* vende Profesforen der Leid/che Academie openbaarlyk gefchonden en op eene bittere wyze beleedigd wierden. Deeze ontydige Yveraar wierd deswegens door den Raadpenfionaris Stein, uit naam der Staaten van Holland aangezegd, dat hy, zonder byzonder verlof of uïtdrukkelyke toeftemming van Hun Edel Grootmogenden, zig zou hebben te onthouden van het uitgeeven of doen uitgeeven van eenige Werken of Gefchriften, die over Godgeleerde Stoffen handelden, onder bedreiging van, deeze heilzaame vermaaning in de wind flaande, de hoogfte verontwaarE T ü.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. Jjj digt by het genoemde Magazyn de wagc hielden, geraakten mede elendig om \ leven. Ja, indien de flag van 'c Buskruid zo wel naar de binnenkant der Vesting, als we! naar de buitenkant derzelve gefchied was, had de gamfche Stad hoogstwaarfchynlyk tot een puinhoop geworden. Z. Maar waar was dit verbaazend ongeluk tog door veroorzaakt? en hoe had daar ter plaatfe, zo diep onder de aarde, vuur kunnen komen ? V. Men vernam eerlang van zekere Vrouw de regte oorzaak van dit onheil, bekennende zy, dat haar Man, zynde een Kanonnier, met zyn broeder overlegt had, kruid te ^fteelen, zo als hy ook reeds eenige Tonnen daar van, mogelyk door middel van eenen nagemaakten Sleutel, uit dit Magazyn gehaald had, en nu, zekerlyk te onvoorzigtig met het licht geweest zynde, deeze diefflal benevens zyn broeder, met de dood had moeten bezuuren. Eer dit Jaar nog ten einde liep, was 'er in Overysfe? onder de Regeering te Kamp» een zwaar gefchil ge. re*  Jlfc GESCHIEDENISSEN DER rezen, wegens de Reglementen van Voogdyfchap over den jongen Prinfe Erfftadhouder, het welk van den Jaare 1758 af, en dus nog voor de dood der Vrouwe Gouvernante, al gefmeuld had. De Cezwoore Gemeente der genoemde Stad, agtte zig door dit Reglement grootelyks in haare rechten benadeeld te zyn, en verzette zig dus in alle opzigten tegens de Magiftraat, welke zaak 29 hoog liep, dat het te vreezen ftond, dat zy tot verregaande daadlykheden uit zoude barften. De Staaten van Overysfel wierden daaglyks overlaaden met Vertoogen en Tegenvertoogen, niet zonder bitterheid aan wederzyden gefchreven, tos dat Hunne Edelmogenden het befluit namen, van voortaan geen Klaagfchriften of eenige andere Stukken van de Protefteerende Leden, uit de Gezwoorene Gemeente meer aan te neemen, of ter Vergadering voorgebragt, ongeleezen te rug te zullen zenden , waardoor de twist , haar voedzel benomen zynde , allengskens fleet, en by de meerderjaarigheid van den Eifftadhouder geheel verdween. —— Eer wy ver- der  VlREENIGDR NEDERLANDEN. uj der voortraan kan ik niet nalaaten als eene zeldzaamheid aan te merken, de menigte van Cachelotten , in geftalte en groote niet veel van Waivisfchen verfchillende, welken zig in den Winter van dit en 't naastvolgende Jaar 17 62, aan de Nederlandfche Kusten zien lieten, en waar van 'er verfcheide aan de Eilanden Tesfel , 't Vlieland en Terfihelllng, zo als ook een tusfchen Zandvoort en IFyk op Zee aanfpoelden, en waar van vry wat fpek en traan afgehaald en met voordeel verkogt wierd, waardoor de fchaarsheid van Cabeljaauw en andere Visch, die geduurende de Winter, hier te Lande plaats had, eenigszins vergoed wierd. Z. Maar hoe ging het inmiddels met de Koophandel en Zeevaart van ons Vaderland? V. Deeze hadden zo wel van de Franfche en Spaanjcbe Kaapers en Barbaryfche Zeerovers , als inzonderheid nog fteeds van de En~ gelfche te lyden. De ftoutheid der laastgenoemden ging zelfs zoo ver, dat zy den ai Augustus dee*csjaars, vier Koopvaardyfchepen, die onder Êe!eide van s'Lands Oorlog, fchip  114 GESCHIEDENISSEN DER fchip de Dankbaarheid, uk Tesfel gezeild waren, aanhouden en onderzoekeu wilden , doch de Manhafte Bevelhebber van het Oorlogfchip , de Kapitein Soloman Dedel de Jonae , wilde zulks geenszins dulden, waardoor hy in een ongelyk gevecht geraakte, met wel vyf of zes Etigelfche Oorlogsfregatten , onder wel* ken een van vyftig Stukken. Deeze ftryd kostte hem twee dooden en elf gekwetften , onder welke laaiften hy zelve was. De uitflag van dit alles was, dat hy met en benevens de Koopvaardyfchepen in Engeland, opgebragt, doch terftond weder vrygelaaten wierd , doordien men te Londen zelve begreep, dat in dit geval tegen het Recht der Volken gehandeld was geworden. — s'Lands Staaten wien het geestelyk welzyn hunner Ingezetenen, zo wei als het tydlyk ter harte ging, befloten, omtrend deeze tyd, het beruchte boek,i# Emile of over de opvoeding, gefciireevea door den bekenden Schryver Jean Jaques Routfeau te verbieden, dewyl hetbyzondere (tellingen inhield, die tot ondermyning der gronden van den Christelyken Godsdiens:  VEREENIGDE NEDERLANDEN. II5 dienst ftrekten , waarom men het zelve ook in Frankryk reeds ten vnure gevonnist had, — Dat men echter hier te lande aan weezentlyke verdiensten altoos regt zoekt te doen, en de nagedagtenis van geleeerde mannen poogt te vereeuwigen, was dit jaar weder te Leiden gebleken, alwaar men voor wylen den voortreffelyken Geneesheer Herman Boerbave (in den Jaare 1738. bereids overleden) tot zyn onfterrTelyke geheugenis, een zeer fraai marmer Eer. en Gedenkteken, binnen de St. Pieters Kerk liet oprechten. Het zelve beftaat in een Lykbuschmet s'Mans Afbeeldzel en Zinfpreuk, benevens eenige Zinnebeelden voorzien, zynde alles eenvoudig, doch zeer naauwkeurig en kundig uitgewerkt. Z. Was het niet in dit jaar 170a. dat 'er brand in 't Stadhuis van Amfteldam ontftond ? V. Ja, dezelve ontdekte zig den 12 Oétober, s'nagts ten elf uuren, op de bovenfle doorfnyding van de derde Verdieping, boven de Kamers welke tot de Secretary der Stad dienen, en was vermoedelyk ontdaan in de Kamer die de Schilders en Werklieden getrui*  Iï5 GESCHIEDENISSEN DER bruiken, men had reeds vroeg gepoogd dezeive te Ruiten, doch zonder vrucht, want de vlammen verfpreidden zig welhaast door de houten Zoldering been, -ot in de onderfte doórfnyding, en hortten de Veters aan de zuidzyde en aan de Binnenplaats te gelyk uit het welk een fchrikkelyk gezigt gaf en voor de floopirg van 'c geheele Gebouw deed vreezen, doch de fpoedige wer.. king van eene groote menigte Biandfi uit^n» en de moed en yver der Burgers en Wesklieden, kwam bet gevaar ten laatften te boven, terwyl de Woonhui/en san de zuidzyde, tegen over het Stadhuis,gelukkig, door de Westenwind, voor het vatten der vlam beveiligd wierden. De fehale door deeze brand geleden was niet zeer groot, en het Gebouw wierd welhaast hetfteld, terwyl de vlyt en wakkerheid, die verfcheide Perfoonen by deeze gelegenheid betoond hadden, door de Pv.egeering der Stad mildelyk beloond wierd. Was de Stad Amfïeldam ver¬ heugd wegers de behoudenis van haar Pragtig Raadhuis, het gantfche Vaderland juichte niet  VïMENlGOï NEDERLANDEN. Il7 niet minder over de langgewenschte Vrede tusfchen Engeland, Frankryk en Spanje, welke aan 'c hoofd der Vyandlyke Legers in Duitscbland, in dit Najaar gefloten was geworden. — Het Hof van Londen verzogt kort daarna, de vrye doortogt der Engelfehe Troepen,over het Grondgebied van den Staar, en dat dezelveo in de Willemftad mogten ingefcheept worden; de Algemeene Staaten v-nden egter vry veel zwarigheden, om aan du verzoek te voldoen, doch niet te mm, bewilligden zy 'er eindelyk in, op den naderen aandrang van den Engelfiben Gezant, de Ridder Jorke , en op belofte dat behoorelyke betaaling gefchieden zoude, voor 't geene men ten behoeve van dit Krygsvolk leveren zoude. Z, Dit was ook niet meer dan billyk, ondertusfchen wil ik wel gelooven dat de geflotene Vrede onder onze Nabuuren, hier te L*nde veel blydfchap moet verwekt hebben, inzonderheid onder de Kooplieden, die door deeze heilzaame zaak de Handel en Zeevaart, a's uit de kaaken des doods gered ZigCn' V. Dit I  I22 GESCHIEDENISSEN DER derzydfche Geallieerden, welken zig in': begin van dit Jaar weder verzoend hadden , waardoor ook onze rust van buiten bevestigd W3S geworden , befloten de tot nog toe ge* lioudene Maandelykfche Bedeftonden in hun Gewest af te féhaffen, en wegens de voornoemde Heuglyke Gebeurtenisfen eenen Tiegeigen Dankdag uit te fehryven, om den Staat in \ gemeen, en hunne Provintie en zyne Doorlugtige Hoogheid in *t byzonder, aan de heilige befcherming des Allerhoogften aan te beveelen, welke Dankdag ook den i May, zeer Godsdienftiglyk door geheel Gilderland gehouden wierd. Z. Het is niet meer dan redelyk dat den Almagtigen Oorfprongk alles goeds voor zyne zegeningen gedankt word. V. Ondertusfchen was 'er in deeze tyd, by de Algemeene Staaten, een onaangenaam verfchil ontdaan, wegens het aanftellen van een Commies-Generaal over de Convooyen. Dit Ampt was zo dra niet opengevallen, bf de Gémagtigden wegens de Staaten van IMland, hadden hun Stem gegeevcn voor den  VEREENIODE NEDERLANDEN. M, don Heer en Mr. J„timy m„ va„ Jtf Raad en Oud-Schepen der Stad Amflcrlim ' en verzogren zmks ook van de verdere L»' den. vertrouwende dat deezen, zig daar toe" l.gte yk zouden l.a,e„ vinden , doch de „it. flag beantwoordde geenszins aar, hunne ver«ngting, w.nt de meerderheid der Hooge ^a,svergade„„g,!;oodditAmptden « de Ptovtoen U,„..4 en Zalmd Mks J genfpraken, wierd den voornoemden Heer egter ten eerRen tot „et doen van den Et d .oese aatcn Da Silatca va„ < * Waarden daar op, da[ dee2e flryd g was met de hoogheid en gerechtheid van hunne Provintie en dus behoorde tlZ gegaan ,e worden, 00kwi„dcndeR- ■er Admiraliteit ,e , den „eer «. ^„0„, „le[ ^ OP eemgerhande wyze ,e erkennen. ,Jg e' duiden dat hy door eenige Bedienden van •»et zelve Coiiegie ter Admir,liteit ^ " «™o«e«™ getal tegenwoordig te F 2 zyn.  124 GESCHIEDENISSEN DER zyn, om het welbehagen der Heeren Staaten van Holland te doen agtervolgen, terwyl welgemelde Staaten intusfehen verwagtende waren, dat de overige Gewesten, de benoeming van den Heere van Beaumont zouden houden, als niet gefchied zynde, en hunne Gemagtigden gelasten, op nieuws te treden tot de aanftelling van een Commies • Generaal. — De Hollandfche Raaden ter Admiraliteit gehoorzaamde welhaast aan de bevelen der Staaten van Holland, en fchre ven zo wel aan de Officieren ten Convooye van hun resfort, als aan de Commiefen ter Recherche en aan de verdere Bedienden, om de orders van den Heer van Beaumont niet te eerbiedigen. Z. Hoe wierd zulks by de overige Provintien opgenomen V. De Gemagtigden van Gelderland, Utrecht , Friesland, Overysfil en Groningen vonden geen zwaarigheid , om , uit naam van de Algemeene Staaten, aan het Collegie ter Admiraliteit te fchryven , den gemelden Cómuiiès Generaal Btaumont, het genot van zy  VEKEENIOMt NEDERlANDIW. j,, «Jne Commislie te laa[en gcworde„ en hunne daartegen verleende bevelen in te •"klten , of da. HoogsdezeUen zodaanige maatregelen zonden neemen, „, tot hm\_ haavtng van hun regt en gezag zonden vinden te beboeren. Vnorda verzogten zy ernftelyk «n de Gemag,igd„ " vertlere verwringen uit raos:=n geborM de grontlen van de Unie o»dermy d worden, „ewy, tet te m!™d. du, d0Md jeder proWmie w , d^ beeld zonde,wiUen vo) «™°r voorvallende ge,ege„hede„ red)[ De S,aaten fl„,w WeevM hnnemeemngvoltarden, hetwelk die v,n * «■ de A,geraeene St,lten ^ ; -1 F 3 moest  J1Ö GESCHIEDENISSEN DER moest volgen , dat zodaanig een post, en eenpaarige heffing van de middelen te water, minder getrouw en onzydig zoude worden waargenomen, wanneer een Commies Generaai alleen zyne bevordering fchuldig was aan het goedvinden van het Gewest of de Stad alwaar hy thuis behoorde, noemende voords het gedrag der Heeren van Holland ongegrond , en het welke niet anders dan allergevaarlykfte gevolgen tegens het Staats- regt na zig konde fleepen. De Staaten van Gelderland waren mede van die zelve gedagten, doch verklaarden met een, dat, indien bv de andere Provintien eenige genegenheid wkrd gevonden , van eene nadere fchikking te maaken, wegens de begeeving van de openvallende Ampten , ter befchikkinge van de Algemeene Staaten ftaande, zy als dan genegen waren daar in te bewilligen, en haare beste poogingen aan te wenden, dat alle verwydering tusfchen de Hooge Staatsleden geweerd mogt blyven. —Overysfil, Friesland en Groningen verklaarden zig federd ook op den zeiven voet, en  VEREENIGDE NEDERLANDEN. li? alle deeze berigten wierden gefield in handen van de Ridderfchap en Gemagtigden der Staaten van Heiland, om met de Gecommitteerde Raaden, dezeiven te onderzoeken en daar op te dienen van bericht, na welke gehoudene Raadplegingen en Onderhandelingen deeze zaak vervolgens tot een vrieudelyk vergelyk gebragt wierd. Z. De beflisfing van dit netelig gefebil moet zekerlyk veel genoegen gegeeven hebben. V. Niet lang daar na kreeg men hier te Lande de onaangenaame tyding, dat in onze Volkplanting aan de Rivier de Berbice, in de West Indien, een geweldigen opftand ontftaan was, veroorzaakt door de Negerflaaven, welken aldaar niet alleen verfcheidene Plantaadjen afgeloopen en geplunderd, maar ook veelen der Blanken doodgefhgen en deerlyk mishandeld hadden. De Eigenaars der Plantaadjen vervoegden zig federd om hulp by s'Lands Staaten, die zy ook nog voor het: einde van dit Jaar verkregen, beftaande uit drie Oorlogfchepen en een transport Troepen, E 4 oa-  12-8 GESCHIEDENISSEN EER onder bevel van den Kolonel de Salve, welken aldaar aangekomen zynde, dit gevaarlyk oproer welhaast dempten. Na dat de hoofden der fchuldigen geftraft en een menigte der Negerllaaven in onderfcheidene gevegten gedood waren , wierd deeze Volkplanting allengskens weder in zyne oude rust en bloei herfteld. Z. Het verwonderd my dat de Negers van de nabuurige Volkplantingen van den Staat, zig mede niet, in navolging van die van de Berbices, van het Juk der Slaverny op eene diergelyke geweldige wyze hadden poogen te verlosfen. V. Dit moet zekerlyk als een groot geluk voor onze Volkplantingen aangemerkt worden, alzo zy in zulk een geval zekerlyk verloren waren geweest, dewyl het getal der Blanken aldaar zo gering en de overmagt der Zwarten zo groot was, en indien zulks in de Berbices niet eeven zo gefield ware geweest, zouden de voorgemelde deerDiswaardige onheilen , aldaar nimmer plaats hebben gehad. - In Suriname telde men om  VEREENrGDE NEDEKLANDEK. ,.p r„d"2e 'yd *"ê"dertig duizend Siaaven. de Vrouwen en Kinderen 'er onder gerekend terwy, he, 8e,a, der Bianken „iei Ler d"n der„e„h„„derd beHep . bet vvc!k ee„ bekommerlvksr v„oruitzigt gaf. wm de Bewndhebbers van de Sociëteit van È l°'Ta'ai' "* '°' * w ndden, en Hnn H„ogmogenden fa J£ * ng gaven, da[, om ee ° de overn,ag, der Siaaven, en ze meer in ,J boude eers, was bep,„ld by tien ten Blanken te moeren j *arna,,„m de druk.ende " c" L ^ *~6e„«n B,a„ken „as ;« d d' b dat tot onderbond van deeze ^ tvekf vruchtloze poogi„ge„ aaogEWMd ™ »• verzoekende dierhalve» aan d5 ^-e» her onderwerp van die zaak "e" hec bovengemelde bcfluIt naauwkeuril 1 doen agtervol^n j "^Keurig te va„, vf0 'faledendez^ bereidt ' V00r den W van tien Jaar,r fee?  130 GESCHIEDENISSEN DE8. het meerder hoofdgeld, dat hun anderszins zoude behooren , wegens de meerdere Blauken die zy genoodzaakt waren in dienst te neemen, kwyt te fchelden, ten einde zig buiten verdenking te houden, als ofzy, uit hoofde der tegenwoordige omftandigheden, hunne geldmiddelen zouden willen verbe. teren. Z. En wat befluit wierd hier op by de Algemeene Staaten genomen? V. Hoewel 'er tegen deeze voordrage der Bewindhebberen veele en gewigtige bedenklykheden wsren , vonden de Staaten egter goed, om in deeze maatregelen toe te itemmen , en te gelasten, dat de gemelde bepaaHng van één Blanken tegen twintig Siaaven, binnen twaalf maanden zoude moeten worden volbragt, op eene boete van vyfhonderd Culdens, terwyl de opgaave tevens door de Planters, niet alleen volgens het oud gebruik, onder Eede zouie worden gefterkt, maar dat ook op de Lysten de naamen der Blanke Bedienden moesten gefteld worden, ten eiade de Raad - Fiscaal te naauwkeuriger zou-  VFüEENIGDE NEDERLANDEN. ,3, zoude kunnen wanken . dat aan deeze goedoogmerken volkomen wierd voldaan L-Ü Zo ras was egter dit ^ ^ ' worden of de voornaamfte belanghebbenden -de Volkplanting, deeden al e " J «oeue om dat befhuc weder verniefgd of eenige tyd buiten kragt ^ te ïKooen, doordien hetzelve verleend R»fa of lïo Ptoters in geteni « « t>, 1 et houden van veele Blanken voor v n , . e zond,. -/ S ^Maming verderfelyk IZ * detVyl de dementen, en het onderhoud van dezelven, JaarIyk ^ bommen gelds beliepen, zonder dat 'er e" ge de minfte nuttigheid van te wagten W terwyl voor 'c overig hrt.i ' "vuise, oehalven dit «d/>~ het genomen befluit der Algemene / ' "i'nmer aan hun voorgefteld « ' beantwoorden, doord „« i„ ^ een voiflrekt ond e 1 1 e« * tyd, binnen welke V befluit zoude moeten vom " 330 *k moeten voldaan worden, aj te F 6 eng  I3ï GESCHIEDENISSEN DER eng bepaald wierd, om een zo groot aantal Blanken, als 'er vereischt wierd, van hier, naar de Volkplanting te zenden. Z. Hadden deeze dringende redenen eenige uitwerking by de Algemeene Staaten? V. Zy bragten ten minften zo veel te wege , dat hun Hoogmogenden goedvonden , op nieuw over dat ft uk te raadpleegen en intusfchen de genomene bepaalingen niet ter uitvoer te brengen, waar by het ook federd gebleven is» te meer, daar de ramp die de Volkplanting van de Berbices geleden had, zo als ik u verhaald heb, weder herfteld was geworden, Een niet minder nadeelige flag trof dit Jaar de Beurs van het Koopryk Amfièi'dam, aan welke, in 't laatst vat* July, een gcwigtige Steun ontzonk, die ftraks verfcheide aanzienlyke Huizen van Negotie aan 't waggelen bragt, zo dat men binnen korte dagen reeds meer dan veertig voornaame Bankbreuken telde, het welk den Koophandel aan het Y niet weinig deed zieltoogen. — De Koning van Pruisfen vond goed , by deeze gelegenheid , ten dienfte van een aanzienlyk Corcp-  VEREENIGDE NEDEItLANIïEN. 1-3,5 Comptoir, zo wel aan de Staaten Generaal als aan de Regeering der Stad Amfteldam, brieven van voorfchryving te verleenen, met verzoek, dat het Credietwezen van hetzelve, niet door de Kamer van Defolaate Boedels, maar door de Hmdelaaren zeiven, onder opzigt van eenige onzydige Heeren, mogt worden in orde gebragt. De Staaten Generaal antwoordden daar op s overeenkoraftig met het gevoelen van Burgemeesteren van Amfteldam , dat zy onbevoegd waren om den vas'geftekien loop der Rechtspleging te kunnen verhinderen, of te beletten dat de zodanige, die op eene wettige wyze vonnisfen hadden verkregen , hetzelve, naar den ftyl, hier te Lande gebruiklyk, zouden kunnen ter uitvoer brengen, en dat de doos zyne Majefteit voorgedragene Commisfie, dus, volgens de Grondwetten deezer Landen, het vereisch der Regtspleeging en het credies der Wisfel, hier geen plaats konde hebben. . De Kooplieden waren ondertusfchen met alle wakkerheid bezig, om deeze jammerlyke gebeurtenis te herftellen, waar F ? doos  134 GESCHIEDENISSEN DER door de voor weinige dagen, byna ganfchelyk wanhoopige zaak een meer gunfiig aanzien kreeg en de Koophandel weder eenigszins hoop begon te fcheppen, dat zy niet geheel te gronde zoude gaan, tot dat dezelven in 't laatst van September, door de herleeving van het goed vertrouwen, het hoofd weder wat begon op te beuren. De tydingen van de Buitenlandfche Comptoiren waren minder nadeelig dan men wel ge» vreesd had, ook trokken verfcheiden derzelven hunne Wisfelbrieven edelmoedig in, waar door veele overrompelde Kooplieden tyd gegeeven wierd, om hunne zaaken in orde te brengen en de betaalingen te hervatte, waar door de hoop dat alles eerlang ten besten zou keeren, nog meerder opwak« kerde. Z. Wat viel 'er dit Jaar meer merkwaardigs hier te Lande voor? V. Tusfchen den u en 12 Augustus, ontftond in het Zeeuwfcbe Eiland Walcheren, zulk een allerverfchriklykst Onweder, als daar, by menfchen geheugen , immer te VOO'  VEREENÏÖDE NI HERLANDEN. I35 vooren ge wees' was. Drie uuren lang waren de Donder en Blixem beftendig aan de lucht, en dat wel op zulk eene geweldige wyze als of Hemel en Aarde gefloept zouden worden, gelukkig egter nog dat 'er geen de minfte wind by kwam. Dit Onweder had nogthans 4 hoe zwaar ook, zeer weinig fchade aan Mensch noch Vee, noch aan den Oogst, toegebragc, het welk men in Zeeland als een byzondere bewaaring des Atlerhoogften erkende, te meer, daar dit zelve Onweder, te Brus/èl en in andere Brabandfcbe Plaatfen, eene vreeslyke verwoesting aange» richt had. — De Heer Adriaan de Grande 9 Prefident van den Hoogen Raad in s'Gravenb**e, dit Jaar overleden zynde, gaf zulks gelegenheid dat 'er eeae had, en dat geene Predikanten ofKerken- „ raa-  VEREENIGDE NEDERLANDEN.W Ï4I „ raaden, over 't geene zy tot welzyn der „ Kerk zeiden of deeden, aan iemand dan ,» aan God rekenfchap fchuldig waren, en »' voor "iemand daar. buiten behoefden te , regt te daan, ja, dat zy, in de bediening 5, van hun Ampt, hooger en meerder waren j, dan hunne Overheden". Z. Deeze fte!ling-n fchynen my regt gefchikt te zyn om eene willekeurige Geeste* lyke O/erheerfciiing en eene volfbgene onafbinglykheid der Kerkelyken, hier te Lande in te voeren. V. Zuiks is zeer wel begrepen. Ondertusfchen leverde de Regeering te Leeuwaarden, welhaast een klemmend Tegenbetoog, op dit Verweerfchrifc in, het welke ten gevolge had , dat de Predikant Blom , door de Gedeputeerde Staaten der Provintie, voor den tyd van zes weeken, in zynen dienst gefchorst, en het gehouden gedrag der Regeering te Leeuwaarden, ter deezer zaake , in alle deelen goedgekeurd wierd. Had men dus in Friesland, in 't Kerkelyke vry wat moeite gehad, niet min.  ,^2 GESCHIEDENISSEN DES. minder wierden omtrent deezen tyd, in 't waereldlyke, de Algemeene Staaten, in moeilykbeid gewikkeld, met den Landgraaf van Hèifi* Casfel; de zaak had zig dus toe gedraagen: De Graaf van JFartensleben, buitengewoon Gezant van den Staat by de Keurvorften van Mtnts, Trier en Keulen, mitsgalers by den Offer en Neder rbynfebe en Westpbaalfcbe Kreüfen, had, als uitvoerer van het Testament, van wylen de Baron* jjesfe van Goerts, te Frankfort overleden zynde, eenige Goederen willen invorderen cn zig dierhalven by den Landgraaf van Hesfen Casfel vervoegd, en een befluit van bezitneeming verkregen, doch waaromtrend, toen hy 'er gebruik van wilde maaken, egter veele verfchillen ontftonden , zynde de Regeering aldaar van gedachten, dat hy zyne rechten te verre uitftrekte , vindende uit dien hoofde goed niet alleen eenige Goederen van den Gezant aan te houden, maar zyn Perfoon zelfs in verzekering te neemen, zyn Pjpieren te doen onderzoeken, en alles wat den gemslden Boedel raakte , daar  VEREENIGDE NEDERLANDEN. I4J daar uit te neemen , en dit alles zonder aan de Algemeene Staaten daar van eenige kennis te geeven. — De Gebeimfchryver van den Gezant gaf egter, zo wel aan de Staaten, als aan de Vergadering van den Opper, rïyhfcben Kreits , van al het voorgevallene bericht, doch de Landgraaf bleef ondertusfchen van gevoelen, dat hy door de daaden van den Gezant, in zyn belangen verkort zoude worden , indien hy toeflond d: t deeze, volgens recht, zyne zaaken vervorderde en trad dus volkomen in de maatregelen der Casfelfcbe Regeering, en dat wel met zulk een aandrang, dat hy den Gezant Het aanzeggen, dat 'er met den Gouverneur der Stad zodaanige fchikking gemaakt was, dat de Heer van tTartensleben wel genoodzaakt zoude worden, om de inzigten van den Landgraaf op te volgen. Te vergeefs verzogc de Gezant dit verfchil, buiten de Landgraaf, met deszelfs Ministerie te mogen vereffenen, want in plaats van eenig antwoord te ontfangen , liet men hem, in zyn eigen Huis, door een Officier en twee Sol- daa-  156 GESCHILDEN ISSEN DER fehap aanvaarden zou. Het gevolg hier van was, dat het Kwartier van Zeven* wonden, de ziaken nu beter ingezien hebbende , zich over dit verhaast voorftel, eerbiediglyk verfchoonde, hetzelve aanmerken* de als nooit gedaan zynde, voords betuigden hunne Edelen zig ftiptelyk te zullen houden by het Reglement van voogdy, zich voorbehoudende zulks aan den Prinfe Erfftadhouder te fchryven en aan der Vorftinne Weduwe van Oranje voldoening te geeven , wier regeering zy wenschten, dat, ten einde toe, gezegend mogt zyn , waarmede dit gefchil fpoedig een einde nam. Z Het was te wenfchen dat alle Staatsgefchillen zo fpoedig en gelukkig eindigden, wanneer het lieve Vaderland zo menigmaalen aan geen treffende onheilen zoude blootgefteld worden. V. Ondertusfchen overleefde de Prinfesfe Weduwe dit alles niet lang, en het fchecn den Hemel ciec te behaagen, haare Hoogheid de zegen te laaten genieten, dat zy haaren Doorlugtigen Kleinzoon in s'Lands re»  ia GESCHIEDENISSEN DER leid, en door eerstgemelden Iïeer, reet een aanfpraak , aan dezelven voorgefteld, weike door den Heer van Bottzelaar beantwoord wierd In de Vergadering der Staaten van Holland verritte Zyne Hoogheid, den Eed, al (taande, in handen van den Raadpei;fionaiis Stein, na dat de Geheimfchiyver van der Mieden hem dezelven voorgeieezen en hy door den Raadpenfionaris verwelkomd was geworden. De S;aaten van Holland voor* noemd, droegen terzelver tyd den Prins, de begeeving van alle de K>3'gsampten hunner Provintie op, als mede het Opperhoutvester en Jagermeesterfchap van hun Gewest Eindelyk nam Zyne Hoogheid zitting in de Raadkamer van het Hof van Juftitie, en plaatfte zig, aldaar plegtigiyk ingeleid zynde, als Opperprefijent, in den Stadbouderlyken Stoel, hoorde een Pleitgeding cn outfing de hartgrondige gclukwenfchingen van drie Advocaten , welken in dié zaaken dienden. Z En wat gebeurde 'er toen met s'Prins* fen gewezen Voogd, den Hertog van Bruriswyk IVoiffeubutteU waar van ik u, geriuurcr.de dit  ry i , GIsaiIEDE*MSSti!1 prR Diploma over, watirby denzelven het Opperbewind over de gantfche Maatfchappy, op denzelven voet als wylen Hoogstdeszelrs Vader die Waardigheid bekleed had, wierd opgedragen. Dit gefclnedde den 2 April, in een afzonderlyk gehoor. Zyn Hoogheid zulks gunftig aangenomen hebbende, benoemde , twee dagen hater, den Heere Thomas Hoope, als deszelfs Vertegenwoordiger in alle Vergaderingen der Maatfchappy., in welke Waardigheid die Heer , den 10 April, eikend en ingehuldigd wierd. — De opdragt van het Gouverneur Generaal-' fchap over de West - Udifche Maatfchappy, was zyn Hoogheid, den 8 der gemelde masnd opgedragen : het Diploma daar van was dien Vorst, in eenen kostbaaren Gouden Doos ter hand gefteld, en door denzelven ten irriendelykften aangenomen. De Staaten van 'Heiland keurden eenige dagen laater, dit alles goed, en verklaarden ten zeiven dage., de verkiezir,ge van Bewindhebberen der ■Cast- Indifche Maatfchappy, in de Kamers >...;:ner Provintie, uit een drietal van be- voeg-  TÏREENICDE NEDERLANDEN. Trs voegde Perfoonen-, aan Zyne Hooghei J over te laaten. Z Men zoude haast zeggen dat de he« fehikking over zulk eene menigte zaaken te veel werks voor één mensch' was, doordien het zeker is dat een Vorst, hy moge zo groot en magtig zyn als hy wil, toch maar een mensch blyft, en zo wel aan z wakheden en gebreken onderworpen is, als de geringd ften zyner Naruurgenooren.- V. En om- deeze rede is een Vorst meerder te beklaagen dan wel te benyden , te meer , daar het hem onmogelyk valt om het ieder naar zyn zin te maaken. Na het aflooperr van allé deeze gewigtige zaaken, die s' Vor* ften geest niet weinig vermoeid moeten heb. 6en, deed Hoogstdenzelven, ter zyner verlüstiging, een keer naar het nabüurig Leiden,. om, ten blyke van zyne liefde tor de Wee' tenfchappen.de Hooge Seboole aldaar met een bezoek te vereeren. Dé Hoogleeraar, w» Royen, begroette den Erfftadhouder al.' daar fecstelyk en verwelkomde hem in fraaye cn. zoetvloeiende Vaarfen, waarna de Hoog,,  VERF.ENIGDE NEDERLANDEN. . 175 Z Zyn Hoogheid zal zekerlyk te Feere en mengen niet minder plegtig ontfangen zya geworden ? V. Na dat Hoogstdezelven re Feere den eed ter handhaaving van de Voorrechten dier Stad afgelegd had, wierd hy op eene pragtig* wyze als Markgraaf ingehuldigd, en vertrok» twee dagen laater naar Hisfingen, alwaar hy, met geen minder Staatlykheid, als Heer der Stad, ontfangen wierd. Men had in deeze twee Steden eene menigte van Eereboogcn opgericht, Vuurwerken afgeftoken en andere vreugde béd reven; ter Gedachtenisfe van deeze Gebeurtenis, wierden ook verfcheiden Gouden en Zilveren Gedenkpenningen geftagen en uitgedeeld. Zyn Hoogheid keerde over Bergen op Zoom , Breda en s' Hertogen. hoscb , weder naar s' Gracvet.baage te rug. — Het verblyf van dïn Erfftadhouder in den Ihtage duurde egter niet lang, begsevenda Hoogstdezelven zig eerlang naar Utrecht, daar hy den 8 July aankwam , alwaar hy den volgenden dag, in de Hocge Collegicn plegtig ingeleid wierd, en als Erffiadhouder van H 4 die  V<5 GESCHIEDENISSEN- DEB. die P4ovintie , in gemelde Vergaderingen zitting nam, vervolgens ten Hove een Vonnis in een Plei'geding gaf en daar na de Rede* voeung by woonde, die in de Domskerk, door den Geleerden Heere J. F. Reitz gedaan wierd, en betrekking had op den aart van het Stadhouderfchap in deeze Landen, de gelukkige gefteldheid van deo tegenwoordigen tyd, en de perfoneele hoedanigheden van Zyne Hoogheid. Vervolgens wierd het groot en pragtig Vuurwerk, dat ten kosten der Studenten , op de Neude , opgericht was-, door gemelden Vorst zeiven aangeöoken, die, twee dagen daar na, deszelfs reize naar het Vorfielyk Loo voortzette, na de Burgers en Studenten voor hun goed onthaal bedankt te hebben. De Burgers van de Compagnie , het Forruin geheetcn, wierden by die gelegenheid , door hunnen Hopman , van Muia*n, met een Zilveren Gedenkpenning, op deeze Gebeurtenis toepasfelyk, befchonken. Z. Dit moet zekerlyk wel een vrolyken tyd geweest zyn, maar wierd dezelven nergens door eenig ongelukkig toeval geftoord,  72SEENI0DE WÉÖÉlL4i.ti£Em> I?? en is men die Jaar van alle rampen vry gebleven. V. Voorzeker neen, want te midden van alle deeze Vreugdebedryven, waar van ik ■« een korte fchets gegeeven heb, bad zig eaa akelig Tooneel van fchrik en verwoesting-, in het fchoone en Volkryke Dorp llilverfum, in het Gooiland, vertoond, het welk door een verfchriklyke brand, byna geheel te gronde ging., De brand nam zynen aanvang by klaaren dag, den 25 Juny, in het Huis van een Joodscb Vleeshouwer, ten naastenby in 'c midden van 't Dorp woonende , en welken bezig was met het fmelten van fineer, zynde de vlam van het vuur onder de ketel, waar in de fmeer was, cnge!ukk%lyk in deselve geflagen, waardoor eerst het Vertrek daar zulks gefchiedde en daarop het geheele Huis in volle brand geraakte, eea felle Oostenwind floeg de vlam zeer. fpoedig . tot de andere Huizen over, waar door het Dorp, op verfcheide plaatzen tevens in de br,md geraakte, terwyl het inftorten der uitgebrande, Huizen een nieuwe vunrkolk .  I'/S GF.SCHIF.DEKISSEH SER opende, die, door de fterken wind aange< blaazen, allerwegen haare vernielende werking deed, hier by kwam een onvermydelyk 'gebrek aan water, dewyl men daar ter Plastze geen gragten heeft cn de meeste pompen a*eeds afgebrand waren , egter deeden de ongelukkige Bewooners al wat zy konden, om den brand te blusfehen of ten minften zynen voortgang te weeren , hoewel vergeefs , want het gloeiend.dakriet, van 't eene Huis op het ander, overwaaiende, maakte alle hulp zonder vrucht, zo dat die geenen, welken nog iets van hunne Goederen wilden bergen , genoodzaakt waren, dezelven van de een naar de andere plaats te voeren, en hunne Zieken, Kraamvrouwen en Kinderen naar 'e open veld te brengen. De Kerktoren Was J9 vroeg in de brand geraakt, en ftortre, niet een vreeslyk geweld, ter neder, waar door de Kerk zelve , die anders vry verre van het Huis daar de brand begonnen was, «fllond, nu mede in voile vlam gerapte, •waardoor niet alleen de daar nog in gebor gene Goederen veneerden, maar de Grafter ken  XlI.3P.Pl.XI. BEAN© IN HET BOEE HIX.VEE.sTrM ,  rmsmoM Nederlanden. m Vont .tot hunnen Oppetbefehermer ee ver. £«■.« zufa aangenomen zynde, wierd Hoogstdezelreo, den „ Oaoöer.opeene « Opperbefcb rmér" » VM vooruoe 2 xwaseenezeerdeftieee"~M-l "•er d, lni!allatie order « « " d«,„ toeo 00k de„ H„tos ^ den Prinfe van iV/zrA» w v, ' ^ . wasjan Weilburg. de heiHf» Cnfflers en wfdleide J^Tn ; e„ hen ,erv„,Sens, ond2r ™ «*l Muziek e„ aIsemetn £ ^ Het u fraai, wanneer een Vorst te. M,° Besuaftf«« van nutte Ku„ften ,„ Weetenfchappen is, doc„ fa^™ wanneer hy om deze,™ gCM nodigt,r' bezigheden verzuimd. V. Terwyl men dus i„ het Hoflyk ' °"r"ia°S' Mn 2yne Wf'"-cl.ap den re„. felnetde.w» de mbmirige Stad JtiiM% gee»  [Q2 GFSCHIEDENISSEM DEK. geen geringe droefheid gedompeld geworden, welke in 'c begin van O&ober, een felle ramp, inzonderheid ten opzigte van fommigen haarer Ingezetenen , te beurt viel. Tusfchen den tweeden en derden van gemelde Maand, ontftond 'er s'nachts, een verfchriklyke brand, in een Hout en Borftelwinkel, aan de Vischbrug , op den Nieuwen Rhyn , zynde veroorzaakt door eenige boekweiten doppen, die men daags te vooren gebraakt, en verzuimd had in een doofpot te bergen. Het duurde geen half uur of het gemelde Huis ftond van boven tot onderen in de volle vlam, en ftak de drie naaste Huizen ook zeer fpoedig aan , waar door deeze Wooningen zig niet anders dan als een Vuurpoel vertoonden, en ook wel ras vernield wierden. Dit toeval baarde door de gantfche Siad een onbefchryflyke fchrik, inzordetheid om xfit men de Brandfpuiten niet fpoedig genoeg, om dat het in 't holfte van den nacht was, had kunnen aanvoeren , ook ftonden de Huizen zo digt aan elkandet, .dat zy door geen opene plaats gefebeiden wa-  VEKEEtïIGDE MEDEEEANDE». m *E«D, en dus t0„ „e v]am ïeftu» worden, waar door dezelve t„, zult «ne verbazende hoogte teeg. j"* met ai,een ~ «e„ CW.M,. bv tTr' WW °0k MlfS «™ '" Zee WW unnen 2ie„. GeluIibig "■nd, d,e de brandende doffen en vezelen VIL:, Ja6tf—' de o hen fPOedisk«rde, dewyl anders dit -hed nog o„ge,yk ZWMr„ sewordt„ ^ Z. Kwamen 'er geen menfehen by dit on. *eil om 't leven ? r 0 wyze, ,n dien Hu ze„ * ^J"0™»" <<" ™™de "unne goederen kl,„„en b ™" V vzy wat fehade gefehied waTill a,™ meener nadeel hari ~„ ' Aige"" XH. .„f W rae" bier te  Kjjj. GESCHIEDENISSEN DER re Lande geleden , door de nadeelige fta.it der Visfcheryen in dit Jaar. De Haringvangst, een der aanzienlykfte takken van ons beftaan, was allerftegtst uitgevallen. De kosten der Kabbeljaauwvangst , omtrend frland, had men ter naauwernood goed kunnen maaken , en die omtrend het Deggerzand was zeer fchadelyk geweest. De Groenlanifche Visfchery had een allerongelukkigfte uitnag gehad, men telde van honderdvyfëntwintig Schepen, die derwaards gezeild waren, Tyftig die ledig te rug kwamen, hebbende de overigen geen twee Visfchen door elkan der gevangen, Niet minder flegt had men in de Straat Davids gevaaren, daar eenëndertig scheepen naauwlyks ieder één Visch hadden gekregen, en waar van nog twee op de terugreize jaramerlyk verongelukten. Z. Ik kan ligt denken dat zulks den Lande ten uiterften fchadelyk geweest zal zyn? ^ V Ondertusfchen was het einde van dit, en 't begin van 't volgende Jaar 1707, zeer .aomerkelyk, wegens de ongemeene laagte Tan het water in de Rivieren, zo wel n Dnitseb'  VERESNIODE NEDERLANDEN. jpj f*f * * W»r door de grondflage., eene, tot hier toe , «» J*te. die i„ voor(ge Eeuwen > W plegen, geweest wa, Niet zeldzaam was het, darde Rivier * ?! ron,.^^^ ^ ;op breederz.g vertoonde dan eene Wetering e„ ren kon. De Schepen die tnaa, eenigKins beiaaden waren, lagen „phetdrooge, ^ doorde vaart beneden het voornoemd Z : >en mternen tnoeielyk was, en in , bZ : 7 ' ™< - "daar „aai!w ly derttg dmmen waters, eene laagte, welke bvna geen mensch geheugde ooi 0, ^ e »/«/wa, mede zo ongemeen laag, dat £ geen Schepen of Schuiten ,e n, de Wa, konden komen """^ aM 1 2 i  rr,£ GESCR1SDENISSFN DER langer dan eene Eeuw, nu en dan verfcheide gcfchi'.Iea ontftaan waren, en waar over, van tyd tot tyd, wel eenige fchikkingen, omtrend fommige Diftriften, byzonder in de Jaaren 1656 en ï6»8 gemaakt waren, doch waaromtrend de volkomen handelingen en famenkomften, laatlïelyk in de Jaaren 1729en 1732 vruchteloos afliepen, waar door de gefchillen fteeds bleeven voordduuren, tot dat het Hoogfiift Munfter en de Heeren Staaten van Gelderland in de Jaue 1765 overecnkwamen, om de afgebrokene onderhandelingen op nieuws te hervatten en te beproeven , of men , deeze reeds al te lang geduurd hebbende oneenigheden, niet zoude kunnen vereffenen en ten einde brengen. De Staaten van Gelderland magtigden ten dien einde de Heeren J. A. Baron van Heeckeren ut Beurfe, P C. Scbomaker en F. A. Baron fchimmelpennink tot Ferflonde, Raaden en Rekenmeester des Vorftendom» Gelre en Graaffchaps Zutpben, benevens de Heeren Mr. F. IV van der Stein, Griffier van den Heve, B. van Bek, Auditeur van de Rekenka-  VERSSNr&DE NEDERLANDS PT. lg? %»e* en Mr. b. ft Cre^r, SnMltvk Momber van her bovengemelde Hertogdom en Graaffchap, benevens j, q j van Xasfelt, Ordinaris Landmeerer. Van vve.Z Heeren f 4. a. ^beer ^ Dom Caplrulair en Geheime Ra,d, c £ ïrybeer wm ^, Geheime, Hof en Land. Z /' H^amerraad «• Ampts Rentmeester. Z. Waar hielden deeze Heeren hunne onderhandelingen ?. v ha, Kiooarer « ffMf,r ^ J*, =n met 2UIt «n goeJ W«t, d„ •„ Welhaas, eene Convemie, "f*" *«"» «««o», wierd, wa3ri,y y. lor* din8e° V°lk0me" b^'«<'' * voords overeenkwamen „ «» * oo2ekerhede:\:°;erW ~S: !?" 'erde«^n,0evoo,no=mde7Xf. 1 ** wataw.  |(?S GESCHIEDENISSEN DER wanneer zulks gefclüedde weder by den anderen te komen , om de verdere nog niet vereffende zaaken af te doen, en hier mede eindigden Heeren Gemagtigden voor dit maal hunne onderhandelingen. De byeenkomften wierden, in 't volgende Jaar, door gemelde Heeren weder hervat, doch aan de Gelderfibe zyde wierd nu, in plaats van den Heer van der Steen, Mr. D. W. A. Bruntfen gebruikt, en van de kant der Munfterfcben had men den Heer J. M. Beerde, Hofraad en Landsadvoc at, by den anderen gevoegd, en zy vergaderden toen in de Heerlykheid Borcnlo , omtrend het tuurfchap Rekken. Na dat men van wederzyden de bekragtigingen der gefloten overeenkomst had uitgewisfeld, maakte men een begin met het zetten der Grenspaalen, waar mede de geheele linie langs vervolgd wierd, tot aan de Restapperbrttg, by Dinxperlo, alwaar het wederzyds Grondgebied met dat van Anbclt gefcheiden word. Naderhand wierden de onderhandelingen op nieuws hervat, en nu weder op het Klooster te Ho**  VEREENIG.se NEDERLANDEN. 199 JJeoger Buurlo en te IVinterszvyk gehouden, over zeker recht van Weide, 'i welk tusfchen de Ingezetenen van beide Landen, federd onheugelyke tyden, over en weder had phats geïnd, en 't geene dik wils van veele oneenigheden en onaangenaame voorvallen vergezeld geweest was, die veeltyds van zwaare gevolgen geweest waren. Deeze netelige zaak wierd nu ook uit de weg geruimd, alzo de Heeren Gemagtigden, te iPintenipjk, zo wel ten opzichte van dat recht, gemeenlyk de Koppel weide genaamd, als het zetten • der Grenspaalen , eene vaste overeenkomst fiooten, waar door nu alle verfchillen en oneenigheden, die meer dan ruim eene Eeuw, onder de twee nnbuurige Staaten plaats gehad hadden, eindelyk vol. komen en met eene bekwaame onderfche!' ding van deeze Landen, tusfchen de wederzydfche Ingezetenen , vereffend, en tot wederzyds genoegen uit de weg genomen wierden, waarna de Heeren Gemagtigden, in 't vriendelyke van elkander affcheid namen, By deeze gelegenheid lagen de Gel* I 4 der-  £00 GESCHIEDENISSEN DES, derfcbe Heeren gezamentlvk een bedoek af by den Keurvorst van Keulen , die ook te gelyk Bisfchop van Munfler was , wordende door dien Vorst niet alleen zeer mir.ne'yk en met groote blyken van eere ontfangen > maar ook op eene pragtige middagmaal'yd onthaald, waarna zy, hunne Commisïïe een einde genomen hebbende, te Arnhem weder te rug kwamen , en voor hun loffelyk gedrag in deezen gehouden, plegtiglyk bedankje wierden. ï Ut»  2öz geschiedenissen des, Gemalin, bier te Lande. Vreugdehedryven ever deeze Echtverbintenis te Deventer. — ^ Inhaaling van dezelven te Utrecht, als ook te Leyden. Gelukwenfcbingen aan denzei. ven. Plegtige Intreede van hunne Hoogheden in s'Haage. Verongelukken van' vier Oost Indifcbe Schepen. — Vreugde te Batavia -wegens de voortelling van den Prins, als Opper Gouverneur Generaal van 'Nederlands Indien. Zoon. Het zy my vergund te vraagen, ©f 'er by de komst van den Prinfe Erfftadhouder tot de Regeering, ten opzichte van fommige Magiftraatsbefteliingen, geene aanmerkelyJie veranderingen voorgevallen waren, doordien ik, uit onze Gefprekken, meer dan eens, geleerd heb, dat zulks, by verandering van het Staatsbeftier, dikwyls plaats gehad heeft ? Vader lk verheug my over uwe oplettenheid, doch moet u antwoorden dat dit tegenwoordig niet gefchiedde, egter was 'er hier  VERENIGDE NEDERLANDEN. COg Wer en daar, geduurende de minderjaarigbeid van den Schouder, binnen fommige Steden, vry wat gefchil omftaan, tot welker veref. ftmogdie Vorst thans wierd ingeroepen . onder .nderen had de MagiSraat en Vroedfchap der Stad Leeuwaarden Zyne Hoogheid ver! zogt een nieuw Reglement op de Regeering ^aar vast te „ellen , aan welke begeerte Hoogstdenzelven ten eerften voldeed , en hier door wierd de Regeering aldaar op eenen vasten voet gebragt, wordende ieder Amptenaar, geene uitgezonderd , verpik by het aanvaarden van hunne bediening,!; Eede te moeten belooven, dit nieuwe Reetanent getrouwlyk te zullen nakomen , 0' nraffe van anders doende,oogen blik kei vk van de zeiver Ampt of bediening vervallen te Jn zullende daarenboven naar de Wetten van dl' iande tegens hen worden geprocedeerr _! O-rend deeze tyd wierd nu mede', met meerder aandrang dan teloren, werkje derflyk aanwas van den Haarlemmermeer ' fe beteUSe,en' ^ Smeten van Holland vön1 6 den  £p£ i.-.l.SCHIEDSNISSËiS DER. den dieswegens goed, dat de voorziening tegens deszelfs woede, ten kosten van den Lande , werkftellig gemaakt zoude worden, onder voorwaarde dat dezelven voortaan, door het Hoog Heemraatlfchap bewaard bleven. Z. Dit befluit der Staaten moet den Be■wooners der Oever van deze wyde plas zeer aangenaam geweest hebben, V. Het beviel aan het Dorp Aehmeer, ten minde zo wei, dat Schout en Schepenen benevens de Ingelanden van het Ambacht befioten den tweeden Pinxterdag, en vervolgens Jaarlyks, op den 8 Maart, eenen plegügen Dankdag te vieren, ten einde God deswegens te looven en te danken, en zyne gunilige zegen over dit heilzaam werk verder af te fmeeken. Minder aangenaam was liet netelig gefchil, het welk bovengemelde Staaten met die van Utrecht, omtrend deeze tyd gekregen hadden, over de afdamming van het Diftrict van Hageftein, waar toe de Staaten vsn Utrecht niet wilden beiluiten, en toen de afdamming egter welhaast door die va$  ^ Kanen begonnen en voordgezet wierd, beklaagden Hunne Ede, Mogerj£n ^ over t fterkften by deStaaten van/Jw w -en, genegen ieder goed rechc te doen wederbaren, de gedachten van Heeren Ges c_erde Raaden We, op vorderd^ d e de v W£lhaast ^ > £«M tnbragten en van gevoelen waren." dat die van Utrecht zig ten onregte bekJa ' ^den, en dat Hunne Edel Grootmogend , denzelven moesten verzoeken, aan die van Bagefiem te belasten, om in de kosten van de meuwgeftigte Voormolens op den ouden *Uede kosten, die, door het niet toeftemmen in dezelve, Veroorzaakt waren geworden, te betaalen, waar door, volgens het oordeel der gemelde Gecommitteerde Raaden , de eensgezindheid tusfchen de beide Provinciën, en bet gemeene welzyn, waar by men zig tot nog toe zo wel bevonden had, zoude kunnen bewaard worden. Van meerder belang en nafleep was ondertusfchen de groote zaak der verbetering van de Rwieren den Rhym 1? en  Sq6 geschiedenissen DES. en Tsfel, waar by meer dan eene Provintie belang had, en waar van de poogingen tot dus verre zo menigmaalen vruchteloos afgelopen waren. De Prins Erfftadhouder, het gewigt van deeze zaak begrepen hebbende, vond goed , de Heeren Gemagtigden van Gelderland , Holland, Utrecht en Overysfel, te noodigen, om hunne byeenkomften, over dit ftuk, weder te hervatten HoogstdeszeJfs voorftel in dank aangenomen zynde, begonnen de Raadplegingen over deeze gewtgdge zaak, in Maart, en genoegzaam onder s'P/infen oog, in de Treveskamer in s'Haage, alwaar deeze Heeren vergaderden. Z. En welke Heeren waren het die deeze gewigtige zaak onder handen namen ? V. ïk zal ze u allen, volgens hunne rang opnoemen. Uit Gelderland vcfchesnen de Heeren F. G. Baren van Lynden tot Hemmen , Burggraaf van Nimwegen , W. Baron van Balveren , Amptrnan en Richter des Arapts tusfchen Maas en Waal, W. H Baron van Rouwenoort, tot Ulenfas, J. A. Baron Sleet ,  20g GESCHIEDENISSEN DES» • gen met een gepaste aanfpraak , die door den Burggraaf van Lynden, als Voorzitter in deeze Vergadering,, beantwoord wierd., waar na men vervolgens tot de onderhandelingen zelve, overging, doch hoeieverig de Gemagtigden ook aan dit werk de hand Ooe» gen, zo konden zy het egter op verre na niet eens worden, dewyl 'er telkens nieuwe zwaarigheden in den weg kwamen. De Uollandfche Gemagtigden verklaarden eindalyk, dat zy met leedwezen de zaaken meer agter dan voorwaards z;.gen gaan , en dat de gevoelens hoe langer hoe meer van eikander verwyderden, daar de gedachten van kundige flieden, in plaats van 'er gebruik van te maaken, flegts overgenomen wierden om wederlegd te worden , weshalven hun gevoe* len was dat men een Advis op moest (tellen, over het geene het best en nuttigst voor de gemeene zaak zoude zyn. Deeze voorflag wierd aauftonds door die van Gelderland en Utrecht ondcrfteund, hoewel de laatitgc normden, voor zig in 't byzonder zulk een Advis op lieten Hellen, waar op de Raad- p»e*  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 20^ plegiugen over deeze zaak voor eenige tvd eindigden. Intusfchen had de Prins Erffiad. houder de beide Ad.ifen hiaten onderzoe. ken, door den Directeur der Fortificatiën do Roy en den Kapitein Ingenieur va» Sucbteen zes andere kundige lieden, wier nieuw Advis door de Staaten van Holland volkomen goedgekeurd wierd, doch die van Gelderland en Utrecht renden 'er zo veel Jarigheden in, dat de z.ak.wed-r frecken bleef. D2 Staaten. van Holland gaarne, voor den aanftaanden Winter, de rampen die de Rmeren dreigden, voorgekomen ziende, bedoren den Heer van den Beuzelaar, benevens de Gecommitteerde Rgaden te magugen om met de drie andere Provintien, de voor. geflagene middelen ter hand te doen nee. nien, en indien eenige geringe fchikkingen Plaats behoorden te hebben, dezelve onderling te mogen vastftellen, mits altoos her behoud der vaarbaarheid van de Rivieren de den de afgebrokene Raadpleegingen, in de maand-.  "iet zo veel bekommering befchouwden, dat zy oordeelden dat de voordgang van het Werk der verbetering niet behoorde verzmmd te worden, met verzoek dat de GelHeeren ten eerften, ten minften Pryze doenlyk, zulks nog voor den Winter of anders in het volgende Voorjaar, wilden onderneemen, doch die van LW, waren ■ een gantsch tegenftrydig gevoelen en betuigden nimmer in zulke groote kosten, »'s tot deeze zaak vereischt wierden, toe te ««en ftemme„,.door welke oneenigheden alle gewenschte poogingen tot herftel weder verydeld wierden, de Raadpleegingen vruchteloos afliepen en de Heeren Gemagtigden, wemig over elkander te vrede, weder naar Hu.s keerden, — Genoegzaam ter zeiver tyd was 'er een zwaare twist W FrieslanA omftaan, tusfchen het Hof aldaar en den Academifchen Senaat, wegens het te regt "ellen van eenige Studenten , over zeker misdryf derzelven, beweereude beide Par. tyen hier toe even bevoegd te zyn, en dus wendden zy zig beiden tot de Staaten van hu»-  £ï4. GESCHIEDENISSEN DK.R V. De Staaten vonden goed hun laatstgenoemde befluit weder in te trekken, en by hun eerfte te blyven volharden, het welk aan den Prinfe zo wel geviel, dat hy 'er open lyk aan de Heeren Staaten zyn genoegen over betuigde. — Niet minder onaange. naam was het gefchil tusfchen welgemelde Heeren Staaten en de Stad Harlivgen, wegens het liggen van Hout in de Stadsgragten aldaar, 't welk door de Magiftraat van die Stad verboden wierd , doch over welk verbod zig twee voornaame Kooplieden in Hout, by de Staaten van F, testend beklaagd hadden, welken de Stad Harlingen in 't ongelyk (lelden, en de Magiftraat beval voornoemde Kooplieden in hynne verrigtingen ongemoeid te laaten. De Stad vond dit bevel ten ui er. ften vreemd, oordeelende hetzelve een inbreuk te zyn op haar wettig recht en gezag, en vermits de Staaten voordgingen met hun befluit te handhaaven , riep de Stad den Prinfe Erfftadhouder te hulp, welke alles nagegaan hebbende, aan de Staaten verzocht hun be* fluit, ten nadeele van Harlingen te herroepen. De  VaREfiNrCDS NEDER LANDEN. 2TS De suatcn van Friesland bleeven egter op mm ftuE ft,an,en gaven,door bondige rede?«. Zyne Hoogheid te kennen, dat zy boewei Schoorvoetende, genoodzaakt waren zyn verzoek van de hand te wyzen. De «ruw was egter van gevoelen, bevoegd te 2'n:de Uk kragCe va" «y«ge»g, om de Regeenngen by haare Wettige Staatsgefteldheid te bewaaren, af te doen, en verklaarde dierhalven van oordeel te zyn, dat de Stad Htrlingeu merkelyk in haar recht verkort was geworden , fchryvende voords aan die Stad dat zy by hunne Wettige genomen befluiten, ten opzigte van het liggen van Hout in haare gragten , had voord te vaaren, zonder zig door eenige tegenftrydige bevelen daar van te laaten aftrekken. Z. Het is ligt te denken dat de Magiftraat van Harli.gen met de uitfpraak van Zyn Hoogheid zeer in hiar r^wt. 111 naar ichik geweest zal zyn. m v- Nog op denzelven dag dat de Regeenng dier Stad den brief van den Prinfe ontfong, ftelde zy reeds eene Publicatie vast, waar  ffi6 GESCHIEDENISSEN DEI. «vaar by verklaard wierd dat zy niet lange* zoucie gedoogen dat door iemand Hout in de Stad>gragten gelegt wierd, verbiedende wel «itdrukkelyk om eenig gebruik van de voornoemde gragten ten dien opzigte te maaken. Vervolgens fchreef de Magiftraat een beleefden brief aan Zyne Hoogheid, om denzelven voor zyn verleende befcherming in deezen te bedanken, beloovende altoos bun recht en gezag te zullen gebruiken, tot hec bevorderen van het welzyn hunner Stad en derzelver goede Ingezetenen. Z. Viel 'er terzelver tyd met de Stad Sneek mede niet iets van belang voor? V Daar waren reeds voor eenige Jaaren zwaare verfchillen gerezen, tusfchen de Staaten van Friesland en die Stad, over het aatiftellen van eenen Dirk Roes, een Meunomet, tot Ontfanger der Renten aldaar, 'c welk door de Regeering van Sneek als eene ongehoorde en met de Staatsgefteldheid onbeftaanbaare nieuwigheid was aangezien geworden, egter had zig de Stad, geduurende de mmóerjaarigheid des Prinfen Erfftadhouder s  VERERNIGDE NEDERLANDEN. $|2 ders Uil moeten houden doch zo dra Zyne Hoogheid meerderjarig geworden was, had de Magiflraat van Sneek zig by Hoogstdenzeiven vervoegd, met verzoek om de aanfteilii* van gemelden R,„ te vernietigen, cf anderszins zodaanig daar over te befchikken als Zyne Hoogheid, tot welwezen der Stad bevinden, zoude te behooren. Het gin* ondertusfchen met deeze zaak, eeven als Het met die van Harten gegaan had; de Pnn. ftelde de Stad Sneek i„ 'tgelyk, de Staaten van Friesland bleeven huiverig om Hoogstdenzelven hier in genoegen te geeven, en Zyn Hoogheid vond weder goed gebruik te maaken van het aan hem verleen^ gezag , £eiastende de Scad Sneek den Omfanger *w Wn 2yn ^ ^ andere" ™ den Hervormden zonoï ^ PJaatS aa" len d7,S-ln ^ Uh^-« ^ebeve! 'en, door iemand, wie her nnt „ te laaten verhinderen. " ' Z- De Regeering Van W Za] . aaa  GESCHIEDENISSEN DES «tl 's Prinsfen bevel, het geen zo wel met hunne wenfchen flxookte, te voldoen? V. Dit kunt gy ligt denken. Roos wierd afgezet en den Oud Schepen J. Loexma in zyne plaats aargcfteld, doch de zaak was hier verre nog niet mede afgedaan, en ''sPrinsfen gedrag daar omtrend gaf gantscli geen algemeen genoegen Ter Staatsverga.de. ring van Friesland keurde de Meerderheid van het Kwartier van Oostergo, 'sVorften handelwyze in deezen geheel af, als dezelve befchouwende tegen de rechten en grond' wetten des Lands te ftryden. Het Kwartier vaa Westergo hield de zaaken voor afgedaan, Zevenwouden bragt geen Advis uit, en de Steden waren van gedachten, dat men zij het verrigtte van Zyn Hoogheid moest laaten welgevallen, daarenboven wierd, uit naam i van hét laatsfgemelde Kwartier, een brief aan den Prins afgevaardigd, waar in die. Vors: , met de grootfte erkentenis bedankt wierd voor de verleende befcherming en naUdlaaving, van der Steden, Rechten enVoorrechten , wordende voords kennis gel geel  VIXEENIGDI NEDERLANDEN. II? geeven van de verfchillende gevoelens in deeze zaak, en den Vorsc verzogt om uitfpraak over dezelven te doen. Het antwoord van Zyn Hoogheid op deezen brief bleef niet lang achter, en in hetzelve verklaarde de Prins allezins de billyke, gepaste en welmeenende gevoelens der Kwartieren van fTM-rp en de Steden te moeten goedkeuren, en dt ftilzwygendheid van het Kwartier der Zevenwouden ten beste te houden doch zig bitter te moeten bekl„gen over het Advis van de Meerderheid van hec Kwartier van Oosterge, hetzelve noemende eea hoogvliegend , alleszins verbaazend cn Pngevoeglyk voorftel, ingericht om hec Reglement op de Regeering in FriesU„d door wylen 'sPrinfen Vader gemaakt, den bodem in te flaan en het Stadhouderlyk ge2»g te krenken en gehaat te maaken. Voords **k Zyn Hoogheid van Oiukfche wegen ea L«ndverder„yke Ktmftenaary.n van LmTgen wien het aan geen verkeerde ]lls( 20ude ontbreken , om den Voi.e van K * boe.  •J'iO 'GESCHIEDENISSEN DEK boezemen. Betuigende verders liefs: het gordyo te willen fchnivcn agter de voorwerpen , waardoor hy, meer dan eens geleerd had wat hem te wagten ftond van zulken, die , zelfs midden onder het genot zyner weldaaden, eene volftrekte afkeerigheid betoonden van hem en zyne Wettige Regeeling. Eindelyk verklaarde Zyne Hoogheid de beide zaaken , de Steden Htrlingen en Sneek betreffende voor geheel afgedaan, en dus wel te mogen lyden, dat alle Raadplee • gingen daar onurend by de Staaten wierden ter zyde gefield. Z Dit antwoord bevatte vry wat fcherps en zal de Meerderheid van het Kwartier van . eestergo niet ai te breed aangefraan hebben. Doch was het hier mede afgedaan? V. De Staaten van FtksUnd namen federd genoegen in 'sPrinsfen gewysden , en d*ar mede liep deeze netelige zaak, die zo veel oneenigheden ia die Provintie te wege gé? bragt had, ten einde Geduurende alle deeze Staatsverrigtingen had den Pnns Erfftadhouder egter zyne byzoudere belangen niet  NEDERLANDEN. r2ï niét uit het oog veteren , want nu reeds den ouderdom van negentien Jaaren bereikthebbe-He, h d dien Vorst bedoren zi? inden Echt te begeven, en rot zyne aanftaan* de GemaHqne verkozen de Prinfesfe FredericH' Sophia mihelmina van Brandenburg. Nigt van Zvne MajefMt den Koning van Pruisfe^ De Baron de Larrey, wegens Zyne Hoogheidnaar Berlin gezonden zytide , om die Prinfesfe voor Hoogstdezelven ten Huwelyk ta verzoeken, was hier zo wel in gedaagd, . dat de ondertrouw van het Doorlagtig Paar, reeds den 27 July, plegtig-voltrokken wierd' De Koning zelve verrigtte die plegtighcid,[j ten bywezen van de Koningklyke Famielje en het geheele Hof, op het Lusthuis Cètrht* ttnburg. De Huwelykrche -Voorwaardenwierden den 11 Augustus te Berlin getekend van wegens de Koningklyke Bruid, door de beide Staa!S - Ministers, den Gra,f van Fmekenflein en den Baron van Hemberg en Tan wegens Zyne Hoogheid door den Baron 7 "arrey» *** °P iMtstgemelden Vo*»8 i den 19 van geaoemden maand, p3egug ,r~ K * fche-d  GESCHIEDENISSEN DEK. feheid ter Hooge Staatsvergaderingen nam, cn drie dagen laater, zyne reize naar Berlin, Over Eentbem, Brunszvyk en Brandenburg aannam, in welke Plaatzen denzelven alle eer en genoegen aangedaan wierd. Z. Zyn de Huizen van Nas fan en Bran* denburg niet wel meer door Huwlyk aan elkander verbonden geweest? V. Ja , in den Jaare 1646, door Leuifa Henriette, Oudfte Dochter van den toenmaaligen Stadhouder Fredrik Henrik, welke met Fredrih Willem, Keurvorst van Brandenburg huwde, hoewel de luister van het Dooriugtige Huis van Brandenburg toen nog tot zulk eene hoogte niet geftegen was, als in onze dageru - Terwyl alles tot de Reize van Zyn Hoogheid in gereedheid gebragt wierd» was intusfchen de Meyerye van i Hertegenboscb, door zulk eenen yslyken Hagelbui, bezogt geworden, dat de oudfte menfchen aldaar betuigden diergelyken nimmer beleefd te hebben , dit Onweder was met een byna alles overftroomenden Stortregen en met een woedenden Storm vetheid, de Hagellteenen, waal  vsa&jBNiGDi nedeklandbn. as^- waar van de meesten zo groot aJs Duiveneieren waren, benevens de Hukken Ys, vielen ia zulk eene menigte, dat men door dezelven niet heen konde zien. Alle deglazen der Kerken en Huizen wierden ingefla?en, de Daken verbryzeld en Deuren eü Venfters geraakten in ftukken, zo dat de Huizen genoegzaam onbewoonbaar gemaakt wierden. Was het dus in de Stad gefteld,. alwaar, by gebrek van zo veel Glazemaakers als men nodig had, Inwooner en Vreemdeling, hand aan 't werk moest Oaan, niet: heter zag het 'er op het Platte Land uit, alwaar mede alles vernield en het Koorn dat: byoa ryp was geheel verwoesc wVd, waardoor, de hoop op een ryken Oogst geheel verdween. Te Rtsmaha waren by de zestig, Huizen en Schuwen ingeftort, waar by twee Menfchen en drie Beesten verongelukten, alle de Koorn en Hooilanden wierden vernield en meer dan vyfhonderd Boomen, zonder de Vruchtboomen te rekenen, waren uit de grond gerukt. Het was dus niet te verwonderen, daar deeze Hagelbui op de K 4* mees*  c:3 GESCHIEDENISSEN' ÖEX ten wa«; opgericht. De Inzegening van het Huwelyk gefchiedde door den Eerwaarden Heere Sack, Hofprediker van Zyne Maje'-fteit. Zyn Eerwaarde deed by die gelegenheid, een korte doch zeer gepaste aanfpraak aan Hunne Hoogheden en fprak-de vuurigftê Zegenwenfchen over derzelver Hooge Perfoonen uit, waar op de Ringen verwisfcld wierden, onder het gebulder van twaalf ftukken Kanon, die driewerf agter elkander afgefchoten wierden. Na dat het jonge Paar de Gelukwenfchingen, zo van den Koning en Hoogstdeszelfs Famielje, als van alle de tegenwoordig zynde Perfoonen» ontfangen had, wierd deeze Plegtigheid met een allerpragtigfte Maaltyd belloten, waarna de, in diergeJyke gelegenheden gebruikelyke, Fakkeldans gehouden, en zyne Hoogheid met deszelfs jonge Gemalinne , door de Koningin, verzeld van de Prinfen en Prinfesfen van Pruis/en, naar het Vorftelyk Huwelyks Bedde geleid wierd- Z. Bleef Zyne Hoogheid,na de voltrekking van zyn Huwelyk, nog lang te Btrlin ? V. De-  VEREENIGDSt NEDERLANDEN. gf, V. Dezelve vertoefde aldaar nog eenige dagen en nam den 12 October , met Zyne Gemalinne, de Reize naar het Vaderland weder aan, na een teder affcheid van alle de Koningklyke Perfoonen genomen en nog eens byzonder met Zyne Koningklyke Majefteic het middagmaal gehouden te hebben. Hec Dóorlugtig Paar zette zyne reize oyer denbur^ Maagdenburg en Sebtningtn voord naar Brumwyk, in gezelfchap van den Prirs: van Pruisfin-, die aldaar een zeer teder affcheid van Zyne Koningklyke Zuster en haar* Gemaal nam. Na door de Vorftelyke Brant-, vyi/cbt Famielje treffelyk onthaald te zyn,. vervolgde men de reize over MentbriJlant9 Dhpenbeim, Osnabruggt en Beutbtm, tot dat het Hooge Paar den 25 op het Huis Twikkeh aankwam, en aldaar door den Graaf van Wasfenaar Opdam op een treffelyk Avondmaal onthaald wierd, terwyl dat Lusthuis keurlyk verlicht was, en alwaar, na de Maaltyd,een kostbaar Vuurwerk afgeftoken wierd. 2. De vreugd over de terugkomst van Zyne ^ 7 Hoo;»  2J0 GRSCIIIKDENïSSEN D2R Hoogheid zal zekerlyk hier te Lande niet minder geweest zyn ? V. Te Deventer had men drie fraaije Eerepoorten vervaardigd , en wanneer Hunne Hoogheden daar de Bergpoort inreden, wk-rden 'er éénentwintig ftukken Gefchut los gebrand, terwyl de Burgery in de Wapenen ftond. Het Vorftelyk Paar wierd door de Regeering dier Stad voor het Posthuis begroet, genoot in hetzelve een heerlyk ontbyt, en vervolgde, na een half uier hier versoefd te hebben , verders de Reize naar U Loo , alwaar kort na hun komst een fraay Vuurwerk af^eftoken en 't Lusthuis zelve keurlyk ver*, licht wierd, zo als te Deventer dien avond ook alle de Huizen en Eerepoorten verlicht waren. Hunne Hoogheden vervolgens eenige tyd daar na, over heestdyk, te Utrecht aangekomen zynde, wierden aldaar door Gemagtigden uit de Staaten dier Provintie, begroet, en naar de Stad voorgereden. Op de Witte Vrouwen Poort, wierd, by het inryden der« selven, lustig op de Trompet geblazen, terwyl Hunne Hoogheden door de Gewapende Vil ï-  VEKÜKN'IGDÏJ NEöaaLAWDSfJ. «3J Burgery begroet wierden, vervolgens wierd het Doorlugtig Paar ia de .Staaten Kamer, op een zeer kostbaar en net ontbyt, in Koningklyk Saxiescb Porcelyn opgedischt, onthaald. Te Leyden vervolgens gekomen zynde, wierden de Vorftelyke Echtgenooten, onder het losfen van 't Gefchut, het fpeelen en luiden der Klokken en het gefchal der Trompetten, door de Kwartiermeesters der Burgery, de' Stad door tot aan de Wittepoort geleid, s' Avonds was het Stadhuis en de gamfchê Stad verlicht , voor het eevengenoemde Gebouw ftonden negenendertig en voor de Academie vyfëndertig Flambouwen de gantfche nacht te branden, ondertusfchen was hec Doorlugtig Paar dien middag, ten vyfUUren9 op het Huis de Oranjezaal gekomen, zynde* aldaar door den Hertog van Brunswyk en ders Prins van Nasfau Weilburg opgewagt en ontfangen geworden. Hier ontvingen Hunne Hoogheden de Gelukwenfchingen van de Heeren Gemagtigden uit de Staaten van W, uit de Algemeene Staaten, van de £aad van Staaten en van de Ministers der Vreem-  2ga GESCHIEDENISSEN D£R Vreemds Mogendheden, en op verfcheidé' volgende dagen, die van de Gecommitteerde Raaden, de Piovintiaale en Generaaliteits Rekenkamers, de Gerechtshoven, en den Magiftraat van s'Haage, zo als ook van de Gecommitteerden uit de Staaten der andere* Provintien en mede van de Hoogheemraaden. van Delfttland, RbynJand en Scbieland, het groot Waterfchap van Woerden en verfcheide zo Kerkelyke als andere Collegiën. Z, Welk eene verbaazende menigte Geluk* wenfchingen! Ik twyffel niet of de Doorlug-, tige Perfoonaadjen zullen zeer blyde geweest, zyn, toen alle deeze Piigtplegingen afgedaan waren. V. Zy hadden den 7 November een einde genomen. Ondertusfchen had men alles vervaardigd en in gereedheid gebragt, het geen tot de luisterryke Inrrede van Hunne Hoogheden in het Hoffelyk s'Gravenbaag* noodig was Tusfchen de Bezuidenhoutfchenweg en de Cafuwarieftraat, was, op kosten van de Magiftraat dier Plaats, een pragtige Eere* poort opgericht , en op het Buitenhof zag men  VEREENTGDE NEDERLANDS*. 253 ™en een niet minder fra,ye door de Hof. buurt, en onder het opzicht van den Kunstfchilder D. van der Aa vervaardigd. Der, 9 November deeden de heide Vorftelyke Echtgenooren hunne epenbaare Imreede met de grootfte pragt en deftigheid, onder het losbranden van eenentwintig ftukken Kanon en onder de toevloed van een verbaazende «jentgre Aanfchouwers , genoegzaam uic allë P^tzen van ^ Hunne H "7 * B°W —bomden Hunne Hoogheden 20 als zy, door deEere- . P-rt by de Bezaidenhoatfoüenweg, ingereden waren. Van daar reden die Hooge Perfoonen .door de Voorpoort van den Hove, over h,t BuItenhof> ^ rfe ^ £ Hofnuurt , naar het Binnenhof, ouder fpeelen en luiden der Klokken. Degan.fche Hofplaats was s'avonds op eene oogemeene kostbaare en pragrige wyze verlicht. De Toren der Gfootekerk, de twee Eerepoorten, het Eilandje in de Vyver, de - 'tels van den Hertog van Brunswyk Wolfjtnbutul, van den Vorst van tosfru WeifJ: lurg  234 GESCHIEDENISSEN DSS burg cn van verfcheide Buitenlaudfche Gezanten, muntten inzonderheid uk, en had de harde wind, die s'namiddags omftond,. de mcesten der verlichtingen in de open lucht,, niet uitgeblust, zoude dit alles een verrukkelyk gezicht uitgeleverd hebben, Z. Daar aan ziet men dat in alle menschlyke zaaken de-volmaaktheid ontbreekt, dus was het geen wonder dat hier zulks ook befpeurd wierd, ondertusfchen zal het veel lieden, om de zwaare kosten die zy zekerlyk gemaakt hadden f vry wat leed gedaan hebben. V. Dit leed was o*er te komen. Groot was de fmart , welk het verongelukken van verfcheide Oost - Ir.diftU Schepen aan gevoelige harten veroorzaakte. en waar by de Oest Indifcbe Maatfchappy eene meikelvke fehade kreeg. —~ Dit onheil was aan vier haarer Schepen overgekomen , zynde het nieuwaangelegde- Schip ïinfabof, 'm de Straat- van Saxda, door zwaar Onweder in den brand geraakt, in de lucht gefprongen, het Schip öiosfeniurg op de reize naar Baad* en de Bark de LhftaUsge op  sn.p.Pi.xTT KA HÏTK VOLTROKKEN JIlrWEUTK.   VERENIGDE NEDERLANDEN. 33$ ©P de reize naar Ambeinm gebleven, doch hst geen de Maatfchappy wel het diepfte trof, en de meeste fehade aanbragt, was het deer-, lyk vergaan va* haar Retour en Nafchip, de EUJabetb Dorotbea, het welk in May t deezes Jaars van Batavia naar Anffeldam gezeild zynde , des nachts,, tusfchen den a? en as November, door zwaare Storn: naby Petten ftrandde, en vervolgens geheel in bukken gedagen wierd , nlle de Goederen • wierden door de Zee verflonden en van hee Volk wierd niet meer dan Hegrs ees mannen, die op een plank aan land gedreven waren gered, terwyl alle de overige op eene jam. meilyke wyze verdronken, Êer men te Batavia van aile deeze ongelukken «enig. tyding had kunnen hebben, was aldaar devoortelling van den Prins van Oranje, ai«. Opper-Gouverneur Generaal van Nederlands I"dten, den eerften May gevierd. De Leden der Regeering begaven zig, benevens de meeste Keeren van rang „s' morgens om zeven, uuun naar de Buiten wooning van den Gou. rerneur Generaal, welke zig met het Hooge Ge*  fi3Ó" GESCWEÏOENIJSEN I)KRr Cezelfchap uit zyn Tuin , naar 't Goneip.vc Gouvernement begaf, zittende in een Koets met zes Piarden befpannen en aun wederzyden begeleid door drie Hellebaardiers te voet, in bunne Staatiekleeding en wordende» gevolgd door de Koetzen der andere H?eren, alle door vier Paarden getrokken. Deezeoptogt gefchiedde door dubbele reyën Cbinee* zen, Mooren en Inlandfche Burgers, en 't Hooge Gezelfchap wierd by derzelver aan* komst, met Vaar.del cn Sponton , onder het geluid van Pauken en Trompetten begroet; ICi op *t Kasteel, een trelfelyk ontbyt geno-men te hebben, trad men de Vergaderzaal: d;r Hooge Indijcbe Regeering in, welke op. gepropt van Volk was, dewyl zig in dezelve bevonden, de Oud • Gouverneurs, de Raad van Juftitie, het Collegia van Schepenen, de Kerkcnraaden der Gereformeerde en LutherfcbeGemeentens, de Weesmeestcrcn en een menigte van andere zo hooge als mindere gertwgtigde Perfoonen , tot de Onderkooplieden toe. Zr Dit   VJER- EN- ZESTIGSTE GESPREK. i n & o v n. Schikkingen na de dood der Vrouive Gouver* nante genomen. Naamen der Voegden over den jongen Erfftadbouder. Eegraavenh van baar Koningklyke Hoogheid. — Uitrusting van Oorlogfchepen. Zzvaare brand te Stryen. j)e Magijïraatsbeflelling te Vlisfmgen en Veere, aan den Eerften Edelen van Zeeland opgedraagen. Gezant van Marocc, in s'Haage. Qefcbil tusfcben Holland en Groningen. . Bevordering van den Vorst van Nasfau Weilburg. - _a Heete Koortzen hier te Lande. Aard. beeving. Zwaare Watervloed. — Huwelyk van de Prinfes Carolina. Ongemeene Hitte. Onzveders. Stormwinden. - * Ge» boerte van een Erfprins van Nasfau WeiU burg. Doepplegtlgbeid van denztlven. D 7 Dyk»  GESCHIPDENISSEN DEK. D'jkbreuken in Gelderland en Overyifel. — Plakka t tegen bet U'tgeeven van Boeken.—* Kerkelyke Gefcbillen, Ongeluk te Maaftricbt. —■ Verfchil onder de Regenten te Kampen. —» Aanfpeeling van verfcheide Cageiotvi>fben. Zeegevecht van Kapitein Bedel. ••■ De Emile van Rousfeaa verboden, • GedenKttken voor Projesfor Boerhave opgericht. ——— Brand in 'Jf Stadhuis te Amfteldam. —- Vrede tusfchen Frankryk en Engeland. ■■ ■■■ Strenge Win* ter. ■ . ■'- De jonge Erfftadbouder neemt Zitting in do liooge Vergaderingen. Word Prefident van de Broederfcbap van St. Joris. Krygt de Kinderpakjes, en een nixuw Voorrecht in Friesland. — Plegtige Dankdag in Gelderland. ~—— Gefcbil over bet aanftellen van een Commies Generaal. • Op/land der Negetfl%uven in de Üerbices — Befluit wege»s de l "eikplanting in Suriname. Zivitare Bankbreuken te Amfteldam ~* Aanfcbryving v <» den Kening van Pruis fen. Geweldig Onweder in Zet! nd Aanftel ■ ling van een Prejident in den Ploegen Raai in  VEKEENIGDE NEDERLANDEN. go haare Koningklyke Hoogheid nog als toe* ziende Voogden, over de beide Vorftelyke Kinderen en Goederen, aangefteld, haaren Heer Vader, Ceorge de Tzveede, Koning van Groot- Brittannien, Haare Dooriugtige Hoog. heid, Mevromve Maria Louifa, Prinfesfe yan Ilesfenkasfii, Weduwe van Jan Willem Frifo, Prins van Oranje, Grootmoeder van den jongen Prinfe Erfftadhouder, en zyne Dooriugtige Hoogheid Ledetvyk Ernst. Hertog van Brunswyk IVolffenbuttel, Generaal Veldmaarfchalk en Reprafenteerende Kapitein Generaal over de Troepen van den Staat, De Staaten van Holland, die reeds eenige Jaaren te vooren eene fehikking omtrend de voogdy over den onmondigen Erfftadhouder gemaakt hadden, namen terftond een befluit wegens de pligtpleeging van Rouwbeklag aan de twee Vorftelyke Kinderen, als ook over het becedïgen van den Hertog Lodewyk Ernst van Brunswyk Wolfenbuttel, als vertoonende z.vne Dooriugtige Hoogheid, den jongen Erfftadhouder, en op de begeeving der openvallende Krygsbedieningen, >t verkenen der Ver.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. Qt zyner DoorTugtige Voorvaderen, wier bedryven ten dienfl-e des Vaderlands hen met regt deeze eeretekenen Waardig gemaakt hadden, en welker braave daaden hy had na te volgen, wilde hy eene diergelyke gedagtenis overlaaten. Voords dat hier de plaats ware, daar de lichaamen der afgefiorvenen verborgen wierden, tot aan den dag des Oordeels, op welken ook zyn lichaam, na den dood zou moeten verfchynen; dat hy dierhalven hier zo behoorde te leeven, dat hy daar mee gerustheid Gods Oordeel, over alle zyne verrigtingen, mogt kunnen afwagten. Z. Fraaye woorden waarlyk! en die van alle Vorften en Vorflinnen, met nadruk wel mogten nagedagt en als in hunne harten gefchreven worden. V. Ondertusfchen wierd de Koophandel en Zeevaart nog fteeds door de Engelfebe» ont • rust, het welk de Algemeene Staaten eindelyk het befluit deed neemen, om vyfentwintig Ootlogfchepen te doen uitrusten, ten einde eens, ware het mogelyk. de toenee»ende geweldenaaryën der Engelfcbe Kaapers te  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 93 ongelukkig beroofde Kooplieden in bet algemeen, niet minder deernis had men, in 'c byzonder, met het Dorp Stryen, in den Stryen. fchen Waard tusfchen het He lands Diep en de Oude Maas gelegen, het welk den a« May genoegzaam tut asfche verteerd wierd, door een feilea brand, omftaan door het overkooken van een ketel met pek, ten huize van een Timmerman. Dus wierd dit welvaarend Dorp, het welke uit meer dan honderd en zesng Huizen beftond , i„ weinige uuren, tot een gantfchen vuurpoel gemaakt; behal* ven de Kerk, de Pastorye en het Dorphuis, waren 'er flegts veertig Huizen de woedende vlammen ontkomen, zynde meesc alle de gegoedfte Inwooners door dit ongeluk in de uiterlte armoede gedompeld. Z. Dit moet zekerlyk een deerniswaardige ramp geweest zyn. V. Midlerwyl was 'er in Zeeland eenige verandering in de Magitlraatsbeftelling der Steden Vilden en Veere voorgevallen, wordende dezelve door s'Prinfen Voogden' egter met goedkeuring der Staaten,geduuren-' de  «4 GESCHIEDENISSfeN DER. dc de onmondigheid van den jongen Erfftadhouder, opgedraagen aan den Eeiften Edelen van Zeeland, Jonkheer Jan ven Eorfden van der Hooge. Ook was ten zelfden tyd een buitengewoon Gezant van Sidy Mahomet, Keizer van Marokko te Amfteldam aangekomen, van waar hy zig naar s'Haage begaf, daar hy vervolgens , den có September, een plegtig gehoor by de Algemeene Staaten had, in 't welk hy* aan Hun Hoogmogeuden, de komst van zynen nieuwen Meester tot den Troon bekend maakte, en voords de Staaten verzekerde van deszelfs zugt en neiging ora de Verbindtenisfen van het Verdrag , met zynen Voorzaat Muley Abdalhb, in den Jaare 1752 gefloten, in alle opzigtcn te vervut- jen> Deeze bekendmaaking was vry wat aangenaamer voor den Lande, dan de verwydering die dit Jaar tusfehen de Provintien Holland en Groningen plaats had, en welke veroorzaakt wierd door het niet betaalen der Lyfrenten, door de Groningers in den Jaare 16Ó0 genegotieerd, en welke federd omtrend vyfenzevemig Jaaren aan de  XII.B.FI.JV.  VE&eenigde NEDERLANDEN, ïtff Mannelyken Spruit de Vorftinne van Nasfau Wellburg, den 18 December gelukkig en Voorfpoedig bevallen wjs. Dit Vorftelyke Kind, wierd den 13 January 1761 ml Haagt plegtiglyk gedoopt, en George Willem Belgicus genaamd. De Prins Erfftadhouder, de Prinfesfe Weduwe van Oranje, de Koning van Engeland en de Algemeene Staaten, ftondeu als Gevaders en Gemoeder, en de Jonggboornen wierd door Hunne Hoogmogenden tot een pillegift gefchonken, eenen Rentebrief van vierduizend Guldens Jaarlyks, l?ggende in een Gouden Doos, welke vierhonderd Ducuonnen waardig wis. Doch de jonge Erfprins heeft van dit alles weinig genor gehad doordien dezelven nog in dit zelve Jaar overleed. Z. Bleef het Vaderland dit jaar van deszelfs gewoone rampen van Watervloeden als anderszins vry ? V. Neen, Gelderland en Overysfe! moesten dit onheil weder bemuren, want de fterke aandrang en vloed van het Rivierwater, ver. oorzaakte by het Dorp Western, beoosten E 5 A£r&.  VEREEN1CDE NEDERLANDEnT^IO? fclirift, handelende van Godgeleerde Stoffen of Zaaken, welken den Hervormden Gods. dienst betroffen, zoude mogen gedrukt of mtgegeeven worden , zonder goedkeuring van de Clasfis, onder welke den Schryver behoorde , of van de Profesforen der Leydfcbe Academie, ook niet zonder voorweeten van de Clasfis, enz. zynde op de overtreeding van dit Plakkaat eene boete van duizend Guldens gefield, zo wel door de Drukker ea Uicgeever als door den Schryver te betaalen. 2. Ik heb u in lang van geen Kerkelyke GefchiHen hooren fpreeken, waren dezelve hier te Lande nu geheel gefrnoord of in het vergeetboek geraakt? V. Alles behalven dat. In Zeeland was integendeel dit J3ar geen geringe oneenïgheid omftaan, tusfchen twee Predikanten, Jan Jacob Brabé, te Vlisfingen, en Augustus van der Sloot, te Middelburg , over de vyf Walcberfe Artikelen, en wel voornaamekk over de Regtvaardigmaaking en de toereekemng van Christus Gerechtigheid; een gantfche reeks van Twistfchriften zworf hier over E 6 rocd >  I©| GESCHIEDENISSEN Dia rond, en verfcheide Leden van de ClasS* van Wahbertn mengden zig in dat gefchil, het welke eindelyk zo hoog liep, dat hec gezag der Staaten van Zeeland 'er tusfchea moest komen, om het zelve te beflisfchen, dus gaven dezelven eerlang bevel , dat de befluiten door de Clasfis in deeze zaak reeds gemaakt, gehouden zouden worden als niec genomen, terwyl de Leden zelve voords vermaand wierden tot onderlinge verdraagzaamheid en eensgezindheid. Niet minder gewoel had den Lutherfchen Predikant te Vlisfingen , Andries Thomas Dreulner gemaakt, die eerst lang met zyn Kerkenraad over hoop lag en twistte, en toen door de Regeering dier Stad tot zagtmoedigheid vermaand zynde , zig niet ontzag, van openlyk op den Predikfloel ook deeze, omtrend hem zo welmeenende,Regenten aan te tasten, te hoonen en te fchenden, weshalven hy in zynen dienst gefchorst en in rechten vervolgd wierd. Doch deeze Woelgeest zekerlyk bedugt voor den uitflag zyner zaak, wagtte denzelven niet af, maar nam de vlucht en liet  'nu GESCHIEDENISSEN DER diging van s'Lands Staaten te zullen ondervinden. Z. De Staaten deeden , myns dunkens, zeer wysfelyk, van den onrustigen Predikant het zwygen op te leggen, als het gereedfte middel om dien twist in deszelfs aanvang te fmooren. Doch wat gebeurde 'er verders dit Jaar 1761 aanmerkelyks ? V. Den 21 November deezes Jaars, fprong, binnen Maastricht, het Kruidmagazyn by de Brusfelfche Poort, met een allergeweldigften flag, s'morgens eeven na twee uuren, in ds lucht, in het zelve was een menigte van wel zesendertig dujzend ponden Buskruid, het welk onder de aarde met een verwulfzel van zeven voeten dik, bewaard was. De ongelukken en fchadens by deeze gelegen" beid voorgevallen, waren zeer groot. De Prinfesfe Weduwe van Hesfen Philipsthal, wierd onder een gedeelte van haar Huis verpletterd, de jonge Freule Celys, nevens alle de Dienstboden, uitgenomen de Koetszier, onder dat van haare Moeder, Mevrouw Celys, en een Sergeant met eif Man, die digt  nXXQIQti VAN'TKRUITMAGAZITIT TE MAASTRICHT.   n3 GESCHIEDENISSEN DER. V. Dit is zeker. — Ondertusfchen begon het'volgende Jaar 1763 met zulk eenen ftrengen Winter, dat dezelven die van den jaare" 1740 eevenaarde, en cm zyne langduurigheid fteeds gedenkwaardig zal zyn. Aanmerkelyk is het dat het in denzelven, met een zuidenwind, eeven fterk bleef vriezen als met een oosten of noordenwind, tevens genoegzaam zonder fneeuw, en met een helderen Zon cn Maanefchyn. In 't midden van Tanuary, wierd de Zuiderzee, zelfs met Anefleden, van Stavoren tot Enk ■ luizen bereden. Voor Scbeveningen had zig een Ysdam gezet, die hooger dan de hoogfte Duinen in dien Oord was. De Maas was zo fterk bevrooren, dat hy eeven als het vaste Land gebruikt wierd. De Prins Erfftadhouder, benevens zynen Voogd den Hertog van Erunswyk Woljfenbuttel , nam zelfs het genoegen van de Wintervermaaklykheden op deeze Rivier te aanfchouwen. Ondertusfchen was het gebrek aan verschwater, zo te Amfieldam als op andere Plaatfen, zeer drukkende , ook wierden door een zwaaren Ys-  VERENGDE NEDERLANDEN. Il9 Jf "g in Te*1 Schepen merkelyk be. tthadigd, en eenigen zelfs geheel a3n ftukken g kneepen. — De jonge Prins Erfftadhou. der dit Jaar vyftien Jaaren op den 8 Maart b-eikt hebbende, wierd Hoog.denL volgens de fchikking op de v [ ranmd den volenden dag, op eene plegtige wyze in de Vergaderira- v-n a *, b-ucrmi, van de Algemeene *"-•*«.« nate aflegge„ 8vande ne van de Hooge Verkeringen JL^T Zyne Door,ugtige Hooglldd « » Raad vanStaa!e,doorden Graafvan^ min kngnge Aa„rPraal[ begro c Jongen Vorst alle de d=„gden van 2y„£ ouderen BeWenSchtKierde„,opdjtyhym0e°dle '*"gt een Vecte ™ dae iim yaZ. and ,e worden >welk eerla„graede „„„ •edere zorg zo,lde Ioerer[rouwd ? Eemge dagen laaKr „.^ ■ z:zTnt feB-~Pvaënt C5Vens een aantal nienwe Rid'. - de* II  lOO GESCHIEDENISSEN DE». deren, onder welken zig de beide printen van Ihsfe» Casfd bevonden, met zeer veel flatie ingehuldigd. Doch alle deeze vreugd wierd welhaast door een ongelukkig toeval geftoord, het welk den jongen Vorst deed zien dat hy zo wel een broos mensch was als alle zyne natuurgenooten. Z En waarin beftond dit toeval ? V la 't laatst van de maand Maart, kreeg de Prins eene ontfteeking in de keel, benevens zwaare hoofdpyn , en wel fpoedig vertoonde zig de Kinderziekte, Eene ongeftddheid van dien gevaarlyken aart, baarde by de Liefhebbers van zyn Doorlugdg Huis «eene geringe bekommering voor zyn leven. Doch de Pokjes gelukkig van 't beste foort zynde, ging de ziekte in een gezegende loop voort, en dewyl 'er zig geen flegte toevallen by voegden, fchikte alles zig eerlang zo voordeelig, dat zyne Doorlugttge Hoogheid binnen korte dagen volkomen herfteld wierd, en zig eerlang weder in 't openbaar vertoonde. De jonge Vorst het ook zyne dankbaarheid dieswegens, voor zyn  VEREENIGDE NEDERLANDEN. I?| Z bId' d;°r m°nd Kapel. I3an aan den Opperzegenaar, 0p hec 00 moedigde, betuigen. De ?J* °0t" 7 «"W namen den ,7 Mav Wfofc, om aan Hoo^en,^;^ ™ng i» taoe S!aalsragaden„ge„ te v : £tri l mos' vertrree" *•» * «.waarn te kunnen worden ^ c- „ Waardigheid, wannee " worden zonde zyn ,1 ! ",e««««"g ge. «««r^^eiT^n» nL;t,r?o,ddMHe"--^ cr Jut,gen Prmfe van weeens r?« Staaten van Friesland, me[ ^ ^ de s «'-compimienteerd wierd Ue Staaten van Gelderland niet mi„A ^gd„;w deherftel„„gJ~-: en de Konl? ,gm Van * der- II  VEREENIGDB NEDERLANDEN. 137 September des voorgaanden Jaars, naar de Kapelle van St. Geertruid, alwaar de Synode gehouden zoude worden, begeeven. s'Morgens ten zeven uuren verrigtte zyn Eerwaarde de bediening der Misfe van den H, Geest, en opende voords de Vergadering met eene Latynfche Redevoering ; vervolgens ging men over tot het onderzoeken der Schriften van P. le Clercq, Onderdiaken van de Kerk te Rouaan, en die der Vaders fofkiten\ Bardouin, Berruyer en Picbon, welken, als vol dwaalingen (lekende, veroordeeld wierden, daarna wierden eenige befluiten, betreklyk tot de bediening der Sacramenten,. gemaakt, en dezelven , met eenen brief, aan den Paus toegezonden, waar op den Aartsbisfchop, den 21 May, deezes Jaars, de Kerkvergadering, floot, met eene plegtige Misfe van dankzegging, het zingen van het Te Deum en het doen der gebruiklyke Gebeden. Z. Het is zeker aanmerkelyk dat men de Roomschgezinden niet alleen hunne Godsdienfllge en Burgerlyke Voorrechten laat be- hou,«  133 GESCHIEDENISSEN DER houden, maar hen ook nog de byzondere gunst Jiet genieten van, in eene der Hoofdlieden des Lands, eene afzonderlyke Kerkvergadering te mogen hebben. V. De Vryheid van den Godsdienst doet veel tot den bloei van een Land dat van den Koophandel beftaan moet, doch hoe vreedzaam en ongeftoord de Roomfcbe» hier te Lande hunnen Godsdienst mogen oeffenen, moest men dit Jaar egter zien, hoe weinig indruks dit alles op de gemoederen van fommige domme en iïrenge Catbelyken, op de Grenzen van den Staat maakte , althans de Proteftantfthe Ingezetenen van Aken , Vaeh en Borcbet, in 't Land van Luik, moesten geduuiig veel moedwil en lloornis in hunnen Godsdienst lyden, door de aldaar woonende Roomschgezinden, welke baldaadigheden zelfs zo verre gingen , dat men hen , op den Weg, by het gaan naar de Kerken, niet alleen hunne Bybels en Gebedeboeken ontnam, maar hen ook met Steenen fmeet en met Knuppels floeg ■ waar door fommige Proufimun zelfs het leven 'er by in fehoten. — De  XII .B. El .VII. JtflüHANKEIJNG BEP PROTESTANTEN TE AAKEN,VAALS enz.  144 gfschiedentsse?» der daaten bewaaren, noodzaakende hem zelfs rotting en degen af te leggen, ook wierd hem verboden geen Expresfe naar s'Haage te mogen zenden, zynde het niemand geoorloofd hem te bezoeken, en aan de Stads poorten wierd bevel gegeeven geen Huisgerooten of Bedienden van hem te laaten doorgaan, zo dat de eerfte tyding van dit alles, niet dan door een zeer geheimen weg , aan den Geheimfchryver des Gezants was gekomen. Z. En hoe wierd dit alles by s'Lands Staaten opgenomen? V. Hunne Hoogmogenden vonden goed den Landgraaf kennis te geeven, hoe zy dit alles agtten voor een verfraaading den Staat zeiven aangedaan en voor eene verbreeking van het recht der Volkeren, en drongen op eene billyke voldoening, en dat de Gezant ten eerften weder op vrye voeten gefteld zoude worden. De Staaten gaven ook van dit hun befluit kennis aan den Keurvoist van Ments, welke hunne zaak zo zeer ter h me nam, als of men de veiligheid van zyn eigen Cha-  vereenigde nederlanden. 145 Gharacïer had gefchonden. -—- Ondertusfchen had de Graaf van Wariemleben zyne vryheid, op aandrang van den bovengemel • den Keurvorst weder bekomen, terwyl de Landgraaf zyn gedrag, by de Algemeene Staaten , op allerhande vreemde voorwendzeis tragtte re verontfchuldigen , en de voldoening, die men van hem geëischt had, te ontduiken , doch hunne Hoogmogenden bleeven by hunnen eisch volharden, begcerende in haar eer herteld te worden, door een openbaar bevvys van de zyde des Landgraafs, naamelyk een volkomen afkeuring Van het gedrag der Regeering van Casfel, met betuiging dat. in al het geene gedaan was, men nooit gemeend had, de Republiek der Vereenigde Nederlanden in haare eer en waardigheid te beledigen, en welke ver. klaring door een Minister van een behoor, lyke rang, „itdruklyk daar toe gelastigd, zoude moeten gefchieden, verklaardedé Heeren Staaten verders n,-m «e ve™ers » nimmer van deezen 73 tC ZuIIe» «-n of iets daar van te' veranderen , dewyl darmede alleen de *u, deel. q  34> GESCHir.DENISSEN DEa goede eem'gheid tusfchen de beide Staaten zoude kunnen hcrftéld en bevestigd worden» Z. Wat befluit wierd door den Landgraaf van Hesftin Casfel daar op genomen? V. Die Vorst ging fchoorvoetende in deeze zaak te werk, zendende andermaal een breedvoerig Gefchrift van verdediging wegens zyn gehouden gedrag, naar s*Haags, met aanbod van een behoorlyk Minister te zullen afvaardigen, om de zaak met Hunne Hoogmogenden in der minne te fchikken, doch de Algemeene Staaten deeden den Landgraaf daar op verftaan, dat zy deeze flip, noch van zyne Hoogheid, noch van de ïtegeering van Casfel hadden verwagt, dat zy dierhalven verlangden een einde van de zaak te hebben, en de openlyk gevraagde verklaaring te gemoet zagen. Eindelyk was hetzelve van dat gevolg, dat de Landgraaf aan den Heere Mvfer, deszelfs Geheimraad, bevel gaf, om aan de begeerte van de Algemeene Staaten te voldoen, welke Heer daar op, by een openbaar gehoor, in de Trereskamer, aan de Gemagtigden van Hunne Hoog-  VEREENlGDE NEDERLANDEN. 147 Hoogmogenden tot de buitenlandfche zaaken, zodaanig eene verklaaring, by mende en in gefchrifte, voordroeg, als de Heeren Staaten begeerd hadden, en welk* ook by Hunne Hoogmogenden voor voldoende ge. houden , en waar door de goede vriend, fchap met het Hof van Casfil weder herfteld wierd, Z. Dus Jiep deeze zaak luisterryk voor ons Gemeenebest af. V. Het genoegen hier over wierd intusfchen,in January van het volgende Jaar 1764 niet weinig geftoord, door de zwaare over* üroomingen daar men thans weder mede ge kweld wierd: de oorzaak hier van wierd gezogt in de flappe Winter en veelvuldige Regens, die in >c laatst van >t voorgaande aar gevallen waren, en waar door verichei! de Rivieren, zo hier te Lande, als in >t nabnung Duitland, buiten haare Oevers getreden waren. De ECMlerivaard, ™ ! °Tr ZCVen Jaaren geleden had, wierd den 7 J*nHa'y' *>« bezwyken £ % ° 2 TFaal.  14 3 geschiedenissen der. Waaldyk, tusfchen Rosjum en Herwynen, weder in een toeitand van jammer eri elende gedompeld, een gantfche menigte groot en klein Vee verdronk, en van het overgeblevene wierd n"g een groot gedeelte door honger weggerukt, dewyl 'er Hooi noch Stroo te bekomen was geweest. Het water in den Rby» geraakte, door vyf zwaare doorbraaken te Herwen, tot zulk eene on gemeene hoogte, dat de ongelukkige Dorpelingen aldaar en te Panntrden hunne Huizen moesten verhaten, van welke de meeste ivegdieeven en de overige in ftukken geflagen wierden. — Niet minder treurig zag het 'er omftreeks de Stad Zutpben uit, de Kanonsdyk aldaar doorgebroken zynde , had het omliggende Land in eene baare Zee hervormd, waar door het Dorp Warmveld gmot gevaar liep van geheel weggefpoeid te worden. — De Stad Wageningen, m de Provintie van Utrecht, had mede, door drie zinkingen in den Rhyndyk , gevaar geloopen van eenen geheelen ondergang, die e&br po" relukkig verhoed geworden was. b 00 Z. Het  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 149 Z Het is zeer te bejammeren dat ons Vaderland zo dikwils aan diergclyke rampen is blootgefreld ; doch zyt zo goed uw verhaal verder te vervolgen. V. De Provintie Zeeland verloor, den r4 Maart, (naren Eerften Edelen, Jonkheer van Borsten van der Hooghe, Reprajfentant van den Prinfe Erfftadhouder; deeze Heer, die in s> ia ge. het tydeivke met het eeu! Wige verwisfeld had, wierd ten uiterflen betreurd, als hebbende zich, door zyne ongemeene verdienften, by groot en klein, zeer bemind gemaakt. Zyn overlyden wierd OP eene plegtige wyze aan de Steden Veer* en Vlhjlngen, over welke hy, geduurende de minderjarigheid van zyne Doorlugtige Hoogheid de Magiftraatsbeftelling gehad had, bekend gemaakt. Hooggemelde Vorst, wierd ,uim een maand Iaater, naamlyk den 10 April, tot Lidmaat der Hervormde Kerk « s'Haage aangenomen, ten by wezen der Afgev-ardigden uit de Algemeene Staaten den Raad van Staate en veele andere Perfoonen van het cerfte aanzien en rang. Na dat G 3 den  150 GESCHIEDENISSEN DER den Eerwaarden Heere Jean Royer, Predikant by de Waalfcbe Gemeente in de gemelde Hofplaatze, en die den jongen Vorst in de gronden van den Godsdienst onderwezen had, eene deftige aanfpraak verrigt had, nam de Eerwaarde Nederduitfcbe Predikanr Elandus van Stavete», het woord op, en begroette den Prinfe Erfftadhouder als Lidmaat der Kerke, met toewenfchingen van Gods dierbaarfte Zegeningen. Zyne Doorluchtige Hoogheid omfing , den eerften Zondag, daaraanvolgende, voor 't eerst het Heilig Avondmaal; de Armen wierden by die gelegenheid , door Hoogstdezelven , met eene milde gift van honderd Gouden Ryders be- fchonken. Eenige Weeken laater zag men by en op hec Eiland Tesfel, eene ongewoone ftraföeffening plaats hebben. Gelegenheid hier toe had gegeeven het afloopen van het Oost - Indisch Compagniefchip Neyenburg, gevoerd geweest door Schipper Jacab Ketel, van Enhbtiizen naar Batavia beftemd. Zes van deeze Muitelingen, die verregaande moedwilligheden in dit geval be •  VEREENIGDE NEDERLANDEN?. 151 bedreven hadden, waren in Brazil aange» land, doch welhaast ontdekt zynde . wierden zy door s'Lands Oorlogfchip, het Zeepaard, van Lisfabon, daar zy gevanglyk aangebragc waren, herwaarde gevoerd. Zy wierden op Tesfel, voor eene groote Scheeps Krygsraad, te regt gefield , en zo op hunne eigen afgeperfte als vrywülige bekentenis, en op de verklaring van twaalf hunner medegeltomen doch vrygef'proken Makkers , wierden 'cr vier van hen ter galge, en twee tot ligter ftraffen veroordeeld. Eenige roeden bezyden Kykduin was eene galge opgeregt, waar aau het voornoemde Viertal, in yzere banden en haraasfen, ten affchrik voor alle oproerigen, wierd opgehangen. Z. Kreeg men niet meerder dan deeze zes Muitelingen gevangen? V. Ja , voorzeker, want eenige dagen laater wierden 'er nog zeventien, met de üorlogfchepen Westflellingwerf e„ Zuihveld, m Tesfel binnen gebragt; van deezen , welken zig, by den naam van Duitfcbe Broeders en van Zwavelbenders, voor hunne MedegeG 4 noo-  152 GESCHIEDENISSEN DES nooten verfchriklyk gemaakt hadden , wier • den 'er drie der ergfle kwaaddoeners, tot het rad, den ter galge , en vier anderen tot mindere itr. ff.-n veroordeeld. De uitvoering deezer vonnisfen was zo ontzaglyk, dat een der Toezieneren, door de ontroering, z\ne zinnen kwyt raakte en eenige dagen daarna overleed, en de Predikanten die den behoorlyken byftand aan de veroordeelden moesten bewyzen, waren dermaaten ontiteld, dat zy naauwlyks hunnen pligt waar konden neemen. Deeze Pvegtspleeging kostte ondertusfchen vry wat geld, want de Scherpregter van den Hoogen Krygsraad bragt voor deeze ftraföefFening 2408 Guldens, in reekening, hebbende die van Friesland 1214 Guldens voor de voorgaande genoten gehad. Agt anderen van deeze Muitelingen, die met het Schip Neyenburg zelve , in de Franfche Volkplanting Cayenne , in de fFest- Indien, aangekomen waren, wierden, op ve zoek van den Staat, overgeleverd, en vervolgens te Surinaame gevonnist, alwaar men 'er een tot het zwaard, zes ter galge , en den Smit, die  VESEENlGDE NEDERLANDEN. E53 die zig van den dood vrygepleit had, ter geesfelinge onder de galg,, veroordeelde. De hoofden der zeven, die met den dood geflxaft waren, wierden op een paal, mee een dwarshout en yzere pennen voorzien, geplaatst, en zeker traliewerk , als een papegaaiskooi gemaakt, 'er om heen gefteld, op dat de roofvogels 'er niet by zouden kunnen komen. ■—— Eene Regrsöeffening van eene andere natuur zag men, den 14 December, in s'Haage gefchieden, alwaar twee Franfche Werken, die door het Hof van Heiland, voor Godslasterlyk en Zielverderflyk verklaard waren, door Beuls handen verbrand wierden. Deeze Boeken, vol gevaarlyke Hellingen, ten nadeele van den Christelyken Godsdienst, wierden voords verboden te verkoopen , te herdrukken, of op eeniger. hande wyzen te verhandelen, op de boete van duizend Guldens voor de eerfle en bannisfement voor de tweede reize. De Staaten van Friesland gingen het volgende Jaar 1765 nog verder, doende de verhandeling over de verdraagzaamheid, door Veltairt gefcfareven G 5 en  JS4 GESCHIEDENISSEN DES. en in 'c Nederdaitscb vertaald, te Leeuwaar* den uitgegeeven , ophaalen , en verboden dit Boek op eenigerhande wyzen te verfpreiden , op eene boete van vyftig Gouden Friesfcbe Ryders. Z. Wierd deeze verhandeling dan ook voor zulk een liegt Boek gehouden ? V. De Regeering van Friesland hield het daar voor, dat het in zich, niet alleen veele aanftootlyke zaaken en bewoordingen vervatte , maar dat het zelve ook gefchikt was tot verfmaading en ondermyning van den gantfchen geöpenbaarden Godsdienst, doch in Heiland heeft men 'er zekerlyk zo veel kwaads niet in kunnen vinden, doordien men het daar alömme, openlyk en zonder eenig verbod verkoopen liet. Z- Dus verfchillend zyn de oordeelvellingen der menfchen. V. Men zag 'er in dit zelve Friesland, eenige tyd laater nog een nieuw bewys van. Een der Volmagten uit het Kwartier van Zevenwouden, ftelde in 't begin van Maart, voor, of 't niet raadzaam ware, de meerder-  VE&EENIGDE NEDERLANDS!?. lSs de.jaarigheid van den Prinfe Erfftadhouder, op den agtften dier maand, en dus een geheel Jaar voor den tyd, vast te ftellen. Dit voorftel, hoe vreemd ook, vond egter Aanhangers, en wierd aan de Heeren Gecommic teerden in 't mindergetal medegedeeld, vervolgens in de drie andere Kwartieren , en kwam ook eindelyk ter ooren van de Prinfesfe Weduwe van Oranje, Deeze Vorftin, niet zonder rede over dit voorftel verwonderd, betuigde mondeling Mn Heeren Gecommitteerden , dat zy, voor zig zelve, gaarne zoude willen afftaan, van het deel welk zy federd het Jaar 1759 aan de Regeering geno! men had, doch dat zy, cenen brief van den Pnnle Erfftadhouder ontfangen had, waar in Hoogstdezelven haar berigtte, dit voorftel met alleen af te keuren, maar ook in geenen deele te zuilen afgaan van de befluiten omtrend de meerderjarigheid en voogdy, met eenpaarigheid vastgefteld, en waar by bePaald was, dat den jongen Vorst, by den vervulden ouderdon, van agttien Jaaren , zyre erifelykc Ampten en dus ook het Stadhouder.  xnjo.pl.vm.   VEREENIGDE NEDER LANDEN-. Ï57 regeering gevestigd zaj. Haar vergevorderde ouderdom had haar reeds eene afneeming van krachten doen gevoelen, waar by eene verzwakking van levensgeesten kwam, welke haare Doorlugtige Hoogheid, den 9 April deezes Jaars, in het graf rukte, in den ouderdom van omtrend agtënzeventig Jaaren, tot groote droefheid van s' Lands Ingezetenen in het algemeen en van de Provintie Friesland en het Vorftelyk Huis van Oranje in 't byzonder. — Dus ftierf Maria Leuifa van Hesfen Casfel, Vorftinne Weduwe van Oranje, welke voor een voorbeeld van Godsvrucht,, deugd en milddaadigtuid ge« houden wierd, en waar van de Staaten van Friesland zelf betuigden, dat zy een allergezegendst middel in Gods hand geweest was , om den welvaart en bloei der Provintie, aan haare zorgen toebetrouwd, met de grootfte iever, altoos te bevorderen, en dat wel op eene zo minzaame en vriendelyke wyze, dac zy de liefde en hooga'gting van Regenten en Ingezetenen, voor lange Jaaren verkregen en, tot den einde toe, volkomen G 7 be-  I5S GESCHIEDENISSEN DK«. behouden had. -—. Het Vorftelyke Lyk wierd, volgens een verdrag tusfchen Commisfarisfen der Staaten van Friesland en van het Vorftelyke Huis van Oranje vas;gefteld, den 13 Juny, op eene zeer plegtige wyze, in de Kapel van de Groote Kerk te Leeu. waarden , bygezet, en naast het Lyk van haaren Doorlugti^en Gemaal, Prins Jea» Willem Frifo , geplaatst. Den volgenden dag deed den oudften Predikant der voornoemde Stad, de Eerwaarde Heer Scbrader eene deftige Lykrede, en drie dagen laater, wierd door deszelfs Zoon , Profesfor Sebra» der, te Franeker, in de Academie Kerk dier Stad een Keurlyke Lykzang, in de Latynfche Taaie, ter haarer eere, uirgefproken. Z. Welke fchikkingen , ten opzigte van s'Lands regeering, wierden 'er, na 't over* lyden van deeze braave Vorftinne , in Friesland gemaakt ? V. Aan het Hof van wylen die Prinfesfe, wierd, ten eerften na derzelver overlyden, alles verzegeld, door den eerften en voorzittenden Raad in 't Hof van Juftitie, nevens  VEREENrGSE NEDERLANDEN. igf den Geheimfchryver van hetzelve, daar anders altoos de Regeering der Stad Lee»* waarden gewoon was diergelyke verzegelingen te doen, en wat voords de Magiftraats* hertelling in de Friesfcbe Steden aanbehngt, deeze in den Jaare 1755-reeds aan de Prinfesfe van Nasfau Weit burg toegelegd zynde, wierd thans weder aan Hoogstgemelde Vorftinne , op nieuws bevestigd en aangeboden, en ook door Hoogstdezelve, als Opvolgfter in deezen van haare Doorlugtige Grootmoeder, gereedlyk aanvaaid, tot aan den tyd van haareu Broeders aanftaande meerderjaarigheid. —— Voords gebeurde dit Jaar nog een aanmerkelyk geval, naamelyk het houden van een buitengewoon Leengericht te Zutpben: gelegenheid hier toe had gegeeven een gefchil tusfchen den Graave van Quadt9 Heere van Wykraad en Jonkheer B en een gebed van den Griffier, geopend , en duurde een groot uur, waarna de Leenrechter en L?enmmnen naar het Stadhuis gingen, zig op de Landfchapskamer in dezelve orde plaatsten als onder de Eikenboom , en, van tyd tot tyd, hunne regtspleegingen voortzetten, tot dat eindelyk de zaak , door een minnelvk vergelyk, by« gelegd en voor afgedaan wierd gehouden. Z. Was het lang geleden geweest dat 'er ^een diergelyk Leengerecht gehouden was? V. Men had 'er byna in geen Eeuw een voorbeeld van gezien, althans federd den Jaare 1098. was zulks te Zutpbtn niet gebeurd. Een voorval niet minder zeldzaam, doch van eenen gamsch anderen aart, was het ftranden van een Vsnvisch, op een Zandplaat van de Vlieter in Tesfel, Deeze vreemde Visch vertoonde zig, in 't begin van December, en was ruim zeventig voeten  IÖ2 GESCHIEDENISSEN DFR, ten lang, van gedaante byna als een Salnv, met bruine en witte ftreepen , gladde ftaart en rug, en een fpierwitten buik, zyn kop was met baarden en kasken als die van een Walvisch voorzien , binnen in zyn bek had hy dik en ftyf hair en zyne ooren geleken veel naar die der Varkens, drie vinnen, waarna hy zyn raam beeft, waren op de rug en ter zyden achter de kop, welken ovaal,rond en bruin waren Dit Zeemonfter was door het Volk van een Schuit, eenige dagen te vooren in het gat gezien, en men had zelfs een dregge, waar aan een lyn vast was, in een zyner neusgaten geworpen, doch de Visch zulks niet kunnende veelen, was naar Kykduin gezwommen, waar door het Volk genoodzaakt was de lyn te kappen en hunne prooi weer te verlaaten. De gewonde Visch , die zig van de dregge had weeten te ontllaan , federd op het drooge geraakt zynde, had 'er egter zyn leeven by in moeten fchieten , want niet vlot kunnende raaken, wierd hy welhaast door de Bewooners van Tesfel afgemaukt, en zyn baarden, fpek,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ifjg fpek, enz. aan de meestbiedenden verkocht. Z Is 'er nog meer aanmerkelyks dit Jaar 1765 voorgevallen ? V. Niet anders dan den dood van den Oud - Raadpenfionaris van Bolland, Mr. Jacoh Gilles, welke den 11 September, in de nabuurfchap van s* Haage , voorviel. Deeze Heer was het die in den Jaare 1764 nevens den Gnave van Wasfenaar Twikkel, als Gezant der Algemeene Staaten, naar het Hof van Frankryk gezonden was geworden, om, zo als ik u, in een voorig Gefprek ,flegts met een woord gezegd heb, de gekrenkte vriendfchap tusfchen de beide Hoven te herdeden, by welke gelegenheid , en by die van zyne handelingen op het Congres te Breda, het gemeen hem in 't haatlyke Jaar 1748. befchuldigde, de hand gehad te hebóen in een verdrag van onzydigheid m°t Frankryk, doch hoe (legt deeze befcbuldiging gegrond was, bleek welhaast, toen s'Lands Sraaren, benevens wylen Zyne Hoogheid , Prins Willem de Vierde, hem niet alleen in hu-me hoa-.  I6*4- GESCHIEDENlSSFN DER , CnZ. hooge befcherming namen, maar ook hun genoegen. we-gens bet door hem verhandelde, in openbaa^en druk betuigden, waar door hy by alle verftandige lierten voor zuiver en buiten alle vermoeden van ontrouw gehouden wierd. ]n May van het Jaar 1749 had hy zig et-ter van zyn P.andpeitfionöris Ampc ontfl gen doch de wedde daar van tot zya dood toe behouden. I N-  XU J).Pl.IX.   VYF- EN- ZESTIGSTE GESPREK. I N H O V O, De Prins Erfftadhouder aanvaart de Regee* ring ——— De Hertog van firunszvyk W'iljfenbuttel voor zyne veegdy bed dit verhaal nog geen melding van heb hooren maaken, of geraakte die Vorst federd geheel in het vergeetboek ? V. Verre van dsar. In s Prinsfen antwoord, op de aanfpraak hem, ter Vergadering van de Algemeene Staaten gedaan, had zo veel dankbaarheid voor zynen Doorlugtigen Voogd uitgeblonken, die hem, volgens s'Prinsfen eigen woorden, zo zorgvuldig opgevoed had, dat s'Lands Staaten wel zagen , hoe aangenaam het voor den jongen Vorst zoude wezen, dat men zynen Voogd gedachtig was, dierhalven benoemden zy nog den» zclven dag een Commisfie, om den Hertog v&n Brunswyk plegtig en hartelyk dank te zeggen, voor de uitmuntende dienften, den Lande, tot hier toe bewezen, en voor zynen yver, arbeid en zorge, ter opvoedfege van den Prinfe, met zo veel getrouwheid betoond, en dat men vervolgens, op voorftel van Zyne Hoogheid, door der Staaten Gezant, aan 't Hof van menen, zoude verzoeken, dat den Hertog, tot onderfteuning van den Erfftadhouder, in den dienst van deezen Xü. DEEL. H n ttaat  170 c;.i"MIlROF.NlSSF,N DEK Staat mogt blyven volharden, aan welk verzoek ook federd door het Hof van Weëiitn voldaan wierd. — De Staaten van Bolland, beftoten insgelyks den Hertog, door den Raadpenfionaris op het nadruklykfle voor deszelfs aangewenden yver in 'c opvoeden van hunnen Erfftadhouder, niet alleen plegtig te doen bedanken, maar hem ook tevers te verzoeken , eene gift van tweemaal honderd duizend Guldens, ten lasten van den Ontfan ger Gei.craal van hunne Provincie, als een blyk hunner erkentenisfe , te willen outfangen. Z. Dus toonden s'Lands Staaten dat goede dieuflen altoos haare belooning waardig zyn. V. Ondertusfchen bedreven s'Lands Inwooneren, zo wel in de Hofplaatze als ook in alle de groote en kleine Steden van Bolland, deezen dag allerhande vreugdebedryven, te veel om u alle deselven méde te deelcn , genoeg is het u te melden dat de pragtige llluminauën s kunfttge Verfieringen en heerlyke Vuurwerken, die van de Jaaren 174? en 1748 zo in kunst als in vinding, verre over«  VEREENIGDE NEDERLANDEN. IJl overtroffen. In de zes audere Provinticn , wierden deeze vreugdeblykcn, op bevel der Regeering uitgefteld, tot dat zyne Hoogheid, in Pcrfoon, in ieder derzei ven zoude ingehuldigd worden. Vier dagen na deeze plegtige inhuldiging gaf de Prins een voor* treffelyke Maakyd, op het oude Hof, aan de bezeodingen der Staaten, wordende aldaar , op voorftel van Zyne Hoogheid , door de Algemeene Staaten , een talryke aanftelJhng van Generaals Perfoonen gemaakt. De Prins Erfftadhouder zei ven, die kort te vooren , zynen gewezencn Voogd," den Hertog, tot Coioacl en Ritmeefter Commandant der Guardes du Corps had aangefteld, benoemde nu ook, volgens de hem opgedragen magt» eenige Kolonels, Majoors, Ritmeesters, Kapiteins en mindere Officieren, in meest alle Regimenten die ter betaaling van Holland. ftonden. De Bewindhebbers en Hoofd- deelgenooten van de Oost Indifcbe Maatfchap* py, gaven, eenige tyd laater, na daar toe door de Algemeene Staaten gemag igd te zyn, aan den Prinfe Erfftadhouder, het H 2 Dj.  3 7J. GKSCHIEDENISSr.N DER leeraar Wcis , een van s' Vorfren zeer be • kwaame Leermeesters, eene zeer gepaste en welfpreeker.de Redevoering deed. Vervolgens wierd Zyn Hoogheid, door de Regeering dier Stad, op de Stads Poelen vergast, wordende s'avonds, ten kosten van de Regtsgeleerde Faculteit, een kundig en zeer kostbaar Vuurwerk afgeftoken. De Prins hetzelve bezigtigd hebbende, keerde des nagts j om tien uuren , zeer vergenoegd, naar zyne Hofplaatze weder te rug . De Vorst befloten hebbende zig als Markgraaf van Vetre en Heer van Vlisfagen te doen inhuldigen, begaf zig, den 20 May, in een Jagt naar Zeeland, wordende in de Steden Delft, Rotterdam en Dordrecht, die hy door moest trekken, feestelyk ingehaald, en met alle blydfchap verwelkomt en vergast. Te Middelburg aangekomen zynde, wierd denzelven, door de Afgevaardigden der {temmende Steden, in de Vergadering der Staaten, geleid, terwyl de Burgery, haare vreugde, door het verligten va» hunne Huizen betoonde. Z. Zyn   VERENIGDE NEDERLANDEN. fjtt ken zelfs berstten, zynde de Mae daar zo geweldig geweest, dat de beenderen der Lyken, den volgenden dag nog eeven fterk gloeiden, tot dat zy tot asch verteerd waren, liet Rechthuis, des Predikant* Wooning en andere der voornaamfte Gebouwen waren ^een.prooi der vlammen géwordén, de ongelukkige Predikant was, met zyne Vrouw, ter naauwernood uit het vuur gered, en had al het zyne in de brand zien verteeren. Door de brandende puinhoopen wierden ook verfcheide menfehen, die ter hulpa toegefchoten waren, jammerlyk gekwetst,.en het was reeds nacht eer men de vlammen had kunnen meester worden, waar door niet alleen meer dan tweehonderd Huizen, maar ook de meeste Fabrieken van Lakens, rj-aaijeu en Streepten , waar door dit Dorp meest gebloeid had, afgebrand waren, nogthins had men van de Werkftuffèn een groot gedeelte behouden, doordien men voor dezeiven eene byzondere zorg gedragen had. 2. Het moet 'er egter elendig met de  iflO GESCHIEDENISSEN DER rampzalige menfchen, die op het open veld omzwerven, uitgezien hebben? V. Het onheil deezcr ongelukkigen nam met de duisternis meer en meer toe, daar hen niet alleen de noodige levensbehoeften ontbraken, maar ook alle vertroostingen en geneesmiddelen voor hunne Krank en,- doordien de Predikant, zelve een voorwerp van beklag zynde, en drie Üo&ooren, hunne Huizen en al hunne Goederen verlooren hebbende, buiten ftaat waren om den noodigen byftand te verleenen. Egter wierd de behoefte s'anderen daags voor een groot gedeelte geftild, door de aankomst van de noodigfte zaaken, welken uit s' Graavenland en de omliggende Dorpen en Plaatzen, met hec grootfte medelyden derwaards gezonden wierden. De fehade , door dit treffend onheil veroorzaakt, begrootte men op-ruim een Millioen Bollandfcbe Culder s, en dus wierd dit anders groot en welvaarend Dorp, eensklaps, uit zynen welfland,m de beklaag lykfte armoede gedompeld. Tot befluit kan ik r.iet nalaaten a te doen opmerken, dat voor  VEREENïGDE NEDER LANDEN. 28 ï %'oor omtrend veertig Jaaren, in het zelve Huis, waar in nu het ongeluk een aanvang nam, insfelyks brand ontitaan was,waardoor toen mede een groot gedeelte van 't Dorp tot asfche verteerde. Z. Dit is zekerlyk vry aanmerkelyk, doch wat gebeurde 'er verder in dir Jaar ? V. Eenige tyd na dit onheil overleed, buiten Haarlem , op de Lustplaats Rosbeek, de Heer en Mr. Gerard Aarnoud Hasfelaar, ia den ouderdom van ruim agtënzestig Jaaren, deeze Heer, beroemd door de gewigtige Waardigheden welken hy bekleed had, en door zyne yver in 't bevorderen der nuttige Kunften en Weetenfchappen , was in den Jaare 174? Minister van deezen Staat, op de Viedehandeiing te Aak en geweest, naderhand Burgemeester en Raad der Stad Amjïeldam , benevens Bewindhebber der Oost* Indifvhe Maatfchappy, en Reprefentant van wylen Zyne Hoogheid, Prins Willem da Vierde, in 't Coliegie der Edelmogende Heeren Ruiden ter Admiraliteit in gemelde Stad, in welke hy de Eurgemeesterlyke Waardig-' H 7 heid  38a GESCIIIF.DENISSEM DKR. heid acht maaien bekleed had. — Dikwils heb ik reeds melding gemaakt van de menigvuldige Kerkelyke twisten, die dan hier, •dan daar, in ons Gemeenebest gewoed hebben, thans ben ik weder genoodzaakt 'er van te moeten fpreeken, by gclegendheid vab een nieuw gefchii onder de Geestelyken in Friesland. Eene Leerreden van G. T. de Cock, Predikant te Beetgum , had hier toe annleiding gegeeven: De voornoemde Predikant, in den voorgaande Jaare, te Leeuwaarden predikende over Joh. XI, vers 17, bad de algemeene liefde en verdraagzaamheid, in allen die den naam van Christenen en redelyke menfehen draagen, zo breed uitgemeten en zo uitdruklyk voorgedaan , dat hierdoor, aan zulken die zo verdraagzaam als zyn Eerwaarde niet waren, vry wat ergernis gegeeven was, en wel voornaamlyk aan die geene die meest yverden voor de byzondere liefde der eenige waare Kerk van Chf istus, tot welke zy meenden te behooren. Het gevolg hier van was, dat 'er verfcheide nadeelige getuigenisfen tegen den meergemelde n  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 183 ' den Predikant ingewonnen en aan de Klasfis van Leeuwaarden overgeleverd wierden, uit welken bleek dat de Ceck ook wegens zyne denkbeelden over Gods beeld in den mensch en over Gods voorneemen om alle mentenen gelukkig te maaken, in verdenking van onregtzinnigheid gevallen was. De Predikant maakte wel haast gereedheid om zig te verantwoorden , en de Klasfis om zyne zaak te onderzoeken , wanneer eensklaps de raadpleegingen daar over gefluit wierden, doordien de Heeren Staaten van Friesland, de Klasfis verbood, op firaffe van derzelver hoogfte verontwaardiging, geene vraagftukken van zo veel invloeds op de openbaare rust, ooit of ooit, zonder voorgaand verlof van de Hooge Regeering, in hunne Vergade* ringen te onderneemen om te beflisfen. Z. Dit was zekerlyk wel de kortfte weg om alle gefchillen in ééns af te doen, doch ik twyffel zeer of de Kerkelyke Heeren zig daar wel zo fpoedig aan onderworpen zullen hebben. V. Verre van daar, want eenige der Le«  jg^ GESCHIEDENISSEN DEK. Leden, die zulks zeer vreemd voor kwant-* protefteerden hier niet alleen tegen , maar leverden zelfs een Vertoog van bezwaaren in deezen, aan den Prinfe Erfftadhouder en ook aan de Staaten van hun Gewest zeiven over. Het antwoord der Staaten op dit Vertoog liep daar op uk, dat zy verklaarden £y hunlenomen befluit te zullen volharden, de Supplianten voords belastende zig daar ftlptelyk naar te gedraagen, zullende anders, J gebreke van dien , ais Verfloorers der gemeene rust gehandeld en geftraft worden. Eenige Maanden laater kwam het antwoord Tan Zvne üoorlugtige Hoogheid in , welke verklaarde de zaak van Dom. de Cc* finaal geëindigd en afgedaan te zyn, met byvoegmg te vertrouwen cfat de Staaten van Friesland pimmer bedoeld hadden , de in haa*e wettige rechten te benadeelen, welke rechten HoogstdezeWen Vorst beloofde, ten allen tvde cp her kragugfte te zuilen handhaaven, onder voorwaarde-dat de Klasfls, van haare zyde, zig ook fteeds afkeeng «oeit-toonen van alles w.aioor dc,^  verbenigde Nederlanden. i8'S' vrede en eenigheid der Kerke geftoord zoude kunnen worden. Had men hier- te Lande ongemeene vreugde bedreven , by de komst van den zo eevengemelden Erfftadhouder aan de Regeering, mee geenminder tekenen van blydfehap had men dien dag, ook te Batavia, de Zetelfhd van Nederlandscb Indien, doorgebragt. Men had aldaar s'morgens en s'avonds, niet alleen het Gefchut van de Bolwerken dier Stad, maar ook van alle de Schepen, die aldaar. op de Reede Jagen, gelost, de Vlaggen en Wimpels derzelven woeien den gantfehen dag, s'avonds waren de aanzienlykfte Hee« ren en Dames by den Heer Gouverneur Generaal ter Maaltyd, de geheele Stad was; niet alleen verligt, maar zelfs, waren, fommige Lusttuinen met fraaye Decoraticn verfierd, onder welken inzonderheid uitmuntte het Huis en de Tuin van den Heer N. ^ Hartzinck , Buitengewoon Raad vaa Indien : het Huis voornoemd leverde verfeheide deftige en gepaste Zinnebeeldige Vertooningen op, en de Tuin was door ruina i  186 GESCHIEDENISSEN DE3. ruim agtduizend Lampen verlicht, die cTcn gantfchen nacht brandende gehouden wier- tTer)> Geen minder vreugd en genoegen heerschte 'er in die Stad, wanneer men aldaar van Cellen, de gewenschie tyding ontfing, dat de Vrede tusfchen de Maatfchappy en den Koning van Candi, eindelyk op zeer voordeelige voorwaarden gefloten wis. Zo dra men een verzekerd beiicht van deeze heuglyke zaak verkregen had, wierd het Kanon van 't Kasteel en van de Stads Wallen gelost, en vier dagen laatex, in alle de Kerken, een Plegtig Feest van dankzegginge gehouden. Z. Had den Oorlog met dien Vorst lang, geduurd ? V. Hy had, door de trotsheid van den Koning van Candi, lange Jaaren aansehouden, tot dat den Dappeien Gouverneur van Ceilon, Lubbert Jacob, Baron ven Eek, den gemelden Vorst overwonnen hebbende, deeze zig in de noodzaaklykbeid bevorden h"d, öra een Verbond van Vrede met de Maatfchappy te fluiten, waarby du zeiver eer en a*.n-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 187 ainzien, in 't westelyke gedeelte van de Indien, gelukkig herfteld en vergroot wierd. De Gouverneur van Eek, die zulk een groot deel in dit alles gehad had, wierd, den 10 Maart, te Colombo, met groote vreugd cn ftatie ingehaald, doch de Braave Man overleefde deeze eer niet lang, wordende , na eene ziekte van tien dagen, in 't begin der maand April, door de dood, uit de waereld gerukt. Uit aanmerking van de gewichtige ciienften, die hy, geduurende zyn leeven aan de Maatfchappy bewezen had, wierd hy, den 5 April , met eene byna Vorfrelvke' Statie ter aarde befteld. — Niet lang hier na kreeg men ook te Batavia de droevige tyding, van het ontbranden der beruchte Berg, Goening Apy, op het Eiland Neïra. Dezelve had reeds in 't begin van 't voorige Jaar eenen -vreeslyken damp opgegeeven, waar op, kort daar na, niet anders dan een gloeiende Kolk ge-zien wierd , die geftadig vlammen uitwierp, waar door 't Geboomte op het gantfche Eiland verzengd wierd. Deeze fchrikbaarende gezichten dag aan dag ver- meer»  388 GESCHIEDENISSEN- DEK meerderende , nam de verbaasdheid d'.r Inwooners van Neira, meer en meer toe-, inzonderheid toen het gedonder van binnen zig zo vreesfelyk liet hooren, dat hetzelve een gedruis maakte waar van de geheele Landftreek daverde , en waar door veeisn der Inwooners zig verbeeldden, zulks voor eene Aardbeevirg te moeten houden. Men verlangde ondertusfchen grootelyks naar het doorbreeken van den Oostmmsfott, uit vreeze dat, wanneer de ftinkende dampen zig verder mogten verfpreiden, 'er zwaare Pestziektens uit mogten ontdaan, doch de Mousfom ■ baarde geen de minfte verandering, integendeel nam het vuur hand over hand toe, dewyl het zelve, door twee nieuwe gaten, die in den Berg ontdaan waren , genoegzaame ontlasting kreeg, tot dat eindelyk zulk een verfchriklyk vuuf uitborst, dat, in een zeer korte tyd, een geheele plek Lands zig als «en enkele vuurgloed vertoonde, waar door de fteenen met een geweldigen aandrang naar buiten gedreven, en het Geboomte meteen ©ntzaglyk geraas ter neder geveld wierd» AJL  'AUe deC2e bleeeen Wche» «iv.jj, maar nam.-»n ?nir<. toe, waardoor de vefl' 7 wooners van dl, ve^gene In- akehW «Wflüttlg Eiland, al rvat akelig en gevnarlyk w« ^ iyK was voor oogen zagen ^ Het verwonderd mv dn, feilen no» rm ,r deeze Ine«- nog op die vcrrchr{kJyke ür eene Publicatie verboden bid öe Pnns Erfftadhouder ^ geheele Zomer aa u°Jaer, die de zomer genoegzaam op Hoogtes zelfs aangenaame Lusthuis / g^des* die gelegenheid ">orbragt, in Ha L£Jegcnheid waargenomen, om zï* Hoofdrad ^Wjte doe, inhu!dig£n a,daar z»^g ter Staatsvergadering n«men, dit gefchiedde met ee HHMiWd en gepaste w / mi"der bepaste vreugde, dan roer. dce-  l$6 ' GESCHIEDENISSEN BS8. deeze onhandigheid overeenkomftig was. Zyn Hoogheid de. nacht te Arnhem door ge0ra*t hebbende, begaf Eig den volgenden Lg naar het Hof Provintiaal van Gelderland en woonde de Raadplegingen daar by, bezigdgde vervolgens het nabygelegen fraaye Ifendaal en vertrok van daar naar IV—Sen en Zutphc» , wordende overal met de gulfte blykén van vreugd verwelkomd en onthaald. Kort daarna kreeg de Pravmue Overrfel een Staatelyk bezoek van gemelden Vorst. Te Kampen wierd Hoogstdezelven, door de Heeren Drosten van Zalland, Twente en Vellenhoven, nevens dne Burgemeesterén der Steden Kampen, Deventer e ZW,in de naam van de Hoogue Overheid dier Provintie, op het feestelykue be- _roet . Zyn Hoogheid van zyne jeugd rf bêtoond hebbende, een Liefhebber van de schilderkunst te zyn , en waarin wylen Zyne Koningklyke Moeder gantsch met onr ervaaren geweest was, had zulks aan de Leden van 't Kunstgenootfchap ***** » iüa^ ge^enheid gegeeven, om d n  ZES. EN- ZESTIGSTE GESPREK. I N H O u D. *»W*H te Ueumar, den, - Befluit ter beteugeling van dt Haarlemmermeer. - Gefcbil tusfcben Holland en Utrecht - Pscgi„gen ,„ nng der Roeren. Naamen der G.mag, Ugden wegens deeze zaak. Moeilykbeden hrer over. Oneenigbeid tusfchen bet Hof van Friesland en den Academiën Senaat. . perfshil M ^ htgtn, als ook met de Stad Sneek —Reize van Zyn Hoogheid naar Berlln Zwaare Hagel ,n de Meyerye van s'Hertt. genbosch. _ Oneenigbeden in verJcbeï,e Plaatzen van Holland, als te Donrecht, ^nnikkendant^iniHaage^ te Maal ^fflmonder. Komst van dezelven tn z*L l* Ge,  VEREENlGDE NEDERLANDEN. 207 Sloet , tot Diepenbroek . ^. Schimmel, penninck van der Ooye, Landdrost der * Baron van Goldftein, benevens de drie Secretarisfen, in de Betouw, Toewater en Brantzen. Uit Holïm^ ^ 7- i> *W0« van den Boetzelaar, ivï«w. uit de Ridderfchap, Mr. A. Slicber, Burgemeester van J5to«r/«», Mr. ^ „ „ der Zely, Oud Burgemeester van Delft, K. Teding van Berkbout Oud Burgemeester'van Leyden, Mr. fT. Huigbens, Raad der Stad Amfteldam, benevens den Raadpenfionaris Mr. i>. en den Infpeöeur Generaal der ^vieren J Lnlefi. Uit Utrecbt de Heeren J H. Graaf van Reebteren D ? Tuil van Serooskerke, G. r,M Mr. iV Burgemeester van Utrecbt, Mr. C A. Vos, Raad der gemelde Stad en als Geheimfchryver, Mr. H. Brouwer, en uit Overysfel,de Heeren G. J. Haron van Palland. tot Glintbuis , en Mr. 5 U Schepper, Burgemeester van Deventer. Zyne I>oor,ugtige Hoogheid verfcheen zelven by « «erlte fitting, en opende de RaadpJegJ gen  aio GESCHIEDENISSEN DER maand September in s'Haage op nieuws Weder hervat en voordgezet, Z En zo ik hoope met meerder vrucht dan te vooren? V. Verre van daar: ieder Gewest bleef even vast op zyn ftuk Maan , zonder dat den een den ander iets toe wilde geeven, dus kwam men enkel overéén, ora een brief aan den Koning van Pruisfen te fchryven , ten einde zyne Majelteit de bebulpzaame hand zoude bieden , tot de Werken die op het Kleeffcbe Grondgebied gemaakt dienden te worden, en om de voorziening van den Zomerdyk by Henven te doen: men floeg ook eerlang de hand aan dit Werk, doch de kosten liepen, volgens 't oordeel der Gemagtigden van Gelderland zo hoog , dat zy het niet van zig verkrygen konden om 'er in te bewilligen. De Staaten van dat. Gewest gaven intusfchen van dit alles kennis aan die van Heiland en Vtrecbt, waar op eerstgemelden aan de Heeren van Gelderland lieten fchryven, dat zy den gevaarlyken toeftand der Rivieren en inzonderheid der Neder ■ Rby** met  mfp GESCtlIF.riEWISSEN DER' hunne Provintie, om ieder in haar verleend recht ondetfteund te worden , doch de Staaten lieten de. uitfprsak- van dit gefchil aan den Prinfe Frfftadhouder over, die welhaast den Acadcrnifchen Senaat in 't gclyk ftelde , en het Hof beval zig met deeze zaak niet verder te bemoeien. Be Staaten van Friesland keurden vervolgens deeze ukfpraak van Zyne Hoogheid niet alleen goed, maar bekragtigden ze zelfs door hun befluit. Z. Nam het Hof, in zyne verwagting dus te leur gefield zynde, daar genoegen int V. Neen : Het zelve vond integendeel goed zyne bezwaarnisfen hier over, onder s'Prinifen oogen zelve.te moeten brengen, in hoop van den Vorst tot andere gedachten te baweegen, doch vruchteloos,, zelfs verklaarde de Prins over deezen ftap van 't Hof zeer verwonderd te zyn, dewyl hy» volgens zyn oordeel, de zaak zodaanig beflist had, als hy ten meesten nutte van, den Lande gemeerd had te behooren. Het Hof zyn hoofd dus hier geftooten hebbende., wendde zig toen toe  YEREENïGDE NEDERLANDEN. tot de Staaten van FriesUnd, als hun eenige Souverein, doch deezen beiloten by hun voorig befluit te blyven volharden , oordeelende dat de uitfpraak van Zyne Hoogheid op eene wettige wyze gegeeven was, egter verklaarden zy van gevoelen te zyn, dat in het toekomende, het befluit van den Jwe J7I7, omtrend de Acaderaifche Jurisdictie genomen, in haar volle kracht diende te blyven. De Pfins Erfftadhouder nam ^r weinig genoegen in, en verzocht dierhalven van de Staaten temogen weeten, of gemelde befluit van den Jaare w, genomen m een tyd waar in de Stadhouderlyke Waardigheid van genoegzaam gezag ontbloot was voordaan tot een regel in de verfchillen, die tusfchen de beide Partyen in 't vervolg voor mogten vallen, aoude moeten ftrekken, en «f Het de Staaten ernst ware om een befluit, dat zo duidelyk tegens zyn gezag en recht van uitfpraak in diergelyke gefcüilien aanliep te doen gelden. V Z. En van welk eene uitwerking was dit verzoek van Zyne Hoogheid ? V. De  = 24 gesCrïeof.nissen der meeste Plaatfen dus gewoed had , dat de fehade hier door veroorzaakt, op meer dan twaalfhonderd en twecëntwimigduizend Gul» dens begroot wierd. Z. Kregen deeze ongelukkige Ingezetenen geene vergoeding voor zulk eene aanmerkelyke fehade ? V. Dezelve was te groot om in 't geheel vergoed te kunnen worden, egrer lieten s'Lands Staaten aan de meest noodlydenden, verfcheiden edelmoedige giften uitdeden, doch dewyl alle deezen. by elkander genomen , niet meer dan eene fomme van vyftienduizend Guldens beliep, kunt gy ligt begrypen «lat zulks op verre na met toereikende was, om de aanmerkelyke verliezen, by deezen ramp geleden, volkomen te her- ftellen. Ondertusfchen had men dit Jaar, in Friesland niet alleen, zo ais ik u reeds gemeld heb? zwaare oneenigheid gehad, maar verfcheide Plaatfen in Ihlland kregen 'er ook hun deel van, die ik, dewyl zy van zulk een groot belang als de vaorgemelden niet waren, flegts zal aarilip- pen.  n°r, waar ep de ecrfté Secretaris van het Gouvernement, openlyk den Eed vaa trouw en gehoorzaamheid voorlas , welke voorieezing beantwoord wierd door het geluid van allerhande Muziek Iuftmmenten en een algemeene toe. } dching van Hvat , terwyl de gezamenlyke lufaaterie los brandde en het Gefchut op de Wallen insgelyks afgefchoten wierd, wordenda voords het overige van dien dag met vrolykheid doorgebragt. Den volgenden avond had men binnen en buiten de Stad eene algemeene Illuminatie , waarna een, op de Cbweefcbe wyze vervaardigd ,Kunst- Vuurwerk fcfgeftoken wierd , gevolgd door een avondmaaltyd en Bal, dat tot in den volgenden ochtend duurde Ondertusfchen had de Huoge Regeering, onder aüe deeze vreugdebedry. yen, met verzuimd, om de goede orde en rus-  s3§ GESCHIEDENISSEN DEK , enZ. rust te bevvaaren, ten dien einde was de Waterpoort van het Kasteel, geduurende deeze Plegtigheid gefloten gebleven, en vier dagen lang de Wachten binnen en buiten de -Stad veffterkt geweest , terwyl de Dragonders telkens de ronde hadden moeten doen. Met deeze Plegtigheid zullen wy dit Gefprek befluiten, en in de volgende byëenkomst. onze Gefchiedenis met het jaar 1768 een aanvang doen neemen. I I-  BERICHT VOOR DEN KINDEK. r* • te£en over Bladz. 10. 111 *" VII, »—» WW — ,. - ■ -_a - 'je,