KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK COLLECTIE-TH IERRY BRUIKLEEN van de Ned. Herv. Gemeente te 's Gravenhage 7118 - '35   GESCHIEDENISSEN DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.  r  GESCHIEDENISSEN DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. VOOR DE VADERLANDSCHE JEUGD. TWEE EN-TWINTIGSTE DEEL. MET PLAATEN EN POURTRAITEN. te AMSTERDAM, sr JOHANNE S ALLART. wdccxgiv.   HONDERD en DERDE GESPREK* inhoud. Strenge Winter des Jaars 1789, Voorzor* gen tegen dezelve le Haarlem, in 's Gra* yenkage, Amfleldam en Utrechtt genomen. Zeldzaamheden van deeze Winter, Eeuwgetyde van het Lutïierfche Weeshuis te Haarlem, Memorie van den Rep.» ïent van Palts Beyeren. ~ Ferzoekfchrift yan den lieer van Haaften te Delft. —— Bejluit der Algemeene Staaten wegens de yier en een halve Millioen die Frankryk voor den Staat beloofd had te betaalen. Brief yan den Ile&r Lestevenon} deswegens 'aan A 5 den  4 GESCHIEDENISSEN OER den Graaf yan Montmorin, en Antwoord cj> dezelyen, Bejluit der Algemeene Staaten wegens dit Antwoord, ■ ■■■ Benoeming van Gommis farisfen naar de West In* dién. — Befluit der Algemeene Staat én vmtrend de betaaling yan het Krygsvolk, — Befluit der Staat en yan Holland, nopens de gedimitteerde Onderen. —— Voorval* len te Amfteldam, —— P, va» Brakel , ontvliegt zyne Gevangenis en word weder gekregen, — Beflisfmg omtrend de Ver* teurtverklaaring yan Goederen te Utrecht,— Voorvallen met den Predikant Bacot te Graningen. Brief van de Staat en yan Gronin» gen, over denzelyen aan de Regeering van Bentheim Steinfurt, • Dood yan den Koning van Spanje, Heerfchend mis¬ noegen in Brakand. — Zonderlinge Tsgang in de Waal, Schade aan de Zeedyken in Zeeland, — De Franfche Predikant Marron van zyn dienst ontflagen. — Affcheidsirief van de Graaf yan St, Pr test aan de Algemeene Staaten. — De Heeren Ondaatje, Liebcrherr en Lith de Jeude te Utrecht  vereenigde nederlanden. > Utrecht gevonnist. Andere Vonnhjen te i Utrecht over yerfcheide Staatsleden. t* Smeekfchrift der Staaten van Braband aari den Keizer. —— De Advocaat fiscaal Talling van zyn Ampt ontflagen. —— De Vorst en Vorflin van Nasfau fVeilburg ko* men hier te Lande. Voorfiel van zy- ne Hoogheid tot vermeerdering der Zee en Landnutgt» Zoon. W at maakte het begin des Jaars I7£q. hier te Lande merkwaardig? Vader» De harde en flrengeWinter, wiens «ypeude koude , de nood der behoefiigen, by dceze kommerlyke en neeringlooze tyden, zo zeer deed klimmen, dat de Regeeringen in verfclieidene Plaatfen bewogen wierden, tot allerhande voorziening, en tot het in *t werk ftellen van hulpmiddelen, om de noodlydenden door de milddaadigheid der Ingezetenen te onderfteunen. Dus gaven Rurgcmeesteren en Regeerers der Stad Haarlem verlof om eene Colle&e of inzameling van Penningen te A 4 doen ,  S GESCHIEDENISSEN DER doen, ten einde hunne noodlydende Ingezetenen van eenig Dekzel, Voedzel, Brandftoffen als anderszins, voorzien zoude kunnen worden, welke Inzameling aldaar vierduizend eenhonderd en zevenenvyftig Guldens opgebragtbad. ■ -— In *$ Baage had men, om de arme en behoeftige Lieden aan de nypendfte ellende te ontrukken, een Plan van Toelaagen tot menschliev'cnde giften ontworpen , waar in eene menigte Lieden, zo van hooge Geboorte als van Burgerlyke ftand, de'jl namen en waar van de verzamelde Penningen dienden tot ukdeeling van Kaas, Brood en Bier aan Armen en Behoefiigen. Ook hadden de Roomschgezinden, op ukdrukkelyk verlof van den Hove van Holland t en de Regeering dier Hofylaatfe , eene algemeene Inzameling voor hunne Armen gedaan, die vei re over de drieduizend Guldens opgebragt had. Daaren. boven had zyne Hoogheid den Prins Erfftadhouder, wegens de ftrenge koude, eenigen zyner Koetshuizen laaten inruimen, en met genoegzaame Kachels voorzien, waar in dagelyks geftookt wierd, het welk nevens daar by  VÏREENIGDE NEDERLANDEN» 9 by gevoegden overvloed van verwarmende Spys én Drank. niet weinig tot verkwikking van veele verkleumde en behoeftige Ingezetenen, der meergemelde Hofplaatze diende; Z. Te Amjleldam zal het raedelyden met de nood der Behoeftigen zekerlyk niet minder dan cp de gemelde Plaatzcn geweest zyn ? V. Burgemeesteren en Regeerers dier Stad, fielden eene algemeene Inzameling voor dg Hoodlydenden vast, op den veertienden January, welke Inzameling ten voordeele van allerleye behoeftigen was, zonder eenig onderfcheid van Gezindheden in aanmerking te nesmen , welke Collecle de verbaazende Somtiie van zesendertigduizend driehonderd en vyfea» tagtig Guldens opbragt. Ik noem deeze Sontme met rede verbaazend, als men in aanmerking neemt dat de tyden, zo door 't verval der Koophandel als andere oorzaken, gantsch riet voordeelig waren, en dus zo ryke!yk riet gegeeven konde worden, dan of alles ia de uiterfte Bloei en Vuorfpoed was geweest.— Te Utrecht was ook eene b'uitengcwoone-Cöf. hele ten behoeven der Armen a van JÜferhatv. A 5 4e  GBffC H ÏZDS If 13 SE ft DER de Gezindheid gedaan, welke de aanzienl>ke Somme van omtrend negenduizend Guldens bedroeg , en dus de grootfte van vooiige tyden, meer dan een vyfde gedeelte te boven was gegaan, want in den Jaare 1716". was ruim vyfduizend, in Y Jaar 1740. zevenduizend driehonderd ; en in den Jaare 1776. ïuim zevenduizend Guldens gecollecteerd ge» Worden, Z, Hadden by deeze Winter ook geen bui» tengewoone gevallen, za als by andere harde Winters wel gefchied was, plaats gehad? V. Ja, het ontbrak hier ook niet aan. Ik zal u ffegts twee van dezelven opnoemen. De Knegt van zekeren Stalmeester te Rotterdam * was den agtften January dezes Jiars , meteen Slede met twee Paarden en vyf Reizigers, van de Hoogs Zwalinve tot aan Drimmelcn gereden over het Ys van 't Hollands Diep, een gevat het welk de oudfte Lieden niet geheug. den ooit gebeurd te zyn, zelf3 nier in de bekende harde Winters van de Jaaren 1709 en 1740» —— De Rivier de Schelde was ook 2j> vast bevrozen, dat &n veel Menfcftên * de»  XXII .D.Pil.   VEREBNIGDE NEDERLANDEN. II dezelve te voet raar verfclieiderse Plaatfen overgingen. Zynde z»!k een zeldzaame zaak, dat de oudfte Lieden daar otntrcnd betuigden dat zulks, voor zo verre men weet no» maar eens, naamlyk in den Jaarei7i6 gefehied is. Ondertusfchen had men te Haarlem, ondanks de ftrenge koude, den twimigften january, op> eene plegtige wyze betVyftigjaarig Eeuwgetyde, van het Lutherfehe Wees en Armenhuis gevierd, by weike gelegenheid de oudfte Predikant dier Gemeente de Meer C. C. H. vander da, een zeer fraaye en gepaste Aanfpraak, asn de Regenten en Regemesfen, de Oude Lieden en Kinderen deed. Een der Regenten las hier op, een op deeze gelegenheid' vervaardigd , Dichiftuk, door eene bekwaamc hand gemaakt, voor, waas na de Oude Lieden en Kinderen uit dit Huis, op eene v&r* kwikkelyke Maaltyd, uit Penningen door verfcheidén weldaadige Lieden daar toe opgebragt, vergast wierden. Alles in het byzyn van eene grootc menigte der voornaamfre" Burgers en Burgeresfen der voornoemde Stad Haarlem» AC Z. Maas?  2S GESCHIEDENISSEN DER Z. Maar wat was 'er intusfchen ten opzigte der Scaatszaaken voorgevallen ? V. De Heer van Willigen, Rcfident van den Keurvorst van Palts Beyeren , had uit naam van zynen Vorst, in 't begin des Jaars 1789» eene Memorie aan de Algemeene Staaten overgeleverd , waar in niet weinig geklaagd wierd, zo over het bezetten der Tewezer heide, in 't Hertogdom van Gulik , het welke door eenige Qostenrykfche en Hollandfche vSoldaaten gedaan was, als ook over het vervoeren van eenige Limietfteenen aldaar, en het plaatzen van twee diergelyke Scheipaalen op het Guliksch Grondgebied, aï het welke de Keurvorst begreep', eene fchending van het Recht der Volkeren, en een inbreuk op zyn Souverein gezag te zyn. Doch de Gefchillen hier over hebben geeue nadeelige gevolgen gehad , eu wierden eerlang weder by■gelegd. 1 m De Heer van Haaften, Apothekar te Delft, welke, wegens het aanhouden van Regeeringsleden, in de Iaatlle onlusten, nog gevangen zat, had zich by een Verz-qekfehrift aan 't Hof van Holland vervoegd , om  VEREEN1GDENEDERLANDEN. I3 om ontflagen, en in fubmisfie omfangen cü worden Dit Verzoek wierd by den Hove ia zo verre toegeilaan, dat gemelde Heer, ia de openbaare Gehoorkamer, ten overftaan vanHeeren Commisfarisfen uit den Hove, en de Re geering der Stad Delft vergiffenis verzoeken , en voords voor drie Jaaren uit dezelve Stad gebannen moest blyven, den tyd yan deszelfs gevangenis egter daar onder begrepen. Van meer belang was de Onderhandeling, die omtrend deeze tyd tusfchen hunne Hoog Mogenden en het Franfche Hof plaats had, en 't geen veelen voor nieuwe onaangenaamheden met dat Ryk deed beducht Z. Waar in beftond deeze Onderhande» ling? V. Het is u uit onze voorige Saamenfpraa* ken bekend, (*) dat 'er in het Jaar 1785. een Verdrag te Fontainebleau was geiïoten, by 't wc!» (*) Gefchledemsfen der Vereenigde, Neder» lauden ïn kort. XV Deel, Bladz.. 257. A?  J4 GESCHIEDENISSEN DER welke aan den Keizer Jofephus de Tweede % ter voorkooming van eenen Oorlog met ons Vaderland , tien Millioenen Guldens betaald zouden worden , waar van Fratikryfc-op zig genomen had vier en een hal-va MiHioen te zullen voldoen. Deeze Somme zoude door het Franfche Hof in agt termynen betaald worden. Nu waren de vier eerfte Termynen wel voldaan geworden , doch omtrend de vol» genden was het gemelde Hof ackterlyk geble. ven, fchoon de Algemeene Staaten hun aan. deel in de vyfde en zesde termyn reeds lang betaald hadden, gemelde Staaten vonden dan thans goed hunnen Gezant aan te fchryven, „ dat hy by de eerfte bekwaarae gelegenheid,; het Ministerie van Frankryk- over de voor» fchreven zaak moest onderhouden, en te kennen geeven, dat hunne Hoog Mogenden da voorgemelde aehterlykheid in het fourneeren van 't beloofde Cor,tingent, op de reeds ver* fchenen en betaalde vyfde en zesde Termynen*, daar aan hadden toegefchreven, dat de voldoening dier Sommen op dien tyd aan het Hof van Frankrjk niet convenieerde, om> dis  V2REENIODE NEDERLANDEN* I£ die reden tot hier toe hadden uitgefteld, om aan Moogstderzelver Gezant, bevelen te geeven om deswegens eenige Veftoogen of Aanfpraak te doen." Voords voegden de Alge* meene Staaten 'er nog by, dat Hoogstde. ztlven als nog niet op de daadelyke voldoening dier Gelden op dit oogenblik wilden aan» drirg-en, by aldien de omftandigheden tnogten medebrengen, dat zulks ook voor het te,genwoordige van minder conyenientte voor het Hof van Frankryk zoude zyn, doeh dat niet te min, hunne Hoog Mogenden niet konden tialaaten dezelve pretenfie te doen herinneren,. fa dat vertrouwen dat het zelve Hof, ter voldoening aan haare Verbindtenisfe, voor de betaaling van hst uitgeloofde , zo wel op de reeds verfchenen vyfde en zesde Termyn r. als op de twee nog volgende , zorge zoude draagen, en geene zwaarigheid niaaken, daar van eene verzekerende toezegging aan hunne Hoog Mogenden te geeven." Ingevol- gen van dit Befluir was de Heer van Lestiye» vort, der Staaten Afgezant te Verfaüjes, weikzaam, en fchreet dieswegens eerten Britf aan,  tS GESCHIEDENISSEN DER den Franfchen Staatsdienaar de Graaf van Montmorin, waar by by eene Nota voegde , welke in weinig woorden de Conventie vervatte , welke in der tyd met vvylen de Graaf van Vergennes gefloten was geworden. Z.. Wat antwoordde de Graaf van Montm* t':n op deezen Brief ? V. Zyn Antwoord, of liever dat van het Tranfche Hof, was vfy fcherp , en behelsde ónder anderen, „ dat het gevoeglyk was de beweeggronden en omfhndigbeden te herin» neren, welken aanleiding gegeeven hadden tot de Verbindtenisfe van het FranTche Hof, is om des te beter over den aart en gefcha»» penheid deezer Verbintenisfe te kunnen oor» ,, deelen, — Dat Hunne Hoog Mogenden ze« »,kerlyk niet vergeeten hadden, dat toen zy genoodzaakt Waren den Oorlog tegen Grosf „ Brittanje te voeren, zy van Frankryk en j, Span'te de kragtdaadigfte onderfteuning ont„ fangen hadden. Dat des Konings Wapenen „ voor bén de Kaap de Goede- Hoop hadden „ behouden. Dat dezelven Ceiltn, St. Ëttr y [laiitts en geheel Holland* Guiana wede? 5» h&i<  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ^ ,, hadde* heroverd, en dat alle die Bezittin. „ gen aan de Republiek waren te rug gegee- „ ven. ■ De Erkentenis van zulke door- >j flaande Weldaaden, hadden de Algemeene s, Staaten het verlangen ingeboezemd om zig „ met zyne Majefteit te verbinden. De Koj, ning had in dien vcorflag bewilligd, het „ ontwerp van het Verbond was eeven ont« „ worpen, toen den Oorlog tusfchen den Kei„ zer en de Republiek Mond uit te berften , „ offchoon de Koning ten dien opzichie „ tevers pligten te vervullen had, had zyne „ Majefteit eevenwel geen cogenblik vertoefd „ zig als derzelver Bondgenoot te betoonen, „ en in die hoedaanigheid zig met hunne „ belangens bezig gehouden. De bemoeijingen „ des Konings bewogen den Keizer om zyne „ Eisfchen in Geld te verwisfelen, en het had „ zyne Majefteit behaagd een gedeelte der Sommen op zig te neemen, ten einde de „ Vyandlykheden die op het puntftonden, om uit te berften, voor te komen, en daar>, door de Vereenigde Provintien van eenen „ vetderffelyken Ooilog te bevryden, 6e?  18 GESCHIEDENISSEN DER „ Gevoelig over zo eene grootmoedige handelwyze, waren hunne Hoog Mogenden in bedenking geweest of zy den voorflag zy „ ner Msjefteit zouden aanneemen, hadden ,, daar toe befloten, en den Koning hunne „ Zucht tot dankbaarheid, daar door betuigd , „ dat zy hein twee Schepen van Linie aangeboden en de ondertekening van 't Ver„ bond verhaast hadden, waar op ook on. „ middelyk de Vrede met den Keizer gevolgd „ was.*' „ Kort na dit Tydperk waren de Onlusten in veele provintien uitgeborften, welke haa- ren oorfprong hadden in Gebeurenisfen ge„ duurende den jongflen Oorlog voorgeval„ len» De Koning had zo veel mogelyk was gebruik gemaakt van zynen Invloeden RaadJt geevingen, om eene verzoening te bewer- ken, doch zyne poogingen waren vruchte„ loos geweest: eene onverwagte Omwentc„ ling had de geheele gefteldheid der zaaken ira de Republiek veranderd. De Perfoonen, ., die voor den eenigen Bondgenoot der Re- publiek genegenheid hadden, waren den „Lan-  VEBRBNIGDE NEDERLANDEN» 10 » Lande uitgedreven , en men had nieuwe ,, Alliantien gefloten. Het Verbond met En» geland behelsde Punten, die in het Aïïian,, tle Traktaat, tusfchen den Koning en de „ Republiek ftand grypende, uitgelaaten vva„ ren. Zyne Majefteit had vcrzogt dat, of die vasrgeftelde Punten geheel opgeheven, ,, of dat zy gemeenfchaplyk zouden gemaakt „ worden. De Algemeene Staaten hadden dit h Verzoek, op weinig .betekenende gronden „ verworpen en hadden daar door , vrywil„ lig, hun Verbond met zyne Majefteit, ia ,, het wezendlykfte veranderd." „ In dien toeftand van zaaken dacht zyne Majefteit , dat hy niet in de verpligting „ ftond, om aan een Verzeek (e voldoen* „ waar van de Algemeene Staaten zeiven den „ grond aan het wankelen hadden gebragt. „ Derzelver ftilzwygen tot hier toe had zyne „ Majefteit zelfs doen gelooven, of dat hunne „ Hoog Mogenden dit voorwerp hadden laaten ,, vaaren, of dat zy Hoogstderzelver herin,, nering, zouden vergezeld hebben gehad, ,* van een voldoenend Antwoord, op het geen » waa  'jSö geschiedenissen eer „ waar van hier vooren gesproken was ges, worden. Laatende zyne Majetlèit het veir„ der aan de wysheid van hunne Hoog Mo „ gendenover, o:n het befluït dat hen dien- aangaande voegden, te bepaslen." Z. Ik bjn zeer nieuwsgierig naar het Anc. woord der Algemeene Staaten in dit netcHg geval ? V, Ik zal uwe nieuwsgierigheid voLioen. Hunne Hoog Mogenden betuigden zeer ge* voeli? aangedaan te zyn geweest, uit het Antwoord van wegens het Franfchè Ministerie te verneemen, dat zyne Majefteit oordeelde niet in de verpügting te zyn aan liet Verzoek van hunne Hoog Mogenden te voldoen, en hun»e aandoening was zo veel te grooter geweest, wanneer zy de redenen gezien hadden, dfe zyne Majefteit tot deeze Verklaaring bewogen hadden, dat naamelyk Hunne Hoog Mogen* den zelfs den grondflag yan die yerpligting' gefchonden hadden" ,, Hunne Hoog Mogenden zouden in dit oogenb'i'c niet fpreeken over de waarde varj deeze Veibindtenis, afgefcheiden van alle an- de-  VEREENTODE NEDERLANDEN. fl» dere omfhndigheden, zy zouden niet doen opmerken, hoe zeer het ieder verwonderd, heeft, dat de vervulling van eene Verbjndtenis, gemaakt voor dat de Republiek de eer ' had in een Verbond met zyne Majefteit te (laan, van de hand gewezen word, na dat dit Verbond gelukkig tot ftand was gebragt, zy zouden eeven weinig daar op aandringen, dat de Verbindtenis van het toenmaalig Ministerie, uit naam van zyne Majefteit aangegaan, op het oogenblik dat de Onderhandelingen met den Keizerlyken Afgezant ftosden afgebroken te worden, de eenige grond had opgeleverd , waar op hunne Hoog Mogenden zig tot zulke groote opofferingen aan zyne Keizerlyke Majefteit hadden laaten overhaalen, dewyl hunne Gezanten nooit verder gelast geweest waren, dan eene zekere Somme toe te ftaan , die merkelyk minder was dan die , welke door de tusfchenkomst en op de Verbindtenis van; 's Konings Ministers, in het Traélaat was vastgefield." Hunne Hoog Mogenden hadden des te . nriader nodig, op die-rgelyke redenen te bly- , VGO  Ê2 GESCHIEDENISSEN DER ven ftaan, om dat zy overtuigd zyn dat de fcragt derzelven en van anderen, die de grootmoedigheid en rechtvaardigheid van zyne Majefteit niet nalaaten kan te gevoelen, zig van zelfs aan zyne Majefteit zoude opdoen, wanneer de verkeerde denkbeelden zouden weggenomen zyn, welken door menfehen, nydig over de tegenwoordige gerustheid en wel» ftand van den Staat, aan zyne Majefteit mogten ingeboezemd zyn " De Algemeene Staaten betuigden verder, zig niet te kunnen ontdaan van den draad der omftandigheden te volgen, tot welke zy in het Antwoord van 's Konings Ministers geleid waren.'* „ [Zy hadden by alle gelegenheden daar zulks paste, met dankbaarheid erkend, enzy vonden behaagen om het wederom te herhaaien , dat in den Oorlog waar in zy met het Ryk van Groot Brittanje waren ingewikkeld geweest, [om oorzaaken en over voorwerpen die aan zyne Majefteit niet onbekend waren J de Republiek de grootfte en treffeüdfte blyken van zyne Majefteit omfangen hads  VEREENIGDE NEDERLANDEN. bad, dat Hoogtdeszelfs Wapenen door het behouden of herneemen der Bezittingen van de Republiek, niet alleen den gemeenen Vyand afbreuk gedaan hadden, maar dat bok zyne Majefteit de heroverde Bezittingen, op eene edelmoedige wyze aan de Republiek had terug gegeeven»'' „ Vervuld van erkentenis voor deeze blyken van Vriendfchap en Verdediging en aangevuurd door de begeerte om dezelve by ge« legenheid te beantwoorden , hadden hunne Hoog Mogenden bun verlangen te kennen gegeeven , om een Verbond van onderlinge ver* dediging aan te gaan»" „ De onderhandelingen over het zelve waren egter uitgefteld geworden , door de verfchillen met zyne Keizerlyke Majefteit, die nogthans door Frankryks tusfchenkomst in haar geboorte gefmoord waren, en waar toe Frankryk zig verpligtte ter voldoening van een gedeelte der Geldfommen , waar in de Ersfchen van den Keizer waren gecon» verteerd. Het was ook , vervolgden hunne Hoog Mogenden , omtrend op die tyd dac door  14 GESCHIEDENISSEN DEft door een der Bondgenooten aan Hoogstdezeiven was voorgefteld geworden om aan zyre Majefteit de twee Schepen van Linie, waar van in het bewuste Antwoord melding gemaakt was, aan te bieden, dan fchoon 'er toen ter tyd, meer dan eens over geraadpleegd was geworden, zo was egter by hunne Hoog Mogenden nooit geen belluit genomen , om die aanbieding plechtiglyk aan zyne Majefteit te laaten doen, hebbende Hoogstderzelver Afgezanten aan het Hof van Frank» tyk daar toe nimmer bevel bekomen." Terwyl [zeggen de Algemeene Staaten verder,] hunne Hoog Mogenden zig overgaven aan de blydfchap over de gemelde gebeurenis, waren de ongelukkige verdeeldheden in de Republiek van trap tot trap aangegroeid, verdeeldheden, die geboren uit eene drift tot fchadelyke nieuwigheden, als eene befmetly. ke ziekte, zo veel Ryken en Staaten hadden aangeftoken en nog dagelyks beroerden, ge» ïaaid door menfchen die niet fchroomden den geheiligden naam van zyne Majefteit te ge, feruiken, als of dezelve hunne verderffelyke  v e re e nicse nederlanden. 25 oogmerken tot omkeering der Staatsgeffceldheid deezes Lands zotide hebben willen bc, gunltigen , terwyl zy zelfs zig in (laat fielden, om deeze oogmerken gewapenderhand uit te voeren , en daar toe Onderdaanen van zyne Majefteit, in deszelfs Krygsdienst zyr.de, hadden weeten te engag'.eren, waar van de bewyzen, door hunne Hoog Mogenden onder het oog van zyne Majefteit waren gebragt, tot een blyk, hoe zeer men getragt had deszelfs goedheid te misleiden»" „ De Aanvoerers van deeze ongeregeldheden , [zeiden hunne Hoog Mogenden] waren zo onverdraagelyk trots geweest, op de middelen die zy meenden in handen te hebben, dat zy de wettige Regeering, met geweld van hunne Plaatien geftooten hadden , en door hunne Ci'eatuuren hadden doen vervangen , dat zy aan alle Menfchen, zonder onderfche'd van Rang of Perfoon, die niet van hunne party waren geweest, het gewigt van de hardfte dwinglandy hadden doen gevoelen , en zelve zig niet ontzien hadden de handen te liaan aan de Koninglyke Gemalin van den XXII. deel. B Prins  t§ GESCHIEDENISSEN DER Prins Erfftadhouder, wier booge Geboorte en uitmuntende Hoedanigheden , haar tot een voorwerp van eerbied maakten , voor elk Mensch, die eenig gevoel van Eer en Deugd bezat." „ Zulk eene Euveldaad [vervolgden de A'gemeene Staaten ,] konde niet ongeftraft blyven. Zyne Koninglyke Majefteit van Pruis» fent zwaarlyk getroffen door den hoon, zyn Koninglyk bloed aangedaan , in de Perfoon van de prinlesfe zyne Zuster, had dezelve ter harte genomen als hem zelve aangedaan, en had eene gewiguge voldoening geëischt van de Bewerkers dier belediging in de Provinüe Holland. Hunne Hoog Mogenden zeiven hadden herhaalde aanzoeken by de Staaten van die provintie gedaan, om deeze voldoening niet te weigeren, doch de heerfchende Cabale had liever hun Vaderland aan de ysfelykheden van den Oorlog blootgefteld , dan gehoor gegeeven aan de ftem van Recht en Reden." „ De Pruisfifchc Troepen waren dan in Heiland getrokken, om de lang uitgeftelde Vol-  VBREENÏGDE NEDERLANDEN* 2? Voldoening mee de Wapenen te neeraen , de lang onderdrukte Natie had bij die gelegenheid moed gegrepen, haare ftera verhefte zig ter gunst der Wetten en wettige Regeering, en binnen weinig dagen was eene om» keeritig ontftaan, die voor altyd merkwaardig zoude zyn, om dat ze niet firekte tot vergrooting van iemand, maar alleenlyk de Siaatsgefteldheid van de Republiek herfteld bad , op de oude en wettige Grondvesten.'* „ Zyne Pruisfifche Majefteit, wiens Wapenen tot in het hart van Holland waren doorgedrongen geweest, en voor wiens Troepen , de Staaten van die Provintie die aan zig zelfs wedergegeeven waren, bevolen hadden alle Poorten te openen, bevoorrechtte zig eeven weinig van deeze gefleldheid van zaaken, tot nadeel der Staatsgefteldheid , laatende den eïsch der Voldoening over aan zyne Koning» lyke Zuster, welke zig vergenoegd had dat de Staaten van Holland eenige weinige Perfoonen , die het gezag der Regeering, tot fchending der openbaare veiligheid misbruikt hadden> uit de Regeering hadden gefield ** Ba „ Hua-  aS GESCHIEDENISSEN DER „ Hunne Hoog Mogenden zeiden verders dat zy in deeze byzondeiheden niet getreden 2ouden zyn, by aldien ze niet met frnert gezien hadden, uit het Antwoord van 's Konings Ministers, dat de Omwenteling en haare gevolgen, uit een gantsch ander en verkeerd oogpunt, waren belcbouwd geworden." „ Zy moesten zig beklaagen en hooglyk hun misnoegen te kennen geeven , dat dit aan!iemand tot eene misdaad gerekend was, zyne .verknogtheid aan de Verbindtenis van de Republiek met zyne Majefteit te betuigen , deeze Alliantie was het werk geweest van de wettige Regeering, en hunne Hoog Mogenden verklaarden , dezelve heilig te zullen vervullen, zo lang het zyne Msjefteit behaag» de, zig van zyne zyde daar aan te houden, maar het moest tot eene misdaad gerekend worden, het Publiek te bedriegen, met het voorgeeven dat zyne Allerchristelykfte Majefteit de Bondgenoot van de Republiek zoude willen zyn, tegen de Republiek zelve, en alzo de Muitelingen zoude willen onderfteunen, tot omkeering van de wettige Staatsgeileldheid." ,i Hun-  VEREEN IGDE NEDERLANDEN* S$ „ Hunne Hoog Mogenden betuigden die fcbuldig geweest te zyn, aan hunnen eerbied i voor zyne Majefter, die z'Aïs meer dan eens verklaard had, zig niet met de fterke haai I tri de inwendige zaaken van de Republiek te I zullen mengen „ Betreffende verders de Verbonden die hunne Hoog Mogenden, naderhand met de I Hoven van Londen en Berlin aangegaan had1 den, mogten zy niet nalaaren aan te mérken dat, zo wemig als zyne Majefteit zig door j zyn Verbond met de Republiek had willan I ontdoen van de bevoogdheid, om ook met I andere Mogendheden te handelen, en andere I llipulaiLn met dezelven te bedingen, voor zo I verre die niet tegenftrydig waren aan de I ftardgrypende AUiantien, even zo zeer hunne I Hoog Mogenden van hunne zyde ook by die I bevoegdheid gebleven waren , en daar van 1 geen gebruik hadden gemaakt, het welk in | het minfte nadeelig was aan de Alliantie, wnsr in zy de eer hadden, met zyne Majefteit ie ftaan, gelyk hunne Hoog Mogenden zig vleiB 3 den  3o GESCHIEDENISSEN DER den met goede redenen aangetoond te hebben, in haar Antwoord aan 's Konings Gezant, het voorige Jaar gegeeven.'* „ Eindelyk had, £ zeiden de Algemeene Staaten».) het Ministerie van zyne Majefteit, het ftüzwygen van hunne Hoog Mogenden, in het niet opeisfchen der vervallen Termynen, San een verfchiüesde oorzaak toegcfc'nreven, door het zelve aan te zien a's een afftand der pretenfie, daar het alleen geweest was, uit hoofde van zekere omftandigheden, welken hunne Hoog Mogenden deeden denken , dat het zyne Majefteit thans minder fchikken konde dis betaalingen te doen." Neen! hunne Hoog Mogenden konden nooit afftand doen van eene Pretenfie ,. op het JKoninglyke Woord van zyne Majefteit gegrond; Zy moesten blyven verkeeren in het vet trouwen dat zyne Majefteit omtrend de flappen en gevoelens van hunne Hoog Magènden beter onderrigt zynde, geen rede vanbezwaaring meer konde hebben 9 om deszelfs Verbindtenisfen te,-vervullen9 en zy zouden die vervul' Hng  VEREENÏGDENEDERLANDEN. SI Jing blyven afwagten, op zodaanige tyd en wyze als de omftandigheden zulks gevoeglyk zouden maaken." Z. En wat is hier op gevolgt? V. Ik heb u die zo breedvoerig willen verhaaien , om dat zuiks voor zo verre my bewust is, de laatfte Staatshandeling der Republiek met dien Vorst geweest is , want kort daar na zyn in zyn eigen Ryk zoveele gewigtige gebeurenisfen voorgevallen, dat deeze zaak 'er niet alleen door uit het oog verloren is ge. raakt, maar welken ook de oorzaaken ge» veest zyn van den ondergang, en daar op gevolgde fmertelyke dood van dien ongeluk •• kigen Monarch, waar van ik u op zyn tyd nader melding zal geeven. Z. Wat was 'er anders omtrend deezen tyd in dit Gemeenebest gebeurd ? V. Zyne Hoogheid had, als Opperbewind* * hebber en Gouverneur Generaal der West* Indlfche Compagnie , twee Commisfarisll-n benevens een Secreiaris aangefteld, om naar de West*Indien te vertrekken, om verlcheide «taken aldaar ten besten te régelen, en had B 4 van  32 GESCHIEDENISSEN DER van deeze a^nftelHng zo wel als van de deswegens gemaakte fchikkingen , de Algemeene Staaten kennis gegeeven, met verzoek dat hunne Hoog Mogenden deeze aanftelling met Hoogsrderzelver goedkeuring zouden gelieven te vereeren. De Algemeene Staaten keurden zulks niet alleen goed , maar befloten ook tevens , de Gouverneurs en Raaden in de Volkplantingen van Esfequeio', Demerary , Curaeao en St. Eaftatius en omJerhourigeEy» landen aan te fchryven en te gelasten, de voorgenoemde Hoeren Commisfarisfen in derwelver voorgemelde hoedaamgheid te erkennen ,. den inhoud van de Commiifie of Lastbrief aan hen gegeeven op te volgen , en hen in alles de behulpzaame hand te bieden* Z. Welke Heeren waren tot deeze Gom» misfie naar de West-Indien benoemd? V, Tot Commisfarisfen waren aangefte'-d, de Heeren Jr. Willem August Sixte/m tot Gro • yefleins , . Gemagtigde wegens de Proviniia Friesland, ter Algemeene Staatsvergadering, en Mr. Willem Cornelis Boey, Schepen en Raad der Stad Haarlem, en tot Secretaris van. die  V EREENIGDE NEDERLANDEN. 33 die Commisfïe Mr. Rochus van Suchteien, Auditeur Militair van de Krygsbezetting in 's Haage, De Algemeene Staaten had¬ den ook, den negentienden January , op Voordragt van den Raad van Staate een Befluk genomen, omtrend de betaaling van het Krygsvolk, war by goedgevonden werd de Heeren Staaten der byzondere Provinciën te verzoeken , by vervolg orde te fielten op de be« taaling der Militie, en verdere Lasten van de Unie, zo als die vervat waren in den gcwoonen Staat van Oorlog voor het Jaar 1785. en den buitengewoonen Staat van het Jaar 1787. en in het byzonder van de Regimenten Zwiïfers, als mede om aan te houden in de betaaling der Troepen van de Hertogen van Brunswyk en Meklenburg, en van den Markgraaf van Brandenburg Baïreuth, in dienst van den Staat overgenomen. Dat voorts Copie van de Lysten Jder Officieren, dre byaldicn voor het loopende Jaar een flaat was gemaakt, van dezelven zouden zyn gelaaterr». als mede zodaanige Officieren, dre ©p den Ét at* van Oorlog voor het jaar 17^. niet & 5> hasOfai  ■34 GESCHIEDENISSEN DER hadden kunnen worden gebragt , gezonden zouden worden aan de Heeren Staacen der byzondere Provintien, en dat eindejyk aan de Staaten van Gelderland, Holland en Fries* tand, als mede van het Laudfcrnp Drenthe. zouden worden herinnert de Verbindtenisfen, by een afzonderlyk Articul van de Traktaten met den Hertog van Brunswyk, en den Markgraaf van Brandenburg Baireuth aangegaan , alles alleen met voornemen om de zaaken buiten verwarring te houden, in hoop eu verwag, tins, dat eerlang her. werk der Qtiotes zoude gefchikt worden en op eenen vasten voet gcbragr. Z. Maar hoe ging het met die Officieren, welken in den Jaare 1737. gedimitteerd of buiten Dienst gefield waren ? V. Deeze hadden herhaalde keeren Verzoek* fchriften ingeleverd, wegens derzelver gehoorzaamheid aan de byzondere bevelen der toenmaalige Regeering van Holland, en de toegezegde befcherming van hunne Edel Groot Mogenden. De Staaten van Holland namen hier op, den negentwintigfle January,een Be. fluit by het welke zy verklaarden, dat zy  VEERENIGDE NEDERLANDEN. 35 zy Heeren Staaf en, in agting genomen hebbende de verfchillende middelen welken in'jet werk gefield waren, om de voornoemde Officieren tot de gemelde gehoorzaamheid ove* te haaien, en de ongelukkige omflandigheden waar in de meesten derzelven zig daar door gebragt vonden , goedgevonden en ver ftaan hadden, de Heeren Gecommitteerde Raaden temagiigen, om aan de Officieren, welken, uit hoofde van 't Befluit van de Algemeene Staaten, genomen den eenentwintigften November 1787. ter zaake van gehoorzaamheid aan de toenmaalige Regeering van Holland, wa.ien gedimitteerd, de volgende Penfioenen toe te leggen, voor zo verre zy ieder deeze Posten dadelyk bekleed hadden, als: Aaneen Colonel negenhonderd, aan een Luitenant Colonel achthonderd , aan een Majoor zevenhonderd, aan een Ritmeester, zeshonderd, aan een Kapitein vyfhonderd, aan een Kapi. tein Commandant vierhonderd, aan een Luitenant driehonderd, en aan een Sous Luitenant, Colonel of Vaandrig, tweehonderd vyfenzeventig Guldens.''  GESCHIEDENISSEN DER 5J En voords door hen , Heeren S caaten , aangemerkt zynde.dat onder de voorgemelde Officieren zig zommigen bevonden welke alleenlyk waren gefchorst, maar tot nog toe niet ©ntfiagen, om tede dat dezelve by den Raad van Staate niet hadden bekend gefkan, als Officieren van die Corpfen , waar by dezelven door hunne Edel Groot Mogenden waren aangefield geworden, en by de Omwending van zaaken waren dienst doende, hadden dezelven al verder goedgevonden en verflaan , dezelven by deezen voor gedimitteerd te houden, met den elfden February des voorigen Jaars,ten dien einde, dat derzelver Traktementen tot dien tyd toe aan hen zouden worden uitgekeerd, doch van dien tyd af gerekend worden opgehouden te zyn.'' Dat voords aan dezelven zouden worden gegeeven de hier vooren gemelde Penfioenen» nogthans met dien verftande, dat alle Penfioenen, zo aan de reeds te vooren ontflagen Officieren, als aan die geenen, welken uit kragte dezes wierden omflagen zouden gerekend worden na de hoedanigheden, die de- zei-  VEREEN IGDE NEDERLANDEN. 37 zei ven daadelyk hadden bekleed op den acht* ften May 1787. zynde dat de tyd dat df Befluiten over de verfchiilendé begrippen van den Eed , zo ter Algemeene S aatsvergadering, als by de Provintie Holland, waren begonnen genomen te worden. Dat alle de bovengemelde Penfioenen zoud?n gerekend worden ingegaan te zyn met den dag, dat de gewoone Traktementen in de bevorens bekleedde hoedaanigtieden hadden opgehouden, en agtervolgt worden het leven lang geduurende van de geper.fioneerde Perfoonen, ten waare dezelven een andere Post bekwamen , zo veel of meerder dan het toegelegde Pennoen opbrengende, of ten waare zy zig, door wangedrag deeze gunst van hunne Edel Groot Mogenden onwaardig maakten." „ En verders dat de Officieren, welken uk deczen hoofde zouden werden gepenfioneerd, zouden verpligt zyn hunne vaste Woonplaats te houden binnen het Grondgebied van een der Vereenigde Provintien, het Landfchap Drenthe, of de Landen van dc Generaliteit, zoi> 8 ? der  GESCHIEDENISSEN DER der daar 'uit te mogen vertrekken zonder verlof, en dat zulks Jaariyks, by het ontfangen hunner Penfioenen , zoude moeten getoond worden, met verdere magtiging op Heeren Gecommitteerde Raaden, om aan de voor noemde Officieren een Equivalent van vier Jaaren der voorfchrevene Penfioenen, by manier van uitkoop, in eens te mogen betaalen, dus dat alle de Officieren, welken het efïeft van dit Bctluit zouden willen genieten, ten genoegen van Heeren Gecommitteerde Raaden, zouden moeten doen blyken, dat zy, by de Omwenteling vanzaaken, door of van wegens hunne Edel Groot Mogenden gelast zynde zig niet te verweeren tegen de Troepen van zyne Pruisfifche Majefteit, daar aan daadelyk hadden voldaan, en zig niet, op bevel van wien zulks ook had mogen wezen, tegen dezelve Troepen, na dat hen die bevelen van hunne Edel Groot Mogenden, waren bekend geworden hadden laaien gebruiken.Voords dat zy op en na dien tyd binnen Holland, of ten minflen binnen het Gebied van den Staat waren ge- blc-  VEREENIGDE NEDERLANDEN»- 39 bleven, of zig niet daar buiten begeeven hadden , zonder daar toe behoorlyk verlof, of hun ouflag , bekomen te hebben." „ Dat zy eindelyk , zouden moeten verklaaren, niet te zyn getreden in den Dieri§t van eenige buitenlandfche Mogendheid . en ook van dezelve geene Penfioenen, Traktementen, Begunftigmgen ofeenigen Onderftand, direflelyk of indirtclelyk, te hebben genoten of nog te genieten.'' Z. Was dit Befluit met algemeene Stemmen genomen geworden? V. Neen, want de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , nevens de Geraagtigden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle , Enkhui' zen , Edam en Medenblik , begeerden niet toe te ftemmen in het verkenen der bovengemelde Penfioenen, doeh verklaarden egter zig 'er niet tegen te zullen verzetten. De Gemagtigden der Stad Jmfleldatn , hadden voor hunne Magtigers het recht behouden, om zodaanige Aantekeningen tegen dit Befluit te mogen doen, als gemelde Heeren in tyd en wylen zouden meenen te behooren, doch  49 GSSCHIEDE NÏSSEN DER doch de Gemagtigden der Stad Rotterdam beriepen zig op het recht, om des noods zulke Aantekeningen tegen die van Amfteldam te mogen doen, ais zij oordeelden best te zullen voegen. Z. Wat was 'er in deezen tyd in de laatstgenoemde Stad voorgevallen? V. De Regeering der Stad had goedge* vonden de namen van veele P^rfoonen uit het Kerkelyk Alphabsth uit te fchrappen , om nimmer wederom in Kerkendicnst te kunnen worden aangefteld, of daar toe beroepelyk te zyn, vermids deeze Lieden de bewuste ASte yan Qjialificatïe getekend hadden, Leden van den Krygsraad, of Gecommitteerden derBurgerye geweest waren , desmettegenffcaande bleven rer egter eenigen in Dienst, fchoon zy de zo evengeiioemde/f^ onderfchreven hadden, nadien dezelven verklaarden „dat, voor „zo ver het teeken^n van gemelde Acte , „. ten gevolge had gehad het removeeren der „ wettige Regeering, zy daar in niet wilden gerekend worden deel gehad te hebben." Voords was den vierentwihtiglten January ik» i  VEREENIGDE NEDERLANDEN» 4f kere Perruon, die voorheen Bode van zekere So* cieteit geweest was, wegens het vejfpseiden van eenige Boekjes,eerst ophet Schavot te pronk gefield , met een bord voor zyn Borst, waar op het woord Rustverfloorder te ieezen was , vervolgens wierden eenige der voornoemde Boekjes voor zyne oogen verbrand, en hy toen zeer lïrengelyk gegeesfeld. Kort te vooren was de beruchte 'Bocmkweeker Vleier yan Erakei , die zo als ik u op zyn tyd gemeld heb, (*) den jongen Vaandrig de Witte ongelukkig gemaakt had , en federd in het Tuchthuis te Gouda gevangen zat, met nog ecnen Tuchtelins, zyne ge. vargenis ontvlucht. Zo dra zulks ruchtbaar geworden was , had het Hof van HoUand eene premie van honderd zilveren Ducatons beloofd, aan den geenen welken hem weder in de handen der Justitie bezorgen zouden. Z* En is hy wedergekregen? V. Ja, en al zeer; fchielyk, want hy wierd door (*) Gefchiedenisfen der Vereenigde Neder» landen in 1 kort, XIV Deel, Bladz. go".  44 GESCHIEDENISSEN DER. door zijnen Makker, die met hem uit de Gevangenis gevlucht was, verraaden en weder in handen van het Gerecht geleverd, en door den Drost van Holland weder naar Gou~ da gevoerd. Doch laat ons tot zaaken van meer belang overgaan. — De Staaten van Utrecht hadden de verbeurtverklaaring van Goederen , welke in de meeste Provintien reeds was afgelchafr, mede tot een voorwerp haarer beraadslagingen gemaakt, en daar er veelen vooren ook veelen tegen waren, dit punt ter beflisfing van den Prins Erfftadhou» der overgelaaten. Die Vorst had daar op de meeriing van bet Hof van Holland ingenomen, doch het zelve Hof verklaard hebbende,,, da» de verbeurtverklaaring van Goederen, nog daadelyk in de Provintie Utrecht beftond," zo beflistte zyne Hoogheid die zaak ingevolge het gemelde Advys, en fchreef aan de Staaten van Utrecht, „ dat de verbeurtver„ klaring van Goederen in die Provintie als nog niet was afgefchaft, en dat overzulks „ ter laaide Staatsvergadering befloten was, „ den Procureur Generaal aan te fchryven, „dat  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 4J » dat de Raadplegingen tot affchaffing der a verbeurtverklaaring van Goederen, ter bekvvaamer gelegenheid uirgefteld zyude, de„ zeiven zig inmsfchen , gelykvormig de waak„ zaamheid der Wetten konde gedragen.*' Z, Het was egter te wenfchen geweest dat, j daar de redenen van affcbsffing van dit overblyfzel der woeste Eeuwen, niet minder te Utrecht dan in Gelderland. Holland enz. golden, ook in de eerstgenoemde Provincie het Menschlievend voorbeeld van die Provin tien fpoediger had gevolgd mogen worden. V; Te Groningen was de gewezen Predikant te Eenrum. de Heer Gerrit Jacob Geofi> ge Bacot, befchuldigd van zig al te verre in de voorige Staatsonlusten gemengd te hebben, die Provintie ontweken, en was te Bentheim Steinfart eene veilige fchuüplaats op wezen zoeken. De Regeering van Groningen^ welke zig gaarne mees er van geraelden Bacot gezien had, befloot hier op eenen Brief aan de HoogijraafFelyke Regeering van Bentheim Steinfurt te fchrijven, ten einde dezelve te bewegen , hen den voornoemden Predikant we-  44 GESCHIEDENISSEN DER weder in handen te (lellen, doch hoe onge» neigd de Regenten van Bentheim hier toe waren, bleek uit derzelver Antwoord aan de Regeering van Groningen, waarby zy te kenner, gaven , „ dat, boe zeer zy anders genegen waren, en zich ook by voorkomende gevallen bcyverden, om aan hunne nabuurige Vrien. den, alle rechtmaati^e byftand ter handhaving der Justitie te bewyzen, zo zeer had het hen nu aangedaan, dat zy zig thans in de or.aangenaarae noodzaakelykbeid bevonden, om aan de Regeering van Groningen hun ongenoegen en gevoeligheid te kennen te moeten geeven, .over den Imioud van derzelver Misfive, door dien hunne Edele Erncvesten daar by van hen verlangden „ dat zy den gewezen Predikant Bacot die zig te Bentham ophield, en in de „ hooge Befcherming van hunnen doorluchtig»$ flen Landsheer zig had begeven , wegens de misdaaden waai; van hy befchuldigd wierd, als ,, een beruchten Booswigt, in Perfoo,i dceden ,, vasdiouden.zyne Goederen en Papieren', die „ hy by zig mogte hebben in veilige bewaaring teneemen, en de Gevangenen aan hunne Edel u Erat*  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 45 „ Erntvesten ter welverdiende ftraffeover te Ie» „veren, beioovende daar tegens de daar op te „ vallene Kosten te zullen voldoen ," met de voor hunne Regeering, fals zynde een gereg. tigheidminnend en onfchuld befchermend Collegie,] zo zeerhoonende by voeging: dat kunne EdelErntfesten de uitgeloofde Premie van Duizend Caroliguldens aan den geenen dien zy tot vermeld Exploit zouden moeten gebruiken , insgelyks zouden betaalen.,% „Waarlyk ("vervolgden de Regenten van Benthehn,) de Heeren van Groningen moesten in de daad zig een elendig denkbeeld van de Duit* fche Rechtspleeging in 't gemeen, en byzonder in Crimineele Zaaken, waar het op Lyf en Leeven, Eere en Goed van den Befchuldigden zonde aankomen, vormen, wanneer dezelven geloofden , dat een Coilegie van Justitie zoude bevoegd zyn, op enkele nog onbewezene befchuldigingen, een Man, die een Eerampt had bekleed, en zyn Vaderland egter, wegens de daar in ongelukkig ontftaane inwendige Beroertens had moeten verlaaten, en vreemde befeberming gezogt,  ifi GESCHIEDENISSEN OER terftond op blootc Brieven van opeisfching, zonder dat eenige, men zwyge klaarblykelyke en onwrikbaare bewyzen, daar by gevoegd waren , te mogen vatten, en dus dezelven aan 'de Eisfchers over te leveren, om hem aan de Eisfchen en Befchuldigingen van den Fiscaal bloot te (tellen. De Duitfche Gerechtshoven bezaten eene gantsch andere denkwyze by bet uitoerTenen van gerechtigheid , en vorderden voor al zulke duidelyke en wettige oorzaaken tot gevangenneeming van een Man die een Eerampt bekleed had, dat de klaare bewyzen volgens Rechten, voorhanden moesten zyn, dewyl enkele Befchuldigingen van een Fiscaal hen daar toe geen recht konden geeven. Zodaanige wyze van Procedeeren zoude immers by alle weidenkenden een afkeer voor de Rechtsoeffening te wege brengen." •» Zy (Regenten van Bentheim,') hadden dierhalven van hunne Edele Erntvesten bil— lyk verwagt , dat by aldien dezelven, den Predikant Bacot der Corporeele dpprehenfie , en uitlevering waardig hielden, zy als dan de oor»  VER EEN I ODE NEDERLANDEN. t\f oorzaaken zyner misdaaden , benevens da middagklaare en onwraakbaare bewyzen zyner voorgaande Euveldaadcn, zo als na Justitie vereischt wierd, hen zouden voorgelegd hebben, ten einde zy zich daar door, wegens hunne handelingen in deezen, telkens vo^r de gantfche Waereld mogten kunnen verantwoorden. Edoch van dat alles was nogthans in hunne Edele Erntvesten Brief ter opeisfching van Bacot niets te vinden» Dezelven fmaakte dan veel meer naar eene willekeurige uitoeffening van gerechtigheid, en was te zeer op klinkende woorden, zonder zaaken, gegrond, als dat zy zig daar aan zouden hebben kunnen of mogen gedragen." „ De Regeering van Benth:im betuigdeon> dertusfchen het grootfte aandeel te neemen, over de verdeeldheden en de daar uit ontftaane inwendige onlusten der Vereenigde Nedsi landen, ook verklaarden zy tevens dat zyne Doorlugtigheid , baaren Grootmoe, digften Landsheer, tog nimmer een wezcndlyke misdaader, die gerechtelyk overtuigd en der ftrafFe ontvlucht was, in Hoogst deszelfs JLand-  -1 4$ GESCHIEDENISSEN DER Landsheerlyke befcherming op of aan zoude nee* men. Als Landsheer nogthans (vervolgden de Regenten van Beniheim ~) was Hoogstde* zelve verpligt zyne Landen op alle mogelyke en betamelyke wyzen, do' r verleende befcherming aan ongelukkige Vreemdelingen, die tot hem hunnen toevlucht namen, te verryken, te bevolken, en duszynen Burgerhaat, zo veel doenlyk, in vollen bloey te brengen. Waar in Hoogstdezelve de menigvuldige en dagelykfche voorbeelden, zelfs van de Vereenigde zeven Provintien, was opgevolgd, want dèwyl deezen meenden geregtigd te zyn , de uit de eene Provintie in de andere gevluchte ongelukkige Ingezetenen in hunnen Bar» gei Haat aan te neemen , zo had zyneHooggraafelyke Doorlugtigheid, als een Duitfche Ryksftand, zig zo veel te meer bevoegd gehouden , ongelukkige Nedetlandj'che Ingezetenen , in zyne befcherming, en gelyk als Leden van zynen Burgerftaat, insgelyks op en aan te neemen, als mede ben tevens van alle Landsheerlyke befcherming te verzekeren, en daar in zelfs het voorbeeld van zyne Doorlugtige Hoog-  VER.se NIGBE NEBER LANSEN» 4,9 •Hoogheid, den Eifftadhoudcr van Neder» land\ in zyne Duhfchs Staaten . na te volgen." ,, Dus zouden zy, (Regcerers van Bentheim,'} als een door hunnen Landsheer aangefteld Coilegievan Justitie en Regeering, zeer tegen hunne pligten handelen, wanneer zy, het belang van bun dierbaar Vaderland, uit het oog verliezende , daar tegen rechtsreeks aangingen, en den predicant Bacot aan hunne Edel Erntvesten, als eene-n Mis* daader zouden willen overleveren, daar hy evenwel tot nog toe van geen de minfte f?uvellaaden was overtuigd geworden." „Deeze geleerde Man, (vervolgde de Regeering van Bentheini) had# toen hy zig in 't laatstleden Jaar derwaards begeeven had, mondeling te kennen gegeeven, dat hy voor de vervolgingen van zyne Vyanden zig niet vei,» lig hield, om dat hy voorheen de toenmaalige beveelen der Heeren Staaten van Siade/t Lande, welke hy origineel vertoonde, ge* trouwlyk agtervolgd had , waar na zyne Hoog,* graafelyke Doorlugiigheid hem ook in zyne XXII. DEEL* C be*  50 GESCHIEDEN ISSEN OER befcherming, en als een Ingezeten der Stad en Graaffchap had op en aangenomen. Ver» volgens had hy zig namaals fchriftelyk by hunnen Landsheer, ten dien einde gevoegd, en alzo thans te Bentheim zyne verblyfplaa»s verkregen, en moest gevolgelyk, indien hy van eene Misdaad befchuidigd zoude kunnen worden , niet by hunne Edele Erntvcsten, maar te Bentheim by zyne YVettire Overheid, gerechteiyk worden aangeklaagd. En gefield zynde dat Dom. Bacot, gelyk eeniwezemilyke Misdaader van zyne Euveldaaden overtuigd, der ftrafTe was ontvlucht, dan waren hunne Edele Erntvesren wel bevoegd geweest, de Regeering van Bentheim met en benevens de mededeeling der volledige Aclen , om zyne uillevering te verzoeken , doch nooit zouden hunne Edele Erntvesten het hebben durven wagen, de Regenten van Bentheim door eene premie van duizend Caroli Guldens* tot eene hande'irg te willen verleiden, wanneer dezelven zig overreed hadden gehouden, dat die regtvaaidig was," „ Thans egtef, terwyl hunne Edele Ernr- vesM  VEREENIODENEDERLANDEN. 51 V&sten geen eenigen grond van Rechten vooc zig hadden, of immers in derzelver Brief van opeisfching niet ophaalden, waar op dc Regenten van Bentheim zouden kunnen of mogea befiuiten , om den Predikant Bacot over te leveren, zo was het zo veel meer belediging voor hen , wanneer de Regeering van Groningen geloofde, dat zy, als Mannen van Eere, voor eene aangebodene premie vatbaar waren , en op zulk eene wyze konden of mogten over» gehaald worden, om het Leven, Goed en Eere van iemand hunner Ingezetenen in de waagfchaal te Hellen. Neen, ( voegden zy hier by) wy zyn Duitfche Mannen, en blyyen Jïaudyastig aan onze Pligten getrouw. Voords einuigden zy met te verklaaren, „dac indien de Heeren van Groningen hen overtuigend konden bewyzen, dat de Predikant ^■«tfwezendlyk een zodaanigen Booswigt ware, als waarvoor dezelven hem hadden opgegeeven , en zy zeiven vervolgens naar de Regelen van Jus'.tiie bevonden, dat daar in eene volkomene onpartydigtieid had plaats gehad , zo zouden zy, na bevind van zaaken, niet naC a la»-  52 GESCHIEDENISSEN DER ïaatert, zulk eene fchikking daar over te Tnaaken,als zy vermeenden met hunne Plig« ten overeentekomen." Z» Ik denk niet,dat deeze Brief de Heeren van Groningen veel gefmaakt zal hebben ? V. Midlerwyl kreeg men nit Spanje tyding, van het overlyden des Konings Karei de Der, ete, welke te Madrid, in den ouderdom van drieënzeventig Jaaren, in het laatst der voorgaande Maand, teu grave gcda Jd was. Hy was de oudfte der nog leevende Koningen, en was geduurende zyn veertigjaarige Regeering, aityd een Vriend der Staaten geweest, wesbalven ik niet heb kunnen nalaaten , u één enkel woord van zyn dood ie melden , te meer daar hy in vroegere Jaaren onder den naam van don Carlos, ia de Gefchiedenis van Europa, en dus ook hier te Lande, zeer bekend geweest is. (*) Thans begon «ok het vuur van misnoegen, en oneenigheid in (*) Gefchiedenisfen der Vereenigda Neder* tanden in '£ kort, X Deel.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 53 mi het nabuurige Braband, het welke al eenigen :yd gefmeuld bad, heviger te ontbranden, cn kondigde aldaar ook de gewigiigfte Gebeurenisfen aan, te meer daar den Keizer Jofephas de Tweede goedgevonden had, den zevenden January dezes Ja.ars alle de Privilegiën van dat Hertogdom te vernietigen. Z. Wat bewoog zyne Keizerlyke Majefteit tot zulk een hard gedrag? V. De weigering van de gemeene Onderfhrndgelden, waar toe de derde Staat overgegaan was, zonder dat de twee eerfte Leden de minfte poogingen gedaan hadden, ora orde daar in te (tellen, „ zulks had, (zeide „ de Keizer) alle zyne verontwaardiging op „ moeten wekken , en noopte hem, om vaa „ dat oogenblik af, alle de toegeeflykaeden w voor de Provintie van Braband te herroe- pen, die hy haar belezen had, en vooral „ die van de vergetelheid , wegens alle het voorgevallene in de jongde onrusten , # weike hy haar in goedgunftigheid had toe» ^ gedaan." Ingevolge van dit alles verbood zyne Ker,« C 3  54 GESCHIEDENISSEN DER asrlyke Majefteit aan zyn Generaal Gouvernement , hem verder eenige genade, hoegenaamd , te vraagen , het zy voor die van den Burger, het zy van den Geestelyken Stand, der voornoemde Provintie, of ecnigen van ren in fhnd te zetten. Voorde fchortte hy alle laatere benoeming tot de Brabandfche Abttyen op , en zyn Generaal Gouverneme^ moest, geÜerkt door den Militairen Arm, ten fteritfien onderzoek doen , naar de Perfoonen van alle Ciasfen, en Beroepen in de voorgemelde Provintie , welke in de jurgP.e Troebelen zig fdmldig gemaakt hadden, met -de Daad, roet Woorden of door Gefchriften, ten einde hen te ftraS'e», zodaaoig als dien Vorst, naar de gelegenheid gepast zoude oordeelen. 's Keizers verklaaring eindigde met deeze nadrukkelyke woorden: „ na de wei» „ gering, die Gylieden u hebt durven ondery, ftaan van te bewilligen in de Ondertand* „ geiden, die billyk en onvermydelyk behoo„ ren opgebragt te worden, tot onderhoud „ van het Publiek Beftnur, ftaat u geens„ zins mier vry, in eenige zaak, de blyde ,, in-  VEREEN16DE NEDERLANDEN. 55 ,, Inkomfte in te roepen, achtende ik my „ niet langer tot dezelven verbonden, ter,, vvyl Gylieden, het van uwen kant, als ge- trouwe Onderdaanen, aan my verfchuldi§» „ de, hebt durven ter zyde Hellen." Z. Wat meende zyne Keizerlyke Majeftejt met deeze blyde Inkomst ? V. Dus worden de Voorregten van het Hertogdom Braband genoemd , weiken zo wel door het Volk als den Landsheer by zyne Inhuldiging moeten bezworen worden. —-— *s Keizers bevel wierd vaa wegens het Generaal Gouvernement in alle de Steden van Brabanl aangeplakt, met aanfchryving van hit zelve, dat nademaal zy boven dien onderligt waren, dat men zonder eenige de minite onthouding voordging met zeer berispelyke Gefprekken te houden , die tevens ftrydig wa* ren met het ontzag, 't welk men aan zyne Majefteit en aan deszelfs Gouvernement, verfchuldigd was, zo verwittigde het Gouvernement hen, dat zo wel de Civiele als de Militaire Officiers bevel hadden, om, daar op met de allergrootfte zorg te letten, en dat C 4 het  56 GESCHIEDENISSEN DER bet de wil van het Gouvernement was, dat de Magiftraaten tier Steden, zonder uitflel een Bevel decden afkondigen, orn op nieuw te verbieden aüe byeenrortingen en alle hoegenaamde bewegingen, ftrydlg met de orde óf algemeene rust, en op dat, (dewy! men aan de vredelievende Inweoncrs de rust verzekerde} dewelke »y zoud;n blyven genieten, indien zy zig wel gedroegen,} het Ge-meea intusfehen onderrigt wlefd, dat by zo verre het fcelve voordging inflrafbaare Gefprekken en andere Bewegingen , of dat men , uk hoofde van te doene onderzoekingen, ingevo'ge de bevelen van zyne Majefteit, eenige tegenfUnd of belemmering ondervond, de fchuldigen, ten eerden vastgehouden, en in de Gevangenis 'gcbmgt zouden worden." Z Wat deeden de Brabanders hier tégen t V. Zulks zal ik u in 't vervolg melden, cn u thans eenige zaaken verhaalen, die ons meer van naby beiroffen. Vreemd was cm: end dezen tyd het Verfcbynzel, .dat zig door eetitn zwaaren Ysgang in de Rivier de Waai  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 57 W&al opdeed. Het Ys het welke in deeze ftrenge Winter en nypendc Koude vry fterk geweest was, had zig in gemelde Rivier, by het Dorp Doodemvaard, des nagts van den drieentwintigften January losgerukt, en was met zeer veel geweld aldaar, by de Kerk, op den Dyk gefchoven, ook was de Rivier, by het niet verre af gelegen Dorp Ochten ook in beweeging, waardoor de Dyk, tegen welken de ftroom geweldige Ysfchotfen aanvoerde , geoordeeld wierd in eene gevaarlyke otnftandigheid te zyn. Gy kunt ligtelyk begiypen, hoe zeer zulks de Ingezetenen en nabuurige Landlieden bekommerde, in welker geheugen zig de aakcligeTooneelen en Verwoestingen van den droeven Watersnood van den Jaare 1784 verlevendigde, O) te meer daar de Waai. die voor en boven Nimwegen dryvende geweest was, zig weder eeven beneden die Stad» door eene ftopping gezet had 3 en het Water aL> CJ Oefclüsdenhfen der Fereenigde Neds^ Uknasain 't lort. XIV Deel, BJad^ai^  GESCHIEDENISSEN DER aldaar binnen één etmaal honderd en agttien duimen ingelopen was, en van daar rot eevèn boven Dodenwaard nog met vakken vast zat. Z. Het is geen wonder dat zulks vry wat ontfteltenis verwekte. V, Dien zeiven namiddag om half een uur, raakte de Rivier voor de Stad Thiel in beweeging. en dreef omtrend een kwartier uurs, dan beneden de gemelde Stad nog vastzittende, Tehoof dezelve wederom toe. Een half uur kater ging de Rivier by de twee bovengenoemde Dorpen, met zeer veel geweld los, en de ftroom voerde het Ys met zo veel kragt tegen den Dyk , eeven boven het Dorp Ochten, (en flegts weinig roeden benevens de plaats daar in den Jaare 1784. een der meest fchadelykfte doorbraakengeweest was,) aan, dat bet zelve meer dan vyftig voeten hoog, van den voet des Dyks gerekend, op een ihpelde, den geheelen kruin des Dyks eenige roeden lang bedekte , en de verbaazendfte vertooning opleverde , die immer in deeze ftreeken gezien was, en welke een ie-  XXII.B.PLIL ZWAASEN YSGANG IK BE WAAL .   VBR'EENIGDE NEDERLANDEN. 5J> iegelyk die dezelve zag, met de uiterfte verwondering vervulde , als hebbende nimmer zulle een treffend gezicht van eene diergelyke natutirlyke Ysberg befchouwd. Inmiddels was de geheele kruin des Dyks, door deezen geweldigen aanval byna afgetrokken , en de» Dyk in bet uiterfte gevaar van door te bree» ken gebragt geworden , doch door de zorg en waakzaamheid van den Dykgraaf, wierd hier fpoedig in voorzien. Ruim zeventig man wierden do^r hem in het werk gefield, oan een berm tegen den Dyk op te werpen, welke 'zeer ras tot de boogie des Dyks gebragt wierd , en dezelve daardoor verzekerd. Geduurende dien geheelen dag bleef het Water voor de Stad Thhl langzaam aan het wasfen, doch des avonds om zes uuren, wies het water zo geweldig, dat bet zelve 's nagt,s flegts weinige duimen minder aangroeide, dan in den noodlonigen morgenitond van den eerften Maart des meergemelde Jaars 1784. By deeze omftandigheid fleeg de angst ten top, en men verwagtte alle oogenbiikken dat de Dyken bezwykea zoudèn , doch wen de nood C 6 op  €&, GESCHIEDENISSEN B3R op het hoogst was, gaf God uitkomst, de Rivier raakte los, dreef door en voerde al het Ys , het welk voor en eenige tturcn boven Thiel gezeten had, mede. Den volgenden dag dreef weder zeer zwaar Ys voorby de genoemde Stad , en 't water wies ook tot eene geweldige hoogte , tot dat de Rivier by Farik los gegaan zynde, bet zelve wel vyftien voeten vallen deed, waar doormen van alle vrees verlost, en het gevaar geheel t» boven was. Z, Hoe was het met de andere Rivieren in •ns Vaderland gefield geweest? V. Tasmelyk wel, behalven dat te Maas." lommei, eene Sluis, door de kragt van 'c water, weggedreven was, waardoor eenige Dorpen in het Amyt tusfchen Maas en Waal onder gelopen waren, doch deeze fchade was gering, in vergelyking van die welke de Dyken in Zeeland geleden hadden , alwaar het 'er zo ellendig uitgezien had, dat men de fchade aldaar geleden, op meer dan een Miliioen Guldens begrootte. Z. Maar  VES.EENIGDE NEDERLANDEN. 6 a Z, Maar wat was 'er omtrent de Stsatszaaken geduurende dezen tyd voorgeval'en ? V. Hunne Hoog Mogenden hadden in deMaand February , aan den Heer Marron, welke Predikant in de Kapelle van den Staatfchen Gezant te Parys geweest was, en var* welken wy reeds in een onzer voorige Saamenfpraaken melding gedaan hebben, (*) eindelyk zyn volkomen ontflag verleend, en federd heeft dien Heer, welke in Frankryk bleef, het Leeraarsarapt by de Protestant» fohe Gemeente te Parys waargenomen. Niet lang hier na omringen gemelde Staaten eenen Affcheidsbrief van den gewezen Franjchep Gezant in 'i Haage, de traaf de St.Priest, waar by hy te kennen gaf, „dat het den Ko- ning zynen Meeste? behaagd hebbende s hem v Gezant, in zynen raad te roepen , in hoedaanigheid van zyn Minister van Staat,hem „ gelast had van hunne Hoog. Mogenden af- ,,fchdd (*) Gefchiedenisfen der Vereenigde Neder» landen in 't hort. XXI Deel, Blads. 14e»  6l GESCHIED Ï"N ISSEN"DER „ fcheid te neemen, door het overzenden van >S zyne Brieven van de terugroeping. Dsr het t» hem Gezant, voords tot een overgroot leed„ wezen ftrekte, dat hy zig in de onmoog. „ lykheid gefield zag, om in Perfoon die laatfte verrigting van zyn Gezantfehap ter „ uiivoer te brengen, en dat hy by dat „ Leedwezen nog voegen moest, dat hy gee„ ne gelegenheid gehad had, om in een Jan. „ ger verblyf by Hunne Hoog Mogenden , ,, derzelver vertrouwen te verkrygen , en „ hen te overtuigen van zynen yver om de f, genegenheid, welke zyne Majefteit de Re„ publiek toedroeg , aan te kweeken. Die yver (eindigde de Gezant,) was en bleef „ onveranderlyk, en hy verlangde vuuriglyk „ naar de gelegenheid, om hunne Hoog Mo,, genden daar van te kunnen overtuigen."— De Algemeene Staaten vonden hier op goed dat een Brief van Recredentie, in behoorlyke form aan den Heer Caillard, waarneemenae de zaaken van het Hof van Verfailjes by deezen Staat, zoude worden ter hand gefield, en voords aan gemelden Graaf de Su Piiest, het  VEREENIGDENEDERLANDEN. 63 het gcwowe Gefcherk van eeren gouden Ketting enMedailje, ter waarde van zesduizend Guldens, en een van zeshonderd Gui* dens aan zynen Geheimfchryver. Z. Benoemde de Koning van Frankryk geen ander Heer tot zynen Gezant by den Staat? V. Ja, zyne Majefteit gaf eenigen tyd laa. ter te kennen , dat hy den Markgraaf van Osmond tot zynen nieuwen Gezant by de Algemeene Staaten benoemd had. Mid- lerwyl had de Regeering der Stad Utrecht in de Maand February, vonnis gellagen tegen drie haarer Inwooneren , naamlyk de Heeren Ondaatje, Lieberherr en van Lidt de Jende Junior, van welken wy in onze voorrge Gefprekken meer dan eens melding gedaan hebben. By hun vonnis wierd verklaard, „ dat 9, zy het Crimen Laefae Majestatis of Maje* n fteitfehennis begaan hadden, en mitsdien ,, eerloos en onbekwaam tot eenig Ampt of „ Officie, voords gebannen uit de Stad Utrecht en derzelver Vryheid, mitsgaders uit de ja, noog» Hecrlykheid Frees'wyk , anders ge- naauié  ^4 GESCHIEDENISSEN DER »> naamd da Vaart, geduurcnda hun geheels M leven, wordende boven dien , ten behoeve „ van den Lande, verbeurd verklaard alle j, hunne Goederen , welken zouden worden », bevonden over te fchieten, boven de kos» » ten en mi feu van Justitie, alles onvermin„ derd zodanige verdere lyfftraffe, indien zy „ in batden der Justitie zouden geraaken, ah „ ter zaake van hunne voorfchrevenc mis„ daad, zoude bevonden worden te behoc- ren." Eenige tyd laater fprak het Hof van Utrecht ook de Vonnisfen uit over eenige gewezeoe en tfians zig buiten 's Lands. onthoudende Leden der voorige Regeering, naamlyk de Heeren J. yan Amerongen, verkozen Raad , Bs G.van Boetzüaaryan Langerak, befchreven in de Edelen en Ridder, ifcbap, Eyk en de Ridder, gs wezen Burgemeesteren der Stad Utrecht, Mr. Johan Fre. éerik van Senden, Mr. gan Corel Smis/aart en Uï.Jacob van Haaftext, Gewezen Raaden in de Vroedfchap, van Utrecht, welke Heeren feefchuldigd wierden van de Inkomften van den Staat vervreemd, zig tot Soevereinen van de- Fi'O»  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 6'5 Provintie opgewurpen en gewapend Volk m dezelve gebragt te hebben , al waarom dezelven ten eenwigen dage uit de Provintien van Utrecht , Holland en Friesland gebannen wierden , met verbeurdverklaring van alle hunne Goederen , ten voordeele van den Staat, behoudens verdere flraf aan Lyf enLeven , byaidien zy ten eenigen tyde in de banden der Justitie geraaken mogten. — Voords was ook by de Staaten van Utrecht befloten, Brieven van kwytfcheiding te verkenen , aan de Heeren Mr. Barman de la Bcjf-'cour en Mr. Willem van Dam , wegens de voorvallen in de voorledene Onlusten , mids eene verklaaimg tekenende wegens hun vervolgens te houdene gedragen onder betaalir.g van zekere Boete, door de Heeren Staaten *s Lands van Utrecht nader te bepaalen. Z. Dus moeten de Heeren van Utrecht begrepen hebben dat de twee laatstgenoemde Heeren zo fchuldig niet waren dan de eerstgemeiden. Doch hoe was het inmiddels in Braband toegegaan, zat men daar thans ftü? V, Vare van daar. De Staaten van dat Ge*  66 GESCHIEDENISSEN DER Gewest hadden een Smeekfchrift by den Kei* ^arer doen inleveren, waar by zy, na bun ge* drag ten o/^igte van zyne Majefteit zo veel niogelyk verfchoont re hebben t dien Vorst verzogten , „ te willen gedoogen dat zy eenige Perlbonen uit de drie OrJens van Staat aan zyne Majefteit mogten afzenden , om Iloogstdezelvcn re fineeken , niet alleen van te willen aanneemen de hulde, die zy hem voorloopig toebragien van alle de vermogens zyner Onderdaanera, maar voor al aan zyn Volk, zyn GoedgunfUgheid > Goedhartigheid en Goedertierenheid, in alle derzelver uitgeftrektheïd te willen wederfchenken , inzonderheid nog van aan dat Volk te willen laaten de ongekrenktheid van deszelfs Staatswetten , onder welker zachren invloed het zelve z'g, federd zo veele Eeuwen gelukkig bevonden had.'' Dit vertoog was egter vruchtloos , Keizer Jofephus wa* niet te bewegen om de Staaten van Braband eenige gunstbewyzen toe te ftaan, even zo min als aan die van Henegouwen, dewyl zyne Majefteit openlyk verklaarde zig niet langer tot de Regten en Voor-  VEREEN IGDE NEDERLANDEN. &} Voorregten van laatstgenoemde Provintie verbonden te agten. De Staaten van Henegouwen niet begeerende voor den Keizer onder te doen, en het gemor en de geest van tweei dragt algcmeener wordende, deed zulks het Gouvernement Generaal befluiten, om ftrtkte bevelen naar verfcheide Plaatfen, en inzonderheid naar Namen, te zenden, red einde een gedeelte van de Krygsbezetting: dier Stad naar Bergen te doen trekken, ook wierden naar gemelde Hoofdftad dier provintie, ook Commisfarisfen gezonden om de Staaten uit een te doen gaan, en 's Keizers bevelen iïriktelyk te doen agtervolgen. Z. Dus fcheen in die Landftreeken ook alles gefchikt om een Burger Oorlog te doeii imbaiften. V. Midlerwyl zulks in de Qosienrykftfie Nederlanden voorviel, had de Keer en Mr.J. G. van Oldeniarneveld, genaamd Witte Tul. Hng, van de Algemeene Staa-ex zyn omfjag verzogt als Advocaat Fiscaal van. de Genera* ïiteirs Landen , welk gewigtig Ampt hy nu omtrend twintig Jaaren bekleed , had. Hun Hoog  68 GESCHIEDENISSEN DER. Hoog Mogenden voldeeden eerlang aan zyn verzoek» en fielden de Heer en Mr» .Matheus yan der Pot, in deszelfs. p'ants tot Advocaat Fiscaal van de Admiraliteit aan, Niet lang na deeze verrigting kwam de Regeercnde Vorst van Nasfau Weiibarg , Zusterszoon vm den Prins Eïfftadhauder, reet deszelfs Gemalin en oudfte uster in deeze. Landen aan» Zy namen den vierden Maart bun intrek ten Stadhouderlyke Hove , en den volgenden dag gaf gemelde Vorst kennis van zyne aankomst arm den Voorzitter der AU getneene S aaten, den Heer yan Schehinga, welke Heer ook dien zelfden raiddag een plegtig tegenbezoek by dien jongen Vorst af. L-idde. In 't laatst der Maand Maart gaven deeze Vórftelyke Perfootien een bezoek aan de Stad .Amfteldam, wervvaards zy met het Binnen] icht van den Prins van Oranje, den negénentwinugflen van meergemelde Maand aank wamen, en hun intrek in het Logement het Wapen van Amjleldam namen. Den volgenden dag bezlgtigde dit aanzienlyk Gezel» fchup het Oude Mannen* en Vrouwenhuis f het  VEER ENIG DE NEDERLANDEN. 6^ het Gasthuis en ardere Stads Gebouwen, en gingen omtrend twee uuren des namiddags naar het Stadhuis , bezagen het zelve en wierden aldaar door de Regeering op een deftig Collation onthaald, vervolgens bega', ven zy zig omtrend zes uuren naar den Hol» landfchen Schouwburg, fjiepen dien nagt weder in hun Logement, en keerden den volgenden .dag terug na 's Gravenhaage. Wy zullen dit Gefprek befltiiten met een Voordel, het welk den Prins Erfftadhouder den zeventienden Maart ter Algemeene Staatsvergadering gedaan had. Z. Wat behelsde het zelve ? V. Zyn Hoogheid ftelde eene vermeerdering der Zee- en Landmagt van den Staat voor, vergezeld van een uitgewerkt Plan, door den Vice Admiraal Reinst , en den Schout by Nagt 'Kinsbergen , op vordering van gemelde zyne Hoogheid gemaakt , nopens het gebruik dat zoude kunnen en behooren gemaakt te worden van de lommen der Penning&n, die voor het Zeewezen op «ten Staat van Oorlog zouden gebragt worden»  79 0BSCHIEDENISS2N DER den, midsgaders een nader Plan ter verbetering der Landmagt , volgens welk eene vermeerdering vanTrotpen, door zyne Hoogheid wierd voorgeflagen, van minder kosten en minder belang dan de vocrige, en welke *.ig bepaalde tot het vermeerderen der Regimenten Cavalleryen Dragonders met tweeen■tagtig Hoofden, en eeven Z3 veel Paarden, het aanwerven van een nieuw Regiment Dragonders en een van Huzaaren. Voords tot de vermeerdering der Holland fik e Gur.rdes te voet, met honderdeenentagtig Hoofden, en de gewoone Regimenten Voetvolk met vierhonderd diieentagtig Hoofden , en eindelyk het aanwerven van een Batailjon Waaien , waarby dan , ingevalle het derde Regiment van den Vorst van Waldek herwaards mogt ontboden worden, en zig hier bevinden, nog zevenhonderd eenenzeventig Hoofden zouden komen. De geheele vermeerdering zoude dus volgens zytrè Hoogheids rekening, vyfen. twintig honderd Mannen bedragen , en na opgave der kosten dier vermeerdering zeide zyne Hoogheid, n dat hy het agtte van zyne P!i^  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ?I pligt te zyn, op het kragtigfte te moeten betuigen, dat geene verminderingen in het Plan, zo als het zelve was leggende, mogten plaats hebben, dewyl Hy met een gerust gemoed konde verklaaren, dat na dat het Plan zou» de zyn befloten, zo als het zelve was le;gende, de Premieren nog naauwelyks tegen eenen eerften aanftoot zouden kunnen worden beveiligd, en dat het getal van het Leger van den Staat, nog merkelyk minder zoude zyn, dan het getal , hetwelk de kundigfle Generaals, die in 's Lands dienst geweest waren, altoos hadden geoordeeld dat in Vredestyd behoorden te worden onderhouden, en waar toe zyne Hoogheid zoude hebben voorgedragen gehad, ware het niet geweest dat de Finantien der Provinden, thans niet toelieten, om zig daar mede te b,ezwaaren,M non*  HONDERD en VIERDE GESPREK. i N H o u d. Vonnis tegen den Generaal yan Rysfel, en den Colonel yan de Poll. Verzoekfchrift yan den Generaal yan Rysfcl aan de Staakten yan Holland. Bejluit der Staaten yan Bolland wegens deeze zaak, - " Vonnis tegen de Heer R. L. Bouwens. —• Var zoek» fchrift van den Heer Visfclier te Utrecht. — Vonnis tegen den Predikant Bacot. Vonnis tegen Wybo Fynje en Gerrit Paape te Delft. ——— Vonnis over den Zeekapitein Braak* —— Advys der Stad Gouda, in ie zaak yan den Hoogleeraar Voorda. Ad» yys  VERS'SNlODfi nederlanden. 7% -yys der Stad Amfieldam in dezelve zaak, — Sterfgevallen van geleerde en yoornaame Lieden , als van de Heeren Camper, Lyonet en Brugmans> Verklaaring der Algemeene Staaten aan het Hof van Denemar. ten, Brief yan Prins Ferdinand yan Brunswyk aan de Algemeene Staaten. Antwoord op denzelyen. ——~ Ongeregeldheden op eenige Plaatfen in de -provintie van Utrecht, —— Vonnis over C.yan den Burg, Burgemeester te Bolswaard, *- Ope* ning der Nationaale Vergadering in Frank* ,fy/ct —Vervolg der onlusten in Br eiland. ——— Onverwachte Overflrooming in Gelderland. —— Schaarsheid van gereed Geld in Holland, — Duurte der Graa- ■nen, Beweegingen te Amfleldam.—— ■Gewaande Piofeet aan den Overtoom buiten de -Stad, —— Amnestie u Groningen» Zoo*. W.ar zullen wy dit Gefprek nu mede beginnen? Vader. Met onaangenaame zaaken, die ik &XII. dr.el. D eg-  ?4 GESCHIEDENISSEN DER egter niet voorby kan u te melden , als zynde nog de droevige gevolgen van de voorige Onlusten , en daar op gevolgde Staatsomwenteling , die voor vcele Lieden zo ongelukkig geweest is, dat zy nog lang de naweeën van dezelve gevoelen zullen. Doch ter zaak, —■ Het was den negentienden Maart van het Jaar 1789, dat by den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, de Vonnisten wierden uitgefproken tegens de Heeren Albert yan Rysfsl, gewezen Generaal Majoor van de Infanterie, en Commandeur van het Fort St. Andriés, en tegens Gerard yan de Poll, gewezen Colonel Commandant by het Leger van den Staat, „ waarby dezelven gecasfeerd wierden van alle hunne Militaire Bedieningen, Igeene uitgezonderd , J ten dienfte van den fcande bekleed. Voords de eerstgemelde voor meineedig , eerloos en onbekwaam verklaard, de tweede egter alleen onbekwaam» doch beide om den Lande immep of ooit, in eenige hoedanigheid, hoe ook genaamd, te kunnen dienen, wyders beide ten  VEREENICDE NEDERLANDEN. 75 ren eeuwigen dage gebannen uit de zeven VcrecnigJe Provintien, her Gebied van de Generaliteit en alle Plaatfen reet Troepen van den Staat bezet, «onder ooic voeder daar in te mogen komen, op boete van zwaarer ftraffe, cn eindelyk gecondemneert in de Kosten en Mifen van Justitie, midsgaders in die van den Procesfe enz," Z. Bevond de Generaal vm Rytfd zy nog bier te Lande, toen dit Vonnis over hem geflagen wierd? V. Neen, hy was zyn Vaderland reeds ontweken, en bevond zig toen in Frankryk, van waar by eenige weeken na zyn Vonnis, een Vcrzoekfchrift aan de Gecommitteerde Raaden der Staaten van Hollend deed inle. veren, by het welke, hy aandrong op de betaaling van eene femme van ruim drieduizend Guldens, die hy oordeelde dat 'het Land hem nog fchuldig was gebleven, vertrouwende dat de deugdelykheid dier vorderingen, buiten alle tegenlpraak was, en dat daarom by hunne Edel Mogenden geen zwaarheid zoude gemaakt worden, aan hem 02 de  js5 GESCHIEDENISSEN CER de voornoemde fomme te doen betaalen, cu daar toe ten zynen behoeven de noodige bevélen te laaten afvaardigen. Z. En Haagde de Generaal in zyn Verzoek? V. In geenen deele. De Gecommitteerde Raaden, Over deeze zaak geraadpleegd hebbende, waren van gevoelen, „ dat, daar de „ meergemelde Geneiaal, met verzaaking van „ EedenPligt, zynen Post, op deallerlafhartigfte wyze, k(het zvn de eiSen woorden „ van hunne Edel Mogenden.) had verlaa„ ten, en door eene fchandelyke Defertie, „ buitens Lands de wyk genomen, ten ein„ de zyne welverdiende ftraffe te ontgaan, „ daar door alle Verbindtenisfen had ver„ broken, welke tusfchen hunne Edel Groot Mogenden en hem Generaal, zo uit hoofde „ van het Befluit van den zesentwintigften Ju„ ny des Jaars 1787. als uit hoofde zyner „ bekleede Militaire Posten, hadden plaats ge,, had : waarom goedgevonden en verflaan ' wierd , zyn Verzoek af te fiaan en van de „ hand te wyzen." Niet lang hier na is 'er eene  ▼EREEN1GDE NEDERLANDEN. ff eene Verzameling yan Stukken, raakende de zaak van den Generaal Majoor yan Rysftl, in het licht gekomen, waar na wy de Lezer deezer Gefprekken verwyzen „ om nadere inlichting in deeze zaak te krygen, Z. Wierden 'er om deezen tyd: niet meer Lieden gevonnist , welken zig in de voor. gaande Onlusten gemengd hadden? V, Ja, de Heer R. L. Bouwens» gewezen Vroedfchap der Stad Amfeldam, en Lid van het Defenfïewezen aldaar , was in dezelve Maand Maart, door Heeren Schepenen der gemelde Stad, ten eeuwigen dage, uic de Provintie van Holland en 'WesU friesland gebannen ter zaake, „ dat hy (dus luidde zyn Vonnis) in zyne voorgemelde hoe. daanigheden, den eerrlen Oftober des Jaar» 1787. bevel had gegeeven en doen in 't werk treilen, dat de Schutdeuren in de Westerbeer aan de Stads Vest, eeven buiten de Haarlemmerpoort, waren opengezet, ten einde daar door de groote onderwaterzetiing te forraeeren , en zulks wel na d»t hy kennis had bekomen van het Befluit der Heeren Staaten van ö 3 fr,f.  *3 GESCHIEDENISSEN DER Holland, om geen tegenfUnd aan de Troepen va» den Koning van Bruisfen te bieden." ■ Te Utrecht bad de Heer J. de Visfclier Iz. een Verzoekfchrifc tot Submis (ie ter Staatsvergadering dier Provintie doen inleveren , waar op bet Gerecht gemagiigd wierd omhein iii Submsfte te mogen omfangen, raids bctaalende de fomme van driedui2end Guldens, en tekenende de Verklaaring van zig voordaan wel te zuilen gedraagen. Hierdoor geraakte deeze Heer u't zyne Gyzeling,waar in men hem fints eenigen tyd gehouden had, om dat hy mede een der tegeuftrevers in de zaak der Geldboctens (voor fommige Burgers van Utrecht, by derzelver opneeming in de Amnestie vastgefteld) geweest was, en waaromtrend hy zelf een Rechtsgeding voor de Regeering der Stad Utrscht had doeu aanvangen. Z. Gy hebt in ons voorige Gefprek my iets wegens den Predikant Bacot verhaald, (*) hoe (*) 2ie bladzyde 43. cot &t%hier vceven.  VEREENIGDE NEDERLANDEN» ?9 boe was bet nu onurend deezen tyd met die zaak gelegen? V, Ik zal u het Vonnis der Staaten van Groningen , over de gemelde Leeraar mededcelen, waar door gy zelve zult kunnen oor« dtelen, hoe het met deeze zsak thans gefchapen ftond. Dit Vonnis wierd den vyfden Maart uitgefproken , waar by hunne. Edel Mogenden zeiden, dar uit overgelegdewaarreemingen, beèedigde daarfteïling van getuigen, als andere bewysdommen, aan het Hof gebleken was dat Gerrit $acob George Eet* W , gewezen Predikant te Eenrum, in de verdei flyke oogmerken cn bedoelingen van eenige na verandering haakende Pcrfoonen , en waar door het lieve Vaderland, in de laatfte Jaaren , voor de guioffige wending van zaaken in dit Gemecnebest , zo jatnmcrlyk was gefcliokt, en op den oever van deszelfs geheele vernietiging gebragt geworden, niet weinig had medegewerkt, cn dezelve allesZins begunffcigd, d:or zyne verkregen kundigheid tot verleiding van andere min kundigen te uiUbruifcen, met den Moi.de cn 0< & 4 fcorif-  Vjo GES CHIEDENISSEN DER fchriften . denkbeelden onder het Volk te verfpreiden, allergefchiktst om het zelve tegens elkandcren niet alleen, maar ook tegens hunne vvet.ige Regeeringen op te zetten , en dezelven by het Volk ili verdenkingen te brengen, ja regtflreeks dienstbaar, om alle hoog gezag en Reclnerlyke Autoriteit den bodem in .e'Ja2n,en met veifmaading van dezelfde Reehtcr!>ke Autoriteit, de heerfchende begrippen van dien tyd, met de gewapende arm door te zetten, hebbende hy Bacot (die reeds- in  XXII.DJPl.Hl.  3  VEKEENIGDE NEDERLANDEN. 8$ dit Vonnis voegen wy ook nog dat over den Zee* kapitein Mriaan Braak, dezelve die mede zo veel toegebragt had tot de beroemde Overwinning op den Doggersbank in denJaare 1731/ ( *) Genoemde Kapitein wierd, by dit Vonnis gecasfeerd en onbekwaam verklaard, om den Lande in eenige hoedaam'g. beid re kunnen dienen, en voords voor den tyd van tien Jaaren, gebannen uit de zeven Vereemgde Provintien en de Gencraütciis Landen , en beflage.n in de Kosten van het Proces. Z. Door wien was de gemelde Kapitein gevonnisd geworden? V. Door de Edel Mogende Heeren van het Coliegie ter Admiraliteit te JJmfleldam, onder welk College de Heer Braak, als Zeeofficier diende. Geduurende deeze tyd was de zaak van den Hoogleeraar Voor da t van wien wy reeds verfebeiden keeren ge- ' fpro* CJ GefcMedenisfen der Vereenigde Nederlanden ht H kart. XIV Deel, mdz. 2?.  jJO GESCHIEDENISSEN DER fprokcn hebben (*) ook weder levendig geworden , inzonderheid door de Advife» welken ce Steden Gouda en Amfleldam in dezelve gegeeven hadden. Ik zal n de zaakclyke Inhoud van dezelven kortelyk mededeelen» De Vroedfchap der eerstgenoemde Stad bragt voor hun Advies in, „ dat hunne Edele Groot Mogenden het befluit van Curateuren van 's Lnnds Univerfïtei: en Burgemeesteren van Lcyden , den Eerflen September des voorsaanden Jaars genomen, behoorden in te trek» ken en buiten werking te fielten, ten dien gevolge dat de Heer en Mr. B&vhts Voor da, weder in zynen Post als floogleeraar in bet lloonisch oti Hedendaags Recht , aan de voor90crode Uüiverfkeic , raidsgaders in het Tract.:rnent en verdere Voordeden daar toe ftaande, wierd hafleld, gerekend van den gemelden eeiften September af. ■—— Dat verders van wegen hunne Edele Groot Mogen» (*) Gefchiedemsftn der Vereenigde. Nederléutdcn m *$ km. XXI Deel. BI. 177en253.  VERBENIGDB NEDERLANDEN. CS genden san gemelde Hoogleeraar behoorde gefield te worden een bepaalde tyd van vier of zes weeken , om binnen dezelven in handen van den Re&or en den Aeaderaifchen Senaa: der voornoemde ünivetfiteit af ie leggen den Eed, ingevolgen bet Formulier, 20 sis het zelve by Btflaii van den vyftienden February 1788. bepaald was geworden, a'zo de twy£eiag;i£hc!d door den Hooglecrasr vóórgewend, van allen giond was ontbloot, inzonderheid om dat te Referte van deHeeieti Staaten van Holland, tot het befluit van den drreentwintigiten November 1787. welke den Heer Voorda bekent was geweest-, hem ten klaarften had kunnen en behooren te over» tuigen, van de waare zin en meening van het voorfchrevene Formulier, vervat in het Befluit van den Jaare 1788, Dat eindelyk ingevalle de voornoemde Hoogleeraar Voorda, binnen de by het Befluit te bepaalen tyd, den voornoemden Eed niet zoude hebben afgelegd, hunne Edel Groot Mogen tien denzelven van zyne gemelde Bediening zoude behoren te houden voor oniflagen, in zo verre dat. aan dea.»  92 GESCHIEDENISSEN DER denzeh en de magt onn:cmen vvievd, om, 20 in het Publiek als in het Privaat, te onderwyeen en Lesfen te geeven , met behoud egter , in dit byzonder geval , van deszelfs Titel en Traétement, niet byvoeging van een Equivalent t wegens gemis van die Voordee* Jen , waar op hy uitdriïklyk was beroepen , en onder bet voorddunreud genot van zodaanige Vrydommen , als door de Iloog'eeraaren aan 's Lands Univerfueit te Ltyden gewoonelyk wierden toegevoegd, geduurende den tyd dat by zyn verblyf te Leydeti zoude houdeV Z. En wat was het gevoelen der Stad Am» finldam in deeze zaak V V. Zy begreep, zonder iets te willen beflisfen, omtrend het Recht door Meeren Cu* rateuren, in 'c algemeen voorgewend, en de beden kingen daar tegen aangevoerd te verklaaren , dat de Hoogleeraar ff oor da, uit de , Referte tot het Formulier van den Eed van November 1787. zeer wel had kunnen en be* huoren te zien, dat de meening van hunne Edele Groo: Me-genj^n geene asdere geweess was ».  VERSENIGDE NEDERLANDEN. 9S Vv'ss, en uit hoofde van de waare Staatsgelteidheid geene andere konde geweest zyn, dan om het Formulier zodaanig te verftaan, dat daar by en de Priyative Souyeraïniteit van hunne Edele Groot Mogenden en de Staatsgefteldheid , als beftaande uit dezelve en uit het Erfftadhouderfcbap, wierd bezworen , en dat hy Hoogleeraar dus dien Eed , naar zyne grondfteilingen zeer wel had kunnen en behooren te doen en voords te befluiten om den Hoogleeraar voor te fielten om binnen zekeren te bepalenen tyd, na dat hem een behoorlyk Uittrekzel van het Befluit van hunne Edele Groot Mogenden zoude zyn ter hand gefield , den Eed op het Formulier van den vyftienden February 1788- ftiptelyk in handen, het zy van Re», tor, het zy van Curateuren, het zy in de Vergadering van de Heeren Susten van Holland zelve, £zo als dit mogt worden goedgevonden) af te leggen, met Verklaaring dat in zodaanig geval, de Remotie van hem Hoog» leeraar, waar toe Heeren Curateuren hadden gemeend verpligt ie zyn , zoude worden ge-  $4 GESCHIEDENISSEN DER, gehouden als riet gefchied , doch dat by weigering van hem Hoogleeraar, om den Eed binnen de bepaalde tyd te doen , dezelve zoude worden ontflagen van deszelfs Hoedanigheid, als Hoogleeraar in het Burgerlyk en Iledendaagsch Recht, aan 's Lands Hooge •Schoole te Leyden, met alle Baaten en Voordeden daar toe Maande." Z, Het is zeker dat de Heer Voord-a, zig in zeer netelige omftandigheden bevond. Z. Gedtiurende den loop van deeze Zaaken had het Vaderland weder drie van deszelfs voornaamfte Geleerden door den dood verloren, naamenlyk de Heeren Camper,Lyonet Drugmans. De Eerfte was in de laatstvoorledene Gebeurenisfen hier te Lande zeer bekend geweest , doch had egtér by veelen vry meer Roem als Geleerde, dan als Staatsman, nagelaten. Hy was eerst Hoogleeraar te Am» fteldam, Francker en Groningen geweest, en daarna Raad in de Vroedfchap der Stad/For» hum in Friesland, en bad ook zitting in den Haad van Staate wegens de voornoemde Provintie gehad. Voords was den naam van Petrus  xxii.d.pJ.iv.   VEERENÏQDE NEDERLANDEN. $5 Petrus Camper door geheel Europa bekend , wegens 's Mans uitmuntende Wetenfchappen, in de Ontleed e« Heelkunde, weshalven by ook Lid van verfcheidene Geleerde Maac fchappyen, en ook honorair Lid van de Aca. demie der Weienfchappen te Parys geweest is. Hy overleed binnen 's Grayenhaege, na eene bedlegering van weinige dagen, den ze. venden April, in den Ouderdom van ruim zestig Jaaren, De Tweede, Mr. Pieter Lyonet, Secretaris der Cyffers van hunne Hoog Mogenden, Patentmcester, midsgaders Translateur van Hoogstgemelden, in de La. tynfche en Franfche Taaien , was beroemd als een zeer groot Kenner en Liefhebber der Natuurlyke Historie. Hy was mede in de bovengemelde Hofplaats, fchoon omtrend drie Maanden vroeger, ten grave gedaald.—— De Derde , welke den zevenentwimigften April, te Groningen, in den Ouderdom van zevenenvyftig Jaaren cn zes Maanden over. leed, was de Hooggeleerde Heer Antonius Brugmans, Hoogleeraar in de Wysbegeerte en Wiskunde, Lid van verfcheidene, zo bin»  *$6 GESCHIEDENISSEN DER binnen als buitenlandfche Geleerde Genootfchappen. Gemelde Heer had omtrend den tyd van drieëntwintig Jaaren, het Hoogleeraars Ampt, eerst te Franeker , en daar na te Groningen, met Eer en Lof bekleed. Z. Wat was 'er midlerwyl* omtrend de 'Staatszaaken voorgevallen ? V. De omftoken Oorlog in 't Noorden , tu«fchen de Keizerin van Rusland, en den Koning van Zweeden , baarde omtrend deeze tyd mede eenige bekommering hier te Lande, te meer daar men vreesde dat Denemarken ook welhaast daadelyk deel aan deeze twist zoude neemen. Dit alles bewoog de Algemeene Staaten, deor den Heer yan der Goes, Hoogstderzelver buitengewoonen Gezant te Koppenhagen, aan 't Deer.fche Hof te doen voorlïellen. Dat hunne Hoog Mogenden , die geduurende den loop van den tegenwoordigen Oorlog reeds meermaalen blyken gegeeven hadden, hoe zeer de herftelling van den Vrede Hen ter harte ging, en in vereeniging met de Hoven van Londen en Berlin , haare goede dieüften en bemiddeling daar toe aan» ge-  ^EREENIGDB NEDERLANDEN. Q? geboden hadden, met leedweezen hadden gezien : dat deeze poogingen tot nog toe van geene uitwerking geweest waren, en dat doof' het ten einde loopen van den Wapenfiilftand, tusfchen hunne Majefreiten van Denemarken en Zweeden , de Vyandlykhcden weder op nieuvr zouden kunnen beginnen , en de middelen van bevrediging des te moeyelyker gemaakc worden , geoordeeld hadden in dit gevaarlyk ©ogenblik , hunne vredelieverde gevoelens met alle nadruk aan zyne Deenfche Majefteit te moeten herhaalen , [gelyk hunne Hoog Mogenden ook door Hoogstderzelvcr Minister te Stokholm aan zyne Zweedfche Majefteit dezelve Verklaaring zouden laaten doen ,] en aan te dringen: dat zyne Deenfche Majefteit door het aanneemen van eene volkomene onzydigheid, of ten minften door de verlenging van den Wapenftiiftand geliefde te verhoeden, dat het vuur van den Oorlog zig niet verder kwame te verfpreiden, en dat Hoogstgemeldc zyne Majefteit zig geliefde te vereenigen met de poogingen der Hoven van Londen en Ber» iyn, en van hunne Hoog Mogenden, om de XXII. or.ei. E Vrc*  98 GESCHIEDENISSEN DER Vrede tusfchen de Oorlogende Mogendheden, op eenen vasten en duurzaamen voet te helpen herflellen." „ Dat voords hunne Hoog Mogenden, als eenen handeldryvenden Staat, altoos te veel belang gefield hadden in de rust van het Noorden, en in het eevenwigt waarop deeze rust moest gevestigd zyn, om ook niet in deeze omftandigheden, alles wat mogelyk was te helpen aanwenden tot bevordering van dat heilzaam oogmerk, en zig vleidden dat zyne Deenfche Majefteit deeze hunne poogingen uit dat oogpunt zoude gelieven te befchouwen, en des te meer dezelve helpen bevorderen, Uit aanmerking van de Vriendfchap, en onderlinge betrekkingen, welken van ouis tusfchen de Kroon van Denemarken en den Staat hadden ftand gegreepen" Z. Wat befloot het Hof van Koppenhagen cp deeze aanmaaning? V. Zyne Deenfche Majefteit, deed eenige tyd laater, aan de Algemeene Staaten, door deszelfs Gezant, den Heer Schuhart, eene Verklaaring ter hand ftellen, die hoofd- zaa-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. £$i znakelyk daar op uitkwam: Dat Deenemarkeu niet zoude betrokken worden in den twist tusfchen Rusland en Zweeden , „ dat deszelfs onzydigheid bevestigd was, en de Deen» fthe Vlag voordaan dezelfde Veiligheid en Voorrechten genieten zoude als in tyd van volle Vrede. Met verzoek dat zulks ter kennis van het Publiek gebragt wierd, ten einde niet alleen alle Deenfche Zeevarenden gerust te ftellen, maar ook alle verkeerde onderftellingen, welken by Kooplieden en Asfuradeurs mogten plaats gehad hebben, weg te neemen." Ondertusfchen had de Hertö* Ferdinand van Brunswyk Lunenburg, Broeder van den hier te Lande zo bekenden Hertog van Brunswyk, die wel eer de Voogdy over den Prins Erfftadhouder beftierd had, aan de Algemeene Staaten eenen Brief doen ter hand komen in de welke zig dien Prins, zo voor zig zelve, „ als uit naam van Hoogstdeszelfs Vorftelyke Famielje verzogt" dat Hunne Hoog Mogenden zodaanige maatregelen geliefden te neemen en zodaanige Verklaaring doen , als waar door de nagedagtenis van E 2 Hoogst-  ICO GESCHIEDENISSEN DER, Hoogstdeszelfs overleden Heer Broeder den Hertog Lodewyk yan Brunswyk , gezuiverd mogte worden van den blaam, welke. dezelven, door verfcheide befluiten, geduurende de laatfte ongelukkige Onlusten, was opgelegd, en dat die verregaande kwetfing van Hoogstdeszelfs Eer en goede Naam , mogt worden uitgewisebt, door behoorlyke Voldoening te geeven aan het Doorluchtig Huis van dien Vorst." Z- Dit Verzoek kwam dunkt my wat laat» Doch wat antwoordden de Algemeene Staaten daar op ? V. Hunne Hoog Mogenden gaven te .kennen, „ dat zy, by Hoogsderzelver Befluit, op de verzogte Demisfie van den Hertog Lo* dewyk yan Brunswyk , uit den Dienst van deezen Staat genomen, reeds hunne gevoelens ten opzigte van den zeiven Hertog in de krag. tigfte bewoordingen hebbende opengelegd , thans , zouden verraeenen die uitdrukkingen te verzwakken, indien zy dezelve vatbaar re • kenden voor eene andere uitlegging, dewyl in de daad niets klaarer nog Heiliger gezegd kon*  VEERENIGDE NEDERLANDEN. lei korde worden, als wordende daar by verklaard : dar de Algemeene Staaten, niet zonder leedwezen , uit de Misfive van den Heef Hertog, hadden vernomen, dat de Weder, waardigheden dezelve overgekomen, de re. denen hadden uitgeleverd, waarom dezelve befloten had alle zyne Krygswaardigheden in Dienst van den Staar, neder te leggen -J Dat hunne Hoog Mogenden die wederwaardigheden toefchreven aan den geest van verwarr.ng en wantrouwen , welke niet alleen tegen gemelde Heer Hertog, maar ook teaen zeer veele aanzienlyke Regenten van het land bad geheerscht, waardoor de gantfche Republiek met eene omkeering was gedreigd geworden. _ Dat ondertussen hunn. Hoog Mogenden recht doende 2an de Eer en groote Bekwaamheden van den Heer Her tog, onbewimpeld verklaarden, dat aan Hen nooit eenigen grond van waarheid was voer gekomen, van de bsterlyke geruchten, Cp onderfebeidene wyzen , tegen deszelfs Perfbon verfpreid, dezelve é^ofk^m^ of moetoMg verzuïn > 0f door misbruik yan  IC* GESCHIEDENISSEN DER invloed op den Heere Prins Erlftadhouder, ©orzaak geweest was van de rampen , die in den ïaatften Oorlog, de Republiek waren overgekomen , en eindelyk voor zo verre foorgelyke verdenkingen, by fommige Provintfen, fcbeenen te hebben doorgeftraald , hunne Hoog Mogenden , tot wegneeming van den verkeerden indruk, welke daar door op het Tüblkk mogte gemaakt zyn, verklaarden, dat rix noch nooi: hier uit eenig gevolg, tot nadeel van de eer, trouw en goede dienftcn, van den Heer Hertog aan deezen Siaat^bewezen, zoude mogen getrokken worden." „ Dat hunne Hoog Mogenden toen reeds gewenscht hadden en nog wenschten, deeze verdenkingen in de ftukken, waar in dezelven waren voorgedragen, benevens zo veele andere befluken , als in dien ongelukkigen tyd, niet alleen tot laster van den Heer Hertog, maar ook van zyne Hoogheid den Prins Erfftadhouder, en van veele braave Regenten genomen waren , voor het gezicht der Nakoomelingfchap te kunnen verbergen , maar dai^dejelven in openbaare Siaa:sfiuk- ken  VEREENlGDE NEDERLANDEN. IC3 ken en Nieuwspapieren, 20 binnen als buitens Lands , verfpreid en in menigvuldige banden zynde gekomen, de vernietiging der2elven volfltrekt onmogelyk was geworden, en 'er thans niets anders overig was, dan door tegenovergeftelde befluiten, in de Re. gisters van Staat, en met derzelver gemeenmaaking, de uitwerkzelen van de voorige we£ te neemen." ,, Dat zulks [vervolgden hunne Hoog Mo, genden ] ook waailyk het oogmerk der AU gemeene Staaten by hun Befluit van den voorgaanden Jaare geweest was, dewyl de Provintien, Leden van de Unie, in het neemen van dat Befluit toeftemmende, daar mede met de daad en in kragt verklaarden, dat zodaanige andere Befluiten , welke bevorens, door het ongeluk der tyden, ten nadeele van de Eer en Trouw van den Heer Hertog Lodewyk van Brunswyk waren genomen geweest, ingetrokken en in derzelver gevolgen vernietigd waren. Dat hunne Hoog Mogenden tegenwoordig , ten overvloede, op het verzoek van zyne DooilucbE 4 ti-  IC4 GESCHIEDENISSEN DER tige Hoogheid den Hertog Ferdinand, herhaaiende en op nieuws bevestigende de Verklaaring tot rechtvaardiging van wylen Hoogstdeszelfs Broeder, welke zy te vooren uit eigen beweeging ;egeeven hadden , nu ook m het vertrouwen waren, dat zyne Hoogheid zig verzekerd zoude houden , dat hunne Hoog Mogenden in deeze alles hadden gedaan, wat zy aan de Justitie, ten opzigte van den overleden Heer Hertog, aan des» zelfs hooge betrekkingen , en aan de ver» phgt'mgen, die hetGetneenebestaan het Doorluchtig Huis van Brunswyk had, kond'.n geoordeeld worden verfchuldigd te zyn." Z. Nam gemelde Hertog Ferdinand van Brunswyk genoegen in deeze Verklaaring? V, Ja, zyne Hoogheid gaf, ter beantwoordin%«  XXH.D.Pl.VL c.VAN der busg, bit 15 ge mee steb te bolswabt met HET zvtaakt OYEB't HQOEJD) GESTRAFT.   VEREENIGDE NEDER LANDEN, tl? pligtingen te ontheffen, en voords van dit gevallen Raadsbefluit ten allerlpoedigfien aan hunne Edel Mogenden kennis te geeven. de Gevangen zig egter niet ontzien had te verklaaren, om het Voorftel van Geelkerken in bedenking te houden." ,, Al het welke (eindigden hunne Edel Mogenden,) zaaken van zeer kwaade gevolgen zynde, anderen ten voorbeeld ten hoogftën flrafbaar , zo had het Hof, op alles rypelyk gelet en aangemerkt hebbende , het geene men in deeze behoorde aan te merken, in den naam en van wegens de HeerIykheid der Landfchappe van Friesland, den Gevangen gevonnist, om by den Scherpregter op het Schavot geleid, en aldaar door het gaan van het Zwaard over zyn Hoofd geftraft te worden , voords den ryd van twintig Jaaren uit Friesland gebannen te zyn, betaalende de Koste r en. Mifen van de Justitie enz." Welk Vonnis aan den Heere van der Burg , den zestienden May, zo als ik u reeds gemeld heb , ten. uitvoer gebragt is. Ik  fl8 GESCHIEDENISSEN DER Z. Ik dnnk u voor dit breedvoerig bericht. Maar wat was 'er intusfchen elders voorgevallen ? V. In Frankryk, alwaar de gisting der Gemoederen algemeen plaats had, en bereids bier en daar tot oproer overgeflagen was, had. men eindelyk de Vergadering der Algemeene Staaten van dat uitgeftrekte Ryk,den vyfden May, op een zeer plegtige wyze geopend , door eene wel uitgewerkte Aanfpraak des Konings, na welke de Raadpleegingen aanvang namen. Dus begon eene Plegtigheid waar van in Honderdvyfenzeventig Jaaren in de Franfche Monarchie geen voorbeeld gezien was, dewyl dezelve federd het Jaar 1614. onder de Regeering van Lodewyk de Der* tiende geen plaats gehad had. De Gewigtige gevolgen die deeze zaak, waar in ons Ge-meenebest eindelyk ook is betrokken geworden , gehad hebben , zal ik u van tyd tot tyd kortelyk mededeelen, en u thans doen zien hoe dezaaken in het nabuurige Braband, voor zo verre het aan het Huis van Oostenryk behoorde , hoe langer hoe meer in de war liepen. Z, Wat  VE REEN1GDE NEDERLANDEN. ITjJ Z. Wat was daar dan geduurende deezsn tyd voorgevallen ? V. Tiet vernietigen van de Univerfiteit van Leuven, en het opregten van een Algemeen Seminarium aldaar, was niet alleen een fteen des aanftoots voor den Cardinaal Aartsbisfchop van Mechelen , de Bislchoppen van Brugge en Iperen, en andere Heeren van de Hooge Geestelykhdd , maar ook de Dekens der Hoofd en andere Ambachten te Antwerpen, welken bet derde Lid der geneemde Stad uümaaken, hadden den zevenden May, aan Rurgemeesteren , Schepenen en Raad van Antwerpen % eene breedvoerige en nadrukkelyke Memcrie ingeleverd, waar in zy rond uit verklaarden: ,,'dat het vernietigen van de Univerfiteit te Leuven, en van baare Voorregten » met des Lands Staatsgefteldheid ftrydig was. — Dat dlbert Cafimir, Hertog van Saxen Tesfchen, op den zevenden JuJy 1781. in den naam des Keizers, gezwooren had, de blyde In» komst ongehinderd te zullen bewaaren, dat na het afleggen van dien Eed, ook de Staaten «ten Eed van trouwe aan zyne Majefteit had-' den  f$0 GESCHIEDENISSEN DER den afgelegd, en dat 'er dus een openlyk Verbond was , zo wel van des Keizers als der Siaaten zyde met eenen Eed geftaafd : de Keizer zig verbindende 's Lands Staatsgefteldheid te handhavenen, de Staaten om hein getrouw te zyn , dat zulke wedcrzydfche Verbindtenisfen , zonder wederzydfehe Verande» ringen niet konden verbroken worden , en dat ondertusfehen in weerwil van dien Eed, en in weerwil der herhaalde beloften» den Raad van Braband verboden was, kennis van de eaaken der Univerfiteit van Leuven te neeaien , dat het Generaal Seminarium, met geweld, en in weerwil Van het geheele Land wierd doorgezet, en eindelyk dat de byzondere Ledemaaten der Univerfiteit, die met ootmoed en eerbied hunne Voorregten handhaafden , flagtoffera van hunne ftandvastigheid waren geworden, en als Vagebonden Huis en Vaderland hadden moeten verlaaten enz." Z. Deeze klagten fchynen gantsch niet onregtmaatig te zyn. V. Ondertustchen waren de Staaten van Braband , op 's Keizers bevel, den agttienden  veresnigde nederlanden» 121 Jooy , buitengewoon vergaderd geweest, in welke Vergadering, vier Punten, door zyne Majefteit ontworpen , ter raadpleeging overgegeeven waren , welken behelsden, voor eerst: eene vaste ondei ftand, eeven als in Vlaanderen-, dat is te zeggen, de onafgebrokene voordduuriog der tegenwoordige gewoo-. ne Belastingen, teneinde te voldoen aan den last van het Beftuur, en de Verbtndtenisfen wel eer door de Provintie aangegaan, zonder benadeeling van de Algemeene Vergaderingen der Sraaten, welken Jaarlyks, als voorbeen -zonden plaats hebben. „ Ten tweeden"^ Het herftel van den derden Staat op den oui3en voet, geevende aan vyfiien S.eden Stem en Zitting, in de plaats van alleen aan de ■drie groote Steden. „ Ten derden" dat by alle Raadpleegingen over de Generaliteits Zaaken, ieder Orde een zuiver en eenvoudig Befluit zoude neemen,en dat dienvolgens de wil der twee Ordens, de meerderheid uitmaakende, de derde zoude noodzaaken toe te (temmen. ,, Ten vierden" dat om voor te koomen, dat den Raad van Braband ,voordXXII. deel» F aan  122 GESCHIEDENISSEN DER aan ter verkorting van liet Souverein gezag, geen misbruik maakte van den Eed op de blyde Inkomjle , dezelve zoude gehouden zyn alle de Ediêten, Reglementen, Ordonnantiën enz. op Gezag van zyne Majefteit gedaan, op de gewoone wyze te bezegelen en af te kondigen mids die niet duidelyk aantoonden, dat men, tegens de raeening van den Souverein , daar door wilde verkorten, eenig Artykel van de blyde Mom/Ie, of andere erkende en in daadiyk gebruik zynde Voorregten. Dat ingeval gemelde Raad mogt bevinden, dat het twyffelagtig was, of die EdiBen enz. ftrydig waren met de meergemelde blyde Inkomjle of eenig ander Voorregt, dezelve gehouden zoude zyn , die twyffeling ter kennisfe van de Gouverneurs Generaal te brengen, welken na de Gemagtigden der Staaten van de Provintien gehoord te hebben, 't Geval ter kennisfe en beflisling van zyne Ktizerlyke Majefteit zouden overgeeven, na wiens uitfpraak den Raad verpligt zoude zyn, zonder uitftel, zig te gedraagen." Voords wierd in het Hot van dit bevel gezegd: dat de meening  VE REINIGDE NEDERLANDEN. ning van zyne Majefteit hier cp uitkwam, ei| dat van de voldoening aan dezelve, de bandhaaving der oude Staatsgefleldheid van Bra. band af zoude hangen " Z. Hoe gedroegen de Staaten van Braband eig in deeze zaak ? V. Zy weigerden, na voorafgegaane Raadpleeging , in deeze fchikkingen van den Keizer te treeden, otn dat zulks, zo als zy voorgaven , met bunnen Eed ftrydig was. Waar op bet Gouvernement Generaal genoodzaakt wierd op bevel van den Keizer, eene Ordonnantie af te kondigen, waarby niet alleen de magtiging der Staaten opgeichort, en den Raad vati Braband vernietigd , maar ook de blyde Inkomjle zelve herroepen wierd. Z. Dit zal vry wat opziens verwekt hebben. V. Des avonds ten zes uuren fcheidden de Staaten uit elkander, en den Raad van Braband, die van 's morgens af al vergaderd geweest was, ontfing omtrend dezelven tyd het bevel van deszelfs vermenging, vervolgens wierden de drchiyen der Staaten verF 2 ze.  124 GESCHIEDENISSEN DER zegeld, zo als ook derzelver Kisten, en een Commiité benoemd , om het beftuur over de Geldmiddelen der Provintie te hebben.Voords wierden 'er twee Kamers van den grooten Raad opgericht, die de Justitie op denzelfden voet als de gewezen Raad van Braband zouden bellieren. Ook moesten alle de voorige Ontfangers van de Staaten van Braband, op verbeurte van hun Ampt, eenen nieuwen Eed aan den Keizer doen, waar toe zy, om hunne Posten te behouden , befloten uitgenomen één, die daarom ook zyn Bediening kwyt geraakten. Dus zag men ook weder de beginzels van eene omkeering van zaaken , met welke Braband gedreigd wierd, en die het laatfte gedeelte van deeze agttiende Eeuw, zo byzonderlyk kenmerkt. Z. Ik ben nieuwsgierig naar de gevolgen van dit alles. V. Ik zal uwe nieuwsgierigheid op zyn tyd voldoen, en u thans eenige zaaken mededee» len, die ons Vaderland wat meer van naby betreffen. ——- Gelderland zag in den Zomer dee2es Jaars, eene gantsch onverwagte en  VEREENIGDE NEDERLANDEN. I25 «atjeelige Vertooning. Het water in de Rivieren de Waal en Rhyn, klom in de Maand Juny tot zulk eene buitengewoone hoogte, dat het te Nimwegen aan de paal op agttien voeten ftor.d , en dus twee vouen hooger als de paal aan de Kaay. Duizenden morgen best Wei e» Hooiland wierden overflroomd, en de fcboonfte Polders onder water gezet. Voords was men genoodzaakt al het Vee uit de Weiden en de Uiterwaarden op te haaien, het welk zeer veel gebrek aan Voeder leed. De fchade door dit 'alles veroorzaakt was , inzonderheid iu dit Jaargetyde, zeer aanmerkelyk, te meer daar het de geheele Voortyd byna niet anders gedaan had als regenen, en waardoor de wegen zelfs genoegzaam onbruikbaar gemaakt waren, zo dat men niet dan met veel moeite en zeer bezwaarlyk door, die Provintie reizen konde, het welk voor derzelver Bewooners ook juist geen voordeel was» Z. Maar waar was deeze fchielyke en in dit Jaargetyde zo ongewoone oploop van Water tog van daan gekomen ? F 3 V. Men  1&6 GESCHIEDENISSEN DER V- Men heeft zulks gantsch niet onwaarfchynelyk toegefchreven aan de aanhoudende en ongewoone onweersbuyen en lleike ftortregens , die dit geheele Voorjaar in Duitsckland gevallen waren. Klaagde men in Gelderland over het nadeel door het oveïloopen der Rivieren geleden , in Holland klaagde men niet minder over de fchaarsheid van gereed Geld, dewyl de prys van Goud en Zilver, tot zulk eene ongemeene hoogte geflegen was, dat de Descontes tot vyf en drie vierde ten honderd reezen, door welke hooge Besconie dat gebrek aan Geld, zig ten duidelykften liet blyken. Z. Waar wierd deeze fchaarsheid aan zulk een noodzaaklyk vereischte in 's Menfchen leven toegefchreven? V. Kundige Kooplieden gaven 'er de volgende zes redenen van op: voor eerst, de mindere invoer van Goud en Zilver, federd ecnigen tyd, uit America in Europa. — • Ten tweeden, de groote verzending uit Europa naar Afia. — Ten derden, den Oorlog tus. fchen den Duhfcheu Keiier, de Keizerin vaa-  VEREENIODE NEDERLANDEN. JSj van Rusland en de Turken , alzo het altyd door de ondervinding gefiaafd word , dat het Geld derwaards getrokken wierd, waar men Oorlog voerd en magtige Krygslegers te Vel* de gebragt zyn, welke veel Behoeftens nodig hebben, en welke Behoeftens zonder gereed Gefd niet verzorgd kunnen worden. — Ten vierden, het Traktaat van Koophandel tusfehen Groot Brittanje en Rusland ten einde geloopen, en niet vernieuwd zynde, moesten de Engelfche Kooplieden , eeven als die van andere Natiën, aan Rusland de helft der Tollen en andere Rechten, in Ryksdaalders voldoen , waardoor dan die Engeljche Kooplieden nu ook Ryksdaalders uit Holland entboden. ■ Ten yyfden, de menigvuldige Geldligtingen, die Buitenlandfche Mogendheden , voor al de Oorlogende Mogendheden hier te Lande deeden. —— En eindelyk ten zesden, de hooge Wisfel van En» geland op Holland, waardoor veele Ingezetenen van Holland, byzonder de Jooden verlokt wierden, om Muntfpecie, voor al Goud,, van bier nsar Engeland te zenden, F 4 en  1S8 GESCHIEDENISSEN DER en zig daar voor per Wisfel te remitteeren, om aldus door de hooge Wisfel een voordeel te genieten* Z. Deeze bedenkingen komen my gantssh niet ongepast voor. V. Behalven gebrek aan Geld . had men bier te Lande, ten zelfde tyde ook eene vrygroote fchaarsheid aan een nog noodzaaklyker Waar dan G eld, naamlyk aan Koorn, fchoon wy zulks genoegzaam met geheel Eurrpa gemeen hadden, de toevoer uit Noord Amerika kwam ons hier wel eenigzins te gemoet, doch kon de ongelegenheid egter niet geheel wegneemen , de voorgemelde fchaarsheid veroorzaakte dan ook hier te Lande groore duurte van Levensmiddelen, want de hooge Pryzen in Frankryk, Spanje. Italien en andere Plaatfen, benevens de Premien of Belooningen, aan deïnvoerers van Koorn aldaar uitgeloofd .trokken veel Graanen uit Amfleldem, dat anders wel eens genoegzaam de Koornfchuur van geheel Europa is, naar vreemde Landen, zo dat de Tarwe, die in 't laatst van 't voorgaande Jaar Honderdtachtig Goudgul-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. I2J guldens gold, nu voor Driehonderdzeventig Goudguldens verkogt wierd, 't welk een ongehoord verfchil in zo korten tyd was. Z. Deeze duurte der noodzaakelykfte Levensmiddelen moet, inzonderheid voor de fuialle Gemeente een ondraagelyk bezwaar geweest zyn. V, De Regeeringen van de meeste Neder» landfche Steden wierden hier door bewogen, tot nuttige voorzieningen ten opzigre van hunne noodlydende Inwoouers, en fielden alles te werk om alle onheilen die uit de duurte zouden kunnen voordfpniiten , te weeren ; inzonderheid muntte de Regeering der Stad /Imjleldam hier in uit» want niet alleen hadden de Afgevaardigden van voornoemde Stad ter Staatsvergadering van Holland gezorgd, dat men geen verbod van uitvoer van Koorn uit de Provintie deede, welke alle toevoer herwaards zoude hebben kunnen affnyden, maar ook hadden Heeren Burgemeesteren by tyds eene groote voorraad van Graanen opgekogt, waardoor wel in den beginne deprys eenigszins fteeg, maar de Regeering was daarF 5 door  ïgCt GES CfitBDE 3ÏTS SE N DER. door egter in ftaat gefield, om de baatzug. tigheid van fommige Kooplieden voor te komen en de prys te dwingen. Want rees dier al te hoog dan verkogt de Stad , en deed daardoor de prys oogenbliklyk daalen, en was de prys hier door dan wederom laag, dan kogt de Stad weder in. En op deeze wyze heeft dmftels Overheid de al te hooge en drukkende prys van deeze allernoodzaaklykfte Kooptnanfchap voorgekomen, een over» groot nut aan het Algemeen toegebragt, en door dit beleid nog eene aanzienlyke fomme Gelds voor de Stad gewonnen en overgehouden. Z. Deeze handelwyze heeft zekerlyk de Regeering dier groote Stad eere aangedaan. V. Ondertusfchen waren in de gemelde Stad, omtrend deeze tyd wederom vry tvat beweegingen, inzonderheid des Zondags, eerst by de Nieuwe Stads Herberg, en vervolgens buiten de Wcterhigs en Utrechifdie Poorten ontftaan, welken nog de treurige bewyzen opleverden , dat de voorige verdeeldheden in de gemoederen der Ingezetenen wel ge* finoord^  VÉREENIGDE NEDERLANDEN. P3I fmoord , doch niet gehee lyk uitgedoofd waren , en deeze handdaadigheden gingen foratyds zo verre , dat men genoodzaakt was, dezelven, door het Krygsvolk dat daar in bezetting lag te moeten ftuiten. Veel geruchts wierd ook gemaakt en veel gefprokenvan zekeren Harmen of Propheet van den Overtoom, die men zeide dingen te kunnen, zien, welken door anderen niet gezien konden worden, en raar welke Man zeer veele Jigtgeloovigen, zo te Voet als met Rytuig naar toe gingen, om zyne profetie te heoren. Z. Wat was deeze Harmen tog voor een Man ? en waar door kwam het by da: ^er ze» veel wonders van verteld wierd t V. Ik zoude van het geheele geval zwygen, als het niet wederom tot een bewys verftrekte, hoe weinig 'er noodig is om-een algemeen* gerucht, algemeene nieuwsgierigheid, algemeene verwondering, en dikwils ook geloof aan de dwaaste begrippen te verwekken, Dee wonderiug, hoop of vreeze, verkregen.—-— Doch laat ors dit Gefprek met wezendlyker zaaken befluiten. — In de Provintie Groningen, was door de Staaten van dat Gewest, met voorkennis en goedkeuring van den Prins Erffhdhouder, derj negenentwintigften May 1789. eene Amnestie of Vergiffe. nis wegens de voorgaande Onlusten in die Provintie afgekondigd, genoegzaam van inhoud als die der andere Provintien, en ook met eenige bcpaalingen en uitzonderingen , voornaamlyk waren uitgefloten die geenen, welken de Staaten van Groningen hielden voor de Hoofden , zoals zy zich uitdrukten, der Landverdervende Cabaal, en welken als de voornaamiTe oorzaaken en Ee%  VEERENIG3E NEDERLANDEN. 1*3 Bewerkers der onheilen , die Provintie overgekomen moesten worden aangemeikt, voords die in publieke fur&ien gefield waren , en eindelyk alle die geenen, welken aan de gewelddaadigheden, in de Maand September te dppingadam gepleegd, fchuldig wierd enge houden (*) „nadien.zeiden gemelde Staaten vanG;05> ningen Lands Welzyn , benevens de Rust en Veiligheid van hunne goede Ingezeten, volflrekt vorderde, bovengemelde Perfoo. „ nen van hunne Gratie uit te fluiten, en „ aan de Justitie over te laaten, ten einde ,, daar tegen volgens rechten wierd geproce„ deert." Tevens wierd aan alle Ingezetenen gelast zig in het vervolg op het zorgvul. digst te wagten , zig aan eenige diergelyk© misdaaden fchuldig te maaken , met verzeke» ring dat door wien zulks ook mogte gebeuren , dezelve geen de mmfte oogluiking of Gratie te verwagten bad, maar integendeel ais CJ Oefchiedenisfen der Vereenigde Neder* landen in't kort. XIXDeel, Bladz. 152. F?  £34- GESCHIEDENISSEN DER als Vérftoorers der Algemeene Rust gefit-aft zouden worden. Voords wierd deeze Amnestie in alle Kerken door de geheele provintie Groningen, zonder onderfclieid van Gezindte, door de Predikanten, Leeraars of Spreekers in dezelven, den Voike afgekondigd en duidelyk voorgeleezen, zo als dezelve ook alom op openbaare plaatfeh was aan» geflagen geworden» mm»  HONDERD en VYFDE GESPREK, inhoud, Vonnis over den Heer Mok te Hoorn, 'en over eenige Perfoonen te Rotterdam. —— Brand te Del/gauw. — Ongeluk den Prins- Erfftadhonder overgekomen. Onlust te Rotterdam. Doorbraak by Delft — Befluit der Algemeene Staaten wegens de* Brabandfche Onlusten. De Fiscaaf huiken krygt een gedeelte yan zyne Jaarwedde» ——- Dood der Nederlandfche Dich, ter-esfe yan Merken. —— Onlusten te l.li flngfn. Vreemi Recht geding te Utrecht* ■ Memorie yan den Heer  135 geschieden issen der Hop te Brusfel. Antwoord op dezelve. Els* fthen yxn den Keizer. Vonnis over de Heer de Villattes. —— De Erfprins van Oranje komt te Leyden ftudeeren. — Nieuw Verzoekfchrift van den Hoogleeraar Voorda. - Komst van eenige Braband» fcks Patriotten te Breda. • Komst van eenige Keizerlyke Soldaaten te Sluis. Vervolg der Onlusten in Braband. - Vonnis tegen eenige Gelderfvhe Ridders- — Staat der uitgeweken Nederlanders ia Frankryk. Zoon. Wat was *er omtrend deezen jyd in Holland voorgevallen? Vader. Door het Hof van Holland, waren den eenendertigften Juiy weder verfcheideii Vonnisfen uitgefproken , tegen foratuige Heeren die in de laaiite Staatsonlusten gemengd geweest waren, onder welken de Heeren Bernard Blok, jfean Alexandre de Matha en den Rotterdamfchen .Advocaat, Hendrik Arnold Kreet wel de voornaarnften waren. Zy  VEREENIODE NEDERLANDEN. I37 Zy wierden allen ten eeuwige dage, uit Hol» land, Zseland, Friesland en Utrecht gebannen , 2onder ooit daar weder in te mogen komen , onder bedreiging van zwaarer fèraf. Gemelde Heer Blok * welke voorheen Secretaris van bet Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden der Staaten van Holland te Hoorn , en Commies- van 't zelve Collegie geweest was, had , wanneer hy hy de Omwenteling van zaaken ii; September zig naar elders begeeven moest, met agierlaating van zyne va&te Goederen, zig meester gemaakt van zo veele Penningen en Gelden , ais hy oordeelde wel de waarde van die ag^ergelaatene Goederen te beloopen. Midlerwyl was de Heer en Mr. Hendrik van Straalen^ thans Secretaris vsn welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden , door dezelven gemagjigd geworden tot het zorgen voor deeze Gelden, die onder den Heer en Mr. B. Blok berustende mogren zyn. Dit had gelegenheid gegeven tot een Pleitgeding tusfehen de voorige en tegenwoordige Secretarisfen , waar over het Hof van Holland de volgende Uitfpraak gedaan. had'.  Ï38 GESCHIEDENISSEN DE» had. „ Condemneerd de Gedaagden in zyne „ hnedaanigheid van Commies der Finantie „ op te leggen en te voldoen , eerftelyk eene „ Somme van tienduizend Guldens, door zy„ ne order aan 't Vliegend Legertje van t „ Gewapend Burgercorps, rt welk in den „ Jaare 1787. in Noerd HoV.and had befhan, „ verftrekt uit Penningen den Lande toebe„ hooiende, en wyders in de tweede plaats „ eene Somme van drieenzeyerttïgduizend w Guldens, als behoord hebbende aan de Cas» „ fa van Penningen , die onder hem Gedaag„ den in zyne opgemelde gewezene hoedari nigheid van Commies ter Finantie van Ge„ committeerde Raaden , was berustende ge* „ weest en aan zyn beduur toevertrouwd ge* „ worden, en zulks met de Intresfen, dier „ beide gemelde SDtnmen, tot vier ten hon,, derd in 't Jaar, volgens gewoonte, tot de w volle en daadelyke betaaling toe, en ver„ klaard de daar voor in beflag genomene„ Goederen , Gelden en Effecten executa* }7 hel enz." Z. Deed de Heer Blok hier niets tegen ? V. Ja>  VEREEN1GDENEDERLANDEN* X0 V. Ja zeker, vooreerst had hy een Smeekfchrift ingeleverd, aan de Baljuw en Schepenen der Heerlykheid en Proostdye van IVatterp in Fransch Vlaanderen alwaar hy toen woonde , „ met verzoek aan te mogen houden en beflaan, zodanige Gelden als hy nog onder zyne bewaaring was hebbende, en uit kragt van het zelve, voor hunne Vierfchaar te mogen daagen, de Magidraaten en Gemagtigden van de Steden van IVestfriesiand en het Noorderkwartier , benevens de Gecommitteerde Raadin der Staaten van Holland te Hoorn zitting hebbende " Dit verzoek hem, door de Regeering aldaar, hoewel ten zynen prykel , toegedaan zynde» deed hy den Heer van, Si raaien eene Verklaaring en Sommatie toekomen, waar by hy voornoemden Heer wel erndelyk waarfchouwde , „ van zig te wagten, het bovengemelde Vonnis uit te voereij of te doen uitvoeren, of te verkoopen of ver • vreemden , onder welk voorwendzel zulks ook zoude mogen wezen, eenige van zyne roerende of onroerende Goederen, met byvoeging dat by [ Mr. £, Blok ] alle zodaanige; Ver-  140 GESCHIEDE NISSEN DER Verkooping of Vervreemding niet aüeen zou* de aanmerken als van geene waarde en onwettig , maar ook op voorgemelde onder hem beflagene Gelden zoude verhaalen alle zodaanige Kosten, Schaden en Intresfen , als daar uït eenigszins zouden kunnen ontftaan, en die Geiden daar toe niet genoeg kunnende (trekken , op alle zodaanige roerende en onroerende Goederen , als de Ondergetekende Heer Blok, zoune kunnen agterhaalen, toekomende, zo aan de Magidraaten en Gematigden van gedagte IVestfriesfche en Noorahollandfche Steden in 't alg-meeo, als aan een ieder van dezelven in 't byzonder, ofwel aan den Heer yan Straalen , midsgaders hunne Kinderen en Erfgenaamen in 't byzonder, zelfs ook door het vasthouden van hunne Perfoonen, overal waar hy dezelven zoude mogen komen te vin. den. Dan dat by [Blok] byalJien de Heer yan Straalen, zig zoude willen onthouden het bewuste Vonnis daadelyk ter uitvoer te brengen , tot zo lange by den Gerechte der Heerlykheid Watten, daar in bepaaldelyk befloten, zoude zyn, indien gevalle bereid en te vrede  VEREENIGDE NEDERLANDEN. I41 de was, aan Magiftraaten en Gecommitteerde Raaden van West friesland te rug te geeven, al het «eene hem Ondergetekende niet zoude zyn toegewezen " Z. Hoe wierd deeze dreigende Sommatie door Heeren Gecommitteerde Raaden van Westfriesland en 't Noorderkwartier opgenomen? V. Gemelde Gecommitteerde Raaden , en de Magiftraaten der zeven Steden van het Noorderkwartier vonden goed, wegens deeze zaak aan de Leden van het Parlement van FranschVlaanderen te Douay vergaderd, eenen breedvoerigen Brief te fchryven, waar in zy deeze Heeren een omftandig bericht van den toedragt der gemelde zaak gaven , en welken zy eindigden met te zeggen, „ dat zy ntt ook van de billykheid van hunne Edel Mogenden de Parlementsleden aldaar vertrouwden , dat dezelven na alle bekomene berichten niet zouden toeftaan, dat-de luister van de Justitie met den voorftand van diergelyke flegte en flrafwaardige handelwyze, door gemeiden Bernard Blok, tegens den Lande gepleegd»  f42 GESCHIEDE NISSEN DER pleegd, op een tyd, dat hy ook zelfs nog niet had opgehouden Onderdaan en Inwooner van dezelve Lande te zyn , zoude bezwalkt worden , maar integendeel met rede zouden zyn verontwaardigd over de wyze op welke dezelve B, Blok de vroomheid zo van hunne Edel Mogenden, als van Baljuw en Scheperen der meergemelde Heerlykheid Watten, tot dus verre had misbruikt, terwyl Gecom* mitteerde Raaden zig vleiden, dat hunne Edel Mogenden niet zouden gedogen, dat zy verder van wegens den Heet Blok met diergelyke gezogte en ongepaste Aétien, aan welken zy zig ook nimmer zouden gedragen , door tusfchenkomst van eenig Rechterlyk Officie, gekweld wierden." Voords hadden hunne Edel Mogenden ook door den Nederlandfchen Gezant in Frankryk hun beklag aan den Koning laaten doen, het welk van dat gevolg was, dat de Aartsbisfchop van Bourdeaux, Zegelbewaarder van het Franfche Ryk, eerlang een fcherpen Brief afliet gaan aan den Baljuw en Schepenen van de meergenoemde hooge Heerlykheid Watten, waar in by, onder anderen z«-  VRREBNÏGDE NEDERLANDEN» !43 zei Je, „ dat hun gedrag in deeze zaïk gehouden zo onregehnaatig was als 'c zyn konde, dewyl de eenvoudigfte grondregels der algemeene Rechten bepaalden dat die geenen , tegen weiken men eisch moest doen, voor den Rechter hunner Woonplaats geroepen moesten, worden. — Dat de grondftellingen van het Recht der Volken niet toelieten , eenen buitenlandfchen Souverein voor em Frcttisck Gerechtshof te trekken, en dat het hen niet onbekend konde zyn, dat hunne Waardigheid hen geenerley gezag over de Magiftraaten van Westfriesland konde geeven." Voords dat de Koning hem gelast had hierover Hoogstdeszelfs misnoegen te kennen te geeven , en hen te verbieden hunne Dagvaarding eenigszins verder voord te zetten, en eindelyk dat hy Aartsbisfchop , ftaat maakte dat zy zig in deeze naar den wil van zyne Majefteit zouden gedraagen. Z. En hier mede fcheen een volkomen ein» de aan deeze zaak gemaakt te zyn. V, Midlerwyl dit alles met den Heer Blok was voorgevallen, had het Hof van Holland we-  F44 GESCHIEDENISSEN DER weder by Vonnisfe de volgende perfoonen ren eeuwigen dage , uit Holland, Zeeland , Utrecht en Friesland gebannen, als de Heeren Gerrit yan der Pot yan Graeneyeld, Mr. Pieter de Monchy, Mr Nictilaas Martinus Bogaard yan Alblasferdam , Daniël de Jong, Thomas Theo» derus Cremer, A braham yan Rykeyorsfel en Nicolaas Montauban yan Zwyndrecht, allen Rotterdammers, welken in de voorgaande Onlusten fterk betrokken waren geweest. Z. Het is tog te bejammeren dat by het eindigen der Burger Oneenigheden of by de Omwentelingen van zaaken , zo veel Lieden byna alryd ongelukkig worden. V. Een ander foort van ongeluk trof den elfden Augustus verfcheidene Ingezetenen van het Dorp Delfgaauw , naby de Stad Delft gelegen , alwaar des morgens omtrend zes uuren, door bet broeien van Hooy een zwaa» ren Brand ontftond, welke in een Hooiberg begon , en derwyze door de flerke wind voordgang nam, dat welhaast de Boeren» wooning en Stalling daar agter (taande benevens een nog daar by zynde Hooiberg ook  vereenigde nederlanden. I45 ook door de Vlammen verteerd wierd, niettegenftaande men alle mogelyke poogingen aangewend had om den Brand te blusfchen.De fchade hier door veroorzaakt was vry groot, door dien de voorgemelde Gebouwen tot de grond toe door de Vlammen vernield wierden, ook was de hitte des Vuurs zo groot geweest, dat zelfs al de digt daarby {taande Boomen verlchroeid waren -geworden. — Van dit voornoemde ongeval wierd egter minder gefproken, als wel van het gevaar dat Nederlands Enftadhouder, flegts drie dagen te vooren geloopen• had, en waarvan ieuer de mond vol had. Z. Waar had dit gevaar in beftaan ? V. Zyne Doorlugtige Hoogheid den agtllen Augustus, het Middagmaal op Leeu* venhorst, by den Heer van Wasfenaat Starrenberg genomen hebbende, had in het wederkeeten naar de Hofplaats, het ongeJuk gehad, van digt by Leyden, met des» •zelfs Rytuig om te vallen, en in de Watejing tus>ichen Noordwyk en Katwyk te geraaJten, doch door de fpoedig aangewende hulp, XXII. d rel* G wierd  Ï4<ï GESCHIEDENISSEN DER wierd dien Vorst zo gelukkig gered, dat dit toeval geene de minfle gevolgen voor Hoogscdezelven gehad heeft. Van meer ge¬ volg hadden de Onlusten, die in deeze Maand te Rotterdam plaats hadden, kunnen weezen, indien dezelven riet nog by tyds, dcor de goede voorzorg der Regeering waren gedempt; geworden. Z. Wat was daar dan weder voorgevallen? V. Zekeren Wynkooper wierd aldaar, den zevenden Augustus, [Verjaardag vanMevrou» \ve de Prinfes van Oranje,] door de Dienaars van het Gerecht opgebragt, om dat by aan een Witwerkers Knegt een gevaarlyke Heek met een Mes toegebragt had. De twist was ©ver het draagen of niet draagen, of de byzondere wyze van draagen van O/anje, ontftaan. Deeze twist en handdaadigheid wierd wel ras van veele beweegingen in de gemoederen , en verfcheidene opfchnddingen gevolgd , zo dat des avonds en ook zelfs in den nacht aan een menigte Huizen de Glazen ingeQpeten wierden. Deeze baldadigheid maakte  VEUEENlGDE NBDEltLANDEN. 147 te de Regeering der Stad Rotterdam oplettende op de bewaaring der Rust, en bunne Edele Groot Achtbaaren deeden welhaast eenige Burgers onder de Wapenen komen, en allerwegen Rondens uitzenden, daarenboven lieten zy den volgenden dag eene Waarfchouwing afleezen •en aanplakken, ih dewelken zy alle deeze ongeregeldheden zeer ftreng verboden, en tevens allen en een iegelyk vermaanden zig om« trend het draagen van Oranje te fèhtkken, naar de algemeene genegenheid, zo van de Regeering als van de goede Burgery, waar uit men vertrouwen konde veilig te mogen afleiden, dat een iegelyk met de herftelde en welgevestigde Regeeringsgefleldheid verge. woegd en voorneemens was, zig voordaan. als een Uil en gehoorzaam Burger te gedraagen, en voords zouden de zodaanigen die zig na deeze vermaaning niet wilden gedraagen, deswegens by de Justitie kunnen worden aangeklaagd en alzo geftraft, als overeenkomftig hunne onverzctlykheid zoude geoordeeld worden te behooren , -des nogthans dat niemand zig zoude hebben te veroorloven zyne Me die de Verdeeldheden üiterlyk deeden voordduuren. V. Ondertusfchen was in het nabygelegen Delfland, den twintigtten September, gantsch onverwagtde Kade , digt by de Langebrug, tusfchen Overfchie en de Zwedt, doorgebroken, en .daardoor de Oostpolder, die ruim driehonderd Morgen groot is , geheel overftroomd geworden. Men berekende de fchade, daardoor aan de Turf als anderszins, veroorzaakt op eenige duizend Guldens te beloopen, en indien men den volgenden dag iiet gat, rriet met zeer veel moeite en arbeid had weeten toe te dammen» zoude misfchien bet geheele Delfland ondergeloopen en het nadeel dus nog oneindig grooter geweest Zyn ——. Doch laat ons tot de Staatszaaken wederkeeren. De Onlusten in de Ooi- tenm  VEREENIGBE NEDERLANDEN. S49 tsnrykfche Nederlanden, die dag aan dag heviger wierden, en tot eenen geheelen opfland fchenen uir te barften, bragten, door de Vyandlykheden tusfehen de Burgers en hec Keizertyk Krygsvolk, te wege , dat veelen naar elders, en dus ook naar onze Grenzen vlugtten , als mede dat veele Brabandfche Burgers en Ingezetenen, zig nu en dan, gewapend , op het Grondgebied van den Staa^ lieten vinden- Dit alles deed de Algemeene Staaten bitluiten, tot dekking der Generaliteits Landen, eenig Krygsvolk op onze Grenzen, naar den kant van Braband te doen faa« mentrekken, om aldaar een Cordon, tot beveiliging van *s Lands Ingezetenen, te vormen. Daarenboven fchreef ook de Prins Erfftadhouder, als Kapitein Generaal aan alle de bevelvoerende Officieren van alle de Regimenten in Dienst van den Staat, den zeven* tienden September eenen Brief, om voor den tienden October eerstkomende op te geeven, of alle de Compagnien van hunne onderhebbende Corpfen voorzien waren van de soodige Tenten, Karren en verdere VeldequiG 3 pa-  *5 GESCHIEDENISSEN DE B. pagie, om , des noods, op het eerfte bevef, in 't Veld te kunnen trekken en te Kampee> ren, en wat hen daar toe zoude ontbreeken , als mede in welke ftaat de Tenten enz. zig bevonden, met opgaave van den tyd, die 'er mogt vereischt worden om het ontbreekende te verhelpen enz.'* Z. Het begon 'es dus aan dien kant Krygs • zuchtig uit te zien. V. Alle deeze voorzorgen waren geens* zins nutteloos, want in de Baronny van Brc da krielde het van Brabanders, die veel al hunnen weg over de Dorpen Putten, Rozen* daal en Etten op Prinfenhage of Ginniken namen, en verders naar het Luikfehe trokken , om aldaar gewapend te worden , en, zo zy zeiden, tegen het Keizerlyk Krygsvolk te» gaan vegten , om het juk der Oostenrykfchtoverheerfching af te fchudden. Onder deeze Manfchappen bevonden zig eene menigte Gecstelyken , welken als Burgers gekleed waren. Ook bevond zig de Abt van Tongetto, met verfcheide Priesters cn Munnik- ketf,  VEREEN I GD E NEDERLANDEN* I£f ken, te Roofendaal, fommigen met, fommu gen zonder Wapens, Dit alles gaf gelegenheid dat de Algemeene Staaten ook eerlang een rlakkaat uitgaven » waar by hunne Hoog Mogenden de Officieren der Generaliteit gelasten en verboden, geene Vreemdelingen pp het Grondgebied van den Staat toe te katen, die gewapend zouden willen inkomen , oi eenige voorraad van Geweeren of andere Oorlogsbehoeften gewapend met zig wilden voeren, en dat zy voords in 't algemeen aan de reeds binnen gekomene Vreemdelingen , en die geenen welken neg mogten willen binnenkomen , van der Staaten meening en goedvit.den kennis moesten geeven, en raidsdien dezelven voorhouden, ., dat byaldien zy ge» „ net wilden hebben van de vrye inkomst „ en verblyf op het Grondgebied van den ,i Staat, zy zig ftil en rust'g zouden hebben te gedraagen, geen overlast aan de Ingezete„ nen veroorzaaken, en zig onderwerpen aan „ de Orders en plakkaaten van den Lan» „' de." • Z. Maar hoe was het tog intusfehen mes G 4 de  152 GESCHIEDENISSEN HER ie zaak van den Fiscaal Luiken afgeloopen , waar van gy my ia een onzer voorige Saamenfpraaken meldiwg gedaan hebt? (*) V, Die Heer was by eene fchikking der Heeren Staaten, in de Maand September 1789, een gedeelte van zyne jaarwedde, [diebyzyn aanvaarding van den Post van Fiscaal by de Gecommitteerde Raaden, zesduizend Guldens beloopen had . J toegelegd geworden , waar mede deeze zaak een einde genomen bad.— GedHurende den loop van alle deeze zaaken, overleed te Leyden, den negentienden Oètober, na eene langduurige 'ziekte en zwakheid, de alomberoemde Ncderlanofche Dichteresfe Lucretia Wilhelmina yan Merken, Echtgenoote van den bekenden Dichter N, S, yan Winter, met dewelken zy verfcheiden Jaaren gehuwd geweest was, en met wien zy federd eenige Jaaren van Amfteldam., de Stad van haare Geboorte, te Leyden was ko- (*j Gefchiedenisfen der Vereenigde Nederlanden in 'f kort, XXI Deel, Blariz. 261 tot £66.  xxii.b.eLvh.   VE R EE NIG DE NEDERLANDEN. I55 komen vvoonen. Gemelde Dichteresfe die men als het fleraad van haare Kunne befchouwen kan, had zig door verfcheidene uitfteekend fchoone en weidoorwrochte Dichtflukken in de" geleerde Waereld bekend Igemaakt, en ieders agring hierdoor verworven. Onder haare Dichtflukken muntten uit het nut der Tegenfpoeden, het Heldendicht David, en wel voornaamlyk het kunflig en doorgeleerd Heldendicht Germanicus, het welk zelfs, om zyne fchoonheid , in het Fransch is overgezet geworden. Meer tot haaren lof te zeggen, laat ons bedek nog den tyd niet toe, dus zal ik u alleen nog maar melden, dat dit fchoone en edele Vernuft, dat de groote Geleerden, Gerard Brand en Casparus Barleus onder haare Voorvaderen telde, in den Ouderdom, van achtenzestig Jaaren overleden was. Z. Deeze begaafde Vrouw k zekerlyk wel waardig om in het Verhaal der Nederland», fche Gefchiedenisfen gedagt te worden. V. Omtrend deezen tyd hadden 'in Zeeland, cn wel voornaamlyk te Vllsfingen, wederom allerhande oproerige beweegingeja plaats , die  154 ©ESCIMB'DBffl9SEN DER ik u niet beter kan doen kennen, dan met 'è eenige trekken uit het Voordel van den PenGomrisLojiysfen, den negenentwintigden September aan de Regeering aldaar gedaan, mede te deelen, Zyn Edele zeide dan, onder anderen , „ dat hy met een hart vol aandoening ter Vergadering verfebenen was, befehouwende de jammerlyke gefteldheid der eertydsverraaarde Stad Vllsfmgen , tegens welkers naauwelyks herftelde- Rust, een nieuwen aan» flag feheen te zullen uitharden." Daar op verhaalde de Pen&onaris , dat zekere Heer Bert» te Leyden woonagtig,. voorneeraens geweest was zig te Vlisfingen ter neder te zetten, alwaar hy reeds een aanzienlyk Huis gekogt, en voor zig gereed had doen maaken, doch door de Onlusten in de laatstgemelde Stad tegengehouden was, het werk aan zyn Huis. had doen ftaaken,. en het zelve fluiten , mét verklaaring van te Vlisfingen niet te zul* len komen, ten zy de Penüonaris hem dellig konde verzekeren, „ dat hy volkomen op. eene zekere en veilige inwooning, onder de lêfiEeherming der Wetten en der Justitie daac  VER EEN IG na NEDE RL ANDEN» 3?^ konde maaken,. met byvoeging dat genoem** de Heer Bert te meer eene zodanige verzekering poogde te erlangen, daar hy. wenschte Z'g van de gelegenheid te bevoordeelen, dat'er een Schip naar Demerary zeilree lag, om derij waards tyding van de omftandigbeden óer r Stad Vlisfingen te zenden», ten einde alle de I geenen, waar op hy betrekking had, te waar» fchouwen van zig te wagten, met op de^ voornoemde Stad een enkele Baal of Vat af te fcheepen, nadien men niet zeker zoude I kunnen wezen, dat men zyn Goed, het eene half uur aangekomen zynde , het andere hafj 1 uur nog zoude bezitten.'* Na deeze Voordfagt van zaaken , vroeg de Heer Louysfen aan hunne Edel Achtbaaren, ,, of het niet boonende, niet vernederende voor elk wa3, die,, eenig gevoel van> ii eer had, het zy Regent, het zy Burger, dat Vreemdelingen, die geneigd; waren om zig; I met 'er Woon te Flisfingen- te plaatfen, in I de noodzaakelykheid gebragt, wierden, om: vooraf zekerheid te vraagen , tot eene veilige itjw0or.ing_.fr Koe vernederend•■, ver-  GESCHIEDENISSEN DER volgde de Penfïonaris, was het niet voor eew Lid van Staat het openbaar vertrouwen zoverre te misfen, dat het zig aan diergelyke buitengewoone, maar noodzaakelyke Vraagen zag blootgefteld. Hoe beledigend voor den Souverein, de'Heeren Staaten van Zeeland, die zo ernftig alle Oproer en Geweld verboden hadden, met aanfchryving aan alle. Magiftraaten en Officieren , om daar ftiptelyk de hand aantehouden. — Hoe beledigend inzonderheid, [vervolgde hy] voor den Prinfe van Oranje, Erfheer der Stad Vlisfingen , die den Heer Baljuw, midsgaders Burgemeesteren en Regeerers van dezelve, wel ernftig had aanbevolen alles aan te wenden en in 't werk te ftellen , wat zoude kunnen dienen tot vermeerdering en bevestiging van de Rust» Bloei en Welvaart der Stad, en ter bevordeling van het Beftuur eener onpartydige Justitie." „ Toonde men niet veel eer, [ging de Heer louysfen voord,] door zodaanige onrustige Beweegingen aan te ftooken of uit te voeren, in plaats van Vrienden van het Huis van Gran™  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 1&? Oranje te wezen, en deszelfs belangens te behar igen, in tegendeel , dus gezworen vyan» den daar van te willen zyn. Dan he» laas', de ondervinding had geleerd en leerde nog dagelyks maar al te veel, dat wanneer het met de byzondere belangen niet ftrookte, men zig weinig aan zyne Hoogheid of Hoogstdeszelfs beveelen gelegen liet leggen, Veelen [.jeide de Penfiqnaris] trokken .het masker yan Oranje aan, om daar onder, zo zy meenden, alle godloosheid ongejlraft uit te kunnen yoeren. — Voords vroeg zyn Edtle of 'er Wetten waren, en zo ja, waarom die dan niet fterker gehandhaafd wierden. Heeft men , vervolgde hy, tot op die oogenblik eenige wettige kennis wie die onrustue Bewee. gingen hadden doen geboren worden, of waar aan zy hunnen oorfprong verfchuldigd waren, was 'er reeds onderzoek naar de fchul* digen gedaan, of wist men dezelven, had men dan daaromtrend reeds maatregelen genomen em ftraf te oeiTenen?" Verders verklaarde de Penfionaris, „ dat verre het meerderdeel der Ingezetenen tegen G j hua-  Ï5# GBSCHIEDE NISSEN DE a hunne Edel Achtbaaren, door hot derven van alles wat vöorfpoed konde opleveren, en waar uit zy bun beftaan konden hebben. zouden moeten getuigen, wanneer de oorzaaken vanbet hun nadeel doende kwaad, niet wierden opgelpoord, ontdekt en daadelyk gefiraft', verzekerende voords hunne Edel Achibaaren dat, indien alle zaaken, zodaanig als die thans gebeurden hun gang moesten bïyven gaan, het volitrekt onmogelyk wierd, dat Lieden van Eer in de Stad bleven. Want, vervolgde? hy, af te hangen van misfchien vyf of zes Oproerkraayers, onder de Burgers en Ingezetenen , en dus eeuwig in bat onzekere van hunne Bezittingen te woonen, konde alleen bekoorlyk zyn voor zulken dieRust in-de Onrusb zochten.'' Voords vroeg hy verder* „ welken tog de redenen waren, om welken die woelgeesten zig zo affloofden: Moest hy het [zeide hy .}. befchouwen voord te fpruiten uk hebzucht,, om zig in het Oproer, door de Goederen hunner Medtbtirgeren te verryken ? Of moest hy, in aanmerking aeemen den- verwarden toe- fiandf  VERBEN I G'D B~NEDE RUU DE-N» 159 ftand van zodanigen > die misfchien gaarne wenschten in zulk onheil te deelen, ten emde door dit middel;, als-met één Penreveeg, alle: hunne fehulden voor- betaald te houden ? OÊ moest by eindelyk het aanmerken als een geesfeli waar mede men zo lang wilde kasiyden, totdat men zyne bedoelde twistzoekende oogmerken* had bereikt en zyn zin genoot, Verfbeilyk* beginfelen [vervolgde de Penfionaris]welken verdienden, indien men daar van iets in het zekere konde ontdekken, dat aan de Waercld wicrden bekend gemaakt, ten einde men konde zien en kennen de Gedrochten, doo£ welken een Volk misleid konde worden." Eindelyk floeg hy het afkondigen , eener fterke Publicatie tot herftel en bewaaring der Rust en algemeene veiligheid voor, met bygevoegde verklaaring, dat indien onverhoopt hunne Edel Achtbaaren , konden befluiten van zyn voorflag, waar aan het behoud van* Vlisfirgen hing * geen gebruik te inaaken, ny zig dan voor zyne Medeburgers verantwoordelyk zoude houden, en altoos kunnen getuigen dat hy alles had verrigt* wat zyn pbgt  IfjOr GESCHIEDENISSEN DER van hem vorderde, maar dat zyne rechtmaatigen yver niet was mogen bekroond worden , en hy zig dienvolgens gedrongen zoude vinden , de Stad Wisjingen te verkaten , dezelve gaarne ter bewooning afiïaande aan de zu'« ken, die hunne Medeburgers tot flagtoffers hunner woelzieke oogmerken wilden maaken*'1 Z. Dit was een zeer nadrukkelyk Vertoog» waar in nog al vry veel bedenkelyke zaaken en gezegdens kwamen. Maar wierd door de Regeering van Vlisfmgen, aan het biilyk verlangen van den Heer Louysfen voldaan? V. Ja, en hunne Edel Achtbaaren gaven, in de Inleiding van derzelver Publicatie te kennen , dat zy niet zonder de grootfte aan„ doeningen en verontwaardiging vernomen „ hadden , de bedreigende geruchten , die „ fommige woelzieke en onrustige Perfoonen,, „ eenige dagen hadden beftaan door de Stad „ te vexfpretden , en dewelken zodaanige be. „ roeringen en bekommering gemaakt had,, den, dat niet alleen verfeheiden Burgers en Ingezetenen byzondere Voorzorgen tot l i .. m be*  VEREENIODE NEDERLANDEN* ïSï beveiliging hunner Goederen hadden ge„ raeend te moesen neemen, maar dat de „ Regeering zelfs zig verpligt geoordeeld had , „ ernftige beveelen te geeven , aan het Krygs„ volk binnen de Stad in bezetting leggende, ,, midsgaders aan den Burgerkrygsraad , en 5, verder tot zodaanige maatregelen te "txflui„ ten als zy vermeend had, toereikend te „ zyn om de kwaadaanjge, oogmerken te very „ delen. En hoe zeer zy de veifpreide „geruchten, eisfchen en bedreigingen wel „ aan de eene zyde met veragting befchouwd „ hadden, zy egter aan de andere kant, tot „ bun leedweezen befpeurd hadden, hoe door „ dk raiddel de Rust, ter naauwcrnood her9, field, weder beroerd was, en de herinne„ ting van voorige Gebeurenisfen weder „ verlevendigd: terwyl zy vertrouwden dat „ een ieder reeds uit zig zeiven zoude heb- ben opgemerkt de gevolgen, die uit eene „ diergelyke gisting der gemoederen , ten na- deele van den Koophandel, Handwerken en „ Neerir.gen, noodzaaklyk moesten voord„ lpruiten, daar niemand «p eene veilige in* M wee-  ï6ft GESCHIEDENISSEN DER. „ woonïng kunnende ftaat maaken, de ge„ goede Ingezetenen de Stad zouden moeten „ verhaten , en Vreemdelingen afgefchrikt „ worden, om zig daar in neder te zetten , enz." Voords wierd by deeze Publicatie» eene premie van honderd Zeeuwfehe Ryksdaalders- uit 's Lands Kas beloofd, aan den geenen die de Verfpreider of Autheur van dusdaanige fehrikbaarende Geruchten P bekend zouden maaken, met belofte van ftraiïeloos* heid zo daar aan zelve medepligtig mogtezyn. Z. Was de zaak van VUsfingen hier mede g eëindigd ? V. Juist niet geheel , want de Heer Lamp. fins, Baljuw van meergenoemde Stad vond goed eenige dagen laater, tegen het Voorftel van den Penrlönaris Louysfen vt zo eeven medegedeeld , eene breedvoerige Aantekening in te leveren, by welke de Heer Baljuw te kennen gaf, „ dat zyne aandoening over de droevige gefteldheid van Vlisfingeti niet minder was dan die5 van den Penfionaris, ja dat dezelve dagelyks vermeerderde , wanneer hy'zag wel. ke kunstgreepen in het werk gefteld wierden »  VRR.EE NI GB^E NEDERLANDEN. l6$ den, 6m tweefpalt te verwekken , én het vertrouwen te 'verminderen: kunsrgreepen berokkend , zeide zyn Wei-Edele, by wien het Zyn mooge , in zyn oog verfoeilyk !" Hier op vroeg gemelde Heer Lampfins, of de ge« dreigde en in het Voorftel van den Heer Leuytfct? opgegevene beroertens in Vllsfingén waren werkftelliggemaakt of niet? En hier op zeide hy verders was de bewustheid en de kennis van htmne Edele Achtbaaren genoeg tot antwoord. Neen, Edele Achtbaare Heeren [vervolgde hy] ai wat men van een plun* derziek Gemeen had willen uitftrooyen, alle opruyingen waar mede men de goede Ingezetenen deezer Stad had willen betigten, waren in rook verdweenen, en zo 'er al eens werkelyk kwalykgezinden genoeg gevonden Wierden, die bezield met Iaage en verfoeielyke oogmerken, hunne losbandigheden den teugel cgterhadden willen vieren, waren dezelven door de wyze voorzorg van de twee Heeren Burgemeesteren , door het befluit van den Raad geflerkt, te leur gefield." MEr zyn [vervolgde de Heer Lampfins \ getu.  *$4 GESCHIEDENISSEN DER geen andere Oproerkraayers, dan de zulken, die geen vertrouwen in de tegenwoordige Regeeringsvorm hebbende, de Wetten, de Justitie en de geen die dezelve moeten uitvoeren , in verdenking zogten. te brengen, als of zy hunnen pligt vergaten , en dus als onwaardige Regenten te doen voorkomen. Zulke Oproerkraayers waren te zoeken onder die geenen, die gefluit in bun boos voorneemen . het herflel der wettige Regeering benydden, en hunne wraak oefïenden door dezelven gehaat of haatelyk te maaken Eene onpartydige Justitie konde alleen dezelve in behoorlyke paaien houden, maar wat kon [vroeg de Baljuw verder,] de Rechter doen zonder befcheiden? die geenen die zulke gruwelen brouwden* [vervolgde hy] wachtten zig zorgvuldig, opdat men hunne euveldaaden niet zoude bewijzen.'* Voords klaagde de Heet Lampfins „ dat men zelfs na de Omwenteling, Kerkelyke en Burgerlyke Bedieningen gaf, aan Perfoonen die wel tegen , maar niet voor de oude Staatsgesteldheid en het Gezag der Stadhouderen geyverd hadden , en dus die geenen openlyk voor-  VE REE Nï C DE NEDERLANDEN. lS§ voorftond , die men Martelaars van het Pa* triottisme noemden, en die [volgens gemelde Heer Lampfïnsj in der daad niet anders geweest waren, dan Uüvoerers van de fnoodfte raadflagen enz.'' Z. Daar is myns dunkens vry wat fcherps in deeze Aantekening van den Heer Baljuw. Maar liet de Heer Louysfen zulks onbeantwoord ? V. Die Heer benevens nog drie andere Raaden van Vlisfingtn, naamlyk de Heeren "Schorer, yan Doorn en Sandra, deeden wel haast eene tegen Aantekening, in dewelke zy, onder anderen zeiden, „dat de Heer Baljuw te vergeefs de bedreigingen van Geweld en plundering op rekening iragtte te ftellen van die geenen, die by befchreef als zulken die niet vergenoegd met de tegenwoordige Regeelingsvorm en gefluit in hunne booze voorneemens, het herftel der wettige Regeering beinydden, en hunne wraak oeffenden, door dezelven gehaat of haatelyk te maaken. Te vergeefs tragtte hy de Aanleggers en Verspreiders der Beweegingen, die hy de eer aan,.  «ftff> GESCHIEDENISSEN DES, aandeed van Yveraars voor de Staatsgefteldheid te noemen te verontfchirldigen." De aart der gedaane eisfclien en bedreigingen, de woe» lingen der bekende 'Roervinken , bewezen ge« noegzaam , onder welke klasie van Lieden men het kwaad zoeken moest. 't Waren [zeiden de bovengenoemde Raaden] dezelfden, die zy, onder den dekmantel van te yveren, voor de oude Staatsgefteldheid, in het Jaar 1787. de Huizen en Goederen hunner weerlooze Medeburgeren, hadden zien verwoesten, plunderen en berooven. Die zy hunne wettige Regenten hadden zien van het kusfen jaagen. 't Waren dezelfden die zy meermaalen den naam van goede Burgery, van weldenkende Burgeren, hadden hooren geeven, wanneer men door de verdediging of verfchootring van hun gedrag, zyne oogmerken meende te 'kunnen bevorderen." Hier op volgden eenige befchuldigingen tegen den Baljuw zelfs, welke oorzaak zoude gegeeven heboen tot oproerige Beweegingen, die nu, door de maatregelen der Regeering en den tegenltand der meeste Burgeren gefruit waren. Voords  I VEBRENIGDE NEDERLANDEN. 1$? Voords wenschten gemelde Raaden, dat de vermaaningen van hunne Edel Achtbaaren by hunne j'ongfte Publicatie van den vyfden September, (■'') van de gewenschte vrucht mogtcn weezen, „ doch [voegden gemelde Heeren daarby,] zoude men dit verwagten dan moest men geenhaatelykonderfcheidmaa» ken tusfchen Burgers en Burgers. — Dan moest men deugdzaarae Burgers, nietbefchryven, met dezelfde ademhaaling als Martelaars yan *t Patriottisme en Uityoerers van de fnoodjle Raadflagen. —— Dan moest men niet raazen, met opzigt der Stad Vlisfingen, op eene verfoeielyke Cabaai, die de Justitie ftremde, de Yveraars van de Conftitutie vervolgde, en den Stadhouder als het waie van zyne Voorregten plunderde, (f) ïn« (*) Zie deeze Publicatie op Bladz. i6©» hier voren» (-J-) Woorden die de Heer Lampfins med^ in zyne Aantekening gebruikt had.  ï58 GESCHIEDENISSEN DER Indien 'er immer, [vervolgden meergemélde Raaden] in Flhfin gen , eenige Regenten tot Zulk eene verfoeielyke Cabaai behoorden [ des geenzins ] waren zy of uit het Beduur* omflagen, of waren 'er nog ingebleven. Maar waarom had, in het eerde geval de Justitie dezelven niet vervolgd ? Waarom deed zy het nog niet? En hoe /oude zodaanige ge» waagde aanteiging aanloopen tegens de Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid van den twintigden Maart 1788. by welke [na een voorafgaand onderzoek, door eene p!egtige Commisfie, daar toe uitdruklyk benoemd, en die aan een ieder gelegenheid had gegeeven , hunne bezwaaren in te brengen] alle en een ieg.iyk, wie het zoude mogen wezen, wel ttriktefyk verboden wierd, de ontflagene Regenten, Raaden en Ministers te betigten , van zig in de Regeering van Land of Stad, niet na behooren gedragen te hebben enz.—— £n indien 'er nog Regenten tot die verfoeielyke Cabaai, door den Heer Baljuw befchreven, behoorden, dan geliefde zyn Edele [zo by durf-  V E RE ENIGDE NEDERLANDEN» i6> dmfde] dezelven cp te noemen, en deftandhoudende Wetten tegen dezelven , volgens zyre pligt, te handhavenen, „Wie [zeiden gemelde Heeren verder] bedoelde de Baljuw, door de Yveraars tege» de Staats^efteluheid, die men KerkelykeV Burgerlyke Ampten gegeeven had, na de Omwenteling, anders dan den Boekverkooper Corbelyn en den Wynkooper Baart, waarvan de eerfte op zyn beurt, Ouderling der Nederdunfche Hervormde Gemeente, en den anderen Ontfanger der Nederduitfche Armen ge*yorden was. Waarmede tog [vroegen zys] hadden deeze Burgers zulks verbeurd ? Was het dan genoeg geplunderd re zyn geweest om verdoken van de Voorregten der Maat', fchappy te zyn? Of gaf het veel eer aanfpraak op hit Kmtiyk mededogen zyner Medemenfehen, Helaas! tegenwoordig te weinig gekend. Wanneer en in welke gevallen hadden meergemelde Burgers geyverd tegen de Confl.tutie? Van welke fceode aanflag°n waren zy de Uitvoerers geweest? Zy hielden zig verzekerd dat het den Heer Baljuw moei- XXII. DEEL. II Jyfc  ITO GESCHIEDENISSEN OER lyfc zoude vallen, om des geroepen, iets deezer befchuldigingen te bewyzen. Zy waren met veelen hunner Medeburgers , door een dol, onbezonnen en misleid Gemeen, met veragting van 's Lands Wetten, geplunderd cn van hunne Goederen beroofd geworden, *t is vaar, ondanks de wyze voorzorgen der Regeering, maar op wien daalde de fchande en verantwoording hier van neder? Wie had deeze wyze voorzorgen verydeld? Hier zoude een ruim veld om uit te weiden zyn, doch Heeren Raaden fchoven liever een gordyn voor dat Tooneel van Ongeregtigheid, terwyl Zy zo wel de werktuigen als de flagtcfTers der wraak beklaagden." Gemelde vier Raaden eindigden hunne Tegenaantekening met de volgende woorden. „ Maar indien alle Regenten, Burgers en Insezetenen van Vlisfingen, ingevolge de ernftige vermaaning van zyne Hoogheid, by deszelfs meergemelde Publicatie, alle tot hier toe beftaan hebberde Partyfchappen enVyandlykbeden moesten laaten vaaren, het voorgevalle«e wederzyds vergeeven en yergecten, en ge«  VEREENIGDE NEDERLANDEN. t?i gelyk het goede Burgers en Ingezetenen betaamde, voordaan in vrede en foedc eensgezindheïd faamen Leven. — indien bet betragten of nalaaten van deeze pligt, an de zyde der geenen die belydenis deeden, JanMeevers te zyn van de be tangens yan bet Huis rein Oranje moest worden aangemerkt, nis de töetsfleen van de opregtheid van derzeïver gevoelens en bedoelingen , waar tos opgehaald ni ii alleen, maar zelfs vastgefteld het haatelyk ondcricheid tusfeben Burgers en Burgers, waar toe uirgevaaren tegen een Cabaal, wier voormaaïig 'betlaan binnen Mlftègeê zelf,* on;>ewy-baar was? Waar toe Burgers regens Biu.;ers opgehist, ter zaake van eene gewaande voorkeur in de bedoeling van zekere Ampten ? en waartoe de begunfljgden gehaat gemaakt in de oogen hunner Mededingers?" Z. Déeze tegenaantekening, komt my niet minder fcherp voor dan het Gefcbrift van den Heer Lampfins. Doch wy hebben ons vry lang by Flisfmgen opgehouden, hoewel ik «w verhaal met vermaak heb aangehoord.Wat li a was  172 GESCHIEDENISSEN DER was *er iatusfchen op andere Pkatfen van ons Getneenebest voorgevallen? V. Den twaalfden Oétober had binnen de Stad Utrecht een zeldzaam Regtsgeding plaats gehad. Daar wierd naamlyk, ten aanhoore van een ontallyke menigte van allerhande Menfchen, in Cas d'Appel, voor de Edel Mo. gende Heeren Gedeputeerden der JHeeren Staaten 's Lands van Utrecht gepleit, van wegen en ter zaake, dat geduurende de voorledene Onlusten, den Heer Visfer, waargenomen hebbende den Post van Ontfanger van een der Comptoiren van 's Lands Penningen, hunne Edel Mogenden van gemelde Visfer, te vorderen zouden hebben eene foinme van vierhonderdduizend Guldens. Waartegen gemelde Heer Vhfer beweerde, dat hunne Edel Mogenden die Penningen niet van hem, maar van de gewezen Staaten, destyds in de Stad Utrecht Vergadaring houdende, en a's toen zyne daadelyke Committenten zynde, te vorderen hadden. 2. Dit was zekerlyk een moeielyk Pleitge. ding,  VEREEN1GDE NEDERLANDEN. I73 ding, doch welkeAdvocaaten wicrdcn tot de uitvoering van het zelve gebruikt ? V. De Advocaat Schimmdpenninch van Jat* fleldam verdedigde de zaak van den meergoroemden Heer Visfer , eo pleitte met zeer veel deftigheid, terwyl den UtrechtfchenAdvoc^at Paarm , de belangens der Heeren Gedeputeerde Staaten mede zeer naauwkeurig behandelde. Wy zullen mogelyk hier na nog wel »eens van dit Regtsgeding moeten fpreé. ken, en gaan dus nu tot andere zaaken over. — De Onlusten in het naöuurig Braband, waren reeds min of meer oorzaak van fommige moeieïykheden tusfeheh het Gouvernement te Brusfel, en onzen Staat geweest, doordien het geductrig af cn aangaan der Erabanders in de Gcnèraliteits Landen, vry Wac verdenking of vreeze aan de OvstenryL fdne Regeering verwekt Ind, men was dus zeer weinig te vrede met het gedrag het welk men daar veronderftclJe, dat de Algemeene Staaten by deeze Oneenigheden tusfchèn den Keizer en zyne Önderdaanen hielden , en voor al had men te Brttsjèl zo'weinig a'gtïng & 3 voor  174 GESCHIEDENISSEN DER voer der Staaten Gezant, den lieer Baron Hop getoond, dat dcese zig den vieren twintigfeen Oéèober genoodzaakt vond, daaromtrend eene naJruklyke Memorie aan den eerden Staatsdienaar der Oostcnrykfche Regeering aldaar ter hand ts ft ellen. Z. Wat behelsde deeze Memorie? V. D2 lieer Hop verklaarde :'n dezelve , „ dat by zig in de ha de noodzaakelykheid bevond van bittere klagtcn voor zyne Excelkutia te moeten brengen, wegens eene grove belediging, welke hunne Ilong Mogenden was ^gngeda^n geworden in den Perfoon, dergcejaen die de eer had van wegen HpogstdezeJ* ven gebruikt te zyn. De vorigen middag ten vier uuren was een Officier met zeventien Mannen van de Krygsbezetting voos de deur des Gezants verfehenen, men had hem gevraagd, wat zyn begecren was, waarop hy antwoordde: :, eene Veiklaaringtetnoe» „ ten hebben, dat 'er in het Huis geen2 War penen of Krygsbeboeftens woren , of djit j, hy het zelve andeis moest doorzoeken." J|en had deu Gezant de boodfehap gebr.igc, welke-  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 175 \vdJ,e den Officier deed verzoeken hem te komen fprceken, wcike hem het zelfde gezegd had. De Gezant had hier op gevraagd: of hy eene Schriftelyke Order had ? Waar op hy Ja gezegd had. De Gezant bad hem deeze Order afgevraagd en Copie van genomen , welke Hy de eer had by deeze Memorie 'm te fluiten. Hy bad den Officier doen opmerken, dat deeze Order niet door zyne Excellentie getekend wes, waarop, de Officier geantwoord had: geene Orders van zyne „ Excellentie te kennen, geene dan die van „ den Commandant Generaal te eerbiedigen , en deeze ter uitvoer te brengen.'' Na eenige oogenbhkken beder.kens had de Gezant hem gezegc ,,van de Orders van den Com* mandanr Generaal riet te kennen, doch dat „ hy9 om alle gerucht voor te komen, htm wel wilde verklaaren, 'geene Wapens nag „ Krygsbehoeftens te hebben," Waarmede hy was heen gegaan. Midlerwyl bleef zyn troep op de flraat, en voor de deur van dea Gezant ftaan, waardoor eene or.telbaare me.nigte Volks , by deeze gelegenheid verzaH 4 JBtvf-  l?6 GESCHIEDE NISSEN DER melde, — Het was [vervolgde de Heer Hop,] Jiiet anders te begrypen dan dat deeze daad, eene der openbaarfte fchendir.gen van het Recht der Volken was, medebrengende eene openlyke kleinagdng voor een bevoorrecht Huis, te meer daar het zelve door de Wieren der Republiek fcenneiyk was. Deeze handelwyzc was te onverwagter, wyl men ze zfg veroorloofd had in den tyd dat zyne Meesters niéts* verzuimden van het geene bevorderlyk konde weezen , tot het aankwekken der welwillendheid en Vriéndfchap zy. ner Keizerlyke Majefteit. Dis rwyfTdde de Gezant niet, of het Gouvernement zoude aan Hunne Hoog Mogenden, de uirgeflrckt. fte voldoening geeven, wegens een zo nierkelykén hoon , die zo openlyk en met voorbedagten raad was aangedaan geworJen," Z. Welk Antwoord wierd op deeze dringende Memorie gegeeven ? V, Vyf dagen hater ontflng de Heer Hop het zelve , waar in het Gouvernement Gene. raai betuigde, „hoe leed het haar deed dat den Baron Hop in 't geval gebragt was gewor-  VB REENTGDE NEBERLANDE». T7T worden, van zulke klagten te moeten doen. Het zoude de gegrondheid dier klagten niet betwisten, maar verklaarde zeer bereidvaardig aan den Gezant, dat de Hap, welke 'er het onderwerp van uitmaakte, gefchied was bui. ten kennis van het Gouvernement Generaal, en dat, terwyl het zelve de achting aan het Carakter der vreemde Ministers verfcbuN digd, te wel kende om maatregefen geftancl te doen, welke tegens de aangenome gebruiken mogten aanloopen , deszelfs gevoelens en deszelfs beflendige gedraagmgen voor afles waar hunne Hoog Mogenden belang hV ftelden, tevens en het vertrouwen, hetwelk de Perfoon van Hoogstderzelver Afinister genoot, genoeg zoude firekken om zig verzekerd te houden, dat Hoogst de zeïVe°de zaak niet anders konde aanzien, dan als het uitwerkzel eener misvatting-, zo als dezelve waarlyk was. Het was [veïvorgde het Gou* verrement Generaal J den Heer Baron Hop wel bekend, welke omftandigheden de noodwendigheid daar gefield hadden, van- eer^ fcfeielyke ontwapening te Srusfii, de mdie> U s Jen  GESCHIEDENISSEN DER. Ten welke men tot dat einde had moeten ia 't werk fteilen , hadden een grooten fpoed vereischt, en het was deeze verhaasting, welke aanleiding gegeeven had by de MilitaiTen, tot die verwarring, waar van de (lappen, ten opzigte der vreemde Ministers voorgeval. len, het gevolg geweest waren. Zoda-, nig bleek uit de uitlegging welke in deezen , door den Commandant Generaal ff Alton gegeeven was , en het Gouvernement konde onder het betuigen van al zyn leedwezen , wegens het gebeurde, geen fterker bewys geeven van zyne oplettenheid, in het beantwoorden aan de gronden van vertrouwlykheid en vriendfchap, tusfchen de wederzydfche Souvereinen beftaande , dan door voor eerst de gemelde flap af te keuren, en door den Nederlandfchen Gezant melding te doen van de aanbieding, welke de Heer Commandant Generaal deed , waar van Copie hier nevens ging, neemende het Gouvernement te zeer ter harte, deszelfs denkwyze jegens de Heeren Staaten Generaal aan den dag te leggen, om zig niet bereidvaardig te ver» B klaa-  VEREENIGDE N E Z>E R L A N DEN, I7f klaaren op zodanig eene wyze , als weike volkomen naar Hoogstderzelver wensch moest zyn." Z. Namen de Algemeene Staaten genoegen m dit Antwoord? V. Ja, en hunne Hoog Mogenden befloten zelfs, op verfcheidene Vertoogen en Klagten van de Regeering te Brusfel, „ aan alle de hooge Officieren in het Districl van de Ge* neraliteit aan te fchryven , om niet alleen met opzigt tot de Erabandfche Emigranten zig ftiptelyk tereguleeren, naar't geen dienaangaan-* de by het Befluit van Hunne Hoog Mogenden van den veertienden Oétober bepaald was (*) maar om ook, zo dra zy eenige agterdogc hadden , dat door de voorfchreven'e Emlgran, ten, eenige Oostenrykfche Onderdaanen, Officieren enz. op bet Grondgebied van' den Staat, tcgens hun wil en dank wierden ingebragt, of vastgehouden, zy daaromtrend naauw- C*J Gejchiedenisfen der Vereenigde Nederlanden in 't kort, XXIIDeel, Bladz. 151, H 6  *3o- GSSCMrEDENtSSEN DE ft Kaa'uwkeurig onderzoek moesten doen , err dezelve perfoonen in vryheid en veiligheid: dosn ftellcn." In?evo!gen van dit bevel wierd dus ook den Canfelier Crumpipen, den veertienden November, in een Rytuig met vier Paarden, door tweeëndertig Dragonders van Breda na Braband geleid. Onder» tusfchen wierden wederom van den Keizer, de drie volgende zaaken van de Algemeene Staaten gevorderd: voor eerst, dat Hunne Hoog Mogenden de Brabandfche misnoegden, welken zig op het Grondgebied van den Staat bevonden , zouden doen ontwapenen. Tentweeden , dat Iloogstdezelven niet alleen in vryheid zouden doen ftellen, den Canfelier Baron de Crump'pen , maar ook den Groot Baljuw van Turnhout en zyn Broeder, gelyk «ok eenige Commifen van den Tol, welken door de misnoegden op der Staaten Grondgebied gevoerd waren., En ten derden-,. om den Perfoon van den Advocaat Hendrik van der Noot te doen vasthouden. Z. Welk oefluit namen de Algemeene Staaten op deeze diie Eistenen; ? V. Dal  V. Dat wat het eerfte betrof, hunne Hoo* -Mogenden reeds de nodige bevelen gegeeven en dezelven ook te, uitvoer ge! b»gt waren: dat, «tf het tweede aanght *y- volkomen konden vergheren, nimmer *'"en gedrogen, dat iemand, wie het ook wezen mogte, op hun Grondgebied zoude gev^gen gehouden worden , en dat zy daar van iceds blyken gegeeven hadden in het gevl van den Heer Crumpfr,, en dewy, h^ne bevelen met alleen tot dat geval bepaal* waren, zy dezelven nog ten overvloede her haalden, terwy] hunne Hoog Mogenden zi> verzekerd hielden , dat het Gouvernement Generaal wef aan hen zoude willen overlaa* ten, om de fchendfng van derzelver Grond, gebied, op zodaanig eene wyze te ftralTen als den aart der omfomdigbeden zoude vorderen.' Het derde punt de Heer yan *t> Noot betreffende , vond ondvrtusfehen de meeste zwaarigheid , merkende hunne Hot* jenden aan, „dat™* Mr Noot ben niet bekend was, dat hy geenS2ins dere befcherming genoot, en dat het v«L ii 7  i$S GÏSCHISDEN1SSENDB» meende Manifest deswegens, nimmer op een Ofïïcieele wyze in hunne Vergadering was overgebragr, dat daarenboven de vastgeftel Je Vryheid der Republiek mede br?gt, dat ieder, die zig de Burgerlyke faamenleeving niet onwaardig maakte, in dezelve alle de befcher- I ming der Wetten genoot, zo lang hy daar aan gehoorzaamde, hebbende de Algemeene Staaten zig ook nimmer beklaagd aan eenige der nabuurige Mogendheden, by welken, aan Leden, die daadelyk deel gehad hadden in de Onlusten van de Republiek, niet alleen eene fchuilpkats, maar zelfs gunften en byzondere blyken van onderfcheiding gegeeven waren , offchoon het hunne Hoog Mogenden niet on* bekend geweest was, dat fommige dier Perfoonen op eene wyze, welke hunne Hoog Mogenden niet aangenaam had kunnen zyn , die gunftige Vryheid hadden misbruikt." De* wyl er nu reeds aan de twee eerfte punten voldaan was, verklaarden de Algemeene Staaten vervolgens, dat zy niet twyffelden of men zoude op het derde niet meer aandringen, terwyl zy in de Voorreden van hun Anc-  VEREEN! ODE NEDERLANDEN, 183 Antwoord hunne verwondering te kennen gaven, over den Inhoud der klagten van het Gouvernement van Braband, het welk hunne Hoog Mogenden vcronderftelden dat door valfehe Berichten was bedrogen geworden." Z. Dus geraakten de Algemeene Staaten weder in nieuwe moeielykheden. V. Zy wierden egter zo veel mogelyk door hen uit den weg geruimd. Dus gaven hunne Hoog Mogenden ook het Wagtfchip van zyne Keizerlyke Majefteit, dat voor Lilh gelegen had, en door de Brabandfche Patriotten naar Bergen op Zoom gezonden was, op verzoek van gemelden Vorst, weder over, waar op dan ook de Heer Schraut, de zaaken des Keizers in Gravenhage waarnemende, hunne Hoog Mogenden uit naam van hetGouver. nement der Oostenrykfcbe Nederlanden bedankte voor de beh andeling in de zaak van den Heer Crumpipen, en voor het weder overgeeven van het voornoemde Wagtfcnip van Llllo. ——— Geduurende alle deeze zaaken was door Heeren Gecommitteerde Raaden het Vonnis uitgefproken over den Heer des  lS4 GESCHIEDENISSEN DER des Fi'lattes, Secretaris ter Defolaate Roe» delkamer te Awjïeldam , welke ledsrd den vierden September des voorigen Jaars, op de Voorpootte van den Hove van Holland gevangen gezeten bad , ( * ) by welk Vonnis hy verklaard wierd, „ vervallen te zyn van zyn Ampt, als Secretaris van den Boedelkamer „ te Amjleldam , voords meineedig, mids„ gaders eetloos en onbekwaam , om ooit „ eenige openbaare Post of Ampt in de Pror vintie van Holland en IVes(vriesland te be» dienen» Vervolgens den tyd van vyfen» ,» twintig Jaaren, op zyn eigen Kosten, op» t, gefloten te blyven, in een verzekerde Plaats „ binnen deeze Provintie, en daar na teneeii„ wigen dage gebannen, uit de Provintie van Holland en Westfriesland, zonder daar we» „ der in te mogen komen, op poene vaa „ zwaarer fLraffe enz."1 Z, Met welke roisdryven was- de gemelde Se- ("*) Ge/chiedenisfen der Vereenigde Neder, landen in \*kort. XXI Deel. Bladz, 236 en  xxii.p.pi.vni.   VEP.EENÏG0E NEBERLAN0EN. ,?5 Secretaris des Filiaties, by dit Von,is befcr:u!digd geworden? V. Zy wierden algemeen gezegd beftaan te hebben, „ m eene aaneenfchakeling van verfcheide zaaken, waar in hy 2?g gemengd, of waaraan hy mede gearbeid had, ufc ftrydie met de waare en oude >* Lands gefféldheid. welke hy egrer, na het bekende Formulhr bezworen had, onder anderen bet Corres pondeeren met uitgeweken Perfoo^en , die zte thans in Bruto*ophielden, voornaamlyk met het helpen oprichten van een Corps Paarde en Voetvolk, dat dienen zoude ter enderftei. mng van vreemd Krygsvolk- en om met febolp van dezelven eene Tegenomwenteling hier te Lande te bewerken, voornaamlyk £ de Steden Amfleldam, Rotterdam, Haarlem en V Gravenhagen* aanneemen van Manfchap, het koopen van Wapenen, en andere Behoeftens voor dat Corps, het negotieeren van Gelden, door Reciphfen 0p naam van Gecommitteerden of Gedeputeerden, ta voor rekenmg van de Hoog Mogende Heerer Staaten Generaal te SrtüMMd&énie. Voords wa-  i85 GESCHIEDENISSEN DER waren naar luid van zyn Vonnis , onder zyne Papieren zeer opmerklyke Stukken gevonden, zo met betrekking tot de fterkte van de Krygsbezetting en de Schuttery van V Gravenhagen als omtrend de Bezetting der Posten en Wagten in dezelve." Z. Wat was 'er verders bier te Lande voorgevallen ? V. De Heer Erfprins van Oranje , Willem Frederik, was den tweeden November, te Leyden aangekomen, om zig san de Univerfirett aldaar eenige tyd in de Geleerdheid te oefenen. Zyne Doorlugtige Ouders, benevens zyn Broeder en Zuster hadden hem derwaards verzeid, en waren met een Jagt uit *s Gravenhags vertrokken; Het Jigt tot voor het Huis van den Heer van Leyden , Heer van Waardinnen ^ fc*a#r 'w den booggemelden Erfprins zyn verblyf zoude houden , gekomen zynde, nam de Scadbouderlyke Familjc den intrek in het zelve. , vertoefde aldaar een korte wyl, en keerde voords met het zelve ): gt weder naar de bovengemelde Hofplaatsi Nog dien zelfden dag wierd den Erfprins door  VEREËNIGDE NEDERLANDEN. 187 den Recior Magnificus der Academie ts Water verwelkomd, e„ den volgenden dag om*,* .^melden jongen Vorst eene pieguge Bezendmg van de Stads Regeering, den Academi. mm Raad, den Kerkenraad, Krygsraad enz. Gelyk ook veele der Studenten, den vierde» gember hunne opwagting by den zdvon Rwamen manken. Z. Welke fchikking wss omtrend het ve-rblyr van den jongen pri„s aan de gemaakt ? V. Zyne Hoogheid, by wien de Grasf van Pm&rt , en den Hoogleeraar Tollius hun beftcndig verblyf bielden , 2ette hier zyné Openingen in allerlei Wectenfcbappcn, van welken hy reeds ia den voorgaanden Winter te Brunswyk de Gronden had gelegd, op de vogende wyze voord. >s Morgens ten acht Uuren kwam de Hoogleeraar Kluit by dien Vorsr, van tien tot elf Uuren, den Hoogleerar.r Pestd , en van elf tot twaalf Uuren , den HoogIeera.tr yan der Kees/el, welke Lesfen *%» in 'c byzyn van den Heer Tollius geboudeu wierden. Ook nam zyne Hoogheid  Io8 GESCHIEDENISSEN DER eenige Lesfen in de Natuurkunde , by den Hoogleeraar Damen, en was by den Rector Magnificus ook als Burger der Academie ingefchreven, na dat Hoogstdezelven daar toe den gewoonen Eed in hadden van den femelden Rector had afgelegd. Ondertus» feben had de Leydfche Hoogleeraar Ëavius Voordo,, van wien wy reeds meer dan eens gefproken hebben, eenige dagen laster weder een nieuw Verzoekfchrift aan de Staaten van Holland ingeleverd, waar by hy te kennen gaf, dut hy geduurende de Lentè en den Zomer reikhalzende had uitgezien naar het tydflip, wanneer hunner Edele Groot Mogenden gewigiiger bezigheden hadden mogen toelaaten, zyne zaak eindelyk af te doen, waarna hy groote reden had te verlangen, vermids hy federd het befiuit van Heeren Curateuren der Academie s niet flecbts ontzet bleef, byna van alle de Voorregten en Voordeden van zyn Post , maar daarenboven zig grootelyks belemmerd vond, door de onzekerheid van den ui;fiag,die zyne poegingen by hunne Edele Groot Mogenden zouden hebben, waar van by ge.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. ify geruchten dan eens meer, dan eens min guniiige voortellingen wierden gedaan, en wel. ke onzekerheid d't voor hem onaangenaam gevolg bad, dat hy, die voor vierentwintig Jaaren, alleen om des Univerfneits wille zyn Woonplaats in de Stad Z,^*?» gevestigd had zo lang zyn zaak by hunne Edele Groot Mogenden onafgedaan was, niet konde noch durfde, het zy binnen of buiten gemelde Stad met ernst naar een vast Verb-yf of Woonplaats' omzien, overmids by niet wist of zyn Dienst aan de Univerfiteit verder zoude begeerd worden , en zo, onverhooptelyk neen, het hem niet voegzaam zoude zyn in de Stad Leyden op den duur te blyven woonen, gelyk hy by zyn eerfte Verzoekfchrift reeds gezegd had, waarop ook hunne Edele Groot Mogenden, in zo verre gunftig acht hadden gelieven teflaan, dat floogstdezelven aan Curateuren en Bur« gemeesteren destyds hadden aangefehreven om op zyn Verzoekfchrift, ten fpoedigflen te berigten. De Ondergeektende begeerde nier, zo lang het hem eemgszins doenlyk was geweest zulks ie vermyden, door het raaakea van  10O GESCHIEDENISSEN DER van eindelyke fchlkkingen op zyne huisfelyke zaaken , aan het toekomftig befluit van hunne Edele Groot Mogenden Voor uit te loopen, veel te min dat te willen verydelen , door het doen eener keuze, die hem namaals zoude kunnen berouwen, of die gefc'npen ftond , hem in grooter ongelegenheid en verwarring Zyner zaaken te brengen." De Ondergetekende zonde hunne Ed.Me Croot Mogenden tyd en aandagt niet ophouden, met een nader betoog, noch van het regtmaatige zyner twyffeling, die hem, op zyn tyd, van het gebruik van het Formulier tot het afleggen van den opgelegdenEed weerhouden had, noch van het onregtmaatige van zyn ontflag door Heeren Curateuren , hoe zeer hem tot een en ander, federd het indienen van zyn eerfte Verzoekfchrift, overvloedige (toffe aan de hand gekomen was. — Doortrokken van het vertrouwen op burne Edele Groot Mögenden regtvaardigheid en wysheid, durfde hy het afdoen zyner zaak, gerus elyk te laaten aankomen , op het geen hy in voornoemde Verzoekfchrift breedvoe- rig  VEREENIG'öR NEDERLANDRN. 191 rig had ter neder gefield, fe meer daar Heo ten Curateuren hy hun bericht getoond hadden, niets , van al bet geen hy Hoogleeraar had ingevoerd gehad, te hunnen cegerfprecken." Dan de Ondergetekende kon by deeze gelegenheid niet voorby, met een enkel woord zyn hartgrievend leedweezen te betuigen dasr over, dat volgens het Advys der Stad Amjlel* dam, het welk door den druk gemeen gemaakt was, 'er een Lid van de Vergadering gevonden wierd, het welk by deszelfs Advys den Ondergetekende verdagt maakte, als of hy hunne Edele Groot Mogenden in ftaat hield, om door ingewikkelde en dubbelzinnige uitdrukkingen, de onkundige Gemsente voor* bedagrelyk te misleiden tot eenen Eed, ftry dig met 's Lands Vryheid en waare Regeeringsform. De Ondergetekende konde by al wat heilig en dierbaar was, betuigen, dat diergelyke fnoode en hunne Edele Groot Mogenden ten eenemaal onteerende vermoedens, nimmer in zyne gedachten opgekomen waren , en zo het tegendeel waar was [des neen] hoe zoude dan de Ondergetekende zo dwaas, zo cn-  Sg2 OESCH2SDENISSEN DES. onzinnig hebben kunnen zyn, van of door zyn gedrag, of door zyn wyze van Voorftel, die fchandelyke vermoedens , in het openbaar en voor hunne Edele Groot Mogenden zelve ten toon te fbreiden, daar by by Hoogstdezelven herftelling zogt van het ongeiyk hem, door Heeren Curateuren aangedaan , tot het bereiken van welk oogmerk zulk een te kunnen geeven, zekerlyk eene flechte aanpryzing zoude zyn." „ Laaten [vervolgde de Hoogleeraar] zyne Verzoekfchriften , laat al het geen hy ter gelegenheid van zyne afzetting gezegd of ge. fchreven had , op den fcherpften toon nogmaals gezet worden, iaat zyn gedrag nogmaals op het naauwkeurigst worden onderzogt, en hy hield zig verzekerd van het geen den Achtbaaren Raad der meergemelde Stad Jmfieldam, reeds in haar Advyt in zyn voordeel had aangemerkt, dat *er naamlyk geen fchaduwe van zulk eene fnoode inboezeming aan het Publiek, als hem door het voorgedagte Staatslid te laste gelegd was geworden, zoude gevonden worden." Voords  VE R E £ N I G DE NEDERLANDEN.» IQ3 Voords bood gemelden Heer Foorda aan, den Eed van getrouwheid aan hunne Edele Groot Mogenden, den privatiyen Souverein van den Lande, midsgaders aan het Erfftadbouderfchsp, thans in het Doorlugtig Huis van Oranje gevestigd, af te willen leggen op eedaanige tyd en plaats, als hunne Edele Groot Mogenden zoudan gelieven te bepaa kn, en zulks precifelyk met de woorden van het Formulier, by het befluit van den vyftienden February 1788. voorgefchreven , door hem in den zin, dien het Staatsrapport van den eenendertigden Tamiary 17%. en het Advys vaa de Stad Amjieldam daar aan gehecht hadden, te bezigen, zonder by voeging van eenige voorbehouding. Na dit aanbod gedaan te hebben, [eindigde de Hoogleeraar zyn Verzoebfehrift ,] meende hy eerbiedig te mogen vertrouwen, dat hunne Edele Groot Mogen, den geene zwarigheid zouden maaken , om hem in zynen Post als Hoogleeraar Juris ÖtviUs et Hodierni te herflellen, verzoekende verder om de reeds bygehragte redenen , eerbiedigen tevens ernftig, dat het XXII, DF.EU l Hun>  194 GESCHIEDENISSEN DER Hunne Edele Groot Mogenden behaagen mogte, van aan hem eene onvetwylde en vokómen afkomst van zaaken te verleenen." Z. Wierd door de Heeren Staaten van Holland, aan het verzoek van den Hoogleeraar voldaan? V. Ik zal u het vervolg deezer zaak in eene nadere Saamenfpraak te kennen geeven, en thans weder tot andere zaaken overgaan. —— Den tienden November dezes Jaars 1739. kwamen omtrend den avond ruim vierhonderd Brabandfche Patriotten te Breda, onder aanvoering hunner Krygfbevelhebbers, den Generaal van der Meersch, de Graaf van Berlon en anderen, na dat zy te Zundert, en in andere Dorpen der Generaliteit hun Geweer af. gelegd hadden, het welk aldaar in bewaaring gehouden was. Hun Generaal en verdere Hoofden, welken nog by zig hadden den medegevoerde Cancelier van Braband, Baron van Crumpipen, namen hun intrek in 't Logement de Zon, op de groote Markt. Het Politiek zo wel als het Militair bewind, was omtrend dat alles zeer opmerkzaam en oplet» tend t  VSRËENIGDE NEDERLANDEN. IiJ5 tend, en gaf orde aan den Bevelhebbende Officier der Hoofd «ragt, om Cen Detachement Grenadiers rondom dat Logement te plaaifen , het geen terftond wierd gedaan, waar na de Baron van Crumpipen, door den Krygsbevelhebber yan der Duin ,de Burgemees ter Tarré , enz. van daar naar het Huis van den Heer van der Borgli, Drosfaard van Breda gebragt wierd, en opde beste wyze gehuisvest, tot dat zy r Edele zo als ik u reeds verhaald heb, weder cp Brabandfche Bodem geleid is geworden. (*) De genoemde Bevelhebber van der Duin, had ook meer dan eens met den Patriottifchen Generaal van der Meersch in gefprek geweest.— Eenige dagen laater kwam in tegendeel de Keizerlyke Bezetting van bet Haazegras, eene fehuilplaats te Sluis in Vlaanderen zoeken* Zy Honden des nagts van den twintiglTen November voor de Barrière der Poort, en lieten berigt van hunne komst aan den Krygsbevel- heb» (*) -Gefchiedenisfen der Fereenigde Neder» landen in *$ kort. xxii Deel, bi. 1S0. Ij  S96 GESCHIEDENISSEN DER hebber aldaar geeven, die hen daar op deed vraagcn, wat zy daar kwamen doen? Waar op zy ten antwoord gaven: „dat zy in de Stad eene vryplaats tegen de Vlaamfche en Brabandfche Patriotten zogten V" het welke hen toegedaan wietd , mids zy hun Geweer en Wapens afleiden. Mier in toegefiemd zynde, wierden zy dus ontwapend, naar de Hoofdwagt gebragt, alwaar zy zig verwarmden, als hebbende den geheslen nagt in de open Jugt geftaan, Sederd wierden zy gezamenlyk gehuisvest, en gingen vryelyk door de Stad. Z. Dus kreeg men bezoek van weerskanten. Doch wat had gelegenheid tot dit laatile geval gegeeven? V. De aankomst der gemelde Patriotten, wel tweehonderd Man fterk, op het Haazegras, welken by zig hadden verfcheide Karren met Oorlogsvoorraad en twee Stukken Gefchut, v/aar uit zy vyf Eerefchooten deeden, en vervolgens hunne Vlag opheisten. Z. De Onlusten in Braband, fchenen dus ROg verre na niet gedempt te zyn. V. Het geleek 'er niet na. Er was zelfs een  VEREENIGDENEDERLANDSN. ÏQ7 een openbaar Manifest uitgekomen, waar by Keizer Jojephus de Tweede , als Hertog van Braband vervallen verklaard wierd van hc* Oppergebied van gemelde Provintie, doch Welk Gefchrift eerbmg door zyne Keizerlykb Majefteit verklaard wierd voor een brandftigtend Lasierfchrift, aanloopende tegen het Souverein Gezag, enz. Vervolgens gaf gemelde Vorst ook twee nieuwe Verklaaringen} uit, wordende in de eerfte bet oogmerk van den Keizer betuigd re zyn , de volkome» herftelfing van de blyde Inkomst en alle de Voorregten vsn Braband enz." en by de twééde wierd, ,,eene algemeene Vergiffenis, zon„ der de minfle uitzondering, over alle de ig, Ooslenrykfcke Nederlanden toegeftacni' Doch deeze toegeevenheid baatte zo weinig, dat te Cend slles in een flaat van tegenweer gefield wierd, en de Provintie van Heucgov» wen, zig nu ook by de Patriottifche Party voegde, die hier door zo llerk aanwieseh, dat de Patriotten den dercienden December meester wierden van de Stad Brus/el, alwaar zy de Keizerlyke Bezetting uit deeden trekke* % i 3 te.  I98 GESCHIEDENISSEN DER behalven een groot getal Krygsknegten, dit zig by de Patriotten voegden, en zig met Eede aan dezelve verbonden. Z. Viel 'er voor het einde van 'tjaart789» nog iets merkwaardigs hier te Lande voor ? V. Niets anders dan dat verfcheide Gel* der/the Ridders, van welken wy in den loop deezer Gefchiedenisfen meer dan eens geJproken hebben, den tienden December , door het Hof van Gelderland gevonnist waren geworden. Hunne befchuldigingen kwamen hier op uit, „ dat zy ongeoorloofde en flrafbaare klagten aan eenen anderen Souverein hadden ingebragt, over bet beftuur vap de Regeering in Gelderland, dat zy hunnen gedaanen Eed op de Stadhouderlyke Waardigheid en 's Lands vastgeftelde Confthutie gefchonden hadden, en voords de Bcfluiteü des Landfchaps en maatregelen der Staaten Van Gelderland op eene haatelyke wyze misduid , en zig dus aan een allerftrafbaarfte misdaad aan den Souverein hadden fchuldig ^gemaakt.'' Om alle welke redenen zy verwezen, wierden, in een© boete van tweeduizend  VEREENIGDE N EDE R L A N D E N. IG9 zend ziiveren Ducatons, en voords verklaard onbekwaam re zyn om als Lid van de Ridderfciiap, in Landskwaniers of eenige andere Vergaderingeu te verfcbynen , en van hua recbt dasr toe, als mede van alle verdere Bedieningen in Gelderland, vervallen.—- De Ridders die dit lot te beurt viel, waren de Jonkheeren G> IV. van Zitylen yan Nieyeldi % v£n Bronkhorst, Nyyenheym yan Dorth en Nyvenheim yan Bonmei. De drie laatstge* noemde met beding dat, „ wanneer zy de bovengemelde Boete, binnen de bepaalden k tyd van drie Maanden niet kwamen te voldoen, hen dsn , zo lang zy d ar in nalaatig bleven, de Provintie ontzegt wierd," Z. Maar hoe ging het tog om deezen tyd, met onze uitgewekene Nederlanders, welken ZÏg in Frankryk bevonden? V. Gantsch niet voordeelig. De Gevolmag» tigden van deeze Lieden begrepen, dst de Owderftandgelden die zy van esc Kyk trok» ken , niet genoegzaam geëvenredigd waren san hunnen nood , wesbah-en zy 'den Heer Ba I 4 bert ,  2eO GESCHIEDENISSEN DER tcrt, [mede een der uitgewekenen] nasr den Koning zonden 5 om over deeze zaak te klaa# gen , doch gemelde Fleer ontfing den zesden December, van wegens den Koning ten Antwoord, „dat zyne Majefteit in zynen Raad overwogen had de Vohnagt der Perfbonen,. die zig Gemagtigden der fioltandfcke Viugteüngen in Frankryk noemde, dat zyne Majefteit had gedacht dat hy nog in hem, lieer flobert, nog in de andere Vlugtelingen , die de voorgemelde Volmcgt ge;ekend hadden , de hoedaanigheid van Gemagtigdèn konde erkennen. Indien de Hollanders, aan wie zyne Majefteit wel eene fchudplaats en een onder» houd had willen toeftaan, Gemagagden zouden kunnen hebben, zo zouden die Vlugte» Jingen, een wettig faamgevoegd Lichaam in Frankryk moeten uitmaaken. Doch geene reden, geene omftandigheid, noch eenige daad, gaf hen magt om zodanig iets te eisfehen, .het geene de wysheid van zyne Majefteit hen noott zal toelaaten goed te keuren. «, De Uollandfche Viugtelingen in Frankryk , [vervolgde de Koning] konden niet anders dan "ai*  VER2ENIGDE NEDERLANDEN. 201 als enkele perfoonen worden aangemerkt, Jeevende in het Koningryk onder de befcherming der Wetten, Was hen .toegedaan, dat zy zig in eenige Steden van Vlaanderen en Artoïs zouden faamenvoegen, dat was niet anders gefchied dan om des te gem&kkelyker in derzelver onderhoud te voorzien, cn nimmer om 'er een Lichaam van te maaken. Betreffende het onderhoud, welk aan de llollandfcha Vlugtelingen was toegedaan, dat was "een gunstbewys van zyne Majefteit, waar van Hy geen rekenfehap behoefde te geven, op welken zy geen Officieelen invloed konden heb* hen , en welken zyne Majefteit konde vermeerderen , verminderen, ja zelfs intrekken-, zodaanig als Hy dat zoude kunnen goed vinden. Na deeze grondftelKrg-, welke zyne Majefteit voorneemens was ftiptelyk te volgen , had Hy alle Ofücieele kennisgeeving der Lyiten , welke de Heer ttuberp gevraagd had, geweigerd, en dienvolgens had de Heea Seliardon zyne bevelen ontfangen.'*" „ Zo de voernaamfte Bollanden [ging; zyne Majefteit voord,} welken ia iraa**}^  S02 CfBSCHIEDBtfISSEN DER waren, dachten dat 'er kwalyk geplaatfte behandelingen omtrend bet onderhoud waren , of dat 'er voorwerpen waren die het hen roegeleidc zig onwaardig gemaakt hadden, deezen konden ieder voor zig zeWen hunne Vertoogen , desaangaande, aan de Ministers des Konings zenden. Zyne Majefteit zoude ze laaten onderzoeken , en zy behoorden zyne goedheid genoeg te kennen, om overtuigd te zyn, dat Voortellingen, op Recht en Reden gegrond, aangenomen zouden worden. Daarenboven twyffelde de Koning niet, of de Hot» landfche Vlugtelingen , zouden 'er zig een pligt van maaken, om Hem in 't vervolg te overtuigen, dat zy door eene volmaakte rust hunne erkentelykheid voor zyne Weldaaden aan den dag lagen, e» door dat gedrag de voord- > duuring daar van verdienden." Z. Dir Antwoord des Konings, zal zekerlyk ; niet zeer naar de fmaak der gevluchte Hol" ■ tenders geweest zyn» V. Ik kan niet nalaaten u by deeze ge- . tegenheid, den nadruklyken Brief van een deF : MoitAtidfche Gemagtigden mede.te dcelen, de: liter:  vereenigds; e de R lA ff de N. 203 Heer van Hoey naatne'yk . eenyd s Geneesheer in 'ƒ &*o*, maar met de Onwèmèttpg 2'g nu mede onder de uitgewekene 2V7<*t. tanden bevindende , een Man wiens Vernuft en Bekwaamheid zeer bekend is. Dezelve was gefenreven aan den Controlieur der Fi«ant.cn en behelsde het volgende kragug Vertoog: M y n H e e r t „Daar de Heer Halen, my den verbaa„ zenden Brief heeft medegedeeld, welke u ,. behaagd heeft hem te zenden , vind ife „ my in de onvermydelyke verpligting, van u ,, myn gevoelen over dat onderwerp te doen „ weeten, cm dat rk te wei overtuigd b?n, dat hetzelve voor bet grootfte gedeelte my „ mede betreft; ik verzeker 11 tevens» Myr* „ Heer r dat deeze overlast de laatfte zal zyn, „ die gy van my te wagten hebt»** „Vermids dezelve niet bandek over myne }, Volmagt, welke reeds voor lang als wet„ tig erkend is, door Myn Beer den Aart*. ,5 bisfebop van Sens, den Graaf van Moml S  P4 GESCHIEDENISSEN DER „ marin , cn den Graaf van St. Vriest, ,.. zoude ik zo veel te gewilliger dit onder„ werp onaangeroerd laaten, om dat de ge- voelens van het Ministerie ten aanzien van . „ myne zending en myn Perfoon, my vol„ maakt onverfchilüg zyn." v Maar het geen my byzonder aandoet, hec „ geen my in het binnenfte van myn hart trefr, is de duidelyke Vérklaarfng van de „ gevoelens van het Ministerie omtrend een „ dapper en edelmoedig Volk , omtrend de „ gevluchte Hollanders, welke men de be„ ker der verdrukking en verachting tot den „ droeslem toe doet ledig drinken,'* „ Ik bemerk Myn lieer! dat men (leeds „ den naam des Konings, tragt te mengen „ met het onderdrukkend Systema , welk men omtrend de Hollanders volgt» De „ Ministers, maaken zig uit dezelve een ach.» „ baar Schild, om zig zeker te (lellen in de fchaduw van deezen geheiligden naam , , maar om. deeze eeuwige uitvlucht kort af te fnyden, verklaar ik rond uit, dat het *'volftsekt onmogelyk is, dat die Vorst,  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 205 » zo zagtaartig, z0 regtyaardig., zo weh „ daadig, en met een zo menschlleyénd Ca- * rakter begaafd, de ontwerper zoude kun- * r,etl zy° van zodanige bevelen, of door. » trokken kaji zyn van de grondbeginselen „ van eenen Turkfchen Vizier t met welke boven aangehaalde Brief allerwegen bezaaid „ is." „ Toen de Koning aan de gevluchte tffc/fc». „ ^w.eenfchuilplaatsen onderlrand verleende» zegt die Brief, bewees hy ken een gunst' „ ^Ike niemand recht had te vorderen , fty kan „ dezelve intrekken na zyn welbehagen.- is dg „ Koning iets Jcluüd:g ? Zekerlyk J/yn He°r ( „ is de Koning hen iets fchuldig: ja zeervre! „. is hy hen fchuldig, want hy is de oorzaak *, van alle hunne rampen. Indien de plegtig„ fte Verbindtenis , de heilige cn dikwerf „herhaalde beloften, indien het onver-breek», lyk woord des Konings, die hunne zaak „ wel als zyne eigen heeft willen aanmerken, „ indien dit alles niets b, en men daar op' „ geen ftaat kar: maaken, zo heb ik ongea,, lyk cn de Ministers hebben geJyk- maas 1 ? a*  SOÖ GESCHIEDE NISSEN DER K indien de Eer, de Regtvaardigheid en de „ Menschlykbeid nog iets betekenen , indien men dezelve nog niet openlyk aan de voe„ ten van het Recht en de Wetten wil ver„ trappen, indien men nog bloost om den ., Meineed te wettigen in het aanzien van het Heelal, dan zal ik gelyk, en de Hollanders „ hunne zaak gewonnen hebben.n „ Het Ministerie Ichynt de Hollanders a^n „ te zien als een hoop bedelaars, aan welken M men iets uk medelyden, eenige brokken „ brood voorzet, het welk men hen nog ver», wyt, en die men grooten lust fchynt te „ hebben hen te ontneemen. Neen Myn Heer! „ zodanige zyn de gevluchte Hollanders niet, „ het zyn het dapperfte, het eerlykfte ge,> deelte van een weleer edelmoedig en vry Volk , en nog kloekmoedig hoewel ver„ drukt, aan de verfchriklyke ellende onder„ worpen, door yalfche hoop bedrogen, en ,, tot overmaat van rampen , onder de be- heerfching van een Ministerieel Despotis* „ mus gebragt." 9, Betreffende de Gevolrnagtigden , Myn s» tleer /  VEREENICBE NEDERLANDEN. 2iCf 5, Heer! deeze zyn de Lieden niet om voor „ uwe bedreigingen te buigen. Zy allen wa„ ren Leden van de Souvereinireit voor de„ noodlottige Omwenteling, welke bet Fran„ fche Ministerie had moeten voorkomen, en „ die tot op den huidigen dag tot fchande van „ Frankryk ftrekt; het is met hen en huns ,, gelyken , dat Lodewyk den Zestienden ge„ handeld heeft als iemand met zyns gelyk ,, handelt, dat by deeze Verbirdtenis heeft ,. geflo'en, welke zo veel heeft beloofd, en „ zo weinig is vervuld. Eeuwige dank zy „ toegebragt, a^n den goeden, deugdzaamen y, Monarch der Franfchen ! Hy is het niet die „ ons zo lafhartig ars trouweloos verlaaten 3, heeft , ik erken zyne goede oogmerken» „ de fenoonheid van zyn Ziel, de rechtvaar„ digheid van zyn Harr, maar ik verklaar niep yy minder ernftig, dat deeze gcede Koning „ doos zyne Ministers onwaardigiyk is be„ drogen, dat zyn Godsdienst is verfehalkt „ en dat , indien de Republiek niet door „ Frankryk herfteld word, bet ongeluk der 3, Hollandfche Patriotten, t#n eeuwigen dag® cea  2C8 GESCHIEDENISSEN DER „een frnet zal zyn inden roem der Regeer rug „van Lodiwyk den Zestienden. ■ „ Ik denk alles gezegd te hebben , Mijn „ Heer! maar my drukt nog een klein Ani,, kei op het hart , het welk ik de eer zal ,, hebben , op< dezelfde vryrnoedige wyze , r, met ü geheel te ontwikkelen. Gy zegt y ,, Myn Heer! dat zodaanige bezendingennut» „ teloos zyn, en dat,, indien 'er klagten te „ doen zyn, men die , een ieder voor zig zeiven , aan de Ministers kan doen. Helaas 5- Myn Heer!'aan de Ministers! wie heeft ooit zo menigvuldig en met «o veel „ aandrang de .ellende der ongelukkige Hol„ landers aan hen voorgedragen als ik? wie „ had ooit meer hoop. op hunne rechtvaardig-» », beid, of, zo het u meer behaag*, hun me» „ delyden ? en heb ik niet altyd vruchteloos „ flappen gedaan ? Ik beroep my, Myn Heer / „ op u zei ven, op Myn Heer den DircBeitr Generaal, op den Graaf van MontmoHn,. „ op den Graaf [de Si. Pmsï, en op Myn Heer den Aartbisfchop van Sens , die in M dten tyd de eerft* en vermogende Minister  VEREENIGDE NEBERLANBEN. Zpy „ was, Myn befluit is genomen. De Minis,, ters zullen door my niet meer lastig geval. „ len worden, de verveelende kl?gten der „ ongelukkige Hollanders , zullen in hunre „ ooren nie: meer weergalmen , hunne harten ,i kunnen voordaan gefloten blyven voor de „ Rechtvaardigheid en het ongeluk. Maar ouk de Befchermengel van Frankryk heeft „ de denkbeelden van Vryheid, van Recht. „ vaardigheid en Deugd doen omftarn; 'er „ beftaat eene Achtbaare Vierfchaar, (*)' „ daar deeze geheiligde naamen nog geëerbie* >, digd worden , en tiaar is het, waar wy „ kunnen hoopen gehoord te zullen worden."" ,, Z;e daar de denkwyze van eenen wauren », HoUandfchen Patriot, die 20 veel te vry* „ moediger kan fpreeken, dasr hy het geluk » geniet van zig te kunnen onttrekken aan v den byftand, welke men zyne ongelukkige , ;,Land» (*) De Heer van Hoey bedoelt hier ongetwyffeid de Naüohaale Vergadering van Frank* ryk.  èïO fcBSCHIRDENlSSEN DER „ Landgenooten tot zo duuren prys doet koo„ pen. Eindelyk, Myn Heer J Ik weet niet of bet der Ministeriaale Wraakzucht nog tegen„ woordig zal kunnen gelukken my te ftraf, feu, om dat ik de waarheid heb durven „ zeggen: Ik weet niet of de taatfle jluiptrek* ., kingen van deczen zieltogenden Colosfus , gevaarlyk voor my kunnen worden, maar „ die weer ik, dat bet my nimmer berouwen „ zal, alles aan Eer en Pligt te hebben opgeof„ ferd." „ Ik heb de eer zeer volmaakt te zyn enz. (was getekend) van H o e v, Gevobnagttgde van de Hollandfche Patriotten* Z Ik ben u wel zeer verpligt voor het mededeelen van deezen merkwaardigen Brief, die in de Franfche Taal zonder twyffel, rog veel kragtiger geklonken zal hebben , en heb 'er tevens uit kunnen zien, dat de gevluchte Eol-  VEREENiöDB NEDERLANDEN, £fï Hollanders in lange na zo wel niet in Frank» ryk behandeld wierden, als zy mogten ver. wagt hebben , hoewel zulks niet aan den Koning, zo als uit deezen Brief biykt , maar wel aan zyne Ministers geweten moest worden.  HONDERD en ZESDE GESPREK, inhoud. j)? zaak van den Hoogleeraar Foorda, word door de Staaèen van Holland afgedaan. — Foorflel van den Hoofdofficier te Leyden wegens zekere Gefchriften Het ver* branden van zeker Gefch/iftte Haarlem. — Lood van Keizer 'foftphus de Tweede. —■ Zagte Winter van den faa?e 1790. —— OnluU met den Dei van Algiers. — Vér* fcheide Lieden te Groningen gevonnist. — Moeilykheid met den Koning van Zweden.— Vonnis tegens den Predikant Brink. — Amnestie in Gelderland. • < Ds Erfprins yan  ' verbenigdb nederlanden, 21^ yan Oranje word Gouverneur te Breda, , Verhaal van den uit/lag der Commisfte tot het regelesren der Proyintiaale Quotes. -» Aanftelïïng yan eene Commisfie wegens de Zaaken der Oost - Indifche Compagnie. — Komst van den Prins Erffladhonder en zyn Zoon te Amjleldam. —•— Dom, Bosch gewezen Predikant te Diemen , word te Poortvliet beroepen. Gevolgen yan dat Be* roep. De Heer Bosch word door de Staaten yan Zeeland geweerd. — Voor/lag der Stad €oes ten opzichte der Predikanten. . . Handeling der Algemeene Staaten met KeiHer Leopold de Tweede, wegens de Bra» bandfche Onlusten* Vader. 3VIet den aanvang desJaars 1790. vond den Leydfchen Hoogleeraar Voorda, van wien ik u reeds dikwüs gefbroken heb, weder goed, om zig nogmaals aan de Heeren Staaten van Holland te vervoegen , ten einde zyn zaak eens eindlyk mogt afgedaan worden, te ineer, daar by zyn laatfte Verzoek had doen ge-  £14 GESCHIEDENISSEN DER gepaard gaan met een röndborlVge verklaaring, „ dat hy, op grond daar by vermeld, thans geen de minde zwaaiigheid maakte , om „ den bewusten Eed; met de eigen woorden „ van het Formulier van February 1708. at te „ leggen, en met daadelyk aanbod, om dat „ Formulier eenvoudig en zonder eenig by „ voegzel te gebruiken. Voords betuigde hy, „ [onder reverentie] te vermeenen, dat door „ deeze Verklaaring en aanbod niet flegts zyn „ verzoek om in zynen Post herlteld te wor„ den, by zyn eerfte verzoek gedaan , ten eenenmaalen gemaklyk gemaakt wierd, maar byzonder ook zyn verzoek om eene onver„ wylde afdoening van zaaken te mogen erlan„ gen Want dat,voor zo veel hy zich konde her„ inneren, alle beletzelen, die het eindelyk be„ flui: tot dus verre mogten hebben vertraagd, „ even daar door verdweenen waren. En „indien (vervolgde de Hooglecraar) zyne ,, huiverigheid om tot het afleggen van den „-Eed, het bewuste Formulier te gebruiken , „ voormaals als eene ongehoorzaamheid be. 9i fchouwd moest worden, zo als zulks ook „ door  V-E REENIGDE NEDERLANDEN, 21* * - *? „ door^ Heeren Curateuren befchcuvvd en op. #i gevat was , zo vermeende de Hoogleer* „ aar thans, onder nederige verbetering, dat „ zyne tegenwoordige bereidwilligheid de vol,s vaardigheid om dat Formulier zonder de „ miufte veranderirg of byvoegzel te gebrui„ ken, eene niet minder ffcerke proeve van „ daar tegen overflaande gehoorzaamheid op„ leverde, waardoor, al het duistere,'t'welk ., voormaals de zaak mogt hebben beneveld , «« op eentmal wierd opgeheven,"' „Terwylook Heeren Curateuren en Burge9, meesteren, in zyne zaak , volgens aan» „ fchryving der Heeren Staaten van Holland , hangende de Raadpleegingen van hunne », Edel Groot Mogenden , niets hadden ge. » daan, zo was de Heer Foorda van oordeel, 9* dat, het zy men den Staat der Raadplee„ gingen-van welgemelde Staaten befchouw» n de 9 het zy de gefieldheid van des Hoog. „ leeraars Post, van geene kant, voor zo „ veel dezelve konde zien ,. eenig beletzei ,> gevonden wierd, waarom hy zynen Post, n die  U5 GESCHIEDENISSEN DER die na zestienden Maanden had ledig ge*' ftaan, onder het gezag van han Edel Groot Z Mogenden, niet hoe eerder hoe beter zou, de kunnen hervatten. Voords zeide de „ Hoo'leeraar, dat hy zig gevleid had, het " eindelyke benuit van hunne Edel Groot Mo. eenden, by het aftoopen van Hoogstder" zeiver laatfte byéénkomst te zullen vernee. „men, waar door hy hoop gefchept had van eerlang een einde te zullen zien, van de " fteeds toeneemende belemmeringen en we" zenlyke nadeden, die hem de onzekerheid " van zyn toekomftig lot op zig zelve en on„ afhangkelyk van de remotie befchouwd , veroorzaakte. Dan [vervolgde de Hoog*' leeraar] deeze hoope by het fcheiden van " hunne Edel Groot Mogende Vergadering " verdweenen ziende, was by weder genoodZ zaakt om zig nogmaals tot hunne Edele , Groot Mogenden te wenden, met zeer ern. flixe bede en dringend verzoek, dat de Hee" ren Staaten eindelyk eens des Hoogleeraars " zaak volkomen geliefden af te doen, enz." w Zoon.  vereenigde nederlanden. £1? Zoon. Wierd dan nu eindelyk de zaak van den Hoogleeraar by hunne Edel Groot Mogenden beflist? V". J;i, en dat wel indiervoegen : „ dat hunne Edel Groot Mogenden goedvonden, zonder egter iets te beflisfen , omtrent het Recht der Curateuren van 's Lands Hooge Schoole , in het algemeen voorgefteld , en de tegenwerpingen daar tegens aangevoerd, nog. thans om redenen, welken hunne Edel Groot Mogenden daar toe bewogen, de Hoogleeraar Bavius Voorda te houden voor ontflagen ,van zyne Bediening als Hoogleeraar in \ Roomsch en Hedendaagsch Recht aan 's Lands Univertett te Leyden, met de gevolgen en aankleeve van dien, doch te gelyk in aanmerking genomen zynde, dat dezelve deeze Post, geduurende den tyd van drieëntwintig Jaaren, met veel ieveren nut had waargenomen , daar toe van eene andere AjMdende beroepen zynde, en nu reeds verre in Jaaren gevorderd was, had men wyders goedgevonden en vcrftaan. de Heeren hunne Edele Groot Mogende Gecommitteerde Raaden by deezen te magtigen, om aan den XXII. deel, K ge.  2ï8 GESCHIEDENISSEN DE R gemelden Heer Voorda, een bekwaam Jaargeld uit 's Lands Kasfe toe te leggen , tot fchadeloosftelling van meergenoemden Hoogleeraar, op zodaanigen voet, als welgemelde Heeren, overeenkomftig met deszelfs gedaane Dienden, en met de omftandigheden waar in hy gebragt was, gelyk ook met het belang van 's Lands Finantien, zouden oordeelen te "behooren." Gecommitteerde Raaden hierop met elkander 'geraadpleegd hebbende, vonden den negentienden February des Jaars 1793. goed, ter voldoening van bet befluit der Staaten van Holland, aan den gewezen Hoogleeraar Voorda, een Jaargeld van achtienbon» derd Guldens geduurende 'zyn leven toe te ftaan, het welk genomen wierd ingegaan te zyn met den achttien November 1788. tot welke dag de Heer Voorda deszelfs Traktement als c Hoogleeraar genoten had. Gecommitteerde Raaden vonden egter mede goed , dat met den laatften February, de Vrydom van 's Lands Impofitien, door meergenoemde Heer, als Hoogleeraar op 's Lands Univerfiteit te Leyden genoten, zoude ophouden. Van welk  VER.EENIGDE NEDERLANDEN. 2ïp welk eindelyk befluit zo wel aan den Heer Voorda, als aan den Ontfanger Generaal van Roetzalaar en de Commifen van dc Finantie, de nodige berichten ter hand gefteld wierden. Z. Dus liep deeze zaak voor den gewezen Hoogleeraar Voorda nog al beter af, dan men wel in 't eerst had kunnen verwagten. V. Midlerwyl had dc Heer en Mr, A, van Heusden, Raad in de Vroedfchsp en Hoofdofficier der Stad Leyden, in de groote Vroedfchaps Vergadering van gemelde Stad , een Voorftel gedaan tegen de losbandigheid der Drukpers, met bygevoegde aanmerkingen en overwegingen, ten einde hunne Edel Groot .Achtbaaren over te haaien, om ter Staatsvergadering van Holland aan te dringen, dat 'er eenmaal kragtdaadige middelen tegen het uitgeeven en verfpreiden van faamroovende Gefchriften mogten worden berasmd en in 'e werk gefteld, midsgaders de Wetten hier te Lande, daar regens vastgefteld , zo wel als de befchrevene Rechten ter uitvoer gebragt, en gehouden mogten worden. Tot ftaaving van K a dat  2£0 GESCHIEDENISSEN DEE dat Voordel gebruikte welgemelde lieer onder anderen de volgende woorden , na eerst over bet uitkomen van diergelyke Gefchrifren ten derkden geklaagd te hebben. Wat moer, wat zal daar van eindelyk bet gevolg zyn, zonder te fpreeken van eene geheele verbastering van Zeden, welke uit zulk eene aanhoudende euvelmoed moet ontdaan, zonder te fpreeken van de eerloosheid, welke dezelve op de geheele Natie , oudtyds wegens haare goede Zeden zo hoog geroemd, haalt en voor de vreemde Natiën tot een affchuw delt. Hoe is het mogelyk [vroeg de Heer van Hemden verder ,] dat by zodaanige gedeldheid , eenige achtbaarheid, eenige eerbied, eenig ontzag of onderhoorigheid in de gemoederen der Gemeente kan overblyven, en de rust in het Land herdeld of bewaard kan worden. Moeten dezelve vonken , die wederom aan 't vlammen raaken , niet het zelve vuur doen ontbranden ? zullen zy niet wederom dien iever moeten ontdeeken, door welke de Aanhangers van de tegenwoordige op nieuw gevestigde en hezwoorene Staatsgedeldheid zullen  vereenigde nederlanden* 2i% len vervoerd woiden tot ongeregeldheden en buitenfpoorigheid? Zal men in gemoede [yer-i yolgde de Heer van Heusden Jhet zwa'rd kunnen oeffenen tegen deeze, terwyl de aanluczende oorzaaken buiten kragtdaadige beteugeling blyven , en niet gelyktnaatig voor alle Rechtbanken en Vierfchaaren daadlyk aangeklaagd kunnen worden" enz. Z. Wat had de Heer van Heusden aanleiding tot dit Voorftel gegeeven? V. Zeker klein Boekje, het welke om deezcn tyd vry wat gerucht maakte, en to: Ty« tel voerde: Het profeetiesch Gezicht van den Ziender Joannes, befchreven in het der* tiende Boek zyner Openbaaringe, op de te» ger.wiordige aanmerkelyke omjlandigheden en zaaken toepasfelyk enz. Egier was het die Gefchrift, dat by veelen Lieden van de beide Partyen even zeer verfoeid wierd, en dooide Heer van Heusden, een godloos Stukje van een dooiendver/land genoemd wierd, alleen nier, het welk gemelde Heer tot dien ftap bewogen had, maar zyn Edele haalde nóg zes andere Boekjes aan, welken mede zeer greetig gcleK 3 zen  *32 GESCHIEDENISSEN DER zen wierden, en die volgens de meerge» melde lieer Hoofdofficier , allen zeer fmaalende, fchoon op verfchillende toonen waren 9 zo op *s Lands tegenwoordige Staatsgeweldheid , als op zyne Doorluchtige Hoogheid den Prins Erfftadhouder» deszelfs Koninglyke Gemalin en Vorftelyke Geilacht. Z. ffunt gy my de Tytels van deeze Gefchrlfrèh mede niet opgeeven ? V, Ja zeerwel, dezelve waren 'At Gevallen van een Keeshond, De Pruisfifchen aangeklaagd Vior de Vierfchaar van Europa, De bedaarde en vrymedige Nederlander, Twee belangryks Brieven over de Omwentelingen in Holland, Het Vrolyke Keesje in de Verdrukking, en Brieven van een gevlucht en Hollander. . Behalven deeze bovengenoemde Oefcbriften, was 'er ook te gelykertyd binnen Haarlem uitgekomen zeker Boekje of Papier her welk genaamd was: Antwoord aan den Schryver van den Vrymoedigen Raad, aan ds Inwoonden van Nederland in V algemeen, en aan ds Burgery yan Haarlem in V byzonder enz. Zo dra de Regeeiing van Haarlem bericht van  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 223 van het bovengenoemde Boekje of papier gekregen had, vond dezelve goed, den twintigften Maart, eene ftrenge Publicatie tegens het zelve te doen afkondigen, waar in gemelde Regeering zeide: „ met de uiterfte verontwaardiging vernomen te hebben dat in hunne Stad het licht zag, zeker allervuilaartigst, fchandelyk en oproerig Schotfchiift, genaamd Antwoord aan den Schryver enz. en;nadien 'cr tot nu toe denAutheur, Drukker, of Uitgeever , niettegenftaande alle gedaan onderzoek , niet van had kunnen ontdekt worden , en 'er egter hunne Edel Achtbaaren ten hoogften aan gelegen lag dat dezelven bekend wierden ,dewyl het voorgemelde Sehotfchrift oproarig en lasterlyk was, zo voor den Souverein , als voor zyne Doorluchtige Hoogheid , als, mede deszelfs Koninglyke Gemalinne, en de Regeeringen der Hollandfche Steden, en wel byzonder voor de Magiftraat en Regeering der Stad Haarlem ; zo was 't dat voornoemde Heeren van den Gerechte, beloofden eene premie van honderd goude Ryders aan den geene, die de Auteur, Drukker of Uicgee* K 4 ver»  224 GESCHIEDE NISSEN DER ver, van 't voorfchreven Schotfchrife zou-"e weeten aan te wyzen," zullende des Aanbrengers naam niet aüeen geheim gehouden worden, indien hy zulks begeerde, maar hem wierd ook daarenboven toegezegd, dat ifigeval.'en by door zulks aan te brengen, fomtyds van zyn brood of kostwinning mègt worden beroofd , 5, hy van Stads wegen , zyn leven lang „ geduurende , of tot zo lang , aan dezelven 5, een behoorlyke kostwinning kon worden „ toegevoegd, redelyk zoude worden onder„ houden." Z. Ik denk egter niet dat de Maaker, cn« danks alle deeze aanbiedingen entdekt geworden is, V. De Aureurs van foortgelyke Gefchriften worden zelden ontdekt. Ondertusfchen wierd het bovengenoemde Gefchrif:, drie dagen na de bovengemelde Publicatie , openlyk op het Schavot voor het Stadhuis van Haarlem , door B*uls handen verbrand, na dat alle de Exem^laaren van 't zeh>e} die men had kimnen hekomen, ten flrengiten opgehaald waren.— Geduurende den loop deezer zaaken had men hier  VEREENIGDENEDERLANDEN. 225 Wer te Lande tydina gekregen van het' over* lyden van zyne Keizerlyke Majefteit 'ft'fephuv di"T%v:ede, welke te Weenen den twintiglten February, de laaifte Tol aan de Natuur betaald had Gemarde Vorst die, voornaamlyk in de laatfte Jaaren, bier te Lande vry welbekend geweest is, was onrrend negenenveertig Jaaren oud geworden , en had als Keizer van 't Duitfche Ryk vierentwintig, en als Koning van ïlongaryen en Bohemen enz. ruim? negen Jaaren geregeerd. Vermids hy geene Afftammelingen naliet, is hy ren eerfien , in zyne Erflanden door zynen oudden Broeder Leopold, Groothertog var\Toscanen opgevolgd geworden, welke Vorst ook eenigen tyd daar na de Keizerlyke Waardigheid verworven heefr. Het overlyden van gétnelden Keizer Jofephus de Tweede, wierd den derden Maart, door den Heer du Bois , vvaarneemende de zaaken van het Keizerlyke Hof, in %s Gravenhaag?, cp eene plegtige wyze zo aan de Algemeene S'.aaten , als aan het Stadhouderlyke Hof bekend gemaakt, waar op de Prins ErfftadbotV' der en fioogstdeszelfs. Gemalinr.e en Einds& 5, se»„  526" GESCHIEDENISSEN DBS. ren, ook eenige dagen Iaater de Roaw over dit Voritelyk fterfgeval aannamen. Z. Is het in den Jaare mo, geen ongemeene zachte Winter geweest? V. Ja, en men kan daar van ais iets merkwaardigs aantekenen, dat even buiten Haarlem, in den tuin van de Gebroeders Bloemisten van Veen en Comp reeds in 't midden van Maart, een Peereboora, in voile bloei was, het welk anders in zo vroeg een Jaargetyde* zeer zeldzaam is. Daarenboven had die zachte winterweer ook te weege gebragt, dat de Perfikken en Abricoofenboomen, ook reeds •veral buiten ftonden te bloeien. Doch laat ©ns tot andere zaaken overgaan. - De Al. gerynfche Zeerovers, die reeds zo dik wils de Geesfels van onze Scheepvaart in de Middellundfche Zee geweest waren, hadden nu ook weder, voor eenige tyd, hoewel den Staat met hen in volle Vrede was, een Hollandsen Snaauwfehip, genaamd de Louifa Maria, genomen en te Algiers opgebragt. Meer dan eens had de Nederlandse Conful aldaar by de Regeering klagten hier over ingebragr, en het  VERBSNIGBB NEB» R £ A WDE N. 22f het voornoemde Schip opgeëiscbt, doch telkens vruchteloos, hoewel men hem met allerhande beloften paaide om flegts tyd te winnen. De Conful zulks eindelyk beginnende te verdrieten, zond in Maart dezes Jaars, zynt To:k naar den Dey, om gehoor te verzoeken , ten einde die eisch nogmaals te herhaalen » doch de Dey liet hem ten antwoord geeven, „ dat hy onpaslyk was, en dat als hy iets byzonders te berichten had, hy zig aan den Vikil Hadgi [dat is bet Opperhoofd der Zeemagtj konde vervoegen , als willende zig niet meer bemoeijen met dc zaak der Christenen, maar zulks overlaaten aan den Vikil Hadgi, zullende alles goedkeuren, wat hy daar in zoude doen." De Conful begaf zig hief op naar het gemelde Opperhoofd, doch konde hem mede niet te fpreeken krygen, 't welk hem eindelyk deed befiuiten, om zyn boodfchap door den Tolk te laaten deen, weike egter met geen al te gunftig befcheid weder te rug kwam. Z. Wat had dat Opperhoofd der Js'geryn» fche Zeemagtdan gezegt? K # V. %  2*3 GESCHIEDENISSEN DER V' Hy gaf diiidelyk te kennen, ,, dat geene de rninfre vergoeding of de terug ganve v?n de Laading van het meergemelde Schip, de louifa Maria konde gegeeven worden , zvnde dezelve goede Prys verklaard , om dat her Paspoort niet goed was bevonden, en du» als de Kaapers nog duizend zulke Schepen , me-t zulke Paspoorten opbragten, hy dezelven altyd goede Prys zoude maaken. » Z. Dit was zeker geen vriendclyk antwoord. Doch waren de Algerynen alleen dus op de Nederlandfche Natie gebeten, of moesten andere Natiën ook in dit ongeval deelen? V. Ja, gelyk zulks duidelyk bleek aan 'r, geen de Frmfche CönfüJ, genoegzaam ten zelvtn tyde ondervond , want deeze Heer zig ook naar den Vikil Hadgi begeeven hebbende, om ook te beproeven of hy de Fmn» fche Schipper -Allernet en zyn Volk ontflagen konde krygen, bevond hy dat deeze pooging eeven zo vruchtloos was als alle zyne voorigen, dewyl hy ten antwoord kreeg: dat h:c Volk van 't genomen Franfehe Schip, RilSm ftu en dus geen Franfchen waren, 'en dat ai  VERBENIGDB NEDERLANDEN. %f$ al kwamen alle de Fregatten en Cezanten van den Koning van Frankryk of van den ïürkl fihen Keizer, men dezelven nooit zoude terug geeven , want dat de Regeering lioognoudig Slaaven van doen had, om haar werk te ver* ngren . en dat a's men aan alle de te rug eisfchin* gen der Cop/uIs gehoor wilde geeven, 'er nooft één goede prys gemaakt zoude worden, wart dat alle de gezegden* der Coafüls maar lo* gers waren." ~ Ik heb u dit Antwoord wel mede willen deelen, om u te doen zien met welk eene vermetele trotschheid die hovaardige Zeefchuimeis regens de Christen Mogendheden te werk gaan , eu boe weinig verfcuil zy tusfehen Recht en Onrecht maat ken, dewyl zy maar alleen met hun eigen belang te raade gaan, Z. Laat ons nu weder naar het Vaderland terug keeren/ en zien wa; daar verders in dit Jaar is voorgevallen» Vi Te Groningen, hadden fommige Lieden weder de gevolgen van de voorgaande Siaats©blusten moeten ondervinden, dewyl by de Hooge Justitiekater van Stad en Lande, den  230 GESCHIEDENISSEN DER zestienden Maart, openlyk een Vonnis ui g2iproken wierd, tegens zekeren Doktor Tebbcn$9 en de Bouwmeester van Appin gadam, B.Knypinga, waar by dezelven als msdcpligiig aan de overweldiging van Applngadam, op den elfden September des Jaars 1787. [en waar van ik u meermaalen gemeld heb, (*;] ieder verwezen wierden in eene boete van honderdzestig Daalders, ten voordetle van de Provintie Groningen, behalven nog de Kosten van het Proces, waar onder duizend Guldens begrepen waren , tot goedmaaking der fchade en verdere kosten, ter dier ge'egenheid veroorzaakt. Diergelyke Vonnis van Geldboete wierd twee dagen krater ook nog tegen zes andere Pcrfoonen uitgefproken, welken befchuldigd waren van her gewapend uittrekken, over verfcheidene Grondgebieden in dn Ommelanden, zonder toeftemmirg van de Gerichten dier Plaatfen, het ophouden en gc- van- (*) Gcfchiedenisfen der Vereenigde NederUnicn in *t k&rt* XIX Deel, Bladz. 153.  VEREENIGD2 « E ÖE R L A N DE N. C£l vangen neenien van Perfoonen op de openbaare Wegen, bet medegeweldaadiginneetnenvin Appingadam en het in 't bezit houden dier Plaats, het zig bemoeijen niet Rcgeeringszaa» ken, geduurende dien tyd, als ook het medetekenen vsn twee Adresfen aan de Heeren Staaten van Groningen, door de Gecommitteerden , Officieren en Onderofficieren van de Genootfchappen enz. Midlerwyl was 'er eenige onlust tusfehen de Algemeene Staaten en den Koning van Zweeden omflaan» waartoe een nieuw Reglement op de Kaape» ryen ter Zee, te Stokhelm uitgekomen aanleiding gegeeven had, en het welk men niet zonder rede vreesde dat eenige beletzelen, aan den Koophandel en wel inzonderheid in de Oostzee zoude toebrengen, te meer dewyl in het gemelde Kaapreglement , onder andere Contrabande Goederen, ook Geld gerekend wierd, en doordien hier te Lande den Handel op Rusland veelal met gereed Geld gedreven word , en 'er dus van tyd tot tyd zeer aanmerkefyke lommen gereede Penningen derwaards gezonden moeten worden, was het zeer  232 GESCHIEDENISSEN DER zeer natuurlyk dit die bepaaling van zyne Zweedfche Majefteit , by de Ntderfdndfshe Kooplieden die op Rusland Handel dYeeven r vry wat verlegenheid baarde, Z.- En wat wierd in deeze z-a.ik gedaan? V. De Beftierderen van den Mtmonfchen Handel, als mede een aanzïenlyk getal Kooplieden van /fm/leldam, vervoegden zig, by Request tot de Algemeene Staaten, met verzoek om Hunne Hoog Mogenden tUsfchenkomst in deeze zaak, by den Koning van Zweeden r ten behoeve van den Koophandel deezer Landen. De Algemeene Staaten over deeze ?a:k rypelyk geraadpleegd' hebbende, vonden goed: aan den Heer van- der Boren, hunnen Gezant te Stokkohn , te gelaste» bjrhet Zwcèdfchs Hof aan te dringen , zo op de intrekking en her buiten werking ftelien van het bovengenoemde Reglement, voor zo verre het zelve h?t gerecde Geld onder de Contrabande Waaren r£. kende , als op de daadelyke vrygeeving va» de Contanten, welken voor de tyding van her verklaaren van Gelden voor Contrabande .var* Mer verzonden waren, byaldien onverhoope*  VEREEN1GDE NEDERLANDEN. 2§3 lyk eenige derzelven reeds mogten aange» houden of opgebragt zyn. Z. Was deeze pooging van Hunne Hoog . Mogenden van eene goede uitwerking by bet Zweedfche Hof? V. Het leed maar korten tyd of de Heer Uasfelgreen, Agent van den Koning van Zweeden te Amfleldam, ontfing eenen Brief van. den Graaf van Loyenhielm, Zweedsch Gezant in 's Haage, Waar by laatstgenoemde melding deed, ,, dat het zyne Zweedjche Majefteit , óp het bericht van deeze zaak aan hem gedaan, terftond behaagd had, aan zyne Admiraliteit te gelasten , by voorraad de uit» voering vr.n het bewuste Artikel op te fchorten , ten aanzien der Koopvaarders uit de Verfcheide Havens van het Gemeenebest voor en op den achttienden April vertrokken, en om bovendien het geheele Commerciewezen deezer Landen gerust te ftellen , had zyne Majefteit tevens bevolen, dat zonder een oogenbiik verzuim, aan zyne Algemeene Conful te Elzeneur Paspoorten gezonden zouden worden , om gratis te worden uitgeleverd san de.  2^4 GESCHIEDENISSEN DER de Schippers der Hollandfche Schepen. ——Ingevolge van deeze fchikking, zoude het Geld, dat dus aan boord van zodanige Schepen gevonden mogt wezen, hoewel voor den Vyand beftemd, egter geheel vry zyn en befchennd voor Verbeurdverklaaring, enz." Z. Dus was deeze zaak op de minnelykftê en volkomendfle wyze uit den weg geruimd geworden? V. Het wss ten zeiven tyde in Gelderland lang na zo wel niet afgeloopen met den Heer Egbert Willem Brink, Predikant te Ooster* wolde-„die fchoon byna driejaren na de Om wenteling, thans door het Hof van die Provintie gevonnist was geworden en byhet zelve vervallen verklaart wierd van zyne Bedieningen van Predikant van Ooslerwolde en Opziener van heiFeithof te Elbtixg. en voords van alie verdere open« baare waardigheden, welke hy binnen Gelderland mogt bekleeden, midsgaders onbekwaam om die ooit weder in de gemelde Provintie te kunnen waarneemen. Voords gebannen voor den tyd vai zes Jaaren uit het Voiftendom Gelderland en 't Graaffchap Zutphen, op boete  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 235 te varr zwaarer fhaf , indien by binnen de voornoemde tyd weder in dezelve gevonden mogt worden, enz. Z. Wat had men deeze Predikant te last gelegd ? V. Het Hof van Gelderland had zig by het bovengenoemde Vonnis, ten opzigte van Dom. Brink, aldus geuit: „ Dat hy , in „ plaatfe van, zo ais een getrouwen Chris- ten Leeraar voegde , zyne Gemeente tot „ rust en vrede, voords tot billyke gehoor„ zaamheid jegens derzelver wettige Over-» „ heid te vermaanen, tegens zynen pligt zig „ in de jongde plaats gehad hebbende Onlus„ ten, waar door het lieve Vaderland op den oever van deszelfs ondergang was gebragt, „ gemengd, en door woorden en daaden ge« „ toond had, mede te behooren tot de ver*< „ derffelyke party van die geenen, welken de„ wettige vastgeftelde vorm van Regeering ,, hadden tragten om verre te werpen, zo*. „ danig dat hy, benevens eenige andere ,, Ptrfoonen, by verfcheiden van zyn Ge» meente was rond geweest, onder 't fchoon* p fchy-  2^6 GESCHIEDENISSEN DER „ fchynend voorwendzel van 't belang van ,3 het Vaderland, tot het geeven van Pennin„ gen voor 't zogenaamde Vaderlandscli Fonds, „ waar van 't ftrafbaar oogmerk ten bederve „ van den Lande, door't in openbaaren druk j, uitgekomen Plan, overvloedig kennelyk was, had aangezet en ook van verfcheiden daar toe Geld ontf'angen, en wederom anderen r, zelfs, door zo al nkt directe, ten minften jj.indireclre bedreigingen daar toe gedwongen „ had. Uit al het welke dan [vervolgde het „ Hof] duidelyk was gebleken, dat den Predikant Brink zig bad fchuldig gemaakt aan ?, zodaanige zwaare misdaad, welke in een „ La:id waar goede geregtigheid wierd ge„ handhaaft, in niemand, doch inzonderheid „ in geen Dienaars van Gods Heilig Woord , „ welken Voorgangers voor anderen behooy, ren te zyn , om zig ais Mille en vreedzaa„ me Ingezetenen te gedraagen, en anderen „ daar toe aan te fpooren9 konde worden gey, leden , maar anderen ten affehrik ftrafbaar „ was." — Eenige dagen hier na, naameLyk den zesden May hadden de Heeren Staa- ten  VERSE NIGDE NEDERLANDEN. 23? ten van Gelderland, op nieuws weder eene algemeene vergiffenis en kvvytfchelding doen afkondigen van het voorgevallene in de Onlusten van de Jaaren 17555. en de twee volgende Jaaren. Z. Hadden by deeze Amnestie ook weder uitzonderingen plaats? V. Ja. want veertien Perfoonen uit Amhem, tien uit Zutphen, veertien uit Thiel, zeventien uit Elburg, vyf uit Groenlo, zes uit Doesburg en twee uit de Neder Betuwe, dus zesenvyftig Perfoonen, w^ren als Hoefden en Aanvoerers der voorige Staatsongeregeldheden van deeze vergiffenis voor altcos uitgefloten. Ondertusfchen had de Ge¬ neraal Graaf van Maillebois, die in den Jaare 1785. in Staaten Dienst getreden , en Gouverneur van Breda geworden was, (*) in de Maand May afftand van zyn Gouvernement aldaar gedaan, waar op de Heer Erfprins (") Gefchiedenisfen der Vereenlgde Neder* landen in 't kort. XV Deel, Bladz. 26*^  &33 GESCHIEDENISSEN DER prins van Oranje, in deszelfs plaats tot Be« velhebber van deeze gewigtige Vesting wierd asngefteld. Zyne Hoogheid kwam twee Maanden laater in de gemelde Stad aan, om werfcelyk bezit van zyn Gouvernement te neemen , by welke gelegenheid de Burgery aldaar zig bad voorgefteld , hunnen nieuwen Gouverneur plegtïg in te haaien, doch welgemelde Prins voor die heusheid bedankt hebbende , is hier niets van voorgevallen. Thans koom ik aan een onderwerp van het uiterfte gewigt, het reguleeren der Quotaat of het evenredig verdeden der toelaagen van ieder Provintie in de Algemsene Lasten van het Gemeenebest. Welk onderwerp van zo veel te meer belang is, door dien zonder Geldmiddelen en derzelver eevenredige verdeeling en geregelde opbrenging, alle beraam, de Middelen, tot in ftandhouding en verdeediging van het Vaderland onuitvoerlyk en dus vrugteloos zyn, en waar by den geheelen Staat ftaan of vallen moet. Z. Ik zal met aandagt naar het bericht van deeze gewigtige zaak hooren, V. Ik  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 239 V. Ik zal dezelve van w?t vroeger ïyd moeten ophaalen.Toen'wylen KtxiQxJofephus de\Twee* de, in den Jme 1734. tegen de Verbonden aan, een Aanfpraak maakte op de vrye Vaart cp de Schelde (*) en de openftelling van die Rivier met zo veel aandrang vorderde, als zy kragtdaadig door de Staaten geweigerd wierd , en men dus voor eenen vyandlyken aanval van gemelden Vorst beducht was, hadden de Algemeene Staaten een befluit genomen, om twee Commisfien te benoemen, die de zaaken welken het Algemeene Bondgenootfchap aangingen onderzoeken zouden. De eerfte Com» mislie zoude moeten nafpeuren : Voor eerst, al 't geene het Finantiewezen aanging, naa» raelyk het regelen der Proyinllaale Qjwtes, in eevenredigheid van de waare vermogens der Bondgenooten tot het draagen der Lasten van het geheele Bondgenootfchap, en het onder- (*) Gefchiedenisfen der Vereenigde Neder* tonden in 't kort. XIV Deel, BI. 218.  2|0 GESCHIEDENISSEN DER dereoeken van den Staat der Generalite'us Kas- < Te, als mede het gebruik, 't welk daar van tot verligting van de Bondgenooten, met betrekking tot de algemeene verdediging van den i Lande zoude kunnen gemaakt worden , en om i meerder fpoed aan dit werk te geeven, wierd tevens een perfonsel Befolgne vastgefteld ,aan het welke de Raad van Staate en Generatt. . teits Rekenkamer, de nodige openingen zou den moeten geeven. — De tweede Commis* 1 fie zoude moeten onderzoeken het werk der 1 Algemeene Verdediging der Republiek , ge» < fchikt naar de Geldvermogens van het Bond- • genootfchap in 't algemeen, en van ieder der Bondgenooten in 't byzonder, en dus voor eerst een naauwkeurige nafpeuring van den Staat van 's Lands Zee en Landmagt, Frontieren , Magazynen, Atfenaalen enz. Ten anderen een onderzoek welke nadere voorzieningen omtrend de beftelling over 's Lands Krygsmagt zo te Water als te Land, midsga•ders omtrent het beftuur van dezelven,. voor al in tyd van Oorlog, zouden kunnen en be.  VERETiNlGDE NEDERLANDEN. 04« behooren gemaakt te worden, en tot bevordering van dit onderzoek wierd ook eene tweede perfooneele CommLsfie aangefteid. Z. Sta my toe eer gy verder voordgaat u te mogetrvraagen , wat 'er van de tweede Commisfie geworden is? V. De Commisfie ►tot het Defenfiewezen van den Staat, had haar werk en onderzoek, benevens de ontwerpen tot verbetering, in de Maand Oétober des voorgaanden Jaars 17&9 ten einde gebragt, en deswegens een breed uitgewerkt Bericht, in November des gemelden Jaars, ter Algemeene Staatsvergadeting overgeleverd. Z. Nu kunnen Wy met het Verhaal der eerstgemelde Commisfie voordgaan. V. Dezelve had haare moeyelyke taak ten delyk , na omtrend vyf }aaren zitting, in de Maand May 179e. ook afgekregen, en hie van den eenentwintigflen der gemelde Maand, ter Staatsvergadering van alle de Bondgenooten , een breedvoerig verflag overgeleverd , waar op de Heeren Gemagtigden der Provintien tot dit zwaarwigtig werk , door de AlgeXXJi. DEEL* L mee-  242 geschiedenissen der meene Staaten voor hunne v!yt en moeite bedankt zynde, affcheid van elkander namen, en naar hunne Woonplaatfen te rug keer* den. —- He: Algemeen verflag zo even genoemd , droeg de duidelykfte blyken van de ïoffelykfte arbeid , doorzicht, Staatskennis en rondborftigheid der Leden die de Commisfie hadden uitgemaakt, en dit moeielyk werk tot zulk een goed einde gebragt hadden. Gaarne zoude ik u hetzelve in 't geheel willen mededeelen> doch daar onze Saamenfpraaken niet gefchikt zyn, om dezelven met zulke lange en uitgebreide Staatsftukken te vullen, zult gy u moeten genoegen met den beknopten Inhoud der vier Punten waar in het zelve afgedeeld was. Z. Zeer gaarne. V. De eerfte Afdeelmg handelde [na eei:e voorafgaande algemeene Inleiding] over de Quotes zelve, en gaf verfchillende middelen aan de hand, tot het beraamen van eene nadere en meer eevenreedige verdeeling van dezelven, als voor eerst, eene invoering van algemeene Belastingen, ten tweeden, openleg-  VEREENIG DE NEDERLANDEN. 54f legging van de Geldmiddelen der klaagende Provintien, ten derden, opgaave van het getal der Ingezetenen van alle de Provintien, zonder onderfcheid van Rang of Jaaren, met derzelver Bezittingen en Middelen van faefiaan , gelyk ook van de hoeveelheid en deugd der Landen, enz. en ten vierden, openleg, ging der Geldmiddelen van alle de Provintien* Verders kwam in dit Bericht voor een Voor. frel van den Prins Erfftadfaouder over dit onderwerp, en een eerfte voorflag van dezelven over de Quotes, en eenige andere Punten, benevens nog eene nadere voorflag deswe< gens. De tweede Afdeeltng handelde over de Admiraltteits Kas, en behelsde voor eerst, een onderzoek nasr de gefleldheid der Geldmiddelen van de Generaliteit in den Jaare 1717, en (telde voor op welk eene wyze dit onderzoek thans gefchied was, en met welken uitflag. Ten anderen wierd in deeze tweede Afdeeling de voordeelige ftaat verrond van de Generaliteits Kas, in vergelyking van die in de Jaaren lp? en ,754. k * aan»  S44 eSSCHIEOSNISSEN DER aangetoond uit den ftaat der Capitaalen ten laste van de Unie loopende, waar uit verders eenige gevolgen wierden afgeleid. Daarna wierd voorgedragen, welk gebruik Van de Generaliteits Kas tot verligting der Bondgenooten zoude kunnen gemaakt worden, en ook verfchillende middelen tot verbetering van de Generaliteits Geldmiddelen voorgeflsgen, als de invordering van veele agterflallige Interesfen, door de Provintie van Zeeland verfchuldigd, als mede door de Provintien Friesland en Groningen, ook de verkooping der Staaten Dorpen in de Meyerye van den Bosch, verkooping derTiendens, Landeryen en Huizen. Hier op volgden verfcheidene Middelen tot verbetering van des Generaliteits Inkomften, in Staats Braband naamelyk Beden, Verpondingen , Vrydom van dezelven binnen de Stad Breda-* gemeene Middelen , Twintigfte, Veertigfte en Tagtigfte Penningen, Vrydom van dezelven binnen Breda en den Fynaard, Verders wierd gehandeld van de Middelen van de Generaliteit in Staats Vlaanderen , als Verpondingen en Gemeene Middelen, Ook van  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 245 van de Middelen van de Generalireit in den Lande van Over Maaze, in de Heerlykheid van Wedde en WestwQldingerland. Over de Inkomften van de Generaliteit in het Overkwartier van Gelderland, over de Litfche Tol die te Venlo word gelieven. Over de verdere Inkomften van de Generaliteit; klein Zegel, voordeel van de Loteryen, Posten in rekening van den Ontfanger Generaal, alleen by Me» rnorie gebragt en anderen. Middelen vallende onder het Cmmittimus, Middelen vallende in de Stad en het Eyland van de Witlemftadt Contributie van de Heerlykheid van Tsfelfiettr, Comributien van de Steden Buaren, Kuilen» turg en Leerdam, Amptgelden en Geestelyke Goederen in de Baronnie van Breda. « Hier op wierd tot een ander allergewïgtigst Punt overgegaan , naamelyk de Pointen van Menage, of Middelen van befpaaring, betrekkelyk tot de Jaarïykfehe Cömmitfien üft de Vergadering van hunne Hoog Megeaden, tot de Scliryftoonen ter Griffie van de Algemeene Staaten, ten Comptoire van den Cotn> mis, en van den Klerk, over het geen eens L 3 ge-  2+0 GESCHIEDENISSEN DER gefchreven en gedrukt word voor de Gezanten buiten 's Lands, tot de Translaaten en Cyffers, tot onderhoud der Vertrekken behoorende tot de Vergadering van Hunne Hoog Mogenden, tot den Hofmeester van den Staat, Trompetters van den Staat, Jaarlykfche toeleg aan de Provintiaale Klerken, Jaailykfche Commisfien van den Raad van Staate, tot de Inkomften van den Heer Thefaurier Generaal f vermindering der Inkomften van den jongften Commies ter Thefaurie, de Commifen ter Secretarye, de Chartermeester van den Raad van Staate , Commifen van de Generaiiteits Financie , Kusieiigelden voor de Leden van de Generaliteits Kamer. — Hier op vo?g ie een voorflag tot verbetering der Inkomilen van de Secretarisfen en Klerken van de Kamer, van de Jaarvveddens van de Raaden en den Pvaad van Braband, en be» denkingen omtrend de Jaarwedden van den Ontfanger Generaal van de Unie , van de Commifen en Bed.'endeas van dat zelfde Comptoir, en verdere Punten v£n bezuiniging omtrend Schryfbehoeftens , Almanakken %  VEREENIGDE NEDERLANDEN. Ztf ken, Couranten, Kaarsfen en Bodenloonen» omtrend den Commisfaris en Bediendens van 't klein Zegel, en de Jaarwedden van fomroiuc Comptabelen. Ook volgde daar op een Voorflag tot het vereenigen van eenige Ontfangftén» en tot het vernietigen van de Opzichtersplaats te Maastricht, en eindelyk wierd gehandeld over het verlies vsn de Generaliteit op de Zeeuwfche Ryksdaalders. De derde Afdeeling handelde over den Staat van Oorlog, en gaf voor eerst een onderzoek op van het waare oogmerk van 't Befluit van Hunne Hoog Mogenden van den vierden January 1785. met betrekking tot dit gedeelte van het verfl?g. Verders wierden ;de algemeene gebreken in den Staat van Oorlog voorkoomende opgegeeven, als Doodimposten, onnodige posten, ongelyke betaaling op fommige Posten , Vryheid van Jaaj.'ykfche Confenten, en uitftervende Posten op den géwoonen Staat. Hier op volgden de byzondere gebreken in de Capittels van den géwoonen Staat van Oorlog voorkomende, als in bet eerfte Capittel Militie ; kortinge van de entbreckende L 4 Man-  *48 GESCHIEDENISSEN DEE Manfchappen en Artillerie j in het tweede*, Militie en Westindlfche Maatfchappy, in hei derde, Onderftandgelden voor de Volkplanting van Suriname, in bet vierde, Militaire Traiïementen, als Jaarwedden van zyne Hoogheid als Kapbein Generaal, van den Veldmarfchal. van de Generaals, Kwartiermeesters , Gouverneurs, Braven en Adjudanten van zyne Hoogheid als Kapitein Generaal, in het vyfde, Gemagtigden buiten Lands , in het zesde, Wachtmeesters en Majoors, in bet zevende, Bediendens van Artillerie en Levensmiddelen, in het achtfle, Directeurs en Ingenieurs, in Mt negende, Officieren van de Justitie in het tiende, Ministers en Schoolmeesters, in het elfde, Doktoren en Chirurgyns, in het twaalf, èe, Appointés, in het J verre ging, dat de Bondgenooten buitengewoone hulp aan ds Oost'Indifche Maatfchappy hadden moeten toebrengen, ronder welke 2y reeas zoude te gronde gegaan zy.n , cn web16 Ik  aS* G&SCHIEDENI3SEN DEK ke nog van meerder hulp moest gevo'gd worden, zoude deeze aanzienlyke Tak van Koop* handel kunnen behouden worden. Daar inmiddels de groote Ondetffanden van Geld , aan de bovengemelde Maatfchappy toegebragt, niet weinig bezwaarende voor de Provintien waren, was het niette verwonderen, dat er in deeze tyd en in deeze toedragt van zaaken eanige bedenkelyke vraagen ontftonden , naa^ melyk voor eerst, of de Maatfchappy konde behouden worden , reet die groote en bezwarende onderftanden of niet? ten tweeden, ©f zy moest behouden worden ? en eindelyk of dan van wege die geenen welken zulke groote opofferingen deeden, geene toezicht behoorde.plaats te hebben, zo om de niogelykheid van behoud, na te fpeuren, ais om te waaken, dat de waare middelen tot behoud van dat belangryk lichaam wierden aange. wend. Z. Dit waren zeker drie gewigtige vraagen. V. Om een gewenseht oogmerk ten dien einde te bereiken, wierd goedgevonden dat esns.  VE Rï E N I G D E NEDERLA JfDEN. 253 eene buitengewoone Commisfie van eenl-e Heeren zoude 'benoemd worden, om toezicht te neemen op het goed bertuur van de zaaken aeröw/ Indifihe Maatfchappy. wordende het benoemen van die Heeren, door de Algemeene Staaten, den veertienden May, aan den Prins Erfftadbouder opgedragen , die reeds, den volgenden dag bericht aan hunne Hoog Mogenden gaf, dat hy de Leden tot de voort gemelde Commisfie bereids benoemd had. Z. Kunt gy my hunne naamen niet mededeelen ? V. Ja wel, het waren de Heeren van der Does, Heer van beide de Noordwyken, lid van de Hollandfche Ridderfchap, Mr. P. fft va» de Wall, Oud Burgemeester der Stad* Dordrecht, Mr. J. Rendorp, Heer van Mar. quette, Burgemeester der Stad Amfieldam en Mr. H. van Straalen Jansz- Secretaris van de Heeren Gecommitteerde Raaden van hunne Edel Groot Mogenden, te Hoorn, welke vier Heeren dan ook deeze Commisfie by voorraad op zig namen, nogthans onder voorbe. houding van zig hier over meer bepaaldeïyk, L Z m  £g4 GESCHIEDENISSEN ©ER te zullen ycrklaaren , wanneer zy van de waa« re gefteldheid der zaaken van de Onst-lmüfche .Maatfchappy hehooriyk en naauwkeurig .zouden zyu onderregt geworden , en aan hen opening zoude gegeeven wezen, van ai dat geen, 't welk na hunne gedachten gefchikt zoude zyn, om van vooren eeniger raaaren te kun» nen berekenen , of de Raadpleegingen met een gegrond vcoruitzigt van. eene gélukkigeuitkomst, al of niet, zouden kunnen «orden voordgezet. Hier op wierden dan de voer* gemelde Heeren tot Conamisfarisfen van de Heeren Algemeene Staaten benoemd-, en befloten van deeze benoeming aan Bewindhebberen-, van de Hollandfche Kameren der Oost-lndU fche Maatfchappy kennis te geeven, en de* zeiven daar benevens aan te fchryven ,. om aan de voorgemelde Heeren Gecommitreer- . den, zodaanige nette en volledige openingenvan de tegenwoordige gefteldheid en den ftaat van zaaken, betreklyk de veornoemde Maatfchappy te doen geworden , als zy Heeren Ge» committeerden zouden nodig hebben, en van . gemelde Bewindhsbberen in het gemeen. mids-  VEREENIGDE NEDERLANDEN» £5$ gaders van de Advocaatesi der MaaticbaDpy zouden vorderen* Daarenboven verkregen meergemelde vier Heeren van de AlgemeeneStaaten de nodige Geloofsbrieven, als buitengewoone Gemagtigden , wegens de ProvintieHolland , ter Algemeene Staatsvergadering geduurende den tyd van hunne Commisfie, van al het welke ook aan zyne. Hoogheid, era aan de Heeren Staaten van Zeeland kennisgegeeven wierd. Z. Hadden de Heeren Bewindhebbers vande Oost-lndifche Maatfchappy intusfehen flii gezeten? V. Verre van daar , want men was al eenen geru'tmen tyd bezig geweest om zodaanige middelen uit :e denken , welken tot in flandhouding van dit groot en gewigtig lic-' haam konden dienen , waar omtrend ook vooral het Departement van vyf Heeren,voor eenige Jaaren onder de naam van Vyfde Departement opgericht v werkzaam was geweest*. Onder de oorzaak en van den agterlyken Raat: der Maatfchappy rekende men ook byzonder, 4e vermeerdering van Kosten en Bezwaaren  25$ O» S i H ï 3 O E N ï S SE N D E R voor dezelve, er. dus moest hier omtrend her natuurlyk hulpmiddel de vermindering van die Onkosten zyn. Vooral waren de Kosten tot Onderhoud en Beffuur van de Kaap de Goede Hoop zeer hoog geltegen, en dus hadden de Heeren Bewindhebberen in het gemelde Vyfde Departement, O. W. Falek, D. Craayyanger en J. P. Scholten, den derden May, eene belangryke Memorie op dit onderwerp uitgebragt, beuelzende bedenkingen over her hoog beloop der Lasten van het Gouvernement van de Kaap de Goede Hoop, en aanwyzing van middelen tot derzelver vermindering, Welke Memorie van ieder die belana in de behoudenis en bloei der M^atfchappyftelde met genoegen gelezen werd, doch vee* te uitgebreid 'is* om dezelve u mede tc dcelën. Dus gaan wy tot iets anders over. ~— De Prins Erfffadhouder benevens zyn Zoor den Erfprins, welken in de Maand May een Reisje naar Tesfel en de Helder gedaan hadden , kwamen den zevenentwintigfrsn dier Maand met het Lands jacht te Amfteldam, ifc waar zy s morgens, oma-end elf uuren, aan  V-BRE-RNIGDE NEDERLANDEN. Hgp 's Lands Werf aan Wal flapten. Hoogstdezelven bleeven daar tot omtrend één Uur 's middags, en begaven zig toen naar bet Huis van den Heer voorzittenden Burgemeester, Mr. Jacob Elias Aarnondsz, alwaar alles tot een zogenaamd ontbyt, doch inderdaad tot een goed Middagmaal, bereid was. Even na vier Uuren des namiddags, vertrok de PrinsErfftadhouder, met een Rytuig naar *s Gra» yenhaage:, alwaar hy. nog dien zelfden avond aankwam, Z. Ging de Erfprins niet met zyn Vader naar de gemelde Hofplaats? V. De Jonge Vorst bleef nog eenige Uuren inde Stad, en bezigtigde, door eenige Heeren van Regeering verzeld zynde, het pragtige Gebouw der Maatfchappy Felix Meruis, benevens bet Stadhuis, begaf zig vervolgens naar den Franfchen Schouwburg, en vertrok des avonds, omtrend negen Uuren, van de Bee» tenbyt, met een Jagt naar Leyden, ©m de laaifte hand aan zyne Studiën aldaar te leggen. Z» Wat  S53 GESCHIEDENISSEN DER. Z. Wat was 'er ondenusrchen in de andere Nederlandfche Provintien voorgevallen ? V. Niet veel byzonders , indien men het geval met den Gewezen Predikant Bosch in Zeeland uitzonderd, waar van omtrent deezen tyd zo veel gefproften en gefchreven wierd. Z. Waar in befrond dit geval toch eigenlyk? V, De Heer Bernardus Bosch, welke ten tyde der Omwenteling in September 1787» Leeraar in het Dorp Dïsmen, by dc Stad/fa.fieldamvj&s, had zig mede als zo veele anderen genoodzaakt, gezien zyne Standplaats te moeten verlaaten en naar elders te wykeri. Kort hier na fchreef hy een Brief aan denKer* kenraad te Dlemen, waar by hy zyn ontfiag als dienend Leeraar dier Gemeente vefzogt, behoudens Eerc en nevens een Getuigenis van zynen Handel en Gedrag, welk •en en ander hem ook door den Kerkenraad niet kon geweigerd worden; maar verleend wierd, wordende zyn ontfiag door goed-  XXILD.Pl.JX.   VER EE N I GOS NEDERLANDEN. 2^ goedkeuring der Klasfis, den achtften January 1788. bevestigd. Sederd bleef by buiten Kerkelyke Bediening, tot dat by den zestienden May 1790. op nieuws tot dienend Leeraar te Pooriyliet, in de bovengemelde Provintie Zeeland beroepen wierd , en die Beroeping met Clasficaale goedkeuring bekragtigd-. Groot genoegen gaf deeze Beroeping aan *s Mans Vrienden en Bekenden, die hem by Mond en Pen alom geluk wenschten, en zelfs een nieuw Afbeeldzel van hem vervaardigen Keten j dan, de Heeren Staaten van Zeeland, weigerden den Heer Bosch niet alleen Inwconing in haare Provintie, maar vernietigden, ook eerlang het Beroep, waar door gemelde Leeraar voor altyd van deeze zyne nieuwe Standplaats verdoken wierd. Z. Wat had gelegenheid gegeven tot deezen ftap der Heeren Staaten vsn Zeeland? V. De Voorflag van de Regeering der Stad Goes , wegens de nieuw aan te ftellene Predikan. ten in de meejgenoemde provintie , en welke na genoeg in de volgende bewoordingen vervat was? «Het wasfzeiden de HeerenymGoes') buiten alle tegen»  160 GESCHIEDENISSEN DE* tegenfpraak, datniettegenftaande de gelukkige: bevestiging der Staatsgefleldheid s niettegen- . fïaande de vastftelling van alle de deelen, , waardoor derzelver onveranderlykheid buiten i allen twyffel was gebragt, de gevoelens zoda- . mg niet vereenigt waren, dat de Regeering ; niet by aanhoudenheid waakzaam- moest zyn i om alles te weeren, 't geer.e voedzel tot wantrouwen konde voordbrengen ,'t geen de zaaden van tweedracht zoude kunnen bevorderen, en de verderffelyke begrippen, welken byna cbz« geheelen ondergang hadden veroorzaakt, zouden kunnen doen herleeven.'* Onder de middelen welken daar toe dienden was, Cvolgens het gevoelen van de Regeering van Goes") geene van de miniton, de invloed der openbaare Leeraars op de gemoederen van hunne Gemeentens , en de zorg om voordaan in die Posten voorwerpen aan te neemen, welken van goede getuigenisfen voorzien waren, en zig ten minften in deezen niet aanftootelyk en berispeJyk hadden gedraagen " » Wy zyn verpligt [vervolgden de Regen- ten.  VEREENIGDE NEDERLANDEN. 26l ten der Stad Goes) onder den aandacht van Uw Edel Mogenden te brengen, dat men on« der de €!asfis van dit Eyland tot vervulling van deopenbaare Plaatfen 'toog begint te vestigen op Perfoonen, welken, de eene min de andere meerder, ia de voorgaande Onlusten zodaanig zyn gemengd geweest, dat zy, zo niet al met eene openbaare afzetting bezwaard , ten minften in de waarneemingen van hunne Dienflen, of gefchorst, of ten eenemaal, ja zelfs door daadelyke ontflas bekomingen , zyn geftremd geweest, dat 'er van de zodaanige waren, die opemlyk hunne gaaven lieten hooren , en welker Beroepingen hun beflag hadden gekregen." Voords betuigde gemelde Regenten van Goes, dat zy hunne Edel Mogenden hier van kennis geevende, te gelyk niet konden verbergen hunne bekommering voor de gevolgen , by aldien zodaanige flappen niet wierden tegengegaan. En terwyl zy voorneemens waren , om zo veel hunne Stad aanging, naauw toe te zien, dat onder billyke verdenking liggende Predikanten, geene gelegenheid hadden, om  ê£z geschiedenissen der om ,'binnen dezelve de openbaare Dienst te «effenen, namen zy de vryheid om aan Hunne Edele Mogenden tevens in bedenking te geeven, om door zodaanige maatregelen , als welgemelde Staaten meest gefchikt zouden oordeelen, werkftellig te maaken, dat geene Predikanten, welken openlyk bekend ftonden van in de laatfte Beroerte, het verderffelyk Systhema van dien tyd te hebben omhelsd, en zig elders door hun gedrag zodaanig had. den vergrepen, dat zy of afgezet waren of in hunnen Dienst niet hadden kunnen voordvaa. ren", binnen Zeeland wier den toegelaaten, onder welke maatregelen het hen ( Heeren van Goes) niet ondienftig zoude voorkomen, dat de Clasfen van Zeeland, en voornaamlyk die V3n Zuidbeveland, aanbevolen wierden, om by het nazien der Stukken van de onderfcheidene Beroepingen, naauwkeurig te letten op de Getuigfchriften, aangaande het gedrag der Beroepene Predikanten in de Jongst veHoo. pentyden, en indien daar aan iets ontbrak, zodaanige Beroepingen niet goed te keu* ren." 2. Na  VEREE NIGQB NEBER LANDEN. 263 Z. En zo hadt dus waarlyk deeze Vooiflag ten gevolge dat de Heer Bosch, door de Staaten van Zeeland geweerd is geworden ! - Doch hoe Hond het omtrend deezen tyd in de Oostenrykfche Nederlanden gefchapen? V. De Onlusten bleeven daar niet alleen nog voordduuren, maar begonden zo hoog te loopen, dat zy de aandagt der Koningen van Pruisfen en Groot-Brittanje, zo wel als van de Algemeene Staaten na zig trokken, waaruit welhaast eeneOnderhandslingtusfchen de drie gemelde Mogendheden, en het Ho£ van Weenen ontftond. De Heer van Ifaeften, Gezant van deezen Staat by den Koning JLeopold, die, gelyk ik u te vooren gemeld heb, zynen Broeder in alle deszelfs Staaten opgevolgd was, (*) wierd door hunne Hoog Mogenden gelast, „ den zo evengenoemden Vorst de oprechtfte gelukwenfchingentedoen, over Gefchiedenis/èn der Fereenigde Neder* tonden in 't kort, XXII Deel, BI. 225.  S#4 GESCHIEDENISSEN DE8 ever de hoop, welke zyne Hongaar fche Majcfleit had, om eerlang db Noordfche en Le» yaniffthe zaaken, door eene gelukkige bevredigfag van de Hoven van Stokholm, Petersburg en Conftantinopelen te zien befluiten, en dien Monarch teven» te betuigen, dat Hunne Hoog Mogenden ten alle tyde eene innige droefheid gevoeld hadden, over de Onlusten der Ne* derhnden, dat zy van derzelver begin alle de gevolgen hadden voorzien , maar dat zy, gelyk ook haare Bondgenooten, zig ten wet gefield hadden, daar niet in te treeden, ten waare daar toe verzogt door den wettigen Souverein der Nederlanden, of dat haar eigen rust daar door mogt bedreigd worden, dat haare grwadbeginzelen ten dien opzigte nog fteeds dezelfde waren, en het met hartzeer was, dat zy de hoop op eene bevrediging zig meer en meer zagen verwyderen, dat zy, in verlangen tot het vDorkoomen der ramp*, fpoeden, welke gereed ftonden, die fcboone Provintien te overvallen, vermeenden aan den Rening van Hongaryen, het Voorftel te inoefen doen, dat zyne Majefteit by de bewilli-  xxii.b.pLx.   VEREENIGDE NEDERLANDEN. ging van eenen Wapenftilftand , tusfchen de; Oorlogende Mogendheden, de fchorsfing van Vyandlykheden tot de Nederlanden geliefde uit te ftrekken, en den Mars-cb re ftaaken. der Troepen , welken zyne Majefteit naar de Nederlanden afzond, mids de Brabanders ook van hunne zyde niets tegen de Oosten* rykfche Troepen ondernamen, dat ingcvalle zyne Majefteit dit voorftel. aannam, Hunne Hoog Mogenden gereed waren, haare goede dienften aan te wenden , om hooggemelde Vorst die.verzekering te bezorgen." Z. Nam Koning Leopotd genoegen in dit Voorftel der Algemeene Staaten ? V. Gy zult uit het Antwoord van dien. Vorst er over kunnen oordeelen, het welk. van deezen merkwaardigen Inhoud was. „ Zyne Majefteit verklaarde zeer gevoelig geweest te zyn, over het vriendelyk belang, het welk de Heeren Staaten der Ver-, eenigde Provintien, Hoogstdezelve had laa-, ten betuigen over de gunftige keer , wel* ke de Onderhandelingen fchenen te neemen, die aangevangen waren tot herftel en*  GESCHIEDENISSEN OER ^handhaving der rust, en verzekerde Hen te vens> dat zyne Majefteit van zynen kant gewislelyk tot derzelver goeden uufhg zoude medewerken, door alle infebiklykheden, die beftaanbsar waren met de waardigheid zyner Kroon, en zyner eigene Veiligheid, zo als hunne Hoog Mogenden, en geheel Europa zig by her vervolg daar van, zouden kunnen overtuigen „ hoedanig de uitkomst er ook van. zyn mogt." „ Zyne /fpostollfche Majefteit zoude, over» eenkomüig met Hoogstderzelver Bondgenoote, de Keizerin van Rusland, ook zonder zwaarigheid de handen Ieenen tot eenen fifa ftand van Wapenen met dc Turken, zo dra dezelven zouden verklaard hebben, dat zy bewilligden in en als Vredesvoorwaarden toezonden, de Conditiën van de allergrootfte gematigdheid, welken hen zoude worden voor. gefteld, en men door die mids gegrond zoude zyn1, om redelyker wyze het fpoedig en vast herilel van den Vrede te hoopen." „Maar [vervolgde Koning Leopoldt] het was by wislelirg aL'eronmcgejykst dat Hy op.  VER. EE NIGSE NEDERLANDEN. SÓf ©p denzelfden voet zoude kunnen bandelen , ten opzichte zyner Betgifche Onderdsanen: voor eerst, cm dat een Söuverein, volftrekt of onvolftrekt, met rebelleerende Onderdaanen , niet konde bandelen gelyk als Mogendheid tot Mogendheid. —— Te» tweede, om dat, na zonder eenige vrugt, alle bedenkelyke middelen van goedheid en toegeeflykheid uitgeput te hebben, aan zyne Majefteit, tot zyn groot leedwezen , niet anders dan den weg van Wapenen overbleef, om hen onder de gehoorzaamheid van hunnen Wettigen Souverein te rug te doen keeren. Ten derde , om dat het voorgeftelde middel , wel verre van dat begeerlyk eogenblik te vervroegen, alleen gefchikt zoude zyn, om dat nog meer te verwylen, en eindelyk ten vierde, om dat rebelleerende -Onderdaanen , welke van het eene oogenblik tot het andere, zig zelve den Vrede konden geeven, en hunne volmaakts rust voor allen toekomftigen tyd konden verzekeren , door bet aanvaarden van het herftellen hunner oude Staatsgefteldheid, ondei de vrywaaring der Zeemogendheden, en vol-  *63 C'ESCHIEDENISSEN DETt komen vergiffenis voor het gebeurde, geenen Wapenftilftand noodig hadden." „ Het kwam ten anderen aan zyne Apostolische Majefteit voor, dat de tegenwoordige Staat 'van zaaken in te Neder landen, niet als meerder dringende befchouwd konde worden, dan dezelve was toen de wederfpannige Onderdaanen van dezelven, zig ftraffeloos de grootfle buitenfpoorigheden van alle aart jegens hunnen Souverein hadden kunnen veroorloven, en dat, zo toen de veiligheid en de rust van 't Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden niet bedreigd gefchp- m hebben, dezelve bet niet meerder moesten fchijnen op dit oo<*enblik, het wcik de Koning, tot herflelling der Orde en Rust in de Nederlanden, of om te behouden, het get ne hem daar van nog was overgebleven, niets anders overliet dan dié middelen, welken de blinde halflarrigheid zyner wederfpannige Onderdaanen hem gedwon* gen had te gebruiken.** * si Zyne Apostolifche Majefteit meende te moeten onderftellen, dat het van hunne Hoog Mogenden opentlyk belang, dat der grondbe- gin-  VE RE E NI G D E NEDERLANDEN. 2&§ ginzelen van goede Nabuurfchap, en van 'c belang der Souvereine Mogendheden was , dat de Belgifche Provintien eerder vroeger dan laater te rug keerden , onder de Heer. fehappy van haaren wetttigeh Souverein En zyne'Majefteit vleidde zig, ten waare Hoogstdezelve , zig daaromtrent in doding raogte bevinden, dat hunne Hoog Mogenden, wel verre van die middelen de voorkeuze te geeven, welken enkel gefchikt zouden zyn, om de herftelling der Rust te yerwylen,in plaats van te vervroegen, jegens zyne rebelleerende Onderdaanen die taal zouden gebruiken, die Hen bet meest gepast zoude voorkomen, om deezen tot zig zeiven te doen komen, en om door eene fpoedige en volkomene onderwerping , cp de bovengemelde Voorwaarden , de rampe.i te doen ophouden, aan welken zy zig blootftelden door de voordduuring hunner ftrafwzardige hmdeling jegens bunnen wettigen Souverein." Eindelyk betuigde Hooggemelde Konirg van Hongaryen, de Algemeene Staaten der Vereenigdé Provinuèh , 'er zeer verpligt voor M 3 is  f70 GESCHIEDE NISSEN DER te zu'len zyn en verzekerde Hen tevens, dat •liet Hoogstdezclve zeer aangenaam zoude wezen, daar door op nieuws te zien aanknoopen en bevestigen, de banden der oprechte Vriendfchap en goede Verftandhoudirg wel?ke zyne Majefteit verlangde, in het toeko. mende met Hunne Hoog Mogenden aan te kweeken.'' Z. Dus bewilligde Koning Leópold niet in bet Voorftel dat hem door de Republiek gedaan was.' V. Gemelde Vorst meende ook reden van misnoegen tegen de Algemeene Staaten te hebben, uit hoofde dat deezen, zo als die Vorst vermoedde zyne wederfpannige Erabandfche Gnderdaanen, onder de hand pnderfteunden. Althans Konings Gezant de 'Baron de Beöl-Schaucnflem, had in de voorïge Maand reeds geklaagd, „dat hy, van goederhand bericht onifwen had , dst 'er onmiddelyk vyfduizend Snaphasnen moesten afgezonden worden, met het Schip van Kapitein yan Leeuwen, van Rotterdam,.zo 't niet bereids onder zeil gegaan was, dat binnen  VERBEN I GD E NEDERLANDEN* 274 neo de veertien dagen eene tweede diergelyke onderneeming moest gefcliieden , met het Vaartu'g van den Kapi:ein van Goolt en misfchien eene derde van een gelyk getal Snaphaanen , en andere Krygsbehoeftens tot het wapenen der Boeren, omftreeks de Stad Brusfel, zynde de Afzender daar van een Duitfcher, welke een onbepaalden last had. voor Kooppartyen van dezelfden aart." „ Gemelde Gezant, meende dus dat het van zyne ftriktfte pligt was, om den Heer Grif. fier Fagel te verzoeken, daar van zonder uitftel, aan hunne Hoog Mogenden, kennis te willen geeven. Het zoude [vervolgde de Gezant,] ongetwyffeld eene verkoning zyn van. het Recht verfchiridigd aan der Staaten Vriendfchaplyke geneigdheid voor zyne Msjefteit,_ als mede aan de gevoelens, welken de aart van 't geval Hen zoude inboezemen , waar van de gevolgen de menschlievenheid fieges oneindig zouden kunnen bedroeven, zo men. niet met vertrouwen hoopte, dat 'er krsgtdaadige- Maatregelen zouden genomen worden cm, te beletten, dat die Wapenen dar-  372 GESCHIEDEN* DER VEREEN. NEDERL, zeiver noodlottige beftemming bereikten." De gevolgen van dit en meer andere g^wig» tige Gevallen van deezen tyd, zal ik u in onze volgende Saamenfpraaken onder het ©og brengen. BERIGT VOOR DEN BINDER» Plaat I. tegen over . . Bladz. ia ... ii. . . . . i 53 . . . III. .. 88 ». •". IV. .. .< • , QiJ; ... V. . • . . jo5 . ♦ . VI. . . . . . 116 .. . vu. ; 152- ... . VIII. . . , • 184: «- • . IX. . ...