f 11 l S t o ïl i b der. ZWARTEKUNSTPRINTEN; van de UITVINDING deezer KUNST AF, tot den TEGENWOORDIGEN TYD TOE. met een BERICHT van de WERKEN der VROEGSTE KUNSTfr NAAREN in dit VAK. Uk het Engehch vertaald. ■ Te HAARLEM ■By c. b. van brussel; Boekverkooperin deDamftraat. i 7 9 i.   V O ORBERICHT DES SCIIRYVER S. De volgende kleine Verhandeling, welke ik den Kunstliefhebberen aanbied, is ontftaan, deels, uit overweeging, dat 'er over dit weetenswaardig onderwerp nog niets met opzet gefchreeven was; en deels, uit aanmerking, dat, fchoon deeze fraaie Kunst haaren Oorfprong wel aan Engeland niet verfchuJdigd is, de Engelfche Kunftenaars echter den roem moo-  VOORBERICHT. moogen wegdraagen, haar toe het hoogde toppunt haarer volmaaktheid gebragt te hebben; weshalve hij deezen zijnen arbeid, als eene hulde, aan zijne Vaderland toekomende, befchouwt., Hij hoopt ook, dat^dit onderzoek, welk hem m zijne ledige uuren eene aangenaame bezigheid, en, door ernftiger letteroeffeningen vermoeid, eene \erkwiklijke uitspanning heeft gegeeven, den Liefhebberen van Printen welkom zijn, en hunne kundigheden  VOORBERICHT. den omtrent het gefchiedkundïge deezer kunst uitbreiden zal. Hij vertrouwt, dat het werk van iemand, die, geen Kunftenaar zijnde, nochtans door de gezegde grondbeginfcls gedreeven wordt, door de Kunstrechters met toegeevendheid zal beoordeeld worden. Mogten 'er eenige mistellingen cn onvolmaaktheden in ontdekt worden; hij verzekert, dat zij niet uit verzuim, maar uit gebrek van beter onderricht gebooren zijn. • ïntusfehen geeft het den * 2 fchrij-  VOORBERICHT, fchrijver geen gering genoegen, wanneer hij bezeft, dat hij niet alleen den voorraad van Kundigheden, welken het algemeen voordeezen van decze fchoone uitvinding had, in veele ftukken vermeerderd heeft, maar ook de eerde geweest is, die de ftoffen, welke tot het opftel eener Hiftorie der Zwarteprintkunzt reeds voorhanden waren, in orde heeft gefchikt, de eerde, die ee^e aaneengefchakelde naafpooring deezer kunst ondernomen heeft. HIS-  HISTORij VAN DEN OORSPRONG DER ZWAK TE K UNSTPRINTEN. Het graveeren van Zwartekunstprinten heeft, vooral federt weinige jaaren, een' zoo hoogen trap van volmaaktheid bereikt, en zoo veele treflijke kopijen naar eene groote verfcheidenheid van uitmuntende fchilderfhikken voortge. A bragt,  [ * ] bragt, dat de Hiftorie van den oorfprong en voortgang deezer kunst met recht voor belangrijk, en teffens waardig mag gehouden worden, dat men ze afzonderlijk befch lijve. In het nabuurig Engeland , ten minfte, heeft deeze fchoone Kunst een' zoo fpoedigen en grooten opgang gemaakt, dat zij eene bijzondere kennisneeming verdiene. In dat land is zij voornaamlijk aangekweekt; in dat land heeft zij on. tegenzeglijk haare hoogfte verbetering  [3] ring gekregen; zoodat, niet lang geleeden , een Fransch Schrijver haar, bij uitneemendheid, den naam van Engelfche manier heeft gegeeven (i), Om O) De Schrijver van het Werk, getijteld, Idéé generale (Tune ColleBion complette d'Esttmpes, zegt p: 2c3: „ Toen >, Prins robert de graveerkunst, ivel,ï ke men la maniere noire , de zwarte „ manier of de zwartekunst noemt, •> daar [in Engeland] bekend maakte, heeft zij zodaanigen opgang gemaakt, 5, en is vervolgens met zoo veel net* 9> heid en fmaak uitgevoerd, dat, ahvat „ men in andere landen gedaan heeft, „ in geenen deele daarbij te vergelijken ' „ is. A 2.  t4] Om deeze reden, kan men veeIe bijzonderheden, deeze kunst betreffende , in twee fraaie en met lof bekende werken der Heeren w alp ole (2) en cranger (3) vinden. Doch in ieder van beide deeze werken, wordt van de de zwartekunst, en van de ver- fchei- „ is. Hierom is zij, bij uitftek, la maniere Angloife, de Engelfche manier ge„heeten. " CO Walpole's Catalogue of EngUsh Engravers, compiled from the papers of Mr. Vertue. (3) Biographical Hiftory of England by Mr. GRANGER.  Vs] fcheiden Engelfche kunftenaars, die dezelve geoeffend hebben, alleenlijk bij toeval, en met betrekking tot het hoofdonderwerp, welk in het eene is de Hifrorie der Graveeikunst in Engeland, en in het andere de Hiftorie der Engelfchc Portraiten, beiden in 't algemeen, gefprooken. 'Er blijft dan nog over, de o«derfcheiden plaatfen , met opzigt op deeze kunst, in ieder der écnoemde werken, en andere, bier en daar veritrooid bij fchrijvers A 3 voor.  [«] voorkomende , bij een te famelen, en, voor zoo veel het mooglijk is, in eene volledige en onderfcheiden overweeging van deese foort van Graveerkunst te treeden. —— Ten dien einde zal ik in de volgende orde handelen: It Van de natuur zelve deezer kunst. II. Van haaren onderfteldeia oorfprong en uitvinding,* en III. Van de verfcheiden kunftenaars, die ze van tijd tot tijd, stoo in Engeland, als in andere Lan-  l7j ' Landen, van haare eerfte verfchijning af tot den tegenwoordigen tijd toe, geoeffend hebben. I. Van de natuur der z w a rt e k u n s t zelve. De manier om Zwartekunstprinten in koper te graveeren, gefchiedt door de handen *van ervaaren kunftenaaren met zoo veel gemak en vaardigheid, (4) dat zij in (4) Sandrart zag dit, zelfs in de eer- A 4  [ 3] in deezen opzigte ten minfte, met recht als eene verbetering der graveerkunst mag aangezien worden; vermits wij, door middel van de- zel- eerfle kindschheid der Zwartekunstprinteti, zeer duidlijk , en verklaart, Cdoch, Wanneer wij de verbeteringen, welken de kunst, federt dien tijd, in haare werktuigkundige oefFeningen ondergaan heeft, naar mijnen dunk, op eenen al te beHisfenden toon,) dat, deeze manier wel begreepen zijnde, de kunst maar fpeelgaan zou zijn „ in delineaito- „ ne autem totum confistit negotium, ita ut ei, qui hanc probe callet, ars h ista, fimilesque fcientise alize, penitus •> pateant, ludique tantum inftar fint." Zoo fchrijft hij in academla £i£iura erudi*i*< P- 35.  zelve, veel meer printen naar fchilderijen bekomen, dan anders, binnen denzei ven tijd, zouden kunnen uitgevoerd worden. Ook heeft zij eene zachtheid en tederheid ingevoerd, welke voorheen in de printen onbekend was. En de manier van werking is teffens zoo zonderling, dat de kunst, ook uit deezen hoofde, onze nieuwsgierigheid, met recht, mag gaande maaken. Indedaad is haare bijzonderheid, in deezen opzigte, zoo groot, dat zij wel geacht mag worden , eenige gronA 5 den  [ 10] reis atque chalybeis acutis fatis, vel A e " §  C ft ] licht van het ftuk in plaats van de fchaduw maake, en dit door de juiste en daartoe gefchikte deelen der plaat te polijsten en aftefchraa- pen, „ potius acnleatis, lamiuse cupre», more „ folito expolitze, ex arte terantur, pre„ mantur et obtorqueantur: quo facïo* „ acuto deinde cselo effigiem porro five „ figuram in molli isto cupro delineant 3, (et quas clevanda fuut, iterura expo„ Iiunt.)" — Hij meldt verder, dat, wijl,door deeze wijze van werking, in de plaat, maar losjes ingedrongen , en haare oppervlakte flechts eenigzins geraakt wordt, dezelve niet meer dan vijftig of zestig goede afdrukken kan uithouden. Doch nu zegt men, dat 'er honderd goede afdrukken van eene Zwartekunstplaat kunnen worden genomen, eer zij behoeft opgefneeden te worden.  [13] pen, welke voorheen door veele, onderfcheiden en elkander doorlijdende ftreeken , over 't geheel ruuw gemaakt was. Dee* ze deelen worden in een grooter of minder trap weggefchraapt, naar maate men het licht fterker of zwakker wil hebben. De kragt der Zwartekunstprinten verdient, echter, onze kennisneeming zekerlijk niet zoo veel, als het gemak haarer uitvoering, de zachtheid van haar karakter, en de gelukkige uitwerking van haar licht A 7 en  [ i4 ] en fchaduw. Men heeft wel gezegd: "Dat, gelijk het onderfchei„ dend kenmerk van het gravee* „ ren is kracht, dat van etfen vrij* „ heid, zoo dat van de zwarte* „kunst zachtheid is (7)." Ook mag men gereedlijk toeftemmen; „ Dat zwartekunstprinten bij fraai „ gegraveerde plaaten nog te kort „ fchleten(s>" In de daad fchie- tén (7) Esfay on prints, p. 60. C*0 Walpole's Catalogue, p. 141, edit. in iamo. — Deeze uitmuntende fchrijver beweert zelfs verder: „Dat de uitvinding der zwartekuust, in plaats „ van de printen te verbeteren, integen- „ deel  [ 15 3 ten zij in zekeren opzigte zelfs bij etfingen, Hechts ruuw, doch door de hand eens meesters, uitgevoerd, nog te kort; en in het ftuk van waardigheid, eenvoudigheid en waarheid van karakter, moeten zij het voor die menigvuldige faaaie, doch gemeenlijk verwaarloosde, houtfneeden ópgeeven , welke de tekeningen van groote meesters zoo gelukkig navolgen. (9) Veel- deel de foorteu derzelven menigvuldi„ ger gemaakt heeft." O) Deeze kunst, welke door de Wer-  [ 16 1 Veelligt zou men ook moogen twijfelen, of deeze foort van graveeren niet over 't algemeen voor portraiten , of hiftorieftukken met weinig beelden best gefchikt is. Haare eerlTe oeffenaars bepaalden zich, Werken van titiaan en parmegiano verheerlijkt, en door de beroemde kunftenaars, pond en knap ton, 200 gelukkig voortgezet is, heeft in een ftel voortreSijke Printen, door dien zeer verheven kenner en liefhebber, joiin s kip pk, fchildknaap, naar oorfpronglijkc tekeningen uitgevoerd, en bij Torré te bekomen, een' nieuwen luister ontvangen. — Ook zijn 'er nog fommige goede navolgingen in dit vak, door een' anderen hedendaagfehen kunftcnaar, scacciati van Florence,  [ 17 ] zieh, in den beginne, bijkans alleen tot portraiten. Nogthans moet men bekennen, dat haar gebied onlangs zeer gelukkig uitgebreid, en haare kunst aan gefchiedkundige (lukken vol beelden, met het beste gevolg, hefteed is (io> Vee- Cifj) Zie in 't bijzonder twee voortreflijke Zwartekunstprinten naar Hannihal en Rcguius van west door den Heer vaL ent ine green. Ook zijn 'er eenige weinige Landfchapjes in Zwartekunst door l b n s en H o u s t o n. — De uitmuntende kflnften'aar earlom heeft ook een fchüderij door hobsima, fchoon gekopieerd.— En de Heer i> eth er, door zijne verwonderenswaardige Print naar den Joodfchén Rabbi van rembrand, thands  [ 18 ] Veele proeven van hedendaagfchc uitmuntendheid kunnen ook dienen, om te toonen, dat deeze kunst insgelijks wel gefchikt zij , om de fterke contrasten van het licht-bruin van rembrand (n), de uitgeleezen fierlijke manier van van huysüm, en de uitgewerkte netheid thands in het kabinet van den Hertog van Dovonshire, (waarover in the Esfay on Prints eene loflijke kritiek te zien is) zoo wel bekend, heeft zeer onlangs eene ongemeen fchoone Zwaftekünstprint, naar een fraai Landfchap door n. poussjn, in de verfameling van den Ridder ge» orgk beau Mo nt bart, uitgegeeven. (li) Zie de bovengemelde print door sether, en anderen. —m  [ 19 ] heid der Vlaamfche School in 't algemeen, natevolgen (12). . Zekerlijk is zij voor de penceelen Van schalken, van der werf en wright niet minder gepast (13). Wij Cu; Zie de twee verbaazendeZwartekunstprinten door bar lom, naar twee fchilderijen van van huysum, thans in de verfameling van houghton. Dezelve Kunftenaar heeft onlangs eene uitgeleezen Zwartekunstprint, naar Sïr Josua reynolu's vermaard ftuk door TENtERs, ten voorfchijn. gebragt. De kieschheid , helderheid en fchitterende uitwerking van 't licht deezer Print zijn waarlijk verwonderenswaardig. 03) Zie verfcheiden zeer bekende Printen naar deezen voortreflrjken Schilder.  [ 2C ] Wij moogen 'er bijvoegen, dat haare eigen zachtheid nu zoo inneemende is geworden; en haare uitwerkingen van licht en bruin, waarin zij alle andere foorten van printen overtreft, nu dikwijls zoo bekoorlijk worden gemaakt , dat, offchoon deeze manier geene aanfpraak op fterkte of grootheid van karakter kan maaken, en niet mag roemen noch op het vrije der etfing, noch op de zuivere netheid en naauwkeurigheid van houtfneeden, men echter voorzeker moet toeltaan, dat zij bijzondere fchoon- heid  [ 21 ] heid bezit (j4) _ fj Niets, uitgenomen het fchüderen, " zegt een be- C'4) »e lof, welke sandraut aan deeze kunst toezwaait, heeft eenige overeenkomst met die, welke haar nu met recht gegeeven wordt. — „ In arte hac „ natura ipfa quam jucundisfime elucet, 3, et tanta in ipfa concurrit vis luminis „ atque umbrse. inque omni parte, pnefertim in iconibus tam eminens atque grata, ut fimile quid neque ca?Jar,do, >, neque aquis fortibus in xve alias ob„ tineri queat. " In^cad. pia. erud. Dat is: „ In deeze kunst ftraalt de natuur zelve op de bekoorendfte wijze door, „ en eene zo groote kracht van lichten „ fchaduw vereenigt zich in dezelve, „ en ij, vooral in dc portraitcn, zoo „ verheeven en aangenaam, dat iets der. „ gelijks noch door etfing , noch door „ fterk  [ 22 ] bekwaam Beoordeelaar , „- is in „ ftaat, om het vleesch, of het vlot„ ten van het hair, of de vouwen „ der kleed ij' , of de fchitterende „ lichtftraalen eens wapentuigs, na„ tuurlijker uitiedrukken (i5)«" — In graveeringen en etfmgen moeten wij de vooroordeelen van dwarslijnen, welke aan geene natuurlijke ligchaamen plaats hebben, overwinnen , „ fterk water anders kan verkreegen worden. " OO Een voorbeeld van de waarheid deezer aanmerking kan zelfs in eene van de vroegften onzer Zwartekunstprinten ge-  [ *3 3 Hen;.maar de Zwartekunstprint geeft ons de ft'erkfte verbeelding eener oppervlakte (j6). Indien wij de gisfing van deezen vernuftigen Schrijver aanneemen, heeft zelfs rembrand met de uitvinding deezer kunst zijn voordeel gedaan. „ Naar zijne onderftelling, had hij waarfchijnlijk fommigen van de eerfte „ Zwartekunstprinten gezien, en „ zich over de uitwerking derzel* U ven gezien worden. — Een klein hoofd van een' Krijgsman in zijne wapenrusting door vaii.lant mag tot een bewijs daarvan dienen. (16) Esfay on Prints, p. 60.  [ n ] ,, ven verwonderende, trachtte hij „ dezelve door eene verfcheiden- „ beid van ftreepen, elkander door- „ fnijdende, voort te brengen §17)." Men heeft indedaad met recht aangemerkt: „Dat de Zwartekunst, ,, met haaren oorfpronglijken ftaat „ vergeleeken, huiden ten dagebij- „ kans een nieuwe kunst is (18)." — Een' geruimen tijd na de uitvinding deezer Kunst, ontbrak haar die zachte fchoonheid, welke zij nu verkreegen heeft. De manier zelve van veelen haarer beoeffenaaren , die C17 ) L- c. p> 62. Ciö) L. c.p. 58.  r « ] • die 'er van tijd tot tijd hunne kunst aan te kost leiden, (offchoon eene natuurlijke verwondering over deeze uitvinding, en eene onkunde, hoe verre de kunst nog mogt gebragt worden, gelegenheid gaven, dat zij overal veel lof ontving (19),) was zwart, harden onaangenaam, OïO Zelfs de vernuftige en ervaaren sandraut was van meening, dat de volmaaktheid der kunst niet verder kan gcbragt worden, dan in de Pr in ten van vajllant. Zie Zijne /lead. pielt erwtf P- 3?3. Hoe zou hif gekeekeh, en zijne dwaaling gezien hebben, had hij tot onze dagen toe geleefd! B  [ 26 ] en beftond dikwijls Hechts in een' geniengden hoop van licht en bruin. Nogthans is het begin van iede- ie kunst fteeds eerwaardig; en men mag het voorwaar als eene ftof.van loflijke nieuwsgierigheid zoo wel, als iets, dat tot eene volledige Hiftorie der Zwartekunst teffens weezenlijk vereischt wordt , aanmerken, ons onderwerp van zijne vroegfte dagtekening af naar te fpooren. II.  [ 2? ] II. Fan den onderjlelden oorstrons uitvinding der Zwar* tekunstprinten. Wat aangaat den Oorfprong der Zwartekunst, in 't Engelsch met een' Italiaanfchen naam Mezzotinto geheeten (20), de beroemde Prins eo* <2o) Naar de meening van evelyn, in zijne Chalcography, p ,2g. heeft de Zwartekunst, in Engeland, den naam van Mezzotinto gekreegen, omdat het woord tinto, of tinted, reeds in gebruik was met betrekking tot de geverfde, of afgezette Houtfneedea van ugo da carh, cn anderen. B 2  [ 28 ] robeut wordt, volgens een bekend vertelfel (.21), over 't algemeen (21) Dit vertelfel wordt door den Heer tv alp o le, uit de papieren van-vertue, verhaald in zijne Catalogus of fingravers, Vol. V. p. 137, &c. Vert u e had het van den Heer k i l l e gr. e w, van Soraerfethoufe, en deeze weiier van evelyn ontvangen. Het verhaal luidt, als volgt: „ De Prins, op zekeren morgen vroeg „ uitgaande , zag den fchildwacht , op cenigen aflland van zijnen post, zeer „ bezig met iets aan zijn fchietgewcer „ te doen. De Prins vroeg hem, wat hij deed? Hij antwoordde : dat de daauw, in den nacht gevallen, zijn geweer had doen roesten, en hij het nu „ affchraapte en reinigde. De Prins, het „ beziende, ftond verbaasd, dat hij in den  . L 29 J meen voor den Uitvinder daarvan gehouden. Doch, wanneer wij dit Huk volledig nafpeuren, moeten wij, vooraf nog,- op twee andere aanfpraaken op deeze uitvinding, acht geeven. De >, den loop iets, naar een beeldnis gelij> „ kende, ingebeeten ontdekte, met on„ telbaare kleine gaatjes, dicht bij elk„ anderen, gelijk gefrifeerd werk op „ goud en zilver , waarvan de krijgs„ knecht een gedeelte had weggefchraapt. „ Het vernuft van den Prins, vruchtbaar v in uitvindingen, kreeg uit eene zoo „ geringe onhandigheid het idee van „ Mezzotinto of Zwartekunstprinten. " b a  [ 30 ] . De cerfte deezer aanfpraaken is waarfchijnlijk v/einig bekend. Zij wordt ons in eene Verhandeling, welker Schrijver een getuige van veel belang in deeze zaaken is, verhaald. — Indien wij sandrart, welke in dien tijd, toen de Zwartekunstprinten allereerst ten voorschijn kwamen, leefde, moogen gelooven, was de Kolonel van siegen, een Hes van geboorte, de Uitvinder deezer kunst in den jaare 1648. Hij heeft twee proeven zijher ontdekking nagelaaten, te weeten, het Portrait eener regeerende Land-  [ 31 ] Landgraavin-* Weduw van HesfenKasfel, ter halver lengte, en een ander Portrait van eenen Prins van Oranje (22). — Dit bericht wordt ook door eenen hedendaagfchen Schrijver van naam, die reeds genoemd is, (*2) Sandrart fchrijfc in zijne Accdemia piel. erud. p. 35. „ Primus hujus artis Inventor anno 1643, bello nimirum Germanico finico, fuisfe dicitur „ Locumrenens quidam Chiliarchus Hat„ fiacus, cui nomen n. a. sigen, qui „ liac ratione Serenisfim?e Vidu* liegen* „ tis Hasfo- Casfelianae effigiem , dimidia ,, viventis quanritarc, nee minus princi„ pem quoque Auriacum efïbrmavit. " [De vertaaling ftaat reeds boven, en is dus hier niet noodig.] B 4  [ m ] is, herhaald; doch welke de ontdekking wat vroeger, naamlijk in 1643, fielt, grondende zich op het gezag der tekening van de eerfte der twee kunstprinten zelve (23). En Ik meen den Schrijver van het Werk, hiervooreu in de Aaftt. 1. reeds genoemd, naamlijk: Idéé getierde d'mie Cclleclion complette (F Estcunpes, daar hij p. 20u. zegt: „ Ce n'est pas le Prince ro„ bert , qui ait inventé la maniere noire, „ comme vertue et queiques autres ,, Auteurs 1'avancent. Ce fut le Lieute- nant Colonel de siegen au fervice „ du Landgrave de Hesfe, qui grava Ia „ première piece dans ce genre; et c'est le Portrait d'^melia Elifabeth, Land„ grave de Hesfe, executé en 1643, Le M Prince Palatin robert 1'apprit de lui, „ et  [ 33 1 En dit wordt wederom, volgens de aanhaaling van den Heer graneer, die de Print fchijnt gezien, en 9, et Papporta dans fon feeond voyage, „ avee le Rof Charles II. en Angleterre." Dat isr „ Het is niet Prins robert, ;, die de Zwartekunstprinten heeft uitge- vonden, gelijk vertue en fommige „ andere Schrijvers beweeren. Het was » de Lieutenant-Kolonel van si eg en, „ in dienst des Landgraaven van Hesfen„ Kasfei, die de eerfte print in deeze maniere graveerde; en dezelve was m het Portrait van Amelia Elifabeth , „ Landgraavin van Hesfen, in 1643 uit»* gevoerd. De Palts-Graaf r ob e rt leerh de de kunst van hem, en bragt ze, bij zijne tweede reis met Koning Ka, » rel den tweeden, in Engeland. *» B 5  [34] en het opfchrift afgefchreevén te hebben, door den nijvren vertue. bevestigd (24). Nog is 'er een, die insgelijks op deeze uitvinding aanfpraak maakt, en (24) De Heer granger fchrijft dus: '9j vertue fpreekt in een Mahufcript, „ waarvan ik bezitter ben, van een ^root „ Hoofd, eenigzins zweemendc naar Zwar3, tekunst. Sommige tedere deelen, zegt „ hij, zijn door middel van verfcheiden „ dergelijke werktuigen, als de Zilverfmits gebruiken, wanneer zij gedree„ ven en gefrifeerd werk maaken, uit,,- gevoerd. Eenige van de donkerfte dee„ lenzijn, gelijk de Zwartekunst, gegrond 9, en bewerkt. De print heeft dit Op. „ fchrift: amelia elisabetha b.c, H A S S I JE j &C. **  [ 35 ] en wel een aanzienlijk perfoon uit onze eigen natie. Wij kunnen ook , in eene algemeene hiftorie deezer kunst, niet gevoeglijk voorbij , melding daarvan te maaken, offchoon deeze aanfpraak op verkeerde gronden febijnt gebouwd te zijn. In de Parentalia der Familie van wren komt de volgende plaats voor, getrokken uit de Voorreede van Dr. hooke's Mkographia. „ Hij, Dr. wren, was de ecr„ ftc uitvinder der ZwartekunstprinB 6 „ ten;  E 35 } „ ten; welke kunst naderhand door „ zijne Koninglijke Hoogheid„ „ Prins rupert [dezelve, wel,, ke anders Prins robert wordt „ genaamd] voortgezet en verbeterd wierd, alhoewel op eene manier, eenigzins van de zijne verfchillcnde , waartoe , naar „ men zeide, de geleerde en ver„ nuftige john evelyn, Schild„ knaap, aanleiding had gegeeven. v Van deeze kunst zijn nog fom„ mfge oorfpronglijke proeven in „ weezen ; naamlijk , het Hoofd „ van een' Neger, door den Uit- „ vin-  [ 37 ] „ vinder (25); de Onthoofding van „ & Jan den Dooper , door den „ Prins; op het zwaard ftaat het „ merk II. P. ƒ. dat is : rupertus princeps fecit, en daar „ boven is eene Keurvorst] ijk© Kroon (26). " In-. (25) De Heer granger zegt /. e. Vol. IV. p. 138: „ Zekerlijk is 'er een Negershoofd door hem, in eene onderfchcidcn manier, dan die van Prins robert, uitgevoerd. " Doch hij zal veelligt alleenlijk op deeze plaats fchijnen te hebben toegefpeeld ; te meer, wijl hij geen bewijs van het zeker aanweezen der print heeft bijgebragt. (,aö) Pag» 214. B 7  [ 38 ] Indien de uitvinding onzer kunst,: gelijk hier beweerd wordt, deezen ■grooten man in de daad toekwam, moet het ten minfte wel iets zeer buitengewoons fchijnen , dat de Heer evelyn, zijn Vriend en Landgenoot, in eene Verhandeling, met opzet over de Graveerkunst gefchreeven, hem niet alleen den verdienden lof in deezen niet heeft toegezwaad, maar zelfs van de ontdekking zoo gefprooken, dat zij, als een nieuwe uitvinding, door iemand anders , die hem vreemd was, hem zou medegedeeld zijn  C 39 ] zijn (27). Jaa, 't geen nog meer is, dat hij zelfs van deeze zaak zou gezweegen hebben, toen hij Dr. wrens ervaarenheid in de Tekenkunst uitdruklijk roemde (28). Men C27) 't Is waar, de Heer evelyn zegt wel in zijne Chalcography niet uitdruklijk, dat Prins robe kt de kunst heef: uitgevonden, maar alleenlijk, dat hij ze geoeffend, en een bericht daarvan heeft medegedeeld. Doch, uit andere bewijzen blijkt het, dat de Prins, door den Heer evelyn, zelfs als de Uitvinder derzelve aangemerkt is. Zie hiervooren Aant. 21. (28) Dus zegt hij, in zijne Chalcography . p' 135. der eerde uitgaaf: „ INiet „ minder zijn wij verpligt, fommigen en-  [ 40' ] Men kan zich in de daad verheelden, dat Sir Christopher wren de nieuwe manier zoo wel had gunnen ontdekken, als Prins r o. eert, en dat in zoo verre de lof der uitvinding beiden mogt toekomen,- maar 't fchijnt gantsch moeilijk te begrijpen, dat Sir Christopher zijne ontdekking voor zij. „ onzer eigen Landgenooten wegens hun„ ne uitmuntende bekwaamheid in deeze „ onvergelijklijke kunst van tekenen met a, roem te melden. Zulk een Is tegen„ woordig dat vroeg en zeldzaam won„ der eener algemeene kennis, Dr. chris„ top her wren, onze waardige en „ ongemeen begaafde vriend. "  [ 4i ] zijnen vriend, den Heer evelyn, die zelf een kunftenaar, en in zaaken van dien aart zeer ervaaren was, zou verborgen gehouden hebben. — Deeze omftandigheden over,woogen zijnde, levert het ftilzwij-. gen alleen van den Heer e vel yn., naar het fchijnt, eene zoo fterke tegenwerping tegen het bericht van Dr. hooke,dat wij ons noodzaakt lijk moeten bewoogen vinden, te erkennen , dat het op eene dwaal ing gegrond is. - Daarenboven verdient het onze aanmerking , 't geen Dr. hooke, van het voortzetten dier kunst  [ 42 ] kunst door Prins robert fpree'kencle, zegt, naamlijk, ,, dat bij zulks op de aanleiding, welke de Heer evelyn hem daartoe gegeeven had, deed. " Maar van des Prinfen roberts mededeeling van die uitvinding wordt door den Heer evelyn zeiven in zijne Chalcogrcphy duidlijk geCprooken , als ten eenemaal vrijwillig aan zijDen kant,"ten eenemaal nieuw en verwonderenswaardig. Wij moogen in de daad wel onderiTelIen, dat een liefhebber, gelijk de Heer christopher wren wes , toen hij  C 43 ] hij van de uitvinding dezer kunst, als eene nieuwe ontdekking, hoorde, poogingen zal gedaan hebben, om dezelve insgelijks te oeffenen; doch deeze onderftelling zelve rust Hechts op de melding eener enkele Print, — eener Print, daarenboven, van welke men , waarschijnlijker wijze, vermoeden mag, dat zij in geene van de kabinetten der Liefhebberen tot heden toe is bewaard gebleeven. , » Tegen het verhaal van sandrart, door vertue aangenomen en be- kracl>  [ 44 J krachtigd C20), zijn, naar het fchijnt, gecne bijzondere tegenwerpingen intebrengen. Het volgt nier, dat, offchoon wij niet meer dan twee, of ten hoogite drie, Printen, als door dien kunftenaar ge- fchraapt, kennen, hij niet meer zou 1 ge- 'Er is, tusfchen deeze twee Schrijvers, een klein verfchil ten aanzien der Doopnaamen van den onderfielden eerften uitvinder deezer kunsf. Sandrart noemt hem N. van Stege» en vertue befchrijft hem, als noemende zich , in zijn eigen opfchrifr, Z—n S. — Doch, Wijl de voornaarae omftandigheden overeenftemmen, behoort dit verfchil, veelïigt, niet in aanmerking te komen.  C 45 ] gemaakt hebben. Men kan het ook voor zeer waarfchijnlijk houden, dat Prins robert, voor dat hij naar Engeland te rug keerde, dee* ze kunst in de daad van hem leerde i offchoon het, in zulken gevalle, uit het bericht van den Heer evelyn moet blijken, dat zijne Hoogheid'geene melding van zijnen meester in de kunst aan hem maakte. De vernuftige , Schrijver, dien ik reeds genoemd heb, verzekert uitdruklijk, dat de Prins deeze kunst van den Kolonel leerde ( 30). En < de- C :o) Zie hiervooren Aaut. ss» — De-  [ 46 ] * dezelve verzekering is ook in eene aanhaaling, door vertue aangenomen, te vinden, in welke aangemerkt wordt, dat 'er een Hoofd is van den Landgraaf van Hesfen Kas fel, door den graveerder van het Dezelve meening herhaalt hij op een'meer bcflisfenden toon op bladzijde 235 zijner Verhandeling, zeggende: „De uitvinding „ van het fchraapen van Zwartekunst„ printen is met meer zekerheid bekend. „ Wij weeten, dat de Luitenant-kolonel „van siegen de eerfte was, die, ,» in 1Ó43 , volgens deeze manier » „ het Portrait van Amelia Llifabeth , „ Latidgraavin van Hesfen-Kastel, gra,, veerde. Prins robert leerde ze van hem, en daarna werd zij algemeen, s, en bekend."  [ 47 ] het Portrait der Prinfes van Hes» fen, die dezelve perfoon was, welke Prins robert deeze kunst leerde (31). Doch, aan wien wij ook genegen 111 oogen zijn , de uitvinding der Zwartekunstprinten toetefchrij ven ,^ of hoe vroeg wij ook de dagtekening moogen {leliën, wanneer de Prins deze kunst allereerst heeft beginnen te oeffenen (32), zij kan, ten (3?) Granger,/. c. vol. W. p.ioü. note. CsO Sommigen hebben onderfteld, dat de Prins de kunst reeds vroeg , tg  C 43 ] ten minftc, naauwlijks gezegd worden, haare openbaare intreede gedaan te hebben, voor dat zij door den Heer e velijn, in zijne Hi- Jlo- weeten in 1649, heeft geoeflend. Maar, na den dood van zijnen Oom, Karei den I. begaf hij zich, Hechts in /t begin van dat jaar, naar li rus fel, en de Heer evklijn fpreekt, dertien jaaren daarna, van dia kunst en de bekendmaaking van dezelve als nieuw. De groote Zwartekunstprint, verbeeldende den fcherprechter van Johannes den Dooper, met des Doopers hoofd, door den Prins zeiven,' naar een fchilderftuk van spagnoi;etto, gemaakt, is, gelijk uit de jaartekening, op dezelve gefield, blijkt, In 1658, te Frankfort voltooid. Ik heb van geene werken des Prinfen voor dien tijd geboord.  [ 43 ] flsry of Chalcography, in 1662, aangekondigd werd. Fïins roijer? mag, ten minfte, als de eerde aanzienlijke beoeffenaar deezer kunsl worden aangezien; en wij moogen niet alleen , van de dagtekening der uitgaaf van des Heeren evelyns meergemeld werk, de proeven deezer kunst beginnen op te tellen, maar ook, op het gezag, van dien zeiven fchrijver, de werken zijner Koninglijke Hoogheid befchrijven. De Heer evelyn ipreekt van dezelven, in aigemeene bewoordingen, „ als de onG „ ver-  [ SQj „ vergelijklijke Printen of Graveer„ felen van deeze zijne nieuwe en „ onnavolgbaare manier, in beide „ de groote en kleine Onthoofding „ van S. Johannes den Dooper; van ,, den Krijgsknecht, eene fpies hou„ dende, en met zijne hand op een ,, fchild leunende; van de twee ,, Maria Mag dalena's; van het Hoof 'd ,, eens ouden mans; van dat van „ Titiaan, enz." naar titiaan zeiven, georgione, en ande- ïen (33). Van de Maria Mag- (S3) Chalcoguaphy, cerfie uitgaaf, p. 131.  £ 5ï ] Magdalem;* en den Krijgsknecht wordt ook door sandrart gefprooken, die insgelijks van fomra/ge Portraiten naar 't Jeevcn melding maakt (34). Voor£s moogen wij ons erinneren, dat eene der bovengemelde Onthoof, dingen van S. Johannes den Dooper ia het uittrek fel uit Dr. hoo- KE'S C 34; In zijne Acadmïapiel. crud. p. S5, zegt hij: „ Certa qusedam opera pra> „ celientisfima ferenitatis Tas manu facV: ta' videlicet effigies quedam' Magdav ïens, item monhulU icones yiyeniium, „ item miles quidam retrojpiciens, micanti C 2 " f  k e's werk [ 52 ] reeds befchreevea De Lijst van Prins roberts werken, zoo weinig, zoo zeldzaam en zo fraai als zij zijn, is waardig om nog verder en bijzonderder overwoogen te worden. Het Hoofd eens ouden mans, door £V£ltn in zijne Chalcography ingclascht, fchiint eene kopij daar van te zijn^ welke, gemeenlijk, (hoe- „ fuê cataphrncta elypeoque et hastd in„ ftruélus, qiubus paria non ïnvemuu„ tur." ^,35} Zie hier vooren bladz. 37»  [ 53-] hoewel, gelijk duidlijk blijkt, verkeerdlijk,) als de eerile Zwartekunstprint, die te vinden is, aangemerkt zijnde, die uitgaaf zijner verhandeling, welke hij zelf bezorgd heeft, wanneer deeze Print 'er in gevonden wordt, bijzonder fchatbaar maakt (36), - De Heer wal- p o- Cso") Kene Hater 9 merklijk verbéterde', uitgaaf van dit; Werk, van het jaar 1759> offciioon 'er het leeven van den Heer evelyn, fraai gefchreeven, zijn Portrait door worliügs naar een fchilderij van nanteuil , en eene kopij van Prins roberts Zwartckunstprint door iiouston (welke echter, c 3  [ 54 3 ?ole meldt ook (37), in navolging van vertue, eene andere Print van dit zelve Hoofd, (welk hij eene foort van een Saraceenenhoofd" noemt,) door den Prins, in 't groot , gegraveerd. Zou dit niet veeliigt zijn, niet het Hoofd, maar de afbeelding van den Scherprechter met het Hoofd van S. Johannes den Dooper, (waar. fchijn- na eene naauwkeurige vergelijking, in de daad, niet wel eene getrouwe kopij kan genoemd worden) kan, in vergelijking der bovengemelde, tot een' geringen prijs gekocht worden. (37) L. e. Vol. V.£. 14.2.  [ 55 ] fchijnlijk dezelve Print met de groote onthoofding" door evelyn gemeld) waarvan hier voo« ren reeds gefprooken is? Dit (kennelijk hetzelve hoofd, als dat, welk in het Boek van den Heer evelyn voorkomt) is " eene foort van een Saraceenenhoofd" en is " in 't groot." Bij* de Lijst van des Prinfen roberts werken, door den Heer granger opgegeeven., kunnen wij nog eene andere van zijne Hoogheids Printwerken voegen, te C 4 meer,  [ 5<5 ] meer, dewijl de Print zelve thans in Engeland in handen van eenen kundigen en onvermoeiden verfa* meiaar is, naamlijk die van een Vroiwen hoofd , neer-waard ziende, in een ovaal. Deeze Print wordt ook door vertue gemeld. Het gelaat mag men zeggen bevallig, maar het geheel fchijnt eer onvoltooid, dan fraai te zijn. In den hoek der Print aan de linkerhand, ziet men hetzelve merk, als in die van het Hoofd in evelyn. Eene der Maria Mag- dalena's, daar de Heer evelyn van  r 57 ] van heeft gefprookcn, wordt nog in de openbaare Bibliotheek van cambridge bewaard. Onderaan ftaat het volgend opfchrift: • Rupertus D. G. C. P. D. 23. Princeps Imperii, animi gratia Iafit (38> Over 't geheel, moogen wij, naar het fchijnt, op goede gronden C38) Men zie de voorreede voor * Chronologkal Jhries of Éngrayers, CaL bridge. 1770. f C 5  [ 58 ] den, rekenen, dat 'er nog zeven of acht onderfcheidene Zwartekunstprinten, door Prins robert uitgevoerd , in weczen zijn; offchoon deeze allen veelligt in Engeland niet te vinden zijn. Het is dus zekerlijk een misflag, wanneer in de naamlijst van vertue, zo als zij door den Heer walpole uitgegeeven is, verzekerd wordt, dat het Hoofd in het werk van evelyn, —— een . ander bij denzelven in 't groot, — de Man met de fpies, — en het Hoofd eener saeerwaard ziende vrouw, „alle des Prin-  C 59] Prinfen werken in de Zwartekiinss zijn (3P>" Op het getuignis van vertue, moogen wij, als gelijktijdig met Prins r o b e r t , een' anderen* Duitfchen kunstenaar ftellen, wien als een' Geestlijken van zijn beroep, wij ons insgelijks als eenen Liefhebber der kunst moogen verbeelden. „ De vroegfte dagteke„ ning eener Zwartekunstprint, „ welke vertue had gezien," zegt dc C«0 L. (. Vol. V*. p. 142. C 6  [ 6c ] èe Uitgcever zijner papieren (40)', 3, was een ovaal Hoofd van Leos, pold TVtllem, Aartshertog van Oos„ tenrijk , met deeze tekening: theodorus castarus a „ furstenbergHjCanonicus, ad „ vivum pinxit et fecit, 1656." En S 'er c40) De Leezer gelieve zich echter «e erinneren, dat vertui;, volgens den Heer Gratiger, elders erkent, dat hij een Hoofd gezien had, eenigzhis naar Zwartekunst zwemende, welks donkerfte' deelen, gelijk de Zwartekunst gegrond en bewerkt waren; — het Hoofd, waarvan hier vooren reeds gefprooken, en dat door den Kolonel van siegen uitgevoerd is, lijnde gedagtekend 1643. - 'Zie kiervooren aanua^  [ 6i ] 'er wordt met recht bijgevoegd: „ Deeze perfoon had hce geheim „ ontvangen, eer zijne Hoogheid „ naar Engeiand terugkeerde (4r)." Intusfchen heeft een Kunstenaar van beroep , aan wien, naar men onderftelt, Prins robert het geheim zal medegedeeld hebben, en van welken men met zekerheid meent te moogen beweeren, dat hij met hem in Engeland geweest is, deeze kunst allereerst uitgebreid en verbeterd. Éi. ( 4 O walpole's CataU FoU V.p. 14a, C 7  I 61 ] III. Van de verfcheiden kunstenaars, < die de Zwartekunst, vök iyrfïoj tijd, zoo in* Engeland, als in andere Landen, jedert haare eerfie verJchijnïng, tot den tegenwoordigen tijd toe, geoefend hebben. wallek ant vaillant. Een Portraitfchilder van naam, heeft een groot aantal Zwartekunstprinten, naar veele en verfcheiden meesters, nagelaaten. Deeze zijn fomtijds wat hard en zwart; maar fommigen hebben ook op het karak-  F 63 1 rakter van zachtheid gegronde aarafpraak; en in veelen dier Printen is, ten minite naar evenredigheid van den ftaac der kunst in dien tijd, het licht met oordeel en goe» de uitwerking aangebragr. De voornaamften zijner werken, die niet fchaarsch zijn, wijl zij door verfcheiden fchrijvers opgeteld, en in ;onderfcheiden verfamclingen van kunstwerken gezien worden, zija de volgende: Zijn eigen Portrait. Het Portrait van zijn' Vader* Dat  t 04 ] Dat van zijne Vrouw. Een ander van dezelve. Zijne Familie, fraai. FaoBENiusde Schilder, naar h. h o lb e i n. De Verzoeking van S. Antonius, naar pkocacini, Het Portrait van caspar netscher, naar hem zeiven. Dat van van dyck, naar van byck. Een klein Kind, ftaande en eenen hond ftreelende, naar denzeiven. De verlöoren Zoon, naar gerardt. Een  [ O's] Een Concert, — een Gezelfchap Speelfters, —- en andere foortgelijke onderwerpen , naar denzelven. Judith, naar gekard lairesse. Het Portrait der Koningin Henriette Maria, zittende te werken, met een klein Meisje, tegen haare knieën rustende, en een Jongman, op den rug van haaren ftoel leunende. — De Heer walpole vermoedt , dat deeze Dame niet de Koningin, maar de Echtgenoote van Sir Balthafar Gerbier is (42). Een Kind in een' tabbert, met een C42) L> c. Foh V. p. 144.  [ 66 ] een fluweelen kusfén op eene tafel , naar rembrakt. Een Jongman met een muts op, hebbende een' Hok in zijne hand, en leunende op den rug van een ftoelnaar eene fchilderij van v a i LL a nt zei ven. Een klein Hoofd van een' gewapenden Krijgsknecht, met een' Jangen baard, wel uitgevoerd (43). Eene Oude Vrouw, zittende in een' ftoel, met een Crucifix in print, aan een' pijler hangende. Een klein Hoofd van een' Ouden (43*) Zie hier vooren aant. 15.  [ <57 ] .den Man, met eene zwarte muts op, hebbende grijze hairlokken en knevels, in het gewaad van een' Geestlijken, w. vaillandt/«cit. ex. .'Een Jonge, ter halver lengte, groot, de graveering niet zuiver. ♦ Drie Portraiten in één ftuk, twee van Vrouwen , naar titiaan', veel in zijne manier. Het eene van de vrouwen is fchoon. Op den hoed van den Man ziet men een lettertrek van de drie Letters, H, C, en A. Eene Heilige Familie, groot, naar  [ 63 J naar akn.ibal caracci, w. vaillant excudit. Een Vrouwenbeeld in • profil, met een kasteel in haare hand, naar r a p h a e l, klein. Eene Lieve-Vrouw en Kind, naar van dyck. Het Portrait van ca star net- s c her. ;;'!., Veelen ook, gelijk basan zegti naar raphael , guido, fr. hals, bega, brouwer, du jardin, mieris, metzu dl ter eurgh. Uit de voorgaande naamlijst kun- nen  [ 69 ] ncn wij opmaaken, dat deeze kunftenaar zijnen naam op verfchillende wijze fchreef, naamlijk vail- lant, va il landt, Cll v a i l- l a nd j en dat hij fomtijds zijne eigen werken uitgaf. eernard vaillant, Wall erants Broeder, ook een Portraitfchilder , die zijnen meesten leeftijd te Rotterdam doorbragt, vordert insgelijks eene plaats in onze Hiftorie. Op een Lievevrouwen Hoofd, en een Hoofd van Christus, wordt deeze ondertekening  [ 70 ] ning gevonden: b. vaillant fecit et exc. Sandra kt getuigt ook, in het ieeven van zijnen Broeder wallerant, uitdruklijk, dat bernard insgelijks in Zwartekunst gewerkt heeft (44). — Zijn Portrait is ook nog in weezen, met den naam bernard va illa nt, zijnde hetzelve door hem of zijnen Broeder gemaakt. pe- C44) p. o?8. „ Inter alia au- tem Chalcographiam nigricanten ele- „ ganter admodum tracïabac, cum fratre fuo, qui qualitatibus hisce optimis h eidem vix cedit."  [ 71 J PETER van SCHUTTEN. Op het gezag van ééne Zwartekunstprint, welke ik van hem gezien heb, maar die, naar allen fchijn, niet bekend is geweest aan hun, welke van zijne andere werken melding maaken, moet ik 'er deezen naam bijvoegen. Hij was te Antwerpen gebooren, en werkte, als een van de vroegfte oeffenaars der Zwarteprintkunst, te Parijs. Men kent alleenlijk van hem het Pourtrait van Anne de Courteney, gedagtekend in jo"6o of 1661. Tot  [ ?«] Tot hiertoe, doch voor een* korten tijd Hechts, fchijnt onze nieuwe kunst binnen de grenzen van vreemde Landen beflooten gebleeven te zijn. Maar zeer weinige jaaren, nadat de Heer evelyn de uitvinding deezer kunst aangekondigd had, begon Engeland in den roem derzelve te deelen. Mr. francis place, Waarfchijnlijk de eerfte onzer Landgenooten, die de Zwarteprintkunst oeffende, (want hij heeft zich,  [ 73 ] zich, naar men zegt, reeds in 1665, aan de beoeffening deezer zijner geliefkoosde kunst overgegeeven ) was een Edelman van Yorkfhire, (45) die, tot zijn eigen uitfpanning, niet alleen graveerde, maar ook fchilderde, en naar C4S") Men 21e w'alpole's anecdotes, &c. VoU V. p. 93. alwaar men foramige bijzonderheden aangaande zijn leeven vindt. De Heer walpole voegt 'er bij, dat 'er.nog twee Portraiten van den Heer place in weezen zijn; een ('er wordt niet bij gemeld, of het in Zwarte-printkunst is") door hem zeiven, zijn* de het gelaat alleenlijk voltooid; en een ander door muiiray. D  I 74 ] «aar 't leeven tekende. Hij heeft, naar het fchijnt, zijne proeven in Zwarteprintkunst, welke eenig en -alleen inPortraiten , bijkans in allerlei e manier uitgevoerd, beftaan, of aan bijzondere vriendfchap, of aan zijne liefde voor kui.il:naars toegewijd. Zijne vrienden betoonen groote achting aan zijne gedachtenis. Hij was een vertrouwd vriend van den Heer ralph thoresby, van Leeds, welk menigvuldig gewag van hem maakt; ook was hij lid van een genootschap van iLunstminnaaren te York, waar-  [ 75 ] waarvan de uitmuntende Dr. m a r. tin li ster, en de H.er lotge, een broeder-kunstenaar, en liefhebber , met welken hij de naauwfte vriendfchap pleegde, leden waren. Zijne printen zijn weinig , meestal zeer zeldzaam, en bezitten een' grooten trap van voortref! ijk beid en ftoutheid. De nieuwsgierige verfamelaar van Portraiten mag zich wel laaten beweegen, een bijzondere aandacht op dezelven te vestigen, dewijl zij, uitgenomen die van Karei den I. fin den II., genoegzaam de D 2 eeni-  C 70 ] eenigc Portraiten zijn , welken men van die onderfcheiden per. foonen heeft. Zie hier eene volledige Lijst van dezelven : Karei de Eerfte. Karei de Tweede. De Aartsbïsfchop Sterne. De Bisfchop Crew, zeer zeldzaam. De Heer walpole fpreekt van dit Portrait, als een, welk zeer fraai is uitgevoerd. John Moyfer, fchildknaap, van wien hij, naar men zegt, drie bijzondere Printen 'gemaakt heeft (46). Mr. (46) Ziö gkang er, /, c. Vol. III. p. 4i7.  C 77] Mr. Philip Wooirich. Richard Tompfon, de Printverkooper, naar s o ijst. HenryGyles, de Glasfchilder (47) Sir Ralph Cole, Bart. (47) De Heer g rang er heeft ons. de volgende bijzondere befchrijving van' deeze Print geleverd : .„ Henry gylesj met dit opfchrift; Glasfchildering voor venfters,als wapens, zonnewijzers, hiftorien , landfehappen, enz. door henry gyles, uit'de Stad York, gedaan, f. place ƒ. nmo „Waarfchijnlijk was het derhalve de. guntfige meening van den Heer place, door hem dus te vergunnen , zijn werk, als het ware, onder de Print openlijk ten toon D 3  [ 78 j Sir r a l p h c o l e , Bart. Dewijl de Heer walpole, uit hoofde van één Portrait, naamlijk, dat van Thomas Windham, fchildknaap, door ralph cole gefchilderd, en door Thompfon in Zwarteprintkunst uitgegeeven, dén gemelden Kunstenaar in zijne Naamlijst van Schilders geplaatst heeftj moogen wij hem ook, op het gezag toon te hangen, hem uitgebreider bekend te maaken. De Heer tiioresbv telt, in de naamlijst van zijn Mufeum, onder zijne zeldzaamheden het Portrait van den Heer henry gyles."  [ 79 ] zag van1 den Heer gkangek (48), uit hoofde van eene zeldzaame Zwartekunstprint van KareFden ff, in onze Lijst van Kunstgraveerders ftellen. En hieruit kunnen wij des te gemaldijker afleiden, welke redenen de Heer place gehad heeft, om zijn Portrait, als een Broeder -Lief hebber, te vervaardigen. WILLIAM S HERWIN. Deeze graveerder, welken wij op den voorgaan den moogen laa- ten C48) L, c. Vol. iii. p, 167. D 4  C 80 ] ten volgen, doordien hij in 1669 bloeide, heeft ook, naar het febijnt hij de eene of andere gelegenheid, de Zwarteprintkunst geoeffend. Maar, wij! men heeft aangemerkt, dat zijne overige , printwerken, offchoon hij 'er in den loop van veele jaaren aan gearbeid heeft (49), niet talrijk zijn, zoo fchijnt het, dat wij maar twee zijner Zwartekunstprinten , waarvan de Heer grangèr ons het geheugen bewaard heeft, als door zijne hand uitgevoerd, met zekerheid kennen.' De (4<0 WalpoLe, /. e. Vol. V. p. 103,  [ Sr ] De Heer dranger meldt, weiis waar, bij overlevering, dat het geheim der Zwarteprintkunst, kort na de ondei-ftcldQ uitvinding derzelve door Prins roeert, door sherwin ontdekt was , en hij zich, om den grond te leggen, van eene afgeileeten vijl bediende C50). Indien dit zoo is, blijkt het ten minfte duidlijk; dat hij weinig gebruik van zijne uitvinding gemaakt heeft. De twee Zwartekunstprinten, wel- (5*0 L. c. Vol. iv. pt IJ7#  [ 82 ] welke zijnen naam draagen, zijn de Portraiten van Katharina , Dochter van Jan den IV., Koning van Portugal, sherwin ƒ. h.fh. (*). En van Elifabeth, Hertogin van Albemarle, sheewin ƒ. k fhi Deeze Print is ongemeen zeldzaam. 'Er (*) [Deeze verkorting zal ons in 't vervolg, zeer dikwijls voorkomen. Ik denk, dat 'er in 't Engelsch half fheeth door gemeend wordt. En dan zal het eene Halve veis Print uitdrukken. Waarom wij 'er, in deeze onze Nederduit. fche overzetting, altijd h. v. voor zullen gebruiken, te kennen geevende, dat het eene halve veis Print is, daar die letters worden bijgevoegd, 't zal genoeg zijn, dit eens aangemerkt te hebben.]  [ 83 ] 'Er wordt ook nog wel van eene andere Zwartekunstprint, naamlijk het Portrait der Gemalin van Koning Jakobus den I., als door william sherwin verkocht, gefprooken; doch 'er is geen naam des graveerders op te vinden. Veele van zijne Engelfche Portraiten, met het graveer - ijzer uitgevoerd, zijn, gelijk uit de op. fchriften blijkt, volgens zijne eigen tekeningen naar het leeven gedaan. alexander beowne. Men heeft reden om te twïjfeD 6 fe-  [ 34 ] felen , of al ex and er browne, die een Printverkooper was» en in denzelven tijd, als sherwin, bloeide, in de daad een Kunstgraveerder was , dan niet. Veele der Zwartekunstprinten van deezen tijd draagen het opfchrift: Jhld by Alexander Browne, dat is, wordt verkocht of uitgegeeven bij Alexander Browne. Op fommigen wordt ook het woord excudit (51) al- (51) „ *t Zou bijkans noodeloos zijn," (zege de Heer gr.anger, vol. IV. p. I50. ■) „ den Leezer te onderrech- ten, dat het woord excudit doorgaans „ gebruikt wordt van hun, die de. print „ druk-  [ 85 ] alleen gevonden. Dewijl 'er zelden bij den naam des graveerders, op de Kunstprinten geplaatst, gezegd wordt, dat dezelve bij hem te koop zijn, oordeelt de Heer gr anger het waarfchijnlijk, dat fommigen dier Kunstprinten door hem zeiven uitgevoerd zijn. En hij voegt 'er in eene aantekening bij (offchoon men de Kunstprint zelve in zijne Lijsï der Portraiten van dien Vorst niet ingelascht vindt) „ drukken, enfecit, van hun, die ze „ graaveeren." Het woord excudit betekent ook cenvoudiglijkden Uitgeever, D 7  [ 86 ] vindt) dat het opfchrift: Alexander Browne fecit, op eene Zwarte_ kunstprint van Karei den II. gevonden wordt. De volgende Lijst van Zwartekunstprinten, met den naam van Browne, 't zij als Kunstverkooper, of als Uitgeever getekend, en allen, uitgenomen de drie laatften , naar Sir peter lely, is uit granger overgenomen : De Prins van Oranje, uitgegeeven bij Browne. h. v. Lady Katharina Seymoür. Browne. h. v. Sir  [ 37 ] Sir John Chicheley. Browne. h. v. Admiraal Tromp, bij Browne. Madame Maria Kirk. Browne. h. v. Sir John Lowther, Bart. Browne. ex. h. v« Mrs. Anne Montague. Browne. h.v. Karei de II. Browne. groot h. v. Mrs Price. Browne. h. v. Thomas Thynne, fchildknaap» Madame Jane Middleton. Browne. h. v. Maria Ducisfa Eboraeenfis. Browne. h. v. Madame Philadclphia Saunders. Browne. h. v. De  [ 8S ] De Hertogin van Cleaveland. Browne. , Thomas Otway. Browne. h. v. Elifaheth, Graavin van Northumberlaud. Browne. h. v. Elifabeth Butler, Graavin van Chesterfield. Browne. h. v. De Hertogin van Somerfet, Bij Alexander Browne. James, Hertog,van York. Browne, Petrus Lely. Ovaal, bij Browne. Henry Sidney, zoon van Robert, Graaf van Leicester, Browne. h. v, Robert en Dorothea Sidney. Lady Esfex Finch, Browne. h. v. Ma-  Madame Jane Kelleway. Browne. Madame Katharina Nevill. Browne. h. v. Dezelve Dame. In het opfchrift beide haare Huwlijksnaamen. Volgens van dyck. Browne. Francis Stuart. van. dyck, p. Browne. h. v. Karei &c. van dyck, p. Bij A. Browne. h. v. richard thompson. Deeze was ook een Kunstprintverkooper in dien tijd. Wij hebben  E po ] ben te vooren reeds gemeld, dat de Heer place zijn Portrait gegraveerd heeft. Zullen wij daaruit beiluiten, dat thompson zijne Zwartekunstprinten, welken hij uitgaf, niet zelf vervaardigd heeft; vermits, in gevalle hij ze zelf gemaakt had, de Heer place dan waarfchijnlijk zijn Portrait door hem zeiven zou hebben laaten uitvoeren; of zullen wij onderftellen, dat de Heer place des niettegenftaande, uit liefdevoor de kunst en kunftenaaren, zich hebbe laaten beweegen, om , ten einde zijne bij-  C 91 ] bijzondere achting voor hem te betoonen, zijn Portrait, door hem vervaardigd, te kopieeren? Naar 't fchijnt, kan het niet, met zekerheid , bepaald worden, of Thompfon de Zwartekunstprinten, onder welken zijn naam gevonden wordt,, gefneeden heeft, dan niet. In één geval onderflelt de Heer granger y dat zijn excudit op eene Kunstprint gefield zij, door vak soms r uitgevoerd (52). Enop eene andere plaats, drukt hij zich nog veel ftelliger uit, en merkt C52) l^ 'c Fol. IV. p. Si.  [92] merkt over 't geheel aan: „ Dat Richard Thompfon, die fommigcn van van somer's Kunstprinten verkocht, verkeerdlijk voor den graveerder gehouden ia (53)." De Heer walpole denkt, dat Thompson de Kunstprinten , welke zijnen naam als uitgeever draagen, ook waarfchijnlijk gegraveerd heeft. De. Heer granger twijfelt 'er aan : „ Ik heb," zegt hij , „de woorden „ Thompfon excudit gezien op Zwar„ tekunstprinten van de Hertogin „ van Porstmouth, van de Graavin „ van (53) L> ft fat. IV, p} 136.  ï 93 ] ,, van Exeter , de Graavin van „ Stamford, Lord . John en Lord „ Bernard Stuart, Mrs. Davis, en „ verfcheiden anderen, maar nooit ,, Thompfon fecit (54)." Doch, hoe het hiermede ook zij , in eene algemeene Hiftorie der kunst is het, dunkt mij, zeer gevoeglijk, van iedere bijzondere klasfe van Kunstprinten ,- melding te maaken , van welke hand zij ook moogen geoordeeld worden te komen. — De volgende Lijst van CS4) L> c. Vol. IV. p. 150.  [ 04 ] van Portraiten , door Thompfon uitgegeeven, en allen, uitgenomen de vier laatften , naar Sir teter lely, voeg ik daarom hierbij : Lady Eellafis. h. v. Lady Anne. h. v. John Hcrvey, fchildknaap. De Prins van Oranje, h. v. De Graaf van Derby. h. v. Robert Fielding. h. v. Madame Katharina Sidley. h. v. Lord Burleigh, Graaf van Exeter. h. v« ■ Madame Jane Long. h. v. Ma-  [ 95 ] Madame Grabam. b. v. Madame Ellen Gwin, en haars twee Zoons. h. v. - Madame Middleton. Lady Ashley. h. v. Lady Moorland, b. v. Lady Elifabeth Jones. h. v. George Morley, Bisfchop van Winchefler. groot. h. v. Katharina, Koningin enz. gete* kend enz. (55 ). Louifa , Hertogin van Portsmouth. h. v. Prins Robert. h. v. Sir Os) Grangerj?. c* Vol, III. P. 170  L 96 ] Sir Richard Rainsford. w. claret f groot. h. v. Titus Oates. haukerj. h. v. Thomas Windham, fchiidknaap. Sir ralph cole, Bart. p. h. v. (56) Elifabeth , Graavin van Southamp- tOll. van DTCKp, h. v. In de nafpooring van de Hiftorie der Zwarteprintkunst , als bloeiende in ons Vaderland, moet nu ook melding gemaakt worden van fom- (56) Zie hierboven in het artikel van ralph cole, bladz. 78.  [ 97 ] fommige buitenlandfche Kunfte. naaren, welke zich in Engeland hebben neergezet. D A V I D LOGGAN. Deeze was te Dantzig gebooren. Aan hem hebben wij de Printverbeeldingen der openbaare gebouwen van Oxford en Cambrid* ge, en van het Akademisch gewaad der Univerfiteit van Oxford te danken. Ook was hij een van de aanmerklijkfte Portraitgraveerders in dit Rijk, welke van het midden der laatstvoorgaande Eeuw E tot  C 93 1 tot het einde derzelve gebloeid hebben. Hij kwam, voor de Herftelling van Karei den II. op den troon, in Engeland, en bragt nog twee andere vreemdelingen, naamlijk Blootelmg en Valck, mede in dit gewest. blooteling en valck. Dat deeze twee in Zwarteprintkunst arbeidden, kunnen wij uit menigvuldige proeven bewijzen^ of Loggan zulks insgelijks deed, is onzeker. Sandrart, die veele van zijne Printwerken bijzon-  i 99 ] zonder noemt, meldt niet met een enkel woord, dat hij de Zwarteprintkunst geoeffend heeft; maar, wijl zijn naam op iommige Zwartekunstprinten, als uitgeever, ge. vonden wordt, behoorden wij , ten minfte, van de Printen zeiven kennis te neemen. Onder deezen mag men tellen het Portrait van den Aartsbisfchop Laud, naar van dyck; en eene zeer zeldzaame Zwartekunstprint van Till , Bis. fchopvan Oxford; vanDoIben, Bisfchop van Rocaester, en van Dr. RiE 2 chard  [ IOO ] chard Alleftry (57)» in één ftuk' Mar de origineele fchüderij van Sir peter lelt, iö de familie van Dolben tot heden toe bewaard. De Print doet echter het fchilderftuk in geenen deele eer aan. Vermits Bisfc.hop Dolben naderhand tot (57) Dr. Alleftry, aangaande wien een1 uitvoerig bericht bij ckanger te vinden is, was een zeer uitmuntend en waardig man. Hij was het hoofd-of eerfte lid van Lton- Kollegie, en Koninglijk Profesfor der Godgeleerdheid op de Univerfiteit van Oxford. Er is een bijzonder h. v. Portrait van hem, waarop deeze woorden geleezen worden: ioggan ad yïvum del'm. Zie gkanger; /. yoL III. p, H7l>  [ 101 ] tot Aartsbisfchop van York benoemd werd, kan uit zijne benaaming van Bisfchop van Rochester, Welke in het opfchrift der Print voorkomt, de dagtekening der Print ten minfte in zoo verre bepaald worden. ABRAHAM BLOOTELlNG. Deeze kunftenaar was een in- boorling. Hij bediende zich niec aJleen van het graveerijzer, maar heeft ook de Piaaten in aügustino's Gems, in 1685 uitgegecven, geëtst. Behalve verfcheiden Portraiten van voortreflijke ManE 3 ren,  [ 102 ] nen , niet in Zwartekunstprinten uitgevoerd, waarvan fommigen zeld» zaam zijn, heeft hij de volgende Zwartekunstprinten vervaardigd; alle welken ik op het gezag van den Heer granger meld. Uitgenomen de drie laatften zijn zij allen naar p. lely. Blooteling, zegt men, heeft de kunst merklijk verbeterd, door het uitvinden van het gebruik des beitels tot het leggen van den grond, in plaats van de rol, waarvan Prins robert en vaillant zich voorheen bedienden. Ka-  C 103 ] Karei de-II. Blooteling ƒ. Tó8o. h. v. Karei de II. Naar eene fraaie medaille van hem. Klein. Katharina enz. Blooteling ƒ. 1680. Jacobus Dux Eboracenfis, &c. Ovaal. Groot v. Maria Beatrix &c. h. v. Maria, Princeps Auriaca. h. v. Guilielmus Henricus &c. (Prins van Oranje) blooteling f. 1678. h. v. Dezelve. Groot h. v. Rupertus, &c. totius Anglias Viee. E 4 Ad-  [ 104 ] Adinirallus, 1673. Offchoon op deeze Zwartekunstprint alleenlijk ftaat blooteling exc. moogen wij echter wel onderftellen, dat hij ze vervaardigd heeft. „ Deeze, zegt de Heer granger, is de meest karakteriftieke en fchatbaarfte print van Rupert of Robert." Thomas Osborne, Graaf van Danby. h. v. Zeldzaam. James, Hertog van Monmouth, enz. Ovaal. Groot v. Het Portrait van Huygens. b. vaillandt delitl. De graaf van Derby. Zeldzaam. Lou-  [ 'OS ] Louife, Hertogin van Portsmouth. blooteling ƒ. 1677. 4tO. Abrahamus Symonds , (Broeder van den Medailleur , een beroemd Boetfeerder in wasch.) Groote baard. 4to. Deeze Kunstprint is met fmaak uitgevoerd , en doet goede uitwerking. Zij is gekopieerd. Karei de I. van dyck |), A.B. (dat is abraham blooteling) ƒ. Klein. Mrs. Anne Killigrew. gefchilderd door haar zelve (58). Daar (58") Over de Hiftorie deezer Dame, Zie Mu wal poli's Anecdotes, cVc. J #« 111. f. 42. E 5  C 106 J Baar is ook nog eene Hiftorieprint van Judith, naar raphael, gemerkt a.blootelin g/.& excud. gerard valck. Aan deezen Kunftenaar, die, gelijk de Heer walpole uit vertue ons bericht, een knecht van Blooteling was, en, naderhand , met zijne zuster trouwde, ook met hem wit Holland was gekomen, en met hem derwaard te rug keerde, offchoon hij fomtijds voor Loggan werkte, zijn wij, naar de meening van dien vcortrefiijken Kenner en Lief-  [ 107 ] Liefhebber, een van de fraaifte Printen , die wij hebben, verfchuldigd. Het is de beruchte Hertogin van Mazarin, naar p. lely. Uit de dagtekening, blijkt het, dat zij in 1678 gegraveerd is. Dezelve fchrijver voegt 'er bij, dat vertue, behalve die, nog maar drie van alle de Printwerken van valck kende, te weeten: Robert, LordBrouke, in» 1Ö78 uitgevoerd; John , Duke of Lauderdale, in zijn plechtgewaad als Ridder van den Kousfeband; en een gemeene Zwartekunstprint van Mrs. David, naar P. lely. — E 6 Doch  [ io8 ] Doch het blijkt dan duidlijk, dat vertue in zijne onderzoekingen naar de Werken van deezen Kun* Itenaar, zekerlijk, niet gelukkig geweest is. De Portraiten van Ja* mes, Hertog van Tork; van den Prins en de Ptinfes van Oranje; en van de Hertogin van Portsmouth, kunnen 'er uit het werk van den Heer grang e r worden bijgevoegd ; en uit andere naamlijsten en verfamelingen ook nog de volgende Printen: Een Schaapherder en Schaapherderin ; of liever, gelijk men onder-  • [ 109] derfteld heeft, Bacchus en Ariadne. Naar netscher. Een flaapende Vrouw. Naar m, van mi;scher. Een Jonge, die belletjes blaast, Naar wissing, Een S. Franciskus, knielende en de lidtekens ontvangende. G : Valck excucl. Cum Privil. Qrd. Holl. &c.~ Waarfchijnlijk, heeft valck de meesten zijner Printwerken in Holland, na zijne terugkomst aldaar, verva ad igd. Een flaapende Cupido. Guido Reiu pinxit. Gerard Valck fecit et excwE 7 dit  L «o ] dit 1677. In deeze Print is het karakter van het Origineel niet kwaal ijk gevolgd. Bathfeba in het bad. Naar B. ©raat (59.) bas an voegt 'er, in zijn Woordenboek der kunstgraveerders, bij, dat valck, voor de uitgaaf der Hiftorie van Engeland door larrey, insgelijks veele Portraiten naar vanderwerf, r. lely, en anderen, gegraveerd heeft. Ee- CS9) De Heer pilkington gewaagt, ïn zijn Woordenboek van Schilders, van de Hiftorie van David en Bathfeba, als een der voornaamfte fchilderftukken van Cfraat.  [ III ] Eenige Zwartekunstprinten, inygelij'ks in deezen tijd vervaardigd t zijn van de hand van een' anderen buitenlandfchen Kunftenaar, die in Engeland lang woonde, en zijne dagen eindigde. jan VAN DER vaart, Geboortig van Haarlem, een Portraitfehilder, is, zegt men, in 1674, in Engeland gekomen (6o> De Heer granger maakt gewag van de (60) Zie Mr. walpole's dnecdotes, &c. Fok III. p. 275. alwaar meer bijzonderheden nopens zijn leeveu te vinden zijn.  [ m ] de volgende zes Zwartekunstprinten, door hem vervaardigd, welke allen, omtrent het laatst der voorgaande eeuw, naar 't fchijnt, bearbeid zijn (61 ): Karei de II. wissing f h. v. James, Hertog van Monmouth. Naar denzelven. h. v. Eduardus Wettenhall, S. S. th. P. (61} Uit het opfchrift der Zwartekunstprint van Bisfchop Wettcnhali in 't bijzonder, (vermits hij daarin Bisfchop van Cork en Roff, welke waardigheid hij in 1678 verkreeg, en niet Bisfchop van Kiltnore, welk hij in i6 8 werd, genoemd wordt,) fchijnt duidlijk te volgen, dat de Print tusfehen die twee jaartekeningen vervaardigd is.  [ H3 ] P. Corcagienfis et Rosfenfis Epis- COpuS. j. VAN der VAART p. et ƒ. Groot h. v. Robertus Fielding. Naar r. lely. h. v. De Hertogin van Somerfet. Naar denzelven. h. v. Oliverius Plunket. g. m u riHEii, p. h. v. Zeldzaam. J. VAN SOMER. Omtrent denzelven tijd bloeide een ander buitenlandsch Kunstgraveerder, die teffens een fchilder was, en eüijke Hiftorieftukken en Por-  [ »4 ] Porttaiten in Zwarteprintkunst heeft nagelaaten. Sommigen van deeze laatften zijn van zeer aanzienlijke perfonaadjen. — Volgens den Heer granger, moogen wij onder dezel. ven rekenen, als door j. van somer, die zich van buitenslands in Engeland fchijnt neer gezet te hebben , vervaardigd , de volgende Portraiten ; naamlijk: HenryStone, de fchilder. van dyck p. j. VAN somer ƒ. Hubert le Sceur, de beeldhouwer. Naar denzelven. Ato. James de II. kneller p. van  [ H5 ] van somes /. in wapenrusting, h. v. Prins Robert, Naar P. lely. Bisfchop Morley, zittende op een* ftoel. h. v. De Familie van Miv Gooke van Norfolk, naar huisman. Door vansomer, gelijk vertue meent, in 't koper gebragt. Andre Lorke. van so^mer ƒ. 1681. h. v. Butler, de dichter. Waarfchijnlijk door van somer. Frances, Hertogin van Richmond. F. V. S. ƒ. Lloyd exc. 4to.~ De  [ ] De Gravin van Meath. pa ijlus mignard, Jvenionerifis p. Londini. P. v a n s o m e r f. h. v. Zeldzaam. Henrietta en Anna Churchill, &c. Wij moogen 'er bijvoegen den Groothertog van Toskanen, en zijnen Sekretaris; een Portrait van Raphaël, naar hemzelven; een Portrait van Frederik Spanheim, met eene merkwaardige ondertekening (welke, ook op anderen van zijne Kunstprinten gevonden wordt) j. vansomer ad vivum fculpebat; het Portrait van Admiraal» de Rui.  [ H7 ] Ruiter; de Engel, Tobias bij het maanligt leidende; het Hoofd van een jongen, met zijn' naam, en de jaartekening 1671.; en een ander vaneen Lievevrouw, met het merk, beftaande in een Lettertrek, uit de voorfte letters van zijnen naam fa* mengefteld. De Print is volkomen in zijne manier, welke blijkt hard j en zonder uitwerking geweest te zijn. 1 JAN EN NIKOLAA.S VERKO LJE. Den eerstgemelden deezer twee kun-  [ na 1 Kunftenaaren, jan ver kol je, eenen Amfterdammer van geboorte, moogen wij gelijktijdig met de laatstvoorgaanden (lellen; en zijnen zoon nik ol aas, veeliigt, omtrent het einde der verloopen eeuw. Hij was in 1673 te Delft geboo. ren, en overleed in 1746 (62.) -— jan verkolje was een fchilder, zijnde hij zo wel, als zijn zoon, die hem in zijne Zwartekunstprinten overtrof, leerlingen van (c. p. ;83> ï" 2  t in ]7 den jongen, gefprooken, maar hij ïroemt geene van zijne Printen bijzonder; en andere fchrijvers over de Hiftorie der Printkunst In 't algemeen, maaken alleen maar van Jan en Nikolaas gewag. Omtrent het laatfte der voorgaande Eeuw moogen wij nog twee andere buitenlandfche Kunffenaars plaatfen, wier werken waarfchijnlijk zeldzaam en weinig bekend zijn. W, VEESCHURIKG, Gcboorsn te Dordrecht in ic*57» een  r «s j een fchilder, en de zoon van hen, drik ver schuring, Cen Ulfc muntend Kunstfchilder, heeft het Portrait eener Dame, eene roos in de handhoudende, in Zwarteprintkunst vervaardigd, gemerkt w, vehschuring/w, et exc. i686> jan frans leonart, Een Kunstgraveerder, die te Brusfel en te Neurenberg werkte, heeft ook eene Zwartekunstprint^ verbeeldende een' zittenden man,, zoo het fchijnt naar van dyck, in een' zeer goeden ft ijl vervaarF3- digda.  [ i2& ] dïgd. Zij is gemerkt j. f. leo~ kart incid. Basan maakt nog gewag van het Portrait van Merftraten , fyndikus van Brusfel, en van dat van Ifabella, zijne vrouw, naar van dyck, zoo 't fchijnt, in Zwarteprintkunst, door dezelve hand. Laaten wij nu wederkeeren, om eenen Kunflenaar te melden, welken Engeland alleen zig geheel en al toe kan eigenen. Deeze is wil-  [ 127 ] WILLIAM FAITHORHJ;, JUNIOR. Hij was de zoon van een' zeer uitmuntenden en met roem bekenden Portraitgraveerder. Het fchijnt, dat hij zich alleen op de Zwarteprintkunst heeft toegelegd. Waarfchijnlijk zal hij reeds vöor Verkolje den Zoon gebloeid hebben; althans zijne werken brengen ons in de laatstvoorgaande eeuw; en hij had, derhalve, in de daad, voor den jongen Verkolje moeten geplaatst geweest zijn, ware het niet, om den vader en zoon niet van elkanF 4 dtt  [ 128 ] der te fcheiden. Faithorne wórdt geacht een aanzienlijken trap van uitmuntendheid in zijne kunst bereikt te hebben, maar hij overleed vroeg; anders zou hij nog meer Printwerken hebben nagelaaten. De papieren van vertue,door den Heer wa'lpole uitgegeeven, leveren ons de volgende naamlijst van zijne werken: Thomas Flatman (66). Waarfchijnlijk zijn eerde werk. Sir (66> De vraag is, of dit de Zwarte* kunstprint zij, waarin hij verbeeld wordt., als eene Mcdalje in zijne hand houdende, welke elders door den Heer- walpole gemeld wordt.  [ 125)" J1 $r William Ileade. Oogmeuter van Koningin Maria, Mr. Dryden, met een lange paruik. Koningin Anna, mee los hair, in het plechtgewaad van de Rick derorde des Kousfebands. Pjins George van Deenemarke. Mr. Jeremia.Collier. John More, Bisfchop van Ely. Frederik, Graaf van Schomber5. Dezelve, toen hij Hertog was. John Cooper, een Jonge met een hond;  f 130 ] Lady Cathariria Hyde. Mrs. Marianne Herbert. De Prinfcs van Hanover. Karei de XII. Koning van Zweeden. Een Dame, met eeii mandje bloemen, h. v. Lord Henry Scott. Mr. James Thynne, een jonge. Mr. Richard Gomeldon. Koningin Maria. Shadweil, de Dichter. Sir Richard Haddock. Praai -naar clostemAn. Mrs. Plowden, met een bloemkrans,  krans, haare tabbaard gevoerd met geftreepte zijde. Zonder naam. Dezelve, maar in plaats van den bloemkrans, heeft zij eene kant in haare hand. Sanfta Maria Magdalena. Een Cupido , naar pasuebt* tier. Eén Doodshoofd, tusfchen een horolögie en eene roos in een gla. zen fles.- Een Neger, ooft geevende aan een meisje, met het opfchrift ; Schatting aan de fchoonheid. 'Er wórdt bijgevoegd, dat andere' F 6 Print*  E 23a j Printwerken, door ames aan ent zen Kunftenaar toegefchrceven •, sijn .• De PrinCes Sophia.. W. Bagwell. W. Boys* J, Seddon. -Mrs. Smith. Madame Nichols. De Heer wal* jsole meent, dat deeze. dezelve !s met Mrs. Plowden (67). Maar, (47 "> Intusfchen verfchilt de befchrifving, door ames gegeeven, welke ooi; zeer bijzonder is, aanraerklijk van die, welke van de Print van Mrs. Mowden  [ 133 J Maar, behalve dat ames noeit onderfcheid tusfchen Zvvartekuiist. prinren en andere Print werieö maakt, en dat fommigen deezer Portraiten , zeer- waarfchijnlijk door Faithorne den ouderen uitgevoerd 2iJn (68), blijkt het duidlij*. dat v e r- boven reeds gegeeveu is. Zij ]llidt> zh volgt: „ Madame Margaretha Nieholf, #, M. D A H L p. w. F A l TH O U N K f.. Dg » Dame leunt met haare rechterhan'd op „ een Boek, terwijl zij met de linker„ hand met eene papegaai, die op den »» tak van een' boom ftaat, fpeelt. Haare **■ kleding is zeer los en vrij.'* C öO Ten aanzien der Print van Mr. Smitij  r 134 J vertue in het opfchrijvën der Lijst van Faithorne's werken uit ames," fommige misflagen begaan heeft. De Prinfes Sophia , is doof j. smith uitgevoerd {69); doch liet Portrait van John Seddori is naar Smitli zou dit bijkans zeker fclnjnen , gelijk de Heer granger liet Portrait van Margaretha Smith, naar van dyck, doot Faithorne in 't koper gebragt, befchrijft, noemende hij het zelve een van de zeldzaamfte en fraaifte van alle onze Engelfche Printen; maar hij zegt niet uitdruklijk, of het eene Zwartekunstprint ia Zie hem /. c. Vol. ii. p, 39 r. £60) ames, p, 153»  f 135 ] -naar eene tekening van W. Fait* horne, (den ouderen, derhalvenj die Portraiten in rood krijt tekende) maar door stort gegraveerd (70). De Heer granger maakt ook nog van de volgende Printen van Faithorne gewag: Carolus II. f. rileyjC». w. faitv Horne, Junior, f. h. v. Maria, Prinfes van Oranje. hak- NEMANp. 1660. F AITHORNEj Junior, f. h. v. Elifabeth Cooper. p. lely p, w. f a 1 t* -" C70) AMÈSffp: 153.  [ 136 ] w. faithorne ƒ. Gchcele lengt te. h. v. Anna, Prinfes van Deeneinarkei ' f-Ai thor f. Ovaal. 4to.< Een* ander Kunftenaar van cfeegen tijd, niet oorfpronglijk tot de Kunst opgeleid, heeft, naar mea. verhaalt, de bijzondere verdieniïe gehad, dat hij de wijze der beoeSfening der Zwarteprintkunst door zijne eigen vlijt ontdekt heeft ,s terwijl zij nog door hen, die ze kenden , voor een geheim werd gehouden; tot dat hem naderhand door  L 137 ] van Somer van de geheele kunstbewerking genoegzaams opening gegeeven werd. MR. LUTTEREL. Deeze Kunstminnaar, welke zich in de pleitzaal der Rechtsgeleerden, een tijdlang, met roem gekweeten had, verliet zijn beroep, om aan zijne genegenheid voor de tekenkunst den vrijen teugel te vieren. Hij tekende, gelijk uit voorbed, den blijkt, in kraijon naar 't keven (71). De toejuiching, die de. nieu- C?i ) Een Portraic van John Barefoot,  [ 138 ] nieuwe manier van Zwartekunstprinten, alom, verwierf, trok zijne aandacht tot zich, doch met een oogmerk, om 'er door zijn vernuft voordeel mede te doen. Hij heeft de volgende Portraiten, door zijne hand vervaardigd, na- gelaaten: Carolus II. r. lely p. lutv T e r e l ƒ. 4tO. Arthur, Graaf van Esfex. r. le* ly p. luttere l ƒ. AtO. Robert, Graaf van Yarmouth- r. lut- l63i, door BUR.GH6U*. heeft dit merk: £. lutteul ad yivum del»  [ 139 ] e. lutterel p. Lloyd £XC+ 1680 (72). William, Vicornte Staffort, lut- t e r e l /. CrOOt 4t0. Anthony, Graaf van Shaftesburr. f. greekhil p. £. l u t t e*el/. 4tO. Richard Langhorn. e. luttere l ƒ. 4to. De Hertogin van Cleaveland. *. lely |»; e. lutterel ƒ. h. V. Twee C72) Dewijl de Heer walpole uitéruidijlc verzekerd, Kc. l?oï. y.p, Tg^t <}at Lloyd, dc Kunstverkooper, niet kon graveeren, moogen wij befluiten, dat deeze Print door lutterrl uitgevoerd is.  [ HO-] Twee van de Gezanten des Ko> nings van Bantam, lutterel ƒ. Groot 4to. De Heer walpole fpreekt ook van het Portrait van Le Piper, den Schilder, als lutterel* sbeste fïuk; en nog van eene andere Print, door hem vervaardigd, welker tekening, indien zij in de daad niet eene van de grappige flordigheden der Vlaamfche School is, ten minfte verdient, zoo genaamd te worden (73)- In zijne laat- (73) Het leevcn van Uecket. dneod$+ tes, Vol. V. p, 109'  laatftc Jaaren beeft hij in gemeenfehap met Ifaak JBecket gewerkt. i s a a k becket. Deeze KunstocfFenaar werd, door zijne bezoeken, welken hij aan den Heer Lutterei gaf, met eene drift bevangen, om de Zwarteprintkunst te Ieeren. Hij heeft een aanzienlijk getal Portraiten nagelaaten, waarvan ik mijnen Leezeren de volgende Lijst, zo als zijdoor Hen Heer granger wordt opgegeeven, aanbied: Carolus II. P. lely j). becket f Klein. Ge-  1142 ] George, Hertog van Buckingham. s. verelst P becket ƒ. h. v, De Hertog van Richmond. w. wissing p. i.becket/.h.v Henry, Heitog van Grafton. — Drie onderfcheiden Portraiten van hcrn; een naar hauker; — €en naar kneller; — en een éerde zonder des Schilders naam. John, Hertog van Lauderdaale. jli'ley j>. Robertus Fielding, &c.^ wis- s i n g p* De Hertogin van Cleaveland. Viermaal. Eens ?. lely p. beo eet exc. h. v. De'  [ 143 ] I. Dezelve nog eens. p. lely p. b EC KET ƒ. 4(0. Dezelve p. lely p. becket j ƒ 8vo. Dezelve, kneller p. becket j ƒ• 4lo. Godfrida Knel/er. &c. 1685. ) kneller p. Groot h. v. Godfridus Kneller, Germ. misfus a Carolo II. ad depingendum Ludovi- : *«w Magnum, êrY. 1686. kneller />. Groot h. v. Louife, Hertogin van Portsmouth. Naar denzelven. De Hertogin van Grafton, wis- S J N G p. De  t w ] De Gravin van Stamford Naar •denzelven. Lady Williams. Naar denzelven. Men zegt, dat deeze Print eene van zijne besten is. De Prinfes Anna. Naar denv zeiven. Prins George. Naar denzelven. John, Graaf van. Mul gr ave Naar kneller. Tweemaal. Christopher, Hertog van Albermarle. murray p. Lewis , Graaf van Fcversham. j. riley p. Wriothesley, Lord Rusfel. bëc- K El  C 145 ] set exc. Zeer zeldzaam. Bisfchop Compton. j. riley j>, Thomas Cartwright, Episcopus Ces- trienfis. Zeer zeldzaam. Madame Anne Windham. wijsing p. Lady Brownlow. soust p. Madame Soams. Naar kneller. John, Graaf van Meiford. Naar denzelven. Madame Baker. Naar denzelven. Madame Loftus. j. smith/. Te, koop bij jj e c k e t. Orinda Vhüips. J. r£cket f' 4t0- O Adri-  [ 146 ] Adriaan Beverland en zijne vrouw. c. d. vois, Lugd. p. becket exc. h. v. Hadrianus Beverlandus, &c. j. b e c k e t ƒ. Men zegt ook, dat Becket fommige Printen naar van dyck, n. loir, en anderen, uitgevoerd heeft. Nog moogen wij, volgens fommigen der bovengemelde Printen of Portraiten, aanmerken, dat hij zoo wel een Kunstverkooper en Uitgeever, als een Graveerder geweest is. Van  C 147 ] Van Becket moogen wij tot een1 anderen Engelfchen Kunftenaar overgaan, wiens PortraitgraveerfeJen menigvuldig en vermaard zijn, maar die, uit hoofde van drie Printen alleenlijk, recht heeft, om in deeze naamlijst eene plaats te bekleeden. Doch twee anderen zijn ook metzijn excudit gemerkt, en waren dus, waarfchijnlijk, insgelijks door hem uitgevoerd. ROBERT WHIT E. Deeze was, in 1045, te Londen geboóren, en overleed aldaar in G 2 1704.  [ U8 ] 1704 (74)- het blij*kt> dat bij de volgende Zwartekunstprinten vervaardigd of uitgegeeven heeft, De Graavin van Arundel. p. lely p. R. W. (Robert White) ƒ. Ato. „ Deeze Print, en het hoofd „ van Dr. Briggs," zegt de Heer cranger (75)» » ziin de eetri„ ge Zwartekunstprinten, door 5, ao bert white gegraveerd." Maar hij had te vooren reeds, op het (74) Het Portrait van deezen Knnftenaar wordt in de Uitgaaf in 4to van Mr. wal p ole's Anecdotes gevonden. O O L> c. Vol. IV. p. lós.  C *49 J het gezag van vertue (70), gemeld : Den Hertog van Ormond. h. v„ Wij moogen'er, gelijk boven met een woord is aangeroerd, nog bé> voegen : Dr. Bïiggs, John, Graaf van Radnor, kne ler p. r. white CXC. GrOOt h. v. Zeldzaam. En Den Hertog van Richmond. kneller p. r. white exc. h. v. Ge- Crö) l. ui. rol in. p, ,83. G3  [ 150} G E O R G E WHITE. De Werken van deezen Kunstenaar, die een Zoon van Robert was, maaken, om zoo te fpreeken, een nieuw tijdftip in de Hiftorie der Zwarteprintkunst. Het blijkt, dat hij de eerfte geweest is, d{e de manier, om zijne plaat eerst te etfen, en ze dan te fchraapen, uitgevonden heeft; welke manier van het beste gevolg geweest, en, federt zijnen tijd, in den tegenwoordigen verbeeterden ftaat der kunst, door andere meesters aangenomen is. Ook meent men,  [ *fc ] fnen, dat deeze uitvinding eene bijzondere kracht en fmaak aen de Printwerken, door deezen Kunstenaar uitgevoerd, gegeeven heeft. Insgelijks verhaalt men, dat George White zich van het ftift of graveeryzer bediend heeft, om de zwarte plek in de oogen te maaken, welke, volgens zijne waarneeming, in de voorgaunde Zwartekunstprinten , nooit onderfchci* den lijk te zien was geweest. (77) - On- (77) Zie de Voorreede voor de Chronological feries of Engravcrs, p. XI» G 4 Dit I  [ 15* ] Ontegenzeglijk, bragt deeze Kunstenaar de graveerkunst, over 't algemeen, tot een' grooten trap van volmaaktheid, en heeft veele zeer fchoone Printen nagelaaten. — De Heer walpole en anderen prijzen zijnen Sir Richard Blaekmore en Silvester Petyt (78), bijzonder nog den laatstgenoemden. Het Dit zal men waarfchijnlijk vinden, vermits hij, buiten twijfel, het gebruik des graveerijzers moet gekend hebben, en in de daad eenige Portraiten, in de gewoone manier gegraveerd heeft. f78) De afdrukken deezer Print met fieraaden aan de rechter zijde, welke in de gemeene afdrukken nagelaaten zijn, aijn zeer zeldzaam.  r 153 j Het Portrait van Baptiare, den Bloemfchilder, moet als een ander zj'ner voornaamfte Printwerken worden aangemerkt. - Die van Wing, Sturges en Bisfchop Hooper, zijn ook met roem gemeld. Moogen wij niet bij deeze naamlijst een zeer krachtig uitgevoerd Hoofd van Dobfon, den fchilder, naar hem zeiven, voegen? De Hoofden van deu ouden en jongen Parr, welke ook de verwondering van anderen hebben tot zich getrokken, zijn, naar men zegt, zijne eigene geliefkoosde Hukken geweest. G 5 Of^  [ 154] Öffchoon onze Kunstoeffenaar, eigenlijk, tot het flot der laatstvoorgaande eeuw behoort, blijkt het nogthans, dat het grooter deel zijner werken in de tegenwoordige eeuw uitgevoerd is. In I731was hij nog in leeven; want in dat jaar is het Portrait van Bis* fchop Weston, door hem vervaardigd, gedagtekend. Nog zijn 'er van zijne hand de Zwartekunstprinten van Erasmus Smyth, Esq. en zijne vrouw; van Van der Bank, den Kunstgraveer* der; van Wickliffe, den Kerkher- vor-  [ 155 ] vormer; van Robert Cony. Med. Dr. en van den merkwaardigen Kolonel Blood, in weezen. Teffens met onzen George White, mag ook wel zijn tijdgenoot John Smith, een ander groot verbeteraar der kunst, en door zijne werken zeer beroemd, gemeld worden. JOHN SMITH. De Werken van deezen Kunstgraveerder zijn voornaamlijk van de tegenwoordige eeuw; maar in 't laatst der voorgaande begon bij, G 6 ze-  C 156 ] zekerlijk, reeds uittemunten. (79) Hij ontving zijn onderwijs zoo wel van Becket, wiens portrait hij, in 1689, in Zwartekunst vervaardigde, als van Van der Vaart. Zijne Printwerken zijn zoo menigvuldig, en zoo wel bekend, dat het even zoo moeilijk, als onnoodig zou zijn, poogingen te doen, om eene volledige naamlijst daar van te geeven (80). John (79) Eene zïjner Printen is getekend in 15S7. Zie grangek. /. Vol. IV. ?. 344- (80) De Heer granger fpreekt van eene  I 157 ] John Smith heeft zich bijzonde* bezig gehouden, met de Portraiten van Sir godfrey kneller in 'i koper te brengen en uittegeeven. Zelfs zegt men, dat kneller hem in zijn huis genomen heeft. Intusfchen heeft hij ons ook veele Hiitorieprinten naar onderfcheide- ne eene gefchreeven Naamlijst der Werken van J. Smith, door wijlen den Kunstgraveerder, Heer mac audell hem geleend, die hem zeide, dat het een kopy was van een Lijst, door Smith zeiven gefchreeven. Zijne Werken zijn zoo menigvuldig, dat zij niet zelden in twee groote banden in folio gebonden worden. G 7  [ 158 ] ne Meesters gegeeven. Sir Godfrey fchilderde zijn Portrait in 1696, welk in 1716 door hem zeiven in eene Zwartekunstprint werd gebragt. Hij is verbeeld met zijne muts op het hoofd, in zijnen flaaprok, houdende eene Print in zijne linkerhand, waarop een Portrait te zien is, welk, gelijk wij uit de lange en vlottende paruik, naar de manier van die tijden, moogen af neemen, door Sir Godfrey gefchilderd was. De Heer Walpole fpreekt van de  L 159 j de volgende Portraiten, als de fchoouften, welken John Smith vervaardigd heeft. De Hertog van Schomberg te paard. Maynard, des Hertogs zoon en opvolger. De Graaven van Pembroke, Dorfet en Albemarle. Drie Printen, op ieder twee beelden van Kinderen of jonge lieden, waarin de voornaams perfoon van het Huk fcheen. De Portraiten van William An? ftruther; Thomas Gill; William Cow-  [ m 1 Cowper; Gibbons en zijn Vrouw. Koningin Anne. De Hertog van Gloucester, geheelc lengte, met een Bloempot. De Hertog van Ormond. Koningin Maria, een zeer fraaie Print, met een hoog kapfel, waaier en handfchoenen. De Graaf van Godolphin. De Hertogin van Ormond, geheele lengte, met een' Neger. En Eene Print van Koning Jakobus den II. met een anker, maar zonder opfchrift, nog niet voltooid, toen de Koning wegging. Zeer zeldzaam. Bij  [ i6-i ] Bi] deezen moogen wij in 't bijzonder nog voegen: Het Portrait- der Graavin van Salisbury, naar Sir godfrey, eene Print, over 't algemeen bekend, uit haare klecding, onder de benaaming van de ÏVeduw. Het Portrait van Mifs Crofs, insgelijks onderfcheiden bij den naam van de kleine Weduw, En Dat van Schalken, naar zijn eigen fchilderij, door hem zeiven gemaakt, met de jaartekening, Londen in 1694. De Heer walpole verhaalt, dat  [ 162 ] dat deeze Schilder , toen hij in Engeland was , Koning William eens uittekende; doch, wijl het ftuk hij kaarslicht moest getekend worden, gaf hij de Kaars aan zijne Majesteit, den Koning, te houden, die het ook deed, tot dat het kaarsfmeer langs zijne vingeren neerliep; en de berichtfchrijver voegt 'er hij, dat hij, als het ware, om zijne flechte opvoeding te billijken, zijn eigen portrait in denzelven ftaat tekende (81). — De afbeelding van Schalken, eene kaars in zij- <8i) L. c. rol. III p. 244»  110-3 J zijne hand houdende, door smith, J is, gelijk duidlijk blijkt, met toe- 1 fpeeling op het fchilderftuk, waar) van hier gefprooken wordt, gedaan. Smith graveerde ook het Portrait van den beroemden Corelli, naar howakd, Onder zijne historifche en andeij re flukken, moogen wij zijne minharijen der Goden, in tien plaa! ten, naar de fchilderijen door t 1| tiaak te Blenheim , bijzon JerI der onderfcheiden. Venus, flaande in eene fchelp, | naar cor regio. Ve-  [ 164 ] Vcnus en Kupido op een rustbank. Een Valkenjagt, naar wyke. Een vaas, met bloemen gevuld, naar eaptisteMagdalena, met een lamp, naar schalken. Magdalena, met eene distel, naar gaspar smitz, of smith, eenen broeder van onzen kunstgraveerder , gemeenlijk Magdalena Smith genaamd (82). Eene Lieve Vrouw, met het Kind C&O pilkington's Di&ionairy.  t i«S ] Kind Jefus en Johannes (83). En Eene Heilige Familie, naar carlo ma rat ti, in 1707gedaan.— Deeze Print wordt wegens haare zachtheid, tederheid en kracht, door fommigen voor zijn meesterftuk gehouden. Eenigen van Smiths Printen zijn met roet uitgewerkt , en van eene bekoorlijke kracht. . . Lord Somers was , naar men verhaalt, op de. werken van deezen meester zoo (33)basan zegt, dat, in de eerfte afdrukken deezer Print, de voorfte vinger der linker hand van het Kind Jefus langer is, dan de roiddenfte vinger.  [ 166 ] zoo zeer verzot, dat bij zelden reisde, of bij had ze in zijne koets nevens hem leggen (84). roger williams. «- Offchoon deeze Kunftenaar in naam en daad minder was, fchijnt onze Smith zich echter van hem bediend te hebben. Smith liet hem met zich, onder zijn oog, werken, en verkocht zijne Printen. Onder eene Print van Karei den tweeden naar kneller, worden hunne naamen , als graveerders , te famen (84} Esfay on Prints, ijl.  C 167 ] men gevoegd gevonden (85). —En eene andere afbeelding van dien J zeiven monarch, welke den naam I Williams draagt, is, gelijk men op goede gronden onderftelt, bijkans geheel door smith vervaardigd (86). Het Portrait van Sir Richard Blackmore, door wilj liams, is, naar men zegt, buiI tengemeen fraai, en zeer zeldzaam. Hij maakte veele Portraiteu. De 1 volgenden worden daarvan door den heer gkaïger gemeld: Ka, (»5) Granger, /. c. Vol III. p.. 65. C8Ö) Granger, /. c. Fol.lll.p.i 5.  [ 168 ] Karei de cerfte. van dyck _p. h. v. Sir Edward Littleton, enz. naar denzelven. h. v. James,Hertog van York. s. cooper f In octavo. De Hertogin van York. wissing p. h. v. De Marquis van Worcester. r. williams ƒ. 1686. James, Hertog van Ormond. wiss 1 n g p. h. v. De Hertog van Richmond. wis" s in g p. in Quarto. . De Hertog van Northumberland, naar  ' [ I6p 3 naar denzelven in Quarto. Edmundus King, eq. aur. M. D„ etc. lely p. h.v. (87) De Hertogin van Cleavelaml. wissiNG p. In quarto. Madam Sidley. Door denzelven. In quarto. Madam Hewfe. lely p. h. v. Jacokus II. Maria, D. G. &c. wissingj. In quarto. De (3?) Met een zonderling opfchrift, «ra dat hij het keven van Karei den II gered heeft, zie granger /. c. Vol. iV. p. a, H  f m 1 Be Prinfes van Oranje. Door denzelven. h. v. De Prinfes Anna. Door denzelven, b. v. Laurens, Graaf van Rochester. Door denzelven. In quarto. Theophilus, Graaf van Hunting- «lon, &c. kweller p> h. v. John, Viscount Dundee. h. v. Johannes Cutts. w. wissing f- h, v. zeldzaam. Sir Charles Cotterell. ril et p. h. v. Lady Wentworth. kneller |. Groot h. v. Wij  C 171 ] Wij moogen 'er bijvoegen het Portrait van den Heer Grevii Ver» ney, naar dahl. bernard lens. Deeze was de zoon van den fchilder Bernard Lens. Offchoon fommL gen van zijne werken veelligt vaa deeze eeuw zijn, zal hij echter, waarfchijnlijk, veelen zijner Zwartekunstprinten ook omtrent het einde der Jaatstvoorgaande eeuw vervaardigd hebben vermits hij reeds in 1725, zes en zestig jaaren oud, overleeden is. Z ijnewerken zijn H 2 zeer  [ 172 ] zeer talrijk, en bcftaan voornaamiijk uit hiftorien en landfchappen, naar eene groote verfcheidenheid van meesters gemaakt. Eene van zijne hiftorie - printen is naar een fchilderij van Sir peter lely, het Oordeel van Paris verbeeldende. Onder zijne Portraiten, waarvan fommigen naar Sir peter lely en Sir godfrey kneller. zijn, is één merkwaardig, naamlijk dat van Moeder George, van Oxford, in üaar honderd en twiniigfte jaar. Daar  f 173 ] Daar is ook nog een Print van hem, doch die zeer zeldzaam is, verbeeldende dezelve een gezigt van het Landgoed van Sir Godfrey Copley, te Sprotborough, nabij Doncaster, naar een Schilderij van VAN DIEST. Thans kunnen wij, in ons verhaal, voortgaan, om zoodaanige Kunstgraveerders te melden, die naar het fch<ï»t> geheel en al binnen den loop deezer tegenwoordige eeuw geleefd hebben. Twee bui. H 3 ten-  [ 174 ] lenlandfche Kunftenaars bieden zich hier, in de eerfte plaats, aan, te weeten Jan Gole en Pieter Schenck. JAN GOLE. Deeze was geboortig van Ainfter* ilain. Hij gaf zijne eigene Printen uit, en was derhalve, waarfchijnlijk, een Kunst- en Printverkooper* Hij heeft veele Zwartekunstprinten naar eene verfcheidenheid van Vlaamfche meesters uitgevoerd, doch was maar een "gemeen Kunftenaar. Wij hebben zijn Portrait, ook door hem zeiven gefchraapt, met  [ 175 ] met eene vlottende paruik en eene das met kant, naar een fchilderij Van DAVID VAN DER PRAES. Daar zijn ook nog eenige andere ftukken van hem, als eene fraaie Print van Bisfchop Burnet, met zijn eigen hair, en in het gewaad van een' Predikant, in Holland vervaardigd, met het opfchrift: gil- BERTUS UUR NET, S. T. P. ; — voorts het Portrait van Georgé Walker, Gouverneur van Londonderry , met Franfche en Duitfche verfen daaronder gefneeden; —. een klein hoofd van Paus AlexanH 4 der  [ 176 ] der den VIII. een van zijne besta werken; — en veele andere Portraiten. PIETER SCHENCK. Een ander Kunftenaar, die te Amfterdam zijn verblijf hield, fchijnt ook een fchilder geweest te zijn, gelijk uit een Portrait van Hoogftraaten, een' Hollandfchen Geneesheer, blijkt. Sommigen van zijne Kunstprinten zijn zuiver en wel gefchraapt. Hij heeft eene groote menigte Printwerken; naar verfcheidene Meesters uitgewerkt, on-  r w j onder welken het Portrait van denGeneraal van Ginkel (den eerften Graaf van Athlone) in volle wapenrusting is, zijnde het zelve in Holland, naar een Schilderij van kneller, vervaardigd. — Oofe behooren twee zijner Printen, door den heer granger gemeidj m de Hiftorie van Engeland, naamlijk, het Portrait van Maria, Hertogin van York, en dat van de Hertogin van Cleaveland. — Insgelijks heeft hij het Portrait van Mifs Vofs, in het Karakter van S> Katharina, uitgevoerd. — Men heeft ook nog een — H 5  [ x?8 ] gemeene Zwartekunstprint van hem, verbeeldende zijn eigen Portrait , met het opfchrift: petrus schenck, sculptor, elberïelda-montanus, se ipsum f ecit, et excud. AmJieL Andere buitenlandfche reeds overleeden Kunftenaars der tegenwoordige eeuw waren Johannes van der Bruggen, Sebastiaan Barras, Johannes Sarrabat', Bouys , Johannes Broedelet, en van Haeckcn. 30.  1179 ] johannes van der bruggen. Deeze Kunstgraveerder was, in 16*89, te Brusfel gebooren, gelijk uit het opfchrift van zijn Portrait, naar een fchilderij van la r gill ie re, door hem zei ven gefchraapt, blijkt. — Hij heeft een groot aantal Zwartekunstprinten, bijzonder naar Viaamfche meesters, vervaardigd; doch men kan 'er niet van getuigen , dat zij veele voortreflijkheid bezitten. - Onder dezelven is ook het Portrait van van dyck, dat van La Fage, en H 6 de  C 130 ] de Goudweeger naar een Schilde, rij van den vermaarden rembrand t. sebastiaan barras. Waarfchijnlijk een Franschman, werd , in den beginne deezer Eeuw, door den Heer Boyer, "Marquis d'Aiguiller, een aanzienlijk Veifamelaar en" Kenner in Frankrijk , gebruikt, om twee en twintig Plaaten ïn Zwarteprintkunst te graveeren, voor het ftel Printen, dat naar de Schilderijen van zijn Kabinet te Parijs werd uit* ■ ge-  [ m | gegeeven. - Doch in de uitgaaf van hetzelve Boek werden Me die Printen weggenomen, (zijnde de koperen Plaaten zei ven ook onbruikbaar gemaakt en ver. nield) en een gelijk getal Zwar.. tekunstprinten door *oEhEMANs daar voor in de plaats gefteld. _ De ^er,1EINEKEKfpreekt ed> ter gunftig van de uitvoering der Kunstplaat» van Sebastiaan Bar™ (88). - Het blijkt ook, dat, in de eerfte uitgaaf, twee Kunst' plaa- H 7  I '82 ] plaaten waren, door den Heer b oyer zei ven gefchraapt, waarvan de eene een Manshoofd, en de andere een' S. Jan Baptist, naar manf r e d i , verbeeldde. Maar deeze, gelijk ook eenige. anderen, door den Heer Boyer gegraveerd, (die nu en dan ook een Schil. -j - derftuk vervaardigde) worden in de tweede uitgaaf niet gevonden. Wij moeten derhalve den naam des Heeren boyer voegen bij de naamcn van die andere Liefhehbers en Kenners, welke de Zwarteprintkunst geoeffcnd hebben. jo-  [ 183 } johannes sarrabat. Hij was een Franschman van geboorte, en een Kunftenaar van eenigen trap van uitmuntendheid. Hij heeft verfcheidene Portraiten, allen naar Franfche fchilders, en veele Hiftorieprin ten en Landfchapperj ■ naar Vlaamfche en andere meesters vervaardigd. e o u y,s. Deeze Kunftenaar was een landgenoot van Johannes Sarrabat, teffcns een fchilder, en leerling van trancis de troy. Hij heeft « ook  [ 184 ] ook verfcheidene Portraiten gefchraapt, onder welken dat van den befaamden Maffiilon is, naar een Schilderij door hem zeiven vervaardigd. johannes broedelet Van deezen Nederlandfchen Kunstgraveerder hebben wij, insgelijks, verfcheiden Zwartekunstprinten. Onder deezen munt uit, Cephalus en Procris, naar gebard hoed, zijnde dezelve een weergaê van eene Venus en Adonis, door verkolje. VA»  [ 185 J van hae ckjgn Deeze was een ander Nederiandsch Kunftenaar. Hij vestigde zich met der woon in Engeland, fchraapte een aanmerklijk getal Zwartekunstprinten, en heeft dezelve, in goeden fmaak, met kracht uitgevoerd. Ook heeft hij een Portrait van den beroemden D*. Pepusch vervaardigd. be BLors. Onder deezen naam, is 'er ook een Portrait van Nell Gwynn, in Zwarteprintkunst uitgevoerd. Pis*  [ 186 ] pieter van bleek. Deeze Kunftenaar kwam naar Engeland over, en overleed ook aldaar in den jaare 1764. Hij verdient veel lof wegens zijn fraaie print van Johnfon en Griffin in de Karakters van Ananias en de Wederwaardigheid, Tribulation, in den Alchymist (89), en zijn Portrait van Fiamingo, den beeldhouwer, naar de fchilderij van van dyck. Het laatfte is bij uitftek fchoon en krachtig. Men heeft vee- (80) Zie Mr. walpol^'s An&cdoies, Fol. IV. p. 68.  [ -87 J veele Printwerken van zijne hand. # Drie andere Kunstgraveerders, welken men over 't algemeen als tot ons Vaderland (Engeland) behoorende heeft aangemerkt, waren de twee Fabers en Johannes Simons. De twee eerften waren in Holland , en de laatfte in Normandie gebooren. FABER, DE OUDE. Deeze heeft, naar het fchijnt, in het jaar 1692, of wat laater, Holland verlaaten, en overleed in En-  [ 188 1 Engeland in 1721. Door een heer. lijk ftel Portraiten van de nuchters der Kollegien der Univerfiteiten van Oxford en Cambridge , is hij voornaamlijk bekend. Ook heeft hij de hoofden der Phiiofoophen, naar rubbens, vervaardigd. Een van zijne beste Printen is het Portrait van den beroemden Doctor Wallis, naar de uitmuntende fchilderij van dien geleerden door kneller, in de Schilder-galder ij te Oxford te zien. Zijn Zoon was: john f ar er, junior. Dee-  [ 189 J Deeze mag met recht als een E«gelschman worden aangemerkt, vermits hij, flechts drie jaaren oud zijnde, in Engeland werd overgebragt. Offchoon zijn vader een Kunstenaar was, overtrof hij hem echter nog grootlijks. Hij heeft eene verbaazende menigte Portraiten vervaardigd, waar van fommigen zeer grooten lof verdienen. Het Portrait van Mrs. Collier, verbeeld als leunende aan eenen pijlaar, op welks voetftuk de hiftorie van den Gouden Appel gegraveerd is, wordt voor een van zij¬ ne  [ 190 ] ïic beste ftukken gehouden. — Ais zoodaanig moogen wij ook aanmein ken zijne afbeelding van Vader Couplet, den Jefuit, eenen zendeling naar China, in een Chineesch gewaad, naar de fchilderij van hem door Sir godfrey kneller, die voor een meesterftuk van Sir Godfrey gehouden, en te Windfor bewaard wordt. — Zijne Printen van het Kit- Cat- gezelfchap, en van de fchoonheden van Hampton-Court, zijn wel bekend. — Zijne afbeelding van Karei den tweeden, zittende en in zijn  [ Ipl J zijn ftaatfy-gewaad gekleed, naar I peter lely, en de verovering I van Namen, naar van wyck, mag men onder zijne voornaamftc werken rekenen. Ook moeten wij zijne Portraiten van Ignatins Loyola, naar t iI tiaan, dat van Jofeph Carreras, naar kneller (doch welk, na>jj derhand, door den Heer Valentine Green op nieuw gegraveerd is) en een zoogenaamd Portrait van ; Milton, voor peck's new Memolrs pn J74I geplaatst (90), niet ver. <.<;o) Men vindt eene leezeuswaardi- ge  [ 192 ] I geeten. John Faber is in Londen overleeden, en heeft, naar het fchijnt, tot over het midden deezer eeuw geleefd. johannes simons. Eenige jaaren voor den dood van Smith, heeft Sir godfrey kneller zich van deezen Kunftenaar bediend , om zijne fchilderftükken te ko- ge en kluchtige aantekening over de onderfcheidene Portraiten van milton, in de voortreflijke uitgaaf zijner Dichtwerken, door den Heer warton bezorgd, P* 544'  f m l kopieeren. — Hij heeft eene groo. te menigte Portraiten, naar verfcheiden meesters, en ook fommige Hiftorieftukken, vervaardigd. Omtrent het jaar 1755 overleed hij in Engeland. — Van zijne hand hebben wij het Portrait van den beroemden Sir Theodore Mayerne, naar het vermaard fchilderïluk van ruocens, in de verfameling van Dr. Mead te zien. Johannes Simons is fomtijds hard in zijne manier, en kan zekerlijk niet voor een' eerden •Kunftenaar gehouden worden. Ir> I , tus-  i m ] tusfchen fpreekt de Heer walpole, in navolging van vertue, •van drie zijner Kunstprinten met den grootften lof, naamlijk, van die van den Graaf van Galloway, van den Graaf Cadogan, en vari Lord Cutts in wapenrusting met een knods. Een van die menigvuldige Portraiten, welken men van Maria, Koningin van Schotland, naar een ichilderij, uit de verfameling van wijlen den Hertog van Hamilton heeft, en waarin zij in zwart fluweel, met hermelijn bezoomd, ver- fchijnt,  [ IP5 ] I fchijnt, was door hem gefchraapr, I en is naderhand door pflham gekopieerd, In den beginne deezer eeuw bloeide ook ■ edward kirkall, ShefFieid was de plaats zijner .geboorte. Op veele en verfcbeidene wijzen verdiende Kükall den naam van Kunstgraveerder; en uit hoofde van een Portrait van Lady Dunce, door hem vervaardigd, heeft de Heer *0ve kennis van hem ge1 2 no-  [ 196 ] tornen (91). — Zijne Zwarteikunstprinten, eigenlijk 200 genoemd, zijn niet zeer talrijk. Sommigen van die zijn zeeftukjcs, welden de .Kunftenaar, juist niet met een gelukkig gevolg , in 't blaauw heeft afgewerkt. — Het Portrait van Sir Christopher Wren, naar ci. o sterman, is van zijne 'hand. kirkali voerde het gebruik van Zwarteprintkunst ook in een nieuwe manier van drukken in, door <9l ) Zie Mr. walpole's dnecchm, Vol* V. t>. 228.  lm] door hemzelven uitgevonden, waarin zij. met het etfen, en het ftaa* ken van houtfneeden famengevoegd wordt. „Met deeze gemengde puntten," zegt de Heer walpoV LE,„bragt hij een ftijj voort, die. meer kleuren heefY, dan de oude houtfneeden, naar tekeningen, gelijkt, en door de bijvoeging der Zwarteprintkunst , de fchaduwen aan de buitenlijnen of omtrekken verzacht, en den indruk der houtpiaaten, welke de kleur en tefFens de fchaduwe aan het papier geeven, op eene ongevoeliger cn * 3 aan*  [ m ) aangenaamer wijze doet fmclten." — Zijne Printen, op deezewijze, meestal in roet-kleur, uitgevoerd, moogen derhalve eenigermaate als Zwartekunften worden1 aangemerkt, ten minfte gelijken zij 'er veel meer naar, dan naar houtfneeden. j. c o OF ER. Deezen naam vind ik op eene afbeelding van Margaretha Patten, in den ouderdom van 146' jaaren. Hij was een fchilder en kunstgraveerder. Volgens de dagtekening der  f 199 ] der Print fchijnt hij omtrent het jaar 1737 gebloeid te hebben. Een naamgenoot van onzen Coo. per, doch met een verfchillenden Doopnaam, te weeten, edward cooper, is de uitgeever geweest van veele Zwartekunstprinten, naar allen fchijn door Smith en anderen , maar veelligt gedeeltlijk door zijn eigen hand , vervaardigd. # De Kunitenaars van ons eigen land van laateren leeftijd, die nader aan onze tijden kwamen, zijn 1 4 . al  [ 200 ] aï te talrijk, dan dat zij ons zouden aanmoedigen, om eene onderfcheidene melding van dezelven poogen te doen. — Onder dezelven ftaan de naamen van mac ardell en houston, met het grootfte recht, boven aan. — Van ieder van deezen hebben wij een groot aantal welbekende Printen, 200 wel Portraiten als Hiftorieftukken. — Mac Ardell in 't bijzonder, die een Ier van geboorte was, heeft veele voortreflijke fchüderijen van morillo, rembrand, rubbens en van dyck gekopi- eexd  f 20Ï | eerd (p2). 0ok zi/q fommigen van Houstons Printen naar de werden van rembrand gemaakt. Van zijne hand heeft , men insge. Üjks een ftel Portraiten in het i«fc w» &r Kerkhsrvormeren door rolt. Dö C9'0 Zie het derde Aanhangfel achter deeze Hiftorie der Zwarteprintkunst. In het eerfte Deel van het Dictionaire des Artistes, door den Karo» van hf.i. Nekkn den .schrijVer van het werk, Idee Generale «?, daar ik mij zoo dikwijls op beroepen heb, hij voorbeeld, wnt. i. enz, bearbeid, vindt men eene Naamlijst van veelen zijner werken, in klasfen verdeeld, I 5  [ ^ 3 De naam van FISHER, Die uit Ierland kwam, om zich in Londen met der woon neer te zetten, is wel bekend, zoo door zijne afbeelding van den beroemden garrick tusfchen het Treuren Blijfpel, naar de fchiiderij van $ir JOSÜA REYNOLDS (93)» als door andere Printen naar dien zeiven onvergelijklijken Kunstenaar. Ik ' C93") Deezs vemaarde Zwartekunst' print is, buitenslands, gekopieerd, mee het zonderling opfchrift: THomne entre le Vke et la Fertue; of: De Mensch tusfchen de Ondeugd en de Deugd.  c 203 i Ik voeg hier nog bij Ftt Y E. 'Deeze Kunftenaar was een Portrait» fchilder. Het ftei Portraiten, in Jeevensgrootte door hem uitgevoerd, heeft ook veel toejuiching gevonden; doch waarfchijnlijk zouden zij nog meer toejuiching gehad hebben, bijaldien zij in de gewoone grootte geweest waren. f i THOMAS WATSON, £ Een goed Kunftenaar , heeft zes der fcboonheden van, WindCor in L '' 1 ö" Zwar*  [ 204 J gwartekunstprint gekopieerd, maar hij leefde niet lang «genoeg , om het geheele ftel te voltooien. — Aan dezelve hand zijn wij veele Portraiten en andere (lukken, naar Sir josua reynolds, en andere voornaame meesters, verfchuldigd. Eene fraaie afbeelding van wijlen Dr. newton, Bisfchop van Bristol, naar een fchilderij van Sir josua, munt onder dezelve uit. Als eene merkwaardigheid ten aiinfte, moeten wij, in de laarfte plaats, nog melding maaken van twee  [ 20$ ] twee Zwartekunstprinten, die, hoe-, wel door een' naarftigeu Kunrte-naar. wiens Printwerken over 't al* gemeen roem hebben, vervaardigd, echter weinig bekend zijn. Ik meen GEOPGE VERTUE. Deeze waardige en arbeidzaame •Sefchicdfehrijver van zoo veele andere Kunstgraveerders, beproefde ook zijn vermoogen in de Zwarteprintkunst; maar verneemende, dat zijn werk niet voorfpoedig ging, hield hij waarfchijnlijk ras op, verdere proeven daarvan te 1 7 nee*  !'[ 206 ) neemen. — Zelfs zijne warmde vrienden moeten de uitvoering der twee Zwartekunstprinten, welken wij van hem hebben , naamlijk de eene van Maria, Prinfes van Oranje, houdende een mandje met bloemen; eu de andere van William, Prins van Oranje, klein half vel, naar van dyck, afkeuren.— Tan de eerfle deezer twee Printen heeft de Heer walpole moeten zeggen, dat zij „zeer Hecht is." -— Maar zijn karakter behoeft op zijne Zwartekunstprinten noch te rusten, noch daarnaar beoordeeld te worden. • v be-  [ 207 J BESLUIT. ! Wanneer Wij onze Hiftorie vari de Zwarteprintkunst overweegen, zal het duidlijk genoeg blijken; dat de beoeffening deezer kunst, geduurende een' langen tijd, bij de Engeifche en Holiandfche natien, hoewel met influiting van ■ fommige Vlaamfche Xunftenaars, voornaamlijk bepaald is geweest. — Frankrijk en Duitschland, offchoon wij de uitvinding der kunst zelve aan eenen Duitfchen Kunstliefhebber en beoeffenaar te danken hebpen, beton.echter over: 't geheel maar  1 2ö8 5 maar een geringe plaats in haare hiftorie. Frankrijk inderdaad, fchijnt, op zijn meest, niet meer dan drie of vier mees-ters in de Zwarteprintkunst (ten zij wij s iMon, als geboortig uit Normandie 'er bijvoegen) en geen van zeer bijzonder aanzien, te kunnen opwijzen, 'S welk ons merkwaardig moet voorkomen , nademaal die natie ons anders zoo veele zeer voortreflijke Kunstprinten in de gewoone manier geleverd heeft. — Van Jtaliaanfche Kunftenaars in dit vak, voor de tegenwoordige tijden, is 'er  [ 20P J 'er, naar het fchijnt, geen bericht voor handen. Ook is het wel waar, dat het getal der Engelfche Kunstgravecrders in deeze foort, voor de tegenwoordige tijden, dat der Hollandfche Kunfienaaren maar wei. nig overtreft (94). De Holland» fche naarftighe/d, waarfchijnlijk door middel van blootelino in de nieuwe kun3t onderweezen, kweekte bij aanhoudendheid eens geheele reeks van Kunstgraveer- den O/O Zie het eerfte AanhangfeL  t 210 ] tjörs aan, en zulks niet- zender merklijken voorfpoed. — Dan, aft fohoon het getal der Engelfche Kunstgraveerders, voor onzen tijd (onder welke benaaraing wij, natuurlijker wijze, de onderdaanen der drie Koningrijken begrijpen) dat der Nederlandfche Kunftenaaren maar weinig overtreft, moet echter, in het ftuk van voortreflijkheid, de voorrang aan de Engelfche natie worden toegekend. —• white en smith hebben geene mededingers onder hunne tijdgenooten; en mac ardell, ho u s-  [ 211 ] houston en fisher, kunnen' onzen roem in laatere tijden ftaande houden. : De tegenwoordige zeer verbeterde ftaat deezer kunst moet,' v'oornaamiijk, aan de verftandigé' poogingen van ervaaren en oordeelkundige Beoeffenaaren worden' toegefchreeven. Doch, men mag het als iets merkwaardigs aanmerken, dat men zoo wel de uitvinding, als de voortgang deezer' fchoone kunst, eenigermnate aan' Kunstminnaaren te danken heeft. —.' Dit is her geval ten aanzien der uit-  [ 212 ] uitvinding, 't zij wij ze aan den Kolonel van Siegen, den Prinfe Robert, of zelfs aan Sir Christopher Wren .toekennen. En wat den voortgang derzelve betreft, men is dien, op verfchillende tijden , verfchuldigd aan de poogingen van den Heer tl ace, den Ridder ralph cole, den Hec r lutteeel, den Heer boyer, Marquis d' Arguiiles, en in onzen tegenwoord'gen leeftijd aan de prijswaardige vlijt van den vernuftigen Kapitein iiaillie, die ©nder de menigte verwonderens- waar-  T 213 ] waardige Kunstprinten, welken wij van zijne hand ontvangen hebben, ook zijne ervaarenheid in de beoeffening der Zwarteprintkunst, door eenige proeven, met best gevoJg aan den dag heeft gelegd. Onze Hiftorie is dus tot de tijden van nog Jeevende Kunftenaaren gebragt. Onder deezen is de kunst nu, met de uitzondering van Hechts eenige buitenlandfdie Kunftenaaren, geduurende een'tijdkring van meer dan twintig jaar, voornaamlijk in het bezit der Engelfehen geweest. De zeer overtref- fen-  [ «4 ] fende verdienden der Kunftenaar ren, welke binnen dat tijdperk in ons vaderland zijn opgedaan, — zoodaanige verdienden, welke, om zoo te fpreeken, een gantsch nieuwen ftiji en karakter aan deeze edele kunsc gegeeven hebben, en de zeer algemeene beoeffening derzelve onder ons, hebben anderen veellig't afgefchrikt, dezelve voorttezetten. —. Binnen dien korten tijd hebben 'er, naar het fchijnt, meer Beoeffenaars der Zwarteprintkunst in Engeland alleen gebloeid, dan'er te vooren in Engeland en alle an- de-  I 215] *dere Landen, geduurende nagenoeg honderd jaaren geweest zijn (95). Onder de buitenlandfche Zwar> tekunstgraveerders der tegenwoordige tijden, moeten de drie Haids ^ van Augsburg, naamlijk; joh abt jakob, johan godfried, en johan elias h ai d gerekend worden. — Johan Jakob Hard, de Vader (wiens Portrait men van de hand van zijnen zoon Johan EJias heeft) was een fchilder, en heeft verfcheidene Portraiten van uitmuntende Mannen in DukschJand ' ~ geC 95 J. Zie het eeifte en tweede Aanhangfel.  r 21 «51 gefchraapt. — Johan Godfried werkte eenigen tijd in Engeland (96), on Johan Elias heeft, in 1782, een zeer aanzienlijk werk, naamlijk de volledige verfameling van Hedlinguers Medailjes. in Zwarteprintkunst uitgevoerd, een werk, waarin de uitmuntende netheid en zachtheid van plaaten veel lof verdient. Bij onze naamlijst van Duitiche Kunltenaaren, moogen wij nog voegen die van philip rugokdas, den fchilder, die in 1742 £<;tf) Zie het derde aatihangfel.  C 217 ] 1742 overleed; en de naamen vaii CHRISTOPHER HEISS, S. dl G. walck, J. STENGLIN, dl J. stolker, die waarfchijnlijk onlangs gebloeid hebben, offchoon de Portraiten, waaronder hunne naamen .gevonden worden, niet dienen, om hunnen leeftijd te verzekeren. Ook zijn 'er fommige gemeens Zwartekunstprinten, in een groot formaat, van onzen Zaligmaaker, van verfcheidene Heiligen, enz. te Augsburg. vervaardigd, zonder naam des Graveerders, K v/aar-  [ 2IS ] waarfchijnlijk van laatere'n tijd. De naamen van marchi, een' hedendaagfchen fchilder, die het Portrait van harrington, den Auteur van de Oceana, en die van johannes ja co bi, welke het Portrait van Omai, den Inboorling van Oetahitti, naar de tekening van Sir josua reynolds, gegraveerd heeft, behooren , zoo het fchijnt, in Italië te huis. — Insgelijks zijn 'er fommige Portraiten , door twee Kunftenaars, ^ucchi genaamd, te Venetië vervaardigd, Voorhanden. Waar-  L 219 ] Waarfchijnlijk, moogen wij bij onze naamlijst van hedendaagfche buitenlandfche Kunstgraveerderen , nog voegen die van j. en a. ri ems dyck, p. iENEAS eii ciiarles allard, een' Print- verkooper te Amfterdam. Het oogmerk deezer Hiftorie |s niet geweest, van nog leevende Kunftenaaren en hunne werken te. handelen, maar Hechts bij voorkomende gelegenheid eenige naamen derzelven te noemen, gelijk gefchied is (97). — Om nu geene andere re- , Cstf) Een Lijst vau de naamen der K a En  [ 220 ] redenen te melden, zal het genoeg zijn te zeggen, deels, dat de onderneeming veel te groot zou zijn, en deels, dat de uitgeleezene Hukken onzer beroemdfte hedendaagfche Kunilenaaren, zelfs in vreemde gewesten, zeer wel bekend 1 zijn. Het werk zou ook noodzaaklijk, en uit zijnen eigen aart, onvolkomen zijn, vermits zoo veeIen onzer Kunstgraveerderen hunnen roem nog daaglijks vermeerderen, en'er geduurig nieuwen bijkomen. Bui- Engelfchc Kunftenaaren is te vinden im het tweede /ianhangfel.  [ 221 ] Buiten tegenfpraak, zou het'anders eene zeer vermaaklijke zaak zijn, en geen onvoeglijk Aanhangfel op het tegenwoordig werk uitroaaken, de voornaamfte ftukken onzer tegenwoordige, zeer voortreflijke KunstoefFenaaren, naar de werken zoo van oude als van hedendaagfche Meesters uitgevoerd, op te tellen. - Dit zou niet alleen dienen om hunnen roem naar verdiende uittebreiden, en de fchoonfte kunstftukke.n aan te wijzen; maar het zou ook den weg baanen, om deeze en geene voor. K 3 naa-  L 222 ] naame fchildcrftukken van oude Meesters zoo wel (o8)> als de voortref lijkfte werken van die onzer tegenwoordige eeuw te leeren kennen.' — De eerfte fchilders van ons Land hebben, in der daad door. hunne toelaating, dat niet alleen, hunne Portraiten in Zwarteprintkunst vervaardigd ( 99 ) , maar ook hunne gewigtigfte Hiftorieftukken (100) in dezelve gekopieerd wier- C9S) Zie het derde Aanhangfet, alwaar eene onvolmaakte Lijst is bijgevoegd. (99) Zie veele fraaie Trinten, naar Sir  C 223 j wierden, den ftempel hunner goedkeu- Sir Jofua Reynolds, West, Roraney, Petlier, enz. door V. Green, j. R. Smitfr, James Watfon, (die eene voortreflijke Zwartekunstprint van Lord LdvvardBentinck's Hond naar eene fraaje fchilderij dcor Barrett vervaardigd heeft) W. Die* kenfon, en andere. Aan den laatstgenoemden Kunftenaar zijn wij de fraaie Print, den Koning, in zijnen krooningftoel gezeeten, uitbeeldende, naar het fchüderttuk van Sir Jofua Reynolds, verfchuldigd; Cioo) Men zie Sir Jofua Reynolds Ugolino door Dixon, (die ook Garrick, naar Dunce, heeft gekopieerd in Richard den II , cn ons eene zeer fraaie Print van den Tijger des Hertogs va.n. Marlbo- rough> K 4  [ 224 ] keuring op deeze verheeven Kunstoeffening gefteld. rough, naar de fchilderij vanStubbs geleverd heeft») Zie ook veele Hiftorieftukken naar West Cdaar wij, hier vooren, in onze aant. 10. reeds ten deele op toegefpeeld hebben) en de Venus uit de zee oprijzende, Merctirius, de lier uitvindende, enz, naar Barry. EER-  [ 225 ] EERSTE AANHANGSEL. vergelyrende tafel van ZWARTE KUNSTPRINT GRAVEERDERS, van ïerjcliiïknde natiën, voor het midden der tegenwoordige eeuw. 1. duitsche. De Kolonel van siegen. eurstenb ürg. De Pr:ns robert. 2. fr ans che. 1 sarraeat. K 5 SAR,  [ 226 ] BARKAS. Mr. boyer, Marquis d' 11- OUILLE s. 33 O U y S. s IM O N. 3. V L A A M S C II E. WALLERANT VAILLANT, BERNARD VAILLANT. VAN SCHU1' PEN. VAN DER BRUGGEN. 4. H O L L A N D S C H E. ABRAHAM BLOOTELING. VALCK. VAN DER VAART. VAN SOMER. J. VERKOLJE. VERSCHURING. GO LE. SCHENCKo  1 227 ] schenck. faber, de Oude. f ae e r, Junior. 5» engelsche. Mr. place. Sir ra l ph cols. SfiERWlN. eaithorne. Mr. lutterel» b e c k e t. r,0 bert white. g e o r g e white. smith. williams. lens. k i r k a l l. c o o p e r. K 6 De  [ 228 ] De Naamen van b rowne,tom?son en locgan van Da?itzig zijn in deeze Lijst niet gevoegd, dewijl het twijfelachtig is, of zij Graveerders van Zwartekunstprinten waren. TWEEDE AANHANGSEL. lyst Van hedendaagsche kunstenaaren, of Vüfi zoodaanigen, die nu nog let* ven, of onlangs nog in leeven waren > peter coombes. T. van BiROOKS» j. blackmore. g. bockman. r. brookshaw. kt-  l 229 ] '— KYTE. T. TEL HAM. R O B I n S O N. JOHNSON. C. COrbüTT. J. AI E e R S. h k I N g S B u R y. S I AI on WATTS. F O W L E R. THOMAS BEARD. J. MAC ARDELL. THOMAS F R y E. R. H O u S T O N. F I S H E R. C. FILIPS. THOMAS WATSON. JAMES WATSON. W. PETHER. V. GR E E N. K 7 j.  [ *3 > ] \ j, R. SMITH. R. E A R L O M. J. D I X O N. R. DUNKARTON, — M U R P IIY. G. KEATING. .— B U R K E. C. SPOONER. . GREENWOOD. j. DEAN. — O K E Y. JOHN, WATTS. c. T O W N L E Y. ROB. LAURIE. DAVID MARTIN. —é SPILSBURY. J. FINLAYSON. W. DICHENSON. /C. HODGES. w.  [ *3i ] W, HUMPHRIES. W. D O U G H T Y. TASSAERT, JOSIAH BOYDELU JOHN JONES. TH OMA S PARK. JOSEIH GROZER. H E N r y HUDS ON. DERDE AANHANGSEL. LYST van ZWARTEKUNSTPRINTEN naar oude Meesters door hedendaagfche Kunjlenaars. Naar parmegiano: De Heilige Familie, door ph i l i p s. da»  [ 232 ] DANIËL de VOLTERRA. Het Outer ■ ftuk in King's CollegeteCambridge, door pether. correqgio: Een verblijf in Egypte, bekend onder den naam van ieziNGANA, door earlom. Venus Jiaande in een fchulp, door j. smith. carlo maratti: De Heilige Familie, door j. smith. carlo D O L e I .* christus brood breekende, in de verfameling  ï 233 ] ling van Lord exeter , door earlom. maria Dl fiori: Een Concert van Vogels, door earlom. n. poussin: &n Landfihap, door r e t h e r. M o r i l l o : Eene Hemelvaart, door mac ardell. S. Franciscus di Paula, door Denzelven. Een Schoolmeester en jonge, door pether. S. Antonius en het Kind' jesüs> door dean. q. matsys: De Gierigaarts, te Wind- S0r> door earlom. r rem-  L 234 3 r e m b r a n d . Tobias en de Engel , door mac ardell. Haman's Veroordeeling, door hoüston. De Voorjlelling in den Tempel, door e a r l o m# e l i a s, den Zoon der Weduw opwekkende, door Denzelven. abraham, zijnen Zoon offerende, door haidAchilles, door Denzelven. De Heer des Wijngaardi, door r e t h e r. Een Joodjche Rabbi, door Denzelven. Het Portrait van een Krijgsman, door Denzelven, Reinier Hansloo en zijne Vrouw, door jos iah boydell Bel-  [ m ] Helxassar, het Hand- fchrift aan den muur ziende, door hekry hudsof! f. bol: uihfalom, zich aan zijnen Vader onderwerpende, door Philips. TSIflERSr Eene tooyeres, de hel intreedendet door earlom. r u b b e n s .* Het Portrait van hem- zeiven, van zijne Vrouw en Kind-t door mag ardell.. Dat  [ -236 ] - Dat van Helend Forman, zijne tweede Vrouw, door pether. Dat van eenen Kloosterbroeder , klein, door v. green* wi li/i bert: De Heilige Familie, door Denzelven. van dyck: De Hertog van Buckingham, ei zijn Broeder, doorMAC ardell. Lord John en Lord Bernard. Stuart, door Denzelven. De Tijd, kortende de Vleugels van Cupido, door Denzelven^ Mofts in de biezen, door Denzelven. II o b b I M a : De Watermolen, een Landfihap, door earlom. BLAD-  BLADWYZER. A. Boyer, ,c0 Ardell, J. Mac, uo Br°edeletj J.v. i34 £ Browne, Alex. 83 •n, o , troggen, J v.d. 17a Barras, Gebast. 180 Barrett,' 223 C. Becket, Ifaak, 14, Cooper, J. i93 Bleek, p. van j8s CoIet R< ?y 1'Iois, de j85 Corelli, ,gs Blooteling, Abr. iP! Bouys, ,83 Evelyn, 27 F.  [ 338 ] F. K. Faber, Senior, ï8r Kirkall, Edw. 195 —— JtMiior, i38 jt Faithorne,W 7«««I27 Lens» Bern. 171 Fisher, Edw. 202 Leonard, J. Fr. 125 Frye, Th om. 203 Lutterel, 137 Furftenburg, T. a 60 Loggan, David, 9? G. M. Carrkk, 202 Miltons Portr. 191 Cole, J. 174 H. P' 0 Place. Fr. 72 Haecken, van, 105 Heist,Christoph 217 Heinekcn 181 R0bcrt, Prins, 27 Hooke, 35 Rjgendas, Phil. 2ió~ Houston, Rich. 217 S*  f 239 J S. VaiIIa»t,Eernard 69 Sarrabat, ,83 Valck, Gcr. .. lc6 Scaciari. l6 Van der Vaart, J. m Schalken, «Ja v. Somer, J. &r.IIS Schenk, 1?6 verkolje, J. II? Schuppen, P. van 71 M ' 1N • 117 Shcrvvin, W. 79'Verlchuring, W. I24 Stegen', van,? 30 Vertue, G. 205 SimonsJ. Irit w S kippe, J. je Smith, J. i55 Watfon, T. 203 ,p Wren, Christoph 19 White, Rob. i47 Tompfon, Rich. 89 ■ George, i5o V. Williams, Rog. 166 Vaillant, Wall. 62