VERSCH IJ N ING EN ' EN'. jf D R O O M E Nj OP HET EINDE DER ACHTTIENDE EEUW. E E N GROOT TREURSPEL, IN DE MANIER YAN IFFLAND en KOTZECÜK BENEVENS EEN VOORSPEL, Te bekomen in de meeste Boekwinkels, in de jtaaffche Republiek. Het zesde Jaar der Bjtaaffche Vrijheid.   PERSOQNEN, S m hes VoorJpeL IFFLAND, 1 KEIZER FRANS II. KONING FREDERIK WILHELM PAUL I. KEIZER VAN RUSLAND, KEURVORST VAN SAXEN. KEURVORST VAN BE IJ EREN. KEURVORST VAN KEULEN. KEURVORST VAN MENTZ. KONING VAN ENGELAND. KONING VAN S A R D I N I E N. PAUS, P IU S VI. T U R K SCHE KEIZER, SE LI M 11 h. HET F R A N S G H E D I R E C T O I R E. B U O N A P A R T E . B E R N A D O T T E. BON NI KR. DE DIRECTEUR R E W BEL. GENERAAL D U P li O T. A D M I R A A L B R ü E Y S. PIT?»  HTÏ. ADMIRAAL NELSON. DE GROOTMEESTER, VAN MALTHA, BARON HOMPESCH. EXMINISTER WÖLLNER. GRAVIN LICHTENAÜ. MOEDER ENKEN. GENERAAL SCHAUENBURG. ZWITSERS CHE BURGERS. DE SCHIM VAN CATHARINA II, DE SCHIM VAN FREDRIR II. DE SCHIM VAN FREDERIK WILHELM if. DE SCHIM VAN JOSEPH II. VERSCHEIDENE ZWIJGENDE EN SPREEKENDE PERSOONEN. De Tooneeten zijn door de ge/iee/e waereld* VERSCHIJ*  VERSCH IJ N IN GEN E N D R O.O M E N> OP MET EINDE DER ACHTTIENDE EEUW. VOORSPEL. Het Tooneel is voor de Potsdammer poort te Berlijn, in den tuin van den Tooneeldirecteur Iffland. PÈ DIRECTEUR IFFLAND , en de HEER VAN KOTZEBUE. Zij zitten aan een tafel te redeneeren, Iffland heeft een kop thee voor zich ftaan, waar uit hij, van ttjd tot tijd, een wijnig tfrtnkt; Kotzebue drinkt met drift een kop cixokolade. KOTZEBUE, Kort en'goed, vriend! onze manier deugt niet meer; de geheele waereld fchreeuwt over on°s, wij  a VERSCHIJNINGEN worden te gemeen, te triviaal, wij fchrijven ons zeiven uit, er moet wat nieuws bij de hand genoomen worden* IFl'LAND. Ei wat! laat hen fchreeuwen, onze roem is toch gevestigd; hier mijn waarde heer van Kotzebue, ligt nog ftof voor eenigc honderd famielje fchiidcringen , in mijn* algemeen beminden fmaak; reken nu daar nog eens bij, dat hier in Berlijn, de dagelijkfche nieuw igheeden van het Hof cn de fiad, mij voorraad genoeg tot een paar douzijn Treurfpelen op leveren ; er moet dus maar op los gefehreeveu worden, genoeg, wij verdienen geld. KOTZEBUE. Dat is de zaak! Geld! ziet gij, vriend, daar om legde ik ook mijn prcefidium neder en werdt theaterdichter aan het hof te Weenen; gij 4000 Rijksdaalders, ik 4CCQ Gulden, heet dat niet met verliand gecalculeerd ? IFF L AND. En dan , ftaan wij niet boven aan , en reegelen den fmaak? Ik fchiider huisfelijk geluk, dagelijkfche deugden, laat liederlijke rangen van rijke neeven, cn lompe ooms tuchtigen, en deel zo hier en daar Qen gevoeligen tik uit. K • T Z E B U E.  en DRUOMEN. $ k O T ZEBUE. En ik vermaak met laffe dubbelzinnigheeden, verkrachte meisjens, gefchondene vrouwen, .'en ftel mannen aan tde fchandpaal, zo als de overleeden doctor Baiirdt, zaliger gedachtenis; fchrijve kinderen mijner luimen, en dochters mijner vreugde; Lang leeve de genie! iFFLAKDt Maar waarlijk, mijd waarde heer van Kotzebue, gij geeft nu en dan uw genie al te veel den ruimen teug#, doe liever zo als ik; ik veins deugden, en ieder een hou.it mij voor deugdzaam, offchoon Lesfing zegt: dat men het meeste van die deugd fpreekt, die men niet bezit: gij verfchijnt te dikwerf in puris naturalibus. kotzebue. Kinderen der natuur, lieve vriend! de waereld kent mij reeds; gij moei mijne vlucht naar Parijs kezen ; maar U vertrouwen zij niet regt. iffland, Qlagchend en drinkt thee.~) Laat hen fhappen! Op de groote vloer van het waereldstooneel ben ik toen de gróote Ifhand. kotzebue, Qfchommelt onder eenige papieren , en haalt een Manufcript ten voorfc/iijni) Wat is dat ? A S IFFLAND,  4 VERSCHIJNINGEN' iffland' Een nieuw Treurfpel. kotzebue, (Jeesti) „ Verfchijningen en droomen, aan het einde der 18de Eeuw!" Qtj doorbladert het Manufcript?) Hagel!, en Donder! Dat zal opzien verwekken. iffland. Niet waar? kotzebue. Welk een rol zult gij 'er in overneemen? iffland. Die van Buonaparte. kotzebue. Heerlijk! Wat wed gij, of Bottelier, in Weimar, fchrijft weder een boek over de ontwikkeling der fchoonheeden van Ifflands fpelen. iffland. Dat verftaat zich. kotzebue. O fchoon! Dan krijgt men weder een gelaarsden Kater te leezen. iffland. Zwijg van dezen gelaarsden Kater! — Om weder op  en DROOM EN. 5 op mijn Treurfpel te komen. Ik had het gaarne een groote waereid- en famielje-fehüderij genoemd, maar de driedubbelde compofitie van waereid, famielje en fchilderij, feheen mij evenwel te veel gewaagd. kotzebue. Eij! Wij kunnen alles zeggen, wij. Ik ben van voorneemen, om eerstdaags het laatste oordeel te fchrijven, na Rubens. Gij moet naar Weenen komen, om de hoofdrol 'er in te fpeelen. iffland, Top! Dat blijft 'er bij; kom nu mede naar den Schouwburg, om den man van zijn woord te zien. Einde van het Voorfpel, A 3 EERSTE  6 VERSCHIJNINGEN EERSTE VERSCHIJNING. Het Tooneel is te Raftarf, De Gezanten der Rijkstanden, en de Fratifcht Gevolmagti gden. BONNÏER. De Rhijn blijft onherroepelijk: de grenslinïe van het Franfche gebied! Wat ook enkele Standen, die zeeker door den af (land der Rhijngrenfen verliezen, van gcflooteuc tractaaten mogen fpreeken; genoeg, de Intregiteit des Rijks zal nooit tot een bafis van den vrede aangenoomen worden. KEURMENTZ. Wij hebben geen magt om een enkel dorp afteftaan. BON NI ER. Gaa dan heen, en haal u nieuwe onbepaalde voimsgtcn.- Eer kunnen de Franfche Gevolmagtigden in geene onderhandeling treeden. KEURKEULEN, Maar wat hebben wij dan toch misdaan, dat men ons  EN DROOM EN, 7 ons zö gruuwzaam tuchtigen wil? Het Rijk heeft zich, geduurende de geheele Revolutie, immers altoos lijdelijk gecraagen. 1 bonnier, Hebt gij ons niet het eerst dert oorlog verklaard ?' Hebt gij, ouaangezien alle voorftellingen, onze vijanden, de Emigranten, niet op uw territoir geduld? Hebt gij de Condeërs niet van wapenen 3 geld , en amunitie voorzien? is dit niet waereid kundig genoeg? keurmentz. Wij hebben Reeds hetv bevel van het opperhoofd des Rijks gevolgd. b e i j e r e n. De Paltz heeft dit zwaar ondervonden. saxen. Wij hebben flegts als medelanders van het rijk onze hulp beweezen; Saxen heeft zich nooit in de belangens van Frankrijk gemengd. vers c heide gezanten. Men dwong ons tot den oorlog, wij wilden niet. bonnier. Na, dan moet gij ook de rekening betalen. A 4 ROME.  8 VERSCHIJNINGEN R O M E. Het Toonee! is voor het Paleis van den Franfchen jlmbasfadeur jo s eph buonaparte. j o s e p h buonaparte, generaal duphot, fran sc he soldaat en, eenig romein sc h gemeen en s o ld a aten. ( Groot allarm op de /Iraat, het Volk fchreeuwt -woest door elkander?) t Leevc de Republiek! Vivat het Romcinfche Volk! Naar den duivel met den Paus'. een romein, (hij deelt geld onder de menigte.') Hier mijne vrienden , is geld voor u: Piasters en Sequinen ; roept de 'befcherming der Franfche natie in, het volk. Leeve Buonaparte! Weg met den Paus, naar den duivel zijne regeer.ing! Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap buonaparte, (aan het vengjler.) Weg gij rustverftoorers! of men zal u 5 beencn maaken, hét  EN D R O O M E N, 9 ^ I het volk. Leeve de Republiek ! een romein. Schreeuwt, gij ezels! het volk, (veel onjluimigerl) Leeve de Republiek! Leeve het Romeinfche Volk ! (Een Piket Ruiterij omcingelt het Paleis, men hoort fchieten , het volk vloeit hoe langer hoe meer, bij elkander, zij zijn met Pieken, Snaphaanen , Dolken en Zwaarden gewapend.) buonaparte, (hij verfcliijnt in zijn costuum en treedt onder het volk.) Wat wilt gij, en wat zal dit woest geraas beduiden ? het volk. Vivat Buonaparte! wrij zijn Republikeinen. (Er vsorden eenige fclxooten gedaan ) buonaparte. Verraaderij! dat zijn fluikmoordenaars, en geen Republikeinen, (hij gaat terug.) A 5 het  10 VERSCH IJNINGEN het vol k. & Leeve het Romeinfebe volk ! de heilige kaïholijke Religie triumpheere! QEen compagnie fufeliers rukt voorwaard$ en geeft vuur; eenige ferven Jen en vluchtenden fchreeuwen woest door elkander) Mordio! Mordio! Heilige Maria, wij zijn gewond 1 de generaal duphot, {yerfchijnt met eenige Franfche Soldaat en , en Jpringt midden onder de Ro~ meinfche Solaaaten ) Terug, gij elendigen! en ontheiligt de vrijplaats der Franfche Republiek niet. eenigen uit het volk. Stoot hem ter neder ! weg met het Franfche canailje! duphot, (zijn'' degen trekkende.) Rebellen , fpreekt gij zo met den vertegenwoordiger van een groot volk ? het vol k. Weg met hem! Mordio! (Duphot verdedigt zich, wordt met fleenen en fabelfwuwen gewond, en valt, met verfchetde fnaphaanfchaoten doorboord, eindelijk fieder.) EER-  EN DR O O MEN. li B E R L IJ N. de koning en eenige ministers. de koning, Ik wil volftrekt niet, noch voor de een noch voor de andere partij Hemmen, ik wil geheel neutraal blijven, wij hebben thands in ons eigen huis genoeg te doen. eem minister. ' Sieyes blijft op een katagorisch antwoord aandringen. % ' de-koning. Geef hem dit: dat mijn vast voornoemen is, om mijne ftaaten in rust cn vrede te hou.lcn, en dat die gene, die mij hier in hinderlijk zouden willen zijn , ondervinden zullen, dat ik vast befiootcn heb, dit voorneemen met al mijn raagt te onderftcunen. minister. Dat is edel gedacht, uwe Majefteit zult door de liefde en trouw van few volk altoos iedere onderneeming van buiten, moedig wederftand kunnen bieden, DE  I? VERSCHIJNINGEN de konin-g. Van buiten en in mijn land. Ik ben geen liefhebber van onnutte oorlogen, zij (lichten weinig goeds, zo als ons het voorbeeld van mijnen bverleeden vader geleerd heeft; indien men niet ter beJuhermirig des Lands, of om een groote onbillijkheid tegen te gaan , den degen behoeft te trekken, dan is het veel beter dat die in de fcheede blijve. minister. Deze gevoelens zijn den kleinneef des grooten Fredriks waardig. de koning. Zijn roemrijk leven zij mij een voorbeeld ter navolging; deze wijze Monarch diene mij tot een exempel. minister. Ja, genadige Koning, treed gij in de voetftappen van uw' oudoom ; hij was meer Vader dan Koning, hij was van ieder een bemind en bewonderd. de koning. Vcelen zijn in den waan, dat men zich dan eerst re£t  EN PROOMES. IS regt vorstelijk gedraagt, wanneer men de onderdaanen met belastingen bezwaart, en door gewelddaadige dwangmiddelen hun vermoogen uitput, hiervan zwelgt en brast, en de verkreegene hoogheid door fchandelijke lusten bevlekt; men voert wel een koninglijke pracht, en wikkelt zich in. verderfelijke oorlogen; maar hierdoor worden de vaderlijke fchatten en het zuure zweet der onderdaanen verkwist, men verliest de liefde en het vertrouwen van zijn volk, en men bekleedt niet meer de aangenaameplaats van een'liefhebbenden vader, maar die van een'vreesfelijken tijran. MINISTER, Waar, zeer waar! DE KONING. Ik kan mij niet begrijpen, hoe zulk een vorst óver* de Eer denkt, en niemand kan mij doen gelooven, dat hij in zeekerheid is ; het is een fobere Eer, om over arme uitgeputte onderdanen te heerfehen , daar en tegen is het zeer lofwaardig, wanneer men rijke en welgegoede Staatsburgers beveelen kan; dit is mijn geloofsbelijdenis. M IN T 8**  14 VERSCHIJNINGEN minister. 6 Dat uwe Majeftcit altoos bij deze prijzenswaardige gevoelens blijven moge! de koning Hebt gij het vonnis van het kamergericht, betreffende die Lichtenau ? minister. Ja, genadige Koning! (hij geeft het den Koning,) de koning, (hij leen) Zij heeft den Haat beleedigd, daar voor moet zij boeten, (hij onderteekent) eeuwige gevangenis te Giogau, heure gcftoolene rijkdommen k domen ten voordeele van het land , zo is heï billijk; mijne particuliere beleediging vinde ik beneeden mijne wraak, het Haat een' vorst Hecht, wanneer hij eene perfoneele beleediging, als vorst, wreeken wil. de minister wöllner, (komt binnen.). Uwe Majefleit heeft mij doen roepen. de koning, (geeft een der Ministers een' wenk, deze verlaat daar op het kabinet. Gij zijt Wöllner?  18 VERSCHIJNINGEN gelukkigen Staat; alles ver wachten uwe getrouwe ohdérdaanen van uwe Majóftèit.' de koning. En 2uUeii zich ift tnïj niet bedriegen. MINISTER, liet is uitgemaakt waar» dat Pruisfen altoos zijne zo roem- en eervolle fituatie zal behouden, wanneer het zich in deszelfs politieken werkingskring regelmaatig beweegt, en voornaamlijk het nangenoome fyftema van Frederik den grooten, en deszelfs wijze Staats-oeconomie, onderhoudt; vestigt uwe Majefteit maar een ogenblik heure aandagt op heur groot voorbeeld, Frederik den eenigen. Als vader van zijn volk, was hij geëerd, als Koning gevreesd, als Bondgenoot van de grootfte beheerfchers met nadruk en ijverzucht gezocht, als held bewonderd, als Philofooph geacht, en als mensen bemind; zijne Ém wijsheid verzaamelde fchatten, waren altoos, in tijd van nood gereed, en waren niet door nieuwe en ondoenelijke afperfingen gekogt; zijne door krijgstucht en bekwaamheid even zo uitmuntende als gevreesde Armee, was fleeds gewoon te zegevieren, en week den vijanden, ook bij het wankelende  en DROOMEN. jp bn4f krijsgeluk, geen ogenblik aan dapperheid; Mannen welkpn hij met zijn vertrouwen vereerde, waren gezamentlijk de achting aller braaven waardig; nooit beminde hij.de verkwisting, hij leefde als een prl'vaatman, en noemde zich zelVen dikwerf den eerften Burger des Staats. DE KONING. Onnavolgbaares uw geest omzweeve mij In alle mijne verrichtingen. — Gelijie mij in den Staatsraad. ( beide af.) P A R ij S, MET FRA.NSCHE DIRECTOIRE EN BUONAPAJtTE. BUONAPARTE. Burgers Directeuren 1 Ik hoop niet dat gij op mijn plan tegenwerpingen zult maaken. Het is alleenlijk in het hart van hunnen koophandel, dat wij Engeland moeten bevegtcn. Indien zij het graf van hun tot hiertoe uitgeoefend Despotismus; met cene B i Armee  'ao VERSCHIJNINGEN vArmee van 40,000 Man, beloof ik u, den oost-en westindifchen handel in handen te leeveren. REWBEU Waardige overwinnaar van Italiën! de ratificatie des vredes van Udino, die gij de regeering der Republiek als een onderpand^uwer heldenmoed in handen hebt gefield, ftrekt ons ten waarborg voor de vervulling uwer belofte ; wie, zo als gij, de benijders van het geluk, door verftandige maatiging in het geluk , en door opoffering van alle praal, die u bij de loerende partijen verdacht konde maaken , geflagen heeft, die heeft alle verwagtingen der Republiek bevestigden met dezelven de overwinning over de rivalifeerende magt van Engeland ; ga heen, en wees ook de Republiek in de verafgelegene landen nuttig. (Buonaparte vertrekt*") SCHAUENBURG. Burger-Directeuren, ik verwacht uw bevel. REWBEU Burger-Generaal* hier is uwe order? de Zwitfcrs betalen; gij bezet met onze troupen hun land, en de  en DROOM EN. 21 de burger Rapinat verzamelt de contributie ; overal wordt de regeeringsform op den Franfchen voet georganifeerd, en alleenlijk vrienden van het Franfche fyftema tot Directeuren verkozen. sch auenburg. . Zonder twijfel zullen onze grondftellingen zegevieren , en wilde men ze doen mislukken, dan zullen wij ze met kanonnen demonftreeren. W E E N E N, De Keizerlijke Burgt, keizer frans, baron van thugut, en verfcheide ministers. keizer frans, jlaat met een vliegenklap de vliegen tegen den muur dood.) Drie in eens.' dat is wat veel. B 3 thugut.  &ï VERSC H I ] N 1 N G E N. t HUGÜ T. Uwe Majefleit! ■keizer frans. Wat wilt ge mijn heer? t U Ü g u t. De Ambasfadeur van Frankrijk is gearriveerd, en verzoekt heden bij uwe MajÉfeft htn au.tientie. keizer frans. Zo ; hebben wij oorlog of vrede ? t h y GUT. Tot nog toe hebben wij vrede ; doch de ingekomene berichten van den graaf Ccbentzcl, uit Selz, doen ons, echter vreezen, dat de oorlog weder op nieuw zal uitberften. keizer frans. Zo? Nu, dan- moeten mijne troupen maar marfcheeren, die zullen wel met hun klaar komen. thugut. ik hoop , dat het on weder nog zal worden afgewend, zonder dat uwe Majcileit noodig zal hebben, deszelfs troupen te laaten marfcheeren. ' keizer  sn DROOMEN- 23 keizer frans. pat is mij lief; is er wat tc onderteekenen ? eenige ministers. Hier! hier! (verfcheide Ministers overhandigen depêches ) keizer frans, (onder 12 eken t zonder $e lee^n?) Dat is wat veel op eenmaal. thugut. Wanneer beveelt uwe M.jefleit, dat de Ambasfadeur ter audiëntie zal verfchijnen? keizer frans. Thands ga ik naar Laxcnburg op de jacht, en mofgen naar Baden; over acht dagen kan de Ambasfadeur verfchijnen. Het Tooneel fielt het huis van den franfeken uimbasfadeur te IVeenen voor. bernadotte en het we en er gemeen. het volk, (woest door elkander?) Zie! zie eens, een vaandel! dat kan er niet door! B 4 een  24 VERSCHIJNINGEN è e n ui.t het volk. Naar bciueden met de vodden, wij zijn hier niet in Parijs. eenige verkleede standspersoon.es. De Franfehen befpotten u in het aangezicht! Dit vaandel der vrijheid bcleedigt de Oos'tenr.ijkfche natie en de Keizerlijke hoofditad. het volk. Men moet het vaandel naar beneeden haaien. een jonge knaap. Die vodden zullen fpoedig om laag zijn. Hij klontert naar het vaandel, en wil het naar beneeden rukken, in dat zelfde oogenblik verfchijnt Bernadotte met een' ontblooten degen , alle de perfoonen tot het gezantfchap behoorende, vergezellen hem, zij zijn i insgelijks gewaapend. bernadotte. "^Vat wil dat kanaille? Scheert u naar den duivel! het volk. Ho, boï Gij Franfehen , gij zult ons toch niet opvreeten ! ber-  . en DROOME N. 05 bernadotte,, (kwetst eenige» uit den hoop) Houdt daar, gij honden! De bedienden van Bernadotte flaan met fokken op de indringende menigte. Wilt gij gaan , gij rekels! het volk. Wagt f gij vervloekte Franfehen, wij zullen u leeren, Weeners te kloppen. Hier begint een algemeene vuistbatailje, Bernadotte, zijn gevolg en bedienden gaan in huis, en grendelen de deur digt, het gemeen bejlormt het hotel van den Jfmbasfadeur; de driecouleurige flag der Republiek wordt vernield; de meubilen en vengjlers /tukken gejlagen, en een algemeene woeste volksoploop maakt een einde aan de eerste verfchijning» NB. tot besluit kan hier de hijmne en den marsch der we en er. vrij willigen gespeeld worden. B $ TWEE-  a6 VERSCHIJNINGEN TWEEDE VERSCHIJNING. L O N D O N. Het Tooneel Jlelt het huis van Pitt voor,. PITT, EENIGE LORDS. PITT- Het Parlement heeft de nieuwe fubfidien voor dit loopende jaar toegefiasn, en de Koning heeft dezelven gesanctioneerd; de belastingen zijn , wel is waar, vierdubbeld verhoogd; maar de waereid zal weeten, dat de Engelfcbe natie noch door nieuwe taxen, noch door andere daarftelling heurer krachten zich uitgeput heeft. EEN LORD, De oppofitie partij fchreeuwt luide: de nieuwe belasting van Pirt, om zeven mellioenen ponden Sterlings op te brengen, is niet meer of minder dan eeq,  en DROOME N. 27 een requifitie, Fox noemt ze de laatste infpanning der Engelfche krachten, EEN ANDERE LORD. Het volk mort luide, noemt u een' Ministerieelen tyran, cn die nog .bovendien met de natie den fpot drijft, en door zulke gevvelddaadige afpersfingen en mishandelingen der Engelfche conftitutie, dc vijanden de vriendfchappelijkile ontfangst op het eiland bereidt. pitt, (Jagchende?) De natie heeft het recht om te fpreeken en te fchimpen, indien ze maar opbrengt; ik moest het mij immers ook laaten welgevallen, dat geduurende de procesfie naar dc St. P;:uis kerk, toen het plegtige dankfeest wegens de overwinning van Duncan gecelebreerd werdt, men mijne equipagie met drek wierp en mij zelfs infuiteerde, onderwijl dat de Dames mij de bewijzen heurer toegenegenheid gaven, EERSTE LORD. De nieuwe. Republiek maakt zich met alle ernst tot cenc landing gereed, en met eene ftandvastigheid, die, indien dezelve gelukt, voor ons van een kwaad voorteken kan zijn. pitt,  %l VERSCHIJNINGEN PITT. In dit geval zijn alle onze kusten tot hunne om* fangst bereid, en de eerste landing zal hun zeeker niet gelukken; ik vrees geheel iets anders dan een landing op Engelfchen bodem. TWEEDE LORD. En dat is? PITT. Ik vrees voor eene onderneeming tegen onze bezittingen in de Oost of West Indien TWEEDE LORD. Dat zoude in der daad een dollemans plan zijn. PITT. Zeeker zoude dat een koen waagfluk zijn, masr wat is dezen nieuwen vrijheidshelden niet mogelijk! Men moet op alles gevat zijn ; als wij masr op het vaste land een kleine diverfie onder de Franfehen kónden bewerken. EERSTE LORD. De Koning van Pruisfen blijft ernstelijk bij zijne neutraliteit, en betoont eene onoverwinnelijke ftand- vas-  enDROÖMEN. 29 vastigheid in zijn voorneemen, om te beletten, Wat de oorlog niet op nieuw tegen Duitschland woede. pitt. Nü dan /zo laaten wij, door Engelfche guinjes, op den bodem der nieuwe Republiek zeiven, het zaad van tweedragt uitftrooijen; — ook Pitt blijft onveranderlijk bij zijn eens aangenoomen fystema. G L O G A U. Het TooneelJlelt een open plaats, dicht bij den Öder-Brüg voor* de gravin van lichtenau rijdt met heur móéder enken over den Brug ; v o l k op den Brug,* o f- £ i cie r s , pruissische grenadiers, OVeral zien de menfchen uit de vengfiers, eenige^ handwerkslieden flaan onder de Poort, een paar jooden. schildwachten aan den brug. paar rijdt de hoer met de oude koppeUaarfter! X9K  en DEOOMEN. 35 (Zij fchenkt een glas Champagne in.')) Daar Mientjen, drink en fchep moed. de gravin, (zij neemt een Medaillon die zij om heur hals heeft. 6 Gij! die mij door een ongelukkig gefternte ontrukt zijt. . .. Zonne van mijn aanzijn ! Kracht vsn mijn leven ! Waarom fneeden de onverbiddelijke Parfen u zo fnel, zo onverwacht, den draad des levens af? Waarom kondet gij niet zo lange leeven, tot dat ik mijne Mülioenen in zeekerheid ge^ bracht hebbe, en met het geld het geen de--nu ver* brijsfeide Tabaks Monopolie mij zoude inbrengen, het Vorstelijke landjen van Pijrmont gekocht hadde? Waarom werd u van de Goden, gij God dezer Aarde-, ■de onfterfelijkhcid geweigerd ? — Moest het zo verre met u komen! Ook gij een lp ijs der wormen. (Zij JJaat Hamlet op en leest.) „ De verte Koning en „ de magere Bedelaar zijn flegts tweederhande gercch„ ten; twee fchotelen voor eene tafel.... Dit is het „ einde van het Lied." koeder enken, (zingt.) - Weg met de frnan Want hier is wijn ! (Zij drinkt Champagne en hoest}  $6 VERSCHIJNINGEN de gravin, (in gedachten verzonken.) Het einde van het Lied ! Zegt gij dat oude Brit? (Zij fpringt als in woede op!) Waar is mijne Hoogheid? Waar zijn mijne Koninglijke Paleizen? Waar die kostbaare Maaltijden en Feesten ? Waar die Pracht en Sieraad, van welke geheel Europa fprak ? Verbaten mij alle mijne Creatuuren, die op een' wenk van mij vloogen? Spoed zich nu geene tot mijne redding?.— (in Medeafche razernij.) Ha! zweept ze hier, die ondankbaaren, dat ze zien, dat ze voelen dat 'er nog Goden Ieeven, ha! zweept ze hier heen, rukt hun het verraaderlijke hart uit het lijf; verbrijsfeld hen van lid tot lid! Steekt hun de oogen uit, en rukt hun de klapachtige tong uit den hals! .... Zweept ze hier heen! (zij Jlaart met wilde oogen in het rond, en brult met een vreesfelijk gehuil.) Ha! ha! ha! .... Voort om mijn leven te eindigen. ( zij trekt het vengjler open en •— groet vriendelijk een* voorbijgaanden Hufaaren Cornet ; deze komt op een' wenk van de Gravin boovent die als eene enthoufiastifche vereer/Ier van fchoone formen, zich troost in het aanfchouwen zijner Jlijffpannende lederen Broek, en gevulde \uiten!) car tel est notre bon plaisir. mo e-  e n D R O O M E N. 37 moeder enken, (fpringt, van de Champagner half dronken, in het rond, en zingt!) Als het altoos, als het altoos zo waar! MALT H A. De Franfche vloot ligt voor anker, de Troupen zijn reeds geland, en bezetten alle ferke plaatfn van hel Eiland. buonaparte, admiraal bruijes, de grootmees t e r en eenige u a l t ii e s e r ridders. buonaparte. Ik zal niet eer opnouden met fchieten, voor dat de Grootmeester dit gehcele Eiland aan de Franfche. natie overgeeft, dat kunt gij hem zeggen. een ridder. De Grootmeester verzoekt alleenlijk; een ftilftand van wapenen. C 3 bvo-  38 VERSCHIJNINGEN BUONAPARTE. Onder 6én beding bewillig ik hier in , naamentlijk , dat de Capitulatie wegens de overgave ;van dit Eiland het onderwerp 'er van zij, mijn Adjudant zal u vergezellen, HET CAPITTEL HUÏJ& HET VERGADERDE ORDEN SC APITTEL. GROOTMEESTER. Wij zijn in de daai te zwak, om eene armee van 40,000 man te kunnen wederftaan,. cn op hulp kunnen wij niet reekenen. EEN DUITSCH RIDDER. Erinner u uwen grooten voorganger, den Grootmeester la Vallette; zijn toeftand was zeeker onge* lijk veel bedenkelijker dan de uwe, toen Mustapha en Pioli in het j .ar 1565 MaUha belegerden, en evenwel zegepraalde hij. EEN ANDER RIDDER. Geen Ridder was tc dier tijd zo laf, om var* over-»  en DROOMEN. S9 overgave te fpreeken; zij verkoozen veel eer den dood. dan een onteerend verdrag. een derde. Onze pligt gebiedt ons; te overwinnen ofte fterven, een napolitaan sc he ridder. Regt! maar de voorzichtigheid gebiedt ons ook, om ter regter tijd toegeeffeiijk te zijn; men moet zich in dc omlïandi^heeden fchikken, en de aangeboodene voordeden niet van de hand wijzen; Buonapartes krijgsgeluk is bekend, alles beeft voor hem — daarom zeg ik : geef toe en voeg ü na de ïijdsom Handig heed c n. een fransch ridder. Buonaparte is aanvoerer der Franfehen, ook ik ben een Franschman , ik vegt niet tegen mijne natie; mijn pligt gebiedt mij, om tegen den erfvijand te ftrijden. vers c heide ridders. Wij vechten niet! wij vechten niet! grootmeester. Stil! daar komt een Adjudant,der Republikeinen» C 4 a d j u-  óp VERSCHIJNINGEN A D J U D A N T j U R A Ti Ik groet n Ridders , en bkde u in naam der groote natie, die door Buonaparte gereprcfcntecrd werdt, vrede, eenheid en broederfchap; hier zijn de voorwaarden , onder welken Buonaparte u een wapenflilltand vergunt; neemt gij die aan, dan zijn wij vrienden, zoo niet, dan neemen de vijandclijkheeden op nieuw weder een begin. D£ GROOTMEESTER , Qfast,) „ De Grootmeester zal als een jaarlijks pennoen „ 300,000 Livres van de Franfche Republiek genie„ ten, tot zo lange als hij van het Congres te Rafiad ,, een Vorstendom zal hebben verkreegen " Ieder Fransch Ridder werdt geduurende zijn leven een penjloen van icoo Livres toegelegd; voor de overige Ridders zal de Republiek heur vermogen bij derzeiver natiën aanwenden. VERSCHEIDE RIDDERS. Wij zijn te vreden. ANDERE RIDDERS. Een fchandelijk verdrag, eene onoverwinnelijke vesting zonder tegen Hand overtegeeven. D E  snDROOMEN. 4ï de commandeur. Zwijg ! Grootmeester, gisteren hebt gij mij, uit hoofde mijner gevoelens, in de gevangenis doen zet^ ten; maar zoo gij mij ook doode, zo zoude ik u nog in mijnen dood verzeekeren, dat ik niet tegen mijne landslieden wilde vechten; Basredon Ranfyat vecht niet dan tegen de Turken. grootmeester. Het zij zo! ik ben gedwongen — de fchande treffe dengenen, die het dus wilden; ga, Ranfyat en onderteeken in mijne plaats, het verdrag. PETERSBURG. keizer paul, deszelfs minister, gene^ raals, popen. paul. Nog eens: het is mijn onwederroepelijke wil, dat ieder, die mij op ftraat ontmoet, de knieën voor 'mij buigen zal; en zijn het rijdende perfoonen, c 5 * dan  42 VER SCH IJ N i N GE N dan moeten de rijdiuigen ftii houden-, en de zich daar in bevindende perfoon moet er uitkomen, en met den rechter knie voor mij buigen. EEN GENERAAL. Maar als het nu eens modderig op de Hiaat is2 PAUL. Dat doet ër niets toe! Onzen geheiligden perfoon komt het offer der aanbidding toe, en hij, die aan dezen mijnen wil niet gehoorzaamt, zal ik den neus 'en de ooren doen open fplijteu , men moet het volk daar door in eer en refpect behouden. MINISTER. Jofeph de tweede en Frederik de tweede hebben beide door openlijke kabinetsorders het kniebuigen verbooden, wijl zij pleegen te zeggen, dat bet kniebuigen een eerbewijs was, dat God alleen toekwam. PAUL. Ik heb geen voorbeelden noodig, ik ben een origineel; het draagen van ronde hoeden, gelets, pantalons, fraks, fchoenen met flrikken, Brutuskoppen cn dikke dasfen, is insgelijks op de iïraf van naar gvberiën te worden gezonden , verboden. I GE-  o DROOMEK. 43 GENERAAL, (ter Zijde!) Hoe zullen de buitenlanders lagchen, wanneer zijdeze Abderiten ftreeken te hooien komen. PAUL. Mijne aangeftetde cenfeurs zullen ftreng vigileeren op alle boeken , nieuwstijdingen en journaalen, die van buitenslands komen, en nieuwerwetfche grondftellingen bevatten; bet zal niemand vrij (laan, om, zonder onze allerhoogfte toeftemming, te leezen, fcbrijven, drukken, en indien het in mijne magt ftonöe, — verftandig te denken; liefst had ik, dat mijne onderdaaqen in het geheel niet meer lazen. POPE N, Om dat te bewerken , hebben dc cenfeirs van ons reeds bevel omtfangen, alle boeken der zich hier bevindende Bockverkoopers, zo lange onder een voorwendfel te rug te houden, tot zij oud worden, en geen levendige ziel die meer koopcn wil. PAL' L. Regt zo. (tegen een' Minister.) De drie volgende Ukafes moeten terftond worden gereed gemaakt. Geen buitenlander zij het geoorloofd onze grenzen  44 VERSCHIJNINGEN zen te betreeden; wie onderneemt, zonder onze allerhoogfte toeftemming naar Rusland te koomen, die wandelt naar Siberien, Onze onderdaanen en yafalen werdt voor ecuwig en altoos verboodcn, geen buitenlandfche Academiën en Schooien te bezoeken, dewijl hunne harten en hoofden door de nieuwerwetfche leerflellingen bedorven werden, en wij dus Hechte onderdaanen krijgen, die niet weeten te gehoorzaamen. Onze vloot in de Oostzee zal zich met de Engelfche, en die in de Zwanezee met de Turkfche vloot vereenigen, om dc vijanden der geheeie waereid, de Franfehen te overwinnen, indien dezelven lust zouden hebben, hunne fchandelijke grond Hellingen , ver :er te verfpreiden. Te gelijker tijd zal 'er eene Landarmee van 40,000 man door de Ukraine mar* foeeren, om zich met de armeen van onzen goeden vriend en Bondgenoot den duitfehen Keizer te vereenigen , en hem tegen zijne vijanden te befcher* men, dit is onze allergenadigfte wil; voor het overige zijn wij u met genade genegen. KON-  en D R O OME N. 45 KONSTANTIN OPOLEN. KEIZER S'ELIM, TAMARA, RUSSISCHE MINISTER, de ENGELSCHE AMBASSADEUR, SIR SCHMIDT. TAMARA. De Grootvifier, Kaimakan en de Mufti, zijn door de Franfehen omgekogt, en zijn met hun over de voorgenomene landing in Egypten overeengekoomen geweest. S E LIM. Daar weet ik geen woord van» SIR s MI D T. De Koning, mijn heer, heeft desweegen beflooten , een vloot onder bevel van Nelfon, den Franfehen in het gemoed te zenden, en alles ter vernietiging van de Franfehen toetebrengen; gij van uwe zijde, Selim, moet aan de Rusfifche vloot de Dardanellen openen, om in gemeenfehap derzelve op de Middellandfche zee zo veel te beter te kunnen werken. tamara.  4<5 VERSCHIJNINGEN tamara. Vertraagt gij om de Franfehen plotfeling den oor* log te verklaaren, de Grootvifier en de Mufti aftezetten ; weigert gij onze Scheepen de doorvaart door de Dardanellen , en onze geallieerden, de Engelfchen , uwe hulp; dan zal Buonaparte u van den throon jaagen, en uit het oriëntaalfche Keizerrijk een nieuwe Republiek, volgends den franfehen fmaak, vormen. sir smid t. Befchouw de onderneeming van Paswafl Ogin, de plotfelijke landing van Buonaparte in Egypten —- en gij zult zien, welk gevaar u dreigt. s ë l i m. Wel aan dan, (tegen zijn' Minister) de Grootvifier en de Mufti zijn van hunne tot hier toe bekleede waardigheid, vervallen verklaard ; de oorlog Worde tegen de Franfehen gedeclareerd ; alle havens voor de Engelfchen en RusCen geopend; ga en volvoer mijn bevel, en deel hetzelve aan mijne Pacha's en getrouwe Janitfaaren mede. sir smid t« Keizer, fta toe, dat wij de oorlogsverklaring tegcr»  en DROOMEN. 41 tegen Frankrijk vervaardigen ; de proclamatiën der Earopeefehe Kabinetten zijn voor u niet duidelijk genoeg, selim. Ik weet het wel, daarin zijt gij meester, ZWITSERLAND. Het Tooneel is in den omtrek van Stantz. frans che legers, schauenbürg , burgers van stantz, bewooners van het gebergte. sChauenburg. Geeft u over, gij Rebellen ! burger. Wij zijn geen Rebellen, wij zijn Zwitzers, envesten voor onze haardfteeden en eigendom. S CHAUEfN*  43 VERSCHIJNINGEN schauenbürg. Gij zult de nieuwe Conftitutie aanneemen, dit is de wil van het Franfche Directoire. burger. Wij hebben reeds eene Conftitutie, die hebben wij bezwooren, en die willen wij behouden; het Franfche Directoire heeft ons niets te beveelen, wij zijn vrije Republikeinen. schauenbürg. Spreekt gij zo onteerend van het Directoire ? ■'' burger. Alle respekt voor het Directoire en voor de natie, maar met ernst gefprooken, over ons heeft-zij niets te beveelen; wij willen ons van Rapinat en zijne creatuuren niet laaten uitplunderen. schauenbürg. Rapinat vordert niets dan Contributiën voor de Franfche Armee. burger. Wij hebben om geen Armée gevraagd, waarom dringt men ons eene Armée op; Rapinat is een rover j en wij geeven niets. ■schau-  •e n D R O O H E N. 49 schauenbürg, Gij onbefchaamde Rebellen, fpreekt gij zo van een Fransch Burger? Ik Vraag u nog eens, en voor de laatftemaal: wilt gij u overgeeven? de burgers en bergbewooners, (fchreeuwen vreeslijk.) Neen! Neen! Eer ons leven! schauenrurg, (geeft het teken tot den aanval?) Alons! Marsch! (Er begint een moorddaadig gevegt, de Franfehen worden eenige keeren terug geflagen, de Stantzer Burgers vechten als wanhoopenden; eindelijk moeien zij voor de overmagt bezwijken. Een gedeelte Vssr van wordt ter neder gefabeld, weinigen ontkomen* De Franfehen dringen in Stantz; vrouwen, kinderen,, grijsaarts worden door het zwaard vernield; de kerken en huizen worden geplunderd , en eindelijk de Stad aan vier hoeken in den brand gflooken. Stantz flaat in de vlam, en de Republikeinen zingen de Car* magnole.) E> ©ERDE  SP VERSCHIJN! N G E N DERDE VERSCHIJNING. Congres ie Pilnitz, waarop alle Europeefche Mogendlieeden vergaderd zijn, de keurvorsten en vorsten van het rijk zitten aan de rechter, de rijks sten den, in eene ootmoedige houding, aan de linker zijde; plegtige Jlilte. saxen* Greeft den Keizer dat des Keizers is, en Gode wat Godes is< bei j eren. Ik was zacht als een Lam; de kwaade wolf echter zocht twist tegens mij; en zeide: dat ik zijn water troubel hadde gemaakt. mentz. Paar om zwoer ik tegen het huis Eli: De onge. . rech-  en DROOME N, < 51 techtigheeden'van. dit huis zullen niet afgeboet worden , met olferen en gaaven in eeuwigheid*. keu l en. Goud en Zilver bezit ik niet, maar wat ik nebbe dat geef ik. de paus Mijn rijk is niet van deze waereid, maar de pcor* ten der helle zullen mij echter niet overweldigen. HANOVER. Steek uw zwaard in, want zij zijn oneenig gewor* den; allen die het. zwaard aangrijpenzullen door het zwaard omkomen. brandenburg. De verftandige geeft toe; hij vroeg-: hoe veel zijt gij mijnen heere fehuldig ? en hij fprak; honderd vaten oüj; roen zeide deze, neem uwen brief, zet u, en fchrijf fluks tagehentig. de rijksvorsten. Wij hebben , monden en durven niet fpreeken, -oogen en mogen niet zien, ooren en mogen niet hooreo, neufen en mogen niet'ruiken, handen en jpo* gen niet werken, voeten en durven niet gaan. D 2 DE  $2 ; VERSCHIJNINGEN DE VRIJE RIJKS STEEDEN» Zij brachten hunne gaven tot de cpentlijke fchat* kisten, als daar is, goud, wijrook en Mijrrhe. DE DÜITSCHE KEIZEE. Ieder rijk, dat in zig zeiven verdeeld is, is tegen zich zeiven, en zal zich zeiven vernietigen . . . maar ik ben niet gekoomen om vrede te bewerken, maar den krijg. SP AN J E N. Over een' kleinen {tijd zo zult gij mij zien, en weder over een' kleinen tijd zo en zult gij mij niet zien. SARDINIË N. • Mijne vijanden ben ik een fpot geworden en mijne nabuuren ; een vrees voor mijne bekenden; allen die mij zien, fpotten met mij, en Haan mij in het aangezicht; ik ben als een aarden vat; dat verbrijsfeld wordt, dewijl ik mijnen fchimp uit den mond des verbijgangers hebbe aangehoord. DUITSGHLAND. . Haddet gij erkend, en ter goeder tijd wat tot uwen Vrede diende. Thands echter is dit voor uwe oogen ver*  en DROOM EN. 53 verborgen ; dewijl uwe dagen naderen , en uwe vijanden u omringen, en u over al benaauwen; zij zullen u met de aarde gelijk maaken, en uwe kinderen, zij en zullen geen eenen fteen op den anderen laaten, dewijl gij bet uur uwer verzoeking niet hebt erkend. saxen. . Wanneer ilf: de waarheid fpreeke, waarom gelooft gij mij niet? p ruis s en. Als een fterke gaat hij uit; over zijne vijanden zal hij fterk worden. ment z. Waakt ende bidt; het uur der verzoeking is nabij. keulen. Kruisfigt uw vleesch en vliedt de fnoode listen ; want waarlijk ik zegge het u, indien gij niet zo rein zijt als de kinderkens, zo en kunt gij in het koning* rijk der hemelen niet komen. de paus. Sta op, mijn zoon! u is vergeeven, D 3 11 ol-  54 VERSCHIJNINGEN HOLLAND. Hcere! help ons, of wij vergaai:. prui ss r.n. Van ouds af waart gij oneenig onder clkan deren , en fpóttede, wanneer ik zeide, gij zijt Pharifeen en valfche Tollenaars. E AT C E L A K D.' Hij voerde hem op eenen zeer hoogen berg, cn toonde hem de fchatien der geheele waereid, en zeide: dezen zal ik u geeven, indien gij nedervalt en mij aanbidt. k'jslan d. Wagt u voor die genen, die daar rond gaan in Schaapsklederen, van binnen zijn zij verfeheurende wolven Ende zij vielen op hun aangezichte en baden hem aan. regensburg. Op de (roeien Mofis zitten Pharifeen en Schriftgeleerden : onthoudt alles, wat zij u zeggen zullen; maar hunne werken moet gij niet naarvolgen. neu ren burg. Vriend, hoe zijt gij hier gekomen, gij en hebt toch geen bruilofsklced aan? h a m-  en DROOME N. 55 HAMBURG. ■ En hij dreef , alle koopers en verkoopers uit den Tempel, en keerde de tafelen der wisfelaars om, en de ftoelen der duivenverkoopers, en fprak tot hun: 'er Haat gefchreeven: mijn huis z 1 een .huis des gebeds zijn, gijlieden echter hebt 'er een moordenaarskuil van gemaakt. FRANKFORT. Waarlijk ik zeg het u, het zal het land van Sodom en Gomorrha verdraagelijker zijn in den dag des oordeels, dan zulk eene ftad. AU GS BURG. Gij en zult het heilige den honden niet geeven , noch uwe paerlen voor de zwijnen werpen, op dat zij dezelven met hunne voeten niet cn vertreeden, en zich omkeeren om u te verfeheuren, BREEl/f EN. Want 'er zal een tijd over u koomen, dat uwe vijanden een wagenburg om u en uwe kinderen zullen flaan, u belegeren, en van alle kanten benaauwen. D 4 EENE  #5 VERSCHIJNING E N EENE STEM M E. Hij zal onder groote volken richten, én veele heidenen ftraflen in verre landen Zij zullen hunne zwaarden tot ploegijzers, en hunne fpiesfentot Sikkelen maaken , het eene volk zal niet meer het zwaard tegen het andere opheffen, ende men zal den krijg niet meer kennen , maar vrede. E G y P T E N, Het Toqneel h te jdlexandrijen. BUONAPARTE, DE FRANS CHE ARMEE. BUONAPARTE. Mijne vrienden cn wapenbroeders! Gelukkig heeft de hemel ens de naarvorfingen der Engelfche vloer, doen ontkoomen, en wij zijn in een land gekoomen, het welk de Republiek voorneémens is te veroveren ; hier zij dus elk Soldaat een Mufulman, re-  en DROöMEN. 5? refpecteere de religie der Turken, den Propheet en den Alkoran. Het is waar, deze dingen zijn in hun aart eeven z© belagchelijk als de Secten der zo-i genoemde Christenen; alleenlijk vereischt de politiek, dat men in Conftantinopolen Turk, in China Mandarijn zij, en in Japan de zonaanbidde. De waare £oldaat en bijzonder een Republikein, volgt den Eerdienst zo als hem zulks de reden en het gevoelen van zijn hart op geeft, de rest is blomwerk, glinsterend zand, goed om het gemeen in de oogen te werpen. Wij trekken nu naar Rofette, Cairo en Jerufdlem, dan gaat onze weg naar de Indien, om de Engelfchen aan dien kant, waar zij 't het minst vermoeden, aantctasten; en ik zweer u, ieder uwer zhI daar zo veel veroveren, dat hij zich in Frankrijk landgoederen kan koopen; alle oorlog heeft dan een einde, en gij kunt, als de grootste en gevreestfte natie der waereid, uwe dagen in zachte rust bij de uwen doorbrengen; maar vergeet voor alle dingen niet, dat wij thands Mufulmannen zijn. C HtJ geeft het teken om op te brecken; ae D 5 ar*  S8 VERSCHIJNINGEN armee feit zich in marsch; eenige Soldaaten zingen: ah ca ira! qa ira! weder anderen, o Richard! o mon Roi! weder anderen zingen uit de bekende Opera, de Deferteur, je vais la vcir, ah quel piaifir! De inlogt in Cairo is bloedig, en overal betoont de armee van Buonaparte heur daarzijn door zwaare requ'iitiè'n, contributiën enz. ZEESLAG BIJ ABUKIR AAN DEN VLOED DE N YL. De Franfche vloot, onder den jSdmiram. Brueys , Jigt voor anker, en is aan de landzijde door vreesfe/ijke batterijen gedekt. BRUEYS, BLANQUET , VILLENEUVE, OFFICIEREN. EEN ADJUDANT. Gisteren reeds recognofceerden ons eenige ligte Xvheepen der Engelfchen. BLAN-»  ê n DROO M E N. 59 blanquet. Zeer zeeker zullen wij heden een' warmen dag hebben. v i l l e n e u v e. Buonaparte viert heden zijn' volbragten intogt in Cairo; zo veel te beier , wanneer wij hier onze vijanden een dubbele overwinning konden verkondigen. b r ueys. Wij hebben thands geen andere keus dan te overwinnen of te flerven ; kameraaden , wij willen met dien moed vechten, welken de Franfehen gedüurende de lange oorlogen te lande altoos hebben doen blijken ; geen Schip veilaate zijne politie, ieder volge nauwkeurig zijn order. ad j ud ant. Admiraal; ziet gij. daar onder aan den Horizon die bonte ltreepen? b r u e y s, (ziet door een verrekijker.) Het is de Engelfche vloot, allons, kameraaden, thands zal het er gelden , ieder op zijn' post! Ik noop dat •gij, zo als .töt op dit ogenblik, uwen pligt getrouw zult  6o VERSCHIJNINGEN zult vervullen , gedraagt u als waardige Republikeinen. (^De Engelfche vloot, onder Nelfont feit zich in Jlagorde,- de matroozen fchreeuwen vreesfchjk) Hoera! Hoera! N E L S O N. God dem! daar zijn die Konings moorders; gen* tlemen ƒ houdt u goed en vereeuwigt den groo-. ten naam der Britfche natie; gij weet het immers, fints lange was Engeland de beheerfcheresfe deiZeeën. DE SOLDAATEN EN MATROOS EN- Voer ons aan , Admiraal! wij zullen dje honden wel boegfeeren. NELSON. Morgen ben ik Lord. of een Engel; val aan! (hij geeft het teken tot het gevecht) De (lag begint van wederzijden met ongelofelijke dapperheid, twee van de grootste fcheepen der Franfehen vliegen in de lucht} verfcheiden worden verbrand, eenigen ontvJuêh- tënt  -en DRO O M ER 6i ten, de meesten worden door de Engelfclien prijs gemaakt, geduurende den flag zingen de Engelfche Matroofen het oude Engelfche volksIkd- God fave the King George! De Franfehen zingen in zuiver overgezet Fransch, het bekende lied van Doctor Luther, zaliger gedachtenis. BEHOUD ONS, HEERE! Bij UW WOORD, EN SÏUIT DER PAUS EN BRITTEN MOORD, DIE JESUM CHRISTUM UWEN ZOON, NU STORTEN WILLEN VAN ZIJN'tHROON. etlZ« NB. Hier kan tot bef uit de vredens Symphonie van Paul f^ranizkij, met 24 paar Pauken worden uitgevoerd. DROO  C2 VERSCHIJNINGEN D R O O M E N. Het Tooned Jleh de Elyfeefche Velden voor. EERSTE T O O N E E L FREDERIK II. en CATHARINA II. FREDERIK. Jk heb het uwe Majefteit altoos voorfpeld, Volksverdrukking en een zwakke regeering zullen de Franfehen eens doen revolteercn ; zo is dan toch eindelijk mijne Proptictic bewaarheid geworden. ca th ar in a: Het zijn nog altoos de zelfde Franfehen, die eenen Hendrik de IV. vermoorden, en eenen Lodewijk dc XlV. vergooden konden. FREDERIK. Neen, het zijn niet die zelfde Franfehen, die bij Roszbach voor mijne troupen liepen; het zijn thands  en DROOMEN. 6$ thands helden geworden, die den vijand houden ftaan zo als de oude Pruisfen bij Zorndorf deeden. C Af HA RIN A. r Dat hebben zij in de Champagne beweezen, toen zij de troupen van uwe Majefteit tot de retraite dwon* gen. FREDERIK. 6 Mevrouw, doorwondt mijn hart toch niet meer, — Het is waar, deze retraite wierp een valfche fchaduw op Pruisfens dapperheid; . maar heb flegts een weinig geduld, mijn Kleinneef Frederik Wilhelm, 'zal den roem der oude Pruisfifche dapperheid weder herftellen. Waarom mengde mijn Neef zig in zaaken die geheel buiten hem waren, en waarom vuurde gij hem hiertoe aan? CATHARINA» Om Polen gemakkelijker te kunnen verdoelen, en de opmerkzaamheid der overige Magten naar Frankrijk te wenden; had ik nog flegts drie jaaren geleefd, dan zoude Könftantinopolen, en het geheele Europeifche Turkijen in mijne handen geweest zijn. F RE**  64 ^VERSCHIJNINGEN FREDERIK. De Franfehen zouden u dit wel belet hebben ; maar Mevrouw gelooft gij dat uw zoon P iul met zijn Schrik-Bewind even zo lang aan de Regeering zal blijven als gij? catharina. Indedaad wij zijn eeniger maate in onze navolgers fiecht bediend geworden; uw Neef deelde zijn Regeering met gunstelingen en vrouwen, en mijn zoon fluit voor menfehen vijandelijk de grenfen van mijn uitgebreid Rijk, verbiedt fchrijf-en pers - vrijheid, en (lelt Inquifitiën aan. FREDERIK. ' Soortgelijke maatregelen zijn altoos getuigen van een zwakke, of vreesachtige Regeering; ;nijne onderdaanen kunnen drukken en fchrijvcn wat zij willen, ook is het hun niet verboden de ldëen van gelijkheid, vrijheid, cn de rechten van den Mensen in omloop te brengen 5 nimmer heb ik mijne onderdaanen dwang opgelegd; Frederik Wilhelm mijn kleinneef zal het ook niet doen. Catha-  ën DROOMEN. . 6$ catharina. Dit was ook fteeds mijn gevoelen, en ik hebbe 30 jaaren gerust geregeerd. Maar ftil! daar komt uw Neef; ik;laat u met hem alleen, en ga intusfchen Potemkin en Lanskoij opzoeken. TWEEDE T O O N E E L. frederik, frederik wilhelm ii, j o s e p h ii. j os ep h. Ik kom mij, bij uwe Majefteit voor uw' Neef vervoegen ; en niet tegenftaande gij rechtvaardige redenen hebt om toornig tegen hem te zijn, zo bidde ik u hem te hooren. frederik, Qniet een' toornigen blik.) Wat kan ik hooren » kan hij mij, mijne verloorene Millioenen terug bezorgen ? kan zijn gefnap mijne armee den ouden roem hergeeven ? het hart bloedt, E zweet  66 VERSCHIJN IN GEN zweet mij als ïk er aan denke, hoe veel jaaren befpaard zweet, en bloedig verkreegene eerlaurieren, door hem zijn verboren geraakt. JOSEPH. Gaat het bij mij dan anders? Mijne ichoone Nederlanden en de vruchtbaare provintiën van Italicn 3 Miilioenen aan Geld en Menfchen verlooren! Kaunits hadt wel gelijk toen hij verzeekerde, dat de zon van Oostenrijk zich tot heuren ondergang (helde, maar ik bidde u laat u door uw' Neef berichten, welke goede berichten een bode uit de boven waereid heeft aangebracht. FREDERIK» Het goede dat ik.verneemen kan, is mij reeds bekend; ik weet reeds dat mijn jonge lieveling Frederik Wilhelm, ook de lieveling mijner getrouwe Pruifchen is, dat zij in hem den Vader des Lands cn den verftandigen Monarch vereeren ; ik herhaal het nog eens, het geen ik geduurende mijn leven zo menigmaal nebbe gezegd; deze zal zich Silefiën niet laaten ontneemen. 10 SEP H.  ■ nDROOMEN, o*? J o s e p h. Stil van Silefiëri ï dat kan en mag ik zo gelasten niet aanhooren. frederik wilhelm. Lieve Oom ! ik weet dat ik uwen toorn verdiend hebbe; maar ik boet ook nu daar voor , mijn Naam glinstert niet in den Tempel der Onfterfelijkheid.... Dit is ftraf genoeg voor mij. frederik. Daarom begint gij mogelijk' weder uwe oude ftreeken aan te vangen, en zoekt u hier in de beneden waereid bij eene Pompadour of Du Barij, fchadeloos te (lellen. frederik wilhelm. Neen, neen, mijn oom! ik zie nu in, hoe gevaarlijk het is, wanneer een Vorst zich door Vrouwen en Gunstelingen laat beheerfehen ; mijne regeering heeft veel kwaads veroorzaakt; maar den Piemel zij dank! mijn zoon, uw jonge kweckeling, heeft, geduurende zijne korte Regeering, reeds zo veel goeds gefticht, dat men daar door het kwaade vergeeten E 2 heeft,  68 VERSCHIJNINGEN heeft; hij velg: geheel uw Systems, en heeft wil en kracht om het door te zetten; hij geeft ieder een gehoor, vergunt ieder bij hem een' vrijen toegang, oefent ftrenge gerechtigheid, is een vriend der waarheid, eerlijkheid en vrijmoedigheid; hij haat Huichelaars en Vlijers, fehat waare verdiensten, is onvermoeid bezig om het vervaüene Einantiewezen weder op den ouden voet te brengen , den algemeenen welftand te vestigen en zijne onderdaanen gelukkig te maaken ; daarom worde hij algemeen bemind en ieder verheugt zig over zijne regeering. frederik. Heil mijnen jongen Neef! frederik -wilhelm. ' Maar voor Duitschland vertoont, zich een treurig yeifchiet, deszelfs bloeijendftc provintién zijn reeds overheerd, deszelfs wankelende Conflitutie wordt met eene gehecle omwenteling bedreigd, in alle takken der Regeering is een algemeen bederf ingefloopen; ö dit is eene gedachte, die mij geen ogenblik verlaat, en mijn hart met fchrik vervult. jo seph.  enDROOMEN. 69 j 0 s e p h. Zat ik nog maar op den Ketterlijken Throon! — Maar mijn Neef laat zich te veel bij den neus rond leiden, hij volgt mijn Syftema niet. f reder 1 k. Jofeph heeft veel begonnen en weinig tot ftand gebracht, dit is ook een groote fout; neen! ik zie een vrolijke toekomst te gemoed ; treurig fluit zich de beüisfende achttiende Euw, en even zo treurig begint de negentiende: maar als dan zal een algeineene vrede het Menschdom gelukkig maaken, en de Vorsten en Regeerers zullen , door de ondervinding gpleerd, verftandig, rechtvaardig en deugd- im zijn; geen klagten over Volks verdrukking, om tvaar iigheid of Despotismus zullen zich meer hooren laaten : verderfelijke Oorlogen , Rooverijen, Moord en veroveringen zullen ophouden , en de wreedheeden en ongerechtigheeden in deze laatfte tijden gepleegd, zullen enkel als gedenktekens van Barbaarfche volkeren in de gedenkfchriften bewaard worden; de dappere en getrouwe Nationaale geest der beste volkeren zal op nieuw herleeven, en de Edele daaden en E 3 waak-  ?q VERSCHIJNINGEN waakzaamheid hunner Vorsten en Regeerers krachtdaadig onderfteunen, zij zullen hun als Vaders eeren en hoogfchatten en Regent en onderdaan zullen als dan flegts eene Famielje üitmaaken. joseph en frederik wilhelm, (beide,') heil zij die goud ene eeuw"  EN DROOMEN, 15 WÖLLNER. Ja, uwe Majefteit. de koning. Gij hebt mijn vertrouwen verlooren. wöllner. Waardoor, uwe Majefteit? de koning. Waarom verdraait gij zo fehandelijk den zin mijner bevelen, en wilt het ge weeten mijner onderdaan en aan ketenen leggen ! Uwe listige onderneeming heeft veel kwaads gebrouwen , en ik ben het aan mij, en aan, mijn volk verpligt, u te beteugelen. wöllner. De order uwer Majefteit — de koning. Die hebt .gij na uw' zin uitgelegd.' Ik liet 0 tijd om u te verbeteren, maar gij hebt uwe zothecden en potfen op nieuw weder aangevangen; waarom hebt gij niet eerst uwe Raaden gevraagd, eer gij iets ondernaamt; gij hebt mannen onder uw Departement , die voorzeeker even zo verflandig, en mo-  16 VERSCHIJNINGEN mogelijk meer doorziende zijn dan gij, die u wel gezegd zouden hebben, war goed gedaan ware of niet. wöllner. De liefde voor de zuivere geopenbaarde Religie, en de vreeze Gods — de koning. Ei wat.' Religie en geloof laaten zich niet opdringen, ieder kan gelooven wat hij wil; het eigen geweeten móet ieder een leeren wat hij te gelooven hebbe, en ik duid volftrekt geen gevveetensdwang in mijne Staaten; buitendien zijn uwe gevoelens mij genoeg bekend. Ik wil diergelijke dweepers en geheimnis-kraamers, die met de! ver' borgene wijzen uit het oosten praaien, ontmaskeren, en met mijne ongenade beftrarTen. Met u maak ik een begin, en beveel u, uwe Charge ne'derteleggen , en mijn Ministerie niet weder te betreeden. Wöllner, (zeer bcfchaamd^) Uwe Majefteit! de koning. Ga en beter u. W ö L L-  e n D R O O M E N. 12 wöllner, (gaat geheel verneederd uit het kabinet des Konings; een ' ander Minister komt binnen en geeft den Koning een gefchrift over?) öe koning, (kest;) Zo, regt, gij hebt mij geheel verftaan; wijze befpaaring is thands noodzaakelijkheid; bovenmaatigé weelde en pracht, vernietigt alle veêrkracht, maakt de fchatkamers leedlg, biedt de cabaalen een operi veld aan, om heure ranken te fmeeden, en misvormt den nationaalen geest, maakt dien vadfig, laf, en eindelijk geheel misdaadig en bekwaam tot het pleegen van ieder fchelmftuk. MI NIS TE li. Dë treurige ondervinding hier van hebben wdj voor onze oogen gezien. Pruisfens aanzien, zonk diep, door zogenoemde gunstelingen , die het merg des vlijtigen Burgers uitzogen, die door onnutte en kostbaare Oorlogen, en fchadeiijke nieuwigheeden het rijk in gevaar brachten; maar de hemel zij dank! een fchoone morgen begint voor Pruisfens B j8,  ao VERSCHIJNINGEN EEN SMIT. Ik zoude u rijden, als ik Koning ware! EEN SCHOENMAAKER, (Jlij roept Zijn vrouw,) Hanna! Zie mij die Meerkat eens aan , ze toont nog een hooge borst. HANNA. 6 Jou beest! Dat de lieve God u ftraffe! EEN KR AA MER. Men zoude zeggen, rijdt die dame nog, die ons zo beftoolen heeft! ÊEN GRENADIER. Slapperment! Broeder daar" komt die Kat aanrijden ! ESN ANDER. Hm! ik ken het varken nog zeer wel, toen zij als juffer Enken, menigmaal, bloots voets, en met gefcheurde plunje , bij mijne vrouw eenige Huivers Kwam leenên. EEN DERDE. Toen ik nog onder de guarde in Potsdam Was* heb ik door dat beest eens ftokflagen gehad, om dat  en DROOMEN, 3t dat ik lieur' rottigen jongen van een' broêr fcbeel hadde aangezien. grenadiers altesamen. Dat haar de duivel'haal! mos e s herts. Na, feh a mooi de gravin an, baij mijn leben, ze out zig nog voornaam. israël. Na, begot, verzwartfen ful fie nog mit haarem. tralirum, die alte fchmoe, die miferabele fbnnofF,. moses herts. Aen thaires fchiesla voor 'n Meiach, a waij, a waij, fe kost toch ebbes. israël. Na, was macht man 'er mit? twee officiers gaan over den Brug, beide keeren zij de graajelijke equipagie den rug toe.) eerste officier. Wij zullen naar beneden in den Oder zien. tweed è  $2 VERSCHIJNINGEN tweede officier. Zij is al voorbij. — Zie nu eens, zij rijdt nog zè trots daar heen, als of zij indedaad nog iets ware. eerste officier. Wel nu, met 4000 daalers kan men nog wel trots zijn. tweede officier. Een flechte aanmoediging voor een' militair, wanneer zulk een varken, voor het verfpilde bloedgeld der natie, voor roof cn verraaderij, nog bovendien gepenfioneerd wordt. eerste officier. ï Vierduizend daalers is zeeker wat veel! Zo veeIe honderden hadden pasfeeren kunnen, maar de Koning heeft gelijk, hij wil zijn' vader in het graf jiiet befchaamen, en eens was zij toch zijne maitresfe. tweede officier, Dat de Koning heur paleis aan de Charitê heeft toegedaan, behaagt mij. Daar worden toch meerendeels de venerieke fchoonheeden van Berlijn geneezen; dus dit komt voortreffelijk, (de Officiers êagchen en gaan verder.) HET  en DROOMEN. 33 HET HUIS DER GRAVIN. de CRAVIÏf lichtenau 67} moeder enken. moeder enken. De duivel mag weetcn wat dat lompe volk hier in Glogau van ons hebben wil; ieder wijst ons met den vinger na, even als of wij zeemonfters waren. de gravin. f Ach! Leefde mijn Frits nog, of ik u tuchtigen zoude, gij otters, gijflaugen, gij bafiïisken! Eén wenk van mij, en gij zat in Maagdenburg, Stettin, of Graudenz. moedêr enken. Hier zijn brieven uit Berlijn. — Wat fchrijven uwe oude vrienden u? de gravin, Cztj breekt de brieven open, en leest.") „ De oude kliek; is van het hof verwijderd, „ en eene nieuwe omringt den Koning, gij. moet „ veel van den tijd hoopen Gravin, het uur uwer „ verlosfing zal ook flaan; onze vrienden arbeiden „ vlijtig in itüte, en hebben reeds eenige ondernee- 1 C *" „min-  3fl VERSCHIJNINGEN „ mingen gewaagd; maar de regeering geeft naau„ keurig acht op ons, en de Koning wordt algemeen „ bemind; het hindert ons in onze plannen; mo,, gelijk breekt een nieuwe oorlog uit, en alsdan kan men handelen;" Zo moet ik mij met geduld waapenen, en met ftandvastigheid volenden, mijne zonne daalt , zij heeft op beuren middag te fterk verwarmd, ach! ik voel het, zij zal fpoedig ondergaan. MOEDER ENKEN. Zottinnetje! Stel u geen grillen in het hoofd; -Wat zonne, wat middag. — Kies u een lieven fchoonen jongen uit, die u de grillen verdrijft, en alles zal weder goed worden , laat het lompe volk praaien, zij Zullen wel van zei ven ophouden, als zij het moede zijn, GRAVIN, Ach Charlottenburg ! Ach Berlijn l MOEDER ENKEN. Weg met fmart, want hier is wijn, Wil men zich de zorg verdrijven Ei, dan kiest men liefde en wijn; CZiJ