604 K 61  _  DE NIEUWE EUROPISCHE STAATS- SECRETARIS, Vervattende iii een goede Orde en Zamenhang,al het merkwaardige, zoStaats-t als ander Nie mvs , in Europa en elders, van Maand tot Maand, voorgevallen. Ferzeld van eetiige befcheideve en onpartydige Polityke Reflexien. Onder de Zinfpréuk: Multum quidem mvi Jed mvi nihiïnovi voor de Maand Maart , 1785. _n AMSTERDAM, Gedrukt 1?^1^fti;£ éCflÖL. 1 & n, Boekverkopers op den Hoek van te Ongel en de OudeLeUeftraat 1785.  By de DRUKKERS dezes wordt uitgegeevön: Een Fraaije Verklavinge over '* Gebeat des Heeren, gevelgt van eenige doorwrochte Dichtüukken , op en over dat Volmaakt gebedt, door voornaameGodt. neleerde en bekende Dichters en Dichferesfen. — Voor lange Jaarenby een rerzameld, van welke men zal kunnen 7ien in de Voorrede, Eer ft e Stukje. De Prys is ƒ i : .;- een klein getal zyn op Mediaan Schryfpapier gedrukt, iu groot 8vo. a ƒ i: 16 : Ais ook het ade Stuk, door \ 'Wel* Genootfcbap, over het a #« 3 Capy- ■ SaUwfs Spreukboek, voor t t «ootfte gedeelte door den Wd-$erw. , tn Geleerden Heer Abraham ledeboer. , A L. M. Phü. Doft, en Emeritus PreaUtam te Haaftrecht, met verfcheide*. byvoegfelen in de ingekomen en andere i Verhandelingen, * ƒ l* $f - Noe zvn by dezelven gedrukt en te beko- ■ NSue de Werken van C S.Duytsch,, tffcns Predikant w Mydrcchu  SE NIEUWE EUROPISCHE S i'A ATS -SECRETARIS, voor ss Maand Maart 1785. SCHETS der ALGEMEEN E GES CHIEDENISSE* B ur GER l yke gesteldheid» Fan de Jaaren der Scheppingen5o-30f 1. De Regeeringiverm der Staacen, wel» ken uit het Rijk van Alexandeil ontftonden, was Despotiek. De Soldaaten waren in dezelven, gelijk in alle onbepaalde rijken, dikmaals den breidel ei de weekers /der Tiratnrij Een Stadhouder cfa het Sanhedrin, daar nt L 2 oü'  «44- ®e Nieuw* Europifcbe Staat$ onbeperkte Koningen , waren de Regeerers der Jooden. De Griekfche Republie ken hadden ieder een bijzonderen vorm, dié meer of min, met de eerstgenoemde overeenkwam. Het Mtolifche en Achai* fche bondgenootfchap hield algcmeene Staatsvergaderingen, en verkoos gemeenfchappelijkeAmptbediendén van het Bondgenootfchap. De Regeeringsvorm der Carthagcrs was Democratitk. Doch had een grooter en een naauwer Raad veel geweld; hunne hoogfte .Staatsbedienden waren de twee SutTeten van Cart/iago. Roeme had , in het voorgaande tijdbeftek bepaalde en aan wetten gebonden meskoningen, en de hoogfte macht waar toenmaals reeds in de handen des volks, het welke alle rechten van gezag en Maiefteit in zijne Vergaderingen deedt gelden en oefenden. Het grootfte deel der macht was toenmaals de Patricien, of den Landadel in handen gegeeren. De verdriivinc der Koningen bevestigde deze ia. richting wel;maar zij leed eenegrooteverandering, toen de Burgers den Adel nood- ■ makten , om de gegeevene macht met hen i ?f deden! Het Roomfche volk beftond I toen uit tweederleij gedachten, Patricien i of den Adel, en Plebejers of Burgerlijken. De Eersten maakxen die gedachten uit,, uk wiens  Secretaris, Maart, 1785. 245 wiens voorvaderen, in den aanvang van den Staat, Senatoren geweest waren. Alle de overigen waren Plebejei s of Burgers, De Patriciè'n hadden in het begia alle macht en alle rijkdom alleen in handen ,• waren alleen Raadslieden, alleen hoo» ge Staatsbedienden, Priesters en Richters. De Plebejaners verwekte tegen dit verfchil, en de daar mede-verbondene onderdrukking, zo lang onrustige beweegingen en oproeren, tot zij hunne Over» heden van befcherming, Tribuni Piebe verkreegen, met wiens hulp zij den Adel noodzaakten, het eene voorrecht na het ander met hen te deelen. liet volk oc» fende de hoogde macht in zijne Staatsvergaderingen of Conmien, op welken het, volgens zijne drievoudige verdeeling in geestelijke Curicn en Tribus en befchermeïasfen en Genhtfieh , zich vergaderde en zijne Hemmen gaf. De Curiatifcbe Comkien, waarop het volk naar de Curicn de fiemme gaf, waren in den aanvang de eenigen. De Centuriatifche voerde Servius Tullïus in,om den Adel de beflisfing van de gewigriglte zaaken te verfchaffen. De Tributifche vonden de Tribunen uit, om den Adel die macht weder te ontrukken. Een befluit van het volk heette Lex. Romulus verkoos uit het volk 100 C 3 Se*  *4d De Nieuwe Ëurepifcbe StaatsSenatoren. Dit getal wierd daar na ver meerderd. De macht van den Senaat waar groot, inzonderheid in den beginne Alle, aan het volk voor te draagene zaa. ken werden toenmaals in den Senaat reeds voorbereid; veele bezigheden geheel afgedaan. Het beftuit daar van heette Senatus Omfultum, en wanneer 'er een Tri. hun tegen protesteerden, SenatuvAuÜa* ritas, . _ Na de opheffing derKoninglijkeRegee« ïingsvorm, wierden alle de Reomlche Staatsbedienden, oïMagijiratus r voor een korten tijd, gemeenlijk voor een Jaar gekoozen. De voornaamften welken beltendig aangefteld wierden, waren de Confu* ien, de Prxetoren* Cenforen, Mdilen , Quaestoren en Tribunen der Burgers. De beide Confulen waren langen tijd de ee« nigen, en voornaame Staatsbedienden, wier macht zeer groot was, Wanneer de Staat in een dringend gevaar was , dan werdt een Staatsdienaar benoemd, van wiens uitfpraak geen beroep op het volk cold. en wiens Diclator, en uttwijzer de Magister Equitam was. De Aanvoerders ©f Veldoverften der verwijderde Armee 1, en de Stadhouders in de Provintiën, heeten Proconfulen en Prepratoren. De JVetgeevende macht was, in de Oosierfche rijken, in de handen der Ko- ■ mn-  Secretaris, Maart, 1785. 2*47 m'ngen; en in de Republikaanfche Staaten , in die van het volk. Roome had, een jangen rijd, geen gefchreevene Wetten. Eindelijk dwongen de Burgers, den Adel eene verzameling, de IVetten det twaalf tafelen geheeren, af; we&e gronddagen van Roomfche Wetgeeving, door deEdic. ten der Prestoten telkens verwijderd werd. Eene bijzondere Commisfaris Qaes* tor, onderzogt de misdaaden van Staat: de Prator Burgerlijke zaaken, en zóm« tijds ook wel de eerde. Hem waren Rechters toegevoegt. De Procesfen werden mondelijk, volgens voorgefchrevene Formulieren , en door uitgewerkte redenvoeringen , voorgefteld. De Grieken hadden veele groote krijgskundigen. Het Romeinfche Krijgswezen was ook op een' voortreffelijken voet. le« der Romein moest zekere krijgstogten tfoen, De Legers beftonden uit Romeinen, Latijnfche Bondgenooten en Hulpvolken» De twee eerden waren in Legioenen gedeeld; deze weder in Cohorten en Manipels. Het was een eigenaartig deel van hunne krijgskunde, dat ieder Legioen uit 4 bijzondere gewapende Corpfen be« ftond , die Felitei, Hastati, Principe en Treariu genoemd werden. De Rui", terij, Equites, maakte eene bijzonder* ' en zeer geëerde Ciasfe van het Roomfche L 4- Kri gs-  f?4§ De Nieuwe Europifche Staat'sKrijgsvolk uit. Zij was in Benden gedeeld. De Hoofd vaan der Legioenen was een Adelaar ; ieder 'Cohorte had den zijnen. Dit Tijdperk bragt groote Meesters in de Krijgsbouwkunde, gelijk*den Stededwinger' Demetrius en eenen Archimedes voord. Roome's voornaamfte Staatsbedien den geboden haar'e Legers, doch moest hen Jiet bevel in 't bijzonder . opgedraagen worden. Geluk en Zege gaf hen den tel van In.perator* Onder hen geboden Legaten, Tribunen en Centurionen. Zij Honden geen'nacht, zonder hun Leger te bevestigen. De Zcckrijg wierd ongemeen hoog gedreven. Men bouwde enkel uit pracht, 'ontzagchelijke groote fchepen ; en het Schip van Ptolomeus Philopatok. kon 7300 Menfchen voeren. De Romeinen lagen zich laat, maar zeer gelukkig, op den Oorlog ter Zee toe. De zegepraalende Oorlogslieden werden , behalve**, door kleine Eeretekenen, ook door Kroonen, inzonderheid door Burgerkroonen, de ophanging der Spolima opima , der Supp.icator, de Oraiion, en de Triumphea vereert De Romeinen betrachten het Recht -.der Volken , zeer naauwkeurig. ■ De Fecialen, een foort van Priesters, kondigden den Ooilog san, en heiligden de Vreedefluitipgéu en de Verbonden met andere Volken» De  Secretaris, Maart, 17S5. 249 De Romeinen beminden den Akkerbouw ongemeen, en dreeven dezelve, "daar zij reeds Heeren der Waereld waren j noch telkens met alle opmerkzaamheid. Maar wanneer de nabijgelegen Akkers omtrend Roome, in prachtige Tuinen hervormd waren, wierden Sicilien, Afri&p en Egipten haare koornkamers. Het ge* heele Europifche Noorden, te rekenen van den Rhijn af, als ook het Afiatifche, behield nog eene zwervende Levenswijs. Nooit is een Plan duurzamer en uitgebreider, beter gelukt, als het ontwerp vtn AlpxAndér , om Alexandrien, na de, verwoesting van Tijrus, tot een hoofdplaats van den Koophandel in Azien te maaken. Deze Stad wierd al aanftonds, in het begin van dit tijdperk, de Stapelplaats der Üostindifche Waaren, en bleef het, tot - tien weg om de Kaap de Goede Hoop gevonden wierd. Een van de Roode Zee tot in den Nijl getrokken Canaali" een waterleiding die de PïOLOMEè'N zo veel re meer eer aandeedt , om dat de oude Egiptenaaren dezelve nooit tot frand had. den kunnen brengen, en verfcheidene aan deze Zee gebouwde Havens, bevorderde dezen Koophandel. De Steden aan de Kust van öijrien, de Griekfche Eilanden inzonderheid Rbodus, en de Griekfche Steden, maar vooral Corintht, dreeL 5 ven  i$o Be Nieuwe Ëutopijcbe Staats* ven eea fterken Koophandel. Cartkage was in het Westen, de heerfchappijvoerende Staat van Koophandel, en zondt zijne Schepen naar de Tin en Barnfteen kusten.Na deszelfs verwoesting werdt Marfitia eene gewigtige plaats van Koophan» del. Doch, veele plaatfen, aau de Fransfche en Spaanfche Kusten, namen ook groorelijks deel daar aan. In de Atlantifche 2ee was Pannes eene aanmerkelijke KoopHad. De Romeinen veroorloofden de Veelwijverij niet i maar de Echtfcheiding was onder hen zeer ligt, en op het laatst zeer gewoon. Zij hoereerden zeer algemeen, «n de Vaderlijke macht was bij hen zeer groot. De Toga en de Tunica waren inrijden van Vreede; de Sagum of Chlamijs 3» die van Oorlog, den dragt der Mannen, ©e Vrouwen droegen een Stola en Palta. Be Baden waren voor hunne kleeding ?x>odzaakeiijk. Hunne Slaaven waren «ene ontzagchelijke menigte *, deszelfs iosïaating maakte hen tot Burgers. De Dooden wierden in 't begin te Reome begraven , daar na verbrand. GODS DIE EST GE STEL DHEID» Be Algemeene gefteldfceid der Religiemrm wierd in dezen tijd weinig veranderd 7  Secretaris, Maart, 1/85. 2<ï derd; en de verfcheidene Zarnenftelfels van Godsdienst, bleeven in die Landen, welken ben in het voorgaande tijdperk aangenoornen hadden. De Jooden hadden 2ich onder de Heer* fchappij, der geheel niet, of echter zeer weinig Afgodifche Perfers, tot eene vaste aankleevinge aan hnn GodsdienstïteIrei gewend; en verdeedigden het, tegen de Sijrifche vervolgingen, met de grootfte ftand • vastigheid. In dit tijdperk owftond onder hen de Leering van de mondeling overgeleverde Wetten , en met «deze, de verfchiilende Secten der Pbarifeën, Saddu* ceen, Esfeen enz. Van den beginne af waren 'er Caraiten, welken de monde* linge Wetgeeving verwierpen. Hunné Godgeleerden wenden veel vlijt aan ter onderzoeking en verklaaring van hunne hei» iffè Boeken; en de verzameling van den Canon en de Mafora wordt, in dit tijdperk, van Esdra af gerekend. Ookfchifnt de Overzetting, van de 70, zogenaamde Overzetters, in deze tijden vergadert te zijt:. Een tweede Tempel, die Onias irt tgipte bouwde, is altoos voor Ketters geacht geworden. De, in het voorige tijdperk, ontfiaane Samaritaanfche Godsdienst, was, in veeIe bijzaaken, verfchillend met die der Joo den. Hun Pentateucbus, het eenig' geL 6 loof  252 De Nieuws Europifche Staatsloofbaar boek dat zij volgen, is thans in Europa genoeg bekend. De Griikfcbe Geleerden gingen voort, met groote vlijt, in de onderzoeking en ontdekking van dat geene, dat ons het verdaud van het hoogde wezen leerd, te arbeiden. Maar onder hen is geen Plato; en de zuivere begrippen van dezen Wijsgeer verdienen, noch de van Amstoteles naar volgers., veel verder gedree vene Leerbegrippen der Peripatetijcbe Schoole, noch Epicuris vernieuwd ontleedkundig Samendei, en de volgende moeite zijner hoogde Godheid, noch de duidelijke tegenfpraak voortbrengende vermoeingen der Stoiken % om de Eenheid met de Dualismus te vereenigen; maar ten minden, de te ver gedreevene twijfFe» Hng, van de 'tweede en derde Academie, en van Pyrrfjo, aan de zijde gezet te worden. De Roomfche Geleerden wierden van de Grieken gevormd, en namen derzelver verfchéidene Stelfels aan, onder welken het Stoifehe en Epicurifcbe de meeste goedkeuring had. De Roomfche Mationaale Godsdienstvorm en hunne openban* re Godsdienst, damt groptendeels van de Eturiers af, bij welke Numa , die haar hoofdzaakélijk oprichtte, onderricht was. Veele Griekfche denkbeelden werden reeds  Secretaris, Maart, i?qs, £L reeds in den beginne en bij vervolg van tijd, daar onder vermengt, i/e R?meV nen geloofden ook aan cnteibaare, in natuur en krachten verfchiJlende Godheden onder enen hoogRen Regeerer, mnar die' fteeds van een onveranderlijk noodlot afbangelijk was.: Zij deelden humie Oprergoden in 12 Confentes en in Se/ecli Deze waren Jupiter,, Mars, Ktumm \. v^;°' £{lER€üfe]us> Vulc,kus, JuVo, Vesta, Minerva, Ceres, Djana VeJanus ,Satubkcs, Plvto; Bachvs, A Gen us en KmA- Ontelbaar was de menigte der mindere Goden; der Indtgetcs , Sermones, Het oen enz. Van hunne Godsdienstgebruiken; zijn vooral de Supphcatiom, Le&istermen en He-iee Speelen, de voornaame kenmerken. Leeze Speelen warden, of in een kring, of op nn *mP\lthea^ °f QP kneden fre£ toond. De eerde, de oudïïe en in den beginne alleen bekende Speelen, belton' den uit de oefeningen, de bekwaamheden ende gezwinde wendingen van het menfcbelijk lignaam. Dè andere, weiken 00 het Amphuheater ,vertoond werden , waren verfchnkkelii-e, demenschheid onteerer- sLveTl^r d°°Vdfr °P De Romeinen geloofden , gelijk alle L 7 Hei.  554 Dg Nieuwe Europifche &taatHeidenfche Natiën, dat den wille der Godheid, over toekooraende dingen, op verfcheidene wijze geopenbaard wierdt. Alle Priesters waren eenigermaate in Ibar, om die tekenen, welke dezelve verkon digden te verklaaren; maar inzonderheid was daar toe het Collegie der Auguren bepaald. Zij verklaarden den vlucht der Vogelen, en het Tripudirum\ maar de waarneeming der verfchijnfelen, en der ingewanden van de dieren, behoorden aan de Aruspices en geringer Priesteren. liet noodlot van den geheelen fiaat verklaarden de Quindecimviri facris faciundus, uit de bTbijllinifche Boeken. v De Romeinfche Priesters maakten geen biizonderen ftaat uit. Zij waren aan den Godsdienst in 't gemeen, of aan bijzondere Godheden toegewijd. Tot de eerfte behoorden de Pontifex Maximus, en de 12 Pentifices', het Romeinfche Confifterie; de Rex Sacrorum , de Curionen, Fecialen enz. Aan bijzondere Godheden waren Flamines , de Veitalinnen , de SaUers enz. toegewijd. Nadien de Romeinen ten uitcrftebijgeloovig waren, en hun bijgeloof een' grooten invloed op hun Staatsgeftel en bezigheden had, zo was het eeft geluk voor hunne Staatsbelangen+ dat de bezorging der Godsdienstoefeningen, een gedeelte van het arapt der Staatsbedienden waar. Het  Secretaris, Blaart, 1785. 255 Het geen wij van het Carthagofche Godsdienst fielfel weeten, moeten wij van de. Berichten der alies naar hunne begrip* pen vormende Grieken en Romeinen afleiden, Als Sijrifche afkomelingen, volgde zij vermoedelijk de Leeringen, die op die Kusten de heerfchende waren. Onder hunne Godheden munten vooral de Ba* tuli en de Zeugapborumeni uit. De Menichenöfferingen waren zeer lange bij hen in gebruik. Toestand der Wetenschappen. De Hoofdplaats der Wetenfchappen was, .11 den beginne van dit tijdperk, Griekenland: de veroveringen van Alexander, hadden de GriekfcheWetenfchappen,over een deel van Azien verbreidt, en naarE» gipten gevoert. Alexandrien wierd rashaar hoofdplaats, door de aanmoediging welke de PTOLOMEé» er aan gaven; door de daarzijnde Bibliotheek, en door het Muzeum , de eerde Academie der Weteafchappen. Met Alexandrien dongen Atbeene en Rhodus. Deze deden werden de Leeraars der Romeinen, die dezelven als Hoogefehoolen bezochten. Alles, waar door de Wetenfchappen in Griekenland begunstigd waren, vonden zij in R&ome; en eene veel grooter rijkdom bood hen de  256' De Nieuwe Europifche Staatsde fterkste onderkenning aan. Evenwel hebben de Romeinen , de Grieken, hunne Leerlingen nooit bereikt. De reeds vroeg onder hen inkruipende weelde* die den waren eenvoudiger] finaak, door overdaadige veriiering fchaade deedt, en de naarvolging der eenvoudige Natuur verhinderde; de ras verloorene Vrijheid; de aanhoudende inwendige Oorlogen; en gebrek aan openbaare Wedioopen, vrelke de heilige fpeelen der Grieken gaven, fchijnen de voornaamfte oorzaaken daar van te zijn geweest Dê veroveringen der Romeinen in het Oosten, ffrekteft de Wetenfchappen tot uitbreiding' in die gewesten. Van de , Carthagenienfen kan ons de Analogie hunner gefchiedeni«feleeren, dat de Wetenfchappen onder hen-gebloeid hebben, zo wij het niet uk d,e gétüigenisfen hunner vijanden wisten, De krijgszuchtige Partners verdresvén hen niet geheel en al uit Middenazien. In Oostindien en China fchijnen zij die gedaante behouden te hebben, waarin wij dezelve ieder tijdbefiek zien doorblinken, en het Noorden kenden- zij noch niet. De takken van Kunfhn en IFetenfchappen, die in het voorgaande tijdperk het meeste gedreeven wierden, waren ook die geenen met welken men zich het gelitkkigfte heezig hield... De- menfchelijlce kun •  Secretaris, Maart* 1785» 257 kundigheden namen over 't geheel toe, en wierden door de meeste deelen der waereld verfpreid; men maakte veele nieu* we uitvindingen, en verbeeterde de Ou. den; de Wetenfchappen wierden Sijstematieker behandelt, en daar door hunne nuttigheid en inwendige kracht meer ontdekt. Maar bij dit gewin is evenwel -nier ie ontkennen,..dat in dit Tijdperk,de Smaak • zijne feinheid begint te verliezen; en dat hij, noch' zulke groote Kunstenaars; noch zulke voortreiieiijke Hoofden, en algemeene Genies voordgebragt heeft, •aks de voorige. De Griekiche ipraak wierd de fpraake tier Geleerden. Men maakte in dit Tijdperk voortreffelijke Boekverzaamelingen, .onder welken de silexandnjnfcha en Per^ gamenifche, de grootfte waren. Men fchoof toen reeds valfche wer* ken, als ïchriften van oude en voornaams Geleerden, onder de echte Bleken. A N T W OORD Van Da Staaten van Vriesland , ojp Dis* Missive van zyn Doorl. IIoogihiu. „ By refumptie gedelibereerd zynde op. eerre Misfive van Zyne Doorl. Hoogheid< den fleere Prince Erfstadhouder, gefchree- ven  058 De Nieuwe Europifebe Staanven in 's Hage den 17 Jan. 1785, en geadresfeert aan H. H. Mog. de iieeren | Staaten Generaal der Vereenigde Neder landen , houdende eene breedvoerige ope-ninge van Hoogstdeszeifs gevoelens en gedrag, federt den aanvang van zyne Adminiftratie in den Jaare 1766, tot feier toe A gehouden; met een aanbod, om alle zyne vermogens, goed en bloed, en al het geen aan hem dierbaar is, onder opzien van den Goddelyken byftand, aan het behoud en de verdeediging van het Vaderland trouwhartig te befteeden, en des 1 noods, op te offeren, en met een voorflag van twee middelen, die na Hoogst* deszelfs gedagten, in het werk gefteiö zouden kunnen worden, tot befchermin« ge van het Vaderland, ingevolge het ver- j Jangen der Bondgenooten, tot hetformee* ren van een Plan van generaale Defenfie: j welke op gemelde Misfive door Zyne Doorl. Hoogh. mede Copielyk aan Hun Ed. Mogende den 18 daaraanvolgende was toegezonden. ,, Is, geconfidereert zynde, dat de in- 1 koud der prajmisfen, daar in voorkomen* de, van dien sart was, dat Hun Edele Mogende zich indispenfabel verplicht moesten achten, dezelve niet onbeantwoord | te laaien, goed gevonden en verftaan, | deze hier na geïnfereerde Misfivt aan I Hoogst-  Secretaris, Maart, 1785. 259 Hoogstgedagte Zyne Hoogheid af te zen* den. Fiat ïnjertio. „ En is wyder.s gerefolveerd, de Mee» ren Hun Edele Mogende Gecommitteerden in 't Mindergetai te verzoeken en te committeeren , gelyk gefchied by dezen¥ om de twee middelen , door Zyne Hoog. heid by voorfz. Misfive aan H, H. Mog. voorgeflagen, die in het werk gefield zouden kunnen worden, tot befeherminge van het Vaderland, ingevolge het verlangen der Bondgenooten, tot het formeeren van een Plan van generaale Defenfie, te examineeren, en van hunne beviudinge Rapport te doen: ten einde na zulks, bf Hun Ed. Mog. zodanige Refolutre sai kunnen worden genomen en ter Vergade» ringe van H, H. Mog, ingebragt, als zul* len verftaan ten meesten dienfle van den Lande te moeten verftrekken." Aldus gerefolveerd op het Landfchaps Huis den 25 February 17&5. Accordeert met veorfs&. Boek. DOORLUCHTIGE VORST EN HEER! Wy hebben wel ontvangen Uw Hoog. keids Misfive van den 18 January dezes Jaars  a<5o De Nieuwe Europifche StaatsJaars gefchreeven ten geleide der Misfive door U H. op den i^den daar te voorea aan H. II Mog gezonden, houdende eene breedvoerige Opening van Iloogstdes* zelfs gevoelens en gedrag, en een voorilag van twee middelen, die, na Hoogstdeszelfs gedagten, in het werk gefield zouden kunnen worden tot befcherming van het Vaderland, ingevolge het verlan. gen der Bondgenooten, tot het formeeren van een Plan van generaale Defenfie. Wy zouden Ons ten hoogden gelukkig fchatten, te hebben kunnen .volftaan. met de bloote overweeging der beide middelen , door U H. in het flot van Hoogstdeszelfs Misfive voorgefteld, en het Refultaat oni:er ueüberatien over dezelve ter Generaliteit in te brengen. Doch thans achten Wy Ons indispenfa. bel verpligt, U H, met zo veel fpoed te antwoorden als de aart en het gewigt der zaake. toelaat. Wy kunnen nog mogen voor U H. niet ontveinzen , dat de geè'xtendeerde pra> misfen van de Misfive, door U H aanH. H. Mog. gefchreeven: de raifonnementen daar in vervat; de faiten daar in gepofeerd; de confequentien daar uit getrokken; en de conclufien, daar uit geformeerd, Ons in den hooglten graad hebben getroffen, en in de onvermydelyke noodzaaklykheid ge-  Secretaris, Maart, 1785. 26*1 gebragt, om (daar U H. dezelve aan 'c geheele Bondgenootschap adresfeert, en Wy dus niet voorby kunnen, Ons zulks mede aan te trekken,) op eene,aan cordaate Regenten, en Vrye Friefèn pasfende wyze, die de innerlyke bewustheid gevoelen, dat hunne plichten jegens hun Vaderland en hunne Committenten betrage en gedaan hebben, te antwoorden op al1% die (tellingen, die op eene meer of min ingewikkelde wyze,Ons voorkomen te tendeeren, om de rampen, waaronder Ons Vaderland nu zo langegezugtheeft, en waar door het zelve federt menige Jaaren zo bitter gediukt is, en nog gedrukt wordt, daar aan toe te fchryven: „ Dat het Uwe Hoogheid (dit zyn de woorden) niet heeft mogen gebeuren,des» zelfs bedoelingen te bereiken en deszelfs poogingen met eenen gewenschten uïtflag bekroond te zien: Vermits daar door Ons Vaderland aan geene buitenlandfche Oorlogen geëxponeerd, en door geene buitenlandfche tweefpalt zou zyn bsroerd geworden, maar dat het by deszelfs. Vryheid, Vrede, Onafhangelykheid en Welvaart geconferveerd , in alle gevallen in behoorlyken Haat van defenfie gehoudenen tot den hoogfren top van luister e« voorfpoed gebragt zou zyn! En dat by gevolg alle die rampen., die aan de Re-,  a^a De Nieuwe Europifche Staatspubliek, federt weinige Jaaren, zyn over gekomen, en die haar nog verder te vree* zen ftaan, niet zonder de hoogfte on" rechtvaardigheid aan ü H. kunnen worden ten iasten gelegd." Wy betuigen voor God en het Vader land, wars te zyn van allerly verdenkingen, imputaiien en verwytingen * en dezelve nimmer te willen gebruiken, raaar die te verfoeijen! Doch Wy willen voor U H. niet verbergen, dat Wy in de bo. vengemelde uitdrukkingen eene duideiyke befehüidiging vinden van het gedrag der Hooge Regeering! Immers wie anders dan de Regenten hebben U II. kunnen beletten, deszelfs bedoelingen te bereiken , en deszelfs poogingen met den gcwensckten uitfag bekroond te zien ? Aan wie anders, dan aan de Regenten, werd dus de buitenlandfche Oorlogen 'de binnenlandfcbe tweefpalt toegefchreeven? Wie anders, dan de Regenten, neoben dus de Vryheid, Vrede, Onafhangelykbcid en IFelvaart voor den Lande in de waagfehaai gefield ? Wie anders, dan de Regenten hebben deszelfs defenfie verwaarloost ? Wie, emdelyk, anders zyn de oorzaakeodcr tegenwmdige rampen? Wy  Secretaris, Maart, 17S5. 263 Wy weeten geene tusfchen uitlegging te bedenken, die de Regenten vry houd van blaam, Hun in de bovengemelde uitdruk kingen aangewreeven. En daar Ons dezelve zo gevoelig treft, zyn Wy aan Ons zei ven, aan Onze eer en goede naam, aan Onze waardigheid en aan het vertrouwen Onzer Ingezeetenen verfchuldigt, Ons van denzelven te zui* veren. Totdat einde moeten Wy, voor zo verre Ons betreft, Ons gedrag van vroegere tyden ophaalen en daar leggen, en korte-, lyk bewyzen, dac nimmer de Regenten van Vriesland heilzaame, en met 's Lands waarachtig welzyn overeenftemmende be* dodingen en poogingen van U H hebben tegengegaan; maar veel eer dezelve gefecondeerd, zo veel als het vermogen van deze Provincie, en deszelfs goede Ingezeetenen konde toelaaten. Van dien tyd af aan, dat U D. H. Heer Vader G. G. aan deze Landen ontrukt wierd, zyn Onze Registers opgevuld met bewyzen van Onze onvermoeide en ernfiige pogingen, om den gedelaboreerden toeftand der zaaken dezer Provintie te reddén en te herftellen, om aan ü H. Vrouw Moeder G. G. de doorflaandfte blyken te geeven vaa deference, attemie en zorg voor  26*4 Nieuwe Europifche Staatsboot de belangen van U H., en voor die U H. Dooi luchtig Huis, Deze gevoelens gingen altoos gepaard met de tederfte zorg voor 's Lands vreede en welzyn. Dit bleek, toen de Staaten van Friesland in den eeiften, na den Vreede van Aaken, ontftaanen Oorlog, tusfchen de Hoven van Parys en London, zo cordaat, als gegrond, by derzelver Refblutie van den 17 en 23 Febr. 1756 affloegen, de vorderingen van 6000 Man Hulptroepen, door den Koning van Engeland gevraagd, welke zig van zynen invloed in de Repu» bliek dermaate verzekerd hield, dat de Engelfche Schepen, tot transport dier Troupen noodig, zich reeds in de Have* nen van de Republiek bevonden, doch - onverrigter zaake te rugge moesten kee*. ren; alzo het manmoedig befluit van Vries* land de Republiek voor eenen nieuwen Oorlog met Vrankryk bewaarde.,' welke ontwyfelbaar aan dezelve en aan Ü:H. Huis eene doodelyke wonde zou hebben toe. gebragt. Wy beroepen Ons al verder op die zei▼e Registers nopens alle onze handeliu. gen, tot aan het tydperk van U H. meerderjaarigheid. Daadelyk hebben Wy als toen in U H. be>  Secretaris, Maart. 1785. 265 bedoelingen en poogingen, waar in Wy destyds het nut van den Lande meende* te zien, geconcurreerd. Dat Wy in alle voordellen tot Augmentatie vnn de Militie, en in andere gewigtige posten van bezwaar, niet oumidlyk op de voordellen van U IJ. hebben g'econfemeerd, is alleen toe te fchryven geweest aan het onvermogen der Provintie. En dit immers" is zonneklaar g,ebleeken, toen Wy, op voorllel van ü H tot eenen flap zyn overgegaan, waar van geen voor. beeld by een der Bondgenooten te vinden is: naamlyk tot;dien, van Ons geheel Ffnancie-weezen bloot te leggen , en allexfè voordellen en aanraadingen van U H.9 zo tot dranger invordering en verhooging der Middelen, als tot de' naauwstgezette befuoeijing der Uitgaaven, te ampleéteeren en in train te brengen. Daar uit is middagklaar gebleeken, , dat Vriesland boven -maate bezwaard , geene Uitgaaven meer by mogelykheid uit de gewoonlyk geheft wordende Middelen doen konde, en dat dit de motiven waren , waarop Wy verpligt bleeven, om niet altoos en onbeperkt Uwe Hds, bedoelingcn en poogingen te fecondëeren.—~ ■Want hierin bljndeling toegeevende, waren Wy in de verpligtirig geweest onze In» M ge.  266 De Niemve Europifche Staats* gezeetenen met nieuwe Lasten te bezwaa* ren. Dit nu mogten geene getrouwe Regen. ten buiten de allerdringende noodzaakelykheid doen ; maar integendeel wns hunne eerde en heiligde plicht, hunne goede Ingezeetenen, zo,veel moogelyk, te gemoet te komen, op te beuren, en hunne huislyke Welvaart te bevorderen. Hier toe begon zich eene vleijende hoop op te doen, en het morgenrood van fchoonder dagen begon te ontluiken; De Scheeps-Timmerwerven wierden weder le« vendig; de Reederyen raakten aan den gang en in bloei Lands Producten wierden geldig; de Akkerbouw verbeterde; het Zuivel vermenigvuldigde; de Landeryen klommen in waarde; de Provinciaals Effecten ondervonden een gewenschte ryzing; en 's Lands Inkom den vermeerderden met de vermogens der Ingezeetenen ; de Circulatie van Penningen was aanzienlyk; de zo noodige aflosdng van aloude Schulden begon in train te komen en zou ongevoelig geaccresfeerd zyn, toen het: rampzalig tyddip daar kwam van het uitharden van den Oorlog tusfchen Groot, Brittarje en dezen Staat, welkers gevolgen voor Onzen Handel en Navigatie zo i doodelyk zyn geweest. Dus  Secretaris. Maart, 1785. 267 Dus verre hebben Wy het tafreel van Ons Gedrag, van Onze Regeering, en van deszelfs Gevolgen opengelegd, en nergens uit zal blyken,dat hetU H.niet beeft mogen gebeuren, voor zo verre van Ons afhing, deszelfs bedoelingen te bereiken, en deszelfs poogir.gen met den gewenschten uit/lag bekroond te zien. Het fmert Ons nu in details te moeten komen, die echter ter Oazer Juftificatie byna onontbeerlyk zyn. Wy kennen ons vry, van ingeboezemde vooroordeelen veroorzaakt of gevoed te hebben; veel min aan fchnding van vertrouwen fchuldig te zyn, en Wy betuigen , nimmer den toeleg gehad te hebben, om Onze eigene verdeediging te doen dienen tot bezwaar van anderen. Deze gevoelens, Doorl. Vorst! zyn de eemgfte gronden en waarachtige Oorzaaken, die ons weerhouden hebben, om in het breede te beantwoorden de Tuscificatoire Memorie van den 6 Otfoher 1782 door U H. aan Ons gezonden. Wy heb! ben niet willen daarin zoeken, veel min vinden dircéte befchuldigingen , tegens Onze Regeering en Gedrag; en hebben aan de eene zyde gemeend, dat een voorzigtig ftilzwygen voor U H. niet ongunfflg \ ZVU en Hoogstdenzelven ten klaar/ten over. M 2 tüi-  268 DeNieuwe Europifche Staats tuigen zou van Onze Moderatie, Achting en Confideratie. Aan den anderen kant achteden Wyhet^ beneden Onze Waardigheid, van Ons in te iaaten met de Opfteilers derzelve , aan welkers belangende inzichten, verleidende Taal en verderflyke grondbeginfelen Wy dat ft uk alleen toefchreeven« Wy hoopten, dat Ons Gedrag U H., van wiens braaven en Vaderlandlievenden Inborst Wy Ons wel willen verzeekerd houden, overreeden zou, van de nadeelige gevolgen, welke de Maatregelen na zich zouden fleepen, die aan U H.opgegeeven wierden door den kring van Raadslieden, waar mede U H. fchynt omringd te zyn, en die, noch de genegenheid, noch de achting , noch het vertrouwen der Natie bezitten, of verdienen. Doch nu, daar men onder den dekmantel eener moderate zelfverdediging, onder het voorwcndfcl van twee voordellen te doen, die zekerlyk een zo omflagtigen aanloop nimmer behoefden, U H op nieuw heeft weeten aan te zetten om zaaken le • vendig te maaken, die eene gemaatigde. voorzigtigheid liever zou hebben laaten rusten, en dat op eene wyze, gefchikt om de goede Ingezeeten omtrent het gedrag hunner Regenten te ontrusten: moea ten  Secretaris, Maart, 1785'. :6'o ten Wy tot Ons leedtveezeia in Onze Verdeediging voortgaan. Wy willen echter ook niet al het ge* beurde, federt vier of vyf jaaren-, weder ophaalen, dit zou Ons tot een formeel Pleidooi vervoeren, en Wy willen andermaal U H. overtuigen van Onze Modera. tie, Achting en Aankleeving aan deszelfs waare belangens. Om die zelve redenen zullen Wy noch ontleeden noch onderzoeken, al wat Wy geavanceerd vinden . omtrent 's Lands Zee en Landmagt, in U fl. Misfive. De gezegdens omtrent de oorzaaken en de gevolgen van den Oorlog met Engeland, onderwerpen Wy gerusteiyk aan het oordeel der Natie! Zy heeft alles beleefd en gezien !Zy kent haare eigen belangens! Zy is overtuigd geweest, dat alle welmeenende Regenten de bitter klaagende, en om protectie fchreeuwende Item van den Koop en Zeeman, nimmer opgehouden, nimmer verdoofd, maar zo veel mooglyk onderüeund hebben! Zy weet, dat die Regenten geen deel gehad hebben aan het nutteloos ftiï leggen van 's Lands Eskaders, by de eerde Extraordinaris Equipagie, na het begin des Oorlogs in de Zeegaten gelegd, doch nimmer gebruikt! Zy weet, hoe de Staaten dezer Provintie zigbyher■ haaling, en wel by zon der by gelegenheid M 3 van  a?o De Nieuwe Europifche Staatsvan de zo onbegryplyk mislukte Expedi. tie naar Brest, met nadruk aan de Bond genooten geadresfeerd hebben over de directie der Marine! Zy heeft eindelykmaar al te bitter gevoeld de gevolgen der werkeloosheid van die Zeemagt, die gereed was, en ten minden (zo zy maar bevelen gehad had^ of tot dekking van Coloniè'n, of tot Convooijen der Koopvaart, of tot andere Expeditiën ten hadéeie des Vyands, had kunnen dienen! Het geen men U H. al verder doet daar Hellen, omtrent het aanwenden, van al Wat in U Hs, vermogen was, om het toegeeven in demarches en mefures (naastdenkelyk die ter handhaving der klaarde Tractaaten en afbreuk van de Eogelfchen flrekten) uitgefteld te krygen; gelyk mede het weigeren van geloof te geeven aan U H. vooruitzicht en waarfchouwingen, dat uit die demarches en mefures onfeilbaar zou refulteeren eenen Oorlog: levert de klaarblyklyke befchuldiging op tegens het gedrag der Regenten l Zy im« mers alleen konden demarches en mefures uitjiellen! Zy alleen konden vooruitzichten en waarfchouwingen gade flaan ! Deze befchuldigingen worden niet duidelyk en fpecificq opgegeeven! zy worden niet door de bewyzen geaddrueerd! zy hebben geene byzondere voorwerpen! En dus  Secretaris, Maart, 1785. *7* dus zyn zy van zoveel te meer confequen. tie, daarliet nu een ieder vryftaat,dezelve te formeeren en te extendeeren, naar eigendunklyk goedvinden, zonder dat de Regenten weeten kunnen, wat denkbeelden men zich van hun vormt, en waar mede men hun betigtf Hoe zeer Wy niets vreezen en onbefenroomd vertrouwen pp de rechtvaerdigheid en vaderlandlievende omzigtigheid onzer handelingen, gepaard met de gevoelens en denkwyze onzer Ingezeetenen, aan welken Ons gedrag be • kend is» en voor welken het fteeds openlegt, is het niet te min zeker, dat tegen diergelyke aanvallen niemand zich wagten, veel min zich verdedigen kan. En wy betreuren uit den grond onzer harten, dat de (meeders derzelve nog zo veel invloed op U H. geest hebben, van hunne pennen ongeftraft te kunnen gebruiken tot het opftellen van zodanige fchriften , die niet alleen nimmer met de Ondertekening van U H. bekragtigd, maar, op de eerfle lefture, met verontwaardiging hadden behooren verworpen te worden, En hoe zeer worden alle deze aanmerkingen niet bevestigd, door het gunt al verder geavanceert word omtrent de ac* ■ces/ie van den ftaat tot de Gewapende Neutraliteit, aan welke in CJ Hds. Misfive toegefchreeven word; Datzyaan 'die i\I 4 M:  272 De Nieuwe Europifcha StaatsMogendheid (naamelyk Engeland) tegen welke zy was ingerigt, ongenoegen moeste geeven, en de Freebreuk verhaasten; ah ook aan den Staat niet alleen §eene nuttigheid brengen kon, maar veel eer het gevaar vermeerderen moest, indien wen niet cenige Conditiën bedingen kon , die tot meerdere beveiliging der Republiek dienen moesten. Uk deze gezegdens moeten Wy dan ktear befluiten,. dat U H. van gevoelen is geweest, dat de Staat vooral geen ongenoegen moest geeven aan de Engelfehen, die Ons teen,zo als waereldktmdig en overboodig beweezen is, reeds lang , niet alleen op eene vyandlyke; maar (het fmert Ons dit nu in Vreedenstyd te moeten herhaalen) op eene verraderlyke wyze hadden aangevallen en geplunderd, en dat Wy dus by confequentie alle leed en harde behandelingen maar geduldig verdragen moesten, om eene t'reedebreuk niet te verhadsren? Een gezegde.r^et welk wy niet anders kunnen befchoimeu , dan als volkomen chimericq • vermits toen 'er van de Gewapende Neutraliteit qufcfh'e was, die treedebtéuk aan de zyde der Engelfcheu reeds voor langer dan een en een half Jaar begonnen en gepleegd was. Wy moeten al aanmerken, dat alhier v#or  Secretaris- Maart, 178$. 273 voor eerst in zeer generaale bewoordingen, en ten tweeden van agteren geredeneerd word in de fteliing: Dat de Acces/ie den Staat geene nuttigheid kon toebrengen. Dit involveert immers eene ftellige befcbuldiging, dat de Regenten eene onnutte zaake begaan hebben, zonder dat hier meer dan eene bloote en gewaagde asfert!è, door geene bewyzen onderfteund, te vinden is. Dit maakt de Regenten fchuldig aan de vermeerdering van het gevaar, en aan een grove nalaatigheid ,of ten minden onachtzaamheid; vermits zy nageiaaten hebben die conditiën te bedingen, welke tot meerdere beveiliging van de Republiek 'dienen moesten, dus fpreekt U Hds. Misfive ! ■ , Doch welke eigenlyk die conditiën zouden geweest zyn? Of het mogelyk was die te bedingen? Of daar toe poogden gedaan zyn, dan niet? Dit alles wordt niet bepaald: maar overgelaaten aan de willekeurige explicatien, die drift of onkunde daar aan gelieven te hegten. En of dit alles nog niet genoegzaam in ftaat wa*re om de Regenten haateiyk, en hunne Regeering verdacht te maaken; zo ontzien zich de Opliellers der Mislive niet, om het ongeluk der Republiek , van zich iri tenen Oorlog gedompeld te zien, toe M 5 te  &7\ De Nieuwe Europifche Staats«JCir5ïe: fruhtt gapend laat en Zet *9?ttbrekS"*n k£t ^rlecnenvau onbepaalde Convotjen, eer de Republiek nog tn fatwas, om dezelve compleet ehk te befcbermen; en aan de Accesfe tot eene gewapende Neutraliteit, zonder noegzaame zekerheid, dat W door *de Republiek degewemchtevrugten van zouden kunnen geplukt worden. Deze befchuldigfogen zyn zo fierk, en attaqueeren zo klaarblykelyk de Regenten en de Regeering, dat wy onmooglyk dezelve onbeantwoord kunnen laaten % *Tld?,\h£i, gewapend laaten van de Republiek , befchouwd in het verband dat zy hebben met de even voorafgaande vaarfchouwtngen, bekommertmen ^vooruitzichten van ü H . geeven duicelyk te kennen, dat U. H. zelf dat ongewapend laaten der Republiek attribueert aan de Regenten, en 'er zich zeiven ge< heel onfchuldig en vry van kent. Wy hebben boven gezegt, dat Wy in ade I etitien, tot vermeerdering der Mi< litie , onmooglyk konden confenteeren wegens den ftaat onzer Finantien: daar toch de vermeerdering van Laudmagt, nooit zonder de totale ruïne vandegehee* Ie Republiek zodanig konde gefchieden dat dezelve Ons byonzeNabuurea geducht maa-  Êecretaris, Maart, tf§ff. a>$ maaken, of tegen derzelver aanvallen op den duur beveiligen koude. Geheel anders is het altyd geleegen geweest met de Wapening der Republiek ter Zee; daar in kon men met fucces iets van belang geprafteerd, onze Navigatie en Commercie met de daad beveiligd, onze Coionien tegen onze Nabuuren, zo iets ten hunnen nadeele ondernamen, gedeke en Wy ter Zee geducht zyn: van dezen respectabelen toeftand immers hangt alleen het beftaan, de welvaart \ bloei en het gezag der Republiek af. Dan hoe zeer dit pnderfcheid ten alle» tyde by U H. had klaarblykelyk bebooren te weezen, hebben Wy echter niet iteeds ondervonden, zo dikwyls 'er voorflagen door U FL tot vermeerdering van s Lands gewapende magt gedaan zyn t dat de zo onöntbeerlyke verbeétering en verfterking van het Zee weezen, en het uitrukten van Schepen ten Oorlog, altyd verbonden enals gekluisterd wierd aa'n eene Augmematie te Lande? het geene even het zelfde was, als of 'er geen voordel in het geheel tot vermeerdering der Navale magt gedaan wierde, daar de Augmentatie van beiden' te gelvk volflrekt' onmogefyk was. Wy hebben over zulks ook op oie gron« den, toen 'er naderhand voorflagen tot Equipagie, tot verfterkiug en veibeetering, M 6 der.  2 76 De Nieuwe Europifche Staatsder Marine, afgefcheiden van eene geWtyóige Augmentatie.te Lande, gedaan wierden, daar in greetig geconfenteerd , en onze Confenten door prompte furnislementen geprjefteerd. pan wat nut heeft zulks gedaan? Immers zou her overbodig zyn te bewyzen, dat de geconfenteerde Equipages traag m gereedheid gebragt, en dat de schepen m den beginne geheel niet, en üaar m Z;er verkeerd gebruikt zyn; dat }«aar over geweldig geklaagd is, en dat die aagten door de Regenten allezins geap. puieerd zyn. b F Omtrent dit alles beroepen Wy Qns gerustelyk, niet alleen op de Registers onzer, Bell uiten; maar zelfs op de alaeineene Volksftem. Wy bepaalen thans daar omtrent onze pzegdens, hoe zeer zich anders een ruim veld opent, om die ig| te breiden, verkiezende fteeds de meestmogelyke moderatie te behartigen, Evenwel kunnen wy niet ongeremarqueerd nog laaten voorbygaan, dat door U H. ook word aangevoerd , van zich Cük niet te verwaten te heb hen, van riet ti hebben toegelegd, om 'hft Vaderland door wederzydsch voordeeltge Alliantien te bezorgen, om byftand te eisfeken wanneer het omechtvaardiglyk wierd aaneerand. , ■ , Wy  Secretaris, Maart, 1785.' ïf.f Wy herinneren Ons niets van dien yver, dat toeleggen van U Iï oni aan de Republiek voordeeüge Alliantien te bezorgen, waar door het zeiven in tyd van nood, kragtdaadigen bydand erlangen kon. In tegendeel, moeten' Wy en alle weldenkende, Ons ten hoogden beklaigen, over den kwaaden uitflag, welke onze yverigde poogingen en fterkfte indantien nog onlangs gehad hebben op eene zo zeer heüzaame en importante Alliantie, als was met de Kroon van Franknk tegen de Geweldenaiyen der Engelfchen, en ter kragtdadige bevordering der'dierbaarfte' belangens onzer Commercieerende Ingezeetenen; daar Wy niet eens hetgenoegen hebben mogen fmaaken, van die zo allernuttigde onderneeming door hetappuy van U H. immer gefecondeerd te zien. Wat vervolgens betreft; het verkenen van onbepaalde Convóoyen, eer rfè Republiek nog in ftaat ware,om dezelve compleetclyk te befchermen; moeten wy wederom aanmerken, dat men U H alhier doet voortkomen, ais afkeurende, dat'er Convooy verleend wierd; en dn? als onverfchiliig, of die Schepen, welke volgens de ietter der Trachaten, hunnen handel dreeven, een prooi wierden van de on 'M 7 recht-  t?8 De Nieuwe Europifche Staatsrechtvaardige en by alle Natiën gedoemde hand el wyze der Engelfche Rovers. Wy moeten nog aanmerken ,dat de clauful: eerde Republiek nog in (iaat wvre , om die Convooyen COMPLETE LYK tg befchermen, niets betekent, vermits DIE COMPLEETS BESCHERMING voor eene zoo uitgeftrekte Navigatie, als de Nederlandfcheis, nooit plaats kon hebben ; vermits daar uit volgt, dat Uwe Hds. meening was, dat men liever alles moest ver* waarloozen, dan een gedeelte befchermen \ vermits het eindelyk op die wyze voor een misdaad in de Regenten geacht moet worden, dat Zy iets hebben durven doen, het geen aan hunne Vyanden ongenoegen kon geeven ; het geen een deel hunner Ingezeefenen kon befchermen, en het geen zy (zonder zich flaafsch over te geeven aan de tyranrncque vorderingen van het toenmaahgen Kabinet van London) niet konden, noch ver mogten ns te laaten. Te meer, (en dit wordt weder kwaadaarriglyk ter bezwaring der Hooge Regeering verzwegen) daar de kepublrek zig toen ter tyd inde allerneteligfleomftaudigheden bevend , als zich van den eeneu kant door de ^llezins gefundeerde Inftantien van Vranken vaK den anderen kant door de fchendige handel wyze der Engel/clen gedrongen zien-  Secretaris, Maart, 1785. 270 ziende , om , of met den eerften door het abanddnneeren haarer onbetwistbaare en op de klaare Letter der Tra&aaten gegronde Rechten , of met den anderen ter fcewaaring hunner importante Commercie tot eeneu openbaaren Oorlog te komen : Een keuze, die voor ieder Weidenkenden geen oogen. blik iwyfel moest laaten , wat te kiezen. Watlaacftelyk nogbyzonder aangaat, de /Iccsifie tot de gewapende Neutraliteit, men toont alhier klaar, dat UH. ook die demarches ten kragtigften afgekeurd heeft, onder hetbeuzelagtig voorwendfel: dat''er geene genoegzaame zekerheid was, dat ''er door de Republiek de gewenscbte vrugten van zouden kunnen geplukt worden, Wy noemen dit voorwendfel beuzelagtig, ver nits men alhier ( gelyk reeds boven gezegd is) apofterioriredeneert: want op het oogenblik der Accesfie lieten zich de vrugten aanzien als zullende gewenscbt worden. En wat Mogendheid,kan by het fluiten van een Tractaat de geruste verzekering bekomen, dat het zelve gewenschte eftecT forteeren zal ? Dit kan alleen de tyd en ondervinding leeren ; daar en boven valt het ligt in weiaige woorden der handelwyze van de Regeeringe een blaam aan te vvryven. Doch als men de Waarheid lief heeft, ifi  s8 o De Nieuwe Europifche Staatsie hier de vraag: Of de Regeering zich toen wel anders heeft kunnen gedraagen ? Of zy die accesfie, aan Haar geofeferd", wel konde afflaan ? Of zulks niet nog van erger gevolgen zou geweest zyn ? Of eindelyk dezelve dan nog wel zoo volkomen nutteloos geweest is ? Dit alles had moeten beweezenzyn, alvoorens die accesfie op eciieii zoo Houten toon voor te (lellen , afs ee • ne der omflanelighedcn die de Republiek in den Oorlog gedompeld hebben; en deeze bewyzen , die dws verre volkomen onf breeken, zullen Wy afwagten , om Ons daaromtrent nader te verklaaren, Hier mede zouden Wy deeze en de voorigepenode voor afgedaan kunnen houden, zoo in dezelve niet met zoo veel ophefs gefprooken wierd van het gebruik maaken van al wat in UII. vermogen was, om het toegeeven in de demarches en mefures gedi'iiyeerd te krxgen! van U H. vooruitzichten , bekommeringen , waarfchew wi&gen! Uitdrukkingen, waar uit het algemeen Taan wiens oordeel U Hds. Misfive door de gewoone publiciteit onderworpen is) moet opmaaken, dat 'er over die materiën geregelde handelingen tüsfchen de Hooge Regeering enU II. pl.in.ts gehad hebben , dat daar in U II alles aangewend^ heeft om voor alle ge aar, Speciaal voordat van 7 gevolg van het gebrek aan  Secretaris, Maart, 1785, 281 azn Eensgezindheid en onderlinge Tocgeevenheidte waarfchouwen ; om de mefures te doen dilateren; om de vooruitzichten waarfchowmingen en bekommeringen>vodr de Staaten open te leggen, en ^ zoo als men dan zeker vooronderftellen moet) om dit alles door krachtige en welgegronde bewyzen aan te dringen. Doch laaten Wy onbewimpeld fpreeken, waar heeft dit plaats gehad. Immers hebben Onze pcoginren tot de* fenfie van de Commercie wel eenen b!oo* ten, fchoori zich op alle wyze vermommende tegetiftand, maar nimmer beredeneerde argumenten ontmoet. ■ £n wanneer is het gebrek aan Eensgezindheid uitgeborften ? Toen het water bykans aan de "lippen, de Commeicie half geruïneerd, en de ontdekking van een verderflyk Syfthema zonneklaar was. Wanneer heeft de onder iirge Toegceven» heid opgehouden ? Toen dezelve geen plsats meer kon hebben,- zonder dat .men zyn pligt en geweeten tekort deed Zoo de Regenten ergens in te befchuldigen zyn, zoo is het daar in, dat zy huti taai g duld te lang Mt bben uitgerekt; dat zy de* fcha • dekker invloed van VrJoaade B.aadsn bylland van het Franfche Hof beftempeit U H. met de flaauwe benanming van eene niet ongegronde vrees*, behalven dat de ganfche famenhang van deeze geheele periode eer gefchikt is, om te onvreedenheid en verdenking te baaren, dan om in het gedrag der Regenten als wel gedaan , te berusten. Om nu niet aan te dringen, datdeSonvereine Regeering des Lands in hunne handelingen en befluiten tot bewaaring va» de Republiek, de GOEDKEURING van U H. even min van nooden, als de AFKEURING daar van te dulden heeft,zo© is het zonneklaar en evident, dat, indien dë Republiek eenen diergelyken flap gewaagd hadt, zy reeds op dit oogenblik alle de gruwelen van den Oorlog zou ondervonden hebben, en wel verre van het Theater van den Oorlog van de Frontieren van den Staat te verwyderen , zouden N 2 Wy  2Q2 De Nieuwe Europifche Staats. Wy het zelve nu in hec hare Onzer Pro. vinden zien. De Keizer zou toch de marsch zyner | Troupes verhaast, en waarfchynlyk der- I zal ver getal vermeerderd hebben, en dan 1 direél in het hart der weerlooze Land Pro- | vintiën indringende , Ons onherftelbnare | Hagen hebben toegebragt; terwyl Wy, door I eene hostile agresfie, Zyne Majelleit in I het volkomen(le Recht gefield zouden heb. I ben, om, reclameerende het Tractaat van I Verfli lies van den i Mey 1755, de Kroon I van Vrankryk te noodzaaken , om aan hem I de daar by geiïipuleerde Hulp • Troupes I te leeveren. En waar zou het dan met de Republiek \ >eenen gaan ? Het volkomenfle verderf' moeste Haar onvermydelyk noodlot wor- ■ den. Het blykt dus klaar, dat de Opftellers dei* Misfive of onkundig waren van de Ver-. jbintenisfen tusfehen de Hoven van Parys «n iVeenen exifteerende, of kwaadwillig ; in het verbergen der gevolgen, die uit ; loofde dier Verbimenisfen, Ons over het; hoofd hingen, zoo Wy door een vyande- • lyke aanval het Cafus foederis daar ftel- • den. Wy vleijen Ons, dat deeze onwraak-■ baare elucidatien U H. overtuigen zullen 1 van de gegrondheid onzer gezegdens om- • trent t  Secretaris, Maart, 1785. £93 trent hét ongeoorloofd misbruik, da^'er gemaakt wordt van Uil vertrouwen;wan, neer men. (daar U H thans van bezigheden geöbrucert, onmogelyk alles zelfs kan opftelien, of met de vercisehte attentie nagaan; daar U H. uit eene blootc lecture onmooglyk kan penetreeren tot de bedek, te inzigten en gehafardeerde Hellingen, die in eenen vioeibaaren Stvl werden voorgefleid) Wanneer (zeggen *.Wy) men niet m den waren gee^t van U M. meening, maar in eenen geest van verwarring, drift of eigenbelang de taaken door U H. op. gelegd, uitgewerkt en door kundige verbioeminge U H. fmaakelyk weet te naaaken. Het zyn die ontaarde grondbeginzels waar uit ook voortfpruiten die uicdrukkin' gen, waar mede men U H zich zeiven doet affchilderea, als op eene onverdiende wyze mistrouwd, veracht, be/pot ,be* Jciiuldigd, en daar gefield als een eerloos Ferraader van clcs?c!fi eigenbelang en van die van het Vaderland' Affchuwelyk Tafereel! dat ieder re?^e, aart Vaderlander tot in de ziel moet "aandoen , dat by geen Regent geduld kan worden, en van welkers baaddaadigheid ïmmers Vrteslandsbrzave Ingezeetenen zich volkomen vry kennen; en zoo *er wangedrocuten gevonden wierden, die zich aan TV 0 , *<* 1N o dier-  «94 &e Nieuwe Europifche Staatsdiergelyken laster fchuldig maaken, zyn Wy gerust, en kunnen U H. ten krachtigü1 en verzekeren, dat de zulke naar verdienden geftraft zouden worden,daar by denHove deezer Landfchappe de naauwkeurigde waakzaamheid, het billykfte recht en de gedrengde drsf deeds gepaard gaan. En nu zullen Wy deezen beiluiten,met voor een Alweetend Opperweezen 1 voor de gamfche Republiek.' voor alle onze braave Ingezeetenen, die ons de Regeering deezer Landfchappe hebben toevertrouwt J en voor U H, zeiven! hartelyk en oprechtelyk te betuigen, dat Wy niets vuuriger verlangen, dan, door een goed beleid van zaaken, in daat gedeld te worden, om met U H. handen en harten in één te flaan, om tot de behoudenis; de Verdeediging en den Welvaart van ons Vaderland , van onze Vryheid, en van al wat in den Lande dierbaar is onvermoeid te werken. Wy verzekeren U H< eendrachtelyk en eenpaarigiyk, van Ons getrouw en onwrikbaar aankleeven aan 's Lands wettige en conditutioneele Regeerings form. Voor deeze wettige conditutioneele, van misbruiken gezuiverde en op vaste gronden gevestigde Regeerings-form, hebben wy ons ieeven, goed eu bloed veil. Wy betuigen, alles te willen toebren gen,  Secretaris, Maart, 1785. 295* gen, tot herftelling van rust, eendracht en \ harmonie, Wy betuigen geen ander doelwit te heb- » ben, dan dat het den Lande en deszelfs . goede Ingezeetenen wel gaa ; dat ieder derzei ver by zyne Rechten verblyve, en die ongeftoord geniete, Dat Vryheid en wettige Voorrechten onverkort blyven: Dat de goede orde alom ! herlreld en gehandhaafd worde: Dat de ] misbruiken geweerd: £n eindelyk, het Monfter van heillooze aanblaazingen tot Tweedracht gefmoord mooge werden: En dat de herftelling der Eendracht, den zoo ! zeer gefulterden en anderzins voorzeker i zinkenden Staat, wederom opbeuren en tot kalmte brengen mooge: Hier toe bieden Wy U IL onze handen, harten, raad en daad, gulhartig, met die gevoelige aandoening, die alleen door waare liefde voor het Vaderland ingeboezemd k*n worden, en met cordaatheid aan, Waar mede, DOOR LUCHTIGSTE VORSTenHEER! Wy Uwe Doorl. Hoogheid beveelen in dg de Befcherminge Godes. {Onderft ond) UweD.Hds.Goede Vrienden De STAATENvan VRIESLAND, (JVnsgepht.) j, C. BERSMA, Vt. {Laa^erfiond, TerOrd vanHunüdeleMog. {(t asgetj A. J. VAN 5MINÏA. N4 STUK-  29Ó De Nieuwe Europifche Staan STUKKEN, Raakende de Rotterdamsche Geschillen. PROTEST van AMSTERDAM. Vervolg van bladz. 144 in de Staat*Secretaris van Februaryt Dat echter by Hun Edele Groot Mog. op den jo Augustus goedgevonden zynde eenige Heeren te committeer en, om het voorfchreven onderzoek werkftellig te maken , zodanig als by die Refolutie broeder is vermeld, zy Heeren Principalen geoordeeld hadden , dat aan dit befluit van den Souverain, hoewel niet overeen komende met hunne Refolutie alJèflnts behoorde te worden voldaan, dan daar het hun , zoo als reeds gezegd is , met de Heeren Ge. committeerdens , by derzelver Misfive van 29 September, klaar veoikwam, dat een politiek onderzoek en gecombineerd met de Magiöraat, ter bereiking van het oogmerk niet gefchikt nog genoegzaam was-, dewyl het van zelfs fpiak, dat het doen van re herches in cas van oproer en publyk geweld en dus omtrent feiten, ten  Secretaris, Maart, 1785. 297 ten hoogde crimineel, nooit op een politieke wyze, maaralleen door wettig ge. qualificeerde perfonen konde gefchieden, gelyk dit duidelyk en ad oculum a priori voorzien en begreepen had kunnen en moeten worden, dat zy dienvolgens gemeend hadden, dat het defectueufe van voorfchreeven Refolutie op eene convenabele wyze geluppleerd behoorde te worden , niec om öatzyde moeylykheden en zwarigheden , waar over de Heeren Gecommitteerden zich beklaagden, befchouwde als novaemergentia, of als onverwagte en na dato der gedecerneerde Commistie opgekomen veranderingen, maar om dat zy die aanzogen , als uit den aart der zake zelve voortgefproten zynde, en by h >t decer» neren dier Comnusfie.reeds dadelyk geè'x > teerd h-bbende en om dat zy dus de Refolutie zelve conüdereerden als ab inirio onvoldoenden en verkeert te zyn genomen. Dat zy verder in overweging genomen heb» bende , door welk ander en bekwaam middel aan het oogmerk van Hun Edele Groot Mog het best zouden kunnen worden voldaan voor eerst hunne attentie gevestigd hadden op den voorflag by het Prje advysvan Heeren Gedeputeerden van Haarlem en verdere bteden, als een adce qua at en naar de omliandigheden dezer zaak, gepast middel nader aangepreezen: - N 5 V9l-  ê§0 De Nieuwe Ëuropifcbe StaatVolgens het welk de Heeren Gecommitteerden het vermogen zouden bekomen , cm NIET GECÖMBINEliRD MET DE MAGISTRAAT, maar ALLEEN het onderzoek, ook LANGS JU DICTEE • LE WEGE voort te zetten, zonder egter de finale qualiteit van Rechters te erlangen, darzy met voorfchreve Gedeputeerden hadden begrepen, dat door zoodanige atnpliatie der gedecerneerde Comnrnfie, aan het bedoelde oogmerk van Hun Ed, Groot Mog. waarfchynlyk wel zoude kunnen voldann worden, en datzy dierhalven ook geen zwaiigheit zouden gemaakt hebben, om de evengemeldealteratie in de bewuste Refolutie te admitteren, hoezeer ook Hun Ed. Groot Mog by dezelve formeel gedeclareerd hadden , geen andere intentie te bebben%dan om zich alleen op ee ■ ne poHtique wyze omtrent de fubfiflerende oneenigheden te doen informeren; indien zy geen gewigtiger bedenkelykheden in dezen voorflag ontmoet hadden, en wel van zoodanig een aart, dat zy in gemoede geen vryIieid gevonden hebben om dezelve te amplieren , welke bedenkelykheden daar in beftonden, dat het verlenen van zoodanig ampel vermogen , als het voorftel medébragt, om judicieele informatien te nemen r dadelyk involveerde eene delegatie van Jurisdictie, op een aanftelliug vaniechtgeleer* de  Secretaris, Maart, 1785. £0£ de Rechters, hetgeen voldrekt aanloopt tegen de eerde gronden van onze Vry beid en tegen de heiligde Privilegiën dezer Landen; oordeelende zy Heeren Principalen niet nóodig breedvoerig te bewy* zen, dat het nemen vaa iudiciee'e infor» matien , of de ficult.ns cognoscendi in criminaiibus, h een daad, dia noroirtot het officie van een Rechter behoord, en door geen andere Perfonen met eenig effect verrigt kan worden; „ Judex enim est vir bonns & a?finus, juris peritus, pnblica auftoritate conditutus , cui caufus cognoscendi & decidendi facultas competit;" gelyk ook by het 19de Artykel van de Crimineele Ordonnantie de Hooge Ju» üitie word befchreven, als een Recht, om van alle Crimen en Misdaden judi citele kénnisfe te nemen, en by het 5; de Artykel ten duidelykde verboden word, dat niemand als de wettige Rechter judicieele Informatien zal nemen; op welke gronden by de Refcriptie van het Hof aan Hun Edele Groot Mog. van den 13 December '782, hier agter breeder vermeld, get'udineerd word , dat een anthorifatie van den Souverem, om crimineele recherches te doen, verdaan moet worden , lefFens te involveren de magt om de Procedures, uit zoodanig onderzoek refuherende , tegen de fchuldige te verN 6 vol*  3^0 De Nieuwe Europifche Staatsvolgen en volkomen af te doen, zoo als dit precifelyk het eigen gevoelen fchynt te zyn van de Heeren Gecommitteerden zelve , by hunne Misfive van den -9 September, bladz 4 in fine, alwaar zy met witdrukkelyke woorden zeggen , dat een Rechter in eene crimineele Zaak op een entwyffelbaré wyze van de waarheid der dep9ft'tien moet zyn overtuigd, en ten dien einde moet hebben de faculteit, om zelfs de getuigen te zien,- te onder bon* den en op alles naauwkeurig te ondervragen , vergeleken met het geen bladz. 7 gepofeerd word , dat de kragt en klem van een judicicel onderzoek, bellaat , niet in het naderhand bekomen van vifie der genomen in firmatien en gedane verhoren , maar in het dadelyk adfifleren by bet doen en nemen van dezelven, en de faculteit om daar mede propte na la te handelen; kunnende men ook niet begrypen, wanneer het judicieel onderzoek afgeloopen en door deze politieke Commisfie een gedeelte van het RechterAmpt waargenomen zoude zvn . aan welk Collegie van Jufütie de overige Rechterlyke functien dan eigentlyk zouden worden gedemarreerd ; daar toch volgens het evengemelde eige Syflema van Heeren Gecommitteerden , niemand dan zy zelve, wanneer de mformatien doer hun  Secretaris, Maart, 17?$. 301 bun genomen worden, ook de Zaken verder zouden kunnen behandelen en afdoen. Zoo dat de bygèvoegde verklaring, dat Heeren Gecommitteerden , door het bekomen van dit vermogen , egt er niet zouden erlangen de fi- ale qualiteit van Rechters, niets beteekend of niet anders geconfedereerd kan worden, dan als eene Protejiatio acltui contraria , waar dooide natuur van de zaak, die tocb in gee* ne ydele klanken beflaat, niet verandert, nog iemand die ^yn gezond verftand gebruikt, misleid kan worden. Dat hier door ten klaarden zynde aangewezen de ongerymdheid der Sufrenue, dat eenige andere Perfonen, dan die ee« ne Rechterlyke qualiteit hebben , met eenig effect zouden kunnen of vermogen te plegen Rechteilyke daden , als buiten Contefratie zyn het nemen van iudicieele informatien , het horen van getuigen en bet verleenen van noodige provifien van Juftitie in eene Criminele Zaak; en dat dus het defereren van zoodanig vermogen, iplo $ure & faclo ook tevens invoiveerd de opdragt van een Rechterlyk qaaliteit Welgemelde Heeren Principa'en zullen vervolgens in geen onderzoek behoeven te treden , of het decerneren van eene N 7 Gom-  3os De Nieuwe Europifche StaatsCommisüe , door den Souverein op eenige byzondere daar toe uitgezo^re Per fonen, het zy Leden van eene Collegie van Politie of van Juinde, het zy particuliere Rechtsgeleerden , om in eene ze kere zaak en over Perfouen, welke daar in geconcerneerd zouden bevonden worden , in plaatfe van den Ordinairen, Com* petenten en dagelykfchen Rechter, des. zelfs Post en Rechrerlyke funftien waar te nemen; of zeggen zy, zoodanige Com misfie, niet recht en met de daad, den naam verdiend van eene Delegatie en zoodanige Gecommitteerdens dien van gediregeerde Rechters, dewyl eene zaak van die evidentie nader te willen beto • gen aan deszelfs eenvoudigheid, en aan de attentie der Leden van Hun Ed. Gr. Mog, Vergadering te kort zoude zyn ge' daan. Dat men daarom hier van afftaopende zal overgaan tot de Vraag: Of bet decerneren van deze Commisfie overeen , dat het binnen den Lande van Holland en West Friesland een indïsputabel recht is, dat geene Ingezetenen anders dan voor hunnen ordinaris en daaglykfchen Rechter mogen te recht gefield te worden. Dat men hier mede vertrouwd, deze quaftie ten vollen uitgemaakt en dus bewezen te zyn, dat zoodanige evocatie, als waar voor ten dezen door een gedeelte cler Leden van het Befoigne was gead- VI-  Secretaris, Maart, \f^>$. 3-vifeert, buiten twyffel zoude flrekken tot verkorting van 's Lands Privilegiën en der Ingezstenen rechten zonder dat eene verklarig, gelyk Hun Ed- Groot Mog. op den ïo Augustus laatsteden hebben geheven te doen, dat door het nemen van zoodanige Refolutie aan de wel h*p. bragte Privilegiën, vry en gerechtigheden van de refpetfb-e Steden, en in het by. zonder van de Stad Rotterdam geen at. temte of pra?judicie zoude werden roege. bragt, eenige wezentiyke verandering in deze zaak zonde kunnen maken, of de daar door reeds werklyk toegebragte la?üe, eemgfints verminderen: „ als brengende deze claufule zelfs ter contrarie «nede eene flilzwygende confesfie van de nieuwigheid en onwettigheid van dezelve Commisfie; - maar het grief, dat daar in gelegen is, niet wegnemend?, alzoo de daad üryd met de Proteftatien gelyk de Heer de Groot met zoo veel woerden leert in zyne reeds geallegeerde verantwoording; Cap. XV. pag. 146. Terwyl welgemelde Heeren Principa. Ien alvorens over te gaan tot een examen van het tweede gedeelte van het Rapport 01 Advis van de Heeren van Haarlem het welk den 22 December laatstleden m eene Refolutie is gecon ver teert, nog eene remarque moeten oplosfen, welke men  3I2 De Nieuwe Europifche Staatsmen tegen deze een.gfinu wydloopige wederlegging van het eerfte lid van voorfchreve Advys, zoude kunnen moveren, -Is 0f dezelve tans geheel onnoodig en fupeffljs zoude zyn , daar men doch op dat poina niet gunfleerd, mw bet concUiatoir of temperament heeft geamplecreerd, en dus het eerfte zoude kunnen aangemerkt worden, als van zelve te zyn "ervallen; waar op eenvoudig ter mam, ire zal kunnen dienen, dat het zoo ge-■ vesde temperament alleen uit wfchiklvk-heit, als een expediënt, erMot een proeft voorgefteld en geadmitteerd zynde, zolder daarom geheel af te gaan van het geadvifeerde in de eerfte plaats y hunne Misfive van 29 September aatstleden Pag. 5 en 6; als zoo gewigtig :n onoplosbaar werden voorgedragen tekens de executie van hunne Commisfie gecombineerd met de Magiftraat De differentie van fentimenten: zonder ■ nder middel van decifie, als de interpel! tere van den Souverein. | En de menigvuldige andere occupatien an Schepenen, waar door zy belet wor0 2 de»  %i6 De Nieuwe .Europifche Staatsden met de noodige afliiuiteit ia deze zaak alleen bezig te zyn; Zoo als mede en vooral die , welke ontleend zyn uit het defect der vereisente onzydigheit by Schepenen, en het belang dat zy zouden kunnen hebben om de zaaken niet naar behooren te onder- . zoeken. Welke laarfte inzonderheid by het Rap- ■ port wel nadrukkelyk word geïnhaleerd,, daar de Gedeputeerden van Haarlem &c. op pag. 6 met zpo vele woorden pofe-ren, dat het hun om de evidentie en heet gewit rfer redenen door Heeren Gecommitteerden uit den aart der zake en bekomende omjlandigheden , geallegueerd, ten opz-igten der vo'ftrekte ongeïntrei< feerahdd , welke gcrequireerd word ini die genen , welke deze zaken moestem onderzoeken, 'was voorgekomen, dat dit onderzoek ; zoude het als genocgfaam neutraal kunnen befchouwd worden em het verwachte vertrouwen verwekken, zoude behooren voordgezet te worden, NIET DOOR OFFICIER EN SCHE-: PENEN, voor zoo verre het judiciee zoude moeten gefchieden, maar door GEj COMMITTEERDEN VAN HUN EDE! LE GROOT MOGENDE ALLEEN. Dat, zeggen zy Heeren Principalen! wanneer men alle deze argumenten tegen eei  Secretaris, Mdart\ 1785. 317 een onderzoek van of gecombineerd met Schepenen , door Heeren Gecommitteerden en bovengenoemde Leden van het Befoigne geailegueerd , wel overwogen heeft; men zich moet verwonderen, hoe deze Heeren Gedeputeerden tegen het Pr*e Advys van Gecommitteerdens en hun eigen zoo klaar gemamfefreerd Syflema aan, des onaangezien, den Souverein hebben kunnen aanraden, om een middel in het werk te fteilen , dat aan zoo vele inconvenienten, en dus aan zoo v#el onzekerheid en gevaar van non remjite, naar hun eigen gevoelen onderhevig was; een middel, dat zy zelve nog ma^r (pag. 7 in fine) als niet volfirekt opge/ibikt op. geven, en dit alleen tot een proeft in eene zaak van zoo veel gewigt, en waar in de expeditie buiten twijffel zoo een wezenlyk requifit was, En dat zoodanig Advys en Conclufie, dus te regt, als vry inconfequent zoude mogen aangemerkt worden. Dat immers zy Heeren Principalen ook deze conciiiatoire Propofitie, of dit zoogenaamde Temperament, niet alleen geconfidcreert hebben als ten eenemaai devierende van de gronden onzer Regering en als eenegevaarlyke nieuwigheid, welke in zaken van Juftitie nimmer kan noch behoord geadmitteerd te worden; maar ook (om zoo evengeO 3 melde  318 De Nieuwe Europifche Staatsmelde argumenten, by de Advyzen van Heeren Gecommitteerden en Gedeputeerden zei* ve geopperd en aan&edsongen,) als een middel , dat volfirekt ongefchikt is, om het voorgefielde en gebuteerde onderzoek zoodanig met effeét. te doen voortzetten, dat aan het oogmerk van Hun Edele Groot Mog. naar behooren voldaan worde; en derhalven gemeend hebben het zelve mede geheel te moe* tenrejeóteren. Dat, hoewel voornoemde Heeren dus de beide Propofitien, by het Rapport vervat en alle ampliatie van de magt van, Heeren Gecommitteerden, by 'Refolutie van den 10 Augustus verleend, voor zoo veel hetjuihtieele betreft, volkomen afkeurden, zy cgter ook begrepen hadden, gelyk reeds gezegd is, dat j ter voldoening aan de Refolutie van den io Augustus, een bekwaam middel in het werk gefield diende te worden, hebbende zy de oproerige bewegingen, die te Rotterdam j plaats gehad hebben, met alle de gevolgen en omftandigheden van dien, met de uiterfte verontwaardiging befchouwd, als van een allerakeligst en zeer. ver vooruitzigt zynde, niet alleen voor die Stad maar v©or het geheele Land; zoo' dat elk Lid van de Souvereine Vergadering dezer Provintie zich dezelven behoorde aan te trekken, en ernftige maatregelen te helpen lieramen, ten einde daaromtrent de nnauwkeurigfle recherches zouden kunnen1  Secretaris, Maart, 1785. 319 kunnen gefchieden, en de fchuldigen op eene exemplaire wyze geftrnft worden: alzoo uil de voorfehreven aanhoudende pogingen van een opgeruid Gemeen, door welk de publicatie rust en veiligheid binnen gemelde Stad Rotterdam reeds zoo lange was gefloord geworden, en uit de'klagten en verzoeken, door een goed getal der ingezetenen aan den Souverein gedaan, om eene buitengewone voorziening ter dezer zake, genoeg fcheen te blyken, dat by den Magïltraat of jiütitie van gemelde Plaats niet in tyds, of niet met de noodige activiteit, was gevigileert toifhuting van de voorfehreven Commotie en tot fërieufe corredie der fchuldigen; gelyk al-verder uit dien hoofde, tusfehen de voornoemde Regering en de Ingezetenen een zoo groot misnoegen en wantrouwen was ontftaan, dat het Collegie van Officier en Schepenen geoordeeld moest worden, in deze fituatie van zaken, niet met .effect, noch naar behooren, ter voldoening aan de intentie van Hun Edele Groot Mog. werkfham te kunnen zyn. En dewyl .ook e-Jhdlyk de moderate voordag aan de Regering van Rotterdam, op den 22 July gedaan en hier boven breeder vermeld , door dezelve niet was geaccepteerd geworden; dat om ,nu zulk een gefchikt, wettig en efficacieus middel te vinden , zy Heeren Pri cipalen gemeend 'hadden te 'moeten onderzoeken wat in 0 4 dier-  220 De Nieuwe Europifche Staatscliergelyke gevallen, waar in de ordinaire wegen tot oeffening derJuftitieontbreken, en de daaglykfche Hechter, (onverfcbillig om welke redenen') onbevoegd of buiten ftaat is de Rechterlyke funttien waar te nemen , volgens de Conflitutioneele Regeringsgronden dezer Provintie, kan en behoord in 't werk gefield te worden i als begrypende dat de Adminiftratie der Juftitie geenzins naar goedvinden en willekeurig , veel min naar politicque inzigten , maar in conformiteit van 's Lands en der Ingezetenen Rechten moet worden inge» rigt. En dat het, volgens deze principes, aan hun voorgekomen was, dat in cas fiibjeét geen gepaster, ja zelf volftrekt geen ander middel voor handen was, dan het welk zy, door hunne Gedeputeerden aan Hun Ed. Groot Mog. hebben doen voorflellen, te weten , om het Hof Provinciaal te atfthoriferen tot het voorfehreven onderzoek niet alleen , maar ook tot het entameren , voortzetten en finaal afdoen van alle zoodarjige Crimineele Procedures, als in deze zaak waarfchynlyk zullen moeten gevoerd worden. Dat zy immers geen veiliger weg konden inflaan , dan die hun door den Souverein zelve was aangewezen, en geen beter voorbeelden konden volgen, dan die by  Secretaris, Maart, 17S5. 321 by Hun Ecfr Groot Mog. in vorige gevallen van dezelfde natuur, met ïücces zyn in het werk gefield, en onder ande. ren in dezelfde Stad Rotterdam, by foortgelyke gelegenheid in den jarc i6po,uitwyzens Höogstderzelver Refolutie van 2 November deszelven jaars, waar by Preefielent en Raden van den Hove Provinciaal worden gelaat om zich naauwkeurig te informeren op de Autheurs, banleiders en Uitvoerders van het aldaar toen voorgevallen tumult, mitsgaders op ellen, dis daar aan fchuldig mogtenzyn, en jegens dezelven, zonder verfhwning , met zooda* nrge rigncr te procederen ,ah in een zaak van dit gewigt.enwaaraandermtenf. curiteit van den gtkeeien llaat en alle de goede Ingezetenen van dien zoo mcrUyk gelegen was , gerequireert en verercht word. En even gelyk Hun Ed. Groot Mog.' ook nog zoo onlangs, met opzigt tot het gebeurde op dei? 6 December 178- ontrent op denze^fden voet, by RpföVutie van den 0 dito, [het zy dan wel het zy dan kwalyk, in dat géval, het welk men thans niet wil onderzoeken/] Prefidenten Roden van denzelven Hove aangefenreven hadden, om zonder tvd verzuim, Baar het ffepasfeerde by die flrafwaardice ondom™ W en in het bv -y_>,..*.,.. uw x>ciun Souverein, zo rils daar van des mods VERSCHEIDEN VOORBEELDEN konden werden gealtegueerd. Dat welgemelde Heeren Principalen bier mede nu vermeen en aan hun voorgefield oogmerk te hebben voldaan, voor zoo veel zich verpHgt rekenden om van hunne Refolutie en uitgebragt Advys, op dit föbjeft ü de Registers van Hun Ed. Groot Mog. niet alleen te moeten doen eonfreren, maar ook om dezelven, door eenige weinige reflexien en argumenten, wat nader te moeten junificeren \ ten einde altoos moge blyken hun beflepfo attachement asn de maximes hunner Voorvaderen \ en dat mitsdien zich ganüch O 6 0H.  324 De Nieuwe Earopifcht Staatsonbevoegd rekenen de hand te leenenaan de daadlyke verkorting van Rechten en Vryheden, dewelke ten .allen tyden als inviolabél zyn geconfidereert en op de nadrukkelykfte wyze zyn gemaiotineert, en die zy ook met alle zorge en cordaatheid zullen blyven vasthouden en verdedigen, zonder immer toe te laten , dat daar aan, ter prejudiiie van den minften hunner Ingezetenen , het zy onder welke pretexten of door welk! meerder, heid van (temmen, in de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog., min of meer atteinte worden toegebragr. En dat dus hebbende aangetoond, dat door het defereren der Commisfi.e aan Heere Gecommitteerden, volgers het eerfte Lid van het Aivys der Heeren van Haarlem, teffens aan dezelven zoude worden gegeeven de qua iteit om als Rechters te fungeren: dat zy door deze ampliatie van Magt daadlyk zouden zyn geworden Gedelegeerde Rechters;, eu dat zoodanige Delegatie voiftrekt ftrydig en incompatibel is met onze wel herbragte Privilegiën en Coftumen mitsgaders ten uiterften nadeelig en gevaarlyk voor 's Lands en der Ingezetenen dierbare heid. Dat ook het ander middel, uitgedagt quafi om tot een conciliatoir of proef te die-  Secretaris, Maart, 178". 325 dienen, even weinig met de gronden van onze Regering is over een te brengen, en zoo informeel als ongefchikt is ter bereiking van het voorgemelde oogmerk. En dat, oai alle bygebragte redenen, geen ander Conftitutioneel en wettig middel, in dezen door den Souverein had kunnen of behooren verkozen en by de hand genomen te worden, dan het geen door de Heeren Gedeputeerdens dezer Stad, by de nadere deliberatien over het rapport, aan de Leden was voorgedragen, voornoemde. Heeren Principalen zich niet konden dispenferen. In de IUie plaats, met relatie tot de wyae, waar op de voorfehreven Refolutie van den 22 December door den Heer Raadpenfionars is gebragt ter conclulk, mede te remarqueren. Dat zy met de uiterfte bevreemding uit de extenfie hebben vernomen, dat dezelve Conclufie in de daad is geformeertmet negen Hemmen tegen tien en dus met eene minderheid van Advyzen, direót ftrydig met het io Artykel der Iiifhuclie van den gemelden Raadpenfianaris,, waar byhy gelast word: volgens de pluraliteit vanopi. nien en niet anders in zaken daar notoir» lyk overjïemming plaats beef. , te concluderen : dat zy derhalven moeiten verklaren deze Refolutie niet anders te kannen aanO 7 zien  3^6 De Nieuwe Europifche Staats* zien en houden , dan als gedeftinuéert van alle verbindende kragt en laborerende aan een notoire nulliteit; zonder dat tot jüfH» ficatie van deze informele Conclufie (trekken kan het voorgeven , dat er drie des* creperende fentimenten zouden zyn geweest, en dat negen Leden eenftemraig voor het veileenen van meerder magt advifeerden, en de andere tien onderling verfchiiden; vermits dat voorgeven ten cenemaal abufief is, en daar en tegen vol* ftrekx zeker, dar de tien Leden even een* parig tegen als de negen voor het verlee* nen van meerder magt zyn geweest, wd< ke ampliaiie van magt en geenzins de alteratie der Refolutie van den 10 Augus* tus,zoals wel in het oog gehouden,moet worden, ten dezen eigentiyk en alleen het objecj van deUberatiéh uitleverende: want dat Heeren Gecommitteerdens, by het flöt van hunne Misfive van den 29 September , verzogt hadden, dat er nadere voGizicninghy Hun Ld Groot Mog. mogten worden beraamd tot bereiking van het jaiutair oogmerk van de Refolutie van den 10 Augustus en ter eficacieufe voortzetting van het geordonneerde dn* dei zoek; welke nadere voorziening zy zich by hun opgevo'gd prse-Advys van den 13 Octobel'/pag 23, hebben geè'xpliceert, daar in te moeien beftaan, dat ge  Secretaris, Maart, 1785. 327 gemelde Reïblutie in zoo verre behoorde te worden gealtereerd, dat het onderzoek door hen niet politicq en gecotnbineerf met de Magiflraat moest gefebieden , maar dat zy judicièei en afzöndèrijk zouden mogen onderzoeken , en dus een ampelder magt krygen dan zy 'te voren hadden , in weik verzoek de Heeren Gedeputeerden van Haarlem en verdere Steden, by het tweede Lid van het Rapport, den 3 November, ter Vergadering van IloUand uitgebragt , wel geen zwarigheid hebben gevonden, maarevenwel gemeend, dat alvorens behoorde te worden beproeft het Conciliatoir, het geen boven is vermeld, en waar by insgelyks een meerder gezag aan de Heeren Gecommitteerden wierd verleent, over welk Rapport, gelyk ook over. de Misfive en Pra? Advys der Gecommitteerden, den 22 December 1784, in gemelde Vergade. ring by refuraptie gedelibereert wezende, zyn de tien Leden eenparig geweest van gedagten, dat aan dezeiven geen meerder magt behoorden te worden gegeven;zonder dat het verfchil tusfehen de voornoemde tien Leden, over het inroepen van den Provincialen Rechter, of het perfifteren by de Refolutie van den 10 Augustus , eene gegronde reden zoude kunnen opleveren, waarom dezeiven, daar zy omtrent  328 De Nieuwe Europifche Staatstrent het wezenlyke object der deliheratien zich volkomen eenparig' hadden gcexpliceert, hun recht van pluraliteit zouden verliezen; zynde het in tegendeel zoo klaar en evident, dat de ftemmen van arderzints verfchillende Leden, byeen genomen en te famen gevoegd moeten worden , in het gunt waar in zy overeenkomen, en ten dien opzigte de meerderheid uitmaken; dat het overtollig zoude zyn zulks door Wetten en Autoriteiten van Rechtsgeleerden , die over het jus publicum en privatum hebben gecommentarleert, in het Hreedè te beweren, en dat de Leer van den Heer de Groot ook hier weder alleen voldoende zal zyn, daar hy in zyn Boek de jure belli & pacis Lib. 2 Cap. 5 § 19 zegt: ieniehtia quafum altera aflet lus partem continet, conjurc genaa funt in eo; quo conveniunt, fiqui in 'vsginti ddmmant, cj? qui in decent conjungentur in Ulo decem adverfus fent en tia m ahfolven tc w. Dat zy Heeren Principalen om gemelde redenen tegen voornoemde Refolutie van 22 December exp.resfelyk p oteiteren van Nulliteit; verklarende tenens niet aanfpraaklyk te willen zyn voor de gevolgen, die uit de onwettige verrigtingen, welke uit kragte van de voorfehreven Refolutie mogen ondernomen worden, of reeds onder- 110-  Secretaris, Maart, 1785. 329 nomen zyn , zouden kunnen voortfprui« ten, (was geteekend) J, M. van Pahs\ De Heeren Gedeputeerden der Steden Haarlem, Leiden, Gouda, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar Monnickendam en Purmerende, hebben tegen de voorfehreven nader Aanteekening zoodanige Contra - Aanteekening gereferveert als te behooren geoordeelt zal worden. Tegen dit Amftcrdamsch Protest , zyn dan ook de volgende fteden opgekoomen, met een Tegerprotest, blykende aan het EXTRACT uit de RESOLUTIEN van de Heeren STATEN van HOLLAND en WEST FRIESLAND, in Hun Ed. Groot Mogende Pet gadering genonun op fVoensdag den 23 february 1785. De Heeren Gedeputeerden der Steden HAARLEM . LEIDEN, GOUDA, GORINCHEM, SCHIEDAM, SCHOONHOVEN, ALKMAAR, MONNIKENDAM en PURMERENDE ,- hebben , uit kragte der referve van CONTRA-AANTEEKENING op de Nadere Aanteekening , die van wegens de Stad Am fierdam den eerden dezer maand in de Notulen  3 5o De Nieuwe Europifche Staats* len van Bun Ed, Groot Mog. geïnfèreerd i-;, gedeclareert , dat zy met attentie en b'daardheit de gemelde Nadere Aanteke. ning hebbende overwogen, dezelve, voor zoo veel zy op de Refolutie, welke by Hun Ed. Groot Mog, op den 22 December 1784, relatief tot bet te doen Onderzoek binnen Rotterdam dadelyk genomen is, applicabel gemaakt kan worden, hadden bevonden ingerigt te zyn met een oogmerk om die Refolutie, zoo ten aanzien v&n%a#w inhoud, als met betrekking tot bare form, te bellryden: dat zy Gedeputeerden dit zelfde voetfpoor willende volgen , ten aanzien van bet eerfle wel een ruim veld voor zich zouden geopend zien om de gronden, waar op de gezegde Refolutie berust, nader aan te dringen, en van de gemaakte tegen bedenkingen te zuiveren; doch dat even dit hen niet alleen veel al zoude moeten doen vervallen in eene herhaling derredenen enmotiven, by de gehouden Befoignes in het breede verhandeld i en voor het grootfte gedeelte in het Rapport van den 3 November 1784 vermeid maar boven dien hen ook zonde noodzaken om, by eene vergelyking van hun geadvifeerde tegen dat van de gemelde Stad hm$erdatn\ aan te toonen, gelyk hun dit zeer gemaklyk zoude vallen, dat eene angstvallige zorg voor het behoud van Rus:,  Secretaris, Maart, 1785. 331 Kust, Vryheit» Rechten en Privilegiën al» tans niet minder in het eerite, dan in hst laaide , de voornaamfte dryfveer van alles heeft uitgemaakt ;hoedanige verhandeling, daar, zoo misfchien niet overal, met dezelfde bedaardheit zoude konnen worden Getrakteerd, in dat geval niet anders zou* de konner [hekken, dan om tusfchen Le« den van Staat, die, fchoon in verfcheidenheit van begrippen ten aanzien van deze ef geene Haken verfeerende. Egt er ter go eUertrouvo het algemeen>welzyn op het oog kunnen hebben, allerfchadelykfte verwydekringen te veroorzaken: waarom zy Gedeputeerden «zich op dit refpeét alleen zouden vergenoegen met een expresfe proteilatie * dat zy , zoo wel als de Heeren hunne Principalen, by het helpen arrefteren det? Refolutie van den sa December 1784» geene andere bedoeling hebben gehad, dan om op eene wyze, het allerminst van het gewone afwykende, en teffens het meest gefchikt om de klagten, ais op alle regter* lyk gezag aan den ordinairen Rotterdam* fchen Rechter ontnomen wierd, af te fnyden, aan het heilzame oogmerk van HunEd. Gnot Mog. in derzei ver Refolutie van den 10 Augustus tf%% vervat, de volftrekt noodige bevordering toe te brengen : terwyl zy voorts aan de Posteriteit gerustelyk zouden overlaten om uit de Stuk-  332 DeNieuzve Europifche StaatsStukken, die betreklyk deze zaak in de Registers van Hun Ed. Groot Mog. reeds zyn geinfereert, op te maken en te beflisfen, of de wyze van judiceel onderzoek van zaken te Rotterdam, welke Hun Ed, Groot Mog. by Refolutie van den 22 December 1784 , tot bevordering van het politiek Onderzoek, dat by Refolutie van den 10 Augustus bevorensvastgefteld was, hebben voorgefchreven, eenigfints verdiene getaxeert te werden van een mindere be« zorgdheit voor der Ingezetenen Rechten en Privilegiën, en of zy niet in tegendeel "de merkteekenen drage van eennoodzakelyken, doch met de uiterlle omzigtigheit en gemarigdheit gepaarden yver voor de eer van den Souverein, de rust van den Lande, en het welzyn der Ingezetenen in het algemeen en van die der Stad Rotter' dam in het byzonder. Doch dat voor zoo veel de Regering der Stad Amjieriam, by de bovengemelde Nadere Aanteekening, wyders heeft goedgevonden de meergenoemde Refolutie van den 22 December 1784 ook ten aanzien van hare form te impugneren, en ftaande te houden, dat dezelve onwettig en ingevolge een verkeerde Con» clufie zoude genomen zyn, zy Gedeputeerden niet konden nalaten hunne overgroote verwondering over eene fuflenue van  Secretaris, Maart, 1785. 333 van die natuur te betuigen , en teffens, door een eenvoudig voorftel van het gebeurde de wettigheid der genomen Refolutie te vindiceren Dat zy tot dat einde, zoo aan de Regering der Stad Amjierdam^ uit welker naam de voorfz. Nadere Aanteekening gedaan is, als aan de verdere Leden, die tot het nemen der gemelde geheele Refolutie niet geconcurreerd hebben , alleenlyk behoefden te herinneren de- omzigtigbeid , met welke, na her* haalde omvragen, tot het formeren van eene Conclufie in de bovengemelde zaak „ op den 22 December laatstleden, is over* gegaan, en hoe ter zeiver tyd door den lieer Raadpenfionaris is gelaboreerd, om door eene vergelyking der verfchifende fentirnentcn, en eene overweging of en in hoe verre dezeiven in het een of ander punct konden worden overeengebragt Cwaar omtrent ook aan alle de Leden gelegenheid gegeven wierd om zich in het byzonder te uiten) prajcifelyk op te maken, tot wejke Conclufie de meerderheid der Advyfen zich eigenlyk bepaalde: Terwyl deze meerderheid met geenerhande fchyn gezegd kan worden tot iets anders, dan tot de Refolutie zoo als die genomen is, zich te hebben uitgeftrekt, gelyk het beloop der gehouden Deliberatien overvloedig moet uitwyzen, lm-  «34 De Nieuwe Europifcb.v Staats- Immers, daar het alleen tot verwarring der denkbeelden" moet ftrekken, wanneer men , gantsch abufivelyk s het zoo wil doen voorkomen, als of het pomft van discusfie zich borneerde tot de vraag, of aar Heeren Gecommitteerden te Rotterdam eene meerdere Magt gegeeven zoude worden, dan niet (om hoedamge meerdere Mast dezelve Heeren trouwens HU4 Ed. Gr. Mog. ook niet eens hadden verzogt, als e g?nlyk alleen de noodwaklykbeid %£ëm Ebbende tot het beramen ëener nadere voorziening , omtrent net do-n van judicieel onderzoek) dat het , «lyk niemand der Leden ontkennen kan, met de zaak naar waarheit dus was geUM ï «ar, na het uiten der refpeftive Aclvyfen aanftonds, ingevolge den teneur dérzelver, vooraaamlyk m. confideratie hoesten komen; twee Hoofdfentitnenten tusfehen welken alle de Leden (exeept Iten Dordrecht ék M^^^ elk een byzonder gevoelen hadden) zien verdeelden, naamlyk of, overeenkomftig bec eerfte Lid van het Rapport, met betrekking tot het te doen onderzoek eenvoudig zoude worden geperfifteert by Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 10 Jusustus 1784. voor welk gevoelen agt Leden , dan wel of in die Reflutie ten aanzien van het gemeldt onderzoek eene^  Secretaris, Maart, 1785. 335 verandering zoude worden gemaakt, en wel overeenkom/lig het fiot van het tweede gedeelte van het Rapport , voor welke Iaat fte Negén Steden advifeerden. Dat gelyk dus, zoo mmdeparticutiere en op zich zeiven (taande geve lens van Dot dr echt' en Anijferdamy oiet nader in Compmade gebragt hadde, de zaak zich reeds genoeg hier raeede zoude hebben gedecideerd, egrer als toen die Sentimenten ook nog waren overwogen, wanneer het fpeedig en op de onwederfpreeklykfle wyze bleek , dat geen derzelven eigenlyk en in zyn geheel met een der twee andere hoofdfen timen ten was over. een te brengen, gelyk mede, dat, voor zoo veel eene gedeeltelyke combinatie betreft, dezelve zeker niet gezegd mogt worden plaats te kunnen hebben , met betrekking tot het advys van die Leden, die gecnerhande verandering of'ArnpIiatie in de Refolutie van den 10 Augustus, en het (kar by voorgefchreven onderzoek noodig oordeelden of wilden toeflaan, als zynde het gevoelen van Dordrecht eu Amfferdam , hier aan , byzonder- voor zoo vee:l het Judicieel onderzoek betrof, ren eenemaal geoppofeerd; waarom, daar' de nuttigheid niet alleen, maar zelfs de noodzaaklyk^eid, van eene verandering in de voorgefchreven wyze van onderzoek, zo®  o * 6 De Nieuwe Europifche Staatszoo als die by de Refolutie van den ie Augustus vastgefteld was, door de gemelde twee Steden ten voüen wierd erkend en aangedrongen, derzelver geadvifeerde, zoo het in dien ftaat der Dehberatten in Computarie gebragt kon worden, dan zeker in zoo verre met het fentunent der Stad Haarlem en agt andere Steden moest worden gecombineerd, als in deszelfs voornamen grondllag, dat natnelyk ten dezen in het bepalen van het Judicteel onderzoek eene verandering en nadere eejtel* ling vereischt wierd, met het zelve inftemmende. Dat ahans in deze fituatie van zaken, naar de gedagten van hun Gedeputeerden , niet meerder overeenkomftig de ftrikfte regelen van onzyd/gheid en prudentie door den Heer Raadpenfionarw had kunnen zyn gehandeld, dan effeétivelvk gefchied was, wanneer dezelve Heer, uamentlyk, uit onderlinge vergelyktog van den inhoud der voorfehreven particuliere ' Advyzen, en alvorens nog eene finale conclufie te formeren", had opgemaakt en tot een bafis van de verdere Deliberatien geleed (gelyk dit ook door. niemand met eenigen grond had kunnen worden weder, derfproken) dat eene gedecideerde meer. derheid van ftemmen, het eenvoudig perfifferen by de meergemelde Refolutie van den io Augustus afkeutdt., en daar en-  Secretaris, Maart, 1785. 337 tegen Je noodzaaklykhzid erkende, dat in dezelve , voor zoq veel bet doen van. Judicieel onderzoek betrof \ verandering gemaakt meest worden. Dat na deze bepaling de vraag alleen zynde gebleven, ep boedanige wyze de nodige verandering omtrent het doen van Judicieel onderzoek zoude worden vasigefteld, en ook hier op eene fpeciale omvraag gedaan zynde, by welke negen Steden zich weder, als voorheen , voor eene. verandering conform aan, het laatfte gedeelte van het in Deliberatie zynde Rapport expliceerden, vervolgen» wel eenige van die Leden, welken zich te vooren gejast verklaart hadden, om de Refolutie van den ïo Augustus 1784, ten aanzien van de wyze van onderzoek, daar by voofgefchreeven , onveranderd te laten als toen het Advys van Amfterdam, zoo» als dat by de nadere aanteekening dien Stad in het breede omfchreven is, hadden geamplefteerd, doch dat egter ook, eenigen derzelven , die vermeenden van hunnen Expresfen last om geenerhande verandering, in de vorige Refolutie te ma« ken, niet te kunnen afgaan, daar by weder Expresfelyk hadden geperfifteerd, ge- . lyk ook de Stad van Dordrecht by haar fmgulier Advys was blyven volharden: er* dat eerst, na dit alles,„door den Heer Raadpenfionaris de Conclufie was geforp nieerd,  338 De Nieuwe Europifche Staat:meerd„ zoo als dezelve in de Refolutie ■ van den 22 December 1784 word gevonden- Eene Conclufie wel volgens het feminïent van negen Leden tegen dat van tien anderen gemaakt, doch echter manifestelyk op eene pluraliteit van opinien gebouwd , alzoo onder de tien daar in niet bewilligende Leden drie verfchillencle Advyzen waren uitgebragt, die, hoe men het ook keere, geene verdere onderlinge vereffening gedoogden \ ten ware men, om ook voor het Amferdamjche gevoelen een negental van ftemmen te kunnen voorwenden, tegen alk gezonde redeneerkunde aan, zoude willen ftaande houden dat zulke Leden, die Expres/elyk en hy herhaling gedeclareerd hadden , tot geene verandering hoe ook genaamt, in de wyze van onderzoek , hy de Refolutie van den 10 AugWVS 1784 » voorgefchreven , te kunnen concurreren, uit kragte van zo eene pofitive verzekering gehouden konden worden meerder in te ftemmen met het fëntiment van Amflerdam: „ het welk by wege van eene geheele nieuwe fchikking het Judicieel onderzoek van za.. ken te Rotterdam aan de Regering aldaar; ontdekken, en aan Prefident en Raden 1 van den Hove overdragen wilde," dam wel met het van de vorige Refolutie zeker oneindig minder afwykend gevoelen 1 van:  Secretaris, Maart, 1785. 330 van Haarlem &c. volgens het welk her Judicieel onderzoek, by provifie, zoude worden gelaten aan den gewonen R&tterdamfchen Rech ter, doch met Faeulteids voor de Heeren Hun Ed. Gr, Mo*. Ge. committeerden om daar by te adfifteren' en by die "gelegenheid hunne Conftdera' tien m#de te deelen. Uit welke eenvoudige en naar waaffieii gedane voordragt zy Gedeputeerden dan vermeenden met het volköineöftè vertrouwen te mogen afleiden de klaarblykelyk» wettigheid van Hun Ed. C>-. Mog. Refolutie van den 22 December 1784, als genomen volgms eene onloochenbare Pluraliteit van üe uitgebragte Advyzen; en dat daarentegen eene andere Conclufie, conform het Advys der Stad Amfterdam >pgemaakt niet anders zoude hebben gunnen zyn, dan effècl of van eene vol* trekt abujive berekening der ftemmen, of vel van eene onbillyk, en, zoo men Ier-' rpuwd, hy de Regeerivg van Amfterdani elve met begeerd wordende onderfcheid, at men tusfchen het ge wig t en de waardy an net gevoelen der g*mtlJe Stad en at van andere Steden , zoude hébben roeten maken;-gelyk dan ook zoodan»*e onclufie ras gebleken zou zyn niet oveV fcn te komen niet de- fentidienren van een |y grooter getal' van Leden, die nu, uit P 2 wy»  A40 & Nieuwe Europifche Staatswyzens, de Aanteekening by de RejoiaUe van den 22 December 1784 gcvoegu, tot het nemen dier Refolutie niet tóbben van de en Edelen als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, hmflerdam, RolTJl , Brielle en Medenblik hebben teaen de voorfchreve Contra - Aameeke - ■ Sng zoodanige nadere Aanteekening ge. Sveerd als geoordeeld zal worden te! behooren. « Accordeert met de voorfehreven Refolutien. HFUTOT VAN DEN OORSPRONG! VAN HET VERSCHIL TUSSCHEN ONZE; REPl&LIEK EN DIE VAN VENETIEN. tn Dec. 177* liet zich een jonge Hee* J Da natie*, onder den Naam van der Graaf de Chind Zannomch, by de Heei ^Chomef en Jordan te Amferian 11 dienen, hebbende ten dien einde ee Z Brief van aanbeveling aan Hun doo eenen hunner Correspondenten te Lyom Na eenig verblyf te Amflerdam , fteld ZanZich aan die Heeren voor, om bei fet gefd tot zyn re« benodigd te frrf  Secretaris, Maart , I7§5« 341 'jten, voor geevende , dat hy met zyne Banquiers te Parp overhoop lag , ter 1 oorzaak der altefterke korten die hy ge; maakt had, en waar over gemelde Ban* i quiers hsm vertoogen hadden gedaan, die I hunne verwydering hadden veroorzaakt. jHy bood hun aan ter rembourfeering der '1 gevraagde penningen zyne eigene Tratad's fjofWiifels, op Comptoiren te Genua, en Jtot verzekering der volle betaling dier ïiTrataa's, een Briefje van Mylord Lincoln tl van 3500 romeinfche Sequinen op des18zelfs Banquieren te Londen, door deezen „ 1 geaccepteerd, en betaalbaar in 1775. He ij Heeren Caomei en Jordan eifchten dat aBriefje om het te doen examineeren ,• en sjiieten het inderdaad zien aan een der jlvoornaamfte Huyzen van Amjierdam» Iwelke eenige correspondentie met de Lon* \donfcbe accepteerende Banquiers had, te. ivens vraagende of men op de egtheid van dat EffecT: ftaat konde maakén. Na de handtekening der Banquieren van Londen genoegzaam te hebben onderzogt, wierd 'er een in allen deelen voldoende antwoord gegeeven, en de Heeren Chomel en Jordan- meenden daar door eenigermaate verpligt te zyn den verzogten dienst aan den hun aanbevoolen Perfoon te bewyzcn, kunnende zulks in alle veiligheid doen; zo dat zy ook zonder eenige verdere P 3 zwaa'  543 De Nieuwe Europifche Staats- zwaarigheid , bewilligden- om de benooriigde reisgelden te verfchieten, houdende ;bt pand of namptifTement het Briefje op Lorden. De Heer Zannowkh kogt vervolgens veel Koopmanfchappen, waar van iiy de Heeren Chomel en Jordan verzogt de betaaling te verfchieten; 't geen zy dee; dén, op vooiwaarde evenwel dat zy 2elis die Koopwaaren naar Genua zouden ex- j pedieeren \ om eer niet afgeleverd te worden dan tegen gereede betaaling. Een Juwelier, met wien Zannowicb in onder* tandeiing was getreden , wegens een par- ] tye Diamanten van'omtrent 15000 Gulden , verzogt insgelyks de Borg-ogt der Heeren Chomel eii Jordan , dien dezelfde weigerden: toen proponeerde Zarr^owtcrt dat'die Diamanten door de Heeren lbomei en Jordan na Genua zonden gezonden worden , om tegen comptame" betaaling te kunnen worden afgeleverd. Del Verkoöper ftemde 'er in, en de Diaman. ten, onder het Zegel van den Heer ZannmrcH, Wkrtreri gefield in handen van de Heeren C/mnel en Jordan , die dezelve| na Genua infeheepten en aldaar in verze j kerde handen lieten IreUen. DeWiffels, door Zannowich op Gema getrokken , wierden reprotelleerdj van non-acceptatie en non- bJtaalir.g.A zyngi  Secretaris, Maart, 1785. 34', zyne Banquieren te Genua Weigerden zelfs de Diamanten en andere Koopmanfchappen te lollen en de waarde 'er voor te betaalen ; als toen deed Zan*o\vich verfcheide voorfMiingen, om ware % mo« gelyk, zig van de Koopraanfchappen te •verz-. keren , die te Genua gedepofiteerd waren v maaf merkende dat de Heeren. 'Chomel en Jordan onverzettelyk bleeven, om die niet over te geeven, daa teg'Jiï gereede betaaüug, meldde Iiy hun eindelyk dat de Heer Nicolo Peovich , Intendant van zyn Vader, de liquidatie van gemelde zyn fchuld op zig zou neemen. Peovich beveiligde die belofte door eenen Brief , dien hy aan de Heeren Chomel^ea Jordan fchreef, en deed terzelver tyd ee» *i nige propofitien, welke echter niet aange» nomen konden worden. In 1774 N, Peovich, te Napels zynde, bood de Heeren Chomel en Jordan aan een Seheepslaading Pouzzolen Wyn , in ruiling van de Diamanten en andere te Genua gedepofiteerde Waaren. De Hee, ren Chomel en Jordan gaven lafl'aan een vertrouwden Vriend te Napels om dihWy -ren te examineeren , en , 'zo derzelvcr waarde het montant der te Genua gedepofiteerde Goederen overtrof, of ten minften evenaarde , de ruiling ais dan te doen. P 4 Dit  - 344- D* Nieuwe Europifche Staats- Dit veroorzaakte moeilykheden , waar door de Heer Peovich genoodzaakt wierd zich te beroepen qp de Getuigenis van den Héér Cavalli, Refident vml'enetien te Napels. Deze gaf by monde voldoende berichten, die de ruiling gemakkelyk maakten; maar die zaak was naauwlyksafgemaakt, of de Heer Cavalli adresfeerde zig direcl aan de Heeren Chomel en Jorilü'i, en melde hun, dat hy \in hoedanigheid van Mlnlfler vand'eneiien 9zichver- ■ plicht vond hurd. den Heer Nicolo Peo» vich aan te bevcelen ,als doende eengroo* ten handel in die Producten van Dalma* tien, alwaar hy vermaagfchapt was aan eene geaccrediteerde Familie; dat hy Peovich alle vertrouwen verdiende enz. Een tweede Brief, die .kort daar op volgde, bevestigde die voordeelige getuigenisfen, welken de Heer Cavalli met volle bewustiieid gaf\nademaal hy daar in verzekerde de Perfoon en de Familie van Peovich hyzonder wel te kennen. Op zulke Heilige verzekeringen, en die buiten dat boven alle verdenkingen gefield wierden door het publiek Caraéter, waar mede de Heer Cavalli bekleed was, maakten de Heer Ihomel en Jordan geene zwnarigheid meer om aan Nicolo Peovich het reftant der Kobpmanfchappen, welke te Genua verbleeven waren ter hand te doen flellen, ea aan hem I ec« I  Secretaris, Maart, 1785. 345 eene tweede verzending van Diamanten te doen , dewelke , zo wel als het Saldo hunner pretenfien door middel eener Laading Oiy zouden betaald worden. Zy zonden hem te gelyk op zyn verzoek het Briefje van 3500 Sequinen, welke Briefje, 't is waar de Heeren Chomel en Jordan , naar de berigten die zy van Londen ont» fangen hadden , voor valsch aanmerkten, doch dat evenwel öp den vervaldag moet betaald zyn geweest, vermits de HeerG?valli in een zyner Brieven van 1776 verzekerd, in ftaat te zyn te bewyzen, dat het gemelde Briefje betaald was gewor» den. In de maand Juny van 't Jaar 1775 ontfingen de Heeren Chomel en Jordan hec Connosfement eener Laading Oly, en „deordres om die te doen asfurecren -voor ƒ 133000, 'f geen zy deeden, zo wel te Amfterdam als te Londen* De Heer Cavalli , toen ter tyd Rlinister van Venetien te Milaan, verklaarde bewust te zyn van die verzending, en herhaalde zyne verze* keringen aangaande de foliditeit van het Huis Peovich , raadende tcffens om ten mmften de helft van het geheel eener nieuwe Commisfie van Diamanten te volvoe- Iren , welke in 't geheel de Somma van 40 a 50 duizend Gulden zouden beloo» pen. Zie hier de eigen woorden, waar P 5 me-  3|6 De Nieuwe Europifche Staatsmede de Heer Cavalli zynen Brief eindigde ; Ik ben in ftaat om den toedragt van deze zaak in alle haart omftardigheden 'te weeten , en indien ik dagt dat 'er eenige voorzorg nodig was, V geen ik voor V tegenwoordig overtollig vind, zou ik het UI op fiaande voet melden. By geluk zonden de Heeren Chomel en Jordan de Diamanten niet, kunnende zig alstoen van hunne Fondfen niet ontdoen ; maar zy konden niet weigeren eenige Trattaas ofWisfeia tebetaalen , diehetHujs ' Peovich op hun getrokken had. Onder* tusfeben het Schip, waar op de Oly geladen was. kwam nog niet opdaagen; de Heeren Chomel en Jordan fielden nafporingen in *t werk, die hun deden denken dat hier bedrog onder fchnilde. Zy'gaven ' 'er kennis van aan eenige hunner Asfuradeurs te Amfteftiam, zig met een aanbiede om ten hunne behoeven hun werk te maaken ter ontdekking der waarheid. Aan deze hunne verbintenis getrouw; bekwa men eindefyk de Heeren C/Wen -jordan gerechtelyke bewyzen, dat het gemelde Icinp nimmer aanwèezig was geweest, en ingevolge van dien fielden zy zig in ftaat om hunnen Schuldenaar, in recht te vervolgen Hoe groot was hunne verwondering wanneer hun Correspondent te Vene. tien hun berigue, op het relaas dat zy hem vaB  Secretaris, Maart\:^tj%% 24-7 van de gaötfcbe zaak gedaan hadden, dat vermits 'er Lieden van aanzien jn gemengd waren , mqv\ die zaak met geen guoftigea nitflag zou kunnen voortzetten-,-dan door middel van den Hoilandfchen Conful, en op ordre van li. H. H.TVT. Da. Heeren Chmiel en Jordan zig dus genoodzaakt ziende tot hunnen Souverain den toevlugt teneemen, in eene zaak ia welke hunne rechten zo duidlyk waren, fcheenen geenerly onderfteuning te behoeven om welgezinde Rechters te vinden, adresfeerden zig ouder tydverzuim reeds op 't einde des Jaars 17 j6 aan Hunne Hoog Mog welke zig ook verwaardigden de verzogte befcherming toe te liaan en hoogstderzelver Conful te gelasten om in hunnen naam by het Gouvernement van Venetien te' ageeren De Holiandfche Conful, alvorens eenL nigen Map te doen, deed herhaalde aag> •zoeken by de Heeren Chomel en Jordan, bui* hen te heweegen tot afzien van alle' vervolging, en zulks door die zelfde beweegredenen, welke het gemelde Venetiaansch Comptoir hadden aangefpoord om 2ig van het voortzetten dezer zaak te ver-" ■ontfchuldigen: hy dechreerde geenerlei fch\n van goeden uitflag te bemerken, maar wel in tegendeel; veel kosten en vruchtelooze zorgen De gevolgen hebben P 6 doen  £4*" De Nieuwe Europifche Stnats* doen zien dat de Heer Holiandfche Conful den Venetiaanfcben grond volmaaktelyk kende, vermits zyne denkbeelden naar den letter bewaarheid zouden geworden zyn , zo niet Hunne Hoog Mog. zig verwaardigd hadden om zig met de omzigtigfte ïiaauwkeurigheid te kwyten van de pligten , welke de roemryke tytel van Vaderen des Vaderlands hen oplegt. De Heeren Chomel en Jordan^ de bair* felykelyke rechtvaardigheid hunner.zaak en debefcherming Hunner Hoog Mogende vertrouwende, konden geenzints overgaan tor het laaten vaaren hunner Pretenfien,en des te minder wyl het voor hun volfirekt nood* zaaklyk was; zo om dezaakenmet de Asfuradeurs te regelen, als om zigzelven voor liet publiek te zuiveren van alle verdenking eeniger medewerking in het bedrog, dat de zaak. ten grondigften naargevorscht en de Schuldigen bekend wierden. De HollandfchenConful deed eindelykde flappen, tot welke Hunner Hoog Mog beveelen hem gematigd hadden. Na eenige Maanden uitftel, en nieuwe aanzoeken door Hunnen Hoog Mog, Minister te Wee» nen, by den Venetiaanfchen Ambasfadeur gedaan, fcheen de Senaat goede en fpoedige I juUitie te zullen doen, en benoemde eene byzondere Rechtbank om de zaak te onder^ %&&kcn e.njuf}ifie te doen. Deze Rechtbank wiejrd;  Secretaris, Maart, 1785. Z\9. wierd bekleèd met een fouverain gezag, en (zoals menzedcrtuitde agtervolgende Declaratien van den Senaat heeft vernomen) om fing niet alleen het recht om zonder appel of revifie uitfpraak te doen; maar ook om opdeallergeheimflevvyzetewerkte gaan, en de Leden van deze, in allen opzichten zonderlinge Rechtbank deeden den eed van nimmer eenigerekenfchap te zullen geeven van hunne handelingen en beflisfmgeru Omtrent agt maanden na de inrichting van deze Rechtbank kwam er eene volledige en onherroepelyke Sententie te voorfchyn, ten voordeele van Cavalli\met eenedagvaerding der verdere Schuldigen ; aan welken men by na een jaar had tyd gegeeven ,om zig in veiligheid te ftellen. Vier maanden laater " kwam er een tweede vonnis uit, by het welk de twee Gebroeders Primistao en Stcfane Zannomcb, tot onderfcheidene boetens wierden verweezen,ingevallemen ze konde apprehendeeren. Dit vonnis declareerd dat niet alleen het Schip en de laading Oly, nooit in de waereld geweest zyn; maar bovendien dat het Huis vanP^ovicb een ingebeeld wee? zen is» Xe vergeefs hebben Hunne Hoog Mog* billyk getroffen over de onregelmaatigheid der vryfpraak van Cavalli;tewy\ zyne ei* gene Brieven de zekerheid van zaaken bevestigden, welke by de. laatfte Sententie P j voor  350 De Nieiiwe Europuehe Stann. voor valsch verklaard wierden, Revifi- van Proces geèïscht, en bewezen de nulliteit der Sententie van vryfpraakVari Cavalli vermits die was ungefprooken, voor dar d