KAREL DE VIJFDE.    LEYEI V A:N KAREI. BEN YOTBEN, BOOR J9 N O M S Ze TE AMSTERDAM Bij ~Wo HOL TE.OÏ, 1786.   VOORBERICHT, „ Geen Tooneelftuk goed, zonder ?, een nuttig oogmerk, dat is zonder ,, een zedeleer," zegt de beroemde fchrijyer der Lienriade, Men mag 'er bijvoegen; „ geen boek goed, zon„ der nuttigheid." Maar het is, helaas ! in onze dagen zo verre gekomen » dat alles word opgeofferd aan het bchageiijke, en 'er niets, of weinig aan het nuttige in de letteroefeningen gedacht word. Komen wij tot de gefchiedenisfen. Hoe worden die meest in onze dagen gefchreven? en hoe gelezen? Langwijlige verhalen, die veelal niet beko-  Vi VOORBERICHT. ren, dan, door een' behagelijken fchrijfilijl, groote en menigvuldige boekdeelen, en een beroemde naam; ziedaar doorgaans eene bedendaagfche gefcMedenis! De meeste lezers maken 'er geen ge* bruik van om hunne kundigheden te vergrooten zichzelven ten nutte ; geenen , of weinigen denken , zo verre, dat zij tot zichzelven zeggen: „ ik lees bh het leven van dezen of geenen grooten man : ik zie wel wat hij „ heeft verricht; maar wat kan ik 'er s, uit leeren dat mij , in den kring „ waarin ik mij bewege, te pas komt? Tusfchen een" monarch, tusfchen een„ veldheer , tusfchen een' ftaaisman , en tusfchen mij, is zulk een oneindig vak." De lezer zou niet ten éénemale ongelijk hebben wanneer hij dus zichzelven ondervroeg, bij het lezen der meeste bedendaagfche gefchied» fcbrijversé Alles wat hij 'er uit leert , is,  T0O.RBER1C&T. ¥ÏJ h, dat deze 'of geene held dit of dat heeft gedaan 'r en al het nut dat hij, *er. dan uit trekt, is, dat hij eene gefchiedenis weet , waarmede hij kan pronken , dat maar niet dan al te dikwijls gefchied. Men leest dus of om te toonen dat men gelezen heeft, of om den tij 1 te korten. Waarom leggen de gefchiedfchrijvers zich niet toe , om hunne werken te doorweven met nafpariogen van de geheime fpringveeren der daden van groote mannen ? Waarom doorvlechten zij die niet met meer zedekundige aanmerkingeu? Waarom richten zij alles niet diervoege in, dat het den lezer van zeiven voor den geest moet komen : ., Zo die groote man, in zijn vak, tot bereiking van zijn „ oogmerk, dus of zo handelde, en hem d.u gelukte; hoedanig, voor hoe ver,, re , kan ik hem navolgen in mijn „ vak? Is het hem mislukt, word hij * 4 »• oo-  VIII V O O R B E R I . C li T. , ongelukkig; wat is de reden? Hoe „ kan ik, in den kring waarin ik gey plaatst ben , mij voor mislukking , eener onderneming wachten, en het , ongeluk ontkomen ? Deed welbera* j, dendheid , deed een goede overre„ kening, geëvenredigd aan de vrucht der onderneming, hem Hagen; wel! „ laat ik, in mijn vak, hem volgen. , Deed te veel onderneemzucht, deed , te veel dorst naar eere ofbezittin« gen. enz. hem ongelukkig worden; „ laat ik mij, in mijn vak, behoed„ faam wachten , zijn dwaalfpoor in te daan." Waarlijk, de natuur fchiep de küiiingen niet anders dan andere menfchen. Vorst en onderdaan te zijn, hangt af van eene onvermijdelijke toevalligheid; maar rang vernietigt den aart der wezens niet: de opvoeding alleen , en dat noch niet altijd , is oorzaak dat het geen de neiging inftort, op  VOOR B li U I C K T. IX op verfchillende wijze word ia 't werk gefteld , oin de neiging te voldoen. In 't kort, in den grond zijn alle w '«*• zens van ééne foort, in aart en aanleg gelijk : dus belet geen rang , dat de één ten voorbeeld kan ftrekken van den ander. Koningen zijn niets dan door* luchtige en verheven toonbeelden: hunne deugden en ondeugden dus fterker in de oogen flikkerende, worden hunne neigingen, aan den dag gebragt door daden , treffende voorbeelden voor de ftervelingen. Jammer is het , dat dit, zo weinig word bedacht ! Zoude het leven der helden dus ingericht niet van meerder nuttigheid zijn, dan een bloot verhaal van daden, dat doorgaans geene andere verdienften heeft, dan een* bekoorlijken fchrijfilijl, en eenige flaatkundige trekken , enkel nuttig voor vorften en ftaatsmannen? Immers fchrijfc men daarvoor niet alleen. Verre zij * 5 het  X: V O O R B E B I G FI ?. het echter van ons hier alle gefchiedfchrijvers onzer dagen vermetel te be» fchuldigen , als hadden zij , zonder uitzondering, dit verzuimd; onder hen. zijn wel degelijk groote mannen , die dit wél hebben in het oog gehoudens, deze zijn genoeg bekend: kundige lezers moeten verder raden, naar 't geen mij kwalijk zou liaan te noemen. Mijn afzigt is nuttig te zijn , en om dat oogmerk te bereiken , moet men niet beginnen met hatelijk te worden. Door diergelijke befpiegelingen gedreven, onderneem ik de uifgavè van eenige levens onzer vaderlandfche man» nen ; en , daar de Nederlanders eerst een alom vermaard en beroemd volk begonnen te worden , bij de ondernemingen tegen de kroon van Spanje, befloot ik van het tijdperk te beginnen, waarin alles wierd voorbereid tot hunne gewettigde onderneming. Immers wij mogen  v o 0 r e e r i c li t» si vrij zeggen dat in het leven van den grooten keizer k a rel den v ij f d e n » de eerfte zaden te vinden zijn der bedrijven van onze vaderlandfche helden, als gevolgen der groote omwenteling die,na den aftand van dien vorst van zijn gezag, in de Nederlanden is voorgevallen: zijn zonderling caracler, werkende in een* tijd waarin de omlïandigheden zonderling famenliepen om het te doen werken bragt bedrijven te- weeg, waaruit in later tijden de N^derlandfche beroertens wierden geboren , beroertens die de Nederlanders op het tooneel van Europa een rol hebben doen fpelen zo doorluchtig als zeldfaam. Van zijn' afftand af, mag men het begin der voorvallen ftellen die onzen landaart zo bloeijend en doorluchtig hebben gemaakt. Wat waren de Nederlanders vóór .kau el den v ij f i) e n ? Wat waren zij onder zijn bellier? En wat na hem onder de regee- ring:  j$] voorbericht. ring van zijn' zoon Philippus ? Altijd ingetogen , altijd lijdfaam , maar altijd dapper, en blakende door zucht tot onafhargklijkheid. Moedig tegen Rome, onderling verdeeld, maar niet min vurig onder de Graven , waren zij beroemd genoeg wegens hun algemeen care der : maar alle volken hebben hun tijdperk, waarin het lot de voorvallen ontwikkelt, die het voorlang tot dcrzelver ontwikkeling heeft voorbereid. Be Bataven dwongen de Romeinen tot een bondgenootfehap ; waarlijk reeds een luisterrijk bedrijf! Onder de Graven vochten zij dapper; maar deze geweldenaars , den dapperen aart onzer volken kennende , deden niet weinig om hen onderling te verdeelen; ten einde zij des te beter een onbepaald gezag konden voeren.. Van daar die gedurige inlandfcbe oorlogen. Ka rel kende dit volk volmaakt, en hij liet niet na met deze  VOORBERICHT. XiJI ze kundigheden zijn voordeel te doen, Zulk een vorst, meester over zuik een valk als het onze, moest natuurlijker wijze de man zijn, die hunne bekwaamheden en caraóter aan het werken bragc, en die deze werking zodanig levendig liet bij zijn' afitand van gezag over hen, dat zij naderhand in de oogen der waereld fchitterden, toen zijn zoon Philippus , van eene andere geaartheid, andare en wel tegenovergeftelde maatregels mat bet zelfde volk narn: van toen af begonnen de bedrijven die de vermaardheid ten gevolge hadden. Wij oordee» len deze reden gewigtig genoeg om ons begin te bepalen met de levensbe» fchrljving van dien beroemden vorst. Hoe verre het mij gelukt is aan mijn voorgefteld plan te voldoen, moet de onzijdige en kundige lezer beöordeelen. Ik heb mij de kortheid, en duidelijkheid bevlijtigd, zonder iets te ver*  3cïv V o o r b e » i c h T. vergeten *, vooral vergat ik de eenvoudigheid niet. Ik denk nedrig, dat dit de verdienfte van een werk niet verkleint. Alles is zodanig opgefteld, dat alle levensbanden het voorgeftelde kunnen begrijpen, voornamelijk heb ik de vatbaarheid der jeugd in 't oog gehouden. Ben ik niet gelukkig genoeg geweest om in alles wat ik mij voorfteifle, te Hagen naar mijn' wensch , men vergeve mij dat ik mij trooste met de fpreuk van den beroemden la fontaine: ffaurai du molm Vhotineur de Vavolr 'entre$rte. L E-  L E V E N VAM KAREL DEN VIJFDEN* Ka rel de vijfde behoorde tot die weinige menfchen , die door het geen wij lot noemen, een woord dat de ftervelingen zo mild gebruiken , en waar omtrent zij zo veel verfchillende bepalingen hebben uitgedacht, zonder éene zekerheid , verordend zijn tot het maken eener luisterrijke vertooning op het tooneel der waereld , zo door hunne kwade als goede 'daden. Het geen hem zonderling maakt, is, dat men , zijne bedrijven in den bloei zijns levens en in een' gevörderder ouderdom verricht, vergelijkende met zijne •pvoeding, de valsheid van de algemeenA keid  LEVEN VAN beid der Helling ziet dat de opvoeding „, alles doet." Men vind enkele menfchen die een zonderling gevormd caraéler in de waereld brengen, waarvan zij nooit afwijken, fehoon zij eenc opvoeding ge* nooten hebben die tot alles minder gefchikt is, dan om hen 'er bij te doen blijven, of het hen te doen behouden. Kar el was opgevoed om een ftil arbeidfaam leven te Jeiden in een kabinet, als een verdediger van zijne ftaten, en hij wierd een' overwinner door de wapenen. Alles is wigtig in het leven van een* man, geboren om invloed op de waereld te hebben, tot het tijdfiip zijner geboorte toe. De eeuw waarin karel op het tooneel der waereld vcrfchcen , hechtte aan niets zo veel eere, dan aan uit te munten in geweldige en krijgshaftige oefiettingen. Het was in het jaar vijftienhonderd , op den vier en twintigtien Februalij, dat karel in Gent geboren wierd van Joanna , tweede dochter van Ferdiaand en Izabella , koning en koninginne «fran Kastilje en Arragon; zijn vader was Jhilippus de Schoone, aartshertog van Oosten-  KAR^l din v'ijt den. % tenrijk. Deze vorst was een zoon van keizer Maximiliaan en Maria, éénige dochter van den beroemden hertog Karei den Stouten, die de laatftc vorst was van het huis van Burgundiën; en daar, door verfterving , de meeste ftaten dezer vorften op karel nederkwamen., en de zonderïingfte toevallen daar noch kroonen en uitgebreide landen bijvoegden, was kas.el van meerder ftaten meester , dan eenig Europeesch monarch was geweest federt Karei den Grooten. De opvoeding zijner eerfte jeugd was vertrouwd aan Margarecha van Oostenrijk, zijne moei, en aan Margaretha van York, zuster van Eduard den vierden, koning van Engeland. Twee deugdfame en, voor haren tijd , verftandige vorstinnen. Deze vrouwen boezemden hem de zedigheid , gepaard met het uitmunten door eene moedige inborst in, als de ware verëischten in een' opperheer die zo veele volken zou hebben te bellieren, en zo veel bloeijendc ftaten , lokaazen voor andere vorften , of "voorwerpen van hunne afgunst* zou moeien kunnen verdedigen. De jonge prins A 4 vras  4 LEYENVAN was nit den aart eerzuchtig, en, door die inboezemingen aangezet, en door het voorbeeld zijner eeuw medegefleept, en bovendien al vroeg bewust hoe magtig hij éénmaal zoude zijn, betoonde hij weinig anderen fmaak dan voor heldhaftige oeffeningen ; cn daar hij eene ingetogenheid bij de -ongemeene vordering in die oefleningen ■voegde, befchouwde men den prins reeds vroeg met die verwondering , waarmede *ncn jonge vorsten befchouwt die zich onderfchciden. Maar eerlang was de tyd daar dat hij der vrouwlijke beftiering moest worden onttrokken, om onder' een manlijk bellier over te gaan. Zijne landslieden , altijd gewoon aan «ene vrijheid , geiTaafd door voorrechten, «mtrent welker bewaring de volken, met recht-, altijd zorgvuldig zijn , hadden zijn' grootvader , keizer Maximiliaan , vereerd met den tijtel van regent; doch zonder hem het gezag van een' regent toe te vertrouwen ; en al het gebruik dat hij van dien eernaam maakte, was karel een -opvoeder , en een' leermeester te geven. De eerfte was William De Croy,heere vap cm-  KAR EL DEN V IJFDEN. Chièvres, een edelman van groote verdienften , die nergens door wierden ontluisterd , dan door eene al te groote hebzucht. De tweede was Adriaan van Utrecht, een man van geleerdheid voor zijne eeuw , toen men zich beijverde om uit te munten in fchoolfche haïrklooverijën. De Croy was meer een man van goed verftand , dan van ftudie , meer gefchikt voor de rust i en de befpiegeling der niénfehen, dan voor de wetenichappen; maar met dat alles, hij was tamelijk gevorderd in dc kunst van regeeren. Hij ïloeg terftond in den jongen vorst gade , 't geen de meeste vaders en leermeesters der jeugd door achtloosheid , of domheid , verzuimen , dat is waar* heen de neigingen van zijn" voedfterling voornamelijk zich uitftrektèn. Hij vond hem verzot op heldhaftige oefFeningen, en hij kweekte die zucht voorzigtig aan , hem tevens van ti d tot tijd dc grondregelen der regeerkunst inboezemende , en wierd hierin door Adriaan onderfteund. Op zijn vijftiende jaar trad de prins voor het eerst ter proef van zijne vorderingen* Hij aanvaardde het bewind over Vlaaade» A i ren.  É LIVEN VA* jen. De Croy gewende hem terftond sa* die werkfaamheid die de vorsten in ftaat Helt om zelf te regeeren. Hij wist hem fmaak in te boezemen om alle papieren zelf te lezen; hij deed hem begrijpen dat aiets een' vorst meer vereert, dan onafhangkelijk te zijn van ftaatsdienaars, wezens die door vrees voor een' kundig en werkfaam vorst worden bedwongen in hem te misleiden , of onrechtvaardigheden te doeii begaan, of wel, dat erger is, die zelf ftoutelijk te begaan op zijnen naam. De roem is een fterke fpoor voor den mensch , maar inzonderheid voor een' jong eerzuchtig vorst, die vatbaar is voor begrippen omtrent zijne belangen. Wat jammer dat een opvoeder die een' jong vorst zo wij slijk een edele roemzucht inboezemde , befmet was met eene gierigheid, waardoor hij in later tijden zelf verviel tot dat geen waarvoor hij zijn' voed» fterling tegen de hovelingen waarfchouwde! Karel was eerlang zo verre gevorderd , dat hij zelf ontwerpen in den raad voorftelde, want hij woonde dien altijd bij; hij nam ieders gevoelen, in, overwoog  KAREL DEN VIJFDEN. f Woog alles, en zeide nimmer wat hij befloot te verkiezen, of op te volgen. Zulk, eene handelwijze, op zulke vroege jaren, maakte hem zekerlijk verwonderingwaardiggenoeg; en , dat hem zeldfamer maakte, was dat men geen trekken van drift of gramfchap in hem befpeurde. Zijn groot zwak fcheen een weinig ftijfhoofdigheid te zijn; een gebrek dat hem in zijn volgend leven meest bijbleef, en hem dan eens eene onderneming deed gelukken en dan weder deerlijk mislukken. Zijne, jaaren toenemende , en zich van zijne om derdanen bewonderd ziende , kon het nief misfen , of hij moest De Croy beminnen oordeclende al dien roem dezen geleidsmar* verpligt te zijn; en daar zijn zwak was» ftijfhoofdig te beminnen , liet hij zich door, De Croy leiden, als een kind door zijn' vader. In 't jaar vijftienhonderd en vijfien ftierf zijn grootvader , van moederlijke zijn de, Fesrdteaöd van Kastöje en Arragon, latende eene weduwe na zo zwak van geest ils Ij clvum. De Vlamingen , meester aan 't hof van karel, drongen den A 4 jon-  tt LiVEN VAN jongen vorst den tijtel aan te nemen vm koning van Spanje, hem vertoonende dat dit koningkrijk, hem moetende te beurt vallen, onder de beftiering eencr zwakke vorstin , gevaar liep om in den grond verdorven te worden; te meer daar een man als Ferdinand dit rijk niet altijd kon in rust houden, en daar noch een gedurig vuur van misnoegen onder de asfche fmeulde. Zij vertoonden hem de te veele vrijheden van den Spaanfchen adel, en fchetften hem die af als berovingen die zij der kroon hadden gedaan , en die, zich onder eene zwakke vorstin uitbreidende , ecu' koning eindelijk niets zouden overlaten, dan een gezag in febijn. Dusdanig was de raad van een volk tegen de vrijheden des Spaanfchen adels , dat , onder den zoon Van den vorst dien zij dezen raad trachtten fmakelijk te maaken , fchreeuwden over de fchending hunner vrijheden ï Maar men moet 'erbij bedenken , dat het hof van den jongen vorst uiterst bedorven was. De Croy had daar tot een grondregel gemarkt, dat rijkdom alles was; en waar geld alles is, kan de deugd in.geen aan-, mer-  kak e-l den v ij fD e n. merking komen; het gedrag der menfched moet daar ongelijk worden , omdat de Cchra-apzucht , die heden deze en morgen tegenftrijdige wegen moet inflaan om voed» fel te bekomen, de eenige fpnngveer der daden is. Voeg bier b , dat d.' rijkdom-, men van Spanje zulke hovelingen van verre in de oogen fchitterden; en dat zij , indien de jonge monarch bezit van dat rijk ging nemen , konden vlammen om veelgevende posten te v.rkri gen K \ n e l was hen in den beginne niet te wille: het fcheen hem onbillijk zijne moeder te be-' roven; maar, zonder o dervin-iing zijnde^ wisten de hovelingen , die met geld op. Dc Croy werkten , d en fc troom weldrate verdrijven. Hij na n dan den i i j: e 1 aan, dat ontzaglijke beroeringen verwekte y fchroomende de Spanjaarden een' vorst die zo magtig was, en moest worden; doch' karel kwam alles te bo/en, door een' zonderlingen fimenloop van s^evallen: even-, wel erkende men hem niet dan met zijnemoeder te gelijk. Om alle onlusten te dempen, drong de beroemde kardinaal Xi-menes, een man zo kundig, als .eerlijk y; A 5 dsa  g« XiJCVBtf VAï» den vorst aan om zelf in Spanje te fcd* men, onder voorwendfel van bezitneming. Karel, ondanks zijne gewoonte om in een kabinet te arbeiden , was 'er toe genegen ; maar alle hovelingen van zijn hof hadden niet het zelfde belang bij zijn afwezen. Zijn hof was prachtig , hij verteerde veel; de meesten hadden hun beJtaan bij die verteering, met de burgers te gelijk. Zij misten alles met de afreis van den vorst. Het ontbrak niet aan gemor; kakel beminde in zijn jeugd bovenmate zijne landslieden; het gemor kwam tot hem; hij wilde hen eenig genoegen geven; De Croy wist te veinzen: hoe fterk hij zijn' voedfterling beheerschte , hij kende zijne ftijfheid van beflüiten; en bijv de bedenking van te kunnen mishagen, opende karels neiging hem een nieuw ontwerp van voed fel voor zijne gierigheid. De hovelingen wisten zijn' invloed op den1 jongen vorst , en zij kenden De Croy. Die belang hadden bij den togt naar Spanje , en die; verzekerd waren 'er van te zullen zijn, gaven gefchenken; die hoopten om 'er van verzekerd re zullen worden , fcNf*  KARtfL DEN vijfden". tt bragten ook hunne offers aan zijne- voe* ten; en die belang hadden bij ramlj verblijf in 't land, bragten mede het hunne toe. De Croy was geen man dien deZe aanlokfelcn in het verfchiet ontfliptcn. Het kostte hem weinig karei, een' raad in te boezemen ovcröénkomftig met 's vorften neiging. Hij wist de reis een geheel jaar te verfchuiven ; maar toen hij met kmist van aan drie kanten te gelijk te werken zich niet meer kon doen toevlocijen , cn Ximcncs zo bondig en ernftig op den overtogt aan* drong , dat karel 'er door getrolfen wierd ,. moest hij die gegeven hadden om hem de* vorst te doen in het land houden , met eene houding van verflagenhcid , verklaren, dat hem dit langer onmooglijk was. Diï kostte niet veel! Karel vertrok dan, verzeld van verfcheidene Vlamingen, die in Spanje verbazer.de flehatren verzamelden, en naar de Nederlanden overmaakten % waardoor zij den nieuwen konir-g, een jong man, tot noch toe zonder die ondervinding diu 'er verëischt word , om zich te doen beminnen en vreczen bij 'een trots volk>, sfkcerig van vreemdelingen, en door khv* A 6 pe*  ï £ LEVEN VAN perijën overgehaald ten zijnen voordeele," niet weinig gehaat maakten. Terwijl karel in Spanje omzworf,om zich te doen erkennen, provinciën te bevredigen , oproeren te ftillen , cn vrinden en vijanden te maken, ftierf zijn grootvader van vaderlijke zijde , namelijk keizer Maximiliaan, zogenaamde regent der Vlamingen, een vorst zonder zo veel deugden of gebreken, dat zijn dood weinig' of geen' invloed zoude hebben gehad op den ftaat van Europa, ware hij niet bekleed geweest door den rang van eerften vorst der Christenheid. Hij was weekhartig, zwak en wispelturig; maar met dat alles •was hij niet vrij van die heerschzucht die den vorften van Oostenrijk als erflijk fchijnt , is het niet ter vergrooting van zichzelven , het is voor hun ftamhuis. Zijn groote zorg was om de keizerlijke waardigheid , die verkiesbaar is, erfelijk te maken In zijn gedacht. Hij had al eenige flaauwe pogingen gedaan voor zijn' kleinzoon; jnaar behalve dat hijzelf niet eens, naar het gebruik dier eeuw , door den paus gekroond was, en de Duitfche kantfelarij Jiem  KAREL BEN V IJ EB EN. eem nooit noemde dan Roomsch Koning. was hij geen man van beleid of doorzetting. Zodra hij overleden was, deden zich opentlijk twee mededingers op naar de keizerlijke kroon, her was karel en Fran fpiegelingen liet. 1 aren wij ons tot Fran* cois den eerften^keeren. Deze vorst, niet minder eerzuchtig, niet minder onrustig en niet minder vooruitzichtig, maar van levendiger vermogens dan karel, dacht dat nu de rechte tijd dïiar was, om de vorsten van Oostenrijk, wier magt voorlang het rijk ongerust had gemaakt , te verzwakken ; dat men de Duitfchers kon doen begrijpen, dat d© kroon van het rijk verkieslijk , niet erflijk was; dat andere vorsten , even vermogend , mogten ftaan naar een goed dat de Oostenrijkfche verwaandheid een erflijk goed rekende, daar het onwaarachtig was; dat, daar het rijk, door de nieuwe gevoelens van Luther, inwendig beroerd was, erf misfehien van buiten' door den Turk wierd gedreigd , het belang der Duitfchers eerder een' maatig vorst van rijpe jaren verêischte om hen te befchermen, dan eert eerzuchtig jongman, die noch geen krijgs* Vuur,  leven van vuur had gezien; dat hij Francois, reeds itt zijn vroege jeugd over de moedige en krijgszuchtige Helvetiers had gezegepraald ; en dat de verkiezing van een' vorst als k a-. rel ten ééncmalc aanliep tegen de wetten van het Duitfche rijk, die een' vorst, die de kroon van INapels bezat, uitfloten van de verkiesbaarheid tot de keizerlijke kroon. — Deze vorst liet het, even zo weinig als karel, bij hoop en bedenking: zi me zendelingen werkten niet minder aan de Duitfche hoven dan die van karel, verfpillende fchatten om hunnen drang te onderfteunen. Het geen in onze eeuw de omkooping dezer vorsten verachtelijkst moet doen voorkomen , is , dat, daar men in hunne eeuw het fchielijk en bedekt overmaken van geld, door middel der wisselbrieven , noch niet genoeg kende , de gezanten met paarden en muilezels , beladen met goud en met zilver, voorttrokken , ter fchande van den afzender , geleidsman 9 en ontfanger. Onze tegenwoordige gekroonde ,, heeren" zijn wel minder ruw , maar niet min gereed tot —- en ervaren in de kunst van om-  K A R S L DEN V I j F D E N. J# omkoopen. Dank zij hiervoor onze befchaafde eeuw! Men moet bij de handelwijze dezer twee mededingers vooral niet vergeten, hoe de inzigten van andere vorsten gefield waren. Allen hadden zij belang bij het aanftellen van een' keizer: de twee mededingers waren niet onbekend ; het oa«; derling waarachtig belang had zo veele vorsten moeten doen bedacht zijn , om de twee mededingers te fluiten in hec verkrijgen van een' rang die één van bei* den gevaarlijk kon maken voor Europa; dit was inderdaad zo , dit ontging hunne aandacht niet , en dit had hen bchooren te veréénigen ; daar het hen , door detoenmalige weinige kennis aan het geen men evenwigt noemt , verdeelde. Dat zelfde belang dat hen tot elkander had behooren te lokken, verwijderde hen van elkander. Elk op zichzelven te zwak , voorzag het gevaar dat uit de verkiezing van twee mededingers kon worden geboren ; maar die overtuiging van zwakheid deed dc wantrouw tegen huns geleken geboren worden. Zij wisten de omkoping die  I& L*V*NVAN die de vorsten te baat namen; maar niemand wist wie omgekocht was ; dus ont* fiond 'er vrees om een* voorflag van een verbond - vorming tegen de mededingers t© doen; eu dit deed eenigen bedacht zijn om 'e zien naar wat kant de keur zon overhellen , om daarna hunne hofmaking. te regelen. Ziedaar een bron van verdeeldheid en verwijdering, die de vorstelijke mededingers in dc hand werkte. Eén buiten het Duitfche rijk gelegen vorst was alleen in ftaat om voor zichzelven eene vrijë keur te doen, dat is te begunftigcn wien hij wilde, Het was koning Hendrik den agtften van Engeland , een trots , wispelturig en ontwerpfmeedend man , die even zo gereed was om een opzet te? laten varen, als om het te vormen. Hij wierd beftierd door Wolfey, een' ftaatsdienaar van geweldige hartstogtcn , maar hij was eer- en hebzuchtigcr dan ziin meester. Hendrik, die toen meester van Galais was, dat hem den ïntogt op Franfchen bodem opende, en bovendien van zijn magt bewust , wist wat 'er omging. Geen deel nemen aan eene verkiezing, daar hij zo veel  £ AREL DEN VIJPDEN. I $ Veel belang bij had, en daar roem mede was te behalen , was voor hem eene pijniging. Wolfey deed hem de keizerlijke kroon voor de oogen fchitteren, en vleide hem met derzei ver verkrijging. Hij zond werkelijk een' afgezant naar Duitschland, ©m te beproeven hoe verre hij het zon kunnen brengen ; maar de zaken waren tusfchen de mededingers zo verre gekomen,dat de gezant geen vruchten van zijne reis trok, dan zijn' meester te kunnen berichten dat 'er voor hem geen hoop altoos was; maar hij was door den pauslijkcn Nuntius en de rijksvorsten ten uiterlïe prachtig en vleijend ontfangen. Het hof van Rome, toen reeds aan 't dalen in magt, was deswegens niet zwakker van inzigten en werkfaamheid. Le© de tiende, een ftaatkundig man , behalve tegen de kerkhervormers , vreesde een' keizer die koning van Spanje en Napels was, en die de fchatten der nieuwe waereld bezat. De belanden van een' paus en een' keizer liepen dikwijls tegen elkander aan. Karel was magtig; Fïancois was hertog van Milaan , en heer van Genua, en  tO LEVEN VAN en dus even veel te vreezen. Om dê twee mededingers vruchteloos te doen ijveren , hiertoe had hij geen magt: hij verkoos dus de kuiperij. Hij ftookte de Duitfche vorsten aan , om zich uit kun eigen ligchaam een opperhoofd des rijks te kiezen; hij drong op de wet die een' koning van Napels uitfloot , en waarfchouwde hen voor een' vreemdeling , wiens listig en heerschzuchtig hof door alle eeuwen bekend was. Die alles gefchiedde met eene heimelijkheid en fijnheid der toenmalige Italiaanfche ftaatkrade alleen eigen. Om te beter te flagen, ftookte hij ten zelfden tijde Francois aan om niet flap in het werken te zin, hem vleijende met heimelijke kuiperijen in zi n voordeel. De loozc paus had hiermede het afzigt om den Franfchen koning , vol hoop op de rugfteuhing van Rome , minder te doen i;veren , en dit gelukte volmaakt. Francois, in flaap gewiegd , wierd achtefiozcr; en de paus, wel wetende dat de Duitfchers meer voor karel waren dan voor Francois , hïehi zich verzekerd van de verwerping des Franfchen ko-  KAREL den vijfden. ftl konings; ondertusfchen werkte hij, met zo veel ijver , list, behendigheid en aandrang, tegen karel, dat, ondanks alle omkooping , en werkfaamheid van dien vorst, de keur wierd uitgebragt op Fredrik , hertog van Saxen. Zodanig was de verandering die het opperhoofd der kerk in Duitschland te weeg bragt. Francois was vol fpijt, maar vermoedde het bedrog van den paus niet, ten minfte hij veinsde het niet te vermoeden. Doch alle die kunstnarijën van den paus waren vruchteloos. Karel doorgrondde hem , en wist dat Fredrik geen man was om de keizerlijke waardigheid aan te nemen. Fredrik was een yorst die zich één grondregel had voorgefteld dien de paus niet wist, en dien karel bekend was. De Saxifche hertog was van gevoelen, dat het eene kwade ftaatkunde was aan te nemen 't geen men niet luisterrijk kon bewaren * pf ftaande houden. Het rijk was innerlijk beroerd door de nieuwe hervorming, en het wierd gedreigd door een' magtig, ondernemend , oorlogskundig en gelukkig fulttn. Hij achtte zich geen vorst te zijn om  »& xeven van cwn alleen zo veel toe te dragen als genocgfaam was , om de rust van binnen te bewaren, en den vijand van buiten af te keeren ; dus weigerde hij de kroon aan te nemen , en ftemde opentlijk voor k ar e l , die van Duitfchen afkomst was , en een lid van het rijk; en die daar bij magt en ftaten had die Duitschland bebolwerkten. Misfchien zocht hij Saxen diep in gunst te brengen van den magtigen vorst dien hij ftemde; althans de fchroom voor een' magtig prins tot keizer te verkiezen weêrhield hem niet. Geen vorst kon nu naar de keizerlijke waardigheid ftaan: Francois had zijn' invloed verloren ; de andere Duitfche vorsten konden de reden die de hertog van Saxen voor zijne verkiezing gaf niet afkeuren, de paus had geen' tijd genoeg om op nieuw te ftooken ,karels werktuigen drongen aan, en hij wierd, op den twintigften junij, van 't jaar vijftienhonderd en negentien, noch geen twintig jaren bereikt hebbende, keizer van Duitschland. Maar de keurvorften, van achteren inziende wat man zij Verkoren hadden, bragten toen de welbe- k«£-  StAREL DEN vijfden. »| kende capitulatie , tot een' bewaarmuur voor hunne rechten, in de waereld; die door karel, eenige jaren later, zo veel geacht wierd, als doorgaans magtige vor-ïten verdragen, aangegaan met hunne zwakkere medebroederen , achten. Karel bevond zich te Barcelona , aan de boorden der middelandfche zee , toen kern de tijding zijner verheffing wierd aangebragt, bezig zijnde met een foort van opftand te dempen. Van dat oogenblik vormde hij die aanflagen die zijn leven gewigtig maken , en zijn' geest voedde dien waan, die hem zijn leven door verblindde. De opperheeren waren tot noch toe gewoon zich hoogheid of genade te laten noemen ; maar karel begon , na het uur Zijner verheffing tot keizer, terftond zijn tijtel in dien van majefteit te veranderen. Hij brandde nu van ongeduld om naar Duitschland te trekken; en, regenten in Spanje hebbende gefteld , verliet hij dat koningkrijk half beroerd , en vervuld van ongenoegen, wegens een* koning die tevens keizer was, die dus den adel van hunne voorrechten kon beroven, en die zijne Vlamingen,  M leven van •rider de oogen des volks, ongeftraft had laten plunderen , en zich verrijken. Maar karel verachtte al dat gemor, fteunde op zijne magt, en aangeftelde regenten, en_vertrok; drijvende dus eene reize die hij had voorgenomen, en die in Spanje noch jaren lang de grootfte verwarringen veroorzaakte , naardien zij den misnoegden adel een open veld verfchafte om zich naauwer te verbinden. Maar was het aanwezen van karel noodig in Spanje, in Duitschland was zijne tegenwoordigheid niet minder noodzakc lijk. De verbazende lange tusfchenregeeriug had onder de keurvorsten een ongeduld verwekt , en de andere vorsten min of meer ontwend aan een opperhoofd ; de nieuwe leer, dat is die van Luther, maakte fnclle. en geweldige voortgangen, en bragt opfchuddingcn te weeg; dus moest 's rijks . opperhoofd ernstig bedacht zijn om maatregelen te nemen, naarmate de voortgangen dier leere fnel waren. Doch 't geen meest de nabijheid van karel verëischte , was , dat 'er in zijne erfelijke ftaten van tijd tot tijd beroertens voorvielen, en dat de bi-  karel den v ij f d e n. as bewegingen van Vrankrijk, gevolgen van zijne verheffing, hem genoeg deden zien dat dc oorlog onvermijdelijk was. ^ Men bedriegt zich, wanneer men zich verbeeld dat de oorlog, die tusfchen Karei en Francois uicborst, enkel een vrucht was van nijd van den Franfchen koning, die zekerlijk over de verwerping niet te vrede was; dringender oorzaken van ongenoegen waren 'er , behalve dit, tusfchen de twee monarchen, ongenoegen dat zelden dan met bloed word weggenomen , en bijzonder in eene eeuw toen de koningen elkander tot tweegevechten uitdaagden, Karel dreef opentlijk den fpot met het verdrag van Noijon, volgens 't welke Francois, Jean d'AIbret, wetteloos verdreven , op den troon van Navarre moest herftellen. Francois had rechten op de kroon van Napels, deszclfs voorzaten zekerlijk goddeloos en trouwloos ontnomen door de voorzaten van karel. Doch deze kon daar tegen , als een leen van het rijk, nu aanfpraak maken op Milaan, door Francois weggenomen, en bezeten , zonder dat hij 'er was gehuldigd. Karei zeide opentlijk dat Bourgun» B dien  16 1even van dien een ouderjijk erfgoed van hem was-, door eene trouvvlooze ftaatkundc van Vrankrijk zijn geflacht ontvreemd. Zodanig ver* weten twee trouwlooze vorften elkander oneerlijke mannen te zijn! Maar 't geen kakel meest verbitterde was, dat de Franfcbe koning een naauw verbond had aangegaan met den hertog van Gelderland-; een vorst van geen vermogen om Fran» <;ois in ontwerpen van fteun te zijn; maar om te dienen tot een werktuig van den oorlog te ontfteken , zo men anders niets vinden kon , en om te belemmeren. De Franfche vorst wist dat die Hertog een erf vijand was van Oostenrijk , en dat hij karel, en deze hem, doodelijk haatte; grond genoeg van verbondmaking voor de vorften! Men zal licht begriipen , dat daar tusfchen twee eerzuchtige en magtigö vorften zo veel te vereffenen valt , de oorlog zeker is. Gantsch Europa begreep het , en floeg bevende de oogen op bei» der geduchte toerustingen. De Paus, bewust wat rol hij tusfchen de twee vorften had gefpeeld, en wel wetende dat de ééne die bewust was, en dttch-  KAREL BEU VIJFDEN. 47 duchtende dat de andere die ontveinsde te weten, begreep duidelijk dat wie van de twee mededingers naar grootheid overwinnend bleef, meester van Italiën, en dus voor hem een gevaarlijk nabuur was, en hij voelde alle de indrukken die het verwijt een fchuldig hart kon doen gevoelen. Hij begreep , tot verzwaring zijner angften, dat, bij uitbarfting van den oorlog, het Milaneefche 't eerfte tooneel des oorlogs zoude zijn. Volftrekt ftil te zitten was zijne zaak niet, naardien hij begreep dat de koningen, zo nabij den kerklijken ftaat oorlogende, hem, op de éöne of andere wijze , konden en zouden inwikkelen , al ware het om wraak, of om belang. Hij befloot dus tot de kuustnarij, *t gewone middel van 't hof van Rome, federt het zich beroemd heeft den opvolger van Petrus binnen de muren te hebben. Hij vleide de beide koningen, en zou zich de èrgerlijkfte laagheid niet hebben gefchaamd, zó het lot den Roomfchen opperpriester niec gnnftiger ware geweest, dan hij kon ver" wachten. De twee koningen , die den oorlog onvermijdelijk zagen, kenden elkB a an»  2 3 leven van naders krachten , en wogen die voorzigtig tegen hunne eigenen , voornemende geen' flag toe te brengen dan die zeker en nadriiklijk was. Het ontbrak, onder het maken van toebereidfelen, niet aan kuiperijen: de paus was , door zijn' invloed en ftaten, van gewigt in Italiën; karel en Francois waren mannen om hoon .ter zijde te zetten, als hunne ontwerpen dit vorderden. Beiden drongen zij dus den offeraar monarch,tot hunne vrindfehap. Leo had* door legaten cn brieven begonnen te vleijen. Eer de vorften hem zochten was 'er niets te doen , dan beiden tot vrind te houden , tot dat men zag naar wat kant de overwinning helde , cn alsdan partij te nemen; want het hof van Rome, zonderling dat van Leo, had zich tot een' grondregel gemaakt, den overwonnen' te drukken, en den overwinnaar te vleijen. Maar zodra de paus zag dat hij gezocht wierd , veranderde hij van toon: hij fprak wel vrind!ijk, doch raadde zijnen zonen ernftig de vrede , cn verzekerde hen van eene ftipte onzijdigheid; bemantelende zijne ware gevoelens met de dicpfte veinzerij , toenmaals de hoofd*  karel den vijfden. £0 hoofddeugd der Italiaanfche ftaatKundigen. Op de andere Italiaanfche mogendheden "Was weinig te rekenen ! Bekommerd wegens de mogendheden aan de andere zijde der Alpen , hadden zij onderling een even* wigt gevormd; en men wist dat zij daar niet van zouden afgaan, dan om voordeel te halen van de overwinnende partij. Venetiën alleen had één zelfde belang met Leo, namelijk om onzijdig te blijven, dewijl het der republiek onmooglijk was door geweld te beletten, dat Italiën het tooneel des oorlogs wierd. De Venetiancn dachten , met recht, genoeg te doen, wanneer zij beletten konden dat men hen niet in den oorlog betrok: een kunst, of liever een geluk, voor republieken, omringd van magtige cn oorlogzuchtige naburen ! Dus flond het in Italiën. Doch wat kuiperijen karel en Francois ook in het werk fielden, om elkander vooraf in de kabinetten een kans af te zien , eer zij het zwaard trokken, alles was van geen nut, zo men den toenmaligen grooten fleun van 't Noorden miste. Deze was koning Hendrik van EnB 3 ge-  SO HEVEN TAH geland, een vorst dien men reeds heeft Iecren kennen, cn die zich fnorkende beroemde het evenwigt van Europa in zijne handen te hebben. Dit was niet ten ééncmalc onwaarachtig : hij was één der magtigfte vorften van Europa. Men begrijpt dus licht, dat de twee elkander belagende mededingers niets onbezocht lieten, om hem tot zich te trekken. Zijn hoogmoed wierd door die aanzoeken geweldig geflreeld, cn Wolfey, dien men mede heeft leeren kennen , zette de eerzucht noch fterker aan. Wolfey, dit wisten de koningen , regeerde zijn' meester; maar wel verre van zijn' invloed te hefteden voor liet wczentlijk belang van dien meester , of de natie die hem voedde , deed hij zijn' invloed alleen dienen tot zijne eigen grootheid. Hij was kardinaal, cn hij vlamde om plaats op den ftoel van St. Pieter te krijgen. Terftond bij de aanzocking der koningen, overwoog hij van wien hij meest kon bevoordeeld worden. Om hierin zeker te gaan, vertoonde hij zijn' meester, die brandde om in den oorlog roem en voordcel te behalen, dat hij vooral niet  KA REL DEN VIJFDEN. 8* met te fehielijk moest toetasten, maar alles meerder laten rijpen. De koning bedwong zich. Francois, die zijne inborst en de waar* dc zijner vrindfchap kende , ftelde , als een werkfaam vorst, alles in het werk wat dc Franfche wellevendheid en ftaarkunde kan inboezemen, om dc trotsheid te vleijen , en de Schraapzucht te voldoen. Vleijerijen, beloften, fchatten, eeden, niets wierd gefpaard om Wolfey over te halen. Francois had hem voorzeker voor altijd ' aan zich verbonden , had hij te doen gehad met een' mededinger minder loos, minder mild , en minder werkfaam dam karel. Maar deze vorst , die , hoe jong, aan alle hoven zijne verfpieders had, en federt hij keizer was geworden 'er meer en ijveriger had gevonden , naarmate zijne magt en eerzucht waren toegenomen , was onderricht van alles wat 'er in Ergeland omging. Weiverre van door afgezanten te kuipen, dreef zijne natuurlijke werkfaamheid, aangezet door zijne opvoeding , hem aan , om, heimelijk, in pcrfoon . den. trotfen kardinaal te vereeren B 4 met  3 2 lev en van met een bezoek. Karel was innemend*, had gelegenheid aan zijn hof met alle natiën om te gaan , en door eene ongemeenc bekwaamheid, weinig menlchen aangeboren , had hij zich de meeste Euro» péfche talen eigen gemaakt. Het bezoek ftreelde den fieren Wolfey, de gefchenken, met welgevoeglijkheid, en op zijn pas gegeven , onderfteunden de vlcijerij, cn de van verre vertoning der paufelijke kroon voor een' prelaat van . zijne verdienften , haalde den ftaatsdienaar over aan de zijde des keizers; en de ftaatsdienaar haalde zijn' koning over, zonder moeite. Frangois was razende van fpijt, en moest den aanval toen uitftellen, om door zwaarder toerustingen het gemis van zulk een' bondgenoot, ware het mogelijk, te vergoeden. Intusfchcn reisde karel , wiens aart onrustig was, en wiens uitzigten met de keizerlijke waardigheid waren toegenomen , naar de Nederlanden. Doch hoe hij ook ingenomen was met zijn vaderland, zijn onrust, die geen vrucht van zijn opvoeding was, liet hem geen lang verblijf toe. Na  karel den vijfden. 3.3 Na de hulde zijner landgenooten ontfangen te hebben, ijlde hij naar Aken, de plaats daar, volgens de beruchte gouden bul, de keizerlijke kroning moest gefchieden. Aldaar was het, dat de gouden kroon van Karei den Grooten op het hoofd van den jongen karel den vijfden wierd geplaatst, onder een' toevloed, en pracht, die men voorheen nooit had gezien. Hij was toen twintig jaren oud, reeds keizer cn bekend voor één' der fehranderfte onderhandelaren , en der werkfaamfte vorften. Was bet wonder dat zijne landgenooten hem beminden? dat de vreemdelingen groote gedachten van hem hadden ? en dat de vorften hem vreesden ? Terftond na de krooning deed hij te Worms eene rijksvergadering beleggen , hiertoe aangezet door zijne zucht om de gevaarlijke nieuwe leere , volgens zijn voorgeven , te beteugelen , als kunnende de vrede van het rijk ftooren; maar 's keizers later gehouden ge? drag, dat alles minder dan naauwgezcf Gcd.«« dienftig is, toont maar al te klaai , dat alles een voorbereiding was, om, na een? gelukkigen oorlog met Vrankrijk, de Duit? B 5 , fchers  3* LEVEN VAN fchers onder het juk te' brengen, onder fchijn van ijver voor de oude leere. De beginfelen der Hervorming zijn elders cn te veel befchreven, om die hier te herhalen. Alleen zullen wij 'er dit van zeggen , dat de ondeugden van het hof van Rome , cn de verdorvenheid der monnikken , 'er een welverdiende aanleiding toe gaven; dat een Augustiner Monnik , Luther genaamd , leeraar te Wittenberg, het eerst de monnikken aantastte , dat zijn klem van rede, onderfteund door zijn belangloosheid , de voortgangen ter hervorming fnel en nadruklijk maakten, cn dat de fiaatkundige geIteldheid van Duitschland de Duitfche vorften moest aanzetten om hem in zijn ontwerp te onderfteunen, ja dat de toevallige vinding der drukkunst niet weinig heeft toegebragt tot verfpreiding van de gevoelens der hervormers. Wij zullen in het vervolg breder van de zaken der hervorHiing moeten fpreken. Op dien rijksdag wierd alles, naar gewoonte zulke vergaderingen eigen , met eene verbazende loomheid voortgezet. De keizer 9 wel voorziende dat hij, om zijne ont*  KAREL DEN V IJ F D E N. 55 ontwerpen in hut rijk uit te voeren, dikmaals bij dc hand zou moeten zijn , k.x.i aangedrongen dat zijn broeder, Ferdiuand , zijn plaats zou bekleden in zijne afwezendheid, die hij voorgat' noodig te zijn, om dat hij gedurig in zijne wijduitgeftrekte ftaten zou moeten reizen ; en dat men dezen vorst een' regecringsraad zoude toevoegen. Vervolgens kwam de Godsdienst ter baan. -Karel , die niets raadpleegde dan zijn belang , maar het dikwijls flecht behartigde, kon Luther niet gunftig zijn. Hij had den paus noodig, en deze kon Luther niet cl m haten. De gevaarlijke ontwerpen van Vrank* rijk ftonden in Italiën uit te breken. Men moest dan, om den paus te believen, Luther met geftrengheid behandelen , om ia Italiën ten minfte een fteun te hebben. De keizer, die gaarne, om de gemelde roden, Luther te Worms had zien veröordcelen, 't welk toenmaals onmogelijk gcfchieden kon , ging alleen bezwangerd met zijne onderneming tegen Vrankrijk, dat hem in de Nedcrkirdcii, Italiën cn Navarre kon aantasten. Hijzelf had gaarne de vijandlrkheden begonnen ; maar de toeftand zijner B 6 za-  $6" LEVEN VAN zaken drong hem tot noch toe dit voornemen uit te flellen. Spanje was in zichzelf verdeeld., in Italiën had hij noch geen' bondgenoot. De Nederlanders, die hij was toegedaan., lidderden voor den oorlog , als Schadelijk voor den koophandel, gelijk zij te dikwijls • onder hunne vorige vorften hadden ondervonden , cn de raad van De Croy, die geen vrind van den oorlog was , onderfteunde alle die bedenkingen. Hij was wel toegerust om voor eerst een' aanval te wederftaan; doch zijn vijand was magtig, cn had het voordeel van een koningrijk te bezitten dat in al zijne deelen veréénigd was, en dus zich beter en met minder magt kon verweren , dan verfcheidene ftaten , door verfchillende landaarten bewoond, gelijk die van den keizer waren, en waarin hij bepaald heerschte , en zelfs waarin hij op eenige plaatfen het volk tegen zijne ftedehouders oproerig zag Hij befloot dan zich meer en meer toe te rusten. Maar Francois was zo vreedfaam niet , omdat hij de belemmeringen niet had op te ruimen die zijn' tegenftrever drukten. Koning Hendrik was wel aan de zijde van  karkl den vijfden. van karel overgegaan; maar de fpoed, waarmede die vorst had gehandeld en uit Engeland was vertrokken , had het fluiten van een verbond verhinderd; alles beftond in mondelijkfche vrindfchapsbetuigingen. Maar de keizer verliet zich op Wolfey, dien hij grondig kende. Hendrik, die tusfchen de koningen Scheidsman had kunnen zijn, was hun aanftoker, en Wolfey had het hart zijns meesters geheel van Francois vervreemd : hij beminde den, oorlog, en wachtte alleen naar de uitbarfting, om de Engelfche benden bij die des keizers te voegen. Van dit alles was de keizer bewust. Evenwel wilde hij niet eerst toeflaan, uit Schroom van het niet nadrukkelijk genoeg te zullen kunnen doen. De paus had niets beloofd dan de onzijdigheid. Maar hoe meer hij zag dat hes uitbreken van den oorlog nabij was, hoe meer hij begreep dat hij kunstnarijen moest gebruiken. De keizer kende hem volmaakt , en wist wel dat hij eerder tot hem zou overhellen, dan tot Francois, die hem niet helpen kon in het dempen der ketterijen ontftaan in Duitschlandé Francois ken> B 7 dft  3^ LEVEN VAN de hem zo grondig niet. Dc twee koningen , niet meer te vrede met 's pausfen onzijdigheid , drongen hem om te kiezen aan wicn hij zich wilde verbinden. Na veel ovcrleggens bcfloot hij karel met iraaije woorden op te houden , en met Francais in alle ftilte een verdrag te fluiten. Waarfchijnlijk koos hij de Franfche partij , om dat hij Francois voor een' levendig , vlug en werkfaam vorst kende, die , geholpen door een vurig en dapper volk , meest uit ééne natie beftaande , dat altijd de legers krachten bijzet , het voorzeker zou winnen op een' vorst die noch jong, en den oorlog ongewoon was. Doch het -gjen verbazend is van dezen opperpriester der Christlijke kerk , is , dat het verbond mauwlijks was gefloten , of het was verbroken. Wat hiervan de reden zij, laat zich alleen gisfen. Het zij de Franfche vorst omftandig bericht kreeg van het geen *cr bij de keizerlijke verkiezing was voorgevallen , en dus den paus wantrouwde; het zij dien vorst des kerkvoogds prachtige voor■Hellingen niet genoeg ftreelden; het zij hij dat geheele verdrag aanzag als een kunst» greep  KAREL DEN VIJFDEN. '59 greep van den opperpriester , om een ander verdrag met den keizer te bedekken, waaraan men onder de hand werkte; het zij het goud der nieuwe waereld , of het gehouden ijverig gedrag van karel tegen Luther, dat toen te Rome bekend wierd , het verdrag deed te niet gaan; dit is zeker , de paus verbrak het, en floot oogenblikkelijk een verbond met karel; waarin bedongen wierd , dat de keizer en de paus hunne magten zouden famenvoegen, om de Franfchen uit het Milaneefche te drijven, 't welk alsdan een' buit zou zijn voor Sforza, wiens geflacht alles door Vrankrijk was ontnomen; dat Parma en Piacontia aan de kerk zouden te rug komen ; dat men vervolgens voor den paus Ferrara zou trachten te winnen; dat de jaarlijkfche fchatring van Napels aan den H. Stoel zoude worden vermeerderd; dat de keizer de Medicisfen in zijne bcfcherming zou nemen; dat hij aan den kardinaal de Medicis • een aanzienlijk jaargeld zou toeleggen, en tevens eene wedde toeftaan in het koningrijk Napels aan Alexander , natuurlijken zoon van Lorenzo de Medicis. Dit verdrag ging zo heimelijk  Ss% leven van en haastig., dat De Croy 'er niets van wist; en toen hij vernam dat zijn meester , die nimmer iets buiten hem beftond, ongelijk wierd van gedrag ten zijnen opzigte , en dit verdrag zonder hem had gefloten, verviel hij in een kwijning, die hem binnen weinig tijds weg nam. Karel beminde hem, en was ftijfhoofdig in liefde en haat, maar niet altijd zichzelven gelijk. Hij beweende hem uiterlijk; maar heimelijk was hij verblijd : zijn ftaatzucht was nu den band kwijt, die haar voornamelijk beperkte ; en die drift overwon de liefde ras. De Croy was naauwlijks dood, of karel, ingevolge zijn verbond met den paus aangegaan, maakte zich gereed om in het Milancefche te rukken ; wanneer Francois aan een' anderen kant hem voorkwam in het beginnen der vijandlijkheden, namelijk door een' inval in Navarre. Evenwel wilde hij dit niet doen op zijnen naam; wat reden hij had om zo omzigtig te zijn , is lichter te raden dan te weten. Waarfchijnlijk om den koning van Engeland buiten het fpel te houden. Zie hier zijn' aanleg. De nazaten van Jean d'Albret, koning van Na»  KAREL DEN VIJFDEN. 4t Navarre, waren, uit hoofde van het Noijonfche verdrag , gerechtigd Navarre weder te vragen: zo dikwijls zij karel daarom hadden aangezocht , had deze vorst voor» wendfels gehad, (waaraan het de vorften , en bijzonder vorften als karel , nooit ontbreekt , als men iets te eifchen heeft,) om het te rug geven van Navarre uit te ftellen. Nu begreep Francois den inval te laten doen, op naam van Hendrik van Albret. De gelegenheid om van dien kant te beginnen was allergunstigst. De keizer , dan eens voorzigtig, en dan eens zorgeloos, had den inval in Italiën verwacht, en Navarre was hem ontfnapt. In Spanje was een opiland, en hij had Navarre ontbloot van benden , om in Spanje tegen de misnoegden op te trekken. Francois bediende zich van dien misdag , misfchien aangezocht door den misnoegden Spaanfchen adel zeiven, die Adriaan den Vlaminger, een* vreemdeling, aan het hoofd der zaken zagen, met inwendig misnoegen. Doch had karel een' misdag begaan in het ontblooten van Navarre, het is verwonderlijk dat zijn tegenftrever geen' geringer misdag beging.  4"2 tEVEN VA» ging in het verkiezen van een' legerhoofd." André de Foix de Lesparre , deze was de veldheer dien de Schrandere Francois in jXavarre zond. Hij was jong , onbedreven , en ten éénemale zonder ondervinding. AI zijn verdienden beftonden in naauw verbonden te zijn aan het geflacht van den onttroonden vorst, en dat hij broeder was van de gravinne Chatcau Eriand , meesteresfe van den Franfchen koning. Uit waren deverdienften die dezen man zouden ftaande houden tegen een' hertog van Alva, en de bloem der keizerlijke bevelhebbers. Daar hij- Navarre overrompelde , cn nergens tegenftand vond , trok hij onverhinderd voort , en vermeesterde het gantfehe koningrijk , in flechts weinige dagen. Maar eindelijk kwam hij voor het kasteel van Pairplona ; hier ontmoette hij den eerden tegendand, doch zo flaauw, dat het kasteel moest buigen. Het was flecht verfterkt, en wierd noch dechter verdedigd. Opgeblazen door zijn geluk, en heet naar een' grooten naam , trok hij onbedacht over de grenzen, en berende ftoutelijk Logrogno, een kleine , doch wél verfterkte ftad van Kas*  KAREL DEN V IJ J* D E N* 4,5 Kastiljc. Ongelukkig voor hem hadden de misnoegde Spanjaarden zich verzoend i en een vreemden vijand op hunne bodem ziende , veréénigden zij zich met de krijgsbenden die karel uit Navarre had getrokken , tegen den vreemden vijand. Hierbij kwam de zucht, om, nu men vcréé* nigd was, zich door heldendaden bij den keizer aangenaam te maken. Zij rukten met een' fpoed weinig eigen aan de Spaanfche natie naar Logrogno, om dat te ontzetten. Dc bezetting dier Had , uit oud geöefifend volk beftaande , verdedigde zich dapper. De Fnnifche bevelhebber , de Spanjaarden op zich ziende aankomen , be* ging eene nieuwe onvoorzigtigheid : in plaats van zich onder zijne werken te vcrfchansfen, de bezetting te bedwingen, en de benden af te wachten die hem toe wierden gezonden, trok hij zo onachtfaam af, en op den vijand aan, dat deze hem van voren , en de bezetting bem van achteren aangreep ; waardoor hij overhoop geworpen , en met zijn voornaamfte bevelhebbers gevangen wierd. Na deze nederlaag, die volkomen was, wierden de Spanjaarden binnen  g$ LEVEN TAH ren korter tijd meester van Navarre, daftde Franfchen het veroverd hadden. Terwijl Lesparre, op naam van d'Albrct, Navarre aanviel, drong Frangois, op naam van cenen La Mare , heer van eene kleine heerlijkheid , die zich door den keizer verongelijkt hield , in dc Nederlanden; doch hier het hoofd ftootepde, trok hij van dezen togt geen vrucht, dan den Conftabel van Bourbon te hooncn. Hendrik van Engeland, die alle deze verrichtingen, als bloote fchermutfelingeu had befchouwd, wachtte alleenljjk naar ernftiger, tooneel. Maar tot zijne fmarten be* gon men van een congres te Calais te fpreken. Wolfey vertoonde hem dat hij het moest bevorderen , en de eer aannemen van bevrediger, alleen om de onderhandeling te doen mislukken, en alsdan, met grooter fchin van weigevoeglijkheid, aan te kunnen vallen op Vrankrijk. Wolfey wierd als afgezant door Hendrik derwaarts gezonden, dat zo veel was als het middel te kiezen om alle onderhandelingen zonder vrucht te doen afloopen. Wolfey, vol verlangst naar de paufelij- ke  karel den vijfden. 45 ke kroon, die hij van karel verwachtte , (lelde voorwaarden op , die de Franfche koning onmogelijk kon aannemen 5 ten zelf* den tijde ftookte hij den keizer heimelijk op, om van geen zijner eifchen af te zien. Die vorst, uit den aart ftijfhoofdig, wierd onbuigfamer, waardoor alles vruchteloos afliep. Terftond fchoof Wolfey de fchuld der mislukking van de onderhandelingen op Francois , en drong zijn' meester om zich nader en plegtiger dan ooit tegen Vrankrijk te verbinden. Men bepaalde dan dat kakel een' inval zon doen in Vrankrijk van de zijde van Spa..*» je , en Hendrik moest in Picardië dringen , ieder met een leger van ruim veertig duizend mannen. De paus, van dit alles onderricht, lichte toen opentlijk het masker af, en verklaarde zich voor den keizer, als een voorftander der kerk, en een' vijand der ketterij , gelijk noch onlangs door zijn' ijver tegen Luther gebleken was; hij klaagde uiterst over de vijandUijkheden van Vrankrijk tegen den H. lïoel; en nam ten eerftcn een aanzienlijk getal *Zwitfers in fot- dij,  *6 leven vak dij , die zich me: de keizerlijke bendes Van Napels, en die van Duitschland kwamen , moesten vereenden. Het opperbevel over dit leger werd opgedragen aan den bekwamen veldheer Prosper Colonna , een man van groote ondervinding, kundig van de voordeden van den grond , en de lage des lands , koel van geitel, en uiterst bedaard ; dus een man volkomen gefchikt om tegen de Franfche vurigheid met voordeel te kunnen worden gebruikt. In het voorbijgaan is het niet kwaad in het oog te houden, dat de toenmalige Italianen meerder gefchikt waren om met de deftige Duitfchers, d?n met de luchtige Franfchen om te gaan ; en dat de heimelijke afkeer die het volk des lands den Franfchen toedroeg, de zaken van Vrankrijk niet guuftig was. Waarvan hangen de vorften niet af, die den oorlog buiten hunne itaten gaan voeren ; ik meen dezulken die niet oorlogen om hun wettig erf te verweren, maar om roem , of om de ftaten van hunne naburen te veroveren. Odct de Fois, andere broeder van de Tnccstercsfc van Francois, voerde het bevel  ïtAREL- DEN VIJFDEN. Af vel voor dien vorst in het Mitaneefche. Hij was een krijgsman; maar 'c geen zijn broeder Lesparre verdorf door onbedrevenheid , verdorf hij door hoogmoed » ■Schraapzucht, koppigheid, en verachting van allen raad die niet met zijn gevoelen firookte. Deze oorlogsman, die zijn beroep vèrftönd, zag alle die toebereidfelen der keizerlijken , en zond bode bij bode naar zijn' koning, om hem van het zigtbaar dreigend gevaar te verwittigen. Foiï kreeg last om een leger bijeen te trekken , van de krijgsbenden, die van de Spaanfche grenzen en uit de Nederlanden zouden aanrukken , en riep de Zwitfers, zijne vrinden, te hulp ; maar de veldheer wist ttat de koning een omichtfaam man was ïn het regelen van geldmiddelen , cn "weigerde iets te doen , voor dat men hem eene groote fomme gclds overmaakte. Men beloofde , men zwoer hem die met eeden toe , en Fok nam ter'ftond zijne maatregels. Ongelukkig zag hij zich te leur gefield, door de dwaze gehoorzaamheid zijns konings aan eene trotfche -cn Schraapzuchtige vrouw, die belang field» is  4^5 LEVEN VAN in dc vernedering van den veldheer. Louiza, 's konings moeder , was op Foix gebeten ; hij was een oploopend en trots man; hij zag de uitfporige toegevendheid des konings omtrent haar; hij had daardoor meer dan ééns de beste ontwerpen voor het rijk zien tevt niet loopen ; hij zag haar' wellust met dc oogen van een' wijsgeer, en geen man van zelfbezitting zijnde , had hij in 't openbaar hap' Schadelijken invloed cn •wellust doorgestreken. Eene onvoorzigtige daad voor een' hoveling! De koning, hoe onderworpen aan zijne moeder, had te veel kennis om de waarde van Foix als krijgsman niet te weten; cn , zonder Foix te kastijden, had hij dus op zieh genomen de twee partijen te bevredigen. Louiza ] ende het hof, en geliet zich alsöf zij alles had vergeten; maar de grooten vergeten zulk Soort van beledigingen niet. Zij wachtte naar gelegenheid om Foix te verderven , zij waande die nu gekomen te zijn , en befloot 'cr zich van te bedienen. Zij nam de fom die aan Foix moest worden overgemaakt uit handen van Semblancay, befderder der geldmiddelen, die haar n iets  KAREL DEK V IJ f D E N. 49 «iets durfde weigeren , en, bewust daf Foix door eene brave verdediging zich in de gunst van zijn' meester zou vestigen, behield zij het geld voor zich. Foix , zich zo fchandelijk te leur ziende gefteld, had voorzeker geweigerd om op te trekken; maar door eenige vrinden onderricht van de oorzaak dier te leurftelling , deed de ftijf hoofdigheid hem befluiten 't geen de pligt had behooren te doen. Zijn opzet was minder zijn' meester te dienen, dan zich te wreken op de koninginne moeder, door haar, op zijn beurt, te leur te Hellen in het beraamd ontwerp , gefmeed om hem te doen vallen; dus deed hier dc hoofdigheid en de wraak, 't geen een edeler beweegreden had behooren te doen; dat is, Foix befloot zijne poogingen te verdubbelen om zich ftaande te houden, waarvan het welzijn van zijn vaderland in Italiën afhing. Hij trok dus Zijn leger te faam; maar vermijdde omzigtig den flag, lichtende alle toezendingen naar de vijanden op, en matte hem af. Een gedrag zo wel overlegd, vertraagde niet alleen den voortgang der keizerlijken, C maar  fO LEVEN VAï« maar zou den paus welhaast geheel en al, door geldgebrek , hebben buiten ftaat gefield zich ftaande te houden. Deze kerkvoogd had tot heden toe alles bekostigd; want karel kon geen groote fomraen naar Italiën overmaken; zijn Spaanfche inkomften waren in de gedurige bercertcn van dat rijk verfpild, en in de Nederlanden moest hij groote legers gereed houden. Voorzeker had dit verfchil tusfchen den $>aus en karel verwekt, dat gevaarlijk voor het bondgenootfehap zou zijn ge* weest , en alles ware zo niet geheel , ten miïifte voor ccn gedeelte vruchteloos afgelopen; maar het zeldfaam geluk dat x. a rel verzelde , redde de bondgenooten. In het leger van Foix bevond zich eert bende Zwitfers , gelijk men heeft geKien. Nu hebben de Ilelvctiërs eene wet 4 die hen gebied, dat hunne landgenooten Zich niet aan twee met elkander in oorlog zijnde mogendheden mogen verbinden^ Eene zeer menfchelijke wet! Men had, floor winzucht vervoerd, die wet nu en dan over het hoofd gezien, en cenige Zwitfers toegefiaan vrijwillig dienst te nemen  KAREL BEN VIJFDEN. 5; i?ncn bij wien zij het goedvonden , mits niet onder de vanen van de cantons. De kardinaal Sion , in hoog aanzien onder zijne landgenooten, en een doodvijand van Vrankrijk, wist verlof, te krijgen, misbruikende daartoe zijnen invloed , om twaalfduizend Zwitfers te leveren aan de bondgenooten. De cantons, zich verrast ziende, cn dat 'er in de beide legers zulk een aanzienlijk getal hunner landgenooten was , waren beducht voor den fchandnaam van bloedverkoopers , die, om geld, Zwitfer door Zwitfer opofferden ; hierbij kwam het denkbeeld van het verlies dat hun land leed door het gemis van zo veel volks. Terftond zonden zij in de twee legers bevel aan de Zwitfers van naar huis te keeren. Sion, aan wien het afvaardigen der postboden was toevertrouwd , hield trouwlooslijk den bode die voor het leger der bondgenooten gefchikt was op , en pcrfte hem dien naar het Franfche leger beftemd was voort , met last van den grootften fpoed te maken. Eindelijk kocht hij den bode voor het leger der bondgenooten gefchikt heimelijk om, C » dat  5'! LEVEN VAN dat hij* met traagheid zou reizen. Zó dat de bondgenooten van niets waren verwittigd, toen de Zwitfers van Foix reeds voor lang hunnen last ontfangen hadden. Deze menfchen, in- lang niet betaald, en morrende wegens de afmatting , gehoorzaamden oogenbliklijk, zonder eenig gehoor aan de belofte, bede of fmeekingen van Foix te geven. Deze overfte, van het grootfte gedeelte van zijn leger beroofd, ruimde grond, en wierp zich voorzigtig in Milaan ; doch de Italianen, gelijk wij reeds hebben gezien , geen vrinden van de Franfchen , verraadden de ftad aan de bondgenooten; zo dat Foix het ten naauwer nood , met weinig benden, aan de Venetiaanfche grenzen ontkwam ; deze gebeurtenis had het verlies van het geheele Milancefche genoegfaam ten gevolg voor de Franfchen. Volgens het verdrag door karel met den paus geflootcn , wierden Farma cn Plazcntia met den kerklijkcn ftaat véréénigd. De voorfpoed der keizerlijke en kerkJiïke wapenen trof den kerkvoogd derWijze , dat, zo wij dc Franfche gefchied'fchrijvers mogen geloven , een koorts het ge-  karel den vijfden. 5 1 gevolg 'er van was, die zodanig toenam, dat hij in den bloei zijner jaren, en ia den hoogden top zijner glori, uit het leven fcheidde. Zo waarachtig is het, dat onze natuur niet is gefchikt om lang een' grooten voorfpoed , of eene overmatige blijdfchap te dragen. Dit hoogst onvoorziene toeval verbrak den band van het bondgenootfchap , en gevolglijk wierden de krijgsverrichtingen geftaakt. Men ziet klaarlijk dat 'er aan de Franfche zijde, en dit was een ander geluk voor karel, ten uiterfte flecht wierd geregeerd. Want ware Foix behoorlijk onderfteund geweest van geld , om benden aan te werven, hij zou die van de keizerlijken zeiven hebben kunnen bekomen; want, karel zelf zonder geld zijnde , verliepen de keizerlijke, met geheele hoopen ; dus had hij zich van. deze gunftige gelegenheid kunnen bedienen, om alles te herftellen. Eindelijk daagde de bode op die de Zwitfers der bondgenooten te rug riep; zodat nu karel niets overbleef dan zijne Spanjaarden, en ecnige weinige Duitfchers, eene bende te gering orn het Milaneefche te kunnen verC 3 dt-.  t'EVEN VA$ dedigen, had Foix flechts dc geringd* tnagt gehad. Zodanig liep dezen konen veldtogt in Italiën af: dc keizer was '68 meester. Koning Hendrik, die Hechts op één' tc* genfpoed van Vrankrijk wachtte, vernam niet zo haast wat 'er was voorgevallen in het Milaneefchc , of hij verklaarde Vrankrijk den oorlog. Terwijl men in het Con* clave kuipte om een' nieuwen opperpriester, eene kuiperij die door de keizerlijke partij wierd gerekt, trok de werkfame k ah el naar Engeland. Hij haalde da handen van vrindfehap naauwer toe , en Vleide Wolfey. Maar terwijl hij bezig was de natie te winnen , dat zijne loosheid volmaakt gelukte, kwam de tijding van de verheffing van Adriaan , 's keizers gewezen leermeester, tot het pausfehap. Toen wierd 'er nieuwe loosheid verëischt ©m Wolfey in een' goeden luim te houden. Ook dit gelukte hem. De hooge ouderdom van den nieuwen paus , zijne lichaamskwalen en zwakheid, waren de vertroostingen waarmede hij de onbegrijpelijke heerschzucht van Wolfey wist te paaijen; en  «.ar el cbn vijfden. 5$ en deze was te lichter te winnen, omdat hij karel volftrekt meester van den koning en de natie zag, en men reeds te verre was gegaan om te mg te keeren. Intusfchen vond kakel geen' kleinen fteun in den nieuwen paus: hij kon een* man die zijn' leermeester Was geweest, en dien hij groot had gemaakt, niet aanzien dan als een' medewerker ter gunfte zijner ontwerpen. Maar Francois, hoe verbazend hij zijn' mededinger boven zich verheven zag, liet het niet bij de indrukken die het ongeluk op hem maakten. Hij wist de Zwitfers te overreden om, ter vergoeding van dat hunne benden hem hadden verlaten, hem tien duizend mannen te leveren. Hij ontfing een groote fomme gelds , en viel toen op verfcheidene plaatfen aan, die hij vermeesterde, en dreigde zelfs de hoofdltai Milaan. Colonna was niet in iïaat dien nieuw- opgekomenen ftorm te keeren. Hij liep zelfs gevaar van te zullen moeten befluiten zijne oniiantastelijke legerplaats te Bicocca te verlaten, en zijne benden, door geldgebrek , af te danken; maar het C 4 ge-  $3 leven vak geluk was karel andermaal gunftig, door die zelfde Zwitfers die Francois nieuwlijks had in zijn"* dienst weeten te lokken tegen den keizer. Deze foldaten wierden andermaal oproerig, en dwongen Foix betaling af: deze veldheer, die hen lichtelijk kon voldoen, maar niet lichtelijk kon aftrappen van geld, weigerde dit onvoorzigtig; het gevaar nam toe; men moest hen voldoen, en toen eischten zij het gevecht, met dezelfde woede als zij geld hadden geëischt. Foix begreep dat muiterij gevaarlijker was , dan de kans om een' welverfchanften vijand aan te grijpen; en, hoewel de aanval hem in den hoogften graad vermetel fcheen, het gevaar was daar, en de hoop op ééne dier zonderlinge toevallen die dikwijls de veldflagen beflisfen, deed hem ftemmen in den ■aanval, tegen het gevoelen der meeste bevelhebbers. De Zwitfers vielen aan met eene dapperheid, en ftonden het vuur der verfchanfingen uit met eene ftandvastighcid, die boven alle befchrijving is ; maar , na de ongeloofiijkfte pogingen om Colonna te overmeesteren in zijne legerplaats s  KAREL DEN vijfden. 5 7 plaats: zij wierden niet alleen afgewezen , maar het leger wierd zodanig geteisterd, dat de aftogt andermaal het verlies van het geheele Milaneefche, en zelfs dat van Genua na zich fleepte. Ziedaar karel, tegen alle menfchelijke verwachting, ten tweede male meester in Italiën. Die zeldfame vorst, die te Worms geweigerd had zijn woord te fchenden ter beveiliging van Luther gegeven, toen zijn belang vorderde om het te fchenden , en die zijn woord aan Wolfey had gefchouden, toen zijn belang verëischte om het te houden, die vorst zichzelven zo ongelijk , wierd uit den akeligften toeftand in Italiën geholpen door het geval, en dat tot tweemaal toe , dat zo dikwijls de éénparigfte goede menfchen voor eeuwig vernedert. Wat is dan de fortuin! Hendrik van Engeland verwoestte intusfehen de kusten van Normandiën, deed een landing in Bretagne, ftak Morlaix en eenige andere plaatfen in den brand , en verzamelde een leger van zestienduizend mannen bij Calais, waar over hij Surry het bevel gaf , alles om zijn' vrind dienst C 5 te  LEVEN VAN te doen, want reden van beklag had hij tegen den Franfchen koning niet ; uit vrindfchap heette het; maar het was inderdaad lust om zich beroemd te maken, en door aanftoking van Wolfey, die even weinig reden had om op Francois misnoegd te zijn; in tegendeel hij was door dien vorst met gefchenken overhoopt; maar hij werkte om zichzelven voor een' vorst dien bij bedroog. Ziedaar de reden waarom deze vorst van Engeland, cn zijn ftaatsdictaar Vrankrijk in vuur en bloed zetten! Surry wierd onderfteund door cenige Vlaamfche troepen, geleid door den graaf van Buren. Zodra deze benden zich hadden veréénigd, bragt Hendrik het beloofde in "het verbond zich te binnen, dat was om in Pikardiën te vallen. De Franfchen, door kwade beftiering en ongelukken, verdreven uit Italiën, begrepen dat het beter ware geene afwendingen te maken; maar zich te bedienen van 't geen de ondervinding, in lange oorlogen , hen had geleerd om hunne vijanden binnen 'slands te vernielen, of af te matten, Zij verzamelden een talrijk Ie-  KAREL DEN VIJFDEN. 59 teger, 't welk in hun land niet bezwaarlijk is, om dat het volkrijk en het volk bovengemeen koninglicvend en vurig is en plaatften , om hun verftandig beraamd, ontwerp uit te voeren , een' man aan het hoofd hunner magtcn die verftand had om het wel te doen Hagen. Dit was dc beroemde hertog van Vendome. Deze veldheer hield zich niet op met het beramen van veldflagen , die maar al te dikwijls afhangen van toevallen ; hij wilde zeker gaan: hij wierp in alle plaatfen die verfïerkt waren, zware bezettingen, hij regelde zijne bewegingen naar die der vijanden en was enkel bedacht om hunne oogmerken te dwarsboomen of te verijdelen, hij lichtte alom hunnen leeftogt en toevoer weg, hij ontrustte hun leger door aanvallen , en kwelde hen met fchermutfelingen zó dat de vijanden, deerlijk afgemat, gebrek krijgende aan beftaan , verliezende dagelijks veel volks door gevechten en ziekten , eindelijk moedeloos te rug weken , en naar huis keerden. Ziedaar den tweeden vetdtogt geëindigd. De verbondene vijanden van Francois , fchoon die C 6 verst,  <50 leven van vorst , door zijn verdorven hof, en de weörfpannigheid van vreemde troepen, zijne veroveringen in Italiën was kwijt geraakt, waren evenwel niet vermogend in •zijne erfelijke landen met ccnige vrucht een' inval te doen. Omtrent dezen tijd was 'er eene omwenteling in het Oosten, die de aandacht der Westerfche vorften had behooren tot zich te trekken, en die dezelve echter niet tot zich trok, de paus daarvan uitgezonderd. Selim , die geduchte vijand der Christenheid, was overleden , om plaats te maken voor een' noch geduchter vijand; deze was de beroemde Soliman de tweede , bijgenaamd de Groote ; een man uiterst gevaarlijk door zijn' moed , onderneroenden geest, fchattcn , voorzigtigheid en bovenal door zijne befchaafdheid, en diepe ftaatkunde ; zeldfame verfchijnfels in een' vorst op den Ottomannifchen zetel , tot ongeluk der Christenheid ! De paus, een Godsdienftig grijsaart , begreep dit' ; en, terwijl karel ijverig bezig was om een' zwaren opftand in Spanje te dempen, dat Jaij voorzigtig deed, fchoon zij door zijne en-  KAREL DEN VIJFDEN. 6l ongelijke handelwijze was veroorzaakt 9 drong de paus de Christen - vorften aan om zich te veréénigen, tegen een' vorst, die zo vreeslijk was; doch ongelukkig was hij de man niet om zo veel verwarde belangen te ontwikkelen , zo veel verfchillende begrippen te veréénigen, en zo veel hartstogten te verzagten. Hij drong evenwel op een onderhandeling; men was hem ten wille : maar alles was te verwijderd om bijeen gebragt te worden , en karel vreesde te veel van de heerschzucht van zijn' mededinger, die zich gedurende de onderhandelingen wapende, om naar voorflagen te luisteren ; dus liep alles vruchteloos af. Adriaan, hoewel aan karel verpligt, achtte zich , als vader der Christelijke koningen , verpligt om geen' oorlog te voeren. Hij wilde onzijdig blijven ; dit was volmaakt naar den fmaak der Italiaanfche ftaten, die de vrede in Italiën zo gaarne zagen als de paus. Maar hij wierd verftrikt, en zij met hem. Na het vruchteloos afloopen der onderhandelingen , zag men wel dat het vuur C 7 he*  9* LEVEN VAN heviger ftond uit tc barften. De werlifaamv heid van ka hel was toen ten eerften bezig aan het vormen van een magtig verbond tegen Francois. Engeland was op zijne zijde , de Venetianen, tot noch toe ledige aanfehouwers van den oorlog , moest men 'er inwikkelen : men vertoonde hen k a* rel meester van Italiën, aan wiens vrindfchap hun meest gelegen was , ingevalle van oorlog met de Turken , cn tevens vertoonde men hen den Hechten ftaat van Vrankrijk in Italiën. De raad was verdeeld, de keizerlijke werktuigen wisten de meerderheid over te halen tot den „oorlogTen zelfden tijde werkte karel in de kabinetten der Italiaanfche vorften : alles was daar verdeeld, en meer genegen tot de vrede dan tot den oorlog. In dezen toeftand deed Charles de Lannoy, een landsman van paus Adriaan, cn een man dien hij beminde, zijn best om den kerkvoogd te beduiden , dat koning Francois , door zijne heerschzuchtige oogmerken, de vrede had geftoord , de onderhandelingen had doen mislukken, en dat hij heulde met den fultan , erfvijand der Christenen. Adriaan , een.  KAREL den vijfden,. een Vlaminger, die doorgaans in dien tijd, om de oorlogen met Vrankrijk , waar door zij veel leden, geen vrinden van de Fran* fchen waren , verklaarde zich voor kahel. Zodra dc verklaring der Vcnetia» ren, en die van den paus ruchtbaar was, kostte het de keizerlijke gezanten weinig moeite om de overige Italiaanfche mogendheden zich mede te doen verklaren voor den keizer. Het verbond, inderdaad beflisfende voor dien vorst in Italiën , en elders , kwam tot ftand, en flocg Vrankrijk, met fchrik. Franco 's' had inderdaad niet één* bondr genoot, cn was dus volftrekt overgelaten aan zichzelven. Men verbeeldde zich, en niet zonder reden, dat die vorsr, door zo magtig een bondgenootfehap bevreesd ge« maakt, en aan zichzelven gelaten , enkel zou zijn bedacht geweest om verwecrender wijze te werk te gaan, ten minfle dat hij *er door zoude worden wederhouden om andermaal in Italiën te dringen. Maar men. kende hem kwalijk. Die monarch , even als karel, zichzelven dikwijls ongelijk, was bij wijlen niet minder werkfaam dan zijn  $4 leven van zijn mededinger, maar met meer levendigheid. Eer zijne vijanden, die niet allen , gelijk 't gewoonlijk gaat, even driftig waren , zich gereed hadden gemaakt, had hij reeds een magtig leger bijéén. Hij had voordeden die zijn mededinger niet had: zijn gezag over zijn volk was oneindig grooter , dan dat van Karei over het zijne. Om geld te lichten behoefde hij geene ftaten bede te doen, of Parlementen te verzoeken , die altijd lang beramen, en noch langfamer geven. Zijn leger was ras in vollen optogt , toen noclï^zijne vijanden naar middelen omzagen om fol jdR%n te werven. De Franfche monarch vleide zich, en niet zonder eenigen grond, den keizer voor te zullen komen, en de Italiaanfche mogendheden van het verbond af te trekken , wanneer hij hals over hoofd zich in het Milaneefche vertoonde, aan het hoofd Van een groot leger. Voorzeker had hij zich in dien waan niet bedrogen, wanneer niet karel weder door een zeldfaam geluk , onmogelijk door den mensch te voorzien , uit die zwarigheid gered ware. De voorhoede des Franfchen monarchs was wer-  K.AK.SL DEN VIJFDEN. ÓS werkelijk Lio|i genaderd ; hij volgde aan het hoofd ee«er tweede colomme , wan» neer hij tijding ontfing van eene famenzwering bintitn 's lands , die hem verpligtre ftil te houden, en éénsflags van maatregelen p veranderen. Deze famenzwering, zo ve^Jfnvloed hebbende op de zaken van den kerïer , zo in den oorfpronj als in de gevolgen , verdient een weinig omftandig te worden befchreven. Het koofd dier famenzwering was Charles, hertog van Bourbon ? Conftabel van Vrankrijk. Men heeft reeds gezien dat hij op den oorlogstogt in Navarre zich door Vrankrijk gehoond achtte. Deze man was in jaren, in vurigheid , in fmaak van vermakelijkheden den koning gelijk ; natuurlijker wijze moest .hen dit tan één verbinden, te meer daar Bourbon door bezittingen en bewezen dienften in raad en oorlog, zo wel de magtigfte als de waardigfte edelman van het koningrijk was ; één dwaaze vrouw wierp alles over hoop, en bragt hem tot maatregelen die Vrankrijk dreigden in een zeker verderf te ftorten. Louiza, 's konings moeder , die. wij  CC LEVEN TAS* wij reeds gedeeltelijk hebbd| leeren ken*r nen , haatte Bourbon o*rwrdat hij door ééne harer vijandinnen was b«unftigd. Zij liet niet na haar' zoon onophoudelijk aan te ftooken tegen het "fcoorwerp van haar' onverdienden haat, en;de kormg was zwak geno.Qg , fchoon een^jjba^. zijnde aan 't hoofd van een leger, (IWe ongelijk zijn de menfehen zichzelven!) om de dwaze in» blazingen van eene hartstogtelijke vrouw gehoor te geven» Alles wat Bourbon deed wierd verkleind , of' kv.--°.ad uitgeduid. Twee jaren te voren, had de koning de onbegrijpelijke dwaasheid van, in den optogt naar Navarre ,. het bevel der voorhoe» de Bourbon te ontnemen , en aan Lespar» re , een' elendig' krijgsman , gelijk men heeft gezien, te geven. Alle die beledi. gingen , vruchten van dc kwaadaartigheid der koninginne moeder, verdroeg Bourbon met meer gelatenheid dan men van een' jongen krijgsman, vol eers en vuurs, kon verwachten. Doch de menigvuldige en dagelijks toenemende beledigingen, die den gematigdften mensch kunnen opbrengen , deeden hem zijn hart uitftorten aan eenige ver-  kak.'jf den vijfde??. 67 £ pen wil overtrekken, om zich op een koningkrijk te ftorten welks vermogen binnen 's lands hij, tot zijne Schade , meer dan ééns had ondervonden , en dat mee opzet om een' vlugteling tot een' koning te maken, alsdan weet men niet of men zulk een' ontwerpfmeeder beklagen y dan of men om hem lachen moet. De zestien duizend mannen tot die groote ondernemingen gefchikt , wierden toevertrouwd aan den onvergelijkelijkcn bevelhebber Pescara , met ftrikten last om niets te ondernemen zonder raad te plegen met Bourbon. De bevelhebber trok gelukkig over de Alpen , evenwet niet zonder merkelijk verlies van volk op zulk een' afmattenden togt. Hij rukte toen in Provence , en beraadde zich met Bourbon hoe den veldtogt in het rijk te openen. Deze raadde hem verftandig aan om ter* ftond naar Lion te trekken, als zijnde na aan zijne landen , daar hij bekend en gezien was , en dus volk kou aanwerven ; maar Pescara wist dat karel eert zeehaven in P/ovence wilde hebben, die hem ten allen tijde eenen gemaklijken D 5 toe.-  8fc LEVEN VAN toegang in Vrankrijk opende uit Italiën. Het gezag des markgraafs, geftaafd door den wil des monarebs, overwoog den raad van Bourbon. Pescara berende dan Mar* feille, gelegen aan de middelandfche zee. De koning van Vrankrijk, wien het zo min aan verfpieders ontbrak als karel, was van het gehcele ontwerp onderricht. Het keizerlijk leger niet kunnende voorkomen, nam hij voor om den toeleg dien het zich voorftelde te verijdelen. Hij begon met het land , verfcheideu mijlen rondom Marfeille, te verwoesten , ten einde dc keizerlijken gebrek aan leefiogt te doen krijgen; hij flechtte alles rondom de ftad, tot de voorburgten toe , verfterkte de plaats zelve, en wierp 'er eene fterke bezetting in, onder bcvelhebberen die beroemd waren in de kunst van verdedigen, waar omtrent zekerlijk de Franfchen uitmunten. Wat Pescara beftond, wat Bourbon, aangeblazen door de wraak, voorfloeg en deed ondernemen , alles was Stonder eenige vrucht. Terwijl de bezetting dit leger ophield, ite handtn vol werks gaf, het dagelijks af-  kak. el den vijfden. £3 afmatte en deed verzwakken , zat Francois niet werkeloos: hij rukte, met alle mogelijke vaardigheid, een leger van dertig duizend koppen bijéén, en rukte terftond voort, om den belegeraars op het lijf te vallen. Dezen, hiervan verwittigd, en doodlijk afgemat, zonder leeftogt en krijgsbehoeften , waren in geen' ftaat om Francois af tc wachten. Zij weken in grooten haast af, en bragten naauwlijk de helft van hun volk weder op Italiaanfchen bodem. Koning Hendrik, gebelgd over de weigering van T>ourbon om hem voor koning van Vrankrijk te erkennen, dat zekerlijk ontijdig was; en die niet dan met moeite geld van zijn parlement kon krijgen, en bovendien niet meer wierd aangehitst door Wolfey, die vertoornd was op een' vorst dien hij zag dat hem had bedrogen; nam geen maatregels, en kon die niet nemen , om een' toeleg te onderfleunen waarover men in het land opcntlijk morde , als geldverfpillend en nutteloos. Maar moet de onderneming van k ak e l ons verbazen , het opzet van den Franfchen koning moet ons niet minder verD 6 won-  24 leven van wonderen. Het was of deze twee mededingers naar roem, elkander te boven wilden gaan in roekloosheid en dwaasheid. In welke handen is fomtijds het geluk of ongeluk van gcheele volken gefield? Moet deze bedenking de menfchen niet een' fchrik inboezemen tegen alle éénhoofdige .regeeringen? Die koning, wel verre van voldaan te zijn met het einde van eenen veldtogt, waarin hij, ondanks het verlies in het Milaneefche geleden, de ecre had gehad van de aanvallen van een' geduchten vijand te verijdelen, en Europa getoond te hebben hoe fterk een monarch hij was in zijne eigen ftaten, die koning, zeg ik, fmeedde terftond bij het deinzen der keizerlijken een' aanflag zo uitfporig, vermetel en trots , als die van karel was in zijn foort. Zijn toeleg was niet minder dan om, zo maar voetftoots, in het Milaneefche te trekken, noch de Alpen noch het ruwe jaargetijde, dat dagelijks ruwer Hond te worden, want het was reeds verre in September, ontziende, en daarna zich meester te maken van alles wat kaSkSL in Iialiën bezat. Men moet evenwel be.«  KAREL DEN VIJFDEN. bekennen , dat de ftaat waarin hij zich bevond, hem iets tot een diergelijk ontwerp aanbood : de omftandigheden waren fchoonfchijnende genoeg voor een' vorst aangeblazen door de wraak, eerzuchtig uit den aart, en verlokt door den voorfpoed. Zijne vijanden waren deerlijk verzwakt, zij vloden op zijne verfchijning, de togt dien zij over de Alpen noodwendig moesten doen, was afmattende. Hij bevond zich aan het hoofd van een bloeijend en magtig leger , de weg dien hij over de Alpen kon nemen j was op verre na zo moeilijk niet als die zijner vijanden, en in Italiën was men ongereed om hem te ontfangen. Verlokt door diergelijke befpiegelingen , nam hij zijn befluit, en daar hij bij wijlen even ftijfhoofdig was als zijn tegenftrever, ver* achtte hij den raad zijner verltandigfte bevelhebberen, die hem den togt ontraad* den, en ontweek zijne moeder, die men heimelijk had ontboden , om dooi" haar' invloed die ontrading te onderfteunen. Ongelukkig wierd hij in zijn hoogmoedig voornemen gevleid door Bonnivet , dia IX 7. ai  8(5 LEVEN VAN al' dc gebreken zijns meesters had , zonder één zijner goede hoedanigheden , en die Smoorlijk verliefd was op eene juffer te Milaan, voor wien hij dacht in glansrijker luister te verfchijnen , als ovenvinmar van het Milanccfche. De koning verhaastte dan zijnen optOgt, die in de gefchiedenisfen van Vrankrijk cn Italiën zo vermaard is, en die , wegens zijne gevolgen , niet minder is vermaard geworden door geheel Europa. Het Franfche leger trok nabij den Cellis de Alpen over. Francois, verftandig begrijpende dat de goede uitflag zijner onderneming afhing van dc vaardigheid waarmede hij dezelve moest uitvoeren, trok met eene fnelheid waarover men zich zekerlijk moet verwonderen; en waarfchijnelijk waren zijne omwerpen, hoe onzinnig beraamd , niet allen ongelukkig uitgevallen, had hij niet met een' Pescara, een' Lannoy en Bourbon te doen gehad. De ccr> fte was de beroemdfte veldövcrftc der keizerlijken , en had van Hannibal het ftclfel overgenomen, om altijd het caractcr te doorgronden van den bevelhebber die te«-•■ ; gen  karel den vijfden, 8T gen hem gebood, en nooit uit liet oog te verliezen om uit den toeftand van een vijandlijk leger te beredekavelen wat een vijand moest, kon of zou beftaan. Lauuoy was, behalve een kundig en dapper krijgsman, een man die verbazend vindingrijk was in middelen om een leger te doen beftaan. Bourbon was even kundig, even voorzigtig , even loos, en even ondernemend , en wierd , behalve dit, aangeblazen door de wanhoop , en beftierd door eene omzigtigheid, die hij oordeelde noodig te zijn om zijn ontwerp van wraakzucht te bevorderen. Aan deze drie overftens was k a* rel het behoud van Italiën verfehuldigd , en niet aan zijne ontwerpen. Pescara had het ontwerp van Francois voorzien, en. was met zo veel fpoed voort* getrokken, dat hij Alva bereikt had eer de Franfchen te Vercelli aankwamen. Het' geldgebrek wierd vergoed door Lannoy» die de inkomften van Napels verpandde, en Bourbon, die uiterst bemind was in Duitschland, was oogenbliklijk , na den aftogt der keizerlijken van voor Marfeille , naar de Duitfche vorften venrokken, om twaalf  8 8' LEVEN VAN twaalf duizend Duitfchers te werven , dat hem fpoedig gelukte ; en hij verhaastte hun vertrek naar het Milanecfche. De Franfche koning, door Bonnivets vorige misdagen geleerd, rukte rechtftreeks aan op Milaan. De onverwachte aankomst van een zo magtig leger, bragt eene onbefchrijfelijke verwarring te weeg. Pescara , wel ziende dat hij in dezen toeftand onmogelijk de ftad kon houden , wierp een bezetting in het kasteel, en trok aan de ééne zijde de ftad uit, terwijl de Franfchen aan de andere zijde inrukten. Francois , die zich voor één' misflag van Bonnivet had gewacht, verviel ongelukkig in een' andren, die dat legerhoofd in dea vorigen veldtogt had begaan, dat was zich fchuldig te maken aan tijdverlies , het gevaarlijkfte verlies voor een' krijgsman. In plaats van de vijanden, die voor hem vlugtten, geen' tijd te laten, maar hen af te matten, en eindelijk hen te doen verloopen of op te lichten, hield hij zich ftil, en maakte tocbereidfclen tot belegering van Pavia, aan den oever der Tefino gelegen, en dat in de maand Ofto- ber.  karel den vijfden. 8f. ber. Het geen verbazend moet voorkomen, ïs dat dit dwaze ontwerp or) raad van Bonnivet, wiens misflagen men kende en wilde ontwijken , wierd bewerkftelligd. Alle de Franfche bevelhebberen ontraadden den koning zijne onderneming, in zulk een verre gevorderd jaargetijde, en zij ftelden hem de fterkte der plaats voor.Doch, wij hebben het reeds doen opmerken , Francois had zijne vlagen van ftijfhoofdigheid niet minder dan karel, doch met eindloos minder geluk. Hij kende in deze onderneming zijne vijanden niet j of verachtte hen te veel. Wij hebben reeds gezien, dat de keizerlijken in geen' voordeeligen toeftand weder in Italiën te rug kwamen, en aan bijna alles gebrek hadden; de Franfche koning wist dit, en zekerlijk achtte hij hun hcrftel ondoenlijk; maar hij bedroog zich. Pescara was aangebeden van de Spaanfche benden , de anderen beminden hem vurig: hij wist met die liefde voordeel te doen, door hen geduldig te houden , tot Lannoy alles aanbragt om hen te bemoedigen. 't Was zekerlijk verbazend een' veldheer te zien ,  fj o leven van zien , die aan het hoofd van een verdreven cn noch vlugtend leger , mismoedigd door behoefte, en dat niet kon worden betaald , zulk eene onbegrijpelijke heldenmoedige zucht tot eere aan zulke benden kon inboezemen, dat zij betuigden Europa te willen toonen, luiden te zijn die om den lauwer en niet om geld te veld togen. Misfchien leveren de gefchicdenisfen geen voorbeelden op van zulk eene onbcgrijplijke behendigheid. Pescara en Lannoy, onophoudelijk werkfaam , en gelukkig genoeg in 's vijands oogmerken te doorgronden, hadden niet zo ras kennis van 's konings voornemen, of zij wierpen zesduizend man, beste en geöeffende benden, onder bevel van Leyva, een man zo groot als zij zelvcn, in Pa via , wel bewust van de aangelegenheid dier plaats. Zodanig ftonden de zaken in Italiën, toen karel te Madrid, in zijn kabinet opgeiloten, op middelen peinsde om geheel Spanje aan zich volflagen te onderwerpen, Vrankrijk te vernederen , cn Duitschland geheel te behcerfchen, in 't kort, om zich tot oppervorst van het Zui-  KAREL p E X V IJ F D E N. 9i Zuiderdeel van Europa te verheffen, en eindelijk het Noorden aan te vallen. Intusfchen had Francois zijn leger voor Pavia nedergeflagen , en belegerde die ftad met eene onbefchrijflijke hardnekkigheid. Gedurende drie maanden , en dat in het midden van den winter, zag men alles wat de kunst van belegering in die eeuw kon werkftellig maken, aanwenden, om de ftad te doen buigen, van. den éénen kant; en van den anderen alles verrichten wat dienen kon om de poogingen des belegeraars te verijdelen. Pescara en Lannoy waren buiten ftaat om tot noch toe de ftad te hulp te komen. Men plakte deswegens te Rome opentlijk fchotfehriften tegen hen aan; maar deze helden, gelijk alle groote mannen, waren boven de beuzelpraat van namelooze elendige burgerfchrijvertjes , die of geen kennis van zaken hebben, of lage hurelingen van ftaatspartijen zijn , welke wezens alle ecuwen maar al te veel opleveren. Zij wachtten Bourbon , wiens werkfaamheid zij kenden, met zijne Duitfchers , die werkelijk in aantogt waren. Leyva, van alles onderricht, vertrouwde op  f 2 leven van op zijn' moed, krijgskunde en goed geluk. De belegeraars, gedurig in hunne poogingen gedwarsboomd, in hunne ftormen afgeflagen, en door het ruwe jaargetijde gedrukt, konden niet dan langfaam vorderen. Eindelijk overviel hen een ongeluk : eene overftrooming vernielde in één nacht , genoegfaam alle hunne werken, waar aan drie maanden met ongelooflijke moeite was gearbeid. Ley va, wel verre van uit te trekken, fpaarde zijn volk , zich vernoegende met de vijanden zichzelven te laten afmartelen met het herftc-I dier vernielde werken , die onmoge-i lijk te herftellen waren, of het keizerlijk leger zou in ftaat zijn geweest de Franfchen op te komen. Paus Clemcns, die alles minder dan een opperpriester was gelijk Leo , (dat is een krijgszuchtig man, die zijn priesterfchap door eene luisterrijke daad wilde vereeuwigen ,) en wiens fchroomachtigheid voor karels overmagt in Italiën, hem deed bedacht zijn op de vernedering van den keizer, waande Pavia verlooren , en de keizerlijken welhaast verjaagd te zullen  karel den vijfden. 9$ len zien. Hij dacht dus voorzigtigst te gaan , wanneer bij Francois heimelijk be« gunftigde; maar om, bij mislukking van der Franfchen ontwerp , eene uitkomst open te houden omtrent den keizer, boezemde zijne fchroomachtigheid hem een ontwerp in , dat alle voorkomen had van pligtvoldoening eens vaders der Christelijke " kerk. Nooit kostte die de pausfen veel, bijzonder in eene eeuw van onkunde en bijgeloof. Hij nam den fchijn aan van bemiddelaar, en deed karel voorfiagen welken hij wel wist dat verworpen zouden worden. Toen floot hij een verdrag van onzijdigheid met beide vorften, zich beklagende over zijne hardnekkige zonen; maar heimelijk begunftigde hij Francois , door Florence op te ftooken, om zich mede onzijdig te verklaren. Flierdoor beroofde hij den keizer van twee magtige bondgenooten. Ongelukkig deed dit gedrag Francois een ontwerp fineeden dat hem in 't verderf Hortte , en in het vervolg voor Rome doodelijk was. De Franfche vorst, zijn' vijand van twee  '94 L F. VEN VAN twee tmgtig-c ftèunféls ontbloot ziende, dacht nu vrij op het koningkrijk Napels te kunnen aanvallen, terwijl hij Pavia benaauwdc ; cn ten dien einde zond hij ruim zesduizend mannen af, om een' in* val te doen , zonder te bedenken dat hij zijn leger, reeds merkelijk verzwakt, daardoor noch meer verzwakte. Lannoy, een weinig vuriger van aart dan Pescara , wilde toen een' aanflag maken op de Franfchen-; maar Pescara begreep dat alles befiist moest worden voor Pavia , en overreedde Lannoy om van zijn voornemen af te zien. In dien toeftand kwam Bourbon met zijne Duitfchers opdagen , en toen riant Pescara het niet in beraad om de Franfchen op het lijf te komen. Men trok dan op, en was welhaast in het gezigt van den vijand. Francois vergaderde oogcnbliklijk een' krijgsraad, om te beramen wat men moest doen. De bevelhebbers waren van gevoelen om af te trekken, en geen' flag te wagen; maar zich te verfchansfen. Ongelukkig had Bonnivet te veel invloed op den vorst, die al te romaneske denkbeelden van gJori had.  kar'sl den vijfden. 9: had. Bonnivet fcheen door het geval gefchikt te zijn om gedurende dien vcld'togt niet dan kwaden raad te geven, die altijd ongelukkig wierd opgevolgd. Een woest man zijnde, zeide hij liever tc willen flerven, dan te zien dat de koning Schandelijk zijne vijanden ontweek. Dit vleide dc eerzucht van den trotfin monarch, wiens ftijfhoofdigheid den flag Verkoos. Hij wierd geheel verflagen, zij» ne beste veldoverften fneuvelden aan zijne ■voeten; allen wierden zij beklaagd, be-» halve Bonnivet, dc oorzaak van dit ongeluk. Eindelijk nam Lannoy den koning met eigen hand gevangen. Veertien dagen na dezen merkwaardigen flag, was 'er buirert de krijgsgevangenen, geen Franschman meer ïn Italiën te vinden. Zodanig liep dezen wintertogt af, zekerlijk de ongciukkigfte die Vrankrijk ooit is overgekomen. Karel, een meester in de kunst van veinzen , ontfing de tijding dezer beflisferdc overwinning met eene gematigdheid, d;e hem in waarheid tot luister zou verttrekken, ware die oprecht geweest. Hij ijlde naar de kapel, en dankte God mcef dan  leven van dan één uur voor die onvoorziene overwinning , en beklaagde bij de hovelingen , die hem geluk wenschten, het ongeluk van zijn' vijand. Maar vol van groote ontwerpen, die tijd verëischten, was dit alles een guichelfpel, om dé koningen zijne hoogvliegende vooruitzigten te bedekken. Koning Hendrik, dan eens aan karel en dan eens aan Francois verbonden, door den voorfpocd van den keizer ongerust voor een breuk van evenwigt op het vaste land, waarbij hij belang had, en opgeftookt door Wolfey, die karel haatte , wegens het bedrog hem, zo hij vast flclde, in het conclave gefpeeld, vleide terftond de koninginne regente met de hoop van de belangen van Vrankrijk te zullen begunftigen; maar tevens verklaarde hij, om de welgcvoeglijkheid te bewaren, den keizer in fchijn bij te zullen liaan, om aan het gegeven woord te voldoen. Hij bedreef te London openbare vreugdebedrijven wegens de overwinning op den vijand van Engeland, en zond gezanten aan karel, om hem geluk te wen- fchen;  karel den v ij f d e n. 97 fchen; maar ten zelfden tijd deed hij voorflagen , die hij wel wist dat karul nooit kon aannemen, om bij weigering een' grond te hebben, tot verbindtenisfen met Vrankrijk naar tijdsomstandigheden. In Italiën waren de mogendheden deerlijk in het naauw wegens den voorfpoed des keizers. Het evenwigt was daar, na den flag bij Pavia, volftrekt verbroken. Men verbond zich naauwer dan ooit; maar de genomen maatregelen kwalijk wordende ingevolgd, liep alles op niet uit. Vader Clemcns, zich bed,ogen, en alles in de war ziende, wist niet werwaarts zich te wenden. Hij begreep dat de overwinnaar hem had doorgrond. Eer hij wist wat te befluiten, dreigde hem Lannoy met 's keizers gramfchap , zo hij zich niet naar zijn' zin gedroeg, en hem verfchrokken ziende , dwong hij hem tot een verdrag, waarbij men hem eene groote fomme gelds afperfte , die ook ten eerfte moest worden betaald. De goede opperherder wierd toen veracht van de ééne, en befpot van de andere partij, terwijl hij bij de Italianen E wierd  «J 3 LEVEN VAN wierd befchuldigd , van om eigenbelang' Italiën te hebben verraden. De keizer, door zo veel achteréén volgende voorfpoeden opgeblazen , en reeds vol van groote ontwerpen, was nu in zijn kabinet ijverig bezig met te beramen , wat voordeden hij bij mogelijkheid zou kunnen trekken , uit eene overwinning die hem een' koning in handen had gefield* Maar in plaats van aanftonds met alle de magten van Spanje en de Nederlanden Vrankrijk aan te vallen , en de Italiaanfche mogendheden door zijne overmagt te verpletten , nam hij toevlugt tot werken in zijn kabinet, uit natuurlijke neiging en geldgebrek* Behalve dit was hij nooit aan het hoofd van een leger geweest , en zich veel latende voorflaan op zijne flaatkundige werkfaamheid, befloot hij door kuiperijen af te doen , 't geen hij door zijne wapenen had behooren te verrichten. In Italiën had hij geld kunnen afpersfen , en in de- Nederlanden zou men zekerlijk, in zo veel voorfpoed, het niet hebben durven weigeren. Het zij dat hem die bedenking ont.fl.ipte, het zij hét  karel den vijfden. o ft Tiet voorval van Pavia hem te luisterrijk in de oogen fchitterde , als ware Vrankrijk daardoor zo vernederd dat hij dat rijk door eifchen zou kunnen overheeren, hij befloot fül te zitten. Zijne eerfte eifchen waren niet minder dan dat de gevangen vorst hem ten cerlte geheel Bourgundiën voor eeuwig moest afftaan; dat Provence en Dauphiné ten fpocdigfte, en dat voor altijd, moest overgegeven worden aan Bourbon ; dat hij koning Hendrik alle eifchen die hij ftond te doen , tot één' toe, moest inwilligen, en dat hij van nu af , voor ecuwig, van alle aanfpraken op Napels, Milaan, of één' eeni* gen voet lands in Italiën moest afftaan. De Franfche koning was een edelmoedig man, cn had nu in zijn ongeluk over het hart van karel geoordeeld, als over zijn eigen» hart; dus floegen die harde eifchen kent zodanig ter néder, te meer toen hij zich gevangkelijk naar Barcelona zag overvoeren , dat hij in eene krankte verviel, die elk voor zijn leven beducht maakte. De keizer, vreezende een' vijand te verliezen aan wiens leven zo veel voor hem afhing $ E 2 be-  ioo leven van befloot, in weerwil zijner raadslieden, den ongelukkigen monarch een bezoek te geven. Hij handelde hem zo eerbiedig en vleijende , dat die vorst, in zwakken toeftand, alles geloofde, en zich vleide dat karel zijne eifchen zou leenigen; en die hoop herftelde hem welhaast tot zijne vorige gezondheid. Maar hij bedroog zich. Karel, zijn oogmerk hebbende bereikt , ftond niets af van zijne vorderingen , cn Francois bood aan, zich wegens de aanfpraak op Italiën toegevende te toor.en , . en Bourbon de verbeurde landen weder te geven. Doch alles vergeefs. Toen befloot de Franfche monarch liever in de gevangenis tc fterven, dan zulke Schandelijke voorwaarden te onderfchrijven ; en daarna het koningkrijk aan den Dauphin over te dragen. Zodra dit befluit den keizer ter ooren kwam, vreesde hij tegen zijn eigen belang te werken : hij had niets aan een' gewezen koning in den kerker , dan een' kostbaren gast. Dierhalve begon de keizer zijne eifchen te matigen, cn men floot het volgende verdrag, dat vernede» rende genoeg was voor den Franfchen koning ;  KAREL DEN V IJ F D E N. 1 O I ning; maar dat hij tevens bij de flaitiïig voornam te fchenden, door een hatelijke kunstftreek. Francois beloofde Bourgundiën afxeftaan. Hij zou op alle eifchen in Italiën en Vlaanderen afzien; Bourbon en zijne vrinden zouden hunne landen weder bekomen , en Schadeloos worden gefteld; hij moest Albret dringen geene aanfpraken te maken op Navarre, en mogt hem nimmer ondersteunen in het herwinnen van dat koningkrijk. Hij zou daartegen een eeuwige vrind des keizers zijn , en om dien band te bekrachtigen 's keizers zuster, de weduwe van Portugal, ten huwelijk nemen; de overige waren geringe voorwaarden. Dit fraaije verdrag, dat de grond van eene eeuwigdurende vrindfehap moest zijn , dat het, gelijk men zich licht kan voorlïellen, nimmer wezen kon, wierd gcfiooten te Madrid, den veertienden van Januarij, van 't jaar vijftienhonderd zes en twin, tig; doch eer Francais het teekende , ftelde hij zijn kunstdruk te werk, uitgedacht om het vrijelijk te kunnen fchenden , wanneer hij Hechts ontfnigen was. Hij riep, E 3 et ril-  102 LEVEN VAN ecnige uren voor de onderteckening, alle zijn' raadslieden , die te Madrid waren , bijéén , en in het bijwezen van cenige notarisfen, las hij hen dc gewelddadige voorwaarden voor die men hem opdrong , en "iïelde de harde en Schandelijke behandelingen des keizers voor omtrent hem gehouden. Toen protesteerde hij plegtig tegen de onderteckening die hij zou doen: dit alles géfchiedde heimelijk. Hierna girg hij het verdrag onderfchrijvcn, tot welks voltooijing de koning van Engeland had medegewerkt, om, zo hij voorgaf, zijn' gevangen medebroeder te verlosfen. Korten tijd daarna wierd hij in vrijheid gefield , en, na veele vrindfehapbetuigingen der twee monarchen over en weder, ging hij op reis naar zijne ftaten, daar hij behouden aanlandde , tot onuitfprekelijke blijdfehap van zijn hof, en onderdanen. Ondertusfchen waren 'er reeds affpraken tusfchen de koninginne - regente en koning Hendrik. Geheel Europa had de oogen geflagen op den koning van Vrankrijk; de wijste ftaatkundigen wisten dat alles hem was afgedwongen , en waren dus nieuws- gie-  k a r s l den v ij f d e n. 193 gierig naar zijn gedrag. Francois was geen man om hen lang in het onzekere te laten. De gezanten van karel drongen hem aan, om te voldoen aan het verdrag van Madrid. De koning antwoordde , met eene koelheid, die genoeg too'ndc dat ha» die aanmaning tcgcnftond , dat hij beiligUjk aan dat verdrag zocht te voldoen 5 W™. dat daarin zaken waren die de Franfche monarcliij raakten , en niet van hem afhingen; en dat hij zich dus deswegens met dc ftaten des rijks moest beraden, waartoe veel tijds noodig was. Men befpeurde duidelijk wat het afzigt des konings was; men begreep 'er bij dat de vurige dankbetuiging aan den koning van Engeland gedaan, voor het ijveren voor zijne vrij» heid, niets was dan een kunstgreep om de vrindfehap van dien vorst de winnen , in Si kort dat dc koning maar uitftel zocht, tot de gelegenheid daar was, om het masker af te werpen, en zich te wreken van zijn' geleden hoon, en een opgedrongen verdrag, te Italiën was alles wegens de magt des keizers ongerust, en vol naijver. Karel deed de Italiaanfche mogendheden E 4 -vcr"  104 LEVEN VAN verzekeren van zijne vrindfehap, en van ter zijde te kennen geven, dat 'er een' tijd kon komen om den onderdrukker hun. ner vrijheid te vernederen. De vader deiChristelijke kerk was het dreigement cn de ongehoorde géidafperiing van Lannoy indachtig, en ademde niet dan wraak. Veracht in Italiën , was hij bedacht om de achting die hij verloren had weder te winnen , door luisterrijke kuiperijen ; onder voorgeven van vrees voor de vrijheid van Italiën. Hij dreef het inderdaad bij Venetien, en den hertog van Milaan verre genoeg , om hen te doen belooven zich bij de eerfte gunftigc gelegenheid tegen den keizer te verbinden. Francois was op niets meer bedacht, dan om een verbond tegen den keizer te bewerken. Dit diende de wraak» zucht van den paus. De Franfche koning dreef de zaak heimelijk, maar met werkfaamheid. Men kwam weldra te Cognac overéén, om den keizer te noodzaken den zoon • van Francois, die als gijzelaar voor het verdrag te Madrid was, voor losgeld, te ontflaan, en Sforza in het bezit van het ge*( heele Milaneefche te ftellen. Men liet het niet bij de bepaling dezer voor-  KAREL DEN VIJFDEN. l'*>:3 voorwaarden: de bondgenooten verbonden zich, ooi, bij weigering des keizers, veertig duizend man te veld te brengen , om hem te dwingen, en eindelijk Napels weg te nemen. Hendrik de agtfte, die affpraken had met Francois, en de vernedering van den keizer bedoelde , moest de zaa'c worden toevertrouwd. Men ftelde hem , om hem over te halen, voor, dat hij de ecre zou hebben van b^fchermer te zijn van het verbond, dat men den weidfehen tijtel gaf van het Heilige Verbond; omdat de Christelijke opperpriester daarvan het hoofd was, en dat hij een vorftendom zou hebben in Italiën, dat dertig duizend ducaten opbragt; en , om hem te zekerder te winnen , beloofde men Wolfey een jaarlijksch inkomen van tien duizend ducaten. Zodra dit alles zijn' beflag had, deed de paus een' ftap weinig overéénkomende met de goede trouw, en de beginfelen van den -Christelijken Godsdienst: hij orttfloeg in 't heimelijk Francois van den eed gedaan te Madrid. En die koning nam dat oncflag, door het hoofd der kerk gedaan , terftond op voor billijk cn wettig, omdat het met zijn E 5 vr rwk 3  100 leven va» wraak, neiging en belang ftrookte. Zodanig dachten de vorften over hunne eeden in eene eeuw van bijgeloof, en zo veel veroorloofden zij zich om hun belang. Hebben wij in onze vrijdenkende eeuw ©ok reden om de eeden der koningen en prinsfen te wantrouwen? De beantwoording van Francois aan de keizerlijke gezanten gedaan , was midlerwijl tot karel gekomen. Die vorst was toen belemmerd met het vieren van zijn huwelijk met Izabella van Portugal, en met kuiperijen om een' grooten bruidfehat te krijgen van de Portugezen , dat hem gelukte : hij ontfing negenmaal honderd duizend kroonen , die hem verbazend onderfteun» den , ter betaling van zijne benden in Italiën. Intusfchen was Duitschland deerlijk beroerd door de zaken der Hervormers , waarvan wij nader zullen fpreken. Kakel, het antwoord van Francois hebbende vernomen, liet alles varen , om een' vijand voor te komen, dien hij zag van voornemens te zijn, zich aan eed noch verdrag te houden. Hij drong op nieuw ernftiger aan ©p de aakoming van 't verdrag, en zond  KAR.EL li E N VIJFDEN. 107 Zond tot dien einde Lannoy als gezant naar Vrankrijk. De koning , van dit gezantfcbap verwittigd, had de ftaten van Bourgundiën heimelijk onderricht welk eene rol zij te fpclen hadden. Zodra Lannoy voor hem verfcheen , vond hij die ftaten daar vergaderd, die uitdrukkelijk verklaarden , dat geen koning van Vrankrijk recht had het land te vervreemden , verklarende liever te willen fterven, dan door een' vreemden vorst te worden behcerscht. De koning bedankte hen voor de verknochtheid aan zijne kroon, cn betuigde Lannoy hoe leed het hem was, zich onmogelijk te kunnen houden aan het verdrag van Madrid, De geZant bemerkte dit tooneelfpel, en vertrok vergramd. Doch eer hij het hof verliet, hoorde hij, tot zijne grootfte verbaasdheid, het zogenaamde Heilige verbond, opentlijk, afkondigen. De keizer, door deze tijding vergramd, verweet opentlijk den Franfchen koning eedbreuk en verbondfehenderij, en rustte zich toe ten oorlog. - Flij voer niet min hevig uit tegen den paus, als een' onwaardigen opperpriester , en een' bedrieger , ja hij E 6 èreig-  IOS LEVEN VAN dreigde hem opentlijk met alle de wraak die het gezag eens magtigen keizers vordert , en kan nemen. Evenwel diende 'er andere maatregelen genomen te worden tegen de magtige verééniging die tegen hem was gevormd, elan verwijten en losfe bedreigingen. Hij ftelde terftond alles in het werk, om zich met nadruk te verweren, en zond niet alleen verfterkingeü van volk, maar geld naar Italiën. Dit laatftc was te weinig om de legers duurzaam te kunnen onderhouden ; en de keizer , gewoon aan zijn kabinet, en verliefd op heimelijke kuiperij ën , had zijne Portugecfche huvvlijksgave daaraan meest verfpild. Ondcrtusfchen werkten dc bondgenooten met eene flaauwheid die maar al te eigen is aan bondgenootfehappen beftaande uit veele hoofden, cn onderfteund door de belofte van vreemde mogendheden. De Italiaanfche verbondelingen üeunden op de hulp van een' vorst die meer dan éën' hoou had uit te wisfehen, en wiens belang zich moest veréemigen met de wraak, en deze* vorst fteunde op de overmagt die zij zonder hem hadden in Italiën, en wü» do  karel den vijfden. io herfche ketters, en de Spanjaarden voor Moorenkinderen, de grootfte hoon dien men hen bij mogelijkheid kon aandoen. Bourbon was geen man om zich te laten verfchrikken door banblikfems, en zijne ongetemde ruwe hoop beftond niet uit menfchen van genoeg Godsdienftige bcginfelen om zich veel aan den ijdlen vloek eens opperpriesters , dien zij met verachting be- s  110 LEVEN VAN befchouwden, te (toren. Bourbon viel aan, de ftad wierd ingenomen, en de Paus zelf gevangen ; maar de onderneming kostte Bourbon het leven: hij fneuvelde in den aanval. Hij was voorzeker roemrijker einde waardig. Rome wierd zodanig geplunderd door de benden van den voornaamften zoon der kerk , dat de plundering der Hunnen, enz, daar niet bij is te vergelijken. Alles wat men zich van een losgelaten tijgerbende kan verbeelden had hier plaats, cn de foldaicn maakten meer dan twee milliocnen ducaten buits. Het is overwaardig te zien welk eene zonderlinge rol de keizer fpeelde , op het outfangen dezer tijding. Hijzelf had door zijn kwaad bcltier den grond gelegd tot zo veel ijslijkheid : nochtans was zijn wraak en eerzucht 'er niet weinig door geltreeld; maar omdat hij begreep hoe kwalijk hem zijn blijdfehap bij de Roomiehe vorften zoude ftaan, befloot hij blijken te geven van de uiterfte droefheid en ijver voor den Godsdienst. Zijn zoon Phlips was toen juist geboren'} maar hij (laakte deswegens alle vreugdebedrijven, frak zich  KARST. DEN VIJFDEN. II? 2ich. met zijn gchecle hof in den diepen rouw, en beval, dwaas genoeg, door geheel Spanje ommegangen en gebeden voor de bevrijding van den paus ; eene zigtbare huichelarij! want waartoe alle die vertooningen van Godsdienst, en gebeden , voor 's pausfen vrijheid , die hij in zijne magt had, en waarom hij dus den Hemel niet behoefde lastig te vallen ! Zodanig was het geestelijke tooneelfpel van een' vorst wiens lot was, een' koning en een' paus gevangen te nemen. Ondanks deze openbare befpotting met God en Godsdienst , diende ten zelfden tijde het geluk het bedrieglijke cn heerschzuchtige huis van Oostenrijk boven al'e verbeelding. Sultan soliman, een vorst van eerzucht en vol oorlogslust, had, de verwarring der gfootfte vorften der Christenheid ziende , het ontwerp gefmeed om een groot gedeelte der Christenwaereld zich door zijne wapenen te onderwerpen, en was daartoe eenig monarch bekwaam, hij was het voorzeker. Zijne eerfte toeleg was Bohème aan te vallen met niet minder dan driemaal honderd duizend man, na'  1 l 3 leven va:. ttacfctt bij zich een' doortogt zou hebbengebaand door Hongarijën. Het is noodig den lezer onder het oog te brengen, wat koning in Bohème en Hongarijën heerschte, toen Soliman die landen aanviel, ten einde men zie hoe die rijken aan het Oostcnrijkfche huis zijn gekomen. Bodewijk de Tweede Was meester dezer twee koninkrijken, en de laatftc uit het huis der Jagellons. Hij had alles wat een vorst moet bezitten, om een volk ongelukkig te maken. Hij was dom, on-. ervaren , lichtzinnig, hovaardig, lui, en uitermate bijgelovig. Hierbij kwam een' Godsdienftigen ijver, dien een koning vooral nooit moet bezitten. De naam van Turk, en in die eeuw Wist men noch minder van den Godsdienst van Mohammed dan heden, daar wij dien noch maar al te Veel met vooroordeel befchouwen, was genoeg om zijn' afkeer op te wekken 5 en zijn bijgelovigheid deed hem vastftellen dat een vorst die Christus beleed, gemaklijk een' vorst kon overwinnen j die Mohammed voor een' opperhoofd van 2?jn wet hield, al had dc eerfte flechrï één  K AU EL D E K VIJFDEN. I f *ïngd van zo veel voordeden, en luister, deed zekerlijk haren invloed, en was niet ongunftig voor eene kuiperij. Doch eer men werktuigen van omkooping of kuiperij in het werk kon ftellcn , nioest men de gemoederen ondertasten. Hij vond die zeer genegen om hem te believen ; dit ging zelfs zo verre , dat de Saxifchc keurvorst Luther niet wilde' toeftaan hem naar den rijksdag te verzeilen , uit vrees van den keizer re mishagen, door in Zijne tegenwoordigheid een' man te brengen , dien hij wist door Rome veroordeeld te zijn; maar omtrent alles wat de ware gefehilpunten in den Godsdienst betrof , vond hij alles uiterst verbitterd, en hardnek-  X. K VEN VAN «tekkig. Dk .is niet verwonderlijk : veer bet gemeen was het eene eeuw van bijgelovigheid; de ftelfels , bijzonder de nieuwe, waaraan men zijne- zaligheid hechtte, wierden , gretig omhelsd zijnde, met des te meer hitte vastgehouden en verdedigd* Zou dit met de vorften ook zo geweest ■zijn? Ik geloof het; maar kakel, Francois, koning Hendrik, de cardinaal Wolfey , Colonna , en paus Clemens zelf , waren geen mannen van een' naauwgezettcn Godsdienst : belang was de groote fpringveer hunner daden; en de ijver der Duitfche voiftcn voor het nieuwe geloof berustte , de overtuiging eens voor één oogenblik ter zijde gezet, ten minfte voor een gedeelte op hun belang. Ontheven van 't juk van Rome , dat toenmaals op eene hatelijke wijze drukte , en door den band van een' Godsdienst, die Rome tegen was , veréénigd, waren zij , ten minfte op verre na, zoo onderworpen niet aan hef opperhoofd van 't rijk. War de infebiklijkheid der protestamfche prinsfen grootcr moet doen fchijnen , was, dat zij aan de Godgeleerden die hen vcrzcldcn , verboden om  KAREI, DE.1 VIJF DE N. I 4 5 cm opentlijk te prediken , zo lang zij zich te AugSburg zouden bevinden, cn dat alleen om den' keizer niet te ergeren. Men ziet dat de invloed van k, are es prachtige verfchijning eene buitengewoone werking deed, en dat de protestanten eene gematigdheid toonden , en eene handelwijze hielden, verftandig genoeg om hen bij de nakomelingen eere aan te doen. Zoveel gematigdheid deed den keizer hoopen op eene overéénkomst , waarbij zijn gezag niets zou lijden. Men werkte dan op de Godgeleerden , wie men onder de hand niets inboezemde dan toegeeflijkheid. Van de protestantfche zijde verkoos men tot op/teller en voorlezer der geloofspunten, die federt den naam dragen van Augsburgfche Confesfie , den zagtaartigen Melanfthon. Eenige Roomfche geestelijken waren verkoren om die punten te onderzoeken : zij bragten 'er hunne bezwaren tegen in, waarvan het gevolg niets anders kon zijn , dan een twistgeding, dat onmogelijk op te ruimen was, ondanks dat Mclancthon de beleefdheid had van eenige uitdrukkingen te verzagten, en anG de-  leven van dere een' min. wraakbaarder zin toe te voegen. De ééne partij wilde niets hooren dan van eene beflisfmg door Gods woord, en de andere wierp daartegen de oudvaders op. Dus liep men hoe langer hoe verder van elkander. Voeg hierbij dat de protestanten zich door bijzondere kerkgebruiken van de roomschgezinden hadden afgezonderd, dat altijd onder de imenfehen de feheuringen duurzamer maakt. In 't kort, de zaken toonden zich derwijze gefield te zijn, dat men met recht aan eene overéénkomst mogt wanhoopen. De keizer, die, om den oorlog tegen Soliman voort te zetten, gaarne een fpoedig einde van zaken wenschte te zien, be* fpeurde wel dat zijn oogmerk niet door de Godgeleerden zou kunnen worden bewerkt , om de zaken naar zijn' zin te doen uitvallen; dus befloot hij zich tot de vorften te wenden; doch, hoe bereidwillig deze ook waren om alles te vereffenen, zij waren niet van hunne gevoe» lens af te trekken. Toen begon karel de kuiperijen in het werk te Hellen. Hij deed heimelijk de protestantfche vorftert met  KAEEï. DEN VIJFDEN. '42 *nét de Iuisterrijkfte uitzigten vleijen, en 'ftreelde in perfoon hunne hartstogten. Hij betuigde den keurvorst van Saxen, deu landgraaf van Hcsfen, en andere voorname hoofden der protestanten, ieder afzonderlijk , zijne achting, doorgrondde hunne gelicfdfte wenfchen, cn ftreelde hen te zullen voldoen; maar zonder vrucht: hij werkte op hunne raadslieden en gunftelingen, doch even vergeefs. Geen middel ziende om hen af te trekken van hunne verbindtenis door gunstbeloving, befloot hij hen wantrouw tegen elkander in te boezemen. Had hij de Turken niet op den hals gehad, hij zou de vorften gaarne tegen den anderen hebben opgeftookt, om den één' door den ander te verzwakken. Toen zijn ontwerp mislukte, en hij wel bemerkte dat die Godsdienftige band tevens door zucht tot eigen gezag wierd verfterkt, zag hij zich benepen tusfchen den paus, dien hij toenmaals noodig had , tusfchen de Turken, die groote voortgangen maakten, tusfchen den koning van Vrankrijk, die een vrede die vrij onaangenaam was, had moeten maken, G 2 tus-  1*3 l é V e n v a n tusfchen den koning van Engeland, die, zo Vrankrijk de horens weder opftak , meer kwaad dan goed zou doen, en tusfchen de Duitfche vorften, die hij noodig had tegen Soliman, en ter verheffing van zijn' broeder Ferdinand. Zo veel zwarigheden op te ruimen, cn zo veel tegenftrijdige belangen te veréénigen, 't geen de ftaatzucht met aandrang Vorderde , verwarde , niet zonder reden , het hoofd van den arbeidfamen k aïiEL. Hoe meer hij de zaken doordacht, hoe meer belemmeringen hij vond: onze vermogens hebben hunne palen ; te veel belemmerd door overdenkingen, worden zij verftompt. In zijne overwegingen om ten' uitweg te vinden , zocht hij een' raadsman; en ongelukkig koos hij , dat hem zelden overkwam, zo kwalijk te Augsburg zijn' raadsman , als weleer Francois zijne legerhoofden in Italiën. Zijn keur viel op Pampeggio , 's pausfen Nuntius, een' hevig en trotsch man. Deze raadde den vorst de knoop in ééns door te hakken met zulke hardnekkigs ketters. Karel was niet zonder gebelgdheid  KAKEL DEN VIJFDEN. »4JJ lteid wegens het mislukken van kuiperijen „ waarin hij. voor zichzelven eene eere ftelde , en die zijn gezag hadden moeten fchragcn; doch den raad van geweld te gebruiken was niet ftrokende met zijn belang. Hij vertoonde dit den Nuntius : deze , wel ziende dat de keizer dien weg niet heen wilde , raadde hem op de meerderheid der ftemmen te werken , ter veröordeeling der ketters, en alsdan te veinzen dat het hem leed was. Deze raad , zo overéénkomftig met de kabinetwerk faamheid en de zucht tot kuiperijen te beleggen, moest behagen, 't Middel was geweldig genoeg; maar men ontdook 'er de hatelijkheid van. Hij ftelde terftond alle zijne gewone werktuigen in beweging, en het gelukte hem de rijksvergadering derwijze te winnen, dat deze, als buiten den keizer, eene alleröngunftigfte uitfpraak deed tegen de protestanten. De ftellingen wierden veroordeeld, ieder wierd vermaand die niet te dulden, veel min te befchermen, en zich aan den ouden Godsdienst te houden. Wie de nieuwe Icere aanhing, wierd, G 3 uit-  I5o leven van nitgeflooten van alle bedieningen en waae-J digbeden. De keizer geliec zich als ware hij met ongenoegen medcgcfleept, om , als opperhoofd van 't rijk, dit te bekrachtigen, cn ftelde voor dat hij den paus zou verzoeken , om binnen zes maanden eene kerkvergadering te beleggen , ten einde de Godsdienfiige gefchillen Christelijker af te doen. Hoe meesterlijk karel zijn rol meende gefpeeld te hebben , de protestanten wantrouwden hem, en fielden vast dat de keizer hen zocht ten onder te brengen. Hieruit ontflond het vermaarde ver» bond van Smalkalden. ' Luther van zijn' kant, werkte met zijnen gewonen ijver op de menigte. In het midden dezer be« roeringen, dacht karel best te zijn de verhitte geesten af te leiden van den Godsdienst, en hen bezig te houden met een ander voorwerp. Hiertoe had hij , met zijne gewone werkfaamheid, alles in de meeste kabinetten voorbereid. Het was het voorftel om zijn' broeder Ferdinand te doen verklaren tot Roomsen» koning. Dit voorftel in deze omftandig- b«-  SAREL DEN VIJFDEN. 1 3 £ heden te doen. was een vernuftige kunstgreep: de meeste ftemmen waren heimelijk gekocht, of gewonnen, de verbazende voortgangen van Soliman, die Oostenrijk met groote fchreden naderde, cn de rijksvorften onrustte, was een welgepast voorwendfel van aandrang. Ferdinands dapperheid , die in den vorigen veldtogt den trotfehen Sultan een' flag van gewigc hart tocgebragt, die deze vorst nu kwam wreken , moest de keur kracht bijzetten; en daar de keizer zelf dan hier dan daar moest reizen in zijne wijduitgeftrekte' ftaten , was het voordeelig voor het rijk, een' dap maakten een einde van het Munfterfchè 'Sion en het koningfehap van Jan den kleeremaker, van Leiden. Ondertusfchen deed zich de uitwerking van het verbond te Smalkalden gevormd, en de heimelijke verbindtcnis van den Franfchen koning met de bondgenooten, krachtdadig voelen aan het huis van Oostenrijk ; dat door alle eeuwen heen heersch» zuchtige huis had zich op eene aller Godlooste wijze meester gemaakt van de ftaten van den jongen hertog van Wirtemberg: deze jongman, naar den aart der meeste jongelingen van aanzien, had zijne zaken zo losbandig aangelegd, dat hij zijne ftaten voor een' tijd moest ruimen: de brok was te aanzienlijk voor het hebzuchtig Oostenrijk, om het niet in de onverzadelijke maag te flokken. Dit toenmaals erfvijandlijke huis der vrijheid eil wclvaard van Europa, benaderde, die ftaten zo  KAREL DEN VIJFDEN. I 6$ ±0 maar vrijelijk , als' een erfgoed. De jonge hertog, door tegenfpocd en tijd van zijne dwalingen te recht gebragt, eisente zijn eigendom te rug; maar de koning der Romeinen was een Oostenrijkfclic prins, dat is een man die veel opheeft met ontfangen, maar zelden genegen om uit te betalen; hij weigerde da terug gave De landgraaf van Hesfen-, één der Smalkaldfche bondgenooten , een ftrikt eerlijk man voor een' vorst, eischte de terug gave in naam van zijn' bloedver* want. De rijkheid des buits was voor het hebzuchtig Oostenrijk een lokaas, dat men zo gemaklijk niet moest verlaten. De landgraaf nam toevlugt tot zijn' bondgenoot, den koning van Vrankrijk. Deze , die niets zocht dan een huis te benadelen dat ieder vorst gaarne zoude ontbloten Van zijne ftaten, ftookte den landgraaf aan, en zond hem heimlijk geld: terftond rukte deze een leger bijéén, en dreef de Oostenrijkers weg ,, herftellende den hertog, en bepaalde de vrijheid van den protestantfehen Godsdienst. Ferdinand durfde geen' vorst aantasten die door alle de  jjf^sg leven van irle bondgenooten zon worden onderfrenrd j cn oordeelde het best te zijn om toe te laten dat hij niet kon weeren. Hij erkende den hertog. Na dien tijd vreesde de Roomsch koning de bondgenooten. Men begrijpt licht de ipi.it van Ferdinand, en den wrok van karel. Die vorst, noch geen gelegenheid hebbenele -om zijn wraak aan de bondgenooten te koelen, cn behalve dit met andere voornemens bezwangerd zijnde tegen Afrika, vermomde zijn ongenoegen, en be» floot in dat land de inwooners te ftraffen voor de fchade die zij zijne Spaanfehe cn Italiaanfche onderdanen op de zee en de kusten toebragten. Behalve dit, kwam Mulei Hasran, die door den beruchten Bm> barosfa , meester van Algiers en Tunis, In de laatstgcmclde plaats van den troon geftoten was, kakel om een hulp fm'eeken , die geen vorst in Afrika hem geven kon.' Ongenaakbare en dappere roovers te vernederen, en een' koning te her* ftellen, was bekoorlijk voor de eerzucht van een' vorst die ééns een' koning en een' paus gevangen had gemaakt, en het be-  karei. hen vijfden. ,69 belang dat hij had om in Afrika geducht te zijn, voegde zich bij die bekooringen. De voorfpoed tegen den grooten Soliman, deed de krijgszucht geboren worden, en de eerzucht boezemde hem welhaast het vertrouwen in, van welhaast zo veel roems te verwerven als legerhoofd , dan als ftaatsman. Hij ontbood met fpoed zijne beste Nederlandfche fchepen en zeclieden, wier wakkerheid hij kende, en ontbood tevens Doria met zijne galeijen. Zijn vloot was welhaast bijna vijfhonderd kielen fterk , en op dezelven waren dertig duizend mannen landfoldaten. Cagliari, in Sardiniën , was de algemeene verzamelplaats. Men ftak ten fpoedigfte naar de Barbaarrche kust over, en landde voorfpoedig bijde fterkte Gouletta , die door karel Wierd veroverd, en van de vernieling der legers van Barbarosfa wierd gevolgd; waar* na Tunis zich aan den overwinnaar onderwierp , die Mulei Hasfan op den troon herftelde. Barbarosfa was het diep in he leven van Ie hare voorrechten, veranderde de regecring, en behield de jaarlijkfche aanftelling daarvan voortaan aan zich en zijne nazaten. Door deze handelwijze dacht hij de overige bevoorrechte Nederlanders , die rijk geworden waren door hunnen koophandel , te verfchrikken, en in bedwang te houden. Een les, die koning Phiips , zijn zoon, zo lofiijk heeft onthouden, dat hem de Nederlanden te bcnaauwd wierden. Zodanig handelde ka hel zijne lieve en beminde langenooten. Treffelijke les voor onze hedendaagfche bevoorrechte Nederlanders , die liefhebbers zijn van een' éénhoofdigen regceringsvorm 1 Naauwüjks had deze vorst zijne vaderlandsliefde te Gent betoond, uf hij gaf op nieuw een blijk van zijne oprechtheid en achting voor de goede trouw. Die vorst, door niets geleid dan door eene onverzadelijkc ftaatzucht, die hij, door logen of waarheid altijd ten dienst Hond, had, na de herftelling van zijn hoog gezag in de .Nederlanden , de Godlooze mom van valschheid niet meer noodig om Francois te bedriegen, dus wilde hij. dc masker afr leg-  I 3 9 leggen waar mede hij dien vorst zo laag als eerloos had misleid. Die vorst had hem eerlijk wegens een' opftand in zijne ftaten ge waarfehouwd; hij had beloofd hem Milaan te rug te geven ; bij de beleefVe onthaling te Parijs , op zijn' togt narr Gent, was op die belofte aangedrongen, en men had op het heiligst betuigd daaraan te zullen voldoen , zodra de Nederlandfche beroerten getrild zouden zijn. Thans waren die geftild: de gezanten van Vrankrijk herinnerden den keizer zijne gefchrcven en mondlijke belofte; deze moest de zaak overwegen; toen deed hij voortogen van eene ruiling , die hij in ztin hart mosst^ bewust zijn dat onaannemelijk waren, 't en zij men hem voor een' voltogen dwaas houde, zo men die ernftig onderfteld. Eindelijk weigerde hij piac uit om van zulk eene bezitting af te ftaan die zijn magt zou verminderen, om die zijns vijands te vermeerderen. Hij lochen* de ten zelfden tijde ooit iets ftellig te hebben beloofd, en 't geen hij geschreven had, dubbelzinnig voorbereid zijnde, gaf hij een' anderen zin.. De Gentfche rechts* ple-  100 'leven tan 'pleging, cn dit bedrog aan Francois gepleegd, zijn zekerlijk twee onuitwischbare vlekken in het leven van den beroemden keizer. De eerfte was gewelddadig, wreed godloos, en het laatfte bedrieglijk en ondankbaar te gelijk , en , dat erger is, alles was boven eenige bemanteling, en onwaardig een' monarch die zulke luisterrijke ontwerpen gewoon was te fmecden , als de keizer was. Doch boezemt het gedrag van karel ons verontwaardiging in , de ongelijkheid en lichtgeloovigheid van Francois moei: onze verachting opwekken. Hij , die zo menigmaal door den keizer bedrogen was^, hij, die, in eene lange regcering, honderd bedrieglijke daden aan anderen door dien vorst had zien plegen, hij, die gexvaaffchouwd wierd den keizer niet te ver* trouwen, en geraden wierd hem, toen hij fe Parijs was, vast te houden, tot het 3Milaneefche in handen van Vrankrijk was gefield; in 't kort, hij , die een groot deel der Nederlanden had kunnen affcheü* ren van zijn' bedrieglijken en hoogmoedigen mededinger , verviel to,t de verachte-  karel den vijfden. lg s feïijke lichtgelovigheid van in den keizer een' trouwhartig vrind te zien, dien men als een eerlijk medebroeder behoort te behandelen. Toen het bedrog in al zijne mtgeftrektheid zich aan zijne oogen ver toonde, was hij meer gebelgd , en dat gaat doorgaans zo, over de belediging ziin verftand aangedaan, dan over het nadeel dat hem was tocgebragt. Hij klaagde bitter over kar els trouwloosheid en ondankbaarheid, en liet zich een dreigement Van wraakneming ontvallen, dat Europa PP nieuw een' Moedigen oorlog voorfpeh. dc Doch de gelegenheid tot vijandigheden noch niet daar zijnde , of nevef het vermogen tot noch toe ontbrekende moest men één en ander afwachten. ' Zodra de (baatzuchtige en onrustige kei zer alles in de Nederlanden bedwongen had, en Vrankrijk buiten ftaat achtte om hem voor eerst te deeren , fthoot hem Zijne oude bedenking voor den geest wegens den ftaat der zaken in DuitschlandHij haakte om. daar de eenigheid der vor-' ften te bepalen, niet uit ijver voor den Godsdienst , maar om d:n toeftand der za.  .9- LEVEN VAN arken in Hongarijën, waarvan wij terftórtö zullen fpreken. In weerwil van den paus, deed hij alle poogingen om de protestanten en Catholijken te vleijen, en te winnen. Hij deed in zijne tegenwoordigheid redekavelen over de verfchillen , door Roomfche en protestantfche Godgeleerden ; maar hoe langer men redekavelde , hoe verder men van één raakte, zodat alles vruchteloos afliep. Dus vleide hij de beide partijen: de Roomfche paaide hij heimelijk met een kerkvergadering, en de protestanten met een Synode in Duitschland. De reden van dit gedrag, was de bewustheid dat Vrankrijk zich bij eerfte gelegenheid zou trachten te wreken, en dal de zaken in Hongarijën zijne aandacht vercischten. De Turken waren daar op nieuw in* gevallen, en die inval had daar eene omwenteling te weeg gebragt die noch luisterrijk, noch voordeelig was voor het huis van Oostenrijk. Zekere Jonaimes Zapol Sca;pus had , met bijfland der IVloham* meddaanfche wapenen, het grootfte gedeelte van Hongarijën overmeesterd, door drang  KAR EL DEN VIJFDEN. | G.f dïang des divans zeiven, en Ferdinand was niet dan onzeker bezitter van het overige geringe gedeelte. Zapol was alles minder dan een man van oorlog ; hij heette koning ; maar de Ottomannen deden hem duidelijk voelen, dat hij eer hun onderwerpeling was, dan hun bondgenoot. Aan den anderen kant ontrustte hem de magt van Oostenrijk, en hij was bewust dat Ferdinand vlamde om weder te winnen 't gene hij verloren had. Hij was een liefhebber der fraaije kun(ten, en om tijd te hebben om die te beoefenen, en om zich van vrees voor Oostenrijk te ontdaan, floeg hij heimelijk aan Ferdinand voor, dat, zo deze hem in het bezit van zijne landen wilde laten , met den tijtel van koning, hij hem, na zijn overlijden, erfgenaam der kroon zou maken. Zijne gevorderde ouderdom, en de toeftand van Ferdinand, maakten dien voorflag aannemelijk; maar de Hongaren, vijandig omtrent de vreemdelingen, bliezen hem in' om niets van dit alles te doen; maar zich in het huwelijk te begeven met Izabella van Polen, Zapol, I Ycr-  194 LEVEN VAN verlokt door dit luisterrijk huwelijk, bewilligde hij , en had vóór zijn overlijden het genoegen van een'zoon te zien uit zijn huwelijk; maar kort na deszelfs geboorte ftierf die vorst. Hij had heimelijk het gemelde verdrag met Ferdinand gefloten ; doch , wanende dat door de geboorte van zijn' zoon alle erfrechten van anderen krachtloos waren , had hij geen maatregelen genomen. Zodra hij overleden was , verklaarden de Hongaren den jongen Zapol voor koning, zijn moeder tot voogdesfe, en voegden tot haar bijftand den bisfehop van Waradin * Martinuzzi genaamd. Ferdinand eischte de kroon van de ko* ningin te rug; de Hongaren weigerden dié te geven. Hij wist een leger te krijgen , en wilde zijne eifchen doen gelden. De bisfehop van Waradin was zo goed een oorlogsman als een kerkelijke. Hij zond om befcherming aan den fultan : deze , een eeuwigdurende vijand van Oostenrijk s zond een leger ter befcherming , zo het heette, van den jongen koning, maar inderdaad om op eene bedrieglijke wijze meester te worden van Hongarijën. Fer- di«  K A R E L DEN V t J F D EN. 193 dinand befloot Buda , de bewaarplaats der koninginne en des jongen konings, aan te tasten; hij vond daar een' wcderftand, dien hij niet verwachtte van een' geestelijken en van eene vrouw; maar de eerfte, zo als reeds gezegd is, was een krijgsman, en de laatfte bezat begaafdheden voor den oorlog waar over men zich in een' held zou verwonderen. Die wederftand gaf de Turken , aan dc grenzen gelegerd, tijd om aan te rukken: de Oostenrijkers, niet in Raat de verédnigde Hongaren en Ottoman* nen te wederftaan, trokken af; maar wierden in den aftogt deerlijk gehavend ; en Soliman , zich meester ziende, nam, op eene verraderlijke wijze , Buda weg, verklaarde Hongarijën een wingewest voor zijn rijk , en zond den jongen koning en zijne moeder naar Zevenbergen , dat hij hen ter verblijf aanwees, in weêrwil van de tranen eener vorftin , wier dapperheid hij had belmoren te eerbiedigen. Het zijn dan niet alleen de Christen vorften die men moet wantrouwen, hoe fraai hunne beloften zijn, en hoe zïgtbaar hunne befcherming is. Alles is bij de koningen zelfbelang. 1 3 De  i 9 fehrik te bekomt K 2 Hij  as» leven van Hij bragt terftond zijn leger in beweging; Rothenburg en Hall opeaden hem de poorten. Alles fidderde voor kabel. Niets bleef in de wapenen dan de landgraaf en de keurvorst, waar tegen de keizers niets verrichtte , wel bewust dat zij van zeiven zouden moeten toevallen., en dat hij zich alsdan op hen kon wreken. Hij handelde de vorften van het rijk als een man die zich wilde wreken voor een langdurig zelfbedwang , waar toe zij hem, hunnen oppervorst, hadden gedwongen. Zijn geldgebrek vergoedde hij uit de zware boe* tens die hij hen allerwcge oplag , die inderdaad drukkende waren. Ook dwong hij hen het verbond van Smalkaldcn, benevens den landgraaf en den keurvorst te verlaten, al hun gefchut en fterktens over te leveren; maar met dat alles repte hij niets van den Godsdienst. Jntusfchen hernam de keurvorst zijne geroofde ftaten. Maurits, in zijne hoofdplaats beflooten , riep den keizer te hulp ; deze zond hem drie duizend mannen , te bezig zijnde met ftraffen op te leggen en de vorften te vernederen , om 'er meerder te zenden. De drie-  karel den vijfden. 22l drieduizend mannen kregen de nederlaag, en het ware met Maurits gedaan geweest, had hij met een' fchranderen vijand te doen gehad Maar deze gaf onvoorzigtig gehoor aan voorflagen van een' loozen tegenftrever , die enkel tijd zocht te winnen en den oorlog te rekken. Karel, ai tc opgeblazen doorzijn' voorfpoed, oordeelde fterk genoeg te zijn niet zijne Spanjaarden, en de benden v n den paus, om alles nu te dwingen; dus verzond hij zijne VJa;ningcn> De - J ^ voorfpoed des keizers ziende, bedacht toen het geen hij vroeger had behooren te bedenken, namelijk dat 's keizers toene. mend vermogen, den doodfteek was voor den H. Stoel. Hij riep éénsflags zijne bendc te rug. De keizer voer hier tegen hevig uit: de paus wendde voor dat hij benden had geleverd om de ketters uit te roei, jen , en niet om Duitschland van zijne rechten te berooven; hij wist wel dat k a* kel te veel werks in Duitschland had, om hem nu in Italiën te benadeelen. De keizer moest den aftogt gedoogen, en herftelde zich door wervingen. Hij maakte K 3 zich  aas LEVEN VAN zich gereed Saxe weder voor zijn' vrind Maurits te hernemen , wanneer de zaken van Italiën hem drongen voor een' tijd dar voornemen te laten varen. Behalve dit, fpande Francois, zijn naijverige mededinger, nu eenigzins herfteld, een gevaarlijke verbindtenis tegen hem aan, met alles wat in Europa naijverig tegen hem was, of hem haatte. Karel zou ontwijfelbaar in Duitschland alles weder verlooren hebben; maar dat zelfde verbazende geluk, dat altijd , zo het fchcen , in den nood omwentelingen ten zijnen voordeele deed geboren worden, hielp hem , tegen alle menfchelijke verwachting , weder uit het gevaar. Francais ftierf onverwacht, en zijn opvolger had te veel in het rijk te doen , en was van eene te verfchillendc geaartheid van zijn' voorzaat, om zich in den oorlog te wikkelen. Alles liep dus te niet, En karel, de handen ruim hebbende, trok terftond naar Saxe. De keurvorst was talrijker van benden dan karel; maar het gaat met de vernielende wapentuigen, gelijk met die vaa alle kunften, dat is, dat zij niets zijn in eene  KAREL DEN VIJFDEN. 223 eene onbedreven hand. De keizer rukte naar den kant van Egra, in Bohème. En de dwaze keurvorst , wanende dat karel , of voor zijne overmagt zou beducht zijn, of zich zoude laten ophouden door kleine fchcrmutfclingen, nam zulke Hechte maatregelen , dat hij dien vorst weldra aan den oever der Elbe gelegerd zag-, Hier zag men karel, die tot alles minder dan tot een' overwinnaar was opgevoed , in weêrwil van den raad der ervarendfte legerhoofden , een rivier overtrekken die daar ter plaatfe drie honderd voeten breed, en over de vier voeten diep was, aan de andere zijde door een talrijker leger dan het zijne gedekt , en bovendien befchermd door een' ftijlen oever. 't Geen verbazend moet voorkomen, is dat de keurvorst dien overtogt door den vlietenden ftroom aanzag, zonder zich te verroeren, en dat, toen de vijand dien Houten togt had volbragt , hij bevel gaf om naar Wittenberg af te trekken. Deze aftogt was zo dwaas overlegd , als de werkloosheid aan den oever kon zijn. De oude en aan vermoeijenden oorlogslast geK 4 woon  224 leven van woon zijnde foldaten van karel , vielen , zonder rusten , op de achterhoede; en de keurvorst, toen de onmogelijkheid ziende om een' flag te vermijden, hield fhmd bij Mulhaufen. Die vorst , zo dapper in een gevecht, als fchroomiichtig en befluiteloos in zich iets te onderwinden , fchaafde zich- met bedaardheid tot den flag. De keizer deed het zelfde. Eindelijk men wierd handgemeen: de Saxen wierden ten éénemale verflagen , en de keurvorst gevangen genomen. Dit was nu de vierde vorst dien karel gevangen kreeg. Alle omleggende plaatfen zonden hem op het flagveld afgevaardigden , die hem om befcherming fmeeliten. Dc gevangen keurvorst bleef niet alleen gevangen ; maar moest afftand doen van zijne ftaten, die men aan Maurits fchonk. Intusfchen bleef dc landgraaf, fchoonvader van den keurvorst, noch in de wapenen. De twee tegenftrevers des keizers verliepen dus niet zo fchiclijk als die vorst zich had verbeeld. De landgraaf had zich noch lang kunnen verweren ; maar de verflagenheid wegens de ongelukken van het bond-  kar Et DEN VIJFDEN. 2 2$ bon lgenootfchap, en inzonderheid het befef van de nederlaag zijns, bloedverwants , deed hem befliiiten om, ware het mogelijk , goede voorwaarden te bedingen. De looze Maurits, dien wij ftraks nader zullen leeren kennen, ging hem zien, en boezemde hem zo veel vrees in voor de magt des keizers, dat hij opentlijx zijn verlang gen te kennen gaf om te handelen. Maurits wist zich tot onderhandelaar te doen benoemen; maar, in weerwil van zijn' invloed, vorderde karel geftrenge voorwaarden. De landgraaf moest afzien van hec verbond van Smalkalden, het gezag des keizers onbepaald erkennen, en zich onderwerpen aan de uitfpraken der keizerlijke kamer. Hij moest zijn perfoon en ftaten overleveren , op zijne kniën vergifnis fmeeken , honderd vijftig duizend kronen betalen , alle krijgswapenen en behoefcens overgeven, en eindelijk zich verbinden nimmer, bij herftelling, in eenig bondgenootfchap te treden tegen iemant van 's keizers bondgenooten. Dit alles wierd , uit hoogen nood, en met wederzin, aangenomen, en uitgevoerd. Karel hield K 5 hem  E-ETEN VAÏI hem onedelmoedig gevangen, zijnde dit de vijfde vorst dien hij in zijne kluisters zag. Maurits kon zijne vrijheid niet uit» werken. Na dit alles handelde de keizer Duitschland als een overwonnen land , zoekende door zware knevelarijen het uit te putten, en in eene eeuwigdurende 11avernij te houden. Nadat de keizer zich toen in het Milaneefche en tegen den paus, tusfchen wien en hem verkoeling was ontftaan, had verfterkt, ondernam hij het Trentfche kerkbefluit alom op te dringen. Intusfchen liet Maurits niet na voor den landgraaf te fpreken ; doch andermaal vergeefs. De keizer wendde de voorzigtigheid voor, die hem verbood dien vorst als noch te ontflaan. Om evenwel te toonen dat hij zo dankbaar als geftreng was, bevestigde hij Maurits in de keurvorftelijke waardigheid , en dat met alle de behoorlijke plegtigheden. Kort daarna veranderde hij de regeeringen waar hij wilde, en drong overal aan op gehoorzaamheid aan de kerk. In Nederland ging dit toe met harde plakaten; en alles onderwierp zich aan zijn' wil. Men be-  KAREL DEN VIJFDEN. 2Ï? begrijpt licht met hoeveel voornemen om zich daaraan te houden , wanneer de gelegenheid zich opdeed om het juk af te fchudden. Toen karel in Duitschland zich alles had onderworpen , dreef zijn onrustige geaartheid hem naar de Nederlanden , en wel naar Vlaanderen. Maar hij ondernam dien togt niet alleen uit aandrang van onrustigheid. Onder het uitvoeren van het eene groote ontwerp, was hij bedacht op een ander. Hij had Phlips, zijn' zoon, die toen één en twintig jaren bereikte, te Brusfel ontboden , éénsdeels om hem te doen erkennen door de Nederlandfche ftaten tot opvolger; en tevens tot uitgeftrekter oogmerk, gelijk welhaast zal blijken. Philips had in kar els afzijn het bewind gevoerd in Spanje, dat hem was toevertrouwd, om zich te oefenen in de kunst van regeeren. Hij ftelde dat rijk in handen van Maximiliaan, zoon van Ferdinand; die getrouwd was met Maria, des keizers dochter. Hierna reisde Phlips ter zee naar Genua, en van daar, door het Mila«eefche en Duitschland, naar Brusfel, daar hij K 6 de  aa3 LEVEN VAN dc hulde der Staten , als opvolger , omfirg, en zich met eede verbond de voorrechten des lands te zullen handhaven; maar men vatte flechte gedachten van hem op, wegens zijne trotsheid, en zelfs in het midden der vermakelijkheden betoonde ge» dwongene genoegenfehepping. Zo veel ftugheid in zulke jonge jaren, fchcen de openhartige Nederlanders een' man aan te kondigen van een' harden , trotfen aart, en Onverzettelijke beginfelen. In het leven van dien vorst zullen wij zien, dat de Nederlanders, die dus van hem dachten, zich niet bedrogen. De keizer was ten zelfden tijde, want zelden dreef hij één ontwerp alleen , bezig om in Itaiiën zich meer en meer te verfterken tegen de kuiperijen van den paus. Midlerwijl waren zijne gedachten niet afgetrokken van Duitschland. Hij had te Augsburg een' rijksdag belegd. Hij verfcheen daar met een talrijk gevolg , en den prins zijn' zoon; en, wetende dat de geest van onafhangkelijkheid in de volken wel word onderdrukt, maar nooit uitgefcluscht, *t en zij de volken flaafachtig uit den  KAREL DEN VIJFDEN. %l§ den aart zijn, had hij, cm de rijksvergadering een' fehrik aan te jagen , een groot getal Spaanfche foldaten medcgebragt. Het eerfie voorftel was, het aandringen van 't geene daar hij het bij zijne vorige afreize uit Duitschland bij gelaten had , en het tweede was eene nieuwe kcrklijke vergadering. De pausgezinden vielen hem driftig toe. De protestanten zouden , verbaasd en verdeeld, dat voorbeeld zijn gevolgd; maar de looze Maurits wist, door andere ontwerpen, den rijksdag gaande te houden. Het word tijd dien zonderlingen man te kennen , en hem te zien fpoeden tot dc ontwikkeling van een plan voorlang door hem voorbereid. Misfchien leveren de gefchiedenisfen geen ontwerp op, dat van zo verre af is aangelegd, waartoe zulke eene langdurige en diepe geveinsdheid , en zo veel itoutmoedigheid, onder den fchijn van nedrigheid en verknochtheid aan het voorwerp dat men bedoelt te vernederen wierd verëiseht. Dit zeer zeldfame ontwerp verdient met recht eene bijzondere befchrijving. Den keizer verblind hebbende door fchijn K 7 van  230 LR VEN VAN van eene voorbeeldelooze verknochtheid, wist hij zich tot opperhoofd te doen verheffen van het leger dat aangelegd wierd om Maagdeburg, dat den keizer bleef wederftaan , te tuchtigen. Door gemeenzaamheid , waarmede die vorst hem begunftigde , had hij alle zijne gevaarlijke ontwerperi doorgrond, en vond zich dus niet bedrogen in de gedachte die hij altijd van dien vorst had gevoed, en waarom hij hem had gevleid, om hem te beter te vernederen. Hij heulde onder de hand met Ferelinand den Roomschkoning, die misnoegd was op karel, omdat deze Phlips in de plaats zijns zoons had wiilen dringen , welke mislukking Phlips had doen te rug keeren naar Spanje. Hij had zich heimelijk verbonden met Hendrik den tweeden, koning van Vrankrijk. Hij had zijne eigene troepen vermeerdert, en in Thuringen had hij twintig duizend man , alles in fchijn van den keizer te dienen. Hij, ijverde tegen de protestanten, en nam Ptfaagdeburg weg. Maar in zijn hart was hij protestantsch; hij Zag die leere in gevaar, en Duitschland eerlang veranderd in een tweede Spas-  karel den vijfden. 23, Spanje, en dus zichzelven gebragt van een* oppermagtjg' vorst, tot een' afhangkelijke* leenman van den keizer. Dit alles moest hij opruimen, en daartoe behoorde een man van ondoorgrondelijke list , en van een ftoutheid onvatbaar voor wankelen, of beven. Een andere geest dan die van M"trrits, zou hebben gefidderd op het enkele befefvan zo veele gevaarlijke ontwerpen en hinderpalen. Hij moest den keizer niet te vroeg ongerust maken , en vooral geen* argwaan geven aan de ftaatsdienaars. Dit alles gelukte hem volmaakt. De keizer die naar Infpruk was vertrokken, zat daar in de üüerfte gerustheid, zich bemoeijende met Italiën, en de nieuwe kerkvergadering van Trente. Maurits drong tusfchen beiden aan op de bevrijding van den landgraafde onverzetlijkheid des keizers weigerde op nieuw. Maurits zocht alle die weigerin gen te nemen tot een voorwendfel van vijandhjkheden, als het tijd zou zijn het masker af te lichten. Het fchijnt onbegrijpelijk dat karel niet wantrouwend was omtrent een' zo m^ügtn rijksvorst ; maar Maurits ijver veor  25^ LEVEN VAN voor 's keizers belang , en zijne kunftige vermomming, begunftigd door de Voorzienigheid, hielden den argwanendften vorst volflagen blind. Alva, tegen wiens zin Maurits was verheven , had nimmer goede gedachten van hem. Hij betuigde menigmaal zijn' fchroom aan Granvelle , die toen reeds vermaard was geworden , door eene ongèmecne ftaatkunde. De trotsheid dezes mans, die zich liet voorftaan nooit te kunnen worden verfchalkt , bedachte Alva , en Helde vast dat een bezopen Duitfche kop te lomp was, om iets te fmeeden , dat hij niet zou doorgronden. Hij kocht evenwel twee bedienden van Maurits om; doch deze , binnen zichzelven befloten, en onderricht wie de verraders waren die men had omgekocht, wendde behendig die twee werktuigen tegen den man die hen in beweging had gebragt. Hij vertrouwde hen meer dan ooit; doch alles wat zij overbragten was juist gefchikt om Granvelle te bekrachtigen , dat Maurits de toegene.geniïe vrind des keizers was. In tusfchen waren de Frarfchen in Italiën gevallen, jaloers wegens het overwigt van K A-  karel den vijfden. 333 karel s magt. Hij had dus daar een magtig leger op den arm; en Italiën, behalve de paus, die , om familie - voordelen , zich bij karel voegde, was reeds beducht wegens des keizers aannemende magt; dus ontweek de één om hem te helpen, en de andere veinsde onzijdig te zijn. De keizer drukte midlerwijl de protestanten in Duitschland. Maurits, de winter op handen ziende, moest noch zijn oude perfonaadje fpelen , tot bekwamer jaargetijde. Om den keizer te bedriegen, dankte hij, na de verovering van Maagdeburg , zijne huurtroepen Jif; maar de hertog van Meklenburg, beftoken door Maurits , nam die weder in dienst. De Saxen die hij bij zich had, zond hij naar huis. Zodat de keizer in zijn goed vertrouwen niet weinig wierd verfterkt. Om den keizer noch meer te blinden, befloot hij de aandacht van dien vorst bezig te houden , met een onderwerp dat hij wist dien vorst aangenaam te zijn, dat was met hem zich te doen bemoeijen met-de Trentfche kerkvergadering. Hij diende den keizer met een' 011-  534 LEVEN VAN ongemeenen ijver in alles wat deze fcenv dcswcgens verzocht. De tijd genaderd zijnde om eerlang op te komen, en de mom af te werpen , zond hij , en de eerfte vcrften van het rijk, waarbij Denemarken zich voegde , een plegtig gezantfchap aan den keizer te Infpruk , om omilag te verwerven voor den landgraaf van Hesfen. De Roomschkoning voegde zijne bede in het bijzonder hierbij. Karel, altijd onverzettelijk in 't geen hij ééns had bcfloten te drijven, wist dat verzoek behendig van de hand te wijzen. Toen begon Maurits te fpreken van zelf te Infpruk te komen , om het verzoek nochmaals te herhalen. Intusfchen had hij , door Albert van Brandenburg, Hendrik den tweeden gedrongen den optogt van zijn leger te verhaasten. In Saxen was alles gereed , de hurelingen in het Meklenburgfche waren bij de hand , en de benden inThuringen waren togtvaardig. Terwijl bemoeide zich de keizer in zijn kabinet ijverig met kuiperijen te Trente. Nochmaals, nietis dan de Voomenigheid is de 'fla;.pi:chtighcid des waak^«»fien, monarchs* cn  K.AK.EL DEN VIJFDEN. 233 en de bekwaamheid van Maurits om hem te verftrikken toe te fchrijven. Buiten dat is alles onuitleglijk. Eindelijk moest Maurits opdagen. Hij begon met te verklaren dat hij naar Infpruk wilde vertrekken , en bij zijn vertrek nam hij de twee door Granvelle omgekochte bedienden met zich. Eenigen tijd voortgetrokken zijnde, veinsde hij zich een weinig onpaslijk. Hij eischte papier , cn fchreef een' korten brief aan Granvelle, waarbij hij hem bad den keizer te berichten , hoe hij op den weg naar Infpruk een weinig onpaslijk was geworden ; maar dat hij, na eenige dagen rust , ten fpoedigfte de eere-hoopte te hebben zijne opwachting te komen maken. Zodra warén die verraders niet van de hand, of hij rende naar Thuringen, cn ftelde alle zijne benden te gelijk in beweging. Ten zelfden tijde verfpreidde hij een gefchrift, waarin hij de reden van zijnen optogt te kennen gaf. Om den ongelukkigen landgraaf te verlosfen , om den onderdrukten protestantfehen Godsdienst te befchermen, om de rechten en vrijheden van Duitschland te bewaren, enz. Door  2 3 prr ™- ireKKen. Dit ooo-mrrï.- van „„,Zet bereik, hebbende , üooTt, nunne» aftogt nie, Hij volgde ter op den voet. Hendrik, op zijne aren -te rng gekomen, voorz' l' van bezettmgen, en fcheiddc zijn , " ? «aar de keizer verwoestte toen PikardTên' Waarna U, zich genoodzaakt zag re rn^e In Italiën waren de Franfchen , „„detwoonte .ngeluttig. Cosms £ * CIS'g  ^44 leven vam cis, vlammende op het bezit van Siëna, eri* wel wetende des keizers gebrek aan geld, deed hem een' voorfiag om de verzwakte Franfchen uit Italiën te drijven, op zijne eigene kosten , mits hij in het bezit vrn het veroverde zoude blijven, tot de kosten waren betaald, zich vleijende dat de keizer , die nooit zullende kunnen voldoen, hem in het bezit van die fraaije provintie zou laten. Karel omhelsde dien voorflag, en Cosmus oorloogde met geluk. Des keizers voornaamfte aandacht was gevestigd naar den kant der Nederlanden. Noch hij noch Hendrik waren in ftaat een leger te veld te brengen, dat iets wigtigs zou kunnen ondernemen. Maar karel, zich altijd in zijn kabinet vermakende met overleggen , fmeedde een ontwerp omMetz, door verraad, magtig te worden. Hij had de iamenzwering reeds tot rijpheid gebragt, en de bende om de ftad te bezetten was heimelijk op weg, wanneer het verraad uitlekte : zijne benden wierden verfla* gen, en de hoofden der famenzweering met de dood geftraft. Hoe deerlijk de twee monarchen waren uit-  karel den vijfden. •245 uitgeput, zij toonden geen de minfte genegenheid tot de vrede. De brave Cardinaal Polus deed zijn uiterfte best om de vrede te bewerken; maar het famengekomen volmagtfchap fcheidde onverrichter zaken vanéén. Intusfchen zocht karel zijn oud geliefd ftelfel weder op het tapijt te brengen ten voordeele van zijn' zoon. Hij befpaarde geen moeite om de keizerlijke kroon op het hoofd van zijn' éénigen zoon Philips te verzekeren, en zocht tot dat einde Ferdinand te verlokken , door vleijen, en groote belofte van vergoeding , zo hij de Roomschkonings kroon wilde afftaan; doch deze vorst was daartoe meer ongenegen dan ooit. Een famenloop van omflandigheden drong karel , van dat ,geliefd ontwerp af te zien, 't welk hem deerlijk mismoedigde : zijn moed wierd noch meer gedrukt door de verwarringen, en kuiperijen tegen hem in Italiën. Thans komen wij tot het groote tijdperk waarin een vorst, die gedurende zo veel jaren, de Christenwaereld en zelfs Afrika had beroerd, door ftaatzucht, door listen, daor aanftookirjgen, omkopingen, kime* E 3 rij in ,  24» leven van tijen, en oorlogen, en dat alles met eene onafgebrokene werkfaamheid , éénsflags al zijn* fmaak voor al dat gewoel verloor, en fcefloot , tot verbazing der gantfche waereld, de famenleving vaarwel te zeggen , en zich in een klooster te begraven. Duizend gisiingen zijn 'er door de fchrijvcrs wegens dit zonderlinge voornemen opgegeven ; maar wanneer men die alle met el.kanderen vergelijkt, kan men 'er niets zekers uit bepalen. Wat ons belangt , wij «ordeelen zekerlijk dat daar voiflrekte zekerheden ontbreken , verftandige gisiingen «lu'zelver plaats moeten vervullen. Wat ons dan betreft, wij befluiten hier omtrent uit het carafter van den vorst, en tzijne omftandigheden ; en het is, onzes bedunkens alleen daaruit dat men kan befluiten. Het caraéter van karel was uit den aart werkfaam ; die werkfaauiheid was door de opvoeding aangekweekt, en tot een' hopgen top geklommen. Hij was gewoon alles zelf te bellieren in de kabinetten; door toeval raakte hij aan den oorlog; door verkiezing en geluk kreeg hij 'er fmaak in. Een fchepfei van zo veel arbeidfaamheid, en  karel dei* vijfden. 247 en dat zijn gantfche leven in gewoel heeft doorgebragt, door ziektens afgemat, en dus éénsflags gefluit in den loop van opvolging zijner neigingen en verrichtingen , dat is buiten ftaat gefteld om langer iets wigtigs zelf te verrichten, word lichtelijk gemelijk tegen zich zeiven ,-en alles wat hem omringd. Voeg 'er bij dat karel op het laatst nies meer die gelukkige held was, die hij weleer was, en dat, daar hij veelal dat on» geluk toefchreef aan de beftiering van hen die hij had verkoren om te verrichten hes geen hij zelf niet meer kon verrichten 9 licht beducht was dat hij, zo hij zo voort» ging, al zijn' roem zou kénnen overleven, en de eerzucht, men heeft het gezien , was; zijn minfte hartstogt niet. Men bedenke ser bij dat hij Philips teder beminde , en hem gevormd had om zijn plaats te vervangen; cn dat de vaderlijke liefde, die zo wel de koningen als andere menfehen eigen is, cn hert dus dikwijls de bekwaamheden hunner kinderen met vergrooting doet befchouwen, hem kan hebben doen denken en boopen,dat een verftandig , moedig en ftaatkundig prins, waar voor hij Philips hield, en die bij dit L 4 al dochter van denzelfden heldhaftigen Maurits, die bijna karel te hupruk gevan* gen had gekregen. Wij zullen dit in het? leven van dien prins nader aanhalen, om dat dit huwelijk grooten invloed had op de omftandigheden van den Godsdienst in de' Nederlanden. In de andere hand hield de; keizer een papier , Waarop hij had geschreven 't geen dienftig was om zijn geheugen te hulp te tomen. Toen herhaalde L & &  25 2 LEVEN YA» de monarch, op eene zedige wijze ., zijne verrichtingen gedurende zijne lange regeo ring: hij gaf in bedenken of een vorst , die , als hij, zich geheel en al toewijdde aan zijn volk , en van zijn zeventiende jaar tot zijn vijfenvijftigfte alles alleen gewoon was te verrichten , en daar de. nachten zo wel aan te belleden als de dagen, kon befchuldigd worden geleefd te hebben voor zijne vermaken en in weelde ; hij herinnerde de vergadering negen togten naar Duitschland, zes naar Spanje , vier naar Vrankrijk , zeven naar Italiën, tien naar de Nederlanden, twee naar Engeland en twee naar Afrika, in alles veertig tog* ten , tc hebben gedaan ; en dat dit geen wegen van rust of gemak waren , of paden van wellust, en dat hij dit alles-, ten koste Zijner gezondheid, had gedaan voor zijn volk , en de eer zijner kronen. Hij verklaarde nu zijne gezondheid gekrenkt, en Zich der waereld moede. Hij betuigde dat de glans der majesteit hem zo veel niet Waardig was, om dezelve te willen bewaren met een' krachteloozen arm, en dat eene terzwakte vuist geen gouden fcepter voegde.  KAK. EL DEN VIJFDEN. 2,5.3 4 leven van diepdenkend cn geveinsd man was, die alles rijpelijk overwoog , cn zich alles veroorloof» de wat hem van nut kon zijn in het bereiken zijner oogmerken, deed hem zijne ftijfzinnigheid flagen, wanneer 'er geen hinder» palen kwamen die niet door menfehen waren te voorzien. Zijn aart was onrustig, en arbeidfaam; zijn vernuft vlug, en, dat zelden famen gaat, diep. Het gaat met ons vernuft als met ons gezigt: daar wij van eene hoogte veel voorwerpen kunnen zien , verliezen die voorwerpen te verre beneden ons , hunne duidelijkheid. Naarmate ons vernuft zich uitbreid, verliest het in kracht van befpiegeling. Karel behoorde onder die weinige menfehen die eene uitzondering maken op dezen algemeenen regel. Hij was zelden hevig; maar des te haatdragender. Zodanig was ten naaste bij zijn caracter als mensch, wanneer men hem nagaat in zijne daden. Als opperheer was hij een moedig, ondernemend en ftaatzuchtig vorst. Gaarne had hij Europa in zijne kluisters gezien. Bij beloonde zijne dienaars wel, en had de  D £ N VIJFDEN. z6f de bekwaamheid om altijd zijne werktuigen wél te kiezen. Zijn ongeluk was te veel te gelijk om te halen, en maar zelden te overrekenen hoeveel kosten eene onderneming zou bedragen, waardoor de ondernemingen dikwijls mislukten. Hij was zo nieuwsgierig naar de geheimen der vorften, als naaide aanfhgen zijner eigene hovelingen. Zijn ftaatzucht bragt hem ontwerpen voor den geest, zijne eerzucht drong hem om die te bepeinzen, zijne gematigdheid ftelde hem m ftaat om zulks te doen, en alle hinderpalen te overwegen, zijne vurigheid zette hem aan om te ondernemen, zijne werk. faamheid maakte de ondernemingen lichter, en zijne ftijfhoofdigheid deed hem alles doorworftelen , wat bij mogelijkheid te doorworftelen was, om zijn gefmeed ontwerp ter uitvoer te brengen. Hij had als koning en keizer eene Godsdienftigheid die zichzelve ongelijk was: hij vleide nu ééns de protestanten, zodat men zoude zeggen dat hij, als een verftandig vorst, geen» Godsdienst had dan die een' koning moet hebben; dat is, dat hij 'er niet één' aanhangt, om geen gevaar te loopen van, door M' 2 te  LEVEN VAN te veel ijver voor zijn eigen geliefd flclfel, een ondcrdrnkker tc worden van andere gezindheden. Dan weder onderdrukte hij diezelfde protestanten, cn vervolgde hen zelfs ; waardoor men zou moeten befluiten, dat hij vlagen had van Ongodsdienftigheid, en ook die van ijver voor zijne kerk. Hoe dit zij, belang was zijn afgod; en van de Godsdienftige begrippen van zulk een' vorst is weinig met zekerheid te befluiten. Hij kende de volken waarover hij regeerde, volkomen, cn hij had zich hunne bijzondere landtale magtig gemaakt. Hij wist zich bijzonder naar den aart der volken te fchikken, zo in het be. gunftigen als ftraffen. Behalve het voorgevallene tc Gent, kan men hem van geen flrafheid befchuldigen. Hij ware ccn volmaakt vorst geweest met minder heerschzucht, minder aancëngefchakelde aanflagen , en losheid van berekening zijner inkomftcn r om daarna zijne ondernemingen te regelen, Nu wierden 'er uit zijne onverzade!ijke heerschzucht aanflagen, verwarde ondernemingen, kuiperijen, bedriegerijen, veinze* rijën en listen geboren, die daden te weeg bragten waardoor zijne regeering blinken- * der  KAREL DEN V IJ F D E N» 2 () <.);, der dan nuttig voor het menschdom was. Zijn leven kan de koningen leeren , dat eene vredelievende gemocdsgefteldheid , en de zorg voor den bloei der volken , door een rust word beloond , die zo veel roems overtreft; en minder luisterrijker levens» ftanden kunnen 'er uit leeren, dat de ontevredenheid met den ftaat waarin men gcftcld , en met de middelen waarmede men gezegend is, ons in gevaar ftelt van tot doodelijkc cn verderflijke ondernemingen te vervallen ; en dat zich in het onmatig najagen van ftaat- en geldvergrooting duizend hinderpalen» opdoen, die, al worden zij te boven geko» men, een leven vol zorg, overleggingen en drukkende bekommeringen onfeilbaar moeten veroorzaken; en dat dan noch dikwijls, alles verkregen zijnde, de zwakke mensch , door vermocijing , door walg voor zo veleangftige overleggingen , of door wispelturigheid , op verre na het genot niet kan of wil genieten, dat hij zich, bij den aanleg zijner wijduitziende en hoogvliegende voorftellingen , zo ftreelcnd, heeft voorgefteld ééns* zeker te zullen genieten.