Re-fol; 4Aug. 1745- KORT BERICHT, wegens ; 2.X1L1 den tegenwoordigen Staat der Deliberatien tusfchen de belang hebbende Provinciën omtrent 'sLands Rivieren. X~ïeC is bekend, dat het opzicht over 'sLands Rivieren in de voorleden Eeuw aan den Raad van Staaten, doch federt het begin deezer Eeuwe, of wel federt het graaven van het Pannerdenfche Kanaal aan de drie Provinciën Gelderland, Utrecht en Overysfel verbleeven was. Na dat echter in den jaare 1740. de Spykfche Dyk doorgebroken, en daar door eene ongemeene hoeveelheid van "Water op den Nederrhyn en Lek, tot aanmerkelyke fchade der Provincie van Holland, gebragt was; — zo beflooten de Heeren Staaten van deeze laatstgem: Provincie, op aanzoeking der Heeren Staaten van Gelderland, zich mede de Deliberatien over het werk der Rivieren aantetrekken, te recht bezeffende, van welk een' invloed zulks op de welvaart hunner Provincie zyn moest. Zy tekenden derhalven den 29 April 1745. met de drie overige belang hebbende Provinciën eene Conventie, waarby hoofdzaaklyk, echter met eenige verandering, geaggreèerd wierd de Conventie die 'er bevoorens tusfchen Gelderland en de Cleeffche Regeering over de herftelling van den Spykfchen Dyk en hec maaken van eenig Bleeswerk voor denzelven, aangegaan was: terwyl 'er nog eenige fpeciale articulen geïnfereerd wierden, waarby men zich verbond, om door het maaken en onderhouden van zekere werken in den mond van het Pannerd: Kanaal, de toenmaals gerecipieerde verdeeling van het afkomende bovenwater tusfchen de Nederwaal en Nederrhyn, zo veel mooglyk, te maintineeren. Deeze Conventie is fteeds de Bafis geweest, uit welker hoofde fints dien tijd alle onderhandelingen tusfchen de Geïntresfeerde Provinciën wegens het Redres van 'sLands Rivieren plaats gehad hebben: terA wijl  C 2 ) wijl echter de Heeren Staaten. van Overysfel, reeds in den jaare 1749. goedgevonden hebbende zich der Contributie tot de werken in het Pannerd: Kanaal te onttrekken, naderhand de Conferentien tusfchen de refpective Provinciën, alleenlyk bygewoond, en alles ad Referendum overgenomen hebben: Gelyk dan ook de Heeren Staaten van Utrecht, wegens ontftaane verfchillen over de werken by Herwen, zich federt den jaare 1753. tot 1761. aan die Deliberatien onttrokken hadden. Doch van dien tijd wierden de Deliberatien tusfchen de Provinciën Gelderland, Holland en Utrecht wederom hervat, voornaamlyk om middelen uittedenken en onderling vastteftellen, ten einde de Nederrhyn en Ysfel van het overtollige Water, waarmede dezelven door het openliggen der Byuuegcn by, en omtrent Herwen, bezwaard wierden, te ontlasten, en dus doende de Landen aan dezelve Rivieren paaiende, van geduurige Overftroomingen en de daar uit voort-vloeyende totale Ruïne te bevryden. Dan, ondanks alle aangewende moeiten van den kant der Provinciën, Gelderland en Holland; ondanks de welmeenende poogingen van Zyne Doorl: Hoogheid, dewelke zelfs in den Jaare 1767. een Plan Conciliatoir tot redres der boven Rivieren overleverde, bleef nochtans de Provincie van Utrecht ten aanzien der middelen, die men in 't werk ftellen moest, van de beide overige Provinciën verfchillen : terwyl inmiddels het Schaar by Herwen, hoe langs hoe meer gevaarlyk, de Waterwerken, aldaar bevoorens ten kosten der Provinciën gemaakt, onherftelbaar, en het bezwaar van den Neder-Rhyn en Ysfel, door het openliggen van Herwen en 'sGravenwaerd, fteeds ondraaglyker wierden. Irnmiddels had de Koning van Pruisfen (dewelke wegens de Ampten Husfen, Malburgen en de Lymers in den Neder-Rhyn en Ysfel, een aanmefkelyk belang heeft) by zekere pro-Memoria in den Jaare 1768. verfcheiden middelen tot redres der Rivieren,  C 3 ) ren, en onder anderen in hetbyzonder tot vóórkoominge der nadeelige gevolgen van het Herwenfche Schaar, de Doorfnyding van den Bylandfchen Waerd (in den Jaare 1751. door den Profesfor Lulofs en Landmeeter Bolftra ontworpen en in 1769. door den Infpr. Generaal Brunïngs nader bepaald) voorgeflagen, en tevens op het ernftigfte geïnfteerd,dat men van wederzyden Commisfarisren zoude benoemen, om de zaak der Riviefen te regelen en op een' vasten voet te brengen : terwijl Hij niet lange daarna tevens door Zynen Minister liet infinueeren, dat, byaldien men niet fpoedig genoeg jdaartoe refolveeren mogt, Hy Zich als dan genoodzaakt zag, om aan de Polders van Husfen, Malburgen en de Lymers te vergunnen, van hunne Dyken door te fteeken. De Heeren Staaten der drie Provinciën begreepen te recht, dat men met de Gedeputeerden van den K. v. Pruisfen althans in geene Conferentie koomen konde, zo lang de Provinciën zeiven het niet onderling over de middelen van Redre's e'e'ns waaren. Hierop wierden in Febr. 1769. in 'sHaage de Conferentien tusfchen de Geïntresfeerde Provinciën wederom hervat, waarby echter Overysfel niet verder dan ad Referendum adfifteerde. Dan, ook deeze Conferentien liepen vruchteloos af. Men verfchilde onderling in verfcheiden ftukken, doch voornaamlyk omtrent de doorfnyding van den Bylandfchen Waard, waarop de Gecommitteerden van Holland' gezamentlyk met die van Gelderland, nasr aanleiding der boveng: pro-Memoria van den Koning van Pruisfen, by gelegenheid deezer deliberatien geïnfteerd hadden. By deeze gefteldheid van zaaken, terwyl aan den eenen kant de Koning van Pr. mét fterke drangredenen, zelfs met bedreigingen verzeld, op het noodig Redres der Rivieren aandrong, en aan den anderen kant de Provincie van Utrecht naar geene vergelyking luisteren wilde, was 'er geen ander middel over, dan alle de Gefchilftukken 'aan de decifie van Zyne DoorL Hoogheid overtelaaten. Hiertoe refolveerden de Provinciën Gelderland en Hol» A 2 land,  C 4 ) Refol. 18N0V. 1769. / Refol. ip April 177 ïand, onder zeekere Praecautien ten aanzien der verzandingen van het Pannerd: Kanaal, Neder-Rhyn en Ysfel. Edoch ook hierin wilden die van Utrecht niet koomen, refufeerende dien voorflag, onder Praetext, dat men Zyne Hoogheid zodanige moeite niet vergen moest. De Heeren Staaten van Ovèrysfel declareerden by deeze gelegenheid in eene afzonderlyke en zeer merkwaardige Misfive, dat zy zich met de deliberatien over het werk der Rivieren niet meenden te bemoeijen, en alleenlyk genegen waaren voor ééns eene fom gelds te contribueeren, wanneer bevonden wierd, dat de Ysfel by hoog en laag water gebeneficeerd was geworden. Dus zagen zich eindelyk de Heeren Staaten van Holland genoodzaakt, om, ten einde nadeeligere gevolgen, en zelfs het geheele verloop der Rivieren te vóórkomen, gezamentlyk met de Heeren Staaten van Gelderland hand aan het werk te flaan, en de Deliberatien met de Commisfarisfen van den Koning van Pruisfen te entameeren, refolveerende tevens om de Quote, anderszins door de Provincie vanUtrecht verfchuldigd, uittefchieten, in die biilyke verwagtinge, dat de Heeren Staaten van laatstgem: Provincie geene zwaarigheid maaken zouden, de voor hun verftrekte fommen te reftitueeren, wanneer zy de gunftige uitwerking ' der genomen maatregulen zouden gezien hebben. Op dien voet wierden dan in Juny 1770 de Conferentien tusfchen de Gecommitteerden der beide Provinciën Gelderland en Holland, benevens de Commisfarisfen van den Koning van Pruisfen geëntameerd. — Edoch eenige gefchillen tusfchen laatstgem: Commisfarisfen en de Gecommitteerden van Gelderland over het amoveeren van een gedeelte des Westervoortfchen Veerdams veroorzaakte, dat deeze Conferentien vruchtteloos afliepen. — Men hervatte echter dezelve in April 1771., met dat gelukkig gec. volg, dat als toen alle de middelen van Redres beraamd, en deswegens eene Conventie vastgefteld wierd, welke naderhand door  Refol.jOö:ob.i773' 7 Mty 1777. en 10 Septemb. 1784. 1 r 5 ) door de refpeftive Principaalen is geratificeerd geworden. — Het is uit krachte van deeze Conventie en de daarop gevolgde Refolutie der Heeren Staaten van Holland in dato 16 Mey 1771. dat vervolgens alle die maatregulen, waarvan men reeds geduurende eenige Winter-Saizoenen de heiizaame gevolgen ondervonden heeft, werkftellig gemaakt zyn. Al 't geen' voor het overige door den Heer Commisfaris van het Pannerd: Kanaal en Heeren Gecomm: Raaden uit dien hoofde verricht is, zal men in een aanëengefchakelde orde, tevens gecorroboreerd met verfcheiden Bylaagen daartoe fpe&eerende, vermeld vinden, in het eerfte, tweede en derde Rapport van welgem. Heer Commisfaris en Heeren Gecomm: Raaden aan Hun Ed. Groot Mog:, waartoe derhalven in deezen gerefereerd word. Alleenlyk zal het niet ondienftig zyn hier nog by te voegen, dat 'er, ten aanzien der Deliberatien over het onderhoud der Spykfche Werken, in den Jaare 1775. mede eene aanmerkelyke verandering voorgevallen zy, voor zo verre naamlyk de Provincie van Utrecht, uit hoofde van verfchillende fentimenten, wegens zekere door de Cleeflchen geprojefteerde Kribben tot ontzet van den Spykfchen Oever, mede goedgevonden heeft, zich aan deeze Deliberatien, en vervolgens ook aan de Contributie t®t de Kribwerken aldaar, te onttrekken, terwyl al wederom de last deezer Quote op de Provincie van Holland gekoomen is: alles ingevolgen eene nadere Conventie, welke in September des gem. Jaars 1775., tusfchen de Gecomm. der Provinciën van Gelderland en Holland, alsmede de Commisfarisfen der Cleeffche I Regeering wegens het maaken en onderhou- I den van de voorfz. Kribben aangegaan is, I hebbende de Heeren Staaten van Overysfel, offchoon dezelven niet goedgevonden J hadden derzelver Gecommitteerden op fl deeze Conferentien te zenden, nochtans ■ aangenomen, hunne Quote in 't leggen van ■ deeze Kribben op zyn' tyd te zullen voldoen. ■ A 3 Dit  ( 6 ) Dit een' en ander met al 't geen bevoorens wegens deeze zaak tusfchen de Provinciën voorgevallen is, zal men vermeld vinden in de Staats Refol. van den 29 Sept. 1775- Wyders werd (na dat menfints eenige jaaren overtuigd was van de noodzaaklykheid der ontzetting van den bencden-Spykfchen Oever) eindelyk in 1786. tusfchen de Provinciën Gelderland en Holland, benevens de Cleeffche Regeering een plan ter beryking van dit oogmerk beraamd, en in het daaraan-, volgende Jaar gedeeltelyk werkftellig gemaakt. En vermits de Heeren Staaten van Utree ht en Overyffel goedvonden zich mede aan deeze werken geheel te onttrekken; zo vonden zich Hun Ed. Gr. Mog. genoodzaakt by Refolutie van n Aug. 1786., Heeren Gecommitteerde Raaden te qualificeeren, om met Heeren Gecommitteerden van Gelderland nader te convenieeren, wegens het lasten in de deficieerende Quotes van Utrecht en Overysfei bepaaldelyk omtrent deeze zo evengem. Werken. Ingevolgen van dien werd op de Conferentie, tusfchen Heeren Gecomm: van Gelderland en Holland, in Aug. 1786. te Arnhem gehouden, vastgefteld : dat de kosten tot het maaken en onderhouden der gearrefteerde Werken, tot ontzet van het beneden-Spyk, indiervoegen onderling gedraagen zouden worden , dat Gelderland boven haare Quote en 't aandeel in de Overysfelfche Quote, ook nog het aandeel van Utrecht in de Overysfelfche Wanbetaaling betaalen zoude. Daar dan Gelderland tot hiertoe by de overige werken in 50,000 Gis. Contribueerde/i33i3-5-io, en Holland ƒ 36686-14-6; zo zou voortaan tot de werken aan het Benedenfpyk door Gelderland In gem. hoofdfom betaald worden ƒ 15494-15-0 en door Holland ƒ 34505-5-0, alles na aftrek der gewoon c Quote van de Cleeffche Regeering, zyn de ingevolgen de Conventie van 1745in den aanleg van nieuwe Werken §, en f in derzelver onderhoud : wanneer, naamlyk, dit onderhoud minder dan ƒ 1000-0-0 bedraagen zoude; doch f, ingeval de kosten van het onderhoud der werken deeze fom te boven gingen. Nota:  Nota: C 7 ) Om het voorgevallen wegens de Rivieren federt den Jaare 177,. te verftaah dient fol d0°rfnyding van de Pley ReKaart van denBovenrhyn,19 ApUl 17yi' Refol. c ]yov -T-m, Kaart van den Byj: Waard en Vnnerd. Kanaal Refol. Iy Apdl l7?Ira- C Deeze beide laatsten aan één geplakt, vertoonen de Bóyenrivier van Emmerik tot 111 het Pannerd: Kanaal.) Voorts de Kaarten, behoorende tot de Ue Kaart van de Bovenwaal by Milliaf ïuly %°7T 9 t0t dC Confe^ntie van De overige, alleszins interesfante Kaarten behoorende tot het derde Rappor?, of de.Refolutie van 10 Septemb. 1784 zyn met gedrukt. «viuno. 1704.,  KORT-BERICHT, raakende de Deliberatien over 'sLands Rivieren, met de geïnteresfeerde Provinciën.