314 A 21   D aar de zaken van deze Stad ter Staatsvergadering zó zeer venneenigr vuldigd zyn, dat wy, die hier t'huis hooren, wel eens in verwarring van gedachten komen, en, om eikanderen te verftaan, noodig hebben, ons dezelven door het inzien der ftukken te verlevendigen, is het niet te verwonderen, dat men, büiteh onze Stad, niet altoos naeuwkeürig genoeg, de Objeéteh "der deliberatien distinguëert. Daar ondertüsfchen elk dezer zaken van het uiterfte belang, en het overzulks hoogstwenschlyk is, dat die ten genoegen van de Vroedschap worden afgedaan, zal het noodig zyn de Hoofdzaken, onderfcheidenlyk voor tc Hellen : dezelven bepalen zich; I. By het Rapport van het Staatsbefoigne van Dingsdag den 30 january laatstleden, gehouden over het Request van Ifaac Hubeft C. S. den 24 daarbevorens ter Staatsvergadering ingekomen, concerneerende de Remotie van eenige Vroedfchappen uit de Staatsvergadering. II, By het Request van dezelfde Ifaac Hubert C. S. óm augmentatle van de Vroedfchap met ió nieuwe Leden, by direfte aanftelling van den. Souverain. III. By het Rapport van den 11 Augustus 1786: óp een Request al wederom van denzelven J. Hdbert C. S. tendeerende om de Ampten der Ad» iniraliteit met die van Regeering incompatibel te verklaaren. IV. By de differenten over de Magiftraatsbeftelling. V. By het Rapport door Heeren Gecommitteerden tot een Politïcq onderzoek naar de foürces der onrust en bewegingen, welk Rapport op den 1 November 178Ö. ter Staatsvergadering is ingediend. Men zal zich thans alleenlyk borriereri tot het Eerfte der voorgetelde Poïn&en, namelyk het Rapport van den 30 January van het Staatsbefoigne. over het Request van J. Hubert C. S. den 24 January ingeleverd. Dit Request tendeert wel tot twee eindens, het ééne, om de befoignet 'over het zoo zeer bekende Rapport van Heeren Gecommitteerden* tot een Politïcq onderzoek, ten fpoediefte by der hand te nemen — het ander, om inmiddets eenige Lehen der Vroedschap van Rotterdam, die, men voor- fteft, dat by dit Rapport van Heeren Gecommitteerden beschuldigd worden an wangedrag of pligtverzuim, niet te admitteren tot de deliberatien van Hun Edele Groot Mogenden. — Maar men ziec duidelyk, dat het laatste verzoek by dat Request voornametyk bedoeld word. 't Zal dan dienftig zyn dit, in't byzonder,iri overweging te nemen en aan te toonen, de ongegrondheid van het vöorgeven, waar op dat verzoek berust. Die ongegrondheid ïs palpabel voor de zulken zelfs, die dat üuk van Gecommitteerden, namelyk dat beruchte Rapport maar éven ingezien, of daar van flechts eene oppervlakkige kennis hebben, en maar alleen opmerken, 1*. Dat dit Rapport is een Politica ftuk, het welk uit den aard der zaak., en ferfé niemand, wie het wezen mag, kan prsejudïcieeren in zyri wél en A wet» Rotterdam 17 FeSruaey 1787. X * K  X * X wettig verkregen Recht. Dus noch de Stad van Rotterdam, in haar ontegenzcglyk recht om ter Dagvaart te zenden wie zy goedvind, mits Vroedfchap zynde noch iemant der Leden van de Vroedfchap, zo lang hy die radicale qualiteit heeft in deszelfs becht om aldaar ixïr gedeputeerde te compareren. &\ Dat 'ei- tot examen van dat Rapport nog ontbreken de ftukken, die Hun Ed. Groot Mog, by Refolutie van primo November 1786, zelve geoordeeld hebben, dat gedrukt moesten worden, en aan de Leden ter handen gefteld, namelyk de Berichten der Refpe&ive Collegien van Regeering , over wier daden en verrichtingen het onderzoek gegaan is — welke Berichten (NB. zeer te onderfcheiden van de verdere Bylagen die fciét gedrukt zouden worden) tot nog toe niet aan de Leden gefourneerd zyn. 30. Dat 'er over dit Rapport nog nimmer Befoigne is gehouden, noch, -om de evengemelde reden, gehouden heeft konnen worden, en dat het -uk dien hoofde niet alleen ongefchikt en onbeftaanbaar is, eenige de minfte Demardre te doen, die zelfs maar den fchyn heeft van de Deliberatien over dit ftük ah executione te beginnen — maar ook dat alle verzoek, van wat aardt ook, op dat Rapport gefundeerd, eene onbehoorlyke anticipatie is op de Deliberatien van Hun Ed. Groot Mog. 40. Dat alle provifioneele Seclufie , Remotie, Excufatie, (of met wat zachte benaming men die ook zou willen baptifeeren, om 'er quafi het denkbeeld van 'fletrisfure van te ecarteren) in dezen niet alleen, niet zou verfchillèn van een finale of abfolute dispofitie, maar die zelfs excedeert; alzoo daar door (om 't even of die feclufie zich bepaalde tot de acht Raden in 't Request van Izaac Hubert C. S. genoemr, dan of die geëxtendeerd wierde tot de veertien, die in dit Rapport van Heeren Gecommitteerden geconcerneerd zyn) de ftem der Stad Rotterdam, zou worden ©vergelaten aan dé tegenwoordige minderheid der Vroedfchap, dïe reeds zoo vele blykefl gegeven heeft, hoe zy met de Requestranten in dezen overeenftemt en wat hart zy haren Mederaden toedraagt Terwyl de gefecludeerde Raden zelve, door zodanige provifioneledifpofeie zouden worden verftoken van hun Recht, om ter Vergadering te voteren en 'delibereren over de zaken uit dat Rapport voortvloeyende. ja zelfs over alle andere zaken daar toe geene betrekking hebbende, en dat deze feclufie zou moeten duuren, tot dat Befoignes over dat Rapport v*n-Heeren Gecommitteerden waren afgelopen , het welk naar den fcardt van alle Politicque Deliberatien een terminus indecifus, een onbepaalde tyi is, die poliriquement zeer ligt ininfinitum is te protrabeercn , «ri of' uit den zamenbang der zaak of gelykheid der redenen tot alleïleyè foort van zaken, naar convenientie der PolitICquen, kan worden overg-ebracht. Zie daar, hoe ieder onzydig en doorzichtig Mensch over dit Request en ook over de advifen der vyf Staatsleden , die dir Request feconderen , moec oordeelen, fchoon hy NB. het Rapport van Heeren Gecommitteerde nog niet met genoegfame attentie mogt hebben geëxamineerd. Maar hy, die dit Rapport meer zal hebben geapprofondeerd, zal hier by nog kunnen voegen, dat, welke ook de vlyt van Heeren Gecommitteerden mag geweest zyn, tot het inwinnen van informatien, waar van de volumineufe productie van Byiagen getuigt — welk een bereidwilligheid zy ook mogen gevonden hebben onder veelerley flag van Menfchen, om informatien ten lasJ ■ ■ " • te  X 3 X te van de Leden of Collegien van Regering te fourneren — en hoe zeer zy by dit fecours en by die vlytigheid waarlyk nog begaafd zyn geweest, met (niet geringe; Talenten van ftyl of compofitie, om uit zulk een amas van zaken. eene zoo aangenaam lezende Memorie van bezwaren of Politïcq Rapport op te Hellen, — dit alles nogthans hen niet verder of anders inftaat gelteld heeft, dan om uit dit alles eene Politicqiie waarschynlykheid van vermoedens en meest alleen by dezulken die vooraf gepasevenieerd' zyn, te doen geboren worden, indien deze uitdrukking zelfs niet nog te veel zegt omtrent conclufien, die wel quafi worden opgemaakt uit fafta door de Heeren Rapporteuren geallegüeerd, doch waar van de regtmatigheid niet abfoluteen perfé uit die fafta zelve proflueert, maar alleenlyk is af te leiden uit het oordeel van die Heeren zoo over de daadeh, door hen geallegüeerd als over de oogmerken, waar aan zy goedvinden, dezelve te attribueren. Ja men zal bevinden, dat wanneer zy gekomen zyn aan 't geen zy een voorname taak van hunne Commisfie noemen, en 't welk dan eigenlyk zon moeten uitmaken de grondfteen van alle befchuldigingen, die Heeren zich daar van afmaken met konftig voorgeftelde , doch vague klagten over ongenoemde en nog minder beweezene, beletselen, waar door zy verhinderd zyn om op den man af te fpreeken, terwyl al het geen op die erkentenis volgt, blykbaar alleen dient,om dezelve te coloreren en die impresfie te benemen, die dezelve natuurlyker wyze maken moet by een ohbevooroordeelt onderzoeker; die ook, wanneer hy het gerapporteerde omtrent den Prefident Burgemeester van der Heim, en den Hoofd-Officier van der Hoeven eens overflaat, te vergeefs in het gantfche rapport zal zoeken naar eene fpeciale of pofitive Reproche tegen de zes overige Raden, in het Request van J. Hubert C. S. genoemd, ten zy men daar voor houden wilde, dat deze Raden met anderen hunner mede raden by voorkomende gelegenheden van de praeadvifen of gevoelens van Heeren Gecommitteerdens verfchild hebben: Dit fchynt immers het voornaamfte te zyn, het welk aan Heeren Gecommitteerden mishaagt heeft, (want op kleinigheden die in zulk een volumineus en intricaat ftuk den naeuwkeurigften zouden kunnen echapperen, wil men in dezen niet gecapteerd zyn.) Maer als men nu dit in acht neemt, en dan daar by overweegt, hoe en wat 'er zy van het prerogatief van Vry te adviferen en als men zich dan mede nog herinnert, hoe vele Leden der Staatsvergadering by meer dan eene gelegenheid in dezelfde gevoelens geftaan hebben, en met welk een nadruk onder anderen de Stad Amfterdarn zich by hare ter dezer materie bekende Propofitie heeft geëxpliceerd, dan is het buiten alle bedenking, dat die zes Leden, althans» Geheel TEN ONRECHTE eenige moeijenisfen of onaangenaamheden deswegens zouden wedervaren. En voorts weder te rug keerende tot de Heeren van der Heim en van der Hoeven, zoo zal het immers niet behoeven gezegt te worden, dat zy over het geen by hun in qualiteit van Magijlraats perfoonen is verricht, niet verder of anders reprochabel konnen geacht worden , dan een Rechter over de rechterlyke daden, die hy uitoeffent, wanneer dezelve niet voor notoire exaclien, concusjien of cottujïen moeten gehouden worden, —— waar van by het Rapport niet gedoceert word. Is het trouwens niet een vafte regel in het recht, dat bedrog en kwaaie "Trouw niet blootelyk geprsefumeerd maar boven allen twyffel bewezen, en de zaken niet naar de uïtkomften beoordeeld moéten worden ? Is een Rechter zelf, die op flukken en bewyzsn recht moet fpreeken; niet onderhevig aan dwaling? ondervind men niet dagelyks,dat vonnisfen met de meeste integriteit gewezen, aan beroep, ja aan correftie van hooger Rechtbanken fubjeér. zyn , en dat de Rechter ter eerften ittftantie geoordeeld word zich merkelyk A 2 tt  X 4 X te hebben geabufeerd en niet te hebben gedaan het geen hy naar oordeel van den hoogen Rechter, had behooren gedaan te hebben P En is die inferieure Rechter deswegens immer aan eenige correftie of nettrisfere in zyn perzoon bloot gefield? en zou dit dan het lot moeten Zyn, van een Maglïtraat, die aen veel meer fub - en Obrepue geëxponeerd is, vooral in confufe tyden ? in tyden van openbaare tweefpalt, waar in de daaden beoordeeld worden naar yders verfchillende denkwyze ? Men heeft ondertusfchen geen oogmerk om zich, bydeeze;, over de merites der reproches of bezwaren tegen de Heeren van der Heim en van der Hoeven in het byzonder uit telaaten: Men wil alleenlyk nogmaals herinneren dat de Berichten, het zy van die Heeren in het byzonder, het zy van de Collegien, waar toezy behoort hebben, tot hier toe even weinig ter kennisfe van de Vroedfchaps Vergadering van Rotterdam als van die van andere Staats Leden gebracht zyn, en dat dus uit die Berichten zelve nog niet gebleken is, of die Lederi of Collegien, over welker verrichtingen liet onderzoek gegaan is, zich dobr die Berichten alle verdere defenfien hebben willen afgefned'en hebben, trouwens dit is niet alleen geheel onwaarfchynlyk, maar naar den aardt der zaaken onmoogelyk ; want hebben die Berichten iimpelyk 'gediend ter beantwoording van vöorgeftelde vragen, zoo kunnen daar by niet gerescontreerd zyn de bezwaaren, die Heeren Gecommiteerden uit die Belichten zelve hebben getrokken, veel min kan daar by wederlegd zyn, het geene by het Rapport uit de diverfiteit der antwoorden is opgemaakt. En dit acht men, dat op zich zelfs een genoegzaamengrond moet opleveren om een onbevooroordeeld onderzoeker van het beruchte Rapport te doen befluiten, dat dit Rapport niet fufficient is, om daar op eenige dispofitie, zelfs niet provifloneel, te fündeeren, alwaare het tegen die Leden, welken by dat Rapport het meeft bezwaard Worden. • Men behoeft zelfs tot nader Appui van dit rechtmatig gevolg zich niet te elargeren in eenige byzonderheden; men behoefd niet uitteweiden, noch over den Geest, noch over de merites Van dat omilagtig en zo veel gerucht makende Rapport. Het is genoeg uit den aardt en inrichting van het zelve als een Politica Rapport van een Póliticq onderzoek te hebben aangeweezen, op welke infufficiente grónden (om 'er niet anders vah te zeggen) de wederrechtelykfle en inconftitutioneelfte verzoeken gebouwd zyn, en hoe weinig reden de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Gouda en Alkmaar hebben gehad, om dat verzoek door hunne Advifen te feconderen,en niet alleen van het billyk en met de gronden van Regering allezints overcenkomftig rapport van den 30 January aftewyken, maar zelfs van die afwyking op eene min gewone wyze té doen blyken. door die advifen nevens het evengemfelde Rapport te ftellen en aan de Leden ter examen te commuiuceeren, en daat by nog te voegen eene reflectie, dat het voorfz. Rapporc door de Computatie der Jïem van Rotterdam alzoo is uitgevallen, eene reflectie die te minder gepaft moet voorkomen , als men zich herrinnert dat de Stad Rotterdam als gewoon medelid dezer Staats Befoignes tot het gehouden dezer Befoigne na voorafgaande Staadsbejluit wel een wettig, Ja zonder iemanis tesen Spraak geconvoceerd was. 6 Op deze en meer andere gronden die hier Zbuden konnen worden bygebracht, afgeleid uit den aardt van het verzoek zelve, en de perfoonen die als verzoekers voorkomen, welken Zich thans meer en beter dan over twee of  X 5 )•( of drie jaren, toen zy het eerfte met hunne klagten quali voorden dag kwamen, hebben doen bekend zyn, vertrouwd men, dat by de Leden derVergaT dering, die zich tcthier toe nog niet geëxpliceerd hebben, geen zwarigheid zullen maken , om zich met het uitgebrachte Rapport van 30 January laatstleden te conformeren, en dus de verzoeken van J. Hubert C. S. zoo om de befoïgnes over het Rapport van Heeren Gecommitteerden te praecipiteeen, als om de Stad Rotterdam te geneeren in de benoeming van hare Gederuteerdens, van de hand te wyzen. P 1 . ,.. En hier mede zou men deze konnen befluiten, had men niet vernomen, dat zich nog eene andere bedenking opdoet, welke, hier voor, wel virtu-, aliter beantwoord is, maar nog wel eenige nadere rescontre verdient. Men zal ze,hier,by wyze van objeftie voordellen* Men zegt: is het evenwél of zou het niet ten ukerften onbiliyk zyn, dat perfoonen, die by een onderzoek van Staats wege gedaan, het zy dan veel bet zy weinig, befchuldigd worden van wangedrag of pligtverzuim, des niettemin ovèr de mesfures daar omtrent te nemen, zelve eenig zeggen hadden? - — dat zy daar over, en dus over hunne eigene daden een votum zouden uitbrengen of helpen uitbrengen? dit ichynt zoo incongru te wezen, dat men van niemant verwachten kan , dat hy dit zoude kunnen vorderen, of daar toe adviferen, en daarom, al fchoon men zich op de gezegde wyze met het Rapport van 30 January 1.1. conformeerde, fchynt evenwel te moeten vast ftaan, dat die Leden, tot welker laste de gemelde befchuldigingen plaats hebben, daar over, met mede delibereren of voteren, èn daarop dient by de Refolutie,öm het verzoek van J. Hubert C. S. afteflaari, ZP,1 gegeven, en wel degelyk gezorgd te worden, ten einde de befchuldigde Heeren niet over hunne eigene zaak zitten. Deze fchynbare rechtvaardigheid zal by een onzydig en naauwkeurig onderzoek blyken de grootfte onrechtvaardigheid te zyn. Het is, hier voor, reeds aangetoond, dat het Rapport van Heeren de committeerden is een politicq Rapport van een politicq onderzoek. E)it behoeft geen nader betoog: de Refolutie van 10 Augustus 1784. qualificeerde ook de Haar Gecommitteerden te Rotterdam alleen tot politicqe befognes. En hoe zeer hun magt by de Refolutie van 22 December daar aan volgende (daar latende nu dat die Refolutie geaccufëerd is van informaliteit en nulliteit) wel is vermeerderd, zoo zyrt ze daar by geenszints gequalificeerd tot eenige Rechterlyke daad. Alle hunne informatien zyn dus ook allèen politiquement genomen S ' en dezulken althans, die ten laste van de Regering of eenige der Leden genomen zyn, geenszints in forma probanti belegd. Wat is ;er getuigd? door wie is 'er getuigd? wie heeft men op contra vragen kunnen hooren? Niets van dit alles en wat tot een Judicieel onderzoek behoort, heeft in dezen plaatsterwyl de voorgemelde objectie alle denkbeeld van politicque en judicieele informatien met eikanderen verward en een idéé involveert, om aan de Vroedfchaps Vergaderingen of die van Hun Ed. Groot Mogende een rechteriyk attribuut toe te kennen, het geen valfch en zelfs dangereus Voor de Vryheid is, volgens welke het Recht doen niet kan noch mag B zyn  X 6 ):( zyn In handen van den Sonverain Zélve zoo dat 'er niéts meef ftrydig is met onze Conftitütie dan zodanig idée. Dat nog verder gaat: In dié ObjédVie word ook Verward het denkbeeld Van befchuldigèn mét dat Van het nemen van Informatien. Als men eens van alle gronden onzer vrye Staats-Regering afgaat, en de Heiligheid dér Rechtsplegingen in ons Vaderland aan de Staatzucht op-offert, en als dan Hun Ed. Groot Mogende in der daad de P'ierfchaar Jpannen, als mén 'er by asfumeert, dat deze Heeren Gécömmitteerdens het Officie van Fiscaal of Procureur-Generaal waarnemen moeten (niemant zal zich nogthans zulke extrüvagariêés, Zoo Wy vertrouwen, in het Hóófd Héllen) wat dan nog? Zal dan bet nemen van informatien, of zal een gêheel_ eenZydige vöordragt der door zulk een Procureur-Generaal gênömene informatien zónder onderzoek zelfs daar van (gelyk hier geen plaatsgehad heeft of heeft kunnen hebben) zullen dan informatien, die naar het eigen aven van Heeren Commisfarisfeh iniufficient zyn, cm op dm mm af ie kunnen fpteken, •——- zal zoo iets hetzelfde effeö: forteqren, als eene by Recbtèlyk decreet aangevange befcbuldiging? Nóg al verder: Men heeft reeds meéf dan ééns geremarqueert, dat 'er nog geen Examefc van het Rapport gefchied is, of heeft konnen gefchieden» Maar is zulk een Examen zélfs niet volftrekt noodig om te bepalen, wie eigenlyk de befcbuldigde Perfoonen zyn? De Requeffcrant en Hubert C. S. bepalen zich tot acht Leden der Vroedfchap , maar als mén het Rapport van Gecommitteerden doorloopt Zal men bevinden, dat het de geheele meerderheid .der Vroedfchap is, zoo Wel als die van andere Collégién van Politie of justitie, waar op men het in dat. Rapport geladen heeft. Hoe zal hu zonder Examen van dat Rapport konnen worden uitgemaakt wie de eigenlyk befchuldigden zyn, of wat men voor eene bejchuldiging hebbe aan te zien ? Zal hier het Request van J. Hubert C. S., voor al wanneer het van dé hand gewezen word, de wegwyzer zyn? Of zullen de 14 Raden in het Rapport getaxeerd, dit in de Vroedfchap van de genade hunner negen Medeleden moeten afwachten? Welk eene ohgerymdheit! Men moet hier nog eene reflectie byvoegeh: Het Rapport rodet verftaart worden, de zoogenaamde befebutdigingen (doch in der daad, eh ten hoogfte Hechts onbewezene vermoedens) te hebben gebragt tot een genoegzamen trap van evidentie, —— of niet. ** zoo ja ? dan zyn alle verdere befoignes over dat Rapport ohnoodig. -—— zoo neen? dan moet men vast ftellen, dat 'er onder die Leden, over welken Heeren Gecommitteerden een zoo ongunftig oordeel geveld hebben, gevonden kunnen worden> van welker onfchuld naderhand zal blyken, Maar  X 7 X Maar als 'er nü onder die Leden zelfs maar&'« onfchttldigehetvoaden wletd, wie ziet dan niet de onbillykheid van zodanige Refolutie? die wat men 'er ook van zeggen moge, niet kan genomen worden zonder fletrisfure voor zulk een onfchuldigen en zonder hem te deposfederen van een recht, hetwelk hem naar de fundamenteele Regeerings conititutie toekomt; — en dat nog verder gaat, een Refolutie, waar door de Stad Rotterdam feitelyk zou worden gedeposfedeerd van haar wettig Recht als medelid van Staat. Dit kan, dit mag door eene Pöliticque dispofitie niet gefchieden > — hec denkbeeld om als Vroedfchap in geen zaaken te kunnen adviferen, waar in men het zy privativelyk of in zyn qüaliteit geconcerneert is, kan niet geadopteerd worden. Alzoo min tog als eenSouverain, om dat zyn eigen belangens gedemelleerd moeten worden, immer, ophoudt Souverain te Zyn, alzoo Weinig houden de Vroedfchappen van Rotterdam immer op Vroedfchappen en de Stad een medelid van de Souverainiteit te zyn , om dat hunne of haare belangens ter Souveraine Vergadering gedemelleerd worden. Dat dit geen vreemd of nieuw gevoelen is , blykt uyt het gebeurde ter Staats - Vergadering op den 16 February 1684:tóen twee Gedeputeerden dér Stad Amfterdam gedrongen wierden zich uit de Staats - Vergadering en van de deliberatien te abfenteeren over een zaak, waar in zy geacht wier den betrokken te Zyn. 't Is waar, in de eerfie overyling onderwierpen zy zich, maar weinig tyds daar na ongeroepen terug gekomen zynde , toonde de Vergadering door het voortzetten der deliberatien, dat zy begreep die Leden, tegen hun Wil daar van niet te kunnen fecludeeren. Van wat merkelyke applicatie dit geval zy op het tegenwoordige, ënmet welke recenter voorbeelden dit zouden kunnen werden aangedrongen, wil men liefst niet detailleren, daar men dagelyks ziet, dat naar mate'er Ingezetenen van een Stad by eenige deliberatien geinteresfeert zyn, of kunnen zyn» de inkomende ftukken ter Staats - Vergadering, door zodanige Stad werden overgenomen, om 'er te beeter zyn zeggen in te hebben: en wanneer 'er belangens van Commercie geventileerd worden, zo abfenteeren zich ook geen Kooplieden tenens Vroedfchappen zynde: —- men heeft daar nog een versch voorbeeld van by de laastgehoudene deliberatien over de avantages aan de Zuiker Raffinaderyen toegedaan: en hoe veele duizende gevallen zon men alzo niet kunnen allegeeren ? Is een Vroedfchap nietbevoegt, om te voteeren, als hy by de deliberatien perfoneel of in zyn qüaliteit geinteresfeerd is? döedt hy dit zelfs niet dagelyks wanneer hy zich zelfs ad honores helpt commiteeren? en zou hy dan verfteken zyn mede te delibereeren tot afwering van fletrisfures? Tot welk eene extravagance zoude liet in cas fubjecr. niet lyden, wahneef de meerderheid der Vroedfchap van Rotterdam, ja wanneer Hechts 8 Raeden uyt die deliberatien geweert wierden , en deze, voor hun en voor het vvelzyn van de geheele Stad, zo belangryken zaak wierd overgelaaten aan de minderheid der Vroedfchappen,die zich reeds zo menigmaalen tegen de befluiten, by een wettige meerderheid genomen , heeft geoppofeerd ? Wat belang hebben niet alle de Leden der Vergadering, om dè nadelige gevolgen van zulk een fyfthema met ernft aftekeeren? B 2 Men  X s X Men reprsefenteere zich toch de zaak naar waarheid; — menfimplL ficeere die, en ze zal zich reduceeren tot dit allereenvoudigst voorftel. Enige Burgers brengen klachten in tegen hunne Regenten by den Souverain. De Souverain vind goed die klachten Politicq te laaten onderzoeken, ■ dit Politicq ondsrzoek valt voor de Regenten ongunftig uyt, en de meerderheid der Regeering word by dat Politicq onderzoek bezwaart. Wat blyft'er nu voor deze Regeering over? men herrinnere zich, dat die Regeering Medelid van de Souverainiteit is, dat de Souveraini- teit uit XIX deelgenooten beftaat, dat dezelve niet compleet, en in haar geheel is, wanneer 'er één Lid uit geweerd, en tegen zyn wil en dank gefecludeerd word; en dat deze feclufie in der daad zou plaatshebben, wanneer de meerderheid in dat Lid gefecludeert wierd , om dat de minderheid niet uitmaakt de Repraefentanten van een Stad, waar van zy Hechts Mederegenten zyn, en dus niet bevoegd is, de ftem uit te brengen van een Stad, welke door haar niet gereprsefenteert kan worden. Welk eene fub verfie der wel gevestigde ordre zou dit niet nazi, h kunnen neepen? ——— en wy vraagen het nogmaals, wat blyft 'er voor zo een Regeering over, indién dezelve by haare advifen niet zalmogen be wee ren, dat de klachten ongegrond, — dat de informatien die Politicque informatien onvoldoende, en dat 'er geen reeden voor de minste fletrisfure is? Zo ze dit niet by haare advifen zal mogen doen, moet ze dan zwygen , eri zich laaten fletrisfeeren? — Of moet ze ook even als haare Burgers het middel van Requestreeren by de hand neemen, om haare Meddeedm, NB. haare Medeleeden by Supplicatib te doen zien, hoe haare voorafgedane waarfchouwing door de uitkomst bevestigd word, — en hoe het nu van achteren ten klaarsten blykt, het geen zy, en andere Staadsleden vooraf gezien en gezegt hebben, dat de aanleg der zaak onvoldoende is! — moet zy op die Suppliceerende wyze doen zien, hoe in fpecie by dit Politicq onderzoek, by voorbeeld alle argumentatie pro innocentia is voorby gezien, —— wat 'er, met één woord gezegt, ontbreekt aan de onzydigheid, en uit welke ongegronde onderftellingen men de faken, die gedepofeert zyn, afleidt? Men zoekt hier in geen detail te komen a maar enfin, op wat wyze, en waar zal de Vroedfchap haare mede Staatsleden informeeren? — hoe zal zy zich van vermoedens zuiveren, zo zy inde befoignes zal moeten zwygen, of dat nog meer is , haare ftem aan haare partyen overlaaten? Onze Staatsregeering heeft nu twee Eeuwen beftaan, waar is 'er een voorbeeld van dien aart? Moet Rotterdam het eerft zyn? en wac moeten de gevolgen hier van voor andere Staatsleden zyn? Men bedenke dit,-en handele conflitutioneel, zo zal de Vroedfchap van Rotterdam zich verzeekert kunnen houden, dat het gevolg niet anders kan zyn, dan dat het verzoek van J. Hubert C. f. waar over in deze gehandelt, niet dan geheel en zonder eenig accrochement kan werden geweezen van de hand.